Boekbinderij Drukkerij RUSTENBURG Tel.72 17 78 Amsterdam B'D^e.e,kUniVersiteit van Amsterdam 01 3390 9309   ÖITLEGGING DER TYTELPLAAT. ]J3e Tekenkunst doet ons een" vasten Zuil befchouwent Waar op het Wapen van V aloude napels praalt. Het Foetjïuk kan aan ons op V duidelykst ontvouwen, Hoe den Romein eertyds hier heeft gezegepraald.. De Voorgrond toont een reeks van Penningen en Beelden , Door V woên des tyds voor lang bedolven onder de aard! y Toen Goth en Noorman hier hunrf woeste rollen [peelden , En dus voor de oogen van V Nakoomlingfchap bewaard; Dat gantsch verwonderd , om V geen ons is nagebleeven , De geest der Ouden roemt di$ V in die /lukken ziet. Des Konings Lusthuis , V fchoon Portici en zyn dreeven Van aangenaam geboomf befchouwt men in V verfchiet Zo ook Vefuvius , die, als hy raakt aan "t blaaken , Zyn Vuur en Zwavelgloed door lucht en wolken dryft, £n 't angjlig Aardryk zo doet fidderen en kraaken, Dat mak den eenen peen niet op den andren blyft* j. Fokïi&.  Te AMSTERDAM Bif M. iSCHALEKAMP.   HEDENDAAGSCHE HISTORIE of het VERVOLG VAN DE ALGEMEENE HISTORIE; Befchreeven door een Gezelfchap van GELEERDE MANNEN IN ENGELAND. uit HET ENGELS Cf! VERTAALD, enz. Xd* DEELt B* en Iliï S TUK DER EUROPISCHE HISTORIE; behelzende die van het Koningryk NAPELS. Te AMSTERDA M, Bï M. SC li ALEE AM P. MDC C L X X X II   INHOUD van het, TIENDE DEEL der EUROPISCHE HISTORIE. I. AFDEELING. Van het einde derLongobardifcheheerJchappy in Italië , en de bepaalde onderwerping der Longobardifchs Hertogen ( waar onder ook die van Benevento, van welk Hertogdom het tegenwoordig Keningryk Napels een groot gedeelte bezit) aan Karei den Grooten , waar by hy ook als Ko» ring van Italië erkend wordt , tot op de verdeeling van het zelve door Keizer Lodewyk den tweeden , en de letnplichtigheid van hetzelve aan dien Vorst Bladz. I II. AFDEELING. Van de gemaakte fchikkingen door Keizer Lociewyk den tweeden , tot den tyd van den eerjlen inval d-.r Noormannen in Italië. ... 22 III. AFDEELING. Van de komst der Noormannen in Italië, Ut ep den dood van Tancred , den laatften der Naormanjchs Vorjlen welke over Napels geregeerd 'hebben 65 IV. AFDEELING. Van de bemachtiging van het Koningryk Sicilië , door Küzer Hendrik den i.csizvi , tot op den dood van deszelfi achteikleinzoon Konradyn, en den overgang dier] hetrJcJnppye in het hak van Anjcu. . 155 v. AFDEELING. Van de Regeering; van Ksrel van Aniou , na het ombrengen tan Konïadyn , tof op de g3 tangenneming  m hst einde der Rtgeering van Joanna , Koningin van Napels, de laatje en oud/le linie van dat huis. 229 VI. AFDEELING. Hijlorie van het Koningryk Napels, zedert de gevangenneeminfr van Koningin Joanna de eerfte , door Karel van Durazzo , tot op het overlyden van de Koningin Joanna de tweede , v/anneer dit Koningryk in het huis van Arragon gekomen is. 329 VII. AFDEELING. Behelzende het geen na het overlyden van Koningin Joanna de tweede en verder onder de Koningen uit het huis van Arragon is voorgevallen. 379 VIII. AFDEELING. Behelzende de Hijlorie van Napels,' na de gemaakte verdeeling tusfchen Spanje en Frankryk, en vervolgens en. dér de Koningen van Spanje. 430 HEDEN.  HEDENDAAGSCHE HISTORIE, of het VERVOLG van de ALGEMEENE HISTORIE: Befchreeven door een Gezelfchap GELEERDE MANNEN in ENGELAND. uit het engelsch vertaald, enz. Xde DEEL. W STUK. Behelzende de verdere EUROPISCHE HISTORIE ; en byzonderlyk die van NAPELS. Te AMSTERDAM. By M. SCHALEKAMP. MDCCLXXXL   P&5- 379 HEDENDAAGSCHE HISTORIE, ZYNDE EEN VERVOLG van de ALGEMEENE HISTORIE. ZESDE AFDEELING. Behelzende het geen na het overlyden van koningin Joanna de tzveede , en verder onder de koningen uit het huis van Airagon is voorgevallen. |!^=^|;Ier dagen na het overlyden van koningin JoanIII V fll na' ver'(00s de ftad Napels twintig perionen uit J^k den adel en het volk , welke by de beftierders yi^i^^fe^C' van het ryk gevoegd we den. Dezelve ontvingen aauflonds een nuncius van den paus, welke hen geAaa 2 last¬ ri. Boek. i. VIKjd.  ILBoek. J. hoofdst. VI. Afd. René van Anjou tot haar opvolger vïïklaard. Alphor fus komt op het verzoek van verJchsi-Je barons in Apu'ië. : : I i i i i ï i i i i p r f 3So HISTORIE laflte geene getrouwheid aan eenigen vorft te zweeren. voor dat hy door den heiligen ftoel , als unl^n het koningryk door het kinderloos afïlerven van foalna vervallen was , zoude bevestigd zyn. De beftiedérf floegen weinig acht op die bevelen; maar^Sdtu dat zy geen anderen koning wilden hebben , dan René ™ JnjZ' ,WienS.ftaödaard benevens dien van den paus m Napels , planteden. Middelerwyl kwam Alphon- «£■/•» ' J e0n,gen ü>"d te voren ' hulptroepen uit öWfiW aan den prins van Tarento gezonden hadt , op het hooren van den dood der koninginne , aanftonds met eene vloot naar Isiïia , en tradt met verfcheid? edelen , welke geen deel aan de regeering hadden , in ^ -tte op den Ld dfrze.ven 'eenig InSll ' Wagrop veele andere barons zich /ooi hem veraarden , zoo dat hy , in den beginnen end ÏT'andi Zi? aan het hoofd va« vyftiendui. jend man beyondt. Kapua werdt ook aan hem over^eeverd , en hy belegerde op den raad van eenige barons V3n deJegeerinS y °m *ich daar'tegen te rozetten , gaven het bevel over hunne krvgsmacht aan fldora, en namen Antonh Pontadero , en Micheletto da ftigmla ieder met duizend ruiters in hunne betaling tan De hertog van" Milaan , welke te dier tyd in het S! u*? £ma ,Was ' en bFna "eheel Lombardye bemacbS-n? ' ;:erldaarle zich tegen onfus, en zondt >J lt-nd aan die van Gafta , waar door hy verdacht gelouden werdt een oogmerk gehad te hebben om het konngryk Voor zich zeiven te bemachtigen. Dewyl het >eleg rog fteeds bleef duren , rusteden de Genuezen weiuge weken daarna zeventien galeyen uit , om onder, tand in de plaats te brengen; doch wanneer AU honfus daarvan verwittigd wierdt, 't geen volgens het ge. 3een gevoelen , door den hertog van Milaan ge.üied was, ais welke naar eene nederlaag der Genuezen, ten  v a n NAPELS. 381 ten einde hen kleiner te maken , verlangde , fcheepte hy tienduizend mannen in , en zeilde naar het eiland Poncia om de vloot van de republyk fe onderfcheppen. De Genuezen , welke niet fterker dan vierduizend waren , ontweken in den beginne het gevecht ; doch toen zy des niettegenftaande door Alphonfus aangetast wierden, voch'en zy tien uuren achter een met zodanige woede èn wanhoop, dat zy op het laatft eene volkomene overwinning ' behaalden , alle de vj'andlyke galeyen , op een na , bemachtigden , ja zelfs Alphonfus , met zy ne twee broeders den koning van Navarre en Don Hendrik , benevens- veele andere Napelfche , SiciliaanJche en Katalonifche .ridders en barons , ten getale van byna duizend gevangen namen. Als die van Gaëta de tyding van deze overwinning hoorden , deden zy aanflonds een uitval op de belegeraars , en dreven dezelven geheellyk op de vlucht. Na dat de Genueefche vloot Ga'éta van voorraad voorzien hadt , zeilde dezelve nsar Napels , met oogmerk om de twee kafleelen 'aan den zeekant aan te tasten , doch de'-admiraal, welke zo men meende , door Alphonfus omgekocht was ,• pleegde geerie verdere vj'andlykneden , en keerde naar Savona , alwaar hy met zyne gevangenen aan land flapte, welke in plaats , dat hy met dezelve naar Genua zoude trekken , naar Milaan gevoerd werden. De hertog behandelde Alphonfus met veele bewyzen van eer en achting , en door denzelven wel haast overtuigd wordende , dat zyn belang niet mede bracht toe te laten , dat de Franfchen voet in Italië kregen , floöt hy met den koning een verdrag tegen René van Anjou , en Helde tegen het einde van het jaar alle zyne gevangenen in vryheid. De Genuezen oordeelende , dat zy door het maken van dat verdrag , niet wel behandeld waren , vielen aanflonds van den hertog af , en floten een verbond Aaa 3 met II". Boek. I. Hoofdst. VI. Af». Hy wo*dt door de Ge■ uezen gev\n?en genomen. Hy fluit een verdrag met den hertog van Milaan. fïy worde in vryheid gejleld, en keert naar Gaëta. H35.  382 HISTORIE II. Bo::k. I. Hoot'nsT, VI, Afi>, (y) Jdjm ib;d. Fragment. Hift. iicul. ut fupra. met René, welke toen ter fyd by den hertog van Buurgonje gevangen was, Hy was weinige maanden t voren , op zvn woord van eer , te Anpu gekomen , en ontving aldaar de afgezondenen wegens de regeering , doch alïo hy zyne verbintenis jegens den hertog van Bourgonje wilde naarkomen , weigerde hy met hen naar Napels te gaan ; maar zondt zyne gemalin Eïizabeth , met zyn tweeden zoon Lodevyk , markgraat van imont , en keerde zelf naar zyne gevangenis , alwaar hy drie jaren bleef. Ellzabeth ging op den eerlte van wynmaand van Proyence lcheep , en kwam te Gaëta aan; van waar zy, weinige dagen daarna, naar Napels voortreisde , alwaar zy met de eer , aan eene koningin verfchuldigd , ontvangen werdt. Zy zondt aanftonds Michletto als onderkoning naar Kalabrü , welke door eene vloot, onder het bevel van ha en zoon bygeftaan zynde ^ dat Jandfchap in korten t d bemachtigde. Dewyl Caldora en Antonio middelerwy! , uit eigen belang, den oorlog zochten te rekken, verzuimden z Kapna in be» zit te nemtn , en lieten Caïta door de Arragcnk'rs bemachtigen (y). Als Alplonjus hoorde , dat zyn broeder meefter van Gaswas, kwam hy op den tweeden van fprokk;.lmamd met alle de barons , welke in Milaan gevangen geweeft waren , in die itad. Hy bleef verlcheide maanden aldaar , en of ichoon veele barons van de Anjuujae party tot hem overkwamen , verfpilde hy echter nee eantfche jaar zonder iets v n belang uit te voeren. Vermits hy over dtn paus nrsnoegü was , om dat deze ve zyne eiichen op Napels niet'wilde bevordcien , verklaa.de hy zich .voor de kerkvergadering van Bazel, welke het toen met Eugeen oneens was; zelfs begon by vyandlyk- he«  van NAPELS. 3^3 heden tegen den kerklyken flaat te plegen , onder voor wendfel, van dezelven ten behoeve der kerkvaderen te Bazil in bewaring te nemen (z). Alphonfus verwekte jpch door die handeling een machtigeren vyand dan hy verwacht hadt ; want, wanneer de koningin in het vol gende jaar , om byftand verzocht , zondt hy haar viei duizend ruiters en duizend voetknechten te hulo , onder het bevel van den kardinaal V'ttelkfchi, patriarch van Alex. ar.drye, welke toen wegens zyne ervarenheid in dekrygskunde zeer beroemd was. Vitelkfchi viel, in grasmaand, in het koningryk , bemachtigde Cepperano , Vtnafro , en veele andere plaatfen , welke op zyn weg naar Napels gelegen waren , en werdt in de laatstgemcldc flad met veele eerbewyzingen door de koningin ontvangen, welke hem daar en boven zesentwintig duizend dukaten ter betalinge van zyn krygsvolk ter hand ftelde. Vermits de kardinaal zyne foldaten niet alleen met geld , maar ook met aflaatbrieven betaalde, vochten zy dapper, lyk ; en heroverden in weinige maanden veele plaatfen van de Anagonïërs. De koningin wilde hem echter geene vaste bezitting in het koningryk geven , en Caldora , in plaats van gemeenzamerhand met hem te werk te gaan, beto mde eene openbare vyandfehap tegen hem, en dwarsboomde hem uit alle zyne macht, tot dat hy kort na Kersmis aan boord van een klein vaartuig naar Venetïïn fcheep ging, en zich van daar naar Ferrara by den paus begaf (a). Omtrent dien zelfden tyd werdt eindelyk René van Anjou , na het betalen van een bovenmatig losgeld aan den hertog van Bourgonje, in vryheid gefield, en kwam in grasmaand te Pifa , alwaar Franciseo Sforza hem eene aan- (x) Suritk. Hift. Arrag 1. XIV. «* (a) Summont, Giornal. Napol. fT.BoiiK. 1. hoofdst. VI. Arn. . D.pausonderfleuntdtAnjoufche party. H3 7' Reré van Anjou komt te Napels.  II. Boek. I. Hootdst. VI. Afd. Hy laat Alphonfuseen veldjlag aanbieden. ] 1 • i 384 HISTORIE aanbieding deedt om hem te helpen, 't welke hy aannam; doch dewyl zyne iaden hem verzekerden , dat indien hy Sfotza in zyn dienst nam, Caldora aanflonds tot Alpkon. fits zoude overgaan, verzucht hy den eerstgemelden naderhand , dat hy niet in het koningryk komen wilde. René werdt by zyne aankomst te Napels met veel vreugdeblyken ontvangen (a), en men befloot in het algemeen, dat de oorlog haast een einde nemen zoude,- doch het was zo haast niet bekend , dat hy zonder geld kwam , of zyne achiing verviel , en de drift van het volk verminderde. Kort na zyne aankomst , kwam Caldora te Napels hem zynen dienst aanbieden; dezelve trok aanflonds in het gebied van Abruzzo om zyne eigene landen tegen Alphonfus , welke reeds een groot gedeelte van dat landfchap bemachtigd hadt, te verdedigen. René volgde hem fpoedig met zo veel volks , als hy by een konde brengen , en vereenigde zich op het einde van oogstmaand met hem te Sulmona , 't welk zy belegerden. Vermits zy het beleg zeer moejelyk vonden, en door zeven duizend voetknechten uit Aquila verflerkt waren , brak René op, cm Alphonfus op te zoeken , aan wien hy een bebloeden handfchoen zondt, en hem tot een flag liet uitdagen. Alphonfus deszelfs leger in flilte veifpied hebbende , oordeelde het raadzaam een gevecht te vermyden , verliet onmiddelyk Abruzzo , en trok met allen fpoed naar Napels, welke flad hy op den zevenentwintig- (u) René bracht zestig musketiers met-hem-, welke de eerffe waren , die ooit es Napels gezien waren. Van d-.-ze zt stig waren 'er liet meer dan rvee , welke de kurst van buskruid te maken verftonlen, Alphonfus liet ook eene menigte -musketen maken;--doch alzo jienand onder zyne piHy kennis hadt 0,11 buskruid te bewerken, uraren de fhaphanen voor ejnigen tyd van geen gebraik, tot dat het sem gelukte dat hy eene van de musketiers van René , welke het nen^fe! voor buskruid wist , gevangen k'reeg (1). (1) Giornal. Napel. ap. Mum. t. XX/. col. 1113.  vam NAPELS. 385 tigften van Herfftraaand ter zee en te land infloot; offchoon nu wel dezelve byna geene bezetting inhadt, deedt zy echter eene dappere verdediging, en, na dat Don Pedro door een kanons kogel gefneuveld was, brak Alphonfus het beleg op, 't welk zesendertig da^cn geduurd hadt, en week met zyn leger naar Kapua. Middelerwyl hadt René byna gantsch Abruzzo bemachtigd , en keerde tegen het einde van het jaar naar Napels. Vroeg in de lente belegerde hy Caftel Nuovo ter zee en te land : Alphonfus daar en tegen deedt alle mogelyke pogingen om de plaats te ontzetten ; en trok ten dien einde met elfduizend mannen naar Napels. Dewyl zyne troepen aan het kanon van het kalteel St. Erasmo blootgefteld waren, floegen zy aan 't muiten en verklaarden , dat zy niet als honden wilden doodgefchoten worden; 't welk hem noodzaakte een trompetter aan René te zenden , en hem te verzoeken , dat hy , volgens de gewone wyze oorlogen , en by nacht niet vuren wilde : doch , alzo deze boodfehap met verachting aangenomen wierdt , en het kasteel gebrek aan krygs en °mondbehoeften hadt , werdt men het eens om het zelve aan de Franfche gezanten , welke , kort te voren , te Napels aangekomen waren , om een vergelyk tusfehen de twee koningen voorteflaan , in handen te flellen. De Kataloniers , Welke toen zestien jaren in het bezit van dat kafleel geweest waren, trokken dienvo'gende den vierentwintigften van Oogstmaand uit met zo veele goederen , als zy met zich konden voeren. De Franfche gezanten gingen kort daar op Alphonfus, welke hun hoop gegeven hadt , dat hy in een beltand zoude bewilligen , opwachten ; doch vermits zy zo wel als hun gevolg, op weg , door de Kataleniers onderfchept , en geflagen wierden , keerden zy weder naar Napels , en gaven het kafteel aan René over, Intusschen hadt Alphonfus zich meefter gemaakt van -Euröp. Hist. X. Dsel. II. Stuk. B b b Sa- II. Boek. I. HOOFOST. VI. Af». Bemachtigt Caftel Nuova.  3§6 HISTORIE II. Boek ï, HoOPDST. VI. Aro. Hy verzoekt vredct ie hulp vm. Caldora. Hybiei Un tweede; male Al phonfu? een gevech mm. SaJarno, 't welk hy met den tv tel van prins aan Urfino , graaf van hola, lchonk , waarop hy aanllonds het kafteel van Averfa belegerde. René was zeer bezorgd om Averfa te ontzetten , en verzocht ten dien einde den hulp van Antonio Caldora , te gelyk hem in het hertogdom van Bari , 't geen door zyn vader y die eenige weken te voren geftorven was , bezeten was geweest , bevestigende. Antonio liet hem een uitvlucht makend antwoord geven , waar door het bleek , dat hy naar de party van Alphonfus overhelde , weshaiven René openlyk verklaarde , dat , vermits hy zag , dat zyne zaken in eenen wanhopigen Haat waren, hy voornemens was met zyne gemalin en twee zonen naar Eugeen te Florence te gaan ; en dat hy, indien de paus hem wilde byilaan, weder naar Napels zoude keeren , doch indien zulks niet gelukte , dat hy dan naar Frar.kryk wilde trekken. Van dit voornemen door de Napolitanen afgetrokken zynde waagde hy het eenige weken daarna , nameiyk op den negenentwintigften van Louwmaand, Napels in gezelfchap van eenige vertrouwelingen te verlaten,- en offchoon byna het gantlche gebied van Terra di lavora in handen van Alphonfus was , trok hy door de fneeuw, en over het gebergte naar Nocera. Hy behaalde veel eer door dien tocht , en ontving onraiddelyk de opwachting van de barons van Abruzzo, en van eenigen uit het gedacht van Caldora. Maar of fchoon de barons hem wel veele gefchenken gaven , kon hy echter zo veel gelds niet by een brengen , om den eisch van den hertog van Bari te voldoen , wtike hem byna twee maanden in het onzekere liet, eer dezelve zich volltrekt tot 'zynen dienst wilde verninden. Wanneer eindelyk de hertog zich met zyne krygsraaent bv hem gevoegd hadt , zondt hy een trompetter aan Alphonfus met verzoek, dat hy het koningryk niet langer door het rekken van den oorlog wilde verwoesten, maar of met hem een tweege»  van NAPELS. 3*? gevecht, of wel met eene uitgezochte bende , of met het leger een flag wagen , en dat de overwinnaarde kroon gerustlyk zoude bezitten. Alphonfus liet hem antwoorden , dat het z^er onvoorzichtig voor hem zyn zoude eenig gevecht te wagen , alzo het koningryk hem reeds toebehoorde , waarop René , op den laatften van Zomermaand , deszelfs legerplaats aantailte, en dezelve bemachtigde; ja hy zoude het leger van Alphonfus gantschlyk vernield hebben , indien Caldora niet op eene verraderlyke wyze geweigerd hadt hem in het achtervolgen by te fraan. De koning van zyn verraad ten voiien overtuigd zynde, liet hem eenigen tyd gevangen zetten, doch alzo deszelfs troepen oproerig wierden, was hy genoodzaakt hem op vrye voeten te Hellen, wanneer hy met al zy volk tot Alphonfus overliep. Rhné cius van geld en krygsvolk ontzet zynde, zondt zyne gemalin en twee zonen naar Provence , en begon met zyn mededinger m onderhandeling te treden, welken hy aanboodt in htt gerust bezit van het koningryk te laten onder voorwaarde, dat Alphonfus zynen oudften zoon Joan tot deszeifs erfgenaam zoude aannemen. Als de Napoiitanen van deze onderhandeling kennis kregen , wisten zy Kenê te bewegen dat hy dezelve afbrak, door hem te verzekeren , dat de paus , Francisco Sforza , de Florentynen en de Genuezen een verbond hadden aangegaan om Alphonfus uit Italië te verjagen. Middelerwyl ftondt Alphonfus aan de prins van larento toe, oat hy het her. togdom van Bari , en het graaffchap van Converfano , 't welk Caldora toebehoorde , bemachtigde , welke iaatstgemelde ook naderhand alle zyne landen verloor, en als een bedelaar in de mark van Ancona ftierf. Hy nam ook bezit van Cajazzatü het eiland vanC^retf alwaar hy kort daarna zich van eene Franfche galei met tachentig duizend kronen meefter maakte; en otlchoon de kardinaal van Tarento , en de graaf van Tagliactzzo , op bevel van den paus, met Bbb 2 tien II. Boek. I. hookdst. vi. Afd. Wordt deur Caldora verraden- 14+2.  3*8 HISTORIE ILBoek. L boofdst. VI. ArJD. Alphonfus neemt Napels flormenderhaudin, René verlaat het koningryk i - . 1 tien duizend mannen in het koningryk vielen, om de Anjoufche party te onderfteunen , vondt Alphonfus echter middel hen overtehalen, dat zy in een beftand, bewilligden, en naar Campania di Roma te rug keerden. Dit beftand veroorzaakte den gantschlyken ondergang van René , want dewyl Alphonfus nu geen vyand in 't veld hadt, van wien hy iets te duchten hadt, trok by op en floot de ftad Napels in, welke hy eindelyk na eene lange belegering , op den tweeden van Zomermaand , ftormenderhand bemachtigde, zynde deszelfs foldatendoor eene waterleiding in de ftad gekomen. Re é alle mogelyke pogingen om den vyand te rug te dryven gedaan hebbende begaf zich naar Caftel N::ovo ; en ging ver olgens in eene van twee Genueefhe galeyen , welke den volgenden dag met voorraad aankwamen. fcheep , om verder den paus te Florence op te wachten welke hem met veel vriendlykheid ontving, en hem de beleening van het koningryk gaf ; doch zyne heiligheid kon hem niet bewegen om in Italië te blyven op hoop van het koningryk tveder te zullen bemachtigen (b). De Aaragonezen , welke het eerst in Napels doorgedrongen waren , _ plunderden de ftad gedurende vier uuren ; doch wanneer Alphonfus naderhand binnen dezelve fwam , reedt hy aan ftonds met eene bende van officie•en en ruitery door de ftraten , en verboodt op ftraffe les doods den in woneren eenige fchade toe te brengen , 3f geweld aan te doen. Hy behandelde alle de burgers net veel zacht moedigheid; en na dat hy byna hetgantèhe koningryk in korten tyd bemachtigd hadt. befchreef 1y eene ryksvergadering te Benev nto ; en op dat hy niet '.oude fchynen zyne nieuwe overwonnen landen , aan zyne (b) Giornal. Napol. Annal. Bowimcokti. Summoht. Costawz», Iaki ks. G.ahnoks. uc fupra-.  van 'NAPELS. 389 ne andere erflyke ftaten te willen hechten , liet hy alle de barons den eed van hulde doen , aan zynen natuurlyken zoon Ferdin^nd, welken hy wettigde, en hertog van Kalabrië maakte. Ofschoon nu wel Arragon^ Vakncea- Katalonia, Majorca , Cerfica , Sardinië , Sicilië en Rousfillon onder de heerfchaappy van Alphonfus waren , befloot. hy echter Napels tot zyne koninglyke verblyfplaats te houden ,• en in het volgende jaar bevolen hebbende, dat 'er veertig ellen van de wallen zouden geflecht worden , deedt hy zyne intrede in de ftad door die bres, op een zegewagen , welke door vier witte paarden getrokken en door alle de edelen van het koningryk te voet gevolgd werdt. De dag werdt met fteekfpelen , en gafteryen befloten , en na dat hy alle de geenen , welke van de Anjoufche party geweeft waren , vergiftenis verleend hadt , was hy zo mild in het uitdeden van eerampten, aan zyne vrienden , dut de fchryver van het Napelfche dag register aanmerkt, dat het getal der genen , welke tytels voerden , • tienmalen verdubbeld wierdt (c). ' Als hy dus de rust van het koningryk herfteld hadt; veftigde hy zyne gedachten geheellyk op eene verzoening met E'igeen; doch om des te betere voorwaarden van den zei ven te bedingen , tradt hy te gelyk in eene onderhandeling met den tegen paus Felix , welke , omtrent vier jaren te voren , door eenige weinige fcheurzieke leden der kerkvergaderinge te Bazel, verkozen was Dewyi het gezag dier kerkvergadering^ van dag tot dag afnam : brak hy de onderhandeling met Felix af door het opperen van nieuwe zwarigheden , en floot omtrent het midden van Zomermaand een verdrag met E geen, waarby bedongen werdt , dat de paus de aanneeming van AU (c Giornal Napol. et alii. Bbb 3 II. Boek. 1. [Joofdst. VI. Afd. Alphonfus loet zyne ntrede inNapels op 'en zegevagen.1443-  II. Boek. i- hoofdst. VI. Afd. Hy ont ■ vangt de beleening van bet koning ryk van Eugeen. 39o HISTORIE Alphonfus , door de koningin Joanna de tweede gedaan zóude beveiligen , en hem met het koningryk van Napsls beieenen , op dezelfde voorwaarden , als het zelve door andere pauzen aan anderen gegeven was , met byvoeging nochtans van deze woorden : niettegenfiaande het ze vi koningryk dcor het zwaard bemachtigd hadt ; verder , dat Alpho fus en alle deszelfs onderdanen Eugeen als den waaragtigen paus zouden erkennen ; dat hy de vryheden der kerklyken zoude handhaven , en die genen, welke hun afgenomen waren , zoude heritellen ; dat hy alle plaatfen, welke op de kerk vermeelterd waren terug zoude geven , zes galeven tegen de Turken uitrusten , en vierciuizend ruiters , benevens duizend voetknechten zoude leveren om de mark van Ancorta aan Francisco Sforza te ontweldigen ; dat hy ook dezelfde voorrechten aan de barons zoude toeftaan , welke zy onder de regeering van Willem den Tweeden genoten hadden. Het verdrag behelsde nog verfcheide min gewichtige artykels, welke allen door iugeen beveiligd werden, die ook op den vyftienden van Hooimaand de bulle van beleening bevestigde. Offchoon nu wel in de bulle gewag gemaakt wierdt, dat, indien Alphonfus geene wettige kinderen naliet , het koningryk weder aan de kerk zoude vervallen, gaf de paus echter nog eene andere bulle ten behoeve van Feru'mand , welke men beloofde , gedurende deszelfs leven , niet te zullen ruchtbaar maken 00. Eugeen liet omtrent dien zelfden tyd zeven of acht bullen alle ten behoeven van Alphonfus afkondigen O), en weinige weken daarna werdt de koning door eene geyaar- iy- ?&) Giornal. Sortt. Hift. Summoitt. Anna!. Bonihcojtcr. Spon». Anna!, (e) Grannone.  •van NAPELS. 351 lyke ziekte aangetaft , waaruit een gerucht ontftondt dat hy dood was. De koning in deze ziekte ontdekt heb bende, hoe weinig hy zich op de getrouwheid der baron konde verlaten, befloot zich van het vermogen des prin fen van Tarento , den machtigden van hun allen, ten zy nen behoeve te verzekeren, door het fluiten van een hu welyk tusfchen den hertog van Kalabrie , en des prinfei nicht ïfabella, welke die prins voorgenomen hadt aan dei broeder en waarfchynlyken erfgenaam des keizers van Kon jianünopolen uit te trouwen. ffabeUa werdt dienvolgend naar Napels gebracht , alwaar haar huwlyk met den hei tog zonder eenige pracht voltrokken werdc, om dat 'e tyding van het overlyden der koninginnen van Kafiilië et Portugal y zynde des konings twee zusteren , was ingeko men, Alphonfus verzekerde zich ook van de getrouwhei des hertogen van Sesfa , door zyne natuurlyke doch te Leonoor aan den eenigen zoon van den hertog te huwen; ei dewyl hy onderricht was, dat het krygsvolk, welk hy ui hoofde van zyn verdrag met den paus, in de mark van An cona gezonden hadt, door Sforza geflagen was , liet hy eew andere bende, onder het bevel van den graaf van Ientimi glia derwaard trekken, en zoadt eene machtigs vloot naa de Adriatifche zee, om te beletten, dat de Fenetianen geei onderitand aan den vyand zonden. Omtrent drie jaren daarna befloot Alphonfus tegel Sfrza op te trekken , doch toen hy te Tivoti gekomei was, hoorden hy de tyding van het overlyden van Eu geen. Vermits Nikolaas de vyfde-, deszelfs opvolger val een vreedzaamen inborit was, ?n geene party&hap tegei de Venetïar.en hadt, deedt hy aanitonds een voorllag to een algemeenen vrede, en haalde Alphonfus,. benevens d< Fenetianen en Florentynen als mede ücn hertog van Milam over om hunne gemacotigden op de vredehandelingen g Ferrara te zenden. De onderhandelingen werden fchie lyk afgebroken, en gantfch Italië geraakte weder ui ver. wei 5 > II. Boek. |i VI. ArD. 1 1 Hy verzek>n zich de * trouw der i barons door » htiwelyken. j 144+• r 1 t 1 1 t I 1 t p  392 HISTORIE II. Boek.' i. hocfdst. vj. Afu. Hy verklaart den torlog tegen de Horentynen. Een vredebreuk tusfchen he~n , endeVer.etianea. HymaaH j een verbond^ met dat ge-, meene best.' 1480. 1 1 ( i ver ring door het overlyden van den hertog van Milaan. Dewyl dezelve geene wettige nakomelingen naliet, vormien de keizer, de hertog van Orleans, Franscisco Sfoiz* 2n Alphonfus, ieder voor zich , eilchen op deszelfs Haten Maar dewyl Alphonfus het gevaar begreep om den keizer ;n gantfeh Italië tegen zich te verwekken, zag hy fpoelig van zyne aanfpraak af; doch onder voorwendiël van le ruft van Italië te verzekeren, verklaarde hy den oorlog tegen de Blonntynen, en trok ih Toskane, op hoop, dat hy dac landfchap fpoedig zoude bemachtigen. Nadat hy, met der haafl, eenige weinige kalleden ingenomen hadt, belegerde hy PUmbino in het begin der voljende lente , maar dewyl die plaats dapper verdedigd wierdt, en de peil een groot gedeelte van zyn leger ivegfieepte , was hy verfcheide maanden daarna "genoodzaakt het beleg op te breken, en keerde in Herftlmaund Eet het overfchot van zyn leger naar Napels (g). Weinige maanden na zyne te rugkomft kwam er eene /redebreuk tuslchen hem, en de Fenetianen, waar door ie koophandel zyner onderdanen in Abruzzo, Apulïe en Terra di Bari byna geheel te niet raakte. De oorlog luurde echter niet lang,-want in oogfin aand van hetvol;ende jaar werdt de vrede gefloten, [h) wanneer de Feiet anen een verbond met den koning tegen de Blorentyten, de Genuezen en Francrco Sforza, welke toen tot lertog van Milaan verklaard was, aangingen CO- Deze >orlog werdt echter door den koning flaauw voortgezet , ilzo zyne majeflx-it begon te verlangen om in rust te leven, in by te dier tyd verliefd was op Donna Luhetia de Ala- gno, {g) Arnal. Bontncohtr. Giornal. ut fupra, (bi) Idem ut fupra. (f) Annal. Bow.ncont*. Porsqii Hift. Barthol. Facius dc geft. Uphonf. I. IX,  van NAPELS. 393 sns eene voorname Napelfche vrouw, van veel verfland en fchoonheid; dezelve worde ook door verfcheide fchry vers, wegens hare kuischheid geroemd, aangezien zy verklaard hadt, dat de koning hare eer nimmer met hare bewilliging zoude fchenden , en dat indien hy mocht ondernemen geweld te gebruiken, zy de Rcmeinfche LukretianiQt wilde navolgen , maar hare oneer door haren dood voo; komen. Zy was echter, volgens Mariana en fommige an' deren, de byzit des konings. Nadat de oorlog twee jaren, met onderfcheiden uitflaf geduurd hadt , zondt hy zes duizend ruiters, en twee duizend voetknechten naai- Toskanen, en gaf het bevel over dezelven aan zyn zoon Ferdinand,. welke Trojano en twee andere kalleden bemachtigde, terwyl de Napelfche vloot de zeekuft ontruftte (_k\ De Florentynen zonden aanflonds een gezant naar Frankryk om hulp van Karei den zevenden te vragen, en hem te verzoeken , dat hy René van Anjou met eene bende krygsvolk naar Italië wilde zenden, onder belofte, dat zy hem met alle macht zouden byftaan, om het koningryk Napels te heroveren. René kwam dienvolgende, in het volgende jaar, met eene aanzienlyke bende krygsvolk in Lombardyen, en bracht zodanige verandering in den oorlog, ten voordeele van den hertog van Milaan, en de Florentynen te wege, dat de Fenetianen eenige aanbiedingen van vrede begonnen te doen. Nikolaas de Vyfde, welke ook ernftig bedacht was om de Krijlen vorften tegens Mahomet den Tweeden, die weinige maanden te voren zich meefter van Konftantincpolen gemaakt hadt, te vereenigen, boodt zvne bemiddeling aan om een verdrag te bewerken, en ontboodt ten dien einde gezanten van alle de partyen naar Rome. Alphonfus was echter zeer begeeng om den oorlog Poo ut fupra. Giomal. Napol. Facius ut fupra. Europ. Hist. X. Deel. II. Stuk. Ccc II.Bodk. li Hooedst. vi. Afd.  "394 HISTORIE II. Boek. I. IIOOFDST. VI. Afd. Een alge neen ver. bond tigen de Turken, 1455- oorlog te doen duuren, en deedt grote beloften aan de Venetianen om ben tot eene verandering van gevoelens te brengen; doch, in plaats van naar zyne voorflellingen te luisteren, zonden dezelve in flilte een bode aan den hertog van Milaan, om deszelfs gedachten te onderzoeken, en vindende, dat hy niet vreemd was om vrede te maken, floten zy weinige maanden daarna, een verbond zo met hem, als met de Florentynen. Ten verzoeke der laatflgemelden, gingen de drie partyen ook een verdedi' gend verdrag aan ; en op dat Alphonfus zich daar door niet beledigd mocht oordeelen, zonden zy aanflonds hunne gezanten naar Napels, welke, met den pauslyken gezant Simonetus den heremyt, denzei ven met veel moeite overhaalden , om mede in hun verbond te treden. Dewyl gantfch Italië over het verlies van Konflantinepolen ontzet was, en alle ogenblik verwachtte door de Turken overvallen te zullen worden, werdt er een verdedigend verdrag voor den tyd van vyf en twintig jaren gefloten tusfchen alledeflaten vm Italië, behalven de Genuezen, Sigismond, Malatefla en Aflur van Faenza, welke, om Alphonfus genoegen te ge /en, uitgefloten werden (l). Weinige maanden na dezen algemeenen vrede', begreep Alphonfus , dat zyn mededinger René door de Italianen wel licht kragtdadig zoude kunnen onderfleund worden, en dat deszelfs oudite zoon Joan nog fleeds in Italië gebleven was , en door de Florentynen onderhouden wierdt; weshalven hy befloot zich van de vriendfchap van Sforza, hertog van Milaan, te verzekeren, welk hyzo veel te gemaklyker doen konde daar Sforza zelfs naar eene verbintenis met den koning verlangde om zich tegen de eifchen des hertogen van Örleans te flerken. Daar werdt dan (/) Idem ibid. Hift. Generale d'Efpagne. t. IV, Annal. Bokincomt*. an. 1455.  tan NAPELS. 395 dan een dubbel huwelyk gefloten: Hippolita Maria, des hertogs dochter, werdt verloofd aan Alphonfus, oudfte zoon des hertogs van Kalabri's ; en Leonoor, de zufter van den zelfden Alphonfus, aan den derden zoon des hertogen van Milaan, genaamd Sforza (W). Alphonsus verwekte zich echter omtrent dienzelfden tyd de vyandfchap des opvolgers van Nikolaas, namelyk Calixtus den derden, welke zyn onderdaan geboren, en door zyne voorfpraak, en vermogen tot kardinaal bevorderd was. De nieuwe paus wordt door fommigenvan ondankbaarheid befchuldigd, en men zegt, dat hy, door zyne verheffing opgeblazen geworden zynde , den koning met veel trotscbheid behandelde. Anderen beweeren, dat de koning hem, na zyne verheffing , nog als een onderdaan van hem aanmerkte, en dat hy misnoegd was, om dat de paus eenige verwaande verzoeken welke de koning hem op eene gezaghebbende wyze gedaan hadt, van de hand gewezen hadt (n). Hoe het moge zyn, de vyandfchap duurde, zo lang als Alphonfus nog leefde; en de koning onderfteunde, uit misnoegen tegen den paus, in het volgende jaar Piccinus, welke met eene bende krygsvolk het gebied van Sienna verwoeftte (V). Ten zeiven tyde bleef hy den oorlog tegen de Genuezen voortzetten, en in het daaraanvolgende jaar, zondt hy eene machtige vloot om Genua te belegeren. Vermits de Genuezen ook te land aangetaft wierden, geraakten zy wel haaft in eene grote benaauwdheid ; doch zy werden in het volgende j aar van haren vyand door deszelfs dood verloft. Alphonfus werdt ; in (m) Giornal. ut fupra, Giannone. (n) AEn Europ. c. 58. Gobelin comment. I. II. Hift. General. d'Efpagne t. IV. p 129 130. Contin. de Fleurv Hift. Ecclef. t XXII. {«) Gobelin Comment. aen Europ. Ccc % II. Boek. I. fïoofdst. VI. Afd. t Breuk tusfehen Al« phonfus en den paus.  H. Bovx. 1. Eoofdst. VI. Afd. Alphonfus Jlerfc. Deszelfs natuurlyke zoon Fer. dinand volgt hem in het kiningryk Napels op. 396 HISTORIE in het begin van bloeimaand, ziek, eri ftierf, na eene kwyninge van zes weken, op den zevensntwintigften van zomermaand, in het zes en veertigfte jaar zynes ouderdoms. Hy wordt gezegd in de krygskunde, edelmoedigheid, grootheid, liefde tot de geleerdheid en voorgeleefde lieden , inzonderheid Georgius Trapezuntius enLaurentius Falla, boven alle vorften van zyn tyd uitgeblonken te hebben. Hy wordt echter , wegens zyne onmatige eerzucht, ontuchtigheid, drift , veinzery, als mede wegens de itrenge afperfingen, waarmede hy zyne onderdanen onderdrukte, gelaakt C/>).Verrnids hy geen wettig krooft hadt, liet hy het koningryk van Napels, by uiterfte wil, aan zynen natuurlyken zoon Ferdinand, en alle zyne overige ftaten, in 't byzonder het eiland van Sicilië, aan zynen broeder Joan , koning van Navarre en deszelfs nakomelingfchap na (q) W). Denzelfden dag , als Alphonfus ftierf, liet Ferdinand den paus om de beleening van het koningryk verzoeken. Calixtus weigerde echter het zelve, ten ware hy het ryk met des paufen neef , Pieter Lodewyk Borgia , een man van eene.n allerflechtften imborft, welken Calixtus hertog van Spolato- gemaakt hadt, wilde verdeelen; anders verklaarde hy, dat hy het koningryk, als aan de kerk vervallen, zou opeisfehen, of de beleening van het zelve aan (j>) Idem ibid. Coi tEMiT. Fazil Costanzo, Spond. Annal. Bohik 60ntr. Ann.. Giornal. Napol. (?) Summ^nt. Annal. Bonikcontr. W) Renige tyd voor het overly len van Alphonfus raadde hy zyi en zoon Ferdinand , dat hy drie Hukken vnn zyne regeeringswyze niet ■ïoeft naarvolgen, maar een tegengefteld gedrag in dezelve houden; hy moeft namelyk nlle de Arragonezen en Kataloniers van zyn hof vcrwyderen , en Italianen gebruiken, alle zware én drukkende laften affchaffen, en den vrede met de kerk en andere Haten van Italië aankweken. (1) 1) Antonin. tit. 22. c. ló.fect, 1,  van NAPELS. 397 aan Joan, koning van Arragon geven (r). Ferdinand wilde na de voorwaarde, door den paus voorgeflagen , niet luisteren ; doch trachtte niettemin zyne heiligheid door eerbiedige en onderdanige brieven en boden te verzachten; maar deszelfs pogingen waren ten eenemaal vruchtloos, want de paus liet op den twaalfden van Hooimaand eene bulle afkondigen, waarby hy op ftrafte van kerkban Ferdinand yerboodt den tytel van koning van Napels te voeren; van gelyke verboodt hy ook aan alle Napolitanen denzelven getrouwheid te zweeren , en ontfloeg die genen van hunnen eed , welke denzelven reeds mochten gedaan hebben, ftaande houdende, dat het koningryk aan de kerk vervallen was, aangezien Ferdinand niet de rechte zoon van'Alphonfus, maar een ondergedoken kind was. De koning beriep zich in zyne verdediging op eene aanftaande kerkvergadering , en dewyl hy onderricht was, dat de paus door bedekte zendelinge» een opftand zocht .te verwekken, verzamelde hy een leger, en dreigde naar Rome te trekken (s). Tenzelven tyde fchreef hy aan de kardinalen , met verzoek, dat zy den paus, welke te gelyk door de gezanten des hertogen van Milaan zeer fterk aangezocht werdt, tot zachtzinnigere gedachten wilden brengen. Calixtus bleef niettemin hardnekkig en onverbiddelyk; doch alle deszelfs eerzuchtige oogmerken werden wel haaft door den dood, welke hem op den zesden van Oogftmaand overviel, verydeld. Deszelfs opvolger , de vermaarde Aeneas Sylvius, welke den naam van Pius den Tweeden aannam, verklaarde zich aanflonds gunftiglyk voor Ferdinand, ontving de hulde van deszelfs gezant , en, niettegenftaande de tegenkanting van René van An- (r) Giorral Napol. ut fupra. Surit. 1. XVI. c. 48. et 49, Hift. Ge. neral. d'Efpagne. Cenjlanco 1. XIX. Giornal. ^f) GlAKKONE. COLLEKUT. h VI. Ccc 3 II. Boek. 1. hoofdst. VI. Afd.  II. Boek. i HCOFDST. VI. Afd. Hy ontvangt de ] beloning van Pius den Twee-j den. i i Wordt te Barletta gekroond. 1459- .] i 59? HISTORIE Anjou, en deszelfs zoon Joan, welke toen te Genua was, gaf hy de bulle van beleening aan Ferdinand, nochtans met deze by voeging behoudens het recht van alle anderen, en bleef op de te; ruggeving van Beneyento, en de betaling van alle achterftallige erfpachten aandringen (t). Ferdinand moeit-, behalven de tegenkantingen welke iy van Calixtus ondervondt, nog te gemoete komen aan le wispelturigheid, en misnoegdheid van verfcheide Napel, fiche barons. Toen Alphonfus ftierf, wilde het geval, dat Karei, paus van Viana, de zoon van deszelfs broeder Join, in Napels was, en in flilte zyn aanfpraak op de kroon, ils de wettige erfgenaam van zyn oom, vervorderde. Hy nadt meenigvuldige byeenkomften met de misnoegden, doch /rezende, dat zyne oogmerken ontdekt waren, en geene vooruitzicht op een goeden uitflag hebbende, ging hy met /erfcheide Cataloniers, en Sicilianen fcheep, en ftak over naar Sicilië. I\a deszelfs vertrek , verzochten de misnoeglen deszelfs vader Joan koning van Arragon; doch toen deze hunne aanzoeken affloeg, zonden zy om Joan, den oudften zoon van René van Anjou, toen bevelhebber in Genua, als welk gemeenebeft zich aan den koning van Frank■yk onderworpen hadt, om tegen den laatfl overledenen koning Alphonfus befchut te worden. Gedurende hunlieder geheime handelingen, werdt Ferdinand op den vierden van sprokkelmaand door den kardinaal Urfino plechtiglyk te Bar. etta gekroond, wanneer hy zynen onderdanen veele gun\en bewees, en verfeheiden derzei ver met de ridderfchap /ereerde (u). Hy fcheen nu geruft en zeker op den throon gevefligd te zyn , en befloot den oorlog tegen de Genuezen en Mala. afia voort te zetten,- doch hy werdt door een burgerlyken oorCo) Costanzo Giornal. Napol.  van NAPELS. 399 oorlog, welke in zyn koningryk uitbarfte, daar in belet. Volgens den Schryver van het Naptlfche dagregifter, ontving de prins van Tarento, welke door het groot getal zyrjer leenmannen, en bovendien als konftabel van het koningryk , zeer machtig was, uit 's Lands ichatkift een honderd duizend gouden dukaten tot onderhoud zyner mannen van wapenen; dezelve vermeende, dat de koning voornemens was zyne grootheid te verminderen, weshalven hy befloot openlyk de wapenen op te vatten, en berende kort daarna onder voorwendfel van een byzonder gefchil de ftad Venofa. Wanneer nu de koning hem beval daarvan af te zien, ftelde hy in plaats van te gehoorzamen voorwaarden aan Ferdinand voor, en begeerde, dat dezelve eenige barons zoude herftellen, welke hunne goederen onder de laatfte regeering verbeurd hadden. Volgens dien fchryver werdt de eifch van den prins van Tarento afgeflagen, doch anderen zeggen, dat die barons, voor welke hygefproken hadt, weder in hunne bezittingen herfteld wierden, en dat desniettegenftaande de prins benevens hen een aanflag met Joan van Anjou aanging, ja zelfs den prins van RoJJano, welke met de zufter van Ferdinand getrouwd was, overhaalde zich by hunne party te voegen. Joan van Anjou, welke eenigen tyd te voren den tytel van hertog van KaJabriè' aangenomen hadt, nu door de fterke aanzoeken der voorgemelden aangemoedigd, ruftte te Genua en Marfeillie eene vloot uit van drieëntwintig galeyen, en horende, dat Ferdinand naar Kalabrië vertrokken was, om een opftand in dat landfchap te beletten , kwam hy op den vyfden van wynmaand voor Napels, in hoop, dat men" hem in de ftad zoude laten. Maar vermits koningin I/abel de ftad met veel vlyt en beleid in een goeden ftaat van tegen, weer gebracht hadt, oordeelde hy raadzaam af te trekken, en zeilde naar de kuft van Sejfa, alwaar hy zyn volk tusfchen de monden der rivieren Garigliano en Folturno aan land zette, en door den prins van RofJ'ano met veel vreugde [I.Boek. 1. FïooFrisT. vi. Afd. Joan van Anjou wordt door de misnoegden aangszoclit naar ie kroon te laan. Hy kemt in het koningryk. 1460.  II. Boek. ]. HOOTDST. VI. Afd. Hy ver Jlaat Feidiuand. 400 HISTORIE de ontvangen werdt (w). Veele der barons voegden zich aanflonds by hem, en Lukera, Troja, Foggia, Sanfevcrt, Manfredonia, benevens andere fteden verklaarden zich voor hem'en deden deszelfs ftandaard planten. Weinige maanden daarna werdt hy ook door den prins van Tarento uit Apulïé, met eene ftcrke bende krygsvolk verflerkt, en atePicb.ir.us, welke het bevel over de troepen van den overledenen Bracchio voerde, en de Genucefche vloot weder op de kuft gekomen was, legerde hy zich te Sarno, alwaar verfcheide fteden zich aan hem onderwierpen. Middelerwyl hadt Ferdinand een vrede met Malatejta gefloten, en eene aanzienlyke verfterking zyner krygsmacht van den paus, als mede veel artillery van den hertog van Milaan ontvangen, waarna hy tegen den vyand optrok, en op eene onvoorzichtige wyze deszelfs legerp'aats aantaflte, of fchoon hy denzelven in weinige dagen genoodzaakt zoude hebben zich over te geven. Hy behaalde in het eerft veel voordeel, doch werdt in het vervolg geheel en al geflagen, zo dat hy naar Napels moeft vluchten. Hertog Joan kreeg door deze overwinning eene zo grote overmacht, dat byna alle barons om ftryd fchenen te yveren, wie hunner het eerft zich aan hem zoude onderwerpen , ook planteden de fteden in de meefte gedeelten van het koningryk zynen ftandaard ,• zo dat hy in het bezit van het gantfche Koningryk fcheën te zyn, uitgenomen, dat de graaf van Foudé, eenige weinige barons, de ftad Napels en eenige andere voorname fteden zich niet aan hem onderwierpen (x). Men ftelde vaft, dat, indien Joan regelrecht op Napels aangetrokken was, hy wel haaft een einde van den oorlog zoude gemaakt hebben , doch de prins van Ta- (w) Iiderrr ibid. Gtamnonj. (xj Joan. Susonst Vita Sforz, Duc. apud M''rator. t. XXI, p. 700, 701, 7X1, 712, 730. Pontan. Iiift, Giornal. ATapel.  van NAPELS, 401 Tarento ontraadde hem dat voornemen, als zynde, zo men zei de, daartoe aangezocht door zyne nicht, de koningin Jfabel, welke, door haren biechtvader verzeld, in de klee-: ding van een Franciskaner, uit Napels geweken was, en zich aan zyne voeten werpende hem gebeden hadt; dat hy, gelyk hy haar tot koningin gemaakt hadt, haar ook als koningin wilde laten fterven (y ). Hertog Joan dienvolgende door den prins overreed zynde om zyne troepen tot het bemachtigen der fteden van Kampanië te gebruiken, hadt Ferdinand tyd om zyne krygsmacht aan te werven, als mede nieuwe verfterkingen van den paus en den hertog van Milaan te bekomen ; en na dat hy dus een aanzienlyk leger by een gebracht hadt. trok hy uit Napels, en belegerde, in het begin van den Winter, byna in het gezicht van den vyand, twee fteden van Apulië, welke hy, na eene langdurige belegering, noodzaakte zich over te geven. Dit geluk moedigde zeer veele birons aan om weder tot hunnen plicht te keeren. De Anjoufche party bleef des-' niettegenftaande zeer machtig, en belegerde in het volgen ' de jaar den koning in zyne legerplaats voor Barletta. Ter» wyl Ferdinand zich in deze omftandigiieid bevondt, ftak Geergius Cajlriota de Albaniër, bygenaamd Scanderbeg, op verzoek van den paus, en ter vergeidinge wegens den byftand, welken hy voormaals van Alphonfus ontvangen hadt, tot deszelfs byfland, de Aariatijche zee over. De tyding van deszelfs komft ontzette gantichiw/^', en vermeerderde het gezag der party van Ferdinand. Hy noodzaakte aanflonds den hertog van Barletta aftétrekken, en verwoeftte met zyne lichte ruitery het gebied van den prins van Tarento; doch alzo de Turken het beftand, 't welk zy met hem gefloten hadden, verbraken, was hy wel haaft genoodzaakt naar Al- (y) H lcro ut fupra. Europ. Hist. X, Diel. II. Stuk. Ddd [F. Boek. I. lOOFDST. vt. Afd. Ferdinand •erftelt ich. 14S1.  II. Boek, L Hoofdst. VI. Afd. vtrflaêt det. bertog van Anjou by Troja. H63- 4oz HISTORIE Albanië te keeren (z). Of fchoon Ferdinand in dit jaar zynen aanhang ook verfterkte door eenen der machtigften uit het huis van Sanfeverini tot prins van Salerno te verheffen, verloor hy nochtans in het begin van den volgenden veldtocht alle de fteden, welke hy te voren der Anjmfche party ontweldigd hadt. Doch nadat hy zich in het begin van Hooimaand door Alexander Sforza, heer van Pi/aura, welke door den hertog van Milaan tot deszelfs hulp gezonden was, verfterkt vondt, behaalde hy eenige weinige weken daarna in de nabuurfchap van Troja eene volkomene over • winning op den hertog, waar van de byzonderheden door Pontanus, welke mede in den veldflag geweefl is, befchreven zyn. Twee dagen daarna gaf Troja zich over, vervolgens Foggia, Sanfevero, en Ascoli. Veele barons verlieten ook de party van Anjou, aangezien de hertog van Milaan zich voor de naarkoming der beloften, welke de koning hun gedaan hadt, borg ftelde. De prins van Tarento mede ziende, dat de Anjoufche party te grond ging, oordeelde het raadzaam vrede met den koning te maken; doclr overleefde den zei ven niet langer dan een jaar, wordende door twee zyner dienftboden, welke gezegd werden door Ferdinand omgekocht te zyn, verwurgd (a). ]oan trok, na de nederlaag by Troja, met Picininus en het overfchot van zyn leger naar Abruzzo, en boodtaan een beftand met Ferdinand te fluiten; doch die voorfiag werdt door den koning van de hand gewezen, en dezelve in het volgende jaar zyn leger naby Kapua verzameld hebbende, trok op tegen den prins vanRoJfano, terwyl Sforza in Abruzzo viel. Na dat de Hertog Abruzzo verlaten hadt, en teSesfa gekomen was, om den prins tot ltandvaftigheid aan te moe- (2) Gobf.lin. Comment. I. VI. Vita Sforz. Pohtak. ut fupra. Vita Scanderbeg- 1. X. («) Giornal. Napel.  van NAPELS. 403 moedigen? ophoop van hulp van Marfellie en Genua te zul len ontvangen, onderwierp Picininus zich, in deszelfs afwe Zen, aan Sforza, en ging op belofte van eene jaarweddi van tien duizend dukaten in den dienft des konings over .Als de prins van dien afval verwittigd werdt, maakte h} een vergelyk met den koning, terwyl de hertog, door all< de barons verlaten zynde, zich meteenige weinige Franfche naar het eiland Ischia begaf. Ferdinand keerde, in het be gin van den herfft met zyn leger naar Apuli'é, en trok o] tegen Manfredonia, 't welk het nog fteeds met den hertoï hieldt. Na dat hy die ftad bemachtigd hadt, welke ooi door zyne Soldaten geplunderd werdt, kreeg hy de tydinj van het overlyden des hertogen van Tarento, en wierd aangezocht om deszelfs landen en fchatten in bezit te nemen aangezien hy geen manlyk krooft naliet. De koning doo die tyding van vreugde overftelpt zynde, liet het bevel van zyi leger aan Sforza, en toog met eenig krygsvolk op naar Ta rento, alwaar hy van de fteden, borgten en floten, doo welke hy trok, met veel eerbewyzingen, als erfgenaan van den overledenen prins, ontvangen werdt. Hy werd ook door alle de troepen deszelven, ten getale van vie duizend man verfterkt, en ontving zo in geld en juwee len, als aan vee en huisfieraden, ter waarde van een Milli oen kronen (b). Wanneer de hertog Anjou de dood vai den prins, met wien hy overlegd hadt den oorlog in de len te te hervatten, hoorde, verloor hy alle hoop om zyn ko ningryk weder machtig te zullen worden, en niettegen ftaande hy met tien galeijen uit Provence verfterkt was verliet hy weinige weken daarna Ischia, en keerde naa Marfe'illie (O. IN iet veele maanden daarna, verloor Ferdinand zynengrc te (20 Vita Sforz. Gobelin, Comment. ut fupri. (c) Pontan. L. VI. Giornal. Napol. Vita Sforz, Ddd 2 ■II. Boek, I. » hoofdst. VI. ' Afb. % De barons mkeeren voeder totFs-r- 3di»«në. r ir. 1 t 1 r 1 1 t 1 .?«« " keert natr . Marfellie. > r 1  404 HISTORIE II. Bobs i. HOOFDST VI. Afd. 1465. ten befchermheer Pius den Tweeden , welke te Ancona overleedt, en in het Jaatft. van Oogftmaand door Pauwel den Tweeden, een Venetiaan, opgevolgd werdt. De kjning trok te dien tyde met zyn leger in het gebied van Abruzzo , en beroofde het gedacht van Landola van deszelfs landen. Op zynen tocht derwaard, nam hy den prins van RoJJano in verzekering, en zondt hem gevangen naar Napels. Vermits deze behandeling eene volflagene fchending was van het verdrag, welk Ferdinand met hem gefloten hadt, vluchtte Picininus, welke tot prins van Sulmo verheven was, ten einde een gelyk onheil te vermyden, naar Milaan, alwaar hy met veel achting ontvangen werdt, en met des hertogs natuurlyke dochter trouwde. Hy werdt, in den volgenden zomer overgehaald om naar Napels te keeren, doch werdt, benevens zyn zoon, en eenige weinige anderen, nadat hy by zyne eerfte aankomft met veel eer.bew}Tzingen ontvangen was, door den koning gevangen genomen. Ferdinand verfchoonde zich wegens deze handelwys by den hertog van Milaan, onder voorwendfel, dat Picininus eene nieuwe zamenzweering vormde. De hertog was echter over cie verbreeking van des koningswoord, zodanig verftoord, dat hy aanftonds zyne twee zonen, welke reeds op hunne reis naar Napels waren , in gezel fchap van Ferdinand des konings zoon, en verzeld van zes honderd ruiters, bevel zondt, om met hunne zufter Hippolita niet verder voort te trekken, voor dat zy zyne nadere beveelen zouden ontvangen hebben ( d). Hy zondt ook een ander zyner zonen, als gezant, aan den koning, om voor zyn fchoonzoon te fpreken, doch Picininus was voor deszelfs aankomft overleden, hebbende zich zeiven, volgens het voorgeven, 't welk de koning liet uitftrooyen, by ongeluk door een val uit een venfter van het kafteel om het leven gebracht. Of f£) Vita Sforz. ut fupra. Giorml. Napol.  van NAPELS. 405 Offchoon de hertog geen geloof floeg aan die voorgewen de oorzaak van deszelfs dood, aangezien men zeide, dat hy op laft van den koning gewurgd was, ftondt hy egter toe, dat zyne dochter zich naar Napels begaf, alwaar zy omtrent het midden van herfftmaandaankwam, wanneer ook haar huwelyk met Alphonfus, hertog van Kalabrien,voltrokken werdt. Ferdinand hadt door het gevangen nemen van den prins van Rosfano, en door het van kant helpen van Picininus een einde gemaakt, aan alle de oniuften in het koningryk, welk nu, gedurende verfcheide jaren eene volkomene ruft genoot. Dewyl Alexander Sforza, hertog van Miht-n weinige maanden na. het 'huwelyk met Hippolita overleedt, hernieuwde de koning het verdrag met deszelfs zoon Galeatius en de Florentynen , en zondt het jaar daarna zyn zoon, den hertog van Kalabrien, mei eene aanzienlyke bende krygsvolk naar Toskane om Pietri Medici tegen eenige misnoegden, welke de Fenetianen be wogen hadden hunne party te trekken, by té ftaan (e) Vermits de Turken Scanderbeg verfhgen hadden, en ir het bezit van Albanië en Epirus Waren, boven dien ooi geftadige voordeden in Griekenland behaalden, overreeddi paus Pauwel in het volgende jaar de bondgenoten on een viede met de Fenetianen te fluiten, en ftilde eeniger mate de burgerlyke onlusten te Florence. Weinige maan den daarna , kreeg Ferdinand een geichil met den paus over de jaarlykfche fchatting, welke hy aan den heiliger ftoel moest betalen , en over de fteden, welke de pau; in het koningryk bezat, als daar waren Taracina, Bene yento, Ciyita Ducale, Acumoli, en Lionesfa De koning dreigde vyandlykheden tegen den kerkiyken ftaat te zul len plegen, en beval in het begin van louwmaand eeni gep zyner troepen naar Abruzzo te trekken. fly zond 00 («) Chron. Eugub. apud Müxator. t. XXX p, 1015 Ddd 3 II. Boek. I. hoofdst. VI. Afd. De hertog van Kalabrientrouwt de dochter des hertogen van Milaan. 1467- l I Een gefchil ' tnsfchen , FerdiI nand en , dm paus. ■ X46S t  II. EOEK, I. ïjv OfDST. VI. A» D. De koning getft zyne dochters aan den hertog van Fef rara en den koning van Hungarye ten hmve- lyk. 1477. 406 HISTORIE ook zyn zoon Alphonfus, om Robbert Malate/it, welke toen door den paus in Rimini belegerd was, te helpen. Het pauslyk krygsvolk was genoodzaakt het beleg op té breken, om dat zy de verfterkingen niet bekwamen, welken zy verwacht hadden van dc Fenetianen, die toen voornaamlyk bezig waren om zich ter ontdekkinge van het eiland Negroptnto , of Euboea tegen de Turken in ftaat te ftellen. Jn het volgende jaar op den twaalfden van hooimaand, maakte Mahemet de tweede zich meefter van de ftad en van het eiland , wanneer hy by een brief aan Ferdi. riand verzocht zyne vreugde over die overwinning te willen betonen. Ferdinand betuigde in zyn antwoord, dat hy over het innemen der ftad niet konde verheugd zyn, en dewj-l alle de ftaten van Italië wegens dat verlies grotelyks ontzet waren, oordeelden zy raadzaam te zyn hunne gefchillen by te leggen , en floten op Kersdag, te Ro» me eenen algemeenen vrede (ƒ). Omtrent drie dagen daar na ging Ferdinand een verdrag aan met Hercules dEste, hertog van Ferrara, en gaf denzelven zyne dochter Leonoor ten huwelyk. Hy verloofde ook zyne andere dochter aan Matthias, koning van Hungarye, welke drie jaren daar naadoor den kardinaal Caraffa tot koningin gekroond zynde, in herfftmaand, met den Hungaarfchen gezant, te Manfredonia onder geleide van vier galeijen, en veele andere vaartuigen,fcheep ging, en naar Hungarye zeilde. Wanneer koningin Ifabel weinige maanden daarna overleedt, tradt Ferdinand in eene andere echtverbintenis met zyne nicht Joanna, de dochter van Joan , koning van Arragon, en zondt den hertog van Kalabrien , verzeld van verfcheide edelen aan boord van tien galeijen , en eenige andere fchepen naar Katalonie , cm de bruid naar Napels overtebrengen By df) Chron. Eucus. ut fupra. P?pieis. Epift.  van NAPELS. 407 By hare aankomft, in herfftmaand, werdt zy door den kardinaal Borgia, met grote pracht en veel plechtigheïc gekroond (g). Middelerwyl hieldt Ferdinand zich, ge durende deze jaren van vrede, bezig met de ftad Napels uitteleggen, en te verfraaijen, met goede fchikkingen in de provinciën te maken, nieuwe wetten en beftellingen in te voeren, de rechtbanken en hogefchool te hervor men, de vvetenfehappen en geleerde lieden aantemoedi. gen, en nieuwe kunften in het byzonderdedrukkunft benevens de handwerken in zyde en wolle aantek weeken (h), Weinige maanden na het voorgemelde huwelyk floot de koning een verbond met paus Sixtus den vierden, welk naderhand zeer ongelukkig voor deszelfs koningryk uitviel. Sixtis vormde in de volgende lente een aanfla^ om Laurens en Judaan de Medici*, de kleinzonen van den vermaarden Cnsmo van Florence van kant te helpen , hopende alzo dat gemecnebeft ondertebrengen en zynen ondeugenden neef Jeronimo Royero te verryken; hy overreedde ook Ferdinand om eenig krygsvolk naar Toskans te zenden , onder voorwendzel van den paus tegen eenige oproermakers by teftaan. Laurens Medici was gelukkig ge. noeg om de handen der moordenaars te ontkomen, en de Florentynen met wraakzucht tegen den paus vervuld zynde, en door de Fenetianen benevens den hertog van Milaan onderfteund wordende , verdedigden hun gebied dapperlyk tegen den hertog van Kalabric benevens de pauslyke en Sienneefche krygsmacht. De oorlog duurde met wisfelvallig geluk tot het eind van het volgende jaar wanneer 'er een beftand voor drie maanden gefloten wierdt en Lautens Medici als gezant van Florence te Napels kwam, welke in zyne handelingen zo wel flaagde, dat hy Ferdi- nam (g) Giamnone Napol. (b) Gianhone Toppi BibÜoth. Neap. Summont. U. Boek. I Hoofost. VI. Afd. Hy helptden paus tegen de Floren tyiien.  II. Boek, ti HQ.ofdst, VI. Afd. De FIoremynenen Venetianen zetten de Tur ken aan mi in Napels te vallen. i 40S HISTORIE nand overhaalde om een verded'gend en aanvallend verdrag met de Florentynen te fluiten, 't welk weinige maanden daarna tot groot ongenoegen van den paus, welke deswege niet geraadpleegd was, afgekondigd werdt (i). Terwyl de 001 log duurde hadden de Florentynen ge. tracht Ferdinand te noodzaken met zyn krvgsvolk af te trekken, en hielden ten dien einde by de Turken aan om in het Napelfche te vallen (k). Vermits ook de Fenetianen over de macht des konings nayverig waren, en, door 1 onderfchepte brieven, kennis bekomen hadden, dat hy eenige eifchen op het koningryk Cyprus vormde, zetteden zy de ongelovigen, met welken zy toen vrede gemaakt hadden, aan, om deszelfs fbaten aan te tasten (7). De Turken maakten, zederd hunne overwinning op Conftantu nofolen, volgens Giannone, aanfpraak, op alle de winge« weften, welke voormaals tot het Roomfche ryk behoord hadden ('*)> en aangezien Mahomet zeer misnoegd op Ferdinand was, om dat dezelve onderfland gezonden hadt om Rhodes te ontzetten («), werdt hy met weinig moeite overgehaald om een inval in het koningryk Napels te doen. Hy ruftte dien volgende eene ontzaglyke vloot uit te Fahna, van ouds Apollonia genaamd, op de kuft van Epirus, alwaar de vaart op Italië niet groter is dan van omtrent vyftig Italiaanfche mylen , en een fterk leger ingefcheept hebbende, gaf hy het opperbevel aan basha Achmet, welke, omtrent het einde van hooimaand in Kalabne landde, en onmiddelyk Otranto belegerde. De ftad hadt maar eene i'J) Diar. Roman. Vojatarr. ap. Muxator. t. 23. Diar. Sanezi apeund. p 805. etc Machiavel Hift. Flor. (*) Costarso ut fupra. (/) Storia Veneziana da Andrea Navagterq ap Mürat. t. 23. col. 1165. Krantz Wandal, to. faxon. LXII. c. 28. (m) Giannone ut fupra- {n) Camill. Porzio, 1. li in Princ, Congiur. de Baroni.  van NAPELS. •409 eene kleine bezetting in, en was niet voordien om een be leg te verduren. De burgers en foldaten verdedigden ziel echter, byna drie weken, met veel kloekmoedigheid , op boop van door den koning ontzet te zullen worden; docli alzo 'er geen onderftand kwam, namen de Turken ten laatften de plaats ftormenderhand in, wanneer zy alle oude perfonen van beide kunnen , benevens de geeftlykheid ombrachten , de aanzienlyke vrouwen en de nonnen op de altaren fchonden, de zwangere het lichaam opfneden, en alle jonge lieden gevangen namen (0), De tyding van dezen inval verwonderde, en ontzette geheel Italiè, en de koning verklaarde aan den paus, dat, indien dezelve hem niet wilde byflaan , hy een vrede met de Turken wilde fluiten; waarop Sixtus aanflonds aan vierentwintig galeijen, welke hy tot het ontzet van Rhodes beilemd hadt, laft gaf om naar Napels re zeilen- Hy bewilligde ook in ccn vergelyk met de Florentynen, en maakte, op den zestienden van Herfltmaand een verbond met Ferdinand koning van Hungarye, de hertogen van Milaan en Ferrara benevens de gemenebeften van Genua en Florence, tegen de Turken. De Fenetianen onttrokken zich om deel in dat verdrag te nemen, om redenen, dat zy den oorlog tegen de Turken vyftien jaren lang gevoerd hadden, zonder van eenige kristenmogenheid bygeftaan te worden; en om dat zy, kort te voren een vrede met dezelven gefloten hebbende, geene reden hadden om de vyandJykheden te hernieuwen {p). Middelerwyl bemachtigden de Turken veele fteden in de nabuurichap van Otranto, en deden invallen , en ftroperyen langs de noordkult van Italië tot aan Loretto toe (q). Fer- (0) Volater 1. SroNrt. Annal. (p) Stom Ven2,:iana ut fupra. [q) Tursel. Hift. Lauret, i. 11. c. q. Europ. Hist. X.Deel. ii.Stuk. Eee TI. Boek. r. Hoofdst. V, Afd. Basha Achmet neemt Otranto. 1480.  4t© HISTORIE II.^OEK. I. HOOFDST. VI, Afd. 1481. - , 1 Alpion- fus belegert' Otranio, 1 en nood , zaakt de Turken tot .overga- I ve der c flaats, i t I < 1 1 ( I C t 1 ; 1 \ 1 Ferdinand zyne troepen mt Toskane te rug ontboden ïebbende, zonat den hertog Alphonfus naar Kalabrien om de ongelovigen tegen te gaan, en ichreef aan by na alle de vorften van Europa om hulp. Wanneer de Napelfche ploot in het volgende jaer met di ieentwintig galeijen van den paus, en eenige vaartuigen des konings van Portugal rerfterkt was, zeilde dezelve by Otranto om, en floot de ïaven in, terwyl Alphonfus de flad met een machtig leger vaarby zich negen honderd Florentyn n (r), drieduizend ïafiilianen (s) , en, volgens Bonifacms-, twee duizend Hungaren, gevoegd hadden, te land berende; doch hy verruimde den vyand ter zeiver flonde, als zy in de legerilaats aankwamen, op het lyf te Vallen. De Turken delen eene dappere verdediging; maar als zy in het begin ran zomermaand kennis van het overlyden van den keier Mahomet kregen, bewilligden zy in de ontruiming der ilaats, na dat zy de beveiliging van dat nieuws wtValona mtvangen hadden. De ftad werdt dien volgende, den ienden van oogftmaand , aan Alphonfus overgeleverd, velke door een zeker fchryver belchuldigd wordt Ie bezetting geplunderd , en veelen der Turken [evangen genomen te hebben, 't geen beiden met le voorwaarde van overgave ftreedt (t). Dewyl hyden uit niet deelde met den' pauslyken legaat, trok dees met iet overige gedeelte der vlote af, 't welk hem belette ralona aen te tasten, geiyk hy voorgenomen hadt. (u). Fekdinand was zeer begeerig den oorlog v~>orttezeten, als mede om een inval in Criekenland te doen, terryl de onee.iigheden tusfehen de zoons van Matomet nog duurden, ook liet hy door zyne gezanten te Ko. (r) Sforza Vcvez. (s) Dinr. Parmens. np. Mürator. £. 22. p. 363. (t) Sfjrza Veneziana. (u) idem ibid.  van NAPELS. 411 Rome over het gedrag van den legaat klagen. De kardinaal verfchoonde zich met by te brengen, dat het volk op zyne vloot zeer zieklyk was, en dat 'er veertigduizend kronen vereifcht wierden om de galeijen te herftellen; doch een van de Genueefche kapiteins befchuldigde Alphonfus openlyk in eene lange redevoering, welke by Folaterranus gevonden wordt, dat hy door zyne heerfchzuchtigheid én gierigheid een algemeen ongenoegen onder alle de Zeelieden verwekt hadt. Vermits echter de Na. pelfche gezant fterk bleef aanhouden op het welwezen van de gemeene zaak, ten einde de vereenigde vloot uit meer dan een honderd en dertig zeilen beftaande, niet mocht van een gefcheiden, en de ongelovigen, gedurende derzelver binnenlandfche oneenigheden , mocnren aangetafl worden , raadde de paus den legaat en de Genuezen naar Napels te keeren; doch alzo hy te gelyk verklaarde, dat hy aan zyne verbinteniflen met den koning voldaan hadt, den koning befchuldigde, dat hy het zelfde niet hadt gedaan jegens hem in den Florentynfchen oorlog, weigerde de Genueefche kapitein en de kardinaal volftrekt zich weder by de vloot te voegen. Ferdinand dus belet geworden zynde zyne wapenen in Griekenland over te brengen, werdt weinige maanden daarna genoodzaakt dezelven tegen den paus en èe Fenetianen , ter verdediginge van zyn fchoonzoon, den hertog van Ferrara, te gebruiken. Alle de Italiaanfche ftaten zagen te dier tyd de macht der Fenetianen met veel jaloezy aan , en merkten op , dat de gemelde republyk alle gelegenheden waarnam, om hunne macht op het vafte land uit te breiden. Het gemeenebeft hadt nu een geheim verbond m*t Sixtus aangegaan, waarby goedgevonden was eene verdeeling van het hertogdom van Ferrara tulTchen hen, en des pauzen neef Jeronimo te doen , waarom zy eene oorzaak tot gefchil met den hertog zochten, en op den tweeden van Bloeimaand den oorlog teEee 2 gen n.BoEK. I HOOFDST. VI. Afd. Ferdinand helpt den hertog van Ferrara ie^«n den paus en de Venetianen.1481.  412 HISTORIE II. Boek. ï. hoofdst. VI. Afd. De paus lewilligt < tot een vre ( de met Fer-. dinand. 1483. 1 1 1 i I f t gen hem verklaarden, ja zelfs aanflonds het grootfl *edeel te van zyn hertogdom in bezit namen. De paus maakte ook grote oorlogs toebereidfelen te Rome om gemeenza merhand met hen te werk te kunnen gaan, en b^cht een groot leger by een onder het bevel van zynen wemelden neef, ten einde de Napolitanen te beletten naar Ferrara te trekken. De Colonni en Savelli voedden zich evenwel by den hertog van Kalabnën , en alzo zy des zelfs troepen in hunne fteden toelieten, trok de hertog met zyn leger , in het welk omtrent tweeduizend Tanis faren waren fpoedig aan , en legerde zich op den vyfden van Zomermaand, in het gezicht van de flad. De paus en de Romeinen waren in de grootfle verlegenheid, voor naamlyk , dewyl zy bericht kregen, dat de keizer eene" ilgemeene kerkvergadering te Bazel flondt te beroepen sn dat Ferdinand zich van Benevento en Terracina meefler gemaakt hadt. Dewyl de landen in de nabuurfchap van Rome gedurende verfcheide weken, door beide de partven yrerwoefl wierden; murmureerden de Romeinen openlvk ?ver den paus; doch na dat eene aanzienlvke verfterking van Veneuaanfch krygsvolk zich by het pauflyk leger ge poegd hadt, wei dt Alphonfus op den een en twintig.' [ten van Oogflmaamd aangetast , en ten eencmaal ver lagen. Niettegenstaande dit verlies vondt Ferdinand middel >m den paus van de party der Fenetianen af te trekken loor aan deszelfs neef Jeronimo een inkomen van veer' ïgduizend kronen, gedurende drie jaren, te beloven Sicc us tradt bovendien ook in het algemeen bondgenootfchan • vaarop Alphonfus binnen Rome kwam, en na eenige nondgefprekken met zyne heiligheid op den laatften van wintermaand naar Ferrara voortreisde. Hy befleedde den ' antfchen volgenden veldtocht met het lichten van brand:hatrmgen in de Fenetiaanfche llaten op het vafle land ïrwyl zyn broeder Frederik naar de golf zeilde , en zich van  vak NAPELS. 4i3 van zeer veele fchepen, welke aan de republyk behoorden meester maakte. De Fenetianen dreigden uit weerwraai de Turken in Apulië te zullen brengen, en ontboden Re né , hertog van Lotteringen , met belofte van hem in zyne eifchen op het koningryk' Napels te zullen onderfleu hen; doch de hertog hielde zich maar een korten tyd t> Fenetië op, en keerde weder naar' Frankryk. De repu blyk dus in hunne verwachting, van door hem geholpei te zullen worden, te leur gefield zynde, befloot den ooilog, ware het mogelyk, van hun gebied te verwyderen en gaf in het volgende jaar aan haren vlootvoogd beve in Apulië te vallen. Als dan de Fenetiaanfche zeemach op de kust aangekomen was, zette dezelve het krygs volk aan land , 't welk GalHpoR flormenderband innam en vervolgens verfcheide kafteelen in die nabuurfchap be machtigde; ook werden Policajïro en Cero, op dczelv< kust door den vyand by verraffing ingenomen , en ge plunderd , waarop Ferdinand aanflonds achtendertig galeij en uitrustte , en dezelven onder het bevel van zyn zoor zond , en van Bernard Fillamarino om naar de golf var Venetië om te zeilen. Maar vermits alle de partyen dei oorlog moede begonnen te worden, kwam men overeer om wegens een vrede in een dorp in de nabuurfchap var Brescia 'te handelen, wanneer de opzichte over den hertog van Milaan een by zon deren vrede met de Fenetianen floot waardoor alle de bondgenoten genoodzaakt werden mede deel in dat verdrag te nemen , of fchoon de voorwaarden hun zoo voordeelig niet waren , als zy verwacht hadden. Volgens het zelve verdrag , 't welk op den zevenden van Oogstmaand getroffen werdt, moesten alle veroverde plaatfen wederzyds te rug gegeven worden , uitgezonderd eenigen , welke de fenetianen en Lodewyk Sforza mochten behouden , en Ferdinand beloofde den Fenetiaanfche kooplieden alle voorrechten in Eee 3 zyne , II. Boek. t I. . Hoo.-dst. VI. Afd. ■ De Va- i netianen , v ülen in Apulie. | 1484- Een vrede gefloten.  II. Boek. i- M ofdst. •■ VI. Afi>/ GeKUller, tujjcben Ferdinand tn denpaus, H85. 4T4 HISTORIE zyne flaten te zullen toeflaan , welke zy altyd genoten hadden (w). Weinige dagen na het fluiten van dit verdrag, flierf S'ntus de Vierde te Rome, en werdt, op den zeven en twintigfte derzelver maand , door Innocentius den Aehtften , een Genvtees, opgevolgd. Hoewei deze paus langen tyd in dienft van Ferdinand en van deszelfs vader Alphonfus geweeft was , werdt hy echter kort na zyne verheffing een bitter vyand des konings, en moedigde een nieuwen opfland in het koningryk aan. Wanneer de Florentynen weinige weken na den algemeenen vrede den oorlog tegen de Genuezen verklaard hadden , verleende Ferdinand hun eenigen byftand, en zondt eene ontzaglyke vloot tegen Genua in zee. De paus fprak voor zyn vaderland, en haalde den koning over, dat hy beloofde zich onzydig te zullen houden, maar dewyl Ferdinand , niettegenftaande deze toezegging, voortging met de Florentynen hulp te laten toekomen, befloot Innocentius de eerfle gelegenheid waar te nemen om zyn misnoegen des* wege te tonen , en koos in het volgende jaar openlyk de party van eenige misnoegde harons (*). Ferdinand hadt, reeds veele jaren te voren, byna het gantfche beftier der zaken aan zyn broeder Lodewyk overgegeven, welke van een heerfchzuchtigen en wreden inborfl zynde, te onvrede was over de onafhanglykheid, welke de barons genoten, en hadt een ontwerp gemaakt om hen van alle hunne voorrechten te beroven; hy was onvoorzichtig genoeg om dat voornemen aan zyne vertrouwden en gunftlingen te openbaren, en maakte het zelve op zekere wyze door het O) Stom Veneziana. Pftr. Cyrn. de bell. Ferrar op Murat. t 21. Volater. ut fupra. Diar. Parmens, vite de Duchi de venez. ap. Murat. t. 22. (*) Storia Venez.  van NAPELS. 4T5 het gantfche koningryk bekend, door bet dragen van een beezem op zyn helm by wyze van zinnebeeld (yf De barons hadden door de verandering , welke zy na het heroveren van Otranto in zyn gedrag befpeurd hadden, en door het houden van eenige Turken in zyne foldy, reeds zederd eenigen tyd , kwaad vermoeden van zyne oogmerken gehadt, en nu de flechte verftandhouding tusfchen hem en den paus ziende, oordeelden zv de gelegenheid voor zich gunflig te wezen om een opftand te ondernemen , aangezien zy op de befcherming van zyne heiligheid konden ftaat maken. Innocentius was middelerwvl in gel'chil met Ferdinand over de gewone fchatting wegers het koningryk, en was te gclyk in eene geheime verftancihouding met de misnoegden. Als Alphonfus de geheime handelingen der barons ontdekt hadt, befloot hy, door in de voorbaat te zyn. hunne maatregelen te breken, nam in het laatlt van Zomermaand bezit van Nola, en verzekerde zich van de zonen des hertogs van Ascoli, als mede van den graaf van A7ola , welke in Caftel Nuovo gevangen gezet werden De pPus verklaarde zich zeiven aanflonds tot rechter, en dagvaardde den koning om te Rome te verfchynen, ter wyl de andere zamenzweerders zich in verfcheide gedeelten van het koningryk gewapend zien lieten , en de flad Aqvïla de ftandaard van de kerk oprechtte. Ferdinand poogde in het eerft de onluften door eene overeenkomft te doen bedaren , en zondt zyn zoon Ferdinand naar Sa. lerno om een vrede te huiten, over welken eenige weirige weken te voren met de muitelingen gehandeld was, maar de prins van Saletno, en de overige misnoegden , in plaats van zich te onderwerpen, boden de kroon aan Frederik aan, en, dewyl hy dezelve weigerde aan te nemen (y) Camill. Pürzio Giann. «t fup. II. Boek. H BoOFDST. VI. Afd. De bmns liaan tegen hem op.  416 HISTORIE II, Boek. i. Hoor dst. VI. Afd. i ( ? 1.486. ^ men , namen zy hem gevangen. Dewyl dus alle hoop van verzoening verdwenen was, werden de vyandlykheden hervat. De paus trok de party der baronnen met veel yver, en befloot, indien het mogelyk ware, den koning te onttronen , waarom hy de beleening van het koningryk aan René van Lotteringen, welke uit hoofde van het recht zyner moeder, als zufter van den overledenen joan van Anjou, aanfpraak op het zelve maakte, aanboodt. Wanneer René die gedane aanbieding in den wind fioeg, verzocht Innocentius met veel ernft de hulp der Fenetianen, welke, of fchoon" hun een groot gedeelte van bet koningryk beloofd wierdt, weigerden zichopenlyk te• gen ferdinand te verklaren. Middelerwyl floot Ferdinand een verdrag met de Urihh welke van den paus afgevallen waren, en gaf hun de graaflehappen van Nala, Tr.palda. en Falentino, benevens de flad Ascoli. Hy verzamelde ook drie legers, waar van een, onder hit bevel van den hertog van Kalahnën, m den kerklyken ftaat viel, en tot aan Rome toe ttroperyen pleegde, tervvyl de twee andere legers de land^oedeieu der baronnen aantafteden, en verfcheide voorleden op dezelven behaalden. De paus ziende, dat de afgingen der misnoegden niet zo krachtig waren, als hy /erwacht hadt, begon wel haaft om vrede te denken , :n liet aan de barons voorflaan om een vergehk met ien koning aan te gaan, waaiby hy beloofde goede voor. vaarden voor hen te zullen bedingen. Vermits zy de Jenegeiihcid des konings wantrouwden, hadden zy in het ierft veel afkeer van een verdrag ; doch wanneer de her:og van Milaan en de Fkreatyncn aanboden de waarborgen en handhavers van het zt-jve te zullen zyn, werdt indelyk, op den twaalfden van Oogflmaand, de vrede efloten , waarby Ferdinand aannam alle de achterflallige chattingen op eenen bepaalden tyd te zullen voldoen , en Hen den genen , welke deel in de muitery gehad hadden ,  van NAPELS. 417 den, vergiffenis te verleen en. Daar werdt ook bedongen , dat de ftad Aquila de vryheid hebben zoude zich , of aan den paus , of aan den koning te onderwerpen j dat de paus de macht hebben zoude om alle geeftlyke bedieningen in het koningryk te begeven,- en 't geen aanmerklyk is, een vryen doortocht aan de Franfchen zoude mogen toeftaan , indien dezelve mochten ondernemen Na pels aantetaften (2). Eenigen der barons, in het byzonder de prins van Saïerno, weigerden zich op de vergiffenis verleening des konings te verlaten, en begaven zich ter deele naar Franbyk, ten deele naar Rome. Die welke ble ven werden welhaaft van'des konings trouwloosheid overtuigd } want binnen weinige maanden werdt het grootfte gedeelte derzelver met hunne vrouwen en kinderen in verzekering genomen, en gevangen gezet, waarvan fommi gen by eene wettige te recht ftelling veroordeeld, en in het openbaar ter dood gebracht werden, terwyl de overige, in weerwil der vertogen van den paus, van den hertog van Milaan , en de andere waarborgen, in ftilte inde gevangenis van kant geholpen wierden (a). Ferdinand begon nu , wegens deze en veele andere blyken van dwinglandy niet meer als een wettig vorft , maar als een willekeurig tyran aangezien, en by alle zyne onderdanen gehaat en veracht te worden. Of fchoon hy door de verbeurtverklaringen van de goederen der omgebrachte oproerige baronnen een grooter fchat by een gezameld, en het getal der verfterkte plaatfen in zyn ryk vermeerderd hadt, mistrouwde hy echter zyne eigene veiligheid , vermits hy onderricht wierdt, dat en Ferdi' wand, de toenmalige koning van Spanje , en Karei de Acht- rz) Acift. Cup. citat. Omi'phr. & Ciacoji. vit. Innoc. Raiïtald. Annil Hiftoria Napolirana ap. Murat, t, 23, a GiABNOiVE Hiftoria NapoL Europ. Hist. X. Deel. II. Stuk. Fff II. Boek. I. Ho of li st. vi. Afd. Een vrede gejlAm. Niettegeu ■ ftaande het welke de barons omgebracht wer. den. I48f-  4iS HISTORIE If, Boek. I. HoofoST. VI. Afd, Een nieuw gefchil tus , ft hen dm koning en sen Paus 1489. ■tem Zy ivoren weder ver , %oend 1491. j ] 1 1 Achtfte yan Frankryk, aanlpraak op zyne ftaten maakte. Karei de Achtfte beweerde, dat hy erfgenaam was van den overledenen hertog van Anjou , en de koning van Spanje, als handhaver van het laatfte gemaakte verdrag , welk zo lafhnrtig gefchonden was, dreigde den oorlog tegen Ferr.wand te verklaren, doch werdt door een oproer ;n Sardinii, en een inval der Moren van Granada belet. Wannefr de paus twee jaren daarna niet in ftaat was om ie achterftallige fchattingen , of voldoening wegens het fchenlen van het verdrag met de barons te bekomen, fprak dezelve een vonnis van kerkban tegen hem uit, indien hy binnen twee maanden geen berouw toonde, doch dewyl dit veeriicht de verwachte uitwerking niet te wege bracht, deedt ly den koning, op den elfden van Herfftmaand, plechtiglyk n den ban, ontzette hem van het koningryk van Napels, :n liet te gelyk een kruistocht regen hem afkondigen, over ryclken de koning van Frankryk tot opperbevelhebber be ■ :ioemd werdt. Vermits Fe,disband wel bewiift was, dat de paus en de Franfche koning toen niet in ftaat waren hem met :ydelyke' wapens aan te vallen, ftoorde hy zich niet veelaan de geeftelyke blikfems ,• doch weinige weken diama venvit;igd geworden zynde, dat Karei de achtfte grote toebereidèlen tot een krygstocht naar Italië maakte, begon hy ernlig bedacht te zyn om zich met den paus te verzoenen.Ten lien einde begon hy te Rome over een verdrag te handc'en, t welk, in het volgende jaar op den achtentwinrigften van ^ouwmaand, door bemiddeling des konings van Arragon, geloten werdt Tegen het einde van Bloeimaand zon.it deko. ling zynen kleinzoon, den Prins van Kapua, naar Rome, velke Innocentius om vergiffenis verzocht, en in naam van :yn grootvader en vader beloofde de gewone fchatting aan len heiligen ftoel te betalen, zich de begeeving d;r kerklycc bedieningen niet aan te matigen, en de zoons of erfge;amen der baronnen, welke hy met fchending van de alge. necne vergiffenis omgebracht hadc, eene volkomene verzoening  van NAPELS. 4?9 nihg te zullen doen hebben. Innocentius ontving den jongen Ferdinand met veel eerbewyzing, en verleende, op den vierden van Hooimaand, eene bulle, waarby hy de opvolging in het koningryk aan Alphonfus of ingeval Alphonfus voor zyn vader mocht fterven, aan den prins van Kapua verzekerde(i')Tot meerdere zekerheid van des pauzen gunft werdt 'er ook een huweiykgeflotentusfcheneenvan des konings bloedvrienden wbajthfina, des pauen nicht (cf De/.e voorzorgen waren echter van weinig nut; want Innocentius ftierf in het volgende jaar, en werdt op den iieikien van oogftmaand door Alcxander den zesden opge-' volgd, welke door zyne ondeugende eerzucht, en begeerte om zyn onechten zoon Ccefar Borgia groot te msken, niet alleen de ruft van Napels, maar van gsntfch Italië verftoorde. Cuicciardini verhaalt, dat Ferdinand de ver* hefhïig van Alexander met tranen beweend hebbe, vermits hy onderricht was , dat Karel de Achille nog fteeds voornemens was een inval in Napels te doen, en hy bevreesd was , dat de nieuwe paus de party der Fran/chen kiezen zoude. Hy zondt kort na de verheffing van Alexander een gezant naar Rome om hem te begroeten, ook fcheen 'er eene goede verftandhouding tusichen hen plaats te hebben ; maar wanneer Alphonfus, in het begin van het volgende jaar, een huwelyk tusfehen een zyner zonen en de natumlyke dochter van den paus van de hand wees, maakte Alexander aanflonds een verdrag meï de Fenetianen, en met Lodewyk Sforza, oom des hertogt van Milaan, welke de ftaten van zyn neef naar zich genomen hadt, en den koning van Frankryk aanzette om in het Napelfche te vallen, om dat Alphonfus gedreigd hadt den jongen hertog, welke zyn fchoonzoon was, by te zullen ftaan om in het bezit van het hertogdom te ger.-v ken, • (61 Vialar». in vit. Innocent VIII. Brgv. Surit. Hift. i XX. Ma R!*N. Hift. fe) Stond. Annal. Ff f 2 IT.Poek. 1. Hco - d VL Au». U«*»Ier VI. vord \aus. 1491.  41® HISTORIE II. Boek ï. HOOFDST. ' v. Afd. Ferdinand fttrfi te Napels 1434. ken. Ferdinand over de oogmerken van den paus er* Sforza ontzet;, trachtte aanflonds zich met henlieden te verzoenen, en was zo gelukkig ,. dat hy de gunft van Alcxander weder won door deszelfs jongften zoon Godfried: tot prins van Squillace met eene jaarwedde van tienduizend dukaten te verheffen, en denzelven eene natuurlyke dochter van Alphonfus ten huwelyk te geven (d). Dewyl echter de koning van Frankryk op de aanhitzing van den prins van Saler-no- en andere ballingen,, nog fteeds zyne toebereidzelen ten oorlog voortzette,, en den Napelfaken gezant gelastte zyn hof te verlaten , deedt Ferdinand zyn beft om zyn koningryk in ftaat van tegenweer te ftellen; doch hy verwekte zich door zyne buitengewone afflovingea eene ziekte , waaraan hy op den vyfentwintigften van Louwmaand ftierf, zynde meer verlieten doorzorgen dan door zyne jaren, of fchoon hy toen in zyn eenenzeventigfte jaar was. Volgens Guicc'.ardini zoude Ferdinand voor een goed vorst gehouden zyn, indien hy hadt voortgevaren op denzelfden voet te handelen, als hy in het begin zyner regeeringe gedaan hadt. Offchoon hy zich door zynen hoogmoed, onderdrukkingen trouwloosheid, den haat zyner onderdanen op den hals gehaald badt, hadt hy echter door zyne voorzichtigheid en andere bekwaamheden het koningry k tot een hogeren top van grootheid gebracht dan eenige van zyne voorgangers gedaan hadden. Hy was een groot voorftander van geleerdbeid, welke, wegens het verlies van Konflantinopolen, onder zyne regeering in Italië begon te herleven. Hyherftelde de hogefchool van Napels,, en gaf verfcheide nuttige wetten, welke tot op den huidigen dag ftand grypen en zeer geacht worden. (V). ■ Eenigen tyd voor den dood van Ferdinand , dreigde Alexandet' (i) Guicciard. Hift. I. 1. Diar. Sanesi ap. Murator. f. 23. Hiftor. Veneziana. Vite de Duchi ut fupra. Mem. de Commies. Cor. par.7. (*) Guic. 1. 1, Giaühohe l. XXVIH.  van NAPEES. 4tr Alexander zich weder by den koning van Frankryk te voegen ; maar dawyl Alphonfus onmiddelyk na zyne komft tot den throon gezanten naar Rome zondt, hieldt hy hem door grote voorwaarden in zyne belangen. Hy gaf hem de beleening van het koningryk, en verminderde dejaarjykfche fchatting gedurende zyn leven, ook zondt hy zyn neef Joan Borgia naar Napels om de plechtigheid derkroningete verrichten. Alphonfus-(loot daarenboven een verdedigend verdrag met den paus , welke de beleening van het ryk van Napels aan de Franfche gezanten weigerde, en begeerde , dat de- Franfche koning alie oorlogstoebereidfelen zoude ftaken , en zyn eifch cp Napels aan de beilisfmg van den heiligen ftoel ftellen. Ferdinand, koning van Spanje, de Fenetianen, en Bajazet, 'lurkfeh keizer, werden ook verzocht in het verbond te treden, doch Ferdinand alleen beloofde eene vloot tot hulp van den paus te zullen zenelen (ƒ). Karei de Achtfte werdt middelerwyl door zyne gunftlingen, door de Napelfche ballingen en Lodewyk Sforza geftadig aangezocht, waarop hy befloot met zyn voorgenomen tocht voorttegaan, 't welk regelrecht ftreedt met de raadgevingen van zyne verflandigfte raden, en hy zondt den hertog van Örleans met eene aanzienlyke bende krygsvolk naar Genua {x). Hy zelf ver- (ƒ) Diar. Burchard. mem. de Commines. (X) Karei grondde zyne rechten op het konirgryk Napels op den afftand, welke dcor den zoon des graven van Maine, die door eenbroe. der van René van Anjou neef van denzelven was, aan zyn vader, ia dewyk XI gedaan w?s. Deze neef was by den laatften wil vanRenétol deszelfs erfgenaam gelaten , en vermits hy geene nakomelingen hadt, hadt hy zyne rechten op Lodewyk, die door een zufter cok neef van René was, overgezet. De hertog van Lotteringen, die wegens zyne moe. der een kleinzoon van René was, beweerde, dat hy het meefte rechl hadt om zyn grootvader in alle deszelfs bezittingen op te volgen. Hj kreeg echter niets- meer dan het hertogdom Bar , en het werdtbefliflj .dat geene vrouwen tot de erfopvolging- van Provmce en Sicilië konden ge.rc-pen woiden', zo lang 'er manlyke afftammelirigen waren (i), (i) Sleidan. in Fhil, de Commines. Giannone, [I.BoEK. i. hoofdst. VI Afb.  4*2 H I S T O R I E I'.Bor.K 1. Ho^FDST. , VI AFr-. A tphonfu> ftant iel ko::ink rft am Ftrdipand af en vlug naar Sici lie. verreisde den drie en twintigften van OogiTmaand uk Fienne, trok met zyn leger over de Alpen, en kwam op den negenden van herfstmaand te Afti. Deze inval was, volgens Gukciardlni, de oorfprong van ontelbare rampen voor Italu, veroorzaakte verfcheide ftaatsverwisfelingen, vernielingen van veeie landfchappen, verwoeftiogen van fleden , wreede bloedbaden, nicii ve zeden en gewoonten, yslyke wyzen om oorlogen te voeren, en ongehoorde ziek ten(g). Alviionsi-s deedt zyn best om , ware het mogelyk, den vyand te beletten in het ryk te komen, zondt ten dien einde zyn zoon Ferd.nand, hertog van Kalabrvn, meteen leger naar Romagna, en gaf het bevel over eene machftige vloot aan zyn broeder Frederilt, om de kuft te dekken, en te maken, dat de vyand geen hulp. over zee konde bekomen. Isicttegenftaande deze pogingen .van Ferdinand, kwam het branfch leger, op den iaatften van Wintermaand binnen Rome , welke ftad aanflonds door den paus , die zich tot zyne veiligheid naar het kafteal van S Angelo begaf, verlaten werdt. Achttien der kardinalen verklaarden zich voor Karei, en drongen op de ernflifcfte wyze by hem aan om de kerk te hervormen, en den paus af te zetten; doch de koning werdt door zyne gunftlingen, welke door Alexander omgekocht waren, overgehaald om een verdrag met den paus aan te gaan, welke onder andere zaken , hem de beleening van het koningryk toezeide, als medé beloofde om hem in het bezit van verfcheide fteden in den kerklyken ftait te fteilen. Wanneer middulerwyl Alphonfus hoorde, dat zyn zoon Ferdinand Rome verlaten hadt, en voor de Fra fchen geweken was, dat Aquila en byna gantfeh Abruzzo den ftandaard van koning Karei opgerecht hadt, en dat het volk in verfcheide andere gedeelten van het koningryk dc Franfche party trok, werdt hy met eene zo fchielyke vrees bevangen, dat hy op den tweeën twintigften van Louw- (g) GUICCIARD. 1. I-  van NAPELS 4-23 Louwmaand , een plechtiger) af/land van de kroon deedt ten behoeve van zyn zoon Ferdinand, welke in eene algeme-re achting was, en hy zelf, byna geheelyk door deze vrees buiten zich zeiven zynde, vluchtte met de koningin weduwe, zyne fchoonmoeder, naar Mazara, eene flad in Sicilië, welke voormaals door den konirg van Spanje aan zyne zufter de koningin gegeven was (y). Koning Corel trok weinige dagen daarna uit Rome en kwam in het ryk, Ferdinand verliet op de tyding van des;.elfs aannadering, San Garmano met het leger, en vluchtte naar Napels, alwaar hy den algemeenen afval .-van het volk ziende ■> met eenigen weinigen, welke hem volgden , aan boord > an femmige galeijen fcheep ging, en naar het eiland Ischia overffak. Vermits de koning van Frankryk geen tegenstand ontmoet'e, trok hy met zyn leger voort, deedt, op Zondag den tweeentwintigften van fprokkelmaand , op eene zegepralende wyze, zyne intrede in Napels, en ontving kort daan a de onderwerping van het gamicbe koningnk, uitgezonderd van eenige weinige plaaüèn in Kalahriïn. Deze onverwachte omwenteling ontzette niet alleen alle de ftaten van Italië, maar ook zelfs den keizer Maximitiaan en den koning van Spanje , welke over eene zo grote vermeerdering der Franjehe macht zeer jaloers waren. (y) Hy begaf zich kort cha'op naar M ffina , alwaar hy by Perron, nik^n tUs 01 lens van St. Jean de Dien naar derzèlver ft; erge regelen leefde. Commines verhaalt, dat hy befioten hadt zich naar Valentia te begeven, en het overige zyner dagen in een kloofter tefytenj doch weinige weken na zyne aankomst in Sicilië werdt hy door het pyi lyk ongemak van het graveel aanget.'sc , en ftkrf aan het zelve op den negentienden van flaclTmaand , met betuiging \an-gioot beroii'v, weg'hs-zyn vooileden godloos .even (ij Mum. de Commines !. VII. c. II. ii.Boek: i. HOOFDST. VI. Ara Ferdinand vlucht ook naarifchin. Km rel Vil! kmt in Napels. 1495-  4*4 HISTORIE II. Boek. i. HoOFFST. vj. Afd. Hy keert met haast nnar¥ rankjyk terug. (7>) Sfonb. Annal. Cojiminis addit. in Monftrel. Tilius is Gbron. ren. Weshalven, eer nog Karei zes weken in Napels geweest was, deze twee vorften een verbond met den paus, de Fenetianen en Lodewyk Sferza, weike nu den tytelvan hertog van Milaan aangenomen hadt , aangingen , by 't welk de keizer en de koning van Spanje 'beloofden een inval in Frankryk te doen , terwyl Sforza aannam te beletten , dat 'er geene Franfche verfterkinge in Italië kwa. men. Karei dacht middelerwyl in Napels op niets anders dan op zyne vermaken , en deszelfs officiers en foldaten beledigden en plunderden het Napelfche volk. Hy behandelde den adel van het koningryk met oneer en verachting, en gaf alle bedieningen en eerampten aan eenige weinige Franfchen. Vermits ook Karei volgens Spondams, uit hoofde van den afftand van den defpoot Palceologus, door den paus tot keizer van Kmflantinopolen verklaard was, was hy bedacht om het Griekfche ryk aan de Twken te ontweldigen, en zondt den aartsbisfchop van Durazzo Dm de Grieken tot een opftand aan te zetten; doch wanneer hy van de ontzaglyke verbintenis, welke tegen hem langegaan was , verwittigd wierdt , befloot hy in alleryl naar Frankryk te keeren (h). Na dat hy dan zich , op ien twaalfden van Bloeimaand , plechtig hadt laten kronen , en Gilbert Menpenfier tot onderkoning aangefteld hadt, verliet hy acht dagen daarna Napels , en trok met allen fpoed naar Lombardye, alwaar zyne legerplaats door de Fenetianen aangetast werdt, doch alzo by door den vyand doorfloeg, kwam hy kort daar aan te Grenoble. Eer hy nog uit Napels vertrokken was , was Gonfeho Hernandes , welke onder den naam van den groten kapitein bekend is, met eenig krygsvolk in Kalabrïi geland, alwaar hy eenige aanmerklyke voordeden op de Franfchen be-  van NAPELS. 425 behanlde, en kort na deszelfs vertrek ontvingen de Napo. litanen Fredcrik weder met algemeene toe juichingen in hunne ftad. Ten zeiven tyde kwam 'er ook eene l en tïaan fche vloot op de kust van Apulië aan , waar door een groot gedeelte van het koningryk aanftonds van de Franfchen afviel, wier krygsmncht toen ook zeer gering was , als beftaande , volgens Commines in niet meer dan in vy: honderd kurafliers, en twee duizend vyf honderd Zwitfers benevens eene kleine bende voetvolk. Ferdinand bemach. tigde, in den volgenden zomer, met behulp van den gro. ten kapitein het gantfche koningryk, uitgezonderd TarenU en Gaëta\ en ten einde eene naauwere vriendfehap me den koning van Spwje aan te gaan, trouwde hy met des Zgft nicht , weke te gelyk zyne eigen moeie was , al: zvnde de dochter van zyn grootvader uit het tweede hu welyk. Hy beloofde zich zeiven nu een wederkeer var zyn vorig geluk ; maar terwyl hy zich met zvne nieuwe bruid te Somma aan den voet van den berg Fefuyius ver maakte, werdt hy gevaarlyk ziek, en alzo men aan zyt leven wanhoopte, werdt hy, naar Napels gevoerd, alwaai hy op den zevenden van Wynmaand, in het achtentwintigfte jaar zyns ouderdoms , en het tweede zyner re geeringe ft'erf , wordende niet alleen door de Napolita tien , maar ook door gantsch Italië , grootlyks be treurd (**)• Vermits Ferdinand geene kinderen naliet , werdt Ir door zyn oom Frederik, een zeer voorzichtig vorst , vai eene zachtzinnige gemoedsgefteldheid, en een groot bevor dcraar van geleerdheid, opgevolgd; dees door de Genuezei by geftaan wordende, maakte zich zeiven fpoedig meefte van Tarento en Gaëta , en noodzaakte de Franfchen he gant (£) Guitctat). CominkS. Bbicar. Diar. San si. Diar.fekrar. utft». pra. Ciron Venet. ap Muratop. t. 24.. Europ. Hist. X. Deel. II. Stuk. Ggg II. Boek. 1. hooftst. VI. Afd. T Hy wordt hioor zyn Oom Fre,derik.opgevolgd. j «4OT.  II. Boek. Ii hoofdst. VI. Afd. LoJewyk koning var. i Frankryk betoont openlyk zyn aanfpraak 1 op Napels i 145,3. , j 4^6 HISTORIE gantfche koningryk te ruimen. Weinige maanden na zyne komst tot den throon ontving hy een vriendlyken brief van den paus met de bulle van beleening , en , op den tienden van Oogstmaand , werdt hy door den kardinaal, Borgia, in de hoofd kerk van Kapua plechtiglyk gekroond. Dewyl de koning van Frankryk Mapels voor de tweede reis met een fterker inval bedreigd hadt, wasFrederikzeer yverig om het zelve koningryk in een ftaat van tegenweer te brengen; te meer, daar hy zyn twee bondgenoten, de Fenetianen en Spanjaarden begon verdacht te houden, alzo dezelven onder verfcheide vooi wendfels die plaatfen , welke zy op de Franfchen heroverd hadden, in bezit hielden. Ferdinand , koning van Spanje , in plaats van den oorlog tegen Karei en Frankryk voort te zetten, ging een beftand met hem aan , en tradt zelfs met hem in eene onderhandeling om eene verdeeling van het koningrvk Napels te maken. De voltrekking dezer onderhanddingewerdt echter door den dood van Karei, welke in Grasmaand aan eene beroerte ftierf, belet. Hy werdt door zyn neef Loiewyk hertog van Orleans, die toen in het zevenendertigIe jaar zyns ouderdoms was , opgevolgd ; dezelve nam ïanftonds den tytel aan van koning van Frankryk, Jerufalem, ;n de beide Sicilien, mitsgaders , dien van hertog van Milaan, )p welk hertogdom hy, uit hoofde van het recht zyner grootmoeder, aanfpraak maakte. Alexander de zesde, welke wel wiste, dat zyne eerzucht en begeerlyk' eid niet konde voldaan worden , zo ang Italië in rust was , hadt eene geheime onderhandeing met den overledenen koning Karei aangegaan, en denzelven verzocht de Alpen overtetrekken; doch zo ras hy ie onverwachte dood deszelven vernam , boodt hy zyne rriendfehap aan Frederik aan onder voorwaarde , dat dezelve zyne dochter Charlotte, welke toen in Frankryk was, lan Caefar Borgia , welke voornemens was het geestlyk even te verlaten, ten huwelyk zoude geven, en hem met  van NAPELS. 427 het vorftendom van Tarento, als haar huwlyks goed wilde beleenen. Frederik , overtuigd , dat de eerfte flap . welke de paus vervolgens doen zouden , ftrekken zoude om hem van het koningryk te beroven, en de beleening daar van aan zyn zoon te geven, weigerde volftrekt naar dien voorflag te Imiteren, offchoon hy daar toe door den hertog van Milaan , welke zeer bevreesd was voor den koning van Frankryk, ernftiglyk aangezet wierdt. De paus , door deze weigering ten hoogften geftoord , nam aanftonds zyne toevlucht tot Lodewyk, welke geheel en al op eenen tocht naar Italië bedacht zynde , en van zyne gemalin trachtende te lcheiden , wel haast het verdraf floot, en aanzieniyke voorwaarden aan Alexander inwil ligde , verbeffei de boven dien den zoon zyner heiligheic Caefar Borgia, by deszelfs komst in Frankryk, tot hertor. van ' a'eminois , met een inkomst van twintig duizenc Franfche guldens, behalven nog andere twintigduizend ah kapitein van honderd piekeniers (£). Lodewyk , zondt. in bet volgende jaar, in Oogstmaanc een machtig leger naar Italië , onder het bevel van den her. tog van Luxemburg. Eduard Steward, hertog vxnAubigui. en van zekeren Iriulzi, een Italiaan, welke in min dar drie weken zich van het gantfche Milaneefche meeftei maakten. Hy zelf kwam op den zesden van Wynmaant te Milaan . en na dat hy eene bcn.'e krygsvolk aan Bor gia gegeven hadt om Ro;nagna te bemachtigen, en de ge z\ 1 tlcbappen van gelukwen.ching wegens de Jtaliaarfcht ftartn ontvangen hadt, keerde hy in Wintermaand naai Fr'.nbyk. Door dit onvoorzichtig gedrag, werdt Lodewyl SJorza weinige weken daarna aangemoedigd om uit Duitschland, we> waards hy gevlucht was, te rug te keer en met eene aanzieniyke bende Duitfchers en Burgundiè'rs. By zy nf (Jfc) BfiLLEFOR. 1. VI. GUICCIARD. TOMASO TOMAil , BuBCHARD, . • Ggg 2 II. Boek. 1. 1 HOOFDST. vi, Afd. Hy treedt ■ in een ver' bond met ' den paus en bemachtigt ■ Milaan. 1499.  II.BoEK i HOOFDST. VI. Afd. 1501. De konin' gen van Frankryk tn Spanje 428 HISTORIE ne aankomst viel het gantfche hertogdom van koning Zrdewyk af , en hy werdt met de grootfte vreugdeblyken te Milaan ingehaald. Doch kort daarna werdt hy door de Zwitfers, welke in zyne eigene beiolding ftonden. verraden , en aan de Franfchen overgeleverd, welke op die -wyze weder meeiters van het gantfche hertogdom werden. Niet tegenftaande deze aanzieniyke overwinning en vermeerdering van macht, iTelde Lodewyk nog ftteds uit in het koningryk Napels te vallen, tot dat hy een verdrag van verdeeling met Ferdinand, den koning van Spanje zoude gemaakt hebben. De Spaan/che vorst hadt Jangen tyd een aanfpraak op Napels gevormd, uit hoofde der overwinninge van zyn oom Alplionfus den Eerflen, van wiens recht hy zeide erfgenaam te zyn; doch dewyl hy gezien hadt , dat het koningryk in handen van deszelfs natuurlyken zoon Ferdinand , en der zoonen van dezen was, hadt hy tot dientyd toe zyne eifcben listiglyk niet doen gelden ; hy zondt zelfs ten verzoeke van FreJerik > frisch volk naar Napels, onder het bevel van den groten kapitein. Frederik hadt echter kwaad vermoeden van deszelfs oogmerken, en verzocht veel liever den byitand van Bajazet, dan dat hy zich op de Spaan/che hulp geheel en al wilde verlaten; doch zyn oogmerk te Konftantinopolen mislukt zynde, deedt by den koning van Frankryk eene aanbieding om aan denzelven cynsbaar te worden, en hem alle jaar eene grote fomme gelds te betalen, 't welk door Lodewyk van de hand gewezen werdt, als welke liever dan alleen de opperheer in Italië te zyn , en eenen koning te hebben, welke hem fchatting betaalde, onvoorzichtiglyk, gelyk Gaicciardini aanmerkt , zynen lozen, eerzuchtigen en magtigen mededinger voet in het zelve liet krygen. Vermits de beide koningen zeer gezet waren om het bezit van Napels te hebben , en elk hunner voor de tegen macht van den ander bevreesd was, befloten zy het koningryk op de volgende wyze te verdoelen; dat de koning  van N APELS 429 ning van Spanje Apulië en Kalabrië zoude hebben , en dat al bet overige van het koningryk met den tytel van koning van Napels en Jerufalem aan den koning van Frankryk zoude behoren. Alexander de zesde, hopende een gedeelte van dien buit te zullen bekomen, bevestigde het verdrag tot verwondering van geheel Italië, en gaf op den vyfentwintigften van zomermaand aan ieder der vorften de beleening van zyn aandeel, terwyl zy alle drie hunne eerzucht met het voorwendfel van godsdienst bedekten, en voorgaven , dat zy de bemachtincing van Napels alleendeden, met oogmerk om daar door te beter in ftaat te zyn om de Turken klein té maken. Frederik hadt reeds Gonfalvo in het bezit van verfcheide plaatfen in Kalabriën gefteld , en een leger in gereedheid gebracht om den inval der Franfchen te keeren ; doch als hy het verbond tusfchen Ferdinand en Lodewyk vernam , oordeelde hy het niet raadzaam de aankomst van het Franfche leger aftewachten, maar bezorgde eene fterke bezetting in Kapua , en trok met het overige van zyn leger naar Napels. De Franfchen naderden zonder eenige tegenkanting te ontmoeten, namen Kapua , op den vyfentwintigften van Hooi. maand ftormenderhand in , en plunderden het zelve met dè grootfte barbaarschheid. Omtrent veertien dagen daarna namen zy bezit van Napels, wanneer hy zich in Caftel Nuovo begaf, doch geen hoop van ontzet hebbende , gaf hy binnen weinige dagen aan Aubigni over alle de fterkten emkafteelen, welke in het aandeel der Franfchen op zyne zyde waren, ui'gezonderd het eiland Ifchia., werwaard hy zyne toevlucht nam. Wanneer hy kort daarna de trouwloosheid der Spanjaarden in aanmerking nam, befloot hy zyn gantfche koningryk aan Lodewyk af te ftaan; en, een vrygeleide van den zeiven bekomen hebbende, begaf hv zich naar Frankryk, alwaar hy tot hertog van Anjou, met eene jaa-wedde van dertigduizend ducaten verklaard werdt. Zyn oud- Ggg 3 fte II. Boek. 1. HIoofdst-. Vfl. Afd. vallen in Napcis. Frederik begeeft zig naai Jfraukr k en llaa% bet kemngryt aan L.Odjwyk.  43° HISTORIE II. Boek, I. HüOFDST. VI. AfD. Een v.rJ'rhH tus' fchen de fte zoon was toenmalen in Tarento belegerd, en kort daarna genoodzaakt zich overtegeven, wa rneer hy, tegen de voorwaarden van overgave , gevangen gehouden Ten door Gonfalvo naar Spanje gezonden wierJr., alwaar men hem in het begin koninglyke eer aandeedt (7). Dus werden de Napolitanen door hunne binnenlandfeie pa tyfchappen eene prooi voor butenlandfche overweldigers, na dat zy laf hertiglyk toegelaten hidden , dat hun ' koningryk, voormaals een der machtigden van Europa, in twee wingeweften van weinig aangelegenheid verdjeld wierdt, welke ramp zy gemaklyk hadden kunnen voorkomen , indien zy hunnen vorft getrouw gebleven waren. Van dit tydperk af, nam de waardigheid en de achting, welke zy als een vry volk gehad hadden , daaglvks af, en het koningryk begon niet hoger aangezi n te'wordjn dan als een tak van de alleenheerlching van Spanje, aan welke het zelve gedurende de twee volgende eeuwen onderhevig is gebleven. 0) Guicciard. 1. v. Thuan. Hb. i. Marian, Hift. ZEVENDE AFDELING. Behelzende de hijlorie van Napels na de gemaakte verdeelhg tusjchen Spanje en Frankryk, en vervolgens onder de koningen van Spanje. Nadat de Franfchen en Spanjaarden dus ieder hun aandeel zonder eenige tegenkanting bemachtigd had len, werdt Gonfalvo tot landvoogd en bevelhebber over Apulië, en  van NAPELS. 431 en Kahbrië aangefteld, en Lodewyk dAmlniac, hertog van Namours nam, als onderkoning, Napels tot zyne ver* blyfplaats. Dewyl de bewoordingen, waarin de grenzen der twee deelen uitgedrukt werden, niet klaar waren, rezen 'er aanftonds gefchillen over de uitgebreidheid der twee byzondere landfchappen- Of fchoon Apulië altyd in drie deelen verdeeld geweeft was, namelyk in Terra d O tranto, Terra di Bari en Capitanata, bleven de Franfchen echter aandringen, dat Capitanata tot Abruzzo behoorde,; waartoe zy , volgens Guicciardyn, zonder eenigen grond, bybrachten, dat zy niet verpligt konden worden zich té houden aan de nieuwe verdeeling, 'welke Alphonfus van Arragon gemaakt hadt, te min daar Capitanata door de rivier Ophanto van het overige van Apulië afgefcheiden was Cm). Deze gefchillen breiden zich welhaaft in verfcheide takken uit, weshalven de onderkoning zich naar Mtmphis en de landvoogd zich naar Attela begaf, wanneer dezelve in eene onderhandeling traden om alle vyandelykheden te doen eindieen; doch alzo zy tot geene fchikking komen konden, befloten zy de beilisfing van Lodewyk en Ferdinand aftewachten, en inmiddels gene nieuwigheden te beginnen. Des niet tegenflaande gaf de onderkoning, die wel wift, dat zyne kiygsmacht groter was dan die der Spanjaarden, weinige dagen daar na eene heerfchzuchtige verklaring in het licht, waarby hy Gonfalvo met vyandlykheden bedreigde, indien hy niet fpoedig van alle eisfchen op Capi'anata afftand deedt. Aanstonds na de afkondiging van deze verklaring, be-1 gonnen de Franfche troupen , op den negenden van Zo-1 mefmaand, zich van de fteden, aan de Spanjaarden toe-f behorende, meefter te maken; en in plaats dat Lodewyk& den onderkoning deswege zoude berispen , nam hy derf vor-i (*b) guicciard. 1. v. II. Boek. I. HoofnsT, Vil, Afp, Tranfchen :n Spin[aardenwer de > renzen zonder geld, en met weinig voorraad naar Barletta he" gaf. De Franfchen wegens hunnen voorfpoed verhovaar" digd zynde begonnen tegen het einde van het jaar min" der oplettend op den oorlog te wo'den; Gonfalvo daaren" tegen kreeg nieuwen onderftand uit Sicilië en Spanje, zodac hy in het volgende jaar in ftaat was weder in het veld te vef fchynen , "en verfcheide aanmerklyke voordeden op de Franfchen te behalen (k) Intusfchen trok Filip, aartshertog van Oojlenryk , en fchoonzoon van Ferdinand, op zyne terug reize van Spanje mar Duitschland door Frankryk en hadt te lions een mondgefprek met Lodewyk; waarin hy tegen den zin van zyn ïchoonvader met betrekking tot Napels een vrede bewerkte, by welk verdrag bedongen werdt, dat de vorige verdeeling van het koningryk nogmaals plaats hebben zoude, doch dat de landen in gefchil onder bewaring van Filip zouden gegeven worden, dat Karei, zoon van Filip zoude trouwen met Claudia de dochter van Lodewyk, dat Napels voor het toekomende in naam dier twee kinderen zoude beftierd worden, en dat dezelve de tytels van koning en koningin van Napels, mitsgaders van hertog en hertogin van Apulië en Ka'abrië zouden aannemen. Deze vrede werdt aanftonds te Napels afgekondigd, en de Franfchen floegen een algemeenen ftilftand van wapenen voor , tot dat de beveiliging van het verdrag door Ferdi. (n) Bellefoh. I. VI. c. 8 & 9. Makjan. I. XXVI1. c. 10.13;  van NAPELS 433 Ferdinand zoude aangekomen zyn: doch Gonfalvo wees dien voorflag van de hand, en befloot het meefte voordeel uit zyne tegenwoordige overmacht te trekken, gelyk hy ook op den zevenentwintigrten van Grasmaand eene volkomene overwinning in Apulië over de Franfchen behaalde, wanneer ook de hertog van Nemours fneuvelde. Na deze overwinning gaven alle de fteden van het koningryk zich aan de Spanjaarden over, en Gonfalvo deedt op den veertienden 'van Bloeimaand zyne intrede in Napels op eene zegepralende wyze. Als nu Ferdinand den voorfpoed zyner wapenen in Napels vernam, weigerde hy volftrekt het verdrag, door zyn fchoonzoon gemaakt, te bevestigen, en befchuldigde hem, dat hy zynen last en macht te buiten gegaan was. Vermits de koning van Frankryk oordeelde, dat hy op eene flechte wyze betrokken was, befloot hy den oordjog met alle macht door te zetten, en zelfs aan den kant van Rousfillion en Fontarabie een inval in Spanje te doen. Middelerwyl het hy een leger van Miian naar Napels ïtrekken, en zondt ter zee onderftand naar Gaëta, werwaard het overfchot der Franfche krygsmacht zich begeven hadt, en alwaar het zelve door de Spanjaarden belegerd was; doch het vaartuig met kanon en mondbehoeften geladen verging in den mond van de Gerigliano, waarna ook Gonfalvo het Franfche leger op den zesentwintigften van Wintermaand verfloeg, en t'eenemaal verftrooide, waardoor hy zes dagen daarnaGafta noodzaakte, zich overtegeven, en JVa/»efr,uitgezonderd eenige weinige plaatfen in Kalabrie en Apulië, te ruimen. Dewyl Lodewyk zynen vriend Alexander verloren hadt, oordeelde hy het raadzaam een beftand aan te gaan, waar by befloten werdt, dat iedere party zoude blyven behouden , wat hy bezat, zonder nochtans eenige onderlinge , en zondt aanflonds Lanoja weder naar Napels. De onderkoning liet de vestingwerken van verfcheide fteden, by zyne aankomft , herftellen, en verfterkte inzonderheid de fteden, welke aan de kuft van de Adriatifche zee gelegen waren, om alzo een inval der Fenetianen te beletten. Middelervvyl maakten de Spanjaarden , onaangezien de tegenkanting der Fenetiaanjche en pauslyke krygsmacht zich meefters van het kafteel van Milaan, en de Spaanfche gezant te Rome, Don Hugo Moncada wist de Colonni te bewegen, dat zy den paus in het Fatikaanfche paleis overvielen, en in verzekering namen. Klement vluchtte naar het kafteel van St. Angeh, doch de Colonni vermeefterden, en plunderden het Vatikaan, waarop zyne heiligheid een beftand met den keizer aanging, en beloofde zyn krygsvolk uit Milaan te rug te ontbieden, en aan de Colonni ver- (u) Guicciard. 1. XVI. Eellefon. I. VI. c. 315. Epift. Princip. t, 3. •& II. (tu) Sleidan. 1- VI. (55) Goldast, Cónft. Iniper. lii 2 I. Boek. I. [oofdst. VII. Afd. Eene verintenis te. en den keier.J5z6,  444 HISTORIE II. Boek. I. Hoofdst. VII Afd. Be paus zoekt den prins Vauciemontaan om ir, het Napel fche te val ié». 1527. vergiffenis te zullen verleenen. Terwyl dit te Rome voor/iel, kwamen 'er verlterkingen op verfterkirjgen , zo van Franfch, als Duitfch krygsvolk in Lombardye aan , ten einde de legers voor den vólgenden veldtocht in ftaat te ftelJen. Nadat de paus zyne vryheid weder bekomen hadt, weigerde hy het beftand te houden, doch vermits hy op den keizer zeer vergramd was, nodigde hy prins Faudemont, welke voor gaf erfgenaam van het huis van Anjou te zyn, om in Italië' te komen, ten einde hy de Anjoufche party in het koningryk van Napels tegen de Spanjaarden mocht doen herleven. De onderkoning Lanoja , van het aanzoek, welk men aan Vaudemont gedaan hadt , verwittigd zynde, befloot de vyandlykheden tegen den kerklyken ftaat te beginnen , en trok in het laatft van Wintermaand met een leger naar Cefano en Cepperano. Ten einde hy nu mocht genoodzaakt worden zyn krygsvolk te rug te trekken, zondt de paus in het begin van het jaar Renza di Ceri met zesduizend voetknechten in Abruzzo, welke veldheer ook Aquila, en verfcheide andere plaatfen in die nabuurfchap bemachtigde. Omtrent dien zelfden tyd kwam Vaudemont met vierentwintig galeyen aan, en nadat hy door die van den paus en de Fenetiaanfche verfterkt was, begon hy de Napelfche kuften te ontruflen. Hy nam den tytel van koning van Napels aan, en werdt tot pauflyken ftedehouder aangefteld. In het begin van het jaar plunderde hy Mola di Gaëta, en bemachtigde vervolgens Cafiello a Mare, Torre del Greco, Sorrémo en Salerno. De keizerfchen waren echter in Lombardye de fterkfte , en vermits het andere leger niets ondernam , maar alleen hunlieder bewegingen in 't oog hieldt, begon de hertog van Bourbon de keizerlyke generaal zyn optocht naar Rome. Klement door de tyding daar van ontzet geworden zynde, ontboodt aanflonds Lanoja, met wien hy een beftand  van NAPELS. 445 ftand voor den tyd van acht maanden floot, onder be-. lofte van alle de plaatfen , welke zyn krygsvolk in het Napelfche bemachtigd hadden , te zullen overgeven , en zedig duizend dukaten aan het keizerlyk leger te zullen betalen , mits dat het zelve noch in eenige landen der kerke , noch van Florence zoude in trekken. Ingevolge van dit beltand liet hy zyne land- en zeemad t uit het Napelfche te rug komen,'en dankte zyne troepen af. Lanoja vervoegde zich dienvolgende by Bourbon, welke weigerde het beftand te beveftigen , en met zyn leger voorttrekkende, tafte hy, op den zesden van Bloeimaand, de ftad aan. Hy zelfs Iheuvelde in het begin van den aanval; doch het leger-bemachtigde, en plunderde de ftad; ja binnen weinige weken daarna noodzaakte hy den paus het kafteel van St. Jngelo, en zich zeh en als krvgsgevangen , overtegeven (yf Dewyl Lanoja niet in ftaat geweest was Bourbon van deze onderneming te doen afzien , verliet hy denzelven, eei hy voor Rome gekomen was , en keerde langs eenen anderen weg naar Napels; doch hy werdt te Averfa door eene ziekte overvallen , en flierf in die ftad, niet zonder vermoeden van vergeven te zyn. Zyn lyk werdt naar Napels gebracht , en in de kerk van Monte Uliveto begraven ; ondertusichen beflierden de collaterale regenten het \koningryk tot het einde van het jaar, wanneer Don Hugo ai Moncada, een Spanjaard tot onderkoning aangefteld werdt (2). Als nu Lautree, de Frarfchen generaal, met een leger m Italië gekomen was, met oogmerk om den paus te verlosfen, en Napels aan te tasten, floten eindelyk de keizerlyken een verdrag met Element, welk in het begin van Wintermaand door Don Hugo bevestigd werdt, wanneer de fy Guicciarp. 1. XVII. Bullat. Iib. UI. Beicarh lib. XIII. (s) GlAMKONJt. lii 3 I. Boek. 1. lOOFDST. VII. Afd. Wordt' door het keizerlyk leger gevangen genomen. Moncada volgt Lanoja als onder koning op.  ÏI. Boek. ï. Hoofdst vii. Afd. Lautree' valt in 't Napel, fche. Belegert ie Iwofd' ftad. 44S HISTORIE de paus, hoewel op harde voorwaarden, in vryheid gefield werdt. Lautree was omtrent twee maanden daarna, meteen leger van dertig duizend voetknechten, en vyfduizend ruiters tot aan Abruzzo voortgerukt, en alle de fteden in datlandfchap verklaarden zich voor hem, eer zyn leger nog eens gezien wierdt, 'tzy dan dat dit uit eene natuurlyke wispelturigheid , 't zy uit wederzin tegen de Spanjaarden moge voortgekomen zyn. Hy nam vervolgens Melphis ftormenderhand in, en Ascoli, Barletta, Fenofa, Capua , Nola, Acerra en Averfa onderwierpen zich zonder flag of ftoot, terwyl de Fenetianen bezit namen van Trani , en Monopoli, en de Franfche vloot de zuidkuft ontrufte. De Fenetianen namen weinig weken daarna Polignano, Otrdnto benevens Bfhiifi, en hunne troepen aan land gezet hebbende, bemachtigden zy Lecce, de hoofdflad van Otranto, wanneer ook alle de naburige fteden zich overgaven. Middelerwyl hadden de keizerlyken eene fterke bezetting in Gae'ia gelegd, en trokken nuallehunttevoornaamfte krygsmacht in het Napelfche by een, alwaar al* les in de grootfte verwarring en ontfteltenis was, -alzode vyand zich in het laatft van Grasmaand voor de ftad zien liet, en het volk zich verbeeldde door hunnen befchermheilig jaftuafius verlaten te zyn, dewyl deszelfs bloed, wanneer het op den tweeden van Bloeimaand ten toon gefield wierdt, niet wilde vloeibaar worden. De onderkoning vondt zich genootzaakt de openbare omgangen te verbieden, voorzag de gantfche ftad van voorraad,en verfterkte de bezetting door de burgers tot foldaten op te fchryVen. Hy hadt gefchillen met den prins van Orange die aan Bourbon opgevolgd was, verfcheide gefchillen over het opperbevel voomamelyk bedacht om zich de gemeenlchaphouding ter zee te verzekeren, ten welken einde hy een klein getal galeijen uitruftte, en onvoor. zichtig de Franfche vloot, niettegenflaande derzei vefterker was,  van NAPELS. 447 was aantaftte , in welk gevecht hy ook fneuvelde, nadat hv het opperbevel nie: langer dan zes maanden gevoerd hadt Na deszelfs dood nam Pbüibert van Cbalons, prins van 'Orange den poft van onderkoning op zich. Qffchoon nu wel de Franjchen deze aanmerklyke overwinning be-, haald hadden , waren zy echter kort daarna genootzaakt het beleg met groot verlies op te breken, want Andnas Darza misnoegd geworden zynde op den koning van' Frankryk, verliet op den vierden van Hooimaand Napels met verfcheide galeijen; daarenboven was ook eenig volk met de peft, welke in Napels regeerde, befmet, naar het leger <*ezonden, en vernielde de ' Franfchen byna ten eenemaal;"onder de genen, welke daar door omkwamen, bevondt zich Lautree, prins Faudemont , en veele andere perfon^n van rang. De markgraaf van Caluzzes , welke aan Lautree opvolgde, poogde het overfchot van het leger binnen Averfa in veiligheid te brengen, maar werdt op zvn tocht door de bezetting gefiagen, en was op den eerften van Herfftmaand genoodzaakt A-ver Ja over te geven. De prins van Orange ontving weinige aagen daarna de onderwerping van Capua, Nola, en alle de andere p'aatfen van Terra di Lavoro; en tot in Abruzzo en Apu. lie voortgerukt zynde, dreef hy de Franjchen; geheel en ah uit die landfchappen (a). Als nu de branfehen dus uit» Napels verjaagd waren, verliet de paus weinige maanden daarna voïftrekt derzelver party, en bewilligde in eene overeenkomft met den keizer, welke, orn te manen, dat hv het kwaad onthaal, welk hy van het leger van hombon genoten hadt, mocht vergden, hem beloorde de Fenetianen te zullen noodzaken alle de plaatlen, weke zy in den kerklykeu ftaaf bezaten, over te geven, en ver- [I. Boek. L Hoofdst. VII. Afd. )« Franchen breien het be-eg op. De Keizer nde paus erzoemn. 1529. %  II. Boek, I. Hoofdst. VII. Afd. De Napel fchen dooi den prins van O range onderdrukt. 448 HISTORIE bondt zich insgelyks om het gedacht van zyne heiligheid in Florence te zullen herftellen. Ofschoon het koningryk Nipels nu van een buitenlandfchen vyand verloft was, was het 'er nog verre van daan , dat ook deszelfs ruft van binnen herfteld ware ; 'want de prins van Orange, door inhaligheid zo men voorgeeft, aangezet, onderdrukte die barons, welke zich voor zich de Fraifchen verklaard hadden, op eene ftrenge wyze. Vermits de gewezen onderkoning Mongada zichzelven te zwak bevondt om Ltutree te keeren, hadt hyaan verfcheide barons verlof gegeven, uit aanmerking van de grote fommen gelds, welke hy van dezelven ontvangen hadt, om in tyd van nood den Franjeben ftandaard op te rechten en hunne poorten voor den vyand te openen. De prins van Orange des niettegenftaande bewerende, dat Mongada geene macht gehad hadt, om de banden van verplichting, welke onderdanen aan hunnen -wettigen overheer verfchuldigd waren, los te maken, wilde de verfchoning van die barons niet aannemen, en begon hen als muitelingen te hameien, en eenigen met den dood, anderen met verbeurtverklaring hunner goederen, teftraffen. De hertog van Benjona, benevens de graaf van Morone werden ter dood gebracht, en de prins van Meipis, de hertog van Somma, de markgraaf van Montefarchio, mitsgaders de graven van Nula, Gdjlro, en Konverfano, benevens veele anderen, verloren hunne goederen. De nieuwe onderkoning noodzaakte ook, met oogluiking van den keizer, welke wegens de oorlogen, welke hy voerde, al tyd geld nodig hadt, verfeneide lieden, welke alleen verdacht waren de Franfchen toegedaan te zyn geweeft, hunne veiligheid met grote fommen gelds te kopen (b). De keizer hadt mede weinige maanden na zyn ver- Q>) Giornal. del Ro3f«  van NAPELS, 449 verdrag met den koning van Frankryk gefloten, waarby Franpois aannam, Borktta, de eenigfte plaats, welke hy nog in het Napelfche in hadt, te ruimen, van alle zyn recht op dat koningryk af te flaan, en Karei by te flaan om de Fenetianen tot het overgeven van alle de plaatfen, welke zy in dat koningryk bemachtigd hadden, te dvvin gen. IXiiddelerwyl was de prins van Orange, op bevel des keizers, met het grootfte gedeelte van zyn leger naar Joskauen voortgerukt, om de blorentynen te noodzaken, dat zy Alexander Medici achterneef van den paus voor hunnen opperheer erkennen wilden (c). Terwyl de prins Florence belegerde , kwam de keizer met eene machtige vloot te Genua , aan boord van welke zich duizend ruiters en negenduizend voetknechten bevonden, en omtrent denzelfden tyd viel de hertog van fFirtemberg met ach! duizend Duïtfchers.m lon.baidye. Karei maakte zich dooi deze talryke krygsmacht, zeer ontzaglyk by de Italiaanfche ftaten, zo dat de Fenetianen raadzaam oordeelden eer vergehk met hem aan te gaan , waar by zy zich verbon den'aile plaatfen, welke zy in het Napelfebebezaten, Wéder te geven, en hem met vyftien galeijen by te flaan indien eenig kriften - vórft dat koningryk mocht aantaften Deze vrede werdt, op den eerflen dag van het volgen de jaar , te Eoulonje plechtiglyk afgekondigd, en Kare ontving, weinige weken daarna, in die zelfde flad d< keizerlyke kroon van den paus, waarop hy naar Duitsch land vertrok. Middelerwyl werdt het koningryk van Napels doo den kardinaal Fompeo Colonna, die, na het vertrek vai den prins van Orange tot onderkoning aangefteld was onderdrukt. De kardinaal hadt den keizer in zyne ge fchillen met den paus gediend, welke laatfte wegens hé 01 («) GuTCCIAtlD. 1. XIX." Europ. Hist. X. Deel. II. Stuk. Kk k tl. Boek. f. Hoofdst. VU. . Afd. De Fraa fehfn flnan alle tech op Napels af. \pt Ixrdi. inaal Co, 'enm volgt F den prins vin O run. lge als Oumeriinitig  II. Boek i. Hoofdst. Vil. Afd. ï533- 4SO HISTORIE ongelyk, 't geen hem kort te voren door die van het zelfde huis binnen Rome aangedaan was, aangezet was geworden om hem zynen kerklyken hoed te ontnemen. Co. lonna werdt naderhand weder in zyne waardigheid herfteld, doch geenfins ten voordeele van den paus; en dewyl het zederd de tyden van Alexander den zesden zeer gemeen was, dat kardinalen zich met wereldlede zaken bemoeiden, verzuimde hy ook alle kerklyke bezigheden, en gaf zich zei ven geheel en al aan den wapenhandel en bedekte minnarye;; over. Hy zyne aankomft te Napels, vondt hy het koningryk uitgeput van geld, en vol van wanorde en ongeregeldheden, om welk een en ander te herftellen hy zich in het begin geene moeite gaf, maar hieldt zich geheel en al bezig met fchattingen op te leggen en beden te vorderen , ten einde de benodigdheden des keizers te gemoet te komen. De prins van Orange hadt, door zyn eigen voorbeeld, eene ondragelyke be lurvenheid en losbandigheid onder den jongen aó°l ingevoerd, zo dat ook dezelve in weerwil der we ren, de kwaaddoeners openlyk uit de handen van het gerecht ontweldigden, enbefcherming verleenden aan de flechtfte deugnieten, om ira hunne paleizen te vluchten, alwaar zy gehuurde lichtmisfen hadden, om hunne godloze voornemens te volvoeren. De kardinaal bemoeide zich , zonder op alle die buitenfporigheden acht te liaan, om eene vrywillige gift ten behoeven van Karei, by gelegenheid der geboorte van een jonden prins, af te persfen en zondt kort daarna driemaal honderd duizend dukaten naar £ou!o-j?y om de onkoften van des keizers kroning goed te maken. Dewyl Solhnariy Turksch keizer, in het volgende jaar een inval in Oofiennk dreigde te doen, beval Kare1 den kardinaal eene vergadering der ftaten van het koningryk by een te roepen, en eene bede van zesmaal honderd duizend dukaten voortefiaan. De gemachtigden deden in het eerft ver-  van NAPEES. 45i vertogen tegen deze vraag, aangezien het koningryk zo kort geleden, door oorlog, hongersnood, en peft was gedrukt geweeft: doch vermits de onderkoning niet te verzetten was, 'befloot men eindelyk de zesmaal honderc duizend dukaten by wyze van fchatting op de huizen te lichten, en de fom in vier jaren te betalen. By de bètaling van het eerfle gedeelte verkreeg de prins van Salerno, welke het geld bracht, eene 'bevefliging der oude voorrechten en verfcheide nieuwe gunftbevvyzingen. Na demaal de algemeene ongebondenheid, welke door hel gantfche koningryk in zwang ging, omtrent dien tyd der kardinaal de ogen opende, begon hy met ernft tegen all< misdadigers, van wat rang dezelve ook waren, rechts oefening te gebruiken, en herftelde door verfcheide ftren ge voorbeelden van rechtspleging eenigermate de goe de orde in den flaat. Doch eer dat hy de voorgenomei hervorming konde volvoeren, werdt hy door den dood welke hem in het begin van Hooimaand overviel, weg gerukt. , , , De kardinaal werdt in de regeenng opgevolgd doe Don P(dro di Toledo , een Kajliliaan, markgraaf van Vi> la Franca, welke op den vierden van Herfflmaand t Napels aankwam. Hy was niet zo haaft in de plaats va zyn nieuw beftier gekomen, ofhy begon derechtbanke in Napels te hervormen, hy liet ook den raad des kc nings, de overheden, en andere amptenaren voor zie roepen, en beval hun aityd eene onpartydige bedeeün van het recht voor ogen te hebben. Hy verleende aa een iegelyk zonder onderfcheid gehoor; om den kwaac doeners een fchrik in te boezemen, liet hy eenige perft nen van aanzien, welke, zich op d^grorebetrekkingei welke zy hadden , verlaten hebbende , veele misdaden fagaan hadden , met den dood ftraffen. Hy verbood aanee ieder, wie het cok mochtwezen, met eenige wapenen, beh; ven met een degen, langs ftraat te gaan, en beval ze: Kkk % d ÏÏ.BOEK. I. Hoofdst. VII. Afb. 1 1 r e ti ti ih g ti 1>»ij n N fs at  452 HISTORIE ILEoek. ï. Hoofdst vri Atd. Hy her • vormt verfcheidevnhbruiken. 1534- Napels door dtn zeerover Barbarosfa bedreigd. dat niemand met een degen zoude mogen gaan, van twee uuren na zons ondergang tot denvolgende morgen. Hy ftrafce alle diefflalfen en roveryen, welke by nacht gefchiedden, met den dood, en liet alle affehutfels, en ban• ken van handwerkslieden, als mede verfcheide duiftere galereijen, weike tot1 fchuilplaatfen voor fchelmen dienden, wegbreken. Hy ftelde nieuwe kapiteins van de wacht aan, ontzette den adel van het recht om in hunne palet» zen toevluchtplaatfen aan misdadigers te verleenen, en liet verfcheide verboden tegen tweegevechten afkondigen^ als mede tegen de genen, welke des nachts met ladders, touwen, hout, of eenige andere zaken zouden gevonden worden (df). Terwyl by dus bezig was met het hervormen dermisbruiken, was de keizer weder in Italië gekomen, en na het houden van een mondgefprek met den paus te Boulonje, naar Spanje voortgereisd. De kuiten van Nupe'.s werden ook door den zeerover Barbarosfa, welke in den dienft van keizer Soliman getreden was, ontruft. Wanneer dees in het tweede jaar van het bellier van Don Pedrobevel hadt gekregen om Ariendino Barcsfo, by fommigen Moïirefetto genoemd, welke door zyn broeder Mulèasfen uit het koningryk Tunis verjaagd was, weder op den troon te herftellen, ftak hy omtrent het einde van Hooimaand, met eene vloot van tachentig galeijen het naauw van Mes. (iria over. Hy deedt eene landing, op-de kult van Kala. brie, verbrandde eenige fchenen, en voerde alle dein. woners van .Sr. Lucida met zich weg; Hy verbrandde vervolgens Cetrano benevens zes galeijen, welke toen aldaar op-flapel ftonden, en in het gezicht van Nivels voorby zeilende, zette hy eenig volk op het eiland Pro:ida aan land, en plunderde het zelve, b'ondi werdt ook geplunderd, en .veelen der inwoneren van Sperlonga gevan» (8) Giannone,.  van NAPELS 453 vangen gemaakt. De Napolitanen- hielden, op den twintigften van Oogftmaand, eene ftaatsvergadering , on deden den keizer eene vrywillige gifc van een honderd en vyftig duizend dukaten, om daarmede hunne kuiten tegen de Turken te beveiligen (e).. Middelerwyl hadt Karei een befluit genomen om de zeemacht der ongeloovigen te vernielen, alzo Barbarosfa, welke zig de regeering van Alghrs aangematigd, en MUleasjen in het koningryk van Tunis heriteld hadt, niet afliet alle de kuften van Spanje, Italië, en Sicilië te ontruften. Hy befleedde den gantfchen winter met toebereidzelen tot eenen tocht naar Afrika te maken; en be> floten hebbende in peribon der waard te gaan, werdt zyn yver door de grandes van Spanje, en den Napelfchen adel, welke ook aannam hem te verzeilen , naargevolgd, De Onderkoning als mede de prinlen van Salernu, en Bifigtiano, de hertogen van Caftrovillano , en Nocera, de markgraven van Caflelvetere, en Della Falie lieten ieder eene galei op hunne eigene koften bouwen, en wanneer dé vloot, op den zeventienden van Bloeimaand, van Napels naar Cagliarir alwaar de. algemeene verzamelplaats was. afzeilen zoude, gingen verfcheide edelen en daar onder de twee zonen van Don Pedro op dezelve- Na dat Karel de Muien verflagen, Muleasfen weder in zyn ryk her. field, denzelven aan hem cynsbaar gemaakt hadt, liet hy eene Spaan/che bezetting in Goletta, 't welk eene fterkce was, om.de haven te befchermen, en ging omtrent het midden van Oogrhnaand naar Sicilië onder zeil, alwaarhj weinige dagen daarna aankwam, en het giootfte gedeelte van zyne vloot afdankte. Als hy nu eene keer door het eiland gedaan hadt, ftak hv het naauw van Mesftna ovei en landde te tieggio, van waar hy door Kalabriën en Ba. jïticata naar Napels reisde, in welke ftad hy, den vyfer twin, (e) Gioinale Hel Rosso. Summont. t. IV.j Kkk3 II.Boek. ï. Hoofdst. VIL Afd, 1535- De keizer kom! té Napels. 1536,  454 HISTORIE H. ECEK I. Hoofdst VII. Afd. Hy ver groet de macht va1. Toledo. Beszelf wys beftki . twintigften van Slachtmaand, zyne intrede op eene zegepralende wyze deedt, en gedurende zyn verblyf door den onderkoning met maaltyden, toneelen, en fteekfpelen onthaald werdt. By des keizers acnkomft in Sicilië verzochten de markgraaf del Fafto, de prins van Salemo, en veele andere edelen , hem ernftiglyk, dat hy Toledo van de regcering wilde ontzetten, bybrengende, dat deszelfs beftier hard en ftreng was, en met de natuur en den ftaat van het koningryk niet overeenkwam. In de hoop van Ka. rel te bewegen , dat hy naar hunne verzoeken zoude luifteren, hadden zy , by de vergadering der ftaten, wrelke in het begin van het volgende jaar te Napels gehouden werdt, de onvoorzichtigheid van hem eene vrywillige gift van anderhalf millioen dukaten aan te bieden, zonder in aanmerking te nemen , of zy daar toe in ftaat waren, zo dat de keizer naderhand verplicht was hun een derde van de fom vry te geven. Zy fielden vervolgens voor om eene afzetting van alle de ftaatsdienaren te verzoeken; doch die voorflag werdt met veel yver door eene andere party tegengegaan , en vervolgens ter zyde gelegd. Of fchoon Karei ten vollen overtuigd was van de redenen van het misnoegen des adels tegen Toledo, ontzette Tjy hem echter niet van de regeering, maar overlaadde hem daar en tegen dagelyks met nieuwe gunftbewyzingen, raadpleegde hem , gedurende zyn verblyf te Napels, over de allergewichtigfte zaken, en by zyn vertrek, in Lentemaand, bekleedde hy denzelven met meer gezag, dan hy ooit te voren gehad hadt. f Na het vertrek des keizers lag Toledo zich met groote vlyt toe , op het vergroten, en verfraajen van de ftad Napels, en om dezelve ryker en gezonder te maken. Hy liet de ftraten vlak en naauw maken, en op nieuw met fteenen beleggen i ook omringde hy de ftad met een nieuwen en fterken wal. Hy liet daar en boven ver- fchei-  van NAPELS. 455 fchtide nieuwe en prachtige kerken en Godshuizen bouwen; verfierde de ftad door veele fonteinen vaninarber; hy vergrootte het tuighuis, en maakte in het zelve bekwame plaatfen om *eftien galeijen teftens te kunnen bouwen. Om te beletten , dat de lucht niet bedorven wierdt, deedt hy de ftilftaan'de wateren naby Averfa, Jcerra , en Eng ta door eene brede en diepe graft af leiden; en o> dat de ftad altyd wel van granen voor zien zoude zyn, verboodt hy den uitvoer vanhetkoorn. en beval dat 'er binnen de dertig mylen naby Napels geene voorraadhuizen of koornfchuren voor tarw of garsl zouden mogen wezen (ƒ). Don Pedro was insgelyks zeer bezorgd om de kuster tegen de landingen der Turken te beveiligen; en als hy in het volgende jaar de voornemens van Solimm tegen het koningrvk vernam, fchreef hy -aan den keizer om ee ne verfterkmg van Spaanfcb voetvolk; wapende de landmilitie van N.ipe's, en eene ftaats vergadering beroepen heb bende , bracht hv aan dezeve het algemeen gevaar onder het oog. Wanneer hv verwittigd wierdt, dat Barbarofja om'rent het midden van Hooimaand met tweehonderd zeilen te Falona aangekomen was, en dat de ful tan ook derwaard getrokken was met twintig duizem mannen, verliet hy Nipeh, en utedt te Melphis eene al gemeene monftering van het leger. Vermits de Turkfch vlooten in een gevecht met de Gen eefcèe en pauflyk vloot eenige lchade geleden hadt, en Soliman kennis be komen hadt, dat de onderkoning met een leger van der tigduizend mannen in het veld was, 'oordeelde die vorst na dat hy eene kleine landing op de kust van Apulië, e eene andere op de kust van Otranto gedaan hadt, het raad zaam met zyn vete te rug te trekken. Als nu de vyan we {/) Auct. fop citat. Giaknone. II.BOEK. I. H00"dst. Vil. Afb. Hy verdedigt het koningryk tegen de ■Tin ken. 1492. 1 > 1 i E  456 HISTORIE II. Boek. I. HoofrcsT. VII. Afd. De Joden uit Napels gabannen. weg was, gaf de onderkoning aan alle de genen, welke zich tot dien tocht in dienst begeven hadden verlof om naar hunne huizen te keeren ; en ten einde alle aanvallen der ongelovigen voor het toekomende af te weeren, befloot hy alle de plaatfen op de kust te verfterken, en bezocht dezelve met vernuftige bouwmeefrers en vesting, bouwkundigen. Hy verfterkte de fteden Cotrone en Fefii, en liet te Reggio, Otranto, Lecce, Gallipuli, Trani, Barletta, Brindifi, Monopoli en Manfredonia kasteelen bouwen. Het koningryk dus in een ftaat van tegenweer gefield zynde bleef voor eenigen tyd bevryd van de ontruftingen der Turken. Omtrent zeven jaren daarna kwam Barharojja weder op de kust, plunderde de eilanden Ifchia en Procida , en trachtte eene landing te doen naby Poizuolo , welke flad hy van zyne fchepen met kanon befchoot; doch de onderkoning trok aanflonds met eene fterke bende ruitery uit Napels, en eene groote meenigte volk uit de nabygeïegene fteden derwaard, zo dat hy de Turken noodzaakte van hunne onderneming af te zien , en met hunne vloot naar de Levant te keeren. Toledo liet omtrent den zelfden tyd een bevel afkondigen, waarby ailen Joden geboden werdt het koningryk te verlaten. Dezelve waren byna drie eeuwen lang in verfcheide gedeelten van het koningryk vry talryk geweeft, en hadden in het byzonder zederd hun ballingfchap uit Spanje, welke omtrent vyftig jaren te voren, onder Ferdinand den Katholyken voorgevallen was , zeer in getal toegenomen. Zy hadden door het leenen van geld op bovenmatige renten veele fchatten gewonnen; doch vermits hunne woekerneering toen te groot wierdt, en de ftad vol was van klachten tegen henlieden, werden zy volgens goedvinden des keizers gebannen; en de onderkoning flichtte een bank, om met gemak op panden geld te krygen , welke Montedeïla Piëta genoemd werdt, en tot den tegenwoordigen tyd fland grypt, welke tot eene ms«  van NAPELS. 45? matige rente gelei op prrden fchiet , ja tot tien kronen toe zulks doet zonder eenige rente te genieten Cs)- De regeering van Toledo hadt tot hier toe een algemeen genoegen; doch vermits hy tegen femrrigen, welke verdacht waren tot de leeringen van Luther over te hellen , met flrengheid begon te handelen , en kort daarna ook , door geheime middelen, poogde het geloofs onder zoek in te voeren, verwekte hy eene zodanige ftormbui tegen hem , dat dezelve hem haast dodelyk zoude geweest zyn. Het geloofs onderzoek was eerst omtrent drie honderd jaren te voren , ingevolge de rechtsplegingen van den H. Dominions tegen de Albigenfen, ingefteld geworden. De koningen uit het huis van Anjou waren de eerftcn, welke de geloofs onderzoekers, die van Rome kwamen , te Napels toelieten ; dezelve gingen met verlof van den koning, van landfehap tot ïa'ndfchap, zonder eenige vafte plaats te houden. De koningen uit het hufe v?n Arragon ftonden dezelve zelden toe in het koningryk te komen, noodzaakten hen om verflag te doen van alle hunne handelingen, en wilden niet toeftaan, dat zy eenig vonnis ter uitvoer brachten zonder daartoe een byzonder verlcf te hebben. De geloofs onderzoekers trachteden, in het begin der regeeringe van Ferdinand, hun gezag op eene fterkere wyze te handhaven; doch de Nr.pulitanen, welke toen door de ergclyke onmenfehlykheden, en wreedheden , die weinige jaren te voren tegen de Joden en Moren in Spanje begaan waren , in roere gebracht waren, noodzaakten den Groten Kapitein Gmzalvo hun te beloven, dat nooit eenig geloofs onderzoeker verlof zoude hebben om in het koningryk te komen. Die geestlyke rech- (g) Giornal nel Rosse Gjamuone. Eogemo. Nap. facr. 1. V. p. 14- Eukop. Hist. X. Deel. 11. Stuk. Lil II.Eoek. t Hoopdst. VII. PD. De leer van Luther vindt ingrng in N ipels. 154&  458 HISTORIE II.BoEK. I. Hoofdst. VIL Afd. rechters vonden nochthans middel om zich zeiven in te dringen ; en dewyl er te dien tyde geen vermoeden op nieuwe leringen was , begonnen zy kennis te nemen van godslastering , goedergelukzegging , bezweeringen , er dergelyke dwaze kunftenaryen. Al wie de klokken vervloekten om het geraas , dat dezelve maakten , mocht verzekerd zyn hunne ftrafoefening te zullen gevoelen, ook konden de genen , welke ondernamen tegens de ongeregeldheden der priesters en monniken uittevaren , of dezelve befpotteden , en belschelyk maakten , niet ongeftraft ontkomen. . Ten laatften werden de geloofs onderzoekers, welke uit Spanje naar Napels gezonden waren, met oneer uit het koning yk verdreven ; en Ferdinand bevreesd zynde voor een opfland , beloofde de Napolitaaneri dat geen geloofs onderzoek: by hen zoude ingevoerd worden, (b) De leeringen , welke in Duitschland door Luther voort gebracht wierden , veroorzaakten nieuwe pogingen om dien fchriklyken rechtbank in te voeren. De gevoelens van dien godgeleerden waren welhaast tot in Italië door gedrongen , en vonden in Napels veele begunftigers ; zo dat Keizer Karei, terwyl hy zich in het Koningryk ophieldt 5 zyne onderdanen by een bevelfchrift op doodItraffe verboodt eenige gemeenfehap of verftandhouding te hebben met de genen , welke met de kettery van Lm. ber befmet waren. De leerftukken van de hervorming werden echter ten zeiven tyde openbaarlyk , doch met overleg , geleerd door den beroemden kapucyner Bernard Ocbus , of Ochino , welke uit hoofde van zyne wel~ fprekendheid en geleerdheid , aangezocht was om gedurende de Vafien te Napels te komen prediken , en door den Keizer zeer geprezen werdt , als welke van hem getuigde , dat hy met zo veel yver , en zo groote god- (20 Mam ah. Hifi. L XXX. Surit. Annal.  van NAPELS. 459 godvruchtigheid predikte , dat hy te wege bracht , dat; zelfs de ftenen weenden (i). Bernard maakte gedurende zyn verblyf te Napels verfcheide leerlingen, welke na1 zyn vertrek in ftike weder anderen ondei wezen , onder welke zich ook veele beroemde predikers, en perfonen van rang of middelen bevonoen , welke vergaderingen en geheime by< enkomften begonnen te houden. Wanneer nu de nayver van den onderkoning daar door opgewekt wa^ geworden, liet hy een ftreng bevel tegen de ketterlcbe boeken afkondigen , en eenige boeken van Melanebton en Erasinus , welke te Napels onder den man ge* bracht waren , in het openbaar verbranden. Hy verj hoede ook dat eenige boeken over de godgeleerdheid , welke zederd vyf en twintig jaaren gedrukt waren, weder zouden herdrukt worden , en beval , dat geene verhandeling over de godgeleerdl eid zoude gedrukt worden , ten zy de fchryvers goedgekeurd waren , en hunne namen voor de boeken gefteld hadden. Deze verkeerde yver van den enderkoning maakte dat alle foorten van geleerdhc'd verdacht gehouden wierdt , en belette den NapoHtaanen zodanige vorderingen in de letterkunde te maken , als zy te voren gedaan hadden. Verfcheide hooge fenolen , welke omtrent dien tyd door edelen van de 'eggi ter bevoi Geringe van de geleerdheid opgerecht waren, werden gefloten; en als Tuleio in het einde van het jaar bevel van den Keizer gekregen hadt, om indien het mogelyk was , het geloofs onderzoek in te voeren . verzocht by paus Paul den derden cm een' gemachtigden van dien rechtbank te Rome naar Napeïs te' zenden. Die gemachtigde kwam die*jvo)gende te Napets\ met een paüslyk brevet, 't welk de onderkoning, na eene beraadneming van weinige dagen met het koning* lyk Exjequatur bevestigde , met bevel dat het zelve aan de (i) -Gioin. nel Rosso. Lil 2 [I.boek, i- ïoofdst. VII. . Afd. Grote op' oeren uit mof ie van i"t geloofs nderzoek.  II. Boek ï: Hoof os tVII.Afd, Sshermut /elingentusfchen de /ponjaarden en Napoli tfanen. 460 HISTORIE de deur van de hoofdkerk zoude aangeplakte doch uit vrees voor een opfland niet met het rieken der trompet door de ftad afgekondigd worden. Het bevel was niet zo haast aan de deur der hoofdkerke te lezen , of de gantfche Stad was met oproer en verwarring vervuld; en de gemachtigden zo van den adel als burgerfland zonden eenigen uit hun midden naar Posfuolo om over den onderkoning te klagen , welke derzelver woede en hardnekkigheid ziende , beloofde , dat 'er geen gewag meer zoude gemaakt worden van geloofs onderzoek j, maar dat tegen de ketters volgens het kerklyk recht zoude gehandeld woeden. De Napelfcben dit antwoord bekomen hebbende, betuigden hunne blydfchap , gedurende drie dagen door vreugdevuren en vreugdelichten; maar twee maanden daarna werdt hunne woede weder opgewekt door een tweede bevel, welk op den elfden van Bloeimaand in 't licht kwam , en meer opfchudding maakte dan het voorgaande , dewyl het zelve openlyk van het geloofs onderzoek fprak. Het Volk fcheurde aanflonds het bevelfchrift op eene oproerige wyze af, liep tot de wapenen, en deedt eene nieuwe verkiezing van amptenaren , welke zy wel wisten niet te zullen zyn in de belangen van den onderkoning. Als Toledo dien opftand vernam , kwam hy vol van woede te Napels, en verfterkte de bezetting van Ca/tel Nuovo met drieduizend Spanjaarden , uit de naburige fle den. Gedurende tien of twaalf dagen waren 'er geftadige fchermutfelingen tusfchen de Spanjaarden en de burgers. Vervolgens kwam men wegens een flilfland van vyandlykheden over een, en beide delpartyen zonden gemachtigden aan den keizer ; doch vermits de burgers middelerwyl kennis bekwamen , dat de onderkoning het aanbod der Florentynen van V3?fduizend voetknechten aangenomen hadt, /wierven dezelve aanflonds tienduizend man-.  van NAPELS. 461 man en monflerden alle de inwoners , welke in ftaat waren de wapenen te dragen ten getale van veertien duizend mannen. Met deze macht hervatteen zy de vyandlykheden tegen de Spanjaarden ; doch zy moeften dagelyks in hunne' fchermutfelingen bukken. Wanneer eindelyk de gemachtigden weder kwamen van den Keizer , werdt den burgeren volftrektlyk bevolen den onderkoning te gehoorzamen , en denzelven alle hunne wapenen over te geven ; welk bevel zonder eenige tegenkanting op gevolgd werdt, op dat de opfland niet mocht fchynen eene muitery tegen hunnen wettigen overheer geweest te zyn. Op den waalfden van Oogstmaand wierd aan alle de geenen welke deel aan dien opfland gehad hadden , eene algemeene vergiftenis verleend , uitgezonderd alleen aan zes en dertig perfoonen , waarvan naderhand een met den dood geftrafd is. De ftad werdt in eene boete van honderd duizend kronen verwezen , doch de Keizer heeft dezelve nooit gevorderd (£)- Door deze geweldige tegenkanting werdt echter zo wel de Keizer als de onderkoning afgefchrikt om het zogenoemde heilig gerichtshof van geloofs onderzoek in te voeren, desniettegenilaandehielp T0HJ0dea ierklyken fledenhouder in Napels met tegen de ketters volgens de kerkwetten te handelen ; en weinige jaren daarna verkreegen de Napolitaanen eene bulle van den paus waarby bevolen werdt, dat de goederen van ketters niet zouden verbeurd verklaard worden (0 (A)' Om» (k) Ubart Foliat de Tumult Neap. Thuan Hift. Gi ann. (nGiANNONE ex Mss. Giur. Chioccor. t. VII. (A) Onder de regeeringen van Filip II. 111. IV. en Kirtl II. werden er verfcheide andere pogingen gedaan om het geloofs onderzoskin Napels te-vestigen ; doch alles is door den nayver en oplettendheid van het volk vruchtloos geweest. Eindelyk heeft keizer Ktid VI in het begin van deze eeuwe een bevel afgekondigd , waarby hy verbooJt dat eenige zaken , welke hare betrekking tot het geloof hadden , door andere perfonen zouden onderzocht worden , dan door de aartsbisfchoppeu als geeftelyke rechters (i). (I) Zie Gtennonsl. XXXII fat. i. et 3. Lil 3 II. Boek. h Hoofdst. vii. Afd. Dé vrede door het b"v;l des kei. zers her. jleld.  II.bcek, Hoofdst VII. Afd. DfTu>-Ketrnker toe Jlei en van Genua ; doch voor deszelfs aankomft verfeheen dè Tarkfche vloot Van honderd en vyfrig gro^e gaieyen op de kust , en na dat dezelve eenige Zeelieden verbrand hadt , ankerde zy , op den vyftienden van Hooimaand voor Napels. Wann eer kort daarna de bat ha den Gcnueefcl.en admiraal in het gez:chi k'ecg , zette hy deszelfs vloot na , en eer dat Doria het ftrand bereiken kon , boorde hy twee van deszelfs lchepen in den grond en veroverde boven dien nog zeven anderen» Vermits echter de prins van Salerno met de Franfche gaieyen niet opdaagde , vertrok hy met zyne ontzaglyke vloot , en zeilde naar de Levant, van waar de prins , welke hem Ipoedig volgde , hem te vergeefs aanzocht te rug te keeren. De basha was , volgens het geen toen gezegd werdt, in eene geheime ve.ftandhouding geweest met Mot-vil?, een van die genen , wiens goederen by gelegenheid der laat-  van NAPELS. 463 laatfle onlusten verbeurd verklaard waren , en welke bem met de ter handftelling van tweemaal honderd duizend dukaten overgehaald hadt, om naar huis te keeren. MorvL le kreeg voor dezen bewezen dienst vryheid om naar Napek te keeren , en werdt wegens het gemis zyner goederen fchadeloos gefteld (ni). Nadat Toledo dus zynen ontzaglyken vyand van zich verwyderd hadt, begon hy met ftrengheid te handelen tegen eenige perfonen, welke hy vermoedde kennis te hebben van de oogmerken des prinfen van óalerno, en maakte door willekeurige en ftrenge handelingen, zyne regering niet min gehaat, dan dezelve verfchriklyk was. Wanneer die van Sienna omtrent dezen tyd door de Spanjaarden onderdrukt waren geworden, hadden zy den bevelhebber en de bezetting genoodzaakt hunne ftad te ruimen, en kort daar na de Franfchen ingelaten, om wel ke rede de keizer Toledo beval van Napels op te trekken, om dat gemeenebeft te doen bukken. De oiv derkoning was, gedurende den winter, vlytig bezig met het maken van toeftel tot zynen tocht naar Toskanen; en zondt in het begin van het volgende jaar zynen zoon Don Garcia met twaalf duizend man , op het grondgebied van Sienna, alwaar hy verfcheide kalteelen bemachtigde. Middelerwyl liet hy zyn derden zoon Don Lodewyk tot ftedehouder van het koningryk, terwyl hy zelf met een aanzienlyk getal Spaan/che foldaten aan boord der vlote van Doria fcheep ging , en naar Legorn ftevende, niettegenftaande hy zederd eenïgen tyd door eene verkouwdheid en koorts aangetaft geweeft was; dewyl echter zyne ziekte toenam, begaf hy zich om de gezondheid der lucht naar. Florence, alwaar hy op den twaalfden van. fprokkelmaand ftierf, latende uit zyn eerfte huwelyk na« drie zonen, met namen Don Frederik, Don Garcias, en1 Doa (ra) S p o h b. Annal. ar?. 1552. S1 g 0 ». in vit Anie 1. I. c. 36. II. Boes. I. PIOOFDST, VI'. Afd. roledo lendt fen 'eger tegen He van jienne. 1553- -> fterft ! FloreiTfc  4^4 HISTORIE II. Boek. I. Hoov st. VII. Afd Kardinaal Pacecca tot onderkoning aangefteïd. » i ] \ I Don Lodewyk, benevens vier dochters, van welke driegetrouwd waren aan Nipelfehe heren, maar Leonoor, des zelfs tweede dochter, was gehuwd met Kosmo di Medici, hertog van Toskanen (u). Kardinaal Pacecco, keizerlyk gezant te Rome, volgde Toledo als onderkoning op , en kwam in Hooimaand te Napels aan. HV afkomllig uit een doorluchtig huis in Spanje, 't welk in bezit was van het hertopdom van Escalona, als mede van het markgraaffehap van ViVena, en hy maakte zich zeiven op de kerkvergadering te 1 rente door zyne bekwaamheid en geleerdheid beroemd. Dewyl de Napolitaven bevreesd waren, dat hy een flreng menfeh was, waren zy in den beginne wegens zyne aanftelling zeer onrzet; doch hunne vrees verdween Ichielyk, want, nademaal de kardinaal van een bedaarden en zachtzinni >en inborlt was. behandelde hy hén niet alleen met grote vriendlykhe'd; maar gy verwierven zelfs, in het tweede jaar zyner regeringe', de bcve-unng hunner /oorrechten van den keizer. I ly wilde de gellrenge hande'wyze van zynen voorzaat met betrekking tot -voorbarige gevangnemingen, pynigingen, en het flraflenvan rnisdadigen alleen op bio'e aangévirigen, niet n .arvolgen, maar bewaarde door zyn beleid en voorzichtige beveelen le ruft van het koningryk. Vermits de keizer het koningryk van Napels en Siciie, als mede het Milaneefch , aan zyn zoon Filip byge. egenheid van deszelfs huwelyk met Maria, koningin van Ktgelan.'i, afltondt, ftelde de knrdinaa', den markgraaf ran Pafcura, des konings afgezant, in 't openbaar met zeel plechtigheid, en met grote toejuiching in het bez''t ran het koningryk van Napcis ten behoeve van deszelfs neefier. Julius de derde verleende ook de bulle van beleening voor {n) Giannone.  van NAPELS 4°5 voor Filip; maar PduweJ de vierde, welke uit het huis van Kdrtjla was, en omtrent zeven maanden daarna den patrslyken froel beklom, verklaarde z ch ze'ven aanflonds voor deszeifs vyand, en poogde hem van het koningryk van Napels te ontzetten, Pauzvel was ten NapieHtaan van geboorte, merkwaardig wegens zynen f uurfeben en koïfeJen inborst, en hadt boven dien reeds langen tyd een haat tegen dé Spanjaarden opgevat, om dar eenigen van zyne nabeftaai den,' welke -ich by ó n inval, dien Lautiee in het koningryk' \ an A' pels genaan h dt,zich voor de Franjeken verklaard hadden, als mi.itemakers geftraft Aaren. Gedurende de: bewegingen, weke wegens den rechtbank :van geloofs'.onderzoek te Napels ontdaan waren, hadt hy alje zyne pogingen aangewend on een algcmeenen cpitand te verwekken , en den paus trachten te bewegen, zich van het koningryk ten behoeve van de kerk mee'ftcr te maken. De keizer en Tcitdo. welke van deszelfs partydigheid voor de .Franfchen zeer wel beV.uft waren, we*guden zynen reef eene Kerklyke bediening, en beleiteden hem zclv'en verfcheide jaren bezit van let aartsbisdom van Nspeb te nemen. Deszelfs Verheffing tót het paus'chap ontzette Filip, welke den kardinaal Pcuecco, die totn wegens de verkiezing van een nieuwen paus in lun.e wa-, beval zich aldaar te blyven ophouden om op de bedryven van z ne heiligheid acht te geven ; en als hy kort daarna deszelfs onderhandelingen met den 'koning van b'rari-yk vernam, zondt hyDon Furdirsdttd ativares de Tule tl0 9 hertog vm/JIva, toen bevelhebber over Mitear., nis onderkoning naar Napels , om het koningryk tegen de voornemens des paus in ftaat van tegenweer te ftellen. Alva kwam omtrent het eindü van het jaar te N: pels , en nam de regeering aldaar over van /> ri ard de A'.endoza, welke by het vertrek vr.n den kardinaal tot ftedehouder van het koning, ryk aae-gefteld v. as. Eukop. fijyr. X. Deel, II. Stuk,- Mmm Mid« II.Boek. 1. Hoofdst. VII. Afd. De hertog van Al va ot ovd-jrkO' r'ng aan-  II. Boek, I. vu. AfD. Pauwel be looft Napels aan een zoon des koning van Fram ryk. 15SÖ- AIva vnli in denker, lyken ftaa 466 HISTORIE Middelerwyl begon de paus, niet tegenflaande zynen hogen ouderdom en roem wegens heiligheid , als zynde de ftichter van d'orden der Tbeatynen, en een groot voorftander van het geloofsonderzoek, de allereerzuchtig. fte ontwerpen te koesteren, en zich aan een allerkriftelykfte wraakzucht tegen de Spanjaarden over te geven. Hy bevorderde aanflonds zyne drie onwaardige neven tot grote waardigheden, befchermde de Napolitaanfche misnoegden, welke zich te Rome bevonden, onderdrukte alle de genen, welke Spanje toegedaan waren, en tradt in .een verbond met den koning van Frankryk, waarby hy "beloofde het koningryk van Napels aan deszelfs tweeden zoon te geven. Hy zette ook den gezant, welken Filip wegens Engeland te Rome hadt, gevangen, onder !voorwendfel, dat de Spanjaarden eene zamenzweering te. gen zyn perfoon gevormd hadden, en beweerende, dat de achterflallen der jaarlykfche fchattinge wegens het koningryk van Napels niet op eenen behoorlyken tyd be. taald waren geworden, flelde hy eene bulle op, waarby hy verklaarde, dat Filip het koningryk verbeurd hadt. Deze verongelykingen van den paus. en deszelfs yver ,.om Rome en andere plaatfen in den kerklyken ftaat te t. verfterken , als mede deszelfs oorlogstoebereidfelen, maakten de oplettendheid des hertogs van Aha werkzaam, welke, na te vergeefs verfcheide malen aanbiedingen tot een vergelyk aan den paus hebbende laten doen, ten laatftcn met een leger van twaalfduizend voetknechten , drie honderd zwaar geharnafte lieden en achttienhonderd lichte paarden, in het begin van Herfstmaand, tegen den kerklyken ftaat optrok, en, voor het einde van het iaar, het gantfche pauslyk grontgebied in de nabuurfchap van Rome bemachtigde, zo dathy zelfs zyne ftroperyen tot aan de poorten der ftad voortzette. Het grote geluk van Aha verbitterde zelfs den paus, welke in zyne verwachte hulp van Frankryk te leur gefield zynde, de inwoners van Rome, met de allerwillekeurigfte, en hardfte fchat- tin-  ▼ an NAPELS. 467 tingen onderdrukte. Offchoon de paus naar geen verge. lyk wilde luifteren, verwierf hy echter van Alva een beftand van veertig dagen, waarop de hertog aanftonds naar Napels keerde, tot het maken van toeftel om den hertog van Guize, welke met een groot leger tot hulp van den paus ih Piemont ingetrokken was, tegenftand te bieden. Nadat hy de barons van het koningryk by een hadt doen komen, verwierf hy van dezelven eene vry. willige gift van een millioen kronen ten dienfte des konings als mede van vyfentwintigduizend voor zich zeiven; en ten einde den paus, welke eene fchatting van eene dubbele tiende op alle kerklyke inkomften in het gantfche koningryk gelegd hadt, te meer in benaauwdheid te brengen, fpande hy alle krachten in, om te beletten, dat 'er geen geld naar Rome uitgevoerd wierdt. Hy nam de inkomften van verfcheide aartsbisdommen en andere geestlyke bedieningen in beilag, wordende dezelve in naam van de koninglyke kamer der geldmiddelen ingevorderd; hy maakte ook eene lyft van alle de fchatten en het zilverwerk in alle de kerken en kloosters, en voerde daar van een groot gedeelte naar Napels. Hy liet daar enboven alle klokken der kerken en kloosters in Beneven* to, alsmede al het koperkanon in die ftad, tot geld flaan, en op waarde ftellen, om zulks na het eindigen van den oorlog te vergoeden; en horende, dat de Franfchen op de grenzen van het koningryk aangekomen waren, ging hy op den elfden van Grasmaand naar Abruzzo. Vermits nu het beftand reeds eenigen tyd geeindigc was, werden de vyandlykheden weder hervat, en eer dat de onderkoning zyn leger konde by een krygen, waren de trmifchtn reeds in het koningryk ingedrongen, en had den eenige plaadèn op de grenzen belegerd. . Alba nood zaak te de Franfcbtn wel haast te rug te wyken, alzo dezelve niet naar behoren door den paus onderfteund wierden , en vermits de pauslyke krygsmacht kort daarna ook JVfmm 2 , gc-fla lh Boek. 1. Hoofdst. VIT. Afd. 1557- Hy bedreigt Reme.  II. Boek. i. Hoofdst. VII. Afd. Een vrede met den paus ge floten, 463 H i S T O R I E geflagsn wierdt , trok hy met zynjeger tegen het eind van Oogstmaand , naar de nabuurfchap van Rome, wanneer de Romdnen een Opfland dreigden , en de paus genoodzaak; wierdt naar voo. Hagen van verge'yk te luifteren ; te meer, daar hy. zag, dat zyn oogmerk tegen het koningryk door de nederlaag der Fr mfcbru by St. Oumiyn mislukt, en Hendrik de Tweede, daardoor genoodzaakt was geworden zyne troepen uit Italië te rug te roepen. Dienvolgende weidt door de bemiddeling der Fenetianenf en des hertogs van Toskanen , op den dertienden van Herfstmaand, de vrede gefloten, waarby overeengekomen werdt, dat de hertog van Alva naar Rome zoude gaan, om vergiffenis van den paus te verzoeken. weke zich verbondt om van zyn verdrag met Frankryk aftezien; dat verder alle plaatfen, welke den paus ontnomen waren, terug gegeven, en derzei ver vestingwerken geflecht zouden worden; dat de beide pa^tyen allen den genen welke beledigd hadden , zouden vergeven, uitgezonderd de Colonni, welke de paus beweerde de aanftokers van dezen oorlog geweeft te zyn, en -dat Paüiano zo lang door een Napolitaanfch edelman, in bezit zou gehouden worden,totdat daaromtrent met geineene bewilliging van den paus en Filip eene' fchikking zoude gemaakt zyn («)• De tyding van vrede was Filip zeer aangenaam, en hy beloonde alle de genen, welke zich zeiven eenigen roem in den oorlog [behaald .hadden, ryklyk. De hertog van Alva werdt, op zyne terugkomft te Njapelf, met toejuichingen en vreugdeblyken ontvangen; doch hy werdt tot groot leedwezen der Napolitanen, kort daaraan naar Spanje terug ontboden, en Don Juin Mauriques dehora fpaanfche gezant te Rome, werdt tot ftedehouder van het koningryk aangefteld. Omtrent vyf maanden daarna • •1 rjrt'QS -jétK'if'Vw kj.' . werdt (ó) Albssand. An'rea. ap. Giannone, Monluc. I. IV. Thüak. L XVII. & XVIII. Natal. 1. X,  van NAPELS. 459 werdt dees door den kardinaal de Cueva opgevolgd, welke eer by een halfjaar geregeerd hadt, gelaft werdt naar Rome te trekken, om aldaar, vermits het overlyden van Pauvcel den vierden, de verkiezing van een nieuwen paus by te wonen. Gedurende het bcftier van deze twee ftedehouders , leedt het koningryk veel door de invallen der Turken. Kort na het vertrek van den hertog van Alva, verfcheen de Turkfche vloot beftaande uit honderd en twintig galeijen onder het bevel van Muftapba baiha, in de N 7 c 'f J-e zeën. Nadat de ongelovigen dejttaMieggio verwoeft hadden, (levenden zy ele golf van Napels, in, en des nachts eene landing gedaan hebbende,p!under' den, en vernielden zy de (leden van /Masfa, enSorrento, van welke laatfte plaats zy byna alle de inwoners in flaverny met zich voerden. Die genen, welke overbleven, waren genoodzaakt alle hunne bezittingen tot eenenjagen prys te verkopen, en geld naar Konftantinopolen te zenden, om hunne vrienden te losfen; zo dat, zelfs tot op dezen tyd, zynde het midden der achtiende ceuwe, de Had wegens die ramp arm en flecht van inwoneren voorden is C/0- Als nu Filip middelerwyl niet alleen zyn vader, den keizer, maar ook zyne gemalin, koningin Maria van Engeland, verlorenOiadt, begaf hy zich, in het begin van het volgende jaar uit Flqanderen naar Spanje, alwaar hy voor het toekomende . zyn verblyf befloot te houden, Kort na zyne aankomst aldaar zondt hy Don Purcf m di liivera , hertog van Alcah, als onderkoning naar Na. pels , alwaar dezelve op den twaalfden van Zomermaand aankwam , zynde het juist dezelfde dag , op welke de kardinaal Cueva naar Rome vertrok. De hertog had reeds te voren, als onderkoning van Kataloniè', blyken van zyne bekwaamheid gegeven , en was , volgens Tbuanus, een man (p) Thuan. 1. XX. Gl aknons. 1. xxXÏIl- Mmm 3 II. Boek. Jl Hoof dst. VUAfd. 1538. De Turken vallen in h t koning' ryk. De rierfog t Akala tet ond rlo- ning aan gefleid.J559-  47® HISTORIE II. Boek, I. Hoofdst. VIII. Afd. 1563. man van beleid , eerlykheid, dapperheid en godvrucht. Gedurende de eerfte jaren zyner regeeringe moest hy met veel moejelykheden worftelen, welke hy echter door zyn beleid en verftand te boven kwam. By zyne aankomst was 'er eene grote duurte door het gantfche koningryk. Het volk was ontzet door de menigvuldige aardbevingen, welke in alle de landfchappen, maar in het byzonder in Principato en Bafilicata gevoeld werden, wordende aldaar verfcheide fteden verdelgd, en het land verwoest, terwyl de pest, en andere zware ziekten daaglyks een groot getal inwoneren wegfleepte. De Turken ontrusteden insgelyks de kusten door menigvuldige landingen, ja zelfs onderftonden zy een gedeelte der voorlieden van Napels te plunderen, van waar zy een groot getal van gevangen medenamen. De ftaat was ook ontrust door eenige bewegingen, welke door de navolgers der leere van Kalvyn veroorzaakt werden (q) ; boven dien hadden grote benden banditen zich in Kalabriè' vry ontzaglyk gemaakt. De losbandigen kozen zekeren Marco Beradi van Cofenza tot hun hoofd, welke den tytel van koning aannam, en zich ook koning]yke eertekenen , als mede koninglyk gezag, over zyne navolgers aanmatigde. Hy onderhieldt zyn klein leger gedurende eenigen tyd met de naburige landen uit te plunderen , en deedt eene vruchtloze onderneming om Cutrone te bemachtigen. De onderkoning beval Fabrizio Pignateüi , het hoofd van dat landlchap , hen met zeshonderd ruiters tegen te trekken ,* dezelve was ook zo gelukkig, dat hy ele banditen door verfcheide kryulisten vernielde, en verftrooide, ofichoon hun getal in het begin zo ontzaglyk was, dat hy geen algemeeaen flag tegen hen durfde wagen (>)• Het (q^ Giannone ut fupra. (r.; TlJUA'W 1. XX Ï' [.  va u NAPELS. 471 Het geen de gantfche oplettenheid van Alcala het meest bezig hielde , waren de buitenfporige eifchen der fe3.ctlyken en dienaren van de kerk van Rome, welke op verfcheide vvyzen indrangen op het wereldlyk gezag des konings zochten te maken. Nademaal de kerkvergadering van 7 rente omtrent dezen tyd gefcheiden was, en de be. fluiten derzelver afgekondigd waren , fpancle de paus alle krachten in , om dezelve in de ftaten van alle die vorften , welke der kerke van Rome nog aankleefden , te doen aannemen, en erkennen. Vermits echter verfcheide dier befluiten ftrekten om de inkruipingen der pauzen te vestigen , floegen de katholyke vorften weinig acht op dezelven , ja fommigen onder hen verboden dezelve te laten afkondigen. De koning van Spanje wendde , als een gehoorzaam zoon der kerke voor, dat hy de befluiten der kerkvergaderinge in alle zyne ftaten zoude aannemen; maar gaf te gelyk geheime beveelen aan Alcala om geene nieuwigheden met betrekking tot de koninglyke voorrechten toe te laten. De koning ftondt dan wel toe, dat de afdrukken der befluiten van de kerkvergadering door het gantfche koningryk mochten verfpreid worden , doch wilde niet toeftaan, dat dezelve met het exequatur regium, of verlof des konings om dezelve ter uitvoer te brengen voorzien wierden. Hy gaf zelfs aan de hoofden der landfehappen, en andere amptenaren in zyn koningryk, bevel, om niet te dulden, dat 'er eenige nieuwigheid ingevoerd wierdt, en hy kantte zich tenfterkfte tegen die kerkvoogden , welke genegen fchenen, om die befluiten der kerkvergaderinge, welke des konings gezag eenig nadeel toebrachten, ter uitvoer te ftellen. Alcala hieldt zich ook ftandvastig in het verwerpen der bulle van Phts den vyfden, beginnende in Coena Domini, welke behalven een zeer groot getal buitenfporig. heden, alle de macht der, vorften in bedwang zocht te houden, door derzelver regeering aan het oordeel en be- ftraf- II. Boek. 1. Hoofdst. VII. Afd. Hy kant zig dapperlyk tegen de aanmatigingenvan de kerk van Rome. ISÖ7.  47* HISTORIE IT.Bo-k. I Hoofdst. vu. Afd. 1559. ftraffi'tfg van her hof van Rome te onderwerpen en hen op ftnlffe van kerkhan '.e verbieden, om, zonder verlof ^an den heiligen ftoe) fchattingen op hunne onderdanen te leggen. Dewyl echter de kerkvoogden , n ie c tegen ftaande'het verbod van den onderkoning, de bu!le door het gamfche koningryk verfpreidden, ontftonHt 'er eene grote op'chuddmg, over het heffen van lc'-.at.ingen, 't welk oorzaak was :, dat Alcala om ni:uwe lastbrieven naar Spanje moest fchryven. Nadat hy volitrekten last van Flip hekomen hadt om die genen , welke de bulle verfpreid hadden, te ftraffen, verklaarde hy de goederen van eenige kerkvoogden, welke zyn gèfeod overtreien hadden-, verbeurd; verboodt dezeivé oi:der der* man te brengén cn zette die drukkers en boekverkopers, welke de ze've gedrukt, en verkocht hadden , gevangen P ts klaagde'zeer over die handel wyze. van den onderkoning, doch in plaats van zyne gewone wapenen, van kerkban en verbod van Godsdienst te .ebruiken, nam by, vol•gens Giannone, zyne toevlucht tol' een loos, arJiftigen ergelyk hulpmidde', om, na ;)elyk, allen bvchtva leren, zo wel geordende , als wereld'yken te gelasten hu ne ■biechtelingen geene vergiffenis te geven . wanneer z. ee 'bulle weigerden te erkennen, De geestlykheid hoo;. te op deze wys te zegepralen , en de verwardheden in het koningryk vermeerderden; doch Vermits de drift van den paus kort daaraan wat begon te vern Lideren, werden de kerkvoogden insgëlyks wat handeibaarer , en vergenoegden zich met de bulle 00 Witten Uonièrdag in elk jaar van' den predikftoel aftelezcn; en in dien ftaat bleef het gelchil gedurende den overigen tyd der regeerin re van Alcala , offchoon het zelve naderhand meni ;maleu door zyne navolgers met groten yver is voortg zet. De hertog h dt ook eenige zeer be ige «refchiil n rhet^ de pa-slyke bedienden,' over de no -Jzaaklykheid van het exeqnatur regüm op de pauslyke builen , fè 'rif- telyk  van NAPELS. 473 telyk antwoorden op eenige verzoeken , en andere beveelen , welke van het hof van Rome kwamen. Hy kantede' zich almede tegen alle aanmatiging, welke door de Apos-I tolijche vifttoren ondernomen werden , en verboodt allen leken om eenige dagvaarding van het hof van Rome te gehoorzamen : hy wilde ook niet toelaten , dat de kerkelyken kennis namen van, gemengelde zaken , dat is , van zodanige zaken , welke eigenlyk tot het rechtsgebied van wereldlyke overheden behooren , doch welke allen zy beweerden in kerklyke richtbanken te moeten beoordeeld worden ; hy hieldt ook het recht des konings tot een en een half van de tienden , welke van de geeftelykheid in het koningryk gegeven werden, met veel yver ftaande hy ontzette ings gelyks de ridders van St.Lazarus van het vooregt cm voorgeeftelyken gehouden te worden , door welk middel zy , of fchoon leken zynde zich met de pauslyke befcherming tegen het bedwang der wetten gedekt, en door bedrieglyke middelen grote goederen verkregen hadden : hy liet ook by het hof van Rome fterke vertogen doen tegen hef. misbruik omtrent uiterfte willen , welke dé bisfehoppen voorgaven te maken voor de genen , welke , zonder dezelve gemaakt te hebben , ftierven ; en hy ftrafte die kerkvoogden , welke, tegen zyne bevelfchriften, by het gebruik van dat geen , welk zy hun oud recht oordeelden te zyn , bleven (x), Alcala was gedurende deze onaangename gelchilen; met de kerklyken ter verdediginge van de rechten des ko-] ningryks , fteeds genoodzaakt om tegen de invallen der^ Turken op zyne hoede te wezen. In net zesde jaar zy- / ner regeeringe ontruftede die ongelovigen gantsch Italië,' door een aller vreeflykften inval op het eiland Malta" welke tocht omftandigen Gerlyk door Thuanus befchre. ven (s) Giannone I.^XXIII c 4-5-Ö. 7-8,9- Europ. Hist. X> Deel. II. Stuk. N n n n. Boek* I. loofüST. Vil, Mo. ?n diaagt ;org voer lebevelli' ing van •et koning yk tegen e Turken,.  II. Boek. I. KOOFDST. VII. Afd. Detztlf i57r. 4.74 HISTORIE ven is (t). Vermits de onderkoning bevreesd was , dat zy ook eenige onderneming tegen Sicilië op het vaste land doen zouden , befteedde hy vee! moeite om de zeelieden te verflerken , en dezelve met flerke bezettingen te voorzien. Het bleek kort daar aan , dat zyne vrees niet ongegrond geweest was, want in hunnen aanflag 'tegen Malta te leur gefield zynde , zeilden zy in het volgende jaar met eene talryke vloot de golf van Venetië in, en poogden Pefcara by verrasfing te bemach» tigen. Doch door de bezetting afgewezen "zynde , verwoesteden zy de gantfche naburige kust, en na het uitplunderen van alle de fleden keerden zy met eene zeer ryke buit en een groot getal gevangenen naar hunne fchepen Omtrent vier jaren daarna verwekten zy, door eene andere ontzaglyke fcheepstoerusting , eene nieuwe opfchudding in Napels , wetae den onderkoning noodzaakte om drieduizend Duitfchers tot verdediging van het koningryk te ontbieden , doch wanneer de flormbui op het eiland Cyprus te huis kwam , zondt hy drie entwintig gaieyen benevens drie duizend foldaten , en een groot getal Napolitaanfche ridders, om de belegerden by te flaan. Nademaal de hertog door zyne geftadige vlyt , jCn bezigheid , als mede door zyne kommerlyne zorgen . zyner gezondheid veel te kort gedaan hadt, werdt hy in het volgende jaar door eene geweldige verkoudheid, en koorts overvallen , waaraan hy op den tweede van Grasmaand , te Torre del greco, in het drie en zestigfle jaar zynes ouderdoms , en het twaalfde van zyn onderkoningfchap overleedt. Hy hadt zich door zyne wyze en zachtzinnige regeering zeer beroemd gemaakt, den armen en onderdrukten was hy by uitnemendhe id genegen,, en betoonde dezelven zyne goedgunfligheid door hetbouwen van enige gasthuizen tot jderzelver onderftand , ook (O Tkuah. I. XXXVII.  van NAPELS. 475 ook deelde hy geld uit aan de zodanigen , welke befchaamd waren hunnen nood bekend te maken. Hy verbreedde mede de gemeene wegen om het gemak van den koophandel te bevorderen, en liet verfcheide nieuwe en prachtige bruggen maken ; hy beveiligde daarenboven met veel zorgvuldigheid het koningryk tegen de aanvallen der ongelovigen ; alle welke redenen oorzaak waren dat zyn dood algemeen betreurd wierdt (u). Na het overlyden van Alcala verviel de opperregeering aan de collaterale regenten , welke dezelve alleen eenige dagen behielden , dewyl Antony Peterna , kardinaal van Granvelle, Spaanfche gezant te Rome , op den negentienden van Grasmaand , in gevolge van een bevel, 't welk hy reeds eenigen tyd te voren van Filp ontvangen hadt; te Napels als onderkoning aankwam. Hy was de zoon van dien vermaarden Granvelle , raadsheer van keizer ïarel den Vyfden , welke hem ook met het bisdom van Arras begunftigde , en hem in verfcheide gezantfehappen naar Engeland en Frankryk gebruikte. Nadat hy tot kardinaal verheven was , hadt hy onder de hertogin van Panna het bellier der meefte gewichtige zaken in Vlaanderen , doch hy maakte zich zeiven door zyne gellrengheid by het volk gehaat, waarom hy ook naar Spanje te rug ontboden werdt. De kardinaal was , gedurende zyne regeering in ha. f Is voornamelvk bezet met de ontzaglyke macht der Turken tegen te gaan , met onderftand gelden te lichten , om daar mede de benodigdheden des konings te gemoet te komen, en met het verydelen der trotfche ondernemingen van de geeftlyken tegen het rechtsgebied , en voorrechten van den koning. Hy was zeer yverig in.het verfterken der vlote van Don Joan van Oogstenryk , welke op den negenden van Oogstmaand te Na- pels («ï Giakkoks ut fuf>ra Nnn 2 II. Boek. i. Hoofdst. VII. Afo. De kardi< naai Gi anvelle fat onderkoHing mhgejieid. Hy helpt Don Joan tegen de Turken. 1573-  II.BOEK. I. Hoofdst. VII. Afd. Hy hef grote fchat tingen vat de NapDÜ Kanen. A76 HISTORIE pels aangekomen zynde , zich vervolgens met de" N*. pelfcbe en Siciliaanfche gaieyen vereenigde , waarop zich velen der voornaamfte barons , en edelen uit beide de koningryken begeven hadden , en welke , op den zevenden van Wynmaand in de golf van Lepanto eene zeer gedenkwaardige overwinning op de Turken belralde. Hy zondt ook in het volgende jaar aan boord van de vloot van dien prins de Spaanfche bezetting uit Napels benevens vyf duizend Italiaan/che foldaten ; doch vermits de vyand de gelegenheid tot een flag vermydde , verliep de zomer , zonder dat 'er iets van belang uit. gevoerd was. In het daar aan volgende jaar floten de Fenetiaanen een afzonderlyken vrede met de ongelovigen, en fcheidden hunne Krygsmacht van die der bondgenoten , waarop Don Joan van Napels in zee ftak, en Tunis bemachtigde, na welke verrichting hy tegen het einde van het jaar naar Nipels keerde , maar terwyl de kardinaal en hy bezig waren om zyne behoudens te rugkomst door maaltyden , en fteekfpelen te vieren, ded/m de Turken, welke men niet verwacht hadt na hunne laatfte nederlaag moeds genoeg te zullen hebben om zich op die kusten te laten zien , eene landing in Otranto , en plunderden de kleine ftad Castro , na dat zy vervolgens de Spaanfche bezitting uit Tunis verjaagd hadden , kwamen zy weder in het bezit van dat koningryk , 't welk gedurende veele jaren , met eene geringe tusfehenpozing aan de Spanjaarden cynsbaar geweest was. [ Dewïl Spanje omtrent dien tyd deszelfs fterkte begon te verliezen , en wegens de groote legers en talryke bezettingen , welke het zelve zo binnen als buiten 's Lands onderhieldt , als mede wegens de menigvuldige volkplantingen , welke naar Amerika gezonden werden en ook door het gantfchlyk verzuim van landbouw en handwerken arm en verwoest wierdt, begon Filip zyne  van'NAPELS. 477 ne inkomften tot eene bovenmatige rente aan dc Genuezen te verpanden , als mede fteden en landen in de koningryk en van Napels en Sicilië te verkopen. Hytrok ook machtige fommen uit Napels , en de kardinaal verkreeg , gedurende zyne regeering van weini g meer dan vierjaaren , twee vrywillige giften , bedra;;en:.!e te famen twee millioenen en ariemaal honderd duizend duka» ten behalvcn andere fommen , welke uit het verkopen van eertytels genoten waren , dit alles was behalven de grote meenigte van mond, en kry: sbehoefcen welke onder voorwendfel van de veiling Golëtta , welke de haven van Tunis beftreek , te voorzien , uit het koningryk gezonden werden. De kardinaal volgde zynen voorganger naar met zich tegen de geeftlyken te kanten , ja hy liet zich zeiven nog meer zien met betrekking tot de gemengelde zaken, aangezien hy de gevangenis van den aartsbisfehop liet op breken , en een' dief van daar halen , welke aan kerkroof fchuldig was , en dien hy nu voor een wereldlyk hof te recht ftelde en deedt ftraffen. Oflchoon de ftedehouder van den aartsbisfehop alle de genen , welke aan het uitvoeren der bevelen van den onderkoning deel gehad hadden in den ban deedt, bande de kardinaal desniettegenftaande den ftedebouder ui! het koningryk , nam alle des bisfehops inkomften in beflag,, en zette de raden van deszelfs rechtbank , benevens de deurwaerder welke de affchriften van het vonnis aangeplakt hadden, gevangen , cn liet het vonnis affcheuren. Het hof van Rome was zeer misnoegd over het gedrag van den kar dinaal , doch befloot echter de zaak te la'en berusten , en alle de genen , over welken het vonnis van kerkban gegaan was , in ftilte in de fchatkamer daarvan te ontheffen (w\ Men zegt, dat de kardinaal Don Joan van Óos- (w) Giannone Summjwt. Thuak. Nn.n s II. Boek. i, EiooFnsT. Vil. Al'd, En kant zich tegen de indtinr gingen der gejllyi» 's74-  478 HISTORIE II. Boek. i. Hoofdst. vii. Afd. graof vin Mondeiar wordt onderkoning. : De-.ztlfs regering is Oofienryk eenig misnoegen^gegeven hadt door hem te beletten , dat hy den Napolitanen eene byzondere gift voor zich afperfle, om welke reden de prins, door zyn vermogen by het hof van Spanje bewerkte , dat hy van Napels opontboden wierdt, in de hoop , dat zyn gunftiing de hertog van Sesfa. tot deszelfs opvolger mocht benoemd worden. De kardinaal keerde , in het begin van Zomermaand van het volgende jaar , naar Spanje alwaar hy tot Staatsraad , en voorzitter van den hogen raad wegens Italië aangefteld werdt ; Joch Bilip , welke het gezag van Don Joan benydde, benoemde den markgraaf van Mondejar , des prmfen vyand , en niet den hertog van Sesfa , tot onderkoning. Don Juigo Lopes Hurtadn de Mendoza , markgraaf van Mói.dejar kwam omtrent tien dagen na het vertrek van den kardinaal te Napels. Hy beledigde wel haast zo wel Granvtl.e, als Don joan van Üustetnyk. Want door eene grote onvoorzichtigheid te veel vertrouwen in eeni e vleyers , welke zich by zyne eerfte aankomst in zyne gunst zochten te dringen , geitelj hebbende, herriep hy verfcheide wyze infteïlingen, welke de kardinaal gemaakt hadt , welke natuurlyker wyze misnoegen over eene zodanige hervorming opgevat hebbende , fteeds een waak. zaam en jaloers oog op alle deszelfs.handelingcn gevestigd lieldt. De markgraaf kon ook zyne gevoelens nopens Don Joan niet ontveinzen , als welken hy met groot/r tegenzin aanzag, dewyl hy zich fteeds in Napels bleef ophouden, en met maaltyden en fteekfpelen vermaakte, ja met zo veel luister leefde , dat hy de waardigheid 'van den onderkoning ten eenemaal verduisterde. Het harteneed brak wel haast tot een openbaar gefchil uit, zo dat Don Joan op zekeren dag zyn pook trok, en niet dan net veel moeite wederhouden wierdt van den onderkoning :e coorftekeu. Hy haalde zich k)rt daar aan door zyn onvoorzichtig gedrag ook den haat der Njpolitaanm, ede- len  van NAPELS. 479 len en burgeren, op den hals. De ecrfte waren misnoegd, om dat hy aan de feggi te Napels een Vlaming, welke wegens een landfchap een amptenaar te Madrid en zyn verfpieder was , als een perfoon van adelyke geboorte wilde opdringen; en de burgers waren ten hoogften verrioord, wegens een gerucht , dat hy , op raad van een munnik , voornemens was het meel van koorn met dat van kalfs voet zonder vlekken. by de kruidkundigen Aron genoemd, en waar mede Julius Ccsfar, toen hy het leger van Pompejus ingcOoten hieldt, gezegd wordt zyne troepen in Albanië onderhouden te hebben , wilde verbasteren. Deszelfs vyandfchap met den kardinaal en Don Joan, als mede het algemeen misnoegen, 't welk hy zich verwekt hadt, maakten, dat hy geene eer, hoegenaamd, 1' d van eenige zyner wyze maatregelen ; zo dat , of fchoon hy door zyne voorzichtige zorg en ftrenge be. veelen belet hadt, dat de pest, welke gedurende twee jaren verfcheide fteden in Italië ontvolkt hadc, niet binnen Napels kwam, werdt dat algemeene behoud niet aan het toe verzicht van de ftad Napels , maar voorname lyk aan hunnen befchermheilig Januarius en andere heiligen toegefchreyen (x). De onderkoning zondt pok eenig krygsvolk naar Apulië en Kalabrië, welk de Turken, die alreeds op de kusten geland waren, noodzaakte te rug te trekken, doch de voordeden op, die ongelovigen , by die gelegenheid behaald, werden aan de waakzaamheid en dapperheid van Nicole Bernardino, prins van Bijagnano, toegefchreven (y ). Op het laatst vervreemde de markgraaf de Napolitanen ten eenemaal van zich , door eene ryke jonge erfdochter met geweld uit een nonnen klooster te willen trekken , met voornemen om haar aan zyn oud- ften ( x ) Summont. par. i.'. i, ( 31 ) Thüam. L KI. II. Boek. t Hoofdst. VII Afi>. /ffflNap-)li- anenon- xangenaam. Hy keert naar Spanie.  4-8o HISTORIE II. Boek !. Hoofdst. VII. Afd. Hy kee>t naar Span je. 1579- Hy wordt door den prins van i'ietra Per fia opgevolgd. ( z ) Summint. ut fupra. ( a ) Summoht. ften zoon uit te huwelyker. Als dit geweld door den adel aan den koning voorgedragen , en dooi" Granvelle verzwaard was , werdt de merkgranf onmiddelyk opontboden, na dat hy vier jaren en vier maanden als onderkoning geregeercl hadt. Gedurende zyn begier had Filip .drie vrywillige giften uit het koningryk Napels getrokken, weike te zamen drie miliioeheri en viermaal honderd . duizend dukaten bedroegen. Hy maakte vericheide heilzame fchikkingen omtrent het goedbeftier van de ftad en van het koningryk , en liet vierentwintig wetten of inftellingen na , onder welke verfcheide wyze en pryswaar. dige voorzieningen gevonden werden (z). Na het op ontboei van Mondejar werdt Don Joan de Zuniga , een twede zoon uit het huis van Miranda, en prins van Pietraperfia , welke gedurende verfcheide jaren gezant van Filip te Romen geweeft was, tot onderkoning benoemd. Hy kwam op den elfden van Slachtmaand , drie dagen na het vertrek van zyn voorganger te Napels, en wilde by zyne aankomst niet hebben , dat men de ydele pracht en onkosten van een brug voor hem te maken, zoude doen , maar verzocht dat de vyftien honderd kronen , welke daar -toe gefchikt waren , aan het gasthuis voor de ongenees yken zouden gegeven worden (a). Als hy weinige maanden na zyne aankomft bevelen ontvangen hadt om alle mogelyke hulp aan een tocht tegen Portugal toe te brengen , te einde de eifchen van Filip op dat koningryk te onderfteunen, ruftte hy zeventien gaieyen uit, aan welker boord hy zesduizend foldaten, en vierduizend fchandsgravers, onder het bevel van den prior van Hungarye, en Don CarloSpinelli'müheepte, om de onkoften van deze krygstoerufting goed te maken ,  van NAPEES. s*ï ken , beriep by een ftaatsvergadering, tegen den negenentwintigften van Herfflmaand , en verwierp eene vrywillige gift van een milliocn en tweemaal honderd duizend dukaten. Omtrent twee jaren daarna beval hy dat de Gregcrlaanfche hervorminge in Napels zoude gevolgd worden; en dewyl Filip toen den tyd van het beftier zyner onderkoningen op drie jaren bepaalde, keerde hy kort daarop naar Spanje , latende den roem van een uitmuntend bellier gehouden te hebben achter zich; deszelfs vertrek werdc , wegens deszelfs godvrucht , zachtzinnigheid en vricndlyk gedrag, in het algemeen betreurd (b). Don Perfro Giron, hertog van Ojj'uia , welke zich zeiven in den oorlog van Granada , en in het bemachtigen van Portugal beroemd gemaakt hadt . kwam in Slachtmaand , als opvolger van Zuni^a te Napels. Hy maakte zich zeiven wegens zyne ftyve achterhoudendheid, alsmede wegens zyne trotfche en verachtlyke bchandelwyze, by den adel gehaat, en zyne regeering was voor het volk ongemaklyk, en voor zich zeiven onaangenaam: om zich derhalven de genegenheden der Napolitaanen, welke hyin den beginne verwaarloosd hadt, te winnen, begaf hy zich in het genootfehap van de Seggio van Nido ; doch hy kon echter het kwaad denkbeeld , 't welk zy te voren eens van hem opgevat hadden , niet wegnemen. Hy werdt uit Spqnje gefladig u > t verzoeken om onderftandgelden geplaagd,- doch door het beioven van nieuwe gunften en voorrechten, welke hy ook werklyk toeftondt, verkreeg hy twee vrywillige giften ter fomme van twee millioen en viermaal honderd duizend dukaten. Tegen het einde zyner regecringe , welke, niettegenftaande het hier voor gemelde befluir, vier jaren duurde, begon hy zich de liefde der ingezetenen, door zyne vlyt in het afdoen ( 6 ) GlANNOHE. Europ. Hist. X. Deel, II. Stuk. Oot II. Boek. i. HoornsT. VII. Afd. Hy wordt t* rug ontheien.1582. De hertog vanOsfuna ■wordt onderkoning.  II. Boek. h Hoofdst. VII. Afd. Hy wordt door dsn graaf van Miranda tpgevolgd. J586. ftétttmittg* ryk wordt dosr de banditen geplunderd.1537- 5S2 HISTORIE doen van zaken , en zynen onpartydigen yver in de rechts oefening, te verkrygen. Hy volvoerde gedurende zyn beftier verfcheide openbare werken, welke zeer nuttig voor het volk waren , zo dat hy by zyn vertrek met veele loftuitingen en zegeningen opgehoopt wierdt CODE hertog van OJfuna werdt in het onderkoningfchap opgevolgd door Don Joan de Zuniga, graaf van Miran. da, en neef van den te voren genoemden prins van Pietraperfia, welke in Slachtmaand te Napels aankwam. Hy was byna den gantfchen tyd zyner regeeringe, welke negen jaren duurde, voornaamlyk bezig met het uitroejen der banditen , welke in het koningryk van Napels , en den kerktyken ftaat zeer ontzaglyk geworden waren. Deze rovers hadden gedurende verfcheide jaren, by kleine benden , het koningryk zeer onveilig gemaakt; doch vermits de onderkoningen geen acht op dezelven geflagen hadden , was hun getal grootlyks aangegroeid, voornaamlyk , toen de vermaarde Sixtus de vyfde, welke des 'aars (e voren op den pauslyken ftoel geklommen was , door rlyne wakkere vervolging van die genen , welke zich in het kerklyk gebied bevonden, hen genoodzaakt aadt naar het koningryk te vluchten. Nadat zy door die iiieuwehugs aangekomenen verfterkt waren , lieten zy zich in 't openveld zien, plunderden verfcheide fteden , ïfi verwoesteden alles, waar zy kwamen, zo dat neering tê koophandel ten eenemaal ophielden. ■ De loldaten , welke tegen hen gezonden werden , kregen menigmalen de nederlaag , en werden ftrenglyk van hen behandeld ; le onderkoning was zo gelukkig , dat hy hun berucht opperhoofd gevangen kreeg, welke tot een affchrik van raderen, met verfcheide pynigingen ter dood gebracht werdt. ( C ) G i a nn o ne.  Van- N-A PELS. 4*5 Werdt. Des rHettegenftaan.de begaven de banditen zich. allen onder eene bende , en zekere Marco Sciarra nam het bevel over dezelve, met den tytel van koning van Campagna op zich , en werdt veel ontzaglyker dan zyn voorzaat ooit geweest was. Dewyl de paus zo wel als de onderkoning befloten hadden hen uit te roejen, zonde Sixtus een brief aan den graaf van Miranda , waar by hy denzelven volmachtigde om de banditen voor den tyd van drie maanden in den kerklyken ftaat te vervolgen , zonder daar toe eenig nader verlof nodig te hebben , welke vergunning naderhand by vervolg hernieuwd werdt. Sciarra verdedigde zich echter, gedurende drie jaren tegen alle pogingen van den Onderkoning , welke uit Spanje bevel bekomen hebbende om de bewegingen van den paus gade te flaan, vierdun zend zo ruiters als voetknechten, onder voorwendfe! Van de banditen op te zoeken, naar den kerklyken ftaat zondt. Sixtus hadt, zyn gantfche pausfehap door, zich een vry koel vriend jegens de Spanjaarden betoond, en hadt een ontwerp gevormd om de overgrote macht derzelven te beteugelen,. ja zelfs zegt Leti, dat hy Elizabetb , koningin van Engeland , kennis van het oogmerk der grote fcheepstoerusting Armada gegeven hadt. Hy begon thans openlyk gefchil met Filip te maken, rustte een aanzienlyk getal gaieyen uit, en gaf bevel tot het by een brengen en oefenen van het landkrygsvolk, ten getale van vyfentwintigduizend man , met voornemen om in perfoon tegen het koningryk van Napels op te trekken , waartoe hy ook door de toezegging van aanmeiklyken onderftand van de koningin Elizabeth aangemoedigd werdt; doch alle deszelfs ontwerpen werden door zyn dood, welke op den eenentwmtigfte van Oogstmaand voorviel, verydeld (d). De (ezet, waar door zy weihaast in grote verlegenheid gebracht ;n door bunnen kapitein Sciarra verlaten werden , welke ioor de l'enetiaanen aangezocht werdt om het bevel over mnne troepen op zich te nemen , in den oorlog , weiten zy tegen de Gskukken moesten voeren. Offchoon nu vel Sc'arra met zestig van zynen aanhang naar Venetië vertrok, ontvingen echter de banditen, weike overbleven ryftand van hem, en bleven onder het geleide van des;elfs broeder Luca , het platte Land nog eenigr-n tyd rntrusten, tot dat Sciarra ,kw,\m te fter/en, welke kort laarna door een van zyne medgezeHen , in de mark van Incona verraden werdt. Na deszelfs dood verftrooide de raaf van ' Comerfano het gantiche rot dier rovers, en eerde met groten roem naar Napels, Ds onderkoning had middelerwyl vier galeasfen te Naels doen bouwen , welke in de ongelukkige onderne. ring tegen Engeland gebruikt werden"; en vermits de :oning van Frcab-yk, omtrent dien tyd, in Savoye viel, ondt hy vier duizend voetknechten , tot byftand van en hertog , om te beletten , dat de Vranjchen niet in et MUaneJcm mochten doordringen. Om nu de onkos;n van alle deze krygstochten aoed te maken , lichtte y , gedurende zyne regeeringe niet min dan vyf vry- wil»  tan NAPELS. 485 willige giften, welke te zamen zes millioenen dukaten bedroegen; en dewyl bet gerucht liep, dat de Turken eene ontzaglyke vloot te Konjlantiwpokh uitrusteden, zondt hy eene bende krygsvolk naar Kalabriè", als mede bezettingen naar de kasteden van Brindijt, Otranto, Tarento en G dliplli. De ongelovigen lieten kort daarna het anker in ü>< jans bay vallen, en plunderden Reggio, benevens veertien dorpen in de nabuurfchap Zy zeilden vervolgens naar Otranto en Gallipoli; doch alzo zy die kusten wel gedekt vonden, trokken zy naar Patina te rug. Omtrent twee jaren daarna keerde de graaf naar Spanje, hebbende door zyre edelmoedigheid, en yver in het wegnemen van verfcheide misbruiken der wetten de genegenheden der N-P'jlitancn ten eenemaal gewonnen. Gedurende zyne regering verbeterde hy de ftad en het ryk door verfcheide openbare werken. Hy liet ook vyftig vastfteilingen. en verfcheide voorzieningen nopens den prys van het koorn en andere levensbehoeften afkondigen (X). Weimge dagen na het vertrek van den graaf van 'Miranda kwam Don Ëurique de Gusfna, graaf van Olivares als deszelfs opvolger te Napels. Hy was twaalfjaren, als gezant van Spanje te R me geweest, alwaar hy, wegens den buitenfporigen, en zonderlingen inborst van Sictus den vyfden verfcheide netelige en moejelyke omftandigheden hadt moeten vereffenen. Aangezien hy groten roem wegens zyn beleid verkregen hadt, gaven de Spanjaarden hem den bynaam van Grand Fqpelijla, dat is een perfoon, welke altyd in papieren en gefchriften bezig is. Na zyn vertrek van Rome',, hadt hy het beftier over Sicilië gekregen, van waar hy te Napels kwam. Men befpeurde fchielyk, dat hy van eenéernftigeen'ftrenge gemoedsgefleldheid, en een vyand van vermaken was. Hy fchafte de danferyen, toneelfpelen en maaltyden , welke door zyne voorgangers gewoon waren in het paleis («) GlAMïOKS. Ooo 3 [L Boek. I. Hooj dst Vil. Aeu. Miranda wordt raar $ p;mje ontboden.1595- De graaf van Olivaies onderkoning.  486 HISTORIE II. Boek, 1. Hoofdst. Vil. Afd. Deszelfs voorzichtige regering. Hy wordt door Filip III. fhuis ontboden. leis ' gegeven te worden, af, ook ontriedt hy de gezetheid en plechtigheid van by zyn opftaan te komen. Zyne voornaamfte zorg was dat hy ten allen tyde gehoor verleende, en dat hy mocht zien, dat het recht naar behoren, ja zelfs, ftrenglyk geoefend wierdt, en 't geen hem vooral boven zyne voorgangeren deedt uitmunten, was zyne zorgvuldige oplettendheid op het huishoudelyke der regeeringe, waardoor hy verfcheide misbruiken hervormde, in het byzonder de onmatige kostbaarheid omtrent de kleeding der vrouwen , en de ydele grootheid van eertytelen, welke veelen. zonder eenigengrond,zich zeiven zo in het fpreeken als fchryven aanmatigden. Hy droeg zorg, dat 'er in de ftad en in het koningryk overvloed van alles was, en ook bediende hy zich ter verfraajing van de ftad van den beroemden bouwkonftenaar Dominico Fontana , onder wiens beftier hy verfcheide ftraten effen, wyd en gelykvormig deed maken. Het overlyden van Filip den Tweeden, koning van Spanje, in het derde jaar der regeringe van dezen goeden onderkoning, veroorzaakte, dat zyn beftier niet lang duurde, want dewyl Filip de Derde, wiens gunftling hy niet was, verfcheide klachten van deszelfs vyanden over hem ontving, zondt hy den graaf van Lemos als deszelfs opvolger, welke nog voor zyn vertrek te Napels aankwam, waardoor hy genoodzaakt werdt de ftad op eene verhaaste wyze te verlaten, en zich naar het paleis van den hertog van Nocera te begeven. Daar was volgens Giannone nooit een rechtvaardiger of voorzichtiger man, noch iemand van sene meer onvermoeide bezigheid dan de graaf van OU. vares. Gedurende deszelfs beftier het welk niet wel vier aren duurde, maakte hy twee en dertig inftellingen,welie alle nuttig en wel opgefteld waren (f). Filip de Derde kreeg in dit jaar de beleening van Klement den Achtjlen, en dé onderkoning Don Fêmando (ƒ) Idem ibid.  van NAPELS 487 Ruy de Caflro, graaf van Lemos, kwam op den zestienden van Hooimaand te Napels, waarop de graaf vanOftvares, drie dagen daarna, naar Spanje fcheep ging. De oplettenheid van den graaf van Lemos werdt wel haast bezig gehouden, door de ontdekking van eene verfchrikJyke zamenzweering, welke meer dan een jaar in Kalabeti onder het beftier van Tommafa Canpanella, een beruchten geestdryver, 'geftookt was. Canpanella hadt wegens zyne ondeugende levenswyze, en op vermoeden van kettery de ftraffen van het geloofsonderzoek moeten ondergaan , en was langen tyd te Rome in gevangenis geweest; doch hy was op betuiging van berouw los gelaten , en hem was gelast zich in een klooster te Stilo, zy, ne geboorteftad, te begeven. Uit weerwraak van de behandeling, welke hy te Rome ondervonden hadt, vormde hy by zyne terugkomst in Kalabrië een voornemen om de Spanjaarden uit Napels te verdry ven, en het koningryk onafhanglyk van den heiligen ftoel te maken. De. wyl hy een groten roem verkregen hadt wegens zyne kennis 'in de fterrekrachtkunde, wist hy eerst de monniken van het klooster, waarin hy huisvestte, en vervol' gens verfcheide anderen te overreden van de grote ftaatsverwisfelingen, welke in verfcheide koningryken, byzonderlyk in dat van Napels, in het eerfte jaar van de voh gende eeuwe zouden voorvallen,* dat het volk daarom moest gewaarfchouwd zyn, ten einde gereed te wezen om het tyrannisch juk van Spanje af te fchudden , aangezien hy voornemens was het koningryk tot een gemeenebest te maken. Hy verklaarde openlyk in zyne leerredenen, dat hy door God gezonden was om het volk te verlosfen, terwyl de monniken deszelfs medgezellen ten getale van drie honderd, de waarheid van zyne gezegden ftaande hielden, in hunne leerredenen tegen de dwinglandy der koningen van Spanje uitvoeren, en 'm het geheim het volk aanzetteden, om de wapenen op te vat [I.BODK. I. Hooedst. Vil. Afd. 1599. De grat van Lemos' tot onderkoning aan' gejleld.  II. Boek. I. Hoofdst VII. Afd. Hy Jluit een ic.menzweering. ] i ] < I < j +88 HISTORIE vatten. Bebalven die monniken begaven de bisfchoppen van Nicaftro , Girace , Me/ito en Oppido als mede' een groot getal barons uit de provinciën en eenigen uit de ftad Napels, zich mede in de zamenzweering. Zy namen voor eene algemeene vryheid in te voeren, alle de Je/uiten benevens die priesters en monniken, welke zich niet by hen zouden willen voegen om het leven te brengen, ille boeken te verbranden, en nieuwe inftellingen te maken. Zy hadden ook een verdrag met den Turkfchen idmiraal gefloten, welke daarby beloofd hadtin Herfst, maand met eene vloot tot hunne hulp te zullen komen, waarop zy achttienhondert landlopers wierven , welker ?etal daaglyks toenam, wanneer de aanflag door twee der eedgenoten ontdekt wierdt. De onderkoning zondt aanflonds Don Carlo Spinelli met eene bende krygsvolk naar Kalabrie, onder voorwendfeL van die kusten tegen de ongelovigen te dekken. Als nu de oogmerken'dier zanenzweerders dus voorgekomen waren, werden veelen derzelven gevangen genomen, en ter dood gebracht.. Zampanella werdt ook gevat, en gtpynigd, doch hv hadt net geluk om wegens zyne domme en tegenftrydige antwoorden voor gek gehouden, en tot eene eeuwige gevangenis veroordeeld te wordenhy vondt eenter im'ddel )m daaruit te ontkomen, en vluchtte naar Frankryk, alvaar hy omtrent negenendertig jaren-, na deze gebeurtenis, overleedt. Nadat de zamenzweering geftuit was, begaf de onlerkoning zich naar Rmne om het jubeljaar te vieren , /an waar hy welhaast te rugkwam. vermits het koningyk in rep en roer was wegens de Turken, welke in Oogstmaand te Scala, op de kust van Kdubrie geland varen, doch met een aanmerklyk verlies, naar hunne galeijen te rug gedreven werden. Wanneer korten tyd laarna Filip hem verwittigde, dat hv voornemens was Napels te bezoeken, befloot hy een prachtig paleis te laten  van NAPELS. 48S ten bouwen om denzelven daarin te ontvangen, en werdt het zelve dan ook onder het beftier van Fontana begonnen; doch de êraaf werdt middelerwyl door eene ziekte overvallen, waaraan hy, na verfcheide maanden gekwynd te hebben, op den dertienden van Wynmaand, in het derde jaar zyner regeeringe, overleedt. Terwyl hy ziek was ontving hy een koninglyk gefchrift, waarby het ftedehouderfchap van het koningryk aan zynen zoon Don Francisco de Caftro, een jongman van drie en twintig jaren gegeven werdt; dezelve behieldt het beftier achttien maanden lang, en werdt met de verdediging van het koningryk tegen de 'Jurken, welke in Kalabrië geland waren, en Reggio 'geplunderd hadden , bezig gehouden (g> In Bloeimaand van het volgende jaar kwam Don Juan Jlfovlo i inent ei d''Erena, graaf van Benevento, als onderkoning te Napels. Hy lag zich aanflonds met grote vlyt toe om de misbruiken in de rechtbanken te hervormen, in het byzonder met betrekking tot lyfftraflyke zaken, en het alle pleitgedingen van dat foort, welke langen tyd in de hoven der provinciën langdurende geweest waren, naar Napels overbrengen , alwaar het vonnis tegen de fchuldigcn, naarmate van derzelver misdaden, zonder uitftel, ungefp oken werdt. Dewyl hy de kwaaddoeners ook zelfs uit de gewyde fchuilplaatfen deedt halen, hadt hy welhaast gefchillen met Rome over de kerklyke vryheden. Hy vondt zich ook genoodzaakt om de onderdrukkingen der Napi litanen te vermeerderen, door dezelven nieuwe fchattingen op te leggen, aangezien de eifchen van liet hof van Spanje vry dringende waren, en geftadig herhaald werden. Hy ftelde dienvolgende eene nieuwe belasting op het ooft, waardoor het volk zeer misnoegd was, zo dat het zelve een opftand dreigde. De zelfs klachten vermeerderden door een nieuwen im post op het zout, en door den ftilftand van den koophandel, U) Idem, ut fupra. Thuan. Hift. I CXXVll. Europ. Hist. X. Deel. II. Stuk. . Pp p II. Boek. I. Hoofdst! VI{. Afd. Deszelfs dood. 1601. Hy worde door den graaf yin ISenevento opgevolgd. 160Ó.  490 HISTORIE II.Boek. L Hoofdst. mt Afb. Welke het koningryk tegen de Turken verdedigt. 'i Hy kantzig. tegen de ' eanmati- i gingen d:r\ geeftly ken. C ( ♦» \ fi \ h r k welke door de onverzaadlyke fchraapzucht der geldfnoeijers en valfche munters, welke het geld in waarde hadden doen dalen, veroorzaakt was. Ten einde nu de practyken der geldbefnoeijers te beteugelen , beval de onderkoning, dat de zannette, eene munt ter waarde van omtrent zes Huivers, zoude gangbaar zyn, het zy dezelve hare wicht hadt, of niet, en dat het ander geld volgens het gewicht zoude ontvangen worden. Dewyl de Turken nog fteeds voortvoeren het koning-' ryk te ontrusten, en een groot getal gevangenen weg te voeren, befloot de graaf de ftad Durazzo, welke dm ongelovigen tot eene fchuilplaats vërftrekte , te verdelgen. Hy rustte ten dien eine'e een aanzienlyk fmaldeel fcheepen uit, en zondt dezelven onder het bevel van den markgraaf van St, Goce naar Albanië, welke zyn volk en grof gefchut op de kust naby Durazzo ontfcheept hebbende, het kasteel ftormenderhand innam, 'endeftadplunierde en verwoestte, Terzei ver tyd werdt ook Don Lelio Urfini met eene bende krygsvolk naar Kalabrie tejen de banditen in dat landfchap gezonden; maar, of choon hy wel een groot getal derzei ven verftrooide, ivas hy echter niet in ftaat hen uitteroeijen, alzo zy sich in ontoeganklyke gebergten verfcholen. Middelerwyl was de onderkoning in hevige gefchil. en ingewikkeld met de kerklyken over de vryheden van erken en vryplaatfen , waaromtrent de laatften uit loofde van eene bulle , omtrent twaalf jaren te voren loor Gr e goor den veertienden afgekondigd , ftaande knellen , dat het aan hun flondt te bepalen , welk foort •an misdadigers recht hadt om naar eene vryplaats te 'luchten ; zy flrekten boven dien de vryheid dierplaat:n , naar hunne eigene zinlykheid niet alleen uit tot erkhoven , kloofters, kapellen , bedehuisjens , gastuizen en de paleizen , maar ook tot portalen , galeyTen, hoven en bakhuizen in de nabuurfcbappen der erken; en vermits de graaf uit Spanje bevel ontvangen hadt,  van NAPELS. 491 hadt, om geene nieuwigheden toe te laten , kantte hy zich met veel moed tegen de inkruipingen , welke door de geeftelyken ondernomen werden. Het gefchil werdt echter nooit volfbekt beflist ; want de geeftelyken hebben , zelfs tot den tegenwoordigen tyd toe , meenigmalen hunne eiichen nopens de voorgewende vryheden hernieuwd, en zyn meenigmaalen door de onderkoningen met ballingfcbap , gevangenis , en in beflagneeming hunner inkomften geftraft geworden. Terwyl de graaf van Bcnevtr.tt dus bezig was met zich tegen de kerklyken te verzetten , ontboodt Filip de Derde, welke zeer weinig acht gaf op de zaken de regeering betreffende , en zich zeiven door zyne gunftlingen liet regeeren , hem op aanraden der zeiven naar Spanje, en zondt den zoon van den overleden graaf van Laros tot deszelfs opvolger. De jonge graaf van Lemos kwam dien-, volgende in Zomermaand op het eiland Procida aan , alwaar by zich twee of drie weken ophieldt , op dat de graaf van Benevemo zich met gemak tot zyn vertrek zoude kunnen gereed maken. Na dat dan dezelve het kooi) gryk omtrent zeven jaren beftierd hadt, ging hy, op "den elfden van Hooimaand , met zyne gravin naar Spanje fcheep , en liet verfcheide gedenkftukken van zyne rechtmatigheid en pracht achter zich (h). Don Pe.ro Fernandes de Castro , graaf van Lemos, was zoon van den voorganger des graven van Benevento, en broeder van den gewezenen ftedenhouder van het koningryk. By zyne aankomst te Na/ els vondt hy des konings'goederen uitgeput, geen geld in de krygskas, en het genootfehap , 't geen aangefteld was , om de ftad van koorn te voorzien , met veele millioenen dukaten aan fchuiden bezwaard ; hy bevlytigde zich aanflonds om deze onheilen te herftellen, ook deedt hy door zyn wys Qi) Gianxoïb , ut fupra. Ppp 2 II.BOEK. I. Hoofdst. VII. Am, Hyvtordt mar huis ontboden. 1610. De graaf van Lemos tot onderkoning aangeleid.  492 HISTORIE IT.Boek, ï. Hoofdst. VII Afd. Hy maakte eenpraehtig gebouwvoot de hoge fcbool te Napels. 1616. \ Hy moedigi de geleerdheid aan. wys en zuinig beftier over 'slands geld, den voorraad in den koninglyken fchatkist wel haast" toenemen , zo dat het koningryk gedurende deszelfs regeering groten overvloed hadt; hy bezorgde ook, dat het recht naar behoren beftierd en de pleitgedingen fpoedig afgedaan wierden , houdende de rechters tot eene getrouwe waarneming van hunnen plicht, en tot eene ftipte ftrafoefening van kwaaddoeners, voor welken hy ftreng en verlchriklyk was. Boven al was hy een groot aanmoediger van geleerdheid waarin hy zelfs . grote vorderingen gedaan hadt; en aangezien de hoogleeraren op de hogefchole te Napels hunne leerlingen in eenige gewelven onder den grond , naby de kerk der Dotninikanen , onderwezen , alwaar zy door het geraas der klokken zeer gefloord werden , liet de graaf uit liefde tot de geleerdheid onder het opzicht van Funtana een prachtig gebouw ter eere van de zanggodinnen maken , het welk , volgens Giannone , in pracht en fchoonheid door geene hogefchool in Europa kan geëvenaard worden. Toen het! gebouw; waar aan hy, ten bewyze van zyne achting voor de hoge fchool, een honderd en vyftig duizend dukaten te koste gelegd had , by na voltooid was , verzelde hy alle de hoogleeraren in een ftatelyken omgang van hunne huizen derwaard , en hoorde de redevoering , welke by die gelegenheid uitgeiproken werdt. Hy maakte ook een famenftel van Akademifche wetten voor de meefters en leerlingen op de hoge fchool, en door de aanmoediging, welke hy omtrent de geleerde lieden betoonde, verwekte hy een geeft van nay ver onder den jongen Napelfcben adel , welke de oude initelling der hogeicholen deedt herleven , by fommigen van welke, in 't byzonder by die van de Otiofi , de graaf zelve een toneelfluk van zyne eigene famenflelling opzeide. De graaf verfierde de ftad van Napels met nog andere gebouwen behalven dat van de hogefchool, en liet verfcheide openbars werken in  van NAPELS. 493 in onderfcheide deelen van het koningryk maken , doch ho-ende , dat de hertog van Offuna tot zynen opvolger benoemd was , Helde hy het beftier in handen van zynen broeder Franceseo , tot dat de Hertog zoude aaneekomen zyn , en ging op den achtften van Hooimaand naar Spanje fcheep , om aldaar het voorzittcrfchap van den hogen raad van Italië op zich te nemen. Don Feèro Ghon , hertog van Ojfuna , kwam kort na het vertrek des graven van Lemos , uit Sic'uie , aiwaar hy eenigen tyd het bevel gevoerd hadt, te Napels, Ten einde de genegenheden van het volk te winnen, was hv prachtig en mildadig. Hy verlichtte het zelve van twee belastingen, en verwierf niet te min eene vrywillige gift van een millioen en twee maal honderd duizend dukaten , welke naar Spanje gezonden werden om de noodwendigheden van de kroon te geraoet te komen Middelerwyl ontftondt 'er een oorlog tusichen den koning van Spanje en den hertog van Savoye , welke in het markgraaffchap van Montferrat gevallen was , en door de Fenetianen geholpen werdt, waarop de onderkoning , welke het gemeenebest niet ze-er genegen was , eene bende krygsvolk zondt om den bevelheober van Milaan tegen den hertog te onderiteunen ; ook rus. te hv eene vloot uit om de Fenetianen in de Adriatijcbt golf tegen te gaan. Hy verklaarde geen openbaren oorlog te»en de Fenetianen , maar hy zondt de vloot m de golf ° onder voorwendfel van Ferdinand , aartshertog van Ooflenryk te helpen j dezelve was toen in oorlog met de republyk , en hadt de party van de Uscokke, eer woest volk in Kroatië , en zyne eigene onderaanen welke invallen op het Ver.etiaanfcb grond gebied ge daan hadden, begunffigd. De Venetianen klaagde byhoi hof om- de vyandelykheden van den hertog van ó/>an« je , waarom het zelve den ond.rkonmg beval , dt republiek niet te moeyen- Desniettegenftaande volhard^ Ppp 3 di [ï. Boe*. I. rJoofosT. VII. Al'D. Hy wordt door den hertog van Olïima opgevolgd. Hy ontrmt deVenttiarcn in de »  494 HISTORIE II.Boek. i Hoofdst vii. Afd. i I i i ( I de onderkoning , tot eene openbare befpotting van dit bevel, met kleine finaldeelen fcheepen in de Adriatikhe zee te zenden , welke verfcheide fcheepen , aan de Fenetianen behorende , wegnamen!, en derzelver grondgebied dreigden aan te tasten. Dewyl de Fenetianen vermeenden, dat de handelingen van den graaf door het hof van Spanje oogluikende wierden goedgekeurd , rusteden zy eene vloot uit om zich zeiven te verdedigen , handelden te gelyk over een vrede met den aartshertog Ferdinand, en trachteden zich met de Spanjaarden en den hertog van Savoye te verzoenen. Dienvolgende werdt :n fprokkelmaand naaftkomende een verdrag tot bevrediging van Italië gefloten , over 't welk Offuna , Toledo. ie bevelhebber van Milaan , en de markgraaf van Bednar , Spaanfche gezant te Venetië, zeer misnoegd waren. Offuna ging nog al voort het gebied van het geneenebest te ontrusten , en deszelfs koophandel te bedauwen , waarin hy door Toledo en Bed.nar geholpen werdt , welke ook twee maanden daarna ontleivt werden eene alleryflykfte famenzweering tegen de republiek gefmeed te hebben De hertog vondt nietteïenftaande de herhaalde klachten niet alleen van het g'emeenebest, maar oo'e van de Napolitaanen, welke )p hunne beurt door de fchaverhalingen der Fenetianen 7ee\ in hunnen koophandel leden , door zyne nabeflaanlen en vrienden aan het hof van Madrid middel om zyn ;edrag te verdedigen. Hy ontkende eenige verftandlouding met de famenzweerders in Venetië gehad te :ebben, en volhardde zelfs op zyn eigen naam den :oophandel van de republiek onveilig te maken , ja hy 'oorzag die vaartuigen met grof gefcnut , terwyl hy c voornaamfle vestingen van het koningryk daarvan e'oofde. Vermits de Napolitaanen fteeds hunne klachten ver. ueuwden , en den hertog befchuldigden , dat hy het ko«  van NAPELS. 49> koningryk onderdrukte , dat hy op een losbandige en ergelyke wyze leefde , en onder de hand het volk tot ongebondenheid aanzettede , befloot eindelyk het hof van Spanje hem t'huis te laten komen. En of wel de hertog alle pogingen aanwendde om zulks voor te komen , waren echter zyne aanhanglingen niet in ftaat om hem !an« ger het hoofd boven te houden , aangezien verfcheiden van den Napelfchen adel te Madrid gekomen waren, om zyn opontbod te verzoeken ; ook hadt 'er een gerucht gelopen,'t welk naderhand bevestigd is geworden waar te zyn geweest , dat de hertog een ontwerp gevormd hadt om Napels van Spanje te fcheiden , en zich zeiven van het koningryk meester te maken (/)• Hy hadt , gedurende eenigen tyd , het volk zonder eenig onderfcheid van zaken te maken , tegen de barons voorgedaan , en beloofd deszelfs bezwaren te herftellen, en de fchattingen af te fchaffen Hy hadt vreemd krygsvolk in zyn betaling genomen , en oorlogfchepen tot zyn bevel gereed ; zelfs hadt hy , volgens Ntttti , de gemoederen des hertogs van Savoye en der fenetiaanert doen ondertasten , in hoop , dat zy hem in zyne onderneming mochten onderireunen. Wanneer het Spaanfche hof van deze geheime oogmerken verwittigd was , beval het zelve aanflonds aan den kardinaal Borgia , welke toen te Rome was , om naar Napels te komen, ten einde- den hertog af te zetten , en de regeering van het koningryk aan zich te nemen. Offuna deedt zyn best om de reis van den kardinaal te vertragen : doch, wan. neer hy daarin niet flaagde , verwekte hy eene opfchudding in de flad , door middel van een zyner gunstlingen, Gennino, een verkorenen van het volk, welke een aanfpraak aan het volk deedt , en de weldaden , welke het van den onderkoning ontvangen hadt, vergroten- (i) Idem ibid, Naki Istor; Ver.et. 1. IV. [I. Boek. t Hoofdst. Vii'. Aid. Deszelfs terzvehtigt mgmerken. 1610.  ÏÏ.BOEK. I- HOOFDST. vu. : Afd. i Hy kiert naar Span je, en verantwoordtzich. If20. \96 HISTORIE rende , het zelve verzekerde , dat na zyn vertrek veel harder door de Spanjaarden te zullen gehandeld worden. De kardinaal , welke op het eiland Procida was aangeko. nen , was om deze oogmerken te verydelen in ilike te Pczzuolo geland , van waar hy by nacht binnen Caftel Nuovo kwam , en zyne aankomst den volgenden morgen door het losbranden van al het gefchut van het kafteel iiet bekend maken Ossuna fchreef aan den koning , en klaagde over len kardinaal , dat dezelve he.n fchande aangedaan hadt, door ter fluik in de ftad te komen ; doch hy v egde 'er by , dat hy zyn perfoonlyk ongenoegen ten dienfte van de kroon zoude opofferen , en zich zeiven by zyne majefleit in tegenwoordigheid van het gantfche hof komen verantwoorden. Op den veertiende van Zomermaand ring hy naar Spanje fcheep; doch om gelegenheid te geven, dat de drift des konings door den tyd mocht flyten, maakte hy weinig fpoeds op zyne reis , en kwam 'eerst na verloop van twee maanden te Marfeille , alwaar hy zich eenigen tyd met danferyen en maaltyden ophieldt. Als hy ten laatften te Madrid aangekomen was , werdt hy door middel van zyre vrienden en rabeftaanden met den koning bevreedigd , en hy wist zich zeiven met zo veel kundigheid te zuiveren , en het gedrag van den kardinaal daar en tegen zo zwart te maken , dat hy de ftoutaeid hadt om te verzoeken weder in het beftier van Nawis herfteld te worden. De raad van ftaat , welke toen door de hoofdige gunftelingen in ontzag gehouden werdt , overwoog de zaak , en zoude byna deszelfs verzoek ingewilligd hebben , indien niet de Napelfche gezant zich op eene fterke wyze daar tegen verzet hadt l B). De invloed van den hertog vermocht echter zo veel, (B) Als Filip lil, eeni.;p weinige maanden daarna overleedt, ftpfde des.  van NAPELS 497 veel dat de kardinaal , in Slachtmaand , afgezet wierdt , en de kardinaal Atitcnw Zapatta , die toen te Roti e was , bevel kreeg , om als ftcdehouder van het ko*; ninervk naar Npels te vei trekken. Borgia ftrafte gedurende den korten tyd van vyf maanden , in welken hy regeerde , zodanige Napolitanen , welke fchuldig aan het oproer geweest waren , en verklaarde Genn'mo voor een oproermaker. Hy ftelde, ook de fchattingen weder op , welke door den hertog afgezet waren , en maakte eenige andere fchikkingen , welke in drie vaftftellingcn uitgegeven zyn, • Don Anumio Zapatta nam de regeenng van Napels aan op den twaalfden van Wintermaand , en Verwierf fpoedig de toejuiching van het volk door zyne zorg om de rechtbanken te hervormen , en de rechters tt* eene ftandvastige behartiging van onpartydige 1 echtsoefenwg te verplichten. Gclvk hy gemaklyk te fpreken was , ver. leende hy ook zeer licht gehoor aan alle heden , en droeg grote zorg om de ftad met overvloed van voorraad voorzien te houden. De .ftad gevoelde echter , niettegenftaande alle deszelfs pogingen , kort daarna eenen duren tyd , alzo het koorn door het gantlche koningryk zeer fchaarsch was , wegens twee of drie achtereenvolgende kwade gewasfen , en het zelve kon met te lande overgevoerd worden , alzo de wegen door geltadige regens , geduiende vier maanden , onbruikbaar & & » & waren deszelfs opvolger Filip IV. den graaf van Olivares tot deszelfs eerften fiaatsdienaar aan, welke den hertog van OJJuna met vee fioedt gunnende, beval, dat de Kfchuldigingen, welke tot deszelfs laste w en gerechtlyk mo-sten onderzocht worden. En vermits de hertog fchuldig bevonden wierdt, werdt hy in het kasteel van Airveda gevangen gezet alwaar hy vier jaren kwyneode , en cp den 24/ïe van Herfstmaand 5SJ ftierf Hy was aan zyne ,inlyke vermaken zo zeer overgegeven, en hadt eene zo onmatige"zucht om te beveelen, dat alle zyne befte hoi n heden daar door verduisterd wierden. Europ. Hist. X. Deel. II. Stuk. Q^qq [I.Boek; I. 300FDST. VII. Afd. Kardinaal Borgia volgt hem Is onderkaüng. Kardinaal Zapatta tot JledehoMier van het koningryk tangefleld. ió2i.  II. Boek. I. hooftst. Vil. Afd. Deszelfs ongelukkig* regeering. 493 HISTORIE waren geworden. Het onftuimige weder, op zee en de Turkfchs kruisfers beletteden , dat eenige toevoer met fchepen aan gebracht wierde : zo dat de ftad zich binnen weinige maanden tot grote benaauwdheid gebracht zag , waar door het volk aangezet werdt om aan 't muiten te flaan , en een algemeenen opfland te bedreigen. Een der raadsheeren overreedde den kardinaal om ter bevrediging van het gemeen door de flad te gaan , en het volk te vertroosten ; doch hy was zo haast niet te voorfchyn gekomen , of hy werdt door het gemeen Beledigd , 't welk niettegenftaande zyne Duufcbe lyfwacht , eene hagelbui van fteenen naar deszelfs koets wierp , en hem noodzaakte in het aartsbisfchoplyk paleis te fchu len , tot dat velen der edelen tot deszelfs byftand waien komen toefchieten , en hem behouden in het paleis te rug brachten. Deze wanorder nam nog toe door het beletten van de gangbaarheid der munt Zani ette genaamd , welke door de ichraapzucht der gtldbefnoejers toen tot een vierde van de waarde gtbraci t was. Dewyl ieder dit geld in betaling weigerde aan te nemen , liet de onderkoning het zelve afzetten ; doch dewyl hy wegens de fchaarsheid van zilver niet in ftaat * as om eene nieuwe munt te doen flaan , zo als hv voornemens was, werdt het volk overal oproerig , en de Nap-iitaanen behandelden hem onwaardiglyk ; zo dat eene uit het'gemeen eene Ineede broods in zyne koets w;erp ,. ten einde hy konde zien , welk brood zy door zyn toedoen aten ;. en vermits de kardinaal nalatig was om die zamenrotters te fln.ffen , omfingelde her gemeen ko t daa:na wederom deszelfs koets,, en riepen kvensmidaelen , Manheer , lever.smuidelen ,. en toen het geen voldoenend antwoord van hem ontving , teftoimden zy hem met fleenen , zo dat hy genoodzaakt v^as zo hsrd hy konde , naar zyn paleis te keeren. Als nu de onderkoning de kwade uit.  van NAPELS. 499 uïtwerkfels van zyne zachtheid zag , befloot hy op het laatst de oproermakers te flraffen , en liet tien der meest fchuldigen rabraken , en zestien anderen naar de gaieyen zenden , door welke flrengheid hy de oproeren {tilde. Wanneer het hof van Spanje van alle die onlusten ,' welke in Napels voorvielen , verwittigd wierdt, en men aldaar oordeelde , dat dezelve aan de gemaklyke en toegevende gemoeds gefteldheid van den kardinaal eenigermate toe te fchryven waren , werdt hy in het tweede jaar zyner regeeringe te huis ontboden , en de hertog van A'.va kwam op den veertienden van Wintermaand als deszelfs opvolger te Napels. Ton Antonio Alvarez de 1 oledo, hertog van Alm, bevjyugde zich in het begin zyner regeeringe, om de bezwaren , welke door het fluiten van de gangbaarheid der Zonnette veroorzaakt , en waar door eenige wisfelbanken in de ftad benevens veele byzondere burgers t'onder geraakt waren , weg te nemen. Hy benoemde eenen raad van amptenaren om den overvloed en den koophandel in het koningryk te doen herleven, en ftelde op derzelver aanraden eene fchatting op allen wyn , welke in de flad by oxhoofden of ander vaatwerk verkocht werdt. De inkomst daar van was gefchikt om den genen , welke geld van de banken hebben moesten een derde van hunne fchuld te betalen , terwyl hun een ander derde in nieuw gemunt geld betaald wierdt : en vermits de renten van het geld ook begonnen te verminderen hadt men een weinig rust van de onlusten , en de koophandel begon zich te herflellen. Nochtans maakten de uitgeputte toeftand van Spanje, de eerzucht, de verkwisting en de flechte huishouding der ftaatsdienaren van dat koningryk , dat de volgende jaren der regeeringe van den hertog vol oneenigheden waren. De hertog was uit hoofde van een gefcbil tusfchen Spanje en branb rvk over Valteline ,. als mede wegens een oorlog tus- 11. Boek. I. EÏOOFDSl'- vii. Afd. Hy wor.lt )p entboden. 1020, De hertog van Al va komt als (in* ierkoning.  II.boek i. Hoofdst. VII. Afd. Het volk wordt oh. der drukt «fflsfeSpaan fche oorlogen gaand t.e houden. $co HISTORIE fchen de Genuezen en den hertog van Ströoye , genoodzaakt onderftand van volk en geld buiten het koningryk te zenden ; zo dat hy om krygsvolk te krygen verplicht was aan allen misdadigers en banditen , welke dienst wilde nemen , vergiffenis te verleenen ,■ en, om geld te verfchaffen , ftelde hy eene belasting van twee carlini op ieder huisgezin , en van een vierde op het inkomen der goederen van vreemdlingen , behal'ven dat hyl zich nog toeeigende de gelden, welke ter betalinge van des konings fchuldenaren beftemd waren. Vermits ook de hertog niet alleen de oorlogen in Italië moest gaande houden , maar nog daarenboven geld en volk naar Vlaanderen zenden , verkreeg hy van de ftad Na.pels eene vrywillige gift van honderd en vyftig duizend dukaten : boven dien werdt het koningryk ten zeiven 'tyde wederom door eene dierte gedrukt, en met de pest, welke in Sicilië woedde, gedreigd. De kusten werden ook door de Turken ontrust, als welke verfcheide fchepen namen , en de ftad Sperlonga naby Gaëta , benevens het kafteel van Abate , en den toren van Licaja aantasteden. Om de ongelukken van het volk nog verder te voltooyen, voelde men te Napels, en op verfcheide plaatfen van het koningryk , in het vierde jaar der regeeringe van den hertog eene verfchriklyke aardbeving. Weinige weken daarna in Grasmaand ondervondt men in Kalabrië eene nog flerkere , welke grote fchade deedt aan Catdnzaro, Girifalio en andere fteden. Alle die rampen waren echter nog maar voorlopers van eene meer geweldige , waar door Apulië in bet volgende jaar aangetast werdt , alwaar verfcheide fteden omgekeerd werden , en zo veele inwoners omkwamen , dat 'er geene plaats was om dezelven te begraven , zo dat men de lyken moest verbranden om eene befmetting der lucht voor te komen. In het midden van alle deze onheilen , blonk echter da  van NAPELS. 5°i de grootmoedigheid en edelmoedigheid des hertogs door bv alle gelegenheden , «elke gedurende deszelfs regeerina voorkwamen. Hy wederftond alle wederwaardigheden met ftandvastigheid en kloekmoedigheid i en lag zich met eene onvermoeide benyvering op alle deelen zyner reg^erin^e toe. Hy verfraaide Napels met verfcheide nieuwe openbare gehouwen , en deedt op. verfcheide plaatfen van het koningryk tot gemak der reizigers nieuwe bruggen maken. Het koningryk }S voornaamlyk deswegen "aan hem verplicht , dat hy den beftierder Cano Tapuia een ftaat van allé de inkomften liet opmaken , waarin hy de fom bepaalde., welke yder gild alle jaar tot den dienst van "het land moest betalen , waar door de beftierders voor het grootfte gedeelte belet werden om 's lands geld te ontvreemden. Terwyl de hertog het koningryk dus met eene algemeene goedkeuring regeerde, ontving hy de onaangename tyding , dat 'de hertog van Alcala tot zyn opvolger aangefteld was ; doch op dat hy den tyd van deszelts komst zo lang zoude rekken , als mogelyk was , verzuimde hy de galeijen mar Bercelona te zenden, zo dat Alcala na dat hy reeds zyn zilverwerk tot zyn onderhoud hadt moeten verpanden , genoodzaakt was aan boord van eene Maltezer galei te gaan , waarmede hy op den zesentwintigden van Hooimaand onverwacht te Pofilipo aankwam , aiwaar hy zich eenige weken ophielde Middelerwyl vernetigde Alvn ailc de. oude fchulden , welke nog aan de fchatkist moesten betaald worden , en verkreeg eene vrywillige gift van een.'mïllióen en tweemaal honderd duizend dukaten van de ryksvergadering , wel. ke hy toen fcheidde ; en nadat hy ook voor zich zeiven een gefchenk van vyf en zeventig duizend dukaten bekomen hadt, gin^ hy op den zestienden van Oogstmaand naar Sbanje fchee? , het denkbeeid van een rechtvaardigen , goeden en wyzen onderkoning' achter zich over latende. Qqq 3 [I. Boek. I JOOFDST. VU. Ar». A!vn a rug oiubAsn. 1629.  II. Boek. ï, Hoofdst. VIT. Afd. Hy wordt door den hertog van Alcala opgevolgd. Welle de landen van de kroon verkoopt om de Spian fcheocW»gen gaande te houden 502 HISTORIE Niettegenstaande die verftandige regeeringswyze van Aha , vondt de hertog van Alcala by zynen aankomst het koningryk in een zeer elendigen toefiand , Filip de vierde, welke geheel en al door zynen gunstling den graaf van Olivares , welken hy tot hertog verheven hadt , beftierd werdt, putte Napels ten eenemaal uit, om zyne oorlogen in Lombardye voort te zetten > welke , volgens Giannone , meer nadeel aan het koningryk roe brach. ten, dan of 'er een oorlog in het hart van het zelve ware gevoerd geworden , want vermits de Napelfche krygsmacht buiten 's lands gebruikt wierdt , begonnen de banditen op nieuw in de provintien te plunderen , zelfs tasteden zy bewalde fteden aan , terwyl de Turken , met weinig of geen tegenftand te ontmoeten, de kusten onveilig maakten , en zo wei gevangenen als buit met zich voerden. Niettegenftaande ook de armoede en ongelukken van het koningryk , deedt de onderkoning fteeds nieuwe eifchen zo van volk als van geld. De hertog zondt dien volgende verfcheide duizend mannen naar Lombardye , en ftelde, tot vinding van het nodige geld , de betaling van het geld voor des konings fchuldeifchers uit, daarenboven vraagde hy eene algemeene vrywillige gift , welke op zodanige wyze ingericht was, dat niemand meer dan duidend dukaten , en niemand minder dan tien van gelyke munt geven mocht; zo dat de adel , de barons , de advokaten , en fchry vers genoodzaakt waren, hunne beurfen in de handen des onderkonings uit te ftorten; en dewyl die middelen nog niet toereikende waren , befloot men de fteden en landen , welke aan de kroon toe behoorden , te verkopen , en de regaliën des konings aan te tasten ; 't welk de wanorde in het ryk vermeerderde. De fteden , omtïent welke men dat befluit genomen hadt, gewoon zynde, onmiddelyk aan den koning onderhevig te zyn , weigerden zich aan de nieuwe kopers , met hëerfchappy zy vreesden, te onderwerpen. Dein- . wo-  van NAPELS. 50: woners van Amantea en Taverna floten de poorten voor hunne nieuwe heeren; en een pleitgeding aangevangen hebbende, bleven zy na vergoeding van denprys, waarvoor zy verkocht waren, onder de koninglykedomeinen. Het koningryk was zo verarmd, dat de onderkoning niet dan met de uiterfte moeite in ftaat was, om de infante Maria, welke op hare reis naar haren gemaal Ferdinand van Oostenryk door het koningryk trok, met haar gevolg gedurende vier maanden, te onderhouden. Middelerwyl was echter de onderkoning genoodzaakt om acht galeijen uit te rusten, ten einde de kusten tegen de invallen der Turken te dekken, en eenig krygsvolk tegen de bandieten, welke verfcheide gedeelten van het koningryk ontrusten , af te zenden. Dewyl het volk met eene vrees voor eene nieuwe aardbeving bevangen was, en het gerucht ging, dat verfcheide ondeugende landlopers gantsch Italië doortrokken, en eene moedwillige peslziekte verwekten door het water in de kerken en op de wegen te vergiftigen, verboodt de hertog allen en een ygelyk zonder gezondheids brieven in het koningryk te komen, en Het ten dien einde naauwe toezicht op de grenzen nemen. De pest woedde te dien tyde werklyk in Lombardye, en brak zelfs uit aan de uiterfte palen van het koningryk en van Milaan, wanneer eenige booswichten wegens het vergiftigen der wateren veroordeeld waren , werdt het volk zo verbyfleid dat alles te gronde ging. De advokaten wüden het onderzoek , 't geen ae koning bevolen hadt, niet ondergaan, en verlieten de rechtbanken , terwyl de rechters de zaken beflisten zonder het geding te horen, ten voo; dee:e 1 an dien welke het meeste geld gaf. Het rechtsgebied van den koning, werdt" insgelyks door de geestlyken met voeten getreeden, om dat derzelver inkruipingen niet dan zeer flaauwlyk door den onderkoning tegen gegaan wierden. Ündeitusfchen hadt de her- If. Boek. I. hooedst. VII. Afd. Grote eleude en verbaaftheidm Napels;  'II. Boek. i. HOOFPST. vii. Afd. A'tcala op ontboden. De graaf van Morterey tot ondsrko ■ ning aangefteid. I 504 H I S T O R I E tog van Alva veele klachten by het hof van Madrid tegen Alcala ingebracht, waarop Oiivares hem bevel naar Spanje te komen, om zich wegens de befchuldigingen , die tegen hem waren, te verand woorden, offchoon hy hem hoop gaf van weder naar Napels te zullen keeren. Hy nam dien volgende op den dertienden van Bloeimaand de reis naar Spanje aan, en'ftelde de regeering iu handen van den graaf van Monterey, den Spaanfchen gekant te ■Rome, welke eenige weinige weken te voren te Napels gekomen was. Don Emanuel de Guzman, graaf van Monterey hadt zig het onderkoningfchap weten te bezorgen door zyne betrekking met Oiivares, welke hem van twee zyden beftondt, en Alcala hadt te huis laten komen, niet wegens eenig wezendlyk kwaad beftier, maar om plaats voor zyn bloedvriend te maken. Het begin van de regeering des grave was zeer ongelukkig, 't welk door eene allerverfchriklykfte vuurbraking van den berg Vefuvius, die in den nacht van den vyfrienden van Wintermaand een aanvang genomen hadt, was veroorzaakt geworden. De berg braakte de vlammen, afch, en fteenen, met zo veel geweld uit, dat verfcheide huizen in Napels inftorteden,en de gantfche ftad bedreigd wierdt onder de uitgefpogene fiukken te zullen begraven worden; de fteenen werden tot op den afftand van honderd mylen geworpen, en aan de eene zyde van het gebergte ftortte een geweldige vloed van brandenden zwavel uit, welke zich in zeven ftroomen fcheidde, en naar zee liep, alwaar dezelve nog twaalf dagen bleef branden. Aan de andere zyde van den berg borst eene beek van heet water uit, welke verfcheide plaatlën in de nabumfchap overftroomde. De zee weidt insgelyks te rug gedreven, en liet de fchepen op het droge ftrand liggen. Omtrent twee maanden daar ia werden de Napolitanen weder door eene tweede vuurbraking  van NAPELS. $0$ braking, welke verfcheide dagen duurde, verichrikt (T), By deze natuurlyke rampen kwamen nog anderen welke het gantfche volk nog meer drukten. Vermits de Spanjaarden, niettegenfiaande een geftadigcn loop van tegenfpoeden, welke hunne wapenen verzelde, echter de oorlogen in Italië en Vlaanderen met eene verwaande hardnekkigheid bleven voortzetten , werdt het koningryk van Napels fteeds geplaagd om nieuwe onderftandgelden, en jonge loldaten te verfchaffen; en men vroeg dezelve belastingen daa-enboven nog ook uit hoofde van de onlusten in Katalunië en Duitfchland. Ook was de onderkoning in het derde en vierde jaar zyner regeeringe genoodzaakt tien grote fcheepen uit te rusten , en een groot getal krygsvolk naar Milaan te zenden, om dat het zelve hertogdom door de Franfchen met een inval gedreigd wierdt. Dewyl in het . volgende jaar het gerucht toenam, dat de Franfchen eene geheime verfrandhouding met een der hoofden van de banditen hielden. en voornemens waren op verfcheide plaatfen van het koningryk een inval te doen, werdt de onderkoning op grote onkosten gejaagd om Barletta, Tarento. Gaèta en andere fteden te verfterken, om alle de zeelieden van bezettingen te voorzien, en om eene vloot van dertig fcheepen en tien tartanen uit te rusten. Doch ziende , dat de Franfchen alleen het oogmerk hadden om hen door een loos krygsgerucht te beletten, hulp naar Milaan te zenden, verhaastte hy zyne onderfbanden derwaard, en zondt duizend ruiters te land en zeven regimenten voetvolk over zee. Men bevondt, dat gedurende zyne regeering niet min dan achtduizend ruiters en vierenvyftig duizend voetknechten ten behoeve van buitenlandfche oorlogen geworven, en 'er drie millioenen en vyfmaal honderd duizend kronen aan onderftandgelden uit het koningryk gezonden waren, behalven dat 'er andere grote fommen gelds (k) Giakkone (pond. Annal. Europ. Hist. X. Deel. II. Stuk, Rrr II. Boek. L Hoofdst. vii. Afd. De Napolitanenworden zeer onderdrukt.  II, Boek l. Hoofdst. VII. Afd. Momerey keert naar Spanje. 1637. En 11 ordt door dm hertog van Medina uigivolgd. 506* HISTORIE gelds voor de onkosten van het koningryk vereifcht waren geworden; zo dat de onderkoning genoodzaakt was nieuwe belastingen op meel, vleefch en oly te leggen , en zelfs meenigmalen de inkomften van vreemdelingen in beflag te nemen. Wanneer eindelyk op zodanige wyze de fchuld der ftad Napels tot eene fom van vyftien millioenen geklommen was, zonden de Napolitanen den bisfchop van Volturara naar het hof van Spanje om een herftel van hunne bezwaren te verzoeken; doch de drukkende omftandigheden van den ftaat waren oorzaak, dat deszelfs vertogen vruchteloos waren. Kort daarop werdt de graaf, welke het koningryk zes jaren met veel beleid beftierd hadt, mar Spanje ontboden, werwaardhy, op den twaalfden van Slachtmaand fcheep ging. M?nterey werdt in de regeering opgevolgd door Don Ramiro Gusman, hertog van Medina de las Torres, welke door Olivares, met wiens dochter hy te voren getrouwd was geweest, van edelman tot die waardigheid verheven was. Offchoon de dochter van Olivares zonder kinderen na te laten geftorven was, bleef de eerfte ftaatsdienaar fteeds genegen om den hertog te bevorderen,, gelyk hy hem dan ook, door de toezegging van den post van onderkoning, een tweede huwelyk met eene ryke Ntpelfcbe erfdochter bezorgde. Het huwelyk werdt dienvolgende te Napels gevierd, doch vermits het hof van Spanje no= dig oordeelde, dat Monterey nog eenigen tyd aan de regeering bleef, was de hertog genoodzaakt verfcheide maanden als een byzonder man in het koningryk te leven,., tot groot ongenoegen van de jonge hertogin, en hare bloedverwanten, welke openlyk over Olivares klaagden; doch op het laatst de vervulling van hunne .wenfchen erlangden. Dewyl het hof van Spanje, uit hoofde der kwalyk berade oorlogen, nóg fteeds te Napels nieuwe eifchen om onderftand doen liet, was de hertog genoodzaakt nieuwe belastingen op zyde, zout, oly, koorn, vleefch  vam NAPELS. 507 vleefch en irigezoute eetwaren, als mede op kalk, fpeelkaarten, goud en zilverdraad, op verbintenisfen wegens geld, en op het geftempeld papier, te leggen. Men ftelde ook voor om een klein hoofdgeld op ieder inwoner van de ftad Napels te ftellen. Doch die voorflag werdt verworpen, desniettegenftaande werden de kooplieden ge noodzaakt tweemaal honderd duizend dukaten te betalen, en alle de dorpen omtrent Napels, en andere fteden, wel. ke tot des konings domeinen behoorden, en zich zeiven niet konden afkopen, werden aan de barons verkocht; Daarenboven werdt eene bede van een millioen dukaten gevorderd uit de fchatting, welke de barons, die op de Tyksvergadering verfchenen, betalen. Het land werdt te dien zei ven tyde grootlyks gedrukt door eene verfchiiklyke aardbeving , welke op den zeven en twintigften van Lentemaand een groot getal fteden in Kalabrie verwoeste. Cofenza , Caftiglione , Nicastro en verfcheide andere fteden , werden byna geheellyk i in puinhopen veranderd , en meer dan tien duizend menfchen verloren het leven. De algemeene ontfteltenis en elende werdt nog merklyk vergroot door een bedrieger met name , Pietro Paolo Sasfanio , wel. ke overal uitftrooide , dat 'er eerftdaags nog zwaardere aardbevingen Honden te gebeuren ; en zulks niet alleen in Kalabrie , maar ook door de gantfche wereld , alzG de jongfte dag op handen was ; dat de zee het ftranu zoude verbreken , en velden en fteden overftromen , dat de hemelen hagelfteenen ieder van vyf ponden gewichts zouden regenen, en de bergen vlammen uitbraken. Veelender Kalabriersdoor die yflyke voorzeggingen afgefchrikt, en gelovende , dat hun landfchap meer aai, die onheilen blootgefteld was dan andere plaatfen , ver lieten hun vaderland ; ■ doch , zo ras de ónderkomnj daar van verwittigd wierdt, liet hy Sasfanio gevanger nemen , en veroordeelde hem tot de gaieyen. Rrr 2 Mi» H. Boes, 1. EÏOOFDST. vii. Afd. Welke gs* noodzaak: is nieuw-: belaft ingen op t! Hellen. Eene vfecrlyks aardbeving in Kahbrië. 1638.  i lï. Boek. I. HoofDST. Vil, Afi). De Franjeben dreigen < Napels te •vervallen, IÖ40. j ( 1 1 1 1 1 1 I t t ( y ( 1 KatalO' nië inYoï- -\ tugal ( werpen het Spaanfche ' juk af. < ( J :oS HISTORIE Middelerwyl hernieuwden de Turken hunne gewone (troperyen met eene vloot van zestien galeven ; en na dat zy veel fchade op de kusten gedaan hadden , zeilden zy de golf van Venetië in , met oogmerk om een aanval op Loretto te doen, doch zy werden daar in door le Venetianen verhinderd (7). De Franfchen, wier macht nu )ok die der Spanjaarden in Italië begon te evenaren , waren met eenige kwalykgezinden in °eene verltandhouiing getreden , en hadden een ontwerp gevormd om de lad Napels te overvallen. Doch de zamenzweering werdt mtdekt en een der edelen , welke den aanfiag met de fyanfehen beraamd hadt, werdt te Rome gevat , en laar Napels over gebracht, alwaar hy op de markt ontïoofd werdt. Offchoon nu wel deze zamenzweering misukt was , kwamen echter de Franfchen, in hoop van loor de misnoegden by geftaan te zullen worden , in iet volgende jaar met eene vloot van vier en dertig oorDgfchepen op de hoogte van Ga'éta , doch door het gechut van het kafteel afgewezen zynde , zeilden zynaar le golf van Napels, en deden verfcheide pogingen om e landen ; marr alle hunne ondernemingen werden loor de voorzorgen van den onderkoning en door de vakkerheid der inwoneren verydeld , voornamelyk daar :11e hunne bewegingen naauwkeurig in achtgenomen wierlen door achttien gaieyen onder het bevel van Don Mei. hior de Borgia, De Franfch-n waren voorfpoediger in Katalonie, al» raar zy door hunne verfpieders het volk , 't welk op. ene harde wyze door Olivares onderdrukt werdt, aan :etteden om tegen de Spaanfche regeering op te ftaan len onderkoning om te brengen , en de fterke plaatfen loor het gantfche land te bemachtigen. Terwyl het Spaan:be hof door dien verfchriklyken opftand zeer ontzet (/) L. Nahi. Hift. Venct 1. 11. WaS>  van NAPELS. 5©cr was, en toeftel - maakte om Katahv.ie te heroveren,! kwam 'er tyding te Madrid, dat de Portugezen ook aan 't muiten geflagen waren, en den hertog van Braganza,] onder den naam van Joan den vierden , tot koning verklaard hadden. Deze ftaatsomwenteling in Portngü was zo algemeen', en zo fpocdig tot een geregeld zamenftel gebracht , dat Olivares wanhoopte dat koningryk ooit weder met Stfcnje, te zullen vereenigen ,~ doch hy bepaalde zyne voornaamiie pogingen tegen de Kataloniers, welke zich zeiven onder de befcherming der Franfchen begeven hadden en , een langdurigen oorlog tegen de Kaftiianen voerden.- Uit hoofde van dezen oorlog werdt 'er weder .nieuw krygsvolk in Napels geworven , nieuwe fcheepen werden uitgerust , en eene vrywillige gift door den onderkoning afgeperst , welke daarom genoodzaakt was de onderdanen en de gilden met nieuwe fchattingen en belastingen te drukken. Men vroeg ook fteeds volk voor het Milaneejche , en dewyl er tusfehen Urbaan den Achtften en den hertog van Panna een oorlog ontftaan was over het hertogdom van Castro , liet de paus den onderkoning om negenhonderd ruiters vragen , gelyk by de bulle van beleening bevoorwaard wa?> De hertog beweerde , dat die oorlog de kerk niet aanging , maar alleen. het belang van deszelfs geflacht betrof, en floeg daarom den eisch van den paus af; doch by was niettemin genoodzaakt eenige plaatfen , welke de Spanjaarden in Toskanen hadden, van bezettingen te voorzien. Vermits ook dekoop-handel van het koningryk ter zeiver tyd door de banditen grootlyks geftoord was , en de geregelde kr> gsmacht niet voldoende was om hen te beteugelen , zondt de hertog den prins van Torello naar Kan.panie, met den tytel van Luitenant Generaal om derzelver moedwilligheid te ftraffen. Terwyl dit voorviel, geraakte Olivares aan het hof van Spanje in ongunst , en het beftier der re. Rrr 3 gee- I.Boek. 1. loOFPST. vii. Kso. Medina wêrdt na& Spanje ihtbodsn..  H. Boek. i. Ho ofdst. VII. Afd. 1644. De Admi' raalvanKi' Italië tot onderkoning aan- 510 HISTORIE geeringe wierd aan Don Lodewyk de Haro deszelfs vyand en neef toevertrouwd, wanneer de nieuwe eerfle ftaatsdienaar , om den admiraal van Kastilie, welke toen onderkoning van Sicilië was , en wel licht een ontwerp mocht maken om zyn mededinger aan 't hof te worden, eene gunst bewyzing te doen , denzelven tot opvolger van Medina benoemde. De Admiraal kwam dienvolgende op den zesden van Bloeimaand te Napels aan, waarop Medina zich naar zyn landhuis te Portici begaf, tot dat de gaieyen , welke hem naar Spanje zouden overvoeren> in gereedheid zouden wezen. Hy hadt omtrent zes jaren en een half geregeerd, gedurende welken tyd hy de ftad en het koningryk van verfcheide openbare gebouwen voorzag, hy liet ook vyftig zeer goede wetten na , en ftelde twee nieuwe rechtbanken in Abruzzo Ob~ tra en Bafilicata. Don Juan Alpbonfo Euriques , Admiraal van Kaftilie werdt aanflonds, even gelyk deszelfs voorzaten , door de eifches van het hof van Spanje om volk en geld overvallen. Hy was niet alleen verplicht krygsvolk naar Katalonie , maar ook naar Maltha te zenden , alzo dat eiland met een inval der Turken gedreigd wierdt, en die ongelovigen dit jaar zich met eene vloot van zes en veertig gaieyen voor Otranto hadden laten zien, Roeca Imperiale geplunderd , en twee honderd gevangenen medegenomen hadden. De admiraal was ook genoodzaakt eene vrywillige gift van een millioen te vragen , en ftelde eene belasting op alle de huurhuizen in de flad Napels y 't welk het eenigste middel was om geld te krygen. De inzameling van deze fchatting veroorzaakte grote onlusten , welke een algemeenen opfland voorfpelden , waarom de onderkoning den gadermeefleren voorzichtiglyk beval flil te zitten , doch waarover hy door het hof van Spanje feberpe berispingen ontving, 't welk hem wegens zyne vreesachtigheid belachte, en hem  van NAPELS. 5TII hem last gaf de fchatting zonder eenig uitftel te laten Invorderen. Desniettegenftaande bleef de admiraal, welke de gefteldheid van het koningryk kende , met veel beleid, ftandvastig by zyn befluit om de bevolene gadering op te fchorten ; zeggende , dat zyn voornemen wel was zyn koning te dienen , maar niet te verraden , en hy fchreef naar Madrid, met verzoek, dat men hem van de regeering wilde ontflaan , op dat hy niet genoodzaakt mochte zyn de zaken tot het uiterfte te brengen. Dewyl hy zyn verzoek met veel ernst herhaalde , ftelden de Spaanfche ftaatsdienaars den hertog van Ar cos , een ondernemend en onverzaagd man tot deszelfs opvolger aan , en bevolen den admiraal naar Ro» me te trekken , om den nieuwen paus Innocentius den TienJen , wegens den koning hulde te doen. Hy vertrok dan , omtrent het midden van Grasmaand , uit Napels, eer hy nog het tweede jaar zyner regeeringe volkomen geëindigd hadt, in welken tyd hy echter verfcheide voorzichtige fchikkingen gemaakt hadt; en ftierf in het volgen de jaar op zyne reis over Rome naar Spanje. Don Rodrigo Ponce de Leon , hertog van Arcos , deedt zyne intreede in Napels , en aanvaardde de regeering van het koningryk , eenige weinige weken voor het vertrek van den admiraal. Hy was , volgens een hedendaagsch fchry'/er , van een inhaligen aart, en hadt of fchoon hy grote goederen in Spanje bezat, de regeering van Napels voornaamlyk aangenomen om zyne rykdommen te vermeerderen. Aangezien hy met een verwaand denkbeeld der grootheid van de Spaanfche alleenheerfching in genomen was , toonde hy eene volflagene verachting voor de Napelfchen ; en zette de verdeeldheden tusfchen de edelen en het volk aan , in hoop van over beiden des te gemaklyker te zullen heerfchen (m). By O) Hifi. de la Revolution] de Napels de Lusfan, 1757. Mem. da Düc de Guife. II. Boek. 1. Hoofdst. Vil. Afi>. Hy worèi opgevolgd ioor den hertog van Arcos.  EL Boek, I. Hoofdst. VII. Afd. Het koningryk tol armoede gebragt om de Franfchen in I alie tege; te gaan. 512 HISTORIE By zyne eerfte aankoomst wilde hy geene nieuwe belastingen opleggen; doch toen hy genoodzaakt was geld te lichten , ftelde hy twee raaden aan om de achterftallen der vrywillige giften , welke aan den koning toegeftaan waren, in te vorderen. Dewyl de Franfchen , onder voorwendfel van de neven van den overledenen paus tegen Innocent by te ftaan , Toskan e met eene machtige vloot , dreigden aan te vallen , en kort daarop werklyk met tien gaieyen , vyf en dertig oorlog fchepen en zeventig vrachtfchepen , aan welker boord zes duizend voetknechten en zeshonderd ruiters waren, op de hust verfchenen , vondt de onderkoning zich genoodzaakt verfcheide verfterkingen voor de Spaanfche bezettingen in dat gedeelte van Italië te zenden , waarvan desnietnegenftaande eenigen zich aan de Franfchen moesten overgeven ; welken , of fchoon zy ter zee door de Spanjaarden geflagen waren , zich egter , in het laacft van het jaar , van de gewichtige haven van Portolongone meefter maakten. Deze nieuwe overwinningen der Franfchen verbaasden den onderkoning , welke aanflonds lastbrieven uitgaf, om twaalf duizend man te werven , waarvan vyfdui. zend Duitfibers moeflen zyn , hy beval den rykfle inwoneren van Gaëta ós flad op hunne eigene koflen te 'verflerken , en ontboodt het gewapende landvolk in het koningryk om te Napels te komen , doch het zelve weigerde zyne beveelen te gehoorzamen. Middelerwyl hadden de Franfchen vyf oorlogfchepen en twee kleine branders te Tortolongone en Fiombano uitgerust , welke zich , op den eerfle van Grasmaand , in de golf van Napels zien lieten , en in het gezicht van de ftad verfcheide fchepen wegnamen. Doch de Napolitaanen be-. manden aanflonds dertien- oorlogfchepen en tien gaieyen, welke toen in de haven waren, en ve-dreven henfpoedig van de kusten. Weinige weken daarna geraakte de flad  van NAPELS. 5^3 ftad by nacht in eene grote opfchudding door eene toe vallige of kwaadwillige verbranding van het Spaanfch adTfiiraals fchip , waarby driemaal honderd duizend dukaten, welke naar Spanje moeften gaan , ver oren werden , en vierhonderd foldaten omkwamen. Vermits de onderkoning het vermoeden hadt , dat het verlies van het fchip door toedoen van den hertog van Matalone veroorzaakt was , om dat dezelve bekend was eene afkeer van^de Spanjaaraen te hebben , liet hy den zeiven in Caftel Nuo< vo gevangen zetten. De hertog was een der machtigde edelen van het ryk, als welke toen twee hertogdommen , fes Vorftendommen , en een groot getal van aanzien, lyke leengoederen bezat. Hy was uit hoofde van zyne bekende af keerigheid tegen 'de Spanjaarden by het volt bemind , was van een trotfehen en ondernemende! aart , daarom oordeelde de onderkoning ook , dat hy door denzelven gevangen te zetten , alle oproeren zou de voorkomen , welken de gemoeds gefteldheid van hei volk fcheen te voorfpellen. • De hertog- hadt, in het begirj van zyne regeering eene vrywillige gift van een millioen van de ryksverua dering verkregen , doch om ten eerden geld te hcbbei Helde hy eene belasting op het ooft, welke'hy betalei liet aan zekere kooplieden , die hem de fom voorgefcho ten hadden. Het gemeene volk zag dezen impost aan al de aller ergfte verdrukking, vermits'het ooft, well in het kohinaryk van Napels meenigvuldig en fmaakly! is , in de i eete zomers hun meede bedaan is. Het be vel om die nieuwe belasting in te zamelen was in he begin van Louwmaand naauwlyks afgekondigd , of he volk begon op eene oproerige wyze te morren , en ai de onderkoning uit kwam , omlïngelde het zelve zyn koets , fchreeuwende , dat het hunne bezwaren wild herfteld hebben. Zy wierden in hunne oproerighei aangezet door ae tyding , dat de burgers van Palermo Euuor. Hist. X. Deel. II. Stuk. ' Sss u ii. Boek. j. HooVdst. VII. Afd. 1 I Z)»\apoli. > tanen drei*grn een opj :la, i uit leefde van * eene nit uwe belading. s e d » jt  II. Boek I. Hoopdst. vii. Afd. Zy worden door Masfanielloaangezet. 314 HISTORIE uit hoofde vannieuw opgeftdde belastingen , eenen openbaren opfland verwekt hadden. Weshalve de onderkoning , voor grotere wanorde in Napels beducht zvnde , de Sgggi verzocht om over het affchaffen van dien impost, en het opftellen van eene andïre min drukkende te raadpleegen , doch dit ontmoette zo veel z vu ikheid , dat men tot geen befluit komen «onde , en dswyl die genen , welke den impost gepacht hadden , eenigen van des onderkoninrs gunftlingen omkochten , befloot hy ongelukkig de afichairing deszelven uittefle len. Het misnoegen van het volk , we!k zodanig een voornemen wél vermoedde , nam grootlyks toe voornaamlyk, daar zy door eenige kwalykgezinden onder de hand aangezet wierden , van welke opftokers zekere Guilio Genuino , een der verkozenen van het volk, maar toen in eene prieflerlyke orden , en in het tachtigfte jaar zyns ouderdoms , het hoofd was, welke uit wraakzucht over zyn lang lyden , wegens het geen hy onder de regeering van Üj/una begaan hadt , naar eene gelegenheid verlangd hadt, om zich van de Spanjaarden te wreken. De pachters van den nieuwen impost, en alle de genen , welke met het opflellen van belastingen gemoeid waren , hadden zich den haat en de verfoeying van het volk, in het byzonder van Tommafo Aniello ,gemeenlyk MajJ'aniello genoemd , een visfcher van Amalti op den hals gehaald ; de vrou van gemelden perfoon was op het fmokkelen van eene kleine hoeveelheid méels betrapt, gevangen gezet, en in eene boete van honderd dukaten verwezen. Massaniello was weinig jaren te voren van Amalti, waar zyn vader een visfcher geweest was , te Napets gekomen. Hy was toen ter tyd omtrent vierentwintig jaren oud , en vader van vier kinderen. Hy was van eene middelmatige geftalte , en hadt een aangenaam voorkomen ; hy was bekend wegens zyne ftcutheid , vlug-  ▼ as NAPELS. 515 vlugheid en eerlykheid ; ook hadt hy een groot vermogen op zyne medgezeilen , by wie hy bemind en geacht was. Dewyl hy genoodzaakt geweest was om ter] betalinge van die boete , zelfs zyn huisraad te verkopen , hadt hy een onverzcenlyken haat tegen de pachters van alle belastingen opgevat, en was daar en boven met medelyden aangedaan over den ellendigen flaat van de ftad en van het koningryk. Hy Vormde derhal. ven met zyne medemakkers een ontwerp om een oproer op de markt aan te vangen , op den feestdag van de Karmelïtén , welke gewoonlyk omtrent het midden van Hooimaand gevierd wordt , wanneer vyf of zes honderd jonge lieden het volk door een fpiegelgevecht vermaken ; en de eene helft van'dezelven , in gedaante van Turken, een houten kafteel verdedigen , weik door de andere helft in de gedaante van kristenen aangevallen , en beftormd wordt. Vermits Masfaniello tot kapitein van een dier twee partyen verkooren was, en zekere Piene , weike van het geheim zyner voornemens bewust was , het bevel over het andere voerde , waren zy verfcheide weken voor den feestdag , zeer vlytig geweest om hunne aanhangeren, welke met ftokken en rottingen gewapend waren, te monfleren en te oeffenen ; doch een klein onvoorzien toeval zette hen aan om hunnen aanflag te wagen zonder naar den hoog tyd te wachten. Daar viel , op den zevenden van Hooimaand , tusfchen de gaarders van de belasting en eenige hoveniers van Pozuoh , welke eenige vygen te koop gebracht had. den , op de markt een gefchil voor, of de kóper of ver. koper de pacht moest betalen ; nadat het krakkeel eeni ge uuren geduurd hadt, hitfte Masfanit l'.o, welke me zyn volkje dsar tegenwoordig was , het gemeen aan om het komtoir . wèiK tot den ontvangst van" den im post op de markt gebouwd was in brand te fteken, en de bedien den met fteenen weg te jagen. De verkorenen van het volk Sss 2 welki i.BoEK. I. JOOEDST. Vil. Aia. Wett» de muitelingen aanvoerdt. t  Si6 HISTORIE II. Boek i Hoofdst. Vil. Afd. De tnierki v'.rg re 't zyn leven i wikioejlei lo *"ïi..{ vtlftrekt , welke, door het geven van eene heflisfing te?en de hoveniers , het oproer vergroot hadden , liepen naar het paleis , en gaven den onderkoning kennis van het voorval : doch dezelve verzuimde onvoorzichtiglyk alle middelen om de beweeging te ftillen. Masfaniello middelerwyl door eene grote meenigte volks verfterkt zynde, gaf aan zyne jonge knapen bevel om alle de komtoiren van dè beladingen , welke in de gantfche ftad waren in brand te fteken ; en toen dit met allen mo^elyken fpoed verricht was , geleide hy dezelven regelrecht naar het paleis , alwaar de onderkoning , in plaats van hen door zyne Duufc'e en Svaanfbce lyfwacht te laten verjagen , derzelver moedwilligheid door ee e vreesachtige toeftemn ioi van hunne eifchen aanzette. Vermiti zy op.eene woedende wyze in het paleis indrongen,ont1 fnapte hy door eene geheime deur , en trachtte zich in Cijiel Nu.vo te redden ; doch hy werdt door de muitemakers op ftraat overvallen ; door dezelven met voeten getrapt , en by de hairen en knevels voortgefleept. l:y ontkwam het echter weder , door eenige banden vol gouds onder he: volk te werpen, en vluchtte in een klooster van de Minnebroeders , alwaar de aartsbis:chop van Napels , kardinaal buomarini, en verfcheide edelen zich by hem vervoegden , en hy cp derzelver , raad een briefje tekende , waarby hy alle belas, tir.geh c p euwa.cn aftchafte. Hv verzocht ook den ka-dinaal om aan Masjame io , tot ftilling van dén op. roer. eece jaarw edde van vierentuinti^ho iderd kronen aan te bi-den doch dezelve wees dien fteekp, nning edeb moedig van de hand , en verklaarde , dat als de onderkoning zyn woord wilde houden , hy bevinden zoude , dat zy gehoorzame onderdanen waren. .Men verwachte n.u , dat de opftand zoude bedaren ; doch na dat yJai/apiei o weder op de markt gekomen was , vervoegden verfcheide der misnoegden , onder wel-  ta» NAPELS. 5i7 welken waren Genuino en zekere Peronne , welke te vc~: ren kapitein geweest was , zich by hem , en hy werdt door dezelve overgehaald om de huizen van alle die ge-1 nen , welke aan het opzetten , of inzamelen der beladingen eenig deel ha'den , in brand te laten Heken , gelyk dan ook dezelve , met al haar kostbaar huisraad, in weinige dagen tot asch verteerd werden (u). Masfanielo nu volftrekt meefter van de gantfche ftad zynde , en door een g oot gei al volks , waar mede het verlopen was , verfterkt , eischte van den onderkoning , welke zich naar Caftel Nuovo begeven Dadt , eene affc-affing van alle belastingen , en de overgifte van den vrybrief door Karei den vyfden aan hun toegeftaan. Deze nieuwe afvdrderihg maakte den onderkoning grootlyks verlegen; doch om het vol . te vreden te Hellen , verdichtte hy een valsch handfchrift met goudene letters, en zondt het hun door hunnen gunftli.ig den hertog van Matalone , welken hy op vrye voeten Helde. Doch het bedrog werdt ontdekt , en de hertog werdt van zyn paard afgetrosken , door het volk mishandeld , en eindelyk als gevangen aan Peronne toevertrouwd. Dit toeval maakte liet volk , tot grote blydichap des onderkom'ngs , woedende tegen den adel , zo dat het zelve verfcheide van dezelven ombracht , de huizen van anderen in brand Hak , en hen allen dreigde uit te roe jen. Masfaniello voerde middelerwyl haveloos en half na. hend een volffrekt bevel als meefter over zynen aanhang , we:ke nu wel gewapend was , en omtrent honderd luizend man Her* gerekend werdt. Hy at en fliep weinig , gaf zyne bevelen met eene grote naauwkeurigheid en veel oordeel, fcheen zeer gematigd , zondei eer , n) G1 a Nirow 1. Mem. du Duc de Guife. Hift.des Rïvolutions da Navk Las*ad. de ieb. gel. Sss 3 [T. Boek. I. ÏOOFDST. vu. A.TV. nee/Ier yam ie ftad- .  5i8 HISTORIE H. Boek, I. Hoofdst va. Aïd. J?agt dm edelen een Jchrik aan. En noodzaakt den onderkoning tot eene fchikking. eerzucht of belangzieke oogmerken. Doch als de hertog van Matalone zyne vryheid door het omkopen van Perome verkregen hadt , volgde de onderkoning deszelfs voorbeeld naar , en wist Genuino bedektlyk'op zyne hand te krygen , en zyn opperhoofd te verraden. Ma" talons en Pcrronne vormden diert volgende eene zamen zweering tegen Masfaniello , en de hertog , welke niet min op den onderkoning verbitterd was . Helde voor, dat zyn broeder Don Jofef na deszelfs dood het hoofd der muitelingen zyn zoude. Massamello handelde , ondertusfehen , onder de bemiddeling van den kardinaal aartsbisfehop overeen vrede en fchikking van za 'en doch terwyl de beide partyen in het klooster der Karmeliten deswege by den anderen waren , ondernamen de banditen') welke door Matalone gehuurd waren, een vruchtlozen aanfhg op het leven van Masfaniello , en deszelfs aanhangers brachten aanftonds honderd en vyftig van dezelve om het leven. Vermits Peronne en Don Joftf mede ontdekt werden deel aan die zamenzweering gehad te hebben , werden zy mede ter dood gebracht , en de hertog ontfnante met veel moeite het gevaar van zyn leven. Masfaniello werdt door dien gebleken toeleg meer nadenkende en ftrenger. Hy begon zyne macht te misbruiken door verfcheidene perfonen op flaauwe voorwendfels ter dood te doen brengen ; en om den onderkoning tot een vergelyk te noodzaken , belettede hy alle verflandhouding met de twee kafteelen , welke van mond- en krygsbehoeften fiecht voorzien waren. .Vermits de onderkoning daarenboven bevreesd was , dat de Franfchen eenig voordeel uit die opichuddingen zouden zoe>en te trekken , verlangde hy ernftig om tot een vergelyk te komen , 't welk dan ook, door bemiddeling van den aartsbisfehop, opdenvyfden dag van den opfland gefloten werdt. By die overeenkomst werdt bedongen , dat alle imposten , welke ze- derd  van NAPELS 519 derd den tyd van Karei den Vyfden opgefield waren, zouden afgezet , en de vrybrief door dien keizer gefchonken, aan het volk ter hand gefield worden ; dat in hetj toekomende geene nieuwe belastingen zouden ingevoerd, en de ftem van den verkozene uit het volk gelyk gehouden worden aan de Hemmen der edelen ; dat 'er een vergiffenisbrief van al wat voor gevallen was zoude verleend worden , en het volk onder het bevel van Masfaniello in de wapenen blyven , tot dat de koning het verdrag zoude bevestigd hebben (0). Door dit verdrag gingen niet min dan tienduizend per fonen , welke door het zweed en bloed van het gemeen gemest werden , te gronde. Het volk betoonde by de plechtige afkondiging van het zelve eene buitengewone blydfchan , als gelovende , dat zy nu alle hunne oude rechten en vryheden weder verkregen hadden. Mas. fanielb ging , op begeerte van den onderkoning , een bezoek by den zeiven afleggen , werwaard hy door den aartsbisfehop verzeld werdt, welke genoodzaakt was hem met den kerkban te dreigen , voor en al eer hy zyne oude vodden afleggen , en een prachtig kleed aantrekken wilde. Hy werdt door den hertog met de groofile blyken van achting en vriendfehap ontvangen , terwyl de hertogin deszelfs vrou onthaalde , en haar een kleed van zilverlaken , en eenige juweelen vereerde. De onderkoning , eene fchaduwe van gezag willende betonen behouden te hebben , maakte hem kapitein-generaal , en fchonk hem by zyn vertrek een gouden keten van grote waarde , welken hy niet dan met veel moeite aannam ; doch waartoe hy ten laatflen op het (0) Vide anct. fup. citat Hift. de la Revohit. de Napels par Lussan, lecomte de Modem. t. 1. EI. Boek. 1 IOOFD5T VI. Afb Mssfanfello houdt fteeds zyn gezag.  II. Boek. I. Hoofdst. VII. Afd. 159'Zine ftrenge rechts- 1 pktging. My wordt vermoord. i < i 1 $20 HISTORIE het flerk aanzoek van den kardinaal overgehaald werdt. Hy begon den volgenden dag, uit hoofde van den last. brief , welken hy van den onderkoning gekregen hadt, alle de deelen van oppergezag te oefenen ; en een fchavot in eene der ftraten als mede verfcheide galgen hebbende doen oprechten , oordeelde hy over alle misdalen , zo wel burgerlyke als die tot den krygsdienst behoorden , zonder eenig hoger beroep , en liet de fchuldigen aanflonds ter dood brengen , welke flraf hy op die beledigingen ftelde. (flchoon hy geene voorfchriften san rechtsoefening in acht nam , en zelfs dikwyls volgens de gelaatkunde oordeelde , zegt men echter , dat iy geen ftrafwaardigen over het hoofd gezien , en geen Dnfchukligen g ftraft heeft. Deszelfs grootheid en voorfpoed was van zeer korten duur i want , terwyl hy gedurende twee of drie lagen buiten zyn verfland en ylhoofdig was , beging hy verfcheide dwaze en buitenfp rige daden , en werdt , 3p den achttienden van Hooimaand , met bewilliging t^an den onderkoning, omgebracht. Eenigen fchryven zyne krankzinnigheid toe aan de lchielyke verandering van laat , en aan zyne bovenmatige blydfchap van devryïeid van zyn vaderland herfteld te hebben ,* anderen Lan her gebrek van rust en het overdadig gebruik 'an wyn ; eindelyk beweeren eenigen , dat' het de uitverking was van vergift , 't welk hem bedektlyk van wegen de ^panjaaaden ingegeven was. Dewyl het volk ieszelfs hoofd op een paal ftelde , en deszelfs lichaam >p eene onwaardige wyze behandelde , verwachte de onderkoning , dat de vrede en rust aanflonds herfteld wouden geweest zyn ,• doch alzo het volk fteeds onder /erfcheide hoofden , welke het bevel op onderfcheide )laatfèn voerden, in de wapenen bleef , en dezelve hooflen nayverig by eikanderen waren , hadt hy geen ge:ag in de flad , en men ondervondt aanflonds in dezelve  van NAPEES. 52t ve een regeringloosheid. Wanneer het gewicht van het brood weinige dagen daarna op eene onvoorzichtige wyze verminderd was geworden, begon het volk wel haast den dood van Masfaniello te betreuren ; en deszelfs lichaam uit een gemeen gat gehaald , en weder aan het hoofd gevoegd hebbende , droegen zy het lyk in een ftaadyken omgang door alle de wyken der ftad, en begroeven het zelve met alle koninglyke plechtigheden (p). Het gemeen bleef toen gedurende drie of vier weeken in eene ftiile onzekerheid , en wachtte op de beveelen , welke uit Spanje ftonden te komen ; doch als een dergenen , wiens huis verbrand was , wilde hebben , dat hem. zyne fchade vergoed wierdt, en de onderkoning Gennino, welke den zeiven daartoe aangezet hadt, en in het kafteel gevlucht was , weigerde over te leveren , vatte het volk weer met groter woede de wapenen op, dan tevoren , en namen verfcheide posten in, waar door zy meefters van de haven waren, en de kafteelen benaauwden. Zy zetteden hunne vyandelykheden , gedurende twee dagen, met veel hevigheid voort, en kozen op den drieentwintigften van Oogstmaand , den prins van Masfa, een der rykfte edelen van het koningryk, welke m den Katalonifcben oorlog een groten roem behaald hadt, tot hun hoofd. Hy nam het oppergezag met veel tegenzin aan, en tradt aanflonds in eene geheime verfland. houding met den onderkoning, dien hy ter zeiver tyd in Ca/lel Nuovo belegerde. . Terwyl dit in Napels voorviel , waren de Spanaarder door het volk uit Salemo , Lava, Sanfeverino en verfchei de andere fteden verdreven ; de tyding van den opftanc van Masfaniello hadt het gemeen in alle de provinciei vai O) Giannone Hift. par Lussan. Degli. Hift. des Rois des den ficiles an. 1547. Europ. Hist, X. Deel, II. Stuk. Ttt fl. Boek. 1. tlOOFOST. VII. Afo. Deopfchudiingen houien?iogaati. '■ Evmlge, rneene op \fland in de provinciën. t 1  5*2 HISTORIE II. Boek. i- KeoFDST. VIL Afd. De onderkoning bewilligt in eeju neg veel [(Jianielyher fchikking. D1.11 Joan van Oos- -* tenryMonit net eene vloot te j Napels, ] van het koningryk de wapenen doen opvatten , ea wreekten zich zeiven van de Spanjaarden , en van den adel , welke het zelve langen tyd met een yzeren ftaf geregeerd hadt. Dewyl die algemeenheid van oproerigheid het onderwerp der gefprekicen te Rome was, werdt de hertog van Guife , welke toen by geval aan het pauslyk hof was, door Innocentius aangezet om den Napolitanen zyne hulp tegen de Spanjaarden aan te bieden. De hertog werdt door zyne eerzucht aangefpoord om die onderneming te doen, voornaamlyk dewyl hy nog eenige verre eifchen op die kroon hadt. Hy zondt dan twee Italianen naar Napels , en liet den Napolitanen vocrflaan om zich tot een gemeenebest te maken , waartoe hy zich als hun hoofd aanboodt. De onderkoning , welke deszelfs aankomft vreesde , en des te meer, daar hy zag , dat het geheele koningryk in de wapenen was, en hy daar en boven verwittigd wierdt , dat de Franjeben etne ontzaglyke vloot te Toulon uitrusteden , floot op den zeveneen van Herfstmaand, door bemiddeling van den aartsbisfehop, een ander vergelyk, welk meer nadeelig was dan het voorgaande. Het volk nu die beroerten moede zynde, begaf zich weder met grote vlyt aan des zelfs vorige bezigheden, behandelde de Sp anjaanlen met vriendlykheid, fiechtte zelfs alle de werken en verfchansfmgen, welke zy tegen de kasteelen gemaakt hadden, en waren lichtgelovig genoeg om zich in te beelden, dat de ïonmg een verdrag, welk hem ten eenemaal van de opDermacht ontzette, zoude bevestigen. Omtrent drie weeken daarna, kwam eindelyk de SpaanWe vloot, in de haven van Napels aan; dezelve beflondt jit veertig oorlogfchepen, twee en twintig galeijen,. en menige andere vaartuigen onder het bevel van des konings latuurlyken zoon Don Joan van Oostem^k, een jongman ?an achttien jaren, zeer wel uitziende, van eene vriendjke houding en van een gezond oordeel. De vloot was  tan NAPELS. 523 was zeer flecht van krygsbehoeften voorzien, en hadt niet meer dan vier, of volgens fommigen, vyfduizend krygsknechten aan boord ; echter werdt dezelve voor de fteun en het bolwerk hunner heerfchappv aangezien, als zynde gefchikt tot een breidel voor de twee waggelende koningryken, en om daarenboven Portolongotïe, en Piombino weder uit handen van de Franfchen te bemachtigen. De prins hadt dienvolgende de hoedanigheid van algemeen ftedehouder in Italië verkregen (q). Hy was zeer genegen om den zachten weg in te flaan, doch, alzo de onderkoning oordeelde, dat zyne wraaklust daar door verydeld zoude worden, overreedde dezelve hem ongelukkig, dat hy moest blyven aandringen, dat het volk de wapenen moest nederleggen, eer hy in Napels kwam, hopende , dat hy door dat middel weder aanleiding tot het hervatten van nieuwe vyandlykheden ^even, en vervolgens in ftaat zyn zoude om de muitelingen door geweld te beteugelen. De hertog gebruikte ook zyne zendelingen in Napels, om het volk te doen geloven, dat Don Joan hen zocht te overvallen, en een voornemen hadt om de flad te verdelgen. Verm'ts derhalv'en het volk aandrong om een vergelyk op fcïllyke voorwaarden aan te gaan, befloot men op raad des onderkonings drie duizend krygsknechten van de vloot des onderkonings aan land te zetten, welke met die m de fleden en kasteden, een getal van elf duizend mannen zouden uitmaken, en in ftaat zyn om een alge. meenen aanval in de onderfcheide wyken der ftad te doem welke te gelyk met het kanon uit de kasteelen en van de vloot zouden befchoten worden. Deze trouwloze onderneming werdt, op den vyfden van Wynmaand, op eene wieede wyze ter mtvoeringe gefield, want de Spanjaarden tasteden de posten der muirelingen met grote woed< aan, en brachten mannen, vrouwen en kinderen zonder on der fq-) Vide auct. fup. citat. Mem. de Guife. Misfon voyage dltalie Lorldan. Repub. de Naples. Ttt 2 II. Boek I. hoofpst. Vil. Afd, Hy wordt door den onderkoningwer gehaald o n geweld tegebrvi' ken.  II. Boek. J. HoOJTliT. •VII. Afd, H-t volk ontzegt der. Spanjaarden al'ege- hii. Stellen Antefe, een geweei- 5*4 HISTORIE derfcheid om 't lever, terwyl de artillery van de fcheepen en de kasteden donderde, en op verfcheide plaatfen der ftad brand veroorzaakte. Het volk van deszelfs eerfte ontfteltenis herfteld zynde, werdt door de woede aangemoedigd , vielen op hunne beurt op de Spanjaarden, en brachten dezelve met groot verlies aan 't wyken. Don Jcan en de onderkoning 'waren zeer verlegen over den flechten uitflag van hunne onderneming , doch vermits zy nu vreesden, geen vergelyk te zuilen kunnen treffen, hervatteden zy den volgenden dag den aanflag. De vyandlykheden hielden, gedurende eenige dagen aan zonder tusfchenpozing; doch niets gelukte den onderkoning, ondertusfchen werdt het volk meer en meer verbitterd , en viel openlyk den Spanjaarden af, met bvgevoegd bevel, dat niemand op ftraffe des doods eenig "vergelyk met dezelven zoude hebben voor te fl.ian.° Zy verwierpen met verachting eene aanbieding van ftiifland van wapenen, welke hun wegens den prins en den onderkoning gedaan werdt, en lieten een betuigfchrift uitgaan , waarin alle hunne bezwaren opgeteld wierden, en zy den byftand van alle kristenvorsten verzochten. Weinige weken daarna brachten zy den prins van Masfa, hun generaal, ter rood, onder voorwendfel', dat zy deszelfs geheime verftandhpuding met den onderkoning ontdekt hadden. De prins hadt van den beginne af bcdektlyk in de belangen der'Spanjaarden geweest, en hoopte door het uitfkllen. en verydelen van de krygsverrichtingenj het volk weder tot gehoorzaamheid te zullen brengen , doch alzo dészejfs oogmerken reeds eenigen tyd by de hoefden der muitelingen verdacht waren gehouden, gaven zy bevel, dat men hem zoude onthoofden zonder dat zy echter eenig bewys van zyne voornemens hadden. Na het overlyden van Matfa, werdc het opperbevel gegeven aan Jauiarius Ar.r.eje, een geweermaker, welke zeer veel gebruikt was om den dood van zyn voorganger  van NAPELS. 525" ger te bewaken. Hy was een loos, bedrieglyk, onbefcfieideri en inhaiig menfch; hy hadt zich door zynen yver in het begin van den opftand, en zynen haat tegen de Soaijaarden beroemd gemaakt; hy hadt het bevel over tenen der voornaamfte posten verworven, waar door zyne eerzucht aangezet, en hy fteeds vlytiger ten behoeve van de gemeene zaak werdt. Hy wist in het eerst zich met veel vernuftigheid in zyne nieuwe waardigheid te handhaven; maar aangezien hy geheel en al geene wetenfchap bezat, en zyne macht met veel verwarring, verwaandheid, en gierigheid oefende, werdt deszelfs regeenng welhaast verfoeid. Het volk, welk het gebrek aan voorraad begon te gevoelen, murmureerde openlyk; en zich zei ven rot een gemcenebest gefchikt hebbende zondt het een gezantfehap aan den hertog van Guife te Rome *, met aanbieding van dezelfde macht over hen te zullen hebben . welke de prins van Oranje in Holland hadt. Ingevolge van die aanbieding, landde de prins, nadat hy verfcheide zwarigheden te boven gekomen was, opdenvyfü'enden van Slachtmaand, in eene kleine feloek, welke niet meer dan zes perfonen konde voeren , zynde genoodzaakt geweest om zich van dertien andere feloeken, af te zonderen, ten einde de Spanjaarden, welke hem vervolgden, te ontduiken- De Napolitanen betoonden by deszelfs aankomst eere bovenmatige blydfchap ; en twee dagen daarna, werdt hem het oppergezag, met veel plechtigheid , in de hoofdkerk opgedragen, alwaar hy ook den eed van getrouwheid aan het vohk deedt, en een gewyd zwaard van den aartsbitfehop ontving. De hertog was nog geene week in Napels geweest,ol hy vondt zich zeiven ten üitterfte vei legen. Hy merkte op, dat het grootfte gedeelte der burgeren van eenig aanzien onpartydig bleven, ja nog veel eer de-Spanjaarden on * Vi 'e auct. flip. citit. M^m. de Guife.MissON voyaged'Jtalie. Loue ban. Rt i). de Naples, Ttt 3 II. Boek. I. eïooedst. VII. Afd. maker tot hun hoofde.  $l6 HISTORIE If. Boek. i. Hoofdst. VIT. Afd. De Fran fcrie vloot verfchynt voor Na p ls. onder de hand begunftigden; en dat 'er niet boven de vyfduizend krygsknechten in regimenten verdeeld waren, of fchoon veele andere duizenden de wapenen by voorkomende gelegenheden opvatteden: hy hadt zelfs geen geld, zyn mede amptgenoot Annefe was in zeker opzicht zyn mededinger en dwarsboomde bedektelvk alle zyne voornemens; hy vondt het ook ondocnhk het volk en den adel met elkander te verzoenen, welke laat len hy echter zorgvuldiglyk tot zyne vrienden zocht te maken, als wel merkende, dat het hem anders onmogelyk zoude wezen, in zyne eerzuchtige oogmerken te Hagen Q). De hertog bewoog daarenboven Annefe om hem honderd duizend kronen te geven, bracht nog dmzend man krygsvolk meer op de been, en begon de vyandlykbeden tegen de Spanjaarden, doen met weinig geluk. Aangezien de ftad zeer in 't naauw was wegens gebrek aan voorraad , was hy omtrent het midden van Wintermaand genoodzaakt met vierduizend voetknechten en zeshonderd ruiters uit te trekken om zich de gemeenfchaphouding met het platte land te openen. Hy nam den weg naar Jierfa alwaar toen. eene vergadering van zesduizend edellieden was, welke zich ter hunner eigener verdediging by elkander gevoegd, maar geweigerd hadden de Spanjaarden re 'hepen. Hy hoopte die edelen te bewegen, dat zy zich voor hem verklaren zouden, doch nadat hy een mondgefprek met den hertog van Andria gehouden hadt, bemerkte hy wel haast, dat zyne verwachting ongegrond was. Miödele.wyl kwam de Franfche vloot betraande uit' negenentwintig flecht voorziene oorlogfchepen, en vyf branders in de baay van Napels aan, waardoor de hertog weder met het vooruitzicht van eene machtige hulp gevleid werdt. Doch hy moest integendeel eene grieven de fpyt ondervinden; alzo Mazaryn, weike de onderneeming des hertogs benydde, zyne brieven aan Annefe,als O) Vide auct. ut fup«. hoo£i  van NAPELS. 52? hoofd van het gemeenebest overzondt; en de vloot, in plaats van aanflonds die der Spanjaarden aantetasten, terwyl de helft van derzelver manfchap aan land was, lag zonder iets uit te voeren binnen een kanonfchoot van die des vyands ; en na dat dezelve eene kleine hoeveelheid kruid, en twee Hukken gefchut aan land gezet hadt; bleef zy zich nog omtrent drie weken op de kust onthouden , en keerde vervolgens naar Toulon, hebbende alleen eenige weinige koopvaardyfchepen genomen, en nu en dan eene fchermutfeling met den vyand gehouden. Het voornaamfle voordeel, 't welk de hertog by derzelver aankomst won, was eene bevestiging van het opperbevel over de Republyk voor zeven jaren, en dat Annefe, te.< gen de toezegging van een jaarlyks inkomen van vyftig duizend kronen, en een landgoed, met den tytel van hertogdom of vorflendom, als den oorlog geëindigd zoude zyn, genoodzaakt was zyn aandeel in het oppergezag af te flaan. In de week daaraanvolgende haalde de baron van Modena., welke het bevel over het leger 't geen tegen de edelen gefchikt was voerde , 1 dezelven door eene krygslist over om de flad Acerja te ruimen, welke plaats hy aanflonds in bezit nam , \ tot grote vreugde der Napolitanen, welke daar door een aanmerkiyken toevoer van koorn ontvingen. Hunne hoop werdt insgelyks gevleid door de tyding, dat het leger der edelen uit een was, en dat de nieuwe Republyk byna in alle de wingewesten van het ryk de overhand hadt. Bo. ven dien begonnen verfcheide onder de edelen het gezag van den hertog te erkennen, alzo dezelve eenige posten van aangelegenheid van de Spanjaarden bemachtigd hadt, en zelfs eenige verfpieders in den Collateralen raad van de regeering hadt weten te bekomen. Vermits zich ook twee Spaanjche galeijen voor de nieuwe Republyk verklaarden , en de tyding van het verlies der Spanjaarden in de provinciën daaglyks toenam, begon eindelyk de [I. Boek. I HoofosT. VII. AïD. Doch keert terug, zonder den hertog eenige hulp ■oe te bren~ ren. 1648. De hertbg breidt zyie evervinningen:t in de ■rovintien :an het :oningyk.  5^8 HISTORIE H. Boek I. HOOFBST, vi!. Afd. Don Joan beweegt dtnhertog van Arco »m afjlan ie doen. •de hertog een prachtige hofhouding aan te rechten, gaF bevel om de gerichtshoven te openen, en benoemde verfcheide fbaatsraden voor de onderfcheide takken van regeering. Middelerwyl leden de Spanjaarden grootiyks door gebrek aan voorraad, en het verlopen van foldaten, waarom Don Joan, door eeneri van zyne vertrouwden, den hertog de oppei macht van het markgraaffchap van Final en het vorflendom van Sakrna liet aanbieden, indien hy Napels wilde verlaten; hy verbondt zich ook om hem de beleening dei- hertogdommen Modena en Reg. gio, en van de vorltendommen Carp.i en Careggio te zullen bezorgen. Doch de hertog, die met veel verlangen naar eene kroon haakte, verwierp die aanbiedingen, waarop de Spanjaarden hun best deden om door bemideleling van des paufen nuncius eene nieuwe fchikking temaken; maar dewyl de Napolitanen niets meer met den hertog van Arcos wilden te doen hebben, haalde Don Joan denzelven over om van zyne regeering als onderkoning afftand te doen. Dezelve vertrok dan uit Napels op den zes en twintigften van Louwmaand, wanneer Don Joan de regeering aanvaardde, en aanflonds een bevel liet afkondigen om het volk te vermanen, dat het tot zyne plicht wilde wederkeeren. Dit bevel was echter van "geringe, of geene uitwerking, gelyk dit ook het lot was van een betuigfchrift, 't geen de edelen op dien tyd lieten afkondigen, waarby zy verklaarden, dit zy bereid waren om alle ongelyk, welk zy van het voik geleden hadden, te vergeten. Vermits intusfchen de hertog overtuigd was van de vyandfcbap van Annefe, welke verfcheide lagen tegen zyn leven gelegd hadt, en alle zyne maatregelen dwarsboomde vormde hy een ontwerp om denzelven van kant te helpen , welk evenwel mislukte. Toen hy zag , dat zyne kans om wraak van Annefe te nemen verydeld was , ont.  van N AP E L S. 52$ entboodt by zesduizend man van het omliggende land en liet op den elfden van Sprokkelmaand eenalgemeenen aanval op de posten der Spanjaarden doen , doch die onderneming mislukte insgelyks. Niettegenftaande alle deze moeielykheden , met welke hy te worftelen hadt, en de zwakheid en oneenigheid van zynen aanhang , verbeeldde gantsch Italië zich, dat hy op het punt ftondt om op den throon te klimmen. De Venetiaanen , Gevut fen en de Romeinfche vorften fchenen zynevriendfchap te zoeken , en de paus, welke genegendheid voor hem hadt , en verlangde , dat het koningryk van Napels zo wel onafhanglyk zoude zyn van Spanje als van Frankryk zette hem aan , dat hy den tytel van koning der beide^ Steilten zoude aannemen , liet hem de beleening dierko-1 ningryken benevens eene fomme gelds van driemaal honderd duizend kronen ter leen aanbieden , en verzekerde hem , dat hv ten zynen behoeve eene verbindtenis niet de andere ftaten van Italië maken wilde. De hertog nam de aanbieding van het geld ten eerften aan , doch gaf zyne heiligheid te kennen , dat het de tyd nog niet was om den tytel van koning te voeren (?)• Middelerwyl bleef Annefe en eenige andere hoofden van het volk by hunne voornemens tegen den hertog ; •. maar ha dat zy eens of tweemalen in hunne ondernee-' ming gemist hadden , en hun eigen leven m gevaar oordeelden , aangezien hy met veel hoogmoed en heerschzuchtigheid begon te regeeren , traden zy in eene erns^ tige onderhandeling met 'Don Joan over den vrede. Onder alle deze gebeurtenisfen kwam de graaf van Oniate , Spaanfche gezant aan 't Roomfche hof, te Napels , om den hertog van Arios op te volgen, zynde het hof van Spanje zeer misnoegd , dat de Collaterale raad zich de macht aangematigd hadt , om een onderkoning af te zetten en een ander aan te ftellen, boven dien was het ze[- (t) Auct. fup. citat. Europ. Hist. X. Deel. II. Stuk, V v v IT.Boek. ï. Hoofdst. VII. Atd. De paus b -dt den h-rfgvan ïuHe de 'teleening an Na3.Is aan. Annefe komt in eeleverjland''.ouding met Don Joan.  H. Boek L Hoofdst vii. Afd. j • ï I { c a 530 HISTORIE zelve ook vermoedende, of niet wel Don Joan de gelegenheid van deze wanorde mocht waarnemen om zich de oppermacht over Napels aan te matigen. Don Inigo Valezy Taffis graaf van 'öniate , betrok Ca/lel Nuovo , op den eerften van Lentemaand, en' hadt eene grote menigte voorraad en tweemaal honderd duizend kronen met zich gebracht. Deszelfs geaardheid verfcheelde veel van die van zynen voorgmger als zynde bekend voor een man van veel beleid en nauwgezetheid op het fluk van eer. Hy had de regeering zo ras niet aanvaard , of hy ging "alle de poften bezichtigen , en , om het volk weder tot deszelfs plicht te brengen , beval hy alle monniken om , gedurende de Heilige week, de fchriklykheid der misdaad van muitery tegen hunnen wettigen vorstin de gemoederen van hunne biechlingen in te prenten. Hy hielde ook de verftandhouding met Anne/en en alle andere hoofden , welke vyanden des hertogs waren, aan : de zelve hadden reeds een plechtig verdrag met hem gefloten en hem beloofd de Spanjaards iq. de ftad in te laten. In gevolge van die overeenkomft, befchikte hy alle zaken om een algemeenen aanval te doen , gelyk dezelve dan ook op. Paasch Maandig den zesden van Grasmaand , omtrent middernacht gefchiedde, wanneer de hertog zich te Pufilipo bevondt , en het kleine eiland van Niflta trachtte te bemachtigen. Als nu de Spanjaards ten getale van drieduizend door de poort van Aha in de ftad gelaten wa'en , en uitftrooiden , dat de hertog van Ginfe zich net hen gevoegd hadt s maakten zy zich wel haast mee[ters van alle de posten , zonder byna eenigen regenland te ontmoeten. Daar werdt dus zeer weinig bloeds 'ergoten , en binnen weinige uuren daarna was 'er gee1e de minfte fchyn van oproer meer overig , alzo de ;antfche ftad bemachtigd was. Het volk van deszelfs esrle •ntzetheid bekomen zynde , betoonde da fterkfte mdoiningen van blydfchip , en omhelsde de Span- jaar-  v a-N napels. 53ï jaarden met de bartlykheid van lang afwezend geweestzynde vrienden. Nadat Annefe zich by den onderkoning en Don Joan gevoegd hadt, gingen zy in een plechtigen omgang naar de ftad , alwaar zy onder het aanlachtig zingen van het te Deum God dankten. De hertog van Gnife over het verlies van Napels , waar door deszelfs eerzuchtige oogmerken te leur gefield werden, zeer nccrflachtig zynde , kon zich niet onthouden van tranen te flortèn. Nadat hy eenige vergeeffchepogingen gedaan hadt om weder in de flad te komen , vluchtte hy met eenige weinige aanhangers naar Abruzzo, doch door het Spaanfche krygsvolk vervolgd zynde geworden , werdt hy gevangen genomen , en naar Gaeta gevoerd. Van daar werdt hy naar Spanje overgebracht, alwaar hy vier jaren gevangen bleef} doch hy werdt eindelyk, ten verzoeke van den prins van Conde , welke zich by de Spaanfche party gevoegd hadt, in vryheid gefield. Op de tyding van de bemachtiging der flad Napels , en van de gevangenneeming des hertogs van Guije , _ onderwierpen alle de provinciën zich onmiddelyk , uitgezonderd alleen Abruzzo , alwaar de muitelingen nog door eenige Franfchen , welice van Rome gekomen waren , by geflaan werden , doch vermits de barons den onderkoning hielpen , werden zy wel haast verftrooid. Niettegenflaande de gevangenneming van den hertog van Guife, gaf Mazaryn , welke nu zyne dwaling van den hertog geen hulp gegeven te hebben bemerkte , bevel, dat eene vloot, welken voor eenigen tyd te Toulon uitgerust was , naar Napels zoude zeilen , ten einde een nieuwen opfland ten behoeve van prins Thomas van Sa•coye, welken hy tot een gemaal van een zyner nichten beflemde , te verwekken. De Franfche vloot verfcheen dienvolgende ook , onder het bevel van prins Thomas op de kust; doch alzo die vorst fchielyk overtuigd wierdt, dat zyne onderneming onuitvoerlyk was, keerde hy kort Vvv 2 daar; fl, BoekJ I. Hoofdst. VII. Afd.  ILBOEK. r. Hoofde. VIL Atd, 1 I i i i t I Drcndtrioning ftraft* de muite- \ lingen \ Jircnglyk. } I 1 i "> t i 53* H l S T O R I -E daaraan naar Provenu. Vermits de onderkoning ontdekt hadt , dat Annefe een brief, vveike betrekking opdien inval van prins Thomas hadt, ontvangen "en "verborgen hadt , veroordeelde hy den zeiven ter dood en het hem op het midden van de markt ophangen , door welke handeling hy zyn gezag genoeg ge. vestigd oordeelde (uf Ah nu de rust wfdér herftefd ms, verliet Don Joan Napels op den twee et? twintigften, van Herfftmaand, en zeilde met de vloot naar Mps/ina :en einde de Sicilianen in hunne oude gehoorzaamheid ie?ens den koning te verfterken. Na deszelfs vertrek iet de onderKoning eene algemeene vergiffenis afrondt ?en , en bevlytigde zich om de regeering weder te h-rïellen m dien ftaat , als dezelve voor het ooroer was en dewyl alle verflandige lieden onder het volk erken Jen lat eene algemeene affehaffïng van fchattingen onmo.elvk ivas, vergaderden de Seggi, en bewilligden ««ene betetiS van twee en veertig Carlino op elk huis , als mede om e belft van alle imposten , welke afgezet waren , wei ier op te ftellen , uitgezonderd die op het frirk ' ■'oen e en wortelen , welke nooi^ weder ingevoerd zoud >n nogen worden. ^uju.n Ten einde de graaf de oogmerken der Franfchen om en tweeden opftand te verwekken , zo veel doenlvk /as , mogte verydelen , ftelde hy eene junto , of 'ergadermg van Raden aan , om nauwkeurig to -zicht te lemen op alle verdachte perfonen , en begon alle de geJ LW!f KS een voornafra deel in de laatile beroeringen ehad hadden , met de uiterfte ftrengheid te ftraffen. Hv )efchulaigde die eerfte hoofden d.kwyls met voor^v-me misdaden, en liet hen om dezelven ter dood brcnen, en dewyl veele anderen daar door bevreesd gemaakt r-ierden , vluchteden zy om hunne eigene veiligheid uit et koningryk. Vermits alle de banditen z:ch in d-zè latfte opfchudding voor yverige gemeenebest gezinden ver-  van NAPELS. 535 verklaard hadden , en voornaaamlyk in de onlusten in ] de prcvineien ingewikkeld geweest waren , om dezelve aantezctten , meer met het oogmerk om de goederen, der baronnen meefter te worden , dan uit gehoorzaamheid voor den hertog van Guife, nam de onderkoning een befluit om het koningryk van dat ongeregelde gewapende landvolk te zuiveren. Zy ontrusteden voornaamlyk de twee provinciën van Abruzzo , doch zy werden door de maatregels , welke de onderkoning genomen hadt, in korten tyd byna ten eenemaal uitgeroeid. Of.-choon het land en volk zeer uitgeput was, befloot de koning insgelyks de bemachtiging der bezettingenj van Toskane te ondernemen , hy zeilde dan met eeneont--* zagly.ke vloot in perloon derwaard, en maakte zich, in het laatfte van Bloeimaand., door een wanhopigem aanval, meefter van Piombino ; en na dat hy, eenige. weinige maanden daaraanvolgende , de Franfche bezetting van Po, tobnpo-ie ook tot de overgave genoodzaakt hadt, keerde hy naar Napels , alwaar hy zyne ftrengheid tegen de onvergenoegden bleef voortzetten, en zich by de Napoüfflvettigehaat begon te maken. Men beweert,- dat het hof van Spanje- hem om die rede een opvolger zondt, eer nog de zes jaren van zyne regeering omgekomen waren. Gedurende zyn beftier , was hy zeer yverig geweest om de regeering weder beftendig te maken , en de. openbare gebouwen in Napels , welke by de laatfte be. roerten eenige fchade geleden hadden , te herftellen. Don Garcia /'Arellino y Haro , graaf van Caftrillo , kwam , op den tienden van Slachtmaand , als opvolger van Oniate te Napels. Hy was van een zachtzinnigen en' toegevenden inborst., en om zich de genegenheden van het volk te winnen, liet hy, aanflonds by de aanvaarding van het beftier , het brood twee oneen zwaarder, maken, j Dewyl het oorlog tusfehen Frankryk en Spanje toen meer dan ooit woedde, waren de Franfchen Vv v 3 ten I.BoEK. £ Hoofdst. VII. Afd. ïy lemarH igtdebezet. ingen van l us, ane. 1654. Hy wordt' '■e rug ontleden.1653. Degraaf «nCaftrilotot onder, iming aan 'ejltld.  534 HISTORIE II. Boek, I. Hoofdst. VII, Afd. «53» Di hertog van Guif: doet eene vructe'.aze onderneming om eer tvtetitn opfiandteverwekke. tèn vollen overtuigd van de grote aangelegenheid om ee. ne verwydering in Napels te maken; en vermits dexVapelfche vïuchtiingen, welke om de geftrengheid vanOniate te ontwyken , hunne fchuilplaats in Frankryk genomen hadden , beweerden dat het zeer gemaklyk was de onlusten te hernieuwen , gaf Mizaryn bevel om eene ontzaglyke vloot uitterusten. Hy werdt daartoe ook zeer aangezet door de aanzoeken van den hertog van Guize t welke de genegenheid der Napolitanen voor zyn perfoon zeer verhefte , en het opperbevel over den voorgenomen tocht kreeg. Als de onderkoning van de oogmerken der Franfchen verwittigd wierdt , befteedde hy allen mogelyken vlyt, om het koningryk , door het werven van nieuwe troepen , het vergrooten der bezettingen in Toskane , en Let verfterken van die plaatfen op de kust , welke her. meest aan de aanvallen der vyanden bloorgefteld w-:xen , in ftaat van tegenweer te ftelien. De hertog liet zich , op den twaalfden van Slachtmaand , met eene talryke vloot op de kust zien, aan boord van dezelve waren zeven duizend voetknechten en honderd en vyftig ruiters , hehalven nog twee honderd lieden van aanzien , welke hy voorgenomen hadt tot offi :iers aan te ftellen over de genen, welken hy hoopte zich by hem te zullen voegen. Hy maakte zich , na een korten tegenweer ondervonden te hebben , meefter van Caftello a Mare: doch alvorens hy zyne overwinningen verder konde voortzetten, werdt hy ten eenemaal door de Spaanfche en Napelfche troepen omfingeld ; waar door hy genoodzaakt werdt zyn krygsvolk weder in te fchepen , en de plaats , welke hy maar eenige weinige dagen in hieldt, te verlaten. Eer nog de Franfchen zich aan boord begaven , plunderden zy de huizen der ingezetenen , en beroofden de ker en van alle derzelver fieraden en geheiligde vaten , waarnaazy hunne fchepen met dien buit laaiden en op den tienden van Wintermaand naar Ton-  va"n NAPELS 535 Ion in zee ftaken, wanneer een frnaldeel van drieëntwintig Ewelfcbe oorlogfchepen, welk door Cromwel tot hulp ^ der Spanjaarden gezonden was, zich in de golf van Napels ^ zien liet. Offchoon de Franjeben dus in hunne onderneming tegen Napels te leur gefield waren , hadden zy echter den hertog van Modena overgehaald zich voor hen te verklaren , ook bleven zy den oorlog in Lombardye voeren , en belegerden in het volgende jaar Paria, waar door de onderkoning genoodzaakt werdt een frnaldeel oorlogfchepen en galeijen uitterusten , en zevenduizend vyfhónderd voetknechten , benevens vyftien honderd ruiters tot hulp van den bevelhebber van Milaan te zenden ,. welke door die verfterking den hertog van Modena noodzaakte het beleg op te breken. Dewyl Sardinië te dien tyd door de pest bezocht was, verboodt de graaf van Caftriilo , op de zwaarfte flraffe , alle verflandhouding of handel met dat eiland. Doch in het volgende jaar kwam een vrachtfehip van dat eiland, met foldaten aan boord , in de haven van Napels , en het volk daar van aan land gegaan zynde, werdt die plaag door deze onoplettendheid in de flad gebracht , alwaar dezelve met het grootfte geweld woedde, en fleepte in min dan zes maanden tyds viermaal honderd duizend inwoners uit het koningryk weg. Het ongemak werdt door de Geneesheeren in het eerst eene kwaadaartige koorts genoemd ; en wanneer een derzelven flaan de hieldt, dat die befmetlyk was , werdt de onderkoning , welke vreesde , dat door een zodanig gerucht alk gemeenfehaphouding met Napels zoude afgefheden worden, zeer verftoord wegens die verklaring, en liet den genees kundigen gevangen zetten. Hy ftondt hem nochtans al: eene gunst toe naar zyn huis te keeren , en aldaar t< fterven. Door die handelwys van den hertog werdt di ziekte verwaarloosd , en maakte een fchielyken en vrees lyken voortgang , waar door de gantfche flad met ver baafl lI.Boek. i. joofdst. vu. Afd. 1^55. Eene verfchriklykepe t in Napcis. ■  ir. Boek. I. Hoor dst. vn. Afb. I • ) < ] ] j j i I j 1 c z 5S6 HISTORI 'E baafdbeid vervuld werdt. De ftraten krielden van heilige omgangen, die door elkander liepen , en alleen ftrekten om de beimetting in alle de wyken over te brengen. De vrees van het volk vermeerderde deszelfs bygeloof, en vermits men elkander vertelde , dat eene zekere non voorzegd hadt , dat de pest zonde ophouden door het bouwen van een woning voor hare uflers de nonnen op den heuvel van St. 'Mèérten , werdt het gebouw aanflonds met een vurigen \ver begonnen. De perfonen van den eerflen rang beviytigden" zich de een voor den ander , wie hunner het gêringfte werk zoude verrichten. Eenige belaadden zich zeiven met balken , andere droegen bakken vol met kalk en fpykers terwyl de heden van allerlei rang zich zei ven van hunne ioftbaarfte goederen ontdeden , en dezelven wierpen in si'ynvaten , we ke op de ftraten geplaatft waren om de liefdegiften te ontvangen- Doch hun lieder gewoel, en le toenemende hitte verfpreidde de ziekte door de gantche ftad , zo dat de ftraten en' kerken met lyken°verimld wierden , waar van het getal gedurende eenigen' tyd :n hooimaand , daaglyks op vyftien duizend beliep. Middelerwyl gebruikte de onderkoning alle mo^elyce voorzorgen om de woede der ziekte te fluiten , en le verfpreiding van| dezelve in de provinciën voor te romen. Desniettegenftaande verwoeftte de befmettin^ iet gantfche koningryk , uitgezonderd de landfchappen ^n Otranto, Kalabrie, Oltra als mede de fteden Gaeta, Sa. nénto , Paolo y Belvedère , en eenige weinige anderep'aaten. Dit algemeen ongeluk van 'Napéis werdt nog ver;root door fommige misnoegden, welke te kennen ga'en , dat de ziekte met voorbedachtheid door de Spanaarden ingebracht was , en dat 'er' veele perfonen vernond door de ftad liepen , welke vergiftig poederftrooierf. Dit valfche gerucht maakte het volk woedende o dat het zelve de Spaanfche foldaten geweld begon aan te  vak NAPELS 535 te doen , en een opfland dreigde; waarom de onderkoning genoodzaakt werdt , om ter bedaringe van het volk, een misdadigen te laten rabraken , op voorwendfel , dat hy een zodanige uitftrooijer van vergif was. Na dat vervolgens omtrent het midden van Oogstmaand eene geweldige en aanhoudende regen gevallen was , begon de ziekte te minderen, en op den achtften van Wintermaand verklaarden de geneesheeren plechtiglyk, dat de ftad ten eenemaal vry was van befmetting. De plaag hieldt echter nog verfcheide maanden aan in de provinciën , weshalven de onderkoning verboodt , dat niemand zondei zyn verlof in de flad mocht komen, welk verbod tot Slacht' maand van het volgende jaar fland greep (ede Spanjaarden hslpi om ter, cp ftar.d u Mesfina ti Jtillen. i : mens waren een inval aldaar te doen. Maar dewyl ook ter zeiver tyd de ftad Mesfina van Spanje afgevallen was, en by de Fra-fchen hulp verzocht hadt, was de oplettendheid van den markgraaf het allermeest gevestigd omonderftand naar Sicilië te zenden. Hy bepaalde ten dien einde de ftad Reggio tot eene wapenplaats, zondt verfcheide galeijen om zich by de Spaanfche vloot te voegen, en huurde een groot getal Duitfch krygsvolk. De Franfche liepen echter op den derden van Louwmaand met verfcheide fchepen binnen de haven van Mesfina, en noodzaakte op den tienden der volgende maand de Spaanfche vloot, na een lang en wanhopig gevecht, in een befchadigden ftaat naar Napels te keeren. Alle de onkosten van het uitrusten der vlote, van de betalingen der maandgelden van de matrozen, en van het verzorgen der andere oorlogsbehoeften, welke bvna een miliioen bedroegen, werden allen door het konm^ryk van Napels gedragen, en de onderkoning verkocht om het nodige geld daar toe te vinden, de inkomften van de fchattingen en imposten tot eenen lagen prys, begaf het ampt van auditeur van 'slands geldmiddelen, op drie Iyven, voor zesenveertig duizend dukaten; eischte van de barons eene bepaalde fomme tot goedmaking van lunnen verfchuldigden onderftand in geld; en deedt een befiag op een derde gedeelte van het inkomen van alle vreemdelingen. Middelerwyl werden de Spanjaards ge* heel cn al uit Mesfina verjaagd; en dewyl te Madrid het gerucht liep, dat de markgraaf van Astorga, en deszelfs 'unfteiingen een groot gedeelte van het geld, welk voor ien oorlog beftemd was, t' zoek gemaakt hadden, en de ïrygsverrigtingen daar door zeer achteruitgezet waren twam de markgraaf de los Felez, op den negenden van ierfstmaand, wanneer de vloot in zee was, van Sardinië binnen de haven om Astorga op te volgen. X>e onderkoning ftondt dienvolgendc de regeering aan hem af, en vertrok  van NAPELS. 543 vertrok weinige weken daarnaa naar Spanje, alwaar hy tot een der raden van ftaat, en generaal van de artillery aangefteld werdt. Don Femande Faxardo, markgraaf de los Veles, verwittigd zynde, dat de Franfchen insgelyks een opfland in het koningryk van Napels zochten te verwekken, dat dezelve ten dien einde in verftandhouding waren niet de bariditen in Kalabrién, en openbare verklaarfchriften verfpreiden, waarby zy het volk aanzetteden om de Mesfikezen naar te volgen, benoemde hy eene junta om op de mis noegden onderzoek te doen en dezelven te ftraffen. Daar werden dien 'olgende verfchefden ontdekt, welke de oogmerken der Franfchen begunftigd hadden, waarvan eenigen in gevangenis gezet, en anderen opgehangen werden. Hy zondt cok ten zeiven tyde op het fterk aanhouden van de koninginnc moeder, als beftierfter, van de ryk en des konings, een machtigen onderftand naar Sicilië, hebbende ten dien einde den adel en burger ftand van Napels tot eene vrywillige gift van tweemaal honderdduizend dukaten overgehaald, welke fomme voor het grootfte gedeelte tot betaling van het leger in Sicilië be. fteed werdt. Wanneer eindelyk de Spaanfche vloot, in het laatst van Slachtmaand , door achttien Nedeiiandfche oorlogfchepen, en zes branders, onder het bevel van, den admiraal de Kuiter verfterkt was, werden de Mesfinei zen welhaast tot grote benaauwdheid gebracht; doch de 1 wyl zy nu en dan kleine onderftanden uit Frankryk ont-f vingen, bleven zy in ftaat om het twee jaren uit te houden, wanneer de Franfchen Mesfina lafhartig verlieten, zonder zelfs te wachten, dat de Mesfinezen den vrede met de fpannfche regeering gemaakt hadden; maar wanneer de Franfchen vertrokken waren, onderwierpen zy zich aanflonds aan de Spaanfche regeering, welke hun wel eene algemeene vergiffenis verleende, doch hen naderhand van aile hunne voorrechten beroofde, en hun- Eltiop. Hist. X. Deel. II. Stuk. Yyy ne II. Boek. I. Hookdst. VII. Afd. Hy wordt op ir.t boden en dcor den markgrcidf Je los Vele s opgevolgd. Je Franchen veriten Mesna.  II. Boek, i. Hoofdst VII Afd Grote wvi orde in Napels uit hoefde vin de ondeugenbetd. 544 H I S T O R T E ne ftad door een fterk en onwinbaar kasteel beteugelde. Men rekende, dat, uit hoofde van dezen wreedsn en hardnekkigen oorlog, weinig minder dan zeven miliioenen dukaten uit het koningryk van N-ipels gevoerd wa. ren, waardoor het volk tot eene grote elende gebracht was geworden. De zwarigheden werden daarenboven nog vermeerderd door de fleehte waarde van het geld, welke van dag tot dag verergerde. Die befmetlyke fout hadt zich tot de kloosters uitgeflrekt, en de monniken hadden grote vorderingen in de kunst van munten gemaakt. Zelfs de misdadigen, welke de galg ontfnapt, en wcgens_ bet valfch munten tot den roeibank verwezen waren, hielden dat werk ook nog op de galeijen by de hand. De onderkoning liet om die wanorde te fluiten, al het oude geld afzetten, en aan de genen, welke het zelve in de munt brachten, nieuw geld tot eene gelyke waarde geven. Maar vermits hy niet in ftaat was om genoeg nieuw geld te vcrfchaffen, beantwoordde dit middel niet aan de grootheid van de kwaal, of fchoon het de verwarring in eeniger mate verminderde. Het koningryk bleef ook ter gelyk nog blootgefteld aan de verwoestingen der banditen , om welke uitteroejen de onderkoning alle moeite te vergeefsch aanwendde. De 'markgraaf was daarenboven bezorgd om de ongeregeldheden binnen de :Lad te (luiten, aangezien de verfoejelykfte misdaden al. jaar zo wel by den adel als door die van den burgerfland begaan, en de zeden derzelven ten deele door de matrozen ran de vloot, ten deele door de foldaten, welke van tyd :ot tyd kwamen om in den oorlog van Sicilië te dienen, bedurven wierden. Hy liet verfcheide misdadigen zonder aanzien van geboorte of rang ophangen, veele anderen in flilte n de gevangenis wurgen, en veroordeelde een groot geal tot de galeijen. Middelerwyl hadden de Franfchen , niettegenflaande iQïi vrede van Nymegen, Straatsburg op eene verrader- lyke  van NAPELS. SA-S' lyke wyze by verrasfing ingenomen , eene bezetting in het kafteel van Co/al in Montferrat gelegd , en zich van verfcneide landen in Duitsland meefter gemaakt , onder voo'-wendfe! dat dezelve behoorden tot de opperheer, fchappy van de plaatfen , welke hun by het verdrag afgegeftaan waren , over welke onmatige en onrechtvaardige eerzucht gantsch Europa zich begon te ontzetten (x). De Spanjaards waren zeer beducht voor derzelver oogmerken tegen het Milanefche en Kata ontè , zodat de onderkoning genoodzaakt was twee duizend mannen , en twee fcheepen met krygsbehoeften geladen van Napels naar Barceluna te zenden. Daar werden ook aanzieniyke onderftand gelden van de Napejchen gevorderd; maar terwyl de onderkoning bezig was met het uitzien naar middelen om het benodigde geld te vinden, kwam de markgraaf del Carpio , op den zesden van Louwmaand als deszelfs opvolger te Napels aan. De Los Veles gaf hem drie dagen daarna de regeering over , en keerde fchielyk naar Spanje , alwaar hy minlyk door den jongen koning ontvangen werdt , welke hem daarenboven met eene plaats in den ftaatsraad vereerde , en tot voorzitter in den raad der lnai'ên aanftelde. Don Gasper de Haro , markgraaf del Carpio , hadt niet lang genot van de regeering gehad , of 'er brak eer nieuwen oorlog uit tusfchen Frankryk en Spanje, w aaron hy in Wintermaand een befluit liet afkondigen , waarbj hy alle Branjchen geboodt het koningryk van Napels t< verlaten. Middelerwyl befpeurde hy dat de bedorveni tucht en ongebondenheid van zeden niet toetefchryvei was aan het gebrek van goede en nuttige wetten , maa: aai (x~) Strot. Period, t. 10. p. 3098. A&a memor. & Peclarat. d Gaf regis dominio in decem Alfat. civit. Recueil ets Airets de I chamb. Royale dt Mets pour la reunion. Hist. d'Alface 1. XXIiL V; Leopold. p. 536. Yyy 2 ILBoek. i. Hoofdst. VII. Af». De mark. giaaf de les Vöj ies keert naar Spanje. De markgraaf del t'arpio tot onde koning aan! gefield. ! 1683. I l t l  II. Boek, I. Hoo;dst. VII, Afd. ] < 1 ( C i \ \ I ^ 1 É d 2 c v k d r< ri ei de d« of Oi 54& HISTORIE aan eene te grote toegevendheid der overheden , weshaiven hy befloot zich bepaaldiyk aanreene onverbreeklyke en onkreukbare rechtspleging te houden Hv bemen-te ook reeds in het begin zyner regeeringe , dat de meenigvuldigheid der misdaden voomaamlyk aan het dra. gen van fchietgeweer , en andere beledigende wapenen welke een ygelyk ia zyn gordel haft, toe te fchryven ivas, wesbalven hy een ftreng befluit liet afkondigen, vaarby den overheden alle macht ontnam om verlof tot iet dragen van zodanige wapenen te geven. Hy deedt )ok de oude wetten tegen lediggangers en landlopers lerleven , en beval den amptenaren zorg te dragen dat jezelve wel onderhouden wierden , zoda\ in korten tyd Ie gelegenheden van zo veele misdaden en wanorde weg ;enomen waren. Omtrent den zelfden tyd maakte hy 'erfcheide fchikkingen om het bedrog , en "loze trekken, relke reeds al te gemeen onder de handwerkslieden voorlaamlyk die, welke in goud en zilver werkten,geworden raren voor te komen ; en acht flaande op de verderf, yke gevolgen der weelde , verboodt hv by eene geflrenc wet het bovenmatig getal van huisbedienden, het ragen van geborduurde klederen, als mede van goud of ïlver ftof; hy verboodt ook het gebruik dier metalen p draagftoelen , koetfen , kalesfen , en zadels. Hy be[ytigde zich niet min op de hervorming der rechtbanen , en_ deedt zyn best, om de misbruiken , welke in ïzelve ingeflopen waren , met de grootfte zorg uit te )ejen. Doch twee zaken maakten boven al deszelfs regeeng roemruchtig , het munten, namelyk, van nieuw geld, i het unroejen der banditen. Ter bevorderinge van in waarde houding van 't geld , begon hy met deou* : wetten tegen de genen welke valsch geld inbrachten, eenig gemunt geld fmolten , te doen herleven; ena eene lom ter vervuiling van het'gebrek , welk door' de  vax NAPELS. 547 de befnoeyipg veroorzaakt was, te vinden , ftdde hy] eene belasting van vyften granu op ieder fchepei zout, welke door een ygelyk zonder onderfcheid van rang zou-' de moeten betaald worden ; hy vorderde ook eene jaar.lykfcbe rente van al het inkomen der Najolitaanen en der vreemdlingen , als mede van de inboorlingen , die buiten leefden, welke rente binnen drie jaren moest betaaid worden. Ter uiDoeying van de banditen vergun* de hy aan alle misdadigers , en ontpoorderden eene volkom ene kwytlcheluing , mits dat zy hunnen byfland wilden verleenen in het vervolgen van de hoofden , en benden derzelven ; hy zette eene grote beloning op de hoofden der genen , welke niet levendig konden bekomen worden , en het alle floten en huizen , waar zy gewoon waren hun verblyf te houden, afbïeken, ten welke einde hy krygsvolk, welke ook grof gefchut by zich hadt, tegen hen afzondt; en om dezelven verder van alle befcherming te ontflaan , liet hy eene flrenge wet afkondi d gen tegen alle de genen , welke eenige verftandheuding ^ met hen hadden , of hun eenigen onderftand gaven, eenige gunst bewezen, of van levensmiddelen bezorgden, met bevel, dat de genen , welke hen van wapens , of buskruid voorzagen , of eenig deel in hunne roveryen , of in de losgelden , welke zy trokken , genoten, zeiven als handdadigen zouden aangemerkt . en met den dood geflxaft worden. Vermits de ftrengheid en onpartydigheid des onderkonings de barons ontzette , verlieten zy de boosdoeners wel haast, welke zich van, alle befcherming ontblood vindende , zo verfchrikt waren , dat zy nergens anders op dachten , dan om zich door de vlucht, of door onderwerping te redden. De geenen, welke gevat werden , moesten de billyke ftraffen wegens hunne misdadn ondergaan , zo dat zy binnen kort op eene zo volflagene wys uitgeroeid wierden , dat zy nimmer weder in het koningryk. gezien wierden. Yyy 3 Ter- L Hor ic. \. loOFDST. VIL Afd» Hy rctidt >. banditen ft.  548 HISTORIE II. Boek. k l' Hoofdst VII. Afd. Deszelfs dood. 1687. Hy wordt door den graaf van Santistevan opgevolgd. Welle het nieuwe geld in gang brengt. I Terwtl de markgraaf op zodanige wyze de fchrik van moedwillige misdadigers was , was hy ook de voor. ftander en befchermer der deugdzamen en behoeftigen. Hy onderfteunde de armen en onge ukkigen met grote liefdadigheid , en verwierf de genegenheden der Ni o!itanen door de ftad met overvloed van voorraad te voorzien , en door het verfchaffen van eenige prachtige openbare fchouwfpellen. Hy was te gelyk'fpaarzaam en gematigd , en betoonde eene grote verfoeving voor tierigheid en omkoping. Nadat hy dus;,;zich zeiven in 't algemeen geacht en bemind gemaakt hadt, werdt hy , op den vyftienden van Slachtmaand, ongelukkig door den dood weggerukt , voor dat hy nog het vyfde jaar van zyne regeering voleind hadt (y). Op de tyding van deszelfs overlyden beaaf de markgraaf Don Lorenio Cohmna , groot konftabel van het ryk zich aanftonds van Rome , en aanvaardde de reg-ering , welke hy tot in het begin van het volgende jaar behieldt, wanneer Don Francescu Benavides , graaf van Sant ft > vin > welke onderkoning van 'Sicilië geweest was , den overleden markgraaf in de regeering opvolgde. De graaf trachte in het voetfpoor van zynen voorganger te treden , en hernicuwdeaanftonds de wetten, de belangende handwerken, mondbehoeften , en het dragen van wapenen. Hy was voornamelyk bezorgd om het nieuwe muntwerk te voltooyon, 't welk zyn voorganger niet hadt mogen beleven, Hy voegde ook eenige nieuwe geldfoorten in , en verhoogde de Waarde van het geen door den overledenen markgraaf gelagen vas met tien ten honderd, 't welk een weinig meer was dan de inwendige waarde van het zilver ; waar door hy iet fmelten en uitvoeren van het zelve buiten het koningryk belette. Hy liet verfcheide wetten betreffende de litwisfeling van het oude geld voor hec nieuwe afkondigen ö) B urnets Travcls, Let. 4. Giannone, ut fupjii.  vak NAPEL S. 549 digen , en fchreef de wyze voor , welke men in de geldiehietersbanken omtrent de wisfeibrieven en brieven van vertrouwen in acht moest nemen, Hy was echter nog niet te vreden met de verandering, welke hy reeds in het begin in de munt gemaakt hadt, maar hy verhoogde de waarde van de nieuwe munt met nog andere tien op het honderd, waar door hy niet alleen zyne eigene achting deedt verminderen, maar ook den koop' andel van het koningryk zeer benadeelde. Dewyl het volk ter zeiver tyd zeer ontzet was over een gerucht, dat 'er eene befmetlyke ziekte in de provincie van Bftii en te Civita Vccchia in. den kerklyken ftaat heerfcbte, verboodt de graaf allen handel met dat landfchap, en het grondgebied van de kerk, en ftelde in elke wyk van Napels eenige perfonen aan om te beletten, dat 'er niemand *;zonder de vereifchte gczondheidsbrieven in het koningryk kwam, tot dat alle vermoeden van befmetting verdwenen was. In het volgende jaar zyner regeeringe, ondernam hy eene hervorming der rechtsbanken door bet bepalen van een tyd voor de beflisfing van alle zaken. Hy kondigde ook verfcheide voorzieningen af nopens de levensmiddelen voor de ftad en het koningryk, alsmede nopens het bedrog in het vertrouwen van den een op den ander, op den invoer van vreemde linnen en wolle lakenen, behalven nog omtrent veele andere zaken. Middelerwyl kwam de hertog van Medina Coeli, gezant wegens het Spaanfche hof te Rome, als onderkoning tc Napels, wanneer de graaf van Santistevqn hem de regeering overgaf, en naar Spanje vertrok, Don Ludovico de la Cerda, hertog van Medina Coeli befloot het roemryke denkbeeld van den markgraaf del Carpio naar te volgen. Hy begon zyne regeering met pogingen om den verboden handel, en het bedrog in 4f tolhuizen, alsmede den invoer van koopmansgoederen, te beletten. Deszelfs wetten tegen die ongeoorloofde han delin- II. Boek. L Hoofdst. VII. Afd. Hy wordt naar Span;, je ontboden. 2695- De hertog van Mtiiim Coeli ■tot onder•koniv gaart* gejïeld.  550 HISTORIE II. Boek i. Hoofdst, VI'. Afd. j i 1 I 1 i \ 1 I £ ■■kil é x ■■■■ delingen, voornamelyk om de befchuldigden op zwakke bewyzen voor overtuigd te hoiuien , waren zo ftreng, dat de Seggi, uit vrees, dat 'er een misbruik van dezelve zoude gemaakt worden, goedvonden zich daar tegen te kanten. De hertog was ook eerzuchtig genoeg om d.n overledenen merkgraaf in de pracht van openbare fchouwfpelen naar te boosfen. Hy vergrootte de fchouwpiaats en -voorzag dezelve niet alleen van kostbare en deftige toneelen, maar ook van de beste muzykmeesters uit Europa, Hy moedigde de geleerdheid en de geleerde lieden rjp eene byzondere wyze aan, hy liet hen hunne vergadering in zyn paleis houden, al vaar hy hunneonderfchefde opftellen met grote opiettenheid aanhoorde. Middelerwyl begon het volk zeer bekommerd te ivorden, zo wegens het verval van den ftaat van Spanje als wegens de toenemende macht van Frankryk, welk aof in dit jaar vyf fterke legers in het veld gezonden , en dezelve gedurende den gantfchen veldtocht in 's vyands iand onderhouden hadt. Doch 't geen voornaamlyk het töningryk van Napels, en alle andere ftaten der wyd jitgebreide Spaanfche alleenheerfching ongerust maakte , vas de tyding van de aanhoudende zwakheid van koning Karei, welke nu wanhoopte om eenig kroost te krygen. De wanorde en ftaatswisfelingen; welke deszelfs oveJyden i:ar waarfchynlykheid ftonden te volgen, vervulden de ;emoederen der Napolitanen met grote vrees, welke wel laast bleek al te zeer gegrond te zyn; want kort na het luiten van den vrede te Ryswyk maakten de koningen •an Engeland en Fra,kr\k, de republyk der Fereenigde Nederlanden, benevens den hertog van Savoye, tegen ali regels van billykheid een verdrag van verdeeling, volens 't welk de koningryken van Napels en Sicilië met erzelver onderhorigheden, de ftad en het merkgraaffchap an Fine/, als mede de provincie van Guiviscoa aan de 'ranfchen toegewezen werden. De fponjaarden , die twee honderd  vam NAPELS. 551 honderd jaren te voren zich zeiven op de wyd uitgeirrektheid hunner fiaten beroemd hadden, waren over dat verdrag ten uiterfien misnoegd, en de Napolitanen, benevens de Sicükrs hadden reeds zederd verfcheide eeuwen een grcten afkeer tegen de Frcnjclenopgevat," cesniettegenfraande werdt Karei, welke ook zeer verbitterd was tegen koning Willem en Lcdewyk den vcei tiei.den, overgehaald om Filip, den tweeden zoon van den Dauphin, by. zyne uiterfie wille tot erfgenasm aan te feilen, ten nadeele van het huis van Ocstcnryk, welk uit hoofde van, den plechtigen afftand van Maria 'Iherejla, ten tyde van haar huwelyk met den koning van Frankryk een vry beter recht hadt. Koring Karei overleefde deze making niet langer dan eenige weinige weken en ftierf op den eerften van Slachtmaand. De tycing van deszelfs dood en de opvolging van Flip van Jnjou kwam fchielyk te Napels, en vervulde de gemoederen van het volk met Ipyt en verwondering; doch vermits de onderkoning onmiddelyk twee uittrekzels uit den uiterften wille van den overledenen koning liet afkondigen, werdt Filip zonder eenige de minfte opichudding of beweging voor deszelfs opvolger erkend (JF}. Df. (W) De hertog van Medina Coeli keerde kort hierop naar Spanje, alWaar hy als eerfte ftaatsdienaar van konirg Filip handelde,- doch in het jaar 1710 werdt hy gevangen gezonden naar het kasteel van Segovia, van waar hy wederom naar verfcheide andere gevangeriMen gevoerdt werdt, zonder ooit verhoord te worden. Weinige maanden Jaarna kreeg men bericht dat hy zynen natuurlyken dood in de gevangenis geftorven was,doch men ge'oefde in het algemeen, dat zyn overlyden door kwademiddelen verhaast was. Deszelfs ongenade en gevangenneming werden onderfteld daaraan toegefchreven te moeten worden, dat hy ingewikkeld was in eenige geheime partyfchapp;n met de Spaanfche grandes, welke op de tyding dat de bondgenoten in de onderhandelingen te Geertruiden' lerg aangedrongen hadden, dat Lcdewyk XIV zynen kleinzoon geheel en al zoude laten varen, verdacht waren van het nemen van geheime maatregelen, tot hunne eigene veiligheid. (1) (1) Bumet. Hare 'sLetters to a Tor-i Member part 2. • Europ, Hist. X. Deel. II. Stuk. Zzz II. Boek I. BooFi st. VII. Afd. 1699. Koning Kareltttlt '"Hip van' Aüjoutot 'ifg ■• aam ■ ar a'.lezy\eftaten. 1700.  II. Boek. I. HoofDST. V. Afd. De keizer de Engelfchen en Neder. Ianders verklaren ien oorlog tegen de Franfchen, en Spanjaar- ien. i 1 ( t I I ( 1 1 ( ( l e c t d 552 HISTORIET De Keizer en de andere partyen, welke in de beraam^ de verdeeling bemoeid waren, over eene zodanige vermeerdering der macht van het huis van Bourbon nayve. ng zynde, befloten aanflonds zich tegen de vestiging van Filip op den throon van Spanje aan te kanten; doch op dat zy de Spanjaarden door geene nieuwe verdeeling van. derzelver ftaten verftoren mochten, kwamen zy overeen Dm den aartshertog Karei, tweeden zoon des keizers, op den throon te zetten. Zy verklaarden dien volgenden ien oorlog tegen Lodewyk den veertienden en Filip , na lat zy alvorens onvoorzichtiglyk toegelaten hadden, dat Pihp zich gerustlyk te Madrid neerzettede, en de Fran. Iche krygsmacht Napels en het hertogdom van Milaan in aezit hadt genomen. Offchoon paus Klemens de Elfde de belangen van Filip onder de hand begunftigde, was iy echter bevreesd , dat de party van den aartshertog ïarel de overhand zoude hebben, weshalven hy weigerie zich ten behoeve van den een of anderen der par;yen te verklaren , niettegenftaande beide dezelven hem >m de beleening van het koningryk van Napels verzoenen; doch zich met de gefchillen van twee zulke machtiige mededingers niet willende bemoeijen befloot hy de rergunning van beleeningj van Napels tot het einde van len oorlog uitteftellen; om echter beide de hoofdpartyen renoegen te geven, gaf hy een eigenhandig gefchrift in iet licht, waarby hy verklaarde, dat het uitftel geen naieel ter wereld aan de oude rechten des konings van >panje zoude teweeg brengen (z)., Ondertusïchen was prins Eugeen met een keizerlyk ;ger in Lombardye gevallen,.en deedt aanmerkiyke voreringen m het Milaneefcbe en het Mantuaanjche, waar. p Filip befloot zich naar Italië te begeven, oordeelene dat zyne tegenwoordigheid een groten invloed zoude heb» EfpagÏÏ! L""T' Hift' de L°Uis 2IV' Bit«»0A-d* Hift. Gener.  van NAPELS. 55j hebben om zich van de -getrouwheid zyner Itdliaanfche onderdanen te verzekeren. De paus hadt zekerlyk de vriendiykheid om een kardinaal legaat te zenden, ten einde hem te gaan opwachten, over welke partydigheid de keizer zodanig misnoegd was, dat hy aanflonds zyn gezant bevel zondt om Rome te verlaten (a). Na dat Filip zich eenigen tyd te Napels opgehouden hadt, zeilde hy van daar naar Final, en vereenigde zich vervolgens met het Franfche leger onder Fendofme, 't welke op den vyftienden van Oogstmaand te Luzani door prins Eugeen' geflagen werdt. Dewyl de Franfchen, in de vier volgende veldtochten, zeer veel moeite hadden om zich tegen prins Eugeen te verzetten, en geene vyanden in Napels hadden, trokken zy het grootste gedeelte van hunne krygsmacht van daar, om hunne legers in Lombardye te verflerken, 't welk zy echter genoodzaakt werden geheel en al te verlaten. De keizerfchen namen met veel yver deze gelegenheid waar om eenen aanflag op Napels te wagen; en de keizer beval, in de volgende lente, in weerwil van de genegenheid zyner bondgenoten, welke een oogmerk hadden om m Provence te vallen , den graaf Daun om met achtduizend vyf honderd man uit Lombardyen door den kerklyken flaat te trekken. Kardinaal Crimani te Rome hadt alreeds met den hertog van Jkonteleone, en zyn broeder den aartsbisfehop van Napels een ontwerp van een ftaatswisfeling ten voordeele van het huis van Oostenryk gemaakt, zo dat het gantfche koningryk zich op de aannadering van den graaf voor den keizer verklaarde, 't welk den hertog van EJcakna, den Spaanfchen onderkoning zodanig verbaasde, dat hy zich met zyne krygsmacht naar Gaeta begaf, werwaard zy ook hunne fchatten en beste goederen gebracht hadden. De Napolitanen, wier oude verfoeijing voor de Franfchen, zederd derzelver laatfle regeering, was toegenomen , betuigden de grootfte blydZzz 2 fchaa ft. Boek. Hoofdst. VIL Afb. Koning Fiip komt te Napels. 1702. Trekt mir Lombar!ye. Napels {*lerwerptzich aan de keheilyktn. 1707.  II. Boek I. Hoofdst. vi'. Afd. < ï i Zy ver-1 torzaa j ken een op.i roer in Napels door t het leggen li van eene be £ hstingop het ooft. t 1 k 554 HISTORIE 'fchap op de aankomfte der këizerlyken, en de overhe. den van N/pels gingen tot am Averfi den graaf Daan te gemoet om hem de fleutels van hunne ftad aan te biedep,^ Het gantfche. koningryk erkende vervolgens Kdïd voor hunnen koning uitgezonderd Gaeta, Pefcara, en eenige plaatfen in Kalabrie, welke echter fpoedig bemachtigd werden., Pefcara, gaf zich uit gebrek van mondbehoeften over, en Gaeta werdt op den laatften van Herfstmaand ftormenderhand ingenomen en geplunderd. De hertog van Efcaona, en de bezetting, welke zich in het kasteel hadden begeven, waren genoodzaakt zich krygsgevangen over te geven. Derzelver goederen werden verbeurd verklaard, als aan muitelingen behorende, ïn de hertog, naar Napels, overgebracht zynde, werdt op eene onedelmoedige wyze aan den fpot van het volk, welk onder de ftrengheid van deszelfs regeering gezucht aadt, bloot gefteld. De Napolitanen bevonden nochtans wel haast, dat hun laat door hunne onderwerping aan het huis van Oosten■yk met zeer verbeterd was, want de graaf Dam, wel;e, tot de aankomst van een onderkoning, als ftedehou Ier aangefteld was, ging op zodanige wyze te werk, als. >f hy befloten hadt het volk door zyne bovenmatige af>ersfingen in den grond te helpen. Hy verwekte, door iet leggen van eene belasting op het ooft, een ontzagyk oproer in Napels, welk waarfchynlyk eenen algemeien opftand bedreigd zoude hebben , indien dezelve niet poedig afgezet geworden was. Wanneer hier over veragen aan de hoven van fVeenen en Barcelona, welke, tatste ftad toen in handen van koning Karei was, geaan waren, werden de bezwaren wegens de bovenmati. e afperfingen van den graaf herfteld, de misnoegden oner de Napolitanen geraakten op de aankomst van den ardinaal Grimani, fpoedig aan 't bedaren, en men maak! eene fchikking ter bemachtiginge van Sicilië, dewyl. de  van NAPELS. 555 de afkeérighei'd der Siciliers tegen de Franfchen bekend was. Men ftelde echter deze onderneming ter zyde en zondt eene k'eine krygsmacht om de bezettingen op de kust van Tcskane te 'vermeesteren, waarvan eenigen zich zonder veel tegenkanting overgaven O). Wanneer omtrent vier jaren daarna koning Karei zyn broeder Jofeph op den këizerlyken throon volgde, en de Tcrifche party in 'Engeland aan het bellier der zaken gekomen was , tradt koningin Anna van Engeland in eene vriendelyke onderhandeling met Lodewyk den veertienden om een einde van den oorlog te maken, dewyl het nu min flaatkundig geoordeeld wierdt om meer op de opvolging in de fpaanfche alleenheerfching voor den nieuwen keizer te blyven flaan, dan voor Piïp van Anjou. Ingevolge van'deze oogmerken der Rngtlfche flaatsdienaars kwam0 men tusfchen de hoven van Londen en Ferfailles wegens zeven hoofd artykels overeen, welke als tot een grondlegging van den algemeenen vrede openbaargemaakt werden. Deze voorafvastgeftelde artykels werden door het hof van FFeenen met veel verachting verworpen, en fmaakten den Nederlanderen ook gantfchelyk niet welke nadat zy te vergeefs getracht hadden de koningin van befluit te doen veranderen, op het laatst bewilligden om hunne gevolmachtigden naar Utrecht, welke plaats tot de vredehandelingen bepaald was, te zenden, en vrygeleidbrieven voor de Franfchen te bezorgen. De handelingen werden dan in het vo'gende jaar, op het laatst van Louwmaand begonnen, en duurden omtrent achttien maanden, in welken tusfchen tyd de Franfchen by zondere verdragen met Engeland, Nederland, Sevoye. Portugal, en andere der bondgenoten gefloten hadden. Keizei (a) Bamoï Hift. d'AlIem^ne t. X. PitiR nc°t , ut fupra, Lettre of the Eail of Manchistee to the Ëarl of Sundeiland, Giakkoms ut fupra. Zzz 3 [I. Boek. I. looms t. VII. Ai r>. De Aotshertog &i' rel tat-keiZit vtrktzm.i 71 r- Een vrede eejhten tusfchen dt bondgenoten ben i.ns dektvingin van Frank»  IL Boek. L hooedst. vii. Afd. ryk en Spanje. 1713. ! ] 1 De keizer weigerd Vi-( lipkoning ' yan Spanje te erkennen.1 t I l | s j 1 < z t V J & n « d >5ö HISTORIE Keizer Karei wilde ïechter nog fteeds blyven oorlogen ioch hy vondt zich welhaast buiten ftaat om de FraZ iche wapenen tegen te gaan, waarom hy ten laatften bewilligde om over een vrede met Frankryk te handelen *elke weinige maanden daarna te Rastadt tusfchen prins bugeen en den maarfchalk Filters gefloten werdt Bv dit verdrag werdt onder anderen bedongen, dat Karei in iet gerust bezit van het koningryk Napels, het hertogdom Milaan, het eiland Sardinië, en alle de vestingen op ie kust van loskanen zoude gelaten worden. Ofschoon nu wel de keizer den vrede met Lodewyk en veertienden gemaakt hadt, weigerde hy echter fteeds leszelfs kleinzoon Fhp, als koning van Spanje te erkenien , _en behieldt zich zynen ench op de gantfche opvol;ing in de Spaanfche heerfchappy. Uit dien hoofde be oonde hy zyn misnoegen tegen den hertog van Savoie n beval deszelfs gezant de ftaten van het ryk binnen 'eertien dagen te veriaten, om dat de hertog bezit van et eiland Sicilië genomen hadt, 't weik, volgens hec ver rag van Utrecht, door den koning van Spanje aan hem fgeftaan was. De keizer werdt, gedurende twee of drie iren, door een oorlog in Hungarye tegen de Turken be ït om zyne oogmerken tegen Spanje uittevoeren. Mid-" leJerwyl ondernam koning Filip, uit aanmerking van den wakken , en uitgeputten ftaat van zyn koningryk, niets ïgen den keizer; doch, omtrent drie jaren na den vrede an Rastadt, rustte hy op aanraden van den kardinaal üheroni, eene ontzaglyke vloot uit, en nam bezit van atdmie. De fpaanfche macht zeilde van daar naar -Sicilië iet oogmerk om Mcsjin* in te fluiten, vermits de her! )g van Su^oye verdacht was voornemens te zyn om in me verbintenis met den keizer te treden, en van onder ; hand niet denzelven over eene uitwisfeling van ficili$ 'gen Sardinit tc handelen. Nademaal de koning van vanjt door deze vyandJykheden, de onzydigheid van Italië  van NAPELS. 55? Italië gefchonden hadt, zondt George de Eerfte, koning van Engeland eene machtige vloot in de Midddlandfcbe zee-, onder het bevel van den admiraal Byng, en floot terzelver tyd een verdrag met den Regent van Frankryk en de Nederlanden, om den keizer Filip. en den koning van Sicilië, tot bewilliging in eenig vergelyk te noodzaken. Jn gevolge van dit verdrag, welKe door de bykomst van den keizer het vierdubbeid verbond genoemd werdt. werden de eerzuchtige inzichten van Alberoni verydeld ; en Fdip werdt in het volgende jaar genoodzaakt om de voorwaarden van een verdrag, welk de middelaars ontworpen hadden, aan te nemen, by het vierde artykel van welk verdrag bedongen werdt, dat hy moest afftaan van alle recht en aanfpraak op de ftaten, welke de kei« zer in Italië bezat, en te gelyk ook van het recht vol. gens welk Sicilië weder aan de kroon van Spanje zoude komen, gelyk by het verdrag van Gtrecht vastgeftcld was. Volgens het zelfde verbond was de koning van Sicilië ook verplicht dat koningryk aan den keizer over te geven, die hem ^daarentegen in het bezit van het eiland van Sardinië zoude ftellen,. terwyl de wede'kcering van dat koningryk, by gebrek van manlyke erfgenamen, aan de kroon van Spanje voorbehouden bleef. Dus werden de twee koningryken van Napels en Sicilië op eene plechtige wyze van de Spaanfche heerfchappy afgefneden, na dat dezelve meer dan twee eeuwen daar mede vereenigd geweest waren. Dewyl de verheffing van het koning ryk van Sicilië zederd den inval van Piet er van Ariagon, wiens eifchen door de pauzen tegen gefproken waren, verzuimd was, geloofde men nu dat de keizer de gewoonte om het koningryk van Napels van den paus ter leen te ontvangen door ongebruik wilde vernietigen, alzo hy reeds twaalf jaren in bezit van dat koningryk geweest was. Desniettegenftaande boodt Karei, lchoon men niet weet om wat reden, zyne hulde aan den hei- ligen II-.BOETt. ï, eïoofdst. VII. AïD. Engeland en Frankïyk noodzaken den keiier tit vrede. Filip Jlaat y.m alle 'echt op Napels af. 1719. De keizer mtvangt ie 'lelcening mn den lans.  558 HISTORIE II.ROEK. I VU. Afd. 1722. i AGT- ügen ftoel wegens Ntpe s aan, en werdt dezelve drie ja. ren daar na door Innocentius den bentienden aangenomen. Vermits de N'ipolitanen, zederd de laatfle omwenteling van ftaat, eene grote g, negenheid voor het huis van Ocs!:nryk had Jen doen blyken en zich met veel yver tegen de Svahjaarden, wanneer dezelve voor Mesfina verfchenen, verzet hadden , ftondt de keizer hun. als eene beloning voor'hunn- gerrouwh.id en yver, verfcheide nieuwe vryheden en vooirechten toe * Hy gaf de ftad en derzelver overheden meer aanzieniyke eertytels, en floot alle vreemdlingen uit van eenige ampten. "en kerklyke of wereldlyke bedieningen in het koningry-. te kunnen bekomen. Dewyl de paus, gedurende den oorlo* in Italië , eene grote partyuigheid voor deszelfs mededinger betoond hadt, ftelde hy zich uit weerwraak tegen de aanmatigingën van den ftoel van Rome, Hy vernietig le den rechtbank van den nuncius, en alle voetftappen van het geloofs onderzoek, ook ftelde hy by verfcheide koninglyke bevelfchriften vast het gewichtige recht van het ex equator regium tegen alle bullen, brevetten en andere brieven , welke van Rome komen mochten. Hy verboodt mede het Hellen van eenige jaarlykfche uitkeeringen, we. gens kerklyke bedieningen, ten behoeve van vreemdlingen. Hy ftrekte , ten vcordeele der baronnen, de leercopvolging tot in den vyfden graad uit, en bevestigde de voorrechten, welke aan dezelven door zyne voorgangeren toegeftaan waren. Het koningryk werdt ook begrepen in ie verdragen van beftand tusfchen den keizer en de Turken, en men hadt, door het openftellen van alle havens, voor,om jen koophandel tusfchen dat koningryk en DuitfcHland te spenen. De Napolitanen lieten de gunden en voorrechten, welke hy hun gefchonken hadt, uit dankerkentenis jegens hem, by een verzamelen, en drukken, op dat een eder derzelver waarde zoude konnen weten.  van NAPEL S. 557 'Italië gefchonden hadt, zondt George de Eerfle, koning van Engeland, eene machtige vloot in de Middellandfche zee, onder het bevel van den admiraal Byng, en floot terzelver tyd een verdrag met den Regent van Frankryk en de Nederlanden , om den keizer Filip , en den koning van Sicilië, tot bewilliging in echig vergelyk te noodzaken. In gevolge van dit verdrag, welke door de bykomst van den keizer het vierdubbeld verbond genoemd werdt, werden de eerzuchtige inzichten van Alberoni verydeld , en Filip werdt in het volgende jaar genoodzaakt om de' voorwaarden van een verdrag , welk de middelaars ontworpen hadden , aan te nemen , by het vierde artykel van welk verdrag bedongen werdt, dat hy moest afftaan van alle recht en aanfpraak op de flaten, welke de keizer in Italië bezat , en te gelyk ook van het recht volgens welk Sicilië weder aan de. kroon van Spanje zoude komen, gelyk by het verdrag van Utrecht vastgefteld was. Volgens het zelfde verbond' was de koning van Sicilië ook verplicht dat koningryk aan den keizer over te geven , die hem daarentegen in het bezit van het eiland van Sardinië zoude Hellen , terwyl de wederkeering van dat koningryk, by gebrek van manlyke erfgenamen, aan de kroon van Spanje voorbehouden bleef. Dus werden de twee koningryken van Napels en Sicilië opeeneplechtige wyze van de Spaanfche heeifchappy afgefr.eden, na dat dezelve meer dan twee eeuwen daar mede vereenigd geweest waren. Dewyl de verheffing van het koningryk van Sicilië zederd den inval van Pieter van Arragon, wiens eifchen door de pauzen tegen gefproken waren , verzuimd was , geloofde men nu dat de keizer de gewoonte om het koningryk van Napels van den paus telleen te ontvangen door ongebruik wilde vernietigen, alzo hy reeds twaalf jaren in bezit van dat koningryk geweest was.. Desniettegenftaande boodt Karei, fc'hoon men niet 'weet om wat reden, zyne hulde aan den hei• Europ. Hist. X Deel II Stuk. Aaaa ligen [I.Boex. L Hcofiist. Vil. Ai» Engeland 'tt Frank■yk na'idza" :en den leizer tot 'rede. Filip fiaat ,-nn alle techt op Napels if. 1719- De keizer mttangt de !jei-'ïizsj£ ven den paus.  II. Boek L ÜOOf DST. VIL Afd 1722, i I » < i BLAD- 558 HISTORIE van NAPELS. .ligea doel wegens Napels aan, en werdt dezelve drie ia- r%tZ^ a orJnTméuS de* Dependen aangenomen. Vermits de Napolitanen , zederd Je laacfte omwente- OolJZl. hïS gru,e §enegenheid voor het huis van Uj^sry* hadden doen blyken, en zich met veel yver tegen de Spanjaarden, wanneer dezelve voor Mesfina verleunen, verzet hadden, ftondt de keizer hun, als eene beloning voor hunne getrouwheid en yver, verfcheide nieuwe yryheden en voorrechten toe. Hy gaf de ftad en derzelver overheden meer aanzieniyke eertvtels , en fZ if^S^T? U?t ^.^ ampten3, en kerk? iyke ot were.dlyke bedieningen in het koningryk te kun. nen bekomen. Dewyl de paus, gedurende den oorlof k t 'aTÏ g™? Partydigheid voor deszelfs mededinger betoond hadt, ftelde hy zich uit weerwraak tegen de aanmatigingen van den ftoel van Rome.. Hy vernietigde den rechtbank van den nuncius , en alle voetftappen van het yke beveifchriften vast het gewichtige reent van het ex 'ouatur regtum tegen alle bullen, brevetten en andere brieSe hZa% V3a Rome.kom™ mochten. Hy verboodt li nfe\V^ eenlSe iaarJy^che uitkeeringen, we?ens kerklyke bedieningen, ten behoeve van vreemdlin. ?en. hfy ltr;kte, ten voordeele der baronnen, de leenjpvolgmg tot in den vyfden graad uit, en bevestigde de raorreenten, welke aan dezelven door zyne voorgangeren oegeftaan waren. Het koningryk werdt* ook begrepen in le verdragen van beftand tusfchen den keizer en de Turken, m men hadt, door het openftelien van alle havens, voor, om :en koophandel tusfchen dat koningryk en Duitschland te )penen. De Napolitanen lieten de gunften en voorrechten , ?y hi?n gefchonkeri h^t, uit dankerkentenis jeZ Ï ', by een verzamelen, en drukken, op dat een eder derzelver waarde zoude konnen weten.  BLAD W YZER DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. A. jc\ardbeving, (verfchrifclyke) in Ka> labrii; welker fchrik vergroot wordt door ten Bedrieger Pietro Paolo Sasfanio, die tot de Gaieyen wordt veïweezen. . . 507. Abiuzzo door Ambrofio Visconti overompeld, welke echter wordt te keer gegaan. . . 319 Adekhis \ o!gt zyn Broeder Radekar op in Bctnvento 24; verzoent zig met den Keizer , en wordt door zyn eigen bloedverwanten omgebragt. . . go. Ademar , Vorst van Sakrno, wordt door Gttaferius, zoon van Daufetius, gevangen gezet . 25. Aio volgt zyn Broeder RadelcMs op, welken de Eeneventaanen verftooten hadden, 37: wordt gevangen gero.nen en weder In vryheid gefield , ald\ ontflaat z'g van zyne onderwerping aan de Grieken. 39 Aica'a (de Hertog van) wordt tot ojb lerkcning van Nipe'.s aan gefield , 4(9; zyn Character 470, 474; verftrooid de Banditen, ald. verzet zig moedig tegen de indringingen der Roomfche Kerke in de koninglyke voorrechten, 471; inzonJerheid tegen de Bulle Tan Pius V. in Coena Domini, en veele andere misbruiken 472 env. zorgt voor de veiligheid des koningryks tegen de Turken 473, zyn dood. . . 474 Alcala (de Hertog van) volgt ion Antonio Alvares de Toledo, Hertog vsnAlba,op in hetonderkoningfehap van Napels, beklaaglyken tosftand des volks door de Oorlogen in Lombardyen, 502; eischt een algemeene vrywillige gift en vervreemd de Landen en Steden der Kroon tot het voeren van den Oorlog, ald: ai moedige ftaat des koningryks onder zyn beftuur nevens de ellen le en fchrik des volks, en de oorzaaken daarvan , 503, wordt terug geroepen. . 504. Alphonfus, van Arragon, wordt door Koningin Joanna II tot haar zoon en Erfgenaam aangenomen 362 ; Aaaa 2 komt  5<5o B LA D W Y* Z E R der. komt met een verfterking te Napels tot byftand der Koningin, en gefchillen tusfchen hen beide, 363 » env. wordt van zyne aanneeming ontzet en vertrekt naar Sptnje om nieuwe Oorlogstoebereidfelen temasken, 363; komt op het overlydsn der Koninginne met Xcne vloot in Italië, 380; wordt door de Ginueefen verflagen en gevangen genomen, 381; fluit een verdrag met den Hertog van Mihan tegen René van Anjou en wordt in vryheid gefield, ald; verfpiid te Gi.ta zyn tyd nutteloos , zyn bedryf tegen den Kerkelyken Jtaat, welk hem een mag. tigen vyand verwekt, 383; wordt door René van Anjou geilagen , doch herfteld zig en neemt Napels ftormenderhand in, 388," zyn plechtige intrede aldaar, 3895 ontvangt van Paus Eugeen de beleening van het Koningryk , 390; verzekerd zig door Huwelyken van de getrouwheid der Barons, 391; raakt in gefchil met Paus Calixtus III, oorzaak daar van ,395; zyn dood en Char^cter. 396". Alya {don Ferdinard Alvares de ToItdo , Heitog van) komt als Onderkoning te Napels, 465; valt met een Leger in oen Kerkelyken Jiaat en ftroopt tot voor Rome, 466: fluit vrede met den Fans en wordt na Spanje terug geroepen. 468. Annefe ( Januarius) een Geweermakei, wordt door het Volk vaniW pels tot hun Opperhoofd verkoren , 524; zyn Character en beftuur, 525; dwarsboomd den Hertog van Guife in deszelfs oogmerken, 520; treed; in onderbande- nug ujci uvn juin CU liUU CC« verarag mer aenzeiven, om de Spanjaarden in Napels te laateH komen , 530; wordt door den Onderkoning, om een gewaand verraad , ter dood veroordeeld , en op de Markt opgehangen. 532. Apulien onderwerpt zig aan Keizer Lottnrius, welke hetzelve :an Riinulf, Graaf van Arelline, ge:ft 124. Apuliert, (de) door de G>j';.ï?riomgeJs.ogt, brengen de Noormannen om. SS. Arcos (de Hertog van) zyn Character, 511; zendt verfterkingen aan de Spaanfche bezettingen in Toskane , en bezwaard het koningryk met onJraaglyke lasten , om de Franfchen in Itxlie tegen te gaan, welke door de Napolitaanen van hunnen kusten verdreeven worden , 512; fluit', uit vreeze voor den Hertog van Guife, een fchandelyk verdrag met de Muitelingen. 522. Arechis, Hertog vanBenevente, onderwerpt zig aan Karei den Greoten, 5; onttrekt zig aan de gehoor, znamheid der Franken, ald; vait in de Pausfelyke Landen , 't welk Karei den Groeten na Italië doet wederkeeren , die hem op nieuw aan de Frr.nken onderwerpt, en zyn zoon Grimoald, zyne dochter, nevens eenige anderen, tot Gyzelaars neemt 6; treedt in onderhan. ling met den Giiekfclitn Keizerin voorwaarde van het verdrag, 7; zyn dood en die van deszelfs zoon Romuald, ald; zyn Chsracler. ald. Argyrius wordt door Kondantyn met de ftad Bari en deszdfs gebied, cn.ier den tytel van Vorst van A- pulier., begiftigt. . 8r. Arragcn {don Peiro Antonio \an) volgt zya  VOORNAAMSTE Z A A K E N. s&>. zyn Broeder de Kardinaal a's Onderkoning op, 538; ftelt To:kane in ftaat van tegenweer en vervolgd de Banditen 539; zyn beftuur, wordt van de Regeering ontzet. . . 540. jtrragon, (de Kardinaal den Pafchal van) Onderkon'ng van Napels, geeft geftxenge bevelen ter- hervorming der hoofdftad en Natie, en tegen de bediieglyke bankroeten, 535,- wordt by het overlyden des Konings van Spanje, door de Koningin terug geroepen, om haar in. het ryksbeftuur by te ftaan , geduurende de Minderjaarigheid van haar zoon Karei den tweeden. 53S. Ajlorga {Don Antonio Alvarez, Markgraaf van) wordt Onderkoning van Napels , 540 ; arbeid met onvermoeiden yver om de menigvuldige euveidaaden uitteroeien, 541; zendt byftand na Katalonien tegen de Franjeben , en na Reggio , om oen opfland in Alesjïna-te dempen , voor welke haven de Spaanfche Vioot door die der Franfchen geflagen wordt, 542; mid- " delen door hem te werK gefteld om geld te verkrygen tot het toerusten der vioot. ald; wordt terug geroepen . . ald. Atenulphus overweldigt , op aanra> den van den Bisfchop Aihanaf.us, de heerfetappy over Kr.pua , 38; maakt zig meester van B-.nevent», 43; verydeit een opftand aldaar, 44: nevens zyne bondgenoten on beftand tegen de Saraceeuen, zoekt hy door zyn zoon Landulf hulp by Keizer Leo , en neemt zyn zoon Atenulph by z:g in de Regeering, 45; zyn dood en wordt door zyn beide zoonen in de Regeering opgevolgd, . ald. B. Balthafar, Broeder van Ottoian Bruns-'. wyk , trouwt met de dochter en erfgenaam van den Graaf van Bondi. . . .322. Bari (inwooners van) ftaan tegen de Griiken op, oorzaak daar van 67; onderwerpen zig op nieuw. ald. Benevento, (de Graaf van) Onderkoning van Napels , verbeterd de misbruiken in de lyfftraflyke Rechtbanken en legt nieuwe belastingen op , 489; beteugelt de listen der Geldfnoeijers en verwoest Durazzo , welk tot eene fchuilplaats voor de Rovers en Saraceenen verftrekte , 490; vervolgt de Banditen in Kalabrie, ald; verzet zig tegen de inkruipingen der Geestiykheid en tegen de vryplaatzen, ald.; wordt teruggeroepen., . . . 4°r- Benevento (de Hertog van) onttrekt zig van de onderwerping aan de Grieken, 39; wordt wederom door de Grieken onderworpen. 40.' Benevento , uitgeftrektheid van dit Hertogdons, en welke bezittingen de Griekfche Keizer in het zelve had. ... 2. Benevento en Kapua door Atenulphus onder ééncRegeeringgebragt, 44; wordt door de twee zoonen van Landtttf II gefcheiden , welke Keizer Otto voor hunnen opper, heer erkennen. . 49. Berengarius, hertog van Ftiuli, tot koning van Italië verkooren, ■ 39. A a a a 3 Bet'.  5** BLADWYZERdb* Bernard Ochus , een Kapucyner , plant de leer der Protestanten te Napels met goed gevolg voort, het getuigenis des Keizers wtgens hem 458» Birgia (de Kardinaa') wordt tot Onderkoning van Napels benoemd , 495; wordt weder afgezet, zyne verrichtingen. . . /„. Bynaamen, oorfpronk van dezelven ten tyde van Pandulf. . J7. C. Campmella fmeed een famenzweering tegen de Spanjaarden in Napels, doch welke ontdekt en geftraft wordt, 487; zyn dood, . . 4g8. Cartccioli, gunfteling van Koningin Joanna, ftelt veele listen te werk om de oppermagt in handen te krygen, 368; behandelt de Koningin op eene verachtelyke wyze, 379; wordt, op raad der Hertoginne van Sesfa, in zyn bed omgebragt, welke "te. vens Afhonfus te loor fteld. 370, 3 -j. Cajlrillo C Den Garda Grs:f van ) komt als Onderkoning te Napels 533; zyn btftuuf. . . s3+. Catapan , een I:aliaansch ampt wat het beteekend. . 63, Catapanita, nu Ci-if.nata, zynde het westelyk gedeelte van Apulië , door Èajmes tot een winge vest gemaakt. . . . 70. Celmna (de KiHiraal Pompeo) volgt d. Pihs van Or ng* op *h OnderXo irg van Nipels 449; flegte toeftaai waar in hy Nipels vin ft 450; zyre pogingen o n de algemeens bedorvenheid ufclerosiea door zyn 4k»oi yeryJeld. . 45, Cueva (de Kardinaal de) wordt ftedehouder van Napels. . 469. D. Diephold, word door Hendrik tot Graaf van Cerra bevorderd, 158; wordt verflagen doch fisat op zyn beurt de Graaf van Bunna 17c; en*. Verzoen ! zig met den Paus door wien hy in den Ban gedaan was, J72; wordt nevtns zyn zoon overvallen en gevangen gezet , doch ontfnapt, 172; behaald deoverwirnmg op de Napolitaanen en neemt hun Generaal gevansen- • • . 173. Doria, Siciliaanfch Admiraal, wordt door Roger de Loria gefl'gen, met verlies van verfcheide zyner Gaieyen. . . a6+i Drogo, Broeder van IVilem den Tieren arm , volgt kytj brosder op als Gra .f van Puglia, 82; zyn Broeders en ve ferteide nieuwe gelukzoekers komen uit zyn va. derland en worden met blydfchap Van hem ontvacgen en door hem bevorderd. . . ald, E. Engeland, Frankryk en de Nederland den noodzaaken Karei en Philip vrede te maaken, ftainde de laatfte alle recht op Napels af. 557. Eramus, eenige zvner Boeken worden te Napels als kettersch verbrand. . . 4f3li Eunques (donjuan Alphonfo) A mi. raai van Kastilii. tot Onderkoning va n Napels a a ngeft .'ld, word t, e ven ais zyne voorzaten, door Tt Hof van  VOORNAAMSTE ZAAK EN. 563 Tan Spanje om Volk en Geld gevraagd 5ir; fchort, om het misnoegen des volks, de inzameling der fchattingen op , ald; woidt daar over door 't Hof van Spanje fcherp berispt, en verzoekt van de Regeering ontflagen te worden. . . . 511. Eskalona , ( de Hertog van ) Onderkoning van Nipels, vlucht naar Gatta, alwaar hy gevangen gemaakt, zyne Goederen verbeurd verklaart en hy aan den fpot des volks bloot gefield wordt. 553, 554- F. Ferdinand III, jaloersch op het gezag van Gonzalvo, komt te Napels en behandelt den laaften met veel achting, 435, legt den Napolitaanen nieuwe belastingen op, ald; keert terug naar Spanje en neemt Gonzalvo met zig, welke in ongenade valt 436, zyn dood. 437. Ferdinmd, natuurlyke zoon van Alphonfus , volgt zyn Vader in het Koningryk Napels op. 39^,-wordt door Paus Calixtus gedwarsboomd ald; wordt door Paus Pius II bevestigd , en te Barletta gekroond 397, env ; wordt door Joan van Anjou gefligen doch henleld zig, wordt veifterkt door Scanderbegen verwoest het geb'ed van Tarento 401; verflaat den Hertog van Anjou by Troja , 402; wordt door die van Tarento verzocht de landen en fch itten van den overledenen Heitog in bezit te neemen 403; verliest zyn befchermer Pius II en neemt den Prins Rosfano in verzekering 404; zendt krygsvolk. mnToskane tot byfland van Pieterde Medicis, en heeft etn Gefüiilmet . Paus PauwelH, over de jaarlykiche fcratting, 405 ,• fluit met Paus Sixtus IV een verbond tegen de Florentynen] 4.07; fluit een verbond met de Florentynen, welke nevens de Venetiaanen den Turken tot een inval hadden aangezet, 408; helpt den Hertog van Ferrara tegen den Paus en de Venetiaanen, 411- fluit den vrede met hen 413; zvn gefchillen met Paus Innocentius VIII 414; nieuwe famenfpannirg tegen hem en zyrïe wreedheid, 416, env; wordt door zyne ondtrdaar.en gehaat, 417 ; zyn dood en Charafter. . . . 420^ Ferdinand, Hertog van Kalabrien, vlucht naar Ischia 423,- heroverd byna het geheele koningryk en trouwt met de Nicht des Konings van Spanje , zyne Moeie, 42 5; zyn dood. . . Franfchen worden op eene wrecde wyze door de Sicilïaanen omgihrfigtnevens de oorzaak daarvan. 239, 240. Frederik , zoon van Hendrik , verkrygt van Paus Celsstyn de belening van het koninkryk Sicilië , op verzoek van zyne .Modder Kor.Jtantia , welke Murcoald en alle de Duitfchtrs uit haare Hikten doet vertrekken, 160; debeleening wordt bevestigd door Paus Innocentius, welke geduurende de minderjaarigheid van Frederik het Ryk beftierd; de gevolgen daar van 161; aanvaard in zyn dertiende jaar de Regeering tn trouwt met Konftantia, Zuster des Konings van Arragon , 175 ; onlusten tefl dien tyde in Apulien, ad; wordt door verfcheide Duitfche Voifl-n tot  ■564 BLADWYZERdeh tot Keizer verkooren, 177; wordt als zoodarig te Aken gekroond , 178; wordt te Rome wederom gekroond en ftaat Sicilië aan zyn zoon Heidrik af, 179; houdt te Kapua een algemeene vergadering cn maakt verfcheide nieuwe fchikfcingen , 180 ,• Held Diephold in vryheid en band verfcheide oproerige Kerkvoogden en Baronnen, 181; maskt te Mesfina ver. fcheide nieuwe ' fchikkingen, ald; zyn gefchil met Paus Honorius en poogingen om denzelven te bevredigen, 182; hertrouwt, na hu overlyden van zyne Vrouw Kokftantia , met Jolanta, dochter van Joan de Brenna, erfgenaam van Jerujalem , 184; maakt toeftel om dit Koningryk te bemachtigen, bonwt verfcheide vestingen, verfraait N-.pels en ft'gt *ej eene Hroge School 185; zame^zwtering in Lon.bardye tegen hem, 187; waar over een vergelyk ge. troffen wordt, r83; wordt door Paus -Cregoor IX, wegens het niet volbrengen der beloofde reis naar 't Heilige Land, in den Ban gedaan 1E9 : maakt daar over een aanhang te Rome, die den Paus noodzaakt de ftad te verlaater , ald; volbrengt zyn tocht ns;r 't Heilige Land, geduurende weken 's Paufen Leger in Italië vair, 't welt hem terug doet keeren, ra met den Sultan een vieJe ge Coten te hebben 190, iot; ilu-t een vrede met <)en Paus cn voors carrier, van dezelve ics ; markt een . ftmepfte! van wettei voor zyne'Staten en verfeilt: Je andere fchikkingtn , 10?; ftrrdt de ' iwuaefegen in -Sicilië, 194; hei. fteld de Hooge School te Napels en helpt den Paus tegen de Romeinen, welke tegen hem waren opgedaan 195; hertrouwd met Izabella, dochter des Konings vmEngeland, neemt zynen wederfpannigen zoon Hendrik gevangen , en laat zyn c>udften zoon Kosr.raad tot . Keving van Euitschland kronen , 155," trekt met een gr^ot Leger ov>r de Alpen: in Lorrbariyê en div.jigt de verbondene ftccen- zig te onderwerpen 195; wcudt door d.-n Paus in den Ban gedaan 157; doet een inval in Ancona en verwoest het grondgebied van Rome, ald; verwerpt 's Pausfen voorflag om den vrede te bewerken, door aanhoudende vyandlvkheden, 198; . zyn gemalin Izaiel'.a en zyn zoon Henderik fterven, alsook PausCrego:rcndesze]fsOpvo\gerCeleJ{yni99;Innocentius IV, nieuw verkooren Paus , fte't eenige vredesartike. len voor, welke hy weigert aanter.emen, en wordt dcar over door denzelven in den Ban gedaan en afgezet, 200; wordt egter door de Kristen Vorsten als Keizer erkent, ald; ftraft een toeleg op zyn leven , door den Paus aangeftookt, 202; hy belegerd Pa>ma doch word gefl-.gen , vt-aar i:a zyne zacken agter uit gaan , 203; zyne toebereidzelen tot J-erftel door zyn dood gefluit 2zi; zyn berouw. . . 'ald. [Frederik (don) wordt, na deaffti'd van zyn Broeder Jccob, tot Konii g van Sicilië gekroond 261; doet een Inval in Kalabrie en bemrc'-itigd verfcheide Plaatzen en het Grsr.ffchppCatauzara, ald; deoverwinning van den Hertog van Ki-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 565 "labrie, by Mesfina , doet een vrede fluiten tu'fchen hem en zyne vyanden 267; zendt een luisterryk gezrmtfchap naar Keizer Hendrik VII te Genua en een ander naar Pifa, 273; treedt in een naauw verbond met Keizer Hendrik , welke hem tot Admiraal van bet Ryk benoemd, 276; doet een landing in Kalabrie en neemt verfcheide plaatfen in, 276; fluit een beftand met Robert voor drie jaaren en hervat daar na de vyandlykheden, 277; fluit een nieuw beftand, 278 ; wordt door den Paus in_den Ban gedaan, en laat zyn oudfte zoon Pieter kronen , 280 ,• zyn dood , wordt door zyn zoon Pieter opgevolgt. . 287- Frederik volgt zyn Broeder Lodewyk van Sicilië op, 313; trouwt met de dochter des Konings van Arragon 316 ; fluit een vrede met Koningin Joanna 318; trouwt met Antonia del Balzo en wordt te Palermo gekroond, 320; zyn dood, bv welke zyn eenige Dochter Maria hem opvolgt," en de wanorde op het Eiland. . 322. Frederik volgt zyn Neef Ferdinand, koning van Napels , op ; zyn Charafter, 425; ontvangt de bevestiging van den- Paus en wordt te Kapua gekroond, 426; verbond tegen hem tusfchen den Koning van Franhyk en den Paus, en wordt van het Milaneefche beroofd, 427; biedt den Koning van Frankryk aan hem Schatting te betaalen , welke dit afflaat, en met de Koning van Spanje in Napels. valt 428; ftaat zyn Ryk aan Lodewyk , Koning van Frankryk , af, en het gevolg daar van,.429; Europ. Hist. X. Deel II. Stuk. zyn dood te Tours en verhaal van zyn geflagt. (s) . 4i<- G. Gaideris volgt zyn oom Adelchis in het Vorftendom Benevento op , ten koste van deszelfs zoon Radelchis. . . 3S- Genueefen maaken een groote toerusting tegen de Siciiiaanen; doch worden overgehaald die te ftaaken. . - . 257. Gifulphus , kleinzoon van Guaimarius II, volgt denzelven op in Salemo, 48; wordt van Keizer Otto en zyne Zuster Adeleid minzaam ontvangen, 51; wordt door zyn oom Landulf verraden en afgezet , doch door Pandulf herfteld, 55 » 56; welke na zyn dood tot erkentenis het Vorftendom verkrygt. . 57- Gonfalvo, Groot Konftabel, eer bewyzingen welke hy van den Koning van Frankryk geniet, 437; raakt in ongenade by Ferainand. ald, Giimani, Kardinaal , komt als onderkoning te Napels. ^54. Grimoald volgt zyn vader Arechis in Benevento op, 7; voorwaarde op welke Keizer Karei hem zyne vryheid geeft, 8; verflaat nevens de Veldoverfte van Pepyn, de Grieken, welke in Kalabrie geland waren , 9; onttrekt zig der onderwerpinge aan Karei den Grooten , 9; corlog tusfchen hem er. Pepyn en zyne poogingen om denzeiven voortekomen, ald; zyn dooJ, 10. Grimoald, de Schatmeester, volgt Grimoald in Benevento op, n; vrede tusfchen hem en-Karei den Bbbb Gro*  56-6 BLADWYZERder Grooten , by welken hy fcbattingfchuldig wordt, ald; berentNapels ter zee en te land, ald; recht eene vreeslyke flachting onder de Napolitaanen aan, ald; wordt door den Graaf van KonJia_ vermoord. „ 12. Guaimarius volgt zyn vader Guaferiut , vorst van Salerno, op, 34; ftaat den Bisfchop Athanafius met krygsvolk by om de Saraceenen te verdryven , 36; wordt door den Griekfchen Keizer onderfteund tegen Athanafius en de Saraceenen , 38; wordt door zyn zoon Warnar den tweeden afgezet. . 43. Cuido, Hertog van Spoleto , wordt door Paus Formofus tot Keizer gekroond, . , 40, Guifcard, (Robbert) volgt zyn broeder , Graaf Umfred, in Apulién op, 78; maakt, geduurende de verwarringen te Rome en te Kon ■ Jiantinopole grote vorderingen in Kalabrien, en laat zig tot Hertog van Apulien e.j Kalabrien uitroepen, 90; verkrygt de beleening dier Hertogdommen van den Paus, 92; bemachtigd Bari, en verfcheide andere fteden, en onderfteund zyn Broeder Rogier tot vermeestering van Sicilië , 93; herovert Salerno, en wordt nevens zyne aanhangers door Paus Gregoor in den Ban gedaan 9Ó; verzoend met denzelven en verkrygt de beleening van hem , 08; valt met een Leger in Griekenland, 100; verlost den Paus uit handen van Keizer Henderik, 101; zyn dood. Guife (de Hertog van) fielt deNapohtaanen voor , zig tot een Gemenebest te maaken en bied zich tot opperhoofd aan, 522; welke waardigheid hem wordt opgedragen , 525; verlegenheid waar in hy zich bevindt, ald; worftelt dezelve te boven, 527 énv; wordt door den Paus onderfteund, wel. ke hem de beleening van Napels aanbied, 529; wordt verraden en vlucht naar Abruzzo, doch wordt door de Spanjaarden gevangen genomen en naar Gaeta gevoerd , 530 ; wordt op verzoek van den Prins van Condé ontflagen, 531; verfcbynt met een Franfche vloot op de kust, doch is genoodzaakt af te trekken. . 534, Henderik II trekt met eén Leger naar Italië, 82, komt andermaal in Italië en belegert Rome. 100. Henderik VI. komt met een Leger in Italië en wordt te Rome, door Celestin III, tot keizer gekroond, 15?; onderwerpt Apulien, rs3; verliest het zelve 154; herneemt het, en verwoest Salerno, uit wraak over het gevangen neemen van de Keizerin Konjhntia , 155 i vermeestert Sicilië, isö; zyne wreedheid, om welke zyne gemalin KonfcanHa zich rpsnlyk tegen hem verklaard en hem belegerd, 156, env. zyn dood. 159. Hendrik VII. wordt te Rome gekroond en gaat een verbond aan met Fred-rik van Sicilië, 274; ontzet Robbert van alle zyne ftaaten en trekt ten dien einde max Apulien, doch fterft te Benevento, 2y6. Hunnen (de) trekken tot aan Kapua en Lucera, maar worden door de inwooners verflagen. . 49. I.  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 567 1. Jacob, (don) zoon van Pieter, koning van Arragon, wordt tot koning van Sicilië gekroond, 25c; 2yn verzoek om vergiffenis voor de Sicihaanen wordt door Paus Hor.orius geweigerd, welke hem, nevens zyn Broeder Alphonfus, in den Ban doet, 251; doet een inval in Kalabrien en bemagtigd verfcheide plaatzen, 253; fluit een vrede met Koning Karei, 255 ; volgt zyn Broeder Alphonjus in het koninkryk Arragon op en trouwt met de dochter des Konings van Kalabrien, 256; bewilligd in een fchandelyke vrede met Koning Karet en ftaat van Sicilië af. 260. Jacob, Graaf de la Marche, trouwt met Koningin Joanna II, en neemt den tytel van Koning aan, 355; doet Sforza en Pandolphello pynigen en zet de Koningin gevangen, welke echter door de Napolitaanen-'m vryheid gefteld wordt, 356; verzoent zig met haar en belooft het opperbeftier niet te zullen aanneemen, 357; wordt door de Konmgin gevangen gezet, doch weder ontflagen en vertrekt naar Frankryk, 358. Inhuldiging, verfchil deswege tusIchcn de Paus en de Keizer. "3. Inquifitie, bericht wegens dezelve. 458. Joanna, kleindogter van Robbert, Koning van Napels, wordt tot Koningin van Napels gekroond, 291; de Hungaaren maatigen zich het beftier derzaaken aan, ald; Charaétervan haar en haar gemaal, ald; 330; Paus Btnifacius verleent eene Bul om haar Gemaal tot Koning te kronen, welke te Averfa vermoord wordt 292, env, hertrouwt'met haar Neef Lodewyk , tweede zoon van den Prins van Tarento, welk Huwelyk het misnoegen haaretonderdaanen vermeerderd , en den Hungaaren , by hunnen inval in Italië , weinig tegenfland doet vinden , 303; vlucht op de aankomst van Lodewyk, Koning van Hungarye, naar Provence, en wordt van haar Gemaal gevolgd, 304; verkrygt van de Paus den verlofbrief tot het Huwelyk met haar Neef en wordt onfchuldig verklaard aan den Moord van haar eerde Man, 305; Keert nevens haar Gemaal na Napels 306 ; wordt by een nieuw onderzoek onfchuldig verklaart , door haare verfchoning dat zy onder de macht eener betoovering geweest is, 309; hertrouwt, na het overlyden van Lodewyk, mat Jacob, Infant van Majorka, welke zy den tytel van Hertog van Kalabrien opdraagt, en die eif jaar da3t na fterft, 317; fluit een vrede met Frederik van Sicilië , voorwaarde van dezelve, 318; genie: groote eerbewyzingen van Paus Urbaan, 318; verklaard den Hertog van Andria voor een Oproermaaker, 320: trouwt ten vierdenmaale, met Ouovan Brttnswyk, pi; deszelfs afkomst, ald; (R.) helpt Klement VII tot een tegenpaus tegen Urbaan verkiezen, welke laatfte daar over haar in den Ban doet en afzet, en Kerel van Dürazzo de kroon fchenkt, 326; zy neemt Lodewyk van Anjou tot haar zoon en Erfgenaam aan , 326; wordt, nevens haar gemaal Otto, Bbbb 2 d00t  5<58 BLADWYZERdbr door Kartl van Durazzo gevangen genomen, 32S; enomgeb;agt,33o. Joami, Hertog n weduwe van Oostenryk, volgt haar Broeder Ladishus in het Koningryk Napels op, 355; haar berucht Character, ald; zy bevoHexJ hrar Gunfteling Pandolphello Alopo tot Groot Kamerling, en deszelfs trotschheid , di; trouwt met Jacob, Graaf van La Marchi, ald; wordt door haar Gemaal gevangen gezet, doch door de Napolitaanen verlost , 356; zet haar Gemaal gevangen en maakt een verdedigend verdrag met den Paus 357; zy beledigt met haaren Gnnfteling Caraccioli den P..us en Sforza, welke uit weerwraak Lodewyk van Anjou verzoeken in het Koningryk te vallen, 361; neemt Alphonfus van Arragon tot haar zoon en Erfgenaam aan 362; bevredigd zig met Sforza 364; oneenigheden tusfchen haar en Alphonfus, en zy neemt Lodewyk van Anjou in deszelfs plaats aan , 365 ; zy fterft en met haar de eerfte Linie van *t huis van An j"*. . . , 373. Joan van Anjou, Hertog van Kalabrie , wordt door de misnoegden aangezogt, naar de Kroon van Napels te ftaan, 399; valt in het Koningryk, verflaat Ferdinand en krygt een grooten aanhang, 403 ,• wordt verflagen en is genoodzaakt terug te trekken. . 402. Joan (don) van Oostenryk komt met een Vloot te Napels, fteekt van daar in Zee en bemagtigd Tunis, doch zyne bezetting wordt door de Turken verdreven. . 475. Joan (don) van Oostenryk komt met «en groote vloot te Napels en richt aldaar eene groote verwoesting aan 522; poogt den Hertog van Guife overtehaalen om Napels te verlaaten; doch vruchteloos, 528; aanvaard de Regeering by het vertrek van den Hertog van Arcos, en vermaant het volk tot onderwerping,- doch vruchteloos, ald; vertrekt, na de ruft in het Koningryk herfteld te hebben. 532. Jord:ian volgt zyn Vader Rlchard, Vorst van Kapua , op, . 97 Jordaan II volgt zyn Neef Richar'd lil, Vorst van Kapua, op. n2 Italië , deszelfs Kroon wordt betwist tusfchen Berengarius en Guido , twee kleinzoonen van Karei den Grooten, 39 ; derzelver provinciën een onafhanglyk Koninkryk van Sicilië 129, (d) deszelfs Staaten befluiten, by het neemen van Negroponto of Eubia , door Mahomet II, tot een algemeenen vrede. . . . 40ff> £. Kalabrie (Robbert, Hertog van) wordt voor Koning van Napels erkent en gekroond 271; des Volks goedkeuring deswege. . 2?2 Kanjelier van Sicilië, deszelfs ge^ fchilien met den Paus , 167 ; wordt door den Paus in den Ban gedaan, 169; Verlies:zyneagtine doch herkrygt dezelve nevens zyn gezag weder, na dat Willen Cappira zig meester van het Kafteel en den Koning gemaakt had. 170 Kapua, burgerkrygin ditGraaffcbnp nevens deszelfs oorzaak en de daarop volgende verwr.rring, 32; wordi  VOORNAAMSTE ZAAKEN. $6$ wordt met Benevento ond'.r ééne Regeering geb;agt. . 44- Kapua (de Graaven van) vallen A. demar, Vorst van Salerno, af, verklaaren zig onafhanglyk ennoodzaaken den Vorst, na verfcheiden gevegten, terug te trekken, 24, 25; Grensfcheidingen van dit Graaffchap. . . . ald. Kardinaalen , worden door de Romeinen gedwongen, een Italiaan tot Paus te verkiezen, welke den naam van Urbaan VI aanneemt , 323' Karei van Valeis, door Paus Bonifa' cius uit FraJtkryk ontboden en onderfteund , wordt door hem tot Piciare of vredemaker van Toscane aangefteld , 267 ; zeilt met eene groote legermagt na Sicilië, doch vruchteloos, en maakt vrede met Frederik, by welken deeze Sicilië onder den naam van Trinacria zou bezitten, ald; verliest door deeze vrede zyne agting en wordt naar Frankryk terug ontboden. . . 269. Karei, Graaf van Anjou, wordt door Paus Urbaan tot Koning van Sicilië aangefteld, 218; wordt na den dood van Urbaan door deszelfs opvolger Clement IV daar in bevestigd op verfcheide voorwaarden , 219; komt te Rome, 220; houdt roet. de Baronnen van ApuHen , niettegenftaande de beloften van deezen aan Manfred, heimelyke onderhandeling , ald ; wordt nevens zyne Gemalin in de St. Pieters Kerk gekroond , 221; de meeste fteden der beide Koningryken onderwerpen zig aan hem ; doch zyne nieuwe onder, daanen worden door zyn Krygs. volk onderdrukt , 222; fliat hei Leger van Konradyn en behanleld zyne gevangenen met eene voorbeeldelooze wreedheid, 225; deelt overdadige gefchenken uit aan de Apulifchs Baronnen en bereid zig tot een tocht naar Afrika, met zyn broeder St. Lodewyk, 229 ; maakt vrede met den Koning van Tunis, welke hem fchattingfchuldig wordt , ald; bewyst Gregoor II, nieuw verkoren Paus, véél eer en onderwerpt de Gibellynfche fteden en fterkten te Rome en in Toskane , 230 ; beft uit Napels tot de Hoofd ftad van zyne ftaaten te maaken, welke hy laat verfterken en verfraaien, met voorrechten begiftigd , en daar in de Seggi herfteld, 231; klagten over hem op de Kerkvergadering te Lyon, 232; zyn listen tot het verkiezen van een nieuwen Paus te werk gefteld, welke echter mislukken, 233; verkrygt den tytel van Koning van Jerufalem en wordt als zoodanig door Paus Johan XXI gekroond, 234 ; maakt toebereidzelen tegen Jeruzalem en Konjlantinopole, zyne magt, en verdrukking der Siciliaanen, ald, 235; befiuit van Paus Nicolaas tegen hem, ald; maakt ontzaglyke toerustingen tegeo Griekenland, 236; Samenzweering tegen hem , ald; vreeslyk geyolg daar van, 239, env. hy belegerd Mesfina, welk dapper verdedigd word, en is genoodzaakt 67cilie te ruimen, op bericht datzyne galeien door de Arragonfchs Vloot geflagen zyn, 243; beïluit om met Pieter , Koning van Arragon, hunne gefchillen door een Ibbb 3 . twes  57o BLA DWYZERdeu tweegevecht te Bourdeaux te beil:sfen, 24 j; doet in Napels Honderd «yfttg Aluitelingen ophangen en veroordeeld den Verst van Salerno orn onthoofd te worden, welke door Konjlairtia bevryd weid. 24/; rust andermaal eene Vioct uit tegen Sicilië, en belegerd Reggio, doch is genoodzaakt artctrekken, en fterft koit daarna. 249. Ktrel, Vorst van Salerno, wordt door Paus Nicolaas, te Rieti, tot Koning van Sicilië gekroond, 253; bevestigd het verdrag ter verkryging van zyne vryheid, met Alphonfus gefloten; voorwaarde van hetzelve, ald; wordt door paus Nicolaas van zyne verbintenis ontflagen, . welkeechter, door den Koning van Engeland, gedwongen wordt zyne toeftemming te geeven tot een ver. gelyk tusfchen de Konineen Kurel en Jacob, 254; oiitheft Gaeta van fchatting en laat zyn zoon Karei Martel tot Koning van Hungarye kronen, 255 ; zet Celestyn V aan om het Paus chap te aanvaarden, welke, na twaalf Kardinaafen, de belargen yan Karei toegedaan , • verkoren te hebben, daar weder, cm van afftaat, wordende in zyne plaats Bonifacins VIII verkooren , 259; fluit, door bemiddeling van deezen een voordeeligen vrede met Koning Jacob , welk verdrag echter door de Siciliaanen verworpen wordt, 26o; zyn bevel tot bevrediging \-an Fonifüius 265; hefteed zyne overige da-gen tot het aankwee-ken van Vieedzaame Kunilen te Napels, en ter bevordering V3n den welftand ces Ryks, 269- zyn dood , lyst van zyne afftsm;melingen, . . a/tf> Karei, Aartshertog van Oostenryk, in de Spaanfche Alleenheerfching opvolgende, fchrvft uit Brusfel eca beleefden lirtef aan de Napolitaanen en bevestigd den Onderkoning de Cordoua in zyne waardigheid, 433 ; fluit een verdrag met den Koning van Frankryk, 439; zyne poogingen om Roomsch Koning te worden, en wordt tot Keizer van het Duitfèhe Ryk verkooren, 440; de Spanjaarden hier over misnoegd flaan aan 't muiten , ald; maakt zich meester van het Milaneefche gebied, 442; verbond tegen hem tusfchen den Paus en Frankryk , 44.3; verzoend zig met den Paus en fluit een verbond met hem , 445; bereid zig tot een tocht naar Afrika, verflaat de Moren, en doet zyne plechtige intrede te Napels. tt , n 453- Karei van Durazzo wordt te Rome door Paus Urbaan tot Koning van Napels gekroond, op eenige voorwaarden , 327 ; komt in Napels, en neemt Koningin^awjagevangen, 328 ; onderwerpt zig het gantfche Koningryk , 329 ,- laat de Koningin ombrengen , 330 ; na met Paus Urbaan de voorige gefchillen vereffend te hebben, 'belegerd hy denzelven in Nicera , welke het ontvlucht naar Genua, 333 ; neemt de nodiging van eenige misnoegden aan en wordt tot Koning van Hungarye gekroond , 334 ; wordt vermoord. ald. Karei VIII, wordt door Sforza en eenige Napelfcne ballingen tot een  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 571 een tocht naar Napels aangezogt, 421 ; gronden van zyn Recht tot dit Koningryk ald: (X) droevige rampen uit deezen inval ontftaan , 422 ; doet onverhinderd zyne plechtige intrede in Napels en onderwerpt het gantfche Koningryk. . . . 423. Karei (Aartshertog) tot Keizer verkoren, wordt by den vrede van Radjlad in het gerust bezit van Napels, Milaan en Sardine gefield , 556 ; waar tegen de Koning van Spanje zich aankant. . . ald. Klement VII wordt tot een tegen Paus verkoren en houdt zyn verblyf te Avignon. . 324. Koenraad volgt zyn Vader Frederik op in zyne ftaaten, 204; de fchikking zyns Vaders by zyn kinderloos affterven, ald; heeft een groote tegenparty welke zig voor den Paus verklaart, 205; komt met een groot Leger in Apulien en herroept de giften door zyn Vader by uiterfte Wil gedaan, 206; neemt verfcheide fteden in Apulien, en Napels in, 207,'^wordt doordenPaus in den Ban gedaan, welke het Koningryk der beide Sicilien aanbied aan Richard, Broeder des Konings van Engeland, en vervolgens aan den Graaf van Anjou , ald; 208; houdt eene vergadering te Melphis, 208; vermeesterd^/ia/ie;., de Paus vernieuwd den Ban tegen hem, en hy fterft. . . 209, Koenraad //komt in Italië en trektna Kapua, welk vorftendom hy Panduif ontneemt en aan Welinar IV, Vorst van Salerno, fchenkt , 75 ; geeft Averfa aan Rainuif den Noorman, en trekt terug. . ald. Konradyn volgt zyn Vader Koenraad op , onder beftier van Berthaut Honebruch, 209; welk door den Paus betwist wordt, die het Ryk aan Karei van Anjou opdraagt, 210; env. komt met een Leger in Italië, alwaar verfcheide fteden zich voor hem verklaaren, 224; wordt door den Paus in den Ban gedaan, 225; wordt door Koning Knrel by Taghiacezzo verflagen, 225; wordt nevens Frederik van Oostenryk gevangen genomen , 226; zyn overgebleven volk trekt onder bevel van Sticho, een Yzerfmit, naarDuitschland terug, ald; wordt nevensFnderik , op last van Koning Karei, op een fchavot onthoofd. . 227. L. Ladislaus, zoon van Koning Karei, wordt tot Koning van Napels gekroond, doch is wegens de verdeeldheden genoodzaakt na Gaeta te vluchten, 335; trouwt met de dochter van Manfred di Clarimonti, een ryke Graaf, 337; fcheid zig van haar af, 339; neemt bezit van Aquila en het Graaffchap Manupello en belegert Napels te vergeefsch, 340; wordt door Paus Bonifacius onderfteund, 342; neemt bezit van Napels, beteugeld de Baronnen, en trouwt met Maria, zuster des Konings van Cyprus, 342; wordt tot Koning van Hungarye gekroond , doch verlaat de kroon en keert na Napels, 344; onderfteund, na den dood van Bonifacius, de Gibellynfche paity te Rome, 345; maakt zig meester van het vorftendom Tarento, en trouwt met des  572 BLADWYZERd.ex des vorften dochter, Maria, 34.6; j wordt door Paus Innocentius FII in den Ban gedaan, doch verzoent ;zig weder met denzelven 347; komt met een Leger in triumph binnen Rome en neemt een trotfchen tytel aan, 348; zyne troepen worden uit Rome verdreeven , doch hy maakt 'er zig wederom meester . van en doet een inval in Toskane, 349; wordt door Paus Alexander V, d-jor de vergadering van Pi/a verkorren, in den Ban gedaan en afg.zet , welke Lodewyk van Anjou .met het Koningryk beleend, 349; wordt docr Lodewyk van Anjou verflagen, 351; Paus Joan doet .een Kruistogt tegen hem Prediken, 352; fluit een vrede met den Paus, doch overvalt echter Rome enplundert hetzelve, 352; maakt zig van den geheelenKerkelykenStaat meester en pleegt grcote wreedheden , 3S3 ; trekt met een Leger naar ■Toskane, wordt ziekenfterft, 354; zyn Charafter, . ald. Landulf volgt zyn Vader Atenulf in Benevento op, 45; deszelfs oorlog met de Grieken en wreedheden .tegen de Gevangenen, 47; onderwerpt zig aan de Grieken 48, zyn dood. . . ald. Landulf II, volgt zyn Vader Landulf in Bemvsnto op. . 49. Lanoja (Don Carlos de) Onderkoning van Napels, ve,ifkat de Franfchsa by Pa-vla, neemt koning Francois gevangen eu zendt .hem naar Spanje. . . 44'. Lara { Maurigues de) volgt Aiva , by deszelfs terug roep:ng naar Spanje, als Onderkoning in Napels op. . . 499. Lemos (don Pedro Fanandes de Cas- tro, Graaf van) wordt Onderkoning van Napels, 491; toeftand van het Ryk by zyne aankomst, ald; zyn verftandig beftuur, 492; ftigt een. pragtig gebouw voor de Hooge School te Napels en moedigt de Geleerdheid aan, ald; ftigt verfcheide openbaare gebouwen in Napels en in het Koninkryk , en vertrekt. . . a'd. Leo IX ( Paus) doet een Leger tegen de Noormannen optrekken welk verflagen en hy gevangen genomen wordt se,- wordt ontflagen en beleent de Noormannen met Apulië , 87; zyn dood. . ss. Lodewyk , Koning van Hungarye , valt in Italië, 303; vermeestert Napels en keert na Hungarye , 304; komt andermaal in Napels en bevredigt zig met Koningin Jo* ■anna. . . . 310. Lodewyk van Anjou komt met een groot Leger in Italië 331; komt te JVapels en wordt met vreugde ontfangen , 338; verkrygt de belening van het Koningryk van Paus Btnedittus XIII, 342; ontruimd hetzelve , ald; verzameld een Leger en verflant Ladislaus, 350; keert na Frankryk. . 351. Loria, (Rogier &j Arngons Admiraal, yerflaat de Napelfche Vloot en neemt Priwf Karei gevangen, 247; plundert verfcheide plaatfen op de kust van Kalabrie en doet seftadige landingen

hv ftaat openlyk naar de kroon , 139; wordt door Benello vermoord. 141. Marcoald, verkrygt van Koning Henderik den tytel van Hertog van Revenna en Markgraaf vznAncom, 157; wordt door Kmftantia verdreven en door Paus Innocentius in den Ban gedaan, 160; zyne wreedheden in Sicilië-, 162: dingt naar de kroon, 103; vereenigd zich met de Saraceenen en behaald eenige voore'eelen , doch wordt daar na geheel verflagen , 166; zyne ontwerpen door zyn dood verydelt. • • Maria, dochter van Lodewyk, Koning van Hungarye, wordt inhaars Vaders plaatze, ten blyke van achting , niet als Koningin maar als Koning uitgeroepen , 334; is genoodzaakt de kroon te verlaaten, ald. Maria ( Princes ) neemt met haai Gemaal Marten, bezit van Sicilië. 339. Masfa (de Prins van) wordt door de oproerigen in Napels tot hun hoofd verkooren , 521; heeft geheime verftandhouding met den Onderkoning, welke hy terzei ver tyd belegerd, ald; wordt uit dien hoofde door de oproerigen omge- braat. • • '2+* Masfaniello, een visfcher van Amalti, ' verwekt, uit haat te»en de Pachtei s, een oproer te Napels , en wordt tot hoofd det Muitelingen ver. kooren, 514; geeft bevel om de belafting-Komptoiren in brand-te fteeken en geleid zyne bende in het Paleis des Onderkonings , welke door het volk mishandeld wordt, doch door een list ontfnapt , 516; doet de Huyzen en goederen der Gaarders vernielen en wordt geheel meester van de Stad, 517: zyn gedrag, ald; ftraft eene zamenzweering tegen zyn leeven , en misbruikt zyn verkregen gezag , 518; dwingt den On. derkoning tot een vergelyk en gaat een bezoek by denzelven afleggen, by welk hy Kapitein Generaal gemaakt en met een Gouden keeten begiftigd wordt, 518; laat een fchavot en verfcheide Galgen oprechten en houdt ftren. geRechtspleeging, 520," wordt yl. hoofdig en omgebragt en zyn ligchaam fmaadlyk behandeld, welk daar na plechtig begraaven wordt; 520. Matalone (de Hertog van) wordt gevangen gezet, öp vermoeden van het Spaanfche Admiraal fchip, in de haaven van Napels, te hebben Cc cc i»  jó-6 BLAD W YZERder in brand doen ftseken. 513, ftdedttiji (Don Ramin Gaman, Herte»,' van) de las Torres, volgtMonte'ry op ais Onderkoning van Napels , 5c6; vindt zig geroodz^a-t nieuwe belas:ingen te heffen, ald; wordt, by de ongenade van Oli. vares , na Spanje terug geroepen, 510; zyne verrichtingen geduurende zyne Regeering. . ald. Medina (Don Ludovico de la Cerda, Hertog van) Coeli, volgt de Graaf Santiftsvan als Onderkoning van - Napels op, 549; volgt hec voorbeeld van del Carpio in ftrenge wetten tegen den fluikhandel, en in pracht van openbaare Schouwfpelen, 550; moedigt de Geleerdheid aan, ald; keert na Spanje als eerfte Staatsdienaar en fterft eeni. ge tyd daar na in eene Gevangenis. Melanchton, eenigen zyner Boeken te Napels verbrand. . 461. Miranda, ( Don Joan de Zuniga, Graaf van) volgt den Hertog van Osfuna . *ls Onderkoning van Napels op, 482; is voornaamlyk bezig'met het uitroeien der banditen , ald; doet . hun opperhoofd met wreede pyni- . gingen ter dood brengen, ald; ver- . krygt van Sixtus volrhagt om hen ]ia den Keikelyken Staat te vervolgen en brengt ben te onder, 483; zyne, overige verrichtingen, 464; „' wordt terug geroepen ; zyn Cha- ■ rafter. . . 48s. s/Loiena (de Hertog van ) belegerd Pavia , ten voordeeie der Franjchen , doch is genoodzaakt het beleg op te breeken. 535. Moncada (don Bugo di) volgt Lam. ia. als Ondes koning van Napels gPj. 445; bevestigd het verdrag by welk Paus Kiement in vryheid gefteld wordt, ala\ fneuvelt by het aantallen der Franfche Vloot. 4.4.6. Mondejar, ( Don Juigo Lopez Hurtad» de Mendoza, Markgraaf van) volgt de Kardinaal van Granvelle als Onderkoning van Napels op, en herroept verfcheide inftellingen van denzelven , 478; haalt zich den haat van don Joan en der Na. politaanen op den bals, 478; oor. zaaken daar van, ald; wordt terug geroepen , 480; heilzaame fchikkingen door hem gemaakt, ald. Mongtno, Opperhoofd der banditen in Napels, wordt gevangen genomen en door pynigingen ter dood gebragt. . . , Monjoj , Neef van Paus Kiement ', komt als Onderkoning te Napels , 336; gevolgen daar van. ald. Monterey , (Dtn Emanuel Guzman , Graaf van) volgt den Hertog van Jjcah als Onderkoning van Napels op, 504; ongelukkige toeftand des volks onder zyne Regeering, ald; wordt terug geroepen. 506. Moeren (de) van Afrika verwoeften Aputie en de landen van Benevento. 46. N. Napels] in de grootfte verwarring en in twee Partyen verdeeld, 295; deszelfs Koningin en Koning worden te Mesfina ingehaald, 314; lydt zeer veel door eene verwoestende pest, 325; wordt door Frankryk en Spanje gedeelt, 428; ver chil. over de Grenfen van des- . zelfs verdeeling, tusfchen de FranJchen en Spanjaarden ; waar over de eerfte vyandelykbeden beginaea  VOORNAAMSTE ZAAKEN. &j? nen , 431; vredesvoorfl'ag van Koning PlAlip des'.vege,' doch voor de beveftging daar van worden de Franjchen verflagenj, welke het Koningryk ontruimen, 432; de Franjchen ftaan .van hun recht op Napels af, eri erkennen Ferdinand voor Koning, 434; des/.elfs kust wordt door den Zeerover Barbarosje bedreigd , voorzotga daartegen genomen, 452; de Turken ftroopen op de kust en de Franjchm dreigen een inval te doen doch worden voorgekomen, 508; de onderdaanen. worden met nieuwe belastingen door de Spanjaarden gedrukt, om den opfland in Katalmie en Portugal ie dempen , 509; algemeene opftand in de Provir.tien uit hoofde der nieuwe ' belastingen , 523; vreeslyke verwoestingen door de Pest aangerecht, 535; wordt door de banditen onveilig gemaakt, en geplundeft, 539; vreeze in het Koningryk over de verdeeling der Spaanfche Heerfchsppy , 550 ; onderwerpt zig aan de Keizerlyke Troepen onder den Graaf Daun, 554; beroeitens wegens de belastingen door denzelven opgelegd, 554; wordt door Spanje afgeftaan en de beleening daar van dóór den Paus aan den Keizer gegeeven, 557; de Keizer begiftigd het met verfcheiden voorrechten. 558. Napolitaanen (de) belegeren Palerme doch te vergeéfsch, richten groote verwoestingen 'm Sicilië aan,en keeren na Napels terug, 281; n^men byna het geheele Eiland Sicilië in bezit, doch worden genoodzaakt, bet te ruimen, 311; wordendoor Jen Prins van Ortnje, Spaanfch.* Onderkoning , onderdrukt, 448; dreigen een opftand over de nieuwe belastingen, welke aa.-gcftookt wo'idt door Gui.'ö Genuino bun hoofd , en door Jslai'anieïo. 514. Noormannen, derzelver eeuté ranst in' Salerno , alwaar' zy eene groote bende Saraceenen veiflaan, 65; wyze op welke .Vorst Weiw.ar hen naar Italië zoelif te lok leen, 66; komen ten t.veedenma-ale in, ito/ie* 68;, behaalcn verfcheide ovei winningen over de Grieken, waarvan *t gerugt veele hunner landslieden na Italië lokt; doch worden eindelyk door de Grieken vé,Hagen, ald; worden door de Inboorlingen fmaadelyk behandeld en verfchaffen zich zelve .recht door de wapenen , 71; bouwen de ftad Averja, ?3; noodigen hunne landslieden om dezelve tebevolken, welke in menigte koomen en daar onder drie zoonen van Taiï:red , 73; deszelfs afkomst, 74; (uj ftaan de Grieken in Sicilië by ; doch worden van derzelver Veldheer onwaardig behandeld, waar over zy eene ernftige wraak neemen, 76; ontnemen denGnefaTiverfchéide fteden in Apulien en verflaan hun geheel , 78; haare verdere overwinningen, zy verdeelen hunne veroveringen in Apulien, 80; behandelen , na het aangroeijen hunner magt, hunne nabuuren trotschelyk en onrechtvaardig, 81; .hunne overwinningen worden door keizer 'Hendrik ï. bevestigd. *5- Noormtnnen (de Graaven van Avèropperhoofden deirj breiden hun gebied Hit en vernietigen de heerfchsppy der LmgobaTAen in' Kapüë, Cccc 2 99;  5?6 BLADWYZERdbr oo; verkryaen van den Paus de beleening henner bezittingen en flu ten een verdrag met denzelven , 92; ftaan de P ms by tegen de Graaven van Tufculum , 93; b-d.eren zig van de onlusten te Rome, om Sicilië te vermeesteren. 94- O. Olivares, (Don Eurique de Gusma, Graaf van) volgt den Graaf Miranda als Onderkoning van Napels op, 485; zyn ernftig Character, ald; zyn verftandig beftuur , 486; wordt terug geroepen, ald; loflyk getuigenis van hem. ald. Oniate , (Don Inigo Valezy Tas fis, Graaf van) volgt den Hertog van Atcos als Onderkoning van Arapels op , 529; zyn Character, 530; komt in verftandhouding met Annefe en de andere hoofden der " oproerigen en maakt zich by verrasfins van Napels meester , 530; laat Annefe ophangen, kondigteen algemeene vergiffenis af, en ftraft ' de hoofden der Muitelingen ftren' gelyk, 532; roeit de banditen ge' heel uit, 533; ontneemt denifaaJclien Piombino en Portolmgono in Toscane , ald; wordt terug geroepen, zyn beduur. . 533. Qrange , (Philibert van Chalons , Prins van) volgt Mon'cade als Onderkoning van Napels op, 447; ver drukt de Napolitaanen , 448; belegerd Florence, 449; zyn Cha' rafter. . ■ ■ . 4-50, Ósfuna , ( don Pedro Giron, Hertog, van) volgt Zunigia als Onderkoning van Napels op, 581; zyn Character,, door welk hy zig by den adel en het volk gehaat maakt , ald; begint door zyn beftuur des volks genegenheid 'te winnen en vertrekt, 5.2; volgt den Graaf Lemos als onderkoning op , 493; gaat de Venetiaanen in de Adriatifcbe zee te keer, waar over dezelve klagen aan 't Hof van Spanje, doch vruchteloos , 493; befchuldigingen der Napoli» taanen tegen hem , en zyne eerzuchtige oogmerken, 494- wordt afgezet, 495; verantwoord zich in Spanje en wordt met den Koning bevredigd. . 496> Otto de Groote, Koning vanDuit:ch. land, komt met een Leger in Italië, tegenBerengarius, en ontvangt te Rove de Keizerlyke kroon , 49; wordt als opperheer van Kapm erkend en verheft dat Graaffchap tot een Vorftendom , 50; komt andermaal te Rome, ftraft de Muitelingen, en laat zyn zoon Otto, tien jairen oud zynde , tot Keizer kronen , 51 ; zendt een gezantfehap naar Konftantinopolen, en ontvangt een van daar, door welk hy misleid wordt, 53; belegert Bari, doch vruchteloos , ald; verflaat de Grieken, en verwoest de Napelfche Staaten , 54; keert na Duitschland en fterft. Otto IV. komt met een Leger in Italië en wordt te Rome tot Keizer gekroond, 175; verklaard de Keizerlyke rechten in Italië te zullen handhaven., en maakt zich * meester van verfcheide landen , 176; wordt döor de Paus in den Ban gedaan en afgezet. 177. Otto van Bunswyk trouwt met Koningin Joanna, 321^ zyne afkomst, oT<4  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 577 ald, (R) wordt door Karei van Durazzo verflager, en gevangen genomen. . • 328« P. Pacecce ( de Kardinaal ) volgt Toledo als Onderkoning van Nipels op , zyne atfeomst en Chaiacter. 464 Palermitaanen brengen de Franfchen om en bieden hunne onderwerping aan Pieter van Arragon aan , welke dezelve aanneemt. 139- Pandulf regeeit in Kipua in plaats van Landulf II 49J onderwerpt zig aan Keizer Otto en verwerft eene byzondere g-mst, 50; volgt zyn Broeler Landulf"in Benevento op , en wordt door de Grieken gefiagen en gevangelyk naar Conjlantinapolengevoerd, 53; wordt ontfl uren en door Otto in zyne voonge waardgheid herfteld, 55 i Y**& Gijtilph op in Salerno en vereemgd de drie Vorstendommen, 57; maakt voor zyn afiterveneene voorzigtige verdeeling zyner Staaten onder zyne Zoonen. . • 57- fandulbhus , Vorst van Kapm , wordt gevangen genomen en ter dood veroordeeld , doch wordt na Duitschland^bmwn, 71; oorzaak van deszelfs vryhed, 72; wordt door Kienraad in zyn Vorftendom herftcli en neemt Kapua en Napels in; ald; pleegt veele *eweldenaryen en wordt door Koenraai van zyn Vorstendom ontzet 75. Patareni , benaming van eene Sects in Palie. • • Paul IV* l raus) koesprt ^ haat te^en de Spanjaarden 465; onderdrukt alle de- geenen die Spanje toegedaan zyn en beloolt Napels aan den tweeden Zoon des Ko. nings van Frankiyk. . 4^6. Paus, aanftelling van verfcheide Paufen te gelyk 82; waar op de eisichen der Pausfen op Napels en Sicilië gegrond zyn ( u) 92 ; eischt het Konmaryk Sicilië als een leen van den ftoel van Rome, 2ro; beftierd Napels als Opperheer , en maakt nieuwe inftellingen. . • , Psniaranda ( de Graaf van ) volgt de Graaf van Cajlrillo als Onderkoning van Napels op, 535; verfterkt de Spanjaarden tegen de Portugeezen en vervolgd de banditen, 536; zyn beminnelyk Character. ald. Philip 11. Koning van Spanje,\voidz door Keizer Karei met de Koningryken Napels en S;cilie begiftigd en verkrygt de beleening da ;r van van Paus j-Mus III. . 464. Philip van Anjou, door Koning Karei 1. tot Erfgenaam zyner Staaten benoemd , komt in Italië , vereenigd zig met de Franfchen en trekt vervolgens naar Lombardyen, 5^3, neemt oezit van Sardinië, 556; fluit een vrede, en voorwaarden van denzelven. . 557. Picigli (Nikolaas). komt met een Grieksch Leier in Italië en vet' flait met de Italiaanfche hulptroepen de Saraceenen by Garigliano. ... .45- Pieter, Koning van Arragon, door den Paus tot Koning van Sicilië benoemd, wordt te Palerm gekroond, 243; valt in Kaiaorien-, wyze op welke hy zyne eer ftaan. de Iv-udt.tegen Kare^. 244.;vestigt zyn gezag fn ftati'e , en wordt door dé Paus in den Ban gedaan, welke zyn Koningryk Arragon aan G c c c 3  srs bladwyzerder Karei van Valois begeeft^ó"; fterft te Villa France, en Iaat het Koning ryk van Arragon aan zyn zoon Alphonfus, en Sicilië aan zyn zoon Jacob na. ; ; 2j0 Pifaanen (.de) neemen Almqfi, Sta/a en Ravella in, plunderen die Steden, en begeeren van den gantfchen buit van Almaft flechts de Pandecten yan Justiniaan voor hun „aandeel (x) . . I23- R, Radekar, of Radelgarius, volgt zyn Vader Radekhis op in Benevento, 23; wedtrrhr.it vruchteloos de Saraceenen, ald; zyn dood. 24, Radekhis, Schatmeester van Si'cara'ö ^, volgt denzelven op als Vorst van Benevento, ig; wreed begin zyner Regeeringe, ald; wordt door Siconulf in Oorloggewikkeld, welke hem verflaat, 19,- gaat een verbintenis aan met de Saraceenen welke met zyne troepen vereen igd, Kapua verwoesten, 19; wordt ge noodzaakt den Keizer als zvn Opperheer te erkennen. ar. Radekhis, zoon van Adekhis, wordt in plaats van Gaideris tot Vorst van Benevento verkoren, 34; wordt door de Beneventaanen verftooten, 37> wordt door zyn zuster herfteld, zyn Character, 41; wordt door Atenulf gevangen genomen, welken tot Vorst verklaard wordt. Rainulf, Graaf van Avellino, 'wordt tot Hertog van Kalabrien en Apulien verkoren, 124; verflaat Roeier, liS; fterft teTreja. . \27 René yan Anjou, wordt tot opvolger fin Koningin Joanna verklaart, 308; komt te Napels en brenst de eeifte Musque:tier's aldaar, ' l,8!.,^5 hM A¥mfus een Veldilag aanbieden, welke dezelve ontwyiu, ald; bemagtigd C,ist-: Nucve en venoekt Caldora om byftand, 2P5,- laat Alphonfus een tweeden flag aanbieden en wordt door Caldora verraden , 3S6; treedt in onderhandeling met Alphonfus welke Napels ftormenderband inneem t.'t welk René het Koningryk doet verlaaten. ■>*, Ribagorfa Don joan van AnJon' Graaf yan) wordt Onderkoning van Napels 436 ; zyn beftüur 437 • wordt terug geroepen. Richurd II, volgt, zyn Vader for'. daan, als Vorst van Kapua, op, doch wordt verdreeven en vlucht naar Avtrfa, 105, wordt dooi Rogier herfteld en wordt een Leenman van denzelven. . J0g Robbert, Hertog van Kalabrien, wordt in eene vergadering van Kardinaalen als Erfgenaam van zyn Vader Karei II verklaart, en wordt te Avignon gekroond, 271; ontfangt verfcheide gunften van den Paus en beoeffend de kunsten,- ald; kant zig heimelyk tegen den toet van Keizer Hendrik naar Rome, 272wordt door den Keizer van zyné ftaaten ontzet en als een oproermaker verklaart, welke tevens met de Koning van Sitilic hem den Oorlog verklaart, 275; valt in Sicilië en fluit een beftand met Freaenk, 276; onderfteund de Ftorentynen tegen de Pifaanen, 27 7: ontzet Genua, welk hem nevens den Paus voor hunne opperheeren verklaart, 2 79; wordt door Joan tot Stadhouder van Italië aangefteld, 282;  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 579 2S2: zyne ontfteltenis by den dood van zyn zoon,? 84; valt weder in Sicilië en benoemd de zoon des Kon incs van Hungarye tot zyn opvo'ger, 285; onlusten in zyn Koningryk, zyn Vloot vermeesterd Lipari en Melasfo en behaald groote buit, 288 ;hy ftaat in verftandboudlng met verfcheide Siciliaanfehe Barons , weike zig voor hem meester maaken van Mesfina, doch vruchteloos , 280; zyn dood, Character en liefde voor de weetenfchappen, 290 , 291 (0) Rogier volgt zyn Vader Robbert Guiscard op en neemt deszelfs Italiaanfche Staaten in bezit, 104; maakt daar over een vergelyk met zyn broeder Boemund, 105 ; trouwd met Adel*, dogter van den Markgiaaf van Vlaanderen , 106; belegerd Almafi, doch vruchteloos , 107; fterft te Salerno. 110. Rogier , broeder van Robbert Guiscard, wordt door den zeiven met Sicilië beleend, 9*;; onderfteund zyn broeder in het vermeesteren van Salernoen Sanfèverino , 96 ; herfteld Ru hard II. in het Vorftendom Kapua, verwoest Kampanien en vermeesterd Kapua , 108; zyn Jood en gcilacht. . 109. Rogier II volgt zyn Vader Rogier in Sicilië op, 109; volgt zyn Neef Willem op in Apulien, 113; zyn krygsbeleid, 114; wordt door Paus Honorius in den ban gedaan ; doch verzoend .zich met denzelven , 114; wordt tot Koning gekroond, 116; neemt Almafi in, 117; gevaarlyke opftand tegen >em in welken by verflagen wordt, ald; overwint de Muitelinge , welke door de Pijaaners onder¬ fteund worden , 120 ; dempt eenen nieuwen opftand. tegen hem , 121 ; beleend zyn zoon Aufufus met het Vorstendom Kapua , ald ; wordt door Rainulf verflagen , 125; neemt Paus jnnocentus gevangen , weike hem van den Ban ontheft en als Koning bevestigd , 128; zyn vooifpoed nevens die zyner zoonen , ald; Paus Cilestyn II weigert hem als Koning te erkennen , doch hy rerzoent zig met deszelfs opvolger Lucius H, welke hem nieuwe voorrechten fchenkt, 130; doet een inval in Afrika en maakt den Koning van Tunis Schatting fchuldig, 131 ; doet een gedeelte van Morea verwoesten , 132; neemt zyn zoon Willem by zich in de Regeering en fterft , 133 ! byzonderheden van zyn Perfoon, gedacht en Character. ald. S. Saggi, vergaderingen van Edelea in Napels, derzelver voorrechten3.. (2) , . . 232- Salerno, verflag van de Schooien aldaar (d) . . 103. Santistevan, (Don Franciico Benavldes , Graaf van ) volgt Ceionna als Onderkoning van Napels op , 548; zyne fcbikkingen nopens de. Muntfpecien en andere wetten, ald; wordt terug geroepen' 549. Saraceenen, ide)komen voor deeerstemaal in Italië, 14 , (w);-Janden te Brindifi en verwoesten het omleggende land, ïö; hunne trouwloosheid in het vermeesteren van Bari, zy verwoesten Kapua ?o,-. wot?  5S0 BLADWYZERder worden te Berevento , nevens hun Vorst Masjar. omgebragt eoor Kei zer L?4ewyk, 21; ver rond om hen uit Italië te verdry ven , ald ; (n) hunne verwoestingen in Kapua, Napels en Benevento, 26 ; 35; 35; vallen met andere Itaüaanfche Vorsten, in de Pausfelyke landen en noodzaiken den Paus den vrede te koopen, 30; worden door joan veflagen, 31; vergrooten hunne magt in Italië en rigten groote verwoestingen aan , 33; worden door Athanafius gedwongen het Napelfche te ruimen, 36; vernielen Mor.te CosJïno, 37; worden geheel en al by Garigliano verflagen en omgebragt , 46 ; worden door de Noormannnen verflagen. 66. Sicardo V. volgt zyn Vader Slco in Benevento op; zyn Character, 15; beoorloogd de Napolitaanen en fluit een vrede met hen , ald; voorwaarde daar van ald , (z); verdryft de Sara-eenen van Brindi. Ji en vermeesterd Almaji, 16 ; zyne wreedheid ; wordt doox zyne Edelen omgebragt. 17. Siciliaanen , weigeren het verdrag, tusfchen Koning Karei en Koning Jacob gefloten , goed te keuren; en verkiezen, na de plechtige affland van den laatsten, Don Fre derik tot Koning , 260 ; hun antwoord aan den Pausly: