VERVOLG OP DE HOLLANDSCHE CONSULTATIE N.   VERVOLG o p d e HOLLANDSCHE CONSULTATIEN e n A D V Y S E N, door voornaame zoo HOLLANDSCHE als ZEEUWSCHE en andere RECHTSGELEERDEN. OVER GEWICHTIGE QUJESTIEN. .TWEEDE DEEL. Te A M S T E R D 'd M, By HENDRIK GAR T Nt A-iït'Z MDCCLXXXII.   CONSULTATIEN en ADVYSEN. i. A D V Y S. Een Vrouw is uit kragte van haar Huwlykfche Voorwaarden wel geprcefereert op den boedel van haar Man wegens haar ingebragt ■ capitaal , maar geenzints ten opzichte van de vrugten en interes/en van dien, als behorende die tot fustentatie van het Huwlyk. VJezien by de ondergefebrevene de Huwelykfche Voorwaarden tuffchen leendert dirkz, Weduwnaar van neeltje claasz, ter eenre, en grietje claasz, Weduwe van harmen hendriks, ter andere zyde , voor den Notaris laürens lamberti, en zekere Getuigen opgeregt in dato 22 July 1652, en gelet op de vraage daar uit geproponeert. Dunkt (onder corre&ie) dat de voornoemde grietje claasz of haare Erfgenamen niet zyn gefundeert, of geregtigt, om boven en behalven de aangebragten en aangeërfde goederen, uit den boedel van leendert dirkz, mede hier bo ven gemeld , by praeferentie te eiffchen de vruchten van de voorfchreeve goederen , ftaande Huvvelyk geprocedeert; want of fcffoon exprefielyk by de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden alle gemeenfehap zo van capitaalen, als van winst en verlies, is uitgefloten, en in het byzonder ook geftipuleert, dat ieder van de Echtgenoten niet alleen zyn capitaale goederen, maar ook de vruchten, baten en profyten van dien voor hem of haar zoude hebben en behouden, tot zo verre dat de voornoemde griet* je claasz boven de vrye regeeringe, zo ten reguarde van de vruchten, als van het capitaal , voor haar ook is behoudende het previlegie van dote, 't welk de Keizerlyke wetten de Vrouwen zyn gunnende, en voorts legaal hypotheecq en prceferentie voor alle haare Mans Crediteuren , voor zo veel hy iets voor ii. deel, A haar  2 CONSULTATIEN en ADVYSEN. haar onder zyn magt of bewind.zoude mogen bekomen. Zo werd des niet te min by de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden het voorfz. beding zodanig vervolgens gerestringeert en bepaalt, dat voqu-en tot foulagement van de onkosten en laften van de huishoiïïfinge en t'famenlevinge, zo van haar , als haar refpeclive Voorkinderen, en die zy by den anderen nog verder zouden komen te gewinnen, door neeltje claasz jaarlyks zouden moeten worden gecontribucert en ingebragt, alle de vruchten en blaaden, boven alle fchulden en laften zuiver van haare goederen procederende, na dat zy haar en haare Voorzoon jaarlyks van kledinge , juweelen, en anders tot haar contentement daar van zoude hebben bezorgt. Invoegen dan ook de Man de voorfz. last van de huishoudinge en t'famenlevinge op zig genomen en gefupporteert, en de Vrouw nevens haar Kind het zelve voordeel en benificie genoten hebbende, de zaake van zelvs fpreekt, dat de Vrouw de vruchten, volgens de voorfchreeve ftipulatie jaarlyks hebbende gefourneert en ingebragt, of anders die ftilzwygende laaten komen en blyven onder de handen en magt van haare Man, daar in niet meer heeft gedaan, dan zy fchuld-ig was te doen, en zulks geene repetitie van dezelve vruchten kan hebben nogte pretenderen , en in cas zy ftaande Huwelyk nalatig of onwillig waare geweest de voorfz. vruchten zodanig te contribueren en in te brengen, dat zy, of haare Erfgenamen je?enwoordig met regt tot de voorfz. voldoeninge en uïtkeeringe als nog zouden kunnen en behooren te werden bedwongen en gecompelleert, zulks dat werdende de voorfchreeve vorderinge ter oorzake voorfchreeve niet gedaan, maar de actie gehouden voor gekweeten en geextingueert. Eo ïpfo mulier dolo faceret, qua peteret, quod oporteret reftituere tandem. I. 8. de except: dol. I. 173. §. 3- de reê: ïuris- Cui eni™ da.' tnr atiio, eïdem exceptionem multo magis competere quis dixent; l. 156. §. 1. de reg: jur. ut pote qua videtur frutius ab. obligationt liberata effe. I. 115. & reg: jur. . Zonder dat eenige confideratie ter contrarie is menterende, dat na het voorfchreeve beding van de vruchten en profyten, van de Man tot foulagement van de huishoudinge, de Vrouwe  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 3 de keure en optie by de voorfz. voorwaarden werd gegeeven van baar te houden aan winning en^verlies ftaande Huwelyk gevallen,ofmet haar aangebragte en grcrfdé goederen, met de vruchten van dien, mitsgaders haare klederen, kleinodiën en juweelen af te ftaan , dcwyle de voorfz. Claufule ten gjene andere fine of effecte verftaan kan worden aldaar geinfereéwen bygevoegt te zyn, dan alleen om de Vrouw, die te vooren het regt van'dote bedongen, en alles tot haar fecuriteit op dien voet ten fcherpften had gedaan ftellen, nog dit voordeel toe te voegen, dat zy ook in winft en verlies zouden mogen participeren, en dat het gunt in tegenftellinge van dien daer by word gevoegt, niet anders kan verftaan worden in zig te begrypen , als een kort fommier van het gunt te vooren t'haaren voordeden geftipuleert was geweeft, beftaande in het regt van dote , fpecialyk dat ook niet alleen ieders capitaalen , maar ook de vruchten van dien, als winften daar van provenierende, buiten gemeenfchap, en voor ieder afzonderlyk en particulier zouden blyven en behouden werden , zonder echter in de verdere overëenkomfte van de laft der t'famenwooninge en huishoudinge, die de Man voor het genot van de Vrouws vruchten tot zynen laften genomen hadde, eenige verandering te maken, als welke onderhandelingen wegens het genot der vruchten tegen den laft der huishoudinge en t'famenwooning, niet zo zeer voor een vermindering of derogatie van het regt van dote, en de feclufie van die gemeenfchap van winft en verlies, te vooren geintroduceert, op te neemen en te confidereren is, als wel voor een compenfatie en vergoeding, die a,an den Man in redelykheid werd gedaan, en belooft voor en ter zaake van het onderhoud, 't welk hyzyn Huisvrouw en haar Voorkind zoude moeten prajfteren;'immers en in allen gevalle dewyl by de voorfz. laafte Claufule van de optie, aan de Vrouw vergunt, van de laft des huishoudinge explicite, nochte uit, nochte ingefproken word, zo zoude dan ook niet gezegt en verftaan kunnen werden, de Man zig daar by met den laft van de huishoudinge , en het onderhoud van zyn Vrouw en Voorkind alleen gechargeert te hebben, zonder daar tegen A 2 iets  4 CONSULTATIEN en ADVYSEN iets tot zyn dedomagement te genieten, hoe enim nunquam actum est • maar is wel degelyk het contrarie van dien zeer omftan^ di^l'yk te vooren vafb'efteld en geconvenieert geweeft , quod ideoque nos ante omnia femper in ftipulationibus 6f in caeteris contractibus fequi oportet ,434. de reg. jur. et in omnibus contraStibus voluntas fpeÜanda eft mtantum , ut non intentio verbis, fed mtentiom verba fubferviant. I. in omnibus de yerb. oblig late Jafon in conf. 154. vifo teftamento Stracham de affec. glojf. 10. n. 10. voegt daar by dat boven dien ook zodanige itipulatie ten opzigte van de vruchten niet kan valideren; dotis enim fruttits ad maritum pertinent cwn enim ipje onera mntrimonii fubeat folus, cequunv eft eum fruÜus percipere l. 7. ff. de jure dot. I 20. C. de jure dot. Ideoque non valet paiïum ut maritus onera matrimonii fuftineat, et fructus dotales pertimant ad uxorem textus in l. 4. & l- de P<*& dotalibus. Bar¬ bas ad Rubr.ff. de folut. matrim: part. 4. /. 12. quin etiamji muiier nullam dotem conftituat, prafumtio eft ipfam veile, ut maritus fruStus bonorum paraphernalium loco dotis habeat, adeoque perceptione Juos faciat; vide D. Hefer de Connub. bon. commun. kb. 2. cap. 12, n' Kunnfnde^in allen geval alzulke ftipulatie, dat de Vrouw tot de laften van de huishoudinge, en voor haar, en haar Voorkinds onderhoud , en alimentatie niets zoude hebben te contribueren; en mitsdien de vruchten van haar goed in het geheel en al weder vry na haar mogen trekken , en behouden de moribus noftris in prejudicie van de Crediteuren gantfeh niet beftaan , geconfidereert de Vrouw door dat middel zoude genieten zo no. tabele voordeel of gewin, als daar is het onderhoud, en de tlamenwooning van haar en haar Voorkind, en zulks ook in effecten deel hebben in de acqueften of winften , als beitaande ten grooten deele uit de vruchten van ieders capitaale goederen-zonder in eenige laften of contributie gehouden te zyn; heide direclelyk tegen de inhoude van het 6 art. van het eeumg EdiSt door Keizer Karei, als Heere deezer Landen, den 4 Oc tober 1540 gedaan emaneren en de conftante praftique hier te Landen dienvolgende aangenomen en geufeert. Zie de Oroo. ,  CONSULTATIEN en ADVYSEN. J Inleidinge tot de Hollandfche Regtsgeleerdheid, lib. 2. cap. 12. n.6. Anth. Matthceum lib. 1. de auSt. c. ij. n. 40. et c. 19. 72. 31. Aldus geadvifeert- in Amfterdam, den (IVas getekend.) a. van den ende. II. A D V Y S. Over winft en verlies, ftaande huwelyk gevallen, met eenige argumenten, gehaalt uit de Joodfche Ketuba. Gezien by de ondergefchreevene Copie authentiecq van de Huwelykfche Voorwaarden van isaak de leeuw, als toekomende Bruidegom , ter eenre, en. rifica bersilay, als toekomende Bruid , ter andere zyde, met en benefFens haare refpeétive A? fitten te n , voor dirk van der groe, Notaris alhier, en Getuigen opgeregt, en gepafieert den 29 December 1699. Als mede Copie translaat van de Ketuba, na de wyze onder die van de Joodfche natie gebruikelyk , geconftitueert en aangegaan; en gelet op de vraage daar uit geproponeert. Of namentlyk zy rifica bersilay, of by haar voor overlyden haare SuccefTeuren en Erfgenaamen , gefundeert zal, of zullen zyn, om ten fcheiden van het voorfchreeven huwelyk te .eiffchen de helft van de winft en verlies ftaande dat haar huwelyk gevallen; dan niet? Dunkt (onder verbeteringe) dat rifica bersilay, voornoemt , of by haar affterven haare SuccefTeuren en Erfgenaamen, ten fcheiden van het voorfchreeven huwelyk, niex zal of .zullen weezen bevoegt om te eiffchen de helfce van de winfte ftaande het voorfchreeven huwelyk gevallen. Om redenen, dat of fchoon in de voorfchreeven Huwelykfche Voorwaarden niet uitdrukkelyk' en met zo veele woorden de winften voorfz. zyn geaccordeert aan isaak de .leeuw of zyne Erfgenaamen, nochtans uit het gehandelde zelvs A 3 komt  6 CONSULTATIEN en ADVYSEN komt te blyken, dat die winften aan dezelven alleen en geheel en niet aan zyne Huisvrouw of aan haare zyde moeten volgen; zo wanneer namentlyk daar by is en werd verdraagen, voor eerft,dat de goederen van de Bruid niet aangefproken, geëxecuteerd en uitgewonnen zouden mogen worden voor eenige fchulden, of laften, die de Man zelvs nog zoude komen te maaken; als weezende in'Regten en Pra&ique klaar en zeker, dat daar als boven door, en ten behoeve van de Bruid geftipuleert is geworden de vryheid van fchulden, en laften, en zulks eene ongehoudenifle in de verliezen ftaande huwelyk gevallen, dan ook in cafu contrario , dezelve Bruid niets zal mogen genieten in de winften, cum contrariorum eadem fit ratio et discipline: eumq fequuntur commoda , quem fequuntur incommoda adeo ut, quod in uno correlatorum dispojitum eft, id etiam in altero dispofitum cenferi debeat; quia id quod operatur propofitum in propofito, idem operatur oppofitum in oppofito , quod et ad paUa dotalia et ftipülatienes dé damno et lucro diferte traditur a D. Prafide Everhar do Conf. 197. Chriftince vol. 3. decif. 51, n. 2. Hollandfche Regtsgeleerden, conf. r. part. 1. 6? We/el de Connub bon. Commun, Traèt. 2. cap. 3. n. ïii Ten tweeden, dat ook ten tyde van voorfterven zo wel van de Bruidegom als van de Bruid, (boven en buiten de wederzydfche advantages in die refpeftive gevallen) aan haar rifica bersilay, of haare Erfgenaamen, niet anders zouden moeten werden gereftitueert als haare aangebragte en aangeërfde goederen , cum inclufio unius fit exclufio alterius maxime ft additur exceptio (als in deeze ten opzigce van de verbeteringen en verminde, ringen van wederzydfcbe advantages) ut pote qua confirmet regulam in cafibus non exceptis; maxime in pahis antenuptialibus, per l. 26. §. cum inter patrem ff. de pactis dotalibus et per ea , qua ex D. Prcefi.de Everhardo et Mantica pluribus docet D. de Jonge pag. 300. 6f feq. vol. 6. der Hollandfche Regtsgeleerden, et Wefel de Tract. 2. cap. 2. n. 272. Ten derden, dat zy rifica bersilay, ten opzigte van die reftitutie, en in het byzonder mede ten opzigte van de vryheid van alle fchulden en laften zoude hebben regt van dote, preferentie en legaal hypotheecq; dewyle immers daar door de zaake  CONSULTATIEN en ADVYSEN. ,7 zaake weder gebragt zynde ad jus dotittm aut juris civilis (zo anderfints de moribus zonder nieuwe ftipulatie was gederogeert) alle winften en verliezen voor rekening van de Man alleen moeten zyn en blyven. Textus in l. 7. §. i. I. 10. pr. & §. 3. /. 15. & l. 18. I. 56. §. i. 6? 2. de Jure dot. &> t. 10. & 1. 20; C. eodem tit. (f 1.1.§. 9. C. de rei uxoriee aEt. adeo ut quemadmodum uxor quoad ad dotem ipfis creditooribus prcefertur, l. asfiduis C. qui potiores in pignor. Itaet nee Jiipulare licet ut dos fterilis fit apudmaritum. Tex» tus l. 4. 6f /. 11. /. 12. §. 1. ff. de paft. dotal £f /. 2. C. eodem tit. Daar by nog komt ten vierden , dat by de voorfebreeven Joodfche Ketuba werdende allenthalven geinhereert, en gebleven by de inhoud van de voorfchreeven Notariale Huwelykfche Voorwaarden, dies niet te min als daar mede ten eenemaal compatibel of wel als een fequele van dien is en werd ter nedergefteld, dat de geconftitueerde en ontfangene dote van de Bruid was en bleef voor rifico van de Bruidegom , en zyne Erfgenaamen, niet alleen niet regt van Hypotheecq in 't generaal, maar wel particulierlyk met zodanige Effecten en gewigt als ten reguarde van dote volgens de ordre der wyzen , geconftitueert, onder de dochters van Israël gebruikelyk is , met byvoeginge , dat deZelve Claufule niet zoude moeten werden geconfidereert, voor een limpel formulier, of een fimulaate ftellinge zonder valeur; en dat daar op zelvs dan ook nog was en wierde afgelegt een folemnele Eed ter nakominge van dien. Als met welke de foigneufe enkragiige nadere relatie tot het regt onder de dochters Israè'ls, wegens haar huwelyks goed , na de ordre der wyzen gebruikelyk, dan eindelyk de zaake zodanig opgeheldert is geworden, dat men zelvs niet by imaginatie kan twyfelen, dat der Contrahenten en hunner Asfiftenten meninge niet zoude zyn geweeft , om de winften zo wel als de verliezen aan en voor rekening van de Man en zyn Erven niet zouden hebben te verblyven; onderfteld zynde dat de vrouwen onder de Jooden daar in geen de minfte participatie hebben, gelyk de ondergefchreevene werd bericht, en ook wereldkundig is uit de fameufe zaake van jacob parera tegen zyne Voorkinderen, waar in deeze gewoonte der Jooden tot een grondflag en rigtfnoer heeft gediend  § CONSULTATIEN en ADVYSEN. diend gehad , zelvs ook in het gewysde van de Hooge Raade in Holland. ; Niet doende ter contrarie; eerst, dat alles onder de gemeenfchap verftaan word gelaaten te zyn, 't geene niet uitdrukkelyk daar van is geeximeert, volgens het zeggen van den Heere Hugo de Groot, lib. 2.'cap. 2. n. 8. van zyne Inleidinge. Nog ten ande-f ren, dat by de voornoemde Joodfche Ketuba , op of omtrent het flot van dezelve, werd gezegt, dat men in de Huwelykfche Voorwaarden, voor de Notaris dirk van der groe, als boven gepaffeert, nog of, of toedoen zoude mogen; als wezende partyen op deeze en geene anderen accoord overeengekomen. Alzo tot oplosfing van dien peremtoir is, en wel naamelyk, op de bedenkinge gemaakt wegens het niet uitdrukkelyk vermei; den van de ongemeenfchap der winften; dat uit de refpe&ive claufule en bedingen hier vooren aangehaalt wel degelyk ter contrarie kan blyken, dat partyen Contrahenten van de gemeenfchap zo wel van winften als van verliezen, by de voorfchreevene Notariale Voorwaarden albereids formelyk zyn afgegaan , en het een en het ander gelaaten hebben gehad aan en voor rekening van den Man. Neque enim verbis, fed rebus leges pofita funt. I 2 in fine C. commun. de legat. et fideicommisfis, et voluntas non minus evidens eft, qua tacite ex conjeEturis colligitur, quam qua ex~ prefTa eft , l. 13. ff. de libèris et pofthum: 6? h 74- de legat. t* adde Coren obfervat. 30. & conf. 14. etiam in pactis dotalibus Leomn.conf. 74. n. 2. Everhard conf. 135. m 8. & conf 197. Wefel de Connub. commun. de tratt. 2. cap. 2. n. 227. & Sommeren de Jure. nov. tap. 3. n. 8. ., v , En belangende de laatfte Claufule van de voorfchreeven Ketuba, hier vooren gemoveert, dat voor eerft de gewoonte onder de Dochters van Israël, by de Ketuba gemeld, niet zo zeer m deeze is geappliceert en aangehaalt geworden als iets waar op de zaake in het geheel zoude aankomen en gefundeert moeten worden , maar alleenlyk tot nader ecclairiflement van het geconvenieerde by de Voorwaarde Notariaal, en zulks tot wegneejfhinze zelvs van alle imaginaire en gezogte twyfelinge tegen het geene nogthans zo kragtiglyk by en in de text van dezelven No»  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 9 tariale Voorwaarden was ter nedergefteld, zo als uir hPr v™rï,r« iS te zien; dewyle het immers onbegrype vk zóu lil) 2 ^ tyen Contrahenten die gewoonte van^e' JoïdeUeVdDo'ch' ers van Israe met zo veel nadruk, ten opzigte zo van de effec" ten, en de realiteit van dien, als van den Eed daar od «prefteert nakende de nfico van de dote, dat is het poinflva*P^nft n verlies zelvs, in de voorfz. Ketuba zoude doen en laatenTferee ren met repetitie, zelvs wederom voor de tweedemaal v ï Joodfchegebruik, zelvs inden beginne van ^geo^ iule, en dat het echter haare meening zoude WRwea ïn en by de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden No ariaal vat e ftellen, en te accordceren het contrarie van dien dat name Jyk de Vrouwe en haare Erven quafi volkomene de hdfte van de winft zoude komen te genieten ; femper enim id Lu1mur Itlec Ure oportetquod cogitatum et aClum eft l 21 fJ l 7T fJPl gjtur quod ex hts, qu vra^gen " ^ ^ onder2efchreevenen de voorenftaande refpeftive Zoude men op het eerfte vj-aagpoinft van advyfe zyn, dat na verloop van jaar en dag, na gedaane fraudatie , of contraven! tie, van of wegens het regt van de 4oe penning, de poene daar tegen by den Placcaate, of Ordonnantie op hetftuk van hetzeï ve middel geftatueert, is verjaart, en mitsdien niet zal mogen gevordert worden ; naar uitwyzen , eerft van het Generaal Placcaat, op hetftuk van de gemeene Landsmiddelen, het welk zo welis fpreekende van middelen, die direftelyk van wegens den Staat gecolleéèeert werden, als van zodanige die door of van wegens dezelven worden verpacht; gelyk als dit uit ontallyke B ^ 6 pas-  u CONSULTATIEN en ADVYSEN. paflages van het voorfz. Placcaat is te zien: en ten anderen, volgens de conftante Couftumen, zo van deeze als van onze nabuurige Landen , volgens de getuigeniflen van Groenewegen ad. I. 21. C. de vettig. & commisfis & ad. I. 12. C. de falfis, van Anti Matthceus, de criminibus lib. 48. tit. 2. cap. uit. tU uit. & cap. 20. 11. 16. en nu nog jongft van den Heere J. Voet, ad. tit. ff. de diyerfis 6? temporalibus' prcefcript. n. 7. licet accufator nesciverii delittum ut idem docent Ant. Matthceus ditto lib. 48. tit. 19. cap. 4. n. 9. ê? juris Confulti Batavi conf. 11. van het eerfte derde deel van de Hollandfche Regtsgeleerden, & conf. 268. (f feqq. van het eerfte deel van het Nederlands Advysboek, en waar van ook verlcheidene Previlegien van onze Graaven en Graavinnen werden gevonden , als dat van Vrouwe Margaretha aan die van Noordholland gegeeven , ftaande pag. 12. van de Handveften van Kennemerland, en dat van Hertog Aalbregt van Beyeren, aan die van Amftelland en Gooyland, ftaande pag. 7. van de Handveften van Am', fier dam. Op het tweede vraagpoinft, dat het aangeeven binnen den tyd van de Ordonnantie daar toe gefteld , zonder alvoorens den 4oe penning betaald te hebben, wei niet zouden bevryden van de prene, tegens de contraventeurs geftatueert, volgens en na den letter van het 29"= art. van de Ordonnantie op het ftuk van de 40° penning geëmaneert, als waar by ook nog werd gerequireert, dat 'er alvooren mede zyn gedaan geweeft becaalinge van dezelve 4oe penning, maar dat echter dezelve aangeever veel meer van die poene behoorde te werden vrygefprooken, dewyl by en buiten het verloopen van jaar en dag, aldaar dan nog is concurreerende niet alleen een openbaar bewys van dat men het gemeene Land niet heeft willen te kort doen in zyn regt, mits de voorfchreeven gedaane aangeeving ; maar dat ook na en volgens den letter van het voorfz. 29= art. van de Impoft van de 4oe penning , ook alvoorens (NB.) zouden moeten werden betaald aan den Colletteur van 's hands wegen, zynde de S-creta-is zelfs, aan, en by wien de aangeeving gefchied; zulks dat door die admisfie tot "de aangeevinge zonder den 40e penning te gelyk, of vooraf te vorderen do aangeevers door de Colleéleur van het Land ^  CONSULTATIEN en ADVYSEN. i$ Land, 't zy dan weetende of onweetende, tot die gepratendeerde contraventie zoude zyn gebragt, of dat door het niet vorderen van de 40e penning ten minfte daar'toe aanleidinge zou zyn gegeeven geween;, tot nog meerder verontfchuldiging van den aangeever, als die met reden op het doen en laaten van 's Lands Commis heeft gemeend gehad geruft te hebben mogen zyn. Daar by dan nog ook al verder is komende, dat de ondergefz. werden berigt, en ook uit het zelve 29e art. van de Ordonnantie mede is te zien, dat het vorderen van de 4oe penning vooraf neffens de aangeeving, van de koop en verkoop, ja zelfs ook met de betaaling van dien, binnen de tyd van zes weeken na de gedaane koop , en verkoop , mits dat de aangeeving echter tydelyk zy gefchied, zo praecife in prafticque niet is gerecipieert, en dat echter de wetten poenaal niet werden verftaan door te gaan, en plaatfe te hebben met effect van regten, dan alleen mits dat ze ook ufu zyn gerecipieert en conform den letter op en aangenomen , pro ut hoe ex communi doctorum placito, descifum refert, Jacobus Coren obf. i. lett. O. P. rerum a fuprema Curia Hoücindi<£ judicatarum. Vooral dan nog in poenahbus et correêtoriis, als dewelke altoos zeerftriét en eng genoomen moeten werden Cum tommum error jus faciat, ei nulla pozna fit, ubi nullum fit delictum, deliEtum autem fine dolo malo non committitur & queevis etiam fatua caufz a dolo & a pozna excufit, per jura vulgata. En dewyl het derde vraagpoinct, als reflecteerende alleen op het onderfcheid tuflehen gemeene Middelen, die gecolleéteert en die verpagt werden, en zulks op de verandering die daar door in de poenaliteit zoude werden veroorzaakt , of ook wel niet hier vooren by refolutie van de eerfte vraage in effeéte is be» antwoord. Zo zal dan by order op het vierde vraagpoinct, onder verbetering dienen, dat de obligatie, van ook na de zes weeken, en zelfs ook najaar en dag, den impoft van de veertigfte penning aan den Landen te moeten betaalen, geen gevolg altoos is maakende ten opzigte van dè continuatie van de pcenahteit , ook na dezelve tyd, en de praïferiptie, of verjaaring daar uit refulteerende, als zynde de impoft van de 4oe penning en de poene van  i6 CONSULTATIEN en ADVYSEN. van de fraudatie, of contraventie, in en omtrent dezelve, twee byzondere , en gantsch onderfcheidene zaaken , die geheel, en al van den anderen verfchillen , en wel zodanig verfchillen dat de impoft waarlyk is een verfchuldigt regt ten behoeven van het Land particulier, het welk paratelyk, en ook door middel van Legaal Hypotheecq, of preferentie gevordert kan worden , daar de poenaliteit niemand anders competeert, als aan de Officiers, de aanbrengers en de armen, of die daar verders gebenefkeert mogten zyn, en waar over dan ook, nog regt van parate executie, nog ook hypotheecq, ja zelfs geen concurrentie neffens andere perlbneele crediteuren plaatfe is hebbende ; ut pro inde a diverfis illatio fieri non pojfit, zo als dit raifonnement by de Heeren Staaten van Holland zelfs mede is gemaakt en gevolgt, eo ipfo, dat hun Ed. Groot Mog, de poeneTegen alle fraudateurs van de gemeene middelen, waar van de fchuld en het regt tot de impoft egter altoos mede blyft fubfifteeren, binnen de tyd van jaar en dag hebben verftaan bepaald te zyn, volgens het geene hier boven uit de Generaale Ordonnantie is aangehaalt geworden; des dat niet te min altoos, en zelfs mede na de tyd van zes weeken, een dubbelde impoft door den fraudateur betaalt zal moeten werden, tot voldoeninge van een verkreegen regt van het Land zelfs, zo als dit mede uit het 29e art. van de Ordonnantie voorfz. niet duifterlyk is te zien. Zullende uit het geene hier vooren, zo op de eerfte, als op de vierde vraage is gerefolveert, dan al mede onder verbeteringe zyn beantwoordinge vinde, in het geene in de vyfde plaatfe is gevraagt geworden, te weeten, dat de Regeering na verloop van jaar en dag geen Calange fubjeér, gemaakt zal kunnen werden, uit hoofde van het niet betaalen van de 40e penning; en dit wel mede ter oorzaake van de verjaaringe, waar door de poenaliteiten werden geperimeert, als vooren, buiten en behalven, dat in deezen , zo de zaake de ondergefchreevene voorkomt, de verkooping by Executie zal zyn gedaan, en dat daar van dan ook by de lmpetranten van executie aan het gemeene Land niet altoos heeft behoeven te werden betaald; maar dat de Kooper alleen de £joe penning zou hebben te voldoen, volgens het 4e. art. van  CONSULTATIEN km ADV'fSEN. J? van de voorfz. Ordonnantie, en dat ook wyders nog deeze kooper alzo min als de verkooper, of de impetrantcn van Fxecu tie zyn te culpeeren, om dat namelyk, de Schout en Schepenen zelfs de zaaken in het ongereden hebben gebragt en gehouden gehad, door hunne weigering in het liaan over de opdragt die men in tyds heeft willen doen , en daar neffens ook te gelyk heeft geoffereert gehad het regt van het Land in gerede gelden te betaalen volgens het geene by het voorfz, vraagpoincl is gelupponeert geworden. In omnibus enim caufis pro facto accipitur id, inquo per alium mora fit, quo minus fiat, l. 39. /. I(5i de regulis juris. En wat aanbelangt de zesde vraage, zouden de ondergefchreevenen al mede op de gronden van de verjaaring als boven, onder verbetering, vermcenen, dat 'er wegens de faulte in het aangeeven , van de Claffis van het begraaven , geene calance meer kan vallen; te min ook nog, niet alleen om dat die faulte g 'lupponeerc wordt gefchied te zyn zonder eenige intentie om het gemeene Land te fraudeeren, mftar ook om dat de aangeever in zyne eenvoudigheid des te gerufler deswegens heeft mogen weezen om dat den Secretaris byjet 10= art. van de ampliatie van de Ordonnantie van den Impoft op het trouwen en begraaven , den 3 December geëmaneerd, wel expreffeiyk op zynen Fed is aanbevolen, dezelve Ordonnantie niet alleen zelfs te obferveeren, maar ook (anderen) te doen (NB.) obferveeren ; zulks dat zig dan m deezen is opdoende in effeéte zodanigen geval, waar in de aangeever bereid is geweeft het regt van het gemee! ne Land te voldoen , doch dat by door dei" geenen, die het Land was reprefenteerende, * zy weetende of onweete ide over net quantum kwalyk geinformeert was. Zullende de Regeeringe, wanneer de Bailliuw zig aan de Hee. ren Gecommitteerde Raaden mogte komen te addreflèeren, om nader verklaaringe op het fubjeft van de boetens , en of dZ zelve verjaaren , (of ook wel niet) waar over in de zevende plaats gevraagt word, daaromtrent dienen te vigileeren , niet al ÏR^n'T"" ¥ reqUC(?C T dG ^^^Sken II ï ' doorordre van de Heeren Gecommitteerde Raa- ^ den  .18 CONSULTATIEN en ADVYSEN. den zal worden gefield, maar ook indien de Bailliuw deeze zaake buiten hen om mogte tragten te doen behandelen , met , namentIvk de voorfchreeve en andere redenen meer, die op dit lubjeU uiteedagtzullen konnen worden, aan de Heeren Gecommitteerde Raaden te demonftreeren, en vooral ook nog daar by te voegen, dat het interpreteeren van wetten, of wel het declareeren, wat van het regt in thefi mag zyn, onder reverentie niemand anders competeert als hun Ed. Groot Mog. zelfs alsPnnce van den Lande Si quid enim, in legibus latum, obfcurius fuent, oportet id ab imDeratoria (NB.) interpretatione patefieri. per textum m l. 9. C. de tesibus Zo dat dan de Heeren Gecommitteerde Raaden alleen in hypoihefi, tulTchenman en man als Regters in en over de gemeene middelen , zouden mogen regt doen, even als alle anderen hooae en laage Regters, in en ten opzigte van andere civile zaakcVmet des Lands Middelen niets gemeens hebbende. En wat eindelyk betreft de laatfte vraage, of wel de Regeenn2e bv Refolutie van de Heeren Gecommitteerde Raaden mag zyn geq.faiificeert om door de Geregtsbode de verkoopmge te doen van huizen en erven, wegens en tot voldoemnge van de agterftaUVe ordinariffe en extraordinariffe verpondingen, zondei dat bv dezelven qualificatie iets anders is gemeld, als al een van fommatie, renovatie en arreft, dat egter dezelve verkoop met zal mogen gefchiedén, anders, als na dat vervolgens ook twee Zondaasfe en Marktdaagfe geboden zullen zyn gedaan, zo als dit by de ri«oureufe lettres Executoriaal van den laatften Maart is8b uitdrukkelyk is gerequireert geworden door de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland zelfs, en waarmede d de fideic. art. 36. n. 39. idem trar  24 CONSULTATIEN en ADVYSEN. tradunt Boerius deels. 3. n\ uit. Gratian. decept. for. cap. 688. 6? Someren de jure novercarum cap. 11. feu. 3. n. 1 in fine. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 16 April 1710, by my. (JFas getekend) a. buis.* Gezien by de ondergefchreeven de bovengaande Cafus pofitie, en het Advys, daar op gegeeven ; en voorts op alles gelet; Dunkt (onder correctie,) by het zelve Advys wel, rechtmatig, en de Praétycque conform gerefolveert te zyn, om redenen daar by geallegeert; weshalven my daar mede volkomenlyk conformeere mitsdeeze. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 12 July 1710. (Was getekend) francois ardinois, joan van hartogvelt, a. helmans, a. van den e n d e. Accordeert met de origineele in Amfterdam den 15 July 171°- jan van den ende, Not. V.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 25 V. ADVYS. Een eerft overledene der echtgenoten, den langftleevende eenige voordoelen hebbende gemaakt, en daarna belaft hoe de loldeZ van den gemeenen boedel na doode van de langftleevende zul ij""?' tn de,l™Sftl"vende die voordeden genooten ' hebbende kan ook daarna van zyn, of haar deel niet •anders by uiterfte wil beveelen tegens de uiterfte wil des eerfte overleedene. Gezien by de ondergefchreevene het Teftament van ge*, kit jansz de wit, geweezene Sleper in de Brouwerv van de Hooyberg,en giertje ger r i ts , Echteluiden" voor pieteh a k k ek sloot, Notaris binnen deeze Stad , InZ ««gen gepaffeert den 2 May ,7o», en vervolgens ook by den gedagten geruit jansz de wix, mec ,er*d d ^fa. .," 55"? WnfaCto onderricht, dat giertje g er rits' alzo Weduwe zynde geworden van geruit taj„,7 nr,Jrs± voornoemd, deszelfs boedei ooi heeft %b'ebouVea En daar op gevraagt. Of zy giertje gerrits in de voorfz. difpoQtie Teftamen tair eemge verandering heeft kunnen maaken b/haTeftamen?" na doode van haar man zaliger partieulierlyk , ten opzR haar eigene nateiatene goederen gemaakt? S Dan of integendeel dirk chuistiaans, anders dirk: geuritz de wit, onaangezien de nadere en particuliere Iertamene van giertje gerrits voornoemd, * zyn, en blyven erfgenaam van, en in al het geene zy giert ie geruits als langftleevende op haar overlyden, van den Ie ?ut;erofCveeel?°ngealiëne- ^laaten-hSt R AnÏT*1 C°nder verbeterin§0 dat giertje gerrits, We- melde  2Ó CONSULTATIEN en ADVYSEN. melde Teftamentaire difpofitie; maar dat onaangezien de nadere cn particuliere difpofitie van haar giertje gerrits, na doode van haare Man gemaakt, dirk christiaans, anders dirk gerritsz de wit, zal moeten zyn en blyven Erfgenaam van, en in al het geene zy giertje gerrits van de gemeenen boedel van haar en haar Man zaliger voornoemd, onverteert en onveraliëneert heeft nagelaaten gehad. Want of wel waar is, dat regulariter de uiterfte willen zyn revocabel, zolange die geene door wien dezelve zyn gemaakt, in leeven zyn, zo is nogthans in hypothefi noftro, die maxime van regten van geene applicatie altoos; overmits gerritjansz de wit zaliger, als eerft overledene by zyn voorfz. Teftament, giertje gerrits huisvrouwe, en die dan ook langftleevende is geweeft,niet anders tot zyn erfgenaame heeft geinftitueert gehad, dan mits,en zulks met die belaftinge en conditie, dat alle het geene zy als langftleevende wegens de gemeene boedel onverteert en onveraliëneert zoude nalaaten, zoude werden genooten by dirk christiaansz, anders dirk gerritsz de wit, die zy van jongs af aan opgevoed en groot gemaakt haddY, zodanig dat hy dirk christiaansz niet alleen zou moeten zyn erfgenaarrfvan den eerftoverledenen, maar ook erfgenaam van den langftleevenden , in en van al het geene de langft'eevenden zou komen met 'er dood te ontruimen, en na te laaten, uit kragt van de voorfz. mits en conditie, alsook nog tiit kragte van een nadere fubftitutie van hem g er rit jansz de wit, als eerftoverledenen uitdrukkelyk gedaan, zo dat dan de eerftoverledenen in deezen niet alleen van zyn eigene, maar ook van des langftleevende middelen, ter laattter dood uitdrukkelyk heeft gedifponeert gehad; en dat gelyk de Weduwe als langftleevende in den beginnen de vryheid mag hebberi gehad.de erfeniffe van haaren eerftoverledenen Man te aanvaarden, of ook wel niet, zy alzo mede wederom de erfeniffe eens aanvaart hebbende gehad , en de voordeelen van dezelve genooten, gevolglyk ex quafi contraüu, onwederfpreeklyk gehouden od te volgen, en te volgen de voorfz. mits,conditiën en fubftituwaafmede dezelvl haare Man, haar als ^ngftleevend^be-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. i? zwaard heeft gehad, zelfs ook ten opzigte van haare eigene middelen. Heres enim tenetur exequi voluntatem defuntti, juxta regulam ; ques diclat: ex qua perfona quis lucrum capit, ejus faEtum prcefiare debet. I. 149. ff. de Reg. jur. et heres cum defunlïo una eademque perfona cenfetur l. so. ff. de Reg. jur. ac adeundo confenfufuo, voluntatem de. funtti approbare intelligitur l. 7. C. de liberali caufa l. 55. in pr ff. ad fenatusconfulium Trebellianum ; proinde contra fattum 'defuntti venire non poteft l. T4. C. de rei vindicatione l. 7. C. de negot. geftis Ê? /. 24. C. de donationïbus: Etiamfi is de rebus ad heredem '(NB ) jure proprio pertinenübus, difpofuerit, d. 1.14. C. de rei vindicatione. I. 3. C. de rebus alien. non alten. /. 31, ff. de liberali caufa. I. 67 § fi rem 8 ff. de legat. 2. & l. 25. C. de fideicommiffo, ut poft alios 'docent Joan a Sande rerum a Curice Frifice judicatarum lib. 4. tit. 4. def. 9. £f Joan a Wezel ad art. 5. novelles Conftit. Ultrajett. Ouin et femel heres, femper heres eft , nam ut femel hereditatem repudiatam, adire amphus non poteft, ita wc aditam, poftea repudiare poteft l. 4. C. de repudianda & abflinenda hereditate, 6? ibidem Gothofredus ,nedum ut ferendus fit ,qui lucrum quidem ampletti, onus vero ei annexmn contemnere velit. lunica §. 4. C. de caducis toll. Zynde alhier juftement het eigene geval, waar van de Heer Hugo de Groot lib. 2. cap. 15. n. 38. van zyn Inleiding tót de Hollandfche Regtsgeleerdheid, is fpreekende , dat naamlyk wanneer de eerftoverledene (NM.) der Echtgenooten , den (NB.) langftleevenden eenige voordeelen heeft gemaakt, en daarna belaft, (NB; hoe de goederen van den gemeenen boedel na de dood van den langftleevenden zullen gaan, (N8.) de langftleevende die voordeelen genooten hebbende , daar na ook van zyn, of haar deel niet anders (NB) mag beveelen by uiterfte wille, te^c-n de uiterfte wille des eerftoverledene. Doch welke paffage mede wel verkeerdelyk wordt geappliceert op zodanigen geval, 'waar in beide de Teftateuren te iamen disponeeren, van den boedel by den langftleevenden bezeeten, en na te laaten, en zulks conjunttim en alzo ieder pro indivijb , voor zyn, of haar aandeel in denzei ven; daar de Heer de Groot in tegendeel vereifcht, dat de eerftoverledene (NB.) alleen, en dan nog uitdrukkelyk met belafting van de langftleevende ten op- D 2 zig-  215 CONSULTATIEN en ADVYSEN. zigte van den gantfchen of gemeenen boedel, bevel of voorzieflïngë hebben gedaan; in gelyken manieren, als in deezen mede is gefehied , volgens her. geene hier vooren is aangemerkt geworden ; zo als dit onderfcheid werd bevonden insgelyks judiciëlyk gemaakt te zyn by den Heere J. Voet ad tit. ff. de paStis dotalibus n. 63. & ad tit. ff. de injufto, rupto fc? irrito fatto Teftam. n. 11. En tot beveftiginge van alle het welke zonderling mede zal kunnen dienen , het geene op dit fubject uitvoeriglyk geleerd werd by Joan Decherus differtatione ï.'ii: 7. &feqq. & 12. & fW&f Stokmans Curice Brabantice deels. 20. n. 1. & 12. & jure devalut. cap. 10.n. 2. & 3. poft doctores allegatos a Groenewegen ad dieturn locum Grotii. & a J. Voet dittis locis. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 8 July 1710, (Was getekend) A. VAN den ENDE, jan van DEN ENDB, VI, ADVYS. Waesmeefters kenniffe is proef er ent, voor een laater fpeciaal verband , waar van de 40^ penning is betaalt. Gezien by de ondergefchreevene Copie authentiecq van de Weesrrieefteren kenniffe by jacob cornelisz, inwoondervan den Dorpe Ryp, als principaal, en dirk claasz mars,.en adriaan cornelisz, als borgen, ten behoeven van het nagelatene Weeskind van dirk simonsz boel, en sevnjen piet er sz; het welk ter Weeskamer van de Ryp was vertigt, voor Weesmeefteren van den Ryp, verleden den 4 December 1687. En voorts in faclo onderrigt, dat de gedagte jacob coRNELiszna dato van het verleiden van de voorfz, Weesmeefteren kenniffe, zyn Schuit voor een Geregt in de Veenen binnen de Provintie van Holland heeft verbonden gehad , voor en tot voldoening van een ander fchuldeiffcher; na dat al> voo-  o CONSULTATIEN en ADVYSEN. 20 voorens ook, ten opzigte van liet voorfz. fpeciale of nieuwe ver. band was betaald geworden de 4oe penning; en gelet op de vraage daar uit voorgefteld. Dunkt (onder verbetering,) dat het voorfchreeve Weeskind, op de verbondene Schuit, of de Kooppenningen daar van geprocedeert , zal moeten worden geprasfereert met de fomme van ƒ 400:— en de interelTen van dien, breder in de voorfz. Weesmeefteren kenniffe vermeld; en dit zelfs voor en met te rugge ftclünge van den geenen, ten wiens behoeve dezelve Schuit geregtelyk in 't byzonder is gehypothequeert geworden. Omme redenen , dat niet alleen generalyk Wee'skindpren . wiens penningen op Weeskamers regt, ter plaatfe daar dezelve zyn vertigt, zyn uitgezet geworden, vrv zyn van de betaHnc van de 4oe penning, en des niet te min regt hebben van p-sfe? rentie , volgens het 25° art. van de Ordonnantie op de Impoft van de 4oe ptnmng , gevoegt met het jr« art. van de 6e titul van de bcotiroijeerde Ordonnantie van de Weeskamer van de Ryp yan dm14 Maart 1622. Maar dat ook nog by nader OEtroy van de Hoeren Staaten van Holland en Weftfrieftand, aan die van den Dorte van den Ryp gegeeven, den 6 July 1627. en den 5 February ió/i gepubliceert, Weesmeefteren kenniffe in het Weesboek oere^ giftreert zynde, verklaart zyn geworden van gelyke krapt te* zyn als Scnepenen kenniffe, en zelfs ook regt van preferentie'te hebben voor alle andere fchulden , mitsgaders bezegeldheden, voor Schout en Schepenen gepaffeert, jonger van dato zynde, zolange de fchulden by der Weeskinderen Debiteuren niet zvrs gekweten en voldaan. „™°fndeQ dnt H dCef Ü eenige verande"'ng kan geeven dat de ZZj ?!? fPrCTa^k Z0U Y£Zen gehypothequeert; daar in tegendeel de voorfz. Weesmeefteren kenniffe niet anders zouden inhouden als een generaal verband van alle des Debiteurs »óederen &c. 0 Ter confideratie naamlyk, dat het na regten kennelyk is, dnt generale verbanden van dezelve kragt zyn als fpeciale, en dat bygevolg een generaal verband eerder in tyd, zelf ook voor een fpeciaal verband van laater dato, regt van voorrang heeft Per D 3 tex-  3o CONSÜLTATIEN en ADVYSEN. textus in l. 2. ff. qui pot. in pign. 6? I. 6. C. eod. et per ea qucs halet Anth. Mattheus lib. 1. cap. 19. n. 65. de auttionibus & disp. 14. §. 29. de judkiis. En dat ook na practycque deezer Landen, of by de politicque Ordonn. van den jaare 1580.daarin geen verandering is gemaakt, verders dan alleen ten opzigte van immeubele of onroerende goederen; zynde roerende goederen, en het regt van hypotheecq , desaangaande allefins gelaaten in de termen van het voorfz. algemeene regt; zo als dit uit de politicque Ordonnantie is te zien , en ook by de Heere Hugo de Groot dien conform aangetekend is geworden lib. 2. cap. 48. n. 28. van zyn Inleiding tot de Holl. Regtsgel. adde Confilium 23.2. 235. ê? 247. van het i« deel, nog Conf. 103. van 'i 2* deel, Conf 141. van 't 2* derde deel, en Conf. 70. van 't 5e deel der Holl. Regtsgel. En onder welke roerende goederen, dan immers notoirlyk mede zyn behoorende Schepen , hoe groot dezelve mogen zyn; zo als de natuur van de zaake dit zelfs uitwyft, en ook anderfins in regten zodanig is verklaart. Per l. I. §. 6. & 7. de vi. & vi. armata, fi? I. 20. §. penult. quod vi aut clam, ut notat Js. Voet, ad tit. ff. de rerum divifione n. 11. Zo dat, of dan wel mede Schepen van zekere grootte de 40= penning, en het geregtelyk verley zyn fubject gemaakt, ten opzigte van de overdragte en hypothecatie derzelve, die fubjeclie, voor zo verre wel die Schepen in gelyke graade field met de vafte en onroerende goederen; maar dat nogthatis onwederfpreeklyk is, dat daar door de natuur van de Schepen niet verandert, nog dat dezelve in plaats van meubel daar door immeubel zoude worden, of ook dat het regt in alle andere opzigte, of gevallen, buiten die particuliere fubjettie, eenige atteinte of verandering zoude komen te lyden ; maar dat veel eer alle andere gevallen en opzigten daar door zyn gelaaten, en nog nader gefield in hun geheel; cum exceptio confirmat regulam in cajibus non exceptis, per jura vulgata. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 2 July 1710. (Was getekend) A. VAN DEN EN DE. VII.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 3i VII. ADVYS. Jaarlykfche Legaaten werden bcgreepen in den beginne van ieder jaar verfcheenen te zyn, al kwam den Legataris ook in dat jaar te fterven. Egter in geval die Legaaten uit zeker Fonds moeten worden voldaan, moet met de vordering gewagt worden, totdat dezelve daar uit kunnen werden voldaan. Voorts maakt kt geen verandering, als de Teftateur gewilt heeft, dat die jaarlykfche Legaaten jaarlyks in vier termynen moeten worden betaald. Gezien by den ondergefchreevene Copie van den Teftamente van Wylen daniel nielliüs, voor cornelis heinenberg, Notaris te Alkmaar, en getuigen gepaffeert den 26 May 1686. Mitsgaders Copie van eene nadere Acle van denzelven daniel niellius zaliger onder zynen hand , den 7 Tulv 1689 verleden, in kragte van de Claufule refervatoir, in den voorfz. reltarnente begreepen, en gelet op de vraage daar uit voorgelteld. Of naamlyk de jaarlykfche Legaaten, by de voorfz. difpofitie gemeld, en in 't byzonder de jaarlykfche Legaaten, gemeld bv de voorfchreeve nadere Aéte, verftaan moeten werden verfcheenen en verfchuldigt te zyn in het begin van ieder jaar, of immers ten refpefte van de jaarlykfche Legaaten, begreepen in de voorfz. nadere Aóte in het begin Van ieder vierendeel jaars, of hoedanig anders? Dunkt (onder correclie,) wat aanbelangt de jaarlykfche Legaaten, die m den voorfz. origineeleTeftamente zyn begreepen» dat dezelve verftaan moeten werden telkens van jaar tot jaar en wel in den beginne van ieder jaar verfcheenen te zyn, en'dan ook betaald te hebben moeten werden, al waar 't fchoon zulks, dat de Legataris vervolgens in dat jaar mogt komen te fterven Per textus in l. 4. I. 5, l. 8. & l. u. f. de annuis Legatis & l. 12, i. 23-  3a CONSULTATIEN en ADVYSEN. I' 23. ff. quando dies legati vel fideicommifft cedat & l. 1. C eodem titulo. Welverftaande nogthans, dat voor zo veel by denzelven Teftamente mede is geordonneert, dat dezelve jaarlykfche Legaaten gevonden zouden moeten werden uit zekere Los- en Lyfrenten refpeétive, men in alle manieren, zo lange mei de vorderinge van dezelve Legaaten zal moeten wagten, tot die refpective Los- en Lyfrenten zullen zyn vervallen en ingekomen. Per textum in l. 26. §. 2. ff. quando dies legat. vel fideicommifft cedat, et per ea qua notat j. Voet ad diCtum titulum ff. de annuis legatis n. r. En aangaande de jaarlykfche Legaaten, begrerfpen in de nadere Acte, gemaakt uitkragte van de Claufule refervatoir voorfz., dat of fchoon dezelve mogen zyn verdeelt in vierendeel jaars, dat egter zulks niet belet of wegneemt het regt aan alle Legatariflen, een jaarlykfche fomme competeerende, en in het begin van ieder jaar gebooren wordende, al waar het fchoon dat de Legataris vervolgens in dat jaar nog mogt komen te overlyden, zo hier boven uit den regten is aangeweezen , maar dat de voorfz. fmaldeelinge alleenlyk is ofEcieerende de termynen van opbrenginge of betaalinge, en dit dan ook nog wel zodanig, dat die termynen in het begin van ieder vierendeel jaars moeten worden voldaan; zo als dit onwederfpreekelyk is af te neemen daar uit, dat dezelve jaarlykfche Legaaten, eerft en vooraf abfolut, en op zig zeiven by de voorfchreeve nadere Acte zyn, en worden gemaakt, en daar mede hun beflag en gevolg van regten hebben bekomen gehad,'invoegen als vooren , en dat vervolgens alleen van het fourneeren of uitkeeren derzelve werd gefprooken, zynde notoirlyk zaaken, gantfch en al van den anderen onderfcheiden , en mitsdien in de natuur en het regt van het Legaat niet kunnende maaken eenige alteratie , zo als dit in regten en praétycque kennelyk is, ex l. 26. §. 1. ff. quando dies legat. vel fideicommiffi cedat, l. pen. C. eodem titulo, 6? ex Tuldeno adde titulum codicis n. 6. Immers niet in deezen, daar by de voorfz. nadere. Atte niet werd gezegt, dat het fourniilement of de uitkeeringe van ieder vierendeel jaars, na het verloopen van ieder vierendeel jaars zoude moeten werden gedaan ; maar enkelyk en alleen , dat gefour- neert  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 33 neert zoude werden, ieder haar vierendeel jaars ƒ250, zonder uit of m te zeggen, of zulks in het begin, dan op het einde van het vierendeel jaars zoude hebben te gefchieden; zulks dat daar door dan al mede niet is gemaakt geworden eenige de minfte veranderinge in het regt van alle jaarlykfche Legaaten , dan dat de praftatie van dien alleen is gefmaldeelt geworden. Ouod enim mutatum non eft, cum ftare proliibeatur; adde Sande rer. Frif. decis lib. 4. tit. 4. def. 8. & ex J. Voet ad diStum titulum de af muis Legatis. n. fin. Aldus g dvifeert in Amfterdam, den 7 Auguftus 1710. (JVas getekend) jan van den ende, a. van den e n de» VIIX. ADVYS. ** Is genoeg dat de Getuigen den Teftateur kennen, en zulks verklaar en, zynde het dan niet nodig, dat de Notaris mede den Teftateur kent. Volle Neeven van den Teftateur mogen als Getuigen gebruikt werden, Gezien by den ondergefchreevene Copie authenticq van den Teftamente van Wylen grietje kieft, in haar leeven Weduwe van floris raap, gepafleert voor den Notaris I1^"1;8 sylviüs, en twee Getuigen, binnen deeze Stad op den 13 May 1694. Item nog gelyke Copie van zekere laatere leltamente by de voornoemde grietje kieft, mede alhier verleden voor den Notaris p. padthoizen, en twee Getuigen, den 29 December 1696, als mede nog het beëedigt Declaratoir,gegeeven voorBurgermeefteren derzelver-Stad,doordenzelven padthuizen, en gedateert 25 February 1701. 0pSiFVraagt Zynde ' of den boedel en nalatenfchap van de gemelde grietje kieft als nog zal moeten gereguleert en gefeheiden werden, ingevolgen van het eerder Teftament van r e dat0  34 CONSULTATIEN en ADVYSEN. dato U May 1694, niet tegengaande het voorfz. laater Teftament van dato 29 December 1696, dan of ter contrarie denzelven boedel en nalatenfchap, agtervoTgens het zelve aater Teftament, alleen en met uitfluitinge van het eerdere zal moeten devolveeren en gedeek werden, en of dienvolgens anna ma- ria, pieter cornel1s en adriaan van huizen, te famen uit hoofde van het eerder, alleen tot een derde, dan ot dezelve perfoonen, uit kragte van het laatfte Teftament, ieder hoofd voor hoofd tot een zevende part van den voorfz. boedel gS Dunkt*Tonder correaie,) dat den boedel en nalatenfchap van de meergemelde grietje kieft zal moeten devolveeren en gedeelt werden, agtervolgens het laatfte Teftament van dezelve griettp- kieft, van dato 29 December 1696, met uicüuitinge van het eerder Teftament, gedateert 13 May 1694, beiden in het hoofd deezes gemeld, en dat dienvolgens anna Maria, pieter cornelis cu adriaan van huissen, uit kragte van het voorfz. laatfte Teftament, ieder hoofd voor hoofd tot een zevende part van den voorfz. boedel gerechtigd zyn. Omme redenen, dat de voornoemde grietje kieft, als Teftatrice, by voorfz. laatfte Teftament van dato 29 December ï6q6, niet alleen heeft gerevoceert, gecaffeert, dood en te niet aedaan alle voorgaande Teftamenten, Codicillen, Donatien en Se and ere dTfpoficiën van uiterfte en laatfte wille, voor dato van dien in eeniger manieren gemaakt, en verleden, maar ook tondSheid de voorgemelde eerdere Teftamentaire difpofitie , d"e zy grietje kie\t op den 13 May 1694, voor den Not ris Wilhelmus sylvius, en zekere Getuigen, binnen de voorfz. Stad hadden gepaffeert, met expreffe wille, dat alle deIdve, en zulks mede het gemelde eerder Teftament, zoude zyn nul, kragteloos, en van onwaerde , min nog meer, als of die nooit gemaakt of gepaffeert waren geweeft, zynde deeze de woorden, fvaar van deYeftatrice zig in het laatfte Teftament heeft bediend gehad, en is gevolglyk , door de gemelde laatfte difpofitie, het voorfz. eerftegTeftament geannulleert, in diervoegen, dat het zelve laatfte, met derogeeringe en te nietdoeninge van het eer-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. SJ fte, moet ftand grypen. Pofteriore (quippe) Teftamento, quod jure perfeEtum eft, rumpitur prius 3 §. 2. injiit. quib.Mod. Teftam. infirm C? per jura vulgata. En of wel den Notaris voor wien het voorfz. laatfte Teftament is gepaffeert» niet komt te declareeren dat hy de Teftatrice is kennende; maar alleen in het einde van dien te pofeeren, dat de Getuigen aan hem Notaris geaffirmeert hadden, de Teftatrice te kennen, en te weezen de eigenfte, die zy haar in het zelve leftament hadde laaten noemen, zo obfteert zulks egter niet want buiten en behalven, dat in het eerder Teftament den Nq! taris gantsch geene mentie maakt, dat hy, of ook de Getuigen. de Teftatrice zyn kennende, zo is in allen gevallen genoeg tot de validiteit van een Teftament, dat of den Notaris den Teftateur, of immers de Getuigen denzelven zyn kennende, en dat de Getuigen zulks komen te verklaaren, en dat daar van geheugeniffe wordt gehouden. Zie de Groot , Jnleidinge , 2. boek 9 17. deel, n. 21. Kunnende aan de kenniffe, die den Notaris van het laatfte Teftament aan de Getuigen is hebbende, niet worden getwyfelt, dewyle dezelve Notaris daar van ten overvloede heeft gegeeven zyn omftandig en beëedigt declaratoir , in het hoofd deezes gemeld; zynde niet van noden geweeft, dat denzelven Notaris, van dat hy de Getuigen kende, in het Teftament iets zou hebben ter nedergefteld, dewyle nog eenige Wet, nog eenige Couftume zulks vereffent, gelyk ook den Notaris van het eerdere Teftament dienaangaande niets heeft gemeld, zo als uit den teneur van bet zelve te zien is, brengende ook den eed van de Notanffen binnen den Lande van Holland en Weftvriesland wel duidelyk niet anders mede, dan dat zy ten reguarde van de leftateurs, die zy niet kennen, by de uiterfte willen, zullen hebben te verklaaren, en te zeggen dezelven te zyn gepasleert in tegenwoordigheid, gelyk de eige woorden luiden, en m deeze exafte is geobferveert, van zulke of zulke Getuigen die my geaffirmeert hebben de perfoonen van de Teftateurs of Comparanten hun luiden wel bekend te zyn. En doet mede niet tegens het voorfz. laatfte Teftament, dat men zou willen voorgeeven , dat de Getuigen van het zelve E 2 laatfte  S6 CONSULTATIEN en ADVYSEN. laatfte Teftament , de voornoemde anna maria, pieter cornelis en adriaan van huissen, in bloede ot maagfchap zouden beftaan, en dat de eene Getuige een volle JNeer, of vaders broeders Zoon', en den andere in een graad verder van, en aan dezelve zou zyn. * , r . Want zulks buiten praejudicie van de waarheid, al gepoieert zynde, zo zal niet werden gevonden, dat zodanige getuigenis in Teftamenten , na regten zoude zyn verboden , of dat het zelve als-een defeft in de folemniteit van het Teftament zoude; werden aangemerkt, cum omnes teftes effe poffunt, cum quibus lejtamenti fattio eft, exceptis perfonis enumeratis in §. 6. & feqq. mftit. de Teftam ordin., et inter quos non eft Confobrimts e Confobnno natul\ 10. imperator tantum ait, quod neque heres fcnptus, neque is aui in poteftate ejus eft, neque pater ejus, qui eum habetm poteftate , neque fratres, qui in ejusdem patris poteftate funt, teftes adhiben to ffint, et in fine ejusdem §. addit; merüo nee heredi, (qui imagmem veUiliisfimi families emtoris obtinet,) neque aliis perfonis, qua ei, ut fNin dittum eft, conjunttcefunt, licentiam concedimus fik quodammodo teftimonia pmftare. Werdende dienvolgens de perfoonen in verdere graade dan Broeders beftaande, tacite geadm.tteert. ' En of fchoon men ook zou willen fuftineeren dat het Roorafche Regt . als beruftende in dien opzigte op de pama poteftas moribusmftris , zoude zyn geabrogeert, en dat ™d»tejton* apudnos «redigeert zynde tot het terteeren, voor Notaris en twee Getuigen! dierhalven zodanigen Getuigen zouden werden ierequireert ,die den Erfgenaam in bloede of zwagerfenap gantfeh niet beftaan zo zal echter de zaake wel ingezien en geexamiScert werdende, onwederfpreekelyk blyken, dat het zelve argument niet procedeert, en dat die tegenwerpinge in deeze van oeene de minfte confideratie is. . a , & Want gefteld zynde, gelyk waar is, dat de ^f^ ons in diervoegen niet gebruikt werd , als dezelve by de Romeinen is geufeerfgeweeft, zo zoude dan daar uit alleen volgen , Sat zelfs die geele, die'by het Roomfche Regt van het geeven van getuigeniflen oh patriam poteftatem geweert wierden, daar toe als nu admiffibel zouden zyn, en geenfins, dat de zodanigen^en  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 3? alle anderen den Erfgenaam in bloede of maagfchap beftaande, geen Getuigen zouden mogen zyn. Daar en boven moet werden geconfidereert, dat niet kan werden getoond, dat moribus noftris zoude zyn weggenomen het onderfcheid, het welk na regten wordt gemaakt tuuchen de Getuigen, die in een Teftament zyn geroepen of geadhibeert, en tusfchen zodanige Getuigen , die in judicio werden geadhibeert of gebruikt, zodanig, dat in wat voegen in Teftimonio judiciali anders mogte zyn gericipieert, evenwel in Teftamento quivis Confanguineus pro Confanguineo teftificari po fit, fecundum Glojfam in §. 11. infi.it. de tefi. ordin. & Everhard Tratt. de Tefiibus cap. 2. part. 6. princ.n. 85. uti et pater in Teftamento, in quo filius emancipatus eft inftitutus, argumento fupra allegato §. 10. & Vinn. in Comment. ad eundem §. n. 2. En werden van het zelve onderfcheid, onder anderen mede deeze reden gegeeven, dat zulks mede is gepermitteert popter favorem Teftamenti, qua non folum vertitur caufa heredis, fed etiam caufa Teftatoris, cui teftis et fimul Confanguineus heredis extraneus eft, cujus interejl fupremam fuam voluntatem effeEtum fortiri, ditt Gloffa. Dat gelyk ook Vinnius di£to loco komt te zeggen ; Etfi negotium heredis in Teftamento agitur, is tarnen non eft onerandus, quia ipfe teftes initio ad hoe non adhibuit, fed Teftator; neque aliis tefiibus poftea ad probandam voluntatem Teftatoris uti poteft ,• quam iis ipfis t qui adhibiti funt, cum Teftamentum erdinaretur. Alle welke redenen in judicialibus teftimoniis niet werden gevonden, of zig op doen. En waar mede kunnen werden gefolveert en wederlegt alle de confideratiën en raifonnementen, die a teftimonio judiciali, ad Teftamentarium zouden mogen gefourneert werden. Men voege daar nog by, dat gelyk in alle gevallen, niet zal werden beweezen of getoond, dat of jure Romano, of hodierno, Teftimonium Confobrini a Confobrino natis in Teftamento wordt gereprobeert , of het zelve Teftament defeélueus komt te maaken,zoook ex fupra abundanti door de omftandigheden die omtrent het meergemelde laatfte Teftament voorkomen en concurreren , alle bedenkelykheden van fuppofitie of bedrog allefins werden geperimeert en weggenomen. E 3 Want  3g CONSULTATIEN en ADVYSEN. Want voor eerft, gereflecteert werdende op de perfoonen van de Getuigen , zo zyn dezelve van onbefprooken naam en gedrag. Ten tweeden , zo kan niet geimagineert, veel min gezegt werden, dat zy als Teftes jure proprio , et in proprium commodum deponentes zouden kunnen werden in cas fubjeét aangemerkt, aangezien zy met geene gedagten of apparentiën aan de voorn, anna maria, pieter cornel1s en adriaan van huissen, ftaan te fuccedeeren, dewyle dezelve perfoonen onderlinge Zusters en Broeders zynde, eenige van hun reeds zeiven kind of kinderen hebben, en de andere nog jong en in ftaat, zyn van te huwelyken, en alzo kinderen te kunnen procreeëren , en cesfeert mitsdien de reden waarom men anderfins dezelve Getuigen in judicialibus als non omni exceptioni majores, zouden willen of kunnen baptifeeren. Ten derden, zo werden de Getuigen zo verre in bloed beftaande, a's in cas fubject, niet abfolutelyk a teftimonio judiciali geremoveert, maar op zyn ergfte genomen, voor non omni exceptione majores gehouden , en kan dienvolgens het defect., indien ten dien reguarde eenig mogte zyn , per alios probationes et circumftantias, zelf in judicialibus gefuppleert werden. /. 3. §. 1. 2. & l. 21. 6f uit. ff. de tefiibus. Adde Johannem Voet ad eundem tit. n. 11. in medio. Waar toe in deezen dan kan dienen, dat hoewel in ca/u noftro in teftimonio judiciali niet wordt geverfeert , echter ten overvloede de getuigeniffe van de perfoonen , die over het voorfz. laatfte Teftament hebben geftaan, met het bovengemelde declaratoir van den Notaris werd gecorrobeert, en daar door buiten alle reproche gefteld, als by welk declaratoir, dezelve Notaris komt te verklaaren, van het weezen, gedaante of ouderdom van de Teftatrice, en ook omftandig, op wat wyze dezelve Teftatrice zich by hem heeft vervoegt gehad, en hoedanig het laatfte Teftament, na een lange conferentie met dezelve Teftatrice, en na voorleezen van het eerder Teftament, met veranderinge als hier vooren of in den hoofde deezes is gemeld, en alzo vervolgens is gepaffeert geworden, buiten en behalven, dat mede de ondertekening van de Teftatrice onder het voorfz.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 39 voorfz. laatfte Teftament (des noods) met andere haare handen ondertekening zoude kunnen werden geconfronteert, maakende boven dien particulierlyk de voorn, cornelis van hu is en ook geene zwaarigheid, van met eede des gerequireert te verklaaren, dat de Teftatrice, na het pafleeren van het gemelde laatfte Teftament, daar van en van den inhoude communicatie aan hem heeft gegeeven, en de grofte of copie van dien overhandigt. Ten vierden en ten laatften, zo is by het meergemelde laatfte Teftament geene vreemde of perfona extranea geroepen; maar zyn de voornoemde anna maria, pieter cornelis en adriaan van huisen, kinderen van een halve Zufter van de Teftatrice, en die in het eerder Teftament ook zyn geinftitueert geweeft, met en benevens de andere Erfgenaamen, zynde alleenlyk de verandering in het laatfte Teftament daar in gelegen., dat in het eerder de erffenifle of nalatenfchap in Jiirpes, en in het laatfte in capita door de Teftatrice is gediftingueert of gedivideert geworden, en welke fuccesjie in capita, (eer zyde gefteld zynde, het onderfcheid van het beftaan vanheele of halve bedde, 't geen zeiven na den teneur van het eerdere Teftament geen plaats was hebbende) komt te zyn conform het Placcaat op de fuccesfie ab inteftato in den jaare 1590 geërnaneert, en welk Placcaat binnen deeze Stad, zynde de plaatfe van het fterfhuis, in viridi obfervantia is, als in conformité van 't welk de Broeders en Zufters kinderen niet in Jiirpes, luid het eerdere, maar in capita, volgens inhoude van het laatfte Teftament, werden geroepen en fuccedeeren , en zoude ook zelve, als in dit geval al waare geobferveert geweeft het onderfcheid tuflehen beHaande van heele en halve bedde, de voornoemde anna maria, pieter cornelis en adriaan van huisen, als dan in capita komende , evenwel nog iets meerder genieten , als wel wanneer zy fimpelyk en zonder dat onderfcheid tanquam una jiirpes, tertiam hareditatis partem, uit hoofde van het eerder Testament zouden komen, en dezelve gevolglyk minder als hun ab inteftato zoude competeren, in het zelve eerder Teftament gebeneficeert zyn , direételyk tegens den teneur van het voorfz. Plac-  4o CONSULTATIEN en ADVYSEN. Placcaat, en de prajfumtie, die na regten daar uit komt te V°Omme alle welke redenen dan als nog in alle manieren valt. ftaat het gunt in den beginnen deezes is gerefolveert, dat namentlyk in cas fubjeft moet werden agtervolgt het meergemelde laatfte Teftament, en dat overzulks aan de voornoemde anna maria, pieter cornelis en adriaan van huisen, ieder een geregte zevende part van de nalatenfchap van opgeroeide grietje kieft is competerende. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den .... May 1701. (Was getekend) joan van hartogvelt en francois ardinois. (bezien by ons ondergefchreevene Profeflbren in de Regten, T conftitueerende de Juridice Faculteit in de Univerfiteit binnen Leiden, het bovenftaande Advys van de Heeren hartogvelt en ardinois, met de ftukken daar toe fpeèleerende, zouden van gevoelen zyn , dat by het zelve wel, en na regten geadvifeert is,onsderhalven daar mede mitsdeezen confirmeerende. Aftum den 19 May 1701. (Was getekend) ant. matth2eos, joan voet, p. r. vitriarius en gerard nood. Gezien by de ondergefchreevene het vooren ftaande Advys by de Heeren hartogvelt en ardinois tot Amfterdam gegeeven, mitsgaders de confirmatie daar agter gefteld bv de Heeren Profeflbren der Juridice Faculteit van de Univerfiteit tot Leiden, als mede de refpeétive Teftamentaire difpofi, tiën en declaratoir, in het hoofd van het voorfchreevene Advys gemeld, en gelet op de voorgeftelde vraage.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 4I Dunkt (onder correótie,) by de gemelde Heeren refpeéW lyk wel, en den regten conform, geadvifeert te zyn , omme de wetten , authome.ten en redenen, in de voorfz. Advyfe in v breede gededuceert, ons mitsdien daar mede confirmeerende. Aldus geadvifeert in s'Gravenhage, den 21 May 170c. (Was getekend) m. d>e hertoge, j. suuendonk, flor. p. pitteni [Ts daniel de witte, s. tirens, jan van der burgh en w. nobelingh. ltl,u C*?J& by ^ T°Tnder^rchreevene ProfefToren juridic* FacuU I^^^tSnXVeï^T-¥nn^w^ het ommeftaande Advys door de Heeren van de juridice Faculteit toe Leiden, mitsgaders verfcheidene andere voornaame Regtsgeleerden "n Holland getekend, en geapprobeert, zouden na lefture van het zelve, en genomen vifie der Hukken daar toe relatif, insgelyks om redenen en motiven daar in gemeld, meenen (onder correc? t.e,) weina regten geadvifeert te zyn, en vervolgens met voorfz Advys ook volkomenlyk acquiefceren, en ons daar me de conform kunnen maaken, zulks doende mits deezen. Aclum den 30 May 170r. (Was getekend) u. huber en anth. schultingh. II. deel. F IX.  42 CONSULTATIEN en ADVYSEN. IX. A D V Y S. i". Wanneer iemand verftaan word zyn geboorteplaats gequiteert te hebben. 2°. Volgens het Pruisftfche Verfterfregt, fecludeeren volle Broeders en Zufttrs de halve Broeders en Zufters. 3". Jmmeubel goed fuccedeert na de Regten der plaats, alwaar zy gelegen zyn. casus positie. Lucas gouts, Noordhollander van geboorte, hebbende zig voor meer als 30 jaaren binnen de ftad Dantzig ter nedergezet, aldaar vervolgens altyd gewoond, en zyn negotie gedaan , is eindelyk aldaar mede overleden, na dat hy mede aldaar volgens de Regten en Couftumen van die plaats Teftament hadde gemaakt, waar by hy, na wegmaakinge van eenige Legaaten, tot zyne Erfgenaamen heeft geinftitueert zyne Erfgenaamen ab inteftato, zonder eenige betekenifle of aanwyzinge zyner naaftbeftaanden, zyn Zufters kinderen van heelen , en Zufters en Broeders kinderen van halve bedde, deszelfs nalatenfchap be. ftaat uit koopmanfchappen, actiën en crediten, en verders uit roerende en onroerende goederen, zo tot Dantzig als in Noordholland gelegen, beruftende en uitftaande, en word men berigt, dat tot Dantzig het Verfterfregt van 't Koningryk Pruiffen in gebruik is, en gevolgt werd. En daar op gevraagt, wie tot de nalatenfchap van den gemelde lucas gouts, met relatie tot de roerende en onroerende goederen, actiën, crediten en geregtigheden, en tot de plaatferi, alwaar dezelven gelegen zyn, berusten en uitftaan, uit kragte van de voorfz. inftitutie geroepen en geregtigt zyn ? Gezien by de ondergefchreevenen de voorenftaande Cafus pofitie , en gelet op de vraage daar over gedaan. Dunkt (onder correctie,) gefupponeert zynde dat lucas gouts  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 43 ffOUTs de tyd van 30 en meerder jaaren, tot Dantzig heeft ?e woond gehad, en tot zyn overlyden toe aldaar is ïebkeven zonder ooit toeleg te hebben gemaakt van weder na z|n «boor' f^ ^ Jteerenv«f het dan ook ?efo7ut In buV ten bedenken is, dat dezelve verftaan moet werden de plaatfe van zyn geboorte te eenemaal te hebben gequiteert Ven zvn domicihum tot Dantzig te hebben geconftitueert. Per texZ 7X preff. tn l. ejus 27. §. 1. ff. ad Municip: l. 7. C. de incolis Nam fh'i quisdomicilium habere intelligüur, ubilarel et for Untum Zmam conftituit,unde (rurfus)nonfit deceffurus^hilayoceT^/d^Tl Waar uit dan verder zal komen te volgen, dat de gemelde l" ïSZSiVi hebbendf g^dagt by^eftamentfeTnft t^ee: ren zyn Erfgenaamen ab inteftato, daar mede verftaan moet wet den tot-deszelfs geheele nalatenfchap te hebben benamt en geroepen alle die geenen, dewelke naar 't Verfterfreg? van de voorgemelde zyne woonplaatfe zouden moeten fuccederen het welk in het bovenftaande geval zyn privativelyk de M k n ?fS' .^"Teftateur van vollen bloede beftaande. Wzien het Pruisfifche Verfterfregt, het welk doorgaans in 't zelve Koningryk,en fpeciaalmede tot Dantzig uti quoque infiruimur LiSr geobferveert, de fucceffie der Collateralen in i?en™g^ komt te reguleeren, dat de Zufters en Broeders van volkTbioedf mitsgaders haare kinderen , de halve Zufters en Broeders en gevolglyk ook haare kinderen , van de erfeniffe fecluderen 'z£ Zonder dat de halve Zufters en Broeders kinderen f in voorfz Cafus gemeld, met fundament van regt,zouden tunnpn Jr? ren dat den Teftateur geinftitueert ^S^lrite^ ab inteftato, zonder defignatie of bepaalinge , de t«afézoude moeten werden opgenomen, als of dezelve ab inteftato lts lo ^t^^vl* *** - ra0; Want eerftelyk zal daar omtrent moeten werden in ast ?er,n men dat, ,n gevallen al gefupponeert wierde X den TeftS" ab inteftato was overleden , welkers contrarie in deezen mnïeff is, de voorfz. halve Broeders en Zufters kinderti*us dan oo£ 2 . nog  44 CONSULTATIEN en ADVYSEN. noa tot geene'van de onroerende goederen, tot Dantzig gelegen, zouden kunnen komen, immobilia enim fuccedunt fecundum leges et (latuta locorum, ubi fita funt, quod in praxi eft notiffimum, en al mede niet tot eenigen van des Teftateurs meubilaire goederen, aaiën, crediten of koopman Ichappen , in wat plaatfe dezelve ook zouden mogen werden gevonden ; dewyle alle de roerende goederen quo ad effeUturn juris verftaan werden te zyn , onder de handen en magt van den Teftateur, en als in zyne tegenwoordigheid, en mitsdien de fuccesfle in dezelve, na 't Statutair Regt van zyn woonplaatfe gerigt zouden moeten werden ; Mobüia enim ex conditione perfonarum legem accipiunt, nee loco contineri dicuntur, fed perfonam fequuntur, et ab eo dependent, et ideo omnia ubicunque pofita mobilia legibus domicilii fubjiciuntur. Paul Voet d. Sta. tutjett.4.. cap. 2. Radend, de jure conjug. tr. Pralimim.tit. i.cap. 2. H d. d. ibid allegat. Welk regt van Verfterf tot Dantzig nu is aangeweezen, de hal"e Broeders en Zufters en haare kinderen , zo lange volle Broeders en Zufters kinderen werden gevonden, van de fuccesiie uit te (luiten. ' ■ - ; Maar kan het voorfz. gefuftineerde in .t geval fubjeót, ten opzigte van des Teftateurs nalatenfchap in 't allerminfte geen applicatie vinden , om redenen , dat. geverfeert wordt in cauja teftati en daar de Overledene zyn wille heeft gedeciareert, met ïnftitucie en benoeminge van zyn Erfgenaamen ab inteftato , en dienvolgens geprffifumeert moeten werden ne fruftra teftetur , quod abfurdum d. d. ad l. quoties 12. ff. de reb. dub. I. 100. ff. de legat 1. zvn wille te hebben bepaald en gerefleékeert op zodanige per oonen, dewelke na het Verfteifregt van zyne woonplaatfe hem tnoefte fuccederen, en uit dien hoofae geoordeelt moeten werden aan denzelven bekend, en in zyn wille en gedagten te zyn «weeft, quin etiam Mud cerium fit, quod fit per relationem ad aliud d d. ad I.75 §. 3. ff- de verb. obhg. & prafumatur Teftator cogitare et veile id, quod vult lex & ftatuium patrice fuce, Chaftonad confuetud. Burgund, aque in ambigua Teftatoris voluntatejpeclandam eiïe confuetudinem regionis, in qua Teftator verfatus eft, docent. I, 50. §. 3, ƒ. de kgat. 1. I. 18. §, 3. ff de inftruü. mftrum. /<,  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 45 goto i Et enim invaluit generalis prafumtio, quod Teftator cenfeatur, je potius conjirmare ftatuto fuce patrice, quod uovit, quam juri fcripto aut Jtatutis aliorum lucorum, qua verofimiliter ignoravit, fut clarus Tejlamentumqucejt.7 6. Mantic. deconjetl.ult.voïunt.lib.ó.tit 6 n 7 . Zulks dat in effecte de gemelde inftitutie, ten aanzien van den Teftateur met zo veel zekerheid verftaan moet werden gefchied te zyn, als of dezelve met uitgedrukte woorden hadde geroepen die'geenen, dewelke na 't Verfterfregt van zyn- woonplaats zyn Erfgenaamen hadden moeten wezen. Hoedanige uiterfte wille van den Overledenen aan zyn Erfgenaamen volkomen magt en regt geeft, om alle zyne natelatene goederen zonder eemg onderlcheid te konnen en mogen genieten. Zie Sande decis. hb. 4. tit. 8. def. 7. Grajfus §. Tejiament quceft. 76K n. io li. 12. en 13. Menoch. de prcefumt. 202. &> Joan Voet ad tit. de hxred. injtit. n. 16. Ten zy onroerende goederen, gevonden wieroen gelegen te zyn, in eenige plaatfen, alwaar de difpofitie Testamentair omtrent dezelve was geprohibeert, welk prohibitoir regt , omtrent de vafte goederen in Noordholland gelegen, niet te vinden is. D b ' Aldus geadvifeerd in Amfterdam, den 2 September 1710. (Was getekend.") d. helmans en francois ardinois. X. ADVYS. Een ufufruttuarts of fiduciaire Erfgenaam moet draagen dm laft van de 2ooe penning. casus positie. In Zeeland is volgens de Copie. Quitantie, hier onder ftaande, n $*V?r r C" ont.fan?en de 2°°e Penning van een Adie in de Uoftindrfe Compagnie, zo de Hollandfche ingezetenen zvn hebbende, ter Kamer van Middelburg in Zeeland F 3 Co,  46 CONSULTATIEN en ADVYSEN. Copie van de Quitantie. Ontfangen by my ondergefchreevenen , als gequalificeert by haar.Ed. Mog. de Heeren Staaten van Zeeland, van Parnasfins van de Portugeefehe joodfche natie, door de [leer thomas boersse, de fomma van vyfhondert en twintig Ponden Vlaams courant, over de 2óoe penning voor den jaare 1707. van L. 6500— capitaale Aclie op de Ooftindifche Compagnie ter Kamer Zeeland. In Middelburg, den 18 April 1707. (Was getekend') f. leyssius. Of na de ordre van den Lande in Zeeland, dezelve 2ooe penning moet komen ten lafte of ter verminderinge van het capitaal , dan of dezelve by den ufufruÜuaris of fiduciaire en bezwaarden Erfgenaam gelaft en gedraagen moeten werden, zonder eenig regt van repetitie , in cas dezelve Aétiën in vruchtgebruik, of in bezwaarde eigendom , of als fideicommifiair goed bezeten werden? Gezien de bovengaande Cafus pofitie, en de vraage daar op voorgefteld. Dunkt ons ondergefchreevenen (onder correctie,) van beter gevoelen, dat nademaal niet gevonden worden eenige Placcaaten of Refolutiën, by dewelke haar Ed, Mog. de Scaaten van Zeeland, eenige ordre hebben beraamt, by wien de iooe, 2ooe penning, of gelyke belaftinge, in der tyd op de Ooftindifche Actiën gelegt , betaald of gedraagen moeten werden, het zy by een ufufruÜuaire of fiduciaireErfgenaam, of wel by die geene, die den eigendom van dezelve Actiën heeft, of het bezit van dien verwagt; maar mitsdien de difpofitie deswegens hebben gelaaten aan het Roomfche Befchreeven Regt, zo werd vertrouwt het weinig hasütatie. fubject te wezen , om te befluiten, dat de betaalinge van de 200° penning op de Ooftindifche Actiën gelest, niet kan werden gebragt ter vermindering van het capiö taal,  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 4? taal, maar dat dezelven moet werden betaald en gedraagen bv den ufufruStuans, offiduciairen Erfgenaam. Den text daar van is V^V^r 7"> 2'f' derufufmÜU & in 1 52-D.eod; ufufruEtu rehcto,alt ICtusin ea lege,fi tributa ejus rei prceftantur,ea ufufructuarium prceftare debere , dubium non eft. Zonder dat hier omtrent eenige redenen van onderfcheid kunnen dienen, of zodanig belafting is voor eenige tyd, dan wel cominueel, of dat zodanige belading heeft gelegen op de ufufrutluaire of fiduciaire goederen ten tyden dat de Teftateur daar van heeft gedifponeert, dan of die belaft,ngiop dezelve is gefield geduurende den tyd, dat die goederen by den ufufruttaris of fiduciairen Erfgenaam bezeten worden, gelyk dat bevonden werd geltatueert te wezen in l. 28. jf. de ufu & ufufruüu legato. Qu tie, of andefe Corpora, loopende in de Provintie van Zeeland, buiten tegenfpraak' van iemand altoos is gepraftifeert, en wel fpecialyk, dat alle die extraordinaire laften, zonder repetitie te doen, zyn gedraagen en betaald by den ufufruttuairen of fiduciairen Erfgenaam, zonder dat bet contrarie van dien alhier in regten is gedilputeert. Aldus geadvifeert binnen Middelburg in Zeeland, den 5 September 1710. v (Was getekend) z. paspoort. Gezien by de ondergefchreevene de voorenftaande Cafus, en t Advys daar op gegeeven, dunkt (onder correctie,) daar by, den Regten en Praftycq alhier in Zeeland allefints gei bruiklyk , conform te wezen geadvifeert, ons overzulks daar mede in lubftantie ten vollen confirmerende. Middelburg, den 5 September 1710. (Was getekend) pieter do-velaar en j. v. noiret. XL ADVYS. Iemand een party Land in pagt, of huur bezittende, en eenig gedeelte van het Land door een hooge Watervloed overftroomt werdende, is niet gehouden, voor dat overftroomt gedeelte, pagtpenningen of huurloon te betaalen. \ heeft voor de jaaren 168r en 1682 in pagt bezeten van y 1 een Party Lands, waar onder voor een gedeelte was hagende een party Meede, zynde de refterende vruchten, door den hoogen Watervloed van dén 26 January 1682 gan ch en eenemaal verfionden en geconfumeert; zo is de vraagp, of B voor de voorfz. twee jaaren, niettegenftaande de voorfz. fchaaU. deel. g  5o CONSULTATIEN en ADVYSEN. de, is gefundeert om op de overfchietende Meede arreft te doen, niet alleen, voor zo verre het voorfz Pagtland met de Meede nog is beplant, maar voor het achterheid over de gantfche party. Dunkt (onder correctie,) nademaal wy hier niet veiferen in zodanig geval, alwaar des zaaks ondergang is voorkomende ex re ipfa, ofte onvruchtbaarheid des Lands, noch ook niet uit het toedoen van den Gebruiker van het voorfz. Land, veel min toebrengende een middelmatige fchade, maar veel eer in cafuinfolito, qui in jure non preeftatur, als welkers ongeluk door eenig menfch niet konde werden geftremt, en alwaar de ftaande vruchten in dervoegen zyn geabforbeert, ut nihil fit reliquum, dat derhalven de voorfz. B. zo als hy hier komt te eisfchen, niet kan werden toegelaaten tot zyn eisch en conclufie in materie van arrëft ce neemen , maar dat ter contrarie A. wel vermag, en kan volftaan, met aan B. te willen voldoen den gantfchen pagt over het voorfz Land voor den jaare 1681, en verders met voor den jaare 1682 te praefteren den pagt over zulken party Lands, als daar met Meede is liggende, en hy Pagter gebaat is , nadien uit de natuure van het Contract, van huuringe en verhuunnge, den prys werd bedongen in recompenfatie van de genoten,en nog te genieten vruchten, en dat boven dien B aan zyn zyde ook niet heeft konnen prasfteren de reciprocatie van het voorfz. Contract, als niet hebbende konnen den Huurder op de voorfz. Pagtlanden houden, ftaande het gantfche jaar ió«t. Aldus geadvifeerd in Zierkzee, den 18 February 1683. XII. ADVYS. In materie van Leen, appellatione filiorum, veniunt etiam nepotes. Et Significatio pofierorum, etiam faminas comprehendit. Gezien zekere brieven van Oflroy by de Graaffelykheid aan N N en zyn wettige Nakomelingen van hem in rechte linie procederende, zo Vrouwen ais Mannen, vergunt, om ze-  CONSULTATIEN" en ADVVSEN. 5t leer ftuk goeds, te leen te mogen houden en bezitten, en voorts daar mede te mogen doen na zyn meeflen oirbaar en profyt, dewelke N. zonder kinderen is komen te overlyden, uitgezond dert een Zoon, die nagelaten heeft een Dochter, zo is de vraage, of de voorfz. Dogter tot het voorfz Leen gerechtigt is of niet? Dunkt (onder correctie ,) nadien in materie van Leen, appellatione filiorum veniant nepotes , en wanneer het feudum fimpUciter vergunt word filiis, veniunt etiam nepo'es; ut prebat Jafon ad L. Gallus §. inftitutus n. 24. -28. et 30. ü. de Hared. ïnftil. quia concesfiu feudi eft gratia, et beneficium Principis, in quo appellatione filiorum , etiam veniunt nepotes, eft enim attus favorabilis , ideoque quoties filiis providetur, five in Ttftamentis, Jive in Legatis, Jive in beneficiis Principum Loquamur, fit amplior interpretatio, ut tradunt D. D. ad L. Liberorum de verb.fi.gn. ergo multo magis, quando in concesfione fit mentio pofterorum, als van nakomelingen,^ fignificatio pofterorum latisfime patet, et etiam fceminas comprehendit, daar by givoegt, dat in ultimis verbis van het Oftroy, expreffe a£tum eft nonfolum de filiis; fed de heredibus in reCta linea descendentibus, quorum appellatione de voorfz. Uocbrer ordimfuccesforio, ook komt, fiquidem haredis mei hares,meus eft har es L. haredis appellatio D. de verb. fignif. lnvuegen,dat al is 't zo, dat daar ouder Broederen zonder kinderen deezer waereld overleden zyn , nochtans en konde het zelfde den Vader van de voorfz Dochter, nochte de Dochter niet praejudiceeren , quoniam ex editto fuccesforio vocatur ad feudum, fecundum Balduin in L. fi in perfonam C. de fideicommifT. Cubpcitque Baldus ibidem, quoi fi filius accepcrit feu/um , et filius et nepos illud repudiaverint , illud non prajudicat Pronepoti, weshal. ven de Vader van de voorfz Dochter, en fuccesfivelyk de Dochter , als wezende een nakomeling van N. N in de nederdalende linie tot het voorfz Leen is gerechtigt; waar tegens niet doet de Uauuile, dat het voorfz. Leen niet zal komen noch fuccederen in linea collaterali, maar by gebreeke van Vrouw ofte Manspeitoon zal devolveren aan de Graaffelykheid , als andere kwaa. de Leenen, gemerkt dt Cmcesfie, die men contra conceUnt^m op't allerbreedfte behoorde te neemen , en verftaan ex L.fin C. de con- G 2 fiiu  5i CONSULTATIEN en ADVYSEN. fiit. princip. in allen deele de Erfgenaamen, en nakomelingen van de voorfz N. N. komt te provideren in linea descendenti, zo lange als daar iemand is in dezelfde linie te vinden. XIII. ADVYS. Een Teftateur in zyn Teftament hebbende geftelt deeze Claufule, van dat, ingevalle eenige quceftie, gefchil of misverftand kwam te ontftaan uit zyn Teftament, dezelve zouden moeten werden gejlift, by drie van de Vrienden, daar toe by de Contendenten te kiezen, kan geenfints warden getrokken tot difputen, die 'er zouden mogen ontftaan over Leenen of heerlyke goederen, by den Teftateur nagelaten, maar moet voor het overige nopens andere quceftim en verfchillen werden nagekomen. In den jaare 1613 op den 9 January is Teftament gemaakt by Wylen de Heer N. N. inhoudende zekere Claufule by den voornoemde Teftateur in 't voorfz. Teftament geftelt, van dat, ingevalle eenige quseftie, gefchil of misverftand kwame te ontftaan uit het voorfz. zyn Teftament, dezelve zouden moeten werden geflift by drie van de Vrienden, daar toe by de Contendenten te kiezen, &c. gelyk alles breeder by 't voorfz. Teftament. Werd gevraagt of het zelfde zoude mogen werden getrokken tot de difputen en controverfiën die daar zoude mogen ontftaan , over de Leenen en heerlyke .goederen by den Teftateur achter, gelaten, of dat dezelve alleen zouden werden gereftringeert tot. de liquidatiën en rekeningen te zynen overlyden openftaande, of ook de generale woorden ofte andersins verder in een iger manieren. Verder als ad cafus fimiles behoorden geëxtendeert te werden, terwyl gezegd werd, dat het recht der voorfz. Leenen gereguleert zal werden naar Rechten en Coftumen van den Lande. Of ook de Erfgenaamen eenigfints zoude konnen gepraejudiceert werden in haare erffenifle de zelfde quaestie niet tot decifie van Vrienden, maar neutraale Rechtsgeleerden ftellen? Dtfk  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 53 Dit gepraïfupponeert, is de quaïftie ten principale, als volgt. In den jaare r5<56 is joris van steynemole Kooper gebleeven van twee derdeparten van de Heerlykheid van Oofterland, zynde een goed erfleen, en hebbende de natuur van Hollandfche Leenen, op conditie, dat hem volgen zoude over de voorfz. Heerlykheid alle hooge , middele en laage jurisdictie, ook generalyk en fpccialyk , alzulke andere praeminentiè'n en vervallen, zo by misdaden, als ook van dieffelyke, onbeheerde, onbeoorde, en bederfte van baftaarde goederen, van Zeevonden , met alle andere rechten, baten en fchauniffen, binnen, op, en buiten dyks, en heeft dezelve steyne mole daar na in den jaare 88 verkogt_, en voor Schepenen van Oofterland voorn, opgedraagen aan de Heer jan de jonge'zalig, diverfche partnyen van aanwaden binnen dyks in zyne voorfz. Heerlykheid^ bevonden. Het is mede zulks, dat de voorfz. de jonge in den' jaare 1606 van voorfz. steynemole by decrete van den Hove in Holland heeft gekogt, de eene helft van de voorfz. Heerlykheid, in welke helfc gelegen zyn de voorfz aanwaden , en is de voorfz. N. N. 11 jaaren daar na deezer waereld komen te overlyden , nalatende benefFens de voorfz Heerlykheid en andere zyne goederen , ook de voorfz. aanwaden. Werd gevraagt of de voorfz. steynemole, verkoopende en opdraagende voor Schepenen van Oofterland voorn., niet. tegen de Keure van Zeeland heeft gedaan, die zegt: „ Dat nie„ mand zyn Ambacht ofte Ambachtgevolge verkoopen mag, dan „ met confent van Rentmeefteren, en anders niet;" en of derhalven de voorfz. aanwaden moeten gehouden worden, als on-> verkogt, ongelevert , en verdaan gevolgt te zyn in koop van de voorfchreeven Heerlykheid by den voorn. N. N. gedaan, als een gevolg van de Heerlykheid. Of ter contrarie de voorfz. aanwaden moeten gehouden worden voor een vrucht, voortkomende uit het recht 't welk een Heere competeert, tot den aanwas in en aan zyn Ambacht ofte Heerlykheid, en derhalven verdaan te wezen vruchten van een Leen en Allodlale goederen, en overzulks wel by den voorfz. steynemole verkogt en opgedraagen voor Schepenen voorn. G 3 Ten  54 CONSULTATIEN en ADVYSEN. Ten anderen, of de voorfz. de jonge, koopende de Heerlykheid voornoemd, door 'tkoopen van dezelve, dc voorlz aanwaden heeft gemaakt rot een gevolg van de Heerlykheid . zulks dat dezelve zynen oudften Zoon als Leenvolger (met feclufie van zyne andere Broeders en Zufters) volgen moer. , mits iioende alleenlvk reftoir aan de voorfz. zyne Broeders en Zufters van de kooppenningen derzelver aanwaden. Ten laatften, of deeze aanwaden in quaedie , onder de Erfgenaamen gecavelt zynde, en een ieder van dien tot zekeren prys aangecavelt, (in cas dat die den voornoemden oudften Zoon, mi is doende reftoir, worden geadjudiceert) en van een van de Erfgenaamen tot meerder prys verkogt zynde , het furplus by de gemeene Erfgenaamen den Verkooper moet worden opgelegt,ofte dat zy mogen volftaan , hem vergoedende't geene , daar voor zy hem aangecavelt zyn. Gezien by de ondergefchreevene, Copie van 't Teftament van Wyien jan anthonissen de jonge, hier vooren gementionetrt, en gelet op de vraagen hier vooren gedeld. Dunkt (onder correctie,) eerdelyk, nademaal de voorfz. Testateur gewilt heeft, dat de quaïdien, gefchillen en misverdanden, die uit zyn Tedament zouden komen te ontdaan, zouden gedecideert moeten worden by drie van de Vrienden, naar inhoude van de voorfz. Teftamente, en dat de quaeftie nopende den voorfz. aanwas is fpruitende uit het verftand van 't voorfz. Teftament, namentlyk , of de voorfz. Teftateur verftaan kan worden mede te hebben willen fpreeken van voorfz. aanwas in de claufule van h zelve Teftament, daar hy wil dat de Leenen en Heerlyke goederen gereguleert zouden worden naar de Regten en Couftumen van den Lande, dat daarom de quaediën, hier vooren geroert , mede zuilen behooren gedift en gefleeten te worden by drie van de V.ienden, in conformiteit van 't voorfz. Teftament, zonder dat daar jegens doet dat in 't zelve Teftament mentie wordt gemaakt van liquidatie en openltaande rekeningen , alzo de voorfz. Teftateur mede fpreekt van eenige duiderheid van zinnen ofte woorden, en verder ook gebruikt deeze woorden : ofte andeksins verdbr in li en i g e r m a V i e- ren»  CONSULTATIEN en ADVYSEV. 55 hen. Zulks dat de apparente meeninge van voorn. Teftateur geweeft is, alle de quaeftiën die over zvne nagelatene goederen zouden mogen ryfen, te doen decideeren in manieren als vooren " zonder dat zyne Erfgenaamen ter zaake van dien, in eenige rechtvorderinge zouden mogen treeden, zal niettemin de voorfz. Erf. genaamen vry ftaan by de gekozen Vrienden te infifteren, dat op de voorfz. differenten genomen zal worden, advys van neutrale Rechtsgeleerden, waar uit volgt, dat zo iemand van de voorfz. Erfgenaamen niet zoude willen de voorfz. quajftiën aan de voornoemde drie Vrienden verblyv en, dezelve vervallen zal in de poene by den voorfz Teftamente geordonneert, te weeten, dat hy zoude moeten afltaan met zyne legitime portie. Ten tweede, gepraefupponeert dat het land, hier vooren genaamd, aanwafichen, door de Dykagie van zulker natuure geworden is, dat 't met den afgang van 't water donr de Sluifen meer en meer verdroogen zoude, dat mitsdien 't zelve, gelyk als de verdere gorsfingen, door dezelve Dykagie land en zulks mede ailodiaal goed geworden is, niet tegenftaande dat 't met 't inwerpen van eenig ftroo ofte andere materialen , ofte andere induftrie geholpen mag wezen, om tot meerder droogte en vruchtbaarheid te geraken, met 'er daad door de Dykagie van 't Leen gefepareert zynde , gelyk alle andere vruchten en boomen van 't l.eenland gefepareert wezende , niet meer Leen blyven , en daar toe komende, dat zo wel de voornoemde steynemole Verkooper, als de voorfz. jan anthonissen de jonge' Kooper , de voorfz. aanwafichen voor ailodiaal gehouden en alzulks voor Schepenen opgedraagen hebben, en zedert de 'verkoopinge by de dertig jaaren daar voor gehouden zyn geweeft, daarom dezelve aanwafichen onder de Erfgenaamen wel zyn gecavelt, en by den oudften Zoon als Leengoed uit den boedel" niet konnen getrokken worden, dat voorts de voorfz. de jong e niet verftaan kan worden door de koop van de voorfz Heerlykheid, dezelve aanwafichen tot een gevolge van dezelve' Heer, lykheid gemaakt te hebben. Ten laatften, of zo geviele , dat verftaan mogte worden de oudlte Zoon gerechtigt te zyn, om dezelve aanwafichen als Leen te  S6 CONSULTATIEN en ADVYSEN. tc mogen aanneemen, mits doende reftoir van de kooppennin« gen daar voor betaald, dat in zulken gevalle die geene, die dezelve aanwafichen aangecavelt zyn, vergcldinge zoude behooren gedaan te worden niet alleen ter fomme toe, daar voor dezelve goederen hem aangecavelt zyn, maar naar advenant van de rechte waarde van dien. In aanzien, dat alle de Landen in cavelinge f gebragt, voor minderen prys als dezeke wel waardig waren, en dat't onredelyk ware, dat alle de andere Erfgenaamen behouden zouden, 't geene hem zulks aangecavelt is, en dat deeze de voorzegde aanwafichen insgelyks niet zoude mogen behouden. Aldus geadvifeerd in 's Gravenhage, den 17 September A°. 1622. (Was getekend) berendrecht, j. van rosendaal en Q. van stryen. In 't zelve cas. Gezien by de ondergefchreevene zekere Teftamentaire difpofitie van Wylen de Heer johan-anthonissen de jonge, in dato den 9 January 1613 , en gelet op de vraage daar uit geproponeert. Dunkt (onder correctie,) dat zekere Claufule by den voornoemde Teftateur in den voorfz. Teftamente geftelt, van dat,ingevalle eenige quaeftie, gefchil ofte misverftand kwame ce ontftaan uit 't vooifz. zyne Teftament , dezelve zouden moeten worden geflift by drie van de Vrienden, daar toe by de Contendenten te kiezen &c. geenfins kan worden getrokken tot de difputen ofte contraverfiën , die 'er zouden mogen ontftaan over de Leenen en Heerlyke goederen by den Teftateur agtergelaten, dewyle dezelve claufule nader verklaarende de meeninge van dezelven Teftateur, aldaar fpecince is uitdrukkende, liquidatiën en rekeningen te zynen overlyden openftaande , item duifterheid van zinnen ofte woorden, die door misduidinge ofte anderfins uit zyne difpofitie zouden mogen ontftaan, zonder aldaar eenige mentie gemaakt te worden van het recht der voorfz. Leenen, die  i CONSULTATIEN en ADVYSEN. die ter contrarie by 't zelve Teftam*„f 57 worden gereguleert na Rechten e™CuftQ ZU,,en en daar van de kenniffe foSeerende^ V*° den Lande > Rechter, narnentlyk de t^^£j?"*?&n Palieren Staaten, ais reppen teelde ur a^S!^ de tegens niet doen de generale woorden - n enmannen> w™ verder in £ e .v i g er M^Z^l ande«sins Je bygevoegt. Cm de 7ure cll nZ ' *f el' de VOo*fz Claufu. torum §. e( fa , T%1 ^£;f l P^n Bartel, in l lel- fere terminis tenet notabil. D^NeSÊlP^ ^ " ™ catarum obfervat. 3. ü notis, late N^ii^T m? dicit. Quod claufule generales veniunt r/ffriSi i V'-^ °tiam Jas. Daar bvgevoeet auod A, ¥„Z reJ"tnSendi m fpecies expres- Aldus ^Wfa, binnen Midddburg, den ,„ ^ (Faj getekend) J. CATS en van DER GOES. XIV. ADVYS. <4m*w vorrf gerekend als vrucht van h Leen n > ^ ^ ailodiaal gekend.' W , De Heer Burgermeefter Tr>w*w „~ jaare »588? van Jonker ^ heeft in d™ als toen ter tyd Heer vin Oofteind en Z ' l'I""0». zekere partyen van aanwas , ge e/en in £J? u'^' Oofterland, welke partyen de ^ steynemole den voorn hLl n J°"kheer jORrS van rechte aldaar heeft oSJ l burgermeefter voor den Gedezelve Heer Burgermee^ 00k iï'T 'T daar *U he<^ heid «net «^PPendS^ Heerlik. II. deel. ^penaent.en van dien, dewélke nu over-  53 CONSULTATIEN en ADVYSEN. overleden zynde, en onder andere goederen nagelaaten hebbende, de voorfz. Heerlykheid met zynengevolge; wordt geviaagt, of de Heer Nb bonifaciusdejonge, als oudfte Zoon van den Overledenen, wel gerechtigt is te aanvaarden de voorfz. Heerlykheid, mit-gaders de voorfz. ingekogte partyen van aanwas, onder beneficie van reftoir, en mits vergoedende aan zyne Mtde-e:fgena;men, zo veel als de voorfz. Heerlykheid, mitsgaders de voorfz. partyen van aanwas by den voorn. Heere Burgermceiler zynen Vader zalig, ten tyde van voorfz. koop zyn ïn- gekogt. _. " , , , Dunkt de ondergefchreevene (onder correctie,) dat nademaai Jonkheer jorts van steynemole van de Graaflykheid van Zeeland ten Leene heeft gehouden het recht van aanwas, en niet den aanwas zelfs, den voorfz. aanwas mitsdien niet anders kan vei ftaan worden als een vrucht van 't Leen , ofte een vrucht van 't recht van 't Leen te zyn, en overzulks niet ander*, als voor ailodiaal kan worden gerekend, feudi namque, ut et juris feudalis fruStus, jure allodiali cenferi, noüftimi juris eft, en dien'-olgende ook onder de gemeene Erfgenaamen als ailodiaal zal moeten worden gepart en gedeelt, behoudelyk alleen den teoen woordigen Heere van Oofterland , 't gunt de voorfz. Jonkheer Joris van steynemole ten tyde van vooriz. koopinge van 't voorfz. aanwas daar op ftilzwygende behouden heeft, narnentlyk Ambacht- en Ambachts recht, en genomen neen dat de voorfz. steynemole den voorfz. aanwas van de Graaflykheid van Zeeland eigentlyk ten Leene hadde gehouden en hy dezelven aanwas als ailodiaal hadde verkogt, zo zeulde in deezen gevalle niemand meer geprsejudiceert zyn geweeft, als deGraave, dewelke, mits het de natuure van het Leen en de alienatie, gedaan buiten zyn confent, denzelven aanwas als vervallen , aan zich zoude hebben mogen flaan , behoudens den Burgemeefter de jonge zyn regres op steynemole, zulks dat in deezen gevalle de voorfz. Mr. bonifacius geen voordeel hier by zoude hebben konnen genieten, gelyk mede nu niet zoude konnen. Gemerkt de Burgermeefter de jonge den voorfz. aanwas als ailodiaal heeft ingekogt, dienvolgende aU  CONSULTATIEN en ADVYSEN. S9 ailodiaal moet worden erkent, en gedeelt zal moeten worden zonder dat de voorfz. Mr. bonifacius de jonge in aZi teit als Leenvolger, by middel van propofitie, 't zeU zoude" vermogen te redrefferen, alzo hy gehouden is 't feic van zynen J > heef^'e™0§en '* Pr* udiceren. Serail, de feud. part. 5. cap. 2. n. 4. Parif. 1. conf. 2. n. 9. 7 ^oO^v^iT^*" binnen ^ ^ Zi6fikZee ' den (Was getekend) antony DE huybert. XV. ADVYS. Over het zelfde geval. In den jaare 1566 is jorts van steynemole Kooner r* bleeven van twee derde parten van de Heerlykheid van Ooi terland, zynde een goed Erfleen, en hebbende de natuure va Hollandfche Leenen, op conditie, dat hem volgen zouden over de voorfz. Heerlykheid al e hooge, middele, en laage jurTsdiftL ook generalyken fpecialyk al zulke andere prominentien en ver vallen, zo bymisdaaden, als ook van dieffelyke, onbeheerde onbeoorde, en verfterfte van badaarde goederen, van^Zeevonden, met alle anderen rechten, baten en fchauniffen, binnen op- en buiten Dyks, en heeft dezelve steynemole daar na' in den jaare 88 verkogt, en voor Schepenen van Oofterland voornoemd opgedraagen, aan de Heer j a n d e j o n g e zS ïi verfche partyen van aanwaifen binnen Dyks , in zvne voorfr Heerlykheid bevonden, het is mede zulks ^^00^ joNGE in den jaare 1606 van voorfz. steynemole bvdecre te van den Hove in Holland heeft gekogt, de eene helft va?vol2' Heerlykheid, in welke helft gelegen zyn de voorfgepe lt ^^V"^?* J°™« » ja-ren di? na?dee waereld komen te overlyden , nalatende beneffens de voorfz H 2 Heer-  60 CONSULTATIEN en ADVYSEN, Heerlykheid, en andere zyner goederen, ook de voorfz, gekog.' te aanwaflen. Wordt gevraegt , of den voorfz. steynemole, verkoopende en opdraagênde voor Schepenen van Oofterland voornoemt, niet tegen de Keure van Zeeland heeft gedaan , die zegt: „ Dat niemand zyn Ambacht ofte Ambachtsgevolge verkoopen „ mag, dan met confent van den Rentme'efter, en anders niet," en of derhalven de voorfz. aanwaffen moeten gehouden worden, als onvërkogt, ongelevert, en verftaan gevolgt te zyn in koop van de voorfz. Heerlykheid by den voornoemde de jonge ge. daan , als een gevolg van de Heerlykheid. Of ter contrarie de voorfz. aanwaffen moeten gehouden worden voor een vrucht, voortgekomen uit het recht, 't welk een Heere competeert tot den aanwas, in en aan zyn Ambacht ofte Heerlykheid, en derhalven verftaan te wezen vruchten van een Leen en allodiala goederen, en overzulks wel by den voorfz. steynemole verkogt en opgedraagen voor Schepenen voorn. tTen anderen, of de voorfz. de jonge, Kcoper van de Heerlykheid voornoemt, door 't koopen van dezelve de voorfz. aanwaffen heeft gemaakt tot een gevolg van de Heerlykheid, zulks dat dezelve zynen oudften Zoon als Leenvolger, met fec'ufie van zyne andere Broeders en Zufters volgen moet, mits doende allcènlyk rcftoir aan zyne voorfz. Broeders en Zufters van de kooppenningen derzelver aanwaffen. Gezien by de ondergefchreevene de bovenftaande quasftiën, en daar op gevraagt ons advys. Dunkt (onder corre&ie,) dat het recht van Ambacht en Ambachtsgevolge, zonderling ook voor zo veel het zelve concernerende is recht van aanwas, te eenemaal is confifterende in rechten, ofte in jure,' hoe eft: ut Dominus utilis habeat jus vindicandi Jtbi id, quod concrevit, en al hoewel het wel waar is, dat by hoe verre den aanwas, zo wanneer die nog is in bonis van den overleeden Ambachtsheer,en nog onbedykt met 'er zo gemeen legt, meeft zouden wezen geherevenfeert eodem jure als Ambacht, en zulks als zodanig, by des Ambachtsheere Kinderen gedeelt. worden. Dewyle nogtans het aangewaffen Land, als by die quaeftie ge-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. «frgezegd word, by steynemole, in. wiens tyd het nu komt gewezen was, Verkogt te wezen, 't Zelve niec meer kan voor' Ambacht ofte Ambacbtsgevolge gehouden worden , ais niet meer wezende jus, fed corpus. Ofte wel niet meer wezènde jus aare SSXftï^ TetUmjam pfceptum> i-ondi™faTiJF TrAl 6 ^^afen Landen, ten tyde als die aan UK, by den voornoemde steynemole verkoct zvn 11 weeft, nu al geweeft zyn bruikbaare Landen , daar door d?e ver ftaan zouden moeten worden te wezen frutlus, ofte vervohr van Ambachcsheerlykheid, en geenfins Ambacht, als terftont gezel " Z % n £ & fS mlra£taiu > ^fucceffwne feudi Holïandici QuJieUle T\tf qq' E" ^Nuentelyk, dat het voorfz. S d n,1CC mag 0m redenen voorfz., meer gehouden worden voor Ambacht ofte Ambachtsgevolge, maar m fn® bus eU zuIks voor ailodiaal, 't zelve ook als allXal mo« «I deelt, ofte gecavelt worden. 8 Aldus geadvifeert binnen Middelburg, den 29 Oftober A°. 1618, (Was getekend) J. van beaümont, J. cats en van der goe& H3 XVI.  $z CONSULTATIEN en ADVYSEN. XVI. ADVYS. i». Een Eigenaar arrefteerende zyn Pachters goederen op zyn eigen grond, wordt gepraëfereert voor andere Crediteuren tot verhaal van zyn Pachten. Zie ook de 4c!e vraage. 2'. Een Eigenaar mag zyn Pachter op zyn Land laaten woonen zê yeel jaaren als 'r hem gelieft, in prejudicie van andere Crediteuren , ten ware eenige Coujlumen contrarie dicteerden. 3°. Een Crediteur hebbende gepand de Cathylen van den Pachter , kan verzoeken dat den Eigenaar zal voortgaan met zyn executie. 4°. De vierde vraag is conform aan de eerfte. $o. Een Eigenaar vermag zelfs de Beeften, welke door een ander op zyn Land om te weiden aan den Pachter gegeeven zyn, voor de agterheid van de Pachte aanfpreeken pro rato van de tyd, dat dezelve Beeften op '£ Land gegaan zyn. 6°. Een Pachter neemt geld op , verbind zyn Paarden daar voor, geeft de geligte penningen aan den Proprietaris of Eigenaar, zo vermag evenwel den Eigenaar de Paarden aanfpreeken , tot betaalinge van zyn veragterde Landpachten, ten ware de Eigenaar in de verbinteniffe der gemelde Paarden exprejfelyk had geconfenteert. De vraage is. i. Of den Proprietaris vermag te doen executeeren de Meubilen of Cathylen van zynen Pachter, die aan andere Crediteuren zyn verbonden wettelyk, 't zy voor de fchuld, en gefprooten van dezelve Cathylen , Paarden, of andere fchulden, en die particuliere te agterheden , niet aanziende of hy Proprietaris dezelve Eeeftialen vindende op zynen grond, aan dezelve gepraëfereert is zyn agterheid van Pachten te eifchen ? Op dit z. Art. dunkt ons, dat ja, dewyle na rechten den Eige-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. by en tuflchen otto suurmans de Jonge, en dezelve maria de wees, nu Weduwe geworden zynde van de Femelden warnar willemsz r its T e r Zaliger , VOOr fvk nicolaas van loosdregt, insgelyks Notaris alhier, en Getuigen op. geregt, en verleden den i Juny i7o2. Als mede Copie authenticq van de Qmtantie, voor Wilhelmus sylvius, Notaris en Getuigen , den 8 Juny i7o2 gepaffeert by warnar wil. .lemsz ruster, Zoon van denzelven warnar willemsz r uster zaliger. vvfri, rn{fn,°nfrriSt' d3t dS dricd™d een honderd en vyftig Guldens, dewelke aan warnar willemsz ruster mede waren gegeeven , gevoegt met de ƒ 4500: waar op de zui. vere winkel is getaxeert en begroot geworden, ongelvk m»er zyn beloopende dan de Legitime portie van hem warnar wÏllemsz ruster in zyn Vaders nalatenfchap. En gelet op de vraage daar uit voorgefteld. 1. Of maria de wees, als Weduwe van warnar willemsz ruster, wel gehouden is geweeft meerder aan haar Zoon warnar willemsz ruster te bewyzen dan den beloop van zyne Legitime portie? . 2. Of op de voorfz. Legitime portie, denzelven haarcn Zoon warnar willemsz ruster heeft moeten aangerekend worden de fomrna van 3150:- by hem ten Huwelyk feToten geduurende het leeven van zyn Vader ? genoten, 3. Of zy maria de wees zaliger, buiten weeten en confent van otto suurmans haaren tweeden Man, aan en ten behoeven van haar Zoon warnar wjllemsz ruster, wel Toni XdeTwasr^11' ™ ^ ™ ^o- ° Vu°J Z°Pf Zy MARIA DE WEES zulks dan ook heeft gedaan gehad , of dat meerdere beloop niet wederom tot vergrootmge van de nalatenfchap van ma ria de wees zaliger door warnar willemsz ruster opgebragt en goed^edaan en warnar willemsz ruster, wederzyds ter helfte ver deelt en genoten te worden ? 12 5- Of  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 5. Of daar van ook by hem warnar willemsz ruster zullen moeten worden goedgedaan de intereffen , t'federt bet trouwen van otto suurmans, tot de effeclueele voldoeningê toe? 6. En of die intereffen by otto suurmans alleen, dan by otto suurmans en warnar willemsz ruster te famen geprofiteert zullen moeten worden ? Dunkt (onder correctie,) op de eerfte vraage, dat maria de wees , zynde geweeft eerder Weduwe van warnar willemsz ruster, en daar na getrouwt met otto suurmans, niet is gehouden geweeft, meerder aan, of ten behoeven van haaren Zoon warnar willemsz ruster, voor zyn Vaders goed te bewyzen , dan den beloop van zyn Legitime portie; zo als dit in diervoegen mede by de voorfz. mutueele Teftamente van denzelven warnar willemsz ruster, met en beneffens zyne Huisvrouwe maria de wees gepaffeert, en in den hoofde deezes gemeld, uitdrukkelyk is ter nedergefteld. Op de tweede vraage, dat de ƒ 3150:— dewelke warnar willemsz ruster, ten huwelyk gaande, genoten heeft gehad, hem in , en op afkórtinge van dezelve Legitime portie hebben, en zullen moeten valideeren; zo om dat zulks mede uitdrukkelyk , by den voorfz. Teftamente mutueel, is geordonneert geworden, als ook nog, om dat zelfs zonder, en buiten zodanige fpeciale uitdrukkingen, hetzelve na regten en practycque zodanig zouden hebben moeten gefchieden. Ter oorzaake narnentlyk, dat by het 29* art. van de Politicque Ordonnantie van den jaare 1580, is gëftatueert, ,, Dat zo wanneer eenige kinderen van „ hunne (NB.) ouders, ten boedel, of in huwelyk mede gave, „ of anders tot vorderinge van dezelve kinderen, in haar nee„ ringe en koopmanfchappen , of diergelyke, genoten zullen „ hebben, en dezelve namaals, met hunne mede erfgenaamen, „ in de goederen van hunne overledene ouders, zullen willen „ fuccederen , (dezelve kinderen) eerft (NB.) en alvooren 't „ geene zy zullen ontfangen en genoten hebben, in den (NB.) „ gemeenen boedel zullen (moeten) inbrengen, &c. en't zelve „ ate»  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 69 5, alzo (NB.) gedaan zynde, dat als dan de geheele (NB) boe„ del, tuffchen den langftleevenden Vader, (NB.) of Moeder, „ ter eenre, en des overledens Erfgenaamen ter andere zyde, half en half, by gelyke portiën gedeelt en genoten zal moeten ,, worden." .— Zo als dit dan dien conform in de praétycque hier te Lande allentbalven is gerecipieert geworden; volgens de getuigeniffc van de Heeren Hugo de Groot, lib. 2. cap. n. n. it. cap. 18. ». 17. & cap. 28. n. 8. van zyn Inleiding tot de Hollandfche Regtsgeleerdheid. En van Groenewegen ,ad. I. 14. C. de jure dotium. Zo dat de kind of kinderen, willende uit dezelven alzo geredintegreerd, en geheel den boedel voor zig blyven behouden, het geene daar bevoorens by hun reeds getrokken en genoten was , hetzelve dan ook op rekening, of ter vermindering van hun Contingente portie, of erfdeel van den eerftoverledenen der Echtgenooten , of anders van hun vooroverledenen Vader of Moeder, zullen moeten laaten valideren; gelyk als dit in het byzonder, met opzigt tot de Legitime portie, ook zodanig is aangemerkt geworden by den Heere Hugo de Groot, in het 18. cap. n. 18. voorfz. en ook zo klaar en zeker is, dat daar van meerder adftructie te doen, waarlyk zou wezen een kaarfe op den middag aan te fteeken. Zynde het ook wyders, in de derde plaatfe, niet geweeft in het vermogen van maria de wees, eerder Weduwe van warnar willemsz ruster, om meerder aan den voornoemde haaren Zoon warnar willemsz ruster, voor 's Vadeis erf te bewyzen, dan den beloop van deszelfs Legitime portie, onder kortinge en met aantekeninge van de ƒ 3150: — die hy reeds ten huwelyk gaande, daar te vooren, genoten hadde. ', Want gelyk uit de Refolutie van de 2c vraage nu vaft ftaat, dat maria de wees niet anders, of meerder, aan haaren Zoon voor des Vaders erfeniffe fchuidig was tc bewyzen, dan alleen den beloop van deszelfs Legitime portie, onder kortinge, en met imputatie als vooren; zo is ook niet minder vaft en zeker, dat by hunne voorwaarden, zo maria de wees met otto suurmans, haaren tweeden Man, voor bande van huwelyk heeft aangegaan, onderlinge is verdraagen, dat zy maria de I 3 wees.  7o CONSULTATIEN en ADVYSEN. wees, zoude hebben in te brengen de renten en inkomften van haare capitaale goederen, dat is immers van de goederen, die zy als toen was hebbende, en dat ook nog nader by de fpecincatie, mede in dezelve Huwelykfche Voorwaarden geinfereert, niet anders word gemeld, als alleen van zodanig bewys van haar Zoons Vaders goed, als zy maria de wees (NB.) fchuldig was te doen. Zo dat zy maria de wees niet heeft vermogen te buiten gaan de paaien van haar verfchuldigtheid; en gevolglyk ook zich zeiven praecife moeten houden binnen het beftek van den beloop van de Legitime portie, waar in haar verfchuldigtheid alleen was beftaande, als boven. Cum pacta conventa, maxime dotalia, fint fervanda ; adde textitm in L. pollicitat. C. de donat. antenupt. et per ea qua habent H. Grotius l. 2. c. 12. n. 13. van zyn Hollandfche Regtsgeleerdheid, en ibidem Groenewegen, in notis. Waar by dan nog in deezen is komende een andere confideratie, refulterende uit het beding, mede uit de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden gedaan, van dat by vooroverlyden van haar maria de wees, (zo als gebeurt is) aan otto suurmans, haaren Bruidegom, uit de eerfte en gereedfte middelen zouden moeten volgen een kindsgedeelten : En dat dit beding dan al mede onverbreeklyk hebbende moeten ftavd grypen , per ea qua notat Groenewegen ad. I. 5. C. de pactis conventis tam fuper dote, quam Éfc. 6f ad l. 11. C. ad. SCtum Vellejanum, het immers met de goede trouwe niet overeen te brengen zouden zyn, dat men aan zyn Voorkind, ter verminderinge van het kindsgedeelte van den Man adeoque intervertenda fuccesfionis caufa, by gratificatie, quafi, onder de leevende, particuliere voordeelen zouden laaten genieten; als hoedanige gratificatiën zo wel ongeoorloofd zyn, als difpofitie van uiterfte wille; ne malitiis indulgatur, per textum in l. Titius 54. ff. ad. SCtum Trebell. & l. imperator 70. §. 2. ff. de Legatis. En ten welken opzigte zeer aanmerkelyk zyn de woorden van de Heere A. aan Wezel ad. art. 7.. n. fin. Novell. Confi. ultra]. Si promiffor uni ex futuris haredibus r'es non exiguas, inter vi■yos donaverit, ut hac via aqualis portionis promiffionern eludere posfit, jam, (cum fraudandi Confilium fit evidens) vix eft ut rata fit donatie, quafi in anticipationem hareditatls fatia, l un C. de impo- po-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 7r ponend Uur at. defcript. fi? arg. I. 13. C. de Collat. Peckium Vb 2 de feftam. conjug. cap. 8. Rodenburg de jure Conjug. tit. 2 cap 1 de mant. poteft. in contrah. n. 10. fi? * 16. vs. quid. igitur p 'm 209. fi? cap. 4. de conjug. interfefe gratif. poteft. n. Si'.p. m. 30/ Za ais ook tot beveiliging, zo wel van de eenc ais van d* an, dere confideratie, hier boven g-avnr ceert, zal konnen dienen het geene geleerd word by Someren de jure Noverc. c. 4 n 2 We zei ad d. Nor. Conft. Ultraj. art. 10. n. 56. &>c. 62 de Connuh. bón Lmmn. Iratt 2. cap. 2. n. 12. Anth. Matthmts param. n 11 fi? Ji Foei ad. tit. ff. de pactis. dot. n. 306. • En welken aangaande ook nog a.mmerkelyk is, dat men niet alleen zonder ipecificatie,alle de winkelwagen heeft begroot gehad na zyne phantafie op een fomma van ƒ4500:— Maar dat men 'zelfs ook, onder, en voor die zelfde fomme heeft beftaan gehad zich aan te maatigen de winkel en verdere toebehoort, en dat men (zode ondergefchreevene bericht word) daar onder ook heeft betrokken gehad alle de uitftaande fchulden, die nog al een goede fomme zyn beloopende, alhoewel men, nog van de winkel, nog van het verdere toebehooren, en min nog van de uitftaande fchulden, by de begrootinge, als boven by de Huwe Jyks Voorwaarden gedaan, in het allerminfte niet had gerept ee had, en waar op dan ook wel degelyk, in het doen van de voorfz. vergoedinge, reguard zal konnen, en moeten worden genomen. Proflueerende uit dezelve derde refolutie (onder verbetering dan ook de beantwoordinge van de vierde vraage, dat nament. Jyk alle het geene maria de wees, aan haar Zoon warnar willemsz ruster, onder den fchyn, of met de benaaminge van bewys, doch inderdaad by onbehoorlyke gratificatie, meerder toegevoegt heeft gehad , dan de beloop van zyne voorfz Legitime portie, onder kortinge en met aanrekeninge van de J 3150:— weder tot vergrootinge van de boedel van haar maria de wees zaliger, door denzelven warnar willemsz ruster zal moeten goedgedaan en opgebragt worden, om althans alzo, neffens de verdere effecïen des boedels van haar maria de wees zaliger, by en tufichen hem o tto suurman-s en  7l CONSULTATIEN en ADVYSEN. en den gedagten warnar willemsz ruster, ieder voor een kindsgedeelte, dat is wederzyds ter helfce gedeelt, en genoten te worden. Dewyl aan de eene zyde, volgens het voorfz. gerelolveerde, inde derde plaatfe, vaft ftaande, dat 'er niet meer dan de Legitime portie, of het geene daar aan nog refteerende was, hadde moeten zyn beweezen geweeft, het dan ook zich zeiven wyft, dat het geene des ter contrarie onbehoorlyker wyze is gedaan geworden, geredintegreert,en in zyn geheel gefteld moet worden; uit den aart Van de weder evening, waar toe alle de geenen die zich te buiten hebben gegaan, en anderen die daar van geproflteert hebben, in alle manieren gehouden zyn; per l. 206. de Regulis juris, et per ea quce habent H. de Groot, lib. 3. cap. 32. «. 20. Êf feqq- & Hb. 2. cap. 12.72.-13. van zyn voorfz. Inleiding. En de Rechtsgèleerden, by de refolutie op de derde vraage geallegeert. Zullende bygevolg dan nog al wyders mede in de vyfde en fesde plaatfe, by hem warnar willemsz rus ter, ook de intereffen en vruchten moeten worden goedgedaan, van het geene meerder, dan het reftant van de voorfz. Legitime portie bevonden zal worden genoten te zyn , t'federt den ontfang of het genot van dat meerdere, en dit wel privativelyk ten voor* deele van hem otto suurmans voornoemd. Het eerfte narnentlyk, om dat de gehoudenifle tot de redintegratie en reftitutie, ftilzwygende ei uit de natuur van de zaake in zich begrypt en medebrengt omnem caufam, en zodanigen ftand van zaaken, even als of die onbehoorlyke vervreemding niet ware gedaan geweeft, per Textus in l. 22. 35. 73. 81. & 246. §. ï. de verb.fgnif. En zo als dit ook by de Couftumiers onzer Landen aangetekend is, ten refpeóte van 't geene by Huwelykfche Voorwaarden belooft of ter nedergefteld, doch echter ter goeder trouwe, of met 'er daad , niet gepraefteert was geworden; ziet Wezel de Connub. bon Comm. tr. 2. cap. 1. n. 53. & cap. 2. n. 189. & Waffenaars Prattycq Notariaat, cap. 16. n. 38. ' En het tweede, om dat by Huwelykfche Voorwaarden alle winft en verlies, ftaande Huwelyk gevallen, is gelaaten aan, en voor-rekening van hem otto suurmans alleen, en in 't.geheel ,  CONSULTATIEN en ADVYSEN. n heel, en dat mitsdien tot verval van Ae> lafl^n ja« u i , vruchten er, buten van zy„ Huil™™ toêd of■Tflt'l"' Ma°nS „" oS-TS »' «T^Tn *n Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 8 September i?io. ■ (JPflf getekend) A. VAN DEN EN DE. XIX. A D V Y S. «1 ver.ies, by Huwelykfche Voorwaarden vermeld. a». Geevende de «flimatie of waardeerde van die goederen in zodanig regt geen veranderinge. y- ^zorgen noglant lot voorkominge van difputen detwegen,. Gtr4tde„^renhtrSen„ ^T «? gepaffeert; e„°™ den 28 Auguta' $f " En gelet op de voorgeftelde vraagen. bra'gte°of"r^ *fc»™ * P'vs der aanga. ^S2-«ï5;:^ * l2i°D?El*flimatie °f ™rde£™^ van dezelve goederen, ^ die  74 CONSULTATIEN en ADVYSEN. die daar van by fpecificatie mogten worden gedaan, in dat regt" eenige veranderinge zal komen te maaken? 3. Immers, hoedanig men zich in, of omtrent bet doen van dezelve adïimatie en waardeeringe ter eenre, en ter andere zyde, zal kom n, of mogen gedraagen, om in tyden en wylen te bek.>mcn,ï:et geene ieder volgens de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden bevonden zal worden te competeeren? Dunkt (onder verbetering,) op de eerfte vraage, dat nog het ryfen of daalen van de prys der aangebragte, of aan te ervene goederen , nog ook het veranderen , verflyten , verergeren en vergaan derzelven , ftaande Huwelyk voorvallende , niet kan worden verftaan in eenige manieren te behooren onaer den winft en het verlies, waar,over by de voorfchreeve Huwelykfche Voorwaarden is gehandeld geworden, maar dat alle hetzelve zal moeten komen en blyven voor rekening van den geenen, door wien dezelve goederen aangebragt of aangeerft zou mo- geiAls5zynde het een kennelyke zaake, dat even alsby de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden uitdrukkelyk is verdraagen, dat en van de aangebraste, aangeërfde, gelegateerde en gefchonke goederen, geene (NB) de minfte gemeenfchap zoude zyn, en dat dezelve gemeenfchap wel expreffclyk zou zyn, en blyven uitgeflooten, alzo ook de winft en verlies, die ot in het geheel, tot fchade en baate van den Bruidegom zoude komen , of anders wederzvds ter helfte geparticipeert zoude worden, na en volgens het geene de Bruid of haare Kinderen,zou komen te verkiezen, in regtzinnigheid alleen gefuftineert kan worden te bettaan in het geene ten fcheiden van het Huwelyk zal zyn gerefulteert en voorgekomen, door of uit de vruchten en inkomften der vooreefchreeven goederen, en voorts uit de verwiffeling, ot veranderinge, by den Bruidegom, ais man en noch als voogd van zyne huisvrouwe wegens de capitaalen gemaakt; zonder dat tot die winften en verlies zal konnen worden betrokken, het geene daar buiten, en zulks alleen uit den natuur van de zaake, zeis is geproflueert geweeft, maar dat hetzelve zal moeten volgen het regt, en de qualiteit van het goed zelfs, en mitsdien dat daar  CONSULTATIEN en ADVYSEN. ?s omtrent plaats zal moeten hebben de bekende en onwederfpreefcelyke regu! van regten , quod res pereat, et deterior fiatdZnl fuo; in conformiteit mede van het geene by de Couftumie< v"n deeze en van onze nabuurige Landen, op de zelfde wónderTal van ouds,en nog beden ten dage is verliaan, en gepra&ifeert 4 worden. Argumentol. 12. ff. pro focio, juntï. . 6.&oCd?tZ&' ratttia atïione. Zo als dit te zien is by den Heer?Prnf.nJS Voet, in Tra&atu de Familia EmsJdltp^fig me m Commenlario ad pandecïas. Tit. 'do paMs dotalitn. J p% Uren, bande van Leeuwen, Wezel, et alm ibidem alletafos J Invoegen, dat voor zo veel do aangebragte of aangeërfde coe deren van de voorfz. Echtgenooten vervolgens by fpec ficaS of anderfins mogtezyn, of worden geasftimeert, waar óver in' de tweede plaatfe » gevraagt geworden , die «ftimatYe, of Ee" andedngen. ^ ^ ^ k°n"en Rlaaken eeni^ v^ Wantof wel in regten, mede mag worden gevonden ecfa tneert te zyn , dat res ceftimata in dotemdata, zoudln zyn en bhl" ven voor rekening en rifico van den Man, zodanig datdeze ven of zyne Succeffeurs, den beloop van dezelve «ftimatieS S' trmomo zouden moeten opleveren, en daar mede ook z^kon" «en, en mogen volftaan, niettegenftaande dezelve goede en ?n nrys vermindert, verergert, verlooren, of ook and!?vit na" tuure verbetert, of ook meerder waardig mogten zyn gewoT den , zo is zulks nogthans alleen geweeft een gevoeg van het nar" ticuhere gecontraheerde van de toekomende Ech flilden ondei ling, daar toe narnentlyk zynde gedirlgeert en leggende" dat de eigendom van zodanige dotale goederen, als door Seï van een foort van koop en verkoop geheel en al zoude overgaan od en aan den Man ; per textus in l. 4. ff. de jure dotium (f t 5. 6? 10 C eodem titulo. invoegen dat zelfs de jure civili het dVn van eene sftimatie,zonder, en buiten expres beding van dat d«e^vï gefchieden emptionia caufa, ook geene* veranderfn*ïn deeSn dom ooit gemaakt heeft gehad, nemaar verftaanberden a leen gefchied te zyn om eenen overfiag te maaken van Ten beW of hoegrootheid, van des Vrouw? middelen , om dan vervol K 2 gens,  76 CONSULTATIEN en ADVYSEN. eens, in tyden en wylen dezelven des te beter van den anderen te konnen onderfcheiden, per textus in l. 69. §. 7. ff. de jure dotium. I. 50. ff. foluto matrim. & l. 21. C. de jure dotium. Adde Vinnium ad principium infiit. quibus allienare licet vel non n. i. hec welk dan immers te meer geoordeelt zal moeten worden applicabel te zyn in deezen, alwaar niet alleen by de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden niet het geringfte is vermeld, nog ook van zodanige praetenfe koop, en verkoop, of van eene aeftimatie, en vooral ook niet van eene seftimatie, die tot het zelve einde zoude worden gedaan ; maar dat zelfs ter contrarie, by dezelve Voorwaarden ieder van de toekomende Echtgenooten voor zichrefpt&ivelyk wel uitdrukkelyk heeft gereferveert gehad zyn, of haar goed, zonder ten opzichte van hetzelve eenige verandering te maaken , zulks dat dan ook, de aeftimatie daar op volgende, niet anders kan zyn gefchied als dien conform, turn quod aUusnon operentur ultra intentionem agentium, turn quod aStus videantur in confequenliam prcecedentis traÜatus , gelyk als hetzelve in gelyke gevallen, en zelfs ook in cafu dubio zodanig mede is begreepen, en met gewysdens beveftigt word by Wezel, de Connubiahjbonorum Societate &c. tr. 2. cap. 30. n. 20. & feqq en laatftelyk by welgemelde Heere Voet, ad tit. ff. de jure dotium n. 19. 6f ad tit. ff. de pattis dotalibus n. 49. & ad tit. ff. folut. matrim. n. 20. Zullende voor meergemelde Echtgenooten , indien hun F.d. onvermoedelyk zich deswegens echter in het goede niet zouden konnen verftaan, in conformiteit van het geene hier vooren is gerefolveert, dan in de derde plaatfe, onder verbetering, belt en geradenft zyn (om van een domefticque zaak geen ongeneugelyk eclat te maaken,) dat men agter of in het flot van de fpecifkatie, de aangebragte goederen komen te noteeren, dat de Man zyne, en de Vrouw haare aangebragte goederen in diervoegen hadden geaeftimeert; maar dat die aeftimatie nog aan den een nog aan den ander eenig regt zoude geeven, of neemen, en datzy rcfpectivelyk, alzo ter wederzyden dienaangaande zoude, zyn en blyven ongepraejudicieert, of diergelyke in fubftantie, zo'om dat men voor als nog niet kan weeten, of, en voor hoe verre de aeftimatie van nut, of gebruik voor den een,of voor den  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 77 den ander zal zyn; en dat mitsdien het reglement van het ontftaan different voor als nog is ontydig, als om dat in alle geval ( ook niemand in billykbeid, meer regt, door, of uit een aiftimacie kan praetendeeren, dan de Huwelykfche Voorwaarden, gevoegt met zodanigen aeftimatie, uit zich zeiven zou komen uit te leveren ; en in welke termen dan ook door middel van de voorfz. claufule van non prayuducie men immers ontwyfelyk alkfins zal komen te verbiyven. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 5 December 1710. (Was getekend) a. VAN DEN ende. XX. ADVYS. i". Echtgenooten konnen hy handelingen onder de leevende, geene veranderingen maaken in de Huwelykfche Voorwaarden voor banden van 't Huwelyk gemaakt. 2°. Mutueele uiterfte willen konnen door ieder afzonderlyk worden vernietigt. Gezien by de ondergefchreevene de Huwelykfche Voorwaarden, by en tuffchen theunis Hendriks strop, Weduwnaar en toekomende Bruidegom ter eenre, en annetje theunis verhagen, Weduwe en toekomende Bruid, ter andere zyde , voor abraham de vos, Notaris binnen Alkmaar , en Getuigen opgeregt, en gepaffeert den 8 November 1704. mitsgaders de nadere Acte by dezelve theunis Hendriks strop, en annetjetheunis verhagen, nu Echtelieden zynde, voor cornelis van. der meer, mede Notaris te Alkmaar, en Getuigen, verleden den 5 Oftober deezes jaars 1710, en gelet op de vraage daar uit voorgelteld. Te weeten eerft, of de voorfz, Aéie van den 5 Oclober 1710 onverbreekelyk by de voornoemde Echtelieden, en hunne refpeftive Erfgenaamen zal moeten worden nagekomen? K 3 Zo  78 CONSULTATIEN en ADVYSEN. Zo neen, of, en hoe dezelve Echtgenooten, onderling zou-Ade konnen aangaan eenig accoord, 't welk wederzyds, en alomme gepraefteert en nagekomen zoude moeten worden ? Dunkt (onder verbetering,) op de eerfte vraage, dat de inhoud van de Acte van dato den 5 Oclober 1710 voorfchreeven, nog by de Contrahenten, nog by hunne refpe&ive Erfgenaamen, zal behoeven te worden geftand gedaan, uitgezegt, dat indien de eerftoverledene dezelve Aóte met 'er dood mogt komen te beveiligen , en de langftleevende als dan zou mogen goedvinden zich aan dezelve Acte te houden. Om redenen , dat het aan de eene zyde voor getrouwde Echtgenooten onmogelyk is,, by contra&en of handelingen onder de leevende eenige veranderingen te maaken in de voorwaarden voor banden van 't huwelyk aangegaan , of dezelve te ftellen buitejn effect, ter oorzaake, niet alleen dat de Vrouwe, door het huwelyk, is gefteld onder de voogdye van haaren Man, en dat mitsdien de Man als voogd in rem fuam author effe nequeat; maar ook, dat Man en Vrouwe malkanderen niet konnen gratificeeren, of eenig voordeel toebrengen inter vivos, ut pluribus docet Groenewegen ad l. etiam 11. C. ad SCtum Veilej. En ook zodanig by de refpeciive Hoven van Juftitie in Holland gedecideert is; tefte eodem , adH.de Groot, Inleiding, lib. 3. cap. 21. n. 46. en dat aan de andere zyde, alle uiterfte willen, (zo als de voorfz. Acte in die forme mede is geconcipieert geworden) door ieder van de Comparanten afzonderlyk, konnen worden gerevoceert, usque ad extremum vitce fpiritum, per jura vulgata, en dat ook wanneer de gratificatie of uiterfte wille zelfs al met de dood mogte worden geoonfirmeert, door den eerftftervenden, als dan ook nog altoos, de langftleevende zich bevind in volkomen vryheid van zich te houden aan de voorwaarden, indien dezelven mogten vermeenen daar in meerder voordeel voor hem of haar, te reficeeren, ante mortem. aut conditionis eventum nee acquirere , nee repudïare legatam aut hcereditatem poffunus. I. 13. pr. fi? §. ï. /. 18.1.19.. ff. de aquir. fi? omitt. hcered fi? I. 4?. §. f. ff. de legat. 1. adde confik 32. vol. 4. conf. 26. vol. 5. conf. 41. fi? 46. vol. 6. fi? pag. 324. in app. vol. 6. der Holl. Rechtsgeleerden, conf. 14. vol. 2. fi? conf. 21.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. f9 ai. fi? 78. vol. 3. van It Nederland/die Advysboek, fi? Anth. Mat-, thceum difp. 9. n. '22 de nuptiis. Doch wat aanbelangt de tvyeede vraage , ingevalle de voornoemde Echtgenooten zoude mogen hebben gevonden hunne onderlinge cohabitatie, zo bekommerlyk, dat dezelve niet zonder fchandaal voor het publiek, of zonder danger voor hun, onderling zoude konnen worden gecontinueert, zo zullen dezelven zich dan dienen te addre'ffeeren aan den Rechter ter plaatfen alwaar zy woonachtig zyn, en na opening en bewys van de voorzegde dangcreufen en bekommerlyken toeftand van zaaken, dan ook te verzoeken decreet van feparatie van bed, tafel, bywooning en goederen , en zodanig decreet hebbende geobtineert, en gedaan publiceeren, met den anderen aan te gaan accoord, zö wegens de winften en verliezen, tot die tyd toe gevallen, en de verdere discontinuatie van dien, als over de voldoeningen en beheering van het geene ieder dienvolgens bevonden word te competeeren en te behooren , met ook renuntiatie en afftand van het geene aan de eene of aan de andere zyde nog te verwagten zoude zyn, uit kragte van de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden. En ten welken fine, dan ook geraden zal zyn, dat de Vrouwe zal worden geaffifteert door iemand van haare vrienden en bekenden als Curator, die tot meerder zekerheid , dan al me. de by den Rechter daar toe zou dienen te worden gecommitteert. Zullende zodanig accoord, wanneer daar tuffchen dezelve Echtgenooten geene reconcilatie weder op nieuws zoude mogen komen te vallen, altoos, en alomme gerefpe&eert moeten worden , als gecelebreert zynde door den geenen, die met den anderen nu geene verdere gemeenfchap zyn hebbende , quod ad effetius tiviles, uitgezegt alleen, quod ad vinculum matrimonii, en dat de band des huwelyks nog blyft fubfifteren tot de dood toe, gelyk é\tper fe notoir is, patet ex iis, quce tradit A. van Wezel, traEt. 2. tap. 4. n. 35. fi? feqq. de finienda fi? continuanda bonorum focietate.' Aldus geadvifeerd in Amfterdam, den 16 December 1710. (Was getekend) a. van den en de. XXL  fco CONSULTATIEN en ADVYSEN. XXL ADVYS. Kinderen hebben legaal hypotheecq dp haar ouders boedel, uit kragte van de voogdye door de Moeder by mutueel Teftament aan den Vader geconfereert , niet tegenftaande de Kinderen den boedel van hun Vader onder beneficie van Inventaris hebben aanvaart. Gezien by de ondergefchreevene fimple Copye van de Huwelykfche Voorwaarden, by en tuffchen dirk cok cornklisz, als toekomende Bruidegom, ter eenre, en anna de baene, als toekomende Bruid, ter andere zyde, met affiftentie van wederzydfche Vrienden aangegaan , en gepaffeert voor enten overflaan van den Notaris leon ard van overmeer, en zekere Getuigen, tot Leiden den 12 May 1Ó94. Mitsgaders gelyke Copie van het mutueel Teftament, by de gemelde dirk cok cornelisz en anna de baene, na het voltrekken van derzelver huwelyk opgeregt, en gepaffeert voor den Notaris dirk van der groe, en Getuigen, tot Amfterdam, op den 28 November van den zelve jaare, en verders bericht, dat eenige jaaren daar na anna de baene eerft geftorven is, met agterlatinge van drie Kinderen, uit dat huwelyk verwekt, en hetzelve Teftament alzo met haar dood beveftigt heeft. Dat dirk cok cornelisz naderhand mede overleden is, en de gemelde Kinderen tot zyne eenige erfgenaamen nagelaaten heeft, zonder hertrouwt te zyn geweeft, of ten behoeven van de Kinderen "eenig bewys voor derzelver Moeders goed te hebben ge-v daan; dat de Voogden van de Kinderen daar op deszelfs boedel onder beneficie van Inventaris hebben aangevaard. En gevraagt, wat regt de Kinderen als nu uit kragte van de voorfz. Voorwaarden en Teftamente hebben op den boedel door hunnen Vader nagelaaten? Dunkt (onder verbetering,) dat in deezen geen bedenken kan vallen over het regt van legaal hypotheecq, 't welk anna de baene by de Voorwaarden heeft gereferveert, en aan haar be- hou-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. st houden , en vervolgens ook aan haare Kinderen nagelaaten nogte ook over het legaal hypotheecq, 't welk de Kinderen uit eigenen hoofde op de goederen van hunnen Vader hebben, we. gens de voogdye, hem over zyne Kinderen by den mutueelen 1 eftamente opgedraagen , en door hem aangenomen, nogte eindelyk mede niet, dat hetzelve regt der Kinderen, door de aanvaarding van hunne Vaders boedel en nalaatenfchap, zoude zyn geconfundeerc, en met het regt van des Vaders boedel gemengt nadien het door middel van het beneficie van Inventaris onvermengt is bewaard en ongekrenkt gebleven, en dat mitsdien ton reiolutie op de voorgeftelde vraage, alleenlyk ftaat in te zien, hoe verre hetzelve regt ten opzicht van het quantum zich op den voet van de Voorwaarden komt uit te ftrekken , en tot hoe verre het naderhand by den mutueele Teftamente weder is befnoeit en bepaald geworden, en is dan ten aanzien van de Voorwaarden klaar en buiten tegenfpraake, dat de Kinderen vermogens dezelve, regt van legaal hypotheecq zouden hebben, op des Vaders boedel , voor het beloop van de goederen by hunne Moeder ten huwelyk aangebragt, en haar ftaande hetzelve aanbeftorven , of anderfins opgekomen, zonder ook gehouden te zyn eenige kortinge te gedoogen, wegens verliezen die ten tyde van het huwelyk zouden mogen zyn gevallen, om dat de gemeenfchap van goederen, by de Voorwaarden niet alleen is uitgeflooten, maar daar en boven aan haar anna de baene voor haar en haare Kinderen, of andere Erfgenaamen, nog gegeeven de optie, en vrye keure, om ten fcheide des huwelyks te komen in de halve winften, of anders met haare aangebragte en aangeërfde goederen af te ftaan, hoedanig een keure ten minften tot de Kinderen overgaat, adeoque omnia dotis privilezici transmittuntur per l. uit. §. i. C. qui potiores in pign. junSt. «. 20 mftit. de attionibus, et Novell. 61. c. 1. g. uit. Holl. Advysb p 3 vol. 2. conf. 203. doch is hetzelve regt by den mutueelen Testamente in zo verre verandert en vermindert, dat de Kinderen nu alleenlyk tot de Legitime portie, of een derdepart van de vooriz. goederen bevoegt en gerechtigt zyn. Omredenen, dat de langftleevende by denzelve Teftamente n' DEEL' L met  2z CONSULTATIEN en ADVYSEN. met 'er daad tot univerfeele Erfgenaam is gefteld, en nog met geen andere belaftinge, dan met de opvoeding, grootmaaking, doteering en uitzetting van de Kinderen, als dezelven ten mondigen dage, of met wille en believen, van den langftleevenden, tot de huwelyken of anderen geapprobeerden ftaat zouden zyn gekomen, al het welk de Kinderen in plaatfe van derzelver Legitime portie is toegevoegt, en de langftleevende met duidelyke woorden geinftitueert in de reft; zulks dat de langftleevende zynde geweeft dirk cok cornelisz, uit kragte van de inftitutie , op de gronden van het regt, univerfeele erfgenaam van zyne Huisvrouwe is geworden, en de Kinderen die maar geinftitueert zyn in de voorfz. opvoedinge en uitzettinge, itaque in rebus certis ,loco legitime, verre van tot de geheele erfeniffe zelf, tot geen part of gedeelte van dien regt hebben, bekomen , en niet anders dan Legatariffen van haare Moeder zyn geweeft, per textus expreffos in l. 13. C. de hared. inftlt. & §. 9. inftit. de ildeicomm. hceredit. En gevolglyk dan ook met het gemaakte, narnentlyk de opvoeding en uitzetting, genoegen hebben moeten neemen, zonder dat zy iets meerder van de Vader hebben konnen eiffchen, zo nogthans, dat die uitzettinge het beloop van een derde part van des Moeders nalatenfchap, of Legitime portie moeft komen uit te maaken, als dewelke aan de Kinderen m 't geheel en vry, zonder eenige belaftinge nagelaaten moet worden, Nov. 18. c. 3. of dat anderüns aan dezelve voor het kort of het weinig gemaakte, vergoedinge of verbeteringe moet worden gedaan, tot beloop van de geheele Legitime portie toe. Fer l 30, C. de hared. inft. £? Nov. U'S- f. 5- Invoegen dat de Kinde-en , welkers regt door des Vaders dood niet verandert nog verbetert is, en nu ook op deszelfs boedel by preferentie met meerder, als het beloop van de Legitime konnen eiffchen, want of wel de Kinderen, by het voorfz. Teftament, voor aan in den beginne van de difpofitie tot Erfgenaamen zyn geinftitueert in alle de goederen, die door de Ouders met de dood zoude worden ontruimt en nagelaaten, zo blyft echter uit het vervolg van dezelve difpofitie, dat het effect en het regt van erfeniffe, de fucceffie in miverfum jus deftmtli. I. 24./. de verb. fign. I. 6^de  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 83 Reg. jur. quo omnes attiones atiiva et paffvce tranfeunt, en alle baaten en laften van een overledens boedel worden verkregen l 3 fa pr.ff. de bon. poff. Grot. Introd. lib. 2. C. t4. n. 5. niet aan de Kinderen, maar aan de Langftleevenden gegeeven is, als dewelken zouden blyven zitten in de volle poffcffie , die handelingc en vertiennge hebben van alle de goederen van de boedel, dezelven vermogen te vernegotieeren, te verkoopen en op te draagen, daar integendeel de Kinderen, daar uit niet anders zouden hebben als opvoedinge, doteeringe en uitzettinge, en alzo niet anders dan finguhere beneficiën en voordeelen, waar in zy dan ook alleenlyk met klaare woorden zyn geinftitueert, en de Langftleevende in de reft, dat is in univerfum'jus, quod defunlïus habuit, met belafting alleen van de voorfchreeve beneficiën, aan de Kinderen als Legaaten te moeten preeftceren, uitkeeren en te laaten volgen; en dat mitsdien de Kinderen maar verba, et titulotenus met de naam van Erfgenaamen zyn vereert , 't welk de Notaris zal hebben gemeent tot beftendigheid van het Teftament gedaan te hebben moeten worden, zo als ook veele Rechtseleerden van die gedagten zyn, op de difpofitie in de Nov 11> c. 3. en waar aan niet te min voldaan word volgens dezelve Nov c. 5. als wanneer de Kinderen, zo als in deezen, in rebus certi's worden geinftitueert, hoewel zy als dan maar Legatarifien zvn, Perjura allegata, en vooral wanneer het gunt aan de Kinderen! t zy met het woord van inftitutie, 't zy van donatie, of legaat word gemaakt, aan dezelve vice aut loco legitimce, gelyk mede in • jen^ «°rd toeS^oegt, ubi obfervatur Joh. Voet ad tit. f. de inoffic. Teftam.n. 66. op paflagiën aldaar aangehaalt, en nademaal doorgaans, volgens Rechten, en vooral omtrent Teftamenten en Erfftelhngen, meer op de zaake zelfs, en de waare intentie, dan op de bloote woorden moet worden gezien , ita ut indignum fit, ob inanem verborum obfervantiam irritas fieri tabulas et mortuorum judicia: placuit ademptis lis, quorum imaginarius ufuseiï, haredis mftitutioni verborum non effe neceffariam obfervantiam, utrum directis,et imperatiyis verbis fat, aut inflexis: ideoque ea valeat, quibusnt>etconfe£tafententiis,et in quolibet loquendi genere formata, et generaliter qui facultatis proprias cupiunt or dinar e voluntatem, quibus L 2 cun-  H CONSULTATIEN en ADVYSEN. cunque verbis confcnbere ,liberam habeant facultatem. 1.14. C. de Testam. Coren obferv 10. n $1. pofterori fif /e??. Groi. intrad .1. 2. c. 18. «. 30. En dar in deezen de inlticutie van de Kinderen bepaald is tot de ópvoedinge en uitzettinge, itaque ad res fingulares. en de langftleevende geinftitueert is in al de reft, en alzo daar door het regt bekomen heeft van te fuccedeeren in omne jus primo morientis, dat gevolglyk al deszelfs regt, en aChe aÜive 6f paffive tot den langftleevende zyn overgegaan, waar in de esfentie of de wezentlyke eigenfehap van een Erfgenaam beftaac quee ab eo feDarari n-quit per jura allegata et per l. 2. §. s.ff.defamil. Erisc. 1.6. C. eodem l. 2. & tot. tit. C. de hesred. ailion. En dat daar tegens op de Kinderen geene aftiën van den eerftervende zyn overgegaan , neque attive neque paffive , zo dat de Kinderen uit kragte van de voorichreeve inftitutie geen regt tot laften van eenig Debiteur van den eerftervende hebben konnen bekomen, nog ook door deszelfs Crediteuren aangefproken hebben konnen worden. Per l. fin. C. d. t. de hcered. a£t. Ja dat op de Kinderen daar door in het geheel geen ander regt gekomen is, als ten lasten van den langftleevenden , tot praeftatie van de voorlz. ópvoedinge en uitzettinge, 't welk het regt kenteken van de Legaaten is. Ut queefunt donationes queedam a defunüo rehttce, et abhrede pretftanda §. i. inftit. de legat. I. 36. ff. de legat. 2. Zo blykt Uit al hetzelve wederom klaar, dat de,Kinderen niet anders dan met de bloote naam van Erfgenaamen zyn vereert, dat boven den naam ook het effea, het regt en het genot van de erfenüTe met 'er daad aan de langftleevenden is gegeeven, en dat de Kinderen mitsdien met het gemaakte ten beloope van de Legitime begroot, of verhoogt, te vreden moeten zyn. Zonder dat daar tegens met reden zal konnen worden ingehraot, dat de Kinderen echter tot erfgenaamen zyn geinftitueert. in alle de goederen, die de gemelde Teftateuren zoude komen na te laaten, en wel in gelyke portiën, en by voor overlyden van eene of meer, derzelver Nazaat in hunne plaatfe, en wel onder conditie, dat de langftleevende zouden blyven in volle poHeffie van alle de goederen van den boedel, en daar mede mogen doen handelen en negotieeren, als of zy Teftateuren te faraen nog in  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 85 ven waren , maar niet om dezelve erfFely.lt te behouden , of daar van by uiterfte wille te difponeeren, gelyk zulks in het ander geval gewilt is, als de eerftervende zonder Nazaat zou komen te overlyden, dat mitsdien de langftleevenden, niet anders zoude zyn gegeeven dan het volkomen boedelhouderfchap, 't welk met deszelfs dood zou zyn afgebrooken en noodwendig moeste ophouden, dat den langftleevenden ten dien opzichte dan ook maar zou zyn belaft met de opvoedinge en uitzettinge der Kinderen, en dezelve opvoeding èn uitzetting der Kinderen in de plaats van de Legitime toegevoegt, en de langftleevenden geinftitueert in de reft, geduurende de tyd van hetzelve boedelhouderfchap , doch dat met het eindigen van dien, en alzo met de dood van den langftleevenden deszelfs regt zoude hebben moeten ophouden, en tot de Kinderen als geinftitueerde erfgenaamen overgaan, zulks dat het geeven van hetzelve boedelhouderfchap maar zoude zyn een inftitutie tot zekere tyd toe. Oiice Heet jure Civili inter paganos fuerit invalida, hodie tarnen fubfiftiTinter omnes > uti docet de Groot Jntrod. lib. 2. c. 18. n. 38 ê? Groenewegen ad §. 5. inft.it. de hared. inflit. Om dat eerftelyk in het geheele Teftament het woord van boedelhouder of boedelhouderfchap, nog ook van inftitutie tot zekere tyd, of tot de dood van de langftleevenden niet gevonden word, maar dat de langftleevende ter contrarie zodanig geinftitueert is, dat hy zonder eenige limitatie of bepaalinge van tyd, of oorzaake zoude hebben de volle pofllflie, handelinge of vertiering'e van alle de goederen van den boedel, 't welk een volkomen en onwederroepelyk regt van eigendom betekend. Etenim cujusque fuum dicitur, in quo plenam habet poteftatem, aut de quo facultatem habet pro lubitu difponendi, §, fin. infiit. de ufufrueb. Ê? /. 21. C. mandat. In zo verre, dat fchoon in plaatfe van het woord poffeffie of bezit, het woord vruchtgebruik, of lyftocht was gefteld geweeft, met byvoeginge van de goederen te mogen vernegotieeren , verhandelen en vertieren, als dan ook zelfs verftaan zoude moeten worden den vollen eigendom aan den langftleevenden te zyn gegeeven; om dat niemand goederen kan vervreemden, en den L 3 ei-  ?6 CONSULTATIEN en ADVYSEN. eigendom daar van aan een ander overgeeven, die zelfs den eigendom niet heeft. Aut jus in alium transferre, quod ipfe non habet. I. 54. de Reg. jur. et confequens concedit, etiam concedit antecedens, fine quo confequens fieri nequit, per jura vulgata. Coren obfery. 20. n. 51. é? conf. 15. n. 5. fi? feqq. Neofi. cur. Holl. decis. 20. & Sande decis. lib. 5. tit. 3. def. 4. En dat ook ten anderen , de inftitutie van den langftleevende by het Teftament niet voor deszelfs leevenstyd, of tot deszelfs dood toe, maar fimpliciter, zonder limitatie en bepaalinge van tyd gemaakt is, en zulks zuiver en voor altyd, omni inodo enim, pura eft inftitutio, cui non adjicitur conditio, tempus, nee modus, zo als ook de langftleevende met geen reftirjjeie op zyn dood is belaft, in welke gevalle hy echter ook alles zou hebben vermogen te alieneren tot den laatften ftuiver toe. Cum hic exprefie alienandi licentia fit confeffa vid. D. Joh. Voet ad tit. ff. ad SCtum Trebell. n. 56. ê? D. D. ibid allegatos. zo dat nogthans als dan het verminderde zo wel tot zyne lafte, als tot lafte van zyne overledene Huisvrouvvs boedel pro rato zoude moeten worden gebragt, /. 25. §. 16. ff. de hared. petit. éf.Z. 5- t. 4. ad SCtum Trebell. doch waar over in deeze geen bedenken behoeft te worden gemaakt, daar de langftleevende even zo weinig met reftitutie belaft, als voor een zekere tyd geinftitueert is, en dat het mitsdien zich zeiven wyft, dat de goederen moeten blyven by den geenen, in wiens plaatfe niemand geroepen is, fchoon dat by de inftitutie, de woorden, om by de goederen erfelyk te behouhouden, niet gevoegt zyn, als het welke uit de inftitutie van zelfs volgt, cum nemo inflitutus eft fubftituto, neque vulgariter, neque per fideicommijfum, zynde die woorden in het andere geval, als de eerftftervende geene kinderen zou komen na te laaten, daar maar ten overvloede bygevoegt, en om te betekenen dat de langftleevende dan alles zonder eenigen laft zoude behouden , daar hy in het geval van kinderen, met derzelver opvoedinge en uitzettinge belaft bleef, welke opvoedinge en uitzettinge ook het eenigfte is, 't welk de kinderen uit des eerftftervende nalaatenfchap zouden konnen eiflèhen, zelfs in het geval, als de begrootinge van de goederen der kinderen zoude moeten worden ge-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 8? gemaakt en aangewezen, narnentlyk op het hertrouwen van de langftleevenden , als wanneer hy zou mogen volftaan met zo veel aan de Kinderen voor Vaders en Moeders goed te bewyzen als de langftleevende zou volftaan en bevinden te behooren, even ge yk de langftleevende op het trouwen der Kinderen, aan de ze ve voor uitzettinge en huwelyksgoed ook niet meerder zoude behoeven te geeven, 't welk dan het beloop van de Legitime moeite uitmaaken, zo als hier vooren is aangewezen, en alle het regt is, 't welk de Kinderen by de voorfz. Teftamente is gegeeven, en waar mede zy dan ook nu op het overlyden van haar Vader zullen moeten afftaan, en mitsdien tot zo verre, en daar voor afteen maar regt van preferentie en legaal hypotheecq op des Vaders boedel konnen hebben. 4 P Aldus geadvifeerd in Amfterdam, den 13 May 1710. (Was getekend) d. helmaks. Op het voorgaande geval. Gezien by de ondergefchreevene het bovenftaande Advys van den Heer Advocaat helmans, als mede Copie van de befcheiden aan 't hoofd van dezelven gemeld; en voorts onderncnt dat genoegzaam alle de fchulden na doode van anna de baene zyn gemaakt, en dat geen ouder geprefereerde Crediteuren gevonden worden: dunkt (onder verbetering,) dat de Cred.ceuren van dirk cok cornelisz wel zullen moeten Jyden dat de Kinderen by denzelven dirk cok cornelisz aan anna de baene geprocrëeer:, het beloop van haare Moederlyke erftenifle, ten bedraage van haare Legitime, by preferentie komen te hebben en te genieten zodanig dezelve erffe. nille op haar overlyden is geweeft, en zonder kortinge of vermindennge, uit den hoofde van de fchulden na dato gemaakt; ÏSnlifp ï6 KinAere? nietbevoe8t ^nnen zyn, om de volle erffenifie van haare Moeder, en zulks zonder verminderinge, of kor-  88 CONSULTATIEN en ADVYSEN. kortinge, uit hoofde van de gemaakte fchulden, als vooren by preferentie te vorderen. Om redenen, aan de eene zyde, dat de voorfchreeve Kinderen niet fimpelyk geroepen zyn ; maar zodanig, dat dezelven hebben moeten gedoogen, dat dirk cok cornelisz is blyven zitten in de volle pofllffie, handelinge en vertieringe, van alle de.goederen van den boedel, en daar mede heeft mogen doen, handelen en negotieeren, in zulker voegen, als of hy, en anna de baene te faamen nog in leeven waren, en toen tegenwoordig vermogten te doen, en zo voorts. En aan de andere zyde, dat gelyke difpofitie aan de langftleevende notoir het regt geeft en de faculteit laat, om daar mede winft: of verlies te mogen tenteeren, en den boedel te vermeerderen of ook te. verminderen, als 't zich na gelegenheid van de tyd zal toedraagen. Invoegen het zich dan verder fchynt te wyzen, dat de voorgemelde Kinderen van anna de baene en dirk cok cornelisz, fchoon by haare voorfz. Moeder tot Erfgenaamen gefield , uit hoofde van dien echter nooit verder hebben konnen pretendeeren, dan naar advenant dat dien erffenifle in der tyd, 't zy meer of min zoude komen uit te brengen, het eerfte in cas van accres na doode van de Moeder, en het laatfte in cas van verlies of fchade, mits blyvende aan dezelve, in allen gevalle haare Legitime portie , onverlet en onverkort, dewyl geene Legitime portie eenige gravuure of andere modificatie en bepaalinge admitteert. ! Zonder dat aan de voornoemde Kinderen te ftade kan komen dat meergemelde annade baene by Huwelykfche Voorwaarden voor haar, en haare Kinderen, het-regt van optie bedongen heeft gehad, dat ook de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden niet fimpelyk gerevoceert zouden zyn, dat wyders de faculteit, aan de langftleevende by Teftamente gegeeven , niet anders op te neemen°zoude zyn, dan als een continuatie van de focieteit van winft en verlies, zodanig ex eadem lege, als dezelve ftaande huwelyk geloopen heeft gehad, en eindelyk, dat de Kinderen, als erfgenaamen en verders vi pactorum dotalium, althans dan het b regt  CONSULTATIEN en AD V Y'S EN. 8 regt zouden moeten hebben , om de voorfz onH. \u 9 «ognn doen , of wel de Voogden in haar 1 edeZ m ? f drS Xr^^^r int~^ £ aan alle Teftament h^H? do^s gegeeven word bezit gelaaten ^A^è^V^^ ^ he< -olie ook in verfcheidereiehen geb el tyk d oS ,DterPreCatie let word eerftelyk, dat de Huwelykfch^ Voo;^ rl^"nreer ^ zyn, met alleen in cas van contradifl-i*» ™ , herroePen prayuditie van den Teftamene ttl^Z™' konnen, en dat het Tpfr(mBllt \n , , lortecrcn zullen anderen', dat die•Se^Sfl2^'1ftïft hebben za5> ten der zelfs geopteert, en haare'ffind re "en fc3?'r' en heeft gehad, die verklaaringe geftand té j±fgenaamen,be™is, dat de Moeder, in nlaatftKm •?, ?e"' even aIs dan de gemeenfchap nie fSb eft zu,len 7Wvfn »d" «aare goederen heeft, dat dezelveotidlfeeïJl^*?? * ter c°nlrarie gewilt fterker continueer zu ie** Ten der en "iet de, of nu dirk cok corn - m r de, langftleeven. gefteld, op die gronden in weerwil ^ ^ apart meerder zoude hebben, dan zx n ZL - Kinderen , nooit winft alleen, de reft blyvende^Z InW' de haIve Kinderen , en nogthans is het e™J ,e" gevalIcn voor de Teftamente, in twee gev Pen ' Wair' dat b>' den geeven word, dan eerft haat^'L?«, ?■ K,nderen «iet meer geen aan de langftleevende le ^c^n ".nï"' ^ cas van hertrouwen aan de KindJl anderen, ook zelfs in leevende naar gemoed" beftaan « te meer' * de Ian«ftdat de voorfz. difpofitie, zónder 'dan i,??°rCfl' en ,aa-^, boven, eer een laft, dan 1^^^^^^' aIs bief den moeten worden , et wê n ^ de langftleevende zöu- II. DEEL. „ J' °E LA BASSECOüR. Ge-  9o CONSULTATIEN en ADVYSEN. Gezien bv ons ondergefchreevene, fimpele Copie van de Huwelykfche Voorwaarden, en het Teftament van dirk cok cornelisz en anna de baene, mitsgaders het bovenftaande Advys, door den Heer Advocaat d. helmaks oplefteld, op de vraage uit die twee inftrumenten geproponeert, Se opgevolgde confirmatie van den Heer Penfionan. ]• de Tl bassecoür, dunkt (onder verbeteringe,) dat by hetzelve wel, en na recSten is geadvifeert, my derhalven daar mede mits deezen confirmeerende. Aldus geadvifeert binnen Leyden, den 16 January 17n. (Was getekend) . joan voet en gerard noodt. Gezien by de ondergefchreevene de voorenftaande Advyfen, nevenlcopiën van de Huwelykfche Voorwaarden , en van deelt, waarom ik dan ook niet anders hebbe konnen doen, als my daar mede by deezen te confirmeeven. Binnen Leyden, den 17 January 1711- (Was getekend) rynier rosenboom. XXII.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 9[ XXII. ADVYS. Emthnes pignoris caufa faëta, non quod fcriptmn eft, fed quod geftum eft infpicitur. Gezien by de ondergefchreevene, het Teftament van da. vio de isaacq. de meza, benevens deszelfs nadere Codille, beiden voor den Notaris pieter schabaa l t e en zekere Getuigen, binnen deeze Stad gepaffeert, den 16 en so July i7«o. Nog zekere Obligatie onder de band van dato 6 Jecember 1708, waar by roelof de wit bekend aan den. zeiven david isaacq de meza fchuldig te zyn de fomma van ƒ , sooo: - Bankgeld, voor gelyke fomme van hem in Ban' co ontfangen, en m.tsdien beloofd dezelve fomma, met den intreft van dien tegens 3' van t honderd in 't ,aar aan hem de meza, of den toonder van dezelve Obligatie wederom in Banco te betaa'en en tot meerder verzekering van dien, aan denzelve de meza heeft getranfporteerc als pand met 'er minne, of door pieter swedenryk gedaan tranfporteeren een Aftfe van ƒ 3000: - Capitaal, m de Geoftroijeerde Ooftindifche Compagme ter Kamer van deeze Stad, waar op door de Heeren Bewindhebberen iQ75f per cento waren uitgedeelt «ewinaVerders bericht, dat de voorfz. difpofitie van uiterfte wille door den gemelde david de isaacc, de meza met de dood geconfirmeert en beveiligt zyn, en dat gedagte roelof de wit nu genegen is, de voorfz. fchuld aan de Executeurs van des? zelfs Teftament, Voogden en Adminiftrateurs van derzelver goederen, tegens de uittrekking van zyne voorfz. gegeeven pand af te leggen en te betaalen; en dat dezelve ExecSteura, Voogden en Admm.ftrateurs, dan ook wel genegen zyn de vooTff beleende Aft.e aan hem te retrocederen, en op deszelfs naam ot van den geenen, die hy zal noemen, ter KnL^lTi der te tranfporteeren, en te doen overfchryven: doch dat hv e^tr^ketnff be7n fti* word^ktï ter oorzaake van het pratenfe fideicommis, waar mede de meerl M * ge-  9i CONSULTATIEN en ADVYSEN. gemelde de meza de goederen van zyne Kinderen en Erfgenaamen , by het voorfz. Teftament zoude hebben belaft. En gelet op de vraage daar uit voorgefteld. ' Dunkt (onder verbetering,) dat by welgemelde Heeren Bewindhcbbcrcn geene zwaarigbeid behoeft, of, onder reverentie, behoort te worden gemaakt, over de retroceflie, en het transport, 't welk door de gedagte Executeurs, Voogden en Adminiftrateurs, van de voorfz. Aftie, ten behoeve van den gemelden roelof de wit, zal, en moet worden gedaan, om dat eerftelyk, dezelve Aftie n;et beklemt is, of ook beklemt heeft konnen worden onder het verband , hoedanig hetzelve zoude mo*en zvn, 't welk daviddeisaacq.demeza heeft gelegt0 op de goederen, door hem aan zyne minderjaange Kinderen en Erfgenaamen nagelaaten, nadien deeze Actie tot deszelfs boedel en nalaatenfchap niet behoort; als blykende by de Obligatie en Afte van verpanding, in den hoofde deezes gemeld, dat hy de meza door het tranfport daar van ten zynen behoeve gedaan, daar op geen regt van eigendom; maar alleen van pand, bekomen heeft, ofwel dat de eigendom hem met anders dan tot fecuriteit, en verzekering, en mitsdien met regt van pand alleen getranfporteert is, in welken gevallen niet moet ingezien worden , wat gefchreeven, maar wat in der daad en waarheid gehandelt, en gedaan is. Emtione fcilicet pignoris caufa faüa, non auod fcriptum,fed quod geftum eft infpicitur, l. s.&tot.M. t plus yalerequod agüur. En dat hy de meza overzulks niet. alleen moet worden geprsefumeert daar over niet te hebben willen disponeeren, maar dat hy al hebbende gewilt, des neen, daar over echter ook niet zoude hebben konnen disponeeren, of daar op eenige belaftinge leggen. Suum enim cujusque ejje debet, de qua. difponendi facultatem habet, §. fin inftit. de ufufruEt. I.21.C. mandati, l 120. de verbor. fignific. Ja dat hy gehouden is geweeft, en zvne erfgenaamen gevolglyk ook nog gehouden zyn, de voorlz, retroceflie ten allen tyden tegens de betaalinge van de gemelde f mo0o- — met de interefle te doen, en de beleende Actie aan den beleender alzo te reftitueeren en weder over te leveren. &.debit w.ff.folut. pecun. 12. ff. depign. att. K1. C.eod. en.ot nu  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 93 wel de weder ontfangene ƒ 15000: — onder het praïtens fideicommis zou mogen zyn begreepen, zo ftaan dezelve in alle ge. vallen niet ter herekeninge, en mitsdien ook niet ter verantwoordinge van de Heeren Bewindhebberen , maar van de voorfz Executeurs, Voogden, en Adminiftrateurs, die door den gemelde' de meza tot de adminiftratie en regeeringe van zyne goederen zyn gecornmittcert en aangefteld. Te meer nog, ten tweeden, om dat hy de meza, de goederen waar in hy zyne Kinderen tot erfgenaamen hadde geinftitueert, met geen verband van fideicommis, immers met *een zuiver en volflagen verband heeft belaft, maar alleenlyk heeft gewilt, dat de goederen die zyne Kinderen van hem zoude komen te erven , van het eene Kind, komende te overlyden, zonder leftament te hebben gemaakt, en voor den ouderdom van 25 jaaren, en te gelyk ongetrouwt, zoude moeten erven, en verfterven op zyne andere Kinderen, of derzelver Descendenten , en zulks tot het laatften van dezelve Kinderen, en die gebreekende, als dan op zyne Broeders, of derzelver Descendenten, zonder dat daarby eenig verbod van aliënatie of vervreemding is gevoegt. En dat diergelyke Claufule, volgens de Cou. ftumen van deeze Stad, by gerechtelyke Turbe verklaart, onder de Handveften pag. 177. en met verfcheidene Gewysdens van den Hove van Holland beveiligt, maar een fimple ordre van iuccesfie betekend, en niet anders dan een enkel verband, en geen belading van fideicommis medebrengende; zodanig dat de erfgenaamen daar door de magt niet benomen word van over de goederen, t zy by aftens onder de leevende, of van uiterfte wille te disponeeren , na derzelver welgevallen , 't welk klaar voorkomt de meeninge van den Teftateur de meza in deezen ook te zyn geweeft, als men aanmerkt, dat hy de voorfz. ordre van fuccesfie alleenlyk in die gevallen geordonneert heeft, als wanneer zyne K.nderen geen Teftament zouden'hebben gemaakt, en mmderjaang. en ongetrouwt komen te fterven. Zulks dat hv verre van zyne Kinderen en Erfgenaamen, met verbod van de vervreemding van zyne goederen te hebben belaft, aan dezelve r.cr contrarie de. difpofitie daar over ftilzwygende , daar mede. M 3 heeft  94 CONSULTATIEN en ADVYSEN. heeft toegedaan, dat hy die ordre van Iuccesfie zelve alleen bepaald tot de tyden, als zyne Kinderen door de jaaren, of het huwelyk maar in ftaat zouden zyn, om volgens hec gemeen regt, 't zy by uiterfte wille, of by handelinge onder de leevende te konnen disponeeren, en alzo aan die Kindeten de magt van difpofitie niet heeft benomen, maar ailcfins vrygelaaten, quod enim non eft prohibitum, tarite permiffum videtur, Arg. I. cum prcetor 12. in princ. ff. de judic. I. in quorum 21. ff. de pign. êf hypot. & pasfim. En zo wanneer men na het gevoelen van eenigen Rechtsgeleerden en Couftumiers al zoude willen vaftftellen, dat in de voorgemelde Claufule van 't Teftament een dubbeld verband, of fideicommis zoude zyn opgeflooten; om dat zekere perfoonen , op de eerfte plaatfe, narnentlyk de Kinderen onderling, en vervolgens de Broeders van de Teftateur zyn geroepen , en dat in zo een geval zelfs na de voorfz. Couftume geen uitgedrukt verbod van difpofitie zoude van noden zyn , om dat onder de ordre van de goederen op zekere perfoonen te moeten laaten gaan, de aliënatie aan andere klaar genoeg, hoewel maar ftilzwygende, zoude zyn verboden, zo zoude als dan ook hetzelven verband van fideicommis maar zyn conditioneel aan de fiduciaire erfgenaamen , daar door de magt niet benomen , van de goederen, waar van de aliënatie niet uitdrukkelyk is verboden hangende de conditie, te mogen veraliëneeren, om dat de belafte eifgenaam, inmiddels met volle regt daar van eigenaar is. L. 66. ff. de Rei vind. I. 48. §. 1. ff. de jure Fisci, Sande decis lib. 4. tit. 5. Def. 16. & de prohib rer. alien. p. 3. c. 4. n. 11. £f 12. En als men, ten derden en ten laatften, al zou willen onderftellen, dat de voorgemelde a&ie tot de boedel van david de isaacq. de meza behoorde, en dat dezelve met een conditioneel verband van fideicommis zoude zyn belaft, en dat mitsdien het tranfport by "t exfteren van de conditie zou konnen vernietigt worden , per l. uit. §. 3. C. commun. de legat. £f fideicomm. zo is het echter niet te begrypen, wat actie daar over tegens de Heeren Bewindhebberen zou konnen worden gemaakt, als die maar zoude hebben gedoogt, dat de fiduciaire erfgenaamen hun regt  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 9S regt hadden gebruikt, en gevolglyk daar over aan niemand in eenige verantwoordinge gehouden zyn. Want eerftelyk , zoude zulks met geen ichyn van regt konnen worden ondernomen by den geenen, ten wiens behoeve het tranfport zal worden gedaan, om dat het van deszelfs eigen pligt is toe te zien, dat hem geen verbondene aftie in plaatfe van een vrye worde getranfporteert, en hy het mitsdien zich zeiven zou moeten wyten, by aldienhem daar door eenige fchade wierde toegebragt, ten tweeden , ook niet door de Tranfportanten, als dewelke hun eigen doe n en bedryf niet konnen tegenfpreeken. En ten derden, ook niet door de gefubftitueerde Erfgenaamen, om dat dezelve aithans ook geen regt konnen hebben, en dat de Heeren Bewindhebbe. ren, als Directeurs van de Compagnie , niet gehouden konnen zyn, zorge te draagen voor het regt van die geenen dewelke als nog daar in niet participeeren , zo als men ook niet weet, dat aan dezelve Heeren by eenige Placcaten, Refolutiën of Octrooijen, gerecommandeert, en aanbevolen is cautie fideicommi(fair te eiffchen voor die geenen, dewelken in tyden en wylen door het verfterf van de tegenwoordige eigenaars, regt tot de actie zoude konnen bekomen. Behalven dat die geenen uit welkers naam het tranfport zou worden gedaan, en die geenen die hetzelven als Executeurs , Voogden en Adminiftrateurs, zouden doen, dezelve perfoonen zyn, die op de eerfte en tweede plaatfe het verwagt van het prastenfe fideicommis zoude hebben. En die overzulks daar in hebbende bewilligt , hetzelve nooit zoude konnen tegenfpreeken ; maar verftaan moeten worden , daar mede van het voorfz. verwagt, te hebben geremuncieert en afgeftaan , per text. expreffos in l. 120. §. 1. ff. de leg. 1. /. ri.. C. de fideicomm. junct. I. 26. ff. de pign. Maar vermits hier vooren aangetoond is , dat deeze actie , tot den boedel van de meergemelde de meza in eigendom behoort, en dat het prstens verband, by deszelfs Teftament ingevoert , daar op dan ook niet kan liggen, zo volgt daar uit alleen onwederfpreekelyk, dat hetzelve, ten opzigt van het voorfz. tranfport ook gee ne bekommering kan maaken. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 30 January 1711. {W-as getekend) d, helmans. Gè*.  96 CONSULTATIEN en ADVYSEN. /bezien by de ondergefchreevene de voorenftaande Advyfor VJ van den Heer Mr. dirk helmans, Advocaat, en de Hukken in den hoofde van dien gemeld, en op alles gelet. Dunkt (onder verbetering,) dat daar by wel en te regte is geadvifeert, dat de Heeren Bevvindhebberen van de Ooftindifche Compagnie,ter Kamere binnen deeze Stad,zullen vermogen,en ook behooren onbezwaart te zyn, om door de Executeurs van den Teftamente van Wylen david de isaacq de meza, en Voogden over zyne Kinderen en Erfgenaamen , te laaten doen de retroceflie , of tranfport, en quiteeringe van de 500 L. capitaale a&iën, daar by breeder gemeld, onaangezien den fideicommilTe, waar mede hy david de isaacq.de meza zyn nagelatene goederen mag hebben gechargeert. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 2 February 1711. (Was getekend) a. van den ende. XXIII. ADVYS. Een Weduwe de fteutels op de kift leggende, en voor de baar uitgaande, is in geene fchulden gehouden, zonder dat zy, of haar Ö goederen, welke zy naderhand mogte verkrygen, in 't minften zyn aanfpreekelyk. Gezien by de ondergefchreevene, zekere A&ens fuccesfivelyk op den 27 en op den 30 Auguftus des jaars 1691. voor h. outgers, Notaris en Getuigen gepaffeert, by M , Weduwe van Wylen J., die daar te vooren ook Cesfie had gedaan; en gelet op de vraage daar uit voorgefteld. Of 'er reden van bekommering is, om den boedel van de gedagte M. fimpelyk te adieeren, uit den hoofde van fchulden en laften , by J. gemaakt? . Dunkt (onder correftie,) dat 'er geen bekommering behoort gemaakt te worden om de erfeniffe van M. puur en fimpel te adieeren. q  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 97 Om redenen, dat wanneer J. door middel van gedaane Cesfie zyn huisvrouwe M. al niet zoude mogen hebben van alles geli' bereert en ontlaft gehad, ten minfte tot zo verre toe, dat men met haare vrye nagelatene goederen te repraefenteeren, en te verantwoorden zoude kunnen en mogen volftaan, waar toe nog' thans zeer veel redenen zyn dienende, per ea qua habet Brunus tn trattatu de ceffione , quaft. 26. men als dan echter ook nog in alle geval geen de minfte zwaarigheid zoude hebben te maaken in de voorfz. aditie van den boedel van M. Ter oorzaake narnentlyk, aan de eene zyde, dat zy M. na de dood van haaren Man J. zich niet alleen geene erfgenaame van denzelven haaren Man, nog voor zich, nog voor haare kinderen, heeft willen draagen, maar dat zy zelfs ook alles ten behoeven van de Crediteuren geabandonneert en gelaaten heeft gehad; leggende de fleutels op de kift, en gaande voor de baar uit den fterfhuize, naar uitwyze van de refpeóüve Aftens, in den hoofde deezes gemeld. En dat aan de andere zyde, een abandonnement met die folemmteiten gepleegt moribus noftris , de Weduwe abfolutelyk en volkomen van alles is libereerende, zonder dat de Weduwe of de goederen, die zy naderhand mag hebben verkregen daar na verder in 't minfte zyn aanfpreekelyk, gelyk daar van de Couftumen alomme getuigenilTen geeven, als te zien is by den Beere H. de Groot, lib. 2. cap. 11. «. 18. van zyn Meidinge tot de Hollandfche Rechtsgeleerdheid, wanneer hy zegt: Maar een Vrouw den geheelen gemeenen boedel af ftaande, en gaande voor de baare uit, alleen met haare daaglykfche kleederen, is beyryd, (NB.) van de fchulden die ftaande huwelyk zyn gemaakt. En by G. Rofeboom, cap, 42. van zyn Recueil, der Couftumen van de ftad Amfterdam , n. fin. zeggende: Dat de Vrouwe de langftleevende zynde, door middel van zodanig abandonnement ongehouden ( \B ) is, in eenige fchulden. Mitsgaders nog by Simon van Leeuwen, confilio 205. van het 2e deel van het Nederlands Advysboek , leerende daar, Dat een Vrouw hebbende zodanige folemniteit gebruikt, en alzo alles over gegeeven, in het toekomende van alle fchulden en laften des boedels ontlaft, en bevryd werd.'  9.3 CONSULTATIEN en ADVYSEN. Alles zonder eenige referve altoos op, of wegens het geene de Weduwe naderhand zoude mogen komen te acquireeren, of ni te listen ' Ouibusaddi po(funt;qua refert J. Voet ad tit. ff. de cesfione n. 12. dumait, quod muiier tali abdicatione fe fubducit omni (NB.) onen eens alieni,quod a marito ftante matrimonio contraEtutn eft, etquamvis neceffe fit, ut omnia abdicet undecunque fita , eaque Lreditoribus teneatur reUnquere , hoe tarnen ea ratione efficü , ut Jecure (NB) retineat, quee in pofterum (NB.) queefitura eft. Ouibuscum etiam confentiunt mores Trajectini , utpote qmbus Milk receptum eft, quod muiier debitis (NB.) fefe liberam exhibeat, fi feretro claves impofuerit, tefte D. Joannem a Someren , de jure Novercarwn cap. 7, Sett. r. n. 3. , Et Quod muiier omnem deferens fubftantiamfocietatis, onenbus (in ti.) eximatur, neque judiciis aut executionibus (NB.) in pofterum pulfan pofjit, privilegia in hoe prodito , ut fecure (NB.) retineat ^uaea,qua lokea (NB.) parta aut acquifita funt, veluti coluber (NB.) dtjpofitis exuviis,ut habet D. Ab. a Wezel de connub. bon. comm. traü.2. CaPbuo W Ippune faciunt ea,qua notat D. Mevius ad jus Lubecenfe Ub^ tit 10. art. 1. n. 10. dijferens effectus ejus abdicationwus &c. Invoegen, dat wanneer onze Couftumen zelfs alzo klaar en zeker niet zoude zyn, tot volkomen ontlaftinge van de Weduwen, zodanigen abandonnement gedaan hebbende gehad, zo nogchans in alle manieren als vooren, die zaak dan echter ook, uit het geenebv de nagebuuren, insgelyks zodanige Couftumen hebbende, wegens het effea van dien word gepraftifeert, dermaaten opgehelderd zouden worden, dat 'er immers geene de minfte fenaduwe van twyfeling zoude behooren over te blyven. Quando enim mores noltri funt obfeuri, nedum clari,ut innoftra hypothefi, turn ad teremnorum locum , confuetudines recurrendum eft; per textum ml. $2. ff. de legibus, et per ea qua habet Groenewegen, ad pnncip. mjtit. n.16. & dottores magno numero ibidem allegati. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 25 February 171 (Was ondertekend) a. van den ende. < v XXIV..  CONSULTATIEN en ADVYSEN. r 99 XXIV. ADVYS. l». Fideicommiffaire goederen kunnen niet verkogt worden , al zyn die voor een gedeelte aan een derde vry, die dezelve verhopen wil, 't geen nogthans aan die voor zyn gedeelte vry ftaat. 1°. Der minderjaarigen onroerende goederen mogen door decreet niet anders worden verkogt als om fchulden. 3». Al ware ook die verhopinge voor 'de minderjaarige dienflig of profytelyk. TT'sbrand oosterhout, tot Sneek overleden, by zyne X Teftamente, in dato den 23 February 1710, tot zyn Érfgenaamen geinftitueert hebbende dirk bruning voor een derdepart, maria palm, Huisvrouw van jan vollenhoven, mede voor een derde part, en de drie minderjaarige Kinderen, van Wylen Juffrouw engeltje palm, by jacob van vollenhoven in echte geteeld, voor de refteerende derdepart, en voorts geordonneert, dat indien een of meer, van voorfz. Kinderen van Juffrouw engeltje palm ongetrouwt, voor de mondige jaaren mogten komen te verllerven, de erfportie of portiën, van die zo overledenen zouden keeren, en devolveren, op derzelver leevende Broeder, en Zufter, zonder eenige aftrek van de legitime, of trebellanique portiën, en de geroerde Kinderen alle voor de mondige, jaaren ongetrouwt komende te fterven, dat als dan derzelver erfportiën zouden komen op zyn Teftators andere geinftitueerde Erfgenaamen, voorbehoudens derzelver ,Vader zyn Legitime portie, ftellende wyders tot Executeurs van zyne uiterfte wille, en tot Voogden over de minderjaarige Erfgenaamen, de Heer edo frieswyk en voorfz. dirk bruning, en geevende dezelve abfolute magt, authoriteit, en bevel, zodanig als'Executeurs, Voogden en Adminiftrateurs, na regten verleend, en gegeeven'kan worden; N a Zo  tqo CONSULTATIEN en ADVYSEN. Zo word gevraagd, indien de meerderjaarige Erfgenaamen genegen waren, om haare twee derde parten der vafte goederen publicq te verkoopen, of de Voogden van de minderjaarige Erfgenaamen haar derde part mede zouden kunnen verkoopen, om dat vafte goederen voor 't geheel wordende verkogt meerder gelden, dan by gedeelten , byzonderlyk als in de Conditiën van verkoopinge wierde geinfereert , dat de derde part der koop. penningen onder de Koopers zouden verblyven, tot devoljaarigheid, of trouwtyd der minderjaarigen? En zulks niet wel konnende gefchieden , immers niet zonder gevreesde moeielykheid, of dan by de Heeren Staaten van den Lande, of het Hof Provintiaal , met confent tot de verkoopinge, onder voorfz. ftipulatie, of ook wel, dat de kooppenningen aan den Lande wierden uitgeteld, zoude kunnen worden verkogt, en geobtineert? Hier op is het advys van my ondergefchreevene , Advocaat voor den Hove van Friesland, dat de minderjaarige aandeelen, der vafte goederen, onder de geroerde ftipulatie , door de refpeélive Voogden, niet bekwaamelyk kunnen worden verkogt. Want ofwel hangende de conditie, der minderjaarigen gedeeltens vry van fideicommis zyn, zo is het evenwel gewis en zeker, dat zo dra een van de Kinderen van Juffrouw engeltje palm, beneden de mondige jaaren ongetrouwt komt te fterven , deszelfs aandeel in de erffeniffe met fideicommis gegraveert is, zo dat des overledens erfportie moet overgaan op des verftorvens Zufter, of Broeder en Zufter. En dewyle dan de Teftator in dien gevalle zyne goederen met fideicommis bezwaart heeft, zo is 'er niets zo bekend in regten, als dat de fideicommiffaire Erfgenaamen de corpora en de vafte goederen zelfs van den Teftator afgekomen, voor zo veel des overledens portie betreft, kunnen vindiceeren. Vervolgens kan men de geroerde fideicommiffaire Erfgenaamen niet obligeeren, om in de plaats van de goederen, zelfs de koopfchatten te ontfangen. Waar uit dan de confequentie volgt, dat de Koopers zonder fcorgftellinge tot geen tellinge van penningen zullen komen, en  CONSULTATIEN en ADVYSEN. roi de Voogden ook met geene geruftheid de verkoopinge kunnen doen. Was het, dat de twee meerderjaarige Erfgenaamen, in geval van de exiftentie der conditie , tot het fideicommis geroepen waren , zo konden dezelve van haar regt renuncieeren, en de Voogden en Koopers geruft ftellen, maar de eene minderjaarige in de eerfte plaatfe de andere gefubftitueert zynde , zoude die verkoopinge veel gevaar, en disorders baaren,- en zulks te meer, om dat alle vafte goederen verkogt zynde , de Koopers geen genoegen zouden kunnen neemen aan de verbintenifien der meerderjaarige Erfgenaamen, hoedanig die ook waren, om derzelver gezetenheid buiten de Provintie van Friesland. De meerderjaarige Erfgenaamen kunnen de minderjaarigen wel tot fcheidinge provoceeren, en vervolgens de vafte goederen , die haar toevallen , voor het geheel verkoopen, en mooglylc zal dat de befte weg zyn, die dezelve kunnen inflaan. Want confent tot verkoopinge by de Ed. Mog. Heeren Staaten te verzoeken , is een vergeeffche arbeid; dewyle hooggedagte Heeren Staaten ex plenitudine potejiatis de Wetten om eenige redenen wel kunnen veranderen , en iemand daar van difpenfeeren , maar geen verandering maaken in de uiterfle willen der afgeftorvehen, om dezelven buiten effect te ftellen. 'tHof Provintiaal zal ook geenfins tot confent willen verftaan,; al fchoon men aan haar Ed. Mog. remonftreerde, dat 'er profyc in de k^opinge voor de minderjaarigen refideerde , eensdeels , om dat zulks de wille van de Teftator zoude tegen gaan, en anderdeels, bm dat het Hof zonder geblyk van fchulden, om piofyts wille, nooit confenteert in de verkoopinge van minderjaa- • rige goederen. Aldus geadvifeert den 30 Auguftus 1710. (Was getékend') wesselius. N 3 XXV.  ÏG? CONSULTATIEN en ADVYSEN. XXV. ADVYS. Over het zelfde geval} doch contrarie, voor zo verre zo een verkoop prefytelyk voor de minderjaarigen is. casus positie. TTsbhand oosterhout, woonende tot Sneek in FriesJL land, heeft in zyn Teftamentaire difpofitie van den 23 February 1710 over zyn nalaatenfchap gedisponeert in deezervoe. gen: „ Voorts nomineer en inftitueer ik Teftateur tot myne „ Erfgenaamen dirk bruning, myn Neeve, Koopman tot „ Haarlem , en in cas van deszelfs vooraflyvigheid, zyn Kind „ of Kinderen in zyn plaatfe, voor een geregte derde part, en „ Juffrouw maria palm, myn Nigte, Huisvrouw van jan „ van vollenhoven de Jonge, Koopman tot Amfterdam, „ en mede by haar vooraflyvigheid, haar Kind of Kinderen in „ haar plaatfe,voor de tweede derde part,mitsgaders jan van „ vollenhoven, amelia van vollenhoven, en en5, geltje van vollenhoven, Kinderen van myn over„ lede Nigte Juffrouw engeltje palm, by jacob van „ vollenhoven, Koopman tot Amfterdam in echte ver- wekt, en by vooraflyvigheid van iemand van haar, deszelfs „ Kind of Kinderen in haare plaatfe, te faamen voor de reftee„ rende derde part, en zo het gebeurde, dat myn Teftator Neef „ dirk bruning, of Nigte maria palm, voor my afly- vig mogte worden, zonder Kind of Kinderen na te haten, „ in zulk cas inftitueer ik de langftleevende van haar beiden, of „ deszelfs Kind of Kinderen, by haar afly vigheid , voor de eene „ helft, en de Kinderen van myn Nigte engeltje palm „ voornoemd , of ook derzelver Kind of Kinderen in haare „ plaatfe, voor de andere helft. Wyders wil ik Teftator, in„ dien iemand van meergenoemde Kinderen van engeltje „ palm ongetrouwt voor de mondige jaaren, na myn over„ lyden mogt komen te fterven, dat deszelfs , of derzelver 22 c & in l 12. Cod de pr.d. min. Oel/med!TuhTjl tit. 13. §. 8. van s Lands Ordonnantie van Friesland regulariter vord geiprooken de ahenand. prced. vel aliis reb. minor, cum dee l to, ob asahewm, Ichuld of laft, ja dat in /. 13. ff. d. tit. de reb Zk^l\ Tla' Z°rd gCZegC'0b katern a%i, vendi eum non nfn Lr * l\ 3' ff-hynt tQ Wczcn' en zulks te vertnoeden, dat om de bloote utiliteit, de verkoopinge niet zou kunnen doorgaan, zo is nogthans dat conform de gemelde l. \ en : getutte gevoelen van den Heer Sande zo univerfeel niet 'aan te neemen; maar cum mica falis te foetfen aan de gezonde re den, hoe dat narnentlyk, in /. jo word wfnrnnt,n 1 r 7 fierili,faxofo velpeftLu, en reden van prohibitie geeft, dat de verkoop niet nodig zSude zvn PTndrnameerft;netei,evakker' "°g Vrachten• pen, van meuten te verwagten zyn, en daarom aldaar, het ver zoek van dem verzoeker niet gefundeert geoordeeld cum Pro fruüuum modo femper pretium ihnnturus fit, en daarom een g hee ander geval in cas fubjeft, alwaar geen onvruchtbaareftS fteenachtige of kwaade Landen zullen8 worde^ ed ft? h erf maatin egendeel zeer goede Landen, die veele duizenden zullen im porteeren, md.en in eene mafla worden verkogt, en verkogt wordende , veel minder zullen rendeeren i C dien by deeze tyden van oorlog exceffive Sten draagemle na proportie van derzelver waarde , geen halve intereft voo de mmderjaange opbrengen, als wel van een Obligatie o't gemeene Land van Friesland beleid , genooten zal worden en s van dusd^n gevoelen de Heer 'Sande d. I mede, m'ar alleer™ ca-  ïoS CONSULTATIEN en ADVYSEN. cafu, dat den Souverein geen evidente winft, en voordeel kan cedemonftreert en aangetoond worden; waarom hy ook d. I. n. 64. feqq. caufam neceffariam non fufficere, allegare, fed eam pnlare neceffe efj'e, & n. 05. diligentem caufa cognitionem requiri, ais wanneer het niet te vermoeden is, dat de Souverein zich zodanig in zyn magt zou bepalen, dat hy van een gegeeven wet, niet zou mogen difpenfecren , byzonderlyk als de wet het gemeen, of privé voordeel hinderlyk zoude zyn, en dat door de difpenfatie niemand nadeel toegebragt wierde, gelyk in Legitime ontfiaginge van fideicommis, en andere refcripta gratia dagelyks gezien word; en zouden wy ondergefchreevene dienvolgens met affumtie van de redrnen bv den Heer Voet in zyn Comment. ad f. ditt. tit. de reb. eor. qui fub cm: &c. derven beOuiten , quod quamvis non quavis utilitas decreto alienandi impetrando fufficiens fit, tarnen fi tanta tamque manifefta appareat utilitas , uti bonus quisque pater f. abfq. ulla hafitatione rei alienanda confilium pro fe capturus eiïet, iniquum foret decretum in damnum Pupilli denegari , atque ita jus illud , quod falubriter in utilitatem pupükrum conftituturn eft, tali in cafu in detrimenium eorum detorqueri, 6? produci adfeveritatem, en dat daarom zeer wel exemplo minorum, her geval van Geetlelyke goederen , in auth. cod. item pradium de ff EcclejVs, word geailegeert, ut fcilicet ejusdem immunitas feryetur; videatur Groenewegen de legib. abrog. ad l. 13. ff. eod. tit. üf D. D. Aldus geadvifeert falvo aliorum judicio in 's Gravenhage. den 20 November 1710. (Was getekend) M, DE HERTOGIïE, A. BREUR, P. EMANDS, FLOR. P. PITTENIUS, Z. THIERENS, ROEL M. P1TTENIUS. XX VL  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 107 XXVI. ADVYS. Op het zelfde geval. CASUS POSITIE. Ysbrand oosterhout, tot Sneek, heeft by zyn Testament, m dato 23 February 1710, tot zyne Erfgenaamen geinftitueert dirk bruiming, voor een derde part, Juffrouw maria palm, HüisVTOUW Van jan van V o l l EN hoven mede voor een derde part, en de drie minderjaarige Kinderen van Wylen Juffrouw engeltje palm, by jacob van vollenhoven in echte verwekt, voor de refteerende derde part onder anderen, onder deeze conditie , indien iemand van de Kinderen van Juffrouw engeltje palm, ongetrouwt voor de mondige jaaren mogt koomen te fterven, dat deszelfs of derzelver aandeel, erfportie, of erfportiën , zullen keeren' en devolveren op de anderen van haare Broeder of Zufters, als dan in leeven zynde, zonder eenige aftrek van Legitime of Trebel hamcque portie, en dezelve Kinderen , alle voor de mondige iaaren ongetrouwt komende te verfterven, haar aandeel accrefferen, en devolveren zal, op zyne andere geinftitueerde Erven. Behoudende haar Vader jacob van vollenhoven, als dan ui leeven zynde, de Legitime portie , haar refpedive daar in fubftitueerende, hebbende tot Executeurs van die zyne uiterfte wille mitsgaders tot Voogden over zyne minderjaarige Erfgenaamen * en tot Admimftrateurs van haare goederen gefteld en gecommitteert, de Heer edo frieswyk en dirk bruining voorfz geevende dezelve daar toe abfolute magt, authoriteit en bevel' als Executeurs, Voogden en Adminiftrateurs, na rekten ver! leend, en gegeeven kan worden, en byzonderlyk dat by het af■fterven van een van dezelve Executeurs, Voogden en Adminiftrateurs, de langftleevende telkens een ander bekwaam perlbon of perfoonen in des geftorvens plaatfe tot hem zal vermogen te verkiezen, en dat alzo geduurende, tot dat zyn Teftateurs min- 0 2 der-  io8 CONSULTATIEN en ADVYSEN. derjaarige Erfgenaamen, ten mordigen dage of huwelyken ftaat, zal, of zullen wezen gekomen &c. Nu word gevraagt, indien de meerderjaarige Erven genegen waren om haar refpective twee derde parten van de vafte goederen publicq te verkoopen , of de Voogden van de minderjaarige Erven, derzelver derde part mede zullen kunnen, en mogen laaten verkoopen, om dat de vaftigheden , te gelyk verkogt wordende, doorgaans veel meerder gelden, als by gedeeltens , waarom de Voogden wel expres zouden ftipulceren, en conditioneeren, als dat de kooppenningen van der minderjaarige aandeel, of een derde part zouden blyven.onder de refpective Koopers, ter tyd, en zo lange het fideicommis, waar mede dezelve bezwaart "zyn , zal wezen geëxpireert, en de minderjaarigen Majores 'Arms geworden. En zo dat niet genoeg is, word gevraagt, of by de Staaten van het Land, of by de Hove Provinciaal, niet zou kunnen worden geobtineert confent tot deeze verkoopinge , onder deeze conditie, dat derzelver minderjaarige aandeel, in de kooppenningen, aan de Lande, onder gezegde conditie, door de Koopers zal moeten worden gcfteld , en de Obligatiën daar van aan de Voogden geëxtradcert, zullende de andere mede erven, voor zo veel het fideicommis op haar ziet, hier in gaarne acquiesceren, anderfins op wat fecuure maniere, deeze minderjaarige portiën, met en beneffens die van de ineerderjaarige zullen komen en mogen worden verkogt ? Op de voorenftaande vraage dient by my ondergefchreevene .oudfte Advocaat voor den Hove van Friesland voor advys (falvo 'weliori judicia') dat de Curateuren van de minderjaarige Kinderen van Wylen Juffrouw engeltje palm, by jacob van vollenhoven in echte ver wekt, de derde part van de vafte goederen met haare twee meerderjaarige mede Erfgenaamen niet vermogen te verkoopen, om redenen, eensdeels, om dat de Teftator oosterhout de voorfz, Kinderen van Juffrouw engeltje palm met fideicommis voor haar derde part heeft bezwaart, onder conditie, dat by aldien iemand van dezelve ongetrouwt voor de mondige jaaren, en eer alzo de laatfte mogt komen te verfterven, welke conditie abfolut een Teftamentair verbod in mid- de-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. l00 delen tyde, hangende die conditie in heeft, quando enim Teliator Iiaredem fideicommiffo onerat, lex ex verifimüi mente Teftatoris tnducit tacitam prohibitionem alienationis rerum fideicommiffo fubiec tarum. I. Marcellus 3. f. ad S. C. Trebell. Sande de prohib. rer alten part. 3. c. 1. 8.-17. 18. En anderdeels, om dat onroerende 20e.' deren van minderjaarige, door decreet niet anders mogen worden verkogt, als alleen om fchulden. Quia de jure propter as ahenum tantum, bona immobilia minorum decreto alienari poffvnt l. 12. C. de prad.tf aliis reb. minor &c. Waar mede ook overeen komt des Lands Ordonnantie van Friesland, lib. 1. tit 13 § 8 Hier tegens vermag niet in confideratie te komen, 'of'al'de verkoopinge , de minderjaarige dienftig , en profytelyk moge wezen , alzo de regten egter zodanige verkoop niet admitteeren. Nam tutor prohibetur fundum pupilli vendere, licet infruÜuoJum, faxofum, fterilem , l. fundus. 13. ff. de reb. eor. Sande de prohib. rer. alten. p. 2. n. 63. et auüores ibi titatos. Het regt nu alzo leggende, en doordien de Voogden van minderjaarigen, tot nut en dienft van dezelve, de goederen gaarne zouden verkoopen, is de eemgfte raad, en middel, dat Borgen worden gefield dat de koop kragt en effeót zoude hebben , en dat voor de eviftie gecaveert word, voorts dat de kooppenningen op intereft onder den Kooper verbleiven, zo lange tot dat de conditie van het fideicommis ware geeindigt, /. etfi 9. C. de prad. min. atque ita Aétum binnen Leeuwaarden , den 23 July 1710. (Was getekend) P. POPTA. 0 3 XXVII.  ïio CONSULTATIEN en ADVYSEN, XXVII. ADVYS. Op het zelfde geval. Tan gerrits laat tot Erfgenaamen na dirk leen aarts J voor een derde part , maria willemsz voor een derde, part, en de drie Kinderen van engeltje willemsz voor de relteerende derde part, alle te faamen woonachtig in Holland. Deeze drie Kinderen van engeltje willemsz, bezwaart hy met fideicommis , in diervoegen , dat indien iemand van haar na hem Toilator, ongecrouwt voor zyn mondige jaaren, mogte komen te verfterven, deszelfs erfportie zoude komen te devolveeren op haare andere 'c zy Broeders of Zufters, en alle binnen de mondige jaaren ongetrouwt komende te verfterven , op de andere geinftitueerde Erfgenaamen. In de Erfeniffe worden bevonden eenige Landeryen in Fries-: land gelegen. Die de Erfgenaamen tot haar merkelyk nut zouden kunnen verkoopen. Doch alzo ten opzichte van de Kinderen van engeltje willemsz voor eerft obfteert het fideicommis, hier vooren gedagt, En ten anderen, dat zy alle nog in Vaders magt, en minderjaarig zyn. Zo is de vraage. Of de Voogden over de onmondige Kinderen van engeltje willemsz, met.confent van derzelver Vader, mitsgaders van de meerderjaarige mede Erfgenaamen , en alzo mede gefubftitueerde fideicommiffaire Erfgenaamen van de Kinderen voorfz., niet zouden bevoegt zyn, of ten minften kunnen verzoeken octroy van de Hearen Staaten van Friesland, om der minderjaarigen portie te gelyk met die van de meerderjaarigen en onbezwaarde parthyen publicquelyk te verkoopen, onder beding, dat de koopfchatvan der minderjaarigen portie van dienatuure zoude blyven, als de vafte goederen waren geweeft, te weeten hangen-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. in gende de verwagtinge van het fideicommis inalienabel, en tot meerdere zekerheid in obligatiën tot lafte van de Provintie gecon~ verteert , en tot dienft der geinterefleerden in goede cuftodie gefield, anderfins hoe zich in deezen beft te gedraagen? Hier op gevraagt het Advys, van my ondergefchreevene OldProcureur Generaal, der Provintie van Friesland, (onder correctie van beter gevoelen,) zo volgt; Dat in deeze twee poincten in confideratie komen r. Wat ipfo jure vry ftaat, 2. Wat men by forme van octroy zou kunnen obtineeren. Het eerfte aangaande, komen twee obftaculen voor 't fideicommis, en de minderjarigheid , liet fideicommis aangaande, a'zo hetzelve niet behelft een verbod van aliënatie , maar alleen een conditionele bezwaarnifle, indien iemand der Kinderen van engeltje, of zy alle voor haar mondige jaaren ongetrouwt vei fterven , zo is wel waar, dat de verkoopinge, hangende de conditie, vry ftaat. Doch dat de zaak daarom niet buiten zwaarigheid is, en daarom de Kooper reden heeft van niet te tellen, voor dat door genoegzaame Borgen voor de exiftentie van de cafus fiddcommiffi gefecureert is, /. uit. §. 3. Cod. comm. de leg. En of wel waar is, dat deeze zwaarigheid kan voorgekomen worden door de gefubftimeerde in de verkoopinge te doen confénteeren, l.ïi.C.de fideicomm. Zo gaat zulks echter niet aan in de minderjaarigen, die alhier de voorfte in de fubftitutie zyn. Als van wiens recht, nog haar Vader, nog haar Voogden , kunnen renuncieeren. Wat nu aangaat het poinót van minderjaarigheid, dien beneffens is 't jus civile by onze Ord. tit. niet alleen ikdrukkelyk aangenomen. Narnentlyk dat zulks niet als om dringende nood van fchulden kan worden geaccordeert , als te zien is Ord. lib. 1. tit. 13. §. 8. Maar word ook zulks zeer ftiptelyk by het Hof geobferveert, en geen verkoopingen, van minderjaarig goed, om profyts halven,  na CONSULTATIEN en ADVYSEN. ven, geaccordeert, gelyk te zien is by de Heer Huber in'pralell. ad tit. ff. de reb. eor. §. 4. êf 5» Welks aangaande de Vader geen meer magt beeft als een Voogd. Want of fchoon een Vader geen decreet nodig heeft, zo moet doch de caufa diretla daar zyn, en kan hy daarom de verkoopinge niet onderneemen als om drang van fchulden. L. 1. C. de bon. qua lib. in pot. conft. Wat nu vorders 't verzoeken van octroy belangt, of fchoon waar is, dat onder de kleine rechten van Oppermagt mede worden geteld, het recht van bezwaarde goederen van fideicommis te bevryden, en van der minderjaarigen goederen, zonder oorzaak in de Wet bekend te laaten veralieneeren. Als zynde Exemtie van de Wet, die in niemands magt is, als van de Wetgeever, die daar van in redelykheid vermag te dilpenfeersn. Gelyk zulks in Holland , en elders gebruikelyk is, Zo is 't echter dat de Staaten van Friesland, aan 't Hof de Civile en Crimineele Jultitie privative hebbende aanbevoolen, Ook alle zodanige kleine rechten van oppermagt, die naaft aan de 'rechtspleginge komen, of ook met en volgens dezelven worden gepleegt, aan 't Hof hebben gelaaten, Invoegen de Heeren Staaten , zo lang de Republiek geftaan beeft, nooit zich met zodanige zaaken , als in deezen gemeld zyn, hebben bemoeit, Waar van te zien is by den Heer Huber, H. R. 1. d. 1. b. 12. xap. §. 21. 6f 2. d. 1. b. 9. cap. §. 23. Weshalven het niet alleen veel moeiten zou koften , maar, myns oordeels, vruchteloos werk zyn, hier in verandering te maaken, En zoude daarom van fentiment zyn ,dat men een van tweën, of de zaake alflfcr, indien de gelegenheid van de boedel zulks toelaat , onderling by forme van fcheidinge , diervoege dat de Friefche vaftigheden, aan de meerderjaarigen wierden toegedeelt, en alzo ook op derzelver naamen verkogt. Of dat men zonder decreet, of octroy te verzoeken, de verkoopinge op de naamen van den gezamentlyke Erfgenaamen deer den voortgaan. Des  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 113 Des by de conditiën ftipuleerende, dat het derde paft der koopfchat, de minderjaarigen raakende, door den Kooper op de Provintie van Friesland op intereft zal worden befteld, en daar af de jaarlykfche intereffen aan de mindeijaarigen uitgekeert , doch de Obligatiën onder den Kooper tot zyn fecuriteit blyven tot dat een ieder van haar voljaarig zal zyn, en zyne koop hebben geapprobeert. Aldus geadvifeert binnen Leeuwaarden, den 20 December 1710. (Was getekend) beuker. XXVIII. ADVYS. Een langftleevende van twee Egtgenooten heeft het vermogen niet op de Legitime uit zyn nalatenfchap, door een der Kinderen te genieten, te imputeeren het gunt ftaande huwelyk aan een Kind ten echte of als uitzet is medegegeeven. Gezien by den ondergefchreevene Copie van den Teftamente door Wylen diewertje arentsz, laatft Weduwe van marten pietersz cromhout, binnen deezen Stad, op den 4 July 1679 ten overftaan van den Notaris jacobus hollerus en zekere getuigen gepaffeert. Mede daar benevens onderricht dat pietercromhout, Zoon van de gemelde marten pietersz en diewertje arendsz, in het leeven van beiden dezelven zyne Ouders zich ten huwelyk heeft begceven, en dat hy twee duizend guldens ten huwelyk heeft genooten gehad; en voorts gelet op de voorgeftelde vraagen. Dunkt (onder verbeteringe>) dat de voornoemde pieter cromhout, op de Legitime portie, waar in hy door zyn Moeder alleen is geinJSitueert, niet kan worden aangerekend, of geimputeert het voornoemde huwelyks goed van twee duf zend Guldens of eenig gedeelte van dien , maar dat ter con- II. deel. p tn.  H4 CONSULTATIEN en ADVYSEN. trarie hetzelve huwelyks goed in het geheel möet worden aangerekend op het Vaderlvke goed van hem pieter cromhout, en confequentelyft , dat hy cromhout, uit zyn Moeders nalatenfchap gerechtigt is te genieten het volle beloop van zyn Legitime portie, zonder daar op eenige afflag ot amputatie te admitteren. Omme redenen , dat alhoewel by de. uiterfte wille, hier vooren vermeld, het tegendeel van deezen refolutie expreffelyk en in klaare termen is ter nedergefteld , en geordonneert, des niet te min de gelegenheid en de natuure van zaaken in deezen zodanig is, dat onaangezien al zulke ordonnantie het contrarie van dien noodzaakelyk moet ob^eeren, ftaande ten dien fine te noteeren, dat gelyk een Kinds Legitime portie buiten alle disputen niet kan worden vermindert door imputaiie daar op, van het gunt na regten daar op niet aangerekend mag worden , alzo mede zeker en reiolut is moribus noftris, en volgens praétyeque van deeze Lande, dat de langftleevende van twee Echtgenooten niet in zyn of haar vermogen heeft op de Legitime, uit zyn of haar goed en nalatenfchap te genieten, te imputeren het gunt ftaande hun nuwelyJt aan een Kind ten echte is medegegeeven , maar dat zodanige medeeave moet worden gerekend onder het goed van den eerltoverledenen , het zy Man of Vrouw , want alhoewel de jure Romano het doteeren van Kinderen niet was van de phgt van een Moeder, maar alleen van de pligt van een Vader, l. ultim. cod. de dot. promijjion. I neque mater 14. cod. de jure dot. I. capite 19. Die. de rit. nupt. zo is echter by ons van dat regt afgegaan, en gerecedeert, niet alleen tot zo verre toe, dat een Moeder geobligeert is, zo wel ten huwelyk te geeven, als een Vader. Groeweweeen, ad ditl. I. neque mater, van Leeuwen, cenf. for. part. j. lib. 1. cap. 12. n. 8. & lib. 3. c. 13. n. 21. Maar dat ook altyd bet zy de Vader de langftleevende zoude mogen wezen , het zy de Moeder de medegave ten huwelyk word aangerekend en gcimputeertin die manieren als vooren is gezegt, naamlyk , op het goed van de eerftoverledenen, in diervoegen dat de langltleevende der Echtgenooten , zo wanneer hy komt te procederen tot fchiftinge en fchydinge met zyn of haar Kinderen, als ert-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 11$ gcnaamen van de eerftoverledene, als dan de medegave ten huvvelyk niet neemt, en houd voor zyn rekening; ofte ten zynen lade, het zy in het geheel volgens het Roomfche befchreven Recht, zo wanneer de Vader het langfte leefc, het zy voor de helfte, als de Moeder het langfte leeft, maar die in het geheel zodanig confidereert, en aanmerkt als of de Kinderen als erfgenaamen van de eerftoverledene ten tyde van de fchiftinge en fcheidinge, de medegave ten huwelyk in den boedel kwamen te vinden, en dezelven als dan eerft na hun te neemen , onder conditie, dat het beloop van dien zoude hebben te ftrekken in minderinge van hun airede gevalle erftenifle, en bygevolg mede onder conditie, dat even als de Kinderen de medegave ten huwelyk op de fchiftinge en de fcheidinge hebben aantemerken als een gedeelte van hun erftenifle, alzo ook de langftleevende daar tegens , omme met de Kinderen als Erfgenaamen van de eerftoverledenen gelyk te ftaan , zoude vermogen by aandeelinge voor een gedeelte van zyn goed even zo veel te genieten, als de huwelykfche medegaven heeft belopen gehad, wordende dit alles klaarlyk geftatueert by het 29 art. van de Politique Ordonnantie van den jaare 1580 , welke volgende dan ook niet te min klaar en evident is 't gunt in deezen is gerefolveert , te weeten , dat de gemelde pieter cromhout op de Legitime portie in zyn Moeders nalatenfchap niet kan worden geimputeert zyn huwelyksgoed; maar dat hetzelve goed moet worden geconfidereert als een gedeelte van zyn Vaderlyke middelen en erffenifle : zo hy ook op de fcheidinge en deelinge, tegens de Moeder en langftleevende te doen, die geheele twee duizend Guldens zoude hebben moeten inbrengen, en confereeren, als genoten Vaders zaliger goed, weshalven het dan ook geheeilyk op 's Vaders erffenifle geimputeert moet worden. De Politique Ordonnantie , . Pieter Bort, in 2yn 'TraÜaat van de Leenen, part. 3. cap. 5. n. 27. Daar by dan nog komt, dat de voorfchreeven difpofitie, begreepen in de a£te van den 19 December 1690, en geconfirmeert by de acte van den 12 September 1704, niet is eene fimpele difpofitie, die alleen voor eenmaal zyn effect: forteert; maar die fucceflive na het verfterven van den een, telkens weder plaats heeft ten behoeve van anderen, en alzo in infinitum, en dat alzo in deezen verfcheiden fubfiftutien en ongewoone conditiën worden gevonden, dewelke op, of door middel van een fimpel octroy , hier te Lande nooit zyn geadmiteert geweeft, maar altoos gehouden pro non fcriptis, en van onwaarde; tejie Neoftadio decade 2. feudorem obf. 8. adde Bort diUo tractatu , part. 5. cap. 5. ad verfuculum, oorloovende en confenterende &c. n. 4. 5. 6. 7. 8. 6? 17. Op het tweede poinót, dat de difpofitie van den 27 July 1696 per fe niet is beftendig, voor zo veel daar by van de Leengoederen is gedifponeert, en met naame dan ook voor zo veel daar by ten behoeve van Vrouwe catharina ornea is gedifponeert, wegens een derdepart van de inkomften van dien; als niet zynde verleden voor den Hove van Holland, zo als dit is juris publici en uitdrukkelyk gerequireert word by het voorfchreeven Placcaat van den 4 May 1655. en nadere Waarfchouwinge van den Hove van Holland van 23 January 166$. Maar voor zo veel de difpofitie van den 27 July 1669 by en met de nadere difpofitie voor den Ed. Hove van Holland, uitdrukkelyk mede mogt weezen geconfirmeert,dat dan haar Vrou- ' we ornea fchynt te zullen moeten volgen het een derde part van de vrachten en inkomften van de Leengoederen voorfchree. ven, alzo die niet gemeens is hebbende met de andere irreguliere difpofitien, et quod utile per imutile non vitietur. Op het derde poinct,dat gefupponeert zynde, dat de difpofitie van den 27 July 169(1 voor den Hove is geconfirmeert, de collatie van het Schoutsampt en Gaarderfchap , ats gevolgen van R 2 het  i32 CONSULTATIEN en ADVYSEN. het Leen of Seigneuriaal, dan al mede wel zal mogen en moeten beftaan, doch alleen voor een enkelde reize, en verders nog anders niet, om redenen by den Heere Bort, part. 5. cap- 5. ad verfuuliim , oorlovende en consenteerende, in 't breede bygeDragc, en hier vooren mede aangehaalt. Op het vierde poinól, gefupponeert zynde , dat by de naeiere difpofitie, begreepen in de acte van den 12 September 1704 , niet uitdrukkelyk mede is geconfirmeert geworden, dat dan ook de inftitutie daar by gedaan, in cas van contraventie, geen ef1 eft zal kunnen of mogen hebben, propter defetïum folemnitatis, om dat die difpofitie van den 12 September 1704 alleen is gepaffeert voor Notaris en getuigen, daar denzelven voor den Hove, ten refpecte van Leengoederen zoude moeten weezen verleden, zo als vooren is geremarqueert, (zelvs al eens aan een. ^yde gefield zynde, dat zodanige poenale claufule of fubftitutie anderfins na Regten en Practique zoude mogen beftaan,) als nogthans hier vooren by het gerelblveerde op de derde vraage ter contrarie is aangetoond geworden. Behaiven dat nog veele Regtsgeleerden van die opinie zyn, dat zodanige indifinite difpofitien, zonder van het Leengoed uitdrukkelyk te melden, (als in deezen) dan ook tot geen Leengoed applicabel zoude zyn. Per ea qua tradit. Lambertus Gom, advers traft. 1. cap. 1. n. 36. doch het welk by anderen echter, en zonderling by Bort, in zyn Tracïaat van de Leenen, pag. 113. & pag. 165. wordende gecontroverteert, het genoeg zal zyn, dat men zig peremtoirlyk van het voorfz. defect van de folemniceiten en verdere difpofitien van regten komen te bedienen. Op het vyfde poinct, dat de nadere difpofitie voor den Hove van Holland wel degelyk te kennen geeft, dat de Teftateur moet geweeten of getwyfelt hebben aan en van het defect van folemniteit in en omtrent zyne voorgaande difpofitien, ten relpecte van het feudaal begaan , zo als die defecten hier vooren ook zyn aangeweezen; en dat daerom mede alle de voorige difpofitien, voor zo veel die op het feudaal applicabel zoude mogen zyn , ook van geen effecte kunnen weezen, by en voor zo verre die niet  CONSULTATIEN en ADVYSEN. I33 niet uitdrukklyk by dezelve difpofitien voor den Move verleden op nieuw zyn gerepeteert en beveiligt geworden. ' Op het zesde poincT:, dat by het voorfchreeven Placcaat van den jaare 1655 » en de Waarfchouwinge van den jaare 16.95, het verlei van de difpofitien, ten refpecte van Leengoederen\ voor de Roomfch CathoJyken heeft geafte&eert en gebonden gehad aan den Hove van Holland, met die byvoeginge, op dat niet anders als met kenniffe van zaaken en om goede redenen den Leenvolger zoude mogen worden gefecludeert ,• maar dat men echter dan- by n°iet vond, dat die redenen by de difpofitie zelvs zoude weezen uitgedrukt. Dienende eindelyk op het zevende poinct, dat onaangezien het verlei voor den!Hove, de Erfgenaamen ab inteftato hun belang echter tegen het gedifponeerde zelvs zullen vermogen te zeggen en in te brengen, in maniere als hier vooren is aangetoond geworden; vide Mevius ad jus Lubec. lib. 1. tit. 51. art. 7. n. 125. et Wezel de paCt. dotal tra£t. 2. cap. 1. n. 118. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 5 July 1706. (Was getekend) A. van den ende. R 3 XXXII.  ,34 CONSULTATIEN en ADVYSEN. XXXII. ADVYS. Huwelyken, die niet zyn gecelebreert na do order by de Wetten van den Lande voorgefchreeven, zyn nul en van geener waarde, niettegenftaande de perfoonen zig elders heen mogte begeeren en aldaar zig lieten trouwen. En een Kind, uit zodanig prestens huwelyk gehoor en, is onwettig. casus positie. AZoon van B. en C., echtelieden , en woonachtig in een . ftad van Holland, vertrekt uit verlegenheid voor zyne Crediteuren buiten dezelve Provintie, en arriveert den 20 October 1703 te Cleef, met en neffens D., zynde een vrouwspersoon , die met hem in den Haag te faamen hadde gewoont. En vervolgens van daar vertrokken zynde, in meeninge om zig al verder te retireeren, komt daar op ook en paffant in de ftad Wezel; doch na verblyf van eenige dagen in dezelve Stad vertrekt A. mede van daar,.en laat zig, totOffenberg gekomen zynde, aldaar ook op den 9 November des voorfz. jaars 1703, aanftonds pretenfelyk trouwen met de voorfz. vrouwsperfoone, die met hem uit den Haag geretineerd en gevlugt was. Door middel, zo voorgegeeven word, van een Veldprediker of Paftoor van een Regiment in dienft zynde van zyn Koninglyke Majefteit van Pruiflen. Zonder dat 'er eenige huwelyks proclamatien, of ter plaatie daar A. en D. in Holland laaft gewoond hadden, en waar van zy te faamen, ter zaake. voorfchreeven, waren geretireert, of el. ders, vooraf zyn gegaan. En zonder dat ook iemand anders, als alleen de voorfchreeve Veldprediker, daar van kenniffe zoude hebben, of getuigemffe k-omen te geeven. A komt ook kort na die pretenfe trouwe weder te Wezel, houdende aldaar zyn verblyf, met die zyne gepretendeerde Huisvrouwe, dewelke geduurende dit verblyf, zo 't fchynt van A.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 135 bezwangert zynde geworden, op den .... December 1704 van de Kinde is verloft. A. preefenteert dit Kind te Wezel ten doope als Vader van het zelve. Doch komt hy A. eenige korte tyd daar na en zelvs al in den maand des jaars 1705 te Wezel te overlyden, nalaa- tcnde zyn gepretendeerde Huisvrouwe en het voorfchreeven Kind. Waarom word gevraagt. Of het voorfchreeven Kind voor een legitim of wettig Kind zal moeten worden geconfidereert ? Zo neen' of dan de portie van A., in zekere goederen van zyne Vrouwe Moeder, zo by verfterf zonder wettige descendenten , op de Broeders en Zufters van A., of derzelver nazaaten moeften komen, het zelvde verband fubjecl zal moeten zyn ? Gezien by de ondergefchreevene de voorenftaande Cafus pofitie, en gelet op de vraage daar uit voorgefteld. Dunkt (onder verbet eringe,) dat het voorfz. Kind van A. niet 'zal worden geconfidereert voor en als een legitim of wettig Kind. *'' Als zynde refolut en notoir, dat de geene, die zig ten huwelyken ftaat willen begeeven, alvooren gehouden zyn drie Zondachfche of Marktdachfche geboden te laaten gaan , ten einde een iegclyk, die eenige letfelen of hinderniflen, 't zy van bloede, zwagerfchap, of voorgaande beloften, waar door het huwelyk "geen voortgang zoude behooren te hebben, mogte willen voor"wenden, het zoude mogen doen, en dat ook de huwelyken, die niet in de maniere voorfz. zyn gecontraheert en gecelebereert, zyn nul en van onwaarde, en gantfeh en al niet mogen beftaan, naar uitwyze van het 4. ê? 13. art. van de Politique Ordonnantie in de Provintie van Holland, voor eeuwig Edi£t in den jaare 1508 gedaan emanesren, en de Pracfique daar op gevolgt, volgens de getuigeniffe van de Heere Coren conf. 26. n. 56. éfc. Brouwer de jure conubiorum. lib. t. cap. 2. n. 14. 6? Ub. 2. cap. 24. n. 94. Vinnius ad. §. 12. n. 13. inftit. de nuptiis. éf J. Voet ad. tit. ff. de retu nuptiarum, n. 3.6? 4- juntt n. 89. et ibidem allegati. Zonder dat hier jegens doet , dat dit huwelyk niet in de Provintie van Holland, maarte Olfenberg zou weezen gecelebreert en voltrokken, en dat na alle apparentie ook aan de folemnitei- ten.  ,.36 CONSULTATIEN en ADVYSEN. ren van die plaatfe ten dien reipecte zoude zyn voldaan; dewyl toe oplosfinge van dien peremtoir is, dat de voorfchreeven difpofitie van de Politique Ordonnantie niet alleen ziet op huwelyken, die hier te Lande zouden worden gecelebreert; maar ook wel uitdrukkelyk difponeert over de perfoonen hier te Lande refideeende: zo dat het dan niet in het vermogen is geweeft vanA. en D., die beiden in de Provintie van Holland haar domicilie en woonplaatfe hadden, zig in fraude van de Wet, elders te tranfporteeren, en in huwelyk quafi, aldaar te vergaderen; immers niet op een tyd als A. in fuga was, en het vervolg van zyne Crediteuren alleen kwam te ontwyken, zonder nog elders anders weder een fix en vaft domicilie gekozen te hebben, (als in deezen) dewyl het originaire of het voorige domicilie , na Regten en Prac tique verftaan word te blyven zo lange op een ordentelyke wyze geen ander en nieuw domicilie met 'er daad geconftitueert is , en daar van dan ook ten genoegen word bewezen; per ea quee habent, Zangerus de exeptionibus part. 2. cap. 1. n. 9. et Menochius lib. ó. prctfumt. 42. n. 12. Zo dat dan daarom in vagabundis etfugitivis allenthalven verftaan word derzelver domicilie nog gecontinueert te zyn, en hunne zaaken zodanig opgenoomen en gereguleert worden , zo ten refpecte van het judicieel, als van het extra judicieel, als of zodanige vagebonderende en fugitive perfoonen nog gebleven waren geweeft ter plaatfe van waar zy versrokken zyn. Vide Hartman Piftoris obf. 55. 72, 4. & 12. Carpzovium lib. 2. refponf. 25. per tot. éf Gail. I. obf. 1. n. 33. Invoegen dan verltaande dat het voorfchreeven prastenfe huwelyk voor geen huwelyk geconfidereert kan worden , en dat mitsdien ook het Kind, zo A. en D. met en aan den anderen mogen hebben verwekt en geteeld gehad, mede niet is legitim of wettig: juxta §. 12. Inftit. de nuptiis. Zo volgt daar uit dan ook de refolutie op het tweede lid van de voorgeftelde vraage , te weeten, dat zodanig illigitim of onwettig Kind niet kan beletten het regt, zo de Broeders en Zufters van A gebooren, en opgekomen is uit de difpofitie van haare Moeder C, ter confidcratie dat het zelve regt niet anders heeft kunnen of mogen worden gefield buiten effect, als door de geboorte en het tuffchenkomen van  CONSULTATIEN en ADVYSEN. i37 van een legitim of wettig Kind, zo als de text van de difpofitie voorfchreeven zulks uitdrukkelyk vereifche, en na Regten en P'-aóhque zodanig ook anders word gerequ.reert. Vide Anth. Matthcum difp, 10. de fuccesf. §. 12. D. Falden. ad tit. C. de inftit. et fubfttt. in fine, Bruneman ad, l. 17. n. 2. c? 3. ad fenatusconfultum Trebell. Groenewegen ad d. I. 17. & novijfime J. Voet ad eundem tit. n. 13. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 30 Juny 1705. (Was getekend) a. van den ende. XXXIII. A D V Y S. Scheepen en Scheepsportiën ter huwlyk aangebragt, en ftaande huwlyk veroudert, verhoren of verfleeten , komen tot lafte in de gemeenfchap van winft en verlies, en de nieuw aangebouwde en aangekogte tot voordeel van dezelve gemeenfchap. casus positie. AWeduwnaar, veele en verfcheide voorkinderen hebben• de, trouwt met B., jonge Dochter, na dat A. alvoorens hadde gemaakt een pertinente ftaat zyner goederen, door B. ondertekend , beftaande in Huizen, Schuwen, Pakhuizen, Scheepen en Scheepsportiën, (zynde Haringbuizen of Hoekers,) Obligatien, Lyfrenten, AÜien en Crediten, en verdere meubilaire goederen, zo als waren toebehoor-ende aan A voor en op het aangaan van zyn tweede huwelyk met B., in welke inventaris de Huizen, Schuuren en Pakhuizen, en verdere goederen niet zyn geëftimeert of °etaxeert, maar in welke alle de voorfchreeve Scheepen enScheepsportiën niet alleen pertinentelyk ftaan gefpecificeert, maar ook ge waardeert op zekere fomme, aldaar uit getrokken. Voorts heeft A. met B. het voorfz tweede huwelyk aangegaan, op voorgaande huwelykfche voorwaarden , by dewelken II. deel. S de  I38 CONSULTATIEN en ADVYSEN. de gemeenfchap van goederen is gefecludeert; maar in het reeuarde van winft en verlies ftaande huwelyk te vallen, heelt R aan haar gereferveert de keur en optie om ten allen tyde op het fcheiden van hét huwelyk in dezelve te pamcipeeren, ofte niet, en in cas A. voor B zou komen te fterven, B. uit de boedel van A zoude trekken en genieten een-kindsgedeelte. A. eerft overleden zynde, heeft B. gedeclareert te willen participeeren in de gemeenfchap van winft en verlies, en fuftineert, dat alle de Scheepen en Scheepsportiën op de voorfz, inventaris nebraat, die genoomen, vergaan, afgevaaren, verflceten en veroudert zyn , zouden moeten worden gerekent niet na de waarde, op welken die op den voorfchreeven inventaris zyn getaxeert; maar zodanig als die op het affterven van A. in wezen en in waarde zyn geweeft; en dat de mindering van dien zoude moeten komen tot lafte van den boedel van A., terwyl zy B. alle de Scheepen en Scheepsportiën van gelyke conditie en natuut , die ftaande huwelyk in plaatfe van de oude en vermifte aangebouwt, en gekogt zyn , en niet minder, maar eer meerder bedraagen, als die A. ten huwelyk heeft aangebragt, onder de winften wil gerekend hebben. Qiiceritur. Of B in de voorfchreeve haare fuftenue wel gefundeert en gerechtigt is, en of niet in tegendeel de vermindering en fchaade die ftaande huwlyk aan de voorfz, door A. aangebragte Scheepen en Scheepsportiën is toegekomen, niet moet gebragt worden tot lafte van de gemeenfchap van winft en V*rhe*?_ to als ook de nieuw aangebouwde en aangekogte Scheepen en Scheepsportiën moeten komen in de gemeenfchap van de * Dunkt (onder corredie,) dat de vermindering of fchaede, die ftaande huwelyk is toegekomen aan de Scheepen en Scheepsportiën bv A. Ifiimatce ten huwelyk aangebragt , moeten komen Lt lafte van de gemeenfchap van winft en verlies , zo wel als de Scheepen en Scheepsportiën, ftaande huwelyk door A. aange-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 139 bouwt en aangekogt, moeten komen tot voordeel van dezelve gemeenfchap. Want of wel veele en voornaame Regtsgeleerden in theji van gevoelen zyn, dat goederen ten huwelyk aangebragt, en onder dezelven ook Scheepen en .-icheepsportien, ftaande huwelyk in weezen, of in waarde vernietigt of vermindert zynde , zoude ' moeten komen tot lafte van die geenen, die dezelven ten huwelyk hebben aangebragt, op fundament van de generaale regul in Regten; quod res Ptreat fuo Domino, fchoon dezelve goederen teftimatce tot onderftand van het huwelyk zouden zyn geconfereert, volgens het gevoelen van Voet ad ff. ad tit. de ufufruüu n. 25. et ad. tit. D. de paEtis dotalibus n. 49. Coren conf. 18. èf obf. 7» Wefel tra£t. 2- cap. 3. de damni inter conjuges communione «.15. 16. Hollandfche Confultat. 1. deel. t. conf zo fchynen echter veele andere en voornaamje-Regtsgeleerden van contrarie fentiment te •zyn. de Groot, Inleid. 2. boek, 12. deel, num. 14. Groenewegen in not. ibid Neoftad. de patiis antenupt. obf. 20. Hollandfche Confult. 2. deel, conf. 170. Gelyk by het Hof van Vriesland in 't reguarde van de Veenlanden is verftaan , dat die het ufufru£t van die Veenlanden heeft, het geld van de turf provenierende, wel ontfangt,om de interes» fen daar van geduurende den lyftocht te profiteeren; maar dat het Capitaal finito ufufrutiu moet worden gereftitueert; tejle Sande lib. 5. tit. 3. def. 2. in fine, en dat tot de vergoeding van de vermindering , die aan de Veenlanden , door het veenen , ftaande huwelyk is toegekomen; maar de zaake in theji gelaaten wordende in haar geheel; zo zouden de ondergefchreevene in hac hypothefi, (onder reverentie,) van opinie zyn, dat de ftaande huwelyk verlooren, verfleeten en verouderde Scheepen en Scheepsportiën, zouden komen tot lafte van de gemeenfchap van winft en verlies, en de nieuw aangebouwde, gekogte, tot voordeel; en dat om de twee volgende redenen. Eerftelyk, om dat niet fimpelyk in Cafu word gepofeert, dat alle de voorfchreevene Scheepen en Scheepsportiën op de gemelde inventaris, gemaakt op het aangaan van het voorfchreevene huwelyk tuflchen A. en B., zyn gefpecificeert, en op zekere S 2 fom-  i4o CONSULTATIEN en ADVYSEN. fomme gewaardeert; maar dat ook alleen de gemelde Scheepen eri Scheepsportiën, op de voorfchreeve inventaris zyn gewaardeert, en met de Huizen , Schuuren en Pakhuizen, en meubilaire goederen , maar dat ter contrarie de laatfte van die aldaar imftimata zyn gebragt, en dat dienvolgende daar uit moet worden gepraefumeert, dat de voorfchreeve Scheepen en Scheepsportiën, op de voorfchreeve inventaris, door A. zo particulierlyk en alleen zyn gefpecificeert en gewaardeert, niet om daar uit te kunnenweeten de begrootinge van het aangebragte goed van A., dewyl eocafu, de Huizen, Schuuren, Pakhuizen en meubelen, mede gewaardeert moeften geweeft zyn,maar om by fcheidmg van het huwelyk altoos te kunnen betoonen, hoe veel de Scheepen en Scheepsportiën ten tyde van het aangaan van het voorfz. huwelyk waardig zvn geweeft, ten einde om de uitrekening en uitkering van winft en verlies dien conform in i tyd en en wylen te kunnen doen. Welk einde of intentie in deeze des te meer te prsfumeeren en vaft te ftellen is , om dat buiten dien geen andere caufa finalis, feu motiva te vinden is. Waarom ten reguarde van de voorfchreeve Scheepen en Scheepsportiën, alleen de voorfz. teftiniatie zouden zyn gefchied, en niet van de andere goederen; leerende pree citatus van Wafel, ditïo cap. 3. n 20. 21. dat ingezien moet worden met wat intentie en tot wat einde de eeftimatie gefchied is. Et quod hoe vel fanili cafu, eeftimatio rei dotalis pro quafi venditione habeatur, arg. I. quoties 5. ét l. cum dotum 10. cod. de jure dotium. En het welke dan nog te meer in nofira fpecie moet procederen, om dat die Scheepen van die fpeciale conftitutie en deftinatie zyn, dat die worden geconfumeert en verteerd, ad lucrum pro communi farciendum, en overzulks dat de voorfchreeve fchade en verminderinge dan ook waarlyk ex caufa iftius focietatis, lucri et damni is veroorzaakt, en vervolgens te faamen moet worden gedraagen by de gemeenfchap. Arg. I. 12. ff. pro focio. Ten anderen, om dat in Cafu ook gepofeert word, dat by het overlyden van A. niet alleen bevonden is dat er eenige Scheepen en Scheepsportiën ftaande huwelyk zyn genomen, vergaan, afgevaaren en veroudert; maar ook dat 'er verfcheiden ,  CONSULTATIEN en ADVYSEN. ï4f én niet minder, maar eer meerder getal Scheepen en Scheepsportiën , ftaartde huwelyk op nieuw zyn aangebouwt en aangekogt. Zynde een nocoire en bekende zaake, dat de geene, die hen met de Vis- en Baringvangft generen, gewoon zyn van de winfte, uit de oude Scheepen en Scheepsportiën, nieuwe Scheepen en Scheepsportiën aan te bouwen en aan te koopen , om door dat middel in de Rederyen te kunnen continueeren. Zo dac het een groote onredelykheid en ongereimdheid zoude zyn, in de huwelyks gemeenfchap van winft en verlies, dat B, de vermindering en fchade, die door het verlies en flytage van de oude Scheepen en Scheepsportiën, van A., ftaande huwelyk tot het doen van grooter conqueften zoude zyn veroorzaakt , particulierlyk zoude willen brengen tot lafte van den boedel van A., en dat zy de Scheepen en Scheepsportiën, die ftaande huwelyk uic de winften van de verlooren en verouderde Scheepen van A. zyn aangekogt en aangebouwt, zoude willen brengen in de gemeenfchap van de winft, welke disproportie met de gelykmaatige gronden van de gemeenfchap van winft en verlies niet kan overeenkomen; want indien A. zyn Scheepen niet hadden doen vaaren en vilfchen ten tyde van den oorlog, om daar mede meerder conqueften voor de gemeenfchap te doen, zo zouden dezelve Scheepen dat gevaar van verlies zo zeer niet onderworpen geweeft zyn: gelyk A. eo cafu, ook geene nieuwe Scheepen en Scheepsportiën zoude hebben aangekogt en aangebouwt. Zo dat de voorfz. fchade en winften, ter zaake van de voorfchreeve huwelykfche gemeenfchap gevallen , en gedaan zynde , het eene zó wel als het andere in dezelve gemeenfchap moet komen, we res aliter incidat in fpeciem focietatis leonina. Alle het welk nog te meer plaats fchynt te hebben in het geval van een tweede huwelyk, tuffchen A. met Voorkinderen , en B,, in het welk B. niet alleen heeft bedongen een kindsgedeelte, maar ook de keure en optie om te participeren in de gemeenfchap van winfte en verlies, terwyl volgens de Roomfche en Hedendaagfche Regten, de tweede huwelyken niet favorabel , maar odieus zyn, ten opzigte van de Kinderen van het eerfte huwelyk, om dienaangaande geen extentatie te maaken, - S 3 tot  I42 CONSULTATIEN en ADVYSEN. tot voordeel van de langftleevende, en tot nadeel van dezelve Voorkinderen. Aldus geadvifeert in 's Gravenhaage, den 21 Juny 1706. (Was getekend) j. surendonk, m. de hertoghe, a. breur, p. e m o n d s. Gezien by de ondergefchreevene de voorenftaande Cafus pofitie, en het Ad vis daar op by de Heeren breur, de hertoghe, emonds en surendonk, in den Haage gegeeven. Dunkt (onder correctie,) by opgeroeide Heeren Confulenten wel, en den Regten conform geadvifeert te zyn, waarom de ondergefchreevene zig met dezelven dan ook zyn confirmeerende by deezen. Aldus geadvifeert in Amfterdam , den 22 Juny 1706. (Was getekend) joan van hartoghvelt, a. van den endb, p. verrein. XXXIV. ADVYS. Executeurs en Adminiftrateurs van fideicommiffaire goederen kunnen gerufielyk de penningen uitzetten of aanleggen in of aan Obligatiën ten lafte van het Comptoir van den Ontfanger Generaal van deeze Vereenigde Nederlanden in 's Haage. Gezien by de ondergefchreevene Copye authenticq, van het Teftament van Wylen anthonie daams, voor gerrit van der groe, Notaris alhier en getuigen gepaffeert den 24 Maart 1705. mitsgaders Copie authenticq van eene nadere verklaaringe van denzelven anthonie daams, onder de  CONSULTATIEN en ADVYSEN. i43 de hand gedaan en getekend den 28 van dezelven maand Maart. En daar op gevraagt. Of de Executeurs van den Teftamente van hem anthonie Daams, en de Adminiftrateurs van de fideicommiffaire goederen van Vrouwe gerritje daams, Huisvrouwe van den Heer Burgemcefter herman borgerink, de gerede penningen haar E. by fcheidinge des boedels aanbedeelt, ter requifitie van den Heere en Vrouwe borgerink, met geruftheid zullen kunnen, en mogen uitzetten of aanleggen in, of aan Obligatiën , ten lafte van het Comptoir van den Ontfanger Generaal van deeze Vereenigde Nederlanden, in den Haage? Dunkt (onder correctie,) dat de Executeurs en de Adminiftrateurs van de fideicommiffaire goederen voorfz., ter requifitie als vooren, met alle geruftheid, de gerede penningen van de Erfportie van de Huisvrouwe van de Heer Burgemeefter borgerink zullen kunnen , en mogen uitzetten en aanleggen in of aan de Obligatiën ten lafte van het Comptoir van den Ontfanger Generaal van de Geünieerde Provinciën, in'den Haage. Want of wel de' Staaten van Holland en Weftvriesland alleen zyn de wettige en hooge Overigheid van en over deeze Provintie, en de ingezetenen van dien, en dat dan ook by of in de Obligatiën , ten lafte van het voorfchreeve Comptoir van de Geünieerde Provintiën , alleen zyn of worden verbonden de middelen van de Generaliteit, of van het gemeene Bondgenoodfchap; zo dat daarom ook al van ouds by de refpe&ive Provintiën , en met naame by de Provintie van Holland enz. is gefuftineert geworden, dat de fchulden van de Generaliteit de refpective Provintiën niet zoude concerneren; als te zien is by den Heere Hugo de Groot cap, 11. na het aanneemen der wapenen, in zyn Apologie lib. 1. Hijloriarum de rebus Belgicis. Dat nogthans aan de eene zyde het voorfchreeve Comptoir van de Generaliteit, zo wel by de inwoonders, als by de buitengezetenen van deeze Provintie van Holland, altoos is geconfidereert geweeft, en nog geconfidereert word voor een Comptoir van crediet, en aan het welken dan al voortyds mede zyn, en nog  i4* CONSULTATIEN en ADVYSEN. nog jegenswoordig dagelyks worden op intereft gegeeven en gelaaten, en ook anderfints vertrouwt confiderabele en immenfe fommen van penningen, tot zo verre ook toe, dat zelvs geduu. rende de jegenswoordige oorlog, de oude Obligatiën, ten lafte van de Generaliteit, meer gezogt, en zelvs ook tot hooger pryfen verkogt zyn, en worden, dan de oude Obligatiën, die ten lafte van des gemeene Lands Comptoiren van Holland, (buiten dat van of over het quartier van Amfterdam,) particulierlyk zyn verleend geworden ; ja dat zelvs de Heeren Staaten Generaal, niet alleen ten opzigte van de ingezetenen, geboorende onder het reflbrt van de Generaliteit, maar dat ook de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland, ten opzigte van hunne eigene of Hollandfche onderdaanen, de Obligatiën geconftitueert, of fpreekende ten lafte van de Generaliteit, hebben gerangeert onder het getal van de reëelfte en befte Effecten van den Lande, en zulks dezelven in dien deele gelyk gefteld met vafte en onroerende goederen, en zelvs ook met Obligatiën houdende op de Provintie van Holland en Weftvriesland in het gemeen, en op de befte publyke Comptoiren van dien, wanneer namelyk dezelve Generaliteits Obligatiën by de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland, op een eenpaarige voet en zonder onderfcheid, wegens het regt van de Collaterale fuccesfie enz., met den 20 penning , en met viermaal de 200 penning tot verval van de koften des oorlogs, zyn gechargeert geworden, en wanneer by haar Hoog Mog. zulks ook den 20 penning ten reguarde van de voorfchreeve Obligatiën is nagevolgt in en op ieder fuccesfie in adfcendenti et collaterali linea enz. En dat aan de andere zyde, voor een Executeur en Admini» ftrateur genoeg is, dat hy in het aanleggen en uitzetten van de penningen , -onder zyn bewind behoorende , zig zeiven komt te gedraagen zodanig als een ordentelyk Huisvader of bonus pater familias zelvs zou kunnen of gewoon is te doen, al is het fchoon dat na de fcrupruleufte en uiterfte bekommerlykheid, nog wel meerder pra?cau ie en zekerheid hadde kunnen genomen zyn geweeft. Quippc cum generatim omnes mandatarii et adminiftratoresy ex communi dottorum fententia non ad exaUisfimam diligentiam aut de fe-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. J4S levisfima, fed de levi duntaxat aüpa teneantur, ita ut fuIHciat eam dikgennvn abipfis adhibitam efi, qua bonus PaL^müiSstZ bus mhberefolnusfit, per l. 13, C. mandati, et pr ca aj hahZ tisnonjv cogmdus debiiorcs, cunfquibus contraxit,prcefiare toni pore (jeddendommrationum) idoneos effe; fed eo tempee (duntaxat quo lus creditum eft ejus fuiffe conditionis, ut deliglns PaZfamï hashis crettiturus fuerit per textum. Lm. f. d&\ondit & jjgL Jirat. quin et quod plerumque idoneinon tam patrimonia quam fide affi uUafitaftmatio. I. ,3. ff. de re judicata; unde et idem Cafirenfis ad diü leg xi i. decond. & dem, et per illum textum notat qv.odlal pertas dibitorum Juperveniens non imputetur geflo, niü tcmfior> au. contraxit. fecit; (NB.) ut deligens Pater faUas) 11i q7nota nam legempro tularibus (JN'B ) atiis ^mm^mmibu^q^£ tur rationes reddere-; quod fi depofnerint pecuniis domini penes m ca'- (°m demonfirat. pro tutoribus (m.}(f ais adminifiratofibu Tol ook m terminis ** toe is leggende /. 7. arUtrium tutela ? ubi Imperatcres Diocletianus &> Maximinianus refcripferunt auicvZ tutorisvelcuratoris, dolo rel lata culpa, autlevi^re! ^ rvnt, rel cum poffent, non acquifierint-hoe in ^uteL^ZS^ gefiorum utile judicium ren.n, quod (f Sande.rer. Frif. S/föS ii." dÏS' p nhm fert;  r4d. Ut. Zynde de meerdere voorzorge, die hier te Lande, ten reguarde van minderjaarigen, mogten fchynen te worden gcrequireert, gantlch cn al niet applicabel op het cas fubjeft Eerftelyk, om dat namelyk de Weeskamer in deeze uitdrukkelyk is gefecludeert, tn dat die gerequireerde meerdere voorzorge cnkeiyk en alleen zoude moeten worden gefundeert op de refpeaive ordonnantie en inftruélïe van de particuliere Weeskamers, waar onder de Voogden met hunne Pupillen komen te forteeren, zo als dit uit zig zeiven klaar en ook op de prppolitie van de Heeren Weesmeefteren van deeze Stad in ipjisjimis. nollris terminis op den 21 September 1640 geadvifeert is by Johan de Witte. C van B avelaar , P. Cloek, W. Cats en D Mofiert. Ten anderen, om dat ook in deeze geene voogdye over de minderjaarigen en hunne goederen aan de Executeurs en Adminiftrateurs is gedefereert, nemaar dat de Executeurs en Adminiftrateurs voornoemd alleen is aanbevolen de regeennge van, fideicommiffaire of verbondene goederen , van de Huisvrouwe van den Heer Burgemeefter borgerink, die alleen met een fideicommis conditioneel, na haar affterven, ten behoeve van haare Kinderen en Kindskinderen, by reprafentatie is befwaart,. zulks dat dan inmiddels het zelve fideicommiffaire goed in haare naame, en ook als het haare word bezeten en geregcert. rer textus in l. uit. §.pen. C. commun. de legat. et fideicomm. & L 205. de Reeulis juris, adde Peregrinum de fideicommis fis. art.^33. n. 29. art 39. n. 3. & art. 40. n. 3- fif 6. en dat ook dit fideicommis en die adminiftratie by den Teftateur niet is geordonneert geworden ten voordeele of tot geruftheid van die gefubftitueerde Kinderen en Kindskinderen, maar van de Huisvrouwe van de Heere borgerink zelvs, zo als de Teftateur by de yoorTchreeve acte van den 28 Maart 1705 onder de hand wel uitdrukkelyk heeft verklaart gehad, wanneer hy namelyk daar by  CONSULTATIEN en ADVYSEN. H7 komt ter neder te ftellen, dat hy met de Heer Burgemeefter bor. gerink altoos in een gewenschte vriendfchap had geleeft, en dat hy overzulks ook het goed op zyne Kinderen, om geen andere reden (hadde) vaftgemaakt, als om dat hy bevreesd was dat hetzelve anders aanfpraakeJyk zoude weezen voor eenige g^duch. te agterftallen van zyn rentmeefterfchappen van Deventer en Uldenzeel, en dat hy Teftateur zulks niet gaarne zoude zien, en dat hy daarom, (dat is om de Huisvrouwe van den Heer borgerink daar jegens dan te dekken en te bewaaren, den inhoud van zyn Teftament dienaangaande alleen) was confirmeerende. Zo dat de Executeurs en Adminiftrateurs dan alleen tot meerder geruftheid van haar Vrouwe borgerink aangefteld zynde, en haar in allen geval ook alleen reprsfenteerende, dan ook zelvs uit dien hoofde niet verder verbonden zoude kunnen zyn dan zy Vrouwe borgerink zelvs, ten behoeve van haare gelubititueerde erfgenaamen verbonden zouden weezen, en gevolg, lyk niet verders of anders dan de culpa levi, of anders daar vooren alleen , dat zy zodanige fouten mogte hebben begaan , als een tonus Pater familias, nooit zoude komen te committeeren in zyne eigene affaires, als waar toe een fiduciaire erfgenaam alleen na Regten en Praób'que is gehouden, per l. 108. §. 12. ff. de legat. 1. ubi juris confultus Africanus refpondet-; cum enz. Behalven, dat als men zelvs in deezen al niet verfeerde in eene admi. iftratie raakende meerderjaarigen ; en dit nog buiten de Weeskamer; maar dat alhier zoude moeten gevigileert worden voor minderjaarigen, en wel zodanig, als of de ordonnantie van de Weeskamer ten deeze zoude hebben zyne applicatie; men als nog dan ook in dien deelen, met de aankoop of aanleg, in of aan de Obligatiën ten lafte van de Generaliteit zoude mogen volltaan, ter oorzaake dat dezelve Obligatiën, by de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland, ten opzigte van derzelver realiteit en deugd, niet alleen worden gea?quipareert en in gelyke graade gefteld met de vafte en de onroerende goederen &c. als boven; maar ook nog, om dat by veele Regtsaeleerden Obligatiën geconftitueert op zekere lichaamen , (als de Unie van de Provintiën, waar van alles in ons Land is denenT a Fde.  148 CONSULTATIEN en ADVYSEN. derende 0 voor va^e en onroerende goederen word gehouden, en dat ook in allen gevallen voor die voldoeninge van die Generaliteits Obligatiën, verbonden zyn de middelen van de Unie en het algemeen Bondgenoodfchap , ftaande ter -directie van het Comptoir Generaal in den Haage. En dat alzo daar door is geacquireert een volkomen hypotheecq op en van alle die middelen, ut pluribus docet. A. van Wezel ad art. n. n. 16. in n. Nov. conftit. ultraj. Als hoedanigen hypotheecq alleen dan ook na de uiterfte rigeur genoegzaam, zoude zyn ter voldoeninge van de ordre van de Weeskamer, zelvs ten reguarde van mind-'rjaarigen. Immers na dat Weesmeefteren en hunne gefubordineerde Voogden, by-de Heeren Burgemeefteren, met goedvinden van de Heeren Schepenen van deeze Stad, op den t November 1679, zyn gedifpenfeert geworden van boven de ftipulatie van hypotheecq , nog borgen voor de ligtinge der penningen van minderjaarigen, ter Weesboek ftaande, pra?cife te vorderen, zo anders by het 41. art. van de Ordonnantie van de Weeskamer was gerequireert geweeft. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 26 Auguftus 1706. (Was getekend) a. van den ende. XXXV. ADVYS. Succesjie ab inteftato van die geenen die in dienft van de Ooftindifche Compagnie overlyden.' Word gevraagt. /^\f de goederen, penningen en effecten,. V^J van die geenen deweiken in dienft van de Ooftindifche Compagnie deezer Vereenigde Nederlanden, 't zy in Indiën, of anders wel mede op de heen- of op de te rugreize ab inteftato komen te overlyden, zonder Kirde-  CONSULTATIEN en ADVYSfctf. i4g deren, of ook Ouders ageer te lanten, zullen moeten volgen, en voor zo veel die onder de Heeren Be-whuihebberen van dezelve Compagnie ber'trftende, of te goed zyn, oolc uitgekeert moeten vvord 'n nan de collatrale Vrienden of Zydmagen van de overledenen , al is bet fchoon dat die Vrienden of Magen denzelven overledenen alken van 'j Vaders, of allen van *t Moeders zyde beftaan; wanneer dezelve Vrienden en Magen kunnen bewyzen dat 'er geene Vrienden of'Magen van zodanige 'overledenen in leeven zyndezelven van andere zyde beftaande? Zal men kortelyk vooraf en tot een groridïlag van deeze zaake gelieven en ook dienen in achtinge te neemen , dat de Hoogmogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, op den 10 January ióói, ter requiütie van de Heeren Bewindhebberen van de voorfchreeve Compagnie, op het ftuk van de fuccesfie ab inteftato, by octroy hebben voorzien en vaftgefteld' gehad, in maniere hier navolgende. Te weecen: „ Dat in materie van fuccesfie ab inteftato , en „ wat daar aan dependeert, over alle Landen, Steeden en Lui„ den, in Indien voorfchreeven, onder de gehoorzaamheid van „ den Staat der Vereenigde Nederlanden, en het beleid van ,, meergemelde Compagnie ftaande, mitsgaders ook ten aanzien „ van dezelven, op in de gints en herwaarts reize, gevolgt en „ naargekomen zoude moeten worden, de Politique Ordonnan„ tie by of van wegens de Heeren Staaten van de Provintie van „ Holland en Weftvriesland, over derzelver Provintie, inden „ jaare 1580 gedaan emaneeren; zulks en in diervoegen als, de„ zeiven by nadere verklaaringe van welgemelde Heeren Staaten „ van Holland, in dato den 13 May des jaars 1594 was geëlu„ cideert. „ En nog met dien verftande, dat het bedde, tufichen de „ Ouderen van den overledenen gëfcheurt, en een van dezel„ vej 'tzy Vader of Moeder, maar in leeven zynde, dezelve T 3 langft-  tSo CONSULTATIEN en ADVYSEN. „ langftleevende met de Broeders of Zufters van den overlede. „ nen, 't zy heele of halve, en derzelver Kinderen of Kinds„ kinderen by repraeféntatie, te faamen zouden komen tot des „ overledens geheele erffenifle, te weeten de langftleevende Va„ der of Moeder, in de eene helfte, en de Zufters en Broe- " „ ders, haare Kinderen, of Kindskinderen, in de andere helfte, „ welverftaande dat in zulken gevallen, de halve Broeders en „ Zufters, mitsgaders derzelver Kinderen, en Kindskinderen , „ den overledenen zouden moeten beftaan van de zyde,daar in„ ne hy befturven zoude zyn. „ En ingevalle de overledene geene Zufters of Broeders kwa„ me na te laaten, maar wel Zufters en Broeders Kinderen, of „ Kindskinderen, dat in zodanigen cas de gezeide Kinderen, en Kindskinderen, van des overledenens Broeder en Zufter by „ repra?fentatïe , insgelyks met en neffens den langftlevenden „ Vader of Moeder, zoude fuccederen in de eene helfte der „ nagelaatene goederen. „ En als 'er geene Broeders of Zufters, nogte ook Kinderen, „ of Kindskinderen, van dezelven in leeven zouden zyn, dat als „ dan de langftleevende Vader of Moeder, in alle de goederen „ by den overledenen ontruimt univerfaliter zoude fuccederen, „ en voor alle collaterale geprefereert zyn. „ Alles in deezen verftande, dat by zo verre onder de Erfeniffe „ van zodanige overledenen ook bevonden mogten worden Lan„ den, Huizen, of andere vafte en inmeubele goederen, in re„ guarde van dezelven, gevolgt zoude worden het regt en de „ couftumen van de Provintiën, Quartieren en Plaatfen, waar „ onder de vafte en onroerende goederen gelegen zyn." Alles breeder naar uitwyze van de voorfz. otlroyen, ftaande gedrukt in het tweede deel van het Groot Placaatboek , pag. 26. 35 &feqq. En dewyl dan in het geval in deeze voorgefteld, niet worden gevonden Kinderen of Ouders van de overledenen , nogte ook goederen of effecten, elders anders gelegen of uitftaande, dan onder het reffort van de Ooftindifche Compagnie, zo vermeint men dan ook, uit de voorfz. octroye, by ordre mede ontwyfe- iyk  CONSULTATIE N en ADVYSEN. I5i Jyk te mogen en te moeten befluiten, en in deezen vaftflellen, dat de voorfchreeve fuccesfie jten opzigte van de Collateralen of Zydmagen, eeniglyk zal moeten worden gereguleert na de Politique Ordonnantie van den jaare 1580, als na de nadere verklaaringe in den jaare 1594 daar op gevolgt, als welke beiden in het voorfz. octroy, by ontftentenilfe van Ouders en Kinderen, ten dien einde, als den eenige regel en wet, de Heeren van de Compagnie voorgcfchreeven zyn geworden , als vooren. Dezelven Politique Ordonnantie en de verklaaringe van dien dan gevolglyk ingezien en geexamineert wordende, met relatie tot het cas albier voor handen, zo zal men vooreerft hy het 27 artikel van de Politique Ordonnantie vinden ter nedcrgêftefi te zyn, dit uitdrukkelyk en decifoir reglement, ,, Als dat de goederen altyd (moeten) gaan en erven aan de Vrienden van 's Vaders en Moeders zyde, van de overledenen. ,, Deelende en kloovende (NB) dezelve (NB.) halv, zonder „ aanfchou>v te neemen, dat de overledenen meerder van 'sVa. „ ders, dan van 's Moeders, of ter contarie, van 's Moeders, dan van 's Vaders zyde, agtergelaaten mag hebben." Gelyk men ten anderen ook dezelve kloovinge tufichen de Vrienden van 's Vaders zyde , en tufichen die van 's Moeders zyde, nog nader en weder op nieuw, by de voorfchreeve verklaaringe van den jaare 1594, zal bevinden geconfirmeert te zyn: wanneer namelyk daar by tot elucidatie van het geene by het voorfz. 27 artikel van de Politique Ordonnantie, door den Staat word verklaart, dat de Erfenilfen van den overledenen „ niet ,, anders in twee deelen zoude worden gekloofd, om aan 's Va„ ders en Moeders zyde te gaan , dan, (in dat geval) zo wanneer ,, de overledenen van 's Vaders en van 's Moeders zyde beiden beftorven is." Invoegen dat uit die refpective difpofitien en reglementen, zo van de Politique Ordonnantie, als van de nadere verklaaringe van dien, dan by nader gevolg nur mede onwederfpreekelyk is proflueerende. Dat aan de Vrienden van 's Vaders zyde, niet anders of meerder door den Souverein zy geaccordeert of gegeeven dan de eene helfo  tS% CONSULTATIEN en ADVYSEN. helft van des alzo verftorvenens nalaatenfchap, met uitfluïtinge van dezelve in, of ten opzigte van de andere helfte, die aan de Vrienden van V iMoeders zyde worden toegeftaan en gelaaten, méde met uitfluitinge ten dien reguarde ook weder van deVrien:den van des overledenens Vaders zyde, Wordende dan dezelve • kloovinge alzo dagelyks gedaan, en zelvs in diervoegen gepractjfeert, dat in die, en tot die refpective.helften worden verft <;m geroepen te zyn ,en zulks geadmitteert alzulke Vrienden, als in uf ten opzigte van ieder derzelver de naafle zyn. Zonder onderfcheid, of die Vrienden, die in of tot eene helfte komen, den overledenen verder of nader mogen beftaan, dan die de andere helfte komen te erven en te genieten. Niet anders en in gelyker manieren , als ten refpeóte van twee byzondere fuccesfien en erfeniffen ge\voon is te gefchieden. Daar dan de eene te eenemaal buiten den andere is, en daar dezelven geene gemeenfchap met den anderen is hebbende. Zynde deeze kloovinge , of wel deeze afzonderlyke foorte van fuccesfie , herkomftig uit de fource van het oude Schependoms regt. Volgens 't welke het goed niet kwam te erven op die van het mafte bloed van den overledenen ; maar integendeel,hadde te gaan en te keeren aan de zyde en linie waar van het goed ge> komen was. En onder die van dezelve refpeétive zyden en hnien zodanig verdeelt wierden, dat den een van de anderen te eenemaal was gefa^pareert, zonder iets met den anderen te melleren of te doen te hebben. Zo als dit pertinentelyk uit zyn origine opgehaalt, en ook opgeheldert is by den Heere de Groot, in het 28 deel, van het 2 boek van zyn Inleidinge tot de Hollandfche Regtsgeleerdheid. En zo als dit mede zelvs plaats heeft volgens de voorfchreeve Politique Ordonnantie, en de nadere verklaaringe van dien. Als dewelke te eenemaal zyn gefchikt op den voet en de gronden van het Schependoms regt. Uitgezet alleen, dat de eene helfte voor s Vaders, en de b a an-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. m bfZep?,te TV* Mocders goed> zonder **** onderzoek, by de Politique Ordonnantie is genomen geweeft 5 En dat de repnefentatie , die anders by het Schependoms regt in infimtum plaatfe kwam te hebben m zekere refpette wat meer der is bepaald geworden. ' Gelyk dit uit het 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27 en 28 *r ftfcJm van de voorfz. Politique Ordonnantie, en nadere verklaaringe lyk tÊte zienSchePendoms oogenfchynl F..n uok zodanig geremarqueert, en met de gewysdens van de ïfiï"oven, en de dageiykfche Praéryequl beveftigt Zf, b| IVeoJtadius rcrum a faprema curia judicatarum, decif. 17 ff J c5t cle paStis antenuptialibus, oi/erv. 2. zra «oizr. ' Als mede by de Heeren Raadsheer de Nyn, en den Fiscaal van Stryen, bencffens ae Moeren P. vanfr ■poes en rr. Bon vol Gns de aantekenin ;en daar van gehouden, confil. 209. vfl» het vyfde deel, en conf. Zl6. vm het tlede voL leTrdm1 ^ 1 *f I???!*™* *r M^/cAc 2?e^ge- Uic welke prsmiflen men dan al verders zou vermeenen in deerefj ^ * W°rd ëePrGP°lleert > «f mogen conclu- Dat gelyk by concurrentie van de Vrienden en Magen, zo van s Vader, Zyde, als van 's Moeders zyde, door middel van de vonrfe kloovinge , de eene helfte voor 's Vaders, en in deeze refolutie en doctrine hebben zwaarigheid gemaakt gehad. En zulks dan ook gemeent, dat de portie van de gëbrekende zoude moeten volgen aan de opkomende en bekende Vrienden van de andere zyde. ^  CONSULTATIEN en ADVYSEN. ifS Uit inzigte dat de juri Civüi de Fiscus zoude worden uitgeflooten, zelvs door Vrienden den overledenen beftaande, 't zy van 's Vaders of van 's Moeders zyde alleen , als mede dat 'er ook gevallen zyn in ons Landregt, in dewelke Vrienden van eene zyde den overledenen alleen beftaande , zouden uitfluiten Vrienden, die de overledenen van beiden zyden mogten beftaan. • • . - Dat dit zodanig mede in de nabuurige Lan¬ den zoude worden gepractifeert, en dat in allen gevallen, in cafu dubio, tegen den Fiscus zoude mogen en moeten worden geoordeelt. En dat eindelyk, de Heere de Groot in fi~ milt ook zelvs van een andere opinie was geweeft , dan wel by zyne Inleidinge als vooren is ter nedergefteld. Naar uit wyzen van het 160 Advis van het tweede derde deel der Hollandfche Regtsgeleerden Maar behalven dat voor de Heeren van de Compagnie niet fchynt te raaden te zyn, zig in discusfie van dien allen met zodanige Erfgenaamen in te laaten, voor zo veel haar Ed. Achtb riet zelvs het jus fisci zoude competeren ten refpefte van perfoonen onder haar reflbrt ftervende, waar op men voor als nog niet te regt is gevat; nemaar dat haar Ed. Achtb. veel eer (onder reverente correclie,) fcbynt te raaden te zyn, dien aangaande partyen tegen partyen te ftellen, of immers door eenig gevoeglyk en min eclatant middel de differente daar over uit de wege te ruimen, zonder confequentie in het toekomende. Zo zal men tot oplosfinge van die gemaakte difficulteiten ten overvloede ook nog gelieve te zyn gedient, En wel eerftelyk, ten refpecte van het £eene uit het befcbreevene Roomfche regt v * is  ,$g CONSULTATIEN en ADVYSEN* is geoppert geworden, om den Fiscus te excludeeren. Dat in allen gevallen ook het zeiven befchreeven Roomlche reet, by het eerfte poinct van difficulteit aangehaalc, hoe breed het zei ven ook anders ten voordeele van de opkomende Vrienden en ten nadeele van de Fiscus zoude mogen leggen , in deeze oantfch en al buiten propoofte word in het fpelen bygebragt. Uit onrzaake, dat by het 19 artikel van de voorfchreeve Politique Ordonnantie, het befchreeven Roomfche regt uitdrukkelyk, ten opzigte van de fuccesfie ab inteftato, is gederogeert ge- ^Zcfïs zulks als van zonderlinge gewigte mede is aangemerkt en genoteert by den Heere de Groot, in het voorfz. 28 deel, n. 25. van zyne Inleidinge. Als mede by den Raadsheer Nieuftad, diüa decif. 46. en düla ebferv.2.innotis. Behalven dat, alwaar het fchoon zulks dat het befchreeven Roomfche regt zelvs al zo uitdrukkelyk niet ware te niete gedaan geweeft, (als nogthans ja.) dan nog echter het zeiven by ons in geene cor.fideratie zoude kunnen komen. Maar dat men in deezen alleenlyk zou hebben in te zien en te examineeren, wat onze Wetten , ten opzichte van fuccesfie ab inteftato kwamen mede te brengen. Om dat namelyk men hier te Lande Couftumen en Reglementen heeft gehad op het ftuk van de fuccesfie ab inteftato, lange voor dat de Roomfche regten alhier zyn gerecipieert geworden. Als mede om dat de algemeene Wetten van ons Land niet mogen worden geconfidereert voor Statuten , die exorbitant zvnde , en gaande buiten het algemeene befchreeven regt, ftrióte fcoude moeten worden genomen, met recours tot de Roomfche regten in cafu dubio aut omifto. vnnrfrbree- Nerraar, dat dezelve algemeene Wetten, (als de vooricnreeve Politique Ordonnantie en de verklaaringe van dien,) zyn te confidereren voor ons jus fcriptutn , aut commune, en dat gevolglyk, uit die onze Wetten zo wel by ons, als by de Ronwmen, 4 haare befchreeven regten, dé cafu ad cafum afimih, 6? ^-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 157 titate rationis geargumenteert en voortgegaan mag worden. Per textus in l. 12. 6f /. 13. de legibus. En dit zelvs mede volgens het geene zeer ampel en ook na waarheid geleerd word, zo wel by de Heere Groenewegen , ad proamium Inftit: als by den Heere Voet, ad tit. ff. de legibus. Inzonderheid daar de maximen en grondregelen van onze Wetten en Couftumen , en die van de Roomfche regten, van den anderen toto ccelo, komen te verfchillen. Gelyk dit alles op een vvyze, te eenemaal uitvoerelyk in de eigenfte termen, waar in men althans in deeze verfeert, geadftrueert en aangewezen is geworden by den Heere H. de Groot, confilio 197. van het tweede derde deel der Hollandfche Regtsgeleerden, waartoe men zig mitsdien kortheids halven is gedraagende. Zulks dat even als te vooren van de fuccesfie ab inteftato by de Politique Ordonnantie het befchreeven Roomfche regt is gedero. geert geworden. Het alzo mede noodzaakelyk is geweeft, dat als haar Ed. Groot Mog. ter requifitie van eenige Steeden en Plaatfen, die van ouds het Aasdoms regt gevolgt hadden, hebben goedgevonden gehad, omtrent de fuccesfie ab inteftato, begrepen in de Politique Ordonnantie , by derzelver Placcaat van den 18 December 1599, eenige veranderinge te maaken. Hun Ed. Groot Mog. daar by dan ook, en wel by het 14 artikel van het zelve Placcaat, ■ fpecialyk kwamen te verklaaren, dat de zelvde zaaken, die by het zeiven Placcaat zoude fchynen niet genoeg geflift te zyn , na de befchreeve Roomfche regten, zoude moeten worden gefchikt, doch welke verklaaringe, gelyk die geen relatie heeft dan tot de Steeden en Plaatfen, die zig by de Politique Ordonnantie bezwaart hadden bevonden, en by het zeiven Placcaat ftaan vermeld. Dan ook niet ten deezen, waar in van het regt van de Politique Ordonnantie en de verklaaringe van dien van den jaare 1599. gefprooken word, gantfch en al niet te pafiê kan komen; Maar levert dezelve in tegendeel öok nog uit een groot en kragtig argument , dat dan in alle andere gevallen de voorfz. eerft gedaane derogatie van het Roomfch. befchreeven regt V4 3 bleef  s5$ CONSULTATIEN en ADVYSEN. bleef fubfifteren. Argumento a contrario f enfin, et quod exeptio con~ firmet regulam in cafibus non exeptis. Zullende de tweede gemaakte zwaarigheid zyne folutie uit zig zeiven komen te vinden. Overmits die admisfie van de Vrienden, die de overledenen alleen van eene zyde beftaan, tot deszelvs geheele nalaatenfchap, by de Heere Groenewegen niet word gefundeert op de Politique Ordonnantie van den jaare 1580. Nemaar, dat die admisfie van zodanige Vrienden alleenlyk af. geleid en gehaalt zoude moeten worden uit het 6 artikel van het voorfchreeve Placcaat van den jaare 1589. Daar immers kennelyk is: Dat by het voorfz. Placcaat geheel andere gronden zyn gelegt geworden, als by de Politique Ordonnantie was gedaan; Om genoegen te geeven aan die Steeden, die aan het Aasdoms regt daar bevoorens altoos waren gewent, en zig wel bevonden hadden. En welk Aasdoms regt de Staaten dan al mede by het voorfchreeve Placcaat zo na zyn gekomen, als mogelyk is geweeft, om volgens deszelvs gerecipieerde maxime het goed te doen erven aan het naatlte bloed. En het zelve niet te doen of te laaten komen aan die zyde, daar het van daan gekomen was , volgens het Schependoms regt, of wel volgens de Politique Ordonnantie, zo uit, of van het Schependoms regt ten principalen was ontleend en gewonnen, als vooren. Zynde ten derden, de zaake al wyders op verre na zo breed mede niet gelegen met de Praótique desaangaande in de nabuurige Lan^ den quafi gerecipieert, als wel voorgegeeven word. Als zullende het contrarie van dien, niet alleen ten opzichte van de Couftumen van Vlaanderen, en van Parys, kunnen blyken, zelvs uit de eige bekenteniffe van Groenewegemex plaatfe voorfchreeven; maar nog nader ook uit de 220 decifie, van den Raade van Braband, vol. 5. vergadert by Chrifiinceus, kunnen wor-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. i59 worden gezien. Ubiait: Quod Carolus Molinaus ad l. 2. in princip. n. iS. ff. de verborum obligationibus decidit. Qiwd in Gallia, Flandria ,-et Burgundia, (ubi de confuetudine, bom Jpectant ad lineam, unde procefferunt) effe impertinent ( ^ ezien by de ondergefchreevenen Copie van een Teftament I* van A. en B. Echtelieden , voor abkaham kink hui-, zen, Secretaris voor de Colonie \an Sarinamen en de onderhoonge Diftriften, in praaiende van d boöthius moda, en andre walraven, als getuigen, gepaffeert den 11 Maart 1707; nog Copie verklaaringe van de gedagte Secretaris kinkhuizen, en BoëTHTus moda, den 18 July «70 , onder hunne relpeétive handtekening gegeeven En in fatïo onderregt, dat B,, Huisvrouwe van A., hetzelve leltament met 'er dood heeft geconfirmeert, en alzo voor derzelver haaren Min overleden zynde, nagelaaten heeft gehad, niet alleen Kinderen, aan haar door denzelven aan haaren Man verwekt, maar ook nog een Kind by haar 8. geteeld, en gewonnen uit een voorig huwelyk met C. haaren eerderen M-n zaliger. > Dat ook aan hetzelven Voorkind van B. wel behoorlyk bewys is gedaan van deszelvs Vaders goed; maar dat 'er van weg ns öetzeryeii Voorkind, geen genoegen word genoomen met den inhoud van het voorfchreeve Teftament. Zo word dan ge vraagt? j. Of het voorfchreeve Teftament zal kunnen worden geargueerc van nulliteit, of van eenig ander defect, om dat het koorkind worden ?'et ^ 611 toenaatn daar by tó geinftitueert ge- Y 2 2. Zo  m CONSULTATIEN en ADVYSEN. 2. Zo neen; hoedanig of op wat wyze de nalaatenfchap van B. dan zal moeten worden verdeelt en genooten ? 3- Of A. als Man, öf nu Weduwnaar van 13., niet uit zyn eigenen hoofde , en zulks ook zelvs buiten relatie tot bet voorfchreeve Teftament, als eigen zal mogen behouden, het geenen ten lyve van zyn overledene Huisvrouwe B behoort heeft gehad? Dunkt (onder verbeteringe.) op de eerfte vraage , dat het voorfchreeve Teftament niet kan worden geargueert van tenige nuditeit of ander defect, om dat het Voorkind van B, daar in niet met naam en toenaam tot medeerfgenaam is, of zoude zyn geinftitueert; dewyl integendeel het Voorkind zo wel tot medeerfgenaam geinftitueert is geworden, als de Nakinderen , en als A. zelfs, eo ipfo namelyk, dat A, en B., en wel de eerftftervende, den langftleevende heeft gefteld tot erfgenaam, beneffens de Kind of Kinderen, dewelke dezelven eerft overlydende met 'er dood zoude komen na te laaten , met volle regt van eigendom; als hebbende die colleftive benaaminge van nateiaatene Kind of Kinderen van den eerft overledenen , dezelfde kragt, als zoude gehad hebben de uitgedrukten naam en toenaam, van de refpective Kinderen, zo als dat van zig zeiven fpreekt, en anderfints^in Regten en Praftycque, dien conform mede is gerecipieert en vaftgefteld. Nam ut ait juris confultus Florentinus, in l. 34. ff. de conditionibus êf demonfirationibus, nihil intereft nominatim ita alhui legetur Lucio Titio, an per demonftrationemcorporis, velartificii vel officii ,nam demonftratio plerumque vice nominis fungitur adde, l. 6. de rebus creditis; quin &f nominatim legatum accipiendum eft, quod a quo legatum fit, intelligitur: licet nomen pronunciatum non fit , tefie juris conf. Paulo, in 90. ff. de leg. 3. usque adeo ut filius nominatim exheredatus effe videatur, licet non adjeÜo nomine, textus in principio inftit de exhered. liberorum ; demonftratio quippe ac definitio fufficit, quamvis nomen taceaiixr, aut (NB ) filium dicere quim pater peper cerit, veluti, fe ex Se ja natum dixerit aliterve eum defcripferit, vel cum convitio per l. 3. pr. ff de liberis & Pofth. hered. inftit. vel exhered. Nam. fermo ommis M' quo  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 173 quo dilucile defignatur perfona , de qua quis loquitur, exheredationem facit, ut in univerfum dicit Vinnius, «..5. ad p. inftit. de exhered. liber. licet alioqui benigna interpretatie dicatur, quce exhercdationem excludit, aliaque caufa fit inftitutionis, quce benigne accipitur, exheredatio autem non fit adjuvanda, per textum in l. 19. junêt. I. 2. ff. de liberis &, Poflhumis heredibus inftit. & exhered. (f Gothofred. ad. d d. L I. Dat mitsdien de nalaatenfchap van B., (onder verbeteringe,) zal moeten worden verdeelt en genooten by A. en by de refpective Kinderen van B , zo uit het eerfte, als uit het tweede huweiyk verwekt , alle in eg-iale en gelyke portiën ; om dat de voorfz Kinderen , met de langftleevende, zynde althans geweeft, /i. tot de voorfchreeve erfenilfc zyn geroepen, zonder dat 'er van eenige portiën is gefprookcn, in hoedanigen geval, de een van geen beter natuur is, en ten opzigte van de fmaldeelinge kan weezen, dan de anderen ; Unde imperator in §.6\ inftit. de heredibus infiituendis fiatuit, fiplures inftituantur heredes , ita demum in hoe cafu partium diftributio neceffaria eft, fi nolit Teftator eos ex cequis partibus heredes effe; fa'is enim conftat, nullis partibus nominatis ex cequis partibus eos heredes effe ; ad qu'em paragraphum, proinde rette notat Vinnius, n. 1. quod hic artibus omni fcripulo careat propter evidentiam voluntatis Teftatoris, qui fi inftitu-re voluifet, im pariter fuccedere partes ulique expresfiffet, l. 9. §. 12. ff. de heredibus infiituendis ; et quod eadem de caufa idem quoque fervetur in re, pluribus non expresfis partibus, legata. Het welk dan in cas fubjecf des te meer zal moeten plaatfe hebben; eerft, om dat de Teftatrice B. haare voorfchreeve Kinderen heeft geinftitueert gehad, met byvoeging van het woordeke beneffens ; als het welke niet alleen de Kinderen aan den langftleevende , als mede geinftitueerden copuleert en te faamen voegt; maar ook in gelyke en egaale graade field de Kind of Kinderen met den langftleevenden, en welke gelykftellinge dan al andeifints mede alleen magtig zoude zyn de portiën egaal en gelyk te maaken, zelfs in zodanigen gelegenheid daar zodanige egaliteit van portiën.niet zoude zyn geadmitteert geweeft. Particulce enim fimul una &c. fignificant unitatem & cequalitatem; Y 3 vide  174 CONSULTATIEN en ADVYSEN. vide Menochium de prafumtionibus lib. 4. quafi. 139. n. 22. & Cevallos commun. opinion. contra communes qua ft. 828. n. 47. Et quando ex diverfis familiis vel lineis nonnul li inftituuntur hersdes, unus quidtm proprio, alii collectivo nomine &c. ê? additur particulo aque, in yiriles portiones omnes influtiti videntur, non in ftirpf.s; per l. 13. ff. de hered. infiituendis; et per ea qua pluribus notant Barry , de fiucceff. lib. 2. tit. 7. Dondlus, de jure civili, lib. 6. cap. 22. n. 20. Brunnem. ad d.l 13. cf Someren, de reprafent. cap. n. 19. Ten tweeden, om dat ook zonder dezelven egalkeit van de portiën, zo van de Kinderen als van A., die de langftleevende is geweeft, de difpofitie zelfs niet zoude hebben kunnen gehad hebben zyn effect; ter oorzaake dat Kinderen, uit eerder huwelyk gebooren, niet minder toegevoegt kan worden, als aan de langftleevende Egtgenoot; per l. hac ediftali cod. de fecundis nuptiis; en dat in Regten en Practycque kennelyk is, dat Testanten, die zelfs al twyfelachtig zig geuit, of indefinite, en onbepaalde woorden gebruikt mogten hebben , altoos verftaan moeten worden, zig te hebben willen accommodeeren en fchikken na de difpofitie van Regten. Vide Sande , rer. frif. decif. lib. 4. tit. 5. def. 24 7. & 8. Coren, conf 14 n. 14. êfc. Hugo de Groot, lib. 2. cap. 18. in fine, & ibidem Groenewegen, Someren, ie reprafentatione, cap. 5. n. 15. & paffim dottores; hoewel te meer dan nog , daar de voorfz. interpretatie is onderbouwt met de bewoording zelfs, zo hier eeven te vooren mede is geremarqueert geworden ; per ea qua habet Stckmans Curia Brabant, decif 27. 6? de jure devol'utionis, cap. 9. verf. pro liberis. En ten derden dan nog wel voornamentlyk mede, om dat uit de voorfz. verklaaringe van den Heere kinkhuizen en moda, waar van de eene als Secretaris, en de andere als getuigen, over het voorfz. Teftament heelt geftaan gehad, boven dien nog word bevonden dat des Teftatrices uitgedrukte meeninge en begeerten is geweeft, dat haar Man, met haare Vooren Nakinderen zoude inkomen , fpecialyk mede om die reden dar zy na Regten denz;:lven haar Man niet meer konde maaken als d t kindsgedeelte ; en dat tot nader verklaaringe van het geene duifter of gebrekkelyk by den Teftamente mogte zyn gefteld,  CONSULTATIEN en ADVYSEN. i;S fteld, niet word gerequireert een formeel nieuw, of nader Testament ; nemaar dat liet genoeg is, dat tot eclairciffement van der Teftanten meening, quovis moto, en zelvs hy eenige raifonnable conjeéluure komen te blyken; per textum in l. 21. <§. 1. ff. qui Teftam: facere poffunt, interpretatio nihil nunc dat, fed datum fignificat; adde d. auth: rjf Bruneman, ad d. I. 21. §. 1. Manticam, de conjell: ultim. vol. 3. 20. 3. Coren, conf. 17. n. 15. Vinnium , ad. §. 3. n. 2. inftit. de Teftam. ordinand. & conf. 112. vol. 2. der Hollandfche Regtsgeleerden. Men laate dan nog ftaan dat de verklaaringe meld, van zaaken, die op een en dezelfde tyd van het paffeeren van het voorfchreeve Teftament zyn voorgevallen, en van het geene de infteller van het voorfchreeve Teftament uit en op de mondelinge verklaaringe van de Teftanten hebben begreepen, en dan ook dien conform by gefchrifte uitgedrukt willen hebben. En welke twee laatftaangehaalde confideratiën , dat zonder zulke egaale inftitutie van het Voorkind, de difpofitie zelfs laft geleden zoude hebben gehad van niet te kunnen beftaan, als dat dit ook daarom is geweeft de meeninge en wil van de Teftanten, mondelinge en uitdrukkelyk verklaart, ook ten overvloede mede zullen kunnen dienen tot nader beveftiginge van de refolutie op de corfte vraage, medebrengende dat het Voorkind niet min, als het Nakind in deezen verftaan moet worden geinftitueert te zyn, gelyk dezelve verklaaringe ook fpecialyk daar toe is gemaakt relatif in zyne extenfie, en de inftitutie van het Voorkind al zo noodzaaklyk is geweeft tot beftendigheid van de Teftamente als van het Nakind. Per d. I hac edictale, junCt §, 5. inftit. de exhered. liberorum. Et cum ambigua eft oratio, id accipUndum quo res.de qua agitur, magis valeat, quam pereat^per textus in L12. I. 21. êf l. 24. de rebus dubiis. Zullende niet te min de langftleevende bevoegd zyn om de Plantagie op taxatie aan te neemen, of anders aan de Kinderen hunne portiën in dezelve Plantagie te laaten blyven; als mede om al de mobile of roerende goederen op taxatie aan te neemen, ■ of ook wel niet; mits dat echter dezelve taxatie worde gedaan in billykheid of by. neutraale hun des verftaande. Eensdeels ter-'  176 CONSULTATIEN en ADVYSEN. ter confideratie, dat na Regten aan Kinderen, hoewel alleen in de legitime geinftitueert , hunne relpeftivc portie kan worden toeaevoeec in gelden, huizen, landen, of uitftaande fchulden, zonder dat zy 'tot mededeelinge van en in den boedel worden geadmitteerd, wanneer zy flegts in het beloop van hunne contingente portiën niet worden gepraeju diceert; utplunbus docent Sande rer frif. decif. lib. 4. tit. 9. def. 6 Anth. Faber, C de m~ Iciofo Tefllm.def.\6. #17. & Gail. lib. 1. obf ,46. * lib. 2. obC. iiq. n. 15. En anderdeels in effecte, zonderlinge m materie van boedeifcheidinge, de geene die de prys of waarde heeft gehouden, werd verftaan met zyne condividente gelyk te ïtaan. Per textus in § 20. inftit. de aïlion, quin 6? qui prctiumaccepit, rem ipfam accepiffe videtur, per l. 39. ft. de ujufruÜ. & l. 54- ff- de jure dotium. . . '■ , , ' Des dat echter A. willende op taxatie aan zn behouden de mobile goederen, niet zal mogen bujten deezen taxatie te laaten, en alzo voor of na zig te neemen en te behouden iets van t geene ten lyve van haar B zyne overledene Huisvrouwe heeft behoort gehad, overmits dat dezelve lyfstoebehoo-te van B. mede een gedeelte van den gemeene boedel is uitmaakende ; en dat sevolglyk A daar toe geen particulier regt heeft; zo dat by zo verre A. daarop eenige particuliere fpeculatie mogte hebben, hv de waarden van dien op en volgens de taxatie zal hebben goed te doen, in gelyke manieren als van de andere roerende goederen hier boven is vermeld gewoiden. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 9 December 1707. (Was getekend) j. de la bassecourt, a. van den ende. XXXIX.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. i7? XXXIX.^ ADVYS. Wegens een mutueel Teftament, fy hoe verre de langftleevende nader kan difponeeren. Gezien by de ondergefchreeven Copie authenticq van den leftamente van Wylen cjstalina hinlopen , mi. chiel hinlopen, en th ym en hi n lopen , Zufter en Gebroeders, voor cornelis akerboom doedesz, Notaris alhier, en getuigen, gepaffeert den c3 April 1673, hn mfaSto onderregt, dat cataltna en thymen hinlopen iuccesfivelyk zonder Nazaaten deezer waereld zyn overben "gehad V°°rfZ' difpüfitie met 'er dood beveiligt heb-; ^nL^ gcdagae michiel hinlopen, federt mede zonder Nazaaten verftorven zynde, thans bevonden word, hoe dat hy met alleen van zyne eigene goederen, maar ook van die van zyne gemelde Broeder en Zufter, heeft beftaan gehad by uiterlte wille te difponeeren. * En gelet op de vraage by monde daar uit voorgefteld. Dunkt (onder verbeteringe,) dat als mich iel hinlopen ït ni?irS°gt?,iVerft;an W°rden' °Ver Zyne Par^uliere goederen by uiterfte wille nader en anders als by de voorfz. gezamenlyke Ï^^I^a^0^ difponeeren, hy nogthans niet is bevoegt geweeft daar in eenige veranderinge te maaken , ten onzigte van de goederen en middelen afgekomen, en met 'er Ifd ontruimt by zyne Zufter en Broeder ca talna en thyme n hinlopen refpeclive, maar dat dezelve goederen en middelen afgekomen van gedagte catalina en t^ymen hinlopen id geheel en al by de Kinderen van hunnen Broeder j a c ob Want of wel zy Teftateuren en Teftatrice de een de andeTen 2? " dC eerMrende> langftfeTvende "van II. deel eifgenaamen ]n eerlte plaatfe hebben geinfti- ^ 4 tueert  i78 CONSULTATIEN en ADVYSEN. tueert gehad, en dat tot de laatfte toe; zo hebben nogthans de.zelve Teftateuren en Teltatrice, en in 't byzonder ook, dan die eerder voor de volgende of laatfte van hen lieden zoude komen te fterven, de Kinderen van jacob thymensz. hinlopen vermaas tot hunne refpeflive erfeniffen geroepen gehad , dan en op die tyd, als vervolgens dezelve laatfte der Teftateuren of Teftatrice mede zoude komen te fterven zonder wettige Descendenten na te laaten,zo althans in faïtowordgefupponeert ^^onde^dY^hier jegens zal kunnen worden ingebragt, als of die voorfchreeve roepinge der Kinderen van jacob thymensz hinlopen vermaas, alleen zoude op te neemen zyn vlot eene inftitutie van den langftleevende der Feftanten particulier, en zulks alhier in het geval voor handen zynde, voor Se inftitutie van «chiel hinlopen, of immers dat dezelve roepinge der Kinderen van jacob thymensz hinlo pen vermaas, (ten beften genoomen) met anderf zoude kunnen zyn, als eene fubftitutie, wanneer narnentlyk de lang* of ang leevende der Teftanten geen erfgenaamen hadden kunnen, of wUlen weezen van den eerft of eerft verftorvene Teftanten , op he fundament fiilicet, dat de voorfz roepinge allefin s gedaan zoude zyn, met het woord van inftitueeren, en zulks per n2 dZt,en alzo uit, en niet over de hand per verba preca7a aut obliqw, zo als ten opzigte van fideicommiffen. e.genlyk ^ïïmïtt «S^e%.n die gemaakte difficulteit, het eerft m voo afkennei/k is, dat na regten en gewoonten alle woorden goed en bekwaam zyn om de wille van den Teftateur u.t te drukken Nee interfit utrum (quid) verbis imperativis fiat,aut Serf,feei quibuslibet confetla fiententiis , aut in quohbet loquendt %n r fllLm, valeat, fi modo per ea,n Hquebu volunatis ,»**- fordbusenUn Tefiamentariis, voluntas totum facit , I. iz. in finede ^Z^m^fiiticmmisfis l. antepenult. C. ^ mulo; en dftin het byzonder ook nog het woord van inftitutie, in alle  CONSULTATIEN en ADVYSEN. gevoegelykheid genoomen kan, en ook moet worden, voor eene fubftitutie, en zelfs ook voor eene fubftitutie fiJeicommiflair ; als zynde een fubftitutie in effeéte een tweede inftitutie, of eene roepinge in de tweede plaatfe, en voorts een fubftitutie fideicommifiair, waarlyk ook eene fubftitutie, poft aditam hereditam, of over de hand , en door middel of tuflehenkomen van den eerften Erfgenaam, die de erftenifle aan de volgende weder heeft om te laaten volgen, vooral dan nog wanneer de difpofitie teftamentair is gemunieert met eene codicilaire claufule, als in deezen, utpote cujus natura et eftettus in eo vel maxime quoque confiftit, ui verba diretïa obliqnentur, per ea qua habet Peregrinus de fideicommisfis , art. 34. n. 69. 74. ê? 75. Zo als dien conform ook te meermaalen gedecideert is geworden by de Souveraine Hoven Van Jullitie; cum non fit novum, ut verba inftitutionis trattu temporis habentia ad fubftitutionem etiam (NB) fideicommijfariam ex voluntatis conje£tura trahantur; tefte Anthonio Fabro , ad tit. Codicis ie impuberum 6f aliis fubftitutiombus definit. 6. 8. ê? 11. En dat het by ordre in deezen ook zo verre daar van daan is, dat de voorfz. inftitutie of roepinge van de Kinderen van jacob thymensz. hinlopen vermaas voor eene inftitutie by MiCHtEL hinlopen alleen , als die de langftleevende is geweeft, zoude zyn gedaan, dat integendeel de Teftateuren, en Teftatrice, en wel met naamen de eerfte, of eerderftervende derzelven, zulks mede gedaan hebben gehad; zodanig dat, even als de langftleevende der Teftanten, door den geenen die eerft waren overleden, zyn geinftitueert, alzo mede de Kinderen van jacob thymensz. hinlopen vermaas, uno contextu verborum, en met dezelfde bewoordinge na doode van de langftleevende zyn geroepen geworden; gelyk als uit den verdere draad van het voorfchreeve Teftament mede is te zien, dat de Teftateuren en Teftatrice te faamen, en ieder in- en over het zyna of haare voorzieninge komen te doen, en wel in het byzonder ook dat dezelve Teftateuren en Teftatrice, na- en volgens den voorfchreeven eens gedaane ophef by continuatie in diervoegen, mede op- en omtrent de voogdye, ordre gefteld hebben gehad; met dat onderlcheid alleen, 'dat desaangaande de nominatie der Z 2 Voog.  ï8o CONSULTATIEN en ADVYSEN. Voogden, aan het goedvinden van den langftleevenden door den eerftoverledenen is gelaaten geworden; daar integendeel , ten opzichte van de fuccesfie der goederen en middelen, zodanige vryheid aan den langftleevenden niet was gegeeven geweeft; tot nog nader confirmatie en bewys, dat als de Teftanten aan den langftleevenden zouden hebben willen geeven gelyke vryheid va» difpofitie over de fuccesfie van hunne refpeótive natelaatene goederen, zy lieden immers buiten twyffel zig wel mede desaangaande, als een zaak van veel grooter gevolg en gewigte zynde, in gelyke manieren geuit en verklaart zouden hebben gehad, ui hic locum habeat yulgatum axioma, quod inclufio unius fit exclufiot altmus. Zynde ook even vreemd en ongerymd de voorfz. roepinge of inftitutie der Kinderen van jacob thymensz. hinlopen vermaas, voor een vulgaire fubftitutie te willen doen pasfeeren, om dat naamelyk dezelven voor eerft is geconcipieert met woorden te eenemaal onbepaald , en die zo wel hun effect; kunnen en moeten hebben in het geval van na- als van voorfterven, en zulks zo wel op het fterven na het aanvaarden der erffenifle , als op het fterven voor het aanvaarden van dezelven applicabel zy , zo dat dan daar in onderfcheid of bepaalinge te maaken , dire&elyk zou aanloopen tegen het geene de Teftanten deswegens hebben geconcipieert en verftaan gehad. Ten anderen, om dat even als de Teftanten, zo wel by naals by voorfterven, en zulks omni cafu tam fidsicommiffairie, als vulgariter, eikanderen hebben geinftitueert en geroepen gehad, dezelve alzo mede in regtzinnigheid, aan dezelve woorden ook verftaan moeten worden gelyke zin gegeeven te hebben gehad, ten reguarde of ten voordeele der Kinderen van jacob thymensz hinlopen vermaas, na het overlyden van den langftleevenden van alle de Teftanten. Te meer ook, om dat ten opzigte van die Kinderen van jacob- thymensz. hinlopen vermaas, dezelve inftitutie nog is, en word gecopuleert en gelyk gefteld met het voorgaande geval van overlyden der Teftanten, met deeze woorden, (en die langftleevende der Teftanten) mede, dat i?, zodanig al^de  CONSULTATIEN en ADVYSEN. l8l Teftanten zelfs overleden zynde, dat dan alles by die Kinderen geërft en genooten zoude worden. En laatftelyk, dat de claufule of woorden van en dat tot de laatfte, ("der Teftanten) toe, daar te vooren by de Teftateuren en Teftatrice in deezen gebruikt, mitsgaders de claufule of woorden en die (laatfte) mede overleden (NB.) zynde, daar op volgende, en hier boven beiden reeds aangehaalt, nog zyn geamplieert en gemodificeert met nog een nadere byvoeginge, van zonder wettige Descendenten na te laaten, en die drie claufule of woorden inzonderheid te faamengevoegt, immers notoirlyk medebrengen trattum temporis, en een gevolg van zaaken, zonderlinge met opzichte mede tot de tyd als de fuccesftve langftleevenden de erffenifle van de verftorvenen reeds zoude hebben aanvaart en bekomen gehad. Ea enim verba trattum temporis habent, quce concipiuntur in futurum, per l r. fi quis /. 6. §. i. ff. ad. fenatusOnm.. Tertullianum; unde fi infiituto filio , qua'ndocunque decefferit, vel (NB.) poft ejus mortem fubftituo fitium; hcec quidem compendiofa ent contriens infua indefinita generali locutione vulgarem fi decefferit, non adita hereditate {fc. fideicommiffariam fi menie fanus major fattus poft aditam hereditatem decefferit, ut poft Bartolum & alios docet Peregrinus de fidecommisfis, art. 74... n ia 0. 78. fif art. 5. n. 7. 8. &> 9. * Aldus geadvifeert in Amfterdam ,■ den 23 Maart 1708. (Was getekend) A. van den ende. Op den 27 September 1708 is de zaake conform 't geadvifeerde by den Hooge Raade verftaan; volgt 't Diftum. Diclum tuffchen M'. francois hinlopen, Penningmeester, van de Admiraliteit tot Amfterdam. Cum S S. Eiffchers in R. A. Contra. * Mr--nicolaas witsen, Raad en Oud Burgermeefter der ? t7^urdam' verweerd- 'c Hof Regt doende, verklaart de Pinchers te faamen en ieder voor de helfte geregtigf- te Z 3 wee*  l84 CONSULTATIEN en ADVYSEN. weezen tot alle zodanige goederen en effecten als 'er van catalina en thvmen hinlopen fucce^fivelyk op michiel hinlopen gefuccedeert zyn, met alle de vruchten, baaten en profs ten, dewelken daar van zvn gepercipieert, en nog gepercipieert zuilen worden , federt het overlyden van de voorlz. michiel hinlopen, tot de cffettueele overlevennge van dezelve toe. Condemneert den Verweerder alle de voorfz. goederenen effcden van catalina en thymen hinlopen, mitsgaders de vruchten, baaten en profyten van dien , aan de Eiffchers reëlyk en met 'er daad te overhandigen, onder aftrek van 't geenen na regten bevonden zal worden te behooren, ontzegd de Eiffchers haar verdere eifch en conclufie op en jegens den Verweerder gedaan en genoomen, en compenfeert de kosten van de Proceffen omme redenen. Condemneert niet te min ,den Verweerder in de koften van de Zegels, die getaxeert worden op 3 gl. ia ft., gepronuncieert den 23 September 1708. XL. ADVYS. Vompendiofa fuhftitutio maakt zo wel plaats tot het voor- als M het fterven van die geene, die originelyk geroepen was geworden. Gezien by de ondergefchreevenen Extract uit den Teftamente van fanneke van geleyn, Weduwe van coen- raad visser, VOOr gerrit van der groe^, Notartf alhier, en getuigen, gepaffeert den >i February van den jaare 1697. En in fatto onderregt, dat pieter visser, der testatrices Zoon, zonder Kinderen na te laaten, deezer waereld is overleden. ,, „ . , Alsmede dat susanna van geleyn, Zufter van dezelve Teftatrice , gevolglyk over de hand geërft heeft gehad de goederen by de Teftatrice nagelaaten. Doch dat pieter van geleyn, Zoon van haar Teftatnces Broeder, deezer waereld is overleden, mede zonder Kinderen agtergelaaten te hebben. ^  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 183 Narnentlyk na de Teftatrice, doch echter voor piet e r visser, haaren Zoon, hier boven gemeld. En gelet op de vraage hier uit voorgefteld; Of narnentlyk i-i es ter van geleyn gerechtigt is, zo wel tot de duizend guldens, aan haaren Broeder pieter van geleyn, by den voorfchreeve Teftamente gemaakt, als tot de duizend guldens aan haar zelfs origenelyk befprooken? Dunkt (onder verbeteringe,) dat hester van geleyn gerechtigt is, zo wel tot de duizend guldens aan haaren Broeder pieter van geleyn, als tot de duizend guldens, aan haar zelfs, by den voorfchreeve Teftamente, originelyk gelegateerd en befprooken. Want of wel hester en pieter van geleyn, niet zouden mogen worden geconfidereert conjunEti tot de voorfz. ƒ 2000: — geroepen te zyn, en zulks uit dien hoofde, het regt van den eerft overledenenen op den langftleevende niet te zyn gekomen, dat nogthans hester van geleyn verftaan moet worden, aan haar Broeder pieter van geleyn, zo wel vulgariter, of by voor overlyden van dezelven als fideicommijfariè, of by na overlyden gefubftitueert te zyn. Als weezende by den voorfchreeve Teftamente geordonneert, dat by overlyden van een van beiden zonder Descendenten na te laaten, de refpeétive duizend guldens, aan ieder van hen gemaakt, zouden moeten erven en verfterven op den anderen. En hoedanige difpofitie dan ook na Regten en Pra&ycque, altoos geconfidereert en opgenoomen word voor een fubftitutie compendioJa, die alzo wel plaatfe maakt, en regt geeft aan , voor den gefubftitueerden of" geroepenen , by voor- als by na overlyden. Zonder dat zelfs van nooden zy , dat de woorden , van altoos, of quandocunque, of diergelyken, in of by de difpofitie worden gevonden; mir? dat alleenlyk de difpofitie zelfs zy geconcipieert, per verba communia & indeftnitar als in deezen de woorden van erven en verfterven , en ddt by overlyden, notoirtyk daar voor te houden zyn , per êf quce habet' Percgrinus art. 34. n. 9. & 68. de fideicommisfis. Barry de fuccesfionibus, lib. 3. tit. 3. n, 3. 4. (f 17. juntt. d. Barry 'lik 3. tip. 1. n. 6.- In-  1,84 CONSULTATIEN en ADVYSEN. Inzonderheid mede nog geconfidereert, dat in cafu dubio altoos meer geinclineert word voor de vulgaire of direrte fubftitutie, by voor overlyden, als voor de fubftitutie fideicommisfair. Tefte Mevio, vol. 7. decif. 16. n. 1. Mantica, de conjeClur. ultim. volunt. lib. 5. tit. 1. n. 3. 6f tit. 2. n. 1. & Joanne Voet ad. tit. ff. de vulgari. & pupiilari fubftit. n. 1. usque adeo ut et verba obliqua fcepe direÜentur. Vide Peregrin. dicto. art. 34. n. 8. iö. 19. 62 & 83. by welke Peregin. d. art. 34. n. 7. 18. 19. 66. en art. 15. n. 2. in het byzonder ook nog geleerd word, dat het effocr. van de compendieufe fubftitutie, zo wel in legatis, & fideicommisfis particularibus , als in erffeniflen , 6? univerfalibus , piaatfe heeft, beiden met relatie tot bet voor- en na het lterven van den geenen , die originelyk geroepen was geworden. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 7 April 1708. (JVas getekend) A. van den ende. XLI. A D V Y S. i». Een Vrouwe voor zig bedongen hebbende by Huwelykfche Voorwaarden de optie om te participeeren in winft en verlies, gaat mede over op haar Erfgenaamen, niettegenjlaandc by de Huwelykfche Voorwaarden daar geen gewag van word gemaakt. 20. De voordeelen by Huwelykfche Voorwaarden door de Contrahenten aan elkander belooft, komen te ceffeeren door een geval, waar in men niet weeten kan wie de eerftoverledenen is, gelyk hier door het fpringen van een Kruidmolen beide de Egtgenooten zyn dood gevondeni Gezien by de ondergefchreevenen Copie authenticq van de Huwelykfche Voorwaarden by en tufichen jacob tideman, Weduwnaar van geesje martens, als Bruidegom, ter eenre , en diewertje jansz., Weduwe van gerrit heeren, als Bruid, ter andere zyde, opgeregt en gepafleert voor  CONSULTATIEN es ADVYSEN. ,*| voor en ten overftaan van her ma nu s fokkens Notaris onzekere getuigen, tot Hoorn in dato ï8 Eebruary i68y• en onderregt, dat het huwelyk van dezelve perfoonen daar op is voltrokken en ftaande gebieeven , zonder dat nogthans eenig kind daar m is verwekt geweeft, tot dat zy nu voor eenigen tyd, na het fpnngen van een Kruidmoolen , waar in zv woonden, beiden in een en het zelfde vertrek van de Moolen dood zyn gevonden, en beiden zodanig gekweft en verplettert, dat met gegift, veel min geweeten kan worden, wie van beiden door het Knnd eerft is dood gebieeven. En gevraagt, wat effel ert uitwerkuige. van Regten dezelve Huwelykfche Voorwaarden al nu kunnen hebben, zo ten aanzien van winft en verlies ftaande huwelyk gemaakt en gevallen, als ten aanzien var dc voorde en door de eerftl ervende aan de langftleevende daar by befprooken" wer^r^r^r^-f^0 dU de Erf^men van oieC wertje jansz.,; als nu bevoegt en gerechtigt zyn tot de keure om te deelcn in winften verhes, ftaande huwelyk gemaakt en gevallen, of dc goederen by diewertje jansz. ten hu welyk aangebragt, vry en zonder eenige belaftinge naar hen te neemen, doch dat de voordeelen door de eerftftervende aan den langftleevende befprooken, door het ongeval, by Jet gemeld, zyn vervallen, en a-s nu by de Erfgenaamen van den eenen , ten laften van de Erfgenaamen van den anderen ni t ge" eifcht of gevordert kunnen worden. Om redenen eerftelyk, ten opzichte van ae voorfz. keure te participeeren of te dee en in de winft en verlies, ofte niet, dat of wel by de Vooraarden de gemeenfchap van de aantebrengene goederen niet alleen uitgefloten , maar daar en boven ook verdraagen is , dat d ewertje jansz. mee anders als de vruchten en intêreflenJan haare goederen ten dienfte van de huishoudinge zoüde inbrèïï gen, en dat zy haare goederen vry, onbelaft en onverm nden wederom uit den boedel zouden trekken, en alzo de gé" eeafchap van winft en verlies mede is uitgeflooten, zy die w erÏ. j e echter ook bedongen heeft de keure om na '[ fcheiden var, het huwelyk te komen in de helft van de winfte of verl s of anderfims haare aangebragte en aangeërfde goederen wederom i i. U li Ü L,. p o na  i86 CONSULTATIEN en ADVYSEN. toa. haar te neemen, welke keure nu dan ook tot haare Erfgenaamen is overgegaan, fchoon zy by dat beding maar alleenlyk van haar zeiven gefprooken, en van haar Erfgenaamen geen gewag gemaakt heeft, patta enim generalia heredibus quoque profunt l. 40. in pr. ff. de pattis, licet heredis mentio non fiat, quia plerumque tam heredibus npftris, quam nobismet ipfis caveamus, l. g. ff. de probat. ideoque fi ea ad heredes pertinere nolimus, hoe fpecialiter debet exprimi , l. 17. §. 3. ff. de pactis , ad quod denominatie perfonce non fuficit . nifi id ex verbis, aut exmente convenientium colligi posfit, plerumque enim perfona patio inferibitur ,non ut perfonale paÜumfiat, fed ut demonfiretur, cum quo païtum faCtum efi, l. 7. §. 8. eodem. Zonder dat eenig onderfcheid te maaken is tuffchen de magt van verkiezinge , even of die aan den perfoon zoude zyn gebonden, en andere regten , die in het gemeen alle op de Erfgenaamen, als fucceffons in univerfv.m jus defuntti overgaan, quia Keet eleSlio perfonalis fit in heredes, tarnen tranfit obligatio, et ante elettionem mortao fiipulatore, vel legatario , l. j6. in pr.ff. de verb. oblig, in § 20. inft. de legatis. Nogte ook dat het contrarie behoort te worden gerefolveert, ten aanzien dat deeze optie en keure als een privilegie en voorregt aan de Vrouwen tot confervatie van haar aangebragte huwe. lyks goed gegeeven , tot en aan geene Erfgenaamen, immers geene anderen als haar eige Kinderen zoude kunnen worden^ getransmitteert en nagelaaten, arg. §. 29. in fine inft. de atiionibus. & l. 12. §. 1. C. qui potiores in pignore habeantur. Om dat dezelve paflagien van regten fpreeken van een exorbitant privilegie, waar by de Vrouwen in praejudicie van anterieure Crediteuren regt van voortgang voor oudere hypotheecquen wierd gegeeven, 't welk als aan derdens derzelver verkregen regt beneemende en bepaald is geworden, ook om deszelfs hardigheid hedendaags t'eenemaal in onbruik is geraakt , van Leeuwen cenf. forenfi. p. 1. I. 1. cap. 12. ». 3. éf DD. ibid. alleg. en mitsdien op deeze keure niet kan worden overgebragt of toegepaft, als dewelke uit geen privilegie van de wet , maar uit beding en overgifte voortkomt, en wel zodanig beding , waar in niets hards of onredelyks, en veel min een leonine focieteit is opge- floo-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. - ig? flooten, als waar op alle de winften niet geeifcht , en de verliezen in 't geheel voor rekening van den mede Contractant kunnen worden gelaaten, 'e gunt in Regten verbooden is, /. 29. §. 2. ff. profocio, maar alleenlyk de helfte van de winften, die na aftrek van alle de verliezen zuiver komen over te fchieten,'t welk allefints in Regten is gepermittcert en toegeftaan. §. 2. tuft. de focict. Hollandfche Conf. en Advyfn, conf. 203. Invoegen dat het regt van deeze keuren als niets exorbitants of onredelyks in zig vervattende , tot alle Erfgenaamen kan overgaan, even gelyk het regt van hypotheecquen aan de Vrouwen buiten het voorfchreeve privilegie van voorgang voor andere anterieure hypotheecquen by de wet gegeeven, ook op alle Erfgenaamen overgaat, l. unica §. 4, &f 6. C. de rei uxor. actione. Doch byaldien verftaan zou mogen worden , dat de gemelde keure op de Erfgenaamen van die wertje jansz. niet heeft kunnen overgaan, 't welk om redenen voorfchreeve niet word verwagt; zo zouden dezelve Erfgenaamen dan ten minften bevoegtzyn, om de goederen by diewertje aangebragt, voor zo verre die nog in weezen zyn, te reivindiceren én na hen te neemen, en voor het beloop ofte de waarde der vermifte goederen, geprefereert zyn op de goederen, by haaren Man jacob tideman nagelaaten, voor alle anderen, geen ouder of beter regt hebbende, om dat zy da gemeenfchap van goederen, en van winft en verlies, uitgeflooten zynde geweeft, in geene fchulden nogte verliezen konde gehouden zyn, ten zy zy door het doen van de keure, aan haar ten fcheiden van het huwelyk gegeeven, haar daar in betrekkelyk hadde gemaakt , en vermits die keure door haar niet gedaan is, nogte ter oorzaake van het voorfchreeve ongeval gedaan heeft kunnen worden, zo moet het zei ven regt verftaan worden voor haar en haare Erfgenaamen onverandert, en in zyn geheel te zyn gebleven. I. 30. C. de jur. dotium, £f Groenewegen ibidem , Neojiad. de patt. antenupt. obf. 9. En ten tweeden, ten opzichte van het verval der voordeelen by de meergemelde Voorwaarden befprooken, dat die als nu geen plaats kunnen hebben, om dat dezelve voordeelen, over en weder onder conditie, van vooraffterven door den eerftfter- Aa 2 vende  188 CONSULTATIEN en ADVYSEN. vende aan den langftleevende zyn gemaakt, welke conditie niet geëxteert of verfcheenen is, immers door des eens of des anderens Erfgenaamen, niet beweezen kan worden verfcheenen te zyn, en dat mitsdien, gelyk als alles wat onder conditie is be. looft, toegeftaan en gemaakt , door het niet exteeren van de conditie komt te vervallen , en het gunt ouder conditie moet worden gerefolveert en ontbonden, door het niet exteeren van de conditie beftendig, en van waarde blyft. I. 213. ff. de verb. fign. I. 8. in pr. ff. de peric. & commod. rei yendita. I. 32. §. 14. ff. de donat. inter virum éf uxorem. I 8. ff. de reb dubiis, de voorzeide voordeelen door het niet verfchynen van de conditie mede vervallen zyn. Quia mater pariter mortuorum alteri fupervixiffe dici poteft, l. 16. ij. & 18. ff. eodem. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 6 Juny 1708. (Was getekend). d. helmans. Gezien by de ondergefchreevenen de bovenftaande Cafus pofitie, en Huwelyks Voorwaarden, mitsgaders Advis van den Heer helmans. Dunkt (onder corre&ie,) by den Heer Confulent, wel, en den Regten conform geadvifeert te zyn, ons mitsdien daar mede eonfirmeerende. Actum in 's Gravenhaage, den n Juny 1708. (Was getekend) V. edmonds, s, thierens, w. r0senboom. X LIL  CONSULTATIEN en ADVYSEN, I§3> XL II. ADVYS. Niemand kan zig een band opleggen, of een irrevocabiliteit introducé eren , zo min ten opzigte van legaaten als van inftitutie hereditair. Gezien by de ondergefchreevenen Copie van de No'u^n en Dingtaalen voor de Ed. Geregte van Grootebroek" ge. houden in de zaake van jürriaan kluppel, Pincher ter eenre, en wtllem cornelisz. botjager, Gedaagde ter andere zyde; mitsgaders Copie van de refpeétive Producten we. derzyds, insgelyks voor dezelve Gerechte geëxhibcert; als mede Copie van eene Acte, by willem cornelisz. bottagfr voornoemd , den 3 May 1708 gepaffeert voor albert ku 01 Notaris binnen Enkhuyzen, en getuigen, en al mede nader voor welgemelde Geregte, uit den naame van gedagte bottager geëxhibeert. En gelet op de vraage daar uit voorgefteld; Dunkt (onder verbeteringe,) dat de Acfe by en tufichen willem cornelisz, bottager, en jurriaan klup- pel, op den 24 January 1708, in praefentie van getuigen gepaffeert, net is of kan zyn van eenig effeét of waarde, immers dat dezelve door middel van de voorfchreeve nader geëxhibeerde A6te van den derde May 1708, weder is gerevoceeru en gantfeh en al buiten effect gefteld en vernietigt. Om redenen, dat of wel de voorfchreeve Acte van den 24 January 1708, is cohtirreerendè een accoord of overeenkomfte van de partyen, van dat zy eikanderen of wel aan den langftleevenden maaken de fomma van duizend guldens uit elka, of wel des eerft overledens Capitaal, en dat zy zulks ook Notariaal zoude beveiligen, het zelve accoord nogthans itrydig is met de Regten en Praöycquc. Als volgens dewelke een uiterfte wille Is verklaart geworden, .niet te zyn een fubjeft van handelingen onder deleevende maar particuüerlyk geaffefteert aan Teftamenten en Codicillen, en folemniteiten van dien, die dan ook als ^a 3 pms  i9o CONSULTATIEN en ADVYSEN. juris publici zynde, privatorum pnttis, niet kunnen worden gederogeert of verandert, per text. in l. 9. quemadm. teftam. aperiantur, l. 4. de adimend. legat. I. 52. pro focio, l. 43. de vulgar. é? pupill. fubft't. juntt. I. patium C de pact. I. hereditas C. de pact. convent. &1. final. de füis legitim, hered. et per ea quahabeat Viglius ad §. 720» tarnen in omnib. n. 8. in fin inft. quib. non eft permiff. fatere teftament. êf Vasquius de fuccesfion. creation. lib. 2. c. 18-. n. 204. 65 fiqq- : . - ,' . _ En dat in alle geval zodanig prsetens Contract van maakinge zoude weezen revocabel, zo als ook in deezen dezelven revocatie met 'er daad is gefchied. Tot zo verre toe, dat voor zo ■ veel men uit zodanige proetens beding eenige irrevocabiliteit zoude mogen fuftineeren, 't zelve beding al mede ten dien effede zoude weezen nul en van geener waarde , als ftrydende contra bonos mores, en tegen de onverbreekelyke Grondregels van Re°ten, waar by ieder een de vryheid word gelaaten om zodanige veranderinge in en omtrent zyn uiterfte wille te maaken, als na rade. Per l. 4. C. de inutil ftipul. I. 61. de verb. oblig. £f /. C. de Sacro SanSt Ecclef. pro ut et hac idem Vasquius, d. loc. n. 14. & fiqq- pluribus adftruit. et ex eo refert. Hartmanus Piftor lib. 4. queeft. 4. n. i. Zo als ook in deezen by de voorfchreeve Acte, parthyen zig niet hebben verbonden gehad, van dat zy de voorfz. maakinge niet zouden kunnen of mogen revoceeren; maar desaangaande zyn gebieeven in hunne primitive en origineele ftaat van vryheid, zo aan alle maakinge, ten opzigte van het regt van revocatie onaffcheidelyk vaft is. Cum in legatis novisfimce fcripivsce valeant per text. in l. 12. §. 3. de legat. 1. Zonder dat in deezen zal kunnen worden geobjicieert als of de voorfz. difpofitie van Regten en Pradycque alleen plaatfe zouden hebben in zodanigen geval, als waar in van der Contractanten geheele nalaatenfchap of eenige quote of gedeelte van dien zoude zyn gehandeld, en niet in zodanigen cas, als waar in alleenlyk eene maakinge van eenige particuliere zaaken of fommen zouden' zyn gedaan, of daar over gecontradeert, gelyk in deezen, en dat in allen gevallen door eene generaale Coultume van  CONSULTATIEN en ADVYSEN. m van de prasficiteit van Regten zouden weezen gereccdeert en afgegaan. Dewyl daar jegens peremtoirlyk dient , en wel ten opzigte van de eerftgemaakte bedenkinge, dat iemand al zo min zig zeiven banden kan leggen, en eene irrevocabiliteit kan introduceeren, ten opzigte van Legaaten en maakingen, als ten opzigte van inftitutie hereditair, zo als het zei ven evident is niet alleen uit de generaliteit van de woorden alomme gebruikt by de Regtsgeleerden en de Keizers hier vooren aangehaalt, en die dan ook zo wel zyn applicatie op Legaaten en andere difpofitien moeten hebben , als op inftitutien hereditair , maar ook nog om dat zulks ook in terminis mede van Legaaten en maakinge als re certa bevonden word ter nedergefteld te zyn, l. 12. de leg. 3. hier vooren al bereits aangehaald , en in het'byzonder mede in /. 22. de leg. 3. alwaar te vooren van een particuliere maakinge gefprooken zynde, de Regtsgeleerden vervolgens daarop 'laat volgen deeze woorden, quod fuprema. voluntas potior habetur, cum nemo eam fibi legem dicere pofiït, ut a prior e voluntate ei recedere non liceat , zullende ook de Regtsgeleerden dewelke mogen fchynen in re certa aut particulari meerder kragt toe te fchryven aan de onderlinge conventie van partyen , dan wel hier vooren is gedaan, niet bevonden worden zulks gedaan te hebben, wanneer uitdrukkelyk is vermeld geworden van een fuccesfie of maakinge als in deezen; maar alleenlyk in zodanigen geval,, wanneer partyen onderling elkander by gifte onder de leevende moete hebben gegratificcert of befchonken , of diergelyken ; zodanig dat de voldoeningc van dien, alleen tot hun refpeclive fterfdag isgedefereert en uitgefteid geweeft,atgumexta l. un C. ut actionts ab herede et contra heredem incipiant; in conformiteit van hst geene daar van uitvoerlyk word geleerd by Hartmanus Piftor. prad. hb. 4. quafi. 2. n. 4. & feqq. fj> n. 9. feqq. qui 6? ibidem n. 18. docet, nihil, referre utrum paclum fit reciprocum nee ne, unx cum Vinnio de patiis cap. 19. n. 2. En aangaande welke confidcratie, gefundeert op het onderfcheid tufichen de univerfiteir van een erfeniffe in het geheel of ten deele, tufichen de fuccesfie of maakinge van een zekere par- ti-  m CONSULTATIEN eïi ADVYSEN. ticulicrc zaake of fomme, en anderfiftts meer, de meergemelde Hartmanus Piftor. n. 42. de quaft. 2. te'regte dan ook heeft aancerckend gehad, quod fcepius cmtingat ut pio commum proclanvtur opinio aliqtta quant tarnen magis communiter improbatum cfie re diligentius perfpeZta apParet ut poft alios docet etiam domims Wefenbecius, het welk dan ook by die van den ivaade van den Eiflcher wel mede zodanig fchynt geapprehendeert te zyn, wanneer dezelve by nadere verklaaringe van de getuigen, de voorlz. Acie mede getekend hebbende gehad, het woord van maaken, bv dezelve'gebruikt hebben geommitteert, en in plaatle van dien wel hebben getracht te fubtitueeren de woorden van profileren cn gebaat zyn, doch zonder eenige apparentie van lucces, zo om dat zulks niet is gedaan in terminis difpofitms maar alleen narrative en emmciative, waar aan nooit word gedcrereert, per jura vulgata, ais inzonderheid ook nog om dat een getmgen , die in en op het maaken van een inftrument heelt geasfilleert gehad, nooit word gelooft, of zelvs gehoord buiten, en min nog tekens de inhoud van het inftrument, waar in by getuigen ii «weeft, als dewelke met zodanige andere vcrklaaringen zig zelvs zoude komen tegen te fpreeken , of van agtelooshe.d e befchuldigen; arg. I. un. §. 11. in fin. C de caduc jdknd, ta quce habet Anth. Faber lib. 4. tit. 15. def. 15. Ö de/. 51dat dan ook addrefle by de Eiflcher quah gebruikt in het ftellen van zyn concluTie van eisch, wanneer hy namelyk zig daar in niet heeft gehouden binnen de termen van de voorfchreeve Atfe van den 24 January 1708, maar zig in tegendeel de vryheid gegeeven van het gebruiken der woorden enunciative -gedaan influeeren in de atteftatie by de getuigen, ex poft fauo belegt ala boven, van des te minder operatie zal kunnen zyn, als weezende die bewoordinge geheel en al ftrydig met de Afte origineel, vaar uit het pnetlnflregt zoude moeten worden geder,veert en Se t, en gevolglyk gedeftitueert van alle bewys, zelfs dan 1X«èe de conflde8«tieS, van Regten en Pradycque ,n deeze ter intentie van den Gedaagden bygebragt, denzelven met zoude kunnen te ftade komen tot een volilage abfolutie van des Eisfchers gefuftineerde. En  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 2cr •aan haar Moeder op haar fterfbedde zelfs heefc moeten belooyen, dat zy met B. nooit trouwen zoude, van dezelve trouwbeloften heeft vermogen te poeniteeren, zo als de ondergefchreevene onderricht worden dat A. by het leeven van haar Moeder ja zelvs lange tyd voor haar overlyden , daar van gepoeniteert heeft, ah m terminis zeer kragtig te zien is by Groenewegen ad 1.5. cod. ie fponfaliis, adde Brouwer de jure Connub. I 2 cap 10 n. 10. m fine & n. 11. kunnende daar jegens nietopereeren , dit bv de voorlz. prstenfe trouwbeloften ook word gevonden die clauluie of fchoon myn Moeder, Zufter of Broeder &c. want dewyl ö. zelfs met zyn hand de voorfz. trouwbeloften gefchree ven heeft, zo is ligtelyk te begrypen, dat A. die claufule, of n ,S °f,n,a ^reePen gehad, om dat zy daar na aanftonds, zo haaft als haar Moeder in hetzelve huwelyk niet heeft willen confenteeren , van dezelve trouwbeloften cereft. beert en gepoeniteert beeft, en mitsdien A. notoirlyk dezelven erroneufelyk getekend heeft, zulks dat cum nihil tam contrarlum confenfu fit, quam error dezelve praitenfe trouwbeloften daarom nogte minder kragt hebben kunnen, als te zien £ bv ^ de jure Lonnuherum lib. x.cap. 18. Men zwyge dat de voorfz ora> def^n^hefr l^f by h« ^evenvande boe¬ del van A., het zyn zelve wyft, dat als B. voor het cverlvden van de voorfz. Moeder van A. had geageert gehadde^Tve als dan haar redenen zoude hebben kunnen allegeeren, zo als de Politique Ordonnantie zulks in terminis oreert, en het mitsdien prelumti» , dat eo ipfio , als B. zo lang met het inftirueïèrvïï van Zyn Aftie gewagt heeft, hy zelvs die redenen niet heef?d " yen afwagten, en zulks daarom te minder de voorfz pritenfe trouwbeloften van den beginne af hebben kunnen beftaan ^dabimttoyitiofumeft3traüutemporisconyale^ Aldus geadvifeert in 's Gravenhaage, den 30 Oétober 1708. (Was getekend) *lor. p. p,ttenius,b. van leeuwen, w. nobeling, A. breur. II. deel. Cr. Cc XL VI.  ioi CONSULTATIEN en ADVYSEN. XLVI. ADVYS. i». By Huwlykfche Foorwaarden gemeenfchap zynde uitgeflooteny én by Teftament die Huwlykfche Foorwaarden herroepen zynie, zo word nogtans daarom de gemeenfchap niet geintroduceert, ten waare de woorden, met welke de revocatie is geconcipieert, duidelyk die gemeenfchap kwamen mede te brengen ; zo nogtans dat de Kinderen daar door net zouden mogen worden- verkort in hunne legitime portie. %*. Pe Ouders by Teftament niet helb nde gedaan een verkiezing 'van Landregt nopens de fuccesfie ab int.fiato hunner Kinderen, maar iemand aan hun Kind of Kind ren gefubfiüueert hebbende ex fideicommiffo, zo kunnen de Friendm, fveiken ab inteftato zouden moeten erven , van zodanig Kind of^ Kinderen, vorderen de legitime en trebellianique portie. casus positie. ATongman, B. jonge Dogter, beiden meerderjaarig, gaan te faamen aan Huwlykfche Voorwaarden , waar by gemeenfchap van goederen uitfluiten; getrouwt zynde, maaken fe faamen Teftament, waar by alle Teftamenten &c. en wel fpeciaal haar Huwlykfche Voorwaarden herroepen en te niet doen, en wyders den een de ander, en zulks den langftleevenden over en weder ftellen tot ergenaamen van haar natelaatene goederen, haar Kind ofte Kinderen allee-lyk inttitueerendem debloote legitime portie, willende dat by het ?vfyden van haare natelaaten Kind of Kinderen, derzelven geërfde goederen weder zullen gaan erven en verfterven volgens de fuccesfie ab inteftato van het fxoordhollands Regt, uitgedrukt in het voornoemde Teftament, met de volgende periode. En byaldien hunne Teftateuren natelaatene Kind of Kinderen na des . lyviges dood kwam, of kwamen te fterven , wilde zy Teftateuren dat derzelver geërfde goederen weder zullen g^n erven en verSrveTvolgens de fuccesfie éb inteftato van het Noordhollands  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 203 Regt, zodanig nogthans , dat de goederen van haar voorfz Kind of Kinderen weder in het geheel zullen komen aan de' langftleevende van haar Teftateuren, en niet aan deszelfs Zusters of Broeders , zonder dat daar van anderfints zal mogen worden gedifponeert by maniere van eenige uiterfte wille, gif. te, acte, onder deleevende, of anders De voornoemde A. en B. , woonende op Zuidholland, hebben te faamen verwekt een Kind C , de Moeder B komt te fterven , nalaacende 't voornoemde eenige Kind C Zo is de vraage. Eerft, of uit kragt van het Teftament de gemeenfchap van goederen tulfchen de voornoemde A. en B. plaats heeft gekregen , dan niet ? ö Ten tweeden, 't voornoemde Kind C, woonende by zyn Vader A. op Zuidholland, en aldaar komende te fterven voor zyne jaaren dat in ftaat is om Teftament te kunnen maaken, wie dat van des Kinds C moederlyke geërfde goederen of legitime portie erfgenaamen zullen zyn , zyn Vader A. , of wel des Kinds Oomen en Moeij-n,. Nigten en Neeven, woonende zo op Zuid- als op Noordholland ? En zo de Vader Erfgenaam is, of zulks is vaft en zeker, kunnende aangetoond worden met gewysJens of exempelen ? Gezien by de ondergefchreevenen de voorenftaande Cafus poJitie, en gelet op de refpeótive vraagen daar uit geproponeert. Dunkt (onder correctie,) op de eerfte vraage, dat door'd revocatie van de Huwlykfche Voorwaarden, fimpelyk en zonder exprefle relatie tot de gemeenfchap gedaan, tufichen A. en ' Seene volkome gemeenfchap is geintroduceert geworden, of plaatfo-zal kunnen hebben. Als wordende zodanige indefioite en onbepaalde revocatie van de Huwlykfche Voorwaarden by Testamente gedaan, in de Practycque alleen verftaan applicabel te zyn op de voordeelen, zo van douarien, als van andere dergelyke avantages, die de eerftftervende der Echtgenooten aan de langftleevenden by Voorwaarden toegevoegt mag hebben gehad; Jer oorzaake namelyk, dat by uiterfte wille regulariter. en vi^nlyk nlleen gelaborcert word over de fucce fie van het geeneS de leltatturen in eigendom bezitten, en verder zullen verkrygen; Cc 2 .en  2C4 CONSULTATIEN en ADVYSEN. en geenzints om in den eigendom van hun goed zelfs ce maakert eenige verandering, ot om gemeen te maaken onderling, hec welk ieder buiten gemeenfchap had gehou len , en a zo ook kwam te poffi leeren en zoude nalaaten. Cum verba fecundum fabjeftamt materiam fint accipienda ; gelyk dit ook te meermaalen dien conform is gedecideert geworden ; volgens de getuigenlijn van Mr. Simon van Leeuwen , en de Doctoren by hem gealiegeert, lib. 4. cap. 24. van zyn Roomfch Hollands Regt. En de ondergefchreevene ook nooit anders heeft zien praitifeeren, ten ware de woorden , waar mede de revocatie was geconcipieert, zo breed én kragtig mogten leggen, dat dezelve ook eene introductie van de totale gemeenfchap uitdruklyk kwame mede te brengen. Als wanneer dan de exprefle wil, tegen de voorfz. interpretatie , die alleen gefundeert zoude worden op de prajfumtive wil van de Teftateuren, in billykheid zoude moeten pra^valeeren. Cum in claris non opus fit conjecluris, et prcefumtio cedat veritati. in deezen verftande evenwel, dat de Kinderen daar-door niet zoude mogen worden geprsjudicieert in hunne legitime portie, als dewelke gerekend moet worden in allen fchyue als of 'er geen Teftament altoos gemaakt ware geweeft, cum legitima fit portie portionis ab inteflato debitce^ nee modum aut conditionem admittat , per l. 32. C. de inofficiofo teftamento ; conform het geene de ondergefchreevene, neffens de Heeren Butsen Ypelaar voortyds mede geadvifeert heeft gehad , conf. 252. vol. t. van het Nederlands Advysbock, pag. 578. verf. Zulks dat dan ook Op de tweede vraage , zoude de ondergefchreevene mede (onder verbetering,) van advyfe zyn , dat wanneer C. , zynde het Kind van A. en B. , na zyne Moeder zoude mogen komen te fterven geduurende zyne onderjaarigheid , en zulks dan mede alvoorens in ftaat te zyn geweeft om te kunnen tefteeren; als dan A , des Kinds Vader, wel zal weezen gefundeert om 't geene C van zyn Moeder B. heeft geërft gehad , alleen te behouden en te genieten; overmits de Teftatrice B. , volgens het geene by Cafus pofitie is ter nedergefteld, gewild heeft gehad,.niet alleen dat de goederen, die haar Kind C, van haar zoude hebben geëift, dan voorts zouden moeten es*-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 205 erven volgens de fuccesfie ab inteftato van het Noordholland, fche Regt, waar door dan alle de Vrienden van des Kinds Moeders zyde, particulier ten voordeelen van den Vader zyn en worden uitgeflooten ; maar dat. ook dezelve Teftatrice B. in het byzonder nog uitdrukkelyk heeft uitgeflooten zelfs ook des Kinds Zufters en Broeders, die anderfints volgens den Noordhollandfche Regten neftens Vader of den langftleevenden der Ouders, daar toe mede voor de helfte zouden zyn geadmiteert geweeft, naar uitwyze van het 3. artikel van het Placcaat in den jaare 1599 op het ftuk van de fuccesfie ab inteftato geëmaneert. Voorbehoudens evenwel datA. zal moeten gedoogen.dat daar van worden gereduceert de Legitime en Trebellianieque portiën, ter confideratie .dat of wel B., des Kinds Moeder, zoude hebben vermoogen gehad, ook by uiterfte wille, verkiezing van het Noordhollandfche Landregt te doen ten opzigte van de fuccesfie ab inteftato van haar Kinds goederen, immers voor zo verre die van haar B. afgekomen zouden zyn, en dat in prasjuditie van zodanige verkiezing ook geene kortinge van Legitime of Trebellianieque portiën plaatfe is hebbende, overmits als dan niet ex teftamento maar ab inteftato aan de Kinderen word geërft, of wel eigenlyk ex prafcripto legis, volgens de leere van den Heere de Groot conf 239. vol. 2. van het 3. deel der Hollandfche Regtsgeleerden , gefundeert op het 29. artikel van de Politique Ordonnantie , zo kan zulks nogthans in deeze geene applicatie vinden ; uit oorzaake namelyk, dat de Teftatrice niet heeft gemaakt een reglement op of van de fuccesfie, in cas haar Kind C ab-inteftato en zonder eenige difpofitie zoude komen te overlyden ; maar dat in tegendeel de Teftatrice B. de Erfgenaamen ab inteftato na Noordhollandfche Regten heeft gefubftftueert gehad ex fideicommiffo, zelfs met uitfluitinge van de Zufters en Broeders, die anders na de Noordhollandfche Regten mede nog ab inteftato zouden zyn geregtigt geweeft , blykende uit het exprefle verbod van alle difpofitie onder de leevende, of ter zaake des doods ter contrarie fecundum ea qua proponuntur , by de Teftamente vanB. gedaan, gelyk dit onderfcheidenlyk zodanig geleerd C c -3 . word  206 CONSULTATIEN en ADVYSEN. word by den Heere de Groot lib. 2. cap. 29. n. 4. & 6. van zyne Inleidinge tot de Hollandfche Regisgeleerdheid. In zulke voegen , dat dezelve Legitime en Trebellianieque portiën dan ook zuilen moeten komen en verblyven aan, en ten behoeven van de Vrienden van C , dezelve van 's Moeders zyde fuccedeerende ab inteftato na Zuidbollandfche Regten , waar onder dezelve C. met zyn Vader en Moeder woonachtig is geweeft, en dit al mede op het fundament hier vooren gelegt, dat namelyk B. niet heeft gedaan een verkiezing van Landregt ten opzichte van haar Kinds erfen fle ab inteftato, nemaar aan hetzelve Kind, gefubftitueert ex fideicommiffo zynen Vaderen zyne Noondhollandlche Vrienden in die ordre, als dezelve, aan haar Kind C. ab inteftato zouden kunnen fuccedeeren dedutta nimirum Legitima & Trebellianica , dewelke dan gelaaten zynde aan de difpofitie van het ordinaire of gemeene regt, aan hem C. vry hebben gecompeteert gehad , en alzo getransmkteert zyn op zyne Vrienden die hem ab inteftato hebben te fuccedeeren, na de Wetten van zyn woonplaatfe , of daar de goederen anders mogten gelegen zyn. Ziet mede de Heer Hugo de Groot, lib. 2. tap. 26. n. 4. 6? Rodenburg de jure quod oritur ex divers, ftatut. tit. 2. cap. 2. in fine. En waar mede dan ook voldaan is aan de derde vraage, als zullende de Vader A. ab inteftato seen regt altoos kunnen pranendeeren, maar alleen ex fideicommiffo regt hebben als vooren. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 29 January 1709. (Was getekend) A. van den en de. XLVII.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 207 XLVII. ADVYS. Een Stiefvader is na de dood van zyn Vrouw niet bevoegt, om te vorderen dat het Voorkind van zyn overledene Vrouw onder zyn educatie blyft, en dat hy blyft genieten de penningen voor de alimentatie van dat Kind behoorende. Gezien by de ondergefchreevenen Copie authenticq van het Teftament mutueel van Wylen adriaan de graaf, in zyn leeven Secretaris van de Colonie van Suriname., en emilia regina broen, in der tyd echte lieden, eerft onder de hand op den 5 September ijox getekend, en vervolgens op den zevende van denzelven maand September mede nog befloten gepaffeert voor en ten overftaan van den gefworenen Klerk jan van stryp en getuigen, en na den dood van gemelden adriaan de graaf Zaliger op den 5 April 1702 geopend door francois tirot, mede gefvoren Klerk aldaar en getuigen ; nog Copie authenticq van den Teftamente mutueel, op den 11 Maart 1707, by gerard de vree, en emilia regina broen, als toen mede echtelieden, gepaffeert voor abraham kinkhuyzen, Secretaris van dezelve Colonie, en getuigen; voorts nog Copie van eene Infinuatie en Proteftatie uit den naam van cornelis de nys, als Voogd over gideon d.e graaf, minderjaarige nagelaaten Zoon van Wylen adriaan de ghaaf en emilia regina broen voornoemd, door den gefworen Klerk adriaan moy en getuigen aan gerard d e - v r e e mede voornoemd gedaan, en deszelvs antwoord daar óp in gefchrifte ter Secretarie van Surinamen gezonden ; ea laatftelyk Copie van de Requefte uit den naam van gedagte cornelis de nys, in qualité voorfchreeven, aan de Heeren Gecommitteerdens uit den Raad van Surinaamen gepraïfenteert, en den appoinclement daar op den 14 September 1708 verleend. - En gelet op de vraage daar uit voorgefteld, Of namelyk gerard de vree voornoemd bevoegd en geregügd isj het Vaderlyke goed van gideon de graaf, mede hm  tot CONSULTATIEN en ADVYSEN. hier boven gemeld, onder zich te behouden, tot 'er tyd toe hy zal zyn gekomen tot den ouderdom van 25 Jaaren , of anders tot den Huwelyken ftaat? . Zoude de ondergefchreevenen (onder verbetennge,) van advyfe zyn, onderftejd zynde, dat de afte van bewys ren behoeve van gideon de graaf voornoemd, wegens zyn Vaders goed of erfeniffe, by emilia regina broen, op, of voor haar hertrouwen met gerard de vree gedaan, is gedreffeert m Srm^en op den voet van het Teftament mutueel van Wylen adriaan de graaf en kmiua kegina moen in den hoofde deezes gemeld, dac hetzelve Vaders goed of erv van gideon de graaf, althans na doode van emilia rerina broen zyn Moeder, zal moeten goedgedaan en uitgereikt worden in handen van den Voogd over denzelven gideon dÈ gIaaf , al is »t fchoon dat hy gideon de graaf nog niet getrouwd, noch ook niet ten huwelyken of anderen geapprobeerden ftaat gekomen mag zyn. Want ofwel by het mutueele Teftament van Wylen adriaan nr graaf en emilia kegina broen voorlchreeven , word gevonden deeze claufule, dat namelyk de langftleevende niet gehouden zoude zyn de bewezene fomme of erfeniffe van •hun Kind , aan deszelvs Voogd of Voogden u-t te keeren, dan wanneer hetzelve Kind gekomen zoude zyn tot den voorfchreeven ouderdom van vyfentwintig Jaaren, Huwelyken, of anderen geapjrobeerde ftaat, zo'is nogthans, alles wel ingezien en overwogen zynde, uit den gaptfchen draad en famenhang van den ^oBrfch?eeven Teftamente, zo wel als uit de natuur van de Lak klaar en zeker, dat dezelve difpohtie is perfonee , en die mitsdien g atucheerd is aan de perfoon van de langftleevende der gedagïe Vader en Moeder van hetzelve Kind particulier. Gelyk als dit niet alleen daar uit genoegzaam met zo veel moorden is te zien en te leezen, dat de langftleevende te Teflanm daar by alleen word, of is verklaard geworden inmiddels niet gehouden te zyn tot de voorfchreeve uitkeennge , maar kan luiks in 't byzonder ook daar uit afgenomen worden, dat de Lngftleevende voor of alleen aangefteld zynde geweeft tot Voogd  CONSULTATIEN en ADVYSEN. aap of tot Voogdefle over hun Kind of Kinderen, als mede om dezelve te educeeren en te alimenteeren tot haare jaaren, of ten huwelyken ftaate , vervolgens by den voorfchreeven Teftamente in cas van hertrouwen van denzelven langftleevende, daar omtrent word gemaakt deeze veranderinge, dat namelyk de langftleevende als dan een, of meer perfoonen tot Voogden neffens hem of haar zouden moeten aflumeeren of aanftellen, maar dat echter het bewezene Vaders of Moeders goed, niet onder die geafliimeerde Medevoogden zoude komen , maar dat onder de langftleevende, die reeds Voogd of Voogdefle was , dan ook verders zoude hebben te verblyven, als mede dat by de langftleevende de intereft en vrugren daar van genoten worden, mits dan cok in confideratie (NB.) van dien continueerende in de voorfehreeven educatie en alimentatie, tot dat de Kind of Kinderen gekomen zouden zyn tot den ouderdom van vyfentwintig Jaaren, huwelyken of anderen geapprobeerde ftaate, als boven, als zynde immers notoirelyk het genot van de vrugten en intereften , met de educatie en alimentatie daar tegen gecontraponeerd, zo wel als de voogdyen voorfchreeven, alle te faamen zaaken, die op de fuccefleurs en erfgenaamen niet komen over te gaan, maar die met het leeven van den geenen, aan wien zodanigen quahteit en regt is gedefereert en gegeeven, geheel en al komen te expireeren en te eindigen, zo als dit naar Regten en Praclycque notoir en onder anderen te zien is quod ad ufumfruiïum et perceptwnemfruEtuum, in g. 3. inftit. de ufufruSlu legato, quod ad tutelam, m §. 3. inftit. de tutelis, juntt l, 16. ff. eod. titulo, l 4 § 1 de tutela £f rationibus diftrah. #> /. uit. §. 1. ff. de muneribus 6 hononbus. jtmtt l. 22. en l. 41. ff. de üfufruttu. Zynde het poincl; van de alimentatie en educatie der Kinderen van zo fingüliere perfonaliteit en refledie, dat hetzelve aan eene Moeder die ten tweede huwelyke komt te treeden, dikwyls word geweigerd en benomen, alleen om des Stiefvaders wille, of om de relatie die de Vrouwe tot haare Man is hebbende in dat tweede huwelyx, hoewel dezelve educatie anderfins by uiterfte wille aan den Moeder mogte zyn geconcedeerd, per textus in l. 1. § r. ff.ubi pupillus educari debsat (f l. 1. C. eod. titulo junCt. I. HERTOG HE, P. edmonds. Gezien by den ondergefchreevene de voorenftaande Advyfe. Zoude (onder verbeteringe,) mede van advyfe zyn, by de Heeren Conruienten wei, en den Regten en Praftycqucn con- Ee 3 forrrt  222 GONSULTATIEN en ADVYSEN. form geadvifeert te zyn, my mitsdien met hun Ed. volkomen confirmeerende. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 15 May 1709. (Was getekend) A. van den ende. LI. ADVYS. Descendenten, die den overledene in regten nederdalende linie beftaan , erven in infinitum by reprcefentatie en in Jiirpes. casus positie. AGrootvader, woonachtig in Noordholland, fterft aldaar . zonder getefteert te hebben, en laat niet als Kindskinderen na ; zynde zyne Kinderen in den eerfte graad alle vooroverleden. Doch dezelve Kindskinderen zyn in ongelyke getalen. Als te weeten van B., overieden Zoon van A., worden alleenlyk gevonden twee Kinderen. Van C., mede eene vooroverleden Dogter van A., vind men 'er drie Kinderen. Zo dat alle de voorfchreeven Kindskinderen in gelyke graaden zynde met relatie tot hunnen Grootvader. Zonder dat 'er eenige Kinderen in den eerften graade neffens hun alhier zyn concureerende. De vraage is dan ook? Of de erffenifle van den Grootvader A. in twee gelyke deelen zal moeten worden gelegt , zodanig dat de Kinderen van B., Zoon van A., komen te genieten een van dezelve gedeeltens, en dat de Kinderen van C., Dogter mede van A., het andere de§l alleen Zullen komen te trekken? Dan of de voorfchreeven vyf Kindskinderen van A. alle hoofd voor  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 223 voor hoofd Erfgenaamen van hunnen Grootvader zullen mogen en moeten zyn , genietende alzo ieder een geregte zesde part in hunne Grootvaders nalaatenfchap? Gezien by den ondergefchreeven.' d^ voorenftaande Cafus pofitie , en gelet op de vraage daar uit voorgefteld. Dunkt (onder verbeteringe,) dat de erffenilfe van A. in twee gelyke deelen zal moeten worden gelegt, zodanig dat de Kinderen van B., overledene Zoon van A., komen te genieten een van dezelve gedeeltens , en zulks de gantfche helfte van den boedel en nalaatenfchap van zyn Grootvader A , en dat hec andere gedeelte, of de wederhelfte van den voorfchreeve boedel en nalaatenfchap van A., alleen zal worden getrokken en genooten by de drie Kinderen van C., vooroverledene Dogter van A. voornoemd. Want of wel dezelve vyf Kindskinderen van A. alle in gelyken graade zyn , met relatie tot hunne Grootvader A , zonder dat 'er ook eenige andere Kinderen van A.in deezen zyn concurreerende tot, of in deszelfs erffenilfe, zo is echter kennelyk, dat tot des overledens erffenilfe komen de Kinderen en Descendenten, dat is, die den overledenen in regten nederdaalende linie beftaan , in infinitum by reprcefentatie, et in Jiirpes , zonder dat 'er eenig onderfcheid gemaakt word of de Descendenten alle van gelyke graade zyn, of dat zy met en neffens andere van nader graade zynde, zoude mogen concurreeren; en dit alzo wel volgens het eerfte artikel van. het Placcaat in den jaare 1599, op hetftuk van de fuccesfie ab inteftato ten opzigte van die van Noordholland en de onderhoorige diftritten geëmaneert , als volgens het tweede artikel van de Politique Ordonnantie van den jaare 1580. Als wezende zulks ten opzigte van de nederdaalende linie over geheel Hollanden Weftvriesland, in het Verfterfregt gemeen, en een hetzelfde, zo als dit mede by den Heere Hugo de Groot word aangemerkt en getuigt, lib. 2. cap. 28. n. 7. n. 8. êf 9. van zyn Inleiding &c, ■ Zynde alleen ten reguarde van de Collateralen of Zydmagen, by het. ir. artikel van het Plaecaat, en by.het 38. artikel van de Pe~  £f| CONSULTATIEN en ADVYSEN. Politique Ordonnantie, in het regt van de repraefentatie of plaatsvullinae, eenige diftinftie of limitatie gemaakt, wanneer die Collateralen of Zydmagen zouden zyn in gelyken graade. Zulks dat daar die Exeptie dan o»k nog te meer verftaan moet worden a contrarie, de voorgaande regul in alle andere gevallen, en zonderUnpfin de nederdaalende linie te meer beveft.gr te zyn , cum exceptie confirmet regulamin cafibus non exeptis, et exclufio unius fit ^fuflSË^ahes ook nog des te minder bedenken kunnen hebben ten opzigte van het cas alhier voorhanden,, enin Noordi oHand voorgVallen zynde. Om dat de Heeren Staaten by het voor Placcaat van den jaare i599> r^ült*t^ïn gewild gehad , dat zaaken die mogten fchynen by den voorlz. Placcaate niet genoeg geflift te zyn, zouden n^n wor en gereguleert en gefchikt naar de befchreevene Roomfche Regten aan de eene zyde, en dat aan de andere zyde, offchoon onder de Reatsgeleerden mag zyn eenige controverfie de jure reprafintatio- alleen gevonden word ten gevallen van Collateralen, en met ten oSteg van Descendenten,6 of in de nederdaalende hme. Utiviêere°e(l apud Peregrinum de fideicommijfio art. 30. n. 20. verj, Ji verofratres, &c. in allen gevallen ook de gemeener opinie, oat de iure civüi, dc gelykheid van graaden geene verandennge daar ? s maakende. teftib. Grajfo. §. fuccesfie ab inteftato, quafi 2. n ia. verficulo. fed communior eft opinio. Quidone Papa quafi. 139. MPeregrino diilo loco. Zo als daar toe uitdrukkelyk dan ook zvn legende de Textéri in §. t. & 17. inftit. de hered. qua ab inultof S Novella 118. cap. t l. 2. Ct de fiuis & cognatis En voo dee« opinie als ontwyfelyk zyn mede de moderne Reg celeerden, als Amoldus Vinnius ad §.6. m fine, & ad §. uit. tftü. I"heredibus ab intefiato, & Domat. dans Jon traité desloix c vües dans leur ordre naturelle, part. 2.hv 2. tit i fieü. 1. n. ^ Zo als eindelyk deeze opinie ook beide met relatie tot de Praaycque en tot het Regt , aangenomen en gevolgt word by denzelven Vinnius, ad §. 5. inftit de fiuccesfione cognat. cap. 1.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 233 vooren reeds aangehaald, zelfs ook de geheele makinge van zo veel of weinig, als na des Heer strykebolle's welgevallen voor een makinge zoude mogen, en ook moeten worden geconfi' dereerd, waar uit aan de Erfgenaamen ab inteftato, wanneer ze zelfs al gefamentlyk, en ieder in 't byzonder gebeneficeert waren geworden, als nogthans in geenen deele, geen regt ofaftië altoos na regte geboren zoude zyn, als alleen in cas- en voor zo verre dat van den Heer strykebolle eigene vrye wille en gebefte zoude zyn , eensdeels , om dat dezelve makinge dan niets zekers zoude contineeren, en anderdeels, om dat in alle geval mede,dat onzekere dan nog gefteld en gelaaten zoude zvn aan het welgevallen van den Perfoon van den geinftitueerden Erfgenaam, beide zaken, die de makinge zelfs buiten eene overvloedige en ongehoudene goedwilligheid na Regten en Praftycque, ook anderfints alle operatie van regten zouden beneemen, niet anders dan of'er geen makinge altoos gedaan ware geweeft Quando enim non apparet quid, quale, quantumque fit, incerta efl flipulatio et legatum l. 75 de verborum obligat. Incerti autem legati ut et ftipulatioms,nulla eft petitie l. 69. §.4. de jure dotium, juntl. I. 04 & l. 115. ff. de verborum obligat. adeo ut koe ne ipfa cequitate auidem canomca corrigatur, nifi in cafibus, qui huc non pertinent, vide Barry de fuccesfionibus lib. 9. tit. 4. n. 18. & tit. 18 n 9 & Tul den. ad tit.ff.de legat. j cap. 4. quin et fiquid in voluntatem aut bene placitum heredis referatur, nihil debetur, per l. 43, § 2 de legat. 1. 6f /• 75- de legatis 1. quamvis alioqui boni viri arbitr'ium £que neceffefmjfet, fi arbitrio judicis aut ceftimatione heredis quid esfit commiffum, quce a voluntate & bene placito plurimum diftat. pet l. 46. §. 3. de fideicomm. libert. I. 1. §. ti ff, de legaL £ , \ §.7. de legat. 3. &> l. 7. §. Im de reb. dubiis. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 7 September 1709. (Was getekend) jan van den ende, a. van den ende. II. deel. gg de  23a CONSULTATIEN en ADVYSEN. De inftitutione in arbitrium alterius collata, et quod nihil valet. vide les loix Civiles dans leur ordre naturel vol. 3. tit. i.fett. 1. art. 8. (f fett. 5. art. 25. Addr. Zwans n. 1. ad. §. 46. Biccy ad tit. ff. de legatis, vide MSS de taxatione incerta fumma aut fi fumma arbitrio eujus quantitas collata eft arbitrio alterius. LIV. ADVYS. Legaten pure gemaakt, doch de tyd van betaaling zynde tot zekere tyd bepaalt t gaan over op de Erfgenaamen van den Legataris. Gezien by de ondergefchreevene Copie van de Codicille by den Heer jan van den heuvel, voor gerard blokïcerus. Notaris binnen de ftad Rocterdam en getuigen, gepaffeert den 27 May 1704. J '■> .. • En in faEto onderricht, dat de voorfchreeve Codicille door den Heer van den heuvel met 'er dood zynde beveiligt, zonder dat hy wettige Kind of Kinderen, of verdere Descendenten nagelaaten heeft gehad, vervolgens ook anna verdonk, Weduwe van den Heer arent van waarden, en emeren ti a verdonk, Weduwe van den Heer theophilus neranus, beiden fuccesfivelyk deeze wereld zyn overleden, en dat althans nog in leevende lyve is maria van der lanen , Huisvrouwe van den voornoemde jan van den heuvel. En voorts gevraagt. Of de Erfgenaamen van opgemelde anna en emerentia verdonk, of wel van den geenen die van haar beiden de langftleevende is geweeft, de fomme van zesentwintig duizend Guldens zullen mogen eiffchen, ten lafte van des Teftateurs geinftitueerde Erfgenaamen? Dunkt (onder verbeteringe,) dat de Erfgenaamen van anna en emerentia verdonk, of wel van den geenen die van haar beiden de langftleevende is geweeft, ten lafte van de Weduwe, en geinftitueerde Erfgenaamen van den Heer jan van  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 235 den heuvel, of haare Erven, na verloop van de drie maanden , na c overlyden van dezelve Weduwe en geinftitueerde Erfgenaamen, bevoegt zullen zyn te eiffchen de zesentwintig duizena Guldens, by de voorfz. Codicille aan anna en emekentia verdonk, of aan de langftleevende van haar beiden, gemaakt en befproken. Want of wel "na regten een onzekeren dag verftaan word van een en dezelfde kragt te zyn als een conditie, per l. 75. de condit. R demonftrat. En dat ook conditioneele Legaaten niet worden getransmtteert, wanneer de Legatariffen voor 't exteeren ZTjerT>djCie1ZVnf korven , per l. 4. in princip quando dies legato cedat. zo heeft nogthans zulks in deezen geen applicatie altoos, om redenen, dat. de Weduwe en geinftitueerde Erfgenaamen van den Heer van den heuvel eerft en vooraf verKlaart is geworden, aan de voornoemde anna en emer entxa verdonk, of de langftleevende van haar beiden, by forme van Legaat, verfchuldigt te zyn, dezelve fomme van zesentwintig duizend Guldens, en dat alzo de voorfz. ƒ 26000- - aan dezelve anna en emerentia verdonk, of wel de langft. leevende van haar beiden, zyn gelegateert geworden , in eene periode te eenemaal op zig zelve beftaandeT en alzo pure en zonder eenige conditie, zelvs ook nog met die byvoeginge, tr fLl?og lVenÓe tSt de V0Orfz- geleS^eerde femme* in het geheel gerechtigt zoude zyn, zo by na, als by vooroverlyden van een van beiden de Legatariffen; als waar door dan het ,fn * m voorfchreeven Legaat, illico met 'er daad, ten tyde van het affterven van den Heer Codicillateur gebooren is \l weeft, ten behoeve van beiden de Legatariffen, vervolgens mede weder overgegaan is , geheel op den langft cevende van c brooue l^-T? ^ "f8? V3n de V0WÜ ^e.commiffiure rec.pioque fubftitutie onderling mede by voorfz Codicillege. daan, en daar na ook vermits het affterven van den langftleeven- tr l 7* 7Y J rS"!;1801 is °P deszelv* Erfgenaamen, per l. 26. J. i.ff. de ufufruÜu legato R l. 5. s. r. f. amndo dies legatorum cedat, junSt. ./. uit. C. ditlo titulo * J * Invoegen, dat voor zo veel daar na in een byzonder artieul GS 2 dan  t3ö CONSULTATIEN en ADVYSEN. dan ook verder nog word gezegt, dat dezelve ƒ 26000: — niet eerder uitgekeert zouden behoeven te worden, door den Erfgenaam , nog ook door de voorlz. Legatariffen, niet eerder zouden kunnen of mogen worden geeifcht, als drie maanden na 't overlyden van my Codicillateurs Huisvrouwe, zulks niet kan worden verftaan te geeven eenige attentie of verandering aan de fut*, ftantie of het weezen van de voorfchreeve pure of zuivere maakinge zelfs, maar dat hetzelve alleenlyk is dienende, om de tyd van de te doene betaalinge , die anderfints aanftonds mede na des Teftateurs overlyden zoude hebben moeten gefchieden , zo veel langer uit te ftellen, ut nimirum dies legati jam cejferit tempore mortis teftatoris, licet dies folutionis aut quando peti pofftt, non ante fit venturus, nifi poft mortem heredis. Hoedanige dirtinctie in regten word gevonden, niet alleen generalyk in alle voorvallen, daar het regt van vordering alleen is gedefideert geworden , als te zien is in l. 213. ff. de verborum fignificatione, maar ook in het byzonder ten opzigte van Legaaten , die eerft puur en zuiver zyn gemaakt geweeft, en waar van daan na de folutie of uitkeeringe word gemodificeert of uicgefteld, volgens de Texten in /. 26. §. 1. quando dies legatorum cedat, & l. 5. C. eodem. In conformiteit mede van het geene in gelyke gevallen geadvifeert , gedecideert en geleerd word by de Heeren Jacobus Coren, confi. 28, Joannes van den Sande lib. 4. tit. 4. def. 7. Venedic. in tertia quceftione, &c Giphannius ad l. 5. C. quando dies legat. cedat. Wiffenbach ad. I. 5. C. quando dies legatorum cedat, Bruneman ad h 6. ff. quando dies legat. cedat. en noviffime Joannes Voet' ad tit. ff. quando dies legatorum cedat. n. 2. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 24 O&ober 1709. (JVas getekend). a. van den ende. L,V.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. m LV. ADVYS. Die van de Paujfelyke Religie, mogen van Leengoederen niet anders aifponeeren dan voor Prcefident en Raaden in den Hove van Holland. casus positie. Pieter ramp, ongetrouwt zynde, maakt op den 16 September 1684, uit kragt van een Oclroy abufïvelyk genoemd van den Hove van den Holland in plaats van de Heeren Staaten van Holland, om van zyn Leenen te mogen difponeeren, voor de Notaris b. van der linden, en zekere getuigen tot Antwerpen een Teftament , by het welk hy pralegateerc aan zynoudfte Broeder frederïk ramp, het Huis te Rolland met alle zyne Dreeven, met 12 xMorgen Leenland &c. gelegen in Tetteroden, Leenroerig van Holland, mitsgaders de Leenen daar onder behoorende, als ook een vierdepart in de Gruitael den, tot lafte van het Brouwers Gild te Haarlem, Leenroerig aan het Huis te Vianenj mitsgaders de Erfpagt op het Brouwers Gild, jaarlyks tot vyfentagtig Guldens en een Ton agtguldens Bier ; en twee VVe.tjes, groot te zaamen drie Morgen, beooften het huis of boomgaard , zynde de voorfz. Erfpagt, en twee Weitjes ailodiaal, alles onder zekere belaftinge aldaar vermeld en onder conditie, dat indien den voornoemde frederïk ramp zonder wettige Kinderen na te laaten kwam te overlyden, dezelven geprslegateerde goederen als dan zouden komen en devolveeren op dirk ramp, zynen Broeder, en by zvne gebreeke op zynen Zoone cornelis ramp, en praleea. teert verder aan zyn voornoemde jonger Broeder dirk ramp voornoemd zyn Teftateurs Leen van Steenhuizen, in het Ambagt van Vlaardingen , en inftitueert verders zyne twee voorfz Broeders en drie Zufters tot zyne univerfeele Erfgenaamen £ vyfportien; waar op den voornoemde pieter ramp Tonder Kinderen » overleden , en hetzelve Teftament met 'er dood geconfirmeert heeft. GS 3 Waar  238 CONSULTATIEN en ADVYSEN. Waar op gevolgt is, dat tuffchen de voornoemde Gebroeders frederïk en DiEDEiuK ramp over de voorfz praelegaten Proccduren ontftaan zynde voor den Hove van Holland, dezelve Gebroeders, aldaar ten veibale met malkanderen op den 26 Sep. tembcr 1686 zyn gcaccordeert en verdraagen, dat aan de voornoemde dirk ramp zou le verblyven het Leen genaamd Steenhuizen; zodanig als hetzelve by den voornoemde Teftateur pieter ramp was gepoffedeert en nagelaaten; en dat daar tegen den voornoemde dirk ramp ten behoeven van zyn Broeder frederïk ramp heeft gerenuncieert en af (land gedaan van het fideicommis, waar mede de twee ftukken ailodiaal Land, leggende voor den huize van Rolland, mitsgaders de Erfpagt, tot lafte van het Brouwers Gild tot Haarlem, van ƒ 85 Gl. jaarlyks, uit kragte van den Teftamente van den voornoemde pieter ramp mogte wezen geaffeéteert. Dat verders de leninge , en de andere dependentiën van den voorfz. huize van Roliand, daar aan zouden blyven , volgens het maagefcheid voorheenen tusfchen de Erfgenaamen van hunne Ouders opgericht, met renunciatie mede van alle fideicommis, waar mede dezelve mogte zyn gevinculeert. Dat ook den voornoemde dirk ramp, ten behoeven van Trederik ramp, heeft afgeftaan van zyn portie in twee perceelen Leenland, gelegen in Cralingen , en de Noordketel refpecrdve, en daar benevens aangenomen hunne drie Zufters uit te koopen,en dezelven fatisfaélie voor hunne refpeétive portiën in de voorfz. perceelen Leenlands te geeven, zodanig dat dezelve perceelen in het geheel zouden worden voor afgetrokken by den voornoemde frederïk ramp. Waar op de voornoemde dirk ramp is overleden, nalaatende een Zoon met naame cornelis ramp. QUiERITUR. 10. Of 2». Of de voornoemde pieter ramp van deszelvs Leengoederen, by het voorfchreeven Teftament , validelyk heeft gedifponeert, 't zy by praïlegaat, of by inftitutie? Ge.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 239 Gezien by den ondergefchreevenen de bovenftaande Cafus pofitie, met de Copie authenticq van het voorfz. Teftament van pieter ramp, in dato den 16 September i68+,als mede van het voorfz. Verbaai van den 26 September 1687, beiden in Cafu vermeld, mitsgaders fimpele Copie van het Ocfroy van haar Ed. Groot Mog. aan christiaan van alkemade, Heere van Leuvenftein verleend, in datoden 29 November 1687. en gelet op de vyf vraagen daar uit voorgefteld. Dunkt (onder correctie,) op de eerfte vraage &c. Belangende de tweede vraage, dunkt (onder verbeteringe,) als boven, dat den voornoemde pieter ramp by zyn voorfz. Teftament, van deszelfs Leengoederen niet validelyk heeft gedifponeert, of dezelven gcpraelegateert, niet zo zeer om dat hy in zyn voorfchreeven Teftament abufivelyk zegt, tot validiteit van dien te gebruiken het Octroy by hem van den Hove van Holland verworven, in plaats dathy hetzelve geobtineert hadde van de Heeren Staaten van Holland, quia Teftatores fcepe abufive loquuntur, et jus civüe non oportet calumniari, neque verba captari, et quod falfa demonftratio legatum non viiiat, maar wel byzonderlyk om dat de Leenen by de voornoemde pieter ramp nagelaaten, zyn. Hollandfche Leenen , en dat het voorfz. Teftament van pieter ramp, niet is gepaffeert voor den Preefident en Raaden van den Hove van Holland, maar dat hetzelven ter contrarie is gepaffeert voor een Notaris en getuigen tot Antwerpen, daar nogthans by het voorfchreeven Placcaat van den 4 May 1655 fn fine, uitdrukkelyk is geordonneert en geftatueert, dat van doe voortaan geen Perfoonen van de Pauffelyke Religie, by Octroy van Leengoederen zouden mogen difponeeren, anders, als voor den Prasfident en Raaden in den Hove van Holland, ten einde die tot de fuccesfie naaft geregtigt zyri, niet geprseterieert nog voorby gegaan zouden worden als met volkomen kenniffe en goede redenen i welk Placcaat en Periode by Sententie van den Hove van Holland in dato den 17 November 1664 is geconfirmeert, volgens het getuigenis van Bort, van de Leenen, 5. deel, tit. 2. tap. 2. pag. (mini) 87. & 88. En of wel by denzelven Bort daar ter plaatfe pag. 89. en 90. word gezegd^ dat by Sen- ten-  24o CONSULTATIEN en ADVYSEN. tentie van den Hooge Raade van den 23 May 1665 de voorfz. Sententie van het Hof was te niete gedaan, op fundament dat de voorfz. Periode van het Placcaat, volgens de fuftenue van Bort, alleen relatif en applicabel zoude zyn, zo wanneer een Teftateur iemand van zyne naafte Vrienden ab inteftato niet zynde van de Pauffelyke Religie, in het reguarde van deszelvs Leengoederen zoude voorby gegaan, of verkort hebben, en dat die laatfte periode relatif zoude zyn tot de even voorgaande, en het proëmium van het zelve Placcaat, maar niet, zo wanneer alle de naafte Vrienden zouden zyn van de Pauffelyke Religie , daar in tegendeel volgens het voorfchreeven Placcaat, en de Sententie van den Hove van Holland, word gefuftineert, dat die laatfte periode, ordonneerende mede &c. op zig zelve zoude zyn een generale difpofitie, generalis enim difpofitie omnes fpecies, et cafus comprehendit, et ubi lex non diftinguit, noftrum non eft diftmgtere; arg. I. 240. D. de verb.fign. in fine. l Si. »» fine D. de adlinift. tut. I. 23. in fine D. defierv. pred. urb. I. 1. §. 1. D. de Ie- §flz\fnder' dTdee'ze' laatfte periode relatif behöeft, of behoort gemaakt te worden tot de voorgaande periodens; om dat in de voorfz. periodens van het zelve Placcaat, alle difpofitien van uiterfte wille van Pausgezinden, in plaatfe van haar naafte vrienden, niet van de Pauffelyke Religie zynde, reeds abfolut waren verboden, en vervolgens eo cafu onnodig zoude zyn geweelt, in het reguarde van de Leengoederen iets naders te difponeeren , als alleen om de difpofitie der Pausgezinden over de Leengoederen nog meerder te reftringeeren en te bepaalen dewyl de Pnncen van den Lande altoos meer zorge hebben gedraagen voor de fuccesfie der Leen, als van Allodiaale goederen , om dat de Leengoederen doorgaans zyn aanzienlyke goederen , die meerendeels by aanzienlyke Ryken en magtige perfoonen worden Ibezeten, en die aan den Leenheer door een dubbelde band en Eed nader en naauwer zyn verbonden. Dat ook de Leengoederen, byzonderlyk de kwa.de, ofregte Leenen, niet altoos fuccedeeren op de naafte Vrienden ab m~ teftal\^maar dikwils op de verdere Vrienden, die inde Allodiaale  CONSULTATIEN en ADVYSEN» 241 goederen ab inteftato niet kunnen erven, dat telkens nader onderzogt moet worden, op dat de Teftateur van zyn Leengoederen niet difponeere in praejuditie van den naaften Leenvolger, tot voordeel van anderen; welk onderzoek door een Notaris, ja ook door de Subalterne Geregten , die van dc Leenregten dikwils onkundig zyn, zo wel niet kan gefchieden, als door het Hof van Holland, dat ook een Leenhof is, quod notandum. Uit alle welke klaarlyk confteert, dat den Souverein omtrent de difpofitie over Leengoederen der Pausgezinden meer precautie heeft willen gebruiken, als over de Allodiaale , daar in tegendeel, volgens de voorfchreeve fuftenue van bort, en de Sententie van de Hooge Raaden, de Pausgezinden ligter van hunne Leengoederen zoude kunnen difponeeren , in prasjuditie van .de naafte Leenvolger, niet zynde van de Pauffelyke Religie , als van hunne Allodiaale goederen; dewyl de difpofitie over de Allodiaale goederen, in prasjuditie van de naafte Vrienden, niet zynde van de Pauffelyke Religie, in het voorfz. Placcaat abfo lut is geapprobeert, en volgens de voorfz. Sententie van die van den Hooge Raade , zoude fchynen gepermitteert te zyn, zo wanneer het Teftament maar zoude gepaffeert zyn voor Prsefident en Raaden voor den Hove van Holland. Zynde ten deezen opzigte zeer notabel het voorfz. Oótroy by haar Ed. Groot Mog. verleend aan de voorlz. christiaan van alkemade, Heer van Leeuwenftein, wereldlyk Priester, woonende onder het gebied van den Koning van Spanje, in dato den 29 November 1687, die aan haar Ed. Groot Mog. verzogt hebbende om gehabiliteert te worden, om ten behoeven en onder zyne Vrienden en naafte Erfgenaamen ab inteftato, alle van de Roomfche Religie, van alle zyne natelaate goederen, zo Leenen als Allodiaale, te mogen difponeeren, en byzonderlyk ook om van dezelve zyne Leengoederen te mogen difponeeren voor Notaris en getuigen ter plaatfe zyner Refidentie, of in een van de naafte Steeden, het zelve aan hem was afgeflagen, doch dat hy naderhand verzogt hebbende authorifatie en oétroy, om onder zyne naafte Vrienden en Erfgenaamen ab inteftato te mogen difponeeren voor Notaris en getuigen in deezen Provin- II. deel. Hh tie,  242 CONSULTATIEN en ADVYSEN. tie, en van zyne Leengoederen, voor den Hove van Holland, het voorfz. nader verzoek aan hem by Hooggemelde Heeien Staaten was toegeftaan, naar ingenomen advis van de fteeden van Leiden, Amfterdam en Alkmaar, tot een evident bewys, dat Hooggemelde Heeren Staaten in het voorfz. geval uitdrukkelyk verftaan en verklaart hebben, dat offchoon alle de naafte Vrienden van een Roomfchgezinde van die zelve Religie waren, hy nogthans van dezelve Allodiaale goederen, niet verders of anders zoude mogen difponeeren, als voor Notaris en getuigen in deeze Provintie, en van deszelfs Leengoederen, niet anders als voor den .Hove van Holland. Zo dat aan de eene zyde , daar leggende de generaale duide^rke en uitgedrukte letter van het voorfz. Placcaat van den Souverein, en aan de andere zyde, de klaare explicatie en confirmatie van denzelven Souverein; dienaangaande geen dubium of duifterheid meer overblyft, quia nemo poteft facere, ne leges in fup teftamento locum habeant. Om dat de voornoemde pieter ramp van zyne Leengoederen, niet alleen niet gedifponeert heeft voor den Hove van Holland , maar tot Antwerpen , en zulks buiten deeze en andere Provintiën, ja zelfs buiten het re* fort van deezen Staat. Aangaande de derde vraage, dunkt &c. Aldus geadvifeert in 's Gravenhaage, den 30 November 1709. (Was getekend) c. bosch, isaac sn evens, m. de hertoghe, j* surendonk. , LVÏ.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 243 LVI. ADVYS. • n». Kinderen en Kindskinderen zyn gehouden te confereeren, het geen tot voor Huwlyksgoed by hun of by hunne Ouders is genooten geweeft. 2». En zodanige collatie gefchied zelfs in diervoegen, dat de zelve met alleen komt ten voordeele van de Kinderen en Erf genaamen van de overledene Ouders, maar ook ten voordeele van de langftleevende Vader of Moeder. Gezien by de ondergefchreevene de voorenftaande Cafus politie, en gelet op de vraage daar uit'voorgefteld Dunkt (onder verbetering,) dat F. G. H. I en K , Kinderen van C., gerechtigt zyn om te pretendeeren , dat haar Moeder C mitsgaders haar Neef L., en haar Nichte M., het Huwlykseoed ' •het welke zy of hunne Ouders refpeélive, van de vooSemdè leftateuren Aj en B. genooten hebben gehad, of de waarde van ren ook, als zelfs in deezen al eeni«f pretenft r™ i- " diergelyks geimagineert zou kunnTCS To no^hl** geenen deele, dat zulks egter den Verhuurder "0gt ians 10 nadeehgzyn; omredenen, dat namelyk"het ïoed ^ teert, en zelf dat arreft gedecreteerd 7L£ g- Cenf gearres' «og op de bodem beruftefde en Jde Zdl S2 T -f6?» Ver uurder, aIs pignori fuo inj^ fc^S^'j^ alle anderen is eenrevilptrpprf 7^ „i„ ■ ""-"""oms, voor Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 7 February ,702. (Was getekend) a. van den ende. II. deel. li LX.  25o CONSULTATIEN en ADVYSEN", LX. ADV Y S. Een Vrouw is prceferent in den boedel van haar Man, zo om de goederen , by haar ten huwelyk gebragt , of ftaande huwelyk aangeerft, en in den boedel van haar Man gevonden wordende , te reclameeren , als mede om by prceferentie uit den boedel te trekken het beloop van de vervreemde goederen, niettegenftaande zy op authorifatie van haar Man die mede hadde getranfporteert, en kan zodanige goederen of gelden , welke in den boedel^ nog gevonden worden, zonder cautie ligten. Gezien by den ondergefchreevene de Huwlykfche Voorwaarden , by en tuffchen den Heere Nb. au wel fabricius , ter eenre, en Juffrouw volkera schatter , ter andere zyde, den 13 luny 1683, onder derzelver refpeclive handtekeningen, en die van hunne Asfiftenten aangegaan, vervolgens door den Notaris pieter baas, tot Haarlem, ten zeiven dage geflooten, en met deszelfs fuperfcriptie, ten oyerftaan van getuigen beveiligt, benevens de acïe van opening, dooï twee Heeren Schepenen der ftad Haarlem, met adjuncïie van derzelver Griffier Nb. au wel fabricius gedaan op den ioOftober 1710, met het dubbeld van dien, en-de fpecificatie van elks aangebragte goederen daar agter ftaande , mede gete. kend, geflooten, en geopend als vooren;nog de afte van renuntiatie , en afftand van winft en verlies, by gemelde Vrouwe volkera schatter, mede tot Haarlem, voor|de Notan jan van dyk, en zekere getuigen gepaffeert den 6 Novembei t7io, verders bericht dat de boedel van gedagten Heer Nb. auwel fabricius, tot Haarlem, infolvent bedegen, en onder curateele gefteld is, en dat hy Heer fabricius verfcheidene vafte en andere goederen van de gemelde zyne Huisvrouwe heeft verkogt gehad. Waar van eenige door dezelve zyne Hmsvrouwe, benevens hem , op zyne authoriteit, mede zyn getranfporteert , en aan de Koopers kwytgefcholden 5 en gevraagt over  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 25I het regte van dote , hypotheecq en preferentie, 'c welk haar Vrouwe volkera schatter, op den boedel van gemelde haaren Man, voor haare aan-en ingebiagte goederen zoude mogen competeeren, en particulierlyk, wegens de goederen die door haar op authorifatie van denzelven haare Man mede verkont en opgedraagen zyn. Dunkt (onderverbeteringe,) dat Vrouwe volkera schat, ter niet alleen bevoegt en gerechtigt is, om als haar eige goederen uit den boedel van haar Man te reclameeren, en zonder cautie weder na haar te neemen, alle de goederen byhaar ten huwelyk aangebragt, zo als dezelven gefpecificeert ftaan agter het dubbeld van de Voorwaarden ih de hoofde deezes gemeld; mitsgaders alle de goederen, die haar ftaande huwelyk, by erfeniflen, legaaten, donatiën, of andere lucrative oorzaaken, buiten de conqueften en winften, zouden mogen zyn op- en aangekomen , voor zo veel eenige van dezelven nog onverkogt en onverminderd in de boedel van haaren Man worden gevonden; maar dat zy Vrouwe volk era schatter, daar en boven ook nog bevoegt en gerechtigt is, om uit kragte van het legaal hypotheecq, aan de Vrouwe by 't befchreeven regt, tot verzekeringe van haare aangebragte goederen, op de goederen van haare Mannen gegeeven , uit de efreéten van denzelven boedel, of wel den afkomften van dien, voor alle anderen, geen ouder, noch beter regt hebbende, by preferentie te trekken J*n onder cautie te ontfangen het beloop van alle de overige goederen , die by haar aan- en ingebragt, en door haar Man verkogt en vervreemd zyn, ter begrootinge van de prys waar voor dezelven zyn verkogt, en mitsdien tot de zodanige fommen , als by haaren Man daar voor zyn ontfangen; zonder onderfcheid of zy Vrouwe volkera schatter, eenige van dezelve goederen, met en benevens haaren Man, en op deszelfs authorifatie , mede zoude mogen hebben verkogt, getranfporteert en kwytgefcholden, of niet. Om redenen, eerftelyk, ten opzigte van het regt van de reclame of revindiatie, dat by de Voorwaarden de gemeenfchap van goederen volftrektelyk is uitgeflooten , en dat overzulks li 2 ieder  252 CONSULTATIEN en ADVYSEN. ieder van de Contrahenten den eigendom van de zynen behouden heefc, zo als hy die voor het aangaan van de Voorwaarden heeft gehad , en nog wel met dat beding, dat des eens goederen voor des anders fchulden niet zouden zyn aanfpraakelyk , en veel min executabel, en dat daar mede dan ook uitgeflooten zyn alle aóliën en praetentiën, die by de Crediteuren van den eenen, op de goederen van den anderen eenigfints zoude kunnen worden gemaakt, en uit welk regt van eigendom, de aftie van reivindicatie of reclame volgt, utpote, quce ei datur, qui dominium acquifivit, l. in rem a£tio 23. in pr. ff. de rei vindic. aut poffesfionem, ex juxta caufa, et bom f de. tit. ff. de pub. in. rem atl. I. in. rebus 30. C. de jure dotium. ff Groenewegen ad d. leges, tn uit welke actie dan wederom volgt, dat een Eigenaar voor zyne gereclameerde goederen , en alzo een getrouwde Vrouwe voor haare aangebragte, waar van zy den geheelen eigendom, met uitfluitinge van de gemeenfchap, aan haar heeft behouden, niet met cautie moet worden belaft, om dat dezelve cautie dan alleen kan worden gevergt,als wanneer het onzeker is, of niet iemand mee beter regt naderhand zou kunnen opkomen, aan wien reftitutie en weder uitkeeringe zoude moeten worden gedaan. Per textus l. procuratoris 5. §. finali ff. de tribut. atl. et in l. ex fafto 52. §. 1*. ff. de pecul. En dat het nu vaft en zeker is, dat niemand beter ■ regt dan den Eigenaar kan hebben; als dewelke gaat voor alle angiereCrediteuren van den geenen,in wiens boedel zyne goederen worden gevonden , l. 15. A Divo Pio §.Ji rerum 4. ff. de re judic. adde Anth. Matthceumde auct. lib. 1. cap. 18. n. 1. En vooral niet de Crediteuren van een Man op de goederen van een Vrouw, die wel duidelyk by de Voorwaarden heeft bedongen, dat haare goederen voor deszelfs fchulden niet aanfpraakelyk zouden zyn. 't Welk alles mede zal kunnen dienen voor, en ten aanzien van de reclame der goederen, die Vrouwe volkera schatter, ftaande huwelyk, by erfeniflen, legaaten, donatiën, of door andere lucrative middelen en oorzaaken verkregen zouden mogen hebben; niettegenftaande dat by de Voorwaarden is verdraagen, dat erfeniflen en befterveniflen voor winften zouden worden gerekend, en daar uit zoude mogen fchynen te volgen,  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 253 gen, dat zy Vrouwe voueiu schatter, met dit afftaan van de winften, dan ook mede zouden hebben afgcftaan van de erfeniflen en befterveniflen aan haar opgekomen; nademaal dat dit gevolg aanftondszal vervallen, als men aanmerkt, dat zelve verdraagene op twee gevallen te zien, dat Vrouwe volkera schatter de participatie of gemeenfchap in de winften zouden verkiezen., of dezelven geheeliyk en al voor haaren toekomende Echtgenoot alleen laaten. En dat de voorfz. woorden dat de erfeniflen en befterveniflen voor winften zouden worden gerekend, flaan op het eerfte geval, als door haare verkiezinge de winften en verhezen gemeen zouden zyn. Maar geenlints op het tweede, als zy daar van zoude komen te renuntieeren en af te ftaan, om dat als dan de erfeniflen en befterveniflen niet konnen vallen in een gemeenfchap van winft en verlies, die daar door denzelven afftand verftaan moeten worden nooit te zyn geweeft zodanig, dat daar in iets zou hebben kunnen vallen gelyk daarom dan ook in het zelve tweede geval, wel duidelyk is verdraagen , dat zy Vrouwe volkera schatter, haare aanbeftorvene goederen, zo wel als haare aangebragte, vry en zonder eenige laften, na haar zouden vermogen te neemen, waar mede alle bedenkelykheid daaromtrent is weggenomen Én even gelyk zy Vrouwe volkera schatter , door het uitfluiten van de gemeenfchap der goederen, en door bet bedin» van te mogen deelen in de winften en verliezen, of niet, en door den afftand van de gemeenfchap in de winften en verliezen, daar op met 'er daad gevolgt, niet alleen den geheelen eigendom van haare goederen aan haar, maar ook dezelve goederen , en haar perfoon, buiten allen op- en aanlpraake vaiVhaare Mans Credi teuren heeft gehouden , en in-dien ftaat gefteld is, waar in de getrouwde Vrouwen by het befchreeven regt waren, dewelke over de fchulaen van haare Mannen niet ontruft konden worden, hl. bi. C.ne uxor pro marilo, Neoftad. de pa£t. antenupt. obferv o Coren conf. 7 Zo heeft zy ook daar door, ten opzichte van het tweede, gerefer veert en behouden dat regt van legaal hypotheecq en preferentie, t welk by hetzelve befchreeven regt. aan de Vrouwen, tot verzekering van haar huwlyksgoed, op'de goe> 11 3 de-  854 CONSULTATIEN en ADVYSEN. deren van haar Mannen is gegeeven, l'. unie. §. r. C. de rei uxor. aft. I. asjiduis 12. C. qui pot. in pign. wel niet om geprefereert te worden voor hypotheecquen , waar mede haar Man voor het aangaan des huwelyks belatt zoude mogen zyn geweeft, zo als in 1.12. ff. & in §. 29. inftit.de aÜionib. is geftatueert, als het welke zo verre in de practycq niet is aangenomen, als te zien is by S. van Leeuwen cenf. for. lib. 1. c. 12. §. 3 en met de daaglykfche bevinding word beveiligt,maar voor alle andere hypotheecquen, voor dien tyd niet geftatueert, Place, van den 4. OEtober 1540. Groenewegen ad d. I. 30 C. de jure dot. yid. in notis ad Grotium lib. 2. tit. 13. n. 17. in fine. En zulks niet alleen voor het beloop van de goederen, die door haaren Man, alleen en buiten haar Vrouwe schatter zyn verkogt, maar ook van de goederen die door haar-op authorifatie van haaren Man , met en benevens haaren Man , zouden mogen zyn verkogt en opgedraagen, en waar van de kooppenningen by haaren Man zyn ontfangen, om dat eerflelyk haar Man, wien de maritaale magt by de Voorwaarden niet benomen is, het zeiven wel alleen, buiten concurrentie van haar Vrouwe sch a tte r heeft kunnen en vermogen te doen , fchoon de gemeenfchap der goederen by de Voorwaarden is uitgeflooten, als waar door de maritaale magt over de Vrouwe goederen niet vernietigt of befnoeit wordmaar in zyn geheel gelaaten, Grot. Inleidinge 1. b. 5. d. n. 33. en dat mitsdien de concurrentie van de Vrouwe, dewelke maar ten overvloede buiten eenige noodzaaklykheid word geadhibeert, haar alzo weinig kan ontzetten \an haar regt van hypotheecq ten lafte van haaren Man, of deszelfs boedel voor de verantwoordinge van de gel. den, die voor zodanige verkogte goederen by hem worden ontfangen, als een minderjaarigen, dewelke concurreert in de verkoop van zyn goederen, die door deszelfs Voogd word gedaan, daar door van zyn regt van hypotheecq , ten lafte van zynen Voogd, of van deszelfs goederen verfteeken zoude kunnen worden ; en dat ook ten anderen, zodanige concurrentie door een getrouwde Vrouw, niet gefchied met gedagten om daar mede in zo verre van haar regt van legaal hypotheecq af te zien , maar alleenlyk om de Koopers, die niet kunnen weeten of de voogdye  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 255 dye en adminiftratie aan de Man over de Vrouwe goederen by de Voorwaarden niet benomen is, daar omtrent geruft te ftel. len, en niet te min haar regt van hypotheecq ook voor de kooppenningen op de efFeótèn van haaren Man te behouden. Uti in fundo dotali obtigit, quem maritus jure veteri non nifi confentiente muliere alienare potuit, et pro quo tarnen alienato mullere per hypoihecam fufficiens remedium effe donatum, imperator Jujiinianus docet. in d. L. unica. §. 15. C. de rei uxor. act. itidem ut in cautionibus qua paraphernorum loco apud maritum erant, et quarum aitiones ita penes mulierem manebant, ut maritus Ma invita eas movere non potuerit, et pro quibus tarnen idem Juftinianus mulierem hypothecam contra res mariti dedit, ex qua pecunias Me exigit. I. finali C. de pa£t. convent, uti quoque pro augmento dotis, pojl contraÜum matrimonium faUo, Novell. 97. n. 2. invoegen dat een getrouwde Vrouw legaal hypotheecq door het regt hebbende verkregen, voor de goederen die zy op het aangaan des huwlyks buiten de adminiftratie van de Man hadde gehouden , en naderhand onder deszelfs magt en bewind gegeeven, het zelve regt even zo zeer moet hebben ten opzicht van de gelden afgekomen van de goederen die zy by de Voorwaarden ten huwelyk hadde aangebragt, en onder de maritaale magt van de Man gefield, en die naderhand door de Man met haar toeflemming zyn verkogt, en zy Vrouwe volkera schatter, mitsdien dan ook even zo wel voor het beloop van haare aangebragte goederen, dewelke met haare concurrentie en goedvinden, als die buiten het zeiven door haar Man zyn verkogt. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 26 May 1711. (Was getekend) D. helmans, a. van DEN EN Dl. LXI.  :56 CONSULTATIEN en ADVYSÊN. LXI. ADVYS Collegien van Mennoniten, Lutheraanen en Remonjltanten, mogen by erfeniffe beuren. Gezien by den ondergefchreevene den Teftamente van Wy. len cornelis jansz swager , VOOr hendrik kreet, Notaris te Zaandam , en getuigen , gepaffeert den 21 April 1711. en vervolgens ook met 'er dood beveiligt; en gelet op de vraage daar uit voorgefteld. Of namelyk, na Rechten en Praólycque deezer Lande, zullen mogen en moeten beftaan het Legaat van vier duizend Guldens voor een beurs tot verval van de koften ten behoeven van de Predikers van de Vriesfche Doopsgezinde Vermaaning of Gemeenten te Weftzaandam, daar by gemaakt, mitsgaders de Inftitutie , van de Armen van de voorfz. Vriesfche Doopsgezinde Gemeenten, voor de helfte tot zyne mede Erfgenaamen, insgelyks by denzelven Teftamente gedaan? Dunkt (onder correctie,) dat het Legaat en de Inftitutie tot mede Erfgenaamen voorfz , na Rechten en Praétycque deezer Lande, in alle manieren zullen mogen beftaan, en volkomen cffett zullen moeten forteeren. Want ofwel by befchreevene Roomfche Rechten, tegen ongeoorloofde of verboodene Collegien , verfcheide foorten van ftraffen mogen zyn geftatueert, en dat zelfs ook onder zodanige verboodene en ongeoorloofde Collcgiën daar by zyn gerekend geworden alle Vergaderingen, waar in andere Profesfie gedaan, of andere gevoelens geleerd of voorgeftaan wierden, dan die in of op bet'ftuk van Religie overeen kwamen met de zodanigen die publicquelvk aldaar waren gerecipieert, tot zo verre mede toe, dat nog dezelven Collegiën, nog ook zelfs de geenen die zig daar by hadden gevoegd , geen liberahteiten of erfenillen zouden vermogen te beuren of te genieten, en wat dies meer is, zo als dit alles kan worden gezien onder de Titul deCollegiis ff Corporibus, in PandeStis, en in- en onder de Titul de Haretuis  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 257 Manicheis, rjf Samaritis in Codice, en elders meer. Zo is zulks nogthans in het allerminfte niet applicabel op de voorfz. Doopsgezinde Gemeenten van Weftzaandam. Eensdeels , om de poene , die by de Roomfche befchreeven Rechten , en zelfs ook die by de volgende Keizers, of ook by de Graaven deezer Lande, ten opzichte van de Ketteryen en Godsdienftige Vergaderingen, difcrepeerende van de publycque , en by de Souverain aangenomen Godsdienft, mogen zyn geftatueert, hier te Lande niet zyn gerecipieert; maar dat men in tegendeel, zo wel om de vryheid van confcientie, als tot confervatie van 's Lands vry- en gerechtigheden , de wapenen heeft aangenomen gehad, gelyk dit is van een publycque notoiriteit, en anderdeels nog, dat in het byzonder mede die van de Doopsgezinde Gemeenten hier te Lande door den Staat zelfs altoos zyn geconfidereert geweeft, en ook by ervaarenheid bevonden te zyn, goede en getrouwe ingezetenen des Lands, die een ftil en eenvoudig leeven lydende, zig met hunne eigene huiffelyke zaaken alleen bemoeijen , en verder niet; ja dat zelfs van dezelve Doopsgezinden minder te vreezen is, als van eenige toegelaatene Gezindheid, dewyl zy aan hunne Overheid gehoorzaam en onderdaanig zyn, in alle zaaken die met Gods Woord, na hun gevoelen, niet ftryden, zig ftil en geruft draagen; zo als de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal deezer Vereenigde Nederlanden, de goedheid hebben gehad nog laatftelyk op den 15 en 22 Maart 1710 zulks te betuigen en te verklaaren aan bet loffelyke Canton Bern , conform mede 't geene william, Koning van Groot-Brittagne , Hoogl. Mem. op den ir Auguftus des jaars 1694, aan den Cheurvorft van de Paltz insgelyks ook in effefte hadde gedaan , volgende daar in het fpoor van den oude Heer Prinfe willem van Oranje, die de loffelyke gronden van onze Vryheid eerft heeft gelegt gehad, zo als uit de Hiftorie is bekend, en onder andere mede te zien in het 12. en 13. boek van de Hiftoriën van de Droft Hoofd, gedrukt in den jaare 1642. pag. 494. en 578. refpeélive Invoegen dat uit de voorfz favorabele getuigeniffen, en nog meer uit de voorfchreeve kragtdadige proteétiën, aan de Doopsgezinden zo van ouds als by conrinuatie ook by onze tyd door 5 II. deel* Kk de  258 CONSULTATIEN en ADVYSEN. de Hooge Magten van ons Land gedaan, immers onwederfpree; kelyk is blykende, dac op der Doopsgezinde Vergaderingen niet applicabel kan zyn de difpofitie van rechten, hier boven aangehaald, fpreekende van verbodene of ongeoorloofde Vergaderingen , in- en met dusdanige termen , dat dezelven zouden zyn conventicula nova ff tumultuofa per tl 15. C. de hareticis ffc. als mede quod quisquis Collegium illicitum ufurpaverit, ff pozna teneatur, qui hominibus armatis loca publica vel templa, occupaverit. per l. 2. ff. de Collegüs ff corporibus. Alzo weinig als de publycque Gereformeerde Kerk op zig, met reden , niet zal willen geappliceert hebben, en ook op geene Proteftanten , die het Pausdom verlasten hebben, hier te Lande geappliceert kan, of mag worden. Quod pro hareticis habendi, et pcenis hcereticorum fubjiciendi funt, "qui vel argument0 deteÜi fuerint a judicio ff tramite Catholicce religionis deviare, prout hoe Juftinianus tarnen ftatuit in l. 2. C. de hcereticis ffc. et ad omnes Proteftantes pari ratione pertinere palam eft, ut pluribus etiam docet, Diodorus Fulding ad d. tit. Zo dat dan op zodanige lotTe en abufive gronden niets folides te bouwen is, alzo daar uit te veel zou worden beweezen; en dat die manier van redeneeringe dan ook ontwyfelyk zoude zyn fubjecr, het axioma, quod fublato confequente, etiam tollatur antecedens. En of fchoon dan des niet te min nader zou mogen worden geurgeert, dat 'er geen Collegie of Vergaderinge zou mogen beftaan anders dan by expres confent van Overheid, tefte 1: ICto Marciano in l. 3. §. 1. ff de Collegüs ffc. Zo zoude deeze difpofitie van rechten nogthans voor eerft geen plaatfe kunnen hebben in- of ten opzichte van Vergaderingen die alleen worden gehouden tot, of uit inzichte van Religie, of om zyn Godsdienft, en te gelyk ook werken van barmhertigheid aan, en omtrent behoeftigen, Ledemaaten en anderen te oefenen , zo als de Doopsgezinde Vergaderingen daar toe. eeniglyk in alle modeftie en ftilte zyn, en worden aangelegt, mits dat 'er alleen niets worde gepleegd dire&elyk tegen den inhoud van de Wet, voor zo veel die uitdrukkelyk zodanige Vergaderingen mogt verbieden; gelyk dit mede wel duidelyk geleerd word by den zei ven juris confultus Mdrcianus in k 1. §. i.ff. diü. tit. de Collegüs ff corporibus, hisce ver-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 259 verbis, Sed Religionis caufa (NB.) coïre non prohibentur, dum tarnen per hoe non fiat contra Senatusconfultum, quo ülicita Collegia arcentur. In gelyker manieren als dit ook ingezien en opgenomen is geworden by Anthonius Matthceus ad dittum titulum de Colleg; R corporibus cap. i.l.5. dum ait: licita fuerunt olim Collegia pontificum, l. 2. §. deinde f. de origine juris, hodie (NB.) omnia. qua Religionis non penitis (NB.) interditta caufa coïerit d. I, 1. § 1 e0 dem, adeo ut judceorum quoque Collegium licitum fit, l. 1. 2 4 11 13. 14. R uit. §. 1. C. de judceis R cotlicolis Rc. ■ Ten anderen , zo zoude men ook zelfs met waarheid niet kun nen zeggen, dat der Doopsgezinde Vergaderingen zoude zyn fredeftitueert van de permisfie en het goedvinden van de Hooge Overigheid , gelyk dit niet alleen is af te neemen uit het geene wegens de gunftige reflectie van de Hooge Overigheid , gelyk hier boven reeds in het breede is geavanceert, maar ook nog daar int, dat dezelve Doopsgezinden, ter occafie van publycque col. lecten en fubfidien, zo van buitenlandfche verlegene Proteftan. ten, als voor het gemeene Land, zelfs in de bekommerlyke iaa^ ren van 1672 en 1673, door en van wegens de Regeeringe alhier as geoorloofde Vergaderingen zyn gekend en aangezocht, en dat dezelve zig daarom niet wynig en zelfs boven veele zn. deren hebben geevertueert, ja dat als dezelve Doopsgezinden, en zelfs die van de Vriesfche Vergaderingen, door de Officieren van het Land voortyds zyn geinquieteert geworden ter oorzaake van eenige particuliere gewoonte van en in het trouwen, van die van hunne Vergaderingen; zy lieden by en door folemneele Refolutien van de Hooge Regeering daar jegens zyn geprotegeert, en dat ook zelfs by de folemneele vergaderingen in den jaare 1710, by de refpeftive Staaten van alle de Vereenigde Provintiën in den Haage gehouden, alle de Gezindheden, buiten die van de publycque Gereformeerde Kerke, en als toen in vogue zynde geweeft, in effecte en genoegzaam uitdrukkelyk zyn gepermitteert geworden, mits alleen dat zy zig in alle goede houden" Gn bUken hSt Ple6gen Van eXCeffen kwara^n te Men zwyge nu nog dat aan verfcheidene Doopsgezinde GeK k 2 meen-  26o CONSULTATIEN en ADVYSEN. meentens hier te Lande door de Hooge en Subalterne Overigheid zelfs toegedaan is geworden , vryheid van gemeene Lands Impoften en Stads Excyfen, en dit voor en ten behoeve van de Wees- en Armehuizen , daar toe ipecialyk door dezelve Gemeentens geftigt en opgerecht, en nog onderhouden wordende zelfs uit opgekomene erfenilfen, legaaten, en andere d.ergelyke hberaliteiten; en dat men derhalven niet kan aanzien anders dan voor een krytende onbillykheid, dat men aan andere mede Doopsgezinde Vergaderingen, die zig de voorfz. gemeene Landsimpoften en laften met gedult komen te getrooften, zoude komen te onttrekken de middelen van fubfiftentie die hun tot dienfte van hunne Armen, en tot het waarneemen van hunnen Chnstelvken Godsdienft dienftig en nodig zyn, en vooral dan ook nog, dat zulks zou worden ondernomen door heden die insgelyks Ledemaaten zyn van de Doopsgezinde Gemeentens , hoewel mooglyk in eenige poinéten of leerftukken van de voorfz. Vr.esfcSe Gemeenten min of meer verfchillende, als in deezen, uti Mruhnur, in conformité van welk gerelolveerde dan ook by M Ton van Leeuwen vol. i. lib. 3- cap. 4- 37- in fine cenfur* forend gerefolveert is geworden met relatie tot het beuren van SffifXten, hisce verbis : fed an Anabaüftarum ffLutheranorum Collegia noois (NB.) inter illicita vere numerentur ? Non vi* dTZTou a h Ma nontamtolerantur, et inter clandeftina habenda tnt quampublica authoritate (NB.) et exprejfo (NB.) eonfenfu dato , admittuntur , eorumque publica funt exercitia. Daar by dan nog eindelyk zal kunnen worden gevoegd, dat al ware 't fchoon dat alle het bovenftaandeniet zoude> kunnen imnorteeren een expres confent van de Overigheid zelf,, als ns in afle manieren, het etabliftement en de frequentatie van DoopsgeSnSe Verkeringen zelfs opentlyk.begonnen genoegzaam met dïreftie en geboorte van de Republiek, en onverhinderd gecontineert tot nu toe, en zulks boven ^derd iaaren, en alzo ook boven memorie van menfchen, autpertem'pus lmmemoriale, voor een foort van een expres previ 1 g e en confent geconfidereert zoude behooren te worden , zelfs met opzicht, (onder reverente correctie,) van of tot den Souverein  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 261 prout hoe etiam quoad Collegia Anabaptiftarum docet D'. Ulricus Huber, in traciatu de jure ciyitatis, edito 1693. üb. 2. fe£l. 3. cap. r. n. 28. 29. ff 30. Dum alt: quod pontificiorum uhiverfttaics ut toleratce, perpetua tarnen videantur.prohiberi, ideoque hls prcefcriptionem non currere, fecus ac anabaptijlis (ulpote') quibus integri tollerantia fceculi palam fa£ta jus univerfitatis acquifiviffe videtur, quare enim minus hoe jus, quam omnia reliqua , lapfu temporis acquiri nequeat, ratio nulla reddi poteft. Ideoque ejusmodi univerfitatibus jus perfonce (NB.) omnesque civium facultates eft ftandi (iNB) in judicia , et acquirendi, bona juraque competere videtur. Hoe zeer zyn Ed. ook te vooren daar omtrent mag hebben gebgelïteert gehad, hoewel echter ook met inclinatie tot het zelve gevoelen^ als te zien is in zyne Hedendaagfche Rechtsgeleerdheid, vol.i. lib. t.-eap. 4. M. 50. êf 51. juncl, lib. 2 cap 27. n. 14. itsque quin ff tempus immemoriale aut fceculi non valeret ad prcefcriptionem, valeret ad probationem tituli, et haberet vim privelegii ex ifta fcientia confesfi. Gelyk dit niet alleen by de Doctoren van andere Landen , maar ook by die van ons Land geleerd word, als te zien is by Gail. 2. obf. 52. n. 23. Mornac. ad l. 63. ff. de ufufr. id. ad authent. quas atliones. C.deSS. Ecclef. ff Wefenb. ad tit. ff. de legibus n. 9. junët: P. Bort in de 6. Titul n. 63. ff feqq. van het 5. deel in zyn Tractaat van de Lee. nen, en den Heer Hugo de Groot lib. 2. cap. 4. n. 7. en anderen meer, aldaar geallegeert. En ten welken refpe&e ook zeer aanmerkelyk is , dat de olla faera van de Papisten wel byzonder foigneufelyk by de fucceslive I-laccaaten is verboden geworden, en daar op ook zeer geurgeert door die van de Synoden , of van de publycque Gereformeerde Ker ■ ken hier te Lande, in hunne remohftrantiën iterativelyk aan de voorfz. groote Vergaderingen overgegeeven; maar nooit eenige de minfte order tegen het genieten van erfeniflen of legaaten, aan andere Gezintheden, buiten de publycque Kerken gemaakt, door den Souverein is gefteld , en zelfs ook door die van de voofz. Synoden, of Kerke verzogt is geweeft. Wordende daarom ook daaglyks door , en op den naam van de Doopsgezinden , Lutherfche , Kemonftranten, en diergelyke Kerkelyke Vergaderingen, of derzelver Direéteurs, Diaconen en Opzienders, alles Kk 3 on-  262 CONSULTATIEN en ADVYSEN. onverhinderd, zo in regten, als daar buiten , gevorderd, als door of van wegens gepermitteerde Collegiën en Univerfiteiten , zo als dit is van een publycque notoiriteit, en mede aangetekend word by den Heer ian Zurk in zyn Codex Batavus onder de Titul van Mennogezindcn §. 2. n. 2. Zo dat (onder reverentie,) althans buiten propoofte word geallegeert, het gerefolveerde van den Hooge Raade van den jaare 1623, als zynde door de tyd, en door de voorfz. folemneele Refolutie van den Staat, en zo wel voorgaande, als opgevolgde Praétycque , in allen geval buiten effecte gefteld, en wezende ook al op die tyd van den jaare 1623 mede goedgevonden geweeft by den Heer Coren zelfs, en andere Leden van den Hooge Raade, volgens het geen de Heer Coren daar van heeft aangetekend gehad by en op zyne gemelde obfervatie van de Gewysdens van denzelve Raade. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 10 July 1711. (Was getekend) j. schrik, d. helmans, a. van den ende, francois ardinois. Dit voorenftaande Advys is op den 16 July 1711 geconfirmeert tot Leiden door den Heer gerard noot, en den 22 dito in den Haage door de Advocaaten a. breur, w. v. erpecum en c van den ende. LXIL  CONSULTATIEN en ADVYSEN. ^ LX II. A D V Y S. ABm in de Ooft- en Weftindifche Compagnie, mogen niet ver kogt worden, ten zy den Verkooper dezelve efecJive bezit. Gezien by ons ondergefchreevene zekere Copie Aflens bv jurrian beëk gepaffeert, ten behoeven van zyndaar by gemelde pretenfe Crediteuren, by dewelken de gemelde tur Rian beek bekend aan dezelve fchuldig te wezen verfcheiden notabele lommen van penningen, over en ter zaake^ van res contres ofte verhezen , op menigvuldige partyen WiftinSifche W,ndafl,en, by denzelven Jurrian%eek gepS in we ken hy op verfcheiden termynen hadde aangf nomï te be Proron;eeerd.VOOrtS ^ °P tWeederiel ™*** £ Als eerftelyk, of zodanige Crediteuren uit hoofde van obliea tien en afrekeningen , uit zodanige Afliën in de wind vVor ko mende, als waare Crediteuren te*confldereeren en erkend bei hooren te worden, en of een Kooper uit zodanige contract deswegens by hem gepaffeert, naar het verleden vS de boven gemelde Aflens, naar de Placcaaten en Regten deezer Lande zoü ^^rerc toc pr*ftacie ™ ^> En ten tweeden, waar die praBtenfe Crediteuren haare actiën Dunkt (onder verbeteringe,) op de eerfte vraage, dat zoda mge Crediteuren geenfints als wettige Crediteuren van de voor noemde jurrian beek te agten zyn; en dat haar geen actie nog regt, wegens de gepafleerde contracten van koopTgte de daar naar verledene Aflens ten lafte van dezelve turr ta v beek competeert, redenen van deeze refolutie zynde IVvnf gens de feneufe en duidelyke Placcaaten van haar Hoog Moi" van den 15 July 1621, en van den 20 May 1624 od hf t (h* van het verkoopen en tranfporteeren van Afliën tn dl Ooft en Weft-  26+ CONSULTATIE N en ADVYSEN. Weftindifche Compagnie geëmaneert, bevonden word dat by dezelve kragtelyk gewterdiceert en verboden word, dat niemand, van wat conditie of qualiteit hy zy, geene Aftiën zal mogen verkoopen , dan dewelke hy waarlyk en erfeftive in de Compagnie herideerende en participeerende is. Zynde verders daar by geinterdiceert, dat geene renuntiatiè dire&elyk of indireftelyk van dezelve Placcaaten zal mogen gelchieden; maar dat dezelve voor nul en van geener waarde, als onbehoorlyk en ftrydende tegens de goede intentie van den Souverein en de dienfte des Lands, zullen moeten gehouden worden; zynde daar en boven by de voornoemde Placcaaten nog diverfe poenaliteiten geftatueert, niet alleen tegens den Verkooper van zodanige Afliën, maar zelfs tegen de Makelaars, dewelke over de verkoopingen van zodanige Aftiën ftaan, ofte eenige contraften leveren, en dewelke tegen deszelfs inhoude zyn ftrydende. En dewyl door haar Hoog Mog. aldaar zo exaftelyk geprohibeert en verboden word het verkoopen van zodanige Aftiën, zo zoude in dit geval notoir tegens de Placcaaten van den Souverein gepecceert , en iets gedaan zyn , het welke dezelve niet gewild , maar uitdrukkelyk geinterdiceert , en als nul en invalide verklaard heeft; zonder dat hier tegens kan doen, dat de gemelde jurrian beek de voorfz handelinge, en de Kooper van Windaftien, naderhand met zyn afrekeningen, en het paffeeren van poftirieure Aftens obligatoir, zoude hebben geapprobeert, en dat hedendaags onder zodanige Handelaars van Windaftien zoude worden gepraftifeert dat zy zodanige contraften nakomen, zonder hun met de voorfz. Placcaaten te> behelpen, om redenen , dat offchoön hetzelve hedendaags zo mogte worden gepraftifeert, hetzelve voor geene wettige couftume zoude te houden zvn als ftrekkende dezelve contra communem utilitatem rei publica, gelyk zulks by gemelde Placcaaten klaarlyk word geftatueert, als deeze handelingen aldaar worden genaamd een fchadelyke praftycque , en argliftige introduftiën , hoedanige confuetudo, dewelke alleünts is ftrydende tegens de Wetten van den Souverein en het Gemeenebeft , by de Regts Doftoren irrationabilitas, en een corrupteele word genoemd, en g«en plaatfe kan hebben, als  CONSULTATIEN en ADVYSEN. a6* :zynde het voornaamfte requifit van een gewoonte, quod communi utilitatenon repugnet, uti notant Chriftin. ad L. Mechl in PS n. 13. Iheod. Stemmetsz fpecul. juris civilis m l. X, tit. q. f de ,' Caü'kb 2 obf. cap. 3 I. Nam in iis quce de fua natura mafa'et detïJtabilia funt confuetudo, etiamfi totus mundus Ma utiretur imtlici ter et tn folem non excufat. Carpzov. pratl. crim. parte, quall Ai n. 76. En al was dezelve lange tyd in gebruik geweeft, zo zoude Sïe "°g;hanS tegeCn de^efchreeven W<* van den Souverein met beftend.g zyn. Secundum l. 2. Cod. quce fit longa confu t 00 ri de fGr;errgen de leg-abros-annoteert' lo/^/mZ qua de faüofuit obfervata, contra confuetudinem aut ftatutuma principeyulgatum et emologatum, non valeat, etiamfi fuerit guinaul gentavelfexaginta annos obfervata, atque ita in fuprlmo MeMinTent concilie judicatum refert Chriftin. vol 1. dec. 291 n o emtntenJt Kunnende hier jegens al mede niets opereeren , het eeene bv het voorgemelde Placcaat van den jaare 1621. word lSen7 en namelyk, dat het daar by in het vermogen van den Kooper zoude zyn gefteld, om naar zyn welgevallen zig te bedienen van zodanigen recht, als hem gemelde Placcaat geelt, namdvofhv zig zou willen houden aan zodanige contralen door hem gepas! leert, dan met, en dat jurrian beek , in nlaatfe Jn ,L van het voorfchreeve Placcaat te bedienenfteco"2 de voornoemde contraften heeft willen houden, en dewl^daa? mede geratifieeert en geapprobeerc zoude hebben, Zodanig dat hy over furplufen en fchaade by hem geleden, wederom op nfeuws obligatoire aftens hebbende gepaffeert, gèvolglyk d? vóoT Placcaaten, ten refpefte van de pofterieore gepaffeerde aftens geen p aats zoude kunnen hebben, maar efficaeiter ui dezelve zoude kunnen worden aangefproken en geconveniee c VV nt wanneer ingezien word, dat in de voornoemde Placcaa n zo ex l n 2fl lA ? rboden*0*™W negotiatie, en het onderneemen van die handelingen, als ftrekkende tot merkelyk nadeel van het Gemeenebeft, zo ernftlyk heeft verboden, en zexVsüvdS heeft vernietigt, en dat den Souverein daar door vS hit ?oe komende heeft willen voorzien, zo kunnen alle die naderhand gemaakte aftens en opgevolgde approbatiën, die een prTvatus t Ll gen  ïöó consultatien en advysen. gen de Wetten van den Souverein van kant doen, hoe menigvuldig die ook mogte zyn, niet opereeren, als zynde zelfs alle pofterieure en approbatoire aftens, van die onwettige handelingen, even zeer geprohibeert, en alle renuntiatiën, mede wel duidelyk geinterdiceert, en verklaart als van nul en geener waarden. Komende verders daar nog by quod jus pubhcum privatorum patlis immitari nequeat, et reipublicce jura non funt in privatorum commercie, neque quisquam recte favori alieno ac multo minus publU co, renunciare valeat , quippe quod talis enuntiatio pof et non turpis effe, adque adeo fimul imposfibilis arg. I 15. ff. de condit. inftit. confequens eft ergo, ut de Ms,quce non ad rem familiarem, fed ad rem publicam, publicamque Icefionem refpiciunt, non valide privatus quis* quam paciscatur, l. juris gent. 7 §. fi pafifcar 14. 15. 16. ff. dc patt. L. jus publ. 38. ff. eod. tit. Gelyk zulks mede geleerd word by J. Voet ad tit. ff. de fiatuliberis n. 18. ubi allegat. JD. D. And. Gail. lib. 1. obferv. I. 40. Mcevius ad jus Lubecenfe quceft.prcehm.o. n. 76. & feqq. et alios complures. Het welk dan in cas fubjeft zyn volkomen applicatie vind, dewyl hier zodanige prohibitive Wet is geftatueert als een recht, niet ten reguarde en ten voordeele van den Kooper en Verkooper, alleen om na haar welgevallen daar van af te mogen gaan en te renuntieeren, maar word zodanige handelinge en negotiatie zelfs ten eenemaal gedisaprobeert, dewyl dezelve is ftrekkende tot nadeel van het Gemeenebeft, een fchadelyke praftycque, en argliftige machinatie word verklaard, en overzulks hoe dikmaals zodanige handelingen naderhand mogten worden geapprobeert en goedgekeurd,en op nieuws gepaffeert en gecontrafteert door den Kooper. Dewyl het principium en het finis waar toe hetzelve tendeert, is kwaad door de Wetten geinterdiceert, en ftrekkende tot fpot en vilipendie van de authoriteit van den Souverein, en gevolglyk zo kan op zodanige pofterieure aftens geen recht, (onder reverentie,) worden gedaan; maar moeten dezelven volgens den inhoud van gemelde Placcaaten eens gelyk voor nul en invalide worden gehouden. Secund. I. 5- tod. de legib et conftit. principe cujus verba funt, quod nullum paUum,nullam  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 267 eonyentionem, nullum contraStum inter eos videri volumus fubfecutum, qui contrahunt lege contrahere prohibente. Zulks dat hoe zeer naderhand alhier een approbatoire aókie zoude mogen zyn gepleegt, alle hetzelve ten reguarde van zodanige ftrifte difpofitie0van het recht geen het allerminfte effect, fbrteeren kan. En kan hetzelve in deeze te minder twyfel hebben, om dat in den titul van her gemelde Placcaat van den jaare 1624, niet alleen het koopen en verkoopen van zodanige Aftiè'n, is en word verboden , gelyk ook de renuntiatiën van dien, maar ook na andere vonden] als daar zyn deeze aftens, by en door Jooden ten haaren baate gefileerf, en is,ten deezen mitsdien in allen deelen applicabel het geene by Perez. ad d. tit. cod. de legib. n. ir. word geleerd , en daarom alhier word geinfereert, alwaar hy zegt, cafjum irritumque ipfo jure redditur ab impr. non modo quicquid fattum eft , contra expreffam legis prohibitionem , verum etiam contra ejus mentem ac fententiam, etiamfi lexidnon dixerit }nec exprefte jujferit ,attum ipfo jure nullum. d. I. 5. Cod. de leg. ffc. eo enim quod fieri prohibet, efficit, ut fruftra fiat, quod prohibitum eft; adeo ut non fit opus exceptione vel rescisfipne aliqua, fed ipfo jure attus fit inutilis et quce quid huk aEtui (1\Ö0 acceffent, five pattum, five pignus five liipulatio five jusjurandum d. I. 5. in fine, nam accesfio fequitur caufam principalem. Jin obfteert mitsdien ook, als gezegt is, ten deezen niet, dat in de Placcaate van den ry July 1621 word gezegt , dat het in des Koopers keure zoude itaan, of hy zig aan zodanige onderhandelinge en contraft wilde houden , dan niet. Want uit hetzelve niet is te infereeren , dat wanneer hy zig daar aan gehouden heeft, hy tot prajftatie van de gemelde-contraften , uit dien hoofde geobhgeert zoude zyn , alzo hetzelve alleenlyk te verltaan is, zodanig dat by aldien den Kooper dezelve heeft willen prffifteeren, hetzelve in zyn magt is, en voldaan hebbende, als dan nulla repetitio competeert, gelyk zulks mede ten reguarde van Dobbelaars is geftatueert, dat dezelve uit geen contraéten, lpruitende ter zaake van het fpeelen, mogen worden aangefproken , nog regt gedaan , maar aldien dezelve betaalinge willen doen, het welke mede in haar keur is, en zodanig contraft praj. iteeren, hetzelve is haar gelicentieert, en» word haar, voldaan L1 2 heb-  268 CONSULTATIEN en ADVYSEN. hebbende, mede nulla petitio ex lege gegeeven, maar aldien den Kooper van zyne contraéten en gegeevene aftens wil afzien, en zig daar niet aan houden, kan dezelve daar toe niet worden geconftringeert uit zodanige contraften en opgevolgde aftens alleen, te meer, om dat uit het volgende pofterieure Placcaat van den jaare i624-blykt, dat deeze periode is geabrogeert, en boven dien zelfs een poenaliteit tegens den Kooper, zo wel als ten reguarde van anderen is geftatueert, ja zelfs deswegens een populaire actie gegeeven, en ook daar by met eenen verboden qua jus populi tuentur, l. i. ff. de popul. ah. nimirum fummus ac pracipuus harum atlionum finis eft, ut publica utilitati et fecuritati confulatur, /. t. §. i. ff. de hls qui effud. vel dejecerint. Wat de tweede vraage, namelyk waar de Crediteuren haare actiën zoude moeten inftitueeren, is 'belangende, hetzelve word gedecideert by het 30. art. van de Ordonnantie voor Commiffariffen van Defolate Boedels te Amfterdam, alwaar gezegt word; Des zullen alle die hen als Crediteuren van eenige Infolventen boedel gedraagen, gehouden zyn hunne fchuld en agterwezen te juftificeeren voor Commiflariifen van Defolate Boedels, die in cas van quaeftie, daar over zullen judicieeren, 't zy den faillit geaccordeert is, of niet. Aldus geadvifeert in 's Hage, den 15 September 1711. (Was getekend) 3. emonds, w. v. d. s al m, cornelis hoge boom; LXIII.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 269 LX III. ADVYS. Over de begrooting yan de Legitime portie van een Vader , in de nalaatenfchap van zyn Dochter. casus positie. Ahebbende verfcheide Kinderen in huwelyk verwekt aan B. . zyne overledene Huisvrouwe zaliger, trouwt eene dochter uit aan C., Koopman binnen de ftad Amfterdam Dezelve dochter van A. fterft vervolgens zonder kind of kinderen na te laaten. Hebbende tot haar erfgenaamen univerfeel geinftitueert gehad haar man C : en haar vader A. alleen in deszelfs legitime portie, met praeteritie van haare broeders en zufters. Nu is de vraage. Of de legitime portie van A, in zyn voorfz. overledene dochters nalaatenfchap, zal moeten worden gerekend of genomen op een derde part van de geheele nalaatenfchap van de overledene dochter van A.? Dan of in tegendeel die legitime portie alleen beftaat in een zesde part? Gezien by de ondergefchreevene de bovenftaande Cafus politie, en gelet op de vraagen daar uit voorgefteld. Dunkt (onder verbeteringe,) dat de legitime portie van A. alleen gerekend en genomen zal mogen en moeten worden op een zesde part van de nalaatenfchap van zyn overledene dochter, en niet op een derde part. Om redenen, dat aan de eene zyde , de legitime portie van de Ouders zelfs al mede geconfidereert wordende van een vierde tot of op een derde part verhoogt te zyn, na het voorbeeld of uit de gelykheid van reden van difpofitie van rechten, ten opzichte van de verhooging omtrent der Kinderen legitime portie, hoewel tegen de opinie van anderen aangehaald, by Vinnius ad §. 3. n. 2. inftit. de inofflc. teftament, dan nog echter dezelve LI 3 le-  27o CONSULTATIEN en ADVYSEN. legitime portie na Rechten en Praótycque alleen zoude kunnen en mogen beftaan in een derde part van het geene de Ouders, en alzo Vader of Moeder, anderfints ab inteftato, of by verfterf zou hebben genooten gehad, per textum in l. 8. §. 6. ff. de inoffic. teft. zulks dat dan al wyders mede in zodanigen geval, daar de Ouders Vader en Moeder refpeólive ab inteftato, of by verfterf van hunne Kinderen erfeniflen door de Wet uitgeflooten zoude zyn, dezelve geen de minfte legitime portie zouden competeefen, in conformité mede van de leere van Hugo de Groot lib. 2. cap. 18. n. 10. junSl. n. 22. van zyne Inleiding, poft Jacob Coren obfervat. 10. ni 24. rer.fupr. Holl. Cur. judicat. En dat nu aan de andere zyde, binnen deeze ftad Amfterdam , plaatfe daar het fterfhuis van de Dochter van A. is gevallen, conftant en zeker is, dat een Vader, vermits, en na het affterven van zyne Huisvrouwe en zyner Kinderen Moeder , niet meerder ab inteftato of by verfterf kan volgen als de helft van de nalaatenfchap van zyn Kind, die zonder Kind of Kinderen ftervende, echter Zuster of Broeders &c. heeft nagelaaten gehad, als in deezen, na uitwyze van het tweede artikel van de Placcaate in den jaare 1599 op het ftuk van de fuccesfie ab inteftato geëmaneert, en binnen deeze Stad in praótycque. Zonder dat hier jegens in hef allerminfte in confideratie kan komen , het geene by eenige Rechtsgeleerden is gefuttineert, als of door, en mits de prateritie van de Broeders en Zufters, by Teftamente van de overledenen gedaan ; dezelve portie zoude moeten worden verftaan geaccrefleert te zyn aan- of ten behoeve van den Vader,, en dat dezelve Broeders en Zufters , niet gerekend of geteld zoude worden , nee partem facerent. Als zynde niet alleen die fuftenue by Bartolus en anderen verworpen, en ook kragtelyk uit den Rechten wederlegt by Reminaldus confil. 405. en na denzelven by Anth.Faber dec. i$.error.±. n. 7. 8. ff 9. de error. pragmat. ff in codice fuo. lib. 6. tit. 8. def. 22. n. 7. ff n. 7. in notis. et 'novisfime quoque by Arnoldus Vinnius lib. 1. ■cap. 2ï. feleU. queefi. maar zynde in allen gevalle ook die contrararie opinie eeniglyk gefundeert op een praetens recht van aanwas, of jus accrescendi, het welk, als alleen appicibus juris beftaan-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 271 ftaande, nooit hier te Lande is aangenomen geworden , zelfs dan, als die fubtiliteit van het befchreevene Roomfche Recht daar toe al zoude mogen leggen, tefte Groenewegen ad §. 5. inftit. de hceredib. inftit. En fpecialyk mede niet in- of omtrent de berekening van de legitime portie van eene overledene Vader of Moeder , waar van het fterfhuis, als in deezen, in- of onder het Aasdoms Recht was gevallen, en waar in Zufters en Broeders door den overledenen waren gepaeterieert geworden , om namelyk dezelve legitime portie door- of mits die praeteritie te vergrooten tot een derde in het geheel, in plaatfe van een derde in de helfte van des verftorvenen Zoons of Dochters nalaatenfchap, waar in dezelve legitime portie, buiten zodanig praitens regt van aanwas, notoirelyk alleen was beftaande als vooren. Gelyk dit kan worden gezien uit de getuigeniffen van de oudfte en voornaamfte Rechtsgeleerden van ons Land. C0nft.U0 115. vol. 2. Conftlio 45. pag. 92. Conftlio 113. pag. 202. en Conftlio 205. pag. 748. van het 6. deel der Hollandfche Rechtsgeleerden, alle met den anderen daar in overeenkomende, dat zulks hier te Lande is van eéne gemeene en notoire praclycque. En waarom dan ook, wanneer men in den jaare 1682, deswegens iets ter contrarie heeft beftaan gehad te fuftineeren, als te zien is Conftlio 142. (fc. vol. 3. van het Nederlands Advysboek, zulks niet is gevolgd geweeft by de Heere Mr. david ypelaar, beneffens zyn mede Arbiters in dezelve zaake , naar en conform het ingenomene van neutraalen Hollandfche praótifeerende Rechtsgeleerden, zo als dit daar na ook nog in den jaare in een andere zaake by den Hoogen Raade van Holland insgelyks dien conform is gefententieert en verftaan geworden. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 8 Auguftus 1711. (Was getekend) a. van den ende, jan van den ende. LX1V.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. LXIV. ADVYS. Zeevaarende lieden kunnen op reis over haar natelaatene goederen difponeeren, op wat wyze zy goedvinden, zonder folemniteiten te gebruiken in haare difpofitiën, indien maar van haar wil confieeren kan. Gezien by de ondergefchreevene zekere beëedigde Verklaaring voor den Secretaris daniel thibault en zekere getuigen, op de Kaap de Goede Hoop, in dato 9 April 1711 , door godvried doederstad, Sergeant, en hendrik willemsz fokkelman, Corporaal, voor en ten behoeve vaneenen martinus hamerling, Sergeant en Gezaghebber van 't Robben Eiland, gepaffeert en verleden. Contineerende, dat zy getuigen in den jaare 1706, zynde gecommandeert naar 't Daffen Eiland , met en beneffens eeniSn willem adriaanszvan ysselstyn, Matroos, en eenige jaaren als Vlaggeman op 't Robben Eiland hebbende gelegen, dat de gemelde willem adriaansz van ysselstyn , eenige tyd daar na zynde ziek geworden , zy getuigen op den 12 November van 't zelve jaar hem bezoekende, dezelve hebben hooren zeggen, en van zyne goederen difponeeren in diervoegen, byaldien hy kwam te fterven, dat in zodanigen geval hy al het geene hy bezat, maakte en befprak aan de Baas van 't Eiland, denoteerende daar mede, naar verklaaring van de gemelde getuigen, den Sergeant martinus kamerling voornoemd, die als Baas of Opziender op het gemelde Eiland befcheiden was. Als mede gezien zekere eifch en dingtaale, in dato 15 Maart J707 , gehouden voor den Raad, op de Kaap de Goede Hoop, tuffchen de Sergeant daniel thibault, als procuratie heb. bende van den Sergeant en Opziender van 't Robben Eiland voornoemd, Risfchers qq. tegen den Onderkoopman, en Curator ad lites jacob us cruse, Gedaagde, beneffens het difpotif, by dezelve Raade des wegens uitgegeeven. En gelet op de vraage uit dien alle gedaan. . Dunkt  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 273 Dunkt de ondergefchreevene, (onder correctie,) dat de mondelinge difpofitie van willem adriaansz van ysselstyn, ten behoeve van de gezegde martinus hamerlino gedaan , en by de genarreerde verklaaring vervat, naar Rechten en Praótycque van waarde is, en fhnd moet grypen, even en ten gelyken effecte, of de gemelde difpofitie voor 't Gerecht of Notaris en getuigen ware gefchied. Want alhoewel by het Roomfche Recht, in het formeeren van Teftamenten , worden vereifcht verfcheidene formaliteiten, als mede dat naar de hedendaagfche Praftyk , alle Teftamentaire difpofitiën moeten worden gepaffeert, of voor 't Gerecht der Plaats , of voor Notaris en getuigen, na dat de Ufantiën der Plaatfen of Steden komen mede te brengen, zo zyn nogthans mede by het gemelde Roomfche Recht, van alle folemniteiten, hoedanig die ook zouden mogen zyn, gedifpenfeert alle zodanige Teftamenten, dewelke door miiiteerende perfoonen wierden gepaffeert , zynde by het gemelde Recht aan de zulken gepermitteerd te tefteeren, op zodanige wyze als zy zouden konnen, of willen, gelyk zulks evident is, in princ. Inftit. & l. i. & 24. ff. & l. 3. 14. êf 15. C. de Teftam. milit., en zulks quoquo modo, vol luntas müitis fuprema inveniatur , five fcripta, five viva voce fine fcriptura, valet Teftamentum ex voluntate ejus, genoeg zynde, dat door behoorlyke middelen en wyzen kome te geblyken van de waare intentie en wille van zodanigen Teftateur,/. 40./. eodem, onder welke middelen is de getuigenis van menfchen, in welkers byzyn zodanig is getefteerd geworden, en waar toe alleen word vereifcht de verklaaringe van twee perfoonen, arg. I. 12. ff. ds teftibus. Alle het welke insgelyks met gelyke privilegie en voorrecht tot de Zeevaarende lieden by het Roomfche Recht overgebragt is geweeft, in /. un. §. 1. ff. de bon. poft. ex teft. milit. Welk privilegie van het Roomfche Recht dan ook mede tot de hedendaagfche Soldaaten en Zeelieden zyn overgebragt, en in practycq gerecipieert, zulks dat, hoedanig een Soldaat miiiteerende of Zeeman vaarende komt te tefteeren, het zelve word geacht als of alle folemniteiten daaromtrent waren geobferveert, II. deel. Mm e  474 CONSULTATIEN en ADVYSEN. fi modo voluntas militis fufficientem ex jure gentium probationem habeat, als geleerd word by II. de Groot in zyn Inleiding lib. 2. tit. 17. n. 28. 29. 30. Item Vinn. ad princip. et finem tit. inftit. de Teft. milit. Groeneweg. ad tit. eundem & alleg. Voet add. t.ff.n. ir. Het geene dan ook altyd door de Rechtsgeleerden is geattri. bueerd aan die geenen der Soldaaten, of Zeelieden, die naar Ooft- of Weftindiën komen te vaaren , zo als kan worden gezien by de Refip. juris C. Holl. part. 3. vol. 1. conf. 89. 6? part. 4.. conf. 209.ê? 312. mitsgaders het 6. deel der gemelde Advyfen, conf. 48. Zonder dat in cafu obfteert, dat de voornoemde Teftateur, op het DafTen Eiland overleden zynde, niet als in caftris of in expeditione quafi, zoude kunnen gezegt worden geweeft te zyn, quia hcec privilegia prcecedunt. five fit in caflris, five in fofiato, five in hypernis, five in prcefidiis, five in fiativis, feu fedibus^ac cedilus ut Gothofr. in notis ad l. 17. Cod. de Teft. milit. & Vinn. in loco alleg. Even als dan mede geene byzondere folutie meriteerd, dat de getuigen by dezelve verklaaring zouden febynen niet convocati of rogati geweeft te zyn, zo als nogthans de gemelde §. 1. Inftit. de Teft. milit. en H. de Groot op de aangehaalde plaats fchynelyk requireeren ; aangezien dezelve woorden niet kunnen te verftaan geeven, zodanig een folemnis rogatio, die jure communi wceffair was, vermits in de militaire Teftamenten alle folemniteiten waren geremitteerd, zo verre dat het bewys van de wille alleen genoeg was, en zulks dat de woorden van dezelve §. 1. niet difpotive maar als narrative aan te merken zyn. Vide Vinn. ad d. §. 11. 3. Gelyk al mede tegen het voor gerefolveerde niet doet, den Artikelbrief van de Ooftindifche Compagnie van den 3 September 1672. art. 70. noch ook het Place. Holl. pag. 1319. waar by refpeftive is vaftgeld , dat de Teftamentaire difpofitiën van de geenen die naar Ooftindiën vaaren, of daar van daan retourneeren, moeten worden gefchreeven in een boek, daar toe exprefle in het fchip geordonneerd, en dat dezelve zoude moeten worden ondertekend door den Teftateur en twee getuigen. Om redenen, dat zo als by de meergemelde verklaaringe komt te  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 275? te blyken , die mondelinge difpofitie niet is gefchied , op een fchip gaande of kcerende, maar op een Eiland, alwaar geen occafie was, om het geordonneerde by de Artikelbrief gemeld, te ohferveeren, 't geen dan ook in deezen te meerder plaats moet hebben, alzo de ondergefchreevene in facto onderrecht is, dat het voornoemde Daffen Eiland is onbewoond, als van die geenen , die daar op order van de Compagnie worden befcheiden, om Traan te branden, en dat ook de voorverhaalde Artikelbrief enkelyk is fpreekende en diftingueerende in reguarde van de zodanige, die op defchepen gaande ofkeerende komen te tefteeren. Voorts zo men ten reguarde van dezelve difpofitie, zoude willen tegenwerpen dat ook den Teftateur den naam van zynen gefielde Erfgenaam niet hadde uitgedrukt, en dat daarom de voorfchreeven difpofitie defectueus zoude zyn. Zo dient daaromtrent tot folutie, dat jure Romano eveneens en van het zelfde effect word gerekend, of een Teftateur iemand tot Erfgenaam ftellende, het zelve deede met de eigene, 't zy voor- of toenaam, van dezelve uit te drukken , of dat zulks gefchiede , door dien Erfgenaam met eenige tekenen te vertoonen, waar aan dezelve klaarlyk van anderen kan worden onderfcheiden, gelyk het zelve zonder eenige dubie word geleerd in l. 9. §. 8. ff. de hcered. inftit. et arg. I. 3. §. pen. ff. de injuft. rupt. et in text. I. 6. ff. de reb. cred. in quarum priori. lege in expresfisfimus terminis word gezegt, fi quis nomen hceredis quidem non dixerit* fed indubitabili figno eum demonftraverit. valet inflitutio, adde het 189. Advys van de Holl. Conf. het 2. deel, et ibidem allegata. 'z Geen zelfs zo verre gaac, dat byaldien iemand den perfoon noemende , een verkeerde demonftratie of betekenis daar by had gevoegd, zulks des niettemin geen verandering in de inftitutie zoude komen toe te brengen, als word gevonden in /. 48. §. uit. f. de h&redit. inftit. ff l. 17. §. r. I. 34. ff. de condit. ff demonftr. by zo verre den perfoon buiten de gemelde demonftratie kennelyk was. Uit welken alle dan ook noodzakelyk moet profluperen, dat het geobjicieerde geen nadeel altoos kan komen toe te brengen, vermits de gemelde Teftateur, zeggende dat hy zyn goed maakte M m 2 en  S76 CONSULTATIEN en ADVYSEN. en befprak aan de Baas van het Eiland, daar mede heeft gemeent en gedenoteerd de gemelde hamerling, gelyk als niet alleen met folemneele eede door de gemelde getuigen is verklaard geworden met deeze woorden, die als Baas of Opziender van 't Robben Eiland befcheiden is , maar zulks word buiten tegenfpraak gefteld door den Secretaris, voor- wien de gemelde verklaaring is gepaffeert, door dewelke dezelve martinus hame rltng,Gezaghebber van 'c Robben Eiland, word genoemd, en niets is meer bekend, als dat het gemeene volk zodanig een met het woord Baas komen te betekepen. Welke raifonnementen, niet alleen, buiten eenig difpuut worden gefteld, als mede alle het voorige gerefolveerde volkomen geconfirmeerd, door het dispofitief van den Raad der Kaap de Goede Hoop, te vooren aangeroerd, waar by de gemelde verklaaring voor waarachtig, en mondelinge difpofitie, daar inne vervat, van waarde word erkent, en overzulks buiten eenige twyffel gefteld, dat met het woord Baas van 't Eiland, de voornoemde martinus hamerling, en niemand anders is gemeent geworden. Welk dispofitief te kragtiger tot voordeel moet worden geacht, dewyl dezelve Raad veel beter als eenige Rechters heeft kunnen weeten, eerft, ten refpecTe van de mondelinge inftitutie, dat op het voorfchreeven Daffen Eiland geene andere occafie, en zelfs geen andere gewoonte van te tefteeren was, en ten tweeden, ten reguarde van 't woord Baas van 't Eiland , dat niemand anders als de voornoemde hamerling daar mede gemeent was. Te meer, dewyl den opgemelde Raad teffens by die kunde de occafie van de getuigen zelfs mondeling te ondervraagen heeft gehad, welke ondervraging de getuigenis op het kragtigfte corrobeert, en buiten eenig tegenzeggen ftelt, ut eleganter in cafu non disfimili fefcriptum invenitur inl. 3. § J. & fiiq. ff. de tefiibus. Mits welke de ondergefchreevene vermeent, dat de Heeren Bewindhebberen van de Ooftindifche Compagnie bevoegd , en ook gehouden zyn, aan den gefielde Erfgenaam, martinus hamerling, of 'deszelfs gemagtigde, de te goed zynde gelden,  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 277 den, voor zo veel onder haar Ed. beruftende zyn, en concerneerende de nalaatenfchap van willem adriaansz van ysselstyn, onder de gewoonlyke cautie uit te keeren en te laaten volgen. Aldus geadvifeert binnen Amfterdam, den 5 February 1712. (Was getekend') a. van den ende, elias nolet. LXV. A D V Y S. Hoe verre een re-eel, perpetueel en gradueel fideicommis zig uitfirekt. Gezien by de ondergefchreevene Copie van den Teftamente van wylen stoertje van rispens, in haar leeven weduwe van mede wylen Doólor tiberius thomaï , oudfte Advocaat 's Hofs van Friesland, ten overftaan van zeven getuigen, ten huize van den Ontfanger bil anus gemaakt, en verleden op den 30 Juny 1682. En vervolgens met'er dood beveiligd. En voorts in fatto onderrecht, dat livius a rispens, anna donga , LiEuwE donga, en nu laatftelyk mede sjoert donga, alle zonder Kinderen na de Teftatrice zynde overleden, en dat met en door de Legaaten, by het voorfchreeve Teftament gemaakt, genoegzaam de geheele boedel van de Teftatrice is verdeeld geworden. En wyders gelet op de vraagen daar uit voorgefteld. 1. Of'er na doode van sjoert donga wel eenig verder fideicommis plaatfe heeft gehad ten opzigte van haare Teftatrices goederen ? 2. En zo ja, of het zelve fideicommis nog blyft continueeren, zelfs nu na dat het verbondene goed van sjoert donga al bereids eens aan of op die van des Teftatrices bloede en geflagte is gedevolveert? Mm^ 3- En  27» CONSULTATIEN en ADVYSEN. 3. En zo al mede ja, hoe verre, en hoe lange het zelve fideicommis zal moeten duuren? 4. Of het zelve fideicommis verder is gaande dan over het geene hem sjoert donga zelfs diretlelyk van de Teftatrice is aanbeftorven? 5. En in 't byzonder ook, of het geene hem sjoert donga geprelegateerd is, als mede het geene hem sjoert donga mediat'e, of over de hand, van zyne mede Erfgenaamen , en mede pralegatarijjen, is aangekomen, nsgelyks onder de voorfchreeve fideicommilfen , zal kunnen en moeten worden begreepen ? 6. En of dat, het geene Anna en lieuwe donga van den anderen hebben geërft en genoten gehad, van gelyken nog met fideicommis gevinculeert is? 7. En eindelyk , of de ƒ 7612: — met de uitkeeringe van welke livius a rispens is bezwaart geweeft, zo wel als het Praslegaat en de Erfportie van denzelven livius a rispens, dan mede nog verftaan moeten worden verbonden en fideicommis te zyn? Dunkt (onder verbeteringe,) op de drie eerfte vraagen , dat het fideicommis by haar sjoertje van rispens, Weduwe van Doólor tiberius thome, op haare goederen gelegt, niet kan verftaan worden te zyn geeindigt met het overlyden van hem sjoert donga, die de langftleevende is geweeft van de vier refpeólive Zufters en Broeders Kinderén van de Teftatrice, en die nu mede is verftorven zonder Kinderen, even als zyne drie andere mede Erfgenaamen en mede Legatariffen ; maar dat het fideicommis zelfs ook nog zal moeten blyven, fub» fifteeren, en duuren onder die van de Teftatrices bloede en geflagte tot in de vierde graade. Öm redenen, dat de Teftatrice expreffelyk heeft willen hebben geprrecaveert, dat haar goederen (NB.) nooit zouden mogen worden verkogt of gealieneerd, maar dat dezelve (NB.) altoos zouden erven en verfterven op haar naafte bloed en geflagt als dan fNB.) in leeven zynde, overmits tot het introduceeren van een fideicommijfum reale, perpetuum 3 et graduale notoirelyk niet anders  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 279 ders word gerequireerd, dan dat het verbod van aliënatie op zich zelve kome te beftaan , en voorts in rem gedirigeert zy met woorden die traStum temporis, en zulks een continuatie of perpetuiteit medebrengen, zo als allefins, tam affirmative, quam negative in deezen is gefchied, als vooren, vide textum in l. peto 69. §. fratre 3. ff. de legatis 2. et per ea quce habet. D. Joannes a Sande de prohibitatc rerum alienatione part. 3. cap. 5, n. 15. (f feqq. Zodanig dat of fchoon óenovella 159. mag zyn inhoudende een particulier geval, (zo in deezen met alle zyRe circumfiantiën juift praecife niet zoude worden gevonden,) evenwel ex communi et recepta dotlorum fententia, a qua in judicando periculofum fit recedere, de perpetuiteit dan ook nog niet zoude behooren te worden geextendeert buiten den vierden graade, ut docent Mantica de conjetï. ultim. volant, lib. 8. c. 2. n. J2. é? 25. in fine, Jcan a Sande rcr.fupr. cur. Frif. judic. lib. 4. tit. y. def. 4. Hugo de Groot lib. 2. cap. 20. n. 20. van zyne Inleidinge, Groenewegen ad. nov. 159. ff U. Huber vol. 1. lib. 2. cap. 19. n. 64. ff 65. ffc. van zyne Hedendaagfche Rechtsgeleerdheid , licet ipfe Sande aliter fentiat in ditta, part. 3. cap. 5. n. 21. de prohib. rer. alienat. Ut et Rittershufius ad.novellas part. 6. cap. 13. n. 4. ff alii, quin et ipfa cur. Traject, usque adeo ut fenfuerit harte queefiionem nova lege a principe ipfo terminandam, prout videre licet confilio 14. vol. 5. juris conf. Batavorum. En wat verders aanbelangt de vierde en vyfde vraagen, zoude de ondergefchreevene van advyfe zyn, dat niet alleen het geene sjoert donga by wege van inftitutie directelyk van zyne moeije maternel heeft geërft, maar ook het geene hy sjoert donga by titule van legaat, en zelfs ook het geene hy mediale en over de hand genoten heeft gehad, onder den voorfchreeve fMeicommiffe is, en zal moeten worden geconprehendeert. Eensdeels , om dat de Teftatrice het voorfchreeve verband heeft g< dirigeert indefinite op- of tot haare goederen ; en dat zodanige indefinite expresfie van dezelve kragt is als een univerfeele, begrypende mitsdien in- en onder zich alle, en de geheele nalaatenfchap van de Teftatrice, en welke nalaatenfchap zelfs ten grootften deele uti inftruimur heeft beftaan, zo wel in het gelegateerde.  ego CONSULTATIEN en ADVYSEN. de, als in het geene waar over buiten het zelve by inftitutie was gedifponeert. En andersdeels ook nog , om dat de Teftatrice daar te vooren fpreekende van livius a rispens, haar broeders Zoon, en hoe dezelve voor een volle broeder, by affterven van iemand van haar Zufters Kinderen, zoude moeten worden geconfidereerd , zulks verklaard te doen ten opzigte van alle de goederen-die hun van haar Teflatrice aangekomen (NB.) en aangeërft waren zo door (NB.) legaat als (NB.) anders, en dat de Teftatrice zich zo uitdrukkelyk vooraf hebbende verklaard in dat voorfchreeven geval, in rechtzinnigheid niet kan verftaan worden andere gedagten te hebben gehad in de difpofitie daar op onmiddelyk volgende , waar by het zelve regt van fuccesfie nader word bekragtigt, en die bekragtiging ook gemeen gemaakt met die van den bloede en geflagte van de Teftatrice in 't generaal, met byvoeginge van het voorfchreeve indefinite woord van goederen van de Teftatrice, (welk woord, mits deszelfs universaliteit alleen per fe genoegzaam zoude zyn, om alles de verbande fubjecr. te maaken, als vooren, zulks tot in deezen dan te regt zal kunnen worden geappliceert de bekende maximen van regten en pra£tycque nonmodo, ut quod in fimili voluit Teftator, plurimum valeat in cafu, licet etiam dubio (nedum igitur in noftro) ut pluribus docet Stokmans de jure devolution. cap. 9. verftc. pro liberis ff decif. 27. Curice Brabantice: Sed etiam, ut extotius fcripturce contextu interpretatio fiat, et ea quce prceccdunt, et qua? fequuntur fint fpeUanda , per textus in l. Mcevius 44. ff. de manumiff. teftam. I. utrum. 23. ff. de petit. h'ceridit. I. 50. §. uit. ff l. 77. §. 22. de legat. 2. Gedraagende wyders het advys van de ondergefchreevene op de zesde vraage, als boven, (onder verbeteringe,) roede, dat het geene anna en lieuwe donga, in kragte van des Testatrices voorfchreeven uiterfte wille, van eikanderen hebben geerft en genoten gehad , althans nog onder den klem van den voorfchreeve fideicommilTaire verbande is begreepen. Want gelyk de Teftatrice haare goederen, en daar onder dan mede de legaaten zo wel als haare verdere nalaatenfchap heeft gevinculeert met een re-eel, perpetueel, en gradueel fideicommis in, en onder die van haaren bloede en geflagte, en dat het zelve  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 281 zelve fideicommis zich dan ook ten minften is uitftrekkende tot in den vierden graad, gelyk hier vooren aangeweezen is, en alhier nu voor regt en waarheid op die gronden word gealïumeerd, zo is daar uit dan ook refolut en zeker, dat anna en ljeu we donga niet zyn buiten die vierden graad, ten opzigte van 'c géene zy van eikanderen over de hand geërft en genoten hebben gehad, hoedanig, of van waar, en tot hoe verre toe men dezelve graaden zoude mogen meenen te moeten rekenen , gelyk dit notoir is, onderfteld zynde namelyk, dat zy na livius a kis-' pens zyn overleden. Zo mede eindelyk, de ondergefchreevene op de zevende vraage, van advyfe zoude zyn , dat vooreerft, de ƒ7612:— dewelke de Teftatrice aan haare Zufters Kinderen heeft gelegateerd uit, of ter verminderinge van het legaat aan livius a rispens gemaakt, insgelyks nog in- en onder den laft en verbande voorfchreeven is gebleven , ter oorzaake dat geene van haare Teftatrices Zufters Kinderen gezegt kunnen worden te zyn buiten den vierden graad, binnen dewelke het fideicommis heeft, en zal moeten plaats hebben,zo wel ten refpeéte van de legaaten, als anderfins, zo hier boven by de refolutie van de zesde vraage bereids mede is geremarqueerd geworden. En ten anderen, dat zo wel het geene aan hem livius a risp en sis gemaakt geweeft, naar aftrek van de voorfchreeven ƒ 7612: — als het geene hy livius a rispens van de Testatrice, zyne Moeije pa ter nel, mag hebben geërft, jegenswoordig insgelyks nog is, en blyft verbonden , om na doode van sjoert donga, aan die van den bloede en geflagte van de Teftatrice te moeten erven en verfterven. En wel eerft ontwy. felbaar het geene sjoert donga over de hand van livius a rispens heeft geërft gehad; en ten anderen, mede onrwyfelbaar het geene anna en lieuwe donga mede over de hand van hem livius rispens zelfs hebben geërft, als zynde niets van alle het zelve in de perfoon van sjoert donga, noch buiten de voorfchreeven vierde graade gekomen, hoedanig bet poinct van de graaden ook ingezien en"opgenomen zoude mogen worden; en hoewel ten derden, het eenigermaate anders «. deel. Nn mogC  28* CONSULTATIEN en ADVYSEN. mogt fchynen gelegen te zyn met hec geene anna, ofLïEuwE donga, weder van eikanderen over de hand, in kragte van den voorfchreeven fideicommifle, genoten mogen hebben gehad vanen wegens het geene livius a rispens-als vooren van de Teftatrice was op- en aangekomen geweeft, (alzo daar omtrent word gevonden eene devolutie meer en boven de andere eerftgemelde devolutiën,) zo ftaat echter ten opzichte van die meerdere devolutie in agting te neemen, dat behalven dat dit fcnaldeel niet kan weezen van zonderlinge importantie, voor eerft, dat veele Rechtsgeleerden van opinie zyn, dat in deezen eeniglyk de gradus generationis, en niet de devolutiones in confideratie zouden moeten komen ,ut videre eft indiEta Novella 159. & apud Vallam tra£t, 5. de rebus dubiis, Trait. de Efpeiffer des fuccesftons part. 1. feÜ. 6. art. 41. n. 43. et Vlr. Huber ad tit. Inftit. de fideicomm. hcered. §. 14. ê? feqq. En ten anderen, dat zelfs ook die Rechtsgeleerden , dewelke de refpecfive devolutiën al voor graaclen komen te confidereeren , dan echter de zaake daar voor willen gehouden hebben, dat het verbondene goed zy gekomen ten minften in de vyfden hand, als te zien is by de Heeren Ulr. Huber, in zyn Hedendaagfche Rechtsgeleerdheid, part. 1. lib. 2. exp. 19. n. 65. foan Voet ad tit. ff. ad SCtum Trebell. n. 33. Zo als ook voortyds mede is geadvifeert geweeft by de Heeren Joan de Witte alhier, conf. 83. vol. 6. pag. 142. van de Hollandfche Rechtsgeleerden, en by den Heer Fiscaal de Hertoghe, en den Advocaat Koetenburg in de Haage, conf. 275. vol. 3. van het Nederl. Advysboek, daarin deeze dan nog alleen dit kleine fmaldeel in de vierde hand zoude zyn gedevolveert. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 13 May 1712. (Was getekend) A. VAN DEN ENDE. LXVL  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 28s LX VI. A D V Y S. Over gelyk geval. van Wylen jacob van hanswyk, voor tan cor. nelis ho o g eb oom, Notaris en getuigen alhier gepaffeert, den 30 December 1638, en vervolgens ook met 'er dood be veftigt, en nog in fatlo onderrecht, dat lucretia van deÏ broek, zynde in haar leeven getrouwe geweeft met jan rens en eene van de Kinderen van b a yke van hans wyk , dfe ge trouwt was met andries van den broek, alvoorens hebbende voldagt aan 't gunt by jacob van hanswyk, in zyn Teftament is gerequireerd geweeft, dan ook was geworden mede fT„ft?Tett dCn ZdVen Teftate«n en wyders nog, dS zy eens i*, 7N 7EN BROE^ v*™^™ 4nde overleden! rens ja ns, haar Zoon, ex fideicommisfio mede is gefuccedeert in t geene van jacob van hanswyk was afgekomen?en dat na doode van hem rens jans, zulks mede is^olveer? op lucrktia rens , halven Dogter, zynde getrouwt m Thomas van dyk, en dat al mede na het affterven van haar lucretta rens, by continuatie daar in mede is ge fuccedeert thomas van dyk, haar Zoon, en da^nVe!^ vermits, en na het overlyden van hem thomas van dyÏ' althans deszelfs Zoon joost thomas van dyk, daar mede is geworden poffcfleur in der tyd, in conformité van de genealo! gUZe™. gCmaaKt' 611 dC on^fc»reevene insgelyks En gelet op de vraage daar uit voorgefteld. Ut namelyk het fideicommis, waarmede tacobvanha\« «S^SS^ft het V00rfch— Teftament heeft ge-" loost THn« ' althanS "0g Plaatfe heeft in den Perfoon van Koma ? v\n °vk, en gevolgeiyic denzelven joost thomas van dyk buiten ftaat is ftellende, of kennende om Nn 2 . vaa  l84 CONSULTATIEN en ADVYSEN. van dezelve middelen te kunnen difponeeren, 't zy onder des leevende , of uit zaake des doods ? . Dan of wel in tegendeel het zelve fideicommilfair verband, in en ten reguarde van zyn perfoon is geëxpireerd en te niet ge- l0°Dunkt (onder verbeteringe,) dat het fideicommis, waar mede tacob van hanswyk zyn middelen by het voorfchreeven Teftament heeft gevinculeerd gehad, in en ten refpeéte van den perfoon van joost thomas van dyk is geëxpireerd, ofen te niet geloopen. En dat gevolgelyk dezelve joost thomas van dyk, van de middelen van hem jacob. van hanswyk, zo die op hem zyn gedevolveert , alle vryheid althans heeft , en zal mogen difponeeren zo onder de leevende, als uit zaake des doods. Want of wel jacob van hanswyk, hebbende vooraf tot zvne Erfgenaamen geinftitueerd hans en francina van hanswyk, zyne Broeder en Zufter refpeaivelyk voor een vierde part item de Kinderen van zaliger claas van «^s.?yk mede voor een vierde part, en de Kinderen van bayke van hanswyk, mede zyn Teftateurs Zufter, voor het refteerende vierdepart, en daaronder dan mede de voornoemde lucretia van hanswyk, zynde de ,bed Overgrootmoeder van hem toost thomas van dyk, byden voorfchreeve Teftamente dan nog over mag hebben geordonneert, dat zyne Erfgenaamen van zyne goederen niet zoude mogen difponeeren, noch onder de leevende , noch ter zaake des doods &c. maar dat die zouden moeten komen op dezelve Descendenten, of die ontbreekende, van de eene ftaak op de andere, en dat de goederen die na hec overlyden van zyne voorfchreeve geinftitueerde Erfgenaam, op denzelven Kinderen en verdere Descendenten, of anderfins van den eenen op den anderen zoude komen te devolveeren en te verfterven, alle tyds weder zouden keeren, erven en verfter^ ven aan zyne Teftateurs zyde linie en bloede, zonder daar van by Teftamente, Codicille, Donatie, onder de leevende of doode, of andere uiterfte willen, vervreemd te mogen worden, als vooren &c. 20  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 285 Zo is nogthans daar jegens eerft en vooraf aanmerkeiyk, dat dezelve Teftateur by denzelve nadere verbande, na de eerfte devolutie op de geinftitueerde Erfgenaamen, Kinderen, of die ontbreekende, op de andere ftaaken, of die van de zyde linie en bloede van den Teftateur, niet alleen niet heeft verboden gehad de difpofitie en handelinge onder leevende verder dan ten reguarde van het doen van donatie inter vivos , maar dat hy Teftateur ook zelfs boven dien uitdrukkelyk al bereids aan die van de tweede en derde graad de vryheid heeft gegeeven en gelaaten gehad, om de goederen in handen te hebben, en daar mede neeringete doen, en fchaade en profyt te verwagten, mits blyvende op de effecten daar- van te procedeeren , alleen de kragte van den verbande, die ten refpe&e van dezelve devolutie, van de Kinderen der geinftitueerde in de eerfte plaatfe als vooren zich niet kan extendeeren tot contracten of handelingen. Zo als mede ten anderen gansch en al peremtoir is met relatie zo wel tot alle difpofitie ter zaake des doods, als tot die onder de leevende, wanneer men zelfs al het tweede verbod daar toe mede zoude meenen te mogen ofte moeten betrekken, als nogthans (onder verbeteringe,) in geenen deele, dat als dan aan de eene zyde nog mede gradueele fideicommiffen in perpetuum of voor altyd zelfs formelyk en met verbod van alle difpofitie geintroduceert, niet zouden gaan buiten den vierden graad, zo dat die geenen, dewelke in den vierden graad zoude zyn, het goed nog wel zoude moeten hebben , of ex fideicommiffo, maar nogthans geen verdere verband zoude zyn fubjeft, om het zelve buiten den vierden graade te moeten laaten fuccedeeren , per textum in Novella 159. cap. 2. in verbis: quod quatuor jam generationes prceteriiffe viderentur, haud fuftineremus tam obfoletam caufam denuo tradi judiciis; et in hypothefi ipfa ditïai Novellce: adde H. de Groot van zyne Inleidinge, lib. 2. cap. 20. n, 22. Sande rer. fupr. Frif. cur. jüdic. lib. 4. tit. 1. def. 4. En aan de andere zyde, dat dan joost thomas van dyk zich al wyders mede in die omftandigheid van zaaken zoude bevinden , 't zy dat men de graade zal komen te rekenen met of van den perfoon van den eerft geinftitueerde Erfgenaam, gelyk Nn a zulks  286 CONSULTATIEN en ADVYSEN. zulks wel fchynt gedaan te weezen by den Keizer Jujlinianus in ditta Nonlla 159, en gevolgt word by Peregrinus de fideicommisfis art. 30. n. 12. Daar andere geen zwaarigheid hebben gemaakt af te wyken van den inhoude en definitie van de voorfchreeve nieuwe wet van den Keizer, of dat men de graade zal beginnen met den tweede Erfgenaam of gegraveerden, volgens de meeninge van Groenewegen in notis ad ditium locum Grotii n. 22. of anderen die hem voorgegaan zyn, als zullende hy joost thomas van dyk, volgens de eerfte opinie, bevonden worden in den vyfden graad, en volgens de tweede, in den vierden graad te zyn, doch ook na beiden dezelve calculatie in volkomen ftaat van vryheid, zelfs dan ook, wanneer men na de eerfte devolutie van de geinftitueerde Erfgenaam, op hunne Kinderen zoude praïtendeeren een volkomen perpetueel en gradueel fideicommis geïntroduceerd te zyn, met ook een compleet verbod van aliënatie tam inter vivos, quam mortis caufa, als nogthans geenfins, zo hier boven reeds is geremarqueert geworden. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 29 April 1712. (Was getekend) a. van den ende. LXVIL ADVYS. Over enkel en dubbel verband. Iwoonende binnen de ftad Amfterdam, tefteert aldaar ook , • en inftitueert de Kinderen van zyn dochter C, zo dezelve zyne dochter van haare legitime zal komen te renuncieeren, tot zyne mede Erfgenaamen onder deeze conditie, dat zy by overlyden van een of meer der voorfz. Kinderen van zyne dochter, diens portie in 't geheel en zonder eenige aftrek zal moeten erven en verfterven op eiks nazaat, en by gebreeke van dien, op de overige, en zo van het een op het ander, tot op het laatfte toe, en van het laatfte zodanig overlydende , weder aan zyn Tes-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 287 Teftateurs andere Kinderen, en geinftitueerde Erfgenaamen ab inteftato, met byvoeginge ook nog wyders, van deeze volgende claufule En wyders mede onder deeze conditie, dat zo des Teftateurs dochter C. voor hem Teftateur dood was, als dan haare Kinderen insgelyks Erfgenaamen van den Teftateur zullen zyri, voor zodanigen gedeelte als iemand van de andere Kinderen bv inftitutie kwamen te genieten, doch onder het verband van in het geheel te moeten verfterven, en zonder eenige aftrek te devolveerenop elks wettige Descendenten, en by gebreeke van dien, op de overige, en voorts van 'c een op het ander, tot het laatfte toe, en van het laatfte aan des Teftateurs zyde linie en bloede ab inteftato; mits ten mondige daage of huwelyke ftaate de difpofitie daar van hebbende voor de eene helfte, zo onder de leevende, als ter zaake des doods. C. heeft den Teftateur overleeft , en ook gerenuncieert van haare legitime portie , en komende vervolgens te overlyden , heeft dan ook nagelaaten gehad een Kind, zynde een Zoon, dezelve Zoon is ook daar na getrouwt,en komende voor zyn huisvrouwe te overlyden , laat mede weder na een eenig Kind. En dewyl 'er te Amfterftam onderfcheid word gemaakt tuffchen een enkel en dubbel verband, als te zien is in 't 2« deel pag. 552. et feqq. van de laatftgedrukte Handveften ffc. van dezelve Stad. Zo is de vraage. Of in het geval alhier voorhanden, de couftume van Amfterdam , of wel de diftin&ie tuffchen enkel en dubbel verband plaats heeft ? En of mitsdien het voorfz. Kind van C, en zulks het Kindskind van den Teftateur, in prejudicie van zyn nagelaatene Kind, onder den leevende, of ter zaake des jfcods , van zyne voorfz. Grootvaderlyke goederen heeft vermogfn te difponeeren? Dunkt (onder verbeteringe,) dat de couftume van Amfterdam , of wel de diftinótie tuffchen enkel en dubbel verband, aldaar gerecipieert, in het geval alhier voorhanden, ganfeh geen applicatie of plaats is hebbende; en dat mitsdien bet Kind van-C , of anders het voorfz. Kindskind van den Teftateur L, nog onder de  CONSULTATIEN en ADVYSEN. de leevende, noch ter zaake des doods, in praejudicie van zyn nagelaatene Kind, over- of van zyne Grootvaderlyke goederen heeft vermogen te difponeeren. Om redenen, dat het aan de eene zyde is een kennelyke zaak, dat de voorfz. difpofitie, waar by als boven geordonneert word, dat by overlyden van een of meer van de Kinderen van C., diens portie in. 't geheel, en zonder eenige aftrek zoude moeten erven en verfterven op elk nazaat, gehouden moet worden voor eene fubftitutie fiJeicommilfair van dezelve nazaaten; per ea qua notat Sande Frif. decif. lib. 4. tit. 5. def. 1. en dat gevolgelyk dan ook die fubftitutie ftilzwygende in zig bevat en' medebrengt een verbod van alle difpofitie des ter contrarie, per l. 3. §. 3. C. comtnunia: de legatis ff fideicommis fis ff per ea , quce poft Peccium Kinfchotinum notat Stohnans Curice Brabantce decif. 43. n. 22. En dat het nu aan de andere zyde, mede binnen de ftad Amfterdam is van een publycque notoiriteit, dat de voorfz. couftume, fpreekende van enkel verband, niet anders is als een reglement of verkiezing van het Zuidhollandfche Landrecht ten opzichte van de fuccesfie ab inteftato derogatoir, aan en van 't geene anderfints na het Aasdoms Recht, of wel na den Placcaate van den jaare 1599 ten merendeele daar mede is overeen komende, aldaar ter Steede plaatfe zoude hebben gehad; zo als het doen van die verkiezing, of van dat nader of ander reglement van fuccesfie ab inteftato, zo wel kan gefchieden by uiterfte wille, als by huwlykfche voorwaarden, naar uitwyze van het 29. artikel van de Politique Ordonnantie, in Holland geëmaneert den eerften April 1580. en de leere van Hugo de Groot lib. 2. cap. 29. n. 4. van zyne Inleidinge tot de Hollandfche Rechtgeleerdheid, en die mede binnen de ftad Amfterdam in deezer voegen, en met die bewoordinge: dat de goederen niet ofjbooit zoude mogen erven of verfterven van den bloede van den^Teftateur, of dat de goederen van den overledenen altyd zoude komen erven en befterven aan de zyde of linie van daar die gekomen zyn, zonder daar van in eeniger maniere te vervreemden, en na het voorbeeld of op den voet namelyk van huwlykfche voorwaarden, waar in zodanige claufule mede van geen andere operatie zyn, als dat door dezelve alleen in  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 289 3b cas van fuccesfie ab inteftato . gelyk hetzelve by de voorfz. couftume niet alleen uitdrukkelyk word vermeld, maar ook ten opzichte van de termen der huwlykfche voorwaarden, zo hier als elders is gerecipieerd, als gezien kan worden by Neofiadius ad obfervat. 2. de paÜis antenuptialibus, en by Rodenburg in Tractatu de jure conjugum tit. 2. cap. 2. n. 1. ff poft eos, by Stokmans Curice Brabanticce decif. 4.$.n. 10. 11. 12. ff 22. hoewel zodanige of diergelyke claufulen in Teftamenten gebruikt, anderfints in 't gemeen verftaan zouden worden een fideicommiffair verband, of een erflaatinge over de hand, tot voordeel van de bloedverwanten, mede te brengen, zulks dat dezelve goederen , noch by uiterfte wille, noch by handelinge, onder de leevende, vervreemd zoude mogen worden, gelyk dit rechtens ook by den Heer de Groot op de laatft aangetogene plaatfe insgelyks aangemerkt is. Profluerende gevolgelyk nu daar uit dan ook onwederfpreekelyk, dat offchoon by de voorfz. claufule, waar by de goederen van ï. worden verbonden, om na doode van zyne Kindskinderen te moeten erven en verfterven op hun refpeftive nazaaten &c. niet is gevoegt eePe exprefle prohibitie van aliënatie, zulks in deezen- niet zal kunnen geeven of neemen. Dewyl de difpofitie in quteftie niet alleen is een formeele fideicommiffaire fubftitutie, en zulks dan ook een ftilzwygend verbod van difpofitie in zich behelzende, zo hier boven reeds in de eerfte plaatfe is aangetoond, maar nog wel inzonderheid mede, dewyl de difpofitie alhier voorhanden , niet legt in die termen van het formulier van de couftume, het welk doorgaans in de huwlykfche voorwaarden tot het reglement van de fuccesfie ab inteftato na de Zuidhollandfche Rechten , van dat het goed moet houden of gaan van waar het gekomen is, gewoonlyk is gebruikt geworden, en van daar tot de Teftamenten te Amfterdam particulierlyk is overgebragt geworden, maar dat in cas fuhjeét fpecialyk zekere perfoonen zyn benoemt en tot de erfeniffe zyn geroepen. Als eerft de refpeétive nazaaten van de Kinderen van C., en by gebreeke van dien, de Kinderen van C, zelfs reciprocè en onderlinge, en daar na vervolgens ook nog des geinftimeerde Erf- II. deel. Oo ge.  Eoo CONSULTATIEN en ADVYSEN. gennamen , zaaken die immers van den anderen zeer veel verfchillen, niet alleen ten opzichte van extentie en woorden, maar ook ten opzichte van de intentie van den geenen die zich van zodanige woorden komen te bedienen, als hebbende de Testateur in 't eerfte geval alleenlyk op het ooge om uit te fluiten vreemden, en die niet van de familie zyn, en beoogende in het tweede geval wel uitdrukkelyk om byzondere perfoonen daar mede te beneficeeren, zo als dit onderfcheid ook wel en te regte ex Peckio is geremarqueert geworden by Stokmans diiïa decif. 43. n. 22. en dat het nu immers na Rechten en Pra&ycque is conftant, quod confuetudines et ftatuta, maxime quce funt exorbitantia, a jure communi non patiantur inter pretationem extenfivam, fed ftriÜe debeant interpretari, cum fint ftritii juris, ita Prcefes Èverhardus conftlio 113. n. 5. 6? Negufantius de pignoribus ff hypothecis parte 5. n. 29. Nam quce funt firicti juris, ftriclefunt interpretanda Cofidlius, ad l. centum capuce 8. n. 9. ff feqq. ff. de eo, quod certo loco dari oporteat. Et turn pro omiffo Jacob Coren obferyat. 18. n. 5. ff per authoritates ibidem relatas, ita quoque correttoria juris limites funt fervanda in fuis terminis. Neque extenduntur ad alios cafus aut res pront habent Decius in confilio 1. n. 22. Glojftt et communiter doftores ad Authenticam 23. Quas attiones Cod. De facrofanÜis Ecclefiis. Gelyk dan dit.onderfcheid tuifchcn het enkel verband, of wel de congrue en eigentlyke claufule, waar mede het zelve enkel verband word betekent, en tuffchen een fubftitutie fideicommisfair, zo als altoos wel zorgvuldiglyk mede is aangemerkt geworden by de Praélifyns te Amfterdam, die eenige onderfcheiden kenniffe van zaaken hebben gehad; zo als zulks niet alleen (des noods) zoude kunnen worden aangetoond uit de beroemde advertiffementen van Regten op het fubject van enkel en dubbel verband, door de Heeren Meefters Joan de Wit en Pieter Kloek, in hun tyd gemaakt , en uit andere gehoudene aantekeningen van oude en ervaarene Couftumiers meer , zo ook zelfs te zien en te leefen is by en uit de gedrukte Advyfen, confilio 66. van het eerfte deel, confilio 39. van het zesde deel, pag. 73. van de Hollandfche Rechtsgeleerden, en nog confilio 244. vol. 2. confilio 82. ff  CONSULTATIEN en ADVYSEN. agt R 220. vol. 3. van het Nederlands Advysboek, zonder onderfcheid of de fuccesfie in verba, of in perfonam gedirigeert zyn, zo als uit een abufive bevattinge van de 78. en 13. decijïe van den Hoogen Raad, wel by eenige Rechtgeleerden buiten Amfterdam is gefuftineert geworden, en zonder dat ook in een fideicommisfaire fubftitutie ooit eenige uitdrukkelyke prohibitie van aliënatie of difpofitie meer te Amfterdam als elders gerequireert is geweeft. En welke voorfz. refolutie van den ondergefchreevenen ook in 't byzonder nog daar mede in deezen merkelyk word onderfteunt en gefterkt, dat de Teftateur L hebbende in de eerfte plaats gedifponeert, en zyne goederen gevinculeert als vooren, in het geval zo als althans is gebeurt, wanneer namelyk zyn dochter C. hem Teftateur zoude komen te overleeven; vervolgens in de tweede plaatfe de zelfde voorzieninge weder genoegzaam met de zelfde woorden heeft gerepeteert gehad , in dat geval, als namelyk zyne dochter C. voor hem Teftateur mogte wezen overleden; en dat hy Teftateur by die nadere difpofitie, of wel immediaat agter het verband aldaar gerepeteert, notanter heeft gevoegt deeze claufule, mits ten mondigen daage of huwelyken ftaate, de difpofitie daar van hebbende voor de eene helfte , zo onder de leevende, als ter zaake des doods. Tot een klaar bewys dat de Teftateur van die meeninge moet zyn geweeft , dat zonder die exemtie en uitzonderinge in den voorfz. •verbanden, waar mede hy zyne goederen ten opzichte van de Kinderen van C. had gevinculeert, eerft ten behoeve van hunne descendenten en nazaaten, en die gebreekende, ten behoeve van hun eikanderen onderling en zo voorts, anderfints zoude opgefiooten zyn geweeft een fideicommiffaire fubftitutie, die ftil. zwygende medegebragt zoude hebben gehad een verbod van aliënatie en difpofitie beide onder de leevende, en ter zaake des doods; en dat overzulks, buiten de confideratiën van Rechten en Praótycque, hier vooren met relatie tot het Amfterdamfche enkel en dubbel verband in 't breede geavanceert , de Teftateur in- en ten opzichte van het eerfte geval alhier thans in quaes tie, en waar in dezelve mits en uitzonderinge niet is gemaakt O o 2 ge-  202 CONSULTATIEN en ADVYSEN. geworden, in regtzinnigheid niet anders verftaan kan, of mag worden, dan dat daar in die mits of uitzondering van vryheid om te mogen difponeeren geen plaats kan, of mag hebben, ar~ gumento a contrarie, quod in jure eft fortisfimum. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 28 July 1714. (Was getekend) A. van den ende, dirk helmans, jan schrik, francois ardinois en jan van den ende. LXVIII. ADVYS. Enkel verband te Amfterdam, van wat ejfeU. Gezien by den ondergefchreevene Copie van den Teftamente van wylen digna jansz; in haar leeven weduwe van mede wylen jan cornelisz, voor jacob van zwieten, Notaris en getuigen alhier gepafleert, den 28 October 1650, en vervolgens met 'er dood beveiligt. En voorts nog in fafto onderrecht, dat des gedagte Teftatrices dochter tryntje jansz, in haar leeven huisvrouwe van jan adriaansz groen, den inhoud van de voorfz. teftamentaire difpofitie niet gecontradiceert heeft gehad, en dat alzo ook de middelen van haar Tefta-. trice, voor zo veel die eerft waren gekomen op dezelve tryntje jansz, vervolgens weder zyn gedevolveert op clasina, digna en jan jansz groen, haare Kinderen, en dat fuccesfivelyk mede eerft clasina, en jan jansz groen, en nu laatftelyk ook digna jansz groen, zonder nazaaten is overledep ; doch dat zy digna jansz groen niet goedgevonden hebbende haare goederen te laaten gaan na den verfterfregten , of ab inteftato, dan ook by uiterfte wille over alle haare nagelaatene goederen heeft gedifponeert gehad. \ En gevraagt zynde daar op, of haar digna jansz groen zulks heeft vrygeftaan gehad, en dit wel in 't byzonder met relatie  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 293 latie tot de goederen, afgekomen van haare Grootmoeder Matenel digna jansz, weduwe van jan cornelisz voornoemd, dan of in tegendeel, niettegenftaande de difpofitie en de uiterfte wille van haar digna jansz groen, die van de zyde linie en bloede van digna jansz, weduwe van jan cornelis zaliger, toe of op de goederen afgekomen van haar digna jansz zaliger, regt of actie zyn hebbende, in kragte van de voorfz. haare Teftamentaire difpofitie voor den Notaris van zwieten gepaffeert. Dunkt (onder verbeteringe,) dat digna jansz groen, niet hebbende ab inteftato willen fterven, en derhalven by uiterfte wille van haar goederen hebbende gedifponeert gehad , zulks in alle maniere heeft vermogen te doen , zelfs ook met relatie tot de goederen afgekomen van haar Grootmoeder maternel digna jansz, weduwe van jan cornelis zaliger voornoemt , en dat gevolgelyk die van de zyde linie en bloede van dezelve digna jansz, mede tot- of op de goederen van haar digna jansz, geen aótie of regt altoos zyn hebbende, uit kragte van den voorfz. haare Teftamente. Want of wel waar is,dat daar by is geordonneert, dat de goederen die tryntje jansz, moeder van digna jansz, van haare Teftatrice digna jansz zoude komen te erven, en zoude moeten erven en verfterven op de Kinderen van haar tryntje jansz, en dat voorts dezelve goederen ook zouden erven van het eene Kind, ftervendé zonder wettige geboorte na te laaten, op de andere Kinderen, tot het laatfte toe; en van het laatfte (Kind) ftervendé mede zonder wettige geboorte nagelaaten te hebben, (NB.) aan de zyde liniën en bloeden van haar Teftatrice, en dat ook fecundum ea, quce proponuntur, de zaake zich zodanig toegedraagen heeft gehad, dat tryntje jansz, na doode van de Teftatrice haare moeder overleden zynde, vervolgens mede haare drie nagelaatene Kinderen, met naamen clasina, jan, en digna jansz groen, fuccesfivelyk zonder nazaaten zyn overleden: zulks dat dan ook na 't befchreevene regt, en zelfs ook elders hier te Lande, uit kragte van de voorfz, laatfte claufule van retour, die van haare Teftatrices zyde linie Oo j, en:  i94 CONSULTATIEN en ADVYSEN. en bloede zoude regt hebben tot de voorfz. goederen, zo is het nogthans binnen deeze ftad Amfterdam , plaatfe waar het voorfz. Teftament gemaakt, en alwaar de Teftatrice ook woonagtig is geweeft , van een publycque notoiriteit, dat zodanige claufule , van dat namelyk de goederen aan de zyde linie en bloede moeten erven , zo wel in Teftamenten als Huwlykfche Voorwaarden , van geen andere betekenifle of effect zyn, als dat daar mede verftaan word alleen te zyn gedaan een verkiezing van Land regt; en zulks alleen gemaakt te zyn, een reglement van fuccesfie ab inteftato, tot uitfluitinge van de geenen, die anderfims volgens het Aasdoms regt zoude hebben kunnen of mogen fuccedeeren ab inteftato. In diervoegen, dat het dan ook des niet te min aan de bezitters van zodanige goederen altoos binnen Amfterdam vry heeft geftaan, om zo wel by uiterfte wille als by aéte onder de leevende daar in te maaken zodanige veranderingen als na raade, naar uitwyze van de couftumen by menigte van getuigen belegt, en ftaande in de laatfte gedrukte Handveften pag. 275. 276 en 277. en vervolgens de aantekeninge ter regifters van de Weeskamer van deeze Stad, van diverfe Memoriën en extraordinaire zaaken, gehouden den 22 Oélober 1583. feb. 219. en andere informatiën meer, op dat fubjecï belegt, en waar van 't dubbeld onder veele Praótifyns is beruftende. En tot beveftinge van 't welke dan ook zal kunnen dienen niet alleen de leere van den Heer Hugo de Groot lib. 2. cap. 20. n. 16. van zyne Inleidinge, maar ook het gewysden van den Hooge Raade in Holland, zo dat gerapporteert word by Neoftadii fupr. cur. decif. 78, alle confïrmatoire van den voorfz. couftume, waar by dan ook gevoegt zullen kunnen worden de Advyfen van de Hedendaagfche Rechtsgeleerden , confil. 107. van het eerfte deel, confil. 21. en 105. van het eerfte derde deel, confil. 18. van het vierde deel, en confil. 56. van het zesde deel, pag. 100. van de Hollandfche Rechtsgeleerden, als mede confil. 117. van het tweede deel, en confil. 180. van het vierde deel van het Nederlands Advysboek, by welke Advyfen dan ook bevonden zal worden dat 'er geen onderfcheid ten opzigte van het enkel of dubbelde verband word, of is gemaakt, of 'er by het voorfz.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 295 voorfz. erven en verfterven aan de zyde linie en bloede worden gevonden, de woorden alcoos of diergelyk, (zo anderfints in en by de voorfz. belegde Couftumen, gedrukt ter voorfz. plaatfe, in de Handveften wel werd gevonden ,) dan of zulks alleen fimpelyk et de una vice is ter nedergefteld, zo of de ondergefchreevene dit onderfcheid mede niet vind in de voorfz. informatiën onder hem beruftende, en nog ook zelfs in de Praótycque niet heeft ondervonden, of ook ooit gemeent, dat daar op praecife zoude zyn, of mogen worden geftaan; maar dat het genoeg zy ten opzigte van het enkel verband, dat 'er gezegd is geworden dat de goederen zy dan moeten houden, of daar niet van vervreemden , zonder byvoeging echter van een uitgedrukt verbod van difpofitie onder de leevende', of ter zaake des doods. Invoegen dat dan digna jansz groen, die de laatfte der voorfz. Teftatrices Kindskinderen in deezen, is overleden, hebbende zelfs nadere ordre op de middelen by haar bezeten als bo« ven geftelt gehad, het zig van zeiven dan ook wyft, dat 'er voor de vrienden van digna jansz voornoemt, geen actie valt, uit hoofde van een Teftament, het welk alleen effect zoude gehad hebben in cas van een fuccesfie ab inteftato, en by gebreeke van uiterfte wille, als boven. En alle het welke dan ook des te'°eer in deezen van applicatie zal kunnen, en moeten zyn , orrf dat digna jansz , des laatfte overledens Grootmoeder en Teftatrice in deezen, geheel andere taal heeft gevoerd gehad met relatie tot het fterfgeval van haare dochter tryntje jansz zaliger, met namelyk dezelve haar te ervene goederen niet fimpelyk te doen erven en verfterven op deszelfs Kinderen, maar met die exprefle byvoeginge daar en boven nog, van dat zelve daar van niet zoude mogen worden vervreemd of gealiene«t in 't geheel, noch ten deele, 't zy by contract onder de l^w/ende, noch ook eenige maakinge van uiterfte wille by dezelve haare dochter tryntje jansz te maaken. Want zy begeerde, dat dezelve haare dochter tryntje jansz, alleen zoude genieten de vrugten en de blaaden van dezelve goederen, zonder-meer, en dat het Capitaal zoude komen in 't geheel op haare dochters Kinderen. Zynde alle  CONSULTATIEN en ADVYSEN. alle te zamen claufulen, die vermits dezelve naderhand niet weder gerepeteert, nog ook relatif gemaakt zyn geworden tot het fterfgeval van de Kinderen van haarTeftatrices dochter tryntje jansz voornoemd, dan immers klaarlyk a contrario zelfs mede nog ten overvloede te kennen geeven, dat de Teftatrice haare dochters Kinderen niet heeft willen binden, of fubjecl: maaken gelyken laft , als waar zy derzelver Moeder daar te vooren mede had gechargeert gehad, te weeten van niet te mogen difponeeren ter contrarie. Men zwyge nu laatftelyk mede, de bedenkinge die daar nog zoude kunnen vallen, eerft op de kortinge van de refpective extraordinaire laften van de 200 en diergelyke penningen, en ten anderen ook op de kortinge van de legitime, en zelfs ook trebellianique portiën , dewyl men ten opzichte van het eerfte by den voorfz, Teftamente niet verder eenige prohibitive difpofitie , en om dat ten opzichte van het tweede wel gepofeert word een ftilzwygen , maar dat 'er nogthans niet word geè'xhibeert exprefle acceptatie van haar tryntje jansz , die veelligt wel mede zoude mogen worden gerequireert, per ea qua habet Neofiad. Curice Hollandia decif. 7. Sande rer. judic. decif. lib. 4. tit. 7. def. 1. êf 2. & Grivellius Dolan. decif. 21. n. 16. & 17. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 10 February 1713. (Was getekend) a. van den ende. LX IX.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 297 LXIX. ADVYS. i». De geene die collectivb zyn gebeneficeert, maaken te zaamen niet anders dan een enkel perfoon uit. z°. Partes exprejfce in inftitutime, videntur repetitce in fubftitutione. Gezien by de ondergefchreevene het Teftament van wylen charles godin, voor adriaan lock, Notaris en getuigen, gepaffeert den 11 Auguftus 1677. Mitsgaders de Codicille van den zelfden charles godin, insgelyks voor den gedagte Notaris adriaan lock en getuigen, verleden den 9 Oétober f678. En voorts in fatto onderrecht, dat beide de voorfz. uiterfte willen met 'er dood zyn beveiligt door den Teftateur. Als mede dat maria van baarle, weduwe va'n wylen david sweriüs, daar na mede deezer waereld is overleden zonder nazaaten agtergelaaten te hebben gehad. En daar op gevraagd. Of de Kinderen van M'. constantin van baarle zynde ten tyde van het voorfz. overlyden van maria van baarle vyf in getale geweeft, hoofd voor hoofd, neffens de andere legatariffen, of der voor overledenen nazaaten , by reprefentatie zullen mogen fuccedeeren in het legaat, het welk charles godin aan haar maria van baarle had gemaakt ? Dan of dezelve vyf Kinderen te zamen met eene hand alleen, neffens de andere legatariffen en derzelver nazaaten, in hunne voor overledene ouders plaatfe, het zelve legaat van maria van baarle,0 weduwe van david swerius voornoemd, zullen mogen erven? Dunkt (onder correctie,) dat de vyf Kinderen van wylen Mr. constantin van baarle, in het voorfz. legaat, door den Heer charles godin aan vrouwe maria van baarle gemaakt , komen té fuccedeeren en te erven, niet hoofd voor hoofd, maar alleenlyk met eene hand, en zulks als een 11. deel. Pp  2$S CONSULTATIE ft en ADVYSEN. perfoon , met en neffens de andere- legatariffen , of by voor overlyden van dezelve refpectivelyk, mee des voor overledens nazaaten by reprefentatie. Om redenen, aan de eene zyde, dat de gemelde Kinderen van ]Vb. constantin van baarle, niet by naame particulier, maar in tegendeel collettivè en zelf uitdrukkelyk (NB.) te zaamen met hnnne gelegateerde fomme zyn gebeneficeert en geroepen; daar de andere legatariffen disjuntïim: en met hunnen eigene riaamen expreffè zyn gegratificeert geworden, ieder mee het zyne of het haare particulier; ook met fubftitutie van den voor overledenen wettige nazaaten by reprsefentatie. En dat ook vervolgens , die legatariffen op dezelfde wyze wederom fideicommiffanè zyn gefubftitueert reciproc'e en onderling aan eikanderen ; in geval één of meer van henlieden zonder wettige Kind of Kinderen achter te laaten zouden mogen komen te fterven , (zo als ten refpecte van haar Vrouwe maria van baarle, weduwe, althans gtfupponeerc word gebeurt te zyn,') en dat aan de andere zyde, na Rechten en Praótycque, refolut en zeker is, quod quando conjunttim aut collettivè vocati, cum nominatim vocatis funt commixti, hoe in partium diftributione obfervatur, ut nimirum coniuntti unius perfond vice fungantur, ideoque nihil plus auferaniur quam finguli disjuntti cum copulative vocati, per conjunÜionem fint quafi in unum corpus redattï, per textus k 3. in princ. ff. de legat. 1. lt f. ff. de vfufrutiu accrescendo f. 13. ff. de heredibus infiituendis et l. 9. ff. de vulgari et pupillari fubfiitutione. Vid. Joan. a Sande rerum a fuprema Frif. Cur. judicatarum, /. 4. tit. 5.. def. 19. verf caput tertium ffc. et tit. 4. def. 2. et Joannem a Someren de reprafentatione, cap. 5. n. 18. 6? feqq. et cap. 6. «. 2. Invoegen dat het in deezen niet kan zyn van applicatie, dat die geenen , die conjunttim of collettivè zyn gercepen geweeft, met den anderen zouden moeten komen te concurreeren voor gelyke of egaale portiën in het geene, waar mede zy conjunttim ofte zaamen zyn gebeneficeert, dewyl in deezen geen controverfie is: als zynde dit een zaak die de geconjungeerde of collettivè nomine gebeneficeerde onderlinge alleen is concerneeren. ie* en niet den geenen die buiten dezelve afzonderlyk en met  CONSULTATIEN en ADVYSEN. t99 naamen op zich zelve zyn geroepen; met wien de Kinderen van Mr. constantin van baarle in deezen alleen te doen hebben , en ten opzichte van welke Legatariffen die afzonderlyk en nominatim zyn geroepen, de voorfz difpofitie en doctrine van Rechten plaatfe heeft, van dat namelyk de geenen die cotlettive zyn gebeneficeert, niet anders ais te zaamen een enkelde perfoon zyn uitmaakende, als boven. Behalven, dat als de Kinderen van M'. constantin van baarle zelfs al zouden kunnen of willen fuftineeren, niettegenftaande de voorfz. collettivè expresfte, ook in effeóte nomina tim geroepen te zyn, (als nogthans in geenen deelen,) zy lieden dan ook nog niet anders in of ter occafie van de voorfz. fubftitutie fideicommiffair, zoude kunnen komen, als na proportie van den beloop van hunne gelegateerde fomme. Propterea quod partcs exprejfe in inftitutione, videantur repetitce in fubftitutione per textus in l 24. de vuig. R pupill. fubftitutione l. 59. §. cum juris R /. 66. ff. de hered, inftit. R §. 2. Inftit. de vulgar. R pupill. fubftit. quod et ad legata pertinere tradit. Bary de fuccesfionibus lib. 13. tit. 7. cum Cujacio per l. 41. ff. de legat. 2. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 12 Juny 1714. (Was getekend) A, van den endje. Pp 2 L X X.  3óo CONSULTATIEN en ADVYSEN. LXX. A D V Y S. i". Het beding van recht van parate executie gaat in Holland zo verre niet, dat men zonder kennis van den Rechter , of zonder eenige folemnii. iten, de effecten van zyn Debiteur kan verkoopen. 2°. Een Curateur in een hoedel gefield zynde, moeten alle particuliere executiën ftil ftaan, en voor gemeene reekening gedïstribueert en tot gelde gemaakt worden, behoudens een ieders recht op de penningen. casus positie. 'r^i'ker burger, woonachtig op Ooft-VIieland, kooptin Fries■J__a ladd buiten deeze Provintie een Kaagfchip met zyn gereedfcnap voor ƒ 260 Guldens, de helft gereed, en de helft op een jaardag. De Koop- en Schuldbrief word nevens de leverantie opgemaakt getekend de helft daar op betaald, en de helft debet. De Koopbrief word aan eenige perfoonen tot Harlingen verkogt en opgedraagen met kenniffe en approbatie van den Debiteur. Den Debiteur , als waare Eigenaar van de Kaage, paffeert volmagt aan de Houders van de Schuldbrief, om de Kaag in zyne naam te mogen verkoopen, omme daar uit haare betaalinge te vinden. Maar den Debiteur komt te overlyden , eer de Koop- en Schuldbrief voldaan of de Kaage verkogt is. De Houders van de Koop- en Schuldbrief, hoorepde dat de Debiteur overleden, en dat het met den boedel zeer flegt gefield is. Verkoopen de Kaage en gereedfchap, zo als dezelve op OollVliehnd is leggende; vermits den boedel infolvent is verklaard. Zy Verkoopers en Crediteuren ftuuren de Kooper alhier, om de Kaage, met kenniffe van de Kinderen en 'e Gerechte derzel- ve,  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 301 ve, af te haaien en na Harlingen te brengen, om van dezelve daar de leverantie re doen. Doch alzo de Kinderen en Weesmeefteren van de Onmondigen, den boedel van haar Vader en Moeder zaliger komen te ontflaan en dezelve abandonneeren, en aan het Ed. Gerechte van Ooit-Vlieland overgeeven, om by haar gered te worden, is by het Ed. Gerechte verftaan dat de Kaage en toebehooren een efteét des boedels is, en daar toe behoort: dat dienvolgende de koop by de Houders van de Schuld- of Koopbrief gedaan, van onwaarde is. Dat dezelve by haar moet worden verkogt in openbaare veilinge, op alle-havenen en ltroomen vry te leveren: alles ten voordeele van de naaltgeregtigde Crediteuren deszelven boedels. De Houders van de Koop- en Schuldbrief protefteeren daar tegen , en willen volgens hun verkoopinge de leverantie doen, met bedreiginge van alle fchaaden en intereiTen by 't contratie te lyden, aan het Ed. Gerechte te verhaalen. Zulks ook waarlyk tot hun groote fchaade zal loopen, indien de Kaage niet vry, maar voetfloots verkogt word. Doch door haar veroorzaakt, alzo op haare prastenfie 'blyven ftaan, en niet willen toeflaan , de Kaage by het Gerechte vry verkogt te worden , en alzo Schepenen geen Proces met die van •Harlingen voor den Hove van Friesland willen voeren, zo is 't dat het Ed. Gerechte van Ooft-Vlieland, uit het bovenftaande en opgeftelde verzoek, een regtmatig Advys en Confultatie hoedanig die van den Gerechte haar in die geheele zaake (tot voorkominge van alle fchaade) hebben te gedraagen ten uiteinde toe, alles volgens Styl en Rechten of Wetten deezer Lande, zonder aanzien van perfoonen. Gezien by de onderfchreevene de voorenftaande Cafus pofitie-, en gelet op de vraage daar uit voorgefteld Dunkt (onder verbeteringe.) dat wezende by den Ed. Gerechte van Ooft-VIieland, plaatfe alwaar niet alleen het Kaagfchip i'n queeftie, laatftelyk onder de beheering van den Debiteur is gevonden, maar alwaar ook het geabandonneerde Sterfhuis is gevallen, een Curateur over denzelve geabandonneerde Pp 3 boe-  $oi CONSULTATIEN en ADVYSEN. boedel gefteld, dezelve Curateur niet zal behoeven te refpeóree. ren of op te volgen zodanigen verkoop, als de Crediteur prsetendeert gedaan te hebben binnen Harlingen. Ja dat in tegendeel dezelve Curateur het voorfz. Kaagfchip als een effect van den geabandonneerden boedel zal mogen, en ook moeten detraheeren; ten zulken effeéle, dat op de penningen daar van procedeercnde, vervolgens in generali concurfu over de praeferentie en concurrentie worde gedifputeert , en zulks dezelve penningen als dan by ordre mede worden genoten en geligt by den geenen die daar op bevonden zullen worden eerft en beft geregtigt te zyn, en uit dan nog wel, mede niet anders dan onder fuffi. fante cautie, voor zo veel zich daar na nog iemand anders mogte komen op te doen ouder of beter regt hebbende. Want behalven dat na ftyle in de Provintie van Holland gerecipieert, het beding van recht van parate executie zo verre niet gaat, dat men zonder kenniffe van den Rechter, en zonder eenige folemniteiten, of fimpel uit de hand, en voetftoots, zouden vermogen te verkoopen de effecten van zynen Debiteur, immers niet zodanige effecten die den Crediteur niet in handen heeft, en die dan nog boven dien worden gevonden op een andere plaatfe, dan daar de verkooping zoude zyn gefchied, (gelyk als in deezen.) Per ea quce tradunt Neofiadius fupr. Holl. decif. 89. Ant. Matihceus de auU. lib. 1. cap. 16. n. 15. ff Merula prax. civ. pag. mihi 500. Joh. Voet ad Dig. lib. 42. tit. 1. n. 42. licet Frifiis contra placuerit, tefle Sande rer. Frif. decif. lib. 2. tit. 12. def. 3. ff lib. 3. tit. 12. def. 20. Zo is ook boven dien in deezen peremtoir, dat na de infolventie, de conditie van alle, en in gelyken der Crediteuren, ten opzichte van de vordering van derzelver regt, verdaan word gelyk gefteld te zyn, als wezende door die iniolvcntie het geabandonneerde goed nu niet meer gebleven het eenige goed van den gewezenen Debiteur, maar eigentlyk juris inUrpretatione geworden het goed van de gemeene Crediteuren , die en corps door den Curateur worden gerepraffenr teert , zodanig , dat dan ook ter dier zaake alle particuliere exeeutiè'n moeten ftilrtaan, en alles voor gemeene reekening gede-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 305 detraheert en te gelde gemaakt worden, door denzelven Curateur als vooren , behoudens alle en een ieders regt op de penningen , en voorts ten fine en effeéle als vooren. Vide Refolutie van de Staaten van Holland, den 25 February 1678. Mev. ad jus Lubec. lib. 3. tit. T. art. 10. n uit. & vol. 5. decif 125. 6? Rodenb. de jur. quod oritur ex diverjitate flatut. n. 16. junbï. Anth. Matthceus de auU. lib. 1. c. 11. caf. 17. J. Voet ad tit. ff. de in jus vo~ sando §. 18. LXXI. ADVYS. 1°. Een Ufufruüuarius is gehouden te verfchieten het beloop vam de 100, 200 en diergelykc penningen. z°. Heeft ook het vermogen , door middel van verkoop of hypothecatie van de ufufructuaire goederen, zich die penningen weder te doen rembourfeeren. 3°. Doch is niet genoodzaakt om die verkoop of hypothecatie te doen. 4°. Die in den eigendom tot erfgenaam is geftelt, en de erffenis heeft geadieert, is gehouden aan den Ufufruüuarius, teneinde van het vrugtgebruik, te reftitueercn het verfchot van de 100, 200 en dier gelyke penningen, al kwam dat verfchot meerder dan de waarde der goederen zelve te bedraagen. Bmaakt aan A., haaren Man , het ufufrudï van alle haare . natelaatene goederen, en dit wel in den jaare 1686, met i-nftitutie van haare naafte Vrienden tot haare Erfgenaamen unU verfeel, en beveiligt zulks vervolgens ook met de dood. Doch de Vrienden van B,, (hoewel zich erfgenaamen van Bgedraagende hebbende gehad,) zyn rrr verloop van eenigen tyd daar na geworden van refolutie om té fuftineeren en dan ook A. te denuncieeren. Eerft, dat hy A. zoude zyn gehouden eenige goederen van B., zyne Huisvrouwe, te verkoopen, en uit de afkoinfte van dien te vinden de betaalde en nog te betaalen 100, 200 en diergelyke penningen» Ten  3o4 CONSULTATIEN en ADVYSEN. Ten tweeden , dat voor zo veel hy A. reeds meer betaald mogte hebben, of hter na nog zoude komen te betaalen, wegens eenige corpora particulier voor de re-eele 100, 200 of diergelyke penningen, dan de goederen zelfs waardig zoude worden bevonden, zulks by hem A. niet zoude kunnen, of mogen gerepeteert , noch perfonali attimie ten lafte van de voorfz. Vrienden en Erfgenaamen van B., noch ook uit, of van de verdere goederen, waar voor zo veel niet zoude zyn betaald als dezelve waardig bevonden mogten worden. En ten derden, dat 'er ook zelfs geene geene perfoneele actie voor A. zoude vallen wegens den beloop van het perfoneel, indien de betaaling van dien de waarde van den gantfche mafla mogte komen te excedeeren. Weshalven zo word 'er gevraagd, of de Erfgenaamen van B. in die hunne fuftenue zyn gefundeert, dan niet? • Dnnkt (onder verbeteringe,) op het eerfte poinct, waarover in deezen word gevraagd, dat gelyk A., als Ufufructuaris, wel gehouden is te verfchieten den beloop van de 100, 200 en diergelyke penningen, die wegens de ufufructuaire goederen füccesfivelyk hebben, en voorts geduurende het vrugtgebruik zullen moeten worden betaald aan het Gemeene Land, en dat hy A. ook zoude vermogen. zich door middel van verkoop of hypothecatie van de ufufructuaire goederen, of eenige van dien, weder te rembourfeeren, in kragte van de bekende Notificatie door de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland gehnaneert den 28 July 1674; hoewel dat rembourfement na Rechten niet anders , noch eerder zoude hebben mogen zyn gevordert geweeft als na het eindigen van hetzelve vrugtgebruik. Ut docet Sichardus ad tit. C. d^ijïifruttu n. 5. dat nogthans dat vermogen en die vryheid, defvelke hem A. in kragte van de voorfz. Notificatie is competeerende , notoirlyk niet competeert eene obligatie en noodzakelykheid om zulks te moeten doen , wanneer zodanigen Ufufruétuaris zulks niet mogt goedvinden of oordeelen van zyne convenientie te zyn, als verfchillende niet alleen de woorde van moogen, in de voorfz. Notificatie van hun Ed.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 305 Ed. Groot Mog. gebruikt, zeer veel van de woorde van moeten, zo de Proprietarisfen of Erfgenaamen van B. in plaatfe van dien in deezen zouden willen fubftitueeren, maar zynde ook anderfints uit zich zeiven klaar en onwederfpreekelyk quod invito beneficium non datur l. 69. & l. 156. ff. de reg. juris, et nulla juris ratio , aut aquitatis benignitas patitur, ut qua falubriter pro utilitate hominüm introducuntur, ea nos duriore interpretatione contra ipforum commodum producamus ad feveritatem, per textum in l. 25. ff. de legibus (f l. 6. C. eodem tit. Zynde de verkoopinge, die men in deezen pretendeert, dat door den Ufufructuaris zoude behooren te worden gedaan, ook» daar.mede niet goed te maaken, dat A. quafi het ufufruftuaire goed alleen zoude mogen gebruiken fialva rei fubftantia, en dat door de fuccesfive 100, 200 en diergelyke penningen , het capitaal of het goed zelve of reeds zoude zyn, of namaals ten minten zoude zyn moeten worden geabforbeert. Noch ook niet daar mede, dat het gebruik van dat ufufructuaire goed zoude moeten worden gedaan boni viri, arbitratu nee malitiisfit indulgendum, ut non comedatur, quod tibi non noceat miki profit. En nog veel veel minder daar mede, dat men ook ante tempus en voor de vervaldag zoude vermogen betaalinge te doen nPrWy2 te? °Pzichte van het voorfz. eerfte middel, om den Uiufructuans was 't mogelyk tot verkooping te obligeeren, notoir is, dat de difpofitie van Rechten de utendo nimirum, falva rei Jubjtantia alleenlyk daar op is ziende, eerft, dat de Ufufructuaris het goed niet mag misbruiken en alzo confumeeren, per textum %f'L' 15 -V' de ufufru£lu & Per ea qua habet D. Tuldenus ad fittum titulum cap. 6. n. 1. & feqq. en dat zulks ook in deezen in t allerminfteniet gefchied, daar de 100, 200 en diergelyke penningen door den Souverain worden gevordert , en zelfs wel mede mvito ufufruÜario, doch echter om het Gemeene 1 and, en dan ook de Erfgenaamen van B. zo wel als de andere ingezetenen te praferveeren en bevryden in hunne perfoonen en goederen van de overfiroominge van den vyand, en alzo van erfectale ruïne van alles; zo ook het praefenfe tweede middel noch fan- n' DEEL' Q<1 mers  3o6 CONSULTATIEN en ADVYSEN. m-rs zo weinig in deezen van eenige confideratie kan zyn, eens^ deels, om dat de Souverain niet kan nog mag worden gedagt en min noch gezegt onbehoorlyke vorderinge te doen, verre van daar dat een Ufufruótuaris, aan de ordre van den Souverain vol-, doende volgens zyn pligt, geimagineert zoude kunnen worden met en door de continuatie van dien, iets het allergeringfte te nlecgen het welk met het behooren of met de billykheid zoude ftrvden, en anderdeels mede, om dat niemand na goede rechten verltaan kan worden een ander te verongelyken daar mede, dat hy ingezetene zyn regt gebruikt, per l 55. de reg-juris, en nat «hef regt van A. als vooren daar in immers notoirlyk beftaat, dat hem het vrugtgebruik van zyne Huisvrouws goederen onverhin. dert worden gelaaten, en zelfs ook met 'er daad geprefteert zulks dat het dan gantfch en al buiten propoofte is alhier op ot tot eenig arbitrium boni viri zich te beroepen , dat er merkelyke advantage voor hem A- refideert in de continuatie van de jouisfance of het genot van de ufufruftuaire goederen; en dat dan ook zelfs des te minder reflectie te neemen zoude itaan op het voorfz. preetext van malitie, of dat men aan de Erfgenaamen, na. deel zoude komen te doen, zonder zelfs voordeel daar uit te ^M^zwyge ook nog, dat A. uti inflruimur zoude verftaan, en zelfs in tegendeel kunnen aanwyzen, zynde mede refolut en bekend dat men op zodanige vraage Brocardica niet gewoon is, noch ferm g eguardP neemen', ten zulken effefte dat daar uit eenig regt zoude worden gehaalt, ten zy dezelve door een fpeciaale Wet op zodanigen geval uitdrukkelyk zyn geappliceert geworden, el waarom dan ook by Anth. Faber If. de auiïion kb. 3 rat \ n 2* poli Duarenum, Argentum, et ahos, tegen dit misbruik van Brocardica, buiten eene fpeciaale definitie en applicatie van den Wetgeever, zelfs met reden al van ouds is geklaagt §Thïven dat ook. beide de voorfz. prstenfe middelen, raakende S abforbeeren van de waarde der ufufruftuaire goederen , en de billykheid om dezelve te verkoopen er, te. gelde te maaken, mede in alle geval nog van zonderlinge reflectie zoude.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 507 zyn, dat gelyk men in den beginne of ten tyde van het fterfge. val van A. niet heeft kunnen weeten of het ufufruét van lange or van korte duur zoude wezen, en of de laften min of meer komen te beloopen, cn dat men alzo aan de eene zo wel als aan de andere zyde zich die onzekerheid heeft onderworpen gehad, men zich dan ook het gevolg van dien in billykheid zal moeten blyven getrooften met relatie tot de waarde, die de ufufructuaire goederen geduurende of anders ten tyde van het eindigen van den ufufruét , zoude mogen hebben, zonder in de tuffchen tyd eenig argument uit de minder of meerder waarde te maaken . cum cafus adventitii non habeantur in confideratione , l. pen. C. de folut. vide Leonin. confil. 21. n. 6. et conf. 90. n. 3. Anüi. Faber ad l. 8r. ff. pro focio R Vinnium Inftit. de fuccesf. ab inteftato collat. Men laate dan nog ftaan , dat de Vreede althans zo naby fchynt te zyn, en dat men mitsdien de Vreede komende na wensch te volgen, dan ook reden heeft van te hoopen niet alleen merkelyke verligtinge in en omtrent het heffen van de 100, 200 en diergelyke penningen, maar wel particulierlyk ook ftygering in en van de waarde der capitaalen of effecten in queltie te zullen plaats hebben, zulks dat dan zelfs de andere confideratiën al eenigfints aan een zyde gefteld zynde, dit praecipitant vorderen van het deftraheeren der ufufructuaire goederen veel eer voor een foort van een ontydige drift en caprice, als voor een bezadigt overleg van zaaken op te neemen zoude zyn. Wezende eindelyk nog van het allerminfte gewigt, het geene men zou willen praetexteeren , wegens het regt om betaalinge by anticipatie, te mogen doen, etiam invito creditore. Eerft, om dat dit zeggen zo zeker niet gaat , uti videre eft apud Jacobum Cujacium adl.%8.§. inter incertumff.de verborum obligation. Anth. Faber C. lib. 8. tit. 3. def. 14. Joh. a Sande ad l. 17. ff. de regulis juris. En ten anderen mede, om dat in'alle geval in in deezen niet meerder als betaalinge van het gedaane verfchot word geoffereerd, maar dat men ter contrarie pretendeert, dat den Ufufructuaris tegen zyn wil en dank , ja tegen zyn intereft, als vooren zoude moeten zyne actie inftitueeren, direélelyk tegen de difpofitie van Rechten, per titulum Codicis, ut nemo - O q 2 in-  3o8 CONSULTATIEN en ADVYSEN. invitus agere cogatur , en daar door ook zelfs na de phantafie vart den proprietaris zich voor een gedeelte weerloos zoude komen te maaken het goed, waar van het vrugtgebruik aan hem door denzelven proprietaris met 'er daad gepraefteert moefte worden, als vooren. En wat voorts aanbelangt het tweede poinct, zoude de ondergefchreevene mede (onder verbeteringe,) van advyfe zyn, dat al waar 't fchoon dat A. wegens de 100, 200 en diergelyke penningen meerder betaald mogte hebben, of door de continuatie van dien anderfints meerder mogte komen te betaalen in het re-eel dan deeze of geene goederen, of jegenswoordig, of hier na op het eindigen van het vrugtgebruik mogten waardig zyn, die betaalde roo, 200 en diergelyke penningen, of het kort van dien, niet alleen uit de andere goederen van de voorfz. erfeniffe / van B., door A-, of wel door zyne fücceffeurs, weder zullen mogen worden gevonden, maar ook zelfs perfonali aüione ten lafte van" de erfgenaamen van B. gevordert, om redenen, dat aan de eene kant de Vrienden van B., hebbende de erffenifle van B. puur en fimpel geadieert, ontwyfelyk ex teftamente, en alzo ex quafi contrattu gehouden zyn aan A. met 'er daad ce praefteeren het re-eel effecte van het gemaakte vrugtgebruik van alle de nagelaatene goederen van B., beftaande namelyk daar in, dat A. het *eene waar van A. het vrugtgebruik gemaakt is, blyve behouden en bezitten, en voorts ook dat hem te zyner tyd worden gerernbourfeert 't geene A. meerder aan het ufufructuaire goed te kofte gelest heeft dan hy verfchuldigt was. per L.7i C de ufufruCt. juntt. I og ff. ft pars hceredit. petat. et l. 14. ff. de except. dok mal. en dat ook alle de goederen van B. voor dezelve praeftatie zo wel legalyk zyn verbonden, als zy zelfs perfonali aclione daar toe zyn gehouden, per textum in l.i.C communia de legatis & fideicommisfis. En dat nu aan de andere kant, zo niet na Rechten, (waar toe echter al van ouds hebben geinclineert gehad Baldus, Castrenfis, Salifetus en anderen, ad L. eum ad C. de ufufruti. en onder de moderne ook nog nader geinftitueert (onder anderen) door Tholofanus lib. 3. cap. 8. n. 23. in Syntagm. jur. Sichardus ad tit. Cod. de ufufrutt n. 3. 5- en Perezius ad dittum tit. n. 15.)  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 309 ten minfte dan na onze hedendaagfche Praótycque , en vooral ook volgens het declaratoir van den Staat zelve, begrepen in de bekende Notificatie van den Staat van den 28 July 1674, de laft van de 100 , 200 en diergelyke penningen is een re-ee!e laft, leggende op de herediteit , die wel by den Ufufrucluaris opgefchooten moet worden, maar echter niet anders als voor rekening van den Proprietaris, en waar van de Erfgenaamen zich door het niet adieeren wel hadden kunnen excufeeren; maar na de aditie zich dezelve laft, op hoop van voordeel en gewin, door het korte eindigen van het vrugtgebruik, of door ryfinge van de prys der goederen, eens vry willig onderworpen hebbende gehad, daar van ex poft f allo niet weder zullen kunnen of mogen pceniteeren, niet meer als dat iemand Lyfrenten verkogt hebbende gehad, zich over het lang leeven van den Kooper der Lyfrenten , of over andere evenementen zoude mogen beklaagen, ex hcereditate enim univerfum quid et juris nomen eft, etiam fine corpore , adeo ut damnofa etiam hcereditas eo nomine veniatyl. 1.19. ójf l. 178. ff. de verb. fignif,. Behalven dat ook de voorfz. prsetenfe fplitfing en onderfcheiding van- en tuffchen het eene goed, waar van meer, en van het ander goed, waar van minder mogte zyn betaald, 't zy dan ten opzichte tot de fomme, of tot de waarde van dien, des te minder confideratie meriteert, om dat de re-eele 100, 200 penningen geheven wordende, na proportie van de waarde van ieder ftuks goed op zich zeiven genomen, nogthans geheven worden ten befte en tot behouding van alle goederen in 't gemeen, en dat daarom ook met die betaalde re-eele 100 , 200 en diergelyke penningen word verrekent de perfoneele quotifatie over de gantfche ftaat van ieders boedel, en dat zelfs ook nog voor zo veel het beloop van die perfoneele quotifatie al minder mogte zyn dan het beloop van de re-eele laften van de refpeórive corpora in *t particulier te zaamen gevoegt, den Souverain, door behulp van dit middel, ten refpeóte van het re-ëel, des te beter komt te ontdekken den ftaat van ieder der gegoede ingezetenen , en alzo dan ook de laften die voor en ten befte van de gemeene zaak op de ingezetenen worden gelegt , op een gelykmatiger Qq 3 voet  3to CONSULTATIEN en ADVYSEN. voet en met beter proportie als wel anderfints door het perfoneel zoude worden gedaan, door dezelve gegoede ingezetenen doet draagen. Men zwyge nu nog dat, quod ficut hareditas non corpus nee res fingulas fignificat, fed juris nomen effe monftrat perl. 178. §. i. I. 208. ff. de verb. fignif. I. i.ff. de rer. devif. &f L 50. ff. de hcered. petit ut proinde etiam inter res incorporales referatur quwivis in iis fint corpora, per textus in §, 2. Inftit. de reb. corpor. & incorpor. £f I. 1. §. quodam ff. de rer. devif: alzo ook eene erffenifle voor iets indivifibels word geconfidereert, zulks dat men geen onderfcheid van de goederen in opzicht van het corps van de herediteit kan , of mag maaken, als gehoorende dezelve goederen alle te gelyk tot dezelfde herediteit dewelke dezelve goederen a's leden van een lichaam zyn uitmaakende, zonder eenig demembrement, Vide Hotomannicum illuft. quafi. 2. et in Epit. tit. ff. fi pars hareditat. petat. n. 2. Proflueerende uit de voorfz. refolutie van de tweede vraage dan al mede by ordre (onder verbeteringe,) bet antwoord op het derde poinót, te weeten , dat offchoon dat de capitaalen ten einde van het vrugtgebruik van zo weinig waarden mogte worden bevonden, dat dezelve zo veel niet zoude kunnen rendeeren of uitleveren., als het gedaane en noch te doene verfchot wegens de 100 , 200 en diergelyke penningen zoude komen te beloopen, dan hetzelve verfchot echter ook ten vollen door de Vrienden en Erfgenaamen van B. aan A of aan zyne Erfgenaamen zullen moeten worden voldaan, en dat dezelve Vrienden en Erfgenaamen van B. daar toe ook aÜione perfonali ex teftamento zullen kunnen worden gedwongen; ter oorzaakc namelyk van hunne aditie van de voorfz. erffenifle, als die hen onderhevig heeft gemaakt alle de laften daar aan vaft zynde met de gevolge van dien, even als zy zoude profiteeren alle de voordeelen van de meerder waarde of verbetering van dezelve erffenifle en de effecten, waar uit dezelve is gecompofeert, zo hier vooren breder is aangeweezen. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 16 April 1713. (JVas getekend) a. van den ende. LXXIL  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 311 LXXII. ADVYS. Ten opzichte van alle te doene betaalinge, moet gezien worden op den tyd van de verfchyn- en vervaldag , en zulks op de cours en cejlimatie, die het geld als dan is hebbende. casus positie. Acontracteert met B. binnen de Provintie van Holland, 4 dat B. aan hem A. op intreft zal geven eene confiderabele fomme Hollands geld, te braaien en af te leggen binnen zekere gefielde tyd , mede binnen dezelve Provintie van Holland. ■..... f , . A. paffeert daar op ook zyne Obligatie dien conform binnen dezelve Provintie van Holland , doende daar by zyne fchuldkenninge ter zaake van gereede en contante gelde by hem daar voor genooten. ... Doch A. genegen zynde die fomme te emplojeeren in het Duitfche Ryk, accordeert met B. zodanig, dat hem A. den beloop van dezelve fomme, na cours zo de YViffel ter dier tyd hadde, na Duitlchland zoude worden geremiteert en goedgedaan, en is die remife dan ook in diervoegen tot wederzyds genoegen gedaan. Nu fuftineert A., na of tegen dat de voorfz. Obligatie komt te verfchynen, dat hy dé fomme daar in weder begrepen, zal mogen voldoen met zo veel geld in Duitfchland, als hy A., wegens de waarde of inhoude van de voorfz. Obligatie, heeft.ontfangen , en dat hy A. de voorfz. Obligatie zal mogen betaalen met? Duitfch geld, na de cours van de Wisfel zo die originelyk is geweeft, en zo als hem A. de waafde van de voorfz. Obligatie is goedged'aan; in tegendeel fuftineert B. , dat hem betaalinge in Holland, en met Hollands geld moet worden gedaan, of zo hy B. Duitfch geld zoude komen aan te nemen, dat hem B. hetzelve Duitfch geld niet hooger noch anders zoude mogen worden aanserekent als na cours van de Wiflel , zo hetzelve Duitfch.  5i2 CONSULTATIEN en ADVYSEN. Duitfch geld althans ten verfchyndage , op en in Holland is hebbende. De vraage is. Wie van beiden in zyne fuftenue is gefundeert, A. of B.? Gezien by den ondergefchreevene de voorenftaande Cafus pofitie , en gelet op de vraage daar uit voorgefteld. Dunkt (onder verbeteringe,) dat B. in zyne voorfz. fuftenue in al'e manieren is gefundeert, en dat A. mitsdien gehouien is de fomme, in de voorfz Obligatie begrepen, binnen de Provintie van Holland, in Hollands geld aan B te voldoen en te betaalen , en dat in alle geval B. komende Duitfch geld in Duitfchland, in betaalinge aan te neemen, zulks niet gehouden is te doen anders, of hooger dan'na de cours van de Wiflel van Duitfchland na deezen Lande, zo die tegenwoordig of ten vervaldage is of mag zyn, zonder dat 'er eenige reflexie te maaken is, wat cours of waarde het Duitfche geld mag hebben gehad, met relatie tot de Provintie van Holland, ten tyde van het pafleeren van de voorfz. Obligatie. Want gelyk het zeker is, dat iemand fchuldig zynde Hollands geld, en in Holland te betaalen, zo als in deezen ontwyftelyk is, de voorfz. A. volgens zyne fchuldkenninge en gepafleerde Obligatie , en dan ook geene betaalinge elders mag doen in weerwil van den Crediteur of Houder van de Obligatie , conform de difpofitie van Rechten in l. 9. ff. de eo quod certo loco dari oporteat, zo is ook even refolut en onwederipreekelyk, dat voor zo veel de Crediteur, als in deezen B,, echter daar in voor zo verre zyne Debiteur, of wel alhier A., te" gemoet zal willen komen, om zyn geld elders, en ook in andere foort van geld te ontfangen, dat dan aan den Crediteur, en zulks alhier aan B. , daar voor weder zal moeten worden goedgedaan, alle 't geene hem B. daar. aan gelegen was^van zyn geld alhier en in Hollandfch geld te ontfangen , alteri enim per alterum iniqua conditio inferri non poteft. Ideoque utilitas atloris venit et lucri ejus habenda ratio l. 2. §. uit. ff. eodem titulo. Zonder dat alhier in conöderatie kan komen wat prys of cours het Duitfche geld ten tyde van' het pafleeren van de Obligatie mag hebben gehad, zo om dat de verwis-  CONSULTATIEN en ADVYSEN, 3ts wjffeiïnge van het Hollandfche geld is geweeft een accidenteele zaak buiten de handelinge , of het pafleeren van de Obligatie zelfs, gelyk uit den text van de Obligatie fecundum ea quce proponuntur kan worden gezien , als ook boven dien, overmits ten opzichte van alle te doene betaalinge moet gezien worden op de tyd van de verfchyn- of vervaldag , en zulks op de cours of aeftimatie, die het geld als dan is hebbende Zo als dit is van een publycque notoiriteit, en ook geleerd word by den Heere H. de Groot lib. 3. cap. ic. n. 19. van zyne Inleidinge, Lconinus confilio 3 r. n. 4. fif tiovisfimè Joan. Voet ad tit. ff. de reb. cred. n. 34, Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 23 November 1713, (JVas getekend) a. van den ende en jan van den ende, LXXIII. A D V Y S. i». Aan een bloote preparatie tot een Teftament kan geen effett v/orden geattribueert. 2». En uit kragte van zodanig Teftament betaalinge gefchied zynde, kan dezelve ' gerepeteert worden. Gezien by de ondergefchreevene de Acte Notariaal, gepasfeertop den 24 Mey 1713 voor den Notaris levinus de meyer en zekere getuigen tot Amfterdam, by tryntte simons, laaft Weduwe van zaliger barent hikke ter eenre, en geaccepteert by Hendrik van waardenbergh en jan osseweylr voor hen zelve, en verdere geinteresfeerdens ter andere zyde , en gelet op de voorgeftelde vraage. Dunkt (onder correctie,) offchoon de voorn, tryntte simons haar daar heeft toe laaten induceeren en brengen, dat zy by de voorfz. Notariaale Acte heeft verklaart, dat zy volkomen bewuft zoude zyn geweeft van de exprefle en ernftige m le van haar overleden Oom teunis osseweyer, en in li. deel. I{ ,. 1X1 con-  3i4 CONSULTA TIEN en ADVYSEN. confcientie haar bezwaart zoude zoude hebben gevonden, om hec aldaar geinfcreerde concept Teftament buiten efteét otte kragt te lauten; en dan wyders, zoals daar gezegt word, met goed overleg, en ter goeder trouwe heeft aangenomen en belooft het voorfz. concept Teftament in alle poinden en deelen te zullen agtervolgen en nakomen, even of hetzelve met de vercifchte folemniteiten, ofte voor Notaris en getuigen by den gemelde teunis osseweyer haaren Oom gepalleert en verleden was; dat des onaangezien de voorn, tryntje simons, in cas zy waarlyk door induftie tot het pafleeren van de voorfz. Acte is gebragt, en tot de praeftatie van 't geene zy daar by heeft belooft, in confcientie haar niet verpligt vind, naar regten tot alzulken praïftatie niet gehouden is, noch daar toe behoort te worden gecondemneert; want de zaak aangemerkt zynde in den ftaat, zo als ze is geweeft voor het pafleeren van de voorfz. Notariaale Acte, zo is uit de eigen teneur van de voorlz. Acte evident,dat het concept of opftel van't 1 eftament, t weiK de voorn, tryntje simons heeft aangenomen en belooft te achtervolgen en naar te komen , is geweeft en gebleven een Teftamentum plene imperfectum , niet ft gunt wel te notecren ftaaO alleen ratione folemnitatis, maar ook zelfs raiione volunta'tis, k welk blykt eerft, doordien het opgeftelde concept nog aan den Teftateur is gecommuniceert geweeft , mm by hem geapprobeert; en ten tweede, doordien hy na het opgeeven van zynwille, nog den geheele volgenden dag ge we eft is in ftaat van te hebben konnen difponeeren, en eerft des nachts daar aan volgende door een fchielyke verandennge buiten ftaat van bekwaamheid is geraakt> want daar een concept van een opgegeeven wille nog niet is gecommuniceert en geapprobeert, daar is notoir, niet alleen uit de zaake ze lve, maar rok doordej ondervindinge dat zo een opftel niet altoos zekerlyk met de wille cTvenie'ert, maar ter contrarie zeer dikwils op de commumcatie veranderinge van by- en afdoeninge is onderworpen en zo mede daar iemand na een opgegeeven wille nog leeft,en nftaat is om zvn opgegeeven wille te konnen veranderen; daar s ook kenrfel/k, dat niet alleen in zodanigen tulfchentyd zeer l.gtelyk  CONSULTATIEN e» ADVYSEN. 315 veranderinge van wille kan voorvallen; maar dat ook zeer dikwijs veranderinqe van wille word vernomen. En dienvolgende kan ook geen Teftamentum imperfectum, ooit klaarder en onwederfprekelyker wezen imperfectum, ratione voluntatis als in deezen , daar de opgegeeven wille maar is gebragt tot een ongecommuniceert concept; en daar boven dien de opgeever nog zo lang daar na heeft geleeft, zonder iets finaal te hebben geconfirmeert, zodanigen ongecommuniceerden en onzekeren opftel zelf geen Teftamentum imperfectum konnende worden genoemd, maar alleenlyk zynde een fimpele en bloote preparatie tot een Teftament, waar aan in Regten geen effect altoos is geattribueert; als blykt uit de klaare texten in /. 25. ff. qui teft. fac posfi l. 29. eod. 1.1 r. §. 1. f. de legat. 30. en 't welk ook zeer nadrukkelyk word geconfirmeert onder anderen by Radeland Decif. 57. n. 6. et 7. Mynftng cent. 5. obferv. 28. Peckium de teftam. conjug. lib 1. cap. .18. leerende aldaar de twee laatfte Autheuren quod fcriptura prceparatoria feu teftamentum imperfectum ratione voluntatis non valeat, nee quidem ad pias caufas. En de zaak van die natuur en merite zynde, als is getoond, wanneer dezelve word aangemerkc in den ftaat, zo als ze is geweeft voor het pafleeren van dc voorfz. Acre Notariaal, te weeten van een volkomen en abfolute nietigheid, fine ullo vinculo vel obligatione non modo civilifed etiam naturali, qua oritur ex teftamento quod eft imperfeStum duntaxat ratione folemnitatis, arg. I. 2. C. de fideicomm. zo is dan verders ook manifeft en refolut, dat door de voorfz. opgevolgde Acte Notariaal geen validiteit aan de voorfz. nietige opftellinge van uiterfte wille heeft konnen worden gegeeven, noch ook die Notariaale Acte zelfs eenige validiteit zoude konnen geeven aan de voorfz. nietige opftellinge, of zelfs zoude konnen wezen van validiteit, dat zelfs by aldien in plaatfe van het pafleeren der voorfz. Acte, by dewelke de agtervolginge en nakominge van de voorfz. nietige opftellinge is belooft, reeds een effeétive voldoeninge uit zaake van zo een op« ftellinge ware gefchied, 't welk nog verder gegaan zoude hebben, ais een fimpele belofte van voldoeninge, dan zelf van zo een voldoeninge, die gefchied zoude zyn ex errore et ignorantia Rr 2 juris,  * Sitf CONSULTATIEN en ADVYSEN, juris, repetitie gevordert zoude hebben konnen worden , per con- dittionem indcbiti , per ea qua docet Vinnius in feletl. jur. quafi. lib i. cap. 47. en Grotius in zyn Inleidinge tot de HollandfcheRechtsgeleerdheid lib 3. part. 30. 5. onweetende, n. 19. & 20. zynde in deezen opzichte ook bekend de generaale regel van het R'cht , en /. 156. §. r. ff. de reg. jur. ditteerende , cui damusaclionem, eidem et exceptionein competere, multo magis quis dixerit y en wyders ook nog, dat even gelyk eene gedaane betaalinge dieiemand niet fchuldig is geweeft, gerepeteert kan worden condictione indebiti, ook sho een gepalieerde Acte, houdende belofte van voldoeninge zonder fchuld of wettige oorzaak, kan wordenwedergeeischt en ingetrokken , per condiclionem fine caufa l. r. princ. I. 3. ff. de condict. fine caufa, Grot. dict. loco §. Ten tweeden;. invoegen dat de voorn, tryntje simons, uit kragte van de voorfz. Acte Notariaal , tot voldoeninge wordende geconvenieert, bevoegt en gefundeert is, niet alleen om jegens zoda' rrigen eisch te neemen contrarie.conclufie, maar oók om te doenreconventie, en te concludeeren tot vernietiginge en reftitutie van de voorfz. Ade Notariaal, of wel om te hebben verklaard,, dat dezelve nietig is, en als zodanig behoort te worden gecasrfeert, als mede ten Prothocolle van den Notaris geroyeert. Aldus geadvifeert in 's Gravenhage, den 2 Maart 1714. (Was getekend) A. breur, p. emonds , m. de hertoghe. Gezien by de ondergefchreevene de voorenftaande Advyfe van\ de Heeren en M" a. breur, p. emonds, en Mr. de her* toghe, in den Hage den 2 Maart 1774 gegeeven, met en beneffens de Acte in den hoofde van dien gemeld. Dunkt (onder verbeteringe,) by dezelve Heeren Confulen. ten, wef, en den Rechten en Practycque conform te zyn geadviVeert,, om redenen en mits de authoriteiten breder daar. by gede^ du<  CONSULTATIEN en ADVYSEN. gr? duceert, waar'mede de ondergefchreevene zich alienthalve con* firmeeren. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 12 Maart 1^14. (Was getekend), A. van den end e,- LXXIV. ADVYS. Plaufibiles rationes non fufficiunt ut pro vocato habeatur , qui a testatore nee nominatas, nee verbis defignatus eft. Gezien by de ondergefchreevene de voorenftaande Cafus po-fitie, en gelet op de vraage daar uit geproponeerd. Dunkt (onder verbeteringe,) dat de Kinderen van maria in plaats van haare Moeder niet komen te erven, maar dat jan en eliza beth alleen en in 't geheel geconfidereert moeten worden Erfgenaamen van pieter geworden te zyn. Omredenen, dat maria fecundum, ea qua prop onuntur voor den Teftateur is overleden, en dat daar door de portie waar in zy tot mede Erfgenaamen was geinftitueert, is geworden caducq. Per textum in l. unica Codic. de caducis tollendis ; adde Cujacium confultatione 6, & Prafidem Everhar dum confilio 84. En gelyk zy maria dan niet heeft kunnen transmitteeren eenig regt, het welk zy zelfs nooit heeft gehad, en ook door; haar affterven nog nader buiten alle effect was gefteld geworden , zo zuilen ook haare Kinderen gaen regt van repraefentatie kunnen pretendeeren; dewyl in deeze word gefuccedeert ex Testamento , en dat van die reprsfentatie der Kinderen geene de minfte mèntie by den Teftateur is gemaakt; verre van daar, dat des vooroverledens Kinderen in Moeders of Ouders plaatfe zouden zyn geroepen geweeft; hoewel anderfints ook de Teftateur wel op de Kinderen heeft gedagt.en namelyk in- en ten opzichte van de volgende fideicommiffaire reciproque fubftitutie van zyne geinftitueerde Erfgenaamen; doch echter ook niet verdere Rt 3, ei  3i8 CONSULTATIEN en ADVYSEN. of anders, dan dat die Kinderen wel zouden beletten bet effeSb van de fideicommiffaire fubftitutie in de perfoonen van hunne Ouders refpeélive; maar geenfints, dat de Kinderen zelfs daar by, of daar door eenigfints zouden wezen gebeneficeert, als zynde de Kinderen alleen geftelt in conditione, en niet in difpofitione , nam ex jure communi £j? fecundum 'veriorem opinionem inter'pretum decifum refert Stokmans Curies Brabantice decijione 29. n. 4. vs. Itaque &c. tales liberos non haberi pro vocatis. Zullende dit alles ook nog des te meer moeten procedeeren, wanneer daar by word gevoegt, dat de Teftateur zyne drie (NB.) Broeders en Zufters Kinderen, by hun eigene naamen heeft geinftitueert, met byvoeginge niet alleen van het woord alleen iterativelyk daar toe gerepeteert, maar ook nog van eene expreffe uitfiuitinge van alle anderen, fchoon dat die dsar toe eenig regt zoude mogen hebben, en dat bovendien mede de Teftateur meer als drie jaaren langer dan zyne Broeders Dochter maria zaliger heeft geleeft gehad , volgens het geene by Cafus pofitie mede word gefupponeert, en dat hy Teftateur echter in die zyne expreffe en kragtige feclufive difpofitie niet heeft gemaakt eenige de minfte verandering, of ook gedaan eenige nader verklaaring in faveure van de nagelaatene Kinderen van maria, zo immers hy Teftateur federt en in die tuffchentyd wel had kunnen, en ook wel na reden had moeten doen, indien zyne gedagten ware geweeft , voor, of tot de voorfz. transmisfie of reprsefentatie ten voordeele van de Kinderen van zyne verftorvene Nichte m aria, en indien hy dezelve Kinderen van maria haare Moeders praffumtive erfportie mede zoude hebben willen doen en laaten genieten. Arg. I. 33. ff. de militari Teftamento, & ibidem Dionif. Gothofredus. Zonder dat ook daar toe eenigfints kan dienen en min nog genoegzaam zyn. dat de Teftateur pieter zich heeft gerefereert gehad tot het Verfterfregt van Holland en dat na hetzelve Hollandfche Verfterfregt, de Kindskinderen van cornelis, des Teftateurs Broeder, by repraffertatie van haare Moeder maria, als de Kinderen van catharin,a, zyne Zufter, ab inteftato zoude komen te fuccedeeren; aangezien uit de difpofitie, J be-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 319 begreepen in de voorenftaande Memorie, kennelykis, dat die relatie , ten opzichte van de eerfte inftitutie, alleen applicabel is op verdcelinge van des Teftateurs erfeniffe in drie egaale portien, tuffchen de kinderen van een broeder en zuller van den Teftateur, en zulks tot uitfluitinge van de repraefentatie onder dezelve, conform het Hollandfche Verfterfregt. Even als ook de relatie tot het Hollandfche Verfterfregt mede by den Teftateur gedaan ten opzichte van de fubftitutie fideicommiffair, van gelyken niet verder gaat, als tot, of op de perfoonen van de geinftitueerde Erfgenaamen zeifs, en wel particulierlyk tot verklaaring van het geval hoe op te neemen zouden zyn, de onderlinge of reciproque fubftitutie van den een aan den ander, dat namelyk de Teftateur zegt, de zaake zodanig te verftaan, dat jan en elizabeth echter van elkanderen zoudeerven met feclufie van maki a , zo lang een van hen beiden in leeven zoude zyn. Behalven, dat al ware het fchoon zulks, dat de voorfz. inftitutie zo wel als de fideicommiffaire fubftitutie, met zo veele circumftantiën niet waren geaccompagneert ten nadeele van de Kinderen der geinftitueerde Erfgenaamen als vooren, het echter ook nog altoos dangereus en ftrydig zoude zyn met den goede Rechten , de inftitutie en fubftitutie te extendeeren , de perfona ad perfonam , en dit uit eenige indiciën of praefumtiën gebouwt, prajtenfelyk op het geene andere desaangaande meer of min billyk of waarfchynlyk zoude voorkomen, zonder dat de Teftateur zich zelfs daar omtrent uitdrukkelyk hadde geëxpliceert. Et enim plaufibiles rationes non fufficiunt, ut pro vocato habeatur, qui a Testatore nee nominatus, nee verbis defignatus eft, ut probant textus in L. quoties 6? L. ftquis ita ei? L. quidam cum Fiiium familias ff. de hceredib. Inftit. 6? L. Labeo ff. de fupellcCt, legata, verba funt Petri Stockmans diCta Curice Brabantice deciftone 24. n. 4. Poft Anth. Fa'brum fëf Anth. Merendam, adde eündem Stockmans dictee Curice decif. 35. & in tractatu de jure devolutionis cap. 11. n. 3. Umm Henderik 7d0 "fideerende, eenigfints is opgeregt, dezelve annulleerende by denzelven Teftamente. tl. 17 n " e"ei'S'^ue en k!aare wyze alzo haare wille en inten. t,e ,tdrukkende, dat zy niet alleen revoceerden alle de Tefta. muuane difpofmen in de gezegde Huwelykfche Voorwaarden begreepen, maar dat zy wel uitdrukkelyk ook chanïee™ eï ffifftV8. -5 feClUÖe Van ^eenCchnp in die Volwaarde lezelvo H^f??™ ™utuo confil t^lZjUWe'ykfchj Vo°™aarden alzo annulleerende of ver. nietigende, en mitsdien zich in die periode expreffelyk bediend hebbende van alzulke woorden en expresfiën, die nodig en S tig zyn tot verbreeking van een teloren opgeregt Snnft van feclufie van gemeenfchap, en die geenfints noodf keMc gf requireert wierde tot een fimpele revocatie van de 1iZ&Mn Teftamentaire ,n het voorfz. Contract geinfereert, als elke ón der de voorgaande generaale revocatie al bereid füllLte yk ge-' noeg waren begreepen : men voege daar by, dat een onrérert Contraft naderhand door wederzydfche Contrahenten .Senf lyk te revoceeren en te annulleeren, nietwes andeffl „i dan dat de Teftateuren of ContrVhcntoï het'gï A x heele  246 CONSULTATIEN en ADVYSEN. ïvcle Hvwclyks Contract, ftellen buiten cffeft, hetzelve verklmrende nul, kragteloos en van geencr waarde: Qjiemadmodum enim païta antenuptialia mutm confenfu conjugum ineuntur , ita eUam muntuo confenfu diffolvi atque rmitari poffunt. hem, quod res facüe revertatur ad faam naturam, adecque ad jus commune. Vide Matih. paroemia juris 2. n. 58. in medio Item Goris adverf. Vratlat. cap. 8. » 0 & 10 Leerende het Recht, dat de woorden van een opgéregt Contraft te annulleeren, dat van nul en onwaarde te verklaaren, eveneens is als hetzelve te ftellen buiten alle effect, fecundum juris vulgata axiomata: Nullum eft, quod nullum producit effeÜum. hem nullum producit effeEtum. Item nullum effe, vel Jtne effectu, Paria funt, nullum quod eft, jus tribuere non poteft , et nullum quod eft, perinde eft , ac fe nullo modo fatlum eft et, uti id ex multis tam juris quam D. D. auttoritatibus refert Auguft, Barbofa m Iractatu fuo particulari de axiomatib. juris ufu frequentiorib. axiomate 164. in verb. nullum. Zulks dat de Teftateuren notoir van die gedagten zyn geweeft, en gepraefupponeert hebben, dat gelyk als tot de Teftamentaire difpofitiën in het Huwelyks Contraft vervat, genoeg was een fimpele revocatie van elk der 1 eftateuren difpofitiën Teftamentair, het in opzichte van de gefi.1 puieerde gemeenfchap van goederen, in de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden geinfereert, vereifcht wierd, dat zy lieden beiden ge. zamentlyk moeiten concurreeren , en met nog fterker expresfiën nodig hadden te fpreeken, om dienaangaande haare wille en intentie te betuigen; zich derhalven particuherlyk bediend hebbende van de woorden, dat zy hun opgeregt HuwelyKS Contraft waren annulleerende: hebbende de Teftateuren, ten derden, daar en boven nog in 't vervolg van hun voorfz laatfte mutueele Teftament op geen ander fundament (als namelyk dat den boedel door de gezegde annullatie der Huwelykfche Voorwaarden gemeen zoude wezen,) malkanderen konnen mftituee. ren tot univerfeele Erfgenaam, mits in cas van agterJaatingc van Kind of Kinderen , den langftleevende reciproquelyk belaftende met de alimentatie en opvoeding derzelve, met baar te laaten ftudeeren of leeten een ftyl van negotie , koopmanichap, o£ andere exercitie, en daar boven ten mondigen daage ot hu- W6-4-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 347 welykcn ftaate gekomen zynde, met eene reciproque uitreiking van ƒ 8000 guldens, in plaats en tot voldoening van derzelver legitime portie, welke belafting immers van ƒ8000 guldens niet alleen anderiints inutil en onmogelyk , maar ook ten eenemaal ridicul en abfurd zoude zyn geweeft in opzichte van de Testatrice, en het weinige by haar aangebragte goed, 't welk van haar zyde in dien korten tyd van haar huwelyk door geeneeiffenilTe of anderfints was vermeerdert, in cas zy lieden beiden niet waren geweeft van dat verftand, intentie en begrip, en 't welke zy met 'er daad daar mede betoonde, dat zy door de annullatie of verbreekinge van de opgeregte Huwelykfche Voorwaarden, de gemeenfchap der goederen en de boedelmenging, volgens het Landregt, -in haar voorfz. laatfte Teftament wederom hadden geintroduceert, en na hun dood gedaan ftand grypen, argumentum ab abfurdo ?ft fortisfimum. Vide Everhard. loc. legal cap. 23. n. 1. Als hebbende de Conthoralen niet alleen verbo annullatoriis, & -cjaufulis revocatoriis in Teftamento infertis, gezamentlyk , door die wederzydfche egaal geordonneerde uitkeering van alimentatie en ƒ 8000 guldens, zo wel in opzichte van de Teftatrice als van de Teftateur, eerft ftervendé, maar daar en boven nog ipfimis rebus & fattis, betoont en te kennen gegeeven, dat de feclufie van gemeenfchap bevoorens by huwelyks Contraft geftipuleert, door haar lieder exprefle en laatere" uiterfte wille in de voorfz. mutueele Teftamente was verandert en geannulleert, en dat in contrarie van dien de gemeenfchap der goederen wederom was levendig gemaakt; weshalven alhier zynde tam clara mum leftimonia, daar door alle raifonnementen en dubitatiën daar tegens moeten ceffeeren en uitgeflooten blyven : Ouemadmodum enim m legibus nihil interefl, fufragio populus voluntatem fuam declaret, an rebus ipfis & factus? I. 32. D. de legibus, ita etiam nihil differt fenptura an ratione jus legis conftitmt Teftator infuo Tesiamento, quando et legem ratio commendat, Ita Gothofr. 'ad l. 32 ■& ad l. 48. §. 3. De JEdilit. Editlo. ubi de fervo vintto vendito. Idem Gotnofred. addit. quifervwn vinctum vendit, fótione de fuga non tenen , multo enim amplius eft id facere , quam die ere in vinculis X* * fuis-  348 CONSULTATIEN en ADVYSEN. fuiffe, adde Mornac. ad d. I. 32. & ad l. 48. §. 3. ubi tradit Molt. ■naam ad confitet. Parif. §. 14- Glojf. 3. n 28. & 29. & hoe text» oftendere; fatta verbis potentiora effe oportere, qua regula vulgatisJima eft ex l. 5. D. rem rat. hab. Op de tweede of laatfte vraage, dunkt (onder verbetering als vooren,) dat zo wanneer ma ey ken everaerds zig ten tweeden huwelyk mogt komen te begeeven, bet Kind aan haar door den voornoemde M». cornelis van aels t verwekt nog in leeven zynde, dar zy boven haare klederen tot haar lyf behoorende, jure communionis, uit kragte van de boedeimenging of annullatie van den Huwelyks Contraóte in den Teftamente gedaan, moetende genieten dc eene heltte des gemeenen boedels, zy wyders in conformité van de inftitutiè'n in den voorfz. Tes. tarnen te van haaren Man gedaan, niet meer uit des eerft ovcrle*. dens nalatenfchap zal konnen profiteeren als een fomma van ƒ 3000 guldens, en dat zy zal moeten blyven bezitten de weder, helfte, dat is, de verdere nalatenfchap van denzelven haaren Man zaliger, als fchynende des Teftateurs wille en intentie te zyn geweeft, dat zyne voornoemde Huisvrouwe in omnemcafum, 'tzy dat zy hertrouwde, dan niet, echter haar leeven lang geduurenfde zoude blyven in 't bezit van haar Mans geheele nalatenfchap, en dat op haar tweede huwelyk , Kind of Kinderen by hem aan haar verwekt, overig zynde , alle het overige buiten de voornoemde/ 3000 guldens en klederen, geërft zoude moeten worden by de voorfz. Kind of Kinderen, en dat dezelve ontbreekende, in des Teftateurs nalatenfchap eo tantum cafu , zyn gefubftitueert des Teftateurs Broeder voor twee derde parten, en zy m a e y k e n everaerds zelfs voor het refteerende derde part, met deeze expreffe byvoeging, te weeten, dat de gemelde twee derde parten by den" voorfz. Broeder zoude worden genooten en geërft op het affterven van de Teftatrice, en zulks dat zy in cas van Kind of Kinderen, haar leeven lang moetende jouilfeeren van de vrugten en inkomften van des Teftateurs nalatenfchap , onder den laft van dezelve te moeten alimenteeren en groot maaken, met een uitreik'ing van ƒ 8000 guldens pro legitima op haar rnqndigen dage» of huwelyken ftaate, en dat die Kind of Kinderen fterven- " de*  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 34$ de,zy evenwel in het bezit van deszelfs nalatenfchap zoude moeten blyven tot haar dood toe, alzo niet eerder dc uitkeenngc van de twee derde parten aan den gefubftitueerden Broeder geordonneert is, als in cas hy in leeven mogte zyn, hy is dood op het overlyden van de voornoemde maeyken e v e r a e r d s , en vervolgens zy niet alleen zonder eenig Kind of Kinderen kwamen te overlyden , maar dat zy op haar hertrouwen te gelyk geen Kind of Kinderen , door den voornoemde Mr. cornelis van aelst aan haar verwekt, in leevende lyve overig mogt hebben gehad, dat dezelve Kind of Kinderen in dien gevalle zynde , abfolutelyk, et pure gefubftitueert, en vervolgens des Teftateurs al geheele Erfgenaam zynde geworden, niet geoordeelt kan worden eenige verdere fubftitutie plaats te hebben ten behoeve van des Teftateurs Broeder , of dat die Kind of Kinderen ergens in den voorfz, Teftamente met eenig fideicommis zyn belaft geworden, gemerkt hy alleen is geroepen eo cafu, als dc Kind of Kinderen mogten hebben ontbrooken op het hertrouwen, en dat in het tweede geval, in cas van exiftentie van Kind of Kinderen op het hertrouwen , de voornoemde Weduwe milTchien met goed fundament zal vermogen te fuftineeren, dat zy die nalatenfchap van haar Man blyvende bezitten , zulks niet anders kan doen, dan in qualiteit als ufufrucluair, in welke gevalle zy ook bevoegt en geregtigt zal zyn, des noods, tot detraótie van de roo en 200 penningen , in conformité van de bekende Waarfchouwing en Placcaate van haar Ed. Groot Mog. van den 28 July 1674, en eindelyk nopens het ftellen van cautie, 't zy ten behoeve van het Kind by den voornoemde van aelst aan haar verwekt, en op haar hertrouwen in leeven zynde; of ook van des Teftateurs Broeder anthonyvan aelst, aangezien de ondergefchreevene in fatt.0 zyn onderregt, dat over het leveren van ftaat en inventaris des boedels van den overleden Mr. ounelis van aelst, als mede het ftellen van de voorfz. cautie tuiTchen de voornoemde Teftateurs Broeder anthony van aelst Heere van Bouquet, als Rcquirant van roandament van R. A. en poenaal , ten eenre, en de voornoemde maeyken everaerds, ais Weduwe en gefuftittreerfte Erfgenaam, doch Xx 3 cafu  35o CONSULTATIEN en ADVYSEN. gepaffeert op dato den to April 1690, tuffchen den voornoemde cornelis willems h*as vader pieter adriaansz hartloop, en gelet hebbende op de vraage daar uit geproponeert. ö ntonenow , ^unkt (onder c°"eAieO nademaal volgens onderrichting in fato word veronderftelt voor een inconteftable waarheid/dat Zz de  3Ö2 CONSULTATIEN en ADVYSEN. de naatfte Vrienden en Erfgenaamen van de voornoemde grietje aris , denzelve cornelis willems haas r die de langftleevende van hun beiden is geweeft, den geheelen gemeeren boedel, zo en in diervoegen als die by de voornoemde grietje aris met 'er dood is ontruimt en nagelaaten, rusrelyfe en vreedclyk hebben laaten bezitten, zonder denzelven moeiclyk te hebben gevallen met het eiffchen van ftaat, inventaris, cautie of iets diergelyks; en dat het mede eene pofitive waarheid is, dat de voornoemde cornelis willems haas voor zyne voorfz. tweede Echtgenoot marritje pietersz hartloop deezer waereld is overleden, zonder agterlaatinge van Kind , Kinderen of verdere descendenten uit eerdere of verdere huwelyken, dat dan ook regtzinniglyk ,uit kragte en in conformhé van den voorfz. mutueelen Teftamente daar uit proflueert, dat het geregte vierde part het gunt de voorfz. marritje pieters hartloop boven en behalven het geene by haar ten huwelyk is aangebragt , en ftaande huwelyk van haare zyde aan haar is aanbeftorven, mitsgaders de helfte van 't Huis en Erve, ten tyde van het opregten der voorfz. Huwelykfche Voorwaarden by den meergemelde cornelis willems haas bewoond, by de voorfz Huwelykfche Voorwaarden heeft geftipuleert, en aan haar ook belooft en toegezegt is, cafu quo, dezelve cornelis willems haas de eerftftervende mogte wezen , niet moet afgaan van den geheelen boedel en nalaatenfchap van denzelven cornelis willems haas, met zulken verllande , dat de voorfz. Vrienden en Erfgenaamen van zyne voorfz eerftoverledene Huisvrouwe grietje aris voornoemt, maaralleen zoude profiteeren en genieten de helfte van de overige drie vierde parten van den voorfz. boedel en nalaatenfchap", nemaar dat in tegendeel aan dezelve Vrienden en Erfgenaamen competeert de geregte zuivere helfte van dien boedel en nalaatenfchap, in zo verre, dat de Vrienden en Erfgenaamen ■ van denzelxen-eryRNELis willems haas, het voorfz. geregte Vierde part uit haare refpeétive erfportiën aan de voorfz. marritje pieters hartloop moeten opleggen en voldoen. „ Zyn-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. Sö3 Zynde de redenen van advyfe, dat wel waar is, dat de voornoemde Teftateuren en Echtgenooten in der tyd cornelis willems ha as en grietje aris voornoemt, by de voorfz. mutueele Teftamentaire difpofitie malkanderen reciproquelylê dat is over en weder, en mitsdien de eerftftervende de langftleevende van hun beiden hebben genomineert en geinftitueert tot zyne, of haare eenige univerfeele al en geheele Erfgenaam, en dat in alle de goederen, roerende en onroerende, tegen, woordige en toekomende, a&iën , crediten en gerettigheden niets ter waereld uitgezondert , die de eerftftervende met 'er dood zoude komen te ontruimen en na te laaten, om daar mede te doen en te handelen als met eigen vrye goederen, zonder tegenzeggen van iemand, maar dat echter de zodanige reciproque inftitutie verder nog anders is gefchied, als onder conditie en expres beding, dat by aldien de Vrienden en Erfgenaamen van de eerftftervende , den langftleevende den geheele boedel met ruften vreede lieten bezitten, zonder denzelven moeielyk te vallen met het eiffchen van ftaat , inventaris, cautie of iets diergelyks, als alle 't zelve de langftleevende volkomentlyk zynl de geremitteert en toevertrouwt, en dat dezelve langftleevende geen Kind, Kinderen of verdere descendenten uit een tweede of verder huwelyk verwekt, in 't leeven kwam na te laaten, dat in zulken gevalle, maar verders of anders niet, alle de goede ren die de langftleevende met 'er dood zoude komen te ontruimen en na te laaten, gedeelt en genooten zouden worden bv de refpedive Vrienden en Erfgenaamen van de wederzydfche leftateuren voornoemt, half en half, dat overzulks notoirlyk door zodanige conditie en expres beding op den voorfz cor nelis willems haas, als zynde de langftleevende geweeft en die als bevoorens vooreen pofitive waarheid is veronderftelt geene de minfte onluft of moeielvkheid van zvne voorfz. eerdere overledene Huisvrouws Vrienden en Erfgenaamen geduurende zyn leeven is aangedaan, en die ook geen Kind, Kinderen of verdere descendenten heeft nagelaaten, is gedevolveert zekere Ja.t of loorce van fideicommis, om namelyk by geen Teftament nog andere foorte van uiterfte wille , verder , of anders over Zz 2 zyne  364 CONSULTATIEN en ADVYSEN;. zyne na te laatene goederen validelyk te mogen difponeeren, als over de geregte helfte van dien. Hier tegens obfteert niet, dat men zoude willen te berde brengen, dat den voornoemde cornelis willems haas, geduurende zyn leeven, en zulks ook by alle foorten van handelingen onder de leevende, geen het minfte verbod van aliënatie en verteeringe van de voorfz. cafu quo belafte, en by hem aangeuvaarden boedel door de voorfz. mutueele Teftamentaire difpofitie is gedaan of opgelegt geworden , en dat men confequentelyk de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden zoude willen betrekken toten onder de aéte of handelingen onder de leevende. Want hier tegens dient in de eerfte plaatfe tot folutie geconfidereert en opgemaakt, dat de voornoemde cornelis willems haas, na luid van de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden, den voorfz. boedel en nalaatenfchap, dat is, zo en in diervoegen, als hy die voor doode van zyne voorfz. eerfte Echtgenoot grietje aris hadde geacquireert en bezittende was, ter voorfz. tweede huwelyk niet abfolutelyk, en als hem in vob len vryen eigendom toekomende, heeft aangebragt; nemaar in tegendeel met reftrictie en notoire relatie tot de voorfz. laft en conditioneel fideicommis, ('t gunt volgens den voorfz. mutueelen Teftamente ten tyde van zyn overlyden voor de helfte daar op was geintroduceert , en by hem geagnosceert door zig als Erfgenaam van zyne meergemelde eerfte Echtgenoot te draagen,) alle zodanige goederen, als hy in vollen of gebrekkelyken eigendom was hebbende en bezittende. Waar by komt in de tweede plaatfe, dat de voorfz. faculteiten magt aan de voorfz. cornelis willems haas, by de voorfz. zyne eerfte Echtgenoot grietje aris, uit kragte en in conformité van den voorfz. mutueelen Teftamente gegeeven , om met haare nalaatenfchap te doen en te handelen als met eigene vrye goederen , zonder tegenzegsen van iemand, niet verder kan worden verftaan te zyn geëxtendeert, of regtzinniglyk na de waare zin en meeninge van de voorfz. Teftateuren getrokken, dan alleen tot zodanige handelingeen difpofitiën, die inter.vivos effect forteeren, en mitsdien niet minder als tot difpofitiën ,,  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 36-5. fftiën, die na doode van den voornoemde cornelis willems haas, haare kragt en effe ft zoude hebben te genieten, en zulks ook niet tot de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden, die noodwendiglyk dcpendeerde van die conditie, indien de meergemelde cornelis willems haas voor zyne voorfz. tweede Echtgenoot marritje pieters hartloop kwam te overly. den , en overzulks aan dezelve tweede Echtgenoot geen het minfte regt heeft kunnen geeven, zo lange de voornoemde cornelis willems haas nog in leevende lyve was; Conditio enim nihil ponit inejfe, fed differt obligationem. in cafum et eventum ejus, ideoque dies illius difpofiliunis turn demum cedit, cum conditio exif.it mg. I. 8. ff. de per. et commod. rei vend. junÜ. I. 5. ff. quando dies legat. vel fideicomm. cedat. Et ejusmodi paüumvalet in vim ultima voluntatis, et donationis mortis caufa. Wefemb. paratit.^de pact. dotal. infine,Auth. Thefaur. decif. 225. n& 12. behalven dat het in Rechten refolut is , quod cujusque difpofitie poft mortem demum fumit effectum, isque non poffit dici -difponcfe in vita ; Alexand. in l. 61. ff. de verb. obligat. n. 8. diSt. Thefaur. decif. 209. n. 1. qui imo permisfus confumere et alienare, dum vivit , 72072 poffit alicnare in cafum mortis, etiamfi Teftator ufus fit verbo difpofitionis, Peregr. de fideicomm. art. 40. n. 62. et in PraÜica nofira Coren obfervat. 11. n. 26. Men voegt 'er voor 't laatfte by, om te toonen, dat de voorfz'. Huwelykfche Voorwaarden te meer in dit geval behoort te worden aangezien voor eene foort van uiterfte wille, dat boven en behalven, dat de voorfz, mutueele Teftamentaire difpofitie woordclyk medebrengt , dat den boedel en nalaatenfchap. van dezelve Teftateuren, na, de dood des langftleevende van dien , by wederzydfche Vrienden en Erfgenaamen half en half zal worden gedeek en genooten, dat by de Huwelykfche Voorwaarden die notable expresfie word gevonden, dat het gunt de langftleevende van de aldaar benoemde Bruidegom en Bruid door overlyden van de eerftftervende zoude profiteeren , aan dezelve langftleevende zoude komen als haare erf en eige. En waar op dan ook niet ongevoeglyk gepaft word, het gunt gevonden word by Mantica de conjeti. uit, volunt. lib. 10. tit. 4. n. 21. quod licet hceres alicui rogatus refiituere, quod ex hcereditate fuperfit, bonaquidem poffit aliena- Zz 3. rSsy  36ö CONSULTATIEN en ADVYSEN. ft, hoe tarnen intelligitur arbitrio boni viri , quando bona fide faSta eft alimatio. in fraudem autem fubftituti fafta non vakt, en in 'r. voorgeftclde' geval kan niet gezegt worden dat 'er eenige alienatie inter vivos is gefchied , cum nihil ex fubjiantia fit ablatum, vel deminutum, fed Mum pendebat a cafu, et eventu conditioms, zo namelyk de voorfz. cornelis willems haas voor de voorfz. zyne tweede Echtgenoot marritje pieters hartloop mogte komen te lterven , quo fi deficiffet conditio, muil fuiffet debiium, Aldus geadvifeert in 's Gravenhage , den 22 February 1715. (Was getekend) j. a. roukz, jan van der burg, s. tierens en c. bosch. Gezien by de ondergefchreevene het voorenftaande advis van de Heeren en Meefters roukz, van den burg, tierens en bosch, gegeeven in 's Gravenhage, den 22 February 1715-. benevens het Teftament en de Huwelykfche Voorwaarden, daar in gemeld. Dunkt (onder verbeteringe,) by dezelve Heeren wel, en na Rechten en Praftycque te zyn geadvifeert, weshalven de ondergefchreevene zig daar mede in alles is confirmeerende. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 1 Maart 1715- (Was getekend) d. helmans, pet. lep per. LXXXV.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 367 LXXXV.' ADVYS. Wegens de fuccesfie ab inteftato in de Wtftindiën. /bezien by de ondergefchreevene Copie van de Huwelykfche VJT Voorwaarden by- en tuffchen abraham de camp, als toekomende Bruidegom, ter eenre , en judith gallier als toekomende Bruid, ter andere zyde, voor nathaniel strausch, gezwooren Clerq ter Secretarye van de Colonie van Suriname en getuigen opgeregt , en gepaffeert den 3 Auguftus 1709, Ms mede nog her Teftament van abraham de ca m p voornoemt, voor den gedagte nathaniel str a u s ch-, als Subftitut Secretaris van de voorfchreevene Colonie en getuigen , gepaffeert den 5 September 17.14. En voorts in faSto onderricht , dat eerft deezer waereld is overleden de opgemelde judith gallier , nalaatende een Dochtertje, met naame judith sara de camp, uit- en inliet huwelyk met den voornoemde abraham de camp gewonnen. En dat daar na mede is verftorven dezelve abraham de camp, zonder andere Kinderen of Erfgenaamen na te laaten, als alleen het voorfz. Dochtertje ; en beveiligende alzo zvn Teftament voorfz. ook met de dood Doch dat laatftelyk mede hetzelve Dochtertje is overleden in- en geduurende haar onderjaarigheid , en alzo dan ook zonder nazaaten, en zonder getesteert te hebben. b" Maar dat thaifc over de fuccesfie van her meercredaote Dochtertje qusftie is Ontftaan , tuffchen de Collaterale Vrienden van haare Vaders en Moeders zyde; fuftineercnde die van de Moeders zyde, dat aan dezelve Moeders Vrienden zal moeten volgen de eene helfte van de nalaatenfchap van het voorfchreevene verftorvene Dochtertje , en dat de andere helfte van die nalaatenfchap alleen, en meer niet by de Vrienden van 's Vaders zyde zal kunnen" worden geërft en genooten vo!g:ns de Zuidhollandfche Rechten ; daar in tegendeel by de Vrienden van *aVa-  363 CONSULTATIEN en ADVYSEN. 's Vaders zyde word gefuftineert, dat de nalaatenfchap van het verftorvene Dochtertje van abraham de camp en judith g \llier voornoemt, by en tufichen de Vrienden van 's Vaders en van 's Moeders zyde, als alle hetzelve Dochtertje even na beftaande, hoofd voor hoofd, en voor gelyke portiën gedeelt 'en genooten zal moeten worden volgens het Aasdoms recht. Waarom zo word 'er gevraagd. Of de Vrienden van 's Vaders zyde, dan of in tegendeel de Vrienden van 's Moeders zyde, gefundeert zyn in derzelver refpeétive fuftinue? Dunkt (onder verbeteringe,) dat de Vrienden van s Moeders zyde in allen deelen zyn gefundeert in derzelver-fuftinue, en dat mitsdien de Vrienden van 's Vaders zyde ongefundeert zyn in t geene door hun alvoorens is, of word gcprastendeert, invoegen dat de boedel en nalaatenfchap van het meergemelde Dochtertje van abraham de camp en judith gallier, zonder onderfcheid van waar de goederen hetzelve Dochtertje mogen od of aangekomen zyn, althans zal moeten worden geklooft in twee gelyke deelen; en dat alzo dan by ordre het geene gedeelt of wel anders de helfte van de voorfz. geheele nalaatenfchap zal moeten worden geërft en genooten by die van s Moeders zyde, en het andere gedeelte, of wel anders den wederhelfte van de voorfz. geheele nalaatenfchap, zal moeten komen aan de Vrienden van 's Vaders zyde, zonder meer. Om redenen aan de eene zyde, dat by het Oftroy aan die van de Colonie van Suriname gegeeven, (ftaande gedrukt pag. 1025 van het derde deel van het groot Placcaatboek deezer Lande) wel uitdrukkelyk is ter nedergeftclt, dat die van Syriname zich zouden hebben te reguleeren na 't geene by Oftroye en anderfints aan de Weftindifche Compagnie was geaccordeert geworden , voor zo veel bv het voorfz. Ottroy van de Colonie van Suriname daai van niet was afgegaan, of iets anders geftatueert geworden; en dat nu aan de andere zyde, niet alleen uit de voorfz. Octroye . van die van Suriname mede kan worden gezien, dat er wegens fuccesfie ab inteftato niets ter waereld is vermeld geworden, maar dat ook aan die van de Weftindifche Compagnie by den  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 3G0 Qftroye van de Hoog Mogende Heeren Staaten , zynde insgelyks de fuperieuren van die van Suriname, expreffelyk is geaccor. deert (naar uitwyze van den Oclroye ftaande pag. 1245. art. 50. en pag. 1256. art. 52. en pag. 2634, van het tweede deel van'het voorlz. groot Placcaatboek, geconfirmeert by het laatfte Oétroy pag. 1342. vol. 3.) dat namelyk ten opzigte van- of onder derzelver reffort ten refpede van de fuccesfie ab inteftato plaats zoude hebben de Politicque Ordonnantie van de Ed. Groot Mog. Heeren Staaten van Holland van den jaare 1580, met deszelfs nadere Verklaringe van den 13 May 1594. En welke Politicque Ordonnantie en nadere Verklaringe, de voorfz. klovinge ter helfte, voor de Vrienden ten wederzyden van des' overledens Vader of Moeder, uitdrukkelyk medebrengen, wanneer namelyk de overledene geen nazaten acbtergelaaten heeft, en zo wel van 's Vaders als van 's Moeders zyde is beftorven, (als in deezen) zonder onderfcheid van wat kant het goed gekomen zoude mogen zyn; ziet de voorfz. Politicque Ordonnantie en nadere Verklaringe, en in 't byzonder art. 27. En voegt daar by den Heere H. de Groot lib. 2. cap. 27. n. 12. van zyne Inleidinge tot de Hollandfche Rechtsgeleerdheid, den Raadsheer Coren rer. afuprema Hollandice Curice judicat. obferv. 20. en de Refolutie van de Staaten van Holland, conftlio 124. Vol. 1. en confilio 297 n. to. van het tweede deel, en confilio 226. van het 2. vol. van het zesde deel, zynde ook dien conform voortyds op den 12 December 1701. geadvifeert geworden by den ondergefchreevene, met en neffens de Heer Raad Penfionaris de la bassecour, mitsgaders de Meefters jan schrik, francois ardinois en aiueren. Aldus geadvifeert in Amfterdam, deezen April 1715. (IVas getekend) a. van den ende, j. schrik en francois ardinois. n- deel. Aaa LXXXVI.  37o CONSULTATIEN en ADVYSEN. LXXXVI. ADVYS. i». Man en Vrouw mogen fiaande huwelyk , aan elkandercn geen donatiën doen. 2'. Kunnen niet fcheiden van bed, tafel , bywooninge , zonder regterlyk gezag. /"bezien by de ondergefchreevene de annexe Copie HuwelykVJ fche Voorwaarden , op den 13 July 1696, voor jan toornheer, Notaris, refideerende aan den Burg in Texel, en getuigen gepaffeert, by- en tuffchen maarten jansz ham, als Bruidegom, ter eenre, en ma art je jacob s, als Bruid, geasfifteert met haare Moeder engel jansz, ter andere zyde; mitsgaders Copie van'de Rcquefce , by- of op den naam van gedagte maarten jansz ham en maartje jacobsz, aan den Geregte van den Eilande van Texel gepraefenteert; en eindelyk nog eene Cafus pofitie, daar op geformeert , en alle aan deezen gehegt, ■ f, ' • En gelet op de vraagen achter, of neffens cte voorfchreevene Cafus pofitie voorgefteld. Dunkt (onder verbeteringe,) op de eerfte vraage, nademaal dat Man en Vrouwe niet alleen ftaande huwelyk aan eikanderen niet kunnen, nog mogen doen eenige donatiën of giften, tot. tit. Pandeft. êf Cod. de donationibus inter virum et uxorem, maar dat ook nog'wel dn 't byzonder, alle Vrouwen hier te Lande door het huwelyk worden gefteld onder de voogdye van den Man , en zulks dat dan ook de Man handelende met zyne Vrouwe, aan dezelve niet kan eenige de minfte qualiteit byzetten, in of om trent zaaken, waar door ten zyne voordeele iets bedongen of verkregen zoude worden, ciïm nemo in rem fuam author effe queat, per §. 3. Inft. de aut. tut. ge voegt met de leere van Hugo de Groot, lib. r. cap. 5. n. 27. van zyne Inleidinge, dat bygcvolg ook door de fcheidinge en dcelinge, by Cafus pofitie gemeld , de inhoud van het voorfz. Huwelyks Contraft in 'c minfte niet is verbroken, ziet ten dien einde ook de dotirine van den Heer S, van  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 37r 'S. van Groenewegen ad Leg. ik C. ad SCtum Vellejan. &? confil 76 llVX1 NeikrlmiS M*y*°*> ^ dat mitsd en mede ét zelve fcheidinge en deehnge, als van den beginne af aan geweeft zynde nul en van geener waarde, gehouden zal moeten worden even of dezelve nooit gedaan ware jrewppfl- r««. wui"~u * ^ *• convalescant, per ]ura vulgata. ■ "os h/hopJ' !n°g,2 meer °°k' in heü SevaI alhier voorhanden, om dat deeze handehnge ,s aangegaan om door middel van dezelve te fcheiden niet alleen van goederen, maar ook van béd tafel en bywoon.nge, zaaken, die na Rechten en Praclycque,zonde? redenen by decreet van den Geregte na voorgaande genomene kenniffe van zaaken göwettigt , t'eenemaal ongeoorloofd zyn en die overzulks boven de voorfz. nulliteit, ook ,n z" zei-en zouden zyn onbehoorlyk, ilrydig met de Wetten van de Lan de , per ea , qua habet Brouwer de jure connub. lib. 2. cap 20 n l «nform de Willekeuren van deeze Stad « ia vm teftJ?' op de Huwelyks Zaaken aldaar, TontZ^pfo jure nullum eft, l. 5. C de legibus, zo als dit dan zelf?mede bv hen MAARTEN JANSZ HAM en MAAR TJE J ACOBS Wel in diervoegen moet begreepen zyn, dewyl zy na die tyd no* aa! den Ed Geregte van Texel hebben gepraefenteert Requeft met verzoek niet om approbatie van hunne gedaane fcheiS' fak d,ezy wel wiften dat het ligt niet en zoude kunnen^^ve d aagen ? maar om te mogen fcheiden van beden tafel, ten eindéTm zull's verkregen hebbende, dan ook eerft fcheidinge meden anderen van goederen, als welk verzoek om te fcheWen dan imm« toirlyk is onderftellende, dat het daar bevoo 1 o dS "wel' de Mo was geaaan, zelfs in hun eigen oogen , niet e wïheh bende eenig effecf van Rechten. heb" ^ilTaalTede,dan °°k C°nder ve^eteringe,) zal moeten vervallen de tweede vraage, als welke eedi-n is nn fLj * i\ar Hp Hm»pirtr^«-u geaaan is,op fundament,van dat de Huwelykfche Voorwaarden door het doen van de voorf/ fcheidinge reeds zoude verbrooken zyn, contrarie als lX?hn ven nu ten opzigte van de eerfte vraage s JZtn Zullende bygevolg de Weduwe kunnen Lderen ef voor zS Aaa 2 0 " " z mo-  37* CONSULTATIEN en ADVYSEN. mogen in eigendom behouden, niet wel prscife de goederen die Se Man maarten jansz ham by de voorfz. fcheidinge ten deele zyn gevallen geweeft; om dat namelyk hy maar. ten tansz h am in zyn leeven , ze fs buiten die fcheiding, ten regt heeft gehad, om als Man en Voogd, onder de leevende dezelve goederen te verbinden en te vervreemden. Maar is echter dezelve Weduwe geregtigt om te vorderen en als eigen te behouden alle het geene van die goederen nog onverteert en onvervreemt mag zyn, en zelfs ook nog alle t geene dezelve haar Man maarten jansz ham boven dien meerder ƒ anders, mag hebben nagelaaten, en met er dood ontruimt, uitgezonden alleen de klederen van linnen en wollen tot zyn lyf behoorende. Als wezende by de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden uitdrukkelyk verdraagen en onderling vaftgeftelt, dat gelyk hv maarten jansz ham niet anders ten huwelyk kwam aan te brengen, als alleen die zyne klederen, alzo ook in dit ge. val (als hy maarten jansz ham namelyk voor haar ma artte jacobs zonder Kind of Kinderen na te laaten, deezer waereld kwam te overlyden, zo althans is gebeurt volgens het geene by Cafus pofitie is ter nedergeftelt,) zyne Vrienden en Erfgenaamen daar mede ook zoude moeten afftaan, zulks dat can alle het overige zal moeten verblyven aan haar m a artje jacobs, die net hem maarten jansz ham andeifints ook in den verderen boedel was zittende, en althans ook na Rechten verftaan moet worden, (vermits de nietigheid van de voorfz gedaane fcheidinge,) in die bezitting gebieeven te zyn, niet ander^en met gelyk regt, als of die pnetenfe fcheidinge nooit gedaan ware geweeft, zo hier boven reeds is aangeweezen. ^Znto nimirum a contrarie, quod in jure eft fortisfimum Etquod Verba contentus efio Ma &c. etiam de jure valeant m id, ut reZua pZneantadcoharedes, L 69. §. i.ff. de legatis * vooral ook daar by gevoegt en geconfidereert wordende , dat by- en m ^vervolg van de Huwelykfche Voorwaarden word gezegt, dat . bv- en tuffchen de Erfgenaamen van hen maart je jacobs en maarten jansz ham in het contrarie geval zo hy namelyk eerfttam te fterven , half en half zoude worden gedeelt  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 373* dezelve goederen, waar van de Erfgenaamen van maarten jansz ham anderfints daar te vooren niet anders of meerder als alleen de klederen waren toegevoegt. En waar mede dan ook beantwoord zynde, de derde voorgeftelde vraage. Zo zal daar uit mede moeten volgen het antwoord op de vierde vraage, te weeten, dat dewyl de Vrienden en Erfgenaamen van maarten jansz ham niet anders als de voorfz. klederen kunnen hebben, en dat de verdere boedel, en zulks dan ook de verdere nalaatenfchap van maarten jansz ham, moet blyven voor- en aan maartje jacobs, zyne Weduwe , confequentelyk dan ook de verdiende en thans nog te goede zynde gagiën, niet de Vrienden en Erfgenaamen van maarten jansz ham zaliger, maar aan deszelfs Weduwe competeeren, en als eigen zullen moeten volgen, overmits dezelve gagiën mede zyn uitmakende een gedeelte van den boedel en nalaatenfchap, zo de Weduwe behoort, buiten de klederen , als vooren. Zynde de ondergefchreevene, op de vyfde vraage, laaftelyk mede nog (onder verbeteringe,) van advife, dat offchoon pou. lus hendriks voor zyne Huisvrouwe engel jansz deezer waereld is overleden, zy e n g e l j a n s z echter niet en heeft eenig het minfte regt, altoos om de huur of de vrugten te genie, ten van het Zout Land, in de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden gemeld, alzo die huure of vrugten haar engel jansz by de Huwelykfche Voorwaarden niet en zyn toegevoegt, als alleen in gevalle haare Dogter maartje jacobs voor haare Bruidegom maarten jansz ham zoude komen te overlyden, en niet in uitgeval, wanneer zy maartje jacobs langer, dan hy ma arten jansz ham zoude komen te leeven, Czo thans echter is gebeurt,) gelyk zulks is af te neemen niet alleen daar uit, dat het Zout Land ten huwelyk is aangebragt by maartje jacobs, Dogter van haar engel jansz, en dat maarte n j a n s z h a m en maartje J a c 0 b s, by- en in de voorfz. Huwelykfche Voorwaarden ook alleen zyn geweeft de Contrahenten die wederzyds voor zig, en voor zyne', of haare Vrienden A*a 3 ko-  31*4 CONSULTATIEN en ADVYSEN. komen te ftipuleeren op- en tegen eikanderen refpeclivelyk , zulks dat dan ook dit beding niet en kan worden geconfidereert voor een beding waar by maartje jacobs zich zei ven zoude hebben willen verbinden, maar om dat ook nog wel expres» felyk dit beding wegens het Land immediaat is volgende, na het geval, als zy maartje jacobs eerft en voor maarten jansz ham zoude wezen overleden, en dit dan nog wel met het woord van zich, zynde relatif, en zelfs met een'foort van uitzondering van- en tot het daar immediaat voorgaande, en dat nu immers na de natuurlyke Reden zo wel als na Rechten en Praótycque kennelyk is, quod verba fint accipieada fecundum fubjectam materiam. Et quod adverfativa repetat omnes conditiones , et qualitates prcecedentis. Cum neceffe fit, ut exeptio de regula fit, per jura vulgata. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 17 Juny 1715. (Was getekend) a. van den ende en jan van den ende LXXXVII. ADVYS. j°. Om provifie van namptijjement te ebtineeren op een Obligatie , notariaal gepaffeert, is niet noddg te concludeeren tot kennen of ontkennen van paffeeren derzelve Obligatie. £». Iemand zig behelpende met de exceptie van onaangetelden gelde, moet bewyzen zyn vermeeten, hoe zeer ook binnen de twee jaaren jure noftro. 3". Geen allegatiën altioris indaginis kunnen een verzoek van provifie van namptiffement fluiten. Gezien by de ondergefchreevene Copie authenticq van de Obligatie by ferdinandus de koningh, van Oudenaarde , geweezene Conftapels Maat op het Schip Mehiden, ten dienfte van de Ooftindifche Compagnie der Vereenigde Ne- der-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 375 derlanden gepa/fcert voor jacob regulet, Notaris binnen de Sad Batavia en getuigen; Mitsgaders Copie van de aan fcraafce en conclufie, uit den naame van den Gemag igden van _ p. en-a. van den ende, op en jegens de voornoemde dinandos de koningh gedaan en genomen. Nog dVco/ reétie en nadere antwoorde van denzelve ferdinandp. n£ koningh, daar jegens in Rechten gedaan En nog berigt zynde, dat by den eerdere antwoorde door of van wegens den Verweerder was gepofeert en gefuftineere ge weeft, als of de inhoud van de voorfz. Obligatie ware v'oldaan En dan- op gevraagd. Of de voorfchreeven zaak is gedifponeert tot de provifie* Dunkt (onder verbeteringe,) dat dezelve zaakseer wel is ee difponeert tot de provifie, en dat mitsdien den Verwee der fn alle mamere zoude behooren te worden gecondemnepr™ eerfte fomme ten behoeve van den Wef^SfeSe? Om redenen , dat den Verweerder, hebbende hetPXé'ren n' tekenen van de voorfz. Obligatie in qusftie moeten Se (zo anderfints ook een notariaal en publicq inftrument geen be' kentenifle nod.g zouden hebben gehad, maar zelfs ^mede voor volkome preuve tot zo verre zoude hebben kunnen die nen,) de monbm zich zeiven niet kan behelpen met de excenS van-ongetelden gelde, die anderfints de jure ariH geduurende de tyd van twee jaaren , hem te ftade hebben kunnen2 met alleen om dat van dezelve exceptie van ongetelden gtldebv de voorfz. Obligatie ,s gerenuncieert, maar ook wel in >• byzon oer mede, om dat dezelve exceptie in praftycaue nier ; „ °" picert, ten zulken effecte, dabden 4*!%%^^ wezen ontlaft van de preuve. wair tnA ,iu i? • zoude als Aanleggers gehot/n zyn.' IgSSS aSterum eft probare, per jura vulgata. "Zulks dat in cafZlnife Excipient zyn vermeeten meiilico weet te h..» ! g , liquiditeit en zekerheid, als de Eiffche'vanzvnezvS J *% VMl daan gehad, dan ook hangende het m5fto7ove?de?V««ï^^ geproponeerde exceptie tegen de. ning  S76 CONSULTATIEN K* ADVYSEN. ning op het publicq inftrument handvullinge moet worden gedaan; als te zien is by Groenewegen in zyn Jantekening n. 4. op den Heere de Groot, lib. 3. cap. 5. van zyn Inleidinge, en ad tit. 6. de non numerata pecunia, n. 3. 4. Vinnius ad tit. Inftit. de literar. obligat. n. 12. en Simon van Leeuwen cenf. for. lib. 4. cap. n. 6. 6f cap. 18. n. I. en dat nu immers den Verweerder by zyne gecorrigeerde conclufie van antwoord niet alleen zich zeiven tegenfpreekt, wanneer hy althans fuftineert, dat de Obligatie in quaeftie fimulatelyk zoude zyn gepafleert , zonder dat hem eenig geld zoude wezen aangctelt, daar den Verweerder by het gelibelleerde van zyn eerfte antwoord heeft durven praetexteeren, als of hy den inhoud van de Obligatie aan des Eisfchers Principale met 'er daad voldaan zoude hebben gehad, zaaken die direftclyk met den anderen ftryden, en eikanderen deftrueeren , zo dat aan het eene zo min als aan het anderen kan , of mag worden gedifrereert. Per legem 188. de Reg. juris. Maar om dat ook boven dien den Verweerder niets ter waereld heeft overgeteld gehad, tot bewys van zyne praetenfe exceptie de non numerata pecunia, verre van daar dat het overgelegde befcheid van den Verweerder zo klaar en kragtig zoude zyn, dat hetzelve zoude kunnen balanceeren en overhaalen het publicq inftrument en de judicieele confesfie van den Verweerder, zo nogthans na Rechten en Praftycque wel degelyk nodig zoude zVn geweeft. Per ea quce notat. a Sande lib. 1. titulo 8. def. 3.111 fine. Als zynde de geoffereerde eed van den Verweerder in deeze notoirlyk van geen kragt altoos, zo om dat niemand in zyn eigen ' zaak kan getuigen, en vooral ook niet eenig geloof hebben in een zaak waar in hy zodanig heeft ge varieert en zich zei ven tegengefprooken, als vooren, als om dat ook tegen de provifie teene getuigenifle hoe legaal en compleet die ook anderfints Lae zyn, in Rechten worden geadmitteert, als altoris mdaginis zynde, en zulks ook alleen tot discusfie van de zaak ten princinaale behoorende, volgens de getuigenifle van Sande ter aangetogener plaatfe, en van de Heere Voet ad titulum ff. de re judicat. n, 10. y0  CONSULTATIEN en ADVYSEN. m Zo als ook nog minder reflectie meriteert, dat den Verweerder exhibitie heeft verzogt gehad van de befcheiden, Faclure, mi ZMlud0CU!)Venten' die des Eisfcher Principaale uit Indien zoude hebben ontfangen , eensdeels, om dat men na Rechten demo fnfmgew inftrumenten of bewyzen vermag te vorderen Perl 7. C. de Tefiibus, en anderdeels, om dat na die exhibi «« dan nog eerft onderzogt zoude moeten worden wat er m- of onder d.e geëxhibeerde befcheiden ter matei'" dienende gevonden zoude worden , of ook wel niet, én d t overzulks niet gezegt kan worden dat in deeze inftantie nonen de de provifie vaftgemaakt zoude zyn, het fundament van de geproponeerde exceptie, zo nogthans alhier, en wel ülico zoude moeten gefchieden met de uiterfte klaarheid, zo anderfints dw op tot ftuitinge van de provifie eenig reguard zoude kunnen of mogen worden genomen. 11 or Men laate nu nog eindelyk ftaan, eerft, dat den Verweerder met zo zeer ontkent eenige waarde te hebben ontfangen als wel dat by in plaatfe van dien, zoude hebben mogen gvóV. ftaan met aan des Eiafcher Principaalen uit te leverei zekere ontfangene koopmanfchappen, die dan quafi niet zoude zyni ee weeft m obhgatione, maar in folutione , en dat den Verweerder echter met aanwyft, dat hy wegens die prstenfe goederen zich ooit by des Eisfcher Principaalen aangemeld heeS gehad eiï vooral ook met, dat den Verweerder ter zyne ontlading in ? geringfte zoude hebben beweezen , dat die^r^ffSderen en koopmanfchappen door de Heeren Bewindhebberen van de Ooftindifche Compagnie zoude zyn aangehaalt en geconfisqueerd! zo hy Verweerder echter in alle gevalle gehouden zoude zyn ge! weeft te doen, om zig te dechargeeren was 't mogelyk vin he re-eel en wezent yke;, zo hy Verweerder praWlyk voorleeft in de voorlz Obligatie opgefiooten te zyn, hoewel ook daS dit alles niet zoude kunnen opereeren tegen des Eisfchei Prin c.paalen, die derdens zyn, en aan wien zlias van stad^ Cmet wien den Verweerder originelyk heeft gehandek ? d? fomme.in de Obhgatle begreepen, gedelegeert en oveigewezen heeft gehad en welke mitsdien niet behoeven te veSwoor- u. dell. bb5 dcn?  373 CONSULTATIEN en ADVYSEN. den, wat den Verweerder anders dan de Obligatie dicteert, buiten hem met den Delesant en Overwyzer mag hebben geeon tracteert. Per l, 12. I. 13. Êf l. *9- f-de novat- L 5- §• 5- dc doli mali except. i 5. Êf L 7. Cl eodem. Adde Joan. a Sande cap. 13. in fine de abt. cesfione. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 1 July 1715. (JVas getekend) a. van den ende. LXXXVIIL ADVYS. 10. Arreft fundeert jurisdictie. 2°. Locus rei fitce, fundeert mede jurisdictie. CASUS positie. Hendrik van de wal, in zyn leeven Koopman tot Wezel, en louwens en cornelis louwen, Kooplieden tot Weltzaandam, hebben van eene hendrik de laat, Oud-Burgemeefter en Raad der Stad Bommel, te pretendeeren zekere fomme van penningen, tot welkers verzekerheid gemelde de laat aan hem van de wal en louwens heeft gepaneerd Hypotheecq Brieven van zekere 40 Morgen Lands, leggende in de Beemiter. En alzo gemelde vANDEWALenLouwens, na verloop van eenige jaaren, niet hebben weeten te bekomen eenige intereft, veel min de capitaale zelfs, hebben geraden gevonden Arreft te doen op de huurpenningen onder den ■ bruiker van dito Landeryen, en 't zelve Arreft doen decreteeren door- of voor den Ed. Gerechte van den Beemfter* en vervolgens lettere Requifitoriaal geligtaan de Ed. Achtbaare Gerecnte van°Bommel voorfchreeven, ten einde gemelde de laat voor de Ed Gerechte van de Beemiter mogt worden overgedaagt, welke overdaaping by den Ed. Gerechte van Bommel zynde geaceordeert, dengerndde de laat is overgedaagt geworden, om  CONSULTATiEN en ADVYSEN. 3?9 tegens den 6 Auguftus te antwoorden op zodanige eifch en conclufie, mitsgaders verzoek van provifie, als jan volmeer als Procureur van hendrik van de wal en gemelde louwens, ten dage dienende, zal willen doen en neemen , zo is hy de laat, of iemand zynentwegen, voorde Ed. Gerechte van de Beemfter gecompareerd, doch in plaats van te antwoorden, geproponeerd de exceptie declinatoir of renvoy, in deeze navolgende termen. Den Heer overgedaagde zegt, dat in cas fubjea,waar in men zal moeten difputeeren over eene reëele attie , de jurisdictie van deezen Achtbaare Gerechte niet is gefundeert, concludeert daarom ten fine van niet onfankelyk, en dat de party met haare quaeftie, behoudens de waardigheid van deeze Vierlchaar , zal moeten gerenvojeert worden aan den Gerechte van Bommel , zynde des Overgedaagdens daaglyfcfche en competente Rechter cum expenjïs. Word gevraagd. Of de gemelde exceptie declinatoir of renvoy, na Rechten eenigfints is gefundeert , dan of gemelde de laat gehouden is voor gemelde Ed. Achtb. Gerechte van de Beemfter, op de overgelegde eifch en conclufie , mitsgaders verzoek -van provi. fie, peremtoriè te antwoorden, immers en ten minfte ten tweede fine, op poene van verftek ? , Gezien by de ondergefchreevene de voorenftaande Cafus poft. tie, en gelet op de vraage daar uit geproponeerd. .Dunkt (onder verbetering,) dat de geproponeerde exceptie van renvoy in geenen deele is gefundeert, en dat mitsdien de Heer de laat gehouden is om op den eifch en conclufie in deezen gedaan en genomen, peremtoriè te antwoorden, immers en ten minfte ten tweede fine ; om redenen, dat men hier te Lande verfeert in materia arrefti, die zo wel ten platten Lande, als in de refpeétive Steeden , jurisdictie fundeeren tegen Vreemdelingen, (als in deezen tegen de Heer de la at, die binnen Bommei, en alzo buiten de Provintie van Holland woonachtig is,) gelyk als dit is van zodanigen notorietelt, dat daar toe bewys Bbbz te  S8b CONSULTATIEN en ADVYSEN. te rcquireeren, zo veel zoude zyn als een kaars op den middag te willen hebben aangeftoken. Hoewel men ook nog ten overvloede zoude kunnen zien Bort, in het eerfte deel.n. 21. en in het vierde deel n. 42. van zyn Trattaat van de Arreften, en Joan Voet ad tit. f. de judiciis m 42. En dit dan zo veel te meer in cas iubjeft, daar de Heer d.e laat de fchuldkenninge in quaeftie niet alleen voor den Ed. Gerechte van de Beemfter, plaatfe, alwaar het voorfchreeven Arreft is gedaan , heeft gepafleert gehad , en dat overzulks alhier met- en neffens het voorfchreeve gedaane Arreft is concurreerende, loeus contractus, et folutionis , waar door dan beiden, en ieder in 't byzonder de voorfchreeve jurisdictie nog des te meer en kragtiger word gewettigt en gefterkt, maar ook nog, om dat het hypotheecq, zo voor de fchuldkenning is geconftitueert geworden, onder den Gerechte van den Beemfter is gelegen , en dat overzulks , by zo verre de Heer de laat by continuatie onwillig of in gebreeke moge blyven , om de verfchuldigde fomme te betaalen, 't zy ten principaale of by provifie , het geconftitueerde hypotheecq door middel van executie niet anders als door den Ed. Gerechte van de Beemfter gediftraheert, gedecreteert en gelevert zoude kunnen of mogen worden. Invoegen of men fchoon alhier wel abufivelyk pratexteert , dat 'er zoude worden geageert reali atlione, daar men ter contrarie perfonalem aÜionem ex mutuo inftitueert, waar van het hypotheecq alleen een accesfio is, qua fequitur naturam principalis, dat hetzelve prastext de reali atlione , als het al reëel was, zelfs nog te meer tot juftificatie van den Arrefte, en tot fundeering van de jurisdiétie zoude kunnen en moeten dienen , om dies Wil , dat locus rei altoos de jurisdictie per fe gewoon is te fundeeren in vindicatione, aut reali atlione, zonder dat de zaake elders en buiten die plaatfe^ geventileert kan, of mag worden, zo dat daarom ook de Privilegiën van de Steeden in Holland de non arreftando tegen reaale actiën geen plaats hebben, ziet Simon van Leeuwen, in zyne Aantekeningen op Peckius, van de Arrellen, cap. 4. n. 21.. en de Profeffor Voet ad dittitin tit. f. de.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 3»r judicüs n. 142. en de Advyfen van de Hollandfche Rechtsgeleerden aldaar refpectiveiyk geailegeert. ' Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 17 Auguftus 1716. (JVas getekend) a. van den ende, d. helmans, francois ardinois en j. schrik. LX XXIX. ADVYS. Realia privilegia ad haredes, aliosque fucceffores transmittuntur, en kunnen by cesfie en handelingen onder de leevendigen af geftaan worden. Gezien by de ondergefchreevene zekere continuatie van een Octroy by de Hooge Overigheid verleent aan servaas van der wielen, gedateert den 8 Auguftus 1713, waar bv aan denzelven voor hem , zyn Kinderen , en Erfgenaamen, geduurende den tyd van vyfcien jaaren, word gepermitteert, om met uitflumnge van alle anderen, binnen deeze Lande te mo^en maaken en gebruiken zekere by hem geinventeerde Inftrumenten, om Kley over de Dyken, als anderfints te werken, zynde voorts m faSto onderricht, dat ser vaas van der wielen eemgc tyd herwaards is overleden, nalaatende twee Zoonen eii een gehuwde Dochter, als mede dat vervolgens een van de twee Zoons en de Dochter zyn geftorven , nalaatende ieder van hun eenige zeer jonge Kinderen van de Vrouwelyke fexe. En gelet op de vraage daar op- en over gedaan, nameivk Of het effeót van *t voorfchreeven Octroy moet geoordeelc worden op de voornoemde Kindskinderen van servaas van der wielen te zyn overgegaan, dan of zyn eenige overgebleven Aoon alleen tot bet„.voornoemde O&roy is bevoegd en gerechtigt? ' b Ten tweeden , of het werk dat geduurende het leeven van Je Bbb 3 drie--  3$2 CONSULTATIEN en ADVYSEN. drie Kinderen van servaas van oer wielen voornoemt was aangenomen of gecontinueert met de voorfchreeven Inftrumenten, door de overgebleven Zoon met voorgemelde minderjaarigen moet worden gecontinueert, of dat hetzelve mede op hem' alleen is gevallen. Dunkt (onder verbetering,) op de eerfte vraage, dat het regt van en tot het voorfchreeven Ottroy moet verftaan worden mede overgegaan te zyn op- en ten behoeve van de Kindskinderen van ser va as van der wielen, en dat mitsdien de eenige althans nog overgebleven Zoon tot hetzelve Octroy, en de continuatie voorfchreeven, en 't regt daar uit proflueerende, niet privativè en alleen is gerechtigt Om redenen, dat het Octroy, en de continuatie van dien, alhier in quaeftie, niet is een Privilegie uit eenige perfoneele confidentie voor servaas van der wielen particulier, en alleen bene placito van den Souverain verleent, nemaar, dat hetzelve Octroy en de gifte van dien , tot zyn fundament heeft de inventie van de geoctroyeerde Inftrumenten, en het dedomagement van de tyd, en de koften daar aan gefpendeert, en dat het hard zoude zyn, dat by manquement van zodanigen Octroy , Vreemden zouden jouifleeren van den arbeid en de koften van den Vinder, zo als dit alles uit den text van den Octroye is te zien en te leezen. Realia autem privilegia, utpote quce caufce & rei co~ hcerent, ad hcereies aliosque fucceffores transmittuntur , l. 196. de R. 7 <Üf l. 7' pr. c? 8. ff. de exept. Het welk ook na Rechten zo verre gaat', dat zelfs zodanig Privilegium reëel by cesfie, en verhandelinge onder de leevenden, op anderen kunnen afgeftaan en overgelaaten worden, L 68. de R. J. & l. 29. ff. de re judic. En op welke grondenden Heer Hugo de Groot ook voortyds heeft verftaan , dat een Oftroy verleend mede op de inventie van eenige Inftrumenten, als reëel zynde, met effect verhandeld en oetranfportoert heeft mogen worden aan- en ten behoeve van iemand anders, na uitwyzen van het 187. gedrukte Advys m bet tweede ftuk van het derde deel der Hollandfche Rechtsgeleerden. Zonder dat hier jegens doet, dat by het voorfchreeve Oaroy, en de continuatie van dien, word gezegd, dat het Octroy en de con-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 3g3 continuatie was verzogt, en oó* geaccordeerd, zo voor hem seuvaas van dek wiel en , »fe voor zyne Kinderen en Erfgenaamen, dewyl voor eerft uit die claufule ook des te mee» is beende, dat die Odroy niet is perfooneel, of gefundeert co eenige perfooneele gratieufe qualiteiten, die in den perfoon vaï den Verzoeker zoude refideeren. Aangezien immers die Kinderen en Erfgenaamen , niet alleen niet waren Verzoekers, maar ook zelfs onzeker, en ganfeh onbekend, zulks dat op derzelver perfoonen of particuliere qualiteiten by den Souverain per renimnaturam met kar, zyn gercfltcteert geween. En dat gevolgelyk die claulule van Kinderen en Erfgenaamen zelfs nog meer is Verfterkende t voorfchreeven gerefolveerde, van dat in deezen het Oclroy van de continuatie voorfchreeve wel deselyk is reëel & quod caufa non perfona datum f uit, wanneer zeifs al de natuur Van de zaake zulks niet uitleverde en medebragt, als nogthans fc alle mamere van ja, als vooren, zo dat dan 't geene ten over! vloede of tot wegneeminge van eenige gevreesde twyfeling in den rxequefte en opgevolgde Oftroye S geinflueerd, immers geene verandering kan maaken in de zaake, of het ree™ elft Abundans enim cautela non nocet, &> qua dubitationis tollend'a caufa' ad iciuntur , non folent vitiare fcripturas. Ten anderen , dat in allen gevalle Kindskinderen, en tweede of volgende Erfeenaa men wel degelyk mede voor Kinderen, en voo^f^ wanneer daar by gezegt worden te zyn Kinderen in den eerfte! Kinderen in den tweeden, en Kinderen in volgende graaden en dat aan dezelve alle,en zulks, zo wel aan den een, als aan de anderen, de naam van Kinderen word gegeeven zo al rlir nnial voortyds mede is aangemerkt, conf föfZl. \ V conf 87 vol. 6. van de Hollandfche Rechtsgeleerden, in gelykê ntanie/e', als' zulks ook gezegt word van Erfgenaamen in de eerfte twêedJ en verdere plaatfen , maar ook fenfu juridico, per l. 84 2or & 220 ff > ILocltfer text in l. 65. § 2. & §. 9. ff. pro fm0t Adde p d v J de duobus fratribus, parte 3. n. 39. ftcundo eafu, Manücam de tacit. &> ambig. voluut, lib. 6. tit. 2 ni , / fontraité des loix civiles dans leur £ Sft ITfiltö Zynde de Vrouwelyke fexe van de Kindskinderen, terwy dezelve nog onder Voogden ftaan, althans niet bekwaam om dV de Viouwelvke fexe, en het trouwen van der Kinderen Moe der en dat dezelve haar Moeder alzo mede heeft geftaan onder" de voogdye van haar Man, zo min magtig is geweeft om rmre ïl dee6!0"1"^11 va" hec X%™ h« vooihreeven oZy  3$6 CONSULTATIEN èn ADVYSEN. met de Inftrumenten, en de werkftelling van dien, daartoe.betrekkelyk, zo om dat de mindere dienft die de Pupillen van de Vrouwelyke fexe aan- en voor het gemeen zoude komen te doen, door andere in hunne plaatfe zal kunnen worden gefupponeert, in gelyker maniere, als zulks mede door of van wegens haar Moeder is gefchied; als dat 'er in alle geval ook in de verdeelinge der profyten, op de meerdere moeite, van de Zoon, ten ergfte genomen, dan nog eenige reflectie zoude kunnen worden gemaakt in discretie. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 10 April 1716. (Was getekend) a. van den'ende, J. schrik, c. Yl'elaar em g. van den ende. XC. ADVYS. Ad veritatem alternativa, fufficit alterutram effe veram. ezien by de ondergefchreevene den Teftamente van wylen VJT den Heer pieter dirks van hogeveen, eerft onder de hand by zyn Ed. getekend op den 25 July 1655, en vervolgens den 23 Auguftus van denzelve jaare beflooten gepasfeert voor arent jochemsz raven, Notaris tot Leiden, en zekere getuigen, en voorts op den 11 November van den jaare 1661, na doode van den gemelde Teftateur , door den Notaris arent raven, in 't byzyn van getuigen, ten verzoeke en ten overftaan van verfcheide Vrienden geopend. En daar op in fatto onderricht, dat mar gare tha van. hogeveen, Weduwe van Mr. nicolaas van swaans. wyk, en Zufter van den voornoemde Teftateur, daar na overleden zynde, nagelaaten heeft gehad haaren Zoon gerrit van swaanswvk, en dat dezelve gerrit van swaanswvk insgelyks geftorven zynde, heeft nagelaaten twee Dochters, met ^ 9 naame.  CONSULTATIEN es ADVYSEN. ,V. naame margaretha helfnta »m« gaders gerarda van s""isVvK SWAANsw™> 49- Doch datMARGARETHA HELEva getrouwt is voor haare vvfenrwinrfnjvanswa * ns w y ic we! is verftorven zonder n^^e^Tor ff' °°k vyfentwintig jaaren gekomen te zyn oerdom van Zulks dat nu de vraage is Of de goederen die m a r g a r e t h a h e > » m . wyk, m kragte van den voorfchreeve^ Teftan enSWAAKs" dirksvan hoge veen, haare Ort had, verftaan moeten wVrde velden te ^ ge" behoeve van gerarda van\ Zyn £eweeft ten Dunkt Conder correlie^ Vt^^S'dÏTï ^ tha HELENA va'n S w a A N t vervolg van het zesde deel der Hollandfche Rechtst \ , leerden alwaar ook gerapporteerd worden Sententiën van fen X jo7. part. 1. Ub. 3. c. ir. n. 10. Stokmans decif. T2. R tod cnL fü. 70. vol. x.van de ütrechtfche Confult. dwiar menlZdvH Gewysdenszal vinden, immers als dc difpofitienuftkrZl l™ vermeit van den boedel, of een quote of gedeelte van dien, maar datt  m CONSULTATIEN en ADVYSEN. dat difpofitiën alleen concerneeren maakingen van een geldfomme of certa rei, (zo als allefints in deezen) en dat aan de andere zyde , de voorfchreeve Misfive uitdrukkelyk medebrengt een Ondertekening van den Teftateur , zelfs in prefentie van een Notaris gedaan, waar by iterativelyk aan den Notaris f. meer. hout, die over het folemneel Teftament neffens getuigen had geftaan, door de Teftateur word gerecommandeerd het effect van de ampliatie en verandering in de voorfchreeve Misfive begreepen , en zulks te bezorgen, dat die zyne Teftateurs Ondertekening, zo die genoeg of wel was, aan de voorfchreeve Tes» tamente te annexeeren, na deszelfs goeden raad, zo het eenigfins konde beftaan ; als welke in diergelyke expresfiën , of fchoon dezelve wat gebfekkelyk en confufelyk door den anderen in- of by die Misfive gcmelleerd mogen zyn, echter op de voorfchreeve zin uitkomen, en zulks wel klaarlyk te kennen geeven de ernftigen wil en begeerte van den Teftateur. Qua voluntas quibuscunque confetta fintentiis, vel in quolibet loquendi genere formata, yalet, i. 15. C. de Teftamentis, nee errore fcribentis teftamentarii voluntas mutari non debet. Qjiando minus fcriptum, plus nuncupatum videtur ,1.5. 6. Eodem titulo, quin ê? ambiguitates, impcritia, defidia aut prapofterationes teftamenta conferibentium non vitiant difpofitionem, L 24. &f /. 25. C. eodem, femper enim voluntas defuntli in aflimatione judicis eft per l. 7. C. de fideicommisfis, qui veftigia voluntatis ficquitur, l. 7. C. de fiervis neceffariis haredibus infiituendis. Zo dat dan ook hier jegens niet gezegt zal kunnen worden, als of de Teftateur alleen voorgenomen zoude hebben gehad te difponeeren of de ampliatie en veranderinge door den Notaris meerhout eerft te doen maaken, en dat bygevolg alhier alleen-zoude zyn een deftinatie of voorneemen om te difponeeren, zonder meer, waar aan praetenfelyk niet gedefereerd zoude behoeven te worden, per l. 29. ff. qui teftamenta facere posfiunt, aangezien alhier als vooren word gevonden, eene volkomene verklaarde uiterfte wille, op eën wyze, die na Rechten en Praótycque is gemut nieert mét zyne behoorlyke folemniteiten, zo tot bewys word I gerequireerd by en vermogens de claufule refervatoir in den ' Teftamente zelfs geinfereerd als vooren, en welke betuiginge van  CONSULTATIEN en ADVYSEN. m van des Teftateurs wil alleen aan den Notaris is gezonden om aan deMinuute van zyn Teftateurs voorige Teftament geannexeerd te worden, hoewel zulks ook niet pracife nodig was, en well e aangaande hy Teftateur zig evenwel heeft gedra'gen tot he ot deel en den goeden raad van den Notaris, zo als het beft zoude beftaan, als boven. Qua autem abundant, non folent vitZefcrit turas l. 94. ff. de regulis juris, fuperflua eMm non nocnt, ft §. 6. ff de auro, argento legato. Et quce dubitationis tollend* alfa adpciuntur jus commune non leedunt, l.Zl.ff. de reg. jur Aldus geadvifeert in Amfterdam, den ... juny i7j5. (Was getekend) A. VAN DEN ENDE. XCII. ADVYS. Echtelieden ftaande huwelyk , met gemeene concurrentie by uiterfïe ml verandering m hun Huwelykfche Foorwaarden gelaakt hebbende, mogen nogthans pfniteeren, en zig weder aan de Huwelykfche Foorwaarden houden. Gezien by de ondergefchreevene Copie van het TeftamentVan cornelis willems haas en griette AT zyne Huisvrouw, op den 26 December 1685. genaffeert vom- ret je piete rsz ter h ar tlo o%/ter^ andere zyde En voorts mfaiïo onderrecht, dat niet alleen o et™aris u"^L,,SOVer,edenzondern?>°azMte°^ u d d jv;n  3Q4 CONSULTATIEN EKf ADVYSEN. En voorts gevraagt, wat regt de Vrienden en Erfgenaamen ab mtefiatê van de voornoemde grietje aris, in haar leeven eerdere Huisvrouw van hem cornelis willemsz haas, zyn hebbende, op- en tot den boedel by hem cornelis willemsz haas en m arretje pieters ter ha ut loop bezeeten , en zo als die boedel op het overlyden van hem cornelis willemsz haas geeonftitueerd en bevonden is geweeft. Dunkt (onder verbetering,) nademaal cornelis willemsz haas en grietje aris, in der tyd Echtelieden, hier vooren gemeld, by hun voorfchreeve Teftament van den 26 December 1685,' eikanderen over en weder hebben geinftit'ueerd en gefteld gehad, tot zyn of baar Erfgenaam univerfeel, om met alle de goederen, geene ter waereld uitgezonderd, te doen en te handelen (NB.) als eigen vrye goederen, zonder tegenzeden van iemand, en zonder ook eenige andere conditie of beding daar by te hebben gevoegd, als alleen dat wanneer des eerftoverledens Vrienden den langftleevenden der Tellanten ruftelyk en vredelyk hadden laaten zitten, &c. en wanneer dezelve'langftleevende dan ook nog zonder Kind of Kinderen of verdere descenten, uit een tweede huwelyk verwekt, in leeven na te laaten, kwam te overlyden, dat als dan (NB.) alle de goederen die de langftleevende met de dood (i\B.) zoude ontruimen en nalaaten , zoude worden geduld en genoten by de Erfgenaamen van de Teftanten refpeétive half en half, en dat zy grietje aris, by denzelve Teftamente, ook voor haare Erf. genaamen ten opzigte van haare portie of helfte heeft verklaard haare Erfgenaamen ab inteftato, zo de doode hand op het overlyden als dan zoude wyzen. Dat overzulks de Vrienden en Erfgenaamen ab inteftato van haar grietje aris, althans wel gerechtigd zyn om te eisfchen en te genieten de eene helfte van de goederen by cornelis willemsz haas nagelaaten, vermits dezelve zonder nazaaten is overleden, en ook geduurende zyn leeven niet » bexnoeijelykt geworden, maar dat daar omtrent echter in agtinge te neemen zal ftaan, dat onder de nagelaatene goederen van hem c o  CONSULTATIEN en ADVYSEN. m cornelis willemsz haas, niet zullen mogen worden ge. rekend, en zulks dan ook voor alle deelinge, zo anervolJn, den voorfchreeve Teftamente van cok nYlTs wiïlrl ™ haas en grietje aris, thans tuffchen de Vrienden en Erf genaamen der gedagte Teftanten wederzyds ter helfte zal wor Si f.an'/Ullenim°eten JWOrden afgetrokken en voldaan,niet ■ alleen alle de goederen, die zy marretje pieters ter hartloop ten huwelyk heeft aangebragt en aanwerft sehafl d"lenrw°o0kinK0g 'V™*' ?Vm ^ «een« * de° ^loven dien word bevonden, en by hem is bezeeten, niets uitgezondert als alleen dat de helfte van het Huis en Erve waar in hv c o r nelis willemsz haas was woonende, mede nog gededu. van het voorfchreeve deelbaare wederzyds ter helfte gebragt zal mogen en moeten worden, als zynde aan de eene zyde uit de voorfchreeve Huwelykfche Voorwaarden by- en tuffchen hem cornelis willemsz haas en m a r r etje piet EliS ter hartloop, voor bande van huwelyk opgerecht, zeker en klaar, en zelfs ook daar by genoegzaam met zo veel woorden te leezen,hoe dat door- en tuffchen dezelve toekomende Con thoraalen onderling is bedongen en beloofd refpeftive, dat bv vooroverlyden van hem cornelis willemsz haas zóndeï Kind of Kinderen of verdere descendenten, zo als thans ge gebeurt is, aan haar marretje pietersz ter hartloop alle het bovengemelde zoude moeten volgen als haar erf en eigen , en dat gevolgelyk het verdere en overige van w ne in dien boedel dan nog was bevonden, aan hem cornelis hVhï™/" HiAf ZaIigCr' °f U'el ^ f«cceffeuren of regt! hebbende, zoude komen te verbly ven; mitsgaders dat het nu immers aan de andere zyde na Rechten en Praótycque iet m£ der refolut en conftant is, dat alle Contracten en Aclë, oiTder de leevende, en de verbinteniffen daar uit refulteerende" dQ goederen en middelen van den Contrahent zodanig affecfeeren, da zodanige Contrahenten fenfu juridico of wezentlyk niet ver ftaan kan worden iets met 'er dood ontruimt en nagelaaten te hebben gehad, zo lang de fchulden en de gemaakte verbinténL- Ddd 2 fe4  396 CONSULTATIEN en ADVYSEN. fen niet zyn voldaan, en daar van afgetogen , volgens de bekende regul van Rechten en Praftycque, medebrengende, quod bom non dkantür, nifi quce deduÏÏo cere alieno fuperfunt, per l. 32. ff. de jure dotium l. 11. ff. de jure fisci, l. 39. §. 4- ff- de verb. fignif. & l. fin, § fin autem C. de bonis quce liberis. Zonder dac hier jegens zal kunnen worden ingebragt, dat de 'voorfchreeve ftipulatie by Huwelykfche Voorwaarden gedaan, zoude zyn een foorte van een reglement van fuccesfie, waarom ook hetzelve voor een fpecie van uiterfte wille te confidereeren zoude zyn , en dat bovendien ook zodanige gratificatie (als in deezen) zoude wezen frauduient, en uit dien hoofde in allen geval ook in prejudicie van de difpofitie der Teftatrice grietje aris zaliger niet zoude kunnen beftaan, Dewyl tegen het eerfte poinfb van de voorfchreeve twee gemaakte difficulteiterf diend, of het fchoon al waar zoude mogen zyn , dat de Huwelykfche Voorwaarden al zoude moeten worden geconfidereerd voor een foorte van reglement van fuccesfie, dat nogthans zodanige reglement van fuccesfie niet fubfifteert of beftaat, als een uiterfte wil, maar dat hetzelve zyn effect, heeft, en nagekomen moet worden als een contract, zonder dat hetzelve is revocabel, per ea quce notat Groenewegen ad l. 11. C. ad SCtum Veilejanum, zo anderfins alle uiterfte willen zyn, per l. 4. ff. de adimendis legatis, tot.zo verre toe , dat de Echtelieden, ftaande huwelyk, met gemeene concurrentie, by uiterfte wille daar in verandering hebbende willen maaken, van die veranderinge altoos weder kunnen pceniteeren, en zich aan het geconvenieerde by Huwelykfche Voorwaarden, des onaangezien, mogen houden, zo als dit is van een publycque notoiriteit, en ten overvloede mede nog gezien kan worden uit het geene de Couftumiers van deeze Lande getuigen, conf. 32. vol. 4. conf. 26. vol. 5. en conf. 41 en 42. vol. 6. part. 1. van de Holland, fchèRechtsgeleerden, en aldaar ook in den Appendix, en nog conf. 14. vol. 2. conf. 21. & 78. vol. 3. van het Nederlandfch Advysboek, të'novisfime D. Joan Voet ad tit. ff. de paSt. dotalib. n. 63. Zo dat dan dit Huwelyks Contraa alzo weinig, ja nog veel minder als tenige andere Contracten, aan hem cornelis willemsz  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 59? haas kan weezen verboden, niet alleen om dat het huwelyk alfenthalven is favorabel , en waarom ten dien refpecte, naar onze reden, de convenriën gemaakt by of in Huwelyks Co'ntrac ten, wegens de fuccesfiën, beftendig zyn, en ni rem contraStus effect forteeren, per ea quce idem notat Groenewegen ditto loco et ad l. 15. C.de, pactis, Hugo de Groot lib. 2. cap. 12. n. 15. van zyne Inleiding. Gail. 2. obf. 126. n. 2. Anth. Faber C. lib. 5. tit. 0. def. 67. ê? 68. &c. N. Laan ad Confuet. Leodienf obf. 69.'{f 531. ne quidfcilicet res publica capiat detrimenti, door agierblyven van huwelyken , die anderfins geen voortgang zouden hebben gehad maar inzonderheid ook om dat zelfs, buiten de voorfchreevene' confideratiën van de noodzakelykheid en het faveur van de huwelyken in 't generaal, alhier ook nog in dit cas parciculier zelfs by imaginatie niet gezegt kan worden eenige fraude gepleegt te zyn om dat deeze avantage, waar over de Vrienden en Erfgenaamen van de eerdere Huisvrouwe van cornelis willemsz haas zich beklaagen, niet is geaccordeerd tot voordeel van de Vrienden en Erfgenaamen van hem cornelis willemsz haas maar integendeel ten behoeve van zyne toekomende Huisvrouw * en om daar door tot zyn huwelyk met haar te geraaken, en dac het huwelyk voor eene caufa onerofa word aangezien , zonderling mede voor de Vrouwen, als die haar perfoon en goederen daar door begeeven en ftellen onder de voogdy en magt van den Man en daarom ook met reden gewoon zyn te bedingen en te genieten morgengaven en douariën , en anderfins ongelyk te bovengaande de voordeelen van de Mans; ja dat zelfs ten opzigte van deeze geaccordeerde avantages de Vrienden van hem cornelis willemsz haas op een gelyke voet zyn getrafteerd geworden als die van zyne eerdere Huisvrouwe , als moetende de voorfchreeve deduólie en aftrek gedaan worden uit- en van den geheelen boedel, die anderfins in het geheel by wederzydfche Vrienden half en half getrokken en genoten zoude zyn geweeft en dat nu immers niemand gepraïfumeerd kan worden zyne eigene Vrienden te willen fraudeeren, behalven dat ook al het «öed m kragte van de inftitutie voorfchreeve, is geweeft het eigen Ddd 3 goe(£  ^9S CONSULTATIEN en ADVYSEN. goed van gerrit willemsz haas, et quod volenti non fiat WJTen tweeden , om dat ook marretje pietersz ter hartloop in deezen , de voorfchreeve avantage heeft geftipuleerd géhad. maar ook weder daar jegens heeft afgeftaan niet alleen de gemeenfchap, daar zy anderfins na de Couftume van den Lande aanftonds plaats zoude hebben gehad in en van alles, maar ook van de gemeenfchap van winst en verlies, die ftaande huwelvk zoude zyn gevallen, en waar toe de Vrouwen met en door haare goede oeconomie, ordentelyk en menageus huishouden , en ook anderfins nog met haar vriendelyk gedrag ten opzichte van haar Mans geoordeeld worden wel zonderling mede te contru bueeren en van het haare toebrengen, zelfs dan, als de capitaale middelen merkelyk mogten komen te verfchillen, zo dat daarom de lex hac edittaU ten dien opzichte mede van de winst en verlies van die verfchillende capitaalen mede niet in confidentie is komende, telle & Someren de jure noverc. cap. 3. n. 3. Waar by ten derden ook nog komt, dat c o r n e l 1 s w 1 l l e m s 2 haas voornoemd, in cafu converfo, of in het geval als zyn Huisvrouwe voor hem zoude weezen overleden, voor zich boven zyn eigen goed nog bedongen heeft gehad,de gantfche winst en verlies, die anderfins regulariter had moeten gemeen zyn, en zelfs ook nog de helfte van al zyn Huisvrouws aangebragte en aangeërfde goederen. Invoegen dat wanneer die kanfe al mede wederom zal worden gefteld of gebeneficeerd met- of tegen dat ander SSeker beding, ook des te minder in cas fubjeft gepretendeerd kan worden eenige fraude gepleegt te zyn geweeft; hoewel deeze gepretendeerde excesfive gratificatie, al zo mm als pretenfe uLrfte wille, waar mede men het contraft van huwelyk heeft willen gelyk ftellen, ook anderfins op zich zelve met menteert eenige de minfte reflectie, als vooren. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 29 Juny I7i5« (Was getekend) XCIIL  CONSULTATIEN èm ADVYSEN. 399 XCIII. A D V y S. Lyfrenten, welke in collatie moeten gebragt worden, hoedanig die moeten worden gerekend. A heeft ™der andore goederen met zyne Huisvrouw van XX. haai Vader ten huwelyk gekregen een Lyfrente Brief van een duizend een honderd elf guldens en twee ftuivers capïtaal ten lyve van gemelde Huisvrouwe geconftitueerd caPltaal> «,ireüï! jaaren,daar na komt §emelde zy"e Schoonvader deezer waereld te overlyden, nalaatende zyne vyf refpeftive Kinderen ton erfgenaamen. UU1 In welke boedel worden gevonden nog meer Lyf ente Brieven Van dezelve fomme capitaal, datum ,%n ten lafte het Se Comptoir op de lyven der andere Kinderen belei Welke Erfgenaamen, zullende tot een fchifcing en fcheidin* treeden, fuftmeeren dat A. nomine uxoris gemelde Lyfrente mirt icollatie brengen ter voller belegde fomme van ƒ„ ^ dat haar Lyfrenten ter eigener lyven belegt, zoude moeten ee rekend worden naar deprefente waardy ten yde vanTcollatfe" Waar tegen A. beweerd, dat zy Convidenten i-der en « f" ttand uitgezonderd, d.e Lyfrenten van een ^ tnuï ^ten cal' culeeren , op gelyke waarde, zodanig die is ten ty^ van den reee en „breng of affterven van den Teftateur/of in gevalle dezelve na het montant van de juifte belegde fomme w eiln ge rekend, d.e van de meoe Erfgenaamen dan insg^byks na het £ pitaal moeten worden begroot en ingebragt. nc & _ Word gevraagd. dnnï* ^:/yn LJfrente BrJef m°et collateeren of inbrengen, zo. danig die waardig ,s ten tyde van den inbreng? g ' h£lt°JPtnU m°Qt inbl'engen M ^t montant van't zuiver to£^n^ffi^ kUnnen V°lftaan metde P~ Ga--  400 CONSULTATIEN en ADVYSEN. Gezien bv de ondergefchreevene dc bovcnftaande Cafus pofitie, en na naau^Srlge Samen van alles, gelet op de vraagen daar "VróS^di corredie,) dat de waardye van alle Lyfrenten, ^ rpn vve der Huisvrouwe van A. geconftitueerd , en aan i °zelve A• ™ede ten huwélyk gegeeven, als op de, lyven, d« anderrmede Erfgenaamen belegt, ™te™*onte«^& UrVoiot moet worden gerekend, zodanig aie ib icu TellSrs o°er]yden of rëêelen inbreng, by opvolgende icheiding. , „ A „jet alieen de tegenwoordige waar- a EnWv Zo?e pS d°r Lyfrenten, maar ook zonder eenige *n«n, vooTen tot" Teftateurs dood, by hem ontfangen en l. x4. I. eo.jr;. «i.• I. • i?• J^- f ^ (e coUatere goedere„ -danig'et op het overlyden des Vaders, «rg. 1 6dlf ^"etttwy&e zaak^hedendaags zonder Gelyk zuiksiais e j ^»Biw m /pee. rra£ï. 225" LP i4 »! 4- M^tZsdifp. ^defuccesf. tl, 7. Advys- tek lan HoüX eerfte derde deel conf. .77. Strunus exen. 37- ff. tb. 36. ibiq. MuitIer htt. R. ^ ^ ciler^^ Gemerkt de grond en een.gft* oog*eik van de co ^ Geometrifch of proportioneel f^^'^^^ In gevalle nu die ^^J^j^ haare welke geen h^1^!^ waarde, .en Lyfrenten wilden calculeeien na de tegen * < x de Lyfrente des Huisvrouws van A. volgens het v  CONSULTATIEN en ADVYSEN. iQ% In voorigeni tyd , door de Vader zelfs belegt, zoude 'er notoir een onge ykheid tuffchen de Condividenten worden veroorzaak - derend' TT ^^n^en, om den boedel teVermeS de en, haare Lyfrenten gezamentlyk liever wilden rekenenTn ar het belegt capitaal, en niet prefente cours of animatie, zoute het weder op een uitkomen, en zy lieden by de deeboiSk ftaan wyl alle gepofeerd worden van een natuur te zvn 8 & * Ln ten refpecle van A. nomine uxoris patrocineert de 'Politiaue &ST mda*0 1 JpHl ISS°- arU ^ fprcekende van 5e yks goederen ot uitzettingen dewelke medegegeeven zv„ of volgens zekere waardy dan zonder eenige atóafie 7 ' ren arNRgrne ^ m '?Cn°tene g°edere:i » collat'ie moet brengen, (NB; mag volftaan met de fchatting, zo als die eefcbi d ■3S, ten tyde van dc medegaaf. gelengd Welke mogen volftaan hymelyk, vooronderftelt dat 'er nog bv deloH1" dG Ver,blntenis beS>'ePen legt, namelyk den inbreng by de dechng, zo als tegenwoordig de goederen zvn * Invoegen dit 29e. art. in 't faveur van die eenige goederen col lateeren moet ingevoerd is, dat hy „'t zy de gofdeien na zekere taxatie zyn medegegeeven, dan na geen prifeerinaaJa debiteer «er erfenis, en ter collatie willende inbrengen^ ne keu e heeft, om te mogen volgen die taxatie van deg goedTren L fs zo as dezelve tegenswoordig zyn, in te- brengen, gêvolgefyk in capitaal en in prys zynde vermeerderd, met de voonge&imatie kan volftaan en van de voordeelen particulier profiteeren ree^^zeTft nïtrm;nde,'d' ja 'S Man. &dd ^irio. ieeid, zelt te niet gegaan , mede voldoet met het goed in re brengen, zodanig bet by de fcheiding bevonde" word ,1 i §. 25? tp'^t'f r T' V'5; ****** ^.Cod. $>d. kv 97 ■Diuiann. an. 526. n. 2. Struvms exen. 97. ff tj, QC J t Gunt over het gemelde oQ= artihil u£\ ', • • is van den Heer ?voMTnr%n^9r} ! ) ■ helleêtzinni£ gevoelen " ur'd» Lvf'nm R geV°I§t r°!'d- ZieC fPeciaal j» cas van va- DEEL, Efie Zon_  4o> CONSULTATIEN en ADVYSEN. £önder dat de tegenwerping vnn Groenewegen ad l. 6. Cod, de collat eetv^e vëranderinge maakt, dat de Man den-eigendom van 't huwelyksgoed verk'reegen heeft , doch alles ftaat vermeerderd , en vergaat , voor rekening van den Eigenaar. I. 6. Cod. de pipn. atl. . ,, , , Nademaal de Man geen volkomen abfolute eigenaar in alle deelen is geworden , maar volgens het meergem8. 29'. artikel de vryheid heeft van alternative te mogen kiezen,-welke waarde hy tot zyn profyt wil volgen, voor rekening van hoedamge perfoonen het gevaar van verergering en vermindering der goederen met is, zo lange zy omtrent dezelve nog geene verkiezing hebben gedaan I 10 §. «!«. ff. de jur. dot. arg. II 84. §• 9- ff- de leSat- *• Voet d' u «. 0 fub. fn. et in tract. de Famil ercif. cap. 8. ». 23. & 25. Gelyk ook by den Raad van Napels uitgewcezen is by Matthasus de AèiÜis decif. 247- Chriftin. vol. 5- decif 19%. n. 12. En bereids genote öf verfcheene renten en vrugten tot de dood van de Vader , door A. in geen collatie behoeven te worden gebragt, maar alleen het zuivere capitaal. I. 5. §• WJ, ff. de dot. collat. ~ j~. Agtervolgens de dagelykfche praftycq en eere der D. D. Adyysboek van Nederland, 3. deel conf. 268. Vezel de Connub foei ttr t. cap. 4. * 146. toet ad tit. ff. de collat. n. 24. Vinn +r 'a, rnllnt caP 16. 11. 10. Carpzovius d. t. p. 2. c. 30. def. 19. cj h Nadien deRevenues hebben gediend tot fupport van de laften zyns huwelyks I 7- * & !>i. ƒ• * dot l. 20. Cod. eod. 0$ i). X). Chriftinceus vol. ï. decif. 178. r*.' I. 2. & 3- Aldus geadvifeert binnen Amfterdam, den 18 July 17*5- (fVas getekend) d. helmans, a. van den ende en willem blankaart. XCIV.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 403 XCIV. ADVYS, In linea recta worden onder de benaminge van Kinderen tffc M '* bnderen verftaan en begreepen, doel niet t^co^e^ CASUS POSITrr^ Y\' Heer e" Mr. DIRK HAGHA, Bur*em'>efter fnr T?nM • U zen paffeert op den i Juny tóffiSSï ns cornelis tjallis zyn Tc-fiWnr ^i.? , MM* confirmeert ; inftitueerende da? z^neftfe'tt,gCM jan, gerbrant en ^^h^X^yt&^Mf genaamen , met exurefle heeppn-n ■ u uverxuJ^ tot üir- fflógié komen te fSven zonler «b'oora !?2 ^ ï* deren devolveeren zouden van di e0n n "p de "Seret 8S den laatfte toe, en die mede overlvdendr» rLl > tot telaaten, dar zyne na te daarenboven fiKERS» dat de ^1»*Jte» C0Hndi"e' gen komen te erven, zo alle zyne Teil eurs Si T zgterlaaten van Kind of Kinderen komen te ft reen ^0™°"*'' zen en blyven fideieommis, en reftitutiè Eb ft tot d "TT" graad^eims, beginnende de eerfte graaden 3£ z^^^».^',?- terz„°rfen'«?  4o4 CONSULTATIEN en ADVYSEN. Qufërituri Wie tot de voornoemde fideicommiffaire goederen gerecb, tUt voorfchreeve Zufters Kind alleen , dan met en beneffens hetzelve, de Zufters Kindskinderen, zo-het eerfte, op wie by haar overlyden devolveeren moeten? Gezien by de ondergefchreevene de voorenftaande Cafus pofi. 'tit en eelet op de voorgeftelde vraagpoin&en. Du.itg(onde? corredieO nopende het eerfte , dat den boedel van mToiR* haghz gedevolveert is oP het |md vzn zyn Zufter jacomina, met uiifluitinge van zyn Zuftei gelrtruïds Kindskinderen. , Om dat by Teftamentaire difpofitie, in het cas wanneer des Teftateurs drie Zoonen overleden zouden zyn , geen geboorte nalaatende, en als dan mede voor overleden zouden zyn, beide Zufters van den Teftateur, het Kind of Kinderen van die Zustersby forme van fubftitutie fideicommiffair, uitdrukkelyk tot Ap fuccesfie geroepen zyn. Met welke vervolgens de Kindskinderen in geene concurrentie kunnen komen, als niet gefubftitueert en geroepen zynde, mits«derfden Teftateur in verderen graade beftaande. Cum pro voTato et inftituto non habeatur, qui a tejlatore nee nommatus, nee ver- USAti™L ook onzes oordeels in deezen niet obfteert het Placcaat van de Heeren Staaten van Holland van den jaare 1599. art 2. waar by in faveur van Kindskinderen in caz-van fuccesfie van een Oudoom, wanneer die concurreeren met een Zufters Kind het jus repmfentationis word ingevoerd. Grot Meid 2 f ll'd 11 37. CumdifpofüioUminisJaciatcejfaredifpofitiom^^^ legis. En het voorfchreeve Placcaat te verftaan was van zulze geval len , alwaar den Teftateur geen difpofit.e ter contrarie had ^Alsln cas fubjeft, alwaar het Kind of Kinderen u»#^kelyk ^E^S/Sïr^ ut puta daüone tutoris, fuccesfone^  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 405 in linea reSta, onder de benaaminge van Kinderen ook Kindskin* dtrretf ver taan en begreepen worden , f, de Teftam. uttel. L. por. waar Eee 3 mede  4o5 CONSULTATIEN EN ADVYSEN. medé den Teftateur de verdere descendenten, tot op den derden graad van zyn Zufters af te rekenen, in deezen heeft willen ho- noreeren. . , , o, « , Ter contrarie, waar uit op te maaken is, dat den leitateur de verdere Zydmaagen niet anders, als mee deeze exfpeftantie van fideicommis, heeft willen begunftigen, waar mede zy dan ook zich moeten vergenoegen. Vid. de bovengemelde Holl. conf. 300. van *t 4. deel. Aanbelangende het tweede vraagpointt, zoude onzes bedunkens, in het calculeeren van de drie graaden van fideicommis, waar mede den Teftateur, na 't overlyden van zyne Zoonen, zyne fuccesfie hadde gevinculeert, voor den eerfte^graad aange. merkt moeten worden, het voornoemde Zufters Kind van den Teftateur, als fubintreerende in de plaatfe van zyne Moeder jac omina, welke voor overleden zynde, by 't leeven van des Teftateurs laatftleevende Zoon, niet konde worden aangemerkt als prima perfona gravata, dewyl zy als het cas in welke zy geroepen was niet hebbende beleeft, ook nooit regt tot deeze fuccesfie bekomen hadde, maar was haar plaatfe caduc geworden. Dat overzulks de voorfchreeve Zufters Dochter de eerfte graad van dit verdere fideicommis uitmakende, na haar overlyden zal moeten worden ingezien wie van des Teftateurs Zydmaagen als dan zal in leeven zyn, om alzo zyne uiterfte wille en het fideicommis daar by geimponeert, tot den tweeden en vervolgens tot den derden graad incluis te worden opgevolgt. Aldus falvo aliorum judicio geadvifeert te Utrecht, op den eerften Juny 1716. (Was getekend) joan van muyden, cornelis van éck, beiden J. U. D. et Profeffores, en n, lastdrager. X C V.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 407 XCV. ADVYS. Wegens het afgeeven van twee Qiiitantién. Cbezien by de ondergefchreevene Copie van eene Qtiitaiüië J by j. roosjes, Commis ten Comptoire van den Heer Bnrgerneefter dirk hoottüüin, als Thefimrier van de Stad Mederrblik, gegeeven aan den Heer en Mr. g. wallen daal, van ƒ 813:4. beftaande in twee diftinfte Ordonnantiën van den24 January 1711, ter goeder rekening van zyn Eds Admiraliteits Ampt, voor den afleg van den jaare 1709 en 17]o, zynde die ^uitantie gedateert den 27 van dezelfde maand January 17ir. _ Nog eene Quicantie van dato den 3 December, mede van den jaare 1711, ondertekend by den Heer Burgemeefter o. houtthuis,, a!s Thefaurier, wegens de fomme van twaalf honderd guldens. Nog Atteftatie van den gedagte Commis roosjes, op den 20 Jmy deezes jaars 1715, gepafleert voor adriaan kistenmaker, Notaris te Spanbroek en getuigen. Mitsgaders Copie van eene Infinuatie, uit'den naame van Juffrouw diewertje rein ders, Weduwe van wylen den Heer Notaris ....... op den 15 Juny deezes jaars 171 aIs of 1711 zoude zyn oS&Men^ r AAVp den 3 December zelfs afleg a^SS^, wegels de^^T^o V00r d~ zo komt nogthans daar uit niet nnoH^S f 7°9,en juift op die Tyd zodanige Lmmè iï ? Sf ^ t6r V°lgen' dat zyn, maar kan in t^fndee^ zodanig opgenomen en verft^n «, ? gevoegelykheid ook de fchuld,Pdie te vooren ook aïhLl "' d" men Van of over weeft, en waar opTok" teloorïntL7eTdlZnV^ ër ontfangeï te hebben. 9 combinatie van alles, bekend En voor welke uitlegginge alhier «n»- • men dagelyks op- en by df vSdoénSïe vn ? ? d£nende' dat is, een generale Quitantie te geeven g utZtt gSW00n « communiter accidentibus, als mlrfp !E? • / , ar^mentum niet word gezegt dat 'er oP dl dag van de rPf ^ d£ Qllitantie tantie de fomme van ƒ 12007n ™1 te.kening van de Quiontfangen, maar alleen dat de oSaSS v,°g? g6lde ZOude^n dag is getekend geworden, Sï ^3" f 1200: - °P di™ nem cmnem accipiendam pleeTmlT Jh° ■qmque fati^. fignif. I. 54. &l. 56. d dI folm^. /f m • I76' de V2rbquam aüores l. 125 ff eodem t tui • Ft l fa™?bilior« ™ Mt propenfiores effe d^J,^b\lLs^ ^ deliberando , ex diverfo ut LilLZ r occa^nem ad ne&^dum. Ubi oblig. fif a%. & tdtf%X^ ook, om dat zo deeze Afte zZde wn^ Wd 111 C ^nder eene liquidatie van het vonVe *n^?\ ? °PSe™™™ niet voor dat in deezen zoude zyn^gëdaa'n eene T het reftant' maai' ƒ1200:- in gelde , daafdoo? zoude wol** ^ dö ge,1eel2 eene voldoeninge van 'é geen de H^V^ll^T^Crd H. deel. ür-rT all,endaal niet ver. Fff fchul.  4,o CONSULTATIEN en ADVYSEN. fchuldigd was geweeft, het welk niet word geprarfumeerd vooral rdet daar de ƒ 813:4 zo kort daar te vooren, ]a nog geduurende het zelve loopende jaar w?s voldaan geworden, zo om dat niemand geprimeerd word het zyne te jafteeren, en weg te ucrnen , l. 25. f. de probation. en min nog vergeeten te hebben " geen hy zo kort te vooren had gedaan tot zyne eigen ontlading en voordeel, cum ollivio inducatur tantum decennio , mfi Tna aUaua caufa judicem moveat in contrarium vide Menoch de ar&r juk lib. L cafu 26. 6? deprcefumt KJ- 6. cafu 33. doch welke Lfta caufa , die den Rechter zoude kunnen moveeien, Z deezen bv imaginatie niet te vinden is , eerft , ten opzigte van 70 «oof een fomme van over de agthonderd guldens, en ten ■ïndeïen8 dan nog in een Heer van zo eene bekende economioque oïdrè! en kennüTe als den Heer Burgemeefter wallendaal, en wel in 't byzonder met opzigt van zo notablen poinft, ab daar is het geene zyn Ed. in qualiteit van Regent ten lafte van de Stad te vorderen , en aan dezelve Stad weder te betaalen hadde men laate dan nog ftaan, dat de Heer Burgemeefter houtthuTn die niet alleen was een fmgulier Vriend van den Heer wallend u maar ook een Heer onbefproken in zyn hanIf en ?nndel, dan nog bovendien den Heer wallendaal ™ zyn erreu rd«zonde geadverteerd hebben gehad wanneer In deezen geen liquidatie zo van de voorige als van de laatfte voldoen rgegtezamen ware gemaakt geweeft, maar dat hy Heer hou ti hu 1 n op zo een ondeugdelyke wyze zich zelve tot nadeel van zyn mede Regent enbyzonderen Vriend,daar door zoude hebben willen verryken. „«fterkt Wordende alle 't zelve nog te meer ^^M M gefokt daar mede, dat de Heer Burgemeefter wallknd^ van de voorfchreeve betaalinge van ƒ 1200 : — niet bevonden wo a editie aantekening op zyn boek gedaan te hebben, en dat ook dezelve f?i2oo : I aan of in zyn caffe niet word gemift of te kor is kend;, en dat ter contrarie de Heer Bnrg««eto hoütthuin in zyne rekening of regifter wel degelykheett gehouden aantekening, en wel zodanige aantekening^ ,dat zyn Ed. óp den 3 December 17.U geen geld altoos , maar alleen  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 4U een Ordonnantie tot lafte van de Stad Medenblik ontfangen en met den Heer wallendaal terconcurrente* fomme toe heeft "gehaT"1 ™ * voorfchrec™ / IM« ~ gerescontreert Dat wyders ook de Heer wallendaal na den voorfchreeve 3 December r7n nog een en een half jaar geleeft heeft zonder zich ergens over te beklagen, en dat ook zelfs zyne Ed. Weduwe en Erfgenaamen na zyn overlyden al wyders by continuatie ftilgezweegen hebben gehad, zonder iets te rug te eiffchen als na dat nu de vriendfchap door het voorfchreeve affterven'van verkoeld" WALLENDAAL en andei'fi»s onderling,geheelenal was Zaken alle te tarnen die direételyk zyn aanlopende tegen de fuftenuen, van dat alhier op of neffens de laatfte Quitantie no» vo e ƒ 1200: - betaald zoude zyn , en die alzo genoegzaam een volkomene preuve uitleveren van dat 'er met en in hit geeve" en neemen van de voorfchreeve Quitantie niet is gemeent geweeft van te doen eene confesfie als of 'er op die tyd volle ƒ i2oo : _ m gelde geteld en genoten zoude zyn , maar dat men op die tyd alleen met eikanderen over en wegens die ƒ 1200: - finaal geliquideerd en afgerekend heeft gehad, immers indien zelfs daar in al geene volkomene preuve mogte on. geflooten zyn, zo zoude in allen geval de ondergefchreevene alle hetzelve ten minften zodanig voorkomen, dat daar uit voor de liquidatie en afrekeninge, en zulks tegen de pratenfe volle betaalinge van de volle/ iaco: - zoude refulteercn een genoegzaame prasfumtie van regten, en welke geregtelyke prafumtie den Heer Burgemeefter hoütthuin ten opzigte van n fuftenue wegens de interpretatie van alle verder bewys zoude komen te ontlaten, en het bewys van het contrarie van dien komen te transferreeren op en ten lafte van de Weduwe en Erf genaamen van den Heer Burgemeefter wallenda-il Per L generaliter §.fipetitum in fine ff. de fideicomm. libert. adde Menoch deprcefiumt. lib. 3. prcefi i4r. „. 2r. lib. 4. prcef. 116. n. 40 Doch van welke bewys, *\i de Heer Burgemeefter'hout thuin al met verftaan mogte worden ontlaft te weezen, zyn Fff 2 Ed,  4la CONSULTATIEN en ADVYSEN. Ed echter ook in deezen niet zoude zyn onvoorzien, als wordende met de atteftatie van zyn Ed. Commis, in den hoofde deezes gemeld, wel degelyk beweezen dat 'er op den voorfchreeven % December 1711, dato van de Quitantie in quasftie, geene fomme van ƒ 1200:— aangeteld, maar alleenlyk eene liquidatie gemaakt is geworden, by of met de rescontre van de Ordonnantie van ƒ 419 : 9, aan de eene, en by- en met de te ruggeevinge van ƒ 32: 13, aan de andere zyde, voor of wegens het furllus van dezelve laatfte Ordonnantie, gevoegd met de twee voorige reeds gerescontreerde Ordonnantiën, in de eerfte Quitantie van den 27 January 1711 gemeld, hoewel ook, als dezelve atteftatie van een getuigen, die wel als Commis op het Comptoir van den Heer Burgemeefter hoütthuin als Thefaurier vaceerd , doch echter geen gebrooden dienaar of domefticq van zvn Ed., en zulks dan ook niet reprochabel is, gevoegt met de voorfchreeve zo menigvuldige en kragtige praefumtiën, zo uit de natuur van de zaake refulteerende, voor geen volkomene preuve zoude kunnen verftrekken. De ondergefchreevene in alle geval ook onder reverentie, dan nog al mede zoude vermeenen, dat dit praetenfe defect gefuppleert, en zulks alle twyfelinge weggenomen zoude worden, met de offerte en prseftatie van den eed van den Heer Burgemeester hoütthuin dien conform te doen, per textum in l. 3. C. ie rebus creditis, adde Neojtadii Curice Hellandia decifionem 57. 8* Merulce praxin lib. 4. tit. 71. cap. 1. n. 13. Voegt hier nog by, dat wanneer zelfs de zaake tegen alle apnarentie, en tegen de waarheid zelfs, al eindelyk, hoewel buiten vermoeden, zodanig aangenomen en begreepen zoude kunnen of mogen worden, dat 'er namelyk op den 3 December 1711 waarlvk en inderdaad ƒ 1200: — in gelde betaald, en daar van eenomen en gegeeven zoude zyn de laatfte Quitantie in quajftie, ter voldoeninge van den afleg van het Admiraliteits Ampt van den Heer Burgemeefter wallendaal, voor de jaaren 1709 en 1710, des wegens dan nog echter niet gerepeteerd zoude kunnen worden den inhoud van de twee Ordonnantiën van/813:4, in January van den zelve jaare 1711, reeds ter goeder rekening  CONSULTATIEN en ADVYSEN. , 4I3 gerescontreerd en voldaan, als welke ftukswyze betaaling en re.contre altoos ftand moet grypen , als wel indebitè gedaan maar dat er dan ten opzigte van de laatfte betaalinge van dè preteiue ƒ1200 : - alleen plaatle zoude kunnen hebben eene MnfZinr T' d,°CtddC f" We£,erom' om die conditeo indebm effecl te doen hebben, het na Rechten en Praftycque in al e mamere nod.g zoude zyn, dat de Weduwe en ErfHen2unen van de Heer wallendaal kwamen te bewyzen niet alleen dat 'er op de origineelyk verfcbuldigde ƒ 1200 : ten tyde van de voorfchreeve praetenfe gedaane betaalinge, reeds ƒ 8i^d dair te vooren betaald waren geworden, maar wel fpecialyk o'ok, da" de Heer Burgemeefter wallendaal van die voorde betaa" wg,VS^8l3:4 onwectende w»s g^eeft, en dat mitsdien zyn Wel Ed. per errorem, en alzo uit een vergectenheid, de volle ƒ iaoo:- betaald zoude hebben gehad, in plaatfe dat zyn Ed. alleen nog tot fupplement of per refte fchuldig was en had be hoeven te betaalen het reftant of fomme van ƒ q8ö- 16 cuius enim per errorem dati repetitio eft, ejus eonfulto dati dom'tio eft. per textus m l 53. ff. de reg. juris R 1. 5o. ff. de eondicl. indeb. §.6. %nft. de obhg. quce quafi ex contraÜ. I. 1. /. 3. L 7. R l 9 6 eodem titulo,adde Grotii Inleid. lib.3. eap. 3o.n. 16. & i7. Arnoldwn Vinmum ad mum §, 6 inprmc. R n. 1. R „. a. R Joan Foet ad dittum tit. ff. de conditt. indeb. En dat nu uit het geene hier vooren reeds is geavanceerd en bygebragt geworden , als dat 'er niet zonder Ln daal ge. zegt heeft of zal kunnen worden, dat de Heer wallendaal zo los , onbezonnen en vergeetig, zoude zyn geweeft óe fatto proprio en dit particulier geval, zo van de Ordonnantiën, als van den afleg, rakende zyn ampt en cbaraccer als Regent, immers wel zekerlyk af te neemen en te befluiten is, dat dit prsrens erreur of misverftand van dien voornaamen Re-rent aangaande zo groote fomme van ƒ 8,3 : 4, aan de zyde van zy! .ne Vrouwe Weduwe en Erfgenaamen nooit zal kunnen worden beweezen- zo dat bygevolg, wanneer het eerfte middel van defenlie, gefundeerd op de liquidatie, al onvermoedelyk niet zoude mogen procedeeren , als dan ook de Vrouwe Weduwe en Fff 3 Erf-  4U • CONSULTATIEN en ADVYSEN. Erfgenaamen zoude tekort fciv-ten, en moeten fuccumbeeren in en ten opzichte van de condiaio mdtbu, als boven. Aldus geadvifeert in Amfterdam, den 3 Auguftus 1715. (Was geleken!) ^ * a. van den ende. XCVI. ADVYS. 10. In het bejlift™ ™ Leen V»fl®*, W* diftinttie jorden tuffcheli Vaderlyke, of Voorouderlyke en Nieuwe Leenen. 20. Voorts wat Oude en wat Nieuwe Leenen zyn. ao. Hoe Oude Leenen by verfterf gaan. , ao. Oud Leen komt in geen collatie, except de melioratien van ie» laatfte bezitter. 50 Nieuw Leen komt in collatie. Hoedanig een Leenvolger van een Nieuw Leen reftoir moet doen. casus positie. T^Ven 4 Mey 1751 obtineert wylen Jonkheer adriaan van I ) dishoek Otlroy van de Edele Mogende Heeren Staaten vanZeeland, om van zyne Leengoederen te mogen difponeeren Igtervolgens van welke, hy op den 16 Juny daar aan volgende voor den Notaris makelis de smidt en getuigen, paffeert deszelfs Teftamentaire difpofitie , en tot deszelfs Erfgenaam in zvne Allodiaale en Feudaale goederen inftitueert, deszelfs Vader wylen den Wel Edelen Geftrengen Heer M'. a. *. van dishoek en semelden Teftamente met de dood geconfirmeerd hebbende ' verheft wylen gemelde Heer a. p. van dishoek van arGra^eTykheid, de Stad en Hooge Heerlykheid van Domburg met de Duinen en verdere gevolgen en toebehooren van dien, kern de nombre van 59° M. 123 R. Ambacht in de Ambacht heerlykheid van Domburg buiten : voorts acquireer welgemelde Heer a. p. van dishoek by koop ftaande huwelyk de no^rn*  CONSULTATIEN en ADVYSEN. brè van ti M. 267 R. 7 voet 2| duim verbeeterde Thienden gelegen in de Zuidcraeyert. Welgemelde Heer a. p van diY hoek komt zonder geobtineerd Octroy, mitsgaders zonder by leltamente van zyne Feudaale goederen te hebben gedifponeerd deezer waereld te overlyden, laatende tot zyne Erfgenaamen ex leftamento na, zyne refpcftive Kinderen, zo uit voorig als het laatfte huwelyk geprocreëerd. 8 De voorfchreeve Leengoederen , ten behoorlyken tyde ten J-een-Comptoire verheft zullende worden, en dezelve in verlvk zullende genomen worden, by de paternelle Voogden van lonk. heer anthony ewout van dishoek, als de oudfte Oir ieudaal: dan den boedel en goederen van gemelde Heer a p van dishoek tot liquiditeit zullende zyn gebragt, en 't 'ba' telyke, by fubdivifie onder de refpeétive Erfgenaamen verdeeld Qükritur. Of niet op de Filiaale portie van gemelde Jonkheer antho ny ewout van dishoek, Leenvolger, hier vooren gemeld, moeten worden toe- en aanbedeeld de Leengoederen bv de voorenftaande Cafus pofiie befchreeven, en overzulks na voorgaande tauxatie van Heeren Leenmannen, Wethouders, of alzulke neutraale perfoonen wederzyds te verkiezen en hun dies yerftaande, in collatie van den boedel, en zulks tuffchen de refpecive Erfgenaamen (navolgende de Zeeuwfche fuccesfie) moeten komen, ja, dan neen? ■ Gezien en geëxamineerd by my ondergefchreevene de voorenItaande LaJuspofiHe, en gelet op de vraage daar by geproponeerd Uunkt de ondergefchreevene (onder correctie,) dat om od dezelve vraage een behoorlyk advis te konnen uitbrengen, abfo. lüut moet worden gemaakt eene diftinclie tuffchen de Leengoederen, welke door wylen den Heer anthony pieter van ^f021^^ °rU?'luife"' zyn verheve" "it kragte der Tefta. mentaire difpofitie van deszelfs vooroverleden Zoon Jonkheer £SL™1i Vu* .DISH°EK? en die Leengoederen, welke door welgemelde Heer van Oudhuilen by titule van koop, of uit an-  Ar6 CONSULTATIEN en ADVYSEN. andere onereufe oorzaaken, voor of na het voorfchreeve ver- he mogten weezen verkreegen , in anthony ewout van dishoek, als oudfte Oir leudaal, fn die de Leenen, by welgemelde zyne Vader nagelaaten, zulende fuccedeeren met relatie tot het eerftgemelde foort van Leen^ geenerhande vergoeding aan- of collatie in den boedel van denzelven W*™'*"^^^^} ren w-ire van zommige mehoratien daar aan na het laatite ven> oeSmeS doch dat voor en in de plaatfe der aangekogte of opTeneranderen onereufen titel verkreegene Leenen, of de koopprys, of de waarde van dezelve; volgens animatie aan- en in den femelden boedel moet worden gereft.tueerd en ingebrag:; 1 Lredeerende dan denzelven in de voorfz. mgebragte koopfoTme of eftimatie , als Erfgenaam pro rato zyner geftelde ^generaal geadvifeerde nu vervolgens meer byzonder , en in alle deszelfs deelen zullende deduceeren en juftificeeren, zo komt Sa een generaale grond en bafis van hetzelve te confereeren dat de natuur dei- Leengoederen, by de Cafus pofitie gemeld, vogens de bekende diftinftie der Leenrechten ,oneg zynde , uit dien hoofde in fübjeOa matena eene onderfcheidene difDofitie van de voorfchreeven rechten admitteert. iC rs word by alle, en fpeciaal by onze Vaderlandfche Leenrectoen^ of Vnnmuderhke-, en Nieuwe Leenen. Welke diltinctie reeas in 2&5£S^^e« * gefundeerd zo alsonder anderen ex lib 2 feud. tit. 12. geleerd word door Voet in Comment. ad ff. • Dpesfdefeudis n. I fr. waar by kunnen worden gevogd Carpzovius defin. for. p. 2. conf. 1%. def. 1 en: 4. lf^g tot de Holl. Rechtgeleerdheid, 2. b. 41. £ §• 6. N^f'ie/'r" decif 1 c 6 n. 1. feqq- Bort van het Holl. Leenrecht, 2. d.e. 3. eft zyn zegde ftaavende met de anftoriteiten van andere Doe. toren Dit fchvnt genoeg te weezen om de realiteit der voor^evf ïefaWteefde dSünffie in thefi te houden voor gea ftrueerd, te meer wyl daar oP geen conteftatie kan woiden te gemoet gezien, en 'er dus meer aan gelegen legt te toonen, dat  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 4I7 de aanbeftorvene Leenen, hier boven nader gefpecificeerd , waarlyk Oude en Geradiceerde Leenen zyn, en dat mitsdien niets verders of anders voor Nieuw Leen moet worden gehouden, dan de ri M. 267 R. Thienden, waar van breeder by de Cafus politie Eenige der paüages uit de geallegeerde Auéteuren, zuilen dit ten vollen kunnen evinceeren. De Groot zegt /. §. 6 vorens gewoonte zeer kort, maar niet minder zaaklyk: „ ls noodig on„ derfcheid te ftellen tufichen Nieuw Leen, dat is het zeen eerfl „ bekomenis by den Overheden, van wiens Erftenis word gehan„ deld, en tufichen Oud Leen , dat die Overleeden heeft ge ,, erft," het geen dan nog te meer van applicatie is op de qusstie ten deezen verhandeld , wanneer zodanige Oude of Geradiceerde Leenen te gelyk Vaderlyke of Foorouderlyke Leenen zyn volgens de definitie daar van voorkomende bv Carpzovius d. ï t Uicuntur bona avita , quando non excunt extra familiam , etiamfi cjc. of nog ampeler by Neoftad. 1.1. «. T._4. „ Feudum „ patemum dicimus, quod antea conftitutum ,fuccesfionïs ordine ad nos pervenit. „ Feudifice vero proprie feudum, patemum vocant, quod vel a pa„ tre vel ab alio communis agnationis adfcendente, ad quartum usque „ gradum ad_ nos devolvitur* Oiiod pono ab atavo aliisque antecesfo„ nbus mitium cceperit, antiquum, et quandoque avitum nominant, „ Jed quum paterni et antiqui eadem fit natura, idemque effettus\ alterum pro altero ufurpari receptum efif Uit deeze weinige allegatiën kan nu zonder eenige zwaarigheid worden geconcludeerd en vaftgefteld , dat de Stad en Hooge Heerlykheid van Domburg, mitsgaders de ports Ambachts in Domburg buiten, zo ten refpefte van den laatften Bezitter als voornamelyk van den Leenvolger , abfoluut voor Oude Gera diceerde Leenen te houden zyn, als zynde reeds bezeeten door den Heer Vader van wylen welgemelden Heer laatften Bezitter, daarna-door deszelfs nagelaatene Weduwe , wyders uit kra.te der Teftamentaire difpofitie van laatftgemelde Vrouwe Weduwe, door haare twee Kleinzoonen fuccesfivelyk, van welker laatfte de voorfchreeve Leenen, uit kragte als vooren, blykens de Cal Jus pofitie, op meergemelde Heer van Oudhuifen gekomen zyn, DEEL* Ggg zon-  4ï5 consultatien en advysen. zonder immer (het geen Carpzov. I fupra laud. opgeeft, als een effentieele qualiteit der bnna et feuda paterna five avita) buiten de familie vervreemd te zyn geweeft , kunnende dienvolgens daar tegen in geen confiderarie komen, dat wylen meergemelde Heer van Oudhuifen, dezelve Leenen niet directe heeft verkreegen van Vader, Moeder, of hooger adfeendent, maar van zynen Zoon, en dus ex linea descendenti, alzo de bona avita, vel paterna volgens Carpzovius d. def. 4. niet van natuur veranderen, etiamfi de una , in aliam perfonam, in familiam tarnen, per fuccesfionem trans - feruntur ficut nee feudum antiquum tale effe definit, quod de uno fratre in alium fratrem et collateralem propagetur. Hier mede komt overeen de definitie van de Oude Leenen , in Borts Holl. Leenr. 2. deel cap, 5. n. 2. „ Is een Oud Leen, het welk de Bezitter van opgaande, ne~ èergaande of zydmaagen heeft geërft. En van den iJrofefibr Voet d. Digr. de feudis n. 6. poft pr. Non dubium quin et illud, quod ab adfeendentibus remotioribus per varias fuccesfiones ad ultimum devenit poffesforem , feudi patemi nomine comprehendatnr, zynde zelfs vol. gens de definitie van de Groot l. fupra laud. genoeg, dat de laatfte Bezitter van het Leen daar aan zy gekomen by titule van fuccesfie , en zonder dat deszelfs boedel tot de verkryging van hetzelve eenige deminutie hebbe geleeden, welke deminutio patrimomi op de difpofitie van Rechten hier na te detailleeren, eene peremptoire influentie is hebbende, zo niet de grond van dezelve Ultmaakende, volgens Neofiad. de feudis dec. 1. cap. 6. n. 9. en 10. hier na wanneer over de voorfz. difpofitie van rechten word gehandeld, nader op te geeven; zelfs kan een Leen niet meer dan eens, in ééne en dezelve familie als een Nieuw Leen by fuccesfie devolveeren, ten effecte als hier na te melden, te weeten op den Erfgenaam van den eerften Verkryger of Leenhefter, volgens Borts not. pointen, art. 20. en Tratt. van *t Holl. Leenr. 5. d. cap. 6. art. i. i.hoofdp. n.22. Voet ad tit. ff. de collat. n. ij. en anderen, zo dat het Leen van Domburg eerft als een Nieuw Leen zynde verheven, by de Weduwe van den Ouden Heer van Domburg, reeds als een Oud en Geradieeerd Leen is overgegaan op haaren oudften Kleinzoon, en mitsdien als nu- ten vierdenmaa. Ie.  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 4T{? le door de Heeren Voogden van den jegenswoordlgen Ambacht, heer van Domburg als zodanig zal worden verheien Ambachts* Dat nu het onderfcheid van de natuur der Leenen, in Cafu gemeld eens zynde gepofeerd, en by applicatie aTfalu^S bbffeerd op het cas fubjeft, de decifie van het red r lil * valt conform het ten beider refpede geadv fee de kan t^T genfpraak Jyden, als zynde het unaniem geSn van al nS* toren hier vooren geallegeerd. Want volgens de Groot l laud, §. 20. is het gevolg der meergemelde^;Zt relfte tot de Oude Leenen, dat het verfterf van een Oud Leen gaar op de nedergaande Maagen, in alles gelyk van een Nieuvv Leen doch zonder vergoeding, uitgenomen van de gedaane kolleTtQl wt^Soed^ Le£n' ^ dG WedüWe 0f Wed*u^M« Het zoude onnodig weezen deeze zo bekende waarheid te onP xeeren met een farrago van aliegatiën, ten overv oede zal ten deezen worden gebruik gemaakt van eenige, welke teffen«ton nende de oorzaak en de origine van het 4de\*\\\JZA , £°°" te meer ftringeerende zyn. Daar Se Sn „in? ï -6 5**» deS reeds gerneldfpaflage uft Neïftld^d. pT/o* » 4 ..... ^ 4 0'/™^* „ piant nullce enim pualitatis fervandce ratio ZJ^ J^Z „ poteft, utpote a quo feudum primo profeclum ZnZrJP, „ patrimonium non deminuerit, fed P^ ^n^ hr n „ quam ipftmet parenti eX pril LftiZTpal ZtfZ' ,, rit:" welke maxime mede is geadopteerd LjJ {r' daar uit volgende geamplieerd by ZtTvan HoT t I "'^l? cap. 6. art. 1. 2. hoofdb. art iS rt ' . ;Leenen > S- d» tametkl in h^edi de ^ l pro^ faleilTJ^-^,^^' word" verftaan het Leen in d, RS A ftma mn habt^O Wordende hetzelve principe by menigvuldige anderen gefteld gg tot  42o CONSULTATIEN en ADVYSEN. toe een fundament van een volftrekte overeenkomende do£trine;: men zie onder anderen Chriftin. ad L. L. Mechlin. tit. 10. art. 14. n. 7. en verfcheiden andere D. D geallegeerd by Voet ad tit. ff. de collat. d. n. 17. en in Schomachers 1. d. conf. 35. n. 24. en 25. waar mede de Leer hier vooren opgegeeven, zo veel betreft de waarde van de Oude Leenen, genoegzaam, zo de ondergefchreevene vertrouwt , is geadftrueerd : alleen word hier nog bygevoegt, dat het geen tot hier toe is gededuceerd, uit de gemeene en Hollandfche Leenrechten, ook van applicatis is op de Zeeuw, fche Leenen , volgens de Leenrechten of Ufantiën alhier vigeerende. ' , _T Getuige hier van zy de Rentmeefter P. van der Hooge, m zyne Verklaaring van de Zeeuwfche Leenen, overgebragt in Smallegang, Chron. van Zeeland p. 652. feqq. zeggende gemelde Rentmeefter aldaar in Rubr. van Leenl. „JV" , . Art. 4. Alle welke Leenen , zo Ambachten , Thienden als Leenlanden, de Zoon of Zoonen na het overlyden haares Vaders moogen loffen, en voor haar eigen behouden , zonder haar Moeder of Zufters eenige begrooting daar van te dom. Het ^en by het volgende 5. Art. met dezelfde woorden word gedoceerd ten opzichte van de Moederlyke Leenen, en de vergoeding deswegens aan Vader of Zufters te doen. Nu komen vervolgens met betrekking tot het Oud Leen, bly. kens de diftinétie hier vooren gemaakt, ten deezen exfteerende alleen nog in confideratie, de melioratiën aan het voorfz. Leen door toedoen en ten koften van den laatften Bezitter opgekomen: dat nu ten dien refpecte te recht is geadvifeerd, tot eene vergoeding van dezelve, aan den boedel van den laatften Bezitter, confteert niet alleen uit de geadvifeerde plaats van de Groot 2. b. ai d «. 20. maar ook ampeler uit Bort Holl. Leenr. 5. d. cap. 6. art x.'per totum. Voet ad tit. ff. de collat. n. \ r. en menigvuldige anderen, by elk van de twee laatftgemelde geallegeerd, behoudens des noods de regels en principes by Bort d. 1. /. n. 7- zeer ampM voorgeteld , Joch in de bepaalde bornes van een aivis niet par le menu te discutieeren: Doch om ten deezen met alleen te fchermen met de auftoriteit van beroemde D. D. de reedeo zei-  CONSULTATIEN. en ADVYSEN. 42I zelve, en de gronden op welken hier vooren is geftaafd, dat een Oud Leen in geen collatie moet komen, duteeren juift het contrarie met relatie tot de melioratiën aan het Leen toepekomcn ïmpenfa ultitni poffefforis , welke alleen in confidentie' komen • (hium augmentum naturelle feudi ipfius imitetur conditionem Voet d. L Want gelyk de fuccesfie in een Oud Leen, zo als bleek, dependeert van de eerfte Inveftiture, niet van een fait des laat. ften Bezitters, en dat het Vaderlyk en Ailodiaal goed van donzeiven laatften Bezitter daar uit geene verandering kan onder, gaan, zo volgt ex natura oppofitienis van zelfs, dat een Bezitter zyn Leen door het doen van notabele koften melioreerende het voordeel van zich zeiven en van zyn Leenvolger daar mede niet alleen buteert, maar ook inderdaad bevordert: dat hy het Leen ten refpeéte van dezelve verbeeteringen, en voor zo verre (indien men het zeggen mag) als nieuw bezit, en aan zyn Leenvolger tranfporteert, en dat in allen gevalle deszelfs boedel en goederen, door de koften ten voorfz. fine word gedeminueert; redenen waarom de voorfz. vergoeding der voorgemelde verbeteringen overal is gerecipieerd; te meer daar door zodanige deminutien der Allodiaale goederen ten faveure der Feudaale, zoude konnen worden geageert in prejudicie van de Legitime portie der Kinderen, tegen welke geen particuliere Wet, noch Couftume kan ftand grypen, volgens het raifonnement van den Heer 6. van Leeuwen Qenf. For. p. i. /. 2. c. 21. n. 15. vs fin En indien men eens beide deeze pointen te'famenvoegende, confuleert de asquiteit en gronden van rechten op de onderfcheidene difpofitiën by het Leenrecht refpeclivelyk geintroduceert, zal men bevinden, dat dezelve difpofitiën, wel verre van eene hardigheid te involveeren , of af te wyken van de gemeene befchreeven rechten , in tegendeel met het voorfchrifc derzelve quoad matenam collationis confpireeren : want nadien voor e»n gemeene repel, op het ftuk der Collatiën , word opgegeeven, ex L.o. Lod de collat. Ea demum ab emancipatis fratribus — conferri conjueverunt, quce in bonis eorum fuerunt eo tempore , quo pater fati munus implevit, en dat gevolglyk natura fua, niets kan worden geconfereerd , dan het geen van den overleedenen, en zulks Ggg 3 wei  44t CONSULTATIEN en ADVYSEN. wel geduurende deszelfs leeven is verkreegen; zo kan immers nooit een Leen collatie fubjeft weezen, waar van het bezitrecht nog van den voorigen Bezitter afkomftig is, noch voor deszelfs overlyden, maar eerft na de inveftiture by den Leenvolger word verkreegen; waar tegen de verbeetering aan een Leen door een Prsedecefleur in keven zynde gemaakt, en dus ten voordeele van zyn Leenvolger, met vermindering zyner verdere goederen, van den laatftgemelde abfoluut inbrenging requireert, om zo de vermindering des boedels te fuppleeren ; en daar door tuffchen hem en zyne medeerfgenaamen, zo verre hy met dezelve in allodialibus, een gelyk recht is hebbende , die sequaliteit , welke als de eenigfte grond en motif van de Collatiën in rechten word opgegeeven , uit te maaken, te weeten, ut omnibus cequa lance, panque modo profpici pos fit. Volgens Keizer leo, in L 17. Cod. de collat. D Wat nu vervolgens aanbelangt, de aangekogte elf m. 267 k. Thiendens, waar van ampeler in de Cafus pofitie, dat het contrarie advies daar op uitgebragt, wel en den Rechten conform is ter nedergefteld, kan genoegzaam worden gederiveerd uit al het voorenftaande, alzo dezelve redenen en motiven, welke de collatie of vergoeding op het voorengeroerde Leen deeden ontzeggen, dezelve op dit tweede point admitteeren, en zelfs noodzaaklyk maaken; waarom de adftruétie van dien ook uit dezelfde autoriteiten kortlyk worden gededuceerd : want dat dit aangekogte Leen , in de hier vooren aangeroerde diftinctie, als Nieuw Leen is te confidereeren, en dus op den Leenvolger niet kan overgaan ; dan met den laft van reftitutiè aan des overledens Erfgenaamen, ligt beide opgeflooten in de Leer van II. de Groot Inleid. I. L §. 8. „ Wanneer het Leen by den „ overleden om geld is gekoft , of uit zyn eigen goed opge, draaien en te leen ontfangen , zo moet de Zoon of andere l, afkomeling van den eerften Leenman, tot voordeel zo van de Weduwe als van den medeerfgenaam vergoeding doen, van 11 het geen de boedel daar door is verminderd, de rechte waarde van dien inbrengende in den gemeenen boedel, voor alle boedel„ fcheidingen ofte deelingen," 5 . Kun-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 42$ Kunnende ten overvloede daarby worden gevoegd Bort, Holl Leenr 5. d c 6. art. ,. 3. hoofdp. Voet ad tit. f. de collat n 6 en anderen aldaar geallegeert. Alleen ftaat nog te onderzoeken, hoedanig eene vergoedine en van welke waarde dezelve behoort te gefchieden, en hier In' vermeent men geruft met de twee evengemelde D. D Voet d.l. en Bort 1. I 4. hoofdp. gelyk ook van verfeheidene anderen , geallegeert door Groenewegen in notis 00 de Groot l l n m te mogen advifeeren, dat de Leenvolger in een Leen van'nieuwï aangekogt, gehouden is alleen reftoir te doen van de S gen, daar voor het Leen is gekogt. P fwï fCh°°F Vm- LeemT in Cen-f' Forenf- * land. de Heer Bort op dit pomt in facie obloqueert, of ten minften zy* ne leer adfenbeert aan een gedepraveert gebruik, zo fchynï dezelve zich echter by het evengemelde 4. genoegzaam te hebben gedefendeert; wordende zyn voorfz. gevoelen £Vet njg gecorrobereert door een gewysde van den Leenh v Holland, en de overeenftemming der meergemelde Doctores waar by ten deezen nog ter peremptoire applicatie kantenen* het gezegde van onzen Zeeuwfchen Leenfchryver den Rentmeefter van der Hooge in zyne Verklaaring, hier boven Alle geert Rubr van Leenlanden art. 5. „ Ten'ware dVzelve Lfel b8S"warenn»n ' by Vader en M°eder ^ Art 6. „ In welken gevalle de Zoon of Zoonen evenwel ver" lTn ™A*mZeZeko&e Leenen aanvaarden, mits haar xMoe„ der en Zufters daar tegens met andere goederen te begrooten „ en te recompenfeeren." u^groocen ", ^elkf heKrootinS S^aan moet worden tot alzulker l zonder \neer. ^ ^ Va" ieder Soed heefc §ekoft (NB.) Item Rubr. van goede Leenen art. 6. „ Wanneer dusdamVe « Leenen binnen den band van'h^yfc ^g^n S „ de Vrouw langftleevende, met de overige Kinderen 00 » we!ke Züdani§e Leenen niet komen, daar jegensvan dezelve ■n ver-  AH CONSULTATIEN en ADVYSEN. verheft, gerecompenfeert worden ten aanzien van de fomme die " het voorzeide Leen gekaft heeft." Kunnende deeze en andere autoriteiten, zo de ondergefchreevene vertrouwt, zeer ligt opweegen een contrarie_decifie van den Hove van Utrecht, te vinden by Radel. in decif Cur. Itaj. 75. en uit denzelven by Groenew. iu notis op H. de Groot l, fupr. laud. Aldus (falvo meiion) geadvifeert binnen Middelburg in Zeeland, deezen 25 April 1767. (Was getekend) k ö p. bakker. XCVII. ADVYS. In cas van infolventie , hebben nog de gefielde Curateur en, nog eenige Crediteuren , eenig regt of aanfpraak op goederen die den Faillit met een ander in Compagniefchap aangaan, zo lang den Compagnon het zyne daar uit niet alvorens bekomen heeft. casus positie. AKoopman tot Amfterdam, zend aan B., Koopman tot . Cadix, Koopmanfchappen, voor gemeene rekening, iehelfte deAtetrekt op B. Wiflelbrieven , zo ter helfte van de inkoop dier'Koopmanfchappen, en deszelfs uitgefebotene onkoften op diraccSeertn'dezelve Wiflelbrieven, maar voldoet dezelve niet', en raakt infolvent; de Koopmanfchappen bevinden zich tèn deelê in de Duane te Cadix, ten deele in de Pakhuifen van B en ten deele nog in de Schepen. Word gevraagt. . Of A., na de Wetten van Holland, bevoegt en gerechtigt  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 42S h om dezelve Koopmanfchappen voor het pé*p*1 ik uM , en weder na zich te neemen ? g C C° oenadei'en - Gezien by de ondergefchreevene het hhwni^A r r gelet op de voorgeftelde vraage bov<-^ande en Koopmanfchappen nooit aan B. voor deszclT eï^ rekening zyn gezonden worden, nemaar ter■ contrari voo Z meene rekening van de Afzenders A. en hem B te ™ „ f voor zo verre J3. daar in voor de helfte zou e S i' daC dezelve helfte door hem niet is JS^.^tU^SS^ maar dat hy m tegendeel voor het beloop van dien met Wlïfo brieven js betrokken geworden , en overzVs / j J van niet kunnen bekomen é^Z^S^^^^T f* ^accepteerde Wiflelbrieven, waar omt^T^l Hnnr A »n r V j' ,, atle toC alIe de bovengemelde door A. en B. afgezondene Koopmanfchappen , in c L ö te gerecht.gt konde worden, ais door de bS» < °n doel, of gerechte helfte in het beloop vTn d£i ÉnéSft venten boedel vL Kebb^n gehal ^ t" P^n,,e,*n in«* Zynde het wyders mede buiten alle bcdenkelvHW) a \ • cas van Infolventie, nog de ?efteldP y d ' dat 111 dite„ g fj^»^fj?ï«^ goe.  4.ÏÖ CONSULTATIEN en ADVYSEN. goederen, die den Faillit met een ander in Compagnie aangaan, zo lang den Compagnon het zyne daar uit niet alvorens bekomen heeft, zo als zulks'in 't breede kan worden gezien by verfcheidene beraifonneerde Advyfen van voomaame Rechtgeleerden , in de Hollandfche Confultatien, 't eerfte derde deel, conf 6. 7- 8en o. het welk Zelf zo verre gaat, dat, zo by aldien de voornoemde B. de voorfchreevene Koopmanfchappen voor zyn Infolventie aan anderen hadde verkogt of geleverd , en de kooppenningen deswegens onder de Koopers nog uitftaande waren , de voornoemde A. niet alleen voor alle fchuldeilcheren van de Infolvente boedel van B. daar op zoude wezen geprefereerd , maar dar. hy die uilftamde kooppenningen zelf atiione utih van de Koopers zoude kunnen invorderen, zo als by dc voorfchreevene aangehaalde Advyfen insgelyks kan worden gezien, als plaats hebbende, in dit cas, het juridicque axioma: jpretium fuccedit loco rei; betekenende, dat de prys of koopfchat komt in de plaats van de zaak zelve. Zynde dit geadvifeerde ook overeenKomen. de met de Keuren, Handveften en Couftumen deezer ltad Amfterdam, te vinden in derzelver tweede deel, pag. 539. en na ftvle mercantil ter Beurfe van Amfterdam alomme bekend: hoe veel te meerder moet dan A. wezen bevoegt, om de goederen zelve voor zyne penningen ingekogt, en door hem betaald, die hv ten tyde der Infolventie in naturd in den Infolvente boedel van zyn Fatoor of Correfpondent en elders buiten de poflesfie van zyn Correfpondent bevind , als zyn eigen na zich te neemen. Aldus geadvifeert binnen Amfterdam, op den 19 December 1754* (Was getekend) M. S. Advocaat. J. W. S. Advocaat. Wy ondergeteekende Negotianten binnen deeze Stad, con-  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 42? firmeeren ons met het voorfchreeve Advys der Heeren Ad vocaaten, op het bovenfta.ande Cafus gegeeven. (Warm getekend') J. S. en Z. L. M. A. P. en Z, D. W. T. C H en 7 P M Mn 7 D. H D. C. M. en J. T. D. C. A. D 1 D P v h n D. D. j. v. en H. A. en D. N. t. A 'ei F D v ' M ™ 7 t. en A. H. A. en t. d. S; G/enC. jVt enC i?? H. H. D. J. D. F. F. D. P. J J" U S' XCVIII. ADVYS. Over 't zelfde geval. Awoonachtig te Cadix, heeft geordonneert aan B., woon. achtig te Amfterdam, om voor rekening van hem A in te koopen eenige goederen op fpeculatie; B. heeft deeze ordre LThPi^nrt' f g°/derfn .ingek°Sc> deze1^ betaaid, en v het beloop van dien de rekening van A. gedebiteert; vervolgens nog meerdere zaaken tufichen A. en B. zynde vernam eKe. welke door B. in de gemelde rekening van A. zyn gefteld, zo M T Veii°^ Van GLenife *d Infolvent geworden. ' Na deeze Infolvcntie heeft B. de gemelde goederen, met con fent van de Gecommitteerden in den boedel van A venWt ftn^ïff Tagt A °Pinie Va" de Ne^tianten ter Bcurff der ftad Amfterdam, of het provenue van de gezegde goederen doZ B., die tot een merkelyke fomma Crediteur is van A , mag wor den gebragt in de bovengemelde rekening Courant, dan of\ zel ve afzonderlyk moet worden verantwoord aan de malfa deS In. folvente boedels van A., en by het concurfus Creditorum ? hZVf df§efe^nde Kooplieden, Banquiers en anderen! be. hooiende tot de Commercie en Beurs der ftad Amfterdam de clareeren by deezen van opinie te zyn, dat B. bevoegt en ge rechtigt is, om het provenue, hier boven gemeld, te bren-en Hhh 2 öin  428 CONSULTATIEN en ADVYSEN. in de rekening Courant tuffchen A. en B. opengaande, en dat het mee alle regulen en ftyl van Negotie zoude ftryden, indien B. het voorfchreeve provenue der door hem verkogte goederen afzonderlyk aan de maffa of aan de Gecommitteerden in den boedel van A. zoude uitleveren. Zynde in de Commercie alomme gerecipieert, en ook conform alle de reden, dat B, Crediteur wezende van A., uit de goederen, dewelke ten tyde van de gevallene Infolventie van A. onder de magt en dire&ie van B., als Commisfionaris of Correfpondent waren berufténde , voor zo verre dezelve goederen, of het provenue van dien kunnen ftrekken, zich betaald mag ftellen van zyn achterweezen, en^iat hy B. het beloop van de gezegde goederen en de rekening Courant hebbende gecrediteert met het faldo, 't geen alzo zal blyken by concurreutie moet inkomen. Amfterdam, den 21 September '1756. (Waren getekend) T. S. en Z. H. P. en Z. J. en T. V. M. C. S. en L. L. M. H. H. D. T. T. V. H. N. W. ƒ. Th. enA.H. J. T. en C. Th. CL. J.D.enC. H. C. en Z. W. en J. W. J.S.enJ.G.D. T A. C. en C. A. en T. D. S. V. en C. S. V. E. M. en Z. F. D. P. A. V. M. L. S. en F.- D. O. J. M. en J. T. D C D. W. J. C. H. en J. P. M. en Z. C. en C. J. en A. D. T. A. en F. D. V. en C. A. en D. N. T. XCIX. ADVYS. J)e Acceptant van een Bodemerye Brief, nalatig zynde U betaalen, kan dezelve aan den Trekker ter rembours te ruggezonden worden. . casus positie. Alaad tot Curacao in het Schip N. N. Capitein 100 • Canaflers Tabak, alsmede 100 Ceroenen Cacao, enconfigneert dezelve goederen alhier tot Amfterdam aanB. en C. in Corn-  CONSULTATIEN en ADVYSEN1. ^9 pagnie, doch trekt ook te gelyk op dezelve diverfe Bodemerye Brieven , door B. en C te betaalen fes weeken na behouden arrivement van het gemelde Schip N. N. en de ontlading van wemelde 100 Canaffcrs Tabak, en 100 Ceroenen Cacao, aan "de ordre van verfcheidene perfoonen, erkennende by A. by de gemelde Bodemaryen, dat hy de waarde derzelver van D. ontfangen, en met dezelve verrekend heeft. Het gemelde Schip N. N. arriveerd behouden voor deeze Stad, en de Bodemeryen worden door B. en C, geaccepteert, en de gemelde Tabak en Cacao ook door hun ontfangen, en daar over gedifponeerd na hun welgevallen, edoch B. en C. komen beiden, voor de vervaltyd van dezelve Bodemaryen, te fterven, en derzelver boedels worden onder bcnefitïe van Inventaris aanvaard , en alle die Bodemerye Brieven ten vervaldage , by faute van betaaling, geprotefteerd. Gezien dc bovenftaande Cafus pofitie, en gelet op de vraage daar uit voorgeftelt. ° Dunkt (onder correctie,) dat aangezien Bodemerye na Rcchten is een Geldleening, waar van den Uitleener het gevaar loopt van de Zee, l. i.ff. de naut. f0211. Hugo de Groot, Inleiding tot de Holl. Rechtsgeleerdheid, 3. boek ir. deel n. 3. zodanig dat als de goederen , waar op de Bodemerye gegeeven is , behouden ter lande zyn geraakt, en aan de Betrokkene uitgeleverd, alle e" w™< door de laatfte difpofitie S^ Sk^STi^'vf0 van uiterfte wille, te vooren was gern a t J ^ by forme vocatie niet is applicabel op de voorlz Ü,- •m,tS,,len die re" aw.v-n.» j •/ • v ü voonz-d°natio inter vivos Aldu,geadv,feert in 's Gravenhage, op den i9 (Was getekend) «• , op den 18 December 1737.- J. thierens, hemd, corn. van der v,,rT cois ellinkhoysen en c h0yer ' fra^ IH 2 CL  436 CONSULTATIEN en ADVYSEN, CL A D V Y S. - Over het jus accrescendi. casus positie. RM. P. laaft Weduwe J. D. P. heeft by haar Teftamentaire . difpofitie, op den 17 ten overftaan van de Notaris C V. A. en getuigen, binnen de ftad Amfterdam gepafleert, na wgmaaking van nog eenige Legaaten, onder anderen gelegateerd aan S B. D M. haare Zufter, laaft Weduwe van D B? D. M. renten en inkomften van L. 1000 in de Bank van Londen, ten einde dat zy haar leeven lang geduurende zoude hebben de intereffen, en dat na haar overlyden zullen komen, te weeten de helfte van gemelde party van L. 1000 dan haare Dochter R, D, C, B. Huisvrouw van M. B. en by gebreeke van dezelve aan haar wettige descendenten, en de an. dere helfte aan haar Zoon D B. D M. als legateerende hunne gemelde party, als boven is gezegt, met vryheid aan de Executeur of Voogd van dat Teftament, de gemelde party temogen verkoopen op bloote toeflemming van de Geintereffeerdens. Dat gemelde Teftatrice haare voorfchreevene Teftamentaire difpofitie met de dood hebbende geconfirmeerd, is vervolgens gemelde D. B, D. M. die een Zoon was van de voornoemde S B D M zonder Kinderen en descendenten na te laaten, mede koflien'te'overlyden, na alvorens zyn gemelde Moeder tot zyn eeni£"> en univerfeele Erfgenaame te hebben geinftitueerd, die nu mede voor weinige tyd geleden overleden zynde, na haar voornoemde Dochter R. L. B. Huisvrouw van M. B. tot haar eenige en univerfeele Erfgenaam gefteld te hebben, onder zekere modificatie en reftriftie. ; _ ; Word als nu gevraagt, of voornoemde R. L. B, niet alleen tot de voornoemde L. icoo in de Bank van London gerecht.gt zy ? Gezien by de ondergeteekende de voorenftaande Lajus pofitie, mitsgaders Extracl Copie tranfiaat van den Teftamente van wylen ■meergemelde R. M. P. laaft Weduwe J. B; P. , en veron0 oer  CONSULTATIEN en ADVYSEN. 437 drrfteld wezende het hy voorfchreevene Cafus pofitie ter nedergtftelde, en wel fpecialyk met relatie *ot de föpc&ivé Tefta mente van D.B. D. M.en L. B. D. M, laaft Weduwe van A.B.DM de waarheid conform te zyn. Dunkt (onder correctie ,) dat de voornoemde R. D. C B. Huisvrouw van M. B. alleen, zo tot de inkomften als het capitaal van voornoemde L iooo in de Bank van London gerechtigt is, Want het zy men veronderftellen wil, dat by het voorgeroerde Teftament van wylen A. M. P. laaft Weduwe van J. ü. P, boven gemelde S. ü. B.M. alleen gebeneficeerd geworden zy, met de inkomften van voornoemde L. loco in de Bank van Londen, en voorgedagte K. C. B. Huisvrouw van M. S. meer gemeld, voor de eene helfte, en gemelde D B. D. M. voor de andere of wederhelfte met het capitaal van gemelde party van L. ioco Bank gelegateerd zy, en dat overzulks meergemelde B. 13. D. M alleen als ufufructuaria van gemelde party van L 1000 in de Bank van Lonaon haar leeven lang geduurende geweeft zy, by haare bovengemelde kinderen als prpp'rietarilTén van het gedagte capitaal van L. iooo te confidereeren zyn, en aanilonds na doode van meergemelde R. M. D. P. laaft Weduwe van J D. P. den eigendom van hetzelve capitaal titulo /^'verkregen hebben gehad t zy dat men anders mogte yermeerkm dat de te meermaalén gè* melde L. looo.inde Bank van London aan voorgedane S B R M laaft Weduwe van A. B. D M. in bezwaarde eigendom ', en met laft van fideicommis , ten behoeve van derzelver voornoemde bW\e/CndDe,' AeHTr V0°r dC klfte' door wv,en meergemelde R. M D. P. laaft Weduwe van J D. R by derzelver. gemelde reftament befproken geweeft zy, (gelyk de jouiiTance van de revenue en lyftogt zeer dikwils voor een bezwaarde eigendom in het recht genomen word, als in de L. 34. §. 7. ƒ. de legatis 2. 15. de auro argento legato,) is en blyfe 't even zeker en buiten contettatie, dat volgens de eene veronderftelling de eigendom van het voornoemde capitaal van L 1000 voor de eeno netfre direct gekomen geweeft zyn op meWfêdagfce R. C B in de eene, en voor de andere of wederhelfte op D. B O. M en die overleden zynde, na bevorens 2yr> voornoemde Moeder'tot zyn Ui 3 euiU  438 CONSULTATIEN en ADVYSEN. eenige Erfgenaam geinftitueert te hebben, op voornoemde zyne Moeder S.' P>. D. M. laajr. Weduwe van A. B. D. M die nu' mede geftorven zynde, en voor gedagte haare Dochter R. C B. tot haare eenige Erfgenaam onder de modificatie en reftnelie, als by haar Teftament ftaat uitgedrukt, nagelaaten hebbende, dezelve R, C. B. gelyk zy uit eige hoofde direct tot de eene helfte van voorfz. party van L. iooo Banco, direct met de dood van wylen meergemelde R. M. P. laaft Weduwe van J D. P. in voorgedagte eerfte veronderftelling gerechtigt is geworden, alzo ook nu als Erfgenaam van voornoemde haar Moeder onder modificatie en reftriftie voorfchreeve, tot dc wederhelfte van dezelve party van L. 1000 Banco alleen het recht bekomen heeft, als mede dat de andere of tweede veronderftelling , dat namelyk de bezwaarde eigendom van meergemelde L. iooo in de Bank van London, op meergemelde P. B. D. M. laaft Weduwe van wylen A. D. B. M. met laft van fideicommis, als by het voorfchreeve Teftament ftaat .uitgedrukt, zoude gekomen zyn met haar dood buiten alle bedenken de eene helfte van voornoemde L. 1000 Banco op en aan haar gemelde Dochter R. L. Huisvrouw van M. B., gelyk insgelyks mede de andere of wederhelfte van meergedagte L. toco in dc Bank van London, en dus dezelve ganfche L. iooo Banco, vermits haar meergemelde Zoon D. B. D. M. reeds voor gemelde zyne Moeder overleden geweeft is, en dus de tyd, wanneer het recht tot het voorfz. fideicommis eerft geopend wierd, (het welk met de dood van deszelfs Moeder gefchieden , volgens de L. 13, 21.22. quando dies legatorum vel fideicommijforum cedat) niet beleèfc gehad, jure accrescendi gcdevolvecrd en gehouden is, als zynde aan hun beiden de voorfz. party van L. 1000 in de Bank van London, na doode van S B. D. M. volgens het laatfte fystema gelegateerd geworden , cn zy R C B. en D. B. D. M. cpnjuntti, zo al niet re et verbis fimul, ten minfte verbis geweeft, in welk geval het jus accrescendi, zo in legaaten als in particuliere fidcicommiflen plaats heeft, volgens de L. 41. D. de legatis 2°.L. 80. D. de legatis 3°. L. unie. C. §. 11. de Caducis tollendis §. 8. Inft. de legatis L. 89. 'de legatis 30. L. 142. D. de verbor. fignif. wordende by U. Huber in praleft. ad tit. de legatis &c. zeer wel geremarqueerd , quod  CONSULTATIEN kn ADVYSEN. 439. quod in quantitate, velut infummapecunia, jus accrescendi lo'cum habeat pcrinde, ac in corporahbus, volgens de L. 15. §. i, D. de legatio 1 zonder dat ten deezen eenig onderfcheid maaken kan, dat aan meergedagte C B. Huisvrouw van M. B. alleen maar de eene, en haare Broeder de andere of wederhelfte van de voorgedane ,00° ]n ,de Bank va" London fchynt befproken geweeft te zyn, alzo by bet vervolg van de periode deswegens, bv het voorfchreeve Teftament voorkomende, gezegt word , dat aan hen mdiflmcte en dus cepjunfam de voorfz. partv gelegateerd word, en dat uit het mcnt.oneeren van eenige gedeeltens, in dusdanig gevallen geen fcpafatie of diftindie te infereeren zy, maar alïeeti een aanwyzing en bepaling hoe groot het gedeelte zoude wez-n van die geene die tot het genieten van dusdanig een legaat- cou curreeren mogte, zo zhZacharias Huber o1-/. rerum judicat.part r obj. 70. aanmerkt, non quod teftator nolit uuo deficiënte alterum Vota adqum,fed quodfciat utroque concurrente, fingulis rem totam wvemre non pofte. En by Ulr. Huber in zyn prceleU. ad tit. inft. de legat. S 21 met deeze nadrukkelyke woorden geleerd word, ideo partium ft cit mentionem non ut realiter eos diftingudt , tune enim conjunüio nonforet,fed ut quid fieri velit, legato ad utrumque perveniente figmficet, er, laatftelyk dat in mixta,en dus zo wel in verbali quam reali conjunÜione, uterque eventus tam concurrentie utriusque, quam alterius deficientis confideratus videatur, waar toe mede dienen kan het geraisonneerde, en de decifiën dien conform by 't Hof van Vriesland gegeeven, voorkomende by bovengemelde Z. Huber %n objerv fiuis rerum judicatarum, parte prima, obferv. 70. &> tar te 2. Obferv. 70. J t^-vpur- Aldus geadvifeert binnen Amfterdam, den 6 November 1751. (Was getekend) JAN ploos VAN AMSTELj HERJÏ. NOORDKERK CI1 d. helmans. eïii.  44o CONSULTATIEN en ADVYSEN. CII. ADVYS. f Om een Vrouw uit een Borgtogt, of intercesfie voor anderen te verbinden, word een fpeciale renunciatie van de beneficiën vereischt. Cbezien fimpele Copiën van twee Obligatiën, getekend A B, y en luidende als volgt. a Wy ondergeteekende W, K. en A. E. E. Echtelieden, " verklaaren mitsdeezen , voor ons en onze Erven , wel en deugdelyk fchuldig te wezen aan J. H. J. een fomma van p ter onzer volkomene genoegen genoten en ontfangen, rénuntieerende overzulks van de exceptie van onaangetelde penningen, welke voorfz. Capitaal van P wy onderge¬ fchreevene gezaméntlyk, mitsgaders den eene voor den anderen beloven aan voornoemde J. H. J. of zyn Rechthebbende te zullen betaalen met den intreft van dien, jegens feeven ten honderd in 't jaar gerekend, aanvang nemende dato deezes, en continueerende tot de effeclueele voldoening toe , welke ïntresfe preciefelyk alle fes maanden zal moeten worden afgelegt, doch zal denzelve J. H. J. volgens conventie niet vermogen het voorfchreeve Capitaal op te eiffchen, dan uiterlyk binnen twee iaaren , ten dien einde renuntiecrende ik tweede ondergeteekende als hier toe fpeciaal met den eerfte ondergeteekende myn Man geadfifteerd, van alle hulpmiddelen, die my contrarie deezes in Rechten eenigfints te ftade zoude komen; en verbinden tot nakominge van het gunt voorfchreeve ftaat, onze perfoonen en goederen", dezelve (lellende ten bedwang als na Rechten. Aftum C. den ..... 17 (Was getekend) W. K. A. E. E. De achterftaande Obligatie van P voor myn te be¬ taalen aan de Heer A. D. C. met een jaar vervallen intreft van  consultatien en ADVYSEN. 4+I rf.IV;™ ' v t0f VtVV- e" nog de ver,°Pe"e intreft tot voldoening toe, t zal UEd, jegens myn valideeren. c. den .... 17 .... (Was getekend) j, fj. j. Accepteeren te betaalen als boven. C. den .... 17 .... (Was getekend) vv. K. A.E.e. B Jg ondergeteekende vv. K en A. e. e. Echtelieden, ver- ^„„a , , r", TCS deezen ' voor ons e» onze Erven, wel en deugde yk fchuldig te wezen aan B. N. een fomma van PeiS wnZ ^°nZe vo,k°me genoegen genoten en ontfangen, re. nummerende overzulks van de exceptie van ongetelde penningen vvelke voorfz. Capitaal van P wy ondergefchreevl ne gefamentlyk, mitsgaders den eene voor den anderen , beloo ven aan voornoemde B. N. of zyn Rechthebbende te ïu Jen be." taaien met den intreft van dien, tegens feeven ten honderdI in 't jaar gerekend, aanvang neemende met dato deezes, en continueef'61, Vo!doeni"g welke intreft PS lyk alle fes maanden zal moeten worden afgelegt, ten dien einde renuntieere ik tweede ondergeteekende, alf hier oe fpeciLime* der, eerfte ondergeteekende, myn man geadfifteerd • van 7le hulpmiddelen d,e my contrarie deezes in Rechten eenigfints te ftade^zoude komen, en verbinde tot nakoming van fe irrI? ireTliftaat' ?nze P^foonen en goederen, dezelve ftel lende ten bedwang als na Rechten. ""11 1,. Aótum C, den ij A°. -— (Was getekend) vv. K, A. E. E. Zegge P* En by ordre gelet op de daar uit voorgeftelde vraage. Uunkt de ondergeteekende (onder verbetering,) dat A F F nh kragte van de opgemelde Obligatiën , niet alleen met rfeci vefbon il D"Eimoeten betaalen in de ^ ^I{ fe maar  44a CONSULTATIEN en ADVYSEN. maar dat dezelve niet kan worden geneccsfiteerd tot het betaalen van de wederhelfte van dezelve. Om reden, dat met opzigte tot de gedagte eene helfte A. E. E. komt te zyn correa debendi of zelfs mede fchuldenaarefle, cn mitsdien gehouden om te betaalen het geen zy alzo erkent heeft fchuldig te wezen,en te voldoen heeft aangenomen, L. 2. Cod. ad Senatusconfult. Vellejan. maar ten reguarde van de wedelhelfte de gehoudenis van A. E. E. zoude moeten beftaan in de aanneeming, om te betaalen den eene voor den anderen , welke periode in beide de Obligatiën word gevonden , en dat deeze aanneeming zoude vallen in de intercesfiën of borgtogten, dewelke aan vrouwen zyn verboden, L. i.pr. I. 2. §. 1. jD-. ad Senatusconfultum Vellejanum, de Groot 3. boek 3. deel num. 19. zonder dat hier in verandering geeft, dat A. E. E. in beide de voorfchreeve Obligatiën verklaard te renuntieeren van alle de hulpmiddelen, dewelke haar contrarie de by haar aangenomene verbinteniflen te ftade zoude mogen komen, dewyl een generale rennntiatie ten deezen refpeéte niet voldoende word gehouden , maar dat, om een Vrouw uit eene borgtogte of inter» cetfie voor anderen te verbinden, eene fpeciale renuntiatie word vereischt. Arg. I. 4. §.4. D. fi quis Caution. in jud.fifi. caufi. fatt. non obtempt. Gail. lib. 2. obf. 77. num. 3. et feqq. Aldus geadvifeert binnen Amfterdam, deezen 1 Juny 1756. (JVas getekend) h. noordkerk, jacobus augustinus van son jan willem smit. EINDE. BLAD»  BLADWYZ ER. A. ydawwas. (Zie Leen.) Word als *x vrucht van 't Leen, en overzulks onder Ailodiaal gerekend. Bladz, ƒ7.- 58 , Mccesfio. Accesfio fequitur caufam prmcipalem. . 267. 3x0 Alïien in dc Ooft-en Weftindifche Compagnie, mogen niet verkogt worden, ten zy den Verkooper dezelve effeftive bezit. 263 By Placcaaten diverfeposnaliteiten geftatueert, niet alleen tegens den Verkooper van WindActiën, maar zelfs tegen dc Makelaars , dewelke over de verkopingen van zodanige AQiën ftaan, ofte eenige Contracten leveren! « Wind-.Aétiën worden by Placcaaten fchadelyke praótycquen en argliftigc introductiön. _ , ibid' En by de Rechts-Dofto. ren irraiiondbilitas en een corrup- ■ teele genoemd. . ibid. AStio. Caidatur attio, eidem multo magis competit exceptio 2. 316 ■ popularis, fummus acpracipuus « bariim attionum finis ejt, ut publicts ulilitati et fecuritati confulatur. . . 268 ' Attus non cperentur ultra intentio- . nem agentium. . . —— Videtur in confequentiam pree. cedenlis tratlatus. . £^7/ Acquirere. h potejt repudiare, qui acquit ere poteft, , 227 K Adminiftrateur. (Zie Fideicommisfaire goederen.) Het is voor een Adminiftrateur en Executeur £enoeg, dat hy in 'c aanleggen en uitzetten van de penningen , onder zyn bewind behoorendc.zfe zelve komt te gedragen, zodanig als een ordentelyk huisvader of bonus paterfamilias zelvs zou Jcunnen, of gewoon is te doen. Adverfativa. Repetit adverfaYiva omnes conditiones, et qualitates prcecedentis. Aes alienum. (V. Bma. Zie Vïo* ulkiT)derjaarige * Scbuid™> ~ FroP^r -—— Cafus adventitii non habentur in confideraüone. . 370 Caufa. (V. Principalü.) Non faffi. cit caufam ncceffariam allegare, fed necefje eft, tam prabare'diligentemque caufa cosmUanem requirüur. . " . loö Cautela. Abwndahs cautela non no- csu 383 K. Certum eft illud, quod efl per relationem ad aliud. . 44 Clarus. In claris non opus eft conjecluris, et prafumtio cedit veritati. ... 204 Claujula. Claufula generales in jure tantum referuntur ad cafus fimi. les j et ejusdem funt natura et conditionis cum iis, qui funt expreffa. . . .57 ■ Claufula generales in jure femper reftringuntur ad id, dequo agitur. . , . 2 j ^ ?oepta. 'Ea, qua cozpta funt, etiam fiyit perficienda. . . ^85 '^■ihierale fuccesfie. (Zie Onroeren tis goederen.) Het gemeene Land heeft van eenig goed op een en dezelvde tyd nooit meer dan eens het regt van de Collaterale fuccesfie geprecendeerr. 159 Collatie. Een Zoon zig van zyns Vaders nalatenfchap abftineerende , blyft gèliberee.d van de laft van Collatie. . 19. 21 Kinderen zig willende ge- dragen als Erfgenaamen van den eerftoverledene van hunne Ouders, moeten Collatie doen in den gemeenen boedel. ibid. —— (Zie Huwelyks- goed.) Volgens de befchreevene Romeinfche Wetten is duidelyk gedifponeerd, dat men de waarde der te collateere goederen moet fchatten , zodanig die is op het overlyden des Vaders. 400 Zulks word ais eenontwyf- felbaare zaak, hedendaagsch zon3 der  44<5 b l a d W y z e r. der exceptie , gepraüiTeert en geleerd , by onderfcheidc RechtsDoftoren. . Bladz ibid. Collatie. Mitsgaders volgens Gewysdens. . . . ibid. —. De grond en ecnigftc oog. merk van de Collatie beftaat alleen in de egaliteit onder de Kinderen. . . ibid. —— Welke egaliteit juift altyd niet Arithinetisch, maar ook wel Geometrisch of proportioneel gerekend word. . ibid. —— De geene die genotene goederen in Collatie moet brengen , mag volgens 't soe Art. van de Politicque Ordonnantie in dato i April 1580. volftaan met de fchatting, zo als die gefchied is ten tyde van de medegaaf. 401 Regtzinnig gevoelen over gemelde 29e Artikel van den Profefibr Voet en anderen, ibid. — En omtrent de valeur der Lyfrente Brieven, in cas van 'c in Collatie brergen. ibid. ~ Bereids genoote of ver- fcheene renten en vrugten , behoeven in geen Collatie te worden gebragt , maar alleen het zuivere Capitaal. . 402 • Agtervolgcns dc daagelyk- fche Praftycq en leere der D. D. ibid. — Nadien de revenues hebben gediend tot fupport van de laften des huwelyks. ibid. • (Zie Leen.) • Het eenigfte motif van de Collatiëu in Rechten word op. gegeeven , uit te maaken, ut om- , nibus ozqua lance , parique modo prospici posfit. . 422 Collegiën. By befchreevene Roomfche Rechten zyn tegen ongeoorloofde of verbodene Collegiën , verfcheidene foorten van ftrafFen geflatueert. . 256 . Wie onder zodanige verbodene en ongeoorloofde Collegiën te reforteeren , verftaan worden. 1 ibid. et 258 Geen Collegie of Vergadering mag anders beftaan, dan by expres eonfent van de Overigheid. (Zie AnabaptiftcB.) ibid. Commoda. Eum fequuntur commoda, quem fequuntur incommoda. 6. 48 Commune. Quamvis beres focii non fuccedat in communione, quod tamen ex re communi pojlea quce' Jitutn eft, tam ad heredem, quam heredi pmftandum eft. 385 - - Qiiicquid poft alicujus morlem , lucri detrimentive jactum fit, commune eft. ibid. Compagniefcbap. In cas van Infolvcntle, hebben nog de geftelde Curateuren, nog eenige Crediteuren, eenig regt of aanfpraak op goederen die den faillit met een ander in Compagniefchap aangaan, zo lang den Compagnon het zyne daar uit niet alvorens bekomen heeft. 424. 425 Conditio. Alteri per alterum iniqua conditio inferri non poteft. 312 ■ Conditio nihil ponit inejfe, fed differt obligationem in cafum et eventum ejus, ideoque dies illius  BLADvV YZER ïius difpojïtionis turn demum cedit, cum conditio exifl.it. Bladz. Conditio. Ejusmodi pattum valet in vim uhimce voluntatis, et dona. tionis mortis caufa,. . ibid. Conftsfio. Requiritur, ut qui con fit e. tur, posfit fe obligare, et non er. "fc .... . 228 *~~-~—— quin imo , qui aliis non poffunt corfitendo , ipfis fe ne. queunt obflringere. . 229 Et generale efi, ut quce non pendent d vohmtate confitentis , confefio in üst nee nocet, nee prodefi. . . ibid. Conjunttim. Qtiando conjunttim aut collettivè vocati, cum nominatim vocatis funt commixti, hoe inparHum diftributione obfervatur, ut nimhum conjuntti unius perfond vice fungantur, ideoque nihil plus auferantur, quam finguli dhjuncti, cum ccpulativè vocati, per con. junttionem fint quafi in unum corpus redatti. . , 289 Confenfus. (V. Error.) Confequens. Qui confequens cence. dit , etiam concedit antecsdens , fine quo confequens fieri nequit. 85 . -—-—— Sublato confequente, etiam tol'Uur antecedens. . 2j8 Confuetudo. In iis locis, übi peciu iiari confuetudir.e non probatur, fecundum juris communis dottrinam judicandum eft. . jgg ' Confuetudo, quce de fac. to fuit obfervata, contra confuetudinem aut flatutum d principe evulgatum et emologatwn, non valet. 265. I w 4 " : Etiamfi fuerit quinqua- gmta vel fexaginta annos ebfer Vata' 'r r' ' '«* Lovjuetudmes et fiatu. ta, maximè quce funt exorbitantia a jure communi, non patiuntur interpretationem extenfivam. 250 — Strittè debent interpretan , cum fint firitti juris. ibid. Lontratten. In Contracten van huuringe en verhuuringc, word den prys bedongen in recompenfatie van de genoote, en nog te geniete vruchten. . jQ In Contracten, die ultro citroqut obligatoir zyn, als Koop en Verkoop &c. kan men niet gezegt worden in mora te zyn, zo lang de eene aan zyne zyde' niet gereed is om te voldoen, of dat 'er geen perfoon gevonden word , aan wien men met geruftheid voldoen kan. uS —■ — Het recht leerd , dat de woorden van een opgerecht Contraft te anrulleeren ,°dat van nul en onwaarde te verklaaren, eveneens is, als hetzelve te ftellen buiten alle effeft. . 345 "T*T~"" liet is na Rechten en Fraftvcque refolut en conftant, dat alle Contraften en Aften onder dc leevende, en de verbintcniffen daar uit refulteerende , de eoedcren en middelen van de Contrahentcn zodanig affecteeren, dat zodanige Contrahenten fenfu juridico wezentlyk niet yerftaankunnen worden iets met' er dood ontruimt en nagelaaten te hebben gehad, zo lang de fehul-  ^fc B L A D W Y Z E fi. fchulden en dc gemaakte verbinteniffen niet voldaan, en daar van afgetogen zyn. Bladz, 396 Contractus. In contraftibus idfequimur, quod aÜum ejt. (Vid. StipuIqtio.) ^ . In omnibus voluntas fpectanda eft in tantum , ut non intentio verbis, fed intentioni verba fiibferviant. . • 4 Contrabenten. (Zie Huwelyhfcbe j/oorvoaarden.) Crediteur, (Zie Eigenaar.) Een Crediteur hebbende gepand de Cathylen van den Pachter, kan verzoeken dat den Eigenaar zal voortgaan met zyn Executie. 62 . . (Zie Novatie.) Wanneer een Crediteur, verfcheide Debiteuren hebbende, die voor een en dezelfde fchuld geobli"•eert zyn , op een derzelven privativelyk komt te zien, en de andere laat vaaren , maakt daar mede Novatie. . 221 Heeft daarna geen re- gres op de andere. . ibid. Curateur. (Zie Executie.) D, T\ag. Een onzekere dag word verdaan na Rechten van een en dezelfde kragt te zyn, als een conditie. . • 235 —— (V. Dies.) Damman. Illi damnum eft adfcnbendum , qiud ex fua culpa fentit, cum non facit, quod debet, ideoque non confequatur id , quod oportet, . . • 121 Dare. Cujus per errorem dati repttitio e je', ejus ccnfulto dati donatio eft. . . 413 Debiteur. (Zie Crediteur. Zie Executie.) Declarat, Qui quid declarat, is nil novi introducit , fed quod prius eft, interpretatur et confirmat. o DefunBus. In zommigegevallen ex prosjumta mente defnnEti worden voor overledens Kinderen verftaan gefubftitueert te zyn. 320 Delegatiën. (Zie Novatién.) Delihum. Sine dolo malo non committitur, et quevis fatua caufa a dolo et pozna excufat. . 15 Descendenten, die den overledene in regten nederdalende linie bebeftaan , erven in infinitum by reprajfentatie, en in jiirpes. 222 Dies. Venire diem fignificat , eum diem venijje, quando pecunia peti poteft. . . 120 (Zie Dag.} Difpofitien. (Zie Revocatie.) Difpofi.Uo. Generalis difp'fitio omnes fpecies et cafus comprehendit. 240 . . (Zie Zeevaarende lieden.) . 1 Pro difpofito babendum eft , quod difponens clare exprimit, fi de eo interrogatus eft. 321 cujusque difpnfitio poft mortem demum fumit effeBuni, isque non poteft dici difponere in vita. . 365 —— qui permijfum eft , _ con- fumere et alienare, dum vivit , non poteft alienare in cafum mor tis ibid- —— Etiamfi teftator ufus fit verbo diuojitionis. . ibid. Di-  bladwyzer. Difpofitio hominis, facit ceffare difpojitionem legis. Eladz. 40J Difpofitum. Qjod in uno correlato. rum difp'fuum eft, id etiam in alter o difpofitum cenferi debet. 6 Dobbelaar. Ten reguarde van Dobbelaars is geftatueert , dat dezelve uit geen contracten, fpruitende ter zaake van fpeelen , mogen worden aangefproken , nog regt gedaan. . 267 " Maar by aldien dezel- ve betaalinge willen doen, het welk mede in haar keur is, en zodanig contraft praefteeren, hetzelve is hun geücentieerd. ibid. Dolus. Nemo cavere poteft, ne alius de dolo tenealur, aut ne rationes reddat. . . . Domkilium. Ubi quis domicilium babere intelligitw. . 43 Domicilie. Het on'ginaire of voorige Domicilie, word na Rechten en Praclycque van iemand verftaan re blyven , zo lang geen ander en nieuw Domicilie met i 'er daad op een ordentelyke wy. ze is geconftitueert en beweezer. . . . ,3ns zodanig reglement van fucII. peel. jyj cesfie niet als een uiterfte wil. 39$ . Maar heeft zyn effect, en moet worden nagekomen als ren Contr. & , zander dat hetzelve revocabel is. . ibid. Huwelyksgoed. Kinderen en Kindskinderen zyn gehouden te confereeren, het geen voor Huwelyksgoed by hun, of by hunne Ouders is genoten geweeft 243 ' En zodanige colhtie gefchied, dat dezelve niet alleen komt ten voordeele van de Kinderen en Erfgenaamen van de overledene Ou Iers , maar ook ten voordeele van de langftleevende Vader of Moeder, ibid. — ' (Zie Collatie.) Hypotbeca. aut pignoris nexus, de . jure inter fpecies alienationis eenfaur> . . . 198 l, Tmmeuhel goed. Succedeert na de Rechten der plaats, alwaar dezelve goederen gelegen zyn. 42 mmöbüih. Succedunt fictindum leges et flatuta locorum, ubifita funt. 44 mpojl. Is een verfchuldigt regt ten behoeve vau het Land, hec welk paratelyk , en ook door middel van legaal hypotheecq of p'saferentie gevorderd kan worden. . . lö Wanneer een dubbelde lm". poft d )or den fraudateur betaald zal m >eten worden , volgerls 't 29= Artikel van de Ordonnantie m m op  4J8 BLADWYZER. op het (luk Mn den Impoft van den XL penn. geëmaneert. Blac'z. 14. 15 )6. Incapaces. Of diftinttic by eerige Rechtsgeleerden word gemaakt, tuiTchen incapaces , of die niet gequalificeert zyn , om erf te kunnen beuren, en tufichen indignos , of die geen , dewelke door hun gedrag , zig des onwaardig hebben gemaakt , wie dan zouden moeten fubintree. ren. . . ■ I9T Inclufio. (V. E'xclufio.) Unius eft exclujio alterius, maxime Ji additur exceptio, ut pot e qua confirmet regulam, in cafious non èxceptp, ut in paiïis antCaupliaWnis. 6. 180. 224 ' Jnjuria. Volenti non fit injuria. 398 Infolitus. Cafus infclitus in jure non pmftatür. (Vid. Cafus.) lnfolventie. (Zie Compagniefchap.) Inftitutie beereditair. jNiemand kan zig een band opleggen, of een irrevocabiliteit introduceeren, zo min ten opzig'e van Legaaten, als van Inftitutie hssredicair. 189 191 Jnftitutio, Inftitutus. Pura eft in/litutio , cui non adjicitur conditio, tempus, nee modus. . 86 . Nemo inftitutus eft fub- Jlituto , neque vulgariter , neque per fideicommijjum, . ibid. ■ De inftitutione in arbi- trium alterius collata, et quod nihil valet. . . 254 —— Partes expreffce in inftitutione, videntur repetitce in fubftitutione. . 297- 299 Intereffen. (Zie Capitaal.) En vrugten uit ingebragt Capitaal van een Vrouw , behooren tot fustentatie van het Huwelyk. (Zie Vrouw.) Iutejluus. (V. Teftatus.) Inventaris. (Zie Erfenis.) Joeden.Zyn avers van alle gewoonte der Chriftenen , vooral die met hunne particuliere gewoonte en wetten komen te ftryden. ... 10 Irrei oeabiliteit. (Zie Inftitutie hesredit'ir.) Jus. Nemo pntest jus in alium transferre , quod ipfe non habet. 56 Rei pubikecs jif-a non funt in privatorum commercio iöö • Corre£to?ia juf is limites , funt fervanda in fuis terminis. 290 Non extenduntur ad alios cafus aut res. . . ibid. Jus accrescendi. De jure accrescendi. . . 436 ————— (Zie Aanwas.) — In quantitate , velut in fumma pecunia, jus accrescendi locum habet perinde, ac in corporalibus. . , 439. Jus publicum. Jus publicum privatorum paëtis imitari nequit. 266 K. jennen of Ontkennen. (Zie Provijie.) Ketuba. Joodfche Ketuba, ten reguarde van dote van de Bruid, en wat tot het regr onder de dochters IsraëTs wegens haar huwe-  BLADWYZER. welyksgoed , na de ordre der wyzen gebruikelyk is. Blad?. 7 J£ind, Kinderen, (Zié Legaal Hypotheecq.) Een Kind uk een huwelyk niet na de order by de Wetten van den Lande voorgefchreeven, gebooren, is onwettig. . . . .134 »■ Kinderen uit eerder*huwelyk gebooren, kan niet minder toegevoegt worden , als aai? de langftleeverde Echtgenoot. 174 H De alimentatie en educat e der Kinderen is van zo fingulierc perfbnaliceit en reflectie, dat hetzelve aan ceuc Moeder, die ten tweede huwelyk komt te treeden , dik wils word geweigerd en benomen. . së£ Alleen om des Stiefvaders wille, of om de relatie, die de Vrouw tot haar Man is hebben- j de in dat tweede huwelyk. ibid. 1 — Hoewel dezelve "educatie anderzints by uitefte wille aan de Moeder mogte zyn geconcedeerd. ; . . Md. . —'— Kindskinderen, en tweede of volgende Erfgenaamen, worden mede voor Kinde ren, en Erfgenaamen gereekend. 3K3 4 IN iet ailcen uit de eigen- fchap van onze taaie. ibid. Maar ook fenfu juridico. ibid. V (Zie Filius.) In linea refóa worden onder de benaminge van Kinde. pen,-ook Kindskinderen verftaan en begreepen. . 403 Al 1 *> Dcch niet in linea eollate- riüu . ■ ■ . ibid. ——- In favorabilihtts , ut- puta datione tutoris-, fuccesfione in linea retta, worden onder de benaminge van Kinderen ook Kindskinderen verftaan en begreepen. ■— In Juccerjione collaterali et alns cafibus, alwaar men de woorden rhjet neemen in vero, et pro. prio fenfu „ et fecundum communem ujum hqusndi , defïgpeert het woord Kind of Kinderen alleen ümdeien van den eerfïcn graad, eo met Kindskinderen. 40f Klederen. (Zie Man.) Een Man mag met onder zig behouden de K'edcren van zsm overledene Vrouw, maar moet die mede in ^de dcc!mg brengen, . IyI Coop en Verkoop., Kooper. CV. Mora.) Contracten van goede trouw, m we:ke geen geld bsfaodrt betaa'.d te worden, voor ï geene. dat met met alle waardig is. öj — Ünzeekere dingen , ja bloote hoope zelfs , kunnen na Kochten om geld worden ver- 0gC' ' ' 66 — -—- Schoon de hoon tot met komt te vervallen , Evenwel moet betaalt worden xiat geene ?er voor belooft is. / ibid. ■——•—-* Een Kooper in mora blyvendei zyn gekogte op zvn tyd te betaalen, is volgens Wdlekeuren deezer Stad gehouden m betaalinge van intereft tegens acnt perecatuaa. . jjg mm 2 Koop  463 B L A D W Y Z E R. K; p en Ftrk-Pp, Kooper: Koopers van Huizenen Erven by Deer cc of Kx' cutie verkogt, worden by fpeciale Willekeuren georden neert, hunne uitgelooi e en onbetaalde kooppenningen, binnen drie weeken , na dat ieder paay verfcheenen is, in de confignatie van deeze Stad ad «pus jus babentts te brengen . op poene van vyfug tulden, by nalatigheid van dien te verbeuren. Bladz. 120 Koopman. Een Koor man, koopende ter goeder tioufte, op leveringe, een jaar te vooren, zektre Koopmanfchappen , en belovende da-tr vcor te betialcn zeke.e fomme van penningen, de Verkooper korrende ten tyde van de leveringe , en willende hem leveren de verkegte goederen , welke ten tyde van de lever;ntie r.iets waardig zyn, of de Kooper gehouden is die te ontfangen cn te betaalen? 65 Koopmans Boeken. (Zie boeken.) L. T refie. Ten opzichte van excesfive en ex'raordinaire tefie , worden na Rechten en Praöycq vel extraordinaire remediën geaiihibeerd en toegelaten. 328 Lafiu. Si in venditione icefio tam immodica intervenerit, ut non folum ultra dimidiam, fed ultra decem jv.fi pretii venditor deceptus fit, (quam noftri enormisjimam l®fio- nem appellant) fic rescindenda erit veniitio. . . . 328 Emtori eo cafu eleiïio non re- Hnquitur, an juflum toretium vclit — fupplere, remque retinerc. ibid. Condemnandus eft, ut, rem ip- fam precife reftituat, cum frijftibus omnibus, quos a contruaus die perctpit, aut percipere potuit. ibid. i Malei fiiti poftr.pr c.nfencus fft.fi pojjjsfionis fuce nullum titulum baoeat. . . ibid. — Tanta losfio pres fe fert inejje contrctlui dolum re ipfa. ibid. Dolum ex propofito malo com- paratur. . . ibid. Leen. (V. Feudum , Filius , Zie Aanwas.) . In het bcfliiTen van Leen- quaeftiën moet diftinc~tie gemaakt worden tufichen vaoerlyke, of voor-ouderlykë en KItOwE Leenen. . • 4'4- 4'!fcheiding te trekken, non titulo ijaredis , fed ex prscedanea et-Jingulart caufa, ex ipfa fcilicet feudi con'litutione , qua per primam inveftituram , jeudurn etiam ft> ceffirihus acqüirïtür. 419 -— De Leenvolger in een Leen van mcuws aangekogt, isgehou. den refioir re doen van de penningen, waar voor het Leen is gekogc. _ . .423 —— D'-cifie hier omtrent. 424 Leett goeder en. Die van de Pausfe. lyke Religie, mogen van Leengoederen niet anders difponeeren , dan voor Prsfidenr en Raaden in den Hove van Holland. 237. 239 Legaal Hypotheecq. (Zie Pupillen ) Kinderen hebben legaal hypo. theecq op haar ouders boedel, uit kragte van de Voogiye door de Moeder by mutueel Teftament aan de Vader geconfereerd, niettegenftaande de Kinderen den boedel van hun Vader onder beneficie vaa Inventaris hadden aanvaard. 80. 81 Legaten. Legata. (Z'e Inftitutie bereditair.) Jaarlykfche Legaien , werden begrepen in den beginne van ieder jaar verfcheenen te zyn, al kwam den Legataris ook in dat jaar te fterven. . 31 ■■ Uit zeker fonds moetende werden voldaan, moet met de vordering gewagt worden, tot dat dezelve daaruit betaald kunnen worden. . ibid. & 32 — Het maakt geen verandering, als den Teft teur "gewilt heeft, dat die in vier termynen moeten werden betaald, ibid. & 32 —— Na Rechten en Praclycq werden Legaten en Fideicommiffen mee den anderen gelyk gefield. - 353 ——— l)c woerden van maaken en legateeren, gevoegt by eene univemteit, (als een boedel of erffenifte) met laft van reftitutiè, zyn van die kragt, even als of da ar een formeel fideicommis univerfeel ware gemaakt geweeft. ibid. • Legata funt donationes & de. funttü reliStce, ab bar ede prxftan. de. ... 84 ■ • Novisfimts fcripturce in legatis valent. . . 190 ■ ■ Quando non apparet quid , quale, et quantum fit, incerta efl Jtipulntio et legatum. 233 ■ lncerti lega'.i, ut et ftipula- tionis, nul la eft petitio. ibid. « Legaten purè gemaakt , doch de tyd van betaaling zynde tot zekere tyd bepaald, gaan over op de Erfgenaamen van den Legataris. . . 234 • Conditioneele Legaten worden niet getransmicteert, vlmm 3 wan-  462 BLADWYZER. wanneer de Legatariffen voor 't exteeren van de conditie zyn verltorvcn. . Bladz. 235 Legatum. Falfa demonftratio legatum non vitiat. . . 239 Legitime. Kinderen kunnen in hunne Legitime niet worden beledigt. ... 19 ~— (Zie Huvoelykfcbe Voornoaarden.Zle Weduwe.) Een Weduwe ten tweede huwelyk over. gaande, behoeft aan haar Voorzoon niet meer te bewyzen, dan het beloop zyner Legitime portie in zvn Vaders nalatenfchap. 66. 67. 68 —— Op de Legitime portie moet in uflag {trekken, 'c geen de Zoon reeds als uitzet heeft genooten. . . ibid. Ook in gevolge het 29e Artikel van de Politicque Ordonnantie van den jaare 1580. 68 ■—— . En conform de Prattycq hier te Lande. . 69 . ■. Moet aan de Kinderen in 't geheel en vry, zonder eenige belaftinge nagelaten worden. 82. 83 ., Voor het te kort of te weinig gemaakte, moet vergocdinge of verbeteringe tot beloop van de geheele Legitime portie toe, werden gedsan. ibid. « Een langftleevende van twee Echtgenooten heeft het vermogen niet op de Legitime uit zyn nalatenfchap, door een der Kinderen te genieten, re impateeren het gunt ftaande huwelyk aan een Kind ten echte, of als uitzet is mede gegeeven. 113. 114 . Omrrcnt de begrooting van de Leg time portie van een Vader, in iie nalatenfchap van zyne Dogter. . 269 Lex. (V. Teftamentum.) T.esÈs non verbis, fed rebus pofittB fmt. 8 . ■ Si quid in legibus latum , fcurius juerit, oportet id ab imperatoria inter pi et atione patefiiri. 18 - Quod lege permittente fit , poznam non meretur. . 127 . Übi lex non diftinguit, nos. trum non eft diftinguere. 240 ——— Beneficia legis uti nequH , qui fecundum legem non contraxit. 247 ■ ■ CaJJuitt irritumque ipfo jure redditur. non modo quicquid f icturn eft , contra exprejj.im legis probibitionem , verum etiam contra ejus mentent a: fsntentiam. 267 ■ •■■ Etiamfi lex id nov dixerit, nee expiefi'e jufferit , acbum ipfo jure nullum tjt. . ibid. ——— ln legibus nihil interefl , fu fragio pipulus voluntatem fuam declaret, an rebus ipfis et faiïis. 347 » - Qjiod fit contra legem , ipfo jure nudum eft . 371 Licet licere. Idquwn eft, mibi adverfus te non licere, quod tibi adverf us me liceret. . 2\o Locus. Locus rei fitx , fundeert jurisdictie. . . 378 — In vindicatione, aut reali aclione. . . . 380 Lu.  bladwyzer. 46, Lucrwn. Ex qua perfona quis lucrum capit, ejus faclum praftare debet. . . Bladz 27 . Non ferendus eft ü, qui lu¬ crum , quidem atnplccltitur\ onus vero ei annexum, contemnit. ibid. Lutheraanen. Collegiën van Lutheraanen , mogen by erfeniffe beuren. . . 256 Lutberani. Lutberanorum Collegia, an nobis inter luita vel ilïicita numerentur? . . 260 Lyfrenten. Iemand 't vrugtgebruik van eeri nalatenfchap zynde gemaakt, en daar onder zynde Lyfrenten of foortgelyke effecten , moet genieten jaarlyks zo veel als die Lyfrenten opbrengen. . 333 •—— Lyfrenten , welke in collatie moeten gebragt worden , hoedanig die moeten werden gereekend. . . 399 m. Tijfan. (v. Maritus. Zie Klederen.) Man en Vrouw kunnen malkanderen inter vivos niet gratifieeeren. . . 78.342 ■ De Man is in effecte ouderen by ons een lezitimus curator aut adminiftrator bonorum uxoris, of anders wettige Man en Huisvoogd van zyne Vrouwe. iöil ■ ■ Man en Vrouw kunnen na Rechten ftaande huwelyk niet . validelvk contratïeercn, of voor dato van 't huwelyk gemaakte cor tracï n verbfeeken. 342 - —— Quia ftatim ipfo fatlo inci- dunt in probibitam legis donatio. nSrrii . . . 342 Het is hier in Holland volgens ae Couftumen en Rechten gepermitteerd en gebruikelyk, dac de Echtgenooten , ftaande huwelyk reciproque, by Teftament, of uiterfte wilie, malkan, deren beneficeeren kunnen, ibid. J Man en Vrouw kunnen hunne Huwelykfche Voorwaarden m het geheel of ten deele te zaamen alhier te niec doen en veranderen. . Md.. > Die revocatie en verandering alzo- gezamentlyk gedaan , alhoewel geduurende 't leeven der beide Echtgenooten , nog kragteloos zyrioe,echter ten opzichte van den geene der Teftateuren, die dezelve revocatie met 'er dood heeft beveftigt, allezints valide en van kragt is. ibid. • Man of Vrouw byden anJe- ren hinc inde Erfgenaam werdende gefteld, zonderland ere belaftingen als voor de helft, van 't geene dat ter laatfte dood zal worden nagelaten , vermag van- en over het geheel te difponeeren. 360 Zo tot fchade als baate van den geenen, die het exp-eftatif tot de voorfz. helft mogen hebben. . . . Md. -— Tweederlei difpofitiën alleen uitgezondert, en welke? ibid. Man en Vrouw mogen ftaande huwelyk, aan clkanderen geen donatiën doen. . yj0 Kunnen niet fcheiden Van tafel, bed, bywooning &c. zonder  46, BLADWYZER. der Rechterlyk gezag. Bladz. 370 en 371 Man. Alle Vrouwen werden hier te Lande door het huwelyk gefteld onder de voogdye van den Man. . . • ibid. -— De Man handelende met zyne Vrouw, kan aan dezelve geen de minfte qualiteit byzetten, in. of omtrent zaaken , waar door ten zynen voordeele iets bedongen of verkregen zoude worden. . Scheiding van Man en Vrouw zonder redenen by decreet van den Rechter, is niet alleen ongeoorloofd, en nietig, maar ook bovendien in zig zeiven onbehoorlyk, en ftrydigmet de Wetten van den Lande. . 371 Maritus. (Zie Man.) Pattum, ut maritus onera matrimonii fujlineat , et fruütus dotaks ad uxorem pertineant, non valet. . 4 m Dotis frutltus ad maritum pertinent , cum enim ipfe onera matrimonii fubeat Jolus , tzquum ejlf eum Jruttus etiam pempere. ibid. — Verus jufiusque dominus eft rei dotalis. . . K>1> Mennoniten. Collegiën van Mentonnen mogen by erfeniflen beuren. . 256 Miles, Militis voluntas. (V. Voluntas.') Minderjaarige. (V. Tutor. Zie Legitime. Zie Voogden. V. ces alienum.) - Onroereude goederen der Minderjaarige mogen door decreet niet anders worden ver¬ kogt , als om fchulden. 99. 100 .. Hier mede fte nt over¬ een 's Lands Ordonnantie van Friesland. .. . 109 - . Al ware ook die verkoopinge voor de Minderjaarige dienftig of profytelyk. ibid. Mobilia. Ex conditione perfonarum legem accipiunt, nee loco contineri dicuntur ,fed perfonam fequuntur, et ab eo dependent, et ideo oinnia ubicunque pofita mobilia , legibus domicilii fubjiciuntur. . 44 Mora. (Zie Koop en Verkoop, Kooper.) Is non ejt in mora, a quo pecunia propter exceptionem peti non poteft, ideoque nee obligatio ufurarum committilur. . 118 Mora ejus temporis eft incul- pata, fi nemo fuit , cui pecunia jure folvi potuit , quid enim imputari ei pofft, qui etiamfi vellet folvere , non poteft. . ibid. —— Ufurce non proxter lucrum petentium , fed propter moram folventium ivfliguntur. . 119 —— Differenlia inter debitoris moram. et temporis curfum. ibid. ——~ Pretii forte foluta, licet post moram, ufurce peti non j)oJJunt. 152 Mores. Quando mores noftri funt obfcuri , nedum clari , turn ad peregrinorum locum . et confuetudines recurrendum eft. . 98 Muiter. Dolo facit, quce petit, quod tandem oportet reftituere. 1 • Prcefumitur veile, ut maritus fruSlus bonorum parapbernalium loco dotis babeat , et perceptione fuos faciat , fi illa nullam dotem cvnftüuat. . . 4 Mu.  bladwyzer. 465 juummm, $Mwd non ejt mutatum, non prohibüur ftare. iiladz. ~>% Mutueel Teftament. (Zie Teftament.) N. j\7alatenfibap. (Zie Lyfrenten.) Nolle. Ejus eft nolle, cujus eft •oelle. . . 23? Notaris. (Zie Getuigen.) f—7— Wat den eed van de Notariflen binnen den lande van Holland en Weftvriesland , ten reguarde van Teftateurs, die zy niet kennen, medebrengt. 35 . Wat by de uiterfte wille zullen hebben te verklaaren ibid. Novatiën. Novatio. ^Dclegatiën en expromisfiën , als den een de . fchuld van den ander op hem neemt, of dat de Crediteur van zyn origineele Debiteur afgaat, en een ander aanneemt, introdu- C ceeren Novatiën. . 218. 220 —-— Novatione tollitur obligatio, velutifi id,quod tibi Se jus debet, a Titio dari Jlipulatus fis. 220 C Nullum. Nullum eft, quod nullum producit effeStum. . 340" — Nullum producere effectum, item 'nullum vel fine effeftu ejje , paria funt. . . , aid. • Nullum quod efl , jus tri- Q buere non poteft, et nullum quod ejt, perinde eft, ac fi nullo modo faclum effet. , O ii. DEEL. Jsjj o. f\hligatio. ^ Obligatiën. Generaliteits Obligatiën, geconflitueert op zekere lichaamen, (als de Unie van de Provintiën, waar van alles in ons Land is dependeerendei werden by veele Rechtsgeleerden voor vafte en onroerende goederen gehouden. . . l±8 " De twee.de Obligatie, penmeert de eerfte, en is met de eerfte incompatibel, als kunnende niet te gelyk beftaan. 220 ; ,— Inter ventu novae perfona , nova nascüur obligatio, et prima tollitur , tranjlata in poster iorem. . . 220 UH de obligando qua- ntur , propenfiores effe debtmus, Ji babeamus occafionem ad nesandum. . . # ö.00 )blivio. (Zie Vergeeten.) Oblivio inducitur tantum decennia , nifi jufta aliqua caufa judicem movsat in contrarium. . . ±lo Wroy. Een Octroy verleend mede op de inventie van eenige inftrumenten , als reëel zynde, kan met effect, verhandeld, en aan en ten behoeve van iemand anders getranfporteert worden. 382 mmejlagen. Werden by den Souverain van den Lande, ad fublevandas Fisci auguftias , et tolerandos fumtus belli, niet pro in. certo gedaan, maar dat hy voor zeker daar op kan ftaat maken. 48 nderfcheid tufichen den Impoft van de XLpcnning,en de poene 1 n van  466 B L A D W Y Z E M van fraudatie , of contraventie , en derzelver verfchillen. Bladz. 16 Onroerende goederen. Van 't beloop, waar voor onroerende zyn verbonden, word in 't middel op de Collatcra'e fuccesfie geen betaaling gedaan. . 197 Oppermagt.. (Zie Teftament.) On der de kleine Rechten van Oppermagt worden mede geteld , het Recht van bezwaarde goederen van fideicommis te bevryden, en van der minderj .arige goederen , zonder oorzaak in de Wet bekend , te laten veralieneeren. . . . 112 Ouders. Al 't geen de Kinderen by 'c leeven van hunne beide Ouders hebben genoten, werd geagt als het goed van den eerftoverledenen.. . 19. 22 P. PaEta dotalia, et ftipulationes de damno et lucro. (V. Stipulationes.) ... PaEta conventa, maxime dotalia, funt fervanda. . 70 « PaEta generalia baredïbus profunt, licet baredis mentio non fiat, quia plerumque tam haredi* bus noftris quam nobismet ipfis caveamus, ideoque fi ea ad betredes pertinere nolimus, boe fpecialiter debet exprimi. . 186 ... Ad quod denominatio perfona non fufficit, nifiid ex verbis, aut ex mente convenientium colligi posfit, plerumque enim perfona poEto inferibitur, non ut perfonali paEtum fiat, fed ut demonftretur, cum quo paEtum faStum efl. 186 PaEta. Nullum paEtum , nulla con. ventio , nullum r.ontraEtum inter eos ent fubjecutus', qui contrahitur lege probibente. . 267 - antenuptïaïia. Qjtemadmodum, paEla antenuptialia mutüo confenfu conjugum ineuntur, ita etiam mutuo confenfu dijfolvi atque mutari pojfunt. . . . 346 (Zie Huwelyks Voorwaar den.) Pagtpenningen, Pachter. (Zie Huurloon. Eigenaar.) Papisten. Óe olla Sacra van de Papillen zyn wel byzonder, eri foigneufelyk by de fuccesfive Placcaaten verboden- 261 Daar op zeer geurgeert, door die van de Synoden, of van de publïcque Gereformeerde Kerken hier te Lande , in hunne iterativelyk aan de groote Vergaderingen overgegeeven remon* ftrantiën. . . ibid. Particulce. Enim , fimul, una &c. fignificant unitatem et aqualitatem. .- . . 173 Patria poteftas. Patria poteftas of de Vadcrlyke magt, werd byons in diervoegen niet gebruikt , als dezelve by de Romeinen is geufeert geweeft. . 36 Pauffelyke Religie. (Zie Leengoedderen.) Pecunia. Peti non potefi pecunia ab eo , qui ft legitima exceptione poteft lueri. . . 121 TrajeEtitiam pecuniam, qua periculo creditoris datur, tam diu " li*  B L A D W Y Z E R. , Qtice dubitationis tollen dm caufa adjiciuntur , non folent vitiare fcripturas. _ 383 fn n 3 Scrip-  47o BLADWYZER. Scripiwa. Qu 1 YideicommiJJarici. (Zie Erfgenaam.) - Subftüutione. (V. Infli. tutione.) Sticcesfie ab inteftato. (Zie Roomfche Rechten.) Van die geenen, die --in dienft van de Ooftindifche Compagnie overlyden. 148 Wat de Hoog Mog. Heeren Staaten Géneraal der Vcreenigde Nederlanden , op den 10 January 1661, ter requifitïe van de Heeren bewindhebberen van de voorfz. Compagnie op dit ftuk hebben vaftgefteld ? 149. '50 —— De Ouders by Tefta- ment niet hebbende gedaan een verkiezing van Landregt nopens de fuccesfie ab inteftato hunner Kinderen , maar iemand aan hun Kind of Kinderen gefubftitueerd hebbende ex fideicommifib, zo kunnen de Vrienden , welke ab inteftato zouden moeten erven, van zodanig Kindof Kinderen vorderen , de Legitime en Trebellianiqne portie. 202 —■ — Wegens de fuccesfie t ao inteftato in de Weftindjën.367 ————— ('Zie Suriname.) Superflua. Superjlua non nocent. 393 Suriname. By het Oflroy aan die van de Colonie Suriname gegeeven , is uitdrukkelyk rer nédergefteld , dat die van Suriname • nopens dc fuccesfie ab inteftato zich zouden hebben te reguleeren na het geaccordeerde aan de Weftindifche Compagnie. 368 ■ Immers voor zo vee! by hetzelve Octroy van de Colonie Suriname daar van niet afgegaan, of iets anders geftatueert was geworden. . . . föd. ' By haar Hoog Mog. de' Heeren Staaten geaccordeerd , dat ten opzigte van- of onder refibrt van Suriname ten refpecte van dc fuccesfie ab inteftato plaats zal hebben de Politicque Ordonnantie van den ja:rc i<;8o met deszelfs nadere Verklaaringe- _ ■ . . 369 ' Wat de Politicque Ordon¬ nantie en nadere Verklaaange, omtrent de klovinge ter helft, voor de Vrienden ter wederzyden , van des overleden's Vader of Moeder medebrengen, ibid. fuum. Cujusque fuum dicitur, in quo plenum habet potefiatem , aut de quo facultatem habet pro lubitu difponendi. . , 8y. 92 T. rTeftament.Teftamentum.(ZkGees~ M telyke. Zie Huvoelykfcbe Foorwaarde. Zie fuccesfie ab intefla.to.) Een Teftament kan niet'be. ftaan, voor zo verre daar by een permanent Collegie word ópgeregt , zonder authorifatie van den Souver.in, met verdere byzonderheden. . . 126 " Nemo probib ere poteft , vele.  472 B LA DWYZER. leges in teftamento fuo locum babent. . bladz. 127. 24.2 Teftament. Nemo probibitur eajacere, qua juris funt. . ibid. — 't Is genoeg , dat by een Teftament den Erfgenaam word , uitgedrukt, al is 't niet met zyn x naam, als maar confteeren kan, wie den Teftateur gemeent heeft. 171. 172. 173 — Wegens een mutueel Testament, in hoe verre de langftleevende nader kan difponeeren. „ 177 / . In difpofitionibus teftamen- ' tariis , voluntas totum facit. 178 . Mmueele Teftamenten, tuffchen Man en Vrouw gepasfeert , worden altyd geconfidereert als twee Teftamenten. 225. 226 . 1 De langftleevende is dus niet verpligt , om zig daar aan te houden , of als Erfgenaam, uit kragt van dat mutueel Testament zig te gedragen. ibid. • Maar kan zig houden aan de Huwelykfche Voorwaarden. ibid. . Naar de hedendaagfche Practycq, moeten alle Tellamentairedifpofitiën,of voor 'c Gerecht der plaats, of voor Notaris en Getuigen , na dat de Ufantiën der plaatfen of Steden medebrengen , gepaffeert werden. 273 • Aan een bloote preparatie tot een Teftament kan geen effeö worden geattribueert. 313. 3l5 • En uit kragte van zodanig Teftament betaalinge gefchied zynde, kan dezelve gerepeteerd worden. . 313. 315 Teftamentum imperfeEium. (V. Seriptura praparatoria.) Teftament Mutueel. (Zie Revocatie.) In Gelderland en Utrecht, is by de Wet verboden , dac huwlyks luyden malkanderen by Teftament , of eenigerhande donatiëa , konnen beneficeeren. ——— Door de herroeping van de voorige uiterfte wille , werd al het geene in die voorige uiterfte wille was vervat , daar voor gehouden, even of hetzel. ve niet gefchreeven was geworden. . . • 433 ■ Alle Teftamenten of uiterfte willen zyn revocabel. 395 Teftamentum. Pofteriore teftamento, quod jure perfectum eft, fuperius rumpitur. 35 Teftateur. (Zie Getuigen.') . , Een Teftateur in zyn Testament hebbende gefteld deeze claufule : dat in gevalle eenige quafiie , gefchil , of misverftand kwam te ontftaan uit zyn Testament , dezelven zouden moeten ten werden geftift, by drie van de Vrienden , daar toe by de Contendenten te kiezen , kan geenzints werden getrokken tot difputen, die 'er zouden mogen ontftaan over Leenen of Heerlyke goederen, by den Teftateur nagelaten, maar moet voor het overige nopens andere quass. tiën  BLADWYZER. 473 tien en verfchillen werden nagekomen. Blad?. 52. 54. jó Teflateur. Teflator. Den Teftateur geen portiën, in welke zyn erffenis moet gedeeld worden, bepaald hebbende , word verftaan in egaale portiën. 171 —173 • Teftanten , die zig twyf- felagtig of indefinite geuit , en onbepaalde woorden gebruikt mogten hebben , moeten altoos verftaan worden zig te hebben willen fchikken na de difpofitie van Rechten. . 174 ■ Jure Romano werd het eveneens, en van hetzelfde ef. fect gerekend , of een Teflateur iemand tot Erfgenaam Hellende , hetzelve deede met rje eigene, 't zy voor- of toenaam, van dezelve uit te drukken. 275 »"■ Of dac zulks gefchiede , door dien Erfgenaam met eenige tekenen te vertoonen , waar aan dezelve klaarlyk van anderen kan worden onderfcheiden. ibid. -" Wanneer den Teflateur zyn Erfgenaam noemd , doch een verkeerde demonflratie of betekenis daar had bygevoegd, zulks brengt geen verandering in de inftitutie. . . ibid. •• By zo verre den perfoon buiten de gemelde demonftratie kennelyk is. . . ibid. ■ (Zie Staat en Inventaris.) Een Misfive van een Testateur aan den Notaris, die bevorens zyn Teftament, onder die referve.gemaakt hadde, om met infertie der claufule refer- II. D RE L. I vatoir, een verandering in deszelfs difpofitie , buiten erfftelling te maken, gefchreven zynde , moet worden, agtervolgd. 3»£> ■ De woorden van een Tes¬ tateur fideicommis importeerende, moeten genomen worden in proprio, et ver0 fenfu. 405 Pro vocato en inflituto non babetur , qui d te fiatore nee nominatas , nee verbis, exprejjus est. 404 Prafumitur Teftator cogita- re, et veile id, quod vult lex et Jlatutum patria Jutz' . 44 ■ In ambigua. Teftatoris volun- tate fpeEtanda est confuetudo regionis , in qua Teflator verfatus eft. . . . ibid. Generalis . prcefumtio inva- luit, quod teftator cenfeatur , fe potius confirmare ftatuto fuce patria, quod novit, quam juri fcripto , aut ftatutis aliorum locorum, qua verojimiliter ignoravit. 45 • Indignum eft , ob inanem verborum obfervantiam irritas fieri tabulas et mortuorum judicia. 81 " Quando teftator baredem fideicommiffo onerat , legem ex verofimili mente teftatoris inducit, tacitam probibitionem alienationis rerum, fideicommiffo fubjeSt'arum. 104. 100 ■ Teftatores fape abufive loquuntur, et jus civila non oportet calumniari , neque verba caftari. ■ Si teftator nomen baredis quidem non dixerit , fed indubi- )oo ta-  474 BLADWYZER. tabili figno eum demonftraverit , valet injlitutio. Bladz. 275 Teftator. Plaufibiles rationes non Jujficiunt, ut pro vocato babeatur, qui a teftatore nee nominatus, nee verbis defignatus ejt. 317. 319 ■ Teftatoris voluntas quibus- cunque confeSta fententiis, vel in quolibet loquendi genere Jormata, valet. . . 392 « Nee errore fcribentis tefta- mentarii voluntas mutari non debet. . . . ibid. - Nee quando minus Jcriptum, plus nuncupatum videtur. ibid. - Qui71 et ambiguitates , imperitia, defidia aut prapojlerationes, in teftamentis conjcribentium, non vitiant difpofitionem. ibid. (V. Voluntas.) Teftatus. Nemo pro parte teftatus, et pro parte inteftatus, decedere potejt. . . . 129 - Caufa teftati, facit cejjare caujam intefiati. . 231 Teftes. Omnes ejje poffunt, quibus teftamenti fatïio eft, exceptisperfonis enumeratis. . 36 —- Confobrinus e conjobrino natus, teftis ejje poteft. ibid. —— Pater in teftamento , in quo filius emancipatus , ejt inftitutus. nr - ■ • 37 ■ non jure proprio , et in proprium commodum debent deponere. 38 In judicialibus debent ejje omni exceptione majores. ibid. Tradito. (V. PoJJesfio.) Tranfport. Tranfport geeft geeD regt van Eigendom , of andere realifatie ten refpecle van een derde. . . . 248 Om dat het ten opzigte van roerende goederen , niet genoeg is, dat men Acte van Tranfport of verpandingen kome te pas» feeren of uit te geeven. ibid. ——• Moet gepaard zyn met een reëele en effedive ter handftel* ling, of het equivalent van dien. ibid. Trouwbeloften. Kinderen, fchoon meerderjaarig , Trouwbeloften palTeerende buiten weeten van hun Ouders, kunnen daar van peeniteeren , indien de Ouders die Trouwbeloften niet willen approbeeren. . 199 Tutor. (Zie Minderjaarige , Voogden, ces alienum ,) Tutor probibetur fundum pupilli vender e, licet irfrucluofum , faxofum, fterilem. 109 U. TJiterfte willen. (Zie Teftament, Huwelykfche Voorwaarden, Wet.) Uitkoop. (Zie Erfenis.) In cas van Erfenis werden geene uitkoopen geadmitteert, zonder Inventaris en opening van zaaken gehad te hebben. . . . 328 Maar dezelve werden geim- probeert en verworpen, als cap. Heus en ondeugdelyke. ibid. UJttjruEtuaris. (Zie Erfgenaam.) — ■ ■ ■- Debet prceftare tribu- ta, rei prctjtanda. . 47 Een Ufufructuarius is ge-  B'LADWYZER. gehouden te verfchieten het beloop van de 100, 200 en diergelyke penningen. Bladz. 303 UfufruStuarü. Heeft ook het vermog n , door middel van verkoop of hyporhecatie van de ufufructuaire goederen , zich die penningen weder te doen rembourfeeren. . . ibid. " — Doch is niet genoodzaakt om die verkoop of hypo. thecatie te doen, . ibid. "* Die in den eigendom tor Erfgenaam is gefteld, en de erffenis heeft geadieert, is gehouden aan den Ufufmctuarius, ten einde van 't vruchtgebruik te reftitueeren, het verfchot van de 100, 200 en diergelyke penningen. • . . ibid. " Al kwam dat verfchot meerder dan de waarde der goederen zelve te bedragen. ibid. Een Ufufructuaris , aan de ordere van den Souverain volgens zyn pligt voldoende , kan met- en door de continuatie van dien niet geimaginetrt werden, iets het alltrgeringfte te pleegen , het welk met het behooren, of met de billykheid ftrydig is. . «06 Ufura. (V. Mora.) J Utilitas. Utilitas aStoris venü et lucfi ejus habenda ratio. 312 V. v praderlyke Magt. (Zie Patria po. r tejtas.) i Veile. Ejus eji nolle, cujus eft veile. Venditio. (V. Lcejio.) 2' Verandering. (Zie Inftitutie beredi. tair.) Volgens de onverbreekelyke grondregels van Rechten, werd reder een vryheid gelaten ' om zodanige veranderingen inen omtrent zyn uiterfte wille te maaken, als na rade. 190. 191 Verband. Te Amfterdam werd onderfcheid gemaakt tusfchen een enkel en dubbel verband. 287 —-— En is aldaar, conform Couftume, niet anders als een Reglement, of verkiezing van hec Zuidhollandfche Landrecht, met relatie van de fuccesfie ab intefia10 enz' • 288 Onderfcheid tuffchen het enkel Verband , of wel de congiue en eigentlyke claufule, waarmede hetzelve enkel Verband word beteekend, en tusfchen een fubftitutie fideicommis. jair. , . . —-— Enkel Verband te Amfterdam , van wat effeQ. 2g2 Verbum. Verba funt accipienda fe. cundum fubjeStam materiam. 204. ir Qualitas verbo adjeSta, in. telhgitur fecundum tempus et qualitatem verbi, cui adjungitur. 1 ■ Non d figniftr.atione verborum recedi oportet, quam* cum manifeftum ejt. aliua cenfts. Je tejtatnrem , ne videatur quid. quam dixiffe , cujus non Juu nomme ujm eft, , „ ihld )0° * Ver-  4-6 B L A D W Y Z E R. Verbis. Quando in verbis nulla eft ambigunas, non debet admitti voluntatis quaftio. Bladz. 232 Vergeeten. (.V Oblivio.) Niemand weid gepraHh meert vergecen te hebben, 't geen hy zo kort te vooren had gedaan tot zyn eige ontlading en voordeel. 410 Verbuurder. (Zie Preferent.) Verjaaren. Pcene wegens 't recht v;