Boekbinderij Drukkerij RUSTENBURG rel.72 17 78 Amsterdam  HEDEN DAAGSCHE HISTORIE of het vervolg van de ALGEMEENE HISTORIE Befchreeven door een Gezelfchap van GELEERDE MANNEN in engeland. UIT HET ENGELSCH VERTAALD, enz. Xde DEEL, 1P STUK. Behelzende de verdere EUROPISCHE HISTORIE-, en inzonderheid die van het Koningryk NAPELS. Te AMSTERDAM, By m. schalekamp, mdcclxxxii.   HEDENDAAGSCHE HISTORIE; ZYNDE EEN VERVOLG VAN DE ALGEMEEiNE HISTORIE. EERSTE AFDEEL ING. Van bet einde der Longobardifche heerfcbappy in Italië, en de bepaalde onderwerping der Longobardilche herto, gen (waar onder ook die van Benevento, van welk hertogdom het tegenwoordige koningryk Napels een groot gedeelte in 't bezit beeft) aan Karei den Grooten, waar by by ook als koning van Italië erkend werdt, tot op de ver. deeling van het zelve door keizer Lode. wyk den tweeden, en de leenplicbtigbeid van het zelve aan dien vorjl. Fi^l0EN Kanlden Grooten, door het gevangenneemen X TS Van den laatften koning der Longobarden Deftden«y,een einde maakte van derzelver heerfchappv in Italië, noodzaakte hy ook te gelyk de Longö. bardifcbe hertogen van Friuli, Spoleto en Bmevento henivoor A a konicö De hertog van Benevento 011' ierwerpt zig aan Karei de» o  ÏÏ.BOEK, I. I IÏOOFBST. ■ L ] Afd. j j grooten, ■ 274» 1 < ( 1 i 1 i < Lreidheid' J van het. } zelve.. i Arechis ontrekt zig | van de op | fcermacht: 1 i HISTORIE coning van /ta/ze te erkennen, ftaande hun niettemin toeiezelfde macht en het zelfde gezag te oeffenen, als zy voor :yne. overwinning gedaan hadden («). Van deeze drie sertogdommen, wasBenevento verre weg hetmachtigfteen uit;eftrektfte, dewyl het zelve byna dat gantfche gedeelte van Italië in zich bevatte, 't welk tegenwoordig onder den mam van het koningryk van Napels bekend is (#). Den ïriekfeben keizer was alleen in het bezit van de eilanden in le baai van Napels, het gedeelte van Kalabrien aan gee* ie zyde van de rivieren Savuto en Peto, ook hadt hy eenige weinige fteden in Kalabrien , benevens de ftad Acripoli, Tiet het voorgebergte in derzelver nabuurichap, Capo di Licofa genaamd; en eindelyk de hertogdommen van Gaèta, Napels en Amalft, welke van weinig aanmerking waren, :n zich niet meer dan honderd ltaliaanfcbe mylen langs het trand uitftrekten, ]a welke daarenboven nog door Gaftal. rate, of het graaffchap Kapua van elkander gefcheiden wierien (c). Uitgezonderd dan die kleine landfehappen , was ij het overige van Italië , aan de zuidzyde der rivieren Ga■igliano en Fruento, met den naam van hertogdom van 3enevento- bekend, 't welk in zich negen van die twaalf andfehappen, in welke tegenwoordig het koningryk Na. 'els verdeeld is, bevatte; namelyk Terra di Lavoro, Conado di Molife, Abrbruzzo, Capitanata, lerra di Bai, Bafilicata, Kalabrien , Principato Citra en Principato Dltra: Dit bloeijende uitgeftrekte hertogdom werdt te dien yde geregeerd door Arechis, welke met eene der docheren van den laatften koning der Longpbarden getrouwd . was,, (<*) Zie de Oude Algemeene Hiftorie, Deel XVII, bladz, 545 , F5S> (b) Camill. PsREoaiNus ih Differt. de finib. Ducat. Benevent. (£•■) Gonst/int. PoRPHYaoc de adminiftr. Jmp c. 27. DifTerf. Cho»grap>. de. Italia. rae:Vaevi. apud. Murasor t. X, col, 302,. 303■&. 304.  van NAPELS. f was, zig aan den overwinnaar Karei onderworpen, en denzelven getrouwigheid gezwooren hadc. Weinige jaaren daarna, onttrekt hy zig echter van onder de gehoor, zaamheid der Franken, verklaarde zig zeiven onafhanglyk opperheer, en werdt als zodanig by alle de onderdaanen van het hertogdom erkend. Om zig nu tegen Pepyn, ko ning van Italië, welke zyn verblyf te Ravenna hieldt, te. fterken , vergrootte hy de ftad Benevento, en verfterkte dezelve; hy bouwde ook de ftad Salerno, aan de zeekuft, en omringde die met een fterken en hoogen wal. Hy werdt zeer bemind van zyne onderdaanen, en was geduurendezyne regeering verfcheidemaalen in oorlog met de onder, daanen van den Griekfchen keizer, in welke zig het hertogdom van Napels bevonden, ingewikkeld, doch welke veel* tyds genoodzaakt waren hem gyzelaars te geeven (d). Hy deedt ook verfcheide invallen in de landen van den paus, welke niet in ftaat zynde hem wederftandte bieden , en geenen byftand van Pepyn erlangende, Karei den Grooten overhaalde om weder in Italië ce komen (e), Die overwinnaar trok dienvolgende, op hec einde van het jaar 786» weder met een ontzaglyk leger over de Alpen, en verder naar Rome. Arechis was toen in oorlog met de Napelfchen, wegens de velden van Nola; doch vermits hy vreesde , dat dezel. ven zich met de Franken zouden vereenigen, floot hy on middelyk vrede met zyne nabuuren, en ftondt hun eenige Diaria of onderftandgelden, van de in gefchil zynde landen toe (ƒ). Hy zondt ook zyn oudften zoon Romialcl naar Rome., met aanbieding van zig te onderwerpen; doch Karei verwiep, door de opftoking van den paus die voor- ftelling, (d) Cimill. Pereorin. Hifi. Pn'nc. Longob, ap. Mukator. t.II. Anonym. Salern. ibid. t. II. part. II. (e) Sigon. in Regn liaK (f) Ekchsmpert. Hift. apud: Peregrini A 3 II. Roek. Li ÉlOOFDST. i. Afd, van Karei Jen grooten.781.. Doet' inval i en in' is landenvan dtn paus.- Knrelderr grooten keert naar' (talie, en noodzaakt Arechis zig te onderwer- len. 737-  IÏ.BOEK. L HoOFDST. I. Afd. 6 HISTORIE fteüing, hieldt den zoon van Arechis gevangen, trok met zyn leger in Kampania di Roma, en, na dat hy het land aldaar verwoed hadt, maakte hy zig meefter van Kopua. Arechis oordeelde zig niet veilig in Benevento, en begaf zig derhalve met veel fpoed naar Salerno, van waar hy weder gemachtigden aan£are/zondt, en om den vrede het verzoe. ken. Deeze gemachtigden beftonden uitzynzoon Grimoald, en de Bemventaanfche biffchoppen, weike zo gelukkig waren in het uitvoeren van hunnen lafr, dat zy Karei den Grooten tot vrede overhaalden, welke vervolgens op deeze voorwaarden geflooten wierdt: dat Arechis en die van Benevento, hunnen eed van getrouwigheid jegens de Fraii* ken zouden hernieuwen; dat de eerlfgemelde eene jiarlykfche fchatting aan Pepyn zoude betaalen , alle zyne fchac ten overleveren, en zynen zoon Grimoald benevens zyne dochter Adelgife, en twaalf anderen tot gyzelaars vbor zyne getrouwheid ten onderftand geeven (g). Nadat de voorwaarden van het verdrag volbracht waren, keerde Karei den Grêoten weder naar Rome, alwaar hy het Paafchfeefl hieldt; en fchonk op verfcheidene aanzoeken, Adelgife te ru? aan haren vader. Na het vertrek van Karei naar Frankryk, trad Arechis met oe keizerin Irene en derzelver zoon Konftantyn, in ee. ne onderhandeling om de Franken geheel en al uit Italië te yerjaagen, Hy zondt gezanten naar Konflantinopolen, om de eer van het patriciaat, en het hertogdom van Napels, met al het geen daar toe behoorde te verzoeken, onder belofte, van den keizer voor zyn opperheer te zullen erkennen, en naar de Griekfche wyze te leeven, doch hy eifchte daarentegen onderftand van een Grickfcb leger, en dat zyn fchoonbroedcr ^e/g2/«j,zoon van den overledenen koning Defideer, naar Italië moeit overgezonden worden, om eene ver» (M) Idem ibid. Rcgin. in Annal. Franc.  van NAPELS. j verdeeling onder de Longobarden te wege te brengen. Den keizer bewilligde gereedelyk in alle die voorflagen, onder voorwaarde dat Arechis, zyn zoon Romuald tot gyzelaar zoude geeven. Dienvolgende werden gezanten naar Italië gezon. den met de eertekenen van den rang van Patricius; te weten den gouden mantel of rok, het zwaard, de kam, en defchoenen (h~). Doch alvorens de vereifchte plechtigheden kon. den verricht worden , ftierf den jongen vorft Romuald, waar door ook de dood van deszelfs vader verhaalt wierdt,wel. ke, in het einde van oogftmaand, in het dertigfte jaar zyner regeeringe, en in het vieren vyftigfte zynes ouderdoms overleedt. Hy werdt van de Beneventiaanen zeer betreurd, en gezegd een vorft geweeft te zyn, welke met veele koninglyke deugden begaafd was. Hy hadt verfchei. de goede wetten gemaakt, veele kerken gefticht, en twee prachtige paleizen, een te Benevento, en het ander te Salerno doen bouwen. Hy was een groot beminnaar van geleerdheid, en liefkoosde de geleerde lieden van zynen tyd, in het byzonder Paulus Warnefried, of Paulus Diaconus, welke geheimfchryver van Defiderius geweeit was ook van Tremiti, werwaard hy door Karei den grooten, op vermoeden van in het geheim eene partyfchap ten behoeve van Adalgifus gemaakt te hebben, gebannen was, naar Benevento gevlucht (2'). Na den dood van Arechis, zonden de Beneventaanen gezanten aan keizer Karei, en lieten met groote demoedig. heid en aanhouding verzoeken, dat Grimoald mogt losge laaten worden. Het is onzeker, om welke reden Karei hun verzoek toeftond; miilchien oordeelde hy beft te zyn, dat (ïï) Adbiaki Pontif. Epifï. 44. (i) Paulus begaf zig na de dood van Arechis, in het kloofïer van Monie Casfino, en lot dankbaarheid voor de befcherming hem doordien vorft gedaan, maakte hy voor denzeiven een graffchrift in cierivke ver. fen, welke in de verzameling vanMuratorius te vinden is. ILBOEK. ju hoofdst. I. Afdj Dood vati Arechis, Deszelfs zoon Grimoald1 elgt min op.  lI.BoE-k, i. hoofdst I. Afb. I 6 H I 5 T O R I Ë dat Grimoald naar Benevento vertrok, en hy zig op deszelfs dankbaarheid verliet, alzo de Grieken toeftel maakten om in Italië te trekken, en de Beneventaanen dreigden van hem aftevallen, indien hun vorft hun geweigerd wiérdt (k). Hy ftondt dan het vertrek van Grimoald toe, na dat dezelve in deeze volgende voorwaarden bewilligd hadt: dat hy de Longobarden noodzaaken zoude hunne baarden af te fcheeren; dat zo wel in gefchrift,alsop het gemunte geld de naam van den koning voor dien van den vorft zoude geüe\d worden; en dat hy de wallen van Salerno^ Acerenza en Kunfia ten eenemaal zoude laaten flechten. Op deszelfs vertrek, decdt Karei hem aanzienlyke gefcbenken, en zondt nevens hem twee zyner edellieden, Anetharius en Panlipert, welke naderhand groote giften van Grimoald verkreegen, en zig door huwelyk en met adelyke ge. flachten in deszelfs vorftendom veftigden (7). Grimoald werdt door do Beneventaanen met groote blylcen van vreugde ontvangen, en liet, geduurende eenigen tyd, de ftaatsgefchriften en het geld met den naam van Karei uitgeeven; doch hy bleef in gebreke het laatfte der bovengemelde astyJcelen naar te komen (rn), of fchoon den fchryver der kronyk van Solerno ons verflag doet, hoe hy het zelve veel eer te leur ftelde, door de lieden ten eenemaal op flerkere plaatfen over te brengen, en vervolgens derzelver veftingwerken te flechten («). Vermits de Grieken noch fteeds hunne oorlogstoerustingen tegen Italië voortzetten, gaf Grimoald daar van kennis aan Pepyn, en, in plaats van de handelW3'ze zynes vaders te volgen, en zynen oom Adalgifus byftand te verleenen, bracht hy een leger op de been, om hem te beoorlogen; en zig met Hüdebrandt hertog van Spa- (k) Vide Epifl. 73 86 •& 90. Cod. Carol. (I) Anon. Salern. ap. MuRATOit. t. 11. pi 2. p. iHB. (in) Psregu. Hift; Princ. J.ongob. (a; Anonyoi. Salern. ut fupra.  van NAPELS. 5 Spoleto, benevens Vinigifus, veldoverften van Pepyn vereenigd hebbende, taftte hy de Grieken in Kalabrie aan, kort na dat dezelve geland waren, verfloeg hen, na een hardnekkig gevegt, ten eenemaalen, en nam zyn oom gevangen , welke volgens Sigenius, op eene wreede wyze door pynigingen ter dood gebracht wordt (o) (p). Niet lang daarna begon Grimoald de voetftappen van zynen vader naar te volgen, en na dat hy zig door het huwelyk met Wanzia, nicht des Griekjehen keizers, aan denzelven vermaagfehapt hadt, onttrok hy zig der onderwerpinge aan Karei den Grooten, en befloot zyne onafhangelykheid tegen alle de macht van Pepyn koning van Italië te handhaven. Daar ontftond dan in het vyfde jaar ^zyner regeering,* oorlog tusfehen hem en Pepyn, welke geduurende meer dan twaalf jaaren, met zeer weinig tusfehenpoozing aanhield. Maar wanneer Pepyn in het jaar 793 door zynen broeder Lodewyk koning van Aquitanie, met een leger Franken verfterkt was, vielen zy gezamentlyk in het prinsdom vanBenevento, het welk zy op eene vyandlyke wyze verwoesten. Voor dat noch de vyandlykheden begonnen waren poogde Grimoald den oorlog af te keeren, door zig van zyne' verbintenis mét den Griekjehen keizer te ontdoen, cn zi> van zyne gemaalin Wanzia te fcheiden, welke hy onder voonvendfel van haare onvruchtbaarheid, met geweld naar Konftaniinopolen te rug zondt$ doch de Franjehen vielen niettemin (o; Sigon. in Regn. Ital. Cf) De fchryver van het vervolg op Aimonius en Maimiour.* verhaaien dat Joan, veldoverfte van het Griekfchs leger, 't welk van Siciuc overgevoerd was, gevangen genomen, en ter dood gebracht is geworden; doch dat Adalgifus met eenige weinige, die hem volgde, naar KonftcMinopolen vluchtte, alwaar hy zig aan zyn noodlot onderwierp, en het overige van zyne dagen in ftilte als een vergeeten burger doorbracht, en hooge jaaren bereikte. Continuat. Aimon, I. iv. c. 40. Maimboujïg, Hifi. Jcon. lib. ui. Europ. Hist. X. Deel. I. Sirk. B II. Boek. & hoofdst. Ü Afd. Grimoald fait af. De Franten vallen n deszelfs anden, '93-  II. Boeit i. hoofdst is Afp. Welke ht\ rorftendoij van Chiet lemacliti' gen, 8ci. - Dood var, Grimoald ({) Erchemf. ut fupra. Annal. Benin, ap. Mdbat. t. II. par. z. ic HISTORIE .temin in zyne landen, alwaar zy echter niet in ftaat waren eenige veroveringen te doen; en vermits de peft in hun leger heerfchtte, waren zy tegen het-einde van den wmtergenoodzaakt naar huistekeeren. Etcbempertus bericht ons, dat den oorlogdesnietcegenltaande mee veel hardnekkigheid bleef aanhouden; doch dat de Franfcben, geduurende verfcheide jaaren, door de Beneventanen te rug gedreeven wierden ; ja dat zelfs, in het begin der volgende eeuw, wanneer Karei den Grooten weder te Rome gekomen was, en van Leo den der. den de nieuwe waardigheid van keizer bekomen hadt, Gri' moald weigerde hem als zodanig te erkennen, en deszelfs macht, toen die op het hoogft was, trotzeerde. In het volgende jaar maakten zy zig werklyk meetters van Chieti, en eenige andere plaatzen in dat geweft, welk zy met het hertogdom van Spoleto vereenigden. Zy bemachtigden ook Lu. cera in Apulien, doch hetzelve werdt wel haalt door Grimo. ald hernomen, welke Guinigifus of Pinigifus, die kort te vooren tot hertog van Spoleto verheven was, benevens de gantfche bezetting van-Frasen, krygsgevangen nam. Spinola verhaalt ons, dat Pepyn twee jaaren daarna, tot een beftand met Grimoald bewilligde, wanneer Vinigifus weder in vryheid gefield werdt; fchoon Erchempenus zegt, dat'er geduurende de gantfche regeering van Grimoald, geen oogenblik vrede tusfehen denzelven en Pepyn was, alzo zy beide jonge en oorlogzuchtige vorften waren. Eindelyk na dat Grimoald de groote macht der Franfcben roemruchtig hadt wederftaan, ftierf hy, omtrent drie jaaren na het fluiten van het beftand, in het twintigfte jaar zyner regeeringe (q). Hy werdt te Salerno by zyn vader en broeder begraaven , en het opfchrift op zyn graf in verzen, op de wyze van een treurdicht gemaakt, is nog in wezen. Ver  van NAPELS. ir Vermits den eenigiten zoon van Grimoald, Godfried ge. naamd, voor zyn vader geftorven was, werdt hy door zekeren Grimoald, welke deszelfs fchatmeefter geweeft was, opge volgd. De fchryver der kronyk van Salerno draagt dien vorft als wreed en een dwingeland voor, maar hy was, volgens Ercbempertus, van een zachtzinnigen en vreedzaamen aart. Ten einde nu zyne ftaaten van de geftadige invallen der Franfcben te bevryden, zondt hy na het overlyden van Pepyn, gezanten aan Karei den Grooten, en floeg hem de vrede voor, waartoe de keizer bewilligde, onder voorwaarde , dat Grimoald eene jaarlykfche fchatting van zevenduizend kroonen betaalen zoude, welke fomme echter door anderen op vyfentwintig duizend kroonen begroot wordt (r). Van dien tyd af is het vorftendom Benevento aan de keizers van het weften, als koningen van Italië, cynsbaar geworden. Grimoald floot ook vrede met de Napolitaa nen, welke echter niet lang van duur was; want Tbeodorus de Patricius, welke toen het hertogdom van Napels, onder den Oojlerfchen keizer .Leo, bygenaamd den Armeniër, beftierde, zyne befcherming aan Dauferius een edelman van Benevento, welke aan eene zamenzweering tegen zynen vorft deel hadt gehadr, verleend hebbende, trok tegen de ftad Napels op, en floot dezelve ter zee en te land in. Tbeodorus wilde echter den Beneventaanfchen verrader of oproermaaker niet overgeeven, waarop een algemeenen oorlog, zo ter zee als te land volgde, waarin de Napolitaanen met eene zo groote nederlaag verflagen wierden, dat het water van het zeeftrand meer dan zeven dagen door het bloed der gefneuvelden geverfd bleef. Ercbempertus bericht ons, dat 'er meer dan vyfduizend menfchen op de plaats gebleeven zyn, en 'dat de graven , waarin de gefneuvelden by hoopen gelegd waren, in zyn tyd nog te zien waren. Tbeodorus en Dau. Cr) Annal. Benin, ut fvpra. B 2 \t. Boek. i. FÏOOFDST. I. Afd. Grimoald vorft van Benevento wordt rynsban? jan den keizer. Bi». Herent de lad Najels.  II. Boeit i. hoofdst I. Afp. Welke htt rorftcndom van Chieti Vemachti' gen, 8ci. - Dood van Grimoald (*;) Erchemf. ut fupra. Annal. Bertin. ap. McaAT. t. II. par. i. 10 HISTORIE .temin in zyne landen, alwaar zy echter niet in ftaüt waren eenige veroveringen te doen; en vermits de pelt in hun leger heerfchtte, waren zy tegen het-einde van den wmtergenoodzaakt naar huis te keeren. E? chempertus bericht ons, dat den oorlog desniettegenftaande met veel hardnekkigheid bleef aanhouden; doch dat de Franfcben, geduurende verfcheide jaaren , door de Beneventanen te rug gedreeven wierden; ja dat zelfs, in het begin der volgende eeuw, wanneer Karei den Grooten weder te Rome gekomen was, en van Leo den der. den de nieuwe waardigheid van keizer bekomen hadt, Grimoald weigerde hem als zodanig te erkennen, en deszelfs macht, toen die op het hoogft was, trotzeerde. In het volgende jaar maakten zy zig werklyk meefters van Chieti, en eenige andere plaatzen in dat geweft, welk zy met het hertogdom van Spoleto vereenigden. Zy bemachtigden ook Lu. cera in Apulien, doch hetzelve werdt wel haalt door Grimo. ald hernomen, welke Guinigifus of Vinigifus, die kort te vooren tot hertog van Spoleto verheven was, benevens de gantfche bezetting vanFran^njkrygsgevangennam. Spinola verhaalt ons, dat Pepyn twee jaaren daarna, tot een beftand met Grimoald bewilligde, wanneer Vinigifus weder in vryheidgefteld werdt; fchoon Ercbempertus zegt, dat 'er geduurende de gantfche regeering van Grimoald, geen oogenblik vrede tusfehen denzelven en Pepyn was, alzo zy beide jonge en oorlogzuchtige vorften waren. Ëindelyk na dat Grimoald de groote macht der Franfcben roemruchtig hadt wederftaan, ftierf hy, omtrent drie jaaren na het fluiten van het beftand, in het twintigfte jaar zyner regeeringe (q). Hy werdt te Salerno by zyn vader en broeder begraaven , en het opfchrift op zyn graf in verzen, op de wyze van een treurdicht gemaakt, is nog in wezen. Ver  van NAPELS. ir Vermits den eenigften zoon van Grimoald, Godfried ge. naamd, voor zyn vader geftorven was, werdt hy door zekeren Grimoald, welke deszelfs fchatmeefter geweeft was, opge volgd. De fchryver der kronyk van Salerno draagt dien vorft als wreed en een dwingeland voor, maar hy was, volgens Ercbempertus, van een zachtzinnigen en vreedzaamen aart. Ten einde nu zyne ftaaten van de geftadige invallen der Franfcben te bevryden, zondt hy na het overlyden van Pepyn, gezanten aan Karei den Grooten, en doeg hem de vrede voor, waartoe de keizer bewilligde, onder voorwaarde, dat Grimoald eene jaarlykfche fchatting van zevenduizend kroonen betaalen zoude, welke fomme echter door anderen op vyfentwintig duizend kroonen begroot wordt (r). Van dien tyd af is het vorftendom Benevento aan de1 keizers van het weften, als koningen van Italië, cynsbaar geworden. Grimoald floot ook vrede met de Napolitaa nen, welke echter niet lang van duur was; want Tbeodorus de Patricius, welke toen het hertogdom van Napels, onder den Oofterfchen keizer Leo, bygenaamd den Armeniër, beftjerde, zyne befcherming aan Dauferius een edelman van Benevento, welke aan eene zamenzweering tegen zynen vorft deel hadt gehadr, verleend hebbende, trok tegen de ftad Napels op, en floot dezelve ter zee en te land in. Tbeodorus, wilde echter den Beneventaanfchen verrader of oproermaaken niet overgeeven, waarop een algemeenen oorlog, zo ter zee als te land volgde, waarin de Napolitaanen met eene zo groote nederlaag verflagen wierden, dat het water van het zeeftrand meer dan zeven dagen door het bloed der gefneuvelden geverfd bleef. Ercbempertus bericht ons, dat 'er meer dan vyfduizend menfehen op de plaats gebleeven zyn, en'dat de graven , waarin de gefneuvelden by hoopen gelegd waren, in zyn tyd nog te zien waren. Tbeodorus en Da* Cr) Annal. Benin, ut fvpra. B 2 f. Boek. i. EÏOOFDST. I. Afd. jrimoald mrji van ieneveno wordt •ynsbaar tan den leizer. Ui- Herent de lad Na>els.  II.BOEK. I. HOOFDST I. Afd. Hy wordt door dm graaf van Konfia vermoord, 817- (*3 Afiönym. Salern. ut fup.-a. ™ HISTORIE Dauferius ontkwamen naar de ftad, alwaar zy weder in groot gevaar van hun leven waren, wegens eenen oproer door deAfa. peljcbe vrouwen verwekt,welker mannen in den flaggefneuveld waren. Tbeodorus vondt echter middel om dien opftand te ftillen, en liet vervolgens Grimoald, welke reeds met zyn leger tot aan de ftads poorten genaderd was, om vrede verzoeken, waarin hy zo wel flaagde, dat hy den Beneventaanfceen1 vorft tot een verdrag overhaalde, onder voorwaarde, dat Dauferius zoude overgeleverd, en achtduizend kroonen wegens onkoften van den oorlog betaald worden Gri moald was zo goedertieren, dat hy niet alleen Dauferius ver'. giöenis verleende, maar hem ook in zyne voorige gunft her. ftelde; den verrader kreeg nogthans eene wroeging, over de gruwelykheid van zyne misdaad, ging eene bedevaart doen naar bet Heilig Land, en nam een fteen in zynenmond by wyze van boete, welke hy nimmer daaruit nam, dan wan . aeer hy fpys of drank nuttigde (s). Ofschoon Grimoald deeze zamenzweering gelukkiglyk «uitte, werdt'er echter weinige jaaren daarna, weder eene nieuwe tegen hem gevormd, welke ongelukkig voor hem uitviel. De hoofden van dezelve waren Radechis of Radel. cbis graaf van Konfia, en Sico vorft van Acerenza welke onder de regeering van Arechis, uit het hertogdom van bpoleto, alwaar hy in een groot gezag was geweeft, was komen vluchten. Dewyl hy Pepyn beledigd hadt, durfde hv niet naar zyn vaderland te rug keeren. Arechis en deszelfs zoon Grimoald hadden hem veele gunilen beweezen ia zy ne macht en zyn gezag wiefch zo zeer aan , dat by zelfs om eene opvojging in de regeering begon te denken. Maar vermis Grimoald dentweedenhem werdt voorgetrokken z^tte zyne eerzucht hem aan, om eenen aanflag op deszelfs'leven te vormen. f]y vermoordde hem dienvolgende met behulp van  van NAPELS. 13 van Radekbis en de andere eedgenooten , juift wanneer Grimoald het elfde jaar zyner regeeringe voleind hadt (t\ i,ico, offchoon een vreemdlieg, volgde door de kuipery. en van Radekbis, Grimoald op in de regeering, en vernieuwde in het volgende jaar met Lodewyk den Goeden het verdrag, 't welk .deszelfs voorzaaten mee de Franfcben ge. maakt hadden. Korten tyd na dat Sico het hertogdom verkregen hadt, kreeg Radelcbis berouw van zyne misdaad, en werdt monnik te Monte Casfino, alwaar hy eene groote ftrengheid van leven oeffende, M jddelerwyl hadt Sico zynen zoon Sicardo by hem in de regeering genomen, en van eenen eerzuchtigen en rultelozen anborft zynde,een voorwendfel gezocht om;de Napolitaanen aan te taüen. Vermits dezelven .omtrent dien tyd hunnen hertog Tbeodorus verlieten, en zekeren Steven in deszelfs plaats verkozen, zegt men, dat Sico den oorlog tegen hen verklaarde, uithoofde van het ongelyk zynen vriend Theo. dorus aangedaan. Hy floot de ftad Napels zo ter zee als te land in, en na dar. hy een groot gedeelte van de wal om ver hadt gebeukt, maakte hy zig tot een algemeene itorm gereed, wanneer Steven zig tot de overgaave bereid toonder maar om de plundering van de ftad voor te komen, verzoet hy Sico, dat dezelve zyne intrede in dezelve tot des anderendaags wilde uitftellen, en zondt middelerwyl zyne moeder en twee zoonen tot gyzelaars. Süo bewilligde in deszelfs verzoek, en vond de bres den volgenden morgen herfteld , en de Napolitaanen gereed om' zig te verdeedigenl Door deeze trouwloosheid verbitterd, hervatte hy zyne aanvallen met meer geweld, doch zonder vrucht; aangezien de Napolitaanen zig mét groote hardnekkigheid verde* digden;,endewyl den Oofterfcbcn keizer nalaatig bleef hun zy■ /S j'n>;% $b i .>^. - ....... neo (t) Camill. Peregjun. Hift. ut fupra, r•..•>••»:.rir ai «atf.Wi i£;r«..i (V!'r:i" r-i 32- ry-<' B3 II, Boek. 1. HoOFDST. I. Afd-, Sico de vierde volgt hem  HISTORIE II. Boek h hoofdst. li Afd. Deezt noidtaakt de Napoü. taanen hem tent jaarlykJ'che fchatting te betaaien. «33. (») Anonym. Salern. apud Murator tom. II. p. 490. (v) Camill. Peregr. Tumui. Princ. Longob. (v>) De Saractenen, Agareenen of Ismaèliteu, welke weinige eeuwen te vooren de leer van Mahtmtt omhelsd, en de gantfche noordkufr. van Afrika, benevens een gedeelte van Spanje bemachtigd hadden , ontrufceden Sicilië en de kuften van Italië voor het eerft, onder de u« geering van deezen vorft. In het jaar 820 kwamen zy als zwermen byen uit Afrika in Sicilië, namen Palcrmo in bezit, en verwocfteden een nen byftand te verleenen, namen zy hunne toevlucht tot keizer Lodewyk, welke hun eenige kleine verfterkingen toezond, waar door zy in ftaat geraakten, om het tegen de aanvallen der belegeraars uittehouden. Sico zette niettemin het beleg yverig voort, en de Napolitaanen de onzekerheid van vreemde hulp overweegende, en zig op den duur ook niet in ftaat vindende, om zyne aanvallen afteweeren, haalden zy, door middel van hunnen bisfchop Orfo, Steven over, om naar vrede te luifteren. Het verdrag werdt dan op de volgende voorwaarden geflooten: dat de NapO' litatnen in het toekomende eene jaarlykfchefchatting, welke Collata genoemd werdt, aan de vorften van Benevento zouden betaalen, en toeftaan, dat het lichaam van den H. Januarius uit deszelfs kerk, buiten de poorten van Napels, naar Benevento overgebragt wierdt («). Wanneer deeze artykels bekrachtigd, en tot naarkoming derzelven gyzelaars door de Napolitaanen gegeeven waren, keerde Sico met grooten roem haar Benevento, alwaar hy de heilige overblyffels, welke reeds langen tyd in die ftad geëerd waren, metzigbragt. Weinige jaaren daarna hervatte Sico, onder voorwendfel, dat de Napolitaanen de jaarlykfche fchatting niet betaalden, den oorlog tegen dezelven, welke geduurende het overige van zyne regeering duurde. Hy ftierf t« Benevento, na dat hy vyftien jaaren geregeerd hadt, en men ftichtte voor de deur van de hoofdkerk dier ftad eene prachtige grafftede met een opfchrift, welk nog in wezen is Cv) (w). Ma  van NAPELS. k| Na het overlyden van Sico, nam deszelfs zoon Sicardo bezit van de regeenng. Hy hadc by het leeven van zyn vader , de dochter van den eerloozen Dauferius getrouwd en gEfz>g nu ten eenemaalen aan de raadgeevingen van'zyn vrouws broeder Rodfried over, door wiens kwaaden raad hy zyne onderdaanen op eene zo eJendige wyze onderdruk te, dat dezelve op het laatft eenen aanflag op zyn leven maakten. In het begin zyner regeeringe deedt hy den Napolu taanen den oorlog aan, onder voorwendfel, dat zy hunne fchatting niet betaalden. Hy belegerde de ftad Napels mpt een machtig leger, en bemachtigde Acerra en Atella, web ke fteden hy verfterkte. Doch Bonus, den hertog van Na. pels, verdedigde de ftad zo dapperlyk, dat de Beneventanen genoodzaakt waren af te trekken , en ook zelfs Acerra en Atella moeften verlaaten, waarna de veftingwerken dier fteden door de Napolitanen geflecht werden. Volgens den fchry ver der kronyk van Salerno, werdt Sicardo door zynen gunfteling Rodfried, welke door de Napolitanen omgekocht was, aangeraaden het beleg van Napels op te breeken (x~) Hy hervatte echter wel haaft zyne vyandlykheden ; doch hy bewilligde op de tusfehenkomft van JLotbarius, keizer en koning van halie, mitsgaders van Joan bisfehop van Na pels, in een beftand voor vyf jaaren. De overkomft der Saraceenen, welke door Andries, den hertog van Napels uit Afrika tot deszelfs byftand geroepen waren, fchynt voor. naamlyk Sicardo tot het maaken van vrede aangezet te heb-" ben; want dezelven waren nauwlyks weder naar Afrika gekeert, of hy zocht uitftellende uitvluchten om het fluiten van een groot gedeelte van dat eiland. Vervolgens (laken zy het naauw van Mesfmaover, giDgen te Tam»» aan land, bemachtigden die ftad. en verwoeden de landfchappen van her nedergedeelte van Italië, welke sTgcn ?n'li!nn haT^' EfU' C}'""1' C9^m^' MvjtAT, tm. II. (at) Anonym. Salern, c. 47, II. Boer. 1. HOOFDST. I. Afd-, Deszelfs soonSicardo de vyf. de vo gt «i>. Hy fluit een ver- * drag niet de Napelfchen.836.  II. Boek. i. HOOFDST, i. Af». Hy ver- jaagt de Sasacce' nen. ' M To. Di ac. inChron. Epift.Neap. ' . 8?) b verdrag beftond uit negenenveertig artykels, van welke nog zeventien door de zorg vui Peregrlnus bewaart zyn Uit dezelIZ blvkt het , dat MjT en sfrwnto toen onder het hertogdom Napel begreepên waren, en dat de voorwaarden van het verdrag naar £ £^.Sriljfc wetten gefchikt waren Daarby weidt bedongen, dat eeen der beide volken den koophandel van het ander, noch ter zee, foch op de rivieren, noch te land mocht ftooren, dat de overloopers vL we^rzyden ftiptelyk zouden overgeleverd worden; en dat de Napdfchen, de'gewópne jaarlykfche fchaiting aan de vorfteavan Benevento zouden blyven betaalen. (a) Anon. Salern. V H I S Ti O. R I E van het verdrag op te houden ; doch vermits de keizer met zvn gezag tusfchen beiden kwam, werdt emdelyk, ia het derde jaar van deszelfs regeering, de vrede bekrachtigd, na dat den oorlog zeftien jaaren met zeer weinig tusfchenpoozen geduurd hadt (» CjO- , , , , c J Kort na het fluiten van deeze vrede, deeden de Sara. ceenen uit Sicilië eene landing te Brindifi, en na dat zy zig van die plaats meefters gemaakt hadden, verwoeften zy al het nabygelegene land. Sicardo trok hen met een machtig leger tegen, doch werdt in het eerft met groot verlies door deSaraceenente rug gedreeven, welke voor het groot getal van zyn krygsvolk vreezende, hunnen toevlucht tot een krvgslift namen , en hem in eene nadeelige gelegenheid lok. ten, alwaar zy verfcheide graften, welke dunnetjes over. dekt waren, gegraaven hadden. Bovendien geraakten de Beneventanen, geduurende den flag, in eene groote verwarring, en werden vervolgens geheel en al op den vlucht gedreeven. Na dat Sicardo zyn leger verfterkt hadt, trok hy weder op om hen aan te taften; doch alzo zy wanhoopten hem te kunnen weerftaan, plunderden zy Brindifi, ver. brandden hetzelve, en vertrokken met hunnen buit, benevens een groot getal gevangenen, naar Sicilië (a). Zy waren nauwlyks weg, of Sicardo trok met zyn leger tegen AJ malji,  van NAPELS. ï? malfi, zonder dat men de rede gemeld vindt; het blvkt nog. thans uit de kronyk van Salerno, dat zyne voornaamfte reden van het aantaften dier ftad, beftondtin zyn overgroot verlangen om overblyffels van heiligen te bezitten- wel. ke , volgens de bygeloovigheid dier tyden, geacht werden tot de befcherming van eene ftad meer toe te brengen dan fterke veftingwerken of een machtig leger doen konden, enter verkryginge van welke overblyffels, hy geene moeite fpaarde, aangezien hy omtrent dien tyd, ook het lichaam van den H. Bartbolomeus van eene der Liparifche eilanden haaien liet. Hy overviel dan Amalfi, bemach-* tigde het zelve zonder eenige bloedftorting, beroofde( het van alle deszelfs fchatten, en nam het lichaam van hunnen heilig Triphomeen met zig. Hy liet ook de wal. len flechten, plunderde het omleggende land, voerde eene menigte inwooners naar Salerno, en poogde door het bevorderen van huwelyken tuflchen de ingezetenen dier twee plaatzen, Amalfi ten eenemaalen met zyn prinsdom te vereenigen (fc). r Onder dit alles, gevoelden deszelfs onderdaanen zvnen wreeden heerfchzuchtigen aart. Hy ftondt zynen gunftling Rodfriedtoe, dat die den abt Alpbanus wurgde, welken hy, geduurende verfcheidene jaaren , eene groote kwaad wilhgheid en vyandfchap toegedragen hadt, en welke zig op eenen eed van veiligheid aan hem gedaan, verlaatende, te Sa. lemo gekomen was. Hy beroofde veele kerken en kloofters van derzelver fchatten, zette verfcheide Benevmtaanfche edelen gevangen, liet die ter dood brengen, en maakte zig meefter van hunne goederen; hy zette den vermaarden Deusdedit, abt van Monte Casfmo af, en nam hem gevangen; vermits hy over zyn eigenen broeder Siconulphus jaïpers was, noodzaakte hy deezen om priefter te worden, en (b) Idem ibid. Europ.Hist.X.Deïl.I.Stuk. C [LBoek. i. 300FDST. I. Afd. 3emach !gt Amal-  38 HISTORIE II.BOEK, I, HrOFDST I. Afd. Wordt door zyne edelen omgebragt,839- Wordt door Ra« delchis 0; gevolgd. en zondt hem vervolgens geboeid naar Tarente, alwaar hy hem in een ouden toren, welke tot een bewaarplaats voor regenwater gefchikt was, deedt opfluiten. Deeze en veele andere blyken van dwinglandy, maakten hem ten laatften by alle zyne onderdaanen gehaat; en eenige edelen, welke in hunne perfoonen door hem beledigd waren, traden in eene zamenzweering tegen hem, en vermoorden hem in zyne tent, in het zesde jaar van zyne regeering. Dewyl Sicardo niet dan eene dochter, 'en een onechten zoon naliet, en zyn broeder Siconulf te Tarento gevangen zat; werdt Radelchis, welke zyn fchatmeefter of geheim, fchryver geweeft was, na deszelfs dood, eenpariglyk tot vorft van Benevento verkooren (d). Weinige maanden na de üomit van Radelchis aan de regeering f begonnen de Amal. fitaanen beducht te worden, dat zy dezelve voorrechten van hem niet zouden genieten als van zynen voorganger weshalven zy hunne huizen in die ftad in de brand ftaken' en naar Amalfi keerden. Radelchis, of Radelchifus, hadt voor zyne verkiezing eenen grooten roem wegens zyne rechtvaardigheid en oprechtheid verkregen, maar begon z> ne regeering met het uitbannen van Dauferius, benevens deszelfs zoonen Romuald, Arechis en Grimoald, mirsgaders van eenige andere Beneventaanfche edelen. Deeze ballingen zochten de Salernitaanen in 't geheim aan , om ten behoeve van Siconulf, broeder van den overledenen vorft op te komen; dezelve werden bygefprongen door Lan* dulj, vorft van Kapua, welke, wegens de wreedheid, die hy in zyne landvoogdy oefende, voor het ongenoe gen van Radelchis bevreesd zynde, zig deszelfs gehoorzaamheid onttrokken, en zig naar Sicopolis, eene fterke ftad in deszelfs Gaftaldaat, laatftlyk door vorft Sico gefticht, bi W Stemma Sicon. & Ignot. Monacb. Casfln. Frag. ap. Psnz-  van NAPELS. 19 begeven hadt (e). Verfcheide andere Beneventaanfche edelen traden mede in die zamenzweering, onder dezelven was ook Orfo, graaf van Konfia, en een nabeftaande van Siconulf, welke toen uit zyne gevangenis te Tarento ontfnapt was, en zig op het kalteel Orfo in ftilte onthieldt De Amalfitaanen werden ook overgehaald om de party van Siconulf te kiezen, welke, in het volgende jaar, naar Saler««overgebragt, en door die van zynen aanhang tot vorft van Benevento verklaarde werdt. Radelchis bracht aanftonds een leger op de been om zig tegen zynen mededinger aantekanten, waarop een hardnekkigen en verderflyken oorlog volgde. De party van Siconulf was in het eerft de voorfpoedigfte; aangezien hy eene verbintenis met de Napolitaanen aangegaan hadt, en hulp van dezelven ontving, waar door hy het leger van Radelchis verfloeg, een groot gedeelte van Calabrie en Apulie bemachtigde, vervolgens naar Benevento trok, verfcheide plaatferi in de nabuurfchap dier ftad innam, en op het laatft dezelve mede ïnfloot, doch hy werdt door de dapperheid der Beneventaanen wel haat! genoodzaakt het bele? op te breken, en met zyn leger te rug te trekken U\d. delerwyl zogten de Saraceenen hun voordeel met de bin* nenlandfche beroerten der Beneventaanen, deeden weder een« landing in Italië, en maakten zig meefters van Tarente benevens verfcheide andere plaaten in Apulien(j). Wanneer Radechis bevondt, dat de party van zynen mededinger van dag tot dag fterker wierdt, liet hy door Pande, ftadvoogd van Bavi, de Saraceenen om byftand aanzoeken, zonder op het gevaar van eene zodanige verhindtenis agt te geeven. De Saraceenen omhelsden gretiglyk de aanbiedingen, die hun door Pando gedaan werden, en legerden zig CO Epit. Chron. Casfin. apud Murator. t. II. EPCHEwnspJ^ut fupra. Anon. Salern. LeoO/lienf 1.1 c.a3. tabbla Choroer. medii 0, Casfin ' EtiCmMr' aPud Peregr. feft. XVI. Epit. Chron'. C 2 II.boek. i. hoofdst. i. Afd. Welke door Siconulf wordt tegenge% tin. S40.  20 HISTORIE JÏ.Bosk. I. hoofdst, L Afd. De Saraceenenverbranden Ka. pua. buiten de wallen van Bavi, doch, weinige dagen daarna, overvielen zy de bezetting op eene bedrieglykewyze; maak. ten zig meefters van de Itad, deeden eene groote flachting onder de inwooners, en fmeeten Pando zelven in zee. Ra. delchis was niet in ftaat om hunne trouwloosheid te ftraffen, en befloot derhalve hunne verbintenis nog fteeds meer en meer te zoeken; ja zelfs wordt hy gezegd de kerk van de B. Maria in Benevento van derzeiver fchatten beroofd te hebben, om hen als hulptroepen te huuren. By hunnen eerften inval in de landen van Siconulf, werden zy geflagen, en met groot verlies terug gedreeven (h); doch niet lang daarna trokken zy vereenigd met de krygsmacht van Radelchis, in het Gajlaldaat van Kapua, welke zy op eene allerwreedfte en onmenfchlyke wyze verwoefteden, en Kapua zelve in de afche lagen (ï). Siconulf ziende het groot voordeel, welke zyne tegenparty trok uit deszelfs verbintenis met de Saraceenen, welke uit Afrika gekomen waren, volgde zeer onvoorzichtig het voorbeeld van Radelchis, zondt gezanten aan die Sara' eeenen, welke zig in Spanje neergezet hadden, en liet hen verzoeken tot zyne hulp te willen komen. Hy beroofde in navolging van den laatftgemelden, de kerk van de H. Maria te Salerno (Ji), waar van wy een byzonder verflag by Leo Oftienfis vinden (V). Het gantfche hertogdom van Benevento werdt toen een bloedtoneel en verwoefting. Of fchoon Siconulf met behulp van zyne nieuwe bondgenooten eenige voordeelen op zynen mededinger behaalde, deeden derzelver barbaarfchheid en moedwil hem wel haaft de onvoorzichtigheid van denftap, welken hy gedaan hadt, ge. voelen. Hy befloot derhalven zyne toevlucht tot de Fran. fchen (li) Idem ibid. 0") Tab. Chorog. ap. Müüator. t. X(fc) Anon. Salern. ut flip, (/) Leo Óflient 1. i. c 28.  van NAP ELS. 21 fchen te neemen; weshalven wanneer hy hoorde, dat des keizers oudfte zoon, Lodewyk, te Rome.gekomen was,.ging hy dcrwaards, na dat hy voor de ze-de reizehet kloofter van Monte CaJJmo geplunderd hadt, en kogt deszelfs vriendfchap voor eené fomme van honderd duizend kroonen O). Wy vinden echter neigens gemeld , dat Lodensyk, te dien tyde, eenigen byftand aan SicomilFgegeeven hebbe , 'want den oorlog duurde nog vericnei-iene jaaren daarna, waar door byna het hertogdom Bmtvtnto ten eenemaalen vernield werdt, aangezien de Saraceenen, na dat hunne 'belangen het medebrachten , dan eens als hulptroepen, dan weder als openbaare vyandcn der beide partyen, te werk gingen. Eindelyk trok de keizer zelve, op het ernftig aanhouden van den abt van Monte Casfino, met een leger van Brescia naar Benevento; en na dat hy de Beneventaanen 'genoodzaakt' hadt de Saraceenen benevens derzelver vorft Maffar over te leveren, en na dat dezelve buiten de wallen omgebragt waren, maakte hy eene verdeeling van het hertogdom tusfchën de twee mededingers, volgens welke Radelchis de ftad Benevento met een gedeelte van het oude hertogdom- bteef behouden, terwyl hy daarby het overige aan 'Siconulf, onder den titel van vorft van Salerno, toewees; doch hy noodzaakte, ten zeiven tyde belde d& partyen, om hem als hunnen Opperheer te erkennen, en hem getrouwheid te zweeren, waarby zy zig niet alleen cynsbaar aan de Franfcben, maar ook voor leenman, men der Franfcben erkenden (n). Zodanig was het gevolg van' f» Idem 1b. Annal. Bartin, an. 844, (n) Dit verdrag van verdeeling, welk uit agtentwintig artykelen beftaat, is door Peregrinus, en in de verzameling van Muratorius in 'net licht gegeeven. Padelcbis beloofde daarby Siconulf en deszelfs op. volgers, als wettige votften van Salerno re erkennen, waar onder begreepen werden farento, Latiniano, Cajfano, Cojjenza, Laino, Lu~ car.ia, Kmfia, Mantilla, Rota, Salerno. Sarno, Citaterium, Furculo, Katua, Feano, Stra, en het half Gajlaldaat van Acerenza, alwaar het C 3 aan II.BoEK. I. HOO-FDST. I. Afd, De ieiztt verdeelt het her;ogdoiih_  II.boek. 1. HOOFDST. II. Afp. i r* i | V '2 l m HISTORIE van dien allerverderflykften oorlog, welke byna twaalf jaaren met veel hevigheid geduurd hadt. aan Latiniam en Konfia grenft. De fcheidspaalen tusfchen Ben^nt, en Kapua werden te St. Angelo ad Cerros gefield, en ftrekten 2t vfr der u;t tot de rots van Monte Vlrgine en tot de Dlaat7S„! ■ mamd. *« pHril\ werdt gehotfden voor° d ƒflld en J* ~ en s3/fr, en Sf ^ voor) Tumul Radelcar. apud Pebjjo. (q) Eschemp. fedl. 20. (r) Sigon. de regn. 'ta{. (x) Ekchemp, ibid. I.BOEK, I. loOFDSTi II. AïD» Radelcar ;orft van 3eneveu» :o. -  II. Boek. i. HoOFDSTi Afd. JVorcit door, zyn broeder Adelchis opgevolgd. Bso, i i I j 4 Dt graa- i ven van Kapua > verkiaann \ zig onaf- a hung.yk. £ X | a r f h (t) Anonym, Salern. c. 70.' 00 SRcaëW. fe&. 29, 24 H I S T O K I E fchryver der kronyk van Salerno, welke kort na dittydperk gefchreeven heeft, verzekert, en met meer waarfcbynlyk. beid, dat Pieter zig in zynen poft trouwlooslyk gedroeg, enxrni zyn zoon te begunftigen, den,jongen vorfl: ach. terftelde, en hem, onder voorwendfel van aan des,keizers hof te doen opvoeden , naar Frankryk zondt- (t\ Ti?rwyl dit voorviel , ftierf vorft Radelcar, in het derde jaar zyner regeeringe, en werdt door zynen broeder A. delchis oïAdelgifus in de regeering opgevolgd; dees was van eenen zagtzinmgen inborft, en werdt, geduurende verscheidene jaaren , in vyandlykheden met de Saraceenen in. gewikkeld, tot dat hy, op het laatft genoodzaakt was, :un gyzelaars, en eene jaarlykfehe fchatting te geeven Twee jaaren, na dat hy het vorftendom van Benevento rerkreegen hadt, keerde de jonge vorft Sico weder naar talie, en werdt, te Sicopolis, door Lando, graaf van Pa. ■ua, vergeeven. Deezen Lando vertrok dit jaar uir Sicopois, welke ftad vyfentwintig jaaren te vooren, op den top 'an eenen heuvel gebouwd was, en hy ftichtte met behulp an zyne twee broeders, Landulf den biiTchop, en Lan. onulf den graaf, in eenevlaktte, naby de brug van Casfi. 'no, het Nieuwe Kapua. Zy vielen ook ten zeiven tyde af an Ademar, welke toen vorft van Salerno was, en verlaarden zig zeiven onafhanglyk. Hun vader, graaf Lanulf, wélke Gaftald van Kapua geweeft was, bragt zyne ïeefte nabeftaanden ter dood, en begon, omtrent het betn ran den binnenlandfchen oorlog tuftchen Radelchis en 'iconulf, op eene willekeurige wyze in zyn Gaftaldaat te aerfchen. Wanneer deszelfs zoonen zagen, dat het vor. endora Benevento op eene elendige wyze door de Saraceenen  van NAPELS. 25 mn geteifterd wierdt, en dat van Salerno in handen was, van eenen, welken zy voor een indringer hielden, mmen zy die gelegenheid waar, om zig van hunnen eed van getrouwheid jegens Ademar, te ontdaan; welke laatfte niet zo haaft van deeze wederfpannigheid verwittigd was, of hy trok met een leger tegen hen op, ten einde hen t'onder te brengen, doch hy werdt, na verfcheidene ongelukkige fchermutfelingen, genoodzaakt af te trekken. Lando beftierde zyn nieuw graaffchap (v) geduurende den tyd van vyf jaaren, op eene onafhanglyke wyze, en hy liet by zyn atfterven, zyne kinderen onder het opzicht van zyne twee broeders, Pando en Landulf den biflchop, welke, hunnen plicht verzakende, hunne neven banden, en zig in het graafichap fielden, waar uit een burgerlyke oorJog tusfchen de aanhangers der oomen en der neven, ontftondt. ' Terwyl Lando te Kapua regeerde, vervreemde Ademer doe- zyne wreedheid en fchraapzucht, de genegenheid zyner onderdaanen ten eenemaalen van zig; dit gaf aanleiding, dat Guaferiut zoon van Dauferius, welke toen te Napels in balhngfchap was, door de misnoegden aangemoedigd, en door de graaven van Kapua in 't geheim onderfteund wordende, zig naar Salerno begaf, zig van Ademar meefter maakte, en hem, eenige weinige maanden na het overlvden van Lando in eene gevangenis opfloot f». Middeler- wyl aan^L0^'?3 m °f Sraa™"P/" K*P«*. grensde ten noorden nujfrpino ten ztuden aan Mare di Toscana, welke twee rivieren het zelve insgelyk» aan het ooilen en weften tot grenspaalen verft ek te of van^i/h"1^ ïCt firaafflhap n°g Ceni'Se ««den Paan de anerezytl rit h 6 ftr001nen bezat; namelyk, Sera over de Ganglianlcn kt?aó,bT7ons Gue/lola over de >»—• T<** <*iw* 8 ^.^feafïT % 85,8Ö-Stemraa p'inc*üd Europ.Hist.X Deel. I Stuk. d II.Boek. 1. Hoofd st. II. Afd. Ademar vorft y«fi Salerno door Gua» Ferius gevangen ge. zet. 16U  II.boek I. Hoofdst II. Afd. *6 HISTORIE wyl hadt Adelchis de handen vol om de invallen der Sa. raceenen tegen te gaan; maar of fchoon hy op onderfcheidene tyden, groote onderftanden van den keizer Lodewyk ontvangen hadt, was hy nochtans niet in ftaat om de verwoeftingen dier ongeloovigen te beletten. Hy tradt derhalve in een verbond met Guaferius,vorft van Salerno, en zondt, nevens denzelven, een gezantfchap aan den keizer, om deszelfs byftand op de deemoedigfte wyzeaftefmeeken. Lodewyk ontving, intusfchen een gezantfchap van den keizer van Konflantinopolen, 't welk aan hem een voorflag deedt, om de Saraceenen, met vereenigde krachten geheel en al uit Italië te.verjaagen; hy befloot derhaïven eenen tocht tegens hen te wagen, en gaf laft om een onzaglyk leger op de been te brengen; hy liet ook zyn broeder Lotbarius, koning van Frankryk verzoeken, om met eenig krygsvolk in Italië te trekken (x), De Saraceenen bleeven hunne ftroperyen middelerwyl vervolgen, en volgens het verhaal van ïbmmige fchryvers, deeden zy op de aar.hirfing van Adelcbis, welke vrede met hen gemaakt hadt, een inval in het graaffchap Kapua,'t welk zy op eene barbaarfche wyze verwoefteden; van daar trokken zy in het hertogdom van Na. pels, 't welk zy ook plunderden. De Napolitaanen verzamelden hierop een leger, en huurden eenig krygsvolk van den hertog van Spoleto, en van Gerard graaf van Marfi waar mede zy de ongeloovigen tragten tegen te gaan; doch de Saraceenen behaalden de overwinning, werden moedwilliger dan zy te vooren waren, verwoefteden het hertog, dom van Benevento, maakten zig meefters van Venafro, plunderden het kloofter van St, Vincent den martelaar /heften eene brandfchatting van drie duizend kroonen van het kloofter van Casftno, en trokken met hunnen buit ongemoeid naar Bavi Qy). Weini- t» Idem ibid. Leo Oftienf. ï. l. c. 57 & 38. (y) Sigoh. ut fupra.  van NAPEL S. 2; Weinige maanden daarna, kwam keizer Lodewyk met zyn leger ce Sora, en trok van daar naar Caffino, alwaar hy door den abt en de monniken, met groote achting ontvangen werdt. By zyne aankomft in het graaffchap van Kapua, werdt hy door Landulf den biiïchop en graaf, met eene bende Kapuaanen verfterkt; doch Landulf ried kort daarop den Kapuaanen dat zy den keizer verhaten zouden, waar op die vorft aanftonds tegen die ftad optrok, welke hy na eene belegering van drie maanden bemachtigde. Na dat hy de ftad byna geheel en al verdelgd hadt, trok hy op het einde van het jaar van daar naar Salerno, en werdt op weg te gemoet gekomen door Guaferius met deszelfs aandeel krygsvolk, welke bevel gegeeven hadt om in zyne af. wezendheid Ademar de oogen uit te fteken. Lodewyk be. veftigde hem in het vorftendom, en trok met het leger naar Benevento, alwaar hy door Adelchis met veel achting ontvangen werdt. Hy deedt zyn leger in de volgende lente vroeg byeen komen, en trok op om Bavi in te fluiten. Maar vermits hy de ftad zeer verfterkt, en wel bezet vondt, daarenboven ook eenig aanmerklyk verlies in de voorgevallene fchermutfelingen geleden hadt, trok hy met zyn leger te rug, en voorts tegen Matera, welk hy be. machtigde, door zyne foldaaten liet plunderen, en vervol, gens in brand ftak. Hy bemachtigde ook verfcheide andereplaatfen, welke aan de Saraceenen behoorden, aan welken hy geen kwartier verleende; en na dat hy bezettingen in Venofa en Canofa gelegd hadt, zondt hy by zynen broeder Lotbarius en by den Griekfchen keizer om byftand, en keerde tegen het eindigen van den veldtocht naar Benevento (z). Vermits de Saraceenen geftadige verfterkin* gen van Palermo en uit Afrika ontvingert, en boven dien door de. Napolitanen onderfteund wierden, kon Lodewyk de (2) Idem ibid. Anon. Saiern. D 2 IJ. Boek. 1. Hoofdst. ii. Afd. De heiter trekt te^eri de Sara- , ceenen. 86ö.  II.BOEK, I. Hoofdst II. Afd. Bemag. tigd Bari. 871. Wordt d'jor Ade! chis gevangen ge. zet, doe) kort daar na weder in vryheü gefield. 28 HISTORIE de ftad Bavi niet bemachtigen, dan drie jaaren daarna, niettegenftaande hy eene aanzienlyke verfterking van zynen broeder Lotharius ontvangen hadt, en door meer dan tweehonderd Griekfche fchepen geholpen wierdt benige fchryvers zeggen , dat hy Seodan, of Soldan. den Saraceenfchen vorft, benevens de gantiche bezetting liet ombrengen (b); maar de fchryver der kronyk van Salerno zegt, dat de keizer op de vooripraak van Adelcbis, Soldan en twee anderen in het leeven fpaarde, welke hy gevangen aan den vorft van Benevento overleverde (c). JNa het bemachtigen en verdelgen van Bari, trokken de Franfcben en Longobarden op tegen de Saraceenen in Apulie en Kalabrie, en lloeg het beleg voor Tarento, vanwaar Lodewyk omtrent oogftmaand, met veel roem naar Benevento keerde, en befloot, om, na dat hy de Saraceenen ten ee. nemaal uit Italië zoude verdreeven hebben, Sicilië te bemachtigen (d). Die ontwerpen van aanftaande overwinningen werden echter door een zonderling toeval verhinderd. De keizerin Engelberga, welke haaren gemaal verzel. de, hadt Adelcbis, by zekere gelegenheid, op eene hovaardige wyze behandeld; en het Franfche leger door den voorfpoed opgeblazen geworden zynde, hadt, op het laatft de Beneventaanen beginnen te onderdrukken, en met verachting te behandelen. Om die redenen. en gelyk ook iöaus.  II,Boek, 1. Hoofdst. II. Aid. Gaideris vorft v.an Benevento.878. Een binnenlandJche oorlog in het graafje hap var Kapua. (), die daarenboven nog aan Guaferius, op ftraffe van kerkban, verboodt, Kapua aan te taften ; doch niettegenftaande Guaferius gezegd wordt zig ;iltyd zeer gehoorzaam jegens den paus betoond te hebben , fchynt hy echter cp de toenmaalige bedreiging niet veel agt geflagente hebben ; want men vindt by Ercbempert, dat hy Kapua en in dit, en in het volgende jaar belegerde.. Dit ongelukkig land moeft te gelyk de legers van den vorft van Benevento, en van den hertog van Spoleto onderhou. den. Middelerwyl bedienden de Saraceenen zig van.de gun-^ ftige gelegenheid om hunne macht in Italië te vergroo-c ten. Niettegenftaande de fterke bevelen, welke Atbana^ fius bilfchpp en hertog van Napels, van den paus hadt, om» zyns broeders oogen uittefteeken, ging hy thans tot eene verbintenis met de ongeloovigen over, met welken by, gezamenderhand, de landen van den paus, als mede der vorften van Benevento en Spoleto verwoeftte, en alle de ker* ken en kloofters, benevens de groote en kleine fteden , door welken hy trok, plunderde De Saraceenen liepen: te dien tyde ook het vorftendom van Salerno af, en noodzaakten de Salernitaanen vrede met hen te maaken, en hun eene bezitting in de nabuurfchap hunner ftad toe te ftaan (. Peregri. ■ MiS («) Erchempert. fe£t. 53. (v. Idem fedt. 54. 07. Anon. Salern.. c. 134,  van NAPELS. 39 nus verhaalt ons ook, dat zy hem een brief gaven, waarl van by Summontes gewaagd wordt O); en waar by die vorlten hem in het vorftendom van Salerno beveiligen ,f volgens het verdrag van verdeeling, welk tuiTchen Siconulf en Radelchis gemaakt was (je). Kort na deszelfs terugkomft., ontfloeg Aio, vorfb van Benevento, zig van zyne onderwerping aan de Grieken,J c-n taftte derzelver bezitting te Bari aan. De biflchop van' Napels viel middelerwyl in deszelfs ftaaten, gelyk ook in) die van Atenulf, graaf van Kapua. Meteen woord, alle* de landen , welke het tegenwoordig koningryk van Napels^ iiitmaaken, waren omtrent dit tydperk in geftadige bur-J gerlyke oorlogen gewikkeld, en brachten onderling veel toe tot elkanders ondergang. Zy maakten plechtige verbonden , welke zy weinige dagen daarna verbraken; zy fielden hunne byzonderc wraakoefening boven het algemeen welzyn, en in plaats van zig met elkander te vereenigen om de Saraceenen te verjagen, verbonden zy zig gefladig met die ongeloovigen , welke zig niet ontzagen om in tegen elkander oorlogende legers te dienen (y). De regeeringloosheid , welke te dier tyd, in Italië heerfchte, nain door het overlyden van keizer Karei den Dikken, zonder manlyk oir, noch meer toe. De Italiaanen befjooten , by die gelegentheid, zig niet langer dooreen buitenlaridfch vorft te laaten regeeren, en koozen derhalve. Berengari.l us, hertog van Friuli, welke, van zynen moeders wege,r een kleinzoon van Karei den grooten was, tot hunnen ko \ ning. Hy verkreeg dat koningryk op eene vreedzaaraej wyze, aangezien hy te voren dien aangaande, een ver-* drag hadt gemaakt, met eenen anderen eerzuchtigen klein.^ zoon (w) SUMMONT. t. I- p. 418. (*) Camill. Pereqr. in Hift. Princ. Sa!eri?j (y) Anon. Salern. Ekch£mpjert. paffim, [. BoEk. 1. lOOFDST. ii. Afd. iio ontlaat zig an zyne nderwering aan 'e Grieen.'88. '.■rerga. ius en riiido aan naar e kroon an 'rankryk.  4<5 HISTORIE II. Boe? . L Hoofdst. lij Afd. 1 i < j ( J S ] De Grie.j ken Ie. machtigen Beueven- c to. S91.I \ t / V d d c zoon van Karei den grooten, namelyk Vido, of Guido, hertog van Spoleto, welke, in de keuze der koningryken van den laatft overledenen keizer, Karei den Dikken, ge. oordeeld hadt, Frankryk het beft voor hem te weezen. Vermits echter de Franfcben hun koningryk aan Gotto graaf van Parys en Orleans opgedragen hadden, moeft Guido, na eene vergeeffche reize gedaan te hebben, weder naar Italië vertrekken, en begon eenige eifehen op het ryk, in welk hy geboren was te vormen; hy was daarin ook zo ge. lukkig, dat hy door paus Steven onderfteund wierdt, om iat dezelve hem tot zyn vertrek naar Frankryk aangeraden ïadt. Hier op volgde een binnenlandfchen oorlog, waarin Guido zynen mededinger eene nederlaag toebracht, en, na lat hy alle, dié van zyne tegenparty .waren, met het ftorien van veel bloed ondergebracht hadt, werdt hy door ien paus Formofus, in het eerfte jaar van .deszelfs pausfchap, ;ot keizer gekroond. In het begin van deezen verderftyken binnenlandfchen ïorlog, welke, in het noorder gedeelte van Italië, vier aaren duurde, befloot Leo, keizer van. Konftantinopolen, Ien opftand van Aio, vorft van Benevento, teftraffen, en naakte groote toebereidzelen tot een tocht mar Italië. Aio Herf echter voor de aankomft van het Griekfcbe leger, en iet zyn vorftendom aan zynen zoon Orfo, welke toen een jngeling van tien jaaren was. Gaideris, de gebannen vorft, 'elke zig fteeds te Oria ophieldt, zette den keizer aan om ie gelegenheid waar te neemen, en het vorftendom Bene. >ento te bemachtigen. Dienvolgende zondt Leo, in het 'olgende jaar, een machtig leger naar Italië, onder het eyel van Limphaticius, den Protofpatbarius, welke Beneven0 infloot, in zig na een beleg van drie maanden meefter an de ftad maakte, hy bemachtigde ook kort daarna alle e fteden van dat vorftendom, onderwierp het zelve aan q Giieken, na dat .het zelve omtrent drie honderd en ivintig jaaren, door de Longobarden beftierd geweeft was,  van NAPELS. 41 was O). Simphaticius bleef byna twee jaaren te Beneven. to, en leverde vervolgens de regeering over aan Georgius, deni patncius, welke de Benevtntanen met groote zachtzinnigheid en beleefdheid behandelde, hoopende daar door derzelver genegenheid voor hunnen nieuwen meefter te winnen. Middelerwyl beftierde Guaimarius, vorft van 5>. leto, zyne onderdaanen op eene tyrannifche wyze, zodat veelen derzelve hunne toevlucht naar Benevento namen, alwaar zy in eene zamenzweering tegen hunnen vorft traden, en aanboden Salerno aan den patricius over te leveren. Georgius verzamelde dienvolgende een leger, onder voorwendzel, van de Saraceenen op het lyf te willen vallen, en trok tot zelfs onder de wallen van Salerno; doch, of fchoon de poorten door de zamenzweerders geopend waren, werdt hem door den biffchop van Benevento afgeraaden in de ftad te trekken; dezelve wendde voor te kunnen voorzeggen, dat zy alle zouden omkomen, indien zy in Salerno kwamen. Daarenboven weigerden de Beneventanen hem in die onderneming by te ftaan, en zyn leger werdt door eene fchielyke vrees bevangen, waarop een ieder zig met veel verhaafting op de vlucht begaf. Die verraderlyke handel van Patncius, vervreemde de gemoederen der Beneventaanen geheel en al van de Grieken. Zy verzochten daarom onder de hand, Guaimarius vorft van Salerno, dat hy Guido, mark-' graaf van Salerno, met wiens zufter hy getrouwd was wil j de aanzetten, om met een leger in hunne nabuurfchap tefco ■ men, onder belofte van hunne ftad aan hem over te leve-« ren. Guido, wiens ouder broeder Lodewyk, toen keizer en koning van Italië was, liet zig wel haalt met een leger in de nabuurfchap van Italië zien, alwaar hy met veel vreug. de door de inwoners ontfangen werdt, alzo dezelve gedurende eenigen tyd, door den Griekfcben bevelhebber Tbeodoor Tur. O.) Camill. Prhegrtkt. Hift. Prfnc. Longob. Anon. Salern. c. 142. Europ. Hist. X. Deel. 1. StcS. F 17. Boek. ï. ïoofdst. ii. Afd. Velk door len htrtog 'anSpole0 hirt welke> groote zwarigheid vindende om de Grieken te verdryven, de moeder van clen keizer Lambert verzogt in de ftad te komen. Dezelve Kwam ook kort daarna te Benevento, en gaf het vorftendom weder aan haren broeder Radelchis, welke nu veertien iaa ren te vooren door Aio verjaagd was geworden (b) Ver" mits hy van eenen zachten en zorglozen aart was, eneeene' bekwaamheid om te regeeren hadt, liet hy zig zeiven ten eenemaal door den raad van zekeren Vinaldus bellieren • dezelve zette hem aan om zyne onderdaanen te onderdruk' ken, en verfcheide Beneventaanfcbe Edellieden te bannen" Deeze ballingen begaven zig, met veele anderen, welke zig zeiven vrywillig gebannen hadden, naar Kapua, alwaar zy op eene deftige wyze door Atenulf ontfangen werden. Dezelve vormden uit misnoegen over de ftrengheid van Ra. delchis, een aanflag om hem weder af te zetten , en het vorIterdom aan hunnen befchermer Atenulf op te dragen, wel ke ook gretiglyk naar dien voorflag luifterde, en om zynen aan-  v A N NAPELS. 43 aanhang noch fterker te maaken, aanftonds een gezantfchap aan Guaimarius vorft van Salerno zondt, om deszelfs dochter voor zynen zoon Landulf te verzoeken, en met bygevoegde aanbieding van aan hem onderhorig te willen zyn gelyk zyne voomten altyd aan de vorften van Salerno ge. weeft waren. Guaimarius verwierp, op de aanftoking van zyne gemalin Jota, en van de Kapuaanfche ballingen Lando en Landulf, dat voorgeflagen huwelyk, op eene veracht, lyke wyze; waardoor Atenulf genoodzaakt werdt zyne toevlucht te neemen, tot de vriendfchap van Atbanafius, den biffchop en hertog van Napels, welke, zonder eenige zwarigheid te maaken, een vaft verbond met hem floot, om ook zyne eenige dochter Gemma aan Landulf, den jongen graaf van Kapua, ten huwelyk te geeven (V). Atenulf, door deeze verbindtenis meer macht bekomen hebbende, verhaaftte de uitvoering van het ontwerp, welk door degebannenen gevormd was, en trok dienvolgende met dezelve naar Benevento, nam de ftad by nacht door verrasfing in, en maakte zig meefter van Radelchis. Hy werdt daarop aanftonds door de edelen en het volk tot hun vorft verklaard, en zocht vervolgens zig de genegenheid derzelven doorgefchenken, en eene zachtzinnige regeerings wyze, te winnen. Deeze groote ftaatsomwenteling mishaagde verfcheide ingezetenen van Benevento, welke niet konden na. laaten onvergenoegd te zyn, dat zy zig zeiven bevonden onder de heerfchappy van een vreemdling, welke van hunne oude hertogen niet afftamden (d). Terwyl dit te Bene. vento voorviel, werdt Guaimarius, of Waimar, welke zig door zyne wreedheid by zyne onderdaanen gehaat gemaakt hadt, door zynen zoon Waimar den tweeden, welken hy twee jaaren te vooren by zig in de regeering genomen hadt, af. (c) Anon. Salern. ut fupra. (d) Idem Ibid. Idem ut fupra. F 2 II.Bosk. I. Hoofdst. II. Afd, Atenulf veihygt dut vorftendom000.  ILBoek. i. Hoofdst IL Afd. 44 HISTORIE afgezet. Middelerwyl nam Atenulf, om de bezitting van het hertogdom aan zyn geflacht te verzekeren, zyn zoon duif by zig als vorft, en ftelde Fitter den biffchop, tot bevelhebber van Benevento aan, waarop hy weder naar Kapua keerde, alwaar hy vervolgens zyn verblyf hieldt, 'twelk een onherftelbaare fchade voor de ftad Benevento was, en die ook van dien tyd al haaren luifter begon te verliezen en te vervallen. Na het vertrek van Atenulf, vormden de Beneventaanen, door hunnen biffchop Pieter aangezet, een ontwerp om tegen hunnen nieuwen heer op te ftaan • doch de aanflag werdt aan Atenulf bekend, welke zig daarop weder naar Benevento begaf, de voornaamfte muitelingen gevangen nam, enden biffchop uit de ftad joeg, welke daarop met fchande overladen, zig naar Salerno begaf, alwaar hy door JFeimar den tweeden, die toen ter tyd zeer jaloers was over de macht des vorften van Benevento, vriendlyk ontfangen werdt (e> Wanneer Atenulf zyn gezag in Benevento weder beveftigd zag, hadt hy vervolgens geduurende verfcheidene jaaren de handen vol, om de invallen der Saraceenen, welke zig aan de Gerigliano zeer verfterkt hadden, tegen te gaan. Hy werdt daarin byge- ftaan, CO -Atenulf vereenigde het hertogdom van Benevento, en het graaffcbap van Kapua onder eene regeering , en volgens Pellegrim bleef dit zo, onder zyne zoons en kleinzoonen. Want, fchoon kort na dit tydperk, in fommige oude verhaalen, van vorften van Kapua gewaagt wordt, gefchiedt zuLks alleen om zig naar de taal van het gemeen te fcnikken , om dat de vorften van dat geflacht hun verblyf te Kapua hielden. Het blykt uit verfcheidene bewyzen, dat Atenulf het graaffchap Kapua tot geen byzonder vorftendom, van dat van Benevento onderscheiden , opgericht hsbbe. Wyzullen alleenlyk de woorden bybrengen uit eene overeenkomft tuffcben de vorften Landenulf en Atenulf, met Gregoor hertog van Napels, welk naderhand in het jaar 933 hernieuwd werdt; aldaar wordt gezegd: In toto principatu veftro Beneventano cum omnibus fuis pertinentiis, nee in toto comitatu Capuao, nee in Teane cum pertinentiis fuis. Anon, Salern. Peregrin. R ïietro Giannone ut fupra. |  van NAPELS. 4-5 ftaan, door die van Amalfi en door Gregoor hertog van Napels, welke aan Atbanafius opgevolgd was; doch vermits die vereenigde machten noch niet fterk genoeg waren, om de ongelovigen te doen buigen, verzoekt hy den keizer Leo om hulp, en zendt zynen zoon Landulf naar Konftantinopolen. Nademaal Leo zeer verlangend was om het gezag, welk zyne voorzaten in Italië gehadc hadden weder machtig te worden, ontving hy Landulf met veel vriendlykheid, maakte hem tot Patricius,, en deed een machtig leger naar Italië trekken. Terwyl Landulf afwezend was, nam A.enulf zynen anderen zoon, die naar zynen naam genoemd was, by zig in de regeering, en ftierf weinige maanden daar na, na dat hy de Beneventaanen tien jaaren en zes maanden gerereerd hadt, en drieentwintig jaaren en een half, graaf van Kapua geweefl was (f). Landulf het overlyden van zynen vader, welke zeer betreurd werdt, vernomen hebbende, vertrok aanftonds nnn Vnvtlï/rntirtnfinl'pnr e»n Irpprrlf» naar Katiua^ alwaar hï van iXUi»j»»I.»»i.Y»,tr., "—" i 7 ■ "J door zynen broeder met groote genegenheid ontfangen werdt, wanneer zy beiden te:,zaamen de regeering aanvaarden: en over een kwamen, het vorftendom niet van^^/.. hpf CTraaffrhan re fcheiden . eelvk door hunnen vader voor-,,»,, geilagen was. Middelerwyl kwam het Griekfch leger in Ita-rcn te za lie, onder het bevel van Nikolaas Picigli, een Patricius,men, welke de waardigheid van het patriciaat van Konfiantyn den zevenden, medebracht voor Gregoor, hertog van Napels, als mede voor Joan hertog van Gaèta ten einde dezelven daar door ten eenemaalen van de Saraceenen af te trekken. Na dat Nikolaas groote verwerkingen uit Apulie en Kalabrie, welke landen toen byna geheel en al onder de heerfchappy der Grieken behoorden, getrokken hadt, en de (ƒ) MURATOfc. t. ii. p. 278- F 3 [I.Boeic. i. Hoofdst. II. Afd. dood. 919.  II. Boek. li Hoofdst. II. Afd. De Saraceenenwerden geheel en al ly de Ga rïgftaflp verflagen. S'S. . . I ( 1 1 4 , X t h f n 1 b Oorlog b tusfehen 2 Landulf w tn de 3' Grieken, n R 0 HISTORIE de hulptroepen van Napels, Gaeta en Stóm, behalvert die van Benevento en iEapaa, zig by hem gevoegd hadden, trok hy naar de Garigliano, en legerde zig voor de vertin? der Saraceenen. Paus Joan den tweeden, trad mede in dac verbond, terwyl de Spoletaanen en de inwooners van Camenno, met den markgraaf van Toskane, eene andere zyde van de yefting belegerden. De Saraceenen begoften na eene belegering van drie maanden, te wanhopen dat zy de plaats met lange zouden kunnen verdeedigen, waarom ly dezelve op verfcheide plaatzen fn brand (taken, en een uitval deeden, om naar de nabuurige boffchen en bergen te vluchten; doch zy werden door de ltaliaanen en Grieken vervolgd, omfingeld, en byna allen omgebracht (g). Ofschoon Italië, door deeze roemruchtige overwinning iu wel geheel en al van de Saraceenen bevryd was gewor. ien, zo kwam echter kort daarna eene andere bende Mo. '™mt Afnka, by welken zig die geenen voegden, welke :ig byde Garigliano gered hadden, en verwoefteden^öw/ze, lenevens de landen van Benevento- Ook werdt de ruft Üer landfehappen wel haaft door de Grieken zelve geftoord rant dewyl zy die van Apulie, en de Kalabrieë-s met groo' 2 Itrengheid beftierden, brachten zy dezelve daar door aan et muiten. Deeze begaven zig dienvolgende onder de be:herming van Landulf, vorft van Benevento, welke zighune zaak gaarne aantrok; en welkehoopende door dat middel >an benevens verfcheidene fteden van Apulie weder te ekomen, aanftonds de vyandlykheden tegen de Grieken egon. Da uitflag van den oorlog was in het eerft tegen ?ne verwachting, want die van Apulie en Kalabrie moeen wel haaft voor de Grieken bukken; en derzelver mis* oegen tegen dezelven en Landulf was zo groot, dat zy de Safe) Luitprano Hiffi. ap. Muratoji, t. II. p., 441. Sicow. m ïgn. ltal an. 915. Series Abfa^t. Caffiri ap. MimATofc, t. v. p. xM  van NAPELS. 47 Siiracêenen weder uit Africa ontboden, en die als hulpben. den huurden. Oflchoon nu de Grieken, in het begin van den oorlog, aanzienlyke vorderingen, maakten behaalde echter Landulf in den derden veldtocht, te Ascoli eene volkomens overwinning op dezelven, waarby ook de opperbevelhebber der Grieken fneuvelde. Omtrent acht jaaren daarna , kreeg . Landulf volgens Lupus , byftand van Waimar vorft van Salerno; bemachtigde eindelyk Apulie van de Grieken, en hadt dit landfchap zeven jaaren in het bezit. De oorlog fchynt echter aangehouden te heb' ben, want wy leezen by Luiiprand (£) de volgende gefchiedenis, welke door Sigonius vier jaaren na de vermeeftering van Apulie gefteld wordt. Vermits de Grieken hunne vyandlykheden met kracht voortzetteden, riep Landulf, Tbeobald den markgraaf van Spoleto en Camerino tot zyne hulp; en wanneer Tbeobald eenige voordeelen op de Grieken behaald hadt, liet hy de gevangenen welke hy bekomen hadt, ontmannen, en zondt hen in dien ftaat aan den Griekfchen veldheer, met Jaft om denzelven te zeggen, dat dewyl hy wift, dat zyn keizer een groot liefhebber van gefnedenen was, hy hem die weinigen toezondt, maar dat hy hoopte binnen kort in ftaat te zyn, hem een veel grooter getal te laaten toekomen. Wanneer nu eene zekere vrouw, welker man gevangen genomen was, het voor. nemen van den markgraaf hoorde, kwam zy in het leger van Landulf, en in deszelfs tegenwoordigheid toegelaten zynde, befchuldigde zy hem van eene laage lafhartigheid, en klaagde openlyk over zyne handelingen, met den oorlog aan weerlooze vrouwen aan te doen, door haare mannen te berooven van dat geen, 't welk aan haare kunne gezond, heid, vermaak en kinderen geeft; indien hy een voornemen mocht hebben om haare echtgenoot te ftraffen, hadden (h) LuiTmKD. Legatio. Iïuf. Protophat. ap. M orator. V.p. 38. 17. Boek. 1. 3oofdst. 11. Afd.  , HISTORIE II.BoEK. I. hoofdst IJ. Afd. Landulf onderwerpt Zt£ en fterft. 033- den zy immers oogen, neus en handen, welke dezelven in ei. gendom toebehoorden: doch dat geen, waarvan hy hen tot nu toe beroofd hadt, het eigendom was van derzelver wy ven, welke niet behoorden verongelykt te worden. Deeze openhartige verklaaring van die vrouw, hadt eene zodanige u:twerkingop Tbeobald, dat haar man, en al wat zy verloren hadt, aanltonds aan haar te rug gegeeven werdt (i). Verder blykt het, dat de vorften van Benevento, twee jaaren na deeze gebeurtenis, zig weder onder de gehoorzaamheid der Grieken begeven hebben; want Peregrinus maakt gewag van eenen brief, welke in het vyfendertigfte jaar der regeeringe van Landulf gedagtekend is, en waarby ook de jaaren der regeeringe van den keizer Konftantyn Porphyrogeneta gevoegd zyn (£). Deeze vrede duurde echter maar wei. nige jaaren; want Lupus Protopbata meldt van een gevecht tuiTchen de Longobarden en Grieken te Matera, in het welk den Griekfchen veldheer fneuvelde (7). Dit gebeurde omtrent twee jaaren voor het overlyden van Landulf, welke in het drie-enveertigfte jaar zyner regeeringe ftierf, na dat hy genoodzaakt geweeft was, zig andermaal aan de Grieken te onderwerpen, gelyk het uit den inhoud van een brief, door Baronius en Peregrinus uhgegeeven, blykt (m). Omtrent tien jaaren voor den dood van Landulf, ftierf Weimar de tweede, vorft van .Salerno, die zyn vorftendom naliet aan zynen minderjaarigen zoon Gifulf, welken hy weinig tyds te vooren, by zig in de regeering genomen hadt. W°imar was getrouwd met Guitelgrima, dochter van Atenulf den tweeden, vorft van Benevento, welke in het twee entwintigfte jaar zyner regeeringe, door zynen broe. der Landulf verjaagd werdt, en zig voorts naar Salerno be- (i) Sigojt. in Regn. Ital. Luitprand. 1. IV. c. 4. (k) PebigüIn in Not. 23. ad Lur. Prutophat. (/) Lup. Protophat ad. A. 940.. (tn) Baron, Annal. A. 941, Paasoai», in Not. 26. ut fupra.  v a n NAPELS. 49 'begaf f»; Niettegenftaande. deszelfs balüngfchap werdt zyn naam noch in de ftaarsgefchriften gebruikt. Middelerwyl narn Landulf twee zyner zoonen; met naamen Atenulf den derden en Landulf den tweeden', by zig in de regeering, waarvan de eerfte hem na zyn dood opvolgde. Maar del wyl wy van dien Atenulf den derden, geen gewag na zynes vaders dood vinden, is het waarfchynlyk, dat hy denzelven niet lang overleefd hebbe (o). Landulf den tweeden behield het vorftendom achttien jaaren, hadt in het begin zyner regeering zynen zoon Pandulf, bygenaamd yzerhoofd, mede in het ftaatsbeftier ge-' nomen , en gaf naderhand omtrent twee jaaren voor zyn-' dood den tytel van vorft, aan zynen anderen zoon Landulf denderden (p). Geduurende deszelfs regeering, belegerden! de Grieken Ascoli; en de Hunnen, of Hungaren, welke eenige jaaren te voren Italië ontruft hadden, trokken door tot aan Kapua en Lucera; doch werden door de inwoners gaheel en al verflagen Na het overlyden van Landulf den tweeden, maakten deszelfs twee zoonen, Pandulf bygenaamd yzerhoofd, en Landulf, eene verdeeling van deszelfs ftaaten. Landulf behield, het vorftendom van Benevento, en nam zyn va ft verblyf in de oude hoofdftad, terwyl Pandulf zig in Kapua onthield, en dat graaffchap regeerde, in het tweede jaar van hun lieder regeering, kwam Otto de Groote, koning van Duitschland, op het aanhouden van den paus en van de Ita. liaanen, met een machtig leger in Italië om Berengarius den derden tegen te gaan; hy trok door tot in Rome, en ontving aldaar de keizerlyke kroon uit handen van den paus. ' ■Otto liet aanftonds, in naarvolging van Karei den Grooten zyne 'f» Ancm Salern. . (°) Peregihn. in Stenm. Gener. Atenulph, ap. Murator, t. IL j O) Idem ibid. A (q) Lv.p. Protofpat. ut fupra. LuRoi'. Hist. X Deel. i Stuk. G ILBoss. i. Hoofdst. II. Afd. Landulf I. volgt in !et vorfondomJeneveao op. >43-  II.Boek, ï. HóÖl DSTc li. Afd. Kapua tot een vorJledomdoor Ottc verheven. 963. 50 HISTORIE zyne gedachten gaan om zyn gezag in Italië te veftigen; cn begaf zig in oogftmaand van het volgende jaar, naar Ka. pita, om de hulde der1 Longobardifche vorften te ontfangen (r). Derzelver macht en invloed op het algemeene (taatswezen , was zedert de tyden van Arechis en Grimoald zeer verminderd,- zy konden derhalven die vorften, in het wederftaan van den nieuwen overwinnaar, niet naarvolgen. Pandulf, en deszelfs broeder van hunne eigene zwakheid overtuigd, deden hun beft om door hunne onderwerping en betoning van achting, de gunft van keizer Otto te winnen; weshalven zy, wanneer zy van zynen optocht naar Kapua verwittigd waren, zig op reis begaven om hem met zynen ftoet te gemoet te gaan , en geleidden hem met zyne keizerin Adeleid naar hunne ftad , alwaar hy met groote vreugdeblyken ontfangen werdt. Die twee gemelde vor. ften erkenden Otto ook voor hunnen opperheer, en verklaarden zig deszelfs onderdaanen en leenmannen te zyn, en onderwierpen hunne ftaaten op dezelfde wyze aan hem, als hunne voorzaten zulks aan de oude Lomhardifche koningen gedaan hadden. Pandulf hadt in het byzonder gunft verworven, en verkreeg een keizerlyk befluit, waarby het graaffchap van Kapua tot een vorftendom verheven wierdt, en dat deszelfs heer in het toekomende den tytel van vorft voeren mocht (Y)- Otto zondt, terwyl hy zig te Kapua onthield, een gezantfchap aan Gifulf, den broeder der keizerin, om denzelven te nodigen by hem te komen , en zyne zufter te bezoeken. De vorft van Salerno was wel zeer bevreesd voor het argliftig oogmerk zyner zufler, doch, nadat hy de befcherming der maagd Maria, op eene plechtige wyze afgebeden, en de biffchop hem zynen zegen gegeeven hadt, ging hy met zyn gevolg naar Ka. (r) Baeon. ad Ann. 963; (,1) Pijstbo Giamwoki ut fupra.  van NAPELS. Si Kapua ©p reis, en werdt op eenigen afftand van de ftad door de vorften Pandulf en Landulf te gemoet gegaan , welke hen vervolgens by den keizer brachten. Volgens onzen fchryver, ftapte Otto van zyn throon om hem te ontfangen, en zyne zufter Adeleid liep naar hem toe, omhelsde hem, en kufte hem verfcheidene malen, onder vriendlyke verwytingen, dat hy haar niet was komen zien, zonder verzocht te worden. Gifulf keerde vervolgens, na het ontfangen van eenige koftbaare gefchenken van den kei. zer en de keizerin, met groote vreugde naar Salerno te rug (0- Otto befloot ondertuffchen Apulie en Kalabrie uit de handen der Grieken te ontweldigen; doch hy werdt ten zeiven tyde, door een opftand van den paus en van de Romeinen uit Kampanie geroepen. Hy was eenigen tyd bezig met de muitelingen te beteugelen, en, na dat hy zyn gezag in Italië geveiligd hadt, keerde hy weder naar Duitjlhland, ln zyne afwezendheid floegen de Italiaanen am 't muiten, en de Romeinen verjoegen hunnen paus Joan dm dertienden, om dat hy weigerde deel in hunnen opftand te neemen. Deeze onluften noodzaakten den keizer, omtrent twee jaaren daarna, naar Italië te keeren, alwaar hy de hoofden der oproermaakers op eene ftrenge wyze ftrafte; en zynen jongen zoon Otto, welke toen noch maar cien jaaren oud was, ontboden hebbende, liet hy denzelven door den paus tot keizer kroonen. Kort hier na begaf hy zig naar Kapua, alwaar hy een gezantfchap van den Griekfchen keizer, Nico. phorus omring, welke voor deszelfs macht vrezende, hem eene betuiging lier doen, van met hem in vriendfchap te willen leeven. Otto floeg hem een huwelyk voor tusfchen zynen jongen zoon , en Theophania de dochter van den overleden keizer Romanus, welke door zyne gemalin vergeeven was, op dat zy met Nicophorus zoude kunnen trouw- (c) Anon. Salem, ut fupra. G 2 7. Boek. i. 300FDST, II. Afd, Weïke voorneemt Puglia en KalaKrie ■e bemach■egen.  II, Boek i. hooj'dst ii. Afd. Jij zend een ge- Znnljchap raar Kon ftantino- polen.. 966. S% Hl S T O R I E wen. Hy eifchte ook de landfchappen van Apulie en Kalabrie, als een huwelyks goed voor de princes; en, om dee 'ze za*k tQt ftand te brengen, zond hy Luitprand, bilTchoo vantremona, als zynen gezant naar Konfiantinopolen, hebbende vaftelyk befloten vyandlykheden tegen te Grieken te beginnen, indien Nicephorus den voorflag weigerde aan te neemen; gelyk het blykt uit de brieven van Otto aan zvne veldoverften Herman en Theodorik, welke hy in Duiifch land gelaaten hadt («). Luitprand fchreef een lezenswaar" dig bericht van zyn gezantfchap , welk nog in wezen is (u). Hy zegt, dat hy te Konftantinopolen met veel beleefd heid ontfangen werdt, doch byna van honger moeft lier ven : dat Nicophorus in zyne gefprekken, Otto en de Duit fchers met veel verachting en befpotting behandelde en in het huwelyk weigerde te bewilligen, ten ware Otto hem Rome en Ravenna, benevens het gantfche gedeelte van ha lie, tusfchen die twee fteden en Sicilië, wilde te rup eeeven;, en of fchoon het huwelyk geene plaats hebben moch te, begeerde hy, dat Otto Rome in volle vryheid zoude* laaien, en van alle aanfpraak op de opperheerigheid over de vorften van Benevento en Kapua, welke zyne onder daanen waren, afftaan. Middelerwyl was Otto met den paus naar Rome gekeerd; en zyne heiligheid hadc ?ed-j rende zyn aanwezen te Kapua, dien biflchoplyke'n ftoeï tot een hoofdzetel verheven, en Joan, den broeder van Pandulf, tot den eerften aartsbiftchop van den zeiven benoemd ( ken onderworpen hadden. Hy trok vervolgens naar Benevento, 't welk in dat zelfde jaar, tot een aartsbisdom verheven was; en voornemens zynde eene onderneeming tegen Apulie te doen, hoorde hy en zyne edelen de mis, welke door den nieuwen aartsbisfchop Landulf bediend werdt, waarna hy, volgens het toenmaalig gebruik, het avondmaal, zo in wyn als brood ontving (j). De aartsbiftchop vervolgens zynen zegen aan het gantfche leger gegeeven hebbende, trok het zelve naar Apulie, alwaar het de Grieken verfloeg;en keerde tegen het einde van den veldtocht naar Avellins. Het volgende jaar viel Otto weder in de Napelfche ftaaten, waar uit hy een groot getal rundvee weg voerde, en daarop naar Apulie trok, het land verwoede, en de voorlieden van Bavino verbrandde, wel. ke ftad hy vervolgens door zyne krygsmacht liet belegeren. Terwyl hy derwaards in aantocht was, kwam Alvara, de gemalin van Pandulf hem te gemoet, welke hem op eene ernftigfte wyzefmeekte, dat hy doch de vryheid van haa« :en echtgenoot, welke met veel onmenfchlykheid door Ni. cepho-  van NAPELS. 55 cephorus behandeld werdt, wilde te wege brengen. De Bentventaanfche vorft kreeg kort daarop zyne vryheid, by gelegenheid van eene ftaatsornwenteling , welke te Konftantinopolen voorviel. Theophania , welke , gelyk gezegd is haaien eerden gemaal Remanus vergeeven hadt, vermoordde ook, in dit jaar, Nicephorus, en bevorderde hnaren ver. trouweling, Joan Zimisces, tot keizer, welke,, om het gemor van het volk te ftillen, befloot vrede met Otto te maaken, en begon met Pandulf in vryheid te Hellen. Hy was voorneemens denzelven als middelaar te gebruiken , en zond hem met dat oogmerk naar Bari, om Otto kennis te geeven, dat hy in bet huwelyk van zyne ftiefdochter The. ophania met des keizers zoon, Otto den tweeden, bewilligde. Pandulf werdt op zyne aankomft, met veel genegen, heid door den keizer ontfangen, welke hem in zyne voori. ge waardigheid herftelde, en op deszelfs voorflag Apulie ontruimde, en tot eene vrede met Zimisces zyne toeltemming gaf, wien volgende dan ook Theophania, twee jaaren daarna, naar Italië gezonden werdt. Zy werdt met groote pracht te Rome ontvangen, alwaar zy ook in grasmaand, door den paus aan Otto den tweeden gehuwd, en vervolgens door zyne heiligheid tot keizerin gekroond werdt. Ot Zo keerde, eenige weinige maanden daarna, naar Duitfcb. land, en ftierf aldaar in het volgende jaar. Omtrent dien zelfden tyd, dat Otto Italië verliet, werdt Cifulf, door zynen oom Landulf den zoon van den gebannen vorft van Kapua, Atenulf den tweeden, op' eene laf hartige wyze verraaden. Gifulf hadt op aanraaden van zyne moeder Gaitelgrinna, welke eene zufter van Landulf was, denzelven zeer veele gunften beweezen, en hem graaf van Confia gemaakt, van waar hy echter, wegens zyne wreedheid fpoedig verjaagd, en genoodzaakt werdt met zyne vier zoonen, Weimar, Indolf, Landulf en Landenulf naar Napels te keeren. Hy werdt door het vermogen van zyne zufter wel haaft naar Salerno te rug ontboden, in het graaf. fchap II.BOEK. I. HroFDSTi II. Afd. Welke vteede met de Grieken fluit. 971. Gifulf vor/l van Saierno door derzelfs oom ijgczet  5ó EI I S T O R I E I.BOEK. I. Hoofdst. II. Afd. ; s Word door Pan- , duif. rorfi' vanKapua herjle'.d. 4 9U- (z) Anon. Galera. fchap van Confia herfteld, en tot zodanigen trap van gunft verheven, dathy, volgens een gelyktydig hiftorifehryver, de voornaamfte in gezag naaft den vorft was. (2). Zyne bevordering ftrekte alleen om zyne ondankbaarheid en eer. zucht aan den dag te brengen; want, kort daar aan, overviel hy, met behulp zyner zoonen,, Gifulf en deszelfs gemalin in het paleis, en ftrooide onder het volk uit, dat zy vermoord waren, waar door hy hen bewoog hem voor vorft teerkennen. Hy werdt door Marinus, hertog van Napels en door Manfo, hertog van Amalfi onderfteund om zyn gezag te veüigen, terwyl hy ondertufichen, Gifulf, en deszelfs gemalin, bedektlyknaar die laatfte ftad hadt laaten voeren. Doch daar viel een gefchifvoor tuffchen hem en zynen zoon Indolf, welke verwacht hadt, dathy door zyn vader mede in de regeering zoude zyn aangenomen geworden, zo dat de verftoorde zoon begon middelen te beramen, om den wettigen vorft weder in zynen voorigen ftaat te herftellen5 en haalde de Salernitaanfihe edelen over om zig van de ka. (leelen te verzekeren, en Pandulf, bygenaamd yzerhoofd? om byftand te verzoeken. Pandulf leende het oor gretigyk naar dat verzoek, bracht eenig krygsvolk by een., en >emachtigde in weinig tyds alle de .fteden in het vorftendom i/an Salerno, uitgezonderd alleen de hoofdftad van het zeive, welke door die van Amalfi, met een fterke bezetting /oorzien was JNa dat hy een aanmerklyken tydt met dat 5eleg verfpild hadt, mar\kte hy zig eindelyk meefter van Salerno , verdreef den geweldenaar , en berftelde Gifulf, welke byna twee jaaren gevangen ..geweeft was , in het vorlendom. Gifulf geene kinderen hebbende, nam deszelfs : )on Pandulf, uit dankbaarheid jegens zynen weldoener, tot zyn kind aan, en maakte hem tot zyn deelgenoot in de re. ;eermg. Hy regeerde vier jaaren lang.benevens denzelven, en 1 lies.  va» NAPELS. S7 liet by zyn dood deszelfs vader Pandulf tot zynen opvolger; welke dienvolgende alle drie de deelen van het oude vorftendom vereenigde, en vorft van Benenveto, Salerno en Kapua genoemd werdt. Pandulf bezat het vorftendom van Salerno omtrent drie jaaren, en maakte by zyn affteryen, eene voorzichtige verdeeling van zyne ftaaten. Hv benoemde zyn zoon Pandulf, tot vorft van Salerno, eneen anderen zoon Landulf den vierden, tot vorft van Benevento en Kapua. Hy gaf boven dien verfcheide leenen aan zvne andere zoonen Landulf, Gifulf, Landenulf en Atenulf: maar men vindt geen gewag gemaakt, hoe hy omtrent het hertogdom van Spoleto, en van het markgraaffchap van Camenno welke hy ook reeds twaalf jaaren bezeten hadt, belchikte (0) (b). * Weinigs weeken na deszelf overlyden, kwam Otto den] twee- i&) Pi!TRÜ, Dam™ 1. 7- Ep. i*. Pelleorin. par 7. Anon. Sari-) De geleerde en naauwkeurige Giannone verhaalt, dat door de menigte van leenen en graaffthappen, welke nu in erflyke neeXkheden begonnen veranderd te worden, en door edelen, welke volS onafhanglyk ln hunne verfterkte kafteelen leefden, de toenamen in de-ze iS JlZ^r beS0,1Den |eSe^* te worden, ten einde de vorften , welL i V ■! •nJaam v°erde"> e" ft "et zelfde geflacht afftamden, tebeter te onderfcheiden. De toenaamen werden in het'algemeen genóraL van die plagen, aH-aar hunne vaders of voorvaders hun hadden Dezelve werden ook ontleend van de aapten, J mXo*Ï* dn' Bk & Cavatcanti^F.UMp*, enz. Som'tyds, doch zet oen, \an de namen hunner voorvaders, gelyk het sellacht vin j>„-„i fiec^ T anderen'" d°*n.derhMd vVeeTonSÏr jBrSSS hgheden. Deeze toenamen begonnen omtrent het einde der "endrf eeuwe ,n gebruik te komen. In de twee volgende eeuwen keidS mrin 1 die aanneemin? va" toenamen zo algemeen, dat ieder een' TJtZ T Srmeenen afRomft- een toenaam6voerde, er dezelve* aan zyne nakomelingen overzette. Uy. Éietté Giannone Hifl di ivlpt p ,1: A-jea' 2- D" Frmt in G/°/- voce Cogno.FncciJ. de Subtil ' Ecrop. Hist. X.'Deel. I. Si.uk. h II. Boek, 1. Hoofdst. II. Afd. Welke 'tem in bet otflendom tpvolgt. ^78. leneven-  58 HISTORIE II. Boek i. Hoofdst, U. Afd. to en K.Ï pua wederom verdeed.981. ,tweeden met een leger in Italië, in het voornëemen om de Grieken en Saraceenen geheel en al uit Apulie en Kalabrie te verjagen. Deszelfs leger werdt door de Romeinen, Napolitaanen en Benevèntaanen verfterkt, ook voegden zig by hem vorft. Landulf den vierden, en deszelfs broeder Atenulf; of fehoon het blykt, dat Landulf te dien tyde, door zyn neef Pandulf uit het bezit van het vorftendom Benevento gefloten was, terwyl dezelve Pandulf, na den dood van zynen Tader door Pandulf bygenaamd y. zerboofd, van zyne erfenis was beroofd geworden. SP gonius bericht ons, dat Otto, in het begin, groote vorderingen in Apulie en Kalabrie maakte, ja zelfs tot aan Tarento met zyn leger doortrok: doch hy werdt, in het volgende jaar, op den vyftienden van Hooimaand, in eenen algemeenen veldflag, by Bafentello, eene kleine ftad op de kuft van Kalabrie, door de Grieken en Saraceenen, geheellyk verflagen. Hyhadt zynen nederlaag aan zyne ltaliaanjcbe hulptroepen te wyten-, welke een afkeer van zyne wreedheid hebbende, .reeds in het begin van het gevecht verliepen, waardoor zyn leger byna geheel en al in de pan gehakt werdt, en hy zelf ter nauwernood in een vermomd gewaad ontfnapte. Vorft Landulf, en deszelfs broeder Atenulf, benevens veele andere perzoonen van rang, waren in den flag gefheuveld; en hoewel.de Grieken hunne overwinning niet zo fel vervolgden als men verwacht hadt, verhaalt nochtans Si gonius, dat zy gantfch Apulie en Kalabrie heroverden , en eenen nieuwen be. yelhebber, onder den naam van Catapan, met meer macht dan te vooren over het zelve aanftelden. Den opfteller van'de plaatsbefchryvirig van Italië denkt ook, dat zy ten zeiven tyde het grootfte gedeelte van het oude Lucanie bemachtigden, welk zy aan hunne andere Italiaanfche wingewesten hechteden (c), en hetzelve ter eere van den toen• . •• w \-J *« W"»* • mali- («) Sigon. iu regn. Iral. ad A. 802. Tabul. Chorograph. ap, Mt> KAïoa. t. 10. cdl. 285. 28G. Lèo oft. r. 2. c. 9.  van NAPELS. 59 maligen keizer Bafilius den tweeden,' den naam van Bafi. licata gaven. Nadat Otto zig met het overfchot van zyn leger door de vlucht naar Kapua gered vondt, fchonk hy datvor. ftendom aan Aioara en haaren zoon Landenulf, broeder van den overledenen Landulf, welke het vorftendom tien jaaren beftierde; doch wanneer Aioara geftorven was^ werdt Landulf, omtrentvier maanden daarna op eene wreede wyze door zyne eigene onderdaanen vermoord in een gevecht (d). De keizer welke volgens fommige fchryvers, met een vergiftigde pyl gewond was, lier. zyn zoon Otto den derden, toen tien jaaren oud, tot koning van Duitfchland en Italië uitroepen ; en na dat hy zyn leger weder hadt aangeworven , trok hy in het volgende jaar naar Benevento, welke ftad hy aan zyn foldaaten ter plundering overgaf, om aldus wraak te neemen over het verraderlyk gedrag der Beneventaanen te Bascutello. Wy vinden echter' niét, dat hy de Grieken aangetaft hebbe, maar dat hy naar1, Rome keerde , en in het begin van wintermaand aldaar' ftierf. Dh dood van Otto verwekte groote onluften in Italië; omtrent vier maanden na denzelven, werdt Piet er biffchop van Paria, kanfelier des overledenen keizers, met den naam van Joan den veertienden tot paus verkoren , en wend-1 de alle pogingen aan om de Romeinen tot de belangen van1^ den jongen Otto over te haaien. Wanneer ondertuflchen,,. Bonifacius, welke, als een indringer op den heiligen ftoel, door den voorigen paus Beneditttts verftoten was, deszelfs dood en die van Otto vernam, keerde hy van Konjlanlinolen naar Rome; alwaar hy de ingezetenen met de fachtten, welke hytevoorenuithet Vatikaan geroofd hadt, omkocht, en een fterken aanhang maakte, door welke Joan gevai gen ge- (dj Leo Oftienfi t. g, & 10. Petr. Damian. I. 7. Epift. 12. H 2 [I.BOEK. I. rïOOFDST. II. AfcD. )tto II. lerft, >83- Vordt oor Otto II. opgetlgd.  Öo HISTORIE H.BoEk L Hoofdst, Ma AïD, Stantsem' tv ente. irg m Salerno. (e) PïKEGRiar. in fl'emm. Frinc. Sa!ern> ,gezet, en Bonifacius tot paus verklaard werdt. Na dat Joan vier maanden gevangen gezeten hadt, ftierf hy van honger. Bonifacius hadt echter niet lang het genot van zyn pausfchap, want omtrent vier maanden daarna, werdt hy door een fchielyken dood weggerukt. Toen kozen de Romeinen , Joan den vyftienden, dochdie werdt wel haaft door Crescentius Numentanus verjaagd, want die maakte zig meester van het kafteel van St. Angelo, en nam de regeering van Rome onder den tytel van conful aan zig. Joan begaf zig naar Toskane, en hieldt fterk aan by den jongen Otto dat hy in Italië komen wilde, waarop de Romeinen voor het ongenoegen des keizers begonnen te vreezen, en den paus verzochten naar hunne ftad te keeren, alwaar hy met de grootfte blyken van achting ontfangen werdt; Crescentius behieldt echter de regeering der ftad, en bleef in het be. zit van het kafteel van St, Angelo. Terwyl dit voorviel, gebeurde er ook eene ftaatsomwenteling in het vorftendom van Salerno. Voor het overlyden van den laatften keizer, was Pandulf door Manfo , hertog van Amalfi uit Salerno verjaagd; en die nieuwe vorft hadt zyn zoon Joan by zig in de regeering genomen, welke hy ook twee jaaren bleef behouden; maar na den dood van Otto verftieten de Salernitaanen Manfo en deszelfs zoon, en verkoren zekeren Joan, bygenaamd di Lamberto, om hem daardoor van den keizer joan te onderfcheiden, tot hunnen vorft. Hy nam zyn zoon Guido by zig aan het hoofd der regeeringe, en by deszelfs affterven, welk omtrent vyf jaaren daarna voorviel, gaf hy den tytel van vorft aan zyn anderen zoon Weimar, met wien hy nog zés jaaren regeerde f» Her. jaars voor deszelfs dood werdt Landenulf, vorft van Kapua, gelyk wy boven gemeld hebben,, door zyne eigene onderdaanen vermoord, en deszelfs brue-  van NAPELS. 61 broeder Laidulf, welke ook deel aan dien moord hadt, werdc cot zynen opvolger verkoren. Terwyi. Laidulf die vorftendom bezat, en Weimar de derii in Salerno regeerde, gelyk Pandulf en deszelfs zoon Landulf de vyf'de, in Benevento deden, kwam Otto de derde, in het twaalfde jaar zyner regeeringe, met een leger in ha lie, om zyn gezag in dat koningryk te veftigen, en in 't byzonder om Crescentius, welke noch fteeds het kafteel van St. Angelo inhieldt , en op eene willekeurige wyze in Rome heerlchte, onder te brengen. Omtrent den zelfden tyd, als de keizer te Ravenna kwam , ftierf paus Joan den vyftienden, waarop hy de Romeinen gelaftte zynen neef Bruno tot paus te verkiezen, welke na zyne verheffing den naam van Gregoor den vyf den aannam; waarop de keizer zig naar Rome begaf, en de keizerlyke kroon uit deszelfs hand ontving, na welke plechtigheid Otto, tegen het einde van het jaar, naar Duitjchland keerde. Voor dat hy noch Italië verlaaten hadt, nam Crescentius, aan welken de keizer op voorfpraak van den nieuwen paus vergiffenis verleend hadt, zyn vorig gezag weder aan, verjoeg Gregoor, en ftelde den biffchop van Placentia tot paus- aan, welke den naam van Joan den zestienden aannam. Gregoor be. gaf z:g naar Duitfchland, en verzocht Otto dat hy met een machtig leger naar Italië wilde keeren, om de Romeinen onder te brengen, üe keizer trok dienvolgende, in grasmaand van het naaflkomende jaar over de Alpen, noodzaakte de Romeinen hem de ftad over te leveren , verzekerde zig van den Tegenpaus, en liet denzelven de oogen uitfteeken, als mede de ooren en handen aflhyden. Hy bemachtigde ook, na een hevig beleg het kafteel-van S>. Angelo, en liet Crescentius ter dood brengen. Omtrent twee jaaren daaraan keerde hy weder naar Italië, en, vermits het overlyden van zynen neef Gregoor, benoemde hy den beruchten Gerbert, aartsbiffchop van Bavtnna, welke drie jaaren te voren, met hem in Italië H 3 ge- II.BOEK» i. Hoofdst. II. Af d. Otto trekt naar Ro« me. 996.  II.BOEK I. Hoofdst II. Afd. Geeft liet vorft endon, van Kapua aan Ademar. }"etftaat de Saraceenen. Deszelfs dood. iooo. i i 6* HISTORIE .gekomen was, tot het pausfchap, die daar op den naam van Süvefter den tweeden aannam. Kort daarna werdt hv van deszelfs broeder deel gehad hadt, weshalven hv den- ,fjenumt/e reeeJeri°g van dac vorftendom verftiet, uit Italië bande, en de regering aan Ademar een Kapuaan, opdroeg, welke van zyne jeugd af met den keizer op! gebracht was, en grootlyks in deszelfs gunft deelde Cf) . MiDDELERWYLgingen de Saraceenen voort met in die landen invallen te doen. Omtrent drie jaaren te voren, hadden zy Matera, na eene belegering van vier maanden, bemachtigd iu geplunderd; en in dit jaar, onmiddelyk na het vertrek des keizers mar Duitfchland vielen zy in Kampanie, en maakten zig meefters van Kapua. Otto kwam in het volgende jaar weder met een machtig leger in Italië, heroverde Kapua, benevens alle de andere plaatzen van Cam name, uit de banden der ongelovigen; en na dat hv uit hoofde van zekere godsdienftige plicht, Monte Casfmo en Mon. teGargano bezocht hadt, trok hy met zyn leger naar Beneven. to, van waar hy, uit wraak, wegens de verraderlyke han delwys van de Beneventaanen omtrent zynen vader her lichaam van de H. Paulinus vervoerde, fjy overleefde deezen tocht niet langer als eenige weinige maanden, en Itierf, in het laaft van den volgenden louwmaand, zonder anderen na te laaten . 't welk den Italiaanen eene nieuwe gelegenheid verkhafte, om hunne rechten op het keizer •yk en koningryk van Italië ftaande te houden De ha laanfche edelen kwamen dienvolgende te Pavie, en droegen iet koningryk op aan Ardoin, zoon van Dodo, mariwaaf /an Ivrea: maar de aartsbiffchop van Milaan, en de hali tanjche geeftiykheid oordeelden zig beledigd, om dat men hen (ƒ) Pfregiun. in Hem. Princ Capuan. Leo Ofi. I. 2 caD r<: igom. in regn. Ital. b. p' 5'  van' NAPELS. 63 hen ook niet by de verkiezing hadt laaten roepen, en vergaderden te Lodij alwaar zy Ardoin afzetteden, en Hendrik hertog van Beyeren, welke Otto alreeds in het koningryk van Duitfchland opgevolgd was , tot koning van Italië uitriepen. Dit onvoorzichtig en onftaatkundig ge drag der geeftiykheid, veroorzaakte een burgerlyken oorlog tuflchen-de twee mededingers en derzelver aanhangeren. welke omtrent tien jaaren duurde. Eindelyk begaf paus Benedi&us, dè acbtfte, welke, door eene party te Rome ver. jaagd was, zig naar Duitfchland, en haalde Hendrik over om met een machtig leger naar Italië te komen, ten einde zyn gezag te doen gelden, en hem weder op den pauslyker ftoel te plaatzen , waarna hy denzelven in het volgende jaar de keizerlyke kroon fchonk. Terwyl dit voorviel, zochten de Grieken, welke, n: de nederlaag van Otto den tweeden, te Bafentello, hunne heer fchappyen in Italië uitgebreid hadden, hun gezag aldaar oj een vallen voet te brengen. Ten dien einde ftelden zj eenen nieuwen amptenaar aan, Catepan genaamd (g) met een onbepaald gezag, welke zyn verblyf te Bar* hieldt; zy lagen ook fterke bezittingen in de fteden van^ pulie en Kalabrie, en ftichteden verfcheidene nieuwe fteden, als, Draconaria, Cividade, Firenzuola en Troja, var welke f>) Eenige fchryvers meenen, dat de naam van kapitein, welke by de Franj'chen en Italiaanen gebruikt wordt, van het woord Catapan affcomllig is; doch de tytel van Kapitein was reeds by de Italiaanen in gebruis, twee honderd jaaren te vooren, eer de Grieken eenigen Catapan in Italië zonden. Bovendien was hunnen poft zeer verfchillen. de; de Gnekjche Catapan was een opperbevelhebber, te voren bekend onder de naam van Patricius, Strategus, Anthypattos, Protospatha, enz. daar Kapitein by de Franfcben alleen betekend , iemand, die door een vorft met een klein leen verleid is, en van ouds Valvafor Major genoemd werdt. Annal. Franc. Lambeiian, Du Frefne Gloff. V. Catapan. Tabul. Chorograph. Itul. ap. Murat. t. X. Feudor. I. II. tit. 10. II. Boek. 1. Hoofdst. II. Afp. iDff Grie. , ken verkerken zig in Italië. ;  64 HISTORIE II Boek:, i. Hoofdst. II. Afd. i ! i < i 1 l I DERDE welke de laatfle thans alleen overig is, Zy hadden hunne grenzen omtrent dien tyd zo ver uitgebreid, dat zy in het bezit van meer dan twee derde deelen van het tegen, woordige koningryk Napels waren. De drie hertogdommen van Amalfi, Napels en Gaëta werden, in der daad ils gemeenebeften beltierd, en verkozen.menigmaaien hunDe overheden, ja zelfs hunne hertogen, uit het midden van hun: De Griekfcbe keizers behielden echter in die lertogdommen de lchaduw van oppergezag, en waren in iet byzonder gewoon, de hertogen van Amalfi te beves:igen, hebbende dezelve ftad, omtrent dien tyd zig door baren uitgebreiden koophandel, tot een hogen trap van grootheid en rykdom verheven Offchoon nu wel de Grieken hun gebied in Italië zo ver uitgebreid hadden , waren zy echter onkundig van den aart der leenen , 't mn\ de oorzaak was, waarom zy geene hertogdommen, rraaffchappen , noch baronyen in Apulie en Kalabrie naakten , welke waardigheden nochtans kort daaraan door le nieuwe overwinnaars ingevoerd werden. (h) Men onderfteld gemeenlyk, dat Amalfi omtrent het jaar zes hon. lerd gebouwd is. Het was inden beginne aan het hertogdom van Napels, mderhorig, enwerdt door jaarlykfche opperhoofden beftierd; doch wanleer het naderhand tot een hertogdom verheven was, werdt deszelfs zendgebied meer uitgebreid, en ftrekte zig ooftwaards uit tot Vico VeeHo, en weftwaards tot aan het voorgebergte van Minerva; het bevate ook in zig het eiland Kaprea, en de wee eilanden li Galli: Tegen iet noorden waren de fteden Lettere, Gragnans, Pimontio, benevens ~!afule di Franchit; en tegen het zuiden Scala, Pavello, Minori, Atrsli, Tranonti, Agenda, Citara, Prajanu en Rofilano, onder het zelve >egrepen (4). De wetten, welke die republyk met betrekking tot de landwerken en koophandel maakte, hadden naderhand dezelfde kracht n het koningryk van Napels, als de Rbodijche wetten by de Romeinen tadden. Pietre Giannone ut fupra. Freccia de fubftud. a. .27,  van NAPELS. 6S DERDE AFDEELING jfcb (ttf s ir$gtvob3fi0.9& qo , bisdiaqqep 03 biswag os Fan de komft der Noormannen in Italië, tot op den dood van^Tancred, den laatjlen den Noormannis, fche wr/fc», owr JNapejs gW^rd icMe84 Dv Noormannen, welke onder de regeering van ver- vrede miT^ voorgaande eeuwe, eene' ^ontS b^^ wfe^^J g*i reize voegden zy zig by een in hoopen, baanden S een weg door alle tegenhedenen beletzelen, en veiflo&e?ver. fche.demalen groote benden van Grieken en &S« welke z,g tegen hen wilden verzetten. Omredentvd van het overlyden-van keizer Otto den SS. kwamen tóf! v0fn NTamm ge,yk Lf0 SöS vin7 r, t^ g T ^'•B ' honderd derzeIver over zee van /;„, en landden in de kleding van pellegrims te Silern; alwaaivzy met veel achting door Wmïr o^va? gen werden. Geduurende hun verblyf tel/ r„0 iandde" aldaar eene groote bende Saraceenen^ noLefde'ilad in! Ver- CO Leo Oft. I. ir. c. 37. Europ.Hist.X. Deel. I. Stuk. r II Boek. ij Hoofdst. mi Afd. Dj e*r/re lanlomll 'er Noornannen /» talie.  66 HISTORIE II.BoEK. f. HoOFDSTi 111. ' Afd. De Saraceenen be legeren Bari. 1005. Vermits Weimar niet in ftaat was om zyne aanvallers met geweid te verdry ven, was hy bedacht hun eene groote fommê gelds, welke zy eischten, te betaalen; wanneer de Noor. mannen voorfloegen dezelven aan te taften, en paarden en wapens van den vorft bekomen hebbende, vielen zy met zo véef geweld en dapperheid, op de ongelovigen aan, dat zy dezelve ten eenemaal verfloegen, en noodzaakten naar hunne fchepen te vluchten. Deeze volkomene overwinRing, vervulde Weimar met verwondering over deeze vreemd-" lingen; en hy verzocht hen in zyn land te'blyven, met aanbieding van hun eenig land, en de aanzienlykfte bedieningen te zullen geeven en koftwinningen te bezorgen; doch niet in ftaat zynde om hen tot een verblyf 'm'Italië over te haaien, noch zelfs om zyne gefchenken aan te neemen , zondt hy by hun vertrek eenige gezanten met hen naar 'Norman' dye, benevens fchepen met uitgezochte vruchten, prachtige paardentuigen, en koftbaare klederen van goud en zilver geladen, mee oogmerk om de Noormannen te lokken in Italië te komen; ook blykt het uit het geen eenige jaaren naderhand gebeurd is, dat hy in'zyne verwachting niet bedrogen was. Middelerwyl bleven de Saraceenen hunne invallen in onderfcheidene gedeeltens van Italië, met onderfcheiden uitflag voortzetten, terwyl-de Grieken geftadige verwerkingen naar Apulie zonden. Omtrent drie jaaren na het vertrek der Noormannen, belegerden zy Bari, en bragten die groote ftad tot het uiterfte, doch de belegerden werden einde'yk door eene Venetiaanfche vloot bygefprongen, en Gre. goor, den eerfte Catapan, van welken wy gewag gemaakt vinden, noodzaakte de ongelovigen het beleg op te breeken, en af te trekken (k). Gregoor werdt, in het volgen de jaar door Xypheus opgevolgd, deeze ftierf ook het (*) Si goh. in Regn. Ital.  v;ia ïnk u & ï» E )L s. het jaar danma, en hadt Gïtrma tof zynen' opvolger: in het tweedejaar van wiens regeering,de Saraeèêncn den Vi-ede we.se zyrnet deszelfs voorzaten gefloten hadden, verbraken , en zig van Ufenza meeitër maakten Vermits Lurena op eene vry willekeurige en drukkende' wyze regeerde, verwekte hy het algemeen ongenoegen der Atmliers tegen.de Grieken, zo dat omtrent denzeifden tyd, ais de baraceenen Cofenza bemachtigden, de inwooners van Bari openlyk opftonden, en zig onder de befcherming begaven van Mello, welke uit een oud Lombardifcb gedacht afkomüig was, en eene groote magt, en veel gezag in de ftad hadt (l), Mello hadt met zynen nabefïaanden -Datus hen tegen de Grieken opgerokkend, en tegen de onderneeming van Lurena. befchermd; doch alzo- hy in het daaraanvolde jaar ftierf, en Bafüius Rajanm, als deszelfs opvolger, met eene groote verfterking van Macedoniers aarkwam, be' gonnen die van Bari bedacht te zyn om zig te onderwerpen, en hunnen vrede met de Grieken te bewerken, ten welken einde zy beloofden Mello en Datus over te leve ren,- Wanneer deeze twee hoofden van dit voornemen kennis kregen, vluchteden zy van Bari naar AscaU, van waar Mello zig naar Konftantinopolen, vervolgens naar Salerno, en emdelyk naar Kapua begaf ;• terwyl Datus met zvne vrouw en. kinderen zyne fchuilplaats te Monte Casfmo zoent, van waar hy door den pms-Benediaus ontboden t en tot bevelhebber van Garigliano aangefteld werdt De CV*. pan Bajanus trok middelerwyl in Bari, ramde vrouw, en den zoon van Mello gevangen, en zondt dezelven naar» Itantinopolen. Mello werdt te Kapua met veel vriendlykheid door Pan. duif den tweeden, ontvangen; denzelven hadt zyn zoon ex,-•zynen kleinzoon by zig in de regeering genome. . (.rTi < tremj (1) Lur. Protospat. ap. Mckator. t. ttl' 1 2 II.BOEK. i. . . Hoofdst. III. f Afi\ Bari valt van de Grieken tf'. icoo. Ie NToor- lannen urnen ten vecdentah in ta;ie. C15.  II.BOEK. I. Hoofdst III. Afd. R'hi'Un verfcheide de voor dtelen o vet de Grieken. (m) Glabhi. 1. UI., c. g. & HISTORIE trent een jaar, dog volgens fommige fchryvers, Vyf jaaren na deszelfs aankomit te Kapua , kwam eene bende Noorman, fche gelukzoekers ce Rome, en boden den paus hunnen dienft aan, welke door hun krygshaftig voorkomen verbaasd zynde, hun voorftelde , den Lomhirdifchen vorften, tegen de Gtiekcn, welke korc te voren, een groot gedeelte (m) van het Roomfche ryk ingenomen hadden, byte ftaan. Het hoofd dier Noormannen was zekeren Osmond ürengot, welke, een ander heer in een tweegevecht gedood hebbende, ge. noodzaakt was geworden zyn vaderland te verlaaten, om het misnoegen van zynen vorft en her og Rohert te ontgaan. De roem, welke zyne landslieden weinige jaaren te voren, te Salerno behaald hadden, en de vriendlyke aanzoeken van Weimar, hadden hem bewogen naar falie te komen; en, vermits hy veel gezag en invloed in Nor. mandye gehadt hadt, werdt hy door vier zyner broederen, met derzelver zjonen, neeven, en veele andere vrienden gevolgd, welke in zyn geluk beiloten deel te nemen. Mello, welke na eene gelegenheid verlangde, om zyn vaderland te vc IofTen, kwam wel haaft met de Noor. mannen overeen , om hem by te ftaan; en een aanzienlyk leger van de kant van Benevento en Salerno, by een gebracht lebbende, trok hy op tegen de Grieken, welke hy ten eenemaalen verfloeg. en noodzaakte hunne legerplaats te ver. lasten. De Noormannen, en in het byzonder zekeren RoMf, munteden in dit gevecht uit wegens hunne dapperheid, en wanneer de ty.ling van derzelver behaalde voordoelen in Normandye gehoord wierd, verliet eene talryke bende van dat volk, met vrouwen en kinderen, hun vaderland , trokken over de Alpen, en voegden zig, na eenen langen en gevaariyken tocht, by hunne landslieden in Apulie. INa de aankomft van deeze verfterking, geraakte Mello  vaM NAPELS. 69 Mello weder handgemeen met Bajanus, en behaalde eene] tweede overwinning, fchoon ook met een aanmerkiyk verlies aan zyne zyde. De Grieken werden ten derdenmale ge 1 flagen, en verloren een groot gedeelte van hunne fteden; maar Bajanus waagde, in het daaraan volgende jaar weder een veldflag, omtrent Kapua, en behaalde een volkomen overwinning over Mello en de Noormannen, en her-' overde al het geen hy te voorcn verloren hadt (n). ' ÜEt:zti nederlaag noodzaakte Mello en Rodulf om hulpj by keizer Hendrik te verz)eken; dezelve ontving hen vriendlyk, beloofde een leger naar Italië te zenden, en gaf verfcheide koftbaare gefchenken aan Rodulf. Geduu. rende hun afwezen, traden eenige Noormannen in dienft van Atenulf, abt van Monto Cajfino; en zig in de nabuurfchap van St. Germano nedergezet,hebbende, verdedigden zy de landen, welke aan het kloofter behoorden, tegen de invallen des graven van Aguino. Andere onder hen hadden zig naar Garigliano by Datus begeven, en op zig genomen dat kafteel te verdedigen. Nademaal Bajanus tnans geen vyand hadtomtegens te kampen, en groote lommen gelts van Konflantinopolen ontving, haalde hy verfcheidene fteden over om zig aan den Griekfchen keizer te onderwerpen. Hy kreeg ook den abt Atenulf in zyne belangen, door het fcbenken van een verbeurd landgoed aan de abtdye van Cajfmo; hy overreedde ook Pandulf, vorft van Kapua, om zig aan Bafilius te onderwerpen, en hem een vryen doortocht door zyne landen naar Garigliano toe te ftaan (0). Hy bemachtigde vervolgens Garigliano door hetzelve onverwacht aan te taften, nam Datus en de Noormannen, na dat zy zig twee dagen verdedigd hadden gevangen , en fchonk de Noormannen, ten verzoeke van Atenulf vergiffenis, («") Sjgot at fupra. Ldp. Procospat- an. ioi$r. (#) Lto OU. L IL c. 37. 38. 30. I* I. Boek. l loOFDST. III. Ar o. Maar vordert it.del-jk ■eflagen 019.  i. U007DST nr. Afd, De keizei trek; naai Italië. 1022. Is?' ?o HISTORIE nis, doch hy liet Datus als een verrader ter dood bren gen, met hem in een zak te doen naayen, en alzo in zee" te werpen (/>). De verbazende voortgangen van Bajanus maakten einde.yk den keizer wakker, te meer daar hy op eene ëfnftiee wyze door Mello, die voorde tweede reis naar Duitfchland gereift was, en door den paus, welke mede over de Alpen gekomen was, aangezet wierdt om met een leger in Italië te komen. Mello ftierf, terwyl de keizer zig tot den tocht gereed maakte ; maar kort daaraan trok Hendrik met een machtig leger naar Italië, verdeelde het zelve in driën en gaf het bevel over een deel aan Poppo, patriarch van Aaui. leja, van een ander aan Belgrimus, aartsbiffchop van Keu. Ien, en hy zelf trok met het derde door Lombardye (a*) Hy zocht zig van den abt van Monto Casf.no te verzekeren • doch Atenulf van deszelfs voornemen verwittigd geworden zynde, ging te Otranto fcheep, met oogmerk om naar KonJtantinopolen teftevenen, maar leed fchipbreukop zyne reis Kapua werdt door de krygsmacht onder het bevel van den aartsbiflchop van Keulen omcingeld, en Pandulf gaf zig aan dien kerkvoogd over, onder voorwaarde, dat hy voor-Hendrik zoude gebracht worden, alwaar hy zyne onlchuld bewyzen zoude. De keizer belegerde toen ter tyd Trom \ welk weinige jaaren te voren door Bajanus herbouwd" was. lNa f» Na dat Bajanus de zaaken der Grieken in Italien door zrncn croo. ten voorfpoed, byna geheel en ai her'leld hadt, maakte hy van h-twester gedeelte van Apulie, een byzonder vn'ngcweft. onder den naam vaa lat.tpaima, dat thans rogCapüanata. geroemd wordt. Daariseen béuze achng gefchil onder eenige ichryvers, of het zelve nog niet zyn eerfte naam behoort -te behouden, dan of de naam van het winpeweft niet ooriMCUgtyk afkomt van het Latynjihe Capitanaut. Volgens oer uitdrukyk getuigenis van Romuald den SilernHaan , ontleende het landfchao ;ynen naam van h,tampt van Catapan. Ke.-uuuid Suem. £W ad A: (jj Lto Oft. ut fupra.  van NAPELS. 71 Na dat de ftad zig weinige dagen daar aan overgegeeven hadt, werdt de zaak van Pandulf door alle de barons onderzocht, en hy eenpariglyk ter dood veroordeeld, doch' de keizer door de voorfpraak van den aartsbiiTchop verbeden, veranderde dat vonnis in eene eeuwige ballingfchap naar Dnitfcbland, fchonk het vorftendom van Kapua aanl Pandulf, graaf van Tiano, en gaf aan Steven, Mello en' Piettr, neven van den beruchten Mello, den tytel van graaf.; Nademaal zyn leger veel leedt, door de buitenmatige hettej van Apulie, keerde hy na het heroveren van Troja, en Van eenige andere.fteden uit de handen der Grieken, we. der naar Rome, en behaalde volgens fommige fchryvers, inde nabuurfchap van Salerno, eene volkomene overwin, ning op dezelve, wegens welke hy den heiligen maagd eene kerk toewydde (r). by zyn vertrek liet hy vejfcheide zyner officieren om den grave van Tiano in het bemachtigen van Bari te helpen, hy beval ook de Noormannen a^n dezelven, als mede aan de vorften van Benevento, Salerno en Kapua. Hy verliet Italië in het volgende jaar, en ftierf; des jaars daaraan in Duitfchland, wanneer hy door Koenraad dcSalier, hertog van Frankenland, uit het doorluchtig huis: van Saxen opgevolgd werdt. Glaber bericht ons, dat den vermaarden Radboud, omtrent dien zelfden tyd, met een machtig leger Italië verliet, en zig naar zyn vaderland begaf, alwaar hy door hertog Rykbard, hunnen vorft, met ve^ 1 vreugde ontvangen werdt (j). Veelen der Noorman, nen bleven echter in Campanie , alwaar zy met veel ver; achting, ja zelfs met onbeleefdheid door de inwoners behandeld werden, welke hunne verplichting jegens dezelven vergeterde, hen in de boiTchen lieten omzwerven, zonder eenige fchuilplaats te vergunnen. De vorften van Lom. bar. (r) Vide Sigon in regn Ital, (s) GLA8£A. 1. HL c. 1. Ü.BoEr. 1 ■ïoofdst. uil Afd; 'andulf orft van r.apua vardt gt. annen. koenraad vordt ksU ;er. :o24.  II. Boek i. Hoofdst. m. fftrftelt Pandulf in zyn vorfltn' dom. 7* HISTORIE Mrdye floegen ook geen achc op de aanbeveeling des keizers, en weigerden hem de gewone betaling en het onderhoud. EiNDELYtc befloten de Noormannen zig zeiven door de wapenen recht te verfchaffen; weshalven zy eenen Turftin, die zig zeiven in den laatften oorlog beroemd gemaakt hadt, en door den keizer in hetbyzonderaande vorften van Lombardye aanbevolen was, tot hun hoofd verkoren, wanneer zy de inwooners wel haaft noodzaakten, zig naar hun goedvinden te fchikken. Turfiin kort daaraan door de beet van een adder omgekomen zynde (f), kozen de Noormannen eenpariglyk Rainulf, een ander officier van verdienfte, tot deszelfs opvolger; dezelve maakte zig wel haaft van eenige aanmeiking, door het deelnemen in de binnenlandlche onlulten , welke in deeze landftreeken over de opvolging van keizer Koenraad voorvielen, üe Noormanuen werden in het byzonder onderdrukt door Pandulf, den nieuwen vorft van Kapua, welke wegens zyne gierigheid mede door zyne onderdaanen gehaat werdt. Weimar den derden, vorft van Salerno, welke de zufter van den gebannen vorft getrouwd, en de gunft van den nieuwen keizer gewonnen hadt, was insgelyks misnoegd en haalde keizer Koenraad over, zynen Ichoonbroeder Pandulf den vierden in vryheid te Hellen, en hem het vorftendom weder te doen geeven. Pandulf kwam dienvolgende wel haaft in Italië, en werdt door de Noormannen onder Reinulf bygeiprongen ; hy ontving ook krygsvolk van zynen fchoonbroeder Weimar. en van den Catapan Bajanus, waarmede hy Kapua belegerde, en welke plaats by ook, na een beleg van acnttien maanden, bemachtigde, üe andere Pandulf, namelyk, de graaf van Tiano, vondt nogthans middel om de gunft en bcfcherming van (0 Leo Oftienf 1. II. c. 58. Gul. Apul. ap. MüjtATOt. t. V, p. 255. Wn.Lt.1.. Gemetricenfis I. Vil. c. 43,  van NAPELS. 73 ven Bajanus te verwerven ; dezelve zondt hem benevens zynen zoon Joan naar Napels, alwaar hy op eene vriend, lyken wyze door den hertog Sergius oncvangen werdt. Na' . dat Pandulf den vierden, weder een jaar in het bezit van zyn hertogdom gefteid geweeft was, verklaarde hy den oorlog tegens Sergius, uit hoofde, dat dezelve zyne befchermingi aan den graaf van Tiano verleend hadt; en onverwacht' met een leger tegen Napels opgetrokken zynde, dwong by* die ftad tot de overgave, 'c welk geene der vorften van^ Lombardye, welke voor hem geleefd hadden, hadden kun-i nen uitvoeren. Pandulf van Tiano ontvluchtte naar Rome, alwaar hy ftierf. Sergius hadt zig reeds weggemaakt, eer de ftadt ingenomen werdt, en verwittigd zynde, dat Rainulf de Noorman, gantfch niet te vreden was over den vorft van Kapua, om dat dezelve, zedert dat hy in het bellier herfteld was, nalatig geweeft was zyne verbintenifle naar te komen, vervoegde hy zig by Rainulf, en verzocht hem om hulp, ten einde zyn hertogdom weder te bekomen. Rainulf was toen bezig de ftad Averfa, omtrent tien ltaliaanfche mylen van Napels te bouwen, en de voorwaarden , welke hem door Sergius aangeboden werden,L aangenomen hebbende, begon hy onmiddelyk de vyandiyk m heden tegen Pandulf, welke eindelyk genoodzaakt was Na.bi pels te ruimen, na dat hy omtrent drie jaaren in het bezitv< van die ftad was geweeft. Sergius erkennende, dat hy de1' nerftelling in het bezit zyner ftad aan Reinulf verlchuldigd was, floot een naauw verbond met denzelven, en nam eene van deszelfs nabeftaanden ten huwelyk; ja om zyne dankbaarheid tegens zynen weldoener te tonen , maakte hy Rainulf tot graaf, en verhief het grondgebied van Averfa tot een graaffchap. Rainulf zondt om zynen nieuwen ftad met inwoners te voorzien, gezanren aan den hertog van Noormandypn, met een bericht van zyn geluk, en verzocht zyne landlieden deel in zynen voorfpoed te komen neemenIngevolge van dit verzoek, kwam er binnen weinige jaaËuROP. Hist. X. Deel. J. Stuk. K ren f.BoEK. i. ÏOOFDST. III. A?B. 'andulf taakt zig leefter an Na. els. 027. 'e Noor- annen uwen A. :rfa. >30.  II.Boek L HfO'DST IJl. Aid, 74 HISTORIE ren daarna, een groot getal Noormannen in Italië: onder deze ven waren.Wüliam, Drogo en Umbert, dne der zoo nen van Tancred hertog van Hautevüle, van wiens nako melmgfchap die vorften afftammen, welke het eerft s"Uren uitdehanden der5,rra„ontvveldigd, en ^oSryfttn iVjptó opgericht nebben (u). Deeze drie zoons van TanW. r^ zetteden z»g, op hunne aankomft re neder en boden hunnen d.enft aan den vi^e^ welke omtrent vier jaaren te voren, zyn vader in het vorftendom opgevolgd was. Zy werden met veei SbtiSl zaïen ' by gebrmkte hen in **52 Middelerwyl hadt P,„^// vorft van Kapua, nadat hv genoodzaakt geweeft was het hertogdom Napels aan Ser gtus weder te geeven, zyne wapenen tegentet k oofter' van CaJJino gekeerd. Hy zette deszelfs Ibt Theofald^ vangen en noodzaakte de monniken een anderen wet ken hy benoemde, te verkiezen; en behalven, datTv SLKfftT heCuZe'Ve Piunderde, nam hy ook ver cheide landen van het klooiter in bezit. De monniken daagden grootlyks over hem by den keizer, welke ook verwittigd zynde dat de Italiaanen een ontwerpmeen algemeenen opftand vormden, met een machtiger m Italië Z JT0^, d°Ch naderh3nd hec M^onMteAïïdTllïn wam van Robbert aannam, en met Gisla, de zufter van Ë«"J?» e7„ «m^n trouwde. Tancred heeft twee vrouwen gehadt, by wéïen hv waait zoonen teelde. By zynen eerfte vrouw h!d hy miZbvJ aamdJen yzercn arm , Drogo, Humfried, Godfned InS 0 $11' e tweede vrouw, Robbert, Guiscard, Malger/Willm Alfre,i ui tori Tanend en Rogier. Tien van die foons zyn ai gl ukzotS naar ludic•gegaan, en eene der dochters van Tonend, i aan een pS van ^vtf,y-0 getrouwd. Jtfataer / I r T o 'J i. Ji g „  van NAPELS. 75 Italië trok; en na het ftillen der onluften in Lombardyen, en het ftraffen der muitelingen , zig naar Rome begaf. Van daar zondt hy eenigen zyner officieren naar Kapua om Pandulf te gelaften, al het geen hy het kloofter van Caffmo oncnomen hadt, te rug geeven; doch, alzo op de bood. fchap dier officieren geen acht geflagen wierdc, trok den keizer naar Caffmo, en van daar naar Kapua. Pandulf vooi het ongenoegen des keizers beducht zynde, hadt de ftac verlaaten, en was naar het kafteel van St, Agatha gevluchtj 't welk van fterke veftingwerken voorzien was. Vermits hy echter het raadzaamfte voor zig oordeelde, om den keizer ware het mogelyk, tot zyn vriend te maken, liet hy hem driehonderd ponden gouds voor zyn zoon aanbieden, waarvan hy de eene helfte aanftonds betalen, en zyn zoon, en neef als gyzelaars, tot zekerheid voor de betaling van het overige geeven zoude. Deeze aanbieding werdt dooi den keizer aangenomen, doch Pandulf hadt wel haaft be. rouw van het geen hy gedaan hadt, en weigerde zyne ver. bintenilTen naar te komen, in hoope, dat hy na het vertrek van den keizer, het bezit van Kapua wel weder op eene gemaklyke wyze zoude machtig worden; weshalven Koenraad-, op den raad zyner baronnen en van de edellieden te Kapua, denzelven het vorftendom afnam, en aan Weimar den vierden, vorft van Salerno fchonk, welke by den keizer in groote gunft zynde, van denzelven verwierf, dat hy Rainulf den Noorman met het graaffchap van Averfa beleende. De keizer herftelde ook ten zeiven tyde Atenulf , biffchop van Kapua, welke door Pandulf gevangen gezet was; hier op keerde hy met zyn leger naar Duitfchland, en ftierf in het volgende jaar (u). Na deszelfs vertrek, liet Pandulf een zyner zoonen in het kafteel van St. Agatba, en begaf zig naar Konflantinopolen om de hulp van den (-A Lao Oftienf. 1. II. c. 65. K % II. Boek. t. Hoofdst. III. Afd. Koenraad trekt naar Kapua. 1038. en geeft dat vorftendomaan den vorft van Salerno.  II.BoEK.' I. Hoofdst HL Afd. j 1 J i i } 1 1 é £ 1 t X t J t: F Z)f Noor-j mannen b elfen dez Grieken n in Sicilië.o 1040. e U b ti v g hi Té HISTORIE ten Griekfcben keizer ter heroveringe van Kapua te verzoe een; doch Weimar vermocht zo veel aan dat hof dar pZ' iulf aanftonds tót ballingfchap veroordeeld wierd in iet welk hy twee jaaren bleef, wanneer de keizer over eed : en of choon den volgenden keizer hem wel in vryheid telde , wilde dezelve hem echter geen byftand verleé- Middelerwyl maakte Weimar zig met hulp der Noor. namen meefter van Sorrento, 't welk hy aan zvn b-oedeï [af, en alleen den tytel voor zig behieldt. Hy bemachnV le ook door hun middel, Amalfi, >c we/by™ vorftendom hechtte, en korten tyd daarna nam hv den tv el van hertog van Apulien en Kalabrien aan; zo dat er .ooiteen vorft in die landen hem in macht en grootUa eevenaard hadt. Dewyl hy echter zag het groote eeziï n den invloed, welke de zoons van V^/^Sn adden, begon zulks eenige onaangenaamheid en ar o-vaan y hem te verwekken, waarom hy de eerrte gelegenheid /aarnam, om hen te laaten gaan. Omtrent denzelfden yd dai tke.zer Koenraad m*v Italië trok, befloot den Grtrt ben keizer Michael Paphlagon, ten einde zig van de arh ng zyner wispelturige onderdaanen te verzekeren -Til* ogmgen aan te wenden , om Sicilien uit de handen dér araceenen te wringen ; ten welken einde hy den Catatmn dicbael Mauiaeus met een leger naar Sicilien zondt Dee 2 bevelhebber den grooten roem der Noormannen veme lende, zondt, alvorens hy zyne krygsmacht van Kalabrie verbracht, naar Weimar, en verzocht, dat dezelve hem ;nige zyner krygslieden wilde afftaan. De vorft van Sa rno luifterde met veel genoegen naar dat verzoek en eloofde den Noormannen, om hen nog te meer tot dien jcht aan te moedigen, nog eene byzondere belonin? bn en de gewoone bezolding van den keizer. Willem Dro > en Umbert, begaven zig dienvolgende met driehonderd inner landslieden van Salerno in aantocht; en naar Sicl Hen  van NAPELS. 77 Hen overgeftoken zynde, gaven zy uitüekende blyken van hunne dapperheid, in het bemachtigen van dat eiland. Maniacus erkende, dat de verovering van MeJJina voornameiyk aan derzelver kloekmoedigheid toe te fchryven was; ook behaalde Willem met zyne Noormannen eene aanzienlyke overwinning op de Saraceenen by Syracufen, en doodde den bevelhebber van dat eiland met eene .11 eek van zyn lans. Maniacus maaktte zig meefter van Syracufen, en be. machtigde byna het gantfche eiland; dog van verraad be. fchuldigd geworden zynde, werdt hy, in het volgende jaar-, gevangen naar Konftantinopolen gevoerd (w). Zom. mige fchryvers beweeren , dat hy te Syracufen vermoord geworden zy(x~), en anderen, dat hy zyn bevelhebbcrfchap behouden hebbe (;y). Deszelfs opvolger was, volgens Cedrenus en Willem van Apulie, zekere Doceanus, een man van geene bekwaamheden -, welke in korten tyd het gantfche eiland uitgezonderd MeJJina weder verloor, en de Noormannen zyne helpers met de allergrootfte verachting behandelde. Hy wildeniet, dat zy in, eenige buit zouden mëdedeelen, en liet zejfs, zekeren Ardoïn, eenen Lowhar, 1 difchen edelman, mitsgaders bondgenoot.en tolk der Noor-\ mannen, rondom de legerplaats geefiele,n, om dat hy nier ( wilde afftaan van een paard van een Saraceen, weiken hy > in een tweegevecht gedood hadt. De gevolgen van deeze dwinglandfche behandelingen, waren zeer nadeelig voor de Grieken, want Ardoin en. de Noormannen, namen deswege eene ernitige wraak. Zy ont. veinsden op dien tyd hun ongenoegen, dog wanneer Ardoin kort daarna, onder voorwendzel van volbrenging ee. ner gelofte naar Rome te moeten gaan, verlof gekregen hadt, (w) Cuhomlat. Hifi. (% Lto Oltienf. I. II. c. 69. {y) Malaxer. t t - ' K 3 fl.BoEK. I. Hoofdst. III. . AlfD, Zy zyn nisnoegd ver den ji-iek:heneldheer.  II.BoEK I. Hoofdst III. Afd. Kieren naar Ialie, en taften Puglia aan. I041. Zy vet' Jlatn de Grieken. (z) Gul. Apul. Leo Oftienf. ut fupra Wilaïer. i. L c. 0. Lup. Protophat. Chron. ad an. 1041 & not 87. 7« HISTORIE hadi, naar Italië te keeren, ging hy en alle de Noormannen by nacht te fcheep, en ftaken het naauw van Mejina over naar Reggio, Ardoin, in plaatze van naar Rome te gaan, begaf zig onmiddelyk naar Averfa, en haalde den graaf Rainulf over om zig met hem te vereenigen, ter uitvoeringe van een oogmerk , welk hy gevormd hadt om de Griekfche wingeweften in Italië aan te taften, als zynde dezelve gemaklyk te vermeefteren, aangezien de inwoners den Grieken met groote tegenzin gehoorzaamden, en die wingewesten daarenboven byna ten eenemaal buiten ftaat van tegenweer waren. Rainulf keurde dat ontwerp goed, en wierf drie honderd foldaten , welken hy onder het bevel van twaalf officieren zondt, om zig by de andere Noormanmn onder de zoons van Tancred te voegen; hy maakte ook eene overeenkomft met Ardoin, dat het overwonnene gelykelyk onder de hoofden zoude verdeeld worden. Na dat die twee partyen met elkander vereenigd waren, berenden zy Melphis, eene der fterkfte fteden in Apulie, welke zig aanftonds overgaf. Zy verbeterden de veftingwerken van die plaats zo zeer, dat dezelveniette neemen was. Zy maakten zig kort daar na ook zonder veel tegenftand 'mees. ters van Venofa, Ascoli en Lavella. Doceanus over dien voorfpoed der Noormannen verbaasd, verliet aanftonds SkiHen, en trok met zyn leger naar Apulien, alwaar hy de inge. vallen vyanden naby de rivier Oliviento aantaftte; dog hy werdt, na een hevig gevecht, genoodzaakt met verlies af te trekken. De Grieken werden weinige weeken daar. na, ten tweedenmaale by Canna Deflrutta £efbge:i ; en in een derden gevegt, welk by de rivier Ofmto voorviel , werdt het leger van Doceanus ten eenemaal op de vlucht gejaagd, en hy zelfs genoodzaakt naar Bari te vluchten (2). De  van NAPELS. 79 De Ntormannen kazen, naar het behalen dier overwinningen , Aienulf den broeder van Pandulf den derden, vorft van Benevento , tot hun hoofd, opdat zy de genegenheid van de inwoners des lands mochten winnen. Middelerwyl was het hef van Konftantinopolen in de uitefte verwarring, ter oorzake van hec overiyden van keizer Micbaëlden vierden, en de ondankbaarheid van zynen opvolger en neef Michaël Calapbates, welke de keizerin Zoede weduwe van zynen oom, welke hem voor haaren zoon aangenomen hadt, van den rhroon ftiet. Zy werdc echter weinige weken daarna, door hec volk weder in haare voorige waardigheid her* fteld , en trouwde met Konflantyn den negenden, Monomachus genaamd . welke haar deelgenoot in de regeering werdt , terwyl Calaphates ten ftnffe zyner ondankbaarheid, deoogen uitgeftoken werden. Geduurende deeze huislyke onluften van het Grichfche keizerlyke hof, kreeg Doceanus bevel om naar zyn bevelhebbcfchap in Sicilië te keeren, en een an. der leger onder het bevel van Exauguftus, of volgens Cedrenus, van Bojoannus, zoon van den overleden Catapan Bajanus, naar Apulie te zenden. Deezen bevelhebber crof geen beter lotdan zynen voorganger; wanc met de Noorman, nen handgemeen geworden zynde, by Monto Pilofo, werdt zyn leger ten eenemaal geflagen, en hv zelf gevangen. A* tenulf ftelde hem echter, zonder de Noormannen des vege te raadplegen , kort daaraan voor eene aanzienlyke fomme gelds in vryheid; welke daad die gelukzoekers zodanig ver ftoorde, dat zy hem het opperbevel aframen, en d:e waardigheid aan Argyrus opdroegen ; zynde dezelve de zoon van den overledenen Mello, welke uit Konftantinopolen ontfnapt was, en n u, volgens Lupus Protojpata, den tyrel van vorft en hertog van halie aangenomen hadt (a). Dezelfde fchry* ver verhaalt, dat Manianus voor deezen flag naar Italië gekeerd (a) Luï. Protophat. ad A. 1042. [f.BoEK. I. lOOFDST, UI. Afd.  II.BoEK, I. HfOFDST, 111. Afd En bemachtigenetn grort gedeelte van Apulie. 1003; 80 HISTORIE keerd was; en, om der oproerige lieden een fchrik aan te jagen, verfcheide perzoonen van alle jaaren en beide de kunnen, met veel wreedheid hadt laten te dood brengen (t). Vermits keizer Konftantyn, kort na deszelfs komft in Italien , op den throon kwam, ftondt hy openlyktegen denzeiven op, en vermocht zo veel op deszelfs leger, dat het zelve hem als keizer uitriep, waarna hy aanftonds de yyandlykheden tegen de Grielfche fteden begon. Argyrus bemachtigde ten zei ven tyde, Grovonnazzo, en belegerde Trani, alwaar hy voorgenomen hadt zyn verblyf te houden. Maniacus bevreesd zynde om in de handen der Noormannen te vallen , verliet Tarento en begaf zig naar Otranto, vanwaar hy de Adriatifche zee overftak, en met Stepbanus Sebajiophorus in Bulgaryen handgemeen raakte ; wanneer hyten eenemaal verflagen, gevangen genomen, en onthoofd werdt (c). Midehlerwyl hadden de Noormannen verfcheide landftreken vermeefterd, en hunne eigene krachten kennende, befloten zy zigzelven meer onaf hanglyk te maaken; weshalven zy, overwogen hebbende , dat zy een groot gedeelte van den roem, welken zy verkregen hadden, aan de dapperheid van Wilhelmus Ferrobatius, of Willem den yzeren arm verichuldigd waren, en in het volgende jaar te Matera by een vergaderd zynde, verkoren zy eenpariglyk denzelven tot hunnen opbevelhebber, en vereerden hem daarenboven met den tytel van graaf. Vervolgens kwamen zy over een om eene gelyke verdeeling van het overwonnene te doen, ten welken einde zy eenen algemeenen landdag te Meifis bepaalden, op welken zy Weimar en Rainulf mede verzochten te komen. Volgens de gemaakte verdeeling, werdt de ftad Siponto en Monte Gargano, met alle de dor» (z>) Idem ibid. Gut. Arut. I. I. ad fin. \c) CEDJUN. p. 624, 625. ZONAUAS.  v a, n NAPELS. ü dorpen en plaatzen daarcoe behorende aan Rainulf, graaf van Averfa gegeeven, de ftad Ascoli werdt aan graaf Willem toegewezen; verder hadden Drogo , Arnoldinus, Huig, Rie. ter. Wouter, Rudolf, Tristian, Erveus, Asclistinus, Rainfried en Ardoin, ieder hunne byzondere deelen; doch de ftad Meifis bleef voor allen gemeen, en werdt gehouden tot eene vergaderplaats, om over de gewigtigfte zaken, het gantfche volk betreffende, te raadplegen. Of fchoon Argyrus in deeze verdeeling overgeflagen wierdt; vondt hy echter, wegens het verjagen van den oproermaker Ma niacus uit Italië, middel om de gunft van keizer Konflantyn te. verwerven, welke hem, als ter beteugelinge van de magt de Noormannen, de waardigheid van patriciusfchonk; hy gaf hem ook de ftad Bari met al het. gebied , welk daar by behoorde, onder den tytel van vorft en hertog van.^pulien. Nadat nu de Noormannen zodanige groote magt, bekomen hadden, begonnen zy hunne nabuuren met veel trotfchheid te behandelen. Gedurende den oorlog in Apulie, hadden die van Averfa verfcheide landen aan de abtdy van Casfino behorende, met geweld tot zig genomen; en vermits den abt geene mogelykheid zag, dezelve weder te krygen; vergenoegde hy zig zeiven met hun den eed van getrouwheid als leemannen af te neemen. Zy lieten echter hunne onrechtmaatige bezitneemingen niet na, maar beroofden het kloofter van verfcheide andere landen, en bouwden eene vefting in de nabuurfchap van het zelve, niette-! genftaande alle vertogen van den abtj welken Rainulf, door eene lift meende in handen te bekomen, doch hy werdc zelf met al zyn volk gevangen. Op zyne terug? komft te Averja befloot hy wegens den hoon, welke hy geleden hadc, den oorlog aan den abt te verklaren; dan hy werdt daarin verhinderd door het gezag van Weimar, weflce omtrent dienzelfden tyd, graaf Willem in eene tocht Euro?. HisT.XDiiEuI Stuk. L te- iLBoèk. i. Hoofdst. III. Afd. Argyrus werdt door den Griek(crien keizer, hertog van lïari lemaakt.  II. Boel. l HoOfDST. lilt Afd. Droge» volgt zyn Iroeder als graaf van1 Apuiie op. Keizer Heri 'rik komt in ItalieIO46. (d) Lu». Protofpat. ut fupra. Leo Oft. 1. II. c, 71. & 7». Sa HISTORIE tegen de Grieken in Kalabrien behulpzaam was (o*). Ratnulf overleefde den vrede niet lang, maar ftierf in het daaraanvolgende jaar, zonder eenige zoons na te laaten, en werdt door Asclutinus de Quadrellis, welke met zyne zuster getrouwd was, in het graaffchap opgevolgd. De dood van Rainulf werdt nog voorafgegaan, door het overlyden van Willen den yzerenarm, welke door zynen broeder Draroof Drago, in het graaffchap van Apulien opgevolgd werdt. in het begin zyner regeeringe, verlieten alle zyne broeiers uitgezonderd twee, hun vaderland, en kwamen met veele andere edele Noormannen, in de kleding van pelgrims naar Italië, op dat zy dus geenen tegenftand by de Italiaanen vinden zouden, aangezien dezelve over de toenemende macht van deeze vreemdlingen zeer jaloers be. gonden te worden. Drogo ontving deeze nieuwe geluk, zoekers met blydfchap, liet zyn broeder Umfred graaf ma. ken; en gaf het bevel over het kafteel van den H. Markus op de grenzen van Kalabrie , aan zynen broeder Wil» lem; welke, uit hoofde van zyne buitengewoone voorzichtigheid , Guiscard bygenaamd werdt. Ondertusschen noodzaakten de groote verwarringen in Italië, en in het byzonder in Rome, alwaar drie paulTen het pausfchap onder zig verdeeld hadden, keizer Hendrik tien tweeden, met een leger naar Italië te komen. Voor des. zelfs aankom ft, hadt Gratiaan een Romein en priefter, de drie pauflen overgehaald, om, voor eene jaarwedde door hen uit de kerklyke inkomften te ontfangen, afftand van hunne waardigheid te doen, en op die wyze het pausfchap voor zig zeiven weren magrig te worden , wanneer hy den naam van Gregoor den zesden aannam. De kei7er keurde echter die indringing af , en beriep eene kerkver,;ade. ring te Sutri, in hec nabuurfchap van Rome, in welke Gregoor  Van NAPELS. 83 goor afgezet werdt, of, gelyk zommige fchryvers willen, werdt hy overgehaald om afrtand te doen. Hendrik ontving den keizerlyken (kroon van den volgenden paus Kle. ment den tweeden, zondt na het verrichten van die plechtigheid, een gedeelte van zyn leger met de keizerin weg, en trok zelfs, verzeld van den paus , met het overige naar Monte Caffmo. Na dat hy het kloofter verfcheide ge. ichenken gedaan hadc, begaf hy zig naar Kapua, alwaar hy Weimar overhaalde om uit aanmerking van eene grote fommegelds, afftand van dat vorftendom te doen, 'c welk hy vervolgens weder aan Pandulf opdroeg (e). Hy ontving aldaar een bezoek van Drogo, graaf van Apulie, en van Rainulf den tweeden, graaf van Averfa, welk kort te voren, aan Asclittinus opgevolgd was. Deeze vorften waren zeer verlangende om van de gunft des keizers verzekerd te zyn, welke hen daarentegen zeer gaarne tot zyne leenmannen aannam; en na dat hy eenige fchoone paarden, benevens eene groote fomme gelds tot een gefchenk van hun ontfangen hadt, verleidde hy hen met alle de Janden, welke zy toen bezaten. Wanneer hy verder naar Benevento wilde trekken, floot Pandulf den derden , welke met zyn zoon Landulf toen dat vorftendom regeerde, de poorten voor hem toe; uit vrees dat hy het voor.' beeld der keizeren Otto den tweeden en dtn derden zoude naar 1 volgen , welke aan hun leger toegelaten hadden, de inwoo-1 ners te plunderen. Vermits Hendrik toen niet in ftaat was dien hoon te wreken, haalde hy, uit misnoegen deswege den paus over ,om de ftad in den ban te doen, en hy gaf al het land welk tot dat vorftendom behoorde, aan de Noor. mannen. Vervolgens keerde hy met zyn leger naar Diiifch' land, en nam paus Klement met zig, werke nog dat zelfde jaar in wynmaand door vergif ftierf, 'twelk hem zomen zeide, (e) Lzo Oft. !.- II. c, 8o. L 2 II Boek. _ 1. ÏOOFDST. III. Afd. En bevestigt de 9. >erwin. lir.gen der ^oormanien.047.  ILBoek i. ÏM. Afd. (f) Romuald. Chron. ad A. 1047. U II I S T O R I E de, was toegediend, van wege den tegenpaus Benedictus die nu weder bezit van den heiligen ftoel nam. (f). Den keil zer zondt middelerwyl ten verzoeke der Romeinen, Poppo biffchop van Brescia of Bruken, naar Rome, tot opvolger van Klement den tweeden; welke dan ook, in hooimaand van het volgende jaar gekroond werdt, terwyl de tegenpaus Benedeblus overgehaald werdt, om afftand te doen. Hy nam den naam van Damafus den tweeden aan, doch ftierf den twee-entwintigften dag na zyne verheffing; en den keizer zondt omtrent drie maanden daarna Bruno, biffchop van Toul, zynen bloedverwant, om deszelfs opvolger te zyn; dezelve werdt echter door Hïldebrand, welke naderhand de beruchte paus Gregoor de zevende geweeft is, overreedt om de pauslyke waardigheid opdeaanftelling van eenen leek niet aan neemen. Hy ondeedt zig daarom van zyn pauslyk gewaad, kleedde zig als een pelgrim, en ging met Hïldebrand naar Rome, alwaar hy.eenpariglyk door het volk verkozen werdt, en den naam van Leo den negenden aan* nam, wordende wegens zyne godvrucht en eenvoudige le. venswys zeer geroemd. Wanneer ondertuffchen de Griekjcbe keizer hoorde, dat Hendrik de Noormannen met Apulie beleend hadt, en dat er geene hoop was hen daar uit te verdryven, zondt hy Argyrus met eene groote fomme gelds van KonftantinopoIen, om onder dezelven te verdeden, indien zy hem in een oorlog, welken hy befloten hadt aan de Perfiaanen te verklaaren, dienen wilden. Doch de Noormannen begrepen de lift, en antwoordden, dat zy voornemens waren Italië niet te verlaten, ten ware zy met geweld daaruit verdreven wierden; waarop Argyrus, met het zelfde geld, eenige Apuliërs, welke het gemeenzaamft met Drogo verkeerden omkocht, om hem van kant te helpen. Het hoofd dier vloek-  van NAPELS. ts vloekverwanten was zekeren Vips, welke den graaf des] morgens, onder het gaan naar de kerk, in het kafteel van Montogles doorftak; terwyl zyne medeplichtigen, op een' groot getal van deszelfs lyfwacht aanvielen, en dezelve van kant hielpen , waarna zy zig meefter van de vefting maakten. Daarenboven werden nog verfcheidene andereNoormannen omtrent dien zelfden tyd, in andere fteden van' Jpulien omgebracht, zo dac er door deeze zamenzweeringj een grooter getal van dezelven omkwam, dan er in de, laatfte oorlogen gefneuveld was. Umfred, welke voor den dood zyns broeders reeds tot graaf verklaard was, lietonmiddelyk zyne landslieden by een roepen, en heroverde het kafteel van Montogles; hy verfloeg ook Argyrus, welke met eenig krygsvolk voordeel uit de verwarring, welke door dien moord veroorzaakt werdt, zocht te trekken. Argyrus kogt boven dien de Jpuliers om, en nam zynen toevlucht tot zyne heiligheid, denzelven verzoekende Italië van die wreede tyrannen de Noormannen te verloffen, ook verzochten de ingezetenen , welke nu met groter ftren^heid door de Noormannen behandeld werden, zyne heiligheid onder de hand, om met een leger in hun Jand. te komen, en die geweldenaars tegenftand te bieden. Leo leende het oor gaarne aan die klagten , vermits de^ Noormannen, behalven dat zy hunne vyandlykheden tegen' de Grieken voortzetteden, ook kort te voren verfcheide f invallen op het kerklyk grondgebied gedaan hadden; en ver- 0 mits hy toen in Duitfchland was ,\ ruilde hy met den keizer i verfcheide landgoederen in Duitjchiand, welke aan de kerk behoorden, tegen andere plaatzen in Italië, welke den kei. zer toekwamen (g). Het bisdom van Bamberg werdt te dien tyde in het byzonder verruild tegen.de ftad Benewnto- en. (g) Herman. Chron. (h Leo Oft. 1. U. c. 46" & 85* L 3 I.BOEK. f. ïoofdst. HL Afd. Oe Apuli:rs bren■en de Coormafi ien »'»•• Leo IX. rekt op te■en de foorman. en. 053.  II.BOEK, I. Hoofdst, III. Aio. TTy norit gejlagen en gevangen genomen. i «<5 HISTORIE en de keizer vergunde aan Leo op deszelfs verzoek, een magtig leger om de landen van de kerk, welke door de Noormannen ingenomen waren, te heroveren. Wanneer echter het leger reeds in Italië gekomen was, gaf keizer Hendrik, op den raad van Geberard, biiTchop van Eicbfted, aan een groot gedeelte van hetzelve tegenbevel, üesniectegenftaande bleven veele vrywiiligen, en lieden wier zaken wanhopig Honden , by den paus dienen, welke gantfch Italië door zyne krygstoeruftingen vei baasde. Üewyl hy eenen grooten roem wegens zyne heiligheid hadt, aan hec hoofd van eene bende Duitfcbers was, en met Argyrus en de Grieken in Apulie in verftandhouding was, begonnen de Noormannen zeer bevreesd te worden, en zonden met veel ootmoedigheid een gezantfchap aan den paus, met aanbieding om al wat zy veroverd hadden, als leenmannen van den Roomfchen ftoel te bezitten,- doch Leo floeg dat voorftel af, en weigerde vrede met hen te maken, ten ware zy alle hunne overwonne Janden afftonden; waarop de Noormannen eenpariglyk overeenkwamen, om liever hun leven, dan hunne verkregene bezittingen te verliezeniy taften dan ook het pauflyk leger aan, en behaalden de" 3verwinning, welke 1 un echter veel bloedt koftte ; voorts belegerden zy de ftad Civitade, werwaards Leo gevlucht was noodzaakten hem, hen van het vonnis van kerkban te* antheffen , en zig gevangen over te geven (i). Deezen crygstocht van Leo, wordt door de gelyktydige hiftorifchryver Hermannus Contrattus,en den vermaarden "Petrus Damiani seer fterk veroordeeld, doch Baronius doet veel moeite om (f) Malatïr. I. f. c. 14. * Deezen \cbryver wordt gemeenlyk Petrus Damiani genoemd, om aat by zynen broeder Damianus als vader eeibiedigde; en by den meester voor den zelfden met 5. Fetrus ie Honejiis gehouden- doch anderen onderfcheiden die twee van den ander. C. Saxu Onomafl, Leur l»m. II. f. 116.  ▼ an NAPELS. 87 om het gedrag van den paus te vededigen , en te bewyzen, dat de biffchop van Rome, zo wel het waereldlyk als het geeftlyk zwaard draagt (k). De Noormannen behandelden Leo met den grootften eerbied, ftelden hem benevens alle de andere gevangenen in vryheid, en geleidden hem naar de ftad Benevento, alwaar hy tegen het einde van Zomermaand aankwam. Hy was met de achting, welke de Noormannen hem betoond hadden, zo ingenomen, dat hy in een brief, welken hy kort daarna aan den Griekjeben keizer fchreef, betuigde, dat hel hem zoude gefpeten hebben, als by de overwinnig behaald hadt; en, volgens Malaterra fchonk hy hen, tot een erfleen van den heiligen ftoel, alle de plaatzen en landen ir Kalabrien en Sicilien, welken zy alreeds gewonnen hadden, ol nog in het vervolg zouden veroveren (7). De geleerde Giannone verzekert, dat deeze gift van den paus niet an' ders was dan eene betuiging van zyne vriendfehap voor de Noormannen, welke alleen verlangden, dat hy hunne wapenen wilden zegenen, om een voorwendzel te hebben, waarmede zy hunne nieuwe bezittingen van opfpraak konden zuiveren, en alle hunne ondernemingen voor het ver volg verdedigen; want zy gaven aan zyne heiligheid niets te rug , van het geen hy omtrent Benevento vorderde, maar febonkendie ftad aan vorft Pandulf, gelyk zy denzelven ook zynen zoon Landulf, welke op de aannadering van het Duit< febe leger verjaagd was, en hun als bondgenoot diende, weder in handen ftelden (m). Pandulf verzaakte, omtrent twee jaaren daarna de waereld, en werdc monnik; maar Landulf behieldt het vorftendom tot zynen dood toe, wel. ke omtrent vierentwintig jaaren daarna voorviel («). De paus (ik) Vide Baron. Anml. ad A. 1053. (<) Malater. ut fupia ap. Muuator. t. III. (»«) Giannone ut fipra (») Peregrin. in item. Princ. BeneitnU ex Chron. S. Sophiae. [[.Boek* 1. Hoofdst, 111. Atp. Bekent de Noormannen met Apulie.  88 HISTO RIE H.BOEK I. Hoofdst ui. Afd. Sterft te Rome 1054- i i ] ( e \ raaf * Umfred É Jlerfs, en t wordt door\ Robbert Guiscard opgevolgd. a 1056. r n d paus fchyht echter niet ter goeder trouwe met de Noor. mannen gehandeld te hebben; want het blykt, uit zynen brief aan den Griekjehen keizer, dat hy het voornemen om dezelven in Italië ten eenemaal uit te roejen niet ter zyde gefield hadt, 't welk hy zohyzeide, met de hulp welke hy van hem Konftantyn, en van zynen neef Hendrik ver. wachte,? fpoedig hoopte te wege te brengen (0) , dug de dood belette de uitvoering van dit ontwerp; want hy werdt kort daarna te Benevento ziek, en ftierf aldaar den negentienden van grasmaand. Middelerwyl bemagtigde graaf Unfred alle de fteden van ltalien, en ftrafte vervolgens de veroorzakers van den moord zynes moeders met veel ftrengheid. Vermits het overlyden van Leo hem van sen wakkeren en yverigen vyand verloftte, nam hy voor jyne ftaten door de bemagtiging van Kalabrie iUittebreilen, welk doelwit hem ook zo wel gelukte, dat hy allaar , door de dapperheid van zynen broeder Rob>erd Guiscard, fpoedig aanzienlyke vorderingen maakte. De Noormannen verleenden te dier tyd hulp aan Gifulf len tweeden, ter heroveringe van de ftad Salerno, welke oor eenige Amalfiters en Salemitaanen, die in het jaar roor de krygstocht van Leo den negenden, deszelfs vader Veimar den vierden vermoord hadden, by verraffing in* enomen geweeft was. Nadat de oorlog in Kalabrie omrent twee jaaren geduurd hadt, ftierf graaf Umfred; en et alleen twee zoonen na, met namen Ragslard en Her. tan, welken hy der zorge van zynen broeder Robbert anbeval, die ook , volgens deszeifs begeerte de regeeng van Apulie aanftonds aannam. . De korte regeering der twee opvolgers van Leo den 'genden, bragten veel toe tot het bestendig wezen van 2 macht der Noormannen in Kalabrien Giberand biffchop van (0) JSpift. -Leon. ap. Bajion. ad A. 1054.  van n a: p e l s. 8p vanEichJïedt, welke na dat de H. ftoel twaalf maanden open geftaan hadt, aan Leo opvolgde, en den naam van ViÜor dm tweeden aannam, hadt nu: berouw wegens zyne vori ge, tegenkanting tegen dun krygftocbt van zynen voorganger; doch hy werdc door den dood belet iets tegen de Noor mannen te ondernemen. 'Wa dat hyde pauflyke waardigheid twee jaaren bezeten hadt, werdc hy opgevolgd door Fr ede. rik abt van Monte Caffmo, en broeder van Godfried echtgenoot van Beatrix , hertogin van Toskarte , tuiTchen welker genacht,, en dat,van:den keizer, eene zoon 'van erflyke verbitterdheid was. De nieuwe paus, welke den naam van bteven den tweeden aannam, befloot kort na zyne verheffing eenen krygstocht tegen de- Noormannen te wagen-, en vermits keizer Hendrik het jaar te voren geftorven was, en zyne ftacen aan zynen zeer jongen zóón Hendrik den vierden nagelaten hadt, beftoot hy de-keizerlvke waardigheid aan zyn eigen broeder Godfried, hertog van Toskane, op te dra', gen, en naderhand gezamentlyk met denzelven in Apulie te trekken; doch alvorens by zyne ontwerpen ter uicvoenuge konde brengen, overleedc hy onverwagt te Florence, in de achtfte maand van zyn pauflèbap (ƒ>). fs'a deszelfs dood kwam er eene fcheuring te Rome, welke tien maanden duurde; wanneer Bcnedittus die de paus was, welke de fcheuring veroorzaakt hadt, afftand deedt, en Nikolaas den tweeden, welke.wetug verkoren was, het vreedzame bezit des pauflyken zetels genoot.- Omtrent deezen tyd gebeurde er grote omwentelingen aan het hof (e Kon* ftantmopolen. Michael Stratioticus hadt afftand van de regeenng gedaan, en het monnikenkleed aangenomen; terwyl nu verfcheide mededingers zich de opvolging met geweld poogden te bezorgen, werdt dezelve door Raak Comnenus verkregen (q). In (P) Lno Oft. 1 IL c. 90.& rco Baron. Annal. (qj CunoPALAT H'ft. Lurop. Hisx.X. Deel. I. Stuk m H Boek. . 1. Hoofdst. III. Afd.  tl. Boek, i. HoopriS-T. UI. Afd. Welke den tytel van hertog van Apuüen e»Ka!abrien aan neemt. 1059- 9° HISTORIE Jn alle deeze verwarringen, zo te Rome als te Konfïan. tmopolen, maakte Robbert Guiscard grote vorderingen in Kalabrien, Nadat hy byna alle de Heden en fterke plaatzen m datlandfchap, bemachtigd hadt, maakte hy zig ook meeP§ Van ReëS«> '* en ljet zig, na de verovering van die ftad , tot hertog van. Apulie en Kalabrie uitroepen (V). in het voorgaande jaar hadt hy zyne eerfte vrouw Alberada, welke te na met hem. verwant was, weggezonden'en was met Sikelgaita,. eene der zufters van Gifulf den tweeden, vorlt van,Salerno, getrouwd (/), Omtrent denzelven tyd verleende hy byftand-aan zynen broeder Godfried, graaf van Capitanata, en gaf een deel in zyne overwinningen aan zynen jongeren broeder Rogier , welke yverig bezig ge. weeft was met het roven en plunderen der ingezetenen van Kalabrien;'t geen de hiftorifchryver Malaterraiegx, niet ter zyner befchuldiginge te gewagen, maar dat hy zulks alleen ten verlangen van Rogier zei ven doet, om te tonen , uit hoe grote armoede hy tot de grootfte eer gekomen zy. Terwyl de zoonen van Tancred hunne bezittingen dus uitbreidden, waren de graven van Averfa, insgelyks Noorman, nen, mede fterk bezig om hun gebied te vergroten. Ric hard de eer(le zoon van Asclittinus overweldigde het vorften* ftom van Kapua, belegerde de ftad van dien naam, en noodzaakte de inwoners dezelve over te geven, waarna Landulf zig ook verplicht vondt, afftand van de regeering te doen. Nadat hy zig zeiven tot vorft van Kapua hadt laten kronen, bemachtigde hyganfch Kampanien-, en naar de ftad te rug gekeerd zynde, dwong hy de burgers, dat zy hem de fleutels van de poorten en torens der ftad welke zy eerft behouden hadden, moeften ter hand ftellen. Dus eindig, de de regeering der Longobarden in Kapua, welke gedurende (V) Leo Oft. 1. III. c. 16, Srcow. ut fupra. CO Malat£8. 1. i. c. 30. 31. Pjzregrii*. in ftem..'  v ffi n NAPELS. or de eene onaffcheidlyke reeks van honderd en zeftig jaaren, nameiyk van Atenulf tot" dezen Landulf den vyf den, toer ftand gehouden hadt; omtrent wiens kinderen den abt Defiderius getuigt, dat hy dezelven als landlopers heeft zier omzwerven, en brood bedelen, om den nooddruft, van hur elendig leven te voeden (t). Wanneer Nikolaas de tweede befpeurde , dat de macht der Noormannen geftadig toenam, kondigde hy aanftonds na zyne komft tot den H. ftoel een vonnis van kerkban te, gen hen af, onder voorwendzel, dat zy eenige landen toi de kerk behorende , naar zig genomen hadden. Niette, genftaande dit vonnis, wilde Robbert Guiscard, geenzin! van het in gefehü zynde grondgebied afftaan; dewyl hj echter by de meefte Apuliers voor een geweldenaar gehouden wierdt, en zyn neef Bucilardus eenige fteden ten zynen behoeve aan het muiten gebracht hadt, oordeelde hy het raadzaam, zig, indien het mooglyk ware, van de vriendfchap des paullen te verzekeren. Hy zondt derhal ve een ootmoedig gezantfchan aan denzelven , met ver zoek, dat zyne heiligheid in Apulien kernen wilde; en met belofte van hem alle genoegen te zullen geven, indien maar de paus hem weder in de gemeenfehap der kerke wil de aannemen. Dewyl Nikolaas uit het ongeluk van zynen voorganger Leo, befpeurd hadt, dat de Noormannen niet ge. maklyk uit Italien zouden uit te roejen zyn, nam hy dien voorllag met veel bereidwilligheid aan, begaf zig, na het vieren van het Pinkjlerfeefl, naar Melfi, alwaar hy kerkvergadering hieldr, om verfcheide kwade gebruiken te hervor men , en hadt aldaar een mondgefprek met de Noormanfcèt vorften. Vermits men van wederzyden oordeelde, elkan ders hu'p nodig te hebben, werden zy het wel ras eens; en nadut Robbert alles te rug gegeeven hadt, 't geen hy de kerkf (i) Decid dial. 1. III. Peregüin. in Stemi, M 2 lf. BOBIC. I. , Hoofdst. III. Afd» i  II.BOEK I. Hoofdst III. Afd. En ver- krygt de beleening dier hertogdommen van den paus. 9* HISTORIE -kerke ontnomen hadt, en daar by bewilligd om, alle zyne overwonnene landen en plaaczen, als een leen van den heiligen üoel te houden, onthefte Nikolaas de Noormannen van bet vonnis van kerkban, en beleende den hertog Robert Guiscard op eene plechtige wyze metApulien, Kalabrien en Sicilien, gelyk hy Ricbardy den graaf van Averfa met het vorftendom Kapua verleidde, waarna die beide vorften den eed van getrouwheid aan den paus deden, en hem beloofden eene jaarlykfche erkentenis van twaalf ftuivers geld van Pavta; voor ieder gefpan often, welke in hunne fiaaten gebruikt werdt, te zullen, geven. Deeze overeenkomft werdt, naar alle waarfchynlykheid zonder veel zwarigheid getrqffen, aangezien beide de partyen niet anders in het oog hadden, dan alleen om hunne naburen van hunne rechten te beroven, en hun voordeel by het verdrag te bereiken f». De paus maakte aanftonds gebruik van zyne nieu- f» Men was omtrent deezen tyd voor niets zo zeer bevreesd, dan voorde kerklyke ftraffen, welker oorfpronglyke initelling niet meer in acht genomen werdt, maar welke door de paufftn in en omtrent waereldlcbe zaaken gebruikt werden, en wel voornaamiyk ter verdediginee Dt wederverkryginge van tydelyke bezittingen;'want bet volk geloofde dat indien de afgenomene landen of goederen, na het uitfpreken van het vonnis van kerkban, niet te rug gegeven wierden, de bezitters derzelven onherftelbaar verdoemd wierden, fchryvende zy die verdoemenis meer toe aan de kracht van het. vonnis, dan aan de grootheid der zonde. Urhciers en Soldaten, die in het plunderen hunner naburen, niet vreesden God te beledigen, werden door de vrees voor kerkban zo afgefcbrikt, dat zy met een diep ontzag hunne handen van de kerklyke bezittingen aftrokken; zo dat de geenen, welke geene kans zagen om hunne goederen tegen eene gewelriadige afneeming, welke in die tyden maar al te veel plaats hadt, te befchutten, te rade wierden dezelven aan ie kerk op te dragen, onder voorwaarden, dat zy echter meefters van Jezelven bleeven, en dezelven voor eene kleine erkentenis als leenen fan de keik zouden bezitten. Deeze gewoonte bracht veel tce om de bezittingen der kerke uittebreiden, want als het manlyk oir der leenmanJen uitgeftorven was, geiyk toen wegens de geftadige oorlogen en binnen-  van NAPELS. 03 nieuwe vrienden, om den moedwil der graven van Tusculum] thans Frascati, te beteugelen; en hynam, by zyne terugreize naar Rome, een groot getal Noormannen, met hem,1 welke, volgens zyne. begeerte, de landen aan het Tuscuiaanfche geilacht behorende, en aan de zuidzyde van die rivier gelegen verwoefteden , vervolgens die rivier overtrokken, en alle de kartelen van graaf Gerard, tot aan Sw-' tri toe , 'vernielden. Nikolaas overleefde deeze gebeurtenilfen niet langer dan omtrent twee jaaren, en ftierf te' Romen , in het derde jaar van zyn paulfchap. Middelerwyl zette Robbert den oorlog voort tegen de< fteden, welke het met de Grieken hielden; terwyl zyn broeder graaf Rogier, toen meteen leger tegens de Saraceenen naar Sicilien overftak, De hertog maakte zig meefter van Brindifi, Tarento en Matera, en weinige jaaren daarna belegerde hy Bari, zo ter zee als te land. Die ftad muntte boven alle de fteden van Apulien uit in rykdom en grootheid, en was door de Grieken zeer wel verfterkt, welke ook eene talryke bezetting onder het bevel van den catapan S:epbaiws Peteranus, of Sebastophorus , derwaards gezonden hadden. Robbert zag echter van de belegering dier plaatze niet af, maar bemachtigde eindelyk dezelve, nadat zy meer nenlandfche oproeren veelmalen gebeurde, vervielen die goederen aan de kerk. Noch vorft noch volk-gaf zig de moeite om op het gezag, -welke de pauffjn zig aangematigd hadden 0111 graven en hertogen te maken, en dezelve getrouwheid tegens hen te doen zweeren, te onderzoeken. Zy waren te vreden, als zy maar door deftraffen van kerkban, welke te dien tyde zo verfchriklyk waren, tegen de roofzucht hunner rta'iuuren befchermd wierden. De Noormannen handelden derhalven zeer Itaatkui.dig, wanneer zy zig voor leenmannen van den paus verklaarden, op dat niemand ondernemen znude hun den oorlog aan te doen, zonder z;g aan de kerkiyke ftraffen bloot te (tellen. Op deezen zwakken en waggelenden grondflag, hebben de pauffen hunne rechten, van opperheerigheid over de koningryken van Napels en Sicilien gebouwd. Vide Giannone Hifi. di Napol. Frecia de Jubfeud l. I. p. 53. M 3 I.BOEK, I. lOOFDSS. II. Aid, De Noor. naunen elpem den mus tegen le graven 'an Tusulum.  II.BOEK i. •Hoofdst, m. Aid. Sicilië üour de ïvlour.nan» nen be mahiigd 1071. ï! I 4 94 HISTORIE meer dan drie jaaren door de bezetting en door de ingeze. tenen verdedigd was geworden (ju). Na de verovering dier ftad, ftak Robbert met eene vloot van achtenvyfig fchepen in z.-e naar Sicüien , om zynen broeder Rogier in de vermeeftering van dat eiland te onderfteunen, Middelerwyl waren er g.oce onluften te Romen ontftaan, overmits élexander de tweede tot paus ve;kuren was, zonder dat de keizer in die verkiezing bewilligd hadt, welke ia tegendeel, tot handhavinge van zyn recht, zekeren Cadolus tot het pauffchap benoemd hadt. Deeze tegenpaus werdt in twee of drie kerkvergaderingen veroordeeld, ter. wyl Alexander eenen machtigen voorftander vondt in Godfried, markgraaf van Toskanen , welke hem tegen de andere parry befcheim.de, en tot Aguino toe, met een leger optrok tegen Richard, graaf van Averfa, welke uit de onlusten, die toen te Romen heerfchten, voordeel hoopce te trekken, en uit te werken, dat hy tot patricius verkoren wierdr, Godfried hielat verfcheide fchermutzelingen met de Noormannen, doch na dat hyeene goede zomma gelde van Richard ontfangen hadt, trok hy eindeiyk met zyn leger af [w). Alexander de tweede, verkreeg ten laatften , door lier. overlyden van zynen mededinger , de gerufte bezitting van den heiligen ftoel, beveiligde hertog Robbert in de leenroerige bezitcing van Apulien en Kalabrien, en zondt eengeivyden ftandaaid aan graaf Rogier, om zyoe goedkeuring negens den krygstocht tegen Sicilien te betonen. Rogitr ladt, reeds voor de aankomft van zynen broeder Guncard9 byna het gautiche eiland van Sicilien bemachtigd; en maak: zig 1 u. door de verfterking van zynen broeder, na een ïeltg van v^f maanden, meefter vaiiPalermo. Robbert heli en- O) Lf.o Oft. f. III c. nS. Malate*, 1. II. c. 43. Beatil. Hift. li Ban 1. II Gjl Apui t ui. (v/) Ls.o Oli. 1. lil. e. 23.  van NAPEL S. p< kende zynen broeder Rogier, met het gantfche eiland van Sicilien, en behieldt voor zig niets dan de helft van Palermo, MeJJina en de vlakte van Demona; vervolgens keerde hy naar Apulien, en hieldt zig te Melpbis op, alwaar hy door het grootfte gedeelte der baronnen uit Apulien eu Kalabrien, met grote toejuichingen ontfangen werdt. De graaf van Trani wilde nochtans hem niet voor opperheer erkennen, waarom hy ook de ftad belegerde, en met verfcheide andere plaatzen, welke aan dezelve behoorden, bemachtigde; hy nam ook de zoon van den graaf by verraffing gevangen ; maar wanneer de jonge vorft bewilligde om den eed van getrouwheid jegens hem af te leggen , gaf hy edelmoediglyk, al wat hy genomen hadt, terug, uitgezonderd Tra. ni. Middelewyl ftierf paus Alexander de tweede te Romen, en werdt den volgenden dag, door den beruchten Hildebrand, welke den naam van Gregoor denzevendenaarmam, opgevolgd; deszelfs vvoelachtige en eerzuchtige inborft is de eerfteoofzaak geweeft, van die keizerlyke en pauslyke party fchap. pen, welke de ruft van Italië verfcheide eeuwen lang daarna geitoord hebben. In het begin van zyn pauiTchap, viel er een gefchil voor, tuiTchen Robbert en deszelfs fchoonbroeder Gijulf, vorft van Salerno', 't welk de Noormannen eene nieuwe gelegenheid verfchafte, om hunne overwinningen uit te breiden. Vermits die van Amalfi zeer hard en ftreng door vorft Gifulf behandeld wierden, en dat zy zynen va. der niet getrouw ge weeft waren, namen zy hunnen toevlucht tot Guiscard, en verzochten deszelfs voorfpraak ; welke dan ook ten hunnen behoeve, een gezantfchap aan zynen fchoonbroeder zondt. Gifulf , welke naar deszelfs bemid. deling niet verlangde, behandelde de gezanten zeer koel, en hieldt hun voor, dat de hertog zig van Areco en Santa Eupbemia, met noch eenige plaatzen van zyn vorftendom meefter gemaakt hadt, en dat hy op de onmiddelyke te rug. geving derzelven, aandrong. Robbert floeg wel voor om dat ge- ► II. Boek. i. Hoofdst. iii. Afd.  HPOFK. ' 1. HoorosT. Afd; Robbert Guiscard herovert Salerno. 1074. lly wordt door iten paus in den ban gedaan. O) Pisur.. DiAeON. 1. III. c. 5. ?6 HISTORIE gefchil in het vriendlyke te vereffenen; maar Gifulf weiger' dj hardnekkiglyk met hem deswege te handelen , om dat hy naar alle waarlchynlykheid op den byftand van Ruh>ird vorft van Kapua , welke toen met Robbert oneens was. en de party van Gifulf gekozen hadt, vertrouwde. Rob. htrt ziende, dac het niet mogelyk ware eene vredebreuk voor te komen, vereffende onder de hand zyn gefchil met den vorft van Kapua, welke zelfs beloofde hem tegen &* fuif te zullun byftaan; nadathy ook een verdrag met die van Amalfi gemaakt, en eene bezetting in de ftad gelegd hadt maakte hy zig gereed om Salerno aan te taften. Gifulf wilde niettegenftaande alle aanzoeken van den paus, en vsn Vejiderius, abt van Caffmo, in geenerlei wyze naar een vetgelik luifteren, of fchoon Robbert reeds met zyn krygsvolk tot ia de nabuurfchap van Salerno gekomen was. Eindelyk begon Robbert hec beleg, en maakte zig met den byftand van zynen broeder , den graaf Rogier, binnen weinige weken meefter van Salerno en San Severino, waarna zyne twee neven Bucelardus en Herman, welke de zyde van Gifulf g>. kozen hadden, zelf genoodzaakt waren zig onder de befcherming van den paus te begeven , welke hen een klein grond geb:ed in Campania di Roma fchonk. Robbert hefloten heb" bende zynen vyand te vervolgen, trok met zyn leger in lampamen, en bemachtigde zelis verfcheidede plaaczen in de rrjark van Ancona , welke aan den paus behoorden (x) Gregeor door deeze vyandlykheden getergd, deedt hem bene! vens vorft Ricbard, en alle derzelver aanhangers in den ban; en het een talryk leger, welk hy tot byftand van den Griekfeben keizer op de been gebracht hadt, tegen de Noormannen optrekken. . Robbert en Richard zig zo wel door tydelvke als geeftelyke wapenen aange'aft vindende, oordeelden ?et raaazaamft te zyn, met hun krygsvolk van het grondgebied  van NAPELS. 97 bied der kerke te trekken. Robbert begaf zig met zyn Jeger om Benevento te belegeren , terwyl Ricbard de ftad Napels infloot; dog wanneer Robbert zag, dat zyne onder ! neeming niet gelukte, trok hy kort daarna af. Ricbard bleef omtrent twee jaaren onverzetlyk voor Napels leggen, wanneer hy, naverkregene vergiffenis van den paus, 'geduu-' rende het beleg ftierf, en zyn vorftendom aan zyn zoon : Jordaan liet, welken hy ook reeds by zyn leven aan het hoofd der regeeringe geplaatft hadt. De nieuwe vorft haalde zig aanftonds het ongenoegen van Gregorius op den hals, wegens het plunderen van een' biffchop, welke naar Rome ging,- als mede, omdat hy het kloofter van Monte Caffmo eene groote zomme gelds ontroofd hadt: dog het blykt uit Leo Oftiends, dat hy naderhand verfcheide koftbare gefchenken aan dit kloofter gedaan, en het zelve zyne befcherming verleend hebbe In het jaar voor het overlyden van Ricbard, ontbrak de erfop. vojging der vorften van Benevento, met den dood van Landulf aen zesden, welke zonder manlyk oïr na te laaten ftierf zo dat de naam van dat vorftendom te niet raakte. Grei goor den zevenden deedt aanftonds aanfpraak op dié ftad uit hoofde van de ruiling, welke voormaals tuffchen Lel den negenden, en keizer Hendrik gedaan was ; dog Guiscard floeg geen agt op die redenen, maar hervatte het beleg of fchoon hy daar op nieuw het vonnis van kerkban ondergaan moeft. ..De paus hadt echter Jordaan, vorft van Kapua tot zy ren vriend weten te maken , en denzelven overhalen om het beleg van Afepe/j op te breeken, en terwyl Guiscard in Kalabnéh was , de hulptroepen welke hy denzelven geleend hadt voor Benevento te doen aftrekken, de werken te flechten, en de werktuigen, welke ter bevorderinge V der (y) Baron. Annal. ad A. 1078 Leo Oft. I.urop. HlST. X.DEEL. i.S'lLK. N [J.Boeic. L iooypsT. III. Afp. lichard 'orfl van tapua. vordt door tyn zoon [ordaan pgevolgd. 1078.  JI.BOEK I. Hoofdst m. Afd. Gregoor verzoent met de Noorman fcha vorften en beleent hen, 1,080. 93 HISTORIE ,der aanvallen gemaakt waren , te vernielen. Guiscard, door deeze behandeling van Jordaan, getergd, keerde met een leger uit Kalabrien te rug, bemagtigde veele fteden in het hertogdom van Benevento , en trok naar de rivier Samo-, met oogmerk om den vorft van Kapua op het lyf te vallen. De abt Defideer was nogtans oorzaak, dat er geen veldflag voorviel, want hy verzoende niet alleen die twee vorften, maar vereffende ook alle verfchillentuffchen Robbert en den; paus, welke met den anderen , naby de Garigliano een mondgefprek hielden; wanneer de hertog door den paus van den kerkban ontheven wierdt, en den eed van getrouwheid in deszelfs handen deedt, waartegen hy ook de beleening van Apulien, Kalabrien en Sicilien van zyne heiligheid ontfing. Gregoor ftondt hem ook toe, SaUrm, Amalfi en een gedeelte van de mark van Ancona, welk de paus zeide door Robbert onwettig verrneefterd te zyn, te mogen behouden; dog de hertog ftond van alle zyne eifchen op Benevento af, en het zelve werdt vervolgens by het gebied van den ftoel van Rome gevoegd, de buitengewone toegevenheid van den paus, voorden hertog vanSalemo, cm hem een gedeelte der kerklanden te laaten behouden, was waarfchynlyk te wyten aan de moejelykheden , waarin hy zig zeiven door zyn gefchil met den keizer over het recht van beleeningen te geeven, gewikkeld vondt: want na dat Hendrik door hem in den kerkban gedaan, en afgezet was, beriep de keizer eene. kerkvergadering te Brescia of Brixen, in welke Gregoor afgezet, en de aartsbisfchop van Rivenna, met den naam van.Klement den derden, verkoren werdt. Dewyl een magtig leger, zo wel van geeftlyken als van barons, in ltalien de party des keizers begunlbgde , vondt Gregoor ook nodig eenen magtigen ber feherrneF te hebben; wesnalven by na Zyne verzoening met de Noormannen, aanftonds een brief liet afkondigen, waarby hy zyn voorneemens, om met de vorften Robbert en  van N A P E L. S. 9S jordaan tegen den tegenpaus te Ravenna op te trekken, te kennen gaf. Deeze togt hadt egter geen voortgang, en was rnis^ fchien nooit wezendiyk voorgenomen , vermus Robbert Guiscard ten zeiven tyde een ander oogmerk hadt, waar. aan hem voor zyn perzoon gelegen was. Lenige jaarer te voren, hadt hy eene van zyne dogters, Helena ge naamd, ten huwelyk gegeeven aan Konftantyn, zoon var den Griekfchen keizer Micbael Ducas, welke naderhanc door NicepbornsBotoniatesgeicheïóen, en met zyn vrouw, zoon en lchoondogter in een kloofter opgefloten werdt ln dit jaar, kwam Micbael, of gelyk de gnekfche fchry vers zeggen, een bedrieger, welke zig Micbael noemde, in Ralien, en verzogt de byftand van den paus en var hertog Robbert. Gregoor onrfing hem op eene deftige wy ze, en fchreef aan de aartsbilfchoppen en biflchoppen ir. Apulien en Kalabrien, met verzoek dat zy het volk wil den aanmoedigen om hem in het wederbekomen van zy nen throon behulpzaam te zyn, en aan alle de geenen, welke zig daar toe zouden laaten gebruiken, vergeevinj van zonden toe te ftaan. Robbert koos ook deszelfs part] met veel yver, en verklaarde, dat hy zelf hem met eer leger naar Konflantinopolen wilde brengen. Nadat alles tot den togt in gereedheid was, werdt h\ verwittigd, dat de indringer Nicepborus door Alexande\ Comnenus verdreven , en den laatften door het leger to keizer uitgeroepen was, welke ook Helena uit het kloos ter hadt doen komen, en haar met veel agting behandelde Robbert bleef niettemin by zyn voornemen om m Grieken land te vallen, en na dat hy in het volgende jaar, zyner oudlïen zoon Robbert, welken hy by zyne tweede vrouw Sikelgaita geteeld hadt, tot erfgenaam zyner ftaaten ver klaard, en hem de zorg der regeeringe aanbevolen hadt ging hy met zyne krygsmagt naar de Griekfche ftaaten fcheep op welken togt hy door Sikelgaita, en zyn zoon van het eer Na ft' II. Boek, i. Hoofdst. UL Afd. I i I I I ' Robbert I Guiscard •»a't in ' Griekenland. "1081. f' r > s  II.BOEK I. Hoofdst III. Afp. De keizei bemagtigt Rome. (2-) Malater fc II'. Anna Comn. I. IV. Gul. Apul. 1. IV. io© HISTORIE ,fte bed, Boemund genaamd, verzeld werdt. De byzonde. re gebeurtenilïen van deezen oorlog, zyn door Malaterra, Willem van Apulien en de beroemde vorft in Anna Comnena, dogter van den Griekfchen keizer, te boek gefteld (z): wy zullen hier alleen aanmerken, dat, fchoon Alexis door eene Venetiaanfche^ vloot bygeftaan wierdr., Robbert zig egter van het eiland Corfu meefter maakte, Durazzo be. magtigde, een groot gedeelte van Romanien overwon, en door den voorfpoed zyner wapenen, en aannadering in de nabuurfchap van Konftantinopolen, eenen algemeenen fchrik onder de Grieken bragt. Mit>DELERWYL hadt keizer Hendrik, zynen mededinger Rudolf overwonnen, en was de laaftgenoemdè ook aan zy. ne wonden in den fiag by Veltheim overleden; waarop Hendrik met een talryk leger naar Italien tegen den paus optrok; en op dat hy dezelven van den byftand des hertogs van Apulien ontzetten mogt, floeg hy een huwelyk voor tuiTchen zynen zoon, met des hertogs dogter, en dat hy hem de mark van Ancona wilde afftaan; dog dat verdrag werdt door Robbert, welke Gregoor fteeds getrouw bleef, van de hand gewezen. Hendrik daagde beter by Jordaan, vorft van Kapua, welke zyne zyde koos, en hem, zo met manfchap als met geld, byftond. Hy belegerde Romen, gedurende de drie volgende zomers, en maakte zig ten Iaat* ften meefter van die ftad, uitgenomen van het kafteel St. Angelo, werwaardsden paus de vlugt nam , en by hertog Robbert om hulp aanhieldt. De tegenwoordigheid van Rob. bert in Italien, werdt ook nog om eene andere reden vereischt: want de inwoners van Apulien door des keizers komft te Rome aangemoedigd, ftonden tegens hertog Rogier op , in hoope, van hunnen dwinglandfche meefters met de hulp van het keizerlyk leger uit het land te zullen jaagen: wes-  van NAPELS. 101 weshalven de hertog het bevel over het leger aan zyn zoon Boëmund, en den graaf van Brienne overgaf, terwyl hy zelf met een kleine bende krygsvolk aan boord van twee fchepen, eene landing te Otranto deedt, alwaar hy onmiddelyk eenige muitelingen aantaftte, en die op de vlugt joeg. Hy bemagtigde Troja en Ascoli, en verwoeftte de ftad Cannae ten eenemaalen ; door welke middelen by alle de oproeren in Apulien ftiide, (a), waarna hy tegens Jordaan optrok, en Averfa_ belegerde. Vermits egter die ftad zig dapperlyk verdedigde, en de paus tot grote benaauwdheid gebragt was, brak hy het beleg op, en trok naar Rome. Voor zyne aan komft, hadt Hendrik met zyn leger de ftad verlaaten; maar de Romeinen, die nu in de belangen des keizers gekomen waren, belegerden den paus in het kafteel van St. Angelo. Guiscard bemagtigde de ftad by verrasfing, en maakte zig, na verfcheide fchermutfelingen in de ftraaten met de kei zerlyke party gehouden te hebben, meefter van het kapi tooi, ftelde den paus op vrye voeten, en geleidde hem in zegepraal naar hec Lateraanfche paleis. Kort daarna fprak hy, onder voorwenzei, dat de Romeinen eene zamenzweering tegen hem maakten, de ftad in brand, liet een groot getal inwoners ter dood brengen, en noodzaakte de geenen, welke verdagt waren den paus ongenegen te zyn , gyzelaars voor hun goed gedrag te geeven. Gregoor vondt egter de party van den keizer binnen Rome te fterk, wes. halven hy raadzaam oordeelde, de ftad te verlaaten, en be. gaf zig by het vertrek van Giuscard, met denzelven naar Salerno, alwaar hy tot zyn dood, welke in het volgende jaar voorviel, gebleven is. Guis- (a) Deeze opftand in Apulien, was waarfchynlyk door keizer A'.exit geftookt om zynen ontzaglyken vyand tot den aftogt te noodzaaken; want wy leezen, dat hy Hendrik aanzette om deszelfs landen aan te tasten , en hem met dat oogmerk 144,000 gouden zolidi en 100 ftukken fchariaken zondt. Anna Camn. ut fupra. Berthold. ad A. 1084. Etill. Hen. t. XII. Spicèl. p. aa8. J N 3 II. Boek. 1. Hoofdst. III. Afd. 1083. Robbert Guiicard verhfl den paus. 1084-  m HISTORIE ir.Bosic. I. Hoofdst. III. Apd, Hy leert naar Griekenland. Zyn dood 108S. Guiscard maakte inmiddels groote toebereidzelen om zy, nen zoon Boëmund te helpen y dezelve hadt in zyn afwezen, eene aanzienlyke overwinning op Alexis behaald, Hy fcheepte eene grote bende krygsvolk in, en ftak, in gezelfchap van zyn zoon Rogier, tegen het einde van Oogft. maand in zee. Alexis werdt door de Venetiaanen onderfteund, en zogt zig tegen deszelfs overtogt te kanten ; dog hy werdt ten eenemaal geflagen, en verloor een groot getal galeyen. Na dat Guiscard geland was, werdc hy door eene befmetlyke ziekte, welke zyn leger overviel, en meer dan tienzuizend mannen wegfleepte, belet eenige onderneming te doen; zelfs werdt Boëmund door die ziekte aangetaft, en genoodzaakt naar zyne geboorteplaats in Italien te keeren; of fchoon zommige fchryvers vernaaien, dat zyne ziekte de uitwerking was van vergif, 't welk hem door zyne ftiefmoeder Sikelgaita zoude ingegeeven zyn uit vrees, dat hy zig na zyns vaders dood, ten nadeele van haaren zoon Rogier van Apulien en Kalabrien meefter maken mogt (b). Na het vertrek van Boëmund uit het leger, beval Guiscard in het volgende jaar aan zyn zoon Rogier, Cepbalonia 'c welk aan 'c muiten geflagen was te belegeren , dog terwyl hy die onderneming in 'toog hadt, werdc hy van eene fterke koorts overvallen, welke hem noodzaakte zig naar Cafopolis een klein kafteel op heceiland Corfu te begeven, alwaar hy in Hooimaand, in het zestigfte jaar van zyn leeven, ftierf. De tyding van zyn dood trof het gantfche leger, zo dat het zelve door eene ydele vrees bevangen, onmiddelyk te rug trok, en met groote verhaasting naar Italien fcheep ging; geevende de genen, welke niet aan boord konden genomen worden, zig als gevangenen aan de Grieken over (V). Sikelgaita nam het lyk van haren ,(b) Odeh. Vital. 1. VII. {f) Gul, Apul. lib, uit.  van NAPELS. 103 ren man mede naar Italien; dog alzo het fchlp, waar in het zelve was, benevens veele anderen, fchipbreuk op de kus ten leedt, moeit men het hart en de ingewanden te Otranto lacen, dog het lighaam werdt voor de tweede reizegebah zemd en te Venofa begraven, Zodanig was het uiteinde van deezen eerzuchtigen o. verwinnaar, wiens beleid en dapperheid, met geluk ge paard, hem van een byzonder edelman , tot dien trap van magt en grootheid gebragt hadden , dat hy zo wel voor het ofterlche als wefterfche keizerryk ontzaglyk geworden was .(d). Kenige fchryvers verhaalen dac hertog Robbert, by uiterfte wille eene verdeeling zyner ftaaten gemaakt hadt, .os?** few* .• è'oo -r- .. /'.;& (d) Robbert liet uit zyne twee huwlvken , twee zoonen, en ver fcheidene dogters na. Hy regeerde dertig jaaren over Apulien,' er tien over Salern*; in welke laatfte ftad hy ook de zetel van zyne re geering geplaatft hadt; dewyl dezelve door baren uitgebreiden handel, groten rykdom , en talryke fenolen voor de wysbegeerte en geneeskun de, zeer beroemd was. Dezelve wordt by Romuald den Salemitaan, bj uüfttkenheid Civitas Medicinae genoemd. Dc ftigting van de ScheUt Salerni werdt ten onregte aan Karei den Grooten, welke nimmer in die ftad geweeft is , toegefchreven. Het is waarfchynlyker, dat dezelve ha> xen oorfprong verfchuldigd zyn aan de Arabieren en Saraceemn, welke, omtrent 300 jaaren voor dit tydperk, de wysgeerte van Ariftoteles met veel yver hadden begonnen te oefFenen, en verfcheide Griikjche boe ken in hunne taal overgezet hadden. De ftad van Salerno nu was aan de zeekuft gelegen, en werdt daarom door die oofterfche volken, wieiii geleerdheid, eenigen tyd in groote agting geweeft was, veelmalen be> zogt. De roem dier fcholen werdt voornamelyk vermeerderd door zekeren Konftantinuste Karthago geboren, welke zig 39 jaaren in het oosten in de leiteren geoeffend hebbende, op zyne te rugreize naar zyn vaderland vervolgd werdt, en zyne fchuilplaats te Saleenp nam, alwaat hy in 't geheim , zig in gedaante van een bedelaar ophieldt, tot dat hy door den broeder des konings van Bibylon ontdekt werdt, welke om een bezoek aan Robbert Guiscard af te leggen, gekomen was, en rum te Baby Ion gekend hadt. Konflantyn werdt, na die ontdekking, met veel agting door Robbert behandeld; en te Salerno zynde, zette hy zyne letteioeffeningen in de wysbegeerte en geneeskunde, met grooten yvej lï.BOEK, I. Hoofost. lü. Afd. Zyn zoon Rogier neemt bezit van Apulien en /Calabrien.  II-BOEK. I. Hoofdst. III. Afd. i 1 ( ( \ I i e f II d c o e z> t; Si e. Ï04 HISTORIE waarby hy Sicilien, aan zyn broeder Rogier ; zyne overwon pene plaatzen in het ooiten, aan Boëmund; en al 't geen hy in Italien bezat, aan zyn tweeden zoon naliet. Dog het is een van beiden waar, of, dat hy geene uiterfte wille gemaakt hebbe, of dat zyne zoons met dezelve niet te vreden geweeft zyn; want onmiddelyk na deszelfs overlyden , maakte beide Boëmund en Rogier, aanfpraak op de erfopvolging, en elk hunner kreeg een aanzienlyken aanhang voor zig. Rogier bezorgde zig door de liftigheid zyner moeder, de gunft van zyn oom Rogier in Sicilien, nam aanftonds bezit van de Italiaanfcbeüaatea, en verkreeg ook verfcheide plaatzen'in Kalabrien van den graaf, welke geduurende het le. ven van Robbert aan denzelven onderhorig geweeft waren. Bo'. ryer voort. Naderhand werdt hy een monnik, en begaf zig naar Casino , alwaar hy zyn tyd doorbragt met het opftellen van verfcheidene -•erhandelmgen over de geneeskunde, en met net overzetten van boeken ut verfcheidene taalsn. De monniken van Casjino bragten ook veel toe >fn den roem der Salernitaanjche fchoolen te vergrooten Onder het Musfcbap van Joan VIII, gaf de abt Bajfacio een boek in'het licht over ,e kragten der geneesmiddelen. Affano en Guarfa, aartsbiffchoppen van m.erno, waren ervaren in de geneeskunde, en de Salernitaanjche edelen wen zeer gefield om zig in die wetenfchap te oefFenen. Joan de Protda, welke naderhand de aanftoker der Siciliaaufche vespers geweell is /as een Salernitaansch edelman, en beroemd geneeskundige. Giannone. reldtook, dat in het jaar 1100 eene verhandeling over de geneeskunde 1 het ligt gekomen is, welke door de Salemitamfclie fchool aan Robbert en Noorman, en naamkoning van Engeland, opgedragen was. De eere, welke wetten aan die fchoole gegeeven heeft, was Rogier de cere, koning van Sicilien. Dezelven werden naderhand zeer bevoorrecht oorFrederik II. welke ieder een,'veiboodt de geneeskunde te oeffenen .-n ware hy een verlofbrief van de geneeskundige faculteit te Sater-zo' f te Na[els, verkregen hadt. Andere vorften fchonken ook verfcheidene mytels en voorregten aan deeze fchoole, en op 't laatft w.erdt deJlftot eene hooge fchool verheven , met het recht om den trap van meefter ! geeven. Romuald Salem, ad A. 1075, Chron. Casfin. P Di. ■on.l. III. c. 35. P. Diicon. de Vir. til. c. XIII. Leo Oll. I. III. 7. Giannone Hifi. di Napoli. Idem ibid.  van NAPELS, 105 Boëmund was voor zyns vaders overlyden naar Griekenland gekeerd, alwaar hy vernam, dat zyri broeder Rogier alle de Italiaanfcbe ftaaten aan zig genomen hadt, waarom hy met zyn eger te rug kwam, te Otranto landde, en aanftonds de vyandlykheden tegen zynen broeder begon. De oorlog duurde byna drie jaaren, in welken tyd Boëmund verfcheidene plaatzen bemagtigde; dog op hec laatfte werdt er door de bemiddeling van Urbaan den tweeden, welke na den dood: van fittor den derden, die opvolger van Gregoor geweeft\ is, tot paus verkoren was, een vergelyk tuiTchen die tweei broeders bewerkt; volgens het welk Boëmund gelaten werdt1 in het bezit der plaatzen, welke hy bemagtigd hadt, en' kreeg daarenboven Maida en Cofenza, welke laatfte plaats' hy naderhand voor Bari ruilde. In het volgende jaar, gingen Rogier en Boëmund weder den paus te Melpbis opwagten , alwaar hy in herfftmaand eene kerkvergadering hieldt, en het vergelyk te vooren tuiTchen die twee broeders gemaakc, beveiligde (e). b WiiiNiGE maanden daarna ftierf Jordaan, vorft van Kapua,t en wierd door zyn zoon Ricbard den tweeden, toen nog maarl een jongen, opgevolgd; dees werdc wel haaft door de Lon « gobarden m Kampanie uit Kapua verdreven, en begaf zig" naar Averfa (f). Middelerwyl viel de ftad Cofenza van Ro. gier af, waarop hy zyne toevlugt tot zyn oom den graaf nam, en als hy de muitemakers met deszelfs byftand ondergebragthadt, gaf hy denzelven de helft van Palermo, welke zyn vader zig voorbehouden hadt; zo dat zy beiden afftand gedaan hebbende van de landen , welke de een in het gebied van den anderen hadt, elk zyne landen naar derzelver byzondere wetten en gewoonten begon te regee- ren. Bamr,PiiREGaiN' ** LUP' ProtoPh;it- an- I0^. Romuald. Salern. ap. (f) Peregkin. in Stem. Princ. Norm. EUROP.HlST.XDüSUiSTÜK. O I. Boeic. i. 300FDST. ÖL A?d. Hy versient met ;yn broe'■er Boenund door 'emiddeing van en paus 088. lichard 1. wordt it Kapua eodreven. 090.  ïoö HISTORIE II.Boek 1. Hoofdst, III. Atd„ ren. Na dat deeze muitery geftild was, trouwde hertog Rogier met Adala , dogter van Robbert den Fries, markgraaf van Vlaanderen, en nigt van Filip koning van Frankryk , by welken hy twee zoonen met naame Willem en Lodewyk teelde. Terwyl zy beiden nog jonge kinderen waren, werdt Rogier te Melpbis door eene koorts overvallen, welke hem tot dien flechten toeftand bracht, dat hy door de geneesmeefters opgegeeven wierdt, en er een gerucht ging, dat hy dood was. Boëmund, welke toen in Kalabrien was, verzamelde aanftonds eenig krygsvolk, trok m de ftaaten van zyn broeder, en noodzaakte verfchei. dene fteden om den eed van getrouwheid jegens hem af te leggen, niettegenftaande al het welk hy voorwendde, dat hy alleen geduurende de minderjaarigheid zyner nee. ven, de regeering op zig wilde neemen. De hertog was over die behandeling zeer ontzet, en zondt aan zyn oom om hulp , waardoor Boëmund wel haaft genoodzaakt werdt om af te trekken; welke nu zyne voorbarigheid merkende , en horende, dat de hertog.tegen alle verwagting, herfteld was , te Melpbis kwam om hem deswege te begroeten; en nadat hy zig wegens zyne gehoudene handelwyze ontfchuldigd, en alles te rug gegeeven hadt, wat hy hem afgeno. hadt, beloofde hy denzelven zyne hulp om eenige fteden welke aan 't muiten geflagen waren , tot haren plicht te brengen. Onder dezelve fteden waren Raffana en Amalfi: Willende Grantarul, welke met des hertogs nigt getrouwd was, hadt zig van Rafan meefter gemaakt, doch hy wierdt in korten tyd, door de krygsmagt van den hertog verfterkt door die van Boëmund, en van graaf Rogier, 't ondergebragt; en genoodzaakt, met zyne vrouw naar Konftantinopolen te vluchten. De graaf liet zig echter kort daarna, wegens de naauwe verwantfchap met Willem , met denzelven verzoenen , en gaf hem alle zyne landen uitgezonderd het kafteel van St. Maür, te rug (g). MfD (g) Malatee. I. IV. c. 2.  van NAPELS. 107 Middelerwyl trok hy op tegen die van Amalfi, welke de veftingwerken , die door Robbert Guiscard in hunne ftad gemaakt waren, vernield, en alle de genen, welke de Noormannen begunftigden , verjaagd hadden. De ftad hadt veele inwoners, was wel verfterkt; en de ingezete nen waren zeer op de vryheid gefteld, welke zy zo lang genoten hadden. Weshalven de hertog vrezende, dat hec. niet gemaklyk gaan zoude hen t'onder te brengen, de ftad met een magtig leger, zo ter zee als te land beleger■' de. Behalven zyne eigene krygsmagt, hadt ook zyn' broeder Boëmund zig met eene grote bende krygsvolk uit Kalabrien, by hem gevoegd, en zyn oom Rogier voerde een leger van twintig duizend Saraceenen, en een onnoemlyk getal van andere landaarden uit Sicilien over De ftad werdc eindelyk tot het alleruiterfte gebracht, wanneer een zonderling toeval tot derzelver behoud medewerkte. Urbaan den tweeden hadc in het voorgaande jaar, door zyne aandoenlyke redevoering op de kerkvergadering teClermontm Frankryk, een romanachtigen en dweepzieken geeft over gantsch Europa verwekt, om ter herovering van Jerufalem, eene tocht naar het Heiligland te doen. Gedurende het beleg liep een groot getal kruisvaders naar Apulien zonder iemand aan hun hoofd te heb. ben, weshalve Boëmund, nog fteeds gedachtig aan zynen vorigen tocht, welken hy met zyn vader in Romanien gedaan hadt, en welk land hy zelfs nog verlangde te bemagtigen, aanftonds het kruis aannam, en met eene grote uiterlyke vertoning van godsdienftigheid en yver, anderen aanmoedigde, om zyn voorbeeld te volgen. Hy flaagde daarin zo wel, dat hy het befte gedeelte van het vereenigde leger, 't geen voor de ftad lag, overhaalde om (/;) Lüp. Protcsphat. ad A. 1095. O 2 I/.BOEK. I. EÏOOFDST. iii. Afo. En belegert Amali, doch e ver. \eefs. 1090.  II. Boek, i. Hoofdst. III. Afd. Boëmund doet een kruisvaart. Ricbard II. werdt in h't vorficndom Kapua herfield. 1097. 108 HISTORIE óm het kruis aan te nemen , en eene gelofte te doen, da.zy tegen geene Kriftentn den oorlog voeren zouden voor en al eer zy uit het Heilig Land te rug gekeerd zWvne?Ven d£Wylude her£°S ziS ^ar door van den bloem zyner krygsmagt beroofd zag , was hy ■ tot zyne grote K ?fn°odz?akc' cnderneemmg te laten ftéken, juiit als dezelve op het Pimt ftondt van te gelukken ÏO Boëmund aan het hoofd van een ontzachlyk leger ' itak kort daar op naar Griekenland over,, en werd: door zynen neef den beruchter) Tancred vergezeld, welke zig od dien heiligen tocht zeer beroemd maakte (*). Voo- zyn vei trek, ftondt hy alle zyne bezittingen in Italien aan zyDeo broeder Rogier af, welke in het daaraanvolgende iaar, diehard den tweeden het vorftendom Katua hielp herove' ren. Ricbard was zyne herfteiling voornaamelyk aan den byltand van den graaf van Sicilien verfchuldigd, wiens be. iclierming en hulp hy zig verworven hadt, met z'g als leenman van denzelven te erkennen , en hem de ftad Napels te beloven, of fchoon het niet blykt, wat recht hy had' om daar over te befchikken, dewyl hy te dier tyd niet in het bezit van dien ftad was, maar dezelve op de wyze van een gemeenebeft, door haren eigen hertog geregeerd wierdt Kogier voerde in de lente, een ontzachlyk'leger uit Sicilien, over, waarmede hy Kampanien verwoede, en Kapua belegerde; welke ftad ook, na een beleg van veertig dagen, genoodzaakt was zig over te geven, en zig, op zodanige voorwaarden, als Rogier voorfchreef, te onderwer. pen. Na de bemagtiging dier ftad, keerde de hertog en de graaf weder naar Salerno, alwaar zy door paus Urbaan bezocht werden, welke, in aanmerking van de menigvuldi. ge (i) Malateh. I. IV. c. 24, (*) Vide Barok, ad A. 1079. Giakkoxi Hifi. di Napol. I. X. k.  van NAPELS. Ï09 ge dienden , welke de graaf aan den apoftolifchen ftoel bewezen hadt, hern eene bulle gaf, waarby hy en deszelfs zoon, welke hem zoude mogen opvolgen, tot pauslyke legaten in Sicilien benoemd werden; waarom ook de vor. lten welke vervolgens dat eiland geregeerd hebben, hun recht om zo wel opperheeren in het geeftlyke als in het waereldlyke te zyn, ftaande gehouden hebben; en of ichoon de ftoel van Rome zig _wel fterk daar tegen verzet heeft, hebben zy echter dat grote voorrecht behouden (7). - Middelerwyl hadt Boëmund, Antiochie bemagtigd , en den tytel van vorft dier ftad aangenomen, welke waardigheid hy insgelyks dp zyne kinderen overzette. Omtrent zes jaaren daarna, kwam hy in Italien, en hadt te Rome een mondgelprek met paus Piscal den tiveeden, welke aan Urbaan opgevolgt was, waarop hy naar Frankryk vertrok, om met Conjlantia, de dochter van koning Fbilip te trouwen. Voor dat hy nog in Italien aankwam , ftierf zyn oom, de vermaarde graaf Rogier, in het zeventiglte jaar zyns ouderdoms, en werdt in de ftad Melito in Kalabrien, begraven, tïy liet, uit zyn laatfte huwelyk, twee jonge zoonen na, en voorts twee dochters, welke aan graven in Lombardye getrouwd waren. Zyn oudite zoon Simon overleefde hem maar eenige maanden, en het fchynt zeer onzeker, of hy wel ooit in het bezit van het graaffchap Sicilien geweeft zy. Zo dat Rogier den tweeden , welke ook nadarhand koning geworden is, wel voor deszelfs onmiddeiyken opvolger mag gehouden worden. Weinige jaaren na deeze opvolging, trachce Robbert broeden van den vorft van Kapua; z:gvan dat vorftendom meefter te maken; dog Ricbard (l) Bonn defenfede la Monarchie de Sicile edit. Amfterdam an. 1716. Gilliilm. Tyr, de bel facr.. Ap-pend. ad Hift. Malatsr. ap. Mukat. t. V. Romuald. Salern. Chron. Alex. Felesin abbac Hift. R^ciR Reg. 1 I. c. 2, 3. II.BoEK. L EIOOFDST. iii. Afd. Rogier gtaaf van Sicilien ■wordt door sy'J zoon Rogier I [. opgcvolgl. ii10.  ii© HISTORIE II Boeki. Hoofdst. III. Afd. hard behield het zelve tot zyn dood, welke twee jaaren daarna voorviel, wanneer Robbert zig in bezit van het zelve ftelde , en het eerft twaalf maanden onder den tycel van Pro. curator beftierde, waarna hy dien van vorft aannam , gelyk ook die van Kapua hem voor hunnen opperheer erkenden, aangezien zyn broeder geene kinderen hadt nagelaten. Kort hierna kwam Henkrik den vyf de, welke tegen zyn vader Hendrik den vierden was opgeftaan, en denzelven van alle keizerlykefieraden beroofd hadt, aan 't hoofd van een antzachlyk leger in Italien , om de keiz^rlyke kroon te ontvangen , en het gefchil over de inhuldiging der bisfchoppen met ring en ftaf, volkomen af te doen. Dewyl hy zo fterk op het behouden van dat recht ftaan bleef, als ooit zyn vader gedaan hadt, begon de paus voor des. zelfs oogmerken zeer bedugt te worden, en verzocht de hulp van vorft Robbert, en van hertog Rogier, ter beicherminge van den apoftolifchen ftoel, welke zy hem ook belooiden, waarop hy naar Rome keerde; en den eed van de Romeinen ten zeiven einde afnam. Niettegenftaande deeze voorzorg, werdc hy in fprokkelmaand van het volgende jaar, in de St. Pieten kerk door den keizer in verzekering genomen , in befloten gevangenis gefield, en gedurende twee maanden zeer verachtlyk behandeld; tot dat ïy bewilligde des keizers eifchen, nopens die inhuldigingen, door eene bulle te beveiligen. Robbert vorft van Kapua zondt wel aanftonds, op het ontvangen der tyding van aet gevangezetting van den paus , eenig krygsvolk naar Rome tot deszelfs byftand; doch de keizer hadt te dien ty* ie met zynen gevangenen de ftad verlaten, en zig naar de ïuidzyde van den Tyber begeven; zo dat de Noormannen genoodzaakt waren naar Kapua te keeren, te meer, daar sy alle de edelen omtrent Ferentino in de belangen des kei* sers gevonden hadden. De paus was door het overlyden .'an hertog Rogier, welke omtrent dienzelfden tyd,-als hy ;e Rome .geval: wierdt, te Salerno ftierf, van alle hoop cm' -hulp  vak NAPELS. in hulp uit Apulie te erlangen, beroofd. Dit fterfgeval van Rogier, ontzette de Noormannen zeer, orn dat die van Lombardye fcheenen aan 't muiten te willen flaan, en zy overtuigd waren, dat zy des keizers gramfchap, welke toen ontzach. lyk was, daarenboven den paus in zyne macht hadt, en de landen der kerke in hunne nabuurschap verwoeüede , verdiend hadden. Weshalve de Noormannen in Apulien en Kalabrien, in plaats van tot verlosfinge van den paus naar Rome te trekken, zig van de verfterkte plaatzen in hunne lahdfchappen, ter hunner eigener verdediginge verzekerden; en vorft Robbert, welke het meeft aan de wraakneming des keizer blootgefteld was, zondt gezanten aan den zeiven, met aanbieding van zig te onderwerpen (m). Nadat Hendrik de keizerlyke kroon, en de bulle be> langende de inhuldigingen der geeftlyke bedieningen in 't Roomfche ryk ontvangen hadt , verliet hy Italien zonder zig met de zaken der Noormannen te bemoejen , en hy was niet zo haaft de Alpen overgetrokken, of de bulle, welke hem door Pascal gegeeven was, werdt door verfcheide kardinaalen, welke ten dien einde te Rome by een gekomen waren, vernietigd. Hertog Rogier gelyk zo even gezegd is, geftorven zynde, werdt door zyn eenigen zoon Willem, opgevolgd: dezelve werdt te Cepperano door paus Pas cal als hertog van Apulien en Kalabrien ingehuldigd («). Omtrent vier jaaren daarna, werdt Pascal in het pausfchap opgevolgd door Gelafius den tweeden, welke van Gaeta geboortig was. De keizer was toen in Italien , en vermits de paus de toeftemming van Pascal nopens de kerklyke inhuldigingen niet wilde beveiligen, trok Hendrik regelrecht naar Rome. De paus voor eene gelyke behandeling, als zyn voorganger ondergaan hadt, vreezende, begaf zig naar zyne Cm) P. Diac. 1. IV. c. 41, 42. (n) Idem 1. IV. c. 49. II.boek, I. Hoofdst. II. Afd. Willen volgt in het hertoglom van Apulien. ip nu.  112 HISTORIE II.BOEK. I. hoofdts III. Aeo. Jordaan 1 II. volgt | in Jut vpr-( Jiendom yan Kapu-. a. ' zynegeboorreftad, alwaar hy ingewyd werdt, en aan Willem en Robbert vorft van Kapua de beleening fchonk, welke hem tegen de fcheurmakers beloofde by te ftaan. Hendrik ftelde middelerwyl een tegenpaus aan, welke den naam van Gregoor den acbtften aannam , doch wanneer hy kort daarna verwittigd wierdt, dat de Noormannen Gelafius naar Rome geleidden, verliet hy de ftad, en keerdenaar Duitfchland. Of fchoon nu wel Gelafius kort daarna met eene aanzienlyke bende Noormannen binnen Rome kwam , was eenter de keizerlyke en tegenpauslyke party fterker, dan hy verwacht hadt , waarom hy ten tweedenmale genoodzaakt was Rome te verlaten, en zig naar Frankryk te begeven, alwaas hy in het begin van het volgende jaar, in het kloofter van Cluny ftierf. De kardinalen welke hem verzeld hadden, verkoren aanftonds Guy aartsbiiTcbop van Vienne, welke den naam van Calixtus den tweeden aannam. Daar was in het eerft eenige hoop van vergelyk tuiTchen hem en den keizer, met betrekking tot de inhuldigingen; doch vermits de voorgeflagene onderhandelingen geen ge. volg hadden , keerde Calixtus in het volgende jaar naar Rome, alwaar hy met grote achting ontvangen werdt. Weinige maanden daarna, begaf hy zig naar Benevente om den byftand van hertog Willem en van den vorft van KaWa tegen den tegenpaus, welke onder de befcherming van ie keizerlyke bezetting te Sutri was, te verzoeken. Calixtus beveiligde Willem in deszelfs bezittingen, doch voor zyn aankomft ftierf Rebbert, vorft van Kapua, welke zyle ftaaten aan zynen zoon Ricbard den derden naliet, web ;e hem niet meer dan twee dagen overleefde, en door zyien oom Jordaan den tweeden opgevolgd werdt, welke op Ien vyfden van hooimaand, volgens de gewoonte der No.ornannen met de heilige olie gezalfd werdt (o). De paus ;reeg echter eene bende Noormannen , met wiens hulp hy, in (») Falcon. Benevent. Chron. Chron. Cavenf.  van NAPELS. 113 in het volgende jaar Sutri bemachtigde, en zig van den te genpaus verzekerde, en den zeiven voor zyn leven gevangen zette. Hy overleefde deeze gebeurtenis omtrent drie jaaren, en werdc door Honorius den tweeden opgevolgd. Weinige maanden daarna , ftierf ook keizer Hendrik den vyf dm, wanneer Lotharius hertog van Saxen , en Koenraad hertog van Swaben, beide ftaande hielden wettig verkoren te zyn , en hunnen toevlucht tot de wapenen namen om hun recht te verdedigen. Gedurende dien binnenlandfchen oorlog in Duitfchland, ftierf Willem, hertog van Apulien, te Salerno, in hec zeventiende jaar zyner regeeringe , zonder eenig krooft na te laaten (p). Eenigen tyd voor zyn dood, maakte hy by uiierfte wille, zyne ftaaten aan zynen oom Rogier, hertog van Sicilien, welke aanftonds zonder den paus raad te plegen te Salerno kwam, de Salemitanen by hunne oude voorrechten beveftigde, en door Alfonfus, biflchop van Caput Aquenfe, ingehuldigd werdt. Van daar begaf hy zig naar Reggio, alwaar hy tot hertog van Apulien en Kalabrien* werdt uitgeroepen, en, na dat hy een keer door alle die| landfchappen gedaan hadt , keerde hy naar Sicilien (q).„ Rogier ontmoette in het eerft eenigen tegenftand by de Sa.z lemitaanen, welke echcer zig wel haaft tot onderwerpingA lieten overhalen; maar hy hadt een anderen vyand , wel-1 ke grootlyks misnoegd was, dat hy zig onderwonden hadt met de erfopvolging van zynen neef Willem te bemoe. jen. Dees was Honorius den tweeden, welke bybracht, dat Rogier door het bezitnemen van Apulien en Kalabrien, de rechten van de kerk gefchonden hadt, voor welke hy op eenen (p) Romuald. Salern. Falco Benev. ad A. 1127. P. Diac. 1. IV. c 96. (0; Romuald. Salern. Alex. Tjïlesin. Abbat. Hift. ap. Mubaior. 1, V. p. 616. 617. L ürop. H ist. X. Deel . I. Stuk P II.boek. i. ïoofdst. iii. AFDi u-o. ogier raaf van icilien ?emt belt van pulien. •27.  «4 HISTORIE II.BoEK 1. HOOFDSl UI. Afd.. De paus kant zig daartegen eenen redelyk valfdhen grond , de oppermacht over die twee hortogdommen eifchte. Hy wilde Rogier daarom ook •de beleening niet geeven , offchoon dees dezelve op de ootmoedigfte wyze verzocht, en daar voor de fteden Tro. ja en Monlefüsco aanbootd, Rogier zondt verfcheide gezantfchappen aan den paus te Benevento, doch Hanorhts wilde naar deszelfs voorflagen niet horen , maar hy keerde naar 'Kapua, en hieldt aldaar een byeenkomft, welke uit den vorft van Kapua , en verfcheide baronnen uit Apulien beftondt, dewelken hy ook overhaalde, om ter verdediginvan de kerk, in eene verbintenis tegen Rogier te treden. Rogier die den tytel van hertog aangenomen hadt, bleef fteeds op een vergelyk aandringen, doch Honorius was onverzetlyk; en verklaarde, dat hy liever wilde fterven, dan naar voorflagen luifteren, en liet een vonnis van kerkban tegen den hertog en deszelfs aanhangeren, afkondigen. ëindelyk befloot Rogier zyn recht door de wapenen te handhaven, en verzamelde, by zyne terugkomft in Sieilien, een onzachlyk leger, welk hy in de volgende lente naar Italien overbracht; en zrg fpoedig van Tarento Otranto, Brindici, Oria en veele andere plaatzen meefter maakte. Middelerwyl trok Honorius met de oproerige baronnen , en derzelver krygsvolk, tegen hem op. Rogier hieldt zig op de aannadering van het pauslyk leger, zeer voorzichtiglyk binnen zyn verfterkte legerplaatsen wendde voor, dat hy uit achting voor den paus, een veldflag zocht te vermyden, fchoon zyn waare hoop was, dat de vyanden uit gebrek van eensgezindheid en van nooddruft, wel haaft genoodzaakt zouden zyn uit elkander te gaan. De uitkomft beantwoordde aan zyn beleid; want veelen in s'paiuenleger, waren genoodzaakt hunne klederen te ver. kopen om levensmiddelen te bekomen, 't welk eene gro. te verloping veroorzaakte; waarop de paus buiten kennis van zyne barons, aan Rogier de beveiliging in het bezit der  van NAPELS. 115 der (lasten van zyn neef liet aanb;eden, indien hy den eed van getrouwheid jegens den heiligen ftoel wilde afleggen. Wanneer deeze onderhandelingen ruchtbaar wierden, toonden de barons deswege hunne verantwoording, en verlieten den paus onmiddelyk, welke naar Benevento keerde, werwaards Rogier hem volgde, dien hy, in de nabuurfchap der gemelde ftad in het bezit van Apulien en Kalabrien beveiligde. Op de tyding van dit vergelyk met den paus, onderwierpen zig aanftonds veele fteden aan Rogier. Brin difi bleef echter afvallig; en Troja, welke het yverigfte in den opftand geweeft was, liet, in plaats van den hertog te erkennen, van Robbert den tweeden, vorft van Kapua, wel. ke omtrent twee jaaren te vooren, aan zyn vader Jordaan opgevolgd was, om befcherming verzoeken; doch vermits Robbert dit verzoek affloeg, onderwierpen zy zig aan Rainulf, graaf van Avellino; maar Rogier hieldt hem, door bedreiging van in zyn graaffchap te zullen vallen, van de ftad welke hy naderhand belegerde, en tot de overgave noodzaakte, !t geen den misnoegden zodanigen fchrik aanjoeg, dat zy allen zig onderwerpen (V) Aangezien hy nu zeer veele ftaaten in zyn perzoon ver« eenigd hadt, werdt hy op zyne terugkomft in Sicilien door veelen zyner vrienden ernftig aangezocht, om den ty. rel van koning aan te nemen. Hy leende ook gaarne het oor aan dien voorflag, en keerde naar Salerno, alwaar hy de barons van Apulien deedt by een roepen, welke aller eenpariglyk hem het zelve .aanrieden, waarop hy een bevel liet afkondigen , waarby aan alie zyne edelen en barons ge. laft werdt, op Kersmis te Palertno te verfchynen: maar ver* mi's het pauflyk gezag in die tyden zo groot was, dat de vorften oordeelden, dat zy , nog den tytel van koning nog eeni- (r) Teles. in Abbat. Hift. ut fupra. Falcos. Beneventan. Chjor^ Romuald. Chron. P * II. Boek. 1. Hoofdst. 111. Afd. Ge ft hein eindelyk de in;eftiture.  n6 HISTORIE II.Boek i. Hoofdst Hl. Afd. Rogier neemt dei; tytel van koning aan ii 30- ! eenigen anderen zonder deszelfs toeftemming konden aannei men, oordeelde Rogier het noodzaaklyk, de goedkeuring van den heiligen ftoel te hebben. Daar was ten zeiven ty« de, tot zyn geluk eene grote fcheuring in de kerk van Rome ontftaan. Innocentius den tweeden, en Anacletus den tweeden, waren beiden in het begin van het jaar, op den zelf. den dag door onderfcheide partyen verkoren. Innocentius was eerft op een bedekte wyze door de minderheid benoemd, maar vond zig genoodzaakt Rome te verlaaten, en zig naar Frankryk te begeven, alwaar hy wel haaft den keizer en den koning van Frankryk overhaalde, om hem als paus te erkennen. Anacletus werdt te Rome door zyne machtige nabeftaanden, en een groot getal kardinalen, "onderfteund. Rogier vond goed, uit welke beweegrede is onzeker, zig voor Anacletus, welke in het algemeen in ha* lie erkend werdt, te verklaren. De tegenpaus daarentegen , om de befcherming van een zo machtigen vorft te vergelden, maakte geene zwarigheid om hem den koning, lyken tytel toe te ftaan. Hy hieldt dienvolgende, inherfft. maand een mondgefprek met Rogier te Avellino, alwaar hy den tyd en de plaats der kroninge bepaalde, en hy liet by zyne terugkomft te Benevento de bulle daar toe in orde brengen , waar in de rechten en voorrechten van het koningryk opgeteld werden. Hy zondt den kardinaal Comas naar Palermo , welke den koning, op den vyfentwintigften van wintermaand, met grote pracht en veel plechtigheid kroonde (f). (t). Wei- (f) Vide auft. fup. cit P. TStac. I. IV. c. 67. (f) Rogier verkreeg toen niet alleen de beleening van Sicilien, Apü'ienen Kalabrien, maar ook van het vorftendom van Kapua, en van het lertogdom van Napels, of fchoon vorft Robbert hy de koning tegenwoordig ware, en de kroon op deszelfs hoofd hie'p zetten, jaof fchoon iet hertogdom Napel; toen by deszelfs eigen hertog geregeerd wierdt, en  van NAPEL S. 117 WiiiMïöE maanden na deeze plechtigheid, belegerde del nieuwe koning de ftad Amalfi eer zee en te land , en noodzaakte dezelve tot de overgave. Na dat hy die ftad be.' machtigd hadt, en te Salerno wedergekeerd was, kwam Sergius hertog van Napels, volgens het fchryven van den abt 'van Telellen, zig vrywillig aan deszelfs oppergebied onderwerpen. Deeze onderwerping, indien er al eene geweeft is, was echter van geen gevolg; want Sergius verbond zig in het volgende jaar, met een groot getal machtige barons , welke tegen den koning opgeftaan waren. Vermits Rogier op eene vry willekeurige wyze begon te regeeren, en zyne eerzuchtige oogmerken van dag tot dag, meer en meer te ontdekken, namen verfcheide Apuliershunnen toevlucht tot den keizer, en verzochten deszelfs befcherming, terwyl anderen eene verbintenis ter hunner eigene verdediging floten. Die van Benevento, ziende dat de koning hunnen J bevelhebber, den kardinaal Crescentius omgekocht hadt,^ en vooreemens was zig zeiven meelter van de ftad te L maken, joegen den kardinaal weg,;zeiden hunne onder-i werping aan Anacletus op, en erkenden Innocentius, welke hun zekeren Gerard tot bevelhebber toezondt. De graaf van Avellina, offchoon aan de zufter van den ko. ning getrouwd , werdc echter door denzelven van een groot gedeelte zyner ftaaten beroofd, weshaiven hy Rob. bert vorft van Kapua, Tancred graaf van Converfam, Grimoald vorft van Bari, benevens nog verfcheide andere ba. en aan het Oofterich ryk onderworpen ware. Hy verkreeg echter het vorftendom Salerno niet, die ftaat werdt, eenigen tyd geleden, doorde pauzen zelfs geëigend , waarfchynlyk op den grond van een voorgewende gift van Gifvlf II, die door Robbert Guiscard vernagd werdt, en zyne fchuilplaats by Gregoor VII nam. De beleening daar van werdt g^eeven aan Rogier, deszelfs kinderen, en nakomelingen, jure perpetuo, en men kwam wegens den jaarlykfehen erfpacht overeen op eene zomme van ooo Scy, Mi. Bnllae Anaclet. ap.. Baron:. P 3 I.BOEK. I. lOOFDST. UI. Afd. '.en geaarlykevfland in ipulien. 131-  II.BOEK I Hi ofdst UI, Afd. De keizer Itetfttitln- nocentius te Rome. «33- I (V) Vide Bo&ojs. Anna!, ad A. 1132. Telbsïm. abbat. I, II. fi? II I S T O R I E baronnen overhaalde, om de wapenen op te vatten Wan» neer deeze misnoegden daarenboven nog hulp by de Napolitaanen en Bentventaners vonden , tafteden zy den koning by de rivier Sarno aan, alwaar hy ten eenemaal geflagen , genoodzaakt werdc naar Sderno te vluchten ,° van waar hy in het begin van wincermaand , naar''Sicilien keerde f» Voor deszelfs vertrek, was keizer Lotharius in Italien gekomen, en nadat hy zig eenige maanden in Lombardye opgehouden hadt, trok hy in de lente daar aan volgende, naar Rome, om Innocentius weder in hec bezie van den appftolifehen ftoel teftelien, waartegen hy van den zeiven de keizerlyke kroon in de Lateraanfcbe kerk ontving, dewyl de St. Pieters kerk nog in handen van Anacletus was. De komft des keizers verwekte ook veel moed by de oproerige Apuliers, van welke veelen zig naar Rome by Lotbarius begaven, in het byzonder Robbat vorft van Kapua, en graaf Rainulf van Avdlino. Zy waren echter in hunne hoop op byftand bedrogen , want de keizer hadt niet meer dan omtrent tweeduizend mannen by zig, en ver. mits de tegenparty in het bezit was van alle de kerke-plaatzen binnen Rome, vondc hy zig wel haaft genoodzaakc de [tad te verlaaten, en naar Duitfchland te keeren. Middelerwyl was Rogier weder met een ontzaglyk leger, 't welk meeft. uit Saraceenen beftondt, in Apulien gekomen, alwaar hy verfcheide der afgevallene fteden heroVerde, en de op. roermakers met groote ftrengheid ftrafte. Vermits de vorft van Kapua, die met den gsaaf Rome verlaaten hadt, om Rogier tegen te gaan, dezelven te machtig vondt. begaf ay zig naar Pi/a om den byftand dier republyk te verzoc. ien. De paus, weike den Pifaanen verf'heide voorrechten jefchonken hadt, ondeifteunde hem in zyn verzoek, waar door  van NAPELS. 119 door hy bewerkte, dat het zelve gerfieerïebefl: hem beloof, de, om in tle volgende lente met de Genueezm en Vene> tidanen , eene vloot van honderd zeilen tógfcn Rogier te zullen zenden. In deszelfs afwezen, had de de koning by na gantich Apulien bemachtigd, verfcheide fteden va&dehoof» den der oproermakers genomen>, van wei-ke taatften hy zommigen liet ter dood brengen, terwyl hy de anderen gevangen naar Sicilien zond. Hy kwam tegen het einde van wynmaand, meteen groot getal gevangenen van allerlei ou* derdom , en een ontzachlyken buit van goud, zilver en koftbare goederen, in drie«entwintig fchepen geladen, te Salerno aan, en nadat hy zyn leger gelaft hadt, gedurende den winrer, de landen van Benevento en Kapua tö verwoeften, ftevende hy naar Sicilien, in welken overtocht hy meeft alle zyne fchepen door een geweldigen ftorm verloor (■»). (n lentemaand daaraanvolgende, kwam de vorft van Kapua weder in Kampanie met duizend Pifaners en eenige weinige fchepen, en, nadat hy drieduizend ponden zi:ver uit de kerken te Kapua en te Napels by een gezameld hadt, zondr hy dien fchac naar Pifa om de komft van het overige gedeelte der vioote te bevorderen. Rogier kwam omtrent dienzelfden tyd met zestig galeyen te Sikrnó; en zyn krygsvolk uitgefcheept hebbende, zondt hy de vloot om de kuften van Napels aan te taften: of fchoon dezelve niet zeer gelukk'g tegen de Napolitaanen was , hadt hy zyn leger te Evellino by een getrokken, belegerde Novara onverwacht, en maakte zig meefter van die plaats, door dien hy een aanhang onder dé inwoners hadt weten te maken , terwyl het leger der muirelingen te vergeefs de Sarno poogde over te trekken om hem in een gevecht in te wikkelen. Na de bemachtiging van Novara, viel hy in de landen van Rai- (v) Folcon. Benevent. Chron, Tasesjn. Abbaf. ut fupra. I.boek, I. IooynsT* III. flW De Pi fat ners helpen de oproermakers.113-t.  ï2o HISTORIE If.EoEK. I. Hoofdst, JU. Afd. Die van Apulien Jlaan voor ae tweede keer aan 't tttuicen, H35. Rainulf, welke zig door zyne barons ve laten ziende, genoodzaakt was zig te onderwerpen, waarop Rogier hem zyne misdaad vergaf en hem met de teruggeving van zyne vrouw en kindei en als mede een gedeelte van zyne landen, zeer vriendelyk ontving. Deeze verzoening tuiTchen den koning en zynen fchoonbroeder, joeg de andere muitelingen een fchrik aan; een groot gedeelte van hun leger verliep , en Robbert vont van Kapua , keerde aanftonds naar Pifa, alwaar hy door Innocentius ontvangen werdt: dezelve was door de party van Anacletus genoodzaakt geworden, Rome te verlaten, endeedc ernltige aanzoeken by den keizer om weder met een leger naar ltulien te keeren, ten einde zig tegen den Siciliaanfcben dwingeïand te kanten. Middelerwyl bemachtigde Rogie* geheel Campanien , en maakte zig meefter van Kapua, terwyl hy volgens hec lchryven van den abt van Talefo, ook de onderwerping van de hertog van Napels ontving. Hy nam vervolgens bezit van Averfa: en na dat hy de Beneventaners gedrongen hadt zig op goedvinden over te geven, keerde hy op eene zegepralende wyze naar Salerno , van waar hy tegen het einde van het jaar, naar Sicilien over ftak. In dien tuflchentyd kwam Anacletus te Benevento, ftelde nieuwe amptenaaren in de ftad aan, en ftrafte de hoofden van het oproer (jw). Rogier werdt, na zyne terugkomft in Sicilien gevaar]yk ziek , en na dat hy weder herfteld was, verloor hy zykoningin Alberia , door wiens overlyden hy zo getroffen werdt, dat hy, geduurende verfcheide weken, niet in het openbaar vericheen, en alleen door eenige weinige zyner gunftlingen gezien werdt. Hier uit fproot een gerucht van zyn dood, 't welk nieuwen moed aan de misnoegden van het vafte land gaf, te meer doen Robbert vorft van Kapua, in de lente, te Napds, met acht duizend Pifaners en eune ont- (w) Vide Anet. fup. cit.t,  van NAPELS. ia, ontzaglyke vloot aankwam. Hier op treden Rainulf, vorft Roobert, en de hertog van Napèlt in eene nieuwe verbintenis tegen den koning ; en Robbert trok aanftonds met een ontzag yk leger naar Kapua, om die ftad te heroveren; doch alzo die plaats door de voorzorg van Waryn, den kanzeher des komngs, wel verzekert was, vondt hv zig genoodzaakt af te trekken. Findelyk kwam Rogier te. gen het begin van zomermaand te Salerno, verzamelde fpoedig een omzaglyk leger, waarmede hy Averfa bemachtig, de. Dewyl die ftad in den laatften opftand zeer voorbarig geweeft was, liet hy dezelve eerft door zyn leger plunderen, en ftak dezelve vervolgens in brand: hier op trok hy naar Napels, belegerde het zelve negen dagen lang, verbrandde de voorfteden , en verwoeftte alle de nabygelegene landen. Als hy nu wegens het heete weder met zyne krygsmacht afgetrokken was, overviel de Pifaanfche vloot Amalfi, nam het zelve in, en beroofde die ftad van alle haare fchatten: doch alvorens zy zig weder fcheep hadden konnen begeeven, kwam Rogier mee een gedeelte van zyn leger aan, noodzaakte de Pifaaners byna hunne gantiche buit achter te laaten, en nam omtrent vyftien honderd hunner gevangen. Na het vertrek der Pifaners, hervatte de koning de be. egenng van Napels, alwaar het hoofdkwartier der muitelingen was; doch ziende, dat hy niets op de inwoners der ftadkonde winnen, hakte hyalle hunne wyngaardenom ver, en legerde zig op zynen aftocht in de nabuurfchap van Benevento, alwaar hy in 'c by wezen van zyn leger, zyn der. den zoon Aufufus, met het vorftendom A^öa/beleende ; hv ftond hem echter niet toe het zelve onafhanglyk van zig, of van zyn oudften zoon, welkens hy tot opvolger in zyn koningryk benoemd hadt, te regeeren. Dewyl de muitehngen geen leger hadden om zig& tegen hem te verzetten, halt Lhlu\de ^ï' WelL & IaaCftIyk bemacbSd Fobop il r y ^lhebb,e? in de plaatzen van Terra Lvrop. Hist. A. Deel. J. Stck. Q di II.Boek-. i. Hoofdst. 111. Afd. Rogier beleent xyn zoon AuFufus met Kapua.  122 HISTORIE II-BOEK. I Hoofdst. III. Afü. Verft Rob bert her wint Ka puJ, JI37. di Lavoro waarna hy zig in het begin van den winter naar Sicilien begaf. Robbert, de.gewezen vortt van Kapua, hadt middelerwyl Napels verlaten, en was naar Pifa gekeerd, werwaards hy kort daaraan door Sergius den hertog, ge. volgd werdc, om dathy bevreed was, dat de ftad in den volgenden veldcochc zoude belegerd worden, dewyl de officieren van Rogier dezelve alreeds ingeflocen hielden, en verhinderden , dat er geen toevoer te land in konde gebragt worden. Paus Innocentius, welke zig fteeds te Pifo ophield, drong by vorft Robbert aan, dat hy naar Duitfchland wilde gaan om byftand ce verzoeken ; ook zonde hy den büfchop Gerard, gewezen bevelhebber van Benevento, met hem. Lotharius, welke langen tyd door verfcheidene andere ballingen van Apulien verzochewas, om tegen Rogier op te trekken , beloofde aanftonds aan Robbert, dac hy in het volgende jaar, met een leger naar halien komen zoude. Wanneer de vorft met deeze tyding weder te Pifa gekomen was, zeilde hy daarop weder van daar met vyf fche pen, om Napels te ontzetten. De keizer kwam ook volgens zyn gegeeven woord, in hec begin des herffts met een machtig leger in Italien, doch alzo hy door de zaken van Lombardyen opgehouden wierdt , kon hy niet voor het volgende jaar toe in Apulien voort trekken , terwyl de ftad on* derculTchen uic gebrek van levensmiddelen, zig in deuiterfte elende bevondc ln lentemaand daaraanvolgende, hadt Lotharius te Viterbo een mondgefprek met den paus, en leende hem drie duizend mannen, onder hec bevel van zynen fchoor zoon Hendrik den hovaardigen, hercog van Beijeren. Innocentius heroverde mee deeze krygsmachc en een groot getal misnoegden, welke zig by hem gevoegd hadden , onmid Jelyk het gantfche land van Kampanien, herftelde vorft Robbert in her v >rftendom van Kapua , bemachtigde hec kloofter van Kaffmo; en dwong de ftad Benevento tot overgave, Msddeierwyl was Lvtlarius naar dc Adriaf.fche zee  van napels. <ï$ Zee getrokken, en hadt zig van Sipanto, Monte Gargano en Bari, meefter gemaakt. Hy werdc aldaar door den paus met het andere deel van deszelfs leger verfterkt, en trok gezamentlyk met zyne heiligheid naar Melpbis, 't welk zig fchielyk overgaf, inmiddels waren die van Pifa mee eene vloot van honderd gewapende fchepen te Napels aangekomen , en na dat zy die ftad ontzet hadden, noodzaakten zy die van Amalfi zig aan den keizer te onderwerpen ; ook namen zy Scala en Ravella in, en plunderden die plaatzen (%). Wanneer nu alle de fteden van Apulien zig aan den keizer onderworpen hadden, floot hy, omtrent het midden van (*; Falct van Benevento verhaalt , dat die van Amalfi zig op voorwaarden overgaven, doch, volgens Sigonins, namen de Pifaaners de ftad by verraffing in, en plunderden dezelve; maar 't geen aanmerklyk is, zy verlangden van den ganfehen buit, voor hun aandeel, alleen de PandeOlen van Juftiniaan, welke door een Amalfithch koopman uit het Ooiben mede gebracht waren. Angelus Politanus meent , dat dit het zelfde gefchrift is, welk op bevel van dien keizer by een gezameld zy. Hoe dit ook moge zyn, wy meenen het zeker te wezen, dat alle andere affchriften naar het zelve als het oudfte gemaakt zyn. Wanneer nu de keizer het verzoek van die van Pifa toegeftaan hadt, namen zy de boekdeelen mede naar Pifa , en dezelve waren voor drie honderd jaaren on. der den naam van Pandedae Pifanae bekend- Doch wanneer Pija in het jaar 1406 voor de Florentynen ingenomen werdt, zyn zy naar Florence overgebragt, alwaar zy thans in de boekery der Mtdicis bewaard worden, en onder den naam van Pandeüae Florentinae bekend zyn. Eenige fchryvers verhalen, dat Lotharius by een bevel vaftftelde, dat de Panicüen in 't openbaar te Boulonje zouden gelezen en verklaard worden, en dat ook de rechtbanken naar dezelve zouden moeten oordeelen , doch Couringius en Lindenbrogius wederleggen dit voikomen'iyk. Ondertusfchen zyn over dit handfehrift drie gefchillen onder degeleerden: eerftlykofhet zeivete Amalfi gevonden, dan wel regelrecht van Konfiantinopolen te Pifa gekomen zy. Ten anderen , of het zelve van de tyden van Jufiiniaan en met de hand van Triboniaan dan wel later gefchreven zy. Ten derden, of, naar dit gefchrift, alle andere atfebriften der Pandecten gemaakt 2yn. Sigon in reg. hal. I. XI. p. 272. Capecelar. Hiil l. I P- 35- Puit. I. X. ep. 4. Conring. de orig. Jur. Germ. Lindenbrog in Prolegom in Cod. LL- Ant. Vide omnino Saxii Onomafl. liter. Urn. II. f, 228. Jeq. £f P- 558. Q * [i.BOEK. i. 300FDST. 111. Afd. De heizer bemachtigt Apulien.  H.BOEK. I. Hoofdst. III. Afd. \ ] ( Geeft de ] beleening aan Rainulf. t < t r r c (y) FitroN. Benevenr. Chron. ad A. 1137. Pïtr. Diac Offfenf. contfn HUI. Monaft. Calin. i. IV. c. 105, "iotf. Romuald. Salem. Cnron. 124 HISTORIE van zomermaand, de ftad Salerno, zo ter zee als te land in; en dezelve gaf zig na eenigen tegenftand, op zekere voorwaarden aan den keizer over, terwyl een gedeelte van de bezetting in het kafteel trok. Vermits die van Pifa zeer misnoegd waren, dat men hen over de voorwaarden van overgave niet badt geraadpleegd, hadt men veel moeite om ien te bewegen hunne vloot in zee te houden; welke on» ^enigheid de oorzaak was, dat de keizer het kafteel niet be. machtigde. Kort daar op volgde een groter gefchil tuiTchen den keizer en den paus, over het recht van de beleening. Lotharius hadt, na zyne terugkomft met het leger te Benevento , befloten, eenen nieuwen hertog van Apulien te naken, doch de paus kantte zig met veel hevigheid daar tegen, en beweerde, dat hy het recht hadt om de beeening van dat hertogdom te geeven, aan wien hy wilde. D.e twift duurde byna dertig dagen, met veel drift,- doch )p dat de gemeene vyand geen voordeel uit dit gefchil trekren mogt, befloot men, dat de beflifling van het weder• :ydfche recht zoude uitgefteld blyven, en dat zy beiden mdertullchen gezamenclyk de beleening geeven zouden dienvolgende werdt Rainulf graaf van Avellino, tot herog van Kalabrien en Apulien verkoren , en hy ontving Ien ftandaard zo wel uit handen van den keizer, als van Ien paus; doch het bovenfte gedeelde van denzelfden • /erd techter door zyne heiligheid vaftgehouden (j) ' Nadat Lotharius dus eene befchikking over de beziting van Apulien gemaakt hadt, keerde hy met den paus aar Rome, en trok van daar naar Lombardye, alwaar hy iet het byleggen van gefchillen, tuiTchen zommige fteen en edelen, toe wintermaand opgehouden werdt, en wei-  van NAPELS. 125 weinige weken daarna ftierf hy op zynen tocht over de Alpen, R»gier, welke op deszelfs vertrek gewacht hadt, hadt niet zo dra vernomen, dat Lotharius naar Lombardye gekeerd was, of hy kwam met een leger te Salerno, alwaar hy met veel vreugde door de inwoners ontvangen werdt- Hy bemachtigde aanftonds Nocera, endelanden, weke aan Rainulf behoorden ;. waarop hy naar Kapua trok, welke ftad hy innam, en plunderde, zonder zelfs de kerken en vrouwenkloofters te fparen. Op de tyding van zynenvoorfpoed, kwamen ook de Beneventaaners, en Sergius hertog van Napels, zig vrywilhg aan hem onder, werpen; maar Rainulf befloten hebbende om alles te wagen, ten einde hy weder tot zyne kort te voren verkregene waardigheid mochte geraken, trok hem met een klein leger tegen, 'c welk hy uit Bari, Trani, Troja en Meiphus getrokken hadt. De H. Bernard abt van Claravalle, weike toen zeer in achting was, trachtte op verzoek van den paus, een vergelyk te bewerken; doch deszelfs bemiddeling werdc van de hand gewezen, en de beide par. tyen geraakten oi> den tweeden van wynmaand handgemeen ; wanneer Rogier , met verlies van al zyn reis en kiygstuig, en een groot getal van zyn volk, ten eenemaal verflagen werdt (s). De koning fcheen echter wegens deeze nederlaag den moed mee te laaten zakken,. Hiaar begaf zig naar Salerno, en'maakte groten toeftel om zyn leger weder voltallig te maaken, op dat hy weder in ftaat mochte komen, om te velde te trekken. Tfüi einde zyne vyanden om den tuin te leiden, fcheen hy naar de aanzoeken van den H Bernatd te luifteren, en bewilligde in eene onderhandeling van drie kardinalen aan elke zyde te benoemen, om de wettigheid der verkiezingen van Innocentius en Anacletus te onderzoeken- Nadat de (s) Falcoh. Beasvent. Chron. Q3 11. Boek. i. Hoofdst. 111. Afd. WelkeRojier verHaat.  126 HISTORIE II. Boek i. Hoofdst ju. Afd, de gemachtigden, verfcheide dagen met redetwiften , te Salerno gefpild hadden , floeg Rogier voor, dat hunne re. denen in gefchrift zouden gelleld worden, en dat een kardinaal van elke party met hem mar Sicilien gaan zoude, om dezelven aan de biffchoppen van Sicilien open te leggen: men nam dien voorflag aan; doch alzo Anacletus in het begin van louwraannd ftierf, werden alle veidere gedachten nopens eene ichikking ter zyde gefteld. Rogier hadt on. dertulfchen zyne zaken weder in ftaat gebracht, terwyl zyn mededinger den geheelen winter met eenige ondernemingen van weinig belang doorgebracht hadt. Om nu de party tegen Innocentius levendig te houden , overreedde Rogier de fcheurmakers te Rome, om een opvolger aan Ana. cleius te verkiezen, en landde kort daaraan zelf met een leger in Italien. Rainulf poogde hem andermaal in een gevecht in te wikkelen, doch te vergeefs, want hy vermydde zulks zorgvuldiglyk , geduurende den gantfchen veldtocht, door zig op de bergen te legeren. Oflchoon hy nu wel geftadigdoor Rainulf achtervolgd wierdt, was hy echter zo gelukkig, dat hy eenige fteden bemachtigde, waarvan hy zommigen plunderde en verbrandde; en na dat hy eenigen der muitelingen gedwongen hadt zig te onderwerpen, keerde hy in het begin van wintermaand naar Sici. lien. Innnocentius , welke den nieuwen tegenpaus Viüor, overgehaald hadt zig te onderwerpen, en daar mede een einde aan de fcheuring gemaakt hadt; trachtte in het begin van den veldtocht, met een leger tot byftand van Rainulf op te trekken, dan te Abbano gekomen zynde, werdt hy door eene ziekte overvallen, en belet, waarop hy weder naar Rome keerde, alwaar hy, in eene algemeene kerkvergadering, in grasmaand gehouden, een vonnis van kerk. ban tegen Rogier uitfprak, weike offchoon men zegt, dac hy na den afftand van Vitlor hem voor paus erkend hebbe, echter den oorlog tegen hem, als tegen een waereldlyk vorft  van NAPELS. 12? vorft , bleef voeren (a). Innocentius hadt waarfchynlyk wel haaft berouw van zyne handel wyze; want Rainulf t op wien hy als op het uitvoerend werktuig van zyn ongenoe-1 gen tegens den koning, voomamelyk betrouwde, ftierf weinige dagen daarna te Troja, en werdt door die van zynen aanhang grootlyks betreurd. Men zegt, dat Rogier op de bekomene ryding van deszelfs overlyden, groote vreugde betoond hebbe ; en korten tyd daarna te Salerno gelai.d zynde, bracht hy een calryk leger op de been, waarvan hy een gedeelte, onder hec bevel van zyn oudften zoon Rogier ftelde, welke wel haaft alle de fteden van Apulien, uitgezonderd Bari, 't welk toen vyftig duizend inwoners, en eene bezetting van vier honderd ruiters hadc , bemachtigde. De koning maakte zig in het afwezen van zynen zoon meefter van alle de landfchappen van Capitanata, als mede van verfcheide fteden. Hy was echter genoodzaakt het beleg van Ariana, waarin zig twee honderd ridders en twintigduizend voetknegten bevonden,op te breken. Wanneer hy kort daarna, voor Troja tot hulp der muitelingen, gelegerd was, werdc hy verwittigd, dat de paus met een fnagfig leger tot aan St Germano in aantocht was; waarop Rogier aanftonds gezanten aan hem zondt, mec_.aanbod oti over eene vrede te handelen; hy trok ook met zyn Ieger naar S. Germano. alwaar geduurende verfcheide dagen, tuffchende gevolmachtigden van wederzylen, onderhande. lingen gehouden werden; welke echter afgebroken wier. den, om dat Rogier volftrekt weigerde her vorftendom Kapua af te ftaan; waarop de koning met z\n l.-ger optrok, en verfcheide kafteelen, aan de muitelingen behoorende, belegerde. De paus begon insgelyks vyandlykheden tegen den koning, welke gebruik makende van de geruftheid , waarin zyn vyand zig oordeelde te wezen, denzelven op zy- (a) Falcon. Benevent. Chron. I.Bosk* 1. lOOFDST» 111. Afd. lainulf lerfi t$ i'roja. tl 39*  II.BOEK. Hoofdst III. Afd. Innocentius werdt door Rogier gevangen , en bevestigt hein den tytel van koning. i i » < i ( 1 i < l ( f» Falco ui fupra. I28 HISTORIE zynen tocht overviel, en gevangen nam. Offchoon hy zyne heiligheid met grote achting behandelde, wilde hy hem volftrektlyk niet op vrye voeten fteilen, voor en al eer dezelve hem van het vonnis van kerkban oncflagen, en vrede gemaakt hadt. Innocentius bewilligde zonder veel zwarigheid in deszelfs verzoek , en onthefte, dienvolgen, de, vier dagen daarna, op den vyfentwintigllen van zomermaand, Rogier en alle deszelfs aanhangeren, van de kerklyke ftraf, en gaf hem de beleening van het koning, •yk Sicilien , van het hertogdom van Apulien, en van hec irorftendom Kapua; onder voorwaarde , dat hy den eed van getrouwheid aan den heiligen ftoel afleggen, en eene jaarykfche erfpacht van zes honderd fcyfati aan den paus be:alen zoude. Na deeze verzoening, vergezelde Rogier den paus naar Benevento, alwaar die van Napels zig aan hem kwamen onderwerpen , en zynen oudften zoon tot bunnen hertog kozen ; als hy nu Benevento aan den paus wedergegeeven aadt, begaf hy zig naar Troja, 't welk z:g op zyne aannaiering overgaf, waarop hy naar Bari voorttrok; welke ftad W ook, na een beleg van twee maanden, noodzaakte zig 3ver te geeven; en nadat hy vorft Jaquintus, met tien anleren der muitelingen hadt laaten ophangen, en verfchei. Ie anderen de oogen uitfteken, keerde hy, tegen het ein3e van wynmaand, met zyn leger naar Salerno, alwaar hy le goederen van de hoofden der oproermakers, welken )y uit zyne ftaaten bande, verbeurdverklaarde, en vervol;ens, weinige dagen daarna , naar Palermo overftak (£). vroeg in de volgende lente , zondt hy vorft Aufufus met ;en leger om het wingeweft, in de nabuurfchap van Pescaa, op de kuft van de Adriatifcke zee, te bemachtigen ; ;n als hertog Rogier mede zoon van den koning, kort daaraan  v a , n : NAP E L S. 129 aan, met eene grote verfterking ook derwaards trok', gaven zig veele fteden lpoedig over. Dewyl de paus over die vyandlykheden zeer klaagde, ontboodt Rogier, welke wei nig tyds daarna, uit Sicilien overkwam, zyne twee zoonen terug, en zondt gezanten naar Rome, welke op eene dringende wyze gehoor by Innocentius verzochten, doch dezelve ontfchuldigde zig, onder voorwendzel, van zyne menigvuldige bezigheden. De koning begaf zig naar Pescara, en als hy de plaatzen , welke door zyne zoonen bemach. tigd waren, bezocht hadt, keerde hy naar Ariano, alwaar hy voor de èèxfte reis de ftaaten van zyn koningryk, namelyk in de perzonen der baronnen en kerkvoogden by een deedt komen; en onder andere .z«ken vaftiteide, dat geene van zyne onderdanen, eemg^Rowmfclk munt.zoude hebben te ontvangen; maar mee het getd, her welk hy toen liet munten , en meer dan half koper'Was, handel moeft 'dryven. Dit bevel verwekte eene grote opfchudding en murmureering, in alle de fteden van Italien, doch dezelve hadden by het laatfte oproer zo veel geleden , en het gezag van Rogier was nu zo volkomen gevefttgd, dac de m'infte tegenkanting hen in groter elende zoude gedompeld heb. ben. Rogier begaf zig van Ariano naar Napels, alwaar 'hy met de grootfte'blyken van vreugde ontvangen werdt; en na dat hy de. oude voorrechten der inwoneren bemachtigd hadt , zeilde hy in het begin van wynmaand van Salerno naar - Sicilien ,, en liet hertog Rogier in Apulien, en •vorft Aufufus te .Kapua (f). (d), ri'tjpjnorf.«8v't.iü> ■t^t- -' / Om- CO Falco ut fupra. ■ v ht (d. Het is een gefchil tuiTchen de Siciliamfche en Nafelfche fchryvers, of de haliacnjche landfc'iappen toen een koningryk cp zig zeiven, onathangiyk van het koningryk van Sicilien uitgemaakt hebben, De Suilivanen zeggen, dat de Itaüaanfcbe wingenetten van Palermo afharg'Jyk waren, alwaar de amptenaren van de kroon, welke het beffier derzelven in handen hadden, hun verblyf hielden, en dat de'woorden dei av '» WurYi \v\'.t\!tt- *>»" , '•' buf Europ. Hist. X. Deel. i. Stuk. R II Boek. li Hoofdst. ÜL Afd.  iSo HISTORIE II.BoEK I. Hoofdst Hl Afd. De opval ger van Omtrent drie jaaren daarna, werdt Rogier met een oorlog Bedreigd door Celefiyn den tweeden, welke de opvolger van Innocentius was; en den vrede, welke tuiTchen zynen voorganger en den koning gefloten was, niet wilde bevesti6en. üe kortheid van zyn pausfchap, welk niet langer dan zes maanden auurde , belette eene openbare vrede. breuk. bulle van Anacletus waren: Siciliam caput regni conftiltimus. Het b'yktookuitde wectenvan Frederik den tweeden, dathy door het koninaryk.vanSicihm, niet alleen het eiland, maar ook de Italiaanfche winseweften verftaat; en Klement den vierden, in zynebulle van beleening voor Karei yan Aniou, noemt het koningryk , regnum Sicilice citra & ultra ltrUn;n f gedagtekend n30, waarin wy lezen Rogmus, Dei gratia, Siciliae, Apil hae ty Calabnue Rex, en in de handveft by Falco van Benevento gemeld, noemt Rogier zig Dei gratia, Siciliae,- et Italiae Rex. Een ander bewvs Toorbetonderfcheid, en de afhanglykheid der twee koningryken.xvordt getrokken uit de byzonderheid van de wetten; want in Napels hadt men geene andere we:ten, dan Lmgobardijche, welke m Sicilien nooit in gebruik geweeft zyn , alzo de Longobarden daarm nimmer een voet eehadt hebben, Beide de ryken hadden ook byzpndere hoofdambtenaren van de kroon, welke in dien tyd, door Rogier,, naar de Franfche wyze ingevoerd zyn. Deeze waren, volgens Giannone, de groot konftabel de groot admiraal, de groot kanfclicr, de opperrechter, de groot ka', .roerheer,, de groote opper klerk of protonotaris, en groot bofmeefler reregrtn. ad Lup. Protojpat. rjf Falcon. Giannone Hift. di Napol. lib.II  van NAPELS. 131 breuk. Doch vermits deszelfs opvolger Lucius den tweeden, in de zeifde gevoelens was, hieldt Rogier, welke in eene goede verftandhouding met den heiligen ftoel zoette even, een mondgefprek met den paus in het kloofter te Monte Caffmo-, en coendepaus, op raad van zyn kardinalen, deszelfs verzoek aflloeg, en op eene haaftige wyze afbrak , trok de koning onmiddelyk op eene vyandlyke wyze met een leger in den kerklyken ftaat, en bemachtigde Jerraana, benevens verfcheide andere plaatzen in Campama di Roma. Rogier bracht den paus door deeze middelen, tot het aangaan van een vergelyk, 't welk dan ook getroffen werdt, en waarby de koning aan Lucius eene grote zomme gelds betaalde, mitsgaders alle de landen en plaatzen, welke hy op de kerk bemachtigd hadt, terug paf; terwyl hy daarentegen den ring, de fchoenzolen , den fcepcer, denmyter.en hetDalmatifchkleed, van den paus tot een ge. lchen* omving, als mede de belofte dat niemand zonder zyn' verlof als gezant in zyne ftaaten zoude mogen gezonden worden; waar van de koningen van Sicilien zig zeiven beroemen, dat zy in hunne ftaaten zo wel opperheeren in het geeftlyke als waereldlyke zyn (e). Middelerwyl ftierf vorft Jufufus, waarop Rogier zyn vierden zoon Willem, tot vorft van Kapua en hertog van Napels, verhief; en kort daarop te Kapua eene algemeene byeenkomft van zyne ftaaten hieldt, in welke verfcheide nieuwe wetten gemaakt, en verfcheide pleitgedingen beflecht werden. Toen nu Rogier de vrede in Italien op een vaften voet gebracht hadt zecte hy zyne gedachten op den buitenlandfchen tocht, en viel in het volgende jaar, met eene machtige vloot in Sljnka Hy werdt in korten tyd meefter van Tripoli, Stacecn Lafiia, en plaagde den koning van Tunis, en ande. re 00 Otto Frifing. reb. geft. Fred. II, Iib. II. c. 27. & 28. R 2 I1.B0EK. i Hoofdst. III. Afd. Innocentius ■weigert Rogier voor konin^te trkennen. II45- Lucius reeft hem lieuwe vtorre h-  II Boek* h hoofdst. III. Asd. 13» HISTORIE re gedeelcên van deszelfs ftaaten zodanig, dat hy bewilligde qra cynsbaa.r aan hem te worden (f), Omtrent dien ;zejfden tyd5 voerde iry ook zyne overwinnende wapenen in.'Griekerüand, om de trouwloosheid van .den Griekjehen keizer Emanuel, te ftraffen; dees hadt , in het begin zyner regeeringe, gezanten na Sicilien, met voorflagen tot eene huwelyks verbintenis, gezonden; dezelve werdc 'door Rogier aangenomen , en ten dien einden gezanten door j hem naar Konftanlinopolen gezonden; doch de keizer, van gedachten veranderd' zynde , hieldt eerft de Siciliaanfche gezanten:eenigen tyd op, en zette dezelven vervolgens gevangen; welke onwaardige behandeling den koning zodanig verbitterde, dat hy onmidde. lyk eene ontzagiyke vloot uitrufte , en het bevel over dezelve aan Georgius van Antiochie , zyn groot admiraal gaf. Die zeevoegd nam eerft de ftad Mucina in , taftte vervolgens het eiland Corfu aan, en naar Morea gezeild zynde, verwoefte hy alle de kullen van the zeeengte , en bedreef vyandlykheden in alle plaatzen van Negroponto en Rceotien, van waar hy , behalven eene fchone buit, de voornaamfte werklieden in zyde ftoffen mede nam , en dezelven naar Sicilien en Apulien overvoerde, alwaar die kunft nog onbekend was (g). in hot volgende jaar zeilde de admiraal den Archipel weder in, en fte/ende, op eene zegepraalende wyze door, tot aan Kon' fiantinopolen, verbrandde en plunderde de voorlieden van d;e hoofd ftad, en fchoot op eene trotzerende wyze gou. dene pylen in het keizerlyk paleis. Op zyne terugreize ontmoette hy eenige Griekfche fchepen, welke hy aantaftte en bemachtigde , ftellende boven dien Lodewyk den zevenden, koer"! Anon. GajQTn. ad. Ann. 1145 Solern. de Luccat. III. Hisp. ÏÜuft. p 375, Cf) O8»«*oifl riift. di Napoli,  van NAPELS. 133 koning van Frmkryk, welken hy op zyne terugkomft uit het Heilig Land gevangen genomen hadden , in vryheid (/A. Rogier beiundelde Lodewyk by deszelfs aanlindiugin Italien , mee de grootfte eerbe.vyzi'igen, en verleende omtrenc denzelfden tyd byftand aan patia Engten tegen de Ra' meimn, wellte eenige jaaren te voren, zig aan het pauflyk gezag onttrokken, en getracht hadden de regeeringsvortn van het oude gemeenebeft weder in te voeren. Dewyl de oudfte zoon van Rogier, in het voorgaande jaar geftorven was, beaoemde hy zynen eenigen overgebleven zoon tot hertog van Apulien; en twee jaaren daarna, nam hy hem by zig in bet beftier van het koningryk, en liet hem in Palermo door den aardsbilTchop van die ftad kronen en zalven (0- Wanneer hy zig dus een opvolger bezorgd hadc, ftelde hy alle denkbeelden van oorlog terzyde, hielde zyn verblyf te Palermo, befteedde de twee overige jaaren van zyn leven in het ftichten van gebouwen van milddadigbeid en godvrucht,, en wendde zyne pogingen aan om de Jeden en Siraceenm, welke zig in zyue ftaaten bevonden, tot hec kriften geloof te bekeeren Hy ftierf , in het einde van fprokkelmaand, aan eene koorts, in hec negenen vyfcigfte jaar zynes levens, en hec vyfentwinciglte zyner regeeringe (£). Hy was een breed en gezet menich, had het (ÜO Appendix'aJ S'ig-bert. lij Petitttfïr. in Stem. (*) Rogier heeft drie vrouwen gehsdt. By zyne eerde Abberia genaamd, een dochter van Aiphonfus koning van Sj.anjen, huilt hy vyf zoonen, welke allen, behalven Willem, voor hem IHerven. By de rvveede, namëjyk Sybüla, zufter des hertogs van Bonrgonjj, hadt hy gene kinderer,; en zyne derle Vro-iw *B-eatrix, zufter des graven di Bete/Ja, baarde, na zyn overlyden , eene 'dochter Kimflcntio. jjenaamJ', weike 30 jaaren oudzynde, aan keuer Hendrik IV trouwde. Rogier, de hertog 'van Atunea, tiet twee natuurfyke z->bnen na, Tancrèirta IVllism, welke door hunnen oom, in hei koningiyk paleis te t'detmo, optiefluteo gehouden werden. Peregrin. in Stem. Hug falcareri- HijlSicul. R 3 II.Boex. i. [ÏOOFOfT. III. Afd. Rogier neemt zynen zoon Willem by zig in de regeê.ring.1152. Deszelfs dood. '554-  ï34 HISTORIE H.BoEk. i. Hoofdst. III. Afd. Willem volgt hem op in het kojiingryk van Sici- ; lien. i 1 < 1 1 < i 2 Etne vre-d debrenk c tuf c hen < het wezen van een leeuw, en eene fchorre ftem. Hy was verftandig, befcheiden en vooruitziende; hy betrouwde meer op voorzigtige raadflagen, dan op fterkte. Hy was ook zeer yverig om geld te vergaderen, maar zeer ipaarzaam in het betonen van weldaden. Hy was eene grote lchrik voor Grieken en Saraceenen, en by zyne eigene onderdanen meer gevreesd, dan bemind. Hy was een groot bewondcraar van geleerde en dappere lieden uit alle landen; van welken veele, op zyn verzoek in zynen dienft traden, en door hem tot de voornaamfte eerampten in zyn koningry« bevorderd werden (/). * Willem nam op het overlyden van zyn vader, bet gehele beilier der regeeringe aan zig, en herhaalde op de laailvolgende Paafcben de plechtigheid van zyne kroning, n het bywezen eener talryke vergaderinge van kerkvoogden, en van baronnen zynes ryks. Hy verloor wel haalt de genegenheid van zyne edelen , door veelen der geenen velke van zyn vader bemind en geacht waren geweeft * e bannen , en gevangen te zetten; en door de gantfche ^eftienng en behandeling van zaken , aan Bajone di Bari, ;en man van eene lage geboorte en verfoejelyken inborft, velken hy tot de waardigheid van opper admiraal bevorlerd hadt, over te geeven. Deszelfs ondeugenden eer. mcht, ftoorde welhaaft de vrede van het koningryk en veroorzaakte een burgerlyken oorlog, welke ook, op ze:ere wyze, aan eene fcheuring tuiTchen paus Adri&an en l<-n konmg , moeft toegefchreven worden. Adnaan welke tl het laaft van wynmaand aan het pausfchap gekomen was ondt eenige maanden daarna, den kardinaal Hendrik aan en koning, te Salerno, meteen apoftolifchen brief; doch ewyl dezelve alleen ingericht was aan Willem, heer van 'icilien, beval hy aanftonds den kardinaal uit het konin*. ryk CO Romuald. Salern, Chron. Chion. Cavenf. Chron. Foffie. Nova:.  van NAPELS. 135 ryk te trekken, zonder hern gehoor te verleenen, en ge lafte den groot kanzelier, en landvoogd van Apulien, me een leger in de pauflykë landen te trekken. De kanzeliei verwoefte dienvolgende het grondgebied van Benevento, doch alzo hy geen meefter van de ftad konde worden, trol hy voort naar Campania di Roma , alwaar hy Cepperano . Bacueco, Frufinona, Arce, en andere nabuurige plaatzen innam, en verbrandde, en op zynen terugtocht Hechtte hy de wallen van Aquino , Pontocorvo en andere plaatzen, welke den monnikken van Caffmo toebehoorden. De paus donderde, tot weerwraak wegens deeze vyandlykheden een vonnis van kerkban tegen Willem uit, en zette de misnoegde edelen in Apulien, openlyk tot een op. roer aan. Offchoon hy nu wel van de hulp van keizer Fredrik Barbarojfa, welke in dit jaar in Italien gevallen was, en de keizerlyite kroon weder bekomen hadt, verftoken ware, flaagde zyne onderhandfche liften in Apulien vry wel; want de meeften der machtige baronnen wegens de macht en trotsheid van Majone, ten eenemaal misnoegd op hunnen vorft zynde, deaden den eed van getrouwheid aan den paus, als aan hunnen wettigen opperheer, terwyl zy. ne heiligheid, omtrent het einde van herfftmaand, met een aanzienlyk leger te St. Germano aangekomen was. - Rob. bert, de gewezen vorft van Kapua, en de andere ballingen, trokken veel voordeel uit deeze onfuften, en geraakten weder in het bezit hunner goederen. Robbert bemachtigde met de hulp van den paus, het gantfche vorftendom van Kapua, tot aan Napcis en Salerno; en Robbert graaf van Loritello-, maakte wegens een gerucht, als of Willem door Majom vergeven ware, aanfpraak op het koningryk, en fteldezig in het bezit van Bari, als mede van de gantfche kuft van de (m) Hy was de zoon van een oly-koper te Bari, en zeifin 't eerft alleen een klerk aan hec hof. llug. Falcand ut fupra. II. Boek. 1 Hoofdst. III. Afd. hem en paus Adriaan.ÏJSS. Een groot oproir in Apulien.  II Roek, i. Hoofdst, 'ii. Afd, Willem herovert Apulien. ' 1 *3 . HISTORIE de Adrialifcbe zee f». Middelerwyl bemachtigde de Griek. Jche keizer, welke met Frederik Barbarojfa eene verbinte. nis tegen Willem angegaan hadc, Brindici, en zonde eene vloot naar Ancona, met eene grote zorame gelds voor den paus, en met aanbieding om den koning ten eenemaal uit öicmente verdreven; onder voorwaarden, dat hy in het be. zit van drie zeefteden van Italien moeft gefteld worden (o). Terwyl alle deeze onluften op het vatte land voorvielen , hieldt Willem zig binnen zyn paleis , en zag niemand zyner onderdanen dan alleen Mojone, en den aambiftchop van Palermo, welke een vercrouweling van de oogmerken des admiraals was. Vermits nu de Siciliaanen om deeze reden meenden , dat hun koning dood was, namen zy in verlcheide plaatzen van dat eiland de wapenen op; en ofichoon de koning hun een gezant zondt, weigerden zy de. zeiven neder te leggen , maar verklaarden, dat zy alleen de wapenen tegen'den admiraal en den aartsbilTchop opgenomen hadden , om dat dezelve een aanflag op het leven des konings gevormd hadden. Wanneer hun antwoord aan Willem overgebracht werdt, ontwaakte hy eindelyk uit zyne zorgloosheid, voornaamelyk, dewyl hy zig door een geweldigen afftand van de inwoners van Palermo, in levensge vaar bevondt. Offchoon hy wel niet geloofde, dat de admiraal fchuidig was, verliet hy echter zyn paleis, en trok op tegen de Siciliaanfche muitelingen te Butera, welke genoodzaakt waren zig op voorwaarden over te geeven, en vergiffenis erlangden, mits dat zy zig zeiven uit zyne 'ftaa:eo banden. Nadat hy dus de ruft in Sicilien herfteld hadt, voerde ^yzyn leger over naar Brindici, en zondt aanftonds een ge. (n) Hco. Fai cand, Hifi. Sicul, Romuald. Chron. Otto Frifine. i ij, Chron Anon; C'.ffin, e (o) Otto Frifing. ut fupra.  van NAPELS. Ï37 gezantfchap aan den paus, om over een vergelyk te handelen. Adriaan fcheen wel genegen on naar voorflagen te Imiteren, doch de onderhandelingen, werden door zommige kardinaalen welke de party van keizer Frederik toegedaan waren, afgebroken, en men befloot verder niets. De koning nu in zyne verwachting op eene vriendlyke fchikking, te leurgefteld zynde; taftte Brindiji met veel geweld aan, en maakte zig eindelyk in bloeimaand, meefter van het zelve, alwaar hy eene groote menig Grieken en oproerige barons, gevangen nam, en zig met den buiten de groote zommen geld, welke de Grieken derwaard gebracht hadden, verrykte: waarop hy naar; -San'vertrok, 't welk hy, na dat hy den ingezetenen toegedaan hadt met hunne goederen te vertrekken, ten eenemaal verwoefte, om dat zy het ka. fteel geflecht hadden. Dus werdt deeze wel eer bloejende ftad door dit ongeluk , tot den ftaat van een gering dorp gebracht, in welken toeftand hetzelve nog lang daar. na gebleven is (p). De koning trok vervolgens naar Benevento, werwaards^ zig het grootfte gedeelte der muitelingen ter befchermingej van den paus begeeven hadt, welke zig welhaaft door det< belegeraars naauw ingefloten ziende, volgens het fchryven van Willem van Tyrus, raadzaam oordeelde tot een vrede te bewilligen , zonder eenige acht te flaan op de barons , welke hy in den opftand ingewikkeld hadt (?); of fchoon, volgens Romuald de Salernitaan, en den fchryver van de kronyk van Cajfino, de paus den koning overhaalde om hur>e' toeteftaan, uit het koningryk te vertrekken. Door dee 2 zen vrede werdt de koning van het vonnis van kerkban™ vry gefproken, en verwierf de beleening van het koning."1 rjk van Sicilien, van het hertogdom van Apulien, en van" het (p) Anon. Caflïn. au Arm- n5<5. Falcand. ut fupra. Capeczlatr, Hift. 1 II. Inviges. ilift Palerm. 1. III, (?) Gul. Tyb. !. VIII. tv&op. Hist. X. Desl. I. Stuk S II.boek. I. Hoofdst, III. Afd. Wy Iele. ert den aus in eneven). I krygt m hem ' beleng zy* ftaan-  II. Boek, j. Hoofdst, IIJ. AFDa ÏI56. *3* HISTORIE het vorftendom Kapua, met alle derzelver aanhorieheden by drie onderfcheidene ftandaarden. De paus erf fem^ïk Napels, Salerno en Amalfi, met al 't geen dal af en aan behoort, onder voorwaarde, dat hy voor dit laatfte g?ond gebied, jaarlyks vyfhonderd fcyfati, behalven de zes honderd voor Apulien, zoude batalen. Ten xelven tyde berden er verfcheide artykels op en vaftgefteld, rakende de kerklyke regeering Aan alle geeftlyken op het vafte land welke aan den koning onderworpen waren: werdt toeaeltaan, zig op den ftoel van Rome te beroepen, welke dan ook deszelfs legaten derwaards mocht zenden, zonder dat het echter aan dezelven vry zoude ftaan, de kerken te be roven. Ook werdt het bezoeken van kerken, het \Mr den en overbrengen van de eene kerk naar de andei toe' gelaten; en m Sicilien kreeg de kerk van iïmdze fde voorrechten, als in de andere ftaaten des konings, uit! gezonderd wat het recht van hoger beroep, en het zenden van legaten betrof (0- Na het fluiten van den vrede ftelde de koning, Simon Schoonbroeder van den admiraal tot beftierder van Apulien aan, en keerde me? eene^o te menigte gevangenen naar Palermo; onder welken zt mede bevondt Roboert vorft van Kapua, welke door ™ tien leenman Ricbard graaf van Fondi verraden en mll zyne dochter, en eenen zyner zoonen, in het overtrekkeri der Garigliano opgevat was geworden, terwvl det zelfs andere zoon naar Konjlantinopolen gevlucht was On de aankomft van Robbert te Palermo, werden hem de 00 gen uitgeftoken , en hy ftierf kort daarna in die ftadI • hy was de laatfte der afftammelingen van de graven van Averfa, welke het vorftendom Kapua bezeten hebben wordende het zelve vervolgens by het koningryk van A puhen gevoegd (/). Willem nu geenen anderen vyand meer Cr) Bapon. ad A. nsrT. (O Tmegium. in ftemir. Falcand. ut fupra. Romuald. Chron.  van NAPELS. 139 meer hebbende, dan den Griekfchen keizer, ruftte eene ontzaglyke vloot uit, en gaf het bevel over dezelve aan zyn broeder Steven , welke opper-admiraal was, en de1 Grieken op de kuft van Morea in een gevecht inwikkelde, eene voikomene overwinning op dezelven behaalde, en daarenboven naderhand verfcheide zeefteden aan de, G'ieken behoorende, plunderde. Deeze verliezen en fcha-i de troffen Emanuel zodanig, dat hy gaarne tot een vrede5 bewilligde, welke voor een tyd van dertig jaaren, geflo 1 ten werdt; en na het overgeeven der Griekfche gevange-j ren, erkende de keizer, Willem voor koning (r). i MaJone vervolgde ondertuffchen het beftier der zaaken met zyne gewone opgeblazendheid; en een aanflag op de kroon gemaakt hebbende, trachtte hy den koning voor uitzinnig te doen doorgaan. Hy raadde denzelven eerft tot het uitdeelen van wreede en dwinglandfche bevelen, en ftuitte naderhand de uitvoering derzelven op eigen gezag. Hy gaf de hoogfte eerampten aan zyne eigene nabeftaanden, vleidde de geeftlykheid met de hoop van bevordering, was mildadig tegen den nooddruftigen , en zeer vriendlyk tegen vreemde gelukzoekers , welke onder het krygsvolk dienden, zo dat deszelfs gezag alreeds meer goldt dan dat van den koning (u). Weinige jaaren daarna liet hy de be. zitting der Siciliers op de kuft van Afrika, door een moedwillig verzuim in het beftaan der bezettinge, van de Moren innemen, en hy ftrooide ten zeiven tyde uit, dat de vyanden zig met bewilliging van den koning meefters van de ftad gemaakt hadden. Deszelfs trouwloosheid, welke reeds langen tyd het voorwerp van den algemeenen haat des volles geweeft was, werdt echter ten klaarften ontdekt by ft) Jo. Cinnam. de reb. geft, Jo. & Emanuil. Comn. lib. IV Romuald. Salern. (w; Falcand, ut fupra. ■ s a I.BOEK. I. Ioofdst. III. Afd. 9 alreeds van de koninglyke eertekenen voorzien hadt verbondt de ftad Melfi, benevens verfcheide andere fteden van Apulien zig, dat zy geene bevelen, of geene officieren, welke van het hof kwamen, zouden gehoorzaamen, voor dat hy ter dood gebracht of gebannen was. Eene ar00fe bende, van gewapende lieden doorreisde geheel 'Apulien, en noodzaakte byna alle de fteden in dat verbond treden. lc Majoxe poogde hen door aanzienlyke gezantfchappen te vrede te ftellen ; doch deszelfs eerfte gezant, de biffchoD van Mazzara moedigde hen in hun voorneemen aan door hun een breder verflag van zyne fnoodheid te geeven • en deszelfs tweeden gezant, Matthias Ponello, een jong ède man, welke de admiraal tot zyn fchoonzoon beftemd hadt* werdt door de hoofden van het verbond overgehaald om dP zig te nemen hem van kant te helpen, in hoope van de weduwe des graven van Molifo, eene natuurlyke doch. :er van den overledenen koning, ten huwelyk te zullen bekomen, tegen welke echtverbintenis de admiraal zig nog leeds gekant hadt. Benello werdt by zyne terugkomft in Si Uien, door denaartsbiflchop van Palermo in zyn voornemen pOerkti die kerkvoogd lag toen op zyn doodbed, en was ioor den admiraal vergeeven, uit hoofde van een gefchil uuchen hen beiden, over het opzicht van des konings km.  van NAPELS. 141 kinderen, als hy zoude omgebracht zyn. Bonello dienvolgende eenig gewapend volk by een gezameld hebbende, tartte den admiraal by nacht, als hy uit het aartsbiflchoplyke paleis kwam, aan, en vermoordde hem met zyn eigene hand, waarna hy met zynen aanhang de vlucht nam , en zig in een zyner kafteclen verfterkte. De koning kreeg echter, weinige maanden daarna, door de aanftoking van zommige gefnedenen, en begunftigden van wylen den admiraal, een afkeer van Bonello, welke zo men hem deedt geloven, zelfs naar de kroon rtondt, en alleen Majone omgebracht hadt, om dat dezelve den koning fteeds getrouw geweeft was. Bonello merkende, dat hy des konings gunft verloren hadt, en dat de vrinden van Majone weder in het vertrouwen geraakt waren, klaag., de aan eenige Siciliaanfchs barons over de ondankbaarheid en wispelturigheid van den koning; en fpande met dezelven aan , om zig van den koning te verzekeren, hem of ter dood te brengen, of deszelfs oudften zoon Rogier, toen een jongen van omtrent negen jaaren , tot koning uit te roepen. Dewyl de barons hoorden, dat een foldaat hunnen aanflag ontdekt hadt, verhaafteden zy de uitvoe* ring van hun voornemen , terwyl Bonello afwezend was; en zig meefter van het paleis gemaakt hebbende, verzekerden zy zig zonder eenige tegenkanting te ontmoeten van Willem, en riepen den iongen Rogier tot koning uit- De ingezetenen van Palermo keurden in het eerft het gevangeneemen van den koning goed; doch ziende, dat hun gunfteling Bonello niet te voorfchyn kwam, begonnen zy tegen de zamenzweerders op te ftaan, en vielen op den derden dag, met zo veel geweld op het paleis aan, dat de barons genoodzaakt waren den koning op vrye voeten te ftellen, en naar het kafteel van Bonello te vluchten. In dit oproer, zag Rogier by geval uit een venfter van het paleis, en werdt door een pyl licht gekwetft maar ftierf kort daarna, alzohy, gelyk men zeide, van zyn vader, welke S 3 ver- ILBoek. L Hoofdst. III. ^Afd. Wordt door Bo«' nello vermoord. Welke tenen aanflag vormt om den kowngteonttronen. 1161.  IJ.BOEK I. Hootdst, «iy Afd. Bonello gevangen genomen JUrft. Willem ie ma c htigt geheel Apulien. 1162. (v) Romuald. Salern.. an. ufii. J42. HISTORIE verwoed was, om dat zyn zoon boven hem gefield was geworden, door een fchop in de borft gekwetft was. Na dat Willem den inwoneren van Palermo eenige voorrechten , ter beloninge van hunne getrouwheid , toegedaan hadt, trok hy op tegen de zamenzweerders, waarvan verfcheide, op de voorfpraak van Bonello, welke zig onkun. dig van den aanflag verklaarde te zyn , vergiffenis erlangden, terwyl aan de overigen toegedaan wierdt in een vrywillige ballingfchap te gaan. Kort daarna werdt er een nieuwe opftand in Sicilien ontdekt, waarop Willem te rade werdt Bonello gevangen te nemen, en waarna hy op. trok om de muitelingen te Butera aan te taften. Vermus Bonello de oogen uitgeftoken, en de pezen van de enkels afgefneden waren , overleefde hy zyne gevangenneeming niet lang. Nadat ondertuffchen de koning den gantfehen zomer voor Butera verfpild hadt, moed hy zig vergenoegen dat hy in die ftad meeder wierdt, door aan de muitelingen toeftaan, dat zy uit het koningryk mochten vertrekken , dewyl hy zelfs verlangde zyn leger naar Apulien over te voeren, om tegen de oproerige barons van dat hertogdom te oorlogen, alzo dezelve zedert de dood des admiraals nog in de wapenen waren gebleven niettegenftaande hy hun den hiftorifchryver Romuald, aarts" biffchop van Salerno gezonden hadt, om hun vergiffenis aan te bieden (y). Na dat Willem, Butera ten eenemaal verwoed hadt, keerde hy met zyn leger naar Palermo, en zyne krygsmacht, in de volgende lente naar Kalabrien overgevoerd hebbende, nam by de derke ftad Tavema ftormenderhand in, en maakte zig, kort daaraan meefter van Tarento-, welke overwinningen den muitelingen een zoda. nigen fchrik aanjoeg, dat zy aanftonds alle de plaatzen, welke zy ingenomen hadden ruimden, en naar het kerk. ]yk  van NAPELS. 143 Iylc grondgebied trokken. Koning Willem te Tarento een groot getal gevangenen ter dood hebbende laten brengen, vervolgde het leger der muitelingen tot aan & Germam, en noodzaakte alle de fteden , welke dezelven begun. ftjgden , haare vergiffenis , door het betalen van zware brandfchattingen , te koopen. Vervolgens trok hy naar Salerno; doch vermits hy op de inwoners misnoegd was, wilde hy niet in de ftad komen, maar zeilde, na dat hy eene zware brandfchatting van dezelve afgeperft hadt, naar Palermo. . Nademaal hy zeer gezet was om een lui welluftig leven te leiden, beval hy aan zyne huisgenoten, dat zy hem generlei kwade tydingen zouden overbrengen, en gaf alle zorg der regeeringe over aan Hendrik, biffchop van Syrakuzen , een Engelfchman, aan Matthys van Salerno een klerk, en aan Pieter een gefnedene en Saraceen. Deeze twee laatften onderdrukten de Sicilianen zeer, door kwellende pleitgedingen, en verzamelde groote fchatten, door zeer veele lieden, onder voorwendzel van deel in den laatfte opftanden gehad te hebben, te vervolgen; de bisfchop van Syrakuzen deedt middelerwyl vertogen aan de koning, tegen hunne handelingen ; doch te vergeefs, offchoon volgens Falcand , het koningryk meer leedc van deeze binnenlandfche rovers, dan hetzelve zoude te verwachten gehad hebben, van de verwoeftingen van eenigen buitenlandfchen vyand (w). Willem wilde , tegen het einde zyner regeeringe, de grootdadigheid van zyn vader naarvolgen, en hy begon een prachtig paleis te laten bou. wen , 't welk hy echter by zyn leven niet voltooid zag, wordende in het zesenveertigfte jaar zyns ouderdoms, en! het zestiende zyner regeeringe, door een buikloop wegge-' rukt. Wan- (w) Falcahd. Hift. Sicuk [I.Bosk. ï. Hoofdst. III. Afd. Hy geeft itle zorg ier regeeringe over. Ty flerft e Palerno.,166.  II. Boek i. Hoofdst III. Afd. ï44 HISTORIE , Wanneer paus Alexander, weinige weken voor dit overlyden, uit frankryk te Mejfina aangekomen was , liet •koning Willem zyne heiligheid en deszelfs gevolg met vyf galeyen naar Rome overvoeren ; en op zyn doodbed leg. lende, zondt hy, volgens het bericht van Joan van Sahs. burg, den paus een gefchenk van veertig duszend ponden fterlings, om hem tegen den tegenpaus te onderfteunen (x). lenzelven tyde, benoemde hy volgens Falcandus, zynen oudften zoon Willem, tot erfgenaam van zyn koningryk, verklaarde de koningin tot voogdefle en beftierfter over den jongen koning, gedurende deszelfs minderjaarigheid; terwyl zyn jongften zoon, zig met het vorftendom Kapua moeft te vrede houden (z). De overleden koning Willem hadt uit hoofde van zyne zorgloosbeid, geirigheid en wreedheid, den bynaam van den Kwa~ den by zyne onderdaanen verkreegen , zynde deszelfs gantfche regeering eene aaneenfchakeling van dwinglandy, en onderdrukking geweeft. Hy hadt een deftig en aangenaam wezen, was lang en gezet, en zeer vriendlyk jegens zyne gunftlingen. Hy was van naturen verward, en zeer gezet op een ydeien roem. Hy betoonde echter groote achting voor de geeftlykheid , gedroeg zig zeer godvruchtig , en woonde den godsdienft regelmatig by. De koningin hield den dood van haren gemaal, eenige weinige dagen bedekt, om dat zy voor een opftand onder het gemeen in Palermo vreesde.- doch wanneer er een groot getal Sieiliaanfcbe barons welke zy hadt laten ontbieden, binnen bet paleis waren, liet zy zyn overlyden bekend ma. keu (x) PjMioir. ad A. II66. (y) Rumu/ld. Salernat. (Z) Hy crcuwde met Margriet, dochter van Garcias, koning van Na* varte. hy welken hy vier zoonen teelde rmt namen Rogier, Willem, Robbert en Hendrik, waarvan de eerite en de derde voor hunnen vaden [lierven. Feregrin. in Stem.  van NAPELS. Ï45 ken, waarover gedurende drie dagen, door de ingezetenen op eene plechtige wyze rouw bedreven werdt, in welken tyd alle, ook zelfs de adelyke vrouwen en de Saracetien met grofdoek gekleed gingen, en onder hec kleppen van de klokken, langs de ftraten huilden. Na het eindigen van deeze openbaare rouwe, werdt Willem, toen omtrent twaalf jaaren oud, op een paard door de ftad geleid, en op eene plechtige wyze, in de hoofdkerk, door Romuald, aartsbilTchop van Salerno, gekroond. De koningin liet om haar regeeringsbeftier by het volk aangenaam te maken, aanftonds alle gevangenen in vryheid ftellen , deedt de ballingen op ontbieden, herftelde dezelve weder in hunne vorige goederen, gaf verfcheide landen aan kerken, aan graven , baronnen en ridders; boven dien fchafte zy ook af den import, wedke door den overledenen koning onder den naam van afkoping, op alle de fteden van Apulien gelegd was. Of fchoon, nu wel de ftaaten des konings door deeze middelen, gedurende de eerfte jaaren zyner regeeringe in een ftaat van geruftheid.bleven, was de eensge. zindheid aan het hof fteeds door groote partyfchappen en gefchillen geftoord , welke voornamelyk door den kardinaal Joan van Napels, den pauflyken legaat in Apulien, veroorzaakt waren, dezelve kwam zo meningroaalen zyne kerklyke bezoekingen te Sicilien doen, dat een der hovelingen hem by wyze van berisping toevoegde, dat het hem toe. fcheen als of Palermo niet meer dan twintig {Italiaanfche') mylen van Rome was gelegen (a). Willem, in het tweede jaar zyner regeeringe, hoorende dat de paus door keizer Frederik binnen Rome belegerd was, zonde twee galeyen derwaarts met eene groote zommagelds tot onderftand voor zyne heiligheid. Alexander nam het geld met groote dankbaarheid aan, maar vermits hy fteeds ver- (a) Falcand. ut fupra. üurop. liisx. X. Deel. I. STuk. T II.BOEK. I. Hoofdst. III. Afd. Willem komt op denthrom. Hy helpt den paus tegen den keizer. 1167.  ï4ó* HISTORIE II.Bojïk i. HöOFDST III. .verkoos te Rome te blyven , zondt hy de galeyen te rug. Weinige jaaren daarna, ontving hyeen gezantfchap van keizer Emanuel, om over een huwelyk tuflchen hem en des keizers dochter Sara Maria te handelen. Die verbintenis werdt dienvolgende gefloten, en zo door den keizer als den koning bekrachtigd ; toen "nu de tyd om de jonge prinfes na Apulien over te voeren beftemd was, begaf koning Willem zig met zynen broeder, vorft Hendrik, naar Tarenr to; doch de keizer brak zyn woord, en zondt de bruid niet, zo dat de koning, na zig eenigen tyd te Tarento opgehouden te hebben, zynen broeder, welke ziek geworden was, naar Sicilien zondt, en zelf zig naar Kapua begaf, van waar hy thet lang daarna naar Palermo overftak. Voor dat hy nog in Sicilien aangekomen was, ftierf zyn broeder Hendrik, in het dartigfte jaar zyns ouderdoms , en werdt in het graf van zyn grootvader Rogier begraven, van waar het lyk naderhand in de kerk van Monreale , welke Willem, naby Palermo hadt laten bouwen, en begiftigd hadt, overgebracht (è), (c). De koning ruftte, omtrent dienzelfden tyd, eene ontzaglyke vloot uit, en zondt die , onder het bevel van Walter di Moac, naar Alexandrye, om dekriftenen, te?en den Saladyn van Egypten, by te ftaan (d). Kort daarna liet keizer Fredrik, die my fteeds in een koftbaren oorlog in (5) Giannone Hift. di Napol. (c) Mee deezen Hendrik , eindigde de Noermanfsbe vorften van Kapua, welk vorftendom honderd veertien jaaren door hen bezeten geweeft was, te rekenen van Rkhard graaf van Averfa in het jaar 1058. Of fchoon nu wel de koningen van Napels, den naam van dit vorftendom, driehonderd jaaren daarna bleven hehouden, was echter de landveogdy, of de regeering van het zelve ten eenemaal vernietigd, want de genen, welke naderhand Kaf.ua bezeren hebben, waren noch in gezag, noch in macht by de Noormanfcht vorften te vergelyken. Peregrin. ut fupra. (dj Cap.ecei.at. 1. III.  van NAPELS. «47 in Lombardye ingewikkeld was, en paus Alexander niet wilde erkennen, zyne dochter aan Willem ten huwelyk aan bieden , en hem een verflag tot eenen eeuwigdurende vrede en verbintenis doen, in hoop om door deszelfs by. ftand, de fteden welke zig te zarnen verbonden hadden, te noodzaaken zig aan zyne willekeurige regeering te onderwerpen. Willem wees , uit achting voor den paus, en tot hec welwezen van de kerk deeze verbintenig van de hand; en zonde, korc daarna, op aanraden van Alexander, een gefantfehap aan Hendrik den tweeden, koning van Engeland, om deszelfs dochter Joanna ten huwelyk te vragen. Htndrik bewilligde, na den raad van zyne barons in het parlement ingenomen te hebben, in die vereeniging; en de prinfes werdt door verfcheide Engelfche edellieden in de ftad St Giles in Frankryk verzeld, van waar zy ter zee naar Palermo vertrok, alwaar het huwelyk voltrokken, en zy tot koningin van Sicilien gekroond werdt (e). Keizer Frederik middelerwyl zeer geftoord zynde , dat de koning zyne aangebodene vriendfehap van de hand gewezen hadt, beval zynen kanzelier Kriftiaan, aartsbiffchop van Ments, om mee een leger onder zyn bevel, in de na. buuifchap van Ancona te trekken, en in het koningryk Napels te vallen; doch ^e pogingen van den kanzelier waren vruchtloos; want vermits de Apuliers onder het bevel van Tancred, graaf van Lecce, van Rogier, graaf van Andria, en van verfcheidene andere barons , hem tegenftand boden, was hy wel haaft genoodzaakt te rug te trekken, na dac hy met zyn leger tot aan het dorp Celle gekomen was. Vermits Frederik ten zeiven tyde, ook eene voiko* roene nederlaag van de Lombardyers in Italien geleden hadt, begon hy met ernft, op een vergelyk met den paus bedacht te zyn, welke ook zyne toeftemming tot een zaméri- komil (e) Roiiuaid. Salern. Hotsdeu's Annals of England. T a ir.BoEx. I. Hoofdst. 111. Afd, Hy trouwt met de dochter des konings van Engs land, I17Ö.  ftf HISTORIE II-BOEK. I. ïioopdst. III. AïD. Maakt vrede met den keizer. 1177. komft te Boulonje gegeven hebbende, aan koning Willem verzocht, dat hy zyne gemachtigden mede derwaards wilde zenden, alzo hy voornemens was geen vrede te maken, ten ware de koning daar in begrepen wierde. De koning benoemde dan de hiftorifchryver Romuald, aartsbilïchop van Salerno , en Rogier graaf van Andria, tot zyne gezanten , welke nevens den paus, en deszelfs gevolg, zig te Vefti, aan boord van elf galeyen fcheep gingen, en om" trent den achttienden van lentemaand te Venetien, wer. waards de vredehandelingen, op het verzoek van den keizer verlegd waren , aankwamen. De onderhandelingen duurden verfcheide maanden , ten laatften floot Frederik, in oogftmaand, een eeuwigdurende vrede met de kerk, een beftand voor zes jaaren met de verbondene fteden van Lom. bardye, en een vrede voor vyftien jaaren met koning Willem, welke in het begin van het volgende jaar, dit verdrag bekrachtigde (f). 1 De overige gebeurteniften, onder de regeering van Wil. lem, zyn in eene groote duifternis begraven. YVy vinden in de kronyk van Monte Cajfmo, dat hy, omtrent drie jaaren daarna, een vrede voor tien jaaren , met den koning van Marocco floot (g). En omtrent vier jaaren daarna, dat hy graaf Tancred met een groote vloot en een leger zondt om in Griekenland te vallen uit weerwraak wegens de barbaarfcheden welke Andronikus tegen de Latynen te Kon/iantinopolen gepleegd hadt. De Siciliantn namen Du. razzo'm, en plunderden hetzelve, als mede Salonchi, en verfcheide andere plaatzen, in welke zy veele wreedhe. den tegens de Grieken pleegden; en ter befchimpinge van derzelver Godsdienft , de kerken plunderden eh ontheiligden, waaruit van dien tyd af eene onverzoenlyke vyandfchap tus- (f) Romuald Salern. Chron. (g) Chron. Caffin. A. 1181.  vak NAPELS. J49 tusfchen die twee volken ontftondt. De Konftantinopolitanen over hun verlies en fchande tot woede gebracht zynde wreekten zig op Andronikus, welken zy, op eene zeer wreede wyze ter dood brachten; en lfaakus Angelus zig het keizerlyk gezag aangematigd hebbende, verzamelde ten eerften een talryk leger, waarover by zelf het bevel voerde, verfloegde Siciliers, en vergold hun het ongelyk, 't geen hy van hen geleden hadt (6). Willem ontving, omtrent dien zelfden tyd een gezant fchap van keizer Frederik, welke der konings moei Ken ftantia, voor zyn oudften zoon Hendrik, koning der Ro meinen, ten huwelyk Vroeg. Dewyl Willem, negen jaaren getrouwd geweeft zynde, nog geene kinderen hadt, en Kanftantia de waarfchynlyke erfgenaam van de kroon was, kanteden zig zeer veelen in Sicilien tegen dat huwelyk ; doch des niettegenftaande werdt de koning door den aartsbiffchop van Palermo overgehaald, en gaf zyne toeftemming tot het zelve; en, na dat hy alle de graven van het koningryk hadt doen zweeren, dat, indien hy zonder erfgenamen kwam te fterven, zy getrouwe onderdanen van haar en haaren man wezen zouden, zondt hy haar onder geleide van een groot getal graaven en baronnen naar Rieti: de gezanten des ke:zers geleidden haar van daar naar Mii laan, alwaar het huwelyk, *t welk in het vervolg ongelukkig voor de Siciliaanen uitviel, in den volgenden louwmaand, in de lufthoven van St. AmbroCius, met veel luilier en pracht voltrokken werdt (i). Willem overleefde dit (/;) NrcEt. Acomtnatus Chotjiates. Chron. Casfim A. 1185. , (i) Eenige latere biftorifcbryvers hebben verhaald, dat Konnantia, eene nonne, en toen ter tyd meer dm vyftig jaaren oud was, en dat de paus haar een ontflag van haare geloften vergund hadt, doch deeze fa« belachtige vertelzels verdienen geen geloof, dewy! dezelve tegen het bericht van &elyktydige fchryvers ftryden. Godfried van Viterbo, een ' ®og- T 3 II.BOEif. i. Hoofdst. 111. Afd. E?i geeft zyne moei Konftantia fe;i huwelyklan deszelfs zoon Hendrik. 1185.  II.BOEK r. Hoofdst III. Afd. Zyn dou ïi8p. m HISTORIÉ .dit huwelyk noggeene vyf volle jaaren, maar ftierf te Palermo zonder kinderen, in het zesendertigfte jaar zvns ouderooms, m het vierentwintigste jaar zyner regeeringe (*> Dewyl hy de wetten naauwkeurig in acht nam zeer rechtvaardig was, en met veel gematigdheid regeerde verwierf hy den bynaam van Wülern def goeden. Tcbtd van 5. Germano begint zyne kronyk met deszelfs lufrede. Volgens dienzelfdenfchryver, was Willem met alle koning, lyke deugden begaaft, hy was het vermaak van zyn volk en de be.chermer van vreemdlingen, armen en onderdrukten. Gedurende zyne regeering heerfchte de vrede in alle zyne itaacen, de reiziger was niet bevreesd voor ftruikrovers, nog de varensgezellen voor zeefchuimers (l) De dood van koning Wdlem, werdt door een alierrampfpoea.gften oorlog gevolgd. Veelen der edelen, welke St het koninglyk hms vermaagdfchapt waren, Honden naar de kroon; doch de twee hoofdpartyen waren die van den kanzelier, en van den aartsbilTchop van Palermo De aarts biffchop en deszelfs aanhangers, verklaarden zig voor konftantia, welker huwelyk met Hendrik by uit misnoe gen tegen den kanfeher bevorderd hadt, om dat dezelve de oog-etuigen, zegt, dat zy na den dood van haaren vader"poeUr eeboi ren was d.envolgende was zy, toen zy trouwde, nog maarinTtfwee endertigfte jaar baares ouderdorrfs. Palcandus en xfrf,3 'vaMS r,r mano zeggen, dat zy in bet koninglyk paleis en niet in het kloofter oaV gebracbt was ^«t vaa Lubek , welke een byzonder veX S dat huwelyk doet maakt geen gewag, dat zy eene non zoude geweeft zyn Romuald Wülem Neubrigenfis, het aanhangzel op den abt fan KL en paus Innocentius m zyne brieven, zwygen ten eenemaalenop datftuk ' en de pauflen waren zo ver van daaromtrent .eenig ontflag te «reeven' dat zy het huwelyk zelfs veroordeelden, en ds epyolüae uaTancffl toewezen. Godfrid. Pantheon, ap. Murator. t. PII FatTald ut t pra Md. Chron. I. UI. c 14. Baron. Arkal'%JnonT^Sja' (1; RiCHAaD Chron.. ut fupra.  van NAPELS. 151 de oorzaak geweeft was, dar de nieuwe kerk van Monreale aan deszelfs rechtgebied onttrokken was. De kanfelier bewuft zynde van de afkeerigheid der Siciliers tegen de heerfchappy der Üuitfbers, en van de groo-e volks gezindheid van Tancred, graaf van Lecce, »atuuriyken zoon van hertog Rogier, oudften zoon van koning Rogier, verklaar, de denzelden tot koning; en hem van Palermo hebbende doen komen, kroonde hy hem met zyne eigene handen, in louwmaand, na dat hy de goedkeuring van Klement den derden daar toe verkregen hadc; wanc vermits zyne heilig heid het niet van het belang des heiligen ftoels oordeelde te zyn, dat Sicilien met het Duitfchjche ryk vereenigc wierd, bewilligde hy gaarne in de beleening van het ko. ningryk op den graaf (m). Tancred werdt aanftonds, by. na algemeen in Sicilien erkend, en beteugelde vyf hoof den der Saraceenen, welke gedurende de tulfchenregeering. eenen opftand in Palermo verwekt hadden, waar uit zj echter door de kriftenen reeds verjaagd waren. Middeler wvl was Rogier graaf van Andria, welke gedurende de re geering van den overledenen koning opperrechter en land voogd van Apulien geweeft was, ten hoogften misnoegd, dat Tancred boven hen gefteld was, weigerde hem vooi koning te erkennen, verzocht Hendrik by een briefin lta Hen te komen , en verzamelde een leger om de belangei van Konflantia te onderfteunen. Hendrik zondt aanftondi den rnaarfchalk van het ryk, met eene aanzienlyke krygs macht naar Italien ; doch voor de aankomft van het zelv< leger, hadt Tancred, met hulp van Ricbard graaf van Cer ra, wiens zufter hy getrouwd hadt, gantfch Apulien bene vens Terra di Lavoro bemachttigd, en den abt van Casfin genoodzaakt, den eed van getrouwheid aan hem af te lejj len. Ricbard eene groote zomme gelds van Tancred ont var (w) Gul Nedbbicsks. Chron. Cisfin. Richjsrd. Chron. II. Boekt. 1. Hoofdst. UI. Afd. Tancred graaf van Lecce werdt tot koning 'serklaari. 1190. I 1 I 1 ï  t$% HISTORIE IJ. Boer, i. Hoofdst iii. Afd. Hendrik zendt een leger in Apulien ow zyn recht tot de kroon \ i 1 j 1 \ \ 2 € I C g z vangen hebbende, en in het bezit der voorraadhuizen ia Apulien zynde , bracht een groot leger op de been, en deedt eene onderneeming tegen Kapua en Averfa: doch de. wyl het Duitfchfcbe leger zig by den graaf van Andria voegde, was hy genoodzaakt terug te trekken, en alleen verdedigender wyze te handelen. Hy werdt, op zyne beurt, in de ftad Ariano belegerd ; maar de bovenmatige hitte, en khaarfchheid van voorraad , veroorzaakten een groote ziekte onder de Duitjcbers , zo dat de maarfchalk om hec gantfchlyk verlies van zyn leger voor te komen, het beleg op brak, en naar Duitfchland keerde. Rogier, graaf van Andria bleef fteeds den oorlog gaande houden; en het kafteel van St. Agatha verfterkt hebbende, begaf hy zig naar Ascoli, in de verwachting van nieuwe verfterkingen van Hendrik te zullen ontvangen; doch hy werdt kort daarna door Ricbard, welke hem overgehaald hadt Dm tot het houden van een mondgefprek buiten de ftad :e komen , omgebracht. Na deszelfs dood trok Ricbard op tegen Kapua, welk zig te fchielyk overgaf, daar Hen. irik den zesden , welke na het overlyden van zynen va* ier in Italien thans keizer geworden was, met een mach;ig^ leger in Italien gekomen was. Terwyl dit op het vafte land voorviel, ontving Tan. ■red de koningen van Engeland en Frankryk , welke op ïunne reis naar het Heilig Land waren , met twee ont:aglyke vloten te MeJJina ingeflopen waren , met veel ' lerbergzaamheid. ^ Tancred werdc ook door tuflchenkomfi: -an Richard , koning van Engeland, met zyne zufter, de weduwe van den laaft overledenen koning Willem , veroend, en floot naderhand een huwelyksverdrag tuiTchen en neef des konings van Engeland en eene zyne dochreren • y welke gelegenheid hy aan Ricbard twintig duizend neen goud voor het huweiyksgoed van zyne dochter af, welk geld de Engelfche koning beloofde weder re uilen geeven, indien het huwelyk niet mocht voltrok. ken  van NAPELS. 153 ken worden (w). Weinige dagen daarna ftak Tancred over naar Apulien, en een parlement van zyne barons, te Tbermula by een geroepen hebbende, trok hy van daar naar Abruzzo. Vervolgens den graaf Reinout geflagen, en die landftreek ondergebracht hebbende, trok hy van daar naai Brindifi, alwaar hy het huwelyk tuiTchen zyn oudften zoor Rogier en Jrene, zomtyds ook wel Urania genoemd, de dochter des keizers van Konftantinopolen, voltrok. Na dt viering deezer plechtigheid, liet hy zyn zoon Rogier tot ko ning van Sicilien kronen , en keerde vervolgens op eene zegepraalende wyze naar Palermo. Keizsr Hendrik middelerwyl te Rome grkomen zynde, ontving in grasmaand de keizerlyke kroon van Celeflin den derden, en trok daarop met zyn leger naar Apulien. Na dat hy het fterke kafteel van Acre ftormenderhand ingenomen hadt, bracht hy eene zo groote fchrik over het gantfche landfehap, dac alle de Heden zig op zyne aannadering on derwierpen , tot dat hy te Napels kwam, werwaards Ric bard graaf van Cerra, zig mee zyn leger begeeven hadt Dewyl de ftad wel verfterkt was, en aan de zeekant oper lag, verydelde dezelve alle de pogingen des keizers; welke door een aanftekende ziekte, waardoor een groot gedeelte van zyn leger weggefleept was, aangetaft geworden zynde, genoodzaakt werdt, het beleg, welk byna vier maanden geduurd hadt, op te breken By zyn vertrek liet hy de kzizerin Konfiantia in Salerno, lag bezettingen in Kapua, Acre en Sorella, nam vervolgens den abt van Caffmo benevens verfcheide ingezetenen uit S. Germano, als gyzelaars mede, en keerde mar Duitfchland Hy was naauwlyks ver. trokken, of de graaf van Cerra trok weder te veld, be. maclr.igde Kapua, Acino, Averfa, Trono en S. Germano \ doch hy kon den deken van Monte Caffmo niet beweger om (n) Roger. Anna!. Angl. an. iroo. Eürop. Hist. X Deel. i Stuk. V II. Boek, i. Hoofdst. III. Afd. Tancred bemachtigt , Apulien 1191. tVelk n»> derhand zig aan den keizer onderwerpt. I  II. Boes, i. HOOFDST. UI. Afd. Tancred 1192. ï54 HISTORIE zig voor Tancred te verklaren, niettegenftaande die k!oo- ltervoogd door de paus in deu kerkban gedaan , en het kiooitex onder een verbad van godsdienft gefteld was. Da deken, in plaats van Tanend te erkennen, deedt al wat hem mogeiyk was, ten voordeeie van den keizer, en eenige maatregelen met Diephold, den bevelhebber van het kafteel van Acre, vaftgefteld hebbende, hernam hy in louwmaand de ftadS. Germano, en alle de andere plaatzen, welke aan het kloofter behoorden. Hy taftte ook verfcheidene andere fteden aan, met ondericheiden uitflag; terwyl de officieren van Tancred, van hunne zyde, die plaatzen innamen , welke hec met den keizer hielden. Middelerwyl zondt Tancred, op het aanhouden van den paus, de keizerin Konftantia naar haare gemaal; en dewyl graaf Bertbout met eene groote verfterking van Duitfcbers en Florentynen in Apulien aangekomen was, om de kerzerlyke party te on« derfteunen, ftak Tancred zelf in hec volgende jaar derwaard over, om hunne voortgangen te ftuiten. Hy verzamelde fpoedig een machtig leger, doch hein werdt door zyne officieren ontraden, zig in een gevecht met Bertbout in te wikkelen, welke of fchoon zwakker van volk, hem op hoop van een algemeenen veidflag, tegen getrokken was. Bertbout was, door gebrek van voorraad genoodzaakt , naar het graaffchap van Molife te rug te trekken, en werdc aldaar door een fteen, welke van een kafteel geworpen werdt, gedoodt. Ondertuflchen nam Tancred de kadeeJen van St. Agatba, Cacerta en Forfa in, en vertrok kort daarop naar Sicilien, alwaar hy in het einde van dat zelfde jaar, of volgens eenige fchryversj in het begin van het volgende jaar , ftierf. Men fchreef zyn dood toe aan droefheid wegens het verlies van zyn oudften zoon Rogier, welken hy maar weinige weken overleefde, latende het koningryk aan zynen jongden zoon Willem, welke toen nog minderjaarig was. (0). V i E R, Foffie Nova' CaiïIn' &ieH"D- Chron' Sla0K' en Re§"- ïtai. Chron.  van NAPELS. -isi VIERDE AFDEELING. Van de bemachtiging van bet koningryk Sicilien door kei* zer Hendrik den zesden, tot op den dood van deszelfs achterkleinzoon Konradinus, en den overgang dier becrfcbappye, in het huis van Anjou. Wanneer keizer Hendrik den dood van Tancred en Rogier vernam , maakte hy aanftonds groote toebereidzelen tot een tocht naar Sicilien. Hy kwam met een groot leger, omtrent zomermaand te Genua; en de Genu* eezen en Pifanen, door groote beloften overgehaald hebbende , om eene vloot van meer dan honderd zielen uit te rusten, trok hy voorts naar Kampanie, alwaar hy tegen het einde van oogftmaand aankwam, en door den abt van S. Germano, benevens verfcheide Apulifcbe barons ontvangen werdt. De Genueefche en Pifaanfcbe vlooten namen middelerwyl, op zekere voorwaarden, bezit van Gaeta en Napels. Hy zelf bezocht eerft het kloofter van Monte Casfino, bemachtigde voorts byna alle de fteden van Apulien, en trok daarop naar Salerno, 't welk hy ftormenderhand innam. Uit wraakzucht wegens de gevangenis der keizerin aldaar, gaf hy die ftad aan zyn leger ter plundering over, liet de wallen flegten, beval een groot getal der inwoneren ter dood te brengen, en bande anderen. Deeze ftad dus byna gantfchlyk verwoeft hebbende , trok hy door Kalabrien, en de Faro overgeftoken zynde, landde hy te MeJJina. De onderwerping van de Apuliers, en de ontV 2 zag- II.BOEK. I. Hoofdst. IV. Afd. Keizer Hendrik keert naar Apulisjj. 1094.  II. Boek i. Hoofdst. iv. Afd. Na de lt- machtiging van Sicilien, handelt hy zyne nieuwe onderdanen met groote wreedheid. H95. iJaard gebonden, en door de ftraaten van Kapua gefleept, vervolgens by de beenen opgehangen, en na dat hy twee lagen indie folteringen hadt doorgebragt, werdt hyeindelyk loor een fteen, welke hem door des keizers hofnar om fen hals gehangen werdt, ter dood gebracht '(f). Hendrik evorderde vervolgens Diephold tot graaf van Cerra, zondt ynen broeder Otto om Roca Secca alwaar verfcheide Noorlanfche barons zig verftrekt hadden, te belegeren; en eene :hatting over het gantfche koningryk uitgefchreven heb' ende, voerde hy zyn leger in het begin van louwmaand aar Sicilien over. Hy zondt aanftonds een gezant naar Konflantinopolen, om m den keizer Alexius Angelus te bevelen, dat hy alle e kuften van Griekenland , van Epidaurus tot Salonicbi 3e, welke door koning Willem veroverd waren, zoude ebben terug te geeven, of voor die landen eene jaarlyk:be febatting van zeftien talenten zuiver goud te betalen Middelerwyl pleegde hy allerleye wreedheden tegen ! Siciliaanjcbe edelen. Hy beval, dat men kronen zoude ift nagelen op de hoofden van die edelen, welke Tan. crei (J) Idem ibid. Chron. Foffa Ndve» [f) Vide Cauom & Wicst. Hift.  van NAPELS. isp ered op den throon hadden helpen zetten; ja hy fpaarde zelfs hunne kinderen niet, maar liet dezelve door verfcheide pynigingen ter dood brengen; hy liec ook op een enkel vermoeden van verraad, den groot admiraal Margaritone ontmannen , en deszeis ogen uitfteken, of fchoon hy dezelve ce voren wegens zyne dienften, tot hertog van Durazzo en vorft van Tarento, verheven hadt. Konfiantia zelve aangedaan over de wreedheden welke haar gemaal tegens hare landslieden oeffende, ging tot eene zamenzweering tegen hern over; en terwyl hy bezig was met het belegeren van een kafteel, begaf zy zig naar Palermo, maakce zig meester van de fchaccen, en verklaarde zig openlyk cegen hem. De Siciliers hier door aangemoedigd'zynde, overvielen een groot getal Duitfcbers, en brachten dezelve ter dood. Da keizer vlood onmiddelyk naar een fterk kafteel , doch door de Siciliers ingefloten zynde, vondt hy zig genood,i zaakr. zig op voorwaarden door de keizerin voorgefcnreven, te onderwerpen, en verkreeg zyne vryheid, mits dac hy zyn leger aanftonds naar hec Heilig Land zonde zenden. Het leger werdt dienvolgende ingefcheept, en ftak, op den eerften van herfftmaand onder het bevel van Koenraad bilïcbop van Heldesheim, kanfelier van het ryk van Suilt* en, in zee. Hendrik, die te huis bleef, werdt ziek en ftierf, op den achtentwintigften derzelver maand, en wel,i volgens het baricht van zommige fchryvers, door ver-" gif, 't welk hem door de keizerin was toegediend (u), of fchoon anderen zyn dood, aan eene al tefterke oefening der jacht toefchryven (f)- Vermits Hendrik ftierf,en wegenshet geld,'tgeen hyden konink van Engeland afgeperfthadt, nog onder den kerkban was; zondt Konfiantia den aardsbiffchop vaaMeJfma naar Rome, om (?0 Roger. Ho vet en, Annal. Angl. Richard. Chron. (v) Sigo». ut fupra. n.BoEit. i. rlooynsr. IV. Aid. dlwaarhy loor Kontantia bs'egird«orde. ~)&szelfs ood.  i6o HISTORIE ILBoek, 1. Hoofdst JV. Afd. Ronftanti a doet de Duit. fchers, ui hiare ftaa ten % ertrekken. ii93. om van den paus verlof te verzoeken, tot het begraven van deszelfs lighaam in gewyde aarde; en te gelyk verzocht zy van Celeftyn ,de gewone beleening op haren jongen zoon Frederik. De paus gaf de beleening aan Frederik tegen betaling van duizend mark zilver voor hem zeiven, en zo veel voor de kardinalen; na dat Konfiantia gezworen hadt, dat dezelve haar echte zoon by haar overleden man Hendrik was; doch hy wilde niet toelaten, dat het lyk des keizers in gewyde aarde zoude begraven worden, voordat alle zaken met den koning van Engeland zouden gefchikt wezen. Na dat dan eindelyk het gefchil met koning Richard vereffend was, werdt het lyk begraven, en weinige weeken daar aan, werdt Celeftyn door Innocentius den derden in de pauflyke waardigheid, opgevolgd. Middelerwyl deedt Konfiantia, Marcoald en alle de Duitfcbers uit hare fterkten verftrekken, en dewyl hy wegens zyne wreedheid en roofzucht ten uiterften verfoeid ' was, gaf zy hem een vrygeleide , en verzocht de twee kardinalen, welke in Apulien waren, benevens den graaf van Celano, dat zy hem tegen de woede der inboorlingen wilden befchermen. Marcaold liet Kastellano en Boulliers, in het graaffchap Molefe, 'c welk hy na den dood van Mus. ca in Cervallo, van den keizer verkregen hadt, begaf zig van daar naar de mark van Ancona , alwaar hy aanftonds door paus Innocentius in den keikban ged*an werdt; gemelde zyne heiligheid een man van groote bekwaamheden, en in de kracht van zyn leven zynde, befloot zyn pauflehap te beginnen met het heroveren der ftaaten van Matbildat welke de drie laatfte keizers naar zig genomen, en alle de leenen aan hunne vrienden gegeeven hadden. Filip, broeder van den laatften keizer, welke een groot deel van Toskanen bezat, en Koenraad, welke tot hertog van Spoleto verheven was, werden ook in den ban gedaan. Deeze twee ftonden aanftonds af van de landen, welke de kerk eifchte; Koenraad deedt zulks uit een godsdienftig grond- be-  va n NAPELS. iöi beginzel; maar Filip uit ftaatkunde, om zig daar door in zyn gefchil tegen Otto van Brunsivyk over de keizerlyke kroon, de gunft van den paus te verwerven ; den vermits Marcoald befpeurde, dat de inwoners van Romaniola een afkeer van de regeering van Rome hadden; verwachtte hy den kerklyken blikzem, en een leger verzameld heb. bende, befloot hy zyne bezittingen met geweld te handhaven. Intusschen liet Konfiantia haren jongen zoon Frederik van Ancona naar Sicilien komen, en verzocht den paus zeer ernftig, om hem met de beleening van het koningryk te be. gunftigen. Innocentius, welke geheel en al het oog hadt om het pauflyk gezag, beide in het kerklyke en waereldlyke te vergroten, weigerde volftrektlyk dat verzoek toe te liaan, ten ware de vier artykels over het recht van ver. kiezing, van legaatfchappen, van beroepen, en kerkvergadering , welke met koning Willem den eerften vaftgefteld waren, vernietigd wierden. Konfiantia tot het inwilligen dier eifchen overgehaald zynde, verkreeg eindelyk de beleening; doch weinige weken daarna , namelyk op den ze venentwintigflen van flachtmaand komende te fterven, hadt zy de zorg en het opzicht van en over haaren zoon en het ryk, zeer onvoorzigtig aan Innocentius gelaten, web ke daad aan de pauzen gelegenheid gaf om de rechten van het ryk aan zig te trekken, en dit wasde grondflagvan hun voorgewend recht, om gedurende de minderjaarigheid der koningen befticrders van het ryk te zyn , of fchoon zy door den overledenen vorft niet tot voogden aangefteld zyn (ia). Innocentius nam deeze voogdyichap gretiglyk aan, en begon dezelve aanftonds te oefenen , door het zenden van een kardinaal naar Sicilien, als legaat en om van de kerk voog (w) Spokd. Anna! ad an. 1198, Gunkoke ut fupra EuRaP. HiST. XDïBX. l6TUk. X tl.BoEK» I. Hoofdst. IV. Ai?d. Zy verkrygt de leleening voor haren zoon. Haar dood. Paus Innocentiusbejiierd hit koningrykSicilien.  II. Boek. i. Hoofdst. IV. AfD. 1109, 16» HISTORIE voogden en barons den eed van getrouwheid in naam van den paus, als beftierder en voogd af te neemen. De kanieher van Sicilien, benevens een groot getal anderen, wei. gerden den eed door den legaat voorgefchreven, te doen, weshalven dezelve eene tegeukanting tegen zyn gezag vindende, kort daaraan naar Rome keerde (V). Eene groote menigte Apulien hadden ook een tegenzin in de beftiering van den paus, en verzochten Marcoald de regeering op zig te nemen , welke door de Boulogneefche en pauflyke troepen in Romaniole geflagen zynde, met alle zyne Duif fchen naar het graaffchap Molife trok; en voorwendende, dat de keizer hem tot voogd over deszelfs zoon, en beftier. der van het koningryk aangebreid hadt, begon hy zig tegen die geenen welke Innocentius aanhingen, te kanten. ..\a dat hy m het begin van het volgende jaar, verfcheide kafteelen tot het kloofter van Caffmo behorende, verbrand hadt, enten einde den abt te noodzaaken hem als beftierder te erkennen, zondt Innocentius twee kardinaalen meteen aanzienlyke bende krygsvolk , ter verdediginge van het kloofter. Mm Marcoald. door Diapold, en andere Duit(chers aan wien Bendrik landgoederen, en baronyen in Sicii hen en Apulien gefchonken hadt, bemachtigde St. Germano, t welk hy plunderde en verbrandde, waarenboven hy ook groote wreedheden jegens de ongelukkige inwoners pleeg, de. Hy belegerde verder het kloofter van CafF.no., werwaards de twee kardinalen, en veelen van de voornaamfte inwoners vanS*. Germano, zig begeven hadden. Doch vermits deszelfs legerplaats op eene heuvel gelegenzeer veelonongemak leedt door de hagel en fneeubuijeti, brak hy het beleg op, tegen den ontvangft van eene aazienlyke zomme gelds, welke hem door den abt gegeeven werdt; en vervolgens met zyn leger tegen Avellino opgetrokken zyn. de, 00 Giakkone ut fupra.  v 3 I NAPELS. 163 de, noodzaakte hy die ftad zig door het betalen van eene groote brandschatting vry te kopen. Niettegenftaande alle de pogingen, welke de paus daar tegen ondernam , zet-1 te Marcoald zyne vyandlykheden meer dan een jaar lang voort, tegen de edelen van de tegenparty, waar van vee. Ien zig vernederden om hunnen vrede door eene lafhartige onderwerping te kopen. Ricbard graaf van Fondi, in het byzonder, gaf zyne dochter ten huwelyk aan Siegfried, broeder van Diephold , wiens dochter weder met Willem, graaf van Caferta trouwde. Middelerwyl deedt Innocentius, Marcoald en deszelfs aanhangeren in den ban, zond geld aan de graven van Apulien om foldaaten tegen den zei ven te werven, gelaftte alle de kerkvoogden van het koningryk om hem alle Zondagen, en heilige dagen te vervloeken , ja ftelde zelfs voor om een kruiftogt tegen hem te doen aanpryzen. Marcoald wel voelende, dat de geeft en werkzaamheid van den paus, de grootfte hinderpaal aan zyne eerzuchtige) oogmerken was, trachtte door verlcheide gezantfchappenj en groote beloften, den zeiven tot zynen vriend te maken. Hy liet dan , door middel van Koenraad, aartsbiflchop van Ments, welke omtrent djen tyd uit het Heilig Land in Apulien aankwam, aan den paus voorftellen, dat indien dezelve maar alleen zig niet wilde kanten tegen zyn voornemen om Sicilien te vermeefteren , hy aanftonds twintig duizend oneen gouds aan zyne heiligheid geeven zoude, en dat hy, na dat hy zig in Palermo zoude beveiligd hebben , nog andere twintig duizend oneen zoude betalen, den eed van getrouwheid aan den paus als zyn opperheer doen, de jaarlykfche fchatting verdubbelen, ja dat hy den heiligen ftoel grooter voorrechten zoude toeftaan, dan de. zelve ooit in Sicilien gehadt hadt fj): hy voegde daarby, dac (y) Vita Innocent, ap. Murator, t. III. p. 491* X 2 I Boek. 1. loOFDST. iv. Afd, 'Velke war de •rooit laat,  164 HISTORIE H.BoEK. I. Hoofdst iv. Afd. i J i I ( de paus geene zwarigheid behoefde te maaken om in dien voorflag te bewilligen, uit hoofde , dat hy voogd van den jongen Frederik was, aangezien hy wilde aanneemen te bewyzen, dut Frederik een ondergeftoken kind, en geenzints de zoon van den overledenen keizer en keizerin was. Dewyl Innocentius geen acht op deeze voorftellingen floeg, en niet wilde toeftaan, dat de wettigheid van de geboorte van den jongen vorft in twyffel getrokken wierdt, om dat zyn voorganger reeds verklaard hadt met den eed van Konfiantia genoegen te nemen, zag Marcoald naar een ander hulpmiddel uit; en betoonde een groot verlangen om weder tot de gemeenfchap der kerke toegelaten te wor. den, ten welken einde hy den paus bewoog, drie kardinalen te zenden om te Veroli met hem in onderhandeling te treden, üf fchoon 'er niets in die byeenkomftbellonen wierdt, liet Marcoald, welke de kardinalen met groote achting be. handeld hadt, na derzelver vertrek, aanftonds by brieven het gantfche koningryk en in Duitfchland bekent maken , dat hy met den paus verzoend was, dat dezelve hem tot aeftierder van het koningryk aangefteld hadt, en dat zy. ne heiligheid twee kardinalen gezonden hadt, om de Apw> licrs te vermanen zig aan hem te onderwerpen. Deeze bedriegerye werdt echter door de brieven van Innocentius fchielyk ontdekt, want dezelve gaven een byzonder verflag van de afgelopene handlingen. te Veroli; weshalven Marcoald befloot geen tyd meer in Apulien te verflyten, maar een aanflag op de hoofdftad te wagen. Na dat hy dan Diephold, met deszelfs twee broeders Otto ?n Siegfried, benevens Koenraad van Sorella , Otto van Laizzono, Frederik van Malento, en veele andere Duitrchers gelaten hadt, om zyne party in Apulien te onder* teunen, ging hy zelf, met een aanzienlyk leger te Salerno fcheep, om naar Sicilien te ftevenen. De opzich* ;ers en leenmeefters van den jongen vorft, fchreven aan ien paus om hulp, welke hun aanftonds twee honderd rui-  van NAPELS. 165 ruiters onder het bevel van Jakob, zyn neef en maarfchalk, ter hulpe zonde; en was dezelve bevelhebber boven dien verzeld van een kardinaal legaat, benevens de aartsbiffchoppen van Tarento en Napels. Dit krygsvolk verfloeg op hunnen tocht door Kalabrien, Frederik van Malento, en vervolgens het naauw van NeJJina overgefto ken zynde, landde het zelve aan de ftad van dien naam, terwyl Diephold met zyn Duitfcbers een tweeden inval in het gebied van Caffmo deedt, en verfcheide plaatzen in die nabuurfchap verwoeftte. ïürwyl dit alles gebeurde, kwam Sibilla, de weduwe van den overledenen koning Tancred, te Rome. Zy was na het overlyden van keizer Hendrik, uit haare gevangenis naar Frankryk gevlucht, alwaar haare oudfte doch. ter Albinia met Wouter, graaf van Brenna, een Franfch edelman, getrouwd was. Vermits de jonge koning Willem in de gevangenis geftorven was, eiïchte de graaf van Brenna, uit hoofde van het recht zyner gemalinne Albinia , en ingevolge de voorwaarden , welke met Hendriks aangegaan waren, het vorftendom van Tarento en het graaffchap Lecce. Bmocentius was met dien eifch zeer" verlegen, want hy vreesde dat indien de graaf een weigerend antwoord kreeg, dezelve zig by de Duitfcbers voegen zoude ; van de andere kant vreesde hy ook, dat indien de graaf van Brenna eenige macht en gezag in Apulien mochte krygen, hy het ongelyk, het welk zyne vrouw en haare vrienden, van Hendrik geleden hadden, op deszelfs zoon Frederik zoude wreken. Eindelyk fton'dt hy des. zelfs verzoek toe; en hem, in eene openbare kardinaals vergadering den eed afgenomen hebbende, dat hy onder geen voorwendzel eenig nadeel aan Frederik toebrengen, of het koningryk ontruften zoude, fchreef hy aan de op. zichters over den koning in Sicilien, en gaf hun kennis van 't geen hy gedaan hadt. Wouter de kanfelier van 't koningryk, en biffchop van Troja, was zeer ontzet over de X 3 han- II. Boek. 1. Hoofdst. IV. Afd; 1200. Wouter graaf van Brenna naakt aanrpraak op iet vorlendom'an Taento.  J66 HISTORIE II. Boek. i. Hoofdst. iv. Afd. Marcoald wordt in Sicilien ten eenemaal verflagen. handelingen van den paus; want vermits hy en zyn gantfche aanhang, de grootfte vyanden van Tancred geweeft waren, vreesde hy de wraakzucht van den graaf van Brenna; weshalven hy het volk deedt vergaderen, veroordeelde de gift van den paus in eene fcherpe redevoering, en berisp* te zyne heiligheid met eene groote vrymoedigheid, als die eene macht, waar toe hy geen recht hadt, misbruikte. Desniettegenftaande befloot de graaf, welke nu van de gunst des pauzen zeker was, zyn voorneemen te bevorderen, en keerde ten dien einde naar Frankryk om krygsvolk te werven. Marcoald hadt middelerwyl de Saraceenen , welke zig in Sicilien bevonden , op zyne zyde weten te krygen, be. machtigde een groot getal fteden en kafteelen, en belegerde ten laatften Palermo. Het pauflyk leger trok aanftonds op tot ontzet van de plaats, werdt door de party welke de koning getrouw bleef, onder het bevel van de kanfelier, en verfcheide andere bilTchoppen , verfterkt, en legerde zig voor de ftad. Marcoald brak op hunne aannadering het beleg op, en om tyd te winnen, tot dat hy eenige ver. fterkingen van volk zoude bekomen hebben , trachte hy hen door eene onderhandeling tot vrede, waar in de kanfelier en de aartsbiffchoppen van Meffina , Monreale, en Ceffalu reeds bewilligd hadden, om den tuin te leiden; maar dewyl het meerderdeel van het leger, zig met veel drift tegen een vergelyk verklaarde , werden de onderhandelingen afgebroken, en vier dagen daarna volgde een veldftag, in welken Marcoald geheel en al met verlies van zyn legertuig en alle pakkazie verflagen werdt. Aangezien de overwinning voornamelyk aan dé dapperheid en het beleid van den maarfchalk Jakob moeft toegefchreven worden, droegen de beftierders van den jongen koning, hem de graaffchap Andria op. Doch kort daar aan begonnen zy , uit een zoort van jaloefie, zynen foldaten het nodige te weigeren; zo dat veelen van dezelven ziek wierden en ftierven, waar door  r a m NAPELS. 167 door de maarfchalk genoodzaakt was, omtrent het einde van oogftmaand naar Apulien te keeren (z), alwaar Diephold gedurende de gemelde krygsverriehtingen in Sicilien, eene' volkomene overwinning op den graaf van Celano, naby Venafro bevochten hadt (a). Omtrent dien zelfden tyd, viel er een nieuw gefchil voor tuirchenden paus en den kanfelier, welke na het overlyden van den aartsbiffchop van Palermo, zig zelven tot opvolger van dien kerkvoogd hadt doen aanftellen, en de beveiliging van die verkiezing van den legaat, buiter weten van den paus, verkregen hadt. Innocentius berispt* zvn legaat zeer ernllig, doch boodt teffens aan, wel te wil len toëftaan, dat de kanfelier het aartsbisdom onder dei tvtel van Procurator of Minifler behieldt. De kanfehe verwierp deeze gunft met veel verachting, en fprak ei fchreef tegen den paus met veel fmaadheid, in het byzon der met betrekking tot de gift ten behoeve van den graa van Brenna. .Middelerwyl was de graaf met eene klein bende Franfcben te Rome aangekomen, int welken hoofd deszelfs bedoelde onderneeming, het onderwerp van de a gemeene befpotting werdt, Desmettegenftaande fchreef d naus ten zynen behoeve aan de graven , baronnen e: kafteleins van Amlien, en gaf hem daarenboven vyf hot derd oneen goud om volk te werven, waarop hy ftoutlyki Terra di Lavoro trok , en door de inwoners van leano aa eenomen werdt, alwaar ook den abt van Cajjino met ee fterk getal manfehap, en denaartsbillchop van Kapuazigb hem voegden. Hy trok van daar naar Kapua, en na d; hv het kafteel bemachtigd hadt, werdt hy op den tiende van hooimaand met Diephold handgemeen, en verOoeg dei zelven ten eenemaal. Hy tradt vervolgens in eene ve bi: (2) Vide Auéc. fup. citati \t) Richardi Chron. [I.BOER-, l Hoofdst. IV. Afd. 1 t .iïoï. 1 f É :• tt ï 1 1 11 De graaf y van Bren» .tna te^machtigteen groot 1 gedeelte ' van Apu1-lieo.  Ifjg HISTORIE II.BOEK. I. Hoofdst. IV. Afc. 1202. Dt kanfelier maakt vrede met Marcoald urn den graaf tegen te guan. C ll bintenis met den graaf van Celano; en denzelven in het bemachtigen van het graaffchap Molife geholpen hebben, de, trok hy zonder eenigen tegenlland te ontmoeten in Apulien, alwaar Melpbis, Veroli, Monte Pilofo, en verfcheide andere fteden zig onder zyne befcherming begavan. Hy bemachtigde ook , in het begin van het vol* gende jaar, het kafteel van Lecce, beneven Matera, Otranto, Porindifi en veele andere fteden van het vorftendom van Tarento. Deszelfs fpoedige overwinninge verbaasden den kanfelier zeer, welke toen in weerwil van de bevelbrieven van de paus, zig daar tegen eene volkomen willekeurig " gezag aangematigd hadr. Hy befchikte naar zyn volkomen goedvinden, over alle de inkomften van het koningryk , maakte zig een grooten aanhang om alle zyne handelingen ie onderfteunen, zo door het geeven van graaffchappen en baronnyen, als van bevelhebberfchappen van fteden en kafteelen , mitsgaders door het bezorgen van andere ampten en waardigheden aan zyne gunftelingen: hy ontboodt ook zyn broeder Gentile, graaf van Mano. pello, en benoemde denzelven tot eene van 's konings raden; ja men zegt, dat hy voornemens geweeft is, denzelven op den throon te zetten. Ten einde ook den iraaf van Brenno te beter te kunnen tegen gaan, maakte hy , benevens zyn broeder Gentile een vrede en verbond met Marcoald, welke nog in den kerkban was; en na dat de zoon van Gentile met eene zufter van Marcoüd getrouwd was , kwamen zy onder hen beide over ;en , dat het gantfche bartier tulfchen Marcoald, en den kanfelier zoude verdeeld worden , de een om in Sicili, m, en de ander om in Apulien ie regeeren. Deeze o. vereenkomft is echter nimmer ter uitvoering gebracht • vant dewyl de beide partyen elkar ders verraderlyke hanl lelwyze verdacht hielden , werdt hunne vorige vyand :hap hernieuwd, en zy verweten elkander hunne fnood" be"  van NAPELS. 169 heden. De kanfelier ondertuffchen , welke alle de inkomften van Sicilien verfpild hadt, liet de zorg over den koning en het paleis op zyn broeder aankomen, en lïak over naar Apulien, alwaar hy door afknypingen en af. perzingen, groote zommen gelds by een zamelde, de ker. ken van alle derzelver koftbaarheden eri z lverwerk beroof, .de, ja .zelfs de kaiTen waarin de H. overblyfzels bewaard wierden, en de beelden niet fpaarde. Dewyl hy fteeds voortvoer om zig tegen den paus aan te kanten, en eene verbintenis tegen den graaf van Brenna poogde te bewerken, donderde eindelyk Innocentius, door deszelfs handelwyze getergd, een vonnis van kerkban tegens hem uit, en ontzette hem van zyn beide kerkvoogdyen, welke hy aan andere geeftiyken begaf. Ingevolge van dit vloekvonm's, verloor de kanfelier alle zyne achting by het volk, 't welk hem niet alleen, met verachting, maar ook met befpotting behandelde; zo dat hy genoodzaakt wierd zig by Diepholdte vervoegen , welke nog fteeds het bevel voerde over een leger, waar mede hy de graaf van Brenna tegenging. Kort daarna fchreef Innocentius een langen brief aan den jongen koning , tot ver. dediging van zyne handebwyze met betrekking tot den graaf van Brenna, en zondt een kardinaal legaat naar Apulien, met bevel aan de graven en baronnen om zig by den graaf van Brenna tegen Diephold te voegen. Als de kanfelier de aankomft van den legaat hoorde, kwam hy by denzelven, en verzocht weder tot de gemeenfchap der kerke to' g laten te worden; doch dewyl de legaat bleef aandringen, dat hy eerft moeft aannemen zig niet tegen gemelden graaf te kanten, barftte hy in godslafterlyke uitdrukkingen uit, en keerde weder naar Diephold , welke kort daarna tegen den graaf optrok , en hem in de nabuurfchap van het beruchte Cannts overviel. Of fchoon de graaf vry zwakker £ in getal van was, viel dezelve hem echter met zo vee)v, verwoedheid aan, dat hy eene volkomene overwinning opc Europ. HisT. X. Deel. i. Stuk. Y Diep- II. Boek. 1. fïOOFDST. IV. Afd. Hy worde ioor den )aus in ien kerk 'jan gelaan. 'e graaf rjla it iephold.  *7° HISTORIE II.boek. I. Hoofdst. IV. Afd, Marctnld Jltrft. Ho,. t \ 1 De kanfc-{ lier krygt 1 zyn gezag i weder. ( < J 4 t Diephold behaalde, en een groot getal gevangenen van aan. zien in handen kreeg , onder welken ook de t vee broe Jers van Diephold, de neef van den kanfelier, en de aartsbisfchop van Salerno waren. Gentile welke tot bevelhebber in Sicilien gelaten was hernieuwde middelerwyl zyne vriendichap met Marcoald sn werdc door denzelven overgehaald, om het gantfche be. [tier aan hem af te ftaan, en zig naar Mesfma te b°geeven Marcoald deedt aanftonds zyn gezag door het gantiche ei', land erkennen, en trachtte door groote aanbiedingen aan den paus, en aan den graaf van Brenna, denlaaftgem-dden te bewegen om van zyne eifchen af te ftaan. Men onder. Jelde in het algemeen, dat hy toen den jongen konin* ter ■iood gebracht en zig op den throon gezet zoude hebben , indien hy het niet gelaten hadc uic vrees voor die graaf welke hem als waarfchynlyken erfgenaam der krooneaan. zag. Nochtans werden alle zyne ontwerpen door zyn Je'dd' Welke tefien Cinde Va" hCC voorv'ie]» veryNa het overlyden van Marcoald, maakte Willem Cappa■a, oCCapparore een Duitjeher , zig aanftonds meefter van iet publyk en van den koning, en nam den tytel van be" /elhebber over Sicilien en voogd van den koning aan iet grootfte gedeelce echter der aanhangelmgen van Mar. pald, weigerden hem te gehoorzamen vermits nu de kan. eher begreep, dac die eene bekwaame gelegenheid konde vezen, om zyn vong gezag weder te bekomen, deedc hv :ene nieuwe aanbieding van ingewikkelde onderwerping tan den heiligen ftoel; en verkreeg ontflag van W ■entws van óe kerklyke ftrafFen, waarop hy naar Sicilien )verftak, zig tegen Lappcro verklaarde, den poft van grooc ianielier wedor aannam, en aan den paus met een dringend 'erzoe* fchreef ,dat zyne heiligheid hem een legaat op°hec eiland wilde zenden, om de verfcheide partyfehappen te beeugeien. innocentius zondt aanftonds zynen neef den kar. di.  v a s NAPELS. 171 dinaal Gerard derwaards, welke by zyne aankomft wel de onderwerping van Capparo ontving, en hem vergiffenis verleende, doch hy kon nochtans Capparo met den kanfelier met verzoenen; en dewyl Capparo zyne macht en gezag fteeds behieldt, en zyne belofte niet wilde naarkomen, vertrok Gerard van Palermo, en begaf zig naar Mesjina. Middelerwyl zondt Innocentius zynen neef, den maarlchalk , tot hulp des graven van Brenna, en ftelde hem tot opperrechter beide over Apulien en Tarrado Lavoro aan. Wanneer tegen het einde van den veldtocht bericht inkwam, dat de paus te Arigni, werwaards de graaf, en de maarfchalk zig begeven hadden om een bezoek by hem afteleggen, geftorven was; ftonden verfcheide fteden, in het byzonder Matera, Brundici en Otranto tegen den graaf op, zo dat eenigen zyne bezettingen uitjoegen, anderen dezelve doodfloegen. Innocentius echter bekwam van zyne zware ziekte, welke het gerucht van zyn dood veroorzaakt hadt, waarop zy weder naar Apulien keerden, en verfcheide kafteelen bemachtigden; doch zy waren niet in ftaat de drie bovengemelde fteden te heroveren. De maarfchalk maakte zig meefter van Adria , Jacob, graaf van Tricarico en Rogier, graaf van Chieti, zig met hun krygsvolk by hem en den graaf van Brenna gevoegd hebbende , teifterden zy de Duitfcbers zodanig, dat dezelven genoodzaakt waren het veld te verlaten, en zig in hunne veftingen op te fluiten: doch de graaf van Brenna te onachtzaam, en te veel op het geluk zyner wapenen vertrouwende, werdt in den vol 1 genden zomer door Diephold, welke hy in Salerno belegerde , onverwacht overvallen (i). De Duitfcbers van de groote zorgloosheid, waarin hun vyand zig bevondt ver-J wittigd zynde , deeden met het aanbreken van den dagj een uitval op hunne tegenparty; en met geweld in de le.: ger 1 (b) Peregrin. ad Anon. Caflln. an. 1205. Y 2 [I Boek. 1. Hoofdst. IV. Afd. i2ch.' Je graaf 'an Bren Ja wordt ?y verrasmg ovet>*Ilen, en lerft aan ;yne won\cn.[205.  ILEoek. L HoOFDSTi IV. Afd. Diephold met den paus verzoend. 1206. 17a HISTORIE gerplaats doorgedrongen zynde, vielen zy op den graaf aan , welke na zig een geruimen tyd verdedigd en ver fcheide wonden bekomen te hebben, eindelyk gevangen genomen , en naar de ftad gebracht werdt, alwaar hv weinige dagen daarna ftierf, terwyl zyne vrouwe zwanl eer achterbleef (V) , kort daarop van een zoon , welke Wouter genaamd werdt verlofte, en trouwde vervolgens met den graaf van Tricerico. De ongelukkige dood van den graaf van Brenna blies den tegenparty zo veel moed in, dat Innocentius genoodzaakt was vrede met Diephold te maken. Na dat hy dan plechtiglyk gezworen hadt, dat hy zig in alie zaken, om weiken hy in den ban gedaan was, aan de bevelen van den heiligen ftoel onderwerpen zoude, dat hy den paus, als beftierder van den koning, en het koningryk erkennen , en de eifchen van Filip, hertog van Zwaben ten nadeele van Frederik niet begunftigen zoude, ontftoeg de paus hem , en alle deszelfs aanhangeren van het vonnis van kerkban, en ontving hem in het volgende iaar, zeer vriendlyk te Rome (d) Diephold keerde, na het houden van verfcheide mondgefprekken met den paus, welke hem het opperbevel liet behouden, naar Salerno, van waar hv in Slachtmaand, naar Palermo overftak. Kort na zyne aan komft haalde hy Cappano over om den koning in handen van den kanfelier en den legaat te ftellen , en te belo ven, dat hy het kafteel insgelyks zoude over geeven" Wanneer hy dan den koning naar Palermo verzeld hadt' verzocht hy den kanfelier en den legaat op eene maal' tyd, doch vermits daar een gerucht ontftondt, 'da<- hv voornemens was zig van hen lieden meefter te maken overvielen zy hem en zynen zoon , en zetteden hen bei' den (O Vtta Innocenf. ap. Mvhator, t. III. RrcHAao. Chron. (dj Idem ibid.  vam NAPELS. 173 den gevangen. Hy ontkwam kort daaraan uit de'gevangenis , en keerde weder naar Salerno, van waar hy zig naar Terra di Lavoro begaf, een leger verzamelde, en in bloeimaand eene overwinning op de Napolitaanen behaalde, by welke gelegendheid hy hunnen generaal, Gotfried di Montefusculo, gevangen nam (e). Gotfredi en de Napolitaanen hadden , volgens zekeren fchryver (ƒ) , omtrent twee maanden te voren, de ftad en het kafteel van Cuma ten eenemaalen vernield, om dat hetzelve gedurende eenige jaaren eene fchuilplaats voor zeerovers, en Duitfcbe overlopers geweeft was, welke zo wel de zee als het land onveilig maakten, en de wederzydfche partyen zonder onderlcheid plunderden. Diephold hadt miflchien de inwoners van Cuma onder de hand beveiligd, of eene belediging van de Napelfchen ontvangen; want de fchryvers, welke van die overwinning, gewag maken, geeven geene byzondere reden van de vyandlykheden; doch niettegenftaande de overwinning, bleef de kerk van Cuma, met alle derzelverinkomftenen voorrechten, van dien tyd af, aan den bifichoplyken ftoel van Napels gehecht (g). Cuma was echter het eenigfte roofneft niet, want Koenraad di Morlei, welke in het bezit van Fore, Sorello, Roe ca d'Arce, en verfcheide andere plaatzen naby de Garigliano was, verwoeftte al het omliggende land, met veel barbaarfchheid, en deedt verfcheide invallen in Campania di Roma. Na dat de paus hem langen tyd te vergeefs aangemaand hadt om zulks na te laaten, gaf hy eindelyk den legaat in Campania laft om hem aan te taften. De legaat door Ricbard des pauzen broeder, en Godfried abt van Caffmo, welken de inwoners van Sora bedektlyk in hunne ftad ge- la- Ce) Chron. Caffin. A. 1207- Richard. Chron. (ƒ, Vide Giannone Hift. di Neao. 1. XV. Sect. 1. (!>•) Chioccarel. de Archiep. Neap. H.Boek. I. Hoofdst. IV. Afd.  II.BOEK f. Hoofdst. IV. Afd. nog. Des pauzen broeder wordt graaf yan SoaA. i 1 fft) Vit?, Innocent, ut fupra. Chron. Caffin. Richard. Chron. CO Gi/iNKOKE ut fupra. 174 HISTORIE leten hadden, onderfteund zynde, bemachtigde in het begin van louwmaand Sora en Blanello, benevens eene vesting, welke de gantfche ftad overziet, en Sorella werwaards Koenraad zig begeeven hadt. Vervolgens werdt 'er eene fchikking gemaakt, waarby Koenraad, tegen den jmtvangft van duizend oneen goud en twintig paarden , beloofde Rocca d'Arce, en alle de plaatzen , welke hy j>p de grenzen van het koningryk bezat, over te geeven. Deeze dienftbewyzing was den koning zo aangenaam, dat ay aanftonds des pauzen broeder Ricbard, en deszelfs srfgenamen, met alle die plaatzen onder den titel van jraaf van Sora, beleende (7>). Middelerwyl vielen 'er groote onluften inde ftad voor, ie kanfelier leefde in openbaare vyandfehap met Capparo, welke nog fteeds in het bezit van het paleis bleef, sn den koning in handen hadt. De Saraceenen in het gebergte door deeze gefchillen aangemoedigd, ontfloegen zig van alle onderwerping aan den koning , en begonnen eenige vyandlykheden tegen de kriftenen te plegen. Ten einde deeze ongeregeldheden te fluiten, vertrok Innocenius , met een gevolg van een groot getal kardinaalen en kerkvoogden naar Palermo (z), en na dat by eenige mondgefprekken met den koning gehouden hadt, m welken hy denzelven een huwelyk met Konfiantia, de mfter des konings van Arragon voorfloeg, verliet hy Si ■ ;üien , en kwam op den drie-entwintigften van zomernaand te 5 Germano , alwaar hy de graavèn en baronnen van Apulien met de gemachtigden der fteden deedt syeenkomeu, en dezelven overhaalde om ter verdedigin;e van den koning eene verbintenis aan te gaan , hem net twee honderd ruiters ten hunnen kofte by te ftaan, en  ▼ » n NAPELS. 17J en alle hunne byzondere gerchillen aan de beilffing van de twee opperrechters; namelyk , den graaf van Celaw, en den graaf van Fundi, over te laten. 1 Na deeze tydfchynt Innocentius op geene gezach voerende wyze zig met het bellier van het koningryk bemoeid te hebben; Frederik , fchoon nog maar dertien jaa ren oud, werdt meerderjaarig verklaard, gezien dit voor het waarfchynlykile middel om die partyfehappen , wel-j ke het land, gedurende tien jaaren, in zo veele rampeni ingewikkeld hadden, ten einde te brengen, gehouden< werdt (fc). De paus vervolgde ondertulfchen zyne on-^ derhandelingen over het huwelyk van den koning met Konfiantia; zo dat het zelve eindelyk gefloten, en in de volgende lente met veel plechtigheid en pracht voltrokken wierd (/). Middelerwyl hielden de twee rechters in A. pulien door hunne onderlinge verbitterdheden de onlusten in dat landfehap nog fteeds levendig. Weinige maanden na de vergadering , welke te S. Germano gehouden was , hadt de graaf van Fondi, met hulp van Diephold, den graaf van Celano uit Kapua verjaagd , waarin die van Kapua hem zelfs by geftaan hadden , om dat zy uit hoof. de van den haatj tegens deszelfs zoon, die hunnen aartsbis. Ichop was, een afkeer van zyne regeering hadden. De graaf van Celano heroverde echter weinige maanden daar. na de ftad Kapua , noodzaakte den graaf van Fondi te wyken, en tr'adt in eene goedever ftandhouding met Diephold , welke toen bevelhebber van Salerno was. Gedurende deeze onluften kwam Otto den vierden, welke na het overlyden van zynen mededinger Filip van Zvoaben, in het Duitfcbe ryk als keizer opgevolgd was, met een machtig leger in Italien, en ontving op den tweeden van (i-) Vit. Innocent. (/) Cbron. fUtiuaD. & CaJEo. I.BOEIT. I. lOOFDST. IV. Afp. 'redcrik lanvaar» U regeeine, tn rouw* net le zufler les kolings van \rragon. 1209. Otto IV tot keizer gehoond.  I7<5 HISTORIE .II.boek. L .Hoofdst. ■ IV. Afd. En valt in. Apulien- : '. 1 1 J t van wynmaand, der keizerlyke kroon van den paus, in de kerk van Sf. Pieter. Dewyl Innocentius, gedurende de tienjaarige ftribbeiisg om het ryk, deszelfs ftandvaftige vriend geweeft was, deedt Otto hem zeer groote beloften ten behoeve van den ftoel van Rome; dog na dat hy ge kroond was, verklaarde hy, het zy uit eerzucht, of begrypende dat zyne verbinteniffen met het ryk en den hei hgen ftoel met elkander niet beftaanbaar waren, dat zvn voorneemen was, de keizerlyke rechten in Italien te handhaven; en uit Rome vertrokken zynde, maakte byzig aanftonds meefter van verfcheide fteden in Toskanen , welke tot de ftaaten van Mathilda behoorden (???) Hy'maakte ook aanfpraak op Apulien , waarfcbynJyk uit hoofde van de bemachtiging van het zelve door keizer Lothariuswant de eifchen der Duixfche keizeren op dat Jandfchap' konden met gegrond zyn op de overwinningen van Karei ien grooten, als welke gelyk wy gezien hebben , noit in Etaat geweeft was, om het hertogdom van Benevento t' onder te brengen. Otto werdt door den graaf van Belano en Diephold verzocht j m Apulien te komen, welk beiden hem :n het einde van het volgende jaar naar Kapua geleidden' wanneer hy, volgens Richard van 5. Germano , Diephold :ot hertog van Spoleto verhief. Het gantfche land van Sc •a tot Kapua, Aquino alleen uitgezonderd, onderwierp zie lan hem. Van gelyke gaven byna alle de fteden van A mlien zig aan hem zonder eenige tegenkanting over. De Napolitaanen, openden uit haat tegen die van Averfa, de loorten voor hem, en zetteden hem aan om Averfa te >elegeren, doch die ftad gaf zig, tegen hunne verwach mg , by voorwaarde over, en bewilligde hem eene giooe zomme gelds te betaalen. De paus welke door deeze handel wyze van Otto zeer ver. («0 Apolog. pro Othone ap. Mmboü. t. III.'p. rib.  van NAPELS. 177 verftoord was, trachtehem, door verfcheide gezantfchappen , te overreden om van zyne vyandlykheden af te laten ; doch ziende dat zyne vertogen geen vrucht deden, fprak hy in het einde van het jaar een vonnis van kerkban tegens hem, en alle zyne aanhangers uit, ontdoeg alle des zelfs onderdanen van den eed van getrouwheid jegens hem, en maande de vorften van het Duitfcbt ryk door brieven aan, om een anderen keizer te verkiezen. Otto, welke by zig zelven overtuigd was, dat hy niets meer deed dan de rechten van het Duitfche ryk te handhaven, floeg geen acht op dat vonnis. Veelen der Duitfche vorften ontfloegen zig echter, op het aanraden der pauslyke legaten en der kerkvoogden, van hunne onderwerping aan den keizer; en de hertogen van Ooftenryk, Beyeren, de landgraaf van Thurin. gen, en de aartsbilfchoppen van Ments en Tri er, verkoren op den vyfcienden van wintermaand, den jongen Frederik, koning van Sicilien, welke reeds toen hy een kind was, even voor hec overlyden van zyn vader Hendrik den zesden , eifgenaam van het ryk verklaard was, tot keizer. Frederik nam de keizerlyke waardigheid , tegen den raad van Konfiantia en de baronnen van Sicilien, greriglyk aan; en zyne koningin benevens hare jongen zoon Hendrik, te Palermo latende, ging hy te fcheep naar Gaeta, en zeilde van daar mar Romen, Na eenige mondgefprekken met den paus gehadc te hebben, ging hy weder te fcheep, kwam op den eerften van Bloeimaand te Genua ; van waar de inwoners van Padua, Cremona en Mantua , welke hem tegen de Milaneezen en andere aanhangers van Otto befchermden , hem door Lombardyen geleidden. De opftand in Duitfchland ten behoeve van Frederik, noodzaakte Otto Italien te verlaten; doch de pracht en rykdom van den koning van Sici. hen, benevens den pauslyken ban, hadden zodanigen invloed op de gemoederen , dat hy zig wel haaft geheel en al verlaten vondt. In het tweede jaar van den oorlog, erkende byna gantfeh Duitfchland hem voor keizer, en hy üurop. tiisT. X. Deel. i. üirk. Z werdt II. Boek* 1. Hoofdst. IV. Afd. Hy wordt door dt p.ïus in den ban gedaan. 1 210. Frederik koning van Sicilien tot keizer verkoren.  II. Boek j. HOOFDSÏ iv. Honorius verzoekt het konin ryk van Sicilien c teflaan. 1217. f» Vide Spond. Annal. ad. A. 12, 13. (0) Idem ad A. 1215 (J>) Richard. Chron. ut fupra. 178 HISTORIE . werdt dienvolgende door den aartsbiflchop van Ments te Aken gekroond, nadat hy te voren by eede beloofd hadt, ■te zullen toeftaan, dat de verkiezingen voor openftaande kerken by de kanonikken zouden gefchieden; dat hy de opperheerigheid van den ftoel van Rome over de beide SicilU en, benevens de eilanden Corfica en Sardinien zoude verdedigen en handhaven, en dat hy alle de landen in Italien, waarop de pauzen aanfpraak maakte, zoude overgeven (n\ Frederik werdc, omtrent twee jaaren daarna, nog eens door den pauslyken legaat, te Aken gekroond; wanneer hy, benevens een groot getal wereldlyke en geeftlyke vorften, eene gelofte deedt, om de kriftenen in het Heilig Land by te ftaan; ookfchonkhy, ten bewyze van zyne dankbaarheid jegens den paus, hec graaffchap Fondi voor altyd aan den heiligen ftoel (V). Deszelfs verkiezing werdc ook in de beruchte Lateraanfcbekerkvergadering beveiligd, en weinige maanden daarna verloor hy zynen voogd en voorftander paus Innocentius, welke in het volgende jaar te Peru gia ftierf Q). Frederik ontboodt, omtrent dienzelfden tyd, zynen jongen zoon Hendrik naar Duitfchland, en ontfing kort daarna, een brief van Honorius den derden, den opvolger van Innocentius, welke gedurende des keizers minderjarigheid deszelfs opzigter te Palermo geweeft was. Honorius ver. maande hem daarby, om in zyne gehoorzaamheid jegens den rheiligen ftoel te volharden, en wilde, dat hy van hec ko'ningryk van Sicilien zoude afftaan en den apoftolifchen zetel fnaar deszelfs goedvinden daar mede laten handelen op dat het blyken mogt, dat het zelve van de kerk en niet van hec ryk afhanglyk was. Frederik beantwoordde den vreemden in-  van NAPELS. 179 inhoud dier brieven met beleefde en achting betonende uitdrukkingen, en boodt, ter wegneminge van alle gronden van nayver aan, dat hy zynen zoon Hendrik tot ko. ning der Sicilien zoude benoemen , als hy te Rome de keizerlyke kroon zoude ontvangen (0). Wanneer nu zynen mededinger Otto, in het volgende jaar te Hartsburg geftorven was, liet Frederik alle de vorften en kerkvoogden van het ryk te Ments by een roepen, om de zaken van Duitfchland te regelen, vermits hy befloten hadt om zo fpoedig als 't hem mogelyk was, naar Italien te kee. ren, ten einde de keizerlyke kroon te ontvangen. Terwyl hy dan met het verzamelen van zyn leger tot dat oogmerk bezig was, ontboodt hy zyne keizerin Konfiantia naar Duitfchland; en beval den graaf van S. Severino deszelfs fchoonvader Diephold, welke onluften in Apulien poogde te verwekken, in verzekering te nemen, en gevangen te zetten. Nadat Konfiantia zig meer dan een jaar in Duitfchland opgehouden hadt , begaf Froderik zig op reis om zynen tocht naar Italien te ondernemen , en werdc te S. Leo in het graaffchap van Urbino door den pauflyken legaat opgewacht, alwaar hy befwoer de rechten der kerke te zullen handhaven, en de koningryken van Sicilien en Apulien aan zynen zoon Hendrik te zullen geeven ; waar benevens hy ook zyne gift van het graaffchap van Fondi, aan den heiligen ftoel beveiligde (r), Hy begaf zig vervolgens naar Rome, alwaar hy, op den twee en twintigften van flachtmaand, de keizerlyke kroon uit handen van den paus ontving, en zyne gelofte om een tocht naar het Heilig Land te doen hernieuwde, en aannam den zelven te zullen ondernemen, wanneer zyne heiligheid het 'moch. te (0) Spond. Annal. ad A. 1216. {rj Vide Auét, fup. citat. Guinmonk. z % II.BOEK. i. [ïpofdst. JV. Afd. Hy wordt ■e Rome gekroond. I22C.  II.BOEK I. Hoofdst IV. Afd. Hy houdt een verga (lering te Kapua. (f) Richaud Chron. ito- HISTORIE ,te goedvinden. Na deeze kroning, zondt Frederik zynen kanfelier, den aartsbiflchop van fpiera, met volkomene macht naar Lombardye, om Milaan en eenige andere fteden, welke uit een afkeer tegen het huis van Barbaros. Ja, de party van Otto getrokken hadden , in zyne be. langen te brengen, en hem voor keizer te erkennen. Verfcheide dier fteden hadden zig langen tyd zeer fterk doen zien in de gefchillen tuiTchen de keizer en de pauzen, door de party der laatften aan te kleven, en of fchoon Brederik tot hier toe zo veel infchiklykheid voor den paus getoond hadt; wordt echter Honorius befchub digd van by deeze gelegenheid in 't geheim belet te hebben , dat de bevelen van den keizer door de Guelfen aangenomen en uitgevoerd wierden , ten einde alzo de keizerlyke macht te onderdrukken, of ten minften te eve. naren. De keizer fcheen echter op dat gedrag van den paus niet te letten, maar verliet Rome, en trok naar S. Germano, alwaar hy met veel bewyzen van eer en achting door den abt van Monte Caffmo ontvangen werdt- Van daar begaf hy zig naar Kapua, alwaar hy eene algemeene lands vergadering der ftaaten hieldt, in welke hy verfcheide nieuwe fchikkingen maakte, welke in twintig hoofdftukken vervat zyn (j). In het byzonder liet hy alle de fterktens en kasteelen, laatftelyk door de barons gebouwd , flechten; en op den raad van Andrea Bonello, een beroemd rechtsgeleerden en zynen procureur generaal, ftelde hy een nieuwen rechtbank te Kapua aan, Corte Capuana genoemd. Hy beval den baronnen , de gilden van groote en kleine fteden , benevens alle andere perzoonen , de vryheden en voorrechten van hunne kafteelen, en alle andere rechten welke zy van hem en zyne voorzaten verkregen hadden, voor  vam NAPELS. i8r voor den dag te brengen, om door zyn hof onderzocht{ te worden, of zy van kracht, dan wel op eene onwettige wyze, in tyd van onluften gegeeven waren; met by-' gevoegde verklaring, dat de genen, welke hunne bewyzen niet overleverde, hunne vryheden en voorrechten zouden verbeurd hebben. Ingevolge van deeze bevelen , werden verfcheide gunften, welke fteelswyze verkregen waren, ingerrokken , anderen werden naderhand voor nietig gehouden , om dat zy niet in tyds getoond waren, 't welk een algemeen gemor onder het volk veroorzaakte; en vee. Ie kerkvoogden en barons aanzette, om de naarkoming van 'skonings bevelen . te weigeren. Na het fcheiden dier vergaderinge, begaf Frederik zig , in het begin van het volgende jaar, naar Ssjfa, alwaar hy de gift van het graaffchap Sora , waarvan Richard de broeder van den overledenen koning eenige jaaren in bezit geweeft was , herriep. Hy trok vervolgens naar Bojano, alwaar hy den graaf van Molife en eenige andere barons, met geweld dwong, zig aan zyne nieuwe fchikkingen te onderwerpen. Hy ftelde ook Diephold in vryheid, tegen de overgave van zommige fteden , welke door deszelfs broeder Siegfried bezeten werden; en zyne reize verder door Apulien en Kalabrien voortzettende , bande hy verfcheide wederfpannige en oproermakende kerkvoogden en barons , welke zig naar Rome onder de befcherming van den paus begaven, Freoerik beriep by zyne aankomft te Mesftna, eene vergadering van Siciliaanfche barons, op welke hy verfcheide vaftftellingen afkondigde; hy liet ook, tot onderftand van, de kriftenen in het Heilig Land en in Egypten, hettwin tigfte deel van alle kerklyke inkomften , en de tienden van alle waereldlyke goederen opbrengen; welke gelden, benevens drie-en veertig galeyen, hy onder het bevel van Walter de Palear, den kanfelier, en van den graaf Maltba, naar Damiaten zondt, welke ftad toen door den Sultan van Ezypten belegerd werdt. Hy zelf was middelerwyl bezig 67 7 Z 3 met I.Boe*. i. lOOFDST. IV. Afd. 1221. Hy band terfi heide ierkvoogien en ba rons; tn houdt '.ene lands vtrgade •fng te Vleffina.  i8* HISTORIE II.Boek i. hoofds1 IV. Afd. Gefchil tvffchen hem en dei paus, 1222. i (() Fazzkl dec. 2. 1. VIII. c. 2.; (m; Sfokd. Annal. ,met de Saraceenen in Sicilien te onder te brengen, om wel. rede hy zig ook verfchoonde van in perzoon naar het Hei■lig Land te trekken, of fchoon hy geftadig door den paus verzocht en aangemaand wierd om zyne belofte te vervullen. Honorius was zeer jaloers over de macht des keizers, en verlangde daarom , dat hy Europa verlaten mocht. Hy voer dierhalven fterk tegen hem uit over het uitftellen van zynen kruistocht, en befchuldigde hem teffens van de kerk te onderdrukken , en der kerklyken vryheid te fchenden ; zowel door het vorderen van fchatting van de geeftlykheid , als door het bannen van kerkvoogden , en het flellen van anderen in derzelver plaats. Frederik bracht tot zyne ontfchuldiging by, dat het van de tyden van Karei den groten af, den keizeren vrygeftaan hadt bisdommen te begeeven; dat het allen vorften geoorlofd ware, ongehoorzame kerkvoogden uit hunne ftaaten te bannen; en dat hy als koning van Sicilien, het recht hadt om kerklyke bedieningen aan geeftlyken te geeven , en derzelver verkiezing door zyne toeftemming te beveiligen; van welk recht hy befloten hadt niet af te ftaan, of fchoon Innocentius de der. de, het zelve gedurende zyne minderjaarigheid gefchonden hadt (r). Om echter den paus, welke wegens de tyding van het verhes van Damiate zyne klachten hernieuwde, eenig genoegen te geeven, liet Frederik verfcheide ftrenge bevelen tegen de ketters afkondigen; deedt een plechtigen af. ftand van de ftaaten van Mathilda, in handen van den apoftolifchen nuncius, en droeg het koningryk van Sicilien aan zynen zoon Hendrik op («). Niettegenftaande deeze inwiliigingen, nam het misverftand tuiTchen hem en den paus al toe. Dewyl hy fteeds den'twintigften penning van de  van NAPELS. 183 de inkomften der geeftlykheid bleef heffen, en verfcheide kerkvoogden in Sicilien en Apulien , wier trouwe hem verdacht was, uitbande,- klaagde Honorius openlyk over hem, eu dreigde hem zelfs met kerkban en afzetting. Frederik, om den paus te bevredigen, zette den graaf van Maltha gevangen, en narn hem alle zyne goederen en ampten af; den kanfelier vluchtte naar Venetien, alwaar hy waarfchynlyk in ballingfchap geftorven is, om dat er verder geen gewag van hem gemaakt wordt. De koning vertrok ook om eene fcheuring voor te komen , uit Sicilien, en hadt gedurende vyftien dagen, mondgefprekken met den paus, welke in fprokkelmaand te Verona gekomen was. Hy liet in die ftad een befluit ten voordeele der kerklyke vryheid afkondigen; en verlof van de paus bekomen hebbende, om zynen kruiftocht nog eenigen tyd uit te ftellen , werdt er eene algemeene vergadering vaftgefteld, welke in flachtmaand , te Verona ftondt gehouden te worden, en tot welke alle de kriften vorften genodigd werden. Frederik vervolgens affcheid van den paus genomen hebbende, keerde naar Apulien, en aan den graaf van Acerra bevel gegeeven hebbende, om het fort van Magenul, welke door den graaf van Celano ingehouden werdt, te belegeren, fpoedde hy zig om naar Sicilien over te fteken, ten einde den Saraceenen vorft Mirabet, welke zyne ftroperyen op de krijlenen fteeds voortzette, te keer te gaan (u). Terwyl F-ederik bezig was met de ongelovigen te verdelgen, ftierf zyne koningin Konfiantia in de ftad Cata. nia', en de graaf van Celano, welke uit Magenul ontfnapt was, overviel de keizerlyke bezetting in Celano, liep het gantfche graaffchap der Marfi af, plunderde Curta, en verbrandde Paternum. De graaf van Acerra belegerde aanftonds Celano, doch hy liet vervolgens de voortzetting van het (yj Richasd. Chron. I.BoEk. 1. Hoofdst. IV. Afd» De koning Kon[tanftia(lerft in Sicilien.  ïl Boek, i. Hoofdst. iii. Afd. Een huwelyk tUS' fchen Frederik , en de dochter van den koning van Jerufalem 1223. (m>s Deeze Joan de Brenna was een broeder van Wouter, welke met de oudfte Docnter van Tancred, koning van Italien trouwde. 184 HISTORIE het beleg aan den Napelfeben en aan die van Gaetd over, ter. wyl hy zelf Magenul ging influiten, welk zig ook ten laat* ften overgaf. Middelürwyl hadt de keizer de Saraceenen t' eenemaal ondergebracht, waarop hy naar Apulien keerde, en een nader mondgefprek met den paus voorfloeg, welk echter uit hoofde der ziekte van zyne heiligheid belet werdc; doch weinige maanden daarna werdt diezelfde byeenkomft, welke te Verona zoude gehouden zyn, naar Farentino verlegd, alwaar Frederik, in het begin'van hec volgende jaar, op het verzoek van den paus, van Joan de Brenna, naamkouing.van Jerufalem, van Herman''Salza, groot meefter van de Duitfche orden, en van verfcheide anderen, zyne verbintenis, om binnen twee jaaren naar bet Rëilig Land te gaan, herniuwde. Om hem nu eenig belang in dien tocht te doen hebben, bewerkte de paus een huwelyk tuiTchen hem en Jolanta, of Violanta de eenige dochter van Joan de Brenna, welke uit hoofde van hare moeder erfgenaam van de kroon van Jerufalem was f». De keizer, welke eenige maanden weduwenaar geweeft was , bewilligde gretiglyk in dat huwelyk; onder voorwaarde , dat Joan de Brenna in plaats van huwelyk?goed voor zyne dochter, aanftonds afftand zoude doen van zyn recht tot het koning, ryk van Jerufalem. Wat de bezitting zeiver van hec ko. ningiyk aanging, die ftondt naderhand met den fultan beflift te worden, aangezien dezelve het omtrent dertig jaaren te voren geheel en al , uitgezonderd eenige weinige plaatzen aan de zeekuft, van de krifteneu bemachtigd Siadt. 8 Na het eindigendier onderhandelingen, werdt de jonge bruid aanftonds van Ptolema's gehaald; en Frederik, van Apu.  van • N A P ' E' L S. ïËs Apulien te rug gekeerd zynde, maakte groten coefteï, zo ter zee als te land, om zyn nieuw koningryk te bemachtigen. Middelerwyl ftondt hy, op de voorfpraak van den paus toe, dat de graaf van Celano uit het koningryk mocht vertrekken ; en alle deszelfs Heden en kaftelen in bezit genomen hebbende, liet hy Celano geheel en al flechten. Hy deedt ook verfcheide veftingen in Gaeta, Napels, Averfa en Fogia bouwen ; en weder naar Sicilien gekeerd zynde, om de Saraceenen welke op nieuw aan het muiten ge. flagen waren te bevechten , overwon hy een groot gedeelte van dezelven, welke hy naar het vafte land liet overbrengen, en aan welke hy verlof gaf zig in Lacera en deszelfs nabuurfchap neder te zetten. Dewyl de anderen naar hec gebergte gevlucht waren, ontboodt hy verfcheide Apulifcbe barons om hem byftand te bieden ; doch hy liet dezelven by hunne aankomft gevangen zetten, en hunne goederen op hec vafte land in beflag nemen. Deeze barons werden echter in hec volgende jaar op voorfpraak van den paus, mits dat zy hunne zoonen tot gyfelaars gaven in vryheid gefteld, en begaven zig naar Rome. Omtrent dienzelfden tyd, zondt Frederik de gewezene inwoners van Celano naar Maltha, onthefte de geeftlykheid van Apulien van alle fchattingen en belaftingen, en , vermits hy in de gelegenheid van Napels groot vermaak fchepte, befloot hy het zelve tot zyne voornaamfte verblyfplaats te houden. Ten dien einde liet hy de ftad uitleggen en verfraajen, en verheftein dit jaar de byzondere fchole, welke voorlangen tyd aldaar gebouwd was, tot eene hogefchoie (V). De- (x) Richard van 5. Germano verhaak ons, dat de keizer door de gantfche koningryken van dpnlien en Sicilien brieven liet uitgaan, ten behqeve van èti hogefcbool van Napels. Men vinjt eenige andere brieven, deeze hogtfcbool rakende, in de zes boeken met brieven ge- fchre. Europ. Hist. X Deel. 1 Stuk. A a [LBoejc. i. ïoornsT. iv. Afd.  i8<5 HISTORIE II.BOEK I. Hoofdst JV. Afd. fchreven door den beroemden Petrus delleVigne deszelfs geheimfchryver. Uit die brieven blykt het, dat hy alle andere fcholen, uitgezonderd alleen, die waarin de letterkunde onderwezen werdt, verboodt. Hy beriep bekwame hoogleeraars, in alle wetenfchappen, uit alle oorden, en gaf dezelven aanzien lyke beloningen. Hy verboodt alle lieden in eenige der fteden van Lombardyen, welke tegen hem opgeftaan hadt, geboren, op de hogefchool aangenomen te worden; hy gaf de leeraars en meefters rechtsgebied en macht om kennis te nemen van de burgerlyke gefchillen der fcholieren; gelafte alle bevelhebbers van zyne wingeweften de jongelingen binnen hun gebied 'wonende, te noodzaaken om hunne letteroeffenirgen te Napels te gaan houden, en verklaarde, dat hy de fcholieren onder zyne byzondere zorg en befcherming zoude nemen; dat hun noch op hunne reis naar Napels, noch gedurende hun verblyf aldaar, eenige moejelykheid in hunne perzonen of goederen mocht aangedaan worden ; dat zy voor redelyke pryzen de befte huisvefting in de ftad hebben zouden, dat hun voor hunne nodige behoeften, geld zoude geleend worden ; en dat eindelyk hun de levensmiddelen zouden verzorgd worden, voor dezelve pryzen, als aan de Nafielfclie burgeren. Dewyl de koning zyn hoogfte gerichtshof ook in deeze ftrd geveftigd hadt, begon dezelve meer inwoners te krygen, en boven alle andere fteden van het koningryk uit te munten. Richatd. Chron, ap. Murat. Pttr. de Vign, l, III. £p. 10. li, ia £P 13» , Dewyl de oorlog met de Saraceenen in Sicilien nog duur. de, ftelde hy weder belaftingen op zyne onderdanen; doch 'om gefchillen met den paus te vermyden, lichte hy onder den naam van belening, drie hondert oneen gouds van hec kloofter van Caffmo. Wanneer kort daarna de naamkoning van Jerufalem met zyne jonge koningin, de zufter van den koning van Kajlilien, te Kapua kwam, zondt by denzelven benevens den patriarch van Jerufalem naar den paus om een verlenging van tyd voor zyne reis naar het Heilig Land te verzoeken, met aandrang van de noodzaaklykheid van zyn verblyf in Italien, uit hoofde van den opftand der Saraceenen , en van den muitzieken geeft der Lombardyers, welke op de aanhitzing der inwoneren van Milaan en Boulonje, een algemeen oproer bedreigden. Nademaal zyne gezanten een gunftig antwoord van den paus onc«  vam napels. ï8j ontvangen hadden, begaf hy zig, in het laatft van hooimaand naar S, Germano, alwaar hy nieuwe verbinteniffen met de legaten van zyne heiligheid aanging, en door dezelven van zyne gelofte , welke hy te Veroli gedaan hadt, ontflagen zynde, beloofde hy , op ftraffe van kerkban , binnen twee jaaren van oogftmaand af te rekenen, naar Paleftina te zullen gaan. De keizer liet kort daarna eene andere leening van de geeftlykheid heffen, waardoor hy dertien honderd oneen goud van het kloofter van Caffmo ontving ,- en ten zelven tyde weigerde hy, vyf kerkvoogden toe te laten , welke de paus buiten zyne voorkennis tot vervulling, der kerklyke bedieningen in Apulien benoemd hadt. Weinige weken daarna, kwam de keizerin Jolanta of hole te Brindifi aan, alwaar Frederik zyn huwelyk met veel pracht en luifter voltrok; ook beriep hy zyne barons en ridders, om in het begin van het jaar, te Pefcara te vergaderen, en hem op den ryksdag te Cremona te verzeilen, daarenboven hadt by aan zyn zoon Hendrik , koning der Royeimn gefchreven, om met een leger de Alpen over te trekken, en zig in Lombardyen by hem te roegen. Hendrik, welke in het voorgaande jaar, eene dochter van den hertog van Ooflenryk getrouwd hadt, werdt door de Lombar dy er s, welke de doortochten van de Alpen bezet hielden, beiet om in hallen te dringen; en Frederik vondt op zyne aankomft te Cremona, geene afgezondene van de fteden Mihan, Verona, Placenza, Vercelli, Lodi, Alexandria, Trevifo, Padua, Vincenza, Turin, Novam, Mantua, Brefcia, Bologna en Faenza, welke in lentemaand, eene bondgenootfehap voor den tyd van vyfentwintig jaaren, ter onderlinge verdediginge hunner vryheden en rechten aangegaan hadden (j). De keizer deedt uit wraakneemins, die verbondene fteden in denryksban, en den Ieb gaat Richard Chron. Sigon. de regn. Ital. Aa % U. Boek. i. Hoofdst.' iv. Afd. En treuwt Joianti 1225. De Jleden van Lombardyennakeneene ter bintelis tegens hem. [2 2(5.  II.BOEK. i. Hoofdst. IV. Afd. ] i ] TTy ftaakt y zyne reis ' na:r het \ Heilig . Land. 188 HISTORIE gaat des pauzen overgehaald hebbende, om dezelven onder een verbod van godsdienft te ftellen , keerde hy weder met zyn leger naar Apulien , en hieldt op zyne reis een mondgefprek met den paus te Reate. Of fchoon Honorius en de keizer gedurende den gantfchen zomer, in eene Hechte verftandhouding geweeft waren , uit hoofde der vyf kerkvoogden, weike uit het bezit hunner kerken gefield waren , en orn dat Frederik niet alleen goedfchattingen op de geeftlykheid gelegd had , maar dat hy ook een bevel hadt laten afkondigen om alle monniken en priefters, wel, ke aan manflag of andere grove misdaden fchuldig waren , door den wa.ereldlyken rechter te doen ftraffen, werden zy in die byeenkomft echter weder verzoend. Frederik zoude de kerkvoogden, welke door den paus benoemd waren , toelaten ; en zyne heiligheid welke verdacht gehouden werdt van de verbintenis der fteden bevorderd te hebben, beloofde als middelaar tuiTchen dezelven en den keizer te aandelen. Daar werdt dan pok een vergelyk met de fte. den van Lombardyen getroffen, waarby Frederik aannam ille voorgaande ongeiyk te vergeven, en alle bevelen ten aunnen nadeele in te trekken, onder voorwaarde, dat hy vierhonderd ridders naar het Heilig Land zenden, en met ie keizerlyke fteden in vriendfehap leven zoude. Honorius 'overleefde deeze onderhandeling maar korten :yd , en ftierf in lentemaand daaraan Volgende. Deszelfs opvolger Gregoor den negende herinnerde ten eerften na sype verkiezing, den keizer zyne gelofte ,• en dewyl te hen tyde zeer talryke benden kruisvaarders in Italien aan. twamen, fcheen Frederik zo yverig voor den tocht te zyn, ils de paus wezen konde, en ging in oogftmaand te BrinHfi fcheep; doch na dat hy drie dagen onder zeil geweeftt vas, keerde hy op voorwendzel van ziekte, naar Italien erug, waarom hy , op den negenentwintigften van hooimaand, te Avignon door den paus plechtiglyk in den kerken gedaan werdt: Gregoor deedt hem op den zevenen- tvvin.  van NAPELS. 1S9 twintigften van flachtmaand , te Rome voor de tweede reis in den ban, ftelde deszelfs koningryk onder een verbod van godfdienft, en verwittigde alle kriften vorften door brieven , van het geen hy gedaan hadc. Toen Frederik; die naar de baden van Pazuolo gegaan was, en verfcheide gezanten aan den paus gezonden hadt, om de rede wegens zyne ziekte te verdedigen , bemerkte, dat de paus zyne onfchuldiging niet wilde aannemen , fchreef hy aan alle dé kriften vorften, ter zyner verdediginge, en klaagde over de onbülyke handelwyze van den paus. Hy beval ook aan alle de rechtbanken in Sicilien en Apulien om de priefters en monniken in hunne landfchappen te noodzaaken den godsdienft naar gewoonte waar te nemen, en hieldt ■ vervolgens te Kapua eene algemeene vergadering van-de barons van het koningryk, op welke hy wegens elk (luk leengoed, 't welk een iegelyk hadt, eëne lchatting van acht oneen goud vorderde , boven nog een foldaat wegens elke acht leenen , om in bloeimaand gereed te zyn , wanneer hy voornemens was om naar het Heilig Land onder zeil te gaan. Frederik maakte zig door den invloed' van zyn geld\ uit wraakiuft wegens de behandelingen van den paus, eene fterke party binnen Rome, welke in de volgende lente den paus noodzaakte de ftad te verlaten , en zig naar Perugia te begeven. Hy zondt ook een leger in het hertogdom van Spoleto, en de mark van Ancona, enhefte, niettegenftaande het ftreng verbod van den paus, eene groote zomma gelds van de geeftlykheid in zyne ftaaten. Middelerwyl ftierf de keizerin Jolanta, na dat zy van een zoon weikei Koenraad genaamt werdt, te Andria verloft geworden was-. Kort na haar overlyden, hieldt Frederik eene algemeene landsvergadering te Rerletta, en de opvolging in zyn koningryk, in geval hy mocht komen te fterven geregeld, en Reinout hertog van Spoleto, tot beftierder, gedurende zyn afwezen aangefteld hebbende, zeilde hy op den elfden Aa 3 van IL Boek. 1. Hoofdst. IV. Afd. 1227. En worde ctoor de paus in . den han gedaan. 'olant» terft. 228.  iqo HISTORIE II.boek L hoofdts IV. Afd. Frederik gaat naa hst Heilig Land. De paus yalc in Apulien. 1229. ,van oogftmaand, met twintig galeyen en een groot getal vrachtfchepen, van Otranto naar het Heilig Land. Gregoor was zeer geftoord, als hy hoorde dat Fr ede, rik zig hadt durven onderwinden naar het Heilig Land te trekken, voor dat hy met de kerk verzoend geïveeft was ; en meer acht flaande op zyne eigene wraakneeming, dan 'op de bevordering der algemeene zaak , lchreef' hy, met veel verftoordheid aan den patriarch van Jerufalem en aan den opzichter van het heilige graf, om geene gemeen* fchap met den keizer te houden en denzelven geene hulp toe te brengen (2), zette ook de verbondene fteden van Lombardyen aan, om den laatft gemaakten vrede te bre. ken, en de genen welke hec met den keizer hielden, aan te taften; ja om al verder de keizerlyken tot het ruimen van de mark van Ancona te noodzaken, verzamelde hy een groot leger, 't welke hy in hec begin van louwmaand, onder hec bevel van zynen legaat Pandulf, en van de gebannene barons Rogier graaf van Fondi, en van Tho. mas graaf van Calano , in het koningryk zondt. Het le. ger, 'c welk met den naam van hec krygsvolk van Kriflus onderleheiden was, bemachtigde fpoedig veele fterke ka> fteelen op de grenzen. De foldaten hadden, in plaats van een kruis, twee fleutels op hunne klederen; en ver. mits zy niet dan een leger van weinig aanmerking te be. vechten hadden, maakten zy zig meefter van verfcheide groote en kleine fteden; en in navolging van de Saraceenen van het keizerlyk leger, welke in hec jaar te voren, gro* ten geweldenaryen in de mark van Ancona gepleegd bad. den, verbranden zy verfcheide plaatzen, en plunderden de inwoneren derzelver. Ondertusschen vondt Frederik , dat het niet mcgelyk ware iets van belang tegen den fultan uittevoeren, over. (z) Giamkohe ut fupra.  II Boek li Hoofdst iV. Avo. (a) Ey dit verdrag bewilligde dekeizer in eene algemeene fchadeloosftelling, voor alle de genen, welke tot de party van de kerk behoorden; beloofde alle de plaatzen van hec kerklyk erfdeel, welke hy btmugtigd hadt, te zullen wedergeven; alle de fchade van kloorters, kerken, als mede van de barons, welke de zyde van de kerk gekozen hadden, té zullen vergoeden; geenen indrang op de vryheden der geeltlyken te zullen maken , en volgens Bzovitts 120,00 oneen gotHs, of volgens anderen 12,0000 dukaten aan den paus te zullen betalen, Richard van S. Germc.no maakt geen gewas van de betaling van eenig geld; maar verha.iit, da' er binnen een 'jaar ic.heidslieden zouden worden aangefteld, over de wyze hoe behoudens de eer van de kerk , Gcicta en V Agata zouden wedergegeeven worden. Richard Chron, (bj IUcrab.0 Chron. HISTORIE Sabino, op' eene plechtige wyze" van den kerkban onthe* ven; en op den eerften van herfftmaand deedt hy zyne in? trede in Anagni, alwaar hy , gedurende drie dagen verfcheide mondgefprekkën met den paus-hadt, welke hem met groote vriendiykheid behandelde, en hem nodigde om rnet hem aan dezelve tafel te eeten (V). Nadat Brederik vrede met Gregoor gemaakt hadt liet hy in het volgende jaar een zamenftel van wetten voor de regeering van zyne erflanden, af kondigen; welke infteilingen langen tyd in groote achting gehouden zyn. Omtrent dienzelfden tyd, zondt hy eene kleine verfterking van krygsvolk naar het Heilig Land, en liet een fterk onderzoek doen , op de ketters Patareni genoemd, welke byzondere byeenkomften hielden , en door ganfeh Italien, in 't byzonder te Napels zeer talryk waren; ook nam hy alle de bezittingen der ridders tempelieren en hospitalieren in beflag, om tot zyne eigen dienft te gebruiken (b). Dewyl de vrede tuiTchen hem en den paus de ruft van Lombardyen niet herfteldhadt,maar de twee partyen hunne vyandlykheden nog fteeds met groote hevigheid tegen elkander bleven plegen, overreedde hy den paus om twee legaten derwaards te zenden , ten einde de muitzieke Guelfjcbe fteden aan te ra.  van N- A P E X S. .103 raden tot haren verfchuldigden plicht'van gehoorzaamheid! weder te keeren. Hy bepaalde ook een algemeénen.ryksdag om kort daarna te Ravenna 'gehouden te worden, wer-1 waards hy alleen van zyne hovelingen verzeld werdt, .ora geen achterdocht by de Lombardyers te verwekken ; en aan zyn zoon Hendrik gefchreven hebbende, om mede op die vergadering te komen, vierde, hy het kersfeeli met veel' pracht inde gemelde ftad. Of fchoon de paus zich veelaan de ruft van Italien fcheen te laaten gelegen zyn , wa-< ren echter de pogingen van zyne legaten vruchtloos; want' de verbondene fteden lieten niet alleen na te Ravenna teJ verfchynen; maar zy brachten een leger tezamen, kan^3 teden zig tegen den doortocht van Hendrik, en vie* len op de fteden van de keizerlyke party aan. Om welke reden dan ook Frederik alle gedachten van vrede ter zyde gefteld hebbende, zig van Ravenna naar Venetien , en van daar naar Aquileja begaf; alwaar hy een mondgefprek roet Zyn ZQOn Hendrik en de Duitfche edelen hield, en een ontwerp voor de krygsverrichtingen regelde (c). Van Aquileja keerde hy in grasmaand ter zee, naar Apulien; en om dat hy wegens de bekende gezindheid der Lombardyers, wel vermoedde, dat de vrede met den paus van geen langen duur zyn zoude, liet hy alle fteden aan de grenzen van Campanien merklyk verfterken ; middelerwyl floeg de ftad Meftna in Sicilien wegens de onderdrukking van den opperrechter aldaar, aan 't muicen; en zyn leger in Faleflinawei dz door Joan de Barucb, geflagen, welke zig ook van Acon meefter maakte. Ten einde nu-ook de overwinningen der ongelovigen in Afte te beletten, fchreef Frederik aan den paus, en verzocht, dat zyne heiligheid de grootmeefters van de ordens der ridderen tempelieren en hospitalieren wilde gelaften, het opperbevel .in Paleftina op zig JIVX. -I ^ U .UI roa .nc-ir'3. osahsiU (e) S'gon. ut fupra. Spond. Annal. Eurap. Hist. X Deel. I Stuk. E b I.Soek. 1. ïookdst. IV. Arn. 'Velke ie 'erbondene leden van iOmbarlye met 'en' keizer rachtè erzoenen 232.  19°" H I S T O R I E II.BOEK, I. Hoofdst IV. Afd.. Keert met een leger naar Lombardye.1236. zelven naar Italien terug•, en ftelde hem te Rieti aan den paus voor, wanneer hy ook Gregoor trachtte te bewegen om hen tegen de verbondene fteden van Lombardyt; te helpen. Doch de oogmerken van den paus waren zeer ver. fchillende van die des keizers. Hy ontriedt daarom den kaïer een legaat uit Duitfchland in Italien te brengen en beloofde zyne uiterfte vermogens te zullen aanwenden' om eene fchikking te bewerken; hy herinnerde hen ook ten zelven tyde , dat het beftand met den fultan ten einde liep, en dat hy voornemens was een anderen gemeenen kruistocht naar het Heilig Land te doen. Frederik was met die woorden niet te vrede te ftellen ; maar keerde aanftonds naar Duitfchland, en liet in het volgende jaar een brief uitgaan, waarby hy eene algemeene landsvergadering , om in hooimaand te Parma gehouden te worden , befchreef. Nadat hy dan te Augsburg een ontzag lyk leger by een gebracht hadt, trokby, in zomermaand de Alpen over, niettegenftaande het vereenigde leger zulks hadt zoeken te beletten , en kwam. te Verona aan • van waar hy naar Cremona trok. Vervolgens hieldt hy den landdag te Parma, en dewyl de bondgenoten fteeds weiVe rig bleven zig te onderwerpen, werdt er befloten den oorlog met kracht tegen dezelven voort te zetten Na het fcheiden der vergaderinge, verwoefteden dekeizerlylten de landen, welke den vereenigden toebehoorden, en op den eerften van flachtmaand, bemachtigde hy Vicenza, 't welk geplunderd en verbrand werdt. OndertufTchen verwekte Frederik, hertog van Ooflenryk , een opftand in Duitfchland, waarom de keizer de Alpen weder overtrok, doch keerde naar het t'onderbrengen van dien hertog, in den volgenden herfft weder naar Italien , wanneer hy door tienduizend Saraceenen verfterkt zynde, te Cortemuro eene volkomene overwinning over de bondgenoten behaaldein gevolge van welke alle t'zaam verbondene fteden, zig aan  van NAPELS. ïoj aan hem overgaven; uitgezonderd alleen, Milaan,. Bou. lonje, Alexandrie en Brescia (g). De keizer keerde na deeze overwinning op eene zegepralende wyze naar Cremona : doch de oorlog bleef nog fteeds aanhouden ; want Gregoor, welke langen tyd na. yverig van den keizer geweeft was, voegde zig nu open* lyk by de vereenigde fteden , en zondt in het volgende jaar gezanten aan den koning van Arragon, met verzoek, dat hy tot ontzet van kallen komen wilde„ hem daar toe eenhonderd en vyftigduizend keizerlyke ponden aan» biedende, en hem belovende dat hy hem tot heer van Lombardye zoude verklaren, indien hy zig in den oorlog tegen Frederik wilde begeeven. Dewyl dit gezantfchap aan den koning van Arragon de gewenfchte uitwerking niet hadt, en Frederik van dag tot dag onrzachlyker in Italien wierdt , kondigde Gregoor op witte Donderdag/ van hec volgende jaar, een vonnis van kerkban tegen' hen af; onder voorwendzel, dat hy de rechten van de' kerk gefchonken hadt , door het geeven van het eiland^ van Sardinien met den tytel van koning, aan zynen natuurly-j ken zoon Hentius (£), Frederik fchreef onmiddelyk aan de vorften van Europa tot zyne verfcboning, en gaf ver. fcheide brieven tegen den paus uit, waarby hy denzei-ven- van veele misdaden befchuldigde. Hy hervatte ook tenzelven tyde den oorlog in Lombardyen, met meer hevigheid; en Bentius uit Sardinien opontboden hebbende beval hy denzelven in de mark van Ancona te vallen» Na het verwoeften van de mark van Trevifo en het Mi. laneefche, liet hy fterke bezettinge in Lombardien, en trok in het begin van het jaar naar Rome; doch door de Rome-inen lelet. wordende, de ftad te bemachtigen, verwoeft- te (g) Sison. in reg. Ital. Epift. Petr. de Vin. Richard. Chron. (h) Sigok. Bb 3 II. Boek. i. Hoofdst. iv. Afd; wordt' kor de >aus in 'en ban edaan. »3P.  ipS H I S T O R I E II.Boek, i. HOOïDST. IV. Afd. 1240. (f) Idem ibid. Math. Paris. te hy hun grondgebied , en keerde weder naar Apuli. zn. Beide de partyen gingen fteeds voort om elkander in openbare vertogen, bittere verwytingen te doen; maar dewyl Gregoor geenen byftand ontving van de koningen van Engeland en Frankryk, gelyk hy verwacht hadt; liet hy brieven uitgaan om tegen Paafcben naaftkomende eene algemeene kerkvergadering te Rome te beroepen, als welke hy het befte middel oordeelde te zyn, om den vrede te wege te brengen. Frederik, welke toen Benevento hadt laten belegeren , en Faenza ingefloten hieldt, bewilligde in de byeenkomft eener kerkvergaderinge, als mede in een ftilltand van wapenen , tot het einde derzelver (i)t doch weigerde den zamenfpannene fteden eene opfchorting van wapenen te vergunnen. Hy trok echter weinige weken daarna zyne gegeevene toeftemming weder in, en verklaarde openlyk by brieven , dat hy geen vryge. leide wilde geeven aan eenige biflchoppen, welke voornemens waren zig naar de kerkvergadering te begeven , maar dat hy de zelve als vyanden zoude handelen. Hy ftelde in het volgende jaar die bedreiging ook'werklyk ter uitvoer , door het gevangen nemen van drie kardinaals legaten , en van verfcheide Franfche en Engelfcbe aatsbiiTchoppen en biflchoppen, welke aan boord van dertig Genueefche galeyen naar Rome zouden gaan. Omtrent den zelfden tyd, maakte hy zig meefter van Faenza; hy bemachtigde daarenboven Benevento, en liet deszelfs verfterkingen ten eenemaalen flechten. Hy hieldt zig ook niette vrede met eene fchatting op de geeftlyken te leggen, maar by maakte zig meefter van alle de kerken van zyn koningryk, bande alle vreemde monniken; en beval, dat alle de geenen weike bevonden mochten worden eenige brieven van  tam NAPELS. 199 van den paus in zyne ftaaten gebracht te hebben, met den dood zouden geftrafc worden. Nadat hy vervolgens Fatnza verovert hadt, verwoefte hy het gebied van Fano, AJfift en Pefaro, nam bezit van Spoleto en Narni, en trok op aanhouden van den kardinaal Colonna, welke tegen den paus opgeftaan was, naar Rome; ftelde bezetting in Tivoli, en bemachtigde verfcheide kafteelen in de nabuurfchap dier ftad. Zïn vyand Gregoor was middelerwyl over de gevangenneeming der kerkvoogden, en over het flecht gevolg van den oorlog zo zeer aangedaan, dat hy op den eenentwin. tigften van oogftmaand te Rome ftierf, omtrent honderd jaa. ren oud zynde. Deszelfs opvolger Celeftyn, overleefde zyne verkiezing maar achttien dagen. Weinige weken na die flerfgevallen , overleedt ook de keizerin Ifabel te Foggia: en omtrent twee maanden daarna verloor Frederik zyr oudften zoon Hendrik; welke volgens Ricbard van S. Germano in de gevangenis ftierf, doch volgens Bocatius zig zelven van een brug in het water wierp, terwyl hy op weg was om zyn vader te zien, niet wetende , dat deze! ve hem hadt laten halen, om zig met hem te verzoenen, De kardinaals te Rome vertraagden middelerwyl, uit onder linge nayver , de verkiezing van een paus, en wierpen de fchuld op Frederik , welke nog twee legaten gevangen hieldt, De keizer wilde hunne verfchoning niet als wettig aannemen: en zig in de nabuurfchap van Rome bevindende, hieldt hy by de kardinaalen, op eene fterke wyze door verfcheide brieven aan, dat zy tot de verkiezing wilden over gaan: en dewyl zy het opperbeftier der kerklyke zaken op zig namen, zondt hy hun den grootmeefter der Duitfche or den, benevens nog een gezant om over vrede te hande len; doch vermits de kardinaalen geen acht op zyne voor Hellingen floegen , verwoeftte hy het grondgebied van Ro me, terwyl zyn leger Ascoli in de markt van Ancona gele gen, wegnam, en het Napelfche leger het grondgebied var Riet II.BOEK. I. Hoofdst. IV. Afd. De dood van Gregoor en van de kei-r zei in. 1242. l i  aoo HISTORIE II-RoEK, L Hoofdst. IJL Atd. Innocentius IV '.erkoren.1243. 1 Rieti vernielde. Hy bewilligde eindelyk in de loflating der legaten, doch nademaal de kardinalen desniettegenftaande de verkiezing vertraagden, verzamelde hy in de volgende lente een leger , en berende in bloeimaand de ftad .Rome, verwoeftte derzelver grondgebied, en vernielde de lufthuizen en landgoederen der kardinalen , waarop dezelve over het verlies welk hun in het byzonder betrof, ontzet zynde; hem verzochten, dat hy zyn leger wilde laten aftrekken; onder belofte, dat zy ten eerften tot eene verkiezing zouden overgaan. Zy verkozen dienvolgende, op den vierentwintigften van zomermaand , Innocentius den vierden, een Genuees, welke aanftonds na zyne verkiezing een gezant ontving, om over vrede te handelen. Uit het antwoord , welk de paus aan de gezanten des keizers gaf, verwachte men in het algemeen, dat de vrede wel haaft zoude gefloten zyn, doch zo dra Innocentius hadt bekent gemaakt, welke artykels hy vooraf wilde vaftgefteld hebben, verdween de hoop tot eene verdere onderhandeling, alzo de keizer volftrekt dezelve artykels weigerde aantenemen. Door deeze behandeling verloor hy zeer veelen zyner vrienden , en gaf ongenoegen aan verfcheide fteden r welke daarom ook zyne party verlieten, en zig voor de kerk verklaarden ; waarom hy ook in het volgende jaar weder voorflagen tot vrede doen liet; en op witte Donderdag zwoeren zyne gezanten in zynen naam, dat hy .zig, omtrent het ongelyk het welk hy den paus en der kerke aangedaan hadt, ten eenemaal aan het oordeel van zyne heiligheid overgaf. Doch kort daarna de uïtgeftrektheid van die bewilliging nadenkende, en dar hy zig daar door ten eenemaal onder de macht van den paus ftelde', wilde hy zig aan den eed zyner gevolmachtigden niet houden, maar trachte Innocentius te verraflen , en in handen te krygéri; welke van deszelfs voornemen verwittigd zynde, Rome verliet, en zig over zee naar Genua be. jaf, van waar hy in he. einde van het jaar door Savoye naar  vam NAPELS. 103 de hertog van Bourgonje en verfcheide Franfcht edelen , eene verbindtenis aangegaan hadden, om hunne voorrech. ten tegen den paus en de geeftlykheid te verdedigen (p). Hy was naauwlyks aan den voet van het Alpifche geberg. te gekomen , of hem werdt bericht, dat de Guelfifche ballingen Parma bemachtigd hadden , waarop hy terug trok om die gewichtige plaatzen te belegeren. Voor zyne aankomft, hadden de bondgenoten, welke ook wel wis. ten van hoe groote aangelegenheid die plaats ware, derzeiver veftingwerken herfteld, en die met eene talry. ke bezetting verzekerd. De keizer berende de ftad omtrent het midden van oogftmaand, met een leger van meer dan zeftig duizend man; en een vaft doelwit hebbende om de belegerden uit te hongeren , verfterkte hy zyne legerplaats gelyk eene ftad, en gaf dezelve den naam van Victoria. Zyne nieuwe ftad, werdt echter in het volgende jaar op den achttienden van fprokkelmaand door de belegerden overvallen en ingenomen, welke het grootfte gedeelte van het keizerlyk leger ombrachten of gevangen namen , en zig met eene onfchatbare buit verrykten. De zaken van Frederik, gingen na deeze nederlaag Ipoedig achter uit, want de pausgezinden en deszelfs ver eenigden , werden daaglyks door nieuwe bondgenoten ver. fterkr; deszelfs mededinger in Duitfchland, Willem graal van Holland, ontnam deszelfs zoon Koenraad de ftad A. ken, en ontving daar op den eerften van flachtmaand, de keizerlyke kroon; en in het volgende jaar in bloeimaand , werdt Hendrik de zoon van Frederik, door de Bou loneezen te eenemaal geflagen en gevangen genomen; ns ♦ welke (9) Sioon. ut fupra. Collenut. ibid. Pztr. de Vin, 1. II. Epift 49- <\>) Mattk. Paris, hoe an. Blond, dec, a. 1. VII. Naüclxr. Ge ner 42. Eazel. dec. 2. t VIII. Cc 2 II. Boek. I. Hoofdst. IV. Afd. Parma door de Guelfea ingentmen. De xaken van den keiztr gaan achter uit,  2*4 HISTORIE II.BOEK. I. Hoofdst. IV. Afd. 1208. Hy fierft in Apulien.1250. Koenraad volgt hem *p in alle syne fiatten. welke nederlaag de overwinnaars nog verfcheide fteden en *alteelen: in Lombardyen én Romagna , en in hec byzonder de ftad Modena, bemachtigden. Ora welke fchade ce heritellen, Frederik in het volgende jaar, grooten toeftel maakte, om het Boulonneefche aan te taften. Hy ontboodt eene fterke bende Saraceenen uit Barbaryen, en ftelde een zwaar hoofdgeld op zyne onderdanen, welke zy verplicht waren te betalen, op ftraffe van naar de galeyen gezonden te worden. Hy werdt echter door den dood belet zyn voornemen uittevoeren , dezelve viel voor op d°n dertienden van wintermaand, te Florentino, een kafteel naby Lucera (2). Volgens Cuspinianus en andere fchrv- Tnl'^ff* °nderfte]t' dat ^ door Zyn natuurlykc* zoon Manfred vergeven was, en dat dezelve bevreesd zvn de, dat hy mocht herftellen, hem daarenboven by nacht met een kuffen fmoorde (V). Op zyn doodbedde bekende hy zyn leedwezen wegens zyne oneenigheid met de kerken het ongelyk, 't welk hy den geeftlyken aangedaan hadt • weshalven hy, na dat hy eene berouwtonende biechte aan den aartsbiflchop van Palermo gedaan hadt, van derzelven vergiffenis, en de laatfte kerkgerechten ontving ffr ook nam hy volgens het getuignis van Matthys van PaZ nog voor zyn dood, het kleed van een Ciflertienfer monnik Frederik liet by zyne laatfte wil, zyn zoon Koenraad erfgenaam van het ryk en van alle zyne andere (Jaten , in het byzonder van het koningryk der beide Sicilien; en indien dees zonder kinderen mocht komen te fterven moeftzyn andere zoon Hendrik, hem opvolgen; en dezelve over- (?) SpiNBLT.r Ephemerid. Neap. Murato*. t. VII p 10Ó8 (r) Cl-spiwian. de Csfar. Villaki, Ricaid. eiï. (J) Albkht. Stadens. ^(t) Math. Pauis. ut fupra. Zie de Hiftorie van het Duitfche  212 HISTORIE, II.Boek. i. iv. Afd. 1255. Hy wordt, door Alexander IV in den bari. gedaan, ; i i » 1 1 c 1 Hy bewilligde het verzoek zyner vrienden, om in het begin van het volgende jaar gezanten aan Alexander den vier. ien, die opvolger van Innocentius geworden was te zenden , 3m over vrede te handelen. Die onderhandelingen waren sehter vruchtloos; en Alexander het bevel over zyn leger lan den kardinaal Ottaviaan, welke in deLombardyfcbe oorlogen getoond hadt een groot generaal te zyn , gegeeven heb. aende, begaf hy zig naar Anagni, en kondigde een vonlis van kerkban tegen Manfred af, welke middelerwyl de leden op de kuft van Otranto in bezit nam, en den opftand n Kalabrien , welke door Pieter Rojfa verwekt was, poog. de te ftillen ,-- dees was- veele jaaren bevelhebber over Ka. labrien en Sicilien geweeft, maar korc te vooren wegens lyne trotfchheiden onderdrukking, door de Siciliaanen weggejaagd. Pieter welke tot hiertoe geweigerd hadt, Manfred ils beftierder te erkennen, verliet nu de party des konings ten eenemaalen;. en begon om zyne vorige macht weder te bekomen, met den paus te handelen , ten einde Kalabrien n deszelfs handen te ftellen. Manfred kennis van dat voor» lemen bekomen hebbende , zondt eenig krygsvolk om Ka. 'abrien te dekken, en brak met zyn legep van het beleg /an Oria op naar Melpbis, om Ottaviaan tegen te gaan, naby wiens leger hy verfcheide weken gelegerd was, en ïvelken hy te vergeefs in een algemeenen veldflag, poogde in te wikkelen. Offchoon zyn leger veel zwakker was lan dat van den paus, belette hy echter den legp.at in het coningryk te dringen ; doch eindelyk in een beftand voor sorten tyd bewilligd hebbende, en met zyn leger afgetrokken zynde, nam Ottaviaan Foggio by verraffing in, waar. )p Manfred aanftonds terug keerde en de ftad infloot, velke welhaaft tot zodanige henaauwdheid gebracht werdt, lat Ottaviaan zyne toeftemming tot een vrede gaf, web te dienvolgende op deeze voorwaarden gefloten werdt; lat Manfred het koningryk voor zig en zyn neef Konra. 'yn zcude bezitten, uitgezonderd Terra di Lavoro, welk aan  22o HISTORIE II. Boek, I., Hoofdst iv. Afd. Welke te Roma kamt. op te vangen, was hy echter gelukkig genoeg óm ongemerkt door te fluipen, en kwam in bloeimaand te Rome, alwaar hy met de grootfte blyken van vreugde ontvangen werdt, en zig verfcheidene maanden ophieldt, terwyl hy op de aankomft van zyn leger wachtte. Manfred maakte zig middelerwyl met denuiterften-fpoed gereed, om zyne befpringers te keer te gaan. Hy oncboodt zyne krygsmacht uit Lombardyen, lichtte nieuw volk in Apulien, zondt om twee duizend ruiters naar Duitfchland } aan welke hy dubbele bezolding beloofde ;. en hy beriep alle zyne barons te Benevento om zig van derzelver getrouwheid te verzekeren, wanneer hy hun teffens onder het oog bracht , dat de Franjeben niet kwamen om hen nog het gantfche volk te helpen, maar om hen van hunne eigendommen te ontzetten (0- De barons be. loofden hem met alle hunne macht by te ftaan, maar na het fcheiden der vergaderinge , traden zy in eene geheime verftandhouding met Karei, welke in de hoedanigheid van fenateur het hoogfte gezag te Rome aangenomen hadt, als zynde in het jaar te voren door de Romeinen, welke te dien tyde hun ftaat onaf hanglyk van den paus regeerden , tot die waardigheid bevorderd. Omtrent het einde van wintermaand kwam het Franfcbe léger ten getale van zeftig duizend man, in een allerelendigften toeftand te Rome aan (jh). Karei leende groote zom» men gelds van de Romeinen om zyne troepen te herftellen, en verzocht nog. meer onderftandgelden van den paus, of fchoon Urbaan hem reeds aanzienlyke zommen toe^eftaan hadt, welke hy van de Blorentynfcbe kooplieden opgenomen , en daar voor de inkomften en koftbaarheden van byna alie-de kerken in Rome voor den tyd van drie jaaren ver- pand CO Nicol. de Jamsil. ut fupiar. Saba Malaspiht. apud Muhator. Vin. p. 818- f«) Saba Malaspin ut fupra. Chron. Parmens. ap. Musatoe. t IX. p. 7S0.  van N A P E L S. 223 ven en barons aanmoedigde om met de Gibellynen in Lombardyen maatregelen te beramen, tot eene ftaatsomwenteling ten behoeve van Konradyn, de eenige overgeblevene fpruit der nazaten van Frederik. Verfcheide graven zig dienvolgende met de gemachtigden der Gibellynfche en keizerlyke fteden in Italien naar Duitfchland begeven hebbende , haalden Konradyn over om een krygstocht tegen koning Karei te ondernemen; welke onderhandeling niet zo ras aan den paus bekend was, of hy liet omtrent het midden van grasmaand, een bevel afkondigen, waar by aan een ieder verboden werdt, Konradyn als koning van Sici. Hen te erkennen, of Karei in de bezitting van het koningryk te ftoren. Middelewyl maakte Karei verbindteniflên met Boudewyn, den gewezen keizer van Konftantinopolen , welke toen in het bezit van Eubea was; en met Willarduin, vorft van Achaie. De keizer Boudewyn , eenigfte zoon van Filip, welke den tytel van koning van Theffalien voerde, trouwde de dochter van Karei, en de eenige dochter van Willarduin trouwde met Filip, tweeden zoon van Karei. De koning gaf omtrent dienzelfden tyd den tytel van vorft van Salerno aan zyn oudften zoon Karei, welke met Maria, de oudfte dochter des koning van Hungaryen getrouwd wasf en zyn gezag in Apulien geveftigd hebbende, trok hy naar Toskane om de Florentynfche Guelfen by te ftaan (p). Kle> ment maakte hem, om zyne party in dat gedeelte van Italien te verfterken, ftedehouder van het ryk, welke toen zonder hoofd was: daarentegen was in .Rome de waardigheid van fenateur aangenomen dqor Hendrik, broeder des konings van Kaftilie, welke in eene geheime verftandhouding met Konradyn ftondt. Deeze Hendrik met zynen broeder Frederik, door hunnen broeder den koning ter oorzaake van hun- (p) Spinel. ut fupra. Villani. Spond. Anna}. [[.Boek. 1. Hoofdst. IV. Afd. Konradyn neemt den tytel aan van koning van Sicilien 126 7.  II.BOEK. I. Hoofdst. IV. Afd. Komt met leger in lcaiien. (q) Saba Malaïfin. ut fupra. 224 HISTORIE hunne menigvuldige muiteryen tegen hem , uit Kaflilien gebannen zynde , begaven zig met eenige weinige Span* jaarden naar Barbarien, alwaar zy zig verfcheide jaaren in dienft des konings van Tunis ophielden, en groote fchat:en verkregen. Hendrik ftondt koning Karei, welke zyn neef was, met groote zommen gelds by , doch in de beloning, welke hy wegens zyne dienden verwachte, te leur gefield zynde , trok hy naar Rome, alwaar hy den paus en de kardinalen , door de ontwerpen welke hy voordelde, zo wel wift te vleijen, datzy zelfs voornemens waren, hem koning van Sardinien te maken. Doch zyne eerzuchtige oogmerken mislukt zynde, verliet hy het hof van Rome, t welk toen te Viterbo was, en haalde de Romeinen over Dm hem fenateur te maken (j). Konradyn door Hendrik aangezet zynde, om zyn tocht naar Italien te verhaaften, kwam in weerwil van de vermaanfchriften en blikzems van den paus , in wynmaand met tien duizend ruiters te Verona. Op de tyding van deszelfs aankomd in Italien, dak Capeco een baron uitspaHen, benevens Frederik van Kaflilien aandonds met achthonderd mannen uit Tunis naar Sicilien over, alwaar zy met veel vreugde ontvangen werden, en byna het gantfche ei. land, uitgezonderd Meffina, Palermo en Syracuzen over. baalden, om zig voor Konradyn te verklaren. Omtrent dien zelfden tyd, behaalde de Pijaanfcbe vloot eene overwinning Dp de galeyen van Meffina en Provence, op de hoogte der kuft van Sicilien. De Saraceenen van Lucera, en zeer veele leden in Apulien, Terra d' Otrante, Capitanata en Bafilica. la , kozen openlyk de party van Konradyn , en deszelfs [landaard werdt te Rome door Hendrik van Kaflilien en de jibellynfcbe party, opgerecht, Wanneer nu Karei van dien apftand in Apulien en Sicilien verwittigd werdt, keerde hy aan»  van NAPELS. 125 aanftonds naar Napels, beriep eene vergadering van zyne barons , en beval hen hunne krygsmacht te doen opkomen, en zig by zyn leger te voegen Middelerwyl kondigde Klement op witte Donderdag een vonnis van kerkban tegen Konradyn af: dezelve hadt den winter te Verona doorgebracht, was nu tot aan Pa •ma doorgetrokken, en hadt de vyandlykheden tegen de Guelfen begonnen. Hy trok van Pavia naar de kuft van Genua, van waar hy ter zee naar Pifa overgevoerd werdt, alwaar hy in bloeimaand aankwam, en door de Pifanen en Gibellynen met de eerbewyzingen, welke aan een kei. zer verlchuldigd zyn, ontvangen werdt. Na dat hy zyn leger verfterkt, en groote onderftandgelden van de Pi. Janers en Sienneezen ontvangen hadt, trok hy naar Rome, en behaalde op den vyfentwintigften van zomermaand, naby Areno, eene overwinning op de Guelfen, welke zig tegen zynen doortocht verzecteden. Don Hendrik en dl Romeinen ontvingen hem met de grootfte bewyzen van vreugde. Wanneer Konradyn vervolgens zyn leger met eene aanzienlyke bende Romeinen verfterkt hadt, verliet hy Rome op den tienden van oogftmaand, en trok met goede hoop van te zullen overwinnen , naar Napels, aangezien zyn leger vry fterker was dan dat van koning Ka, el. Op den dneentwintigften van dezelve maand, volgde een algemeene veldflag, in de vlakte van Tagbiacozzo. Karei verdeelde op raad van Alard de S. Valtri, welke twintig! jaaren m het Heilig Land gediend hadt, en toen naar FranL ryk wedergekeerd was, zyn klein leger in drie benden, waardoor hy eene volQagene overwinning behaalde; want' toen de krygsmacht van Konradyn de twee eerfte benden geflagen hadt, verbeeldde dezelve zig, dat de vyand ten eenemaalen uit elkander, en op de vlucht was, ontwapende zig, en vergenoegde zig alleen met den buit by een te zame tn\W?TQeLhy onverwachtfte door koning Karei f,» - S Vv riQ derde bende aa"getaft, en ten eeneLurnp. Hist. X Dmu 1 Stuk. Ff maal IÏ.Boek. i. Hoofdst. IV. Afd. En wordt door dt paus in den ban gedaan. 1268. Hy wordt 'oor koling Kael ien •enemaal \ejlagen.  226 HISTORIE II. Boek. i Hoofdst. IV. Afd. En gevangen genosmen. 1 1269. maal verflagen werdt. Don Hendrik werdt in een klooHer naby Rieti gevangen , en aan den paus overgele. terd; terwyl de jonge Konradyn en Frederik hertog van Oofienryk, te Aflura in Compaw.e, door Frangipani ontdekt, en door den zeiven aan koning Karei verkocht wierden y>< code koning nu zynen mededinger in zyne macht heb. jende , verzadigde zynen wreden en wt-aakzuchtigen in)orfl, met eene onmenfchlyke ter doodbrenging zyner gevangenen, en oproerige onderdanen. De lieden, welke voor Konradyn geweeft waren, werden zonder eeni. ge mededogendheid , aan den moedwil van de foldaten overgegeeven , welke dan ook Averfa, Potenia, Lometo, en meeft alle de dorpen van Apulien en Bafilicata verbrandden of verwoeftceden (f). Veelen der Siciliers werden insgelyks ter dood gebracht, en alle de inwo" ners van het eiland werden door nieuwe en drukkende fchatcingen in eene zoort van fkverny gebracht. De Sa. raceenen te Lucera waren op het laatft ook genoodzaakt zig over te geeven , en de weduwe van den gewezen koning Manfred, werdc naar een kafteel naby Napcis gezonden , en ter dood gebracht. " Karei oordeelde zig echter met zeker op den chroon , en beflooc derhalven zynen mededinger van kant re helpen. Vermits zyne eerzucht hen aanzette tot gedachten om overwinningen in Afrika en Griekenland te maken , vreesde hy, dac zyne on. CO Idem t. VIII. p. 850. 851. . CO De Duitfchers, welke na den veldfïag overbleven; hielden z?<* in eene bende by eikander, en droegen hec bevel op aan zekeren Stick? een yzerfir.it, van Wurtsbwg, waarna zy hunnen tocht naar Duitichhnd rolderden* welk verricht zynde, vèrtn* Sticho zig in ftilte v,n he leger en begaf zig weder aan zyne finedery. bentin. Annal. Boior i. vu p. 550. j (0 Spokd. Annal. Giannone.  van NAPELS. st7 onderdanen , en wel in het byzonder de Saraceenen in Lucera, gedurende zyne afwezendheid, een opftand ten behoeve van Konradyn zouden verwekken, waarom hy] zig bepaalde hem ter dood te laten brengen ,• doch de. wyl dezelve zyn onderdaan niet was, maar als een krygsgevangen moeft aangemerkt worden ; zocht hy zyne on. menlchlykheid door de vorm van een rechtgeding te bedekken; hy ontboodt ten dien einde twee raden uit elke der voornaamfte fteden van Terra de Lavera en Princi. pato, en verzocht hen , dat zy met de Franfcbe heeren en barons van het koningryk, hunne gedachten omtrent de JJuttJcbe gevangenen wilden te kennen geven. De graaf van Vlaanderen fchoonzoon deskonings, benevens verfcheide andere heeren waren van oordeel,dat zy gevangen moeiten gehouden worden; doch de meerderheid met hunne eigene veiligheid, met de bekende genegenheid des konings en die der biflchoppen raadplegende , ftemden , dat men hun ter dood moeft brengen. Dienvolgende werdt de jonge Konradyn, toen nog maar zeventien jaaren, op den zesentwintigften van wynmaand, met den hercog van Oofle?iryk, Grrando da Pifa en eenige anderen naar een fchavor op de marktplaats te Napels opgerecht gebracht, alwaar zy tot eeuwige fchande voor de nagedachtenis van Karei, en tot een algemeen leedwezen der aanfchouweren , in het openbaar onthoofd werden (V). Konradyn verdedigde van het fchavot zyne handelwyze voor het volk, en eer hy zi> aan dien ongelukkigen flag overgaf, wierp hy een handfchoen, of gelyKanderen verhalen een ring onder de menigte, 'en teken van zyn recht van beleening, welk onderpand, volgens JEneas Sylvius opgenomen, en aan Pieter, zoon des ko- fa) Saba Malaspin. & Villani ut fupra. Barth ve Niocastr H^Sicul. ap. MtuuToa. t. XIII. p. 1024. Costasz Hift. Neap. ** Ff 2 tl. Boek. 1, l00PDST . IV. Afd.  2i8 historie II.BOEK. I. Hoofdst. IV. Afd. V y f d e konings van Arragon (t>), ter hand gefield werdt, of fchoon anderen beweeren, dat Konradyn, Don Frederik van Kala. b-rien, als zynen erfgenaam bedoelde (w). O) JEreas Stlvius Europ. (•*) Het was niet geooiloofd, de doode lichamen in gewyde aarde te begraven , alzo de gevangenen geftorven waren terwyl zy onder hec vonnis van kerkban waren. Doch wanneer de moeder van Kmradyn, fcort daar na met eene groote zomma gelds en veele juweeien te Napels kwam om haar zoon vry te kopen, en hem dood vondt; bewerkte zy echter, dat het lyk opgegraven , en overgebracht wierdt naar eene Kcrmeliter kerk in Napels, aan welke zy al den fchat, welken zy medegebracht hadt, liet behouden. Struvius, en eenige andere fchryTers beweeren, dat Klement koning Karei geraden hadt, Konradyn ter dood te brengen; doch die om-Handigheid wordt niet gemeld by Malsstini, Barthtlomeo de Neocaftro en veele anderen. Het fchynt tegen de geaardheid van dien paus te ftryden; ook verhalen VilUmi en Malaspini, dat Karei door de kardinalen over zyne geftrengheid is berispt geworden. Dezelfde ichryvers voegen nog daar by, dat de rechter niet zo ras het vonnis van Konradyn gelezen hadt, of hy werdt door den graaf van Vlaanderen in tegenwoordigheid des konings doorftoken. Gtannonb HOI. Neap. Stkuv. Hift. Germ. St&. Vil p. 4.Q2 Villani. ut fupru Ridoedak. Malaspih. apud Murator. t. VUI p. 1014. 1015.  van N A P E. L S. 231 de jaar te L ions gehouden te worden. Karei hoopte, dat hy don paus zoude overhaasten, om den voorgenomen tocht tegen Konflantinopolen te begunftigen , doch vermits het oog merk van zyne heiligheid geheel en al op een kruistocht geveftigd was, en Paleologus aanboodc 'de Griekfcbe kerk met de Romeinfche te vereenigen, werdt Karei in zyne verwachting te leur geiteld, en keerde onvergenoegd naar Napels, welke ftad hy, ten eerften naar zyne aankomft in Apulien, tot d: hoofdftad van zyne ftaaten beftoot te maken. Wy hebben te voren reeds aangemerkt, dat de grondflag van derzelver tegenwoordige pracht en grootte, het eerft was begonnen gelegd te worden door Frederik den tweeden, met het ftichten van de hooge fcholen in dezelve. Hy maakte die mede tot de plaats van zyn verblyf, en dewyl de twee pauzen, Innocentius de vierde en Alexander de vierde , geduurende hun gefchil met Manfred, hun hof langen tyd aldaar gehouden hadden , vondt Karei de ftad,by zyne aankomft, in een zeer bloejende ftaat. Ver. maak in derzelvers gelegenheid fcheppende, liet hy aanftunds Cafitl Nicoro naar de Franfcbe wyze herbouwen, en verzierde de ftad met verfcheide nieuwe kerken en kloo. fters. Hy heiftelde en verbeterde de veiling werken, liet de ftraaten van de ftad met vierkante fteenen, welke uit de Via Appia genomen waren, beleggen, en om den handel te bevorderen, maakte hy eene nieuwe marktplaats veel grooter dan de vorige. Hy breidde ook de hooge fchool uit, fchonk verfcheide voorrechten en vryheden aan dezelve, en beloofde zyne koninglyke befcherming aan de jeugd uit alle landen, welke hunne letteroefeningen aldaar zouden komen doen. Om de ftad ook luifterryker re maken, vereerde hy verfcheide burgers met de ridderorde, ver. zocht de barons, heeren en groote amptenaren van het koningryk, om dezelve tot de voornaarofte plaats van hun verblyf te houden; hy befloot ook aldaar den zetel van zy. ne landsvergaderingen te veftigen, hy herttelde en verzier. de H. Boek. 1. Hoofdst. v. Afd,  II.BOEK, h Hoofd st. Afd. Klachten ovet acn koning op dekerkverg dering cs Lions. «3* HISTORIE de de Seggi of vergaderplaats der edelen, aan wieo hy hun* ne oude vooorrechten wedergaf (z). Terwyl Karei dus bezig was met Napels te verfraaijen, zuchte het overige gedeelte van zyn koningryk onder de verdrukking; zo dat de aartsbilfchop van Kapua, op hoop van den paus ten behoeve van de Apuliers en Siciliers te zullen overhaalen, aan de algemeene kerkvergadering te Lions, een algemeen verflag van derzelver bezwaren deedt. Gregoor , welke voor en al eer hy Toskane verliet, den koning deswege vermaand hadt, gelaftre, na het fcheiden der kerkvergaderinge , twee kerkvoogden , om die vermaaning nog eens te herhaalen; en misnoegd zynde op Karei, om dac hy van eenige fchepen, welke tempelieren en hospitalieren toebehoorden , en in Sicilien met koorn geladen waren, tol gevorderc hadc, dreigde hy tegen denzelven op eene gerechtlyke wyze te zullen handelen («). Na dan de vergadering gefcheiden was, keerde Gre~ (?) Deeze Seggi, of Piazzi, te voren Phratriae genoemd, zyn zeer oud in Napels, en zommige andere fteden aan de Italiaanfche kuft, welke haaren oorfprong aan de Grieken fchuldig zyn. Dezelve waren niets anders dan eenige byzondere plaatzen in de ftad, meeftentyds naby'de poorten , alwaar de adelyke gedachten van eene wyk by een kwamen, om gezelfchap met elkander te houden, en over de algemeene zaaken te fprejren. By vervolg van tyd matigden zy zig eene zoort van rang en rechtsgebied aan, maakten groote zwarigheid om lieden uit den burgerftand in hun gezelfchap toe te laaten, en fchatteden zig afzonderlyk van dezelven. Inde tyden van Karei, waren er negentwintig Seggi in de ftad; doch zy zyn tegenwoordig op vyf gebracht, om welke rede zy cok luifterryker en van meer aansien zyn. Deeze vyf hebben veele voorrechten : zy maken den Syndano welke op de algemeene vergaderingen , en andere openbare gelegentheden, in de tegenwoordigheid des onderkonings, niet alleen de ftad, maar het gantfche koningryk verbeeld ; zy verkiezen de gevolmachtigden, welke met den gemachtigden van het volk, de ftad regceren; en verfcheide zoorten van rechtsgebied oeffenen, in 't byzond.er dat van aan vreemdelingen het recht Tan inboorlingfchap te geeven, en burgers tot Naptlfche edellieden te verklaren. Tutin dell' ong. de Seggi c. 13. Co/lanzo, Summonte, Giannone ut fupra, (a) Malaspin. ut fupra.  van NAPELS- Ï33 Gregoor, in het einde van het volgende jaar naar Italien, doch leefde maar weinige weken daarna, en ftierf in hec begin van Louwmaand. Tien dagen na deszelfs dood, werdt Innocentius de vyfde van Tarantaife in Frankryk , tot paus verkoren, ten grooten genoegen van koning Karei, welke hoopte, dat zyne eerzuchtige oogmerken, door deezen paus meer begunftigd zouden worden, dan door deszelfs voorganger. Hy oeffende derhalven zyne waardigheid van fenateur in Rome, met eene meer volftrekte macht, en ontving verfcheide gunften van den paus, welke eer dat hy nog zyne nieuwe waardigheid zes maanden bekleed hadt, kwam te fterven ; gedurende deszelfs pausfchap, werdt Karei door den afftand van Maria, dochter van den vorft van Antiochie , volgens het verhaal van Saba Malaspini, koning van Jerufalem (/?). Verfcheide anderen betwifteden haar dien tytel; doch dewyl zy niet in ftaat was haar rechc met de wapenen ftaande te houden, werdt zy, zonder veel moeite, door deezen eerzuchtigen koning overgehaald, om hem den tytel van koning af te ftaan. Middelerwyl floot Karei, weinige dagen na het over-, lyden van Innocentius, de kardinaals in hetLateraanfche pa k leis op, volgens een kerkregel in de kervergadering vant; Lions vaft gefteld, ten einde hen te noodzaaken de ver * kiezing te verhaaften. Nademaal hy zeer verlangde om}! een paus te doen verkiezen , welke in zyne belangen r' ftond, zondt hy brood en water voor alle de leden van het konklave , doch voorzag de Franfcbe kardinalen in ftilte van eetwaren in overvloed, op dat zy in ftaat mochten zyn de tegenparty af te matten. Zyn oogmerk mislukte echter, want Adriaan de vyfde, een Gentenaar' werdt (t) Idem ibid. Europ. Hist. X. Deel. I. S-rck. Gg 11. Boek. i. 300FDST. V. Afp. ^arel ver. rygt den itet van ming in Jeruilem.276.  242 HISTORIE II.Boek i. Ho cfdst V. Afd. Karei belegertMeffina. te veroordeeZen, doch echter geene zwarigheid maakte om hun aanbod van den eed van getrouwheid aan te nemen. Deszelfs eerfte verlegenheid was om zyn leger kruisvaar, ders, te overreden, om zig naar zyne oogmerken te fchikken. Verfcheide derzelver, afgefchrikt door de vrees voor het ongenoegen van den paus, en voor de ontzachlyke machc van Karei, weigerden volftrekt den inval in Sicilien te doen, en keerden naar Napels; doch de meeften lieten zig gemaklyk overhaalen , om de rechten van Konfiantia en derzelver kinderen , ftaande te houden. K<\rel, wiens wraakzucht thans voornamelyk tegen de Mejfmeezen gericht was , middelerwyl zes honderc ruiters van Florence , als mede onderftand uit Frankryk en van veele fteden in Lombardyen ontvangen hebbende , Itwam op den tienden van zomermaand te Catem, op de kuft van Kalabrien aan, met een leger van negentien duizend voetknegten, en vierentwintig duizend ruiters, behalven zyne zeemacht welke uit meer dan twee honderd zo groote ais kleinere fchepen beftondt. Op den vyfentwintigften van hooimaand liet hy het grootfte gedeelte van zyn leger het naauw van Mefjina overvoeren , en belegerde die ftad te water en te land , waartegen dezelve, of fchoon flecht ver. fterkt,, eene dappere verdediging deedt. Dewyl de paus een kardinaal legaat naar Sicilien gezonden hadt , om als middelaar te handelen, verzochten zy denzelven, dat hy den koning wilde bewegen om hun vergiffenis te verlenen; doch Karei verwierp hunne voorflagen, en wilde, dat zy zig op goedvinden zouden overgeeven; of fchoon Malaspini en VülavA verhalen, dat hy den optocht zoude hebben laten blazen, wanneer eenigen van zyn volk in de ftad waren, en er kans was, om dezelve ftormenderhand in te nemen. Bartlklomeo de Neocajlro geeft daarentegen fchetswyze een verflag, van de vruchtloze aanvallen der Franfcben, en van den onvermoeiden yver, zelfs van de vrouwen in de ftad, om de verdediging te onderlteunen. Vol.  van NAPELS. 243 Volgens dien fchryver, zondt Karei, na dat hy zig zes we. ken voor die plaats opgehouden , en zeer veel van zyn volk verloren hadc, omtrenc hec midden van herfftmaand, een fchoon papier aan den bevelhebber, om te bedingen wat hy goedvondt, indien hy maar de ftad overleverde. Hy begon nu te bemerken, dat de muitery meer te vre« zen was, dan hy gedacht hadt; want omtrent veertien dagen te voren was zyn mededinger met deszelfs krygsmacht , te Trapani geland; en aldaar aanftonds door de Siciliaanfche barons verfterkt zynde , werdt hy naar Palermo gebrachi, alwaar hy met groote plechtigheid tot koning van Sicilien gekroond werdt. Toen Karei die tyding hoorde, wilde hy gaarne maar zachtzinnigen raad luifteren ; en vrezende , dat hem den aftocht naar Italien mocht afgeineden worden, dewyl er een gedeelte zyner matrozen geftorven was , plunderde , en verwoeftte hy de kerken in de nabuurfchap van Meffina , brak op den zevenentwintigften van herfftmaand het beleg op, en voerde in alleryl zyn leger naar Kalabrien over. Hy wierdt door eene fchielyke vrees bevangen , om dat hy verwittigd was geworden, dat de Arragonfche vloot onder het bevel van Rogier di La. ria, een vluchteling uit Kalabrien het naauw van Meffina naderde, gelyk dezelve ook werklyk des daags, na dac hy zyn leger overgevoerd hadt, aankwam, en negenentwintig zyner galeyen veroverde, waarna hy naar Catena en Reggio itevende, en in het gezicht van deszelfs leger tachentig van deszelfs vrachtfehepen verbrandde , terwyl Karei uit be. naauwdheid , in de ftok welken hy in zyne hand hieldt, beet, en God badt, dat zyne tegenfpoeden niet zo fchielyk den een op den ander mochten gehoopt worden (w). Messina dus onverwacht ontzet zynde, wanneer het zelve nog maar drie dagen voorraads overig hadt, trok Pièt (m) Malaspini. Villani. ut fupra. H h 2 II.Boek. I. Hoofdst. V. Afd. Pieter worde te Palermo gekroond. Karei ontruimt Sicilien.  van NAPELS. tsi de. Honorius weigerde echter het verzoek der gezanten toe te ftaan , en deedt, zo wel den koning Alphonlus, als zyn broeder Jakob in den ban. Middelerwyl verlang, de Karei vorft van Salerno, welk thans gevangen in Ar. ragon was , zyne vryheid weder te erlangen , weshalven hy Eduward koning van Engeland overhaalde, om met Alpbonfus daar over te handelen. De twee koningen hadden ten dien einde een mondgefprek te Oleron in Bearn, alwaar een verdrag nopens des prinzen vryheid opgefteld werdt; doch vermits de voorwaarden van het zelve aan den paus mishaagden, fchreef hy in het begin van lente, maand aan Karei, en berispte denzelven fcherpelyk , om dat hy buiten toeftemming van den heiligen ftoel, een verdrag gefloten hadt. Honorius ftierf eenige weinige weken daarna te Romen, en hadt gedurende zyn korte paus. fchap , het koningryk Napels als wettig opperheer geregeerd , en verfcheidene inftcllingen voor de vryheden, zo wel ten voordeele van den kerklyken ftaat, als nopens het leggen van fchatting en belafting op moord , diefftal en valfche munt gemaakt, behalven , dathy nog in verfcheide andere gevallen het recht des koningszeer befnoeid hadt (y). De Roomfche ftoel bleef elf maanden open. Terwyl ondertuflchen Rogier di Loria afwezig was, en met eenige weinige galeyen de kuften van Provence ver. woeftte, liet de kardinaal legaat, on aanraden van twee monniken, welke eenigen tyd te voren, als verfpieders, in Sicilien geweeft waren, vyfhondert ruiters, en cenhondert en vyftig voetknegten infchepen , welke op het ei. land aangeland zynde, de ftad Agofla overvielen. De Si- cili. (y) Deeze wetten; zyn volgens zommige fchryvers langen tyd in de koninglyke kanzelary.bewaard gebleven, en als vaitgeftelde wetten vaa tiet koningryk geacht geweeft. Zie Giamkohe 1. XII. c z. li 2 II.Boek. i. Hoofdst. v. Afd; 1187.  van NAPEL S. *5i Nademaal de laaftgemelden nog in het bezie waren van Verfcheide lieden in Kalabrien, ftak koning Jakob, in het begin van het volgende jaar, derwaards over met vierhonderd ruiters, en tweeduizend voetknegten, en bemachtigde verfcheide andere plaatzen. Middelerwyl boodt de ftad Gaeta aan zig aan hem te ondewerpen, weshalven hy omtrent het einde van Zomermaand , zyne krygsmagt infcheepte, en derwaards ftevende. Hy vondt eebter by zyne aankomft de poorcen gefloten , en dat zyne vrienden zig niet voor hem durfden verklaren, waarom hy de ftad aantaftte , en eenen dapperen tegenftand ondervondt. Vol4 gens Bartbolomeo de Neocajlro een ooggetuige , moet het beleg meer dan vyfeien maanden geduurd hebben ; want terwyl koning Jakob, in het volgende jaar met zyn leger voorde ftad bleef, kwam Karei vorft van Salerno, te Ris. ti aan , alwaar hy door paus Nikolaas, den opvolger van Honorius, tot koning van Sicilien gekroond werdt.. Koni.no Karei bsdt in wynmaand te voren, ingevolge een verdrag met Alpbonfus door bemiddeling van den koning van Engeland gefloten , zyne vryheid weder beko men. Vermits nu Nikolaas de vierde zig wat toegeeflykei toonde dan Honorius, hadden de koningen Eduvoard en Alpbonfus een mondgefprek in een dorp op den top dei Pyreneen; werwaards ook Karei welke na dat zynen twee* den zoon, benevens zyne twee broeders, en zestig ridders van Provence als gyzelaars voor de nakoming van het ver. drag te Gleron gegeeven hadt, en daarop in vryheid gefield was, mede gebracht werdt. De voornaamfte arty. kels van het gemelde verdrag waren, dat hy Karei van Va. löis zoude bewegen om van zyn recht op Arragon af te ftaan, dat hy den koning van Frankryk tot een vrede met Alpbonfus zoude trachten overtehalen , dat hy zyne heilig, heid zoude verzoeken om het koningryk van Arragon van het verbod van Godsdienft te ontheffen; en indien deeze artykels hun beflag niet kregen, zoude hy binnen drie ja- ren. II.Boek. i. Hoofdst. V. Afd; Koning jacob vak in Kalabrien.1288.  van NAPELS. tSS voor den tyd van twee jaaren overhaalden, tot groot misnoegen van den graaf van Artois, en de andere Franfcbe heeren, welke oordeelden, dat Karei het hier mede buiten zyne macht gefield hadt, om immermeer Sicilien weder machtig te worden, zo datzy vol fpyt zig weder naar Frank ryk begaven (ft). Na het vertrek der Siciliaanen, bevrydde Karei de inge-j zetenen van Gaeta, uit aanmerking van hunne wakkere verdediging, voor vyf jaaren van alle fchattingen (c), en als hy by zyn terugkomft te Napels , in herfftmaand kennis kreeg dat Ladislaus koning van Hungaryen zonder kinderen overleden was, liec hy zyn oudften zoon Karei Martel, uit hoofde van het recht zyner moeder, koningin Maria, die eene zufter van Ladislaus geweeft was, tot koning van Hungaryen kronen. Middelerwyl werdt de koning van Sicilien, door den paus fterk aangezocht om een kruistocht naar het Heilig Land te doen, doch deszelfs oude raadslieden, zig de trouwloosheid van den heiligen ftoel, jegens des konings grootvader Frederik den tweeden, herinnerende, en aan Jakob onder 'c oog brengende, dat Niko, laas in zyne afwezendheid waarfchynlyk een opftand in Si. cilien zoude trachten te verwekken , zondt koning Jacob Joan di Frocida naar Romen, om zyne heiligheid tot eene verzoening met de Siciliaanen te bewegen , en hunne on> derwerping aan te neemen ; doch Nikolaas bleef onverze tl yk, en antwoordde Procida, dathy omtrent Sicilien niets konde bqfliflen, want dat hy reeds twee legaten gemachtigd hadt, om naar Aix in Provence te gaan, en over een vrede tuflehen den koning van Arragon, en den koning van Frank ryk benevens deszelfs broeder, te handelen. Na de terug- komfl (b) Klem Ibid. Nicol. Sficial. ut fupra. Villa». 1. VII. c. 133; Giannone ut fupra. Antok. tit 20. c, 6. feft 7. f» Viilawi, ut fupra. II.Boek. 1. ïoofdst. v. Afd. Ken lelad tufte hen koning Karei en :oning Jatob. De oudfle zoon van Karsl tot koning van Hun. garyen gekroond.  253 HISTORIE II. Boek I. Hoofdst. V. Afd. Hy maah ien be[ianc met koning Karei. gefloten te houden, waar door Arragon weder met een inval bedreigd werdt; doch de Franfcben werden eerft door den dood van Nikolaas , en kort daarna door een gefchil tuiTchen koning Filip en Eduuoerd koning van Engeland, 't welk haaft tot een openbaren oorlog uitbrak, belet iets uit te voeren. Terwyl de ftoel van Rome door de oneemVhe. den onder de kardinaalen open bleef, en de aandacht des koning van Frankryk alleen op zyn gefchil met den koning van Engeland gevestigd was, ontving koning Karei onder de hand tyding van de aanflagen van Loria, tegen Amalfi en de Napelfcbe kuften. Aangezien zyn inborft van natuur tot vrede geneigd was , en zyn koningryk door de geftadi. ge ongelukkige uitvallen van den oorlog veel geleden hadt, begon hy met ernft op vrede bedacht te zyn , en zondt dienvolgende den grootmeefter der Duitfche orden naar Arra. gon, met eenige grondartykels tot een vergelyk, en met een voorflag tot eene onmiddelyke opfchorting van wapenen , welke tot een jaar na de verkiezing van den paus zoude duuren. De gemachtigden wegens Sicilien deden fterke vertogen tegen dien voorflag, doch alzo Jakob toen eenige geheime oogmerken hadt, nam hy de aanbieding aan, en hadt in flachtmaand, een mondgefprek met Karei te Juncaria, in de nabuurfchap der Pyreneën (f). Wanneer paus Celeftyn de vyfde, een oude monnik van groote eenvoudigheid en geftrengheid van leven, in zomer, maand van het volgende jaar tot paus verkoren was, na dat de ftoel van Rome zevenentwintig maanden open geHaan hadt, zette Karei hem aan , dat hy deeze hooge waardigheid doch wilde aannemen, en ontving hem met veel eerbewyzingen te Napels, hopende, dat, dewyl zyne heiligheid een zyner onderdanen geweeft was, hy van denzelven alles zoude verkrygen, wat hy begeerde: maar de nedrig- ify Idim ibid. Svrxt. L II. Maeian. I XIV. c 19.  van NAPELS. 25$ nedrigheid van den paus, verydelde zyne verwachtingen,] want na dat Celeftyn het pauffchap vyf maanden bezeten hadt, ftondt hy daar van af, na dat hy echter ten verzoeke van den koning, voor zynen afftand den kardinaals hoed aan zeven Franfcben en vyf Italiaanen welke allen in de belangen van Karei waren , gegeeven hadt. Door den invloed van deze twaalf, bewerkte Karei de verkiezing van Bonifacius den achtften, welke gezegd word eenige liften gebruikt te hebben om Celeftyn tot het nederleggen van zyn pauffchap te bewegen; ook verhaalt men, dat hy na deszelfs afftand zyne dienften aan den koning aangeboden heeft, onder voorwaarde , dat hy tot paus moeft verkoren worden (g). Bonifacius, welke van een zeer verfchillenden aart van zyn voorganger was, en zig door zyne werkzaamheid en kunde in het behandelen van zaken beroemd gemaakt hadt, beval in het volgende jaar , ten bewyze van zyne dankbaar heid jegens Karei, op ftraiTe van kerkban aan Jakob, om afftand van het koningryk van Sicilien te doen, en ontzette hem van zyne koningryken van Arragon en Valentia. Vermits daarenboven de koning van Frankryk en Karei van Valois, ten zelven tyde toeftel tot eene nieuwe onderneming tegens Arragon maakten , zondt Jakob op raad van zyne edelen, vier gezanten naar Rome, om de bemiddeling van den paus te verzoeken. Dienvolgende werdt er in het be. gin van zomermaand eene eeuwigduurende vrede gefloten, van welke deeze de voorwaarden waren: dat de paus het huwelyk van Jakob met de dochter des konings van Kaflilien voor nietig en van onwaarde zoude verklaren, dat koning Jakob met de dochter van koning Karei zoude trouwen, en aan denzelven Sicilien benevens alle de plaatzen, welke hy aan de andere zyde van het naauw van Meffina bezat, zou. de (g) ViLtAfii 1, vin c. 6. ANTon. tit. 20. c, 7. fect. 1. Kk 2 I.BOEK. I. Hoofdst. V. Afd. Bonifacius viii bewerkt ten vrede iuffchen hen, 1295.  26o HISTORIE ft Boer. 1. HOCFDST. V. Atd.. Ut Sicili. crs weige. ren het ver itag goe 1 te keuren. (h) ViLLANr. Gicol. Special. Stjiut. 1. xi. Marian. 1. XIV. Faze!. De c. 2. U IX. c.. 2. zoude teruggeeven; datKarel van Valois van alle eifehen op Arragon afzien, en daar cegen de 'graaffchappen van Anjou ■ en Fokalquier bekomen zoude; dac de gyzelaars voor koning Karei in vryheid zouden gefield worden, dat de paus het verbod van Godsdienft van het koningryk van Arragon zoude afnemen ; en dat Jacob, koning van de Baleari. (cbe eilanden , nader in zyne bezittingen zoude herfteld wor. den (è). Het is onzeker, welke de beweegredenen geweeft mogen zyn, welke koning Jakob bewogen hebben de Siciliaanen te verlaten, en in deezen verbazenden vrede te bewilligen. Het is waarfchynlyk, dat hy daar toe over. gehaald is, door de hoop, welke hem door den pausgegee. ven was, om in hec bezie der eilanden Corfica en Sardini. en gefteld te worden. Na het fluiten van dit verdrag, kwam Don Frederik be. nevens Rogier di Loria, Joan di Procida, en verfcheide andere Siciliaanfcbe heeren , in de nabuurfchap van Rome aan, alwaar dezelve met veel ernft door den paus verzocht werden om in de overlevering van het eiland Sicilien te bewilligen. De kleindochter van keizer Boude-ivyn, en erfgenaam van het ryk van Konftantinopolen was aan Don Frederik ten huwelyk aangeboden, en de paus beloofde hem, alle zyn invloed te zullen gebruiken, en zyne macht te hefteden om hem in het bezit van Griekenland te fteüen, mits dat hy den vrede mede zoude aannemen. Frederik weiger, de zyne toeftemming te geeven, voor en al eer hy de Siciliers deswege geraadpleegd hadt : en vondt dezelven by zyne terugkomft op hec eiland in eene zeer grote beweging uit hoofde van de tyding wegens den vrede. Op raad van de koningin weduwe, Konfiantia, werden aanftonds gemagtigden naar Arragon gezonden, welke koning Ja. kob  van NAPELS. a6i kob poogden overtehalen, dat hy de Siciliers niet wilde verlaten; doch te vergeefs, want zy ontvingen in tegendeel van hem in gefchnfc een plechtigen afftand van zyn recht, en zy keerden naar Sicilien te rug. Zy hadden niet zo ras het antwoord van den koning van Arragon bekend gemaakt, of de groten en. hec volk verklaaarden eenpariglyk en met yver Don Frederik tot koning, en bepaalden den vyfen. twintigrten van maart tot deszelfs kroning. Bonifacius middelerwyl nog al hopende hen te zullen overreden om zig aan koning Karei te onderwerpen , zondt hun door een Ie gaat een fchoon papier, met het pauslyk zegel beftempeld, en wilde, dac zy hunne eigene voorwaarden zouden maken; doch een der edelen crok zyn zwaard, beval den Iegaac hec koningryk onmiddelyk te verlaten , en verklaar, de, dat zy zig den vrede door het zwaard, en niec door papier wilden bezorgen. Frederik verklaarde, na de plechtigheid van zyne kroning, zyn voornemen om den oorlog met kracht voort te zetten , en ontving van zyne onderdanen, de allerfterkfte verzekeringen dat zy hem wilden byftaan. Weshalven hy Rogier di Loria gelaftte een vloot in gereedheid te brengen, waar mede hy van Meffina naar Reggio overftak; en een leger verzameld hebbende, trok hy door tot in Kalabrien. nam Sqmllace in, en bemachtigde vervolgens de ftad en het graaffchap van Catauzara. Verfcheide andere plaatzen gaven zig ook aan hem over; doch wanneer hy verwittigd werdt, dat zyn broeder koning Jakob te Rome aangekomen was , de belening van Sardinien van den paus verkregen hadt; en door denzelven tot ftandaarddrager der kerke benoemd was, met oogmerk om koning Karei tegen de Siciliaanen behulpzaam te zyn, liet hy zyn leger in Kalabri. en onder het bevel van Blasco de Alagona, en keerde weder naar Sicilien. Na deszelfs vertrek , bemachtigde Rogier di Loria , Lecce en Otranto, welke laatfte plaats hy verfterkte, en deedt vervolgens eene ftoute, doch vruchtloze onderneming tegen Brindifi. Kk 3 K II.Boek. 1. Hoofdst. v. Afd. Kiezen Don Frederik tot hwmen koning 1296. Hy valtiri Kalabrien.  II.Boek i. HorpDST V. Afd. 1297. Rogier d Loriagaa tot Karei ai er. Wordt i Kalabrie geflagen 1296. (i) Nicol. Special, ut fupra. Vii.lani 1. VIII. c. ep. *fo HISTORIE Koning Jakob poogde middelerwyl te vergeefs zynen broeder tot een mondgefprek op het eiland Ischia overte. •halen , en ontboodt zyne moeder met hare dochter Violante naar Rome, alwaar die jonge prinfes , in het volgende jaar met Robbert, hertog van Kalabrien, tweede zoon van koning Karei, trouwde. Joan di Procida en Rogier di Loria verzelden Konfiantia naar Rome, in welke ftad Procida 'het overig gedeelte van zyn leven heeft doorgebracht. *Doch vermits Rogier, het jaar te voren verfcheide gefchillen met Frederik gehad hadt, welke door deszelfs vyanden aangeftookt waren, verliet hy nu deszelfs zyde, en werdt door de bemiddeling van den paus, en van Jakob van Ar. ragon, met Karei verzoend, welke by zyne terugkomft te Napels, hem niet alleen alle zyne oude landen in Kalabri. en s Bafilicata en Principata wedergaf, maar boven dien nog verfcheide anderen fchonk , en hem tot groot admiraal der beide koningryken benoemde. Wanneer Frederik tyding bekomen hadt, dat Karei in dienft van koning Karei getreden was, verklaarde hy hem aanftonds voor een verrader, en belegerde de kafteelen , welke hem in Sicilien toebehoorden, en binnen korten tyd bemachtigd werden. Middelerwyl was Rogier ten hoogften op Frederik verbitterd, trok met eene grote bende ruiters naar Kalabrien, en be. legerde Catanzara, 't welk zig gewillig aan hem overgaf. Hykonde echter het kafteel niet bemachtigen, alzo Blasco de Alagona met eenig volk tot ontzet van het zelve aankwam. nRogier taftte hem aanftonds aan, doch werdt met zo veel j onvertzaagdheid en dappeiheid ontvangen, dat zyn volk ten eenemaal op de vlucht geflagen wierdt , zo dat hy zelfs gewond, en zyn paard onder hem gedood zynde met veel moeite ontkwam (i). Dewyl de koning van Arragon omtrent denzelfden tyd met  van NAPELS. 263 met eene aanzienlyke vloot te Rome gekomen was, (telde Frederik, Koenraad Doria tot zynen admiraal aan, en zelf aan boord gegaan zynde , zeilde hy met vierenzeventig gaieyen naar da kuiten van Napels, om zynen broeder te onderfcheppen. Hy oordeelde het echter niet raadzaam naar hem te wachten, maar keerde naar Sicilien, werwaards hy onmiddelyk door Jakob en Loria gevolgd werdt, welke ook eene landing op'het eiland deeden, en Patti, Melazzo, Nucera, Monteforte, en verfcheide andere kafteelen in die nabuurfchap bemachtigden. Dewyl die kult in den winter gevaarlyk was», Heten zy bezettingen in de plaatzen, welken zy veroverd hadden , en zeilden door het naauw van MeJJina naar Syracufe, welke plaats zy ter zee en te land infloten. Vermits de ftad eene dappere tegenweer boodt, gebruikten zy hun leger in het bemachtigen vmBuacura, Palacioli, benevens verfcheide andere fteden en kafteelen. Middelerwyl kwam Frederik met zyn leger te Catania, alwaar hy wel haaft door de tyding, dat drie kafteelen aan zekeren Berefius toebehorende, en waar van een midden in het eiland gelegen waren zig voor Jakob verklaard hadden, in grote verlegendheid gebragt werdt. Ook waagde het Rogier di Loria met driehonderd paarden te land te trekken , ten einde Patti 't welk de Katalonifcbe bezetting verjaagd hadt, te heroveren, terwyl zyn bloedverwant Joan di Loria ten zelven einde met twintig galeyen van Syracufe buiten om zeilde. Joan werdc op zy. nen tocht voorby Meffina, door de galeyen van die ftad aangetaft, en na een fcherp gevecht, met zeftien zyner fchepen genomen; op welke tyding de koning van Arra. gon, welke alreeds achttienduizend man voor Syracufe verloren hadt, raadzaam oordeelde zyn leger in te fchepen, en naar Napels te rug te keeren.'Na deszelfs vertrek, heroverde Frederik fpoedig byna alle de plaatzen, welke Jakob genomen hadt , en verwittigd zynde, dat zyn broeder toeftel maakte tot een tweeden inval, ruftte hy aanftonds veer. II.Boer, j. Hoofdst. V. Afb. De koning 'an Arra;on neemt verjcheide "ilaatzenin' Sicilien. 1200,  II.Boek i. Hoofdst V. Afd. Behaalt eene aanv:erklykeeverwin'ning op d Siciliaanfche vloot Een groi g edeelte van Sici! en geeftgtg aan den herti van Kal brienovs 264 HISTORIE veertig galeyen uit, en ftak in zee. De twee vloten ontmoeteden malkander op de hoogte van Capo Orlando, op den vierden van hooimaand, wanneer Frederik den vyand met veel onvertzaagdheid aantaftte, of fchoon dezelve veel fterker in getal was. De uitflag beantwoordde echter niet aan deszelfs vurige hoop, want hy werdt, na een bloedig gevegc geheel en al geflagen , en verloor twee entwintig galeyen , waar van de bevelhebbers op eene wreede wyze „door Rogier di Loria ter dood gebragt werden, uk wraak 'wegens het ombrengen van zyn bloedverwant ^0072, wel.ke als een muiteling geftraft was. De koning van Arragon keerde, na dee's aanmerklyke overwinning, met de Katalonifche fchepen naar zyne eigene ftaaten; voorgevende, dat de zaken der Siciliers nu zo wanhopig ftonden, dat zyne ■hulp niet meer nodig was; doch hy werdt door verfcheide fchryvers verdacht gehouden , dat hy nooit fterk geyverd beeft voor een goeden uitflag van den oorlog, en dat hy naar huis gezeild is, om te beletten, dat zyn broeder.gant■fchelyk te gronde ging. Frederik , na zyne terugkomft, door de MeJJmeezen vertrooft geworden zynde , liet onmiddelyk een verhaal nopens den flag afkondigen , en geiaftte het gantfche eiland om zig tot eene wakkere verdediging in ftaat te Aftellen. De hertog van Kalabrien en Rogier di Loria zettei.den middelerwyl hun krygsvolk aan land; doch de eerfte "ftad welke zy opeifchten, weigerde zig aan hen over te geven. De hertog trok op raad van Loria, van dezelve af, « en begaf zig naar Adernio en Patemio , welke beide plaatsen, of fchoon ontoeganglyk en zeerwel verftrekt, zig 'zonder ftag of ftoot overgaven , waar door zyn leger 't welk gebrek begon te krygen, met overvloed van mondbehoeften voorzien 'werdt. Verfcheide andere volgden het voorbeeld der reeds gemelden. Eindelyk viel ook Catania af, en werdt door Ragufa, met meer andere fteden gevolgd, zo dat er een gerucht ging , dat meer dan  van NAPELS. %<$ de helft van het eiland zig voor koning Karei verklaard hadc, vveshalven Bonifacius den kardinaal Gerard van Bar. ma als legaat derwaards zondt, om de Siciliers te bewegen zig zonder verderen tegenftand over te geeven; maar dewyl Rogier di Loria den hertog verzekerde dat de Siciliers door geen bedreiging van kerkban, of het geluid van een misbelletje te beteugelen waren, zondt hy naar Napels om nieuwe verfterkingen. Zyn broeder, de prins van Florence, ging dienvolgende met zeshonderd ruiters en duizend voetknegten fcheep, en landde aan dat gedeelte van Skihen, t welk de valei van Mazaro genoemd wordt,- doch! eenige weinige dagen daarna, te weten op den eerften van' wintermaand , werdt hy te Falconara door Frederik aan getaft en ten eenemaal geflagen, wordende hy zelf met het grootfte gedeelte van zyn manfchap gevangen geno. z^LtVJffi, ?eSZe neLderlaag i fchreef Bonifacius aan Koning Khrel, en berispte hem fcherplyk om dat "by de zorg van den oorlog aan den jongen prins, welke, "ine ondervinding hadt toevertrouwd hadt,- hy ontboodt te gelyk Karei van Valois uit Frankryk, en ftondt hem de tienden der kerklyke mkomften van dat koningryk toe, om de koften van dien tocht goed.temaken, met verbod aan ko\ . "I J d3C y geene °^re^komlt met de Siciliers zoude hebben te maken , - voor dat zyn neef zoude aangnomen zyn. Karei &f in het volgende jaar-, ter be-, vredgmge van den paus, een bevel in het licht, waar by hy allen Saraceenen van Lucera geboodt het kriftendom te omhelzen, of zyne ftaaten te8 verlaten. Middelerwyl was Loria naar Napels teruggekomen, om het zenden van ?ed ,r-n1!W * T Verhaaften> e* beval den hertog zig gedurende zyne afwezendheid , in geen gevecht met de Smhers in te laaten- Frederik vondt echter middel om eene fterke bende Faanfhen en Napelfcben in eene hinderlage te lokken , en dezelve geheeilyk te verHaan si«™\»hmoed: £ 11 Boek. i ïoofdst. v. Afb. Deszelfs broeder gelagen en \evangen genomen, 3CQ.  ■266 i HISTORIE II.Boek. I. Hoofdst. v. Afo. By belegen Mes' fina vruchtloos dezelve brachten weder eene vloot uit tweeëndertig ga. leyen beftaande, onder het bevel van Doria in zee. Na dat de admiraal de Napelfcbe kullen verwaeft hadt, waagde Ly onvoorzichtiglyk een flag met Rogier di Loria, welke met achtenveertig galeyen van Napels gezeild was, en h'f vondt zig, na een kort gevecht genoodzaakt, zig met verlies van twintig zyer galeyen aan Rogier over te geeven. Hertog Robbert kort daarna tyding bekomen hebbende, dat de Mesfineezen wegens gebrek van voorraad zeer in 'c naauw waren, zeilde met zyn leger naar Catania, en legerde zig voor de ftad, terwyl zyn generaal in Kalabrien Reggio ingefloten hieldt, en zyne vloot vóór beide fteden lag. Mesfina werdt wel haaft tot het uiterfte gebracht; doch wanneer Frederik tot derzelver hulp toefchoot, en het leger van Robbert op zyne beurt gebrek aan voorraad begon te krygen, werdt het beleg opgebroken; en de twee prinzen hadden door de tufichenfpraak van Violante, gemalin van Robbert, en zufter van Frederik eenmondgefprek te Syrac, ufe, in 't welk zy wegens een beftand voor zes maanden overeen kwamen. Robbert zyne gemalin, met haren jon. gen zoon in Sicilien latende, zeilde onmiddelyk met Rogier di Loria naar Napels, en beloofde fpoedig met een leger te rug te keeren. Hy werdt echter langer op het vafte land opgehouden^ dan hy verwacht hadt; en wanneer het beftand, in het' begin van het volgende jaar geeindjgd was, hervatte Frederik, zonder eenig vertoeven, zyne vyandlykheden. b arel van Valois middelerwyl in Italien gekomen zynde, hadt -te Avagni eene byeenkomft met den paus. Dewyl hy kort te foren met de eenige dochter van Filip, naam keizer van Konftantinopolen getrouwd was, gaf Bonifacius hem hoop tot de erfopvolging in dat ryk ; met betrekking tot welke opvolging zyne heiligheid hem onder het oog bracht , de noodzaaklykheid om eerft SiciUtn te bemachtigen, op dat zyn neef koning Karei, de handen ruim mocht hebben om hem by te ftaan: men maakte dienvolgende  van NAPELS. 267 gende groten toeftel om met eene ontzachlyke zeemacht in de aanftaande lente in het eiland te vallen. Men zegt ook, dat Bonifacius uit haat tegens Albert van Ooftenryk, Karel van Valais toe keizer van Duitfchland voorgefteld heeft; en terwyl de oorlogstoebereidzelen te Napels voortgezet wierden, maakte hy hem Paciare, of vredemaker van Tos kane, even of het keizerryk zonder hoofd geweeft ware Na dat Karei drie of vier maanden te Florence doorgebracht , en daar door het oefenen van zyn nieuw gezag de onluften en verwarringen vermeerderd hadt, keerde by in de lente naar Napels, en met een onczaglyk leger, benevens den hertog van Kalabrien en Rogier di Loria fcheep gegaan zynde, landde hy te Sicilien, in de valei van Mazara. Vermits Frederik niet in ftaat was hem in het open veld wederftand te bieden, hieldt dees zig met zyn leger op eenigen afftand, en bracht den vyand door meenigvuldige fchermutzelingen en het onderfcheppen van toevoer, tot grote benaauwdheid. Karei ziende dat het onmogelyk ware iets van belang uit te voeren , alzo hy byna alle zyne paarden verloren hadt, en overwegende, dat hy, indien hy een einde aan den oorlog maken konde, hy in zyne onderneming tegen Konftantinopolen, zo wel door Frederik als door koning Karei zoude kunnen bygeftaan worden , haalde den hertog van Kalabrien over om voor. flagen tot een vergelyk te doen, en hadt vervolgens een mondgefprek met Frederik zelven, Na dat men wegens het houden van onderhandelingen overeengekomen was, werdt eindelyk de vrede , op den eenendertigden van oogftmaand, op deeze voorwaarden gefloten: dat Frederik mee Leonoor , de dochter van koning Karei trouwen zou. de , en het koningryk van Sicilien onder den naam van Tri. (k) Villaki t VIII. c. 48. Blond. dec. 2. I, 9. Nicol. Special. L 1 2 II. Boek. 1. Hoofdst. V. Afd. Karei Va. lois zeilt met een ontzaglyk leger naar Sicilien. 1302. (luit een vrede mei Frederik.  268 HISTORIE II.Boek. i. Hoofdst, v. Afd» Welk doei den paus bei/efligd wordt. i303- CO Raiwald. Annal. ad Ann. 1302. feét. 3.- Nicol, Special, aj* IIuraïok. t. ro. Nillakt. Trinacrio blyven bezitten; dat hy alle de plaatzen in Kalt* brien, welke hy in hadt, aan koning Karei, welke aanftonds Sicilien ontruimen moeft, zoude te rug geeven;, dat alle gevangenen in vryheid zouden gefteld worden, en dat alle de geenen, welke gedurende den oorlog van party veranderd waren , over en weder van hunne goederen in elk koningryk zouden ontzet worden, uitgezonderd Rogier di Loria, welke het kafteel van Jacia in Sicilien zoude mogen behouden, en Vincïgnerra , Welke ook drie kafteelen op de kuft van Kalabrien zoude blyven bezitten; dat koning Karei den paus zoude bewegen om den vrede te beveiligen, en de beleening van Sardinien of Cyprus aan Frederik te geeven , welke na bekomen bezit van eene dier twee eilanden , Sicilien aan koning Karei zoude overgeeven, welke hen daarentegen honderduizend oneen gouds zoude betalen (O- Violante, welke gezegd wordt, het meeft de hand in het bewerken van dat verdrag gehadt te hebben, ftierf voor het fluiten van het zelve , wanneer haar ge. maal, door den dood van zyn oudften broeder Karei Mar. ter koning van Hungaryen, waarfchynlyke erfgenaam van het koningryk Napels geworden was. Beide de partyen zonden kort daarna hunne gezanten aan den paus om de beveiliging van het verdrag te verzóeken, waarop Bonifacu us, in het volgende jaar, de artykels goed keurde, mits, dat Frederik jaarlyks vyftienduizend florynen , wegens het eiland van Sicilien aan den heiligen ftoel zoude betaalen , den eed van getrouwheid zo wel in waereldlyke als geeftlyke zaken aan den paus doen, en aan denzelven de hoogfte macht in alle kerklyke en geeftlyke zaken binnen deszelfs ftaaten overlaten. Dus eindigde den oorlog in Sicilien, welke gedurende den-  van NAPELS. a€o den tyd van twintig jaaren door de Siciliers met grote kloekmoedigheid tegen machtige vyanden gevoerd geworden was. Men erkende dat de vrede zeer voordeelig en zeer roemryk voor Frederyk ware; doch Karei van Valois verloor veel van zyn achting door het geeven van zyne toeftemming tot dac verdrag, en werdt door de Italiaanen uiige, lachen ; welke aanmerkten , dat hy nieuwe onluften te Florence hadt opgerokkeld, alwaar hy gegaan was om vrede te maken, en dat hy daarentegen op Sicilien een fchande. lyke vrede gefloten hadt, alwaar hy gegaan was om te oorlogen (in). By zyne te rugkomft in Italien, werdc hy belec zynen krygscochc tegen Konftantinopolen voort te zetten ; maar werdc door zyn broeder naar Frankryk terug geroepen, alzo dezelve een gefchil met den paus hadt, welken hy, in herfftmaand van dat jaar, te Anagnio verviel, en eenige dagen gevangen hieldt. Bonifacius was over die fchande zo aangedaan, dat hy weinige weken daarna ftierf. Op den dag van zyn overlyden, kwam koning Karei met vyftienhonderd ruiters en achtduizend voet. knegten te Rome, om zyne heiligheid byteftaan. Hy hieldt zig eenigen tyd te Rome op , en nam de kardi. naaien in°zyne befcherming tot dat verkiezing van een vol. eenden paus volbracht was: dees was Bonifacius de elfde, welke de pauflyke waardigheid niet meer dan eenige wei* ni^e maanden bezat, alzo hy in het begin van hooimaand uPerufia door vergif omgebracht wierdt. Deszelfs opvol, ger Khment de vyfde was een Franfcbman, en bracht de pauflyke hofhouding naar Avignon over, alwaar dezelve gedurende meer dan zeventig jaaren', tot grote fchanda van Italien gebleven is. Na dat Karei in Italien terug gekomen was, befteeddé hy de overige jaaren zyner regeeringe in het aankwee. ken der vreedzame kunften. Hy maakte Napels grooter, en verzierde het zelve; hy vermeerderde de voorrechten dei 0») VlLLANI. LI 3 LBóEKl I. lOOFDST. v. Afd. Karei var, Valois naar Frank ryl: te rug oittbtckn.  H.Boek L Hoofdst V. Afd. Karei I] ft erft re Napels. J3Ó9. 270 HISTORIE der hoogefchole, beriep de meeft beroemde hoogleeraars derwaards , en gaf ruime jaarwedden aan dezelven 00 Hy liec zyne hoofdftad niet alleen verfraaijen door nuttige en-prachtige gebouwen, maar hy bouwde ook koftbaare kerken, en grote kloofters in verfcheide gedeelten van zyn koningryk; hy maakte veele nieuwe en .goede wetten , en regelde de ampten van zyn hof met veel luifter en grootheid. Terwyl hy dus door zyn verHandig bellier, het geluk van zyn koningryk bevorderde, werdt hy door eene koorts aangetaft, welke hem op den vierden van bloeimaand , in het eenenzeftigfte jaar zyns ouderdoros en hec vyfentwintigfte zyner regeeringe weg fleepte. Zyn lichaam werdt mee koninglyke ftaathe in de Dominikaaner kerk te Napels begraaven; doch kort daarna naar Provence overgebracht, en in een nonnenkloolter, 'c welk hy zelf in de ftad Arles gebouwd hadt, begezet terwyl zyn hart by de Dominikaanen te Napels bleef. Zyn dood werdt in het algemeen betreurd, want hy hadt de genegenheid zyner onderdaanen door zyne zachtmoedigheid,beleefdheid , en mildadigheid gewonnen, waarom hy ook den eernaam van den tweeden Alexander verwierf (o). (ƒ>)• (w) Giannone ut fupra. (0) Villam Costonzo , (p) Karei trouwde mee Maria, de zufter van Ladislaus, koning van Hungaryen, by welke hy negen zoonen en vyf dochters heeft geteeld. De=zelfs'oiidfte zoon Karei Martel ftierf in 1301, en liet de kroon van Hunearyen aan zyn jongen zoon Carobert. Lodewyk , zyn tweeden zoon werdt, ingevolge van eene gedane gelofte , monnik. Robbert de derde zoon, volgde zyn vader op den throon van Napels. itlrp ae vierde zoon , was prins van Tarento en Achaje, ja wegens het recht zyner gemalinne, de dochter van den despoot van Griekenland, keizer van Asb(lantinopolen. Zyn vyfde zoon Raimond Barlingier, was graaf yan Andria. Joan de zesde zoon ftierf, nog jong zynde, in een geeftlyke orden Trillan de zevende zoon, was prins van Salerno, Joan de achtte zoon, was hertog van Durazzo, op de kuft van Morea, en Pieter de jorgfte zoon was graaf van Gravina. Zyne oudfte dochter Klemtntta was  van NAPELS. 2?r Na het overlyden van Karei den tweeden, ontftonden 'er aanftonds gefchillen over de opvolging , tulfchen zyn klein zoon Carobert, koning van Hungaryen, en zyn zoon Rob bert, hertog van Kalabrien, De zaak werdt in de vergadering der kardinaalen naauwkeurig en mer yver voor en te. gen onderzocht; en eindelyk werdt op den eerften van oogftmaand, in eene openbaar konfiftorie , de uitfpraak ten voordeele van Robbert gedaan. Robbert kwam vervol gens ook met luifter te Avignon; en den eed van hulde en getrouwheid aan den paus gedaan hebbende, ontving hy van zyne heiligheid de befeening van Apulien en Sicilien, op de gewone wyze, en werdc op den achttien van herfft. maand , met veel pracht en plechtigheid gekroond Dit vonnis van den paus wordt door verfcheide rechtsgeleerden niet min wettig, dan voorzichtig geroemd, tiet was ook de begeerte geweeft van Karei, dat Robbert zyn opvolger wezen zoude; en indien de aanfpraak van Caroberl voor gegrond gehouden was geworden, zoude naar waar fchynlykheid Italien daar door in groote verwarring gebracht zyn, dewyl Napels in dat geval door Hungaarfche onderkoningen wier zeden van die der Italiaanen zeer verfchillen: zoude geregeerd zyn geweeft (V). Nadat Robbert verfcheide gunftbewyzingen van den paus ontvangen hadt, en wel voornamelyk eene kwytfchelding van eene zeer grote fchuld van driemaalhonderd duizend oneen gouds, welke zyn vader en grootvader by den ftoel van Rome, ten tyde van hunnen oorlog tegen Sicilien, ge. maakl met den graaf van Valais getrouwd; Blanche met Jakob koning van Ar ragon; Leonoor met Frederik koning van Sicilien ; Maria met Jakob koning van Majorka; Beatrix de jongde aan Azzo de E/le, markgraa van Ferrara, vervolgens met Baitramo del Balzo, graaf van Andria er laaiftiyk met Robbert Dauphyn van Vien-'.e Giannone. et Bokeiw. Hift Hungar. (q) Baluz vit. Pap. Aven. t. I. c. 15. 24. 70. 104. (r) Zie Glannone, & Stond. Annal. II. Boek. 1. Hoofdst. V. Afd, Robbert hertog ;art Kalabrien verklaart zig erf ge naam , en wordt te Avignon gekroond.  II.BoEK. L Hoofdst. V. Afd. ■Hy kant z'g tegen den zoch van keize; Hendrik naar Ro« me. 272 HISTORIE rnaakt hadden , verliet hy Avignon , en keerde naar Ita. Hen, alwaar hy ten bewyze van zyne dankbaarheid jegens den paus, eene keer door verfcheide fteden deedt, en de Guelfen aanmoedigde , met bygevoegde verklaring, dat hy zig ten vyand zoude ftellen van alle de geenen, welke onderneemen mochten, den kerklyken ftaat te ont. ruften, By zyn aankomft te Napels, werdt hy met algemeene vreugde ontvangen, en niet alleen elk byzonder landfchap maar ook alle de groote en kleine fteden van het koningryk zonden hunne gemachtigden om hem te begroeten en geluk te wenfchen. Nadat hy een keer door alle zyn ftaaten gedaan hadt, maakte hy zynen eenigen zoon Karei, hertog van Kalabrien , en vereerde veele barons met den tytel van graaf. In het eerfte jaar van zyne regeering bevlytigde hy zig in de kunften, welke in vredes tyd kunnen geoefend worden, en begunftigde de Gu. elfen in ganfch Italien zo veel hy konde. Wanneer hy in het volgende jaar vernam, dat keizer Hendrik de zevende , na dat hy de kroon van Italien te .Milaan ontvangen hadt, te Genua aangekomen was, zondt hy hem twee gezanten, om over eene huwclyks verbintenis tulfchen hunne twee huizen te handelen. Robbert hadt ten zelven tyde een argwaanenden nayver dat de keizer zyn gezag in Italien mocht veftigen, en daar door een hinderpaal aan zyne eerzucht zyn, weshalven hy zig in een geheim verbond met de Florentynen en Guelfen om zyne keizerlyke majefteit in zynen tocht naar Rome te belemmeren, en tegen te gaan, begaf. Hy hadt zyn maarfchalk met vierhonderd ruiters naar Florence gezonden, welke die ftad in aller yl verfterkte, en zynè krygsmacht met nieuwe wervingen vermeerderde. Zyn broeder Joan, prins van Morea hadt zig ook met eene groote bende krygsvolk naar Rome begeven , om in die ftad eene party tegen den keizer op de been te brengen- Die kei-  van NAPELS. 273 keizer klaagde over deze behandelingen aan de Napeifche gezanten , welke ziende, dat hun gezantfchap van geen vrucht wns, uit Genua ve-trokken zonder affcheid te nemen. Hendrik zondt omtrent dien zelfden tyd Lodewyk van Savoye naar Rome , welke door het geflacht van Colenna onderlteund , en in dat zelfde jaar femteur geworden zynde, het gezag van den prins van Morea, en van het gcfl;>cht van Orfeni opwoog- Nademaal de aandacht van Italië' voornamelyk geveftigd was op de bewegingen van den keizer , oordeelde Frederik , koning van Trinacria, raadzaam deszelfs vriendlchap te zoeken , weshalven hy na het vertrek van de ■ Napelfche gezanten , een luifter, ryk gezantfchap naar Genua zondt, met een louteren zilveren tafel, en andere koftbare gefchenken voor Hendrik Zommige onderfte!den dat Frederik den tytel van koning van Sicilië zocht; maar anderen beweeren , dat hy een verdrag met den keizer tegen de koningen van frankryk en Slpulië bedoelde; doch de onderhandelingen der gezanten werden geheim gehouden, en na dat dezelve zich eenige weinige dagen te Genua opgehouden , en vervolgens affcheid van den keizer genomen hadden, gingen zy weder naar Sicilië te fcheep (c). Henouik zich verfcheide maanden te Genua opgehouden hebbende, begaf zich in de volgende Jente naar Pifa , alwaar hy een ander gezantfchap van Frederik ontving, ingevolge van het zelve, waar van echter het oogmerk niet bekend werdt, zondt de keizer ook twee gezanten naaró7eïlïz. Omtrent denzelfden tyd ontving koning Robbe> t mede een gezantfchap van hem , om over een huwelyk tusfchen zyn zoon Karei hertog van Kalabrie en des keizers dochter te handelen. Het fchynt noctuhans dat deze on- der- (c) Hift. August. Mussat. ap. Murato*. t. X. Iter Ital. Henr, VIII Ferrpti Vicentiini. ap. Murah. t. IX. Vu lani ut fupra. Europ. Hist. X. Deel, l. Stuk. M m J.Boek. 1. 3o°?dst. V. Af». 1312.  HISTORIE II.Boek. i. Hoofdst. V. Aid. Eene hu- welyks verbintenistujjrhen den keizer m Frecte rik ,konim van Sicilit (d) Fjuiui. VicemTv ut fupra. derhandelingen niet tot Hand gekomen zyn ; want Robbert weigerde zyn broeder van Rome te rug te ontbieden, van welke ftad hy met behulp der Guelfen een groot gedeelte tegen den keizer hadt laten verfterken , ja hy hadt zelfs eene veiling doen maken, welke Ponte Malle, of de Miiïzaanfche brug buiten de ftad beftreek. Hendrik trok echter niettegenftaande deze fterkte met gering verlies de brug over, en werdt door Colonna en de Gibcllynfche party met grote vreugde binnen Rome ontvangen. Lewyl de andere party in het bezit van St. Fieters kerk, en van het gedeelte van de ftad aan de iNooidzyde van den Tyber was, zendt Hendrik op nieuw verfcheide gezantfehappen •aan koning Robbert, met verzoek, dathy aan zyn krygsvolk wilde gelaften Rome te ontruimen. Robbert liet den keizer een vriendlyk antwoord te rug brengen, en beloof* de deszelfs billyk verzoek op zekere wyze te zullen naarkomen ; doch hy beval te gelyk zynen admiraal zeven galeyen van Pifa , welke vyfhonderd boogfehutters voor *s keizers dienft naar Rome overvoerd en aan te taften. Hy zondt ook eene aanzienlyke verfterking van ruiters aan den prins Morea, doch dezelve werden op hunnen doortocht door Catnpanie, naby Tepherno van, de keizerlyke party, ten eenemaal verflagen, zodat drie honderd van •dezelven gevangen genomen, en bynazo veel gedood wierden (d). Middelerwyl werdt' Hendrik , met bewilliging van den paus op den eerftcn van oogftmaand , in de Lateraanfche kerk met veel plechtigheid gekroond , en ontving onmiddelyk daar:.p een ander gezantfcap van trederik , koning van Sicilië met eene grote lömme gelds. De Sicilaanfche gezanten floten eene huwelyks verdrag tusfchen den zoon van Frederik en des keizers dochter en dewyl Henderik beflooten had Robbert en de Guelfen in Toskans  van NAPELS. 275 kant den oorlog aan te doen, tradt Frederik in een naauw verbond mee hem, en beioofdehem, gedurende den oorlog een jaarlyklchen onderftand van vy*tig duizend florenen te wiHen geven (e) Hendrik liet , by zyne te rugkomft te Pifa, koning Robbert , ais een leenman van het ryk dagvaarden om voor hem te verfchyne^ , hy dagvaarde ook terzelver tyd de ftecien van het Guelfifche verbond, welke weigering geweeft waren zyn gezag ce erkennen (ƒ). Korten tyd daarna gaf hy een openbaar verklaarfchriftuit, in het welk hy, na optellirg van de verfcheide vyandlykheden, wtlke koning Robbert tegen hem begaan had , denzelven van alle zyne Haten onzette , en hem als een oproermaker in den ban van het ryk deede. Ofschoon de wettigheid van dit vonnis in twyfcl mag kunnen getrokken worden , alzo het koningryk IS apels nooit is gerekend geworden tot het ryk te behoren, by kt het echter kla*r, dat Hendrik ten hoogften getergd was, om den oorlog tegen Robbert te verklaren, biy benoem-; de dienvolgende zynen bondgenoot Frederik tot a.fmiiaal van het ryk ; en terwyl hy bezig was grote toebereidle ' len tot een inval in Kalabrie te maken , zondt hy om eene verfterking van krygsvolk naar Duitfchland en Lombardy, en overreede de lifanen, Genuezen, en Venetiauen om eene vloot tjit te ruften. De paus hadt tot hier toe gclchi enen eene fb'pte onzydigheid tulfchen den keizer en den koning \ an Napels in acht te nemen ; doch op den ontvangft van een alichrift van het vonnis tegen Robbert, kondigde hy eene bu.'le af, waa;byhy, op ftraftën van kerkban, verboodt het koningryk Napels ter zee of te land aantctaften. Nochtans kan het uit de woorden van zekeren b ifchop , welke toen op bevel van den paus dun keizer verzelde, blyken, dat Hendrik onder de hand door Klement (e) Iter-Ital ut fupra. (ƒ) Idem ibid. Mm a lI.Boek. 1. Ho mfhst. V. Afd. ',y verkla. en aen en Ro. ert.  31. Boek i. Hoofdst. vi Afd. De Veize Jicrft. De Konin votiN pel valt in Sicilië. 1314- ,2?6 HISTORIE , Element aangezet wierdt om met zyne onderneming voort te g>ian (gj. Hy begon dienvolgende, in het begin van Oogftmaand , zyn tocht van Pifa naar Apul ë ; doch hy ■ftierf'op den vierentwintigften derzelver maand, te Benevento, in de nabuurfchap van Sienna, waar door alle deszelfs toebcreidfelen ten leur gefteld werden. Omtrent den zelfden tvd , dat hy Pifa verliet deedt Frederik, koning van Sicilïi, eene landing in Kalabrie, en bemachtigde Reggio , benevens verfcheide kafteelen in de nabuurfchap van het zelve . van daar zeilde hv op de begeerte des keizers naar Gal'ta, om zich by de vereenigde vloten van Pifa en Genua te voegen; doch op zyn aankomft aan de Liparlfche eilanden ontving hy de droevige tj'ding van des keizers dood. Hy beriep ten eerften eene raadsvergadering , en befloot naar Pifa te trekken , alwaar hy, by zyne aankomft met veel ernft aangezocht werdt de opperheerigheid der ftad te aanvaarden , doch bevindende, dat de Duitfcbers en Gibelïynen het met den anderen zeer oneens waren , floeg' hy de aanbieding der Pifanen van de hand, en keerde onmiddelyk weder naar Switïi, om zich tegen 'een inval van Koning Robbert te dekken, aangezien des- s zelfs luft tot wraakneeming door het verdrag van Frederik met den keizer zeer aangezet was. Wanneer Frederik kennis kreeg, van de groote toebereidfelen, van Robbert, verzochte hy volgens het fchryven van Terrëtus, de inwoners van Traphani eene der meeft verfterkte fteden in Sicilië, dat zy de overgave der plaatfe onder de hand aan Robbert wilden aan bieden; en na dat hy denzelven door deze krygslift , gelokt hadt, om zvne zee macht derwaard aan te voeren , ftelde hy eene fterke bezetting in de ftad, welke hy van mondbehoeften , en al het nodige voor eene wakkere verdediging voorzag. Ingevolge dan de voorgemelde aanbieding. fcheepte (g) Idem ibid.  van NAPFES '277 fc'^eepte Robbert tweeduizend ruiters , en een onnoeme]yk getal voetknechten in , aan boord van een honderd en twintig) galcijen en van omtrent zo veele vrachtfchepen , en in Oogftmaand in zee geftoken zynde, lande hy in de nabuurfchap van Trapani. Hy nam aanftonds CaJle'lo en Mare ftormenderhand in, en berende Trapani. 't welk hy hoopte aan hen te zullen overgeleverd worden. Doch de burgers, welke met hem in onderhandeling geweeft waren , hielden hem, gedurende verfcheide weken, door het geftadig voorwenden van redenen van uitftcl op, tot dat eindelyk zyn krygsvolk door de gevolgen van een regenachtig jaargetyde van eene befmetlyke ziekte overvallen wierde , en zyne vloot door een zwaren ftorm zeer befchadigd geworden was. Middelerwyl hadt zyn vyand eene aanzienlyke vloot en leger verzameld, en zynen toevoer onderfchept, zo dat hy ten laaffen wel begreep, dat het onmogelyk was de ftad welke geen voornemen had zich over te geven ,st. VAfd. Frederik dost Zyn oudften zoon Pie ter kroner. I32I' benauwdheid gebracht werdt ; doch wanneer Robbert vyf. tig galeijen tot ontzet der belegc-de afgezonden hadc, zeil. de de Siciliaanfche vloot naar Pifa , en van daar naarde baai van Napels, vervolgens deedt zy eene landing o? het eiland Ifchda , en plunderde hec zelve. Zy keerden voor de tweede maal naar Genua om de Napelfche vloot , welke ben volgde, te ontwyken , docli zy wer-' den kort daarna door Frederik naar Sicilië te rug ontbo-' den , zonder dat zy in ftaat geweeft waren ier< 'tegen de de belegerden uit'te voeren. Dewyl Frederik zyne fchatkift door het u;truften dezer fcheepsmaeht uitgeput hadt, ftelde hy eene fcha:ting op de kerklyke inkomften in Sicilië; waarvan de paus niet zo haaft verwittigd was , of hy fprak een vonnis van kerkban , en verbod van godsdienft tegen hem en deszelf ftaten uit(/). De koning om zyne minachting voor dat vonnis te tonen , vergaderde in het jaar daarna de barons van het eiland van Palerno , en liet zyn oudfte zoon Pieter , in hun bywezen, plechtiglyk kronen ( m ). Middelerwyl bleef Robbert geftadig hulp aan de Gewezen verleenen : en wanneer hy omtrent drie jaren daarna met zes en vyftig galeijen en drie honderd ruiters in hunne ftad kwam , verkreeg hy van hen eene verlenging van de opperheerigheid voor? zes jaren («). Na dat hy zich eenige weinigen dagen te Genua opgehouden hadt, vertrok hy naar Napels, alwaar hy grote toebereidfelen maakte om een inval in Sicilië te doen. Als nu Frederik, kennis bekwam , van de grote toerufting , weke tegen hem in gereedheid gebracht werdt, huurde hy, volgens Villam, eenige Kataloniers, e nToskaners om Robbert en den hertog van Kalabrie om hals te brengen, en de vloot te verbranden; (J) Mf. Spectal. (m) Idem. ibid. (n) Viüani t. IXC. 248.  van NAPELS. 28i dan ; doch alvorens zy hun voornemen ter uitvoer; konden brengen , werden zy binnen Napcis ontdekt , en op eene zeer wrede wyze ter dood gebracht. Om-' trent dien zelfden tyd ftak de prins van Morea, met vyfentwintig galeijen , en andere vaartuigen , naar Romani'ê over , om ibmmige landfchappen in Griekenland te heroveren. Weinige maanden daar na , namelyk in het laacft van Bloeimaand , kwam de hertog van Kalabrie' te Palermo met honderd en dertig galeijen , behalven een groot getal vrachtfchepen , aan welker boord drieduizend ruiters , en een zeer talryk leger voetvolk was , zynde hy ook door het grootfte gedeelte der ede-j len en barons van Apulie verzeld. Onmiddelyk na zyne; landing verwocrtte hy het land in de nabuurfchap der ftad , hieuw alle boom- en wyngaarden om , en verbrande het koorn, welk op het ryp worden ftondt. Alle zyne ondernemingen tegen de ftad waren nochthans vruchtloos , alzo de bezetting , welke vry talryk was , eene] zeer dappere verdediging boodt; weshalven hy, op dati het leger door geene vergeeflche aanvallen mochte vernield worden , ingevolge de beveelen van zyn vader, op den achttienden van Zomermaand, het beleg op brak, en zyne krygsmacht in verfcheide benden verdeeld hebbende , trok hy zonder eenigen teganftand te ontmoe* ten , door hec eiland , liet alle de bomen omhouwen , het koorn vernielen , en de dorpen verbranden. Wanneer hy op deze wyze eenen tocht door de vallei van Mazara, en in de nabuurfchap van Syracufen en Catania gedaan hadt , kwam hy in het begin van Oogftmaand te Meffina, en na dat hy alle de wynftokken verdorven hadt , ging hy in het einde derzelver maand met zyn leger fcheep om naar Napels te ftevenen. ( o) VerCo) VrLLANi en Nicol. Special, ut fupra. Eürop. Hist. X. Desl. I. Stuk. Nx T. Boek, i- IoOOFDS. V. Ara. 13 'alerma 'nor de Na lelfchen 'elegerd, relke Sicl ië vervoefteru  282 HISTORIE II.Boek. i- ! Hoofdst. Afd. 1 1326. 1 1 Een nieuwe, inval in Sicilië, 1 ; 1 1327. Keizer Lode ■ yk homt in Italië. Vermits Lodewyk van Beyeren, die tegen het genoegen van den paus tot keizer verkozen was , door de tomeinen en Gibellynen aangezocht wierd om in Italië te koonen, werdt Robert weder door Joan tot ftadhouder van het ■yk in Italië aangefteld. De koning zondt dienvolgende ;ene aanzienlyke verfterkinge naar Lombardye en Toskane-, :ot onderftand der Guelfen. Hy bleef, niet te min, ook Sf zyn befluit om zyn ontwerp ter onderbrenginge van Sicilië , door het zelve uittehongeren, ter uitvoer te arengen , waarom by in Bloeimaand eene andere vloot /an meer dan negentig galijen tegen Sicilië , onder het ievel van den graaf van Novello , in zee zondt, welke /erfcheide landingen op de kuften van dat eiland, van Pa'ermo af by Syracufe om , deedt, en, na veele fteden en iorpen verwoeft, en verbrand te hebben, door het naauw pan Meffina te rug keerde , waarop dezelve , in het einie van Hooimaand , tot hulp der Genuezen tegen Cajlruc:io Caflracani, dwingland , of regeerder van Lucca , in zee ftak. Omtrent dien zelfdentyd kwam de hertog van Ka'abrië te Sienna , en werdt met het oppergezag over üe ftad voor den tyd van vyf jaren vereerd. In het laaraan volgende jaar zondt Robbert weder eene andere vloot tegen Sicilië in zee , onder het bevel van Cordolani, welke nietsvan belang uitvoerde, en fpoedig te rug ontboden werdt. Omtrent dienzelfden tyd , kwamen de Genuezen met negentien galeijen , en deden eene landing in de nabuurfchap van Agofla, in hoop van die ftad by verraffing te zullen innemen; doch zy werden zelfs overvallen , en de admiraal benevens een groot getal van het volk gevangen genomen , waarop de overigen, onverrichter zake, naar Genua keerde. Midoelerwyl was keizer Lodewyk van Beijeren , die door den paus in den ban gedaan en afgezet was, te Trente aangekomen , en hieldt aldaar eene landsvergadering, met  van NAPELS. 283 met de hoofden van de Gibellynen en met de gezanten van Frederik , koning van Sicili?. Van daar trok hy naar Milaan , en de kroon van Italië in de kerk van den H. Ambrofius ontvangen hebbende , begon hy zynen tocht naar Rome. Dewyl zyn leger , na zyne aankomft in Italië , aanmerklyk verfterkt was , werdt Robbert voor deszelfs toeleg tegen Napels bevreesd Hy befloot derhal ven zich met alle zvne macht tegen Lodewyk te verzetten, ea ook, zo bet mogelyk was , te beletten , dat dezelve niet binnen Rome komen mocht, ten welken einde hy zynen broeder , de prins van Morea, met duizend ruiters zondt , om bezit van die ftad te nemen. De Romeinen weigerden echter shem .binnen te laten , en dreven zelfs hem met verlies te rug , toen hy zich met geweld den weg wilde openen. Dewyl de keizerlyke partye in Rome de fterkfte fcheen, ontboodt Robbert zynen zoon, den hertog van'Kalabrie, om de grenzen van zyn koningryk te verdedigen. Lodewyk werdt middelerwyl door de Romeinen met grote eerbewyzingen ontvangen , en op den zeventienden van Louwmaand, op eene plechtige wyze , door de gemachtigden van het volk gekroond. Doch in plaats van onmiddelyk naar Napels te trekken , verfleet hy te Rome zyn tyd met een tegen paus te maken, en gaf aan Robbert gelegenheid om de nodige maatregelen ter verdediging- van zyn koningryk te nemen. Terwyl hy zich te Rome ophïcldt, ruftte Frederik , die echter den tegenpaus niet wilde erkennen, eene vloot van vyftig galeijen uit , welke met dertig Genueefche vaartuigen verfterkt zynde onder het bevel van koning Pieter naar den Tybei zeilde , om den inval in Napels te onderfteunen. Terwyl die zeeemacht langs de kuft van Gaïta roeide , deedt zy eene landing, en verwoefte dat grondgebied. Het volk van dezelve vloot gingen ook te JJlura aan land, en om wraak te nemen over de verradery van den kaftelein jegens Konradyn, plunderde en verbrandde het zelve het kafteel. Nn 2 Noch- [I.boek. J. Hoofdst. V. Afd. wordt te Rome gekroond. 1328.  ITjBoik. i. hoo'dst v. Afd. i/y wordt bekt een inval in h"t Napelfche fe doen. (J) Vide Mum. t.V. sol. 1077. ï.078. 1079. SS4 HISTORIE Nochthans door hunne vereeniging met den keizer, welke groot gebrek aan geld hadt, 't geen zy voor hem me. de~rachten, te vertragen, noodzaakten zy hem zyn voornemen tegen Napels te laten varen. Hy keerde derhalve omtrent het einde van Hooimaand, met zyn leger van Cam* panïé naar Rome, en de ftad omtrent drie weken veriatenhebbende , trok hy naar Pifa , en begaf zich van daar in het volgende jaar naar Duitfchland. Na dat Pieter een mondgefprek met Lodewyk gebad hadt, zeilde hy met zyne vloot naar Sicilië', op welke reis deszelfs fchepen grote fchade door een ftorm leden (^). Robbert geraakte door het vertrek van den keizer naai; Toskane van zyne vrees voor een oorlog in Navels bevryd. Hy befloot derhalve den oorlog tegen de Siciliers met kracht voorttezetten ; doch zyn voornemen werdt onverwacht geitoord door het overlyden van zyn eenigen zoon , den hertog van Kalabrie', welke, op den tweeden van flachtmaand, in het eenendertigde jaar zynes ouder* doms ltierf. Dewyl de hertog geen manlyk krooft naliet, was de dood van den jongen prins eene grote droefheid zo voor het gantfche koningryk, als voor deszelfs vader, welke de rampen , waarin het volk gedompeld ftondt te worden, voorziende uitriep, „de kroon is van myn hoofd gevallen" (*) Dit toeval was eene ongelukkige ftrem- ming (p) Summont. Hift. Neap. VlLlani. (*) In het volgende jaar waren 'er op- den 48ften van Zomermaand en op den vyf tienden, van Hooimaand twee aanmerklyke vuurbrakingen van den berg Aetna, welke door Mcolaus Jpecialis, die door zyne nieuwsgierigheid aangezet werdt den vulkaan van naby te hefchotjwen, geer, byzonderlyk befchreven werden. Gedurenden den gantfchen dag, was de lucht zo duiftcr als om middernacht, 't welk door de onbegrypelyke mienigte van afch en uitgebrande kooten , waarvan fommi. gen tot op het eiland Maltha geworpen werden, veroorzaakt werdt(j;).  van NAPELS. 285 ming van den voorfpoed van Robbert, welke door zyne* verftandhouding met de Guelfen in Lombardye en Toskane zeer machtig geworden was. 1 Omtrent vyf jaren daarna hernieuwde hy zyne vyandlykheden tegen de Sicilianen, doch met weinig of geen f voordeel. Dewyl hy nu de zwakheden des ouderdomsv begon gewaar te worden, en geen manlyke nakomelingen» hadt, was hy zeer bezorgd om fchikkingen omtrent de opvolging in zyn koningryk te maken. Hy hadt mogelyk begrepen, dat de koning van Hungarye, welke de zoon van zyn oudften broeder was , volgens het verIterfrecht, eenigen aanfpraak op het ryk hadt, of hy was veel licht door eenige andere beweegreden aangezet, waarom hy befloot de kroon weder aan dien tak te doen komen , door een huwelyk tuiTchen een der zonen des konings van Hungarye en Joanna, de oudfte dochter des overledenen hertogs van Kalabrie, te fluiten. De koning van Hungarye nam dien voorflag met veel genoegen aan , en met zyn tweeden zoon , Jndries , of, volgensJ de Italiaanfche uitfpraak Andreaffo genoemd, te Napels ge- „ komen zynde , werdt de plechtigheid van ondertrouw op l den zesentwintïgften van Herfftmaand verricht, wanneer t Andries niet meer dan zeven jaren , en Joanna vyf jarenf Oud was ( q). Robbert, toen reeds eenen jtegenzin in tydelyke grootheid hebende , deedt eene voorftelling om zyne kroon afteltaan, en het overige van zyn leven in het gewaad van een Franciskaner te verilyten; doch hy werdt door de aanzoeken van zyne edelen overgehaald om de beftiering van het koningryk te blyven behouden (r). In het laatfte van het volgende jaar verloor hyzynen groten voorftander , paus Joan , welke den pauslyken ftoel achttien jaren (q) Borm.v. & Thuroz. Hift. Hung. Villani. L X. c. 224. £*j SfoNü Annak Nn 3 I.BOEK. U [oo post. V. Afd, obbert ilt weder 1 Sicilië. 1333- ly benoemt tn tweeden oon des or.ingsvan lonf arye * zyn opüger. 1335- ;i.t ■ 1  II.Boek. i. Hoofdst. V. Afd. Eennieuw inval in Si cilie. Frederik jSet/t, n fl86 HISTORIE jaren bezeten hadt. Vermits deszelfs opvolger Benedfóus 'de twaalfde, toen hy nog kardinaal was, gefchenen hadt den koning van Sicilië genegen te zyn , zondt Frederik aanltonds drie gezanten, van welken Nicalaus fpecmhs een was, om hem over zyne verheffing te begroeten, en zyne bemiddeling tot een vrede te verzoeken. Benediftus ontving de gezanten met veel vriendelykheid en gemeenzaamheid , doch alzo hy verklaarde voornemens te zyn de voetftappen zyner voorgangeren na te volgen , -keerden zy zonder iets uitgewerkt te hebben naar Sicilië. Frederik bleef echter nog fteeds hopen, dat hy zich de gunit des paus zoude verwerven , waarom hy ook twee andere gezantfehappen naar Ayignm zondt ; doch de paus volhardde by het antwoord, 't welk hyaan de eerfte gezanten gegev n hadt O). . ' rjj.:; . Terwyl Frederik dus zyn beft deedt om de vnendlchap ivan BenediStus fcè winnen, kwam 'er eene Napelfche vloot van zeitig ga'eiien te Sicilië aan onder het bevel van den graaf van Coriolano en den graaf van Claramonte , welke laatfte, uit misnoegen , den dienft van Frederik verlaten hadt en, dewyl hy veele vrienden op dat eiland hadt , verwachtte hy, dat dezelve zich by hem voegen , en zich voor Robbert verklaren zouden. Hy was echter in zyne hoop bedrogen; en of fchoon de Napelfchen op verfcheide gedeelten van dat eiland geland waren, werden zy door geene Sicilianen verfterkt: weshalven zy ziende, dat zy geene beveftigde plaats konden meefter worden, het platte land verwoefteden , en in het laatft van Oogftmaand naar Napels keerden (O- De oorlog werdt nu van beide zyden zeer flaauw voortgezet, 't geen aan den ouderdom en zwakheden der beide vorften toetefchryven was. Frederik. welke zeer lang zwaar met de jicht SePlaaS^e^ ( s) Meol. Special. ( t) Idem ibid. Villani. Fazel Dee. 2. I. IX. c 3.  van NAPELS. 287 weeft- was , ftierf omtrent twee jaren na dezen inval, op den vierentwintigften van Zomermaand, in het vyfenzestigfte jaar zynes ouderdoms , en het twee en veertigfte zyner regeeringe. Na zynen dood, welke in het algemeen door de Skilianen zeer betreurd werdt, volgden aanftonds grote onluften. Zyn opvolger Pieter werdt door veelen, uit hoofde van zyn onvoorzichtig gedrag , geoordeeld, niet wel by zinnen te wezen , 't welk den graaf van Ventuniglia tot een opftand aanzette. Hy was een nabeftaande van den graaf van Claramontc ; en , dewyl hy eenigen hoon van Frederik hadt geleden , verklaarde hy zich na deszelfs overlyden aanftonds voor koning Robbert, en zondt een zyner zonen naar Napels. Vermits hy echter met te veel verhaafting te werk gegaan was, eer hy nog eenige hulp van het vafte land hadt kunnen bekomen , werden alle zyne kafteelen op het vafte land bemachtigd, twee zyner zonen gevangen genomen, en hy zelf werdr; benevens nog een andere zoon , omgebracht (u) Middelerwyl hadt Robbert zyne zufter Leonoor aangezocht om haren zoon Fieter tot het afftaan van zyn recht op Sicilië te bewegen , onder belofte van hem in de be. machtiging van Sardinië te zullen byftaan. Hy hadt ook paus Benediclus verzocht om een apoftolifchen legaat, ten zelven einde , naar Sicilië te zenden. De paus zondt dienvolgende twee legaten naar Sicilië, maar alzo de Mesjinezen niet wilden toeftaan, dat dezelve aan land kwamen en zelfs pylen in derzelven galeijen fchoten , wierpen zy de pauflyke bulle op het ftrand, en vernieuwden het vonnis van kerkban, en van verbod van godsdienft tegen het eiland, waarna zy vertrokken, (w) Van gelyken verzocht Leonoor , in haar antwoord aan haar broeder, dat (w) VlLLAKT. (■») Faz£l. ut fupra, II.Boek. A Hoofdst. V. Afd. wordt door Pieter opgevolgd. 1337 ■  II.Boek. i. Hoofdst. V. Afd. 1338. De inval in Sicilië hervat. De Napel fche nemei Lipari en Melazzo. I340- (x) Grannone ut fupra. (y) VlLLABI. m HISTORIE dat hy Pieter als zyn eigen zoon wilde aanmerken , en denzelven tot zyn opvolger in Apulie benoemen (*> Na dat Robbert dus in zyn oogmerken te leur was gefteld geween. , vernieuwde hy zyne toeruftingen , en bracht, in het begin van Bloeimaand eene vloot van zestig zo galeijen als vrachtfcheepen in gereedheid, welke hy met twaalfhonderd ruiters naar Sicilië zondt', om het zelve te teiftercn. Als dat krygsvolk geland was , deedt hy eene tweede en vry talrykere infcheeping onder het bevel van Karei van Durazzo , zyn broeders zoon , welke zich by de vorige troepen voegde om het beleg van Tremole voort te zetten , welke ftad hy met veel moeite bemachtigde. Doch of fchoon de graaf van Lentino, een der eerlte barons van het koningryk , met alle zyne kafteelen tot hen overkwam , waren zy nochtans niet in ftaat om eenige verdere overwinningen te maken , weshalven zy, na een gedeelte van het platte land uitgeplunderd te hebben, m den herfft naar Napels keerden. Robbert werdt ten zelven tyd© niet weinig ontruft door de ontzaglyke muiteryen , welke in zyn eigen koningryk voorvielen , alwaar in verfcheide fteden partyfchappen tegen partyfchappen gemaakt werden , aan welker hoofd zich de graven ftelden, en welke openbare vyandelykneden tegen elkander pleegden. , , In het volgende jaar zondt Robbert een andere vloot rtegen het eiland Lipari en gaf het bevel over dezelve aan den graaf van Squillaci , welke de Mesftnefche vloot verfloeg, en zich meefter van het eiland maakte ; doch op zyne te rug reize werdt hy door een ftorm naar de kult van Corfica gedreven alwaar hy vier zyner galeijen verloor (y). Wanneer de vlootvoogd in het begin van het volgeade jaar met de tyding van zyne overwinmng^te  tam NAPELS 289 Napelt gekomen was, oordeelde Robbert dat het bezit van Lipan, hem in ftaat zoude ftellen om Melazzo te bemachtigen, en Mesfina daar door iii het naauw te brengen: weshalven hy ten dien einde eene,vloot van vyf en veertig galeijen gereed maakte, en dezelve, in zomermaand van het daaraanvolgende jaar, onder het bevel van Rogier van Sanfeverino tegen Sicilië in zee zond. Zo ras het volk te Melazzo geland was, wierpen zy aanftonds eene verfchanfing dwars door het fchiereiland op, om daar door het inbrengen van onderftand in de ftad te beletten. Pieter deed desniettegenftaande eene poging om de plaats te ontzetten, doch dewyl de belegeraars geftadige verfterkingen 'uit Kalabrie ontvingen, deden zy hem met groot verlies aftrekken. Eindel}k moeft de ftad zich op den vyftienden van Herfftmaand op voorwaarden overgeven tot grote blydfchap van Robbert ■, welke meer dan vyftigduizend oneen gouds in het be'cg befteed hadt (3). Pieter overleefde het verlies dier Had geene volle twaalf maanden, maar ftierf in het begin van den volgende Coftmaand in het zesde jaar zyner regeeringe , en liet het koningryk aan zyn zoon Lodewyk, welke toen niet meer dan vyf jaren oud was, en benoemde deszelfs oom , den Hertog van Raudatiuin, gedurende deszelfs minderjarigheid, tot beftierder. Na het overlyden van Pieter waren de Sicilianen, welke met eene verbazende kloekmoedigheid, en ftandvastigheid, gedurende byna vyftig jaren, den oorlog tegen het huis van Anjou hadden ' uitgehouden, op het punt om zich weder ónder hunne oude meefters te moeten begeven. Robbert was in eene verftandhouding met verfcheide barons , welke toen ruim zo zeer misnoegd waren over de regeering der Kat aionier s, als hunne voorza* ten (s) VlLLANI. Europ. Hist. X. Deel. I. Stuk. O o II. Roek, E Hoofdst. V. Af». Fieter vtn Sicilien fteift in liet jaar 1341- Een groot gedeelte van Jut eiland verklaart zich voor Robbert.  2^9 HISTORIE II. Boek. L Hoofdst. V. AfD. Welke ft» ter hy 2J vriend?<% fcon te hl kernen, ( pels, bezocht de kerk van St. Nicolaas te Bari, en keer. de in het volgende jaar naar Hungarye (dj Middelerwyl hadt Klement de Zesde zynen .legaat in Italië, den kardinaai Almericus tot voogd van het koningryk benoemd(/); doch hy vertraagde op verfcheide- voorwèndfels, de Napelfehe gezanten genoegen te geven, omtrent hun verzoek tot het verlenen van een* bulle om Altdries uit hoofde van deszelfs eigen recht tot' koning te kronen. Wanneer eindelyk Lodewyk ; koning van Hungarye , begreep,, waarom het den prielteren.te doen was, deedt hy volgens Bonfinius , een gefchenk aan den Paus van vierenveertig duizend mark; ingevolge van welke omko- (d) Vru.an-1. ' 00 Bon f r n. rer. Hunger. Dec. %. 1. x. (ƒ) B'aluk. Nocae. ad. Vit. Pap. Aren. t. ï  van NAPELS. 293 ping, de bul, welke de gezanten geduurende twee jaren te vergeefs verzocht hadden , ten behoeve van Andries uitgeleverd , en de bisfchop van Chartres, naar Napels gezonden werdt , om de plechtigheid van deszelfs kroning te verrichten, (g) De prinfen van den bloede hadden alle hunne mogelyke vermogens in 't werk gefield om de vergunning van die bulle te beletten; doch toen alle hunne hoop verloren was, vormden zy eene zamenzweering om Andries, zelfs met toeflemmrng der koninginne, te vermoorden , welke vorfh'n openlyk befchuldigd werdt, met haren neef Lodewyk, prins van Tarento, als ook met verfcheide andere heeren van het-hof overfpel gepleegd te hebben Veele fchryvers zeggen, dat zy een af keer tegen haar man hadt opgevat, uit hoofde van deszelfs woefte Hungarifche zeden , als mede van deszelfs moedwilligheid en zwakheid, welke laatfte aan zyne uitfporigheden na het voltrekken van het huwelyk moet toegefchreven worden(i) fchoon anderen,- en, .in 't 'byzonder Boccacio en Petrar* cha, welke beiden in 't leven" waren , en wegens hunne vryheid in het berispen zeer aanmerklyk zyn, jfcanna niet befchuldigen als deel gehad 'hebbende in de moord van haar man, maar zeggen, dat-de prinfen en de edelen tegen hem aangefpannen hebben, uit vrees, dat zy wegens hunne misdaden zouden geftraft worden, indien hy 't eeniger tyd aan het hoofd der regeering- mocht komen ik). Als nu Andries met de rkomngin maar Averfa! gegaan, wasj i werdt by, op den achtienden van Herfft- \ maand (g) Spons Annal. ! (/ij VlLl.asi. (i) ■Bkantome Dames - Gal. p. 3^7. Stond.. Annal. Bayle Dsction. Ait Napels Rem. B. ■ Montaigne Esfais p. 177. Bonfin. ut f. (k) Petprc. Episc. Faoiil. Bocac. de Cafib. »iror. IHuftr. Prima vita Clement. VJ. ap. Bawr» O© 3 II. Boek, L Hoof dst. V. Ars. Welke ep ene Jlechte vyze te ilverfa 'ermoerd mrdt.  II.Boek. L Hoofdst. V. Afd. De marl 294 H I S T O R I -E maand, omtrent middernacht door een der zaamgezworenen, onder voorwendfel van eenige gewichtige uit Napels aangekomene tyding, uit zyn flaapkamer geroepen , en was niet zo ras in de daar naafl by zynde zaal gekomen of zy wierpen een touw om zyn hals, en worgden hem door hem overeen uitftek in den hof te hangen; terwyl zy hem teffens op eene allerwreedfte wyze pynigden, gelyk blykt uit eenige bewyzen , welke door laft van Kletnent omtrent de moordenaars ingewonnen zyn (*;. Toen de vloekverwanten door een dienftmaagd ontdekt wierden, lieten zy het dode lyk in den hof, en namen de vlucht. Joanna fcheen, volgens Villani flechts weinig over die moord aangedaan te zyn, en begaf zich des anderen daags naar Napels; van waar zy brieven zondt aan den Paus en aan Lodewyk, koning van Hungarye, waarbv zy dezelven verflag deedt van het voorgevallene, en van hare onfchuld verzekerde. Dewyl de ftad Napels, en het gantfche volk, een allergrootfte afschrik van de moord hadt, en dezelve ten hoogften verfoeide, werdt de graaf van Novelle, met toeftemming van alle de edelen benoemd, om een naauwkeurig onderzoek op de moordenaars te doen, met volkomene macht om de fchuldigen naar zyn goedvinden te ftraffen. De graaf volvoerde zynen laft met veel yver, en veroordeelde verfcheide der medeplichtigen ter dood. Middelerwyl werdt de koningin in wintermaand van een zoon verloft, welke naar zynen grootvader Carobert genaamd, en kort daarna tot hartog van Kalabrie verheven werdt (/). (?) Als de Paus yan deze moord hoorde, betuigde hyzyn onge- fP^AUi* vero receperunt cum per genitalia, et adeo t»Mrunt, quod multl, qui dicebant fe vidisfe, retulerunt mihiquod tranfcende- "(ï)eS. m ai vit. Pap. aven.f. 16b. Bayle. utfuprê Rm. P.  vak NAPELS. 203 ongenoegen en leedwezen deswege. Hy befehuldigde zich zelven in eene kardinaals vergadering, om dat hy de uitgifte van eene bulle voor de kroning des konings te lang uitgefteld hadt, en op den eerften van fprokkelmaand deedt hy alle de genen, welke de moord hadden helpen doen, of op eenigerlei wyze daartoe mede ge werkt, of bygeweeft waren, of eenige kennis van gehad hadden , in den ban, ontzette dezelven van alle bedieningen en voordeden zo geeftelyke als tydlyke, en beveiligde den laftbrief van den graaf van Novello, om de moordenaars te vonnisfen en te flraffen. Het koningryk was thans in de grootfte verwarring, zynde het zelve in twee partyen verdeeld, waarvan de eene het met de koningin hieldt, welke nog in het bezit van het kafteel van Napels en van de fchat van den overleden koning was. De hertog van Duras/o, het grootfte gedeelte der barons, en de ftad Napels maakten de andere party uit, beide de partyen wierven krygsvolk tegen elkander, en vreesden evenzeer de aankomft des konings van Hungarye, welke zich in ftaat ftelde om zyns broeders dood te wreken. Bovendien waren de wegen vol bandyten, welke in fpyt van de regeering, de ingezetenen beroofden en uitplunderden, ook hadden veele van demoordenaars zich naar hunne kafteelen begeven, en maakten zich gereed om zich te weer te Hellen (*). Lodewyk, koning van Hungarye, hadt niet alleen befloten de moorders van zynen broeder te ftraffen, maar was ook voornemens Napels in bezit te nemen, uit hoofde van het recht van zyn grootvader Karei Martel. Hy ging ten dien einde een verbond aan met den keizer Lodewyk van Beyeren , deszelfs zoon den markgraaf van Brandenburg, den hertog van Oostenryk, en veele andere Duitfchi (n) Villiani Ht fopra. Gianhom. II. Bore. I. Hoofdst. V. Afd. naars door den Paus in den ban gedaan. I34<5. De Koning van Hungarye maakt toejlel om een inval in Napelste doen.  II. Boek. I. Hoofdst. V. Af d. Verfcheide - Steden in Abruzzo verklaren zich voor hem. mi- Koningin (o) Villani. Z9S H I S T O R I E Duitfche edelen, hy zondt ook gezanten aan den Paus om de beleening van Sicilië van zyne heiligheid te verzoeker, doch dewyl hy zich met den keizer, welke veele jaren te voren door de pauzen afgezet was, in een verbond begeven hadt, weigerde Klement zelfs gehoor aan zyne gezanten te geven. Lodewyk zag echter niet af van zy» voornemen, maar zondt gezanten naar Sicilië om met den beftierder van het eiland te handelen; vermits dezelve Melazzo weder bemachtigd hadt , zondt hy aanftonds dertig galeijen tot hulp van Lodewyk, in de Adriatifclie zee, en floeg een huwelyk voor tusfehen zyn neef den jongen koning, en de zufter des konings van Hungarye, met belofte om denzelven by zyne aankomft in Apulie met veertig gewapende galeijen by te ftaan (o). Middelerwyl zondt Lodewyk eenigen zyner lieden met grote lommen gelds , weike de ftad Aquila verhaalden om zich voor hem te verklaren, ook hadden zyne vrienden in dat gedeelte van het koningryk omtrent duizend ruiters op de been gebracht, deden invallen in de naburige plaatfen, en belegerden Sulmo, de Steden Tieti, Penna, Popoli, Lanciano, en Guardia, ook vielen verfcheide kasteelen van Joanna af op de tyding van dezen opftand, trok de hertog van Durazzo, in het begin van Oogstmaand op, met vyfentwintig ruiters, en eene grote bende voetvolk om Sulmo te ontzetten: en na dat hy het beleg dier ftad opgeflagen hadt, berende hy de ftad Aquila , werwaard de muitelingen zich begeven hadden ; doch alzo 'er aanzienlyke verfterkmgen uit Hungaryen aankwamen, verlieten de getrouwgeblevene barons, na dat zy hunnen verfchuldigden dienft van drie maanden .uitgediend hadden, het beleg, en keerden naar huis. In dien zelfden ,tyd trouwde koningin Joanna onder voorwendfel van haar koningryk tegen de invallen der Hun-  V a ïr NAPELS. 303 Hungaren te willen beveiligen , op den twintigften van Oogstmaand , met Lodewyk tweeden zoon van den prins van Tarento , zonder eens verlof van den paus cot dat huwelyk te verzoeken. Zy vermeerderde echter door deeze verbintenis het getal harer vrienden niet, maar deedt in tegendeel het misnoegen haren onderdaanen tegen haar toenemen ; want dewyl haar man haar volle neef was , werdt dat huwelyk met een afgryzen als bloedfchendig aangezien , en zy werdt' boven dien belchuldigd, als hebbende reeds gedurende het leven van Andries eene ftrafbare verftandhouding met hem gehad, (p) Uit dien hoofde vonden de Hungaren niet dan eene gewaande , en flaauwe tegenkanting ; en na dat zy in flachtmaand , gantsch Abruzzo bemachtigd hadden, trokken zyover het gebergte in Terra di Layoro , en namen Carno , Fenafri, Tiano en St. Germano in. Ondertusfchen fchreef de koningin aan de Florentynen om hulp ; en de prins van Tarento , toen ook hertog van KalabriS , verzamelde een aanzienlyk leger te Kapua , 't welk indien het langer tyd by een gebleven was , in ftaat geweest zoude zyn om alle de pogingen der Hungaren te verydelens maar de yver der barons fcheen zeer fiaauw te zyn , en velen van dezelven hadden eene "geheime vèrftandhouding met den koning van Hungarye. Lodewyk door den voorfpoed zyner troepen in Abruzzo aangemoedigd, trok met een klein leger uit Hungarye , en kwam in het laatst van flachtmaand in Italië , zynde in de fteden , door. welke hy getrokken was , met veel achting ontvangen , en hebbende Boulonje in het byzonder hem en zyn leger op eene zeer edelmoedige wyze van voorraad voorzien. Omtrent Kersmu kwam de pauslyke legaat hem op de grenzen van het ko. ningryk te gemoet, en raadde hem , als uit zich zelven : dat (p) Idem; Bramtomk ut fupra. Mazerai. Abrege Chron. t. m p. 159. Europ, Hist. X. Deel» I. Stuk. P p j II.Boek. 1. Hoofdst. V. Afd. trouwt met Lodewyk uanTare». to. De Koning van Hungarye komt in Italië. I34Ï-  II.BOEK. i. hoofbst. V. Afd. Joanna vlugt nat Provence. Kapel daar Loc wyk vet meejlerd. 3o# HISTORIE dat hy geen bezit van Apulie' moes' nemen zonder bewilliging van den paus, welken raad hy met grote verachting aanhoorde. Nadat een groot getal barons van het koningryk zich by hem gevoegd , en hem den eed van getrouwheid gedaan hadden , trok hy, op den elfden van fprokkelmaand voort tot aan Benevento , alwaar by weder door veele barons verfterkt werdt, en een gezantfchap van de ftad Napels ontving- Koningin Joanna was over den fchielyken aantocht des Konings van Hungarye grootlyks ontzet \ en ziende dat het gantiche fond zich vryrwillig aan hem onderwierp, ging zy op den vyftienden van fprokkelmaand, in ftilte, met een klein gevolg aan boord van drie galeyen fcheep naar Provence. Als haar gemaal Lodewyk kennis van haarvertrek kreeg, keerde hy onmiddslyk van lapua naar Napels, en mee eenige weinige vrienden aan boord van eene galei gegaan zynde , volgde hy de koningin naar Provence. Middelerwyl kwam de koning van Hungarye te A. verf» alwaar hy een bezoek van duizend ^apeljche edel. lieden ontving. Ook kwamen verfcheide printen van den bloede hem in die ftad opwachten , en brachten zynen neef Carobert, toen omtrent twee jaaren oud met zich. Lodewyk ontving hen op eene vriendlyke wyze; doch weinige dagen daarna beval hy den hartog van Durazzo ter dood te brengen , en over liet uitftek geworpen te worden , waaraan zyn broeder gehangen hadt. De overige prinfen werden ook in verzekering genomen , en !.-gevangen naar Hungarye gevoerd Lodewyk deedt zyne intrede in Napels met een zwarten fta;.daafd, op welken zyn broeder als verworgd vertoond werdt, waardoor hy den inwoneren eene grote fchrik aan oeg , als welke met anders verwachteden, dan dat zy door he* leger des konings zouden geplunderd worden. Nadat hy zyn verblyf m Castel Nuovo genomen hadt , gaf hy bevel , dat de regeering in de ftad moest veranderd worden 9 en dat  van NAPELS. s©5 de nieuwe leden , welke verkozen zouden worden , moesten handelen, zoo als de bisfchop van Warad'm hen zoude te kennen geven. Hy deedt ook dezelfde fchikkingen in andere fteden plaats hebben; en vermits Napels toen met eene allerverfchriklykste pest geplaagd was , verliet hy die ftad , en ftelde Koenraad Wolf, een Duitsch bar n met het opperbevel over de krygsmacht, tot zyn ftedehouder aan; hy ging vervolgens op den vierentwintigften van Bloeimaand te Barletta aan boord van eene kleine galey en landde in Sclavoni'ê, van waar hy zich verder naar Hungarye begaf (q). Koningin Joanna werdt middelerwyl door de barons van Provence in gevangenis gefteld wegens een gerucht dat zy voornemens was dat graaffchap tegen eenig ander in Frankryk te verruilen , en men onderftelde , dat de oudfte zoon des konings te Ayignon gekomen was, om die zaak met den paus af te handelen. Dewyl de ingezetenen van Provence de Franfche regeering verfoeiden , dreigden zy tot den Dauphyn van Vienne te zullen overlopen ; doch wanneer de paus den prins Joan naar Frankryk te rug zondt , ftelden zy de kóningin ook weder in vryheid. Als ondertusfchen haar gemaal hare gevangenneeming vernam , was hy bevreesd om te Mee te landen , maar zeilde voort naar de Rhone, en landde te Avignen. Weinige weken daarna kwam Joanna mede in die ftad , alwaar zy met de uiterfte achting door de kardinalen en den paus ontvangen werdt , welke laatfte haar ook een verlofbrief gaf om met haren neef te trouwen, waar over zy in het algemeen gelaakt werdt. Kort daarop werdt hare zaak in eene openbare kardinaals vergadering , in de tegenwoordigheid der Hungaarfche gezanten onderzocht, wanneer zy zich met zo veel welsprekendheid verdedigde , dat de paus, by een eigenhandig gefchrift, niet alleen verklaarde, dat zy onfchuldig. was, (j) VlLLAMI. P p a [I. Boek. i. HOODFST. v. Afd. Koningin Joanna door den paus onfchuldigverklaard.  II. Boek i. Hoofdst. VL •Afd. Eene binnenlandjchetneenigheii in Sicilië. 306 HISTORIE was, maar ook zelfs, dat zy niet konde verdacht ge. houden worden , eenige kennis van den moord gehad te hebben f». Veelen oordeelden , dat dit vonnis by verhaasting gegeven was, en dat men het zelve alleen toeïchryven moest aan het ernftig verlangen van den pau» om Avigmn machtig te worden , 't welk: de koningin hem met alle deszelfs grondgebied , voor tachentig duizend flórenen verkocht (*)• Verfcheide fchryvers beweeren , dat de koop alleen voor de leus was, en dat de koningin ten einde zich de gunst van den paus te verwerven , die ftad. tot een gefchenk voor de kerk gegeven had ; doch anderen verzekeren , dat zy het geld gebruikt hebbe tot het uitrusten van tien galeyen om mede naar Napels te keeren , als waar zy door veelen van haare barons , die, na het vertrek des konings van Hungarye , ook deszelfs party verlaten hadden , verzocht was te komen (t) Nadat de paus haren gemaal met den tytel van koning van Sicilië' vereerd hadt, gingen zy beiden te Marfeille fcheep , en keerden in het einde van Oogstmaand naar Napels , alwaar zy met de grootfte vreugde ontvangen werden, (u) Wanneer middelerw}*! de beftierder van het koningryk van Sicilië door eene befmetlyke ziekte, welke toen in de midlyke deelen van Europa woedde, weggerukt wierdt, was het gantfche eüand in twee partyen verdeeld , terwyl de hoofden van elke derzelven de voogdyfchap over den koning en het koningryk wilden hebben. Aan het hoofd van de eene party waren de Palizzi, benevens de graven van Claramonte en Ventimiglia , dezelven (r) Maembouig Hist. du grand, fchifme 'd'octident 1. ir. p. 150, 152. (f) Vid. Rayle ut fupra. (t) Spond Annal. Giamjiowe. (u) Matteo Viixani ap. Müiator. t. XIV. col. *s et 26".  van NAPELS 307 ren werden gefterkt door de fteden Mesfina , Syracufe . Melazzo , Cefalu , Palermo , Drapani, Mazzara , Sciacea , Gergenti, Taormina , en verfcheide anderen. De Steden Catania , G/afr', /a Licata, Cofe, la Catona en Capo Qrlando benevens veele andere kleinere burgten en kasteden , verklaarden zich voor de tegenparty , aan weikei hoofd Blasco iïAlagona was , en welke door deKataloniers onderfteund werdt. De twee partyen begonnen ondertus. fchen met de uiterfte hevigheid vyandlykheden tegen el" kander te plegen. Zy plunderden, en brandden elkanders grondgebied zonder ophouden , en de boeren, wel' ke geene van beiden betrouwden , lieten hunne landen onbebouwd leggen , en vluchteden naar bet gebergte , zo dat het land in korten tyd verwoest wierdt , en een groot getal inwoners , om een hongersnood te ontgaan het eiland verlieten , en eene fchuilplaats in Kalabrie' en Sardinië zochten (V). Gedurende deze gefchillen in Sicilië hadt de koning van Napels zekeren Werner , een Duitsch hertog , overgehaald om zich voor hem te verklaren. Deze Werner hadt den koning van Hungarye met drie duizend ruiters by geftaan , doch was door den zelven wegens eenige begane ongeregeldheden afgedankt. Hy luisterde gretiglyk naar de voorflagen des konings van Napels, welke zich zo ver vernederde , dat hy zelf zich van dien Werner tot ridder liet flaan , gelyk ten zelven tyde mede tachentig andere edellieden die eer hadden. De koning gaf ook tytels en eerampten aan verfcheide barons van het koningryk , waaronder twee tot hertogen verheven werden , welke eertytel tot dien tyd toe alleen voor prinfen van het konings huis bewaard was geworden (w). Nadat hy drie der kasteelen van Napels heroverd hadt, trok hy ten eer- (v) Surit. Indic. 1. Hl. Fazel Dec. s, ;.IX. c. 5. (w) V1LLAN1. 1. 1. 48. et 40 PP 3 II.Boek. 1. Hoofdst. v. Ar». Pyandlykheden tusfchen de Hungaren en die der oude regiering getrouw gebleven waren. 1349.  II.Boek. i Hoofdst. V. Afd. 1350' De konh VafiHuIT; rye trekt veder na Napels. (*) Villjuïi i. t. c 48. et 49. 308 HISTORIE eersten on tegen die fteden en barons , welke het met de Hungaren bielden ; doch hy vondt by Koenraad Wolf, welke door Lodewyk van Hungarye tot ftedehouder gelaten was , meer tegenftand , dan hy verwacht hadt. Teswyl iedere party haar best deedt om de andere te plagen , en fchade toe te brengen , ondergingen veele fteden en landfehappen alle de rampen van den oorlog. Maar dewyl de zaken des konings fcheenen achter uit te gaan, liet Werner z\ch in Cornetoalsbyverrasfingovervallen , en tradt weder in den dienst der Hungaren. Kort daarna kregen die voor de oude regeering waren , eene aan. merkivke nederlaag , terwyl Koenraad Wolf met zyn krygsvolk 'Napels naderde , en eene brandfehatting van twintig duizend floi-enen van de Napelf dien lichtte Dewyl de paus bepaald hadt , dat in het volgende jaar , een algemeen jubeljaar te Rome zoude gehouden worden , bewoog deszelfs legaat beide de partyen tot een beftand, 't welk in Louwmaand gefloten werdt, wanneer de Hungaren ter vergeldinge dat zy Kapua , Averfa en alle andere plaatfen , welke zy in hrra di Lavoro en Principato in hadden , in handen van den legaat ftelden , honderd en twintig duizend gouden florenen ontvingen (x). Hierop verlieten de Duitfcbers het koningryk , en fommigen hunner keerden naar Lombardye, anderen naar Duitfchland, hebbende zich zelven , met het geen zy uit de kerken geplunderd hadden , verrykt, en namen verfcheide getrouwde en ongetrouwde vrouwen mede. Wanneer Lodewyk , koning van Hungarye, weinige '? maanden daarna , met eene aanzienlyke verfterking , de Adriatifche zee overgetrokken was, werden de vyandlykarbeden weder hervat; en tegen het laatft van Herfstmaand was Terra di Lavoro by na t' eenemaal door de  van NAPELS. 3°9 Hungaren bemachtigd. Vermits zy echter in het beleg van Averfa, 't welk vier maanden geduurd hadt, veel geleden hadden , bewilligde Lodewyk in een ftllftand van wapenen tot aan Grasmaand", op de volgende voorwaarden, • namelyk; dat de zaak der koninginne Joanna op nieuw en met meer naaakëurigherd door den apoftolifchen ftoel zoude onderzocht worden ; dat, indien zy aan de moord van haren man fchuldig mocht bevonden worden, zy al haar recht op het koningryk van Napels zoude ver. liezen , en het zelve aan den koning van Hungarye gegeven worden ; maar indien zy onfchuldig verklaard wierdt , de koning van Hungarye alle de plaatfen , welke hy in het Napelfehe in hadt , zonde ruimen , mits dat men hem drie naai honderd duizend gouden florenen zoude betalen y). Lodewyk begaf zich , na het fluiten van dit verdrag , ter vieringe van het jubeljaar naar Romt s en keerde van daar naar Hungarye. Middelerwyl hadden zyne gezanten , benevens die van koningin Joanna zich aan het paus lyk hof te Avignon vervoegd , om bv het onderzoek der zake tegenwoordig te zyn. De kardinaals fcheenen tot geen nieuw onderzoek te willen overgaan , om dat het vry moejelyk zoude wezen de onfchuld van de koningin Joanna te bewyzen j doch dewyl haare achtbaarheid door het vermoeden van haare misdaad veel nadeel leedt, namen zy eindelyk de redenen van hare onfchuldiging aan , namelyk, dat zy onder de macht van eene betovering was , welke haar belet hadt haren man zo. danig lief te hebben , als het behoorde , en dat anderen daar door aangezet waren, om tegen hem aantefpan nen. Wanneer nu de waarheid van dat voorwendfel dooi verfcheide getuigen bewezen was , werdt zy van alle handelingen, welke een gevolg van die betovering wa. iea: (5) Idem ap. Muïuïox. 't XIV. col. V9. II.Boek. 1. Hoofdst. V Afd. Joanna m fchuldig Vitkiaari. 1351-  II. Boek. f. Hoofdst. V- Afd. Zy Jlui een vrede met den koning van Hungarye. 1352. 310 HISTORIE ren , vry gefproken. (z) De koning van Hungarye hieldt zich , na eenige zwarigheden gemaakt te hebben , met die beflisfing voldaan , en weigerde edelmoediglyk de driemaal honderd duizend floreneri voor de onkosten van den oorlog, welke by de voorwaarden van den ftilftand van wapenen bedongen waren , aan te nemen ; hy ftelde ook de vyf prinfen van den bloede , welke hy in het kasteel van Wisfegrad gevangen gehouden hadt, in vryheid; zynde de jonge prins Carobsrt kort na zyne aankomst in Hungarye overleden. Na het fluiten van den vrede , welke in het begin van het volgende jaar getekend werdt, verzamelde zich het afgedankte krygsvolk ten getale van vierhonderd ruiters , en vyf honderd voetknechten en verwoestte het^ gantfche landfchap van Terra di Lavero ; maar de koning trok aan het hoofd van duizend ridders tegen hen op , tastte hen in Grasmaand aan , en joeg hen fpoedig uit elkander. Weinige weken daarna , werden Lodewyk en zyne koningin, op Pinkjieren , met verlof van den paus, in de ftad Napels plechtiglyk ingehuldigd en gekroond, (a) Desniettegenftaande bleef Koenraad Wolf weigeren Nocera over te geven ; en integendeel, na dat hy zevenhonderd ruiters hadt weten by een te brengen , verfterkte hy de ftad, en plantte den keizerlyken ftandaard , even als of hy in eene verftandhouding met Karei den vierden, welke toen in Italië verwacht werd , geweest ware. Vermits Lodewyk voor nieuwe onlusten beducht was , bewilligde hy om met Wolf te handelen , en haalde hem, tegen betaling van dertig duizend florenen over, om de ftad over te geven , en het koningryk te verlaten. Kort daar- Cz) Idem. L. ir. c. 24. fummonte I. XXXIII. (3) Villam. Summont. ut fupra. Tauitoz. Cüron. Hang. 1. III. Boüfik. Dec. a. 1. 10  van NAPELS. , siT daarna bemachtigde de koning , door toedoen van zyn ftedehouder Malatesta , de ftad Averfa by verrasfmg , en noodzaakte den monnik Moriale om het kasteel , en zynen gantfchen fchat in deszelfs handen te leveren. Terwyl dit voorviel , gingen de twee partyen in Sicilië nog fteeds voort met het plegen van vyandlykheden -tegen elkander ; doch Matteo Palizzi maakte zich meester van het paleis, Weidt den jongen koning gevangen, en nam het bellier der regeeringe aan zich. Hy bekleedde zyn post met zo veele blyken van inhaligheid , dat hy zelfs verfcheide van zyne eigene vrienden van zich vervreemde , en zich den haat der Messineren op der: hals haalde , welke hem , in oogstmaand van het volgende jaar , met zyne vrouw en kinderen , in het paleis , van kant hielpen. De inwoners van Sciacca vermoordden ook de bedienden , welke Palizzi gezonden hadt om de drukkende lasten te innen , om welke reden veelen van die party de vlucht naar Catania namen , en zich by de Kataloniers voegden ; vermits ook de jonge . koning hunne party de fterkfte vondt te zyn , begaf hy zich onder hunne befcherming. De elendige inwoners werden middelerwyl door den hongerfnood zo zeer gedrukt, dat , gedurende dit jaar meer dan tienduizend huisgezinnen het eiland verlieten (b). De graaf van Claramonte , . welke het werktuig geweest was van den opftand der Mesfineren tegen Palizzi, was het hoofd van de Jtdiaanfche party , om nu dezelve te fterken , en „zich tegen de wraakzucht van den jongen koning en de -Kataloniers te dekken , tradt hy in eene verftandhouding met den Koning van Napels, en boodt hem aan het gantfche gedeelte van het eiland 't welk onder zyne gehoorzaamheid was, over te geven. De Sicilianen , welke uitgehongerd waren, gaven mede hunne toeftem-TÖV bi A 33(1 .: :. I rainS (i) Villahi b m. c. 97. II. Boek. i- Hoofdst. V. Afd. Sicilië wordt nog door twee partyen verwoest. I353- De Italiaanfcheparty onderwerptz'ch aan den koning ran Napels. 1354-  312 HISTORIE II.Boek i. Hoofdst. V. Aid. 1355- mirig in dien voorflag ; en Lodewyk fcheepte I dienvolgende , in grasmaand honderd ruiters en vierhonderd voetknechten aan boord van zes galeyen , en zondt dezelven met omtrent vyf en dertig vaartuigen , met voorraad geladen , naar Sicilië. De Napel]che troepen wei den aanftonds in het bezit gefteld van Melazzo en Palermo ; waarom alle de andere fteden , burgten en kasteden van de Italiaanfche party, ten getale van honderd en twaalf, zich voor den koning van Napels verklaarden , welke echter zo zeer van manfchap en geld ontbloot was , dat hy zich niet in ftaat bevondt eene tweede infcheping van volk naar dat eiland te doen. Doch de tegenparty der Kataloniers was aan de andere zyde ook zo zwak , dar. gedurende een geruimen tyd aan wederzyde geene vyandlykheden gepleegd wierden. De ftad Mesfina weigerde den koning van Napels te erkennen , en weinige maanden daarna namen de Mesfineefche Galèyen zeventien Napelfche vaartuigen ,. welke naar Palermo voeren. Het koningryk van Napels werdt middelerwyl ontrust door den opftand des hertogen van Durazzo , en van den paltsgraaf, welke oordeelden , dat zy door den koning met verachting behandeld waren,, en daarom de wapenen opgevat hadden ; ook kwam in het begin van het volgende jaar , een leger van vrybuiters , uit zesduizend man beftaande , 't welk in het eerst door den monnik Moriale opgericht was, doch nu onder het bevel van den graaf di Lando ftondt, door Abruzzo in, het koningryk , en nam iescara, Villa Franca en fm Fabiano in bezit. Zy gaven tot eene reden voor hunnen inval voor , dat de koning hun geweigerd hadt veertigduizend florenen te betalen , gelyk hy beloofd hadt; en tot aan Foggia doorgetrokken zynde , legerden zy zich in die nabuurfchap , en verwoesteden het land verfcheide mylen in. het rond , terwyl de koning , in plaats van  tan NAPELS, 313 van hen tegen te gaan, zynen tyd in danfèn met de vrou wen van zyn hof verfleet. (0 Terwyl de grote bende van Lando dus Napels verwoestte , verzamelde Lodewyk van 67 iiië eenig krygsvolk re Catania, en bemachtigde verfcheide burgten van de Italiaanfche party. Door dien voonpoed aangemoedigd , wapende hy zes galeyen , en deedt zo ter zee als te land eene onderneming tegen Palermo ; doch ziende , dat het niet mogelyk ware de ftad te bemachtigen, plunderde hy de dorpen in de nabuurfchap en keerde wtder naar Catania , alwaar hy kort daarna in flachtmaand , in het zeventiende jaar zyner regeeringe ftierf. Vermits zyn broeder Joan omtrent dien zelfden tyd overleedt, wei dt zyn jongfte broeder Frederik , toen niet meer dan dertien jaren oud , tot opvolger in het koningryk verklaard , en zyne zuster Euphemia tot beftierfter benoemd (d). Omtrent twee maanden voor den dood des koning» van Sicilië, hadt Lodewyk een verdrag met de grote Bende aangegaan , en beloofd dezelve honderd en vyfduizend norenen te betalen , namelyk , ten eerften vyfendertig duizend, en de overige zeventig duizend in twee reizen , mits dat zy het koningryk wilden verlaten. Op den ontvangst van de vyfendertig duizend trokken zy van Napels naar Apulië; doch vermits de koning de overige penningen zo fpoedig niet betaalde , als zy verwacht hadden, namen zy in fprokkelmaand dë ftad Venefa in bezit, en plunderden de inwoners. De inwoners van Napels oordeelden middelerwyl, dat zy door de grote fchattingen, welke wegens de penningen , die aan de grote Bende moesten betaald worden , op hen gelegd werden , te veel gedrukt wierden , namen allen hunne toevlucht tot de wapenen. Lodewyk (c) Idem. 1. IV. et. V. (d) Idem 1. V. «. 87. Fazïl. Dec. 2. 1. IX. q.q * II.Boek. 1. Hoofdst. V. Afd. Lodewyk wordt door zyn broeder Frederik opgtvtlgl. I35&  314 HISTORIE H.Boek. i. Hoofdst. v. Afd. De koning' 9an Napels wordt te Mesfina ingehaald. 1357- ftilde het oproer met veel moeite door het afneemen van den impost op het zout,. en weinig maanden daar» na bewoog hy de grote Bende zyne ftaten te verlaten. Omtrent dien zelfden tyd werdt aan Nicolao di Cefaro, een der ballingen van Mesfina., toegeftaan in het geheim in de ftad te komen, waardoor dezelve tweehonderd ruiters en vier honderd voetknechten van Melazzo in dezelve bracht, door wier hulp hy die geflachten uit de ftad deedt vertrekken , welke de Kataloniers begunstigden. Di Cefaro verzocht niet te min den jongen Frederik naar Mesfina te komen doch dewyl die onderhandelingen van geen vrucht waren , . tradt hy in een verbond met den koning van Napels, welke zich aanftonds met zyne koningin naar Kalabrie begaf om zich te Reggïo op te houden ," tot dat de overeenkomst zoude gefloten, wezen. Als eindelyk di Cefaro zich zelven meester gemaakt hadt van de kafteelen van San Salvadoie , en van Mattagrifone , van welke het eerften de naven , en het laatfte de ftad beftreek, bracht by de Napelfche galeyen, benevens vyftig ruiters, en driehonderd voetknechten binnen. Weinige weken daarnaop den tweeëntwintigften van wintermaand , kwamen de koning en de koningin te Mesfina , alwaar zy met de grootfte vreugd blyken ontvangen werden in het koninglyk paleis huisvesteden , en den volgenden dag de hulde en eed. van getrouwheid, der burgers ontvingen (e), Terwyl Lodewyk zich in Mesfina onthieldt, kwarm Simon. graaf van Claramonte om hem op te wachten, en iverdt wegens de gewichtige diensten , welke hy bewezen hadt met de grootfte achting ontvangen. 'Simon. verzocht tot eene beloning zyner diensten Blanche de ïuster. van Frederik., welke toen als eene gevangene-was % :ot.zyne vrouw , doch opdat zodanig huwelyk hem geen. voor» (0 Iidem ut flipra. 5ürit. I. iii. Majuan. 1. XVII.  vAn NAPELS, 315 voorwendfel tot eenige aanfpraak op Sicilië mochge ven, floeg Lodewyk het zelve af ; waarop hy kort daaraan, de dochter van den hertog van Duraxzo tot eene vrouw aan Frederik voorftelde. Middelerwyl ftierf Simon omtrent het midden van Maart , na eene ziekte van zes dagen ; en dewyl men begreep dat deszelfs dood aan vergif te wyten was, verlieten zyne nabeftaanden Mesfin 1 met groot ongenoegen (Z1. Lodewyk trachtte de genegenheid der Sicilianen te winnen door hun te beloven , dat hy zes jaren met zyne hofhouding op het eiland zoude blyven, mits dat zy hem in de bemachtiging van Catania behulpzaam zouden zyn De barons verzamelden dienvolgende vyftien honderd ruiters benevens eene groote bende voetvolk ;( en belegerden in Bloeimaand Catania , terwyl vier gewa-.1 pende galeyen , en twee andere vaartuigen de haven infloten. " Middelerwyl kwamen twee Katalonifche galeyen te Saragosfa aan, welke twee vaartuigen , welke zy in die haven vonden .,. bemanden voornamelyk met tamboers en tromnetters , en overvielen de fchepen , welke voor Catania waren S1 waarvan zy 'er ook twee bemachtigden , waardoor de belegeraars met zodanige vreea bevangen werden , dat zy het beleg op den volgenden morgen opbraken , en hu? ne legerplaats verlieten. Zy wenen op hunnen aftocht door de bezetting aangetast, welke veelen. van hun afmaakten en een groot getal gevangen namen. In dien zelfden tyd werdt het koningryk van Napels niet alleen door grote bende rovers en ban* dyten geplaagd , maar ook. door het krygsvolk van den hertog van Dirazzo , den paltsgraaf, en den prins van Tarento, des konings oudften broeder geteisterd,, welke openlyk de macht des konings verachteden , en de rykfte landlchappen van het koningryk verwoesteden om hunCO Villam. 1. VU. c- 54> Qq3 II.BOEK E 1 Hoofdst. V. Afd. Belegert "latanie te ergeefs.  II. Boek. j. Hoofdst. V. Afd. Worden genoodzaaktnaar Napels te heeren. *359. ] 63 -J" :'' < t < ] ] t Frederik trouwt met' de dochter I van des ko \ ttings Arragon- J&6o. ( < i 3ï5 H I S TOR I E hunne aanhangeren te onderhouden. Lodewyk liet drie honderd ruiters te Mesfina, en keerde iïi Htrs'.maand naar Napels Kort na zyn vertrek overviel de pd .s van Tarento den paltsgraaf, en liet hem ophangen. Veelen der aanhangelingen van dien graaf verliepen na zyn dood, 't welk den hertog van Durazzo noodzaakte naar een vergelyk met den komng te trachten. Dit werdt ook in Grasmaand daar aanvolgende uitgewerkt , wanneer alle vreemde foldaten het koningryk moesten ruimen. Weinige maanden daarna tasteden de Kataloniers , welke in Sicilië waren , fommige plaatfen aan , welke de Na)elfchen in hadden , en bemachtigden dezelven. De MesSnezen werden ook door iemand uit het huis van Claranonte tot een opftand aangezocht \ doch Lodewyk hieldt ien onder zyne gehoorzaamheid door hun te beloven , lat hy weder fpoedig naar Sicilië keeren zoude. Hy werd ;chter door de oneenigheden en wanorde in het koningyk Napels belet, hun te hulp te komen , terwyl zy foor die van de Katolonifche party geftadig ontrust wierlen , en de laatstgenoemden verfterkingen uit Arragon jntvingen- Nademaal de raden van Frederik hoopten hem ien machtigen bondgenoot, van wien hy hulp te vervachten hadt, • te zullen bezorgen , floten zy eene luweiyks verbintenis tusfchen hem en de dochter van den toning van Arragon ; welke dienvolgende , in het laatst ran het volgende jaar , met veertien galeyen te Cata\ia aankwam; doch , in plaats van zyn fchoonzoon >y te ftaan , keerde hy , na de voltrekking van het huvelyk, met zyne vloot naar Spanje. Frederik herover3e echter verfcheide plaatlèn van de Napelfchen, welke fcort daarna genoodzaakt waren byna het gantfche eiland e ontruimen , Azo zy geene hulp van Lodewyk , konlen bekomen, als welke zich geheel en al bezig hieldt om yne vermaken op te volgen ; doch wanneer hy einde, lyk vondt, dat hy zyae gezondheid verwaarloosd hadt, werdt  van NAPELS. 31 werdt hy boetvaardig , en deedt godsdienstige bedevaar den na de heilige overblyffels van f de apostelen te Mei phis , Benevento , en Salerno, en ftierf na zyne te rug komst op den zesentwintigften van Bloeimaand , in hei tweeenveertigfte jaar zynes ouderdoms, en het tiende jaar zyner regeeringe (g). Nadat de paus van het overjyden van Lodewyk verwittigd was , zondt hy aanftonds Willem Grimoaldi, als zynen legaat naar Napels, met eenige onderftandgelden voor de koningin ; doch de legaat werdt aaanftonds te rug ontboden , alzc hy door den dood van Innocentius rot paus verkozen wierdt; wanneer hy den naam van Urbaan den vyfden aannam. De nieuwe paus ftelde , kort na zyne verkiezing , den hertog van Tours, zoon des konings van Frankryk, tot een derden man voor aan de koningin Joanna; doch, op den raad van hare edelen , verkoos zy Jaeob, den infant van Majorka , welke toen uit het kasteel van Barcelona , alwaar hy verfcheide jaren naauw opgefloten geweest was , had weten te ontkomen. Jacob, die dus lang de elende van eene gevangenis ondervonden hadt, nam de aanbieding van eene kroon gretiglyk aan ; en te Napels gekomen zynde , werdt zyn huwelyk met veel pracht voltrokken, wanneer de koningin hem den tytel van hertog van Kalabrie opdroeg. Dit huwelyk viel echter ongelukkig uit voor het koningryk. van Napels, want Jakob begaf zich omtrent drie maanden daarna naar Spanje, om zyn broeder tegen den koning.van Arragon te helpen, in welken oorlog hy gevangen genomen werdt i doch naderhand door de koningin voor zestig duizend florenen zyne vryheid weder bekwam. Hy ftierf omtrent elf jaaren daarna , niet zonder vermoeden van door de koningin vergeven te zyn , welke ook befchuldigd was geworden den dood van haren vorigen man Lo» (g) Idem. ■ II. Doek. r. Hoofdst. ! v. ' Afd. Lodewyk 1362. Joanna trouwt met Jakob van Majorka. S rncieoT • i3s3-  3i3 HISTORIE ILBoek" I t- HeoFos V. Afd. Een vrede gefloten tusfchen Joan na en Frederik van Sicilië 1364, *°-w MtKM .1.-. Joanna Iezoekt den paus. 1368. Lodewyk verhaast te hebben (T). Omtrent dien zelfden tyd floot Joanna een vrede met Frederik van Sicilië op de volgende voorwaarden. Dat hy den tytel van koning van Trinacrië voeren , en , als zyne vrouw overleden was , met An.'enia iel Ba'zo , dochter des hertogen van Andria uit deszelfs huwjèjyk met de zuster van koning Lodewyk , trouwen zoude ; dat hy het koningryk van de koningin van Napels ter leen bezitten , en haar eene jaarlykfche erkentenis van di ie duizend oneen gouds zoude betalen , belovende haar teffeos met honderd piekeniers en tien gewapende galeyen te zullen byftaan., ingevalle zy aangetast wierdt. Aan de andere zyde, zouden de Napélfchen alle de üeóen , burgten en kafteelen welkezy in 6iciliebezaten, ontruimen (/) .Nochtans zyn deze voorwaarden nooit naargekomen , want de koningen van Sicilië hebben nooit den tytel van koningen van Trinacrië aangenomen , én ook nimmer de drie duizend oneen gouds gelyk overeengekomen was , betaald (*). Weinige weken daarna ging de koningin Joanna een bezoek afleggen by paus Urbaan , welke eindelyk met zyn gantfche hof te Rome wedergekeerd was. Zy werdt mét veel achting door de. kardinaals , welke haar buiten de poort te gemöét gingen , ontvangen , terwyl de paus haar op den drempel van 'St. Pieters kerk opwachte , en haar , op den volgenden zondag , eeipsa saiahb flpbwscra ar* gjsrtscio rfois 'i:;§yd. jqjus • .!. i ■ : o*id nys mo t' ■ (li) Sfojjd Annal. an. 1363 Brantome. Dames Illust. p. 348. Annal. Bonnin contrii apud Murator. t. XXI. co!. 12, i (i) Grannoke. Spono. Annal. ad Ann-. 1365 (*) Niet lang daarna ftierf de prins van Tasento , benevens deszelfs derde broeder Filip , en Lodewyk van Durazzo , met des"zelfs broeder; zo dat van het talryk nagedacht vin koning Karei 'geene andere m'anlyke nakomelingen overig 'bleven, dan Lodewyk , koning *ajn Hungarye en Karei vin Durazzo , -zoon van den gemélden Lodewyk van Durazzo; welke met fommige Napelfche edelen optrok om den koning van Hungaryf tegen de Fmtianen by tc ftaan. (*) (*) Cestanzo, Summonte,  van NAPELS 319 eene gewyde roos vereerde. Hy deedt haar ook op het Paafc'hfeeft een gefchenk van een verguld zwaard, en van een hoed met peerlen verfierd (/). Kort na hare terugkomft naar Napels, trouwde Margareet, dochter van hare overledene zufter Maria, met Karei van Durazze, welk huwéilyk zeer tegen den zin van de koningin w is* alzo zy voor de eerzucht van Karei beducht was (m)l Omtrent dien zelfden tyd werdt de ruft van haar rykgeftoord door Ainbrofio Viconti, een natuurlyken zoon - an den heer van Milaan, welke met duizend, of, volgens anderen, met twaalfduizend ruiters ('ra) en eene fte ke bende voetvolk een inval in Ahuzzo deedt. Hy maakte zich ook meefter van eenige kaUeelen in Ahuzzo, en tot in Apulie doorgedrongen zynde, verwoeftte hy D<_ iurende eenigen tyd, het geheele ïandfehap, zonder te* genftand te ontmoeten ; doch hy werdt door Malacatta, welke de koningin tegen hem gezonden hadt, overvallen, geflagen , en zelf krygsgevangen gemaakt (0). Niet lang daarna werdt het koningryk weder in een gefchil tusfehen den hertog van Andria, en het huis vanSanfeverinoy over den eigendom van de ftad Matera ingewikkeld. De beflisling daarvan werdt aan de koningin s overgelaten , welke het zelve ten voordeele van den graaf van Sanfeverino uitfprak. Vermits echter de hertog zich verongtijkt oordeelde, nam hy zyne toevlucht tot de wapenen , en door zekeren Mazziotto, welke van een gemeen fbldaaÈ zich zelven tot een kapitein van de bandyten gemaakt hadt, verfterkt zynde, werdt hy wel haaft ontzaglyk , en liep Apulie, Capitanata, Contade de Molife (/) Brov. ann. 130^ feét. 4. Baluz. in vit, pap. Aven. O) Giornaii Nnpditaniapud Muraton. t. XXXL.fol. 1035, (n) Annal. Laur. Bonincontri ut fupra. ^0) Idem ibii Gjodnal ut fupra. Burop. Hist.X t Smb R t 1. Boek. I. Hoofbst. v. Af», De herteg •an Andria laat aan 'f nuiten. I37I-  II. Boek. I. Hoofdst. V. Afd. Uy vlticht naar AvigHon.I374-. 3;r HISTORIE Molife en het dal van Benevento af. De koningin deedt hem in 't volgende jaar indagen om zich te verantwoorden, doch vermits hy niet te voorfchyn kwam, verklaarde zy hem voor een oproermaker, en zondt in het jaar daarna een leger van twaalf duizend ruiters tegen hem , onder het bevel van Malatacca, welke zich, na een langdurig beleg, op den drieentwintigften van Herfftmaand, meefter van Teano maakte. De hertog hadt zich eenigen tyd te voren uit de ftad weggemaakt, en naar Lont' lardyen begeven, alwaar hy zesduizend ruiters, benevens eene grote bende voetvolk op de been bracht; en viel in het begin van het volgende jaar aan het hoofd van vyftienduizend man in Terra di Lavoro (p). Nadat hy echter tot aan Apulie doorgedrongen was, werdt by door de beweegredenen van zyn oom overgehaald om van zyn opftand af te zien, en zyne eigene legerplaats by nacht verlaten hebbende, vluchtte hy naar den Paus, welke weder te Avignon terug gekomen was, met oogmerk om aldaar zyn verblyf te houden, tot dat de vrede met de koningin zoude gemaakt zyn. Het vreemde krygsvolk , welke hy achtergelaten hadt, begon aanftonds op het platte land_ te plunderen , doch de koningin ftelde hen met tienduizend florenen te vrede, waarop zy het koningryk verlieten- Terwyl dit voorviel was de vrede met Frederik van, Sicilië weder vernieuwd geworden op dezelfde voorwaar, den als te voren'(?); waarop Gregoor de Elfde een legaat naar Jicilig zondt om het eiland van den kerkban, en het verbod van godsdienft te ontheffen , en het huwelyk f usfehen Frederik en Antonia del Balzo , te voltrekken, welke beiden ook vervolgens te Palermo plechtig gekroond werden. Kort (p) Idem ibid. ntring de hulde der ingezetenen van Provence , als ïunnen opperheer , en maakte toertel om met een leger ran dertig duizend ruiters in Italië te vallen. Wanneer latei bemerkte , dat hy den paus vertoornd , en zeer 'eele barons van zich vervreemd hadt , nam hy alle aaatregelen voor zyne veiligheid. Hy zette eenige dier baronnen,  van NAPELS 331 baronnen , welke hy verdacht hieldt gevangen , liet anderen ter dood brengen , en zondt eene bende krygsvolk naar Toskane , om den inval der Franfehen te keeren. Des niet tegenftaande opende Lodewyk van Anjou zich met geweld den doortocht in Italië en viel, omtrent het einde van Zomermaand, aan het hoofd van veertigduizend mannen in Abrazzo. Hy trok, omtrent het be-' gin van Slachtmaand door tot aan Criant; doch vermits < het jaargety ruw was, en zyn volk gebrek aan voorraad' hadt, verdeelde hy zyn leger in de winterkwartieren ,J en vergenoegde zich , tot de aankomft van de lente , eenige fchermutfelingen met den vyand te houden. Mid. delerwyl verfterkte Karei die fteden , welke hy oordeelde het meeft blootgefteid te zyn; en een leger van omtrent veertien duizend mannen by een gebracht hebbende, wendde hy alle pogingen aan om den Franfehen de toevoeren af te fnyden. Dewyl hy zich wel mydde om tot een beilisfenden veldflag te komen , werdt de gantfche volgende veldtocht, zonder eenige gewichtige gebeurtenis door gebracht , en nadat de Franfehen allen den voorraad in Terra di lavoro op gebruikt hadden, trokken zy in het begin van dén herfft door Apulia in Tarento. Terwyl Karei de Franfehen in dat vorftendom afmat-' tede , werdt hy] verwittigd, dat Urba n Rome verlaten1 hadt, en voornemens was te Napels te. komen , om] op de volvoering der belofte ten behoeven van zynen i neef Butillo aan te dringen. De koning vrezende , dat de paus eenige niewe onluften in zyn koningryk mocht verwekken , verliet aanftonds zyn leger, en te Averfa gekomen zynde , geleidde hy den paus met grote blyken van achting in de ftad. Hy noodzaakte denzelven echter , des avonds in het kafteel te komen , en hielde hem aldaar vyfdagen gevangen. By zyne aankomft te Napels , werdt hy ook gedwongen zyn verblyf in Caflelle Nuevo te nemen , doch Karei ftelde hem > kort daarna, S s 3 op II.Boek. i. Hoofdst. V. Afb Lodewyk •an Anjou rekt met en ontzag* yk leger in tal is. 1383. ~ Urbaan 'erlaat tome , en omt te Naiels.  53* H IS T O R I E II.Boek. i. iiookdst. V. Afb. jélwaar hy gehouden wordt. nu- (ƒ) Theod. Niem. *t fvpra. Giornali, Napol. Metrop. Krantzic. 1. x. c. 17. Summont. ut fupra. (g) Giornali ut fupra. op de voorfpraak der kardinalen in vrybeid , na dat hy eenige nieuwe voorwaarden met hem gemaakt, en de belofte omtrent het hertogdom van Kapua voor deszelfs neef op nieuw beveiligd hadt 'ƒ). Urbaan begaf zich vervolgens naar het aartsbisfchoplyke paleis , en huwde twee zyner nichten aan twee Napelfche graven uit. Butillo Prignano zich middelerwyl door het gezag van zyn oom gedekt oordeelende , brak in een nonnen kloofter , en fchaakte eene der ichoonfte en adelyke nonnen uit het' zelve. Uit hoofde van dit gepleegde geweld, 't welk een .groot oproer in Napels veroorzaakte, werdt Prignano. ter dood veroordeeld, doch hy verkreeg op voorfpraak van den paus , die de fchuld aan zyne jóngheid toefchreef, vergiffenis , of fchoon Theodorkus de Niem verzekert , dat hy toen meer dan veertig jaren oud was. Urbaan begunftigde daar en tegen den koning weder , liet, op den eerften van Louwmaand , een kruistocht tegen den hertog van Anjou prediken, benoemde Karei tot leger hoofd der kruisvechters , en tot ftandaarddrager van de kerk. Omtrent drie maanden daarna trok Karei, met zeftien duizend ruiters , en eene grote bende voetvolk, naar Bar let ta ; en door het opvolgen van de raadgevingen van Otto van Brumwyk , eenige voordeden op • de Franfehen behaald hebbende , ftelde hy dien ongelukkigen prins in vryheid (g). Hy werdt kort daar na, gedurende eenige maanden , door eene befmettelyke ziekte , welke hem aantafte , en een groot gedeelte van zyn leger wegrukte , belet den oorlog voort te zetten. Middelerwyl hadt de hertog van Anjeu zyn hof ta Bari geveftigd , en rechters en amptenaren in die land- fchappen  van NAPELS. 333 fehappen welke by vermeefterd hadt, aangefteld ,• doch \ zich zelven te veel vermoeid hebbende , met zyn volk van de plundering van Bifeglio 'c welk zich aan hem overgegeven hadt, af te houden , werdt hy door eene ziekte aangetafl, waar aan hy op ^en tienden van Wynmaan 1385. Kining Kaïel belt* %ert den anus in Nocera.  334 HISTORIE II. Boek. i. Hoofdst. VAfd. I 1 i ] i Hy wordt, tot koni<:g van Hungarye ge kroond, maar kort da&r na vermoord. 138C 1 .f\ ( ] 1 I veftigde hem in het graaffchap van Lecce, en in de ba* ronye van Flumare (*)• ; Koning Karei was niet zeer te onvrede dat de paus uit zyne ftaten ontkomen was , vermits hy toen met zeer veel ongeduld verlangde zich naar Hungarye te kunnen begeven ten einde bezit van dien throon te nemen. Lodewyk, koning van Hungarye , welke in het voorbaande jaar geflorven was , het alleen twee jonge doch:eren na , waar van de oudfte , welke aan Sigismond, narkgraaf van Brandenburg verloofd was , niec als kon'ngin , maar ten blyke van de achting voor de nagedachtenis van haren vader als koning , uitgeroepen was, £ort daarna nodigde echter eene party misnoegden konng Karei welke , wegens zyn lang verblyf in Hungarye, leer wel m dat land bekend was, over te komen. Karei nam dat aanzoek; der misnoegden met veel bereidwilligïeid aan, en ging, tegen den raad zyner koninginne, op ien vierden van Herfftmaand, met een klein gevolg aan joord van vier galeijen te Barletta fcheep, en kwam binnen veinige dagen in Hungarye. Koningin Maria was wel laaft genoodzaakt de kroon af te ftaan , en Karei werdt ap den laatften van Wintermaand met veel plechtigheid :ot koning van Hungarye gekroond. Hy hadt echter niet ang genot van zyne nieuwe waardigheid ; want, op den zesden van Sprokkelmaand, werdt zyne harsfenpan door ;en der aanhangeren van Maria gekliefd , en weinige daien daarna overleedt hy aan die wonde , in het een :n veertigfte jaar zynes ouderdoms, en het vyfde zyner egeeringe (k), Terwyl koning Karei in Hungarye was, maakte ko. lingin Margareet zich meefter van een ryk geladen Vene- tiaanjch (») Giornali nt fupra. (*) Thuroz. Bonfiü de reb. ungar. Summont. EosiNcoifT*. jiornaJi at fupra.  van NAPELS. 335 tiaanfch fchip , 't welk befchadigd in de haven van Napels binnen gelopen was. De Venetianen namen, tot ichaverhaling wegens dezen hoon , aanftonds bezit van Durazzo, en van het eiland Corcyra , welke plaatfen de Napolitanen naderhand nooit weder bekomen hebben (/). De tyding van den dood des konings werdt in het midden van de vreugde over zyne kroning overgebracht. De koningin deedt haren zoon Ladislaus, of Laneelot toen niet meer dan tien jaren oud kronen ; en zondt een zeer demoedig gezantfchap aan den paus , om te verzoeken , dat hy den jongen koning onder zyne befcherming nemen wilde. Ondertülfchen liet Thomas Sanfeverino Lodewyk den Tweeden, hertog van Anjou, welke twee jaren te voren , te Avignon , de beleening van Napels van Klement bekomen hadt, tot koning uitroepen. Weinige maanden daar na kwam hy met eene grote bende krygsvolk tot in de nabuurfchap van Napels, om den bevelhebber van eenen der kafteelen , welke zich voor Lodewyk verklaard hadt , by te ftaan. Of fchoon de ftad tot nog toe getrouw aan Ladislaus gebleven was , weigerde dezelve echter zich aan de regeering der koninginne te onderwerpen ,* en de Seggi kozen nieuwe overheden, welke de acht Heeren van de goede regeering genaamd werden, en het opperbeftier aan zich namen. De ftad geraakte hier door aanftonds vol van oproeren en wanorde; zo dat de koningin , ziende , dat haar gezag afnam , met haren zoon naar Ga. ëta vluchtte; en na dat de twee partyen, twee vyan-' dige legers in de ftad toegelaten hadden , verdreef San-\ feverino , by wien zich Otto van Brunswyk gevoegd hadt( en welke tot onderkoning verklaard was, de party van Ladislaus uit de ftad, en bleef meefter van dezelve. De party van Ladislaus werdt dus overheerd , 't geen voor- na- (1) Giornali. bonincontr. ut fupra. Europ. Hist. X. Deel. I. Stuk. Tt II.Boek. i. Hoofdst. V. Afb. Zyn Zno;t Ladislaus werdt tot koning uitgeroepen. Hy verm Na. 'els, en 'lucbt naar ïaëta.  II. Boek. i. Hoofdst. V. Afd. 1387. ïly trouwt met de dochter van ten ryken graaf, uit Sicilië. 336 HISTORIE namelyk aan de traagheid en werkloosheid van Urbaan toe te fchry ven was, welke niet dan met veel moeite kon overgehaald worden om den hoon, welken hy van Karei ontvangen hadt, te vergeven. Koningin Margareet trachtte in het volgende jaar Napels weder te bemachtigen; en liet zich in Hooimaand met tien vaartuigen voor de haven zien , doch haar aanflag werdt door de oplettenheid des onderkonings , en van Otto van Brunswyk verydeld, of fchoon de Na' politanen toen groot gebrek aan mondbehoeften hadden , en reeds eenigen tyd gehad hadden Zy zonden eene galei naar Avignon met verzoek om den byftand van Ledewyk en paus Klement. Weinige maanden daarna kwamen 'er vyf galeijen en een galjoot aan, met eenigen onderftand van levensmiddelen en geld; ook was aan boord van dezelve de heer Monjoy, neef van Element, in de hoedanigheid van onderkoning , benevens veele andere edelen en barons. Thomas Sanfeverino , welke gehoopt hadt door den koning, als onderkoning beveiligd te worden , begaf zich , op de aankomft van Monjoy met ongenoegen naar zyne landgoederen; daar en boven Werdt 'Otto van Brunswyk mede door den nieuwen onderkoning beledigd, zo dat dezelve Napels insgelyks verliet , en zich naar San Agatha de Goti begaf. Monjoy trachtte te vergeefs eene verzoening te bewerken; want dew37l Otto hoop hadt de koningin weduwe te zullen trouwen , verliet hy kort daar na de Anjoufche party, en verklaarde zich voor LadUaus. Terwyl Monjoy zich den volgenden zomer bezig hieldt om de kafteelen van Napels te bemachtigen , vleide Man gareet Otto met de hoop van met hem te zullen trouwen , doch zy floot in de daad een huwelyk voor haar zoon («). Su (wj Givnsli Nafdt,  va n NAPELS. 337 Srcruë werdt te dien tyde door de hoofden van de Italiaanfche en Katalonifche partyen , in den naarn van de afwezig zjnde prinfes Maria, welke omtrent tien ja ren te voren naar Katalonië gevoerd was , beftierd. Artalis Alagona, het hoofd van de Kataloniers, hadt zyn ver» blyf te Catania. Manfred di Claramonte, het hoofd der Italianen, was in het bezit van Palermo, en van meeffc alie de voornaamfte fteden van het eiland; dees was zeer ryk, hadt de Moren op het eiland Gerba overwonnen, en in het voorgaande jaar aanzienlyke overwinningen op de kuft van Afrika behaald , welken tocht de vader van •den hiftorifchryver Bonincor.trius bygewoond heeft ("«)• Koningin Margareet van deszelfs grote macht en rykdom verwittigd zynde , liet hem een huwelyk tuflehen haren zoon en zyne dochter Konfiantia voorflaan, ten welken einde zy hem een gezant toezondt , welke aanbieding door hem zonder veel bedenken aangenomen werdt. De Napolitanen -trachteden hem door een ander gezantschap van die verbindtenis af te raden; doch te vergeefs , want de bruid kwam, op den vyfden van Herfftmaand, met vier galeijen te Gaëta aan , terwyl twaalf andere ficiliaanfche galeijen tot het ontzet van Cafiello Nuovo, 't welk toen door Monjoy belegerd was, in zee ftaken (e). Door het overlyden van paus Urbaan, 't welk in het volgende jaar voorviel, kreeg Ladislaus een yverig vriend aan deszelfs opvolger Bonifacius den Negende , welke een Napolitaan was, en, kort na zyne verheffing, zeven Napeifche Kardinalen maakte. ' Dewyl Bonifacius eenige bezittingen voor zyne bloedverwanten , welken hy gaarne bevorderd wilde zien, hoopte te verkrygen, trok (n) Annal Bonincontr. apud Murator. (o) Fragment, licul. Mist. jpnd Murato». .XXXIV. jcjïiscowra, at fupra. Giornali Napol, Tt a [T.Boek. i. rloOFDÏT. V. Afd. 1389'  II.Boek, L H00?dst. V. Afd. 1390. Lodewyk van Anjou landt te Napels. 1391. t 33* HISTORIE trok hy de party van Ladislaus met veel yver , en ontving kort ' daar op een gezantfchap van de koningin , welke van het vonnis van kerkban, en afzetting door Urbaan tegen ha;r uitgefproken verlangde ontheven te zyn, gelyk hy haar ook daar van bevrydde, en zondt Aceiajili den kardinaal van Florence naar Ga'eta, welke Ladislaus en deszelfs koningin Konfiantia op den achtften van Bloeimaand kroonde (p). Omtrent drie maanden daarna kwam Lodewyk van Anjou , welke , in het voorgaande jaar , door paus Klement , te Avignon , plechtig tot koning van Jiciliê gekroond, en met de dochter des konings van Arragon getrouwd was, met een en twintig vaartuigen , en eene grote bende krygsvolk te Napels aan, alwaar by met veele blyken van vreugde ontvangen werdt. Dewyl die van zynen aanhang reeds in het bezit van meer dan de helft van het gantfche koningryk waren, vloeiden de barons uit alle plaatfen , op de tyding van zyn aankomft, toe om hem hulde te doen ; onder anderen kwam ook mede Thomas Sanfeyerino en veele anderen van zyn geflacht, met eene bende van achthonderd ruiters. De barons van zyne party hielden vervolgens eene vergadering te S. Chiara, wanneer zy overeenkwamen om, voor Lentemaand , duizend lanfen te bezorgen, en gedurende den oorlog tien galeijen op hunne eigene koften te onderhouden (q). Wanneer weinige maanden daarna eene galei met geld uit Provenge aangekomen was, maakte Lode* wyk zich meefter van drie kaftelen met namen S. Eramo, Cajlel Nuovo en Cajiel Ow, en aangezien hy van een zachtzinnigen en beleefden inborft was, had hy zich de ichting en genegenheid der Napolitanen verworven. Mid- de. f» Giornali Napol, apud. Mor at. t. XXIX. (?) Vide AueX fap. citat. Summqht. 1, IV. c. -;. Amton. tit XXII. * 3.  van NAPELS. 339 delertvyl bevoidt Laiijlaus zich zeer in 't naauw wegens gebrek aan geld , terwyl verfcheide barons zich voor geene der partyen wilden verklaren, en zich .op hunne landgoederen onthoudende aan beide de vorften gefchenken zonden (r). Gedurende deze opfchorting van den oorlog in Napels, viel 'er eene grote onwenteling voor op Sicilië,1 Na dat Manfred di Claramonte te Palermo geftorven was,,, kwam de pnnfes Maria, welke in Arragon, met Mar-i ten, den zoon des hertogs van Monblanco, getrouwd' was, benevens haar gemaal en een Iterk leger op Sici-V lie aan. Zy bemachtigde wel haaft Palermo, en hernam alle de fteden, welke in de handen van Manfred geweeft waren; en het gantfche geflacht van de Claramonte in hare macht bekomen hebbende , be/al zy Andries , den ftad voogd van Palermo, dezelven ter dood te brengen. Haar fchoonvader Marten hertog van Monblanco, die de broeder was des konings van Arragon, en hem ook naderhand in het koningryk opvolgde, hadt haar op dien tocht verzeld; en hadt na de bemachtiging van Palermo eene geheime gemeenzame verkeering met de weduwe van den overledenen Manfred gehouden. Als die verftandhouding in Ga°ta ruchtbaar was geworden , diende dezelve aan koningin Margareet tot een voorwendfel van eene allerondankbaarfte handeling. Zy beweerde, dat het fchande voor haar zoon was, de 'dochter van eene vrouw, die de minnares van een Kataloniër was," tot vrouw te hebben. Dienvolgende zondt : Ladijlaus, op haar aanraden , Konfiantia aanftonds naar£ een byzonder huis , alwaar zy alJeen door eene oude,^ opzichtfter , en twee Siciliaanfche meiden bediend werdt;ft en in het laatft van Bloeimaand ging hy met veertig galei- O) Giornali ap Morator. 't XXL Col. 1061 Annel Bonihcokii. Tt3 [I.BoEr. i. Hoopnsï. V. Afd. Maria n haar gelanl Mar in van Arogon neten bezit an Sicilië, -adis'au, beitlt zyn voelyk 't Konntia.1392.  34° HISTORIE II.Boek. i. ïioofcst. V. Afd. leijen naar Rome om eene echtfcheiding van -den paus te verzoeken, weike hy zónder eenige moeite verwierf (j). Koningin Margareet hoopte nog een tweede huwelyk, en'een tweede geluk voor haar zoon te bezorgen., of fchoon hare zaken toen alreeds door het machtige huwelyks goed, 't welk haar zoon met Konfiantia bekomen hadt, behouden waren. Haar gedrag, waar in zoo veel laagheid , ondankbaarheid, en ontmenfchlykheid door'itraalde, werdt niettegenftaande den voorfpoed, waarin zy was, door haare befte vrienden veracht, gelyk ook de eerzucht van den paus algemeen veroordeeld werdt (5). Ladislaus in bet begin van het jaar , door het beleid van zyn onderkoning Cicco del Cozzo eenige voordeelen behaald hebbende , befloot, omtrent twee maanden na zyne te rug komft van Rome , zyn leger in perfoon te gebieden ; en na dat hy de mis in volle wapenrufting bygewoond hadt, verliet hy Gaèta, en trok naar Aquila , 't welk de eenige Jtad was , - welke het met Lodewyk hieldt. Die van Aquila te vergeefs op ontzet gehoopt hebbende, gaven zich aan Ladijlaus over, en betaalde veertigduizend dukaten tot afkoping van de plundering, Ladijlaus nam op zyne beurt bezit van het graaffchap van Manupello , en vertoefde te Ka$ua , alwaar .> «ÜW r»a»S. 'it'E'; lOOV ,9b(i£(i3 f.i' ,>.n 9b't3a«t)d (s) ld. iS. Fragment. Siculae. Hift. ut Cup. (5) Kor.ftantia "droeg hare tegenfpoeden met eene grote kloekmoe. digheid. En op dat geen vorft zwarigheid mocht maken eene twééde hu:velyks verbmdtenis mét Ladijl'aus te fluiten , werdt zy omtrent twee jaren daarna met een bruidfcbat van 300CO dukaten ten huwèlyk gegeven aan Andries , zoon des graven van Altavüla. Toen dezeivehuar naar huis geleide, zeide zy ten aanhoren van alle de hovelingen , dit hy zich de gelukkigfte van alle de ridders in het 'koiringryk moeft rekenen, om dat hy de vrouw van zyn cpperhetr tot k>yzit hadt fi). (1) Ciormfu Napel. "ap. Murat. t, XXI. col. ioSs. SuMMOwr. U IV. c. 2ls  van NAPELS. S4* waar men uit hoofde van aan hem toegediend vergif aan; zyn leven wanhoopte ; ja zelfs ging reeds het gerucht , dat hy dood was , maar hy werdt nog door de hulp der geneesheren in het leven behouden , fchoon hy tot zyn dood toe een ftameraar bleef (*)• I" het volgende jaar, terwyl hy zyn verblyf te Gaèta hieldt, kwam 'er een gezant uit Franbyk aan om over een huwelyk tusfchen den Franfehen koning , en Joanna de zufter van Ladijlaus te handelen; doch het zelve hadt geenen voortgang. Wanneer hy in het daar aan volgende jaar een machtig leger by een gebracht hadt, door zelfs de hand-; werkslieden tot den dienft te preffen , verliet hy Gaèta,1 en legerde zich op den negenden van Grasmaand voor Napels , terwyl de haven door drie galeijen en een galjoot ingefioten gehouden wierdt. Na dat hy zich zes en dertig dagen voor de ftad opgehouden hadt, was hy genoodzaakt af te trekken, vermits zyne galeijen voor vier vaartuigen uit Provence hadden moeten wyken , en de zee daar door weder vry en open was. Weinige maanden daarna haalde het geflacht van Sanfeverino , 't welk tot ontzet van de ftad gekomen was , Lodewyk over om eene huwelyks verbindtenis met den hertog van Sesfa , welke opperadmiraal, en een der machtigfte aanhangeren van Ladijlaus was , aan te gaan. üe hertog nam den voorflag , welke Lodewyk ten dien einde deedt, gereedelyk aan , verliet aanftonds Ladijlaus , en onderfteunde zyne nieuwe vrienden met duizend ruiters. Middelerwyl zondt Lodewyk aanzienlyke gefchenken aan Ma' ria, de dochter des hertogs, en gaf haar den tytel van koningin; maar vermits Ladijlaus na het plegen van vyandlykheden , gedurende verfcheide maanden, ook het gebied des hertogs met veel geweld aantafte, werdt de hertog door middel van Bonifacius weder met hem vey« (0 Vide Aufti fup. out. Ciaioiokb. 'I. Boeki- lOOFDSr. V. Afs. Hy hele. ■srtNapsls e vergeefs. 1394-  34* HISTORIE II.Boek. i. Hoosdst. V. Afd. Lodewyk vervreemdt door zyne werkloosheid zyne vrienden van zich, 1400. 1 verzoend , en het huwelyk ging niet Voort Cm). Terwyl dit krygsvolk dan de Haten des hertogs verwoeftede , ging Ladijlaus naar Rome om Bonifacius te bezoeken , alwaar hy van zyne heiligheid, en de kardinalen grote onderftand gelden ontving. Lodewyk werdt omtrent dien zelfden tyd ook eenigfins door paus Klement geholpen , maar zyne heiligheid ftierf kort daarna, naraelyk omtrent het milden van Herfftmaand. Deszelfs opvolger BenediStus de Dertiende beveftigde Lodewyk aanftonds in het koningryk van Napels, en verklaarde zich voor deszelfs befchermer. ( Vermits Lodewyk fteeds te Napels bleef, zonder iets uittevoeren, terwyl zyn mededinger geftadig met de eene of andere verrichting bezig was , gingen zyne zaken wel haaft te rug , alzo verfcheide barons , in het byzonder de Sanfeverini, befloten hebbende zyne party te verlaten op eene verraderlyke wyze by hem aandrongen om Napels te verlaten, en tot hulp zyner vrienden naar Tarento] op te trekken; doch wanneer hy eenige jaren daarna , zich door dien raad liet overhaalen om naar Kalabrie te gaan , lieten de Napelfchen aanftonds het krygsvolk van Ladijlaus binnen de ftad , en hielden Karei , den broeder van Lodewyk , welke iort na deszelfs vertrek , met eene kleine verfterking, uit Provence , aangekomen was, gevangen. Lodewyk was op het horen van de tyding nopens het verlies van Napels ten eenemaal wanhopende van in ftaat te zullen zyn om zyne zaken te herftellen; en niettegenftaande by nog in het bezit was van meer dan de helfte van het ioningryk , en verfcheide getrouw geblevene barons in lyne belangen waren , befloot hy volftrekt naar Provenit te keeren. Hy ging dan ook te Tarento fcheep , en jeilde by het eiland Capree om , en tradt in eene onderCu) Giornali ut fuprai  van NAPELS. 343 rJerhandeling met Ladislaus waarby hy aanboodt Caftel Nuovo te zullen overleveren, onder voorwaarde, dat de Franfehen bezetting met zak en pak zoude mogen vertrekken en zyn broeder in vryheid .gefteld worden. Ladiflaus bewilligde met veel genoegen in die voorwaarden , en Lodewyk zynen broeder benevens de bezetting aan boord van zyne vloot ingefcheept hebbende, ftevende rechtsftreeks naar Provence tot groot leedwezen zyner vrienden (w). Omtrent denzelfden tyd hadt Marten koning van Sicilië, zich meefter gemaakt van Catania; en na dat hy velen partyzieke barons ondergebracht hadt, •noodzaakte hy het gantfche eiland zyne macht te erkennen (x). Die barons, welke den hertog van Anjou verraderlyk verlaten hadden , werden [wel haaft van de onvoorzichtigheid van hun gedrag overtuigd; want Ladislaus hadt naauwlyks zynen mededinger uit het koningryk weten te krygen , of hy befloot hen ten eenemaal te beteugelen, en 't onder te brengen. Hy bemachtigde in het einde van het jaar het gantfche graaffchap van Fondi, uitgezonderd Ponteciello en Portella op de grenzen van het koningryk ; en in de volgende grasmaand viel hy na het houden van eene ftaatsvergadering, in Kalabrie, en bemachtigde dat gantfche landfehap, behalven Reggio en Cetrer.e, welke laatfte ftad, door eenige Fra*fchen, die na het vertrek van Lodewyk derwaard gekomen waren, bezet was. Hy noodzaakte echter de Franfehen wel haaft om zich overtegeven , en verzekerde zich op zynen te rugtocht van verfcheide perfonen uit het geflacht der San Severini, welke hy in de kafteelen van Napels gevangen zette. Hy ontnam ook het hertogdom van Sesfa aan het huis O) Vide aufl. fup. ctat. Gtannone. (*) Frag Hift. ficul. an. i3y4 & 1389. Europ. Hist. X. Deel, I. Stuk. Vv ir. Boek. I. Hcofdst. V. Af». Hy keeii Baar Pro. vence. .7. • 1401. Riqv'Jcwt  544 H IS T O R 1yE ïi.EoEir. L HOOFDÈT. Aro. Ladifiaus trouwt de Zufter vi den Konir, van Cypru 1402. fy) Giornal. ut fupra. huis van Mariano, en ftelde den zoon van den laatft overledenen admiraal, benevens deszelfs'moeder en twee zusters, in eene gevangenis. Nadat hy dus het gantfche koningryk onder zyne gehoorzaamheid gebracht hadt, ging hy, op raad van zynen groten befehermer Bonifacius, een huwelyk aan met Maria de zufter des konings van Cyprus, wélke , op den twaalfden van fprókkelmnand des volgenden jaars , benevens haren oom, en verfcheide voorname Cyprifche vrouwen, te Napels aanlandde,waarna het huwelyk met veel pracht in die ftad voltrok<-■ en werdt.(y) Omtrent den zelfden tyd werdt hy verwittigd , dat de Hungaren - hunnen'' koning ' Sig'mnund ■ gevangen gëééfc ' en zynen ftandaard door het gantfche koningryk opjërécht hadden Hy ontving ooit herhaalde- aanzoekingen van de Hungaarfche-edelen, welke hem hunne kroon aanboden , waar door hy in het volgende jaar overgehaald werdt naar dat koningryk te vertrekken, onder voorwendfel van zyne zufter Jodfina, welke eenigen tyd te voren aan den.hertog van Öoftenryk verloofd was, naar Duitfch)and te brengen. Dewyl hy zich. het noodlot van zynen vader herinnerde, vertoefde hy te Zara, of Jadra, aan de kuft van Dalmatie. tot' dat hy van den'rechten ftaat der zaken in Hungarye zoude onderricht wezen l Veelen der Hungaarfche barons en kerkvoogden kwamen hem in die ftad hunae opwachting maken, en hy wordt ,. volgens Bonincontrius. en anderen, door den bisfchop van 'Gran, of Strigonia plechtiglyk gekroond; dochs naar het verhaal Van Theoioricas van IS iem $. gelafte Bonifacius den kardinaal van Florence om hem de kroon op te dragen , «fchold hem daarenboven eene fchuld van driemaal honS"dèrd duizend norenen kwyt, en fchonk hem de tienden s' van alle kerkelyke bedieningen voor den tyd van drie jaren. Middelerwyl kreeg Ladislaus tyding, fatSigismund, welke  VAN N A.P E L S. 345 welke uit zvne gevangenis ontkomen-was, met een machSS leger Bohemers naar Hungarye m aantocht was, wet halve hv het niet raadzaam oor-oeelde met denzelven over •het koningryk in gefchil.ee.komen*., maar hy verliet oumiddelyk Jadm, en kwató te Napls-.i* rug (s) ■ ™WÈkWi maanden -na zyne te rugkomft, verloor- hv ZVne koningirt , en kort daar pp ,zyperif groten patroor. Bonifachü. welke, in flachtmaand ,. door Bmocentius dsi zevenoen, 'te Sulmo in het koningryk Aangeboren, ongevolad werdt. Als i.adiflaus deze verkiezing hoorde trok hy° aanftonds. met eenig krygsvolk naar Rome onuei voorwendfel van den . nieuwen paus. te begroeten, maai in de daad, met-een voornemen om. de party der Gtbel hnen by te ftaan, welke zederd de kiatite verkiezing var een paus een groot oproer in Rome verwekt hadden,-ui verlangen om het oppergezag der ftad uit de handen vai dien heiligen vader te wringen. Ladisaus fcheen dei Lis genegen te zyn ; doch hy bevorderde werklyk è oneenigheid , in de hoop van jfetf te regeering meefte: -te worden Door beide partyen tot fcheidsmae gekozen "ivnde ftondt hv het volk toe een opperhoofd voor ziel te kiezen; maar liet het Leonynfche gedeelte der ftad ei het kafteel van St. Angelo in de handen van den paus welke hem Campania di Roma voor drie jaren afftond (a) Vervolgens keerde de koning naar Napels, doch hiel onder de hand by de Gibellynen aan, dat zy by hunn tegenkanting tegen den paus wilden volharden, met be lofte van hen te befchermen en by te ftaan. Weinig weken na zvne terugkomft, iverrft hy verwittigd van he overlyden des hertogen van RamondeUo Urfino, vorft va Tarento, welke twee zoons-en eene dochter nahet, waai on -hv befloot zich meefter'van dat vorftendom te ma v J ken .\oqsVl MmO (4) • K) BON' è"C 11T. l.lf.Tio'ÏI^COïTTïiTHEO^.N-IEW, SüMM'WT, (a) Niem. ut fupra. Aktom. tit =2. c. 4. -' - Vv 2 1L Boek, .1 I. Hoofdst. V. Afd. Haar dood, 1404. few* ibT «»v i*\ , .oir.31 1 1 1 1 1 1 t 14=5. i t •- >••• ï i  II.Boek. I. Hoofdst. V. Afd. Hy trouwt met deprinfes van Ta. rento. 1406. 346 HISTORIE ken; hy liet ten dien einde, in Lentemaand, negen galeyen buiten omvaren , en trok zelf met zevenduizend ruiters en eene grote bende voetvolks derwaard. Hy maakte zich. in het kort meefter van het gantfche vorftendom , uitgezonderd van Tarente, 't welk door eene talryke bezetting, waarover de zoons van den laatft overledenen vorft, en veelen uit het huis der San Severini het bevel voerden,; verdedigd werdt. Vermits hy aan zyne macht om de ftad met geweld, te bemachtigen, wanhoopte, befloot hy de jonge prinfes Maria te trouwen. Derzelver broeders luifterden met genoegen naar dien voorflag, en, na het voltrekken van het huwelyk, werdt hy in het" bezit der ftad gefteld, en omtrent eene maand daarna geleidde hy zyne nieuwe, kóningin naar Natels. O) Terwyl dit alles voorviel', hadt Marten , koning van Sicilië', zyne koningin verloren ,- zynde dezelve weinige jaren te voren uit droefheid wegens het verlies van haren zoon, die by toeval, wanneer, hy zich in de behandeling van de fpeer oefende j omkwam geftorven. Marten bleef volgens den laatften wil van zyne gemalin en door den afftand van zynen vader'in het bezit van het eiland en trouwde dit jaar met Blanche, de dochter des kcnings van Navarre. (e) Middelerwyl voer Ladijlaus, inzyne bedekte, onderhanMmgen met de Gibellynen'm Rome voort, haalde.dezelve over Dm den paus uit de ftad te jagen en deszelfs paleis in bezit te nemen. Joan Golonna beloofde hem de opper heerfchappy over de ftad, waarop hy aanftonds den graaf van Troja met eene bende krygsvolks derwaard zondt, welke ioor Colonna binnen gelaten werdt,. en bezit van het kafteel (b) Gioenal. Napol. (el Fazel. Dec. II. 1, ix, Süsit. Indic. 1. III. Fragm. Hift. fleak p. Murator. t. XXIV.  van NAPELS. 347 kafteel St. Angelo nam. De Romeinen noodzaakten echter, die foldaten fpoedig de ftad te verlaten en ontboden in de volgende lente den paus te rug, welke eenige weinige maanden daarna een vonnis van kerkban, en afzettingtegen Ladijlaus uitfprak. De koning over dezen kerkblikzem, waardoor hy gevaar liep zyn koningryk te verliezen, verflagen zynde, floeg aanftonds eene fchikking voor, welke door bemiddeling van des pauzen neef, en Paolo Urjini het hoofd der Guelfen te wege gebracht werdt, onder voorwaarde, dat hy het kafteel St. Ange» hy en alle andere plaatfen, welke aan de kerk behoorden, zoude ontruimen, (d) Innocentius overleefde dit verdrag flechts eenige weinige maanden, en werdt in bet begin van wintermaand door Gregoor den Twaalfden een Venetiaan opgevolgd. Vermits Ladijlaus fteeds gezind bleef meefter van Rome te worden, trok hy in zomermaand met een leger derwaard, en trachtte de ftad by verrasfing in te nee. men, doch zyn volk werdt,.na dat het reeds binnen de plaats gekomen was, door Urfini, den pauslyken generaal terug gedreven, terwyl Gregoor en verfcheide der kardinaIen de vlucht naar het kafteel.van St. Angelo namen./Y) Wanneer de paus. eenige. weinige maanden daarna Rome verliet met voornemen , gelyk. hy, zeide , om naar Savena te gaan , alwaar eene onderhandeling met den tegenpaus beftemd was., ten einde de fcheuring in de kerk te doen eindigen, bleef Pook- Urjini. met het oppergezag in de ftad behouden Het is onzeker, of hy eenige belediging van den paus hadt ontvangen; maar hy wordt door Eonincontrius befchuldigd, dat hy een voornemen gehad hebbe de ftad aan. den. tegenpaus over te. leveren. Niet (i) Nibm. Lt fupra. Ramal». Annal. (') NiSAt. ut fupra. Sïomd. Annal an. 1407. Vv 3 II. Boek. I. Hoofdst. V. Afd. en wordt door den Paus in den ban gedaan, 1407.  343 HISTORIE II. Boek J. Hoofdst V. Afd. Hy neemt bezit van Rome, 1408. ■ Niet lang daarna tradt hy volgens het fckryven van Theodoricus van Niem en Antoninus , in eene onderhandeling met Ladijlaus, welke in de volgende lente met een leger van vyftienduizend ruiters en veel voetvolk naar Rome trok, en op den vyf-en twintigften van grasmaand op eene zegepralende wyze onder een verhemelte van goud, zyn intrek in de ftad deedt, alwaar hy door het volk, 't welk met palmtakken in de hand voor hem uitging , tot koning der Romeinen, en keizer uitgeroepen werdt (ƒ). Den volgenden dag werdt hem het kafteel van St. Angelo door den flotvoogd overgeleverd, welke om die reden de beleening van het graaffchap van Qua. rata in Apulie' benevens eenige duizenden florenen ontving-* LadiHaus nam ook bezit van Tivoli Perugia, en veele andere fteden en kafteelen welke aan de kerk behoorden. Hy herftelde alle uitgebannenen, en veranderde de overheden in Rome; hy liet alle de veftingwerkender ftad in goeden ftaat brengen , en begaf zich naar Lucca by Gregoor, om denzelven aan te raden geen afftand van het pausfehap te doen , vermits hy bevreesd was, dat, als de grote fcheuring een einde nemen mocht, zyn recht op het koninglyk van Napels in twyfel zoude getrokken worden (g). Dit was waarfchynlyk de rede, waarom hy : zo gefield was, om in het bezit van Rome te wezen om, namelyk, wanneer de kardinaals zich eens weder mochten vereenigen, hy in ftaat zyn zoude om ten bihoeve van zich zelven, voorwaarden met den nieuwen paus te maken, offchoon hy ook buiten twyfel grootlyks door zyne verwaandheid, en eerzucht aangezet wierdt; want hy hadt zich naauwlyks meefter van Rome gemaakt, of hy nam den groottenen tytel aan van Ladiflaus, door de genade Gods, koning van Hungarye, Jerufalem, Sicilië, Dal- ,t«flflA .«JAVaH /uqsiY H .*»»•' • (f; Njém. de fchfemï f. III. Awtoh. tlt. 21. c-5. (let. 5.  van NAPELS. 349 Dalmatie, Croatie, Rome, Servië, Salicië, Lodomirië, Comanië, en Bulgarye, Graaf van Provence, Forcalquier3 en Piemont (//)• De Romeinen waren zyne regeenngwel haaft moede , en hy was niet zo haaft naar Napels gekeerd , of zy floegen openlyk aan het muiten , zetteden den fenatenr gevangen, en verdreven zyne troepen uit de ftad (0- In het volgende jaar maakte hy zich wederom meefter van Rome, en na dat Gregoor hem Romagna voor een gefchenk van twintig duizend kronen overgeleverd" hadt, trok hy in het begin van grasmaand met eer leger van achtienduizend i ruiters béhalvón het voetvolk naar Toskane, en-nam bezit van Cortona-, Certaldo\ en vee ]e andere fteden en kafteelen. Hy trachtte ook Siennatt overvallen, en nam voor Florence te belegeren, dewyl d< Florentynen toegeftaan hadden , dat de kardinalen,'welkt de party van Gregoor en Èenedictus verlaten hadden , eene kerkvergadering in Pifa, hielden , waarop de f lorentynen ter hunner verdediginge een 'verbond aangingen met di< van Sienna , als ook met Balthazar Co/la, legaat vai Boulonje. (k). . De kerkvergadering van Pifa hadt middelerwyl de twee twiftende pauzen Gregoor en Benedictus afgezet; en verkoos op dén zesentwintigften van zomermaand een der vlpn: welke den naam van Alexander den vyrden aannam. K>-Jl Dewyl de nv cht en de eerzucht van Ladislaus , welke La'dU nog fteeds Gregoor erkénde, in Italië grootlyks geducht fiaus in was, zet'te silexander onmiddelyk na zyne verkiezing, L» den ban ' dewyk van /Injou aan. Ten einde zyne cifchen op Napelsdoette hernieuwen; en weinige weken daarna by zyne aankomft te Pifa j liet hy een vonnis van kerkban en afzetting tegeia Ladislaus afkondigen, en beleende Lodewyk b met (g) Niem. ut fupra Bonincohtr. Annal. h. vide ,auct. fup/citat. fj) NlEM-.-^yUMONT. ibid. * (k) Giornal. Napof. Annal BÖNiNCONTa II. Boek. I. HOOI'DST. V. AïD. en valt in Toskane. 1409. ! 1 j De kerkvergadering van ■ Pifa ver- 7.;./l  35° HISTORIE II. Boek. I. HoofnsT, V, Af», Marten Koning van i Sicilië ftcift. < 1 ■ 1 ' '' 's 1 .1 .1 \ 1 met het koningryk. Lodewyk nam ten eerften deel in de Florentynfche verbindtenis, en verzamelde een leger, waarmede hy wel haaft alle de kerklanden in Toskanen heroverde , de Napolitanen, tegen het aflopen van het jaar, uit Rome verdreef, en hec kafteel van St. Angelo bemachtigde (/). Ladislaus, middelerwyl hopende zich tegen zyn mededinger te verfterken, ontboodt Paus Gregoor van Gaeta., en bande zeer veele edelen, wier trouw hy verdacht hieldt, uit de ftad Napels. Hy liet het grootfte gedeelte van zyn leger op de grenzen, vermits irerfcheide barons in Campania en het graaffchap van Fondi openlyk aan het muiten geflagen waren, en zich /oor Lodewyk verklaard hadden (in). Gedurende deze gebeurtenisfen, ftierf Marten, koning van Sicilië te Cagliari in Sicilië, werwaard by het jaar ;e voren gegaan was om de inwoners, welko tegen zyns /aders regeering opgeftaan waren , t'onder te brengen. Dewyl hy zonder kinderen overleedt, hadt hy zynen valer Marten, koning van Arragon, by zynen laatften wille ;ot erfgenaam van Sicilië, en zyne gemalin Blanche tot jeftierdfter van het eiland gelaten (n). Wanneer paus ilexander weinige maanden daarna ftierf, werdt hy door Jen legaat van Boulonje opgevolgd, welke den naam van Joan den drieentwintigften aannam. .Aangezien hy een Vapolitaan, en een openbare vyand van Ladislaus was, iet hy zich met veel yver gelegen zyn ten behoeve van Lodewyk Anjou, welke met byftand der Florentynen, der. ien galeijen en negen andere vaartuigen, tegen Napels ïitrufte. Dewyl de fchepen van de galeijen afgezonderd paren, werden dezelve door de vloot van Ladislaus genomen, (1) Niem. et. Anton. ut fupra. \m) Giornal. ut fupra. (,n) Fragment. f:eui. Hift. ap. Mmat. t. XXIV. Spomd. Annat .  van NAPELS 3Si nomen, welke omtrent dienzelfden tyd eene vergeeffche ] poging deedt om Rome te verrasfen. Nadat j oan zich, by na acht maanden te Boulonje opgehouden hadt, maak-1 te hy toeftel om een inval-in het Napelfche te doen , en kwam de volgende lente te Rome , alwaar hy Loaewyk van Anjou tot ftandaarddrager van de kerk verklaarde,.' I3j fjkg sbnia ri'-t röM-fttt aftjfvhan*» «*h -ir- % Kort na het verrichten van deze plechtigheid, trok Lodewyk met een leger van twaalf duizend ruiters , behaiveu het voetvolk naar Napels , en tartte , op den nesenden , (o) of volgens fommigen , op den negentienden van Bloeimaand de legerplaats van Ladijlaus ,r wiens krygsmacht uic omtrent dertien duizend ruiters^ en vierduizend voetknechten beflondt. Ladijlaus werdt,v na een zeer hardnekkig gevecht , geheel ep ai verflagen/ en ontvluchte met veel moeite naar Rocca Secca , en^ van daar naar óf. Germaïn , alwaar het overfchot van zyn leger zich weder by elkander voegde (p). Indien de vyanden 'van Ladijlaus hunne overwinning doorgezet hadden , zoude hy , volgens zyne eigene gedachten , ten eenemaal te niet geweeft zyn (q). Lcdewyk van Anjou was zeer gezind om dieper in het koningryk in te dringen , doch Pauwel Urjini , en Sforza, twee foldaten van fortuin , hadden geen luit om den oorlog te doen eindigen , en vertraagden met opzet den verderen optocht van het leger , zo dat alle vrucht der overwinninge verloren was. Vermiïs het pauslyk leger uit gebrek van betaling op-< roei ig werdt, was Lodewyk genoodzaakt weder naar Rome \ te'vertrekken , en over de wispelturigheid der Swliërsk mis- (o) Giornal Nanol. v,, O) Pogoh. Hifi. ip. MuR^. t. XX Aretiït. Comment. ap. eund, (?) Cottföjêm. affSw n. uc' fgpra Europ.Hist.X. Deel. I.Stuk. I.Boek. i. j lOOFDST. v. Afb, .adiflaus w Lodeyk van tvjou geagen. HU. lelke naar rankryk tert.  35* fïISTÖRIE II. Boek. i. HoOFBST. V- Ar». 1412. Oe paus fluit een wdemet Ladiflaus. misnoegd zynde , keerde hy , kort daaraan, haar Frankryk 3 terwyl Joan, welke genoodzaakt was zich zelven te verdedigen , of het bezit van den pauslyken ftoel te verlaten , twee bullen van kerkban tegen Ladijlaus liet afkondigen , en , in het begin van het volgende jaar, een kruistocht tegen hem deedt prediken ; hy vergunde ook de ergerlykfte aflaten, ten einde geld te krygen om den oorlog voort te zetten ; doch dewyl zyne veldoverften , Urjini en Sforza , met veel laauwheid te werk gingen, was hy genoodzaakt een fchandclyken vrede te maken, welke op den vyf en twintigften van Bloeimaand gefloten werdt ( r )'i Ladislaus beloofde by de artykelen van vrede , dat hy Gregoor zoude verlaten, mits dac Joan hem honderd daizen dukaten betaalde , en dat dezelve zich insgelyk verbondt hem als koning van Napels te erkennen , hem in het heroveren van bichië behulpzaam te zyn , en hem eene jaarwedde van tweeduizend dukaten te ztfltén geven (f). Weinige'maanden daarna verloor Ladijlaus zy. ne moeder , welke met veel pracht te Salerno begraven werdt. Niet tegenftaande de voordeelige vrede welken hy met den paus gemaakt hadt, werdt hy nochtans doör Sforza , welken hy met zyne bende van vierentwintig ruiters , en vierhonderd voetknechten , in zynen dienft aan genomen hadt, aangezet om gantfch Italië onder zyne machc te brengen. (O Hy verzamelde dan in het volgende jaar een talryk leger ; en offchoon hy in eeue goede verftandhouding met den paus bleef , was niet te min het gerucht algemeen , dat hy voornemens was Ro> me aan te taften. Joan bevorderde dat gerucht, dewyl het (O Niem, Vit. Joan XXIII. Brov. b. ann. O 5 P'gn- Hift. Princ. Ateft. initio t. VI. Pobuii Hift. (j) BoaiMCOHTg. Annal.  tam NAPELS 353 het hem tot eene verfchoning ftrekte om niet op de algemeene kerkvergadering te Conflans te gaan ; ja, volgens het fchryven van Poggio , (m) werdt hy gezegd Ladijlaus zelfs aangezocht te hebben om in de mark van Ancona te vailen , met oogmerk om Urjini , aan wien hy de zorg van dat landfchap opgedragen had, onder te brengen. Ladijlaus zondt een gedeelte zyner troepen onder het bevel van Sforza naar de mark van Ancona; doch hy zelf omfingelde , op den achtften van Zomermaand de ftadt Rome met het grootfte gedeelte van zyn leger , zo dat de paus en de kardinalen met veel moeite daaruit ontkwamen , en zich van daar naar Florence begaven. De koning behandelde de Romeinen met de grootfte onmcnfchlykheid. Hy maakte zich meefter van de pauslykc kapel en paleizen , en plunderde dezelven; beroofde alle de kerken der ftad van hare fchatten ; nam alle de juweelen van den heiligen ftoel, en veele koftbare kiften met Heilige overblyflèls naar zich; liet verfcheide kerkvoogden ombrengen; en nam de bezitting van alle de Florentynfche kooplieden in beflag , na dat hy dezelven van zyne befcherming verzekerd hadt (w). Hy trok van Rome naar Toskane , en bemachtigde in het kort den gantfchen kerklyken ftaat , tot aan het grondgebed van Sienna en Florence toe, terwyl hy ondraaglyke brandfchattingen van de inwoners vorderde , welke daarenboven door zyne foldaten met veel onmenfchlykheid bahandeld werden. Hy liet het bevel over zyn leger aan Sforza en Nikolaas iEJïe, en keerde in het laatft van het jaar naar Napels ; hy haalde ook kort daarna Paolo Urjini , en des . («). PocGir. Hift. ap. Munter, t. JÊX. (w) Idem ut fupra. Niim. ut fupra. Collehut & Summont, Hift. Naap. Xx 2 II.Boek:. i. HoOTDST. V. Afd: \velke echter lome over' >altenplunlert. 1414. .  II.Boek i Hoofdst V. Afd. Deszelfs dood. (*) monstkelet. i. i. c. 12?. CoLLENUT. & SüMMONT. Ut ftipïS & alii. fGiannone Sïond. Annal. S5# H I S T. O IR I E des zelfs Broeder Otto over om den paus te verlaten , en in zyn dienft te komen ; hy viel in de volgende Zomermaand aan het hoofd van eei leger weder in Tosicme , met oogmerk om de Florentynen onder ite brengen- Hy nam zyn hoofdkwartier te Perugia, alwaar hy gézegd wordt eene minnary met de dochter van een geneesheer gehad te hebben. Volgens verfcheide fchryvers werdt die geneesheer door de Florentynen omgekocht om hem te vergeven, 't welk hy deedt door zyne dochter zelve zodanig te vergeven , dat zy niet by den koning konde liggen, zonder dat dezelve daarvan befmet wierdt Cx). Poggio , Aretin, Theodoricus. van Niem , en andere fchryvers maken geen gewag van vergif, maar fchryven deszelfs kwynende ziekte aan eene overmate van ongebondenheid toe. Zyne ziekte noodzaakte hsrn zynen tocht tegen Florence ter zyde te jftellen , en naar Rome te keeren , alwaar hy , zyne ongefteidheid toegenomen vindende , fcheep ging', en ter zee naar Napels vertrok , Urjini en deszelfs broeders als gevangen met zich nemen, de onder voorwendfel, dat zy in eene geheime verftandhouding met zyne vyanden geweeft waren. By zyne aankomft te Napels , werdt hy op den tweeden van Oogftmaand , in een draagftoel naar ftrand gebracht, en ftierf vier dagen daarna in het negen en dertigfte jaar zyns ouderdoms , en het dertigfte zyner regeeringe. Hy was een zeer ervaren generaal, en milddadig jegens zyne foldaten ; doch in zyne handelingen , 't zy met zyne naburen of onderdanen , floeg hy geen acht op rechtmatigheid , ja hy beroemde zich over zyn bedrog en meineedigheid (y). Ver-  va'n NAPELS 355 Vermits Ladijlaus geene kinderen van zyne drie vrou-' wen na liet , werd hy door zyne zufter Joanna, hertoginne weduwe van Oqfienryk, welke toen in het vier en veertigfte jaar hares ouderdoms was , opgevolgd. Zy had zich langen tyd berucht gemaakt door de menigte van minnaars , waar van zy verfcheiden , by hare komft tot, den throon bevorderde. In het byzonder ftelde zy haren5 gunfteling i andolphello Alopo tot grootkamerling Van het; koningryk aan , wiens poft is zorg te dragen voor de1 domeinen des konings. Pandolphello gedroeg zich in zyne nieuwe waardigheid zeer hovaardig , liet kort daarna Sforza gevangen nemen , en in dezelfde gevangenis met de Urfini oplluiten , om dat hy , gelyk men zeide, beducht was , dat dezelve zich met behulp van het krygsvolk , welk onder zyn bevel ftondt , tot vorft van Kapua zoude verheffen; doch volgens fommigen vreesde hy , dat Sforza een te grote gunfteling van de koningin worden zoude (z). De grootkamerling fpande ook alle' krachten in om het huwelyk van de koningin te beletten, * doch te vergeefs , want Joanna verloofde zich op de{T fterke aanzoeken van hare raadsheeren met Jakob , graaf de la Marche uit het huis van Bourbon , in Frankryk , welke op den tienden van Oogftmaand te Napels aankwam , wanneer het huwelyk voltrokken werdt, en hy , zonder bewilliging van de koningin of edelen, den tytel van koning aannam. Joanna zelve was tot koningin uitgeroepen . zondter dac de bevteftiging van den paus daar toe vereocht was (a). Dtewyl fandolphello welbegrepen hadt , dat hy , ingcvalle de koningin mpcht trouwen , het voordeel van hare gunft niet lang zou. de genieten , hadt hy befloten zich zelven door machtige (3) Giornal. Napol. QnvsoKr. («) Vide au£t. iup. ut. Xx s I.BOEK. 1. dOOFDST. V. Afd. 7y wordt 'oir zyne ujler Torna opge. olgd. I4I5- 'eikenden raaf de Ia tf.-irche fouwt.  ii» Boek. j. Koofest. V. Afd. Hy neemt de gantfcbt regeering aan zich en zet de koningin gevangen. 1416. 3.56* HISTORIE tige echtverbindtenilTen te fterken » en hadt voor de aankomft van koning Jakob Sforza overgehaald om Catarinella Alopa te trouwen , onder voorwaarde , dat hy daar door in vryheid zoude gefteld worden. Na het voltrekken van het huwelyk volgde eene byzondere naauwe verftandhou* ding tusfchen Sforza en Pandolfelk , welke ook onder andere oorzaak was, dat de barons den tytel van koning aan den graaf de la Marche badden opgedragen , ten einde hy in ftaat mochte zyn hunnen invloed en gezag op te wegen. De koning befloot aanftonds hen te beteugelen , liet daags na zyn huwelyk Sforza in ketenen flaan , en weinige weken daarna P andolphello gevangen zetten j by gaf vervolgens laft hen beiden te pynigen , waarna Fandolphello , op zyne bekentenis , ter dood gebracht werdt. Jakob nam ook alle de veftingen van het koningryk onder zyne macht, vertrouwde dezelven aan de zorg van Franfehen, en een tegenzin in zyne koningin wegens derzelver flecht gedrag opgevat hebbende , benam hy haar alle deel in de regeering ; ontzette haar van alle hare oude bedienden, welker plaatfen hy door Franfch volk aanvulde ; en ftelde eene wacht by haar, om dat hy niet wilde , dat eenigen harer onderdanen met haar fpreken zouden. Wanneer hy kort daarna , door de tyding van het overlyden des hertogs van Anjou , van zyne vrees voor een medededinger bevryd werdt, en niet van des pauzen zyde .te duchten hadt , als welke met de kerk. vergadering van Confians te veel bezet ftasjf ftelde hy Pauw el Urjini en deszelfs broeder Orfo in vryheid , hopende daardoor de binnenlandfche onlusten ten eindete brengen , en zyn koningryk. in vrede te regeeren., Zyne grote genegenheid voor de Franfehen , aan welken hy alle bedieningen ichonk, vervreemde welhaaft alle de gemoederen der baronnen van hem, en vermits de Napolitanen van het gezicht harer koninginne beroofd waren', begon-  van NAPELS. 35? begonnen dezelve openlyk te morren. Na dat Joanna omtrent twee jaren opgefloten geweeft was , verkreeg zy de vryheid om in een hof, aan een Florentynfch koopman toebehorende , te fpyzen, waarvan de Napolitanen niet zo haaft verwittigd waren , of zy ylden derwaard in groten getale uit nieuwsgierigheid om haar te zien. Twee der edelen zetteden het volk aan om hare verdediging op zich te nemen. Na dat zy dan het middagmaal genomen hadt, werdt hare lyfwacht genoodzaakt haar te verlaten , en werdt door het volk naar het aartsbisfchoplyk paleis en van daar naar Caftello di Capuano gebracht. De koning begaf zich aanftonds naar Caftello Nu-, ovo , alwaar hy uit laft der koninginne belegerd werdt, doe 1 de Napolitanen befloten liever Jakob weder te helpen; dan de gantlche regeering aan Joanna in handen te geven, en waren op eene verzoening tuslchen hem en de koning;nn? bedacht. Men ftondt hem toe den tytel van koningh, eene jarlykfche wedde van veertigduizend dukaten doch men deedt hem beloven het Opperbeftier niet aan zich te nemen. Joanna bevorderde aanftonds verfcheiden ha-er gunftlingen tot de voornaamfte ampten, ftelde Sforza in vryheid , en gaf hem de poft van grootkonftabel; zy was ook zeer mild in het bewyzen van gunften aan de Napoiitanen , ten einde hen geheel en al van den koning te vervreemden (b). TiiRWfL dit in Napels voorviel , ftierf Ferdinand koning van Arragon en Sicilië in Katalonië, welke omtrent twee jaren te voren tot Koning dier twee ryken verkozen was , vermits Marten geen krooft hadt nagelaten. Alpbonfus, de oudfte zyner vier zonen , werdt toen tot (Z>) Vide auft. citat. ut fupra. I.BOEK. t Hoofdst. VI. Af». Zy werdt door de Napolitanenin vryheid refteld.  ff. Boek. i. Hoofdst. V. Afd. Alphonfus van Ar- ' ragon ( werdt ke- -( ningvan Sicilië. 1417 1 1 c i De konin- ^ gin zet ha-C ren gemaal j gevangen, j ( t Ti 1418. J $ t r I 2 j \ 1. 358 HISTORIE tot koning uitgeroepen , en Joan deszelfs twede zoon , kwam in Sicilië , als beftierder van het eiland ^c) Middeleuwyl gaf de koningin zich geheel en al over .an het beftier van haar opperhofmeelTer Sergianni Carac:ioli, welke befchuldigd werd eene ongeoorloofde verkering met haar te hebben. Ten einde Sergianni zich ie gunft der koninginne mocht verzekeren , ve, wyderie hy zyne twee grootfte mededingers Sforza en Origl'a /an het hof. Origlia werdt als gezant naar de kerkvergadering van Conjtans gezonden , en Sforza trok in het aatft van Louwmaand op om het kftfteei van St. Angelo e ontzetten , welk door Bracchio da Mmtone, een lblaat van fortuin , die gedurende het verblyf des pauzen n Duitfchland, zich meefter van Rome gemaakt hadt» be;gerd was. Sergianni bewoog kurt daarna de koningin im haren gemaal gevangen te zetten , en om alle 'de ?ran/chen uit hare ftaten te bannen ; of fchoon de ko. iing , door zyne willekeurige regeering , zich den haat !er Napolitanen op den hais gehaaid hadt, vondt h v echer middel om eenen groten aanhang onder de Napoiitaen te maken , door de jaarwedden, welke de Franfehen •okken , onder de ryke ingezetenen te verdeelen , en et gemeene volk eetwaren tot een lagen prys te bezoren. Wanneer nu Sforza intusfehen Rome weder be. lachtigd hadt: , kwam hy weder met zyne, krygsmacht aar Napels , en was ten. hoogften verftoord ■ tegen Ser* ianni , welke nagelaten hadt hem geld te zenden om yne foldaten te betalen , op dat zy oproerig mochten /orden , en naar Bracchio overlopen Sergianni werf /el volk om hem tegen te gaan ; doch dewyl Sfora Napels belegerde , vondt de koningin zich genoodzaakt (c) Fragment, ilcul. Hift. yt fspra. Sbmt. Iadic. 1. III. Mariah. XIX.  van NAPELS. , 359 'zaakt baren gunftling naar het eiland Procida te bannen. Joanna werdt, ten zelven tyde, door den hertog van Bourgogne , en paus Marten, welke door de kerk, vergadering van Kenflans verkozen was, fterk aangezet, om haren gemaal in vryheid te Hellen. Marten zondt haar kort daar aan twee legaten, welke haar beloofden in hare kroning te bewilligen; en weinige maanden later kwam zyn neef Antonio Colonna te Napels met een opflel van een verdedigend verdrag tusfchen hem en de koningin,1 welke kort daarna afgekondigd werdt. Antonio verzoende Sforza en Caraccioli voor een groot gedeelte met elkander ; doch, vermits de koningin het niet raadzaam oordeelde , CaraccioÜ aanftonds te Napels te laten komen, zondt zy hem als haren gezant aan den Paus , welke in fprokkelmaand te Florence aangekomen was. Caraccioli gaf op haar bevel Oflia, het kafteel van ƒ. Angelo, en Civita Vecchia aan Colonna te rug, en vervolgens zich naar Florence begeven hebbende, hadt hy verfcheide mondgefprekken met den paus, aan wien hy den byftand der krygsmacht van de koningin tegen Bracchio, welke de kerklan. -den ingenomen hadt, beloofde. Omtrent dien zelfden tyd kwam de kardinaal legaat te Napels aan om de plechtigheid van de kroning der koninginne te verrichten; maar dewyl hy aanhieldt, dat de koning eerft in vryheid moeft gefteld worden, maakte zy ten laatften eene over eenkomft met den koning, welke op den vyftienden van fprokkelmaand uit de gevangenis kwam , en, van een groot getal edellieden verzeld, door de ftad naar Caftello di Capttano ging. Hy vondt fpoedig een groot getal vrienden , en veelen der edelen van de Seggi gingen hunne opwachting by den legaat, als mede by des pauzen broeder en neef maken, om voor te flaan, dat hy te gelyk met de koningin mocht gekroond worden. Caraccioli, welke weder naar Napels te rug gekeerd was, werdt over dien voorflag zeer ontzet; doch door uittewerken, dat de ko- Europ. Hist. X, Deel. I, Stuk. Yy ningin II.Boek; i. Hoofdst. V. Afd. sy maakt •tn ver ie'igend verirag met fón Paus. 1419.  II.Boek. i. Hoofdst. V. Afd. Koning Ja cob heri-'ygt zyne vryheid, ei keert naar Frankryk. De 'koningin en baar gunfl ling beledi gen d:n Paus en Sforza. 1420. (d) Giornal. Napol. Giannone. (e) Giornali ut fupra. (F) Na zyne terugkomft in Frankryk begaf hy zich in de orden der Franciskaner munniken te Befancon, en orfchoon by door de overheden de geeftelykheid en het volk der fteden en burgten , door welke bytrok met veel pracht ontvangen wierdt, was echier zyne nederigheid zo groot dat hy zich in het gewaad van een Franciskaan in een draagftoel door de ftraten liet omvoeren. (2). (3) Olnar, Marcian. Memor. 1, III. Sponi. Annel. Coflanio. Hifi. Neap* 3). Ofschoon de koningin, door de afwezendheid van haren man, nu volkomen hare eigene meefteres was, en door de beveiliging van een Katholyken paus op haren throon zeker was, werdt zy welhaaft in groter onluften ingewikkeld dan ooit te voren. Haar gunfteling Caraccioli door zyn voorfpoed opgeblazen , verbitterde wel haaft de Napolitanen door zynen hoogmoed en wreedheid , en vermits zy niet in ftaaf waren om zich tegen hem te verzetten, verzochten zy Sforza bedektelykom weder naar Napels te keeren. Deze generaal was den gantfchen zo. mer bezig geweeft om zich tegen de overwinningen van Brachio in den kerklyken ftaat te kanten; doch nademaaï'  van NAPELS. 3 en aanftonds den ftandaard van Lodewyk den Derden, want zo noemde hy den hertog van Anjou, liet waajen. Hy floot de ftad met zyn leger in, op hoop dat de vloot zoude komen opdagen , wanneer de Anjoufche party zich naar alle waarfchynlykheid zoude geopenbaard hebben, doch de hertog was, op den negentienden van Oogftmaand, met zyne vloot nog niet aangekomen, terwyl ondertusfchen het leger van Sforza zeer veel leedt, en hy zyn oudften zoon benevens vee'e voorname Officieren! verloor. Na de aankomft van de vloot, bleef de koningin nog weigeren zich over te geven, en vondt middel om een gezant naar Florence te zenden, ten einde byftand van den paus te verzoeken; maar vermits de gezant niet dan fchone woorden van zyne heiligheid ontving, trok hy, op bevel der koninginne aanftonds voort naar Sardinië, en maakte, een verdrag met Alpbonfus, welke door de koningin tot haar zoon, en erfgenaam aangenomen werdt. Alpbonfus maakte toen toeftel om een inval op Corfika te doen; doch na het aannemen der aanbiedinge van koningin Joanna , zondt hy rechtftreeks eene vloot benevens^ drie gezanten naar Napels. Ingevolge van deze bekomené verfterking, was Sforza genoodzaakt het beleg op te breken, en trok, op den tienden van Herfftmaand, te rug naar Averfa, 't welk zich voor koning Lodewyk verklaard hadt; terwyl de koningin inmiddels het in Sardinië' gemaakte verdrag openlyk beveiligde,. de Arragcnfche gezanten in het bezit van het hertogdom van Kalabrie, als mede van de twee kafteelen Nuovo en del Ovo ftelden, en de Seggi, benevens het Napelfche.volk, gelaftte den eed van getrouwheid aan Alpbonfus, als erfgenaam van het ko»  van NAPELS. s63 koningryk afteleggen (li). Vermits zy echter van de Ka-] taloniers die hulp niet ontving welke zy wel verwacht hadt, en de party des hertogen van Anjou daaglyks fter-' ker wierd, boodt zy eenige weinige daarna aan om Lodewyk tot haren zoon aantenemen; doch terwyl zy met een baron, van de Anjoufche party over die zaak handeld kwamen 'er vier galeijen uit Arragon te Ifchia, waarop zy het weder met Alphonfus hieldt, welke toen in Sicilië was , en toebereidielen tot zynen Napelfchen krygstocht maakte , ten welken einde hy Bracchio van Perugia met drie duizend ruiters in zynen dienft aannam. Na dat Brac* chto dan een verdrag met de koningin gefloten hadt, en hem het vorftendom van Kapua beloofd, als mede de poll: van groot Konftabel gegeven was, viel hy, op den zevenden van zomermaand in Terra di Lavano, en kwam kort daar aan te Napels (i). Omtrent veertien dagen later kwam Alphonfus opdagen, by zich hebbende zeven fchepen , zeftien galeijen, benevens zes en twintig kleinere vaartuigen, en werdt. met de grootfte eerbewyzen dooide koningin ontvangen. De paus ziende, dat de party van Durazzo niet zo gemakkelyk onder te brengen was, als hy verwacht hadt,J verklaarde zich thans openlyk, en zondt zyn generaal Tar.\ talia, met vyf honderd ruiters en eenig voetvolk tot hulp van Sforza. Doch dewyl hy onder de hand, in de belanden van Bracchio was, belette hy Sforza, gedurende den gantfehen veldtocht, iets van belang uit te voeren, ja vormde zelfs een ontwerp om hem te vermoorden. De laatfte verrichting van den veldtocht was het beleg van Acerva, welke plaats door de inwoners, offchoon door het bulderend gefchut van Alphonfus bedreigd, met de grootfte {h) Crit.ïl. ut fupra. Giornal. ut fupra. giannone. (i) Vit. Sfor. ut fupra. Vit. Bracchii ap. eund. Yy 3 h Boek. U • ïooFnsT. V. Afd-.. 1421. De paus laat Lolewykpsnlyk lyi  3S4 HISTORIE II.Boek, j. Hoofdst. V. Afd. 1422. Sforza met de koningin verzoend. ] < j ( ^ I I € fte dapperheid verdedigd werdt. De belegeraars bewilligden eindelyk, om hun.ie eer te bewaren, het beleg op te breken, onder voorwaarde, dat de plaats in bewaring van den pauslyken legaat zoude gefield worden. Vermits paus Marten zich te zwak vondt om den oorlog gaande te houden, en Alphonfus dreigde Benediclus, een der tegenpauzen, welke zich fteeds in fpanje ophieldt, te erkennen , trachtte hy thans de twee partyen te verzoenen, en offchoon hy Lodewyk voorftondt, wilde hy hem niet la::ger eenigen byftand verleenen. De twee legaten, welke hy naar het koningryk zondt, floegen een heiland van twee maanden voor, gedurende welken tyd alle de plaatfen, welke Lodewyk ingenomen hadt, in hunne handen ter bewaringe zouden gefield worden. Middelerwyl befioten Alphonfus en de koningin, om Sforza, indien hec nogelyk ware, aan hunne party te brengen. Wanneer üe veldoverfle van den paus en Lodewyk verlof bekomen .ïadt "om de befte voorwaarden voor zich te bedingen , svelke hy zoude kunnen verkrygen, hieldt hy in het begin /an den zomer een mondgefprek met Bracchio, en b^gaf lich kort daar op naar Gasta, alwaar de koning en koningin toen wegens de peft, welke te Napels woedde, hun rerbhf hadden. Fforza genoot een zeer vriendlyk ontlaai van de koningin, dewyl zy en Caraccioli eene fterk /ermoeden tegens Alphonfus begonnen op te vatten, )m dat hy kort te voren Sorrento bemachtigd hadt, en het :elve op zyn eigen naam inhieldt. Sforza kreeg de ftad Ylanfredonia, met alle derzelver landen van de koningin, :n beloofde zyne pogingen aan te wenden om de barons .'an de Anj ufche party te bevredigen, en de koningin belevens Alphonfus te helpen , wanneer hy ook daartoe nocht ontboden worden , of wie van beiden hem het erft daartoe zoude verzoeken (k). Niet (*) Vit. Sforz, ut fupra, GiOKKALNapol. Annal. bobik*oktrii  van NAPELS. 5*5 Niet lang daarna veranderde de onderlinge nayver tusfchen Alphonfus en de koningin, in eene openbare fcheuring. bn het einde van het jaar, als de peft in Napels ophieldt, keerden zy beiden naar die ftad. Vermits ech ter de koningin door Caraccioli overreedt was, dat Alphonfus voornemens was zich van haar te verzekeren, en haar gevangen naar Katalonie te zenden, nam zy haar verblyf in Caftello Capuano, en weigerde zich naar Caftello Nuoyo alwaar Alphonfus zyn hof hieldt, te begeven. Caraccioli weigerde ook derwaard te gaan om de raads vergaderingen by te wonen , ten ware hy een vry geleide van den koning hadt welk hen dan ook gegeven werdt; doch Alphonfus zich overtuigd houdende, dat de koningin door de opftokingen van Caraccioli van hem vervreemd was , liet hem op den twee en twintigften van Bloeimaand, als hy in Caftel Nuoyo kwam, gevangen nemen, en in boeijen zetten, waarop hy onmiddelyk zich met de Kataloniers en Spanjaarden, naar Cqftel Capuano begaf, met oogmerk, zo men meende , om zich van de konirgin te verzekeren. Joanna, welke deszelfs voornemen reeds vermoedde, liet de poort fluiten en noodzaakte hen te rug te toeren; waarop zy aanftonds boden zondt aan Sforza, die toen te Benevento was, om haar te hulp te komen. De koning verzocht insgelyks den byftand van Sforza, en verzamelde teffens zyne krygsmacht om de koningin te belegeren. Sforza kwam binnen weinige dagen te Napels, verklaarde z'ch voor de koningin, viel op de Spanjaarden aan, en noodzaakte hen in Cnftel Nuoyo te wyken. Alphonfus werdt omtrent tien dagen daarna coor de komft van eene aanzienlyke vloot van Arragon hebbende hy gelyk men zeide ontboden o:n de koningin weg te voeren, uit zynen vcrlegenen fta.t gered. NademA:U- Sforza toen vertrokken was om bezit van Averia te nemen , kwamen de Spanjaarden aanftonds aan land; II.Boek. l Hoofdst. V. Afd. 1423. Een misverjlandUisfehen Alphonfus en dg koningin.  B66 HISTORIE ILBoek i. ecofdst V. Afd. •welke hodev.-yk va Anjou aar neemt. land; en, onaangezien de tegenkanting der Napolitanen, maakten zy zich dienzelfden dag meefters van by na een derde gedeelte der ftad. Weinige dagen daaraan hadden zy de gantfche ftad in, waarvan zy een gedeelte verbrandden, en plunderden de huizen der genen, welken zy verdacht hielden op de zyde der koningin te wezen. Middelerwyl begaf hare majefteit zich, benevens verfcheide" voorname Napeljche vrouwen, vol fcbrik naar Averfa, al. waar zy op den raad van Sforza, Caraccioli; en hare andere raden de aanneming van Alphonfus nietig en van onwaarde verklaarde, en nam Lodewyk van Anjou, welke toen te Rome was, tot haren opvolger aan, wanneer hy fpoedig te Avèrfa kwam, alwaar hy met veele eerbewyZingen ontvangen, en tot hertog van Kalabrie verklaard werdt. Lodewyk en Sforza tafteden weinige weken daar ;na de Spanjaarden in de nabuurfchap van Napels aan, en ■noodzaakten hen in de ftad te rug te trekken. Alphonfus was zesr vergramd tegen den paus en Lodewyk, en merkende , dat het veel moeite zoude koften, om zich zelven in Napels te handhaven, liet hy het bevel over de bezetting aan zyn broeder den infant Pieter, en zeilde , tegen het einde van Wynmaand, naar Spanje om nieuwe toebereidfelen ten oorlog te maken. In de hoop van Lodewyk te zullen noodzaken naar Provence re keeren, deedt hy op zyne te rug reize eene landing te Marfeilles, en nadat hy de ftad geplunderd hadt; vervorderde hy zyne reis naar Barcelona, alwaar hy op den tweeden van wintermaand aankwam (7). _ Toen het gefchil tusfehen de koningin en Alphonfus uitbarftte, hadt Bracchio zich voor den koning verklaard; doch hy bracht denzelven weinig hulp toe , maar vergilde den gantfehen zomer met het beleg van Aquila, welke Cu) Vide auft. üip. citat. Fragm. Hift. fkuL  van NAPELS 367 welke ftad hem, by de overeenkomft tusfchen hem en de koningin, gefchonken was ; doch welke zich voor den hertog van Anjou verklaard hebbende; openlyk weigerde zich aan hem te onderwerpen. Dewyl Bracchio nu een vyand geworden was , en het belang der koningin met dat van Lodewyk verknocht was, kreeg Sforza bevel om tot het ontzet van die plaats op te trekken. Hy ver zamelde dan al zyn krygsvolk, en trok naar Abruzzo^ doch, op den vierden "van Louwmaand, de rivier Bef cara overtrekkende , verdrinkt hy ongelukkiglyk (?«). Hei rbevel over het leger werdt aanftonds door < Francais, zy nen natuurlyken zoon, opgenomen, welke het raadzaarr oordeelde naar Averfa te keeren, alwaar hy door de ko■ningin zeer gunftig ontvangen, en gelaft werdt de ftad ■Napels in te fluiten. De paus hadt, een weinig te voren Viconti, hertog van Milaan, overgehaald om eene. vloot tot hulp der koninginne te zenden:-dienvolgende was Guido Torello met eene machtige vloot aangekomen, en hadt Gaëta benevens het eiland Procida ingenomen^ en de onderwerping van zeer veele barons in den naam var Lodewyk ontvangen. Door den byftand van deze vloot -noodzaakte Sforza de ftad Napels zich op den twaalfden van Grasmaand over te geven, en nam het grootfte gedeelte der bezetting gevangen, terwyl Don Pedro met ee nige weinige Kataloniers de vlucht naar Caflel Nuovo nam («). Toen de koningin Napels weder in hare macht hadt, gaf zy hare legerhoofden bevel om tot het ontzet van Aquila op te trekken. Dezelve trokken dienvolgende naar Abruzzo, en werden op den tweeden van zomermaand in een algemeenen veldflag met Bracchio ingewikkeld, welke in het gevecht fneuvelde, waardoor zyn volk ten eenemaal op de vlucht geflagen, en verftrooidjwerdt(<0 (n) Vide au£t. Cup. citat. Fragm. Hift. iïcul. (0) Vit. Bracchii & Sforz. uf flip. Europ. Hist. X. Deel. I. Stuk. Zz II.Boek. i. Hoofdst. VI. Afb. Dtszelfi zoon herovert Napels van de Spanjaarden.  368 HISTORIE II.Boek Hoofdst V, Afd. Caraccioli rs.emt i gantfche r, geering at zich. *43°. De koningin middelerwyl verwittigd zynde, dat Don Pedro verwachtte door eene Arragonfche vloot te zullen verloft worden , deedt aanftonds hare barons ter verdediginge van de ftad Napels by een komen : en vermits de ftad daar door van eene machtige bezetting voorzien was, werden de Kataloniers, welke op den twintigften van Zomermaand aankwamen, belet te landen; en nadat zy zich eenige weken voor de ftad opgehouden hadden, zeilden zy met Don Pedro naar Sicilië, en lieten het bevel van het kafteel aan zekeren Dalmeo. Dewyl Alphonfus te dier tyd in een oorlog met den ;ekoning van Kaflilië ingewikkeld was, zag hy van zyne ...eifchen op Napels by na gantfchlyk af; en alzo het leger van Bracchio verftrooid was, begon het koningryk eenige rufte te genieten; doch CaraccioÜ veroorzaakte welhaaft eenig gemor onder het Napelfche volk, door het beleg van Caftel Nuoyo te verzuimen, en door verfcheidemalen een ftilftand van wapenen aan den Spaanfchen bevelhebber toe te ftaan , welken hy zelf toeliet voorraad in de ftad te kopen. Hy verwekte ook een groot misnoegen onder de barons door eenigen van dezelven gevangen te zetten, anderen van hunne goederen te beroven, welke weder aan nabeftaanden van den paus gegeven werden;, en om zyne eigene macht en grootheid te beter te verzekeren, gaf hy zyne eene dochter aan den zoon van den generaal Caldora en de andere aan den broeder van den prins van Tarento, met het graaffchap van Acerra tot haar bruidsfchat. Hy wift ook, door zyn vermogen op de koningin, dezelve over te halen., om het vorftendom van Kapua , 't welk door de muitery en het overlyden van Bracchio aan de kroon vervallen was, aan hem op te dragen. Hy was middelerwyl jaloers over de goede veritandhouding tusfchen de koningin en Lodewyk van Anjou, welke by de Psapolitanen ook zeer bemind was, waarom hy niet wilde toelaten, dat de hertog twee nachten  van NAPELS 369 ten in Napels vertoefde, maar zondt hem met zyn eigenen zoon naar Kalabrie, alwaar hy twee jaren opgehouden werdt om de barons van de party van Alphonfus onder tebrengen. (p) In het volgende jaar , op den twintigften van fprokkelmaand ftierf paus Marten, en werdt door Eugeen den vierden, een Venetiaan opgevolgd. Na deszelfs verkiezing ontitondt 'er ten eerften een gefchil tusfehen den nieuwen paus en de Colonnas, weike onderfteld werden een groten fchat, welke aan de kerk behoorde, onder zich te hebben. Eugeen verzocht den bjftand der koninginne tegen dezelven, vermits zy de wapenen opgevat, en getracht hadden het kafteel van ft. Angelo te bemachtigen. Caraccioli nam deze gelegenheid met veel yver waar, om het tóuis van Colonna 't onder te brengen, op dathy zelve door hunnen val groter zoude worden; en na dat hy de koningin overgehaald hadt om hen van het v rftendorn van Salerno, en van de graaffchappen en alle de goederen, welke zy in het koningryk bezaten, te ontzetten, zondl hy zynen broeder Marten met duizend ruiters tot hulp van den paus. Offchoon hy thans in het bezit was van Eap'a, van het hertogdom Venoja, het graaffchap Avel lino en veele andere landen, vroeg hy echter nog daaren boven het voi ftendom van Salerno, en het hertogdom var Amalfi, op voorwendfel, dat Kapua hem naar alle waar fchynlykheid door den opvolger der koninginne zoude ont nomen, en aan de kroon gehecht worden. Vermits d< koningin toen oud en afgeleefd was, hadt de naauw< gemeenzaamheid tusfehen haar en Sergianni lang op ge houden; weshalven zy, op de fterke aanrading van har< gunftlingen en raden , welke Caraccioli benydden, zyr verzoek volftrekt affloeg, 't welk hem tot zodanigen tra] vat O) Giornal. Napol. Giannone, Zz 2 II.Boek. i. FlcorasT. V. An». l 1 l  H 1 S T O R I E ü. Boek. i. Hoofdst. V. Afd. lly behandelt de ko ningin op eene verarhtelyke•wyze. Hj2- van vermetelheid vervoerde, dat hy zich in onbehoorlyke bewoordingen uitliet, ja, volgens fommige fchryvers, haar een klap gaf. De hertogin van Sesfa, welke eene nicht van de koningin, en toen hare voornaamfte gunfbling was, bracht haar de noodzaaklykheid om zynen hooge moed te dempen voor oogen, en de toeftemming der koninginne eenigermate bekomen hebbende, vondt zy kort daarna gelegenheid om haar voornemen ter uitvoer te brengen. Vermits Caraccioiibeduchtwas voor de macht van Cah dora, welke zich in Abruzzo met vierduizend man onder zyn bevel ophieldt, befloot hy zich deszelfs vriendfchap door eene tweede verbintenis te verzekeren, en floot dienvolgende een huwelyk tusfehen zynen eenigen zoon Trajano en de dochter van Caldora-j waarop de hertogin van SesJa de koninginne voorftelde, dat Caraccioli en Caldora , door dat huwelyk zo fterk met eikanderen verbonden zynde, voornemens waren, haar van haar koningryk te ontzetten, waarop zy laft gaf den opperhofmeeftergevangen te nemen: maar vermits de genen, welke tegen hem aangefpannen hadden, van de wispelturigheid der koninginne overtuigd waren , befloten zy hem ter dood te brengen, 't geen zy cok op den achtienden van Oogftmaand ter uitvoer brachten; zynde deze dezelfde dag van het boven gemelde huwelyk, 't welk door de tegenwoordigheid van het meerderdeel der barons vereerd, en met de grootfte pracht in Cajlello di Capuano gevierd werdt. Na dat Caraccioli te bed gegaan was, kwamen de zamenfpanders aan de deur van zyne kamer kloppen, en verzochten hem/ianflonds by de koningin, welke door eene beroerte aangetaft was, te willen komen. Zyne kamerdienaars openden aanftonds de deur zonder eenig kwaad vermoeden te hebben, waarop zyne vyanden binnen traden, en hem ten eerften dood ftaken. Op den volgenden dag werden alle de nabeftaanden van Caraccioli om een oproer voor te komen, onder voorwendfel van den dood der koninginne, in het paleis ontboden en aanftonds gevangen gezet. Offchoon de koningin over  van NAP E L S 371 over deszelfs dood onvergenoegd was, liet zy echter alle zyne goederen verbeurd verklaren, en vergunde vergiffenis aan alle de genen , welke deel aan den aanfJag gehad hadden C.g). . , , .„ Als nu Lodewyk van Anjm i wche toen in KaIabnJ was , en zyn vast verblyf in Cofenza genomen hadt, de dood van Caraccioli hoorde , verwachtte hy , dat men hem weder naar Napels zoude ontbieden , waarom hy ook reeds loeftel tot zyne reis maakte. Doch de eerzuchtige hertogin hadt weder nieuwe bezigheden in dal landschap , waarvan noch een gedeelte in de macht dei Colonnas was , voor hem opgezocht (f) ; en hopende. het gantfche bellier der zaken aan zich te trekken, win zy de koningin te overreden om hem niet te verzoeker naar Napels te komen CO- Wanneer Alphonfus van eer Afrikaanfchen krygstocht te rug gekomen was , en dei dood van den opperhofmeester vernam , als mede da de hertogin van Seffa , met welke hy in eene naauw< verftandhouding was , aan het hoofd der zaken was zeilde hy aanftonds naar het eiland Ischia , en tradt 11 eene geheime briefwisfeling met de hertogin, welke haa best deedt om de koningin te bewegen , dat zy Alphon fus tot hartn zoon en erfgenaam verklaarde. Alphonju haalde ook den hertog van bejfa over om in zyne belan gen te treden , in hope , dat deszelfs gezag eenigei invloed op andere barons maken zoude ; doch hy vond zich grootlyks bedrogen , alzo 'er niet een was , wel ke een opftand wilde maken ; en zo ras de hertogin welke langen tyd oneenig met haar man geweest was van zyne verftandhouding met Alphonfus hoorde , be fchu (?) Giornal. Napol. Summont 1. 4 c. 3. MariaN. 1. XXI. c. ANNal, Bonincontki. Spond. Annal. Gianhon£. (r) Annal. Boniacoktr. Idem ibid. Zz 3 II. Boek. I. HooFrigT. V. Afd. 1 l l > 1 C s . 1433. 1 t > > l.  II.Boek 1. Hoofdst. V. Afd. Lodewyk trouwt mt de dochter des hei togen van Savoye. H34- (t) Giornal. Napol. Fragment. Hift. ficul. {n) Giornal. Nspol. 372 HISTORIE fchuldigde zy bem van oproerigheid. De koning ziende, dat zyn annflag mislukt was , maakte een beftand met de koningin voor tien jaren , en keerde in het volgende jaar naar Sicilië (t . Weinig maanden daarna , ging Lodewyk , hertog van Anjou , e°n huwelyks verbintenis aan met Margareet de dochter des hertogen van Savoye. De koningin fteide voor , dat de bruid te Napels zoude aanlanden , doch op het amraden vnn hare raden, welke geen verlangen hadden om Lodewyk in de hoofdftad te zien , werdt de hertogin verzocht te Sorrento aan land te gaan , alwaar zy in het volgende jaar aan kwam, en zich naar Cofenza begaf, alwaar het huwelyk in Hooimaand voltrokken werdt met zoo veel pracht , als de plaats toeliet (u). Kort daarna hadden de hovelingen , welke het gantfche bellier der zaken van de koningin hadden , en naar den ondergang der prinfen van Tarento verlangden , hare rnajefteit overgehaald om hem te laten indagen , onder voorwendfel , dat hy eenige landen , welke hy in de vorige burgerlyke oneenighed.n aan de Sanfeverini ontnomen had , niet weder hadt gegeven. Zonder af te wachten , of hy komen zoude om zich te verdedigen, zondt zy hem den generaal Ca!dora, wiens krygsmacht gevoegd by die van de koningin en van Lodewyk van Anjou een leger van negenduizend vyf honderd ruiters en driejuizend vyf honderd voetknechten uitmaakte. Vermits de prins van Tarento altvd trouw voor de koningin gebleven was , werdt Lodewyk van Anjou tegen zyn wille en alleen ten gevalle van Joanna in den oorlog tegen hem ingewikkeld ; en uit de ongemakken van den veldtocht eene ziekte behaald hebbende , keerde hy naar Cofenza , alwaar  van NAPELS. 373 waar hy op den vyftienden van flachtmaand ftierf , na dat hy honderd duizend dukaten van het huwelyksgoed zyner gemalinne in den tocht tegen den prins verfpild hadt. Deszelfs dood werdt door het gantfche koningryk zeer betreurd , en voornaamlyk door de koningin , welke zeer veel berouw hadt , dat zy hem niet zo vereerd en zo behandeld hadt , als deszelfs geduld , en blinde' onderwerping aan haar wil verdiend hadt (w). De koningin overleefde Lodewyk alleen eenige weinige maanden , en ftierf op den tweeden van fprokkelmaand , in het vyfenzestigfte jaar hares ouderdoms, en het tweeëntwintigfte harer regeeringe , zynde de laatfte der eerfte linie van het huis van Anjou. Zy liet een fchat van vyfmaal honderd duizend dukaten na, en vermits de gemalin van den laatst overledenen lodewyk niet zwanger was , ftelde zy deszelfs broeder René tot haren erfgenaam , en benoemde zestien barons van haren raad en haar hof tot beftierders van het ryk , tot dat hy zoude aangekomen zyn («0 Idem. Annal. Bonikcontr. Giannone. (x) Idem. ibid. Summoöt. Hift. Neap. Linde van het Eerfte Stuk. [I.BOEK. 1. Hoofdst. V. Afd. Deszelfs lood. Koningin [oanna lerft. h35.    VAM NAPELS. 191 overmits de kruisvaarders hem weigerden te gehoorzaamen ; daar by was hy verwittigd, dat het pauslyk leger een groot gedeelte van zyne ftaaten in Italien bemachtigd hadt; weshalven hy een vrede voor tien jiaren met den fultan floot, en keerde in het laaft van het jaar met twee galeyen naar Brindili. By zyne aankomft lloeg hy ten eerften een vergelyk aan den paus voor, en fchrrel aan alle zyne onderdaanen, welke hem getrouw gebleven waren, met belofte, dat hy aanftonds tot hunnen byftanc zoude optrekken. Wanneer zyn voorflag aan het pauflyk hof verworpen geworden was , begon hy zynen tocht mei naar Terra di Lavoro te trekken, en dewyl hy veele Duitfche kruisvaders, welke hem naar Italien gevolgd waren, in zyn leger hadt, heroverde hy in nog minder tyd dar drie maanden byna alle zyne ftaaten, zonder veel, ja zon der eenigen tegenftand te ontmoeten. Deszelfs fpoedigi overwinningen verbaasden den paus zeer, zo dat hy tei laatften bewilligde om over vrede te handelen; en vermit de onderhandelingen in het laatft van flachtmaand begonnei waren, hadc er eene zekere opfchorting van vyandlykhe plaats. De voornaamfte perzonen, welke in het bewer ken van een vrede gebruikt werden, waren de aartsbis fchop van Reggio, en de grootmeefter van de Duitfche or den, welke na veel over en weder reizen tuiTchen de kei zer en den paus, eenige artikulen tot een verdrag opftel den , welke Frederik in geenen deele konde aannemen aangezien de kerk, Gaeta en S. Agatha wilde behouden Om deeze reden werdt de vrede eenigen tyd opgehouden doch men liet dat artykel onbeflift, waarna de keizer ein delyk op de fterke aandrang van Walo of Queldo een Dom: nikaan, bewilligde het verdrag aan te nemen , en op dei twee-entwintigften van hooimand , zwoer hy in de kef van S. Germano, den paus in alle de punten waarom hy i: den kerkban geweeft was, genoegen te zullen geever Weinige weken daarna werdt hy door den billchop va Sa II. Boek. 1. Hoofdst. IV. Afd. Fredirik keert weder naar Italien. i } 11230. En fluit een vrede ^met den ipaus. 1  II, Boek, li Hoofdst, IV. Afd, Frederik fit aft de muitelingen in Si' ciüen. 1233. (d) Richard Chron. Bos. Hift. Hospital. 1. XVII. (#) SroKD. Annal. 1,4 HISTORIE zig te nemen, met belofte van alle de bezittingen dier or. dens, welke hy laatftlyk in beflag genomen hadt, te zullen te rug geeven (d): om de onluften in Sicilien te ftillen, ltak hy in grasmaand derwaards over; en na de hoofden der muitelingen in MeJJina met de dood geftraft te hebben, bemachtigde hy het kafteel, waarin de oproermakers zig begeven hadden, en verdelgde het zelve geheellyk. Middelerwyl liet hy de kaftelen in Frani, Bari, Napels en Brindiji verfterken , zondt een bevelhebber naar de ftad Gaeta, welke eindelyk befloot den eed van getrouwheid aan hem mitsgaders aan zynen zoon Koenraad af te leggen; en vermits de Saraceenen in Lucera, hem in den oorlog tegen den paus met veel hartlykheid gediend hadden, liet hy die ftad uitleggen en verfterken, jahy veroorlofde oogluikende zommige geweldenaryen van die ongelovigen ; in zo ver, dat hy toeftondt, dat zy eene kerk om ver haal. den, en de bouwftoffen wegvoerden, over welk zaak hy eenen bedreigenden brief van Gregoor ontving (e). Ter« wyl hy zig te Mejftna ophieldt, deedt hy verfcheide geftrenge bevelen afkondigen ; in het byzonder een , waarby hy gelafte , dat er zeven jaarmarkten in zyn koningryk zouden gehouden worden, en wel in een ieder der byzondere gedeelten van het zelve; namelyk te Sulmo, Kapua, Lucera, Bari, Tarento, Cocenza enReggio, met verbod, dat er in dat Landfchap, waar de jaarmarkt gehouden werdt generlei waren mochten te koop geveild worden , zo lang de jaarmarkt duurde. Hy beval ook, daf er op zekere plaatzen van zyn koningryk, algemeene vierfcharen of rechtdagen zouden gehouden worden, op welken het aan een iegelyk zoude vry ftaan zyne klachten over den rechter, of over eenig ander aroptenaar, voor den gevolmachtigden des konings te brengen- Na  van NAPELS. 195 Nadat hy dus de zaken in Sicilien geregeld hadt, keerde hy in fprokkelmaand weder naar Italien, alwaar hy zig zelven toelag om. de hogefchool van Napels weder in een goede orde te brengen, dewyl de bloejende ftaat derzelve, door zyn oorlog met den paus was gefluit geworden. Omtrent denzelfden tyd werdt Gregoor door de Romeinen , welke een groot leger verzameld hadden , uit de ftad verjaagd ; dezelven tafteden ook zommige fteden aan welke in des pauzen belangen waren, waarop Frederik in perzoon tot deszelfs hulp vertrok, eene bezetting in Viterbo liet, en de ftad Raspampano, welke de muitelingen in had. den belegerde- Twee maanden daarna, brak hy echterhet bele'g op , enkeerde in herfftmaand, met een groot gedeelte van zyn leger naar Apulien; zelfs wordt hy door zommi ge fchryvers befchuldigd, van in eene bedekte onderhandeling mee de oproermakers geweeft te zyn (f). Doch ver. mits een groot getal Duitfcbers in de bezolding van Gre goor bleven , overvielen dezelven weinige weken daarna het Romein/cbe leger, behaalden eene volkomene over. winning , en noodzaakten de muitelingen zig te onder werpen. ^, ... , Wanneer Frederik wtuflehen tyding kreeg van den opftand van zynen oudften zoon Hendrik, begaf hy zig ïr de volgende lente, met zyn zoon Koenraad naar Duitfchland Nadat- hy aldaar in korten tyd zyn eerftgemelden zoon gedwongen hadt zig te onderwerpen en vergiffenis te ver zoeken, voerde hy denzelven gevangen naar Worms, al waarhy in zomermaand met lfabella de dochter des koning* van EngHwd trouwde. Weinig tyds daarna , zondt hy zy nen zoon Hendrik gevangen naar Apulien', en zyne ouderer zoon Koenraad tot koning van Germanien hebbende doer verkiezen , en te Keulen laaten kronen, keerde hy metaen zei ff) Blond. Dec. 7. L'tt Flati n. in Greg. IX. v Bb 2 [l.BoEK* I. Hoofdst. IV. Afd. Hy helpt den paus tegen de Romeinen.- Hy overwint zynen wederfpannigenzoon Hendrik in Duitfchland.1235. 1  van NAPELS. 201 nar Lions reisde, alwaar hy eene algemene kerkvergadering, tegen het midden van den zomer des volgenden jaars, beval gehouden te worden (k). . De vergadering was zeer talryk, en Thaddeus de Sejfa, een van des keizers gemach. tigden , verdedigde het gedrag van zyn meefter, met veel Ievendigheid en onvertzaagheid (7). Desniettegenftaande kondigde Innocentius in de derde zitting, een vonnis van kerkban en afzetting tegen Frederik af; en'beval den keurvorften van het ryk, tot eene nieuwe verkiezing over te gaan; met verklaring, dat hy de befchikking over het koningryk van Sicilien aan zig zelven hieldt. Tbaddeus beriep van dit vonnis op eene andere kerkvergadering, en een anderen paus; en Frederik welke toen te Turinwas, fchreef aanftonds aan den koningen van Frankryk en Engeland, om de onbillikheid van dat vonnis aantetoonen, en boodt te gelyk aan, om zyn gefchil met den paus aan de bellisfing van Lodewyk den heiligen, en de ryksraaden van Frankryk over te laten. Ofschoon de paus volgens zyne brieven , het vonnis voor de gantfche waereld afgekondigd hadt, werd Frederik echcer by de kriften vorften als keizer erkend; eene klei. re party in Duitfchland verkoos echter, in het volgende jaar, den landgraaf van Tburingen tot keizer, welke twee jaaren daarna omgebracht werdt; ook hadden verfcheide ba- (i) Idem. ibid. (fr) De andere gemachtigde was de vermaarde Petrus de Vineis, welke door zyn ftilzwygen op de vergadering de genegenheid des keizers verloor; en kort daarna befchuldigd wordende, van een aanflag tegen denzelven gemaakt te hebben, werden hem de oogen uitgeftoken, en alle zyne goederen en eerampten afgenomen. Fieier kon zyn ongeluk niet dragen, maar bracht zig zelven op eene geweldige wyze ter dood. Zommigsn fchryven , dat hy onfcbulriig was", maar dat de hovelingen jaloers over hem zynde, den keizer deden geloven, dat hy op aanhitfing van dan paus eene zamenzweering tegen hem gevormd hadt. Math. Faris Gtan'.one ut fupra. Eürop. Hist. A. Deel. I. Stuk. Cc II.BOEK. I. Hoofdst. IV. Afd. Welke de keizer in den ban doet, en afzet. 1245.  II.BOEK. L Hoofdst. IV. Aid, En moedige eene zamenzweeringtegen hem aan. 1246. (m.) Matth. Paris. hoe. an. Collenut. Hift. Neap. J. IV. («j Pjct*. de Vim. 1.1L Epift. 19, 20, 51, 52,1. III. Ep. 1*. 62 enz. iot HISTORIE barons, op de aanzetting van twee kardinalen, welke de paus naar Apulien hadt gezonden, een opftand verwekt, en zig meefters gemaakt van Capaccio, als mede van verfcheide andere kaftelen in dat koningryk. Frederik liet, om die reden, zynen zoon Hentius in Lombardyen, en begaf zelf zig naar Apulien. De barons , welke tegen hem aangefpannen hadden, waren voormalen zyn befte vrienden geweeft; doch omgekocht zynde, zo men zeide door den paus, hadden zy in de lente eene zamenzweering tegen hem aangegaan, om hem te Grofteto op de kuft van Toskanen, te vermoorden,- doch deezen aanflag ontdekt zynde, werden veelen van dezelven in verzekering genomen, terwyl anderen naar hunne bondgenoten in Apulien vluchte. den. Offchoon zy den keizerlyken krygsmacht eenen dap. peren tegenftand boden , waren zy echter , in het einde van hooimaand genoodzaakt, zig te onderwerpen ; wanneer veelen hunner op de wreedftewyze ter dood gebracht, en zelfs hunne nabeftaanden, tot in den vierden of vyfden graad, als verraders geftraft werden (m). Frederik gaf aanftonds een verhaal nopens die zamenzweering in 't licht, fchreef dezelve toe aan de kwade opftokingen van den paus (n), en huurde in dien tyd, volgens Matthys van Parys twee moordenaars, om Innocentius van kant te helpen. Na het ftillen der onluften in Apulien , keerde hy in het volgende jaar naar Pifa, en trok vervolgens naar Tu. rin, met voornemen om zig naar Lions te begeeven, ten einde zig, volgens Sigonius en Collenutius, met den paus te verzoenen. Doch volgens Matthys van Parys, Blondus, Nauclerus, en andere Italiaanfche en Duitfche fchryvers, was hy voornemens den paus aantetaften, terwyl teffens ook de  vam NAPELS. 205 overlydende , was Manfred zyn natuurlyken zoon, tot erfgenaam geiteld ; deeze laatfte zoude middelerwyl het vorftendom Tarento, benevens de graaffchappen van Mow tescagliojo, Trocarico, Gravina en Monte St. Angelo met al. lede groote en kleine fteden , kafteelen , en wat verder daar toe en aan behoorde, bezitten. De hertogdommen van Ooflenryk en Stiermark, benevens tienduizend oneen gouds, waren reeds door zyn overleden zoon Hendrik, aan zyn kleinzoon Frederik gelchonken. Gedurende het afwezen van Koenraad uit de beide Sicilien , werdt Manfred tot landvoogd of beftierder van het ryk met volkomene macht aangefteld, en Hendrik zoude het koningryk Jerufalem bezitten, tot dat hy in de andere goederen zoude opvolgen (")• Vermits Koenraad by het affterven van Frederik, afwezig en in Duitfchland was, nam Manfred aanftonds het beftier der regeeringe op zig; en verwittigd zynde , dat de paus eenige verfpieders in het koningryk gezonden hadt, om alle fteden en baronnen te verzoeken , dat zy den heili. gen ftoel getrouw wilden blyven, zondt hy zyn broeder Hendrik om het bevel over Kalabrien en Sicilien te voe. ren, en ging zelf naar Napels, om de ingezetenen aantemaanen, dat zy Koenraad als koning wilden erkennen (iü). De Napelfiben verklaarden ronduit, dat zy den oorlog moede wa e 1, geen koning wilden erkennen welke niet door den paus ingehuldigd was, en met deszelfs zegen tot hen kwam. Zy werden gevolgd door die van Kapua , benevens eenige andere fteden, en verfcheide barons van het koningryk; zo dat er wel dra zeer veele barons onder de banier der kerke, ten behoeve van den paus in de wapenen verfehenen. Manfred deedt echter eene reis door bet ko- Teftam. Fhed. apud Giannone. (w) Nicolai de Jamfilla. Chron. apud Muuatoi. t. VIII. Cc 3 II.BOEK. I. Hoofdst. IV. Afd. Eent groote party in Apulien, verklaart zig voor clen paus. I25I'  ao6 HISTORIE II.BOEK. L Hoofdst. IV. Afd. Koenraad komt met een Duitfch leger in Apulien. koningryk, met eene fterke bende Saraceenen, en behieldt veele fteden in hare onderwerping en getrouwheid aan Koenraad, nam Nola en Averfa in, verwoeftte het grondgebied van Kapua, en liet Saraceenfcbe bezettingen in de fteden der vorftendommen van Principitato en Bajilicata. Weinige maanden daarna, kwam keizer Koenraad met sen machtig leger te Verona; en zig eenigen tyd in Lom* 'mrdyen opgehouden hebbende, hieldt hy in de nabuurfchap van Mantua eene landsvergadering, van de fteden welke in zyne belangen waren; ging met zyn leger te Trivoliwn. boord van eene Veneüaanfcbe vloot, en landde tegen het einde van het jaar by de oude ftad Siponto in Apulien, al. waar by zynen broeder Manfred vondc, welken hy op de illertederfte wys ontving (x). Kort hierna begon hy ech. ter over deszelfs groote bekwaamheden en gezag, nayverig te worden; en ten einde deszelfs macht te verminderen, liet hy een befluit afkondigen, waar by hy alle de giften, welke zyn vader by zyne uiterfte wil gedaan hadt, of welke na deszelfs dood gedaan waren, herriep; en hy overreedde Manfred, als een voorbeeld van andere barons, de ftad Brindifi en de graaffchappen van Monte St. Angelo, Gravina, Tricarico en Montefcagliofo af te ftaan. Hy bracht ook het vorftendom Tarento door zyne zware beladingen tot armmoede, hy zette den opperrechter, welke door Manfred aangefteld was, af, en ftondt het opperrechtsgebied aan dien vorft alleen toe, in burgerlyke zaken. Manfred geliet zig, als of hy deszelfs voornemen niet begreep, onderwierp zig zonder tegenkanting aan die bevelen, en hy hielp zyn broeder met denzelfden yver als te voren, in het t' onderbrengen van de graaven van Aquino, welke zig voor den paus verklaard hadden. Vermits de Duitfcbers en Saraceenen met elkander vereenigdhandelden, overwonnen (*) Idem ibid. Chron. Veron. ibid. Spimill. Ephemer. ut fupra.  van NAPELS. 207 Ben zy de muitelingen in die landen , zonder veel moeite; en na het innemen en verbranden van Aquino, Seffa, St. Germano, en verfcheide andere kafteelen in de nabuurfchap, trokken zy zonder vertoeven, naar Kapua, 't welk zig aanftonds zonder tegenftand overgaf. Na de onderwerping van Kapua , trok Koenraad op tegen Napels, en volgens Spinello, een gelyktydig fchryver, berende hy de: ftad op den eerften van wintermaand. Wanneer de paus hem weinige weken daarna , een nuncius zondt om ten voordeele van de Napolitanen te fpreken , verzogt Koen. raad denzelven uit verachting, dat hy zig alleen met die geenen wilde bemoeijen , welke gefchorene kruinen had* den ; en ten einde de Duitfcbers en Saraceenen tot dappergeid aan te moedigen, beloofde hy drie maanden buitengewone bezolding voor dien landaard , welke het eerft in de ftad zoude trekken. Nadat zyn leger door een groot getal Apulifcbe barons verfterkt was, en de Napolitaanen in hunne verwachting op de hulp van den paus te leur gefteld waren, maakte hy zig eindelyk, in het laatft van herftmaand meefter van de ftad , en liet dezelve, tegen de voorwaarden van overgave aan, door zyne foldaten plunderen , en derzelver veftingwerken ten eenemaalen flechten. Nadat hy zig twee maanden in de ftad opgehouden hadt, ftrafte hy de oproermakers ftrengelyk, bepaalde tegen het volgende jaar, eene landsvergadering te Melpbis, en begaf zig naar Burletta, alwaar de barons van Terra di Bart zig aan hem kwamen onderwerpen. Onderwyl, wendde Innocentius, welke na het overlyden van Frederik onmiddelyk naar Italien gekeerd was , zyne uiterfte pogingen aan om de Gibellynfcbe party klein te maken, en de eifchen van Koenraad , zo in Duitfchland als in Italien, tegen te gaan. Hy deedt hem met alle zyne aanhangers op nieuw in den ban, en liet een kruistocht tegen hem, en ten behoeve van Willem graaf van Holland. aanpryzen, met grooter aflaten, dan aan die van het Hei II.BOEK. Ij ïoofdst. IV. Afd. ?ji maa\t lig mee'ter van Napels. [252.  II, Boek s I. Hoofdst. IV. Afd. T)e paus liedt het koningryk aan, den broeder des. konings van Engeland aan. 1253- (y) Vita Innocent, ap. Muaatok. t. III. p. 592. (s) SmtKiÈ. ut fupra. (a) Matih. Païus. 20S HISTORIE. lig Land toegedaan waren , en overtuigd zynde, dat bet al. tyd onmogelyk zyn zoude, het koningryk "der beide Sicili. en met de bezittingen der kerke te vereenigen ■, befloot hy een machtig vont tegen hem op te zetten; waarom hy de beleening van het koningryk, aan Richard graaf van Cornwall, broeder des konings van Engeland, aanboodt en wanneer hy aldaar afgewezen wierdt, tradt hy in eene onderhandeling met den graaf van Anjcu , broeder van Lodewyk den Heiligen, welke toen in het Heilig Land was; doch, offchoon de graaf zyne dienden wel uiteer.' zucht aan den paus aangeboden hadt, werdt hy echter door zyne nabeftaanden belet, het verdrag deswege te fluiten (j). Oneer alle die kuiperyen van den paus, hieldt Koenraad, in fprokkelmaand een landdag te Melpbis, alwaar een bevel tot ligcing van dertigduizend oneen gouds afge. kondigd werdt, welke de onderdaanen liever wilden betalen , dan door de inkwartieringen van Duitfcbers en Saraceenen, geplaagd te worden (2). Terwyl hy zig te Meiphis ophieldt, werdt hy door zyn broeder Hendrik, toen omtrent twaalf jaaren oud, bezocht; dezelve ftieif kort daarna , niet zonder vermoeden van door zyn toedoen vergeeven te wezen (a). Na den dood van Hendrik, welke de zoon was van de keizerin Ifabella, zufter des koniengs van Engeland, tradt zyn oom Hendrik den derden, in eene onderhandeling met den paus , dat indien zyne heiligheid hem van zyne gelofte om een kruistocht te doen, wilde onrflaan, en Sicilien aan zynen zoon Edmond geeven, hy de gantfche krygsmacht van Engeland tegen Koenraad, welken hy als den moordenaar van zyn neef aan.  van NAPEL S. 2C9 aanzag, zoude gebruiken f¥). Deeze tweede onderhandeling hadt echter geen gevoig; en Koenraad nam middelerwyl Ascoli , Garegnone , Celenza mitsgaders Biï&hto in, en vernielde die plaatzen ; ja indien de vorft van Tarento niec tuiTchen beiden gekomen ware , zoude hy gancfch Kalabrien, Bafilicata en Principato verwoeft hebben (V). iNa dat hy de Apulien door zyne ftrengheid en wreedheid gedwongen hadt zig te onderwerpen, zondt hy in het einde van het jaar gezanten naar Rome , met voorflagen tot een vergelyk met den paus; doch dezelven werden door Innocentius van de hand gewezen, welke kort daarna hec vonnis van kerkban tegen hem hernieuwde. Koenraad overleefde deezen kerklyken b'ikfem maar weinige maanden , en ftierf naby Lavello op den een-entwintigften van bloeimaand, in het zesentwintigfte jaar zynes onderdoms aan eene koorts. Villani en verfcheide andere hiftorifchryvers zeggen , dat hy door zyn broeder Manfred vergeven is geweeft; doch Spinello, en Nikolaas de Jamfdla , gelyktydige fchryvers, zwygen over die byzonderheid geheel en al -feil. Koenraad hadt by zyne uiterfte wil zyn zoon Konradyn, of Koenraad, welke toen in Duitfchland was, toe zyn erf-, genaam gefteld ; en Bertbout de Honebruch , gedurende deszelfs minderjaarigheid tot beftierder; met begeerte , dat dezelve alle mogelyke middelen zoude aanwenden om de gunft van den apoftolifchen ftoel voor den jongen vorft te bezorgen. Manfred hadt voor het overlyden van den keizer, het beftierderfchap van de hand gewezen, welke poft, gelyk hy befpeurde, door Bertbout zeer gezocht werdt, en welke man, of fchoon weinig bekwaamheid, door alle de Duitfcbers gedragen werdt. De nieuwe beftierder zond aan. (V) Vita Innocent, ut fupr». (c) Spinell ut fupra. Europ. Hist. X. Deel. I. Stuk D d !ƒ.Roeit, i. Ioo?nsT. IV. Afd» Koenraad bemachtigt Apulien. «54. Deszelfs iood. Deszelfs 'ongen Zoon Kon■adyn tot itfgenaam rsrklaard*  TLBoEk 1.1 Hoofdst. IV. Afd. De paus eifcht het koningryk als een leen, dit aan de kerk vervallenw.as. (d) NtcoLAAS de JiMsiLt. Chron. ubi fupra. 2i© HISTORIE aanftonds gezanten aan den paus, om de befcherming van den heiligen ftoel voor den jongen vorft te verzoeken; maar vermits Innocentius ziginbeeldde, dat het zelve gezantfchap meer toe te fchryven was aan de zwakheid van de party, dan aan de wil van den overledenen koning, antwoordde hy rond uit, dat hy meefter wilde zyn van het koningryk , welk by vonnis van affterviug , op de kerkvergadering van Lions, tegen Frederik, aan de kerk vervallen was; doch dat nochtans Konradyn, als hy tot zyne jaaren zoude gekomen zyn, nopens zyne rechten op dat leen , zoude gehoord worden (d). Dewyl Innocentius, te dien tyde, grooten toeftel maakte om in het koningryk te vallen, waartoe hy door verfcheide gebannene barons en andere misnoegden aangezet was, ftondt Bertbout in groore vrees, ftaande het beftierderfchap aan Manfred af, die wel in het eerft veel zwarigheid maakte om het zelve aantenemen, doch nadat hy er fterk toe aangezocht was, en Bertbout bene. vens de Duitfcbers, en de gantfche party welke nog by hunnen plicht gebleven was , den, eed van getrouwheid aan Koenraad, en aan hem als beftierder» met deeze uitdruklyke byvoeging gedaan hadden , dat indien Koenraad dood was, of zonder kinderen mocht fterven, hy hem voor koning zouden erkennen, nam hy de regeering op zig, en maakte zig onmiddelyk gereed om Innocentius' tegen te gaan. Doch vermits hy eenen geringen, of gantfch geenen byftand van Bertbout ontving, door den paus in den ban gedaan was, en er een algemeene geeft onder de Siciliers en Apuliers heerfchte om onderdanen van de kerk te worden, oordeelde hy het raadzaam zig niet tegen het leger van den paus te verzetten; ja hy verzocht zelfs Innocentius het voogdyfchap over den jongen vorft op zig te nemen, en. in het koningryk te komen, zonder echter eenig nadeel  van NAPELS. 2ii deel aan de rechten van Konradyn of van hem zelven toe tebrengen. Innocentius floeg by zyne aankomfl te Napels geen acht op deeze voorwaarden , maar liet integendeel aanftonds pauflyke brevetten afkondigen , waarby aan alle baronnen en gemachtigden van fteden in hec koningryk, bevolen werdt, by hem te komen, en den eed van getrouwheid jegens de kerk te doen (e). Manfred bleef des niettegenftaande eenigen tyd by den paus; doch ten laatften verliet hy den zelven, onder voorwendzcl van den markgraaf van Honebrucb, welk met eenige Duitfcbers uit Apulien kwam, te gemoet te gaan; en op zyne reis Bunello di Anglone, welke hem den weg wees, en de beleening van een gedeelce des vorftendoms, 't welk hem toebehoord hadt uit handen van hmocentius bekomen hadt, omgebracht hebbende, vluchte hy naar Lucera, alwaar hy, op den twee. den van flachtmaand , mee veel eerbewyzingen door de Saraceenen ontvangen werdc. Hy begon aanftonds zyne krygs. machc by een ce brengen; en vermits een grooc getal Duit. fchers van alle kanten van Apulien , ook van den markgraaf Bertbout, als mede uit het leger van den pauflyken legaat naar hem toe vloeide, vondt hy zig in weinige weken, aan het hoofd van een klein leger, waar mede hy de pauslyke krygsmacht in Foggio aantaftte en verfloeg, ja den legaac welke coen te Troja was , zodanige fchrik aan joeg, dat dezelve de ftad in groote wanorde verliet. Nademaal Innocentius weinige dagen daarna, op den achtften van wintermaand te Napels ftierf, ontftondt daar door eene groote verwarring onder de pauflyke party; waaruit Man. fred zyn voordeel trok, Rapollo, Bari, Trani, Melpbis, en ganefch Apulien, uitgezonderd eenig fteden van Terra d'Otranto, welke aan de party van de kerk bleven, bemachtigde. Hx (f) Shnzll. ut fupta. Dd 2 II.BOEK. i. Hoofdst. IV. Afd. Manfred tafl etn gedeelte vin deszelfs leger met voordeel arm.  van NAPELS. 213 aan den paus overgegeeven werdt; doch indien Alexan-] der het verdrag afkeurde, zoude het aan Manfred vry ftaan, aanfpraak op dat landfchap te doen (ƒ). 1 Na het fluiten van dit verdrag, gaf Manfred, ten verzoeke van den legaat, aan alle de gebannene baronnen verlof om weder in het konigryk te komen , en bezit van hunne goederen te nemen. Alexander weigerde nochtans het verd'-ag door zyn legaat aangegaan , te beveitigen, en zonde den bifichop van Boulonje naar Engeland, welke alzo Henerik hem zynen byftand toe zeide, de beleening van het koningryk aan deszelfs zoon Edmund gaf (g). Manfred middelerwyl in het geiulte bezit van hetj koningryk gekomen zynde, hielde in fprokkelmaand daaraanvolgende eene ryksve-gadering" te Barletta, wanneer hy het vorftendom van Salerno aan zyn oom Gualvano Lancia opdroeg , het graaffchap Squillace aan een anderen oom gaf, en den markgraaf Bertbout benevens deszelfs broeders , tot eene eeuwige gevangenis verwees, om dat zy een aanflag tegen hem gefmeed hadden, na dat zy in hunne bezittingen berfteld waren. Op het fcheidën dier ver» gaderinge, trok Manfred naar Napels , om Terra di Lavoro te heroverem Wanneer de Napolitaanen nu hoorden, dat hy naderde, zonden zy gemachtigden , om hem te nodb gen in hunne ftad te komen, en op zyne aankomft ontvin* gen zy hem met pracht en groote toejuichingen. De vorft handelde hen met veel edelmoedigheid , vergaf alle den genen , welke gedurende verfcheide jaaren vyanden van het huis van Zwaben geweeft waren , herftelde de openba. re gebouwen op zyn eigene koften, en gaf aan de voor. naamfte lieden der ftad eerampten en bedieningen. Hy maakte zig vervolgens meefter van Terra di Lavoro, van waar (f) Nïcol. de Jamsill. ut füprai (g) Mat. Pauis, Dd 3, LBoek. 1. Joofdst. IV. Afp. 256.  214 HISTORIE II.BOEK. I. Hoofdst. IV. Afd. Manfred [leekt ovei naar Palermo, al waar hy gekroond wordt. Hi8. waar hy naar Capitanata, en vervolgens naar Brindifi trok. Na hec (tillen van een oproer in die ftad, nam hy Argino in, en verwoefte hec zelve ; daarop Itak hy over naar Sici. Uen , welk eiland door een zyner oomen overgehaald was om zig voor Konradyn te verklaren. Nadat Manfred zich verfcheide maanden te Palermo opgehouden hadt, ontftondt er een algemeen gerucht, dat Konradyn in Duitfchland overleden was. Dac geruchc, fchoon valfch, vondt echter door het gantfche koningryk geloof, waarop de barons en kerkvoogden van Apulien, zig onmiddeiyk naar Palermo begaven, en eenpariglyk Manfred toe koning verkoren, welke dan ook op den elfden van .oogftmaand , in de hoofdkerk dier ftad gekroond werdt. Dus is het verhaal van Nicolaas de Jamfüla, een gelyktydig fchryver; maar Villani, en andere fchryvers van de Guelffche party, zeggen , dat Manfred in verfcheide pogingen, om zyn neef ce lacen vergeven gemift hebbende, gewaande boden gebruikte, om de valfche tyding van deszelfs dood uit te ftrooijen. Hoe dit ook moge zyn, hy gaf aan de barons ampten en gefchenken, en maakce verfcheiden derzei ver ridders. By zyne terugkomft in Apulien, alle de landfchappen in eene volmaakte ruft vindende, hieldt hy een landdag te Barletto, alwaar hy veelen tot de ridderorden verhief, en aan verfcheide graven de beleening gaf. Kort daarna hieldt hy eene andeie landsvergadering te Foggiat wanneer hy aan veele anderen eerepoften fchonk , en zig zelven van de ongemakken des oorlogs door prachtige feeften , ridderfpeelerj, en vreugdevuren verkwikte. Wanneer hy nu het pauflyke leger genoodzaakt hadt fee*ug ce trekken, het koningryk ren eenemaal tot ruft ge* bracht hadt, en hec zelve met vermaak onder zyne regeering fcheen te leeven , wanneer hy zig door zyne zachtmoedigheid, edelmoedigheid, en liefde tot gei ecbrgheid hadt beroemd gemaakt, befloot hy den zetel des oorlogs in  v A H NAPELS. 215 in des vyands landen over te brengen ; ten dien einde] zondt hy in het volgende jaar, een gedeelte van zyn le. ger in Lombardyen en de mark van Ancona, om de Cibellyn.^ fche party, van welke hy zigopenlyk verklaarde de befchermer te zyn, te onderiteunen, en Helde den markgraaf Pallavicini toe zynen ftedehouder in Lombardyen aan, Jordanus di Anglono graaf van S, Severino als zodanig in Toskane ,1 en Pacival d'Oiïa in Ancona. Middelerwyl hieldt Alexander opophoudelyk by den koning van Engeland aan, om een leger in Italien te zenden; doch ziende, dat het onmogelyk ware den zelven te bewegen om deel in zyn gefchil te nemen, en zeer veel leed over den voorfpoed van Manfred gevoelende, deedt hy denzelven weder in den kerkban, verklaarde hem een heiligfehennend indrin. ger op de rechten van de kerk te wezen, en ontzette hem van alle zyne eerampten. Hy ftelde alle de fteden, welke hem als koning erkennen zouden, onder een verbod van godsdienft, en deedc alle kerkvoogden, welke de kroning van denzelven bygewoond hadden, in den ban , met afzetting van hunne kerklyke bedieningen. Deeze donderdagen werden echter noch door Manfred noch door deszelfs onderdanen, in eenige aanmerking genomen.. Manfred leefde nu in groote geruftheid, en met luifter, hy befteedde zyne zorgen in het verftroojen van zyn koningryk , en vermaakte zig zelven in de zeefte den van Apulien, in het byzonder te Barlette, alwaar hj een gezantfchap van den hertog van Beyeren, en van Margriet de moeder van Konradyn ontving. De Duitfche ge. zanten berichtteden hem, dat Konradyn nog in leven was, verzochten hem, dat hy den tytel van koning niet meer wilde gebruiken , en de zulken ftraffen wilde, welke de tyding van des jongen princen dood uitgeftrooid hadden, Manfred ontving de gezanten met veel eerbewyzing, er zeide hun, dat hy zelf het koningryk uit de handen van twee pauzen heroverd hadt, wanneer het ten opzichtt< var I.Boek, I. lOOFDST. IV. Afd. Z.endt volk war Lom. lardyen of hulp ■■ar. de GiDellynen.[259-  216 HISTORIE II. Boek i. Hoofdst IV. Afd. Hg behaalt eene aanzienlijke over- 1 winning I m ïuska- | .van Koenraad geheelyk verloren was, dat indien hy den tytel van koning achterliet, het zelve alleen zoude ftrekken om de party van den paus te fterken, vermits de Apw liers een afkeer van de regering der Duitfcbers hadden ; dat de koningin , Konradyn moell zenden om in ltaiien opgevoed, te worden , en dat hy by zyn affterven het koningryk aan den zelven wilde achterlaten. Manfred gaf den gezanten, by hun vertrek, koftbare gefchenken voor Konradyn, en den hertog van Beyeren; en kort daarna ontving hy een bezoek van zyn bloedverwant, den defpo. ta van Morea, welke zig in het volgende jaar naar Rome begaf, om zyne bemiddeling tulfchen den paus, en Man* fred aan te bieden. Alexander ziende, dat de macht van Manfred daaglyks toenam , boodt den vrede aan, onder voorwaarde , dat hy de uitgebannenen in hunne goederen wilde herftellen, en de Saraceenen laten gaan, doch 't welk beide met verachting door den koning van de hand gewezen werdt; integendeel liec dezeive nog meer Saraceenen uit Barbaryen komen , welken hy in hooimaand zondt, om Campania di Roma te verwoeften (h). Hy begon niet alleen in Italien, maar ook by vreemde vorften geachc te worden. Jakob , koning van Arragon , ging in weerwil der tegenkantinge van den paus, eene verbindrenis met hem aan, en floot een huwelyk tulfchen zyn zoon Pieter en de dochter van Manfred, welke nog eene andere dochter aan den markgraaf van Montferrat uittrouwde ; en om de gedachtenis van zynen naam te vereeuwigen , ftichte hy aan den voet van Monte Gargvno, aan de Adriatifcbe iuft eene nieuwe ftad, welke hy Manfredonia noemde, liet Siponto, uit hoofde van deszelfs ongezondheid verdelgen, ;n de inwoners naar de eerflgemelde plaats verhuizen. Jmtrent dienzeftden tyd, werdt zyn gezag nog meer en neer in Italien geveftigd, door eene volkomene overwinring, welke zyne krygsraaehc in Toskane, op de Flsrentyn- Jcbe Qtj Idem ibid.  van NAPELS. BWj fcbe Guelfen behaalde, ingevolge van welke de ftad Florence, welke toen ryk was en veele inwoners hadt, den eed van getrouwheid aan hem deedt. De onafgebroken voorfpoed van Manfred, toerte Alexander zeer, zo dat hy in de bloeimaand van het volgende jaar, te Viterboftierf. Deszelfs opvolger Uibaan de vierde, was een geboren Franfchman, van groote bekwaamheden en een yverig voorftander van de eifchen van het hof van Home, by gevolg een hevig vyand van Manfred en de Gibellynen. Kort na zyne verheffing, verzocht hy den koning van Arragon, dat dezelve het huwelyk tuiTchen zyn zoon en Manfreds oudfte dochter, alreeds gefloten, wilde afbreken. Zyne pogingen waren nochtans vruchtloos; want, dewyl Manfred geene manlyke nazaten hadt, hoopte hy door dit huwelyk Sicilien aan zyne ftaaten te hechten; en zyne galeyen naar Napels gezonden hebbende, geleidde hy de bruid naar Montpellier, alwaar hec huwelyk omtrent het midden van bloeimaand, met veel pracht volcrokken werdc. Urbaan fpande ondertuflchen alle krachten in, om ■Manfred 'tonder te brengen. Hy dagvaarde hem te Rome, ■om zig wegens zyne menigvuldige misdaden te verantwoorden. Of fchoon hem deeze dagvaarding niec ter hand gefteld wierde, maar alleen aan de deuren van de kerken te Civita Veccbia, alwaar de paus toen was, aangeplakt was geworden, zond Manfred evenwel gezanten aan den paus, om zyn gedrag te verdedigen , en een vrygeleide voor zig zelven te verzoeken. Doch Urbaan ftondt het verzoek) der gezanten niet toe, hy floeg ook geen acht op het geeni zy ter verontfchuldiging van Manfred bybrachten , maar-' deedt hem plechtiglyk in den ban , en liet een kruistocht{ tegen hem afkondigen ,- ingevolge van dien kwam eenea groote bende kruisvaarders in Italien, vervoegde zig by dei Guelfen en verfloeg den markgraaf Pallavicini in Lombar, dyen. Manfred derzelver inval in Italien trachtende te be. letten, trok met zyn leger voorwaarts tot in Campania di Europ. Hist. X.Deel. I.Stuk. Ee Roma, II. Boek, i. Hoofdst. IV. . Afd. Jrbaan V doet en kruiftcht tegen ilantred fkondigen 162.  [218 HISTORIE II.BOEK, I. Hoofdst, IV. Afd. En draagt het koningrykvan Sicilien aan den graaf van Anjou op. (i) Summont. Hift. Neap. 1. II. RitNALr. ad an. 1262. Coflarrzo. Hjü. Neap. Roma, doch moeft wel haaft weder tot over de Gariglian* terug wyken, om een gevecht met de Franfcben te vermyden, welke echter wegens een opftand te Romen, werwaard zy door den paus terug ontboden waren , belet wierdt verder voort te rukken- Na hunne aftocht, trok Manfred de Ga. rigleano weder over met de Saraceenen, om de oproerige Romeinen te hulp te komen, waar door de paus genoodzaakt werdt naar Civita Veccbia te vluchten, en vermits de kruisvaarders geene betaling ontvingen, keerden zy onvergenoegd naar Frankryk terug (i). Middelerwyl hadt Urbaan de kroon van Sicilien aan Lodewyk den Heiligen voor een van deszelfs zoonen opgedragen; doch die naauwgezette vorft, weigerde het recht van een ander te verkorten. Na die weigering gelaftte de paus zyn legaat, om met des konings broeder Karei, graaf van Anjou, welke uithoofde zyner gemalinne in het bezit van Provence, Languedoc, en een groot gedeelte van Piemont was, in onderhandeling te treden. Die eerzuchtige vorft haalde zelfs eindelyk Lodewyk den Heiligen over, om hem in dien tocht te onderfteunen- Dit aanmerklyk verdrag werdt aanftonds in Italien ruchtbaar, en ontzette Manfred, en de Gibellynfcbe party grootlyks. Of fchoon het zelve wel naderhand den ondergang van het huis van Zwaben veroorzaakte, kan men teffens ook verzekeren, dat het de oorfprong was van groote elende voor Frank, ryk, als 't welk daardoor geduurende veele eeuwen in koftbare en ongelukkige oorlogen ingewikkeld is geworden; aangezien alle hunne krygstogten door de verraderlyke ftreken der Italiaanen en pauzen, als in den wind verfloven, terwyl die heilige vaders, om de kracht van de Napelfche koningen klein te maken, het eene vorftlyk geflacht aan- zoch.  van NAPELS. aio zochten om het andere te verdelgen. Of fchoon Karrt met grooten yver alles tot zyn tocht naar Italien in gereed, heid bracht, werdt echter zyn marfch door den dood var Urbaan, welke in het begin van wynmaand, van het vol. gende jaar ftierf, eenigen tyd opgefchort. Element de vier de, de opvolger van Urbaan, was in het gebied van der graaf van Anjou, geboren, en was alvorens hy de geeftlyke orden aannam , geheimraad van Lodewyk den Heili gen geweeft. Hy was uit dien hoofde zeer yverig voor di belangen van Frankryk, en onmiddelyk na zyne kroning, welke op den twee-entwintigften van Sprokkelmaand gebeur de, hieldt hy by Karei aan om zyn optocht te verhaaften. doch hy bepaalde ter zeiver tyd de bulle van beleeninf. met verfcheide artykels en voorwaarden, welke het ko ninklyk gezag benadeelde, en de voorrechten van der apoftolifchen ftoel bevorderden (k). Karei dienvolgende het paafchfeeft met zyn broeder Lodewyk den Heiligen gevierd hebbende, verliet Paris, en begaf zig naar Marfeillei alwaar hy met duizend ridders , zo uit Frankryk, als uit Provence fcheep ging, hebbende zyne gemalin te land naar Italien laten vertrekken. Of fchoon nu Manfred eene vloot van tachentig galeyen uitgeruft hadt om hem onderwege Of (It) De voornaamfte van die artykulen zyn, vo'gens Summontes, Ratnoldus en Inveges, de volgende; dat Karei der kerke van Rome hulde doen zoude wegens het koningryk der belde Sicilien ', 't welk om gener lei rede van elkander zoude mogen gefcheiden worden; dat gedurende de minderjarigheid van eenigen vorft, de paus beftierder en voogd zyn zou. de; dat het koningryk nooit met het ryk zoude mogen vereenigd, ol do'or een vorft, welke keizer was, geregeerd worden; dat de koning jaarlyks aan de kerk van Rome een erfpagt van achtduizend oneen goud en een wit paard, benevens vyfduizend marken fterlirjg zoude betalen; dat alle de wetten tegen de geeftlyke voorrechten gemaakt, zouden inge< trokken worden; en dat de koning in geene verbindtenis tegen de kerk zoude treden. Sümmontï Hift, Neap. Inveges Annal. Palerm.i\A.m ald ad ann. 12(5. Ee. II,Boek. 1. Hoofdst. IV. Afd, Kiemen IV hernieuwt het verdrag ' met den graaf. ,1265. I  VAN NAPELS. 221 pand hadt. Aangezien zyn krygsvolk yverig was om den vyand onder de ogen te zien, en door eene overwinning een einde van hunne elende hoopte te erlangen, begon Karei, na dat hy met zyne vrouw plechtiglyk, op Drie Koningen dag in St- Pieten kerk gekroond was, zyn optocht naar Napels. Dewyl de graaf van Caferto, de brug van Gaper ano, door verraad verliet, kwam Karei zonder eenige tegenkanting te ontmoeten, in het koningryk, en tot aan S. Germano doorgetrokken zynde , nam hy die ftad ftormenderhand in , en liet het grootfte gedeelte der bezittinge over de kling fpringen. Van daar begaf hy zig naar Benevento, en wikkelde op den zesentwintigften van fprokkelmaand, Manfred in de nabuurfchap van die ftad, in een veldflag, waar in dezelve na een bloedig en hardnekkig gevecht, ten eenemaal geflagen werdt en fneu., velde, zynde op eene verraderlyke wyze, door het grootfte gedeelte der Apulifche barons, gedurende den flag verlaten. Vermits hy in den ban zynde ftierf, werdt zyn lyk in eene graft geworpen , en met een hoop fteenen overdekt; nochtans liet Klement, op aanraden van den aartsbiflchop van Cofenza, het zelve opgraven , en met uitgeblazene toortzen buiten het ryk brengen, naar den oever van de Morino, alwaar het aan den regen en wind blootgefteld bleef liggen (n). Manfred , werdt wegens zyne müdadigheid, bevalligheid en beleefdheid by Titus, den zoon van Vespaliaan vergeleken (o). Of fchoon hy zig door de aüerflechtfte en onrechtmatigfte wegen op den throon gezet hadt, verkreeg hy echter naderhand door zyne gemeenzaamheid, edelmoedigheid, zachtzinnigheid, voorzichtigheid en kloekmoedigheid, de liefde en de (n) Boccatio Dame Canto 8. del Purgat. MALAsriN. Villanj, enz. (o) RlCCIOUALD. ap. SuMMONT. ie 3 II.BOEK. I. Hoofdts, IV. Afd. En wordt ',ot koning tan Sicilien geiroond.[268. Manfred door de Fran fcli en jeflagen en Jneuvelt.  222 HISTORIE II.BoEk i. Hoofdst IV. Afd. De A puiiers onderwerpenZig aan Karei. IVelke zy ne nieuwe onderdanen verdrukt. de achting van zyne onderdaanen. Hy was een voorftander van konften en wetenfchappen , welke hy zelfs ■waarlyk oeffende, ook werdt hy gezegd zeer ervaren geweeft te zyn in de wysbegeerte en wiskunde. Hy werdc ook, wegens zyne weldadigheid en liefde tot gerechtigheid door zyn volk tenhoogften bemind, in dier voegen, dat hy in ftaat geweeft is om tegen de wraakzucht en macht van vier pauzen te worftelen , welke misnoegd wegens de tegenkanting , welke hy tegen hunne onrechtmatige indringingen betoonde, hem als het zwartfte roonfter poogden af te lchilderen. De dood van Manfred was niet zo ras bekend, of de mee. fte fteden der beide koningryken verklaarden zig voor den overwinnaar, alzo het volk zig inbeeldde, dat zy onder de regeering der Franfcben vryheid en vrede zouden genie, ten, en bevryd zyn van alle , zo gewone als buitengewone fchattingen. Karei deedt aanftonds na den veldflag zyne intrede in Benevento, alwaar het Franfcbe leger gedurende verfcheide dagen allerlei zoort van buitenfporigheden en wreedheden pleegde , de kerken beroofde, en de gantfche ftad met bloedftortingen vervulde. Vervolgens kwam Karel te Napels, alwaar hy eene algemeene vergiffenis liet afkondigen , voor alle de geenen, welke zig wilden onderwerpen, en hy zondt Filip deMontfort meteen gedeelte van zyn leger naar Sicilien om dat eiland te vermeefteren. Na Paafchen zondt hy nieuwe rechters, en andere bedienden, door alle de landfchappen, welke de onderdaanen met ftrenge afperfingen van eene nieuwe fchatting grouwelyk onderdrukten ; terwyl de Franfcbe foldaten , welke door het gantfche koningryk verfpreid waren, de ingezetenen met eene groote baldadighed beroofden en plunderden. Het arme volk was voor hunne nieüwe meefters zo bevreesd, dat het zelve hunne elende in het eerft niet dan door traanen te kennen gaf; vervolgens begonnen zy openlyk te klaagen en te morren, 't welk verfcheide graven  van NAPELS» 220 V Y F D E AFDEELING. II. Boek. i. Hoofdst. V. Afd. Van de regeering van Karei van Arijou, na bet om-, brengen van Konradyn, tot op de gevangenneming van het einde der regeering van Joanna, koningin van Napels, de laatfte en oudfte Unie van dat buis- NA deeze barbaarfche ft'rafoeféning, trachte Karei de genegenheid der Apulifcbe baronnen door milde gefchenken te winnen, en gaf verfcheide leengoederen aan Franfcbe heeren , welke hy overgehaald hadt in Apulien te blyven. Als hy nu zyne nieuwe ftaaten ten eenemaal tot ruft gebracht hadt, maakte hy toeftel om zyn broeder Lodewyk den Heiligen, op een tocht naar Africa te verzeilen. Hy zeilde dienvolgende den naaftkomenden zomer met eene vloot naar Tunis , 't welk toen door een leger Franfcbekruisvaarders ingefloten was; doch vermits eene befmetly. ke ziekte onder het Kriften leger gekomen was, en den koning van Frankryk reeds weggerukt hadt , oordeelde Karei met de andere generaals, het raadzaam te zyn vrede met den koning van Tunis te maken, of fchoon hy de ftad niet bemachtigd hadt. By dit verdrag nam de Moorfcbe vorft aan, eene jaarlykfche fchatting aan Karei te beta. Ien , welke gelyk was aan de erfpacht, welke door den hei (x) Spoad. AnnaH Ff 3 üe konino >an Tunis vorrtt 'ynsbaaf tan Rara,', i a70i  II.BOEK, I. hoofstd. V- Afd. Welkt de Gibeiiy. nen van Rome en Toskane, onderin engt.. i i i 230 HISTORIE heiligen ftoel wegens het koningryk van Sicilien gevorderd werdt; onder voorwaarde, dat die van Tunis vryheid hebben zouden, de Siciliaanfche zeën te bevaren, en op Sici» Hen handel te dry ven. Na het fluiten van dit verdrag, verlieten de kruisvaarders Afrika; eenigen begaven zig onder het bevel van den koning van Engeland naar Paleftina, terwyl Karei, met zyn neef Filip den nieuwen koning van Frankryk, naar Sicilien in zee ftak. Weinige maanden na hunne aankomst, begaven zy zig naar Viterbo, om de kardinalen tot het verkiezen van een nieuwen paus aan te zetten. Dienvolgende werdt Gregoor den tweeden, na dat de ftoel drie-en dertig maanden ledig geftaan hadt, op den eerften van herfftmaand tot paus verkoren ; en wanneer hy ifi den volgenden zomer , uit het Heilig Land in Apulien aankwam, werdt hy met groote eerbiedigheid door Karei ontvangen , welke hem door Capitanata en Abruzzo, tot jan Campana di Roma begeleide. Karei omtrent den zelfden tyd drie jaaren weduwenaar geweeft zynde, trouwde, volgens Coftanza, de dochter van Boudewyn, naamkeizer van Konflantinopolen; maar volgens Malaspini en Sigonius, de dochter des hertogen van Bourgonje; welke hertog, gelyk Malaspini verhaalt, eene aanzienlyke bende ruiters wierf, en dezelve in perzoon naar Apulien voerde (7). Ka rel vertrok in het daaraanvolgende jaar naar Romen; alwaar hy verfcheidene kafteelen den Gibellynen toebehorenJe, vernielde. Hy trok vervolgens met eenig krygsvolk ander de banier van de kerk naar Toskanen, en bemachtig, syna alle de Gibellynfcbe fteden, waarna hy den paus te Florence ging opwachten', welke zeer genegen zynde om ie kriftenen in Syrien te hulp te komen, zyn beft deedt )m de twee partyen in Italien te vereenigen, en eene al. jemeene kerkvergadering bepaald hadt, om in het volgende (y) Sab. Malaspih. ut fupra. Sigok. in regn. Ital.  *34 HISTORIE II. Boek i. Hoofdst V. Afd. Maakt toe (lel lot eet tocht naai Konftanti nopolen. 1277. (e) Blond. dec. II. I. VIII. Tritheim. in Chron. {,d) GiANKoaji ut fupra. Rainald ad an. 1277» Nah«IM ia Cb.ro». werdt verkoren, doch ftierf achtendertig dagen daarna; nochtans zegt men, dat hy gedurende zyne korte regeering, den keizer Rudolf verzocht heeft om, ter beteugelinge van Karei, in Italien te komen (c). Ten einde de moedwilligheid van dien koning te ontgaan , verplaatfte hy zyn hof naar Viterbo, alwaar na deszelfs ovei lyden , joan de eenentwinfte, of de twee entwinftigfte verkoren, en op den twintigften van herfftmaand gekroond werdt. Onder deeze zyn pausfchap, welk niet langer dan acht maanden duurde , deedt deprinces Mina een plechtigen af. ftand van haare rechten op het koningryk van Jerufalem en het vorftendom van Antiochien, ten behoeve van Karei, welke met groote plechtigheid door den paus gekroond werdt (d). Na het overlyden van Joan, bleef de Roomfche ftoel zes maanden open, in welken tuficbentydko. ningKarei zyne;uiterfte pogingen aanwende, om de verkiezing op een Franfcben paus te doen vallen doch alzo er maar drie Franfcbe en vier Italiaanfche kardinaals waren, werdc de kardinaal Cajetan , uit het huis van Orftni, een man van bekwaamheid en van eenen hooge voornemens koefterenden inborft, tot paus verkoren , welke den naam van Nikolaas den derden aannam. , De koning zondt omtrent dienzelfden tyd, Rogier Sanfe, verino om bezit te nemen van de ftaaten, welke onder de heerfchappye der princefTe van Antiocbien behoorden, en 'maakte groote toeftel, zo ter zee als te land, tegen Jerufalem, als mede tegen Palaeologus den Griekfchen keizer, ten behoeve van Filip, keizer van Konftantinopolen, welke alleen in het bezit was van Negroponie, en van eenige zee. plaatzen van Griekenland. Karei was te dien tyde , de machtigfte vorft van het kriftendomj want behalven hec ko-  van NAPELS. »35 koningryk der beide Sicilien, en zyne ftaaten van Proven' ce en Anjou, betaalde het koningryk van Tunis en de ftad Florence hem jaarlyklche fchattingen ; hy was vry machtig bevelhebber van Rome, hadt groot vermogen op de Guelf. Jcbe tienen in Italien, hy werdt erkend als°koning van jerufalem ny was in het bezit van het eiland van Corfu, er was door zyne talryke krygsmacht, zo ter zee als te land, zeer ontzachlyk. Ten zelven tyde hadt hy de genegenheid der Siciliaanen, door zyne willekeurige en drukkende re. geeringwyze ten eenemaal verloren (e), en hadt den paus ongenoegen gegeeven, door het huwelyk van zyne doch ter, of volgens anderen van zyne kleindochter mee ver. achting van de hand te wyzen. Nikolaas door deeze weigering gebelgd , of wel volgens anderen op Karei geftoord, om dat dezelve iemand zyner nabeftaanden wegens het be« gunftigen van Konradyn , hadt laaten eer dood brengen; befloot deszelfs hoogmoed te fnuiken , en noodzaakte hem in het volgende jaar afftand te doen van hec fte. dehouderfchap van het ryk , als mede van de waardigheid' van fenateur van Rome (f ). Karei, welke ge- heei (e) Malaspini verhaalt, dat hy de ofTen, koeien, varkens, febapen, paarden, enz. welke in zyne waranden en boflehen gewoon waren te lopen weiden, onder de gegoede landlieden verdeelde om ten zynen voordeeie door dezelven onderhouden te worden , cp de onbiilykfte voorwaarden. Men onderftelde, dat eene zog tweemaalen in het jaar jot.gen wierp , en telkens vyf jongen voortbracht. Ook (lelde men dat de jongen van de eerfte worp, in zes maanden weder jongen voortbrachten; zo dat de. arme landman, op het einde van het jaar twintig jonge varkens aan des konings bedienden hadden te verantwoorden; en op het einde van bet tweede en alle volgende jaaren behalvenso van elke 100 ooyen, vorderde dekoningoo lammeren; ook nog eene zekere menigte wol en kaas; en voor ieder fpanoffen eene zekere menigte koorn, enz. Zo >'at het geen wonder is, dat de Siciliaanen de eerfte gelegenheid waarnamen om zig van zodanige? wreeden en onmenfehlyken meefter te ontdoen. Malaipin. ut fupra. Zie ook Bartlmlomet dsNeocafiro, (f) RicHahd. Malaif. Spokd. Ann. Gg 2 II.BOEK. I. Hoofdst. V. Afd.  *36 HISTORIE IIlBOEK. I. Ho ofdst V. Aid, heel en al zyne onderneming tegens Konftantinopolen bedoelde , werdt gemaklyk overgehaald om die polten af de ftaan ; en op belofte van hulp van den paus, en van Frankryk te zullen ontvangen , bracht hy in het volgende jaar eene ontzachlyke krygstoerufting tegen Griekenland in gereedheid. Zyne vloot beftondt in meer dan honderd galeyen, dertig groote fchepen , twee honderd vrachtfcnepen, behalven eene groote menigte kleinere fchepen, aan welker boord hy voornemens was tienduizend ruiters en een talryk leger voetknegten in te fchepen (g). Hei gerucht van die groote toebereidzelen ontzetteden Palaeoiogus grootlyks , weshalven hy alle pogingen deedt om dien tocht te verydelen. tiet geen het meeft tot deszelfs veiligheid toebracht, was eene onderhandeling met Joan di Procida, een edelman van Salerno, en heer van het eiland Procida in de baai van Napels , welke een ontwerp tot een algemeenen opftand in Sicilien gemaakt hadt. Joan, of fchoon een edelman zynde, was ook een geneeskundige , en was raad geweeft van Frederik den tweeden , van Manfred, ja zelfs van koning Karei (<&). Doch, onder voorwendzel van verraad , door den koning van zyne goederen beroord, en zyne vrouwe door de Franfcben tot on« eer verleid zynde, begaf hy zig naar Arragon by Konfiantia , alwaar hy door haaren gemaal' koning Pieter , tot baron van het koningryk van Valentia, en heer van Luxcen, Benizzano en Palma verbeven werdt. Dewyl hy zeer verbitterd was op de Franfcben, hadt hy veele veribieders zo in Apuli'n ais in Sicilien , alwaar hy een groot getal vrienden hadt; cn van de af Keerigneid der Siciliaanen tegen de Fran f ben verzekerd zynde, kwam hy vermomd op dat eiland, en beraamde met de vermogcnfte der misnoegden, een (%) Anêtt. Loc. citat. Villant. (h) Coklenut. & Sdmmuwtk. Hift. Neap, {  van NAPELS. 137 een ontwerp tot eene ftaatsomwenteling, ten behoeve van Konfiantia. Ily begaf zig van daar naar Konftantinopolen , en in eene geheime verftandhouding met Palaeoiogus geraakt zynde, overreedde hy denzelven, ais het waarfchynlyke middel om de onderneming van Karei te doen mislukken, dat hy den koning van Arragon, en de misnoegde Siciliers moeft byftaan. Palaeoiogus gaf hem dienvolgende eene groote zomma gelds, en zondt by deszelfs vertrek een zyner ge. heimfchry veren met hem, welke in Sicilien aanlanderde, een mondgefprek met het hoofd der zamenzweerders hieldt. Als nu Joan brieven van die beiden aan den koning van Arragon ontvangen badt, vermomde hy zig in het kleed van een Franfiskaan, begaf zig naar Suriano, in de nabuurfchap van Rome; en van de verklaarde vyandfchap van den paus tegen Karei bewuft zynde, openbaarde hy zyn voornemen aan zyne heiligheid , welke gereedelyk in deszelfs maatregelen tradt, en aan koning Pieter fchreef, dat hy zyne krygstoerufting wilde verhaaften , onder belofte van hem de beleening van het eiland te zullen geeven, zo ras als hy in het bezit van het zelve zyn zoude ; terwyl hy van de andere kant door het weigeren van den beloofden hulp aan Karei, denzelven noodzaakte zynen tocht naar Konftantinopolen uitteftellen. In het begin van het volgende jaar keerde Joan weder naar Arragon, en door het vertonen der brieven van den paus en van de Siciliaanfcbe barons, aan Pieter , en denzelven van den byftand van Palaeoiogus te verzekeren, haalde hy dien koning over om deel in zyn ontwerp te nemen. De koning van Arragon ruftte dienvolgende eene ontzachlyke vloot uit, onder voorwendzel van Afrika te willen aantaften, en ontving zelfs , volgens Coftranzo ten dien einde een onderftand van twintig duizend dukaten van Karei, welke miffchien den eernaam wilde verdienen om tot een oorlog tegen de ongelovigen mede gewerkt te hebben (i). Joan keer- (f) Castahzo ut fupra. Gg 3 II.BOEIC. I. [lOOFDST. V. Am. tn treedt net Joan Je Prcidain eent tarnenïweeringegin htm» ia go.  II. Boek. i. Hoofdst. V. Afd. Martyn is in de belangen•jan Karei 1281. 238 HISTORIE keerde voorts met den Griekfchen gezant naar Italien, om verdere onderhandelingen met den paus te houden; wanneer deszelfs onderneming op het onverwachtfte, door het overlyden van Nikolaas 't welk in oogftmaand voorviel, gefluit werdt. De volgende paus, Martyn de vierde was een Franfcbman, en ten eenemaal in de belangen van koning Karei, aan wien hy in het volgende jaar de waardigheid van fenateur van Rome Opdroeg. Procida befloot niet te min zyn Dntwerp uitte voeren, vertrekt ten dien einde uit Italien, en hieldt een nader mondgefprek met de zaamgezworenen jn Sicilien, van waar hy zig weder vermomd naar Konftantinopolen begaf, en van Palaeoiogus dertig duizend oneen gouds ontving, waarmede by onmiddelyk naar den koning van Arragon keerde. De dood van Nikolaas hadt den yver van Pieter verdoofd ; doch op eene ernftigfte wyze door Joan aangemoedigd zynde, hervatte hy zyne krygstoerustingen, welke den paus en den koning van Frankryk ontzecteden, en hem lieten vragen , tegen welke Saraceenen hy zynen krygstocht wilde ondernemen. Vermits Pieter achterhoudende was om hun daarop een voldoenend antwoord te geeven , riedden zy koning Karei ernflig aan om op eenen aanval bedacht te zyn ; doch de koning, floeg met eene groote geruflheid hunnen raad in den wind, en was geheel en al bezig met zyne onderneeming tegen Konftantinopolen voort te zetten, waar toe hy nog te meer door een opftand, welke in Griekenland voorviel, aangemoedigd werdr; om weiken tocht verder" te begunftigen , hy Martyn overhaalde om een vonnis van kerkban tegen de Grieken af te kondigen, onder voorwendzel, dat zy de artikuls van vereeniging, welk eeni. ge Jaaren te voren in de kerkvergadering van Lions valtgefield waren, verbroken hadden. Middelerwyl zette Pieter zyne toebereidzelen met groo. ten yver voort, en was voornemens om in den volgenden  van NAPELS. 239 den zomer in zee te fteken. Procida was toen te Palcr. mo terug gekomen , om op eene gunftige gelegenheid ter uitvoeringe van zyn voornemen te wachten, welke hem' kort daarna door de Franfcben zelven verfchaft werdt. Op Paafcb Maandag, welke op den dertigften van lentemaand inviel, waren de hoofden van de zamenzweering te Palermo by malkander; en na den middagmaaltyd 1 gingen de ingezetenen van die ftad, zo wel als de Fran-1 fcben in een godsdienftigen optocht naar de kerk van Mon-' reale, omtrent drie mylen buiten de ftad gelegen. Terwyl - zy in in het veld vrolyk waren, gebeurde het, dat er eene bruid met haar gezelfchap voorby ging, 't welk door zekeren Drocbettus , een Franfcbman gezien zynde, liep hy daarna toe, en begon, onder voorwendzel van naar verborgene wapenen te zoeken, dezelve eenigzints ongefchikc te behandelen. Een jong Siciliaan hierop in toorn ontftekende , ftak dien Franfcbman met zyn eigen zwaard dood, waar door een oproer ontftond, in het welk aanftonds twee honderd Franfcben omkwamen. Het verwoedde gemeen liep vervolgens naar de ftad, en riepen; de Franfcben moeten van kant, de Franfcben moeten van kant; waarop alle van dien landaard , zonder onderfcheid van jaaren of kunne, zelfs die zig in de kerken bevonden, om hals gebracht wierden. Dit verricht zynde , trokken de muitelingen de ftad Palermo uit, en zetteden de inwoners aan tot het ombrengen van alle de Franfcben op het gantfche eiland, gelyk ook gefchiedde, uitgezonderd alleen in Meffina, welke ftad in het eerft weigerde zig met den opftand te bemoejen; doch vervolgens door die van Palermo aangezocht zynde om het Franfcbe juk af te werpen , gebeurde het eenige weinige weken daarna , dat zommige burgers , op eene oproerige wyze, verfcheide Franfcben ombrachten, de wapens van koning Karei afwierpen, die der ftad in de plaats ftelden , en zekeren Boudewyn tod hunnen bevelhebber kozen, welke de overgeblevene Fran. fcben [I.BOEK. I. iGOFDSTo V. Afd, De Franchen worlen duurde Siciliaan:n v«r. , noord, t I2l2. j  lI.BöEK L Hoofdst V. Afd. 240 HISTORIE fchen tegens de woede van het volk befchermde, en hem ver. lof gaf, om zig met hunne wyven en kinderen naar Italien te begeven (*). (7). A/en zegt dat het getal der omgeko. menen op acht duizend beliep. De (i) Eapthol. de Neocaftr. ut fupra. Giacket. Malaspin. ap. uraior. t. VIII. Memoriale Poteftatum Regienfium, ap. eund. t. VIII. p. 1151. Nicou Special. Hift. Sicul. ap. eund. t. X. p. 924. & 925. (<) Dit is^ het verhaal, *t welk Giachetto, Malaspini, Nikelaas Spetialis, Bartholomeo dx Neocajlro en de ongenoemde fchryver van dekro. nyk van Reggio nopens de gemelde gebeurtenis geven, zynde de twee laatften dei/.elven in de verzameling van Muratorius uitgegeeven. Zy Terfchüien alleen in geringe byzonderhedtn.. Dan Fazellus, Spondanus, G tannine en verfcheide anderen zeggen,'dat op den zelfden dag, en het zelfde uur van dien dag, op het luiden van de klok van het avondgebed , of de Fesper, alle de Franjchen op het gantfche eiland zonder onderfcheid van jaaren, kunne of waardigheid omgebragt wierden, niet alleen door de leeken, maar zelfs door de Dominikanen, Franciskanen en andere monniken ,■ en dat de woede der moordenaars zo groot was, dat zy hunne eigene naaftbeftaanden niet fpaarden; maar zelfs de vrouwen, welke door Franjchen bezwangerd waren het lyf opfneden, en de kinderen tegen demuuren fmeten; wordende degantfche moord in twee uuren volvoerd, Wy hebben het andere verhaal geloofswaardigergeacht , om dat wy overtuigd zyn, dat of fchoon de zamenzweering byna drie jaaren met eene verbazende geheimhouding beraamd geweeft zy, de uitvoering daarvan op Paafch Maandag alleen toevallig geweeft is; dewyl het zeker is, dat de zamenzweerders met verhaafting te weikgingen, en in plaats van over het gantfche eiland verfpreid te zyn, te Falermo vergaderd waren; dat de ftad Mesfina, welke eene der hoofdkwartieren van de Franjchen was, denzfilven in het eerft befcherming verleende, en de handelwyze van die van Palermo afkeurde , gelyk dezelve ook waarlyk wreed en verfoejelyk was; dat het byna eene maand aanhield, eer de opftand algemeen wierdt, ja zelfs kozen toen ook de byzondere Siciliaanjche (leden, byzondere bevelhebbers; en maakten een zoon van een verbond, gelyk ten gemenebeft, zender een koning te erkennen; zo dat het blykt, dat sy niet allen kennis hadden van het ontwerp der tamenzweercers ten behoeve van Fieter, gelyk men gemeenlyk denkt. Ook bericht ons Bartholomeo de Neocajlro, dat Fieter niet uit Spanjen ir zee ftak voo' den zestienden van bloeimaand; en dat by toen zyne krygsmacht gebruikte om een ftad van Afrika te belegeren, miflebien met  vam NAPELS. 241 De aartshiffchop van Monreale zondt, in het begin van den opftand te Palermo, aanftonds verflag van den zelven aan den paus, welke toen met Karei in Toskane was. Deko ning was door die tyding zeer ontzet, en dreigde in zyne woede, dathy den muitelingen zyne wraak zoude doen gevoelen. Hy verzocht dan den byftand van den paus en de Florenty'. nen, liet zyn neef den koning van Frankryk om hulp vragen , en keerde naar Napels, van waar hy vier galeyen zondt, om zig by zeven MeJJineefchen te voegen, welke bezig waren om Palermo in te fluiten. Dezelve waren naauw. lyks onder zeil, wanneer hy de onaangenaame tyding hoorde, dat MeJJina aan 't muiten geflagen was, en dat derzelver galeijen die geenen genomen hadden , welke hy van Napels gezonden hadt. Die van Palermo hadden reeds opi den zevenentwintigften van grasmaand eer zy nog wiften , dat de MeJJlneezen zig mede in den opftand vereenigd hadden, een gezant naar Barcelona gezonden met aanbod van hunne onderwerping en getrouwheid aan Pieter, koning van Arragon, als nier meer hopende eenige vergiffenis by Karei te zuilen erlangen, te min daar ook reeds de paus hun aanbod van onderwerping aan den heiligen ftoel, van de hand gewezen hadt. Üe gezant, na dat hy tot aan Mi. norca gekomen was, werdt door een noordenwind naar de kuft van Afrika gedreven, alwaar hy koning Pieter vondt, welke in het eerft de handelwyze der Siciliers fcheen tc met voornemen om tegen het einde van den zomer naar Steilten te zeiJen, als Karet met zyne vloot in Griekenland zyn zoude. Daar echter, indien de zamenzweering algemeen en de Faujch Maandag ter uitvoerige van denzelve bepaald geweeft was , zyne vloot nsar alle waarfchy-niyktieid zig ten zelven tycJe r.p de Uiten van Sicilien zoude bevonden hebben om de ondernemingen zyner vrienden te ondeifteunen. Niettegenftaande de hevige woede'der mocidenaars , fpaarden zy r> >g;ans zekeren Willem Porcellet, ec-n edelman uit Provence, uit hoofde van deszelfs eerwaardigheid en deugd. Zie de bovengemelde fchryvers. Europ. Hist. X Deel. I Stuk. h h II. Boek. 1. Hoofdst. v. Afd. Velke hunne anderv/er ping aan Pieter van Arragon aan bieden.  II.Boek. i. Hoofdst. V. Aid. De twee koningen komen overten, hst gefchil in een tweegevecht te beflechten. Pieter valt in Kalabiien.1283. 144 HISTORIE Pieter, die in het eerft twyffelde, of hy het wel zoude wagen, met zyn klein leger zich in het eiland op te houden , naar de ftad , en deedt in het begin van wynmaand zyn intrede in dezelve . Weinige weken daarna, kwam by hem een Dominikaner munnik als gezant van Karei, befchuldigde hem van trouwloosheid , wegens den inval in deszelfs landen in tyd van vrede , en daagde hem , volgens Bartholomeo, uit, om het gefchil in een tweegevecht te beflilfen. Andere fchryvers zeggen, dat Pieter in zyn antwoord aan den gezant, Karei uitdaagde. Hoe dit moge zyn, de beide koningen kwamen over een, malkander in het volgende jaar, op den eerften van zomermaand ce Beur. deaux, 't welk toen onder den koning van Engeland behoorde, te zullen ontmoeten, ieder vergeld van honderd ridders , en het gefchil door een tweegevecht te zullen befliflen. Ingevolge van deze overeenkomt!: , waarvan de voorwaarden door Rymer in 't licht gegeeven zyn (ra), ftelde de koning van Napels zyn zoon , prins Karel aan, om gedurende zyne afwezigheid ftadhcuder van Apulien te zyn; en Pieter ombood zyne koningin Konfiantia , benevens zyne twee zonen Jacob en Frederik, met zyne dochter Volante naar Sicilien , en vermits hy voornemens was binnen korten tyd naar Frankryk te gaan , liet hy de Sicilianen hulde en trouw zweeren aan zyn zoon Jakob, als-zynen wettigen erfgenaam. Karei dus nalatig geweeft zynde, om zyne mededinger t'onder te brengen, en onvoorzichtiglyk een tweegevecht aangenomen hebbende, werden de twee koningryktn met er daad van een gefcheiden ; Napels werdc de koninglyke zetel der Franfcben en Palermo die van 't huis van Arragon. Vekmi'is Pieter zig niet zo veel aan het tweegevecht, liet gelegen leggen als wel Karei, befteedde hy de vol. rende lente om overwinningen in Kalabrien te doen ; doch 00 R7h.ee Foedera, Conventiones, &c t. I. p. 226.  van NAPELS 245 doch eindelyk, door zyn broeder aangezet zynde, verliet hy Italien, en na dat hy zyne zaken in S/cu'/e» geregeld hadt, ging hy op den elfden van bloeimaand onder zeil naar Vakntia, alwaar hy op den negentienden van dezelve maand aankwam, en dewyl hy maar eenige dagen nodig hadt om het overige van zyne reis afteleggen, liet hy ommiddelyk zyne ridders by een komen , en trachtte intuifchen onderricht te worden, van 't geen zyn mededinger verrichte. De paus hadt het tweegevecht op ftraffe van kerkban verboden , en ontzette in het laatfte van lentemaand, Pieter van alle deszelfs ftaaten. Eduward koning van Engeland hadt volftrekt geweigerd een vrygeleide voor die plaats te bezorgen, of dezelve in veiligheid te ftellen; en de koning van Frankryk, hadt Karei tot op een dag reizens naar Bour. deaux door drieduizend , zommigen zeggen zesduizend ruiters , maar volgens Bartbolomeo door twintigduizend ruiters, en vyfcigduizend voetknegten, doen verzeilen. Pieter befloten hebbende zyne eer op te houden , en te gelyk het voornemen zyner vyanden te verydelen, verkleedde zich in het gewaad van een fchildknaap, en ging met drie zyner ridderen insgelyks vermomd, naar Bourdeaux, alwaar hy des morgens van den dag welke tot het gevecht bepaald was , zich by den maarfchalk des ko' nings van Engeland aangaf, als een bode van Pieter, om denzelven wegens zyn achterblyven te verfchoonen, om dat namelyk Karei de artykels van het verdrag, door de plaats van het gevecht met zyn vyanden op te vullen, verbroken hadt. Dan op het einde van die aanfpraak ontdekte hy zig, liet zyn wapenrok, zwaarden ians, bene. vens een gefchrift met zyn zegel beltempeld achter, ten blyk, dat hy daar op den bepaalden dag geweeit was, onder den maarfchalk; fprong daarop aanftonds te paard, en keerde met allen fpoed naar Arragon (0), DeFran- fche (») Foedera, &c. Barthoj.. de Nhoc-astbo. Hh 3 II.Boek. £ Hoofdst. V. Afd.  246 HISTORIE II.Boek, i. Hoofdst, V. Afd De Napelfche vloot geflagen, en prins Karei gevangen geWiratn.1284. fcbe fchryvers beweeren, dat Pieter nimmer op de plaats van het gevecht geweeft is; anderen zeggen, dat hy te. gen den avond by den marfchalk kwam , als Karei en deszelfs ridders den gantfchen dag in het veld omgefwor. ven hadden, om op hem te wachten. Dus bedroog Pieter zynen vyand, en door hem eenen veldtocht te doen verliezen, veftigde hy zyn eigen gezag zonder tegenkanting van iemand. Karei en deszelfs neef Filip, keerden wegens deeze te leurftelling vol fpyt naar Parys, de paus was ook onvergenoegd, om dat zyn gunfteling zo misleid was , fprak op nieuw een vonnis van kerkban tegens Pieter uit, liet een kruistocht tegen hem prediken , en begaf deszelfs erflyk koningryk van Arragon aan Karei van Valois, den tweeden zoon des konings van Frankryk; onder voorwaarde , dat dezelve een leenman van den heiligen ftoel worden, en hem eenen jaarlykfchen pacht van vyfhonderd livres betalen zoude (p). Pieter behandelde dat vonnis zeer verachtlyk , beriep zig op een aanftaanden paus, en dreigde een leger Moren in Frankryk en Italien over te brengen. Middelerwyl ftilde Jacoh een opftand van eenige barons in Italien, en den beroemden Rogier di Loria behaalde verfcheide voordeelen op de vyandlyke vloot. !n het volgende jaar overviel hy twintig galeyen van Provence in de haven van Maltha, en nam tien van dezelven na een hardnekkig gevecht; in gevolge van welke overwinning hetkafteel zig overgaf, 'en het gantfche eiland Pieter voor hunnen overheer erkende. Van daar zeilde hy aanftonds naar de kuft van Napels; verwittigd zynde, dat prins Karei laft gegeeven hadt, om op verfcheide plaatzen van Apulien eene ontzaglyke vloot uit te ruften. Pieter onderlchepte intusfchen een klein vaartuig van koning Karei , waardoor 00 Ramald ad annum 1283 feft. 15. *  tan NAPELS. 24? door hy bevondt, dat Karei met eene vloot van Provenu ] m zee geftoken wasy weshalven hy aanftonds naar de ha. ven van .Napels zeilde , en door zyne fnorkeryen den' prinsen de Napolitaanen tergde, om met hem te vechten. Dewyl Loria veel fchade op de kuft gedaan hadt, en des. zelfs vloot niet talryk was, ftak prins Karei, tegens de bevelen van zyn vader in zee, met een aanzienlyk getal galeyen, en door eene groote menigte van Franfcbe en Napelfcbe edellieden verzeld; welke zig van de overwinning verzekerd houdende , een groot vreugdenmaal hadden laten gereed maken. Loria zig gelatende, als of hy vluchce, trok hun een goed ftuk wegs van het ftrandaf, viel toen met veel onverzaagdheid op hun aan, en behaalde fpoedig eene volkomene overwinning. Veele der galeyen zogten hun heil in de vlucht, anderen kwamen tot hen over, hy omzingelde ook de galei van prins Karei, en nam hem met deszelfs gevolg gevangen (jf). Twee dagen na deezen flag , welke op de drieentwintigften van zomermaand gebeurde , kwam koning Karei met vyfenvyfcig gewapende galeyen te Gaeta, alwaar hy de gevangenneming van zyn zoon vernam, als mede dat het gemeen te Napels, na den zeeflag langs de ftraten geroepen hadt, koning Karei onder en Rogier di Loria boven, waarop hy zig derwaards fpoede met voornemen om de ftad te verbranden^ doch op de voorfpraak van den kardinaal legaat en de edelen, ftapte hy aan land, liet omtrent een honderd en vyftig der muitelingen ophangen, en fchonk den overigen vergiffenis (r). Middelerwyl werd de vorft van Sa. lerno in eene algemeene vergadering verwezen om onthoofd te worden , by wyze van wraakneming over het ombrengen van Konradyn, maar Konfiantia, behield deszelfs leven met ff) Bau? hol. de Neocaftr. ut fupra. Mauiioloco. Nicol. Special Malaspin. (r) Malaspin. Nicol. Special. I.BOEK. I. lOOFDSTj V. Afd.  2|8 HISTORIE IJ.Boeki. Hoofdst. IV. Afd. Karei rufl eene andere vloot uit tegen Sicilien. i | Sterft. 1255- : \ 3 i (r) Idem ibid. Barthol. de Neocaftr. CO Theod. de Pismes de Frivileg. & Imper. p. 282. met veel edelmoedigheid en groothartigheid; en maakte dat de wreedheid van Karei, daar door te verfoejelyker in het oog blonk. Koning Karei hadt, onder de voorwaarden van zyne vergif, enis aan de Napelfchen gefchonken, dezelven tot het uitruilen vaneen aanmerklykgetal galeyen verbonden;en zyne vloot daar mede verfterkt hebbende, zeilde hy in hooimaand met een honderd achten vyftig vaartuigen naar Meffina, met oogmerk om eene tweede landing op dat eiland te doen; maar dewyl de Siciliaanen hem te kennen gaven, dat indien hy het hart hadt een enkel man aanland te zetten, zydenvorftvan Salerno aanftonds ter dood zouden brengen, zette hy zyne ioers naar Kalabrien, en belegerde Reggio, 't welk in het begin van het jaar door Pieter ingenomen was. Of fchoon hy de plaats ter zee en te land met een machtig leger ingefioten hieldt, mislukte echter zyne onderneming, en hy was genoodzaakt, met zyn leger naar Catena te trekken, alwaar syn gantfche vloot, door eenen ftorm byna geheel en al /ernield werdt (*). Middelerwyl bemachtigde Loria ver* cheide plaatzen op de kuft van Kalabrien, en plunderde iezelven; en na dat Karei met zyne krygsmacht naar Naiels getrokken was , ftak hy over naar Afrika, behaalde reële voordeden op de Moren, en bracht verfcheide dui> tenden van dezelve als flaven naar Sicilien. Gedurende dezen tocht van Pieter Daar Afrika, maak. e Karei groote toebereidzelen tegen de Siciliaanen.; doch >p zyne reis naar 1 rin.dici , werdc hy te Foggia ziek en tierf, na weinige dagen in die ftad geween te zyn, op den :evenden van louwmaand. Volgens zekeren fchryver was iy zo droefgceftig en wanhopig, dat hy zig met een ftrop vorgde (?), doch volgens Villani ftierf hy met groot berouw,  van NAPELS. 249 rouw, en na het ontvangen der kerkgerechten. Vermits deszelfs zoon en erfgenaam toen gevangen was, hadt Ka. rel zynen neef, den graaf van Artois, welke met eene verfterking van krygsvolk uit Frankryk gekomen was, by zyn uiterlte wille, tot beftierder van het koningryk aangefield (w). Doch desniettegenftaande, wendde paus Mar' tin voor, dat de koning, toen hy naar Bourdeaux reisde, de regeering van het koningryk aan hem gelaten hadt, en ftelde aanftonds den kardinaal legaat tot landvoogd aan, welke op zyn eigen gezag, een vergadering van barons en kerkvoogden te Melpbis beriep, terwyl Maria de gemalin van den gevangen vorft, en de beftierder van 't koningryk verpligt waren, voor deszelfs onrechtmatigeaandringiiv gen te wyken (u). Middelerwyl, teifterde Rogier di Loria de Napelfcbe kus ten met geftadige landingen. Hy bemachtigde Cotrone, Catanzaro, Callipolis, Taranto, en verfcheide andere plaatzen; doch vermits de koning van Frankryk met een leger van byna honderd duizend man in Kalabrie?! gevallen was, verliet hy de kuften van Italien, en zeilde op bevel van Pieter, met zyne vloot naar Spanje, alwaar hy op den zesentwintigften van herfftmaand aankwam. De koning van Frankryk hadt, omtrent dien tyd, Perpignan ingenomen, en zig na eene langdurige belegering, van Girona meefter. gemaakt; maar dewyl eene befmetlyke ziekte een groot gedeelte van zyn leger hadt weggelleept, en ook aan boord van zyne vloot woedde, zo dat hy niet meer dan vyfenvyfcig galeijen konde bemannen , of fchoon hy met twee honderd en tien zeilen derwaards gelievend was, befloot hy met allen fpoed naar Frankryk te rug te keeren (w). Ro (u) Ntcol. Sprj.u., ut fupra. fv) Rainald adan„ 1285. Collesjut. i. V. Aenail. in Phil. III, (jw) Giannose, ut fupra. Europ. H uT.Di.iiL.I.Stuk li II.Boek- i, Hoofdst. V. Afd. Dt koning van Frankryk valt in Arragon.  250 HISTORIE II.Boek, i. Hoofdst V. Afd. Pieter va\ Arragon Don Ja- kob tot koning van Sicilien gekroond. (x) Loria werdt op zyne reis in dè golf van Lions door een hevigen ftorm beiopen, in welken by vyf zyner galeyen verloor. Het b'/kt uit den volgenden laftbrief van den admiraal der vloote, dat het zee-kompas toen al bekend was: Magifiri tantum defuper fint, qui -.igiiantes in puppis & proris galearum , ex indufïria ipforum, & tallybis doSirina, gakas dueant. Vid. Mukato» t. XIII. p. nr6. gier zeilde , na dat hy te Barcelona een mondgefprek mee Pieter gehouden hadt, met achtenveertig galeyen van daar, tartte op den eerften van wynmaand, by nacht de Franfcbe vloot in de haven van Rofes aan, en nam, of verbrandde meer dan veertig vaartuigen. Drie dagen daarna ontmoette hy een ryk galjoen , en twaalf galeyen , welke met geld en levensmiddelen naar het Franfcbe leger zeilden, waarop hy de Franfcbe vlag waajen liet, en met eenigen van zyn volk,-als vriend, aan boord derzelver gegaan zynde , maakte hy dezelve aan. ftonds prys. Deeze verliezen deden den koning van Frankryk zo zeer aan, dat hy in ftilte de Pyreneèn over, trok , en weinige dagen daarna te Perpignan ftierf. i Pieter overleefde hem flechts eenige weinige weeken ; en ftierf, op den elfden van flachtmaaud te Villa Fran. ca, latende het koningryk van Arragon aan zyn oudften zoon Alpbonfus, en Sicilien amjakob, welke in geval Alphonfus zonder kinderen mocht komen te fterven, de beide koningryken zoude behouden. Als de tyding van het overlyden van Pieter door Rogier di Loria te Sicilien overgebracht was (x) , werdt don Jakob op den vierden van Sprokkelmaand te Paler* mo, met veel plechtigheid tot koning van Sicilien gekroond , wanneer hy vierhondert ridders maakte. Kort hier na zondt hy twee gezanten aan paus Honorius, wel. ke weinige maanden te voren aan Martyn opgevolgd was; om te verzoeken, dat zyne heiligheid de Siciliaanen vergiffenis verleenen, en onderwerping aan te nemen wilde.  ïï.boek i. Hoofdst V. Afd. ï.oïi'a ver ftaat de vloot van Apulien. ïg* HISTORIE ciliaanen waren deswege ten hoogften ontzet; en wanneer Loria te Mesfina aankwam, toonden zy openlyk hun misnoegen door murmureeripgen, om dat hy de verdediging hunner kuiten, verwaarloosd hadt j doch de admiraal was da" en nagt in het fcheepsdok bezig, en bewoog zelfs vrouen° kinderen , om hulp toe te brengen , zo dat hy in zes dagen, veertig galeyen herftelde, en uitrufte, waar mede hy op den dertienden van oogftmaand, de ftad Agofto na een hardnekkig gevecht, waar in hy tweemalen naar zyne fchepen te rug gedreven werdt, heroverde. Hy" liet ver. volgens het beftier over het beleg van het kafteel aan koning Jakob over, en Hak in zee om de vyandlyke vloot op te zoeken. Wanneer hy nu tsSorrento aangekomen was, liep hy binnen de haven, in het gewaad van een viffcher, alwaar hy meer dan tachentig galeyen vondt, benevens nog eene ontzachlyke krygsmacht, welke op het ftrand gele. gerd, en voornemens was, naar Sicilien fcheep te gaan. By zyne vloot terug gekomen zynde , zondt hy eene uitdaging aan den Napelfcben admiraal, om buiten te komen en met hem te flaan. Waarop de Napelfcben, zig op hunne fterkte vertrouwende, in zeeftaken: de kardinaal moedigde het volk door aflaaten aan: de galeyen waren daarby onder het bevel van graven, en ieder derzelver was verzeld door twee kleinere vaartuigen met verfch fcheepsvolk om in tyd van nood by te zetten. Dog niettegenftaande deeze klaarblyke overmacht, maakte Loria , na dat hy hen omtrent zes mylen van het ftrand afgetrokken .hadt, geene zwarigheid om hen aan te taften, en of fchoon zy in het eerft eenig voordeel hadden, behaalde hy eindelyk eene volkomene overwinning , en nam veertig van derzelver galeyen, aan welker boord meer dan vyfduizend mannen waren. Vermits de kardinaal legaat, na deeze nenederlaag voor een opftand der Napolitaanen bevreesd was, bewilligde hy op hun verzoek in een beftand tuffchen hen en de Siciliaanen voor den tyd van twee jaaren. Na-  II.Boek. i. Hoofdst. V. Afd, featd 3f 154. H I S T' O R I E ren, weder in zyne gevangenis keeren. Het artykel, betreffende den afftand op Sicilien ten behoeve van koning Jakob, was overgeflagen (z). Nadat Karei zyne vryheid weder bekomen hadt, begaf hy zig regelrecht naar Frankryk, om koning Filip en deszelfs broeder tot een vrede met Alpbonfus te bewegen ; doch vermits zyne pogingen te vergeefs waren, trok hy naar Italien, en fprak by den paus ten befte van Arragon. Doch Nikolaas begrypende, dat de koning nu in vryheid was, begon nieuwe hoop op te vatten om Sicilien weder te bemachtigen; weshalven hy, in plaats van naar vrede te Imiteren, koning Karei van zyne overeenkomft met den koning van Arragon ontfloeg, en na: hem tot koning der beide Sicilien gekroond te hebben , bracht hy een groot leger kruisvaders en Guelfen uit Toskanen en Lombardyen op de been, en zondt dezelven met een kardinaal legaat naar Gaeta , om tegen koning Jakob. te vegten. Bartbolomeo meldt ons, dac er .op dien tocht vrouwen, ja zelfs honden waren welke voor kruisvaarders medegenomen werden; en dat hy gezien heeft, dat de vrouwen door de Meffmee. zen in ftukken gehouwen wierden , en dat de honden derzelver bloed likten (a). Dewyl koning Karei van Na. pels ook hec beleg met eene nieuwe macht kwam onderfteunen , begon Jakob , op zyne beurt bevreesd te worden ,. en deedt zelfs voorflagen tot een vergelyk. Omtrent den zelven tyd dwam-er te Romen een gezant van den koning van Engeland, welke den paus befchuldigde, den fto. kebrand van het chriftendom te zyn; en dreigde hem, dat indien hy zyne toeftemming niet gaf om vrede met Jakob en ■Alpbonfus te maken , zyn meefter derzelver party zoude kiezen, waarop Nikolaas een legaat met den gezant naar het beleg zondt, • welke beide de koningen tot een beftand voor (2). Rymers Foedera. («) Barthol. dc Neocaftr. ap. Mukator t. XIII. p X153 , "54.  25Ö HISTORIE II.Boek, i. Hoofdst V. Afd. Een vrei tujjchen den koning 1'ofiFrank ryk enAIphonfus.1291, komft van Procida, zondt Jakob in het volgende jaar, twee gemachtigden om by de vredehandeling tegenwoordig te zyn, met laft om zig eerft naar Arragon te begeeven, en by zyn broeder Alpbonfus aan te dringen , dat hy doch niet geliefde te bewilligen in de teruggeving van SicilU •en aan het huis van Anjou. Of fchoon nu wel koning Karei om den vrede met Alpbonfus te verhaaften, Napels verliet, en zig naar Frankryk begaf, hadden echter de onderhandelingen, gedurende eenigen tyd flechcs eenen flaauwen voortgang; doch eindelyk , door het fterk aanhouden der pauflyke legaten by den koning van Frankryk, en deszelfs broeder, om de oorlogstoebereidzelen tegen Ar. ragon te ftaken, en door de verklaring van Karei zelven, dat hy indien de oorlog bleef duren, weder naar zyne gevangenis keeren wilde, werdc op den tweeden van fprokkelmaand een vrede tuiTchen Alpbonfus en de Franfcben ge. floten, zonder de Siciliaanen daarin te begrypen; in tegendeel beloofde Alpbonfus, geenen verderen byftand aan denzelven te zullen verleenen. Na het fluiten van het verdrag , begaf Karei zig naar Genua, alwaar hy zeftig galeyen huurde, welke in het volgende jaar gereed moeften zyn om een inval in Sicilien te doen, en trok daarop verder naar Spanjen, alwaar by eene vriendlyke byeenkomft met den koning van Arragon hadt. Middelerwyl waren de Siciliaanen ten uiterften verlegen, wanneer zy zig door de Kataloniers verlaten zagen ; doch een onverwacht toeval verlofte hen eeniger mate van hunne vrees, en verydelde de voornemens hunner vyanden. Na dat Alpbonfus gezanten naar Engeland gezonden hadt , om zyne koningin de dochter van koning Edimard af te halen, en naar Arragon te geleiden, ftierf hy omtrent het midden van zomermaand na eenen korten tyd ziek gelegen te hebben. De tyding van deszelfs overlyden, kwam wel haaft in"Sicilien, waarop koning Jacob aanftonds zynen broeder Don Frederik tot beftierder van het eiland aanftel. de,  van NAPELS. a$7 de, en naar Spanjen fcheep ging, alwaar hy omtrent het midden van oogftmaand landde, en wanneer hy te Barcelona plechtiglyk gekroond was, maakte hy eene verbinte. nis met den koning van Kalabrien , en trouwde deszelfs dochter (d). Weinige maanden daarna werden de Siciliaanen op nieuws ontzet door de fcheepstoerufting der Genueezen; en dewyl het gerucht ging, dat de galeyen van Genua vyandlykheden tegen de Siciliaanfcbe fchepen begonnen hadden, zondt Don Frederik een gezant, om aan dat gemeenebeft deszelfs onvoorzigcigheid , om tot het vergrooten der macht van Frankryk mede te werken, onder het oog te brengen ,- ook werden de Genueezen door dat gezantfchap overgehaald om hunne fcheepstoerufting te ftaaken , en be. vestigden eene nieuwe wet tegen het voeren van oorlog te. gen de Siciliaanen. Omtrent dienzeifden tyd kwam Rogier di Loria uit Katalonien, en zeilde naar de kuft van Kala. bricn; alwaar hy met eenigen van zyne matrozen aan land gegaan zynde, eene bende Franfcben, welke derwaards getrokken waren tegen de fteden die aan de Siciliaanen onder, worpen waren, aantaftre' en verftoeg. Van daar zeilde hy naar Griekenland, en bemachtigde de eilanden van Corfu. Malvaly en Scio, waarfchynlyk om dat de keizer toegelai ten hadt, dat zommigen zyner zeeplaatzen met Franfcl krygsvolk bezet wierden. Wanneer hy omtrent het mid. den van wynmaand terugkeerde, hield hy een mondgefprek met Don Frederik, en ftelde voor om de Napelfcbe kuften ir de volgende lente, met eene machtige vloot aan te tas, ten (ƒ), Middelerwyl hadt koning Jakob geweigerd zig aan hei verdrag, tuflehen zyn broeder en den koning van Frankryl (ijuBARTHOL. de Neocaftr. ie) Nicoi. Special. Ll rkp. Kist. X Deel. I Stuk. K k II.Boek. i. Hoofdst. v. Afd. KonirtgJZ' kob volgt op in het koningryk van Arragon door het overlyden van Alpbonfus. 1292.