IWIWUIfl 01 3035 2941   afbeelding DER V A T E N, WELKE IN DE OPERATIE DER dye-breuk BY mannen BEHOREN VERMYD TE WORDEN- DOOR gerardus vrolik Amsterdam , W tf. Holtrop, l8ö0.   AFBEELDING DER V A T E N, WELKE IN DE OPERATIE DER DYE-BREUK BY MANNEN BEHOREN VER MYD TE WORDEN. By het bezit der voortreffelyke afbeeldingen van camper, in het derde deel der Verhandelingen van het Genootfchap ter Bevordering der Heelkunde te Amfterdam door den zeer kundigen hussem medegedeeld, miste men nog altyd eene naauwkeurige voorlTelling der Zaadvaten, welker vermyding by de operatie der Dye-Breuk aan mannen vooral van geen minder belang, dan die der bovenbuiks-flagader te houden is. A 2, De  < iv > De overtuiging hiervan bepaalde in het byzonder myne ontleedkundige nafporingen tot deeze delen, zonder oogmerk nogthans, om van dezelve voor als nog openlyk gebruik te maken. Ik heb echter gemeend, het aanhoudend verzoek van veelen dier geenen, welke myne openlyke voordragt met hunne tegenwoordigheid vereeren, niet langer te mogen tegengaan en my hierom tot de uitgave van deeze afbeeldingen derZ-aadftreng, in betrekking met de-overige delen geplaast, by voorraad bepaald, zonder my echter met de verfchillende wyzen van breukfnyding, of de werktuigen, hier.toe gebezigd en aangeraden, in te laten. Hier door immers zoude ik kunnen fchynen die aanmerkingen vooruit te lopen, welke wy van den Heelkundigen hussem ten deezen opzichte te wachten hebben (a). Wat de afbeeldingen betreft, hieromtrent zy alleen aangemerkt, dat ik voorhebbendes om dezelve tot een vervolg op camper's afbeeldingen te doen dienen, my zo veel mogelyk aan de wyze van voortelling diens grooten Ontleedkundigen gehouden heb, waartoe my de ervaren tekenaar C. Andriesfen behulpzaam geweest is. Ik (a). Zie Verhand, van het Genootfch. ter Bevordering der Heelkunde te An> flerdam, 3de deel, pag. 104..  < v > Ik heb daarenboven uit de eerfte plaat van den grooten alm. nus 00 die delen overgenomen, welke met myne afbeelding in verband ftaan, om vooral de juiste plaatfing der Zaadftreng, derzelver ge deeltere bedekking door het trekkeragtig gedeelte der buitenue fchuinfche Buikfpier, haare betrekkelyke ligging tot den Fallopiaanfchen band enz. aan te tonen. Door deeze afbeelding, met de voorgaande vergeleken, komt my voor, dat elk Heelkundige zeer gemakkdyk kan opmaken, hoe zyne infnede gerigt moete zyn, en weike zorge hy onder de verdere bewerking te dragen hebbe. A 3 VER. O) Zie b. s. albini Tabul* Sceleti & Muscul. Corp. Hum. Tab. i. Muscul.  < VI > VERKLARING DER AFBEELDINGEN, PLAAT I EN II. A. A.A. Het Buikvlies. B. B. B. Hetonderlle trekkeragtig gedeelte van de buitenfte fchuin- fche Buikfpier, doorgaans band van fallopius of poupart genaamd. C. C. De Zaadftreng. D. D. De Dye-Slagader. E E. De Dye-Ader. F. F. F. De Bovenbuiks- Slagader. G. G. G. De Bovenbuiks-Ader. H. H, H.H. De Uitwendige Schaam-Slagaders t De Uitwendige Schaam-Ader. K> De  < VII > K. De Moeder-Ader. L. L. De Dy e-Zenuwen. M. De Dye-Breuk aan de rechterzyde, in het Buikvlies befloten. PLAAT II. *. De Zaadftreng, bedekt door het trekkeragtig gedeelte der buitenfte fchuinfche Buikfpier. b. De Lieschfpleet.