007 3      OMSTANDIG JOURNAAL V A N D E R E I Z E NAAR GROENLAND, GEDAAN DOOR COMMANDEUR MAARTEN MOOY, Met het Schip FRANKEN^AAL, Behelzende zyne Uitreize Van Amfterdam den 22. April 1786., b-zetting in het Ys, zedert den 10 Juny, het voorgevallene met de Commandeurs Hans Christiaan Jaspers, van Akona. Matthieu Weatherhead, van London , ffilliam Allen , van Huil, en Volkert Klaafen , of Jung Volkert Knudten , van Goctenburg; welke twee Engelfche Commandeurs beiden hun Schepen verlooren hebben, de gelukkige verlosfing van de Altonaasvaarder , Gottenburger, en van hem Commandeur M. Mooy, met veel aanmerkelyke byzonderheden. Gedrukt voor Rekening van den Commandeur. En zyn te bekomen te Amsterdam, By DAV1D WEEGE, Boekverkoper in deKalverftraat, 1787.  Geene Exemplaar en worden voor echt erkent-, dan die door den Commandeur onder het Voorbericht getekent zytu  VOORBERICHT. JT\e Beminnaars der Historiën en Reisbefchry vingen, hebben van alle tyden af veel belang gefield in de echtheid der Berichten, en de geloofwaardigheid der Schry* vers; immers dezulke waar en altoos hun 't aangenaamst, waar van zy overtuigd waar en , dat de Verhaalen, zonder eenig eigen belang, by 't leeven der Reizigers, en dus door hun zelv' gefchreeven, of uit hun mond let' terlyk overgenomen zyn. Het byzonder Noodlot, V welk my niet alleen, maar ook nog vier anderen Commandeurs op onze laatfle Reize naar Groenland allervreeslykst gedreigd, en twee van ons allerjammerlykst getroffen hebben, kon my niet doen afzyn, om de Befïierder van 't Heel-al door eene nadrukkelyke herdenking voor zyne wonderbaarlyke Verlosfing dankbaar te zyn; ik verzuimde derhalven niets om alles zo van''t geen my, ah 't geen ons allen, zo aan Je Velde, als in de Bezetting voornamentlyk overgekomen is, op V zorgvuldigst in myn "Journaal aan te tekenen, om het zelve by behouden Arrivement in een geschikter order over te febryven, om niet alleen my zulks daar door eene Nagedachtenis te verfchaffen , maar ook anderen , die van enzen rampfpoed vernoomen hebben, hm alles op nieuw te * a kun-  4; VOORBERICHT. kunnen verleevendigen als of zy zelfs ooggetuigen daar van geweest waren. Ik vond myn arbeid niet ver geefsch gedaan, want de flerke aanzoek om een Verbaal onzer Lotgevallen, rampfpoeden in het Ts, en onze wonderbaarlyke Redding, heeft my alkn fpoed doen maaken, om het zelve zodanig in orde te fchikken, als het nu door den Druk word gemeen gemaakt. Aan de Echtheid deezer Journaal hebbe niemand te twyffelen , waarom ik alle Exemplaaren vooraf met myne Jiandteekening hebbe bekragtigt. Den Vaderlandeen derzelver Maatfcbappyën, Groote en Kleene Visfchereijen, en den Koophandel wensch ik den zegenryk/le Bloei, en den Leezer het PVelvaaren. JOUR- Amfterdam 16. Maart  OMSTANDIG JOURNAAL E E N E R R E I Z E NAAR GR 0 E N L A N D. Nimmer hadt ik het denkbeeld kunnen vormen, toen ik 't eerst de pen op 't papier zette, om dit myn Journaal te fchryven, dat het van zulke aanmerkelyke Lotgevallen zoude opgevult zyn, als ik onder de wonderbaare Beftiering des Allerhooglten met andere Reisgenooten heb moeten ondervinden. Alles wat ik van des Heeren goedheid wenfchen konde, ftondt voor my gereedt by myneUitreize, een Welgecalfaat Schip (Frmikendaaï) met eene gezonde en frisfche Equipagie, en van alles ruim gevictualiëert, en wel voorzien, deedt my op eenen gewenschte uitIkg van myne Deltinatie en Retour, onder aanroeping van den Goddelyke byltand, hoopen en vertrouwen. A 3 liet  6 JOURNAAL. Het eenige,'t welk ik myhierby te herinneren heb, is, dat ik my by rnyne Uitreize wel niet in de beste lichaamsgefteldheid bevondc, want alhoewel ik gezond van harten was , werd ik nogthans op een buitengewoone wyze met de Jigt gekweld, doch hier van ben ik ook, God lof! weder herfteld geworden. Dan onze gedachten zyn niet altoos de gedachten des Heeren, en onze wegen niet altoos de zynen; dit hebben wy waarlyk op onze Reize op 't allerduidlykst ondervonden , gelyk zulks uit dit Dagverhaal middagklaar blyken zal. Zo ftreelend het vooruitzicht van onze Uitreize was, hoe gelukkig ook den Vangst ons in den beginne toefcheen, en wy ons vleiden met eene volle Lading te zullen t'huis komen, zo wierden wy echter in den uiterflen nood gebragt; zo dat onzen toeftand allerdeerniswaardigst en hooploos wierd. Dan hoe zeer en lang ens dit noodlot drukte, als van den 9. Juny tot den -24 November, en dus ruim 5 maanden; wy riepen tot den Heere, en Hy heeft ons uitgeholpen, onze herten met dankbaarheid vervult, en onze lippen van juichens doen overvloeyen: „Ja Heere, wy riepen tot U in ,, onze nood, en Gy hielp ons uit onze angsten; Gy „ zond uw woord, Gy redde ons, dat wy niet ft ierven  JOUR NAAL. 7 „ ven, dus moeten wy U, ö Heere danken voor uwe „ goedheid en voor uwe wonderen die Gy aan de men„ fchen kinderen doet. „ Wy danköfferen en vertellen uwe Werken met „ vreuchde, wy die met Scheepen op de Zee voeren, „ en haaren Handel dreven in groote Wateren ; wy „ hebben, öHeere! uwe werken bevonden, en uwe „ wonderen in de Zee; gy geeft fneeuw als wolle, itrooit rym als asfche $ wie kan blyven voor uwen „ Vorst! Gy fpreekt, zo verfmelt het; Gy laat uwen „ wind waayen, zo ontdoit het: Uw eere, ö Heere! is eeuwig. Gy hebt een welbehagen aan uwe wer„ ken; dies willen wy U zingen ons leven lang, en U „ onzen God loven, zo lang wy zyn. Onze redenen „ moeten U welgevallen , wy verheugen ons in den „ Heere." Na dus den Allerhoogften onzen openbaaren dank betuigt te hebben, voor onze gelukkige uitkomst in onzen jammerlyken nood, kunnen wy overgaan om ons Dagregister hier op te laaten volgen, waar uit onze Leezers zullen ontdekken, of wy niet de gegrondfte redenen hebben, om de eer des Heeren ons leven lang te loven en hem te danken, Het  * JOURNAAL Het was op Saturdag den 22. April des voorleden Jaars 1786. dat wy ons Anker ligten van voor de Stad Amfterdam, met een zeer gunstige wind, en zo als voorzeid, van alles rykelyk voorzien, met een welgecalfaat Schip en zeven Sloepen. Onze Equipagie beliond uit 45 Koppen, blykens de volgende MONSTER-ROL Van 't Schip F RANKEND AAL, Gevoerd by Commandeur MAARTEN MOOT, Onder Directie van de Ed: Heer JAN GILDEMEESTER, jANSfc. Stuurman JacobVos, van Callansoog, Zwager van de Commandeur. Spekfnyder Luitjes Jansz., van 't Veur. dito Maat Aldert Weelke, van de Wezer. Harpoenier Hendrik Eden, van dito. dito . . Jacob Kleyn, van Callansoog. dito . . Aldert Weelke, van de Wezer, Opperkuiper Fredrik Swart, van Breemen. Bootsman Jacob Mooy, van Callansoog, Neef van den Commandeur. Meejlsr . Harmanus Sneeper, van Atnfterdam» Op.  op de UITREIZE. 9 Opper Timmerman Arien Bunjen, van Oldenburg. Onder Timmerman Hendrik Stoopman, van Delmerhorjl. Schieman . Pieter Kater, van Callansoog* Bootsmansmaat Eelmer Mooy, van dito, Zoon van den Commandeur, oud iojaaren. Kol ... Hendrik Witje, van de Wezer. MATROOSEN. Jan Janfen, Johan Benjamin Scheen Jan Fredrik Grootjan, Hendrik Jurgens, Jan Fredrik Carel, . Jan Boekwinkel, Christiaan Strooper ♦ Hendrik Esdoorn, . Jurgen Dirk Lamke . Jacob Doorn, . Meindert Weelke, . Jan Saads, • ♦ Pieter Pieters, . . Jan Roelofs, Hendrik Steemes, . Jacob Mooy, voorn: Barent Hulskamp, . Willem Kulling, Frans Hendrik Smit, Coenraad Damke, van 't Feur. van Dantzig. van Breemen. van t Feur. van Stettyn. van Osnabrug* van dito* van Haasberg. van de Wezer. van Callansoog, van de Wezer. van dito. van 't Feur. van dito. van Osnabrug, van Callansoog, Zoon van Commandeur, oud 17 Jaaren. van Munfterland. van Hesjen . van Pruisminne, van dito* 3 Johap  io JOURNAAL Johan Furstenhof, . van Pruysminne. Genk Boekwinkel, . van Osnabrug. Arien Sweerds, . . van Oldenburg. Aldert Weelke, . . van de Wezer. Fredrik Luitjes, . . van H Feur. Hendrik Buckman, . van Hanover. Coenraad Lourensz., . van 't Feur. Koksmaat, Albert de Boer, van Callansoog. Cajuitwagter, Teunis Mooy, van dito, Zoon van den Commandeur, oud 12 Jaar. Wy zeilden denzelven dag op Pampus, alwaar 'sMaandags den 24. dito ons een Ligter loste met Viótualy, Bier, versch Water en Lynen, om het Schip vlotter te maken. Din^sdag, den 25. zeilden wy over Pampus met drie Wa. terfcheepen voor, om het Schip over de droogte te fleepen, waar voor betaalde vyfëntwintig Guldens. Woensdag den 26. namen wy in de Kuil van Marken het op Pampus in de Ligter geloste weder over. Zondag, den 30 in Tesfel gekomen. Dingsdag den 2. Mai, 's morgens de Wind N. W. met heel mooi weer, lagen by 't horntje van Texel, zouden gaern daags te vooren onder zeil gegaan hebben, maar moesten door tegenwind weder ten Anker , doch de wind fpoedig veranderende gelukte het ons des namiddags, de Wind W. ten Z. en W. Z. W. ons^Anker te ligten,en in Zee gingen uit het nieuwe Gat met 16 a 17 Scheepen, waar onder 13 Groenlandsvaarders, hier van my bekend Commandeur Willem Borst, de Yftroom, Pieter Koning, de Asfurantie, Cornelis Rickels, de hoapende Fis/er, dewyl ik de voorfte van hun allen was, hebdeanderen door de verre diftantie van agteren niet konnen beken» nen, wy kwamen de klok half twee behouden in Zee, op djt oogejiblik fprak ik myn Volk'aan, en in 't byzonder her-  opde UITREIZE. ii herinnerde ik myn drie Zoons dat dit nu de zeventiende Rys was, dewelke ik met God, en zulks wel voor een en dezelfde Patroon, zoude onderneemen; waar op zy my wenschte dat God ons ook wel weder gezond en behouden Rys zoude verkenen , en ons op zyne hulp verlatende, gingen wy van de Uyterton af N. ten W. aanzetten , Bramzeyls en Lyzeylsby, 'savonds de Wind Z. W. met Bramzeyls koelte, ftuurde ten Noorden aam Woensdag den 3. 'smorgens de Wind Zuiden, met ftyve koelte en regen, namen een Rif in onze Marszeyls, en maakten't Bramzeyl vast; zagen een Schip,'t welk voorn: Willem Borst was, dewelke wy circa 2 a 3 dagen in 't gezicht behielden, 's namiddags afgezet N, N. W. J N. 36J Myl gegiste breedte, was 55 gr: 17 min: lengte 19 gr: 4min: 'savonds de Wind Z. ten O. met ftyve koelte, en donker regenagtig weer, namen de twee reeven in onze Marszeyls, en ftuurde ten N. I O. 's nagts de wind Z. O. ftuurde N. ten O. aan. Donderdag den 4. 'smorgens de Wind Z. O. met zwaare koelte en donkere lugt; wy namen onze ïaatftereven in onze Marszeyls, maakten onze Marszeyls vast, en lenste voor de Fok, de Wind O. Z. O. met Storm, 'smiddags zetten wy af N. ten W. 40 Mylen, gegiste breedte was 57 gr: 54 min: lengte 18 gr: 8 min: gingen ten Noorden aan ;'s avonds handzaam weer, Zyl en Marszyls weder by, en ftuurde N. ten O. de Wind O. ten Z. Vrydag den 5. was het weêr geheel bedaard, de Wind nog O. ten N. met mooye Zonnefchyn, wy ftaken onze reven weder uit, en zetten onze Bramzeyls by, wy konden toen N. ten O. zeilen , 's middags bevonden breedte van 59 gr: 45 min. zetten af N. N. W. i N. 2<5| myl, gegiste breedte was 59 gr: 35 min: lengte 17 gr: 2 min: 's avonds de Wind O. N. O. met Bramzeyls koelte, kwamen tegen Hitland aan, en hadden het Eiland Hanglip op 't Compas W. ten N. van ons 4 a 5 Mylen, wendde Oost over. Zaturdag den 6. des morgens wendde weder Noordwaarts, B 2 weêr  12 JOURNAAL weêr en Wind als vooren ,konde 3Schecpen zien, die met ons over heen lagen en kruisten met de tegenwind, doch konde door de verre afftand niet ontdekken welke het waaren, 's middags niet afgezet, ftelde myn beftek op bevonden breedte, en afpeiling van het land, bevonden breedte was 60 gr: 10 min: wendde 3 Myl dwars van voorn: Eiland Hanglip, hadde toen lengte van 15 gr: 32 min. op de Kaart; er kwamen nog twee Scheepen tegen ons aan, 's avonds de Wind by 't N. O. met mooy weêr, en konden O. Z. O. zeilen. Zondag den 7. 's morgens de Wind N. N. O. en N.N. W. met variabel weêr; wy hadden toen 4 Scheepen in 'tgezicht, daar van alleen bekent Lourens Keuken, 't Schip de Koornbeurs van Jmjlerdam, 'smiddag afgezet O. § Z, 8 Myl, gegiste breedte 60 gr: 7 min: lengte 16 gr: 41 min: wasftilletjes, wy gingen aan 't Visfchen om bezigheid voor'c Volk, en Vingen een Koolvisch (a), een Schelvis en twee Haayen, 's avonds halsde (b) West over met aanwakkerende koelteuitN. O. ten O. maakte onze Bramzeyls vast, konde N. N. W. zeilen. Maandag den 8. 's morgens de Wind by N. O. met ftyve koekeen graauvve lucht, kwamen weder tegen Hitland aan, halsde Oost over, konde vier Scheepen zien, denkelyk dezelve die wy daags te vooren gezien hadden, 's middags ftaken het t'weede Rif in onze Marszeyls, zetten af N. W. IW. 4 Myl, gegiste breedte was 60 gr: 17 min: lengte 16 gr, 15 min. 'savonds halsde West over met goed weêr en regenbuitjes. Dingsdag den 9. 's morgens de Wind Z. en Z. O. met regenbuyen, doch goed weêr, ftaken onze Reven uit en zetten Bramzeyl en Lyzeyl by , ftuurde N. O. aan, 's middags afgezet N. O. I O. 9 Myl, gegiste breedte was 60 gr: 3 9 min: lengte 17 gr. 9 min. gingen N. O. ten N. aan, konde 5 Scheepen zien, doch niet onderfcheiden, 'savonds de Wind Oost met mooy weêr, konde N. N. O. zeilen. Woens- (a) Koolvisfchen zyn van groote en gedaante als een Cabeljauw -doch fpitfer van kcp, en niet zo aangenaam van (maak. (bjHalfen is het Schip over de andere Boeg heen wenden.  op de U I T R E I Z E. 13 Woensdag den 10. 'smorgens de Wind-Oost met ftyve koelte,maakte onze Bramzeyls vast, en ftaken een Rif in ons Marszeyls, 'smiddags afgezet N. ten W. Myl, gegiste breedte was 61 gr: 44 min: lengte 16 gr: 47 min: 's middags namen wy alle onze Reven in , en maakte Voormarszeyl, Fok en Kruiszey'1 vast, het waaide hard, 'savonds de WindOost, met StöPm, konde N. N. O. leggen. Donderdag den 11. 'smorgens de WindOost, cnO.tenN. met handzaamer weêr, dochzvvaarelucht, zette Fok, Voor. marszeyl en Kruiszeyl by, zagen 2 Scheepen, doch door de verre afftand niet kunnen onderfcheiden, ïs middags afgezet N. W. f N. 12 Myl. gegiste breedte was 62 gr, 21 min. lengte J5 gr- 37 m'n> 's avonds de wind O. N. O. met handzaam weer , konde noordwaarts zeilen met zwaare lucht. Vrydag den 12. 'smorgens ftilletjes met regen, 'smiddags afgezet N. W. £ N. 10 Myl, gegiste breedce was 62 gt: 50 min: lengte 15 gr: 39 min: kreegen een Noordelyk Windje, 'savonds de Wind N. N. W. met Bramzeyls koelte, konde N. O. zeilen. Zaturdag den 13. 'smorgens de Wind Noorden enN. N. W. met goed weêr, dog donkere laage lucht, had wedertwee Scheepen flaauw in 't gezicht, 'smiddags afgezetN. O. ten N. f O. 16 Myl, gegiste breedte was 63 gr: 41 min: lengte iógr: 2 min: 's'avonds de Wind rondoim't Noorden, met donkere mist, vlammen en Bramzeyls koelte. Sondag den 14. 's morgens de Wind Noorden , met reefde Marszeyls koelte en graauwe lucht, konde O. N. O. zeilen, en hadden weer 3 Scheepen als vooren in 't gezicht, 'smid. dags bevonden breedte van 65 gr. 6 min: zetten af N. 0.|0. 20 Myl, -gegiste breedte was 64 gr: 27 min: lengte 18'gr; 24 min: zetten myn beftek régt ten Noorden voort, 'savonds de Wind W. Z. W. ftuurde N. N. O. met mooi weêr, zetten Bramzeyls en Lyzeyls by. Maandag den 15. 'smorgens de Wind rondom N. W. met variabel weêr en graauwe lucht, ftuurde by de W'nd,'smidB 3 dags  14 JOURNAAL dags bevonden breedte van 66 gr: 9 min: zetten af N. f O. 17 Myl, gegiste breedte was 66 gr: 15 min: lengte 18 gr: 50 min: was zeer ftil, zetten onze groote Steng en Wand aan, 'savonds een mooi koeltje uit 't Z.O. zetten Bramzeyl en Lyzeyl by, Huurde N. N.O. aan. Dingsdag den 16. 'smorgens de Wind O.Z.O. met Mars. zeyls koelte, konde een Schip, zonder het echter te kunnen onderfcheiden, zien; 'smiddags afgezet Noorden 31| Myl, gegiste breedte was 68 gr: 15 min: lengte 18 gr: 5© min: bevonden breedte was 68 gr; 19 min: ftuurde N.O. tenN. aan, 'savonds kleine Marszeyls koelte en hol Water, de Wind O. ten Z. ftuurde vol en by de Wind op. Woensdag den 17. 's morgens de Wind O. ten N. nog met ftyve koelte en donkere zwaare lucht; wy konden N. ten O. zeilen, voor de middag zagen wy enkelde knolletjes (c) Ys, er kwam een Schip tegen ons aan, doch ons onbekend, 's namiddags wierd het drokker met Ys, halsde Oost over, zetten af — N. | W. 25 Myl, gegiste breedte was 69 gr: 55 min: lengte j 8 gr: 20 min: 'savonds hadden wy weêr en wind als vooren. Donderdag den 18. halsden wy Noord over, de Wind N. O.ten O nog met ftyve koelte, en donker van Sneeuwjagt; men konde N. ten W. zeilen, 's middags halsde Oost over, en pasfeerde een zwaar ftuk Ys,zetten af Z.O. J Z. 4I Myl,ge. giste breedte was 69 gr: 41 min: lengte 18 gr: 51 min: toen pasfeerde ons 4 Scheepen, maar onbekend, de Wind 's avonds rondom N. O. met handzaam weêr en graauwe lucht. Vrydag den 19. 's morgens een labber koeltje uit het N. O. met variabel weêr, 's middags afgezet Z.O. ten 0.12! Myl, gegiste breedte was 69 gr: 14 min: lengte 20 gr: 48 min: 'sa^ vonds ftilletjes, kregen Z. O. Wind met mooi weêr. Zaturdag den 20. de Wind by 'tZ. Z, O. met goed weêr, ftuurde N.O.aan, zetten Bramzeyls en Lyzeylsby,'s middags afge, (c) Knolletjes, zyn (lukken Ys, die men het eerst in Zee ontdekt.  op de UITREIZE. 15 afgezet N, N. O. i 0.14I Myl, gegiste breedte was 70 gr: 4 min: lengte 21 gr: 53 min: 'savonds de Wind nog Z.Z. O. met Reefde Marszeyls Koelte en donkere zwaarelucht, konden weder flaauw 5 Scheepenzien , ftuurde N.O. ten O.aan. Zondag den 21. 'smorgens de Wind nog Z.Z.O. en donkervan regen, doch wat handzamer van Wind, 'smiddags afgezet N.N. O.IO. 35! Myl, gegiste breedte was 72 gr. 9 min: lengte 25 gr. 8 min* 'savonds de Wind Z.Z. O. met mooi weêr en klaarde wat op, hadden weder 4 Scheepen in 'c gezicht, verdeelde ons Volk, dat is , het Volk wierd elk na zyne bekwaamheid tot zyn post benoemt. Maandag den 22. 'smorgens de Wind O. Z O. met Bramzeyls koelte en mistige buyen, pasfeerde eenige fchotsjesYs, en konde met de blinkjes van de lucht 3 Scheepenzien, 'snamiddags afgezetN. tenO.èO. 25 Myl, gegiste breedte was 73 gr: 44 min: lengte 26 gr: 50 min: gingen aan'tlynenfchieten, dat is om zich met de Sloepen tot de Walvischvangst gereed te maaken ; het was toen zeer donker door de mist, namen een Rif in onze Marszeyls, en gayde ons Zeyl op, pasfeerde nog geftadig Ys, draaide en hielde het op de ruimte wat gaande. Dingsdag den 23. 's morgens de Wind nog Z.O. met handzaam, weer, doch nog donker van Mist, hielde het verder op de ruimte gaande, 's middags afgezet N. f O. 11| Myl gegiste breedte, was 74 gr: 30 min: lengte 27 gr:. 8 min:, zetten weder Yswaards in na dat de ruimte ons leidde, 's avonds nog zeer donker van Mist,de Wind O. ten Z. met ftyve koelte, 't Ys lag mooy ruim, dat is, wy konde doorzeilen. Woensdag den 24. 's morgens de Wind O. t. Z. met Storm, namen al de Reven van onze Marszeyls in, en maake ons Kruiszeyl vast, hadde het nog mooy ruim van Ys, het wierd, toen ook meerder helder, zagen een Schip benoorden ons, 't welke was Adriaan Hogerwerf, 't Schip Ridder Oori, ook kregen wy het Land van Spitsbergen in 't gezigt, het wierd ons nu vry volhandiger met Ys ,en hielde het in de ruimte zo veel mooglyk was gaande, wy peylden het hooge Land van de»  i6 JOURNAAL van den Horizonts Baay Oost van ons 9 a 10 Myl, des avonds zagen wy nog 2 Scheepen uit de Zuid komen en mede toen voor 't eerst een Confrater van onze Vrienden, dewelke wy gingen bezoeken, namentlyk de Walvisch, de Wind Z. O. nog met aanhoudende harde koelte. Donderdag den 25. 's morgens wierd het handzaam weer, maakten ons zeylree en gingen weder Noordwaards; na dat de ruimte ons leidde, de Wind Z. O. met Sneeuwjagt,'s middags vernamen niets, was redelyk helder, zomtyds ftilwy zagen weder agt Scheepen ons onbekend; des avonds een Oostelyk Windje, doch meest ftil met Sneeuwbuijen. Vrydag den 26. 's morgens de Wind Z. O. ten O. met mooy weer doch aanhoudende donkere Lucht, wy konden weder flaau\v_9 a 10 Scheepen zien, en kwamen toen gelukkig in volle Zee, en vernamen benoorden ons geen Ys meer, zetten N. O. aan, 's middags vernamen niets, en's avonds bevonden wy ons dwars van de Zuidhoek van 't Voorland 384 mylen van de Wal van Spitsbergen, de Wind by 't Zuiden, fïevenende N. ten Weften aan. Saturdag den 27. 's morgens een Noordelyke Wind en don. ker door de Mist, wy zeilden West over met mooy weer, 's middags pasfeerde een Strook Ys, vernamen niets, zagen met opheldering der Lucht ir a 12 Scheepen,'s avonds eene koelte uit het N. O., doch zeer ftil en donker door de Sneeuwjagt. Zondag den 28. 's morgens de wind aan 't Zuiden, en nog even donker door de Sneeuwjagt, gingen N. W. aan, kwamen tegen 't Ys, en zagen verfcheide Scheepen, dewelke meest Engelfche waren, vernamen ook eenige Walvisfchen, zetten onze Sloepen uit en maakten ons vaerdig, dewyl wy ook zommige Scheepen zagen die reeds Visch gevangen hadden , 't welk ons goeden moed gaf en ons op eene allergunstigste Vangst deed hoopen, wy namen een Sloep agter aan, en hielden het nog wat gaande, 's namiddags kwam myn Broeder Commandeur Pieter Mooy, benevens Commandeur Cornelis Rikkels, by  op de UITREIZE. 17 by my aan boord, wy noemden elkander tot dus ver gelukkig welkum, zagen van tyd tot tyd al meerder Walvislchen, wy fprafcen met eikander over den Vangst, doch myn Broeder en ik bleeven daar omtrent ieder op zich zeiven, maar beloofden elkander wederzyds zo vee' 't mogelyk was te adfifteeren, het klaarde een weinig op, des avonds de Wind Zuiden en donker door de Mist. Maandag-den 29. 'smorgens Weer en Wind als vooren; bielden het nog gaande, zo als ook met ons verfcheideandere Scheepen deeden; 's middags klaarde het weder wat op, doch vernamen toen niets dan Eenhoorns; wy merken hier by aan voor onze Leezers, dat deze Eenhoornvisfchen ook even a's de Walvisfchen een Blaasgat hebben ;zy gelyken zeer wel naar den Zeehond, doch wat de onderfte Vinnen betreft, hebben zy. meerder overeenkomst met de Walvisch, ook komt hun Staart met die derzelve ten naasten by zeer wel over een; hun lengte is van 16 tot 20 voet, de huid is zwart of grauwagtig, de buik \vit; aangaande de hoorn, dezelve heeft alleen het Mannetje, vlak voor in 't midden van 't voorhoofd, is gedraaid van 6 tot 7 voeten lengte , de Wyfjes noemt men. Eenhoornins; deeze Eenhoornvisfchen zyn zo vlug in Zee, dat ze zeer moeielyk te vangen zyn, alhoewel zy mede zeer goed Spek hebben; doch zy, die op de Walvischvangst uitgaan , zien dezelve zeer gaern, dewyl zy als een zeker voorteken van den Walvisch werden aangemerkt; zo dat men by na binnen den tyd van vier en twintig uuren durft ftaat maaken, dat waar men de Eenhoorns gezien heeft, men daar ook de Walvisch kan verwachten , alhoewel zy van elkander geen Vyanden zyn. Deze aanmerking vinden wy goed hier in te: voegen,dewyl men te Lande wel van Eenhoornsgehoord heeft, doch daar door gemeenlyk verftaat een zeker Landdier in de gedaante van een Paerd met een Hoorn voor 't hoofd,. doch de nauwkeurigfte Reysbefchryvers getuigen dit Dier nooit ontdekt te hebben, en houden derhalven dit voor een Verdichtzel der Oudheid, De Wind West met mooy helder Weer, C en  ia JOURNAAL en werkte wat inwaards benevens myn Broeder en eenige andere Scheepen. Dingsdag den 30. 's morgens de Wind West, met variabel weêr, en zeer ftil, avanceerde niet veel, telden circa 40 a 50 Scheepen, die vast waaren, maakte ook aan eene Schots vast, en gingen met twee Sloepen afleggen, dat is, om op de Wal. visch te paffen, om wanneer hy boven komt, dezelve te fchieten; 's namiddags zagen telkens Walvisch; het was ft.il en donker van Sneeuw, des avonds kregen wy een fchot, dog niet vast, dat is, dat de diftantie te ver af was, om hem te kunnen fchieten , en dus buiten ons bereik , de Wind BL N. W. en donker van Sneeuw , zagen al vry wat Walvisch. IN HET LOS-YS. Woensdag den 31. 'smorgens met ophelderend weêr, de Wind N. N. W. met handzaam weêr, onze Schots trok ons in een zwaar pak, of in elkander geflooten, Ys; alwaar verfcheide Scheepen in bezet lagen; wy maakte aan eene ligtere Schots vast, en lieten 't wat afdryven ; wy zagen ook een Veldtje (c) ten Noorden van ons af, alwaar veel Visch was, maar konde daar niet bykomen, 'smiddags maakten Zeyl en gingen iets Ooftelyker over, maakte weder aan een groote Schots vast, zagen nog geduurig Walvisch, 'savonds de Wind N. N. W. met variabel weêr , konden 60 a 70 Scheepen zien. Donderdag den i.Juny, 'smorgens de Wind N. W, doch zeer ftil, zagen veel Walvisch, hielden de Brandwagt met 3 Sloepen, kreegen twee fchooten, doch weder niet vast, 't geen ons een weinig moedeloos maakte, doch de menigte van Visch. (c> Door een Veld-Ys, werd verdaan een vlakte van Ys, van eenige Mylen groot, dus hier by verkleining een Veldtje genaatm.  IN HET L O S - Y S. 19 Visch, en de hoope op Gods Zegen, ftelde ons niet te leur; want korts daar op fcboot een van dezelve Sloepen vast, en wy kreegen onze eerfte Visch, wy bragten dezelve gelukkig aan boord, en gingen aan het flenlèn ; (d) en met een Sloep op de Brandwacht, 'smiddags was de Visch over lagen dicht, op 't lager van een groot Vlart (e} ; wy maakten zeyl, doch 't was zeer ftil, zagen benoorden groote ruimte; 'savondsde Wind W. en Z. W. zeilde by een groot Veld langs, vernaame aan 't Veld niets, en blaauw water ; gingen Oost over en maakten 'snagts aan een groot Vlard vast, en zagen op de ruimte 3 ^ 4 Walvisfchen ; de Visch die wy gevangen hadden , gisfen eirca 20 Vaten en had 9 voet Baarden. Vrydag den 2. 'smorgens de Wind Zuidelyk, doch weder zeer ftil en donker met Sneeuwbuitjes, hier veranderde het zeer fterk, 'snamiddags zagen wy vry wat Walvisch, doch ver van ons ; 't helderde een weinig op; wy maakten Zeyl, en gingen na 't Veld, gisteren gemeld, alwaar een Schip aan vast lag, 't welk zyn Geus liet waayen, 'savonds de Wind Z.W.enZ.Z.W.met favorabel weêr, wy laveerden by 't'Veld op. Zaturdag den 3. 'smorgens weêr en wind als vooren; wy zagen veel Walvisch aan 't Veld, maakte ons aan't zelve vast, deeden een looze val, en fchooten vast tot vyfmaal agteréén, waar door wy drie Walvisfchen gelukkig vingen, en twee ons ontfnapte, de een zonder fchade, by de ander was een Har» poen, en van de voorganger de voorlooper gebroken; wy zagen toen minder Visch, en gingen met twee Sloepen op de Brandwacht, 'smiddags fchoot onze Sloep weder vast, doch verlooren dezelve met vyf lynen en een Harpoen, 's avonds donker van de mist, de Wind Z. Z. W. wy moesten toen de vlucht neemen voor de Viarden, die naar 'ü (d) Flenfen , is de Visch of het Spek tot zulke Rukken te fnyden, om het gereedelyk met taakels in 't Schip te kunnen hyzen. (e) Vlarde. is' een groote ftreek Ys van circa 20 a 30 Mylen. Ca  2o JOURNAAL 'c Veld toe kwamen annzetten. De tweede Visch gisfen wy op circa 14 Vaten, hadt 61 voeten baard, de derde c'rca 12 Vaten, 5 voeten baard, en de vierde 11 Vaten, hadt 3 voeten baard. Zondag den 4. 'smorgens moeiten wy weder vluchten voor de Vlardens, die daar in menigte lagen, zagen benoorden ons mooye ruimte , rerwyl wy aan een Vlarde vast maakte. De Wind Westelyk, doch zeer ftil met IVlift en Sneeuw-vlammetjes, konden toen 13 a 14. Scheepenzien , gingen aan het Flenfen, 'smiddags zagen fomtyds een enkelen Walvisch, 'snamuidags hadden wy met Flenfen gedaan, maakten toen Zeyl, 'savonds maakten wy aan een klein Veldje weder vast, daar vry wat water by was, deWindN.N. W. met variabel weêr. ; Maandag den 5. 'smorgens zagen wy wel een enkelen Walvisch, doch moesten weder de wyk neemen; het maalde {fj bierfchrikkelyk,de Windby't W.N.W. met zeer mooy weêr, hadden circa 30 Scheepen in't gezicht, doch zeer ver van ons af, 's namiddags vernamen wy een Walvisch, 's avonds de Wind Zuydelyk, laveerde by ons Veld, Zaturdag gemeld, wat op; wy bleeven aan deNoordzyde nog al verder ruimte houden , konden evenwel hier niet van daan komen; wy zagen' myn Broeder, Commandeur Pieter Moov, aan de Zuydkant van 't zelve Veld leggen. a-a n n e VELDEN. Dingsdag den 6. 'smorgens zagen wy verfcheide Walvisfchen op de ruimte, als ook aan 't Veld. Onze Sloep fchoot vast en wy vongcn ons vyfde Visch je op een zeer voordeel ige wyze s wy maakte aan 't Veld vast, en gingen met drie Sloepen op deBrandwagt, de Wind Z.Z.W. metMistvlammen; wy fchooten (0 Maaien, is een flerke beweeging ia het Ys, waar door het (Je Scncepea zeer gevaariyk wordt.  van de VELDEN. ar fchooten onze Sloep weder vast, enkreegenons zesde Vischje zeer gelukkig-, van deezc gelukkige kans maakte wy weder gebruik, 't geen tengevolge badt, dat wy ons zevende Vischje, met de andere zeer gelukkig 's namiddags aan boord kregen; wy gingen op hoop van meerder vangst weder op de Brandwagt, desavonds de Wind O N. O. en donker van de Mist en Sneeuw, wy kreegen een lager aan 't Veld, dat is, dat wy de Wind vlak op ons hadden en geen gelegenheid hadden om te kunnen vluchten; gingen 's nachts aan 't flenfen, de drie gevangen Visfchen, gisfen twee van 10 a u, en een van 11 a 12 Vaten ; een van 3 voet, een van 4I voet, en een 55 voet baard. (g). Woensdag den 7. 's morgens de Wind N. O. met ftyve koelte en buy'ïge lucht, hadden een regelregte Lager, doch bleef nog ruim boven ons , 's namiddags kreegen wy ons werk met flensfen gedaan ; 't klaarde een weinig op, lagen eenigzintsbeflagen door los fchoft ([klein Ys),en wierden nog wel een enkelde Walvisch gewaar op de ruimte; des avonds de Wind N.N. O. met Zonnenfchyn en ftyve koelte. Donderdag den 8. morgens de Wind Noorden met variabel weêr,wy konnen 50 a6o Scheepen zien, meest aan de Zuidkant van dit ftuk leggende, vernaamen ook dat ons Veld fterk draaide met de Zon; wy maakten ons gereed, en begonnen aan 'tafmaaken,datismet klein hakken, om het zelve in de Vaten te doen; (g) Hoe groot de Walvisch ook zy, en met het grootfte recht by de Reisbefchryvers de naam van Koning der Zeedieren word toegekent, z> ziet de Leezer dat wy op deeze Reize geen groote hebben aangetroffen; dit b!ykt nog klaarder, daar deeze zeven Visfchen'riet meerder dan circa 95 Vaten befioegen, en ik op een myner voorige Reize een Visch gevangen heb, die 80 Vaten vulden; dezelve verfchillenook in couleur of plekken, voornamentlyk aan het Bekkeneel, Vinnen en Staart, door de befchadiging der Zwaardvisfchen, als ook door de Harpoenen, wanneer zy dezelve ontvluchten, houdende daar altoos een witte vlak; de Baarden werden aan wederzyde geteld tot byna driehonderd uit het midden het langst uitfehietende en weder fpits toelopende naar de vooreiaden van 't Neusbeen eu naar de Keel toe. C 3  ** JOURNAAL doen; 's namiddags vernaamen niets, lagen vanenkeldegroote Schotten eenigzints bezet, doch het Ys liep ons tot dus ver altemaal mis, de VJarden die hier lagen waren ontelbaar, 'savondsde Wind aan 't N. N. W. met zeer mooi weêr en grauwe lucht; wy kunnen niet nalaten by die ons overfchryven iets te herinneren, 't geen niet dan van agteren kon b&fchouwd worden; wie zyn de ondoorgrondlyke beftieringen en wegen van den Ahvyzen Godt bekent? Het behaagt ilem immers zich aan ons te ontdekken naar zyn welgevallen, enterzyner tyd; want had het zyne wyze Voorzienigheid behaagt, ons in den zin te geeven den verdere hoopende Vangst te ihaken, wy hadden aJs toen (namentlyk heeden) de volmaaktfte gele. genheid gehad om uit het Ys los te komen en ons Retour te aanvaarden; wy hadden ons als dan bevryd gezien van alle die bitterheden, dewelke ons naderhand te'befchryven ftaan, en ons overgekomen zyn; dan laaten wy berusten in den wyzen wil van onzen Hemelfchen Vader. Vrydag den 9. 'smorgens de Wind N ten W. met variabel weêr, kreegen wy een Kngelsch Schip by ons aan 't Veld, doch te ver van hem af, om hem te kunnen beroepen of te fpreeken;wy lieten ons Volk zestien Glafen flaapen; 's namid. dags gingen weder aan het werk, vernamen als toen niets, ons Veld draaiden niet meer, 's avonds de Wind Weftelyken ftil; wy hadden gedaan met afmaaken, en bevonden het geen wy gefneden hadden 95 Vaten, 17 PypjesSpeken2i Vaten Kreng; zagen een Walvisch. Saturdag den 10. 'smorgens de Wind Weftelyk en Zuidelyk, doch zeer ftil, werpte wat by 't Veld op voor de VJarden , die naar ons toekwamen; wy hadden het hier zeer gevaarlyk , ligten ons Roer en zetten eenige Vióhialy op het Dek, want alhoewel wy, zo als reeds vermeld is, van alles in de ruimte voorzien waaren, zo dat ons Scheepsvolk altoos getuigde hier in de Directeurs nooit ge* noeg dankbaar te kunnen zyn, zo wiften niet welk gevaar ons nakende was; wy hadden circa.30 Scheepen in 't gezicht, - raakten  indë BEZETTING. 23 raakten zwaarder bezet, doch bezuiden ons was meest los Ys, des avonds ftyve koelte uit het Zuiden. inde BEZETTING. Sondag den 11. 'smorgens , 's middags en 'savonds ftyve koelte, uit het Z. Z. O. paffeerde niets, zaten dicht^ezet, doch met weinig parfing. Maandag den 12. 'smorgens de Wind Z. ten W, met goed weêr, doch donkere laage lucht, befpeurde een weinig dyning; 's middags hoorde en zagen wy nu en dan een enkelde Walvisch, des avonds de Wind Z. Z, W. mooi weer, zagen geduurig Walvisch, en lagen nog digt bezet. Dingsdag den 13. 'smorgens kreegen al vry wat perfing, doch bedaarde nog fchielyk, wind en weer als vooren, wy konden 12 h 14 Scheepen zien, en van Steng bykans geen water zien; 's middags bevonde breedte van 78 gr: 32 min: zagen nog eenige Walvisfchen, de Wind Z. Z. W' met mooi weêr, floegen onze oudfte Zeylen aan. ■ Woensdag den 14. 'smorgens, 'smiddags en 'savonds de Wind Zuiden en Z.Z. W. met goed weêr, doch donkere lucht, zagen nog geftadig Walvisch in de Vakjes Water; uiflchen 't los Ys en by ons, aan 't Veld was geen ruimte daar een Visch in konde opkomen. Donderdag den 15. 'smorgens wind en weêr als vooren, 'smiddags zagen nog een a twee Walvisfchen, 'savonds de Wind Zuidelyk en donker van Mift. Vrydagden 16. 'smorgens de Wind Z. W. met fneeuwbuyen, 's namiddags zagen twee Walvisfchen , konden in 't N. O. een mooi water zien, maar het bleef by ons nog vaft en digt, het Veld draeide wat tegen de Zon; 'savonds weêr en wind als vooren, zagen een Geus van een Fluyt wayen, die eenigzints bezuiden ons van 't Veldtvvas; men laat een Geus wayen, ten teken dat zodanig Schip aan een. Visch vaft is, op dat een naaft aanleggend Schip 'er niejtf in zal fchieten. \ Zatlu*-  U JOURNAAL Zaturdag den 17. 's morgens de Wind Z. W. met fneeuwbuijen, 's namiddags zagen verfcheiden Walvisfchen, maakte onze groote fnis (/*) klaar , en brandwagten op de fcho;s,'s middags was 'er nog geduurig Walvisch, doch het wildeniet gelukken, want de Visfchen waaren terftond zo fchuw op 't gezicht van de menfchen, dat zy, na een of tweemaal aas. fem-haalens, onmicldeiyk weder onderfchooten, des avonds de Wind West en redeiyk helder, wy konden toen 7 Schee, pen zien , van welke vier aan ons Veld lagen. Zondag den 18. 's morgens de Wind Noorden, met va-nabel weer, 's middags zagen nog telkens Walvisfchen, en het Ys wierd een weinig losfer aan 't Veld. Wy konden 17 Scheepen zien, waar van verfcheide zeilende, in 't Zuiden van ons af, des avonds de Wind Z. W. met fneeuvvjagt, het Ys lag weder wel zo naauw. Maandag den 19. 's morgens Oostelyke Wind en ftil, met weinig gezicht, 's morgens zagen al weder geduurig Walvisch , doch konde met de fnis, of groote Harpoen daar niet aankomen, dewyl wy zo veel ruimte niet hadden om een Sloep te kunnen gebruiken, 's avonds de Wind Z. W. met mooye koelte en donker van mist. Dingsdag den 20. 's morgens ruimde het Ys iets van het Veld af, met ophelderend weêr; de Wind Z. W. en Z Z W werpte by 't Veld langs Oostwaards, konden 14 Scheepen zien; het Ys begon weder naar 'c Veld toe te komen, maakte weder in een bogt of inham van het Veld vast • 's namiddags vernamen niet* Myn Broeder Pieter Mooy' zagen wy nog aan de Zuidkant van het Veld leggen rest tegen ons over; 's avonds de WindOost, en donker van fneeuwjagt, lagen weder digt bszer. Woensdag den 21. 's morgens de Wind O. NO. met ftyve koelte en donker van fneeuwjagt; 's middags zagen weder vry ,MLm'^ een SS?0? HarPoen, «ebruikt weidende om in~de bezetting zomtyds een Visch mede te vangen.  is de BEZETTING, 25 vry wat Walvisch, hadden een Vakje by ons Schip, daar wy brandwagt in hielden, doch gelukten ons al weder niet, des avonds weêr en wind als vooren. Donuerdag den 22. 's morgens de Wind N. O. ten JN. met aanhoudende ftyve koelte en opklaarend weer, konde veertien Scheepen zien, naar oogenfchyn meest alle bezet; 'snamiddags vernamen niets, kreegen bevonden breed, te van 7ö gr. 30 min. 's avonds de Wind N N. W met variabel weêr, wy bleevtn nog digt bezet zitten, en konde nergens geen de minfte verandering befpeuren. Vryaag uen 23. 's morgens de wind N, W. met mooy Zonnefchyn, 's namiddags hoorden en zagep wy 3 a 4 Walvisfchen, 's avonds de lucht W. Z. W. en zeer ftil. Zaturdag den 24. 's morgens de wind Z W. en donker van mist, het Ys ruimde toen wat op, wy hingen ons Roer en boorden by 't Veld lanas, het helderde ook een weinig op, doch toen zagen wy dat het niet veel met de ruimte te beduiden hadt, en floot ook weder digt; avanceerde byna niets, vernamen ook niets, als dat wy nog 14 Scheepen konnen zien, doch alle verre van ons af, des avonds de wind JN. N. W. en donker van mist. Sondagdenaj. 's morgens ftil met Zonnefchyn, zagen we. der de voorige Scheepen, 's namiddags vernamen niets, 's avonds de wind N. N. W. met Sneeuwjagt. . Maandag den 26. 's morgens de Wind Noordelyk en donüer van Sneeuwen Mist, 's middags ophelderend weêr, vernamen niets en bleeven dijt bezet, zagen geen de minfte verandering, 't geen ons zwaarmoedige gedachten maakte, s avonds de Wind IN. W. met mooy weêr. Dingsdag den 27. 's morgens lift, met variabel weer, middags bevonden breedte van 78 gr: o min; vernamen nog mets de Wind Z. W. en donker mist. . Woensdag den 28. 'smorgens, 's middags en's avonds mets gepasfeert de Wind N. O. en nog als vooren even donker van mlst» TW  20 JOURNAAL Donderdag den 29. 's morgens de Wind N. O. en donker van mistviammen, middags klaarde het een weinig op en 't Ys ruimde eenigzints van 'C VeJd af, zagen ook een moov Wa terpje,.maakte Zylboorden en Zylde by't Veld Jangs om de Zuid VV est, s avonds maakte aan de Z. W. punt vast de Wind i\. I\ U. met Sneeuwbuitjes. Vrydag den laatften, 's morgens de Wind Noordlvk met mooy klaar weer, konde nog 13 Scheepen zien, 's namiddags vernamen mets en konde geen de minfte uitvlucht ontdek- !?r"% „yl het liier vo1 ve]de en vlarde Ys was, hadde in 't W. Z. W. nog een mooy Watertje, des avonds de Wind Oostelyk en donker van de mist. Dus liep deeze maand ten einde, in welke wy nu van den 10. derzeive en dus 21 dagen bezet geweest waaren, zonder nog eenige hoop van uitkonVt te zien ; het zal den Lezer die de monfterrol ingezien heeft niet moeijelyk vallen myne beduchtheid op te'maaken ik als Commandeur hief wel myne oogen tot de B-rgen, van waar myn hulp kon nederdaalen , dan wanneer ik myn q eigene'Zoonen Zwager en Neef befchouwde, moest ik dikwyls myne natuur geweld aandoen om my in te houden; lieve God zuchteik menigmaal bymy zelve, waar zal dit heen; ik was in een dwarrelwind van denkbeelden, dan waaren myn gedachte t'huiswaards, dan weder elders, doch wat kondeik anders doen dan afwagten hoe het de Voorzienigheid met ons zoude fchikken in de volgende maand. Saturdag den 1. July, 's morgens de Wind O. ten N. en donker van mist, 's namiddags vernamen niets, 't Jeide hier nog vol vlarden en 't Ys maalde fterk, onze hoop van uitkomst verflaauwde niet weinig, 'savonds de Wind N. O. met Sneeuwjagt, en heevige koude, wy ligten ons Roer vooreen Vlait dat op ons aankwam, en lagen weder zwaar bezet. Zondag den 2. 's morgens 's namiddags en 'savondsde'wind N. O. met Sneeuwjagt en ftyve koelte, deeze dag was ook voor ons geheel geen blyde dag, terwyl wy met droevige oogen myn Broeder Pieter Mooy, met nog een Schip gisfen een Deen,  in de BEZETTING. %7 Deen, (zo als ook naderhand gebleeken is) zagen afzeilen, cn Tn'onze jammerlyken nood nu geen byftand van hem konden verwagten , en hielden toen niets anders in t gezicht dan pen Ëneelsch Schip ons onbekend. A Maandag den 3 '« morgens, 's middags en 's avonds ftyve koelte met Sneeuwbuijen, voorts niets gP^eei l üinesdae den 4."s morgens de Wind N. O. ten N nog met ftyv foelte en Sneeuwbuitjes, t*™™**W™t'?™X opheldering, en hadde een mooy flootje water by ons aan t Veld zagegn nog een Engelschman aan 't zelve leggen, m t N O vaf ons;Ireegen bevonden breedte van ?7 p o min: zagen ook 4 k 5 tti^i&W""^0?^ gen; 'savonds variabel weêr, de wind N, N. WJagende voornoemde Engelschmanzeilen; werpte by tVeldop, maai %oïï£g deene5r.d|sgmorgens de wind Noordelyk en donker van Sirti *f namiddags opklaarend weêr, kreegen bevonden breedte van 76 p 5° min: lagen zeer zwaar bezet van velden en vïrden/in menigte; wy konden den Engelschman nog zien in 't 'N. O. ten N. van ons leggende, 's avonds de Wind N W. ten N. met Zonnefchyn. ■ Donderdag den 6. 's morgens zeer mooy weer, met Zonnefchyn, 's namiddags ruimde het Ys watop; vernamen mets, gingen aan 't werpen' by t Veld langs, Zuidwaarts om ; hmfen ons Roer; hadden een klein windje uit het Westen; zetten onze Zeilen by, 's avanceerde mooy tusfehen de Velden n Vhrden in menigte, wy zagen, de: Engelschmanjog: Zeilen, 's avonds donker van mist, de Wind N. W. wy maakten aan 't zelfde Veld weder vaft. Vn dag een 7. 's morgens de Wind N. N. O. en donker van mist, het klaarde wat op, wy zagen een mooijen flootwater by 't Vela langs; maakten zyl en laveerden by c Veld-op, zagen de Engelschman ook verder op Zeiler»; de WindI by t NO. 's namiddags maakte weder aan 't Veldvast, konden niet verder komen door de Vlarde dewelken tegen t Veld D 2 aan" I  28 JOURNAAL aanliepen, het wierd ook donker door de mist, 's avonds Kiaardc het iets op, zagen dat het VJard afgeweken was • maakten zyl, de Wind Noordelyk en gingen Öostwaardsby't Veld langs. vi;^ den g 's morgens de Wind Noorden en donker van imst, wy konden maar geen doortocht vinden, maakten ons weder aan 't Veld vast en fchooten een Beer m 's na. midcags vernamen niets, 's avonds de Wind nog alVoorde. In ' Ach Zeer ftil en donker van mist i maakten zyl voor een VJard dat op ons aankwam. wS?wg dSA 9: 'S m°rgens k,aarde het een weinig op, de Wind Noordelyk en zeer ftil, zagen weinig of geen Pasfaaie, boegzeerde, werpte en zeilde tusfchen de Vlardedoor, za-en de meergemelde Engelschman ook weder in 't Z. O van ons zeilende; s middags wierd het een weinig ruimer, 'savonds kwamen wy weder tegen een Veld aan, daar nog een Schip over heen lag aan de Oostzyde, 'c was zeer ftil en konde van de VJarden met door komen, hadde een mooy watertje, hielden het zo wat gaande. Maandag den 10. 's morgens zeer ftil, met variabel weêr, konde de twee voornoemde Scheepen nog van verre zien^ s middags bevonden breedte van ?6 gr: 31 min: 's avonds weer en wind als vooren. Dingsdag den ft. 's morgens de Wind Z. O. maakten aan een zeer groot veld vast, het wierd zeer donker van den mist s namiddags vernamen niets, 's avonds de Wind O 7 O Pn donker van de mist. ' Woensdag den 12. 's morgens de Wind Oost, maakten zyl en t weer klaarde wat op, zagen in 't Oosten mooije ruimte, la- n(^/rDerClroenJand,fcheBeeren zy" eeheel wit. (er groote van een kleine den Hu"d Cw?/he^1Ve Uit h°°fde Van '£ levaarklsolkom't "ee\Z ™ ^ l -y hebben "0gtans °P een andere Rei'ze de En-elfch,, Bee-  in de BEZETTING, 20 laveerden tusfchen de Velden en Vlarden door , 's namiddags zalen fe" Walvisch en kwamen in mooije ruimte; 't wierd duister door de mist; 'savonds laveerden nog m t7 O in de wind O. ten N. en donker, wy fchooten een Zee ?ond daa? ons volk Soup van kookte en ichaften; 't behoefd de l>ezer Siewreemd voor te koomen om van een Zeehond Souo te eeten, wanneer dezelven gevild en 't Spek 'er af geleTen is en net vleesch met Gort gekookt zynde, geef een aansenaameSoep, niet alleen ter ververfching, maar ook tefLSf een zeer heilzaam behoed middel tegen de Scheubik. Donderdag den 13. 's morgens de Wind Oostelyk en M met mist 's middags klaarde"het eenigzits op; zagen drie IcheenS in VN. 0§ van ons zeilende, \ lag hfer ook rondom vdmeTv^ "TldSTn't's morgens de wind N. ten W. en wierd doSer vln demit ; laveerde wat Noordwaards, Hepen Qott n?er altemaal va=t; wy zagen een menigte van Vlarden , S diernamen niets; 's avonds maakte aan een Vlard S^tffiS^ÏÏ en donker van mist, haalden wat wateii ™y zagen met een glimpje de drie voorgemelde SClSrda'T den ï* 's morgens met opklaarend weêr, de Wind N N W. maakten zyl, zo als ook de voorgemeldej; Schee- aZv 1 dist bv lagen; doch liepen weder vast, kon^nZinte ^vdwhe™ de minfte doortocht vinden, gen een Schip, zynde een Aftonaarder Commandeur 5L?Ëniüiaan\aspers, dewelke 3 Visfchen hadt, en de anderS?En^che Scheien 5 's namiddags weder donker van TJZZ hielde het zo wat gaande; 's avonds maakte by malfan^aante„hvLrd vast! de wind Noordelyk en donker Jn?> ^^^^^^^ in de Vafen gevulï wordt. ^  3° JOURNAAL van mist, wy hoorden her. geblaas van een of twee Visfchen. Zondag den 16. 's morgens de wind Noordelyk en zeer ftil, hadden toen een redeiyk goed uitzicht, zagen een Wal. visch, 's namiddags verfokte naar een ander Vlard; konden nog nergens de minfte uitkomst zien, 's avonds de Wind N. O. en donker van mist. Maandag den 17. 's morgens de Wind N. O. en donker van de mist, 's namiddags vernamen niets; des avonds verfokte weder wat aan een ander VJard; weêr en wind als vooren, zomtyds klaarde het iets op. Dingsdag den 18. 's morgens de Wind N. N. O. en donker van mist; wy moesten vluchten voor een Vlard, 's namiddags maakte weder aan een ander Vlard vast, 's avonds weêr en wind als vooren. ^ Woensdag den ro. 's morgens een mooi blinkje; zagen in t Z. O. eemge Pasfagie, tusichen de Velden en Vlarden door; maakte zyl zynde nog met ons vieren Scheepen by malkander; de Wind N. ten W. doch het liep weder altemaal vast waaren by de 2 Mylen geavanceert; maakte weder aan een VJard vast, en wierd donker van de mist, 's middags klaarde het een weinig op; wy zagen nog een Snaauw in 't N. O van ons afzeilen, en konden van fteng af niets zien dan Velden en Vlarden, 'savonds de Wind W.N. W. met fa voriabel klaar weer. Donderdag den 20. 's morgens de Wind W. Z. W. met hel. der weêr, zagen in 't N. O. een mooy water, waar vin de voornoemde Snaauw, het gaande hieldt, doch wy konde daar niet in komen, 's namiddags op de breedte van 75 gr: 30 min- za. gen een Walvisch, des avonds de Wind W. ten N. en donker van mot, regen en mist. Vrydag den 21. *s morgens de Wind W. N. W. en donker yandemist, lagen digt bezet, verkogte een Vat Staart van de W al visch aan Commandeur Hans Christiaan Jaspers, voor zyn volk om te eeten voor de Scheurbuik, waar van ons volk God  in de BEZETTING. 3* rod dank geheel vry was; 's namiddags pasfeerden niets, s SondfSe wind Z. W. en donker van mist Zaturdag den «•,2»^ in't een een wemi'g opklaaring, zagen nog giu . } d &enO. en de voornoemde Snaauw weder an t «sffchcn ook donker van de m»Vj0'han6feS en'sa' de Vlarden door; 's ^di^^Z^J^ Snslu^ i de vonds kwamen in de voornoemde i uimte ny at o WindZ Z.W, en donker vandemist, maakten aan een gi met redelyk goed gezicht en mooy weer. Maandag den s4. "a ™rge™, a ".«Wag en gepasfeert de Wmd Z. O. ten A. en a°" . avonds ^ J*te« «5dite?3S'doofst- ons Veld .iep de Vlarden gingen digt by V» d tog»; d Woensdag den »«• £ ^ 'd ° hadden nog een »S« &™0S?o! S ■£ koude e„ donker door de Sneeuwjagt. „ Q ft Donderdag den ij-'s ^^^e Si^og ieen koelte en mooy uitzicht; Sd^^ Walvisfchen. - Vry-  3* JOURNAAL Vrydag den 28. 's morgens de Wind N n koelte en redelyk goed uhfJr V ^ N' °' met %ve koude uit het N N O m^e, o u V.e,d» avonds nog ftyve vonds de WindN tPnWmïï leisel man by ons, 's aT Visch. £e" W'met vambei we^, zagen een Wal wel°t^rgeLrgZaSe? mooy •enige Eenhoorns6, 'mddagf vetJjt^fm" °°k om het Veld heen • wiL! P - e een üel ]37" ]c"gte '^middags hadd Wy h t oSuk^ ™ wind a,s voo^> met naame HenderikEdti door d onze, Harpoeniers niet door eenig ongeriTak vandR,l? teen ofand. Dus.verJ,eP '« te bekomen, of wy J 'Walv ch zÏÏ™ ? ^ VOordeeI flng van het S«ea*t>uitjesi hadden ook eenige per! Wqcds-  gfn ve^fW^t ray door eeQTwin- zo gevaarlyk als voordeelig waaren. , * j n 'c morren s zeer Stil met nevelige LudH zagl t£ Wviï3TÏ nnddagsbevonden breedvan'74 35 iW. '« ^onds SU1 en M.st.g. Vrydag den 4- oen geheel» dag door Stil en Misfg, »3W «Wind met Mist, niets gepasfeert. , i ^ ». mnrrens de Wind N. O. met Regen «2w£ t^gs^nTavonds Stil en Mistig weder; niets gepasfeert. at A,n 7 's morgens Stil en Mistig , 's middjfÖ het e7ên weini! op , maar. konde van Steng /L™Water zien; vertierde ook weinig om de Zuid; af geen.Water zie3, f vjm M]st? vcrJ Ln de Deenfche Commandeur Hans ChrisMati ^^rwedei een Vat Staart voor 't Volk om te eeten. r»in«dae den 8- 's morgens de Wind Z. W. ten Z. °2 Koelte, en donker van Mist, 's middags en ™d?Stü met' omloopende Windjes en donker van Mist, pasfeerde niets. £ Woens-  34 JOURNAAL 74 gr. I, min., het ag overal % tZ"de" breedt= van was; 'S avonds de Wind W tin Z 8 een Veld , Vrydag den ». 'a morgei'Teer en wij"', •a middags bevonden bridte vai " ™d a,s .voor,en ! vonds de Wind Z W m Zl,. '4, gr' ° m,n-. » a. fchen Commandeur-mTt „°ameStoXÏÏÏ.' z"™^ öns .0»^"^ ^ «^rt U. iang' Direfteur zv dank- „Q„ u y • cnier> ^eeuwbuitjes, 's nagts'gingen aan net uwpen by de Vlarden, maar avanceerde meest niet veel;  BEZETTING. s? veel; «te twee voornoemde Engelfche Scheepen waaren een quart Myl van ons af, fcheenen ons m t Oosten te zullen verlaaten. , w- . ^ q buijen', j j „, mnrpcns aanhoudende ftyve Donderdag den 3r- s morgens r*"\ , middags ' koelte uit het N. N. O., met redelyk gezicht, s m,adaüs en 's avonds de Wind Noorden met ftorm, Vrvdag r. September, 's morgens nog ^'g' met Sneeuwbuijen , voor de middag kwam O fchiyf oit X zonder ontroering)êe Noodvlag van den eenen Engelschman op, uit het ingewand; zondt de h ltte^a myn Volk tot adfiftentie naar hem toe, doeti ce zy oy hem toekwamen vernamen J^gg** druis van uY* dat^y met lan0er o ^ ^ WPnredit°Sch p wa genade Saley, Commandeur MatP, ' wSSeZ 's avonds de Wind N. N. O., nog met ftvVe ^ eflneeuSten, bet Volk wierd op onze vilr^cheepen verdeeld, zoo dat wy een vierdedeel e >7vJ 7rnde 47 Man fterk, van voornoemde Envan ,c Volk'^^nrtt7kreesen, te wecten 12 Man, waar celschman aan Boord kieegeu, tc onder ook de voorn. Commandeur; de vieid pome> Victualy betond in 2 en een halve Ton Vleescn en bpes, eV^nSgBde°n°d'2. 's morgens de Wind N N. O., met W7onda2 den 3. 's morgens, 's middags en 's avonds ftvfe Ste uit bet N. O. met mist en Maandag den 4. 's morgens nog ftyve koelte uit het w E 3  3? JOURNAAL. VJarde Ln, ^ S^'^^fS»^, «■ * wierden hoe lanss hoe n»i i gavaa"Jl!,'1Iet gelegen en konde nith=£NngA.trrSneeS * ■ÏOnd' h"d* uithef O^Ven'Wv «"f4"* ft>'TC l™de middags een «Sg ophe derZ iX rege"' 's na' de, alzo nog evên bezet 1 Zi',°„h """""««een vreng. dering hefpeU ? de^v'cS 2 S de Wi^N^1™^ TT' '■'Si»" Avonds Doidag°„ên C iywi"d°NÖn TrT T '"ist- doch door Se n,iSt7 „og even dorter w, ftaraWeer.' verorjffelulrfp Fnmir„LcZ7 ,onKei» wy naalden van t heid o„ze1veg°^?o\eSn °°r «"«"«"^ Voorzienig. ftia^van mttgehee'en d3S dMr * Wi"d dck.ï"hdfl -9é !s morSens d<; »WM O. N. O. met re Zon-  in de BEZETTING. 39 Zondag den 10. 's morgens heevige koude uit het O. N O. met mist; 's namiddags helderde het een weinig op; cn zagen met droefheid dat de andere Engelschman nu mede met de Mast op 't Ys neerlag ; wy dachten met anders of het zoude nu wel haast ook onze beurt werden, baden God ernftig; des avonds nog ftyve koude mt het IV U. met Sneeuwbuitjes ; Schooten weder een Zeehond daar ons Volk Soup van kookten. Maandag den ïi. 's morgens de Wind N. N. O. me, ftyve koelte en Sneeuwbuitjes, 's namiddags helder weer, bevonden breedte van 71 gr. 3°- min., 's avonds de wind als vooren; doch eenigzints handzaamer en bevonden ons mede in zwaare Perfing. Dingsdag den 12. 'smorgens mooy Zonnenfchyn weer, de Wind N. ten O. het lag hier rondom ons over al zeer digt en konden geen de minfte fcheiding van de Stukken zien; 's middags bevonden breedte was 71 gr. 15 min., 's avonds Weer en Wind als vooren, kregen weder voorons lot 4 Man van het eerst verongelukte Schip , dewelke nu ook hun Schip verlooren hadden , het laatite Schip had zyn Volk nog by hem, leggende ondereen 1 ent op bet Ys; wy zetten toen al onze Viftualie en Sloepen ook, mede op het Ys, dewyl de Perfing ons zo benauwde, dat wy dezelve niet langer op het Schip durfden betrouwen. Woensdag den 13* 'smorgens de Wind N. N W. met mooy weer; kreegen al fterker Perfing, 1 welke echter nog gelukkig afliep ; 's avonds mooi weer; zettende net Ys circa 3 Voet af. Wy hadden deezen dag een punt van de vlarde, aan welke wy lagen, afgezaagt. Donderdag den 14. 'smorgens Weer en Wind als vooren; kregen telkens weder Perfing, 't geen ons ten uiterften verlegen maakten , want lagen zo gevaarlyk dat wy geen uur, ja zelfs byna geen kwartier verzekert waren, 'smiddags, en 'savonds de Wind N. ten O. en N. N. O. mei fteevige koelte, en Helder, met zwaaren Vorst.  4° journaal JSSH ÓT ¥' 's raor«ens de Wind N. N. O. met SeVSTDS 'J Man te beurt viel; uT Waai, van niets Gebrek" "* b°0rd 5 h" V°lk leedt d«r door vSch als ? r \Z° rm van VJeesch' SPek e" Stok- j ■» «• uudgi j cn aaai wy voor ons eitren \/r>n- Stti^'htSChaftyd J°MaatjB ''^'gekoot rcguieeide wy het nu met deeze 30 Man meerder tor ftjfegfr ^ W'anS ^"-«bbcldf zo dat Tnze Onge ukkige Schipbreukelingen ten deezen opzichte by uitftek vergenoegd waaren; wy kregen weder PcZt op ™nl aan vvy Jagen berfte de Schotfen uit; 's avonds Weer en AVind als vooren; doch eenigzints ffilder. " goed wee? fc* 'V™^ de ,Wind N" W- met heel goea vveer, doen ftraffe Koude ; 's middags kreeg ieder 't well Sh? 1 ? Sp£k' Van 'C laatsc verongelukte" Schip viJhr H V°} W/tei WaS' Cn door Watt was opgevischt. s Avonds de Wind W. N. W. met mooy weelbeden waaren wy bevryd van Perfing. * m^0niagnden I?- deSehee]endagdeWindWestelyk,met Maandag den 18. 'smorgens de Wind W. Z. W met ^hZuiïÉFÏ 82 k°U^' '^id<% haalde onsVott Mm S ^ l'an C naastgelegen Wrak, 'savonds ae wind Zuiaelyk met mooy weer. doch^lif^ J9" dC Wind de SeheeIsn ^gOostelyk, doch zee, ftn; zaten zo vast gevrooren tusfehen de Vlarden ,  in de BEZETTING. «* den' en dat wy geen de minfte kans zagen om los te kun* nen'komen; of 't moest met de dyning geweest zyn , konncn ook geen water zien dan een klein Slootje benoorden ons, ftrekkende Z. W. en N. O. Woensdag den 20. 's morgens de Wind O. N. O. met mooi weer, 'snamiddags bevonden breedte van 70 gr. 5* min 'savonds de Wind N. O. en fcbeurde hier bewesten ons'een lange Sloot water; peilde de Zon in t Ondergaan , bevonden hier 2 graaden meer als drie ftreeken ^ffiefdag den 21. de geheele dag door de Wind Westeivk met mooi weer en fterke Vorst. Wy zagen geen uitvlucht te gemoet dan de Godlyke Almacht. • Vrydag den 22. 's morgens, 's middags en s avonds dc Wind Z. W. en Z., met mist en regen. Zaturdag den 23. 's morgens de Wind Z. W. met goed weer; het klaarde eenigzins op en zagen een Sloot Watei van bet Veld tot in 't Oost toe; tusfehen de Velden en Vlarden door, gingen met al het Volk van de 3 Scheepen aan 't werk om de Schotzen los te zagen, waar m wy bevrooren lagen; het Water was maar 2 k 3 Lynen lengte van ons af ; 's avonds fterke koude uit het Zuiden met Sneeuwjagt. Deezen dag maakt gelyk bekend is de geheele Waereld door, dag en nagt even lang , daarom gelyk als ook den 2often Maart de evening genaamt; men kan hier uit opmaaken hoe akelig ons de lange nachten in dit Noorder gedeelte waaren en vooral in zulke jammerlyke °mZoandafdfnn24. 's morgens en 's middags ftorm uit bet Westen met Sneeuwjagt, 's avonds ophelderend weer; wv zagen rondsom ons vry wat Water, doch konden daar niet in komen, lagen nog van eenige Schotzen vast bevrooren, de Wind Zuidelyk en ftil. Maandag den 25. 's morgens de Wind O. N. O, met fterk toeneemende koude ; gingen weder aan t losbreken  «2 JOURNAAL, van Schotzen; >s middags ftorm uit het N. O. moestem daar weder mede uitfcheiden, want konden het op 't ^ niet uithouden door'tftuiven van de Sneeuw, '/aV0nd3 eene ontzagchelyke ftorm uit het N. N. O. met SnceuV jagt wy haalden onze Viftualy aan Boo d u t vreeze" t£^™%^d * '< m -ude komend ^rtS^^h^ *« — StormendonWoensdag den 27. 's morgens handzaam en ophelderend weer; de Wind N. N. O., middags bevonden breedte van 7o gr. 2o min., 's avonds de Wind Noorde? Jyk met vanabel weer, befpeurde merkelyke dynimy Donderdag den 28. 's morgens de Wind Zuidel'yk en donker van mist, s middags klaarde het een weinig on nog merkelyke dyning, kwamen overal fcheuren ophet Ys doch wilde Iner by ons aan 't SchiP niet aan ftukken bree" ken; wy heten ons Volk nog wat Hout voor de Kok haat & nasi» Wrak; 's <™ds de öft Vrydag den 29. 's morgens de Wind N. O. met nevel en extra koud;'s namiddags befpeurde men geen dynSeer ?s avonds Wind N. ten O. met ftyve koelte S ' Zaturdag den 3ofte September, 's morgens de Wind INT. ten O met zwaare koude en donker van Sneeuw-jagt, de Fngelfche Commandeur Matthieu Waterheai gi J toen van ?LfPnaMrb00rd T V****** de Geheime Raad vil rrSïl' .Cop^ear Hans Christiaan Jaspers ; om ond£ Gods hulp het voornoemde Schip naar AJtona te brengen mll m Volï'^r5 •eÊ°0nten' dCWy] dG Co-2eur' met al het Volk meest ziek waaren, en reeds o Man dood ^ie^wS6k^ret,deStUUrman fterk> 'ienogee0nig: zints iets werk konden doen, en voords 20 Enrelfchen van de voorgemelde verongelukte Scheepen, dit VoH was alle gezond. Commandeur Jaspers beloofde aan voor! noem-  de BEZETTING. 43 „oemde'Engeifche Commandeur^f^?^ 7 W°em cgklaa° weeSagsVvonden breedte van ""SS? *°XSy "e^k onTlaa, om het S£* aannWe"s oo" L?ot te Men ; wy fchooten » redelyk gezfcht,' konden byna ge.n?heel * «fc^S?^ S Wind Oosteiyk met  ** JOURNAAL geurde weinig of geen dyning, 's avonds ftyve koelte uit het N. O met Sneeuw-jagt, Commandeur Hans ChristiTal Jaspers het my vriendJyk verzoeken om eenige bvftand van Viftualy; t geen ik Hem niet wel konde wegeren - Sn te meer daar wy door de dyning ons vleiden fn s?'ni halfje of ai Zak Gort en-de helft zo veel grauw Erwten arri^nt^n^vï Z h^k^ Kfiffi degeheele Ryze Zeer 0^^^^ m^ktU: * geheeIen £ de Wi"d # O. ten N» Zondag den 8. *s morgens de Wind N O fpn TV a ve koude en fterke Vorst, was weder ^êmïïl^n Ve^" s namiddags bevonden breedte van 60 S2fX? V0MS *5 WJnd N' °' met ftorra e» Sneeuwjagt * " lvi?lndag den s ,mor§ens de Wind nogN. O. metkhar weer en een weinig bandzaamer van Wind • ': mïïSL s avonds de Wind N N O Lfln ' s middags en koud i 'S nagts *g Q vry wa™}K Snit niet hinderde, maar het ^enfcL L\% wierd zeer ]e1 en' ee Zweed ligten mede vry wat op. K en Woens-  itt de BEZETTING. Woensdag den pjï 's morgens de Wind N. N. O. met handzaam weer, doch zeer koud, perste weder vry wat aan, doch de Scheepen kregen geen fchaade, 's middag» bevonden breedte van 68 gr. 55 min,, 's avonds de Wind N. N. O. met mooy weer. Donderdag-den 12. 's morgens de Wind Noorden met mooy weer , Ts middags bevonden breedte van 68 gr. 45 min. 's avonds de Wind N. N. W. met zeer mooyweer. Vrydag den 13. Ts morgens de Wind Noorden met ftyve koelte , 's middags konde niet zien dan een Veld 'daar wy in bevrooren lagen; 's avonds zeer ftil met variabel weer. . r . Zaturdag den 14. 9 morgens, rs middags en s avonds de Wind Westelyk en Noordelyk met variabel mooy weer, bevonden breedte van 68 gr. 3° min. Zondag den 15. 's morgens de Wind Zuidelyk met mooy weer, 's middags bevonden breedte van 68 gr. 16 min. , heeden ftierf onze Ondertimmerman , aan eene Borstteering ; 's avonds aanwakkerende koelte uit het Zuiden met donkere Lucht. zL^'A ttt Maandag den 16. 's morgens de Wind Z. W., met mist, rs middags ophelderend weer en zagen eene fcheuring in het Ys , bewesten ons; doch wy bleeven nog aan een ftuk vast zitten, 'er ging ook een weinig èy* 0 nhTg , 's avonds de Wind W. ten Z. met ftyve koelte, doch goed weer; wy hadden nu weinig versch Water meer,ert moesten daaglyks Ys kappen en op 't vuur dooijen tot ons gebruik; ook vonden nu raadzaam met het fehaften een weinig in te krimpen, alzo wy niet wisten hoe lang onze bezetting nog zoude duuren J deze vermindering was egter niet zo groot of wy konnen dezelve wel doorftaan , want ik verminderde de Erwten 4 Maatjesdaags, Gort en zo voorts naar rato, 't geen op fo Man niet veel beduiden wil. F 3 Drogs-  4$ JOURNAAL. Dïngsdag den 17. de geheele dag door ftyve Koelte uit ■het Oosten, met redelyk gezicht, doch befpeurde geene Verandering. Woensdag den 18. de Wind Z. O. en O. met redelyk weer doch nevelige Lucht. Donderdag den 19. 's morgens de Wind W. N. W met «nevel doch goed weer: 's middags pasfeerde niets , 'savonds de Wind Z. W. ten W. en meerder helder; zagen rondom nog al kleine Watertjes doch by ons nog al vast bevrooren. Vrydag den 20. de Wind het geheele Compas in 't rond met Mist en Regen. Zaturdag den 21. 's morgens de Wind Zuidelyk met Regen ; 's namiddags zagen wy een mooy Watertje in 't Z W van ons, 's avonds de Wind W. Z. W. met goed weer ' doch donkere Lucht. ' Sondag den 22. 's morgens de Wind Oostelyk en ftil met donkere Lucht; 's namiddags klaarde een weinig op' doch konde niets byzonders zien; 's avonds ftyve kouda uit het Z. W. ■ Maandag den 23. 's morgens, 's middags en 's avonds de Wind Oostelyk met redelyk weer, konde weder niets aanmerkelyks zien. Dingsdag den 24. 's morgens de Wind Oost met mooy weer, s namiddags bevonden breedte van 68 gr. 11 min savonds weer en wind als vooren. Woensdag den 25. 's morgens de Wind O. Z O met goed weer; doch deinzige Lucht, 's middags deelde Provi. iie uit aan 24 Engel fchen, beftaande circa in 2 Ton Vleesch en è Vat Brood; tervvyl zy nog voor 10 dagen Brood in voorraad hadden eer zy my weder konde vragen ; doch zulks ftond ik haar toe dewyl zy de disperaate onderneemin? deeden om naar Ysland te vluchten; wy gaaven dezelve ook 2 Sloepen, en Zeilen om Tenten over de Sloepen te maaken;zy kookten hun Vleesch en bekuipten het in 2 Ton- nen;  in de BEZETTING 47 nen ; wy waden hun deeze Onderneeming af noch aan ; doch moedige hen in zo ver aan, dat zy met moesten befrnT&et eenkloeken moed om te volharden; en do, vooraf wel gerefolveerd te zyn; 't geen zy dan ook betoonde en dewyl het naar Menfchen oogenfchyn een dwaas Concept van hun was brachten zy ons niet wefflig in Confulie; 5 geen myn hart zo beknelde dat ik ook een Bnef aan myn Patroon , en een naar myn Vrouw en Kindeien mede gaf, of 't de Voorzienigheid behaagen mogt.hun-door "e vlucht te redden en ons in 't Ys te laaten omkomen : de Eerfte aan myn Direfteur de Ed Heer Jan G^oemèester Tansz. , behelsde in fubftantie een kort Vei haal uit mvn ïournaal uitgetrokken en een verilag van onze alÏÏdTnilwaardige oUandigheden ; 't üot van ^ Brief luiden dus : „ Thans gaat het Enge fche Volk meest „ van ons met de Sloepen vluchten over t \ s, of zy_ y s land nog mogten bekomen ; wy leggen vast bevroren, kunnen zomtyds kleine Watertjes zien , doch vreezen Z fch Tyk wederom digt te zullen zyn; dryven daaglyks " heel weinig Zuidwaards, meest na dat de Winden waaifen wa L doen of laaten zullen , is my nog onbekend; wanneer wy Ysland in 't gezicht krygen en de Scheèpen niet los konde komen , mooglyk zullen wy dan ook moeten refolveeren om aan de Sloepen ons " over te geeven om te vluchten; God hoope **»h» S deeze akelige Onhandigheden , onzen beste Raads. man zvn : wy hebben nog voor omtrent 3 maanden " Provifie; zyne Almacht fmeeken wy zal het voorzien f l 01 s Schip\eeft tot nog toe geen fchaade en God heeft ons tot dus- verre wonderlyk bewaard ; met dezen te bekorten , ( 't geen God hoop 1verto* de ï niet te regt mogt komen , zo wenfche vei der "' allés 't geen U naar Ziel en Lichaam kan gelukkig maa~ " ken en groete U Ed. voor Eeuwig Vaarwel, benevens l de geheele Redery. En verzoeke als dan een piOf  "<3 JOURNAAL (Deeze was getekent.) ting deu 2J. oaoLf 17"6ma- m ZMare b^ t geen zekei met myn weten niet zou zyn  „ de B E 71 E T T I N G. 4? »yn gcfchiedt. ^Namiddags ^^^^^^ het Deensch Schip Hans ChrisUaan Jaspers, op t welke, ïu rceds 16 Doodcn en veelc Zieken waaren ; qp.deZweedfche Snaauw waaren 8 Dooden en ook veel Zieken, 'c airrmds de Wind W. Z. W. met regen. S V^dag den 27. 'smorgens de Wind Z. W. met goed wel » donk/re Lucht^, wy hadden '^1 dags e vooigemelde Sloepen nog in t gezicht; ^^.$£njg nn? geen Mvl gcvordert; 'savonds de Wind Lma~n Set ïelen deSgelfchen die wy by ons hadden, en 00, we haïden willen vluchten , bedachten zich nu; zy zagen daar van't gevaar meerder in, en verzochten by ons ^ÏIbS. 's morgens de Wind Z. Z. W. met mooy we?r ^fnamSdags bevonden breedte'van 68 gr 15 min. Vavonds vTrandllyk weer en zagen de voorgemelue Sloe- PeSondaSi den 29. de Wind Z. W. met regen en hevige koude 's namiddags9 begon het Ys een weinig te runnen, wy. fchoten eene Duif, wiens vvedergae ik nooit gezien heb, t weeteiT zyn Pootjes waaren natuurlyk die van een PaTrvT waarom ik dezelve ook als eene zeldzaamheid; bs» w ide w^ebben ook nu en dan eenige Valken gezien watr vin men zo veel werk maakt om dezelve levendig te vangen ; doch nu zagen wy die net meer , gelyk ook deS anderen Vogelen, dewyl de tyd zo ver verftree ?en was en nu reeds vertrokken waaren ; 's avonds de Wind West met ftyve koelte, wy waaren genoodzaakt xm alle-dagen eenige Vaten water te haaien; de Sloepen -ög^n^P-gens dcW«0.— laage Lucht; 'smiddags en savonds dc Wind Z. W. en w. Z^,gsda1dgef3ir?ergeheeledag door de Wind West en Z. W.' met donkere Lucht en Regen.  dags pasfeerde niets, 'savonds de W „dN O m* ?T_ te eeten at Staart 0111 v*n dezelve Enge,rc„e jU>ï. wefc door gSS^LS C^ gezet wierd. *-*»è«aiene over boord hadden wy de andoénVSeSSSSTSi^S f» de twee voornoemde Sloepen kwimon f<» f Vaa Boord; Zy hadden de SloepenvSn 5 ^ my Mn Hukkend was; (ik am W1? 7ni 2' van de eC!^ gendheid over nunmyn ^^tJ^^^^ na al het Volk aan Boord rim ïn! ï aandecdt, byandere Scheepen ^ Zy ^ » Saturdag den 4. de Wind de gabeeJeh d™ j , , met zeer mooi weer; bevonden breedte^V**I wy wierden door 't andere Schel™ vXh 8 gn 5 m,n' Victualie ; waar mede 2Ju? Ji0,kwvcr2°gt om eenige fteeren > doch voor^e^èr^t^o^dcr CnnrVr* ^ ZU,,Ie" adli" anderen dat zy eerst het Teen «r nn,i jj 11 ' en tcn gebruiken; w^wütkK^^it^^T^ °P* hun handelen; doch Chnstelyk met hebhen • w«r i^Y j7 g en n°s een maand genoez te pennen, wy konden deeze oneeiuMitK» ë ! e& .ce dan met het innigst mededoogfn 1tefcho^ïf °tCn "1C£ in onze oo?en fn cpnr. !lun f , u zy waaren Staat; ookdS en hp°,nbefch* deerniswaardige nachts S^er^rteltS?^* "5 « een Veld; des ftukkeri brak. meike,vke d^mng die alles weder aan . Sondag den 5. 's morgens de Wind 2. W. ten Z. met dein-  in de BEZETTING. 51 deinfige Lucht, en nog hooge deining uit het W Z. W. 'smid.iags zwaaide ons Schip met de Steven om de Zuid; *4 We!ke wy in geen twee maanden hadden kunnen doen; 's avonds de Wind W. Z. W. met Motregen, de deining was nu -genoegzaam weg; doch 's nachts kwam dezelve weder vry fterk. . Maandag den 6. de geheele dag ftyve koude uit het Z. W. ten W. doch geen deining en redelyk beidt r. Dingdag dén 7. 'smorgens hadden eenige Perfing, voorts de Wind telkens veranderlyk, met donker mottig weer; 's avonds ruimde het Ys iets op; waar door wy een Lyn lengte of % voort werpten ; doch het floot weder dicht. • Woensdag den 8. de Wind W. en W. Z. W. zomtyds Re^en, Mistig cn hevige Koude. Donderdag den 9. 's morgens de Wind N N. O. met aanhoudende koelte en helder weer, het Ys gaf ons eenigzints ruimte; wy gingen dus aan 't boeren; of wy door de Godlyke Almacht uitvlucht konde zoeken; s middags floot het alles weder dicht, kregen zelfs eenige Perfing; *s namiddags ruimde het weder en gingen aan t werk , doch moeien werpen dewyl de Wind Oostelyk was; .avonds de Wind O. N. O. en O. het vroor fterk en wy moesten weder vast maken, dewyl wy toch geen uitkomst zagen om verder te komen. . ; ■ _| - Vrvdag den 10. de geheele dag door de Wind Z. O. met mooi weer, het vroor zeer fterk; wy zaten in een Veld bevrooren; bevonden breedte 67 gr. 51 min. wy hadden bv onze daaglykfe beede nu ook weder gelegenheid den Allerhoogften te danken, dewyl veelen van het Zweedfche en Deenfche Schip, door 't eeten van de Walvisch-ftaart eezond wierden, en 't geen nog verder gaat, zy die dit met alleen, maar zelfs Kaakebeenen, Vellen als anderzmts,aangeboden wierden; moesten, om zo te fpreeken, een wonderwerk ondervinden aan hunne herftclling, andere de 1 ol aan de Natuur wederom betaalen; dewyl zy geen gebruik; G 2 wl1*  51 JOURNAAL: wilde maaken van zulk een behoed Middel waar door zy veelen zagen in 't leeven behouden. Saturdag den ir. 's morgens de Wind Oostelyk en Zuidelyk; met Krokfneeuw; doch zeer Stil; 's namiddags ginr gen wy het Baay-Ys losbrecken, benevens de Schotzen, die los lagen, om zo het mooglyk was iets te vorderen, doch onze hoop wierd weder verflauwt, 't wierd weder Stil en Mistig , en 's avonds moesten wy door de don* kerte uitfcheiden. Sondag den 12. 's morgens gingen weder aan 't werk de Wind Z. O. met ftil variabel weer, wy moesten 's avonds weder onzen arbeid ftaaken, dewyl wy toch wat wy ook aanwendden , tusfehen de Schotzen niet konden doorkomen. Maandag den 13. de geheele dag door harde Koude en Storm uit het Oosten met dik vlarrming yveer , en fterkeVorst, waar door ons Kabeltouw brak , en ons geheele Tuig dicht aan elkander gevrooren was, zo dat men 'er niets door zien kon. Dingsdag den 14. 's morgens de Wird O. N. O. met harde Storm en duister weer ; 's avonds weer en wind als vooren. Woensdag den 15. 's morgens de Wind O. ten Z. met handzaam weer; doch donker en vlammig; 's middags en 's avonds de Wind Z. O. maar Stil en Mistig, befpeurde pen weinig deining. Donderdag den 16. 's morgens de Wind Zuidelyk met Mist; des avonds de Wind Noordelyk met helder weer, en fterke Vorst. Vrydag den 17. 's morgens de Wind Oostelyk met heel mooi weer, 's'middags bevonden breedte van 67 gr. 37 min. 's avonds de Wind Westelyk met mooi weer. Saturdag den 18. 's morgens, 's middags en 's avonds de Wind W. N. W. met Mist; ruilden een vat Vinken, van de Zweedfche Commandeur Volkert Klaafen , van het Walvisch-  in de' B E Z E T T r N G. ft visch-fpek voor een kwantiteit van 50 pond Boter; waar mede myn Volk zeer te vreden was; geevende hen ook daaglyks Staart om te fchaften voor de Scheurbuik. , Sondag den 19. tot Dingsdag 21. alle dagen de Wind Oost met mooi weer, doch fterke Vorst, wy lagen als in een Veld bevrooren, Maandag en Dingsdag, hadden bevonden breedte van 67 gr. 30 min. het ^'cheeps-Volk van al de ■Scheepen fchaften veel Walvisch-fpek, Staart en Kaakebeens-Vellen , 't geen een wonder in myn oogen was, want hoewel ik by de Groenlandfche Visfchery groot gemaakt ben ; zo had ik zulks nimmer by gewoont; want niet alleen dat de fmaaklykheid van hun eeten my vervoegde , maar 'f kon my tot dankbaarheid aan God verftrekken , dewyl veele Zieken van het Deenfche en Zweed* ciche Schip daar door gezond wierden. Woensdag den 22. 's morgens de Wind Oostelyk met mooi weer , doch dampig, 's avonds ftyve Koude uit het O. N. O. . Donderdag den 23. de geheele dag harde Koude en Storm uit het O. ten N. en donker met Sneeuw , wy bemerkten dat het Ys tegen de Zon draaide ; 's nachts kregen wy eenige deining 't geen al 't omleggende Ys aan ftukken brak. : Vrydag den 24. 's morgens den Wind O. N. O. met Storm cn vry wat deining; wy zagen in het Z. W. van ons ruime waters; zetten vier Sloepen in , het Deenfche Schip , kwam ons aan Boord , door 't breeken van zyn Touw; waar door onze Heks- en Huds-Glazen gebroken wierden, en onze groote Rust en groote Stut verlooren * als ook drie Yshaaken , door 't fpringen uit de gaaten van 't Ys ; 's middags hingen wy ons Roer; maakten ons Zeilree * boorde en zeilde in 't Z. Z. W. op; 'savonds handzaam weer uit het Z. O. ten O. moesten door de donkerte vast maaken,op 't lager van een Pak Ys ging nog een weinig deining uit het Z. W. Hier lag nu overal ligt Ys; de Zweedfche G 3 Com-  54 JOURNAAL Commandeur verzogt ons om brood; ik ftelde myn Volk dit verzoek voor, 't geen hier in bewilligde; doch onder die conditie dat wy eerst Zee moesten zien of in de ruimte komen; ik kon myn Volk geen ongelyk geeven, wy hadden zo als uit het voorgemelde blykt, reeds zo veel gedaan als wy aan God en Directeur konnen verantwoorden ; en dachten met hen nu ook , om voor alle aanfpraak veilig te blyven , Zecmanfchap te moeten gebruiken. Saturdag den 25. 's morgens Stil met laage Lucht, liep eene zwaare deining; het lag hier by ons mooi ruim, met veel jong bevrooren Ys; 's middags een klein Oostelyke Wind; wy maakten Zeilree benevens de andere twee Scheepen; 'savonds de Wind O. N. O. en ongeftadig van Wind; boorde de geheele nacht door in 't Z. VV. en Z. ten W. op , zoo als wy het best konde. Sondag den 26. 'smorgens de Wind Oost met goed weer, doch dampige Lucht; boorde nog in 't Z. W. op,-wy avanceerden redelyk naar ons genoegen , en zagen zomtyds mooije watertjes; ten half elf uur toen de Zon opkwam» zagen wy onze twee Confraters eene halve myl benoorden ons na komen; 's namiddags hadden wy de breedte van byna 66 gr. 52 min. 'savonds de Wind O. tenN. met ftyve Koelte en donker van Mist; 's nagts Storm, gyden onze Zeilen op en lieten het ftil leggen. Maandag den 27. 's morgens deinde het zwaar , onze Roerpen brak aan ftukken ; ons Roer wierd ook zeer flap maakte wederom een andere pas die wy ten referve hadden; tusfehen acht en negen uuren zagen wy den Dageraad aanbreeken, zo dat wy de Zee in 't Zuiden konde zien, maakten ons Zeilree, en gingen aan'tbooren, de Wind Oost met Storm; zagen ook onze andere Confraters nog in 't IN. N. O. van ons, 'smorgens avanceerden wy vry wat voort; doch de zwaare Zee cn ftooting van het Ys kwam geweldig op ons Schip aan ; zo dat wy ieder oogenblik dachten  in de BEZETTING. 55 .ten te zinken ; kwamen echter, God zy dank! 's namiddags circa 4 uuren in Zee. Onbefchryflyk is de hartely-ke Juichtaal die wy allen by 't pasfeeren van de laatfte Schots, den Almachtigen toeriepen, toen mogten wy ook billyk zeggen , tot hier toe heeft ons de Heere geholpen; en zoude wy ons allen niet in zyne Wonderen verheugen daar hy ons ("het zy met dankbaarheid gezegt) verre boven anderen de ruimfte ftolte gaf zynen Lof tc vermelden; *savonds de Wind Oo-t met ftyve koelte en regen , maakten onze Voormarszeil vast; konden Z. Z. O. opzeilen, wy bevonden ons Schip vry lek en ver buiten onze verwagting, dewyl wy door de Perfing niet zo veel ais anderen geleden hadden ; de Pomp kon meest niet ftil ftaan. IN ZEE. Dingsdag den 28. 'smorgens de Wind nog Oost met ftyve koelte, met het opkomen van de Zon zagen wy Ysland ten Zuiden en Z. Z.O. van ons; 'snamiddags halsde wy Noordwaarts over, waaren naar gisfing twee Mylen van de Wal en konden niet anders zien of was de N. W. hoek van Ysland; \s avonds de Wind O. N. O. met ftyve koelte, en konden Noorden zeilen. Woensdag den 29. halsde 'smorgens Zuid over, de Wind Oost, met ftyve koelte en hol water; en konde met een Pomp het Schip niet lens krygen; wy gingen gezamentlyk aan 't werk aan beide de Pompen ; en zagen agter ons in 't ruim veel water inkomen, hakte een Knie en de binnen Wegering weg, zo als ook een Inhoud , om zo veel mooglyk was te ftoppen; doch alle onze vlyt was vergeefsch, het water kwam over al met geweld door; 's middags kregen wy de Pompen lens; ons Volk kwam op , en wilde my noodzaaken om het Land te zoeken , ik kon hun niets kwaalyk neemen; zy murmureerde niet tegen God; maar de angst en begeerte om hun leven te redden was de oorzaak van  56 JOURNAAL van hun eisch; wy ftaken de Touwen in de Ankers, kre* gc.n ook het Land in 't gezicht , doch kwamen deeze dag te kort; 'savonds de Wind Z.Z.O. met heel mooi weer en konden Z. W. zeilen. Donderdag den 30. 's morgens halsde Oost over ; de Wind Z. Z. O. met mooi weer, konde Oost zeilen; maakten een Kruiszeil gereed om over de lekkagie heen te haa-, len, wanneer de Ley was; onze Timmerman kon daar niet by om te ftoppen; dewyl het te laag onder water was; hoe meer wy ons Schip befchouwden zo veel te meer moesten wy ons verwonderen dat het zelve nog boven water bleef, na de middag peilde de N. W. hoek van Ysland Z. O. van ons 5 Myl cn floegen een ander Voormarszeil aan, dewyl het, eerfte door 't uitbooren van het Ys aan ftukken gebróoken was , wy maakte ons Kruiszeil vast; 's nagts maakten onze groote Marszeil en Fok ook vast, met Storm; wy konden ons Schip weder niet lens krygen; het Kruiszeil 't welk wy over de Lekkagie heen gehaald hadden was geheel aan ftukken gebróoken. Vrydag den 1. December,'smorgens nog Storm uit het Z. O. dreeven voor 't zeil en Bezaan,'s middags afgezet Z. Z. W. $ West 6 Mylen , gegiste breedte was 66 gr. 23 min. lengte 351 gr. 10 min. volgens onze afpeiling van gisteren; ftaken een Rif in onze Fok ; 's avonds de Wind nog Z. O. doch eenigzints handzaamer, en konden het nu met twee Pompen lens houden; dit was een groot genoegen voor ons in deeze tweede nood ; die ons niet minder dan de eerfte aan 't harte ging; want al waaren wy nu uit het Ys behaagde het God ons weder in het Water te beproeven, menigmaal dagten wy te zinken; dan wy bleeven op onzen Uithelper ftandvastig betrouwen. Zaturdag den 2. 's morgens de Wind Z. Z. O. nog met buijge Lucht van Hagelen Regen, konden Z. W. zeilen; zetten onze groote Marszeil by ; 's namiddags namen wy een Rif in ons Zeil; zetten af Z. Z. W. 4 VV. 92 Myl gegis-  op de T TI U I S - R E I Z E. 57 giste breedte was 65 gr. 50 min. lengte 351 grr^o min. 'savonds de Wind O. Z. O. konde Zuidwaarts zeilen, nog met ftyve koude, 's nagts maakten wy ons groote marszeil vast. Zondag den 3. 's morgens ftorm uit het Oosten maakten ons Fok en Zeil vast; lieten voor 't befaan dryven, konde het zelfs met twee Pompen niet lens krygen ; zetten een derde Pomp in ons ruim; 's middags zetten wy af'regt Zuiden 135 myl; gegiste breedte was 64 gr. 57 min. lengte 351 gr- 5° min., moesten West overhalfen; hadden byna 3 voet Water in 't Schip, hakten ook eenige Vaaten in ons ruim in ftukken om plaats voor de Pomp te maaken; 's avonds kreegen wy egter ons Schip weder gelukkig lens; het waaide nog een harde ftorm uit het Oosten met donkere zwaare lucht. Maandag den 4. 's morgens Weer en Wind als vooren;" 's namiddags afgezet W. $ Z. ioj myl, gegiste breedte was64 gr. 51 min. lengte 348 gr. 50 min. 's avonds nog harde ftorm uit het Oosten, met een hooge Zee en kreegen veel Water over. Dingsdag den 5. 's morgens de Wind O. N. O.meteenig. zints handzaamer Weer; doch buyige lucht van Sneeuw; wy zetten onze groote marszyl by ons Schip, 't welk verfchriklyk werkte; haalde weder een Zyl agter onder ons Schip en flopten voor aan de boeg twee gaaten met plat lood; 's middags halsde Zuid over en zetten af Z. 4 W. pi myl gegiste breedte was 64 gr. 46 min.; lengte 347 g'r. 2 min. ten 5 uuren gingen wy Z. ten O. aan, zetten onze Fok by; 's avonds de Wind N, O. met Sneeuwbuijen en ftyve koude, konde met twee Pompen het lens houden; egter zonder niet ftil te ftaan maar moesten geduurig aan 't pompen blyven. Woensdag den 6. 's morgens de Wind Zuiden, met zeer mooi weer, konden W. Z. W. zeilen; zetten ons Zyl, Fok en Kruiszyl by ; 's middags afgezet Z. 7., O. I O. i*| mvl 11 ge-  sg JOURNAAL. gegiste breedte was 63 gr. 57 min. lengte- 348 gr. 2 min* % avonds de Wind Z. W halsde Oost over met mooi weer.. Donderdag den 7. 's morgens weer en Wind ais vooren zeer ftil; gingen met onze Jol buiten om, om de Lekgaa* ten te ftoppen en krengde ons ichip met eenige losfe Goederen, 's namiddags zetten af Z. W. 2. myl gegiste breedte was 63 gr. 52min. lengte 347gr 52 min. 'savonds ftorm uit het Z, Z. O. met regenbuijen maakten onze marszyl vast, en daar na onze fok, onze groote ftenge ftagzyl waaide weg.- Vrydag den 8. 's morgens de Wind Z. O. nog met ftorm ; halsde Zuidwaards over,, maakten ons Zyl vast. onze groote hals brak aan ftukken; lieten voor de bezaan dry ven; 's middags konde wy al weder ons Schip niet lens krygen; moesten op nieuw Noord over hallen; lapten ons Roer wat op zo veel men kon, met klampen 'er over heen, ert zagen dat het meest gebroken was; zetten af N N. W. £ W. 6 myl gegiste breedte was 64 gr 12 min. lengte 347 gr. 5,6 min. kreegen ons Schip weder lens, 's avonds de Wind O. ten Z. met ftorm'. Saturdag den 9, 's morgens de Wind Z. O. met handzaam weer,- doch zwaare lucht met regen, zetten ons Zyl en groote marszyl by, 's namiddags zetten af iN'. W. ten W 85myl gegiste breedte was 64 gr. 31 min. lengte 346 gr. 19 min. "s avonds de Wind Oost met ftyve koelte en regen; dreeven op Gods genade voort, want durfde niet halfen van wegens de Lekkagie aan ftuurboord, maakte ons groote mars» zyl vast, de Wind fchoot aan 't Z. W. om. Zondag den 10. 's morgens ftil met een hooge Ooster Zee s maakten een bezaan klaar om onder ons Schip te haaien en bezorgde ons Roer nog hier en daar; zagen dat drie hoofdtouwen van ons groote wand bejonnen te begeeven en een van de bezaan wand was fttik; 's namiddags afgezet W. N. W. 5 W. 3i myl; gegiste breedte was 64. gr. 35 min. lengte 34.5 gr. ti min. bevonden breedte van 63 gr. 10 min. kreegen een koelte uit het N. O» gingen Z. Z. O* aan; 's avond de Wind  op de THUIS-REÏZE. S9 Wind Oo^ met regen, hadden onze fok en voormarszyl bygezet. Maandag den ir. 's morgens de Wind Z. O. met regen doch goed weer , floopten een Sloep van ons , tot gemak van het Schip, het geen van boven geheel uit malkander werkte; 's namiddags afgezet Z. Z. O. |0. 135 myl, gegiste breedte was 62 gr. 25 min. lengte 347 gr. o min» 's avonds de Wind Oost en Z. O. met regen-buitjes. Dingsdag den 12. 's morgens de Wind O. N. O. gingen Z» Z. O. aan, met redelyk weer, 's middags gingen Z. O. ten Z. aanzetten af Z. Z. O. 115 myl, gegiste breedte was 61 gr. 42 min. lengte 347 gr. 40 min. 's avonds de WTindN. W. met ftyve koelte; 's nagts ftorm met weerligt; konde ons Schip niet ftuuren door de flapte van het Roer, maakten onze Zylen vast, lieten 't voor de bezaan dry ven. Woensdag den 13. 's morgens wat handzaamer weer,de Wind W. N. W. gingen Z. O. aan, zetten onze beidemarszyls, fok en zyl by; 's middags afgezet O. Z. O. 22 myl, gegiste breedte was 61 gr. 7 min. lengte 350 gr. 32 min; *s avonds de Wind nog rondom W. N. W. met redelylt weer; doch Sneeuw-buijen, 's nachts ftorm; wy maakten onze marszyls en zyl vast, lenste voor een gereefde fok; hadden veel moeite om te ftuuren, dewyl ons Roer in een flegte ftaat was. - Donderdag den 14. 's morgens ftorm uit het N. W- met hagel en Sneeuw-buijen; 's middags afgezet O. ten Z. 33 myl, gegiste breedte was 60 gr. 41 min. lengte 3 54 gr. 57 min. 's avonds eenigzints handzaamer Wind uit het Ni W. doch buijig van hagel en Sneeuw. Vrydag den 15. 's morgens de Wind N. W. en ook Noorden met donkere Sneeuw-buijen; zomtyds zeer ftil; wy zetten ons voor en groote marszyl by, 's middags afgezet O. ten Z. 27 myl gegiste breedte was 60 gr. 20 min. lengts 35B gr. 31 min.; 's avonds de Wind N. N. O. en N. N. W met buijen en zeer ongeftadig, onze groote Raa kwam van boH % veis  6o JOURNAAL ven neêr; ftuurde Z. O. ten N. konde het nu met een Pomp lens houden. Zaturdag den 16 's morgens de Wind N. N. O. met regen en Sneeuw; en mooije Zyl koelte, 's namiddags ftil, zetten af Oost 30 myl; gegiste breedte was 60 gr. 20 min. lengte 2 gr. 33 min- beoosten de Pielc; 's avonds halsde Oost over, de Wind Zuiden en Z. Z. VV. met regen en Sneeuw, en aanwakkerende koelte, 's nachts harde koude; wy maakten onze marszyls vast. Zondag den 17. 's morgens de Wind O. ten Z. met ftyve koelte; wy halsden Zuid over met ophelderend weer; 's namiddags afgezet N. VV. * myl; gegiste breedte was 60 gr. 28 min. lengte 2 gr. 19 min. 's avonds de Wind Oost en O. N. O. met ftyve koelte en buijig, hadde veel moeiteom het nu weder met twee Pompen lens te houden. Maandag den 18. 's morgens weer cn Wind als vooren; 's namiddags afgezet Z. Z. O. 5 O. 10 myl; gegiste breedte was 59 gr. 54 min. lengte 2 gr. 55 min. 's avonds de Wind N. O. met mooi weer, zetten onze marszyls by, Konde O. Z. O. zylen.. Dingsdag den 19. 's morgens de Wind rondom 't Noorden met hagel- en Sneeuw-buijen en zeer ongeftadig weer; Huurden Q. ten Z. zagen dat ons de Kraag van het groote Stag gebróoken was; 's namiddags zetten af O. ten Z. 14 myl,- gegiste breedte was 59 gr. 43 min. lengte 4 gr.46 min. pompte eenige Vaten Water in onze Piek; 's avonds de Wind Oostelyk en ftil. Woensdag den 20. 's morgens de Wind Noorden en N. O. met mooi weer; wy namen een rif uit onze marszyls, 's namiddags afgezet O. { Z. 12 min. gegiste breedte was 59 gr. 39 min. lengte 5 gr. 18 min. bevonden breedte van 58 gr. 56 min. 's avonds de Wind aan 't N. O. met ftyve koelte; wy naamen een rif in onze marszyls. Donderdag den 21. 's morgens de Wind N. O. met heel mooi weer; 's middags afgezet O. ten Z. j Z. 14 mylen gegis-  op üe T H U I S - R £ J z E. ói giste breedte was 58 gr. 39 min. lengte 6 gr. 57 min. bevonden breedte van 58 gr. 40 min. 's avondseen Westelyke Wind; ftuurde O. ten N. doch was zeer ftil. Vrydag den 22. 's morgens de Wind N. N. W. met mooijc Zylkoelte; ftuurde C). N. O., 's namiddags afgezet N. O. * O. i$j myl; gegiste breedte was 59 gr. 20 min. lengte' 8 gr. 24 min. 's avonds de Wind N. ten W. met ftyve koelte en regen; moesten onze marfzyls vast maken; konde het Schip weder niet lens krygen; 's nachts beter weer en kreegen het dcor onophoudelyk pompen toen egter lens- zetten onze g.oote marszyl by. Zaturdag den 23. 's morgens de Wind N. ten O. met handzaam weer; 's namiddags afgezet O. ten N. i N. 21 myl gegiste breedte was 59 gr. 43 min. lengte 1 r gr. 1 min' s avonds de Wind Üost en Z. O. doch meest ftil, halsde* Noord over. Sondag den 24. 's morgens een mooije Wind uit het 7 W. zetten onze Marszeils by en ftaken al onze Reven uit'' zagen een Eiland in het Zuiden van ons 6 Mylen af 't welk wy volgens ons beftek gisten dat het 't Eiland vanAska'rro moest zyn; ook hadden wy de Orcadifche Eilanden in 't gezicht, Stuurden Z. O. te vier uuren peilden wy de Westboek van de voornoemde Orcadifche Eilanden , Z ten W irW^ r> Myl; gingen O. Z. O. aan, 's avonds dé Wmd Z. W. en W. Z. W. met een mooije koelte en goed weer. Maandag den 25. 's morgens de Wind Z. W. met heel goed weer; en zeilde digt onder de Orcadifche Eilanden langs, zagen Fayeril regt voor ons uit; 's middags gingen wy tusfehen Fayeril en de Orcadifche Eilanden door; te vier uuren peilden de Westhoek van Fayeril N. O. ten O van ons 2 Myl ; 's avonds de Wind Zuidelyk en zeer Dingsdag den 26. 's morgens de Wind rondom ten Zuiden met ftyve koelte, ftaken al onze Reven in onze MarsH 3 ' zeils,  6t JOURNAAL zcils, konde Fayeril en Hitland beide zien; 's namiddags Peilde de Oosthoek van Fayeril N. W. ten W. van ons 4 a 5 Myl; 's avonds ftyve Koelte en Storm uit het Z. ten W. maakten onze Marszeils en Fok vast; zo als 'suagts ook ons Zeil en dreeven voor de Bezaan. Woensdag den 27. 's morgens harde Storm, uit het Z. ten W. en dik van Regen, 's namiddags zetten af N. O. né Myl, gegiste breedte was 59 gr. 59 min. lengte 15 gr. 41 min. wierd beter weer; 'savonds de Wind W. ten Z. met handzaam weer; 'snagts gingen Z. Z. O. aan om Noorwegen te zoeken; dewyl wy het niet langer in Zee konde houden, want ons Schip en Roer, wierd by ieder Storm hoe langer boe zwakker; 's nachts waaide onze Bezaan ook aan ftukken, het Volk noodzaakte my en zulks niet zonder reden om Land te zoeken. Donderdag den 28. 's morgens de Wind W. N. W. met ftyve koelte en buijig, zetten beide onze Marszeils by, 's middags afgezet Z. O. ten O. 14 Myl; gegiste breed'te was 59 gr. 28 min. lengte 17 gr. 10 min. gingen Z. O. ten Z. aan, 's avonds de Wind N. W. met heel mooi weer. Vrydag den 29. 's morgens de Wind Z. ten O. met don. kere zwaare Lucht, doch handzaam weer; konde O. ten Z. zeilen ; 's namiddags afgezet O. Z. O. ^ O. 14 Myl; gegiste breedte was 59 gr. 17min. lengte r8 gr. '51 min.; 's avonds harde Koude uit het Z. ten W. wy kwamen tegen de Noordfche Kust aan; halsde West over en wendde weder West; maakten onze Marszeils,Zeil en Fok vast, lieten het voor de Bezaan dry ven, 's nagts moesten weder over Noord halfen; de Wind fchoot aan ten W. N. W. met mooi weer; zetten Fok, Zeil en Marszeil by en gingen O. Z. O. aan. Saturdag den 30. 's morgens ten half zeven kwamen wy tegen de Klippen aan, was nog donker en draaide by; ftaken eenLantaern agter op, de Wind Z. W. met handzaam weer, doch zeer donker van Regen; kregen met het aanbreeken. van  op de T H U I f> . R E I Z E. 6$ van den dag een Loots, toen waaren wy regt in 't Solmer Sjoerd, zeilde het Liedt op naar Bergen ; 's namiddagsftyve-Koelte metRcgen;,te twee uuren kwamen wy behouden te Bergen ten Anker; hoe veel reden hadden wy niet weder op nieuw de Almachtige voor zyne Genade ons zo onophoudelyk beweezen , hartgrondig te danken; ook bracht het aandenken aan onzen Edelen Directeur geen weinig toe om onze Verlosfing tot dus verre weder te roemen ; want hebben tot heden, aan niets gebrek gehadt en volgens ons Scheeps - gebruik dag aan dag drie maaien gefehaft. Hoe wenschlyk waare het niet, dat (God ver-: hoede ieder voor zulke jammerlyken nood!) een elk zich zodanig mogt zien uitgerust, als wy op onze Reis telkens herdagten en nimmer zullen vergeeten. In BERGEN" in NOORWEGEN. Den zelfden dag was myn eerfle werk om naar de Wat te gaan , en vervoegde my direkt by den Wel-Edele Heer Jan Hendrik Fasmer, Hollandfche Conful en Agent, aan wien ik myne Rampfpoedige Reize te kennen gaf, en Zyn Ed. tefFens op 't vriendelyklle verzocht, om my in myn ongelukkig noodlot te adfiileeren, zo wel omtrent de reparatie van myn Schip als- eenige benodigde Victualie;, waar toe Zyn Ed. my de beste onderrigting en adilftentie beloofde te zullen aan de hand geeven,- en ook zulks aan my betoond heeft; Ja nimmer kan ik het Onthaal van deezen Edelmoedigen Heer niet genoeg roemen; zyn hart wasniet alleen gevoelig over my aangedaan met woorden j maar Zyn Ed. betoonden het ook met de daad, dus- moet ik niet alleen Zyn Ed. minzaamheid , maar ook zyne braave behandeling hier in 't openbaar door waare Erkentenisdoen gelden.. Men kan zeer ligt begrvpen , hoe zulk eene beste ont- moe«  64. JOURNAAL moeting en byftand my cn myn Volk hoogst aangenaam was , want alhoewel wy den volgenden dag eerst onze laatfte Graan w-Erwten gebruikten, en van alle andere Provific nog genoegzaam voorzien waaren om Holland te zoeken, zo konde ik echter niet weeten hoe lang wy hier zouden vertoeven. Ik hadde ook het genoegen van myn Volk alhier versch Vleesch te kunnen fchaffen, het Rund-Vleesch was zeer goed koop, de Osfen vallen over 't gemeen genoomen niet zwaar, van een Os van circa 100 pond was de prys ƒ ic:de Visch was ook zeer abondant, men koopt 'er een groote Cabcljaatiw voor 7 a 9 Stuyvers, de twee Overleedenen die by ons aan Boord geltorven waaren, hebben wy te Bergen begraaven. Juist op Postdag aankomende een uur na het vertrek derzelve, deed het my groot leed, myn behouden aankomst en minzaam Ontfangst alhier aan myn Directeur den WeiEd. Heer Jan Gildemeester Jansz. niet te kunnen fchry ven, ' t geen ik egter niet verzuimde den volgende Postdag zynde den 6 January 1787. te doen, welke briefik naderhand ook vernoomen heb, dat op order van Zyn Wel Ed. in verfchcide Couranten is geplaatst geworden, ik zond ter zeiver tyd ook brieven af naar de GroenlandlcheMaatfchappy te Gottcnburg cn na de Altonaafche Directie van de Canaal Compagnie aangaande myn noodlot en dat van derzclver Scheepen hier vooren vermeld. Met het uiterfle genoegen vernam ik ook by myn arrivement van myn Patroon, dat de Edele Hccren Directeuren van de Altonaafche Directie een brief aan Zyn Wel Ed. gefchreevcn hadden, welke ik ook het geluk nebbe gehad van my door Zyn Wel Ed. te hooren voorleezen, waar in aan my de hartelykfte dankbetuigingen wierden gegeven door Hun Edelens voor de adfiftentic aan Commandeur Hans Christiaan Jaspers cn zyn Volk gedaan, (zie 4 No- vem-  op de THUIS*-REÏZE. 6f vember 1786.) met een niet minder levendig gevoel boorde ik ook'dat hun Eds. waare Erkentenis en Dankbaarheid be. toonden aan myn Patroon, en Zyn Ed. verzochten om voor de gegevene Vióhialy aan de Commandeur Hans Christiaan Jaspers ; betaling te doen ontfangen van een gerenommeerd Huis van Commercie, dan voor welke betaling de Edele Heer J. Gfldemeester Jansz. edelmoedig bedankt heeft, en myn gedrag in deeze opzicht met alle lof goedkeurden. Ik vervoegde my ook by de Wel Edele Heer John WaU lace, Engelfche Conful te Bergen, om Zyn Wel Ed. te berigten wegens de overgenomen Manfchappen van de twee Engelfche Scheepen als 18 Man van de Commandeur Matthieu Weatherhead en 10 Man van de Commandeur William Allen, met verzoek om my van die 28 Man te ontlasten, aan welk verzoek Zyn Ed. ook den volgende dag voldeedt, en Zyn Ed. grootite genoegen en dankbaarheid betoond heeft omtrend myne bereidwilligheid in 't overneemen van het Volk, Zyn Ed. heeft my op myn verzoek een Certificaat daar van ter hand gefield. Om veele Onkosten te fpaaren hebbe ik het Schip alhier (te Bergen) met myn eigen Volk gekrengt (/). Zonder dat wy eenige adfistentie van andere Timmerlieden daar toe hebben gehad, wy gingen hier van aan 't werk, en losten aan de eene zyde het Schip byna leeg, terwyl wy aan de andere zyde eenige Vaten met Water plaasten om de zwaarte te krygen, wy bevonden tot ons leedweezen , dat de bouten uit het Schip flaaken en dat het zelve onder Water zeer ontramponeerd was, na dat wy dit herfleld hadden (zo wy meenden ) zaagen wy dat het Schip nog zeer lek was, zo dat wy het zelve voor de tweede maal moesten krengen, dan { 0 Krengen Is e«n Schip op ayde haaien, of kanten, I  66 JOURNAA L; dan na dcezen onzen arbeid was het nog niet volkoomen in Haat om na Zee te gaan, dus ik overging tot een derde Krenging; na alvoorens aan myn Volk voorgefteld te hebben, van zo wy bet Schip nu niet in beter ftaat konde krygen , ik egter voorneemens was, om met het zelve als dan na Zee te gaan, in welk Voorftel myn Volk genoegen nam. Dus, na dat wy onze derde Krenging gedaan hadden en wy het Schip niet beter bevonden, rezolveerde ik om te vertrekken; waar toe wy ons nu gereed maakte,en ons voor een maand equipeerden. Geduurende ons Verblyf hadden wy veelal Zuidelyke Winden met regen. Donderdag den 25. January , s morgens zeer ftil; met hartelykebeede dat het God nu eindelyk eens behaagcn mogt ons na zo veele rampen in de haven onzes Vaderlands gelukkig te doen binnen loopen, ligten wy ons anker en vertrokken van Bergen; kreegen een Zuidelyke Wind; 's avonds raakten wy in Narwyk op het lied aan de Klippen vast; de Wind Zuidelyk en ftil. Vrydag den 26. tot Zondag den 28. alle dagen ftil en mooi weer met omloopende winden. Maandag den 29. de Wind Z. met ftorm en regen. Dingsdag en Woensdag den 30. en 31., de Wind Zuiden en Westelyk met ftyve koelte en regen. Donderdag den 1 Febr. omloopende Winden met ftil en mooi weer. Vrydag en Zaturdag den 2. en 3. de Wind Zuiden met zwaare regen; ons Schip was nu reedelyk digt terwyl wy ftil lagen. Zondag den 4. 's morgens ftil met regen, 's namiddags een mooi koeltje uit het N. N. W. maakten onze touwen los en gingen van het lied onderZyl,'s avonds kwamen wyKruisfierd uit in Zee; ten half 5 uuren de Wind N. N. W. met mooi weer, doch een zwaare WesterZee, gingen W.Z.W. be-  op de T fl U T S - R E I Z E. 67 bevonden'ons Schip nu weder vry lek, doch konde mee een Pomp het lens houden, die altoos echter moest voortgaan. Maandag den 5. 's morgens de Wind N. O. met heel mooi weer, gingen Z. W. aan ; 's middags ftil; zetten af-Z. W. \ Z. 15 Myl gegiste breedte was 59 gr. 10 min. lengte 19 gr. 30. min. 's avonds de Wind Z. O. met regen doch mooi weer, konde Z. W. zylen. Dingsdag den 6. 's morgens de Wind Z. W. ten W. met mooi weer; halsde Zuid over 's middags afgezetZ. W.f Myl W. -81 Myl, gegiste breedte was 58 gr. 49 min. lengte 18 gr. 36 min., 's avonds halsde West over, de Wind Z. ten W, met mooi ween. ■ Woensdag den 7. *s morgens harde koude , uit het Z. ten O. met Regen; ftaken al onze Reven in onze Marszyls en maakten Voormarszyl en Kruiszyl vast, 's namiddags afgezet, Z. W. ten W. 5 W. 115 Myl, gegiste breedte was 58 gr. 28 min. lengte 17 gr. 22 min. 's avonds halsde Oost over, de Wind Z. W. doch wierd zeer ftillctjes. Donderdag den 8. 's morgens de Wind West en W. ten N. met ftyve koelte; zetten oos Voor-marszyl en Kruiszyl by ; 's namiddags afgezetZ. i O. 5 Myl, gegiste breedte was 58 gr. 8 min. lengte 17 gr. 27 min."'s avonds de Wind Z. Z. W. met aanwakkerende koude, wy konnen Z. O. zylen; 's nagts halsde West over, ftaaken al onze reven in, en maakten Voor-marszyl en Kruiszyl vast, en hielden het met een Pomp gaande om 't Schip lens te houden. - Vrydag den 9. 's morgens de Wind Z. W. met eenigzints beter weer, halsde Oost over; 's namiddags afgezet O. Z. O. |Z. 55 Myl; gegiste breedte was 57gr. 58min. lengte 18 gr. 4 min., 's avonds halsde West over, de Wind Zuiden met regen en fterke koude, maakten onze Fok vast, konde W. Z. W. zylen. ■ Zaturdag den 10. de WTind W. Z. W. met aanhouden' I 2 de  6 g JOURNAAL de koelte, halsde Zuid over, zetten onze Fok by; 's na* middags afgezet N. W. 4 W. 3? My] > Segiste brecdte was 58 gr. 8 min. lengte 17 gr. 47 min. ; 'savonds halsde West over , de Wind Zuidelyk met redelyk goed weer ; onze grootfte verlegenheid was nu maar om het Schip lens te houden, want dewyl ons God zo ver uitzigt gegeeven had , was ons hart op het einde bezorgt; dewyl ieder naar de zynen verlangde; wy hielden (God zy ecuwig geroemt) met aanhoudend Pompen aan eene Pomp het nog al lens. ' Sondag den II. 's morgens fchoot de Wind aan t Westen , halsde Zuid over, met ftyve koelte en buyigeLucht; 's namiddags afgezet Z.Z.Oi O. 7i Myl, gegiste breedte was 57 gr. 41 min. lengte 18 gr. n min. maakte onze Fok vast; 's avonds halsden West over , de Wind Z. W. met ftyve koelte; konde W. N. W. zeilen. Maandag den 12. 'smorgens de Wind Z. en Z. Z. ü« met ftyve Koelte en Regen; 's namiddags afgezet rcgt W. 4 Myl, gegiste breedte was 57 gr. 41 min. lengte 17 gr. 43 min.; 's avonds de Wind Z. ten W. met harde koude. Dingsdag den 13. 'smorgens de Wind nog Z. ten W* met "handzaam weer, zetten onze Fok en Kruiszeil by; vervolgens ook 's namiddags onze Voormarszeil; halsde Oost over, zetten af regt W. 12 Mylen, gegiste breedte 57 gr. 41 min. lengte 16 gr. 13 min.; 's avonds de Wind N. W. met mooije koelte, ftuurde Z. Z. W. Woensdag den 14. 's morgens de Wind West met mooi weer, wy namen twee Reeven uit onze Marszeils ;'s namiddags afgezet, regt Zuiden 252 Myl ; gegiste breedte was 55 gr. 59 min. lengte 16 gr. 14 min., bevonden breedte 56 gr. 5 min., pasfeerden verfcheide Visch - Hoekers, zynde nu de eerfte Zeilen die wy op de Thuis - Reize zagen, en ons met^blyde hoop vervulde eerlang de Holland-, fche Kust te zullen genaken, 's avonds de Wind Z. W. meS  op de T H U I S-R E I Z E 6> .met aanneemende Koude, ftaaken onze Reeven in de Marszeils, konde Z. Z. O. zeilen. Donderdag den 15. 's morgens ftyve Koelte uit het Z, W. ten Z. halsde West over , maakten ons Voormarszeil vast ; 's namiddags afgezet Z. O. -\ O. 14 Myl, gegiste breedte was 55 gr. 37 min. lengte 17 gr. 40 min., wy maakten ons Kruiszeil en Fok vast; 's avonds eenigzints beter met'de Wind; doch hol water; halsde Zuid over, de Wind W. ten Z.; 's nagts zetten Fok en Kruiszeil by. Vrydag den 16. 's morgens de Wind Z. W. ten W. met handzaam weer ; konde Z. ten O. zeilen, zetten ons Voormarszeil by ; 's middags afgezet O. Z. O. 3 Myl, gegiste breedte was 55 gr. 33 min., lengte 17 gr. 58 min., hadden droogte van 't Doggerszand , 22, 20, 19 Vadem diepte ; 's avonds de Wind om en by ten W. met ftyve Koelte, 's nachts maakten beide onze Marszeils vast. Saturdag den 17. 's morgens de Wind N. W. met ftyve Koelte en heldere Lucht ; zetten onze groote Marszeil en Kruiszeil by; 's namiddags afgezet Z.Z. O. è O. 15 Myl; gegiste breedte was 54 gr, 40 min. lengte 18 gr. 46 min., bevonden breedte 54 gr. 32 min. ; 's avonds de Wind W. ten Z. met ftyve Koelte en zwaare Lucht 3 halsde .Noord over. Sondag den 18. 's morgens de Wind W. ten N. met harde Koude; maakten onze Fok en Kruiszeil vast; 's namiddags afgezet N. 3 W. 4 Myl , gegiste breedte was 54 gr. 48 min., lengte 18 gr. 43 min., halsde Zuid over, met beter weer. zetten onzen Fok en Kruiszeil by; 's avonds de Wind N. W. ten N. ftuurde Z. W. ten W. met ftyve Koelte, zetten ons Voormarszeil by. Maandag den 19. 's morgens de Wind W. ten N. met Regen, doch mooi weer van wind, konde Z. W. ten Z. zeilen, praaide een Visfer van Nieuwpoort, giste Texel Z. Z. O. van hem af was, 's namiddags zetten af Z. I 3 ten  70 JOURNAAL ten W. Hei Myl , gegiste breedte was 53 gr. 87 min., lengte 18 gr. 16 min; 'savonds de Wind N. W. ten N. met handzaam weer, draaide by en hielde het met Marszeils gaande over en weder, waren op de binnenkant van de Breeveertien. Dingsdag den 20. 's morgens ten 3 uuren, draaide we. der af en gingen Z. Z. O. aan de Wind N. N. W. met mooi weer, met het aanbreeken van den dag kregen wy een Loots , met naame Jacob Grauw , van den Hoorn op zyn beurt, moesten tusfehen de tweede en derde Ton ten Anker, 's namiddags maakte met de Voorvloed wcder Zeil, cn laveerde naar binnen, het Oude Lands-Dicp in, kwamen te half 6 uuren binnen, gingen in de Bogt van de Zuid-Wal ten Anker; wy allen dankten God voor zyne Redding cn Genade, die hy ons op aanhoudelyke en vuurige Bede , zo overvloedig heeft beweezen. Woensdag den 21, 's morgéns de Wind N. O. met mooi weer, ligten ons Anker en zeilden op. D cn 2~Cien kwamen wy op Pampus, den volgende dag kwamen wy (God zy Eeuwig dank) met het Volk aan de Stad. Ik hadt het geluk myne beide Broeders G-errit cn Pieter Mooi, het eerst te fpreeken ; hebben Broeders ooit de hand elkander welkom gedrukt, 't was hier, een 'natuurlyk ftilzwygcn met traanen van Vreugde dcedt bier meer af, dan de grootfte Welfpreekenheid; met den laastgenoemde Broeder ging ik naar het Huis van myn Edelmoedigen Patroon, het dunke niemand vreemd dat hy my vergezelde , want ik kan nimmer de ontroering befchryven die ik aan Zyn Wel-Ed. Huis gewaar wierd. Zyn Wel-Ed. welkomst groet, zyne Vreugde , zyn uiterst' genoegen zal myn dankbre Ziel nimmer vergêeten, de Edelaartigheid der Menfchelyke-Natuur fchitter- de 1  op de T II U I S - R E I Z E. 7i do hier allertreflykst uit, en daar my zyn Wel-Ed. Caracter zo veel Jaaren bekend is, zoude "ik zyn Wel-Ed. in deeze door verdere Loftuitingen te kort doen, zynde zyn hart veel te manlyk voor het vleijen ; des anderendaags hadden wy ook het voortreffelyk genoegen onzen Patroon by de Montering tegenwoordig te zien, en zyne Wel-Edelens aandoenlyke befchouwing over my en het Volk, wierd door ons, als verloste Scheepelingen , met de groot Me dankbaarheid beantwoord , en geen wonder; Wy konden zyn Wel-Ed. naast God onzen Uithelpen 'noemen , 'daar wy hem zo als gebleeken is, riet zonder Vreugde-Traanen befchouwden, want zyn Wel- Edelens Edelmoedigheid had ons niet alleen deeze Noodlottige Reize door eene allezints ruime uitrusting doen uitharden , maar ons ook in flaat gefield om onze mede Noodlottigen tot ons genoegen te kunnen weldoen en mede te deelen, waar over myn Volk en ik hem ook "de uitérfle dankbaarheid betuigde, "en ten allen tyden zullen gedenken. EINDE. - ' ' ' • I b3 i r:'nt , tfoo L';f) sar/sa iasóM NB. Dé Goedgunflige Lezer gelieven' de Spel- en Druk-fouten te verbeteren. * nj-?:{?r-/..;'»H 9WB.it» yin raooifow i^sw^nb «o'A /toir ^v")/ «ben tób ie-rèwv mitst'i U job* Dit  Dit volgende Vaers is my, by myne Thuiskomst door een Goed Vriend vereert. WELKOM5T GROETE AAN DEN COMMANDEUR MAARTEN MOOY. ^Feest welkom Commandeur! dit heet behoude Reis! Hoe wonderbaar kan God in nooden uitkomst geeven, Hy fchonk U en uw Volk in doodsgevaar het leeven, Te jaramerlyk bekneld door kragt van 't yslykst Ys. Ontfingt Gy van zyn magt dit heerlyk Gunstbewys. Hoe wierd U aller hart tot dankbaarheid gedreeven! Die tot den laatften fnik moet op uw tongen zweeven, Zo lang ge op Aarden leeft zyn Heerlykheid ten prys. Roem nevens God ook Hem, wiens Edelmoedigheden XJ, fchcon Ge een ruimen tyd, zo vreeslyk wierd beftreeden.'. Zo wel hadt uitgerust, dat ge overvloed zelfs hadt! Nog eens weest welkoom my en uwe Huisgenoten, Die» met U t'zaam veréént des Heeren roem vergrqoten, Na dat een elk van hun voor U op 't vuurigst badt. 7*