^090  MAATSCH. DER NEDERL. LETTERE. TE LEIDEIf. Catal. bi. Geschenk van Tooneelstukken, 1841.  D E NATIONAALE CONVENTIE, VLOEDIG TONEEL-SP£X, In Pyf Bedryven. Uit let Franscb vertaald, D O O R y. p. ii o s. Te bekomen te Amfteldim, by PeppelenUs en JJom; Haarlem, van der Aai Leyden, Perk's Hage, Rosmuller en Stegwy, Delft, Poel. man; Rotterdam, J. Hofhout en Zoenen Bal; Dord, van Braam; Schiedam, Poolman; Gouda, Verblauwt»; Hoen, Brouwer; Utrecht W. Tzerworji, en van Rojum; 's Bosch,' Naman; en verder Alom.  PER S0NAG1EN. iOBfWïK DEN XVI. Koning van Vrm.kryk. maria antonetta van Oojlenryk. Koningin van Wratikryk. dauphitt. Konings Zoon. malesherü^s. y'riend van den Koning. brosot. MARAÏ. DUFOHTi d'oü LEAK f« lUeden Vallde Na' jour dan. ' tionaak Conventie, ROBIiESPlEIlRIÏ. p E t h i o n. \ h E li ÏJ u t. J o f f i c i E-Bi Commandant aan de ThuiUerü'n* jean. Knegt van D'orleuns. hoode. V&n de Conventie. c oud kt. Moordcrejfe van Mar at. afgevaardigde van de' Conventie. se wachten. Het Toneel is in de Vergadering van de Conventie. "TTZvTT "voorN K U \  VOORREDEN. WAARDE LANDGHNOOTEN! JT^oor een byzondere gekgentheid, zyn wy in Jlaat gefield geworden, uw de vertaaling van dit Toneel/pel te kunnen meededeelen-, bet zelve is in het Fransch gedrukt, en uitgegeven te Toulon, door de Heer j. La Rofe, eertyds Officier der Marine van Vrankryk, de ongehoorde handelingen van de Nationaale Conventie, in Parys, hebben ons daar toe te meerder aangezet, om uw Jlegts een flaauwe fchets te kunnen voorflellen, waaraan die Vergadering zich dagelyks fchuldig maakt, van op de onrechtvaardigfte wyzen, tot hun oogmerk te koomen, * 2 wy  £V VOORREDEN. V9 twyfelen niet of onze arbeid, zal met het volkoomen genoegen van Neerlands Ingezetene Mtfangen werden. DE VERTAALDE £« D E  D E NATIONAALE CONVENTIE, BLOEDIG TONEEL-SPEL. In Vyf Sedryven. A TWEE- EERSTE B E D R T F. EERSTE TONEEL. Htt Toneel verbeeld een groote Zaal, waar een menigte Menfcben vergadert zyn. BRUSOT, JOOR DAA Ni brusot, tegen de Vergadering. Mync Heeren, en Medebroederen, die met myn, duor onze Koning, tot deezn algemtcne Vergadering zyt opgeroepen Heb ik de eer këöniffe te geeven, dat Zyne Majefeit, op het oogenblik in de Vergadering zal verfchynen. JOÜRDAAN. Wy m-ken ons dus gereed, om Zyne Majefteid wel te ontl'aneen, ik hoorgetucht, hykomt.  C 2 5 TWEEDE TONEEL. ben koning, marat, dtjpont, d'orleans, brdsot, jourdaan. De Koning zicb buigende voor de Vergadering, die alle net ongedekte hoofde ftaan; de Koning /preekt. Ik wensch alle de hier zaamengekoomen Heeren van harte welkom. düpont. Het hVekt ons tot bizoniere genoegen, Sire ww in een volmaakte welfiand te zien. d f. koning. Ivlyne oogmerk, tot dezen zamenroeping van de dyemeene Staaten d-s Lands, is, om aan uw lieden, den toeftand van Vrankryk bekend te maaken, en om gezamentlyk de middelen te beraamen, tot redding van het maar al te zeer befwaarde Financie - Weezen, ik dacht hier toe geen beter middelen te kunnen vinden, dan in navolging myner Voorvaderen om alle de Staaten des Lands te doen by een koomen, ziedaar den taak welke ik uwlieden voordraagen,, om met elkander, zulke befluiten te neemen, dat dit Byk uit haare zorgelyke toeftand worden gered. b r u s o t. Zyne Majefteit doet ons bizonder veel genoegen aan, ons met uw vertrouwen te vergeren, ik voor myn , en twyffel niet of allen dee- zen  C 3 ) en te zanmgekomenen Staaten zullen alle mogeJyke middelen aanwenden tot redding van het Land. d* o r L E a n s. Het vertrouwen dat Zyn Majerteid in ons heeft gelieven te (tellen, zal zeker de gewenschte gevolgen hebben, marat. Ik twyffel niet, of de zaaken ztilen fpoedii* een goede keer neetnen. jourdaan. Wy zullen intuflchan , Sire, met kraet werk. zaani zyn, wanneer zal zyn Majelted goedvinden, dat de Vergadering zal by een koomen. d ë koning. Dit zal opmorgenzyn, en onafgebreken voortgaan, rot zoo lang, dat de middelen tot reddintj zullen gevonden , en voorgefteld ayn , (fa ver-' trekt.-) ' DERDE TONEEL. erusot, MARAT, d'oIUEAHS, MARAT. Nu is den dag gekoomen, dat wy dit Land, uit deflelf;, kluilkr zullen verlofiln, enons van het juk der Monarchale Regering ontrukken. 4 2 ■ SRV.  C 4^ rt R o s o T. Dit is heel goed, dog hoe zullen wy dit aanvangen, zulk een zaak zoude geheel makkelyk ons het hoofd kunnen kolkn, want wy zyn geheel onkundig, van de denkwyze der andere Staaten. MARAT. , Dat's waar, 'er is zeker min of meer gevaar by, dog men moet eerst, eer men hier toe over gaat, da denkwyze van de Staaten gewaar zien te worden, , ft R U & 0 Ta Dit zal zeer befwaarlyk vallen, om na te fpeuren, en verwittige wy 'er hun van , loopt het zeer veel gevaar, dat ons oogmerk den Koning bekend worden, en dan D* O R L tt A N S. Kom! kom! al de zwarigheid ten zeiden, ik die zelfs asm den Koning vermaagtfehapt ben, zal het waagen, terwyl de Vergadering thans nog by een is, hun de voorflag te doen, blyft gy intuflchen hier, valt het niet goed uit, en komt het als dan ter ooren van de Koning, zal ik het wel weeten met hein goed te maaken. B R TJ S O T. Ik bid uw myn Heer te weeten, op wat manier zult gy het goedmaaken, want de zaak is van te groot gewicht, om dezelve niet wel te omleggen, want loopt het fout, dan misfen wy zonder twyffel ons hoofd. d' oh-  C 5 ) d' o r l e a n s. Zoo den Koring het gewaar word, zil ik zeggen, dat zulks een Staats list van myn is geweest, om dat ik iets van ter zyde crnoomen heb, om dan Zyn Majeftei'J te waarfchou. wen, en daar mep loopt het af, en nog een dankzegging van den Koning toe, voor nayn trouwe waakzaamheid, in deezeti betoond. marat. Deezen list Monfieur d'orleansi's zeer fraai, en bewaart ons van alle gevaar, fpocd u eer de Vergadering fcheid. br tj s o t, Ik wensch dat alles zal lukken, dat wy ons oogmerk zullen kunnen bereiken. d' o r l e a n s. Ik groet Uw, en zal ten eerfle wederkeeren, VIERDE TONEEL. brusot, en marat. T, r o s o t. Wat gedachten myn Heer, hebt gy hoe zullen de zaaken gaan, ik ben daar over zeer beiwaard. marat. Ik in het minst niet, de list waar mede de zaak ondernoomen word, doet ons veilig zyn, do1' het ergfte dat ons over hec hoofd hangt, A 3 is  C 6 ) ïs, dat de Naris, zeer vee! liefde voor den tegenwoordige Koning heeft, dit is de grootfte fiorm, Waar ijiede wy te kampen zullen hebben. B R U S O T. Dat is nieis, hier toe dunkt mvn, zyn wel middelen te vinden, als het eerfte wel gelukt is, zuilen wy het gemeen fpoedig in on-> zj belargens krygen, door de inpolien van al. les te vermindeien, hun meer vryheid dan na gewoonten te geeven, en zelfs eenige van hun tot Mtfedelèedèn van de Conventie te beroepen, en hunne bewyzen, dat zy altoos onder Regeringen van Koningen hoe goed die ook zyn, onder een ondragelyk juk zugteti, en dat de Fraufche Natie veel te fier en edelmoedig is. dan om lange aan yztre ketens gekluiftert te leggen. MA RA T. D't zal veel invloed vinden, dog zoo ge. makkelyk niet gaan, de geefielykheid onder welk - dweepzucht, de Natie altoos pekubtert zyn, zullen hun dat anders vertellen, en die hebben twintigmaal meer" invloed op hun dan Wy allen. B R U S O T, Die moeten en zullen wy beteugelen, Arenge- middelen, zullen wy des nood einde daaF toe gebruikt n, „f anders maar wacht jk hoor gerucht. VYF-  C 7 ) VYFDE TONEEL. WftRATj FiRUSOT, D'ORLEANS. marat. Welkom Vriend, gy zyt fpoedig terug. n r U S O T. Dit doet myn veel plyzier, en ben zeer verlangend om te weeten, hoe de zaak is afgs» loopen. d' o r l e a n s. Na dat ik de voorllag heb gedaan , vielen 'er een menigte leeden op myn aan, die myn voor een Oproermaker uitriepen, dit ontzetten myn wel, dit kunt gy licht nagaan, dog ik hieuw vol, en begeerde, dat Prefident, de Hemmen zonde opneemen, het welk onder een ylleiyk gedruis toeging, maar by de opneeming bleek, dat de meerderheid aan onze zyde was, men befloot direól aan den Koning voortettelle, om de 1'arlementen altezetten, en den Koning te verzoeken ,zich van zyn menisters te ontdoen, dit met meerderheid btflooten zynde. heeft men eenige Gedeputeerdens naar zyn Majeileid gezonden, om hem daar van kennis te geeven, met verzoek om morgen ochtend in de Vergadering hier zyn Item toe te geeven. B R U S o T. Het verheugd myn tot in het binnenfte van myne ziel, dat de zaak zoo is afgeioopen , zoo een gewenscht begin, had ik nooit kunnen verA 4 wag.  ( 8 ) tTbgoovéD.iP.een W°0rd' h£t gaat ^rnand marat. Nimmer, en 'wie had het kunnen denken dat wy^nltonds zoo veei aanhang zondeken d' o r l e a n s. Ja. Myne Heeren, wy zullen nu de macht des Kon-ngs en zyne Minifiers, welbeteuS üe das van morgen , moet een de gewfeSvóór" gantsch Vrankryk zyn, iDtuflch!n wWe Daït' circa ten emde is, Zoo dunkt myn moeften wv ons een wynig tot rust begeeven. 7 marat. dolaèJl™Z£ z.oude.my" fthier overvallen, L^TLteT mader **«P». « het ^S^'^^-anbevoien, d' o r l 2 a n s. Nu Heeren! morgen vroeg in de Vergrim, *y zyn geheel onkundig van malkander.2 "g  C 9 ) SESDE. TONEEL. i>' orckans zst zich in den Armfioel neder. Dit~is reeds zoo ver! en h;t zal myn evenwel nu niet mislukken, myne ingekankerde haat, tegen den Koning uittevoeren, ja zelfs hem van. het leven te berooven, niets zal myn weerhouden , om wes het mpogelyk myn tot Vrankryks Koning te doen verklaaren, maar d it zulks da Vergadering niet blyken, dat myn oogmerk is tot de Throon te koomen, of anders ben ikverlooren, zoo die myn werd opgedraagen , zal ik ophooderderly manieren myn hier van excuceeren, en hoe meer ik dit doen, hoe meer zy 'er op ftaati zullen, maar neen al van de hand wyzen, tot dat eindelyk het Volk om zoo te zeggen, my noodr zaakt om de Koninglyke waardigheid aan te neemen. Kom (op zyn Orlogie kykende) een uurtje aal myn nog overig zyn, om wat te ruiten. ZEVÉNDE TONEEL. jean, de Knegt. Wat 'er tegenwoordig met myn Heer omgaat, mag de drommel weeten. de geheeledag bezoek, tot diep m de nagr, zuipen en vretten, zonder weergl, alderheevigfle discourfen , en pas; een uur geleeden, eerst na bet gegaan, hoe zal ik hem uit zyn nest krygen, ik wouw by myn ziel,| want ik heb 'er het meest fchaade by. tftc ' hel  I C 10 ) het Land al gered was, maar, maar, ik vrees, voor myn goede Koning, ik heb zoo veel door de 'fchreef van de deur gehoord '? (hy haak een doek uit zynzak, en veegt zyn traanen weg,) dat myn het hart bloed, ik gaa want het is tyd, hy fchelt aan een kamer, maakt vervolgens het ontbyt gereed.) AGSTE TONEEL. e' orleans, jean. d' orleans. Jean, hoe laat is het. jean. Zyn Ed!e h is ruim 8 uuren. d' orleans. Wat donder, waarom myn niet vroeger i'eroepen, zeg rekel. jean. Zyn Edle, Zyn Edle, gy was laat na bedgegaan. D e>' orleans. Kom klee myn maar fchielyk, ik zal maar ongekapt na de Vergadering gaan, daar komt myn Vriend b r usot. NEGENDE TONEEL, URÜSOT, d'orleans. B r U S o T. Goede morgen Vriend, goed gerust, het is met myn niet veel geweest, D or- ■  h' ORLEANS. Ja, ik wel, maar die verdomde Knegt heeft myn zoo lanjj; iaaren flaapen, ik heb myn op het oogenblik eerst gekleed, (zvti elfeenen nog vast makende,) kom, nu ben rk klaar, gaan wy na de Vergadering, alles moet van daag door geweld bukken. TIENDE TONEEL. n r u s o t , als president. brusot, tegen de Vergadering. Den dag van heeden , myn waarde Medebroederen , moet een dag zyn, waar op de Franfehe Natie net leeven, en de Vrvheid zal worden weergegevtn, maar wagt de Koning naderd. ELFDE TONEEL. Den koning, brusot, /preekt uit naam der gantjche Vergadering. d li n K o n i n g. Het befluit myn waarde Staaten het welk myn op gifteren door eenige uwer Lieden is b kend gemaakt, heeft myn eeniger maaien ontzei, wyl ik volkoomen ftaad kan maaken, op myn Ministers , en het Parlement, van hun goed gedrag ten opzichten van geheel Vrankryk, duswasir.yu verzoek hier op het minst geen attentie te flaan, wyl ik uw verzeker, en voor hun gedrag borg zal blyven. brusot. Zyn Majefteid het is uit naam van deze aanziendelyk Vergadeiing dat ik uw bekend maak, dat  C ia ) dat de Vergadering volkomen by hun befluit sullen biyven, als zynde met een groots meerderheid genoornen. DE KONING. Dit ken zyn , dog byzondere gelegendheden noodzaaken myn thands aan de Vergadering te verklaaren, dat de Gedeputeerdens ieder en tot nader order na hunne Departementen zullen t» rug keeren, zoo dat dezelve tot nader order blyft gefch.tden. (De Koning) wemcbtebtm goede reis en vertrekt. 6 EXNDE VAN HET EERSTE BEDRTE. TWEEDE  TWEEDE B E D R T F. EERSTE TOONEEL. Hier ziet men een yffelyke verwarring, eenmenig. te zoeken uit de Vergadering te koomen, en vertrekken. brusot, d'ouleans. b n O S o T. tTVEn Koning met zyn aanlang is dan vertrok. JL/ ken, en zo 'er nog onder deze Vergadering zyn, verzoeken wy dat vertrekt (dit word door het omlraande gemeen toegejuigd,) zie daar myn Heeren, nu lubt gy het oogmerk des Konings gezien, nu onze bifluiten, niet met zyn bslangens Ttrooken, ordonneerd hy oat wy zullen Icheiden, tot nader order, miar het is zoo niet myn vrienden, her. is voor eeuwig, laat uw niet verfphrikken, kom zweeren wy elknnder, van nooit uit een te zullen gaan, voor en al eer der Monarchale Regeering vernietigd. en de Repu. biiekkeinfe zal ingevoerd zyn, en de Egaliteid door gantsch Vrankryk zal (land grypen. en hunne vryheid beveiligd hebben, (alle de Leeden Jleeken hunne vingers op : en zweeren elkander getrouw.') Daar wy nu door den Eed alle aan elkander verbonden zyn, ftel ik uw Lieden voor, om zoo»  C 14 ) «00 gy het goed vind, de volgende befluvt™ Kont '» - Ss a „°fi Koning alleen als de uirvnprHp.- „. • rn neel, van onze befluiten, t Vgebru ken o^* morgen van de Ammunutie h^eTre "',7Z men, en op overmorgen, met geweld de flille, door het gemeen te iaatef overw.1% en het volk van ter zyde hatensevZr,we,d>'e» dat wy willen dat ^eder komt^en' met meer in zulke vvreedaardi/e rl,? zugten, men moeten zorgen daf n?rn n!*6""* dekken, dat zulks van oi»6^^^ SofiStolT ^aderingaê^5^ TWEEDE TONEEL. ^obibahs, MARAT, m ba0sot. d'o r l e a n s. Hier weet ik wel een middel nn Ju* At* fcbieden zouden, dat wy da?r v,n beSH .P* worden, laat de Kec-r Rnhk^r- 8tZul,en Wer ko0'men deezen m „ fs°S,erre n'sa' fterktoegedaan, hym-eeSge.^n^Skïï »° te zetten, om dit ter mtV0er fe b'efgSf MA»  C is ) marat, na de Jlemmen hier over opgenoo* men te hebben. Myn Heer de Prefident, de Heeren vinden dit zeer goed. brusot, fcbelt iemand binnen. Ik zal dan maar cito hem hier laaten ontbieden. DERDE TONEEL. brusot, de eoode. brusot. Loopt eens cito naar de Heer Robbefpierre, dat hy dadelyk hier koomen. de dood e. Zeer wel myn Heer. VIERDE TONEEL. brusot, d'o r l e a n s. br U s o t. Myn Heer UE. zult de goedheid nu wel hebben wyl gy dien Heer van naby kent, hem de zaak, ter deeg te onderrigten , want 'er moeten groote tTebeurteniflen geCchiedan. om het gemeen in ons bslang te krygen. en zegt hem, dat al WOI'C!  C i<5 ) word 'er een enkelde aan een Iantanrenpaal opgehangen, dat 'ej dat niet op aan komt. d' o r l e h n s. Wees op myn zorg gerust, ik zal hem dat wel zoo veeten, te beduiden , dat de zaak volmaakt ter uitvoer zal worden gebracht, dog of 'er een honderd of twee iVIenfchen by omkoomen, hier op moet men zien. b r ij s o t. Nu dat komt 'er dan niet op aan, ha, hykomt jeeds. VYFDE TONEEEL. d'orleans, robbespierre. d' o r l e a n s. Myn Heer uit order van deezen aanzienelyke Vergadering, hebbe :k de eer aan UE. tezeggen, dat DE. voortaan geen order dan dievandeezen Vergadering heb te eerbiedigen, den Koning zal voortaan , de uitvoerder van de beveelens van deezen Vergadering zyn. robbespierre. Met vermaak verneem ik zulks, het Koninglyk gezach dat monfter van Volkïdrukkingen heeft myn lang verveelt, verzoek de Vergadering te zeggen , dat geen orders, dan die door hun zelve gegeven door myn, of myn bediendets zullen geëerbiedigd worden. o R-  C 17 ) B1 O 8 L ï S N Si Maar eer gy vertrekt myn Heer, heb ik uw nog een zaak van gewicht te ontdekken, en waarin zoo gy wilt ons behulpzaam zoude kunnen zyn het is ons bekent, dat het gemeen van deezen Stad, uw beveelen, op het fterkst eerbiedigt, er is een zaak te verrigten, van het uiterfte ge. wicht, namentlyk (dog houd bei voor uw) de Baflille moet zoo fpoedig mogelykgeheel verpletterd worden, en hiertoe zou gy het gemeen gemakkelyk kunnen omkoopen, (he Vergadering heeft daar. toor-50,000 Livres gefebikt) voor de geen die het ter uitvoer brengt. ROPBESPIERRE. Dat zal niet makkelyk gaan, deeze gevangenis is zeer fterk, en van een goede wacht voorZien. I>' O R L È A N S. o Dat is niemendal, (Neem aan bet geld,) het Amunitie-huis is tot hun gebruik, kanon en kogels, dan zal het immers moeten zwigten, eri die tegenftand doet, maar dóudflsari, het komt op een duizend menfehen niet aan, (bem de banden drukkende) nu, nu het zal wel gaan, valt het goed uit zyt gy Lid van deezen Vergadering en men zal de genooten weldaaden erkennen, laat ons fpoedig de tyding hooren, dat die tot de grond gellechtis, gy weet immers nu genoegi hy vertrekt, B ZES*  C 13 > ZESDE TONEEL. fc'ORLEANS, JOURDAfc', DUPONT. D'ORLEANS. Zie zop Heeren, wees nu verzekert, dat het geen twee uuren duuren zal of gy zult hooren, dat het volk aan de gang is, deezen man is zeer bekwaam, tot de uitvoering van zulke zaaken.. J O U R D A N. Uw keus myn Heer, is bizonder wel gevallen, hy is zoo bekwaam als ik iemand in myn leven gekent hebben. DUPONT. En voornamentlyk tot zulke zaaken. ZEVENDE TONEEL. BRUSOT, MA RAT. BRUSOT. Myn dunkt myn Heeren, dat het niet kwaad zoude zyn , dewyl ik tyding gekregen heb, dar men binnen het uur aan de Bafiille zal beginnen, dat men de Koning ontbooden om hier. te koomen, en hem bekent te maaken wat befluiren wy genoomen hebben, en hem zoo lang hier te houden, dat de zaak is afgeloopen. MARAT. De Vergadering confenteerd in uw verzoek, en begeert dat den Koning cito koamen AGSTE  C 19 ) AGSTE TONEEL. BRUSOT, de KONING, d'ORLEANS, MARAT. BRUSOT. Sire! uit naam van de gantfche Vergadering, nebbe ik de eer uw te verwellefcoomen De beveelen zyn Majeileid • myn door de Vergadering opgelegt uw bekent te maaken, hoop ik zullen uw Majefleid niet onaangenaam zyn, de Vergadering heeft beflooten ten nutten van gantsch Vrankryk niet uit elkander te fcheidert, voor en aleer de zaaken volkoomen gereddert zyn, om dit met ter meerder kragt te kunnen doorzetten, hebben zy de Souverainiteit uw Majefleid dit zoo lang ontnoomen, niet dat men uw perzoon, daarom te minder agt, want boven dit alles zal zyn Majefteit alles gebiede, mits dat uw zulks door de Vergadering is geordon. deerd. de KONING. Ik heb reeds genoeg gehoort, Myn Heer! en de attentie van de Vergaderiug begreepen, dog ik laat myn geenzints, op zoo een onrechtmaa. tige wyzen hoonen; onder zulk een Ketreering gaat Vrankryk te grond, dog geloof vry'zeker, ik zal myn doen eerbiedigen , zoekt men myn , het gezach te ontrukken, zonder reeden , geloof al kost het myn bloed, ik* zal vóór myn volk waaken, die door uw Lieden binnen kort, zoo God het niet verhoed, ln de uiterfte ongelukken zullen gedompeld worden. B a b'oai-  C 20 ) D' O R L E A N S. Myn waarde Koning Hel uw gerust, 't is flegts voor een korte tyd, en ras zult gy over het gedrag der Vergadering volkoomen voldaan zyn. DE KONING Het zy 'er meê zoo het wil , de zaaken worden hier verkeerd aangetast. niet om het Land te redden, maar om het in de grond te booren, waaruit het nimmer zal gered worden. M A R A T. Zyn Majefïeit kan volkoomen verzekert zyn, dat men niets het minden voornemen tegen uw perzoon heeft, integendeel, wy zullen het Koninglyke gezach, op alle mogelyke vvyzen, befchermen en beveiligen. BRUSOT. Weik een vreefelyk gedruis, wat mag dat zyn. NEGENDE TONEEL. DE BOODE, BRUSOT. DE BOODE. Myn Heer, meer dan 20,000 menfchen, zyn hier voor de Vergaderplaats gekoomen, zy gaan verwoed aan, en willen dat alk de gevangene losgelaaten worden, de Baftille word door het gemeen hevig beichooten, en zal voor de woede des volks moeten zwigten. BRU-  C *' ) BRUSOT. Bericht hun dat zy vredig na huis gaan, en dat de Vergadering op alles naauwkeurig acht zal geeven , en de fchuldigen op het felst zullen geftral't worden, maar dat men daar en tegen hunne bezwaren zal overweegen, en zio die gegrond zyn, hun recht zal weedervaaren, TIENDE TONEEL. BRUSOT, D E K O N I N O , M A R A T, D* ORLEANS DUPONT, JOUKUAN, die verbaast. BRUSOT. Ik ftaan verbaast over deeze gebeurtenis, wat zoude aanleiding tot deeze daad van geweld gegeven hebben. DE KONING, Zulks is myn onbekent, gy Lieden zyt immers nu de Regeerders, van Vrankryk, zoo lang en ik daag ieder uit, die zulks weet, om te zeygen, of 'er iets dergelyks is voorgevallen, zoo lanz ik den Septer gevoerd heb, en myn gezach ge-eerb;edigd is , zie daar de eerite vrugten van uwe bestiering. M A R A T, Men fpoeden ons. .de zulke te ftraiTen x wanneer men die ontdekken. D' O R L E A N S. Zulke ongehoorde gruwelen, verdienen ten ftrengfte geftraft te worden. B 3 du-  C 22 ) dupont. A!s men zulks niet in tyds met geweld keert, kan 'er nog kwader gevolgen van koomen. j o u r d a n. Wie mag ons dat kwaad berokkend hebben, maar wat yzelyk gedruis ELFDE TONEEL. boode, brusot, de koning, marat d'orleans. boode. De woede van het gemeen is door de gantfche Stad, de Baftille is tot de grond toegeflegt, de metifchen worden op de hoeken van de ftVaaten aan de Lantaarenpaalen opgehangen, in een woord de woede is yzelyk. brusot. Ik bid uw zyn Majefteit in onze belangen en in die van de Natie te Hemmen , om vereend met elkander, dit volk tegen te gaan, en de rustaan Parys weer te geeven. marat. SIrel wy bidden het uw, eer het te Iaat is: 1>' o r l e a n s. Myn waarde Oom, laaten uw belangen de onze zyn , de Vergadering verzoekt uw de beveelen te geeven, om de nodige manfchappen in de wapenen te doen koomen, en het gepeupel te ftraffen. dx  C *3 ) DE KONING. Welaan ik zal het op die manier tot tydenwyJen aanneemen, en order geeven uit naam van de Vergadering het volktegen te gaan, dog neemt voortaan geen befjuiten, zonder myn tekennen; of ik zoude myn genoodzaakt Zien, andere middelen te moeten gebruiken, want aan uw direclie myn Heeren moet ik het oproer van het volk toefchryven. EINDE VAN HET TWEEDE BED RTF. 64 DERr  DERDE B E D R r F. EERSTE TONEEL, P E E O O O E. BOODE. "Vfyn Heeren, de een Officier, heeft mvn -M-gehst uw te berigte.dat het oproer geftik is, en dat alles weer in rust is, (hy vennkt.) ' TWEEDE TONEEL. PRUSOT, JOUR DAN, MARAT: BRUSOT. JarKkt°mr^,TnJVan de Bafti,,e> wonderbaarlyk fcbielyk door het gemeen is geremo- ïl Ll \k' dat er meer daD '50° menfchen by omgekoomen zyn, die zoo wat op allerhande manieren gefiorven zyn. J O U R D A N. 5J£?*k$ C bek™. dat ik zeer nieuws, gierig ben, ons vriend Ropbefpiere te foreeken fioe de zaak zich toegedraageh heeft. P ' MARAT. ' Myn Heeren , Robbefpierre heeft myn een qoa,t uur geleeden, de boodfcbap gezonden, dat hy binnen het half uur de viyheid zoude nee-  C 25 ) neemen, de Vergadering te koomen fpreefttn, om rapport van zyne verrigtingen te doen, brusot. Het zal myn. en ik twyfele niet of de jreheele Vergadering plyzier doen, dien Heer hier te doen verfchynen, maar myn dunkt om 'die man meer in ons belang te krygen, moeiten wy hem als Lid van de Conventie aanneemen, (tegen Marot fpreekende) Myn Heer zal de goed. hem hebben, de ftemmen van de Heeren eens pp te neemen. marat. Met eenpaarigheid van Hemmen, is uw prapofitie goedgekeurd , (by komt.) DERDE TONEEL. brusot, koi! bespierre. brusot. Goede morgen befte vriend, gy zyt ons van harte welkom, neemt plaats myn Heer ik ken UE. niet betuigen met wat verlangen 'de Ve-gadermg uw aankomst alhier h^ft te gemoed gezien. wy zyn volkoomen over uw voldaan kom lieve vriend, verhaal ons alles. ' robbespierre. Het is met de diepfle erkentenis, dat ik de Vergadering bedanken, voor het crediet en vertrouwen, dat ze in my hebben gelieven te Hellen dat nu uitgevoerd is, my„ Heer, h maar eer! Haaltje, ik al-leemg zien kans gantsch Parys tor de grond toe te verteeren. ? s bhcj-  C 26 ) B 'A V S O T. Bravo! bravo! (de gantfcbe Vergadering klappen in de banden. ROPBESPIERRE. Het geld dat UE. myn ter hand gefield heeft, heeft alles gedaan, ik heb dit zonder te weeten van wie bet kwam onder het gemeen laaten uitdeden, en ieder kreeg een boodfehap 'er by, fpoed uw na de Baflille, die van daag omver moet, geen half uur was verloopen , of men zag troupen van eenige bonderde gemeene klanten, wel gewapend 'er op losgaan, niemand weetende V/at zulks beduiden, waardoor den toevloed van menfehen alderyzelykstwierd, weldra eisten men de gevangenisfe open, dat volflrekt geweigerd wierd, toen raakten het fpel aan de gang, de Commandant keerde zulks met gt weid, enfehoot 'er eenige dood, toen was het Tn eensklaps na bet Ammunitie-huis, om kanon, kruit en lood te haaien, dat jk zeker wel voorzien had, dat tot deeze expedietie zoude nodig weezen, ik had intusfehen zorg gedragen, dat 'er eenige onder de hoop waaren, die de behandeling met het Kanon goed verflonden, toen raakte men ter deeg aan den gang, een regenbuy vau kogels kwamen op de Baflille aan, dog wierden alderhevigst beantwoord, door den Commandant, eindelyk en ten laatflen het gebouw met kogels doorboord zynde, Horten op een alderontzaggelykfle wys in, waardoor de meefte gevangen, en verdedigers gedood wierden, men viel 'er vervolgens op aan. cn de verdedigers die noginleeven waa. ren, wierden in een ogenM kgemasfacreerd, de "woede van het gemeen floeg over tot een mee. nigte andere menfehen, die zy zoo fpoedig aan de  C 27 J de Lantaarenpaalen ophingen, dat ieder verbaast daar van ftond, het was net of dit jaaren lang hun ambagt geweest was, en thsuds heb ik zorg gedragen, dat alies weer bedaard is. BRUSOT. Ik heb met veel genoegen uw verhaal aan ge. hoord, de achting en het vertrouwen, dat gy voor deezen daad verdiend hebt, zal nooit uit geheugen der Vergadering gaan, tot een klein ïiaaltje van dankbaarheid, bied de Vergadering uw aan het Lid der Maatfchappy van deezen Vergadering, behoudens uw Ampr, dat gy thands bekleed. ROPBESPIERRE. Ik ben te veel getroffen, dan dat ik op dit ogenblik na eis de Vergadering, myne dankzeggingen kan betuigen. BRUSOT. Genoeg myn Heer, verdiendevereisfchengeen dankbaarheid, ik wensch u uit naam van onze alle geluk, en morgen hoopen wy met uw te. genwoordigheid vereerd te moogen worden. ROPBESPIERRE. Ik zal aan deezen, myne beweezen eer niet ondankbaar zyn, maar toonen dat ik een waar Patriot ben, Qby vertrekt.) VIER-  C 28 } VIERDE TONEEL. brusot, o'ORLEANS. brusot. Een Officier myr. Heeren, verzoekt binnen te koomen, om de Vergadering te fpreeken. d* o r l e a n s. De Vcigadering beveelt dat hy koomen. BiiusoT, (tegen een bediende.') Laat hem koomen. VYFDE TOENEE L. een officier, brusot, marat, d'orleans, officier. Met aldergrooifte haast komen ik de vergadering berichten 5 dat oen Koning en zyne Familie van de Nagt uit de Thuiilerien gevlugt is, zonder dat wy in het minst daar iets van gewaar geworden zyn, ons fchiidwagten, die om het half uu- afgelost worden, hebben 'er niets van gezien, he; gaat ons concept te booven. brusot, (verbaast.) Dit heeft myn lang op de leeden geleegen, dat hy onze m-icht ontwyken zou, zeg kerel, (tegen de Officier) indien gylieden 'er aan fchul. dig bent, moogt gy vreezen. MA.  ( 29 ) MARAT. Het is by dit, en dat onmogelyk, als 'er onder onze vrienden nog geen i'chelmeri waaren, die dit infaame [tuk begunftigd hebben. D' O R L E A N S. Denk gy anders myn Heer, onder ons midden, fchoon wy die niet kennen, 1'chuyien nog de groodie verraders. B R U S O T. Dit zal wel zoo zyn, maar laat ons do^ niet onnutteloos tyd verfpillen, maar middelen beraamen om was het mogelyk hem te agtethaalen. MARAT. De gantfche Vergadering vind noodzaake'yk, dat men allerweegen heen, expreiïes zend. BRUSOT. Ik zal zelve heen gaan, en cte noodige orders daartoe geeven. ZESDE TONEEL. DE BOODE, D'ORLEANS, MARAT, JOURDAN. DE BOODE. Men brengt aan de Vergadering bericht, dat de vlugt van de Koninglyke Familie, reeds aan het gemeen bekent is, en in groote getallen aan het muyten zyn. D 'ORLEANS. Laat ons dit zien voor ié koomen, zulks zou nadeelige gevolgen voor ons kunnen hebben. M A*  C 30 ) * MARAT. Myn dunkt fpoedig het volk in de wapenen te brengen, ter beteugeling van dit kwaad. J O D It D A N. Ha, daar komt onze vrind Ropbefpierre. met Brufot by zich die zullen wel middelen weeten dit kwaad tegen te gaan. ZEVENDE TONEEL. d'orleans, ropbespierre, marat, brusot. d'orleans tegen ROpbkspieb.be. Uw komst myn Heer is hier net van pas, het volk Haat aan het muyten wegens de vlugt des Koning. ROPBESPIERRE. Ik wil uw wel bekennen, myn Heer, dat ik zeer verfchnkt was op de tyding van de vlugt dog wat is 'er nu gaande. MARAT. Dat wy uw verzoeke, dat UE. zich ylingszal begeeven, na de plaat* daar het oproer heerst. ROPBESPIERRE. Kom kom, zoo het onze zaak benadeelt, zal ik dat fchielyk keeren,-weest daarvan verzekert, (by vertrekt.) B R U s O T. Kyk lieve vrinden, als wy die man zoowel te-  C tl ) tegen ons hadden,, als voor,, zouden wy veel werk hebben de boel in order te houden. d' o r l e a n Dat is waar, maar zoo hy ons tegen> was, wat zwarigheid, zyn kop af, en dan zou hy ons niet meer kunnen benadeeien, dog niet te min, het is zoo beter als het nu is. A G S T E TONEEL. brusot* d' o'RtEANS, marat, koplespierr e, boobe. brusot tegen ropbespierre. Ik ben bly, myn Heer, dat, gy het gemeen zoo fchielyk tot bedaaren gebragt heb, het was zeer noodzaakelyk. ropbespierre. Zoo dra was ik niet by oproerlingen gekoo. men of het was direét halta, en een ieder ging Uil zyn weg d' o r l e a n s. Wie is 'er ooit in de wereld geweest, die zoo veel invloed op zoo veel dmzende menfchen heeft, als myn Heer. marat. Als wy het niet met ons oogen zaagen, zoude wy het niet gelooven» boode, (niet drift binnen komende.} Een exprefTe brengt tyding dat de Koning te Varennes gearrefteerd is. br o-  C 3- ) brusot, (leest de brief.) Het is zoo myn Heeren, wy zul/en hem da< delyk, met gewapend volk daar van daan laa. ten haaien, (by vaardigt de orders daar toe af) NEGENDE TONEEL. brusot. Zie daar myne Heeren het plan des Konings is mislukt, wy zullen hem het vuur nu wel zoo naauw aan de fcheenen leggen, dat hy bezwyken, deezen gelegemheid nu het zoo uitgevallen is, zullen ons rykelyk ftof verfchaften, om hem te befchuldigen, en de geene die dec zen vlugt begunftigd hebben, zullen nu heel ligt aan den dag komen, die tot voorbeeld van andere zullen geftraft moeten worden, wy zullen thans tot de order van den dag overgaan, en morgen ochent weder om 9 uuren hier zyn, ik denk dat Louis Capet, tegen 10 uuren, morgen, als een misdadiger van fchaamte voor ons zal ftaan, en brandendevan fpyt, datzyn aanflag om na Duischland te vlugten, mislukt is, (de vergadering fcbeide.) brusot, de koning. E r u s o Ti Welkom, welkom Capet, zogt gy ons teont-* vlugten. DE k o ni n G. Neen dit was op verre na myn oogmerk niet ik  C 33 ) ik had voörgenoomen, met myn Familie, voor plyzier, eens na myn lusthof eenige dagen tégaan doorbrengen. B R O s o t; Hy weet immers, dat zulks uw buiten ons weeten niet gepermitteerd is, DE KONING. Hier van heb ik geen kennis, maar ik verzoek ftraf over de perzoonen, die myn in myn terugkomst zoo fmadelyk gehandeld hebben. BRUSOT. Nu de Vergadering vergeeft uw die misdaad, wy zullen uw met gewapend volk, om uw voor het gemeen te bewaren, na de Thuillerien gèlyden, en voor uw leeven zorgen. TIENDE TONEEL. BRUSOT, D'ORLEANS, MARAT, ü R TJ S O t. Ik vrees dat deezen dag niet makkelyk zal ten einde loopen , men berigt myn , dat meer dan 7Ó 000 menfchen, met pieken gewapend aan de Thuillerien by een zyn, zy fchreeuwen geftadig óm de hoofde der Koninglyke Familie. D' O R L E A N S. Ik ben beducht, Iaat ons ten minlten nu nog' voor zyn leeven zorgen. MARAT. Zy zullen zeker daar wel voor zorgen , een C sg-  ( 34 ) agter deur kunnen zy uit, zonder dat iemand het meiken, (daar komt de Boode.) ELFDE TONEEL. DE BOODE, BRUSOT. DE BOODE. Den Koning met zyn Familie, begeert de Vergadering te fpreeken, by is zoo ik kan merken uit de Thuillerien gevlu^t. BRUSOT. Laat hem binnen koomen. TWAALFDE TONEEL. DE KONING, BRUSOT, D'ORLEANS, M A R 1\ T. DE KONING. Myn Heeren, ik koom hier met myn Familie vlugten, om een groote misdaad voorte koomen , geeft myn myn rechten te rug en gehoorzaamt myn beveeien, als u wettig Koning, en ik zal door dien herflellng, de mi»daaden des volks, volgens myn plicht weeten te ftraffen,., en de rust aan gantsch Vrankryk weder geven, en zoo gy biyfc volharden , met uw onrechtvaardige 'befluiten, gaat het land te grond, en niemand zal veilig meer voor zyn leeven zyn. BR U S O T. Uw bnuaalen en hoouende uitdrukking Capet, zal-  C 35 5 iullen uw (haffen vermeerderen, de Vergaderd? ordonneert uw met uw Familie, in de kamer hier ter zyde te gaan, intusfchen zullen wy Befluiten, wat ons in deezen te doen Aaat.... j» de koning. Ik zai met geduld, myn noodlot afwachten, dog wees verzekert dat aan uw b.fluir, het behoud of den ondergang van Vrankryk zai afhangen. DERTIENDE TONEEL. marat, de kon1n c, brusot. marat, (tegen de Koning.') Den dag van den lo Auguflus is dan voorby, en 'er beltaat nog een Koning opaardbodem , eri gy Lodewyk den XVI. onbegrypelyk monfter, wiens hart een verblyf van alle gruwelen is; gy leeft, befchouw het gedrag der Franfchen, gy hebtze bedrogen, misleid, vermoord, en de dood heeft uw misdaadcn niet geboed, dog dit hebt gy aan geen hag meedelyden, hof aan een kwalyk gepaften genaaden te danken", maar aan het afgryzen dat de grootfte fcheim zoude hebben s wanneer hy een enkelde druppel, van uw vuyl bloed op hem zag fpatten. De koning. Uw oproerige taal, kan myngeenzintsontzet, ten, myn geweeten is vry, en gy kunt met myn handelen na welgevallen. brusot. Genoeg Capet, de Vergadering nesft befloer G a tan,  C 36 ) ten, voor uw allen leeven te zorgen, en om daarvan zeker te zyn, zullen wy uw in den Tempel opfluiten, het volk flaat reeds kiaar, om uw derwaards te gelyden. EINDE VAN HET DERDE BEDRTF, VIERDE  F I E R D E B E D R T F. EERSTE TOOUEEL D' O R L E A N S. Dat is thands zoover, Lodewyk, enzynFamilie in de Gevangenis, de zaak^valt onverbeterlyk na myn genoegen, en myn belang uit; wat (laat myn nu te doen, hem befchuldigen , van de Natie bedroogen te hebben, en draf te vorderen, om zoo van trap tot trap hem na hst Schavot te brengen, zoo myn du gelukt, waar aan ik niet twyfel, want het gemeen heb ik op myn hand ; dan is het fpelletje gewonnen en zien myn voorzeeker tot Koning verheften, of ten minden als opperde des Ryks verklaart, (maar jlil wie zou daar zyn) TWEEDE TONEEL,. BRUSOT, D'ORLEANS, BRUSOT. !k ben bly uw hier nog aametreften, nu heb» ben wy de boel ach er het flot, vrind, wat middelen zullen wy nu aanwenden, om hem tJ befchuldigen. D' O R L E A N S. Wees daar niet verleegen voor, ik zal heeden in de Vergadering mannetaal fpreeken, hy moet kapot, of myn kop 'ervoor, kom! kom! laat ons gaan, de Vergadering zal reeds byeen zyn. C3 DER.»  ' C tl 3 DERDE "TONEEL. BRUSOT, D'ORLEANS, MARAT, DU» P ONT, JOURDAN, ROPBESPIERRE. BRUI O T. Den dag is heeden gekoomen, dat wy den Dwingeland Lodewyk den XVI. met zyn Familie m hegtenis hebben , het volk eist ftraf, wegens zyn misdaaden, wie is 'er in ons midden, pie zyn befchuldiger zyn zal. D' O R L E A N S. De geweezene Koning, een myner bloedverwanten , is de grootlle fchelm, die 'er op voeten loopt, hy heeft dit land verraden, moordtoneelen aangericht, de financie verfpild en onderfteunden onze vyanden met raad en tteld; dat alles moet hem het hoofd kollen. DUPONT. Deezen misdaaden zyn zoo klaar als den dag die fchynt. MARAT. Ik eisch dat Lodewyk den XVI. om gepleegde gruweldaaden", zyn kop zal misfen voor het oog van het gantfche volk, op 't Schavot. JOURDAN. Zoo Lodewyk den XVI. voor zulke misdaade niet werd ter dood gebragt, zullen wy zyn de dupe van de Hiflorie. ROPBESPIERRE. Ik zou het niet durven denken, veelminder zeg-  ( 39 ) zeggen, dat 'er een Lid iets tegen zouden zeg. gen, om dat moniler geveld te zien, BRUSOT. De Vergadering, vrind, verzoektzynbefchuldigmgen op te maaken. ROPBESPIERRE. Ik zal die last met de Heeren Maiat en d'Orleans op neemen, en wy zullen binnen 2 uuren klaar zyn. BRUSOT. De Vergadering zal die met ongeduld te ge., moet zi.n. VIERDE TONEEL. BRUSOT, DUPONT, JOURDAN. BRUSOT. Het is noodzaakelyk, dat 'er fpoedig voortGang met Louis Cap.t gemaakt worden, bet volk zal niet bedaaren, voor dat het bloed van die tyran, van het fchavot ftroomt. JOURDAN. De eisch van het volk is billjk, en op reede gegrond, hy is den dood fchuldig en'moet fterven. DUPONT. Ja dit te vertragen, zoude heel makkelykeen omwending van zaaken, kunnen veroorzaaken, maar waar Myven onze vrinden, de Vergadering heeft nu reeds een geruime tyd zonder iets van C 4 be'  C 40 ) belang te kunnen verrigten, hier vergadert Bewees t; (dog ik hoor gerucht, zy kmen.) ? V Y F D E TONEEL. BRUSOTj ROPBESPIERRE, MARAT, ü'ORLE A NS. BRUSOT. Wy hebben lang op uw, met groot gedult gewagt, u'de befchuldiging volkoomen klaar. ROPBESPIERRE. Zie daar myn Heereri een meenigte Articule MARAT. „e^tf™ 'SJ 1°g Veel meer ^ kunnen brengen, dog Wy dachten dat dit reeds meer als te veel was, om hem te flraffen. ? ? P' O R L E A M S. Getuigenisfe der waarheid, fchoon tegen zyn bloedverwant mag men niet verzwygen, ik bè ken het. dat by het leeven verbeurd heeft en dezen hand zoude in (laat zyn, hem de kop van zvn zrik^3^' Z°° 'k 200 g^Vk?lmag riemen. de volmaakfle der ménfche ERusoT, (tegen de Vergadering.) voSedeeSd/g'^en Zy? geërond' «en a»I hen, cl,5 ]ie laaten ve<-icheinen, en hem de beschuldiging voorleggen. P'or-  C 4i 3 d'orleans. Ik ben verwondert wat hy 'er op aantemerken zal hebben. brusot, (geeft order den Koning te doen verfchynen.) Daadelykzal by hier zyn, menzalhemkwanswys 2 Advocaaten toeftaan om hem te verdedigen, 0y komt ') ZESDE TONEEL. brusot, de koning. brusot. Myn Heer Capet, (bem een papier overgevende) ziet hier eenige van uw gepleegde gruweldaden wy dachten, dat dit reeds genoeg zoude zyn, om uw te overtuigen, van uw flegt gedrag. de koning, (leest de be/chuldiging.) Ik heb met zeer veel bedaardheid, dit papier vol leugens en helsch bedrog nagezien, alle de zakken, daar in voorkooinende, zynvalsch, en °ngegrond, \y\e zyn de geene, die myn dit ten iaiten leggen , die koomen voor den dag. brusot. Het is de geheele Vergadering, die van alle. uwe misdaaden overtuigd is, houd de Vergadering niet langer op, van Zulks te ontkennen, want het zal uw draf verzwaren. de koning. Ik vrees niet myn Heer! ik zal geduldig de C 5 flraf-  C 42 ) fir.ifTen myn opgelegd : fcboon onfehuldig dragen, GoJ is myn getuigen, dat myn hart zuiver en ryn is, van zulke verfoeijelyke monfterfiukken, als myn worden ten lallen gelegd. BRUSOT. Dat is ons alle beter bekend, de Vergadering ftaat uw twee Rechtsgeleerde toe, om uw zaak te verdeedigen. ZEVÉNDE TONEEL. BRUSOT, D'ORLEANS, BOODE. BRUSOT. Ik moet bekennen myn Heeren, dat Louis Capet, zyn befchuidigingen, met een fier gelaat nazag, niet het minden ontzetting wierdik in hem gewaar. D' O R L E A N S. Men vind zulks meer by misdadigers, dat zy in de beginnen zig houden, alsof hun niets deerden, dog wanneer zy zien, dat het ernst begint te worden, veranderen zy fpoedig, en zoo zal het met C;;pet ook gaan , (dog wie komt daar.') DE BOODE. Daar is een Heer, die de Vergadering wenscht te fpreekttn. BRUSOT. Lcat hem koomen. AG-  C 43 ) ACSTE TONEEL. MALESHERBES, BRUSOT, MALESHERBES. Zyn Majefleit, den Koning, heeft myn verzogt, zyn Piydooy op te neemen, ik heb dit uit bizondere achting voor den Vorst, bemzulks niet kunne weigeren, op morgen ochent hoop ik daar meede eeu begin te maaken. BRUSOT. De Vergadering zal met vermaak uw verdeediging, die wy hoopen dat fchriftelyk zal zyn, nazien. MALESHERBES. . Het is myn om het even, ik zal die morgen fchriftelyk inleveren, (by vertrekt.") NEGENDE TONEEL. PUI' ONT, JOURDAN. DUPONT. Dat verdedigen van Vlalesherbes, voor Louis Capet, begryp ik heel wel, flegts cermonies, het vonnis fchoon nog niet publiek uitgefproken, U reeds geveld. JOURDAN. Wat anders, het is ons belang, al was hy onfchuldig, hy moet ter dood, men zegt myn, dat wy zoo even de verdeediging van Malesherbes, zullen ontfangen, hy mag wel voorzigtig zyn, want anders vrees ik voor zyn hoofd. TIEN-  C 44 ) TIENDE TONEEL. BRUSOT, D'ORLEANS, en MARAT, BR U S O T. Myn Heeren, zoo even heeft den Advocaat myn zyne verdeediging voor Louis Capet ge'zonden, verzoek attentie (by leest.) D' O R L E A N S. Ik heb die verdeediging begrepen, niets komt 'er in voor dat waarheid is, die Advocaat zoekt ons om den tuyn re lyden, laaien wy ons toch niet langer met die malligheid ophouden, het monfter Capet, moet van de aardbodem. MARAT. Zagt myn Heeren, myn dunkt dat wy de Advocaat, maar lieten binren komen, en hem aanzeggen, dat de Vergadering als rypelykoverwoogen heeft, en hem veroordeeld om nurgen, te moeten fterven. D'ORLEANS. Bravo, myn vrind Marat, dit is mannetaaL BRUSOT. Nu laat by koomen. ELFDE TONEEEL. BRUSOT, MALESHERBES. BRUSOT. Myn Heer, uw verdeediging voor den gewee^ zene Koning heeft de Vergadering met attentie na-  C 45 ) nageleezen, en na rype Deliberatie dezelve vati de hand geweezen. MALESHERBES. Dit geloof ik zeer wel, dog het is uit overgedreevene haat tegens de Koning, dat uw lieden zulks doet, hy is onfchuldig, en alle aantygingen zyn valsch, ik heb dit zonneklaar beweezen. B R O S O T. Myn Heer zulke honende taal gedoogen wy hier niet, denkt dat gy tegen de Regeerders van Vrankryk fpreekt. MALESHERBES. Ten minften gy gelooft dat zulks waar is, dog door myn zult gy 'er nimmer voor erkend word.-ri, Lodewyk de XVI. is een waardig Vorst, ik zai hem blyven verdeedigen, voor het oog van de gantfche Natie, ik vreesden dood niet, die gy lieden myn kunt aandoen, ik wil gaarne, het zelfde noodlot als myn Vorst ondergaan. BRUSOT. Dit zy zoo, dog myn last moet ik volbrengen en uw aanzeggen dat Louis Capet morgen het Schavot zal betreeden, en ter dood zal worden gebragt. MAL ESHERBES. Gy doet myn verfchrikken, dog Beulen-rot, wees verzekert, dat de hand des Almachtige uitkomst kan verleenen, en uw monfterreufen befluiten, kan verpletteren , ik zal den Vorst zulks gaan verwittigen, en hem tot in de uuren des doods by blyven. BRV-  C 46 ) brusot. Pat is uw toegedaan. TWAALFDE TONEEL. brusot, d' o r l e a n s. BRUSOT. De Heeren afgevaardigde na den Tempel om Louis Capet, ten ftrafplaats te doenlyden, zullen vertrekken, want de tyd verloopt anders. d' O r L e & N s. Ik bid uw Heeren breng toch allesfpoedig ter uitvoer, hy beftaat reeds al te lang, dat monder die verrader, laat de byl doch fpoedig, zyn leeven verpletteren , (de afgevaardigde vertrekken.') DERTIENDE TONEEL. afcevaardigds, koning, malesherbes , dk beul. afgevaardigde. Goede morgen Capet, deezen dag is de Inatften van uw leeven, uit naam van de Conventie, zullen wy uw heeden uit den Tempel na het Schavot gelyden, uw dood is deezen dag bepaald. de k O N,l N g. Ik ben gereed, verzoek flegts aan de Conventie myn drie daagen tyd te vergunnen om myn tot den dood te bereiden. ' . .AF-  C 47 ) afgevaardigde. Ik wenschte dit zeer gaarne, dog zulks kan niet gefchieden, kom maak uw gereed, om te vertrekken, flegts weinig ogenblikken zyn uw nog overig om afïcheid van uw Familie te neemen , die zoo aanftonds hier zullen zyn, malesherbes. Het is ontmenschiyk, zulks te weigeren, het bloed zal by den Almachtige God wraak roepen, (maar ach daar komt de bedrukte Familie aan.) VEERTIENDE TONEEL. de koningin, de koning, ds dauphin, malesherbes, a f- G e v A a r d i (i d e. de koningin. Het is dan voor het lastst myn tedeigeliefde Lodewyk, dat ik uw nog zal moogen zten, de tirannen heboen dan uw *jood myn waarde Echtgenoot beflooien, (hem in de arme vallende.) de koning Sleets eenige oogenbiikken myn lieve Echtgenooten, en Kinderen, (die by eer. voer een kust) zyn myn nog overig uw voor het laatst aan myn hart te drukken, ik bid uw bezwaar myn niet, myn ziel is reeds te veel aangedaan, ikfterf voor myn volk, en myn lot hier boven is heerl)k, vertroost elkander in deezenaaren en akelige oogenbiikken, weest getroost ik lierr' gerust, verlang reeds na de fisg die myn treffen zal. MA  C 48 5 malesherbes; Ik kan myn traanen niét weerhouden, ach yzelyk tafreel. d a u p h i Ni Lieve Vader, laat ik mee fterveni" afgevaardigde, tegen de wachten. Vat hem aan , en icheurd hem met geweld Weg, myn last kan geen langer uitftel veelen, zy fcheuren de Koning na het Schavot, deszelfs Familie vallen in onmacht. EINDE VAN HET VIERDE BEDRTF. Pr F-  V Y F D E BEDRTF. EERSTE TONEEL. afgevaardigde, i5rüsöt, d'orleans. afgevaardigde. De last myn opgelegd , myn Heeren , om dén Koning na het Schavot te leiden, is vol. bragt, en werkelyk is zyn hoofd reeds van het lichaam gefcheiden, d' o r l e a n s. Het Monller legt dan geveld, brusot. Hoegedroeghy zich in de laatfle oogenbiikken. a fgevaardigde. Nü dat ik in dan Tempel hem de dood kw.nn aanzeggen, en zeide dat hy daadelyk door myn na de flrafplaats zoude worden geleid, zeide hy, met een tros gelaat, ,ik ben gereed, flegts verzoek ik een uitilel van drie dagen, om mjn ter dood te beryden, dog ik floeg dit direct af, eri hy getrooften zich; ik deed zyn Familie by hem koomen, het affcheid neemen tan elkander, moet ik bekennen, ontzetten myn eenigermaateu. dog het duurde zoo lang, dat ik ze van eikander fcheurden, en hem ter flrafplaats leiden, op het Schavot gekoomen zynde, keerdeh hy zich tot het volk, en deed een aanfpraak, ik hoorden genade roepen, dog liet daadelyk de trommels roeren, en deed voortgang maaken, D ivf  C 50 ) hy was zelfs behulpzaam, en ging met een by. na onbegrypelyke ftand -astigheid ter dood, zyn geflorte bloed wierd door eenige Mer.fchen gevangen, en zyn kleederen wierden tot hoogen pryzen, onder het gemeen verkogt. D' O R L E A N ?. De Schurk is zoo verhard geweest, als 'er ooit een misdadiger ter dood gebragt is, laaten wy nu bedachtzyn, opdatvan Maria Antoinetta ; zy is meede fchuldig, en moet het lot van haar Gemaal volgen TWEEDE TONEEL. BRUSOT, D'ORLEANS, JOURDAK, DUPONT. BRUSOT. Welk een gronte gerustheid , dat Louis Capet van de aarde gefclieiden is, maar men zegt myn , dat half Pa-ys in droefheid gedompeld is, men fpannen tog al kragten in, wat mogelyk is om voor te koomen, dat het gemeen niet aan het muyten flaat. D' O R L E A N S. Wy zielen dat wel voorkoomen , door gelïrengen middelen , de eerfte de befle die z;g 'eraan Schuldig maakt, zonder form van proces ter dood. JOURDAN. Daar komt Dupout, met haast aanloopen, dit zal wat nieuws zyn. DER-  C 51 3 DÈRDE TONEEL. dupont, pethion, he bert; jouudak. dupont. Ben ik ooit door gebeurtenissen, in rouW gé. dompeld geweest, het is heeden. pethion. Wat mag die gebeurtenisfe zyn. dupont, (half bezwykende.) Onze Volksvriend Marat, is helaas ontzield. h e b e r t. Wat zegt gy? Marat ontzield of verdaan iku# niet. dupont. Ja myn Heer, het is maar al te waar, zyn feven is reeds onherroepelyk. jourdan. Wie heeft hem ontzield, en op wat manier. dupont. Een Vrouwsperfoon, gaf voor hem te willen! fpreeken, hy liet die by hem koomen , om de belangens van die Vrouw te hooren . naauweJykg by hem gekoomen zynde, of doorftak hem het hart, en met een was ons Vriend, zonder een Woord meer te fpreeken, dood. V e t h i o Ni Heeft men haar gevangen gekreegeni D 3 5»«»  C 52 ) dupont. Ja daadlyk, zy zsl zoo even voor de Verga* dering verfchëinen. h a r, e ft t. Wat haar tot zulk een monfteriïuk heeft aangezet , (ik zie zy komt) VIERDE TONEEL. pethion, juffrouw cordet, he bert. pethion, tegen cordet. Wat heeft uw aangezet, tot die gruwelyke moord, aan de Heer iMarat. cordet. - Ik zal dit met veel vermaak verbaalen, maar zeg myn eens, wat heeft deezen Vergadering aangezet, om haar Koning te vermoorden. pethion. Om dat hy een misdadiger is. cordet. Zoo alle misdadigers dan geftraft moet wor* den , mo. rdegeheece Vergadering, die hierthands zit, ook geftraft; want Lodewyk den XVI is oofchuieig ter dood gebracht, en om een begin aan zulk tirarme als gy zyttemaaken, ben ik met Marat begonnen , die door deezen vuyst ontzield is, ik ben bfy, dat rnyn vnorneemen zoo fchoon gelukt is; had ik het nog niet gedaan , ik zoude dadelyk zulks verrigteu. PE-  C 53 ) p e t h i o nNu het is met uw leeven ook gedaan. cordet. Dat is myn bekent, dog de doodvreesik niet , Koningsmoorden! ik dank God, dat hy geftraft is,door myn hand. pethion, tegen de wichten. Scheurt haar weg, morgen zal Meefler Hans, haar een kop klynder maaken. h E der t. Welk kwaadaardig en boos voorneemen is dit, wat baat ons haar leven of dood, wy zyn intusfchen pen der grooifte en kundigfte der mannen kwyt, helar.s myn Vriend Marat, moest dit uw lot zyn. VYFDE, TONEEL. pethion, H li bert, jourdan. p e t h i o k. De Vergadering zal van daag een der droevigften tyding vemeemen , die immer Vrankryk getroffen hebben. h e B e r t. Myn Heer wat mag dat zyn, gy doet myn ontzetten. jourdan. Wy hebben meermaalen,' en zelfs binnen korten oaagen, verbazende tydingen gehad wat zal dit nu zyn. D 3 PE"  C 54 ) PETHION. Dewyl de Vetgadering thands by een is gekoomen, zai ik de briefvoorleezen, (hjleest.) J O D R D A N. Ja myn Heer, wy worden oo alderfnnde manieren verraden, en zoo wy dieniet uit ons midden verdryven, gaan wy g. heel verlooren, het zyn altemaal geen Vaderlanders, die 'er voor uitkoomen, zie bier een befchuldiging tegen een onzer; (by leest ) Hy is 't, die hier in ons prefenfie ftaar, is meede een van die verraders, zyn geheele oogmerk is niet anders geweest, dan de dood van Capet, om z I 's op de Throon te koomen, en dm ons na zyn pype te doen danzen. PETHION. Men zal d;t onderzoeken (tegens a'Orkam) Wy zullen intusfchen ons van uw verzekeren ; Qk wachten pakken hem aan, en leiden hem na dl Gevangenis.) JOURDAN. Myn Heeren de bewyzen zyn echt, en zyn Jchuld is klaar, wy zullen 'er meer ontdekken Wees daar verzekert van , en zie daar debefchuirngnig tegen Maria Antoinctta, de Wed. van LouisCaper laaten wy to:b voortgaan, de Monflers te ftraffen. PETHION. Men zal order geeven haar proces op te maaien, en haar daadelyk te doen voor de Balie te verfchynen, (by Jchz'.t de hoede binnen en geeft, trder Maiia Antoimte, te doen bier hom»:.) ZES-  C ss ) t ZESDE TONEEL. PETHION, BE KONINGIN, PETHION. Maria Antoinetta, de Vergadering endegantfche Natie is overtuygd van uw gruweldaaden, gy hebt de Natie verleid en bedror;en, ziddert gy niet, wy weeien.en bet is zoo klaar aU den dag dat gy hloedfeoanden, met uw zuon gepleegd hebt. KONINGIN. Wat Moeder is "er die zkm fcliuldig daar aar, krsn maaken, bet is een kind van agt jaaren, ik roepen alle moeders tot getuygen , of dit mogelyk is. PETHION. , De Dauphin heeft zulks zelfs beleeden, KONINGIN. Het loopt tegen de reeden der natuur, God weet dat myu hart van zulke gruweldaaden vry is, en op de andere befcliuldigingen hen ik niets aantemerken, als datze alle valsch zyn. (zy vertrekt ) ZEVENDE TONEEL. PETHION. Uit de meerderheid der (temmen blykt, dat Maria Antoinetta ter dood is veroordeeld, ik D 4 zal  C 56 ? %'A volgens de last myn gegeven, die geene afzenden , na de Wed. Capet, die verkoozen is om haar de dood die- op morgen bepaald is, aantezeggen. A G S T E TONEEL. afgevaardigde, de koningin. AFGEVAARDIGDE. Ma ra Antoinette uit last van de Vergadering kóome ik uw aanzeggen, dat uw dood befloo. tui :s, en morgen aan uw zal ter uitvoer werde.i gebragt. KONINGIN. Ik zal dan morgen fterven, o zulks zal myn ■verheugen, als ik flegts myne kinderen voor het laast mag aanfchouwen, en ar.n myn hart drukken, dan flerf ik gerust en zal myne lieve Echtgenoot weder zen, en iu eeuwige vreugde met hem 1 even. AFGEVAARDIGDE. Dat kan geen plaats grypen . \ boe gaarne ik wcnschte aan uw verlangen te voldoen. DÉ koningin, Kin traanen wegfmeltende.) o God is het mogelyk, dat gy dit kunt yeöoogen, vergunnen myn tirannen, myn moordenaars my deezen laatilen troost niet, ach in uwe handen beveel ik myn kindere, gy alleen weet myn onfchuld. NE-  C 57 ) NEGENDE TONEEL* a FC e vaardigde, de koningin. afgevaardigde. Mejuffrouw Capet, het is reeds'negen uur, de kar ftaat gereed, om uw na de ftrafplaats te leiden. Koningin, (zeer ftaauw.y ; Kom ontaarde :k. ben gereed, laat myn beulen , haar nu in myn bloed verzadigen, (zy vertrekt.') T I EN DE TONEEL, pethion, jodrdah. pethion. De geweezene Koningin is zoo even re^ds na de ftrafplaats gevoerd, wy zullen "poed g narigt van haar ontfangen, hoe zy zich geJra-» gen heeft. jourdan. De meenigte die Verga.lert vjfas om zulks tfi aanfchouvven. was coniide ibel jroot; zo noet het gaan , om het Land te redden, de monflers moeten van de Aardaodeiri, Qwt mag dat zy» ik boor gerugt.) ELE-  C 53 3 ELFDE TONEEL. Afgevaardigde, pethion, Dt> post, jou «dan. afgevaardig de. Myn Herren, de last myn opgelegt is ter uitvoer gebracht, Maria Antoinette is niet meer» p f. t H i o n. Hue heeft zy zig van nagt gedragen. afgevaardigde. De ongelukkige gereed om voor G-d den Rechter van de wacreld te vetfchynen, zogt den weg van fterkte en vertroofting in den Godsdienst te vinden , om de lange en wreede doodsnoot, waaraan zy ten prnoy was te verlengen, zy vond in de Godsdienst, en vooral in de hoop van een zuiver onlchuldig hart, voor God te brengen, een grond om de verganglyke groothedèns des levens'niet te betreuren, maar haar kinderen kost zy niet vergeeten, zy riep fteeds dezelve, noemiieze telkens, zy roemdeze nog op hel Schavot, tot onder ae byl die haar hoofd van het Lichaam fcheiden. Vaarwel myn Kinderen, ik ga uw Vader wedervmden, dit waaren haar laatlte v/oorden, haar hoofd viel, werd door de Scherprechter opgenoomen, en aan de vier hoeken van het Schavot aan het volk vertoond, diealle uitriepen, de Republiek leeven. dupont. Ey, was zy zoo Godsdien(lig? het heeft ha;:r veel geholpen, niet waar. jourdan. Al zoo maar voortgegaan, dan zullen wy d:e monflers wel meefter worden, en dan is het vast, dat ons begonnen werk een goed einde neemen zal. E IND E.  By de UITGEVERS deezes zyn nog te bekomen, de volgende ftukken , als: j. De Bewaarenswaardige Almanach, of Gedenk Boek der Franfche Revolutie voor bet Jaar 1704, met 6 K )pere Kunstplaaten, betrekkeiyk tot de gebeurteniflè van Vrankryk, men vind in deeze Almanach, eene by uirneemenheid zaakryke befehvyving van de Staats-Omwenteling in de vyf laatfte jaaren In Vrankryk voorgevallen, en van de binnen- enbuitenlandfchelDorloogen , die door het ze've zyn veroorfrtakt, die men nergens zoo accuraat dan in deze vinden zal, agter deeze.n Almanach is geplaast een lyst behelfende tïl de naamen vande iMationaale Conventie, die men noemde de linkerzyde, welke Vrankryk al het kwaad veroorzaakt hebben, daar zy de grootile rol fpeelde, légt 'er de Hiftotie aan gelegen hunne naamen te kennen, daar veel van hun om de welverdiende ftraf ontgaan ree<.'s na andere Landen gevlugt zyn, legt 'er elk en vooral de Rechtbanken aan gelegen , om te weeten wie zy zyn, ook heeft 'er 't TN'ageflasjt belang by om te weeten, wie zy waaren, die een bloeijend Koningryk, in ee'i rampzalig moordhol veranderd henhen. üe prys is 12 Huivers. 2. De Franfche Jacobynfch? Cl ,b-Alnunach , voor het Jaar Ï794, met 10 Konstpiaatjes, als: I. De viu^r der Kon flgjyfte Famiile ujt Parys, 2 De Franfche Scbaatz.ryder met de Jacoby; fche Muts, 3, Het omverhaalen dar Franfche Vryheidj-Boom, te Breda, 4. Bal' door Cultines gehouden te Frankfort, 5. Het inneemen van het Franfche Fort te St: Martin door de Holanders, 6. Vergadering der Vis- 1  Viswyven te Parys, 7. Het Hof te Verfaillés, 8. Het Jacobynfche Uurwerk, y. Byeenkomst der Waschvrouwen te Parys, 10. Rouw-Re- ' Jtlag door de Kationaale Conventie, aan De "Wed: Marat, by elk plaatje vind men een Befcbryving, voorts nog. de volgende (hikken, als, 1. Request van 21 duyzend Burgers van Parys, aan de Conventie over de Egaliteid, 2. Voorzegging van Saint Cezaire, Biflchop van Ailes, Anno 542 gedorven, getrokken uit het boek Liber Mirabelis, 3. Request van de Paryfche Waschvrouwen aan de Conventie over de duurte van de zeep, 4» Aanfpraak uit naam van de Conventie aan De - Wed: Marat, 5. Antwoord op het zelve, 6. Declaratie van Ooriog , van de honden, en katten, aan de Conventie, 7. kort regifier der gruwelykfte gebeurteniffen in Vrankryk, en meer andere ftukken, te veel om te melden, en om dezelve voor ieder veikiygbaar te maaken, hebben wy de prys niet hooger gefield als 8 Huivers. ■3. Zamenfpraak in het Ryk der dooden tusfchcn Marat, en Cuftines, de prys is 2 Huivers. 4. Vaderlandfcbe Hifiorie in Dichtmaat, onder de Zinfpreuk, als men de naneef voor zal zingen, Dat is gefchied, Dan zal hy zeggen deze dingen, geloof ik niet,, de prys is « Huivers. 5. De dood van Lodewyk de XVI. Treurfpel ,de prys is 8 duivers. 6. Toneel der Franfche Oorlog tegen de Magtigfle Mogendheden van Europa, de pr)s is ƒ 1 — 10.