DE J O X CrE KEIZIG E R DOOK lEDEELAND. JAN.A-.BACKÏR . UI.DEEl . Te AMSTERDAM, bv D . M . LANGEYELD MDCCXCA'Il .   D E JONGE REIZIGER door NEDERLAND. III. DEELS, I. STUK, ï. BRIEF. Ferdinand aan Ka rel. Am [Ier dam den 27 Jvny 17.— 't'lT^'as u dan niet mooglyk, fchryftgy, om over te komen. Wel ik kan het niet helpen , evenwel ik ben 'er knorrig om, wy hebben ons hier deeze dagen uitmuntend vermaakt, en gy hebt zo voor uw hart als anders veel verzuimd 9 dat gy u de gelegenheid hebt laaten ontglippen, om den Heer Goudwaard te leeren kennen; ook hy verlangde om u te zien, uit hoofde van het III. Deel. A 2 dié Zie daar rekenfchap van den 25, nu nog van gisteren en heeden. Men had bepaald dat het gezelfchap gisteren middag by ons zou kooraen dineeren. ■■ Over den voormiddag wordt nooit vooraf gehandelt, om dat Peierfcn zyne zaaken heeft, maar nooit gebeurt het of 'er is een plan voor den namiddag en den avond, gelyk dit in een fatzoenlyk huis past, daar men iemand verwaardigt te logeeren. De ochtend bezigheid van den Heer Goudwaard en my, beftond uit hoofde van het regenachtig weder in eene naleezicg over 't gebeurde in die ccclegietuin, en het maaken van daar op gepas-e aanmerkingen. — Wy uenschten eep zodanig gegaiioneert mannetje wel eens  t.» t>& JONGE REIZIGER eens afhanglyk te zien van een arm bedaard , man, die zyn windbuilery bewust was zvn grootheid door een gefchonken ampt kende en geneigd was om in hem een voorbeeld te Hellen, vooralle zulke faietrekeltjes, die hun evenmensen, verachten, zonder ddar toe reden te hebben, en niemand beleeftheid bewyzen dan die met hem omdwaalen in het doolhof van valfche glorie, modes en huichelary. Laag, kruipend laag zou zulk een din» worden. Zo ver geloof ik, dat het medelv" ' den my bezielen zoude, over zyn gegallonneerde rok, anders zou ik hem ten ftraf opleggen veertien dagen in een gaarkeuken achter tafel te dienen, om dus de eerfte beginfeIen flechts te leeren , hoe menlchen en men fchen elkander behooren te behandelen en dan amende bonorabk gedaan hebbende 'ZOu ik hem permitteeren om in zyn ouden'kring te rug te keeren, ten einde by zyne mede° makkers mededeelde, hoe hy nu geleerd had zyn fatzoen te houden. Stappen wy af van den Jongen die Zyn ceremoniemeester te vroeg ontlopen moet zyn Of mooglyk heeft hy 'er geene gehad ' en dat al het fraai in hem copy der broeder^ fchap is. Dc  door NEDERLAND. 13 De Heer Goudzwaard heden morgen, geïyk ook gebeurd is, willende vertrekken, begreep Belle dat wy gisteren middag mee ons kringetje hier aan huis moesten eeten. Dus al weder eene aangenaame party, ryk in zyne aanrichting, en ryk in verfcheidenheid van gefprekken die het hart verbeteren, en 't verftand fcherpen en uitbreiden. In den namiddag wierd een tour per kapwagen en fargon gemaakt, op de la-atite zat uw vriend met Charlotte, op de eerfte het overig gezelichap waar van Fredrikftad de koetzier was. Wy reeden als 't waare, de Stad op een aardige wyze van buiten rond, namelyk de Haarlemmer weg op, tot door het toh hek, daar links afgeflaagen na Osdorp, Sloo' "ten, den Overtoom, zo de Amftelveenfche Weg op, langs de Kalfjeslaan, na Ouwerkerk^ en toen recht door na Diemen; en den hoogen dyk te rug, de Muiderpoort in, na huis. — Belle en Etjze beklaagde zich over de discourfen der Heeren, want het had meest geloo* pen over het gebeurde in deeze ftreeken, maar Charlotie betuigde daar van geen last te hebben gehad; nu Karei, ik dacht ook mmst op batteryen en attacques: wy hadden buiten zulks overvloed van discours, en ik verzeker  H de JONGE REIZI GER ker u dat ik my niet beter konde amufeeren, dan ik gedaan nebbe. Wonderbaar kan den mensch den mensch bevallen, hart voor hem krygen, en vriendfchap maaken die ; duurzaam is. Toen 'er by het heen gaan affcheid van den Heere Goudwaard genomen wierde , fchrekien alle drie onze jufvrouwen. Een lief man, een fraai Heer, een edel menscb, en zulke lof fpraken meer fluisterden zy elkander in het oor , myn Vriend was ook aangedaan en 'er is bepaald dat het geheele gezelfchap in em volgend jaar, (dewyl het deeze zomer, om mevr dan eene reden , niet gebeuren kovj eeni- ge dagen na den Haag zal gaan. rje beste man is deezen morgen ten acht uuren met een fargon vertrokken, de fiemsl zegene hem. Na zyne afreis'hield ik Belle, die vry wat aangedaan w?s, tot tien uur gezelfchap, en verlustigd-n wy ons in het opmaaken van zyn ede' csiafter. 't Overig* van mynen dag is verfleeten aan het hui? van myne dierbaare, met wie ik tot half tien alleen was, evenwel ik nam geen affcheid dit zal morgen gebeuren, wauneer ik niy mee de fargon «en vier uuren zal laaten {jyer-  ooon NEDERLAND. 15 ten overzetten en den naoht in Edam doorbrengen, om zo vervolgens het geheele Noor* derkwartier door te reizen en u dan een korte vifite te geeven. —— Ik moet afbreeken door vaak, ook heb ik niets byzonders meer. Vaarwel! met weinig dagen ben ik byu, wanneet ik mondeling hoop te betuigen hoe zeer ik ben &c.  kS dis JONGE R EiZIGER II, B R I E F. Ferdinand aan Charlotte. Edam den 21 Juny ly— Ik heb reeds veel te fchryven, myne Charlotte, maar het affcheid van u en onze vriendenkring maakt my inderdaad nog ongefchikt om de zaaken zo voortedraagen als zij verdienen. Ik zal echter eene pooging doen om mvn hart in te willigen, in myne belofte te ftaa. ven. O Charlotte, waarom is het noodlot ons zo ongunftig? waarom mogen wy, wier harten zo volkoomen vereenigd zyn, niet zaamen lee. ven? Waarde, onze innerlyke fchraapzuchtige voogden beletten zulks, doch welhaast zult gy majorin zyn, en dan, dan zal onze gelukzon daagen, gelyk die der lente by den zuiventen morgen. Wat ik gevoeld heb, toen ik n  door NEDERLAND* i? ü allen zag weg ryden., kan ik niet befchryven. Ik zag ook uwe aandoening myne beste, die van Belle was meede niet gering, hoe zag zy uit het portier, zo lang tot de fchuit buiten de laag was? de lieve vrouw! en onze zachte Eli* ze, ó, het edel meisje fnikte! — Peterfen en Fredrikjlad drukten my de hand op eerte wyze die ook hun gevoel toonden. - Ik moest af breeken Charlotte, en daarom zeide ik: nu geen •woorden meer, God zegen u allen, vaarivell Vloog de trap af, en fprong in de fchuit. Gy Vergeeft my dit hoop ik, het gefchiede óm best wille. Mooglyk hebt gy gezien myne beminde , dat 'er maar weinig Menfchen in de fchuit waaren, dan het gezelfchap was aangenaam, of wilt gy vermaaklyk. Een der vrolykften was eert oüd Kapitein, die tharïs ergens Over 't Y zyne renten leeft, en ons zeer diverteerden met de Wonderen die hy op Zyne reizen gezien hadde. Om hem te toetzen, na hy ons aanmerklyke gevallen tenbewyzen van de vatbaarheid der Ourang Outangs verhaald hadde, Vraagde een bedaard Heer met een zeer gepaste toon: „maar Mynheer, „ wy hebben in de oude Gefchiedenisfen van di£ „ Land, dat hier omtrent eene meermin zon ^ gevangen zyn; dit is my altoos ongeloöfiyk. UI- Deel. B VOCr  i8 de JONGE REIZIGER voorgekomen, heeft UEd. 'er ooit eene ge- zien ?" Het antwoord was gereed. „ Gezien? ik heb 'er meer van gezien, dan ik ,> thans zeggen durf,( wyzende opeen vrouw 9, die binnen in zat). Wy kwamen ems van „ de kust met flaaven, en dreeven na wy eerst niet „ ongelukkig geweest waren,omcrent vier weeken „ met eene doodelyke ftilte; geen wolkje aan „ de lucht; en dus al den dag brandende hitte, „ en raazende dorst, 't geen ten gevolg hadde, „ dat ons water fterk verminderde; en" onze „ kapitein, (terwyl ik nog als ftuurman voer,) „ ons op rantzoen zette, en dat ten laatften zo ?, klein maakte, terwyl liy in de kajuit van geen „ rantzoen wist, dat het volk begon te muiten, „ de jonge met geweld een fiesch water ontnam? „ en den kapitein dreigden te vermoorden. Althans Heeren, 't ging zoverre, dat het wei„ nig gefcheeld hadde, of zy hadden tot aller „ ongeluk de flaaven los gemaakt, ons doodge„ flaagen, en het fchip afgeloopen. De Boois, man, die wel is waar, onder de rebellen be„ hoorde, wasechter zo bezadigd, dat hy het „ gevaar van dien aanflag begreep, dezelve man„ moedig te keer ging, en het daartoe bragt, „ dathy en de fchieman, met ons, die ons toen „ reeds in de kajuit verfterkt hadden, in onder* „ han-  fiöon NEDERLAND, 19 }, handeling zou treeden, en zien of niet -Aks }, in der minne te fchikken was. h er dit echter „ te weeg gebragt kon worden, beproefden de oproerigen een aanval van uisfchen deks op de kajuit, dan een paar draaibasjes met fchrood „ gelaaden, deeden hun terugkeeren, dewyl ,, door derzelver losbranding drie kaerels dood „ gefchooten, en verfcheidene andere gekletst j} wierden. „ De onderhandeling nu wierd begonnen, en het begeerde tot itand gebragt. • iName- „ lyk, dat de kajuit even zo gerantzoeneere „ zou worden als de dek - cfficieren en janmaat, „ Tot guarantie der vreede echter bleef aan ons ., om de gemaakte verfchanfingen te mogen be„ houden, mids dezelve opruimende in het ge3, zicht der eilanden, en dat 'er verder geen rapport van zou gedaan worden. De vrees die wy met dat alles by ons hadden, gaf „ aanleiding dat of de kapitein of ik altoos op het dek was. —— Op zekeren morgen nu, „ daar ik eigenlyk op wil koomen, dat ik de „ wacht op het halfdek had, en het dien nachï „ niet zeer rustig, zo in de hangmatten als on„ der 't wachtsvolk was toegegaan, dryvende „ wy nog al met doodlyke ftilte, zonder vooruitzicht, trappelde ik by den dageraad het 5, half dek al op en neder. ——» Over ftuurB 2 9i boord  £o Ti k JONGE REIZIGER „ boord ziende, zag ik van verre eenige verhe» venbeden op 't water, daar ik eerst geen „ denkbeeld van konde maaken, maar toen het „ meer aanlichte,. bleek het duidelyk, dat het ,, omtrent veertien of zestien zo meermannen » als meerminnen waaren, die hand aan hand in „ eenen kring dansten,en wonderbaare geluiden „ gaven, 't Waehtsvolk hoorde en zag dit met „ my, en fchrikte. Zy riepen weldraa hunne „ makkers, en wy allen zagen hun, met drift ., na ons toekomen. Kortom zy orccingelden het fchip, en deeden zo veel pooging om te „ enteren, dat wy van zommigen, genoeg dui„ delykf konden zien , dat zy ter halverlyf mensch., „ ter halverlyf visch waaren. Onze kapitein, „ dat een flimme duivel, en een asfurante vent was, maakte gebruik van de vrees die in het „ volk zat, en met zo veel kunst, dat hy my „ zelf ook bedremmelde. God dank, zei hy, „ na deeze fchepfels gezien te hebben, nu is „ 'er verlosfing, mannen,gedraag u nu gedwee, „ gy ziet wat de Hemel voor ons doet. En 'er „ zullen vast meer komen als sy langer revol„ teert. Kort om, het volk wierd als lammeren; „ de Zeemenfchen bleeven omtrent een uur nog „ om ons heen, trokken al fchreeuwende weder „ af,en eer het avond was,hadden wy zo veel „ koelte', dat wy zeil moesten minderen, en r'. » on.  door NEDERLAND, zx „ onze reis was binnen drie dagen afgelegd." Gy begrypt myne beste, dat wy veel moeite hadden,die man zyne wonderen zonder lagchen te hooren uitvertellen. Dan hieromtrent moet ik my verwonderen over de bezadigdheid van dien bedaarden Heer. Zonder eenige aanmerkingen op het verhaalen te maaken, zeide hy. Zo dat die weezens dan werkelyk beftaanf „ Maar kapitein, daar gy zo veel ge„ zien hebt, moet ik u nog een vraag doen. „ Jan Luiken, was zeker een bekwaam zede„ dichter, al fchreef hy de Duitfcbe Lier, en „ een goed Christen, maar die vertelt ergens van „ een Engel, die by een vrouw voor het bed ,; kwam en vrede verkondigde; hebt gy ook Engels gezien?" — Engels! Engels! „ wacht eens, (was het antwoord) neen, of „ Rodr.ey moest 'er een geweest Zyn, maar die was van dat zoort niet. Vraag dat maar aan al de St. Euftatiusvaarders van 1781/' — Dit maakte de toneelen zo ernftig, dat ik niet goed kan vinden, lieve Let, om die te fchilderen. Alleen moet ik 'er u dit van zeggen, dat de oud-kapitein by die fraaijigheid ook zyn fchip was kw'yt geraakt, dus de roemruchtige dood van Krul had bygewoond, en de notabele fchadens van onzen Republicq op millioenen begrooten durfde. B 3 Toen  éi de JONGE REIZIGER Toen wy naby Buikfloot kwamen, vraagde ik den bedaarden Heer, of zyn rei. verder lag, — En verneemende dat hy na Monnikken', dam moest, bood ik hem eene plaats in myne fargon, die hy met zeer veel erkentenis aannam. Omtrent een kwartier .na ons, kwam Hendrik en wy vervolgden onze reis, waar van de overige byzonderheden aan onze Heeren, u myne beste zal ik alleen nog onderhonden over de gefprekken tusfehen dien goeden Heer Hazewind, is zyn raam, en my. Terwyl Wy nog in de herberg op Hendrik wachten, betuigden wy onderling onze verwondermg hoe het moogiyk zyn konde, dat iemand al was hy geheet onbekend, 't geen met den oudkapitein hier zo met was, zulke onbefchaamde logen, durft voorbrengen, geloof eisfchen, en denken dat het hart hen zulks inwilligt ~ L>U deed ons overgaan tot het byzondere der »en«blyke caraclers, „ in allen ff zeide die Heer> „ zyn feilen, menschlyke afwykingen van hun n ne phgten, van braafheid en deugd, Ik ben „ een vyand van haat, (vervolgde hy) maar „ drie «rafters zyn by myhaatlyk, affcbuwlyk v der nenfcheiyke maatfehappy onwaardig, na! „ melyk: de Lasteraar, de Logenaar en de „ Dobbelaar Allen zyn moordenaars, de COIte van on«e eer, de tweede van ons edel- s, moe*  door NEDERLAND 23 moedig vertrouwen en de derde van onze beurs, " zodra hy ongelukkig ipeelt." Gy weet myne Lieve hoe dit met myne denkbeelden ftrookt; en niets is zekerder, dan als wy in zulke gewich, tige pointen harmonieeren, dan fympathileeren wy ten muitten in zo verre, dat men met vermaak elkanders gezelfchap geniet, geduurende een zo kort reisje. Laat ik u eens een pourtrait fchilderen lieve Lot, van deezen eeilyken man,die ik hier,toen ik van de by hem genootene beleeftheden fprak, niet weinig hoorde roemen. In houding en gelaatstrekken, heeft hy zeer veel van Vrymond; in kleeding verfchilt hy even zo veel, want zyn zondags pak is een donker blaauwen kneeprok, kamifool en broek, van het zelfde ftuk, een ronde pruik, en wat daar verder by hoort, 't geen de geestige Janus, op zyne wys, even zo befpotlyk (hoewel ten onrechte ) heeft voorgedraagen,als de overlevering het af beeldzei van Ezoptu tot ons gebragt heeft. _ Mooglyk om dat die anders groote Ezopus een flaaf der voornaamften des volks was. Want waare hy een zo vry werkend weezen als andere gebogchelden, die wy wel gezien hebben, geweest, geen fterveling had ons een minder deftig gelaat van hem durven voordraageu, dan 't geen wy op de penningen der Minders, B 4 det  H RE JONGE REIZIGER der Cafarsi of wilt gy het meer paralel, dan de* Dcmoftenen en Cicero's zien afgebeeld. m. Keeren wy te rug Lot! Het kleed maakt den man zegt Raabner, gy myne Lieve, hebt my onlangs gezegd dat het aan uw huis zo niet was _ By my is het ook gantsch anders, en myn eigen dagelyks fi, guur bewyst dit genoeg, want ik ben verwaand genoeg Lot om te gelooven, dat zo als ik ben ik nog alzo iets beteken, dat meer is dan onze hier voor bedoelde Ezopus. neem deeze uitweiding niet kwalyk, of verveelt hy n, leg den brief weg, ~ g00i hem op het vuur, gy myn lieve Lot moogt alles. — Doch dat ik niet te fentimenteel worde. . dit is misdaad, hoog verraad en al wat gy wilt by die Vrienden, die het fentimenteele in den grond niet kennen, en verwaand genoeg Zyn om het te beoordeelea, By de zulke die het op hunne waarde fchatten, zo als myne Charlotte, wordt alleen het overdreevene veracht. Nu, myn Hazewind, zyn caraéter is vryheidJievend dus edel, vnendfehaphoudend,oprecht, 20/» handel ah wandel, zegt ons veel betekenend {preek' woord, maar - wat fpotachtig Dit be richt heb ik van hem, en het ftemt best in met myne ondervinding, in den korten tvd van ons zaamenzyn. Te  door NEDERLAND. 25 Te Broek vertoefden wy rnynendhalven, omtrent drie kwartier, dit is het netfte en zindeiyk. fte plaatsje van misfchien de gantfche waereït zeer bekoorlyk gelegen tusfchen twee meirtjes. Myn Reisgenoot had kennis aan een der voornaamfie kooplieden van deeze plaats, en ging met my derwaard. Zo eenvouwig als het huis van buiten was, zo prachtig en kostbaar was alles inwendig; goud en zilver, verlakt- en gladhoutwerk, overkropte hier elkander; hoe veele etages vloerkleeden 'er op een lagen durf ik niet zeggen , evenwel moesten wy de fchoenen aan de deur uittrekken, wilden wy het genoegen hebben hier het bewys van rykdom te befchouwen. — De Heer en Dame , de laatfte was niet weinig met juweelen behangen, logeerden echter niet dan des nachts in dit huis maar in een kleinder dat 'er voorftond, iets dat my ergerde. Over 't algemeen genomen is de rykdom hier mateloos groot,zegt men, en de armoede geheel onbekend. Koophandel, Zeevaart en Asfurantie zyn hier door de geheele waereld uitgebreid, en de gewichtige bronnen van den bloei deezer aangenaame piaatfe. Van hier voortrydende, zeide ik myn oog. merk om my met een vaartuigje na 't eiland Marken te laaten roeien, le?ge tdé dit byna vlak ■B 5 ovec  o6 de JONGE REIZIGER over Monnikkendam, doch hy ontraade zulks, als der moeite niet waardig zynde, beftaande het zelve, volgens zyn zeggen, Hechts in eenige kleine zeer armoedige buurtjes, allen door visfchers bewoond; alleen de dracht der vrouwen is hier geheel weder afgefcheiden van die van alle andere oorden, doch gy myne Charlotte hebt genoeg van die vrouwen zien wandelen, om 'er een denkbeeld van te vormen , beter zeker, dan ik u zoude kunnen befchryven. De Dichter Cïaas Bruin, zingt 'er dus van in zvne Noordhollandfche Arcadia. „Geen vreemder zag ik ook in Twent of Drent. „Geen pen behoeft 's dorps oudheid ons te ontvouwen, „ Men vind ze klaar in 't huizei van deez vrouwen, ' „En 't hangend hair dat langs heur wangen zwiert, „ Als of men hier het v'rolyk boogtyd viert „VanBachus en zyn dartle Bacchenaalen. „Neen, dees kleedy, hoe nedng gaat de paaien „Van 'sLands gewoonte en biilykheid voorby, „ Zo wel als die waar in de hovaardy „Haar zetel vest om harten te verheffen. Zo dat de Marker bonton dien dichter ook al niet bevalt. Ik  door NEDERLAND. 37 Ik heb dus dit tourtje gefhakt, te meer om dat het al wat laat geworden zou hebben, als ik van avond herwaard wilde. - Toen wy te Monnikkendam kwamen, wilde de Heer Hazewind met aandrang dat ik blyven zoude, biedende my bed en tafel, dan ik bedankte, wyl ik myn plan volvoeren wilde. Evenwel moest ik een uurtje by hem doorbrengen, dat ik met zeer veel gen oegenfleet, deelsom zyne vriendel>khtid en die van zyne huisvrouw- een bevalli», zeer netjes, fchoon niet prachtig gekleed boerinnetje; deels de wyl hy my die gefchiedkundige trekken wegens de ftad meededeelde, welke ik den Heer Tetérfen fchryven zal, en dewyl het daar toe tyd begint te worden, zal myne Charlotte my gelieven toe te ftaan, dat-ik deeze eindige, on. der de oprechte verzekering dat myn hart no» eene niet geringe te onvreedenheid met zich om" draagt, voortvloeiende uit de bedenking, dat ik thans weder afgefcheiden ben van het'edel voorwerp myner blaakende liefde, en den kring myner achtenswaardige vrienden en vriendinnen. Rust wel beste, ik heb de eer te zyn, &c. III.  a8 Da JONGE REIZIGER III. BRIEF. Ferdinand aan Petersen. XX en uwe Beminde, zy nogmaals hartelyk dank gezegd, voor de betoonde vriendlykheden. Eenmaal hoop ik zal 'er een tyd dagen, welke my de heilryke gelegenheid verfchaffen zal, om u myne daadlyke erkentenis te betoonen , en dan — dan Peterfen zal myn hart met dat genoegen flaanj, 't geen alleen gevoeld kan worden door de waare vriendfchap in een kring gefield om zich met dien eenvouwigen luister te vertoonen, welke haar zo wel als de liefde eigen is. In den brief aan myne Charlotte, heb ik de geringe aanmerkenswaardigheden 9 van myn tourtje op Monnikkendam gemeld. — Van het eiiand Marken,heb ik.'er nog dit by te voegen, dat het in het midden der dertiende eeuw verkogt wierd, aan het Mariengaarder klooster, toen naby Leeuwaarden gelegen, door Heer Klaas van Perfyn althans gedeeitelyk, Margaretha Gra- vin- Edam den 28 Juny 17—  door NEDERLAND. 29 vinne van Holland, nam'het die Geestlyken Ao. 1348 af, en voegde het aan deeze Provin» cie, gelyk Karei van Bourgondien, in 1470 omtrent het overig gedeelte verrichte. De gelegenheid van dit eilandje, gaf niet zelden aanleiding dat men het tot eene verzamelplaats verkoos, wanneer men voorneemens was een landing te onderneemen, tegens deeze of geene nabuurige kusten of plaatzen. Dan ook hier om had het dikwerf, zo van de Westvriezen, als andere niet weinig te lyden. Byzonder hebben die van Kampen hetzelve, Ao. 14.20, deerlyk geteistert, en fchier geheel afgebrand. - Watervloeden, behooren mede tot de plaagen van deeze pas boven de zee verheevene buurtjes De Gefchiedenis meld byzonder van het jaar 1665, doch in de akelige nachten van 15 en ao November 1775 en l77^ was ner hierzekerniet minder akelig. Gy, myn vriend weet beter dan ik, hoe het toen a costi was, en kunt daar uit genoegzaam oordeelen, dat het hier tot den hemei fchreiend benaauwd moet geweest zyn. Monnïkkendam, zo als gy weet, de zestiende der ftem in Staat hebbende Steden van deeze Provincie, en de vyfde van het Noorder-kwartier , legt aan de Goudzee, het water tuslchen de vaste kusc alhier en 't eiland Marken. 't Water zeide my de Heer Hazewind, moet al vry  3o de JONGE REIZIGER vry hoog zyn opgeftuwd als deeze Goudzee voor maar middelmatige fcheepen vaarbaar ,zyn zal, zo ondiep is zy, en dit is da oorzaak der verzanding van deeze itads haven. De naamsreden van deeze plaats gelooft men algemeen oorfprongelyk te zyn van eene Dam weke in het naby geleegen meiitje, het Monmkenmeirtje genoemd, gelegd wierd. De ftadsrecbten, fchoon deeze plaats al merkelyk vroeger bekend was, zyn de Inwoonders'vergund door Hcnog van Beieren, omtrend het midden der veertiende eeuw. — In den twist der Hoekfchen en Kabbelliaauwfchen, kwamen die van Kennemerland de ftad ten voordeele van Vrouw Jacoba inneemen. Brand was ook meermaals het droevig lot, waar van deeze plaats te lyden hadde. Ao. M0poort, de Westerpoort, de Monnikkertdammerpoort, de Gevangenpoort, de Keetpoort, de Oosterpoort en Kaaipoort. ——- De twes laatfte aan de haven ftaande, zyn fraaije gebouwen. — — De oudheid van deeze ftad klimt tot geene byzondere hoogte; 't Eerst geloof ik dat men daar van by gefchriften vermeld vind, is in den jaare 1401 by gelegenheid van een handvest van Hertog Albrccht van Beieren. Hoewel anderen willen dat de ftad al in den jaare 1257 bekend was, door twee handvesten van Hertog Willem van Beieren, inhoudende, dat een Poorter van Edam het leven verbeurt hebbende , niet meer mogt verbeuren dan de helft zyner goederen. Even als Monnikkendam onderging deeze ftad de overweldiging der Kennemerlanders ten voordeele van vrouw Jacoba, en ruim vyftig jaaren laater, dus aan het einde der C a vyf-  36 de JONGE REIZIGER vyftiende een w, begon zy zich meede te moeien in het kaas en broodfpel. In den zoen met den Hertog van SaKen, moesten zy acht hondert gouden andries gul. dens betaalen. Zy bleef de party der Spanjaarden , in de tachtig, jaarige beroerten aankleeven, tot den twintigften van Juny 1572 toen zy de zyde der Staaten koos, en de dappere Sonnoy den edele Willem de Graaf als bevelhebber over de ftad aanftelde. Met betrekking tot de kerkberoertens, in 't begin der vorige eeuw, was zy de zyde der navolgers tan Galvinus toegedaan, en dus was het onnodig dat de doorluchtige Prins Maurits, hier eenige verandering in de Regeering vorderde of te weeg bragt. De vermaardfte ongelukken van bralid deeze ftad overgekoomen, zyn voorgevallen in de jaaren 1587, t6o3, 4643 en 1699. De voor. naarofte was de tweede, die veroorzaakt was door het. inflaan van den blixem in de toorera, welke nevens de kerk en byna dertig huizen geheel in kooien gelegd wierd. Men zag echter telkens het verteerde met vernieuwde glansfen als uit de asfche verryzen. Daar de ftad zo als wy gezien hebben gantsch niet ongunftig voor den zeehandel ge-  door NEDERLAND. 37 Jeegen is, behoeft men zich niet te verwonderen, dat fcheepsbouw en daar uit voortvloeijende Fabricquen enTrafkquen niet weinig tot deszelfs bloei toebrengen — De houthandel is hiervan geen minder gewicht, gelyk gemaklyk kan op* gemaakt, worden, uit de menigvuldige en groote verkoopingen, welke hier jaarlyks gehouden worden. Het rafirieeren van zout is hier ook. een deel der beftaans middelen; dan daar Edim in het ftuk van handel het meest om beroemd is, is de grootheid van zyne kaasmarkt, wordende alle in Noordholiand gemaakt zynde kaas, Edammer kaas genoemd. IMiet te min verliep deeze tak geweldig, en ging voornamenlyk tot Hoorn over, dan de vigilantie der Regeeting is oorzaak dat dit verloop zich allengs aanmerklyk begint te her- fteilen. ■ Wenschlyk is. het voor de ftad en deszelfs Inwoonders dat dit hetleevend beginfèl tot zyn oude grootheid mogen opiteige* ren. Nu myn vriend gaa ik ter ruste, om morgen voormiddag hier alles op te neemen, en na Hoorn te ryderi, van waar ik verder over deeze plaats aan Fredrikftad zal fchryven. Naleezende heb ik nog omtrent Monnikkendam vergeeten te melden, dat het de geboorte plaats geweest is, van eenen Hendrik fifeyer C 3 wel-  3P be JONGE REIZIGER welke een befchryvirg van die ftad opftelde, eri onder zekere kaant by Blaauvo uitgegeeven plaatfte. . Als ook dar hier als leeraar geftaan heeft, de wydvermaarde Wel Eérwaarde Heer Emmanuel Nieuvoentyd, wiens onvolpreezen Werk getyr.eld: Het recht gebruik der Waereltbejchowwïng zyn naam ontterflyk maakte 1 zyn geboorteplaats was Grafdyk > eert dorpje gelegen op het zogenoemde Schermer «VW,behoorende onder Graft. Ik eindig ,my met hartlyke eerbisd noemende enz. IV.  door NEDERLAND. 39 VI. B R I E F. Ferdinand aan Fredr,ikstad CziTy vergeeft my wel myn waarde vriend, dat ik u en uwe Elize uit Edam alleen myne complimenten heb laaten maaken, zonder zelf pligtelyk te fchryven, de tyd was zo kort, en ik inderdaad niet vlug, door de herinnering van ons affcheidjdaar te boven eenigzints vermoeid. Thans zet ik my om u verflag te doen van 't geen ik in Edam bezichtigd hebbe. Doch voor af moeten wy eens een weinig fpreeken over 't beruchte geval, 't welk de Heer Ha~ zewind, tegens den oud kapitein, zo bedaard als gepast aanhaalde, namenlyk dat van de Meermin, die door de boeren hier omftreeks woonende in de Purmermeer zoude gevangen zyn; te Edam gebragt, daar leeren ipinnen en vervolgens na Haarlem vervoerd. < Wat van deeze gebeurtenis zy is niet wel et C 4 be Hoorn den 29 Juny 17— be-  40 de JONGE REIZIGER bepaalen. — Zommigen zo als Wy weeten houden dezelve ftyf en fteik ftaande, anderen ontkennen het geheelcgeval. — Dus laat 'er zich Langtndyk van hooren, in zyne Graaven van Holland, en wel in het jaardicht, handelende over Hertog Alhrecht van Beieren, de zes-entwintigfle zo ik meen in den rang der geenen, die de Graaflykheid Van Holland gedraagen hebben. Indien 't waarheid zy 't geen'* Lands cronyk vermeld, Dcoreenen Ka:meliet te Haarlem opgefteld, Is in het Purmermeer een Meeremin vernomen, Die in een dykbrenk uit de zee is opgekomen, , Zy wierd door Melkers 1]iet verwondering opgevat, En van EJam gevoerd te Haarlem in de S-ad. Men gaf hanr brood, zy fpo„, deed poging om « fpreken En boog voor 't heilig kruis, ja maakte zelf het teken, Zo dat zy na haar dood op 't kerkhof wierd gelegd, By andere Kerttenen, geiyk de Schryyer zegr. De oude Cronykfchryver Casparus Wachten* (krp maakr het niet minder erg, doch ik zz\ hem niet uitfchryven, voor my vriend, ik durf iiet beftaan deezer weezens niet te ontkennen, de-  door NEDERLAND. 41 dewyl ik onderfcheidene fchippers gefprooken hebbe, die my plechtig betuigden dezelve ge? zien te hebben, maar altoos op een afftand, en fchuw, geenzints met de vrypostigheid dier rei» jende fchepfels, waar van de cud kapitein ver» haalde: de Natuuronderzoekers ontkennen ook meestal hun beftaan niet, rnaar de eigenfchappen welke men deeze zeevrouw toekeurt, kan ik by geene mooglykheid gelooven. Lfaare gedaante, zo als men haar af beek in aanmerking neemende^ fchynt het my eene onmooglykheid dat zy zieh recht op, (ten zy in het water) kon ftaande houden, en dit zo zynde vervult van zelve de gefchiedenis van het fpinnen. — De overige nog onnatuurlyke fraaiheden zullen wy maar overflaan. By gelegenheid uwe gedach* ten hier over eens in eenen brief. Nu weder tot de plaats zelve. Ik heb de'geheele vest niet alleen, maar ook alle voornaame grachten en ftraaten,* rondgewandelt en doorgekruist. — De wal is byzonder net en wordt zeer zindelyk onderhouden. — De grachten en ftraaten zyn in het algemeen genomen niet minder proper, en wel bebouwd. Men vind hier en .daar zeer fchoone huizen, en de publy-, ke gebouwen zien 'er uitwendig allen zeer wel uit. Van het inwendige dadelyk nader. C5 De  42 de JONGE REIZIGER De Kaasmarkt al waar de Waag naby ftaar , is een fchoon ruim plein, zeer zindelyk bevloerd j de haven heef- eene aanmeiklyke lengte e; ;e onvredene Heer ook de kamer uit was, zeide de luchtige knaap; „ als zy te rug koomen „ mynheer zal ik heen gaan, zeg hun dan dat ik de roef voor my alleen gehuurd heb, en zy „ denkelykwel plaats kunnen krygen, indien zy „ zulks vraagen." Dit gebeurd-, men maakte den jongen Heer veele complimenten, maar hy fneed alles kort af met iets dat ik geheel niet verwacht hadde. „Mynheer, zeide hy, ik heb al- „ le hoogachting voor de Sexe, maar ook voor ,, my zelve, ik zit niet gaarne binnen in de fchuit by allerlei flag van menfchen, maar „ neem altoos zo het mogelyk is plaats in de „ roef, of huur die af. Daar ik nu her oog- merk van het gezelfchap ontdekte dacht my „ best in de vcorkanjs te zyn. 't Zal nu van 't „ gezelfchap of byzonder van mynheer af han?5 gen, of ik de eer van hunne tegenwoordig- „ heid  48 de JONGE REIZIGER „ heid genieten raag, dan alleen zitten, beant„ woord my alleen deeze, vraag met oprechtheid „ Mynheer ? — Als . gy de roef gehuurd „ hadt en ik u om plaaats verzocht, zoudt gy „ het my vergund hebben?" - Cordaat neen, was het antwoord. Genoeg, hernam de jon. » ge Heer, 't zal my veel eer zyn met de dames, ij en mynheer te mogen reizen, maar hadt gy ja gezegd, ik zou my op myn ziel het Ver„ driet gedaan hebben, van alleen te zitten, en my te berooven van het aangenaame byzyn, „ van twee zo beminlyke jufvrouwen. — de gemoederen hier door opgeruimd, fleeten wy nog een aangenaam uurtje zaamen, en toen reisden de vrienden af, terwyl ik een wandeling ging doen,ten einde de Stad en deszelfs buitencingels omtewandelen en op te neemen waar over nader aan Peterfe.fi. De weg myne Charlotte van Edam herwaards. heeft niets bekoorlyks, zynde een open puinweg. langs de vaart. Alleen pasfeert men Oosthuizen, een fchoon dorp, 't welk byzonder bloeit door de aanzienlyke kaashandel welke hier gedreeven wordt. Ook nog koomt men aan eenige huizen den Oudendyk genoemd, alwaar de reizigers die metdejaagfchuit bier langs koomen,van de eene in de andere fchuit overgaan, geiyk aan den Leidlchendam of Halfweg Haai km. Toen  neon NEDERLAND. 45» Toen ik gisteren avond van myne wandeling te huis kwam, vond ik de zogenoemde gemeene haard bezet met onderfcheiden foonen van weezens, ik befloot een uurtje in het zelve door te brengen, om menfchenkennis te vergaderen, Onder anderen vond ik hier een oud of. ficier, die aan een tafel a 1'hombre fpeelde, maakte hjer geen gering figuur, doch in myn oogen geenzins tot zyn voordeel. —— Vloe. ken, zweeren, by het worden van codillen de kaarten door de kamer te gooien ,en 'er hondert fottifes by te zeggen, zie daar wat hem in dit gezelfchap fcheen te doen brilleeren. Ik trok met de eerfte pyp af, wel voorziende dat ik hier niets kon opdoen, dan de ruwe natuur door de maatfehappelyke fraaiheden duizendmaal ver* ergert. Dewyl ik myn brieven eenigzins in de manier van een dagverhaal fchikke, zo overwon ik my* ne begeerten en fchreef eerst dien aan den Heer Fredrikftad, om het nog nodige over Edam te melden, eer ik de pen opvatte om mynen bekoorfter te fchryven. Ik kon echter niet ter rustel gaan, eer ik deezen dus verre had gefchreeven, die zo wel als die aan den Heere Fredrikftad een dag vroeger dan zyn datum luidt, op het papier is gekoomen. III. Deel. E Thai®  5ó de JONGE REIZIGER Thans zal ik u melden wat ik deezen dag gezien hebbe, 't geen echter niet veel byzonders te beduiden heefu De groote markt alhier welke de roode fteen genoemd wordt, pronkt met verfchsidene aanzienlyke gebouwen. Vooreerst vindt men atdaar het Stadhuis zekerlyk een gebouw van vroege ftichtinge, hoewel men den waaren tyd niet weet, vermoedende men alleen dat men daar meede omtrent den jaare 1420 "t eerst heeft aangevangen. Dit weet men uit aanteekeningen dat 'er Ao. i544 een toorentje wierd opgezet, en de kapitaale opgang die het gebouw thans geen gering aanzien geeft, 'er toen ten tyde wierd voorgeplaatst; de vertrekken van dit huis zyn alles' eigenaartig geschikt na hunne verfchiliende inrichtingen, doch fi-bben niets byzonders dat der moeite waardig is om aan te tekenen. Een ander hier tér plaatze ftaand gebouw is de fraaie van arduin 'opgehaalde Waas pronkende met eenen Eenhoorn die het wapen van Hoorn, zynde een hoorn met een flrik daar om vast houdt. 't Derde gebouw, is dat der Gecommitteerde Raaien van Westfriesland en het Noorderkwartier, 't geen uitwendig een deftig aanzien heefr  Böoft NËDERLAND. §t Zynde als 't waare een dubbeld huis, waarvan een deel aan de markt uitkoomt, en het ander gedeelte binnenwaard fpringende, met een fraai yzeren hek verfeheidene ornamenten bevattende, vercierd is. —— De voornaame zaal van dit gebouw is opgepronkt met de afbeeldzels van onderfcheidene zo Nederlandfche als andere Vorstlyke perfoonen, waar onder de Stadhouders uit het tegenswoordig huis. Nog hebben Heeren Gecommitteerde Raaden alhier een ander gebouw, deszelfs Logement genoemd, zynde een gedeelte van hetHieronirmterklooster , ftaande op de hoek van de nieuwe fteeg en nieuwftraat. Onder de aanmerklyke vertrekken van dit gebouw is de eetzaal. De Schoorfteen in dezelve rust op marmeren pylaa. ïen, voor de fchoorfteen ziet men de gewichtige zeedag met den Grave van Bosfu afgebeeld, in eenen welgefneeden lyst, waarin de wapens der ftemhebbende fteden van Westvriesland , oorlogstuig, en fchéepsgereedfchappen enz. zyn uitgehouwen. Wat veele andere publyke gebouwen betreft, het is myn pligt om u dezelve optenoemen , nu ik my eens de taak van een dusdanig journaal heb opgelegd, maar zy hebben meest al zo weinig beiangryks, en vooral voor Dames dat ik my byna verknies u met zulke drooge onderwerpen* Da *«  52 de JONGE REIZIGER te moeten bezig houden. —— Verfchoon dk myne Charlotte, andere tyden, andere plaatzen zullen hoop ik andere onderwerpen opleeveren, Staa my toe kortelyk te melden welke gefticluen meer in aanmerking koomen. Het Oostindisch huis, dat een vry aanzienlyk gebouw is. Het zogenoemde Prinfenhof, eigenlyk de vergaderplaats der Heeren Raaden.vanhet alhier op deszelfs beurt plaatshoudende Collegie van de Admiraliteit in Westvriesland. Dit gebouw is ruim, welgefchikt voor zyn aanleg, en voorzien met een fraaije tuin. De Raadkamer, die met vry kostbaare tapyten behangen is, munt boven de andere vertrekken uit, het afbeeldzel van Willem den III. pronkt voor da ichoorfteen. Als men hier nu by voegt een niet onaartig vervaardigd klein Oorlagfcbeepje, door eenen Stoffel Stokman gemaakt, en wel met de linkerhand, dan heeft men alles wat hier te zien valt. Er is in deeze Stad ook een Gemeenlandshuh, ofMagazyn, tot berging van allerlei moordtuig waar van ik u maar geen optelling zal doen. Dewyl het heden zondag is, heb ik geen gelegenheid gevonden om de Munt te bezichtigen, wy zullen dus de behandeling van dit werk tot de komst in eene andere Provincie overlaateri. 't Ge=  door NEDERLAND. 53 ( • , 'WL ,'A'3 \ Gebouw op zich zelve heeft niets byzon- ders. De groote Kerk is een overheerlyk kruisgebouw van de Roomfche tyden, en dus van een ruim choor voorzien, het orgel dat al vry oud is, mag echter welluidend genoemd worden. — De Tooren van een goed fpeelwerk voorzien, is een fraai en aanzienlyk gehucht van geene geringe hoogte. De andere Gereformeerde kerken alhier zyn de Vrouwenkerk en Oosterkerk twee kleine hoewel nette gebouwen, maar van geen aanmerking voor myn bedoeling. Ik kan niet nalaa'ten u by deezen te herinneren dat de Gemeente van Hoorn, het byzonder geluk heeft van onder anderen gedicht te worden door den wel cerwaardigen en zeer geleerden Heer Engelbertz aan wiens geleerde pen, en altoos b:toonde Vaderlandsch liefde , wy ver' fcheidene keurige werken verpligt zyn, terwyl hy met geen geringen lof de INederduitfche Taal erf Dichtkunde heeft helpen opbouwen als medelid van het veel waardig kunstgenootfehap, onder de latynfche fpreuk Magnei Molimur parvis, v waarvan het te wenfchen waare dat wy meerdere werken in het licht hadden mogen zien koomen,gelyk eenydermetmyzalinftemmen,die bekend is met de kléine doch fraaije bundel by dit GenootD 3 fcha  U de JONGE REINIGER fchap nitgegeeven, onder den tytel van Proeve van Mengelpoëzy. Dan laat j, genaame taak vervolgen, uwe goedgunftige aan. dacht zo weinig gedulds vergende afe daar mee- de ecnigzins beflaan kan _ Onder de kristelyke Gezindheden, hebben de Lmher^henenRcmonBrantenook yder hunne kert de Doopsgezinden twee, en 'er zyn drie Roomfche Statten. * Men vindt in deeze flad maar weinige van die hefderyke gefiichten,welke men gemeenjykmet den naam van Godshuizen beftempelt. Echter ^ et een Gasthuis, een Weeshuis, Huiszitten- . Aanf erke,yks weet ^ van deeze gebouwen niet, dan dat de Graaf van Bosfufm het Weeshuis eenigen tyd heeft gevangen gezeeten,.en dat de Doopsgezinde gemeente alhier, altoos een mederegent heeft, in het Huiszittend arm. Zie daar myne Charlotte den dorren brief wel: ken ,k u uit Hoorn te fchryven hadde, en waar van de behandeling nog veryeelender is, om da£ .k waarlyk droefgeestig ben, en dus winig lu hebbe tot het fchryven over een onderwerp'dac m zyn e)gen aart niets bekoorlyks, niets vol. boende yoor de ziel heeft, ^* cf 2ult ™ hoop  hok NEDERLAND. SS hoop ik,ditmaal vertchoonen, waarfchynlyk zal het uit Enkhuizen wel beter gaan, dewyl ik daar weder in eene vriendenkring koortje, en ik hier eenzaam omdwaale , geene genoegzaame kennis hebbende aan iemand, om hem lastig te zyn, met het verzoek van my behulpzaam te willen weezen in de bymy bedoelde oogmerken. Dy welzyn gaa ik morgen van hier der waard, ik betuig u te verlangen, want, fchoon de plaats als plaats zyne weezenlyke aangenaamheden heeft, verveelt het 'er my . en hoe kan dit anders, daar ik vsrwyderc van het beminde voorwerp, van zo veele my recht waarde vrienden, gewoon aan aangenaame gefprekken, en vrolyke byeenkomften, eensklaps van alles verfteeken, my als geheel alleen bevinde ? — o myne waarde! hoe zal ik my haasten te huis te koomen, om 'tgeluk te hebben u daar nog eens te zien, eer ik na Friesland overgaa. Zyt daarvan volkoomen verzekerd, en zo draa het my maar mooglyk is, zal de juiste dag laaten weeten aan haar die overtuigd is van den eerbied en liefde, welke haar wordt toegcdraagen door &c. D 4 VL  PB JONGE REIZIGER VI. ' B R I E p. Perdj^and aan Petersen. Hoorn den co Juny ij—. Schoon myn verblyf alhier niet lang kan zyn uit hoofde der gewichtige reden welke u bekend is, en die my noodzaakt ten minften tene dag te huis te zyn, zal ik u echter zo veel van deeze plaats mededeelen, als het mooglyk zynzai by een te zaameien. De legging van de ftad is vry aangenaam, zynhet gezicht over de rheede, het Hoornfiba Hop, ook wel de bogt van Hwrn genoemd, zeer fraai, en aan de landzyde boogt deeze ftad op de vruclubaarfte weilanden welke men beoogen kan,terwyl 'er,byzonder ten noorden zulk een aantal nette tuinen en tuinhuisjes zyn, dat men daar van verbaasd ftaat, - De wandelweegen tus. fchen deeze reien van tuinen door, zvn vermaakyk, veelal fchaduwachtig door het digte LindenJoof, en met zeefchulpjes zeer zindelyk geplaveid. De haVen, myn vriend, is ruim, en by oitfte, kendheid gefchikt tot de berging van 's Iands fchee-  door NEDERLAND. 57 fcheepen, welke hier getimmerd worden, mids, men zorge geene te zwaare charters aan te leggenten andere haven is ten dienfte der Oostin. difche Compagnie fcheepen, terwyl de ruimte voor allerlei foort van koopvaarders overvloedig is. Aan de haven voor de oorlogfcheepen, vind men de wel aangelegde, en in gefchikte orde gehouden wordende Adminaliteits Werf en Magazyn; gelyk 'er ook verfcheide goede gebouwen Haan by de Werf der Compagnie, de haven zelve heeft twee monden , de voornaamffe ten zuiden, en eene kleindere ten oosten. Van beide branden des nachts vuuren. 'Er zyn verfcheidene goede firaten, en matig fchoone grachten in Hoorn, over 't geheel echter fchynt my de ftad wat bedompt, en niet zeer luchtig, eenige plaatfen echter uitgezonden. De wal is gedeeltelyk van aarde, gedeeltelyk nog oud muurwerk, op dezelve ftaan torens, dienende tot buskruid magazynen voor Gecom. mitteerde Raaden ter Admiraliteit en het .Noorderkwartier , en voor de hier refxdeerende kamer der Oost - Indifche Compagnie. 'Er zyn vyf poorten in Hoorn, met name de Westerpoort , Noorderpoort , Koepoort , Oosterpoot en Hoofdpoort, de laatfte is een uitgang na het hoofd, dat meer dan driehondert voet lang en byna veertig voeten breed' is, loopende D 5 eerst  58 de JONGE REIZIGER eerst oost zuid oost, en dan met eene elleboog byna zuidwaarri. Terwyl ik ftond te kyken, kwam een van die burgermannetjes die meestal in hunnen japon het nieuws van den dag gaan opneêmen, dewyi zy niet anders te doen hebben, zeer vriendlyk na my toe, en begon, my gegroet hebbende, hetgefprek met: „wel wat dunkt mynheer van „ Hoorn ?" jk antwoorde zodanig dat de man voldaan fcheen, en- hier door raakten wyingewikkeld omtrent de beftaans middelen der Inwooners, waar van hy de zeevaart, en fcheepsbonwery, met alle deszelfs aankleeven, als meede de ongemeene beroemde kaasmarkt geenzints als de gerirgfte befchouwde. Hy verhaalde my dat men hier ter plaatfe voormaals veel van dat foort van fcheepen plagt te bouwen, welke byzonder den naam droegen van Hoomfebe katten, gefchikt voor de Oostzee en de bogt van Frankryk, zo tot het haaien van hout en zout als anders, doch dat ze nu byna geheel niet meer gevonden wierden, zedert de fluiten tot die verfchriklyke groote gebouwd worden, en de Friefche koffen de havens in de bogt overal dood vaaren. De Oost - Indifche Maatfchap* py, zeide hy, zo wel als het Collegie van Gecommitteerde Raden,helpt hier,zo door asntim- me»  boor NEDERLAND. 59 -"nering van fcheepen, uitrusting van dien, en het houden der verkoopingen van aangebragte goederen, veele menfchen aan brood, evenwel de tyden zyn niet zo als zy geweest zyn, veel van onze handel is na elders verloopen, doch zo gy te Enkhuizen koomt zultgy daar het verval nog klaarder zien. Ik had dikwerf gehoord dat die van Enkhui. zen en Hoorn altoos een zekeren nyd op eikan. der hadden, en dit bleek my in het verhaal van deezen man, omtrent den toeftand der beide fteden zo klaar, dat ik het niet langer als eene bloote vertelling behoef aan te merken, toen ik hem deeze zyne lofreden op Hoorn boven' Enkhuizen niet volledig wilde toefhan, wired de man boos, en ons gefprek wierd vry gemelig van zyn kant afgebrooken. Gelyk overal zo verfchillen de geleerden ook hier over den naams oorfprongdeezerStad,zon-; der my uittelaaten wat 'er ai van gezegd wordt, zal ik u alleen het gevoelen van Vellus meiden, die vermeent dat één der drie eerfte huizen welke hier ter plaatfe gebouwd wierden, een herberg geweest is, alwaar een hoorn in het bord gefchilderd was; dat ten minflen niet ftrydt met de eigenaartigheid der zaake. Het laatst der dertiende eeuw fchynt my tog de geboorteftond van deeze ftad te zyn, bier mo-  6o de JONGE REIZIGER trent althans zou ik oordeelen dat men geloof be. hoorde te geeven aan een zeker Register van keuren en handvesten, deeze ftad betreffende, t welk men op 't ftadhuis bewaart, en aanvangt met 128», hoewel anderen willen dat de gemelde drie huizen niet voor den jaare 1316 zouden gebouwd zyn. Hoe het zy, dewvl men hier bekwaamelyk met fcheepen konden aanlanden, en de buitenlanders dus, de goederen die op de dorpen geveild wierden, hier gemakiyk konden laaden, wierd Hoorn welhaast eene marktplaats, en t getal der huizen vermeerderde hier door fterk, welhaast wierd Hoorn dus eene ftad, zekerlyk met een foort van wallen omringd, dewyl men vindt, dat om de groote toeloop van Inwoonders en bloei des Handels de ftad in den jaare 1508, toen in i576 en ten derdemaale 1616 moest uitgelegd worden. Hier toe heeft zeker, tusfchen de eerfte en tweede vergrooting, niet weinig tcegebragc dat men de bloedplakaten tegen de ketters hier ter ftede nooit met die ftrengheid als wel elders heeft uitgeoefend. In myne oogen Peter/en doet zulks de toenmaalige Regeering eer aan, want inderdaad, zulke ftrenge vervolgingen verbitteren niet alleen het tegenswoord-ge geflacht, maar de nazaat kan nimmer vergeeten dat zyn voorouder cnraenschlyk behandelt is, en zodanig is de alge*  door NEDERLAND. 61 gemeene zwakheid der menfchen geloof ik, dat zy dan vaak terug denkende op het gebeurde , in wraak ontvlammen en alle gelegenheid waarnaemen, om zich die op eene geduchte wys te verfchaffen. 't Is waar, de dwingland in der tyd, bewerkt dan zyn hoofdoogmerk, bevordert zyne gewaande grootheid, vormt kruipende flaaven van zyn natuurgenooten , die beeven uit vrees, en gloeien van wraakzucht. Maar hoe wankel ftaat zyn troon ? dan genoeg Pe¬ ter/en, de Gelchiedenisfen,en byzonder van ons Vaderland leveren overvloedige bewyzen. Gaan wy nu over tot die Gefchiedkundige trekken welke ik byzonder heb kunnen aanftippen. Wy hebben gezien dat Hoorn van geene hooge oudheid is, en dus vinden wy dat de ftad het eerfte deel genomen heeft in de Vaderlandfche onlusten, ten tyde der partyfchappen tusfchende Hoekfchen en Kabbeljauwfchen, zynde in den aanvang van haare deelneeming de laatfte zyde toegedaan, tot vergelding van welke, Hertog Willem in den jaare 1356 hen met voorrechten begiftigde. Ook dit deeden de meeste der volgen, de Hollandfche Graavcn zo met betrekking van vryheden, als ten nutte van den koophandel. De zoon van Lambertus I£ruify door de aan. tjging van eenige kwalyk opgenomene uitdruk* kin;  6-2 de' JONGE REIZIGER Kogen öp last van Vrouw Jacoba onthoofd zyn, de wierd zulks door aanftoken van den Vader hy de burgery van Hoorn zo euvel opgenomen, dat men befloot. z,eh met alle mooglyke met tegens het woelen der Graavin te verzetten, en om dit te beter te kunnen uitvoeren, wierd de wd.ten fpoedigften met wallen omringd. De I^rmerlanders, de zyde van Vrouw facobah.u. «ende, verzaamelden zich onder Willem te trokken op, en floegen het be'eg voor Hoorn , tms de Haarlemmers en Amfterdamraers de ftad' te hulp koomende wierden de Kennemers verjaagd, en afgeflaagen, welke heldhaftigheid naderhand door Hertog Philips van Bourgondiër edelmoedig beloond wierd , met her fchenken van verfcheidene gewichtige voorrechten. Tot den jaare i477 bleef de ftad de kabbel, jauwfche zyde getrouw aankleeven,in 't verloop van welke tyd haare burgers zich met rcem kweeten in zodanige krygsgevallen als hun te beurte vielen. Tweemaalen intusfchen ontftond 'er gevaarlyk oproer onder het graauw, veroor. zaakt door het verhoogen der belastingen. By de eerfte 1471 voorgevallen, verloor de ftad een toen voor haar aanmerklyken handeltak die van lakenen namentlyk,dewyl men de daar toe beno* digde Arbeidslieden, na het ftiilen der beroerten de ftad ontzei.  door NEDERLAND. €3 Zekeren Jan Banjaart wist(Ao. 1477) zo lang onder het volk te woelen) dat 'er een volkomen oproer uitbarfte, 't welk ten gevolg hadt de rtffchaffing van alle belastingen, verandering in de Regeering, en de plundering van het huis van den toenmaaligen Schout Maarten Velaar, in wiens plaats Banjaard wierd aan* gefield, eindelyk verdroeg zich het graauw* met de Regeering, en Hoorn wierd van de Kabeljaauwfche tot de Hoekfche party overgebragt. Was het jaar i43r voor deeze ftad ramp* fpoedig door de felle brand, welke geheele* ftraaten en burgwallen door de vlam verteer»; de, dat van i/j.Ra was het niet minder door de rampen des oorlogs. Joost van La- laing toen ten tyde Stadhouder zynde, veranderde de Regeering, herftelde Velaar in zyn ambt, en bragt Hoorn dus weder aan de oude party; dit verbitterde de Hoekfchen dermate!* dat zy de ftad behendig overvielen, en zich daarvan meester gemaakt hebbende, verander* den zy alles wat Lalaing gefteld hadde. De Stadhouder ondertusfchen op zyne hoede zynde om zich deezer overrompeling te wreeken, viel in den zomer de ftad ftormender hand ar.ii, nam haar in, enrichteeene onmenschlyke flagting san, onder dat gedeelte der Burgery welke de Hoek-  <5* öë jonge reiziger Hoekfchen was toegedaan, én de voorgemelde verandering had te weeggebragt. Om nu te zekerder te zyn, dat men de Burgery onder bedwang kon houden, bouwde men een kafteel, 't geen echter maar korte jaaren geftaan heeft, zynde 'er in j 491, toen de kaas en broodsgasten hier zeer veel moedwil bedreeven, weder gedoopt. Twee jaar laater leed Hoorn aanmeiklyk door een fooit van pestziekte die meer dan anderhalf duizend menfchen wegfleepte. Een zwaar ver. lies zeker voor een "ftad die toen misfchien nog geen vyfduizend ingezeetenen over 'r geheel bevatte. - _ Thans zegt men my word Hoorn gereekend op ruim twaalf duizend, fchoon my dit getal wat groot voorkomt. Ik behoef u niet te zeggen dat de naam van den toenmaaligen Friesichen Admiraal Groote Pier was, van zyn leven en ftout cara&er zullen wy naderhand fpreeken , alleen moet ik hier aantekenen dat zyne onverzaagdheid zo verre ging, dat hy zich verftoutte een aanflag op Hoorn te waagen, die zommigen willen dat gelukt zou zyn, doch anderen daar en regen houden het daar voor dat de onderneeming mislukt is. Het jaar 1518 zou het tydftip deezer gebeurtenis zyn. INu begon alreeds het ongenoegen tegens de Graa.  boor NEDERLAND. 6$ Graaven in den boezem des volks te woelen, vooral toen welhaast het licht van Calvyn de flaauwe waschkaarsfen der Roomfche altaaren verdonkerde, en de Priesters zelf hunne choorgewaaden afleiden, om hunne leeken op eene verftaanbaare wys te onderrichten hoe men behoort te leven. Onder deeze was hier te Hoorn de eerfte eenen Klement Maartenzen, die Paftoör in de. St. Antony's kerk zynde, dip post verliet en in 1566 de eerfte Gereformeerde leeraar hier ter ftede wierd. Toen het graauw zo Wel hier als elders de beeldftormihg wilde aanvangen,wierd het daar in geftuit, door de gemaatigde voofftel-; lên welke hy deed,en die doof andere braaven, mannelyk onderfteund wierden. —■— Echter kch men niet beletten dat 'er eénigen tyd daat na, vry veèle ba'dadigheden omftreeks de ftad in eeriige kloosters gepleegd wierden, byzondef door het volk van Bredèrode dat op verfeheidene plaatzen de beeldeü verbryzelde, en andere kerkfehendingen aanriebte. Deeze eigende gasten wilden dat die van Hoorn hun eeiiige fcheepen zónden byzetten, doch de Graaveiitó» Me* gen belette hun hier in , waardoor zy het hefbar hamen om de ftad öatitevallen, dan a'zo de R egeering hier van tydig de Weet kreeg, dreef? III. De ei.* K mm  66 de JONGE REIZIGER men deeze bende te rug, door het omgelegen land door zeewater onbruikbaar te maaken- 'sLands wreedfte geezel, de onmenschlyke Aha in deeze dagen Nederland met galgen en raders vervullende, lloeg de ichrik daar voor zodanig tot Hoorn over, dat 'er zeer veele der Gereformeerde Ingezeetenen de ftad verlieten, en elders hunne veiligheid gingen zoe" ken. 't Gevolg was, gelyk gemeenlyk in zulke gevallen, als men de voorwerpen van wraak niet magtig kan worden, men daagde hun in, bande hun, en verklaarde hunne goederen voor verbeurd. Het overgaan van den Briel, de Hollandfche zaaken een gantsch anderaanzien geevende, en ten gevolg hebbende dat verfcheidene andere fteden zich yoor de Staatfche party verklaarden, waar onder zich Enkhuizen bevond, vond ook Hoorn geraaden de Spaan fche zyde te verlaaten, dit viel voor den 19 Juny 1572, Indien tyd bleef zo als men weet Amfterdam nog Koningsgezind, waarom die van Hoorn de koophandel van deeze ftad alle mooglyke afbreuk ter zee poogden te doen, en ook dikwerf met gantsch geen ongelukkigen uitflag volvoerden. Maar het geen die van Hoorn byzonder als Hel-  ööök NEDERLAND 6? Heidén in onze Vaderlahdfcrie Gefchiedenis doet uitmunten, is de zeeflag geweest van den ïi October 1573 tegens den Spaanfchen Admiraal Grave van Bosfu, die na een hardnekkig gevecht , waar in zeker van wederzyden veel volks fneuvelden, in evenredigheid 'van de vlootfen3 eindelyk genoodzaakt was, zyne Admiraals vlag te ftryken, en zich krygsgevangen binnen Hoorn te laaten voeren. Zulke gebeurtenisfen gaven zeker niettttteri moed aan de worftelende party, en mert wisc 'er met beleid gebruik van te maaken. O'ndertusfchen yverde Hoorn gelyk ik Zeide om Amiterdam afbreuk te doen, doch toen diè ftad in 1578 de Koningsparty verliet, en tot die dér Staaten overging, gevoelde Hoorn welhaast het fchadelyke dat hier in voor haar in 't byzonder gelegen was, nademaal veele aanziehlyke koop. lieden Amfterdam om de nabyheid der Rivieren beter ten handel gelegen vindende, der waard trokken, en de beitaansmiddelen van het minder gedeelte der Ingezetenen hier door merkelyk bekrompener wierd. De aanhang van deii Graave van LeiceUer' heeft ook hier in 15H7 en 1588 eenige woelin. gen teweeg gebragt, wordende het volk door de Soldaaten van Scnnoy toen hier guarnifoen houdende, geftyfd, doch de onvergelyke Prtns E a Ma».  68 de JONGE REIZIGER Maurits, met zyne zegevierende oorlogsmannen en getrouwe tochtgenooren vergezeld, vertoonde zich in Hoorn, en alles was in rust. Op gelyken maniere herftelde die Vorst hier in 161b den kerkenvrede , de Remonttranten die hier in het bezit der kerken waaren die ontneemende, en dezelve den contraremonftranten toekeerende, wyders dezulke der Regeeringsleden afzettende, welke of deel gehad hadden aan de genegenheid welke men hier den remonftrauten toonde, of belet hadden dat een zeker aantal krygsbenden op Hoorn afgezonden niet in de haven was gelaaten. Ik beken Pettrfen dat men het hier wat grof gemaakt hadde, immers is het te verregaande geweest om zekeren Dirk Kristiaanszoon die Godsdienaar te Grosthuizen en Avenhorn was, zyn ambt te ontzeggen, en de kerken te fluiten op zulke plaatzen onder Stads of Scheepens Rechtsgebied alwaar zulk foort van leeraars hunne kerkenyver uitbazuinden . Geftrafc behooren diergelykej Arminiaanfcheftou, tjgheden te worden, dit is billyk en men beklaagt zich dus ten onrechte over het afzetten, en ket bannen van den Remonftrantfchen Prediker Dominicus Sapma, maar is het ook billyk als de wettige Regeering een misdadiger vonnist, en die ongelukkige aan dat vonnis voldoet, dat dan het graauw hem verhindert, hem met x zwaar-  door NEDERLAND, fg zwaarder ftiaf dreigt, en zelf zyn leven onveilig fielt? — dit geloof ik niet, en echter Sapma kon niet dan met merklyk levensgevaar de ftad uitkomen. Daar te boven wierd de door hem begaane misdaad veelvoudig gewroken aan die leden van zyne kerk, die niet volmaakt geloofde dat Sapma een ketter was, althans dit houd ik voor wraak, als men de boeten op eenige misdaad gefteld, boven de plakaaten invordert, en wel door de militaire arm, en zodanig draagen de Gefchiedfchryvers dit tydvak behandelende, de zaaken deeze ftad aangaande in het breede vOor. Om niet langwylig te worden zal ik maar van deezen tyd tot op het jaar 167a overfpringen, toen Prins Willem de derde, wiens lof en leven ons de zoetvloeiends Rotgans zo meesterlyk befchreeven heeft, binnen Hoorn kwam, en veranderde aldaar de Regeering, waar van byzonderlyk geboekt ftaat dat de Heer Reinïer Langewagen van zyn vroedfchaps ambt ontzet wierd, om dat hy het eeuwig edict getekenden beê'edigd badt. —-—. Gy weet dat het eeuwig editl in deszelfs derde artikel inhield: „dat Holland nooit zou „ toeftaan, en ter Generaliteit te weege zou „ zoeken te brengen, dac aldaar ook beflooten E 3 „ werdt,  ?@ pE JONGE REIZIGER „ werdt, niet te bewilligen dat een Stadhou. der tot Kapitein of Admiraal Gederaal verkoren werdt, en dat zelfs het ampt van Stadhouder zou zyn en blyven vernietigd.'' — Dit zyn de eigen woorden van onzen grooten Wagenaar in die, eer hy de punten van dat eeuwig Edifl: opnoemt, .deeze aanmerklyke woorden vooraf laat gaan. «— „ Doch men „ oordeelde dat zulk een hoog krygsampt, 3, (kapitein generaal) hem te veel gezags zou H êeeven in d<_n ftaat, zo hem nevens hef het zelve, ook het Stadhouderfchap opgedraagen werdt. Men was hierom bedacM 3, op middelen, om deeze zwaarigheid te ,? voorkomen, en hervatte ten "dien einde de „ raadpleegingcn over een ontwerp om het Stadhouderfchap voor altoos afgefcheiden te „ houden van Kapitein Generaalfchap. Mier „ door zou het gezag des Prince van Oranje, „ zo hy met het laatstgemelde mogt bekleed „ worden, merkelyk minder zyii.dan dat zynet voorouderen geweest was; en Groot9$ Brittannien, welk zo men vastftelde, haak„ te de volkoomene verheffing des Prince , om zo veel invloeds te hebben" op de Re* ,s geering van deezeri Staat, zou in dit zyn , oogmerk worden te leur gefteld." . ik \m $%, b.onclj|heid van dLit lailpnnement op  door NEDERLAND. 71 zyne waarde Peterfen, ik wil daar over niet oordeelen, maar wat denkbeeld moet ik my doch van eeuwige befluiten vormen, als ik zie dat dezelve binnen zes jaaren vernietigd worden, hier immers was alzo het geval. — Want niet alleen dat dit eeuwig edict in 1672 geheel vernietigd wierd, maar zelf verbrande men het boek waar in de onderteekeningen van het zelve gefchreeven waaren, op den 11 July binnen de Raadkamer det ftad Amfterdam, keeren wy weder tot Hoorn zelve. De Heer Langewagen ondertusfchen was om deeze onderteekening zodanig in den haat van het janhagel vervallen , dat men zyn huis uitplunderde, en het zelve ten eenemaal vernield zoude hebben, indien de fcbuttery niet in het geweer gebragt waare, en de geweldige oploop met een fterke hand gefluit. Behalven mindere belangryke gevallen ftaat nog aau te merken, dat de ftad op den 1 February 1703 eene fchade leed van meer dan driemaal honderd duizend guldens, veroor* zaakt door het fpringen der kruidmoolen , welke hier even buiten de ftad gefticht was. Eindelyk zal ik fluiten met te herinneren dat de tuimelgeest van 4720 ook hier eene E 4 com»  fa de JONGE REIZIGER commercie-focieteit deed oprichten, die byna zo fpoedig vernietigd wierd, als zy was opgericht. 't Gedrag der ftad in onze dagen is te be« kend om over te fpreeken, ik eindig derhalven, na myne complimenten gemaakt te hebben , met my te noemen &c. vil:  door NEDERLAND. 73 VIL BRIEF. Ferdinand aan Fredrjkstad Hoorn den 30 Juny 17— Ik ben laat na bed gegaan, en heb geheel niet kunnen flaapen, zie daar de reden waarom ik nog deezen van hier aan u afzende, ik heb nog de tyd, en dan fchryf ik altoos gaarne aan myne beste vrienden. Alles wat ik van deeze ftad heb kunnen byeen brengen is in myne vorige bevat, behalven het articul van eenige vermaarde mannen, welke de plaats eer aandoen, ik gaa u dezelve noemen, en 'er van zeggen wat ik weet. Die ik niet buiten reden aan het hoofd dier beroemde mannen ftelle, is Adrianus Ju jus t ■ zo vermaard door zyne geleertheid ais lotgevallen, Zyn geboorteftond was den t July 1511. Haarlem, Löven, Parys en Bologue verwonderden zich in den loop zyner ftudien, welke in deeze plaatzen voortzette, over zyn E 5 vlug-  74 de JONGE REIZIGER vlugheid en oordeel. Op de laatfte plaats da graad van Geneesheer bekomen hebbende, begaf hy zich na Engeland, en zeker boek by hem gefchreeven aan Edouard den IV. opdraagende, verwekte hem zulks vry veele onaangenaamheden aan het Hof van Romen, omdat hy aan Edouard den tytel van Koning gaf, hem van kettery begon te verdenken, waarvan hy zich met veel moeite zuiverde. Zyne dichtkundige talenten zouden hem in dit koningryk tot fortuin gebiagt hebben, door het uitgeven van een bruiloftsvers op Philips den tl, en Maria van Engeland, doch de zaaken hier in de war loopende, verliet hy het Ryk eh keerde na Hoorn. De toenmaaliae Koning van Denemarken van zyne bekwaamheid overtuigd, riep hem aan zyn hof als Gouverneur van zyn zoog, dit duurde maar kort, dewyl Junius nog met de Deenfche Natie , noch met de luchtgefteldheid te recht koude raaken. Naderhand ging hy te Haarlem- woonen als Geneesheer, en wierd by de Staaten van Holland tot Gefchiedfchryver aangefteld. Hy fchreef dus zyn Batavia, en andere werken, die na het overgaan der ftad aan de Spanjaarden, door de alvernielende plunderhahd het oog der Geleerde waerelt benomen zyn. Hy°zelf had ftaande de belegering zich weeten te redden, en  door NEDERLAND. 75 en zich by. den Prince van Oranje gevoegd. — Ten laatfte zette hy zich in Zeeland neder, alwaar hy den 6 July 1575 te Arnemuiden overleed deels door. het chagrin van zyne boeken vernield te zien, deels door de nadeeligheid der luchtgefteldheid. IVJiddelburg heeft de eer zyn lyk te bewaaren, alwaar het met ftatie begraa* ven is. Rombout Hogerbeets, die doorluchtige Staatsman van wien ik reeds meer dan eens gefchreeven hebbe, en waarom ik thans niets meer van hem zal aannaaien, dan, dat hy in de ongeluk» kige tyden der kerkelyke beroerten, na Loeve* ftein gevoerd is, op bdchukhgingen overeen-* komftig met die van de Groot ,en naderhand vryheid bekomen heeft om zich op het huis ter Veer by Wasfenaar te begeven, hoewel als Staatsgevangen, alwaar hy kort daarna overleed. De derde is de kundige cronykfchry ver Dii k Vellus die Hoorn vereerde met het Werk dat hy over deeze ftad-gefchreeven heeft. ■ Waar aan men het recht moet doen van te zeggen, dat 'er groote twyfelingen zyn, of zommige gebeurtenisfen door hem niet met meer oprechtheid zyn te boek geflagen, dan zy naderhand onder de verbeterde pen van anderen zyn te boek gefiaagen. Niet dat ik my daarvoor by onzen Peter^  jtf »e JONGE REIZIGER terfen of iemand zou willen rn de bres ftellen maar het is my zo voorgekoomen in het leezen van onze Landsgefchiedenisfen , ondertusfchen kan men, 't geen hier meede eenigzints zoude itryden, van 's mans gevoelen oordeelen, daar hy m 't.Jaar iÓ18, Zo als zeker Auteur letterlyk fchryft, U zyne geboorteflad, ( Hoorn ) door den Stadhouder Maurits, van zyn Vroed fcbapsampt verlaten werdt, en op den 23 April 1630 overleden is. Dit laatfte doet wel niets tot zyne gevoelens, maar ik volg hier de volzin van mynen autheur. Nog mag Hoorn roemen op de geboorte van den te vroeg overledenen Indifchen Generaal Jan Pieterzoon Koen, een man wiens nagedachtenis nog by de Compagnie in waarde gehouden wordt, gelyk ik onderricht ben door mynen vader, die eenige kennis bad aan de laatfte van deszelfs nazaaten zo ik my niet bedriege, zynde geweest eenen Joost Koen, die den lande als Lieütenant, en de Compagnie eenige reizen als Kapitein met zo veel lof gedient heeft, als de omftandighê. den waar in hy zich bevond hem konden aanbrengen. — Deeze Koen, een waardig nazaat * van den Generaal meen ik, dat, behalven dat hy, gelyk ik aanmerkte, ook zelve verdienfien had, de byzondere befcherming der Heeren Bewindhebberen, als afftammeling van dien Generaal  door NEDERLAND. 77 raai zou genooten hebbe, waare hy niet gelyk zyn voorzaat, die maar twee-en-dertig jaaren oud geworden is, en 1587 geboren en 1619 geftorven,te vroeg overleden.—— Dit nog met betrekking tot zulks, deeze Koen, had waare verdienften, maar legt 'er niet iets grootsch in, dat eene gantfche maatfchappy de verdienften van iemand, in zyn nazaat na den afloop van eenige geflachten, nog met erkentelykheid vereert? — My dunkt zo, doch ook dan wordt vereischt dat de verrichtingen van den voorzaat waarlyk den toets der braafheid kunnen doorftaan, en wie twyffelt hier aan, die immer op den oorfprong van onze Indifche bezittingen gedacht heeft? — Hendrik herinnert my dat het tyd wordt af te breeken, wil ik tydig voormiddag in Enkhuizen zyn; hy laat dus reeds infpannen, en ik heb geen tyd meer, dan om my zonder complimenten, maar na groete aan onzer allen te noemen ótc. VIII,  78 du JONGE REINIGER VIII. BRIEF Ferdinand aan Charlotte. Enkbuizen den 30 jfuny tf~ JoLeden morgen ten 10 uuren myne waardé ben ik van Hoorn hier gearriveert, over de weg tusfchen deeze twee üeden , fehryf ik onzen vriend Peterfen, ik zal u Hechts vernaaien, hoe alleraangenaamst ik mynen dag heb doorgebragt. Gy weet dat ik zederc verfcheidene jaaren, eene vn'endfchap die men hartelyk noemen mag, onderhouden hebbe met den Heere Junius. /. Ik heb u dikwerf van zyn' edel caracler, zyne Vaderlandsliefde, en zucht tothutte Wetenfehappen gefproken;zyne gastvryheid is zeer aangenaam wyl hy geene complimenten maakt, maar dooï gulhartigheid u doet denken dat gy in uw eigen huis zyt. — By myn komst alhier liet ik my aan het logement de Oostindifche tooren brengen, en my daar een weinig verfrischt hebbende, dacht my pligtelyk mynen vriend een bezoek te geeven. Hy  door NEDERLAND. 79 Hy was niet te huis, maar zyne beminde, die bezig was met haar dochtertje, een lief fchoon kind, van omtrent tien jaaren aan te kleeden, ontving my met alle mooglykeblyken van vriend, fchap, zo hartlyk als waare zy myne zuster. — Wy hadden maar kort gefpröken, toen zy my vraagde of ik geen koffer of valies hadde, en naauwlyks had ik haar geantwoord, dat myn reisbagage, nevens myn knecht in het logement was, of zy riep haar zoon, om te bezorgen, dat myn goed daar in huis gebragt wierd. lk wilde hier tegen fpreeken, maar het mogt niet helpen. Dit evenwel verkreeg ik, dat Hendrik in de Herberg zou blyven. Kort hier na kwam de Heer Junius te huis, die geheel verwondert waare my te zien, maar tevens zich ongemeen vergenoegd toonde, over myn gegeeven woord dat ik daar aan huis zoude lo- geeren. Het eerfte uurtje wierd verfleeten in herinnering van vroeger dagen, en rolde zo fpoedig heen, dat de middag daar was, eer wy het dachten. Myn vriend heeft zeer veelebezigheden,maar tot myn byzonder geluk, was hy heden niet alleen vry, maar had eenige kennisfen verzocht om des namiddags tegen zes uuren by hem in zyn tuin te koomen, die even buiten de ftad ligt,  So de JONGE REIZIGER ligt aan de zeekant. ■ Hier fay kwam nog eene andere aangenaamheid, een dier Vrienden, wilde in den namiddag een zelpartytje houden, op een binnenwater de Oudegouvj geheeten, en had de Heer Junius verzocht om meede te zei- fea Gy kent myn zucht voor deeze lief- hebbery, en dus was my dit teurtje niet zo ras voorgefteld, of ik nam het aan. Ten twee uuren dan, gingen wy naar de plaats alwaar het jacht gereed zou leggen. By deeze gelegenheid heb ik reeds gezien, dat hier groote zucht is voor bet zeilen met boeiers, en jachten, want een aanraerklyk ded van de ftad, beftaat ui: tuinen, die heel aanig aan elkaar grenszen, maar er is bykans geen of voor derzelver wal vindt men een jachthuis, en myne vrienden verhaalde my, dat als het op Broekerkerxis maar eeuigzins goed weer was, kon men ftaat maaken van ten minften een paar non* dert vaartuig'es van allerlei foort, op het water by een te vinden. Deeze Broekerkermis js een foort van feestdag te Enkhuizen, dia ik u niet nader wee: te vergelyken dan by de Hartjesdag te Amterdam; al wat leven heeft, is dan na buiten, 't zy wandelende of vaarende. En in al de fchuit jes heerscnt de vrolykheid op zo veel onderfcheiden wyzen, als de ran. gen en vermogens toelaaten en pasfende zyn. Bui-  door NEDERLAND. 81 Buiten koomend?, vinden wy reeds verfchei- den liefhebbers onder de lap. Dit bin. nenwater is wyder dan den Am (lel, vloeijende tusfchen weilanden door, die weder door naauwere vaartjes van elkander gefcheiden zyn, op zommige plaatfen, ftaart rietboschjes, en hier aan lagen verfcheidene Heeren met hunne fchuhjes te fchakelvisfchen' anderen waaren bezig met hengelen , deeze vischten met dobbers, en door een van die zagen wy een ongemeene groote fnoèk vangen. Kortom het Toneeltje was tekenachtig lief, en de wind zo zynde, dat wy heen en terug zeilen konden, gierden wy nu eens by een hengelaar, dan by een fchakelvisfcher langs, en vermaakten ons met allerlei aartige voorvallen te verhaalen, welke in deeze lief hebberyen plaats vinden. -— Toen wy een gantsch eind opgezeild waaren tot een zeer ruime kom , die men de konkel noemt, zagen wy eenige Heeren en Dames, op een weiland, langs deszelfs wal hengelen. Dit is eigen- lyk tegens de keuren op de Visfchery, en hier door wierden myne vrienden nieuwsgierig om te weeten -y wie dit waaren, wy gierden dan daaraan, en'het was een der Regeeringsleden zelve met zyn byhebbend gezelfchap. - Terwyl wy by deeze Heeren ftonden te kyUJ. Deel. F ken  «2 de JONGE REIZIGER ken, kreeg eene der Jufvrouwen beet, zy haalde op. maar te digt aan de kant ftaande, en eenigzins onthust, floopten haare voeten uit, en zy raakte geheel in 't water, binnen een minuut echter was zy weder op de wal, en ik moet haar de eer geeven, dat zy 'er lagchende uitkwam, hoewel het zo veel confternatie baarde, dat de fpullen byeen gepakt wierden, en 't gezelfchap ftadwaard zeilde. Tegens half zes waaren wy aan de tuin van mynen vriend, wordende het jachtje verder door een knecht op zyn plaats gebragt. Gy kent het vermaaklyk Zeeburg, van waar gy over dat altoos woelend Y op de Noordhol- landfche kust en naar Pampus ziet. > Nog ruimer is het gezicht hier, enkel water Charlotte , uitgezonden aan de noordoostkim, het Friesfche Stavoren, 't daar by geleegen Clif, (eene natuurlyke hoogte , eenig geboomte van eene in die Provincie geleegen Heerlykheid, 'r huis te Rysgenoemd, en zomtyds, gelyk nu. door de ongemeene helderheid van de lugt een blaauw ftrookje aan de oostkim, dat het eiland Urk moet zyn. Een aantal groote lcheepen laveerden en zeilden in ons gezicht, maar nog grooter was het getal van kleine vaartuigen, die digt onder de wal lan«fs na en voorby de ftad vceren. De Heer  door NEDERLAND. 83 Junius houdt hier een zeer fchoone Telescoop, welke zo zeer aantrekt, dat ik 'er zeer duidelyk de menfchen te Stavoren op de haven heb zien loopen, en de vuurtooren op Urk kon ik zo klaar zien, als gy die op de hoek van het Y aan Zeeburg zien kunt. Tegens den donker gingen wy na huis, daar de gulle Agatha, myn vriends achtenswaardige huisvrouw, ons op een lekker foupé was wachtende. Zo gy nieuwsgierig zyt myne beste, over welke troffen onze gefprekken in de tuin geloopen hebben, daar van zal Keef Peterfen u bericht doen, en Fredrikftad zal u een goed deel van onze discourfen over tafel kunnen meededeelen, ik heb daaromtrent alken nog aan u te melden, dat ik deezen middag onder het eeten verhaalende wat eigenlyk het oogmerk was, waarom ik deeze ftad bekocht, en hoe ik alles wat ik zag, aan u, en myne andere vrienden meededeelde, van Mejufvrouw Agatba ten antwoord kreeg: „ pen, papier en inkt zal op uw „ flaapkamer zyn, want my geheugt uwe fchry„ lust, (ik heb 'er nog eens gelogeert,) en 't „ aandenken aan eene Charlotte zal die zeker „ niet vermindert hebben." . Toen ik deezen avond hier kwam vond ik ookindetdaad alles gereed, en myne gedachten waaren te veel E a by  U de JONGE REIZIGER by u, myne dierbaare, om niet voor ik flaapen ging deezen aan u te fchryven. De aanvang van mynen brief toont u reeds genoeg dat ik zeer wel gelogeert ben, ik heb affpraak met den jongen fleer ^««/'«fgemaakt,dat wy morgen zamen zullen wandelen en eenige publyke gebouwen bezichtigen. Morgen avond ben ik op een party gevraagd in zeker Godshuis, de Beytr genoemd, 't zal dus misfchien zo drok loopen, dat ik niet voor overmorgen fchryven kan, want ik begryp dat al myn overige tyd wel nodig zyn zal, om de twee reeds gemelde brieven te vervaardigen, ■ en, al ftaat 'er den naam van Charlotte niet boven, zy is het toch aan wie altoos gedacht wordt, ik mag dan fchryven aan wien ik wil. Dit hoop ik dat buiten alle twyfel gelooft zal worden by myne dierbaare, die ik wensch dat doezen in welftand ontvangen zal, terwyl myn grootst vermaak is te zyn, enz. IX.  door NEDERLAND. 85 IX. BRIEF. Ferdjnand aan Fredrikstad. Enkhuizen den 30 Juny 17— 't l^-een Raahner van de liefde zegt, namelyk: dat oude liefde niet roest, durf ik op de vriend, ichap toepasfen. 't Bewys vindt gy in den brief aan myne Charlotte. Ik meen dat ik u een en andermaal van myne tegenswoordigen Gastheer gefprooken hebbe, en u gezegd dat hy een groot beminnaar is van dichtkundige werken,en ook zelf deu naam van dichter voeren mag. Toen wy gisteren avond over den maaltyd zaten, kon het niet anders, of 't gefprek mosst die weg op. Al wat niéuw was, wierd aangehaald, en ik betuig u dat het discours zb geestig dichterlek gefchakeerd wierd , dat zelf eene minderjaarige zang/Ier fmaak in onze Uojtnetjes zou gevonden hebben. — Wy vergeleken by voorbeeld: de geest der blederlandfchc F 3 Dich-  Sö de JONGE REIZIGER Dichters by les Pkiades. . De Dichtlyke handfchriften by les Trefors du ParnaJJe. De minderjarige zangfter by veele Pièces fugitives, die ons in gedachten fchooten,' ja zelf by Pancharis en rojelyns oogjes, en zo verder. 't Zou te omflagtig zyn, u hier alle onze paralellen meede te dcelen, maar dit durf ik u verzekeren , dat wy het omtrent de minderjaarige zangper volkomen eens waaren, terwyl Wy nopens de geest dir Nederlandjche Dichters, niet anders konden zeggen, dan dat een distelateur die ons zulk foort van fpiritus verkoopt, geen gunst weer krygt, of het'moet geblyken dat hy beter overhaalt. — Inderdaad zulk een disteilatie, om by deeze allegorie te blyven moet alcohol zyn, en dan kan het van wezenlyk niet worden, maar anders hebben wy genoeg aan 'c geen ons voor lang in de handen is geflopt, by voorbeeld: een Ctioos kraam , een gemmgeld Parnasloof, een Apollo's Marsdrager, en een Honigby, die by zommigen ook niet onbekend is* «Zeker is het, ( zeide myn vriend,) „ dat 'er onder de. oneindige Dichtbundels va'n „ onze Vaderlandlche Rymkunstenaars, weinige „ zyn, of men kan 'er fchoonheden in vinden „ maar, (vraagde hy vervolgens,) zou het niet be„ ter zyn een werk opteflaan, onder den tytel „ van Register van Poëtifche Schoonheden ,en daar in  door NEDERLAND. 87 „ in de plaatzen onder zekere rangfchikking, „ alphabetisch aan te haaien , by voorbeeld, Poëtifche Schildering. P-oots, Landleven. Vondel, Rsi van Eubeè'rs in Palamedes. „ En zo niet alles, - Zou dit niet beter „ zyn, dan die fchoone ftukken te copieeren?" — Ik voor my antwoorde onmiddelvk :/^,want dit is zeker Fredrikftad, dat men dan niet alleen het fchoone uit alle onze Dichters geclasfifisert kon aanwyzen, daar men nu maar eenigen uitkipt, maar men benam ook geen ander de gelegenheid om een geheel werk, waarvan hy eigenaar is te verkoopen, daarbydetze, niemand Vondel of Hoofd zal koopen , veel min andere Parnas- Burgers, daar hy den geest, als het waarlyk zo is, bekoomen kan: een caput mortuum, is immers niemand buiten een /Inalomicus, en in dit geval, een Criticus opgefteld. Myn vriend had 'er verbaasd tegen dat men zo de geest uit onze Dichters weglheedt, „ want (zeide hyj men moet al veel oordeel bezitten, om net te icheiden waarin de geest ,, van een dichter beftaat, en hoe veel quanti„ teit hy bezit, geeft men hem te veel, dan is het oogmerk om jonge liefhebbers het waare F 4 van  85 de JONGE REIZIGER » van het valfche te doen fchiften, verydelt; „ geeft men hem te weinig dan benadeelt men » de" dichter." - Hy haalde by deeze gelegenheideen pasfage aan, uit Vondels Jofeph in Egypten, zynde die fchoone fchildery van Jofephs droom, die aanvangt: Al gaf my het geluk te draagen Den fcepter met den tuïleband, En d'eige kroon die Pharo fpant, A! zat ik op des konings wagen, Geëert als Koningin van 't land* 'k Had tienmaal liever te behagen Uwe oogen, bruin als diamant, Dan 's Konings oogen en de z;e!en, Di« voor deeze aardfcbe Goden knielen, En hen verheffen hoog in top. enz. „ Behoort, (vraagde hy) deeze plaats on„ der die waar uit men den geest van Vondel mag beoordeelen of niet; in zich zelf is hv » Zeker [choon> ze« fchoon, maar is zy na. „ tuurlyk geplaatst? is zy eigenaartig voor een « droom, die toch altoos iets verwards met „ zich voert, en waarin men nooit zo aange. 9» een*  door NEDERLAND. 39 „ eenfchakeld redeneert? evenwel is de geest „ der Poëzy 'er fchoon." Gy zier uit dit ftaal dat myn Vriend Juftius de Dichters niet zonder oordeel geleezen lieefc, Wy geraakten hier door op de Neder duitfcbe ouden, als ik hun zo eens mag noemen, en wy kwamen hierin overeen, dat zo Vondel, Hoofd, Pels, Oudaan en vadèr Cats zelf in deeze dagen geleefd hadden, waar in men waarlyk wat verder gevordertis, in de naarvolging der natuur, zy nog oneindig grooter zouden geweest zyn, fchoon wy hun den lof niet konden betwisten van alle hedendaagfche verre voorby te ftreeven, ten minften wy konden maar niemand die hun evenaarde, zonder dat wy een Hicbt, een van der Waal, een Bilderdyk, een Feltb en vooral een Styl in hunne grootheid poogde te benadeelen. — Ik zou meer kunnen noemen die met deezen jn een rangfchikking. behoo en , maar 't zou nutteloos voor u zyn, wyl gy ze alle kent. Indien ik niet nog aan myne Charlotte had moeten fchryven, en de gulhartige^g,?*/^ niet op haar ftoel in flaap gevallen was, hadden wy misfchien tot den dageraad gezeeten, maar nu fcheiden wy om twaalf uuren; en ik hier niets hebbende by te voegen eindig ook deezen, met de betuigingen dat ik ben, enz. F 5 X.  DE JONGE REIZIGER x- B R I E F. Ferdinand aan Petersen. Enkhulzen den 30 Juny i7— Gy weet zeker dat de weg van Hoorn herwaard, gehee! beftraat is. — Dat deze,V£ ^ by Hoorn ter wederzyden geboord is met eene groote menigte tuinen en tuinhuizen; aan het einde der eerfte laan vooral ligt een fchoon buitengoed, dat nog maar zedert weinige jaaren is ^gelegd, dit gepasfeert zynde koomt men in de zogenoemde driehoomslaan, ( zo ik meene j die inderdaad fchoon genoemd mag worden en vervolgens rydt men meest altoos tusfchen aaneengefchakelde buurten door, die te zaamen een aantal dorpen lütmaaken, ik zal my voor het tegenswoordige met geene derzelve ophouden, maar als ik van hier na Medenbük vertrek meen ik een of twee dagen te befteeden, om ten minftendevoornaamfte op te neemen , en u 't geen er merkwaardig gevonden wordt mee- de  door NEDERLAND. 91 de te deelen. ——- Thans zy het genoeg dat de zogenoemde flreek, eene zeer vermaaklyke en pasfageryke weg is, echter niet gemakiyk in het ryden. Betreffende deeze ftad, ik heb daar in nog niets bezichtigd, maar geduurende drie uuren gelegenheid gehadt,my wegens deszelfs gefchie. denis en handel te laaten onderrichten. Terwyl men my verder om, daarvan uitvoerig kennis te krygen, tot Brands Hiftorie van Enkhuizen geweezen heeft, die zeker der leezinge waardig zal zyn. Zie hier wat ik omtrent het een en ander gehooid heb. ■ ■ Met de naamsoorfprong gaat het hier als elders, men kibbelt over een niets zonder zeker te kunnen bepaalen, deeze wil de naam afleiden van enge zo veel als kleine, lehtompene huizen; die van enkele, en geene van eindhuizen, doch 'er is voor geene der fustenuën eenige beflisfing, en het is ook geheel onverfchillig. De ouderdom van de ftad wil men hoogerdan het jaar duizend brengen, maar .omtrent het midden der dertiende eeuw, wierd zy reeds als een ftad benoemd, gelyk een van het gezelfchap aantoonde met eene plaats uit Gaufredus, en eene andere uit Alting. Al van dien tyd af aan, had Enkhuizen met de landsberoertens te worftelen, gelyk blykt uit een aanval van Jan  $>2 de JONGE REIZIGER Jan va'? Ave r cS. en meer andere. Ten tyde van Vrouw Jacoba hield zy de zyde van Herrog Jan van heieren , en omtrent deze tyd begon de Haringvisfchery alhier te btoeijen, en deed Enkhuizen in grootheid en rykdom aanmerklyk toeneemen. Aan de zogenoemde Oostindifche tooren alhier hangen nog eenige ankers, welke de Enkhuizenaars hebben opgevischt, ter gedachtenis dat zy in den jaare i537 dé Gelderfchen, welken de ftad meendsn te overrompelen, noodzaakten, om met achterlating van deeze ankers de vlucht te neemen. Alva behield hier zyn gezag tot den jaare 1572 wanneer de watergeuzen ook onmiddelyk daar aanlanden, en de Stadsregeering na hun zin veranderden. Leiceuer heeft ook een aanflag tegens de ftad gemaakt in den jaare 1587, doch hy ftiet zyn hoofd, en moest elders in de ftreek zyn verblyf houden, trekkende vervol gens naar Medenblik. In de óngelukkingen kerktwist in het begin der zeventiende eeuw voorgevallen, had den Remonftranten party hier niet weinig te lyden, die ook zedert hier geene plaats voor hunne Godsdienstoeffening gehad hebben. Ruim eene eeuw geleden, namenlyk in den zomen van 1653 viel alhier eene aanmerklyke opfchudding voor, u;t hoofde dat een Tam» bour  door NEDERLAND. 93 bour weigerde volk tot werven uit te nodigen met de woorden: om den Prins van Orange te water en te land te dienen. Dit gaf aan¬ leiding dat men zich van 't gewoone dwangmiddel der militie bediende, doch het gepeupel hield hun niet flechts buiten de ftad, maar met fcherp op de naderende vaartuigen (chie. tende, dwong men dezelve te retireeren. — Eenige afgezonderde uit de Staaten Vergadering die herwaard wilden, om de onlusten te ftillen, bejegende o de de weigering van het graauw. Eindclyk moet ik u wegens het hiftorifche nog zeggen, dat Lnkhuizcn in den jaare 1672 beducht voor eer.e vifue van de Franfchen, met eene ongemecne fpoed verfterkt wierd. —— Dat de Duinkerkers Ao. 16 $5 de ftad ongemeen veel nadeel hebben toegebragt door het vernielen der Haring vloot, en dat zulks haar nug eens is overgekoomen in 1703, zedert welken tyd deeze aanmerklyke handeltak beftendig aan jtêt afneemen is. Onder de andere rampen deeze ftad overgekomen, mag men vooral tellen het onweder in 1651, waar van my het verwonderlykfte verhaal is gedaan dat men immer hooren kan, en 't geen ik by Brand naleezende, nog onbe- grypiyker vond. By gelegenheid dat ik dit las, en hetzelve boek doorbladerende, vond ik. dat  H de JONGE REIZIGER dat deeze groote Hiftoriefchryver , hoewel niet befksfende, vry veel geloof fchynt te flaan aan meermannen en meerminnen , brengende daar omtrent een verhaal by, van eenen Manen Pieten Proost, wiens Neef Gerbrana fFUkms Makker met zyn Vislchuit in zee zynde, eenen aan het hoekwanczou gevangen hebben, fchoon hy by ongeluk daar van weder losraakte, en ontzwom, dn zou geween zyn in het jaar <6o8. Zie daar wat ik wegens het Gefchiedkundige van deeze ftad meende te moeten aanftippel Aangaande deszelfs gedaante fchynt zv my byna ovaal, is grootendeels met zwaare dykaadje tegens het zeegeweld beveiligd, en aan de landzyde met goede wallen voorzien , dat met fraai gefchut zo metaal als yzer bephmt is. _ Er zyn zeven Poorten , waaronder de Koepoort , welke men van Hoorn af inkomt, in fraaiheid uitmunt. De Ketenpoort is meede niet kwalyk, doch de Noorderpoort,en de vier, welke aan de zeekant gevonden worden, naamenlyk de Blaauwe- de Zutder- migenburger- en Denenburger. Poort hebben niets aanmerkelyks: maar aan de haven ftaat nog een oud gebouw, 't geen men thans meestal de drommedaris noemt, in welks koepeltooren, een der ichoonfte fpeeluurwerken van geheel Nederland gevonden wordt.-Hierna by is het logement de Ëngelfche of ü. I. ïooren, die  door NEDERLAND. 95 die' een zeer vermaaklyk uitzicht heeft in zee. — In deszelfs gevel zyn de twee volgende versjes te vinden, 't eerfte is van Hadrianus Junius. En ChVfa M InSIdlIs taCItls fVb noCte flLentI ObrUere adnIXa est GelrICA perfldla. 't Andere van den Rector Cloeting van deezen inhoud: Ancbora quam cernes ferro pr»xifa binenni, Artes teftantur, perfide Gelre, tuas. Brand heeft deze versjes dus overgebragt. De GeLders* ontroV foCht EnkhUIfcn ftrlld'bre waLLen By naCh: Met haere List van bUIten t'oVerVaLLen. en Deeze ankers afgetopt toen d'aanflag was gemist, Getuigen Geldersman, uw trouwelooze list. Wy hebben ook ter loops over den handel alhier gefprooken. — De Admiraliteit en OostIndifche Compagnie doen alhier buiten alle twy- fel  96 de JONGE REIZIGER fel een groot aantal huisgezinnen befiaan. k Voorts is de Haringvisfchery hier den voornaamfte tak, die aanleiding geeft tot zeer veele handwerken en fabrieken. Men vindt 'er ook particuliere huizen van Negotie, die vry veel in rederyen en voornamelyk op de Westindiën doen. Zedert weinige jaaren (Ao. 1780) is alhier een Genootfchap opgericht onder den naam van Qïconomia Enchuftana, dat ter bevordering van het Werk der Haringvisfchery een CEconomisch Werkhuis heeft aangelegd, waarin het garen rot de buizenetten gefponnen wordt, als mede is 'er een fchool om arme kinderen het bereiden der netten te leeren. - Ook is hier een Maatfchappy van Vischvangst, Koopvaardy en Negotie zederc het jaar 1783, by dewelke een fluit, een vischhoeker, een haringbuis, een kof en een frnak in het vaaren zyn. — Dit is de vrucht van eenen brief, door een braaven Vaderlander zonder naamtekening in het licht gegeeven, fchoon naderhand gebleeken is, dat de Heer Jan de Jongh daar van den Schryver ware, die zich ook in de oprichting zelve zeer veel moeite heeft gegeeven. De Haringvloot is dit jaar niet meer dan 45 Scheepen van deeze Stad en 17 van de iyp, die meede van hier uitvaaren. 't Is  door NEDERLAND. 9? 't Is inderdaad jammer dat deeze ftad, die zo uitmuntend gelegen is, en zulke fraaije havens heeft, geene fterker negotie fchynt te kunnen aankweeken, maar integendeel al worftelende vervalt. Morgen zal ik u op nieuw fchryven, myn tyd is thans afgeloopen, na de billyke complimenten derhalven ben ik» enz. III. deel. G XL  gft de JONGE REIZ I G E lt XI. B R I E F. Ferdinand aan Petersen. Enkkuizen den a July ijUk gaa u verflag doen van den dag van gisteren, dewyl ik my door hoofdpyn, (uit verdienften zal ik maar voor afzeggen) buiten ftaat bevind om uit te gaan, althans niet deezen voormiddag. Na gedejeuneert te hebben ging ik met den jongen Heer Junius wandelen. —— Beterfen t wat is de aanleg van deeze ftad fchoon! de havens zyn lang en wyd, en zo gefchikt voor de zeevaart, dat het gezicht u verrukken zou. Aan de overzyde van de dyk, na de buitenkant zyn de zogenaamde paktuinen, maar die inrichting der gebouwen is icho.n. — Aan de waterkant is een kleine fteiger, waartegen de buizen met volle lading aanfchieten, en ontlosfen; beneden zyn de pakhuizen, en in deszelfs midden eene opene plaats, om de huring te verpakken ,  door NEDERLAND. 99 ken 3 de tonnen te verkuipen en wat hier meer aan vast is, boven zyn de woonhuizen, ruim, proper, en met eene gallery voorzien, die overal op de plaats uitziet, voorkomen zy in eene ftraat uit, die in het midden eene fchoone rei bomen heeft, en derzelver gevels zyn meestal, fchoon ouderwets, van een zeer deftig aanzien. De haven die na de Oosjindifche Werf leidt is niet minder fraai, en ter wederzyden met veele deftige huizen en pakhuizen geboord. — De koepel achter het huis door den Heer Semeins gedicht, thans door den Burgemeester Blok bewoond, is hier geen der geringde gebouwen, hoewel 'er meer andere gevonden worden die fchoon zyn. Nog is *er eene derde haven, waar aan het Westindisch huis gebouwd is, die in ruimte en fraaiheid de twee andere niets toegeeft. Langs de Wierdyk, de langedraat, en breeddraat, daan gebouwen % die de beste grachten van Amfterdam tot luister zoude kunnen drek- keu. Kortom ik ben geauthoufiadifeert van deeze dad. Men vindt binnen deszelfs muuren de aangenaamde wandelwegen, die be* geerd kunnen worden. — Hier verrukt u het grootschte aangenaamde zeegezicht; daar vermaakt «y u langs welbebouwde grachten, ot ruime draaten, en elders hebt gy laanen die G 2 traai  loo be JONGE REIZIGER fraai zyn, waaronder de Penuilaan byzonder uitmunt. Hoor hier hoe wy onze bekoorlyke wandeling aanvingen, vooreerst gingen wy den wierdyk op, die zo als ik reeds zeide, een reeks uitmuntende gebouwen heeft. Onder anderen vindt men 'er het O h Compagniehuis, dat, hoewel in geen nieuwerwetfche trant, echter een zeer deftig gebouw is, zynde voor weinige jaaren met een nieuwe voorgevel voorzien, ter wederzyden ftaan zeer fpatieufe pakhuizen, ook heeft de Compagnie op een ander oord der ftad, by de zogenoemde boerenboom, een ruime en groote lynbaan. Naast hes huis is de timmerwerf, van deszelfs ruimte kunt gy oordeelen als ik u zegge, dat 'er thans twee kameelen, en een Oosrindischvaarder te gelyk op ftapet ftaan, terwyl 'er een fchip voorlegt, met het welk men bcz'g is om htt aftetimmeren. — Een weinig verder fiaat een gebouw, V buis van berouw genoemd, 't geen thans tot een koornpakhuis dient, maar Pc.trfm mooglyk zaagt gy nooit een huis, waar van de gevel zo ryklyk met ftftonnen in hardrtcen keurig uirge. houwen, verciert was. 'r h overhecriyk, en jammer dat het nu tot hst cp^emeide ge' bruik dieneiide, niet dat onderhoud heeft,' 'c geen het waardig was en verel-cbte. . De jon.  „oor NEDERLAND. I0t jonge Heer wist my te zeggen, dat het met de grooten tooren, den zeelieden een baak verftrekten , als zy de haven door een zekere fleuf, het krabbersgat genoemd willen aandoen, hy onderrichte my tevens dat dit krabbersgat, zedert eenige jaaren zeer gevaarlyk geworden was, uit hoofde van eenige daar in verongelukte fcheepen, en een kameel. ■ Nu bragt hy my het Noordend rond. Hier wonen allen Visfchers, een geheel andere Natie, lieve vriend!taal,houding, kleeding, befchaafdheid, niets dat by het overig deel van Enkhuizen gelykt. Ruw als de zee , lomp , eigenbatig , kortom weezens van een ander foort. — Digt aan de Noordpoort ftaat een fraai gebouw, 't welk men tot een gefchut en klokgietery te gebruiken pleeg ,thaws dient het tot een Admiraliteits Hospitaal, zynde daar toe by gelegenheid van den Engelfchen oorlog aangelegd. Van hier gingen wy naar het Stadhuis, een gebjuw dat in zyn foort. verre boven andere in de meeste Nederlandfche fteden uitmunt. ——■ Van vooren is het van graauw Oenthemeifteen opgehaald —'t Heeft een klein bordois,en boven den ingang eene vooruitfteekende balkon, 't Gebouw is drie verdiepingen hoog, op 't midden van de kroonfyst fiaat eene fraaije balu. G 3 ftra-  ioa de JONGE REIZIGER i ftradeop welker hoeken beelden , en in de midden vaazen zyn. Een welgeordonneert toprentje van eene achtkante gedaante, van boven met een koepel gedekt, waarin een flaguurwerk, ryst ftatig te midden uit het dak. De vertrekken zyn meest allen fraai, en door beroemde meester befchild.rt, onder anderen heeft de iloute hand van Romein de Hooge, het keurig behangzel van Burgemeesters kamer gevormd. Wy vervolgden onze wandeling na óeZuiderr kerk, een fchoon gebouw, met een grootfche tooren voorzien, dezelve wierd aangevangen in den jaare 1424 te midden in een rietbosch, en men getuigt 'er van dat de muuren zo diep beneden de tegenswoordige oppervlakte van den grond, als daar boven gemetzeld zyn. Men wil dat dit by het aanleggen van een nieuw knekelhuis in den jaare 1623 zouden ontdekt zyn. — 't Graf van den beroemden Reiziger, en in veele vakfen doorkundige Bernardus Paludanusvzxs. wien nader, wordt alhier gevonden, zynde deszelfs lof in een latynsch vers hier ter nagedachtenis bewaard. Van de Zuiderkerk, gingen wy na de West er. for£,langs een fchoone,ruime en heerlyk bebouwde ftraat. die recht op de Koepoort aanloopt, en de Westerftraat genoemd wordt. Deeze Kerk is ook  door NEDERLAND. 103 , ook een taamlyk goed gebouw, doch alleen ver» cierd met een klein toorentje, ftaande naast de kerk een houten klokhuis, dat hier gebouwd is, in plaatze van den tooren, welke men hier met pracht meende optehaalen. -— Dan, zo ah? by Brand op getuigenis van oude lieden vermeld wordt, de geestlykheid haare kloosters hier rondsom hebbende, beletten dit uit vreeze, dat zy van die hoogte in hunne tuinen b^lpied zouden worden. 't Choor is met eene houte fchutting van het lichaam der Kerke afgefcheiden. Voortyds was dit Choor met koperen pylaaren vercierd, maar in 157 ; nam men de. zelve weg, en gebruikte ze om gefchut van te gieten. Thans is 'er maar een Orgel in deeze kerk, zynde het kleine weggenomen, en tot verbetering van het groote gebruikt. De kleine Kerk, die by de Zuider Haat, van geen aanbelang zynde, waren wy gepas» feert. Het Munthuis, naby de Westerkerk, is een uitmuntend oud gebouw, een gedeelte van het klooster der St. Urfeliners, doch dewyl 'er niet gewerkt wierde, hebben wy het van binnen niet bezichtigd. -—- 't Ander gedeelte van dit klooster is na de Reformatie aangelegd tot G 4 het  io4 üe JONGE REIZIGER het verbfyf der Raden van het Collegie ter Admiraliteit en het Noorderkwartier, als zy in deeze Stad vergaderen, i Van de Münt moet ik nog zeggen, dat zy van tien tot tien jaar, te Hoorn, Enkhuizen en Medenblik gehouden wordt, thans in de eerfte plaats, gelyk uit myne voorige bekend is. Op de plaats van het Admiraliteits Hof, ftaat een ftuk gefchut,'t welk in een gevechttusfchen een Duinkerker, en het Staatfche fchip by Volkaart Kanonyx gevoerd, op den 3 O&ober 161* voorgevallen, met zyn ropaard, op een wonderbaare wys overfprong. — — Vondel maakte 'er de twee volgende verfen op, totglorie van den dapperen Enkhuizer Kapitein, en de zeldzaamheid deezer gebeurtenis. Deeze Gedichten worden hier nog bewaard, zynde met gouden letteren gefchreeveni. Dus luidt het eerfte : KLINK-  door NEDERLAND. 105 KLÏNK-DICHT. Op bet Roode Paart met zyn metaalen Kanon 9 uit den overwonnen Duinkerker, onder den Zeëftryd , in Hopman Volkaert Kanonyx Oorlogfchip over[prangen, in den jaare 1622, den 3 in Wynmaand. Fatali% eqwus faltu fuper ar.dua venif. Wat heeft de ftoffery der ouden ons vervaert Met Persceus en Pegaes, die, over zee gevloogen, De waereJt floeg voor 't hoofd met een gedichte logen. Een logen, in 't geftarnt gefteigert hemelwaart. Het braave Enkbuizen draaft, vol moeds, op 't roode paart; Met zynen koopren mond, dat gloende blixerns braekten, En donderklooten daar Noordzee en lucht af kraekter;. Een Paerd op 't Frinfenhof in eeuwigheid bewaerd, Het qtjRm, toen Valkant dien Duinkerken had gedrongen, Uit'smeesters Zeehafteel, in't HoIJaudschSlotgefprongen, De Zeeheld greep het by den zeetoom zonder last. Het opent met zyn hoef een bron2èr voor den zanger, Wy drinken op Parnas noch Helikon niet langer, -Dit rs ons paerdsbroa, hier is geen droom aan vast. G 5 Het  ic5 ds JONGE, REIZIGER Het tweede is myns oordeelt niet minder fchoon over dezelfde ichyf rollende. — hier den inhoud: het ROODE PAARD spreekt. Ik holp op Zee Duinkerken ooreloogen, Ma.,r Volkairi leerde ons HollanJsch fchutmusyk. Myn Meester quam ten Hemd opgevloogen, Toen koos ik 't fchip des Vyands tot een wyk. Laet Örieken met Pegaezen elk Verguizen, Het Roode Paert dat Heldendichters teelt, Verwekt een bron in 't wydbefaémde Enkhuizen, Daer bloeit Parras; oud Grieken zit misdeelt. J. v. VONDEL. Van hier zette wy onze wandeling voort langs de haven tegens over de Admiraliteitswerf deeze is meede zeer ruim, .en gefchikt tot zyn doeleinde, ilaande 'er thans een fchip van 64 ftukken, en een fregat op ftapel, 't Magazyr, alhier is ook zee goed, en zo men zegt zeer welvoorzien Naast de werf van de Admiraliteit is een fchoone particuliere werf, waarop thans een groote kof gebouwd wordt. De  o o o r N E.D ERLA ND. 107 De eigenaar daarvan is de Heer Ruurds (*), die al meede uit kragte der in ons land voorgevallene onlusten, zyne uitgeftrekte zaaken, tot zyn zelfbehoud heeft moeten opofferen, en zich na buitenlands begeeven. Hoe jammer myn vriend! dat men foortgelyke voorbeelden alomme vindt. Er is hier te Enkhuizen ook nog een Westindisch huis, dan myn vriend Junius zeide, dat het niets remarquabels hadde. — Nu byna moede gewandelt, keerden wy na huis, echter eerst nog eens op de buiten haven loopende, alwaar wy het vermaak hadden een Haringjager met volle zeilen te zien binnen loopen. Hy bragt eene matige vangst aan, en geene ongunftige tyding van de visfchery in 't algemeen. 'tWas een vermaak te zien en te hooren, hoe het genoegen op de weezens van alle Stadgenooten uitblonk, hoe zy elkander de aankomst van Stuurman Maerten, en 't bericht dat hy meedebragt verhaalden. Te huis koomende, was het zeer natuurlyk dat deeze ftof cns gefprek uitmaakte, en 't is waarachtig niet dan met een harttreffend beklag te hooren, dat eene zo weldoende tak der Maat- ( *) Deus Heer is zedert in Brusfel overleden,  108 de JONGE REIZIGER Maatfchappy en Zeevaart, vaii e?ne hoogte, dat zy byna vyfhondert Scheepen jaarlyks ter Haringvangst in zee bragt, heeft moeten daalen tot maar vyf - en - veertig. Ik zeide myn vriend, dat ik gehoopt hadde den 15 reeds hier te zyn, ten einde de zoge noemde buizen Bededag by te woonen. En verzocht hem my daarvan eene korte befchry- ving meedetedeelen. Zie hier wat hy 'er my van verhaalde. „ Gemeenlyk, zeide hy, wordt den zeildag Op den 15 of 16 Juny bepaald, tegens dien tyd koomt ook hier het Haringvlootje van „ de Ryp. 's Daags voor den zeild?g s, wordt 'er plechtig bededag tot God gehou£ den> om zynen zegen over de aamTaande „ visfchery aitefmeeken. Dan leggen alle bui„ zen zeilvaardig, voorzien met vlaggen, en „ de vreugd derBurgery is op aller aangezichte te „ leezen. _ Alle neering en handteering „ ftaat dan ftil, men woont in 't algemeen den Godsdienst met zeer veel ernst by, maar de. „ zelve geëindigd zynde, is bet even eens als „ kermis. *t Ge wan del en gewoel is dan groot, „ de blydfchap algemeen, en overal vindt men „ vrienden gezelfchappen, die een gul vermaak „ opleeveren, en niet zelden tot diep in den „ nacht duuren. —- Den volgenden dag re- 5> geit  door NEDERLAND. 109 geit zich de zeiling na het uur van den ttroom, », en de haringvloot uitgezeild zynde,gaan vee« „ le liefhebbers met hunne jachten, boeiers en fchuitjes, de Ouwegouw opzeilen, en zo ver„ volgens na een herberg, de Tent genoemd, even buiten de Vin of Gelderfchen hoek, om „ daar de Vloot nog eens te zien pasfeeren, „ deszelfs welzyn en geluk op de neering te „ drinken, en vervolgens met den avond vro- lyk huiswaard te keereo, in de hoop van bin,, nen den afloop van drie weeken (want voor den 23 's nachts mogen 'er geen nette gewor„ pen worden,) het nieuwe zeebanket op onzo tafels te ontvangen. Gy hebt gezien hoe „ veel genoegen de terugkomst dier fcheepen „ onze ftad aanbrengt; en ik durf u verzekeren, „ dat zulks met gegronde reden is, dewyl ge„ noegzaam de geheele Burger welvaart, van de gelukkige, of ongelukkige uitflag deezer „ Visfchery af hangt. „ Dat men de Haringvisfchery in tegenover. ?, ling van de Graenlandfche en Straat-Davids,, Visfchery, die de kleine geheeten wordt, de „ groote visfchery noemt, zal u waarfchynlyk „ niet onbewust zyn." In deezer voegen befteeden wy het overig gedeelte des Voormiddags, tot aan den maaltyd. Na  ito de JONGE REIZIGER' Na den middag deeden wy nog eene fraai je wandeling, zo door de ftad als langs de wal, en dronken thee in eene tuin aan de Venuslaan, die zeer proper was aangelegd, met fraaije bloemen vetcierd, en voorzien met een aartig gericflyk tuinhuis dat zyn vermaaklyk uitzicht in gemelde laan heefc. Tegen zes uuren gingen wy na'het Leprozenhuis of den Beyert. Dit huis is met toeftemming van Hunne Edele Groot Mogende,de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , uit de overwinst van eene Lotery, gebouwd, en aangelegd uit een gedeelte van het Su. Ciciliën klooster, terwyl het ander gedeelte, door een ftraat van dit gebouw afgefcheiden, tot een gast- of zieken huis gefchikt wierd. Dit moet geweest zyn omtrent het jaar 1609. Thans word dit huis enkel gebruikt om arme reizigers voor ééne nacht ten verblyfte verftrekken, mids tot dat einde vooraf een lootje verzoekende van een der Regenten, en zulks aan den binnenvader verwonende, wanneer de Reiziger, behalven de gelegenheid tot eene bekwaame nachtrust, ook een ftuk kaas en brood en een kan bier wordt gegeeven, ook moet hy zyne kleederen dien nacht in bewaaring van den binnenvader geeven. Wy wierden hier in eene ruime zaal, der Regentenkamer,door den Heer Prefldent en ver- de:  door NEDERLAND, in dere Vergaderingsieden , op de ailerbeleefdfte wyze onthaald, en verzocht plaats te neemen, aan eene met lakens overdekte tafel, zo veele perfoonen, zo veele ftèsfche'ti ftu.: Jen op.de tafel, 'c geen my een weinig fchrik aan joeg, dewyl my de fmaak der Noordhollanders en het nuttigen van een enkel glaasje, niet onbekend was. Dan" myne vrees verdween welhaast tot myn ongeluk, dewyl de Heer Biefa met eene overredende toeipraak my verzekerde, dat men juist om yder de vryheid te laaten, hoe veel hy verkoos te lchenken, deeze mode, van elk eene eigene ilesch te geeven , had itïgevoefd: ——r— De avond liep rond in onderfcheidene aangenaame geiprekken, veelal de ftad betr ftende, en daaronder met weinig van de laatfte dagen, in welke zo hier als elders, ook de dolle pionderzucht, van een opgeruid en toomloos graauw zyne woede heeft uitgeoeffend. Dan fchuiven wy een gordyn voor deeze toneelen, die niet dan fmartlyke nagedachten verwekken, en de roenschlykheid, waar, hoe, wanneer en door wie zy worden aangerecht, altoos onteeren. Wy geraakten aan het foupée; nieuwe flesfchen, met verzekering van dezelve vryheid. — By het defert wierd herinnert, dat ik 'er voor 't eerst als gast compareerde, en de binnenvader wierd gelast het kproosjc te brengen} dit is een ma=  na de JONGE REIZIGER matig groote bocaal, waarop een leproos, als een zinnebeeld van het huis, fraai gefneeden is. Na men my dezelve had laaten bezichtigen,, fchonk de Heer Prefes dezelve vol wyn, my die aanbiedende , met de beleefdtte bewoordingen, ten verzoek om dezelve op het welzyn van het huis uittedrinken, als eene beleefdheid , welke de vreemdelingen hier voor 't eerst komende, hun altoos de eer deeden te bewyzen. Niettemin, Vryheid! — Wat zoude ik doen? Ik dronk, en de geheele vergadering volgde. Doch dit was niets geweest, als men dat Leproosje, met tusfchenkomst van losfe kelkjes niet nog driemaal had laaten omgaan, en telkens op zodanige drinkconditiën, welke de wellevendheid, vooral in de gedachten van iemand die reeds wat verrukt is van 't juist denken, niet toeliet dat geweigerd wierden. Kortom vriend, wy gingen alle ordentlyk gemanteld en gebeft, zo men zegt, na kooi, en ik bevond my deeze morgen, zo verroesd, dat ik in den beginne naauw de pen kon beftuuren. Myn na¬ middag zal ik deezen avond aan myne Charlotte melden, en dan ook nog een brief aan onzen Fredrikftad fchryven. Morgen hoop ik te vertrekken. Groet myn lieve Nicht, en de verdere vrienden van enz. XII.  door NEDERLAND. 113 XIL BRIEF. Ferdinand aan Charlotte. Enkhuizen den 3 Juïy 17** jQaar ik tegens alle protesten van mynen vriend aan, vastelyk beflooten hebbe, morgen te vertrekken, zou het onverantwoordelyk zyn, myne beste daarvan geen bericht te doen. Ik geef my dus het genoegen u te zeggen, dat ik over Vier-en-twintig uuren in (Vledenblik hoop te zyn, na eenige tusfchen leggende Dorpen te hebben aangedaan. Buiten twyffel zal myne biegt, omtrent da party van gisteren avond, zo openhartig aan Peter fan afgelegd, myne Charlotte zeker min of meer onaangenaam zyn, dan myne waarde, het kon niet anders, en in zee zynde, moet men a teuts prix meede zeilen. Als ik vry kan van diergelyke aartigheden, ben ik 'er; gantsch geen liefhebber van. Heden is het geregelder toegegaan , de voormiddag gelyk ik aan Peterfen melde, moest ik 111. Deel. H te  ii4 ö14 jonge reiziger .: . te huis zitten, met den maaltyd echter beterde de hoofdpyn, en my na denzelven aangekleed hebbende, deeden wy eene wandeling na de buiten haven, lieve Charlotte! gy kunt u onmooglyk verbeelden, hoe aangenaam het hier was, de warmte van den dag wierd gematigd door een frisch koeltje, dat kabbelende golfjes vormde, waarop de zon haare ftraalen fchietende, eene flikkering van honden: duizenden goude ftarren veroorzaakte. — De wind van het zuidwest zynde, en het ty, zo als men het noemt, beginnende te ebben, zagen wy een aantal vaartuigen, vlak voor en by de haven ten anker gaan, 't geen eene zeer békoorlyke woeling maakte. -—• In het verfchiet waren grootere fcheepen, die met ongemeen* fnelheid voor wind en flroom afzeilden. Na . ons hier verfrischt en verlustigd te hebben, wandelden wy verder langs dien bekoorlyken wierdyk, van waar wy nog verfcheidene andere vaartuigjes tegen wind en flroom aan zagen worflelen, om ook eene veilige reede te a bekomen. Toen gingen wy langs de zo- '*^|enoemde Visfchershaven, de ftad in, en dewyl ik altoos zo wel de gemeene hoeken der lieden doorkruis, als de voorname grachten en ftraaten, verzocht ik myn vriend daar langs te wandelen, maar lieve Charlotte hier is het ver-  door NEDERLAND. 115 Verval deerlyk; veele huizen ftaan ledig, en vertoonen een akelig bouwvallig figuur; zo dat het met zommigen te verwonderen is, dat zy niet eensklaps inftorten. Ik vraagde myn vriend, wa,arom men zulke ellendige getuigen van het algemeen verval niet liever afbrak, en kreeg ten antwoord: dat zulks by de wet verboden was, om de verpondingen daarop leggende niet te verliezen. Kortom, deeze gezichten waaren akelig. Een vriend van den Heer Junius hadt ons op de thee verzocht, wy gingen der waard. . De Vrouw van mynen vriendelyken gastheer was reeds daar. 't Gezelfchap belfond uit een paar bejaarde menfchen, en hunne ongehuwde dochter, en wy drie. Ik meen gezegd te hebben dat ik nog eens by den Heere Junius gelogeert was, en in die dagen had ik met den zoon, deezer braave ouden, eene gelyke vriendfchap gemaakt, als met den Heere Junius; dan helaas! hoe broos is het menschlyk leven, die beste man, die braave Echtgenoot, die teedere Vader, flierf in den bloei zyner jaaren, na zich tot tweemaal toe van eene beminde echtgenote beroofd te zien. Gy begrypt myne lieve Charlotte, dat ik de kindertjes, hoe heerlyk in den fchoot hunner grootouderen, niet dan met fmarte kon aanzien, daar H 2 hun;  n6 de JONGE REIZIGER hunne braave vader, en rechtfchapene moeder met meer voor hunne teedere jeugd konden zorgen. Beste! ik gevoelde veel, natuur en vriendfchap fchiepen my denkbeelden , en myn ge- moed was vol aandoening . ivatuurlyk liep ons gefprek over vorige dagen, over oude vriendfchap, over de lotgevallen dier ouden, die mee. de al treffend zyn, over de ziekte en dood van hunnen braaven zoon, myn waarde vriend, wiens nagedachtenis ik met een oprechte traan vierde. Na deeze Moffen niet afgehandelt noch uitgeput waaren , maar ons eenigermaate tot een fhlzwygen, uit vermoet nd gevoel voortkomende, gebragt hadde, wist onzen viiend Junius, de fchrei.nde oogen der Jufvrouwen en alle ontroerde harten tot bedaaren te brengen, door 't eerst eene afwisfeling te maaken, door eenige, voor die famillie belangryke zaaken, aantevoeren,en zo allengs op eene zeer verftandige manier, het gefprek tot algemeene zaaken te leiden, waar tusfchen echter nu en dan den overledenen gemengd wierd,op eene wyze.waaruit duidelyk bleek hoe diep die wonde, in het ouderlyk en waarlyk niet minder in het edel zusterlyk hart was ingedrongen. Zulke toneelen,myne dierbaare Charlotte,behooren wel niet tot de zodanige, welke men by- . zon-  door NEDERLAND. 117 zonder zoeken zoude, maar zy vervullen nogthans het hart met een zoort van genoegen verwekkende aandoening, waar van de dichter te recht zich uitdrukt, met deezen kragti* gen regel; In rouw fchuit ook genougt van fchuldelooze klagten. Akhans het fombre dat in deeze vifue plaats vond, was my niet onaangenaam, integendeel ik gevoelde by het affcheid neemen eene ontroering die volmaakt met den boven aangehaalde regel overeenftemde. Gun my myne beste, dat ik u eenige regels meededeele die my by myne te huis komst uit de pen rolden. ——«. Dus luiden zy: Natuur wat zyt gy broos i gy fchepthetgrooteen'tfchoon, Gy vormt door d'adem Gods meer dan 'r. verftandkan vatten; Maar 't hoogfte wonder fpreldt zyn luisternaauw ten toon Of't lot gebied.en wy — wy zien 't in duigen fpatten. De dood, zyn dienaar, die al uw gewrochten floopt, Zwaait met zyn fchsrpe feis, ontziet gedacht nog jaaren , Velt tedre bloezeins daar men rype vrucht van hoopt, En Iaat geen ftraal, die ons't geheim kan openbaaren. H 3 Myn  n3 de JONGE REIZIGER Myn vriend, de braave man, door Tytels nooit beroemd; Beoiind om zyne deugd, geëerd om zyne gaven, De vreugd van zyn Giflacht, de lust van alle Braven, Wierd ook door dien Tyran in 's levens lent gedoemd, Natuur!.... maar neen ik zwyg. — Gy 't lot en dood tegader, Gehoorzaamt aan de item van cön volmaakten vader. Gy fchept, by onderhoudt, en die vernielt het a!, Wy ilaaren icheemrend op die werking van 't geval, Maar Godsdienst licht ons toe, en hoe wy mogen klaagen, Goed is'c wat de Almagt werkt, wy moeten 't mikkend dragen. Ontbrak my vroeger de gepaste gelegenheid om 's mans nagedachtenis een blyk myner vriendfchap toe te zwaaien, thans heb ik ten minfteneen blad gehecht aan de Ciprisfenkrans, die myn hart . hemdubbeld waardig keurde. Dan myne beminde Charlotte, laat ik u niet langer in dat lugubre doen ómdwaalèn, uwe vrolyke geaartheideischt minder fmartlyke ftoffen, fchoon ik u genoeg gevoelig kenne, dat gy by ons zynde, der nagedachtenis diens braaven, even als wy een traan zoudt hebben toegewyd. Ja Charlotte, ondanks uwe vrolykheid zyt gy voor 't gevoel dier toneelen berekend, en uwe ziel is geftemd tot het accoord dat daar in vereischt wordt, zo draa gy • 'er  door NEDERLAND. 119 'er maar in deelt. Edel Meisje! met welk een verrukking ftel ik u thans voor myne verbeelding! Doch ik zal my niet toegeeven- . Hoor verder. - Ondanks de fterke follicitaüen van de eerwaardige ouden en hunne dochter, namen wy ten negen uuren affcheid. — Myn vriend noch iets te verrichten hebbende, fchreef ik uit een vol hart het voorftaande -versje , ten tien uur wierd ik door myne zusterlyke vriendin Agatha afgeroepen. Lotje , de beminlykheid van dat cara&er wenschte ik u te kunnen ichilderen, maar dit is niet mogelyk. Verbeeld u de trouwde echtgenote, de tederfte moeder, de zorgvuldigfte huishoudfter, en de gulfte gastvryfte vriendin, dan, myne lieve verheelt gy u niets meer dan'de deugden die de eigendom zyn van myne vriends eerbiedwaardige harevriendin. — Lotje zy is in veele opzichten uw evenbeeld, en God geeve dat ik eenmaal in naauwer betrekking méfchen ons, tegens mynen Junius mag zeggen; zie daar vriend, het waare evenbeeld in alle omstandigheden die het huwelyk opleveren, van uwe Agatba. En, ó Charlotte, hoe gelukkig waaren alle mannen, konden zy dit van hunne vrouwen uitboezemen! Men had tot nog toe niet dan met .enkclde trekken, enkelde uitdrukken over u gefproken, I 4 b.»  140 DB JONGE REIZIGE R n« onder het föüpé, feheen na „ ver2eker,ng dat ik morgen vertrok, haarenieuws! gierigheid n.et hnger te kunnen inbinden de Ïff 31 * * namiddag gezet fchap ter baan gebragt, maar nu, nu moL ik u, m alle uwe hoedanigheden-, toeftand en ftrnd geheel affchilderen. Niets was my ge^klyker, niets aangenamer , want gelyk L traitl m hicrniettedenken hoeikuwnour- dr^n°PMQfieren'ofu're^oed.. we l ,° h^ ^«'^ gelyk de getrou- Tde " NatUUr'beh0£fde ik wur. heden te zeggen, om my doormy„en vrienden zyne vrouw, te doen vergelukken over myne gelukbge keuze, en het heilryk uitzicht dat ik dezelve eenmaal bekroond zal zien wetrTZm" v°°r my z° hehn^k onder' ik n r °I,S T tW£e ÜUF beZi*> eve"^ ^Ew^^nf~ uocn ik heb myn vriend wee™ moe5, toornen. •, Zal dus «1 middag jorien, ,e meer wyl ,k i^«,Wn „„oS ^'""^«"oe. fchryven, «, hef onder- we*p  door NEDERLAND. 121 werp daar van niet wel geknikt is voor myne tegenswooidige zielsgefteldheid, zynde ik zo vakerig, lieve Lot, dat de pen my bykans ontvalt. Deeze reden is gewichtig genoeg by u, geloof ik, om my te verfchoonen van my dit oogenblik eenige moeite te geeven, om te beproeven of ik deezen met eenig zo gracieus complimenc kon eindigen, als de groote St. Evremond gemeenlyk zyne brieven aan Dames fluit, en daar om zal ik maar alleen zeggen dat ik met een hare vol eerbied en liefde my durf noemen &c. XIII  122 de JONGE REIZIGER XIII. B R I E F. Fereinand aan Fredrikstad. Enkhuizen den 3 July myn waarde vriend , gaa ik u nog eenen brief fchryven van deezen uiterften oosdyken hoek van Noordbolland, van dat Enkhuizen, waarvoor ik altoos eene byzondere genegenheid gevoeld hebbe, uit hoofde der gastvryheid, welke ik daar reeds in myne vroegfte jeugd heb leren kennen. Dat Enkhuizen, 't welk een fchoo ner lot verdiende uit oorzaak van zyn bekwaame ligging, tot handel en zeevaart. In de gefchiedenis deezer ftad by"'Brand gefchreeven , en door Sebastiaan Centen mer een vervolg vermeerdert, vindt men deszelfs lof ten top gehaald, en waarlyk zy verdient zulks, ten minden in myne oogen, heeft zy alles wat behaagen kan, als men .aangenaame buitenwandelingen uitzondert. Is  Dooa NEDERLAND, m Is zy beroemd , om de fraaiheid van haar. aanleg, om de byzondere grootheid van haare Haringvisfchery,en andere handeltakken die hier voormaals bloeiden, om de kloekmoedigheid van haare Burgers, in veele verdeeldheden die ons Vaderland verfcheurd hebben , zy is het niet minder om de beroemde Mannen welke binnen haare muuren geboren zyn, of daarin hunnen besten leef tyd hebben doorgebragt. De opnoeming en befchouwing van eenige dier voornaamfle Zal het onderwerp van deezen zyn. . Laat ik aanvangen met Fredrik Westphakn die zich beroemd heeft gemaakt, door de uitgebreide reizen, welke hy genoegzaam door alle drie de waereld deeien, meest al te lande volvoerd heeft; zo dat hy in perfoon de Egyptifche Pyranaiden bezocht heeft, zynde ten dien einde te Alkayr over den Nyl getrokken. Dat hy werk maakte van het opkopen van zeldzaamheden , blykt uit een vergulden voet en hand, van eene Mummie, welke hy onder de Arabieren opdeed , en naderhand het Leidfe Hoogefchool vereerde. Omtrent zyne geleerde verdienften kan men eenigzints oordeelen, als men weet dat hy daar door eerst te Weenen, en naderhand te Jeruzalem tot Rid' der gemaakt wierd. Zyn dood viel voor te Alkmaar, alwaar hyinde groote kerk begiaa- ven  j24 de JONGE REIZIGER ven is zynde door zyn zoon, met een latynsch Graffchrift vereert. Ruardtu Tapper, zullen wy hier op laaten volgen , 'c verfchilt hemelsbreedte , wie men over 't caracter van deezen man naieest. Dus luiden de versfen onder zyn pourcrait gefield. Dees beeft het Paependom met yver voortgeplant, D^es kettermeester flais de mutfaerder» aan brand. M.ar d'asch floof overal, in winkelen en hoeken, Zyn Inq.iifitie fchoot te kort in 't onderzoeken; L>„' terwe trok by uit in plaats van *t booze zaadt, Hue onvast ftaat de kerk die op daes gronden ftaat.» Zyne bedieningen waren die van Profesfor in de.Theologie, Deken van St. Pieterskerk,en Cancelier van de Academie tot Leuven, en Op- per Inquifiteur over geheel Nederland. Zy die hem gunftig zyn, verheffen zyne geleerdheid, beroemdheid in aanzien by Koningen en Vorften, even zo zeer als zyne vlugheid en deugden, maar da andere party maalt hem met zulke zwarte kleuren , ten opzichte van domheid, die in het ongelooflyke valt, ongefchiktheid om eenige hoe geringe Redevoering met glans uit te fpreeken, onmenschlyke wreedheid  Hor NEDERLAND. 125 heid in het waarneemen van zyn ambt, kortom als een monfter , 't welk uit loutere gebre- ken en ondeugden is zamengefteld. . 't is buiten myn beliek hiervan alles te vermelden , maar evenwel wil ik u die contracten door enkele trekken doen zien. In 't Collegie der Theologanten te Leuven by voorbeeld , hangt een tafreel van zyn leven en lof, (in het Latyn) dat zo vleiend is, als men voor een eerst vernuft en edel mensch zou kunnen opftellen. Zekeren Sedulius, onder anderen , van de orde der Minderbroeders., noemt hem een jcherpzinnïg Philo[oof, een zeer groot Theologant, en een zeer geftrenge voorvechter van het Rechtzinnig geloof. — Een ander van zynen aanhang, gebruikt deeze uitdrukking: dat zyn huis een orakel van geheel Nederland fchynt geweest te zyn. Dat Karej de V. zyn raad menigmaal innam; en dat by op het Concilie van Trente in de hoogfle achting geweest is. - Hooren wy nu party. ■ Toen hy zestien jaar oud was , zeggen deeze, wist by geen onde-fcheid tus/chen een koe en een korenmolen. —■—- Een ander noemt hem lomp en boersch, een flameraar die de R niet kon uïtfpreeken, die in zeekere Redenvoering door Maximiliaen van Boheemen bet zivy'gen geboden was, om dat by hem niet verfiaan konae ■ en wat dies  126 de JONGE REIZIGER dies meer is, Met betrekking van de wreedheid in het nitoeffenen van zyn ambt worden zo veele ftaalen bygebragc, die de menschlykheid onteeren, dat ik 'er niet meer dan twee van zal bybrengen. — Namenlyk: dat hy te onvrede over de flapheid, zo hy hernoemde, waarmede de placcaten van Keizer Karei en Koning Phihps wierden uitgeoefend, den laatsgemelden zou geraaden hebben: om Antwerpen, "t geen uit hoofde van zynen handel, de Inquifitie tegenfond, met krygsvo'.k te omringen, en V zelve dan in den brand feeken, om een voorbeeld te geeven, aan de mindere fteden , die ziende dat bet groote niet ge/paard wierd, het hoojd wel in den fchoot zouden leggen. Het ander voorbeeld is, de wreedheid, ontrouw en valfche befchuldiging, door hem aan den Heer Engel Merula, Paftoor van Heenvliet gepleegd, die hem zulks openlyk in een verhoor verweet, waartegens hy niets had intebrengen. Wy flappen van deezen man af, geloovende dat hy minder heilig geweest is, dan zyre aanbidders hem voordraagen, en hoopende dat de Hechte daden welke men hem te last legt, vergroot mogen zyn, fchoon het ambt van opper Inqaifiteur in die dagen niet was waarteneemen, zonder het pleegen van gruwelen. Hy overleed te Brusfel, een - en - zeventig jaaren oud zynde, in den  door NEDERLAND. 127 den jaare 15=19, aan eene beroerte, veroorzaakt door een mislukte aanflag van een nieuw bloed- plakaat. Zyn lyk wierd na Leuven gevoerd en aldaar begraven. Hy die thans aan de beurt legt is den beroemde Franciscm Mael/on, Doftor in de Geneeskunde , fchoon hy maar weinig tyds de beoeffe. ning der praétyk heeft waargenomen. Zich zedert de gebeurtenisfen in 157a in ons Vaderland voorvallende; meer toeleggende op ftaatszaaken, ten einde het heerlyk gebouw der vryheid, waarvan toen de grondflagen gelegd wierden , verder met luister optehaalen. Hy wierd tot Penfionaris deezer ftad verkoren, en gedroeg zich daarin met die uitmuntende trouw, eerlykheid en bekwaamheidsblyken, dat hy jaaren achtereen ordinaris gedeputeerden ter dagvaart is geweest. Hy wierd aangefleld tot Raad van Willem den I., en daarna van Mauriu, bekleede verfcheidene gezandfchappen, als tweemaal in 1575 en F5B5 by Ehfabeth, in 1596 by Christiaan de Vierde, Koning van Denemarken. Terwyl de aanflag van Leicester op Enkhuizen, Ao. 1587. voornamenlyk te leur ging, door de maatregelen welke hy voorfchreef, en gevolgd wierden. In kerkelyke zaaken is hy meede betrokken geweest, doch het geen daar in • ten nutte beraamd wierd, fcheen niet voldoende aan  ia8 de JONGE REIZIGER aan de groote oogmerken, en dus is de toert ingeftelde kerkenorde afgewezen, en heeft in laatere jaaren, zo wy weeten eerst deszelfs vol beflag gekreegen. — Behalven in veele diensten den Vaderlande aangebragt, was Maelfin een groot beminnaar der zeevaart, moedigde dezelve aan, en was onder anderen geen der geringtten in de bevordering van den'tocht na Nova Sembla om te beproeven, of het mooglyk waaren , aldus by noorden om na China te zeiien. Eene onderneeming welke Ao ,594 wierd aangevangen. Ik gaa over tot Lucas Janszoov Wazenaar, meede van hier geboortig en beroemd "om zyne uitgëftrekte kundigheid in het zeevaaren. Vooral , door zyne nuttige werken onder den tytel van Spiegel der Zeevaart, in twee deelen, en Tresoorder Zeevaart, onder de Nederlandfche Geleerden gerekend, de vermaarde Blaauw, erkent in zyn werk bet licht der Zeevaart , dat hy niet weinig aan den arbeid van onzen Wagenaar fchuldig is, en noemt heinonder de allerbeste zeebefchryvers. . Dr. Maeijon fchynt zynen boezemvriend ge. weest te zyn, gelyk ook hy, van wien ik nu kortelyk zal fpreeken, te weeten: Jin Huigen van Linfcbooten, die hoewel een Haarlemmer van geboorte, onder de beroemde Enk-  door NEDERLAND. 129 Enkhuizenaar rrïag gereld worden, en wiens beroemde tochten, zo in de Indiën, als na Nova Sembls, hem groote roem en achting verworven hebben. —— In byzonderheden omtrent zyne reizen, zal ik my niet inlaaten, dat zy in de flraat van Naslanw koomende, aldaar een foort van Tartaaren ontmoeten, met wien zy eenigzints konden fpreeken,en die hun vry veel licht byzetten. Op het Staaten Eiland vonden zy twee houten afgoden, waarvan Linfcbooten eenen meedenam, en aan Dr. Paludanus vereerde. Van her zwerven naderhand afilappende, wierd hy Thelbrier deezer Stede, en overleed den 8 February 1611, nog maar acht-en-veertig jaaren oud zynde. Nu moet ik hier d.n beroemden Dr. Bertiar* dus Paludanus laaten volgen, fchoon hy eigenlyk te Steenwyk geboren is, maar den meesten tyd van zyn leven hier heeft doorgebragt, en Enkhuizees naam niet weinig de waerelt doen rond klinken, om de ongemeene groote, fchoo» neen ryke verzameling van al wat wonderlyk en zeldzaam in de natuur gevonden wordt, welk© hy bezat, en die zo uitvoerig was als men mis* Ichien toen nog nooit in deeze landen gezien hadde. Veele dier keurige trekken had hy zelt in zyne beroemde reizen , door Europa, Azia en Africa by een verzameld. —— Zyn UI. Deel. I Êa,  i3o de JONGE REIZIGER caracter wordt by Brand edel en beminnelyk op gegeeven, en zyn verftand en oordeel zeer gepreezen Indien ik nu hier by zoude voegen zo veele beroemde en ervaren zeekapheinen, als Enkhuizen heeft opgeleven, ik'zoude naauwlyks weeten waar te beginnen, waar te eindigen , want dit getal zo als het by Brand word opgefteld,is ongemeen groot. In de zeetochten na verfcheidene kusten van Afrika, na de Oost-en Westindiën in de verlchriklyke zeeflaagen, der voorige eeuw, waar in geheel ons vaderland,een onflterflyken roem behaalde, waar in wy koningen de wet fielden , andere op hunne eigene kusten, in hunne eigene rivieren , havens en baayen aantasten; deeze op hunne waggelende of reeds ingeflorte troonen slaande hielden, of herftelden. Kortom in alle die groote gebeunenisfen , waarvan geen land op den gantfchen aardbodem, de weerga befchreeven vindt, hadt Enkhuizen zyne vryheid en vaderlandlievende helden, waar van zommigen gefneuveid op het bed van eer nog met erkentiyken eerbied in dej harten van Nederlanders gedacht worden , zo wel als zy, die alle gevaaren hebbende door ge ftaan. hunnen mannenmoed alom aetoond, en hun beleid ren fchrik der vyanden uitüeoefiend, zacht op hunne legerfteden den adem uitbliezen. lis  door NËDERLANü. 131 Ik vergenoeg my dus met de opgenoemde ^ alleen daar nog toevoegende, den onlangs overledenen Schipper Jan Rood, die tevens een beroemd fchilder geweest is van zeeftukken, gelyk my door mynen vriend Junius bericht is. — — Hy was een geboren Enkhuizer, en men loopt vry hoog met zyne kunseftukken, die zeker nu wel in waardy zullen ryzen , gelyk het meest al gaat met de werken van voornaame Meesters. Ik eindig myn Fredrikftad, met aanbeveeling in uwe vriendfehap, na myne complimenten aan de zachte Elize, en geheel onze vrienden, kling my hartelyk noemende enz.' I s XIV,  *3* »« JONGE REIZIGER XIV. BRIEF. Ferdinand aan Charlotte. Medenblik den 5 July 17— BCet was niet alleen laat gisteren avond, toen ik hier aankwam, maar het geval was oorzaak dat ik* niet voor twee uur na bed kon gaan. De dag van gisteren myne beste is geenzins eene der aangenaamfte voor mv geweest. 6 Ten twaalf uuren verliet ik, dat voor my zp aangenaam hnkhuizen, na een teder affcheid genomen te hebben, van mynen braaven vriend Junius, zyne zachtgeaarte vrouw, en welopgevoeden zoon, 'een affcheid dat my de traanen uit de oogen perste wegens de hart. lykheid waar meede dit drietal my vaarwel zeide, en ik vo< r elk hunner gevoelde. 't lieve kleine Meisje, had onder 't onthyt ons allen in eene zekere verwarring gebragt, die het  door NEDERLAND. 133 het hart met een gemengeld gevoel van aangenaamheid en fmari overftelpt. — De Moeder was bezig met haar te kleeden. Vrolyk- heid blonk alle andere morgens op haar gelaat, zy was geipraakzaam, woelig, en gelyk gezonde welgehumeurde kinderen gemeenlyk, vol van die kleine grappige kuuren, die het moeder hart treffen, en de onnoozelen menigwerf fchaterend do.n lagchen. Thans was zy ftil, min of meer treurig, floeg haare lieve oogjes geduurig op my, en verborg dan haar aangezichtje in den fchoot van haare tedere rn -eder. ——— De altoos bezorgde Agaatba, vreesde dat zy niet wel was, echter blonk de gezondheid op haar gelaat. Zy, de vader, en de jonge heer Junius, deeden haar, nevens my horden vraagen, die allen daar op uit kwamen wat 'er mogt haperen? — Eindelyk borst zy in een vloed van traanen uit, zonder te kunnen fpreeken, my telkens aanziende. Na menigvuldig- rnaal gevraagd te hebben, wat 'er toch aan fcheelde? kwam 'er uit: om dat oome Ferdinand verttikt. - Men wilde haar beduiden dat ik ipoedig weerom zou komen ,• maar zy gaf tenantwoord: neen! oome Gys zou ook w-eerom hemen, maar byjs dood. ———- Dit trof Agaatba zo fterk dat zy ter naauwer nood in ftaat was de kleine Alida verder aan te kkeden. Wy I 3 wen'!  134 de JONGE REIZIGER wenden alles aan om haar en de kleine tot bedaren te brengen, 'c geen eindelyk gelukte. . o Myne lieve Lot, weinig vindt men zulke harten als deeze myne vrienden, trouwens ik ben ten dien opzichte niet ongelukkig, en eene befchouwing daarover hield my inderdaad ruim zo veel bezig, als 't geen my eigenlyk gefproken tot myn oogmerk aanging, evenwel heb ik dit niet geheel verwaarloosd , gelyk gy uit myne brieven aan de vrienden zult kunnen zien. Aan het Tolhek koomende, flapte ik een oo* genblik af, om myn beestjes, zo wel als my zelve een weinig te verfrisfchen, want om u de waarheid te zeggen, de dag was brandend heet. Terwyl ik bezig was een glaasje karnemelk met zuiker te gebruiken, kwam 'er een boer in , de man keek my van myn hoed tot myn fchoenen. Hy vraagde een glas genever en bragt het my toe. — Ik bedankte , maar wat was zyn antwoord : „wel God in de warrelt, wy binnen ommers allegaer mengfchen, en mengfchen „ motten elkaer niet verfmaede. Kayk, s, al bin 't je hum juist niet, daarom wil ik toch wel met je drinken. Nou kedaer dan" Jk begreep 'smans oogmerk, en my dacht beter hem genoegen te geeven, dan hier verdér in te treeden. Doch het bleef 'er niet by, hy rperde dezelfde fnaar zo lang tot de.Kastelein h.m  door NEDERLAND. 135 zeide: „ als gy na dien Heer niet met vr eden „ laat, gooi ik u de deur uit."' — Dit kwam om een verzoek van hem, dat ik eentje nutteloze woorden zou nazeggen, waarin ik geen behagen hadde, en toen ik het weigerde, dreigde hy, zo ik het niet ueed de teugels van myn paarden te zullen ftuic fnyden. Hoe onvoorzichtig dit ook zyn mogt, ik ibr mg op dit dreigement van myn ftoel, en zeide in drift: „dat hy „ niet weer te huis zou komen, als hy dat on- „ dernam." 't Liep echter beter af , wyl hy afdroop met een: ,,welnou du borstje is „ nog al een haaneveêr ook. Hier koomende had ik al weder een ar,der toneel, minder gevaarlyk om op klop onthaald te worden , maar och niet minder lastig, wyl het geh^ele huisgezin er om op de been moest bïyven. Ik gaa het u verhaakn myn lieve, en gy zult u moeten verwonderen dat 'er zulke caracters in de waerelt zyn. Weinige oogenbhkken voor ik hier aankwam, was hier een niet onvermaard Heer uit eene nabuurige Provincie met zyne dochter, en nog een neefje gekomen. — De Man zag'er deftig uit, hoewel wat ityf 't Meisje was zacht in het voorkomen, gefchikt in alte rryure handelingen, maar met een metdelydendverwekkende kwyning in haare git zwarte oogen, die buiten kwel1 4 li»g  13$ de JONGE REIZIGER «ng vol vuur moeten zyn. - 't Neefje, was of liever fcheen een jong van oom te zyn. - Eeni ge toevallige zamenkomften, veroorzaakt door eene verkoping, in het logement, (de Valk,) gehouden, waare oorzaak, dat de kasteleines Deiet voor my vraagde by dat gezelfchap, wyl zy my anders nog vooreerst niet konde bergen. Men had de beleefdheid my toetelaaten , en dus Coupeerden wy te zaamen. Onze gefprekken waren niet zeer belangryk, maar myue aandacht viel op de gedienftigheid waar meede Neefje de jonge juffer oppaste,en de afkeerigheid waar meede zy dezelve beantwoorde, terwyl de oude als een Dwingeland misfchien hondert maaien een vergramd gezicht op haar wierp, en met een forfche toon haar toegraauwde: nou Mietje! ~ *t geen het fchaap telkens beantwoorde met: i'k doe immers niets vadwl — —. en dan Honden haar de traanen blykbaar in de oogen. — Mietje ondertusfchen drónk nu en dan haar glaasje, en wierd evenredig ftuurfcher tegens Reefje, doch het Godsblok bleef dezelfde. ~ Ten laatlten kwam de kastelein ons zeggen, dat 'er nu eene andere kamer voor my gereed was. Niet lang had ik daar geweest, of ik hoorde op de kamer myner buuren, een gemor dat van oogenblik tot oogenblik aangroeide» even nU die donderbuien, welken eerst zacht-  „oor NEDERLAND. 137 zachtjes rommelen, maar welhaast met verfchnkkende ratelllaagen uitharden. Zeer duidelyk hoorde ik : „ nu Mietje, zal 'er „ eens van na bed gaan inkomen ?" — „ neen, „ was het antwoord, als ik myn lieve Joost by „ my had dan wd, maar nu, nu voltrekt ■', niet." —- Na eenige onaangenaame v.-ocrdenwisféling, wierd de Vader kwaad;. nam haar op, en zeide: „ dan zal ik u met kleederen met „ al te bed gooien." 't Schaap gaf een gil, en rkp herhaalde maaien achter een om haar Joost, haar lieve Joost, dat zy die wilde hebben, dat die komen moest, dat zy dan te vreden zou zyn, en niet eerder. De Vader daar en tegen wierd woedend, vloekte op Joost, als waare hy Joost zelve, maar zy lagchte daarom met zulk een fchaterend geluid, dat het fterk aflteekende by de brommende item van den ou. den, zo wel de aandacht van het huisgezin , als van my trok, en de goede kasteleines deed bo. ven komen, vraagende wat 'er toch te doen wasg Myn Joost, myn lieve Joost wil ik hebben, riep zy, eer de oude tyd had te antwoorden , die moet hier komen, dan zal ik te vreden zyn, en eer niet. — Des Vaders woede, (Neefje zuchte in een hoek van de kamer) verdubbelde zich, doch de Kasteleines wende alle moeite aan om hen zo ver tot bedaaren te 15 kfy*  ia"» de JONGE REIZIGER1 krygen, dat hy zich overreeden liet. Mietje voor eenige oogenbükken aan haar overtelaaten, en het vertrek te ruimen, terwyl Mietje behendig om haar lieve Joost riep. — Toen de oude met Neefje na beneden was, vervoegde ik my hy de kasteleines — • Ik was nieuwsgierig Lot. — Dat wyf is flim; zy zette zich naast het ledikant van Mietje neder, begon haar van onder op te onderhouden. en deed haar zo veel vraagen, die niemand dan eene vrouw verzinnen kan, om achter het geheim van i ene zaak te koomen. Mietje beantwoorde die, met alle de oprecht! eid van een mekje, dat kwynt van liefde, door dwang ingetoogen is, maar door het gebruik van eenige wyn uitbarst. Haar lieve Joost moest 'er zyn, kusfens, dekens alles wierd byeen gefcheurd, hartlyk in de armen gedrukt, en altoos daar by gevoegd: „ Kyk zo zou ik hem pakken." Vergeef my deeze misfchien te losbandige befchryving myne Charlotte! 't was een wondertoneel,dat ik in zyn geheel, noch durf, noch kan, noch mag afmaaien. Maar dit my wel altoos in geheugen blyven zal. Mietje wierd eindelyk door den goeden invloed der kasteleines bedaard,raakte in flaap,en wy gingen beneden verneemen, hoe jonker Yzegrim het had. -» Wy vonden hem in den gemeé. nen  door NEDERLAND. 139 ne haard, met een pyp, ( zo men het noemt, al peinlend) open neder wandelen , (Neefje naast hem.) — De Kasteleines nam den man met zich in een afzonderlyk vertrekje, en my dacht het niet onvoegzaam, (tot voldoening van myne nieuwsgierigheid) Neefje op zy te fchieten, De goede ziel, die op zyn zeventiende jiar Doctor in de Wysbegeerte was, maar even-vei.' vaders tuin nog op een ff, >kpaardje rond reeJ, was in het verhaal dat hy deed, zo deftig als oom, maar in deezen geloof ik ook zo oprecht als'Mietje, 't kwam hier op uit: Mietjes Nader is een man van geboorte, aanzien en middejen,'CPerftand heb ik zo zeer niet kunnen merken) Joost, heelt wel al de vier hier voorgenoemde hoedanigheden, maar de Vent is Roomscb, en een ryke Neef in Amflerdam heeft gezegd Mietje geheel te zullen onterven, als zy niet iemand van de kerk trouwde. Ik vra^de Neef, of hy niet van de kerk was, en dit met ja beantwoord zynde, vervolgde ik: wel nu, dan motst gy de plaats van Joost zien te bekomen. Dit was de wensch van de geheele familie, hernam hy, maar Mietje wil niemand hebben als Joost, nu zal zy een.s een tyd lang te Amflerdam zyn, en als het dan niet wil gaat zy na het verbeterhuis. De  140 d js JONGE REIZIGER De goede Kasteleines ondertusfchen , had den ouden tot bedaaren poogen te brengen, maar te vergeefs, alle haare redenen tegens dien bml waaren oly in het vuur, zyne deftigheid verliep zich in vloeken, raazen, en dreigen tor z .> verre dat het arme Mietje 'er door ontwaakte, en als in doodsbenaauwdheid om hulp fchreeuwde de ïyger vloog na boven, doch wy ook, en beletten hem de handen aan baar te flaan, gelyk hy meermaals poogde, ten laatften had hy uitgebuldert, en wy gingen te bed ,behalven de Kas. teleines, die by Mietje bleef waken. Het gezelfchap is deeze morgen ten zeven uur vertrokken, de arme Mietje was zo ongefteld dat zy ter naauwer nood konde reizen. Ik beklaag haar in myne ziel, en verfoei een vader wiens hart zo wreedaartig, zo gelyk aan dat van een moniïer is. Ik gaa de Srad bezichtigen myne lieve, en zo draa ik weder ftof heb, de pen opvatten, om u te fchryven, Ik ben &c.  BERICHT.) ^^erfcheidene onzer Leezers hebben zich beklaagd, over het lang achterblyven van dit Stukje, en wezenlyk niet zonder reden, de uirgeever vraagt daar over in zo verre verfchoning als hy oordeelt aan het publiek verichuidigt te zyn , dat door deeze geduurige aanvraag na dit Stukje ten minden toont in de voortgang van het Werk belang te ftellen. Gewichtige bezigheden , toevallige omftandigheid. en andere den Verzamelaar belangende redenen, zyn de oorzaaken van het vertraag, maar daar de voornaamfte van die th ns ophou. den, verzekeren wy onze Leezers, dat wy in het vervorg de ftukjes fpoediger op een zullen laaten volgen , en ten minften niet meer dan twee maanden het een na het ander uitgeeven. lVlet zeer veel genoegen is ons ter ooren gekomen dat kundige mannen in ons Vaderland, de hoofdoogmerken van o:is werk goedkeuren, en de behandeling meest al voldoende vinden. Wy melden dit hier niet om onzen arbeid een loffpraak toetezwaaijen, maar om met een enkel woord aan te Hippen, dat 'er ook dezulke zyn, wier hart min gallig dan dat van zekere maandfchriftfchry ver, (wiens kwaadaartigheid, fchoon hy die verdubbelde, wy met verachtendftilzwy. • gen zouden beantwoorden,; ten minden hulde doen  n B E R I cC II T. doen aan de poging der ztilken,die de jeugd nuttig willen zyn in de kennis van ons Vaderland zonder dit op onderfcheiden manieren fystematicq dor en ongevallig te doen. Hier by hebben wy nog' te voegen, dat het afzyn van den Verzamelaar, oorzaak is van eene menigte drukfeilen in dit Stukje, waarover de Leezer zo wel als wy zig met reden beklaagen zal. Maar de byzondere vriendlykheid van een bekwaam, taalkundig en verfhndig He^r op zich genomen hebbende, de proeven in het vervolg natezien, durven wy ook onze Leezers in dit opzicht verzekeren, dat wy hunne verdere klagten zullen voorkomen.  D E JONGE REIZIGER d o o a NEDERLAND. HL DEELS, II. STUK. I. BRIEF. Ferdinand aan Charlotte, Medenhlik den 5 July 17— ik deezen morgen mynen laatften aan u geflooten hadde, ging ik een wandeling doen, waarvan ik het nodige aan den Vriend Peter- fen zal mededeelen. Nu nog een aurtje tyd hebbende eer ik gaa eeten, en niet zeer opgeruimd van humeur zynde , zal ik het beste middel om my te vervrolyken by de hand neemen, dat is, aan u myne lieve te fchryven. III. Deel. K 2 De  ï44 d e JONGE REIZIGER De Heer Junius had mij eenen brief mede ge* geeven aan een zyner bekenden alhier, om my zo het noodig was van dienst te zyn. Gy weet, dat hoe gaarne ik myn hart den vriendfchap wy. de , ik echter niet liefst geheel vreemde perfoonen lastig valle , om my eenigen dienst te bewyzen, indien ik buiten dienst myne oogmerken eeugzins bereiken kan. Ik had dus alles wat ik voorgenomen hadde alhier opgenomen, eer ik mynen brief overhandigde , en dit was inderdaad g ukksg, dewyl den man aan wien ik was aanbevolen ziek, zwaar ziek te bedde lag, en my dus van geenen dienst had kunnen zyn. Ik moet u 't geen my by deeze vifne gebeurde, in zyn geheelen omtrek vernaaien , en gy zult u niet verwonderen dat ik niet opgeruimd ben. — integendeel u gevoelig hart zal met my deelen, in "t gten my buitengewoon trof. Na eene bediende my de deur geopend hadde, kwam de Juffrouw van den huize by my. dik befchreïd en met de zakdoek in de hand, zy verzocht my in de zykamer te gaan, maakte verkhooningen, dat zy gefchreid hadde, en nog fchreide, met dair bytevoegen, dat het om den toeftani van haare lieven man was, die gevaarlyk ziek lag. - lk betuigde in haar ongeval te jM.n, overreikte haar de brief van den Heer funié% te gelyk .eggende, dat ik nu gelnkkig  hor NEDERLAND, iig geen verder gebruik daarvan behoefde te maaken, dan dien te overhandigen, en er de mond lyke achcingsbetuiginggn.van den fchryver bytevoegen. r***ih Na zy de brief'geleezen hadde, zeide zy, ,,.het fpyt my Mynheer, dat myn man niet in ftaat is aan het verzoek van dien braaven Heer. te voldoen , en maakte my danr by, zo veele complimenten, dat ik. geen oogenblik in twyfel ftond , of die Dame had de. wereld : gezien, en geleerd hoe' men een vreemdeling die ons wordt aanbevoolen behoort te ontvangen. Na een kort gefprek wilde ik heen ga*n, maar zy wilde dit niet dul* den, voor zy my aan den lyder, als een boezemvriend van den lieer Junius had aangeboden. Zy geleide my derhalven in een achtervertrek, alwaar haar lieve man dood zwak te bedde lag,drie lieve fchaapjes van kindertjes zaten ieder met een boekje en eenig fpeelgoed, rondsom een. klein tafeltje zo fpraakloos ftil, dat er geen kinderen fcheenen te weezen. —- Een bewys dacht ik van orde en opvoeding Aan de fponde zat een lieer van middelmttatige jaaren, die my dacht dat ook buitengemeen was aangedaan, wy groete elkander beleefd, en heE ontroerde vrpuwtje, bood my haaren man aam De zwakke lyder was aangedaan, toen hy hoor", de dat de Heer Junius my aan hem had aanbevooleq, gaf zig moeite boven zyne krachten om my K 3 ^r  I4Ö de JONGE REIZIGER zyne achting voor dien Heer te betuigen, met byvoeging van zyn Iecdweezen, dat hy buiten ftaat was, aan het verzoek te voldoen, my byna fmeekende, ik zou deezen middag zonder omflag daar blyven eeten. Al wat hy zeide , fcheen uit zulk een gul, gevoel- en vriendfchap! vol hart voort te koomen, dat ik voor den man zo wel als^oor de vrouw, eene wezenlyke hoogachting opvatte. Ik bedankte echter voor zyne beleefde en aandringende uitnodiging. iLi Ik moest evenwel belooven tegens den avond noch een half uurtje wederom te znllen komen, en toen ik dit aannam, vatte die Heer die voor het bed zat het woord. Mynheer, zeide hy, als ik eenigzins de plaats van myn zieken vriend mag vervullen, doe my dan de eer en koom by my op de thee, wy zullen den avond zo goed als het ons hierrnooglyk is doorbrengen. Dit heb ik aangenomen, en dus ben ik voor deezen dag al weder in goed gezelfchap, zo ik denk, zonder zulks had ik ook uog deezen avond vertrokken, want Medenblik bevalt my niet; 't is doodsch en zo vervallen, dat men fchier met zorg over ftraat gaat, uit vreeze dat er een vengfter, een topje van een huis, een goot, ja een gevel zal infloxten, of van boven koomen. Jfc  „oor NEDERLAND. 14? Ik ben verlangende iets meer van de omftandigheden van het huisgezin, waarby ik geweest hebbe te weeten, want hoewel man, vrouw en kinderen alle teekenen, dat zy wellievend en heusch zyn, kwamen my den toeftand juist niet zo overvloedig voor, als ik, by myne oppervlakkige befchouwing van hunne caraéters wel wenschte. Van avond hier over nader, men brengt myn eeten op tafel. . , *j Avonds ten vervolg. * Myne maaltyd gedaan zynde, zette ik my neder tot het fchryven van den brief aan Peter* fen, en eenen aan Fredrikftad, waaraan ik tot vyf uur bezig was, toen my die beleefde Heet kwam af haaien , wy deeden nog eene kleine wandeling na de haven , waar de zee vry onftuimig infpoelde, 't geen evenwel voor my , gelyk gy weet, geen onaangenaame vertoocing maakte, . ik zal my ditmaal niet ophouden, met u de woeling die hier op eenige afftand plaats hadde te fchetzen, maar alleen zeggen, dat et verre af zich eene groote menigte, zo veel wy tellen konden naby de hondert vaartuigjes zich opdeeden , die myn vriend my onderrichte allen waarfchynlyk uit Groningerland te komen, en K 4 met  0 JONGE REïZiGEK met turf gelaaden te zyn voor deeZe-Provincie. Het verdere van óns gefprek betrof de zwaare kosten, waarmede en de kundige wyze waarop de dykwerken.in geheel Noordholland in fland gehouden wierden, dan dit is geene ftof om aan u te fchryven. Van de ba. ven terug keerende, deden wy ndg eerst eene korte vifke by de zieken vriend, die zo hes my toefcheen, gantsch niet beter was. Gy kunt u niet verbeelden myne lieve Lot, hoe zeer ik aangedaan was over den toeftand van die beminde vrouw, en haarè drie lieve fchepzeltjes, een meisje van zeven en twee jongetjes vanvyf en drie jaaren, alle zo frisch gezond, fchoon en welgemaakt, dat het een lust was om te zien. —. Toen wy inkwaamen, zat de bedrukte vrouw' aan -het voeteinde van het bed,, waarop' haar dierbaren lyder worftelde, het kleinfte zoontje op den fchoot, het andere benevens het meisje aan haare knieën. Allen fchreiden de lieven, zeker "om dat moeder fchreide, want zy hebben nog geen bezef van' den toeftand waarin zy ftaan gedompeld te worden, indien de braaven vader hun met den dood mogt komen te ontvallen. Ja lieve Lot, die flag zou zwaar, zeer zwaar zyn, dewyl de beftaansmiddelen van dit huisgezin' eenig van 's mans' vlytigen arbeid afhangen. 2y  d q o a m e D erland. h9 Zy Hond op, en een glimlach van vergenoegende aandoening ilr'aalde uit haar betraand gelaat. Wy moesten een oogenblik plaats nêemen, en hoorden van haar* dat hy omtrent een uur, na wy 's morgens waaren heen gegaan, zwaare zenuwtrekkingen gehad hadde, waardoor hy nu zo geheel was afgemarteld, dat zy verzocht wy wilden hem niet aanfpreeken, hoe zeer ■ beliefde • het haar daar by te voegen, onze viftte' hun ook anders vereerde. Myn nieuwe kennis bood zich aan den nacht by hem te waaken, en men kon zien dat dit hartlyk was, dewyli het gevoel eener waare vriendfchap in alle fpieren van zyn gelaat uitblonk. — —» Ik was geheel aandoening. Kort hierna namen wy ons affcheid, de lyder drukte ons alleen de hand, geen lust hebbende om een woord te fpreeken. —i— Het vrouwtje fchreide tot fnikkens toe, haar vriend fprak haar pasfende troostredenen toe, maar ik myne lieve, ik kon niet, myn hart bonsde geweldig, het kropte my tegens de keel, en myne oogen waaren geheel beneeveld. Toen wy buiten het huis waaren, duurde het nog eenige minuten, eer een van ons een woord konde fpreeken , toen ik eindelyk vraagde welke menfchen dit waaren? ■ Gy moet u bedroeven myne lieve Charlotte, als gy de leeven^geK 5 val-  ijo de JONGE REIZIGER vallen deezer menfchen hoort, de menigvuldige! bewyzen welke daarin vooikomen, dat een goed vertrouwend hart, 't welk deels gelooft dat alle menfchen even eerlyk en oprecht zyn , deels door omftandigheden genoodzaakt wordt, om het oor te leenen, aan vleiende voorfteüingen, met groote beloften vergezeld, dat zeg ik zulk een hart meest al het offer zyner eigene goedheid, '• en de fpeelbal van geveinsde eigenbaat, reugellooze gloriezucht en meer andere fchand- fchriften is. Hunne gefchiedenis is te lang, om in eenen brief vermeld te worden, ook behoord' die niet eigenaanig tot myn bellek, maar ik kan echter niet voorby te zeggen, dat ik zulke caraéters, welke zich ongevergd aanbieden , cm ons byftand te verleenen. om door vleiende, beleefdheden daarvan poogen te overtuigen, en inmiddels by zich zelve reeds het gullig vooruit-, zicht voeden, dat deeze de weg is om aan hun: ne trevschhtid te onderwerpen, en als 't waare daardoor den kring hunner Haven te vergrooten, by my pesten der Maatfchappy zyn, wier uitvloeizels vergiftiger zyn, dan de vermoordende purperkoortfen. En ik heb meenigmaal bemerkt dat die voor my ondraaglyke weezens, louter deunende op de grootheid van hunne fchatten, inwendig de laaghartigfle fchepzels zyn, die voor u kruipen zullen als aardwurmen zo draa zy uwen byfland nodig hebben, uit de natuur flaaven zyn, en zei-  dóór NEDERLAND. 151 Eelve te' midden 'in hunne gewaande grootheid, nog niet dan in het duister hunne gefmeede ontwerpen durven uitvoéren. —— Iemand aani dit portrait gelykende, is zedert jaaren de oorzaak van de rampfpoeden waarmeede dit huisgezin te worftelên heeft. —— De Hemel hoop ik zal den braaven man , wiens caracier my als het tegenbeeld Van het voorig fchildery wierd voorgefteld, fpoedig uit het krankbed doen opftaan, en hem wedergeeven aan zyne liefhebbende vrouw en onnoozle kindertjes. • Geloof my, myne beste, de weinige oogenblikken \ waarin ik dit huisgezin gezien hebbe, en de korte fchets hunner lotgevallen en omftanr digheden, leide my op tot een groot aantal befpiegelingen, welke niet allen even veel eer aan het menschdona toebrengen. Als ik binnen wei. nige dagen het geluk hebbe, my in uwelievete.' genswoordigheid te bevinden, en my te verlustigen in de u gevalligfte gefprekken, zal ik u mondling veel van dit huisgezin, van hunnen gewaanden weldoender, en van myne aanmerkingen over beiden niededeelen. ——» Thans gaa ik u mynen avond affchetzen. Aan het huis van mynen beleefden gastheer koomende, wierden wy aan de theetafel opgewacht, door eene fraaije jonge juffer, in de landfmaak zeer netjes,en zelfs vry prachtig gekleed.' 't Was  de JONGE REIZIGER *t Was de dochter van het huis De Vadef bood my haar aan met zeer veel wellevendheid, en de jonge juffer toonde zo wel door haare woorden, als door haare houding en manier waarop zy myne complimenten ontving, dat zy buiten Meden blik had fchool geleegen. De Vader haar na zyne beminde vraagende, antwoorde zy, dat moeder haar excus liet maaken van niet tegenswoordig te zyn, door dien eene vriendin, haar tot noodzaaklyke hulp had laaten roepen. Toen wy omtrent een kwartier gezeten hadden, kwaamen er nog twee Heeren, den een na den anderen in, de laatfte bragc de tyding mede, dat de vriendin van pan Zen gastheers vrouw reeds verlost was van een welgefchaapen zoon, dit gaf by die Heeren een onderling genoegen, doch myus oordeels liep het. gelprek een weinig te los over dat onderwerp, byzonder zo ver de eene Heer daarover fprak, in de tegens *oordigheid van eene nog niet wel achttien iaar oud zynde Juffer. Ik meende duidlyk te beipeuren dat zy niet alleen bloosde, maar tot t*ee reizen toe het vertrek verliet, om haare verwarring te bedekken. Dit. ik kan het niet jmkennen myne lieve Lotje, floot my altoos geweldig , en ik heb te veel eerbied voor de fexe, om my in dat omzicht jiiet gtftreng in toom te houden. . Dan gy zyt des zo wel over-  „ou NEDERLAND. overtuigd, dat gy geen oogenblik in bedenking ™ neemen, of ik iets toebragt tot het bloozen dier oniuikende roos, dan of ik hier aan geheel onfchuldig was. - Het nieuws van de ftad en der couranten volgde tot moeder: w huis kwam ,een hupfe ronde Noordhollandfche vrouw, maar zo ik gisfe eenige jaaren ouder dan haar man, toen had men de fpoJJen weder gaande, d xh de jonge juffer luisterde moeder iets in, en verdween met eene zedigheid die haar zeer bevallig ftond. — Dan het fchynt of deeze dag gefchikt was, om my door gevallen van buitengewone aart in een gedurige befpiegeling te houden. Na het aflopen van een aantal glosfen over deeze gebeurtenis, was de vraag: welnu, hoe maakten het de kraamheer, was hy met bly, niet fterk aangedaan?" maar wat was het antwoord: „weg, is dat ook een vent? 't is waar 't heeft maar kort geduurd met iïeeltjs , maar't ging fcherp, en de kaerel ftond alzo bedaard aan het raam, in ik weet niet wat boek te leezen, als of hy alleen in het vertrek was Hy draaide er geen roer na,al hoe 't armefchaap kermde Ik had hem de oogen wel willen uitkrabben, en kon het op >t laatst met langer ,verdraagen ,maar fcheurde hem het boek ui de han*en, « zei, kom! 't is nu geen tyd van le-  J54 de JONGE REIZIGER zen, ftaat uw [leidende vrouwliever by maar wat hielp het? niemendal." _1 Men maakte niet weinig aanmerkingen op dit onbehoorlyk gedrag van een man, die zowel inzvn fchik behoorde te zyn zo men dacht me de'ze gebeurtenis, dewyl hy reeds eenige S trouwd was en dit het eerfte krfambed wf . Men ont]eed vervo]gens ^ ^was » n, en zo het na waarheid gefchildert wierd , waaraan lk met durf twyfelen , dewyl men hen zo wel eene witte, als eene zwarte zyde toekeurde dan » hy ondanks de eerfte, een valsch en dubbelharug mensch, waar voor ik nooit vnendfchap fel kon hebben, ja die my deachting van elk fatzoenlyk man onwaardig is ; en l dmkte my hier over fterk genoeg uit, om hun allen myne waare meening te doen bevatten Ik kan niet anders zeggen, of tot hier aan toe fleet ik mynen avond met weinig vermaak, want geen der tot nu gehoudene gefprekken, beteekende voor my iets van aanbelang, dan alleen dan zy my aanleiding gaven tot menfchen kenms, eenemyns oordeels zo nuttige ftudie, dat ik my daaraan geheel zou kunnen overgeeven terwyl ik hoe langs hoe meer ondervind, dat de meeste carters der Romans,zy mogenzooverdreeven fchynen als zy willen, hunne origineelen in de natuur hebben, en zomtyds noch te öaauw zyn, als men dezelve daarby vergelykt Nu  door NEDERLAND. 155 Nu liet zich een Heer van Purmerend aandienen, die zo als het geleek een oud vriend was, van den Heer van den huize, 't Duurde niet lang of hy toonde zich een vrolyke bol te zyn, in wiens hersfens men gantsch niet zeggen konde dat het Mei avond was,integendeel, alles lag wel netjes op zyn plaats, en zo vrolyk als hy was, men hoorde niets van hem dan gezond verftand, behalven, 't geen my inderdaad ergerde, en gy myne lieve zyt hiervan wel overtuigd, dat hy zomtyds wat fterk profaneerde. Ik haat een dweeper en een fynbaard om dat zy doorgaans bedriegers zyn, maar hy die werk maakten om te profaneeren, zyn by my even haatlyk, om dat zy van eene andere zyde, alle godsdienftige beginzelen ondermynen, en uitroeien, gevaarlyk zyn voor de jeugd, docr de geestigheid waarmede zy hun flaagen voortbrengen, en dus fchadelyk voor het welzyn der maatfchappy. 't Ging hier gelyk het gemeenlyk in zulke ge« zehchappen gaat, wy hielden geen bepaald onderwerp in ons gefprek, maar ik kreeg nieuwen ilof voor mynen tot aanmerken zo geftemden geest, toen wy onder anderen op de dichtkunst raakten, en herinnerde my by die gelegenheid eene plaats uit Horaüus, die men gemaklyk op onze eeuw en ons vaderland kan toepas-  ï$6 de JONGE REIZIGER pasfen. Welke hier op uitkomt, dat Romen te dier tyd van versfemaakers en uitfchreeuwers van dien- overvloeide." De vreemde Heer bragt een der twee anderen op zyn llokpaardje , en het duurde niet lang of zyne zak - portefeuil. Ie kwam op tafel, en hy rammelde ons een aantal erbarmlyke versfen voor. Niet te min de man wierd overlaaden met loftuitingen, hy kon naauw een zogenoemd couplet voleindigen, of de Purmerender viel hem in, om ons te doen opmerken , [welke fraaije trekken dat rymend vernufc opleverde, en dit deed hy met zo veel geest, dat wy niet alleen ons van lagchen konden onthouden, maar ik waarlyk eens genoodzaakt was het vertrek te verlasten , wilde ik mydoor het. heevige lagchen geen wezcntlyk ongemak aandoen. Na deeze fraaiheid omtrent een uur geduurd hadde, was het als of de man begon te begrypen , dat hy gefopt wierd, althans hy pakte zyn fpulletjes in, en de i portefeuille gleed in de zak, zonder dat men hem tot het voorleezen, (en dit was volmaakt in den trant van Catsf) van noch een ftukje kon overhaalen. Men hield echter, niet op hem lof toetezwaaiën, en en liet het hier berusten by het opvyzelen van de voorgeleezene of van my te beklaagen, dat ik deeze en geene andöre, die zy kenden niet gehoord hadden.. - ■■■■■■ Maar de Purmerenter, een  boor NEDERLAND. 157 rechte (breeuw, nam eene ernftige houdingen toon aan: „is het niet jammer Mynheer,(vraagde hy aan my,) dat een man van zo veele talen, ten , die als onder de aarde begraaft, en de wae. reld niets meededeeld van zyne vernuftige, en diepe hersfenvruchten? ik noem ze diep, voegde hy er by, om dat ze al dikwerf myn begrip te boven gaan, en verftomd liaan, hoe iemand het dus byeen kan krygen." . . De hals wilde aan den eenen kant dien breeden lof wel van zich affchuiven, als begrypende dat nedrigheid deveidienften welftaat, maar aan den andere kant ftreelden zy zodanig zyne eigenliefde, dat het vergenoegen ais een waas op zyn gelaat lag. — De Purmerenter liet ondertusfehen niet los. „Ik> heb daarenboven al menigmaal tegens onzen vriend gezegd, (zeide hy,) dat hy zyne be, kwaamheden eens aan uitgebreider onderwerpen en dichtftukken beproeven moest, by voorbeeld aan het heldendicht of het treufpel. Tot het eerfte gaf ik hem die Reuzin op, waarvan Cospwus Wachtetidorp verhaalt, in zyne rymkxo» n>K, dat zy door de zee na Engeiand wandelde, en tot hettreutlpel het vrouwtje van Ephe* zen, of om het onderwerp uit de Vaderlandfche gefchiedênis te putten; de ondergang van Stavo. ten of anders de Cravin van Hentsenberg." « Gy zou Jt u ziek gelagchen hebben, myne lieve Lot^ Ui. DfiüL. L ala  ï58 de JONGE REIZIGER als gy bJer by tegenswoordig geweest waart. Onder anderen vraagde die geeEtige vriend, of my niet dacht, dat het een vol toneel zou geeven,: en veel effect doen, als men die driehonderdvyf enzestig kindertjes door zo veele bedienden gedraagen, met de moeder aan het hoofd, in pro* cesfie ren doop geleide V — De ondergang van Stavoren, verdeelde hy in vyf bedryven. En wel dus, in het eerfte bedryf geeft de vrouw order tot het inkopen van' eene kostbaare lading in de oostzee; in het twee-* de handelt de ichipper over den inkoop; in het derde koomt hy te huis en krygt order om dié lading in tarw beftaande, buitenboord te gooien-, het geen in 't vierde, wanneer zich een fchip op het toneel moet ve'rtooneu gebeurd ; en daar op verzinkt, in het vyfde bedryf, de geheele ftad Om het eigenlyk naïve van zulke invallen te {maaken , dient men daarby tegenswoordig te zyn, om de houding, mines, ftem en wat dies meer is, van de voornaamfte daar in deel hebbende perfoonen gade te flaan, 't is onmooglyk daaraan die aartigheden onder het fchryven by te zetten, welke wy gevoelen als wy er tegenswoordig zyn, tusfchen koomende aanmerkingen, gedachten die ons, fchoon wy die niet uitdrukken , infchieten; en honderd andere dingen, gee- ven  door NEDERLAND. l# ven hier aan een onneembaar iets, dat ons daafin behaagen doet fcheppen. Evenwel ik was tö Vol van deeze gebeurtenis om haar niet tot myn geheugen aantetekenen. Dewyl de gastheer, by zynen zieken vriend zoude waaken, fcheiden wy voor tien uuren, anders hadt het ligt wel diep in den nacht geworden, want wy waaren allen zeer vrolyk, en reeds geftemd om noch een paar uurtjes ons te vermaaken,met de dolle inbeelding van denman die niets weet,en zich alles op zyn verftandlaaÊ Voornaam De Vrouw van onzen Gastheer s zo wel als de jonge juffer, die vervolgens weder in het gezelfchap verfcheenen was* toonden beiden, dat zy de feinite flaagen van den Purmeren- der in alle volheid gevoeldem Een der Heeren gaf my te kennen, dat de jonge juffer zelve, nu en dan een heel lief versje maakte* Hoe zeer ik my met het hoofdonderwerp ortzer converfatie vermaakte, was ik echter nieuws» gierig, ook daar van iets te zien. —— De jutfer verlchoonde zich met eene bevallige (iedrigheid, een lief bloosje fierde haare wangen^ dat tevens eene zekere belemmering uitdrukte * hoe haare eigene begeerte om myn verzoek te voldoen, en de zachte tegenttand van eene kleine befehrcomdheid te doen overeeniteni.  6o de JONGE REIZIGER men. —— Iets dergelyks myne lieve Charlotte tekent by my veelal een goed hart, vooral als men daarin gelyk by dit meisje de zuivere natuur ontwaart, vry van'die verkunfteling, waaraan veele liefhebbers der dichtkunde en muzyk zich fchuldig maaken, dat is, dat men hun moet dwingen, om ons 't een of ander van hunne lief hebber y meede te deelen, maar als men hun, (om eene uitdrukking te gebruiken, die my voormaals eens benaauwde ,) den mond openbreekt, hun niet ligt weder totzwygenkan brengen. — 't Gelukte my eindelyk, door tus. fchenkomst van den vader een klinkdicht van haar te hooren leezen, 't geen gantsch niet on.gevallig gefchiede. Men vergunde my op myn verzoek een affcbrifc, oordeel myne lieve over hetzelve, dus luidt het: OP DEN MENSCH, Het Beeld van God, Na het fransch van Drelincourt. Als 'k op het tydftip denk., alwetend alvermogen! Datgy den fterveling gefchapen hebt uit niet; En als myn oog het fchoon van leest en geest beziet, Dan ftaat myn geest verrukt, verwondert,opgetogen. Het  door NEDERLAND, ito Het is uw kunstgewrocht, bevallig in uwe oogen; Waarin uw beeltenis zweeft; hetwelk uiv gunst geniec, Terwyl 'taia waerelcl vorst al 't ondermaansjh gebiedt, En myn befpieglend hart verheft na 's hemels boogen. Dat dan,(indien uw beeld in my is ingeprent, O Eeuwige Opperheer!) terwyl 't uw magt erkend, Dat hart u hulde doe, met wenfehsn en gebeden. Dat ik geheel voor u in zuivre liefde blaak., Uw wet volbrenge en (leeds na "uw geboden haak, Ja al myn leevenstyd mag tot uw roem befteedi.n, Ik heb geene gelegenheid myne beste , om deeze vertaling met het origineel te vergelyken, maar 't komt my voor dat deeze dichtader gevoeglyk aangekweekt ons door den tyd, iets groots zou kunnen baaren. Jammer dat daartoe in Medenblik zo weinig gelegenheid is. Nu myne heele lieve, nu moet ik eindigen. — Alles is hier in de rust, ik moet morgen op een geregelde tyd by de hand zyn om na Alkmaar te vertrekken. — En zal ik nu wat rusten; dan wordt het tyd. Daar te boven, myn kaars wil uitgaan, en ik kan geene andere bekomen, zonder het huishouden te ontrusten. Wel dan, myne eenige! . ik gaa flaapen L 3 in  i6s de JONGE REIZIGER in die hoop, dat gy reeds deszelfs verkwikking geniet, en in de aangenaamde droomen, u my Voor oogen field. Maar weinige dagen noch, en ik heb de eer n mondeling te betuigen, 't geen ik thans fchriftelyk doe, namelyk dat ik de eer heb te zyn enz;. R S. Voor het afzenden deezes, heb ik Hendrik noch eens na onzen zieken vriend gezonden , zyn nacht was gunftig en de hoop verlevendigde zich — Dag Lotlief! tot over weinige dagen,ó hoe verlangt myn hart! Hendrik komt my zeggen dat het rytuig gereed ftaat. Vaarwel.  door NEDERLAND. 163 II. BRIEF. FerbinaVuj aan Fredrikstad. Medenblik dm 5 July 17- ]M[yn laatfte aan u w?s uit Enkhuizen, ik wilde echter niet van hier vertrekken, zonder u te doen weeten dat ik u beftendig met hoogachting en vriendfchap gedenk. 't Geen my biel ontmoet is, vindt gy in myne brieven aan myne beste Charlotte. Ik heb dus geen opzetlyke ftof in het vak waarover ik ü myne meeste brieven toezende, en dus zal ik a van hier weder onderhouden over de ftad zelve, en de lotgevallen welke dezelve zyn overgekomen. Dat Medenblik eene der oudfte Noordholland(che of Westfriefche fteden geacht mag worden, fteant op het getuigenis van zeer veele fchry vers, doch zy verfchillen onderling nog een genoegzaam aantal jaaren, om niet juist te beflisfen, of de ftad haare eerfte grondvesten al voor bet jaar L 4 ze*  t°> de JONGE REIZIGER zevenhondert, of omtrent eene eeuw laater teJegd zag. - b ^ Zommigen willen dat de vermaarde Friesfche Koning Radboud hier gedoopt zoude zyn . en daar hy in den jaare zevenhondertnegentien overleden is, zou het fehynen dat deeze ^plaats al veel vroeger haar oorfprong telt, te meer om dat de fchryvers, welke hier voor pleiten, tevens Willen dat Radboud hier een Hof of Kafteel zoude gehad hebben, en dus de fïad, fchoon noch onbemuurd, teen reeds al van vry veel aanzien moet geweest zyn. Immers zal men zelden een nog geringe buurt tot een Hofplaats verkiezen. Dan, voor zo verre ik de Vaderlandfche Gefchiedenisfen heb nagegaan, koomt het my niet Zèer waarfchynlyk voor om dat veele anderen, die wel de gebeurtenis met Radboud en m'kbrord aannaaien, echter geheel niet r ppen dat■ dezelve te Medenblik zou zyn voorgevallen, terwyl anderen, zo ik my niet bedriege, deeze dooping, in een Dorpje Hoogwoude genoemd, meenen te zyn ondernomen. —. Dan hoe het zy. de ftad heeft.eene genoegzaams oudheid om zich daarop onder de JNederlancfche fteden te beroemen. Eer ik iets aanhaale van haare lotgevallen, zal ik u van den naams oorfprong, dat weinige vermei-  o o o h NEDERLAND. 165 Hielden dat ik daarvan in myne qdoerzaria vind aangetekend. Een tot nog bekend watertje de Leek genoemd, 't geen echter zynemloop geheel verlaaten heeft, als vallende voormaals door deeze ftad in zee, doch nu ia de zogenaamde vliet, van waar het,door een aantal molens wordt uitgemaalen. Dat watertje fchynt den naam aan deeze ftad te hebben medegedeeld. De reden die geleerde mannen daarvoor bybrengen, is, dat er aan dat watertje nog twee plaatzen gevonden worden, welken tot nog den naam daar van draagen , te weeten Oosterleek en Westerleek, daar nu Medenblik hier als tusfchen in ligt, willen zy dat de oorfpronklyke naam Middenleek zoude zyn; 't geen naderhand door verloop en taalverandering in Medenblik, ge-lyk het thans genoemd wordt zou verbasterd zyn. Ik ontken niet dat deeze verandering vry groot is, doch wy hebban voorbeelden genoeg in de benaaming van plaatzen in ons Vaderland, om tebewyzen, dat deeze afleiding niet geheel onnatuurlyk is. — Om er een van dien aart by te brengen, zo meen ik dat het Friesfche Franeker zyn naam ontleend van het woord Fron - ac- ker, zo veel gezegd als Akker des Heeren, Totverdere ftaving dat deeze afleiding beftaan kan, beroept men zich op de benaming van L 5 Oost*  i66 de JONGE REIZIGER Oostwoude, Westwóude en Midwoude, als daar uit het gebruik willende beweeren ,dat men 20 wel de tusfchenplaatzen door Midden, als de uiterftena de windftreeken plagt te benoemen. — Dan genoeg hiervan. Voor den tyd van Graaf Floris den V. is er niet veel aanmcrtenswaaidigs omtrent deeze ftad voorgevallen, maar deeze de Westfriezen geheel te ondergebragt hebbende, oordeelde n'ogthans, dat die van Medenblik hem gevaarlyk waaren, en befloot dus, aldaar een zwaar kafteel te bouwen, waardoor hy de geheele ftad tot eene begeerde gehoorzaamheid dwingen konde. De ophaaling van dit kafteel wil men dat zou zyn voorgevallen in het laatst der dertiende eeuw, bepaaldelyk aangevangen in den jaare twaalf, honderd zevenentachtig. Floris overleden zynde, wierd de ftad door de Westfriezen ingenomen en het kafteel belegerd. Dit gebeurde A°. 1296. De bezetting verdeedigde zich onverfchrokken, en ftond onder 't bevel van den Heet Floris van Egmond, de bitterde hongeren kommer door, tot de Hollanders en Zeeuwen Jan van Avenues te hulp koomende, het flot van deeze zwaare belegering ontzetten, en dus die dappere manfchnp het leven redde. Het beruchte kaas- en brood fpel, verwekte de inwooners van deeze ftad geene mindere oir* aan*  ©oor NEDERLAND. io> aangenaamheid, als veele andere ftedert. Want na hetzelve ten einde gelopen was, moesten zy dé genaade des Keizers Maximiïiaan , en des Aartshertog F'dips, door den perfoon van den toenmaaligen Hertog van Saxen verbeeld, afkoopen, niet alleen door een boete van driehondert goude Andries guldens, maar daar te boven door de grievende vernedering, dai tien der voörnaamfte ingezetenen, ongegotd, blootshoofds . en mét een wit ftokje in de hand, die genade op hunne knieën, voor dén gemelden Hertog van Saxen moesten komen aflmeeken , tevens met overreiking van hunne ftadshandves-, ten en priyilegien. Fredrikftad, zo dikwerf ik diergelyke uitoefeningen van eene overheerfchende magt leeze of overdenke, voel ik iets in myn gemoed opryzen, dat my duidelyk zegt, dat ik niet gelchikt zou zyn, om onder zulk een tiental meede te wandelen, en op my in perfoon de fchande, die op myhe Medeburgers zo wel, als op my behoorde nedertedaalen, voor dat tiende deel te laauen. Moest de ftad nu ten deezen tyd die jammerlyke vernedering zich laaten welgevallen, zy onderging géenen minderen ramp ten dage, dat de ftrydb'aare Gelderfchen haar in den jaare vyftienhóndèrt zeventien, ftormenderhand veroverden * en  ïk JONGE REIZIGER Spanje, waaren zy ii zulk een goede ftaat van te. genweêrdatmen dezelve vooronverwinnelyk achte. In dezelve zyn vier poorten, die alle van geen aanzien zyn, en de Wester-Ooster-Baan en Ureukof Keetenpoort genoemd worden. Van de Oosterpoort tö: de Westerpoort is de Stad met eene taamelyke gracht omriDgt, en verders mei een dyk die yan buiten mee een riem van wier of zeegras omgord is. Behalven de havens is de Stad overal naar en akelig, de ftraaten zyn flecht bevloerd, naauw, en vertoonen in haare gebouwen, een deerniswaardig verval. — 'Er ftaan echter eenige zeer goede huizen, 't Getal der pubicqae gebouwen is zeer gering. H.t kasteel, dat omtrent de Oosterpoort, aan de vest gelegen is, en zo wy reeds zagen,door de ongelukkige Graaf Fiom den VJen omtrent den jaare 1287 wierd aangevangen te bouwen, fchoon zominnen willen dat het al door Radbold gefticht zou zyn, is in den jaare 1579 °P loeder Siaa en ontmantelt,en' heeft tegenswoordigniets meer van die ftaatelykheid welke het verblyf der oude graaven doorgaans vertoonde. .— Integendeel ziet het 'er bedroefd vervallen uit, en dient thans zo ik meen eenig tot de veagaderplaats van denburger-krygsraad, daarliet voormaals eenedeï beroemde kastelen yen was, die door de eerfte edel-  DOOR f4 E D E R L A & D. \f§ edellieden des Lands bekleed wierd,en waarvari Sonnoy de laatfte geweest is, — Het bailluwfchap der fs oorderkoggen en Drechterland, pleeg aan deeze kasteleny verbonden te zyn, dóch dit is al zedert 14!3 daarvan afgefcheiden. Ik heb geene gelegenheid gevonden om eenig publicq gebouw te bezichtingen, maar men zegt my dat de kerk, zo wel inwendig als uitwendig van eene fchoone fchikking is, de tooren mag men recht fraai nöemen. Het Stadhuis, dat ook nog een toorentje heeft» is eert taamelyk gebouw, vierkant, met een ter wederzyden opgaande entrée of Bordais. —• 't Eenige aantnerkelyke dat 'er te zien is, zeide men my, is een fchilderftuk, met een Latynscll gefchiedverhaal daar onder, verbeeldende de o« verbekende Koning Radbold. — Men wist dert naam des meelters niet. 't Gebouw waarin de Munt gehouden wordt is zeker van een taamelyke oudheid doch van geen byzonder aanzien,het zelve ftaat niet verre van dé Kerk, voor 't tegenswoordige wordt daarin niet gewerkt. De Ingezetenen deezer Stad be¬ roemen zich, en al op goede oudheidkundige/ bewyzen, dat- hier ter plaatfe de eerfte Westfriéfche Munt geflaagen is, en de waarfchyaelykheid daartoe wordt afgeleid üit nog voorhanden zynde Munten, die Floris de V, anderen willen zelf  176 de JONGE REIZIGER Floris de IV, zouden hebben laaten iLan, op de*elve vind men de woorde MoaaiH^w t welk geen gering bewys is, dat zy daar gewrochc zyn. Niet verre van de baanpoort, vindt men nog een vry goed gebouw, bet Gemeenelands Koggen huis genoemd, waarin het colleaie van Dykgraaf en Regenten, of anders Superintendent geheeten, van de vier noorderkoggen, en daartoe behoorende dyken vergadert. \ De Admiraliteit van 't Noorderkwartier heeft m deeze Stad, ook gebouwen, zo Magazynen als andere, en de Werf die aan de znidzydevan de Westerhaven is aangelegd, heeft zedert den En. gelfchen Oorlog merkelyke verbetering onder* gaan, zo dat het nog wel der moeite waardigis dezelve te bezichtigen. De overige gebouwen , welke in deeze Stad in aanmerking koomen, zyn de Luter/cbe Kerk, titter Memoniten, eigenlyk Waterlandfcbe en Vnesfche Doopsgezinden, ea een mesbuis. De eerfte ftaat aan de Eilandshaven, de tweede in een ftraat, waar van ik de naam niet weete, en het Weeshuis tegens over de Munt. — Gee' ne deezer heefr, zegt men my iets bvzonders Emdelyk vind men hier ook nog een Rom. fcbe Statie, door een wasreltlyk Heer bediend wordende. Men  do.o a.NEDERLAND. 17? Men denke echter niet, dat dit getal van Godsdienftige geftichten, het gebrek aan voorzorg, voor byzondere armen ten . gevolg hebben .'geenzins;''er zyn hier onderfcheide fondsfen, welke onder vericheidene namen worden geadminiltreerdt, en waaruic de behoeftigen na behooren verzorgd worden, alleen daartoe zyn geene byzondere gebouwen. Nu Fredrikflad zal ik eindigen. Met weinige dagen hoop ik U te zien, en U en uwe Elize omhelzende, U by monde te verklaaren 't geen ik thans, met'de pen doé, namenlyk dat ik ben, en altoos hoop te blyven. &c. M 3 UI. BRIEF;  I?8 de JONGE REIZIGER III. BRIEF. jik heb u maar zeer weinig te fchryven my» waarde Petersfen, dewyl ik alles omtrent deeze Stad aan myne dierbaare Charlotte, en onzen Fredrikftad heb meedegedeeld: Evenwel kan ik my niet te vreden ftellen, dat ik geheel de pen niet zoude opvatten, om u eenige oogenblikken toe te fpreeken. Zo draa men onderneemt door deeze Stad te wandelen, en dus de fchoone welaangelegde ha« vens befchouwt en aan het vergelyken raakt, hoe veel bloei hier zyn konde, indien dezelve maar half waaren opgevuld met Schepen, waar van deeze laaden, die losten, geene zich calefaater, of wat dies meer is; en daartegenftelt, de dood, fche ledigheid welke daar in nu plaats vindt, als Zo eb en vloed byna de eenige bewegingen hier veroorzaukcn. om haar van een ftilftaand water te ^erdjn^nd aan Pe-tersen. Medenblik den 5 July 17—=  door NEDERLAND. 179 te onderfcheiden, dan bekruipt ons eene huivering , die onze Vaderlandfche liefde geene geringe onaangenaamheid toebrengt. De ligging van de plaats zelve , zou men zéggen dat genoeg was, om hier den Zeehandel, en Scheepsbouw tot een zeker toppunt te verheffen, en de geregeldheid om hier ipoedig en in evenredigheid der gevallen , vry onkostbaar geholpen te worden, was, dunkt my , zo gemaklyk in orde te fchikken, uit hoofde der aanleg,dat ik tot nog toe weinig plaatzen kenne, welke Medenblik hier in overtreffen. Ondertussen vindt het tegendeel plaats, . . Hier is byna geenen Handel; en zeer weinig Scheepsbouw , vooral niet van nieuw wetk> . ln den Herfst, en Wintertyd, zegt 'men my , gaat hier zomtyds nog al ietsom , vooral, wanneer de ftormen, zo op Zee, als ter reede van Texel, eenige aanmerkelyke fchadens aan de zwervende , of daar ter plaatze geankerde Scheepen toebrengen. De zulke in avery vervallende , des dat zy moeten op. zeilen, treffen zeker geene eerdere Haven aan, en zyn dus in de verpligting alhier binnen te loopen , om hunne geledene fchade te doen taoxeeren, opmaaken en herftellen. Doch dit is ook byna het al, als meh de kleine werking der Admiraliteit uitzondert. 6 M 4 Am  180 de JONGE REIZIGER Aan tafel zittende, deezen middag, deed de Kastelein my de eer, my te koomen zien. — Hy vraagde onder anderen, hoe my de Stad m het wandelen bevallen was ? Tk zeide hem d: ronde waarheid, en dit gaf aanleiding tot een gefprek over de kwynenden toeftand van de Stad. Vervolgens geraakten wy aan de averyen , maar Peter/én, hoe zeer ik my altoos verbeeld hebbe, dat de asfurantie, of liever het verzekeren , een der besté, en rykdom opwerpende vakken van nwe beurs was ; hy verhaalde my zo veele ftaalen van fchaamtelooze bedriegeryen , welke in het Avery tekenen plaats vinden, en zo veele kunstjes, om de dingen in avery gros te brengen, die maar eigenlyk avery particulier zyn , dat ik my verwonder hoe nog iemand beOuiten kan, op eenige Polices te 'tekenen. De Buitenlanders, voornaamlyk de Deenen Jutten, enZweeden , hebben , den naam, zeide hy, en 'er is ook veel aan • maar 'er zyn onder de Nederlanders ook wei, die het kunstje verdaan, om zich ten kosten van den asfuradeur te verryken. Hy haalde eene menigte daalen aan , die, 20 zy waar zyn , tot den Hemel fchreeuwen. Onder anderen verhaalde hy van een vuu  door NEDERLAND, ifh vuuren blaas, die alhier van Amfterchm afkoomende, eenige fchade geleeden had onder dev vlieten, en daarom hier was binnen geloopen. 't Geheele vaartuig , zeide hy, was geen drieduizend guldens waardig , en echter beltep de avery verre boven de zesduizend , en nog was het zodanig gefield , dat het naau vlyiss betrouwd was, om zielen meede over zee te ftuuren. Hy verhaalde van eene Fluit, welke alhier overwinterd hadde , die men in het algemeen fchatten , zeven h achtduizend guldens waard;g te zyn; hy wierd hier geballast^ om na de Oostzee re zeilen; doch eer hy buiten gaats geraakten , kwam hy re ftooten , raakre pal aan den grond met zulk hoog water , dat 'er geen afbrengen aan was, en hy als een wrak verkogt wierd. Naderhand beroemde zich de eigenaar , dat hy van den Asfuradeur daar voor achtienduizend guldens ontvangen hadde. Ik fiond verbaasd, op dit verhaal , en antwoord eenig , dat heet ik. de Fortuin gebruiken. Ik zou verdrietig worden, als ik langer fHl flond op diergelyke ongehoorde geldfchraapingen; en ik verwonder my niet meer, dat men de Asfuradeurs gemeenlyk het fpreekwoord: da Asfuradcurs zyn Chicaneurs te last lege; die menfehen moeten wel , willen zy niet veifinelM 5 ten  i3a de JONGE REIZIGER ten voor de duizenden florjjgheden, waar door rhen hun bedriegt. Nu, de Actiehandel in 1720 werkte ookhier, doch v/as van korte duur. —— Naderhand richte men hier een portie Rederye na Groenland op, dan die verliep ook: men heeft hier echter nog iets dat na Redery gelykt; maar van geen aanbelang. De Kaasmarkt, welke hier gehouden wordt, is verre beneden Hoorn en Edam. En anders is hier in de hahdelvakken van aanbelang niet te doen. Nu waarde Vrind, groet uwe beminde Belle van my , morgen gaa ik by welzyn na Alkmaar , van daar op Purmerend, en dan koom ik zonder verhindering van aanbelang, my voor weinige dagen weder verlustigen in den boezem myner waardfte vrienden en vriendinnen, die ik zo gezond hoop te zullen aantreffen als ik my bevind. —— lk ben enz. IV. BRIEF  door NEDERLAND. 183 IV. BRIEF. Fermnand aan Charlotte. Alkmaar den 6 Jufy ij jytyne beste zal my wel vergeeven, dat ik den ganfchen dag nog geene pen in de hand genomen hebbe , om aan haar of iemand onze* vriendenkring te fchryven , als ik haar zegge, tlat ik zedert zes uuren deezen morgen, tot op dit oogenblik , ['s avonds tien uur] daar toe geene mooglyke tyd heb kunnen vinden. Eer ik van LVJedenblik verreisde, liet ik nog eens verneemen na den zieken vriend, hy had eenen taamlyken nacht gehadt,doch was dood* lyk zwak; ik vrees voor hem, en ben in zeker opzicht in myn fchik, dat ik geene nadere betrekkingen tot hem hebbe, want het is my reeds genoeg verdrietig, aan zynen naaren toeftand te denken, en alle naauwere bekendfchap, verzwaart maar de aandoeningen , welke men eeyoelt by het lyden van een deugdzaam en  i84 de JONGE REIZIGER ongelukkig huisgezin, dat men echter by geene. mooglykheid hulp of verlichting kan toebrengen , en geen gering deel zyner rampen , aan het goed vertrouwen , op ydele beloften , en overredende uitnodigingen verfchuldigd is. — My dunkt dat ik de hartenwensch van myne geheele Lieve , in opzicht van dit huisgezin volkoomen bewust ben. „ Waarom, „ hoor ik haar zeggen, is myn Ferdinand, in „ alle omftandigheden, geenen Phuf of Abram Blankhart 9 Dan immers zou hy in # ftilte, zonder dat iemand het wist, die on« gelukkigen byftaan." Ja myne dierbaa- re, dan zou uw Ferdinani toonen uwer waardig te zyn; uwer, wier edel weldenkend hart, geen zuiverder voldoening geniet, dan door het bewyzen van heimelyke weldaaden, verfpreid met eene kieschheid , waar van te weinige Stervelingen het rechtte gevoel in hunnen boezem omdraagen. ——' Lotje ! dit immers is uw ca, rafter, daar van ben ik hoogst mooglyk over. tuigt, fchoon gy my nimmer openlyk met voorbeelden hebt toegelicht , ik ken uw hart in deezen , en by al het verbindende , dat uwe fchoonheid , uwe geestigheid, uw oordeel en kundigheid aanvoeren, is de uitmuntendheid van uw hart, eri de tedere gevoeligheid voor al wat aandoeniyk genoemd mag worden,zeker het  door NEDERLAND. 185 ■ "het overtreffenst.— Deeze hulde ben ik, is , Ie elk verfchaldigt , die gelukkig, genoeg is, u ivan na by te leeren kennen , en eindeiooze geneugten te fcheppen , in uwen altoos genoegen en vrolykheid ademenden omgang. I Zo als ik gereed was afteryden , liet my ■ een onbekend Heer, die deezen nacht, met een vaartuig hier uit de Lemmer', en verder van Groningen was gekoomen, verzoeken, of hy een plaatsje in de Fargon mogt hebben. Ik "vond geene reden hem zulks te weigeren, en trof het heel " tot myn genoegen, 't Was een jong Heer van Middelburg , die te Groningen in de Rechten gefludeerd had , en nu den naam 'van Meefter voeren mogt. • Hy had zyn tyd zo het my toefcheen , gantsch niet onnut 'verkwist , althans , indien hy zo doorkneedkundig in zyne hoofdftudie is, als in veele an-, dere wetenfehappen, zal hy ontwyffelbaar fpoedig rang bekleeden , onder de beroemde Advocaaten van zyn Vaderland. Zyn inneemend voorkoomen , eene zekere vrypos.igheid, die met wellevendheid gepaard, altoos eene betaam», flyke bewustheid van zelfwaardnheid vertoont; i'maakte dat wy welhaast zo gemeenzaam wier* Iden, als of wy airede weeken achter een met i''elkander gereisd hadden, 't Geen onze cmj'verfatie veraangenaamde, myn lieve Lot, was eene  m de JONGE REIZIGER eene zekere overeenftemmingin denkwys, met t trekking tot de bevalligeSexe, namenlyk dat de i gel by zeker Dichter in een ander opzicht gebezig Hei Hhoonst is niet altoos 'tgeeu meeit wordt toegejuich1 Na onze gedachten al dikwerf betrekkit hadden tot de heilfcheppende kunne; niel dat wy het fchoone van gelaat en leest ve wierpen, inregendeel, alle fchoonheid Z de Sexe luister by; maar leuter fchoonhe;< zonder geest, gevoel, en redeneerkunde, is < blyfe gelyk aan die beelden , welke door ( hand eens kunstenaars gevormd, een Dioon i Hebé befchaamen, en door ingeftokene mach nes zich verwonderlyk bevveegen kunnen. Dit onderwerp hield ons geduutende den maa tyd, aangenaam bezig. Hy maalde het afbeelc fel van eene jonge Groninger Juffer , met z veel vuur en bevalligheid, dat 'er geen twyff^ meer overbleef, of zy was de beminde va zyn hart. —— Behoef ik u te zeggen myn beste , dat ik hem ter vergelding , myne Cbat lotte affchetfte met die bekoorlykheden van zie en ligchaam , welke haar in myne oogen, ei die van veele andere , als de uitmuntenile val het gandche beminnelyk geflachr doen voor koomen ? Neen, gy kunt des niet twyffelen i want hoe hoog hy ook zyne Eupbro/jae, gelyj K4  door NEDERLAND. 18? hy haar noemde, verhief , kon zy toch voor myn hart niet in gelykeu rang (laan, met myne uitmunde Charlotte. — Beider welzyn Le-e , wierd al klinkend roet een glaasje lekkere wyn gedronken, en hier op volgde eenig fHlzwjgen, 't geen onze hartlyke verrukking duidlyk te kennen gaf. Voor my , ik ben altoos met myne gedachten om en by u; maar zulke oogen blikken voeren eene electrifche aandoening met zich. Toen wy deezen namiddag in den bekoorlyken hout, buiten de Kennemerpoort deezer Stad wandelden , en ons op eene der bankjes neêrzuten , herinnerden wy ons in eenen adem; hy zich eene avondwandeling met zyne Eufht-pjyne , in het Sterenboschje buiten Groningen, en ik my die afdoende in den Haarlemmerhout, die ik tot myn levenseind den grond- flag van myn geluk hoop te noemen. « In 't kort myne Charlotte, wy gingen niet dan wel over elkander voldaan van een, terwyl het on3 weerkeerig fpeet, dat wy niet langer te zaamen ko' den reizen. Zynde den tyd van zyn Ed. daar toe te bepaald, anders had hy gewis myn reismakker gebleeven, tot ik het genoegen had kunnen hebben, hem aan u aantebieden. — — Hy vertrok met de nachtfchuit ep Amfterdam. Zyn naam is Crappiut. • ■ Ear ik van hem af-  188 de JONGE REIZIGER affiappe, moet ik u nog zeggen, dat wy weeikeerig in elkanders Album Amicorum ge- fchreeven hebben. Zie hier wat ik in het zyne plaatlle. Onbeproefde vriendfchaps banden, Door het ligt geloof geflrikt, Slippen als men 't minfte wrikt, Eer men 't denk vaak van de handen }. Zo baar de ondervinding legt, Zyn zy duurzaam, flreelend, hecht. Toch gebeurde 't menigmaalen, Dat één opflag van het oog, Ons tot zeker iets bewoog, 't Geen men naauwlyks kan bepaalen. En als 't ia ons boezem ftroomt,, Aan de grens der' vriendfchap kooms. Crappius! te weinige uuren, Hebben wy elkaar gezien, Om een vriendfchap aan te bièn, Die ten levens eind zal duuren, Vriendfchap die het noodlot tart, \'raagt na kennis van het hart. Ach;  ©ook NEDERLAND. i% : Achting kan men nimmer weigren, Daar verdienfte ryklyk blinkt, ;., Ais de glans nu niet verzinkt, v Voelen wy de vriendfchap (leigren. Mag 't my dus met u vergaas, 'k Bied u myne vriendfchap aan. Het Symbolum, gelyk men gewoonlyk daa* een toevoegt, was: La flatlerie est la plus Aangiuuref riponhé pour le gtndr» humairti 't Geen door zyn Ed. in het myne gefchreéven is, zal ik de eer hebben U te laaten lee" zen , als ik weder die uuren van gelukzaligheid fmaake, welke ik boven alle andere van den Hemel affmeeke , als ik my in uwe tegenwoordigheid verrukke, en een tète a tête, my uw hart ontwikkelt, door gevoelvollcn uitdrukkingen, die my op myn aanflaaud touïtje by herinnering, voor üw afzyn, eeniger* maate vergoeden, en zo veel mooglyk zaligen. Van Medenblik gaf ik zeker aan u geene Zeer gunftige befchryving ; maar dit Alkmaar yoldoet my eindeloos beter. De Stad, die eene IS Iwg-  ïno db JONGE REIZIGER langwerpige gedaante heeft, met een fraaie aarden wal en gracht omringd, en met binnengrachten hier en daar doorfneeden is, terwyl de gandfche aanleg zich zo geregeld voordoet» als men weinige fteden vindt, vertoont overal eene netheid, welke het oog bekoort. De huizen , waar onder veele aanzienlyke zyn goed onderhouden, en men ziet 'er overal, dat de bloei zich nog niet geheel van hier verwydert heeft. Myn nieuwe vriend Crappius en ik, hebben omtrent drie uuren doorgebragt met de Stad , vest en buitencingel te doorkruisfen en rond te wandelen, en ons overal vermaakt met de zindlykheid , welke hier plaats heeft. Nogthans is het hier ftil, men ontmoet 'er weinige Menfchen langs de ftraaten, in vergclyking van het getal der Inwoonders, dat mea. op byna , of zo anderen willen, over de vyftien duizend begroot. — Ik wil wel bekennen dat het een Stad is , waar in ik van myne Charlotte vergezeld myne dagen met zeer veel genoegen zoude kunnen flyten j te meer, dewyl ik géloof, gelyk ik uit berichten mag opmaaken , dat Alkmaar onder de Noórdhollandfche • Steden , verre het aangenaamst is voor de' converfatie , en men 'er veel lief hebbery heef voor de Muzyk , die toch eene der hoofdvoofwef» üeo. van de fmaak myner Charlotte is. —' lis  böóji NEDERLAND. 191 ïlr zaf.u een korte befchryving meede deelen van eenige voornaame gebouwen, welke alhier gevonden worden, -tt—— Daar koomt myn hos» pes boven met honden nederige excufes, door* weeven met nog eens zo veel en Myn Heers, de reden is dat zyne bedienden al vroeg in den. avond een brief van my ontvangen hadden» en dezelve laaten omllingeren, zo dat hy gemaklykhad kunnen verlooren raaken , indien hy hem niet toevallig gevonden hadde. De brief is van Karei, hy bericht my de geduurige. verfchillen die hy met myn tuinman heeft, en verzoekt mi ik toch in de nabuurfchap ben, myne te huiskomst , al was het maar Voor eenen dag. ——* Dit fpyt.my, dcch als myne heele lieve, benevens Belle ( Petersjen zal toch niet kunnen ) Ent drikflad en Elize, my geliefden te vergezellen, dan zou die fpyt in eene aangenaamheid vefkeeren, die my den last van met dien dwarshoofdige Tuinman te moeten haspelen, dubbeld ver goede. Ik verzoek daartoe met al de aandrang der liefde by U, en die der Vriendfchap by dè overige van het genoemde gezelfchap, ik vlet" ïny dat uwe goedheid my dit genoegen niet ontzeggen zal, en dus daar ik Karei moet beantwoorden, zal ik hem onze komst berichten, op dat wy geen Dorp zonder huizen mogen vinden, poe my inmiddels de eer de overige van ons N a kri».  iqa de JONGE REIZIGER kringetje daar toe te folliciteeren. —«— Na Lot lief! weder ter zaake. — Wy zullen met de Groote Ke k een aanvang maaken. Dezelve is niet meer dan ruim drie eeuwen oud. Zynde toén van den grond af aan nieuw opgebouwd ,uit hoofde dat de vorige, welke men meent dat al in de negende eeuw gefticht zoude zyn, byna onherftelbaare fchade leed, door het inftorten van den prach.igen tooren welke daar voor gebouwd was,*t geen in O&ober 1468 gebeurde, toen hy nog maar tien jaaren gellaan hadde, weshalven hy buiten twyffel,of in zyne fondamenten, of in zyne houvasten, (ankers) flecht moet voorzien geweest zyn. By dit ongeluk verlooren tweebagyutjes,het leven, wordende door dien val deerlyk verplettert. Thans ftaat 'er een niet onaartig toorentje op de kerk De Kerk zelve is een fchoon en ruim gebouw, pronkende met twee Orgels waar van het groofte, gezegd wordt een konstftuk te zyn, 't andere is minder aanzienlyk. 's Middags van elf tot twaalf uur word altoos op het groot brgel gemucieerc. ——. Behalven de fraaie banken, pronkt deeze kerk nog met een Schilder-: ftuk verbeeldende de zeven werken van barmhartigheid Behalven dat de beroemde Mannen Pieter van 'Foreest, Floris van Tellingen, en Fredrik West- pbaa")  Doou NEDERLAND. 193 fhaaien, alhier begmven leggen , vindt men hier een foort van Tombe, waarin volgens het opfchrift den ongelukkigen Graaf Floris de Vde. zonde begaven zyn. , Dus luidt het m zeer oude letteren daar gefield. ■ ■ .'r 2$ hü tin'nsèlÏB foisr Hier onder is 'J i«*«a- Cr«« florl* ft? »4 ««f va» ff«r va» F-ri/ta M Wv bezichtigden -dit gebouw in het uur dat •er op hec orgel gefpeeld wierd, en de Heer Crappius, die een lief hebber der Muzyk is , zo hy my zeide, vermaakte zich uitermaaten. roemende zeer de behandehng van den Orgel list 't geen aanleiding gaf dat wy , (om de waarheid te zeggen Lotje f boven myne kunde,) onder het wandelen , vry breedvoerig over de Muzvk in gefprek getaakum. - Uit de muzvk volgde de Dichtkunst, waarin hy gandscn Jet onervaaren is. — Dan 't geen daar over voorviel , zal U de Heer Ffedrikftai, uit den brief welke ik aan hem fchryve buiten twyffet wel voorieezen. ; Het ander gebouw dat by de Gereformeer* de Gemunte deezer Stad tot éèn Godsdienftig gebruik is ingericht, wördt deCaPel genoemd,^ waar van ik ü niets J>yzonders te vermelden • N 3 weet*  tOi de JONGE REIZIGER ttc ra iL.' :v I weet, dan dat het een tiet gebouwtje is., voor* zién rr)et een vry fchoon Orgel, en pronkende met een fr: ai toorentje. De oudheid van deeze Capel brengt men tot den jaare 1443. doch mooglyk is zy ouder', grondende deeze berekening zich alleen op het jaartal van de groote klok DeLutberaaaenihbbbch hier meede eenfraaje vergaderplaats, pronkende met eene fierlyke predikftoel, een wel geordonneert doophek , fchoon gefchilderde glaazen, en prachtige Kerkkroonen. , 't Is dunkt my de moeite waardig hier aantete» ken hoe het deeze gezindheid der Kristenen alhier vergaan is, eer zy dus ongeftoord'hunnen Godsdienst mogten belyden. 't Was omtrent den, jaare 1640, dat men hier het eerst van het Godsdienftig vergaderen deezer Hervormden vernam. Maar het fcheen dat de vreeslyke haat der Contraremontrantfche geestlykheid tegens alles wat. van haare grondftelHngen afweek zo fterk yverde, dat men deeze anders nog als - hrqéifars Lutheranen genoemd , zelf niet dulden konde, ten minfte men durfde ?ich niet onderwinden om openlyke dienst te verrichten. In ftilte derhalven by een koomende pu door deezen,. dan door geene Leeraar gefticht tooidende, kon dit nogthans zo heimlyk nie£ ge;  door NEDERLAND. 195 gefchieden, of de Wethouderfchap bekwam daar van bericht. Welhaast vond deeze goed, de zelve te verbieden. Wy zullen niet onderzoeken, uit welke beginzelen. Maar of de jLuiherfchen, niet dachten dat dit verder dan flechts eene aankondiging gaan zoude , dan of zy door andere beweegredenen gedreeven wierden , zy lieten niet na hunne Vergaderingen vry geregeld te doen duuren. Inden Jaare 1641. Vond de Re¬ geering goed Stads arbeiders te-gelasten, om dit Bedehuis om verre te rukken, 't geen gefchiede onder dekking van een fterk Detachement Soltoen, die toen men dit heerlyk werk verricht hadde, een geenerale Salvo deeden, als ten triump der ongeftoorde vernieling van een Gebouw, waarin men met weinig wezenlyk onderfcheid, gewoon was denzelven Godsdienst te verkondigen, welke men op goede gronden voorde Leer ter z'aligheid alomme zag aangenomen. Toen de Werklieden en Soldaaten aftrokken 'wierden zy ophèt Stads Huis met eenige Tonnen bier vergast, 'tls te denken, dat hier op, teh minfte wel eenige kleine, ongeregeldheden zullen gevolgd zyn, want het graauw tot zulke dingen aangemoedigd, blyft zelden in het voorgefchree- ven perk. —'-— Hoe zeer dit nu, gelyk men denken zou, de N 4 Augs-,  ÏQ6* de JONGE REIZIGER 'Augsburgfche Geloofsbelydenis moest affchrikken, te meer daarmen de leden dier Vergadering, met ballingfcbap dreigde, lieten zy niet alleen niet na hunne byeenkomften geregeld te vervolgen, maar Waaren ftoutgenoeg om hun bedehuis weder op te bouwen, en'rgeen zeldzaam is, van dien tyd af aan, liet men hun volkoomen in rust, zo dat het tegenswoordige gebouw, in den Jaare 1692, met die luister bykans wierd opgehaald als het zich thans vertoont. De Remonftranten hebben hier mede eene Kerk, die reeds in den jaare 1658 van Geen wierd, opgebouwd, daar het vroeger fiechts een houten huis was. — Van waar mag men vraagen die verdraagzaamheid in tegenftelling met de Lutheraanen? Immers hadden de Kerkberoerten in het begin dier eeuw aangevangen, in 161?, en 1619 ten toppunt gevoerd, wel het meest hun oorfprong ui* de ftoutigheden dier dry vers van de gevoelens der verdraagzaamen jacobus Ar minus, in tegenftelling van diederGomrnaristen, gelyk men toen plagt te zeggen, Twee kerken zyn hier voor de Vlaamfcbe Waterlandfcheen FriesfcheDoopsgezinden, die zich onderling verdraagen. Ook hebben de Roomschgezinden hier vier Stacien. m Eei  DE JONGE REIZIGER 197 Eer Ik « eene optelling doe van de andere gebouwen welke alhier uit Godsdienftige inzichten gehucht zyn, zal ik kortlyk [eenige waereltlyke aanftippen, en aanvangen met het Stadhuis. — JVlen mag het zelve met recht een fraai gedicht noemen , vexfierd met een fchoonen Tooren, *t is byna drie eeuwen oud, en gebouwd op den eigen grond van het oud Stadshuis. Men vindt 'er een goed aantal vertrekken welke met fmaak, elk na zyn tyd, behangen zyn. Men gaat 'er van vooren op met een dubbeld bordois, van hardfteen, met diergelyke Leuningen Achter het gebouw is een welaangelegde Tuin , waar op de Kamers van Burgemeesteren en Scheepenen uitzien. Het merkwaardigfte alhier is een put, gebouwd van iïeenen welke her waard gebragt zyn, uit het beroemden Klooster van Egmond. Een andere ingang heeft dit gebouw, boven welke twee beelden ftaan verbeeldende de Gerechtigheid en Voorzichtigheid. De Waag deezer Stad is aanmerkens waard om de daaropflaande tooren, zynde dezelve vetfierd met een fraai Klokkenfpel, en onder den eerften ■ommegang vertoonen zich, y der uur vier Rui. itertjes te Paard, met een Trompettertje dat een airtje blaast, 't Ammonnitie Huis, dat over 't geheel wel N 0 van  ïpS d e JÖ N G E REIZIGER - van wapenen voorzien is, is daarom te merkwaardiger' om dat men daar in nóg alhier wapentuigen, zommigen van vreemden aart, be waart door welke men de Stad in de bekende z waare belegering verdedigde. A'.kmaar heeft nog veele andere openbaare gebouwen als het zogenaamde Prinjcnhf, de twee Do leus TRof van Sonnoy, en Excynsbuis. Zo ook een zeer beroemd Latynsch School, waar* onder anderen de Geleerde en in de Dichtkunde zo èrvaaren. Ernst IVï.lem Richt Zyn onderwyS als Reftor gegeeven heeft-. — Ik weet dat gy zynen fchoonen Lentezang, uit de keurige vertaling van den Heer Piaer Huizinga Bakker kent in dus zal het myne Charlotte niét verwonderen , dat ik my 'met veele andere liefhebbers der Dichtkunde hartelyk beklaag dat wy 'smans werken niet in ëene geregelde bundel by een vinden, maar enkel in verftrooide ftnkken terwyl men zegt, dat 'er onder zyne familie nog veele ongedrukte kuns: Juweelen bewaard wor« TOr* ~* ' '>h "'"•;s '■ y-'9l;::-zhqov..- . j» Zy die-met deeze familie in een genoegzaam Tiaau we betrekking liaan, om vriendelyke aanzoeken hier toe in het werk teftellen, zouden zeker den Nederduitfche Dichtkunde eenen weezenlyken dienst doen, wanneer zyhun invloed hier toe  door NEDERLAND. 199 bezigden en dezelve raèt een gelukkig gevolg vereert wierd. De uitmuntende Dichter van der Waal, die voor de liefhebbers der Dichtkunde meede te vroeg overleed, heeft, alhier eenzeerbloijend Fransen Kostfchool gehadt. 'tGeen nog met veel lof wordt voortgezet. Ik meen dat het Stads¬ wegen is opgericht. Men pleeg het Tuchthuis, meede tot een verblyf voor arme Weeskinderen te gebruiken, doch deeze verkeerde inftelling wierd in den Jaare 168 j afgefchaft, hoewel men. by de wegruiming van deeze verdeiflyke gewoonte , in eene andere .dwaasheid verviel, namenlyk om zo wel de gevangenen boosdoenders los te laaten, als de kinderen een andér verblyt te geeven. Van deeze dwaling echter is men ook weder te rug gekomen, en het Tuchthuis is op nieuws in toni gebragt. [ Het Weeshuis is gelyk veele onzer openbaard gebouwen, voorde Reformatie, een geestelyk .gedicht gewéést, te weeten een Bagynen Hof, in i 576 maakte men daarvan voor het eerst het "tegenswoordige gebruik. ' Er is hier ook nog een Aalmoefeniers Weeskuis* en 't getal der hofjes, is zeer aanmerkelyk. Ik zal my met de optelling niet bezig hou-  aoo de JONGE RElZIGEfê den. maar alleen u fpreeken van het zogenoemd Wtldemans Hofje, gefticht door eenen Gerri t .Wildeman. Een Wildeman, tusfchen twee Vrouwen beelden, Ouderdom en Armoede verbeeldende levensgroote uir ftaen gehouwen ftaan jboven den ingang. De Regentenkamer pronkt voor de fchoorfteen met des Stichters beeltenis , de geheele aanleg is ruim en fraai, en de inrichting teo/it dat de Heer Wildeman jbezield was met de edelfte denkbeelden van God en Godsdienst. -—— Twintig arms Weduwen, of ongehuwde Vrouwsperzoonen worden hier in voor gebrek behoed- Niet alleen bepaalt zich de keus der voorwerpen bier toe, niet tot eene enkele ï ezindheid, zo dat men 'er Gereformeerden llernonllranten , Mennonieten , en Roomsgezinden in vindt, maar zy behoeven ,2ejf geene Ledemaaten, by eenige dier Gemeen, •eens te zyn, genoeg als hun gedrag geregeld en zedig is, en zy eemj geuoegfaamen ouderdom be» reikt hebben: alle belydenis waartoe zy verpligt zyn, is te verklaaren, „ dat zy Jefus Christus „ als haaren Zaligmaker aanzien en belyden." Zodanig wenschte ik dat alle onze Gods. dienftige inftellingen waaren, zy doen het mensch'. lyk hart eer aan , en als het algemeen waare zou de verdraagzaamheid in den Godsdiens daardoor niet weiüig bevordert worden. Nu  boor NEDERLAND, aoi Nu myne beste gaa ik volgens gewoonte aan de Heeren Peterfen en F^edrikftad {chryen, of liever aan den eerllen want dan zal het al tyd worden om ?:er rust te gaart. Vaarwel, —— nog maar weinig tydt en ik vlieg in uwe armen. lk hoop dat gymy daartoe op myn buiten goed .de, gelegenheid verfchaffen zult en fmeek u daarom met al het vuur, dat het hart bezielt van uwen &c. y. BRIE?  soa de JONGE RÈIZIGER fiader ik dan allengs weder tot U en om Ze Vriendenkring myn waarde Fredrïkftad, mya verlangen daarna is groot, en nu moet nog de onredelyke handelwys van dien tuinman rustenen beide koomen, om die vuurige begeerte te rekken, ten zy gy myne Charlotte, Belle en uwe Züster wist te overreden om my een bezoek te geeven. Doe uw best, en gy zult toonen my een waare Vriend te zyn, op wier* byftand ik my vertrouwen kan, als het van hem afhangt om de genoegens van myn hart te bevorderen, Ik heb deezen gandfchen dag rond gezwor. ven, myn Charlotte bericht gedaan van het geen my ontmoet is, en nu gaa ik u verhaa■ hu, V. BRIEF. ?*g"ïi»o ébQa--*v+rr- • tuc ..u vt Bathi Ferdinand aan Fredrikst ad; Alkmaar den 6 Jttly 17—  d o o a NEDERLAND. 203 len, wat my bewust is van der Stede gcfchie. denis. vDoch eerst iets van deszoifs omtrek en naamsoorfprong. Men begroot het getal haar ingezetenen op ruim twaalf du-zend ,- zommige meenen dat zy wel vvitten duizeo.d metif'cUen zuude bevatten, doch dit r.ro-:r my te veel vuur. de ..vid heeft zeven pootten als de / riefche Gecster Kennemer - Nieuwlander - Boom - Schermer en Waterpoort. Aön de Zuidoostzyde is een foort van fraay haven die het Zegen genoemd wordt het verdere de Stad aangaande fchreef ik aan myn beste. De naamsoorfprong; wil men dat afkoomt van de menigte Meiren, welke deeze Stad ten getale van dertig toe plagten te omringen. — d Oudheid Wroeters zegge dat Ah en Allic eertyds al betekende, en mare zo veel is als meer, en daarom willen zommige dat de plaajs voortyds al me er zou genoemd geweest zyn, dat naderhand in Alkmaar verandert is. — Ook vindt men dat het dorp wsar uit bet ontftaan zou zyn, AL tena genoemd was. Adgild der Friesf.hen Koning zou het zelve met muuren omringd nebben en deszelfs oorfprorg zou in de zesde eeuw te zoeken zyn. Am.eren /.oeken de begin- zeis van Alkmaar in 't laatst der tiende eeuwg ten  £04 db JONG REIZIGER ten tyde van Qdelbold, en haaien hunne bewyzen, uit den blaffaart der Kerklyke goederen vaa Utrechts Bisdom. — Doch de daar opgegeeven zeden heeft weinig waarfchynlykheid dat zy Alkmaar bedoelen zou, maar veel eer het Haarlem' mer meir, uit hoofde dat op die plaats gefproken word: van de ftroom Vennep, en 'er in de meit nog een Eilandje van dien naam gevonden wordt. — Genoeg echter dat Alkmaar toen reeds bekend was, want in den Jaare 1063 ftond 'erreedseene Kapel. Govert met de Bult, wierd alhier in den Jaare 1072 door de Westvriezen belegert; in 1132 hield Graaf Dirk de VI zich hier een geTuimen tyd op, na hy de Westvriezen deerlyk geflaagen hadde. — Eenige Jaaren later geraakte de Graaf met zynen broeder Floris de zwarte in gefchil, 't geen ten gevolg hadde dat deeze laatfte Alkmaar overviel, en de Kerk benevens de huizen die rondsom de markt ftonde verbrande. — Men herbouwde echter de fchade terttond. Ao. :i66 leed de Stad weder geweldig, door het pionderen en brandftichten der Westvriezen, blyvende 'er niets behalven de Kerk ongefchort» den. De geduurige verftandhouding van Alkmaar met de Hollandlche Graaven, verbitterde de Westvriezen, en fchoon daar door deeze  öóör NEDERLAND. aó;> ze geduurig op hunnen hals. —- De zyde van | Vrouw Jacoba wierd in de Hoekfche en CabbelÜaauwfche tyd by die van Alkmaar gekoozen. Met die vsn Hoorn in gevecht geraakt zynde Ao. 1426 verlooren zy der Stads banier, en wonnen die niet weder voor de jaare 1482. In 1491. Deelde de Stad niet Weinig in de gebeurtenisfen van het kaas en broodfpel, voor öl wierd zy op een verregaande wys geplundert. ' — De Hertog van Saxen verzoende niet met de Stad dan op de vernederende voorwaarden, te weeten: dat töorens, poorten en tn'uüi en moesten afgebroken worden j en de grachten gedempt. In 1517 pionderden de Gelderfchen de Stad geheel uit. a-Li. in 157, kreeg stlij spaanfcba bezetting, die 'er door Sonnoy het vslgcrid jaaif Wierden uitgedreeven, daar deeze de plaats Voof de Staatschgezinden in bezit nam. Dë Spanjaars rukten in 1573 weder voor de Stad, maakten het den inwoondëren verfchriklyk ba. naauwd, doch men hield het door dapperheid > waar in de vrouwen uitmunten, wyl zy de vyanden in het beklimmen der Vesten fluiten, doot hun ziedend kalk water, branden hoepelspekkransfen, en andere brandende ftoffen op hét lyf te gooien. Verders had men de Landen benoorden de Stad onder water gezet, en rik  2io de JONGE REIZIGER ver-loop van zeven weeken deinsde devyandmet groot verlies af. Om de Soldaaten te be- taalen floeg men tinnen geld, dat naderhand tegens gangbaare zilvermunt wierd ingetrokken. Van deeze uur af aangingen 's Lands zaaken by de Staatsfche party merkelyk voorwaard, Zo dat 'er een fpreekwoord uit onftond, namenlyk: van Alkmaar begint de Vitlorie. - Adolf Venator in den jaare 1608 hier predikant zynde, verwekte hier veel opzichts; door het weigeren der aanneeming van den Cathegismus, en andere Geloofsarticnlen. Dit had veel invloeds in de volgende jaaren met opzicht tot de verandering der Regeering. . De He- monftramiche party poogde ondanks alle verbod in den jaa^r 1619, hier hunnen prediktrant door te zetten, na eenige van hun, vry wat moedwil gepleegd hadden ; doch het wierd hun van hooger hand met geweld belet. De Burgemeester Zeeman, verdacht zynde dar hy den vyand hennip, touw, yzer, timmerhout, en verdere behoeftigheden toezond, geraakte zodanig in den haat van her geme'en, dat men zyn huis wilde pionderen, en Ichoon d eze oploop [1653} eerst gelyk gemeenlykdoor kwaadejong ns, VVyven, en de heffe des Volks zyn begin nam, fcheen het gefchaapen dat de gandsche Stad  fiooii Nederland, m Stad in verwarring zou geraaken, doch de Re* geering vond 't gelukkig middel om de verdere baldadigheden te fluiten. 'tGeen in onze dageri plaats gehadt heeft, is ü te wel bekend, dan dat ik daar over iets behoef te melden. Laat ik u liever eenige voornaame Mannen* noemen, welke den roem van Alkmaar niet weinig verbreid hebben. De eerfte die my voor den geest fchiet is Jacou Metius, of Jagob Met s, aan wien men de eer toe keert van de verrekykers te hebben uitgevonden. - 't Is waar dat dit van anderen ontkend wordt, doch zocht men niet ook de eer der ui vinding van de druk. kunst aan Haarlem te ontrooven? — Descartes houdt het daar voor, en mygeheugt zelfs ergens geleezen te hebben, dat hy eene zyner konsÉ werktuigen, aan de Staaten ten gefchenk «if, ten tyde dat zy vergadert waaren, om overhet Twaalfjarig beftand met Spanje te handelen Schoon nu van der Wonde, in zyn Cronyk vdri Alkmaar de eer der uitvinding aan Metius wekert geloor ik dit even zomin, als het geen hy hi opzicht van deezen Kunftenaar zegt, namenlyk dat hy alleen verrekykers maakte, en wel van die kragt dat men op den afftand tan drie mikH taameljk groote Letteren daar wede kon kezen. 'J* 0 s m  aia de JONGE REIZIGER. Dit uitvoerige der Kunst is tot laater ryd befpaard .> en zo ik denk tot onze eeuw. De bcs;e T elescoopen, van Dollony van der Bilt, van ■. Vliet, en anderen althans vinden geloof ik hier mede reeds hun non plus ultra. Zyn broeder AdriaanMetius, was mede een groot en vermaard Wiskunstenaar. Hy maak» te zynen naam onfterflyk door verfcheidene geleerde werken, onder anderen fchreef hy zes j boeken over de Ceometrie , een over de platte ] Driehoeksmeeting , en een zo ik my niet bedrieg over de eerde oorfprong der beweeging. —— Zy leefden in de %6 en i?de eeuw. CoitNELis Drebbel, wierd ook alhier in 1572 geboren. Hoe groo: een VVysgeer hy was, mag daar uit blyken dat Keizer Ferdtnand de II,hem tot Leermeefter van den jongen Prins zyn zoon aanftelde; en hy uit hoofde van de roemryke waarneeming deezer eeren post, tot 'sKeizers Raadsheer verheeven wierd. Hen volgde het geluk tot zyn 48 jaar, toen hy in Praag? gevangen genomen wierd, doch op vcorfpraaki der Staaton, en den Koning van Engeland wedec; vrygelaaten wierd, zendende men hem aan dra laatstgenoemden als een gefchenk. Dit viel vooi n 1620. Zyne erkentenis deed hem eene globfj van glas vervaardigen die zo veele oorzaaken der:  door NEDERLAND. 213 natuuriyke verfchynzelen vertoonde, dat ik dezelve niet zal optellen; ditkunstftuk, datderyk» fte verbeelding te boven ging, (chonk hy den Koning. . Een ander konstwerktuig van hem was een fchip waarmede hy onder water door kon roeien. Men verhaak meer andere aartig- heden, en zelfs wondere uitvindingen en bewerkingen van hem, zo dat hy wel 'gerekend worden mag onder de fcherpzinnigfte vernuften, die ooit op het Tooneel der Aarde vertëheénen. Pi eter van F o re est, uit het aloude geflacht van dien naam afftammende, wierd mcede alhier geboren, hy had zich eejst op de rechten, naderhand op de Medicynen toegelegd, en wierd zo door zyne gelukkige en door kundigheid onderfteimdePracryk, als door zyne gefchreeven geleerde werken, door geheel Europa beroemd. Hy reisde veel, hield zich lang op in Parysj doch keerde weder na Holland en flierf alhier in den jaare 1597. Zyn broeder Nanning van ForEESt,was R aadsbeer in den Hoogen raad, en fchreef de bovenaangehaalde belegering der Stad. Hy Over¬ leed Ao 1572. Meerders geleerden kan ik my thans niet te binnen brengen. En is het niet al genoeg, als een S.ad zich beroemen kan, van vyf zuikc O 3 groo-  »I4 de JONGE REIZIGER) groote mann-m te hebben voortgebragt ? — En dat wel in zulk een kort tyd beftek, dat zy allen alstydgenooten kunnen worden aangemerkt. Weinige Steden in ons Vaderland, en waarfchynlyk in geheel Europa, zullen na evenredigheid van derzelver groote, Alkmaar hier in overtreffen. Zo ik den tyd gehad hadde, zou ik fchoon onbekend my de eer gegeeven hebben, den Heere Panders een bezoek te geeven, —— Gy weet dat zyn Genie my bevalt, maar het gezelfchap van den Heere Crappius heeft my hier in belet. Nu lieve Vriend gaa ik morgen na Purmey ind) en van daar vlugtig na huis, om vervolgens myne reize na Friesland te ondernee» inen. Gi oet uwe waardige Elize, en geloof dat ik ben P. S. Deeze met de brieven aan Charlotte en Peterfen vertrekt morgen zo vroeg, dat ik U bidden moet my met de laatfte fchuit op Pur« merend te fchryven, of ik U ajlen by my mag Vï, ERIE&  door NEDERLAND. 215 VI. BRIEF. Ferbinand aan Petersen. Alkmaar den 6 July Ij- 30Loe laat het in den nacht is, ik kan niet gaan flaap n voor ik nog ook aan U eenige weiniga regels gefchreeven hebbe. Dit Alkmaar lieve Vriend is een zeeraangenname plaats, en na het my voorkomt handel en neering ryk. Kaas en graanen zyn echter de voornaamfïe producten welke hier ter markt koomen. Maar de omleggende dorpen maaken dat hier veel vertier is van allerlei nooddruftigheden, en de Winkels een goed beftaan hebben. Hoe aanzienlyk de Kaasmarkt is mag men daar uit afleiden dat 'er in deeze eeuw veifcheidene op O 4 een  316 de JONGE REIZIGER, een volgende jaaren geweest zyn, waar in men van zes tot zeven Mülioenen ponden ter wage bragt. Is het niet jammer Peterfen, datdeeze handeltak zeker eene der voornaamfte en eigenaartigfte van ons Vaderland ook zo ilerk aan 't kwynen is? Dan wat vak is het niet, als wy ons oog vesten op Fabricquen Trafiquen , handwerken, neeringen en handteeringen , en dezelve vergelyken met de vroeger tyden, helaas; dan vinden wy nu de Sieletten van die gandsch Europa in bet oog loopende fchoone beelden. Ik zon hieromtrent in myne berichten aan U wel eens wydloopiger zyn, maar waar ik myn oog wende ?ie ik in deezen opzichte verval, nergens bloei of tier,enhoebenaauwd is het daar aan te denken? — De bronnen daarvan op te fpooren en vruchteloos pp middelen te peinzen die hier in eenig herftel te weeg konden brengen. Beh2lven dat ik in veele gevallen te onkundig ben, om dit ftuk door te zien, heb ik geen lust my zelve in zulk een onderzoek in te laaten, my daarover te verknies zen, en by flot van rekening uitgelagchen te worden , van mannen die de ondervinding beter moest geleeraard hebben, dan myne Theorie my ooit kon de onderrichten, Neem niet kwalyk dat dit briefje zo kort is, ft  door NEDERLAND. 217 de flaap overvalt my, en eer ik opkoom moec deezen al een end weegs heen zyn. Ik kan derhalven hem ook niet tot morgen laaten leggen Groet myne Nicht Belle, heipaan het verzoek dat ikCharlotte en Fredrikftad gedaan heb, koom zelf meede zo gy kunt, en geloof dat gy zeer veel eer en genoegen toe zult brengen aan uwen O 5 VII. BRIEF-  d e JONGE REIZIGER vir. brief. Ferdinand aan Charlotte. Putmerend den 7 Jufy 17—. W^elk een bekoorlyke landKreek is deeze my12e Charlotte, drommen van Zwart- en roodgegevlekte koeijen, gaan hier ten kofem toe in 't gras. bo&rderyaanboerdery, eneeneme-' mgte Dorpen , wier bloei do oogen verlustigt. - Telkens zegge ik tegens my zelve: 0! mogt myne Charlotte by my zyn, met hoe veel meer wellust zou ik alle die fchoonheden der natuur waarneemen; dan eenmaal hoop ik zullen wy deeze weelde finaaken, en dan houd ik ray verr ze»  „oor NEDERLAND. 219 zekerd dat de beminde van myn hart, hoe hoog zy thans met het prachtig Amfterdam ook loopen mag meer genoegen zal vinden in de be« koorlykheden die de ongekunstelde natuur aan, biedt, dan in dat blinkende 'c geen de mode en de ton voorftelt. Wat evenwel de kleeding, houding cn manieren van de inwooners van Noordholland aanbe* langt, daarin kan ik niet zeggen fmaak te vinden. '£r heerscht in alles eene ftyfheid, die, hoe zeer ik daar aan gewoon moest zyn, my altoos ergert. De Kapzels der Vrouwen alleen , daar in heb ik wel zin. Zy zetten de flhoonheid luister by, en maaken een ïelyk aangezicht draaglyk. Laat ik n uu iets van myn dag vernaaien, maar vooraf zeggen dat ik morgen al vroeg hoop te huis te zyn, en my reeds in dé verbeelding het geluk {childer, dat my den volgenden d?g zal te beurt vallen, als ik U omhelsfèn mag, met U door de laanen en fteneboschjes wandelen, en my baaden in de zaligheid die uvvbyzyn, aan myn minnend hart fchenkt. . Zeer aangenaam reed ik deezen morgen van Alkmaar herwaard , te Schermerborn, flapte ik voor een oogenblik af, om de kerk re bezichtigen, welke voor een Dorpkerk tameiyk fraai is,  22o de JONGE REIZIGER. is, en eenige gefchilderde glaazen heeft, ■ -»—. Het is over 't geheel een goed dorp; de koster welke my de Kerk bezien liet, verhaalde my, dat de oude Kerk die in IVoordfchermer plagt te ftaan in 't jaar 1612 by ftormwêer was ingeftort, en deeze daar voor in de plaats gebouwd in de jaare 1634. . Hier is ook een Weeshuis, en zogenaamd Raadhuis. ik begon al lagchende aan de meid van den Hospes te vraagen, in welken tyd van het jaar hier de vrydfter markt gehouden wierd, mydatklu»tfpel 't geen men nog al in myn tyd op den Amfterdamfchen Schouwburg plagt te vertoonen te binnen brengende, maar het fchepzel gaf zulk een ruw antwoord, dat ik eensklaps van myn voorneemen, om hier over een weinig tefchert- zen afftapte. s Vervolgens reed ik langs aangenaame welbeplante lynrechte weegen door de zo zeer beroemde Beemftcr en hield my te midden beemfter alwaar de Kerk {raateen weinig op. Dit dorp weet gy was voor weinige jaaren de woonplaats van onze Nederlandfchc, Saffo. wier menigvuldige werken haar naam vereeuwigd hebben , en wier Sara Burger bar dt zo wel als den Willem Levend> u zo menig aan genaam uur verfchaft heeft —- Jk fprak over haar met iemand, die ik in de herberg aantrof,. ea  Ooo* NEDERLAND, 2*1 en zo het fcheen haar lang gekend hadde, en het Srich. dat ik van haar^Jj* mv in zeer veele opzichten. Mtt aio. fcherme, zeide hy my, was zy gul en rond zy ftoorde zich weinig aan de denkbeelden der Maatfchappy maar veroorloofde zich alle zodanige vryhcden, waar by zy een ^uldeloos harr b hieid Haar temperament was dntug, maar nooit zou zy opzettelyk beledigen. Van haar. talenten, voegde hy 'er by behoef ik geen loffpraak te maaken, naschilderende pen heeft die genoegzaam aan de waefelt getoond, riet fpeet hem dat zy de beemftet verlaaten hadde en hy geloofde dat 'er veele zo waaren. ■ » wil U niet ontveinfen myn lieve Lot, dat dit getuignis van Mevrouw Wolf te hooien geeven ï my aangenaam was. Dewylik niet zelden, welttgt uit nyd over haare verdienften, een veel ongunftigetCarafter aan haar had hooren toekennen; byzonder is 'er een haarer kunstgenooten, oia zeer gemeenzaam mee haar plaat om te gaan, en nog al beleefdheden van haar genöoten heeft, die haar pourtrait in lange zo fraai niet afmaalt, mooglyk om dat Mevrouw Wolf even zo weinig geduld had om hen den ganefchen dag door van zyn ei< gen hersfenporpetjes tc hooren reutelen, als hy om een der fchoonlb Dichtüukken die wy bezie  a« de JONGE REIZIGER. zitten, in een daartoe ffefteldunrr- t, „ iW7Pn ,r 7, . ^cueiauurtehooren Voof- leezeo. t Zal niet nodig zyn dat rk U den nrm de bak op te zaamelen, en met die tr.no T t« , uerwaard- Na my wat verfriscbr te heboen deed ik eeue wandeling zo doa de Stad, als langs de vest lk relde £ poorten, die my naderhand door mvn hl ^ genoemdwierden,Zynde de AraS^ mer-Hoorniehe Beemfter- en Neekerp g oomte beplant, en de graeht die 'er on net, geregdd gebo-iwd n l fraaie huizen. jt\ c? ^ eefl*e Zeef «et Stadhuis de algemeens en kaaswaag fhan by een nn » T^meene- TT BehaIven *eeze hebben 'er do ï „rh fctia  door NEDERLAND. 223 fche Doopsgezinden , als ook de Roomfcheri hunne Godsdienftige vergaderplaatien. „ Voorts, is er een Weeshuis en Armenhuis. . In het noorden der Stad plagt voormaals een Kaïlerl te (laan waarvan de beroemde Roch** man en andere nog tekeningen gemaakt hebben. fü- Dit is alles wat ik U omtrent deeze Sract zeggen kan, want het gefchiedkundige zal ik beter aan onzen Peterfen meededeelen. — Na het volbrengen, myner wandeling keerde ik in de herberg terug, en vond 'er den Vriend die ik in Medenblik had aangetroffen. — Naau.vlyka zag hy my of na my toefneliende, drong hy my om 's middags by hem te koomen eeten, 't geen ik aannam en volvoerde Hy woont zeer vermaaklyk op de beste gracht van de Stad. In zyn huis heerscht de iNoordhollandfche zinde. lykheid, zonder byvoe.izel van die zotte heilig, heid welke veele bewooners van deeze landftreek omtrent hunne huizen u;toeflenen. Gy gelooft wel dat wy ons nog eens te goede desden over den Dichter die te Medenblik ons de lever zo had doen fchudden. Voor 'f overige liepen onze gefprekken over verfchiflende onderwerpen, en daar myne geheele ziel altoos vol is van myne Charlotte, miste het niet of 'er wierd een geruimen tyd over haar ge- fpro.  134 de JONGE REINIGER. fproken. De aanleiding hier toe was eeri pounr 1 dat in de Zvkamerhing, in olyverfkeu- tig geiej}fldert, ik kon niet nalaaten 'er op te (taareu, zo zeer ltelde het my het beeld voor oogen dat die indruk op myn hart gemaakt heeft) v elke z » lang ik adem niet weder is uittewis. fche ,. — Ja lieve Lot, het geleeku volkoomen, uit gezonder dat de wenkbraauwen een weinig flaanwer waaren. De Gastheer merkte dat ik 7er be bndig myne oogen opveste, zeide my dat het zyne Zuster was, en vraagde al lagchen! de- of ik 'er zin in had. Ik antwooidedat iknim* mer een p mrtrait gezien had, 't welk my zo ? er beviel-, dat zo het w 1 getroffen was, Mejuffer zyne Zuster zeker eene beminlyke Dame «roest zyn. wyi alle gelaatftrekken zulks hoogst moogiyk aanduiden. — hn, voegde ik 'er by, ser is ^^ eindeloos veel gelyk in dat pourirait,en bet ge aar der Juffer die ik b.iven alles bemin, en van wier edel hart ik overtuigd ben, dat ik er myn om niet af kan houden, — Nu waaren wy op het geliefscb onderwerp, en gy zult niet twyffden of uw lerui and uwe Etoges maakte in evenredigheid der h fde welke hy U toedraagt. De Jonge Juffer wier pounrait het verbeelden moet kwam > middfl s aan tafel, ik kan niet ontkennen, dat de fterkfte trekken van haar gelaat mei  DOOR NÈDERLAN-D. 231 rnet het afbeeldzel overeenkwamen , maar de Schilder heeft "haar zo fterk gefiatteerd, dat zo ik niet gehoord hadde, datzy desGastheers zuster was, ik haar niet ligt voör 'c origineel van het pourtrait zou genomen hebben. tNeen Lot lief, als het onverwacht by Neef Peisrfen op de kamer gezet was , zou ik veel eer gezegd hebben: dat. is eene eedele yerrasfching dat is myn Lotje. — Dewyl ik bet -echter met betrekking der in bet oog loopende trekken in waarheid zeggen konde, maakte ik de dame een compliment over de fchounheid van haar afbeeldzel, en 't was zichtbaar genoeg dut haar zulks in geenen deele mishaagde.- 't Meisje , zo ik gisfe achtien of negentien jaar, toonde dat zy een lief zacht huméurtje had, was ecnigzms bïoode, doch niet hinderlyk• bekefd, hraar niet zeer gefphakzaam, en keek als zy iets zeide haaren broeder geduung na de o >gen , om hem als 't waare te vraagen . of het zyne gjedkeuring verdiende. — Met dat al blonk 'er eene fchulkachdgheid in door, die ik geloof dat hun die de eer hebben gemeenzaam met haar omregaan zeer wel bevallen moet, en ik twyilel niet of zo gy haar kende , zoadt gy fpoedig haare vriendin zyn. Hoe zeer ik betuigde weinig tyd te hebben, de vriendlykheid van den Gastheer hieid my tot P acht  s22 de JONGE REIZIGER acht uuren, toen ik hier te rug kwam, en my neder zette om deezen te fchryven, hy gaat onder couvert van Neef Peterfen, aan wien ik zo aanvang te fchryven, inmiddels herhaal ik myne bede U overmorgen op myn landgoed te mogen aantreffen. — Doe het lieve Lot! en houd u verzekerd dat dit het gelukkigfte levens uur zyn zal, dat tot hier aan toe nog ooit genooten is by uwen. VJII. BRIEF.  door NEDERLAND. 223 VIII. BRIEF. Ferdinand aan Peters en. Purmerend den 7 Jitly 17 — /&jiz daar my dan eindelyk in de laatfte deracht» tien ftemmende Steden van Holland, welk recht 'dezelven op fchriftelyk aanfehryven van Prins Willem de I, na eenige tegenftribbeling in den Jaare 1573 het eerst bekwam. Gy weet dat deeze Plaats aan het einde der grasryke Purmer legt, dat de Wormer en Beemfter dezelve omringen, en *t gezicht van de wallen den rykdom der omgelegen Landbewooners in de menigte Runderen , die hier de weiden beflaan, duidlyk aantoont. Zeer zeker heeft de Stad haaren naam, naderzelver gelegenheid, na by het voormaals vLsch. ?. 3 iy-  224 de JONGE REIZIGER ryke Mcir de Purmer, welke in den Jaare i6";o bedykt is. De Stad was lang een Dorp, en my geheugt niet dat ik ergens de nette tyd geleezen hebbe, dat zy 't eerst met Stadsrechten befchonken wierd. Eknen füÏÏIem Eggerts, die aan den Beierfchen Hertog Willem , voornaame dienften beweezen hadde, wierd door dien Vorst met de Heeriykheid Purmerende en veele aankjeeven van dien begiftigd Deeze Eggerts bauwde alhier het Slot Purmerftein, 't geen tot den Jaare 1741 in ftand geweest is, maar toen op Jast der Regeering afgebroken, behalven het Koetshuis en de Stalling, die eenige Jaaren laater tot een Pak< huis verandert zyn. RudolfSmids'm zyn Schatkamer der Nederland-. fcheOu-heden verhaalt dat de beroemdePaus^aW^ nus van Utrecht, uit deezen Eggerts afftamr. .— De Heer Eggerts wisc zelf in den Jaare 1412. te bewerk^ n dat de Ingezetenen van Purmerend , van de Graaflyke en Wasfenaars Tollen onthee. ven wierden, en 't is van dien tyd dat men de voorname bloei der Stad rekenen mag. Verlcheidene Heeren volgden elkander in de bezitting van Purmerend op', omtrent alle welke ik niets byzonders weet aantemerken , dan dat Heer Jan van Momfoort, de Heerlykheid van  door NEDERLAND. 22$ van zynen Vader geërfd hebbende , in 't Jaar 1470. met de Ingezetenen dezer Stad in een hevige twist geraakte over het gevangen neemen van eere der Stads Poorters, die van meineedt befchuldigd , doch daar van by den Hove van Holland was vry gefproken, ■ Maximiüaan , Aartshertog van Oostenryk verklaarde kort daar na de Heerlykheid verbeurd, om dac Heer Jan van Montfoort de zyde der Cabelliaau-Arlchen verlaatende, toe de Hoekfche party overging; en fchonk dezelve aan Heer Baltbafar van Valks- fïein, mids leenroerig blyvende. Twee'Jaa- ren laater, dat is 1473 kwam de Heerlykheid door verkoop,, aan den huize van Lgmond, aan welk geflacht. het in eigendom bleef toebehooren, tot den dood des ongelukkigen Lamoraal* Graave van Egmond, die in het Jaar 156" , op last van Alva te Brussel onthalst wierd. - De Schryver van Alva's leven welke anders niet van partydighdd is vry te peiten, noemt den Heer Lamoraal, dapper milJadig, edelmojdig en gemeenzaam; op eene andere plaats befchryfe hy hen, als de co,;fiderabelfte in de Nederlanden, zo door zyne verdtenften, oprechtheid des harten, als fchoone daaden. — Dan dit alles baate den groo:en Man niet, de wreedheid van Granvelk en Aha floeg daar P 3 °P  a:6 de JONGE REIZIGER op geen acht, maar wist zich ten fpyt der geheele JNatie door een onverwacht vonnis over hem, te gelyk met den Graave van Hoorne te ontdoen. De Schryvers verfchillen hoe het verder met de opvolging der Heeren van Purmerend ge* gaan is, zommige willen dat de Weduw va.n Lamoraal de Heerlykheid aan de Staaten van Holland zoude verkogt hebben. Anderen dat Heer Filip, 's Graaven oudften zoon, naderhand de Spaanfche party aankleevende, dit ten gevolg hadde, dat men de Heerlykheid ten behoeve der Graaflykheid verbeurt verklaarde. — Nog anderen vermeenen dat een jonger Zoon van den Grave, ook Lamoraal geheeten, in het bezit geweest is. ——Ik moet dit derhalven onbeflist laaten. De Stad was tot 1573 toe onbewald, zy had zich echter reeds in het voorig Ja3r tot de Staatsgezinde party gevoegd, en toen nu Haarlem overging, befloot men in alleryl eenige Vestingwerken, zo goed en kwaad men konde optewerpen. "t Geen dan óok werk- ftellig gemaakt wierd, en geenzints zonder vrucht, want in het volgende Jaar beraamden de Spanjaarden een aanflag op de Stad, die zonder deeze voorzorg weliigt gelukt zou zyn, dcch  door NEDERLAND. £27 doch nu ten gevolg hadde, dat zy met bebloede koppen te rug moesten keeren. Ia den Jaare 1585. wierd de Stad by toeftemming van Gecommitteerde Raaden beter verfterkt, en met Poorten voorzien. In de Kerkelyke beroerten tusichen de Remonftranten en Contraremonftranten , voorgevallen van i6'4 tot »6io, was men hkr llerk voor de laatstgenoemde party, en dreef zo al* gemeen op het houden dier beruchte INationaale Synode, dat de Regeering ten eenemaal in de gunst van den Stadhouder Prins Maurits bleef, blykens dat daar die Vorst overal rond trok om de ketterlche Regenten te removeeren, hy ook wel in deeze Stad kwam, doch geen een eenig Lid der Regeeringe, van zyn Ambt onr. zette. Onder de voornaamfte rampen, welke deeze Stad zyn overgekoomen, mag men voor al tel. len den Brand van het Jaar 1519, die zo geweldig w^s , dat de Kerk tot een puinhoop gemaakt wierd, en niet meer dan zeventig Huizen in het geheel van deeze vernielende plaag bevryd bleeven. -——. Tot nu toe fchynt het dat Purmerend meest uit houten Huizen beftaan heeft, de* wyl Vrouwe Magdalena van Waardenburgy Moeder van Graaf Jan den 11. van Egmond , die P 4 toen  228 de JONGE REIZIGER toen Heer van Purmerend was, de Heerlykheid in rraar Zoons raam ^eduurende zyne üïtlandigheid bi ftierende , aan de Burgers tot fchaaver- goeding veele Vryheden verleende. Met dien byzonderen last: dat zy hunne Huizen op te timmeren hadden, met fteencn wegen, en hards daken, zonder dat ze ter zyden ofte ergens van buiten bouten berd ren mogten niaaken, met deeze woorden verhaalt het Rudolf Smids in zyn hier voorens genoemde Schatkamer. Ken laatere ramp was die van 1701, den 18 April, toen aldaar de Kruidmolen fprong/cseen vry veel ichaade alom in de Stad toebragt, en waardoor drie Menfchen deerlyk om het leven geraakten, en twee beklagenswaardig gekwetst wierden. Nu nog een woord van den Handel deezer Stad. Toen nog de Beemfter zo wel als de Furmer onbedykte en onuirgemaalen Meiren waaren, was hier zulk een overvloed van Aal en Paling , dat men daar meede zwaaren Handel ïr/tvak in aanmeiking genomen , op Londen dreef doch de beilzaame verbetering door het droog maaker diei Mrerasfen te weeg gebragt, heeft dee-e ilsrdeltak vernietigd, en die der Run. derwek, cn het maaken van Kaas in de plaats gefteld , des .men daar nu desDing^dags zulk een groo-  door NEDERLAND. 220 groot'e voorraad van Kaas ter Markt ziet brengen , dat het by de andere Noordhollandfche Steden raag vergeleeken worden. — Ook koomt 'er zeer veefVee ter Markt, voor al op de vryë Koe- en Paardemarkten, d;e tweemaal 's jaars gehouden worden. Eer ik eindig moet ik U te binnen brengen dat de groote Meuwentyd , geboortig van Wcstgraftdyk , alhier het meeste gedeelte zyns levens als Geneesheer heeft doofgebragt. Zyne Waereldtbeichouwing heeft hem een onfterflyke roem verfchaft. -— En zyne fmaak in de Proefondervindlyke Natuurkunde bragtden Nederlander geen g ring licht aan , in dat zo nuttig- vak der Geleerdheid. Zyne fraaije Werken, over de onredelykheid der Ongodistery, en het Spinofisnuis, doen hem geen minder eer aan. Hy beleefde den ouderdom van byna vieren, zestig Jaaren , bekleede het Burgemeester, fchap alhier, en flierf onder 't beklag van alle Ingezetenen der plaats niet alleen, maar van geheel Nederland, ja Europa mag ik zeggen , dat nog heden 's Mans nagedachtenis in eerbied houdt. Ik eindig, ook U myn bede herhaalende, dat qv meede werkt, om my overmorgen de gelukP 5  ö3o de JONGE REIZIGER kigfte aller fiervelingen te maaken, door te bevorderen, dat myne lieve Charlotte, mynedierbaare Nicht Belle, en de zachte Elize, door U en Fredrikftad vergezeld my eer, bezoek op myn Landgoed geeven. — Vaarwel groet allen, verzuim niets tot voldoening van myn hart in de gemelde bede, en geloof dat ik zo het mooglyk zyn kon, dan nog meer dan ooit zou zyn Uwen enz. IX. BRIEF.  boor NEDERLAND. 23* IX. BRIEF. Ferdinand aan PeterseN. Welgelegen den 8 July 17— %o gy ooit een fchepzel gezien hebt, dat van zyne hoofdlchedel tot zyne voetzool, van 'c geluk doordrongen was, verbeeld het U, en gy ziet my ö Welk een overtreffende ver- rasfching. 't Is onmooglyk U te fchilderen 't geen ik gevoelde by myne aankomst, en beftendig blyf gevoelen. Alles was zo wonderbaar geprepareert, om my geheel aan my zelt te ontvoeren, dat ik als betoverd ftond. Ik zal trachten u eene flaauwe fchets te geevén van het voorgevallene. Ik kwam ten twaalf uwen deezen middag bier. Toen ik de laan inreed, (zo hoorde ik naderhand; wierd Karei gewaarfchuwd, die daar op van achteren het Huis in flapte, en met een pen  23* de JONGE REIZIGER . pen achter het oor, even als of hydrok gefchreeven hadde, de voordeur uitkwam, en my op bet Daslecour verwelkoomde. — Wy gingen werklyk in het Kabinetje, dat ik hem tot zyn Studeer vertrek je had overgelaaten. — Wy fpraken over zaaken, en hy hield zich zo bedaard dat ik niets bemerkte. Klagten o er den tuinman waaren het voornaamfte waar' over wy fpraken. Na hy my daaromtrent veel verteld hadde, flelde hy voor om nog het een en ander te gaan bezichtigen, hy deed dit alles met eene kunftige bedaardheid , die my niets vermoeden deed. Wy gingen de broeiery bezichti. gen, dezelve was zo in wanorder, dat ik befloot den Kaerel nog heden te laaten gaan, gelyk ook gebeurd is. Nu zeide hy moeten wy na den doolhof, en gy zult niet minder verwondert ftaan. Wy deeden zo, maar hemel hoe verwondert ftond ik toen wy' in het Prieeltje in traden dat in deszelfs midden op eene opneworpene hoogte ligt, en in de manier van een hermitage gebouwd is en daar myne Cbar. lotte, uwe Belle, EUze en onzen Fredrikftad vond. De zyie van waar wy naderden is ge. flooten, ten zy men een luik dat voor het glasraam der deur heen lchiet vallen laat. Karei, had zich verkouden geveinsd, dus nu en dan gehoest, ook dit gebeurde zo als wy de Slingerlaan  boor NEDERLAND. 233 laan des kleinen heuvels optraden, en juist zo als wy de deur naderden wierd nog eens gehoest,, en dezelve ging open, myne engelachtige Charlotte voer myne oogen Hellende -—*. IVIyn uitroep geheogt my nier meer , maar dit weet ik, dat ik alle etiquette veronachtzaamde, gillende tot haar {helde en haar omhelferide, met een verwildert gezicht rond keek, Karei, bewonderde en befchuldigde, Belle en Elize toeknikte, en Fredrikftad een hand reikte, terwyl myne andere den middel myner beminde omvatte , maar alles zonder een woord te kunnen fpreeken. Uwe fchaikachtige Belle lagchte; Elize had de zakdoek aan de oogen Fredrikftad was bedaard genoeg Charlotte en my een glas Mallaga aan te bieden. Karei fcheen half berouw te hebben van de aangebragte verras- fching. En myne Charlotte en ik waren even diep verzonken, in het denkbeeld: zo zien BVZONDERE AANTEKENINGEN. Zuidhollarö, hield toen in zich de Steden, Dort,Gb  246 de JONGE REIZIGER hebben, niets beduidende velden , tot weelige en vruchtbaare akkers, en, als 't waare eene enkelde lustplaats te maaken, waaren die van het nabygelegen Hilverfum, daarover zodanig te onvreden, dat zy de arbeiders op alledei wys, tot met fchietge*eer toe, in hun werk ftoorden. 't Werk ging echter voort onder de befcher. ming der Staaten. Thans is het een zo fraai als bloeijend dorp, alwaar men zo wel vermaarde bleekeryen vindt, als te Haarlem en elders. De voornaamfte Amfterdamfche familliën hebben hier lusthuizen, eti onder deeze munten wel uit, het vermaarde Trompenburg, dat weleer de beroemde Lieutenant Admiraal Kornelis Tromp behoorde, die hier, van zyne zo zuure als glorieryke zeetochten zich verpoosde. In den kryg tegens Frankryk welke in den ja* re io>:a en 1673 zo hevig woede, wierd dee2eplaats tot een puinhoop gemaakt, en al het geboomte uitgeroeid, naderhand verrees zy als eenen Fenix, en wierd vercierd met de afbeeldzeis der fcheepen, waarmede de Admiraal 'sLands vyanden zo groo. moedig als zegepraaiende onder te oogen zag. Men ziet dit namenlyk in de groote koupelzaal van het prachtig huis pok de plantagiè'n wierden grootfcher herplant. Hil  door NEDERLAND. 247 Hilverjum, is een der grootfte dorpen van Gooiland , en zeer vermaard om deszelfs weeveryen het legt byna omringd van heuvels die men meest alle tot bouwlanden gemaakt heeft, en dus kan men over de aangenaamheid gemaklyk beflisf n. In den jaare 1766 leed dit dorp onbepaalbaare fchade door brand,dieniet alleen by de tweehondert huizen zodanig verteerde, dat er niets dan de bloote muuren van te zien waaren, maar ook de kerk en tooren dermaate vernielde dat de klokken fmeltende na beneden kwamen, en de zerken der graaven door de hitte fprongen. Op een der hoeken van het kerkhof ftond een klein houten zomerhuis, 't geen hoe zeer aan alle zyden van de vlam omringd, te midden in die verfchriklyke verwoesting,byna onbefebadigd bleef. Het dorp is naderhand weder opgebouwd. Huizen is mede een zeer vermaaklyk en taamlyk groot dorp, aan de Zuiderzee gelee-; gen, aan een ongemeen vlak ftrand. —;—* De grond hieromtrent is zo onderfcheiden hoog en laag, dat zulks een niet onaartig gezicht oplevert. Men maakt hier veel werk van den landbouw. Ook wordt hier veel feilgoed en ander grof doek geweeven , en het fpinnen van katoene kaarsfen pitten is hier een Q 4 £ei  «48 de JONGE REIZIGER g^meene handteering. Er woonen ook veele visfchers, en de Both die zy uit de Zuiderzee vangen, cn zeer vermaard is, wordt op karren door het gantfche omleggende platteland, zelf tot in Utrecht, rondgevoerd en verkogt. Men rookt er ook Bokking, doch hoe zeer men die voor Harderwyk wil doen door. gaan, heeft men er echrer hier ter plaatze geen zo goede behandeling van. Laaren is mede geen onvermaaklyk dorp, en zo men zegt het oudfte; omringd en baplant met geboomte en graanryke akkers. Het kerkhof alhier legt buiten het dorp, en is onder de Roomschgezinden zeer vermaard. * Muiderberg niet verre van Muiden, ten oosten, niet min aangenaam dan de andere Gooilandfche dorpen, niet zeer groot, maar bloeiend om de menigte bezoeken, welke die yan Amfterdam beftendig aan dit plaatsje, ter hunner verlustiging verleenen. De omtrek is yerrykt met verlcheidene lusthoven, en men vindt er al de verfchillendheid van gronden cn gezichten, welke het verrukkend Gooiland opievert. Men vindt hieromtrent de Naardermeer, wier bodem tot geene droogmakery gefchikc zynde, heeft men daar rondsom eenige vogel-  door NEDERLAND, 249 gelkooijen aangelegd, die veel voordeel aanbrengen Weesperkerfpel, dat wy onder de verdeeling van Gooiland neemen, is verdeelt in Overvécbt en Uitermeer, het Gein, de Gaasp en Bylemer* Men vindt in IFezsperkerfpel twee fchansjes, welke voor Holland van zeer veel belang zyn, namenlyk de Uiter- en Overmeerfche Schans. —■ Ouervecbi en Uitérmeer leggen ten oosten van Wee.sp. Het Gein dac den ftrocra van deezen naam ter wederzyden bevat is zeer bekoorlyk: de Gaasp legt ten westen van IVtap, en wordt dus genoemd na het water dat daaidoor heen ftroomt. Bylemer is een klein diftridt aan 't Gein en de Gaasp paaiende. De Meir daaraan grenzende is in de voorgaande eeuw droog gemaakt, maar thans weder water, dac in plaats van uitgemaalen te worden, door het inwerpen van flyk allengs tot land fchynt te zullen veranderen, aan de zyde van de Gaasp zyn reeds eenige moe-tuinen daarop aangelegd. Wat de grondgelteltem's van Gooyland be. treft, dezelve is zeer ongelyk in vruchtbaarheid, meestal hoog en heuvelachtig, heideryk, doormengd met koorenlanden. —.— Vooral is de boekweitteelt hier aanmerklyk. Nergens in deeze Provinqie is de fchaapfokkery van zo veel aanbelang, en er wordt ongemeen veel Q 5 wa*ch  a$ö de JONGE REIZIGER. wasch en honig verzamelt. ——. De gezichten vormen verrukkende tooneelen, die ons doen wenfchen geheel oogen te zyn. Vooral op een der hoogfte heuvels de tafelberg genoemd, waarop een ronde blaauwe fteenenfafel geplaatst is, waarin de naam van zestig onderichiiden fteeden, dorpen, gehuchten en heerenhuizen zyn gegraveert, welke by klaare luchten vandaar gezien kunnen wordea, en in die volgreeks gefchikt zyn dat zy de ligging dier plaatzen aantoonen. De oudheid maak: zeer veel op¬ hef van de dapperheid der Cooilanders, wier overblyfzels zommigen nog waanen te vinden in die onderlinge vechtpaityen met het mesje, welke nog hedendaagsch in deeze llreeken te menigvuidig voorvallen. III. LOOSDRECHT. Het bailluwfchap van Loosdrecht, bevat onder zich de a Wy gaan over coc IV. R Y N L A N D. Van alle de onderdeelen waaruit Holland'be* fiaat is Rynland verre het grootfte, grenzende ten noorden aan Rennsmerland, ten oosten aan Amjlelland, de Provincie Utrecht en 't Waterjchap van Woerden. ——. Zuidelyk wordt het door Dclfsland en Schieland bepaald,en ten westen door de Noordzee. Ds  t o o r NEDERLAND. 253 De Ryn die door dit landfchap heen loopt, en zich, wel eer in ae Noordzee uitttorte, tnaar thans ih de duinen van Katwyk gefluit wordt, heeft hier aan zekerlyk den naam gegeeven. ' Ten deele en wel voomaamelyk aan'de west zyde is het land hoog, omringd van duinen, en voorzien met goed bouland en uitnemend fchoon weiland. Oostlyker is het lager, en veel¬ al veengrond, die hier als elders fterk vergraaven wordt, waardoor het van veel water voorzien is, en uit een aantal meirtjes en polders beflaat. Onder de Mehen is wel de voornaamfte de bekende Haarlemmer Meir, die op verlcheidene plaatfen onderfcheidene namen draagt,maar echter een zeer uirgebreid water uitmaakt, dat thans meer dan negentien duizend en vyfhondert morgen lands zoude uitmaaken , en nog jaarlyks grooter wordt, door de afknabbeling der oevers. JVlen beeft meermaals in overweeging genomen deeze meir droog te maaken , doch byzondere reden laaten tot nog dit kankerend water. in weezen. < Adrjaan Leegwater van de Ryp in Noordholland heeft hiervan een keurlyke berekening, en kaart gemaakt. Van welke men voor weinige'jaaren gebruik maakte, om daaruit een fonds aantetoonen tot het onderhouden  *54 de JONGE REIZIGER. den van 's Lands navale magr. ., Een nIaö dat met zonder oordeel gefield was Men vindt in Rynland de volgende Dorpen te weeten: ■ "** Aarlanderveen zynde een zeer net en lustig dorp, met veel plantagie omringd, hebbende . vry wat uitgebreidheid, en is voorzien van een lchoone kerk en tooren. Achtienhoven, zynde flechts een gehucht leg. gende ten oosten van de Heerlykheid Nieuwkoop. Alkemade is eene Heerlykheid, beflaande uit een aantal dorpen en buurten, waar van echter maar twee met kerken voorzien zyn, namenlyk de OudeWetermg en de Kaag, zie hier bene. den 0P de letters K. en O. dezelve is gelegen ten we*te*.Van, Héertyiheid Warmtij De namen der andere dorpen en buurten zynGoogerpolder, Roelofaartjemvecn, RypweterLg, Oudita, Mèerbmze», Koppoelder-ban LJe[ KJ": fVtUiZen> m™^>> hklaatdooL, Ktepotl, Nieuwe Wetering en Japduikers P0 . der. t Alpben, n een zo vermaard als prachtig en mtgeftrekt dorp aan den Ryn gelegen, omLt drie uuren gaans van Leiden, zeer vermaaklykea bloeiende door veelerhande ambagten en ueeringen. ^n vindt'er kalk en fteen ovens, pan" ne>  door NEDERLAND. 255 nebakkeryen, lynbaanen , fcheepstimmerwerven, en eenige pypmaakeryen. De handel in boter en kaas is hier zeer aanmerklyk, terwyl de doortocht hier ongemeen ilerk is. Zommigen fchryven dit dorp eenen aanmerklyken ouderdom toe, wiilende dac dit al in de tweede eeuw zyn oorfprong nam, waartoe het opdelven van Romeinfche munt. n aanleiding gegeeven heefr. Ook vond men by die gelegenheid overblyfzelen van een voorraadfchuur, die men echter niet weet of de Batavieren of Romeinen hier gefiicht hadden. Tweemaalen leed dit dorp verfchriklyk door brand, als een in den jaare .1619 toen hergantsch jn den asfche gelegd wierd, en naderhand in ijïfKtoeh er meer dan twintig buizen door de vlam verteerden. 't Is de geboorteplaats van den beroemden gefcbiedfchryver Wilhelmus Heda, die aanzienlyke ampten heeft bekleed, en omtrent den jaare 1500 of wat laater gebloeid heeft. Benthuizen een dorpje in de Heerlykheid van dien naam, aandenRyn ten westen van Huzart3 woude. Boskoop gelegen ter wederzyden van de Gouwe, is een zeer vermaaklyk dorp, beroemd ftoor deszelfs enteryen, boomkweekeryen en fyne vruchten. — — Het aantal binnen, vaar- . wig-  &5Ö dé JONGE R. E I Z I G E R. tuigjes dat hier te huis hoort is zeer aanmerklyk. . Voorts bloeit de plaats door eene me. higte handwerken, alsmede door kaas en boter handel, waaraan het aanlokken, weiden en vetmanken van runders verknogt is. Hazartswoude omtrent twee uuren gaans van telden, en even zo ver van Gouda, is een fraai dorp, dat meest uit den landbouw, vis. fchery, veendery, en eenige boomkweekery begaat. Men heeft hier zo wel een Remon- llrantfche en doopsgezinde, als eene gereformeerde kerk. Homode een klein dorpje met een kerk voor. Zien in de heerlykheid van dien naam aan het •watertje de Does, by Eslykerwoude. De Kaag is een klein visfchers dorpje op een eilandje in de zuidwestlyke paaien der Haarlemmer of Leidfche Meir. Van weinig aanbelang. Kalfflagen, niet wyd van de Meir aan den Ryweg tuslchen Leimuiden en Kudel/laart. * Kattvyk, zo binnen als op zee, leggende aan de westkust van Holland, wy hebben in de Reize hier van genoeg gefproken om het nu zonder verdere aanmerkingen vooiby te gaan. Kou-  t> o o r NEDERLAND. 257 Koudekerk is zeer vermaaklyk, en vry uitgeftrekt langs den oever des Ryns gelegen, omtrent anderhalf uur gaans van Leiden. IVJen wil dat het zyn oorfprong van de Cbaucben zoude hebben, endoor verbastering nu dus genoemd is. 'T zelve is omringd van vette wei'anden. Men vindt er ook fteenbakkeryen, panbakkeryen, en kalkovens. Kudelftaart is van geene aanmerking, alzo het rondsom in uitgegraaven veenianden legt. De Kerk van dit Dorp behoort onder de Provincie van Utrecht. Langer- en Korter-da, in de Heerlykheid Voshol, is een tamelyk Dorp, met een fraaie Kerk en Teren. Langeveld, in de Heerlykheid van dien naam, naby Noordwyk, is zeer klein, zo dat er zelf geen eigen Predikant is. * Leierdorp naby Leiden aan den Ryn, is zeer vermaaklyk, en heeft veel doortocht. - De landsdouw rondsom hetzelve is vruchtbaar, beftaande deels in bouw en weilanden, deels in warmoesnierderyen. 't Heefc fchoone linnen bleekeryen en verfcheidene fleen- en pan - bakke- xyen. » Als mede een kalk oven. Die van Leiden bezoeken het dikwerf ter uitfpanning. Middelburg is een klein Dorpje en Heerlykheid jnaby foskoop. Hl dbe&, R. Nieuw*  258 de JONGE REIZIGER. Nieuwveen, een zeer vermaaklyk Dorp, naby Rynzaterwoude. Men rekent Uiterbuurt daaronder te behooren. Nieuwkoop is een zeer groot Dorp in de Heerlykheid van dien naam, niet ver van Kortenaar. 't Is ruim een uur gaans lang, pronkt met een fraai Raadhuis, in welks voorgevel de Gerechtigheid is afgebeeld met de fpreuk :discite justiTi am — ( dat is, leert de Gerechtigheid betrachten^ . Op de gerichtspaal ftaat: Eert God en vreest de Julïitie. De overige ge¬ bouwen alhier, zyn: de Kerk, die ruim en aanzienlyk is. — Het Rechthuis, de Waag en de gemeene School. De Remonftranten hebben hier cok eene Kerk. De Heerlykheid Noorden, wordt onder deeze begreepen. * Noordwyk zo binnen als op zee; maaken een aanzienlyk riddermatig goed uit,wy hebben van beiden in het werk vroeger gefproken. Noordwykerbout, maakt met Hillegom, Lisfe, en Voerhout één Baluaadje uit. . JHet Dorp is klein, maar fchoon in een zandigen grond,, niet onvermaaklyk geleegen, tusfehen Haarlem\ en Leiden. * Hillegom, is mede een fraai Dorp aan den; Weg tusfehen Haarlem en Leiden. * Lis  door NEDERLAND. 259 * Lisfe mag mede geteld worden onder de fraaie Dorpen van dit oord, niet wel een uur gaans van Hillegom. Voorbout, dac nevens Noor dwyker bout, den naam bekoomen heeft van een groot bosch, 't welk alhier plagt te itaan, is niet groot, maar hgt met al de andere van deeze baluaadje in een zeer bekoorlyken en boomryken oord. De Oude Wetering is het beste Dorp in de Heerlykheid van Alkemade, de huizen zyn allen van fteen, en daaronder die men fraai kan noe» men. Het ligt zeer vermaaklyk aan het watertje de Wetering, dewyl de doortocht van binnenlangsvaarders nergens in geh-el Holland fterktr is. Dit geeft aanleiding, dac men hier fcheepsbouweryen, zeilmakeryen, en de gantfche drom der ambachten, welke haar welvaart van de fcheepvaart ontvangt, bloeien ziet. Om de zogenoemde Wetering by nacht te vatten, is er op de boek aan het Leidfche of Haarlemmer" meir, een houten vuurbaak opgericht, die van zeer veel dienst is. Oudshoorn en Gnepboek worden bdden onder Alphen gerekend, ten minften zelden daarvan onderfcheiden. * Oegstgeest, reeds by ons vermeld.- Reewyk is een Dorp, onder de Heerykheid van Voshol, 'c heeft niets aanmerklyks, behalven R ? da  s6o de JONGE REIZIGER dat het kleine diftriét den Tempel genoemd, hier onder behoorende, nog onderworpen is, aan het Jus prima Noffis, of het recht van den eer* ften nacht, 't geen aan onderfcheidene oorfpron gen wordt toegefchreeven, waarvan wy deeze twee zullen melden. Zommigen willen dat de Heer van zulk een diftrict, het recht zoude hebben, om als er een bruid trouwde daar by den eerften nacht te kunnen flaapen. Anderen waar aan wy liever geloof geeven, zeggen dat het den jonggetrouwden ongeoorloofd was, den eerften nacht na de inzegening des huwelyks by een te flaapen, ten zy daar voor aan den Heer zeker recht betaald wierde. Dat dit in eene der kerkvergaderingen van Karthagn, zou vastgefteld zyn, en dus al van omtrent veertien hondert jaaren in gebruik geweest. Roelofaartjes Veen in de Heerlykheid Alkemade, maakt met Rypwetering een fraaie buurt uit, alwaar ryke boeren woonen. Ook zyn hier vermaarde boomkweekeryen , warmoesnierderyen, en kweekingen van allerlei vruchten. * Rynsburg, een uurtjen gaans van Leiden is zo wel door deszelfs aloude Abdy, als naderhand door de vergaderplaatfèn der Collegianten, (welke zamenkomst thans in verval is,) by uitneemendheid vermaard. ——« Men zie hier voor in het werk. Ryni  door NEDERLAND. 261 Rynzaterwcude, niet verre van de braazen meir, de eertyds daar om heen leggende uitgeveende plasfen zyn meest droog gemaakt, en nu is het in fchoon weiland gelegen. Sasrenbeim, legt aan de weg van Haarlem en Leiden, dus zeer vermaaklyk in den lommer van allerlei geboomte, het is niet groot, maar uit hoofde der doortocht vry levendig. Schoot is een der onaanzienlykfte dorpen van geheel Rynland, dewyl daaromtrent alles is uitgeveend, en niet dan de flrooken lands, rietakkers genoemd over zyn. Het ligt ten oosten van Kortenaar, en is nog wel eene Heerlykheid. Sluipwyk tegens het waterfchap van Woerden gelegen, is een gemeen Dorpje, in de Ambagtsheerlykheid van dien naam, evenwel zeden eenige jaaren wat verbetert. Stompviyk, Wihveen en Tedingerbroek, waaronder een gedeelte van den Leidfcben Dam, behooren thans de Stad Leiden. Wihveen is mede een kerkbuurt. —— De landen hieromtrent zyn veenachtig, echter goed voor hooi en weiland. Uitgeveend zynde is het vry goede klei. — In deezen omtrek zyn zeer veele lustplaatfen, en den Leldfchen Dam is buiten gemeen vermaaklyk. R 3 rat.  2<52 DE JONGE REIZIGER Valkenhurg « eene heerlykheid naby de Kat. yken,tn heeft een Dorp van denzelfden naam t geen men gelooft tot die oudheid opteklim»en, dat de daarby geftaan hebbenden burgt al door Drufus gefticht zou Zyn. Men beeft hier in 't begin deezer eeuw Roomfche gedenkpenningen opgegraaven - l„ den ja- « 1665 vernielde de blixera den toorenfpits, die zeer hoog was , en naderhand in een laage kap weder herfteld is Landbouwerv, fteen- bakkeryen en kaikbranderyen geeven hier den inwoonderen hun beflaan. Kmmip is cene Ambagstheerlykheid, zonder Dorp of verftrooide buurt, doch het land is taamehk goed, het grenst aan Hillegom. feur is eene Heerlykheid en Dorp, 't geen alleen om zyn oudheid in aanmerking koomt. — Onder deeze Heerlykheid behoort ook de noordzyde van den Lddftben Dam. ^ Foorburg is een zeer voortreflyk Dorp naby * Gr™*h*g*, zo aangenaam als er weinige gevonden worden, zo door de menigvuldige lustplaatzen daar omtrent geleegen, als door de be. koorlyke weide en bouwlanden, welke hetzelve omringen. Ook hier vond men gedenkpenningen, ormrent de fondamenten van den ou^en burgt aan den Delffcncn vliet. . Men wil dat  door NEDERLAND. s6*3 dat het zyn naam ontvangt van het Forum Adriani, het Gerichtshof'of de markt van Mlius Hadrianus. -—' Dit Dorp is het eenige in Holland alwaar een franfche kerk gevonden wordt, die van zo veel aanbelang is, dat dezelve door twee leeraars bediend wordt. Voorfcbooten aan den weg van Leiden na Delft is even zo bekoorlyk als Voorburg, en men wil ook zyn naam van het zelfde Forum afleiden. De voornaamfle ftraat heeft zeer veele fraaie huizen, en eene uitmuntende rei hooge lindeboomen. — In het begin deezer eeuw vernielde de blixem een gedeelte des toorens met de klokken, die naderhand herfteld zyn. ■ In de fpaanfche beroerten heeft dit Dorp mede niet weinig geleden, en vooral de kerk, die verwoest zynde, nimmer tot haaren voorigen luister verrees. — De oude omtrek is thans een Kerkhof, omringd door de aloude muuren. Voshol is een zeer uitgeftrekt Baluaadje, en heeft voorrechten welke men elders zeldzaam vincjt. De Dorpen en Heerlykheden on¬ der hetzelve behoorende, zyn Zwammerdam, Langer en Korter Aar, benevens Recwyk en Raamburg. ——— Zie van alle deeze op hunne letter. R 4 . Vrye.  s6V»e JONGE REIZIGER Vrye Hoef, meede een Heerlykheid by Korter '/{ar, van geene merklyke uitgebreidheid. - ■ ■■ Het Dorpje is eigenlyk maar eene 'Buurt zonder Kerk. Zy heeft echter halsrecht gelyk zulks door de galg , die niet ver van Aarbrug ftaat blykt. Waddinxteen, is verdeeld in twee Ambachtsheerlykheden te weeten, Zuid- en Noord-Wadditixveen, die echter zamen maar een Dorp uitmaaken. Door de fterke veengraveryen al¬ hier, is het oude dorp byna weg, maar langs de zogenoemde Goudkade, die de Gouwe beperkt, is eene zeer bevallige en nette buurt, waar zeer veele handwerken, neeringen en handteeiingen gedreeven worden. . Boven al maakt men hier al'erlei gereedfehappen voor huislieden enden landbouw. Warmond, eene Heerlykheid naast die van Alken-iade, het dorp van denzelven naam, munt uit in bekoorlykheid van wandel en rywegen , 'c is gelegen aan de Sasfenheimfchen weg. Toen Leiden zozwaar belegert wierd, als geene Stad in ons Vaderland ooit ondervonden heeft, leed ook dit dorp geweldig, doch byzonder van de fctaatfche zyde, welke party hierin Augustii573, het flot en de kerk verwoeste. Thans be- fhatde kerk alleen uit het oade choor, dat na dien  door NEDERLAND. aö5 dien tyd weder opgebouwd is. Op eene der hier omftreeks leggende buitengoederen, namenlyk de Riddermaatige llofttede oud Alkemade vindt men nog het afbeeldzel der op een na jongfle Abtdisfe van Rynsburg, genaamd Vrouwe El' burg, anderen zeggen Gabrielle van den Boetzelaar. Was/enaar is eene der aanzienlykfle hooge Heerlykheden deezer Provincie, het Dorp van dien naam hebben wy in onzen Reiziger breedvoeriger gedacht. Woubrugge is een dorp behoorehde tot Eslykerwoude. Hetzelve is zeer vermaaklyk om deszelfs doortocht van de Maas na de Zuiderzee, die hier door de zogenoemde Woudwatering, waar langs de huizen ter wederzyden gebouwd zyn, plaats vindt. — Voor 't overige'is het zeer net en neeringryk. TéWammerdam , ook wel Zwadenburger• en Zwanenburger - Dam genoemd, dog by den eerften naam, of zo Hubners Geograpbie, door bachiene Anno 1758 uitgegeeven zeer naauwkeurig zegt, Damme, meestal bekend. ——— Dat hetzelve onder Foshol behoort hebben wy reeds aangetekend, zie boven, hetzelve ligt omtrent vyf kwartier gaans van Alphennen is een zeer aanzienlyk Dorp, de wreedheden welke de R 5 be-  266 DE JONGE REIZIGER fcèfchaaffte der Natiën, hier in de voorige eeuw pleegde, zyn te uitvoerig voor ons bellek. Genoeg , zy waaren onze vyanden, het recht van oorlog duit zo het fchynt alles, en men kan dit met kwalyk neemen, als men in buislyke gefchillen gewoon is, infoientiën van zyne buuren dievriendiykevereenigersheeten, te ondergaan. • Meenig huisvader in Nederland zal zich wel herinneren dit lot den een of anderen tyd te hebben ondergaan. Nadieby de Franfchen gepleegde verwoesting is het Dorp geheel opgebouwd, en wel met meer fierlykheid dan voorheen, het zogenoemde kerklaantje is een zo bekoorlyk berceau,die ten deele op weiland, en ten deele op het Dorp ziet, dat zy byzonder gefchikt fchynt voor fentimenteele wandelingen. Ook is de weg na Bodegraven zeer vermaaklyk. Den om rek beftaat uit veenlanden, broekvelden, wei- en hooi-landen, en eenig'bouwland, waarop zelf hennip geteeld wordt. Zevenhoven tegens de grenzen van Utrecht geleegen, maakt met Noorden en andere kleine di- firiëtjes eene Ambagstsheerlykheid uir. "t Bellaar meest uit uitgeveende plasfen, echter is het Dorp dat deezen naam voert tamelyk wel bewoond, byzonder vindt men hier veele fmee- de.  boor NEDERLAND. 267 deryên, zo zommigen zeggen meer dan dertig, waarin allerlei gereedfchappen tot den landbouw vervaaraigd worden. Zoetermeer en Zegwaard zyn twee tanielyk welgeflelde Dorpen , niet verre van de Zwet. Hier omtrent is veel land uitgeveend geweest, doch weder droog gemaakt, en dus verwisfeit in zeer aangenaame polders. Omtrent Zoe< termeer zyn echter nog veel plasfen, zo dat het Dorp Hechts op een fmalle ftreek lands ligt. Zoeierwoude is mede eene Ambachtshecrlykheid, waarin een Dorp van dien naam, gelegen naby het evengemelde watertje de Swet. Men wil dat in die Ambagt de beste Leidfche boter valt, doch wy geloven, dat dit niet zo juisc aan zulk een klein diftriet bepaalt, en het wel hier als elders zyn zal, dat de meerdere of mindere bewerking der boerinnen, hier aan zeer veel toebrengt. Het land in dit Ambagt is zeker ongemeen fchoon. Het Dorp is van eene taamlyke groote en heeft verfcheidene molens. Zuidwyk is eene hooge Heerlykheid, doch zonder Dorp, men onderfcheide het van Zuidwyk by Wasfenaar. Leiden waar van breeder in het werk zelve , is  «68 de JONGE REIZIGER isdeeenige Stad, welke in Rynland gevonden wordt. V. DELFLAND. Delfland is buiten twyffel een der bevalliglre oorden in gantsch Holland, deszelfs grenzen zyn: Ten Noorden Rynland, ten zuiden de Rivier de Maas, en ten westen langs de Noordzee. — De voornaamfte Dorpen en Plaatfen zyn hier in een alphabetifche orde de volgende: Abtrecbt, is eene Heerlykheid ten zuiden van Delft, zonder eenige kerkbuurt en dus ten opzichte der Dorpen van geen aanbelang, echter is hieromtrent aanmerkenswaardig de buiten buurt Abtswoud anders Paapfou genoemd, uit hoofde dat hetzelve de geboorteplaats is; van den voortrefiyken landman en dichter huibert korNïLisz poot, wiens loffpraak te melden,hoe zwierig men dit ook ondernam, altoos een flaauwen indruk zoude maaken, in vergelyking van het geen men voelt, wanneer men 's mans verrukkende dichtflukken met aandacht leest, Wy  door NEDERLAND. 469 Wy ftellen dus hier niets meer hem aangaande, dan dat wy hem onder de roemwaardigfte geniën tellen, welke ons Vaderland, geduurende deeze eeuw in het vak der dichthunde heeft zien bloeien. Akkendyk of Vrouwenrecht is een klein Dorpje in her Ambacht van dien naam, zo ver wy weeten van geene aanmerking, dan dat het eertyds ondea de Abtdy van Rynsburg behoorde , van waar waarfchynlyk deszelfs laatstgezegde naam oorfpronkelyk is. Babbers is eene Ambagtsheerlykheid naby, Vlaardingen, zonder dorp,hebbende alleeen een buurt van weinige huizen. Berkel in Rodenrys maakt zamen eene Heerlykheid uit. Het Dorp Berkel is tamelyk wel bebouwd. Veengraveryën zyn hier wel de voornaamfte beftaansmiddelen. De kerk is nog nieuw, doch het choor en tooren niet, jn de kerk is een fraaie tombe voor 'f geÜacht van Naaldwyk en veele wapenborden. De Remonfttanten hebben hier ook eene kerk, voor dewelke gefcureeven ftaat de Gert* formeerde Kerk der Remonflr anten. Deeze Heerlykheid ligt gedeeltelyk aan Schieland. Het Ambagt Dorp grenzende aan Schipluiden, heeft  37ó de JONGE REIZIGER heeft fl chts eene geringe buurt van twaalf of dertien huizen. * H Gravezande in het zogenoemde Westland gelegen, is thans maar een vlek, eertyds was het eene voornaame Stad en Hofplaats, zie verder hier van den Reiziger. Groenveld, is eene Ambagtsheerlykheid aan de Swet, waarin weleer een flot van dien naam geftaan heeft, doch thans is er geen overblyfzel meer van. ■Hodenpyl is meede eene Ambagtsheerlykheid die aan de eene zyde tegens Woud en Hoog. harnascb grenst, waarin voormaals een voornaam flot ftond , dat in de Jonker Franfen Oorlog met veele andere verdelgd wierd. Hoogeveen is een ambagtsheerlykheid zonder kerkdorp, tegens Rynland gelegen. Meer dan de helft van hetzelve is uitgebeend. De lustplaats Hondsholderadyk by ons vermeld heeft rondsom zich een taamelyke buurt. . t Zelve legt niet verre van Maaldwyk. Ketel grenst ten zuiden aim Scbieland, en is zeer uitgeftrekr. Het dorp is tamelyk fraai en omtrent hondert huizen groot, die in de manier van eene kruisftraat gebouwd zyn. Lier is een heerlykheid, die ten Noorden aan Naaldwyk paalt, het dorp dat mede dien naam voert,  boor NEDERLAND. 371 Voert, is fraai en vermaaklyk, leggende aan de Lee, eertyds de Lier ouder Liora, de kerk is een fchoon gebouw, en de tooren heeft deeze zeldzaamheid, dat deszelfs wenteltrap van buiten opgaat. Zy is dikker dan eenige andere in Duifland. * Loosduinen gelegen in Haag-Atnbagt en de Heerlykhdd Monfierfvs een niet zeer groot,doch ongemeen vermaaklyk dorp, omringd van alles wat men genoegen aanvoerend noemen kan. Het woelig 's Gravenboge, dat hier zeer naby ligt, contrafteert verbaazend met de kleine zandwoeflyne die zich ten noorden van deeze plaats uitftrekt; terwyl de welige akker- en wei -landen* die het van andere zyden omringden eene zeer bekoorlyke afwisfeling maaken. —. Zie varder 't werk. St. Maartensrecbt, is eene kleine Heerlykheid met eene buurt van weinige huizen. Maasland, eene Ambagtsheerlykheid ten zuidwesten van Schiplui. • Het dorp is wel niet groot, maar fraai en bloeiend. —— Landbouw benevens boter en kaashandel, zyn hier de voorJ naamfte handteeringen. Maas»  a;2 de JONGE REIZIGER * Maaslandftuis, niet verre van het dorp Maasland, een der overheerlykfte dorpen van de gantfche Provircie, waaromtrent wy niets buiten het werk hebben by te voegen. * Monfter is eene hooge Heerlykheid die tevens Poeldyk, ter Heide en half Loosduinen in zich fluit Het dorp dat den naam van de Heerlykheid voert, is gantsch niet gering, wy hebben het in het werk vermeld. * Naaldwyk eene heerlykheid, belent aan de heerlykheid Monfter, het dorp zelve, hebben wy befchreeven, als meer dan gemeen bevallig in zyne ligging, en niet onbekooriyk in zyne eigene bebouwing. Nieuwveen is eene Ambagtsheerlykheid tegens Tedingerhroek in Rynland, zonder kerk, en alleen voorzien van eene verflrooide buurt van ruim vyftig huizen. Niewwland eene Ambagtsheerlykheid, waartoe Iiortland en 'sGraveland, die met hetzelve drie Polders uitmaaken, behooren. Nooddorp, eene A mbagtsheerlykheid ten zuiden van Nieuwveen, van omtrent twee hondert morgen groote, het dorp is klein, als nog geen zestig huizen bevattende, en voert den naam van Heerlykheid. Oyer-  door NEDERLAND. 073 Overfchie maakt met Schieveen een zeer aanzienlyk arabagt uit, dat zelf voor een gedeelte in Schieland ftrekt. Het dorp Overfchie is buitengemeen vermaaklyk, en vry bloeiend uit hoofde van de menigvuldige doortocht van Rotterdam, Delft en andere plaatfen. De kerk deezer plaats is zeer aanzienlyk, hebbende drie chooren, en een fraaie tooren.. 't Leed zeer veel in de beroerten der Hoekfchen en Kabbeljaauwfchen , ten dage van Jonker frans van brederooe, die zyn party in Rotter, dam met ongelyken uitflag dapper ftaande hield tot hy eindelyk gedwongen wierd de ftad overtegeeven, en te verlaaten. • Poeldyk gelyk gezegd is, tot Mmfler behoorende legt dus in die ambagtsheerlykheid, is zo zeer geen dorp als wel een vermaaklyke buurt aan de vaart na Lcosduinen. Verfcheidene fraaie landwooningen, bouw en teellanden omringen hetzelve. Men kweekt hier veele moeferyën, en allerlei veldvruchten. . In geheel Delfland is geene zo groote Roomfche kerk als hier ter plaatze. Pynakker is eene ambagtsheerlykheid ten 00?. ten van Delft. Dezelve beftaat voornaamlyk uit veenlanden, vooral aan de zyde van Rynland, alwaar het reeds grootendeels is uitgeyeend. & Deel. § het  *74 de JONGE REIZIGER Het dorp van deeze ambagtsheerlykheid. *£ geen den zei ven naam heeft, is vry uitgeflrekt, gebouwd langs de vaart, voornaamlyk het beste gedeelte. De kerk is er eenigzins van af¬ gezonden, ftaande een weinig landwaard in, dezelve is voorzien met een hoogen icherpen tooren. Ruiven mede een ambagtsheerlykheid die aan de zuidzyde tegens Abstrecht paalt. Zy is nog geene derdehalf honden morgen lands groot, en heeft op zyn hoogst niet meer dan tien of twaalf huizen zonder kerk, welke buurt echter den naam der ambagtsheerlykheid voert. iien land¬ huis van dien naam, 't welk hier weleer gevonden wierd is vernietigd, fchoon deszelfs gedachtenis nog bewaard wordt in een laantje, 't welk zich uitftrekt tusfehen Delfsgaauw en Overgaauw. Ryswyk is eene der grootfle- ambagtsheerlyk- heden van geheel Delfland. 't Legt ten oosten van Foorburg, en het dorp van diennaam is niet verre van den Haag zeer vermaaklyk gelegen. •— De weg van deeze hofplaats derwaard is ook zeer aangenaam, en wordt dus door de inwoonders van 'sHage en vooral van vreemde* lingen, welke hier menigvuldig komen al dikwerf bezogt. ■■ Men heeft in den omtrek yan dit dorp een aanzienlyk getal fchoone lust hui-  door NEDERLAND. fl75 buizen, waaronder Belvidere of het huis teRysvjykt alsvorstlyk zynde, de eerfte plaats verdient. Wy vermelden hetzelve in het werk, omdat het voornaamenlyk merkwaardig is, door de aldaar geflooten vreede in den jaare 1697 tusfehen Spanje, Frankryk, Engeland, Buitsch. land en den Staat der Verenigde Neerlanden. Naby hetzelve ligt het Huis te Werve, 't geen om deszeifs overheerlyke plantage, der bezichtiging waardig is. Het Huis te Burg is aanzienlyker, als zynde een groot flot, echter mag men zeggen dat het eenigzins in verval is. Met voorbygaan van veele anderen, noemen wy hier nog Sion, 't weIk voormaals een klooster geweest is, waarin den zo hooggeroemden Rotterdamfchen Erasmus zou gewoond hebben. — Voorts was het merkwaardig om dat bier in het midden der vyftiende eeuw. het capittel van alle de kloosters der reguliere kanunniken in Holland wierdt opgericht. Doldriftige ftaaken het Ao. ,544 in biandj dan hec wkrd weder opgebouwd, maar de' Delvenaars braken het af, geduurende de Spaanfche beroerten uit vreeze voor vyandlyken overval. . 't la «hans een uit zyn asch verrezen lusthuis, wyl het eerfte gebouw van dien aart alfaier kort na s * des-  s?6 db JONGE REIZIGER deszelfs ftichtinge door de vlam verteerde. —— De plantagiën zyn van een goeden fmaak, en doorfneeden met vyvers en vischkoromen, zo dac het der bezichtiging waardig is. Spalandh een ambagtsheerlykheid, die zo wel tot Scbieland als Delfland behoort, zonder dorp, en zelf byna zonder huizen, zo dat het van geen aanbelang is. Schipluiden, dit ambmgt paalt aan Hodenpyl. — Het dorp ligt naar den kant van Flaardingen en Maasland/luis, 't is vry levendig door de doortocht van verfchillende Jaagfchuicen. ■ 't Is ruim en vrolyk bebouwd. De kerk die een fpits toorentje heeft is een tamelyk goed gebouw. _ De hier voorgenoemde groote Poot heeft hier fchool gegaan, gelyk in de voorzangen van het eerfte deel zyner werken, door hem zelf zeer aartig verhaald wordt. Niec wyd van hier legt het hoog adelyk flot Kenenburg, vermaard door de beurtlykfche inneemingen van hetzelve, nu door Keizer Hendrik den III. dan door Graaf Dirk den IV. otrnrent het midden der elfde eeuw. 't Te. genswoordig huis echter fchynt van jonger tyd en wel van den aanvang der vyftiende eeuw, wanneer men meent dat het door den Ridder Filips van Dorp zou gefticht zyn. Tem-  door NEDERLAND. 277 Tempel is eene Heerlykheid aan den Ryweg, langs den Delfsfcben Schie, en is grootendeels verveend, 't welk niet heeft mogen gebeuren, zonder dat de hoffteede leenroerig gemaakt Wierd, aan de Scbieveenjche Polder. * Ter Heide, het uiterfte zeedorp aan den hoek van Holland, niet verre van Monfler is van gering aanbelang,'t geen er ons van bewust is, zeiden wy in het werk zelve. * Wateringe, is een vry uitgebreid ambagt, wordende omringd door Haag ambagt, Ryswyk, Woudhamas en Lier, van het dorp dat deezen naam voert, is het noodige in den Reiziger ver* meid. 'tHof te Wateringe, een lustplaats,weleerhet Hamhuis dier Edelen, legt ten westenvan het dorp. Woud, waaronder Hoog- en WcudHartiasch , wordt door Wateringe , Ryswyk, de Voordykshornfuhen Polder, Hodenpyl en Groeneveld ingeflociten. — 't Dorpje in hetzelve is zeer klein, maar wordt gemeenlyk Rykswoud genoemd, leggende iets meer dan een half uur van Delft, 't Heeft een kerkje na evenredigheid van zyne groote. Zouteveen is een ambagt dat ten noorden aan Dorp ambagt, ten oosten Vryeban, ten zuiden Vlaardinger ambagt, en ten westen aan Maas» land paalt, van geengroote uitgeftrektheid, en s 3 niet  o;8 de JONGE REIZIGER niet wel veertig huizen bevattende, die geene kerk voor zich hebben. Delft is de eenige ftad in die geheelen oord, en van welke het zeer waarfchyniyk zynen naam ontvangt, op zyn tyd is van dezelve breedvoerig gefproken. VI. SCHIELAND, Schieland is ten opzichte van deszelfs grondgefteltenis geenzins de beste, en vruchtbaarfte deezer Provincie, dewyl het grootendeels beftaat uit Veenland . of reeds uitgeveende plasfenibehalven dat er aan de Maaskant eenighooi en weiland valt. Hetzelve heeft Rynland ten noorden ;ten oosten xdetltelyk '/ Land van Gouda, waar van het water de Gouwe hetzelve affcheidt, gelyk den Tsjel tusfehen dit land en de Krimpener Waard flroomc. De Maas ipoelt hier ten zuiden, die het land van Rboon en Ysjelmonde fcheidt, terwyl het ten westen aan Delfland paalt. De dorpen in Schieland vooxkomende* zyn de volgende: Berg.  door NEDERLAND. 079 Bergfcbenboek, 't geen vry aanzienlyk is; het vergraaven der veenlanden heeft hier den bloei aangebragt, en na het in het midden der voorige eeuw afbrande, is het fraaier zegt men herbouwd. De kerk heeft een aantal vry goed befchilderde glaazen. Broek, Tbuü en V Wegje is eene heerlykheid naby Gouda. Bleiswyk dat niet onaanzienlyk is, legt in de hooge Heerlykheid van dien naam, welke de uitgeftrektfte van geheel Schieland is. Het dorp is maar twee uur van Rotterdam gelegen. Hillegersberg legt maar een uur van die ftad,1 't zelve heeft even als Bergfchenhoek verfcheidene gefchilderde kerkglaazen. —— Ook is er een rechthuis. Hoogeban is een kleine ambagtsheerlykheid, die geen kerkdorp heeft, in hetzelve lag eertyds het fterke flot bet buis te Spangen genoemd, waar van nog overblyfzels zyn. Kool is eene ambagtsheerlykheid naby Rotterdam, na den kant van Delfshaven, die hoewel van geen kerkdorp voorzien, echter een aanmerklyk aantal huizen bevat, die meer dan vierhon» dert beloopen, benevens een aantal bleekeryen, en eenige molens. Kralingen is eene ambagtsheerlykheid van aan-; S 4 bQ;  s8o de JONGE REIZIGER belang,, als hebbende mede byna vierhondert huizen, 't Zelve legt ten oosten van Rotterdam, door welks nabyheid het hier bloeiende is,in het dorp van dien naam is een fraai rechthuis» En de kerk pronkt met gefchilderde glaazen. Kapette bygenaamd op den Tsjel, is een goed dorp omtrent twee uuren gaans van Rotterdam, 't heeft zyn naam na de ambagtsheerlykheid; men vindt er eenige fteenbakkeryen. — 'c Zogenoemde flot van Kapelle ftaat een weinig ten zuidwesten van het dorp Ouden Nieuw Matenes, ten oosten van Schiedam gelegen , hebbende geene kerk, het laatfte zelve geene huizen, men noemt dezelve hooge Heerlykheden. Moerkapelle ten oosten van Noordwaddinx» veen grenzende, maakt met Wildeveenen, eene ambagtsheerlykheid uit, dit geheele ambagt is byna weggegraaven , echter voor een gedeelte weder drooggemaakt. 't Dorp is wel niet groot, maar uit hoofde der menigvuldigepasfage vry levendig. * Moordrecht, is een ambagt tusfehen Rctteri dam en Couda, bet dorp van dien naam, dat ter wederzyden van den Ysfeldyk gebouwd is, behoort onder de fraaifte en vermaaklykfte van de gandfche provincie. • De gezichten over den veel bevaartn wordende rivier zyn verrukkend en de  boor NEDERLAND. 281 de bloei is taamlyk fterk, door de menigvuldige neeringen en handteeringen die hier gedreeven worden. Onder deeze zyn de lynbaanen en fleenbakkeryen, die veel banden werks verkenen Wolhandel is hier ook nog al aan- merkelyk, en de veeneryen zyn hier van aanbelang. Zie omtrent het gefchiedkundige het werk zelve. Nieuwer kerk aan den T'sfel legt in een ambagtSr heerlykheid van dien naam, ten noorden van Moordrecht. Het is een tamelyk dorp met eenige Heenhakkeryen. Overfchie dit dorp hebben wy vermeld onder Delfland. Schiebroek is een ambagtsheerlykheid zonder ke.kdorp, ten zuiden van Overfchie gelegen. Schoon derloo is mede een klein ambagt ten zuidoosten van Delfsbaven, nog geen half uur van Rotterdam. Men vindt er niets merkwaar- digs van aangetekend, dan dat het dorp in den jaare 1693 door ontftaane brand in eene traankokery, geheel verteerd wierd, wyl men geen genoeg, zaam fpoedige hulp van Rotterdam kon aanbren. gen. Ook zegt men dat de oude Kapel, welker overblyizels hier nog zyn ten gebruike der kerk van Delfsbavcn vernietigd is, en de klokken daar in zyn opgehangen. S 5 Ze-  s8a de JONGE R E IZI GE R Zevenhuizen, ook eene ambagtsheerlykheid ten zuiden van Moerkapel, in dezelve is zeer veel land uitgeveend, en maakt de vergraaving nog het voornaamfte beftaansmiddel van het dorp uit, 't welk deezen naam voert, en tamelyk zindelyk bebouwd is. Schieland wordt door het water de Rotte, die door den zoetvloeienden dichter Smids zo zwierig en kunstmatig bezongen is zuid en noordwaard, hoewel in ongelyke deelen doorfneeden. De Schie is een ander water, dat van Delft na Schiedam flroomt, en hoewel het Schieland maar weinig langs loopt, is het waarfchynlyk, dat men daar uit de naams oorfprong vanditoord te zoeken hebbe. 't LAND van VOORN. V Land van Voorn beftaat uit eenige eilanden, die vooreerst verdeeld worden in Oostvoorn, West» vooj n en Zuidvoorn. De onderdeelen zullen wy onder yder deezer ho fddeelen opnoemen, en de plaatzen daarin leggende aantetekenen. Oost.  mor NEDERLAND. S83 Oostvoorn heeft den Lande van Putten tenoos» ten. Ten zuiden is het door ézbieningen ,de Krammen en her Polksrak, drie benaamingen van de rivier aldaar, afgefcheiden van Zeeland en Braband, ten westen wordt het door de Noordzee befpoeld, en de Maas fcheidt het ten noorden van Delfland. De grondgefteltenis is hier zeer vruchtbaar, als zynde zwaare vetce klei, waarop de uitmuntendfte graanen, aardappelen, meekrap enz. in grooten overvloed gebouwd worden. Twee voornaame zeegaaten bevorderen hier de Scheepvaart voor Hollandsch handelüeden aan de Maas. Namenlyk V Gat van Goederede dat tusfehen 't Eiland van dien naam en Oostvoorn invalt, en gefchikt is voor de zwaarfte fcheepen die hier binnen lopende, langs de llakkee, Ha» ringvliet en Hollands Diep, verder na Rotterdam, Dort enz. kunnen opzeilen. V Gat van de Maas is ondieper, loopt tus« fchen Oostvoorn en den hoek van Holland in. Roozenburg ten noorden Oostvoorn geleegen, veroorzaakt hier twee armen, waarvan de zuidlykfte na den Br iel, en de noordlykfte na Maaslandt /luis fchiet. Verfcheidene eilanden, en in deeze weder ambagten enz. maaken Oostvoorn uit, wy beginnen met de polder of het ambagt van dien naam,  a84 de JONGE REIZIGER raam, die ten noorden of iets oostlyker aan Onsterlani paalt , ten oosten beeft bet den BrieL zuidwaar o" Rokanje en west waard de Noordzee. . Dit ambagt is niet onbekoor- lyk, ciewyl er nog al vry veel geboomte gevonden wordt, en de liefhebbers van de jacht hier al veele zoorten van wild kunnen aantreffen. In hetzelve legt een dorp mede Ooswoorn genoemd, *t geen niet geheel onaanzienlyk is, heb" bende een tamelyk goede kerk en tooren, de eerfte vercierd zynde mer fraai gefchilderde glaa. zen. — De tooren is een baak voor de fcheepen die uit zee de Maas willen inloopen. Het Slot van Oosivoorn of anders het Hof van Voorn genoemd, plagt weleer hieromtrent te fta3n,volgens Rochmans aftekening der ruïne moet het zeer aanzienlyk geweest zyn, en dit is buiten zulks te denken wyl het ter befcherming van de Maas diende tegens vyandlyke aanvallen. Op een heuvel die aan zyn top een der verrukkendfte zeegezichten leveit, Maat een fraaie coupel, die den naam van Zeeburg draagt, en gefchikt is voor een vergaderplaats van Dykgraaf en Heemraa len. Rugge is een klein diftriét ten zuidoosten van JNoordvcorn, waarin,alleen een gehugt, 't welk Tinte genoemd wordt, men vindt hier neg gewelde graaven, denkelyk overblyfzels van eene Paro„ cbie  door NEDERLAND. 285 chïe kerk, die hier weleer by een klooster van kanonniken. niet ver van het toen in weezen zynde buis te Rugge gedaan heeft. Ook is hier nog een Put in een weiland, die den Roomschgezinden in eerbied houden , om dat zy den naam van heilige droeg. Klein Oosterland, waaronder men Oud en Nieuw Kleiburg tet, heeft niets aanmerkelyks , bebalven dat daarin de baakens tot het inzeilen van het Biielfchegatftaan,'t zelve legt ten noordoosten van Oostvoorn. * Rokanje ten noordoosten van Oostvoorn, heeft verlcheidene polders rondom zich. Van het dorpje, 't geen tegens het duin aangelegen is, en het zeldzaame verfchynzd der natuur en het watertje de Waal., hebben wy alvoorens reeds ge.fproken. St. Anna Polder en Schaapmgors zyn difcricten die westwaard aan de duinen, en zuidoost van Rokanje leggen, hebbende geen dorp, en zelfs maar zeer weinige huizen. * De nieuwe Hoorn, legt oostwaard van de St. Anne Polder, en heeft een dorp van dien naam, 't geen door de veelvuldige doortocht van den Briel na Hellevoetftuis en omgekeerd, vry levendig is, en een kerk en tooren heeft. De Nieuwe Goote, lege tusfehen de Nieuive Hoorn  A86 de JONGE REIZIGER Hoorn en St. Anna Polder. In dezelve ftaan hechts een gering getal huizen. Nieuwland of de Fierpolders die het iV««w. W, 0«r/ tt/w en Oud Goote ge¬ noemd woruen, legt westwaard van den BrieL Men vindt hierin een klein dorpje Briekch vi.tmland genoemd,dat een aanmerkenswaardig wapen voert, te weeten: een degen op een rood veld, waar naast vier en vyfen op des degens pont een gouden penning gevonden worden , welk wapen ten dage toen Aiva de tiende peni i$g wilde heffen, als zinnebeeldig op hun befluit orn d.e met zonder weêritand te geevert zou uitgevonden zyn. In Nieuw Hellevoet, wdks ligging rondom Hellevoet/luit is, legt een dorpje van dien naam, waar de tooren een weinig van de kerk afftaat* 't geen men meent dat door brand veroorzaakt is! Van het fort Bellevoetjlais hebben wy uitvoerig gefproken. De Kwek, de ÏVeergors en de Struiten leggen allen langs de Flakkee, en hebben niets byzonders. Qudehoom dat zuidlyk of zuidwestlyk aan de Flakkee grenst, heeft een klein dorp dat van weinig belang is. Zwartewaal ligt ten noorden aan de Maas% en  door NEDERLAND. en heeft een fraai dorp van dien naam, 't welk met een vry gemaklyke haven voorzien is. — De uitmuntende gelegenheid rer vis» fchery is oorzaak dat de ingezetenen hier uit hun beftaan vinden. Heenvliet dat aan de noordzyde door de Maas befpoeld wordt, fcheidt aan de oostzyde door het water de bormisfe voorn van Pat. ten, grenst ten zuiden aan Jbbenbroek en den nieuwen Hoorn en westwaard aan Oud Hellevoet en Zwartewaal. Men vindt in hetzelve de ftad Heenvliet, welke onbemuurd is, een half ronde gedaante heeft, en voorzien is van een ruim marktveld, 't welk aan de haven paalt, die in de Bornisfe uitloopt, — Op dit marktveld ftaat het ftadhuis, en het aanzienlyk huis van den Heere van Heenvliet, keurlyk met onderfcheiden plantagiën omringd, zo uitgeftrekt dat in deszelfs midden de tegenwoordige gevangenis, rondom uit het water opgehaald, gevonden wordt; zynde dit gebouw een overblyfzel van 't huis te Ravenftein. De kerk is groot en tamelyk fraai, voorzien met een kapeltoorentje in het midden, en een andere vierkante voor dezelve. — Men weet dat Merula hier priester geweest is. Na>  388 de JONGE REIZIGER Naters en Pankrasgors leggen byeen , na de kant van Rokanje, beide deeze Polders hebben geen kerkdorp, en in 't geheel niet boven de twintig huizen. Abbenbroek, legt ten westen van V land van Putten, de grond 'u hier op zommige plaatfen zo moerasfig, dat men door de eerfte korst heen zynde, die zo los is, dat zy niet dan met geheel drooge zomers behandelbaar is, en met een ftok ter lengte van twintig voet .nog gee« ne vastheid bekomen kan. Het dorp legt naby de Bornhfe, is tamelyk bebouwd, en met gefchooren lindeboomen vercierd. De grondllaagen van gebouwen welke men hieromtrent vindt, bewyzen dat het merkelyk grooter moe: geweer zyn. In den jaare 1644 ontftond hier een felie brand. Men vindt er een fraaie kerk en rechthuis, ook is het Heerenhuis door zyne rondsom leggende wandelweegen vermaak, lyk. Landbouw, planten van Meekrap, en zuivelhandel nevens de vlasteelt zyn hier de voornaamfte middelen van beftaan. Roozenburg is een eiland, 't 'geen wy reeds gezegd hebben, ten noorden van Ocstvoom te leggen. — Hetzelve is buitengemeen vruchtbaar en heeft ln de Polder Blankenburg een kerkje, doch de huizen hier onder behoorende, ftaan zo  door NEDERLAND, *8g> wyd en zyd verfpreid, dat men dezelve geen dorp kan noemen. — Men moet dit 'eiland pasfeeren als men van Maaslandftuis na den Briel wil. ,--—- Zie het werk. Westvoorn of het La d van Goeder ede, is een eiland dat het zuidwestlykfte van geheel Holland uitmaakt. Deszelfs grenzen zyn ten noorden bet Goereefcbe Gat, ten oosten Zuidvoorn of Överftakkee, ten zuiden het Brouw er shavenicbe Gaten de Bi'enningen of Gtecvelhgen, en ten westen aan de Noordzee. De Hinder een der geVaarlykfte plaaten voor de fcheepvaart legt hier ten noordwesten in ze^, en fchynt my toe voor dit land van veel nut te zyn, alzo de kragt der aandruisfchende golven, daarop eer zy het flrand bereikt, merkelyk gebroken wordt. Eene aanëengelchakelde reeks duinen be- fehermt dit land ten westen tegens de kanken nde Noordzee, en verder Noordöostwaard langs het Gat. Voor 't overige moet men hi.r die waterpest door onnoemlyk kostende dyken te keer gaan, op dat het land niet geheel daardoor worde in. gezwolgen, 't geen voor 't verder zuidelyk gedeeltevan Holland ten uiterften gevaarlyk zoude kunnen worden. III. Deel. V De  soa de JONGE R E IZIG E R. De grond is hier by uitneemendheid vruchtbaar, op zommige plaatzen is ook nogal vry veel, hoewel laag geboomte, op het vlakke land, bouwt men allerlei zwaare graanen, vruchten en meékrap, men teelt er vlasch, en heeft er ongemeen fehoone weilanden, die met zwaare runders beflaagen zyn. De verdeeling van Westvoorn is het Recbtsge. bied van Goedereede en de polders het oude Land van Diepenhorst. ~ Het oude Nieuwland. Ouden Oostdyk en West Nieuw land. Wy zul'en den een na den anderen doorwandelen beginnende met Het Rechtsgebied van Goedereede, *c Welk gelegen is aan her Goereejcbe Gat. Ten oosten aan de Scbarre Zee, ten zuiden aan 't Brouwershavenfche Diep, dus over Schouwen in Zeeland, en ten westen aan de Polders bet oude Land van Diepenhorst bet oude en nieuwe Nieuwland. Hetzelve is in verfcheidene polders verdeeld, en bevat daar'te boven de frad van Gcedereede, waarvan wy voorheen in het breede gefprooken hebben. *t Oude Land van Diepenhorst, de grootfte van d;- hier gevonden wordende polders, legt ten westen van het voorig rechtsgebied. De plantagiën van Elfenbomen zyn hier menigvuldiger dan el der  door NEDERLAND. m dm in dit land, dat anders hceriyke bouwlan- den heeft Het dorp van deeze polder Ouddorp of Heer Adriaans Ouddorp genoemd , is niec groot, doch ramelyk fraai, leggende op eene hoogte. De kerk is een goed gebouw, een weinig van de tooien afllaande. Men vindt bier op een grafzerk den naam van Jan Magchiel/èn Du fel met een vischnet en kaakmes, ter gedachtenis zo men wil, dat hy de eerfte haring zou gevangen hebben. Dit echter dunkt ons niet zeer waarfchynlyk. ln het dorp ftaart zeer fchoone lindeboomen , di, na gedachte* meer dan twee hondert jaaren oud zyn. Er is hier ook een gasthuis,en een vergaderplaats voor de doopsgezinden, behalven een heuvel Spreeuvjefïein genoemd, die een byzonder foort van roode (leen Oplevert, en voormaal* tot een wier oi weer diende, om by hooggaande vloe« den, lyf en have te bergen, is hier niets aanmerkelyk, echter zyn er eenige vermaaklyke lustp!aatzen. Oud cn West Nieuwland, ten zuiden van de voornoemde polder, hebben niets aanmerkenswaardig, zynde zelf het getal der huizen zo 'klein, dat de twee polders zamen geen gering kerkdorp kunnen uitmaaken. I Oude Oosidyk, paalt Noord en Oostwaard aan Ta 't Rechts-  s92 de JONGE REIZIGER. 't Rechtsgebied van Goedereede. • De polder is mede zonder kerkdorp. De overlevering zegt dat hier omtrent een bosch gelegen heeft, wa.irin zich veel wild gedierte ophield. — Niet verre van die plaats ligt nu een zindelyken en by uitftek fraai gezichthebbende lustplaats Zeezicht genoemd. Zuidvoorn of V Land van Overflakkee. —> Wordt omringd door 'c Haringvliet, de Krammer, Bieningen of Grevelingen, en eindelyk grenst het ten westen aan de Hals, die het langzaam met Goedereede door aangroei vereenigt. Zommige gedeeltens van dit eiland behooren niet onder V Land van Voorn, als by voorbeeld Sommelsdyk, 't geen onder Zeeland ftaat, in de meeste oostlyke polders dis tot het Land van Tutten betrekkedyk zyn, deeze zullen wy op zyn tyd nader vermelden. Niet min vruchtbaar dan de andere landen van Voorne is ook Zuidvoorn, dat in hec byzonder zwaar en veel raap- of kool-zaad oplevert, de fchoonfte vrucht voor het oog zeker, als zy met haare geele bloemen een tapyt vormt, die wy in onze landen vinden, en ten minden met de fneeuwtartende boekweid gelyk fiaande. De voornaamfte polders zyn: Dirksland dat} uitgezondert ten oosten, daar het  door NEDERLAND. 293 bet zich van Ouwaard affcheidt, aan alle zyden door Meliszand omringd vindt. . Het heeft een ongemeen fraai dorp van denzelven naam waar van men de inwooners op duizend begroot. — De kerk en tooren zyn ruim en fchoon op het choor ftaat een coupeltoorentje. Het huis van den ambagtsheer ftaat aan een ruim plein, dat zindelyk met verfchillend foort van hoornen beplant is, en heefc voor 't overige goede tuinen en boogaarts. De waag en het dorpfchool zyn de andere openbaare gebouwen. Meliszand grenst zo als wyzagen aan Dirhland, verder aan Roxenisfe, Kraaierspoider, Herkin ge en Sommelsdyk. 't Heeft een klein dorpje met kerk en tooren, als mede een raadhuis. De gemeente te klein voor het onderhouden eens predikan.s zyn* de, wordt hier flechts viermaals 'sjaars gepreêkt. Htrkinge grenzende aan Meliszand en Dirkskind. —— In deeze polder legt mede een klein doch vermaaklyk dorpje van denzelven nsam Men reist van hier af na Zeeland, en fchoon dit ook van elders uit Overflakkee gefchieden kan, houdt men dit veer voor het beste. Ouwaard is mede zonder dorp, leggende tegens Sommelsdyk, Dirksland en den ouden Kraaierspoider, die zeer klein is, en nog gtdeeltelvk J3 o»-  294 de JONGE REIZIGER onder Sommelsdyk behoort. De Heerlykheid Grysoort grenst aan Sómmefc dyk, Middelbar nas, Oeltgensplaatde Krammen, Her kin ge en Meliszand. Daar in zyn: a.Oudetonge een groot ambagt, met een zeer re:e!matig gebouwd dorp dat verfcheidene ftraaten heeft. Als ook een kerk die een zeer ruim choor heeft, en een vierkanten (lompen tooren. Men vindt er een raadhuis, waag en gevangenbuis, die zich als een gebouw vertoonen, en met een toorentje pronken. Verders is er een fchooihuis, gasthuis en oude Vrouwenhuis. b Nieuwe Tonge, dat onder anderen aan de Bienningen grenst, op de flikken van welke heerlyke oester en mosfelbanken zyn. Het dorp is luchtig met een kruiskerk voorzien, en een niet zeer aanzienlyk Raadhuis. St. Picters Polder of de booge heerlykheid Klinge\and, legt aan zeer veele onderfcheidene polders, en wel op driedeilei gronden , zy heeft niets aanmerkelyks. VIII.  door NEDERLAND. 295 VUT. 'T LAND van PUTTEN. "t Land van Putten is gelegen ten oosten van V Land van Voorne , zo aan de zyde van de Bomisfe als in Overfiakkee3en is weder in onderdeden afgeperkt. Men begrypt dat de grondgefielrenis dus naby gelyk aan die van het laatst befchreevenlan;!s,en er derhalven de manier van beftaan door gelyke middelen wordt te weeg gabragt. Wy zullen hetzelve zo meermaals gebruiklyk is, verdaelen in volgende manieren. -—— a Putten binnen den Ring, b buiten den Ring *— c over de Maas en d in Overflakkee. Putten binnen den Ring ——— in het zelve leggen: Geervliet een ftadje naby de Bomisfe, in welken ftroom deszelfs haven uitloopt. Heenvliet legt vlak over, hetzelve ten westen van de rivier, er zyn thans noch wallen, noch poorten, iehoon het daarmede in vroeger dagen voorzien was. De kerk beeft behalven de tombe van Klaas van Puiten die kort na den jaare 1300 hier een kapittel van kanonnikken oprigte, en waarvan het opfchrift onleesbaar is niets merkT 4 waar*  296* de JONGE REIZIGER waardigs. — Het ftadhuis is mede van geen aan» belang — Hei kalleel van Putten, dat uit het water is opgebouwd , moet nu bykans de ouderdom van vyfhondert jaaren bereiken, waar uit men kan afleiden , dat het geene hedendaagfche fieraaden bevat. Spykenis en Braband zyn twee polders welke byeen leggen, en waar van de eerfte alleen een dorp van denzelfden naam bevat, gdsgen bezuiden de Maas, 't geen zo ver wy weeten n ers aanmerklyks heeft. Hekelingen en Friesland w aaronder den ouden en nieuwen uitjlag van Putten, zyn jpolders van geen aanmerking, hebbende de eerfte alleen een dorp. Deszelfs ligging is ten noorden aan de Maas. Simonsliaven en Schuddebeurs grenst weder aan verfcheidene polders en loopt zuidwaard met een punt die de Bomisfe ftroo nt ten wes . ten, en 't Sptiiwater ten oosten heeft, ontvangende de laatfté de eerfte aldaar in zich en valien dus zamen in 't haringvli.t. 't Dorp in deeze ambag'sheerlykheid is tamelyk goed, en heeft een kerk, Biert met o id en nieuw S'-ompaart, maaken een air.bagt«heerlyk'ieid, ren noorden Simonshay,n, hebbende ecu dorp van geen aanbelang. b Put-  door NEDERLAND. %97 b Putten buiten den Ringdyk, daar in zyn: Zuidlandheene ambagtsheerlykheid van meer belang, paaiende ten noorden aan de Bomisfe en aan Abber.broek. Het dorp is vry goed, en heeft deeze byzonderheid, dat hier eertyds een St. Joris doelen plagt te ftaan, waarvan den grond nog aan de Burgery behoort, die zich jaarlyks voor de opkomften daarvan vermaakt. Vogelsdyk daaraan grenzende , heeft geen dorp, en maakt met Zuidland eene heerlykheid. Koorendyk of Goudswaard legt ten zuiden van het fpui. Het dorp den eerstgezegden naam voerende, is vry wel bebouwd,voor de huizen ftaan vruchtboomen, en uit de kleine haven die in 't fpui uidoopt, kan men altoos door twee hier vast bepaalde veeren, of na de Landen van Putten of na de Willemftad en Overflakkee, en zo verder tot in Zeeland komen. IVlen vind er een rechthuis, dorpfchool en een foort van armehuis voor acht behoeftige huishou. dingen. De kerk is fraai. Piersbil paalt ten noorden aan het fpui Het dorp dat nog tamelyk fraai is, en een haven heeft, was voormaais zeer bloeiend en vermaaklyk, in 1738 leed het veel door den brand. —'t Heerenhuis is aanzienlyk> en de keik nevens de tooren van goed aanzien. T 5 c 'tLar.d  298 de JONGE REIZIGER c V Land van Putten over de Maas behelstPortugaal leggende onder anderen tusfehen de twee vohende diftricten. Het dorp van dien naam heeft een haven in de oude Maas. Hoogvliet legt ten westen van Portugaal. 't Heeft een kerk en coupeltoorentje dat zeer netjes is, ook vindt men er een haven, die in de oude Maas uitwatert. — Over 't geheel is het niet onvermaaklyk; Pemisfe legt noord waard van Portugaal. . 't Dorp heeft een haven aan de nieuwe Maas, ook pronkt het met een goede kerk en ilornpen toren. 'sGravenambagt en Heide zyn twee polders , westwaard van Pernisje beide zonder dorp. Cbarlois maakende eene ambagtsheerlykheid met Dirkmetgesland , Robenoor t~ Plompaan, Karnemelksland en de Hille , leggende aan de nieuwe Maas. . . Het dorp is wegens de vruchtbaare landsdouw en fraaie wandelwegen vermaaklyk; ook is het tamelyk wel betimmert, en heeft een goede kerk. 't Legt over Deljshavsn. Katendrecht legt tusfehen Cbarlois en TsfeU monde, het dorp dat tegens over Rotterdam gelegen is, is vrolyk uit hoofde der overtocht van die  door NEDERLAND. 299 die ftad herwaard, die voornaamlyk veel bevaaren worde door de pasfagiers na en van Antwerpen, rydende des zomers alle morgens van hier een postwagen, gelyk er 's avonds een aankoomt. Roon en Petidrecht, een booge Heerlykheid aan de oude Maas, de landllreek is aangenaam , en het dorp tamelyk; in de kerk is eene graftombe. • En 't Heerenhuis dat van hoogen ouderdom is, Haat met geboomte omringd-. Aibrandswaard en de Kyvelanden maaken eene hooge Heerlykheid tusfehen Roon en Portugaal' aan de oude Blaas, zonder Kerkdorp.' d Putten in Overflakkee behelst: Qeltjesplaat en Bommel te zamen eene ambagtsheerlykheid uitmaakende in het zuidoost van Overflakkee. 't Zelve een digt aaneen, hoewel met ruime ftraaten voorzien, betimmert dorp. Dat behalven een goede kerk, een deftig raadhuis, een waag en een weeshuis heeft. De haven is fchoon met paalagie voorzien, en heeft zyn uitwatering in het Volksrak. Fraaie tuinen en bogaarts verderen hetzelve alom, 't heeft een jaar en weekmarkt. Het bouwen van aardappelen, is hier een hoofdzaak. Bommel heeft mede een goed dorp, waarvan de haven in het Haringvliet uitloopt,, 't zelve is bloei-  Soo de JONGE REIZIGER bloeiend door Visfchery en Scheepvaart. ———• Elft, fteur en zalm worden hier rykelyk gevangen. ——— Men vindt hier behalven de kerk, een zegenoemde polders raadkamer en lands raagazyn. 'c Is even als de Plaat, ryp in tuinen en bogaarts. Verlbheidene andere buurten en gehuchten worden in deeze ambagtsheerlykheid gevonden. Stad aan 't Haringvliet. - ■ " De naam deezer ambagtsheerlykheid drukt deszelfs ligging genoegzaam uit. - Behalven de voortbrengzels welüe in de omgelegen landen gevonden worden, kweekt men hier voornaamlyk ajuin en aardakkers, doch wel het meest van allen de meêkrap. 't Dorp heeft een haven van eenig aanbelang, groot genoeg om Fransvaarders, die met wyn enz. geiaaden zyn, by nood te bergen. Er is een rechthuis, een kerk en tooren, en een foort van wachthuis, 't Is bloeiend door allerlei neeringen en bandteeringen. * Middelbarnas legt aan 't Haringvliet in 't noordoost van Flakfce. Het dorp m.'est onder dien naam bekend, heet ook St. Micbhl in Putten en Mynheerfen, 't is zeer fraai, met ver£cheidene fhaaten bebouwd, waaronder devoor- flraat  ©oor NEDERLAND. 301 ftraat uitmunt, die met twee ryen boomen beplant is, in deszelfs midden ftaat een fteeae pomp, en 't Raadhuis , uit welks dak een too- tentje ryst, aan het einde. Zie verder het werk. IX. HOEKSCHENWAARD. Al het land dat tusfehen de oude Maas en Hol* landsdltp, tusfehen de Dorttche Kil en het Spui is gelegen , wordt den Hoekfchenwaard, genoemd. ——- In den vervaarlyken ftorm des jaars 14:21. die den bieschbosch vormde, wierd ook deeze gantfche uitgeftrektheid door het water overloopen. Doch naderhand weder boven gekomen zynde, is het behoorlyk in een ringdyk beflooten. Hier leggen: Beierland, dat in drie ambagtsheerlykheden verdeeld is, die wy vervolgens zullen behandelen. Zy worden genoemd Oudbeierland, Nieuw* en Zuidbeierland. Dit land dat een enkele aanwinst uit de rivieren is, en in vruchtbaarheid zeer veele andere overtreft, ontving zyn naam van  S02 de JONGE REIZIGER van de gemalin van den ongelukkige VAmoral Grave van Hoorn, die SAB1NA van beibken heete. Het zeivegrenst noordwaard aan teoudeMaas enhet/^;'008 twaafJ *™ Strytn, heeft het ZUid£n' Cn G^«, nevens riershtl ten westen. 0«.W, heeft een zeer fraai en uitge. ftrekt dorp, eene kleine ftad gelyk , voorzien raet een ruime haven, die zeer vee} bezocht wordt door Groninger tjalken, ter inlaading van vlas, waar van de teelt in deezen omtrek onge, meen groot is. Het marktplein is ruim enfchoon. De kerk en toren aanzienlyk; mén kan de laatfte door deszelfs hoogte op een verren aftand befdiouwen, en de eerfte die een kruiskerk is pronkt behalven met een fraai glas verbeeldende' eomono en zyne Gemalin, biddende; eene grafkelder, waarin eene des Graaven dochteren sabin a genoemd, begraaven ligt. De landftreek is bekoorlyk zo door de lommerrykheid der breede wegen, als de fchoone vlas en koorenlanden, en menigte welbeplante boomgaarden, die de lekkerfte vruchten opleveren, vooral zwarte krieken, die nergens beter gevonden worden, en zo eigenaartig aan deezen grond zyn,  door NEDERLAND. 303 zyn, "dat zy nergens na toe verplant willen worden, zonder merkelyk te verbasteren. Nieuwbeierland aan Oudbeierland en het Spui gelegen, is met het laatfce in vruchtbaarheid en aangenaamheid geiyk, doch het dorp dat ten westen ligt is veel minder aanzien'yk, evenwel niet vau de kleinfte, en omringd met fchoone wandelweegen. Zuidbeierland ook aan Oudbeierland en het haringvliet fluitende, heeft een diftrict in zich dat de Hitzen genoemd word, hier in legt het eigenlyke dorp, dat tamelyk fraai, aangenaam en met een goeden kerk en tooren voorzien is. V Land van Stryen legt aan de oostzyde langs de Kil, ten zuiden aan het Hollands Diep; en ten westen aan de Beierlanden. Het zelve bevat verfcheidene ambagcen, die wy den een naden ander zullen opnoemen, als: Stryen aan het Hollandsdiep gelegen, heeft een aanzienlyk dorp met een kerk, ei» is van eene goede haven voorzien. — Niet verre vaq hier ligt een vermaarde fluis, het bloeiend gehucht, het Stryenfcbe Sas genoemd, zynde de gewoonlykfte overtocht na Brakand, en wel op de Moerdyk, deeze plaats is vermaard door het verdrinken van Prins jan willem frïso die op  304 de JONGE REIZIGER op den 14 Jury 1711 uit het leger by Ryzdböömende alhier zoude overvaaren , wanneer het vaartuig, hoedanige men hier bengflen noemt, door een rukwind omver lloeg, zodanig dat de Prins die in de koets zat, ondanks alle aangewende moeite niet te redden was. Ciïïershoek, dat by oud Stryen legt, heeft een klein kerkdorp, en anders niets aantekenenswaardig. '« Heeren Huigeland of de St. Antonies Volder legt tegens Cillersboek aan, en is aanmerkelyk, omdat alhier het eenig land is, dat door den watervloed van 1421 niet is bedolven geweest. Einde van het Derde Deels Tweede Stukje,  D E JONGE REIZIGER d o o a. NEDERLAND. III. DEELS, HL STUK. Vervolg van de HOEKSCHENWAARD. JJ^estmaas en Groep zyn twee ambagtsheerlykheden van weinig aanbelang, grenzende aan V oude Land van Stryen, in het eerfte ftaat een kerk voor de twee ambagten. Kromftryen is verdeeld in oud- nieuw- klein en groot - Kromftryen, en Numampolder. In oud Kromftryen is een tamelyk goed dorp Klaasviaal genoemd. —— De drie andere Kromftryens hebben niets aanmerklyks. UI. Deel. Va 1%  308 di JONGE REIZIGER In Numanspolder ligt tegens den dyk aan een tamelyk net Dorp, dat Numansdorp genoemd wordt. ^ V Gravendeel en Leerampt is een ambagt, dat zich langs de Kil uitftrekt, en een fraai dorp dat zeer levendig is. Moer kerker land is de algemeene benaaming der ambagtsheerlykheden. Puttersboek dat aan de oude Maas ligt, en met een Dorp van dien naam verfierd is, 't welk een goede haven heeft, en zeer bloeiend is, zo uit hoofde van de doortocht der fcheepen , als het overvaaren na Heer Jam Dam. Kerk en too. ren is fraai. Maasdam is gelegen aan Puttersboek ,en heeft een kie n dorp van denzelven naam. Myns Heer en Land van Moerkerken, is een aanzienlyk ambagt, tusfehen Puttersboek en Maasdam, in hetzelve ligt een niet zeer groot dorp. Heinenoord legt aan de oude Maas tusfehen Puttersboek en Gmdfchalksoord. 'tHeefcwel een Dorp maar daar in is niet byzonders. Gooidfchalksoord is een vrye heerlykheid tusfehen Heïneoord en Oudbeierland, zonder kerkdorp, doch aanm rkelyk omdat het enken of allodiaal h, 't geen zelden plaats heeft. X. Nier-  door NEDERLAND. 309 X. Nieüwaart, Zevenbergen, hooge en laage zwaluwe, Geertruidenberg en Lan- gestr aai. De Heerlykheid van Niervaart of de Klun» dert legt ten noorden aan 't Hollandsen diep. — Voormaals was hier een fchoon en bloeiend dorp, vol koophandel, byzonder om dat de groote fcheepen hier voorby heen moesten. "*■■■ ■■■ Dan twee kort op een volgende rampen als zwaare brand en watervloed vernielden het. De eerfte viel in 1420, de tweede in 1421 voor. Thans heeft de polder geen dorp, maar in de Heerlykheid legt: De Klundertt eene kleine ftad aan de roode vaart gelegen, niet verre van de Willemftad. Door het gemelde watertje heeft zy communicatie met het Hollandsch diep. i*an deszelfs mond pleeg ter dekking een Fort te leggen, dat Noord Jchans genoemd wierd, doch thans geflecht is. Het Radje legt zeer netjes in zyne wallen, die vier bolwerken hebben, omringt zyn van eene gracht, en door halve maanen en een contraV 3 fcharp  3'o de JONGE REIZIGER fcharp gedekt worden. Over den ftroom ligt het Forr Suikerberg. Van binnen is de Had met rechte ftraaten bebouwd, waarvan de voornaamfte de ftad in tweeën deelt. In 't midden is een taamlyk fraaie gracht, die men de kreek noemt. De kerk is van deeze eeuw, als zynde de oude in den jaare 1737 afgebrand. Zy ftaat op een ruim plein, en is wel van aanzien. —. Het ftadhuis ftaat mede op een plein met boomen beplant. — Hier wordt de markt gehouden. — Voorts is er een huis van den Prins en een landsmagazyn Zevenbergen eene Heerlykheid die ten noorden aan de roode vaart paalt, heeft in 't geheel geene dorpen, maar een ftadje van dien naam, weinig grooter dan Klund^rt, het zelve is zeer vermaaklyk en netjes bebouwd. _ De doortocht na Antwerpen maakt het hier bloeiend. - Eertyds zou het een groote ftad geweest zyn, waarvan men laater de' grondflagen ontdekt heeft. Thans is zy onbemuurd. Zy leed vee] door den watervloed in 1421, en deelde in de beroerten ten tyde van vrouw Ja co B a toen zy door Gbrkit van Zevenbergen, den Gravinne fterk toegedaan, verdedigd wierd tegens Hertog Filips, voor wien hy eindelyk moetende bukken, wierd hy na Rysfel gevoerd, en tot den dood der Gravin gevangen gehouden. De  öoör NEDERLAND. 311 "De Schans N oir dam die hier by legt is fterk, 2o dat de Graaf van Mansfeld dezelve in 1589 vergeefs belegerde. De kerk is taamlyk fraai, maar "t ftadhuis heeft ni ts aanmerkenswaardig, gelyk ook geene def ' andere gebouwen. In deeze heerlykheid legt nog het gehucht de Moerdyk, alwaar men aan land,, als men van het Stryenfcbe Sas na Brabcmd wil. De Honge Swaluwe ligt ten oosten van Zevenbergen en heeft een goed dorp. De laage Swaluwe, is een ambagt dat omtrent een uur ten noorden van de hooge Zwd{uwe legt, en van een tamelyk goed dorp voorzien is, van waar men over kan vaaren o\re de biesbosch op Dordrecht. Driemylen of Dremmelen en Stanharen legt tusfehen de hooge heerlykheid van de Swaluwi en GeertrUidenberg. 't Zelve is eene ambagtsheerlykheid. • 't Heeft flechts een kleirt dorp, waarvan de ingezetenen zich met Steur, Salm- en Elft -videhen op den biesbosch geneeren. De heerlykheid * Geertruidenberg, heeft een ftad van denzelven naam, van welke wy hier voor in het werk gefprooken hebben, V 4 Ma-  Si» de JONGE REIZIGER Made is een ambagtsheerlykheid en dorp; dat onder 't Rechtsgebied van Geertruidenberg be. hoort, doch zo ver ik weet niets aanmerkenswaardig heeft. De Langeftraat voor zo verre dezelve tot Holland behoort, is gelegen tusfehen Geertruiden» berg, Waalwyk, de oude Maas, debaronnyvan Breda en de Meiery van den Bosch De- wyl in dit oord eertyds een zeer lange rechte ftraat gebouwd was, welke nog op zommige plaatfen bekend is, fchoon de zwaare watervloed van ?4n dezelve inzwolg, alleen de toorens van Baartwyk en Raamsdonk overlaatende, mag men daaruit vryelyk de naamsoorfprong gisfen. . Dit land brengt een verwonderlyke menigte hooi voort. De rivier de Dongen, die in de Meiery de Turnhout ontfpruit, door de baronny van Breda na Geertruidenberg vloeit, en aldaar in de biesbosch valt, fcheidt het ambagt Raamsdonk van de laatstgenoemde heerlykheid het zelve bevat een dorp van dien naam, waarvan de kerk naet eenen fraaien tooren pronkt 9 die in het begin deezer eeuw door den blixem afgebrand zynde, weder vernieuwd wierd. 't Ia over 't geheel aanzienlyk en heeft een fchoon marktveld, waarop men de jaarmarkten en week- mark-  5 door NEDERLAND. 313 markten houdt. ■ Van het oude Karthuzer klooster, 't geen hieromtrent te ftaan plagt, zyn nog de grondflagen te zien. Een nieuw gebouw met fchoone plantagiën, draagt daar den naam van Chartroije. Groot Waspik legt ten oosten van Raamsdonk, en heeft een tamelyk goed dorp. Klein Waspik legt weder oostlyker, hierin 2yn zelf geene huizen. Grevelduinkapeldzx mede aan oud Waspik paalt, heeft in tegendeel meer dan tweehondert huizen en daaronder een dorp dat met kerk en tooren vercierd is. Nederwynkapel dat aan Grevelduin grenst, is enkel hooiland en heeft geene huizen. Zuidewynkapel dat hier ten oosten legt, is mede in denzelven toeftand. Besoyen dat aan Grevelduin en Zuidewyncapel legt, heeft weder een kerkdorp, dat wel beltraat is; men vindt er nog eenige overblyfzelen doch zeer gering van een oud kafteel. Sprang aan Bezoyen grenzende , heefc een kerkdorp van dien naam, waar van de kerk ruim is, en die een zwaare tooren heeft. De boomrykheid maakt dit ambagt vermaaklyk. In een boschje niet verre van het dorp, legt hec huis te Sprang. V 5 's Gra-  3H oa JONGE REIZIGER 's Gravenmoer is een ambagt tegens de greni zen van Braband, met ruim tweehonderd huizen en een kerkdorp. XI. 't LAND van HEUSDEN. V Land van Heusden. wordt door de Maas Van de Bommeler Waard gefcheiden. Deszelfs omtrek is by de zes uuren gaans. —— De grond is hier verfchillend. — Zandachtig aan de zuid- zyde, die tegens heilanden paalt. Klei, aan den noordkant, langs de Maas en westlyker veengrond. Behalven dat hier zeer veel goed bouw en wei-land is, mag men de teelt van Hoppe hier als het voornaamfte produér aanmerken. — Hierin leggen. * Heusden een fterke ftad, waarvan wy in het werk zelve wydioepiger gefproken hebben. Hsrpt is een dorp met een klein kerkjen, zeer naby Heusden, waarvan ons niets byzonders be? kend is. Beerne is mede naby Heusden gelegen, en voor 't tegenswoordige van geen byzonder belang. Hedikbuizen legt een uur ten oosten van Heusden aan de Maasdyk. 't ls door deszelfs boom- ryk-  door NEDERLAND. 315 rykheid een zeer vermaaklyk dorp, hoewel klein. Engelen drie uwen van Heusden na den kans van den Bosch aan de Diere, naby Crevecceur, een bekende ichans, is een klein dorp, fchoon aangenaam om zyn geboomte , en voorzien van kerk en tooren. Vlymen is een voornaam ambagt, ten zuidoosren van Herpt. Het dorp des ambagts naam voerende, legt zeer vermaaklyk in 't geboomte. Hopkweekery is hier de hoofdhandteering. De kerk is van een hoogen tooren voorzien, was eertyds groot, doch een aanzienlyk gedeelte daarvan legt in puin , zedert den oorlog mee Spanjen. Oud Heusden en Ehbout maaken eene heerlykheid uit. Het dorp dat den eerften naam voert is klein, en legt byna aan de poorten van Heusden, in een zeer vermaaklyke landftreek. Ehbout legt een half uurtje bezuiden de ftad, en is ook niet groot, de kerk is eigenlyk maar een kapel. Baanwyk is een aanziedlyk dorp in de heerlykheid van dien .naam. Men kan ten deezen opzichte aanmerken, dat d:t het eenige dorp in deezen omtrek is, alwaar men een oud mannenhuis vindt. On.  3i6 de JONGE REIZIGER Onzenoord is een vrye heerlykheid zo wel als Baarfwyk in de Langeflraat gelegen. Hec dorp van dien naam brande Ao. 1346 af, door een voortgaande vlam, die te Vlymen zyn begin nam, en ruim driehondert huizen verteerde. — Hier is een oud deftig kafteel, dat vermaaklyke wandelwegen heeft. Heesbeen is een ambagtsheerlykheid, waarvan het dorp ten zuidwesten, Hechts een vierendeel uurs van Heusden ligt, aan een vermaakelyke ryweg, die geheel met boomen beplant is. Het dorp is klein gelyk men kan afmeeten, als men weet dat hetgehéele ambagt maar vier - en - twintig huizen bevat. \t Huis te Heeshesn in J589 gehoopt, en naderhand weder opgebouwd ftaat by het dorp en is met eene gracht omringd. Boeveren legt aan de oude Maas, ten zuiden van Heusden is zeer klein, en heeft een oude bouwvallige kerk. Het omleggend land is laag en broekachtig, byna niets voortbrengende' dan gras en hooi. Genderen iets noordelyker gelegen is klein, maar vermaaklyk, zo om de boomrykheid als het bouwen van Hop en Hennip, Het heeft een fraai, hoewel klein kerkje. Drongelen een uur gaans van Heusden aan de westzyde, is naby de oude Maas geleegen , is tamelyk groot, rondsom in geboomte, bouw en teel*  door NEDERLAND. 317 teeltenden bevat. De kerk is nog vry nieuw, maar niet groot. Babilonisnbroek legt naby het Land van Altena is klein en omringd van laage weilanden. Wyk ten noorden van H.usden, aan de Moerdyk geleegen, is een deftig dorp, op een zeer vruchtbaaren en ryk met boomen beplanten grond. Men heeft het tot een ftad willen maaken, waarvan men nog de bepaalingen zien kan. Dan tusfchenkomende zaaken belet¬ ten dit. -—- 't Is echter vry groot, heeft een fraaie kerk en hoogen tooren. —, Een aantal adelyke huizen omringen het, waarvan wy alleen het afgebrande flot op den Berg noemen , uit hoofde van deszelfs recht als een vryplaats voor de doodflaagers, 't Welk nog in 't laatst der voorige e?uw is waargenomen, met betrekking tot twee edellieden , die een manflag begaan hebbende, herwaards vluchtten cm lyfberging, die hun ook vergund wierd. Aalburg legt ten zuiden van Wyk, en het dorp ftrekt zich langs de Maasdyk uit. — De kerk daarvan is klein. Veen ten noorden van de laatsgenoemde heerlykheid heeft een dorp van dien naam, dat tanjelyk groot is. 't Is omringd met fraai geboomte en bogaards. Eetben  Si8 de JONGE REIZIGER Eet hen is eene hooge heerlykheid aan Heesbecn paaiende, hec heeft een goed dcrp, waarvan echter niets aanroerklyks. Meeuwen legt meer westwaard, is ook eene. ho ge Heerlykheid, waarin hop vlasch en hennip in ruime, maate gekweekt wordt. — Men vindt er ook hooi en weilanden, 't Meeste geboomte alhier is willig, waardoor, van hier veel rys en teenen komen. — Nooteboomen groeien hier ook welig. Het dorp is bloeiend, met deftige huizen vercierd. Niet verre van de kerk ligt het adelyk flot het Huis te Meeuwen, dat zedert deszelfs opbouw byna gelyk gebleeven is, het is groot, welbetimmert, en uit grachten opgehaald. — Het zelve wierd Ao. 1360 gedicht. Bokhoven, dat eene vrye onafhanglyke heer. lykheid is, legt eigenlyk aan het Land van Heusden aan de Maas. In het zelve is een k'ein dorp met een kerk die by de Roomschgezinden bezeeten wordt, als zynde alle inwooners bier van dien Godsdienst. — Het kafteel is groot, doch vervallen en onbewoonbaar. -. Alleen is het Voorburgt daarvan nog in dien ftaat dat het bewoond kan worden. Hetzelve heeft een zwaare voorpoort met fraaie zeskame toorentjes, en is met goede tuinen omgeeven. — Van het eigenlyk flot is niet over dan ruïnes van toorens, gewelven en muuren.  door NEDERLAND. 319; XII. 't LAND van ALTENA. V Land van Altena wordt noordwaard door de Merwe befpoeld* en gefcheiden van bet land van Arkel, -de Maas fchiet ten noordoosten tus-' fchen Altena en de Bommeler waard, ten oosten heehhetbet. land van Hiusden, westwaard loopt het tot aan de Biesbosch. - De grond is matig hoog, vruchtbaar, vooral in rosge , garst en: koolzaad. Vlas en hennip wordt hier ook aangekweekt. De meeste wegen in dit land zyn beplant met wilgen-, zommïge met noote-hoornen. Hierin legt de ftad * Woudrichem, ook Wor~ hum genoemd., over Gcrcum aan de Merwe wy hebben dezelve in het werk zelve befchreeven En gaan dus over tot de ambtsheerlyicheden Almktrk ligt aan het watertje den Alm, waar. van het zyn naam ontleent, 't Js ?o wel ten aaneen van de heerlykheid zelve, als van het dorp grooter dan eenig ander ambagt in dit land ~De landftreek is vermaaklyk en vruchtbaar. V Dorp legt omtrent vyf kwartier van Workum, is Volkryk enleevendig, Wyl er van hier veel khc p"  ji0 d ï JONGE REIZIGER Icheepvaart op onderfcheiden Hollandfche fteden is , eu de postwagens die van Utrecht over Gorcum na Breda ryden hier pasfeeren moeten. De kerk was voormaals groot, nu is alleen het choor nog ten godsdienst gefchikt. Het flot der Heeren van Altena waarvan zedert 1680 byna niets meer te vinden is, plagt hierop een heuvel te ftaan, die het gezicht heeft over 't geheele Land van Altena, thans is deszelfs kruin ïegelmaatig met lindeboomen beplant. Sleewyk ligt ten noorden aan de Merwedyk, Het dorp deezer ambagtsheerlykheid is niet groot, leggende fchuin over Gorcum. — Het veer waar men na de laatstgenoemde ftad overvaart legt een kwartier hier van daan, alwaar de rivier een taroelyke breedte heeft. Werken is een ambagt zonder dorp, westwaard van Sleewyk, 't geen echter voormaals een kerk plagt te hebben. Emmikhoven, Gonswyk en Waardhuizen zyn drie heerlykheden onder een Rechtbank , een uur gaansten zuidwesten van Workum, in een vruchtbaare landsdouw, doch allen zonder kerkdorp , hoewel Emmikhoven en Waardhuizen Voormaals een dorp plagten te hebben. Uit,  door NEDERLAND. 33ï Vüwyk aan den ouden loop des Almftrooms, heeft een klein Dorp, drie kwartier van Workum. De Hille legc ten zuiden van Waardhuizen, het zelve heeft een zeer klein Dorp, daar de ge< heele Heerlykheid maar twintig huizen in zich bevat. Andel. «Aai £en Ambagtsheerlykheid met twee Dorpen, die Opper- en Neder - Andel genoemd worden, leggende vry naby een, en beide zeer vermaakelyk aan den dyk, ruim vyf kwartier van Weudrichem. Giefen legt aan Neder Andel heeft een vermaaklyk dorp aan de Maasdyk die met nooteboomen en andere vruchtboomen beplant is ook is de landsdouw hier bekoorlyk. Ryswyk zuidwaard aan Giefen palende, heeft een zeer vermaaklyk dorp. • Loevefiein eene vesting aan de Merwe over Koudrtchem, van welke wy in bet werk zelve gefprooken hebben.  3aa de JONGE REIZIGER XIII. ZuiDHOLLAND. *t El LAND VAN Dordrecht. Zwyndrecht- S c h e N waard en RI eI) e R waard. Ia Zuidholland, gelyk men dit deel der Provinciemet onderfcheiding noemt,vindt men bezuiden de Met we, en dus oostwaard van den Biesbosch, vooreerst: Werkendam, eene ambagtsheerlykheid met een tamelyk welgefteld dorp van dien naam , westwaard van Woudrichem geleegen, 't welk in de voorige eeuw kort na elkander tweemaal ia afgebrand. 't Zelve heeft een foon van ha¬ ven, die nog al vry veel bezocht wordt. Visfchen, vogelvangen en het aankweeken van willige boomen, die hier zeer tierig groeien, is der ingezetenen voornaame bezigheid. De kerk is ruim, zynde in deeze eeuw merkelyk vergroot. De ambagtsheerlykhaid zelve paalt 'van het noorden beginnende aan de Merwefiroom, het Land van Altena en de Biesbosch. Dusfen Munfterkerk en Dusfen Muilkerk zyn twee ambagtsheerlykheden welke te zamen maar eene kerk hebben, welke in het laatstgenoemde  door NEDERLAND. 343 diftriét ftaat, Dutfenmanlerherk heeft een vry aanzienlyk flot, niet fchoone plantagiën en vy^ ve.s verlierd,de landsdouw hier omtrent beftaat uit weide en bouwland, en is zeer vruchtbaar en vermaaklyk. Bet Eiland van Dordrecht, dat beperkt wordt door de Merwe, de Biesbosch en de 's Gravendeel/che Kil, heeft eigenlyk maar een dorp gelegen in de ambagtsheerlykheid Dubbeldam, en ook dien naam voerende, 't zelve is meer dan hondert huizen groot, en de uitgellrektheid van dit ambagt is vry aanzienlyk, als van het oost tot,het west, de gantfche lengte des Eiiandsbeflaande. Wieldrecht, de Myl en de MerWedepoldef, ffiaaken het overige van dit eiland uit. Wieldrecht ftrekt zich langs de zuidzyde van Dubbeldam en westwaard langs de Kil. \ is öanmerkenswaardig om dat in dit ambagt, de Zyloi Sluis zou gelegen hebben, welkers onverfchoonlyke verwaarloozing de eerfte aanleiding zou geweest zyn, tot de doorbraak en overftrooming der groote Hollandfche Waard, in den Jaare 1421, door welke die verfchriklyke verwoesting in deeze ftreeken voorviel. — Van de andere ambagten is niets byzonderi aantemerken. 1 X a „ De  SM »! JONGE REIZIGER De Zwyndrechtfchen Waard, legt tegens over en wel ten noordwesten van Dordrecht, op eeneiland,'t welk algemeen met den naam van Tzelmonde befte mpeld is. 't ïs hier zeer vruchtbaar en vermaakelyk, terwyl dit oord door twee fraaie binnen waateren doorfneeden is, dezelve heeten, de Devel en de Waal. In deezen Waard leggen verfcheidene Ambagtsheerlykheden als: Heer Jansdam, 't welk een dorp van denzelfden naam voert, en geenzins onaanzienlyk is, zynde net betimmerd, en zich in de lengte uitftrekkende, men vindt hier een veer op Heinenoord om verder na 't Stryenjche Sas te kunnen koomen. De Lind legt ojstlyker, en onderfcheid ztch in de groote en kleine Lind; 't eerfte van deeze ambagtsheerlykheden heeft een kerkdorp. Heer Oudelands Ambagt legt aan het watertje de Devel, heeft een klein kerkdorp, doch geen eigen leeraar. * Zwyndrecbt dat men ook Schobbelands am* bagt noemt, is gelegen vlak over Dordrecht, en wel het meest betimmerd in den gantfchen Waard. Van het dorp, deszelfs vermaak- lykheid, grootte, neering enz. daarvan hebben wy in het werk zelve gefproken. Meer»  boor NEDERLAND. 325 Meerdervoort is eene ambagtsheerlykheid tusfehen Zwyndrecbt en de groote Lind, dezelve heeft geen kerkdorp, maar haar fieraad is de buitenplaats van dien naam, welke reeds honderden jaaren bekend was, en welke byzondere aangenaamheden heeft van fonteinen, en vyr vers. Kyfhoek aan den Devel tusfehen Heer Jansdam en Oudelands ambagt. Hoewel men hier nog geene twintig huizen telt, is er echter een kerk. Hendrik Ido en Scbildmanskinderen ambagt. - ■ - Dit ambagt heeft een groot dorp met een eigen kerk, en grenst aan Zivyndrecht. Rysoord en Strevelsboek zyn twee ambagten met een kerkdorp in het eerfte ambagt, doch het zelve is zeer klein. Men heeft hier een Tolbrug over de Waal op den weg na Rotterdam. Sandelings of Adriaan Pieters ambagt —— heeft geen kerkdorp, hoewel er circa dertig huizen in zyn. Het zelve is gelegen aan de Waal, tusfehen Hendrik Ido ambagt, en Ryscort. De Riederwaard, ten zuiden van den Zwyndrechi/cben Waard gelegen, heeft alleen het ambagt Riederkerk, zynde talryk in gebouwen, en met een goede kerk voorzien. >- : Tz eU  3a5 dï JONGE REIZIGER Tzelmonde, beftaande uit Oost en West Tzelmonde, het zelve legt ten westen van Rieder. kerk, en heeft zyn naam van dat het aan den mond des Yfels legt. Oostyzelmonde heeft een fraai dorp, dat over het Kralingfche veer gelegen is, alwaar ongemeen veel pasfage is, na Dordrecht en daardoor tamelyk bloeiend. > W'.styzelmonde is zedert hondert jaaren merkelyk in het getal van huizen afgenomen, zynde van honderd en vyftien op zesendertig verminderr. Oost en West Baarendrecbt en Karnis/e zyn drie ambagtsheerlykheden. Het eerfte grenst ten noorden aan Riederkerk, het tweede legt als natuurlyk afteleiden is, ten westen van het eerfte en Karnisfe legt tusfehen West Barendrecht en Charlois. De drie ambagtsheerlykheden hebben te zaamen maar eene kerk, die in West Barendrecht ftaat. De huizen zyn meestal verftrooid, echter is het zeer levendig. XIV.  door NEDERLAND. 327 XIV. ALBLASSERWAARD. De Jlblasferwaard is gelegen tusfehen de Lek en de Merwe, de eerfte rivier fcheidt dezel. ve van de Krimpenerwaard ;ten oostsn heeft zy de landen van Arkel en Vianen. Het land van dit vry uitgeftrekt oord, is niet van het beste, meestal laag hooiland, gedeeltelyk mèt hennip bebouwd, en op veele plaatzen enkel gefehikt tot Wilgen, waarvan men gewoon is de hoepels te maaken. De hennip die hier omtrent groeit valt op een en dezelven grond tweezoortig, waarvan de eene alleen tot zeildoek, en de andere tot touwwerk verbezigd wordt. • Zeker fchryver zegt dat deeze hennip niet goed is tot Kabels maar wel tot jlaandwand,wy gelooven dat men best doet zich in het gebruik van deezeheanip eot loopendtouiverk te bepaalen, althans zo zy niet goed is tot kabels zal zy Mootftaandwand^t mede nog al wat telyden heeft, ook niet veel betekenen. Men noemt deeze on. derfcheidene foorten Gellingen en Zaadlingen, men plukt eerst de Gelling en daar na de andere, omdat men van den eerften nooit zaad erlangt. Men verdeelt deezen Waard in twee deelen, de Over en Nederwaard genoemd; hebbende de eerfte flechts een Waterlchap, maar de andere X 4 «wee,  3*8 r>E JONGE REIZIGER twee, re weeten: het Waterfchap van de Graaf en Jlblas en het Nieuwe. Zwwte dyken omringen deezen Waard, doch alle mogelyke voorzorg heeft dezelve niet voor veele overflroomingen kunnen behoeden. Zom. rn.ge zyn door hooge zeevloeden, doch de v.r. fchnklykfte door 't opkroppen van 't bovenwater by ysdammen veroorzaakt, dezelve opretellen gaat buiten ons beftek. — Die van het Jaar Ï74i was een der aanmerklykfte in deeze eeuw. De ambagtsheerlykheden van deeze Waard zyn de volgende: Slydreebt, er) daar onder Naaldwyk en Lok-, hor si met Niemandsvnend* —_ 't Zelve legt langs de Merwe„ tusfehen Giezendam en Papendrecht. Naaldwyk is het oostlykffe, Slyarecbt. het middelde en Lokhorst en Niemandsvriend het westlykfte. _ Het corp van dit ambagc legt in bet middelde gedeelte, en voert dien naam. 't Is gebouwd langs de Merwedyk, vry lang, en matig van timmerage. De beftaansmiddelen zyn hier de Salmvangst, biezenfny. den en landwaard de hennip teelt. Alblas ten noorden van Papendrecht, wordt door den ftroom van dien naam doorfneeden, leggende ook het dorp daar aan, 't geen matig gebouwd is. • - - 41-  door NEDERLAND. 3a0 Alblasferdam ten oosten van Alblas, heeft een groot en fraai dorp met een goede haven, die door een fchoone fluis de uitwatering van den ftroom Alblas in de Mcrwe bevordert; Lekker land legt ten noorc'en aan de rivier de Lek, en grenst ten zuiden aan Alblas en Alblas» ferdam. In hetzelve legt een klein dorp, dat in de Nederlsndfche onlusten van vroeger tyden af- brande. In deszelfs nabuurfchap vindt men een gehucht het Ehbout genoemd,zynde daarin de twee welgebouwde Gemeenelandshuizen van den Over en Nederwaard. Streefkerk een der aanzienlykfte amhagten , legt ten oosten van Lckkerland, het heeft een fraai dorp, dat zeer aangenaam langs de Lekdyk gebouwd is, Molenaarsgraaflegtby Hofwegen aan de Graaf ftroom en heeft een kerkdorp, JFrandwyk en Gybland maaken eene ambagtsheerlykheid tusfehen de twee laatsrgenoemdë , hebbende een kerkdorp dat in Brandwyk ftaat. Bieskingtgraaf, legt ten zuiden van Streef kerk en werd van den Graafftroom doorfneden. 1 ■ Het dorp .is fraai met geboomte beplant, paar de kerk en tooren zyn oud. X 5 , Gie*  330 de JONGE REIZIGER Giezen Oudkerk legt ten oosten van Giezen. dam 3 cn het dorp ten noorden van de Giezeftroom. Giezendam ten zuiden van de voornoemde ambagtsheerlykheid , is vry groot, heeft een dorp met een niet zeer ruime kerk, maar een haventje dat in de Merwe uitloopt, het legt langs den Hogendyk. Liesveld is eene Baronny, die verfcheidene ambagten en dorpen heeft. Zy ftrekc zich langs de zuidlyke oever van de Lek, beginnende by Nieuwpoort, en loopt voort tot Streefkerk. In het zelve leggen: Gelkenes aan de Lek, hebbende geen dorp. Ammèrs - Graveland, Achnrtand en Peulwyk te zaamen een ambagt uitmaakende, 't welk achter Gelkenes legt, op welks grond zelf het dorp ftaat, dat tamelyk groot is. Omland legt meer zuidwaard, zynde het dorp gering, , Peurfum nog meer zuidelyk, heeft geen kerk, en fleehrs weinige huizen. Papendrecht is eene hooge heerlykheid ten zuiden van Alblas en paaiende aan de Merwe. Het dorp is zeer uitgeftrekt, en beroemd wegens de voornaame Salmvisfchery, ook heeft men hier een veer op Dordrecht, Wyn-  door NEDERLAND. 331 Wyngaarden en Ruigbroek nrede een hooge heerlykheid, leggende ren zuiden van Slydrecht, er • is flechts een gemeen dorpje in, dat daar ie boven noa; zeer verftrooid legt. Giesfen Nieuw kerk grenst ten noorden aan de Baronny van Liesveld. — 't Dorp dat ten zuiden van de Giesfenftroom legt is vry goed. 't Slot Giesfenburg, dac men de oudheid der Ro* meinfrhe tyden toekent legt hier omftreeks. Hofwegen lege tusfehen Molenaarsgraaf en Bleskinsgraaf is zeer kiein en heeft geen kerkdorp. Slingeland grenst aan Giesfennieuwkerk. Is een hooge heerlykheid zonder kerkdorp, met een kleine buurt, waar aan een veer is, het pinkeveer geheeten. Nederblokland grenst onder anderen aan Gtes- fennieuwkerk. Deeze hooge heerlykheid heeft geen kerkdorp, maar een zeer vermaaklyke buurt. Goudriaan dat in Oud en Nieuw Goudriacsn verdeeld is, grenst gedeeltelyk aan de Baronny van Liesveld. Het heeft een klein dorp, houdende de geheele heerlykheid flechts een en zestig huizen. Noordeloos is eene hooge heerlykheid van een Bitgeftrekten grond, onder anderen Mn Slingeland en Goudriaan grenzende. Hier plagt voormaals §en oud flot te ftaan, waar voor nu oen fraaihee- . ren  332 de JONGE REIZIGER renhuis gebouwd is, met zeer goede planiaadjen vercierd. Hardinhveld grenst aan het land van Arkel, Giesfetitiüuvjkerk enz. —— Het dorp dat langs de Merwedyk heen fchiet, is gantsch niet on* aanzienlyk, woonende hier veel aanneemers van dykwerk, in de kerk is eene niet geringe graftombe, ter eerevan den Heere Pompejus db Ro v EllCE. Wy hebben hier by deezen Waard nog aantemerken, dat het gedacht van Brederodb hier weleer zulke aanzienlyke goederen bezeten heeft, dat zy van Noordeloos af tot Dordrecht. toe, over eigen grond konden gaan , 't welk aanleiding geeft, dat zommigen hier de eigenlyke heerlykheid van Brederode willen geplaa.st hebben, daar anderen die in Kennemirland zoeken. XIV. KRIMPENERWAARD, De Krimpenerwaard is geleegen ten noordwesten van de Alblasjerwaard, wordt dus omringd ten zuiden va» de Lek, ten oosten van de Vlist, ten noorden en westen van den Tzel. Deeze Waard zal byna een derde kleinder zyn dan de voorige, heeft een laagen broekigen grond doch  door NEDERLAND. 333 doch is niet onvruchtbaar vooral in hooi, weide en henniplanden De handel in hoepels is hier zeer aanmerklyk. Niet minder dan den Alblasferwaard ftaat zy bloot voor inbreuken en overftroomingen, die uit dezelve oorzaaken voortfpruiten. De Heerlykheden, Ambagten en Dorpen van deeze Waard zyn de volgende: Krimpen op de Lek, waarvan de Waard zyn naam ontvangt, legt aan de zuidwesthoek, en heeft dus de Lek ten zuiden, Lekkerkerk ten oosten, Krimpen op den Tzel ten noordwesten. Het dorp 't welk als gemeenlyk den naim van het ambagt draagt, is zeer vermaakelyk aan de rivier de Lek gelegen, juist op de hoek daar deeze in de Merwe valt. — Veele der inwooners van deeze plaats zyn aanzienlyke kooplieden, en doen in zeerederyen. —- De zalmvangst en landbouw zyn hier ook van aanbelang. Krimpen op den Tzel dat hier ten noordwesten ligt, heeft een buurt zonder kerk, die echter van aanzien is, uit hoofde der fteenbakkeryen, fcheepstimmerwerven en matteweeveryen. —— In dit ambagt is een pont op Kapelle in Schieland.  234 de JONGE REIZIGER Ouderkerk op den Tzel, ftrekt zich zuidelyk uit tot aan Lekker kerk, en ten noordwesten langs den Tzel. Het dorp is van eene groote uitgeftrektheid langs de rivier gebouwd, waardoor het zeel vermaaklyk geleegen is, te meer wyl ook de postwagens van Dort en Gouda hierdoor pasfeeren, de kerk is oud, doch deftig, met kroonen, gefloeltens en wapenborden vercierd. Ook is hier de begraafplaats der Graaven van NasfaulaLek, men vindt in een fteen van de Confiflorie: anno r. b. r. m. i. p. dat is: Anno redemtionis . dominis of het Jaar der Verlosfin ge des Heet en 909. 't Geen zeker eene ongemeene oudheid aan-> duidt. De plaats moec bloeiende zyn, al3 men in aanmerking neemt, hoe veelerlei hier de beftaansmiddelen zyn. Want behalven het hoepelmaaken, en andere neeringen en handteeringen, welke deeze omtrek eigenaanig zyn, vindt men hier lynbaanen, wolwaslchery, fajetfabrie* ken,koorenwasfcheryen en leerlooieryen. Stormspolder/t geen men voormaals Kralingen noemde, legt ten zuidwesten van Krimpen, en is niet onder de Waard beflooten, maar een eilandje, door de zogenoemde flikflooc van dezelve  door NEDERLAND. 335 ve afgefcheiden. 't Heeft eene bloeiende buurt, met eene fcheepmakery. Berkwoud en Achterbroek maaken een ambagt uit, dat ten zuidwesten aan Krimpen paalt. Er is een kerkdorp van omtrent de tachtig huizen, doch het heeft niets byzonders. In den jaare 1708 wierd het grootendeéls door de vlammen verteerd, doch naderhand weder opgebouwd. Stolwyk ten noordooften tegen de Klist gelegen, 't Heeft een taamlyk groot dorp, dat vermaard is, door deszelfs lekkere kaas, alom by den naam van Stolfcbe Kaas bekend. Bergambagtook Heer Aartsberg en klein Ammers ook Ammerftol geheeten, is een hooge heerlykheid. Bergambagt grenst aan Lekker. kerk enz. Het dorp is taamlyk bebouwd, en op een vry hoogen grond geleegen. —— Klein Ammers heeft meede een dorp dac vry verrriaak1'yk legt, en taamlyk boomryk is. Zo men zegt', is de toeleg geweest om er een ftad van te bouwen. Lekkerkerk en Zuidbroek zyn twee ambagten die noord en zuidwaard aan één grenzen, en te zaamen eene hooge heerlykheid uitmaaken. Het dorp Lekkerkerk is een wel aangelegd dorp; dat beroemd is om zyne Salmvangsc. — — Ook bewaard men hier een beert* en dye fchen»  336 de JÓNGE REIZIGER fchenkel, benevens een muil, van zekere GwtRit Bastiaans die agt voet en drie duim Rynlandfche maat lang was. Men ziet zyn afbeelding in de herberg. Haastrecht lege ten westen van de Vlisu Men wil dat het dorp een ftad geweest is, en dn word eeniger maae bevestigd door de over gebleevene namen, van hier geweest zynde plaatzen, als de Doden, de Brugftraat, \ Kloofier en een heuvel Steenbergen genoemd waarop het kafteel zou gefhan hebben. Ook is er een Sradhuis. Zeildoekrederyen, en henniphandel zyn hier wel de voornaamfte beftaansmiddelen. Vlist en Bonnepas aan het water de VBst geleegen maaken een Ambagt uit, waarvan het laatfte eene buurt heeft. Gouderak is aan den Tzel gelegen, het dorp js gedicht vlak tegens over Moordrecht. — 'c is aangenaam omtrent deszelfs fituatie, en verdient byzondere aanmerking, uit hoofde van eene verpligting waaraan deszelfs ingezeetenen onderworpen zyn. Namenjyk: dat zy, in^evalie er te Gouda lyfftraffe geoeffend wordt, rondsom heÉ fchavo: de wacht moeten houden, vervallende de mncomparar.tm by de rolleering in eene boete van drie guldens. ^Men fchryfe die toe aan eene - - ».w», jjrugiiraat, c  door. NEDERLAND. 337 eene oproerige beweeging der voorige bewoo* ners van dit dorp, die te Gouda een misdaadi* ger van het fchavot zouden gehaald hebben. XV. de VYF HEERENLANDEN. Het diftridt bekend onder den haam van de vyf Heerenlanden, legt met den Albïasferwaard oostwaard aangerekend in eenen gemeenen ringdyk, bevattende V Land van Arkel, van Vianen en't Graaffchap Leerdam, zo ver het Holland betreft, Hageflein in Utrecht en Everdingen in Gelderland. Wy zullen derhalven hier alleen van de drie eerfte fpreekem V Land van Ar kei legt aan de Merzve, gelyk deeze rivier voorby de hoofdplaats Gorkum, reeds by ons vermeld heenvloeit. 't Zelve is meestal laag, doch brengt allerlei foort van koorn voort, dat van eene goede qualiteit is, zelf heeft men my verzekert dat hieromtrent zo goede roode tarw zou groeien als elders gevonden wordt. —— De ambagtsheerlykheden en dorpen hier onder behoorende zyn: Arkel aan de Linge welke ft room zich te Gor- III. Deel. Y ? * cum  338 de JONGE REIZIGER cum met de Merwe vereenigt, ten opzichte der verponding is het gemeen met Rietveld, doch 't zyn twee byzondere ambagten. 't Dorp heeft geen aanzien meer, en 't onde Arkelfche huis, is thans niets meer dan eene boerdery. Scbelluyfien legt niet verre ten zuiden van Gorkum aan de Merwe. 't Dorp is volftrekt van geen aanzien, maar er is nog een oud heeren, huis, dat men thans nog het kafteel noemt, en welligt vroeger aan de kommandery van de Ridders der Duitfche orde behoort heeft. Hornaar legt noord waard van Schellmnen, in dit ambagt legt een tamelyk goed dorp, met een kruiskerk en vry hoogen tooren, de kerk zou al in het laatst der zevende eeuw door Heer Jan vam Arkel herbouwd zyn, zo dat het ora deszelfs oudheid aanmerklyk is. Hoogblokland tegens het Land vm Fianen gelegen, heeft een dorp van dien naam, dat met eenig geboomte vercierd is. Leerbroek, Reierskoop en Middelkoop onder een rechtsgebied behoorende, hebben zamen maar een niet zeer aanzienlyk dorp, dat in het diftricT: van Leerbroek ftaat. Het laatfte legt tegens 't land van Vianen, Leerbroek, daar ten zuiden en Reierskoop ftrekt daar achter heen.  d o o * N E D fe R L A N D. 339 Nieuwland ten noorden aan Rtierskoop geleegen, heefc een klein dorp van dienzelfden naam, Oosterwyk is ten oosten aan Nieuwland geleegen, en heeft een gering dorp van dien naam. Kedichen legt ten westen van Oosterwyk, het dorp is niet onbevallig, hoewel klein, tellende voor dit en het Voorgenoemde ambagt te zaamett niet meer dan omtrent veertig huizen. V Graaffchap Leerdam, grenst ten noordwesten aan de landen van Vianen en Arkel. De paardefokkery is in dit land van zeer veel aanbelang. Behalven de ftad Leerdam, waar1 Van reeds gefprooken is; zyn hier nog zeven gehuchten , en twee heeriykheden worden er mede onder begreepeh. De namen der eerfte, alle van weinig belang zyn: Schalk, het hoog' einde van Middelkoop, Bruinsdeel, hoog Ooster•wyk , de Geer, over Heikoop en over Boeikoop. Schoonderwoerd is de eene heerlykheid welke hier toebehoort, leggende nog geen uur gaans iten noordoosten van Leerdam, in hetzelve leut een dorp van dien naam. Aquoi is eigenlyk eene baronny tusfehen Leer. dam en Asperen, de meeste der landen zyn gefchikt tot de koorenbouw, het dorp waarin Ao. 1565 de ftichter der orde van Janfenisten, corY a  340 de JONGE REIZIGER melius Jansenius gebooren wierd, legf niet verre van Asperen aan het riviertje de Linge. Heer Jan den VIII van Arkel, dichtte het'na zyn terugkomst uit het heilige land, werwaard hy ten kruistocht getoogen waar, eenige jaarenvoor het midden der twaalfde eeuw. Het nedereinde van Spyk behoort ook hier toe, als zelfs eene leenroerige heerlykheid van Leerdam zynde, welke aan de Linge gelegen is. — In hetzelve vindt men een klein, zeer vermaaklyk in bet geboomte gelegen dorpje. De vrye Heerlykheid van Vianen grenst tegens de Provincie van Utrecht. Van de ftad is op zyn tyd gefproken. De Environs zyn hier zo bekooriyk als misfchien ergens in Nederland, voor al het zogenoemde bosch tot deeze heerlykheid behooren: Heikoop en Boeikoop, leggende , gelyk men uit het voorige kan afneemen, tegens het Graaffchap Leerdam. In het zelve is een dorp van omtrent tachtig huizen. Lexmond en Achthoven. -•■ Hierin heeft men het dorp Lexmond, aan den Lekdyk. ——Wy ffcemmen hier niet in met hun die dit dorp aanzienlyk noemen, integendeel fchynt het ons naar hoewel na de kant van Lakeveld een aangenaame wandelweg is. La^  V 3 XVI door NEDERLAND. 341 Lakenveld een ambagt naby Lexmond, zonder kerkdorp, maar met eene verftrooide ftreek huizen langs den weg op Gorkum, het aankweeken van hoenders is hier misfchien grooter dan elders in de Provincie. Meerkerk, dit ambagt heet ten deele Bloemendaal, grenzende ten oosten aan Lakenveld. Het dorp is niet onaanzienlyk, hoewel niet groot. — De wegen in dit oord van Gorcum tot aan Lexmond, zyn uit der aart by regenachtig weder zeer flecht,en door het weinig onderhoud by winterdag naauw bruikbaar. Ameide is een dorp, dat echter veelal den naam van ftad gegeeven wordt, leggende nog geen half uur van Vianen. Tienhoven een ambagt aan Ameide grenzende $ van anderen denzelfden naam voerende, als gelegen in 't fticht van Utrecht omtrent Maarsfen, en in Gelderland omtrent Kuilenburg wel te on- derfcheiden. Het dorp is klein, en legt aan de Lekdyk.  343 de JONGE REIZIGER XVI. ASPEREN en HEUKELOM. De Baronny van Asperen en de Heerlykheid van Heukelom , niet anders bevattende dan de twee daar in gelegen lteden, dezelfde naamen voerende, bebben wy hier omtrent niets, na ons bellek aan te merken, dan dat het land hier omüreeks niet zeer vruchtbaar is, uit hoofde van deszelfs laage ligging. Allerleie waterge- vogelte tiert hier ongemeen. Alen teelt er nog al vry veel hoornvee aan, dog in het algemeen valt het ligter dan in de overige deelen van Holland. Zie over de fteden het werk Zelve. XVII. db BARONNY YSSELSTEIN en LOPIKERWAARD. De Baronny van Tsfel/lein, welke in de Lopiherwaard gelegen is, bevat, behalven de ftad Ifsfelftein waar van reeds gefproken is, Benskoop een fchoutsampt westwaard van de ftad Tsjelftein gelegen, het dorp is van een groote uirgeftrektheid, loopende kort van de ftad af tot aan Pols. trog.  door NEDERLAND. 243 hroeker&am, 't geen byna twee uuren gaans is, langs een vaart, die aan de eene zyde ten kleien aan de andere zyde een zandweg heeft, beide aan de buurtkanten met boomen beplant. ——— De kerk ftaat na genoeg in het midden van de buurt. Noordpolsbroek meede een fchoutsampt, ten westen van Benskoop, heeft even als het zelve eene uitgeftrekte buurri Zuidpolsbroek is eene vrye heerlykheid, gelegen tegens Lopik in het fticht van Utrecht. Ia hetzelve legt maar een klein dorp van dien naam. In de Lopikerwaard vindt men voor zo verre zy Holland betreft, en dus ons voor 't tegenswoordige aangaande de hooge heerlykheid: Jaarsveld, leggende ten zuiden van Tsfelftein, zynde het hier gelegen dorp zeer aangenaam aan de Lek tegens over Ameide gelegen. Zevender eene vrye heerlykheid paaiende aan Belois en Bonnepas, van geen groote omtrek en zonder kerkdorp. Kabaauw mede eene vrye heerlykheid ten zuiden aan Willig en Langerak paaiende, heeft een klein kerkdorpje, dat geheel van geen aanbelang is. X 4 X Villa  *44 JONGE REIZIGER. XVIII. BENIGE VRYE HEER- LYK HEDEN. Niet wyd van den ftroom de Gouwe, leggen eenige hooge en vrye heerlykheden, welke° wy hier laaten volgen, te weeten. Bloemendaal dat door gemelde rivier van Wad' dinxveen wordt afgefcheiden, en na deszelfs uitgeftrektheid vry wei bebouwd is. Kort Haar km en Willens hebben niets aanmerkiyks. Fryhoef en Kalverbroek fiaan hier meede aelyk. ö Het Land van Stein, ten zuiden langs den TsJel loopende, is aanmerklyk °m dac alhier een klooster Emmaus plagt re ftaan, waar in de beroemde Rotterdammer Desiderius Er asmus het geestelyk (gewaad heeft aangenomen. Na dat het zelve Ao. 1549 is afgebrand, wierd bet in eene Hofftede verandert.  door NEDERLAND. 245 XIX. 't WATERSCHAP van WOERDEN V Water/chap van Woerden en deszelfs Bailluwfchap. Is gelegen ten deele in de Pro¬ vincie Utrecht, tea deele in Holland, zich ftfek- kende langs den Ryn. Wy zullen hier al- leen het Hollandsch gedeelte afhandelen. Behalven de ftad Woerden, waar van wy reeds gefproken hebben,behooren onder deszelfs ïechtsgebied. Oudeland en' Tournoisveld. «= . Snel en Middelland. Geestdorp en Breeveld met Kroonwyk en Bullewyk, doch het aanzienlykfte ambagt is: Bodegraaven by de inwooners Boref, alwaar de rivier den Ryn door heen loopt. — Westwaard grenst het aan Zwammerdam. De landsdouw is zeer vermaaklyk, beftaande uit goede weilanden. — Het dorp is fraai en wel bebouwd, en vry groot. In den jaare 1672 leed het veel door de vyandlykheden der Franfchen. Men vindt 'er verfcheidene lynbaanen, en houtzaagmolens. Een der meest hier beoeffend wordende ambagten, is het maaken van houten hieltjes onder de vrouwen fchoenen en muilen. Y 5 In  S46* de JONGE REIZIGER. In deszelfs omtrek legt de Wiriker Schans. \ Waar der is een ambagt, dat ten westen van de Provincie Utrecht legt. Het heeft een kerkdorp. Barrewouder Waard en Bekents zyn twee ambagten, die ten noorden aan den Ryn paaien, en aangezien deszelfs omtrek redelyk bebouwd zyn. Onder anderen vindt men 'er eenige fteenplaatfen. Rietveld en de Bree maaken eene ^mbagtsheerlykheid uit, leggen aan de noordzyde van den Ryn, het laatfe paalt aan Bodegraaven. Indyk is een Ambagt dat tusfehen Gerwerskcop en Hondyk, die beide in Utrecht leggen, heen fchiet, men vindt in het zelve omtrenc zest g huizen. XX.'t BAILLUWSCHAP van OUDE WATER. Behalven de ftad Oudewater, die wy reedj vermeld hebben, bevat dit Bailluwfchap, fchietende tusfehen zommige diftricten van de Provincie Utrecht, eenige hooge heerlykheden, die wy zullen opnoemen. — 't Voornaamite ptodudfc is hier hennip. He-  door NEDERLAND. 347 Hekendorp is eene heerlykheid, die ten westen van Oudewater en ten zuiden aan den 2*V^/ligt, Bevattende tusfehen de zestig en zeventig huizen.' Lindfchooten legt ten oosten van Oudewater, en wordt door het water van dien naam door- fneeden 't Heeft wel .een dorp doch het zelve legt eigenlyk in de Provincie van Utrecht. Vliet legt tegens over Hekendorp aan den Tsfel, 't is klein van omtrek, en heeft nog geen tien huizen. H E T  348 de JONGE REIZIGER HET NOORDERKWARTIER m O F NOORDHOLLAND. VljlTelyk het Zuiderkwartier in eeneme» nigte onderdeden verdeeld is, zo bevat ook het Noorderkwartier een aantal onderlcheiden Diftriéten en Rechtsgebieden , onder ver. fchillende benamingen. Wy zullen daar mede op een gelyken voet als met Zuidholland voortgaan, en dus niet ongevoeglyk beginnen met t KENNEMERLAND. Dit Diftrict houden wy ten noorden te grenzen , aan het uiterfte rechtsgebied van Noordholland:  door NEDERLAND. 349 tand, namenlyk dat van Huisduinen en de Helder. Ten oosten heeft 't beven aan de landen van Westfriesland en Waterland, en beneden, dat is ten zuiden van het Y, paalt het aan Amftelland. Zuidlyk heefc het Rynland, en ten westen ftrekt het zich langs de Noordzee. De grondsgefleldheid van geheel Kennemer. land is zandig, doch in zo ver verfchillende dat het langs de zeekust,dor,en met een reeks var* duinen bezet is, die onafgebroken tot in de ban van Huisduinen doorloopen, maar öostwaard is de grond vruchtbaarder, en uit dien hoofde vindt men er fchoone weilanden. Verfcheidene wateren doorfnyden hetzelve,als de Tftroom, het Spaaten, de Zaan en eene menigte andere die dit land gefchikt maaken, om allerlei waaren en koopgoederen, zeer gemaklyk van de eene plaats na de andere te vervoeren. Dewyl Kcnnemerland weder in onder deelen verdeeld is , zullen wy dezelve in een zekere orde voortdraagen, en noemen het eerst: a. Het Hoogbailluwfcbap van Kennmerland welks ligging, zich gemaklyk zal haten bevat* ten , door de ligging der dorpen, dewyl het aan zo veelvuldige diftricten grenst, dat het maar vermoeijing zyn zoude, dezelve voor het geheugen hier opstellen. Hierin leggen: Aker*  35b d e JONGE REIZIGER Aker floot, omtrent een uur gaans bezuiden dé ftad Alkmaar, 't geen men wil dat oudtyds het hoofd dorp geweest zoude zyn, en veel handel in kaas dreef, daar nu byna niets meer van is* zynde de beftaansmiddelen thans de landbouw en moeferyên. Uitgeest en Marken binnen, leggende ten oosten van Akerftoot, dit dorp verdient aanmerking Uit hoofde, dat alhier door zekeren Coune^ lis CoRMELiazooN, in den jaare 1592 de eerfte houtzaagmolen wierd uitgevonden, welke hy op een dryvend vlot plaatfte, om dezelve na alle winden te kunnen ftellen. 't Is jammer dat men van deeze eerfte vinding geene tekening zo ver wy weeten over hebben, dewyl men daar uit de verwonderlyke aanwas ter verbetering van deeze zo veel waardige, als na de grootheid van deszelfs werk eenvouwige machiene, met zeer veel vermaak zoude kunnen afleidem Rondsom het dorp vindt men zeer goede bouw en weilanden, en meer molens van verfchillende foort dan elders in dit diftriél, als men de dorpen aan de zaan uitzondert. De pub'yke gebouwen beftaan uit een nette kerk met een fpitze tooren. Een doopsgezinde en roomfche kerk, een rechthuis, weeshuis en waag. Engel AuENTSZOON van DOREGEEST, Wiens kamp-  door NEDERLAND. 551 kampfchriften met Profesfor Spanhejm bekend zyn, wierd hier geboren. Marken binnen, zynde- een afgezonden ge» huchtvan Uitgeest; is zo wonderlyk door een verfirooid in de bouwing der hu zen, dat men bet byna als een doolhof kan aanmerken. Limmen paaiende met de oostzyde aan Akerfloot, bet dorp zeifis klein, maar er zyn behalven het zelve in deeze ban vyf buurten,genoemd de Voorst, Westzyde, de Laan, Dusfeldorp en de Koog. In Dusfeldorp is de haven, voor al van da groenboerboeiers,, en andere fchippers zo die van 't ftrand,rr.et visch als andere met wild enz. na de, fteden vaaren. Heiloo met Oesdom legt ten zuiden van Alkmaar de overleveringen maaken dit dorp zeer otad, wyl men wil dac Bisfchop willebrord hier reeds een kerk zou gefticht hebben, en men fpreekc hier van een put de Willebrords Put genoemd , die door des bisfchops gebed zou ontfprongen zyn* ook is hier naby een heuvel, op welks midden een armbosch ftaat, ter plaatze daar voormaals een kapel aan onze lieve Vrouw ter nood, toegewyd, gefticht was, men noemt deeze heuvel de*mjfo/-gen dezelve wordt zo wel als de put, door de Roomschgezinüen zeer veel met godsdienfligen eerbied bezocht; maar nog vreemder is  *5» de Jonge reiniger het, dat men in 't begin deezer eeuw, geloofde, dat er op deezen grond een nieuwe bron ont* fprong, welks water tegens de veeziekte een onfeilbaar geneesmiddel zou zyn geweest, 't welk dus alom wierd weggehaald, en ten ge* volg had, dat men hier geheele procesfien aanrichte, met vaandels, waschkaarsfen enkruizen vergezeld, tot 's Lands hooge overigheid dit uit- werkzel der bygeloovigheid verbood. In den omtrek van Heilo vindt men een aantal fraaie buitengoederen, die fierlyke plantagiën hebben. . Heemskerk deeze legt tegen de Noordzee, noorewaard van Wyk in V Duin. Het dorp is oud, doch aanmerklyk om het fteenwerk van het hoog altaaar, 't welk hier in de kerk plagt te ftaan, en nog te zien is, ook vindt men op het belommerde kerkhof een arduinstenen graf. naald ter gedachtenis van den Heer Jacob Willemsz. van Veen opgericht. In een der kapellen is een glas, toonende de beeltenis Van den Schilder Maartkn van Heemskerk, ook is er de grafkelder, en in de kerk de geftoeltens van den Huize van Marquette. By Nooddorp eene der buurten in de ban van Heemskerk, is een heuvel het huidtoneel ge noemd om dat hier oudsyds de Graaven van HttU  door NEDERLAND. 35J Holland, als Heeren van Kennemerland wierden ingekuldigt. In den omtrek leggen weder verfcheidene aanzienlyke buitengoederen, waaronder Marquetie met deszelfs oude burg geenzins het minst aanzienlykst is. Verder vindt men hier nog hec huis van AJamburg en andere. Kastricum, legt benoorden Heemskerk, hec dorp is klein en behalven deszelfs oudheid, welke zich tot de tiende eeuw uitftrekt, niet zeer merkwaardig Groette een klein ambagt aan dé noo/dzre met een gering dorpje omtrent twee uuren gaans van Alkmaar. Warmer is een zeer aanzienlyk ambagt, tusfehen de Zaan en Wcrmèrmier \ de dapperheid deezer vroegere inwooners verfchafte hun de tolVryheid onder Graaf Floris den V. Het dorp is in dé lengte gebouwd, heeft een Wees- en Recht-huis; 't heeft een goede kerk met een fraai orgel. Voörmaals was debelchuitbakkery hier in een zodanige bloei, dat 'er hon« dert bakkeryen geteld wierden, die jaarlykveertig duizend guldens aan melk,én dertig duizend aan gest verbruikten, wordende meer dan zeventig vaartuigen tot verzending gebezigd, welke nic alleen door de republyk plaats vondt, maar zelf tot in Hamburg vertierd wierden. Dan nu is 111. Dbel. Z di©  354 » i JONGE REIZIGER die neering geheel verloopen. 'Er is nog een tooren in het dorp, waar van déklok geluid wordt in het uur als de bakkers hunne ovens moeten uitdoven, een voorzichtige infteiling om tegens brand te waaken. — Het reeden van zeildoek en het werken op de byzondere fabricquen en traficquen maaken hier thans de voornaamfte middelen van beftaan uit. Jips legt ten noordoosten aan de Beemfter, en is een welgefteld dorp, dat in 1664 voor mees dan een derde gedeelte afbrande. 't Is in het laatst der voorige eeuw, voor al beroemd geworden door den zo gr*ppigen als by ui neemenheid ku igen Chrurgyn Kornelis Ploeg, toe w en alles wat maar eenig ongemak tot zyn kunst beaekkelyk gevoelde, toevloeide, en van wiens geneezingswys men verfcheidene aartigheden verhaalt. Hy ftierf den 14. Mei 1696. Oostzaanen, is het groo fte ambagt van geheel Kennemerland', het zelve is beperk' ten westen door de Zaan, ten noorden Purmerland en de Wormer, ten oosten Waterland, en ten zuiden den Yftrtiom. In het zelve leggen twee dorpen en twee buurten, 't Eene dorp is Oostz ia* tien zelf, 't welk in de lengte gebouwd is, op een zo losfen broekachtigen grond, dat het water in de flooten trilt, als men langs deszelfs kant gaa.. 't Getal van kleene ftnalle houten bruggetjes  hor NEDERLAND. 35g tjes is hier buitengemeen. - Men vindt er een goede Kerk, Recht en Weeshuis, Linnenbleekeryen, Styfzelmaakeryen, Traankokeryen, Lym«iederyen, Olyflnan, Vullen enz. zyn, benevens bet visfchen hier de voornaamfle handteeringem Het Kalf en de Oostzaaner Overtoom , zyn twee bloeiende buurten , en daar Oostzaandam met Westzaandam een dorp uitmaakt, zullen wy daar van onder den generaalen naam van Zaamdam fpreeken. Aalsmeer een ambagt aan de Haarlemmer Meer met een dorp van dien naam, voorzien met een deftige kerk, en beroemd om deszelfs rraaije boomkweekeryen en uitmuntende aardbeiën. * Sparendam is een klein dorp, gelegen in het ambagr van dien naam, aan den mond van het Spaaren, daar deeze ftroom in het Y" vale. * Heemftcede is een fraai dorp in de ambagtsheerlykheid van dien naam, gelegen ten zuiden Van Haarlem. Wy hebben hier van reeds voorheen gefprooken. Bennebroek grensc hier aan, en heeft een klein vermaaklyk dorp, dat een fraaie kerk heeft, en in welks omtrek een aantal fchoone lusfplaatzen gelegen zyn Berkenrode is eene kleine ambagtiheerlyk Z a heid  35Ö de JONGE REIZIGER heerlykheid zonder dorp, maar mee een fchoon adelyk huis pronkende, en geleegen tusfehen de Leidfche trekvaart en ryweg. * Slooten, Slooterdyk en Osdorp, hebben wy meede van gefproken. Nieuwerkerk, ZuidfcbaUwyk en Vyj'huizén, inaaken een ambagt uit, geleegen aan de Haarlemmer Meer, Nieuwerktrk enz, wordt van tyd tot tyd zodanig door de Meer opgeknabbeld dat die heerlykheid meer dan de helft verkleind is. Zo ftaat het ook met Rietwyk en Rietwyker oord, welke ambagtsheerlykheid by Slooten geleegen is. Scbootervlieland, Schooierbosch en Hoogerwoerd zyn drie ambagten waar omtrent wy niets byzonders hebben aan te tekenen. ——. Zo meede niet van de ambagtsheerlykheid Zaanen, leggende tusfehen het Spaarne en den Del/t. b. 't Ealjuwfchap van Brederode 't welk vry uitgeftrekt is, maar in deszelfs ligging weder zo tusfehen andere dillricten heenloopende, dac wy geene naauwkeurige paaien zullen opgeeven, maar de zelve door de plaatzing der ara. bagtsheerlykheden en dorpen nader aanwyzen. Hier  door u. d e r. l: a n d. 35^ Hier in zyn geleegen: Sandvoort aan de noordzee, een eien^visfchers dorp, te midden in de duinen, die hier eene geheele zandwoestyne vormen. Vogelenzang legt onder anderen tegens Noordwyterboutjs zeer boomryk, en heeft een aantal lustplaatzen. * Tetroode beter bekend by den naam van Overveen. * Jalbrechtsberg gezegd Bloemdaal, weiKe beiden met de Vogelenzang een ambagt uitmaaken, hebben wy in het werk zelve vermeld. Schooten legt tusfehen Schootervheland en Zaanen, maar heeft niets aanmerklyks, 't geen mede gezegd kan worden van Zuidakendam, behalven dat hier het Huis te Kleef plagt te ftaan, dat door de Spanjaarden verwoest is. Noot dakendam legt aan Spatendam, en loopt tot Velzen enz. Haarlemmerleede legt tusfehen de Spiering Meer en de Haarlemmer Vaart, alwaar in den weg een doorfneede is, waar over de Liebrug legt, welke in den ftorm van den jaare 1717 in December geheel wegfpoelde, en in 1787, afgebrand is. Z 0 Hof-  358 de JONGE rei-^iR Hofambagt i^o- ^gens het Y en heeft niets aan>»»*»Kiyks. * tfé&c» van dit vermaaklyk dorp, of liever me de ambagtsheerlykheid van dien naam, vingen wy onze Reisbefchryving aan, en fpraaken dus daar van by die gelegenheid. Scboorl met Hargen en Kamp eene ambagts. heerlykheid uitmaakende, legt geheel in 't noorden van Kennemerland , Scboorl zelf heeft een oud dorp, met een zeer eenvouwige kerk, 't zelve ligt tegens de duinen, die nergens langs de kust hooger of breeder zyn. Hier omtrent leggen twee buurten Scboorldam en Echtrop. Kamp heeft een taamlyk dorpje, waar omtrent de beroemde Kampenduin ligt, die de zeelieden van zo veel nut Is, in 't verkennen van 't iand. Hargen h?eft flechts een kleine buurt. c Bailluwfchap van Blois. - Wy vinden ons hier weder genoodzaakt de legging van dit bailluwfchap uit deszelfs dorpen enz. te doen kennen. In het zelve dan liggen: Wyk op Zee, in deeze Kechtsban ligt het dorp van dien naam, waar van de kerk,zeer vervalleu is, gelyk het alles wat deeze plaats aanbela gt, die byn . geheel uit visfcaers beftaat, nitts dan armoede vertoont. Wyk  » o e *. NEDERLAND. 359 Wyk aan H Dain, deeze Recht ban heeft geen kerk, maar men vindt daar in he. adelyk huis Adrichem. Spaarnewoude tusfehen het Y en de Spiering Meir gelegen, heeft een klein dorp een weinig landwaard in, achter Spaarendam Het plaatsje is bekend, door de geboorte van d -n ongemeen gmoten reus, Klaas van KyTe. n, Krommenie en Krommeniedyk maaken een ambagt uit, waar in twee zeer gegoede dorpen leggen. Het zelve grenst onder anderen aan de ban van Westzaanen. — Het eerst genoemd dorp loopt van *t noorden byna rechdynisch tot aan /ufendelft, deeze ftraat wordt zo zindelyk onderhouden, dat men die nooit met rytuig, zed niet te paard pasfeeren mag. In 't begin deezer eeuw leed Krommenie veel door een zwaare brand. Men vindt er een Raadhuis, School, Waag, Weeshuis en Kerk. Ook hebben 'er de üoopsge. zinden een kerk en weeshuis, en de Janlenisten eene ftaatie. De voornaamfte handteenng ;s hier zeildoekredery, welke zeer aanzienlyk is, doch in vroeger tyden nog veel uitgebreider. Het dorp Krommeniedyk paalt genoegzaam aan Krommenie, deszelfs kerk is kleinder, en vet* roont nog hier en daar brokken van meerder© uitgebreidheid, die ingekrompen isdoordefpaan» fche beroerten. Z 4 Weit-  360 de JONGE REIZIGER Wenzaanen een lchoon ambagt, van omtrens zes uuren gaans omtrek, ten zuiden aan het ¥ Trekkende , in het zelve leggen verfcheider.e fchoone dorpen, waar van het hoofddorp den naam van het ambagr drtrngt, het zelve legt een weinig ten westen van de Zaan. -In r'e beroertens met de Spanjaarden heeft hec veel teleeden. Men vindt een kruiskerk, recht en weeshuis, benevens twee doopsgezinde vergaderplaatzen. 't Getal der molens onder dit dorp behoorende, zal, zo niet meer, ten miniienvyftig uiimaaken. * Zaandam, 't welk in Oost en Westzaandam na deszelfs legging verdeeld wordr, en zich langs de Zaanflroom uitftrekt, is zo bloeiend als zindelyk en digt bebouwd. Wy hebben daar van al vroeg gefproken, waarom wy liet hier flechts aanltippen. De Krog, een dorp dat aan Zaandam grenst, is een zeer goed dorp, 't geen verfcheideue nut? tige openbaare gebouwen heeft, en alwaar een groot aantal molens gevonden wordt. Zaandyk , wat noordlyker geleegen, is meede een bloeiend dorp van meer dan derdehalf honden huizen , met een kerk en weeshuis. Wormerveer legt weder hou er op langs de Zaan, en draagt roede geen geringe kenmerken van de JNoordhollandfche zindeiykheid, in het jaar  door NEDERLAND. 361 jaar 1578wierd het door de Spanjaarden inbrand gedoken , na zy de hier toen leggende fchans by verrasfching hadden ingenomen, waar toe een zwaare misr hun niet weinig gehulpen hadde. Knollendam legt mede aan de Zaan , en is een goed dorp van minder aangelegenhein dan de reeds genoemde. dsjendelft is eene vrye heerlykheid van aanbelang. Het dorp heeft een gróote fchoone kruiskerk, met een hoogen toren Hier is ook een fraai Raadhuis De handel in bo er en komyn- de kaas is hier zeer fterk, volgens zommigen zou hier toe dagelyks acht duizend Hoop melk gebruikr w rden, waar uit men af kan leiden, dac het aantal rundvee in dit oord groot moest zyn. De arbeid op ondeWcheiden moolensen de zeildoekredery zyn de voornaamfte middelen tot het beitaan der iwgezeetenen. Beverwyk een vleR met (tad* rechten, gelegen tegens het Y,daar die rivier aan het Wyker Meir paalt. Den oord hier omtrent is zo bekoorlyk als misfehien nergens in Holland, door deszelfs weelig groeiend geboomte en fchoone weilanden. De plaats zelve, die over 't geheel luchtig en fraai betimmerd is, mag men zeer vermaakelyk achten. De zogenoemde breeditraat, voert dien paam met veel recht, en is fierlyk met lindeboo- z 5 ' men.  36"* de JONGE REIZIGER men beplant In herzeive is het ftadhuis, 't geen men niet meerder dan een eenvouwdig gebouw noemen kan. De kerk ftaataan 't einde van de plaats en en is voorzien van een kerkhof rondom de kerk , is vry ruim ,g en heeft een hogen toren. JVJen vindt 'er een Vergaderplaats van Doopsgezinden, als mede een Weeshuis. Zedert eenige jaaren is hier een huis voor krankzinnigen, 't geen zo men ons bericht heeft, van een goede inrichting is. ——— Wyl het zelve als te midden in het Bailluwfchap van Blois geleegen is, oordeelden wy het hier op gevoeglyksc te laaien volgen , zonder beoordeeling or het daar toe behoort. d. Het Bailluwfchap van de Egmonden — beftaat uit Egmond op den Hoef, Egmond binnen, Egrnond op Zee en de Egmonder Meir, benevens eenige heerlykheden hier na te melden. Deeze oorden grenzen ten noorden aan Wimme« num en Bergen, ten oosten aan Hcitoo, ten zuiden aan Bakkum en ten westen aan de 'Noordzee. Egmond binnen is een overoud dorp, leggende anderhalf utir van Alkmaar. De beroem¬ de abdy welke alhier geftaan heeft, en ten minften in de tiende eeuw al gedicht wierdt, toen zy voor nonnen diende, en nad rhand de woonplaats wierd van Benediclyner monniken, is de eerfte oorfprong van dit dorp. Dit  door NEDERLAND. 363 Dit prachtig klooster was de bewaar en verzameiplaats van 's Lands oudfie gedenkichriften, do boekery was uitgeftrekc, doch verteerde met het grootfche gebouw in den jaare 1567, toen mederooe het door zyn krygsvolk in brand liet fteeken. Men vindt nog fchoone aftekeningen van de ruïnes deezer abdy, en zelf nog eenige werklyke brokken 3 waaronder de vervallen buurtkerk behoort. Een der toorens van deeze abdy is thans hec gevangenhuis van die Bailluwfchap, Egmond op den Hoef legt een half uur van het genoemde dorp, ten noorden, de ruïnen van het adelyk dot zyn zeer gering; 't wierd gebouwd van den jaare IC8o tot 1307, onderhet ondergaan van veele rarpfpoeden. Acht jaar laater wierd het verbrand, doch naderhand herbouwd, maar sonnoy verwoeste het in 1574 om de Spanjaars te beletten, dat zy daar in nestelden. De kerk ftaat naast het kaftVl en fchynt volgens eene inferipde Ao; tm gefticht t Is een kruiskerk met een toorentje. In het choor vindt men op een houten ledikant de beeltenisfen van Jan den l Graave van Egmond ,ea zyne huisvrouw Magoalena van W aar» denbuug. Het volk van Sonnoy, verwoeste de tombe tot welke deeze beelden behoor-  3f54 db JONGE REIZIGER hoorden, wierpen dezelve in een floot, waar uk 2y eenige iaaren daar na opgevischt, en biergeplaats wierden. Wylen den Amfterdamfchen Burgemeester Nico laas Wit zen heeft hier cok een zoort van gedenkteken met een marineren rand. Egmond op den Hoef is zeer vermaaklyk gelegen, en in deszelfs nabyheid was eenige jaaren lang de verblyfplaats van den vermaarden Descartes, de buurt Rynegom behoort hier onder. Egmond op Zee, legt omtrent een half uur westlyker, het dorp plagt een bloeiend dorp te zyn, maar is thans geheel vervallen. De oude kerk en tooren zyn door de zee verzwolgen, ge» lyk ook een aantal huizen. De nieuwe kerk is in 1749 gebouwd, de oude tooren plagt een zeebaak te zyn, maar nu beeft men daar voor een grooie kaap geplaatst op een der duinen. Egmonder Meir is een ingedykt Meir naby Alkmaar, met maar weinige huizen. De vrye heerlykheden zyn: Bakkum legt met de westzyde tegen de duinen van de Nbordzee. Zy heeft geen eigenlyk dorp, maar flechts twintig huizen. 'Wimmtnumf legt ten noorden de Egmonder Meir. Vroeger plagt er een kerkdorp tc  Door NEDERLAND. gfe zyn, doch de kapel weidt nu tot een fchool gebruikt. Bergen is eene aanzienlyke vrye heerlykheid, ten noorden van Schoort, Warmbuizen en Oud Kar/pel. De tegenswoordige kerk van het dorp is het oude choor, dat in 1599 herbouwd wierd na de oude kerk in 1574 was afgebrand. De Heeren van Bergen hehben daar in een grafkelder. —— De gandfche heerlykheid beftaat uit vier gehuchten, met naame Oudburg, Zaanegeest, Oostdorp en IVestdorp. Men vindt ia deeze ban het fchoone buitengoed Bergen, als meede Rampenboscb, beide vercierd met fchoone heeren huizingen. Betten , legt met deszelfs ban ten oosten aan de Zyp en ten westen aan de Noordzee, waaraan ook het dorp ligt, onder deeze ban behoort de drooggemaakte Meir Nollemeerban. Het oude Petten waarvan Willebrord de kerk zo» gefticht hebben, is in den zo dikwerf vermelden vreeslyken watervloed van 1421 ten eenemaal weggelpoeld. Naderhand wierd het meer binnenwaard herbouwd , doch het zeefirand nam hier geduurig zo af dat men in het begin deezer eeuw reeds de vierde kerk moest bouwen. Nog daaglyks knabbeld de zee hier het ftrsnd weg,zo dat men in 't midden deezer eeuw of iets vroeger,  366 dë JONGE REIZIGER ger, niet alleen het Raadhuis , maar meer dan vyftig huizen moest afbreeken, door dien de zeeweering meer binnenwaard moest gebra:t worden. De edelmoedigheid van de toenmaalige Vrouw van Petten , kwam de arme ingezetenen roet zes duizend guldens te gemoed. De beftaansmiddelen vloeien uit visfehen en lootzen, en hec vaaren ter Koopvaardy, Groenland, ter Neering enz. Hier is een fraaie inrichting voor de Zeelieden, beftaande in een asfurantie kas, dienende tot reftitutie voor ver. ongelukte Vischlchuiten of voor in den oorlog genomene mauoozen. Deeze kas wordt geformeert uit de veertigfie penning van de aartgebragta visch, terwyl een tweede veertigfte penning ftrekt tot onderhoud van de vuurbaak, welke bier tot zulk een nuttig einde is ingerichr. Petten is in Nieuw en Oud Petten verdeeld, in 't eerde is 't gemeene landshuis van Hondsbosfche, een Hoogheemraadfchap aan de zuidzyde van Putten. Hier is eene der gewit btigde zee weeringen voor het Noorderkwartier, en dar men daar omtrent reeds voor eeuwen zo gedacht heeft, blykt, wyl dezelve reeds in den jaare 1493 wierd aangelegd, beilaande toen uit drie regels zwaare eiken paaien, welke diep in den grond waaren ingeheid, en zo als denk»  door NEDERLAND. 367 denklyk met rimmen, of ribben en yzeren bouten, by zommigen rongen genoemd, aan een gekoppeld, en by manier van kistwerk met • ei- fteenen gevuld. Dan de zee zwolg dit reuzenwerk in, en men gieg over tot het aanleggen van zwaare dyken, de bntenfte noemt men de waterayk, loopende van Petten zuidwaard na Kamperduin. Binnenwaard legt nog een jlaaper. De Wakerayk, die eene zeer vlakke glooing 9 na de zeekant heeft, is aan die zyde met keiftee» nen geplaveid, een werk zo moeilyk als kostbaar, doch wel aanrelegd, indien er uit de natuur geen verzinking plaats heeft, de beste van alle tot nog uitgevonden zeeweeringen, wyl de aandruisfehende golven daardoor gebroken wordende, zon der fpatten, 't geen de eigenlyke knaaging v roorzaakt, als dood rollen. * Om nog een bewys van het gewicht deezer zee weering by te brengen, dient de manier waarop de kosten hier toe gevonden worden. Namenlyk dezelve worden gedraagen door de zes fleden, Haarlem, Amfterdam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen en Medenblik,ne. ven; de zogenoemde Duimavels, welke beftaan uit de bannen van Qm en Westzaanen, A.fen* delft, Krommenie, Wormer, 'Jisp, Schermer eiland , Oosthuizen, Etersbem , Geestmer - Ambagt, Schagerkogge, Niedorperkogge, de vier ISiooraerkoggen en Drec/iterland. Ka*  368 de JONGE REIZIGER Kalandsoog ig een vrye heerlykh id ten noor» den van Petten , paaien é boven aan Huisduinen, en vormende dushe: hoo fte deel vaa Kennemerland. Het dorp is van weinig aa belangi metst bewoond door visfchers. lootsluid:n en andere zeevaarende perlo >nen-, hoewel er ook nog ecnig werk gemaakt wordt var- het aanfokken van fchaapen, en dus van het bewerken vai kaas. HUISDUINEN de HELDER. thiidüïnen ën de Heïdef '\s een Bailluwfchap üan de Nocrdlykfte punt van geheel Holland. — Van hoe veel gewicht deeze pum voor de gamfche Provincie is, zullen wy in hef vervolg van dit werk nader befchouwen. In dit bailluwfchap leggen twee dorpen,het eene binnenwaard, niet verre van de beroemde Kykduln, die 's nachts door zyn vuur, en des daags door zyn hoogen top, de zeelieden zo nu tig is. Het dorp Huisduinen genoemd, heeft niets byzonders> en is liein. , De Helder, is het tweede dorp van meer aanzien, leggende aan het zogenoemde Marsdiep tegens den dyk.  door NEDERLAND. 369 Zy die vermaak fcheppen in zeegezichten, en 'de eindelooze woeling , welke daar by plaats heeft, kunnen zich hier meer dan ergens in Ne* derland vermaaken, wyl de zo beroemde Texelfcbe reede, in hec gezicht van dit dorp Legt, en geene fcheepen door eenig Zeegat tusfehen deezen hoek van Holland, en het ftrand van Texel kunnen doorloopen, 't zy na zeegaande of binnenkoomende, of zy pasfeeren zo na langs de Helder, dat men met beftendig weder meestal met het bootsvolk fpreeken kan. III. NIEÜWBÜRGEN. Dit bailluwfchap Nieuwlurgen is zeer uitgeftrekt en bevac in zich een aan al aanzienlykeambagten, west en noord waard van Heer Huigenwaard. Wy zullen dezelve weder allen opnoemen, nevens de dorpen daarin bevat: beginnende met: Gr aft, waar van de Rechtsban zich uitfïrekt ten noorden langs de Schermer en Grootfcbcrmer ten oosten aan de Ryp, ten zuiden aan de Stermeer en ten westen aan de bedykte Schermer. In deeze ban leggen vier dorpen als: Gr aft, een taamlyk goed dorp, voormaals echter bloeiender, omtrent zeven kwartier vznAlk- III. Deel, aa maaru  S58 de JONGE REIZIGER maar. —— In 1705 leed het zwaar doorbrand, de kerk is ruim en fraai, mee een fpitzen tooren, Men vindt er een Raadhuis, als meede een Weeshuis. Wesrgraftdyk, twee uuren van Alkmaar,meede een taamlyk dorp, en beroemd door de geboorce van den grooten nieuw en tyd. Oost Graftdyk, in 't zuidoost van het voorige, is mede een welgefitueert dorpje, doch heeft niets aanmerklyks. Noordeind, is eigenlyk een deftige buurt ten noorden van Graft. In de drie laatstgenoemde plaatzen hebben de Doopsgezinden yder een byzondere vergaderplaats. De Ryp legt met zyn Ban, aan Grootfchermer, Graft, de Beemfler en het water de Spykerboor, Het dorp van deezen naam behoort onder het aanzienlykde van geheel Holland, als zynde niet alleen in de lengte welbetimmert, maar 't heeft verfcheidene grachten en geheele buurten, die den een achter den ander leggen, 't is bloeiend in den handel, de Hariugvisfchery en Walvischvangst behooren wel voornaamenlyk onder deszelfs takken, de buizen die hier uitvaaren, verzamelen zich tegens den algemeenen zeildag te Enkhuizen, en gaan te gelyk met die van deeze flad,  door NEDERLAND. 371 ftad, onder 't geleide van een Fregatje, na de heeririg. Men vindt hier een fraaijekerk, eert ongemeen fchoon ftadhuis en een waag. De kerk der Doopsgezinden is hier ook groot én frntrj. . Adriaan Leegwater be- ffchryft eène der drie vermaarde branden, die hier tusfehen de jaaren 1654 en 1674 voorvielen. Dé aakligheid waar mede hy d:e afmaalt moet groot geweest zyn, en men kan dezelve eenigzins afleiden, als men weer dat er omtrent vierhondert vyftig gebouwen, zo huizen, pakhuizen, fchuu. refi en hekellootzen verteerden. Groot Schermer geleegen met de zuidoostzyde aan de Beemfler. Heeft een goed kerkdorp datin de langte gebouwd is, in deszelfs naby beid ligt Driehuizen, een buurt met een kerk. Noordfcberwer en Scbermerhorn, grenzen mede aan de Beemfler Eigenlyk zya hier drie buurten. te weeten twee van bovengemelde' benaming en Wesimyzen. De laatfte plagt wel eer ook eene kerk te hebben, doch thans niet meer. In Noord/cbermer h 'er ook geene , z?dert het omwaaien der ende "i den jaare 1612. Maar Schenr.ërhom heeft eerte fraaie kerk. Dit dorp leed in 1699 veel door een zwaaren brand, die meer dan zestig huizen verteerde. Aa 2 Het  r 372 H JONGE REIZIGER Het (pinnen van hennip voor de rolredery In hier eene voornaame bezigheid. 1 De Schermeer is een aanzienlyk bedykte polder tegens de Heer Huigenswaard. Men oordeele daarvan uit het getal molens die dezelve droog houden, beloopende twee-en»vyftig fluks, die yder acht-en-tachtig voeten vlucht hebben, en het water tot viermaaaal toe te zaamen veertien voeten hoog opmaalen. —— In deeze IVleer ftaan twee kerken, dé een den naam van Zuid* Jcbermerkerk, en de andere die van de bedykte Scbermerkerk draagende. Utshem, Rustenburgen de Braak, leggen met hunne Ban ten zuidwestenen westen aan de Scbet* meer. InUrshem, ftaat een weinig landwaard in van de trekvaar: van Alkmaar op Hoorn, een kruiskerk, die voor de buurten Rustenburg en de Braak tevens dient. In 1426 waren de ingezetenen deezer plaats ingewikkeld inden opfrand der Kennemers tegens Filips van Bourgondien, die hun daar voor boete liet doen, met vier grooten jaarlyks voor yder huis , waar in vuur of licht gebrand wierd. Ooterleek tusfehen de Schermeer en Huigens* waard gelegen, heeft een klein kerkdorpje van denzelfden naam. Onder 't Geestnier Ambagt dat van een groote uit-  door NEDERLAND. 373 üitgeftrektheid is, behooren de volgende ambagten en vrye Heerlykheden. Ouddorp, dat ten oosten aan den Heer Huigenswaard legt, voert deeze naam niet ongepast, dewyl het reeds in het midden, der elfde eeuw by dien naam bekend was. In den Spaanlchen oorlog leed het dorp veel, waartoe deszelfs ligging, die zeer naby Alkmaar is, niet weinig toebragt. St. Pankras, meede aan den Heer Huigenswaard paaiende, is een klein ambagt. 't Dorp heeft een taamelyk net kruiskerkje. Men wil dat dit het herbouwde Vroonen zou zyn , 't welk in den jaare 1297 door Graaf Jan den I. verbrand wierd. Broek op Langendyk, ten zuiden van St. Pankras, heeft een dorp van dien naam circa anderhalf uur ten noordwesten van Alkmaar, met een klein kerkje. Zuidfcberwoude en Noordfcherwoude, zyn twee aan een grenzende ambagtsheerlykheden, yder met een kerkdorp voorzien, de kerk van het eerfte is een fchoon oud gebouw , meestal van duivenfieen, welks choor op eene vreemde wys is befchildert. — ln de kerk van 't laatfte dorp vindt men een fraaie predikftoel; ook hangt er een fcheepje van veertig ftukken gefchut. Aa 3 Men  374 db JONGE REIZIGER Men geneert zich zo hier als te Broek en Patikras meest ai met den aanbouw van Maankop of papaver en allerlei groenrens. Koedyk en Huiswaard te zamen een ambagtsheerlykheid, grenst onder antieren aan Zuid en Noord/cherwoude. 't Heeft een kerkdorp van dien naam, pronkende de kerk met een koepeltorentje, 't zelve legt omtrent een uur van Alk> maar. - — Huiswaard is een gehucht nog wat nader aan Alkmaar gelegen. —— Het maaken van boier en kaas is hier de hoofdhandteering. Wy zullen elders meer van 't Geestmer ambagt fpreeken, zynde deeze plaatzen hier genoemd , om dat het bailluwfchap van Nieuwburgen t daar pver het hooge rechtsgebied oefïent. IV.  s o en vooral in den bekenden aller- heiligens vloed in 1570. De uitvinding om zeilen te fpannen voor die plaatzen alwaar men een doorbraak vreest is buiten twyffelvan een ongemeen nut, doch by zwaare ftormen, zo moeilyk als gevaarlyk,ten minften op die wyze gelyk wy  g8o de JONGE REIZIGER wy dat op andere plaatzen hebben zien te werk ftellen Misfchien zou men dit op een ge- •maklyken manier , die tevens minder gevaaryk was kunnen uiroeffenen. — Zie hier op welk een wys wy ons dit verbeelden. De zeilen welke ten dien einde altoos gereed cn by de hand leggen, moesten boven aan taaie fpiertjes zyn vastgemaakt ,aan welks einden ftroppen waarenv om met paaltjes in den grond te worden geftooken, - Het zeil moest op die fpier rond gewonden zyn, en aan de onderhoeken touwen met de lyken verbonden, die een genoegzaame lengte hebbende, door de ringen vaa Iigte drieklaauwde dreggen wierden geftooken, dit gedaan zynde, moest men de dreggen, hoeksvan elkaar en een recht i de midden beneden den dyk laaten zin? jken,dan de raabanden waarmeede 't zeil om de fpier bcflaagen was, los fnyden, en't zeil vervolgens, met de genoemde touwen, als fchooten uithaalen, waardoor het overflaan , 't geen anders dikwerf gebeurt, en gevaarlyk is wierd weggenomen, ook zou het uitbrengen dier dreggen gemaklyker zyn, dan van bet geheele zeil, met de zwaare ringfteenen welke men daar aan verknogt, • Deeze bedenking is ons ingevallen, by. eenen zwaaren ftorm , en wy dachten 't niet on, gevocglyk dezelve hjgr te plaatzen. De  door NEDERLAND. 3S1 De Zeedyk waar van wy hier fpreeken, moer friet zulke zwaare kosten onderhouden worden dac het byna onbegrypelyk is, hoe deeze landfheek zulke enorme fumma*s kan opbrengen. Men begroot dezelve in den tyd van hondert jaaren, namenlyk van 1650 tot i7:i'o op byna achttien millioemn. — Voormaals was zy even als in Friesland geheel met paalwerk b flaa» gen, maar zedert de verdervelyke worm het hout» werk tusfehen water en wind doorknaagt, een verfchynzel dat men niet voor het jaar 1731 opmerkte, heeft men een andere glooing aan den dyk gegeeven, en dezelve van den voet af tot de kruin toe, met Noorweegfche keifteenen gevloerd; 't geen zeker onnoemelyke onkosten ver^ eischt, maar ook tevens als het wel wordt aange* legt, op den duur minder kostbaar, en buiten verzinking,voor eens is. VVy vangen aan met de befchryving van: De Scbaager eu NieuwdorPsr Koggen', grett» fende aan verfchllende gerichtsbannen,als ten noorden aan de Zype en IVierinherwaard, wat oostlyker aan de Zuiderzee, verder aan Eèrts%'oude en Hoogwoude, ten zuiden aan den Heer Huigens-xaard enz. In opzichte van elkander leggen zy Noordoost en Zuidwest. De grondgefteldheid der Schaagen kogge is in zich zelf by- zon-  de JONGE REIZIGER zonder vruchtbaar, ;dan, hoe yverig de landrnari hier ook zyn mag, de zwaare belastingen wellcë men genoodzaakt geweest is deezen grond opteleggen, zyn oorzaak dat hy hier het kouter met weinig voordeel door den grond kan haaien, en hier uit ontfproot dat de landeryen, die hier eertyds in zeer hoogen prys waaren allengs gedaald zyn, en fommigen landen zelf geheel verlaaten. jVIen kan dit niet beter; betoogen, dan door de Opgaave van de vermindering van de huizen geduurende eene eeuw, Ao. 1632 telde men hier vyfhondert en in de dertig en hondeit jaaren kater nog geene vierhondert. De Hoofdplaats is Schaagcn, reeds zedert 1427 met ftads .rechten befchonken, uit welk voorrecht zy ook zomtyds haare afgevaardigden ter Staaten vergadering plagt te zenden. De Stad legt omtrent even verre van Medenblïk als Alkmaar , en is fraai bebouwd, en met buiten buurten omringd. Jn deszelfs midden is het marktveld, aan welks zuidzyde het aloud en adelyk fiotder Heeren van deeze plaats gevonden wordt, ryzende temid. den uit eenen vyver,en pronkende metverfchei- dene torens. ' t Aanmerklykfe alhier is een fchoorfteenmantel welke onderfteund wordt door twee pylaaren die uit de puinhopen van het beroemd  6 o o r NEDERLAND. 383 / roemd Kartbago opgedolven en herwaard ge* bragt zyn. Het Raadhuis alhier is een gebouw van deeze eeuw. De kerk is zeer groot en fraai, pronkende met eenen deftige fpitfen tooren van meer dan hondert vyftig voeten hoogte. Het kerkgebouw heeft een kunftig gewerkte predikftoel^ en onder de verfchillende voornaame graftom* bes munt die van wylen Heer Jan van Scbaagen en deszelfs Gemalin byzonder uit, als zynde van louter toetsfteen. Verders is hier een vischmarkt, weeshuls en waag, als mede een Roomfche kerk. Het maaken van mesfen was hier altoos een voornaam beftaansmiddël. Burghorn is een kleine polder van weinig aanbelang. Barfingerhom tegens de Zuiderzee gelegen, heeft een groot dorp van dien naam, \ geen in de lengde gebouwd is. 't Raadhuis is een tamelyk goed gebouw van de voorige eeuw. De kerk is oud, de doopsgezind n hebben hier twee vergaderplaatzen, en zo wel als de faeerfcheade gezindheid een weeshuis, £0/  384 de JONGE REIZIGER Kolhorn is een dorp en haven aan de Zuiderzeö alwaar zeer veele ligters die op Texel en de rede van het l/lie va.ren te huis hooren. — Dit dorp heéfa voor korten tyd door een zwaaren brand deerlyk geleeden. Haringbuizen, dat ten noordén aan Scbaagen legt, heeft een klein dorp voorzien van eene gr^ote en oude ke;k, met een vierkante tooien. De Nieuwdorper Koggen leggen msfchen de Zuiderzee, de bannen van Eertswonde, Ht>ogwoude, Veenhuizen, Huigenswaard, Haring' carfpel en de Sehaager Kogge , men vindt er Nieuwe Nieuwdorp , in we k ambagt een dorp van dien naam gelegen is, zich ftrekkende langs een vaart. —— Hetzelve heefc een kerk en raadhuis. Oude Nieuwdorp is een eenigzins verfpreid dorp van weinig aanbelang, voorzien met keik en tooren, men vindt in deszelfs rabyh.dd een buurt die Zydenskerk ook wel Zj^w/«oden door de hocge belastingen verhaten. WA^  39<5 de JONGE REIZIGER i VV A T E R L A N D. Waterland is geleegen ten noorden aan West'1 vrudand, ten oosten aan de Zuiderzee ,ten zuiden aan-de rivier het T, en ten westen aan Kenl nemerland. De voornaams verdeeling van dit diftiict beftaat in de Zeevang, waarvan wy de ligging weder gemaklykst uit de dorpen zullen leerert kennen. In het eigenlyk bailluwfchap van Waterland dac legt tegens het T, Purmerland en llpendam mids^ gaders de hier omftreeks leggende Meiren. Zeevang, de grondgefteldheid van dit oord is veenachtig, echter op veele plaatzen vruchtbaar^ brengende onder anderen ongemeen lekkere groea*: tens voort. In het zelve vindt men War der, 't welk aan de Zuiderzee en Middt> (yelegt, deeze banne heeft een dorp van dien naam, dat in de lengte gebouwd is, en een ta« melyk goede kerk heeft, Middelye en Axwyk loopt met zyn ban van Edam tot Ojsthuizen. Het dorp Middelye ge- noemd,  IBoen NEDERLAND. 397 pel, legt geheel in het land en is in eene afjarokene dubbelde ry huizen gebouwd. •tf~xwyk is een aanzienlyka buurt, waar me» il kaas maakt, de Vriefche Doopsgezinden ben hier een vergaderplaats. fóadyk legt aan Middelye het dorp plagt eers zeer bloeiende te zyn , doch brand en onikken der zeevaarenden hebben het gantsch 'erval georagt, De veelheid der Zeevaarten Leeft hier een beurs gemaakt, voor de een die. buiten ftaat geraaken van langer te nen vaaren. mtbuizeH en Hoobreede, vormen eene aandyke vrye heerlykheid rer eene zyde langs de : voornoemde bannen , en ter andere langs 'Èeem/ie'r (trekkende. Het dorp Ooabuizen, neestal in de lengte gebouwd, het fraaifte geïte legt aan de Beemfterringfloot, alwaar, een kme luchtige kruiskerk ftaat,met een zeskant het dak ryzend toorentje. In een der hoevan dé kerk is de graftombe van Fram:s van Bredenhof, Vryheer van Oostten ócc. dezelve is prachtig van wit en zwart mer, zyn beeltenis praalt boven dezelve, r Pallets gehouden. Hier is ook een aanzfenRaadhuis, een gevangenis, waag en wacht- De  393 de JONGE REIZIGER De buitenlandfche handel in kaas wordt hiti fterk gedreeven. Hoobreede dat ten zuiden van Oosthulzen legt is een kiein dorpje, doch heeft echter eö kerk. Etershem is eene vrye heerlykheid tusfcher Oostbuizen en de Zuiderzee, het dorp is zeergej ring. De Zuidpolder is eene bedyking van weini waarde. Foliendam, dat tegens den zeedyk legt, heet een vry lati2.e haven van Paalwerk, men vindi hier eene menigte zogenoemde Botters, (viscb fchuiten) geneerende zich de meeste ïngezeetenet met visfchen op de Zuiderzee. Er is ee klein kerkje met een fpits toorentje. Katwoude is een ban tusfehen de Steden Edan en Monnikkendam, zy heeft alleen een getal van by de veertig huizen. 't Bailluwfchap van Waterland{trekt zich lang. Qostzaanen, Purmerland, Katwoude, de Gouw zee en het T. Het bevat zes Rechtsbannen, die wy hier lal ten volgen, als: Ransdorp, by de zeelieden Raarop, leggeri langs de Zuiderzee en het T. Het HoofddorJ veert den naam na de banne, 't zelve legt lani waait  door NEDERLAND, gpp waard in óp een vermaak'yke wyze in 't geboomte. De tcoren cie van boven plar is, heeft zulk een ongemeene d;kte, dat de kerk met dezelve van gelyke dikte is. Jn de tooren is een gat met drie deuren, een van koper,een van yzereneen van hout, alwaar men in een kist de handvesten van Waterland bewaart. Het dorp heeft een aanzienlyk Raadhuis. Het weiden van kreijen, waar van de melk meest in Jmflerdam verkogt wordt, is hier de hoofdzaak. Voormaals was het veel bloeiender, zo „at hier veele buitenvaarders woonden, men deed er laken en zilverImidswinkels, ook was er een brouwery, doch dit alles is thans te niet. — Onder Ransdo-p behoóren de twee v>]gende d rpen. * Durgerdam aan het T, op de hoek by de vermaarde droogte het Pampus genoemd, wy hebben yan 't zelve in het werk gefproken. Helyfloot is een dorp van weinig aanzien alleen merkwaardig om dat de kooplieden van Amjlerdam, dikwerf hunne fcheepen voor deeze plaats laaten loifeö-, 't is daar door bv de zeevaarenden bekend onder den naam van de Holle Sloot. Zuiderwoude is de tweede ban in 't Bailluwfchap van Waterland, paaiende mede aan de Zuiderzee. Het dorp van dien naam, ieft  4oo de JONGE RE.IZIGER omtrent een uur van Monnikkendam lnndwaard in, en befhat voornaamlyk uit het rnaaken van boter en kaas. Onder deeze banne behoort. Uitdam of Tdam, \ zelve plagt een haven tehebben, doch deeze door de paalworm vernield zynde, is hier door het getal der waterfcheepen, die de groote fcheepen over Pampus boegfeeren, of liever zeilende flecpen, zeer afgenomen, 't Heeft een kleine kerk. Landsmeer, welks ban ook gedeel.elyk aan het T paalt heeft twee dorpen, 't eerlte v.n naam als de banne, legt een halt uur van Buik/loot, landwaard in, en heefteen tamelyke uitgeftrektheid, de kerk is nog niet zeer oud. —— Men leeft er in 't algemeen van den Landbouw, en 't vislchen in de binnen wateren. Watergang is een klein kerkdorp by eenigen ëèn gehucht genoamd. Sunderdorp de vierde hoofdban in Waterland* Bailluwfchap, legt tusfehen Broek en het T. Het hoofddorp is wedar in naam ge- lyk aan de banne, 't legt omtrent een half uur van Kansdorp, 't heeft een fraaie toorea en kerk, is eenigeimaare verllrooid van huizen. De  door NEDERLAND. 401 De kerk brande in 't begin deezer eeuw byna geheel al, doch wierd herbouwd, het voornaamfte beftaansmiddel is héj melktappen in Am (Ierdam. * Nieuivendam aan het Y geleegen, tusfehen Buik/loot en Schellingvoou, is by ons reeds vermeld. * Broek is de vyfde hoofdban van dit diftricT:, dezelve paalt onder anderen aan de «Stads vryheid van Monnikendam. Het dorp van dien naam "meeftal Broek in Waterland genoemd, is misfchien het beroemdfte van geheel NoordhoUand, wy hebben er in het werk zelve van gefproken. Schellhigwoitde aan het Y paaiende is de zesde hoofdbanne en dus de laatfte van het meergenoemde bailluwfchap. Het dorp legt tusfehen Nicuwèndam en Burgerdam aan den Ydyk in de lengte gebouwd ± en dus zeer vermaakelyk over de rivier ziende,er is een klein nog nieuwachtig kerkje. Landbouw is hier de voor¬ naamfte bezigheid. * Buik/looi, waar van mede gefproken is, behoort ook onder deeze banne. Verder vindt men in dit bailluwfchap verlcbeidene drooggemaakte Meiren,\\$ de voornaamlyk de Buikflooter, Broeker en Beilemermeer. III. Deel. Cc Pur  40a de JONGE REIZIGER Purmerland en llpendam gaven v/y als de derde verdeeling van geheel Waterland op, deeze vrye'heerlykheid legt tusfehen hec rechtsgebied van Purmerland, Landsmeer en Oostzaanen. 't-Zelye bevat twee dorpen, beiden genoemd na de Banne, als: Purmerland, waar van de huizen langs eene vaart ftaan, de keik is een half kruisgebouw, met een hogen toren , waarvan de top door een vreeslyk onweder afgellaagen wierd, hier is ook een rechthuis. llpendam aan de trekvaart van Buikfloot op Purmerend is kleinder dan het voorige dorp, 't heeit een kerk en tooren als mede een raadhuis. ... De groot e Waterlandjche Meir en, maakende vierde hoofdverdeeling van Waterland uit. , Zy zyn drie in getal: De Beemfter, die tusfehen de Purmerender en Oostbuizer Ban ten oosteu en ten westen tusfehen het Schenner eiland legt, was in den jaare 1611 volkomen bedykt. Men vierc hier dat rydllip jaarlyks op den 30 July, wanneer het Beemfter kennis is. De manier van kaveling en doorfnyding in deeze Meir is zeer net ea fraai alles in den haak aangelegd, er is in den geheele Meir maar een kerkdorp, waarven wy gefproken hebben. De  door NEDERLAND. 403 De Pürmer legt tusfehen Edam , Monniken' dam en Purmercr.de. In 1622 was de bedyking in orde vóliooid Het zogenoemde Hof van llpendam legt zeer vermaaklyk in deze Meir en is een aanzienlyk Heerenhuis niet verre van llpendam. De Wormer of Wyde, Wormer legt tuslchen de bannen van Purmerende, Purmerland, Oostzaanen en Wormer. Zy wierd in den jaare 1626 gekaveld, 't geen al vroeger gefchied zou heb. b;n, indien geen inbreuk de nieuw drooggemaakte Meir vvsder onder water gezet hadde. Cc a KOR-  KORTE INHOUD. der BRIEVEN van de drie EERSTE DEEL EN, van den JONGE REIZIGER door NEDERLAND. EERSTE DEELS EERSTE STUK. I. Brief. Uit Amflerdam aan Karei. Inleiding. Komt te Velzen. Ontmoeting aldaar. Andere ontmoeting in 't wandelen na de Sandpoort met een Bloemendaler Boer. Spaarendam. Soldaten die van guarnijoen veranderen. Vindt kennis te halfweg Haarlem. Gezelfchap in de fcbuit op Amflerdam. Aankomst aldaar. , , Bladz. i  INHOUD. II. Brief. Uit Amflerdam aan denzelven. Zyne ontvangst door Belle aan V buis van Peterfen. Befchryft zyn logeerkamer, en V gezicht van daar over 't 2\ De IXieuwefiadsberberg aan het T. Deszelfs vermaaklykbeid, en aangenaam- gezelfchap al daar. Wandeling na Schoonzicht. Cefprek over de oudheid der Stad. Losheid van den grond» 't Boschje aan de Muider poort. De Poort zelve. De Plantage. Wandelt door de Stad. Heerlyk gezicht op de Amfielfluis, Woeligheid alom Gaat op de groote zaal van V Stadhuis, en na het torentje. Het gezicht aldaar befchreeven. De Vicrfcbaar. Den Dam. De Beurs. Tour met de koets langs de buiten cingel. Vertoning van U omeo en Julia. Oordeel daar over. De Schouwburg. Gedachten over de Opera's in V Algemeen. . * ... Bladz. iq III. Brief. Uit Amflerdam aan denzelven. De Haarlem-, merpoort. De Leidfcbepoort. Zaagmolenspoort. Raampoort. Weesper en Utrecbtfchepoori: Weteringspoort. Sluiting van de Stad langs den Tkant. De Vestingwerken. Kruidmagrzynen. Tour na Buikfloot en JNieuveendam. Bejchryving Cc 3 titer  INHOUD. dier Dorpen. Uitmuntend gezicht van daar. Gefprek met de Nieuw endammer Schipper. De Overt0i,mfcbe Weg. De Wetering. Ontmoet eene jonge 'Juffer Charlotre genoemd aan V huis van PeurCn.; . biadz. 24. IV. Brief. Uit Amflerdam aan denzelven. De Bloem markt. Munt. Munttooren. Botermarkt. Oudmannenhuis. Ontmoeting met Charlotte* Wordt terwyl hy fchryft door Belle verrascht. De Diemermcer. Charlotte's aanmerking aan de Diemerbrug. Anecdcte aldaar voorgevallen in 3787. De Gaasop. Het Gyn. Abcou. Het gezel/chap aldaar. V Kafleel van Abcon. Zotte handehvys van ouders met een jongen van elf jaaren. Aanmerkingen daarover in het na huis ryden. De Hortus Medicus. * Zeeburg. Fis eblust. Diem n. Gezicht over de Zuiderzee. De Po 'celeinfahicq aan den Amflel. Fermaaklykbeid van de Steenen brug aan den Amflel. Gewoel aan de Beerebyt v . . . 31 V. Br 1 e f. Uit Amflerdam aan denzelven. Wandeling door de  I N II O U D. de Duivelshoek, Ridder en Jonkerftraat en V Franfche Pad. Tooneel van brand in de Duivels. h<~.ck Maakt kennis met een jong Heer. IVeeklyks kransje, Gefprek over de oudheid en andere zaaken deflad aangaande. Eefchryving van het liefhebbers tooneel Utile et Amufanr. Stadlander. Ge/prek over den (laat des tooneals. 't Vermasten van een I'luit' door de Kraan. Scbyeierstooren. 't Zeerecht. Haringpakkerstooren. Kleine Viscb < markt. Felix Meritis. Namiddag party by Charlotte op den binnen Amflel. 't Postcomptoir. . . . . bladz. 46. VI. B R I E F. Uit Amflerdam aan denzelven. Mozes en Aaronskerk. Aanmerking. Middagparty by Vry. mond. Gaan het Stadhuis bezichtigen. Groote Zaal. Bnrgemeeeterskamer. Burgemeestersver • trek. Thefaurie. Scbeepenskamer. Raadkamer. Juftitiekamer. Konstkamer. Krygsraadskamer. ■ t Afleggen van den Eed aldaar. Wapenkamer. Gaan by Hoogaart foupeeren. Bezoeken de [peelhvizen. Befcbryving daarvan. Be/luit om na den Schouwburg te gaan, en Anecdote van Ga» brielii. . . . . bladz. 6q. Cc 4 yii:  INHOUD, VII. BRIEF. tèt Amflerdam aan denzelzen. Bericht over het Jpeelen van Hypcrmnestra. t ünbefuisd ap. plaudileeren. 't Danjcn en de Pantomime, 't Naflukje. Vifne van Chariotie aan BthV. Amflelkerk. Zuiderkerk. Nicuwekerk. Tombe van c!e Ruit. r, Jan van Galen en David Sweers. Gedenkteken voor Vondel. Aanmerking by deeze ge. I ge-beid. De Westcrlerk. Noorder kerk. Zeilen met een Jacht tot- over Pampus. Durgerdam. Ge/prek over de Godsbuizen. Aalmoesniersiveeshuis. 't Burgerweesbuis. Versje van Vondel 10 r de Jongens ingang. 'Andere liefdadige Stich. tingen. Ge/prek met Fredri'iftad over bet ïooneel en de Dichtkunst. Ktygt bezoek van Kareis broeder. . . , bladz. 74, VUL BRIEF. Uit Amflerdam aan denzelven. Gaat na Zaandam. Scheis van een Gefprek in 't overvaren op de Schuit. Eefchryving van Zaandam. Dryven in 't icrugkeeren een Eregat voor de boeg. Gaan op gezel/cbap by den Eleer Ouwerkerc. Bericht van den Aart ian dit kransje. Tv.ee kaerels worden by nacht opgebragt. -. , . bladz. 90. IX  INHOUD. IX. BRIEF. Uit Amflerdam aan denzelven. 't Cabinet van den Heer Goudflroom, Viervoetige dieren. Vo~ gels-, büandfche Capellen. Buitenlandfche Vo* gels. De Manege. U Pesthuis, Fabricquen en Warmoesnierderyen aan den PVeg na Slooten. Ge> zicht buiten dat Dorp over de Haarlemmer meir, Ryden door Osdorp na Halfweg Haarlem. Aar* tige verrasfcbing by hunne nadering. Keeren terug over Sloterdyk. Het dorp. Buitenland daarvoor léggende. Avondgezicht over dit gedeelte van het T. Nieuwe ontwerpen tot Vermaak. De Oudekerk. Tombe van Jacob van Heemkerk, Van der Hulst, Van d'r Zaan, Haak Zweerts, Cornelis Jansz. de Haan, Wirtz en Graffohrift voor den KunstIchilder lange Pier, 't Famiellie* graf van den Heer vau Zuidpolsbroek. Gofprek over de genoemde Helden. Gefchut idt de baai van Gibralter opgevisebt, "t welk wonderlyk gefmolten was. Lutherfcbe nieuwe Kerk. Ontmoet Kaptein Vlieger in de Nieuwe Stads Herberg. Anecdote over Woeker. Vecbtparty op de Tbrug en aartige uitdrukking over de oorzaak. bladz. 105. Cc 5 X  I N H O U. D, X. BRIEF. Uit Amflerdam aan denzelven. 's Lands Ma. g te  i N H O U D. ie van een Schilder. Verfcbil ever 't eindeloos neuriën van Preludios. Regeering en Slot. bl. aao. XI. B RIEF. Uit Dordrecht aan Peterlen. Wandeling ter bezichtiging van de Houtvlotten. Befchryving daarvan. V Huis te Mefwcde. Conventie van deeze Heerlykheid met de Stad Dordrecht. Papendrecht. . . . bl. 239. XII. BRIEF. Uit Dordrecht aan Belle en Elize. Korte beantwoording ha ar er Brieven. Iets over de Dordfcbe Dames. Contrast van Waalwyk en zyne Vrouw. . bl. 246. XIII. BRIEF. Dit Dordrecht aan Charlotte. Dubbeldam. Plaats der Sluis die de inbreuk 142* veroorzaakte. Caratler van Juffrouw Waalwyk, afgeleid uit de Scbildery die zy gaf van Mevrouw KoCiwz en andere. Onaangenaamheid tusfehen baar en haar Man. Vertrek van Dordrecht na Gorcum met een Ee 3 jacht.  INHOUD. jacht tot den Engel. Lompe Voerman. Weg van daar tot Gorcum. Slydrecht. Giezendam en Hartevcld. Wandeling langs de Buitencingel en Environs van Gorcum, als meede door de Stad* Gaan Loevefiein bezichtigen. Befchryving van de Vesting en 't Kajleel Woudrichem van geen aanzien. Avondwandeling na de Vest. bl. 250. XIV. BRIEF. Vit Gorcum aan Pa rien. Befchryving van Gorcum. Vestingwerken. Poorten. Wandelwegen. Naamsoorfprong. Oudheid. Onlusten tusfehen die van Gcrcum en Meerkerk. Brand in 13815 voorgevallen. Hiflorifche trekken Woudrichem. Naamsreden. Vestingwerken. Hiflorie. Stad' huis. Wapenmagazyn. Kerk en Tooren. Nicuzve Kruidkelder. Loevefiein. Hiflorie. Onvertfaagdheid van eenen Osfenkooper de R ui ter genoemd', en Spaanfche Wreedheid. Naamsoorfprong verkeerd afgeleid van de Scheepsterm Loeven. bl. 265. XV. BRIEF. Vit Gorcum aan Fredrikftad. Gefprek met den Heer Goudwaard over Heusden. De Groote Kerk  INHOUD. Kerk van Gorcum Tombe van Jan van Arkel: Kapel van Paffenrode. KunJHge Ketkkroon door Willem var, der Burg gemaakt Stadhuis, Waag .en Vleeschhal Parade, 't Kafleel der Heeren van Arkel. Overblyfzels van t huidigens Tooneel van Karei van Bourgondien. Handel van Gorcum. bl. 278. Ee $ I TWEE;  INHOUD. TWEEDE DEELS DERDE STUK» I. BRIEF. Woerden aan Charlotte. Loffpraak over Gorcum. Asperen een vervallen Stadje. De Kerk, Begraafplaats der Heeren van Asperen. Stadhuis. Heukelom. Leerdam. Aangenaame ligging. Kerk. Stadhuis., "t Huis van den Drosfaart. Gasthuis. Dobbelparty van een Boer en een Jood. Aanmerkingen daarover. Anecdote. Aangenaamheid der Weg van Gorcum tot Woerden. Vianen Kerk.' Stadhuis. Kermaaklykheid der Buitencingels en Environs. 't Vianer* hosch. Amalienftein. Helsdingen. Tzelflein. Markt. Stadhuis. Kerk. Tcmbe van Aleida van Kuilenburg. Lexmond. Ameide. Tienho' ven. V Huis te Herlaar. JNieuwpoort. Stad' huis aldaar op een fluh gebouwd. Waag. Kerk. m Tooren. Voorigen Handel. . bl. 20 r. 11.  INHOUD II. BRIE F. Uit Woerden aan Fredrikllad. Schoonhoven, Legging, gedaante en bebouwing» Poorten. Opfchrift boven de Kruispoort. Raadhuis. Sternen kring daarvoor. Marrigje Ariens om tovery verbrand. Uhtrekzel uit baar bekentenis. Tydoers op de groote Klok. Kamers van het Stadhuis. Waag. Infcriptie voor een Pakhuis. ^Boelen. Kerk. Begraafplaatzen van Olivier van Noord, Jan van Wynbergen, Klaas Louwrenz Blom. Hunne Graf/chriften. Andere Kerken. Natuur. Ijks zeldzaamheid in het Hof. Oudewater.' Stadhuis. Wapens in de Voorgevel. Scbildery van Storp. Kerk. Begraafplaats van Rudoiph Snellius van Royen. Jacobus Arminius alhier ge. boren. Waag. Privilegie van Karei de V. omtrent het wegen van Toveraars. Naamlyst van geworgene Perfoonen van 1044 tot 1729. Certificaat by Burgemeefleren verleend. Leges. Mislukte vlucht van twee gelieven uit Amflerdam, en aanmerkingen daarover. . bl, 304. III. BRIEF. 5 Uit Woerden aan Peterfën. Asperen, deszelfs gefcbiedsnis m oorlogsrampen. Leerdam Gefcbiedenis Ee 4 By*  INHOUD. By gelovige overlevering Coïnelius ]znfev'ms. Vianen Bateftein uit Jaloerfy gefticht. De tooren Simpol. eorfprong Gefcbiedenis van Vianen onder den huize t?2. Zwaa. re branden aldaar. Bierbrouweryen. Lakens en andere Fabricquen. Koorenftandek Kaas, Flasen Hennipbandel. Pypemaker.yen. Befchryving van de Manier der Bewerking. Vermaarde Mannen. Hycronihms van Beverning, Kprnelk en Willem. Harmansz van der poude, Reinier Snoy, Pieter Cornelis Broekberg, Kornelis en Fredrik Houtman, Dirk en Wouter Crabedi. bl. 380. IX. BRIEF. Uit Rotterdam aan Charlotte. Aankomst aU daar. Weg van Gouda derwaard. Moordrecht. Fermaaklyke fiand van het Gaoot Schippershuis en lot . . bl. .393. X. B R I E F. Uit Rotterdam aan Fredrikftad. Naamsoorfprong. Oudheid. Vergrooting der Stad. Twist der tioekfchen en Kabeljaauwfche. Jonker Franszen Oorlog. Brand in 1563. Spaanfche Ontrouw. Beeldflorming. Kerklyke Beroerten 1618 en Op' roer in 1672. ; . bl. 398. XI.  INHOUD. X!. BRIEF. Uit Rotterdam aan Charlotte. Ontmoeting aan de algemet ne tafel van een ongelukkige fentimen' teele. Gedachten over 't fentimenteele. Aankomst van twee Heeren en twee dames. Wandel 'mglangs de nuitcncingel, en door de Stad. Lycas HerdersWagt . . bl. 408. XII. BRIEF. Uit Rotterdam aan Fredrikftad. De Si. Laurenskerk , Witte Cornelis de Wit, Mooi Lammert, Johan de Liefde, Van Brakel, Kortenaar, Van Nes, Cornelis tViatelief. V Stadhuis. Beurs. Groote Markt Beeld van Erasmus. Andere Kerken. Waag. Boterhuis. Vlasmarkt. Beestemarkt. Varkenmarkt. Hoender markt. Boter en Green'' markt. Vischmarkten. Landshuis van Schieland. Admiraliteitshof. Ammunitiehuis. Werf. Oost en Westindifche Compagnie. Tochtje op de Maas. Fyenoord. Gefprek over de Arcadifche Dichtkunst. Avondftond . . bl. 424. XIII. BRIEF. Uit Rotterdam aan Charlotte. Afbeelding der Frie-  INHOUD. Friefche Heeren en Dames. Gefprekken met hun. En byzonder e ontmoeting over tafel. bl. 336. XIV. BRIEF. Vit Amflerdam aan Karei. Ontmoeting teAmfielveen 't Foorgevallene op den laat/ten dag in Rotterdam. Retour na Amf.erdam.Alfen. bi, 442. DER-  INHOUD. D#RDE DEELS EERSTE STUK. I. BRIEF. Uit Amflerdam aan Karei. Verjarings versje voor Charlotte. Doet vifitts, gaat by Charlotte ter maaltyd, Pasfeeren de namiddag in een collegietuin, Ontmoet daar Jaqueline Fortuin geboren Pronkhart, Wandeling door de Meer, liet Toorentje aan de Nienwenbrug, De Franfche Schouwbujg, Gaan by Fredrikftad, Gefprek over't voor • gevallene in de Collegietuin, Tour rondom de ftad, Affcheid van Goudwaard.'Be/luit tot Ferdinands vertrek. . , II. BRIEF. Uit Edam aan Charlotte, Affcheid en Vertrek, Vermaaklyke Overtocht na Buikfloot, Maakt gezelfchap met een bedaard Heer, Hunne Aanmerhingen over eenige C ar aders, Pourtrait van dien nieuwen kennis, (Hazewind;, Broek, Marken, Klaas  INHOUD. Klaas Bruins> Befchryving van de Marken Meeding, Komst'te Monnikendam bl. \6, III. BRIEF. Vit Ëdam aan Peterfën, Gefcbiedenis van Marken, Monnikendam, De Goudzee, Naamsreden van Monnikendam, Brand en Oorlogsrampen, Springen der Kruidmolen, Beftaansmiddelen, Gedaante der Stad, Wallen, Omgelegen Land, Poorten, Gereformeerde Kerk, Stadhuis, Doelen, Komst te Edam, Legging, Naams oorfprong, Gedaante, Wal, Poorten, Oudheid, Gejchiedkundige trekken , Zwaare Branden, .Scheepsbouw, Housbandel, Zoutketen, Kaasmarkt, Hendrik Meyer van Monnikkcndam . bl 2g IV*. BRIEF. Vit Boom aan Fredrikftad, V Geval der in de Purmermeer gevangen Meermin, Langendyk hier over aangehaald,Zindelykheid en nette bebou. uttag van Edam, Kaasmarkt en Waag, Menigte van Houtwaaren, Groote kerk, kleine Lutherfche Stadhuis, de Beurs, Vhchmarkt, Prinfcn Hof , Doopsgezinde Vergaderplaats en andere Godsdienflige liefderyke gebouwen, fc>j# 3g. V,  INHOUD, V. BRIEF. Uit Hoorn aan Charlotte , zyn aankomt te HoornGeval aldaar by 't afvaar en der Jaagfchuit, Weg van Edam na Hoorn , Gemeene Haard van V Logement, Groote Markt te Hoorn, Stadhuis, Waag, 't Huis van Gecommitteerde Raadenvan V Noorderkwartier, Deszsjfs Logement, 't Oostindhcb Huis , Gemeenelandsbuis, groote kerk, Vrouwenkerk en Oosterkerk, Engeloms, Luther/che, Remonftrantfche, Doopsgezinde en Roomfche kerken, Andere publyke gebouwen, Slot. • • ' b1-46' VI. BRIEF. Uit Hoorn aan Peterfën, Legging van Hoorn, Omgelegen Oord, Haven, Admiraliteits gebouwen, De Stad vanbinnen, Wal, Voor ten, Gefprek met een Burger over de Bejlaansmiddelen, Naarnsoorfprong, Oudheid, Uitleggingen van de ' Stad, Onlusten ten tyde der Eloekfcben en Kabbelliaauwfchen, Verdere gefcbiedkundige trekken, Klement Maartens, eerfte gereformeerde Leeraar, Kerklyke Onlusten, Eeuwig ediB by Langewagen getekend, Wagenaar daarover aangehaald, ' . 'f Sprin-  INHOUD. "t Springen der Kfuidmolen 1703, Aiïiehahdel en Commercie fockteit. . • bl- & VII. BRIEF. Vit Hoorn aan Fredrikftad, Beroemde Mannen, Adrianus junius, Rombour Hogerbsets, , Dirk Velius en Jan Pieterszoon Koen. bl.73, VIII. BRIEF. Uit Enkhuizen uan Chirlotte. Aankomst te Enkhuizen. Gaat logeeren by Zynen Vriend Juniiis. Zeilparty na de Oude Gouw en Avondgezelfchap in een tuin aan de Zeekant. bi.78. XI. BRIE F. Uit Enkhuizen aan Fredrikftad. Gejprek met Junius over de Dichtkunst. . bl. 85. X. BRIEF. Uit Enkhuizen aan Peterfën. Weg van Hoorn na Enkhuizen. Naamsoorfprong. Oudheid en III. Duel. Ff Oe%  INHOUD. Gefchiedkundige trekken. Gedaante. Wal Poorten. Drommedaris. Oostindifche tooren. Infcriptie aldaar. Handel en Be ft aan s middelen. Economia Enkhufiana. . . ^ Oo> XI. BRIEF. Uil Enkbuizen aan Peterfën. Wandeling door de flad. O. L Huis. V Huis van berouw. Krabbersgat. Ncordend. Klokgietery. Stadhuis. Zuiderkerk. Westerkerk. Kleine kerk. Munthuis. Admiraliteits Hof. Klinkdichten van Vondel op het overgefprongen /luk gefcbut aldaar te vinden. Admiraliteits Werf Ruurds. Westim-, disch Pluis. Aankomst van een Haringjager. Befchryving der Buizen Bededag. Namiddag wandeling en Onthaal in den Beyert. bl. 98. XII. BRIEF. Uit Enkhuizen aan Charlotte. Wandelin