BEKNOPT TTDREKENKUNDIG BEGRIP DER ALGEMEENE GESCHIEDENIS, Van CONSTANTINUS den GROOTEN af, ioï op den TEGENWOORDIGE» TYD. D O O R WYBO F Y N J E, A. L. Mag. & Pkil. Doctor; EERSTE DEEL. Te AMSTERDA Jiït By W. H O L T R O P, mdcclxxXui.   VOORREDEN. He t Werk, waarvan wy thans het Eerfte Deel in het licht doen verfchynen, en 't welk zo fpoedïg als dc byzondere aart van deszelfs uitvoering gehengt, door twee andere Deelen ftaat gevolgd te worden is de vrugt van eenen veeljarigen arbeid, oorfprongelyk en eeniglyk ter onzer byzondere oefening aangevangen en ten einde gebragt. Wy hadden toen geen het minde oogmerk, om het getal van Boeken te vermeerderen; en het is niet dan de daadelyke overtuiging, op eigene ondervinding en verzeekcring van des kutidigen rustende, dat onze arbeid voor den beminnaaren en beöerrenaaren der Gefchiedkunde van weezenlyke nuttigheid zyn kondé, welke ons eindelyk bewoogen heeft, om dien gemeen te maaken. Wy durven, fchoon des ongevergd, voor de vuist verklaaren, dat eigenbelang, de dryfveer van zo veele Schryveren, de onze niet geweest is; en de eigenliefde alleen in zo verre, als dezelve altoos van diergelyke onderneemingen onaffcheidelyk is. Deeze voorafgaande betuiging zoude als overtollig kunnen worden aangemerkt, daar het meer aankomt op de innerlyke verdiensten van het Werk zelve, dan op de beweegredenen des Schryvers, wiens belangeloosheid geen zeeker bewys is voor de waardy, even min gelyk de baatzugt van een ander voor de onwaarde van zynen arbeid. Dan, wy bedoelen alleenlyk, door de opregte opgaave onzer beweegredenen, eenige gunstige gedagten in te boezemen voor een Werk, 't welk, een onderwerp verhandelende, dat reeds, op verfchillende wyzen, door zo veele andere Schryveren, en door fommigen van hen op een meesteriyken trant, behandeld is, ligtelyk uit dien hoofde, zonder verder onderzoek, als vollirekt nutteloos zoude kunnen verworpen worden. Schoon wy ons vleijen, dat men ons wel op ons woord zal willen gelooven, ten opzigte van ons weezenlyk doelwit, kunnen wy dit echter geenzins vergen, ten opzigte van de uitvoering. Wy moeten dus daadelyk aanwyzen, waarin de byzondere nuttigheid van ons Werk geleegen zy, erj ten dien einde de nodige ophelderingen wegens deszelfs aart en inrigtihg mededeelen; vervolgens aan den kundigen en onpartydigen Leezer de beflisfing overlaatende, in hoe verre wy ons doelwit al of niet bereikt hebben. Het onderwerp van ons Werk is: de Algemeene Gefchiedenis der Hedendaagfche Ryken en Staaten, van derzelver eerften oorfprong af, m op den tegenwoordigen tyd. En daar deeze Rykea en Staaten niet op eert bepaald tydftip, maar allengskens, en veelal uit de geringde beginzelen, hun eerfte beftaan verkreegen hebben, zo kenden wy, om echter met een bepaald en aanmerkelyk tydperk een aanvang te maaken, geen beter en gevoegelyker verkiezen dan dat der Alleenheerfching van Keizer Conftantinus denGrooten; als geduurende de regeering van welken Vorst en deszelfs onmiddelyke opvolgeren, de eerfte gronden gelegd zyn geworden tot die nieuwe Ryken en Staaten, welken zig op de puinhoopen van het oude magtige, doch van toen af aan reeds ten val neigende, Roomfche Keizer-Ryk gevestigd hebben, en allengs, na deszelfs geheelen ondergang, tot hun tegenwoordig aanzien geklommen zyn. De Alleenheerfching van Conftantinus met het vier-en-twintigfte jaar der vierde Eeuwe na de geboorte des Zaligmaakers een aanvang neemende, zo behelst dit ons Werk de voornaamfte zo Kerkelyke als Waereldlyke gebeurtenisfen, geduureude het uitgebreide tydvak van ruim veertien Eeuwen in de geheele bekende Waereld voorgevallen. Omtrent de algemeene nuttigheid van dit onderwerp behoeven wy niets te zeggen: dit is reeds vóór on* door anderen onwederleggelyk betoogd. Wy moeten alleenlyk de byzondere wyze, waarop wy hetzelve behandeld hebben, opgeeven, en haare byzondere nuttigheid aantoonen; eene nuttigheid, welke zig niet alleentot ongcöcffenden bepaalt, maar ook tot dezulken, die in deezen tak der weeteafchappen reeds meer of min ervaaren zyn, uitftrekt. * * ft  ïv VOORRÉDEN. In de eerfte plaats draagen wy hier de Algemeene Gefchiedenisfe voor by wyze van een Beknopt Begrip, De zaakelyke en gewigtigde inhoud van een onmeetelyken voorraad, in een onnoemciyk aantal fchriften verfpreid, uit de egtde bronneij geput, op nieuws overgezien, en aan de regelen van gezonde Oordeelkunde, (voor zoverre wy die ons durven toeëeigenen,) getoetst, wordt hier, in een naar de grootheid des ondervvcrps niet zeer uitgebreid Werk, als in één oogpunt byëen verzameld. Dus hebben wy den weg ge fcaand voor dezulken, die zig gaarne eenige algemeene kundigheeden nopens de Gefchiedenisfen wenschten eigen te maaken, doch door den zwaaren en langduurigen arbeid, aan derzelver beöeffening doorgaans verknogt, gebrek aan de nodige kennisfe van taaien, en andere beletfelen , worden afgefchrikt. Ook meenen wy geen geringen dienst beweezen te hebben aan hen, die eene grondiger kennisfe deezer weetenfchap wenfchen te verkrygen; als voor wien ons Werk (zo wy anderzins in de uitvoering wél gedaagd zyn,) van gelyke nuttigheid zyn kan, als de wel uitgewerkte Korte Begrippen in andere takken van Weetenfchappen, die hen tot eene gemakkelyke handleiding en rigtfnoer in hunne oeffeningen verdrekken. Eindelyk kunnen de meer ervaarenen ons Boek gebruiken als eene gefchikte verzamelplaats van het zaakelyke hunner kundigheeden, om het zelve,by voorkoomende geleegenheeden, met één opflag van het oog te kunnen raadplee. gen; wyl de Algemeene Gefchiedenisfen eene al te uitgebreide doffe behelzen, om door het fterkfte menfchelyk geheugen, zonder eenig hulpmiddel, bevat te worden; waaröm ook de zodanigen zeiven, ten einde den vrugt van hunnen arbeid niet te verliezen, doorgaans voor zig zeiven , gelyk ons geval en de eerfte aanleiding lot dit Werk geweest is, diergelyke hulpmiddelen zullen vervaardigen, als wy hen by deezen aanbieden: Indocti discant, et ament tneminisfe periti. De gemelde nuttigheid wordt voor hen, en de eerstgenoemden des te grooter, door de verdere byzondere inrigtingen, die wy, in de uitvoering van dit ons Werk, in acht genoomen hebben. Wy hebben, namenlyk, in de tweede plaatfe, de gebeurtenisfen voorgedraagen in eene Tydrèkenkundige Orde; telkens het jaartal daar boven ftellende, waarin dezelven zyn voorgevallen. Welk een licht zodanig eene fchikking over de geteurtenisfen verfpreidt, is allerblykbaarst; gelyk ook daarom de Tydrekenkunde met recht het oog der Gefchiedkunde genoemd wordt. Doch tevens i6 het zo bezwaarlyk, om het juiste tydftip der vroegere gebeurtenisfen, in de eerfte én middel - eeuwen onzer tegenwoordige jaartelling, te bepaalen, dat veele anderzins geoeffende Schryveren, of door de moeilykheid van het onderzoek afgefchrikt, of geene genoegzaarae zeekerheid kunnende bekoomen, dit geheel of ten deele hebben agter wege gelaaten; gelyk ook deeze hoogst nuttige , om niet te zeggen volftrekt noodzaakelyke, byvoeging niet het geringde gedeelte van onzen arbeid ge. weest is. Wy willen ons echter niet vermoeten, in deezen altoos naauwkeurig de waarheid getroffen te hebben; fomtyds hebben wy ons zelfs, onzes ondanks, met het bloote waarfchynlyke moeten vergenoegen j doch daar wy ons van al het licht, door anderen vóór ons over dit duister duk verfpreid, hebben kunnen bedienen, daar wy hieraan eene byzondere vlyt en oplettendheid bedeed hebben, en daar wy, door de geJyktydige beöeffening der gefchiedenisfen van alle de byzondere landen der waereld , en derzelver oordeelkundige vergelyking, meer lichts hebben kunnen fcheppen, dan dezulken, die flegts een gedeelte afzonderlyk verhandelden, vleijen wy ons, dat onze misdagen in deezen niet veelvuldig, en althans van geen groot ■aanbelang zyn zullen. Op zulk eene wyze te werk gaande , is het ons zelf te meermalen gebeurd, de misHagen van andere, van beroemde Schryveren zeiven, met eene voldoende zeekerheid te ontdekken en te verbeteren; en wanneer men het verfchil, 't geen men nu en dan tusfen onze opgaave der Jaartallen en die van anderen befpeuren zal, als eene onachtzaamheid of misdag van onzen kant wilde aanmerken, zoude men ons (offchoon wy nederig en rechtvaardig genoeg zyn, om ons zeiven niet van dwaling vry te kennen,) ovéc het algemeen grootelyks te korte doen. In de derde plaats hebben wy de Gefchiedenis van elk der byzondere aanzienlyke Heerfchappyen of StaajJM der bekende Waereld in afzonderlyie Colommen verhandeld j zo dat iedere Coloni». op zig zelve genoo- ment  VOORREDEN. * men, de byzondere beknopte tydrekenkundige gefchiedenis van dat Landfchap behelst, wiens naam boven die Colom gefield is; en alle de byzondere Gefchiedenisfen der verfchillende Landen dus, in één Werk, ondcrfcheidenlyk en op zig zelf ftaande, zyn byëen verzameld. Het nut, 't welk deeze fchikking oplecvert, isallerblykbaarst. Immers wordt hier door voorgekooroen dc verwarring en duisterheid , welke altoos meer of min plaats heeft, wanneer de lotgevallen der byzondere Volkeren onder een gemengd en verfpreid woeden. Alles ftaat nu op zyne eigene onderfcheidene plaatfe, met de behoorlyke orde en klaarheid. De Leezer, die zig een beknopt denkbeeld wenscht te vormen van de gefchiedenis van eenig byzonder Landfchap, kan zig alleenlyk tot die Colom bepaalen, welke daarvoor gefchikt is j terwyl hy daarenboven (een voordeel,. 'twelk in alle andere gefchiedenisfen van eenig byzonder Land gemist wordt,) wanneer nu en dan tot het recht begrip dier gefchiedenis de kennis van die van eenig ander Land vereischt wordt, onmiddelyk de nodige hulpmiddelen by de hand heeft, door eene der nevensftaande Colommen te raadpleegen. Met één woord, men vindt hier op deeze wyze alle de byzondere Gefchiedenisfen, zodanig famengevoegd en tevens onderfcheiden,. dat zy elkandcren hulpe bieden, zonder eikanderen te verwarren; en dat elk Lezer zynen byzonderen fmaak kan volgen, zonder zig met andere zaaken te behoeven in te laaten, dan voor zo verre hy die, ter voldoening van zynen fmaak, nodig heeft; en met het aangenaam gerief, van dit benodigde telken» voor de hand te hebben, en niet elders te behoeven op te fpooren. Eindelyk hebben wy, in de vierde plaats, door het ganfche Werk heen eene fchikking in acht genoomen, welke, wel is waar, voor de typographifche uitvoering allermoeijel'ykst en lastigst geweest, en de oorzaak is van den zonderlingen en telkens verfchillenden vorm, waarïn het zig, by het openflaan van iedere bladzyde, vertoont; maar die tevens zulk eene gewigtige en nergens elders te vindene nuttigheid opleevert, dat dezelve eene der voornaamfie doeleinden geweest is, die ons tot deeze onderneeming bewoogen hebben. Wy hebben, namenlyk, zorg gedraagen, dat de jaar gei allen in alle de verfchillende Colommen der byzondere: Landen eikanderen nooit voörüitloopen , maar altoos op dezelfde tegenover ftaande, of regtfche en linkfche 9 bladzyden gefield zyn. By voorbeeld, het Werk opflaande, zo dat bladzyden 222, en 223. openliggen, vindt ■rnen hier de jaargetallen van 990. tot 996.; en deeze bladzyden bevatten alles, wat in die jaaren, niet flegtsin een, maar in alle de landen der waereld is voorgevallen; de twee volgende bladzyden 224. en 225.. behelzen de merkwaardigfte gebeurtenisfen van alle de landen tot den jaare 999.; en zo vervolgens het geheele Werk door; alwaar men wel eens, in eene of andere Colom, fommige jaartallen zal zien ontbreeken, wanneer namenlyk de gefchiedenis van het byzondere Landfchap dier Colom , in dat jaar, niets der aantekeninge waardig opleevert; maar nimmer eenig jaargetal op andere bladzyden zal vinden uitgedrukt, dan op dier waarop het zelfde jaartal der overige Landfchappen, of Colommen, gevonden wordt. Door deeze- fchikking ziet men overal, waar men het boek opendaat, degelyktydige voorvallen op den geheelenbekenden aardbodem, met één opdag van het oog, voor zig. En de nuttigheid hiervan is zo groot en blykbaar , dat ze naauwelyks behoeft aangeweezen te worden. Immers, door het verband, de betrekking en de gemeenfchap, welke 'er, byna in ieder tydftip, tusfen deeze of geene Ryken of Staaten heeft plaats gehad, is de; gefchiedenis van elk byzonder Landfchap dikwils niet verftaanbaar, zonder de kennis- der gelyktydige gebeurtenisfen in andere Landen.. Duistere of twyfelagtige omftandigheeden wordt daardoor' veelal het nodige licht, en een meer of mindere trap van zeekerheid bygezer. De waare oorzaaken- der groote voorvallen', de dryfveeren der daaden van Vorsten en andere aanzienelylte perfonagiën, enz., vertoonen zig in een veel helderder daglicht. Men kan dus ontdekken en vermyden eene menigte van misdagen,. welken zelfs de beroemdfte opftelleren van byzondere gefchiedenisfen begaan hebben, door gebrek aan genoegzaame kennisfe-der gelyktydige gebeurtenisfen in andere landen; iets, waarvan, wy verfcheidene voorbeelden,, in den looponzer oeffeningen door ons ontmoet, zouden kunnen bybrengen, indien'er niets ietslaags en haatelyks geteegen ware in het ten toone ftellen der dwalingen van groote Mannen,. Allé deeze aanmerkelyke voor-  VI VOORREDEN. deelen verkrygt men door onze bovengemelde fchikking, en hierom hebben wy ons ook den lastigen arbeid getroost, die aan de uitvoering daarvan verknogt was. Immers * daar het ganfche Werk door, alle de Colommen altoos het zelfde tydftip moesten beflaan, moest 'er telkens naauwkeurig uitgerekend worden, hoe veele jaaren elk paar bladzyden kende bevatten; en dit niet alleen : maar, daar in elk bepaald tydvak, de byzondere Landen meer of min ftoffe opleeverden, moesten de Colommen dan eens breeder,dan eens fmaller, in allerhande verfchillende afmeetingen, genoomen, en deeze vereischte breedtens allernaauwkeurigst berekend worden; ten welken einde de Copy met eene vaste gelykmaatige hand diende gefchreeven te zyn, om tot een zeekeren grondflag te ftrekken van deeze berekening, welke by elk paar nieuwe bladzyden herhaald moest worden, en den Letterzetter geduurig in zynen voortgang ftuitte; zo dat wy in de noodzaakelykheid gefield waren, om het werk onmiddelyk onder ons oog te laaten drukken, en altoos by der hand te zyn. Wanneer men hier byvoegt, de moeilykheid van het zetten der veelvuldige kleine Colommetjes, de nog groot:re moeilykheid , om de daarin ingefloopene drukfeilen te verbeteren, zonder wanftaltige gapingen te veroorzaaken, de onophoudelyke veranderingen der zethaaken naar de geduuriglyk verfchillende broedtens der Colommen, en den dubbelen arbeid, wanneer nu en dan de berekening eens kwalyk gemaakt was; zal men ligtelyk begrypen, dat 'er weinige werken van enkelen letterdruk, zonder verderfden van plaaten, tafden, &c. ter persfe gekeverd worden, wier uitvoering zo bczwaarlyk, verdrietig, traagelyk voortgaande, en kostbaar geweest is, als het tegenwoordige. Ook zoude het, dit alles in aanmerkinge genoomen zynde, niet mogelyk geweest zyn, dit Werk voor zulk een allergemaatigdfien Prys, als waarop hetzelve gefield is, het Publyk aan te bicden , byaldien wy den Uitgeever niet aanmerkelyk, in het draagen der buitengewoone ongelden, waren te gemoet gekoomen. Ziet daar de nodige ophelderingen nopens de byzondere hoofd - fchikkingen, en daaruit voortvloeiende nuttigheeden van een Werk, 't welk wy, ten deezen opzigte, volltrekt nieuw, en eenig in zyne foort, durven en mogen noemen. En nu moeten wy nog eenige nadere opening geeven van het geene verder den Leezer van dienst kan zyn, zo om zig een volkoomen denkbeeld te vormen van ons ontwerp, als om. hetzelve te verdeedigen tegen de zwaarigheeden en bedenkingen, die wy voorzien, dat tegen hetzelve gemaakt kunnen worden. Ten dien einde moeten wy inzonderheid eenig uitvoeriger berigt geeven van de *rerdeeling en inhoud der byzondere Colommen. Op het tydftip, waarmede wy dit Werk aanvangen, te weeten , dat der Alleenheerfching van Keizer Conftantinus den Grooten, was verre het grootfte gedeelte der toen bekende Waereld aan het Roomfche Ryk onderworpen, en de hedendaagfche Ryken en Staaten nog niet in weezen. Dus zouden wy, volgens ons ontwerp, alle da gebeurtenisfen, van dien tyd af tor aan de opregting deezer nieuwe Staaten, flegts onder ééne Colom, die van het Roomfche Ryk, hebben moeten plaatfen. Om echter, reeds by den aanvang van ons Werk , aan ons hoofd-oogmerk te voldoen, door een beknopt tafereel te geeven der gelyktydige gebeurtenisfen in verfchillende landen, hebben wy het uitgeftrekte Roomfche Ryk in twee ftukken verdeeld, (eene verdeeling, die men zien zal, dat zedert door den in deezen opzigte min ftaatkundigen Keizer Theodofius daadelyk gefchied is,) en in gevolge van die fchikking twee Colommen gefield, waarvan de eerfte, onder den tytel van ITALIEN, en het geheele IVester-Ryk, het Westelyk gedeelte; de'tweede, onder den tytel van Het OOSTEN, het Oostelyk gedeelte bevat; onder welken laatften tytel wy tevens begrypen die weinige landen, in het Oosten geleegen, waarover het gebied van het Roomfche Ryk z;g niet uitftrekte, inzonderheid het oude Koningryk van Perfiën. En, zo lang de Roomfche Keizers gelyktydig van deeze beide Stukken meester blyven, en dus tot beide deeze Colommen betrekking hebben, hebben wy, by iedere nieuwe opvolging deezer Vorsten, derzelver naamen in eenen doorloopenden regel onder die Colommen gefield; de verdeeling van de breedte dier Colommen zodanig afmeetende, dat zy altoos gelykelyk eindigen, en telkens ter zelfder plaatfe op dezelfde Vorsten uitloopes: vergelyk bladzyde4, 10, u, 12, 14, 15. Deeze  VOORREDEN. vn Deeze fchikking heeft plaats tot aan de daadelyke Verdeeling der Roomfche Heerfchappy door Keizer Theodofius in twee ftukken; waardoor die ftukken voortaan twee afzonderlyke Ryken, dat van het Westen en het Oosten, elk onder zyne eigene byzondere Vorsten, uitmaakten: zie bladzyde 19. Van hier af duiden de twee Colommen dus werkelyk twee onderfcheidene Landen aan: het eene onder den tytel van Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten; het ander onder den vorigen tytel van ITALIEN, en het geheele West er- Ryk. Onder de benaaming van het Griekfche Ryk, verftaan wy het gebied der Oosterfche Christen - Keizeren, die hunnen Zetel te Conftantinopolen, en, geduurende eene korte tusfenpoos van Jaaren, te Nicéa gevestigd hadden , en 't welk door fommige Hedendaagfche Schryveren het Oostersch , of ook wel het Neder• Keizerryk [Bas-Empire,] geheeten wordt. Deeze benaaming van het Griekfche Ryk en Griekfche Keizeren is wel niet by den aanvang der verdeelinge, toen deeze Vorsten zig nog Roomfche Keizeren bleeven noemen, maar eerst naderhand in gebruik geraakt, uit hoofde, dat dit Ryk in Griekenland gevestigd, en het Grieksch aldaar de landtaale was; maar wy hebben verkoozen, dien tytel terftond te beezigen, om dat de verandering van naam niet op een bepaald tydftip gcfcbied, maar allengs in zwang geraakt is; als ook om dat wy, ter meerders duidelykheid, dezelfde zaak beftendiglyk door dezelfde benaaming zouden kunnen uitdrukken. Onder den tytel van het Oosten begrypea wy Egypten, het Zuidelykst gedeelte van Africa, en geheel Afia, zo wel voor zo verre die landen aan het Oosterfche of Griekfche Ryk onderworpen, of daarvan onafhankelyk waren of wierden, en in vervolg van tyd ook de volkplantingen der Europeaanfche Mogendheeden in het Oosten. Deeze Colom blyft, geduurende het ganfche Eerile, en een voornaam gedeelte van het Tweede Deel, en wel de laatfte in rang van alle de overige Colommen, voorrduuren, tot aan den Ondergang van het Griekfche Ryk, wanneer de tytel door dien van het Ottomannifche of Turkfche Ryk, 't welk zig op deszelfs puinhopen vestigde, vervangen wordt. De andere Colom, welke by den aanvang van het Werk de eerfte in rang is, onder den tytel van ITALIEN, en het geheele Wester-Ryk, duurt tot aan den ondergang van dat Ryk, waarmede het tweede Tydperk eindigt: zie bladzyde 45. En, wyl met, ja reeds gedeeltelyk vóór de vernietiging van dat Ryk, in de overige Westelyke Landen verfcheidene onafhankelyke Ryken gevormd en gevestigd werden, die dan ook, volgens den bovengemelden aanleg van dit Werk, in afzonderlyke Colommen verhandeld worden, zo bepaalt zig de Colom, waarvan wy nu fpreeken, verder alleenlyk tot ITALIEN en omliggende Staaten* Döor deeze omliggende Staaten verftaan wy vooreerst het tegen-over liggend gedeelte van Africa, en de omliggende Eilanden van Italien; en vervolgens ook d« nieuw-opgerigte Staaten van Savoijen, Zwitzetland, en eenige nabuurige van minder aanbelang, als Graauwbunderland, Geneve, Dalmatiën &c. Deeze Golom blyft tot aan het einde van het Werk voortduuren, en is de vierde in rang geplaatst. De verdere Colommen, wier geheel getal, reeds in dit Deel, tot agt aangroeit, zyn beftemd voor de voornaamfte hedendaagfche Ryken of Staaten in Europa. Alle deeze Colommen blyven tot aan het einde van dit Werk voorduuren, in de navolgende orde: De eerfte Colom is gefchikt voor de drie Koningryken van ENGELAND, Schotland en Ierland, en neemt zyn aanvang op bladzyde 24. In deeze Colom worden vooreerst voornaamenlyk de lotgevallen van Engeland, als de gewigtigften, verhandeld, terwyl die van Schotland en Ierland, als in de vroegtie tyden duister, onzeeker, en fabelagtig, niet dan faater voorkoomen, wanneer de gefchiedenis deezer landen zig begint op te klaaren , en meerder voorwerpen van aanbelang voor de weetgierigheid opleevert. De tweede Colom is gefchikt voor FRANKRYK, en neemt een aanvang op bladzyde *8. De gefchie. denis van dit aanzienlyk en vermogend Ryk, en de byzondere kleine Ryken en onafhankelyke Staaten, waarin hetzelve een tydlang is verdeeld geweest, ia gewigtig genoeg, om veor dezelve alleen eene geheek Colom te beftemmen. Het KoniBgryk SPANJEN, en het naïmuiïg Ryk van PORTUGAL, beilaat de derde Colom, welke  vm VOORREDEN. op bladzyde 24. een aanvang neemt. Portugal, voorheen een gedeelte van Spanjen uitmaakende, leevert in den aanvang weinig merkwaardigs op, en wordt eerst van aanbelang, zedert het tydftip, dat hetzelve eerst tot een Graaffchap , en vervolgens tut een Koningryk verheeven werd : zie bladzyde 299. en 336. Het weinige, dat 'er van het Ryk van Marocco, en het verdere tegen-overliggend gedeelte van Africa, te zeggen valt, is insgelyks onder die Colom geplaatst. Op de vyfde Colom, welke bladzyde 156. aanvangt, zynde de vierde, (gelyk reeds gemeld is, voor Italiën beftemd,) hebben wy de NEDERLANDEN geplaatst, onder dien naam begrypende alle de XVII. Nederlanufche Provinciën , doch wel inzonderheid die zeven Landen, welken, met eenen onbezweekenen heldenmoed, zig van eene dwingelandifche overheerfchïng vry gevogten, en door een naauw verbond te famen vereenigd hebbende, een onaf hangelyk Gemeenebest hebben opgerigt en gehandhaaf:, wiens roem en luister gelyk ftaat met die der vermaardfte Staaten en Ryken der Waereld. Uit hoofde van onze naauwere betrekking tot dit Gemeenebest, als ons lieve Vaderland, hebben wy deszelfs lotgevallen met eene ' meerdere uitvoerigheid, naar evenredigheid van het geheel, behandeld. De zesde Colom, op bladzyde 133. een aanvang neemende, is gefchikt voor DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryken, en bevat, onder dien tytel, alle de menigvuldige Staaten, in het Ryk van dien naam vervat, gelyk mede alle de nabuurigen, als Polen , Hongaryèn, Boheemen, Pruis/en, &c. welken gemeenlyk onder den naam van aangrenzende Ryken verftaan worden. Naar maate het getal deezer landen, en het gewigt van derzelver lotgevallen, toeneemt, worden de gebeurtenisfen, onder deeze Colom geplaatst * menigvuldiger, en de Colom daardoor, in het vervolg, de uitvoerigfte en ongeëvenredigfte van alle de overigen : doch dit gebrek, indien het al dien naam verdient, was noodzaakelyk, wilden wy het getal der Colommen niet al te zeer vermenigvuldigen, en daardoor de typographifche uitvoering van dit Werk, die nu reeds lastig en moeilyk genoeg geweest is, volftrekt onmogelyk maaken. De zevende Colom eindelyk (want van de agtfte hebben wy reeds gefprooken,) bevat Deenemarken, Zweeden, Noorweegen en Rusland, onder den algemeenen tytel van het NOORDEN,die bladzyde 195. een aanvang neemt. Wy behandelen alle deeze Ryken onder eene en dezelfde Colom, zo uit hoofde vaa de ftraks gemelde aanmerking , als van derzelver onderling verband, en het minder aanbelang hunner gefchiedenisfe. Wanneer wy tot het tydftip van de ontdekking der nieuwe Waereld gekoomen zyn, zullen wy nog eene negende Colom voor de anderen voegen, onder den tytel van AMERICA, en de West - Indien; welke nochtans niet vroeger dan in het Derde Deel zal te pasfe koomen. Door de bovenftaande fchikking hebben wy, volgens den beftemden aart van dit Werk, alle de Landen der bekende Waereld gevoegelyk onder negen byzondere Colommen verdeeld en begreepen. Alle deeze Colommen behouden beftendiglyk hunue betrekkelyke ftandplaats, die verandering alleen uitgezonderd, welke de invoeging vaa eene nieuwe Colom (want men heeft reeds gezien, dat ze niet allen ge- lyktydig aanvangen,) natuurlyk te weeg brengt. Wanneer nu en dan, uit hoofde van de veelheid der ftoffe, eene Colom al te breed zoude vallen, hebben wy die in tweeën gefplitst, echter onder éénea doorloopenden tytel. Wanneer daarëntegen de ftoffe te weinig uitleeverde, om eene geheele Colom, zelfs van de kleinfte breedte, te vullen, hebben wy zulk eene Colom door een linietje afgebrooken, en eene of meer der nevensftaande Colommen daar laaten onderfchieten. En wanneer eenig Landfchap, geduurende het tydperk,op eenig paar bladzyden begreepen, volftrekt niets merkwaardigs opleeverde, hebben wy de verdeeling z ■danig gemaakt, dat 'er in dat geval altoos eenige regelen van het laatst voorgaande jaar overig bleeven, en op die bladzyden vervolgd werden, ten einde de geregelde opvolging der Colommen niet af te°breeken. Eindelyk hebben wy de Colommen der gelyktydige voorvallen, die doorgaans de beidfe te^enöverftaande bladzyden bellaan, op eenige weinige plaatfen gezaameulyk op eene en dezelfde blad0 zyde  V O O R R E D E N. IX zyde gefield, als Vooreerst hl den aanvang van het Werk, tot bladzyde 23. ingeflooten, uit hóófde dat aldaar niet meer dan flegts twee Colomraen, die van Italien en het Oosten, gevonden worden; en vervolgens beftendiglyk by den aanvang, en fomtyds by het einde der byzondere Tydperken, waarin dit Werk verdeeld is, en waarvan ftraks nader. De moeilykheid, om alle de Colommen op ééne bladzyde te bergen, welke den Leezer, by het inzien der bladzyden 46, 47, 78, 79, 11S, 119, 146, 147, 188, 1S9, t2o, 221, 264, 265, 300, 301, 344, duidelyk in het oog zal vallen, hebben wy ons moeten getroosten, om het wanftaltige en ongebruikelyke van eenen over twee bladzyden doorloopenden algemeene tytel te vermyden. Geen minder arbeids en afpasfmgs heeft het gekost, om, by het einde van ieder Tydperk, of algemeene Afdeelinge, alle de byzondere Colommen, het zy meer of mindere ftoffe bevattende, altoos gelykelyk op dezelfde hoogte te doen eindigen. Daar de byzondere aart en inrigting van dit Werk de gewoone Afdeelingen in Boeken, Hoofdftukken, enz. niet gehengdc, en wy echter den Leezer door eene onafgebrookene aanëenfchakeling niet vermoeijen, maar hem van tyd tot tyd eene gevorgelyke rustplaatfe wilden verfchaffen, wisten wy geen beter middel uit te denken, dan ons Werk te verdeelen in byzondere Tydperken, of tusfehenruimtens van tyd, tusfen eene of andere gewigtige of aanmerkelyke gebcurtenisfe begreepen. In de keuze deezer Tydperken zyn wy meerendeels willekeurig te werk gegaan, wyl alle de groote voorvallen, die de Gefchiedenisfen opleeveren, te menigvuldig zyn, en eikanderen te ongeregeld opvolgen, dan dat dezelven tot een grondflag eener bepaalde en geregelde afdeelinge konden verftrekken. Dus zal men, binnen den omtrek van eenig Tydperk, dikwyls gebeurtenisfen aantreffen, veel gewigtiger dan die, v eiken wy ter bepaaling onzer Tydperken verkoozen hebben; een gebrek, indien men het al dien naam verkiest te geeven, van weinig aanbelang, en onvermydelyk, als uit den aart der zaake van zelve voortvloeiende. Den inhoud der Tydperken, het getal van jaaren, in dezelven begreepen, en de bladzyden, alwaar die gevonden worden, hebben wy voor den aanvang van ieder Deel geplaatst. Behalven deeze algemeene, of hoofd - verdeelinge , hebben wy gevoegelyk geoordeeld eenige verdere onder -verdeelingen te maaken, waartoe niets gefchikter en natuurlyker was, dan de regeeringen der byzondere Forsten. Ten dien einde hebben wy telkens, by het overlyden, den afftand, of afzetting van iederen aanzienlyken Vorst, den naam van deszelfs opvolger, in eenen afzonderlyken regel, met onderfcheidene letteren, en byvoeging van de orde der opvolging , geplaatst; en wel de voornaamfte of Opper-Vorsten van eenig Landfchap met groote Capitaale, de minderen of ondergefchikten daarëntegen met kleine Capitaale letteren. En, ®m deeze allen in één tafereel voor te Hellen, hebben wy, agter ieder Deel , eene Tydrekenkundige Tafel gevoegd van alle de Vorsten, in dat Deel voorkoomende, beneffens de naamen en geregelde opvolging van eenige anderen, die te gering van aanzien zyn, om in ons Werk zelve, wilden wy hetzelve niet al te zeer doen uitdyën, geregeld gemeld te worden, en van welken daarom flegts nu en dan, ter geleegenheid van eenig aanmerkelyk voorval, hen betreffende , gehandeld wordt. Echter hebben wy , in het Werk zelve, eene geregelde plaatfing gegeevcn aan Zulke kleine Vorsten, welken zedert tot een aanzienlyken rang geklommen zyn; als daar zyn: de Hertogen van Polen, Boheemen, en anderen, die in vervolg van tyden den Koninglyken tytel verkreegen hebben; gelyk mede, uit hoofde van de byzondere betrekking, die wy tot ons Vaderland hebben, (vergelyk onze aanmerking, bladzyde 8. deezer Voorreden,) de Graaven van Holland, en de Stadhouders. Agter deeze Tydrekenkundige Tafel hebben wy,lot gemak van den Leezer, laaten volgen een Bladwyzer der voornaamfte Perfoonen en Plaatfen, in ieder Deel voorkoomende. Het weinige, 't geen wy daaromtrent te melden hebben , is reeds aan het hoofd des Bladwyzers van dit Eerfte Deel onzes Werks geplaatst. Thans blyft ons nog overig, om, zo veel mogelyk, die zwaarigheeden en bedenkingen uit den weg * * te  2 VOORRE DEN. te ruimen," die wy voorzien, dat tejren ons ontwerp zouden bunnen gem aki worden, buiten en behSS» ven die, welken wy boven reeds ter loops hebben aangeroeri. Daar iedere Coiom op zig zelve de byzondere gefchiedenis van een Landfchap bevat, en de gefchiedenis van ieder byzonder Land niet kan worden voorgedraagen, zonder 'er nu en dan, en in laaterê tyden byna altoos, die van andere Landen in te mengen, welke men wederom in hunne eigene Colommen moet aantreffen, fchynt het een noodwendig gevolg van den aart deezes Werks te zyn dat men gediturige herhaalingen van dezelfde zaaken ontmoete; iets, 't geen als een weezenlyk gebrek' inzonderheid in een beknopt begrip, alwaar kortheid eene der hoofd-verëischtens is, zoude moeten worden aangemerkt. — Deeze zwaarigheid is zo gegrond en natuurlyk, dat het ons inderdaad veel moeite gekost heeft, om dezelve voortekoomen; doch wy durven ons vleijen daarin geflaagd te zyn, en wel op deeze wyze: Telkens, wanneer wy eenig voorval moesten verhandelen, 't welk gelykelyk'tot meer dan één Landfchap betrekking had, by voorbeeld, eenen Oorlog tüsfèö verfchillende Vofsten, hebben wy de volleedige uitwerking van dat voorval alleenlyk geplaatst onder dat Landfchap, waartoe 'hetzelve de meeste betrekking had, en in de Colommen der andere Landen flegts eene enkele korte opgaave gefield , den Leezer verder wyzende naar die nevensfiaande Colom , waar hetzelve met de verëischte volleedigheid verhandeld wordt. Dus wordt de aanëenfchakeling der gebeurtenisfen in eene en dezelfde Colom nergens afgebrooken, en eehter de herhaaling van dezelfde zaaken in verfcheidene Colommen voorgekoomen; doch dit hulpmiddel, hoe eenvoudig en gemakkelyk het fchyne in de voorficlling, was dikwils vry oezwaarlyk in de uitvoering, gelyk elk oordeelkundig Leezer, zonder dat wy het°behoeven aan te wyzen, te meermaalen van zelve zal kunnen opmerken. Een tweede gebrek, 't welk van een beknopt tydrekenkundig begrip byna onafTcheidenlyk fchynt, is,dat hetzelve droog en onaangenaam ter leezing zyn moet. Immers, wat kan men anders verwagten'vaa een Werk, waarin, volgens deszelfs byzondere inrigting, geene cierlyke en uitvoerige verhaalen, geene aette en oordeelkundige fchetfingen van karakters , geene zo nuttige als aangenaame voorfiellingen vaa de zeeden, gewoontens en wetten der Volkeren, geene juiste aanwyzingen der oorzaaken van derzelver opkomst, bloei en verval, vordering in kunsten en weetenfchappen , en diergelyke gewigrige zaakes meer, kunnen gevonden worden; maar het geen alleenlyk een Boek is, opgepropt van op een gepakte gebeurtenisfen en jaar-tallen, en dus op zyn best gefchikt, om nu en dan geraadpleegd, maar niet om met genoegen van het eene tot het andere einde geleezen te worden. Wy kunnen niet ontken- Ren, dat ook deeze zwaarigheid zeer gegrond is. En, offchoon wy mogelyk, en de billyke Leczers met ons, zig een gebrek hadden kunnen getroosten, 't welk ons Werk met alle anderen van foortgelyken aart zoude gemeen hebben, en uit den byzonderen aart van hetzelve vsortvloeijen, indien flegts de^nuttigheid daarvan in andere opzigten, gelyk wy mecnen met grond te mogen verzeekeren, dit kleene gebrek rykelyk konde opweegen; zo hebben wy echter, zo in dit als in andere gevallen, liever eene zwarigheid zo veel mogelyk willen uit den weg ruimen, dan dezelve, al ware het ook met goede en bondige redenen , verfchoonen en plooijen. Ten dien einde hebben wy de gebeurtenisfen , inzonderheid die, welken in hunnen aart en gevolgen de gewigtigfien zyn, over het algemeen met eene meerdere mtvoenghetd, klaarheid, en aanëenfchakeling verhandeld, en veel meer der bovengemelde zo nuttin als aangenaame byvoegfelen tusfehen beiden gevlogten, als men in Werken van deezen aart gewoonlyfc aantreft; zo dat het onze inderdaad iets meer dan een bloot beknopt begrip, en als het ware een midden tusfen dit en eene volleedige gefchiedenis geworden is. Voor dezulken, die ftrengelyk eistenen dat de inhoud volkoomenlyk aan den tytel voldoe, zullen wy in deezen mogelvk * veel, voor anderen by wien dc evengenoemde bedenking zwaar weegt, te weinig gedaan hebben. Dan, het is eene volftrckre or.mogelykh.cid, aan alle verfchillende fmaaken gelykelyk te voldoen, en het een ieder van pasfete maaken. In  VOORREDEN. 3n In. weerwil, van dit alles willen en kunnen wy echter niet ontveinzen, dat men op fommige plaatfen «n wel in die vroege Tydperken , alwaar de gefchiedenis van eenig Landfchap (inzonderheid die van Engeland, ten tyde der Heptarchie.,) weinig meer opleevert dan de bloote opvolging van Vorsten, eene eifaangenaame en verveelende eentoonigheid en nietsheduidendheid ontmoeten zal. Ter verfchoonin°- van dit gebrek kunnen wy niets anders zeggen, dan dat hetzelve onvermydelyk was. In een ander ontwerp als het onze, zoude men deeze drooge Tydperken flegts met een enkel woord kunnen aanftipjpen, of geheel met ftilzwygen voorbygaan; doch hier was het, uit hoofde der door ons gevolgde tydrekenkundige orde, onafgebrookene aanëenfchakeling, en beftendigen ^voordrag* van den gelyktydigen, het zy dan min of meer opmerkenswaardigen, toeftand der verfchillende Landen, een noodzaakelyk gedeelte van het ganfche geheel. Gelukkiglyk heeft dit gebrek flegts plaats by den aanvang van iedere byzondere gefchiedenisfe, en houdt naderhand, wanneer de gebemtcnisfen menigvuldige!, zeekererj en gewigtiger worden, geheel op. Sommige Leezeren , in dit ons Werk eenige zaaken nief gemeld vindende , welken zy verwagt hadden daarin te zullen aantreffen, zullen mogelyk te onvreeden zyn over deeze hunne te leurftelling, en alle zodanige Uitlaatingen als een gebrek van het Werk zelve aanmerken. Doch , zy gelieven te begrypen, dat wy, uit eenen onmeerelyken voorraad van zaaken eene keuze moetende doen, ten einde de gewigtigften by een te verzamelen, noodwendig alle de zulken, die ons van minder belang voorkwamen , moesten agter weege laaien ; en deezen kunnen het juist zyn, welken een of ander Leezer gehoopt had te zullen vinden, inzonderheid wanneer hy ons Werk flegts raadpleegt voor eenig byzonder gedeelte der Gefchiedenisfen , en niet voor het ganfche geheel , waartoe het eigenlyk gefchikt is. Echter zoude het kunnen, en, uit hoofde van de verbaazende uitgebreidheid onzes onderwerps, niet te verwonderen zyn, dat wy nu en dan wel eens eenige zaaken hadden over het hoofd gezien , gewigtig genoeg, om nevens de anderen eene plaatfe te verdienen. In zulke gevallen zyn wy de eerften, om die Uitlaatingen als een weezenlyk gebrek aan te merken, en ons zeiven van onachtzaamheid te befchuldigen. Daarentegen zullen 'er mogelyk anderen gevonden worden, die ons te lasten leggen, dat wy hier en daar kleinigheeden, zaaken van geen genoegzaam aanbelang, gefield hebben. Ook van deezen, uit hoofde van den aart onzes Werks zeer verfchoonlyken, misdag willen wy ons zeiven niet geheel-en-al vryfpreeken. In eenen zo langduungen arbeid, als wy hier aan hebben moeten befteeden, is het niet wel mogelyk geweest , overal en altoos dezelfde juiste maate van oplettendheid in acht te neemen. Alleenlyk moeten wy den oordeelkundigen Leezer herinneren, dat het niet altoos kleinigheeden zyn, die het in den eerflen opflag fchynen, wyl veelen van dezelven dikwyls daadelyke, of ten minften aanleidcnde oorzaaken zyn van groote gebeurtenisfen, en dus, ter voltooijing der fchetze van het geheel, insgelyks behooren gemeld te worden; terwyl wy daarënboven by deeze geleegenheid waarfchnuwen, dat wy fomtyds eenige kleinigheeden voorbedagtelyk geplaatst hebben, liever dan geheel niets te zeggen , of wanfhltige gapingen te laaten, wanneer de gefchiedenis van eenig Landfchap, in een lang verloop van jaaren , weinig of niets aanmerkelyks mogte opleeveren. Eindelyk zal men het misfehien als een gebrek van dit Werk befchouwen, dat 'er nergens aanhaalingen van Schryveren, door ons geraadpleegd, nergens, of ten minften zeer zelden , verdeedigingen onzer byzondere gevoelens, waarin wy van anderen mogten verfchillen, gevonden worden. Doch indien wy ons daarmede hadden willen inlaaten, zoude ons Werk al te zeer zyn uitgedyd; en wel te meer , daar de onderwerpen in een beknopt begrip , meer dan in eenig ander Werk , talryk en digt opeengepakt zynde, die aanhaalingen en verdeedigingen ook des te menigvuldiger zouden geweest zyn , en te veel plaatfe hebben weggenoomen, welke wy in tegendeel, om al den voorraad te kunnen bergen, door de * * » meer-  icir V O O R R B D Ê R. . meerdere breedte en lengte der bladzyden, en kleinheid van Drukletter, eerder op alle raogelyke wyzea hebben tragteu te bezuinigen. Daarenboven verliezen die Leezeren, voor wien dit Werk voornaamen* ryk gefchikt is, weinig of niets by het gemis deezer aanhaalingen van fchriften, welken zy meerendeels niet in ftaat zouden zyn om te raadpleegen, of dier verdeedigingen, welker gegrondheid zy even min. zouden kunnen beöordeelen; en dezulken , die lust en vermogen hebben tot eigen onderzoek, en dus daarby eenig belang gehad zouden hebben, kunnen in andere Werken , die zy doch buiten dien zouden moeten raadpleegen, dat geene, 't welk ten deezen opzigte hier ontbreekt, overvloediglyk vergoed vinden. Intusfen houde men zig verzeekerd, dat wy een groot aantal, zo oude als nieuwe, en daarötder de beste, Schryveren geraadpleegd; alles, zo veel onze vermogens toelieten, zeiven naauwkeurig onderzogt en getoetst; en niets als waarheid hebben aangenoomen, dan het geene, naar den aart vaa het onderwerp, den verëischten trap van blykbaarheid en zeekerheid bezat; en dat wy in ftaat en geneegen zyn, om, des noods, rekenfchap en bewys te geeven van al het geene wy gefteld hebben. Indien iemand, behalven de bovengemelden, eenige andere, het zy weezenlyke of fchynbaare, ge» breken mogte ontdekken, en het nodig achte, om dezelven aan het publyk ia het algemeen, of aan ons in het byzonder, onder het oog te brengen, zal hy ons daarmede eenen aangenaamen dienst bewy* zen; mits dat zulks op eene heufche en befcheidene wyze gefchiede ; en wy zullen van die vriendelyke waarfchuuwingen, indien wy dezelven gegrond bevinden, een nuttig en dankbaar gebruik maaken , zo tot betere onderrigtinge van ons zeiven , als van adderen , by de Uitgaave der voigende Deelen. I N-  yi T z B a Q U O" lï. Vï i XIM INHOUD der TYDPERKEN, ,i^S..t>$ui JpètiHP A %? ,-r*vtvien, beweerd. Christenen, geduurende de vorige vervolgingen hebbende, dat de Zoon gelyk in weezen was met den Vader, endoor een gebannen, en herftelt hen in hunne eere, goe- zyner Ouderlingen, Arius, tegengefprooken zynde, die de Godheid des deren, waardigheeden, en voorrechten; terwyl Zoons ontkende, en hem voor een gefchaapen en den1 Vader ondergehy van den anderen kant het Heidendom geheel fchikt weezen hield, zo ontftaat 'er eene twist tusfen hen, die de gan-, tragt uit te roeijen, doch met alle mogelyke fche Kerk in rep en roere fielt. Arius maakt zig een grooten aanhang ; omzigtigheid, ten einde de oude onlusten niet doch Alexander doet hem in twee Kerkvergaderingen voor een Godste vernieuwen. Min verftandig handelt hy om- lasteraar verklaaren, en uit de Kerkgemeenfchap bannen; waarop Anus trent de Geloofsverfchillen, die van toen af aan naar Cefaréa de vlugt neemt, en zyne leer alommein gefchrifte verfpreidt. de Keizer I. D E E L. A  i BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS» ITALIEN, tn het geheek Westtr-Ryk. Het OOSTEN. de Kerk heevig begonnen te beroeren, en die hy eerder aanwakkert, in plaatfe van dezelven in de geboorte te fmooren. Het voornaamfte verfcliil omtrent deezen tyd was dat, door den vermaarden Aiius verwekt, [de hit Oosten,]. 3zj. Sylvester, de 3i!te Paus of Bisfchop van Romen (_*), zendt twee Afgevaardigden naar 't Concilie van Nicéa, [zie het Oouen,} die aldaar niet meer aanzien of invloed hebben, dan de overige ' leden van het Concilie; wyl de Roomfche Pausfen ten .dien tyde in geenen deele met die magt en dat uitgeftrekt rcchts-gebied bekleed waren, ,*t welk zy naderhand hebben weeten te verkrygen. 3z6. Confiantinus komt, na eene lange afweezigheid, te Romen te rug. Zyn ouditen Zoon Crispus van eene ongeoorloofde liefde voor Fausta, 's Keizers tweede Gemalinne, befchuldigd wordende , zo laat hy hem onverhoord ter dood brengen. Fausta zelve kort daarna, doch waarfchynlyk op beter grond, van overfpel befchuldigd, ondergaat het zelfde lot; en verfcheidene lieden van rang worden in die omwenteling ingewikkeld , zonder genocgzaame bewyzen van ichuld. Conftantinus daardoor, als mede uit hoofde van zynen Godsdienst, te Romen, alwaar het Heidendom nog de overhand hield, in haat en verfmaadmg geraakende, verlaat die Stad, om 'er nimmer te rug te keeren, en houdt zig een geiviimen tyd op in lllyriën en Thracién. 3z8. Confiantinus, zyn gezag nu genoegzaam bevestigd ziende, zet zyn ontwerp, om het Heidendom gansch-en-al uit te roeijen, met meer nacrak voort; verbiedende de openbaare offerplegtigheeden, de tempelen fluitende, en debeelden der Goden vernielende, of verplaatfende tot cieraad der openbaare gebouwen. Daarentegen laat hy een aantal Christen Kerken ftigten , en begiftigt dezelven met aanzienelvke voorreclnen. Het voorbeeld, de yver, en de gunstbewyzen van den Keizer naaien veelen tot de omhelzing van den Christelyken Godsdienst over. 330. Schoon de Paus, of Bisfchop van Romen, altoos een zekeren voorrang of uitmuntendheid bezat boven de overige Bisfchcppen, waren echter alle (*) Zonder ons in ds vetfchillen ovtr de telling der Roomfche Pm/en in ie binten, volgen wy in dtszen ite ven den algemeen hskendca Archibald Bower. Keizer Confiantinus trekt zig dit gefchil aan, en, hetzelve in den beginne flegts als een woordenftryd aanmerkende, vermaant hy de beide Partyën tot eend.agt, doch te vergeefsch; waarop hv eindelyk een algemeen Concilie te Nicea fimenroept, om eene bëfiisfendc uitfpraak over dit verfcliil te doen. Intusfen wordt hy door den vermaarden Bisfchop van Cordoua, Ofius, overreed, dat de zaak van het uiterst gewigt, en Arius een Ketter is; 't geen hem zodanig vervoert, dat hy in eigene perfoon een heevig gefchrift tegen de Arriaanen in 't licht geeft Deezen wreeken zi£, door s Keizers flandbeelden om verre te rukken 't geen hy echter de grootmoedigheid heeft van ongellraft te laaten. ' 3-J- Het Concilie, voor het eerfte algemeene gereekend, vergadert te Nicéa m Bithymën. Hetzelve beftaat uit 318. Bisfchoppen, waaronder fle en herftelt hem op den zetel van Alexandriën.. 35°- De oorlog tegen de Perflaanen wo-dt voortgezet ; doch Conftantius, door zyn vorig ongeluk afgefchrikt,-durft geen hoofdfeffen wangen r zo dat 'er niets beflisftnds voorvak. Sapor bedient zig van 's Keizers laf harigheid, om wederom het beleg om Nifibé te flaah. Hy fpaart' kosten.,  6 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ITALIËN, tn Aft gtheelt WesUr_-i\yk. Het OOSTEN'. lyk gezag, en maakt zig heimslyk een Herken aanhang. De geleegenheid gimftig vindende, doet hy zig te Autun tot Keizer uitroepen. Conftans , door deeze onverwagte tyding verfchrikt, wil naar Spanjen de vlugt neemen, doch wordt onder weg vermoord. Overgegeeven aan zyne vermaaken en gunftelingen was zyne regeering zonder roem, fchoon zyn yver voor de regtzinnigheid hem eenige lorfpraaken van de Christenen verworven heeft. — Magnentius.,. welhaast van alles meester, regeert als een tyran. Nepotianus, een der Neeven van Conftantinus, verzet zig tegen hem; doch fneuvelt met alle de zynen. De eenige, die tegen Magnentius met vrugt het hoofd biedt, is Vetranion, een oud ervaaren Generaal, doch zo ongeletterd, dat hy leezen noch fchryven kan. Over de troepen in Pannoniën bevelvoerende, wordt hy aldaar door hen tot Keizer uitgeroepen. Intusfen komt Conftantius met een leger uit het Oosten, om zyns Broeders dood te wreek en, en zig in het bezit van deszelfs Staaten te fteilen. Magnentius laat hem voorilagen van vreede doen; doch hy wordt met verfmaading afgeweezen. Hy fluit daarop een verdrag met Vetranion, die den voortgang van Conftantius zoekt te ftuiten; doch welhaast, voor deszelfs magt en wraak bedugt, een verbond met hem fluit, en zyne troepen met hemverëenigt. Conftantius veinst hem als Keizer te erkennen ; doch weet heimelyk zo veel invloed op de gezamenlyke troepen te krygen, dat hy hem doet afzetten, en vervolgens naar Bithyniën in ballingfchap zendt, alwaar hy hem echter als pen Vorst doet onthaalen. Conftantius verfpilt zyn tyd te Sirmium, met het houden van een Concilie. Magnentius , met dit verzuim zyn voordeel doende, trekt aan het hoofd van een gedugt leger met een verhaasten marsch tegen hem op. Conftantius , het zyom tyd te winnen, het zy om 's vyands magt te befpieden, zendt hem een bode met vreedensvoorflagen; doch Magnentius verwerpt die nu insgelyks op zyne beurt, en houdt den bode gevangen. Intusfen nadert hy vast, alles in zyn weg vermees terende of verwoestende, tot aan Sirmium, en tast die plaats aan, doch wordt afgeftagen. Hy keert zig vervolgens naar Murla, en flaat het beleg om die Stad. Conftantius voest zyn leger mede derwaards. In de" vlakte by Murfa wordt een allerbloedigfte Veldflag gehouden , waarin beide de Partvën een geweldig verlies aan volk lyden; tot 'dat eindelyk de troepen van Conftantius de overwinning bchanlen, en Magnentius de vlugt neemt. Conftantius zelve had den Veldflag niet bygewoond, maar zig lafhartig fchuil gehouden in eene nabuurige Kerk, alwaar een looze Arriaanfche Priester, die zig fpoedig van den uitflag van 't gevegt had laaten onderrigten, hem het eerst de overwinning bekend maakt; veinzende, dat hem dezelve door een Engel wss aangekondigd. De kgtgeloovige Conftantius wordt hier aoor bewoogen, om de Arriaanen nog al meerder te begimitigen. Magnentius, zig in Italiën, werwaards hy eerst de wyk genoomen had, niet veilig achtende, vlugt naar Gaulen. Conftantius komt tegen het Voorjaar in Italiën, -alwaar hy alomme als de eenige wettige Keizer erkend' wordt. Hy zendt eene Vloot naar Africa en Sieihèn; waarop die twee Ryks-Provinciën insgelyks Magnentius afvallen. Paus Julius overlydt. Men kiest in deszelfs plaats Lieerius, 35. Paus. De nieuwe Paus, waarfchynlyk om den Keizer te behaagen, valt den Regtzinnigen af,.en houdt gemeenfehap met de Arriaanen. Hy dagvaart zelf den beroemden Athanafius voor'zynen Stoel, om rekenfehap van zvn gedrag en geloof te geeven; doch, dien Kerkvoogd zig niet verpligt achtende dit opöntbod te eerbiedigen, doet hy hem in den Ban. De Roomschgezinde Schryyeren hebben zig veel moeite gegeeven, om dit gedrag van Liberius te verdeedigen , en met het leerftuk der Pausfelyke onfeilbaarheid overëen te brengen. 353- Conftantius zendt een leger naar Gaulen tegen Magnentius, die van zynen kant eenige troepen op den been btengt. Zy leveren elkander flag in het Opper - Dauphiné. Magnentius krygt de nederlaag', en vlugt naar Lyon: Zyne 'eigene Soldaaten zoeken hem te vatten, en aan Conftantius over te keveren. Angftig, wanhoopend, en dol van woede, vermoordt hy met eigene hand zyne Moeder, en verdere Bloedverwanten, die onder zyn bereik zyn, en daarna zig zélven. Zyn dood maakt een einde aan de onlusten; en Conftantius vindt zig dus in het gerust bezit van het ganfche Roomfche Keizerryk. Doch die voorfpoed bederft zyn karakter nog meer: Hy wordt agterdogtig , trots, wreed en bloedgierig; geeft gehoor aan fnoode aanbrengers, verfpilt zyne gunst en vertrouwen aan Gefhèedenen , en andere onwaardige voorwerpen, en maakt zig dus alomme gehaat. Duizende onfcliuldigen worden de flagtöffers zyner dwingelandy , en die van zynen fnooden Gunfteling en Geheimfchryver, den Gefhèedenen Paulus. 354-' De Duitfchers doen een inval in Gaulen. Conftantius trekt tegen hen op. Het agterblyven der levens-middelen brengt de troepen tot muiten, doch zy worden met geld geftiit. De i levens-middelen eindelyk aangekoomen zynde, vervolgt hy zynen marsch, De Duitfchers, ; voor kosten, vlyt, noch Yclk, om die Stad te veroveren; doch de onve fchrokkene ingezeetentn noodzaaken hem , door wonderen van geduld en dapperheid, om het beleg, na vier maanden tyds, fchandelyk op te breeken. Conftantius krygt dus de handen ruim, om de ontftaane onlusten in het Wes.er- Ryk te ftilteo, [MÉ hanen,]. 3St. Conftantius, in het Westen opgehouden, en voorde vyandlykheeden van Sapor bedugt , acht het nodig eenen Ryssgcnoot te benoemen, die in het Oosten gebiedt. Zyne keuze vak op Gallus ; welke Prins, benevens zyn Broeder Julianus, de flagting der bloed-verwanten van wylen Conftantinus ontkoomen, tot nu toe in eene foort van gevangenis opgefloten geweest was. Gallus wordt Caefar verklaard , en krygt de Zuster des Keizers, Conftanrina, ten Gemalinne. Zyn eerfte werk is de handhaaving van het Christendom ; waarin hy echter meer op eene woeste, dan verftandige wyze, te werk gaat. 35+ Gallus, een Vorst van eenen ruuwen en prreeden aart, en van ;en gering verftand, Dpgeblaazen door eeTÏge kleine voordeeen , in 't vorige jaar ioor zyne bevelheb>eren behaald op de 3erfiaanen, die ih eeïen Oorlog met hun1e Nabuuren waren inge-  van CONSTANTINUS den'GROO'TEN af tot op den TEGÈNWOORDIGEN TYD 7 ITALIËN, en het ge heelt Wester-Ryk. Het OOSTEN voor zyne overmagt bevreesd, verzoeken den vrecde, en bieden/zeer voordeelige voorwaarden aan, die Conftantius gereedelyk aanneemt. Conltanrius betoont eene onmaatige blydfchap over het ombrengen van zyn Neef Gallus, [*» het Oosten,']. Dronken van zyn geluk, en waanende nu niets te vreezen te hebben, geeft hy zig toe in trotsheid en wreedheid. De onfchuldigfie zaaken worden welhaast den ongelukkige onderdaanen als misdaaden toegereekend; en debraafften loopen het meest gevaar. Met dat al, fpeelen de vleijers onbefchaamd hunne rol. DeSophist Themistius doet eene openlyke lofreden over Conftantius, waarin hy hem den grootften Wysgeer van het Keizerryk noemt. De Arriaanen , nog iteeds den zelfden invloed op den Keizer behoudende, beweegen hem, om een Concilie te Arles te houden, ter veröordeeline van Athanafius. Paus Liberius, befchaamd over zyn vorig gedrag, neemt nu ernftig de party van dien Kerkvoogd op. Doch zyne Legaaten op het Concilie, nevens de overige Prelaaten , door de bedreigingen van Conftantius verfchrikt, ondertekenen het begeerde vonnis. De Bisfchop van Trier blyft alleen ftandvastig, doch moet zulks met eene eeuwigduurende ballingfchap bekoopen. Liberius veroordeelt hoogelyk het gedrag zyner Legaaten, en haalt eindelyk den Keizer, door menigvuldige nadrukkelyke brieven , over, om in het volgend jaar een ander Concilie te Milaan te houden. 35J- De Duitfchers doen nieuwe invallen in Gaulen , doch worden door Sylvanus, Bevelhebber der Keizerlyke troepen aldaar, dapperlyk afgeflagen. Die Veldheer ondervindt welhaast de ondankbaarheid van het Hof; en , voorziende dat hy noodwendig het flagtöffer zal worden , neemt hy het ftout befluit, om zig door zyne troepen, op wien hy alles vermogt, tot Keizer te laaten uitroepen. Conftantius, in de uiterfte verleegenheid, ontbiedt den beroemden- Generaal Urficinus uit het Oosten, en zendt hem tegen Sylvanus. Urficinus, bevindende , dat hy niets met geweld kan uitvoeren, neemt de list te baat, veinst zig insgelyks misnoegd, wint Silvanus vertrouwen , en krygt dus de geleegenhcid, om hem onverhoedsch te laaten vatten, en om het leven te brengen. Conftantius, verheugd over die tyding, geeft het bevel-in Gaulen aan Urficinus ; doch laaL hem, uit agterdogt, zonder eene genoegzaame krygsmagt. De barbaarfdie Volkeren bedienen zig van die gelecgenheid , en doen verfcheidene invallen en ftrooperyën, verbranden eenige Sleden, en voeren de ingezeetenen gevangen met zig. Het Oosten wordt insgelyks met een gedugten aanval van den kant der Perfiaanen gedreigd. Conftan'ius befluit eindelyk, meest op fterk aan aaden zyner Gemalinne, zynen Neef Julianus, Broeder van Gallus, tot Ryksgenoot te benoemen. Die vermaarde Prins, tot nu toe naauw bewaakt, en zynen tyd eeniglyk in letteroeft'eningen belteed hebbende , had zyn geest gevormd in den tegenfpoed; doch ongelukkiglyk , door de onkunde, bygeloovigheid en geflrengheid zyner Christen Leermeesteren, eene heimelyke at keer voor het Christendom ingezoogen, die hy echter loosfelyk wist te ontveinzen. Conftantius , hem tot Cscfar benoemende, geeft hem tevens zyne Zuster Helena ten huwelyk;. doch, vol agterdogt, ontbloot hy hem van alk gezag, en doet alle zyne flappen ten naauwften befpieden. Julianus gedraagt zig met de uiterfte omzigngheid. Hy wordt als Opperbevelhebber naar Gaulen gezonden, doch tevens zo naauw beperkt, dat hy niets doen kan dan met goedkeuring van eenen Raad, dien Conftantius hem toevoegt. Het Concilie, op verzoek van Paus Liberius beroepen, vergadert te Milaan. De Arriaanen, aldaar de overmagt hebbende, dringen tenfterkften op de bevestiging hunner gevoelens, en de yeröordeeling van Athanafius. De Legaaten van den Paus, en eenige weinige andere regtzinnige Bisfchoppen, doen een kloekmoedigen wederftand. Conftantius, daarover verbitterd, verfchynt zelf in het Concilie, en zoekt de zaak der Arriaanen door zwaare bedreigingen door te dryven. Sommigen laaten zig overhaalen; die volftandig blyven, worden in baffingfehap gezonden, en het Concilie is den Keizer in alles te wille. Paus Liberius, noch door gefchenken noch door dreigementen zig laatende verwinnen, wordt heimelyk des nagts te Romen opgeligf", en naar Bera-a in ballingfchap gezonden. De Diaken Felix wordt met geweld, tegen het genoegen des Volks, op den Stoel van Romen geplaatst. 35<5. De Arriaanfche party thans meester zynde, worden de regtzinnige Bisfchoppen alomme ftrengelyk vervolgd. Onder anderen wordt de beroemde Olius, een Gryzaard van meer dan 100. jaaren, in ballingfchap gezonden. Athanafius wordt met geweld uit zynen zetel van Alexandriën gedreeven, en moet eene fchuilplaats zoeken in de wildernisfen van Egypten. Een zekere Georgius wordt in zyne plaats gefield, die de ingezeetenen van Alexandriën, inzonderheid de Regtzinnigen, op eene wreede wyze behandelt. _ Julianus befteedt den winter in Gaulen, met zig in de krygskunde te oeftenen, waarin zyn onvermoeide vlyt en groot doorzigt hem verbaazende vorderingen doen maaken. Zyne geftrenge levenswyze, arbeidzaamheid, en rechtvaardigheid winnen hem 's Volks achting en geneegenheid. Gaulen bloeit onder zyn beftuur; en, fchoon in veele opzigten door zynen Raad gedwarsboomd , weet hy zig echter allengs deszelfs gezag te onttrekken. Eindelyk trekt hy tegen de Barbaaien te velde, ontzet Autun, door, hen belegerd, vei'dryft hen geheel uit Gaulen, en ingewikkeld, en op de Saraceenen, (eene1 Natie, die zig voor eenigen tyd in Arabiën gevestigd had, en het Ryk door menigvuldige firoopetyën begon te ontrusten,) wordt byna ondraagelyk in zyn beftuur. Zyn hart raakt nog verder bedorven door de loftuitingen van fnoode vleijers, en de aanhitiin-gen van zyne Gemalinne , die hem in wreedheid niet toegeeft. Het Oosten zugtonderzyne dwir.gelandy, en wordt een geduurig toneel van onderdrukking en moord. — Te midden in dat alles blyft hy echter zeer yveren voor de zaak der Christenheid; 't welk aanleiding gaf, dat fommige Christen Schryveren met meer lof van hem gefprooken hebben, dan hy verdiende. Dit gedrag van Gallus verwekt argwaan by Conftantius, die zekeren Domitianus tot Prsefect van het Oosten benoemt, met heimelyke last, om op Gallus een waakend oog te houden. Domitianus, zig hierin metgecnegenoegzaame omzigdgheid gedraagende, wordt, op aanftooking van Gallus, omgebragt. Verfchcidenen zyner vrienden ondergaan het zelfde lot. Conftantius, meer en meer agterdogt beginnende te voeden, dat zyn Neef zig geheel onathankelyk wil maaken, befluit eindelyk tot zynen val. Om zyn flag zeker te neemen , > nodigt hy hem met veele vriendfehapsbetul»  8 BEKNOPT TYD RE KEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ITALIËN, en het gekeele Wester-Ryk. Het OOSTEN. en overlaadt zig met roem by deezen zynen eeriten Veldtogt. Hy befteedt de rest van het jaar, met de beroemde Stad Keulen, door de Barbaaren vernield, te herbouwen. 357- Jnlianus neemt zyne Winter-Quartiering te Sens, en wordt aldaar door de Barbaaren; overvallen. Marcellus, het hoofd van den Raad, met het grootfte gedeelte der Armee niet verre van daar gelegerd, weigert, uit misnoegen over het verhes van zyn gezag, om hem ter hulp te koomen. De onvertzaagdheid en het beleid van Julianus redden hem uit het gevaar; en de Barbaaren moeten onverrigter zaake aftrekken. De algemeene verontwaardiging over het gedrag van Marcellus noodzaakt Conftantius, om hem te rug te roepen. Julianus krygt daardoor al het gezag in handen, waarvan hy een uitmuntend gebruik maakt. De overwinning volgt hem alomme op de hielen. Onder anderen behaalt hy, met eene veel geringer legermagt, eene volkoomene en aüerroemrykfte zegepraal over de verëenigde troepen van zeven Dukfche Koningen, waarvan hy 'er een, Chnodomarus, gevangen neemt, en naar Conftantius zendt, die zig zeiven by openlyken Edicte alle de eere der zege geeft, zonder eens den naam van Julianus te noemen. Die dappere Prins, geheel Gaulen van vyanden gezuiverd, en dezelven verre over den Rhyn verdreeven hebbende, neemt zyn Quarticr te Parys, toen flegts een Kasteel op de Seine, naderhand de beroemde Hoofditad van Frankryk. Conftantius intusfen te Milaan, zyn gewoon verblyf, zynen tyd in ieedigheid, of in zig met Godgeleerde gefchillen te bemoeijen, doorbrengende , krygt in den zin, om Romen, dat hy nog nooit gezien had, te bezoeken. Hy doet aldaar zyne intreede, met alle de ftaatelykheid de: oude zegepraalen; en fchept zo veel behaagtn in de Tempelen en verdere pragtige gebouwen, dat hy, als het ware ten hunnen gevalle, zig zeer verdraagzaam toont omtrent de plegtigheeden van het Heidendom. Tot eene geuagtenisfe zyner tegenwoordigheid, laat hy een der pragtigfte Obelisken van Egypten naar Romen voeren, en aldaar opregten. De aanzienelykfte Rómeinfche vrouwen doen eene bezending tot hem, ten behoeve van den gebannen Paus Liberius , dien hy belooft op den Roomfchen Stoel te zullen herftellen Vervolgens vertrekt hy naar Pannonién, om de geduurige invallen der Barbaaren in die Provincie te fluiten, Conftantius oorlogt voorfpoediglyk tegen de Quaden, Sarmaaten, en andere barbaarfche volkeren, die hy noodzaakt zig te onderwerpen, en keert vervolgens naar Conftantinopolen te rug. Julianus, niet min voorfpoedig in Gaulen, bedwingt de Franken, en bouwt eenige Forten (naderhand Steden geworden,) aan de Maas, om hen verder in ontzag te houden. Daarna den Rhyn overtrekkende, verleent hy den Duitfchers, op hun verzoek, denvieede; onder voorwaarde, dat zy het Roomfche heir overvloediglyk van mond-behoeftens voorzien, en alle hunne gevangenen in zyne handen moeten overleveren. Paus Liberius wordt door Conftantius op zynen zetel herfteld, en de Tegen-paus Felix (alhoewel dit laatfte tegen 's Keizers genoegen, cie het gezag tusfen hen beiden verdeelen wilde,) daarüit verdreeven: doch alvorens moet Liberius de veröordeeling van Athanafius, en de bevestiging der Arriaanfche ketteryë^ plegtig ondertekenen, tot groote ergernis der Regtzinnigen. Het jaar te voren was de beroemde gryzaard Ofius door zwaare pynigingen insgelyks daartoe overgehaald; doch niet lang daarna van berouw en fmert over zyne zwakheid gekorven. 359- De Duitfchers, op nieuws de wapenen opgevat hebbende, werden ■wederom door Julianus, met geen m'nder roem dan te voren, tot onderwerping gedwongen. Hy .egt zig verier toe, om de ingezeetenen zyner tuigingen by zig in Italiën. Tevens ontbiedt hy Unicmus, Bevelhebber der troepen in het Oosten , die, door zyne uitneemende bekwaamheeden, braafheid, en grooten invloed op het krygsvolk, mede een voorwerp van agterdogt geworden was. Gallus, het gevaar voorziende, ftelt zyne komst uit onder allerhande voorwendfelen. Conftantius echter blyvende aandringen , zo durft hy niet langer weig:ren, en gaat op reis. Zyne Gemalin, 's Keizers Zusier, en nu zyne eenigfte toeverlaat, vergezelt hem ; doch overlydt onder weg. Hy komt met een beklemd hart te Pettau; alwaar hy, op last van Conftantius, aangehouden en kort daarna onthoofd wordt. Urficinus krygt bevel, om ten eerften naar het Oosten te rug te keeren; doch hem wordt tot amptgenoot toegevoegd zekere Arbetion, die, geheel het Hof toegedaan, de meeste klem van het gezag in handen krygt. Jukanus, Broeder van Gallus, wien men al mede by Conftantius zwart gemaakt had, wordt onder eene fterke bewaaring gefield, en ftrengelyk behandeld, [zie verder It ai .'én 354-357]. 3j3. Sapor, zyne nabuuren getemd, en de handen ruimer gekreegen hebbende , fchryft een trotfen brief aan Conftantius, waarin hy 'het Roomfche Ryk met den verwoedften aanval dreigt, byaldien men hem Armeniën en Mefopotamiën, wel eer door de Perfifche Vorsten bezeeten, niet te rug geeve. Conltanrius behandelt die zaak voor deeze maal op eene grootfche wyze, door hem te laaten antwoorden, dat de Romeinen nooit gewoon waren den vreede te koopen. Sapor laat hierop fterke toerustingen ten oorloge maaken. 359- Sapor trekt met eene gedugte legermagt te velde. Een vermogend ingezeeten van Mefopotamiën , door de fchreeuwende kneevelaryën van des Keizers gunstelingen tot wanhoop vervoerd, loopt tot hem over, en onderrigt hem, op welke wyze aan Conftantius de meeste afbreuk te doen. Die Vorst zendt den beroemden Urficinus met een fterk leger tegen Sapor; doch, nog fteeds vol argwaan, roept hy hem, op ingeeving van zyne Hovelingen, fpoedig weder te rug; en benoemt zekeren Sabinianus , een man , gansch ongefchikt tot zulk een post, onvoorzigtiglyk in deszeks plaatfe. Het algemeen misnoegen hiercver noodzaakt Conftantius, om Urficinus weder naar het leger te zenden; doch hy laat echter het opper-bevel aan Sabiniant^, ten einde deeze de ee; e hebbe, in gevalle van overwinning, en Urficinus alleen de fchande, in gevalle van nederlaage. Die braave Bevelhebber betragt daarom niet minder zynen pligt: Hy brengt alle de gewigtige posten in een goeden ftaat van verdeedigmg, inzonderheid Nifibé en Amida. Sapor valt in Mefopotamiën , verwoest eenige kkine plaatfen, en flaat eindelyk het beleg om Ainida. Urficinus  v*N CONSTANTINUS din GROOTEN at tot op dsn TEGENWOORDIGEN TYD. p ITALIËN, en het geheile Wester-Ryk. Het OOSTEN. zyner Provincie, door het verminderen der belastingen , en andere bedryven van rechtvaardigheid en goedwilligheid, zo veel mogelyk gelukkig te maaken. De achting en geneegenheid des Volks, doch ook tevens de afgunst en haat van Conftantius en de Hovelingen, neemen naar evenredigheid toe. Barbatio , Bevelhebber van het Voetvolk, nayverig over den roem van Julianus, zoekt deszelfs krygsverrigtingen op allerly wyzen te ftremmen; doch handelt ten deezen opzigte zo onbedagtzaam, dat hy zelf onder het vermoeden valt van naar het opperst gezag te ftaan. Hy wordt hierop, nevens zyne Vrouw, en veele anderen, die grootendeels onfchuldig waren, op last van Conftantius aangehouden, en onverhoord ter dood gebragt. Geduurende de onlusten in het Oosten [zie aldaar,'] verfpilt Conftantius zynen tyd met de oude Godgeleerde gefchillen, het befchermen der Arriaanfche Ketteryë , welke zig in verfcheidene Secten fplitfte, en het houden van Conciliën. Inzonderheid, koomen 'er twee voornaame Conciliën by een; te weeten : een te Rimini, voor de Westerfche, en een te Seleucië voor de Oosterfche Bisfchoppen. Door de konstgreepen der Arriaanen, het gezag en de bedreigingen des Keizers , doen de beide Conciliën, zonder de zaak behoorlyk en onpartydig te durven onderzoeken, uitfpraak ten voordeele van de leere van Arius, fchoon dat van Rimini in den beginne zig plegtiglyk voor de re£tunnige leer verklaard hadde. 360. Conftantius, het toeneemend vermogen van Julianus willende verzwakken, en hem van zyne geliefde Provincie verwyderen, beveelt hem , met zyne beste troepen naar het Oosten te trekken, om tegen de Perfiaanen te ftryden. Julianus fchikt zig, om dit harde bevel te gehoorzaamen; doch de troepen van Gaulen , de overigen mede oprokkenende, weigeren volftrekt dien togt te doen , en roepen eenpaariglyk Julianus tot Keizer uit; hem, in weerwil zyner fmeekingen en verroogen, met geweld dwingende dien tytel aan te neemen. Sommigen befchuldigen Julianus, dat hy de troepen in 't geheim tot dien ftap heeft aangeftookt; wat hiervan zyn moge, zeeker is het, dat men nooit een daadelyk bewys daarvan heeft kunnen te berde brengen. De aanhangers van Conftantius maaken eene famenzweering tegen het leven van Julianus , die het gevaar ontfnapt, en hen edelmoediglyk vergiffenis fchenkt. De goede orde en krvgstugt herfteld hebbende , fchryft hy een brief aan Conftantius, om hem van het gebeurde te onderrigten, en tevens ten iterkften de noodzaakelykheid aan te dringen, om zig zyne verheffing te laaten welgevallen, liever dan het Ryk in een bloedigen Burger-Oorlog in te wikkelen. Hy voegt 'er een tweeden geheimen brief by, vervuld met de bitterfte verwytingen. Conftantius, door gramfchap vervoerd, weigert vohtrekt naar I. DEEL. eenige voorflagen van bemiddeling te luisteren, en beveelt hem , den tytel van Keizer, hem onwettiglyk door oproermaakers gegeeven , af te ftaan. Julianus leest dien brief openlyk zyne troepen voor; zy roepen eenpaariglyk, geenen anderen dan hem als Keizer te erkennen. Julianus doet op nieuws eenige pogingen , om Conftantius tot eene Ryksverdeeling in der minne over te haaien; doch die Vorst blyft onverzettelyk, en overlaadt hem met verwytingen en dreigementen. Zelfs maakt hy toerustingen, om tegen hem te velde te trekken. Julianus befluit hierop, geweld met geweld te keer te gaan, neemt ten dien einde de omzigtigfte maatregelen , en laat de troepen den eed van getrouwheid afleggen, waarby die zelfde lieden, die te voren weigerden buiten 's lands te trekken, zig nu verbinden, hem overal, ja tot het einde der aarde, te zullen volgen. Alvorens bedwingt hy de Franken, brengt Gaulen in een ftaat van volkoomene rust en veiligheid, en maakt vervolgens openlyke toerustingen tegen Conftantius. 361. De Duitfchers zoeken zig van de ontftaane onlusten in het Ryk te bedienen, om hunne zaaken te herftellen. Julianus, hiervan onderrigt, overvalt hen plotfelyk, brengt hen op nieuw tot onderwerping , en zendt eenen hunner voornaamfte Vorften, Valdomarus, tot verzeekering der ruste , gevangen naar Spanjen. Intusfen verklaa- ren meest alle de Westerfche Provinciën zig voor Julianus; terwyl de overigen door de Stedehouders van Conftantius in eenen ftaat van verdeediging gebragt worden. Julianus verfpilt zyn tyd niet met dezelven aan te tasten, maar rukt met een onbedenkelyken fpoed , alle ongemakken in eigene perfoon, even gelyk de minfte Soldaat, verduurende , regelregt naar het Oosten tegen Conftantius. Gansch Pannoniën doorgetoogen, komt hy te Syrmium, alwaar men niet eens wist, dat hy op weg was, en vermeestert die gewigtige plaats zonder flag of ftoot, als mede de toegangen naar Thraciën. Thans begint hy zyne geneegenheid voor het Heidendom , tot nu toe ontveinsd, meer openlyk te toonen; 't welk niet weinig toebrengt, dat geheel Griekenland, alwaar de Heidenen nog verre weg de overhand hadden, zyne zyde kiest. Doch hy wordt in zynen voorfpoed eenigfins geftuit door den opftand van twee Legioenen van Conftantius, die hy te Syrmium gevonden, en uit mistrouwen naar Gaulen gezonden had. Deeze troepen vallen hem onder weg af, maaken zig meester van Aquilea, verfterken die Stad, en verzamelen aldaar alle de vrienden van Conftantius. Julianus ziet zig dus genoodzaakt, een gedeelte zyner Armée derwaards te zenden; doch Aquilea biedt een hardnekkigen wederftand, en ftelt alle zyne pogingen te leur. Intusfen verneemt hy, dat'er een fterk Corps tegen hem op marsch is, om hem den doortogt van Thraciën te betwisten. In die verleegenheid krygt hy onverwagt de tyding van het B cinus dringt ten fterkftcn aan, om fpoedig tot ontzet dier plaats te trekken; doch de lafhartige Sabinianus weigert zulks onder gezogte voorwendfelen. Het garnizoenen de ingezeetenen van Amida doen intusfen den kloekmoedigften wederftand, en Sapor vermeestert die plaats niet, dan na eene lange tydverfpilling, en het iheuvelen van wel 30,000. Man. Woedend over dit dubbeld verlies, maakt hy de Stad tot eenen puinhoop, en voert het oveifchot der ingezeetenen gevangelyk weg. [zie verder Ito,Hén]. 360. De vyanden van Urllcinus geeven hem de fchuld van het verlies van Amida. Hy zuivert zig volkoomenlyk; doch wordt desniettemin in ballingfchap gezonden. Sapor valt wederom in Mefopotamiën, en vermeestert, na een heevigen wederftand, de Vestingen Singare en Bezabde, waarin hy eene fterke bezetting legt. Conftantius doet eene vrugtelooze poging, om dezelven te heroveren, [zit verder Italiën]. 361. Conftantius, onderrigt , dat Julianus, in het Westen tot Keizer uitgeroepen, [zie Italië»,] tegen hem in aantogt is, zendt een deel t) ncr troepen tegen hem, om hem den weg af te fnyden. De vrees voer de Perfiaanen noodzaakt hem, met het overige gedeelte in Mefopotamiën  to BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS* ITALIËN, en Het OOSTEN. miën te blyven; doch befpeurende, het overlyden van Con- dat Sapor zig ftil houdt, befluit hy itantius [zie Aet Oosten,} ; eindelyk, in perfoon tegen Julianus waardoor hy zig, zon- op te trekken. Doch hy wordt op der verdere bloedflor- weg door eene heete koorts overval- tinge, van het geheele len, die hem welhaast, na dat hy zig Roomfche Ryk meester even te voren heeft laaten doopen, ziet. Aquilea, en ver- in het graf rukt. Hy laat geen man- dere plaatfen, geeven zig nelyk kroost na zig; en het Ryk hierop van zelve over. vervalt dus van zelve aan JULIANUS. Geene tegenkantin- De nieuwe Keizer doet eene pleggen ontmoetende , ver- tige intreede te Conftantinopolen , volgt de nieuwe Keker en wordt aldaar met algemeene toezynen weg naar Con- juichingen ontfangen. Hy laat het ft'antinopolen, [zie verder lyk van Conftantius, derwaards gehet Oosten 361 en 362.,]. voerd, met de uiterfte pragt ter aarde heitellen, en ftort by die gelee363. genheid openlyk, doch'waarfchyn- lyk geene opregte traanen. VervolDe yverige pogingen gens is zyne eerfte zorge, de fnoovan Julianus, om het de gunstelingen van Conftantius ten Heiden- ftrengften teftraffen; het Hof van ' ■ de Gefneedenen, overtollige Ampte- naaren, en Leedigloopers te zuiveren; en alle de verdere menigvuldige ingeflopene misbruiken van weelde en overdaad uit te roeijen; gelvk mede de vervallene krygstugt onder de troepen volkoomenlyk teherftellen. Voorts neemt hy maatregelen, om de ingezeetenen van hunne geleeëene onderdrukkingen te ontheffen, en geeft aan allen in eigene perfoon het voorbeeld van rechtmatigheid, en eene fobere levenswyze. 362. Julianus, zyne waare gevoelens nu niet meer behoevende te ■ontveinzen, doet openlyke belvdenis van het Heidendom, 't welk hy m deszelfs ouden luister poogt te herftellen De Heidenfche Wysgeeren en Priesteren worden met eere overlaatten, en het Hof krielt van deeze nieuwe foort van Hovelingen. Onder de meest begunftigden is zvn oude Heidenfche Leermeester Maximus. Ter zelfder tyd'zoekt hy het Christendom uit te roeijen; niet door geftrengheid, als weelende dat de kerk het fterkst bloeit onder de vervolging; maar op eene argkstiger en veel zeekerder wyze. Hv verleent, namenlyk, aan alle de Christen Secten even dezelfde vrvheeden ten einde zy, door hunne onderlinge twisten en verdeeldheeden, etkanderen zouden vernielen. Voorts ontneemt hy den Christenen het recht van ampten te beldeeden , en andere bnrgerlvke voorrechten; doet hunne Schooien fluiten; Iaat boeken en ipoifchriften tegen hen opftellen; behandelt hen alomme met verachting ? en fpaart met één woord geene middelen, om het Christendom m klemachting, en daardoor tot verval te brengen. Met dat zelfde oogmerk tragthy de ChristelykeZedeleer, wier voortreffelyldieid hy niet kan ontkennen, in het Heiden! dom m te voeren, ja zelfs den Joodfchen Godsdienst te herKeilen, den Jooden verlof geevende, om Jerufalem te herbouwen; welke arbeid echter door een opgekoomen ftorm en aa dbeeving waarin de Christenen Gods vinger erkenden, geheel verydeld werd. Het gelukt Julianus op deeze wyze vee- LS'fri^1?,n*ge?of af te trekken> dodl vcrre liet grootfte gedeelte blyft ftandvajtig. fatusféü wordt de Keizer, door zyn driftigen yver voor het Heidendom, tot uïterftens van bygeloovigheid, en de beuzelagtigfte plegtigheeden vervoerd, die hem in het oog van verltandige Heidenen zeiven verachtelyk maaken. Alle de Oosterfche Vorften zenden plegtige Gezantfchappen aan Julianus, uitgezonderd Sapor, die op nieuws toerustingen tegen het Ryk begint te maaken. Jukanus van zynen kant maakt zig gereed, om op dien ouden Vyand eene gevoelige wraake te neemen, door den Oorlog in het harte van deszelfs Staaten te voeren. Eindelyk gaat hy met een gedugt Leger op marsch, en houdt zyne'Winter-Quartiering te Antiochiën. Sapor, bevreesd geworden, fchrytt hem een brief, om den Vreede te verzoeken;. waaróp Julianus hem laat zeggen, dat hy hem binnen kort in perfoon het antwoord zal koomen brengen. Intusfen ontftaat 'er te Antiochiën eene geweldige duurte aan levensmiddelen , die Julianus wil doen ophouden , door derzelver pryzen zeer laag te bepaalen; doch dit hulpmiddel maakt het kwaad erger; de ryken koopen alles op, en weigeren te verkoopen. Het gemeen, groot gebrek lydende, flaat openlyk aan het morren tegen den Keizer, die den nood zo"veel mogelyk te gemoet komt, doch tevens een weerzin tegen Antiochiën opvat. Dezelve wordt vermeerderd door de verachting, die de weelderige ingezeetenen voor zyne ftrenge levenswyze, en eenvoudigen opfchik betoonden. Inzonderheid had men het gelaaden op zyne lange Baard, waarmede men in openlyke Schimpfchriften den fpot ftak. Julianus fchryft een Tegen - Schimpfchrift, waarin hy de zeeden van die van Antiochiën heevig doorftrykt. Dit Stuk, Mifcpovon genaamd, is nog in weezen. Voor liet overige betoont hy zig grootmoedig in het vergeeven van verfcheidene perfoonlyke beleedigingen; doch maakt zig echter gereed, om Antiochiën ten fpoedigften te verhaten; verklaarende, dat hy nooit weder een voet binnen haare muuren zal zetten. 3.63. Julianus trekt tegen Sapor te velde. Na eenen allermoeijelykften marsch bereikt hy Cercufium, de uiterfte grensplaats van het Ryk aan dien kant, by de famenvloeijing van den Euphraat en de Aboras gelcegen. Alhier 30,000. Man agterlaatende, en de overige troepen, nog 63,000. Man fterk,. door eene hartige aanfpraak en ryke gefchenken ganseh-en-al aan zig verbonden hebbende, trekt hy de Aboias over, en vak in het grondgebied van Perfiën. Den loop der Rivier volgende, laat hy eene takyke Vloot, met allerhande behoeftens gelaaden, den ftroom opzeilen, om geen gebrek te lyden in een land, 't welk de Vyand zelve op het berigt van zynen togt verwoest had. Intusfen verovert hy de eene plaats na de andere; doch fommigen niet dan na een heevigen wederftand. Eene overftrooming van den Euphraat brengt hem in het uiterfte gevaar, 'tgeen hy echter door eene zonderlinge kloekmoedigheid en beleid te boven komt. Eindelyk nadert hy den oever der Rivier Tigris, niet verre van Ctefiphon, de toenmaalige Hoofdftad van Perfiën. Zyne Vloot niet zonder het uiterfte gevaar, en met een langen omweg, langs den gewoonen loop nit den Euphraat in de Tigris kunnende brengen, komt zyne Historiékennis hem te pas, waardoor hy wist, dat 'er weker een Canaal tusfen die beide Rivieren gegraaven geweest was. Dit Canaal , waarvan naauwetyks eenige fpooren meer overig waren, ontdekt en met veel moeite herfleld hebbende, komt de Vloot behouden in de Tigris. Hy trekt die Riuer met zyn Leger over, in weerwil van de b: cedre en fnclhekl der ftroomen, hoogte der oevers, cn  v-an CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOÖRDIGEN TYD. n ITALIËN, en Het O O S T E N. Heidendom te herftellen, [zie het Oosten 361.], gelukken hem inzonderheid in Italiën, en vooral te Romen, alwaar het Christendom nog niet zo wel gevestigd was, als in het Oosten. De oude pragtige tempelen der Goden worden plegtigly k ontfloten; de offervuuren ftygen in menigte ten hemel, en de Christenen zien zig dagelyks bloot gefield aan de befchimpingen en mishandelingen der Afgodendienaars , wier vreugde en zegepraal echter van korten duur is; wyl hun befchermer , nog dit zelfde jaar, in den Perfiaanfchen oorlogfneuvelt; [zie het Oosten]. Alle zyne opvolgers den Christen Godsdienst zynde toegedaan, zo veranderen de zaaken met zyne doodgansch cn al van gedaante; en het Christendom begint het hoofd weder boven te heffen. — De verbittering tegen hem heeft een aantal lompe fabelen, wegens de omftandigheeden van zyn uiteinde, verzonnen, niet waardig om gemeld te Worden. In het algemeen geeft men hem den bynaam van den Afvalligen; doch eenigfins onëigenlyk, wyl hy nimmer een Christen geweest is. — Hy wordt in het Keizer - Ryk opgevolgd door J O 3<54- Na eene zeer korte regeering, die echter veel en een fterk vyandclyk Corps, 't welk hem den overtogt betwiste, doch na een heevig gevegt geheel verflagen wordt. Het ganfche Perfiaanfche Camp, van onnoemelyke waarde, wordt buit gemaakt. Julianus voert zyn zegepraalend Leger tot onder de muuren van Ctefiphón; doch vindt die Stad zodanig verfterkt, dat 'er geene mogelykheid is, om van dezelve meester te worden. Daarenboven blyven de hulptroepen agter, die de Koning van Armeniën had toegezegd. Julianus befluit derhalven naar den kant van dat Ryk te rug te trekken; en wel langs den oever der Tigris, ten einde de Vloot altoos by zig te hebben. Doch, op den bcdriegelyken raad van een geveinsden overlooper, rukt hy land waards in; na alvorens zyne Vloot, op dat dezelve niet in 's Vyands handen zoude vallen, tot groot misnoegen van het Leger, te hebben laaten verbranden Welhaast bevindt hy zig in onmeetelyke Bosfchen, of op verwoeste Velden, alwaar hy te gelyk en den Vyand, en den honger te beftryden heeft. De troepen (laan aan het muiten, en Julianus ziet zig eindelyk genoodzaakt te mg te keeren, en den naasten weg naar zyne eigene Staaten in te flaan. Doch op dat oogenblik nadert Koning Sapor zelve, met eene ontzachelyke legermagt. 'Er vallen geduurige fchermutfelingen en gevegten voor, waarin de Romeinen, hoe verzwakt, altoos zegepraalen. Intusfen vergaan zy byna van gebrek, waarom Julianus tegen dank zynen te mg marsch moet voortzetten. Sapor volgt hem van verre, en ontrust zynen aftogt door geduurige aanvallen. Met een zwaaren ftorm zyn voordeel doende, valt hy onverhoeds met zyne ganfche magt de Romeinen in den rug, die hem echter met zwaar verlies afflaan.. Doch in dat gevegt wordt Julianus door eenen pyl getroffen, die hem ter aarde doet vallen. Vol moeds ftygt hy terftond weder te paard, en roept datzyrie wond niets beduidt; doch moet eindelyk, door verlies van bloed, naar zyne tent gebragt worden. Hy verneemt hier met de uiterfte bedaardheid, dat zyne wond doodelyk is; doet eene treffende aanfpraak aan zyne Legerhoofden en vrienden; en fterft met eene verbaazende onverfchrokkenheid in het 3ifte jaar zynes ouderdoms, zonder eenen opvolger te hebben willen benoemen. Het Leger betoont de uiterfte droefheid over Julianus dood, en vindt zig zeer belemmerd met het verkiezen van een waardigen opvolger. Deftemmen verëenigen zig eindelyk voor Salustius, Prefect van het Oosten; doch deeze weigert die eer, en raadt de troepen zig eeniglyk met een vciligen aftogt beezig te houden. Doch men wil alvorens volftrekt een Keizer hebben, en de keuze valt eindelyk op V I A N U S. De nieuwe Vorst, te Singidon in Mosfiën uit een edel geflagt gefprooten, en ten tyde zyner verheffing, Bevelhebber der Lyfwagten, was van eenvrolyk, beminnclyk, en weldoend karakter, B 1 en ten fterkften den Christelyken Godsdienst toe* gedaan. Hy laat het Leger zynen marsch vervolgen, 't welk intusfen zig meer en meer aan het ysfelykst gebrek ziet blootgefteld. In dien toeftand doet Sapor zelve'^nverwagt aanbiedingen van Vreede; het zy dat hy de wanhoop der Romeinen vreesde, of liever, dat hy meende mi zeer voordeelige voorwaarden te zullen kunnen bedingen. Ten dien einde eischt hy den afftand van 5. Provinciën aan de Tigris, voorheen door Keizer Galerius den Perfiaanen afgewonnen, beneffens Nifibé, Singare, en eenige mindere plaatfen in Mefopotamiën. De nood dwingt Jovianus, deeze fchandelyke voorwaarden aan te neemen, en het verdrag wordt gefloten. Doch onvoorzigtiglyk verzuimd hebbende levensmiddelen van Sapor te bedingen, blyft het Leger groot gebrek lyden, eer hetzelve Nifibé bereikt. Hy levert die Stad aan de Perfiaanen over, in weerwil der fmeekingen van de ingezeetenen, die, Sapor reeds driemaal weerftaan hebbende, als eene gunst verzogten , zig zeiven te mogen verdeedigen. Zy worden met geweld gedwongen, die Stad te ontruimen, en zig elders neder te zetten. De overige plaatfen worden insgelyks aan Sapor overgegeeven; en men ziet hier het eerfte voorbeeld der vermindering van het Roomfche Keizer-Ryk. Jovianus, te Tarfus aangekoomen , laat aldaar het lyk van zynen Voorzaat begraaven. Vervolgens begeeft hy zig naar Antiochiën, alwaar men hem, uit hoofde van het gefloten Vreedens - verdrag , met veel fchimp behandelt; doch, hy ontveinst dien hoon, en legt zig eeniglyk toe op eene goede beftuuring van den Staat. Voorts herroept hy de verdreevene Bisfchoppen, inzonderheid Athanafius, die door de Heidenen, Jooden, en Arriaanen, uit Alexandriën gejaagd was; en geeft aan alle de Christen gezindhecden vryheid van Godsdienst, hoe zeer hy zelve meest naar de regtzinnige leer overhelt, welke toen ook de overhand begint te krygen boven de anderen. Op 's Keizers verzoek ftelt Athanafius het Symèohm op, 't welk naderhand zo vermaard geworden is. (Ten minften, dit is het algemeens gevoelen, gelyk het Sytr.bolmn, ook» tot heden toe dat van Athanafius genaamd wordt; fchoon fommige Geleerden gisfen, dat hetzelve door een ander in laater tyd is opgefteld.) Deeze nuttige zaaken verrigt hebbende, en verlangende, om zig in de Hoofdftad te vertoonen, vertrekt Jovianus, in weerwil der geftrengheid van het jaar-faifoen, zynde het toen midden in December, van Antiochiën naar Conftantinopolen. 364- Jovianus , zyne reize vervolgd hebbende tot aan Dadastane, een Dorpje in Galatiën, wordt op een morgen dood in zyn bed gevonden ; zynde waaifehynlyk verflikt door dea damp van kooien, waarmede zyne kamer verwarmd werd. Na  ji BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP de* ALGEMEENE GESCHIEDENIS ■ ITALIËN, en ha treheele WeAer - Ryk. Het O O S T f kt veel goeds beloofde, [x.le het Oosten ,] overlydt de nieuwe Vorst, in wiens plaatfe door dc Oosterfche troepen tot Keizer ver- De Duitfchers, en andere Barbaaren, van alle kanten invallen in het Ryk doende, vinden de beide Keizers raadzaam, de zorg van het gebied te verdeden. Valentinianus behoudt voor zig het Weser-Ryk, zynde lllyriën, Italiën, Gaulen, Spanjen, Britanniën, en Africa; en laat aan Valens het Oosten, behelzende Thraciën, Afia, en Egypten. Valentinianus vestigt zynen zetel te Milaan, en Valens te Conftantinopolen. Valentinianus legt zig toe op de verbetering van liet Financie-weezen, en fchryft eenige nieuwe belastingen voor, van welker beraaling de Geestelykheid zelve niet verfchoond wordt. Schoon fterk het regtzinnige geloof toegedaan, betoont hy zig zeer verdraagzaam in het ftuk van Godsdienst. De twee Vorsten maaken gezamenlyk verfcheidene uitmuntende wetten en inftellingen; onder anderen die, waarby eenige voornaame lieden in iedere plaats benoemd worden tot befchermers der behoeftigen en zwakken. 366. De Duitfchers, in het vorig jaar weder een inval in Gaulen gedaai hebbende, zendt Valentinianus een Leger tegen hen, met dat voorfpoedig gevolg, dat zy tot driemaal toe"de neerlaag krygen, en voorts in bedwang gehouden worden. De Romeinen, reeds merkelyk van hunne oude grootheid verbasterd, ontëeren hunne overwinning, door een der Duitfche ,Vorften op te hangen. Paus Libenus overlydt. Men kiest ia deszelfs plaats damasus, 36. Paus. De Diaken Urfinus weet zig een aanhang te maaken, Vraardoor hy zig zelvcn tot Paus doet verkiezen. De beide partyën vatten de wapenen op, tot groot cproer en ergernis in Romen» Urfinus, zig den zwakften bevindende, wykt met de -zynen in een tempel, alwaar hy door de onmstig8en der andere party wordt aangetast; het geen aan 130. menfchen het leven kost. De Stadvoogd van Romen ftilt die onlusten , door Urfinus, uit 's Keizers naam , in ballingfcbap ie zenden; doch die onrustige man, zedert zyne aanfpraa .lh gediurig hernieuwende, berokkent der Kerke veel moeite, tot dat hy in 381. voor altoos uit Romen gebannen werd. Valentinianus Wo dt gevaarlyk ziek; zo dat men reeds veele beweegingen begint te maaken over het benoemen van eenen Opvolger. Dc Keizer, herft ellende, neemt hierop het befltut, om zynen Zoon Gratianus tot Ryksgenoot aan tc neemen. Hy zendt den beroemden Veldheer Theodofius, Vader VALENS. De nieuwe Keizer, afkomftig uit Pannoniën, uit een laag gefiagt, doch door de dapperheid en verdienften van zynen Vader Gratianus in groot aanzien gebragt, was zelve tot den rang van een Bevelhebber geklommen, en in veele opzigten den Troon niet onwaardig, fchoon al te zeer overgegeeven aan geftrengheid, en niet vrv van gierigheid. Hy deelt het Ryksgebied met zynen Broeder VALENTINIA NUS I Een man, meer of min mismaakt van lichaam, en van een laag karakter, lchoon niet geheel zonder bekwaamhecden Een yverig voorftander der Arriaanen zynde, vervol-n hv ten ftrengiten allen, die niet van deezen aanhang zyn. * 365- Valens, vemeemende dat de Perfiaanen weder beweeein gen beginnen te maaken, begeeft zig in perfoon met eenige troepen naar Syriën. Geduurende zyn afweezen maakt zekere Procopius, een verre Nabeftaande van Julianus en die zig zedert deszelfc dood fchuil gehouden had , door heimelyke omkoopingen en list, zig meester van den troon en de Stad Conftantinopolen; wordende aldaar openlyk als Kei zer mtgeroepen. De lafhartige Valens wil terftond het gebied opgeeyen, doch zyne Vrienden weerhouden hem Hv zendt een Leger tegen Procopius, die reeds in Afia Gerukt was, en in den beginne eenige voordeden behaalt; doch opgeblaazen door zyn geluk, zig zo onbetamelyk gedraagt' dat vcelen hunne geneegenheid van hem aftrekken, en dé zyde van Valens kiezen. $66. Procopius, door zyne eigene Bevelhebbers verraaden, vertest twee groote vddllagen, en neemt de vlugt; doch hv wordt opgefpoord, en op last van Valens onthoofd Driehonderd West-Gothen, hem te laat ter hulpe gezonden, worden door de troepen van Valens omcingeld, en krvgsgevangen gemaakt. Hun Vorst Athanarik eischt hen té nf" doch te vergeefsch; waarop hy zig ten oorloge toebereidt. Deeze Gothen, uit het tegenwoordig Zweeden atkomftig en m twee takken, Oost- en West-Gothen, verdeeld waren eene eenvoudige, braave, doch inzonderheid krvgshaftige Natie, en hadden zig in Daden [het- tegenwoordig Waïlachyen,] neergezet, van waar zy van tvd tot tyd het Roomfche Ryk ontrusteden; zo dat men zelfs genoodzaakt geweest was, deeze lastige onverhoedfche invallen voor eene jaarlykfche fiunme gelds, of fchatting, af te koopen. 367. Valens maakt groote toerustingen tegen de Gothen, en trekt^ met een fterk Leger over den Donau, om de grenzen aes Ryks aandien kant te beveiligen; doch de zwaare ovemroomrngen dier Rivier verhinderen hem, om in dit en het volgend jaar, iets bemsfencbr uit te voeren. — Intiufen begunftigt hy de Arriaanen op alle mogelvke wvzen en ztndt aile de regtzinnige Bisfchoppen. in ballingfchap, waar- Naauwelyks verkoozen zynde, willen de Soldaaten hem noodzaaken een Ryksgenoot te benoemen; doch , zvne hoooï waardigheidgrootmoediglykhandhaavende, verklaarthvrond mt, fchoon anderfins daarvan niet afkeerig, zig niet té willen laatendwingen. Kort daarna, minder de belangen van het Rvk dan ae grootheid van zyn gefiagt behartigende, benoemt'hv tot Ryksgenoot zynen jonger Broeder ' Na eene korte nisfenregeering wordt eenpaariglyk door het Leger tot zyn Opvolger uitgeroepen  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot ot> den TEGENWOORDIGEN TYD, i} ITALIËN, m ht gehele Wester-Ryk. Vader des Keizers van dien naam, tegen de Pieten en Schotten , die wederom invallen in Britannié'n deeden , en tegen de Saxifche en Frankifche Zeeroovers, welken de kusten dier Provincie onveilig maakten. Alle die Barbaaren worden door Theodofius geflagen. Daarentegen wordt Trier door de Duitfchers geplunderd. De Romeinen wreeken zig daarover, door den lafhartigen moord van een der Duiifche Koningen. Intusfen regeert Valentinianus, uit een^e ver getrokken yver voor ftrikte rechtvaardigheid, met zulk eene verregaande geftrengheid, dat dezelve eindelyk meer en meer in weezenlyke wreedheid begint te ontaarden. 368. Valentinianus, de geduurige invallen der Duitfchers moede, trekt over den Rhyn, valt in hun land, en behaalt eene bloedige overwinning op hen by Sultz, waarna hy eene verbintenis met hen aangaat, om voortaan elkanders grondgebied niet meer te ontrusten. 369- Valentmianus Iaat eene menigte Sterktens langs den Rhyn bouwen, om de Duitfchers in bedwang te houden. Tegen het pas gefloten Verdrag aan, zetten de Romeinen eenigen deez.er Steiktens op het grondgebied der DuitfcheiS, die, van hunnen kant, de verbintenis heilig onderhouden hebbende, den Romeinen eerst met zagtheid deeze fchending van hun woord onder het oog brengen, maar, dit niet helpende, al het werkvolk en verdere Roomfche Manfchap doodflaan. 370, De meer en meer toeneemende geftrengheid, of liever wreedheid, van Valentinianus, begint hem gehaat te maaken; te meer, daar zyne gunftelingen, gelyk doorgaans gaat, zig nog erger gedraagen dan hun Meester; - inzonderheid zekere Maximinus, eerst Prsefect van Romen. naderhand van Gaulen , die zelf durfde zeggen, dat niemand onfchuldig was, dien hy voor fchuldig wilde houden. Intusfen doen de Saxers, een der voornaamfte Durtfche Volkeren, eenen geweldigen inval in Gaulen; waarop Valentinianus hen met een gedugt Leger tegen trekt. De beide partyën elkander ontziende, fluiten zy een verdrag, volgens het welk de Saxers ongeftoord naar hun land te rug zouden trekken, doch Valentinianus doet hen in eene hinderlaag vallen; welk lafhartig verraad den Saxers het leven kost, 't geen zy echter ten duurften verkoopen. Alle de Duitfchers, verontwaardigd en verwoed over deeze fnoodheid, bereiden zig nadrukkelyk ten oorloge. Valentinianus roept de Bourgondiërs te hulpe, eene Natie, van Wandaalfche afkomst, aan. de boorden der Mein woonagrig, en geflagene Vyanden der Duitfchers. Zy koomen in grooten getale aan den Rhyn; doch Valentinianus, hen den last van den kryg alleen willende laaten draagen, of hen mistrouwende , verfchynt niet, gelyk hy beloofd had. De- Bourgondiërs keeren gramftoorig naar hun land te rug; uit wraakzugt alle onderdaanen des Ryks vermoordende, die zy op hunnen weg ontmoeten De Duitfchers koomen intusfen te Velde, doch worden door den dapperen Theodofius geflagen; die in het volgend jaar een groot gedeelte van hun land verwoest. 374- Valentinianus, geduurig nieuwe Sterktens in Duitschland laatende bouwen, ftrekt zulks uit tot op het grondgebied der Quaden. Gabiiiius, Koning dier Natie, beklaagt zig hierover met zagtheid; doch,, in plaats van recht te verkrygen, wordt hy door eenen van 's Keizers Officieren, afgevaardigd om het verfchil by te leggen, op een Gastmaal verraaderlyk vermoord. De Quaden neemen verwoed de wapenen op , v erwoesten de nabygeleegene plaatfen des Ryks te vuur en te zwaard, cn verftaan twee Legioenen. Voorts lutfen zy de Sarmaaten JB3 Het OOSTEN. waaronder den beroemden Athanafius; dien hy echter kort daarna, uit vreeze voor zynen Broeder Valentinianus, wiens Godsdienftige begrippen geheel van de zynen verfcliillen, weder te rug roept. 369. Valens valt op het grondgebied der Gothen,behaalt eene volkoomene overwinning op Athanarik, en verwoest zyne landen zodanig ,* dat die. Vorst eindelyk den vreede verzoekt, dien Valens niet vergunt, dan op voorwaarde, dat de Gothen nooit over den Donau zullen mogen koomen , alleen met twee Steden van het Ryk aa'n die Rivier handel dryven, en geene fchatting meer van het Ryk zullen te vorderen hebben. Athanarik bedingt echter een jaargeld voor zig zeiven. Valens, eenige Sterktens langs den Donau hebbende aangelegd, komt in zegepraal te Conftantinopolen te rug. 370. Valens trekt naar Afia, om op de beweegingen van Sapor een waakend oog te houden; doch die looze Vorst houdt zig feil, in afwagting eener gunftiger geleegenheid. Valens, te rug gekomen , dringt met geweld eenen Arriaanfchen Bisfchop op den zetel van Conftantinopolen, en vervolgt overal de Regtzinnigen, doende onder anderen 80. hunner Geestelyken te gelyk wreedelyk omkoomen. 37*. Sapor Iaat, op eene verraaderlyke wyze, den Koning van Armenië n , Arfaces, om het leven brengen; maakt zig vervolgens meester van dat Ryk, en daarna ook van Iberiëii. Valens komt wederom met een gedugt Leger in Afia, om hem zyne prooi te ontwringen; doch, Sapor hem. geduuriglyk ontwykende, of wel door allerhande krygslisten te leur ftellende, wordt 'er niets beflisfends uitgevoerd. 373- Valens behaalt eindelyk eenige Iigte voordeelen op Sapor, die een beftand voorflaat, 't welk gereedelyk wordt aangenoomen. Vervolgens wordt de tyd verfpilt met nuttelooze onderhandelingen ; waarmede Sapor juist zyn oogmerk bereikt, als flegts zoekende tyd te winnen, en niet ernftig geneigd tot vreede. De vermaarde Bisfchop van Alexandriën, Athanafius , overlydt; waardoor die Kerk aan veele onlusten wordt blootgefteld, en tegen dank eenen Arriaanfchen Bisfchop, van flegte zeeden,. moet ontfangen.. 374- Valens, trots op zyne behaalde overwinningen',, en door vleijers nog verder bedorven, regeert als een dwingeland! Men maakt famenzweeringen tegen hem, die- wel mislukken, doch zyne agterdogt en wreedheid vermeerderen. Al wie flegts iWsf  U BEKNOPT TYDRE KEN KUNDIG BEGRIP de* ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ITALIËN, Het OOSTEN. ten op, die in Mocfiën vallen, doch door den jongen Theodofius, (naderhand Keizer,) met groot verhes worden te rug gedreeven. 37?- Valentinianus, geduurende den winter groote toerustingen tegen de Quaden gemaakt hebbende , trekt eindelyk tegen hen te velde. Zyne fnelle 'veroveringen en verwoestingen jaagen die Volkeren zulk een angst aan, dat zy een Gezantfchap zenden, om den vreede te fmeeken. Hetzelve beftaat uit de voornaamiten des Volks; doch hunne flcgte kleeding en ruuw voorkoomen doen Valentinianus deeze bezending voor eene befchimping aanzien. Door gramfchap vervoerd, fpreekthy tegen hen met zulk eene drift,' dat 'er een ader barst, en eene bloedftorting volgt, die hem in weinige oogenblikken in het graf rukt. Hy wordt opgevolgd door zynen oudften Zoon rik , die woeste Vyanden vrugteloos het hoofd heboden hebbende, met omtrent 100,000. der zynen zyn land verlaat, zig naar Thraciën wendt, en de Romeinen bezweert, dat men hen in die Provincie eene woonplaats gunne, en als medeonderdaanen des Ryks aanneeme. Valens, hier»van onderligt, en waanende zyn vermogen door deeze aanwinning te vergrooten, ftaat hen die gevaarlyke bede greetig toe; echter onder voorwaarde , dat zy eerst de wapenen zullen afleggen. Men laat hen derhalven den Donau overkoomen; doch de gierigheid der meer en meer van hunne oude grootheid ontaartende Romeinen, doet hen dit noodzaakelyk punt verzuimen, en alleen bedagt zyn, om hunne nieuwe Gasten te plunderen. De West-Gothen, dus in Thraciën, en van daar verder in Moefiën, gevestigd, en naauwer met de Romeinen verèenigd zynde, wordt het Christelyk geloof verder onder hen voortgeplant; doch ook tevens de Leer van Arius, als de heerfchende en alleen door Valens begunftigde gezindheid in het Oosten. 377. D: Oost- Gothen , geduurig door de Hunne» ontrust, naderen insgelyks den Donau, en laaten Valens verzoeken , dat hy hen gelyke gunst als aan hunne Landsgenooten bewyzé. Doch de Keizer, eindelyk fchroomende zulk eene menigte gevaarlyke Gasten binnen te haaien, flaat dit verzoek af. Intusfen worden de West-Gothen door de hebzugt en ongebondenheid der Romeinen op eene ihoode wyze mishandeld. Lupicinus, Landvoogd van Thraciën, voor de gevolgen van hun misnoegen bedugt, doet hen, onder het geleide van byna zyne ganfche krygsmagt, van de oevers van den Donau wegvoeren, om hen meer binnen 's lands te plaatfen, en te verfpreiden. De Oost-Gothen bedienen zig van het afweezen der Roomfche troepen, om de Rivier onveilünderd over te trekken, en zig in Thraciën neder te zetten. Het lang getergde geduld der West-Gothen barst op die tydmg tot een daadelyken opitand uit. Zig met hunne Landsgenooten verëenigende, verdryven zy alomme de Romeinen , moorden en plunderen , en maaken zig van gansch Thraciën meester; alles onder aanvoering van hun dapper en kundig Krygshoofd Fritigernus. Valens, in Syriën beezig met toerustingen tegen Sapor, zendt zo veele troepen tegen de Gothen, als hy (legts misfen kan. Deezen , in Thraciën aangekoomen zynde, valt 'er een bloedige Veldflag voor tusfen beide de partyën, waarin de Romeinen eene overwinning behaalen, die hen duur komt te ftaan. De Gothen roepen hierop de Hunnen te hulpe, onder belofte van de veroverde landen en buit onderling te deelen. Deeze ■oofzugtige Natie hieraan gereedelyk het oor leelende , wordt Thraciën door een 'ganfche zwerm Barbaaren overftroomd, en de Romeinen in de uiterfte engte gebragt. 378. Ta- GRATIANUS. wien hef Leger terftond tot Mede- en kort daarna, op de benoeming der Keizer toevoegt zynen Broeder Westerfe troepen, ook den jongften VALENTINIANUS II. ' Gratianus laat zig de benoeming van zynen Broeder, een kind van vier jaaren, fchoon buiten zyne kennisfe gefchied, welgevallen. Door den beroemden Dichter Aufonius opgevoed, had hy uitmuntende beginfelen van Godsdienst en kennisfe ingezoogen, doch zig weinig in de kunst van regeeren geöeffend; zo dat hy den bloei en het welzyn van het Ryk minder bevorderde, dan men an'derfms van zulk een braa,ven Vorst had mogen verwagten. 37Ö. _ In weerwil zyner deugden, begint Gratianus zyn bewind met eene fchrecuvvende onrechtvaardigheid. Te onvoorzigtig aan den laster gehoor geevende , meent hy in den ouden Theodofius een mededinger te vinden, en laat dien dapperen Bevelhebber onverhoord te Carthago onthoofden. De jonge Theodofius , voor een gelyk lot bedugt, neem: hierop de wyk naar Spanjen. De het minst verdagt raakt, boet zulks met het leven ; veelen op de voorgewende befchuldiging van tovery, en het navorfchen naar den Opvolger in het Keizer-Ryk. Para zelf, de nieuwe Koning van Armeniën , mede onder een kwaad vermoeden gevallen, wordt niet gefpaard ; maar door eenen Zendeling van Valens, op een Gastmaal, verraaderlyk vermoord. De onderhandelingen met Sapor intusfen, gelyk te voorzien w-as, vrugteloos afloopende, begint Valens weder toerustingen tegen hem te maaken , wanneer de tyding van een inval der Gothen hem noodzaakt, zyne wapenen naar dien kant te wenden. 37s- De Gothen keeren, op de verfchyning der Roomfche troepen, naar hun land te rug; waarop Valens insgelyks de vyandeiykheden ftaakt. Valentinianus intusfen in het Westen overlydende, krygt Valens tot Ryksgenoot deszelfs oudften Zoon 376. De Hunnen, eene barbaarfche Natie, zo ruuw van karakter, zeeden, en levenswyze,- en zo ver» fchrikkelyk in hun voorkoomen, dat de ïigtgeloovige menigte hen voor het la-oost van Duivelen en Toverhekfen aanzag, onderlingoneenig en handgemeen geraakt zynde , moet de zwakfte party eindelyk uit Tartaryën, hunne oude woonplaats, de vlugt neemen. Zy koomen, in ontzachelyken aantalIe , het land der Alaanen, eene minder barbaarfche Natie, by het Meer van Azoff woonende, beftormen, en maaken zig, na eene gruwzaame flagting aangeregt te hebben, van die ganfche landitreek meester; dwingende de Alaanen, om Noordwaards op de wyk te neemen. Welhaast hunne invallen voortzettende , dryven zy de OostGothen over den Nieper. Eindelyk tasten zy insgelyks de WestGothen aan; w;er Koning Athana-  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot o> den TEGENWOORDIGEN TYD. *t$ ITALIËN, en Het OOSTEN. het (TP./tp.de Wester - Rvl?. De barbaarfche Maximinus,[*;>37o.],entwee zyner medeftanderen , ondergaan daarentegen de welverdiende doodftraffc, tot algemeene blydfchap der verdrukte onderdaanen, die door Gratianus in alle hunne verkragte voorrechten herfteld worden. 378. Gratianus maakt zig gereed, om tot hulp van zynen Oom Valens naar het Oosten te trekken; doch wordt daarin verhinderd door eenen inval , dien de Lentienfen , eene magtige Duitfche Natie, in Gaulen doen. Gratianus, met alle zyne krygsbenden tegen dezelven aanrukkende , verflaat hen in een bloedigen Veldflag, waarna hy zyne reize naar het Oosten voortzet, [ziealdaar]. 379- De Franken, AUemannen, Sueven.en andere Duitfche Natiën,, zig van 's Keizers afweczen bedienende, maaken toebereidfelen, om nieuwe invallen in het Ryk te doen. Gratianus, geene hulp aan zyn jongen Broeder Valentinianus hebbende, en echter alles alleen niet kunnende beftieren, benoemt tot zynen Ryksgenoot den Veldheer THE Gratianus, de zorg Toor het Oosten den nieuwen Keizer hebbende aanbevolen , [zie 378. Valens fluit in haast, zo goed mogelyk, een Verdrag met Sapor, en trekt in perfoon tegen de Barbaaren te velde. De onvoorzigtigheid gehad hebbende, om zyne oude troepen grootendeels af te danken, en geld in plaats van manfchap uit de Provinciën te trekken, beftaat zyn Leger meestal uit in der haast geworvene en flegt geöeflënde Soldaaten. Desniettemin is hy te trots en te yverzugtig, om de eere der overwinning te willen deelen met zynen Neef, den jongen Keizer Gratianus, die hem uit het Westen te hulpe trekt. Zonder deszelfs aankomst af te wagten, kevert hy de Gothen by Adrianopolen flag; doch krygt, zo door de dapperheid zyner Vyanden , als door het looze beleid van hunnen Bevelhebber Fritigernus, de nederlaag. Twee derden van het Leger fneuvelen; de rest wordt verftrooid. Valens zelf raakt verlooren, zonder dat men zedert ooit iets van hem vernoomen heeft; doch men meent, dat hy, door een pyl gekwetst, en in een Huis gevlugt, aldaar door de Gothen, offchoon onweetende, verbrand is. De Gothen belegeren hierop Adrianopolen; welke plaats zy echter, door hunne onbedreevenheid in de krygskunde, niet kunnen nVeester worden. Zy ftooten desgelyks het hoofd voor Perinthus en Conftantinopolen. Eindelyk hun onvermogen ziende, om vaste Steden in te neemen, vergenoegen zy zig, met alomme het land te plunderen. Alle de nabuurige barbaarfche Natiën verëenigen zig met hen, om den roof te deelen; en geheel Thraciën, Macedoniën, Dardaniën, Daciën, en Moefiën, worden een akelig toneel van verwoestingen, en gansch-en-al door de woeste Volkeren ingenoomen, en van het Roomfche Ryk afgefcheurd. Gratianus intusfen, met veel gevaar te Conftantinopolen aangekoomen, eh begrypende, hoe zeer 'er thans een dapper en kundig Bevelhebber nodig was, roept den jongen Theodofius uit Spanjen te rug, [xie Jtalïèn 376,] die eene groote overwinning op het Gothisch Leger behaalt, en daardoor de omgeleegene landftreek" van Conftantinopolen in veiligheid brengt; terwyl Gratianus zynen tyd befteedt, met de Arriaanfche Ketters, door zynen Oom Valens fterk voorgedaan, zo veel mogelyk in het Oosten te vernietigen , en het regtzinnige geloof aldaar de overhand te doen hebben. 379- Gratianus, den last van het bewind alleen niet kunnende draagen, deelt hetzelve met den dapperen O D O S I U S. De nieuwe Keizer krygt voor zyn aandeelhet Oosten, dat Valens bezeeten had, beneffens de helft van IHyricn, waarvan Thesfalonica de Hoofdfiad wordt,. Hy was van een driftig, doch an¬ derfins uitmuntend karakter, en inzonderheid een groot voorftander van het Christendom, om welke reden hy zeer gehaat werd by de Heidenen, wier Schryveren hem als een flegt Vorst afmaaien. Zyne Gemalin Flaccitla, eene voortreffelyke Vrouw, verkerkt hem in zyne deugden , door haar lesfen en voorbeeld. — Ondertusfen begaat hy, by den aanvang van zyn beftuur, de onvoorzigtigheid van de Ampten te vermenigvuldigen, en een groot aantal Gothen, en anderen , die, met veiiaating hunner Landsgenooten, zig vrywilliglyk onder zyne befcherming begeeven, onder zyne troepen te plaatfen; welke verkeerde Staatkunde deeze barbaarfche Volkeren defchoonfte geleegenheid geeft, om die krygskunde te keren , waardoor zy naderhand de Romeinen overwonnen. Het gelukt echter den Keizer, dit jaar Thraciën weder aan het Ryk te hegten, na de vyandelyke Gothen zodanig geflagen te hebben , dat Fritigernus met het grootfte deel der zynen die Provincie ontruimen, en de overigen zig aan de Roomfche wapenen moeten onderwerpen. De vermaarde Sapor II. overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, artaxerxes 11., tiende Koning van Perfiën. 380. Theodofius, uit eene gevaarlyke ziekte, geduurende welke hy zig laat doopen, herfteld, maakt verfcheidene merkwaardige wetten; waaronder fommigen zeer geftrenge tegen de Ketteren ; doch de overigen, het Staatsbeftuur betreffende, allerüitmuntcndst, en voornamenlyk dienende, om verfcheidene ingeflopene misbruiken te herftellen. De vermenging der Gothen onder de Roomfche Legers geeft aanleiding tot menigvuldige ernftige moeijelykheeden, die door Theodofius niet dan bezwaarlyk geftild worden. Hy behaalt dit jaar aanmerkelyke voordeelen op de vyandelyke Gothen, die het Ryk op nieuws begonnen te ontrusten; en vertrekt vervolgens naar Conftantinopolen, alwaar hy in zegepraal wordt ingehaald 381. Het uitmuntend beftuur van Theodofius verwerft hem met alleen de liefde zyner Onderdaanen, maar ook de achting en het vertrouwen zyner Vyanden. De West-Gothifche Koning, Athanarik, door Fritigernus uit zyne Staaten verdreeven, neemt eene fchuilplaats by hem, en wordt als een Vorst onthaald; doch fterft kort daarna. Een groot aantal Gothen , bekoord over de edelmoedige behandeling, hunnen Vorst aangedaan, zweert eene eeuwige trouwe aan Theodofius. Door hunnen meerderen ommegang en naauwere verbintenis met de Romeinen, worden de woeste zeeden dier Barbaaren allengs befchaafd. De Keizer doet een groot Concilie te Conftantinopolen by een koomen, zynde het tweede algemeene Concilie, waarin de leer van dat van Nicéa op nieuws bekragtigd; allen, die van een ander  ïf BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP dik ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ITALIËN, en hst geheels Wester-Ryk. Het OOSTEN [zje al/kar,"] keert naar het Westen terug. De invallen der Barbaaren gelukkig gefruit, en van dien kant niets meer te vreeten hebbende, houdt hy zig voornamenlyk beezig, met het regtzinnige geloof te handhaaven; doende ter verdeediging daarvan eenige Stukken door den beroemden Bisfchop Arnbroüus opftellen; op wiens aanfpooring hy alle byëenkomften van Ketteren ten ftrengften verbiedt. Ambrolius raakt daardoor in groote haat by de Keizerin - Moeder Justina, eene yverige Voorftanderesfe van de leere der Arriaanen. 381. Gratianus, door Ambrofïus aangezet, yvert even fterk voor het Christendom, als Theodofius; doch met minder omzigtigheid. De overblyffelen van den Heidcnfchen Godsdienst gansch-en-al willende vernietigen, doet hy zulks met zo veel geweld, dat hy de haat van alle de Heidenfche onderdaanen, wier aantal nog zeer aanmerkelyk was, op zig haalt. 383. Romen wordt door eene zwaare hongersnood bezogt; welke plaag door de Heidenen aan de g-amfchap der Goden wordt toegefchreeven. Dit vermeerdert de haat tegen Gratianus; die daarenboven de onvoorzigtigheid heeft, om de Alaanen en andere Barbaaren , die zig onder zyne befcherming begeeven, te veel te begunftigen. — Zekere Maximus, Opperbevelhebber der troepen in Britanniën, bedient zig van deeze gisting der gemoederen, om eenopftand te verwekken. Hy doet zig door zyne Soldaaten tot Keizer uitroepen, en fteektterftond naar Gaulen over. Gratianus trekt hem in der haast te gemoet; en de beide Legers ontmoeten elkander by Parys. De kunstgreepen en giften van Maximus verleiden het grootfte gedeelte van Gratianus troepen. Die Vorst, zigverraaden ziende, neemt in een vermomd gewaad de vlugt, dochteLyons agterhaald zynde, wordt hy door een' aanhanger van Maximus wreedelyk vermoord. De jonge Keizer Valentinianus II., naauwlyks twaalf jaaren oud, nier in ftaat om den Ryks - overweldiger weerftand te bieden, fluit een verdrag met hem, waarby hvgeheel Gaulen, Britanniën en Spanjen aan hem afftaat. Maximus vestigt zynen zetel te Trier, en neemt zynen Zoon Victor tot Ryksgenoot aan. Theodofius, eenen Burger-Oorlog vreezende, en den aanhang van Maximus tefterk ziende, erkent dit verdrag. Intusfen bedienen de Schotten en Pieten zig van de afweezigheid der Romeinen, om geweldige invallen enftrooperyenin Britanniën te doen. 384. De Heidenfche Godsdienst vindt eene groote fteun in de bekwaamheeden en deugden van den Roomfchen Stadvoogd Prsetextatus; een man, by de Christenen zeiven bemind en hooggeacht. Na zyne dood volgt Symmachus, Praefect van Romen , zyn voorbeeld. Hy levert een nadrukkelyk vertoog en fmeekfehrift by Valentinianus in, ten voordeele van den Heidenfehen Godsdienst, doch hetzelve wordt door den kundigen en yverigen Bisfchop Ambrofïus niet minder kragtig beantwoord, en daarop door den Keizer verworpen. Ondertusfen boezemt de Keizerin - Moeder Justina haaren onbedreevenen Zoon Valentinianus dï gevoelens der Arriaanen in; welke gezindheid, op die befcherming fteunende, het hoofd weder zoekt boven te heffen, en niet dandoor den yverigen tegenftand van Ambrofïus wordt ondergehouden. Die Prelaat raakt daardoor meer en meer in haat ten Hove, fchoon men hem, uit vreeze voor het volk, geen leed durft doen. PausDamafus, het gezag van zynen Stoel op alle mogelyke wyzen hebbende zoeken uit te breiden, onder anderen door het aanltellen van zogenaamde Vicarisfen, overlydt. In zyne plaatfe wordt verkoozen sïricius, 37. paus. 385. De dwingeland Maximus, zyne booze oogmerken onder een fcliyn van Godsdienstyver bedekkende, doet Prisciilianus, die in Spanjen eene nieuwe Secte geftigthad, eeniglins met de oude Gnostieken en Manicheën overëenftemmende, op aanhitfing van twee doldriftige Bisfchoppen, Idacius enlthacius, onthoofden; geevende dus het eerfte voorbeeld van het woeden der waereldlyke magt tegen de Ketteren. De ganfche Christenheid, toen nog beter verlicht, betoont daarover haare verontwaardiging, en de twee Bisfchoppen worden in den Kerkban gedaan. Intusfen wordtPriscillianus door de zynen als een Martelaar geëerd, terwyl de Secte der Priscillianisten tot in de zesde eeuw blyft voortduuren. De nieuwe Paus Syricius geeft een vermaard gefchrift uit, waarby het allereerst den Geestelyken de ongehuw de ftaat wordt opgelegd; welke wet zig echter niet verder dan tot dePriesteren en Diakenen, en niet tot de mindere Geestelykheid, uitftrekte. 386. Valentinianus geeft eene openlyke wet uit ten voordeele der Arriaanen, vergunnende der gevoelen zyn, als Ketters met onëere gebrandmerkt; en de Bisfchop van Conftantinopolen, die tot nog toe de laatfte der vier Patriarchen geweest was, [zie Jtali'én 330.,] voortaan, uit hoofde van het aanzien zyner Stad, als zynde de gewoone verblyfplaats der Keizeren in het Oosten, tot den eerflen rang naast dien van Romen verheeven wordt. Theodofius vernieuwt by die geleegenheid zyne ftrenge wetten tegen de Ketters'. 381. Theodofius, meenende op de vriendfehap der Gothen te mogen vertrouwen, vergunt hen, om zig in Thraciën en Mcefiën, als Bondgenooten der Romeinen, neder te zetten; ten einde die verwoeste landen weder bebouwd, en in den vongen bloei herfteld zouden worden. Deeze ftap wordt by veelen afgekeurd; en is ook naderhand van zeer verderffelyke gevolgen geweest. 383. De Keizer, de opvolging in het Ryksbeftuur voor zyn gefiagt willende verzeekeren, benoemt zvntn oudften Zoon Arcadius tot Ryksgenoot in het Oosten. 384- Theodofius, met de nodige omzigtigheid te werk gaande, flaagt gelukkig in zyne pogingen, om dc overblyffelen van het Heidendom in het Oosten, ten minften voor het uiterlyke, geheel te vernietigen. De nieuwe Koning van Perfiën, sapor in. (Zoon van Artaxerxes , die dit jaar overleeden was,) zendt hem een plegtiggezantfchap, om een vasten vreede met hem te fluiten; die echter niet dan voor den jaare 389. getroffen wordt. Hy maakt de vermaarde wet tegen de Huwelyken van volle Neeven en Nigten, die naderhand afgefchafr, doch door de Roomfche Kerk behouden is. 3S6. De Gruthongers, een tak van de Oost-Go:hen, eenen vyar.delyken inval in Thraciën gedaan hebbende, worden door Theodofius geflagen; en vervolgens, op hun  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 17 ITALIËN, tn het geheele Wester-Ryk. nende hen vryë Godsdienst - oeffening; doch Ambrofïus weigert volftrektelyk hen eene enkele Kerk af te ftaan. Verzoeken, dreigementen , ja zelfs geweld niets op de ftandvastigheid van dien Prelaat vermogende,, moet de Keizer het eindelyk opgeeven. De tyran Maximus , met die omftandigheid zyn voordeel doende, om zynen aanhang te verft erken, veinst eenen des te lterker yver voor het regtzinnig geloof. 387- Maximus ligt eindelyk het masker af, en maakt toerustingen om aan Valentinianus het geringe overfchot zyner Staaten te ontnecmen. Deeze zendt Ambrofïus , en vervolgens zynen gunfteling Domninus, om met den dwingeland in onde;handeling te treeden; doch te vergeefsch. Maximus komt met een Leger over de Alpen; waarop Valentinianus naar Thesfalonica, onder het gebied van Theodofius, de vlugt neemt. Die Vorst belooft hem zynen byftand, en haalt hem tevens door de kragt zyner redenen over, om de Arriaanfche Kettery te verzaaken. Intusfen onderwerpt hetgeheele Wester-Ryk zig aan het gezag van Maximus. 3S8. Theodofius, door Valentinianus vergezeld, trekt, met een talryk Leger, tegen den dwingeland op marsch. Om de Barbaaren, geduurende zyne afweezigheid, geene geleegenheid tot opftand te geeven, en tevens zyne krygsmagt te verfterken, plaatst hy een groot aantal van dezelven onder zyne troepen. In Pannoniën twee fterke Legers van Maximus ontmoetende, behaalt hy op beiden eene groote overwinning ; de eerfte te Siscia, de andere eenige dagen laater te Pettau. Maximus neemt de vlugt, en fluit zig op in Aquilea; doch, opdeverfchyning van Theodofius, wordt hy door de ingezeetenen aan hem overgeleeverd. Die Vorst fchynt geneegen , om hem in het leven te fpaaren; doch zyne Bevelhebbers voeren hem weg, en doen hem in het Leger onthoofden. Intusfen oorlogr Victor, de Zoon van Maximus, ongelukkig tegen de Franken, die nieuwe invallen in Gaulen gedaan hadden. De Keizer zendt een zyner Legerhoofden tegen hem, die zig met weinig moeite van zyne perfoon meester maakt, en hem het hoofd doet afflaan. Het geheele Wester-Ryk onderwerpt zig hierop aan Theodofius, die de edelmoedigheid heeft van niets voor zig te houden, maar alles aan Valentinianus te rug te geeven; verleenende voorts aan alle de vrienden en aanhangers van Maximus volkoomene vergiffenis, doch alle de bedryven cn bevelen van dien dwingeland als onwettig vernietigende. De Heidenen in Italiën doen nieuwe pogingen ten voordeele van hunnen Godsdienst; doch al wederom vrugteloos. Theodofius wil echter geene geweldenaryën van de Christenen dulden; vernoomen hebbende, dat die van Callinique een Joodfche Synagoge en een Hcidenfchen Tempel vernield hadden, veroordeelt hy hen, om dezelven op hunne kosten weder te laaten opbouwen. Ambrofïus nochtans hem dc onvoegelykheid van dit bevel aangetoond hebbende, trekt hy hetzelve weder in; doch verbiedt echter diergelyke ongerecgeldlieedcn in het vervolg, onder de zwaarfte bedreigingen. 3?9- Theodofius en Valentinianus koomen te Romen, alwaar zy verfcheidene fchandclyke misbruiken , die door de lange afweezigheid der Keizeren aldaar ftand gegreepen hadden, doen ophouden. Inzonderheid legt Theodofius zig toe, om het Heidendom den laaiftcn doedfteek te geeven. Zyn yver, zyne vermaningen, en zyn uitmuntend voorbeeld haaien veele Raadsheeren , en andere ingezeetenen, ov er tot de omhelzing van het Christelyk geloof. Doch boven al brengt hy veel toe tot het verval der Afgodcry , door te verbieden, dat de openlyke en zeer kostbaare Offerhanden voortaan meer uit de Schatkist betaald worden; waardoor de Heidenfche Eerdienst als van zelve te niet raakt. Fly begeeft ï. DEEL. • c Het O O S T E N. hun ernftig verzoek, als vrienden en bondgenooten van het Keizer-Ryk aangenoomen. 387. Theodofius, eene buitengewoonc belasting gevorderd hebbende, verwekt de invordering daarvan eenen byna algemeenen en allerheevigften opftand te Antiochiën; alwaar, behalven andere geweldenaryën, de Standbeelden des Keizers en van zyne Familie vernield worden. Het Oproer eindelyk bedaard zynde, begint men de gevolgen ernflig in te zien, en voor 's Keizers wraak te dugten; zo dat veele ingezeetenen naar de bosfehen en het gebergte de vlugt neemen. De Overheid geeft berigt van het gebeulde aan Theodofius, en doet intusfen de allerfchuldigftea ten ftrengften ftraffen. De Keizer zendt, in zyne eerfte gramfchap , twee Gevolmagtigden, met last, om de Stad van alle haare voorrechten te berooven, en alle de fchuldigen zonder genade met den dood te ftraffen. By derzelver aankomst, wordt terftond toeftel gemaakt ter uitvoering van dit vonnis. Doch de ingezeetenen, de Geestelykheid, en zelfs de Monniken (*), vaa alle kanten uit hunne Heremitagiën toegefchooten, beweegen hemel en aaide, om uitftel te verwerven. Het wordt hen eindelyk verleend; en een der Gevolmagtigden, nevens de Bisfchop Flavianus, naar Conftantinopolen vertrokken, doen zulk eene beweegelykc voorbede by de» Keizer, dat hy zig laat overhaalen, om Antiochiën vergiffenis te fchënken; welke blyde tyding aldaar door openlyke vreugdebedryven gevierd wordt. De beroemde Chryfosthomus, of Guldemond, dus om zyne uitmuntende welfpreekendheid genaamd; befteedde intusfen dit zya talent tot troost, opbeuring, en vermaaning der verflagene ingezeetenen, [zie verder Italië»,']. 388. Geduurende de afweezigheid van Theodofius, {zie Italiie»,] en op een valsch gerugt van zynen dood, tragten de Arriaanen te Conftantinopolen zig weder in het bezit hunner Kerken te ftellen. Onder andere geweldenaryën, verbranden zy het huis van den Bisfchop Nectarius. Findelyk, hunne dwaling bemerkende, koomen zy tot inkeer. Theodofius verleent hen wel vergiffenis; doch befnoeit tevens hunne vryheeden nog naauwer. 389- Theodofius laat alomme in Afia de overgebleevene Heidenfche Tempelen fluiten, vei nielen, of in (*) De Mcr.niken warm eine foort van lieden, die, uit dweepdgtige fchoon welmeenende beginf.len, een flil, afgezonderd, en ongemeen geftreng leven leidden; zynde dus niet zo verachtclyk als in laatere tyden, fchoo» '.ven zeer mutsloozS ballasten der maatfehafpy.  i8 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ITALIËN, m lat geheele Wester - Ryk. Het OOSTEN. geelt zig vervolgens naar Milaan, den gewoonen Rykszetel van het Westen; en Valentinianus naar Gaulen, die aldaar de rust herftelt, door een verdrag van vriendfchap met de Franken aan te gaan. Theodofius bezwalkt dit iaar den roem zyner regeeringe door eene fchrikkelyke daad, by de volgende geleegenheid. Die van Thesfalonica, zeer losbandig van aart, en overgegceven aan de openbaare vermaikelykheeden, eifchen m;t geweld de loslaaring^an e:n vermaarden Wagenmenner, die om eene zwaare misdaad gevangen zat. Dit geweigerd wordende , verwekken zy een geweldig oproer, waarin de Stadhouder en andere Magiftfaats - perfoonen om het leven raaken. Op de tyding hiervan geeft Theodofius zig over aan eene onmaatige vervoering vangramichap, die door Ambrofïus met moeite voor een poos gcfust, doch op nieuws aangehitst wordt door zynen gunfteling Rufmus, een loozen huichelaar, die 's Keizers geheele vertrouwen had weeten te winnen. Theodofius geeft last, om alle de ingezeetenen van Thesfalonica te vermoorden ; welk barbaarsch bevel maar al te wel wordt uitgevoerd. In de openbaare Schouwplaats zonder erg by een geroepen, worden die ongelukkigen, zonder onderfcheid van jaaren of fexen, aan het flagzwaard der Soldaatcn ten prooije gcgeeven, ten getale volgens fommigen van zeven, volgens anderen van vyfaen duizend ; en wel de meesten alierwaarfchvnIvkst geheel onfchuldig. Doch Theodofius gevoelt welhaast een diep berouw over dit zyn vergryp , en onderwerpt zig nederig aan de boetedoening, hem door Ambrofïus opgelegd, die hem ftoutmoedig den ingang der Kerke weigert, geduurende agt maanden lang; na verloop van welken hy eindelyk den berouwhebbenden Keizer, die al dien tyd de Vorftelvke ve-cierfelen ter zyde gelegd had, weder in de Kerkelvke gémeenfehap aanneemt, na hem alvorens verplig te hebben eene wet te maaken, volgens welke de uitvoering van een vonnis altoos dertig dagen moest worden uitgeftcld. 39i- Theodofius, geduurende zvn verblvf ni Italiën, zeer veel tot welzyn van dat gedeelte des Ryks toegebragt, en den jongen Valentinianus in de kunst van regeeren onderweezen hebbende , keert mar Conftanrinopolen te rug; onder weg de Provincie Macedonicn zuiverende van eene bende Barbaaren, die dezelve onveilig gemaakt hadden. 39ï- Valentinianus, door de lesfen en het voorbeeld van Theodofius geleerd , legt zig toe op alle deugden, eenen Vorst en eenen Christen pasfende; geevende dus het vooruit/.igt cener uitmuntende regeering, wanneer hy onverhoeds het ilagtöffer wordt der ftaatzugt van een zyner onderdaanen. Arbogastes, een Frank van afkomst, en een man van groote bekwaamheeden, eerst des Keizers vertrouwen gewonnen hebbende , matigt zig vervolgens al het gezag aan; en niet zo dra bemerkt hy, dat Valentinianus eene poging wil doen , om zyn vermogen te fnuiken, of hy wreekt zig daarover door een fnooden Vorftenmoord. Zig zelvcn echter niet tot Keizer durvende verheffen , laat hy daartoe uitroepen zekeren Eugenius, een man van letteren, enzvnen afhangeling , die hem in alles te wille was. Theodofius, ten uiterften aangedaan over den moord van Valentinianus, maakt in het heimelyk toerustingen, om dien te wreeken. Eugenius zendt hem een gezantfchap, om door hem als Ryksgenoot erkend te worden; waarop Theodofius een twyffelagtig antwoord geeft, zyne innerlyke gevoeligheid ontveinzende, om naderhand zyn flag des te beter waar te neemen. Intusfen onderwerpt zig het geheele Wester-Ryk aan den nieuw - opgeworpen Keizer; uitgezonderd Africa, 't welk getrouw blyft aan Theodofius. 393- Eugenius komt in Italiën. De voorftanders van het Heidendom dringen by hem aan, om dien ouden Godsdienst van het Ryk te herftellen. Hun verzoek door Arbogastes, en door Flavianus, Pnefect van Romen, een man van veel invloed en kunde , onderfteund wordende , durft Eugenius het niet affiaan. Terftond worden de tempelen weder geopend, en het Heidendom, met alle deszelfs plegtigheeden, byna in den ouden luister herfteld. 394- Theodofius trekt tegen den dwingeland op met een Leger, 't welk door talryke benden vreemde en barbaarfche Natiën veriterkt is; onder anderen, door eene hulpbende Gothen, onder bevel van den zedert zo ve maa^den Alarik. De doorgang der Alpen wordt hem betwist door een Leger, onder aanvoering van Flavianus; doch deeze wordt geflagen , en fneuvelt, waarop Theodofius onverhinderd in Italiën rukt. Niet verre van Aquilea ontmoe: hy het Leger van Eugenius, veel fterker in Christen Kerken veranderen; waardoor hy de Atgodery een gevoeligen fiag toebrengt. Dit gcfchiedt echter op fommige plaatfen , byzonderlyk te Alexandriën, niet zonder onlusten , die nochtans door de goede maatregelen des Keizers gelukkig getrild worden, [zk verder Italiën, tct 391.] Sapor III. overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon varanes iv., twaalfden Koning van Perfiën. 39^- De Keizer, zyn ontwerp ter geheele vernietiging van het Heidendom , met een ongemeenen en misfchien al te onbezonnen yver voortzettende , geeft dit jaar eene merkwaardige wet uit, volgens welke niemand, zelfs binnen de muurenvan zyn eigen huis, eenigen offerdienst aan de Goden bewyzen mogt; onder bedreiging, dat de overtreeding daarvan als eene misdaad van gekwetftc Majefteit aangemerkt en geftraft zoude worden. Deeze welmeenende , doch al te verre gaande , geftrengheid verwydert de gemoederen zyner Heidenfche onderdaanen meer en meer van hem ; zonder echter het begeerde uitwerkfel volkoomenlyk te weeg te brengen. Theodofius, een al te blind vertrouwen fteller.de op zynen gunfteling Rufinus, bedient deeze zig daarvan, om de hoogfte waardigheeden in het Ryk, ten kosten van recht en billyklieid, zig toe te eigenen. Tatianus, Prxfect van het Oosten, en deszelfs Zoon Proculus, Prefect van Conftantinopolen , worden het Ilagtöffer van zyne ihoode heb- en ftaatzugt. Te gelyk aanklaager en rechter doethy, op losfe befchuldigingen , den Vader bannen , en den Zoon onthoofden; waarna hy hunne ampten aan zig trekt. De verblindheid van Theodofius in deezen is geene kleine vlek in zyn karakter, [zie verder Italiën,]. 393- Theodofius benoemt tot Ryksgenoot, nevens zvr.en oudften Zoon Arcadius, insgelyks den jongiten Honorius. 394- Theodofius, den dwingeland Eugenius gaande beoorlogen, [zie Italiën ,]  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot o? dek TEGENWOORDIGEN TYD. 19 ITALIËN, en het geheele Wester-Ryk. Het OOSTEN. fterker dan het zyne, en onder het bevel van den dapperen Arbogastes. Men levert elkander flag; en wel zo verwoed, dat de nagt eerst een einde aan het gevegt maakt, waarin Theodofius het grootlte verlies lydt. Zig door dien tegenipoed niet laatende affchrikken, hervat hy des anderen daags het gevegt met nieuwen moed, en behaalt, eene beflisfende overwinning; waartoe een fchielyk opgekoomcn ftorm, die de Vyanden in het aangezigt woei, en hunne pylen te rug üneet, terwyl ze aan die van Theodofius een fterker vaart en kragt byzetfede, het mee^t toebragt; waarom ook de Christenen dien ftorm als een wcezenlyk wonderwerk aanzagen. De troepen van Eugenius vallen eenpaariglyk Theodofius toe, en keveren hem zynen Vyand in handen, die, terwyl hy knielend om genade bidt, door een van zyn eigen Volk het hoofd wordt afgeflagen. Arbogastes neemt de vlugt; doch, alles verlooren ziende , do jdt hy zig zeiven uit wanhoop. Theodofius, zig nu meester van het ganfche Ooster- en Wester-Keizerryk ziende, fchenkt alle de verwonnenen eene volkoomenc vergiffenis, en legt zig vervolgens toe om het herltelde Heidendom wederom te vernietigen, ten welken einde hy in Italién zyn verblyf vestigt; zynen jongften Zoon Honorius derwaards ontbiedende. 39S- Theodofius overlydt te Milaan, tot algemeene droefheid der Christenheid: Ook verloor het Ryk veel aan hem; als't welk zedert, door de toeneemende pragt en weelde, verval van weetenfehappen, invallen der Barbaaren , zwakheid der Keizeren, en andere famenloopende oorzaaken, geheel ten val begon te neigen. Even voor zyn dood, verzwakt hy, door eene verkeerde Staatkunde, het Keizerryk, door hetzelve in twee ftukken te verdeden; geevende het Oosten aan zynen oudften Zoon Arcadius, en het Westen aan zynen jongften Zoon Honorius. Hen,] laat het beftuur van 't Oosten aan zyne Zoonen Arcadius en Honorius; doch onder het opzigt van Rufinus, die eigenlyk de'klem van het gezag in handen houdt. De Arriaanen zoeken , geduurende het afweezen des Keizers, nieuwe onlusten te verwekken; doch worden door Rufinus in bedwang gehouden, die de i wee Keizers de geftrenge ordonnantiën van hunnen Vader tegen de Ketteren laat vernieuwen. 39S- Theodofius, meester van het ganfche Ryk geworden, heeft niet lang genot v'an zyne overwinning. Hy overlydt dit jaar in Italiën; van waar zyn lyk gebalzemd naar Conftantinopolen gevoerd, en aldaar, met de uiterfte pragt, begraaven wordt. -— Even voor zynen dood , had hy, uit eene kwalyk beraadene kinderliefde, het ganfche Roomfche gebied in twee ftukken gefplist, en hetzelve tusfen zyne beide Zoonen verdeeld; geevende het Oosten ('twelk zedert den naam van het Griekfche Ryk ontfing,) aan den oudften Arcadius, en het Westen aan den jongften Honorius. Van dit tydftip dagteekent zig eigenlyk de fcheiding tusfen het Wester-, en het Ooster- of Griekfche Keizerryk, die zedert ieder hunne afzonderlyke Keizers gehad heb. ben, tot aan den ondergang van beiden; TWEEDE TYDPERK. Van de Verdeeling der Roomfche Heerfchappjë in het Ooster- of Griekfche, eb het JVester-Keizerryk, tot aan den Ondergang van het laatstgemelde. Van den Jaare 395. tot den Jaare 476. ITALIËN, en het geheele Wester - Ryk. HONORIUS. 395- De jonge Keizer, naauwlyks tien jaaren oud zynde, was door zyn Vader gefield onder de Voogdy vanStilicho, een Wandaal van afkomst, die Theodofius in alle zyne oorlogen vergezeld had, door hem tot Opperbevelhebber der troepen verheeven was, en 's Keizers Nigt Serena ten huwelyk gekreegen had. Stilicho, een man van groote bekwaamheeden, doch van een flegt karakter, regeert daardoor even onbepaald in het Westen, als Rufinus in het Oosten; en beide de Ryken zugten onder de heersch- en fchraapïugt dier twee Staatsdienaars, by wien alles voor geld en vleijery te koop was. Doch beiden elkander Het GRIEKSCHE RYK, en .iet Oosten: ARCADIUS, i. Griekfche Keizer. 39v Arcadius, de eerfte Vorst van het afzonderlyk Ooster-, of Griekfche Keizerryk, (dus genaamd, om dat .hetzelve in Griekenland gevestigd, en het Grieksch de landtaale was,) nog geen zeventien jaaren oud, en van zeer zwakke vermogens zynde, zo krygt de eerfte Staatsdienaar, Rufinus, al het gezag in handen; het geen hy tragt te bevestigen en duurzaam te maaken, door zyne Dogter aan Arcadius uit te huwelyken. Dan, dit ontwerp wordt verydeld door de loosheid van den Gefneedenen Eutropius, die, van eene laage afkomst, door Theodofius, wiens gunst hy door zvne fchynheiligheid had weeten te winnen, tot Kamerheer van het Paleis verheeven was, en nu nog hooger zoekende te klimmen, nayverig is over het aanzien van Rufinus, die hem in den weg ftaat. Geduurende eene afweezigheid van dien Staatsdienaar, bewerkt hy in 't heimelyk, dat Arcadius zig in het huwelyk begeeft met Eu- C i .  zo BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP de* ALGEMEENE GESCHIEDENIS/ ITALIËN, en het geheele Wester - Ryk. der vreezende, zoeken zy ook beiden elkander te bederven; het welk aan Stilicho gelukt. [x,ie verder het Griekfche Ryk 395. en 39Ó.] 397- De beroemde Bisfchop van Milaan , Ambrofïus, overlydt. Honorius verliest aan hem een getrouwen raadgeever, en het vermogen van Stilicho wordt des te grooter, die zelfs zyne Dogter Maria aan den Keizer uithuwelykt; offchoon geen van beiden nog de huwbaare jaaren bereikt hadde. Intusfen broeit 'er een zwaar onwedcr in Africa. De Graaf Gildon, Stedehouder dier Provincie, een Man van de fnoodfte zeeden, reeds lange in den zin gehad hebbende, om zig het oppergebied des Ryks te onttrekken , en zelfs by Theodofius, wien hy echter ontzag, in kwaad vermoeden geraakt zynde , bedient zig van de zwakheid der tegenwoordige regeering, ter volvoering zyner oogmerken. Heimelyk door het Oostersch Hof onderfteund, veinst hy Arcadius voor Opperheer van Africa te erkennen , cn weigert de Vloot, die het koorn dier Provincie, volgens gewoonte , naar Romen moest voeren , te laaten vertrekken. Stilicho doet hem hierop-door den Raad tot een vyand des Ryks verklaaren, en zendt eenige weinige, doch uitgeleezene ■troepen tegen Gildon, onder bevel van Mascezil, een eigen Broeder van den dwingeland, die alJerwreedelykst door hem behandeld , en genoodzaakt geweest was, naar Italiën te vlugten. Gildon trekt zynen Broeder tegen met een talryk, docji flegt geöeffend Leger , 't geen by de eerfte ontmoeting geflagen wordt; waaróp Gildon zig met eigene handen verwurgt. 398. Africa weder onder het gebied van Honorius gebragt zynde , keert Mascezil naar Italiën terug; doch wordt door Stilicho op de verfoeijelykfte wyze behandeld; als die , het zy uit wantrouwen, het zy uit nayver, hem onverhoeds van eene brug in de Rivier laat werpen, alwaar hy verdrinkt. De goederen van Gildon verbeurd verklaard Het GRIEKSCHE Eudoxia, Dogter van den Frankifchen Graaf Bauton , die in de Keizerlyke Legers met veel lof gediend had. Rufinus, zynen aanflag mislukt ziende , en daarënboven vreezende voorde onderneemingen van Stilicho, den eerflen Staatsdienaar van het WesterRyk , die voorgaf door Theodofius insgelyks tot Regent van het Oostersch Ryk benoemd te zyn, kiest de verraadelyke party , om zyne perfoon noodzaakelyk te maaken , door het Ryk in de verfchrikkelyklle onlusten in te dompelen; ten welke einde hy de Barbaaren inroept. Op zyneaanftooking vallen de Hunnen aan den eenen kant in Armeniën , Cappadociën, Ciliciën , en Syriën; en de fchrik en verwoesting tot voor de poorten van Antiochiën gebragt hebbende, keeren zy met eene rykc buit te rug. Van den anderen kant beweegt hy den vetmaarden Gothifchcn Veldheer Alarik, (die,. reeds misnoegd over de flegte vergelding zyner dienden aan Theodofius beweezen , met alle de zynen het Keizerlyk Leger verlaaten had,) om een inval te doen in de Provinciën, naar den kant van het Wester-Ryk geleegen. Alarik, een groot aantal andere Barbaaren by zyne Gothen voegende, plundert Mceftën, Thraciën, Pannoniën, en een gedeelte van lllyriën. Sommigen zyner benden naderen zelf tot voor de muuren van Conftantinopolen, eenen algemeenen fchrik verwekkende, uitgezonderd aan Rufinus, die zig naar hun Camp begeeft, en uiterlyk voorwendt, een verdrag met hen te fluiten, waaróp zy weder aftrekken. Stilicho intusfen, met de Westerfche Barbaaren den vreede getroffen hebbende, voert het ganfche Leger van wylen Theodofius aan tegen Alarik, die zig met zyne troepen in de Velden van Thesfaliën verfterkt, den Romeinen geen flag durvende bieden. Stilicho maakt zig gereed, om hem aldaar aan te tasten, wanneer 'er, door bewerking van Rufinus, een bevel van Ardius komt, dat alle de Oosterfche Troepen zig van het Leger affcheiden, en onmidde-' lyk naar Conftantinopolen op marsch moeten gaan. Die troepen zyn zo misnoegd over dat bevel, als Stilicho zelve; doch men durft niet ongehoorzaam zyn. Zy gaan op weg, onder geleide van Gainas, een dapperen Goth, door Stilicho gelast, om wraak over Rufinus te neemen. Die Staatsdienaar was middelerwyl reeds byna ten toppunt zyner wenfehen gefteegen ; hebbende Arcadius beloofd, hem tot Ryksgenoot te zullen benoemen. Zy gaan de troepen buiten de Stad tegen, die op het onverwagtst, op een teken van Gainas, Rufinus op hetjyf vallen, en hem vermoorden. Arcadius neemt de vlugt; zonder het geweld, in zvne tegenwoordigheid gepleegd, te durven ftraffen. De gefneedene Eutropius bedient zig RYK, en het Oosten. van 's Keizers zwakheid, en matigt zig zeiven al het gezag aan, dat Rufinus bezeeten had. 396. Stilicho, door het vertrek der Oosterfche troepen te veel verzwakt, vindt zig genoodzaakt , weder te rug te trekken. Intusfen ftroopt Alarik door gansch Griekenland, en maakt zig onder anderen meester van het vermaarde Athenen. Die Gofhifche Veldheer , fchoon een Arriaan , gelyk de meesten zyner Natie, yvert fterk voor den Christelyken Godsdienst, vernielt alomme de overblyffelen van het Heidendom, en doet onder anderen de vermaarde tempel van Ceres te Eleufis flegten. Hy was reeds tot in Peloponnefus, of Morea, ingedrongen, wanneer Stilicho , de laffe werkeloosheid van het Oostersch Hof met leedweezen ziende, het befluit neemt, om de fchande van het Keizerryk te wreeken. Hy fteekt met een Leger de Zee over, en komt in Peloponnefus ; doch, de bchoorlyke krygstugt onder zyne troepen niet weetende te handhaaven , of door geheime inzigten gedreevcn, laat hy Alarik met alle zyne buit ontfnappen. ■ Eutropius, niet minder nayverig over hem, dan zyn Voorzaat, beweegt Arcadius, om Stilicho, uit hoofde, van deezen inval in Griekenland, openlyk voor een vyand des Ryks, en zyne Goederen in het Oosten verbeurd te verklaaren; en heeft verder de laagheid, om Alarik , met wien hy het heimelyk eens was, tot Bevelhebber der Rykstroepen in het Oostelyk lllyriën te doen verheffen. Stilicho moet hierop naar Italiën te rug trekken, en Eutropius , den Keizer met allerhande vermaakelykheeden beezig houdende , regeert in zynen naam als een dwingeland; noch recht, noch aanzien, noch verdienden, nochwelvoegelykheid ontziende, waardoor hy zig tevens gevreesd, haatelyk en belachelyk maakt. Dit jaar is verder aanmerkelyk door verfcheidene wetten, op het gezag der beide Keizers tegen de Afgodendienaars en Ketters uitgevaardigd, en door een lugtvcrfchynfel te Conftantinopolen, 't welk zulk een fchrik veroorzaakt, dat de lieden zig openlyk opftraat laaten doopen, en by menigte de Stad ontvlieden , welkers ondergang zy waanden door dit teken voorfpeld te worden. 399- Eutropius beheerscht den Keizer ganschen-al, en beweegt hem, eene wet te maaken , waarby de misdaad van gekwetfteMajefteit zelfs tot de Staatsdienaars, betrekkelyk gemaakt wordt; weetende voorts te bewerken, dat hy dit jaar tot Burgemeester benoemd wordt; zynde dit de eerfte en laat- ftc  Van constantinus den grooten af tot op den tegenwoordigen tyd. italiën, en het geheele Wester-Ryk. klaard zynde, worden zo aanzienlyk bevonden, dat 'er een afzonderlyke Schatbewaarder over wordt aangefteld. Paus Syricius overlydt. In deszelfs plaats wordt verkoozen anastasius, 38. Paus. 400. Stilicho, tot nog toe min belust op eere-tytelen, dan op den weezenlyken Idem des gezags, neemt eindelyk dit jaar de Burgemeesterlyke waardigheid voor zig zeiven, en viert deeze zyne verheffing met byna Koninglyke pragt en ftatie. Intusfen zugtcn de Provinciën des Ryks onder de zwaarfte verdrukkingen, en wanordes. Van dien toeftand bedient zig de Gothifche Veldheer Alarik, [zie het Griekfche Ryk 395. en 306.] die, door eene onverzadelyke eerzugt gedreeven, niets minder beoogde, dan geheel Italiën te overmeesteren, en aldaar voor zig een eigen Ryk te ftigten. Door zyne Soldaaten tot Koning der West-Gothen uitgeroepen , vereenigt hy zig met Radegais, Bevelhebber van een gedeelte der Gothifche Natie aan geene zyde van den Donau. Zy trekken te famen door Pannoniën naar Italiën , doen aldaar eenen onverhoedfehen inval, alomme ftroopcnde'en plunderende, en fiaan eindelyk het beleg om Aquilea ; doch die fterke plaats niet kunnende magtig worden , keeren zy weder te rug, om eene aanzienelyker krygsmagt by een te verzamelen. 401. De Kerk wordt dit jaar heevig beroerd door verfchillen over de gevoelens van den beroemden Origenes, wiens Weiken door eenen Rufinus in het Latyn vertaald, en door zekeren Hieronymus als kettersch aangekondigd Waren. Paus Anastafius, voor wien die zaak gebragt werd , fpreekt eindelyk het vonnis van veróordeeling uit, zo tegen Origcnes als deszelfs Vertaaler, 't welk echter niet eenpaarig wordt aangenoomen. Hetgrootfte gedeelte der Romeihfche troe;.en elders bee7ig zynde, met eenige nieuwe invallen der Duitfchers te fttüten, neemt Alarik '. : ' z'ynè Het grieksch: fte reize, dat een Gefneedene immer die aanzienelyke waardigheid bekleed heeft. Ook weigert men in het Westen, hem als zodanig te erkennen; doch in het Oosten wordt hy zo veel te meer gevleid en gevierd, zo dat men zelfs Standbeelden ter zyner eere opregt. Intusfen verwekken zyne ondraagelyke hoogmoed en mishandelingen hem in het heimelyk veele vyanden. De Graaf Tribigild, een Gothisch Officier, ftaat eindelyk openlyk tegen hem op, maakt een grooten aanhang, en plundert byna geheel Afia. Eutropius zendt twee Legers tegen hem , het eene onder bevel van zynen Gunfteling, den Wolkammer Leo , een Man, zo lafhartig en verwyfd van karakter, als laag van geboorte; het ander onder bevel van den dapperen Gainas; doch die in heimelyke verftandhouding is met Tribigild, waardoor deeze , na verfcheidene kleine overwinningen behaald te hebben, eindelyk het Leger van Leo gansch-en-al verflaat. Gainas, veinzende de geduurige voortgangen van Tribigild niet te kunnen ftuiten , fchryft aan Arcadius, dat de onlusten niet geftild kunnen worden, dan door het overlecveren van Eutropius. De Keizer weet niet wat te doen; doch de Staatsdienaar bewerkt intusfen zyn eigen val, door zyn trots gedrag, tegen de. Keizerin Eudoxia, welke hy , in een woordenverfchil, dreigt uit het Paleis te jaagen. Die fiere Vorftin beweegt haaren Gemaal door haare klagten, traancn, en gebeden, om last te geeven, dat Eutropius in verzeekering genoomen worde. De verfchrikte Staatsdienaar zoekt eene fchuilplaats in de Kerk, alwaar hy door den beroemden Chryfosthomus, het jaar te voren tot Bisfchop van Conftantinopolen verkoozen, bezield met de vooröordeelen van dien tyd wegens de onfehendbaarheid dier vrvplaatfen, befchermd wordt tegen de Soldaaten en het Volk, die hem met geweld van daar willen haaien. Eutropius echter, zig aldaar niet veilig achtende, neemt op eenen nagt de vlugt, doch wordt agterhaald , naar het Eiland Cyprus gebannen, en van alle zyne waardigheeden beroofd. Dan, de Keizerin, en Gainas , hiermede niet vergenoegd, bewerken eindelyk zyn doodvonnis. Op de nietsbeduidende ' befchuldiging, dat hy de Keizerlyke voorrechten gefchonden had, door zig te bedienen van Cappadocifche Paarden , die alleenlyk voor de Keizeren gefchikt waren, wordt hy, even als of men hem geene weez enlyker misdaaden te laste konde leggen, onthoofd. Varanes IV. wordt door zyn eigen Volk omgeb'.agt, en zyn Broeder isdegerd in zyne plaats verheeven, zynde dc derthnds Koning van Perfiën. c 3 2 RYK, en het Oosten. 400. Arcadius, te zwak om zelf te regeeren, laat zig gansch-en-al beftuuren door zyne Gemalinne Eudoxia, eene heerschzugtige Vrouwe, die zig zelve de Keizerlyke eertytelen aanmatigde, doch weder op haare beurt geregeerd werd door haare Vrouwen en Gefneedencn. Gainas, nu de kans fchoon waanende r om zyne vyandelyke aanflagen ter uitvoer te brengen, ligt eindelyk het masker af, omhelst openlyk de party van Tribigild, en rukt regelregt met zyne Troepen naar Conftantinopolen. De lafhartige Arcadius fmeekt hem om den vreede; hem alles beloovende wat hy begeerde. Gainas eischt, dat de drie voornaamfte Heeren vaft het Hof in zyne handen gekeverd worden, en dat de Keizer in perfoon te Chalcedon by hem koome, om het verdrag te tekenen. Arcadius bewilligt in alles, en vergunt Gainas, om zig met alle zyne Gothen te Conftantinopolen neder te zetten. Gainas meenende, dat hem voortaan niets kan geweigerd, worden , eischt , dat hem en de zynen , die de Arriaanfche leer waren toegedaan , eene Kerk worde ingeruimd. Arcadius durft al wederom dit verzoek, hoe ftrydig met de geftrenge Ordonnantiën tegen de Ketters, niet affiaan; doch de onverzaagde Bisfchop Chryfosthomus weigert volftrekt, om hem hierin te wille te zyn, Gainas, dol vanfpyt, verhaast hierop zynen lang beraamden aanilag, om Conftantinopolen te overrompelen T en zig meester van het Oosten te maaken. Doch „ zyn voorneemen te fpoedig ontdekt zynde r worden de Gothen door de Soldaaten tn het woedend gemeen deels vermoord , deels in eene Kerk, waarin zy ge vlugt waren , verbrand. Gainas, op dien tyd zig buiten de Stad bevindende , vindt zig verpligt, met het overfchot der zynen naar elders de wyk te neemen ; doch hy ontmoet by de Hellefpcnt een fterk Corps Keizerlyke Troepen , die hem den ovet togt betwisten', en eene zwaare nederlaag toebrengen. Dus te zeer verzwakt, om zig langer op liet grondgebied des Ryks te waagen, trekt hy over den Donau naar de oude verblyfplaats der Gothen , niet verre van die der Hunnen ■ doch die Natie , welke intusfen in de nabuurfchap der Romeinen een weinig befchaafder geworden was, zulk een gevaarlyken en onrustigen Nabuur niet omtrent zig willende dulden, tast hem geduurig, aan; totdat hy eindelyk, na een dapperen wedeiftand, in eene der ontmoetingen komt te fneuvelen. De Hunnen zenden zyn hoofd naar Conftantinopolen; welken dienst Arcadius beloont door het zenden van kostbaare Cc;  hl BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP df.r ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ITALIËN, en kit gt'tttle Wister-Ryk. Het GRIEKSCHE TJ\'I/- ... ■ -VI- zyne kans waar, om weder in Italiën te rukken, en maakt zulke groote vorderingen, dat veele uit angst liet land ontvlugten, en Honorius zelve voor eenigen tyd naar Gaulen de wyk wil neemen. Doch Stiiicho fpreekt ieder moed in , laat de muuren van Romen, voor welke Stad men inzonderheid bedugt was, herbouwen, en fnelt in aller yl byna alleen langs een gevaarlvken weg naar het Leger, Unit in der haast dén vreede met de Duitfchers, en brengt alle de Roomfche troepen naar Italiën te rug; terwyl Alarik intusfen zyne overwinningen tot byna voor de poorten van Milaan, de verblyfplaats des Keizers', voortzet. 401. Stilicho, om tyd te winnen, houdt Alarik op met onderhandelingen , veinzende hem eene dreek lands in het Ryk te willen afftaan; doch overvalt hem eindelyk onverhoeds te Pollentia, alwaar een bloedige (lag voorvalt, welke beide de partyën byna even duur komt te ftaan. Zy fluiten daarop een Verdrag, waarby Alarik zig verbindt, met de zynen weder te rug te trekken; doch, Stilicho middelerwyl, door beloften en groote fommen Gelds, de meeste troepen van Alarik aan zyne zyde gelokt hebbende, moet die Vorst byna alleen, en met het uiterst gevaar, naar lllyriën te rug keeren ; vervloekende de verraadery der Romeinen, en in het vaste befluit, om daarover, zo dra mogelyk, eene gevoelige wraak te neemen. Honorius intusfen, zig te Milaan niet meer veilig achtende, verplaatst den Keizerlyken zetel naar Ravenna, aan den Adriatifcheh Zee-boezem, (thans den Golf van Venetiën ,) geleegen , en daardoor beter gefchikt, «ra in tyd van nood fpoedig naar elders de wyk te neemen. Paus Anastafius overlydt, en wordt opgevolgd door liKOCisiiiis, 39. Paus. 4°3- De bloedige Schouwfpelen der Zwaardfcher*ers, tot nu toe in zwang gebleeven zynde, worden door Hononus gnmch-en-al afgefchaft. De twee voornaamfte Steden van Italiën, Romen en Milaan, doen hem een plegtig gezantfchap , om te verzoeken, dat hy aldaar zynen zetel vestige, doch te vergeefsch • en al, wat men van hem kan verkrygen, is, dat hy eenige maanden te Romen gaat doorbrengen, alwaar hy met oogemeene eere ontfangen wordt. 404. \zit Ut Grie'.fcke Ryk.] 40J. ] Stilicho, zyn gezag meer en meer zoekende I te handhaaven, en waarfchynlyk bedoelende, om 1 zig zelven een weg tot den Troon te.baanen, houdt heimelyke onderhandelingen rnet eenige barbaarfche Volkeren, inzonderheid met Alarik, die, om zyne eigene aanflagen te bevorderen, zyne gevoeligheid ontveinst, en zig geneegen toont, om Stilicho te ondenteunen. Doch hun ontwerp wordt verydeld door een onverhoedfchen inval van den 'woesten Radegais, die, aan het hoofd van 100,000. Gothen en andere Barbaaren, zynen vorigen togt tegen Italiën komt hervatten. Radegais een Heiden zynde, betoonen veele ingezeetenen van Romen, den ouden Godsdienst nog fteeds toegedaan, eene onmaatige blydfchap over zyne komfte , en befchimpen openlyk de Christenen, over wien zy zeggen dat de beleedigde Goden eindelyk befloten hebben zig te wreeken. Radegais intusfen, alles verwoestende , komt tot voor Florence, doch, trots op zynen voorfpoed, en de krygskunde niet verftaande, vergeer hy de nodige voorzorge, om zyne talryke benden toevoer van levensmiddelen te befcliikken. Stilicho, in haast de troepen by een verzameld hebbende , en door eenige Hulpbenden de- Gothen en Hunnen zelven ondetfteund, fnydt hem allen onderftand af, en noodzaakt hem naar het Apennynsch geberg e te trekken , alwaar een gedeelte van zyn Heir door honge- omkomt, en de rct zig moet overgeeven. Hy zelve wordt gevangen en onthoofd. De Romeinen krygen zulk een aantal Gothen in handen, dat zy dezelven voor een kroon het (tuk verkoopen; doch de meesten derven kort daarna , uitgeteerd van vermceijing en gebrek. Van het ganfche Leger « o den alleen 11,000. Man behouden, die in Keizerlyken dienst overgaan. 406. De meeste Roomfche troepen in Italiën gebruikt wordende , en de Grenzen dus- ontbloot zynde, zoeken eenige Duitfche Volkeren, inzonderheid de Wandaalen , Alaanen , en Sneven , Gaulen te overrompelen, en koomen in fterken getale aanrukken. De Franken, zelven reeds voorlang belust-, om zig aldaar neder te zeten, en daarënboven thans in verbintenis me' de Romeinen zynde, verze -en zig tegen die ondertteening Na eenige bloedige ge vegten, waarin 10,000. Wandaalen fneuv elen, benevens hun Koning Goligiscle, die door zvnen Zoon Gonderik wordt opgevolgd, moeten de Franken het eindebk opgeven ; waaróp de drie Natiën, en wel op den aarden dag van dit jaar, onverhinderd den Rhyn wertrekken, en zig als een fnelvlietende droom ioor geheel Gaidcn verfpreiden. 407. De Wandaalen, Sueven, en Alaanen, in Gauen ingedrongen, droopen en plunderen doordie ;anfche Provincie, en vernielen verfcheidene Ste- 1 [en. De Allemannen (eene andere Duitfche Na- 1 ie, van wien de naa» van Allemagne afkomdig I »0 Gefchenken, en het fluiten van een weden ydsch Verdrag van viïendfchap. 401. Arcud ns benoemt tot RyKsgenoot zyrren pas in het voiige jaar gebooren Zoon THEODOSIUS II., z. Griekfclie Keizer. 403. Chryfosthomus.door zyne gedrenge deugd, en het heevig uitvaaren tegen de bedorvene zeeden des Volks, inzonderheid derHofjufferen, den haat van veelen, en boven al van de Keizerin Eudoxia , op den halze gehaald hebbende,wordt voor een Concilie, meestuit afhangelingen van het Hof bedaande, als een voorftander der ketterfche gevoelens van Origenes aangeklaagd, door hetzelve ve oordeeld, en door den Keizer in ballingfchap gezonden ; doch', uit vreeze des Volks, 't welk dien Pte'aat zeer beminde , en eenen opdand dreigde, kort daarna weder op zynen zetel heifteld. 404. Chryfosthomtij zyne vyanden niets tosgeevende, en even gcItreng tegen de bedorvene zeeden blyvende prediken, vernieuwt ie Keizerin, en haar verbitterde aanhang, le vervolging tegen hen Prelaat, onder ren ande vootwendël; en beweegt den .wakken Keizer, om ïem andermaal in balling-  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 23 ITALIËN, en het geheele Wtster-W-.k. Het GRIFKSCFK is,) hun voetfpoor volgende, trekken mede den Rhyn over, en vestigen zig langs deszelfs oever, van Bazel tot Memz. Na hen volgen de Bourgondiërs, [zie het jaar 370.], die zig meester maaken van Helvetiën , (het tegenwoordige Zwitferland,). De Roomfche troepen in Britanniën, bevreesd voor dien ilroom van Barbaaren, en van Honorius geene hulp verwagtende , verkiezen zekeren Conftantyn, flegts een Soldaat, doch van ongemeene bekwaamheeden, tot Keizer. Deeze fteekt met alle de benden naar Gaulen over, alwaar de weinige overige troepen en alle de ingezeetenen , in hoop van door hem van de Barbaaren verlost te worden , zyne zyde kiezen. Ook verflaat Conllantyn een groot aantal van dezelven ; doch doet verder geene pogingen , om hen uit Gaulen te verdryven, wyl hy liever zyne troepen wil fpaaren, om aan Honorius zelven het hoofd te bieden. Ten dien einde fluit hy zelf een verdrag van vriendfehap met de Franken, en verdere Barbaaren aan de overzyde van den Rhyn. Stilicho zendt eenige troepen tegen hem, onder bevel van zynen Gunfteling, Sarus, een Gothisch Officier, die in den beginne eenige voordeden op Conllantyn bdiaalt, doch naderhand met groot verlies wordt te rug gedreeven. 408. Conftantyn, meester van geheel Gaulen, zo verre zulks in den verwarden ftaat dier Provincie mogelyk was, zendt zynen Zoon Conftans, en den Veldheer Gerontius, naar Spanjen, om dat Land insgelyks aan zig te onderwerpen. Een fterk Leger by zig hebbende , inzonderheid uit Duitfche Hulpbenden beftaande, Honoriaci genaamd, om dat Honorius hen in Roomfche Soldy genoomen had, ontmoet hy geenen tegenftand, dan alleen van de twee Broeders Didymus en Verinianus, Bloed verwanten van wylen Theodofius, die in der haast eenige troepen famenbrengen; doch, voor de overmagt moetende wyken, verflagen , gevangen, en kort daarna , op last van Conftantyn, worden omgebragt. Geheel Spanjen onderwerpt zig hierop aan Conftans; die, Gerontius aan 't hoofd der Honoriaci tot dekking der Grenzen agterlaatende, by zyne te rug komst door zyn Vader tot Ryksgenoot benoemd wordt. De ontftaane onlusten in het Keizerryk de uitvoering van het ontwerp, door Stilicho en Alarik beiaamd, geftremd hebbende, wordt die Gothifche Vorst eindelyk onverduldig, en valt onverhoeds in Italiën; eifchende eene zwaare femme Gelds voor zyn verfpilden tyd en kosten. Honorius toen juist te Romen zynde, gaat Stilicho derwaards, en bewerkt by den Raad en den Keizer , dat men Alarik 1000. Pond Goud belooft; waardoor dc vermoedens van zvnc geheime verftandhouding met dien Barbaar' niet weinig verfterict worden, en een der Raadsheren zeffsniet fchroomt openlyk te zeggen , dat dit geen Vreedens-Verdrag, maar een Contract vanSlavernyë is. Honorius intusfen , het overlyden van zynen Broeder Arcadius verftaande, wil in eigene perfoon naar het Oosten trekken, om orure op de zaaken van zyn jongen Nee£ Theodofius te Hellen; doch Stiiicho weerhoudt hem daarvan, onder voorwendfel, dat die reis te groote kosten veréischte, en dat de aai.flagen van Alarik en Conllantyn zyne afweezigheid niet gedoogden; biedende daarentegen aan, om zelf met eenige troepen den togt naar het Oosten te doen. Behalyen by den verblinden. Honorius was he: eenpaang gevoelen, dat Stilicho zyn eigen Zoon Euchernts, dien hy, om onder de Heidenen een aanhang te vinden, in dien Godsdienst had laaten opvoeden, tot Keizer van het Oosten wilde maaken, om naderhand hetzelfde insgelyks in het Westen te ondernecmen. Eindelyk waagt het zekere Olympius, een Man, die zyn geluk aan Stilicho te danken had, en zyne dgene grootheid m den val van zynen weldoener zogt, om den Keizer de oogen te openen. De vèrfchrikte Honorius weet met, welke party te kiezen , tegen eenen Staatsdienaar, magtiger dan hy zelve. Olvmpius, vreezende zelf het Ilagtöffer te worden'van 's Keizers befltüteloosheid, bedient zig van Stilicho's afweezigheid , om de troepen door vriendelykheid en giften te winnen, hen eenen haat tegen Stilicho, als een verraader des Ryks, in te boezemen, en eindelyk hen te Pavia" tot eenen opftand aan te ltooken, waarin alle de vrienden van Stilicho vermoord worden, zonder eenigen acht te flaan op de vertoogen van Honorius, die hen vrugteloos poogt tot bedaaren te brengen, en eindelyk beiluiten moet, zynen Staatsdienaar aan den algemeenen haat op te offeren. Stilicho , te Bologna de tyding van dit alles krygende, zoekt zig door de vlugt te redden. Zyne vrienden raaden hem, zig terftond naar Honorius te bcgeeven, om gebruik te maaken van zyn groot vermogen op den zwakken geest des Keizers ; doch, hem daartoe niet kunnende overhaalen, en vreezende in zynen val ingewikkeld te worden, willen zy, inzonderheid de Gothifche Officier Sarus, zig van zyne perfoon verzeekeren, en hem overleeveren; doch hy ontfnapt hunne handen, vlugt naar Ravenna , en •vcifchuilt zig in eene Kerk, als eene zeekere vryplaats. Honorius zendt eenige Officieren derwaards, dieby. eede verklaaren , dat zy alleen order hebben , om hem gevangen te neemen , en niet om hem te dooden. Hierop geeft Stilicho zig aan hen over; doch welhaast komt 'er eene tweede order , behelzende zyn doodvonnis, als verraader van zyn Vorst en het Ryk ; waaröp hem het hoofd wordtafgeflagen. Zyn Zoon Eucherius ondergaat het zelfde lot. Zyne Dogter Thermantia , waarmede de Keizer dit zelfde jaar, na den dood van haare oudlte Zuster, gehuwd was , wordt verftoot en; verfcheidenen zyner Vrienden worden gepynigd; doch ontdekken niets ten zynen laste. Olympius krygt thans al het vertrouwen des Keizers , en regeert welhaast zo oppermag' ig als voorheen Stilicho. ■ Intusfen was aan Alarak de be- kyk , en jiet Ootten. lingfchap te zenden t. eerst naar Cucufus in Ciliciën, vervolgens naarPityonte, aan de zwarte Zee, alwaar hy zo wreed behandeld wordt, dat hy drie jaaren daarna overlydt: De We terfche Keizer Honorius, en de Paus Innocentiusdocn veivergeefs alle pogingen ter zyner herfteiling, wordende hunne Gezanten ongehoord en fmaadelyk te rug gezondert. De harde behandeling, Chryfostomus aangedaan, geeft aanleiding tot een verfchrikkdyken opftand der Johannisten, (dus noemde men zynen aanhang,) die niet dan zeer bezwaarlyk geftild wordt. Keizerin Eudoxia overlydt drie maanden na het bannen van Chryfosthomus. 408. Arcadius overlydt, na even te voren eene? oude wet te hebben afgefchaft, volgens welke alle openbaare zaaken verhandeld moesten worden in het Latyn; eene taal, weinig bekend in het Oosterfche Ryk, alwaar het Griekschde Mocderfpraakwas,offchoon de ingezcetetenen nog ftceds den naam van Romeinen bleeven behouden. — Den jongen Keizer Theodofius naauwelyks zeven jaaren oud zynde, neemt Anthemius, Prrefect van het Oosten, een man van een uitmuntend karakter , en ongemeene bekv-.-;nmheid,als eerfte Magiitraats - perfoon. liet Ryksbeftüur op zig. Het meeste v an de Perfiaanen te-vreezen hebbende', fiiuc.  Z4 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, SPANJEN ITALIËN 409. Dc Britten, zynde de oude bcwooncvs van Engeland, voor de eeille maal door Julius Cvefar ten deele, doch naderhand in den jaare 78. volkoomenlyk door Julias Agricola te ohdergebragt zynde , was dat Land, toen doorgaans Britanniën genaamd , zedert dien tyd een Wingewest van het Roomfche Ryk geweest. Doch dar Ryk, door innerlykebcroerten, enden inval der Barbaaren, meer en meer verzwakkende , en zyne afgeleegene bezittingen niet langer kunnende verdeedigen, wordt Britanniën dit jaar als van zelve daar van afgefcheiden. Te weeten: de Schotten cnPicten, twee woeste Natiën, het tegenwoordige Schotland bewoonende, bedienen zig van het vertrek der Roomfche troepen , om Engeland af teloopen. De Britten, te onmagtig of te lafhartig om zulks te beletten , verzoeken om hulpby Keizer Honorius ; doch deeze laat hen door hem als Mede-Keizer erkend wordt, Tró»' op zyn geluk, verwaarloost hy zyne oude vrienden. Gerontius, zyn Bevelhebber in Spanjen, misnoegd, dat een ander in zyne plaats gefield wordt, verwekt een opftand, en zoekt zig in Spanjen onathankelyk te maaken ; geevende den tytel van Keizer aan eenen Maximus, die geheel van hem afhangt. Conitantvn zendt zyn Zoon Conftans met een Leger derwaards. Gerontius , niet in ftaat om hem het hoofd te bieden, treedt in eene verbintenis met de Wandaalen, Sueven , en Alaanen, om Spanjen onder elkander te ve«deelen. [zie verder Spanje».] Te midden in deeze geduurige verliezen en gevaaren van het Keizerryk, blyrt Honorius even zorgeloos en onvoorzigtig. Zig geheel door zyne Gunitelingen, en inzonderheid door Olympius, laatende beftuuren , weigert hy het gefloten Verdrag tusfen Alarik en de Stad Romen te bekragtigen, en ontbiedt i,ouo. Man Roomfche troepen uit Dalmatiën, onder bevel van zekeren Valens; eene magt, veel te zwak tegen de talryke benden van Alarik. Valens wordt geflagen, en ontkomt het ter naauwernood, met een gering overfchot van 100. Man. Alarik daarenboven eene nieuwe verfterking ontfangende, onder aanvoering van zynen Schoonbroeder Ataulphus, ziet Honorius zig genoodzaakt, om in onderhandeling te treeden , waartoe hy den dienst van zekeren Jovius gebruikt, een vriend van wylen Stilicho en ook van Alarik. Jovius, na alvorens den val van Olympius bewerkt te hebben, die in ballingfchap gezonden wordt, vertrekt naar het Camp van Alarik, die reeds weder het beleg om Romen geflagen had, en die Stad zodanig benaauwde, dat zy een plegtig gezantfchap, waaronder den Paus Innocentius, naar Honorius zendt, om op het fluiten van een fpoedig verdrag aan te dringen. Alarik eischt eene jaarlykfche fchatring van geld en levensmiddelen, en den geheelen afitand van Noricum, (zynde het tegenwoordig Oostenryk, Stiermark, en Carinthen,) beneffens Venetiën en Dalmatiën. Jovius, deeze eisfehen te buitenfpoorig vindende, zoekt eene bemiddeling te treffen; doch handelt daaromtrent zo onbedagtzaam, dat Alarik eensklaps de onderhandelingen afbreekt, en Jovius befchaamd naar Ravenna te rug moet keeren. Vreezende van verraad verdagt te worden, meent hy zulks voor te koomen, door den Keizer en alle de Bevelhebbers te doen zweeren, om nimmer vreede met de Gothen te maaken , waardoor hy echter het Ryk in dieper elende dompelt; want Alarik, niet van zig zelven kunnende verkrygen, om het alom vermaarde Romen te vernielen, biedt uit eigene beweeging veel redelyker voorwaarden aan, die nu, uit hoofde van den gedaanen eed , verworpen worden. Alarik dreigt hierop Romen met eene volflagene verwoesting, indien men zig niet aan hem onderwerpe, en hunnen Stadvoogd Attalus, op zyne benoeming, in plaats van Honorius, t»t Keizer verkieze. Men is hem uit nooddwang zig hierop naar Toscaanen, en heeft de edelmoedigheid van een Convooi levensmiddelen, naar Romen beftemd, en door zyn Volk opgeligt, ongevergd naar die Stad te zenden, en de daaders dier geweldenary ftrengelyk te ftraffen. 409. Geduurende de afweezigheid der Roomfche troepen wordt Britanniën afgeloopen door de Pieten en Schotten. De Britten, vrugteloos om hulp verzegt hebbende , worden genoodzaakt, voortaan zig zelven te befchermen, en Britanniën raakt dus van zelve van het Keizerryk gefcheic.cn. De Armoriërs, een Volk van onbekenden oorfprong, de Zeekusten van Gaulen tusfen de Loire en Seine bewoonende, de zwakheid Tan het Keizerryk ziende, fchudden het Roomfche juk af, enrigteneene Republyk op, die langen tyd heeft ftand gehouden. Intusfen weet Conftantyn, door looze onderhandelingen en fchoonfcliynende beloften Kin onderftand tegen de Barbaaren, by Honorius te bewerken, dat hy beloofde fomme geldsnog met toegeteld; en Olympius heeft de ltoutheid van hem dezelve te weigeren. De Gothifche Koning rukt hierop met een talryk Leger regelregt naar Romen, dat, zedert Hannibal, geenen vyand voor zyne poorten gezien had , fnydt allen toevoer af, en brengt alzo de Stad in de uiterfte benaauwdheid. De Raad, meenende , dat Serena, Weduwe van Stilicho, met Alarik famenfpande , laat haar wreedelyk verwurgen. De honger dwingt eindelyk de Romeinen , om met Alarik in onderhandeling te treeden; doch opzultte voorwaarden, die de waardigheid van 't Roomfche Volk niet te kort doen. Alarik lacht overluid over hunne trotsheid, en vraagt niets minder dan alle de fchatten van Romen. Wat laat gy dan dm Ingezeetenen over, vraagt men hem; waarop hy fier ten antwoord geeft, het leven. Hy laat zig eindelyk afkoopen voor j,ooo. Pond Goud, 30,000. Pond Zilver, 4,000. zyde Kleederen , 300. Scharlaken Huiden, cn 3,000. Pond Speceryèn, om welkefommen te vinden , byna alle de ingezeetenen uitgefchud, de verderfden der Stad en Tempelen weggenoomen , en verfcheidene gouden cn zilveren beelden gefmolten 409. Spanjen en Portugal , zedert eenige eeuwen, nevens het grootfte gedeelte der toen bekende waereld, een Wingewest van het RoomfcheRyk geweest zynde, worden eindelyk dit jaar door den inval van eenige barbaarfche Volkeren , byna gansch-enal van hetzelve afgefcheurd. Te weeten: Geruntius, Veldheer van den opgeworpen Roomfchen Keizer in Gaulen Conftantyn, tegen zynen Meester zynde opgeftaan, [zie Italiën,] èn te zwak om hem het hoofd te bieden , wendt zig tot de Wandaalen, Sueven, en Alaanen, (die zig twee jaaren vroeger in Gaulen gevestigd, en hetzelve byna uitgeplunderd hadden,) en fluit eene verbintenis met hen, om Spanjen onder eikanderen te verdeden. Die Barbaaren rukken over het Pyreneesch Gebergte, en verfpreiden zig door de geheele Provintie, alles te vuur en te zwaard verwoestende, en toneelen van ysfdykheid aanregten-  van CONSTANTINUS din GROOTEN Ar tot op ben TEGEN WOORD I GEN TYD. 25 en het geheele Wester-Ryk. Het GRIEKSCHE dwang te wille; doch Alarik, op naam van dien opgeworpen Vorst zelfs meenende te heerfchcn, vindt zig door deszelfs opgeblaazenheid daarin te leur gefield. Attalus, de aanflagen van Alarik geduung dwarsboomende, doet eene onderneemmg tegen Africa mislukken. Alarik, des nog onkundig, trekt met zyn Leger naar Ravenna, door Atralus vergezeld, en jaagt Honorius zulk een fchrik aan, dat hy voorflaat, het Ryk met Attalus te deelen; doch deeze eischt trotfelyk het geheele gebied voor zig alleen, en Alarik flaat vervolgens het beleg om Ravenna. Honorius, geen uitkomst ziende, en door zynen Gunftding Jovius verraaden, die Alariks zyde kiest, maakt zig gereed, om over Zee naar het Oosten te vlugten; wanneer hy onverwagt eene aanzienelyke verfterking troepen van zynen Neef Theodofius ontfangt. Alarik breekt hierop het beleg op, en toont zig geneegen, om de onderhandelingen te hervatten; ter bevordering waarvan hy Attalus, dien hy bovendien zag hem meer in den weg dan tot voordcel te zyn, in het volgend jaar weder van het purper berooft. , 4ïO»j iüsa «GMno-ii snift' De mislukte onderneeming tegen Africa is voor Romen van een doodelyk gevolg; want de Landvoogd dier Provincie de jaarlykfche Koren-Vloot te rug houdende, wordt het gebrek en de hongersnood zo groot, dat het Volk zelfs menfehenvleesch openlyk wil laaten te koop bieden. Op deeze ellende volgt welhaast eene andere. De onderhandelingen tusfen Alarik en Honorius, door een verraaderlyken aanval van Sarus, den meergemclden Gotlufchen Officier m Keizerlyken dienst, en een geflagen vyand van Alarik, eensklaps zynde afgebrooken, trekt die Vorst voor de derde maal naar Romen, doet een verwoeden aanval op die Stad, verovert dezelve ftormenderhand, en levert haar ter plundering over. Hy heeft echter de edelmoedigheid, om zyne troepen het bloedvergieten , vrouwen-fchenden, en hrandftigten ten ilerkften te verbieden; wyzende zelfs twee ruime JKerken aan tot vryplaatfen. Met dat al ondergaat de Stad de ysfelykfte rampen, aan eene geweldige overrompeling, en dat wel door woeste volkeren , geene krygstugt gewoon, onvermydelyk .verknogt. De Heidenen fchryven dit onheil toe aan de vernietiging van hunnen Godsdienst, welke befchuldiging de Christenen openlyk wederleggen. Onder anderen' fchreef de beroemde Augusrinus ter dier geleegenheid zyn voortreffelyk Boek, de Stad Gods genaamd. Intusfen waren verfcheidene Romeinen naar Africa gevlugt, alwaar hun eerfte werk is, de Schouwfpelen te bezoeken; een fpreekend blyk van het verregaande verval van hun karakter en zeeden. Alarik blyft niet langer dan drie dagen te Romen, waarna hy op marsch gaat, om zig naar Africa in te fcheepen; en wel, zo men meent, met een befluit om die vrugtbaare en ryke Provincie te veroveren, en zig aldaar neder te zetten, Hy voert verfcheidene gevangenen I. DEEL. met zig, onder anderen Placidia, Zuster van Honorius. Onder weg verfcheidene Steden veroverd en geplunderd hebbende, doet hy zyne troepen te Reggium infeheepen; doch, terwyl hy daarmede beezig is, vernielt een ysfclyke ftorm een g.deelte zyner Vloot voor zyne oogen, welk verhes hy zo zeer ter harte neemt, dat hy kort daarna overlydt; wordende door zynen Schoonbroeder Ataulphus als Koning der West - Gothen opgevolgd. Volgens de gewoonte der Barbaaren, wordt zyn graf verborgen, door hetzelve te plaatfen in het bedde eener rivier, die men vooraf verleid had , en vervolgens haaren gewoonen loop liet neemen; terwyl de werklieden, om het geheim te bewaaren, ter dood werden gebragt. Conftantyn, de opgeworpen Roomfche Keizer in Gaulen, komt met een Leger in Italiën, onder fchyn van Honorius tegen de Gothen by te ftaan, doch inderdaad om dien Vorst te onttroonen , waartoe hy heimelyke verfiandhouding hield met een van d.szelfs Bevelhebbers. Gelukkig wordt dit verraad by tyds ontdekt, en Conftantyn keert met fchande te rug. Geduurende zyftafweezen, valt Gerontius onverhoeds uit Spanjen in Gaulen, overrompelt Vienne, krygt Conftans, den Zoon van Conftantyn, in handen , dien hy het hoofd laat aftlaan, en flaat vervolgens het beleg om Arles, weinige dagen na dat Conftantyn aldaar weder te rug gekoomen was. 4ii. ' .... . _ Honorius bedient zig van den dood van Alarik , en de onlusten tusfen Conftantyn en Gerontius, om Gaulen weder te winnen; zendende een Leger derwaards, onder bevel van den dapperen Conftantius, zynen eenigften Bevelhebber, die van Romeinfchen afkomst, en niet'uit de Barbaaren gekoózen was. Op deszelfs verfchyning wordt Gerontius door het erootfte eedeelte zvnev troepen vcrlaaten, en genoodzaakt naar Spanjen te vlugten, alwaar hy zig zelven om het leven brengt. Maximus; daardoor van alle fleun ontbloot , en voor niets gercekend, wordt gefpaard, en neemt zyn verblyf onder de Barbaaren. Kort daarna verflaat Conftantius de troepen van Conftantyn, en vermeestert Arles. Conftantyn vlugt in eene Kerk, en laat zig, om zyn leven te redden, tot Priester ordenen; doch 's Keizers Bevelhebbers hem onder eede het leven beloofd hebbende, gaat hy op reis, om zig aan Honorius te- onderwerpen-, die de laagheid heeft, van hem, nevens zyn jongen Zoon Julianus, ter dood te laaten brengen; wordende hunne hoofden naar Africa gezonden, volgens het gebruik,' om de afgcleegene Provinciën dus doende door fchrik in bedwang tehouden. De Donatisten, in weerwil der geftrenge wetten tegen de Ketteren, zedert eenige jaaren weder veel onrust in Africa verwekt hebbende, zendt Honorius den Graaf Marcellinus derwaards, met volkoomene volmagt, om aan deeze verdrietige en ongelukkige twist voor altoos een einde te maaken. Marcellinus houdt eene ftaatelyke byëenkomst te Carthago, waarin hy beide de partyën hunne zaak laat bepleiten, en eindelyk ten voordeele der Regtzinnigen uitfpraak doet, onderwerpende de Donatisten, als Ketters, aan dc ftraffen, door de wetten bepaald. Die aanhang wordt hierdoor welverzwakt, doch niet vernietigd; terwyl de hardnekkigften , uit weerwraak, door geweld van wapenen hunne zaak zoeken ftaande te houden, en zig aan de verfchrikkelykfte wreedheeden fchuldig maaken. Zeker D fluit hy een verdrag van vnendfehap met Koning Isdegerd, die zig openlyk tot befchermervan den jongen Keizer verklaart; waaruit de Fabel is voortgefprooten, dat hy door wylen Arcadius tot Voogd zoude benoemd zyn. Uldes, Koning der Hunnen, c e ïen inval in Thraciën doende, en eene fchatting van het Keizerryk afvorderende, wordt door de goede maatregelen van Anthemius verflagen, en te rug gedreeven. Voor het overige legt die braave Minister zig toe, om verfcheidene misbruiken, onder de zwakke regeering van Arcadius ingeilopen, langzaamerhand uit te roeijen. 409. Door het uitmuntend beftuur van den braavenStaatsdienaar, Anthemius, wordt het Oostersch Ryk in zulk eenen  zó BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, SPANJEN en PORTUGAL, I T A L" I Ë N, Scnotlana, en imam*. tende, die de verbeelding te boven gaan. Eindehen ten antwoord gee- lyk meenende genoegzaam meester te zyn, maaven, dat zy voortaan ken zy de verdeeling van het Landfchap. De zig zelven moeten be- Sueven, onder hunnen Koning Hermanrik, kryfchermen. De Britten gen Galliciën, waaronder toen ook begreepen was moeten dus de wape- het tegenwoordige Leon en oud Castiliën; de nen opneemen, en de Alaanen, onder hunnen Koning Respendial, krywanhoopheftkragten gen Portugal, en een gedeelte van Carthagena. byzettende, gelukt het Het oude Betica, de Zuidelyke Provinciën behen eindelyk, hunne helzende, valt den Wandaakn te beurt, onder vyanden gansch-en- hunnen Koning Gontharik. Het overige (uirgeal te verdryven. zonderd Asturiën, welke Provincie haare onaf418. De hankelykheid dapperlyk handhaaft,) te weeten: nieuw Castiliën, Arragon, Valencia, en het land over den Ebro, wordt aan de Romeinen gelaaten, onder bevel van Gerontius. De Barbaaren, nu vreedzaame bezitters van eene aangenaame landftreek geworden, leggen zig toe op den landbouw, en befchaaven zodanig hunne vorige woeste zeeden, dat Spanjen zig byna gelukkig rekent onder zyne nieuwe Meesters, en veele gevlugte ingezeetenen van zelven derwaards te rug keeren. [«* verder Italïén 410. en 411.J 414. Ataulphus, Koning der West-Gothen, Schoonbroeder en opvolger van den vermaarden Alarik, [zie Italiën 408—414,] door de troepen van Keizer Honorius uit Gaulen verdreeven zvnde, neemt de wyk naar Spanjen, en vestigt zig in de ftreek tusfen het Pyreneesch Gebergte en de Rivier Ebro, leggende aldaar de eerfte grondflagen van het vermaarde Gothisch Ryk in Spanjen. Honorius bevestigt hem by een verdrag in dat bezit, onder voorwaarde, dat hy Gaulen niet ontrusten, geene Ikhepen in Zee houden, en geenen buitenlandfchen Koophandel dryven zal. Van dit tydftip neemt de lyst der West-Gofhifche Vorften in Spanjen een aanvang, offchoon hunne bezittingen in dat Ryk toen no°- zeer °erin°waren. 000 ATAULPHUS, 1. West-Gothifehe Koning. 415;. Ataulphus, een beminnaar van den vreede, en daardoor by zyne eigene ooriogszugtige Natie niet zeer bemind, wordt door een zyner Stalknegten, zo men meent door de Gothifche Grooten omgeko<*t, vermoord. In deszelfs plaats wordt verkoozen S I G E R I K, z. West-Gothifche Koning. De nieuwe Koning, een g-oot Vyand van Ataulphus, als die voorheen zynen Broeder Sarus verflagen had, ïzie Italïén 412,] wreekt zi<* op deszelfs nagtflagt, zes Kinderen van dien Vor st wreedelvk laaiende vermoorden, en zyne Weduwe Placidia, fchoon eene Zuster'van Keizer Honorius, zeer onwaardig behandelende. Zyne verregaande wreedaartigheid ftiut welhaast zyne eigene Natie tegen de borst, en hv wedt, na eene regeenng van flegts zeven dagen, vermoord. De Gothen} den dapperften onder hen als den waardigften om te gebieden achtende, verheffen op den troon W A L L I A, 3. West-Gothifche Kening. 416. Wallia, zyne eigene geneigdheid en die zyner ganfche Natie tot krygsbedryven volgende, rust eene aanzienlyke Vloot uit, ffrydïg met Set verdrag, door zynen Voorzaat Ataulphus met het Roomfche Ryk aangegaan; en, een groot aantal troepen incefcheept hebbende,' eaar hy naar Africa onder zeil, als de Provincie, die hy dagt het gemakkelykst te Zeker aanzienlyk Gauler, Jovinus genaamd, door de"Alaanen en de Bourgondiërs aangehitst en onderfteund, werpt zig tot Keizer op, en vernieuwt daardoor de pas geflikte onlusten in Gaulen, 412. De nieuwe West-Gothifche Koning Ataulphus , een braaf en grootmoedig Man, die den vreede boven den oorlog ftelde, zoekt een verdrag met Honorius aan te gaan, om alle vyandelykheeden te ftaaken, en tot een bondgenoot van het Ryk te worden aangenoomen, mits dat men hem eene ftreek Lands in Gaulen afita, om zig aldaar, met de zynen, neder te zetten. Honorius, naar dien voorflag de ooren kenende, trekt Ataulphus uit Italiën naar Gaulen; doch, den Keizer zyn gegeeven woord breekende , vat hy de wapenen weder op, en verwoest een groot gedeelte deiProvincie. Ook laat hy Jovinus voorilagen doen, om Gaulen tusfen hen beiden te verdeelen; doch deeze weigert zuLks. De Gothifche Officier Sarus , uit misnoegen of veranderlykheid, den dienst van Honorius verlaatende, begeeft zig, met eenige troepen, naar Jovinus, doch wordt door Ataulphus onderfchept, en met alle de zynen verflagen ; welk lot Jovinus niet lang daarna insgelyks moet ondergaan, waardoor Ataulphus van een groot gedeelte van Gaulen meester wordt. 41.$. Heraclianus, Stedehouder van Africa, naar de Keizerlyke waardigheid dingende, ftaat tegen Honorius op, doch krygt de nederlaag, en wordt voorts door zyn eigen volk omgebragt. De Donatisten bedienen zig van deeze onlusten, om zig over Marcellinus te wreeken , hem befchuldigende als een aanhanger van Heraclianus, waarop hy onverhoord , en, gelyk zedert bleek, geheel onfchuldig , wordt ter dood gebragt. Ataulphus, altoos den vreede verlangende, en wederom een verdrag van vriendfehap met Honorius hebbende aangegaan , raakt hetzelve fchieIy'c in duigen door de jaloezy van den Romeinfchen Generaal Conftantius zelven. Zo wel als Ataulphus verliefd zynde op Placidia., Zuster van Honorius, en-als nog krygsgtvangene by de Gothen , geeft zulks aanleiding tot de heevigfte vei;fchiHen, die de vyandelykheeden vernieuwen.. Ataulphus maakt zig meester van verfcheidene Steden in Gaulen, doch ftoot het hoofd voor Marfeille. De Bourgondiërs, reeds meester van Zwitzerland, [zie /iet jaar 407,] neemen deeze onlusten te baat, om in Gaulen te vallen, alwaar zy de landftreek veroveren, die zedert naar hen het Hertogdom en Graaffchap van Bourgondiën genaamd is. Honorius, zig geene nieuwe vyanden op den hals durvende haaien, ftaat hen die ganfche landftreek gewillig af, en erkent hunnen Koning Gondecaire als Vriend en Bondgenoot van het Roomfche Keizerryk. 414. De  van constantinus dïn grooten Ar tot or dim tegenwoordigen '7?l\ 17 tn het geheele Wester-Ryk. 4M- De Prinfes Placidia, langen tyd af keerig geweest zynde , om zig met eenen, by de Romeinen aldus genoemden, Barbaar in den echt te verbinden, wordt eindelyk door de fterke blyken van geneegenheid, deugden, en rtandvasügheid van Ataulphus daartoe overgehaald; en het Huwelyk wordt met de uiterfte pragt te Narbonne voltrokken. Zy verëenigen hierop beiden hunne pogingen, om eenen duurzaamen vreede met Honorius te treffen; doch dit heilzaam oogmerk wordt, door de aanhoudende tegenkanting van den misnoegden Conftantius, verydeld. Ataulphus, Honorius eindelyk door vreeze tot reden willende brengen, verheft, op het voorbeeld van zynen Voorzaat, Attalus weder tot Keizer; doch, Conftantius met een fterk Leger tegen hen optrekkende, vindt hy zig genoodzaakt, om uit Gaulen te vlugten, en naar Spanjen te trekken; alwaar hy zig zodanig verfterkt, en gevreesd maakt, dat Honorius hem eindelyk, op zekere voorwaarden , eene ftreek lands in die Provincie (welke nu doch als byna geheel verlooren voor het Keizerryk werd aangezien,) afftaat. [zie verder Spanjen.! Het voorgevallene met den Bisfchop van Conftantinopolen, Chryfosthomus, [zie het Oosten 404,] eene verkoeling en verwydering tusfen de Ooster- en Wester-Kerken veroorzaakt hebbende, laat Paus Innocentius, op het fterk aanzoek van eenige Oosterfche Bisfchoppen, zig tot eene wederzydfche verzoening overhaalen. Doch hy behandelt die zaak met eene trotsheid en heerschzugt, byna zweemende naar die der volgende Pausfen, tot wier gezag hy gezegd kan worden den voornaamften grond gelegd te hebben. Behalven dat hy het oordeel en uitfpraak over alle Kerkelyke zaaken zig aanmatigde, bragt hy by deeze gelecgenheid voor de eerftemaal de leer ter baane, dat de Pausfen opvolgers zyn van den Apostel Petrus, en dat hunne Stoel om die reden, en niet uit hoofde van het aanzien der Stad Romen, met byzondere voorrechten en een uitgebreid rechtsgebied boven de overige Kerken begiftigd was; een denkbeeld, zedert, door zyne opvolgers greetig aangenoomen, en tot een algemeen bewys bygebragt voor hunne buitenfpoorige eifchen. 4IJ- Door het verhuizen der Wandaalen, Sueven, en Alaanen naar Spanjen, [zie aldaar 409,] het omkoomen van de opgeworpene Vorften Conftantyn, Conftans, en Jovinus, en het verdryven van de West-Gothen, beginnen de Romeinen weder meer en meer voet te krygen in Gaulen; welke Provincie voorts, door de goede maatregelen van den Veldheer Conftantius, ten grootften deele (de landftreek der Bourgondiërs en Armoriërs uitgezonderd,) weder onder het gebied van Honorius gebragt, en de onlusten geftild worden; waarop de Keizer eenen algemeenen vergiffenisbrief laat afkondigen. 416. De opgeworpen Keizer Attalus, de Gothen in Spanjen gevolgd zynde, doch, zedert den getroffenen vreede tusfen die Natie cn het Ryk, [zie Spanien,] zig aldaar niet veilig achtende, neemt heimelyk de vlugt; doch wordt ontdekt, gegreepen, en in handen van Honorius overgeleverd, die hem in zegepraal naar Romen laat voeren, twee vingeren doet afkappen, en voorts naar Lipari jn ballingfchap zendt. 417- De Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. eenen blöeijenden ftaat herfteld, dat Theodofius zelfs eene aanzienclyke hulpbende, tot onderftand van zynen Oom Honorius, naar het Wester-Ryk kan afzenden. 4i3- Conftantinopolen bloeit zodanig onder het bewind van Anthemius, dat hy die Stad aanmerkelyk moet vergrooten, en haar vervolgens van nieuwe en fterke muuren voorziet. ' Hy onderhoudt de rust en goede orde in de Provinciën, en den vreede met de Barbaaren; en handhaaft voorts de veiligheid en het welzyn der ingezeetenen door voortreffelyke wetten. Ook draagt hy zorg, dat de Ketters, in weerwil dergeftrenge wetten, van tyd tot tyd tegen hen afgekondigd, niet te zeer onderdrukt worden. 414. Anthemius, het zy dat hy eindelyk voor zig zelven de rust zogt, het zy dat hem de voet geligt werd door dekuiperyën der Hovelingen, legt het Staatsbewind neder, en gaat een afgezonderd leven leiden. De Prinfes Pulcheria, Zuster van den jongen Keizer, en zelve naauwlyks zestien jaaren oud, neemt daarop het. beftuur van zaaken in handen; in alles het voetfpoor van Anthemius volgende, en, even gelyk hy, met zo veel wysheid als goedheid regeerende. Inzonderheid zorgt zy in eigene perfoon voor de opvoeding van haaien Broeder, na alvorens deszelfs Leermeester Antiochus, die hem flegte beginfclen zogt in te prenten, van het Hof verwyderd te hebben. Deeze uitmuntende Prinfesfe ongemeen godvrugtig zynde, in zo verre zelfs datzy openlyke geloften van altoos duurende kuisheid gedaan had, zo tragt zy boven al den jongen Vorst eenen Herken yver voor den Godsdienst in te boezemen; in welk oogmerk zy byzonderlyk flaagt, fchoon anderzins de zwakheid van 's Vorsten geest hem verhindert, zulke groote vorderingen te maaken, als men van zulk eene opvoeding moest verwagten. De Christenen in Perfiën moeten veel lyden door den onbezonnen yver van Abbas, Bisfchop van Suza, die het Pyra;um, een Tempel het vuur tocgeheiligd, deed nederwerpen. Koning Isdegerd beveelt dien Kerkvoogd, deezen Tempel te herbouwen, doch hy weigert zulks hardnekkig; waarom hy ook ter dood gebragt wordt. De Vorst, hiermede niet voldaan, doet alle de Christen Kerken in zyn gebied tot den grond toe flegten; doch, welhaast tot bezef gekoomen, dat de Christenen onfchuldig zyn aan de misdaad van den Bisfchop, is deeze vervolging gelukkig van korten duur. 4ij. De godvrugtige Pulcheria begint haar gebied, met het verder uitroeijen der nog fteeds ftand grypende overblvffelen van het Heidendom , ten welken einde zy onder anderen den jongen Keizer de vermaarde wet doet uitvaardigen, volgens welke de Heidenen van alle krygs- en ftaats-amptcn worden uitgefloten. — De Christenen in het Oosten op veelvuldige wyzen door de Jooden geplaagd en verdrukt wordende, zo dat zelfs in dit jaar te Alexandriën, ter geleegenheid van een verfchil tusfen den Laidvoogd, en den vermaalden en geleerden doch woel- en twistzieken Bisfchop Cyrillus, verfcheidene Christenen door de Jooden om het leven gebragt worden, zo vaardigt de Keizer een nadrukkelyk Bevclfchrift uit, om aan deeze ongeregeldheeden paaien'te ftellen, ) 1  28 BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, EN GELAND, Sch;tland en ltrland. 418. De gevoelens van den vermaarden Bj'itfchen Monnik Pelagius worden door den Paus als onregtzinnig en Kettersch veroordeeld, [zi'eltalïén 417. 418.] 421. De Britten , nu zedert twaalf jaarendoor de Romeinen verhaten, en geheel aan zig zelven overgegeeven, uitgezonden dar flegts eenmaal voor een korten tyd een Legioen werd overgezonden, om hen de Schotten en Pieten te helpen verdry ven , .worden, door deeze woeste vyanden , zodanig benaauwd, dat zy een ' plegtig ge /.antfchap na Keizer Honorius zenden, om hem te fmeeken, dat hy hunne Natie wederom onder de befcherming van het Roomfche Ryk aanneeme. Honorius flaat zulks volftrekt af,doch zendt hen echter, als eene laatfte gunst, een tweede Legioen, 't welk de Schotten en Pieten andermaal te rugdryft, en voorts de Britten helpt in het opbouwen der oude Muur van Severus, als waartoe deeze nog ongeöeffende Natie alleen niet in ftaat was; waarna de Romeinen hen het laatfte vaarwel zeggen, en Britanniën vooraltoos veikaten. 430. De Van zyne verdere verrigtingen is weinig of niets bekend. Doorgaans wordt hy gehouden voor den infteller der vermaarde Salifche wet, volgens welke de Vrouwen in Frankryk van het erfrecht tot de Kroon worden uitgefloten; — eene wet, waarvan de Franfchen aimmer zyn afgegaan, en die van zeer veel belang is SPANJEN en PORTUGAL. te kunnen veroveren. Doch een geweldigen ftorm het grootte gedeelte zyner Vloot vernield hebbende, moet hy niet alleen van die onderneeming afzien, maar vindt zig verpligt, uit vrees voor de wraak der Romeinen, een Verdrag met hen te fluiten, volgens het welk hy een jaarlykfchen voorraad koren van hen ontf'angen, en daarentegen Placidia te rug geeven, en ten diende van het Ryk tegen de Barbaaren "in Spanjen zoude oorlogen, zo dat alle zyne veroveringen niet voor hem, maar alleen voor het Keizerryk zyn zouden. Wallia komt dit verdrag getrouwelyk na; doch het zonderlingst is, dat de Barbaaren in Spanjen ter zelfder tyd Honorius aanzoeken, om op gelyke voorwaarden de Gothen te beoorlogen, 't geen echter door den Keizer wordt van dehandgeweezem 417. Wallia begint de vyandelykheeden tegen de Wandaalen, in Betica gevestigd , en brengt dezelven een groot verlies toe, zo dat zy genoodzaakt zyn naar den kant van Galliciën, in de Nabuurfchap der Sueven, de wyk te neemen. Vervolgens keert hy zig naar de Alaanen, waaronder hy no<* grooter flagting doet, zo dat die Natie byna geheel uitgeroeid wordtt zynde hunnen laatden Koning, Atacius, die in 415. aan Respendial was opgevolgd, in een der gevegten gefneuveld. Het overkhot vlugt naar de Wandaalen, en vermengt zig onder dezelven. De Wandarikche Krning Gontharik, en de Suevifche Koning Hermanrik, worden vervolgens door Wallia aangetast, en lyden aanmerkelyke verliezen; doch handhaaven zig echter in hunne bezittingen. Wallia geeft alle de veroverde landen getrouwelyk den Romeinen in handen, die daardoor weder een vasten voet in Spanjen beginnen te krygen. 418-. . Keizer Honorius, het zy uit erkentenis voor de dienden, door Wallia aan het Ryk beweezen, het zy uit vrees, dat hy eindelyk geheel Spanjen zig zelven mogt zoeken toe te eigenen, geeft hem eene landdreek in Gaulen, bevattende het tegenwoordige Poitou, Saintonge, Perigord, ^Bordelois, PAgenois, rAngoumois, en Gascogne, waarby nog gevoegd werd de. Stad Thouloufe, alwaar Wallia zynen rykszetel plaatde. De Gothen hebben deeze dreek lands, die toen naar hen Gothland genaamd werd, 88. jaaren behouden, tot aan den inval van den Franfchen Koning Clovis (*).. — Kort daarna overlydt Wallia. De Gothen kiezen in deszelfs plaats een Man van een uitmuntend karakter, gepaard met ongemeene lichaams-fterkte en kloekmoedigheid, in den perfoon van THEODORIK I., 4. West-Gothifche Koning.. 410- Na het.vertrek der Gothen voeren de Wandaalen en Sueven onderling een heevigen oorlog; en, eerstgemelden de overhand krygende, wordende laatden door de Romeinen uit daatkunde onderfteund, ten eu.de dietwee Natiën wederzydsck eikanderen te laaten vernielen.. 422^ De Wandaalen, door de Sueven uit Galliciën verjaagd, deeken in booten over naar de Eilanden Majorca en Minorca, die zy plunderen, en kort daarna (*) °f de West-Gothen toen nog iets van hunne vorige bezittingen in Spanjen nhonden hebben, is zeer twyfftldgtig; doch, wyl zy kort daarna zig weder in di■! Provincie vestigden, en aldaar een Ryk ftigteden, 't welk tot in het begin der agtfte Eeuw heeft ftand gegre;pin, kunnen wy gevoevelyk de Lyst dér West-Gothifche Kok FRANKRYK. 420. De Franken, naderhand Franfchen genaamd, en in de gefchiedenis van het keizerryk te meermaalen gemeld, reeds voor lange vrugteloos gepoogd hebbende zig in Gaulen te vestigen, flaagen eindelyk inhun oogmerk. Onder geleide van Pharamond, van hunne oude Vorften afkomdig, en doorgaans voor de eerde van de drie Siammen der volgendeFrankifche ofFranfche Koningen gehouden, den Rhyn overgetrokken zynde , terwyl de Romeinfche Veldheer Condantius afweezigwas, [zie italiën,] vermeesteren zy met weinig moeite het Noordelykst gedeelte van Gaulen, en leggen aldaar de grondllag van een nieuw Ryk, Frankryk, of de Franfche Monarchie genaamd. Gaulen , waaronder de tegenwoordige Nederlanden mede behoorden , was toen verdeeld onder de Franken, de Bourgondiërs, de Armoriërs, de West-Gothen, en de Romeinen , [zie Italiën 409, 413. «»4i8,J doch Pharamond breidt van tyd tot tyd zyne bezittingen uk, ten kosten der laatstgemelden, als door den toeneemenden val van het Keizerryk' te zwak zynde, om hem het hoofd te bieden. — Sommige geleerden hebben het geheele aanweezen van deezen Pharamond in twyft'el getrokken, fchooneenpaar riglyk dc eerdenederzetting der Franken inGaulen op dit jaar bepaaknde; doch'wy zullen het algemeende gevoelen volgen, dellende PFIARAMOND,. ï. Koning van den eerflen Stam.  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. ITALIËN, < 417- De Veldheer Conftantius, nog altoos dezelfde geneegenheid voor Placidia, Weduwe van Ataulphus, behouden hebbende, beweegt eindelyk den Keizer, dat hy hem die Prinfes ten huwlyk geeve; waardoor Conftantius tevens hoop krygt om Honorius , die geene kinderen heeft, in het Keizerryk op te volgen. Paus Innocentius overlydt; men kiest in deszelfs plaatfe 2 o. s 1 m u s , 40. Paus. Kort na zyne verheffing wordt 'er een gefchil van aanbelang voor hem gebragt: Te weeteh; Pelagius, een Britfche Monnik, enCelestius, vanonzekerenafkomst, doch by veelen voor een Schot gehouden, zedert het begin der eeuwe heimelyk eene leer verfpreid hebbende, waarby de erfzonde , de verdorvenheid, de onmagt, en de noudzaakelykheid der Goddelyke genade tot het doen van goede werken, ontkend worden, en die gevoelens heevig door den beroemden Augustinus beftreeden, naderhand in 41 z. door een Concilie te Carthago veroordeeld, door een ander teDiospolis in 415. weder goedgekeurd, en wederom in 416. door dat van Carthago veoordecld zynde, zo beroepen die twee Monniken zig op den Paus. Deeze, verheugd over die gunftige geleegcnheid, om zyn gezag te doen gelden, en misleid door eene dubbelzinnige geloofsbelydenis, doet uitfpraak ten voordeele dier Monniken, verklaart hen regtzinnig, en berispt zeer heevig allen, die hen veroordeeld hadden. 41S. De Africaanfche Bisfchoppen , met Augustinus aan het hoofd, zig aan 's Pausfen uitfpraak niet bekreunende, veröordeelen de Pelagiaanfche gevoelens op nieuw, en tevens allen, die zig op eenen vreemden rechtbank over Zee beroepen; bewerkende voorts, dat Keizer Honorius een bevelfchrift tegen deeze nieuwe Kettery afkondigt. Paus Zofimus, tegen dit alles niet beftand, verandert van gevoelen, en veroordeelt nu mede, het geen hy te voren had goedgekeurd. Vervolgens tragt hy ook zyn oppergezag over de Bisfchoppen ïn Gaulen door te dringen; waarvan hy met even weinig eere afkomt. Kort daarna overlydt Zofimus; en 'er ontftaat eene fcheuring, wordende door eene party de Aarts-Diaken Eulalius, door eene andere de Priester Bonifacius tot Paus verkoozen. Een gedeelte van Gaulen wordt aan de Gothen afgeftaan. [xjt Spanjen.'] » bet geheele Wester-Ryk.. 419. De Keizer, van de fcheuring onderregt, als mede van eenige ongeregeldheeden, daaruit, voortgefprooten, ontbiedt beide de partyën te Ravenna, om hunne rechten aldaar te laaten onderzoeken. Eulalius weigert aan dit bevel te voldoen, doca Bonifacius toont zig gehoorzaam; waaróp de Keizer ten voordeele van laatstgemelden uitfpraak doet; zynde dit het eerfte geval, dat de Keizers zig met de verkiezing van eenen Paus bemoeijen. bonifacius, 41. Paus. De nieuwe Paus betoont zig yverig in het handhaaven der magt, door zyne voorzaaten verkreegen; doch is niet heerschzugtig genoeg, om dezelve verder te willen uitbreiden. Placidia bevalt van een Zoon, Valentinianus geheetcn, die door Honorius tot zynen opvolger benoemd wordt. 410. De Franken vestigen zig in Gaulen. [de Frankryk.] 411. Honorius wordt eindelyk, na lang aanhouden , overgehaald, om aan de ftaatzugt van Conftantius te voldoen, door hem tot Ryksgenoot te benoemen; doch de Oosterfche Keizer Theodofius weigert volftrektelyk, hem in die waardigheid, te erkennen , 't welk Conftantius zig zo zeer aantrekt, dat hy kort daarna overlydt. [de verder Engeland.] 422. Paus Bonifacius overlydt. De vrienden van Eulalius zetten hem aan, om zyne vorige aanfpraaken op den Stoel van Romen te hernieuwen; doch hy verkiest de rust der eenzaamheid boven eene onzeekere grootheid. Hierop wordt onverhinderd verkoozen celestinus, 42. Paus. ■ 423. Eenige kwalykgezinden ftooken eene tweedragt tusfen Honorius, en zyne Zuster Placidia, welke zy befchuldigen van eene ongeoorloofde verftandhouding met de Gothen. Honorius, hieraan geloof geevende, jaagt zyne Zuster met haare twee kinderen van zyn Hof, waarop zy naar dat van Theodofius de wyk neemt. Kort daarna komt Honorius te overlyden. Geene kinderen nalaatende, zoekt Keizer Theo- D 3 Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. Hellen, fchoon hy de zwakheid heeft, om dezelven voor tegenwoordig ongeftraft te laaten. Onder de ilagtoffers van dit oproer y, as de beroemde Hypatia, eenefchoone, braave, en geleerde Vrouw, die openlyke lesfen indeWysgeertegaf, doch door haare verkleefdheid aan het Heidendom , en haar groot aanzien by den Stadsvoogd, befchuldigd zynde als aanftooi fter deezer onlusten, door het volk aangegreepen, doordeftraaten gefleept, uiigefchud, doodgeflagen „ aan ftukken gefcheurd, en verbrand', wordt. 421. Theodofius neemt ten huwelyk de fchoone en geleerde Athenaïs, Dogter van den vermaarden Griekfchen Wysgeer Leontius, na dat zy vooraf den Christen Godsdienst omhelsd had, en by den doopEudoxia genoemd was.Men heeft nog heden verfcheidene Werken van die Prinfesfe. Koninglsdegerd van Perfiën inhet vorig jaar overleeden, en door zyn Zoon varanes v., veertiende n Koning van Perfiën , opgevolgd zynde, worden de Christenen op eene wreede wyze door den nieuwen Vorst behandeld. Veelen van hen begceven zig onder de befcherming van Theodofius. Varanes eischt hen te rug; doch de Keizer weigert zulks volftrektelyk. Hierop wordt de oorlog weder tusfen beide de Ryken ontltooken.. By den eerftenVeldtogt wordt dePerfiaanfche Generaal Narfes door den Romeinfchen Veldheer Ardaburius verflagen. Varanes komt hierop zelve meteen gedugt Leger tot zyne onderfteuning, het geen de Romeinen noodzaakt te rug te wyken. Eene ontzachelyke Hulpbende Saraceenen voegt zigby de Perfiaanen;- doch opeen loos alarm van den aantogt des ganfchenRoomfchen Legers hals oven kop aan het vlugten geraakt, verdrinkt het grootfte deel in de Rivier,, en de rest wordt verftrooid. Varanes flaat het beleg om Theodofiopolis; dóch ontmoet daar zo veel tegeuftand, dat hy hetzelve moet opbreeken, ennaarzyne Staaten te rug keeren. By den volgenden ve'dtogt behaalen de troepen v an Theodofius aanmerkelyke voordeden op die van Varaneswelke hierop overhelt, on* etn  $9 se1cn0pt tyd rekenkundig begrip dik algemeene geschiedenis, engeland, frankryk. spanjen i t a l i ft w Sclua.md en Ierland. en p o r T u g a l. ' 43°- De Kettery van Pelagms veel opgang onder de Britten gemaakt hebbende, gehikt het aan Germanus en Lupus , Bisfchoppen van Auxerre en Tours, uit Gaulen derwaardsvertrokken, om dezelve geheel-en-al uit te roeijen. Zo als zy gereed liaan , om weder te vertrekken, verzoeken de Bruten hunne hulp tegen de Pieten, niet wien deSaxers,eene Duitfche Natie, zig verèenigdhadden, om Engeland te plunderen. Germanus, eenige kennis vande krygskunst hebbende, voert als Bevelhebber de Britten tegen hunne vyanden aan, lokt dezelven in eene hinderlaag, en verflaat ze, onder het veld - gefchreeuw van Halleluja. Tevens verwinnaar van de Pelagiaanfche Kettery en van d« Barbaaren, keert hy, met zyn Reisgenoot, in zegepraal naar Gaulen te rug. 431. Pal- i neodolius het Wester-Ryk weder met dat van het Oosten te verëenigen; doch hy wordt daarin yernmderd door Johannes, Staats-Dienaar van wylen Honorius, die, door een grooten aanhang inzonderheid door den Bevelhebber der troepen Castinus, onderfteund, zig tot Keizer opwerpt. Theodofius weigerende Johannes te erkennen, bereidt men zig van beide kanten ten oorloge. Johannes fielt alle de Slaaven in vryheid , om 'er Soldaaten van te maaken, en zendt den zedert zo vermaalden Aëtius naar de Hunnen, om een verdrag van vriendfehap en wederzydfche htdpe met die Natie te fluiten. Theodofius, nu ziende dat het hein bezwaarlyk zoude vallen, beide de Ryken te gelyk onder zyne magt te houden, befluit eindelyk , om dat van het Westen a; te ftaan aan zynen jongen Neef Valentinianus, onder beftuur van deszelfs Moeder Placidia , alleenlyk het Westelyk lllyriën voor zig behoudende, en hetzelve met het Ooster-Ryk verè'enigende. Hy doet hen naar Italiën vertrekken, onderfteund door eene fterke Legermagt; Middelerwyl kiest het geheele Wester-Ryk de zyde van Johannes, uitgezonderd de Provincie Africa, alwaar Bonifacius , een groot vriend en gunfteling van Placicaa, het bevel voerde. 41 j. _ Het Leger van Theodofius komt onverhinderd m Italiën, en behaalt eenige voordeden; doch een der Bevelhebbers, Ardaburius, raakt krygsgevangen. Dan deeze tegenfpoed is van een zeer voordeeiig gevolg. Het gelukt namenlyk Ardaburius , de troepen van Johannes in de belangen van Valentinianus over te haaien , en Ravenna , alwaar Johannes zyn verblyf hield, aanhemover te leveren. De Ryks-overweldiger valt dus in de handen van den overwinnaar, wordt openlyk met fchimp ten toon gefield, eti vervolgens onthoofd. Alles verklaart zig hierop voor Valentinianus , die te Romen plegtiglyk als Keizer gekroond wordt. VALENTINIANUS III. Niet lang na den dood van Johannes, komt Aëtius in Italiën te rug, aan het hoofd van 60,000. Hunnen. De troepen van Valentinianus leveren hem flag. Geene van beide de Legers de overwinning behaalende, fluit men een verdrag, volgens het welk de Hunnen ^oor eene grootefomme gelds naar hun land terug keeren , en Aëtius ten Hove in gunst aangenoomen,en met de waardigheid vanGraaf bekleed wordt. Placidia begint haar beftuur met het maaken van eenige nuttige wetten, inzonderheid ten voordeele van het Christendom'; eene van welken deeze uitmuntende ftaatsregel behelst, dat de Vorften zelven aan de wetten moeten onderworpen tyn , en uit derzelver gezag al het hunne ontleenen. 416. Paus Vincent wil intreeden, om dezelve van haare fchatten te berooven, valt hy plotfeling dood ter aarde, het geen voor eene ftrafte des Hemels wordt aangezien. Offchoon hy verfcheidene Kinderen nalaat, verkiezen de Wandaalen tot zynen opvolger zynen Bastaard-Broeder, den beroemden Genferik, een Vorst van de allergrootfte bekwaamheeden, en eene doorfleepene ftaatkunde, doch haatelyk door zyne verregaande wreedheid, waarvan hy reeds met den aanvang zyner regeeringe eene proeve geeft, door de kinderen van wylen zynen Broeder om het leven te laaten brengen, 4z8. • Genferik, door den Romeinfchen Stedehouder van Africa, Bonifaeins, uitgenodigd zynde, om zig met alle de Wandaalen in Africa te koomen vestigen, [zie itab.cn 417,] neemt zulks aan, in het voorüitzigt van aldaar een uitgebreider, vrugtbaarer, en vreedzaamer bezitting te zullen vinden. Zo als hy met de zynen op de Schepen, door Bonifacius gezonden, aan boord wil gaan, krygt hy tyding, dat de Sueven in dc landftreek, die hy ging verhaten, zyn ingerukt. Niet kunnende dulden , dat men zyn vertrek aan eene vrees voor deeze vyanden zoude mogen toefchryven, keert hy op zyne flappen te rug, valt het Leger der Sueven onverhoeds aan, en houwt het in ftukken. Na deeze prompte : krygs- daarnt ook Carthagena, op de vaste Kust van Spanjen. Vervolgens verdryven zy de Romeinen uit Betica, en maaken zig weder van die ganfche landftreek meester. Keizer Honorius zendt hierop een Leger naar Spanjen, onder bevel van Castinus, die de Wandaalen zodanig in het naauw brengt, dat zy aanbieden zig by een redelyk verdrag te onderwerpen. Te midden in de onderhandelingen overvalt Castinus hen verraaderlyk; doch de Wandaalen, tot wanhoop gebragt, verfiaan hem ganfchelyk, zo dat hy'met een gering overfchot zyner troepen de ylugt moet neemen. 416. [Zie Frankryk.'] 42.7. De Wandaalen, na de nederlaag van Castinus, geheel Betica weder met geringe moeite vermeesterd hebbende, uitgezonderd de Stad Hispalis, (tegenwoordig Seville,) veroveren dezelve eindelyk ftormenderhand, en leveren haar ttr plundering over. Zo als hun Koning Gontharik de ryke pn mnmoMt. ¥«>-V .r* r, Cr is tot net regt oegrip hunner volgende gefchiedenis. 4zó. Theodorik,Koning der West-Gothen in Gaulen, zig verbeeldende , dat hy de Romeinen , als nu flegts door eene Vrouw en een Kind geregeerd wordende , niet behoeft te ontzien, trekt met een Leger op marsch, om zyne bezittingen in Gaulen uit te breiden. Verfcheidene plaatfenveröverd hebbende, flaat hy eindelyk het beleg omArles. Dc vermaarde Bevelhebber Aëtius , met eenige troepen tegen hem gezonden, noodzaakt hem, het beleg op te breeken, en het oude verdrag met het RoomfcheRyk te hernieuwen. 418. Pharamond, zyne veroveringen in Gau•len geduurig uitbreidende, wordt Aëtius met een fterk Leger te-  y*N CONSTANTINUS dim GROOTEN Ar tot of bbn TEGENWOORDIGEN TYD. 3» t» /«t geheele Wester-Ryk. Het GRIEKSCHE RYK. 416. Paus Celestinus, de voetftappen van zyn Voorzaat Zofimus volgende, zoekt zyn gezag uit te breiden, door het aanneemen van Appellen, op hem gedaan, en het vernietigen van Kerkelyke Vonnisfen, elders uitgefprooken. Hy ontmoet hierin van de Africaanfche Bisfchoppen denzelfden tegenftand, als voorheen Zofimus. Dien Paus, zig niet gefchaamd hebbende, zyne aanfpraak door bedrog te ftaaven, en zig op twee verdigte Canons van het Concilie van Nicéa te beroepen, houdt Celestinus dit zelfde bedrog ftaande; doch de Africaanfche Bisfchoppen, het bedrog ontdekt hebbende , brengen zulks openlyk aan den dag, en bekragu^en by een plegtig Concilie de vorige Ordonnantie, volgens welke alle Appellen op den Roomfcken Paus, en het oppergezag van dien Stoel over andere Kerken , voor onwettig verklaard wordt, [zie verder Frankryk.] 417. Bonifacius, Stedehouder van Africa, ter belooning zyner getrouwe aankleeving aan de belangen van Placidia, nog hooger in de gunst dier Vorstinne geklommen, en door haar niet de eerfte waardigheeden bekleed zynde, wekt zulks den nyd van Fekx, Bevelhebber der troepen , en van den ftaatztigtigen Aétius. Zy fpannen beidej£ famen tot den val van Bonifacius. Tendien einde maaken zy hem by Placidia verdagt, als ol hy, haare goedheid misbruikende , met gevaarlyke aantfagen zwanger ging, waarvan men eene ontegenzeggelyke proef kon neemen, door hem uit Africa op te ontbieden, als wanneer hy gewisfelyk niet zoude verfchynen. Ter zelfder tyd zoekt Aëtius, onder geveinsde vriendfehaps-betooning, Bonifacius tegen het Hof op te ftooken., door hem heimeJyk berigt te zenden „ dat men aldaar zynen val befloten had, en dat hy eerlang onverhoeds zou worden opontboden. Bonifacius houdt zulks in het eerst voor onmogelyk; doch het kort daarop volgend bevel van het Hof doet hem alles gelooven. Hy weigert derhalven te verfchynen , en die weigering bekragtigt den argwaan , dien men Placidia tegen hem heeft doen opvatten. De ligtgeloovige Vorstin wordt door Felh en Aëtius overgehaald, om een Leger tegen Bonifacius te zenden; terwyl die misleide Stedehouder van zynen kant zig genoodzaakt ziet, tegen dank den rol van een oproerigen te fpeelen, en de wapenen op te vatten. Het Leger van Placidia, tegen zyne dapperheid en krygsbeleidniet beftand, wordt geflagen; doch eerlang door een veel fterker gevolgd. Bonifacius , zig te zwak bevindende om hetselve alleen te weerftaan, neemt het wanhoopig befluit, om de Wandaalen uit Spanjen te hulp te roepen, onder belofte van de Provincie Africa onderling te verdeelen. [zie Spanjen 42 8. J 418. De Wandaalen, onder hunnen Koning Genferik, koomen in, Africa, ten getale van 80,000. zielen, en, zig met Bonifacius verëenigende, noodzaaken zy het Leger van Placidia, om hals over kop naar italiën de vlugt te neemen. Hierdoor meester dier Provincie geworden zynde, verdeelen Genferik en Bonifacius, volgens hun gefloten verdrag, dezelve onder elkander. De Wandaalen krygende landftreek, de drie Mauritaniën genaamd, en Bonifacius het overige, (trekkende de Rivier Ampfega tot eene grensfeheiding hunner weder- zydfche bezittingen, Intusfen verdryft Aëtius de Franken gansch-en-al uit Gaulen. [zie Frankryk.] 419. Placidia, verfchrikt over het verlies van Africa, en zig niet kunnende verbeelden , dat Bonifacius, zonder eene gewigtige reden, van haaren besten vriend.haar grootftc vyand kon geworden zyn, zendt een venrouwd Officier tot hem, om die zaak nader te onderzoeken. Het bedrog dus aan den dag gekoomen zynde, verzoent Placidia zig weder met Bonifacius, die van zynen. kant, vol berouw over zyn gedaanen ftap, dien weder poogt te herftellen; zoekende Genferik , door de iterklle fmeekingen , en de voordeeligfte aanbiedingen, onder anderen van eene ontzachelyke fomme gelds, te beweegen, om met zyne Wandaalen weder naar Spanjen te rug te keercn. Doch Genferik, zig geheel niet belust toonende, om zyne pas verkreegene bezittingen zo fchielyk weder af te ftaan, kan hy niets anders van hem verwerven, dan een wapen-fiilftand tusfen het Roomfche Ryk en de Wandaalen, roor den tyd van eenige maanden. 43o. Den tyd van den wapen-ftilftand verfireeken zynde, vat Genferik de wapenen op, en valt in dat gedeelte van Africa, 't welk aan Bonifacius was te beurt gevallen, dien hy nu als zynen vyand aanziet en behandelt. Alles bukt welhaast voor hem , uitgezondeid alleen de Steden Carthago , Hippon, en Cirtha. De Wandaalen pleegen de verfchrj^kelykfte wrecdheeden, en, xcl- en het Oosten. een einde aan den oorlog te maaken; doch hy wordt daarvan weerhouden door het vermaarde Corps van 10,000. Man, deonfterffëlyken genaamd, om dat het verlies van ieder man terftond door een ander werd aangevuld. Dit Corps overvalt het Roomfche Leger in eene hinderlaage; doch wordt des niettemin zo dapperlyk ontfangen, dat niet een van hen 'er het leven afbrengt. Varanes fluit hierop terftond den vreede, hem door Theodofius aangeboden, en waarvan de vryë godsdienst-oeffening der Christenen, eene der voornaamfte voorwaarden is, die echter zeer kwalyk door den Perfiaanfchen Vorst wordt nagekoomen. [zk verder Italiën 413. en 424.] Theodofius maakt verfcheidene wetten, waaronder eene zonderlinge^ volgens welke het draagen, ja zelfs het bezit van purpere Stoften, voor misdaad van gekwetfte Majefteit verklaard wordt; en eene uitmuntende, wegens het recht van fr&fcriptie, waarby het recht verzcefcerd. wordt van alle bezittingen, die men dertig jaaren lang onbetwist in eigendom gehad heeft. 426. De Hunnen, uit Italiën te mg gekeerd, [ziealdaar415 ,] verwoesten gansch Thraciën, en dreigen zelfs Conftantinopolen; doch eene vreesfelykePest, waardoor zy bv duizenden omkoomen, verlost Theodofius van deeze woeste vyanden , wier gering overfchot genoodzaakt is naar hun land te mg te keeren. Nestorius; Bisfchop van Confianrinopolen, verwekt een nieuwen aanhang in de Christen Kerk, die de droevigfte verdeeldheeden veroorzaakt. Zig ftootende aan de uitdrukking van Moeder God<, (gelyk men nu algemeen de Maagd Maria begon te noemen,) leerde hy, zo ra-re men van dit netelig onderwerp iets met zeekerheid zeggen kan, dat 'er twee ondërfcheidene perfoonen in den Zaligmaaker waren , de Goddelyke en de menfehelyke, en dat Maria alken moeder jva§  |S BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP dbr ALGEMEENE GESCHIEDENIS,' ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN, ITALIËN Schotland tn Ierland. tn PORTUGAL. 43 Palladius wordt door Paus Celestinus, als eerfte Bisfchop, naar Ierland gezonden, om de rauwe inwooners ■ van dat Eiland tot het Christendom te bekeeren; doch het volgend jaar overlydende, is deeze zyne zending van weinig vrugt. Na de dood van Palladius wordt de beroem- krygsverrigting, gaat hy' met zyne ganfche Natie fcheep, en verlaat Spanjen, om naar Africa over te lteeken, [zie verder Italiën.] Na den uittogt der Wandaalen, worden hunne bezittingen in Spanjen, deels door de Sueven, en deels door de Romeinen, gelyk ook voor eengedeelte door de WestGothen, ingenoomen, welke drie Natiën geduurig , doch zonder eenigen beflisfenden uitflag, oorlog voeren, en eikanderen hunne gemaakte veroveringen betwisten. 436.- [Zie Frankryk.] <■■■ ; ;'43«.'^ ,,*!? Hermanrik, Koning der Sueven inSpanjen, ruim ae West-Gothen, Franken, en andere buiten- en binnenlandfche vyanden aan dien' kant volkoomenlyk in bedwang houdende, en dus het byna geheel vervallen aanzien van het Ryk1 voor eene poos herftellende. [zie verder het Griekfche Ryk.] 431- De Oosterfche Keizer Theodofius heeft de edelmoedigheid van een Leger tot hulp van Africa te zenden, onder bevel van den zedert zo vermaarden Aspar. Genferik breekt het 'beleg van Hippon op, en Bonifacius verëenigt zig met Aspar ; doch zy woiden beiden door de Wandaalen geflagen, Waarop Aspar naar het Oosten te rug keert, en Bonifacius de vlugt neemt naar Italiën. De Wandaalen, nu bvna van alles meester, leggen de Stad Hippon in kooien. Van dit tydftip kan men het Ryk der Wandaalen in Africa, dat 103. jaaren geduurd heeft, dagtekenen; ftellende dus GENSERIK, r. Koning der Wandaalen in Africa. air b$f «sa Éivuiv. a|jj-yol5jj?§;i rCl' .rs'.rc'fi-j pd> :' m . -'p 432, WA\ri >ir. •> ko* Placidia, zig door de tegenwoordigheid.van Bonifacius genoegzaam onderfteund achtende, om Aëtius niet meer te vreezen, verheft eerstgemelden in deszelfs plaats tot Opperbevelhebber der troepen. Aëtius,-zig toen in Gaulen bevindende , rukt terftond met zyn byhebbënd Leger naar Itaïén. Bonifacius trekt hem met eene gelyke magt te gemöet. De Corps Hunnen te hulp geroepen hehbende, noodzaakt hen, om weder te rug te trekken. De Hunnen, 'waarfchynlyk op last van Aëtius, vallen onverhoeds in het land der Bourgondiërs,- en doen meer dan 2.0,000. Man dier Natie theuvelen, waar onder hun Koning Gondecaire , die door zyne twee Zoonen Gondiac en Chilperic wordt opgevolgd , welken .zig zo dapperlyk in de weer Hellen, dat zy niet alleen de Hunnen verftaan, maar zelfs Aëtius noodzaaken , om hen eene aanzienelyke ftreek lands, behelzende het tegenwoordig Savoyen, en een gedeelte van Dauphiné, af te ftaan. De West-Gothifche Koning Theodorik, met alle deeze onlusten zyn voordeel zoekende te doen, valt in de nabuurige Provinciën van Gaulen , en flaat het beleg om Narbonnc; doch wordt welhaast door den Romemfchen Bevelhebber Liberius genoodzaakt, hetzelve op te breeken, en van zyne .aanflagen af te zien. : 437. •• 3Ï?'.0,'.V lij-v'Zf-'tfjD' .«^/.-SJ glit 51 t&tatqó li De Franken, of Franfchen, onder aanvoering van hunnen Koning Clodion, een en andermaal vrugteloos getragt heb-; bende, weder in Gaulen in te dringen, bedienen zig van de tegenwoordige onlusten aldaar, overvallen en vermeesteren onverhoeds Kameryk, vervolgens Doornik, en Amiens, zonder dat Aëtius dien fnellen voortgang hunner wapenen kan beletten, waaraan Clodion in korten tyd byna het ganfchebovenfte gedeelte van Gaulen, tot aan de Rivier de Sommc toe, onderwerpt, 438- •A ♦'.•.•39 . L:-> ' ,'tsy gat [iUr.L ?fS7 h7r;niifi-ri3c«|*- rob Clodion, zyne overwinningen voortzettende, tragtzigvan de Provincie Artois meester te maaken, doch, terwyl hy zonder agterdogt beezig is, met de Bruiloft van-een zyner Legerhoofden te vieren, wordt hy onverhoeds door Aëtius overvallen en geflagen; echter, bieden de Franfchen zulk een moedigen tegenfland, dat de overwinning den Romeinen duur komt te Haan. Aëtius, wanhoopende deeze ftoute vyanden geheel te onderbrengen, verkiest liever hunne vriend- ; fchap tegen ncin gezuiiucn. jvc is.oineincu behaalen eene volflagene overwinning op de Franfchen, die geheel uit Gaulen verdreeven, en genoodzaakt worden den Rhyn weder over te trekken, om naar hunne oude bezittingen te rug te keeren. Pharamond fneuvelt in dien flag , en wordt opgevolgd door zynen Zoon CLODION, 2. Koning van den eerften Stam. 435- De Boeren in Gatden, de fchreeuwende knevelaryën en onderdrukkingen der Grooten moede , verwekken een allergeweldigften opftand, die door Aëtius met moeite gedempt wordt. De Bourgondiërs zoeken intusfen hunne bezittingen in Gaulen al verder uit te breiden; doch Aëtius -een eedust zeiven yvenge Arriaanen zynde , behandelen zy de ingezeetenen, als niet minder yverende voor de Regtzinnigheid, uit Religie-haat met'des te meerder hardheid. De Donatisten zoeken hunne gunst te winnen; doch moeten hetzelfde lot ondergaan als de anderen. Bonifacius, alle zyne troepen ' by een verzamelende, trekt tegen Genferik te velde; doch wordt geflagen, en genoodzaakt zig met het overfchot der zynen in Hippon te werpen. Genferik flaat het beleg om die Stad, en brengt dezelve in de uiterfte engte. De geleerde en beroemde Augustinus, Bisfchop dier Stad, bemoedigt en troost de verflagene inwoonens met een onverbeeldëlyken yver; waaronder hy eindelyk bezvvykt, en dus ten minften het geluk heeft van de verwoesting der Kérk van Africa niet te bekeven , tot wier opbouw hy zo onvermoeid gearbeid had. Placidia , fchoon nu volkoomen van het bedrog van Aëtius overtuigd, ontveinst echter haar misnoegen tegen eenen man, dien zy tevens vreest en nodig heeft. Die ftaatzugtige, geen mededinger- in 't gezag kunnende gedoogen, verwekt heimelyk eenen opftand tegen Felix, die vermoord wordt; en bewerkt verder, dat hy in deszelfs plaats tot Opper-bevelhebber der Rykstroepen wordt aangefteld. Hy kwyt zig. echter van dien nost uitmmttenrl.  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op êïn TEGENWOORDIGEN TYD. .33 en het g. heek Wester-Ryk. Het GRIEK SC HE RYK, en het Oosten De twee Bevelhebbers leveren elkander flag, waarin Bonifacius de overhand behoudt; doch tevens zo gevaarlyk gekwetst wordt, dat hy kort daarna overlydt. Aëtius vlugt naar de Hunnen, zyne oude vrienden, die het Ryk met eenen inval dreigen; om het welk voor te koomen Placidia zig genoodstaakt ziet, Aëtius weder in gunst aan te neemen, en hem in zyne vorige waardigheid te herftellen. Paus Celestinus overlydt, en wordt opgevolgd door s 1 x t u s in., 43. Paus. 434- Honoria, Zuster van Valentinianus, van een driftig geitel, en tegen dank door haare Moeder tot den ongehuwden flaat gefchikt, laai heimelyke aanzoeken doen by Attila, Koning der Hunnen, om een huwelyk tusfen hen beiden te fluiten, waardoor die Vorst in het vervolg eenige aanfpraak op het Keizerryk zoude kunnen krygen. Zy laat hem tevens een trouwring ter hand ftellen; doch , Attila te lang wagtende ,001 zig te verklaaren , heeft de ongeduldige Prinfes eene zwakheid voor een haarer Kamerdienaars, die van zulke zigtbaare gevolgen is, dat Placidia haar van het Hof verbant. Zy vlugt naar Conftantinopolen , alwaar zy door haaren Neef Theodofius uit medelyden wordt aangenoomen. 43S- Genferik, zynenieuwe bezittingen in vreede willende behouden , fluit een vei d ag met Placidia, waarby hy haar eenige weinige plaatfcn te rug geeft, en in het wettig bezit der overigen bevestigd wordt, [de verder Frankryk.] 436. [Zie FranhyL] 437- Valentinianus b-geeft zig in huwelyk met Eudoxia, Dogter v n Keizer Theodofius, en beve^t igt by die geleegenheid denafftand van het Westelyk lllyriën aan dien Vors'. Intus- : fenlyden de Regtzinnigen in Africa eene allerheevigfte vervolging van den Wandaal- j fchen Koning Genferik, die de leer van Arius 1 met alle kragt zoekt voort teplanten. [zitverder Frankryk.] 438. Een gedeelte van Gaulen wordt door Va- ] lentinianus aan de Franken afgeftaan. [zie 1 Frankryk.] ( 439. Gen- L DEEL. was van de menfehelyke perfoon, Christus. Dit gevoelen ontmoette by veelen een heevigtn tegenftand, inzonderheid by den heethoofdigen Bisfchop van Alexandriën, Cyrillus, en by den Paus Celestinus; welke beiden Nestorius veroordeelden als een Ketter, die de verëeniging der twee Natuuren in Christus ent* kende; terwyl Nestorius van zynen kant zyne partyën veroordeelde, als heden die de twee Natuuren verwarden. Dit ellendig verfchil verwekt eene droevige! tweedragt; kiezende fommigen, waaronder de Keizer, de zyde van Nestorius ; anderen , waaronder Pulcheria, die van Cyrillus. Theodofius befluit eindelyk , de zaak door een algemeen Concilie te laaten beflisfen, 't welk hy ten dien einde tegen het volgend jaar te Ephefen by een roept. 431. Het Concilie , als het derde algemeene bekend, vergadert te Ephefen. Cyrillus, de geflagen party van Nestorius, wordt tot Voorzitter verkoozen,' en doet hem reeds by de eerfte zitting, onverhoord, en zonder de komst van verfcheidene nog afweezende Bisfchoppen af te wagten, als een Ketter veröordeelen en afzetten. Het Concilie bepaalt hierop als dewaareleer, ,, dat Christus „ éen Godlyk perfoon was, waarin de twee Natuuren op het naauwst, doch „ zonder verwarring , verëenigd waren." Vyt dagen laater verfchynen de nog ontbreekende Bisfchoppen, die, verwonderd over dit verhaast befluit, de zaak van nieuws af willen onderzoeken. Het wordt geweigerd Zy vormen hierop een afzonderlyk Concilie, met Johannes, Bisfchop van Antiochiën, aan het hoofd, waarin zy dat van Cyrillus voor nietig, en de aldaar bepaalde leer als hetteisch verklaaren; fpreekende t vens het vonnis van afzetting uit over Cyrillus, en zynen grooten vriend Memnon, Bisfchop van Ephefen. De Keizer, van deeze verdeeldheid onderregt, keurt de afzetting van Cyrillus, Memnon en Nestorius goed, niet als Ketters, maar als ftookebranden van onrust; en tra^t voorts de beide Conciliën te verëenigen Doch, door zyne Zuster cn de Hovelingen, die men meent dat door Cyrillus omgekogt waren, tot andere gedagten gebragt, herftelt hy Cyrillus en Memnon in hunne waardigheeden, erkent hun Concilie als het waare, en doet Nestorius in een Klooster opfluiten, waarin die Bisfchop eenige jaaren laater overlyd . — Zyne gevoelens bleeven echter na hem by veelen ftand grypen, inzonderheid in Perfiën , en nabuurige plaatfen van het Oosten, alwaar nog heden ten dage verfcheidene Nestoriaanen gevonden worden, [zie verder Italiën.] 433- De Hunnen, zedert hunnen eeriten inval in Europa, zig alomme gedugt gemaakt hebbende, en niet dan door groote gefchenken weerhouden zynde, om het Keizer-Ryk aan te tasten , zoekt hunne onderneemende Koning Roua eindelyk een voorwendlcl, om met Theodofius te breeken; eifchende , dat het Ryk zyne befcherming zoude onttrekken aan de Volkeren omtrent den Donau en de zwarte Zee, die hy voorgaf eene geheime famenfpanning tegen de Hunnen gemaakt te hebben. Theodofius zendt hierop een plegtig gezantfehap naar Roua; doch intusfen overlydt die Vorst, wordende opgevolgd door zyne twee Neeven , Bleda , en den vermaarden Attila. Deeze twee Vorsten , nog ruim zo heerschzugtig als hunnen Oom, weigeren een verdrag met Theodofius te (luiten, ten zy hy zig verbinde, alle de overloopers te rug te geeven, eene jaarlykfche fchatting van 700. Pond Goud te betaalen, en de vyanden der Hunnen niet by te ftaan. Theodofius is genoodzaakt, zig aan deeze harde en "chandelyke voorwaarden te onderwerpen. Bleda en Attila kceren hierop hunne.wapenen naar het Oosten, gansch Tartaryën verwoestende, en tot aan de trenzen van China doordringende; met welken woesten krygstogt zy dezeven :erfte jaaren hunner regeering doorbrengen. 438- Theodofius maakt het gvootsch en nuttig ontwerp, om de rechtsplceging te ïervormen, als welke zeer gebrekkig was, door een onnoemelvkgetal verwarIe, verfpteide, tegenftrydige , dwaaze en onbillyke wetten. Ten dien einde loet hy een nieuw Wetboek famenflellen, waarin de oude wetten, door alle de E  34 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANTEN ITALIËN, en het geheele Wester-Ryk, Schotland en Ierland. en PORTUGAL. & y roemde Sint Patrick naar Ierland gezonden , die aldaar, door een ongelooflyk geduld , kloekmoedigheid , en bekwaamheid, denChiistelyken Godsdienst doet Hand grypen, en om die reden de Patroon en Apostel der Ieren ge»aamd wordt. 44J- DeBritten,geduurig aan de woestheid en geweldenaryën der Schotten en Pieten blootgefteld, en ddor de Romeinen verhaten , kiezen een hunner eigene Landsgenooten , Vortigern , tot Koning, indehoope van daardoor hunne zaaken te herftellen. 446. Vortigern, een lafhartig Vorst, zig aan ■weelde en grootsheid overgeevende, en zynen pligt verwaarloozende, zo worden de Britten meer dan ooit aan de wreedheid en roofzugt der Schotten en Pieten blootgefteld. Zy keeren zig dus nog eens naar het Keizerryk, denRoomfchen Veldheer Aëtiiis hunnen deerniswaardigen toelbnd voordra agende ; als wordende zy door de Barbaaren naar de Zee, en door de Zee wederom naar de Barbaaren te mg gedreeven, zo dat hun alleen de keuze was wverig gebleeverj, om door het ftaal of in de golven om te koomen; fmeekende hem derhalven, met de deern oedigfte veizugting*rn oiij byfland; doch die Bevelhebber, genoeg tc doen Lubbende iL,urty ic winnen, uuui hen het wettig bezit hunner veroveringen in Gaulen af te ftaan; welk verdrag door Keizer Valentinianus bevestigd wordt. Zedert dat tydftip zyn de Franfchen onafgebroken in Gaulen gevestigd gebleeven; waarom veele Schryveren ook van daar den eerftenaanv ang derFranfche Monarchie dagtekenen. 439» De West-Gothifche Koning Theodonk, door den Romeinfchen Generaal Litorius meer en meer in het naauw gebragt, wordt eindelyk in zyne eigene HÓofdftad, Thouloufe, door hem ingeflotcn, en belegerd. Jndie engte doet hy eenen verwoeden doch wel overlegden uitval; mqt dat gelukkig gevolg, dat hy het Roomfche Leger verflaat, en Litonus gevangen neemt, die het met de dood moet bekoopen. Theodonk, door dit geluk aangemoedigd, om de vyandelykheeden voort te zetten, wordt hiervan weerhouden door zyn Vriend Avitus, RomeinfchenPraefect van Gaulen, en naderhand Keizer, die hem beweegt, om het vorig verdrag van vnendfchap met het KeizerRyk te hernieuwen. 440. De weinige Alaanen , die zedert den togt dier Natie in4O0. naar Spanjen , nog in Gaulen waren overig gebleeven, v erkrygen ian Aëtius het land au Vajen.ee, alwaar zy ruim 2.8. jaar aldaar geregeerd hebbende , en zyne kragten voelende verzwakken, ftaat de Kroon af aan zynen Zoon Rechila, drie jaaren na welken afftand hy overlydt. De nieuwe Vorst, dapper , ohderneemend, en ftaatzugtig , vermeestert in korten tyd alle de landen, voorheen door de Alaanen en Wandaalen bezeeten, zo dat de Romeinen flegts van een geringgedeelte vanSpanjen meester blyven. 439- [Zie Frankryk.'] 445- De Romeinfche Bevelliebber Virus komt met een fterk Leger in Spanjen,om degeduurige voortgangen der , Sue- ■•: ■"u'.."!^;!^ v juul iicuuciiuc weeten uit te rusten, jaagt daarmede den Keizer een grooten angst aan, die met weet, welke plaats het gelden zal. Terwyl hy alle toerustingen iaat maaken, om Italiën in een ftaat van tegenweer te brengen, en Aetnis uit Gaulen te rug roept, overvalt Genferik onverhoeds het Eiland biciiien, plundert het platte land, kwelt en vervolgt de regtzinnigen, en flaat eindelyk het beleg om Palermo; doch, die Stad niet kunnende overmeesteren, keert hy met eene groote buit naar Africa tc rug. 441. Gedugte onderneeming van Keizer Theodofius, om dc Wandaalen uit Africa te verdryvcii, door Genferik loosfelyk verydeid. [zie het Grieifche Ryk.] 442. Genferik noodzaakt Theodofius, om hem voor wettig bezitter van Afrira te erkennen; doch bczwalkt den roem zyner krygs- en doorfleepene flaatkunde door eene verfoeijelyke wrecelheid, waardoor hy zyne eigene Natie zelve van hem afkeerig maakt, en baar niet dan door vreeze in bedwang houdt. Onder anderen doet hy de Gemalin van zyn eigen Zoon Hunneru, eene Dogter van den West-Gothifchen Koning Theodorik, op een bloot vermoeden van eer.cn aanflag op zyn leven, de neus affnyden, en zendt haar onwaardiglyk naar haaren Vader te rug; welken hoon die Vorst, uit onvermogen van zig te wreeken, moet opkroppen. 44J- Paus Leo , op het voetfpoor zyner Voorzaaten , het gezag van zynen zexl meer cn meer poogendc uit te breiden, neemt het Appèl aan eener zaa- kc, 439- Genferik, het verdrag met den Keizer verbreekende, overrompelt onverhoeds Carthago, en maakt zig dus in een oogenblik meester van die beroemde Hoofdftad van Africa, die den Romeinen zo veel bloeds gekost had, en die zy nu zedert 585. jaaren bezeeten hadden. Alle de rykdommen dier Stad vallen in handen.der Wandaalen, terwyl de meeste ingezeetenen, van alles beroofd, naar Italiën de vlugt neemen. Genferik vernietigt alle de overblyfielen des> Heidendoms, en geeft de Christen Kerken aan de Arriaanen, na dat hy alle de regtzinnige Bisfchoppen in ballingfchap gezonden had. Meerder op de dapperheid zyner troepen vertrouwende, dan op de Vestingwerken langs de Kusten, laat hy ze allen tot een toe flegtcn, ten einde de Romeinen zig aldaar met zouden kunnen nestelen; eene fchikking, die echter naderhand den ondergang van het Wandaalfche Ryk in Africa ten gevolge had. [zie verder Frankryk.] 440. _ Paus Sixtus III., weinig of niets van belang vetrigt hebbende, overlydt, en wordt opgevolgd dooi den beroemt'en "1 e o, den Grooten, 44. Parts. Genferik, die by zyne eerfte komst in Africa geen enkel Vaartuig had , dewyl de Scheepsbouw en Zeevaart by zyne Natie volftrekt onbekend was, thans door een ongeboffclyken vlyt, geduld , en overleg,  v-an CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 3j Het GRlEKSCHE RYK, en het Oosten. de vorige Christen Keizen gemaakt, by ccn verzameld, en in zekére orde geplaatst worden. Dit Wetboek, waarin echter nog veele gebreken gevonden worden, is dc vermaarde Codex Theodofiawis, die vervolgens mede in het Wester-Ryk, ja zelfs door verfcheidene barbaarfche Volkeren, werd aangenoomen, fchoon dezelve in het Oosten zelve flegts 90. jaaren bleef ftand grypen, wanneer Justinianus 'er een ander m de plaats ftelde. De Wetten, zedert van tyd tot tyd by hetzelve gevoegd , worden Novellen geheeten. Terzelfder tyd vernietigt Theodofius eene oude kwaade Wet van Conftantinus , volgens welke niemand van zyne landgoederen in Afia konde befchikken, zo hy geen eigen huis in Conftantinopolen bezat; even als of de Hoofdlieden niet reeds maar al te veel van zelve, zonder zulk eene haatclyke wet, ten kpsten der Provinciën, zig vergrootten en veuyktcn. 440. Het huisfelyk geluk van Theodofius wordt geftoord door eenige oorblaazers, die hem minnenydig maaken tegen den braaven Paulinus, zynen boezemvrind van kindsbeen af, en hoogelyk geacht by de Keizerin Eudoxia, welke zig in alles van zynen kundigen en opregten raad bediende. Theodofius, zig hebbende laaten overreeden, dat 'er agter deeze onfchuldige gemeenfehap iets ergers fchuilde, laat Paulinus onverhoord ter dood brengen. Eudoxia, verontwaardigd over dit zo hoonend vermoeden tegen haare eere , verzoekt verlof, om een afgezonderd leven te Jerufalem te mogen leiden , 't geen Theodofius haar toeftaat. Doch de jaloufy van dien Vorst vervolgt deeze ongelukkige Prinfes ook aldaar. Verneemende , dat een zeker Priester en Diaken haar dikwils bezoeken, vervoert hem zyne agterdogt, om die twee Geestelyken door zynen Gunfteling Satumirius te laaten vermoorden. Eudoxia , over die nieuwe beleediging door gramfchap vervoerd, laat Saturninus om, het leven brengen; waarop de Keizer haar van alle haare bedienden berooft, cn tot den itaat van eene privaate perfoon vernedert. Eudoxia leeft in dien toeftand nog twintig jaaren , die zy in onderwerping, godsvrugt, en oeffening van goede werken doorbrengt; overtuigende dus een ieder van haare onfchuld, en de onrechtvaardigheid, haar aangedaan. 441.. De Keizer maakt zig welhaast aan eene nieuwe onrechtvaardigheid fchuldig.. Cyras, een geleerde Egyptenaar, een voortreffelyk Dichter, en dat meer is een man van een uitmuntend karakter, door zyne verdienden en de befcherming der Keizerin tot de hoogfte eerampten gefteegen zynde, wordt door Theodofius van ftaat en goederen beroofd, om dat de loftuitingen en liefde van het gemeen voor Cyrus zyne jaloerfche hoogmoed kwetften. Cyrus, van het Hof verwyderd, gedraagt zig grootmoedig in zynen tegenfpoed. De Gefneedene Chryfaphus, een man van een flegt karakter, maakt zig geheel meester van 's Keizers geest en vertrouwen, en krygt dus de klem der regeering in handen, zonder dat de verrtandigc en hartelyke vermaaningen van de Prinfesfe Pulcheria iets meer op den Keizer vermogen, die zig geheel aan de voldoening zyner driften overgeeft. De nieuwe Staatsdienaar begint zyn haatelyk bewind, met den Bevelhebber der troepen , Johannes den Wandaal, wiens braafheid hem in de oogen ftak, te laaten vermoorden. En door ingebeelden waan zig diets maakende , zelve de bekwaamheeden van een Krygs-bevelhebber te bezitten, laat hy eene gedugte Vloot E van 1100. Zeilen uitrusten, om den Wandaaifchen Koning Genferik uit Africa te verdryven. Doch die Vorst, den Gunfteling veel te loos, veinst zig ten uiterften beangst te zyn, zendt Gezanten naar Conftantinopolen, om in feby» den Vreede te verzoeken, even veel op wat voorwaarden; en, de onderhandelingen rekkende, houdt hy de Vloot, die byna de ganfche fchatkist van het Ryk uitgeput had, het geheele jaar werkeloos; zig van dien tusfentyd bedienende, om zyne eigene fcheepsmagt te verfterken, en Theodofius een gedugten vyand op den hals te haaien , door de Hunnen heimelyk tegen hem op te ftooken. Die woeste Natie, van haaren togt naar Tartarycn [_z.it 433 ,] te rug gekeerd, en door denzelven gehard en geöeffend in den oorlog, wenscht niets liever, dan een oorlog met het Ryk, waarüit zy zig een ryken buit beloofde. Haare twee Koningen, Bleda ert Attila , fchryven aan Theodofius, op eene trotfe wyze, dat hy het vo' ig verdrag niet getrouwelyk gehouden had, en hen daarvoor voldoening moest geeven. De Gunfteling Chryfaphus hierop ruim zo onvoorzigtig als kloekmoedig antwoordende , vallen de Hunnen onverhoeds in Mcefiën, en plunderen aldaar verfcheidene plaatfen. Varanes V. overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon isdegerd ii., vyftienden Koning van Perfiën, die terftond in oorlog raakt met Theodofius, over de zaak van Armenië n. Dat Koningryk, byna tot niet vervallen, werd door twee Broeders geregeerd, die tegen elkander nayverig waren; waarop de een zig onder de befcherming van Theodofius begeeft, en de ander uit weerwraak zyn aandeel aan Isdegerd afftaat. Na eenige wederzydfche vyandelykheeden, wordt 'er eindelyk een verdrag gefloten, waarby Armeniën tusfen Theodofius en Isdegerd verdeeld wordt, en dit Ryk dus geheel te gronde gaat. 44Z. De Hunnen zetten hunne verwoestingen voort door gansch Maliën , Thraciën , en Pannoiiiën , vernielende onder anderen de vermaarde Steden Sirmium en Sardica. Theodofius , verfchrikt over hunne fhelle voortgangen, haast zig om den Vreede met Genferik te fluiten, dkn hy als wettig bezitter van Africa erkent, ten einde geleegcnheid te hebben, om alle zyne magt tegen de Hunnen te wenden. Intusfen zendt hv aan die woeste Natie een gezantfehap , en beweegt haar eindelyk tot den Vreede, onder de harde verbintenisfe , van haar alle haare veroveringen af te ftaan, en het verdrag te hernieuwen, op de oude vernederende voorwaarden. 444- De heerschzugtige' Attila doet zyn Broeder Bleda vermoorden. Dus alleen meester van het Ryk gewerden, onderwerpt hy welhaast de ganfche Natie der Hunnen, waarvan hier en daar eenige Stammen nog hunne byzondere Opperhoofden hadden, aan zyn gebied. Vervolgens beöorlogt hy zyne Nabuuren; met dat gevolg, dat in weinig meer dan twee jaaren tyds de Oost-Gotlven, Herulén, Gepiden, en verdere Barbaaren aan gecne zyde des Donau's, zig aan hem moeten onderwerpen. Hy laat echter alle die Volkeren hunne eigene Koningen behouden; hen alleenlyk noodzaakende, om zyne oppermagt te erkennen, en hem in alle zyne onderneemingen te volgen en by te. ftaan. Die vermaarde Vorst, van een kleine cn onbevallige lichaamsgeftalte, maar zo veel te grooter van geest, was onderneemend, onverfchrokken, tevens vol beleid en voorzigtigheid, geen misdaad z  36 BSKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schotland en Ierland. FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN -V, PADTUPAI ' > , , ' de met het Ryk van eenen anderen kant tegen de Barbaaren te verdeedigen, wyst hen ganschen-al van de hand; weshalven de Britten , tot het uiterfte gebragt, het open veld verlaaten , en eene fchuilplaats in de bosfchen zoeken, tot dat de Barbaaren, byna alles verwoest hebbende, door gebrek aan levensmiddelen , naar hun eigen land te rug keeren. 448. De Britten , door vlytigen arbeid het land herbouwd, en den overvloed herfteld hebbende , worden met een nieuwen inval gedreigd. Nog al fteeds te zwak of te lafhartig, om zig zelven te verdeedigen , geeft Vortigern hen den verderffelyken raad, om uit Germaniën, of Duitschland, hulp te verzoeken. Zy keeren zig ten dien einde naar de Saxers, eene gansch-en-al den oorlog en wapenhandel toegedaane Natie, die den Landbouw en kunften des Vreedes weinig achtede, en alle zaaken van aangeleegenheid in eenen Krygs-Raad beiliste; zynde woonagtig tusfen den mond van den Rhyn en Jutland. Greetig naar nieuwe veroveringen , belooven deezen volvaardiglyk, den verzogten byftand aan de Britten, die zonder erg en blymoedig een volk in hun land haaien, dat hen eerlang zelven onder het juk ftaat te brengen. 449- Hengist, en zyn Broeder Horfa , twee Saxifche Prinfen, koomen met drie Schepen en 1,600. Man hunner Landsgenooten in Engeland , trekken terftond tegen de Pieten en Schotten op, en dryven ze met weinig moeite op de vlugt. Zy krvgen tot belooning het Eiland Thanet, door een klein Canaal van de Provincie Kent afgefcheiden , om zig aldaar te vestigen ; doch de lafhartigheid der Britten by ondervinding hebbende leeren kennen, en zig weinig aan eere of trouwe ftoorende, zoeken zy zig derzelver vrugtbaare landftreek geheelen-al eigen te maaken; ter volvoering van welk ontwerp zy eene nieuwe verfterkine uit hun land Sueven te fluiten ,doch wordt door Rechila geflagen, die daarop zyne veroveringen in die Provincie meer en meer uitbreidt. 447- Rechila overlydt,en wordt opgevolgd door zyn Zoon Rechiarius, derdenSuevifchen Koning in Spanjen. Deeze Vorst', onderzyne naaste Bloedverwanten, eenige Mededingers naar den Troon vindende, befteedtde eerfte jaaren zyner regeering, om zig in het bezit daarvan te handhaaven; waardoor hy een tyd lang verhinderd wordt, het reeds door zyn Vader aangevangen ontwerp, om de Romeinen ganschen-al uit Spanjen te verdryven, te voltooijen. 451. Theo- Met hetzelfde heerschzug:ig oogmerk had Paus Leo, reeds in het vorige iaar, de verpligting van niet te mogen huwen , n^gelyks tot de mindere Geestelykheid uitgeIrekt; ten einde aldus dit geheele lichaam van le banden met de burgerlyke maatfehappy meer m meer los te maaken, en geheel-en-al aan de jelangen van zynen Stoel te verbinden. [zie ook fanjen.] 449- Paus Leo verzet zig fterk tegen de Kettery ran Eutyches, [zie het Griekfche Ryk,] en fchryft Dver die zaak een zeer vermaarden Brief, die nog n weezen is. Vervolgens zendt hy Gezanten ïaar het Concilie, daarover te Ephefen gehoulen; welken het eerst de zedert zo. bekende beïaaming voeren van de latere. Het gevoelen van Eutyches intusfen, in weerwil van den tegenland der Gezanten,, door het Concilie goedgekeurd zvnde, weigeren de Paus en verdere Westerfche Bisfchoppen, om die uitfpraak te erkenren, en bewcegen hemelenaarde, dochvrugteoos, om hetzelve te doen vernietigen. 45-0. Placidia overlydendë, worden dë zaaken van iet Ryk door haaren zwakken en weelderigen Zoon untDieaen;. terwyi ae misleide tintten mtusien, niets kwaads vermoedende, en verblvd over hunne gewaande verlosfing, hen de grootfte blyken van vriendfehap geeven, en van alle noodwendigheeden voorzien. Van onzeekeren Jaartal'.e. Op het ontbod van Hengist koomen 'er nog zeventien Schepen uit : Duitschland, eene verfterking van ruim 5,000. Saxers aanbrengende. De 1 Britten beginnen nu een wantrouwen op te vatten, zo tegen de Saxers, 1 als tegen hun eigen Koning Vortigern, die deeze vreemdelingen in alles te wille is, en, tegen het genoegen zyner onderdaanen, zelfs eenige : ftreeken op het vaste land vrywillig aan hen afftaat (*). Doch, door ge- <*) Volgens fomnige Schryvmn werd de verkleefdheid van Vortigern aan de belangen der Saxers voornamenlyk veroorzaakt, door de ongemeene f koenheid van Rovena, Dogter of Zuster van Hengist, waaróp hy fmocrlyk verliefd raakte, en die hyookten/nwclyk verkreeg, onder voorwaarde van een gedeelte zyner landen aan Hengist m eigendom af te /laan, en hem in de bemagtiging "daarvan te onderflemen, 1 zy een klein Koningryk opregten , 't welk echter van korten duur geweest is. 448. Clodion overlydt, en word opgevolgd door zynen jongften Zoon MEROVEUS, 3. Koning van den eerden Stam. Meroveus was een groot Gunfteling van den Romeinfchen Bevelhebber Aëtius, en werd door deszelfs invloed tot den troon verheeven, raèt voorbygang van zyn oudfteH Broeder' Clodibaud, die uit misnoegen de wyk neemt by Attila, Koning deiHunnen. — Sommige Schryveren meenen, dat Meroveus geen Zoon, maar alleenlyk een Bloedverwant van Clodion geweest zoude zvn. Naar hem is het, zonder dat men de eigenlyke reden weete, dat de eerfte Stam der Koningen van Frank-yk : de Mtrtvingi/che Stam < genaamd is. 1 451. De ... .... v.,«tlc rrww-wjm, ke , reeds door de Geestelyken in Gaulen wettiglyk afgedaan ; doch hy ontmoet van hen een grooten wedeiftand, inzonderheid vanHilarius, Bisfchop van Arles. Door gramfchap en hoogmoed te gelyk vervoerd, behandelt Leo dien Bisfchop op eene onwaardige wyze, en weet hem by den zwakken Keizer Valentinianus als een verftooi der van de rust der Kerke zwart' te maaken , en eindelyk deezen Vorst over te haaien, om het vermaarde Bevelfchrift ui» te vaardigen, volgens hetwelke de Bisfchoppen geene nieuwe ordonnantiën mogten maaken, dan met goedkeuring van denPaus, wiens ordonnantiën daarentegen eene wet voor alle de Bisfchoppen zyn zouden ; terwyl ieder Prelaat, die weigerde voor 's Pausfen rechtbank te verfchynen, door de Stedehouders der Provinciën met geweld daar toe zoude  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGEN WO ORDIGEN TYD. 37 Het G R I E K S C H E RYK, en het Oosten. daad ontziende ter voldoening zyner ftaatzugt; doch anderfins grootmoedig , gematigd, fober, en ernsthaftig. Zelve zonder godsdienst, bediende hy zig van de bygeloovigheid der menigte, ter bereiking zyner oogmerken; veinzende onder anderen den degen van God Mars zelven op eene wonderdaadige wyze gevonden tc hebben. Theodofius, deezen gedugten Vorst aan zig willende verbinden, geeft hem den tytel van Opperbevelhebber der Roomfche troepen, dien Attila aanvaart; echter met by voeging, dat dezelve hem. niet verhinderen zal, den Romeinen te beoorlogen, zo zy hem reden tot misnoegen gaven, wyl hy onder zyne Slaaven Vorsten telde, die grooter waren dan eenig Ryksbevelhebber, ja dan de Keizers zelven. 447- Attila, een tyd lang de vriendfehap met Theodofius onderhouden hebbende , welke hy hem echter duur deed betaalen, door hem telkens Gezanten toe te fchikken, die overlaaden met gefchenken te rug moesten gezonden worden, breekt eindelyk het verdrag, en valt onverhoeds met een gedugt Leger in lllyriën, Thraciën, Daciën en Mcefiën, zig van 70. Steden meester maaken.de, behalven veele anderen, die vernield werden. De Keizer zendt twee Legers ter befcherming dier Provinciën; doch ze worden beiden door Attila verflagen. 448. Theodofius, tot de uiterfte engte gebragt, vindt zigverpligt den Vreede te koopen voor 6,000. Pond Goud , en eene jaarlykfche fchatting van het derde gedeelte dier fomme; moetende hy daarënboven alle de overloopers der Hunnen te rug geeven, en zyne krygsgevangene onderdaanen voor zwaar geld losfen. De rykdommen van Vorst en ingezeetenen reeds, door de toegenoomene weelde, en de fchattingen aan andere Barbaaren, uitgeput zynde, zo wordt dit geld zeer bezwaarlyk, en niet dan door geweld en kneevekryën, byëengebragt, waarby de inzaamelaars niet verzuimen hunne eigene beurfen te vullen; zo dat het Ryk dus dubbeld geplunderd wordt, verfcheidene aanzienelyke Huisgezinnen tot armoede vervallen, en veelen door wanhoop of gebrek ellendig omkoomen. 449"- De Keizer, geen kans ziende om zig door eerlyke wegen van dc flaverny der Hunnen te ontdaan, neemt, op raad van zynen fnooden gunfteling Chryfaphus, het lafhartig befluit, om Attila te laaten vermoorden. Men bedient zig van eenen Vigilius, die den Hunnifchen Gezant Edecon 50. Pond Goud belooft, indien hy dien moord wil uitvoeren. Edecon veinst zulks aan te neemen, en vertrekt, door een Keizerlyk Gezan fchap gevolgd, waaronder Vigilius; doch ontdekt , by zyne te rug komst, alles aan zynen Vorst. ■ Deeze ontveinst zulks, ontfangt de Keizerlyke Gezanten op zyne gewoone wyze, en onthaalt ze aan zyne tafel, alwaar alles ten uiterften pragtig was; wordende de gasten onder het eeten vermaakt door muzyk, het opzingen van Attila's Heldendaaden , en door klugtfpelen ; geduurende al het welke die Vorst alleen de eenvoudigheid, foberheid, en ernsthaftigheid bewaart. Terwyl de Gezanten op niets minder verdagt zyn, wordt Vigilius onverwagt op 'e Vorsten last gegreepen, en welhaast genoodzaakt de waarheid te bekennen. E Attila houdt Vigilius gevangen, en zendt de overigen naar Theodofius te rug, wien hy de fcherpfte verwytingen laat doen over zyne laagheid, en tevens, onder de zwaarfte bedreigingen , eischt, dat Chryfaphus aan hem worde overgeleeverd. Doch hy laat zig eindelyk door fmeekingen, vernederingen , en ryke gefchenken, overhaalen om van dien eisch af te zien, en Vigilius in vryheid te ftellen; terwyl Theodofius lafhartig genoeg is, om zynen fnooden gunfteling al deszelfs invloed en willekeurig gezag te laaten behouden. Midden in alle deeze gevaaren en onlusten, wordt Kerk en Staat op nieuw ontrust door fcherpzinnige Godgeleerde verfchillen. De Abt Eutyches, namenlyk , zig met kragt tegen de Nestoriaanfche Stellingen willende verzetten, was in een ander uiterfte gevallen; beweerende, dat'erin Christus flegts ééne natuur plaats had, te weeten, die van het vleesch-geworden woord, zo dat de menfehelyke natuur door de Goddelyke, als het ware , verzwolgen werd. Dit gevoelen , reeds in het vorige jaar door hem verfpreid , werd door de Kerkvergadering van Conftantinopolen veroordeeld; doch Eutyches zig op een algemeen Concilie beroepende, doet Theodofius 'er dit jaar een te Ephefen famenkoomen. De Gunfteling Chryfaphus, en gevolgelyk ook de Keizer, Eutyches toegedaan zynde , wordt ailes aangewend, om hem te doen zegepraalen. De trotfe en woeste Dioseorus, Bisfchop van Alexandriën, tot Voorzitter verkooren, weet deels door behendigheid , deels door openlyk geweld , de regtzinnige Stelling der twee Natuuren te doen veröordeelen, en die van Eutyches goed te keuren; waarom dit Concilie zedert algemeen de Samenkomst der Struikrcovers is genaamd geworden. Ondertusfen worden allen, die dit Concilie weigeren te erkennen , blootgefteld aan vetvloekingen , afzettingen , en ballingfchappen; inzonderheid de Bisfchop van Conftantinopolen , Flavianus, die Eutyches het eerst veroordeeld had. Een van 's Pausfen Gezanten, Hilarius, die zig het fterkst tegen de verrigtingen van het Concilie gekant had , ontkomt de mishandeling , waarmede hy gedreigd werd, door heimelyk des nagts uit Ephefen te vlugten. [z.ie ook Maliën. \ 4 ja. Theodofius overlydt door een zwaaren val van zyn Paard; hebbende, door zyne zwakheid en geringe verdienden, geenen anderen bynaam verkrecgen, dan dien van Schryf'kun[tenaar. Geene Kinderen nalaatitnde , dan Eudoxia, Gemalin van den Westerfchen Keizer Valentinianus III. r die te onvermogend was, om aanfpraak op het Ryk te maaken, zo neemt zyne Zuster Pulcheria het ftaatsbewind weder in handen. Haar eerfte werk is, den Gefneedcnen Chryfaphus te doen veröordeelen, dien zy echter onbillyk aan de byzondere wraak van eenen zyner grootfte vyanden overlevert. Doch , wyl het Ryk nimmer door eene Vrouw alleen beftuurd geweest was, en nu althans een wakkeren verdeediger nodig had , zo biedt zy haare hand en de kroon aan zekeren Marcianus, een Thraciër van geringe geboorte, doch door zyne. dapperheid en verdienften tot de hoogfte krygsampten opgeklommen ; eifchende alleenlyk van hem, dat zy haare gelofte van kuisheid ongefchonden moge houden; alhet welk dooj Marcianus wordt aangenoomen. MARCIANUS, 3. Griekfche Keker. De nieuwe Keizer legt zig ernfiig toe, om veele verderffelyke misbruiken, inzonderheid het groot gezag der Ge^ iïtee- 3  38 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der. ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, F R A N K R Y K. SPANTEN geweld niets vermogende, zoeken zy den dreigenden flag af te keeren door eene bovenmatige cn byna flaaffche infchikkelykheid en gedienstigheid omtrent deeze hunne lchynvrienden. Dan te vergeefsch; de Saxers volvoeren hun voornoemen ; en, een voorwendfel van verfchil gezogt hebbende, verëenigen zy zig zelfs met de Schotten, om den oorlog aan te doen aan een volk, 't welk hen als zyne verlosfers had ingehaald. De Britten , eindelyk in de noodzaakelykheid gebragt , om de wapenen op te vatten, en een afkeer tegen Vortigern gekreegen hebbende, zetten hem af, en kiezen deszelfs Zoon Vortimer in zyne plaats. De dapperheid van dien jongen Vorst ftelt hen in ftaat, om den Saxers eenigermaate het hoofd te bicden, en hen verfcheidene maaien flag te leveren; 't welk echter doorgaans ten voordeele van laatstgemelden uitvalt, als welken geduuriglyk door nieuwe benden uit hun land verlterkt worden. De Prins Horfa fncuvelt In een Moedigen Veldflag, tusfen de Saxers en de Britten niet verre van Ailsford voorgevallen; waarin Hengist de overwinning behaalt, die hem echter duur komt "te ftaan. De Britten, door wanhoop vervoerd, rukken in Kent, alwaar Hengist zig voornamenlyk gevestigd had, en doen een verwoeden aanval op de Saxers; doch Hengist, even te voren wederom eene aanzienelykè verfterking ontfangen hebbende, verflaathen gamch-en-al; waarop Vortimer, met het gering overfchot der zynen, dc vlugt neemt, en zig opfluit in de Vesting Londen, zedert de Hoofd-Stad van Engeland. 457- Hen- 4jr. De vermaarde Koning der Hunnen , Attila, trekt naar Gaulen, met een Leger van 500,000. Man , waarónder verfcheidene aan hem cynsbaare Volkeren, aangevoerd door hunne eigene Vorstenwaarvan de voornaamften zyn Ardarik , Koning der Gepiden, en Valamir, Koning der Oost-Gothen. Deeze gedugre krygsmagt regt alomme de fchrikkelykite verwoestingen aan, de Steden plunderende of vernielende , en de velden met'lyken bezaaijendc. De Romeinlclie Veldheer Aëtius weet den West-Gothifchen Koning Theodorik gelukkig in het denkbeeld te brengen , dat het gevaar zo wel hem als het Keizer-Ryk dreigde, waaróp die Vorst zig met een groot Leger by Aëtius voegt; die verder verfterkt wordt door alle de Natiën in Gaulen, als de Bourgondiërs, de Armoriërs, de Alaanen, en de Franfchen , onder hunnen Koning Meroveus. Het verëenigde Legér verrast, door een verhaasten optogt, dat der Hunnen , zo als dezelven Orleans veroverd hadden en plunderden , cn noodzaakt hen, met een groot verlies , naar den Rhyn te rug te wyken. Attila, vol fpyt, houdt eindelyk ftand in de vlakten van Champagne , zo men meent niet verre van Chalons, alwaar eender blocdigftc Veldflagen gehouden wordt, die immer heeft plaats gehad; fneuvelende 'er van wederzyden wel 160,000. Man, waaröndcr'de WestGothifche Koning, Theodorik. Attila zelve, een en andermaal in levens-gevaar geweest zynde, laat eindelyk denaftogt blaazen, en verfchanst zig, volgens de gewoonte der Barbaaren , tusfen zyne Legerwagens, van waar hy de verëenigde troepen met zulk eene hagelbui van pylen begroet, dat zy eindelyk befluiten, hem in dit zyn Camp belegerd te houden, en uit te hongeren. Ook werd Attila tor zulk eene engte gebragt, dat hy een ftapel van Paardenzadcls liet vervaardigen, om zig zelven te verbranden , in gevalle men hem tot wanhoop dreef. Doch Aëtius, de Hunnen niet gansch-en-al willende vernielen , uit vreeze dat de West-Gothen en Franfchen daardoor te magtig in Gaulen zouden worden , haalt die twee Natiën loosfelyk over, om af te trek¬ ken ; den nieuwen West-Gofhifchen Koning Thorismond, door de vrees, dat zyne jonger Broeders zig van zyne afweezigheid zouden mogen bedienen, om den troon te beklimmen; en den Franfchen Koning Meroveus , door eene diergelyke inboezeming ren opzigte van deszelfs Broeder Clodibaud, die met Attila in Gaulen gekoomen was. De Hunnen , deezen aftogt bemerkende, verlaaten hunne Legerplaats, en keeren naar hun land te rug, om hun geleeden verlies te herfteHen, alvorens eenen nieuwen krygstogt te waagen. 451. Attila, dit jaar eenen togt naar Italiën doende, [zie aldaar,'] zendt tevens 'eenige benden om in Gaulen te ftroopen; doch dezelven worden door Aëtius verflagen. De Alaanen in Gaulen, eenige verfchillen met de Wcst-Gothcn gekreegen hebbende, roepen eenige nieuwe benden Hunnen te hulpe; doch Thorismond, met een fterk Leger tegen hen optrekkende, maakt eene verfchrikkelyke flagting onder beide die Natiën, en breidt liet Ryk der West-Gothen in Gaulen verder uit, door de veroverde landftreeken der Alaanen , waarvan zedert naauwelyks eenig fpoor meer overblyft, aan de zynen te hegten. 453- Thorismond, een oorlogszugtig en woelziek Vorst, zyne Staaten nog al verder willende vergrooten, breekt eindelyk den vreede met de Romeinen, en voert plotfeling een Leger aan tegen Aiies; doch wordt door de welfpreekendheid van den alom om zyne deugden geëerbiedigden Ferreol, Prsefect van Gaulen, bewoógen, om weder te rug te trekken. Kort daarna krygt hy berouw over deeze zyne toegeevendheid, en rust zig op nieuws ten oorloge toe. De West-Gothen , middeler- wyi, aan de aangenaamneeden des Vreedes gewoon geworden , en weinig behaagen fcheppenie in dien onderneemenden aart van hunnen Vorst, zo wordt 'er eene famenzweering tegen hem gevormd , waarin hy door zyne eigene Broeders wi eedelyk vermoord w ordt. [zie Spanjen.] 4>4- Den beroemden Roomfchen Veldheer Aëtius vermoord wordende, [zie Italiën,] breidt Meroveus, als nu minder tegen- en rUR l LCjALs 451. Theodorik, in den Slag tegen Attila gefneuveld zynde, [zie Fratikryk,] wordt opgevolgd door zynea oudften Zoon THORISMOND, 5. West-Gothifche Kening. 451. De Suevifche Koning Rechiarius begint de vyandelykheeden tegen de Romeinen, doch wordt door een plegtiggezanfchap van Keizer Valentinianus overgehaald, om weder vreede met het 'Ryk te maaken. [zie eik Frankryk.] 453- Thorismond ver- . moord wordende, [zié Frankryk,] vervalt het Ryk aan den oudften van zyne vyf Broeders THEODORIK II., 6. West-Gothifche Koning. een dapper Vorst, die den roem zoude verworven, hebben, van de Stigter van het West-Gothis'ch Ryk in Spanjen geweest te zyn , indien hy zyne veroveringen aldaar zowel had weeten te bewaaren als te verkrygem 456. De  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 39 ITALIËN, en het geheele Westen Ryk. Het GRIEKS CHE RYK, en het Oosten Zoon Valentinianus nog veel erger beftuurd. Van die geleegenheid bedient zig de vermaarde Koning der Hunnen, Attila, [zie wegens hem het Griekfche Ryk, inzender heli 444,] om eenen aanflag tegen het Wefter-Ryk te onderneemen. Aangehitst door den Wandaalfchen Koning Genferik, die de Romeinen en West-Gothen werks wilde verfchaffen , en door den Franfchen Prins Clodibaud, die van zyn Troons-recht verftooken was, [zie Frankryk 448,] neemt hy tot voorwendfel het aangebodene Huwelyk van Prinfes Honoria, [zie 434,] en eischt op dien grond de helft des Keizer-Ryks. Valentinianus weigert ztdks, hem heufchelyk de onbillykheid dier aanfpraake laatende voorhouden; waarmede Attila uit ftaatkunde veinst zig te yreeden te laaten ftellen, maakende intusfen echter gedugte toerustingen , die hy den Romeinen diets maakt, dat alleen tegen de West-Gothen, deezen weder , dat ze alleen tegen de Romeinen beltemd zyn, ten einde hen dus beiden onverhoeds op het lyf te vallen, en des te gemakkelyker te verdelgen. 451. Togt van Attila naar Gatden. [zie Frankryk.] Kerkelykc zaaken. \\zie hst Griekfche Ryk.] 451. Attila, een nieuw gedugt Leger op den been gebragt hebbende, trekt naar Italiën; onder weg Augsburg en andere Steden verwoestende. Valentinianus vlugt uit angst naar Romen; het ganfche land aan geene zyde der Poo aan 's Vyands genade overgeevende. Attila, geen wederftand ontmoetende, trekt de Alpen over, en flaat het beleg om Aquilea, dat zig drie maanden lang dapperlyk verdeedigt; doch eindelyk ftormenderhand veroverd en geilegt wordt. Vcrona, Mantua , Crcmona , en andere plaatfen ondergaan welhaast het zelfde lot. De ingezeetenen dei landftreeken van Vcnetiën en Liguriën vlugtcn naar de Eilanden in den Adriatifchen Zee-golf, aldaar hutten bouwende, waaruit zedert de vermaarde Stad Venetiën is voortgefprooten. Attila, nu van alles meefter, gaat eindelyk op marsch naar Romen. De verfchrikt-e Keizer en ingezeetenen, geene andere uitkomst ziende , zenden hem een plegtig gezantfehap, met den beroemden Paus Leo aan het hoofd, die door zyne welfpreekendheid, achtbaarheid , traanen,^en gebeden , het ruuwe hart van Attila vermurwt, en eenen vreeeie fluit, onder voorwaarde dat hem eene jaarlykfche fchatting betaald zal worden. Attila keert hierop naar zyn land te rug; echter met_bedreiging van zynen togt te hervatten, indien men hem zyne eifchen op Honoria, en het geene die Prinfesfe toekwam, bleet betwisten, [zie verder het Griekfche Ryk 453.] ^ Valentinianus, de misbruiken van het aangematigd Rechtsgebied der Bisfchoppen moede, vaardigt eene vermaarde Wet uit, waarby denGecstelyken verboden wordt, zig voortaan met iets anders dan met Kerkelyke zaaken te bcmoeijen , ten z» alleen in gevalle eener vrywillige overëenftcihming'van beide de" partyën; wordende tevens den Lecken vergund , om_, in burgerlyke rechtzaaken, de Gecstelyken voor een waereldlyken rechtbank te daagen. [zit vader Frankryk 151. cn 153 J 454- De weelderige Valentinianus, op eene verraaderlykc cn geweldige wyze, de ee:c gefchonden hebbende van de fchoone cn deugdzame Vrouwe van Maximus, een Man , van groot aanzien en vermogen , neemt deeze het befluit, om zig, het koste wat het wil, over dien hoon re wreeken. Den Bevelhebber Aëtius den eenigen zynde, die Vorst en Staat befchermen kon, zoekt Maximus hem eerst uit den weg tc mimen, door hem by Valentinianus verdagt tc fneedenen, de begeeving van ampten aan onwaardige perioonen, en de onderdrukkingen des volks, te hervormen. Yverende voor den Godsdienst, verbiedt hy de Heidenfche plegtigheeden op dooditraffe, herroept de gebannene Bisfchoppen , en befchermt de Rcg^zin•mgen; doch behandelt tevens de Ketters met gematigdheid , zoekende , zo veel mogelyk, den vreede in de Kerk te herftellen. Attila laat Marcianus de gewoone fchatting afvorderen ; doch de Keizer weigert volftrekt, hem het geld onder dien tytel te geeven, fchoon hy die zelfde fomme , alleen om den vreede te behouden, als een vriendfchaps-gefchenk aanbiedt; zeggende, dat hy goud voor zyne vrienden, maar ftaal -voor zyne vyanden had. Attila, de dapperheid van Marcianus kennende , neemt zyne vriendfehap aan, en befluit vervolgens, zyne wapenen naar het Westen te keeren. [zie verder aldaar.] 45r. Marcianus, de ongeregelde handelwyze van het Concilie van Ephefen [zie 449,] willende herftellen, beroept een nieuw Concilie, dat eerst te Nicca vergadert, doch vervolgens naar Chalcedon verplaatst wordt, en onder den naam van het vierde algemeene Concilie bekend is. Dioscorus en Eutyches nu al hun invloed verlooren hebbende, wordt de leer van laatstgemelden veroordeeld , en beiden in ballingfchap gezonden. De uitfpraak van het Concilie van Ephefen wordt tevens vernietigd, en de oude regtzinnige leer herfteld. Voorts maakt het Concilie eenige verdere merkwaardige fchikkmgen; als die, waarby de Monniken aan het gewoone rechtsgebied onderworpen worden; eene andere , waarby de ecrtytel van Patriarch, waaraan groote voorrechten , vrydom , cn gezag , doch tevens veele misbruiken verknogt waren, alleen gegeeven wordt aan dc Bisfchoppen van Romen, Alexandriën , Antiochiën , Conftantinopolen, en Jerufalem; en eindelyk de vermaarde Canon, volgens welken aan den Bisfchoppelvken zetel van Conftantinopolen de eerfte rang naast die van Romen, gegeeven wordt. De Roomfche Paus Leo, vreezende een Mededinger te zullen vinden, verzet zig hier tegen met alle kragt, doch moet het cindelvkopgceven 5 terwyl het opgeblaazcn en heerschzugtig gedrag zyner Gezanten, die op het Concilie voorzaten, niet weinig aflteekt by de gematigdheid van KcizerMarmanus, die niet eerder in de Vergadering vcrfehynr , . dan na dat alles afgehandeld is, om dus den Bisfchoppen eene volkoomene vryheid te laaten in hunne gevoelens te uiten. 451. Marcianus oorlogt gelukkiglyk tegen de Saraceenen , en andere barbaarfche Volkeren, die geduurige invallen in het Ryk deeden , doch door de Keizerlyke troepen te rug gedreeven, en tot een ftilftand van wa- ' penen genoodzaakt worden. 453- Attila, van zynen togt naar het,Westen te mg getoornen, en eene jonge Vrouw getrouwd hebbentle, jaat zig, tegen zyne gewoonte, op het Feest een weinig  4<5 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en PORTUGAL. ITALIËN bciutuma en leruma. 4*7* Hengist, de Britten jnu geheel onderworpen achtende, en den tytel van Koning, hem door zyne Landsgenooten opgedraagen, aangenoomen hebbende, vestigt zyn gebied in dat gedeelte van Engeland , 't welk tegenwoordig de Graaffchappen Kent, Middlefex, Esfex, en een gedeelte van Surrey uitmaakt, en ftigt aldaar het Koningryk KENT, zynde het eerfte van de zeven Saxifche Ryken in Engeland, of de vermaarde Hcptarihie (*). 4ï8. . Hengist, geduurig nieuwe verfterkingen uit Duitschland ontfangende, meer dan hy in zyn eigen Ryk bergen kan,plaatst een gedeelte daarvan, onder het bevel van zyn Broeder Octa, in het Noorden, of tegenwoordige Northumberland, en handhaaft "zig verderinhetgerust bezit zyner veroveringen. (*) De gefchiedenis der fieptarchie is zeer duister en ingewikkeld, in weerwil der pogingen van de gel.erdjï.Engeifche Schryveren, om dezelve op te he deren en te ontwarren. Wy z'ilien ons der/talven vergenoegen, m.t flegts de veetenswaardgfte en eidin<: van ff-  tam CONSTANTINUS den GROOTEN at tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 43 en het geheele Wester-Ryk. Het GRIEK SCHE RYK, en lm Oosten. ken laat, beraamt een toeleg op zyn leven, die maar al te wel gelukt. Majorianus wordt vermoord ; en Ricimer, zyn vorig gezag weder aanneemende, verheft, om zig daarvan te verzeekeren, op den Troon een byna onbekend, onvermogend , en ongeöeffend man, genaamd S E V E R U S. 461. Genferik wordt eindelyk, op de ernftige aantoeken van Keizer Leo, overgehaald, om hem de gevangene Prinfes Eudoxia toe te zenden, benevens haare jongfte Dogter, die ten huwelyk gegeeven wordt aan den Raadsheer Olybrius, naderhand Keizer van het Westen. Intusfen breekt Genferik het verdrag, met Majorianus gefloten, en maakt zig onverhoeds meester van het Eiland Sardiniën. Onlusten in Gaulen. [zieFrankryk.] 463. en 464. Opftand van den Bevelhebber ZEgidius in Gaulen. [zie Frankryk.] 465. Keizer Severus, flegts in naam geregeerd hebbende, overlydt, niet zonder vermoeden van vergeeven te zyn door Ricimer. Die gedugte Ryksbefchikker neemt hierop weder het opperbcfluur zelf in handen, zonder aan Severus eenen opvolger te geeven. 467. De Romeinen, de dwingelandifchc overheerfching van eenen Vreemdeling eindelyk moede geworden, vervoegen zig by den Oosterfchen Keizer Leo, hem verzoekende, dat hy hen eenen Keizer wil toefchikken. Die Vorst geeft hen den Bevelhebber Anthemius, Kleinzoon van den beroemden Staatsdienaar van dien naam, onder Theodofius II. ANTHEMIUS. Ricimer, deeze benoeming niet kunnende beletten , doch echter nog veel te vermogend, om geheel verwaarloosd te worden, verbindt zig met den nieuwen Vorst, door deszelfs eenige Dogter ten huwelyk te neemen; ten einde dus te beter gcleegenheid te hebben, om onder hem het oppergezag te blyven voeren, of anderfins hem te gemakkelyker af te zetten, ingevalle Anthemius, gelyk ook gebeurde, zig daar nietnaar wilde fchikken. Paus Hilarius overlydt, en wordt opgevolgd door simplicius, 46. Paus. 46S. Oorlog tusfen de Wandaalen en het Griekfche Ryk. [zie aldaar.] 469. Rici- 46 r. Wylen Keizer Marcianus, tot onderhouding der vriendfehap met de Oost-Gothen, een jaarlyks Pennoen, fchoon niet onder den naam van fchatting, aan hen betaald hebbende, en Leo de voortduuring daarvan als hoonende voor de waardigheid van het Ryk opfchortendc, zo ontftaat 'er een oorlog met de drie Oost-Gothifche Koningen, Valamir, Theodemir, en Videmir. Leo, zendt eenige troepen tegen hen, onder bevel van Anthemius, naderhand Keizer van het Westen, die wel eenige kleine voordeden behaalt, doch het onmogelyk vindt, om de Oost-Gothen te onderwerpen. Leo hierop liever den vreede kiezende, fluit een verdrag van vriendfehap met de drie Koningen, op gelyken voet als dat van Marcianus, waarvoor hem de jonge, zedert zo vermaarde, Prins Theodorik, Zoon van Theodemir, ten gyzelaar gegeeven wordt. Hormisdas II., na een vierjaarigen oorlog met zyn Broeder Perofus, een onvertzaagd en ftaatzugtig Vorst, wordt eindelyk door hem van de kroon en het leven tevens beroofd; waarop perosus den troon beklimt, als zeventiende Koning van Perfiën. 462. Leo verlost de Weduwe en Dogter van wylen Keizer Valentinianus III. [zie Itaiien.] 46-3. Leo's Schoonbroeder Bafiliscus, een man van een allerfnoodst karakter, en van eene toomelooze eerzugt, weet, .door den invloed zyner Zuster, geheel-en-al de gunst des Keizers te winnen, en wordt door hem tot Bevelhebber der Rykstroepen benoemd. 464. De Perfifchc Koning Perofus raakt in oorlog met eene nabuurige Natie, zynde een tak van de Hunnen. Hy verzoekt hierop eenige hulptroepen van Keizer Leo, die zulks belecfdelyk afflaat; doch echter door zyne bemiddeling een vreede tusfen beide de partyën bewerkt. Perofus desniettemin, zeer gevoelig aan Leo's weigering, geeft, om hem fpyt te doen, als weetende hoe zeer hy voor het Christdyk geloof en tegen de Ketteren yverde, een vryën toegang in zyn Ryk aan de Nestoriaanen, die zig aldaar fterk vermenigvuldigen; 't welk de reden is, dat zedert, zelf nog heden ten dage, alle de Christenen in Perfiën tot die Secte behooren. 466. De Oost-Gothen, in vermogen toeneemende, voeren geduurige oorlogen met de overige barbaarfche Volkeren, die meest ten hunnen voordeele uitvallen, doch aan een hunner drie Vorsten, Valamir, het leven kosten. Leo raakt insgelyks in vyandelykheid met de Hunnen, die hy, door de verraaderlyke krygslist van een zyner Bevelhebberen, in eene hinderlaage lokt, en verflaat. 467. Leo benoemt zynen Bevelhebber Anthemius tot Keizer in het Wcs". ten. [zie Italiën.} 468. De Wandaalfche Koning Genferik zyne ftrooperyën tot in Griekenland zelve uitftrekkende, laat Leo eene gedugte Vloot uitrusten, waarvan het bevel aan zynen onbekwaamen en laaghartigen Schoonb < eder Bafiliscus wordt toevertrouwd, die zig door Aspar, voor de toezegging van het Keizerryk, en tevens door Genferik, voor eene groote fomme gelds, laat omkoopen, om werkeloos te blyven. Genferik bedient zig daar- F 2,  44 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIFN Schotland cn Ierland. ,» PnCTIT.ai * onderling verdeeld geraakt zynde, wyl een gedeelte van hen de Kroon aan Ambrofïus Aurelianus, ter belooning zyner dienften, wilde afftaan , en de overigen getrouvvbleeven aan \rortimer, met wien de oude Koning Vortigern, zig door de Saxers verraaden ziende, weder verëenigd was; zo wordt'er eindelyk een verdrag getroffen , volgens het \y elk liet Ryk tusfen de Mededingers verdeeld wordt, die zig hierop gezamenlyk tegen den gemcenen vyand vercenigen. 473- Na eenen agtjaarigen oorlog, met ongelyken uitflag voortgezet , wordt eindelyk eenBritsch Leger, onder aanvoering van Vortimer, gansch-enal -door de Saxers verflagen. Vortimer overlydt kort daarna, het zy aan zvne wonden, of van verdriet. Vortigern fluit hierop een verdrag met Hengist, waarby hy hem in het bezit zyner veroveringen erkent. Doch de Britten, over deeze lafhartigheid verontwaardigd , zetten hem ten tweedenmaalen af, en onderwerpen zig eenpaariglyk aan het beftuurvan den dapperen Ambrofïus Aurehanus. Vortigern leeft nog eenige jaaren in eenen Haat van vernedering. 477- De 469. Gothisch Ryk in Spanje11- Ricimer raakt welhaast in onmin met 470. zynen Schoonvader, en vat eindelyk open_ ., , ., tyk dc wapenen tegen hem op; doch Eurik breidt zyne wordt, door tusfenkomst van wederzydbezittingen in Gaulen fche Vrienden , weder met hem verzoend, uit, ten kosten der Romeinen, wien hy het 471. grootfte gedeelte van Berry ontneemt. Ricimer, bevreesd van een diergelyk lot te zullen ondergaan, als Aspar in het 474. Oosten, [zie aldaar 471,] vat andermaal de wapenen tegen zynen Schoonvader op De kommerlyke ftaat De Oosterfche Keizer Leo zendt den vanhetWesterschKei- Raadsheer Olybrius, om hen te verzoezer-Ryk geeft Eurik nen; doch deeze valt Ricimer toe, op de geleegenheid, om zig belofte van door hem tot den troon vermeester te maaken van heeven te worden. Ricimer wint een velddeGaulifcheProvincie flag op Anthemius, vermeestert en plunAuvergne; de eenige, dert Romen, en doet den Keizer verdie hem nog ontbrak, moorden; waarna hy in deszelfs plaats om volkoomen bezit- tot Keizer doet uitroepen ter te zyn van gansch Gaiüen, ten zuiden de OLYBRIUS. Rhone. Keizer Nepos, om erger voor te koo- Kort na deeze omwenteling overlydt men, fluit een verdrag Ricimer aan eene zwaare ziekte. OIv- met hem, waarby hy brius overleeft hem niet lang; waarna de die Provincie aan hem Ryks-troon eenige maanden leedig ftaat. afftaat. 477- De 473. Na den dood van Ricimer valt het voornaamfte gezag in handen van zynen Schoonzoon Gondebaud , den verdreevenen Bourgondifchen Koning, [xit Franlryk 479,1 door wiens bewerking tot Keizer verheeven wordt een'naauwèlyks bekend perfoon, genaamd GLYCERIUS. De nieuwe Keizer keert door geld een gedieigden inval van de Oost-Gothen af. [zie het Griekfche Ryk.} 474- De Oosterfche Keizer Leo, Glycerius niet hebbende willen erkennen, zendt een zyner Bevelhebbers en naastbeftaanden, Ju-* lius Nepos, met eenige troepen naar Italiën, om den Westerfchen troon te beklimmen. Glycerius wordt afgezet, en tot Bisfchop geordend, en in zyne plaats tot Keizer gekroond JULIUS NEPOS, 475- Nepos, een gedeefte van Gaulen aan de West-Gothen hebbende afgeftaan, [zie Sfanjen 474,] en het overige in veiligheid willende nellen, gelast den Bevelhebber Orestes, om met een Leger derwaards te trekken. Orestes, een onderneem end cn ftaatzugtig man. keert die rrcepen tegen den Keizer zelven, dien hy onttroont, en noodzaakt de vlugt te neemen naar Salone, alwaar [eene zeldzaame famenloop,) de vorige afgezette Keizer Givce- rius nevens hunne mannelyke kinderen, om het leven laat brengen, fpaarende alleen de twee dogteren van Chilperik; eene van welke de beroemde Clotilde is, naderhand de Gemalin van Clovis. Gondebaud verdeelt het Koningryk van Bourgondiën met zynen tweeden Broeder Godigiscle. [zie verder Spanjen.] 479. De de eenige Staaten, die de Romeinen nog in Gaulen overig hadden , onder den tytel van Bevelhebber der troepen van het Keizerryk, waarmede hy zig verzoent. Childerik, op den troon zyner Vaderen herfteld zynde, ontbiedt by zig de fchoone Bazine, Huisvrouw van den Koning der Thuringers, welke hy, met fchending van de rechten der herbergzaamheid, geduurende zyn verblyf in dat land, verleid had. Hy trouwt openlyk met haar tot algemeene ergernisfe; uit welk huwelyk naderhand de vermaarde Clovis gebooren wordt. De West - Gothifche Koning Theodorik wordt door zyn Broeder Eurik vermoord, die daarop den troon beklimt. 470. Childerik, zyne bezittingen in Gaulen uitbreidende, vermeestert al het Land aan geene zyde van de Loire, en verdry ft eenige Saxers, die, onder geieide van zekeren Odoacer, zig aldaar gevestigd hadden. De Bourgondifche Koning Gondiac overlydt, het Ryk nalaatende aan zyne vier Zoonen, Gondebaud, Godigiscle, Chilperik, en Gondemar; waarvan de twee jongften kort daarna den twee oudften den oorlog aandoen, die de vlugt moeten neemen. Gondebaud begeeft zig naar Italiën. [zie aldaar " 473-1 1 472- Childerik doet vrugtelooze pogingen, om de Romeinen geheelen-al uit Gaulen te verdryven. Echter verovert en plundert hy Angers, flaat een RomeinschCorps,en doodt deszelfs Bevelhebber met eigene handen. 474. Gondebaud komt uit Italiën te rug, en maakt zig welhaast zulk eenen aanhang, dat hy een fterk Leger op den been brengt, zvne  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op ben TEGENWOORDIGEN TYD. 4j en het gehele Wester-Ryk. Het GRIEK SCHE RYK, tn het Ooster, rins Bisfchop was, die echter zynen geweezen vyand edelmoediglyk behandelt. Orestes doet tot Keizer verkiezen zynen Zoon Romulus Augustus , om zyner jonkheids wille of fchimpshalven doorgaans genaamd AUGUSTULUS. De Wandaalfche Koning Genferik hernieuwt zyne ftrooperyè'n tegen het Griekfche Ryk; doch wordt door de bekwaamheid en braaiheid van den Keizerlyken Gezant Severus overgehaald, om eenen eeuwigduurenden Vreede met dat Ryk te fluiten, en tevens den Regtzinnigen in Africa vryheid van .Godsdienst-oeffening te vergunnen. • 476. Odoacer, een barbaarsch Veldoverfte, van onbekende herkomst, rukt met een groot Leger, meest beftaande uit Herulen, die het bovenfte gedeelte van Duitschland be. woonden, in Italiën , met oogmerk om zig met de zynen aldaar te vestigen. Orestes biedt hem dapperlyk het hoofd; doch zyne dwingelandifche regeering, in naam van zynen Zoon geöeffend, hem algemeen gehaat gemaakt hebbende, wordt hy .door veelen der zynen verhaten, zo dat hy dc vlugt moet neemen naar Pavia. Odoacer neemt die Stad ftormenderhand in, doet Orestes onthoofden, en wordt welhaast meester van geheel Italiën. Augustulus legt vrywilliglyk het Keizerlyk purper neder, en verkrygt niet alleen lyfsgenade; maar wordt edelmoediglyk door den overwinnaar . behandeld. Met hem eindigt het .Westersch Keizer-Ryk, 122.9. jaaren na de bouwing van Romen. Odoacer, de Keizerlyke eereteker.en naar Conftantinopolen zendende, vergenoegt zig met den tytel van Koning. 476. ODOA- willende benoemen, zo ontftaat 'er onder het volk, by wien de Ifaurtè'rs zeer gehaat'waren, zulk eenzwaar oproer, dat hy van zyn voornoemen moet afzien; en vervolgens tot opvolger benoemt zynen Kleinzoon Leo, Zoon van Zeno en Ariadne. 474- Leo, geduurende zyn bewind meer yver voor den Godsdienst, dan bekwaamheid in hetregeeren, getoond hebbende, zo dat men niet weete, waarom hem de Grieken den bynaam van den Grooten gegeeven hebben, overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Kleinzoon LEO II., de jonge, 5. Griekfche Keker. De jonge Vorst, of liever zyne Moeder Ariadne , zynde hy zelfs naauwely'ks vier jaar oud, doet Zeno tot Ryksgenoot benoemen, en iterft kort daarna, niet zonder vermoeden van vergif. ZENO, de isauriër, 6. Griekfche Keker. De nieuwe Keizer, zig in allerhande laagheedcn en fchandelyke misdryven toegeevende, wordt welhaast een voorwerp van algemeene verfoei- 475- De Oost-Gothifche Koning Theodomir [zie 473.J overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, den beroemden Theodorik, met recht den Held zyner eeuwe genaamd. De Keizerin Veiine, Weduwe van Leo I., maakt eene famenzweering tegen Zeno, die lafhartig naar li'auriën de vlugt neemt. De fnoode Bafiliscus maakt zig hierop, met behulp van zyne Zuster Verine, met geweld meester van den Troon. 47 6. Bafiliscus regeert, zo mogelyk, nog erger dan Zeno, en verwydert het hart zyner Zuster en verdere onderdaanen niet alleen van zig, maar maakt zig inzonderheid gehaat by de Geestelykheid, door het openlyk omhelzen en begunftigen der Ketteryé van Eutyches, en het bevorderen van derzelver voorftanders tot de hoogflewaardigheeden. De vermaarde Acacius, Bisfchop van Conftantinopolen, verzet zig tegen hem, en onderfteund door den berugten Daniël den Styliet, dieuiteenbygeloovigea yver zyn leven, op den top van een pyhar fleet, helpt hy het graauw op den been, 't welk Bafiliscus noodzaakt buiten de Stad te vlugten, en zig ten minften voor het uiteiiyke met dc Geestelykheid te verzoenen. Zeno, door zyne hndgenooten geholpen, tragt zig van die omftandigheid te bedienen,, om den troon weder te winnen; doch zyne eigene laf hartigheid doet dit ontwerp mislukken, Zwaare Brand te Conftantinopolen, waardoor onder anderen de vermaarde Bibliotheek r met 120,000. Boeken, in den asfche gelegd wordt, 477.. V«r i^cLwecvjosr-ij-otnncneiYonmgen, Videmir en Theodemir, zeer in vermogen toegenoomen zynde, maakenhet ftout ontwerp, om het Ooster- en Wester-Ryk te gelyk aan te tasten. Videmir trekt naar Italiën, doch overlydt onderweg. Zyn Zoon Videmir, door Keizer Glycerius voor eene zwaare fomme gelds overgehaald, om van de ondei neeming af te zien, begeeft zig naar Gaulen by de West-Gothen, met wien zyn volk wordt ingelyfd. Theodomir, door zynen dapperen Zoon Theodorik. onderfteund, behaalt zo veele voordeden in het Oosten, dat Leo. voor eene groote fomme gelds, en een gedeelte van lllyriën, den vreede moet koopen. Den Keizer, op lterk aanzoek van Ariadne, Zeno. tot zyn Opvolger daarvan, om de Vloot onverhoeds aan te tasten, die hy grootendeels door Branders vernielt. Bafiliscus, met fchande te rug gekeerd, wordt in ballingfchap gezonden; doch, door den invloed zyner Zuster, welhaast weder in's Keizers gunst herfteld. Leo, zyne Hovelingen, inzonderheid Aspar, mistrouwende, zoekt eene fteun by de Ifauriërs, eene woeste Natie Berg-bewooners in Afia. Hy lokt Zeno, een man van aanzien onder dezelven, doch zo gebrekkig van lichaam als geest, ten Hove, geeft hem zyne oudfte Dogter Ariadne ten huwelyk, en verheft hem tot Bevelhebber der troepen van het Griekfche Keizerryk. 469. Zeno ditjaardeBurgermeesterlyke waardigheid ontfangende, zo ontfteekt dit zodanig denayver en gevoeligheid van Aspar, dat hy een toeleg op zyn leven maakt, dien Zeno niet dan door de vlugt ontkomt. Leo, om zynen Schoonzoon voor een diergelyk gevaar te behoeden, zendt hem als Bevelhebber naar Afia; alwaar hy gevolgd wordt door een berugtëri roervink , den Monnik Petrus Fullo, die, door Zeno onderfteund, zig met geweld van den Bisfchoppelyken zetel van Antiochiën meester maakt, doch door den Keizer, des onderrigt, in ballingfchap gezonden wordt. 471- Aspar, eindelyk alle geduld verliezende , maant den Keizer openlyk aan, om zyne belofte te volvoeren. Leo, hem niet durvende wederftaan, verheft Aspars oudlten Zoon, Patricius , tot Caefar; doch doet kort daarna Aspar, en deszelfs tweeden Zoon Ardaburius, op eene verraaderlyke wyze, vermoorden. De jonge Crefar ontkomt het ter naauwernood , nevens nog een jonger Broeder. 473-  4<ï BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP bbr ALGEMEENE GESCHIEDENIS, DERDE TYDPERK. Van den Ondergang van het Wester-Ryk, tot aan de Stigting van het vermaarde Ryk der Lombarden in Italiën. Van den Jaare 476. tot den Jaare 568. ENGELAND, Schotland en Ierland. 477- D e gelukkige uitllag der onderneeming van Hengist noopt andere Duitfche Vorften,omzyn voorbeeldtevolgen. Aella, mede een Saxisch Prins, komt dit jaar met een Leger op de Zuidelyke kusten van Engeland, en tragt zig aldaar tevestigenjdoch ontmoet eenen heevigen tegenftand van den dapperen Arnbroiius. 4?,>De Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten: 477- Verine, en de beroemde Generaal ffius, vallen Zeno toe, die, door groote beloften, des dwingelands voornaamften Gunfteling Hermancius mede in zyne belangen trekt. Zeno , nevens zyne Gemalin Ariadne, in zegepraal te Conftantinopolen te mg koomende, wordt op den troon herfteld; waarop Bafiliscus de vlugt neemt in eene Kerk. Zeno belooft hem het leven niet te beneemen, wanneer hy die vryplaats verlaat. De ligrgeloovige Bafiliscus komt hierop te voorfchyn; doch wordt, nevens zyne Gemalin Zenonide, en kinderen , in een kelder opgefloten, alwaar hen, wel is waar, nier het leven, maar wel het levens-onderhoud , benoomen wordt, zo dat zy op eene ellendige wyze van honger fterven. De verraader Zeno , om van de vervulling zyner groote beloften ontflagen te zyn, doet Hermancius vermoorden; en, ten einde zyne ondeugden te minder in de oogen zouden fteeken, veinst hy eenen des te grooter yver voor den Godsdienst en deszelfs dienaaren. 478. Theodorik de Scheele, Vorst van een anderen OosrGothilchen tak, als de jonge Theodorik, de Amaler bygenaamd, de party van Bafiliscus toegedaan geweest zynde, beraamt eenen aanflag tegen het Ryk. Zeno roept den Amaler tot hulpe, dien hy, volgens het oude Gothifche gebruik, waarüit waarfchynlyk zedert de Orde der Ridderfchap is voortgefproot en, tot WapenZoon had aangenoomen. De jorge Theodorik trekt te velde, in de verwagting van de Keizerlyke troepen te ontmoeten, die 00 eene verraadeilvke wyze door Zeno te rug gehoucfen worden, ten einde de twee Vorsten eikanderen zouden vernielen. Doch het valt geheel anders uit; het verraad ontdekkende, verëenigen zy zig uit verontwaardiging tegen Zeno, die het gevaar niet ontkomt, dan door hen zwaare geldfommen, eerampren, en landen aan re bieden. Theodorik , de Scheele, laat zig hie' door tor den vreede beweegen; doch de ander, ne gens naar luisterende, verwoest byna gansch Thraciën. 479- Theodonk de Amaler maakt zig by verrasfing meester van Dyrrachium, (thans Durazzo,) Hoofdftad van en verftandig, dat de Volkeren veel winnen by deeze Staats-omwenteling. — Intusfen flyt de geweezen Keizer Augustulus zyne dagen in vreede en ftilte, onder het gebied van Odoacer zelven, die hem een aanzienlyk jaargeld toelegt, op een Landgoed, alwaar hy na verloop van eenige jaaren overlydt. 477- Odoacer zendt een gezantfchap naar den Oosterfchen Keizer Zeno, om deszelfs vriendfehap, en den tytel van Patricius te verzoeken; erkennende hem tevens als Opper-Souverein van Italiën, om onder dien fchyn zyn eigen gezag te beter te verzeekeren. De geweezen Keizer Julius Nepos zendt een diergelyk, om in het Ryk herfteld te worden. Zeno, met de zaak verleegen, erkent Nepos als wettig Keizer, doch onderfteunt hem niet, en begunftigt Odoacer, dien hy vreesde, met den verzogten tytel; waardoor de zaaken op den zelfden voet blyven als voren. Odoacer fluit een verdrag met Genferik, waarby die Vorst het Eiland Siciliën, waarvan hy een geruimen tyd lang meester geweest was, voor eene jaarlykfche fomme gelds aan hem afftaat. Na eene lange, en in veele, fchoon niet alle opzigten roemryke regee- FRANKRYK. SPANJEN, tn PORTUGAL. 479- 477- De WestGothen breiden De Suevifche hunne bezittin- Koning Remisgen uit in Gau- mond overleelen.ofFrankryk. den zynde, valt [zie Spanjen.] Eurik'in deszelfs 481. Chil- Staten,en maakt zig meester van geheel Spanjen; uitgezonderd alleen Galliciën, alwaar de Sueven, en Asturiën, alwaar de oude ingezeetenen van Spanjen zig nog blyven ftaande houden. 479- Eurik breidt, volgens een gefloten verdrag met den nieuwen Koning van Italiën , Odoacer , zyne bezittingen in Gaulen zodanig uit, dat hy meester is van de ganfche landftreek, tusfen de Loire en de Alpen vervat. 484. Eurik ITALIËN, en emgt.tegene Staaten. 476. ODOACER, Koning van itaiïeh. De Overwinnaar vestigt zynen zetel te Ravenna. Hy laat alle de wetten, ampten, en regeermgsform in ftand, vermindert de belastingen, herftelt den vreede en overvloed, toont zig, fchoon zelf een Arriaan, verdraagzaam omtrent den Regtzinnigen , en regeert , met een  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 47 ENGELAND, FRANKRYK. Schotland en Ierland. 4%l- 48 j. Childerik over¬ lydt, en wordt De Britten, opgevolgd door door hunne ge- zynen Zoon, den duurige oorlo- beroemden gen verzwakt, zigeengeruimen CLOVIS I., tyd ftil gehou- 5. Koning van den den hebbende , eerflen Stam. vatten met vernieuwde krag- De nieuwe Vorst, ten en met ver- flegts vyftien jaadubbelde woede ren oud , en door de wapenen op. eene onverzaaHengist, die in delyke ftaat- en zyne hooge jaa- heersch-zugt geren alleen voor dreeven, waaraan het behoud en hy alles opofferde verfterking de, beraamt het ■van zyn nieuw ontwerp, om zig Koningrykzorg. van geheel Frankde, nu nietdur- ryk meester te vende aantasten, maaken; ten weizo keeren zy zig ken einde hy de tegen de troepen vyf eerfte jaaren van zyner regeeringe _______ befteedt, om zig tot zulk eene gewigtige onderneeming in ftaat te fiellen. 486. De eerzugtige Clovis, raadzaam oordeelende, om den Romeinen, als by wier ondergang de verfchillende Volkeren in Gaulen (Franken , Bourgondiërs, West-Gothen, en Armoriërs,) een gemeen belang hadden, het eerst aan te tasten,rukt met een Leger naar Soisfons, alwaar de Veldheer Siagrius, [de 465,] nog het geringe overfchot der Roomfche magt, in Gaulen , handhaafde. Clovis verflaat hem in eenen bloedigen veldflag. Siagrius neemt zyne toevlugt by den Wesr-Gothifchen Koning Alarik; doch Clovis dreigt dien Vorst-met den Oorlog, indien hy hem niet overlevert; waarop Siagrius aan Clovis in handen gefteld, en onthoofd wordt. De weinige plaatfen, die het tot nog met de Romeinen hielden, worden hierop met weinig moeite door Clovis veroverd, die dus volftrekt een einde maakt aan de Roomfche Heerfchappy in Gaulen, en den zetel van zyn gebied van Tournay, of Doornik, naar Soisfons verplaatst. 491. De. SPANJEN, en ITALIËN, PORTUGAL. en omgdeegtne Staaten. 484. regeeringe, overEurik overlydt. lydt Genferik, en Hy was de eer- wordt opgevolgd fte Koning , die door zynen oudde Gothen, tot ften Zoon nu toe alleenlyk door gebruiken HUNNERIK, beftuurd, ge- i.Koningd.rWanfchreevene wet- daalen in Africa. lengaf.Hyword opgevolgd door Zyn Vader de zynen Zoon onvoorzigtige wet gemaakt hebbenALARIK II., de, dat de oudfte 8. West-Gothi- van zyn nageflagt fc/ie Koning. opvolger op den troon zyn zoude, 486. zo iaat Hunnerik, om dien voor zy[ZieFrankryk.\] ne kinderen te verzeekeren , zynen 490. Ala- Broeder vermoor, den. Voorhet ove¬ rige geeft hy zig over aan gierigheid, onderdrukking en weelde, en doet de Wandaalen welhaast hunne oorlogszugt en roem tevens verliezen. Inzonderheid woedt hy op eene heevige wyze tegen de Regtzinnigen. 480. Nepos wordt door twee zyner Officieren vermoord. Met hem vervalt de tytel van Westersch Keizer geheel-en-al. 483- Paus Simplicius overlydt, na op het einde van zyn leven in eene heevige twist geraakt te zyn met Acacius, Bisfchop van Conftantinopolen, die de waardigheid van zynen zetel poogde te verheffen tot een gelyken rang met dien van Romen. — Simplicius wordt opgevolgd door r e l 1 x n., 47. Paus. 484. De nieuwe Paus zet het verfchil met Acacius heevig voort. Dc twisten, in de Kerk ontftaan, [de het Griekfche Ryk 48z,] tenvoorwendfel neemende, heeft hy de ftoutheid van Acacius, die eene andere party trok, door een Concilie te laaten veröordeelen, en afzetten. Doch Acacius, zig hieraan weinig ftooreo.de, doet op zyne beurt den Paus jn Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. van Epirus, welk landfchap hy voorts geheel-enal aan zig onderwerpt. Zeno zendt een Leger tegen hem, 't welk hem belet zyne veroveringen verder uit te breiden. 481. Theodorik de Scheele maakt op nieuws heimelyke toerustingen tegen het Ryk, die echter verydeld worden door zynen verhaasten dood. De Oost-Gothen verëenigen zig hierop gezamenlyk onder den jongen Theodorik , die zig eindelyk door Zeno laat overhaalen, om den vreede weder te fluiten , en Dyrrachium af te ftaan; waarvoor hy eenige aanzienelyke eeretytelen , en een gedeelte van Neder-Dacien en Mccfiën ontfangt. 481. De berugte Monnik, Petrus Fullo , door de gunst van Zeno op den Stoel van Antiochiën herfteld, verwekt eenige nieuwe Godgeleerdeverfchillen, over het gebruiken van eenige uitdrukkingen in het vermaarde Trifagion, of Lofzang op de H. Drieëenheid. De Bisfchop van Conftantinopolen Acacius, en het ganfche Oosten , houden het met Fullo; doch de Roomfche Paus, en het Westen, verklaaren zig tegen hem. Zeno, deeze verfchillen uit den weg willende ruimen , geeft, op raad van Acacius, een vermaard gefchrift uit,, het Henoticon, of befluit van verëeniging genaamd , waarin hy bekragtigt, al wat in vorige Kerkvergaderingen tegen de Ketters befloten was. Doch dit hulpmiddel is zonder vrugt, wyl veele Regtzinnigen zelven dit gefchrift weigeren te ondertekenen , om dat zy met konden dulden, dat een waereldlyk Vorst geloofsregelen voorfchreef, cn zyn eigen werk ftelde in de plaats der jongfte befluiten van het Concilie van Chalcedon, 't welk hy zelf niet eens genoemd had. De gefchillen worden dus door dit gefchrift eer vermeerderd dan geftild. 483. [ Zie Italiën. ] 484. Ulus, die Zeno weder op den troon geholpen had , zig door den Keizer verwaarloosd ziende ,. verwekt uit misnoegen een opftand, en doet zekeren Leontius tot Keizer kroonen. Zy behaalen in den beginne eenige voordeden, [de ook Italun.i] 48^ ) De Oost-Gothifche Koning Theodorik, op verzoek van Zeno tegen de Muitelingen opgetrokken, verflaat hen gansch-en-al; waarop Ulus en Leontius hunnen opftand met den hals moeten boeten. De Bulgaaren, eene tot nog onbekende barbaarfche Natie, de oevers van de Wolga bewoonende, doen eenen inval in het Keizerryk; doch worden door Theodorik verdreeven. De  48 BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS ENGELAND, Schotland en Ierland. van Aella, wien zy zodanig in het naauw brengen, dat hy zig in eenige verfterkte plaatien moet opfruiten. 488. Hengist overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon Escus, tiveeden Koning van Kent. Deezen Vorst den vreede boven den oorlog verkiezende, begeeven verfcheidenen zyner oorlogzugtige onderdaanen, en anderen nieuw-aangekoomene Saters,zig onder de vaandelen van Aella, die daardoor in ftaat gefield ■wordt, om zyn geleeden verhes te herftellen. 49 h. Aella, verfcheidene voordeden 'op de Britten behaald hebbende, verovert eindelyk de voornaamfte Britfche Vesting, Andred-Ceaster, en doet de ganfche bezetting over de kling fpringen. Zig nu van de landftreek, waarin hy zig gevestigd had, (het tegenwoordige Susfex, en een gedeelte van Surrey, nitmaakende,) volkoomen meester achtende, neemt hy den tytel van Koning aan, en ftigthet Koningryk S U S S E X, zynde het tweede van de Heptarchie. 49 v Cerdik, een derde Saxisch Prins, komt met een nieuw Leger op de Zuidelyke kusten v an Engeland, om zig insgelyks aldaar te vestigen. Zo als hy voet aan land zet, wordt hy door de Britten aangetast, die hy echter, na een heevig gevegt, op de vlugt flaat (*_). — Dc vyande- _ (*) Deeze Cerdik, uit e:n der aanzienelykfie Saxifche gejlagtcn voortveffrooten, wordt gehouden voer de Stamvader der Engclfche Koningen, die, na de vernietiging der Heptarchie, «ver geheel Engeland het bewind voerden. De troef tn, die hy met zigbragt, beft-,nden voo. nam-nlyk uit eenen Saxifchen Stam, Anglcn <-ƒ Englen genaamd, waarna men met reden vist, dat zedert het geheele Ryk Engeland , en de ingezeetenen Anglo-Saxen, en vervolgens Engelfchen geheeten zyn. FRANKRYK. 491. DeThuringers, eene Duitfche Natie, doen een inval in de Staaten van Clovis, die hen te gemoet trekt, verflaat, hun land plundert, en hunnen Koning aan de Franfche Kroon cynsbaar maakt. 493- Clovis trouwt met de beroemde Clotüde, Nigt van den Bourgondifchen Koning, Gondebaud. Deeze fchoone en deugdzaame Prinfesfe, eene yverige Christinne, tragt haaren Gemaal, die, nevens alle de Franfchen, nog het Heidendom was toegedaan , tot het Christelyk geloof over te haaien; en, fchoon zy. voor als nog daarin niet flaagt, behandelt Clovis echter de Christenen en hunne Bisfchoppen zeer gunftig en edelmoedig; hen zelfs beloovende, van zyne kinderente zullen laaten doopen. Voor zig zelven meer voor oorlogs-, dan Godsdienst-zaaken yverende, vermeestert hy de Provinciën, tusfen de Somme, Seine, en Aisne geleegen. 496. DeAUemannen [zie 407,] vallen inhet gebied van Clovis, om tig aldaar te vestigen. Die Vorst rukt hen tegen, en ontmoet ze in de vlaktens van Tolbiac, ofZulpich, alwaar een zeer Woelige veldflag gehouien wordt. De Fran- < dien aan het wyken 1 •aakende, roept Clo- ' ós in den nood den- 1 God SPANJEN ITALIËN, en PORTUGAL. in den ban. Hieruit ontftaat eene ge490. heele fcheuring tusfen de Oosterfche, of Griekfche , en Westerfche , of LaAlarik fluit een ver- tynfchc Kerken, drag van vriendfehap ■ Hunnerik overlydt, en wordt op<*emet den beroemden volgd door zyn Broeders Zoon ° Oost-Gothifchen Koning Theodorik, en GONDAMO ND, zendt hem een fterk 3. Koning der Wandaalen in Africa. Corps troepen, om hem die op eene waardiger wyze regeert, en . de vervolgingen tegen de Regtzinnigen doet ftaaken, hen in het bezit hunner Kerken heiftellende, en hunne gebannene Bisfchoppen te rus roepende. * 487. De Rugen, eene Natie, aan de overzyde van den tegen- woordigen Adriatifchen Golf woonende, ftroopen in Italiën. Odoacer trekt hen tegen, verflaat hen in een Moedigen v Jdflag, en doet hunnen Koning onthoofden.. De Zoon van dien Vorst vlugt naar den beroemden Oost-Gothifdien Koning Theodorik, [zie het Griekfche Ryk, zedert 475, inzonderheid 487 ,] en dringt fterk by hem aan, om tegen Odoacer op te trekken, en Italiën te veroveren. 488. Theodorik gaat naar Italiën op marsch, niet alleen door zyne troepen, maar ook door byna zyne ganfche Natie, Gry-. zaards, Vrouwen , en Kinderen , gevolgd. De Gepiden , door Odoacer opgerokkend, willen hem den doortogt betwisten , doch worden geflagen. 489. Na een moeijelyken togt komt Theodorik behouden in Italiën. Odoacer trekt hem met een talryk Leger tegen, doch krygt in twee Veldflagen, de eene by Aquilea, de andere by Verona, de nederlaag. Hy neemt hier op de vlugt naar Romen ; doch, aldaar afgeweezen wordende, werpt hy zig in Ravenna. 490. , Odoacer, nog eene kans willende waagen, levert Theodorik ten derdenmaal flag aan de oevers van de Adda; doch, wederom de nederlaag krygende, fluit hy zig op in Ra venna, welke plaats wel veifterkt, en overvloedig van levensmiddelen voorden was. Theodorik flaat het beleg om die Stad, en maakt dg van alle de toegangen tot dezelve meester. 491. Paus Felix, tot het einde van zyn leven toe zig niet met le Griekfche Kerk hebbende willen verzoenen, ten zy de raam van den intusfen reeds geftorven Acacius op de heilige Registers werde uitgefchrapt, waartoe de Griekfche Kerk niet >vilde verftaan, overlydt, en wordt opgevolgd door gelasius, 48. Paus. :en man, naar den tyd, waarin hy leefde, niet ontbloot van ;elcerdlieid, die het eerst een Decreet uitgaf ter bepaaling van ^anonyke en Apocryphe Boeken der Heilige Schrift, en van le regtzinnige Schryveren, zedert Kerk-vaders genaamd; doch van  an CONSTANTINUS den GROOTEN af Tot óp dïn TEGENWOORDIGEN TYD. <,« en omgeleegene Staaten. van wien men verder niets merkwaardigs weet, dan zyne halttarrigheid in het voortzetten der gefchillen over Acacius, waaróm hy ook door de Griekfche Kerk in den ban gedaan wordt. 493- Na een hardnekkig beleg van derde-half jaar, Wordt Odoacer door gebrek aan levensmiddelen genoodzaakt, eene onderhandeling met Theodorik aan te gaan. 'Er wordt een verdrag gefloten , volgens het welk Odoacer alles afftaat, en alleen de eer der Koninglyke waardigheid behoudt; doch kort daarna wordt die ongelukkige Vorst, een beter lot waardig, door Theodorik verraaderlyk omgebragt; eene daad, die men als ltaatkundig noodzaakelyk heeft willen verfchoonen, doch echter eene weezenlyke vlek is in het karakter van dien anderfins roemwaardigen Vorst. Dus wordt het Oost-Gothisch Ryk in Italiën geftigt, 't welk 60. jaaren geduurd heeft. [z,ie hier onder 454.] THEODORIK, de groote, i. Oost-Gothifche Koning. De nieuwe Vorst vestigt zynen zetel te Ravenna , en vangt eene regeering aan , zo volmaakt als 'er geen voorbeeld is in de gefchiedenisfen. Hy laat aan de Romeinen hunne wetten en gebruiken behouden, en behandelt hen op gelyken voet als zyn eigen volk, waaraan hy niet meer dan een derde der landeryën geeft. Hy neemt de bediening van het recht zeer ter harte, vermindert de fchattingen, bezorgt vreede, overvloed , en veiligheid, verbiedt de tweegevegten en diergelyke woestheeden, befchermt en begunstigt de weetenfehappen en fraaije-letteren , kiest verftandige en braave Staats-dienaaren , onder anderen de beroemde Boëthius en Casfiodorus, toont zig verdraagzaam in het ftuk van Godsdienst, den Arriaanen, waartoe hy behoorde, geenerleyë voorrechten gunnende boven de Regtzinnigen, of Catholyken, en houdt de nabuurige Vorsten in bedwang door eené wyze ftaatkunde, en wel overlegde verbintenisfen. Onder zulk een beftuur herneemt Italiën zyn ouden luister; terwyl de naauwe verëenigifig'tusfen de Romeinen en zyne Gothen aanleiding geeft tot die verbastering der Latynfche taal, waaruit de Italiaanfche is voortgefprooten. 496. Paus Gelafius overlydt, en wordt opgevolgd door 1 anas tasius ii. , 49. Paus. die , veel vreedclievender dan zyne Voorzaaten , J zelfs de eerfte flappen doet tot eene verzoening met de Griekfche Kerk, zendende ten dien einde gezanten naar het Oosten; doch niet lang genoeg leeft, om den uitflag zyner welmeenende pogingen te zien. l I. D E E U Het GRIEKSCHE' RYK, en het Oosten. De Perfifche Koning Perofus fneuvelt in oen oorlog tegen de Hun» nen, en wordt opgevolgd door zyn Broeder oeale, agttienien Koning van Perfiën. 487. De Oost-Gothen, gewoon van oorlog en roof te leeven, morren openlyk over de werkeloosheid, waarin zy, door de vriendfehap van hunnen Vorst met het Ryk, gehouden worden. Theodorik, dl gevolgen van hun misnoegen vreezende, veinst de belangen van Zeno te verzaaken, en voert hen aan tegen Conftantinopolen. Dc verfchriktc Zeno wordt door den Gothifchen Vorst zelven, in een heimelyk mondgefprek, gerust gefield. Doch, om zyn Volk te bevreedigen, eischt Theodorik, dat hy hem verlof geeve, om Italiën te vermeesteren, en het recht, dat hy als Roomsch Keizer daarop had, aan hem affta. Zeno befluit hiertoe gereedelyk, en doet hem de over-, dragt; doch het is een gefchil onder de oudheid-kundigen, of dezelve* volftrekt, dan wel als leenroerig van het Keizer-Ryk geweest zy. Theodorik keert hierop te rug, om de nodige toerustingen tot zyne onderneeming te maaken. [zie verd.r Italiën.~\ 489. Obale wordt om zyne lafhartigheid afgezet, en opgevolgd door Wy* len Perofus Zoon caëadcs, negentiend.n Koning vanPerfiën. 491. Zeno, zig op het einde van zyn leven meer en meer door onrechtvaardig- en wreedheeden gehaat én verachtelyk gemaakt, en vrugteloos gepoogd hebbende, om zynen Broeder Longinus tot zyn opvolger te verklaaren, overlydt. Longinus geeft de hoop van het Keizerlyk bewind niet op; maar zoekt zig, door behulp van zyne landsgenooten, de Ifauriërs, met geweld op den troon te zetten; doch Zeno's Weduwe, Ariadne, komt hem voor, en doet de keuze vallen op zekeren Anastafïus, een man van geringe afkomst, en flegts een ondergefchikt amptenaar van 't Hof, doch een grooten gunsteling van Ariadne, die zig met hem in het huwelyk begeeft. Ondertusfen weigert Euphemius, Bisfchop van Conftantinopolen, den benoemden Keizer te krooneri, uit hoofde van deszelfs bekende verknogtheid aan de Kettery van Eutyches, en laat zig niet eerder tot het verrigten dier plegtigheid'over- ■ haaien, dan na dat Anastafïus openlyk eene regtzinnige gcloofsbelydelis heeft overgeleverd. ANASTASIUS, 7. Griekfche Keizer. De nieuwe Keizer was een zwak Vorst, en, gelyk zonder groote ;ebreken, zo ook zonder groote deugden. Dit, en de onbeftendigheid 'an zyn karakter, is oorzaak, dat hy doorfommigen der onpartydigf.e khryveren zelven als een zeer goed, door anderen als een flegt Vorst s afgemaald. Ondertusfen deed hy het Ryk veel dienst, doorhethandïaaven der gerechtigheid, het affdiaffen van de gevegten tusfen menfehen :n wilde beesten , en het vernietigen van eenige drukkende belastingen. De Renfpeclers in twee partyën, de groene en blaauwe, verdeeld zynle , en het volk met ongemeene drift de eene of andere aanhangende , ïeeft Anastafïus de onvoorzigtigheid, van zig voor eene v an beiden te ,-erklaaren , 't welk de andere zodanig verbittert, dat'er een geweldige sploop te Conftantinopolen ontftaat, waarby veifchcidene meiifchen. heuvelen, en een gedeelte der Stad in kooien gelegd wordt. 49z. Longinus, zyne aanflagen blyvende voortzetten, wordt door Anasafius naar Egypten gebannen, en alle de lfaunèrs de Stad uitgejaagd. • Deeze G  jo BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. Schotlanden Ierland. God zyner Gemilinne aan, en doet eene gelofte delykheeden wor- van Christen te worden, zo hy de overwinning den zedert, van tyd behtalt. Het gebed wordt verhoord, de Alletot tyd, met byna mannen verflagen, te rug gedreeven, en hun land gelvk'voordeel van verwoest. Clovis laat zig vervolgens onderwybeide kanten voort- zen, en te Reims, door den heiligen Remi, doogezet. pen. Een groot gedeelte van zyn volk volgt zyn 508. Cer- voorbeeld. Wyl omtrent dien tyd alle de Chris• ten Vorsten (eenige weinigen van minder aanzien, als die der Britten en Schotten, niet gerekend zynde,) eene of andere ketteryë waren toegedaan, en Clovis alleen het regtzinnige of Catholyke Geloof omhelsde, zo is het van hem , dat de Franfche Koningen den tytel voeren van Aller-Christelykfte Majefteit, en oudden Zoon der Kerke. 497. - De Armoriërs, mogelyk voor de magt en eerzugt van Clovis bedugt, verëenigen z:g vrywilliglyk met de Franken, en onderwerpen zig aan het gebied van Clovis; onder voorwaarde van hunne eigene wetten te mogen behouden, en onder hunne eigene Vaandelen te ftryden. De verdere Volkeren, langs de oevers van den Rhyn en Maas, in de tegenwoordige Nederlanden woonagtig, gaan een gelyk verdrag aan; 't welk geleegenheid gaf tot het maaken van de vermaarde zogenaamde Rifuarifche, of Oever-Wet. 5C0. Gondebaud, Koning der Bourgondiërs, raakt in onmin met zvn Broeder en Ryksgenoot Godigiscle, wien hy van deszelfs aandeel iii het gebied tragt te berooven. Godigiscle neemt zvne toevlugt tot Clovis, die zig greetig van deeze geleegenheid bedient, tegen Gondebaud optrekt, hem verflaat, en vervolgens noodzaakt, om het gebied weder met zynen Broeder te deelen; echter beiden alleen als leenroerig van de Kroon van Frankryk. 501. Gondebaud maakt zig van geheel Boureondiën meester, door zvnen Broeder verraaderlyk te laaten vermoorden, en ftaat tegen Clovis ©p, om zig van zyne leenroerigheid aan dien Vorst te ontheffen. Clovis rukt met een fterke Legermagt tegen Gondebaud, houwt deszelfs Leger m ftukken, en berooft hem van alle zvne Staatendoch kort daarna herftelt hy hem weder in het gebied, zonder dat men met zeekerheid weete, uit welke beweegreden (*). 507. De eerzugtige Clovis, zyn ontwerp voortzettende, keert zyne wapenen tegen de West-Gothen, en verklaart hen den Oorlog', onder voorwendfel, van geene Ketters in Gaulen te kunnen dulden. Derzelver Koning Alarik voert een fterk Leger tegen hem aan. Zy leveren elkander flag in de vlaktens van Vouillë, niet verre van Pbitierswaarin de West-Gothen de neerlaag krygen, en Alarik eigenhandig door (*) De meeste Franfche en andere Schryveren melden, dat Clovis een verbond floot met d n beroemden Oost-Gothifchen Koning Theodorik, om nzamenly\ aan Gondebaud den Oorlog aan te doen; döch de geleerde Abt Mu»ton heeft de valsheid van dit gevoelen daidelyk aangetoond. SPANJEN en PORTUGAL. hem te ondeifteunen in zyne ondemeeming tegen Italiën. [zie aldaar.] 505. en 5c6. Alarik, zig toeleggende om de Gothen meer en meer te befchaaven,laat door den beroemden Rechtsgeleerden Aniën, ofAniënus, een uittrekfel maaken uit het Wetboek van den Oosterfchen Keizer Theodofius , [zie het Griekfche Ryk 438,] en beveelt, dat men hetzelve tot een algemeenen rigtfnoer neeme, in het uitfpreeken van vonnisfen. 507. De West-Gothen worden dit jaar door den Franfchen Koning Clovis uit Gaulen verdreeven , en hun Koning Alarik gedood, [zie Frankryk,} welke in het Ryk wordt opgevolgd door zynen natuurlyken Zoon G ES ALRIK, 8. West-Gothifche Koning. Alarik het een wettigen Zoon na, Amalarik geheetcn , die, uit hoofde van zyne jongheid, voor als nog van de Ryks-opvolging werd uitgefloten. 508. De De tegenparty van Sv mmachus befchuldigt hem van zwaare misdaaden, en vernieuwt de vorige onlusten; om welken te flillen Theodorik in perfoon te Romen komt, en tegen het volgend jaar een Concilie by een roept, om de aanklagte tegen den Paus te onderzoeken. 501. Na het vertrek van Theodorik worden de re"chillen met zo veel woede voortgezet, dat, in - een ITALIËN, Gondamond overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Broeder THRASAMOND, 4. Koning d>r Wandaalen in Africa. die zyn aanzien en vermogen merkelyk vergroot door een huwelyk met Amalafrede, Zustervanden Oost-Gothifchen Koning Theodorik, welke hem een gedeelte van Siciliën ten bruidfehat medebrengt. 498. Paus Anastafïus overlydt. 'Er ontftaat eene geweldige fcheuring over de verkiezing van eenen opvolger; verklaarende eene party zig voor den Diaken Sy mmachus, en eene andere voor den Priester Laurentius. De twist loopt zo hoog, dathetaan verfcheidenen het leven kost. Eindelyk komt men overëen , om de zaak voor Koning Theodorik te brengen, die ten voordeele van Symmachus uitfpraak doet. ■ symmachüs, jo. Vans. 499- Theodorik , diergelyke tweefpalt, in het vervolg, willende voorkoomen, doet een Concilie vergaderen, waarin bepaald wordt, dat voor wettig verkoozen Paus zal gehouden worden, die de meeste Hemmen heeft van de Geestelykheid; wordende hierdoor aan de Leeken hun recht van mede te ftemmen ontnoomen. 500.  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. rl tn omgeleegene Staaten. Ket GRIEKSCHE RYK, tn het Oosten. een der menigvuldige gevegten tusfen de beide partyën, Symmachus zelf gekwetst raakt. Intusfen vergadert het Concilie, 't welk, na dat de Paus zig met eede gezuiverd heeft, hem van alle fchuld vryfpreekt. By die geleegenheid beweert Symmachus, voor de eerftemaal, de onfeilbaarheid van den Roomfchen Stoel. De Gothen en Romeinen tot dus verre elk volgens zyne eigene afzonderlyke wetten beftuurd zynde, 't welk in den beginne een voorrecht geweest,doch,naarmaate deeze twee Natiën zig naauwer verëenigden, een weezenlyke last geworden was, zo laat Theodorik eene verzameling van wetten maaken, voor het grootfte gedeelte naar die der Romeinen gefchoeit; welk nieuw Wetboek tot een algemeen rigtfnoer aan beide deeze Volkeren wordt voorgefchreeven, en tot aan den inval der Lombarden heeft Hand gegreepen. 50j. Theodorik bedient zig van eenige onlusten in Pannoniën, om een Leger derwaards te zenden onder bevel van den Generaal Pitzia,die de troepen van den Oosterfchen Keizer, Anastafïus, verflaat, de ganfche Provincie verovert, en onder het gebied der Oost-Gothen brengt. Pitzia, om te toonen dat hy alleen ftrydt uit zugt tot roem, verbiedt zyne troepen, om eenige buit te maaken, enlaatdegefneuvelden in hunne volle wa- Deeze woeste Natie, over dien hoon verbitterd, vat de wapenen op, doch wordt door 's Keizers troepen geflagen. Zy blyven echter nog fterk genoeg , om geduurige invallen in het Keizer-Ryk te doen. [km ook Italiën.] 497- Na eenen zesjaarigen oorlog worden de Ifauriërs eindelyk gansch-en-al verflagen, en het gering overfchot dier Natie hier en daar verftrooid. Het was in deezen Oorlog, dat Justinus, die Anastafïus in het Keizer-Ryk opvolgde, het eerst een naam begon te maaken. De Zoon van een armen Landbouwer, op de grenzen van Thraciën, ongeöeffend en onkundig, had hy zyne jeugd in zyn's Vaders beroep doorgebragt, en eindelyk hetzelve verlaaten, om een beter lot te zoeken; begeevende zig ten dien einde, onder de regeeringe van Leo, in den krygsdienst, waarin hy zo veele blyken van dapperheid en verdienden gaf, dat hy langzaamerhand opklom tot verfcheidene hooge waardigheeden, die hem naderhand tot den Troon zelven den weg baanden. 498. Eenige benden Saraceenen, telkens tot op het grond-gebied van het Keizer-Ryk koomende ltroopen, cn Vrouwen, Kinderen, ja zelfs de Monniken en Kluizenaars (wier getal, door verkeerde begtippen wegens den waaren aart van den Godsdienst, dage'lyks toenam,) vermoordende of gevangelyk met zig voerende, zo trekt de Stedehouder van Palaeftina eindelyk tegen hen te velde, en verflaat dien woesten-tioep gansch-en-al. 499- De Bulgaaren doen weder eeri inval in het Ryk, en verflaan een Leger, onder bevel van Aristus tegen hen gezonden; waarna zy met eene groote buit te rug keeren. 501. De partyfehappen der Renfpeelers [««401,1 verwekken weder zulk een verfchrikkelyk oproer, dat meer dan 3,000. menfehen daarby om het leven raaken, zonder dat de Keizer eenige maatregelen neemt, om deeze wanördens voor te koomen. Anastafïus heeft de edelmoedigheid van eene zo fchandelyke als drukkende belasting af te fchaffen, welke, zedert de tyden van Conftantinus den Grooten , onder den naam van Chryfargyron, geheeyen werd op alle Trafyken of kostwinningen, de laagfte en fnoodfte zelven niet uitgezonderd, als daar zyn het Bédelen, en het houden van Bordeelen. Ter zelfdcr tyd verbiedt hy het verkoopen der ampten, en het geeven van gefchenken, by de bevordering tot eenig ampt; gelyk mede de wreede gewoonte, van menfehen, in de openbaare Schouwfpelen, te laaten vcgten met wilde Dieren. Deeze uitmuntende bevelen worden door het grootfte gedeelte der ingezeetenen van het Ryk met ongemec- G 1 ne toejuiching ontfangen, en zelfs op fommige plaatfen Feesten ingelteld, om de gedagtenisfa daarvan jaarfyks te vieren. jbi. Anastafïus raakt in oorlog met den Perfifchen Koning Cabadès. Die Vorst, van flegte zeeden, had verfcheidene verfoeijelyke misbruiken, onder anderen de gemeenfehap der Vrouwen, willen invoeren. Uit dien hoofde in den jaare $00. door de zynen afgezet, en in eene gevangenis gefloten, was hy op eene listige wyze ontvlugt, en vond niet alleen eene fchuilplaats by de Hunnen , maar werd ook, het volge nd jaar, door hen op den troon herfteld. Door tegenfpoed geleerd, vangt hy de regeering op een beter voet aan; verleenende zelfs vryheid van Godsdienst aan de Christenen in zyne Staaten. Om zig op eene andere wyze beezig te houden, wendt hy zyne wapenen tegen het Keizer-Ryk. Tot een voorwendfel vordert hy eene zwaare fchatting, die hem geweigerd wordt; waarop hy eensklaps in Mefopotamiën rukt, en het beleg flaat om Amida, vermaard door haaren heldhaftigen tegenftand tegen wylen Koning Sapor. Dc ingezeetenen dier Stad verdeedigen zig thans niet minder dapperlyk, en ftellen alle de pogingen vaa Cabades te leur. 503. _ Na een langduurig hardnekkig beleg, maakt Cabadès zig eindelyk door een verborgen toegang onder den grond, die n%ar een toren liep, alleen door dronke Monniken bewaard, meester van de Stad, en doet meer dan 80,000. ingezeetenen over de kling fpringen. — Eene fterke bezetting agter laatende, rukt hy al verder de Provincie in. Anastafïus zendt een talryk Leger tegen hem; 't welk echter, door het misveiftand onder de Bevelhebbers, niets van belang uitvoert. 504. De troepen van Anastafïus flaan het beleg oni Amida; doch kunnen die plaats niet bemagtigen. De wederzydfche Legers houden elkander in bedwang, zo dat 'er weinig verrigt wordt. jcy. Anastafïus, den oorlog moede, koopt den vreede voor eene zwaare fomme gelds, waaróp Amida aan hem te rug gegeeven wordt, juist toen die plaats tot zulk eene engte gebragt was, dat ze het geen week langer had kunnen ui. houden, en hem dus van zelve zoude in handen gevallen zyn. Hy verliest dit jaar Pannoniën. [zie Italiën.] 507. Om het Ryk tegen de invallen der Barbaaren te verdeedigen, laat Anaïtafms de veimaarde muur  5-i BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schtland en lerlani. FRANKRYK. SPANTEN en PORTUGAL 508. Cerdik, meer tegenftand by de Britten gevonden hebbende , dan zyne voorgangers, verzoekt eindelyk den byftand der Koningen van Kent en Susfex, en ontfangt tevens eene aanzienlyke verfterking uit Duitschland. Hierop zoekt hy de Britten op , levert hen flag, en behaalt eene groote overwinning. Meer dan 5,000. Britten, waaronder hunne dappere Vorst Ambroiius Aurelianus, die, niettegenftaande zyne hooge jaaren, deezen Yeldtogt in eigene perfoon had ■willen bywoonen, fneuvelen; de rest neemt de vlugt naar het gebergte. De Britten, nu tot de uiterfte engte gebragt, verheffen tot den Troon den dapperen en vermaarden Arthur, Prins of Vorst van eene kleine Brhfche landftreek, en die reeds met grooten roem onder Ambrofïus gediend had. Deeze Arthur is de Held van een aantal oude Romans, alwaar hy voorkomt als de infteller van de vermaarde Ridders van de ronde tafel. De dapperheid en krygskunde van Arthur herftellen voor een korten tyd de zaaken der Britten, die dit jaar eene groote overwinning Op Cerdik behaalen, waar by twee .van deszelfs Zoonen fneuvelen. 512. Escus overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon Octa, derden Koning van Kent. 514. Cerdiks Leger wordt vermeerderd door een zeer groot aantal Saxers, onder aanvoering van twee zyner Neeven tot hem overgekoomen. De Britten, nu alle hoop opgeevende, fluiten een verdrag met hem, waarby zy de tegenwoordige Graaffchappen Hants, Dorfet, Wilts, Berks, en het Eiland Wight, hem in eigendom afftaan. Cerdik, nu den tytel van Koning aanneemende, ftigt aldaar het Komngryk W E S S E X, a>yndehet'derde van de Heptarchïe. Aella door Clovis van het paard genikt en gedood wordt. De West-Gothen worden hierop geheel uit Frankryk verdreeven, en Clovis breidt zyn gebied uit van de Loire tot aan het Pyreneesch gebergte. 508. De Oost-Gothifche Koning Theodorik , voor de toeneemende grootheid van Clovis vreezende, en aan de belangen der West-Gothen verknogt, [zie Spanjen,] vat de wapenen op , en ftuit Clovis in zyne overwinningen. Die Vorst, tot nog toe altoos gelukkig, oorlogt onvoorfpoedig, en verliest onder anderen eenen veldflag by Arles, beneffens een gedeelte zyner op de WestGothen veroverde Staaten. [zie Spanjen.] S°9- Clovis zig een weinig herfteld hebbende, en Theodorik zelven den vreede verlangende, [zie Sp.m'en,] zo fluiten zy een verdrag, volgens het welk zy eikanderen in het wettig bezit hunacr veroveringen erkennen. 510. Clovis ontfangt van den Oosterfchen Keizer Anastafïus den eertytel en cieraaden van Patricius. [zit het oosun 330.] Hy maakt Parvs tot de Hoofdftad van zyn gebied, en zyn eigen Rykszetel. Door zyne vorige nederlaag wrevelig van geest geworden, flaat hy over tot wreedheid en bloeddorstigheid; doende verfcheidene Prinsfen van zyn gefiagt venaaderlyk vermoorden , en derzelver kleine Staaten zig eigen maakende, waardoor hy meester wordt van gansch Frankryk , uitgezonderd Bourgondiën, en de Staaten van Theodorik; om welke euveldaaden te boeten hy , volgens de bygeloovigheid dier tvden , eene menigte Kerken en Kloosters ftigt, die hy met ryke gefchenken begiftigt. 511. Clovis, een Concilie te Orleans hebbende faamgeroepen, ter regeling van Kerkelvke zaaken, (zynde dit het eerfte, dat onder de Franfche Regeering plaats had,) overlydt; na alvorens het Ryk tusfen zyne vier Zoonen verdeeld te hebben. In dat van Parys, of het eigenlyke Franfche Ryk, wordt hy opgevolgd door zynen Zoon CHILDEBE RT, 6. Koning vanden eerjlen Stam. _ Clodomir krygt het Ryk van Orleans; Clotans dat van Soisfons; en Clovis natuurlyke Zoon, Theodorik, dat van Auftrafiën (*); welke vier Ry- (*) Bet geheele Franfche Ryk, 't welk toen verfcheidene Landfckappen bevattide, welken thans met- meer tot 508. De beroemde Oost-Gothifche Koning, Theodorik, moederlyke Grootvader van den jongen Amahrik , vat de wapenen voor deszelfs belangen op; en zendt een fterk Leger tegen Clovis, onder bevel van den Generaal Ibbas, die het Franfche Leger by Alles verflaat, en geheel Provence, het Narbonneefche, en een gedeelte van Aquitaniën herovert. 509. Theodorik ontflaat zig van den Oorlog met Clovis, door het fluiten van een verdrag, waarby zy elkander in het wettig bezit hunner wederzydfche veroveringen erkennen , en keert vervolgens zyne wapenen tegen Gefalrik, om dien Vorst te onttioonen. De Generaal Ibbas wordt met een fterk Leger naar Spanjen gezonden. 510. Gefalrik, door een gedeelte der zynen verhaten, die de belangen van Theodorik en Amahrik aankleefden , neemt de vlugt en begeeft zig onder de befcherming van den Waadaalfchen Koning, Thrafamond. Alles onderwerpt zig hierop aan Theodorik , die zynen kleinzoon Amahrik naar Spanjen zendt, onder opzigt van den zedert zo. beroemden Theudis. . 511» ,. Gefalrik, zig eenige maanden lang fchuil gehouden hebbende, rukt in Spanjen, met alle de troepen , die hy intusfen had kunnen verzamelen; doch hy wordt door Ibbas geflagen , en van het leven beroofd. Amahrik nog te jongzynde , om zeif te regeeren , zo neemt Theodorik de Kroon voor zig; veiëenigende dus in zyne perfoon het gebied beide over de Oost- en West-Gothen. THEODORIK III., 9. West-Gothifche Koning. De nieuwe Vorst, zelf in Italiën zyn verblyf houdende, benoemt Theudis tot zynen Stedehouder in Spanjen, «n tevens tot .Voogd  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD « ITALIËN, en annleegcne Stunten. wapenrusting en kleeding op het flagveld liggen. 508. Anastafïus, zig over het verlies van Pannoniën willende wreeken, zendt eene Vloot naar Italiën, welke aldaar langs de kusten eehige verwoestingen aanregt; doch wel ras door eene veel fterker Vloot van Theodorik verdreeven wordt. 5-08. en 509. [Zie Frankryk.] [Zie Spanjen.] 512. Paus Symmachus wordt door deOosterfche Bisfchoppen ernftig tot eene verzoening der wederzydfche Kerken aangezogt; doch hy wil daar niets van hooren, ten zy men hem eerst te wille zy omtrent het uitfchrappen van Acacius naam; 't welk de Oosterfchen volftrekt blyven weigeren. 514- Paus Symmachus overlydt, en wordt opgevolgd door HORMISDAS, 51. Paus. De Oosterfche Keizer , Anastafïus, doet voorilagen aan den Paus, om alle de verfchillcn in de Kerk door een algemeen Concilie te verëffénen; doch de Paus matigt zig zo veel geeste- Het G R I E K S C H E RYK, en het Oosten. muur bouwen, welke zig op 13. mylen afftands van Conftantinopolen, van de Zwarte Zee tot de Propontis, uitftrekte, overal 20. voeten dik, en met een menigte torens verfterkt was. 508. en 510. [Zit Italiën en Frankryk.] *"< Dit jaar ontftaat 'er een allerysfelykst oproer te _ Conftantinopolen, by de volgende geleegenheid. De Keizer, der Kettery van Eutyches toegedaan , had de Regtzinnigen fteeds, waar hy kon, verdrukt, eerst heimelyk, vervolgens meer openlyk. Dit had aanleiding gegeeven tot de heevigfte verfchillen en onlusten. Anastafïus eindelyk zyn oogmerk, om de Eutychiaanen te herftellen , met kragt willende doorzetten, eischte zyne regtzinnige geloofsbelydenis [zie 491,] weder op ; welke de Bisfchop Macedonius (opvolger van Euphemius, dien Anastafïus uit wrok had laaten afzetten,) volftrekt weigerde over te geeven. De Keizer, zyn misnoegen voor een tyd ontveinzende , zogt zig heimelyk van hem te ontflaan; doch zulks mislukte. Hierop ontnam hy de regtzinnige Kerken het recht van vryplaatfen, en gaf het aan de Eutychiaanen. Die aanhang begon toen wel dra het hoofd boven te fteeken. Tweehonderd Eutychiaanfche Monniken , door zekeren roervink Severus aangevoerd, kwamen uit Syriën te Conftantinopolen , om Macedonius te verjaagen; doch werden kort daarna door eene andere bende regtzinnige Monniken gevolgd. De beide partyën twisten en vegten geduuriglyk met elkander, zelfs in de Kerken. Anastafïus laat eindelyk de Acten van het Concilie van Chalcedon met geweld opligten , aan ftukken fcheuren , en verbranden. Macedonius blyft zig even ftandvastig tegen deeze geweldenaryën verzetten. Men befchuldigt hem hierop van de fchandelykfte misdaaden; onder welk voorwendfel, fchoon zyne onfchuld ten vollen blykt, hy in ballingfchap gezonden , en een Eutychiaan in zyne plaats benoemd wordt. De Keizer , nu waanende het alles meester te zvn , doet den openlyken eerdienst veranderen. De Regtzinnigen, hierdoor tot woeden gebragt, vergaderen zig in troepen , overweldigen de Kerken, vermoorden de Eutychiaanfche Monniken , fchelden den Keizer , werpen zyne Standbeelden om verre , doorfteekcn twee zyner gunftelingen, {kepen de lyken langs de ftraaten, en roepen openlyk om een anderen regtzinnigen Keizer. Anastafius neemt de vlugt, en houdt zig eenige dagen fchuil. Eindelyk, 's volks woede een weinig bedaard ziende, komt hy te voorfchyn , vertoont zig in eene deemoedige houding, ontbloot van de Keizerlyke vercierfelen , en betuigt al fchreijende, dat hy de kroon gaarne wil afftaan. De menigte wordt bewoogen , en roept, dat zy geenen anderen Keizer begeert, mits dat hy het G3 waare geloof voortaan befcheime. Anastafiuï zulks met eede beloovende, raakt dit gevaarlyk oproer gelukkig geftild. 513- De Keizer breekt zyn gegeeven woord, vervolgt alomme de Regtzinnigen , en doet onder anderen den Bisfchop van Antiochiën met geweld afzetten , en den roervink Severus in deszelfs plaats verheffen ; waardoor de vorige onlusten op nieuws een aanvang neemen , en geleegenheid geeven tot den eeriten Religie-Oorlog. 5T4- De Generaal Vitalianus , kleinzoon van den berugfen Aspar, vat de wapenen op, om de zaak der regtzinnigheid met geweld te handhaaven, Eene ganfche menigte volks voegt zig by hem-, als mede twee Corpfen Hunnen en Bulgaaren, die zig uit deeze opfchuddingen eene ryke buit beloofden. Vitalianus , zig in korten tyd aan het hoofd van 60,000. Man bevindende, vermeesterd gansch Thraciën, Scythiën, en Mcefiën , en rukt vervolgens regekegt naar Conftantinopolen, verflaat het Leger, onder bevel van 's Keizers Neef Hypatius tegen hem gezonden, overweldigt de groote muur , en flaat zyn Camp op, niet verre van de Hoofdftad. De Keizer, door angst gedrongen , belooft ten plegtigften , den Regtzinnigen voortaan genoegen te zullen geeven ; waarop Vitalianus te rug trekt. Doch Anastafïus , zyne verbintenis verbreekende, brengt een nieuw Leger op den been , onder bevel van Cyrillus, die, zynen tegenparty kleinachtende, en zig in wellustigheid tocgeevende , overvallen en verflagen wordt. Anastafïus veinst hierop de rust in de Kerk te willen herftellen , beroepende ten dien einde tegen het volgend jaar een Concilie te Heracka. Vitalianus, den Keizer met reden niet vertrouwende , rukt met zyn Leger tot voor de muuren van Conftantinopokn, en rust eene Vloot uit, om de Stad van den Zeekant in te fluiten. Het gelukt Anastafïus, de Vloot in brand te fteeken „ en wel door zeker foort van konstvuur, eene geheime uitvinding van den Atheenfchen Wysgeer Proclus. Vitalianus neemt hierop de vlugt; doch, van zynen eeriten fchrik herkoomen, herftek hy zig weder in korten tyd, en brengt den Keizer op nieuws in het naauw. Anastafïus vindt zig verpligt een plegtigen vreede te fluiten, waarvan de famenkomst van 't Concilie eene der voornaamfte voorwaarden is; doch, het gevaar nu verdweenen achtende, weet hy de uitvoering zyner belofte onder fchoonfchynende voorwendfekn uit te ftellen, en geheel te ontwyken. [zje ook Italiën.] Kort daarna hernieuwt hy zyne vervolgingen tegen de Regtzinnigen met verdubbelde woede; zig niet fchaamende by die geleegenheid te .ven*-  54 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS E N G E L A ND, Schtland ea Ierland. Aella overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon Cisfa, tweeden Koning van Susfex; alleen merkwaardig door zynen hoogen ouderdom, en lange regeering van 76. jaaren. 510. Cerdik, het gefloten verdrag met Arthur trouwloos verbreekende, en het beleg om Mount-Badon, SPANJEN en PORTUGAL. Voogd van Amalarik. Voorts heeft hy de edelmoedigheid, van alle de belastingen , die de West-Gothen moesten opbrengen, eeniglyk ten hunnen nutte te befteeden, zonder iets daar van te behouden voor zig zelven. 5 zo. Theudis begeeft zig inden echt met de erfgenaame van eene der aanzienelykfte en rykfte Huizen in Spanjen, waardoor, als mede door zyn uitmuntend beftuur, hy zig zo bemind en tevens zo vermogend maakt, dat Theodorik, offchoon hy hem begint te vreezen, hem egter het opperbewind niet durft ontneem en. Theudis, waarfchynlyk toen reeds w ~ -ö-. ">-6"iuo. j^c ratnaren , "van Conftantinopolen verzet zig hee¬ vig tegen deeze onbefchaamde eisfehen; doch de Keizer liever alles willende toegeeven, noodzaakt den Patriarch' om den Paus te wille te zyn, fchoon zeer tegen het genoegen van verfcheidene Bisfchoppen. Dus worden de Ooster en Wester Kerken weder verëenigd; doch tevens de Pauslelykc hoogmoed en eerzugt niet weinig geftyfd. f»3« Paus Hormisdas overlydt, en wordt opgevolgd door johannes, 52. Paus. De Wandaalfche Koning Thrafamond, op het laatst van zyn leven, door aanhitfing der Arriaanen, de Regtzinnigen lieevig vervolgd , derzelver Kerken gefloten, en alle de Bis[choppen gebannen hebbende, overlydt, en woidt opkcvolgd door zynen Neef 1 s H I L D E R IK , j. Koning der Wandaalen in Africa. De nieuwe Vorst was een Zoon van wylen Koning Htmlerik, en de Roomfche Prinfesfe Eudoxia. Schoon zelf een \maan, washy, uit een beginfel van verdraagzaamheid, zeer roedgunstig jegens de Regtzinnigen. Zynen Voorzaat met :ede hebbende moeten belooven, dat hy, geduurende zyre regeermg, hen niet in hunne rechten herftellen zoude loet hy zulks voor zyne plegtige verkiezing en kioonin*ueenende dus te gelyk aan zynen eed en aan de rechtvaardigheid te voldoen. 514. Tbec- , , Balderik, Koning van Thuringen , wordt door zynen Broeder Hermanfroy, met behulp van Theodorik, van den troon en het leven beroofd; doch Hermanfroy weigert aan Theodorik het beloofde aandeel in de buit, die zyne gevoeligheid ontveinst, en de wraak tot eene betere geleegenheid uitllelt. 5^3- De drie Koningen Childebert, Clodomir en Clotaris, het ontwerp gemaakt hebbende om Bourgondiën gezamenlyk te veroveren, verklaaren den oorlog aan Sigismund, onder voorwendfel van den moord, door Gondebaud aan hunnen moederlyken Grootvader gepleegd, te wreeken, en het erfgoed hunner Moeder, Clotilde, te rug te eisfehen. Sigismund , onverhoeds overvallen, wordt geflagen, van den troon beroofd, en, nevens Vrouw en Iünderen, in handen van Clodomir gefield. De Franfche Vorsten plukken echter de vrugten hunner overwinning niet, deels door onderling misverltand, deels door de dapperheid van Sigismunds Broeder, Gondemar, die zig in het bezit van Bourgondiën weet te handhaaven. 514. Clodomir, wreevelig over het mislukken van den aanflag Op Bourgondiën, doet den ongelukkigen Sigismund, en deszelfs huisgezin, wreedelyk in een put verdrinken. Hy wil vervolgens den oorlog hervatten; doch zyne twee Broederen weigeren hem verder by te ftaan. Hy keert zig hierop naar zynen natuurlyken Broeder Theodorik, met wiens hulp hy Gon- tot hetzelve Lel/oor en, on:Lr anderen alle de 17. Nederlanden, uitrczonderd Groningen, Vriesland, Overysfel, Utrecht, en»en"t de Weduwe van zyne» Voorzaat, Amalafrede, eene Zuslc van wylen Theodorik, welke eenen aanflag tegen hem gemaakt „ad-, ter dood brengen. Amalafonte , haare gevoeligheid niet openlyk durvende betoonen, wreekt zig in het heimelyk, door de onlusten aan het Hof van Hilderik aan teftooken, en deszelfs bloedverwant, Gelimer, tegen hem op te hitfen. 53°- Gelimer, fchoon de naaste erfgenaam tot de kroon, te heerschzugtig en te ongeduldig, om den dood van den reeds bejaarden Hildci rik af te wagtcn, maakt zig een fterken aanhang, en onttroont dien Vorst, dien hy in eene naauwe gevangenis laat opfluiten. GELIMER, 6. en laatfie Koning der Wandaalen in Africa. Paus Felix overlydt, en wordt gpgevclgd door bon ifacius 11., 54. Paus. By zyne verkiezing ontftaat 'er eene fcheuring, ten behoeve van zekeren Dioscorus; doch de rust wordt fpoedig herfteld door den dood van deezen mededinger. 531- Bonifacius, zig geheel door den Diaken Vigilius Iaatende beftuuren, wordt door hem overgehaald, om een Concilie te beroepen ,. waarin hy , tegen dank der leden, het befluit doet neemen , dat de Pausfen voortaan zelven hunne opvolgers zullen benoemen. Doch. kort daarna , tot inkeer gekoomen, of uit vreeze voor het Hof en het Volk, beroept hy een ander Concilie, waarin hy openlyk belydt, tegen de Canons der Kerke gezondigd te hebben, het befluit van het vorige vernietigt,' en de Acte daarvan verbrandt. De Oosterfche Keizer Justinianus, een groot vriend van Hilderik, laat fterke vertoogen by Gelimer doen, om de vryheid en herftelling van dien Vorst op den troon te bewerken; hem ernftig aanmaanende , om het tydftip af te wagten, dat hem op eene wettige wyze bezitter van het Ryk zal maaken. Gelimer verwaardigt zig zelf niet, om hierop te antwoorden; welke fmaadelyke behandeling Justinianus zo zeer verbittert, dat hy Gelimer met den oorlog dreigt ,, waarop deeze "een trots antwoord geeft, en intusfen zyne regeering aanvangt met het pleegen van verfcheidene wreedheeden, waardoor de Provincie van Tripoli,' en het Eiland Sardiniën, tegen hem opftaan, en aanzoeken by Justinianus laaten doen , om hem in zyne onderfteëfr.ing tegen Gelimer by te ftaan , dan, eer die Vorst daartoe, gereed is, wordt Sardiniën door den dwingeland'wederom tot Onderwerping gebragt. 53*- Justinianus gedugte toebereidfelen ten oorloge maakende, zendt Gelimer gezanten naar het Oost-Gothisch Hof, om een bondgenootfehap met hetzelve te fluiten-; doch Amalafonte aldaaT haar grootfte gezag verboren hebbende , en den jongen Vorst Athalarik door — _____ .... . _ Jus- Deeze by den aanvang uitmuntende Orde fieeg welhaast in groot aanzien, en verzwolg allengs alle de anderen ; doch, in vervolg van tydén, door de god'vrugtjge mild.udigheid der ryken , onnoemélyke fchatten verzameld hebbende, verviel dezelve tot weelde, onmaatightii, en kilheid, moeide zig met waereldfche zaaken, inzonderheid van Vorsten en Ryken, befleedde al haar vermogen en invloed ter verheffing van het Pausfelyk gezag, en verydeldt dus g.~ hed-en-ai de lojfeiyke oognwrken van haar%n Infleller, malinne Clotilde, eene Dogter van wylen den Franfchen Koning Clovis, mede tot dat gevoelen over te haaien; doch zy blyft ffandvastig by het regtzinnige geloof, 't welk Amalarik zodanig verbittert, dat hy haar op eene verregaande en fmaadelyke wyze mishandelt. .De deugdzaame Vorstin draagt haar lot langen tyd met geduld; doch beklaagt zig eindelyk by haare drie Broeders, Koningen van Frankryk. Een van hen , Childebert, de twee anderen afweezig zynde, [zie Frankryk,] vat terftond de wapenen op, valt in het gebied van Amalarik , en verflaat hem in eenen Moedigen Veldflag, niet verre van Narbonne. De Gothifche Vorst begeeft zig te fcheep, om het gevaar' te ontvlugren; doch, zig herinnerende, dat zyne grootfte fchatten in Narbonne waren, keert hy derwaards te-mg", en wordt het flagtöffer zyner gierigheid, wyl de Franfchen reeds meester van Narbonne, en beezig waren met die Stad te plunderen; by welke geleegenheid liy door een Soldaat' gedood wordt. Childebert keert, met eene ryke buit, naar zyne Staaten te rug, zyne Zuster Clotilde- met zig voerende , welke onder weg overlydt. 53- Amalarik geene kinderen nagelaaten hebbende, zo w-erdt, na eene korte tusfen - regeeringe, eenparig!yk door de Gothen tot den troon verheeven deszelfs geweezen Voogd, en Stedehouder, THEUDIS, ii. West-Gothifche Koning. onder wiens uitmuntend beftuur het Ryk grootelyks in bloei toeneemt, en de Gothen, met aflegging hunner vorige woestheid, zig meer en meer op kennis, goede zeedèn, en befchaafdheid toeleggen.. — Sommigen befchuldigen hem, doch zonder genoegzaam bewys of waarfchynlykheid, van aandeel SPANJEN, en PORTUGAL. gebergte, te rug tegeeven; behoudende alleenlyk voor haarenZoon die tusfen gemelde rivier en deAlpcn. Theudis,belanghebbende om Amalarik te verwyderen,bcweegtdien Vorst, om te NarbonncinGauIen,zynen zetel te vestigen, en aan' hem het Stedehouderfchap van Spanjen te laaten. 531- Amalarik, zeer yverende voor de Arriaanfche lec-  tan CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGËN TYD. s9 Het GRI'EKSCHE RYK, tn liet Oosten. hierop voorflagen van vreede laat doen, welken de Perfifche Vorst niet wil aanneemen ; maar integendeel de afftammelingen der oude Samaritaanen tegen het Ryk opiiookt, die nochtans hunnen opftand duur moeten bekoopen. Het getal der Gefneedenen , niet alleen in de Hoven der Vorsten, maar ook in de huizen van aanzienlyken en vermögenden, door de fteeds toeneemende weelde, fterk vermenigvuldigd , en daarüit het fchandelyk en de menfchelykheid ontëerend gebruik ontftaan zynde, om de fraaifte kinderen tot Gefhèedenen te maaken, en daar mede handel te dryven , zo wordt zulks door Justinianus, onder bedreiging der zwaarfte ftraffe, verboden en afgefchaft. Eerfte uitgaave van het vermaarde Wetboek van Juftinianus. [zie hier onder 434.] 530. - Juftinianus geeft het bevel over het Leger aan den beroemden Belifarius, die de Perfiaanen , by Dara, in Mefopotamiën, eene zwaare nederlaag toebrengt. Ter zelfder tyd behaalen 's Keizers troepen in Armeniën insgelyks eene groote overwinning; in weerwil van welke verliezen Cabadès fteeds even afkeerig blyft van den vreede. De Sclavoniërs, eene woeste, fterke, onvermoeide, oorlogszugtige, vryheidlievende, doch by uitneemendheid herbergzaame Natie, van onzeekere herkomst, tuffen deWeixel en Nieper woonagtig, doen voor de eerfte maal eenen inval in het Ryk, onderfteund door deBulgaaren; doch beide die Natiën worden met groot verhes te rug gedreeven, inzonderheid door de dapperheid van den Bevelhebber Germanus , Broeders Zoon van Justinianus. 53i- De Perfiaanen zoeken by verrasfing Antiochiën te naderen, en die Stad te overrompelen. Belifarius, des onderligt, voorkomt hen door een verhaasten marsch, en dryft hen van plaats tot plaats op de vlugt. Hier mede vergenoegd, wil hy den onzeekeren kans van een hoofdtreffen ontwyken; doch zyne troepen dwingen hem , om den vyand aan te tasten. In weerwil zyner dapperheid, krygt hyby Callinique de nederlaag , doch redt het grootfte gedeelte van het Leger door eenen verftandigen aftogt. Juftinianus, ten onrechte op hem verbitterd, ontneemt hem het opperbevel, en roept hem naar Conftantinopolen te mg. De Perfiaanen, weinig voordeel by deeze overwinning behaald , en van eenen anderen kant zwaare verhezen geleeden hebbende, begint Cabadès verdriet te krygen in den oorlog, en naar vreedens-voorflagen te luisteren; doch hy overlydt koit daar na, en wordt, volgens zynenuiterftenwille, dien de Perfiaanen heilig eerbiedigden , met voorbygang zyner twee oudfte Zoonen, opgevolgd door zynen derden en geliefdften Zoon , den beroemden Chosroës, twintigfien Koning van Perfiën. De nieuwe Vorst, genoeg te doen hebbende met het handhaaven van zyn wankelbaar gezag in zyn eigen Rvk, toont zig geneegen tot den Vreede , die eindelyk getroffen wordt, op voorwaarden van eene wederkeerige te rug gaave der veroveringen en gevangenen , en het arftaan van twee Vestingen aan de Perfiaanen. De Broeders van Chosroës intusfen eene famenzweeiing tegen hem gemaakt hebbende, die even by tyds ontdekt werd, laat hy hen allen, nevens hunne mannelyke kinderen, om het leven brengen. Een enkele echter, de jonge Cabadès, ontkomt de alge- H meene flagting, en neemt de wyk naar Conftantinopolen door de hulp van eenen van 's Vórsten Stedehouders, die , fnoodelyk door zynen eigenen Zoon verraaden, zyne nienschlievendheid met den dood moet bekoopen. [zie ook Itali'en.\\ 532. De partyfehap der Renfpelers [zie 491, en 501,] geeft, by den aanvang van dit jaar, aanleiding tot een der verfchrikkelykfte oproeren te Conftantinopolen, 't welk den Keizer byna den troon en het leven kost. Byna de ganfche Stad in de beuzelagtige belangen der zogenaamde groene en blaauwe partyën deel neemende, had Justinianus zelve de dwaasheid en onvoorzigtigheid gehad , om de blaauwe party te begunstigen, terwyl de Keizerin zig voor dc groene verklaarde. Door de onderlinge nayver en verbittering, hierüit vooitfpruitende, raakten de partyën dikwils famen handgemeen. De blaauwe, door de gunst des Keizers , doorgaans de overhand behoudende, verwyt de andere hem openlyk in het Renperk zyne partydigheid, en overlaadt hem met de bitterfte fcheldwoorden. Justinianus laat zeven der belhamels by den kop vatten, en veroordeelt hen ter dood. Vyf van hen hadden het vonnis reeds ondergaan, toen het volk aan het muiten flaat, en de twee overigen ontzet. Justinianus wil de oproerigen door zyne lyfwagten verftrooijen; maar dit geweldig hulpmiddel maakt het kwaad erger. Zy verbinden zig gezamenlyk tegen den Keizer, neemen het woord overwint (by welken naam dit oproer zedert is bekend gebleeven,) tot een kenteken, fteeken verfcheidene gebouwen in brand, plunderen en moorden zelf, en maaken de ganfche Stad, geduurende den tyd van drie dagen, tot een akelig toneel van verwoesting. Onder anderen, wordt de vermaarde Kerk van St. Sophia in kooien gelegd. Intusfen houdt Justinianus zig in zyn Paleis verfchoolen. Een zyner Hovelingen waagt eindelyk, dc menigte te vraagen, wat eigenlyk hunne begeerte zy. Het volk eischt hierop de afzetting' van drie gunstelingen, (waaronder den zo flegt van zeeden, als om zyne kunde beroemden Rechtsgeleerden Tribonianus,) die hun aanzien misbruikten , en algemeen gehaat waren. Justinianus is hen hierin te wille; doch zyne toegeevendheid maakt hen des tc ftouter. Zy dreigen nu den Keizer zelven, die de vlugt wil neemen; doch door zyne Gemalinne weerhouden , en moed wordt ingefprooken. Intusfen had de Veldheer Belifarius alle de troepen rondom de Stad by een verzameld, verfchynt daarmede op het onverwagtst, en verftrooit de oproerigen. Doch een listig verfpreid gerugt, dat Justinianus de vlugt genoomen had, doet hen in veel fterker aantale weder verzamelen; zy rukken naar het huis van Hypatius, Neef van wylen Keizer Anastafïus, en verheffen hem tegen dank op den troon. Justinianus vertoont zig hierop in eene deemoedige houding aan het volk, met het Etiangelie in de hand, belooft hen vergiffenis, verklaart hen zelfs onfchuldig . en fchryft alles toe aan zyne eigene zonden. Het volk heeft naauwelyks geduld om hem aan te hooien; en hy ontkomt hunne handen niet dan door eene verhaaste vlugt. In dien nood wordt hy andermaal door Belifarius gered, die, een veel grooter aantal troepen by een gebragt hebbende, de oproerigen in het Renperk met de uiterfte woede aantast, en zulk eene verfchrikkelykc flagting onder hen aanregt, dat wel 30,000. menfehen gedood, vertrapt, of verpletterd werden. Hiermede geraakt alles in rust. Hypatius, cn zyn Broeder Pompejus, fchoon enkele werktuigen en 1  6o BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK., Schotland tn Ierland, 533- 534- Childebert en CloCerdik , zig in zyne taris, de rechten hunbezittingen volkoo- ner Nee ven [we 524,] menlyk bevestigd heb- aan hunne ilaatzugt bende, overlydt, en opofferende, verdeewordt opgevolgd door len het Ryk vanOrzynen Zoon Kenrik, leans onder zig. De tweeden Koning van Koninginne-Weduwe Wesfex. Clotilde verwyt hen Octa overlydt, en deeze hunne onrechtwordt opgevolgd door vaardigheid; doch zy, zynen Zoon Hermen- hierover verbitterd , rik, wWe» Koning van zoeken zig op hunne Kent. onfchuldige Neeven te 535. Ar- wreeken, die zy door list in hunne runden weeten te krygen. Zy geeven Clotilde de keur, of zy haare klekizoonen in het graf of in een Klooster wil zien. De Vorstin, door overmaat van fmert, kiest het eerfte. Clotaris vermoort hierop den oudften der Prinsfen met eigene hand; de jongfte, verfchrikt, vlugt naar Childebert, die bewoogen wordt;" doch Clotaris rukt hem uit zyne handen, en. vermoort hem insgelyks. Dc derde Prins ontkomt zyne woede, houdt zig. een geïuimen tyd verhooien, en begeeft zig vervolgens heimelyk in een Klooster, alwaar hy zyne dagen eindigt, met een grooten roem van heiligheid; wordende zedert aangeroepen onder den naam. van St. Cloud.. 534. ■ . De drie- Franfche Vorsten verë'enigen hunne wapenen, om het Bourgondisch Ryk te veroveren. De Koning Gondemar vraagt en verkrygt hulp van de WestGothen. Intusfen overlydt Theodorik ,. en •wordt in het Ryk van Auftrafiën opgevolgd door zynen Zoon , den vermaarden Theodebert. Zyne Oomen, hem in eenen fchandclyken liefde-handel met eene gehuwde Vrouwe, Deuteria genaiamd, ziende ingewikkeld,, tragten hem zyne Staaten te entneemen;. doch de. jonge Vorst, tot inkeer gekoomen, verdeedigt zig zo dapperlyk, dat zy van hunnen aanflag moeten afzien, en eene wed'erzydfche vriendfehap fluiten. Hierop keeren zy weder gezamenlyk hunne wapenen tegen Bourgondiën, 't welk zy, na 'een-heevigen wederftand van Gondemar en de Gothen r veroveren , met de Kroon van Frankryk verëenigen, en onder elkander verdeelen. Gondemar neemt de vlugt; en men heeft zedert niets meer van hem vernoomen. De drie Vorsten willen vervolgens op de West-Gothen wraak neemen; doch worden zo dappetlyk ontfan»en, dat zy onverrigter zaake moeten te rug keeren.. 535- De SPANJEN I T A L 1 Ë N, tn PORTUGAL. Justinianus tegen Gelimer opgeftookt zynde, worden gehad te hebben in het zyne gezanten onverhoord te rug gezonden, ombrengen van Ama- Paus Bonifacius overlydt.. Na een langduurigen larik. tweefpalt, waarin inzonderheid Vigilius, door gehei- 534- tne kuiperyën en het uitdeden van ryke gefchenken, de ftemmen zoekt te winnen, wordt eindelyk tot zyn Theudis, voor het opvolger verkoozen fteeds toenemend vermogen der Franfchen johannes. rr.j-j. Paus. be- ' ... j Athalarik geeft een aanmerkelyk bevelfchrift uit, waarby alle omkoopingen, om ftemmen te winnen ten ftrengften verboden, en dezulken, die zig daaraan fchuldig maakten onwaardig verklaard worden, om den Pausfdyken zetel te bekleeden. * f33- Justinianus zendt een Leger tegen Gelimer, onder bevel' van den beroemden Veldlicer Belifarius. Hetzelve beitond uit niet meer dan 10,000. Man Voetvolk, en 6,000. Man Ruitery, zynde vooreen gedeelte hulptroepen van de Hunnen en andere Barbaaren. Belifarius vertrekt, met eene Vloot van byna 600. Vaartuigen, en komt behouden op de kusten van Africa, drie maanden na zyn vertrek van Conftantinopolen. Zyne troepen ontfeheept hebbende, en nergens tegenftand ontmoetende, vermits alle de Vestingen door wylen Koning Genferik geflegt waren, [„„-439,] gaat hy regelregt op marsch naar Carthago. Gdimer, 's Vyands komst zo fpoedig niet verwagt hebbende , en zig op een zyner landgoederen bevindende , verzamelt in der haast zyne troepen; intusfen aan den Stadvoogd bevel zendende, om Hilderik- om. het leven te brengen 5 welke wreede last maar al te wel wordt uitgevoerd. Intusfen nadert Belifarius de Stad; zulk eene geftrenge krygstugt onder zyne troepen houdende, dat niemand van het zyne beroofd wordt, ofte eenige de minfte overlast lydt, zo dat hy eerder als een verïosfer dan als een vyand wordt aangezien. Gelimer wordt verflagen, en neemt de vlugt; waarop Belifarius in zegepraal zyne intreede doet binnen Carthago ; alwaar hy met ongemeene toejuiching ontfangen wordt. Dekkine Moorfche Vorsten zelven, zedert eenigen tyd.geduuriglyk met de Wandaalen in vyandfehap geleefd hebbende , onderwerpen zig blymoedig aan het Keizer-Ryk. Gelimer. middelerwyl- zyne troepen uit Sardiniën , onder bevel van zynen dapperenBroeder Zafon, te rug ontboden, en van alle kanten zyne benden verzameld hebbende, rukt met een Leger van meer dan 100,000. Man naar Carthago, en legert zig niet verre van die Stad, welke Belifarius zo veel mogelyk had laaten verfterken. De Hunnen, misnoegd over de geftrenge krygstugt'i waarin zy gehouden werden, bevreesd van in Africa te zullen moeten blyven, en door Gelimer omgekogt, dreigen eenen opftand, die door de heusheid en-het vriendelyk onthaal van Belifarius gelukkig geftild wordt. De dappere Veldheer trekt hierop den Vyand, fchoon wel tienmaal fterker, rustS te gemoet, en levert hem flag, by eene plaats, Tricanamare genaamd. Zafon fneuveltin den eerflen aanval, 't welk zulk eene verflagenheid onder de Wandaalen verwekt, dat zy aan het wyken raaken, en geheel verflagen worden. Gelimer neemt de vlugt; en, zig naauwelyks ergens veilig achtende, kiest hy tot zyne wykplaats een byna ongenaakbaar gebergte, op de grenzen van Numidiën, door eenige arme Mooren bewoond. Alle zyne Staaten onderwerpen zig hierop aan Belifarius, die tevens zyneonnoemelykefchatten,. waaronder verfcheidene kostbaarheeden, welëer door- Genferik uit Romen weggevoerd , in handen krygt. — Dus eindigde het Ryk der Wandaalen in Africa, 103. jaaren na deszelfs ftigting; geduurende welken tyd die Natie, door zig aan weelde en ongebondenheid ever te geeven, van haare vorige dapperheid , foberheid , kuisheid, en andere deugden niet weinig verbasterd was. Verfcheidene Gothifche Grooten morren openlyk, dat zy aan de bevelen eener Vrouwe moeten gehoorzaamen, en hitfen Athalarik aan, om zig aan het gezag zyner Moeder te onttrekken, welke nu den tytel- van Koningin had aangenoomen. Amalafonte, voor haar leven beginnende te vreezen, verzeekert zig van eene veilige wykplaats, onder het gebied van Justinianus, en fcheept  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 6t en omgeleegene Staaten. fcheept alle haare fchatten in een Vaartuig, 't welk zeilvaardig gehouden werd, om op het eerfte teken te kunnen vertrekken. Dus voor eeneuitkomst, in gevalle van nood, gezorgd hebbende, waagt zy het, om haar wankelend gezag te herftellen, door de drie voornaamften der misnoegden, onder een fchynbaar voorwendfel, van het Hof te verwyderen, en vervolgens heimelyk om het leven te laaten brengen. Dit jaagt de overigen zulk een fchrik en ontzag tevens aan, dat zy zig weder gewillig aan het beftuur van Amalafonte onderwerpen. De Koningin bedient zig van dat gunstig tydftip, om het groot vermogen van verfcheidenen hunner, waardoor de ingezeetenen dikwils op eene fchreeuwende wyze onderdrukt werden, te fnuiken. Onder anderen noodzaakt zy Theodatus, Zusters Zoon van wylen Theodorik, en naderhand Koning, om de gelden, den ingezeetenen van de Provincie Toscaanen, waarover hy het bewind voerde, afgeperst, te rug te geeven. Die Prins, voor het uiterlyke zig op de oeffening der wysgeerte, inzonderheid die van Plato, toeleggende, maar inderdaad van een laag, wreed, en wraakgierig karakter, vat een onverzoenelyken haat op tegen Amalafonte, zoekende flegts naar de eerfte gunstige geleegenheid om zig op haar te wreeken; ten welken einde hy heimelyke voorflagen aan Justinianus laat doen, om hem Toscaanen over te leveren, en dus eenen weg te baanen ter verovering van het ganfche Oost-Gothifch Ryk in Italiën. 534- Belifarius zendt een fterk Corps, om het gebergte, waarop Gelimer de wyk genoomen had, te omringden, en allen toevoer af te fnyden. De Wandaalfche Vorst, door honger en gebrek geprangd, geeft zig eindelyk over, onder belofte van een cerlyk onthaal, en wordt voor Belifarius gebragt, die hem met de uiterfte heusheid behandelt. Ondertusfen noodzaakt de afgunst der Hovelingen, die Belifarius by den Keizer zwart maakten , deezen braaven Veldheer, om fpoediger, dan hy wenschte, naar Conftantinopolen te rug te keeren; neemende hy Gelimer, beneffens alle de gevangenen en fchatten , met zig. [zie verder kt Griekfche Ryk.] Na zyn vertrek, doen de Mooren een opftand, en veröorzaaken van tyd tot tyd zo veele onlusten, dat 's Keizers Bevelhebbers veertien jaaren lang werk hebben , om dezelven volkoomenlyk te ftillen; waarna alles in rust blyft tot aan den inval der Saraceenen, omtrent 100. jaaren laater. De Wandaalen, deels in den oorlog gefneuveld, deels gevangelyk weggevoerd ,. en voor het overige door de Mooren omgebragt, of zig onder dezelve mengende, worden door deeze omwenteling, met naam en al, ui'geroeid. Justinianus verdeelt zyne nieuwe Staaten, waaronder de Eilanden Sardiniën, Majorca, Minorca en Yvica, mede begreepen waren, in zeven Provinciën; herftelt aldaar den regtzinnigen Godsdienst, doet de Steden en vervallene Vestingen weder opbouwen, en verzuimt niets, om den bloei der ingezeetenen te bevorderen; doch zyne pogingen worden verydeld door de dwingelandy en fchraapzugt zyner Stedehouders, die het ryke en vrugtbaare Africa jammerlyk uitputten.. De Oost-Gothifche Koning Athalarik, naauwelyks agttien jaaren oud, overlydt aan de gevolgen zyner ongebondenheeden. Geduurende zyne ziekte had Amalafonte, vreezende door zynen dood al haar gezag te zullen verliezen, eene heimelyke onderhandeling met Justinianus aangevangen-, om Italiën aan hem over te leveren * en onder hem te gebieden. Dc Oosterfche Keizer, nu van twee kanten aangezogt,. begin] Het G R I E K S C H E RYK, en het Ocsten. en geene aanftookers van 's volks woede, worden met den dood geftraft; terwyl Justinianus de dwaasheid heeft, van deezen gelukkigen uitflag, even als ware het eene roemryke overwinning geweest, in alle zyne Staaten pltgtig te laaten afkondigen, [uit verder Italiën.\\ ■ 533- Belifarius verovert Africa, en vernietigt het Ryk der Wan' daalen aldaar, [zie Italiën.] 534- De vyanden van Belifarius, wangunstig over zynen roem en voorfpoed, befdiuldigen hem van eenen oproerigen aanflag , om voor zig zelven een onafhankelyken Staat op te regten in Africa. Justinianus, hem willende toetfen, laat het aan zyne keuze, om aldaar te blyven, of naar Conftantinopolen te rug te keeren. De Veldheer, gelukkiglyk van de boosheid zyner vyanden kennisfe gekreegen hebbende ,. befluit tot het laatfte , en voert den onttioonden Wandaalfchen Koning, Gelimer, alle de ryke fchatten van dien Vorst, en een groot aantal gevangenen met zig. Justinianus vergunt hem de eere der Roomfche zegepraal; eene plegtigheid , welke nog nimmer in het Oosten had plaats gehad; en geduurende welke Gelimer, door de plorfelyke omkeei ing van zyn geluk diep getroffen, herhaalde reizen uitroept: Yddheid der ydelheeden; alles is ydeiheid. Justinianus verzagt echter zyn lot zo veel mogelyk, door hem een ryk en uitgeftrekt Landgoed in Galatiën te fchenken, alwaar hy in vreede zyne dagen eindigt. Ondertusfen heeft het Ryk weinig nut van den onnoemelyken buit, in Africa behaald;; wyl de weelderige Keizerin, die alles op haaren Gemaal vermogt, verre het grootfte gedeelte ligt vaardig, verkwiste , of aan Kerken en Kloosters wegfehonk, het zy om haaren hoog., moed te voldoen , of ook, om haare misdaaden onder een fchyn van Godsdienftigheid te verbergen ; terwyl van een anderen kant de Perfifche Koning Chosroës, den voorfpoed van Juftinianus benydende , een gedeelte Van den buit afvordert, onder voorwendfel, dat de Keizer dien niet zoude verkreegen hebben, zonder den vreede met de Perfiaanen; aan welken onredelyken eisch Justinianus, om moeijdykheeden voor te koomen, voldoet, [zie verder Italiën.] De Keizer, reeds van den aanvang zyner. regeeringe het ontwerp gemaakt hebbende , om. de rechtsgeleerdheid te hervormen, en een nieuw volleedig famenftel van wetten te vervaardigen, had de uitvoering daarvan aanbevolen aan den vermaarden Tribonianus, een laagen hoveling, by wien het recht voor geld te koop was, en wiens bekwaamheedeny fchoon niet gering, tot zulk een uitgebreid en gewigtig werk niet toereikende waren. Door negen andere rechtsgeleerden bygeftaan, voltooide hy het zelve, met de uiterfte verhaasting , om den ongeduldigen Keizer te believen, in weinig, minder dan een jaar tyds; waarop het nieuwe Wetboek, of' de alom vermaarde Codex van Justinianus, alle de Keizerlyke wetten zedert de regeering van Adrianus bevattende , in 519. in het licht verfcheen; wordende vier jaaren laater gevolgd door een ander werk ,. Digesten of Pandecten genaamd-, mede door Tribonianus en zestien anderen vervaardigd, en een uittrekfel uit alle de oude rechtsgeleerde Schryvercn behelzende , om tot een rigtfnoer te dienen in het uitwyzen van vonnisfen; beneffens nog een derde werk, Infiuuuttn geheeten , waarin de eerfte beginfelen of grondflagen der Rechtsgeleerdheid' beknoptelyk werden voorgedraagen. Ondertas- feni  éi BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP dür ALGEMEENE GESCHIEDENIS,' ENGELAND, FRANKRYK. SPANTEN» I T A L I Ë N> SclMianden PORTUGAL. . . Ierland. 53?- Arthur, eindelyk eene vry aanzienlyke legermagt by een verzameld hebbende , komt te rug, om zyne Staaten te herwinnen. Veelen zyner getrouwfte onderdaanen voegen zig by hem;de anderen worden door de vrees weerhouden.—Modredtrekt met alle 2yne troepen tegen hem op, en levert hem driemaal flag, met ongelyken uitilag. Indelaatfle ontmoeting fneuvelt de tyran, en Arthur zelve. — Met hem neemen de Britfche Koningen een einde. Die Natie, door haare geduurige verliezen uitgeput, en nu tegen de overmagt der Saxers niet beftand, verliest, van tyd tot tyd, meest alle haare bezittingen, en neemt eindelyk de vlugt naar het ongenaakbaare gebergte van Corn walles, en het land van Walles, alwaar zy zig zedert beftendig handhaafde , onder het beftuur van Vorsten, waaruit de Prinsfen van Walles naderhand voort zyn gefprooten; tot dat zy eindelyk niet voor den jaare 1183. door naar Dalmanen, welke Provincie insge-' lyks welhaast, na de nederlaag van een fterk Gothisch Corps, voor 's Keizers wapenen moet bukken. Theodatus, door dien voorfpoed verfchrikt, laat de vernederendlle voorflagen doen, ja eindelyk zelfs, om het geheele Ryk aan Juftinianus af te ftaan, en zig met een rykelyk inkoomen te vreeden te houden; noodzaakende zelfs den Paus Agapetus , om , niettegenftaande deszelfs hooge jaaren , naar Conftantinopolen te vertrekken, en zyne voorfpraak te zyn by den Keizer. Doch, intusfen verneemende, dat zyne troepen, in een ongelyk gevegt, de overwinninge op Mondon behaald hadden, die in deeze ontmoeting gefneuveld was, maakt deeze geringe voorfpoed hem zo opgeblaazen, dat hy zyn gegeeven woord breekt, en zig dus onbezonnen zyn verderf op den hals haalt, [zie ook Franliryk.J ?36. Paus Agapetus te Conftantinopolen overleeden zynde, zo wordt in deszelfs plaatze verkoozen silverius, 57. Paus. Justinianus, de trouwloosheid van Theodatus verneemende, zendt bevel aan Belifarius , om zig met alle zvne troepen naar Italiën te begeeven. De Veldheer volvoert dien last, na alvorens een gevaarlyken opftand der bezetting in Africa door zyne tegenwoordigheid geftild te hebben. Hy ontfcheept te Reggium, en, wel verre van eenigen tegenftand te ontmoeten, wordt hy door de ingezeetenen met ongemeene blydfchap ontfangen; en een Schoonzoon van Theodatus zelve, die zyne landing beletten moest, onderwerpt zig vrywillig aan hem. Hy rukt vervolgens naar Napels, welke Stad zeer verfterkt was, en flaat het beleg om dezelve, zo te land als ter zee. Een en andermaal ftorm laatende loopen, wordt hy telkens met verlies afgeflagen. Eindelyk wanhoopende, de Stad meester te worden, befluit hy het beleg op te breeken, wanneer twee zyner Soldaaten dc opening van eene waterleiding ontdekken, waardoor Belifarius eenigen der ftoutmoedigften van zyne troepen , met groot gevaar en ongemak, in de-Stad laat doordringen , en, op een gegeeven teken hunner behoudene aankomst, een geweldigen aanval doet; waardoor de Stad, van binnen en buiten tevens aangetast, fpoedig vermeesterd, en aan eene ysfelyke flagting en plundering wordt blootgefteld , zonder dat Belifarius in ftaat is, zyne troepen in hunne woede tc ftuiten. Theodatus, de ver- bedugt, onderfteunt de Bourgondiërs tegen hen; doch voor het overige de aangenaamheedenenvoordeelen des vreedes boven devernielingen des oorlogs keilende, vergenoegt hy zig,metdeFranfchen, die hem uit weerwraak met 535- De OosterfcheKeizerJustinianus zendt Gezanten aan de drie Franfche Vorsten, om methen een verbintenis van vriendfehap te fluiten, en hen te beweegen, om hem inden oorlog tegende Oost-Gothen in Italiën [zie aldaar,] by te ftaan. Zy toonenzig hiertoe geneegen, en beginnen reeds de nodige toebercidfelen ten dien einde te maaken, wanneer de OostGothifche Koning Theodatus voor eene groote fomme gelds, en de belofte van alle zyne bezittingen in Gaulen aan hen te zullen afltaan, hen overhaalt, om van dit voorneemen af te zien. 536. Vitigès,opvolger van Theodatus , hervatde vorige onderhandeling , en fluit eindelyk een verdrag met de drie FranfcheVorsten, waarby hy alle de landen, den Oost-Gothen in Gaulen toekoomende, pkgtiglyk aan hen afftaat, en zy daarentegen zig verbinden, om hem heime- zanten met ydele beloften te rug. Wyl 'er echter een Koning in naam verëischt werd, uit hoofde van de afkeer der Gothen voor de regeeringe eener Vrouwe , biedt zy de kroon aan Theodatus, doch onder voorwaarde, dat hy al het gezag aan haar zal overlaaten. Deeze veinst zulks met blydfchap en erkentenis aan te neemen; waarop hy, door den invloed van Amalafonte, tot den troon verheeven wordt. THEODATUS, 3. Oost-Gothifche Koning. De nieuwe Vorst, de ongunftige denkbeelden , die men omtrent zyn karakter had, [zie 533 ,] willende uitwisfen , begint zyn gebied op eene uitmuntende wyze; waarvan echter de voornaamfte eere moet gegeeven worden aan Amalafonte , en den beroemden Staatsdienaar Casfiodorus, die reeds met lof onder de twee vorige regceringen gediend had. Doch, welhaast zynen waaren aart aan den dag leggende, laat'hy Amalafonte onverhoeds opligten , gevangen zetten, en wurgen, op de valfche befchuldiging , dat zy haare Moeder, welke oude Vorstinne even te voren zeer fchielyk overleeden was, zoude vergeeven hebben. 535- Paus Johannes, zig alleenlyk met Godgeleerde gefchillen hebbende beezig gehouden , overlydt, en wordt opgevolgd door agapetus, 56. Paus. Juftinianus, door de verheffing van Theodatus in zyne aanflagen tegen Italiën geftremd , neemt den moord van Amalafonte tot een voorwendfel, om aan dien Vorst den oorlog te verklaaren. Hy zendt Belifarius met een Leger naar Siciliën, 't welk zig, na een korten wederftand , moet overgeeven; en Mondon , een zyner beste Legerhoofden, gmt ermng net ontwerp te vormen, om Italiën wederom aan het Ryk te hegten, en zendt gezanten over , met heimelyke last, om die zaak tot beflag te brengen, en onder den dekmantel van dat gedeelte van Siciliën te rug te eifchen, 't welk de Oost-Gothifche Prinfes Amalafrede aan den Wandaalfchen Koning Thrafamond ten huwelyk gebragt had. Dan, Amalafonte, na den dood van haaren Zoon, den gevreesden opftand niet ziende gebeuren, verandert van  van CONSTANTINUS den GROOTEN at tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 6$ en omgeleegene Staaten. verovering van Napels verneemende, zendt een Leger tegen hem , onder bevel van den dapperen Vitigès, een Officier >an geringe afkomst, maar van grootebekwaamheeden; en fluit zig zelven op in Romen. De Gothen, over de lafhartigheid van hunnen Vorst verontwaardigd, zetten hem af, en verheffen Vitigès op den troon. Theodatus neemt op die tyding de vlugt naar Ravenna; maar wordt door een dienaar van Vigitès agterhaald, en om het leven gebragt. VITIGÈS, 4. Oost-Gothifche Koning. De nieuwe Vorst, zig van de getrouwheid der ingezeetenen van Romen meenende verzeekerd te hebben , door het afvorderen van eenen pïegtigen eed, het agterlaaten eener aanzienlyke verfterking, en het wegvoeren van eenige Gyzelaars ,' begeeft zig naar Ravenna , en noodzaakt de Prinfes Mathafonte , eene Zuster van wylen Athalarik, om zig met hem in den echt te begeeven, ten einde aldus zig zelven te beter te verzeekeren in het bezit van zyne nieuwe waardigheid. Hy doet eene plegtige belofte , die hy echter kwalyk nakomt, van in alles het voetfpoor van den grooten Theodorik te zullen volgen; en, om al zyn vermogen tegen den Keizer te kunnen gebruiken, doet hy plegtig afftand van alle zyne bezittingen in Gaulen aan de Franfchen, waardoor hy zyne troepen van daar kan te rug ontbieden, en zig tevens van de vriendfehap der Franfche Vorsten verzeekert. Intusfen verfchynt Belifarius voor de muuren van Romen, die Stad met eenen heevigen aanval dreigende ; doch de ingezeetenen, den Keizers, als hunne oude Vorsten, meer geneegen dan den Gothen, en voor een gelyk lot als dat van Napels bedugt, geeven zig, inzonderheid op raad van Paus Silverius, vrywülig over, en openen hem eene poort: waarop de Gothifche bezetting door eene poort aan de andere zyde de Stad uittrekt. Belifarius , nu welhaast van het ganfche Zuidelyk gedeelte van Italiën meester wordende, legt zig verder toe, om Romen zo veel mogelyk te verfterken, in de verwagting van aldaar door de Gothen te zullen belegerd worden. 537- Vitigès, vrugteloos getragt hebbende , eerst om Justinianus tot den vreede over te haaien, vervolgens om Dalmatiën te herwinnen, rukt naar Romen, met een ontzachelyk Leger , door fommigen op 150,000. Man begroot, terwyl dat van Belifarius uit niet meer dan 5,000. beftond. Desniettemin wordt hy , by zyne eerfte aankomst, door dien dapperen Veldheer aangetast, die hem een groot verlies toebrengt, fchoon met het uiterfte gevaar van zyn eigen leven. Vitigès flaat vervolgens het beleg om de Stad: waarin Belifarius, den al te fterken vyand in het veld niet kunnende wederftaan, zig opffuit; van tyd tot tyd gelukkige uitvallen doende; en zig voor het overige, met eene verwonderlyke dapperheid, voorzigtigheid , en beleid , tegen de herhaalde verwoede aanvallen en menigvuldige krygslisten der Gothen verdeedigende; zo dat dit beleg, 't welk ruim een jaar duurde , een der aanmerkelykften is in de gefchiedenisfen. Vitigès , eindelyk de hoop opgeevende, om de Stad met geweld meester te worden , legt zig alleenlyk toe , om dezelve uit te hongeren , door het veroveren van Porto, aan den mond v an den Tyber , langs welke Rivier den belegerden uit het Zuidelyk gedeelte van Italiën de levensmiddelen werden toegezonden. Hierdoor wordt de Stad aan het uiterfte gebrek blootgefteld; waarom Belifarius alle onnutte monden, on,- Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. fen hadden de menigvuldige gebreken van den voornoemden Codex, een noodwendig gevolg van deszelfs verhaasten opftcl, en de talryke veranderingen, zedert door Justinianus by hetzelve gevoegd, eene nieuwe en verbeterde uitgaave daarvan noodzaakelyk gemaakt, welke dan ook dit jaar in het licht verfdieen, en de zelfde is, die wy nog heden ten dage bezitten; zynde de eerfte uitgaave verlooren geraakt. Bovendien had de Keizer zig het recht voorbehouden, om 'er van tyd tot tyd eenige nieuwe wetten by te voegen, welken onder den naam van Novellen bekend, en dikwils met die van den Codex regelregt ftrydig zyn (_*). ^iww'_* 53ï» . rji> Justinianus raakt in oorlog met de Oost-Gothen, [zit Ito* Hen.] 536. Verovering van een groot gedeelte van Italiën door den Veldheer Belifarius. [zie aldaar.] De Roomfche Paus Agapetus komt, op last van den OostGothifchen Koning Theodatus, te Conftantinopolen, om,, door zyne bemiddeling, den vreede met den Keizer te bewerken. Hy wordt met de uiterfte eere ontfangen; doch het oogmerk zyner zending niet kunnende bereiken, houdt hy zig alleenlyk met Kerkelyke zaaken beezig; weigerende , onder anderen, den nieuw benoemden Bisfchop der Stad,. Anthimus, te erkennen, om dat deszelfs verkiezing ftrydig. met de Canons der Kerke, en deszelfs regtzinnigheid zeer verdagt was. Noch de vleijende verzoeken derKeizerinne, noch de bedreigingen des Keizers, vermogen iets op hem; en zyne ftandvastigheid is eindelyk van dat gevolg, dat,, de zaak onderzogt zynde, Anthimus gebannen, en een ander in zyne plaatfe verkoozen wordt (f). Kort daarna overlydt Agapetus. Zyn lyk wordt met eene allerpragtigfte uitvaart vereerd, en vervolgens naar Romen.gezonden^ 537- Terwyl Belifarius den roem van 's Keizers wapenen in het Westen handhaafde, en de Keizerin den opvolger van Agapetus op eene onwaardige wyze behandelde, [zie Italiën,] houdt Justinianus zig eeniglyk beezig met het fchryven vanGodgeleerde werken, het beflisfen van verfchillen ónder de Gees- (*) De gevoelens der geleerden omtrent de waardy van dit werk zeer verfchillende, zullen wy ons niet vermeeten, om daaromtrent te beflisfen, en 'er alleenlyk byvoegen, dat hetzelve niet langer dan tot den jaare 867. in het Oosten heeft ffland gegreepen, [zie aldaar,] en in het Westen flegts op fimmige plaat fen, tot aan den inval der Lombarden, die hunne eigene wetten in de plaats fielden;, waarna alle of althans tle meeste affchriften van hetzelve verlooren raakten, en niet dan omtrent de twaalfde Eeuwe werden wedtrgevonden; zynde dit Wetboek vervokens by de meeste befc haaf de Volkeren van Europa tot een grondflag en rigtfiuer hunner burgerlyke wetten en rechten aangenoomen. (f) De meeste Roomschgezinde Schryveren meenen in dit geval een omvederfpreekelyk bewys van de Opperhoofdigheid der Paufen te vinden; doch anderen van die zelfde Kerke heblen hierop met reden aangemerkt, dat elk ander Patriarch, of Bisfchop, (yen. het zelfdtgedaan hn hebim, als Agapetus.  f4 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der. ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en ITALIËN, Schotland n PORTUGAL. Ierland. doordenEngelfchen Koning, Eduard den L, tot onderwerpinge gebragt werd. Het overige gedeelte vanEngeland, al- heeft , om Silvernis gevangen te neemen, en ia ballingfchap te zenden; bewerkende voorts met weinig moeite, dat in deszelfs plaats verkoozen wordt vigilius, 58. Paus. Silverius beklaagt zig over het geleeden onrecht by Justinianus, welke van dien ganfchen handel onkundig was, en hem naar Romen te rug zendt, met ernftige bevelen aan Belifarius, om deeze zaak op nieuws onpartydig te laaten onderzoeken. 538. Vigilius, ten uiterften verfchrikt over de verfchyning van Silverius, bewerkt, door zynen invloed op Antonina, dat deeze zyn vyand onder zyne bewaaring gefield wordt; waarna hy hem heimelyk naar een onbewoond Eüand laat wegvoeren , alwaar de ongelukkige Silverius, zo al niet door daadelyken moord, gelyk fommigen Vigilius te laste leggen, ten minften door gebrek en kommer om het leven komt; al het wel!- Belifarius oogluikende toelaat, en door den kleingeestigen Keizer niet eens wordt opgemerkt. Vigilius, nu waane-nde niets meer te vreezen te hebben, weigert Antonina de beloofde geldfcmme, onder voorwendfel, dat de omkoopingen verboden waren, en breekt insgelyks zyn woord omtrent de Keizerin, door de regtzinnige leer met al zyn vermogen te handhaavcn; terwyl hy tevens loosfelyk alle voorzorgen gebruikt, om zig tegen de gevoeligheid dier twee \ rouwen in veiligheid te ftellen. Intusfen had Belifarius eene aanzienlyke verfterking troepen ontfangen, en zig meester gemaakt van Porto, en andere omliggende plaatfen , door de Gothen verhaten. Vitigès, dit als eene fchending van den wapenftilitand aanmerkende , hernieuwt zyne aanvallen tegen Romen , met verdubbelde woede. Doch eindelyk befpeurende, dat alle zyne pogingen vrugteloos waren, breekt hy het beleg op, en legert zig voor Rimini , welke Stad door Johannes , een der Bevelhebbers van Belifarius, bezet was. Middelerwyl geeft Milaan zig vrywiBjg aan dien Veldheer over, die vervolgens op marsch gaat, om Rimini te ontzetten. Hier ontfangt hy eene nieuwe verfterking uit het Oosten, onder bevel van den vermaarden Gefneedenen Narfês, diedoorzyne bekwaamheeden en listen van geringen Slaaf tot de waardigheid van Groot-Kamerling geklommen, en de eerfte gunsteling was van Juftinianus. Narfès, waarfchynlyk op heimelyke la^t van den Keizer, wien men op nieuws eene onbillyke agterdogt tegen Belifarius had ingeboezemd, ftremt alle de krygsverrigtingen van dien Veldheer, en fcheidt zig eindelyk openlyk van hem af, door een deel der troepen gevolgd wordende. De grootmoedige Belifarius laat zig hier door niet affchrikken; maar, veeleer zyne pogingen verdubbelende, ontzet hy Rimini, en verovert eenige andere weder genoodzaakt ziet, om alleen verdeedigender wyze te werk te gaan. Zyne ongemeene dapperheid, beleid, en verftandige voorzorgen verydelen wel alle de listige aanflagen van Vitigès; doch kunnen echter niet beletten, dat de Stad eene prooije wordt van den jammerlykften hongersnood; zo dat Belifarius alle moeite heeft, om de ingezeetenen en't krygsvolk, die dezelve aan den vyand willen overgeeven, in bedwang te houden. In die engte ontfangt hy gelukkig eene verfterking van troepen, op zyn fterk aandringen hem door Justinianus toegezonden; welke , met den byhebbenden voorraad levensmiddelen, behouden binnen raakt, en kort daarna door meer anderen gevolgd wordt. Vitigès, thans meer dan ooit de hoop van verovering verliezende, doet denvoorflag, om een wapenftilftand te fluiten voor drie maanden; 't welk Belifarius aanneemt, en zig daarvan bedient, om de Stad wederom overvloediglyk van al het nodige te voorzien. Vitigès doet verder aanzoek tot daadelyke vreedens-onderhandelingen; doch zulks wordt door Belifarius volftrekt van de hand geweezen. Ten opzigte van dit beleg is zeer aanmerkelyk, dat, de muu- ren der Stad aan den kant van St. Pieters Kerk geheel open liggende, de Romeinen niet wilden dulden, dat Belifarius die bresherftelde, uit hoofde dat die Apostel beloofd zoude hebben, dezelven altoos in eigene perfoon te zullen verdeedigen; en dat de Oost-Gothen, door dien zelfden bygeloovigen eerbied, deeze zwakke plaats niet durfden aantasten, maar liever van de geheele onderneeming afzagen, dan zig aan het misnoegen van den Heiligen Petrus bloot te ftellen. Geduurende deeze gewigtige gebeurtenisfen yvert Paus Silverius ten fterkften voor de belangen der regtzinnigheid, en biedt kloekmoedig het hoofd aan de pogingen der Oosterfche Keizerin Theodora , welke alles op haaren Gemaal vermogt, om de Kettery, inzonderheid die van Eutyches , in vorig aanzien te herftellen. Die Vorstin, verbitterd over 's Pausfen wederftand, vordert van hem , onder de zwaarfte bedreigingen, dat hy de Eutychiaanen in de Kerkgemeenfchap zal aanneemen; doch Silverius, fchoon hy betuigt te voorzien, dat hem zulks het verlies van zyne waardigheid, ja mogelyk het leven zal kosten, blyft ftandvastig. De eerzugtige Diaken Vigilius, \im 531 en 532,] wylen Paus Agapetus naar Conftantinopolen vergezelfchapt hebbende, bedient zig van deeze geleegenheid, om zig een weg tot den' lang begeerden Pausfelyken zetel te baanen; beloovende de Keizerinne, haar in alles te wille te zyn, indien hy door haaren invloed tot denzelven mogt verheeven worden. Zy zendt hem hierop naar Romen, met een brief aan Belifarius, waarin die Veldheer gelast wordt, al zyn vermogen in het werk te ftellen , om Silverius te doen afzetten, en Vigilius in deszelfs plaats te doen verkiezen. De braave Krygsheld kan tot die onrechtvaardigheid niet befluiten; waaróp Vigilius zig wendt tot deszelfs Gemalinne Antonina, eene Vrouw, van een flegt en ongebonden karakter, die geene mindere heerfchappy oeffende op den geest van Belifarius, wien zy in alle zyne togten vergezelde, dan Theodora op dien van Justinianus. Door de belofte van de gunst der Keizerinne, en van eene groote fomme gelds, haalt hy haar geheel tot zyne belangen over; doch Belifarius blyft voor deeze reize onverzettelyk. Zy befchuldigen hierop den Paus van eene verraaderlyke verftandhouding met de Gothen, en brengen ten bevvyze eenige valfche getuigen by, waardoor Belifarius eindelyk de zwakheid melyk allen onderftand te verkenen , in zynen oorlog tegen den Keizer. 539- Verraderlyk gedrag van Theode- onder een fterk gemet eenen aan- leide, naar Napels verval bedreigden, zendt. Doordennood dapperlyk af te gedrongen , waagt hy wagten, en tot eindelyk een algemeeeenen fpoedi- nen veldflag, waarin gen aftogt te hy den Gothen wel dwingen, zon- een zwaar verlies toeder zig ineeni- brengt, doch echter, ge verderevyan- voor hunne overmagt de- bukkende, de neder- taatr ki-vor pn 7ÏaHnc  . en voeren een ryken buit met ï.ig te rug. Sigebert, in eenigen onmin met zynen Broeder Gontran geraakt zynde, bedient zig van die geleegenheid, en valt in deszelfs Staaten; doch, na eenige wederzydfche vyandelykheeden, verzoenen zy zig weder met elkander, tot groote teleurftelling van Chilperik, die, op aanftooking van Fredegonde met hunne twist voordeel meende te doen, en reeds werkelyk eenige Steden van Sigebert had jageuoónien. De beide Broeders i ver- Alboïnus verovert de fterke Stad Aquilea, welke hy Door de be- laat flegten , en voorts, geenen tegenftand ontmoetende, kwaamheid en maakt hy zig in korten tyd meester van de Provincie dapperheid van Venetiën, en byna het ganfche opperfte gedeelte van Leo wigild, die Italiën, 't welk zedert den naam van Lombardyën daar-en-boven, gekreegen'heeft, eenige weinige Steden uitgezonderd; ter verfterking leggende dus de eerfte grondflagen van het vermaarde van Ryk der Lombarden in Italiën, 't welk meer dan twee ■ eeuwen geduurd heeft. ALBOÏNUS, r. tombardifche Konirur. Alboïnus ftigt het Hertogdom van Friuli, zynde een gedeelte van Venetiën , ten behoeve ran zynen Neef Grafulf, den eerflen Hertog, verfterkt alle de veroverde plaatfen, en geeft detelven ter bewooning aan zyne Lombarden , gelyk mede aan de Grieken , dieziggeneeeen toonen, om onder zyn gebied te leeven. 569. Mantua , Milaan , en eenige mindere plaatfen , moeten zig aan Alboïnus overgeeveu; lie vervolgens het beleg flaat om de vermaarde en zeer verfterkte Stad Pavia. 570. Pavia een hardnekkigen wederftand biedende , Iaat Alhoïhus eenige troepen voor die ïtad, rukt met zyne overige talryke benden dieper in Italiën, en.vermeestert in korten tyd 568. De trotsheid der Keizerinne veroorzaakt het verhes van het grootfte gedeelte  van CONSTANTINUS bïn GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 79 ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN» ITALIËN, Het GRIEKSCHE RYK, » het Oosten. Sc/tot lande» rORlUGAL. enomceleegene Staaten. t.»I. J vptpprn'cren nu X^iUu- >,. _.n. , , „ gen uitflag; zo dat hy genoodzaakt is, om van alle verdere ondernemingen af te zien. 57Z. Glappa overlydt , cn wordt opgevolgd door zynen Broeder, Fridulph , vierden Koning van BcrnicialNorthumberlaiid.]575-De overd wordt, [zie aldaar 567 , 56S , &c] 571. Juftinus, het beftuur van zaaken byna geheel vcrwaarloozende , of aan zyne Gemalinne overlaatende , ten einde zig geheel aan de voldoening zyner lusten over te geeven, wordt door zyne onbezonnenheid in nieuwe moeilykheeden ingewikkeld. De Chan der Turken, [zie 558, ] eenen vyandelyken aanflag in den zin hebbende tegen de Perfiaanen, doet aanzoek by den Keizer , om een wcdcrzydsch verbond van vriendfehap te fluiten , waarin deeze terftond bewilligt, en zig dus het misnoegen van Chosroës op dea hals haalt. Hy verbittert dien Vorst nog verder, door aan de ingezeetenen van Perfaimeniën (dus werd dat gedeelte van Armeniën genaamd , ft welk den Perfiaanen toebehoorde,) en Iberiën, welken tegen Chosroës waren otgeflaan, ftrydig met het vreedes-verbond, zyne befcherming toe te zeggen. 572. Chosroës, Pee Is hoog bejaard , zyne overige dagen in rust willende eindigen , en de aanflacren der Turken door goede maatregelen verycfeld hebbende, laat den Keizer door een vriendefyk gezantfehap de onbehoorlykheid van zyn geding voorhouden; doch Juftinus beantwoordt zulks op eene fmaadelyke wyze, weigert het bepaalde jaargeld te betaalen , en dreigt zelfs, een Leger naar Perfiën te zullen zenden, om dat Ryk van eenen tyran te vcrlosfen. Chosroës vindt zig dus genoodzaakt de wapenen op te vatten , en laat ten dien einde de nodige toeruftïngen maaken. Juftinus, veel voortvaarender, zendt terftond een Bevelhebber naar het Ooften, doch. byna zonder geld en troepen; waardoor deeze weinig meer venigt, dan de grenzen van Perfiën, alwaar men zulk eenen fpoedigen inval niet ver» wagt had, te vuur en te zwaard te verwoesten, 573- 's Keizers troepen, door die van Lazes onderfteund , flaan het beleg om de vermaarde Stad Nifibé; doch Chosroës, welhaast met een Leger van ico,ooo. Mah voetvolk , en 40,000. Ruiters,' te velde trekkende, doet het beleg opbreel en , verdryft de Grieken , plundert het grootfte gedeelte van Syriën, en maakt zig, na een bloedig belegmeester van Dara, de fterkfte Stad van het Keizer-Ryk in Mefopatamiën. Vaneenen anderen kant neemen de Abaaren wraak over den hoon, hen voor eenige jaaren aangedaan , [zie 566 ,] en doen een geweldigen inval in Dalmatiën. De Veldheer Tiberius", een man van' een alleriiitmuntendst karakter , dapper en kundig in den oorlog, doch met eene al te geringe legermagt tegen hen gezonden wordt verdagen;' en Justinus ziet zig genoodzaakt, een verdrag met der uit, en Romen , t welk zig voor eene zwaare fomme gelds had vrygekogt, voorbytrekkende , dringt hy tot diep in het tegenwoordige Koningryk Napels, alwaar hy het derde vermaarde Lombardifche Hertogdom oprigt, te weeten, dat van Benevent, ten behoeve van zynen Veldheer Zotton, die reeds onder Narfès gediend, en zig zedert in de Stad Benevent gevestigd had. — Longinus, buiten ftaat of te onbekwaam om alle deeze veroveringen te fluiten, behoudt voor den Keizer niets dan Ravenna , met haare omgeleegene landftreek, dc Stad Romen, en het Zuidelykst gedeelte van Italiën. . 572" Pavia moet zig eindelyk aan Alboïnus overgeeven, die aldaar den Lombardifchen Ryks-zetél vestigt, en de ingezeettnen edelmoedig behandelt. ü •573- : ; itnr.t^mlli^-ia'i Na eene allerüitmuntendfte regeering, welke men van een Heidenfchen , en zogenaamden barbaarfchen , Vorst naauwelyks zoude hebben durven verwagten, wordt Alboïnus door eenen zyner onderdaanen om het leven gebragt; by de volgende geleegenheid : Op een pragtig Gastmaal zig de drmkfchaal laatende brengen, van het bekkeneel van den laatften Koning der Gepiden gemaakt "[«.ie 566,] drinkt hy niet alleen zelf daar uit, maar, waarfchynlyk door den wyn bevangen, begeert hy, dat de. Koningin , r eene Dogter van dien ongelukkigen Vorst, zyn voorbeeld volge , zeggende : kom '. doe nog eens een dronk met uw Vader. Rofemonda, door fpyt en wraakzugt ontftooken , zweert heimelyk zynen val. Een haarer Schildknaapen , Elmigife, zedert langen tyd haar bemind hebbende , fchynt haar toe het gefehiktfte werktuig te zyn ter volvoering haarer wraake; ddch deeze, het gevaar meer dan de misdaad vreezende, raadt haar zig te bedienen van den arm van Peridéus, den fterkften man van het Koningryk. Peridéus weigert een Vorstenmoord te pleegen; doch wordt door eene zonderlinge list der Koningin daartoe overgehaald. Weetende , dat hy den nagt doorgaans by eene haarer Staatjufferen kwam doorbrengen, verwisfeit zy met deeze van legerftede, fpeelt ftilzwygende den rol der minnaresfe, cn maakt zig eindelyk aan Peridéus bekend, hem nu alleen de keuze laatende, om den Koning te dooden, of zelve te fterven. Hv kiest het eerfte, en wordt ep eenen nagt heimelyk door haar in 's Vorsten flaapvertrek gebragt, alwaar hy zyn fnood voorneemen tragt te volvoeren; doch Alboïnus, op den eerften fteek uit het bedde vliegende, tast eerst naar zyn geweer, ■t- welk Rofemonda verborgen had, en grypt eindelyk een fl'oel, waar- me- van zyn gezag, deWeduwe van Athanagild, dewelke een grooten invloed had op de misnoegden , ten huwelyk neemt, worden de ontftaane onlusten wederom volkoomenlykgeftild. 571. Leowigild tegen de Keizerlyke troepen op marsch tyd Parma, Modena, een gedeelte van het tegenwoordige Romania, geheel Toscaanen, en hetbovenfte gedeelte van den tegenwoordigen KerkelykenStaat, in welk laatfte gedeelte hy het Hertogdom Spoleto oprigt, ten behoeve van een zyner KrygsOverften , Faroald , den eeriten Hertog. [zie ook Frankryk.] 571. Alboïnus breidt zy- hunne wapenen tegenChilperik, die in de uiterfte engte gebragt wordt, en den vreede niet verkrygt, dan door de tusfenkomst van eenige der Franfche Grooten , waarop de Broeders zig by plegtigen eede verbinden, om voortaan niets ten nadeele van elkander te zullen onderneemem  80 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS; ENGELAND, F R A N K R Y K. SPANJEN ITALIËN Schotland, tn Ierland. ■ tn PORTITf^AT. 575- De Saxers, of Aneien, op de OostelyKe kusten van Engeland gevestigd, [dt 527,] in vermogen en aantal toegenoomen zynde, en de tegenwoordige Graaffchappen Cambridge, Suffolk, en Norfolk overmeesterd hebbende, verheffen eenen hunner voornaamfte Opperhoofden, IJffa genaamd, tothunnen Koning, en ftigten aldaar het Koningryk OOST-ANGLIËN, zynde het zesde van de Heptarchie. 578. Uffa overlydt, en wordt opgevolgddoor zynen Zoon , Titil, t'-Mciin Koning van Oost-Anglië'n. 579- Tri- marsch gaande, herovert de twee voornaame Steden Medina Sidonia, en Cordua, beneffens eenige mindere plaatfen. Liuba overlydt; wordende, zonder eenige tegenkanting, als opvolger in alle zyne Staaten erkend LEO WIGILD, 16. West-Gothifche Koning. die, om alle onlusten in het vervolg voor te koo- —— ^—— -^-w w..^-.uw. t.«o gaan uiiliang^ll , \CI- raadenyk om het leven brengen. Zyne troepen neemen hierop de vlugt, en Chilperik herftelt zig niet alleen van zyne geleedene verliezen, maar maakt zig van Sigeberts huisgezin, en het grootfte gedeelte van deszelfs Staaten meester, [de ook Italiën.} 576. Chilperik zendt Sigeberts Weduwe , Brunehaud , in ballingfchap mar Rouën, en haare Dogters naar Meaux, alwaar dezelven zig in een Klooster begeeven; doch de eenige Zoon, Childebert, een kind van vyf jaar , wordt hem, door eenen getrouwen dienaar van Sigebert, heimelyk ontvoerd, en naar Auftrafiën gebragt, alwaar hy als Koning erkend en gekroond, en door zvnen Oom, Gontran, befchermd wordt. Chilperik zendt zynen Zoon Meroveus met een Leger naar Auftrafiën ; doch die Prins, de verflaafdheid zyns Vaders aan Fredegonde, en die fnoode Stiefmoeder tevens verfoeijende , ftaat tegen hem op, voegt zig by de Australiërs, verlost Brunehaud , en begeeft zig met die Vorstinne, welke nog niets van haare fchoonheid verlooren had, in het huwelyk. 577- Brunehaud beweegt de Austrafiërs en Gontran, om Chilperik den ooi-log aan te doen, die de nederlaag krygt, en alle zyne veroveringen weder verliest; doch hy krygt zyn Zoon gevangen , én laat hem , tot firaffé, in een Klooster opfluiten. Meroveus ontkomt zyne gevangenis ; doch wordt door eenige uitgezondene Huurlingen van Fredegon4e vermoord. . . 581. De kende , biedt haar zyne hand aan. Zy aanvaardt die uit eerzugt; maar wü zig alvorens door vergif van Elmigife ontflaan. Hy drinkt den beker zonder erg halver wege; doch toen, uit de vreemdheid van den fmaak, agterdogt opvattende, noodzaakt hy haar met geweld , omhetovege uit te drinken , en rukt haar dus met zig in het graf. Intusfen valt de keuze der Lombardifche Grooten op den Veldheer C L E P H I S, z. Lombardifche Koning. een krygshaftig, doch tevens een wreed en fchraapzugtig Vont, die zig bv de Lombarden en Italiaanen beiden gehaat maakt. 574- Paus Johannes in het vorig jaar overleeden, en den Stoel, door den verwarden ftaat der zaaken in Italiën, tien maanden leedig geweest zynde, wordt eindelyk tot deszelfs opvolger verkoozen benedictus, 61. Paus. Clephis breidt zyne veroveringen uit, naar den kant van Romen en Ravenna. Hy laat de voornaamfte oude ingezeetenen der Steden om het leven brengen, of in ballingfchap zenden, om zig van derzelver goederen meester te maaken. 57J. Clephis wordt, waarfchynlyk uit hoofde zyner verregaande onderdrukkingen, door een onbekenden vermoord. De voornaamfte Grooten, zesen-dertig in getal, een afkeer van de Koninglyke regeering gekreegen hebbende , verdeelen het Ryk onder elkander, voerende elk het gebied over eene byzondere landftreek, onder den tytel van Hertogen; terwyl zy onder hen in de voornaamfte plaat¬ mede hy zig eenige 00genblikkenverdeedigt, tot dat hy eindelyk door verfcheidene fteeken doorboord wordt. De Lombardifche Grooten , vrugteloos den moordenaar hebbende zoeken op tefpooren, vergaderen eindelyk , om eenen opvolger te benoemen. De drift van Rofemonda , om de kroon aan haaren minnaar, Elmi- fife, te bezorgen, maakt en verdagt. De bewustheid hunner fchuld doet hen, nevens Peridéus , heimelyk de vlugt neemen naar Ravenna, onderde befcherming van den Exarch Longinus. Deeze, fmoorlyk men. De Lombarden rukken andermaal in de Staaten van Gontran; doch worden nu met verhes te rug gedreeven. 575- De eerzugtige Fredegonde beweegt haaren Gemaal, om het verdrag te verbreeken, en de wapenen tegen Sigebeit op te vatten. Gontran, het groot vermogen van deezen zynen Broeder met nayverige oogen aanziende, wordt overgehaald, om zig met Chilperik te veréenigen. Dus van twee kanten aangetast, brengt Sigebert een fterk Leger op den been, en neemt een groot aantal Duitfche troepen in dienst; waardoor hv zig zo ontzachelyk maakt, dat Gontran zig terftond weder met hem verzoent. Doch over de trouweloosheid van Chilperik met reden verbitterd, en door zyne Gemalin Brunehaud [de <:6^en 568,] verder aangehitst, befluit hy, zig op dien fnooden Broeder te wreeken, door de verovering van alle deszelfs Staaten. Het Leger van Chilperik wordt geflagen; deszelfs Zoon Theodebert fneuvelt; alles bukt voor den Koning van Auftrafiën; en Chilperik wordt genoodzaakt, zig , met zyn huisgezin, in het fterke Doornik op te fluiten. Hier wordt hy door Sigebeit belegerd, en zodanig benaauwd, dat hy op het punt is van zig te moejen overgeeven. De eerlooze Fredegonde, vreezende in de handen van een verbitterd vyand te vallen, zendt twee Moordenaars uit, welken den braaven Sigebert, een der uitmuntendfte Vorsten, die immer over de Franfchen geregeerd heeft, te Vitri, alwaar hy de hulde van zyne  van CONSTANTINUS dsn" GROOTENaf" to't'op dsn TEGENWOORftlGEN TYD. Bi m mpltegtw StMtm.. Het: G R I E K S- C ■ H E R Y K, en het Oosten. pi-aatfen Stedehouders-aanftellen, die den naam voeren van Graavtn. Geheel onafhankelyk van elkander, regeerde elk als Oppervorst inzyn byzonder gebied; en kwamen alleenlyk , doch zeldzaam^ te föhnen , wanneer de algemeene belangen der Natie zulks vorderden. TUSSEN-REGEERINC. De zes-en-dertig Hertogen, nu door verdeelde belangen gedrceven, leggen zig eeniglyk toe, om elk zyne eigene byzondere Staaten te vergrooten, en behandelen de ongelukkige ingezeetenen op eene veel wreeder wyze, dan Clephis zelve. Geduurende den tyd van tien jaaren , dien deeze regeerings-fonn ftand greep, werd Italiën op eene deerlyke wyze geplunderd en verwoest; zonder dat de Exarch Longinus, door gebrek aan troepen, geleegenheid had, om zig van deeze onlusten ten voordeele van het Keizer-Ryk te bedienen. De Saxifche hulpbenden, door Alboïnus met zig gebragt, deeze onderdrukkingen der Lombarden moede, en vrugteloos getragt hebbende , zig in Frankryk te vestigen, keeren met vrouwen en kinderen naar Duitschland te rug. Sornmi- fen der Hertogen doen een inval in. rankry k, om eenige Provinciën van dat Ryk te overmeesteren, doch worden zodappeiiykontfangen, dat zy, na een ryken buit met zig gevoerd te hebben, van alle verdere aardlagen moeten afzien. 577- Paus Benedictus vaardigt een Bode af naar Conftantinopolen, om van den deerlyken toeftand van Italiën kennis te geeven , en op eenen fpoedigen byftand aan te dringen. De Keizer zendt eenige troepen derwaards , doch dezelven worden door de Lombarden verflagen. 573. De Lombardifche Hertogen, eindelyk de fchadelyke gevolgen hunner verdeeldheeden befpeurende, verëenigen zig weder met elkander, om de verovering van Italiën te voltooijen. Zy verdeelen hunne legermagt in drie benden. Deeeifte'bekgert Ravenna: doch zonder die fterke plaats te kunnen meester wor- i ~* den; I. DEEL. met die woeste Natie te fluiten op voorwaarden, ruim zo fchandelyk, als die ten tyde van Justinianus. 574- Chosroës dreigt alle de Provinciën van het Ryk in het Oosten te veroveren. Justinus, door alle deeze tegenfpqeden , en door de gevolgen zyner ongebondenheeden in eenen gaat van. zinneloosheid gevallen zynde , valt het beftuur van zaaken geheel in handen der Keizerinne, die eene verbaazende fomme gelds aan Chosroës laat aanbieden , indien hy de vyandelykheeden wil ftaaken. De Perfifche Vorst neemt het geld aan; doch verbindt zig flegts tot een ftilftand van wapenen, voor den tyd vaneen jaar. Sophia , in weerwil haarer trotsheid en heersclvzugt , al te wel begrypende, dat zy alleen te zwak was tot het Ryksbcftuur , laat het oog vallen op T'bei ius , wiens fchoone gedaante haar ruim zo veel, dan zyne beminnelyke hoedanigheeden , bekoorden , en omtrent wien zy waarfchynlyk uitzigten had , waaraan. Tiberius echter niet geneegen was tc' beantwoorden. Zy beweegt haaren zwakken Gemaal, om dien Veldheer tot Cacfar, of Ryks-opvolger, te benoemen , en intusfen het ganfche bewind van zaaken aan hem toe te vertrouwen. 575- . Den wapenftilftand geëindigd , en de Perliaanen gereed zynde , om met eene gedugte legermagt in het Ryk' te vallen , 't welk Tiberius in den korten tyd van zyn beftuur niet genoegzaam had kunnen verflerken, zo vindt die Vorst zig tegen dank verpligt, om , op voorftel van Chosroës zelven, eenen vreede te fluiten voor den tyd van drie jaaren , op de harde voorwaarde van jaarlyks 30,000. ftukken goud te betaalen. Armeniën wordt echter van dit verdrag uitgefloten. 57ó\ Chosroës, "de Persarmeniërs weder tot onderwerping gebragt hebbende, doeteen geweldigen inval in het overige gedeelte van Armeniën, 't welk aan het Ryk behoorde , cn verwoest eenige plaatfen , . doch wordt gefluit door de fterke Stad Theódofiopolis. Tiberius , intusfen de Rykstroepen uit alle oorden by een verzameld , en dus een talryk Leger op den been gebragt hebbende , geeft het bevel aan den dapperen en kundigen Justinianus, Broeder van den vermoorden Justinus. zie 566.] Die Veldheer Armeniën, als bet eenige toneel des oorlogs, ingetrok- L ken zynde , ontmoet het Perfhanichc Legcr by Melitine, alwaar een' bloedige veldflag voorvalt, ten nadeele van Chosroës , die, zyne beste troepen verlooren hebbende , byna onvergezeld , eene verhaaste vlugt neemt, en zelf zyne fchande vereeuwigt, door uit fpyt eene wet te maaken , dat de Perfifche Koningen voortaan nooit in eigene perfoon tegen het KeizerRyk zullen optrekken. Justinianus, zyne overwinning voortzettende , rukt in de Staaten van Chosroës, plundert en vernielt verfcheidene Steden , en maakt zulk een ryken buit, dat hy 'er 24. Olyphanten mede belaadt ,• en dezelven in zegepraal naar Conftantinopolen zendt , benevens zulk een groot aantal gevangenen , dat ieder Perfiaan aldaar voor de waarde van een enkel ftuk goud verkogt wordt. 577- Het geleeden verlies vernedert de trotSj heid van Chosroës , die zelf voorflagen laat doen tot eenen altoosduurenden en algemeenen vreede , op redelvke voorwaarden ; doch een zyner Bevelhebbers intusfen een nieuw uitgezogt Leger op den been gebragt en eene groote overwinning op Justinianus behaald hebbende , breekt hy de reeds aangevangene onderhandelingen af. 578. Justinianus wordt te rug geroepen, en in zyne plaats benoemd Mauricius , nadethand Keizer , een Cappadociër vart Romcinfche afkomst, zo dapper en kundig in den oorlog , als achtenswaardig door dc uitmuntendheid van zyn karakter. Het gefloten verdrag van 57;. heilig itt acht neemende , bepaalt hy zvne krygsbedry ven alleen tot Armeniën; doch Chosroës , minder naauw gezet, geeft zynen Bevelhebber last , om het Ryk van alle kanten aan te tasten. Mauricius behaalt eenige kléine voordeden op dc Perfiaanen , die zig dapperlyk verdeedigen. Intusfen overlydt Keizer Justinus. Hy had verfcheidene nieuwe wetten gemaakt, waaronder de aanmerkelykfte is die, volgens welke alle Huwelyken tusfen Naastbeftaanden verboden , doch tevens de Echtfcheidingen vergund werden; als kunnende eene verbintenis, met wederzydfchc toeftemming aangegaan , ook op gelyke wyze verbrooken worden. De Kroon valt nu van zelve aan T I B E R I U S , 1 r. Cridfche Keizer. De Keizerinne-Weduwe Sophia vindt tig in haare verwagting bedroogen, doordien  8z BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP de» ALGEMEENE GESCHIEDENIS/ E^f?fLf^^' FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN Schotland en Ierland. m PORTUGAL 1 579- Triduif overlydt, en wordt opgevolgd door Zynen Neef, tweeden Zoon van wylen den Koning Ida, Theodo. rik, yyfdm Koning van Nortiiumberland. - 584. Crida, de laatfte der Saxifche Prinsfen, die hun vaderland verlieten , om zig in Engelar-d te vestigen.komt met eene zeer talryke Vloot op de kusten van Oost • Angliën , en, dezelven alreeds door zyne landgenooten bezet vindende, zo vervolgt hy zynen weg tot m hét harte van Engeland, alwaar hy den Britten hunne laatftebezittingen ontrooft , die niets meer overig houden dan de feerg-agtige ftreeken van Walles en Corn*alles. [zie 535.] ' V 585. Crida, geenen te. .genftand ontmoetende , handhaaft zig in het gerust bezit zyner nieuw- koomen, met bewilliging zyner onderdaanen, tot Ryksgenooten benoemde, zyne twee Zoonen, Herménegild en Recha- red. Doch de oudfte Herménegild, kort daarna het regtzinnige geloof omhelzende,wordt door zyn Vader, een y veiig Arriaan, gelyk verre het grootfte gedeelte der Gothen, eerst in ballingfchap gezonden, en vervolgens, toen hy by 't volk een aanhang zogt te maaken, om het leven gebragt, waarom hy door de Kerk op den lystder Martelaaren en Heiligen gefteld is. Leowigild, zedert dit voorval eene des te fterker verbittering tegen de Regtzinnigen opvattende , vervolgt dezelven alomme met de uiterfte verwoedheid. 58j. Leowigild doet een vyandelyiten inval in Galliciën, en vernietigt de overblyffelen van werd , aan dit verzoek niet kunnende voldoen, zendt ten minften eene zwaare ibmme gelds over, waarmede verfcheidene Lombardifche Legerhoofden worden omgekogt; 't yi elk van dat gevolg is, dat het beleg opgeheeven, en de onderlinge verbintenis der Hertogen weder verbrooken wordt. 58a De Hertog van Spoleto, een der magtigfteh van de Lombardifche Grooten, breidt zyne bezittingen aan alle kanten uit, en verovert zelfs de Haven van Ravenna. 58r. Zotton, Hertog van Benevent, tragt zyne bezittingen in het Zuidelyk gedeelte van Italiën uit te breiden , en flaat het beleg om Napels; 't welk zig zo dapperlyk verdeedigt, dat hy van zyne onderneeming moet afzien. 581. De ^ .; , , . , v or£t zyner befchetming aan te beveelen. Gon¬ tran , door medelyden aangedaan, brengt een fterk Leger op den been, noodzaakt Childebert om de vyandelvkheeden teftaaken , en bewerkt door zynen invloed by de Franfche Grooten, dat Clotaris voor wettig Vorst, en deszelfs Moeder Fredegonde tot Regentesfe van het Ryk verklaard worden. - Optogt van Childebert tegen de Lombarden, en zvn trouwloos gedrag omtrent den Oosterfchen Keizer Mauricius. [zie ggfej 585. Tweede vrugtelooze togt van Childebert tegen de Lombarden, Het fnood karakter en de verregaande knevelaryën van Fredegonde geeven aanleiding tot een gevaarlyken opftand. Zeke-e Gondebakf z-V voor een Zoon van wylen Clotaris I. uitgeevende, werpt zis tot Koran, op, en wordt door verfcheidene Franfche Grooten onderfteund • doch hy wordt door de troepen van Gontran verflagen , en vervolgens door eenigen van zyn eigen aanhang vermoord. Gontran echter, Sver flet gedrag van Fredegonde verontwaardigd, brengt teweeg, datzv van haare De eerlooze Fredegonde, den' laatflenZoon van Chilperik uit zyn vorig huwelyk , Clovis, insgelyks uit den weg willende ruimen, klaagt hem aan als den moordenaar van haare drie eigene kinderen, welken aan een bloedloop overieeden waren ; en Chilperik heeft de wreedheid, van zynen Zoon , op die losfe aantygïng, onverhoord ter dood te laaten brengen. — Gontran , alle zyne kinderen verlooren hebbende, benoemt den jongen Koning van Auftraliën tot zynen opvolger. Zy voeren eenigen tyd lang eenen bloedigen oorlog tegen Chilperik, waarby niets merkwaardigs voorvalt, tot dat 'er eindelyk eene wederzydfche verzoening getroffen wordt. 584. Chilperik, onverwagt van eene jagtpartv tent" koomende, ontdekt een geheimen liefdehandel van Fredegonde met zekeren Landrv. Befluiteloos wat te doen,wordt hy door die fnoode Vrouw voorkoomen , welke hem door haaren minnaar laat vermoorden. Zyn verfoeijelvk karakter hem algemeen gehaat gemaakt hebbende , zo dat men hem gewoonlyk den Franfchen Nero noemde, wordt zyn lyk door een ieder verlaaten, tot dat zeker Bisfchop uit ontferming de zorg opzie nam, om hetzelve ter aarde te laaten beftellen Hy' wordt in het Ryk opgevolgd door zynen eenigen overgebleeven Zoon , uit het huwelyk met Fredegonde gebooren, en naauwelyks vier maanden oud, genaamd CLOTARIS II., 10. Koning va» den eerflen Stam. Koning Childebert van Auftrafiën tragt zig van Chilperiks dood te bedienen, om deszelfs Staaten te overmeesteren , doch Fredegonde fchryft ten beweegelyken brief aaa den Bourgondifchen , — «w.v*wt. ïtlU\CIt en plundert een groot gedeelte van den tegenwoordigen Kerkelyken Staat; de derde flaat het beleg om Romen. Die Stad, fchoon flegts van eena zwakke bezetting voorzien, verdeedigt zig dapperlyk, en itelt alle de pogingen der Lombarden te leur. G e- duurende het beleg overlydt Paus Benedictus, en wordt opgevolgd door PELAGIUS II. , 6z. Paus. die, midden in de onlusten van Italiën, de oude verfchillen over de vermaarde Drie Hw/^foM.» hernieuwt, en alles aanwendt, om de WesterfcheBisfchoppen tot de veröordeelinge daarvan over te haaien; doch met zulk een flegten uitflag, dat die van Istria alle kerkgemeenfchap met hem vcrbreeken. 579- Romen meer en meaf door den vyand benaauwd wordende, zendt Pelagms den vermaarden Gregorius, naderhand Paus, naar Conftantinopolen , om eenen nieuwen fterker onderftand te verzoeken. De Keizer r j- ,  ▼an CONSTANTINUS den GROOTEN kt fer op den- TEGENWOORDIGEN TYD. 8$ e» mg&wnr stam». Het GRIEKSCHE RYK. m het ontn. ') :o 3§no'z sb ito J JÏy5S*évsf>2 "5b-ivA olco Ml r an Childebert , welke, van tynen kant, een fterk Leger :>ver de Alpen zendt. Auharik verflaat de Franfchen >ansch-en-al, maakt een groot lantal gevangenen , en drvft fet geringe overfchot op 'de dugt. , De Paus Pelagius raakt in :en .heevigen twist met den lisfchop van Conftantinopoen, Johannes , van wegen zyne veele onlusten , dat Rechared drie geheele jaaren moet befteeden, om de rust en eensgezindheid volkoomenlyk te herftellen. ' 5S8. Huwelyk van Rechared, en onlusten daaruit ontftaan. [zie Italiën.] 589- Rechared, eindelyk allen tegenftand te boven gekoomen zynde, vergadert een Concilie te Tolech), i uit de ganfche Geestelykheid van Spanjen beftaande, ] waarin de Arriaanfche ketteryë plégtiglyk verzaakt, 1 • en van het oude Ryk der Sueven aldaar, 't welk hy met zyne Staaten verëenigt. Hy overleeft deeze overwinning niet lang, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, RECHARED, 17. IVcst-GottiiJchc Koning. die, even gelyk zyn Broeder, doch heimelyk, het regtzinnige of Catholyke geloof toegedaan, reeds van den aanvang zyner regêeringe af, maatregelen neemt, om zyn'' ganfche Koningryk mede tot de o mhelzmg dier leere over te ■haaien. 586. Rechared,verfcheide Grooten gewonnen hebbende, roept eene talryke vergadering by een, uit de voornaamften des Ryks en alle de Bisfchoppen beftaande , waarin hy openlyk zy ne gevoelens bekend maakt, eene zeer nadrukkelyke aanfpraak doet, en verre -het grootfte gedeelte overhaalt, om de Arriaanfche ketteryë te verzaaken. Rechared herftelt hierop de Regtzinnigen in alle hunne goederen en - voorrechten, enhandhaaft dat geloof ten fteikften, doch zonder eenig geweld tegen de Arriaanen te oeffenen, dan alleen het ophaalen van alle hunne boeken, welken openlyk te Toledo verbrand worden. Niettégenftaande deeze zagtzinnige handelwyze.biedt de overgebïeevene Arriaanfche aanhang, door de Weduwe van wylen Leowigild onderfteund , zo veel tegenftand, f-n tmru»»lr* v-ir, t„A +„A ,~  tan CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENW'OORDIGEN TYD. 8y en cmgelecgene Staaten. Het GRIEKSCHE RYK, en het oosten. zyne ftrenge en onthoudende levenswyze den Vaster bygenaamd. Die Bisfchop had in . een Concilie , het vorig jaar in het Oosten gehouden , de bekragtiging verkreegen van den tytel van Algemeen Bis/eh'p, welken eenigen zyner Voorzaaten reeds hadden aangenoomen. Pelagius verzet zig ten iterkften, doch vrugteloos, tegen deezen tytel, dien hy aanmerkte als ftrydig met die Opperhoofdigheid, welke de Roomfche Pausfen zig zedert eenigen tyd oYer de ganfche Kerk hadden zoeken aan te matigen. ■ 589- Aufharik begeeft zig in den echt met Theodelinde, eene Duitfche Prinfesfe , Dogter van eenen Vorst, welke in het tegenwoordige Beijeren heerschte. Theodelinde , den Christelyken Godsdienst toegedaan , beweegt haaren Gemaal mede tot de omhelzing van dat geloof, en een groot aantal Lombarden volgt het voorbeeld van hunnen Vorst; waardoor de Christenen verlost worden van de heevige vervolgingen , die zy voorheen van dee^e Natie hadden moeten lyden. Nicttegenftaande Theodelinde de regtzinnige leer omhelsde, en dezelve ook haaren Gemaal zogt in te boezemen, geeft Autharik nochtans den 'voorrang aan het gevoelen der Arriaanen. Vervolgens zet hy zyne veroveringen voort, tot aan het uiterst einde van Italiën , en bemagtigt het ganfche Zuidelyk gedeelte, uitgezonderd de Steden Napels, Gaëta , Amalfi, Sorrente, Salerno , en eenige weinige plaatfen , aan de Zee geleegen. — Dit jaar wordt Italiën deerlyk verwoest door eenen der geweldigfte watervloeden, die in de gefchiedenisfen bekendis, en door eene befmettelyke ziekte gevolgd wordt, welke een groot aantal menfehen in het graf rukt. De Exarch .Smaragdus vervolgt, op aanhitfmg van den Paus, op eene heevige wyze de Bisfchoppen , die het Concilie van Conftantinopolen weigerden aan te neemen. Keizer Mauricius, een Vorst van verdraagzaame beginfelen, keurt zulks hoogelyk af , en, daarenboven over het gedrag van den Exarch niet zeer voldaan , als welke meer zyne eigene grootheid dan de belangen van het Ryk handhaafde, roept hy hem te rug, en benoemt in deszelfs plaatfe . romanus, 3. Exarch van Ravenna. een man van groote bekwaamheeden , en die daarënboven eene aanzienlyke verfterking troepen met zig brengt, waardoor hy in ftaat gefield wordt, om iets meer van aanbelang uit te voeien, dan zyne twee Voorzaaten. 590. Paus Pelagius overlydt. In deszelfs plaats wordt verkoozen de vermaarde gregorius, de groote, 63. Pattt. die, het zy uit weezenlyke, het zy uit geveinsde nederigheid, deeze benoeming yan de hand wyst, en zelfs den Keizer fchriftelyk verzoekt, om daarvan ontflagen te worden; doch deeze, de groote bekwaamheeden van Gregorius kennende, bekragtigt de verkiezing, en verpligt hem , om zig dezelve te laaten welgevallen. De Franfche Koning Childebert wordt zo nadrukkclyk door den Keizer Mauricius aangemaand, om of de ontfangene fomme gelds te rug te geeven, of de vyandelykheeden-tegen de Lombarden te hervatten, dat die Vorst eindelyk , meer uit welvocgelykheid dan verkiezing , een .Leger op den been brengt, en naar Italiën' zendt. Ter zelfder tyd trekt de Exarch Romanus te velde; en de Lombarden, dus van twee kanten aangetast, fluiten zig op in hunne verfterkte Steden. De Franfchen vergenoegen zig, met het platte land te plunderen; doch Romanus, den oorlog ernftiger voortzettende, herovert Modena, Mantua, en eenige mindere plaatfen. De befmettelyke ziekte nog niet geheel opgehouden, en eenige Franfchen daaraan geftorven zynde , neemt Childebert zulks tot een voorwendfel, om zyne troepen te rug te roepen , en fluit zelfs kort daarna een vreede met de Lombarden, die , dus de handen mimet gekreegen hebbende, den Exarch ncodzaaken, om naar Ravenna te rug te trekken. — Kort daarna overlydt Autharik; cn de Grooten L3 587. De Abaaren, reeds zedert den jaare 583. gedreigd hebbende , eenen inval in het hart van het Keizer-Ryk te doen", ten zy hun Jaargeld met eene aanmerkelyke fomme verhoogd werd , had Mauricius , door gebrek aan troepen, en zig in gecnen tweeden on-> voordeeligen oorlog willende inwikkelen, aan hunnen eisch voldaan; waarop de vreede gefloten was. Doch die trouwelooze Natie , zig aan geene verbonden floorende, hitst de Sclavoniërs op, om een geweldigen inval te doen; die nochtans van geen gevolg is, wyl deezen door de dapperheid van het geringe getal troepen , 't welk de grenzen verdeedigde , in korten tyd te rug gedrecven worden. De Abaaren vatten hieiöp zelven de wapenen op , en behaalen in den beginne groote voordeden , 't welk te Conitantinopolen een algemeen gemor veroorzaakt over de fchynbaare werkeloosheid van den Keizer; die ondertusfen, maar al te wel begrypende , dat eene kleine legermagt niet in ftaat zoude zyn , om de voortgangeneener woeste , krygshaftige en ontzachelyke Natie te fluiten , en te veel ondervinding van haare trouwloosheid hebbende, om den vreede wederom voor geld te koopen, naar alle oorden be\ den gezonden had, om de troepen by een te verzamelen , en dus een fterk Leger op den been brengt, 't welk dat der Abaaren gansch-en-al verflaat , en hen zodanig verzwakt, dat zy geduurende eenige jaaren het Ryk niet weder ontrusten. 588. Door de lafhartigheid van den Bevelhebber der troepen in het Oosten, Philippicus, een Schoonbroeder van den Keizer, was' de oorlog tegen de Perfiaanen een geruimen tyd lang flaauwelyk voortgezet, en 's vyands voortgangen alleen gefluit door de ongemeene bekwaamheeden van Heraclius, zynen Luitenant.' Philippicus, eindelyk te rug geroepen zynde , woidt opgevolgd door Priscus , wiens onverdraagelyke trotsheid en gierigheid de treepen, alreeds misnoegd,, tot eenen opftai d vervoert, die Rriscus byna het leven kost. . Hy neemt de vlugt, en de troepen kiezen zelven eenen Bevelhebber , Germanus genaamd , die de Perfiaanen , welken met deeze onlusten hun voordeel meenden te doen , eene zwaare nederlaage toeb-engt, en een cnnoemelyken buit maakt, die naar Conftantinopolen gezonden wordt. Deeze daad, en de behaalde overwinning, beweegen den Keizer, om de oproerigen eene algemeene vergiffefiisfc te verleenen, onder voorv\ aaiden , dat Ge manus het opperbevel weder aan Philippicus zal afftaan ; waartoe de troepen zig zeer  «6 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP ns r ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, ScAotlmd tn Urlmi, FRANKRYK. SPANTEN 5S>Ï' ajfl stt Athalarik overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon Adelfrid, zevenden Koning van Northumberland, cn tevens van Dein, [zie 588,] welk Ryk hy met dat van Northumberland verëcnigt, en dus de vermogendfte wordt van alle de Saxifche Vorsten. Verfcheidene overwinningen op de Schotten en Pieten behaald, en den fchrik zyner wapenen onder die woeste Volkeren verfpreid hebbende, dreigt hy insgelyks den Britten in hunne fchuilplaatfen aan te tasten Deezen verzamelen alle hunne magt by Chester, welke plaats' door Adelfrid belegerd wordt. Niet verre van daar was het vermaarde cn mtgeltrekte Klooster van Bandor, waarin meer dan z,ooo. Monniken van het werk hunner handen leefden Twaalf-honderd van dezelven voegen zig by het Britfchè Leger, om de ftrydenden aan te moedigen. Adelfrid, op zyne vraag wie deeze heden waren, ten antwoord gekreegen hebbende, dat zy alleen in het Leger waren, om tegen hem te bidden, zo verklaart hy , dat ze dan ook vyanden zyn, en vaardigt een gedeelte zyner troepen af, om hen allen om het leven te brengen; het welk den Britten zulk een klink aanjaagt, dat Adelfrid hen met weinig moeite op de vlugt dryft, waarna hy Chester inneemt, en het Klooster van Bandor laat flegten , zonder voor het overige de Bruten verder te ontrusten. 0 593- Ceaulin overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Neef Cearlik , vierden Koning van Wesfex, en tevens van Susfex. 594- _ Crida overlydt. Zyn Zoon Wibba te jong zynde, om lig in het bezit van zyns Vaders Staaten te handhaaven maakt de Koning van Kent, Ethelbert, zig van Mercia meester ; doch, eindelyk befpeurende , dat de overige Saxifche Vorsten nayveng waren over zyne toeneemende grootheid en reeds eenige aanflagen tegen hem begonnen te vormen' heeft hy de voorzigtigheid van het Ryk, echter onder zeer harde voorwaarden, weder te geeven aan den wettigen erfgenaam , Wibba, tweeden Koning van Mercia. 596. Niettegenftaande de meeste barbaarfche Volkeren reeds voor lange den Chnstelyken Godsdienst hadden aangenoomen ; waren de Saxers, als van het overige gedeelte der waereld als afgefcheiden, nog fteeds het Heidendom toegedaan gebleeven ; doch de beminnclyke hoedanigheeden van Ethelberts Gemalmne, Bertha, eene Dogter van wylen den Franfchen Koning Charibert, hadden haar eene algemeene achting verworven, en den Koning, nevens een gedeelte zyner onderdaanen, gunstige gedagtcn ingeboezemd voor het 1 Christendom, t welk die Vorstin belydde. Bertha, deeze ■ gevoelens beftendig leevendig gehouden hebbende, geeft daarvan kennisfe aan Paus Gregorius, die terftond veerti" Bene«üctyner Monniken, onder het geleide van den vermaarden Augustinus, naar Engeland zendt, om het werk , door de Koningin zo gelukkig aangevangen, te voltooijen. Augustinus ■ predikt het Euangehe met zo veel vrugt, dat Ethelbert, en : verre de mcesten zyner onderdaanen , bewoogen worden , i ©m zig te laaten doopen. Ter belooning zyner diensten i wordt vreede tusfen de beide Volkeren ge- uGAL. floten wordt, [zie italiën.] en het Catholyke ge- De Graaf van Bretagne, door Fre- loof, door den Ko- degonde aangeflookt, vat de wape- ning, de Grooten, en nen op tegen Gontran, die hem fpoe- de Geestelykheid, on- dig weder tot onderwerping brengt, dertekend enbekrag- tigd wordt Voorts 593- doet hy een ander t- „, , , . , Concilie te Narbonne Gontran overlydt m hoogen ou- famenkoomen, waar- derdom Zyn zagtzmnig karakter, in dezelfde plegtigkeid en inzonderheid zyn eerbied voor de gefchiedt, ten opzigte Geestelyken, en liefdaadigheid om- van zyne Staaten ia trent Kei-ken en Kloosters, hebben Frankryk, en tevens ™°P'cnl^^«ï«m ^oen eenige merkwaardige ftellen. Zyn Neef Childebert, door fchikkingen gemaakt hem tot zynen opvolger benoemd, " wor verëemgt de Ryken van Bourgondiën en Orleans met dat van Auftrafiën. Fredegonde herneemt al het gezag in de Staaten van haaren Zoon; en, by haare ondeugden groote bekwaamheeden bezittende, verflaat zy door eene krygslist een fterk Leger 't welk Childebert tegen haar gezonden had. ' 594- Niet te vreeden, met haaren Vyand deeze nederlaag toegebragt te hebben, beweegt zy den Graave van Bretagne andermaal om de wapenen op re vatten, en, haare troepen met hem verëenigende, behaalt zy wederom eene groote overwinning op Childebert. 595- De Warners, eene kleine Duitfche Natie, naauwelyks in de gefchiedenisfen bekend, en het tegenwoordige Rhyriland m de Provincie van Holland, bewoonende, doen een opftand tegen Childebert, die hen verflaat, en dermaate verdelgt, dat hun naam zedert nooit meer gehoord is. 596. Childebert overlydt, twee minderjaarige Zoonen nalaatenie, waarvan de oudTbe, Theodebert, tot Koning van AuItraiien, de jongfte , Theodorik, tot Koning van Orleans :n Bourgondiën gekroond wordt, beiden onder het beftuur ran hunne Grootmoeder Brunehaud, welke terftond een iryandelyken mval doet in de Staaten van Clotaris, doch :ene groote nederlaag gekreegen hebbende, weder te rus moet trekken. * 597- De vermaarde Fredegonde overlydt. Brunehaud, van leeze onverzoenlyke vyandin cn nayverige mededingfter omlagen , herftelt in korten tyd alle de vorige verliezen, be•ooft den jongen Clotaris van het grootst gedeelte zyner Staaten, hem alleenlyk, by wyze van gunst, in het bezit jan eenige weinige Steden laatende, cn al het overige onicr haare twee Kleinzoonen verdeelende. Trots op deezen voorfpoed, en van een heerschzugtig karakter, misbruikt :y haar gezag, door eene dwingelandifche regeering te oefenen , en maakt zig dus gehaat by de Franfche Grooten , wonderheid by die van Auftrafiën. ' $98. De  van CONSTANTINUS ben GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGÈN TYD. 87 ITALIËN, m omgeleegene Staaten. Het G R I E K S C H E RYK, en het Oosten. ten ftellen 2.0 veel vertrouwen op de deugden en bekwaamheeden van zyne Weduwe Theodelinde , dat zy verklaaren voor Koning te zullen erkennen, dien zy voor haaren tweeden Gemaal zal verkiezen. Na verloop van een behoorlyken tusfentyd bepaalt Theodelinde haare keuze op Agilulf', Hertog van Turin, als den waardigiten van alle de Lombardifche Grooten, 591. In gevolge de gegeevene toezegging, wordt, in eene plegtige algemeene byëenkonist te Pavia, als wettig Vorst erkend AGILULF, 4. Lombardifche Konin op gelyke voorwaarden, als dat, met deszelfs voorzaat gefloten. Doch hy wordt genoodzaakt de wapenen op te vatten tegen de Abaaren, die een geweldigen inval in Italiën gedaan , de troepen van den Hertog van Friuli verflagen , en, na het fneuvelen van den Hertog zelven , zig van deszelfs Hoofdftad hadden meester gemaakt. Op de aannadering van Agilulf neemen de Abaaren de vlugt, de Weduwe en Kinderen van den Hertog, beneffens een onnoemelyken buit, met zig voerende. De vier Zoonen ontfnappen gelukkig hunne handen; doch de Moeder en de Dogters worden op eene barbaarfche wyze mishandeld, en aan de beestagtige lusten der Soldaaten blootgefteld. — Byzonder aanmerkelyk is de ontfnapping van den jongften Zoon Gii- 606. De onmenfehelyke Phocas baadt zig in het bloed zyner onderdaanen. Men maakt verfcheidene famenzweeringen tegen hem; doch ze worden allen ontdekt en verydeld, cn dienen alleen , om nieuw voedfel te ver ■ fchaffen aan de onverzaadelyke bloeddorstigheid van den dwingeland. 607. De Gemalin en drie Dogteren van wylen Keizer Mauricius in eene nieuwe famenzweering deel genoomen hébbende, en door eene haarer bedienden verraaden zynde, worden onthoofd. Veelen der voornaamfle ingezeetenen, haare aanflagen begunftigd hebbende, boeten zulksmet het verlies van goederen en leven. [zie ook Italiën.] 608. Vriendfehap tusfen Phocas en de Pausfen van Romen, [xm Italiën.] 600. De ellendige toeftand van het Ryk had den Perfiaanen een ruim veld gegeeven , om hunne verwoeflingen voort te zetten. Alle de Ryks-Provinciën in Afia geplunderd hebbende, dringen zy eindelyk door tot aar» Chalcedon, flegts door eene naauwe Zee-engte van Conftantinopolen gefcheiden. Eenige weinige troepen, door Phocas tegen hen gezonden, worden geflagen, en Chosroës voert een onnocmelyken buit met zig naar Perfiën te rug. Van een anderen kant doen de Abaaren onverhinderd geduurige invallen in het Keizer-Ryk. Phocas, reeds verfoeid om zyne wreedheid, maakt zig tevens verachtelyk door zyne werkeloosheid en ongebonden leven, zelfs by zyne naaste vrienden. Zyn eigen Schoonzoon , Crispus, verëenigt zig heimelyk met de voornaamfte ingezeetenen , om zynen val te bewerken , en nodigt den Stedehouder van Africa , Heraclius, die voorheen met roem in het Oosten gediend had , [zie 591,] om het Ryk van een lafhartig dwingeland te verlosfen, tn in deszelfs plaatfe den troon te beklimmen. 610. Heraclius aanvaart de nodiging , doch niet voor zig zelven, maat voor zynen Zoon, mede Heraclius genaamd, dien hy met eene fterkbemande Vloot naar Conftantinopolen zendt , en door eene tweede verfterking, onder bevel van zynen Neef, Nicetas, laat volgen. Intusfen pleegt Phocas eene laatfte daad van gewcldenary, door alle de Jooden onder zyn gebied met geweld te laaten doopen. De jonge Heraclius komt behouden met de Vloot voor Conftantinopolen, en vernielt de Scheepsmagt van Phocas, waarop de ganfche Stad den tyran afvalt, en Heraclius openlyk als haar verlosfer en Keizer erkent. Phocas verfchuilt zig beevend in een afgeleegen hoek van het Paleis; doch wordt door een der bedienden, wiens vrouw hy ontëerd had, ontdekt, gegreepen , van het Keizerlyk gewaad berooft, en byna naakt voor Heraclius geileept, die hem zyn flegt beftuur verweeten , en ruuwelyk ten antwoord gekreegen hebbende, regeer dan beter, hem handen en voeten , en vervolgens het hoofd laat afkappen; geevende den romp en de ftukken ten prooije aan de verbitterde menigte. Heraclius wordt hierop door het juichend volk in zegepraal te Conftantinopolen ingehaald, eti kort daarna plegtig gekroond. HERACLIUS, 14. Griekfche Keizer. De ellendige toeftand, waarin Phocas het Ryk gebragt had, noodzaakt den nieuwen Vorst, om de fteeds voortduwende vyandelykheeden van Chosroës onverhinderd te dulden» 615 De M 2  02 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS ,' ENGELAND, Schotland en Ierland. in eene naauwe vriendfehap leevende met zynen Broeder Quicelm, hem een groot aandeel geeft in het Ryksbeftuur. 6ij. Wibba overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Oom , Ceorl, d-.rden Komng van Mercia; •wordende zyn Zoon Penda, uit hootde van deszelfs woest, heerschzuchtig, en wraakgierig karakter , door Ethelbert van den troon uitgefloten. 616. Sebert overlydt, en wordt opgevolgd door zy»e drie Zoonen , Saxred , Seward, en Sigebert, vierde, vjfd', en zesde Koningen van Esfex, die gezamenlyk , en dat zeldzaam is, beftendiglyk in goede verftandhoudmg regeereri. Het Christelyk geloof verzaakende, keeren zy tot het Heidendom weder, en doen de Christenen in hunne Staaten eene heevige vervolging ondergaan. Dit zelfde jaar overlydt de beroemde Ethelbert, cn wordt opgevolgd door zynen Zoon Eadbald, zesden Koning van Kent, die, eene ongeoorloofde liefde voedende voor zyne Stiefmoeder, de tweede Gemalin zyn's Vaders, het Christendom verzaakt, om zig van alle bedwang te ontflaan, en door byna de ganfche Natie gevolgd wordt. Alle de Bisfchoppen, aan de zwaarfte vervolgingen blootgefteld , verhaten het Koningryk. Laurentius alleen, de opvolger van Augustinus, waagt eene poging, om den Koning tot inkeer te brengen , en wel op eene zonderlinge wyze. Zyn eigen lichaam bont en blaauw geflagen hebbende, vertoont hy zig in dien ftaat aan Eadwald, en verzeekert dien Vorst, dat de H. Petnis hem dus getysterd had,- om dat hy, met verwaarloozing der belangen van het geloof, uit het Rvk had willen ven-ekken. Eadbald, door dit gewaande wonderwerk getroffen, omhelst weder het Christendom, en zyne Natie met hem. Intusfen neemt de Koning van Mercia deeze beweegingen te baat, om zyn Ryk der afhankelykheid, waaronder Ethelbert hetzelve gebragt had, te onttrekken. 617. Den verdreevenen Prins Edwin, 588,] na lang omme/.werven, eindelyk eene fchuilplaats gevonden hebbende by den Koning van OostAngiiën, Redowald , wordt die Vorst door den overweldiger, Adelfrid , ten fterklten aangezogt, pm Edwin aan hem over tc leveren, en , by weigering, met den oorlog gedreigd. Redowald, door vrees en vriendfehap tevens gedreeven , .weet met, waar toe te beiluiten; doch het edelmoedig vertrouwen , 't welk Edwin in hem blyft ftellen, beweegt hem eindelyk, om de wapenen ten zynen behoeve op te vatten. Hy rukt onverhoeds met een fterk Leger in Northumber.)and , en verrast Adelfrid, die in eenen Moedigen veldflag fneuvelt; waaróp zyne kinderen naar Schotland de vlugt neemen, en de kroon eenpaariglyk FRANKRYK. aan de befchimping der troepen blootgefteld , en eindelyk aan de ftaart van een wild en ongetemd Paard gebonden, en dus ellendig in ftukken van een gereeten. Clotaris regeert vervolgens op eene zagtzinniger wyze , dan men na zulk eene wreedheid had mogen verwagten. 614. De Franfche Vorsten hadden zedert eenen geruimen tyd eerfte Staatsdienaars benoemd, onderdentytel van Hofmeesters, wier gezag in den beginne zeer bepaald was. Doch de Hofmeesters van Auftrafiën , Bourgondiën en Neuftriën, veel toegebragt hebbende tot de verheffing van Clotaris , verkrygen, ter belooning van deezen hunnen dienst, het beftendig bezit hunner waardigheeden totaan hunnen dood. Zy bedienen zig van deeze vergunning, en hun toeneemend gezag, om zig byna onafhankelyk van den Vorst te maaken, en regeeren minder als Amptenaars, dan als weezenlyke Koningen. 616. Clotaris benoemt eenen Raad, waaruit naderhand de Parlementen zyn voortgefprooten , welken , even gelyk die Raad, aan geene vaste verblyfplaatfen bepaald, de Koningen, langen tyd, alomme vergezelden. 612. Clotaris benoemt zynen oudften Zoon Dago- SPANJEN en PORTUGAL. gehandhaafd hebbende, en in vermogen zynde toegenoomen, doen een inval in de Staaten van Sifebut, die hen verflaat en te rug dryft, doch vergeeffche pogingen doet, om hunne bergagtige en byna ongenaakbaare landftreek te veroveren. 616. Sifebut, in perfoon tegen de Keizerlyke troepen zynde opgetrokken, en verfcheidene overwinningen op hen behaald hebbende, brengt hen zodanig in het naauw, dat zy alle hunne bezittingen langs de Middellandfche Zee aan hem afftaan , en zig alleenlyk vergenoegen met het tegenwoordige Koningryk Algarve. Het verdrag wordt door den Oosterfchen Keizer Heraclius bekragtigd. 618. De Mooren zedert eenigen tyd herhaalde reizen de kusten van Spanjen onveilig gemaakt hebbende, laat Sifebut eene Vloot uitrusten, welke niet alleen die roovers verdryft, maar zelfs een aantal troepen in Africa ontfeheept, welken de landftreek, toenMauritaniaTingitana genaamd , en thans een gedeelte der Staaten van Marocco uirmaakende, veroveren. Sifebut handhaaft zig in deeze aanwinning, en leg: eene fterke bezetting te Ceuta en Tanger. 621. Sifebut overlydt , en wordt opgevolgd door zynen Zoon, RECHARED II., 22. West-Gothifche Koning. die zynen Vader flegts eenige weinige maanden overleeft; waarna de WestGothen met eenpaarigheid tot ITALIËN, Grimoald, toen een kind, naauwelykszes jaaren oud.naderhand Komng der Lombarden. Door een zvner Broeders agter zig op het paard genoomen, valt hy door het fnel ry den ter aarde. De Broeder.van het paard ftygende om hem op te heffen, ziet een Abaar naderen, en, geene mogelykheid ziende, om Grimoald te redden , wil hy hem doorfteeken , doch wordt door de gebeden van het kind vermurwd, en ontkomt zelf ter naauwernood. De Abaar voert Grimoald weg; doch de jonge Prins.zvne kans waarneemer.de, grypt deszelfs pook, doorftoot hem onverhoeds , en komt, door de fneMieid van het paard zynes verflagenen vyands, behouden in Italiën te rug. 6ij. Bonifacius overlydt, en wordt opgevolgd door deus dedit, 67. Paus. Na eene vreedzaame en roemryke regeering , overlydt Agilulf, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, AD ALWALD, 5. Loinhardtfche Koning. De nieuwe Vorst, nog geen 13. jaaren oud.wordt gefield onder de voogdy zvner MoederTheudelinde, welke verftandige en godvrugtige Vorstin het bewind , op eene uitmuntende wyze, waarneemt, en de alge-  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 03 tn omgeleegeneStaaten. Het G R I E K S C H E RYK, tn het Oosten. gemeene rust, veiligheid, en goede orde beftendiglyk handhaaft. 616. . De Exarch Lemigius, het volk door zwaare belastingen verdrukt hebbende , wordt in een oploop vermoord. De Hertog van Napels neemt deeze onlusten tebaat, om zig het Keizerlyk gezag te onttrekken , en zyne Staaten tot een onafhankelyk Vorstendom te doen verklaaren.KeizerHeraclius, hiervan onderrigt, zendt eenige troepen naarltaliën, onder bevel van ELEUTHERIUS, 6. Exarch van Ravenna. die den Hertog van Napels tot onderwerping brengt, hem het hoofd laat afflaan,een ander in deszelfspkatfe benoemt, vervolgens te Ravenna de hoofden der oproerigen itraft, 's volks bezwaaren wegneemt, en dus de rust herftelt. 6 iq'. Deusdedit, zonder iets merkwaardigs te hebben verrigt, omtrent het eind e des vorigen jaars overleeden zynde, wordt opgevolgd door BONIFACIUS V. y 68. Paus. De ExarchEleutherius, naar het oppergezag dingen de, en de onlusten in het Oosten den Keizer weinig geleegenheid laatende, om zig met de zaaken van Italiën te benioeijen, haalt de troe- 61 y. De Perfiaanen geheel Palseftina verwoest hebbende , veroveren en plunderen het ryke Jerufalem , en voeren een onnoemelyken fchat, beneffens het Heilige Kruis, met zig. Chosroës zendt een gedeelte zyner troepen naar Egypten, welken de vermaarde Stad Alexandriën inneemen en plunderen, en de ganfche Provincie afloopen, tot aan de grenzen van Aethiophiën. Van een anderen kant zendt hy den Veldheer Saës naar Klein-Afia, die het beleg flaat om Chalcedon. Heraclius, verfchrikt over de nabyheid van den vyand, laat hem een mondgefprek voorflaan, om eene vreedens-onderhandeling aan te vangen. Saës ontfangt den Keizer met veel achting; doch verklaart, dat hy geene volniagt heeft, om eenen vreede te fluiten , en wyst hem naar Chosroës. Heraclius zendt hierop een aanzienlyk gezantfehap naar Perfiën , 't welk aldaar zeer fmaadclyk behandeld wordt. De onmenfehelyke Chosroës laat den braaven Saës leevend villen, om dat hy , meester van den perfoon des Keizers geweest zynde , zig niet van dezelve verzeekerd had. Een ander Bevelhebber, in deszelfs plaatfe gezonden , verovert en plundert Chalcedon in den aanvang van het volgend jaar. 618. De verwoesting der Ryks-Provinciën , waaruit Conftantinopolen gewoon was jaailyks een grooten voorraad levensmiddelen te trekken , veroorzaakt eene verfchrikkelyke hongers-nood , en brengt den Keizer in de noodzaakelykheid , om de uitdeelingen van brood , die zedert Keizer Conftantinus den Grooten btftendig hadden plaats gehad , af te fchaffen. Dit geeft aanleiding tot zulk een geweldigen opftand , dat Heraclius, deels uit vreeze, deels uit misnoegen , toebereidfelen laat maaken, om de Stad te verkaten, en zig naar Africa te begeeven. Dit befluit brengt het volk tot inkeer; en de Keizer laat zig door de algemeene fmeekingen overhaalen ,, om van zyn vcorneemen af te zien. 619. De Abaaren, zedert eenige jaaren het Ryk niet ontrust hebbende , hervatten hunne oude invatten. Heraclius kat den Chan een mondgefprek voorflaan , om eenmaal een vasten en duurzaamen vreede met hem te beraamen. Het vooritel- wordt aangenoomen , eene gefchikte plaats bepaald, en de Keizer begeeft zig op weg. door een .talryk gevolg vergezeld, en de kostbaarfte gefchenken voor den Chan, en de Abaarfche Grooten , met zig voerende. Doch die trouwlooze Barbaaren , zig in eene hinderkage gelegd hebbende, tasten hem vyandig aan, maa- M 3 ken zig van alles meester , dooden een gedeelte van het gevolg, en tragten zig van de perfoon des Keizers meester te maaken, die,het gevaar ter naauwernood in een vermomd gewaad ontkomt. De Abaaren, hem op de hielen vervolgende, hebben de onbefchaamdheid, om te 100ven en te ftroopen tot onder de muuren van Conftantinopolen. 62.0. Heraclius, buiten flaat om zig te wreeken, ontveinst den geleeden hoon, en , de noodzaakelykheid van eenen vreede met de Abaaren fteeds dezelfde blyvende, te meer, daar hy toen reeds het ontwerp vormde, om tegen de Perfiaanen op'te trekken, laat hy op nieuws voordeelige . voorflagen doen aan den Chan , die dezelven 1 aanneemt, en zig wegens het gebeurde verfchoont, onder voorwendfel , dat hy zyn volk, te zeer aan het plunderen verflaafd, niet had kunnen in toom houden. Ter zelfder tyd zenden de Croaten en Serviërs, twee byzondere ftammen van de Sclavoniërs, een gezantfehap aan den Keizer, om eene woonplaats binnen de grenzen des Ryks te verzoeken, onder belofte van gehoorzaamheid en getrouwheid. Heraclius, zeer verblyd over deeze gunstige geleegenheid , om die volkeren tot een bolwerk tegen de invallen der Abaaren te doen verftrekken , bewilligt hun verzoek , en plaatst hen in die landftreeken, welken nog tegenwoordig , naar hunnen naam, Croaüën en Serviën gehecten worden. 621. De fnoode Chosroës, een monster van wreedheid niet minder dan Phocas , baadt zig in het bloed zyner eigene onderdaanen , en maakt zig alomme gehaat. Heraclius, zulks als eene gunstige omftandigheid ter volvoering zyner aanflagen aanmerkende , brengt een fterk Leger, grootendeels uit barbaarfche Hulpbenden beftaande , op den been , en zendt hetzelve , tegen het eind van het jaar, naar Afia. 6iz. De voornaamfte Bevelhebbers onder de bloe^ dige regeering van Phocas omgekoomen zynde, fteit Heraclius zig in eigene perfoon aan het hoofd van het Leger , oeffent dc Soldaaten in den lang verwaarloosden wapenhandel, herflelt de krygstugt , en boezemt allen , door eigen voorbeeld , en beurtelingfche geftrengheid en vriendelykheid r yver, werkzaamheid, en kloekmoedigheid in. Eindelyk trekt hy te velde tegen de Perfiaanen, die mede gedugte toebereidfelen fen . oorloge gemaakt hadden. Heraclius verflaat een wan delvk L eger , herovert het grootfte gedeelte van Armeniën , legt zyne troepen aldaar in winterquartiering , en keet, na deezen eerifenvoorfpoedigen veldtogt, in zegepraal naar Conftantinopolen te rug. Ge*  94 BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, riglyk wordt opgedraagen aan Edwin, *!f/M> Koning van Northumberland, een uitmuntend Vorst, die de gerechtigheid handhaafde, en de woestheid en ongebondenheeden zyner onderdaanen beteugelde , -zonder iets in hunne liefde en achting te verliezen. 613. De d.ïe Koningen van Esfex [zie 616,) fneuvelen in eenen bloedigen veldflag tegen den vermogenden Koning van WesTex, wien zy onbezonnen den oorlog verklaard hadden. Sewards Zoon, Sigebert TT ..„1— tr-Y— troepen door gefchenken en beloften over, om hem tot Koning van Italiën uit te toepen. Hy rukt vervolgens naar Romen, om zig aldaar mede in zyne_ nieuwe waardigheid te doen ei kennen. Doch de troepen zelven , berouw krygende over het gepleegde verraad omtrent den Keizer, brengen Eleutherius om het leven, die in het bewina wordt opgevolgd door 1 s f. a c a s, 7. Exarch van Ravenna. die, geduurende eene lange reeks van jaaren , de belangen des Keizers, en het welzyn der onderdaanen, getrouvvelyk handhaaft. 625. Bonifacius overlydt. De keuze tot zynen opvolger , door den Exarch bekragtigd' zynde, (welk recht, om het langduurig leedigftaan va» den Stoel voor te koomen, Keizer Heraclius voortaan den Exarchen vergunde, in naam der Keizeren te oeffenen,) valt op honorius, 69. Paus. Niet lang daarna overlydt de Lombardifche Konmguine-Weduwe Theudelinde, tot groot verlies van den jongen Vorst, haaren Zoon, die zelve zwak van geest, en van haare onderfteuning beroofd , eerlang moet bukken voor de ftaatzugt van zynen Schoonbroeder Ariovald, Hertog van Turin, die, een grooten aanhang verkreegen hebbende , Adalwald doet afzetten , en zig van den troon meester maakt, onder voorwendfel, dat die Vorst door een betoverden drank van het gebruik zyner zinnen beroofd, en dus onbekwaam tot de regeering geworden is. Hy ontmoet echter een heevigen tegenftand , zo van fommige Lombardifche Grooten, die het onrecht, hunnen wettigen Vorst aangedaan, gewapenderhand wilden wreeken, als van de regtzinnige Bisfchoppen, die het volk tegen hem opftookten, niet zo zeer, om dat hy de kroon overweldigd had, dan wel, om dat hy de Ketteryë van Arius was toegedaan. Inzonderheid yvert Paus Honorius fterk, om den onttroonden Vorst, die naai Ravenna de vlugt genoomen had, te herftellen, dreigt de Bisfchoppen, die de zyde van Ariovald gekoozen hadden met den Ban , en dnngt den Exarch ten fterkften aan, om de wapenen tegen den geweldenaar op te vatten. Doch alles te vergeefsch : De Bisfchoppen , die, zedert de weigering der ondertekening van het Concilie van Conftantinopolen, [zie 553.! in eenebeftendige verwydering met den Pausfelyken ftoel geleefd hadden , ftooren'zig niet aan deszelfs dreigementen , en de Exarch is te verftandig, om zig in de onlusten der Lombarden in te wikkelen; terwyl Ariovald van zvnen kant alle zvne tegenftanders, uitgezonderd alleen den Hertog van Friuli, tot onderwerping brengt, en zig tn tot den troon verheffen eenenhunnerdapperfte Veldheer en, genaamd SUINTHI LA, 23. West-Cothijche Koning. een Vorst, van groote bekwaamheeden, die, by den aanvang zyner regeering, de algemeene heide en acnting wint. 624. Suïnthila, het verdrag met den Keizer, [zie 616,] fchoon tegen dank, heilig gehoudenhebbende, bedient zig van de eerfte geleegenheid, dat 's Keizers troepen eenige inbreuk op hetzelve maaken, om met een fterk Leger tegen hen op te trekken. Deezen , een- en andermaal geflagen zynde, worden eindelyk genoodzaakt , Spanjen geheel-en-al te ontruimen , en zig naar de Eilanden Majorca en Minorca te begeeven, welken toen nog onder het Griekfche Ryk , en wel onder de Provincie van A- frica, behoorden. Door deeze overwinning wordt Suïnthila de eerfte Koning van geheelSpanjen enPorrugal, de kleine landftreek van Asturiën, welke haare onafhankelykheid beftendiglyk bleef handhaaven, alleen uitgezonderd. 616. De Gemalin van Suïnthila, eene fnoode Vrouw, doch die veel invloed had op den geest van haaren Gemaal, vervoert hem tot Oomen op , als zevende Koning van Esfex; doch overlydt, na eene korte regeering, en laat da Kroon aan zynen Neef Sigebert III., agtflen Koning van Esfex , die het Christendom in dat Ryk herftelt. 624. Ceorl overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Neef Penda, [zie 615,] vierde» Koning van Mercia , den onderneemendften van alle de Saxifche Vorsten , gehaat by zyne onderdaanen, en gevreesd by zyne nahuuren. De Oost-Anglifche Koning , Redowald, wordt door zyne eigene onderdaanen vermoord, die vervolgens de kroon aan Edwin aanbieden; doch die Vorst wyst ze van de hand, en bewerktedelmoediglyk, dat dezelve wordt opgedraagen aan den Zoon van zynen W"eldoener", Earpwold , vierden Koning van' Oost-Angliën. 627. Edwin wordt door zyne Gemalin Ethelburga, eene Dogter van Ethelbert en Bertha [de 596,] tot gunstige denkbeelden omtrent den Christen Godsdienst overgehaald; doch te verftandig om iets aan te neemen , zonder voorafgaand onderzoek, beredeneert hy het ftuk een langen tyd met den Bisfchop Paulinus, die hem eindelyk volkoomenlyk overtuigt, gelyk mede den Afgodifchen Hoogepriester, Coiffy; indien men overtuiging heeren mag de bekeering van eenen man , die verklaardde , dat hy het Christendom omhelsde, om dat hy van zyne Goden nooit een byzondere weldaad ontfangen had , en dat het geene waaragtige Goden zyn konden, die zo weinig zorge droegen voor hunne getrouwfte cn yveriglte Dienaaren. Hoe het zy, deeze twee kragtige voorbeelden waren van zulk eenen invloed, dat het groot- uagoDert tot rvoiung van Auftrafiën. 626. De Saxers weigeren de fchatting te betaalen , hen door Clotaris I. opgelegd. Dagobert trekt tegen hen te velde, maar wordt geflagen. — Clotaris komt hem te hulpe. De Saxers krygenop hunne beurt de nederlaag, en moeten zig weder onderwerpen, na dat de Franfchen een groot gedeelte van hunne landftreek verwoest hadden. 618. Clo-  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot os den TEGENWOORDIGEN TYD. ©5 Het GRIEK SCHE RYK, m het Oosten. Geduurende de vyandelykheeden tusfen de twee magtigfh Ryken in het Oosten , gebeurde 'er eene gewigtige omwen teling onder de Arabieren, of Saraceenen, waarvan de gevolgen naderhand voor beide die Ryken doodelyk waren Die Natie grootendeels den Afgodendienst, inzonderheid de: Hemelfche lichten, toegedaan zynde , werd 'er door eer hunner landsgenooten, den alom vermaarden Mahomed , he ftout ontwerp gefmeed , om tevens eenen nieuwen Godsdienst en Heerfchappy onder hen te vestigen. Die zonderlinge man , in den jaare 570. te Mecca uit een aanzienlyk geiiagt gebooren, maar door het vroegtydig affterven zynei ouderen, zyne eerfte jeugd in laage beezigheeden verileeten hebbende, doch zedert door zyn huwelyk met de ryke Weduwe Kadiga, en den grooten invloed van zynen Oom Abu-Taleb, in vermegen toegenoomen, en door zynen vertrouwelyken omgang met eenen Nestoriaanfchen Monnik, eenige denkbeelden van de Ghristelyke en Joodfche Openbaaringen verkreegen hebbende, had een nieuw famenftel van Godsdienst gevormd , beftaande uit een mengelmoes van deeze beiden, waaruit hy de beste ftukken had overgenoomen , en voorts' met een aantal belachelyke fabelen en ongerymdheeden opgevuld. Zyn eerfte bekeereling was zyne eigene Gemalin Kadiga, welke hy overreedde , dat de vallende ziekte , waaraan hy onderheevig was, eene verrukking van zinnen was, geduurende welke hy met Goddelyke openbaaringen begunstigd werd, door den dienst van den Engel Gabriël, die hem itukswyze den Alcoran , zyn vermaard Wetboek , aanbragt. De ligtgeloovige vrouw, trots op haare verbintenis met een Goddelyk Propheet, verfpreiade dat nieuws alomme , 't welk in den beginne geen geloof vond, zo dat Mahomeds eigene bloedverwanten hem voor zinneloos aanzagen. Het gelukt hem echter, door zyne looze kunstenaryën , eenen kleinen aanhang te winnen ,' waaronder zynen Neef, den zedert zo beroemden-Ali, dien hy tot zynen Vizier, of Stedehouder, aanftelde. Eindelyk waagde hy het (in den jaare 614.,) zyne nieuwe leere openlvk te verkondigen, welke , fchoon de zinnelyke lusten zeer begunstigende , echter weinig opgang maakte. Zelfs ontmoette hy eenen heevigen tegenftand , inzonderheid na den dood van zyne Gemalin Kadiga, en van zynen Oom Abu-Taleb, zynen grooten befchermer, zo dat zvne meeste aanhangers de vlugt neemen , en hy zelve zig een tyd lang fchuil moest houden; al het welk hem echter niet affchrikte, om'zyn ontwerp voort te zetten. Zyne ftandvastigheid, geftrenge levenswyze, en eenige weinige, gewaande wendenverken, vermeerderden eindelyk allengs het getal zyner aanhangeren, die zig by den naam van Moslem, by verbastering Mufdmannen, dat is, waare geloovlaen , onderfcheidden , inzonderheid te Yatreb, eene aanzienelyke Stad in Arabiën , welke byna geheel zyne zyde koos. — Zodanig was de uitflag zyner ftoute onderneeming , by den aanvang van dit jaar Ó22. De regeering van Mecca, deeze zaait nu met meerder ernst inziende, neemt het befluit, om deeze gevaarlyke beweegingen te fluiten, door den gewaanden Propheet-by denkop te vatten , en aan den lyve te ftraffen. Mahomed , door zyne zendelingen hiervan onderligt, redt zig door eene verhaaste vlugt, alleen vergezeld door zynen grooten vriend Abubeker, een aanzienlyk Arabier , en naderhand zvn opvolger. Hy neemt de wyk naar Yatreb, alwaar hy met opene armen ontfangen wordt ; zynde deeze Stad zedert Medina, dat is de Stad van den Propheet,, genaamd, en zeer vermaand geworden. — Deeze vlugt van Mahomed is het, van waar zyne navolgeren livjine- jaartelling, He?,m geheeten, hebben aangevangen; zynde het verfchil hunr.er jaaren, naar de Maan berekend, met de gewonne Zonnej unde ' Sewig"S punt van °PmerkinS » de Tydrekcn623. Mahomed, zynen aanhang dagelyks ziende aangroeijen, verklaart, dat het oogmerk zyner zending medebrengt, om zyne nieuwe leere met geweld van wapenen voort te planten. In gevolge hiervan brengt hy een klein legertje van 300. man op den been , waarmede hy de ftoutheid heeft, eene ryke Caravane van Mecca, door 1900 man verdeedigd, by Beder aan te tasten. Zyne benden, met de natuurlyke woede van geestdryvers ftrydende , behaalen eene volkoomene overwinning, en Mahomed verbindt hen verder aan zig-, door den onnoemelyken buit aan hen ten beste te geeven ; doch hy heeft de wreedheid , door zyne vrienden noodzaakelyke geftrengheid genaamd, om eenige voornaame ingezeetenen van Mecca, by die geleegenheid in zyne handen gevallen, in koelen bloede om het leven te laaten brengen. Deeze gelukkige uitllag zyner eerfte krygsverrigting vermeerdert zyne bende met een groot aantal roovers, waarmede Arabiën was opgevuld , en ftelt hem in ftaat, om gewigtiger aanflagen te onderncemen. Keizer Heraclius verovert de vermaarde Stad Tauris, en eenige mindere plaatfen, dry ft het Leger van Chosroës op de vlugt, dringt door tot in Perfiën, verwoest de Grens-Steden, en legt zyne troepen binnen dat Ryk zelve in wintcr-quartiering. Chosroës wreekt zig op eene lafhartige wyze over deeze verhezen , door 's Keizers gezanten ,- die hy zedert eenige jaaren in hegtenis gehouden had , te laaten vermoorden, 616. Heraclius, geduurende de laatfte jaaren den Oorlog altoos even voortpoedig voortgezet, en de Ryks-Piovinciën in Afia grootendeels weder onder zyn gebied gebragt hebbende , fluit eene verbintenis met de Khozars, eene tot dus verre onbekende Tartaarfche Natie, welke hem 40,000. man byzet. Het verkrygen van zulk eene aanzienelyke verfterking doet hem het befluit neemen , om in het harte van Perfiën te rukken , wanneer hy de fmertelyke tyding ontfangt, dat de Abaaren, door Chosroës opgeftookt, het verdiag verbrooken, en, na de ysfelykfte verwoestingen aangeregt te hebben, het beleg om Conftantinopolen zelve gellagen hadden. Hy ziet zig dus genoodzaakt op zyne flappen te mg te keeren ; doch, den dapperen wederftand der ingezeetenen, en de onbedreevenheid" der Barbaaren in het belegeren van verfterkte plaatfen-, de aanflagen van den trouwloozen Chan) verydeld hebbende, befluit Heraclius in Afia te overwinteren , om den veldtogt in het volgend jaar met vernieuwde kragten voort te zetten. 627. De Khozars, zig aan de geregelde krygstugt der Keizerlyke troepen niet willende onderwerpen, of mogelvk door Chosroës omgekogt, verlaat en het Leger. Heraclius vervolgt echter onvenzaagd zynen marsch, verwoest geheel Arfyriëm, en ontmoet eindelyk, by de Rivier Zab, een talryk vyandelyk Leger, door Chosroës, na al het geiteden veilles, met veel moeite by een gebragt. Heraclius verflaat hetzelve , na f cn allerbloenigst gevegt, waarin meest alle de fG&W&M Bevelhebbers, en meer dan de helft der Soldaa-  96 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS/ ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN, Schotland en Ierland. e» PORTUGAL. en omgeleegene Staaten. grootfte gedeelte der Natie welhaast mede het Heidendom verzaakt. Paulinus wordt de eerfte Aarts-Bisfchop van York ; en de invloed des Konings op dien van Oost - Angliën doet het Chris relyk geloof insgelyks in dat Ryk ftand grypen. 633.Earp- tot allerhande geweldige en onderdrukkende maatregelen , ter voldoening haarer toomciooze heerschzugt , trotsheid en gierigheid. 630. De Gothen, uit een overblyffel van geneegenheid, de fteeds toeneemende geweldenaryën van hunnen Vorst een langen tyd verdraagen hebbende, verliezen eindelyk alle geduld. Een der voornaamfte Grooten , Sifenand, Stedehouder van de Gothifche bezittingen in Frankryk, ftaat eindelyk openlyk tegen Suinthila op , verkrygt, voor een aanzienlyk gefchenk, eenige troepen van den Franfchen Koning Dagobert, en maakt welhaast een grooten aanhang. Hy rukt eindelyk naar Spanjen , verflaat het Leger van Suïnthila, berooft dienVorst van den troon, doch vergunt hem , zyne overige dagen ligt geloovige Ariovald laat haar in eene geftrenge gevangenis opfluiten, en Tafon, van fpyt en verontwaardiging vervuld, ontwykthet Hof. Eenigen tyd laater biedt een van Gondeberga's dienaaren aan, om openlyk by een Kampgevegt (*), volgens de zeeden dier tyden, haare onfchuld ftaande te houden; en den befchuldiger in dat gevegt verflagen zynde , wordt de Vorstin in haare eere, en het vertrouwen van haaren Echtgenoot herfteld. 63 j. Ta- (*) Het was een byna algemeen gebruik by de barbaarfche Volkeren, in die vroege tyden, om, by gebreeke van' voldoende eerechtelyke bewyz.cn, toe vlugt te neemen tot openbaare, en met de ftaatelykfle plegtigheedtn vergezeld gaande, Kampgevecten, waarin de aanklaager en aangeklaagde, of anderen in derzelver plaatfe, tegen elkander ftreeden; tot dat een van beiden fneuveltk, of ten minften zig overwonnen erkende, 't welk als een voldoend blyk van ds onrechtvaardigheid zyner zaake werd aangemerkt. Men becreep, namenlyk, dat God niet geheugen zoude, dat het onrecht zegepraalde, waarom de uit flag van zulk een gevegt ook de uitfpraak van God geheeten werd. Deeze woeste Kampgevegten, waarin flerkte, ftout hei d, of bedreevenheid in den wapenhandel veelal de plaats van het recht bekleedden, zyn in vervolg van tyden, na dat de zeeden reeds meer en meer befchaafd werden, niet dan langzaam en zeer bezwaarlyk afgefchaft; en de nog heden ten dage in zwang gaande Duellen, of Twee-gevegten, zyn een fchandelyk overblyffel van deeze oude barbaarfche gewoonte. cv , Agenois, Perigord , Saintonge, en het ganfche land tusfen de Garonne en het Pyreneesch Gebergte. Charibert geeft zig den tytel van Koning van Aquitaniën, en regeert op eene loffelyke wyze. Dagobert volgt eenigen tyd zyn voorbeeld. Hy doet eene ftrikte rechtvaardigheid oeffenen, hoort alle klagten aan , ftraft alle misdaaden, zonder aanzien van perfoonen, is milddaadig omtrent behoeftigen, handhaaft zyn gezag by zyne eigene onderdaanen, en maakt zig geacht en gevreesd by zyne nabuuren. Doch alle deeze gedwongene deugden waren van korten duur; welhaast laat hy zig fchaamteloos vervoeren tot de opvolging zyner ongebondenfte driften, en het verdrukken der onderdaanen , ter voldoening van de fchraapzugt zyner ontelbaare minnaresfen, en ter ftigting en begiftiging van eene menigte Kerken en Kloosters, waardoor hy meende alle zyne misdaaden uit te wisfehen; gelyk hy ook door iöminige Monniken zeer ten onrechte onder den rang der Heiligen gefteld is. Byzonder was hy aanmerkelyk, door de uitneemende pragt en praal zyner Hofhouding, waarin hy alle zyne Voorzaaten verre overtrof. 630. Charibert overlydt, drie Zoonen nalaatende, waarvan de eerfte hem niet lang overleeft, en de twee anderen de vlugt neemen , uit vreeze voor hunnen Oom Dagobert, die verdagt werd, den dood van zynen Broeder en Neef verhaast te hebben, en Aquitaniën weder met de kroon verëenigt. De twee gevlugte Zoonen van Charibert eindigen hunne dagen in eene onbekende fchuilplaats. 631, &c. Zeker Fransch Koopman, van groot vermogen, Samon genaamd , groote diensten gedaan hebbende aan eenen tak van de Sclavoniërs, [zie htGriekfcke Ryk, 530,] en door hen tot Koning verheeven zynde, zendt Dagobert eenen gezant aan hem , die , den tegenwoordigen rang van zynen landgenoot vergeetende, hem zo fmaadelyk behandelt, dat Samon heevige klagten aan Dagobert laat doen. Doch, dien Vorst zig des niet bekr eunende , vatten de Sclavoniërs de wapenen op, en voeren eenen oorlog tegen de Franfchen, welke eenige jaaren duurt, zonder dat 'er van beide kanten veel van aanbelang wordt uitgevoerd. De Saxers, door Dagobert van de fchatting ontheeven , neemen eindelyk de last des oorlogs op zig, die echter van geene verdere gevolgen is. 631. Dagobert benoemt zynen oudften Zoon, Sigebert, nog een kind, tot Koning van Auftrafiën , onder het opzigt van den Hofmeester Pcpyn, en verklaart zynen tweeden Zoon, Clovis , OIO. Clotaris overlydt, en wordt in alle zyne Staaten opgevolgd door zynen oudften Zoon, DAGOBERT, 11. Komng van den eerften Stam. De tweede Zoon, Charibert , maakt aanfpraak op een gedeelte vam het Ryk, en wordt door een aanzienlyken aanhang onderfteund. Dagobert , voor een opftand bedugt, doet afftand van de tegen¬ in het bezit zyner waardigheid handhaaft. — Adalwald, in den aanvang van het volgende jaar overlydende, en wel waarfchynlyk door vergif, wordt eenpaariglyk als zyn opvolger erkend ARIOVALD, 6. Lomhardifclte Koning. die den vreede met den Exarch bevestigt, en het Ryk op eene betere wyze beftuurt, dan hy hetzelve verkreegen had. 6zc. Tafon, Hertog van Friuli, erkent eindelyk het gezag van Ariovald , en verfchynt ten Hove. Een zyner vyanden befchuldigthem van eenen ongeöorloofden liefdehandel met de Gemalin van Ariovald, Gondeberga, eene niet minder deugdzaame Vorstinne dan haare Moeder Theudelinde. De minnenvdisrp pn al tf  Van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot of bsn TEGEN WO ORDIGEN TYD. pi Het GRIEK SCHE RYK, e» het Oosten. ten fneuvelen, een groot aantal krygsgevangen gemaakt, en een onnoemelyke Duit behaald wordt. Hy rukt vervolgens , niettegenftaande de ftrengheid van het Winterfaifoen , regelregt naar Cteiiphon, Hoofdltad van Perfiën. Ó28. Chosroës, zig te Dastagerd , eene aanzienlyke Stad tusfen t n n n t , _ ' ^3 3- Earpwold, een Vorst van een flegt karakter, kort na zyne bckeering den Afgodendienst weder omhelst, en zig aan een ongebonden leven hebbende overgegeeven, overlydt. Zyn Broeder Sigebert, een braaf Prins , het Hof ontwecken , en naar Frankryk gevlagt zynde, volgt hem, na verloop van eenigen tyd , op in het gebied, als vyfde Koning van Oost-Angliën, en herftelt aldaar het Christendom. De heerschzttgtige Koning van Mercia, Penda , nayverig over de grootheid van Edwin, verëenigt zig met de Britten van Walles, en rukt met een magtig Leger naar Northumberland. Edwin fneuvelt in eenen veldflag, en zyne Staaten worden deerlyk verwoest. Zyn oudfte Zoon wordt door Penda verraderlyk om het leven gebragt; dejongffe neemt de vlugt naar Frankryk. De Zoonen van wylen Koning Adelfrid , zig van deeze onlusten bedienende , keeren uit Schotland te rug, ftellen zig aan het hoofd der Northumbriërs, en verdryven Penda nevens de Britten. Dc kroon vak hierop ten deele aan den oudften Anfrid, negenden Ko¬ gen op eene afgeleegene plaats te eindigen; waarna de kroon, met eenpaarige ftemmen , aan hem wordt opgedraagen. S I S E N A N D, 24. West-Gothifche Koning. De Geestelykheid verkrygt onder deezen Vorst, die zeer tot bygeloovigheid overhelde, een grooten invloed op het beftuur van den Staat. Verfcheidene burgerlyke zaaken werden alleen door Geestelyke rechtbanken beflist; en in een algemeen Concilie, in den jaare 633. gehouden, werd eene wet gemaakt, dat, by het overlyden van eenen Vorst, deGeestelykheid en de voornaamfte Grooten alleen het recht zouden hebben, om eenen opvolger te benoemen; wordende dus de ftemmen des volks geheel uitgefloten. 63Ó. Sifenand ovetlydt, en wordt, op de benoeming der mug vcombert overlydr, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, Egbert, agtflen Koning van Kent. Adelwald over!ydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, Aldulf, tienden Koning vanOost-Anghën. 6Ö9. De beroemde Theodorus , tot den Aarts-Bis1'choppelyken Stoel van Canterbury verheeven , wordt, door bewerking der voornaamfte, en met toeftemming der andere Saxifche Koningen, als het Hoofd der ganfche Engelfche Geestelykheid erkend, welke waardigheid beftendig aan den Zetel van Canterbury verknogt wordt. Theodorus , geheel aan de belangen \an den Roomfchen Paus overgegeeven, aan wien hy zyne benoeming te danken had, vestigt het gezag der Pausfen, en de plegtigheeden der Roomfche Kerke, in geheel Engeland; doch de Britten, Schotten , en Pieten blyven ftandvastig. by hunne ©ude Kerk-gewoontens, weigeren het Pausfelyk oppergebied te erkennen, •n beflisfen alle zaaken in byzondere Kerk-vergaderingen. 670. Oswy overlvdt, en wordi opgevolgd door zyner Zoon, Egfrid, twaalfde» Koning van Northumberhnd; een dapper Vorst, die verfcheidene overwinningen behaalde opdePicten, de Britten, en den Koning van Mercia, welken herhaalde invallen dee- het Hof, die by het overlyden van eenen Vorst zullen tegenwoordig zyn, de verkiezing zullen doen; ten einde dus de onlusten, aanhetfamenroepen der Geestelyken cn Grooten uit alle oorden des Ryks, en het daaruit voortfpruitend uitficl der ' benoemingen, veelal verknogt, in het vervolg voor te koomen. 672. Re- 005. Batilde, al haaren invloed verlooren hebbende , begeeft zig in een Klooster, alwaar zy kort daarna overlydt. Ebroïn rnu volftrekt meester, regeert als een dwingeland. 670. Clotaris - overlydt. Deszelfsjongftc Broeder Theodorik wordt door Ebroïn tot Koning verklaard en uitgeroepen. Maar de Grooten van Frankryk,de ov erheerfching van dien geweldenaar niet langer willende dulden , bieden de Kroon aan den oudften Broeder, Childerik , Koning van Auftrafiën. Die Vorst voegt zig by hen aan het hoofd van een talryk Leger. Ebroïn, van een ieder verhaten , neemt de vlugt naar een Klooster, en wordt, nevens Theodorik , genoodzaakt, den Geestelyken ftaat te omhelzen; waarna de ftem der ganfche Natie zig verëenigt ten voordeele van CHILDERIK II., 14. Koning van den eerflen Steun. Kort na zyne verheffing, heeft hy dc edelmoedigheid, van een groot gedeelte van Auftrafiën af te ftaan aan den verdreevenen Prins Dagobert, die uit Schotland was te rug gekoomen. [yergeiyk 656.] 671. Childerik, zig door de verftandige raadgeevingen van den « BisfchopLegerlaaterde bode wordt door Conftans onderfchept, onder de muuren der Stad gevoerd , en met den dood gedreigd , indien hy den ingezeetenen niet toeroept, dat zy geen ontzet te wagten hebben. Doch die edelmoedige man volvoert onbefchroomd den last van Grimoald; waarop Conftans de laagheid heeft, van hem het hoofd te laaten afllaan. Intusfen nadert Grimoald met een fterk Leger, 't welk den Keizer doet befluiten, om het beleg op te breeken, en zig naar Napels te begeeven. Een zyner Veldheeren , befchaamd over dien lafhartigen aftogt, vraagt en verkrygt verlof, om tegen de Lombarden te velde te trekken; doch wordt geflagen; waarna Grimoald alle de verloorene plaatfen herwint, en zelfs een gedeelte van het Hertogdom Napels verovert. Conftans, zyne oogmerken verydeld ziende, begeeft zig naar Romen, alwaar de Paus en het Volk hem met de uiterfte eerbewyzingen ontfangen, zonder dat 'er van dc Kerk-gefchillen iets gerept wordt. Na een kort vertoeven vertrekt Conftans uit Romen, na byna de ganfche Stad geplunderd , en van alle haare kostbaarheeden beroofd te hebben , zonder zelve dc Kerken en andere gewyde plaatfen te ontzien; begeeft zig vervolgens naar het Eiland Siciliën , en vestigt zyn verblyf te Syracufa. 664, Grimoald , het verblyf van Pertharit ontdekt hebbende , zendt gezanten naar den Chan der Abaaren , om hem met den oorlog te dreigen,. in gevalle hy dien verdreevenen Vorst langer fchuilplaats gimne. Deeze wordt hierop genoodzaakt, de Staaten van den Chan te ontruimen; en , zig nergens veilig achtende, neemt' hy het vreemd befluit, om zig te vertrouwen aan zynen vyand zelven, wiens edelmoedigheid alomme hoogelvk geroemd werd. Grimoald beantwoordt aan die verwagting, cn onthaalt hem als eenen Vorst. Doch de achting en liefde, door hét Volk aan deezen hunnen wettigen Koning betoond , doet hem eindelyk argwaan opvatten , cn het befluit neemen , om Pertharit op te ligten > en in een fterk Kasteel op te fluiten. Zyn vertrouweling, met de uitvoering belast, ontdekt den aanflag aan Pertharit, die heimelyk de vlugt neemt, door hulp vaneen zyner dienaaren, die hem, in het kleed van een flaaf vermomd, met geweld, als het ware om een gepleegden misdaad , buiten het Paleis floot, 't welk alreeds door 's Konings wagten omcmgeld was. Pertharit vindt eene veilige fchuilplaats by Dagobert, Koning van Auftrafiën, (zynde een gedeelte van Frankryk ,) doch zyn dienaar wordt gegreepen, en voor Grimoald gebragt, die zyne Hovelingen raadpleegt,, welk eene ftraffe deszelfs misdaad verdiende. Zy verklaaren allen hem des doods fchuldig. De Koning alleen is van een ander gevoelen. Die zyn eigen leven waagt, zegt hy , om dat van zynen mees'er te redden, verdient belooning en geen ftraffe; en zendt hem vervolgens, met loftuitingen en gefchenken ovcrlaadcn, naar Pertharit. é6j. Pers nng genoomen, ciocn eaeimoeaigt>enanaeictworden. En in het algemeen regeert de nieuwe Vorst op zulk eene voortreffelyke wyze, dat men hem in allen opzigte de kroon moest waardig keuren, indien hy dezelve niet door eene misdaad verkreegen had. 663. De Oosterfche Keizer Conftans komt met eene Vloot en troepen in Italiën , flapt te Tarenten aan land , verëenigt zig met de benden van het Hertogdom Napels, en vak onverhoeds in Benevent , alwaar Romoald, een Zoon van Grimoald, het bevel voerde. Verfcheidene mindere plaatfen veroverd en deels vernield hebbende , flaat hy eindelyk het beleg om de Hoofdftad Benevent. Grimoald zendt een bode aan zynen Zoon , om hem PPn rnnpdicTr-n rvnrfprftinri tnp ,*> i/.nti<.n • Ar.r\\ A^  van CONSTANTINUS den GROÓTEN af tot op den TEGENWOORDICEN TYD. 107 en otngeleegcne Staaten. Het G RI E K S C H E RYK, 66y. Pertharit beweegt den Koning van Frankryk, om hem eenige troepen by te zetten. Het Franfche Leger trekt over de Alpen; doch wordt met groot verlies door Grimoald te rug gcdreeven. Keizer Conftans piundert Siciliën, Sardiniën en Africa , door het opleggen van ondraagelyke belastingen. De laatstgemelde Provincie ftaat openlyk tegen hem op. De Saraceenen , reeds aldaar gevestigd , [zie 641 en 648,] bedienen zig van die onlusten, doen een verwoeden inval in het Keizerlyk gedeelte, plunderen verfcheidene plaatfen, en voeren een aantal gevangenen , beneffens een ryken buit met zig. 666. De Exarch Theodorus Calliopas overlydt , en wordt opgevolgd door GREGORIUS, 11. Exarch van Ravenna. Paus Vitalianus, op het voetfpoor zyner Voorzaaten, niets onbeproefd laatende , om het oppergezag van zynen Stoel meer en meer uit te breiden, had meest alle de Bisfchoppen van Italiën tot onderwerping gebragt, als welken, liever dan in geduurige onrust te leeven , hunne rechten vrywillig opofferden. Doch de Bisfchop van Ravenna, Maurus, het aanzien zyner Stad , als den zetel der Exarchen, zelfs boven Romen Hellende , verzet zig tegen 's Pausfen aanflagen, en gedagvaard zynde, om rekenfehap van zyn geloof te geeven, weigert hy te gehoorzaamen. De gebelgde Paus laat hem in een Concilie afzetten, en doet hem ih den ban; maar Maurus, zig hierdoor niet laatende affchrikken, fpreekt, op zyne beurt, den ban uit tegen Vitalianus. Het eefchil loopt zo hoog , dat Keizer Conftans zig daaraan laat geleegen leggen; doch fteeds een wrok tegen de Pausfen behouden hebbende, verklaart hy zig ten voordeele van Maurus , en ontheft de Bisfchoppen van Ravenna, by een openlyk Bevelfchrift, van alle onderwerping aan den Stoel van Romen. C6S. De onderdrukkingen van Conftans veroorzaaken eindelyk eene byna algemeene famenzweering tegen hem, en hy wordt teSyracufa, in eene Badftoove, door een zyner Dienaaren , vermoord De misnoegden werpen vervolgens tot Keizer op zekeren Mizizès , een Armeniër , die, alleen aanmerkelyk door zyne fraaije geftalte en fchoonheid , en zyner eigene, zwakheid wel bewust, zig niet dan met de uiterfte moeite laat overhaalen, om deeze gevaarlyke eere aan te neemen. 669. De nieuwe Keizer Confiantinus komt in Siciliën, om den moord van zynen Vader te wreeken. Mizizès roept de Saraceenen uit Africa ter hulpe; doch, voor hunne aankomst, maakt de Keizer zig meester van het ganfche Eiland, brengt de misnoegden tot onderwerping, en laat Mizizès , beneffens de voornaamfte belhamels , ter dood brengen ; waarna hy de te rug reize aanneemt naar Conftantinopolen. Weinige dagen na zyn vertrek landen de Saraceenen op Siciliën, en, geenen wederftand ontmoetende, plunderen zy het Eiland op eene deerlyke wyze , vermoorden een groot aantal der ingezeetenen , en voeren alle de kostbaarheeden, door Conftans te Romen geroofd, naar Africa met zig. 670. &c. De Saraceenen, van hunnen Caliph [zie wegens deeze waardigheid het Griekfche Ryk 632,] eene verfterking van 10,000. Man, vonder bevel van den vermaarden Oucba, ontfangen hebbende, veroveren het grootfte gedeelte van Africa , tot omtrent de Vesting Tanger. Een onnoemelyk getal ingezeetenen wordt neergefabeld; vrouwen , kinderen , gryzaards , en dezulken, die de leere van hunnen Propheet, Mahomed, omhelzen, worden alleen gefpaard; en het getal der gevangenen alleen bedraagt meer dan 80,000. Oucba ftigt de Stad Cairoar, zedert den zetel van het gebied der Saraceenen in Africa. De Keizerlyke Bevelhebbers nochtans het overfchot der troepen landwaards in verzameld , en de Mooren te hulpe geroepen hebbende, heroveren van tyd tot tyd de verloorene plaatfen, onder aanvoering van den dapperen Moorfchen Prins, Kuscilé , verdaan de Saraceenen in eenen verwoeden en allerbleedigften veldflag , waarin Oucba met alle de zynen, byna tot den laatften man toe , fneuvelt, en maaken zig vervolgens meester van de Stad Cairoar; waarna zy de Saraceenen insgelyks een gedeelte hunner vorige bezittingen in Africa [zie 647 en 648,] ontweldigen. 671. Grimoajd, door de allerüitmuntendfte regeering de fnöödhëid zvner overweldiging O 2. en net, uosten, en het Volk-willen zulks nietgedoögen. Eindelyk gaat hy alleen met eene fterkè Vloot onder zeil; cn komt, na eene onvoorfpoedige reize, niet voor het volgend jaar in Italiën. [zie vfrdcr aldaar.] 664. Geduurende het afweezen van Con>ftans veroveren de Saraceenen geheel Armeniën, en voeren eene ontelbaare menigte van 's Keizers onderdaa» nen gevangelyk weg. 668. Conftans in Siciliën vermoord zynde, [zie Italiën f\ wordt opgevolgd door zynen oudften Zoon, wien hy reeds zedert den jaare 654. tot zynen Ryksgenoot benoemd had, CONSTANTINUS IV., PO O ON AT US, 18. Griekfche Keizer. die zig terftond naar Siciliën begeeft, om den moord van zynen Vader te wreeken. [zie Italiën 669.] 669. By de te rug' komst van Conftantinus , doet het krygsvolk, ongetwyffcld heimelyk opgeftookt, eenen opftand, eiichende, dat de Keizer zyne twee Broeders tot Ryksgtnooten benoeme. De voorgewende reden van hunnen eisch was allerzonderlingst. Wy aanbidden, zeiden zy, drie perfoonen in de Heilige Dtieëinheid; en wy willen op aarde beftuurd worden, gelyk inden Hemel; daaróm moeten wy drie Keizers hebben. Conftantinus veinst hen genoegen te willen geeven; doch verklaart tevens, dat de Raad alleen deeze zaak moet beflisfen, waarom hy de hoofden der oproerigen in de Raadzaal ontbiedt, om hunne begeerte aldaar voor te draagen. Dus de belhamels in zyne magt gekreegen hebbende, laat hy hen, in het gezigt der troepen, opknoopen, 't welk deezen zulk een fchrik aanjaagt, dat zy om genade fmëèkëh, en tot hunnen pligt wederkeeren. 670. De Caliph Moawyah breidt zyne bezittingen aihmêrkelyk uit in Afri-  io$ BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der. ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schotland en Ierland. FRANKRYK SPAxttcvt deeden in zyne Staaten. Hy ondernam ook de verovering van Ierland, die nochtans mislukte. 671. Kenwalch overlydt, zonder kinderen na te laaten. Zyne Weduwe Sexburga, eene Vrouw van ongemeene bekwaamheeden, handhaaft zig in het bewind tot aan haaren dood, die omtrent het einde van het volgend jaar voorvalt. 673.. Na het overlyden van Sexburga, valt de keure op Cenfus, een Prins uit den bloede van Cerdik , den Stigter van het Ryk, die zynen Zoon, Escifin , en eenen Broeder van wylen Kenwalch , Kentwin, tot Ryksgenooten benoemt, welke •drie Vorsten dus gezamenlyk regeeren, als agtfle, negende, en tlnde Koningen van Wesfex. De twee eerscgemelde Vorsten overlyden drie jaaren laater, waarop Kentwin alleen van den Troon meester blyft/ Egbert, een yverig voorffander van den Christen Godsdienst en van de weetenfehappen, die echter, in deeze barbaarfche tyden, van weinig waarde waren , doch. zynen roem bezoedeld hebbende door den moord van twee zyner Neeven, die hy vreesde-, dat zynen nog jongen Zoon het Ryk mogten betwisten, overlydt. Zyne wreede. voorzorg wordt echter verydeld; want een derde Neef, Lorharius, die zig fchuil gehouden had, : komt onverhoeds te voorfchyn, maakt een fter- ] ken aanhang, zendt den jongen Prins Edrik in ballingfchap, en overweldigt den Troon, als ni- 1 gende Koning van Kent. Kort daarna benoemt hy 1 tot Ryksgenoot zynen eigen Zoon, Richard, tiende < Koning van Kent. °74- Wolfer overlydten wordt opgevolgd door zv- Den Broeder, Ëthelred, zeveneLn Koning van Mercia. 6"7.8. De. vermaarde Wilfrid, Bisfchop van York in '. Northumberland, een trots en heeiichzugtig Pre- : kat, zig het misnoegen van Koning Fgfrid op den halfe gehaald hebbende, wordt, dooirbewerking van dien Vorst, in een Concilie afgezet. Hy beroept z ig van dit Vonnis op den Roomfchen Paus, en begeeft zig in perfoon naar Romen, 679. De Paus, geene geleegenheid verzuimende omzyn oppergezag uit te breiden, vernietigt het vonnis van het Concilie, en herftelt Wilfrid op zynen zetel. Die Prelaat komt in zegepraal te rug; doch Egfrid, ten uiterften gebeigd, weigert 's Pausfen uitfpraak te erkennen, en bant Wilfrid uit zy- , pe Staaten, die de vlugt neemt naa--Susfex, en, i ©ad;: de befcheiriiing van den Vorst van dat 1 Kjk> de beftuuren, regeert in den beginne op eene voortreffelyke wyze; maar vervalt welhaasttot ongebondenheeden, weelde en wreedheid. Zyn raadgeever wordt hem nu tot een last, en hy bant hem naar een Klooster. Thans van alle banden ontheeven, viert hy zyne kwaade driften den ruimen toom, en maakt zig gehaat en verfoeijelyk by alle zyne onderdaanen. tf73. ^Childerik Iaat zekeren Ryks-Grooten, Bodiflon, die hem de onwaardigheid van zyn gedrag had durven voor oogen houden, rcrcngelyk met roeden geesfelen. Bodillon, woedend van fpyt, neemt zyne kans waar, en vermoordt den fnooden Vorst, deszelfs Gemalin, en oudften Zoon, Dagobert. De iongfte, Daniël, wordt geborgen in een Klooster. Het ganfche Ryk wordt hierop ;en akelig toneel van oproer, verwarring, en roof. Eindelyk neemt men het befluit, 3m Childeriks Broeder, Theodorik, uit het öooster te haaien, [zie 670,] en tot den troon te verheffen. THEODORIK III. (*), Ij. Koning van den eer firn Stam. De nieuwe Vorst roept den gebannen Bis'chop Leger weder ten Hove,' en herftelt ïem in zyn vorig aanzien. Maar, naauvelyks begint het kyk adem te fcheppen, )f de fnoode Ebroïn hernieuwt de vorige mlusten. Het Klooster ontfnapt,en, door ien Hofmeester van Auftrafiën, met eenige ■roepen onderfteund, heeft hy de onbeschaamdheid van eenen onbekenden, dienhy .-oor eenen Zoon van wylen Clotaris uitgaf, ot Koning uit te roepen. Alle de Provin:iën, die deezen gewaanden Vorst niet willen erkennen, verwoest,, en den Bisfchop Leger, die in zyne handen gevallen was,, np de onmenfchelyklte wyze mishandeld ïebbende, brengt hy eindelyk Theodorik todanig in het naauw, dat deeze genoodtaakt w-ordt, een verdrag met hem te fluiten , en hem voor Hofmeester te erkenïen, of, met andere woorden, al het ge•ag aan hem af te ftaan, en zig met den. olooten tytel van Koning te vergenoegen. De opgeworpen Vorst, den geweldenaar nu. van geenen dienst zynde, keert weder tot tiet niet, waarüit hy'getoogen was. 680. De (*) Onder de Koningen van het imnhk rezcie Frankryk is deezr Theodorik de eerfte van lien naam; doch, ter onderfchelding der twee Autrafifche Koningen, welken mede dien naam ge'eerd hadden, wêrdt hy algemeen de derde geiteden*. en PORTUGAL. Receswinth overlydt; tot algemeene droefheid zyner onderdaanen. Volgens de nieuwe wet wordt terftond tot zyn opvolger verkoozen W A M B A, 29. West-Gothifche Koning. een voortreffelyk Vorst, uit een oud doorluchtig gefiagt gefprooten, en zo zeer van alle ftaatzugt vervreemd, dat hy zig niet dan met de uiterfte moeite laatoverhaalen , om de hem opgedraagene waardigheid aan te neemen. 673. De ingezeetenen vari de Provincie Navarre doen eenen geweldigen opftand. Hilderik, Stedehouder der West-Gotiiifche Staaten inFrankryk, volgt hun voorbeeld Wamba trekt in perfoon op tegen die van Navarre, en zendt den Bevelhebber Paulus tegen Hilderik. Paulus, zelf een verraader, koopt de troepen om, en doet zig tot Koning uitroepen. Wamba, die van Navarre tot onderwerping gebragt hebbende , verzamelt alle deoverige troepen by een, verflaat beide de oproerigen , en heeft de edelmoedigheid , van hen lyfsgenade te fchenken. e1T. De Saraceenen , die zig van het groorftegedeelte van Africa hadden meester gemaakt, [zie Italiïn 647., 648, 8cc.,] verfchynen met eene Vloot op de kusten van Spanjen, en txagten . "ai-  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. ia? ITALIËN, en omgeleegene Staaten. Het G R I E K S C H E RYK, en het Oosten. ging eenigermaate vergoed hebbende, overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, GARIBALD, 13. Lombardifche Koning. De verdreevene Koning, Pertharit, laat heimelyk de gemoederen zyner ®ude Onderdaanen polsfen, en hen algemeen gunstig aan zyne belangen vindende, komt hy onverwagt uit zyne fchuilplaats te voorfchyn , en verkrygt terftond een grooten , aanhang, die dagelyks aangroeit. De geheele ÏSIatie eindelyk zig voor hem verklaarende, wordt Garibald, na eene regeering van weinige maanden, afgezet, en PERTHARIT oi den Troon, herfteld. Door zyne tegenfpoeden geöeffend, en ter deugd gevormd, legt hy zig eeniglyk toe op de bevordering van het welzyn zyner onderdaanen, en betoont zig inzonderheid edelmoedig enweldaadig omtrent den ongelukkigen Garibald, die deeze goedheid dankbaar erkent, en geene pogingen doet, om den Troon te herwinnen. 672. .Vitalianus overlydt, en wordt opgevolgd door adeodatus, 76. Paus. die, van de heerschzugt zyner Voorzaaten verre ■vervreemd, aller achting en liefde wint, door zyne uitfteekende zagtzinnigheid, nederigheid, liefdaadigheid en vreedelievendheid. 676. Adeodatus overlydt, en wordt opgevolgd door bonus, 77. Paus. die zig geneegen toont, om met den Keizer mede te werken ter herftelling van de rust in de Kerke; doch de voltooijing van dit heilzaam werk niet beleeft. 678. Donus overlydt, en wordt opgevolgd door a G a t h o, 78. Paus. De Exarch Gregorius overlydt, en wordt opgevolgd door theodorus it. ,. 11. Exarch van Ravenna. Door het toegenoomen aanzien en vermogen der Lombardifche Koningen, en de zwakheid der Keizerlyke troepen , die-zelden of nooit eenige verfterkingen uit het Oosten ontfingen, waren, de Exarchen zedert eenigen tyd'genoodzaakt, wer- Africa; doch verliest een groot gedeelte van dezelven weder eenigen tyd laater. [zie Italiën.] 672. Moawyah laat eene Vloot uitrusten, veel talryker en fterker, dan de Saraceenen tot nu toe hadden in Zee gebragt, en zendt dezelve naar den Archipel, om tegen het volgend voorjaar Conftantinopolen zelve aan te tasten. De Keizer neemt alle voorzorgen ter verdeediging zyner HoofdStad. Een Syriër, Callinicus genaamd, ontdekt hem de famenftelling van zeker geheim Konstvuur, het Gregoridanfche of Gr iekfche Vuur genaamd , nevens het Buskruid, toen nog niet bekend, eene der moorddaadigfte uitvindingen ter vernieling van het menschdom, en waarvan de famenftelling , door den Keizer flegts aan weinige perfoonen toevertrouwd, zedert gelukkiglyk in eene eeuwige vergeetelheid begraaven is. Dit vuur brandde^in het water, nam alle rigtmgen aan, die men begeerde, verflond alles, zelfs yzer en iteenen, was onüitblusfelyk ten zy alleen door azyn, pis en zand, en was tevens zo handelbaar, dat men het opallerly wyze beezigen, en aan de Soldaaten konde uitdeden,, even gelyk naderhand de grenaaten en patroonen. Conftantinus laat zig een goeden voorraad van dit moord-vuur gereed maaken, tegen den gedreigden aanval der Saraceenen. 673 &c. De Saraceenfche Vloot verfchynt voor de Stad; doch het Griekfche Vuur regt zulk eene verfchrikkelyke verwoesting aan op hunne Schepen-, dat de aanflag mislukt. Zy hervatten dien echter jaar op jaar, telkensmet denzelfden rampfpoedigen uitflag. Het eenige voordeel dat zy behaalen , is de verovering van het vermaarde Eiland Creta. 679. De Saraceenen, byna alle hunne kragten voor Conftantinopolen ver-fpild, meer dan de helft hunner troepen , en verre het grootfte gedeeltehunner Schepen verlooren hebbende, zien zig eindelyk genoodzaakt, dé onderneeming geheel-en-al te laaten vaaren. Tot overmaat van rampfpoed, worden de vermoeide, gekwetfte en verminkte troepen, die,by' gebrek aan Schepen aan land gezet waren , door 's Keizers benden in ftukken gehouwen , en het droevig overfchot der Vloot door een zwaaren ftorm vernield. Van een anderen kant worden zy door eenen niet minder gevoeligen flag getroffen. De gevlugte Christenen , by de verovering van Syriën en andere Ryks-Provinciën in Afia , hadden de wyk genoomen by het gebergte Libanon, en aldaar een aanzienlyk Gemeenebest opgeregt, eerst onder den naam van Mardaïten, naderhand van» Maroniten, en aldaar eenige Steden gebouwd; In getal, vermogen enaanzien toegenoomen, deeden zy geduurig geweldige invallen in het gebied der Saraceenen, ftroopende fomtyds tot voor de muuren van Jë-rufalëm en van Damascus. Welhaast durfden zy geheele Saraceenfche Legers aantasten-, die zy verfleegen, eenemenigte gevangenen en een: ryken buit met zig voerende. Alle deeze verliezen noodzaaken den Caliph Moawyah, om eenen vernederenden vreede met het Keizer-Ryk tefluiten , en wel voor den tyd van 30. jaaren , onder verbintenis, dat de Saraceenen, die tot nu toe alle andere volkeren fcheenen onder het juk te zullen brengen , zelven eene jaarlykfche fchatting zouden betaalen van 3000. Ponden Goud, 50. gevangenen , en even zo veele Arabifche Paarden , waai tegen de Keizer hen in het wettig bezit hunner veroveringen erkent. — Kort daarna overlydt Moawyah. Hy was' een Man van groote bekwaamheeden, en ongemeen milddaadig; doch zyne heerschzugt, trotsheid-, en de pragt en weelde , die hy onder de tot dusverre eenvoudige Saraceenen had beginnen in te voeren , deeden veel nadeel, aan de zeeden en belangen deezer Natie. Even voor zvnen dood metveel moeite bewerkt hebbende , dat het Caliphaat erffelyk verklaard' werd,, wordt hy in het zelve opgevolgd door zynen Zoon, yezie, zevenden Caliph. Naaur O 9  >no BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP'der'ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJE N ITALIÉ ï-4 Schotland en Ierland. en PORTUGAL. Ryk, de overblyffelen van den Afgodendienst aldaar geheel-en-al uitroeit. Ó8j. De verdreevene Prins Edrik, Vhk 67 3,] de wyk genoomen hebbende by Adelwalch, Koning van Susfex, verkrygt van dien Vorst eenige troepen , valt in Kent, maakt een grooten aanhang, en verflaat de beide Vorsten in eenen Moedigen veldflag. Lotharius fneuvelt; zyn Zoon Richard neemt de vlugt naar Italiën, en overlydt eenigen tyd daarna te Lucca. Edrik wordt hierop eenpaarig erkend als elfde Koning van Kent. Egfrid fneuvelt in eenen Veldflag tegen de Pieten. Zyne Gemalin, uit eenen bygeloovigen yver, de gelofte van kuisheid hardnekkig onderhouden hebbende, laat hy geene kinderen na, en wordt opgevolgd door zynen natuurlyken Broeder, Alfred, dertienden Koning van Northumberland. Kentwin overlydt, en wordt opgevolgd door eenen Prins uit den bloede, Ceodwalla , elfden Koning van Wesfex, een pnderneemend en krygshaftig Vorst, die terftond een Leger op den been brengt, om hét Ryk van Susfex, 't welk reeds eenmaal met zyne Kroon verëenigd geweest was, [zie 590 en 647,] te heroveren. Adelwalch fneuvelt in een veldflag; en zyne twee kinderen worden vermoord. Twee zyner Veldheeren, Berethun en Authun, door hunne ongemeene dapperheid Ceodwalla te rug gedreeVen hebbende , worden hierop beiden ten Troon verheeven , als negende en tiende Koningen van Susfex. Doch Ceodwalla , het volgend jaar zynen aanflag hervattende, behaalt op hen eene groote overwinning. Berethun fneuvelt ; Authun moet zig onderwerpen , en wordt door d novenvinnaarop den troon gehate 1, op voorwaarde, van fchat- aldaar eene landing te-doen; doch worden door eene Vloot .van Wamba verflagen en te rug gedreeven. De Graaf Ervige, cteor fommigen voor eenen Kleinzoon van Athanagild gehouden, een groot gunsteling van Wamba, die hem tot zynen opvolger beftemde, heeft de fnoodheid, van zynen weldoener heimelyk eenen drank in te geeven, om hem van het gebruik zyner zinnen' te boooven. Die drank brengt Wamba Op den oever van het graf; waaróp men zig haast, volgens de bygeloovige denkbeelden dier tyden , om hem de baard en het hair te fcheeren , en een boetgewaad aan te trekken. Wamba herftelt echter, door de fterkte van zyn geftel, tegen alle verwagting; doch diepgetroffen door den ftaat, waarin hy zig bevindt , verkiert hy afftand van den Troon te doen, en zig in een Klooster te begeeven; na alvorens de Grooten en de Bisfchoppen ernftig verzogt' te hebben, om Ervige, wiens fnoodheidhem onbekend was, tot zynen opvolger te verkiezen. Dit verzoek van eenen Vorst, die het Ryk op eene uitmuntende wyze beftuurd had, en de groote eerbied, dien de verraader veinst der Geestelykheid te betoonen, verëenigen alle de ftemmen ten voordeele van ERVIGE, 30. West-Gothifche Koning. die, uit vreeze, dat Wamba berouw over zyne keuze mogt krygen, eene wet doet maaken , waarby verboden wordt, datiemarid, die den Geestelyken Staat omhelsd heeft, immer eene waereldlyke waardigheid bekkede. 682. Wamba ontdekt het verraad < aan hem gepleegd, en verwekt De Auftrafifche Koning Dagobert , vergeeffche pogingen gedaan hebbende, om zig van het geheele Koningryk meefter te maaken , wordt in eenen opftand vermoord. Geene Kinderen nalaatende, moeiten zyne Staaten natuurlyk vervallen aan Theodorik. Doch de Auftraiïërs, een affchrik hebbende voor de dwingelandifche regeering van deszelfs Hof - meester Ebroïn , neemen het befluit, om de Koninglyke waardigheid af te fchaffen, en zig onder het beftuur van eigene Hertogen te begeeven. Angefile, een Schoonzoon van den beroemden Pepyn , tot eeiften Hertog verkoozen , wordt kort daarna vennoord door eenen mededinger , die , op zyne beurt, het flagtöffer wordt der wraake van Angefile's Zoon , den vermaarden Pepyn Heriftal. Deeze wordt vervolgens tot Hertog verkoozen , en zyn Neef, Martyn, hem tot amptgenoot toegevoegd. Ebroïn, over die fchikkingen misnoegd , verklaart hen den oorlog. 681. De wederzydfche Legers leveren eikanderen flag by Leucofao. Dat van Auftrafiën krygt de nederlaag ;Martyn wordt gevangen , en om het leven gebragt; doch Pepyn redt zig door de vlugt, cn, by gebrek van kragten, de lift te baat neemende, zaait hy zo veele verdeeldheeden onder de Legerhoofden van Ebroin, die bovendien algemeen gehaat was, dat deeze weinig of geen voordeel trekt van zyne behaalde overwinning. Kort daarna wordt hy door eenen Hermanfroy onverhoeds , byhet ingaan eener Kerke , omgebragt. Zyn dood verloft echter den Koning en het Ryk -reenfins van liet juk der Hofmeesteren. Verfcheidene anieren volgen hem op , die :ven zeer misbruiksmaaken van ..^.j^i^.j, itmyvcii; en me» -weet naauwelyks iets van hcn, dan. hunne naamen. 680. en 68 r. De langduurige Kerktwisten worden door een Concilie uit den weg geruimd, [xïe het Griekfche Ryk._] De Paus zendt Legaaten derwaards, en beklaagt zig , by eenen zeer aanmerkelyken brief aan den Keizer, dat hy geene kundiger en bekwaamer mannen had kunnen zenden, uit hoofde van den deerniswaardigen toeftand der geleerdheid en weetenfchappen in het Westen, als een gevolg van de verwoestingen en omwentelingen, waaraan hetzelve zedert zo veele jaaren was blootgefteld. Ook ging de domheid en onkunde, zelfs der Geestelykheid, alle verbeelding te boven; zo dat veelen van hen naauwelyks konden kezen en fchryven, en de mééste Bisfchoppen zelven niet in ftaat waren de redenvoeringen op te ftellen, die zy voor den volke moesten doen. 682. De Keizer trekt het recht der bevestiging van de Pausfen, door wylen Heraclius den Exarchen opgedraagen , wederom aan zig; doch ontflaat de Pausfen van het Ordenings - Geld , 't welk zy voor die bevestiging aan de Keizerlyke Schatkist moesten betaalen. Agatho overlydt, en wordt opgevolgd door t E o 11., 79. Paus. die een Keizerlyk Bevelfchrift verwerft, waarby de Stoel van Ravenna [zie 666,] aan die van Romen onderworpen wordt, 683. Leo overlydt, en wordt opgevolgd door BENEDICTUS II., 80. PdUS. lie flegts dentytel aanneemt van v-erkoozenen tot den H. Stoel, tot  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. vit en tmgeleegene Staaten. Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. tot dat de Keizerlyke bevestiging was ingekoomcn; doch Benedictus verwerft van den Keizer, dat de Pausfen in het vervolg, zonder die bevestiging af te wagten, terftond na hunne verkiezinge zullen mogen geordendworden; 't welk de eerfte flap was, om zig onafhankelyk van het Keizerlyk gezag te maaken. 685. Benedictus overlydt, en wordt opgevolgd door johannes v. , 81. Paus. van wien niets merkwaardigs bekend is. Denieuwe Keizer Justinianus ftaat de o effening van het recht, om de verkiezing der Pausfen te bekragtigen, weder af aan de Exarchen. 1 686. Pertharit overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, C U N I B E R T, 14. Lombardifche Koning. Paus Johannes overlydt. Na zynen dood ontdaan 'er heevige beroertens, over cle verkiezing van eenen opvolger; totdat beide de aanhangen, om het verfchil t~e eindigen, de ftemmen vereenigen ten voordeele van eenen Priester, waaraan niemand gedagt had, genaamd conon, 82. Paus. een bejaard, eerwaardig, zeedig, zagtmoe- Naauwelyks van de Saraceenen verlost, wordt het Ryk heevig aangetast door de Buigaaren , die, zeer in vei mogen toegenoomen, duns gevaarlyke vyanden begonnen te worden. Conftantinus zendt een Leger tegen hen, 't welk verflagen wordt. De Buigaaren maaken zig hierop meester van de landftreek, nog heden ten dage naar hunnen naam Bulgaryën geheeten. Conftantinus ziet zig genoodzaakt een verdrag met hen te fluiten, waarby hy die landftreek aan hen afliaar, en zig tevens verbindt tot het betaalen van eene jaarlykfche fchatting. 680. " ' - De rust in het Ryk herfteld zynde, volvoert de Keizer zyn lang beraamd ontwerp , om een einde te maaken aan de verfchillen, welken de Kerk nu - zedert zo veele jaaren beroerd hadden. Met dat oogmerk beroept hy een Concilie te Conftantinopolen, 't welk als het zesde algemeene bekend ftaat, en tegen het einde van het jaar vergadert, onder voorzitting van den Keizer. " ~ "681.. - ••••^■Ëu^fê Het Concilie veroordeelt de gevoelens der Monotheliten , en alle derzelver voorftanders, waaronder ook den Paus Honorius. — DeRoomschgezinde Schryveren hebben zig veel moeite gegeeven, om deeze uitfpraak tegen Honorius met de leere van de onfeilbaarheid beide der Pausfen en der Algemeene Conciliën over ecu te brengen. 6S3. De Caliph Yezid. overlydt, na eene zeer onrustige regeering. Het grootfte gedeelte van Arabiën had hem met willen erkennen, maar zig verklaard ten voordeele van een doorluchtig Ambier, genaamd Abdallah, tegen wien de Caliph een Leger zond , 't welk verfcheidene overwinningen behaalde, Medina veroverde en plunderde , en beezig was met het beleg van Mecca,, waarin Abdallah zig had opgefloten , toen de Caliph overleed. Hy fchynt eeri. Vorst geweest te zyn, die veele verdiensten bezat, fchoon al te veel overgegeeven aan weelde en vermaakelykheeden;. doch zyne aanflagen tegen Mecca en Medina, die, als de geboorte- en wykplaatfen van den Propheet, in grooten eerbied gehouden werden , haalden hem den haat van het grootfte gedeelte zyner Natie op den hals, wier Schryveren hem als eenen der fïegtfte Vorsten afmaaien. — Hy wordt opgevolgd 'door zynen Zoon moawyah 11., agtften Caliph; die, van eene zwakke en bygeloovige geestgefleltenis, zig het bewind onwaardig acht, hetzelve plegtig afftaat, en zig aan eenen afgezonderden ftaat toewydt; waarop de Saraceenen in Arabiën tot zynen opvolger verkiezen abdaliah, negenden Caliph. De Saraceenen in Syriën, alwaar het doorluchtig gefiagt der Ommiaden, waaruit Moawyah voortfproot, zeer in aanzien was, verklaaren zig tegen deeze benoeming, en verkiezen van hunnen kant Merwan, eenen Bloedverwant van Moawyah. Abdallah vervolgt uit wraakzugt het gefiagt en de aanhangers der Ommiaden op eene geweldige wyze, laatende allen, die in zyne handen vieien, om het leven brengen. Deeze wreedheid verwydert veelen van hem , en zyne troepen kort daarna, in een Moedigen veldflag, de nederlaag bekoomen hebbende, wordt hy door het grootst gedeelte van zynen aanhang verhaten , en de meerderheid der Natie verklaart zig. voor merwan, tienden Caliph. 684. Abdallah tragt zig fteeds in het bezit zyner waardigheid te handhaaven; doch verliest dagelyks van zynen aanhang. Egypten, 't welk zyne zyde gekoozen had, wordt door een Bevelhebber van Merwan veroverd. Geduurende deeze onlusten ontftaat de vermaarde Secte der Schiften , [«ie 632, de Aantekening,'] die, tc midden onder dit alles, de onrust nog vermeerderen. Merwan, wiens regeering veel goeds beloofde, overleeft zyne overwinningen niet lang: Hy wordt opgevolgd door zynen Zoon, *bdbimeih, elfden Caliph. 685. Keizer Conftantinus, door zyne bekwaamheeden het vervallen Ryk eenigermaate in aanzien, herfteld hebbende, overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, JUSTINIANUS II.,. 19. Crielfche Keizer. een onbedreeven, eigenwyze, trotfe en wreede Vorst, die zig haatclyk maakte by zyne eigene onderdaanen, en verachtelyk by zvne vyanden, 685. Justinianus verbreekt het verbond met de Saraceenen, die door hunne inwendige verdeeldheeden zeer verzwakt waren , en zendt een Leger naar Afia, onder bevel van Leoncius, naderhand Keizer. DeeZe verwoest cn plundert, het grootfte gedeelte van Armeniën, Iberiën, Albaniën, en Mediën, en zendt een onnoemelyken buit naar Conftantinopolen. Abduiinelik fluit hierop een nieuw verdrag met den Keizer, op nog nadeeliger voorwaarden, dan dat van 679., zig verbindende, om dagelyks ico. ftukken gouds, een paard, en een llaaf te betaalen , en de helft van Armeniën , Iberiën , en Cyprus af te ftaan ; waartegen hy bedingt, dat de Keizer hem van de geduurige invallen der Maroniten [zie 679,] ontfla. Justinianus neemt zulks aan , fchoon allerftrydigst tegen zyne waare belangen , zendt Leoncius met het ganfche I eger ÉSHÉ de MaionjtW), doet het grootfte gedeelte, deelf  m BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schotland tn Ierland. F R A N K R Y K. S P A N T F N I T A T I P m fchatting aan hem te betaalen. Hy overlydt niet lang daarna; waaróp Ceodwalla het Koningryk van Susfex geheel vernietigt, en voor altoos met dê kroon van Wesfex verëenigt. 687. Aldulf overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Broeder, Elfwald, elfden Koning van Oost-Angliën , alleen merkwaardig door zynen hoogen ouderdom , en langduurige regeering van 62. jaaren. Edrik overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Broeder, Widred , twaalfden Koning van Kent, die, by den aanvang zyner regeering , veele moeilykheeden moet ondergaan van zyne eigene RyksGrooten, die het Koninglyk gezag tragten te befnoeijen. De heerschzugtige Ceodwalla bedient zig van die onlusten, om eenen inval in Kent te doen; maar ontmoet zulk eenen heevigen tegenftand, dat hy, na.het fneuvelen van zynen Broeder Mollo , en een groot gedeelte zyner benden , te rug moet trekken. Widred , van deezen gevaarlyken vyand ontflagen , handhaaft vervolgens zyn gezag in zyne eigene Staaten. 689. Ceodwalla1, het Eiland Wight veroverd , en de ingezeetenen , die nog den Afgodendienst waren toegedaan , alleenlyk gefpaard hebbende , op voorwaarde , dat zy het Christelyk geloof zouden omhelzen , befluit eene Bedevaart, of Pelgrimafie, naar Romen te doen; het welk, in die bygeloovige tyden, als een zeer verdienstelyk we k begon aangezien te worden. Hy wordt aldaar met de uiterfte eere ontfangen, en door den Paus gedoopt; welke plegtigheid dc Christenen in die dagen doorgaans zo lang mogelyk uititelden , in de hoop van dus, van alle vorige zonden gezuiverd, des te reiner ten hemel te vaaren. Ceodwalla overleeft zynen doop flegts' ee.iige weinige dagen, en wordtmet vcelpragt te Romen begraaven. Zvn Bloedverwant, Ina,volgt hem op,'als twaalfde Koning van Wesfex. . .. . i 11 6?4- . . Sebba , wiens' Ryksgenoot, Si 6$). CIo- en PORTUGAL. wekt eenen opftand tegen Ervige , die , om het dreigend gevaar voor te koomen, met bewilliging der Grooten en Geeste' lykheid, een verdrag met Wambafluit,volgens het welk de Neef van dienVórst,Egiza, de Dogter van Ervige ten huwelyk krygt, en totRyks-opvolger benoemd wordt. Wamba leeft nog 6. jaaren in het Klooster. 687. Ervige, het Ryk op eene- betere wyze beftuurd  van CONSTANTINUS den GROOTEN a* tot op dsU TEGEN WOORD I GEN TYD. 11-3 tn tmgeUepne Staaten. Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. gen eisch deeze zig genoodzaakt ziet te voldoen. 688. De Saraceenfche Caliph Abdulmelik zendt een fterk Léger naar Africa, 't welk meest alle de verlooreneplaatfen [2,^670,] herovert. De Keizer Justinianus, van deszelfs öptogt onderrigt, laat een groot aantal troepen infcheepen , welken , in Africa geland, het ganfche Saraceenfche Leger verftaan. 690. Een der vermogendfte Lombardifche Grooten , Arechis, Hertog yan Trente en Brescia, ftaat tegen Cunibert op, verovert Pavia, noodzaakt den Koning de vlugt te neemen , en doet zig met geweld kroonen; doch Cunibert, zyne getrouwe onderdaanen by een verzameld hebbende, verflaat den oproerigen in een Moedigen veldflag, waarin hy echter zelf groot gevaar loopt, wyl Arechis een zwaaren prys op zyn hoofd gefield had. De getrouwheid van eenen Geestelyken, die 's Konings gewaad en wapenen aangetoogen hebbende, om de troepen van Arechis te misleiden, zig voor hem had opgeofferd, redt hem alleen het leven; 't welk Arechis zodanig verbittert, dat hy zweert eene diepe put te zullen opvullen met afgefneedene ooren en neuzen van Geestelyken; in de uitvoering van welke woeste bedreiging hy nochtans door den dood verhinderd wordt. 692. Keizer Justinianus doet het vermaarde Koepel-Concilie houden, 't welk de Roomfche Pausfen nooit hebben willen erkennen, [de het Griekfche Ryk.] Paus Sergius geeft daarvan het eerfte voorbeeld. 693. De Keizer, als eene verregaande verwaandheid aanmerkende, dat eenig Bisfchop, hoe groot deszelfs aanzien ook zyn mogte, de uitfpraak cener geheele Kerkvergadering durfde verwerpen, zendt een zyner Amptenaaren naar Romen, met last, om den Paus gevangen té neemen, en naar Conftantinopolen tc voeren. Doch I, D E E L. deels door list, deels door geweld, opligten, wegvoeren, en in de Ryks-Provtnciën verfpreiden; terwyl de overigen zig verbergen in de ongenaakbaare fchuilhoeken van het Gebergte Libanon. 688. Justinianus, trots op zynen behaalden voorfpoed, heeft de onvoorzigtigheid van het gefloten verdrag met de Buigaaren te breeken , en in eigene perfoon onverhoeds tegen hen op te trekken. In den beginne behaalt hy eenige voordeden; doch krygt welhaast zulk eene zwaare nederlaag , dat hy , na zelf in het uiterfte levensgevaar geweest te zyn, naauwelyks de helft zyner troepen te' Conftantinopolen te rug brengt. 1 Krygsverrigtingen van Justinianus en de Saraceenen in Africa. [de Italiën.] Abdulmelik, een geweldigen opftand in Perfiën , onder aanvoering van zekeren Mocthar, gedempt hebbende, zendt een Leger naar Arabiën , alwaar Abdallah zyn wankelend gezag nog fteeds ftaande hield. Deeze , zig in Mecca opgefloten, en langen tyd een kloekmoedigen wederftand geboden hebbende , fneuvelt in een uitval; waardoor Abdulmelik eindelyk vreedzaam bezitter wordt van het ganfche Saraceenfche gebied, en nu de handen ruim krygt, om zig van het fchandelyk verdrag met het Keizer-Ryk te ontflaan, waartoe de trotsheid van Justinianus hem welhaast een voorwendfel verfchaft. Die Vorst weigert de Brieven van den Caliph te ontfangen, ten zy daarvan afgelaaten worde het gewoone Saraceenfche opfchrift: Er is niet meer elan één God, en Mahomed is zyn Propheet; dreigende daarenboven eene munt te zullen laaten flaan, waarop Mahomed als een bedrieger werd afgebeeld. Abdulmelik, de uiterfte bedaardheid veinzende ," om Justinianus des te meer te verbitteren , vergenoegt zig, met alle Keizerlyke munt in zyne Staaten te verbieden; alwaar hy zelf, onder het beftuur van eenen kundigen Jood, eene Munt laat opregten, welke in den beginne zeer gebrekkig was, doch allengs meer en meer tot volmaaktheid gebragt werd. 692. Justinianus, hoogelyk gebelgd overliet verbod van den Caliph, weigert het Saraceenfche geld , ter betaaling van de fchatting , aan te neemen, en verklaart hem den oorlog. Hy zendt een Leger naar P Afia, door 30,000. Sclavonifchehulptroe-' pen onderfteund Deezen voor eene zwaare fomme gelds omgekogt, en tot de Saraceenen overgeloopen zynde , krygt Justinianus eene geweldige nederlaag; waarover hy op eene onmenfchelyK e wyze wraak neemt, door alle de Sclavonifche vrouwen , kinderen en gryzaards, die in zyne magt waren , van eene rots in Zee te laaten werpen. Na deeze behaalde overwinning, weigert de Caliph voortaan eenige fchatting aan het Keizer-Ryk te betaalen. , Het vyfde en zesde algemeene Concilie niets omtrent de Kerk-tugt en plegtigheeden bepaald hebbende, roept de Keizer , om dit aan te vullen , een Concilie by een, 't welk uit dien hoofde Qieinifex* turn, of aanhangfel op het vyfde en zesde gelyk ook het Concilie in den Trullits, dat is het Koepel-Concilie, als in een Koepelvormig vertrek van het Keizerlyk Paleis vergaderd zynde, geheetenis. In dit Concilie wordt het getal der Kerkplegtigheeden grootelyks vermenigvuldigd, waaronder verfcheidenen ftrydig met het gebruik der Roomfche Kerke, om welke reden, als ook uit hooide van de Canons, wegens de gelykheid van rang en gezag tusfen de Bisfchoppen van Romen en Conftantinopolen, de vryheid, den Geestelyken vergund, om in het huwelyk te treeden , en eenige weinige anderen, de Roomfche Pausfen dit Concilie, fchoon verre het meeste gedeelte van deszelfs befluiten goedkeurende, nimmer hebben willen er-« kennen. Moeijelykheeden , daardoor vet; oorzaakt. [zie Italiën 693.] 693- De Saraceenen maaken zig meester van geheel Armeniën, en behaalen twee groote overwinningen , zo op de Keizerlyke troepen, als op de Khozars, [zie 626,] derzelver bondgenooten. 694. Justinianus verfpilt de fchatten van het Ryk.door het ftigten van pragtige Gebouwen , verdrukt de ingezeetenen door de ondraagelykfte belastingen , en laat allen , die zig misnoegd , traag, of weigeragtig durven betoonen, op eene wreede wyze van goederen , vryheid, en fomtyds van het leven zelve berooven. Inzonderheid heeft het volk veel te lyden van zyne twee eerfte Staatsdienaars , Stephanus en Theodorus; wier gierigheid , onderdrukking en wreedheid die van hunnen meester zelven, gelyk doorgaans, nog te. boven ging, 69 j. De  H4 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS", Ec^?^Lf^?' FRANKRYK. SPANJEN I T A L I Ë N' Schotland en Ierland. «PORTUGAL, ' , ftorven was, begeeft zig in een Kloofter, Clovis overlvdt , en en doet afftand van wordt opgevolgd door zyden Troon, ten be- nenBroeder, hoeve van zyne beide Zoonen, Sighard en CHILDEBERT III. Senofrid , twaalfde en 17. Kening \an den dertiend; Koningen van eer(kn "stam. Effex. 704. E- een kind» van agt of ne- - ■ gen jaaren; onder wiens naam-regeering de magt des Hofmeesters, zo mogelyk, in uitgebreidheid toenam. Pepyn, niemands raad of goedkeuring afwagtende, benoemt, op eigen gezag, zynen oudften Zoon tot Hertog van Bourgondiën, die kort daarna overlydt, en zynen tweeden , Grimoald , tot opvolger in het Hofmeesterfchap. _ Pepyn bedient zig van zyne behaalde overwinning op de Friezen, om het Christendom ook onder deeze Natie voort te planten, als welke nog, nevens het grootfte gedeelte van Duitschland, m de diepfte onkunde en Afgodery gedompeld lag. Verfcheidene Zendelingen , meest uit Engeland en Schotland , hadden wel zedert eenige jaaren het Euangelie aldaar gepredikt, doch weinig ingang gevonden; zynde zelfs een van hen, Wigbert genaamd, door den wreeden Koning Raaboud om het levén gebragt. Dit jaar onderneemt Willebrord, een Anglofax van geboorte , dit heihaam werk op nieuws, en , door het gezag van Pepyn onderfteund, wien Radboud niet durfde wederftaan, flaagthy niet ongelukkig. 696. Willebrord begeeft zig naar Romen, en wordt door Paus Sergius tot Bisfchop der Friezen in^ewyd. Van daar te rug gekoomen, wordt hy door de befcherming en milddaadigheid van Pepyn, in ftaat gefield, om de eerfte Christen Kerk onder de Fnezen te bouwen , en wel te Wiltebur»-, thans Utrecht geheeten; van welk tydftip het z°edert vermaarde Bisdom van Utrecht een aanvan^ neemt. Willebrord, de eerfte Bisfchop, welke die waardigheid tot zynen dood in den jaare 737 bekleedde , ftigtte vervolgens verfcheidene andere berken, en haalde een groot aantal Friezen over tot ae omhelzing van het geloof; doch verre het grootfte gedeelte dier Natie, benevens de Komng Radboud, bleef hardnekkig de Afroderv aankleeven (*). 0 J 697. Radboud, even afkeerigvan deoverheerfchino FRANKRYK. SPANJEN en PORTUGAL; weldigen opftand. Pepyn trekt terftond tegen hem te velde. De* beide Legers ontmoeten elkander te Wyk by Duurftedë. Radboud krygt de nederlaag in een Moedigen veldflag, moet zig andermaal onderwerpen, en de Sterkte WilteburgofU trecht, aan de Franfchen afftaan, en geeft, ter verzeekering van zyne getrouwheid, zyne Dog- delyk zyn waar karakter, en geeft zig over aan de moodfte ongebondenheeden. Geene vrouw in het Ryk, van de aanzienelykften tot de geringften, gehuwd en ongehuwd , die het ongeluk heeft van hem te behaagen, is veilig voor zyne geweldenaryën. Zyn Paleis wordt opgevuld met die ellendige voorwerpen zyner lusten , die , zo dra de dwingeland hen moede is, met fchande aan hunne ouders of echtgenooten worden te rug gezonden. 'Er ontftaat een algemeen gemor door hetganfche Koningryk, en de vrees voor de wreedheid van Vitiza voorkomt alleen eenigen tyd lang eenen daadelyken opftand. 705, &c. Het geduld begeeft eindelyk de mishandelde onderdaanen. De eene famenzweering volgt op de andere; doch ze worden allen verydeld door de waakzaamheid van Vitiza's eerften Staatsdienaar, een man van groote bekwaamheeden , doch zo fnood als zyn meester. Vitiza wreekt zig op de hoofden der misnoegden, door hen de oogen te laaten uitfteeken, en in balkngfchap te zenden. Verfcheidene Grooten onttrekken zig aan zyne dwingelandy, en verlaaten het Koningryk. Onder deezen is de zedert zo vermaarde Pelagius, een Prins uit den bloede der West-Gothifche Koningen, die naar Asturiën de wyk neemt (*). 707. Vitiza, ongevoelig vooreer offchaamte, maakt eene verfoeijelyke wet, waarby een iegelyk, de Geestelyken zelven niet uitgezonderd, vergund wordt, zo veele byzitten te houden , als hen lust; bedervende dus, door eene byna onbegrypelyke boosSartigheid, moedwillig de zeeden zyner onderdaanen. 708. De vermaarde Mufa, Stedehouder van Africa onder, den Sara* ceenfehen Caliph Alwalid, ontneemt den West-Gothen de fterke Vesting Tanger, doch ftoot het hoofd voor Ceuta, 't welk door den dapperen Graaf Juliaan verdeedigd werd.. 7091 Mufa zendt eene Vloot naar Spanjeh, om de kusten van Ahdalufiën te plunderen; doch die aanilag wordt door de dapperheid en het beleid van Theodomir, een der Veldheeren van Vitiza „ verydeld.. * 710. Het algemeen misnoegen barst eindelyk tot een geweldigen opftand uit. Rodcrik, ofRodrigo, een Prins van den bloede , wordt tot (*) Sommige Schryveren melden, dat Vitiza alle de Vestingwerken der Steden flegten, en alle de wapenen liet efligten, om den onderdaanen de magt te beneemen van mtt geweld tegen hemefte ftaan; doch anderenfpreeken dit tegen, en meenen, dat dit alleen verdigt is om eene reden te geeven van den verbaazenden voorfpoed, waarmede de Saraceenen kort daarna gehul Spanjen veroverden, en lat ïXyk q\sr West-Gothen vernietigde»»  Van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. I17 tt a t. t tr M ,n «mceUinnt Staatm. Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. fchuldigden; doch de Exarch , de zaak onderzogt hebbende, doet die lasteraars ten ftrengften ftraffen. 705. Zaaken met Engeland, [de aldaar.-] Paus Johannes overlydt, en wordt opgevolgd door johannes vu., 8y. Paus. een geleerd en voorzigtig man, die zig, omtrent het fteeds aanhoudend verfchil over het al of niet erkennen van het Koepel-Concilie , niet wil verklaaren , en zig dus veel onruft befpaart. De Lombardifche Koning Aripert geeft, uit achting voor deezen Paus, eenige landeryën in de zogenaamde Cottifche Alpen te rug , welken de Kerk van Romen voor den. inval der Lombarden bezeeten had, en door de voorftanders van het Pausfelyk rechts-gebied met den ftaatelyken naam van het Erfgoed van-den H. Petrus beftempeld worden. • 708. Paus Johannes omtrent het einde des vorigen jaars overleeden zynde, wordt in deszelfs plaatfe verkoozen sisinnius, 86. Paus. die, eenige weinige dagen na zyne ordening, overlydt, en opgevolgd wordt door constantinus, 87. PaUS. De Bisfchop van Ravenna weigert zyne afhankelykheid aan den Roomfchen Stoel te erkennen. Conftantinus beklaagt zig deswegens aan den Keizer. 709. Keizer Justinianus, verblyd dat hem een voorwendfel verfchaft werd, om zig over Ravenna te wreeken, welke Stad openlyke vreugdebedryven betoond had over zyne afzetting , zendt eenige troepen derwaards, die de Stad plunderen, en dezelve aan verfcheidene hoeken in brand fteeken. De Bisfchop, en de voornaamfte ingezeetenen, worden gevangelyk naar Conftantinopolen tevoerd , en deels wreedelyk mishandeld, eels om het leven gebragt. Twee Saxifche Koningen koomen in bedevaart te Romen, [de Engeland.] Mi\iX~\^v.\" Vtpt Conftantinus, geweigerd hebbende het Koepel-Concilie te erkennen, wordt door den beroofd , wreedelyk mishandeld, en in ballingfchap gezonden. Tiberius zendt zynen broeder Heraclius met eenige troepen naar Alia , die verfcheidene maaien den Saraceenen flag levert, doch zonder eenigen beflisfenden uitilag van beide kanten. 704. Den verdreevenen Keizer Justinianus zig op de plaats zyner ballingfchap even ruuw en trots als op den Troon gedraagende, maaken die van Cherfonc het ontwerp, om hem, even als een wild beest, waarvoor men niet genoeg op zyne hoede zyn konde , handen en voeten te binden , en naar Conftantinopolen te zenden. Justinianus, den aanflag ontdekt hebbende , neemt de vlugt by de Khozars; en , na een kort verblyf, zig onder hen mede niet veilig achtende, naar de Buigaaren. Op zynen overtogt derwaards door een zwaaren ftorm overvallen, en in levensgevaar gebragt, maant het Scheepsvolk hem aan, dat hy eene gelofte doe, om allen, die tot zynen val hebben medegewerkt, vergiffenis te fchenken; waaróp die godlooze Vorst ten antwoord geeft: indien ik 'er een enkelen fpaare, wenfeh ik, dat God my oogmblikkelyk in den afgrond der Zee nederploffe! Hy landt echter behouden aan , begeeft zig naar den Koning der Buigaaren, en belooft hem de helft des Keizer-Ryks, indien hy hem den nodigen byftand verleene, om zig in het bezit daarvan te herftellen. Den Bulgaarfchen Vorst zulks aanvaard hebbende , rukken zy beiden met een fterk Leger regelregt naar Conftantinopolen. 70j-. Na eenen kloekmoedigen wederftand, wordt Conftantinopolen door verraad aan Juftinianus overgeleverd; waaróp Tiberius de vlugt neemt. JUSTINIANUS II. op den Troon herfteld. De Koning der Buigaaren wordt met ryke gefchenken, en nog grootere toezeggingen, te rug gezonden. Justinianus voldoet op eene onmenfchelyke wyzeTyne wraaklust; laatende alle de vrienden, aanhangeren en amptenaaren van Leoncius en Tiberius wreedelyk pynigen en ter dood brengen. Die beide Vorsten , de een uit het Klooster gerukt, de ander in zyne.vlugt agterhaald, worden in ketenen geflagen, de ganfche Stad rondgeleid, en naar de Renbaan gevoerd, alwaar Justinianus, op een pragtiger, troon gezeeten, zyne herftelling viert, door openlyke wedloopen en fchouwfpelen; geduurende al dien tyd den nek der twee ongelukkige Vorsten met zyne voeten drukkende , terwyl de onbezonnene menigte, met de woorden van den Psalm, uitgalmt: op den feilen leeuw en den adder zult gy treeden; gy zult den jongm. leeuw en ^den draak vertreeden. Na het eindigen der Schouwfpelen worden de twee Vorsten naar de openbaare ftrafplaats gevoerd, en aldaar onthoofd. Justmia^ mis krygt den bynaam van Rhmotmetus, betekenende, dat hy van zynen neusbcrooftïwas, [zie 69 j ,] om welk gebrek te verbergen, hy zig eenen gouden neus had laaten maaken. De Caliph Abdulmelik overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Z«on s alwalid, twaalfden Caliph. 708.. Justinianus, ftroomen bloeds zyner onderdaanen vergooten, en , zo ondankbaar als wreed , geweigerd hebbende, zyne beloften omtrent de Buigaaren te vervullen, doet een vyandelyken inval in hun land; doch wordt zo dapperlyk door hen ontfangen , dat hy, na zyné beste troepen verlooren te hébben,. feftandelyk de vlugt moet neemen. 709. De Saraceenen veroveren de groote, volk- en fchatryke Stad Thyana, beneffens byna geheel Cappadociën en Ciliciën. [zie ook Italiën.] 710. Gedrag van Justinianus omtrent den Paus vaa-Romen, [de Itaüen.] 0 J 711, De P 3  n8 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en PORTUGAL. ITALIËN, Het G RIEK S C HE Ierland. Dogtcr Tlieu- tot Koning verkoozen. Na eenen kordefmdetenhu- ten doch verwoeden burger-oorlog, die Prinfcsfe, gelof- welyk aan Pe- den braafften Gothen het leven kost, ote van kuisheid pyn's Zoon , verlydt Vitiza; waarop verre het grootgedaan hebben- Grimoald. fte gedeelte der Natie als zynen opvolde , boezemt de ger erkent beide Vorsten 711. denzelfden by- R O D E R I K, geloovigen yver Na eene korte 33. cn laarfee Weet-Gothifchs in. Kenred ftaat nietsbeduidcn- Koning (*). den de -■ — Ewan en Sifebut, Zoonen van Vitiza , door hunnen Oom Oppas, Bisfchop van Seville, onderfteund, tragten eenen aanhang te maaken , en haaien onder anderen den Graaf Juliaan in hunne belangen over. Op raad van deezen verzoeken zy de hulp der Saraceenen, onder belofte van een gedeelte van Spanjen aan hen te zullen afltaan. De Stedehouder Mufa, deeze geleegenheid gunstig achtende , om dat ganfche Ryk te veroveren, leent greetig het oor aan hunne voorflagen 5 doch fielt de onderneeming uit, tot dat hy den Caliph daarvan onderrigt, en deszelfs toeftemming verkreegen hebbe; laatende intusfen de fterkfte toebereidfelen maaken, om zig van eenen goeden uitflag te verzeekeren (f). 7 r r. De Caliph Alwalid keurt de onderneeming tegen Spanjen goed. Mufa zendt hierop, den Veldheer Tarif derwaards, aan het hoofd van 7,000. man. Tarif maakt zig meester van het oude Calpe, zedert Algeziras geheeten, gelyk mede van eenige omliggende plaatfen. Kort daarna zendt Mufa nog 11,000. Man, onder bevel van Taric Abencier. De beide Bevelhebbers verdaan een Gothisch Leger, door Roderik tegen hen gezonden. Die Vorst verzamelt hierop alle zyne benden, trekt de Saraceenen, niettegenftaande het reeds ver verloopen jaar-gety, te gemoete, en levert hen eenen Moedigen veldflag (§), by de Rivier Xe- res, (*) Alle de Spaanfche en andere Schryveren tellen 33. West-Gothifche Koningen, of fchoon 'er eigenlyk, Gefalrik en Theodorik III. mede gerekend, 34. geweest zyn; doch fommigen merken Gefalrik alleen aan als eenen dwingeland, terwyl anderen , hem als wettig Vorst erkennende, Theodorik III. flegts als den Voogd van Amalarik befchouwen. Geene genoegzaams gronden hebbende", om eene keuze mt^eeze twee gevoelens te doen, hebben wy hen b"eiden op de Lyst gelaat en, en, om het getal van 33. te behouden, Gefalrik, die de negende Koning liad moeten zyn, den agtften blyven noemen. Q) Het vry algemeen aangenoomen verhaal, dat Roderik de eere van Juliaan's Dogter gefchonden, en die Veldheer, om zig over dien hoon te wreeken, de Saraceenen tot de verovering van Spanjen zoude genodigd hebben, niet voor de twaalfde eeuw e bekend geraakt, door geenen der vroegere Schryveren gemeld, cn door fomtnige oordeelkundigen zeer in twyfel getrokken zynde, hebben wy geóórdeeld, hetzelve met ftilzwygen te'moeten voorbygaan. (§) Omtrent het eigenlyke Jaar, waarin deeze vermaarde Veldflag voorviel, zyn de gevoelens der Tydrekenkundigen zeer verfchillende. Sommigen ftellen die gebeurtenis een Jaar laat.r, te weeten in 711.; anderen verfchuiven dezelve nog verder tot in den jaare 7 14. In deeze onzeekerheii hebben wy gemeend ons te moeten vo°gen by hen, die met de berigten der Arabieren of Saraceenen zelven overëenftemden, wier Schryveren eenpaariglyk deezen Veldflag bepaalen op de Oïfte Heeira, of AraMdit Jaartelling, [zie het Griekfche Ryk 611,] welke 93fte Heeira den 19. Octcber 711. een aanvang nam, en eindigde op den 7. Octcber 712. "Daar nu ds dag van den Veldflag algemeen op den 11. November gefield wordt, moet dezelve onwederfpreekelyk in ekn jaare 711. hebben plaats gehad, wyl de 11. November va» den jaare 712. invalt binnen het volgende of o^fte jaar van de Hegira. c/* uingcmgene oraaten. den Keizer naar Con ftantinopolen ontbo den, in de hoop , da hy aldaar gemakkely Ler overgehaald zj worden, dan te Ro men. De Paus, 's Kei zers nodiging nie durvende afflaan, be geeft zig op reize. Theophylactus ovei lydt. In deszelfs plaat fe wordt gekoozen JOHANNES RIZOCOPUS ij. Exarch van Ravenna. 7H. Ravenna, en de ove rige plaatfen van he Exarchaat, gaan een verbintenis aan, on zig met geweld tegei de dwingelandy de: Griekfche Keizeren ti verzetten, en neemei ten dien einde dewa penen op. De Exarch zig hier tegen willendi verzetten, wordt on het leven gebragt. Ir deszelfs plaatfe word: gezonden eutichius 16. Exarch van Ravenna. die, door 't voorbeelc' van zynen Voorzaal geleerd, het Eedgenootfehap eerbiedigt, en ——, . 01e t yamg, laat J us tima- nus eene derde veel fterkere Vloot uitrusten , en gelast den Bevelhebber Maurus, om niet alleen alle de ingezeetenen , de vrouwen en kinderen zelven niet uitgezonderd, te verdelgen, maar ook de geheele Stad tot eenen puinhoop te maaken. De getrouwe byiland der Khozars verydelt dien aanflag; waarop Bardanes naar Conftantinopolen vertrekt , alwaar hy met algemeene toejuichingen ontfangen, en als Keizer erkend wordt, onder den aangenoomen naam van Filepicus, of wel PHILIPPICUS, 21. Griekfche Keizer. Justinianus, terwyl dit gebeurde, afweezig zynde, rukt in aller yl met zyne byheb- bende k. ï IV, en het Oosten, 7.1 r. t De Saraceenen veröre- - ren Spanjen. [zie aldaar. ] 1 Justinianus, altoos een - wroktegenCherfonebe- - houden hebbende, [zit t 704,] neemt het wreed - befluit, om alle de ingezeetenen dier Stad te - verdelgen. Hy zendt ten - dien einde eene Vloot derwaards, onder bevel van zynen gunsteling, , Stephanus , die, hoe woest van inborst, echter een gedeelte der ingezeetenen fpaart. Justinianus , hierover verbitterd , zendt hem ander- ■ maal derwaards, met - uitdrukkelyken last, om : allen tot den laatften t man toe uitte roeijen ; 1 doch de vloot vergaat in • een zwaaren ftorm. Jus: tinianus zendt hierop eei ne tweede Vloot naar ■ Cherfone, wier ingezee, tenen intusfen, de Kho: zars te hulpe geroepen i hebbende, tegen den . Keizer waren opgedaan, : en deszelfs troepen om het leven brengen; waarna zy zekeren Bardanes, een Armeniër van geboorte, wien de Sten ewichelaars het Ryk toegezegd hadden, en die, uit dien hoofde, reeds door Tiberius in ballingfchap gezonden was, tot Keizer uitroepen. Woedend van gramfchapop  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. no ENGELAND, Schotland en Ierland. dentroonafaan wylenEthelreds Zoon, Ceolred, negenden Koning van Mercia, en Offa aan zynen Bloedverwant , Selred , vyftienden Koning van Esfex. De twee Vorsten begeeven zig hierop naar Romen , worden door de Paus met veel eere ontfangen, en, den Geestelyken Staat omhelsd hebbende, flyten hunne 0verige dagen in een Klooster. FRANKRYK. de naamregeering, en alleen merkwaardig door zyne ongemeene müddaadigheid , omtrent Kerken en Kloosters, overlydt Childebert, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, DAGOBERT III., 18. Kmiing van den eerfien Stam. een Vorst , naauwelyks twaalf jaaren oud, die , onder het gezag van den Hofmeester Pepyn, den zelfden nietsbeduidenden rol fpeelde, als zyne drie jongst overleedene Voorzaaten, SPANJEN en PORTv ^AL. res, in Andalufiën. Ewan, Sifebut, en Oppas, die zig in fchyn met hem verzoend hadden, voegen zig, in het heevigst van den flag , by de Saraceenen , die eene volkoomene overwinning behaalen. Het grootfte gedeelte der Gothen fneuvelt; de overigen neemen de vlugt, waaronder Roderik zelve , na zig tot het uiterfte dapperlyk verdeedigd te hebben , en zonder dat men ooit vernoomen hebbe , wat 'er zedert van dien ongelukkigen Vorst .geworden zy. Met hem eindigt het vermaarde Ryk der West-Gothen in Spanjen, 't welk omtrent drie eeuwen lang had ftand gegreepen; terwyl de Saraceenen , verder geenen of flegts ee^en flaauwen tegenftand ontmoetende , met weinig moeite , en in minder dan drie jaaren tyds, de verovering van geheel Spanjen voltooijen. ITALIËN, en omgeleegtne Staaten. en zeer gematigd is in zyn beftuur. De Paus komt te Conftantinopolen , en wordt aldaar , door den Keizer, met de uiterfte eere ontfangen. Of hyzig liet overhaalen, om het Concilie te erkennen, is zeer twyftélagtig. Hy komt, even voor de omwenteling , die Justinianus ten tweedemaal van de kroon, en nu ook van het leven beroofde, te Romen te rug. Het GRIEKSCHE RYK , en het Oosten. bende troepen, en eene hulpbende Buigaaren, waarmede hy zig weder verzoend had , naar Conftantinopolen. Philippicus zendt hem eenige troepen te gemoete, die hunne makkers overhaalen, om het Ryk van dat verfoeijelyk monster te ontflaan. De dwingeland, van een ieder' verhaten, wil de vlugt neemen , doch wordt gegreepen , en het hoofd afgeflagen, 't welk in zegepraal naar Conftantinopolen, en van daar naar alle oorden des Ryks wordt rondgezonden. Zyn jonge Zoon , Tiberius , en zyn niet minder fnoode Staatsdienaar , worden, op last van Phi»lippicus, om het leven gebragt. VYFDE TYDPERK. Van de Verovering van Spanjen door de Saraceenen, tot aan de Herftelling van het Wester-, of de Oprigting van het Duitfche Keizer-Ryk. Van den Jaare 711. tot den Jaare 800. ENGELAND, Si hotland en Ierland. De Britten in Cornwallis zig, zedert eenigen tyd, van de Provincie Somerfet hebbende meester gemaakt, trekt Ina> tegen hen te velde, herovert die Provincie , en behandelt de Britten met eene edelmoedigheid en zagtzinnigheid, welke tot dus ver allerzeldzaamst geweest waren in de oude woeste Saxifche Koningen. 7,B5.Ceofc- FRANKRYK. 711. Omtrent deezen tyd, fchoon het juiste jaartal niet volkoomen bekend zy, wordt Grimoald, de Zoon van Pepyn,. zo men meent door toedoen van zynen eigen Schoonvader den Friefchen Koning , Radboud, te Luik vermoord; eenen Zoon, Theodebald, nahatende, die doorzynenGrootvader Pepyn tot Flofmeêster van. Frankryk benoemd wordt. 714. De SPANJEN e» PORTUGAL. 711. DeSaraceenen ftaan het beleg om Seville, Cordoua, en andere voornaame Steden van Andalufi ë n, w elken , nevens die geheele Provincie , zig, welhaast moeten oyergeeven. — Tarif bouwt, op eenehoo- feRots, bydeZeehgte tusfen Eiuopa. en Africa, de ver-' maarde Vesting, GibelTarif, naderhand by verbastering, Gibraltar geheeten. 7.13..MU- 712. Anfprand, een aanzienlyk aantal troepen van den Hertog. vanBeijerenverkreegen hebbende, komt in Italiën te rug , en. haalt verfcheidenen LombardifcheGrooten in zyne belangen over,die hunne troepen by de zynen voegen. Aripert trekt hem tegen , en levert hem eenen Moedigen veldflag ,. die alleen door den nagt gefcheiden wordt. — Au- Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. i^m^--- '■■ -'•< f*Ü> " :: Philippicus, de Kettery der Monotheliten toegedaan, tragt dezelvete herftellen ,■ laat de Actes van her zesde algemeene Concilie cpenlyfe verbranden, en beroept een ander.,, waarin de befluifen van dat Concilie veroordeeld en vernietigd' worden. Eenige weinige Oosterfche Bisfchoppen durven den Keizer wederftaan; doch worden van hunne waar."digheeden berooft en in ballingfchap-' gezonden. Het geheele Westen verklaart zig openlyk tegen deze geweF denaryë,en weigert eenenketterfcher» Keizer te erkennen. Intusfen verwoesten de Buigaaren' en Saraceenen' om geftoord de grenzen des Keuer-Ryks; 7.13., Ebii, ITALIËN, en omgeieegene Staaten.  iio 'BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP de» ALGEMEENE GESCHIEDENIS* ENGELAND, F R A N K R Y K. SPANJEN cn PORTUGAL. Schotland en Ierland. . 714- ■ ' ' boi , 7i4. • 716. Ceolred overlydt. Wel verre van, op her voetfpoor zyner Voorzaaten , " eenen •bygeloovigen eerbied -voor de Geestelyken te betoonen, begunstigde hy hen alleenlyk , naar maare zy 'zulks waardig waren, en fchroomde niet dezulken van hen, die zig aan eenig wangedrag fchuldig maakten, te ftraffen; uit welken hoofde hy door hen sis een flegt Vorst is afgemaald, die eene vertrouwelyke gemeenfchap hield met den Duivel. Hy wordt opgevolgd door zynen Neef, Ethelbald , tienden Koning van Mercia. 7»7- Osred, dooreen ongebonden leven in de al- Mufa, door den Caliph tot Stedehouder van Spanjen benoemd, begeeft zig in perfoon derwaards, eene aanzienlyke Yerfterkinotroepen, waaronder een zeer groot aantal Mooren, met zig brengende. Hy verdeelt het ganfche Leger in drie Corpfen Het eene , onder bevel van zyn Zoon Abdalasfiz, verovert de Provinciën Grenada, Murcia, en Valence. Het tweede, door' den Veldheer Taric Abencier aangevoerd, maakt zi°- meester van geheel Portugal, en de Provincie Galliciën. Mufa zelf aan het hoofd van het derde Corps, brengt de Hoofdftad Toledo, de Provinciën Estrenadura, en de twee Castiliën, tot onderwerping. De edelmoedigheid der Saraceenen , die va'n dc ingezeetenen, welken zig vrywillig overgeeven, niets anders vorderen dan onderwerping en fchatting, en hen voor het overige in het ongeftoord genot van hunne goederen , vryheid e» Godsdienst laaten, gelyk mede hunne.geftrengheid in het verdelgen van al wat weerftand biedt, brengt wel het meeste toe tot deezen ongemeenen voorfpoed van hunne wapenen. . - ■- •■' -'ïfyioz nabnsfeiufc t:ée?<^h«iïd Mufa verovert.de Provincie Arragon , en het ganfche land tot aan het Pyreneesch Gebergte. — De Provincie Cataloniën onderwerpt zig aan 'Abdalasfiz. De Hoofdftad Tarragone alleen biedt een hardnekkigen wederftand , wordt eindelyk ftormenderhand veroverd, geheel.in. asfche gelegd, en alle de ingezeetenen om het leven gebragt. Taric Abencier vermeestert Leon en Biscayen; waarmede de verovering van Geheel Spanjen, en het daar onder behoorende Portugal , voltooid wordt; uitgezondeid alleen de bergaguge en byna ongenaakbaare Provincie Asturiën, welke , gelyk voorheen tegen de West-Gothen , ook nu tegen de Saraceenen haare vryheid en onafhankelykheid handhaaft. Een groot aantal Gothen zoekt aldaar eene fchuilplaats, en wordt met opene armen ontfangen : anderen vlugten naar de West-Gothifche Provinciën in Frankryk; doch-verre het grootfte gedeelte, zedert Muzarabes geheeten , leeft gerust onder het zagtzinnig beftuur hunner nieuwe Meesters. Mufa vestigt zynen zetel te Seville. Kort daarna met Taric Abencier in verfchil geraakt, endoor den Caliph te rug geroepen , wordt hy in het Stedehouderichap van Spanjen opgevolgd door zynen Zoon Abdalasfiz. 710. ' Abdalasfiz , geheel Spanjen doorgereist, alomme de rust en goede orde gehandhaafd, en door zyne billykheid en edelmoedigheid aller achting en geneegenheid gewonnen hebbende , komt te Seville te rug; de Koninginne Egilone, Weduwe van Roderik, met zig voerende, waarop hy fmoorlyk verliefd raakt. v . vk tócï •717- iï : aw»s Abdalasfiz neemt Egilone ten huwelyk; cn, zo men meent, op haare aanfpooring, het ontwerp vormende, om zig onafhankclyk van den Caliph te maaken , en tot Koning van Spanjen te verheffen , wordt hy door de overige Bevelhebbers in eene Mosquée vermoord. Zyn opvolger, Alahor, vestigt zynen zetei te Cordoua, herftelt de wanordes, op den moord vaa Abdalasfiz gevolgd , geeft den Christenen alle hunne ontroofde goederen te rug, en ftraft de verftoorders der openbaare ruste en veiligheid ten ftj'cngften, zonder eenig liet minfte aanzien van perfooncn. •718. Aia- Karel Martel fielt «zig aan het hoofd der Auftrafiërs, en behaalt, na eenigen tegenfpoed, eene volkoomene overwinning op de Franfchen en Friezen. Radboud moet zig aan hem onderwerpen, en plegtiglyk belooven , den Christen Godsdienst in zyne Staaten te zullen gedoogen en befchermen. De Auftrafiërs, in Karei Martèl de luisterryke hoedanigheeden van zynen Vader nieenende weder te vinden , verheffen hem, met eenpaarige ftemmen , tot hunnen Hertog. Koning Dagobert overlydt, eenen Zoon nalaatende, Theodorik geheeten, wien de Hofmeester Rainfroy te jong oordeelt, om, in den tegenwoordigen onrustigen toeftand van het Ryk, den troon te beklimmen. Daniël, de Zoon van wylen Childerik II., [zie 673 ,] wordt uit het Klooster gehaald, en gekroond. Hy verandert zynen naam in dien van CHILPERIK II., 19. Koning van den eerflen Stam. Wel verre van de lafhartige leedigheid zyner Voorzaaten te volgen, tragt de nieuwe Vorst, reeds 45. jaaren oud , het Koninglyk gezag te handhaaven , en zelfs Auftrafiën te herwinnen. Hy trekt met een Leger te velde ; doch wordt een en andermaal door den dapperen Ka'fr'el Martèl geflagen. 718. Karei De beroemde Pepyn overlydt. Zyne Weduwe Plectrude neemt de Voogdyfchap aan over den nog onmondigen Theodebald, en laat eenen natuurlyken Zoon van Pepyn, den zedert zo vermaarden Karei Martel, voor wiens onderneemenden geest zy niet zonder reden bedugt was, in verzeekering ftellen. 7IJ. De Franfchen, zig fchaamende beftuurd te worden door eene Vrouw, op naam van een Kind, als den meester van een ander Koninglyk Kind, ftaan tegen Plectrude op , die de vlugt neemt naar Auftrafiën, en verkiezen zekeren Rainfroy tot Hofmeester. De Friefche Koning, Radboud, uit haat tegen hét gefiagt van Pepyn, en in de hoop van zig het opgelegde juk te onttrekken, voegt zig by hen. De Auftrafifche troepen worgden geflagen. Karei Martèl ontfnapt zyne gevangenis, verzamelt eenige benden, trekt tegen Radboud op, levert hem flag by Keulen , maar krygt de nederlaag, zo dat hy zig ter naauwernood door de vlugt redde.  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. ui ITALIËN , en omgeleegene Staaten. Het G R I E K S C H E RYK, en litt Oosten. Alvorens een tweeden flag te waagen, zyn Leger door eenige nieuwe benden willende verfterken, keert Aripert naar Pavia te rug. Deeze voorzigtigheid wordt door veelen voor lafhartigheid uitgekreeten , en een groot gedeelte der troepen verklaart zig voor Anfprand , die altoos een grooten invloed by zyne Natie gehouden had. Aripert, zig te Pavia niet veilig achtende , neemt de vlugt; doch verdrinkt by het overzwemmen der Rivier Teun ; waarop de kroon eenpaariglyk wordt opgedraagen aan ANSPRAND, 18. Lombardifche Koning. die zyne verheffing flegts drie maanden overleeft, en opgevolgd wordt door zynen Zoon, LUITPRAND, 19. Lombardifche Kening. eenen der beroemdfte Vorsten, verftandig, braaf, werkzaam , voorzigtig, kloekmoedig, en die zig eeniglyk beyverde ter bevordering van den bloei zynes Ryks , en de welvaart zyner onderdaanen. 713- De Exarch Eutichius, een gunsteling geweest zynde van wylen Keizer Justinianus , wordt door den nieuwen Keizer, Anastafïus, te rug geroepen, en in deszelfs plaatfe gezonden SCHOLASTICU S, 17. Exarch van Ravenna. Luitprand roept eene talryke Ryksvergadering by een, om over de verbetering der Lombardifche wetten te raadpleegen , en dezelven met eenige nieuwen te vermeerderen. Onder deezen is inzonderheid aanmerkelyk die wegens de Twee-gevegten , welken aldaar voorgefteld worden als eene ongerymde en bclachelyke gewoonte , welke men alleenlyk gedoogt , om dat de Lombarden al te zeer aan dezelve gehegt zyn. 716. Luitprand erkent de onafhankelykheid der Venetiaanen , [de 697,] en fluit een verdrag met hen , ter bepaaling van de grensfeheidingen der wederzydfche Staaten. Con- I. DEEL. 7'3- Philippicus geeft zig over aan de fchandelykfte werkeloosheid , weelde en ongebondenheid , ontëert met geweld de aanzienelykfte Vrouwen , ja zelfs de Geestelyke Zusters, en verfpilt alle de fchatten, door de vorige Keizeren byëen verzameld. De Buigaaren ftroopen tot voor de muuren van Conftantinopolen; de Saraceenen breiden hunne veroveringen uit; en de laffe Keizer doet niets ter beveiliging van het Keizer-Ryk. Eenige voornaame ingezeetenen vormen en volvoeren gelukkiglyk een ftout ontwerp , om zig van zuik een onwaardig Vorst te ontflaan. Zekere Rufus, een onderneemend man, door weinige Soldaaten onderfteund, fluipt in het vertrek van Philippicus, die, na een pragtig Feest, door wyn en flaap bevangen lag, rolt hem in eenen mantel, en voert hem ongemerkt weg; waarop men hem de oogen uitfteekt, en op eene verborgene plaatfe oplluit; zonder dat men zedert iets meer van hem gehoord heeft. Het volk betoont de grootfte blydfchap over deeze onverwagte omwenteling , en verkiest eenpaariglyk tot deszelfs opvolger den Staats-dienaar Anthemius, eenen man, algemeen geacht en bemind om zyne uitneemende kunde , ervaafenis en braafheid , die den naam aanneemt van ANASTASIUS II., 23. Griekfche Keizer. De eerfte zorg van den nieuwen Vorst is het herftellen van het regtzinnige geloof, en het zesde algemeene Concilie, en vervolgens het hanahaaven van de belangen en veiligheid des Ryks. Ten dien einde laat hy Conftantinopolen verfterken, en zendt den vermaarden Leo, een Ifauriër van geringe afkomst, doch door zyne dapperheid en bekwaamheeden tot den rang v an Veldheer bevorderd, naar het Oosten , om de voortgangen der Saiaceenen te fluiten, die ook verfcheidene voordeelen op deeze Natie behaalt. De Caliph Alwalid, zyne bezittingen in het Oosten tot aan de Indiën, en in het Westen tot het uiterst einde van Africa , en zelfs in Spanjen [de aldaar 711,] uitgebreid, en onnoemelyke fchatten by een verzameld hebbende , die hy gedeeltelyk befteedde, tot het bouwen en verderen van pragtige Mosquccn, of Mahómedaanfehc Tempels, overlydt, cn wordt opgevolgd door zynen Broeder solyman , dertienden Caliph. Q De nieuwe Caliph vormt het ontwerp, om de voorheen mislukte onderneeming tegen Conftantinopolen te hervatten , ert ten dien einde eene fterke Vloot uit te rusten, waartoe hy geheele bosfehen laat afkappen, en het hout naar de Zeehavens van Syriën laat voeren, ter bouwing van de benodigde Schepen. Keizer Anastafïus , dien aanflag in de geboorte willende fmooren, zendt een groot aantal ligte Vaartuigen uit, om al dien voorraad°te verbranden. Doch de troepenraaken aan het muiten , vermoorden hunnen Bevelhebber , keeren te rug, noodzaaken den eerflen man, dien zy ontmoeten, zekeren Theodofius, een geringen ontfanger der tollen, om het purper aan te neemen, en rukken regelregt naar de Hoofdftad. Anastafïus neemt op die tyding de vlugt naar Nicéa. 716. _ Na een hardnekkiger) tegenftand wordt Conftantinopolen door de misnoegden ingenoomen. Anastafïus, alle verdere blocdvergieting willende voorkoomen, omhelst den Geestelyken ftaat, en doet vrywillig afftand van 'den Troon, ten behoeve van THEODOSIUS III. 14. Griekfche Keizer. een zwak en onkundig Vorst, die een fchandelyken vreede met de Buigaaien fluit, welken het Ryk met eenen inval dreigden. De Veldheer Leo [zie 713,] weigert hem te erkennen, en voert zyn Leger naar Conftantinopolen, onder het voorwendfel van de belangen van Anastafïus te handhaaven , doch inderdaad cm zig in perfoon van den Troon meester te maaken. 7U- Theodofius, het bewind tegen dank aanvaard hebbende , Iaat zig, op het verzoek van den Raad, gereedelykoverhaalen, om van de Keizerlyke waardigheid afftand te doen, en zig in een Klooster te begeeven; waarop, met eenpaarige ftemmen , tot den Troon verheeven wordt LEO III. , ds 1SAURIËR, 25. Griekfche Keizer. De Saraceenen verfchynen met eene allergediigtfte Scheeps- en Leger-magt voor Conflantinopolen, en belegeren die Stad beide te land en te water; doch de voorzorgen van Anastafïus, het beleid cn de dapperheid van Leo, en inzonderheid het Grcgoiiaanfche vuur , verydelen de verwoede aanvallen derongdoougen, die.  £12 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS* ENGELAND, F R A N K R Y K. SPANJEN « PORTUGAL Schotland en Ierland. algemeene verachting gevallen, wordt onttroond en omgebragt door eenen afftammeling van wylen Koning Ida, Kenred, vyftienden Koning van Northumberland. 719. Kenred o verlydt,ert wordt opgevolgd door zynen Neef, Osrik,. zestienden Koning van Northumberland'. Widred overlydt, Ba eene langduurige,, voorfpoedige en, uitmuntende regeering,, de kroon nalaatende aan zyne beide Zoor nen , Eadbert, en Ethelbert IL , dertiende cn veertiende Koningen van Kent. . Bedevaart van Ina,. Koning van Wesfex, naar Romen-, en eerfte inftelling van den vermaarden St. Peters Penning, [zie Italiën.] 527.De 718. Alahor trekt met een talryk Leger over het Pyreneesch Gebergte, en maakt zig meester van de West-Gothifche bezittingen in Frankryk. ■ . De ingezeetenen van Asturiën verkiezen den dapperen Pelagius, [zie 705,] een bloedverwant van wylen Roderik, tot hunnen Koning, en leggen dus de grondflagen van de Spaanfche Monarchie, welke uit deeze geringe beginfelen allengs tot den hoogften top van aanzien en vermogen geklommen is, PELAGIUS, u Koning van Spanjen. (*) Alahor rekent deezen ftap der Asturièrs van zo weinig aanbelang, dat hy het der moeite niet waardig acht, om met het Leger te rug te keeren, en alleenlyk zyne Bevelhebbers in Spanjen gelast, om eenige troepen by een te brengen , ter vernieling van het nieuw-opgeregte kleine Koningryk. 719. De Saraceenen, zig eene gemakkelyke 'zegepraal beloovende , rukken in Asturiën. Pelagius,. beleid en dapperheid famenpaarende, zig met voordeel van de menigvuldige hoogtens en engtens bedienende , en de zugt tot vryheid zyne weinige benden in zo veele helden herfcheppende , verflaat den vyand gansch-en-al, en neemt verder de verftandigfte maatregelen, om zig in zyne Staaten te handhaaven. — Alahor wordt te. rug ontboden,. en. opgevolgd doorZama. 711.. Zama , de reeds gemaakte veroveringen in Frankryk willende voortzetten , en het beleg om Touloufe geflagen hebbende , wordt door Eudes, Hertog van Aquitaniën, aangetast,. en fneuvelt, nevens het grootfte gedeelte der zynen , in eenen bloedigen veldtogt. Hy wordt opgevolgd door Ambiza, op de benoeming van den Stedehouder van, Africa , aan wien de Caliph die van Spanjen, om, derzelver toeneemend vermogen te bepaalen, onderworpen had. ns- Ambiza doet een inval in de Staaten van Eu» des, die hem eene zwaare nederlaag toebrengt, en. op de vlugt dryft. 716. &c. Ambiza overlydt. Zyne opvolgers, Jahik, Odiffa, en Aliatar,, de belangen van den Caliph ver- waar- (*) Het woord Spanjen heeft hier nog eene zeer bepaalde betékenis; wyl de eerfte Spaanfche Koningen niets meer vast. dat Ryk bezat: n, dan alleen de kleine Provincie Asturiën; doch het gelukte hen in vervolg van tyden, om de Saraceenen f» Mooren verfcheidene andere Provinciën te ontweldigen; en eindelyk gehttl-en-d uit het Koningryk te verdryven. weinig moeite alle deszelfs Staaten, doet Clotaris tot Koning, en zig. zelven tot Hofmeester van de geheele Franfche Monarchie, uitroepen. Clotaris overleeft zyne verheffing flegts eenige weinige dagen; waarop de Hofmeester, de liefde der Franfchen voor hunne Koningen eerbiedigende, Chilperik te rug roept, en tot Koning- van geheel Frankryk doet kroonen, met behoudiii" Tan het Höfmeesterfchap voor zig zelven. 710. Chilperik overlydt, zonder kinderen na te laaten; waarop door Karei Martèl de kroon wordt opgedraagen aan den 'ZGon van wylen Dagobert, THEODORIK IV. , 20. Koning van den eerflen Stam. een kind, naauwelyks zeven jaaren oud, die flegts den Konimdyken tytel voerde, zonder eenige de minfte fchaduw, van,gezag. 721,; &c; Karei Martèl verflaat dè Saxers en de Beijerfchen, die het oppergezag van Frankryk weigerden te erkennen, en noodzaakt hen tot onderwerping. Dit en de volgende jaaren leveren- eenen geduuri^en lchaker- op van overwinningen, door deezen beroemden man op de nabuurïge volkeren behaald, [zie ook spanjen 721, 725, en 730.j 731- Dc 718. Karei Martèl, door de herhaalde fchoon ongelukkige pogingen van Chilpenk, en de fteeds aanhoudende geneegenheid der Franfchen voor het bloed van Clovis, vreezende zyn gezag te zullen verliezen, benoemt eenen naauwlyks bekenden Prins uit dat geflagt, en waarfchynlyk eenen afftammeling van Charibert, Koning van Aquitaniën, [zie 630,] tot Koning van Auftrafiën, onder den naam van Clotaris IV. 719. De Friefche Koning, Radboud, volgens het gefloten verdrag, de voortplanting van het Christendom in zyne Staaten onverhinderd gedoogende, en een zyner Zoonen reeds gedoopt zynde, befluit eindelyk zelf tot de omhelzing van het geloof.. Wolfran, Bisfchop van Sens in Champagne, door Karei Martèl tot onderfteuning van Willebrord gezonden „ wordt verkoozen, om hem te Medemblik, in West-Friesland, te doopen. Doch zo als Radboud reeds den eenen voet in de Doop-vonte gezet had , vraagt hy : waar het groot aantal zyner verftorvene Voorvaderen vervaaren ware? De Bisfchop antwoordt, dat ze ongetwyffeld verlooren zyn. Radboud trekt hierop den voet te rug, en verklaart: dat hy liever met zyne menigvuldige Voorouderen in het zalig verblyf van Wodan, dan met den geringen hoop der Christenen in den Hemel zyn wildé. Hy overlydt kort daarna , en wordt opgevolgd door zynen Zoon Poppo: Chilperik , een nieuw Leger op den been gebragt hebbende, krygt zulk eene zwaare nederlaag , dat hy, nevens Rainfroy, de vlugt  van CONSTANTINUS ben GROOTEN ap tot op ben TEGENWOORDlGEN TYD. 113 ITALIËN, en omgeleegtne Staaten. Conftantinus, in het vorig jaar overleeden zynde, wordt opgevolgd door gregorius 11., 88. Pms. De Vesting Cuma wordt door den Hertog van Benevent veroverd; doch, op fterk aandringen van den Paus, die daarenboven het nodige geld tot de onderneeming verfchafte, door den Hertog van Napels heroverd. 719. De beroemde Winfrid, een Ben edicTyner Monnik, uiteen edelen ftam in Engeland gefprooten , het loffelyk ontwerp gevormd hebbende, om het Euangelie in Duitschland te verkondigen , 't welk nog grootendeels in de dicpfte Afgodery en barbaarsheid gedompeld lag, komt te Romen , verkrygt ten dien einde van den Paus de uiteeftrektfte volmagt, en wordt door hem tot Legaat by alle de Duitfche Natiën aangefteld. 711. De Saraceenen , in Africa gevestigd, landen onverhoeds in Sardiniën, verwoesten de velden, vernielen de Steden, plunderen de Kerken, en maaken zig eindelyk van het ganfche Eiland meester , 't welk byna drie eeuwen in hunne magt blyft. 713. Winfrid, met eenen gelukkigen uitilag het Christelyk geloof in een groot gedeelte van Duit schland, inzonderheid onder de Thuringers, Hesfen, en Saxen gepredikt hebbende , komt te Romen te rug, om verflag van zyne Zending te doen. Hy wordt door den Paus tot Bisfchop verheeven, en zyn barbaarfche naam Winfrid in dien van Bonifacius veranderd. Tevens verbindt hy zig, by plegtigen eede, om, by den Christen Godsdienst, insgelyks het Pausfelyk gezag, en de Roomfche Kerkgewoontens, in Duitschland in te voeren ; welken eed hy ook zeer getrouwelyk volbragt. Ina, Koning van Wefiéx in Engeland , doet eene bedevaart naar Romen, en wordt door den Paus met de uiterfte eere ontfangen. Hy laat te Romen een groot Huis bouwen, om te dienen tot eene School, ter opvoeding van de Engelfche jeugd, en tevens tot een intrek, waarin de bedevaartgangers uit zyne Staaten hun verblyf konden neemen. Tot onderhoud van dit geftigt, legt hy ieder huisgezin in zyn gebied eene belasting op van eenen zilveren penning, zedert bekend onder den vermaarden naam van den St. Peters Penning, dien de Pausfen naderhand als eene daadelyke fchatting vorderden , en tot eenen grondflag lagen van hunne aanfpraaken op de opperhoofdigheid over Engeland.. 726. > De Oosterfche Keizer Leo geeft een ftreng bevelfchrift uit tegen den beeldendienst, [zie het Griekfche Ryk.] Paus Gregorius veroordeelt dien ftap, tragt den Keizer te overtuigen , dat die dienst altoos m de Kerk had ftand gegreepen , en dringt ten fterkften aan op de herroeping van het bevelfchrift; doch, alle zyne pogingen niets baatende, heeft hy Het G R I E K S C H E RYK, en het Oosten. die nochtans, geduurende den ganfehen winter, het beleg hardnekkig blyven voortzetten. Intusfen overlydt dé Caliph Solyman, een Vorst van een uitmuntend karakter, en alleen berispelyk uit hoofde van zyne onmaatigheid in fpys en drank , welke hem het leven koste. Hy wordt, volgens zynen uiterften wille, opgevolgd door zynen Neef, omar n., veertienden Calinh. 718. Omar verfterkt de Vloot voor Conftantinopolen met een groot aantal Schepen van Egypten -en Africa. De aanval wordt hierop met vernieuwden yver voortgezet. Dan, een groot gedeelte der Schepen door Leo in den grond geboord of verbrand, en de landtroepen door de Buigaaren, die Leo te hulpe geroepen had, verflagen zynde, moeten de Saraceenen eindelyk het beleg, na dat hetzelve juist een jaar geduurd had, opbreeken. Hunne Vloot wordt, opdenterugtogt, door eenzwaarenftonnbeloopen , en byna geheel vernield, zo dat van deeze ganfche ontzachelyke uitrusting naauwelyks vyf Schepen behouden te rug koomen. DeCaliph wreekt zig over dit verlies, door de Christenen in zyne Staaten heevig te vervolgen. 719- De geweezen Keizer Anatafius tragt den Troon te herwinnen , en haalt verfcheidene aanzienelyke amptenaaren des Keizers, gelyk mede den Koning der Buigaaren , heimelyk in zyne belangen over. Leo ondekt eindelyk den aanflag, laat de voornaamfte medepligtigen ter dood brengen, beweegt de Buigaaren door gefchenken en bedreigingen, om hunnen byftand aan Anastafïus te onttrekken, die vervolgens in 's Keizers handen overgeleverd, en onthoofd wordt. Leo, nu van alle bekommering ontheeven , legt zig eeniglyk toe, om den bloei van het Ryk te herftellen , 't welk eenige jaaren agter een niet ontrust wordt, dan door eene beweeging onder de Jooden, die aan eenen bedrieger, zig voor hunnen Mesfias uitgeevende, ligtvaardiglyk geloof gaven. Leo ftik dien opftand met weinig moeite, doch misbruikt zyn gezag, door deeze Natie met geweld te noodzaaken, om zig te laaten doopen. De Caliph Omar, een bygeloovig en grillig man, die zig zelven de noodwendigfte behoeftens des levens onthield, en alleen lofwaardig is door zyne edelmoedige handelwyze omtrent het nageflagt van Ali, wordt door zyne eigene bloedverwanten, die vreesden, dat dit gefiagt, nu meer en meer in aanzien toeneemende, den zwakken Caliph tot den afftand der opperfte waardigheid mogt overhaalen, om het leven gebragt. Hy wordt opgevolgd door eenen Broeder van wylen Alwalid en Solyman, yezid u., vyf tienden Caliph, eenen Vorst, niet ontbloot van bekwaamheeden, maar geheel overgegeeven aan zyne driften , inzonderheid voorde Vrouwen. Onder zyne regeering deeden de Turken , wier vermogen meer en meer begon toe te neemen , verfcheidene invallen op het grondgebied der Saraceenen, die hen echter telkens met verlies te rug dreeven. m- Yezid overlvdt, en wordt opgevolgd door zynen Broeder Hesham, zestienden Caliph. 726, . Zedert het vermeerderen der plegtigheeden in de Christe» Ketke, en het toeneemen der bvgeloovigheid, warende beel- Q 2  U4 BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN Schotland en Ierland, en PORTUGAL. 1 717. Ina, van Romen te rug gekeerd, begeeft zig in een Klooster , waarin hy kort daarna overlydt, de kroon nalaatende aan zynen Neef, eenen Broeder zyner Gemalmne, genaamd Adelard, dartiende» Koning van Wesfex, wien het Ryk betwist wordt door eenen naderen bloedverwant , Oswald; 't welk geleegenheid geeft tot eenen burger - oorlog, die niet dan met den dood van Oswald een einde neemt. 730. Osrik overlydt, en w ordt opgevolgd door den Zoon van zynen V oorzaat,Celwulf,teventienün Koning van Northumberland. 738. Cel- ny uc ouDeicnaamaneiQ, van den Keizer, als den naam van eenen Christen onwaardig, buiten de gemeenfchap der Kerk te fluiten, en de gemoederen zodanig tegen hem op te hitfen, dat meest alle de Itahaanfche onderdaanen van het Ryk de wapenen opvatten, om zig het gebied van eenen ketterfchen Vorst te onttrekken. 7*7- De Exarch Scholasticus wordt teruggeroepen, en opgevolgd door r paulus, 18. Exarch van Ravenna. Leo , hoogelyk gebelgd over 's Pausfen gedrag, gelast den nieuwen Exarch , om zig door list of geweld van deszelfs perfoon meester te maaken, en hem gevangen naar Conftantinopolen te zenden ; doch de troepen en ingezeetenen te Romen, gansch-en-al aan "s Pausfen belangen verknogt, vatten de wapenen ter zyner verdeediging op, en noodzaaken den Exarch, om onverrigter zaake te rug te keeren. 728. De onlusten in Italiën neemen geduuriglyk toe. Alle de onderhoorige plaatfen van het Keizer-Ryk', uitgezonderd het Hertogdom Napels, willen eenen nieuwen Keizer benoemen, en eene Vloot uitrusten, om Leo uit Conftantinopolen te ver-, dryven; welk doldriftig opzet nochtans door den Paus zelven gefluit wordt. De Hertog van Napels, 's Keizers belangen aankleevende, rukt met eenige troepen naar Romen, wier ingezeetenen zulk een verwoeden uitval doen, dat de Hertog nevens zyn Zoon, en het grootfte gedeelte zyner manfchap, fneuvelen. Petrus, Hertog van Romen, mede verdagt geraakt, wordt de Stad uitgedreeven; waarop Paus Gregorius zig het ganfche bewind aanmatigt. Te Ravenna, alwaar de Keizer nog veele vrienden had, is alles in rep en roer, en de Exarch Paulus wordt in èen der oploopen vermoord. In deszelfs plaatfe wordt kort daarna gezonden Xutichius, in het Exarchaat herfteld. De Lombardifche Koning, Luitprand, nu de kans fchoon waanende, omgeheel Italiën te overmeesteren, valt onverhoeds in het Keizerlyk grondgebied, verovert Ravenna, en alle de verdere plaatfen van het Exarchaat, byna zonder eenige bloedftorting. Keizer Leo herhaalt zyn bevel aan den nieuwen Exarch , om den Paus op te ligten ; doei de aanflag mislukt als voren. 729. Eutichius herovert Ravenna, en het grootfte gedeelte van het Exarchaat, door hulp der Venetiaanen, en op aanzoek van den Paus zelven, die wel Munuza, Moorfche Bevelhebber van Cataloniën , maakt eene famenzweering tegen Abderamen, en verëenigt zig met Eudes, Hertog van Aquitaniën, die, den Godsdienst aan het Staatsbelang opofferende, ( zynde de Mooren zedert eenigen tyd door de Saraceenen mede tot het Mahomedaanfche geloof overgehaald,) hem zyne Dogter ten huwelyk geeft. 731- Abderamen rukt met een talryk Leger in Cataloniën. Munuza neemt de wyk in eene fterke Vesting op het Pyreneesch gebergte , doch wordt aldaar geheel ingefloten, en tot het uiterfte gebragt. Geene uitkomst ziende, werpt hy zig van boven neder. Zyne Gemalin, en fchatten worden door Abderamen naar den Caliph gezonden. Eudes, van de hulp zynes bondgenoots beroofd, wordt verflagen; waarna Abderamen, zyne veroveringen onverhinderd voortzettende, zig van verfcheidene Steden ia Frankryk meester maakt, [zie aldaar.] 732- Abderamen fneuvelt, nevens het grootfte gedeelte der zvnen , in eenen Moedigen veldflag tegen den beroemden Karei Martèl, Hofmeester van Frankryk, [zie aldaar,] die vervolgens alle de veroverde plaatfe» herwint. 733- De nieuw-benoemde Stedehouder, Abdulmelik, den oorlog voortzettende , word: insgelyks geflagen; welke herhaalde verliezen den Saraceenen noodzaaken, om de vyandelykheeden voor eenigen tyd te ftaa'-.en. 737- Ko- waarloozende, en zig eeniglyk toeleggende, om fchatten te verzamelen, door het onderdrukken der ingezeetenen, worden fpoedig terug geroepen, en de laatfte van hen zeer ftrengelyk gertraft. 7*9- De nieuwe Stedehouder , Abderamen, door het voorbeeld zyner Voorzaaten niet afgefchrikt, overtreft hen in gierigheid en wreedheid. Inzonderheid behandelt hy de Mooren , die tot dus verre fteeds in goede vriendfehap met de Saraceenen geleefd, en het bevel over verfcheideneSteden, ja zelfs geheele Provinciën, verkreegen hadden , op eene harde wyze; 't welk de eerfte aanleiding geeft tot de verwydering en vyandfehap, die naderhand tusfen deeze beide Natiën plaats greep. 730. iil- De Saraceenen , in Spanjen gevestigd , doen een geweldigen inval in Frankryk, onder hunnen Bevelhebber Abderamen, die, den Hertog van Aquitaniën, Eudes, verflagen hebbende, met een ongelooffelyken fpoed , Arles, Avignon, en byna alle de Steden in het benedenst gedeelte van Frankryk verovert. 13*. Abderamen keert met een gedugt Leger naar Frankryk te rug, om zyne veroveringen voort te zetten. Karei Martèl trekt hem tegen, met eene veel zwakker Legermagt. Hy ontmoet de Vyanden, die, Bordeaux en andere voornaame plaatfen vermees-  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. ttf en omreleezene Staaten. Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. wel den Keizer vernederen, doch tevens het al te zeer toeneemend vermogen der Lombarden wilde fnuiken. Dit gedrag van den Paus, en een opftand der Hertogen van Spoleto en Benevent , doet Luitprand befluiten, om zig met den Exarch te verzoenen, en hunne wapenen te verëenigen, waartoe deeze niet minder geneegen is. De twee Hertogen fpoedig tot onderwerping gebragt hebbende , liaan zy het beleg om Romen. Raus Gregorius , vrugteloos hulp in Frankryk by den beroemden Karei Martèl gezogt hebbende, en tot het uiterfte gebragt , vestigt zyne laatite hoop op de edelmoedigheid en godsvrugt van Luitprand. Hy begeef t zig, aan het hoofd der ganfche Geestelykheid en voornaamfte ingezeetenen, naar 's Konings tent, en doet aldaar zulk eene beweegelyke aanfpraak, dat Luitprand hem te voet valt, de vriendfehap hernieuwt, en zelfs eene verzoening met den Exarch bewerkt, die met veel heusheid binnen Romen ontfangen, en, na het vertrek der Lombarden, door de Romeinen zelven geholpen wordt, in het verilaan van zekeren Tiberius, die zig tot Keizer van het Westen zo»t op te werpen, doch deezen aanflag met het3 verlies van zyn hoofd moest boeten. 73°- Leo doet op nieuws ernftige aanzoeken by den Paus , om hem tot het verwerpen van den dienst der beelden over te haaien; doch Gregorius blyft onverzettelyk by zyn gevoelen De Keizer, nu ten uiterften tegen den Pau: verbitterd , laat beflag leggen op alle de goederen der Roomfche Kerke in Siciliën en Italiën , en onttrekt de Bisfchoppen dier landfchappen , beneffens die van lllyriën , aan hel rechtsgebied van den Roomfchen Stoel, dezelven onderwerpende aan dien van Conftantinopolen. 731- Gregorius overlydt, en wordt opgevolgd doo gregor ius ui. 89. Paus. die de voetftappen van zynen Voorzaat volgt en den beeldendienst uit alzvn vermogen hand haaft, vervullende de Keken met eene groo te menigte beelden en fcmlderyën. 733- De Keizer zendt eene Vloot naar Italiën om de weerfpannige onderdaanen weder tc gehoorzaamheid te brengen. Dan, In het ge zigt van Ravenna, wordt een groot gedeelt der Schepen door ftorm vernield, en de ove rigen door de ingezeetenen dier Stad , op wie de Exarch al zyn vermogen verlooren had verflagen. Italiën onttrekt zig meer en met hi beelden der Heiligen, die oorfprongelyk tot enkele cieraaden in de Kerken geplaatst, doch welhaast als hulpmiddelen ter onderfteuning der godsdienstige aandagt aangemerkt werden, eindelyk daadelyke voorwerpen van eerdienst geworden, 't welk de Christenen aan de verwytingen en befpottingen der Jooden en Saraceenen blootftelde, die hen als Afgodendienaars uitkreeten. Keizer Leo, zulks niet langer kunnende dulden, befluit dit kwaad in eenen ruk uit te roeiien, en geeft ten dien einde her vermaarde bevelfchrift uit, waarby de dienst der beelden ten ftrengften verboden wordt. De ingezeetenen van Conftantinopolen, door de Monniken aangehitst, vloeken openlyk den Keizer als eenen afvalligen en eenen ketter, en dreigen eenen opftand, die niet dan met veel moeite door het krygsvolk geftild wordt. 717. ' De'Keizer, door de ondervinding geleerd, gebruikt alle middelen van zagtheid en overreeding, om de gemoederen tot bedaaren te brengen, en, de beelden zelven voor als nog uit de Kerken niet durvende wegneemen, geeft hy alleenlyk bevel, om die op verheevener plaatfen te ftellen, teneinde hen dus aan het oog des.volks te onttrekken,'en derzelver eerdienst van zelven te doen vervallen. Dan te vergeefsch: de voornaamfte Geestelyken zelven , inzonderheid de Roomfche Paus Gregorius, en Germanus, Patriarch van Conftantinopolen, verzetten zig tegen hem, en ftooken de onlusten aan. De ingezeetenen der Eilanden van den Archipel, waanende geene gehoorzaamheid aan eenen ketterfchen Keizer verfchuldigd te zyn, verklaaren hem den Troon onwaardig, en roepen een hunner belhamels, zekeren Cosmas, tot Keizer uit. Deeze laat eene fterke Vloot uitrusten, en zeilt regelregt naar Conftantinopolen; doch hy wordt geflagen, en nevens alle de zynen gevangen genoomen. Leo heeft de edelmoedigheid, om alle de oproerigen vergiffenis en de vryheid te fchenken, uitgezonderd Cosmas, en den Bevelhebber der Vloot, Stephanus, wien het hoofd wordt afgeflagen. [zie oek Italiën.'] 718. en 729. Onlusten, ter geleegenheid van 's Keizers bevelfchrift, in ItaEën. [zie aldaar] 730. Leo, door al den tegenftand, dien hy ontmoet, des temeer aangezet, om zyn eens aangevangen ontwerp te volvoeren, doet een Concilie te ■ Conftantinopolen houden, waarin bepaald wordt, dat de beelden uit de Ker- . ken genoomen, en verbrand moeten worden. De Patriarch Germanus, zig aan deeze uitfpraak niet willende onderwerpen, legt zyne waardigheid neder, welke aan zekeren Anastafïus, een man geheel aan den Keizer verknogt, wordt opgedraagen. Leo geeft bevel, om het uitgelprookeri vonnis t tegen de beelden ter uitvoer te brengen. Dit geeft aanleiding tot de heevigtte onlusten. Het Volk, inzonderheid de Monniken en Vrouwen, rotte famen, verjaagt of vermoordt de Keizerlyke bedienden, dryft den nieuwen Patriarch met eene hagelbui van fteenen buiten de Kerk, en pleegt zo veel , moedwil, dat de Keizer eindelyk de troepen op den been brengt, en eenige - voornaame belhamels laat vatten en ftraffen; waardoor het oproer fpoedig - geftild wordt (*). De Keizer flaagt vervolgens in zyn oogmerk, om de beelden in het geheele Oosten te vernielen; doch ontmoet fteeds den zelfden tegenftand in het Westen, [zie Italiën.'] 733- t Vrugtelooze onderneeming van Leo tegen Italiën. [zie aldaar.] 734- Scs. e , a (*) TJe voorftanders van den beeldendienst befchuldigen den Keizer by deeze geleegtn, held van de verfcl.rikkelykfte wreedheiden; dcch hur.ne verbittering en partydtgheid is r al te blykbaar, dan dat zy daaromtrent eenig geloof zouden verdienen. :t ai  n6 BEKNOPT TYDREKENKUNDÏG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS ENGELAND, F R A N K R Y K. spamtttv, oc/ionana en ïenana. meesterd hebbende, reeds 738. tot in Orleans waren door¬ gedrongen , tusfen Tours Celwulf begeeft zig en Poitiers, en levert hen In een Klooster, den aldaar een veldflag, eenen Troon afftaande aan der vermaardften in de gezynen Neef, Eadbert, fchiedenisfen. Het Saraagtt'nniien Koning van ceenfche Leger wordt geNorthumberland. heel-en-al geflagen, Abderamen zelve fneuvelt, en 740. het geringe overfchotmoet naar Spanjen de vlugt neeAdelard overly.lt, men ; waarna de overwincn wordt opgevolgd naar met weinig moeite aldoor le de verloorene plaatfen ■ herovert. — Men meent, dat deeze roemryke zegepraal aan Karei den bynaam van Martèl, dat is Hamer, deed verkrygen , om dat hy de Saraceenen als met een hamer verpletterd had. 736. De Friezen, het juk der Franfchen fteeds met tegenzin draagende, doen wederom eenen opftand. Karei Martèl, hen teffens te lande met een fterk Leger, en te water met eene welbemande Vloot befpringende, behaalt op hen eene volkoomene overwinning, waarby Poppo fneuvelt , verwoest het land te vuur en te zwaard, vernielt alle de afgodifchc tempelen , en noodzaakt de Friezen , om zig weder geheel-en-al aan het oppergebied der Franfchen te onderwerpen. Theodorik overlydt; en Karei Martèl, zyn gezag door zo veele overwinningen en den algemeenen eerbied genoeg bevestigd achtende, laat den Ttoon verder leedig. TUSSEN-REGEERING. Alle de Koninglyke magt in handen hebbende, doch den tytel zelven niet durvende aanvaarden, vergenoegt Karei zig met dien van Hertog. 737- De Saraceenfche Stedehouder , Abdulmelik , rukt met een fterk Leger in Frankryk, en maakt zig by verraad meester van Avignon : Karei Martèl, met een ongelooffelyken fpoed, een groot aantal troepen verzameld hebbende, verflaat de Saraceenen, dryft hen op de vlugt, herovert Avignon, valt in de landen, die de West-Gothen meer dan twee eeuwen lang in Frankryk bezeeten hadden , en, na den ondergang dier Natie, in handen der Saraceenen gevallen waren, [zie Spanjen 718,1 en maakt zig van alles meester, uitgezonderd alleen Narbonne, en de omliggende landftreek, 74i. Plegtig gezantfehap en voordeelige aanbiedingen TOn Paus Gregorius aan Karei Martèl. [zie Italiën.] Na een allerroemrykst beftuur overlydt Karei Martel, een der grootfte Helden en Staatsmannen , die immer voor of na hem geleefd hebben. Zyn oudfte Zoon , Carloman, vohthem op als Hertog van Auftrafiën , waaronder Friesland , en een groot gedeelte van Duitschland, door Kareis wapenen tot onderwerping gebragt, toen mede behoorden. Het overige, of eigenlyk gezegde Frankryk , valt ten deele aan den jongften Zoon , Pepyn den korten, naderhand den eerflen Koning van den tweeden Stam. 741, Auftrafiën, reeds zedert lange het beftuur van Koningen ongewoon, onderwerpt zig gewillig aan het gezag van Carloman; doch dat van Pepyn ontmoet eenen heevigen tegenftand, zo van den kant der Ryks-Grooten, die met moeite gehoorzaamden aan eenen man, dien zy als hun gelyken aanmerkten, der Geestelykheid , wier inkomsten en invloed door Karei Martèl niet weinig befnoeid waren , en die nu luidkeels klaagde over deeze zogenaamde Kerkroof, en de nagedagrenis van dien grooten man verdoemde, als van de geheele Natie, welke nog altoos zeer geheet bleef aan het bloed van hunne oude Koningen. Om aan alle deeze onlusten een einde te maaken, verheft Pepyn op den Troon eenen Zoon van wylen Theodorik, CHILDERIK III., ■Ll. en laatfte Koning van den eerflen Stam. Onder de fchaduw van deezen werkeloozen naam-Vorst oeffent Pepyn al het weezenlyke gezag, waarin hy zig verder bevestigt door zyne vriendelykheid, gemeenzaamheid, gedienstigheid en edelmoedigheid, die hem in korten tyd aller genegenheid doen winnen. 743- ; Gripho , een jonger Zoon van Karei Martel uit een tweede huwelyk, maakt aanfpraak op een gedeelte van zynes Vaders erffënisfe. De Beijerfchen , Saxers, Sclavoniërs, en Friezen, zig greetig van dit voorwendfel bedienende, om het Franfche juk af te werpen , vatten de wapenen op, om zyne eifchen te onderfleunen. Carloman en Pepyn, hunne troepen verëenigende, vallen in Béijeren, en brengen den Hertog, Odülo, benevens de Sclavoniërs, in korten tyd tot onderwerpm" De Geestelyken , door den Paus ter bekeerin* der Duitfchers gezonden, [de Italiën 738,] be^ velen hen trotfelyk , inzonderheid zekere Priester Sergius, om den oorlog te ftaaken. Carloman , een zwak en bygeloovig man, wankelt in zyn befluit; doch Pepyn betoont dien Geestelyken alle de verontwaardiging, die zyne onbefchaamdheid verdiende. 74-4- De 737. Koning Pelagius, na de roemryke overwinning in 719. op de Saraceenen behaald, den overigen tyd zyner regeering befteed hebbende met het befchaaven zyner onderdaanen, het uitvaardigen van nuttige wetten, en het verfterken van de grenzen zyner Staaten, waardoor hy zyn klein Koningryk tegen alle vyandelyke aanvallen beveiligde, en op eenen vasten grondflag vestigde , overlydt ; en wordt, op de eenpaange keuze der Asturiërs, opgevolgd door zynen Zoon, F A V I L A, 2. Koning van Spanjen. een zwak, onbekwaam, en werkeloos Vorst, die zyne verheffing eeniglyk te danken had aan den eerbied , dien men zynes Vaders nagedagtenisfe toedroeg. Abdulmelik hervat de vyandelykheeden tegen de Franfchen, doch met een zeer ongelukkigen mtflag. [Zie Frankryk.] Door zyne gierigheid en geweldenaryën in den algemeenen haat vervallen, wordt hy afgezet, en opgevolgd door Aucupa, die hem in eene gevangenis doet opfluiten, en op eene uitmuntende wyze het bewind waarneemt,den Christenen niet minder dan den Saraceenen en Mooren ftriktelyk recht doende. 739- Aucupa begeeft zig met een fterk Leger, naar Africa, alwaar dc Mooren , in eenen verwoeden opftand, den Stedehouder dier Provincie, benevens een groot  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 12.7 en PORTUGAL. ITALIËN, en omgeleegem Staaten. Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. groot aantal Saraceenen, om het leven gebragt hadden. Favila wordt op de Jagt door een Beer verfcheurd. Hy wordt opgevolgd door zynen Schoonbroeder, den beroemden ALPHONSUS, den catholyken, 3. Kening van Spanjen. eenen Prins uit den bloede van den West - Gothifchen Koning, Rechared, en in allen opzigten den Troon waardig, 740. De Mooren weder tot onderwerping gebragt zynde, komt Aucupa in Spanjen te rug, en overlydt kort daarna; hebbende alvorens Abdulmelik op vryë voeten gefteld, en tot zynen opvolger benoemd. 741. De Mooren in Spanjen, het voorbeeld hunner landsgenooten volgende, doen insgelyks eenen geweldigen opftand, om zig de overheerfching der Saraceenen te onttrekken. 7.41- Abdulmelik, eene aanzienelyke verfterking troepen uit Syriën ontfangen hebbende, behaalt twee groote overwinningen op de Mooren, en noodzaakt hen, om zig weder te onderwerpen. De Syrifche troepen willen hierop te rug keeren; doch Abdulmelik zig niet te veel durvende verzwakken , weigert hen de nodige Schepen; 't welk hen zodanig verbittert , dat zy hem in zyn Paleis te Cordoua om het leven brengen. Zyn Zoon, dien moord willende wreeken, trekt tegen de misnoegden te velde, die beurtelings de overwinning behaalen en de neerlaag krygen. De Mooren doen hun voordeel met deeze onlusten, en werpen op nieuws het juk der Saraceenen af. Geheel Spanjen wordt een toneel van vernieling en verwarring; van welke gunstige omitandigheeden Koning Alphonfus zig bedient, om- zyne Staaten uit te breiden, door de verovering van \ ex- het gezag des Keizers, terwyl dat des Pausfen naar evenredigheid toeneemt. 738. De vermaarde Bonifacius [zie 713,] komt weder te Romen, en wordt door den Paus, ter belooning van zynen yver in het bekeeren der Duitfchers, totAartsbisfehop verheeven. Bonifacius , naar Duitschland te rug keerende, en zyne predikingmeteen gelukkigen uitflagvoortzettende, ftigt aldaar de Bisdommen van Wurtzburg, Bareith, Erfurd, en Aichftedt, en naderhand (in 744,) het beroemde Klooster van Fulda. Zyn onvermoeide yver in deezen verwerft hem den eernaam van Apostel der Daitfchers,. 7AO. De Hertogen van Spofeto en Benevent doen eenen opftand tegen Luitprand, doch krygen de nederlaag, en neemen de vlugt naar Romen. Luitprand eischt hen op , en, een weigerend antwoord bekoomen hebbende, rukt hy regelregt naar Romen, en maakt zig van aDe de omliggende plaatfen meester. 741. Dé Paus zendt een plegtig gezantfehap naar den beroemden Karei Martèl, [zie Frankryk,y om deszelfs byftand té verzoeken, en tevens het oppergebied over Romen aan te bieden. Karei fchynt hiertoe niet ongeneegen; doch zyn kort daarop volgende dood breekt de onderhandelingen plotfeling af. Gregorius overlydt eenige dagen laater, en wordt, zonder de bekragtiging van den Keizer of den Exarch af te wagten, opgevolgd door -zacha'rias, 90. POUS. Intusfen had Koning Luitprand het beleg om Romen geflagen, en die Stad tot de uiterfte engte gebragt. Zacharias haalt de ingezeetenen over, om de oproerige Hertogen in 's Konings handen over te leveren. Die van Spoleto ver-krygt genade, op voorwaarde, dat hy zig in een Klooster begeeve; die van Benevent neemt de vlugt, wordt agterhaald , en om het leven gebragt. Luitprand verzoent zig met de Romeinen, en geeft de veroverde plaatfen te mg. 741. Luitprand keert zyne wapenen tegen Ravenna. De Exarch, buiten ftaat om hem, 734. Sec- Geduurende alle deeze onlusten hadden dc Saraceenen geduurige invallen gedaan in de Provinciën , welken het Ryk nog in Afia bezat, en eenige plaatfen veroverd. Leo, te midden in de Kerk-verfchillen, de belangen van den Staat niet uit het oog verliezende, zendt een Leger derwaards, 't welk de onderneemingen der Saraceenen paaien fielt, en (in den jaare 739,) eene gropte overwinning op hen behaalt. 741. Leo overlydt, en wordt opgevolgd doorzynen Zoon, CONSTANTINUS V. copronymus (*) ,. zó. Griekfche Keizer. die reeds zedert eenige jaaren als Ryksgenoot nevens zyn Vader geregeerd had, cn niet minder yverig was in zyne pogingen ,om den beeldendienst te vernietigen. 741.- Conftantinus begeeft zig in perfoon naar Afia, om de Saraceenen te beoorlogen. Geduurende zyn afweezen maakt zyn Schoonbroeder Anabaz.es , een yverig voorftander van den beeldendienst, en uit dien hoofde zeer geliefd by het volk, zig meester van den Troon.. 743- Hesham , een Vorst overgegeeven aan pragtr en weelde, en tevens zeer oorlogszugtig, in geduurige vyandelykheid met het Keizer-Ryk en de Turken geleefd hebbende , overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Neef, een Zoon van zynen Voorzaat, aitaiid 11., zeventienden Caliph. Keizer Conftantinus, den opftand van zynen Schoonbroeder verneemende, keert zo■ fpoedig mogelyk naar Conftantinopolen te rug. Art-abazes trekt hem tegen met een talryk Leger, doch wordt geflagen, en neemt de vlugt naar de Hoofdltad, alwaar hy zig' verfterkt. Een tweede Leger, onder bevel van zynen Zoon, Nicetas, krygt insgelyks de nederlaag; waarop de Keizer het beleg flaat om Conftantinopolen, en die Stad, na een hardnekkigen wederftand, ftoi menderhand verovert. Artabazes neemt de vlugt,. doch (*) Een fpotiende hynaam, hem door de voorftanders van den beeldendienst gegeeven, cm dat hy,. by zynen doop, de dcopvontt kvhild had.  n8 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP beu ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, F R A N K R Y K. SPANJEN en PORTUGAL; door zynen Neef, Cudred, veertienden Koning van Wesfex, die in oorlog raakt met Ethelbalt, Koning van Mercia, en eenegroote overwinning op hem behaalt. 74<5, Selred, Koning van Esfex , overlydt, en met hem eindigt de ■Stam der Esfexfche Vorsten , 't welk dat Ryk aan groote onlusten bjootltelt. Ethelbald, Koning vanMercia, bedient zig van deeze gunstige 0111ftandigheid, rukt met een talryk Leger in Esfex, 't welk hy met zyne kroon verëenigt , en door eenen van hem afhankelyken Vorst, of Stedehouder laat beftuuren. 749- Elfwald overlydt, en wordt opgevolgd door een Prins van den bloede , Switheard, twaalfden Koning van Oost-Angliën, 7jo. Switheard overlydt, en wordt opgevolgd door verfcheidene plaatfen in Leon en Galliciën , die hy echter, door gebrek aan genoegzaame troepen ter bezetting, grootendeels weder moest ontruimen. u 744. . 4 Abulcatar, door den Caliph tot Stedehouder van Spanjen benoemd, en eene aanzienelyke verfterking troepen met zig brengende, maakt een einde aan den burger-oorlog. Een groot aantal misnoegden, door zekeren Thoaba aangevoerd, neemt de wyk naar Africa. 747- Thoaba komt in Spanjen te rug, verflaat de troepen van Abulcatar, neemt hem gevangen, en werpt zig tot Stedehouder op. Intusfen vervolgt Alphonfus zyne veroveringen , verflaat een groot aantal Saraceenen, ontmantelt alle de plaatfen, die hy niet kan bezetten, en herftelt den Christen Godsdienst in de overigen. ' 748. Thoaba overlydt, en de misnoeglen , thans meester zynde , verheffen h deszelfs plaatfe een van hunnen lanhang, Juzif, zonder de benoeming nn den Caliph af te wagten. 749- • Abulcatar, door zynen aanhang uit le gevangenis verlost, fneuvelt in eeïen flag tegen Juzif, wiens vermogen neer en meer .toeneemt. 750. Pampelune, Hoofdftad van Navare , en het grootfte gedeelte dier Pro'incie, heimelyk door Alphonfus angemoedigd en onderfteund, werpt iet juk der Saraceenen af. Juzif endt eenige troepen derwaards, weiten verflagen worden. 75TÏ. &c De Caliphen van het aanzienlyk eflagt der Ommiaden, door eene. roote omwenteling, van het opper-' ebied beroofd zynde , [zie het Oosten 50 ,] maakt Juzif het ontwerp, om ig tot onafhankelyk Heer van geeel Spanjen te verheffen ; doch hy ntmoet een grooten tegenftand , in? zon- Naam-Koning Childerik, had eindelyk de oude geneegenheid 1 der Natie voor de Merovingifche Vorsten uitgedoofd; en de vrees, om den aan 1 hen gezwooren eed van getrouwheid te fchenden, is het eenige dat hen weerhoudt, ■ om de Kroon daadelyk aan Pepyn op te draagen. 1 • »;.BWfc 'l its./,-ïz- • ? oft'-r; ja - laofr jb i->i>!tu> e«s viö'A 1; é-'-ofr J 7ïi. 1 Ten einde alle zwaarigheid uit den weg te ruimen, doet Pepyn den voorflag, om den Paus, wiens uitfpraakcn nu meer en meer geëerbiedigd werden, raad te pleegen. Dit middel wordt algemeen goedgekeurd, en een gezantfehap naar Romen gezonden. Intusfen had Pepyn zig reeds vooraf, door de goede diensten van £ den beroemden Bonifacius, [zie Italiën 738,] en door de groote beloften aan den \ Pausfe gedaan , die zyne hulp behoefde tegen de onderneemingen der Lombarden, f van een goeden uitflag verzeekerd. De gezanten, mede geheel de belangen van 7 Pepyn toegedaan , ftellen de vraag dus voor: Wie verdient best Koning te zyn, hy, die 1 d- magt m handen heeft, of hy, die flegts den blooten tytel voert? Paus Zacharias geeft 1: een antwoord, volkoomen naar het genoegen van Pepyn, die hierop eene Ryks- c m' >! ver- .: :: * 744- g*sa-f : De beide Broeders zetten den oorlog voort tegen de Saxers, die zy verftaan, en insgelyks, na het gevangen neemen van den Hertog Theodorik, noodzaaken , om zig wederom te onderwerpen De Friezen, nu geheel-en-al 'van de hulp hunner bondgenooten beroofd, haasten zig, om het vori» verdrag met de Franfchen te hernieuwen. 74<5. Carloman , op wiens zwakken geest de Monniken een grooten invloed hadden , omhelst den geestelyken ftaat, en be. geeft zig in een Klooster. Zyne kinderen worden door Pepyn genoodzaakt om dat voorbeeld te volgen ; waarop deeze ftaatzugtige man zig meester ziet van geheel Frankryk, en nu met ernst begint te denken, om by het Koninglyk gezag, reeds door hem geöeffend, insgelyks den langgewenschten tytel van Koning te voegen. 748. Gripho, niet vergenoegd met het beftuur van eenige Provinciën, hem door zyne Broeders vergund, beweegt de Saxers wederom tot eenen opftand. Pepyn, door de Friezen bygeftaan, die hem nu getrouw bleeven, verflaat hen ganschen-al, en verwoest hun land te vuur en te zwaard. Gripho neemt de vlugt naar Beijeren, en maakt zig meester van dat Hertogdom , na het overlyden van Odillo, die eenen Zoon, Tasfilo, flegts zes jaaren oud, naliet. 749. Pepyn rukt in Beijeren , verflaat de troepen van zynen Broeder, neemt hem gevangen, en heeft de edelmoedigheid , van twaalf aanzienelyke Graaffchappen aan hem af te ftaan. Hy herftelt den jongen Tasfilo , onder het opzigt van eenen kundigen Voogd, in het Hertogdom van Beijeren. 750. < i De dapperheid, bekwaamheeden, edelmoedigheid, heus- 1 heid en gunstbewyzen van Pepyn maaken hem zodanig bemind by groot en klein , waereldlyken en geestelyken, dat hy eenpaariglyk waardig gekeurd wordt, den Troon te be-  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 110 TT.AT.TftN. en emaeleevene Staaten. Het GRIEK SCHE RYK. en het Oosten. hem wederftand te bieden, neemt zyne toevlugt tot den Paus, door wiens bemiddeling de vreede getroffen wordt. 744- Na'eene lange en roemryke regeering , overlydt Luitprand, en wordt opgevolgd door zynen Neef, wien hy reeds zedert agt jaaren tot Ryksgenoot benoemd had, genaamd H I L P R A N D, 20. Lombardifche Koning. een Vorst van eenen woesten en wreeden aart, die zig zodanig gehaat maakt, dat de Lombardifche Grooten , na verloopvan eenige weinige maanden, hem afzetten, en de Kroon opdraagen aan den Hertog van Friuli, R A T C H I S, 21. Lombardifche Koning. 'een uitmuntend Vorst, doch eenigfins van eene bygeloovige denkwyze, waardoor de Geestelyken alles by hem vermogten. 749- Ratchis, eenig misnoegen tegen de Romeinen hebbende opgevat, waarvan de oorzaak niet bekend is, doet eenen Inval in het Hertogdom Romen, en flaat het beleg om Perugia. De Paus, 'sVorsten karakter kennende, begeeft zig terftond, aan het hoofd der ganfche Gees" telykheid , naar het Lombardisch Leger, en beweegt Ratchis, door fmeekingen en vermaaningen, om het beleg op te breeken , en alle verdere vyandelykheeden te ftaaken. Tevens ftelthyhem de ydelheid der aardfehegoederen in zulk een treffend daglicht voor oogen, dat de Koning befluit, het Ryk af te ftaan, en zig in het vermaarde, en nu herbouwde, Klooster van Mont-Casfm te begeeven; welk voorbeeld door zyne Gemalin en Dogter gevolgd wordt. De Kroon vervalt hierop aan zynen Broeder, A I S T O L P H, 22. Lombardifche Koning. een ftaatzugtig en krygshaftig Vorst, die gedugte toebereidfelen laat maaken, Hamer, de wvk genoomen hebbende in Saragosfa, moet zig aan Juzifovergeeven, die vervolgens eenige troepen naar Navarre zendt, om die Provincie insgelyks tot onderwerping te brengen. Koning Alphonfus , zig met die van Navarre verëenigende, handhaaft hen in hunne onafhankelykheid , en behaalt eene groote overwinning op de Saraceenen. In- — rnester Stephanus verkoozen wordt , . , die vier dagen laater, en nog vóór zv¬ ne ordening, mede overlydt, en dus op de Iyst d?r Pausfen met behoort gefteld te worden (*). Vervolgens kiest men een ander, insgelyks Stephanus geheeten. step hanus ii. , oi. Paus. De nieuwe Paus is de eerfte, die zig op Mannenfchouderen van de Kerk naar het Lateraan liet diaagen. Bevreesd voor de onderneemingen van Aistolph, zendt hy hem een plegtig gezantfehap, en haalt dien Vorst door fmeekin<^en en gefchenken over, om een vreede te fluiten voor veerti" ïaaren. Aistolph, zyn woord en eer fchendende, verbreekt het verdrag, en dreigt Romen te vernielen , indien die Stad pg niet aan hem onderwerpe, en zig verpligte tot eene jaarlykfche fchatting. 753- De Oosterfche Keizer Conftantinus zendt een gezant naar [tanen, om met Aistolph in ondeihandeling te treeden, en (*) Verfcheidene iaatere Schryveren hebben deezen Priester StephaUis op de Naamiysi der Pausfen geplaatst, tegen het eenpaart" wrmh en «evoelen der oude Schryveren; 't welkte* eene groote oncë»aariglmd en verwarring in de Gefchiedenis der Pausfen aanleiding egeeven heeft. w — —; leuaumg van joo. usien te betaalen. 7*4. Paus Stephanus, Pepyns hulpe tegen de Lombarden verv.ogt hebbende, komt, op de uitnodiging van dien Vorst m perfoon in Frankryk, en wordt aldaar met de uiterfte eere ontfangen. Pepyn laat zig andermaal, om zig normeer aanaen by te zetten, door den Paus zelven zalven °gelvk ook zyne Gemalin , en zyne twee Zoonen , Karei en Carloman ; welke plegtigheid naderhand aanleiding gaf tot de yanfpraaken der Pausfen op het befchikken over de kroonen naar hun welgevallen. Vervolgens beroept hy eene Rvksvergadenng, waarin de Paus zyne belangen voorftelt, en de Franfche Grooten reeds byna tot den Lombardifchen oorlog had overgehaald, wanneer Pepyn's Broeder, de Monnik Carloman, door den Vorst dier Natie derwaards gezonden deszelfs zaak zo wel bepleit, dat men befluit, alvorens een' gezantfehap aan hem te zenden, om het verfchil in der minne te vereffenen. Dan, deeze poging mislukt zynde, trekt Pepyn eindelyk, aan het hoofd van een talrvk Le*er en door den Paus vergezeld, naar Italiën. [zie verder aldaar.] 755- Tweede optogt van Pepyn tegen, en overwinning op de Lombarden , en zyne ongemeene milddaadigheid jegens den Paus. [zie Italien.1 Hy verovert Narbonne, het laatfte over- i ichot van de oude bezittingen der West-Gothen in Frankrvk. \ De vergadering by een roept, waarin Childerik plegtig afgezet , en Pepyn tot Koning verkoozen wordt. Childerik wordt tot Monnik gefchooren , en in een Klooster opgefloten , alwaar hy , na verloop van drie of vier jaaren , overlydt. Met hem eindigt de eerfte of Merovingifche Stam der Franfche Koningen, die 333. jaaren lang den Troon bezeeten hadden. PEPYN, de korte, i. Koning van den tweeden Stam. De Franfche Vorsten waren tot dus verre , by hunne verheffing tot den Troon, op een fchild om hoog verheeven , en dus tot Koning uitgeroepen ; doch Pepyn , om zvne benoeming als het ware iets heiligs en Goddelyks by te zetten, en dus zvn gezag des te zeekerer te bevestigen , laat zig te Soisfons door Bonifacius , 's Pausfen gezant, tot Koning zalven, welke plegtigheid zedert beftendiglyk in gebruik gebleeven is. 7jz. De Saxers doen wederom eenen opftand. Pepyn, eene groote overwinning op hen behaald hebbende , noodzaakt hen , om zig als voren te onderwerpen , en tevens eene jaarlykfche heel Istriën, waaróver hy tot Hertog aanftelt den vermaarden Veldheer Defiderius, naderhand zynen opvolger en laatften Koning der Lombarden. — Paus Zacharias, met reden vreezende, dat de onderneemende Vorst eerlang zyne wapenen tegen Romen zelve zal wenden, en no» fteeds, uit hoofde van de verfchillen over den beeldendienst, in onmin met den Keizer leevende, tra°r zi» van den byftand van Frankryk te verzeekeren , door het begunstigen der heerschzugtige oogmerken van den Hofmeester Pepyn, die door zyne medewerking tot Koning verheeven wordt, [zie Frankryk.] 751- Aistolph verovert Ravenna , en het ganfche Exarchaat, 't welk hy met de Lombardifche Kroon verëenigt. Eutichius nÉemt de vlugt naar Napels , alwaar het oppergezag der Oosterfche Keizers nog erkend werd. Met hem neemen de Exarchen een einde, die 185. jaaren lang deeze waardigheid, met een byna vorstelyk gezag, bekleed, doch in het algemeen, door gebrek aan vermogen en perfoonlyke verdiensten, weinig aanmerkelyks verrigt hadden. — Intusfen overlydt Paus Zacharias, in wiens nlnsrfe A*  van CONSTANTINUS ben GROOTEN af ï«t op den TEGENWOORDIGEN TYD. rj* i." en onwUmne Staaten. . Het GRIRKSGHF RVTf — gelast den Paus, om daartoe mede te werken. Stephanus begeeft zig in perfoon, nevens de gezant, naar Pavia; doch Aistolph wil volftreKt naar geene voorwaarden luisteren. De Paus keert zig hierop naar Pepyn, om deszelfs byftand te verzoeken, en vertrekt, op de nodiging van dien Vorst, naar Frankryk. 7S4- Koning Pepyn, door den Paus vergezeld, rukt met een fterk Leger naar Italiën , verilaat de Lombardifche troepen, verwoest een groot gedeelte van Lombardyën , en flaat eindelyk het beleg om Pavia, binnen welke Stad Aistolph zig had opgefloten. Die Vorst, tot het uiterfte gebragt, belooft eindelyk Dy plegtigen eede, om het ganfche Exarchaat, beneffens de vyf omliggende Steden , gemeenlyk Pentapolis genaamd, thans de Mark van Ancona, weder af .te ftaan , en alle vyandelykheeden te ftaaken; waarop Pepyn naar Frankryk te rug keert, na alvorens alle deeze afgeftaane landen, hoe zeer dezelven een wettige eigendom waren van den Oosterfchen Keizer, aan den Pausfe gefchonken te hebben , die geene zwaarigheid maakt, om deeze gift aan te neemen , .en dus tot een Waereldsch Vorst verheeven wordt, waardoor de Pausfelyke hoogmoed, aanzien en vermogen in vervolg van tyden met weinig toeneemen (*). Pepyn behoudt echter de opperhoofdigheid deezer linden aan zig, in hoedanigheid van Patricius, hem door den Paus en de Romeinen opgedraagen. Concilie te Conftantinopolen, waarin de beeldendienst wordt afgekeurd, in het Westen niet erkend, [mie het Griekfche Ryk.] 75 J- Aistolph verbreekt den afgepersten eed, weigert de afgeftaane plaatfen over te geeven, en rukt met een fterk Leger naar Romen, om op eene gevoelige wyze op den Paus wraak te' neemen. De Stad wordt in de uiterlte engte gebragt, en al het omliggende land verwoest; doch de Romeinen, den Paus getrouw blyvende, verdeedigen zig kloekmoediglyk, en verwerpen de groote beloften, hen door Aistolph gedaan, indien zy hem flegts deezen zynen eenigen vyand willen overleveren. Stephanus fchryft eenen dringenden brief aan Pepyn; en, dien Vorst niet genoeg naar zyn verlangen fpoed maakende , bedient hy zig van eene konstenary zonder voorbeeld, ichryvende eenen brief op naam van den H. Petrus zelven, waarin hy dien Apostel de heerlykfte beloften aan de Franfchen laat doen, in gevalle zy zig haasten, om de Kerk in haaren nood by te ftaan. Pepyn gaat terftond met een Leger op marsch. Op weg ontmoet hy eenige gezanten van Keizer Conftantinus, die, zig verbeeldende, dat Pepyn Italiën voor hem wederwmt, hen had afgevaardigd, om den Franfchen Vorst zyne erkentenis voor deezen vriendfchaps-dienst te betuigen. De gezanten , beter onderrigt, ftellen Pepyn op eene nadrukkelyke wyze het onrecht, den Keizer aangedaan, voor oogen. Dan te vergeefsch: Pepyn verklaart, dat hy de landen niet den Keizer, maar den Lombarden, ontnoomen heeft, dat ze hem naar het recht van oorlog toebehooren , en dat hy ze dus fchenken kan , aan wien het hem lust. Aistolph trekt hem tegen, krygt de nederlaag, en wordt zodanig in het naauw (*) Be voornaame reden van deeze ongemeene milddaadigheii van Pepyn {egens din Paus moet gezogt worden in zyne erkentenis, voor den gewigtigen di.nst, van den H. Stoel ontfangen, [zie Frankryk 7 5 1,] in den grooten eerbied, dien de Westerfche Volkeren, vóór • hunne bekeering gansch-en-al aan hunne afgodifche Priesteren verflaafd, der Geestelykheid toedroegen, en in het algemeen gevoelen, 't welk nu meer en meer begon ftand te grypen, dat men zyne misdaaden, {en de wroeging van zyn geweeten deed Pepyn de afzetting van zynen wettigen Vorst fteeds met reden als eene fnoode misdaad b.fc houwen,) kende boeten, door ryke gaven aan Gode en de Kerke, dat is, d: dienaar en der Kerke, toe te brengen; welk gevoelen eene. omitputtclyke bron van rykdom was voer ■Kerken, en Kloosters. Dit liep in het vervolg zo hcog, dat verfcheidene Vorsten den Geestelyken g-hee'e Landf happen, Steden en Kasteelen fehmkm, en dezelven tot Hertogen, Graaven, of Markgraaven verhieven, R z luchtig gefiagt der Ommiaden, 't welk 90. jaaren lang die waardigheid bekleed had. Alle ftemmen verèenigen zig mitsen behoeve van aeuz abbas, een-.n-twintigflen Caliph, en den eerflen van liet aanzienlyk geilagt der Abasliden. De nieuwe Caliph verdeelt het Stedchouderfchap over de voornaamfte Provinciën van zyn gebied onder zyne eigene bloedverwanten, enden vermaarden Abu Moslem, een Veldheer van ongemeene bekwaamheid en dapperheid, die wel het meest tot zyne verheriing had toegebragt. Deeze Stedehouders , deels uit haat van hun gefiagt tegen dat van Ommiah, deels uit eene wreede ftaatkunde, maaken eene ysfelyke flagting onder de Ommiaden, waarvan flegts zeer weinigen den algemeenen moord ontkoomen. Abul Abbas , zelf van een zagtmoedig karakter, gedoogt zulks tegen dank; en zig niet veilig achtende in Syriën, alwaar het gefiagt van Ommiah zeer in aanzien was, verplaatst hy den zetel van zyn gebied van Damascus naar Hafchemia , eene Stad, welke hy zelf het bouwen in de nabmufchap van Cufa. 75Z. Het Keizer-Ryk verliest een voornaam gedeelte van het overfchot zyner bezittingen in Italiën. [zie aldaar.] 7S3- Dc aanhangers der Ommiaden den nieu^ wen Caliph geduuriglyk onlusten verwekkende , bedient Keizer Confiantinus zig van deeze onderlinge verdeeldheid der Saraceenen , om een gedeelte van Armeniën te heroveren, [zie ook Italién.] Intusfen overlydt Abul Abbas, en wordt opgevolgd door zynen Broeder, al mans o r , twee-en-tw)ntigfirn Caliph. 7i4. Confiantinus doet een Concilie te Conftantinopolen by een koomen , om net fteeds aanhoudend verfchil over den dienst der beelden te doen eindigen. Dit Concilie, uit 33^. Oosterfche Bisfchoppen beftaande , en by de Grieken het zevende agemeene genaamd, doch door de Roomfche Kerk niet erkend, veroordeelt eenpaariglyk niet alleen den dienst , maar zelfs het gebruik der beelden. Deeze uitfpraak maakt echter geen ein^ie aan het verfchil, wyl veelen, inzonderheid de Monniken , zig heevig daar tegen verzetteden, en geduurig het zaad van oproer onder de menigte zaaiden. Conftan- ti-  r3z BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP dbr ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, F R A N K R Y K. SPANT F. m bciiotiana tn ïenana. dc Vorst neemt den wyk by den Stedehouder van Hampshire, die hem vriendelyk onthaalt , doch tevens zyn onbetaamelyk gedrag ernstig voor oogen houdt ? 't welk den ondankbaaren Sigebert zodanig verbittert, dat hy zynen weldoener verraaderlyk vermoort. Een van des Stedehouders bedienden wreekt zynen meester , door Sigebert in een bosch om het leven te brengen. 757- Ethelbald wordt, in een opftand der troepen , om het le,ven gebragt , die vervolgens eenen Beornred tot Koning uitroepen ; doch die overweldiger wordt in korten tyd verflagen door Ethelbalds'Neef, den vermaarden Offa , elfde» Koning van Mercia. Eadbert begeeft zig in een Klooster; de Kroon afftaande ten behoeve van zyn-n Zoon, Ofulf, negentienden Koning van Northumberland. 758. Ofulf wordt van de Kroon en het 'leven beroofd door de ftaatzugt van eenen der RyksGrooten, Mollo, die vervolgens den Troon beklimt , als tvlntigjk Koning van Northumberland. Ethelbert overlydt, gelyk mede kort daarna zyn Ryksgenoot, Beorne, die opgevolgd wordt door zynen Zoon , Ethelbert II., ïrvfii nden Koning van OostAngliën. 760. Koning Ethelbert van Kent, wiensRyksgenoot Eadbertreeds voor twaalf jaaren overleeden was, overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Broeder, Aldrik , vyf tienden Koning van Kent. 766. Mollo , zig niet dan met veel moeite op den Troon gehandhaafd hebbende, door den geduurigen opftand der RyksGrooten, die even zeer als hy tot De vermaarde Zendeling Bonifacius [zie onder anderen Italiën 738,] het Euangelie met eenen allervoorfpoedigften uitflag in Duitschland gepredikt, en zig zedert twee jaaren, in z.ynen hoogen ouderdom, naar Friesland begeeven hebbende , om de bekeering dier Natie te voltooijen, wordt, niet verre van Dokkum, nevens vyftig Geestelyken, zyne reisgenooten, door eenige afgodifche Friezen vermoord. 757- Tasfilo, Hertog van Beijeren, tragt zig onafhankelyk te maaken; maar wordt door Pepyn genoodzaakt, eenen plegtigen eed van getrouwheid en leenroerigheid af te leggen. De Oosterfche Keizer, Conftantinus, zendt een plegtig gezantfehap aan Pepyn, om hem van 's Pausfen belangen af te trekken, en geeft hem een fraai Orgel, het eerfte, dat in het Westen bekend geweest is, ten gefchenke. Pepyn beantwoordt zulks met een kostbaar tegengefchenk, doch weigert aan 's Keizers begeerte te voldoen. 758. De Saxers vallen wederom van de Franfchen af. Pepyn beöoiiogt hen met zynen gewoonen voorfpoed , en noodzaakt hen , na een kloeken tegenftand, om zig op nieuws te onderwerpen, en de oude jaarlykfche fchatting te betaalen. 76z. Gaifer, Hertog van Aquitaniën, een man, niet minder ftaatzugtig dan krygshaftig, tragt zig onafhankelyk te maaken , en tot Koning op te werpen. Pepvn trekt tegen hem te velde, en behaalt van tyd tot tyd eenige voordeden op hem ; doch de ongemeene dapperheid van Gaifer houdt den oorlog meer dan vyf jaaren flèepende. 767. De Oosterfche Keizer Conftantinus, nog ahoos even zeer verlangende, om een verbond van vriendfehap met Pepyn te fluiten, zendt hem een ftaatelyk gezantfehap, en verzoekt deszelfs Dogter Gefilla ten huwelyk voor zynen Zoon, Leo. De Roomfche Paus, voor de gevolgen van zulk eene verbintenisfe bedugt, verklaart zig heevig daartegen, onder voorwendfel, dat de Keizer een Ketter is. [vergüyk kt Griekfche Ryk 754.] De gezanten van dien Vorst beweeren het tegendeel, en beroepen zig op de uitfpraak van alle de Franfche Bisfchoppen. Deezen vergaderen in een Concilie te Gentille. De uitflag hunner raadpleegingen is niet bekend ; doch Pepyn, het zy uit twyffding aan 's Keizers, regtzinnigheid, het zy om den Paus niet te mishaagen, flaat het verzoek heufcheh/k af, doch zendt een plegtig tegengezantfehap naar het 'Oosten, om den Keizer voor de eere van het aanzoek dank te zeggen. 768. Pepyn behaalt eindelyk eene volkoomene overwinning op Gaifer, die door een van zyn eigen volk gedood wordt, en verëenigt het Hertogdom Aquitaniën met de Kroon. Kort daarna ftort hy in eene Zwaare ziekte , die hem binnen weinige dagen in het graf rukt. Uitgezonderd de onttrooning van zynen wettigen Vorst, was zyn leven eene aan- Intusfen verfchynt 'er onverwagt een nieuwe mededinger, veel gevaarlyker dan Hamer. Een Vorst uit het gefiagt der Ommiaden , [zie het •Griekfche Ryk 7 50,] Abderamen genaamd, den algemeenen moord zyner bloedverwanten ontfnapt, en zig een tyd lang in Africa hebbende opgehouden, tragt zig meester te maaken van Spanjen , en het verlooren Caliphaat aldaar te herftellen. Devoornaamften derSaraceenen hebbende laatende polfen, en hen gunstig aan zyne belangen vindende, fteekt hy over naar Spanjen , verkrygt terftond een grooten aanhang, en maakt de nodige toebereidfelen, om tegen het volgend voorjaar te velde te trekken. Dit jaar verliezende Saraceenen alle hunne bezittingen in Frankryk. [zie aldaar.] 75<5. Abderamen wint een Moedigen veldflag op Juzif, die de vlugt moet neemen naar Toledo. Cordoua , en verfcheidene andere plaatfen van Andalufiën , openen hem hunne poorten. Hy doet zig tot Caliph uitroepen, en neemt, op het voorbeeld der Oosterfche Caliphen, den tytel aan van Emii-al-Mumenlm, dat is , Gebieder der waare Geloovhe», door de Christen Schryveren by verbastering Miramolin genaamd, die hem en zyne opvolgeren insgelyks Koningen van Cordoua heeten , om dat hy in die Stad zynen zetel vestigde.. 757- Koning Alphonfus, zyne Staaten niet weinig uitgebreid hebbende door de verovering van Galliciën, verfcheidene Steden in Leon en in Casriliën , de Provincie Biscaijen, en een gedeelte van Navarre, alwaar hy dén Christen Godsdienst herftelde; overlydt, en wordt, volgens de eenpaarige keuze de:  van CONSTANTINUS ben GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 133 m PORTUGAL. ITALIËN, en omgeleegene Staaten. DUITSCHLAND, Het GRIEKSCHE der ganfche Natie, opgevolgd door zynenZoon, F R O I L A, 4. Koning van Spanjen. Abderamen maakt zig meester van Portugal. Juzif waagt nog eene poging tegen hem; doch wordt andermaal geflagen. Hy erkent hierop , nevens alle de Saraceenen in Spanjen, het oppergezag van Abderamen , die vervolgens zyn nieuwe Koningryk op vaste grondflagen vestigt, onafhankelyk van de Caliphen in het Oosten. 759- Juzif doet eenen opftand, wordt geflagen, vlugt naarToledo , wordt door de ingezeetenen aanAbdeiamen overgeleverd, en onthoofd. .— Een gedeelte van Navarre, benevens de Hoofdftad Pampelune, valt weder in handen der Saraceenen, 760. De ftaatzugtige Abderamen maakt het ontwerp, om de Staaten van Froïla te overmeesteren, en zendt een fterk Leger derwaards. Froïla behaalt eene roemryke overwinning or. het zelve, houwt het grootendeels in ftukken , en neemt den Veldheer gevangen, dien hy vervolgens ter dood laat brengen. 761. Froïla ftigt in Asturiën de Stad Oviédo , er vestigt aldaar den zetel van zyn gebied. 762. en 763. De Stedehouders van Arragon en Cataloniën, Bloedverwanten van wylen Juzif, doer een geweldigen opftand , dieniet dan met vee moeite door Abderamen gedempt wordt. 764. De rauwheid en geftrengheid van Froïla': beftuur maaken hem gehaat by zyne onderdaanen. Die van Galliciën ftaan openlyk tegenheir op. Froïla rukt in die Provincie, verwoest dezelve ten grooten deele, en laat de voornaamfte ingezeetenen wreedelyk ter dood brengen. *t welk de gemoederen meer en meer van hen verwydert. 767. Froïla, agterdogt tegen zynen eigen Broeder hebbende opgevat, wiens deugden hem d< algemeene liefde der Natie verworven hadden heeft de fnoodheid, van hem te laaten vermoorden, 768. De voornaamfte Grooten , verontwaardigt' over de wreedheid van Froïla, en vreezendf zei- gebragt, dat hy zig verpligt vindt, het vorig verdrag tc vernieuwen, en daarënboven alle de kosten van den oo log te betaalen. Pepyn vertrekt niet eerder naar Frankryk te rug, dan na dat hy den Paus daadelyk in het bezit der afgeftaane landen heeft gefield. 756. Aistolph overlydt, door eenen zwaaren val van zyn Paard, zonder kinderen na te laaten. Verfcheidene Grooten dingen naar de Kroon,inzonderheidDefiderius, Hertog van Istriën, die door den Paus begunstigd wordt. De geweezen Koning , Ratchis, tragt zig op den Troon te herftellen , en verkrygt mede een grooten aanhang. 757- Ratchis overlydt; waarop de Kroon wordt opgedraagen aan DESIDERIUS, 23. e» laatfte Lombardifche Koning. die zyne erkentenis aan den Paus betuigt, door het verdrag, met Aistolph geflooten, plegtiglyk tebekragtigen. Kort daarna overlydt Stephanus, en wordt opgevolgd door paulus, 91. Paus. die insgelyks de befcherming van Pepyn verzoekt en verkrygt, in weet wil van de pogingen des GriekfchenKeizers, ja van Defïderitis zelven, die reeds berouw gekreegen had over zyne infehik- ■ kelykheid, om den Franfchen Vorst van 's Pausfen belangen af' te trekken. 758. , Defideiius vat de wapenen op, om den Paus zyne nieuw-verkreëgene Staaten weder te ontweldigen. Paulus keert zig naar ■ zynenbefchermer,Pepyn , door : wiens veel vermogenden invloed, nalangduurige onderhandelingen, • de vreede op den vorigenvoetgefloten wordt. 768. Paulus omtrent het einde des ■ vorigen jaars overleeden zynde, en R 3 en aangrenzende Ryken. 768. Met den aanvang der regeering van den beroemdenKarel den Grooten , die dit jaar den Troon van Frankryk beklom, beginnen de lotgevallen van Duitschland, en de omliggende Ryken, als Boheemen, Hongaryen , Polen, enz., eenegeregelde plaats te verdienen in de gefchiedenisfen. — Duitschland, zedert in zo menigvuldige groote en kleine Staaten en Vorstendommen verdeeld, werd thans bewoond door eenige weinige voornaame Volkeren. Onder deezen verdienen, in de eerfts plaatfe, genoemd te worden de Saxers, eene talryke, woeste en krygshaftige Natie , wier herkomst zig verliest in de duisternis der oude tyden, en waarvan wy verfcheidene maaien gewag gemaakt hebben in de gefchiedenis van Ita- Frankrykjwelklaast- gemelde Ryk haar tot onderwerping, en betaaling eener jaarlykfche fchatting , genoodzaakt had. Zy beftonden tut vier hoofdftammen, Oost- en Westphalingers, Opper- en Neder-Saxers geheeten, onder het beftuur van Vorsten , ook wel Koningen genaamd, en hadden zig, drie eeuwen na Christus geboorte , uit Cimbriëni (thans Holftem, Sleeswyk, en Jutland,) naar Duitschland begeeven , alwaar /y verre het grootfte gedeelte der tegenwoordige Opper- en Neder-Saxifche en West- phaalfche Kreitfen bezaten. 2. De Wenden, een woest, wreed, afgodisch volk, van onzeekere afkomst, dat reeds lange voor Christus een onafhankelyk Koningryk had opgerigt in het tegenwoordige Mecklenburg, Pommeren , Brandenburg, en Lausnitz. 3. De Beijerfchen,. af¬ komstig van de oude Bojers, die zig 630. jaa- xs. 1 iv, en tiet uosten. tinus befleedt het grootfte gedeelte zy-F ner verdere regeering met het beteugelen deezer oproerigheid , zo door het uitvaardigen van geftrenge wetten, als door de voornaamfte belhamels voorbeeldelyk te doen ftraffen ; om al het welk hy door de voorftanders van den beeldendienst als een vervolger van het. waare geloof uirgekreeten , en met de haatelykfte fchandnaamen werd gebrandmerkt. Die de uitfpraak van dit Concilie aannamen, werden als Ketters aangemerkt, onder de benaaming van Iconoclasten, ofBeeldbeftryders. 756-. De Caliphen verliezen Spanjen [zie. aldaar.] 757- en 767. Vrugtelooze gezantfehappenvan den Kei-  rj4 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. S P A N.f E N I T a f 't f,- m Ierland. aanëenfchakeling der voortrcffelykfle deugden, waardoor hy niet minder de liefde dan den eerbied zyner onderdaatot het opper- nen verwierf. Niettegenftaande zyne kleenegeftalte , waargebied gerech- om men hem den by naam .gaf van den konen, was hy ontigd meenden te gemeen dapper en fterk; hebbende eens, in een vegtperk, zyn, wordt ein- een ftrydende Leeuw en een Stier van een gefcheiden, en delyk om het gedood. Hy wordt opgevolgd door zyne twee Zoonen. leven gebragt, De oudfte, Carloman, krygt Auttrafiën,'en onderhoorige dooreenenPrins landfehappen. Het overige zyner Staaten , of het eigenlyke van den bloede, Frankryk, valt ten deele aan den jongften , den beroemden Alcred, die vervolgens, zonder K A R E L, den grooten, eenige tegen- z. Koning van den tweeden Stam. kanting , den Troon beklimt, naar wien deeze Stam de Karkvingifche genaamd is. De twee als een-en-twin- Broeders , beiden even ftaatzugtig en dapper, raaken wel- tigfien Koning haalt in onderlinge vyandfehap, welke van de vtrderfelykfte van Northum- gevolgen zoude geweekt zyn, indien de vroegtydige dood van berland. Carloman [zie her onder 771 ,] zulks niet had voorgekoomen 774-De 1 769. De Lombardifche Koning, Defiderius, en deszelfs Schoonzoon, Tasfilo, Hertog van Beijeren, ltooken de verdeeldheeden aan tusfen beide de Broederen. Tasfilo vat de wapenen op, om zig onafhankelyk van FranKryk te maaken. [zie ook Italiën.] De ernftige pogingen en fmeekingen van Bertrade, Weduwe van Pepyn, weerhouden alleenlyk de Franfche Versten, om tot het uiterfte van eene openbaare vrecdebreuk te koomen. De vreedelievende Bertrade Haagt eindelyk in haare oogmerken, om haare twee Zoonen , ten minften voor het uiterlyke, te verzoenen. Onvermoeid in het herftellen van de ruste , reist zy in perfoon naar Beijeren, en beweegt Tasfilo, om de wapenen neder te leggen. Van daar ■ begeeft zy zig naar Italiën , en herftelt insgelyks de verbrookene Vriendfehap tusfen den Paus en Carloman. [zie Italiën.] Eindelyk tragt zy eenen duurzaamen vreede te bewerken tusfen de Franfchen en de Lombarden , door het fluiten van een huwelyk tusfen haare Dogter Gefilla, [zie 7-64,] en Adelchis, Zoon van Defiderius , gelyk mede tusfen Gerberge en Defiderata , (volgens anderen SibyHa,) Dogteren van dien Vorst, en haare Zoonen. Zelve daarover met Defiderius in onderhandeling getreeden, haalt zy dien Vorst met weinig moeite over. De Paus, ten uiterften bekommerd over eene verbintenis, zo ftrydig met zyne belangen , beweegt hemel en aarde, om dezelve te beletten, en fchildert de Lombarden af als eene woeste , ruuwe, godlooze, verachtelyke, fchurfde Natie , onwaardig om zig te verbinden met de Franfchen, her grootfte, doorluchtigfte, en godsdienstiglte volk der aarde. Het gelukt hem alleenlyk, het huwelyk te beletten tusfen Adelchis en Gefilla , welke Prinfes door zyne ve maaningen bewoogen wordt, om de waereld te verzaaken, en den Geestclvken ftaat, te omhelzen ; doch ' de twee andere Huwelyken worden , tegen' zyn dank, voltrokken. Karei verftoot ten dien einde zyne eerfte Gemalin , of volgens anderen flegts zyne Byzit, Hilmentrude. rtf Karei, eenen tegenzin tegen zyne nieuwe Gemalin opvattende, welke hy met uit geneegenheid , maar alleen op het fterk aandringen zvner Moeder getrouwd had , verftoot haar, en begeett zig kort daarna in'het huwelvk met de fchoone Hermengarde, eene Duitfche Prinfesfe. Gerberge beweegt haaren Gemaal, Carloman, om den hoon, haarer Zuster aangedaan te wreeken. De beide Vorsten, flegts in fchyn verzoend , bedienen zig ereetiglvk van deeze geleegenheid , om de vyandelykheeden aan te vanpen, welken nochtans verydeld worden door den dood van Carloman Gerberge , voor de wraak en ftaatzugt van Karei bedugt, neemt, met haare twee jonge kinderen , Pepyn en Siagre, de vlugt naar het Hof van haaren Va«ei, Dehderms, die den geleeden hoon verkropt, uit vreeze voor het groot ver- en PORTUGAL. zelven ten eenigen tyde de flagtOftërs te zullen worden, maaken eene geheime famenzweennge tegen hem, en brengen hem onverhoeds om het leven. Zyn Zoon Alphonfus , naauwelyks drie jaaren oud, wordt voor als nog van de regeering uitgefloten, en de Kroon opgedraagen aan eenen Broeders Zoon van wylen Alphonfus, A U R E L I O, 5. Koning van Spanjen. die, kort na zyne verheffing, eenen vreede, of liever ftilftand van wapenen , fluit met Abderamen. 77°- De menigvuldige gevangenen , door Alphonfus en Froila op de Saraceenen gemaakt , doen eenen allergeweldigften opftand , zo dat Aurelio zig genoodzaakt ziet , met een fterk Leger tegen hen op te trekken. De oproerigen worden geflagen; een groot aantal beroept een Concilie, waarin Confiantinus tot eene altoosduurende gevangenis verweezen , en eene wet Gemaakt wordt, dat geene Leeken, ja zelfs geene mindere Geestelyken , tot den Bisfchoppelyken zetel zullen mogen verheeven worden , maar dat de verkiezing zal moeten gefchieden uit de Kardinaalen (*). Tevens wordt (*) De eigenlyke betekenis van het voord Kardinaal , en de eerfee eorfpreng van dien tytel, die naderhand zo aanzienlyk. en met dien van Kersten gelyk gewerden is, zyn zeer duister, in weerwil der pogingen van verfcheidene geteerde mannen , om dezelven uit oude ftukken en befcheiden 'p te maaken. Dat de Geestelyken , welken met Hen naam bejlempeld werden, eenigfns onderfchelden, en deVorftelyke waardigheid , die de Pausfen nu verkrecgen hadden , hunnen zetel meer dan ooit een voorwerp van begeerlykheid maakende, waren 'er geweldigeonlusten over de verkiezing van eenen opvolger ontdaan; waarop Toto, Hertog van de kleine Stad Nepi, zynen Broeder, Conftantinus, eenen Leek, door geweld van wapenen op den Stoel had gezet.- Dan, door de bemiddeling van twee voornaame Romeinen, Christophorus en Sergius, en de hulp der Lombarden, wordt Toto omgebragt, de overweldiger Conftantinus afgezet , en in eene gevangenis geworpen ; en , -na eenige verdere onlusten, wettiglyk verkoozen stephanus in., 93. Paus. die Conftantinus , en deszelfs voornaamfte aanhangers, op eene onmenfchelyke wyze laat mishandelen, 769.  van CONSTANTINUS dem GROOTEN ah> ror op den TEGENWO ORDIGEN TYD. t« ■ en omgeleegene Staken. DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryken. Het GRIEKSCHF den, en in rang boven de overige Geestelyken verheeven waren, is ontegenzegerelyk; doch men weet met geene zeekerheid, waarin dit cnderfcheid eig'nlyk bejhnd. Dor het befluit van het bovengemelde Concilie, waardoor de Kardinaalen alleen tot de Pausfelyke waardi 'heid verkiesfelyk werden, begon hm aanzien grooteiiyks toe te neemen , 't welk, in vervolg van tyden, toen het (lemrecht insgelyks alleen tot hunne p.rfoonen bepaald werd, tn kunCoilegie de Raad dirPausfen uitmaakte, tot ten: vetbaazende hoogte klom, en , naast die der Pausfen, de eerfte waardigheid werd in de Kerke, bo; en die van Bisfchopperi en Aarts-Bisfehcfpen. Wet duurde echter tot den jaare 1244. , eer de Kardinaalen door een byzonder gewaad , en and re kenmerken van hunnen hoogen rang, onderf heiden tferdtn. (*) Wyl een groot aantal deeter Bisdommen naderhand vermogenle onafhankelyke Staaten 'in Duitschland geworden zyn , moeten wy iets naiers melden wegens derzelver eerften oorfprong. Conftantinus de Groote, en zyne epvo'gers, hadden reeds verfcheidene Kerken en Hh dammen in het benedenst gedeelte van Duitschland geftigt* doch dezelven waren door de invallen der Barbaaren , die het Roomfche Ryk overflroomden, byna gehul vervallen tn te niet geraakt. Omtrent het midden der zesde Eeuwe begonnai het oude Aarts-Bisdom van Trier, beneffens de Bisdommen van Mentz , Keiden , Trente , Conftans/,, Augsburg , Tongeren , Baiël, en eenigen van minder aanzien, uit den asch te verryzen. In 537. werd hit Bisdom van Pasfau geftigt; in 582. dat van Saltzburg. Omtrent den a.invang der zevende teuwt werden de oude Bisdommen van Spiers, Worms, en Straatsburg herfteld. In 709. wcrddat van Tongeren verplaatst naar Luik. In 716. werd Keulen door den Paus toe een Aarts-Bisdom verhetven, gelyk mede in 146. Mentz, ten behoeve van den beroemden Bonifacius, die, gedurende zyn zendeïmgfchap, verf heldere nieuwe Bisdommen oprigtede, inzonderheid Wurtzburg , Bareith , Erfurt, en Aichftedt. De overige voomaame Duitfche Bisdommen zyn, gelyk meest alle de waereldfche Staaten* van laater tyd, en zullen op hunne plaatfen gemeld worden, wordt het Concilie van Conftantinopolen [zie het Griekfche Ryk 754,] plegtiglyk veroordeeld. De dood van Pepyn , en de twisten tusfen deszelfs twee Zoorien , Carloman en Karel de Groote , [zie Frankryk 768,] het Franfche Ryk verhinderende , om zig met de zaaken van Italiën te bemoeijen, ontftaan 'er weder groote onlusten tusfen den Paus en de Lombarden. De Hertogen van Spokto en Benevent veroveren eenige plaatfen in het Hertogdom Romen, 't welk, wel is waar , nog onder het gebied van den Oostërfchen Keizer behoorde, doch waarover de Pausfen zig nu meer en meer een onafhankelyk gezag begotnen aan te matigen. Stephanus beklaagt zig over deeze inbreuk aan Koning Defiderius, doch zonder vrugt. Ondankbaar omtrent zyne twee weldoeners, [zie 768,] aan wien hy de Pausfelykewaardigheid te danken had , en wier groot aanzien hem eene onbillyke agterdogt inboezemde , laat hy hen , door de medewerking van den Lombardifchen Vorst, in hegtenis neemen , de oogen uitfteeken, en in eene gevangenis opfl uiten. Carloman , by wien die twee ongelukkigen zeer in gunst waren, toont zig over die geweldenary hoogst-gevoelig , en dreigt met een Leger in Italiën te zullen koomen ; doch Karei, om zynen Broeder te dwarsboomen , de befcherming van den Paus op zig neemende, wordt die aanflag verydeld. Verzoening tusfen den Paus en Carloman; huwelyk van de twee Franfchê Vorsten met de Dogteren van Defiderius,- en vrugtelooze pogingen van den Paus, om zulks te beletten, [zie Frankryk.] Ongelukkige uitflag deezer verbintenisfe. [zie Frankryk.] 772. Ste- nLi. . . „ . , ,, , KYlv, en het Oosten. jaaren voor Christus m Boheemen hadden nedergezet, doch, omtrent het begin onzer jaartelling weder van Keizer aan den Kodaar verdreeven zynde , in den tegenwoordigui Beijer- mng van Frankryk fchen , en liet grootfte gedeelte van den Oosteuryk- [zie aldaar.] fchen Kreits , een Hertogdom hadden opgerigt, 't welk cynsbaar geworden was aan Frankryk. [zie al- 760. daar.] 4. De Oosi-Franken, zynde de oude lands¬ genooten der Franfchen , het vaderland dier Natie , Uitgezonderd eeniFrankenland, of den tegen woordigen Fi ankifche Kreits , ge vyandelykheeden bewoonende, alwaar deeze Oost-Franken gebleeven met de Saraceenen en waren, toen een gedeelte hunner naar Gaulen ver- Bulgaai en,en de fteeds huisden , en aldaar de Franfche Monarchie oprigteden. voortduurende vcrZy waren onderhoorig aan Frankryk, cn voorheen fchillen over den beeldoor Hertogen beftuurd geweest , die, in den jaare dendienst, was het 742. zynde uitgeftorven, zedert door de Bisfchoppen Ryk zedert verfcheivan Wurtzburg in den Hertoglyken tytel zyn opge- dene jaaren in diepe volgd. 5. De Zwaben, atftammende van de ou- rust geweest , niets de Sueven, die uit Duitschland naar Spanjen vertrok- merk- ken , [zie aldaar 409,] en den tegenwoordigen naar , hengenaamden Zwabifchen Kreits bewoonende , onder het beftuur van eenige voornaame opperhoofden, doch onderhoorig aan Frankryk. 6. "De; Slaven, of Sclavoniërs , in de gefchiedenis van het Griekfche Ryk meermaalen gemeld , die , omtrent de zesde Eeuwe , het tegenwoordige Koningryk Boheemen , het Markgraatfchap Moraviën, en een gedeelte van den Oostenrykfchcn Kreits, overmeesterd hadden , en door Erf-Hertogen beftuurd werden. 7. De Hongaaren, afitammelingen der oude Hunnen , in de gefchiedenis van Italiën en het Griekfche Ryk gemeld , die zig, omtrent den jaare 744, , in het tegenwoordige naar hen genaamde Koningryk Hongaryën hadden nedergezet, onder de beituuring van Vorsten. 8. De Poolen, van de oude Sarmaa¬ ten afkomstig, het tegenwoordige nog naar hen genaamde Ryk , waaronder Silefiën mede behoorde , bewoonende, onder het beftuur van Hertogen , wier regeering met den jaare 550. een aanvang nam. Wegens eenige mindere volkeren, als de Thuringers, Hesfen, enz. in het vervolg nader. ■ Het grootfte gedeelte van den tegenwoordigen Opper- en Neder-Ryn- fchen Kreits behoorde onmiddelyk onder Frankryk, toen veel uitgeftrekter dan thans, en wel bepaaldelyk tot eene der Hoofd-Provinciën, Auftrafiën. De Poolen, Hongaaren, Slaven, Wenden, en het grootfte gedeelte der Saxers, lagen nog in eene diepe Afgodery en barbaarsheid gedompeld; doch de overige volkeren waren van tyd tot tyd allengs befchaafd en tot den Christen Godsdienst bekeerd geworden , door den dienst van verfcheidene Zendelingen, inzonderheid van den beroemden Bonifacius, den Apostel der Duitfchers bygenaamd, die aldaar eene menigte Kerken en Bisdommen (*) geftigt had. [vergelyk Italiën 723 en 738.,] 772. De  136 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK, SPANJEN en I T A L I Ë N, Schotland en P ORT UGAL. Ierland. vermogen van Karel,die zig nu 774. van de geheele Franfche MoEfhelred, een narchie meestei Zoon van Mol- maakt, lo, 771- De Saxers, wederom het Franfche juk affchuddende, vangt Karel eenen oorlog aan, die met dan na verloop van 30. jaaren, door de geheele te onderbrenging dier krygshaftige Natie, ten einde gebragt wordt, [zie Duitschland.] 773- Voorfpoedige krygstogt van Karei tegen de Lombarden, [zie Italiën.] 774- "Milddaadigheid van Karei jegens den Paus; verovering van geheel Lombardyën , en- zyne krooning als Koning van dat Ryk. [zie Italiën.] Dc Weduwe en kinderen van Carloman vallen by die geleegenheid in zyne handen, en worden in een Klooster opgefloten. 77?. Gelukkige oorlogen van Karei tegen de Saxers. [zie Duitschland.} 77<5. Karei ftilt de onlusten in Italiën en Duits cldand. [zie aldaar.] 677.De 774- Na eenen kloekmoedigen wederftand, moet Verona zig aan de Franfche troepen overgeeven; waaróp Adelchis de vlugt neemt naar Conftantinopolen. Geheel Lombardyën onderwerpt zig aan Karei, uitgezonderd de fterke Stad Pavia, alwaar Defiderius zig hardnekkiglyk verdeedigt. Karei, de voortzetting van het beleg aan z.ynen Oom Bernard, eenen natuurlyken Broeder van wylen Pepyn, overlaatende , begeeft zig naar Romen, en wordt door den Paus, de Geestelykheid, den Adel en het Volk met de grootfte eerbewyzingen ontfangen. Hy wordt plegtig als Patricius van Romen erkend, «n hem tevens het oude recht der Keizeren, om de verkiezing der Roomfche Pausfen te bekragtigen, opgedraagen. Daarëntegen hernieuwt en bevestigt hy de giften, door zynen Vader Pepyn aan den Roomfchen Stoel gefchenken, en voegt 'er eenige Landfchappen en Steden by. Hoe verre deeze gifte zig uitftrekte , is zeer onzeeker, en heeft naderhand aanleiding gegeeven tot veele twisten; alleen is het omegenzeggelyk, dat Karei het oppergezag over alle de alge-* ftaane landen aan zig behield, zo dat de Paus als zyn Leenman moet worden aangemerkt. Naar het Leger voor Pavia te rug gekeerd, noodzaakt hy eindelyk die Stad, om zig aan hem over te geeven. Defiderius valt in zyne handen, en wordt, nevens zyn huisgezin, in een Klooster opgefloten. Met hem eindigt het vermaarde Ryk der Lombarden, 't welk ruim twee eeuwen in Italiën had ftand gegreepen. Karei, nu meester van geheel Italiën , uitgezonderd het zuidelyk gedeelte , 't welk nog het oppergezag der Griekfche Keizers erkende, laat zig te Milaan met bewilliging der geheele Lombardifche Natie , tot Koning kroonen. K A R E L, DE GROOTE, Koning van Italiën. De verftandige Vorst laat zyne nieuwe onderdaanen in het volle bezit 'van alle hunne goederen, rechten, wetten en gewoontens, waardoor hy de algemeene achting en geneegenheid wint , en vergenoegt zig alleenlyk, met eenige bezettingen te leggen in de voornaamfte Steden. Hy keert vervolgens naar Frankryk te rug. 77J- Na het vertrek van Karei ontftaan 'er groote onlusten in Italiën. De Aarts-Bisi'chop van Ravenna, voorgeevende dat hy in de rechten der Exarchen was opgevolgd, verdryft alle de Pausfelyke bedienden uit het Exarchaat, en maakt zig meester van de voorlaamfte Steden. Van een anderen kant maaien de Hertogen vanFriuli, Spoleto, Benevent ■ piaauen , verwoest net • land, en rukt eindelyk regelregt naar Romen, om dus den Paus met geweld ter voldoening zyner begeerte te noodzaaken. Adrianus fchryft een dringenden brief aan Karei, om deszelfs befcherming en byftand te verzoeken. 773- De ftaatzugtige Karei, niets liever wenfehende dan een voorwendfel, om het Ryk der Lombarden te overweldigen, komt met een fterk Leger in Italiën. Deeze optogt , en de kloekmoedige wederftand der Romeinen, nood/aakt Defiderius, om het beleg van Romen op te breeken, en voor de verdeediging zyner eigene Staaten te zorgen. Karei, verfcheidene Lombardifche Grooten, misnoegd over de verheffing van Defiderius, in zyne belangen gekreegen hebbende , dryft de troepen, tegen hem gezonden, op de vlugt, en verovert een groot gedeelte van Lombardyën. Defiderius, te zwak óm hem in het open veld te wederftaan , werpt zig in Pavia, en aendt zynen Zoon, Adelchis, naar Verona, als de twee fterkfte plaatfen 'van zyn gebied, Karei, zyne troepen verdeelende, flaat het beleg om beiden, tal fneuvelt; en alle de overigen worden,tot ftraffe van hunnen opftand,on. der eene zeer harde flaverny gebragt. 774- Aurelio, een Vorst van een vreedzaam en beminnelyk karakter , overlydt.zonderkinoeren na te laaten. De keuze derNatievaltop eenen Schoonzoon van wylen Alphonfus, SILO, 6. Koning van Spanjen. die, ophetvoetfpoor van zynen Voorzaat, de rust en vreede handhaavende, een verdrag van vriendfehapmet Abderamenaangaat, waar by zy elkander in het wettig bezit hunner wederzydfclie Staten erkennen. 777. De 771. Stephanus overlydt, en wordt opgevolgd door ADRIANUS, 94. PaitS. een man van ongemeene bekwaamheeden , die, meer dan eenigen zyner Voorzaaten, toebragt tot het groot aanzien en vermogen der Roomfche Pausfen in volgende tyden. Defiderius neemt de kinderen van Carloman, die door hunnen Oom , Karei den Grooten, van hunne Staaten beroofd waren, [zieFrankryk-]-]!,] in zyne befcherming, en tragt den nieuwen Paus over te haaien, om die jonge Prinsfen tot Koningen te zalven. De ftaatkundige Adrianus, de gevoeligheid van den vermogenden Franfchen Vorst niet willende op zig haaien , veinst den Lombardifchen Koning in deezen genoegen te willen geeven, doch ftelt de uitvoering uit onder allerhande voorwendfelen , en zendt intusfen een bode naar Karei, om hem van de aanflagen der Lombarden te onderrigten. Defiderius , over 's Pausfen weigering verbitterd , valt in het Exarchaat , verovert eenige  van CONSTANTINUS dïn GROOTEN Ar tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 137 , tn omgeksgene Staaten. DUITSCHLAND, Het GRIEK SCHE RYK, en let ce.ten. vent en Chiufi eene heimelyke verbintenis met Adelchis, om hem op zyn's VadersTroon te herftellen. Die van Benevent, Arechis II., verklaart zyne Staaten zelf tot een vry en onafhanklyk Vorstendom , en laat zig krooncn onder den tytel van Prins van Benevent. De looze Paus, alomme geheime verltandhouding hebbende , ontdekt fpoedig dien aanflag, cn zendt van een en ander berigt aan Karei, die belooft ten fpoedigften naar Italiën te zullen te rug keeren, zo dra hy den oorlog in Duitschland [zie aldaar,'] zal hebben ten einde gebragt. 776. Karei komt weder met een Leger in Italiën. De Hertog van Chiufi onderwerpt zig gewillig aan zyn gezag , en verkrygt vergiffenis. Die van Spoleto, Hildebrand, blyft hardnekkig; en wordt daarop van zyne waardigheid afgezet, doch, eenige jaaren laater, weder in dezelve herfteld. De Hertog van Friuli, Rodgaus, heeft de ftoutheid, om tegen Karei te velde te trekken , krygt de nederlaag, en wordt onthoofd ; waarna Karei dat Hertogdom opdraagt aan eenFransch Edelman , Markaire, met den bygevoegden tytel vanMarquis, of Markgraaf, zo veel betekenende als verdeedigerdergrenzen.Dooreen nieuwen opftand in Duitschland, wordt Karei genoodzaakt zig weder derwaards te begeeven, waardoor de Prins van Benevent zig voor als nog in zy' ne l DEEL. merkwaardigs opleverende dan het huwelyk , dit jaar voltrokken , tusfen Leo, 's Keizers Zoon en Ryksgenoot, e» de vermaarde Irene, welke, flegts uit een'gering geflagt te Athenen gebooren , door haare fchoonheid , verftand, uitgebreide kundigheeden, ftouten en onderneemenden geest, cn doordringende ftaatkunde, boven dep gewoonen kring haarer Sexe verheeven was. ' ■ <" 774- ' - De Caliph Almanfor, den aanhang der Ommiaden geheel te ondergebragt, door eene onverzaadelyke geldzugt onnoemelyke fchatten verzameld, de Christenen heevig vervolgd, door eene onbillyke agterdogt fommige vermogende Saraceenen, inzonderheid den beroemden Abu Moslem [mie 750,] om het leven gebragt, geduuriglyk, doch zonder eenigen beflisfenden uitflag, tegen het Keizer-Rvk geoorloogd, dc vermaarde Stad Bagdad geftigt, en tot den zetel van zyn gebied verkoozen, en de weetenfehappen , inzonderheid de Wis- Sterre- en Geneeskunde , waardoor de Arabieren naderhand zo beroemd zyn geworden, begunstigd en befchermd hebbende ,'overlydt, en wordt opge volgd door zynen Zoon, almodi, drie-en-twintigften Caliph. De Keizer Conftantinus fluit een verbond van vreede en vriendfehap met de Buigaaren; doch door eenige Bulgaarfche Grooten, die hy door milde gefchenken in zyne belangen gekreegen had , onderrigt zynde, dat die Natie, onder fchyn van vriendfehap, het Ryk met een onverhoedfehen inval dreigde, rukt hy onverwagt met een fterk Leger in Bulgaryën, overrompelt zynen trouwloozen bondgenoot, houwt meer dan iz,ooo. man in ftukken, maakt een groot aantal krygsgevangen , en keert in zegepraal naar Conftantinopolen te rug, byna zonder eenen enkelen man verlooren te hebben. mi Conftantinus maakt gedugte toebereidfelen, om de vyandelykheeden tegen de Buigaaren voort te zetten. De Koning dier Natie , Telerik, veinst de kroon te willen nederleggen, en eene veilige fchuilplaats in het Keizer-Ryk tc zoeken tegen dc woestheid zyner eigene onderdaanen, wier Vorsten doorgaans een geweldigen dood itierven; verzoekende den Keizer hem te onderrigten , of het Ryk niet eenige vrienden in Bulgaryën had, waarop hy zig in deezen veilig zoude kunnen betrouwen. Conftantinus valt onvoorzigtig in den ftrik; en Telerik, dus deverraadersontdekt hebbende, laat hen op eene wreede wyze ter dood brengen. De Keizer trekt hierop terftond te velde; doch wordt, kort na zyn vertrek, door eene heete koorts aan- fetast, die hem binnen weinige dagen in het graf rukt. — Jy wordt opgevolgd door zynen Zoon, LEO IV., z-]. Griekfche Kekir. die, by den aanvang zyner regeering, 's volks geneegenheid wint, door de vervolging tegen de voorftanders van den beeldendienst teftaaken, en de onnoemelyke fchatten, door zynen Vader verzameld, rykelyk uit te deelen. 776. Leo's Broeder, Nicephorus, een ftnatzugtig man, maakt eene famenzweering tegen hem , welke gelukkig ontdekt en verydeld wordt, Leo heeft de edelmoedigheid van ■ zynen De Saxers in Westphaalen tragten het Franfche juk af te fchudden, en weigeren dc hen opgelegde fchatting te betaalen. Karei de Groote houdt eene Ryks-Vergadering te Worms, waarin befloten wordt, deeze woeste Natie den oorlog aan te doen, deels met het godvrugtig oogmerk,- om hen tot den Christen Godsdienst over te haaien, deels met het ftaatkundige, om hen gansch-eii-al te onderwerpen. Karei riiKt met een gedugt Leger in Westphaalen, vernielt het ganfche land, verflaat alomme de Saxers , en maakt zig meester van de fterke Vesting Eresburg, alwaar het vermaarde Standbeeld van den ouden Duitfchen Krygsheld Arminius, Irmenfaul genaamd, en by de Saxers in hoogen eerbied gehouden , gevonden werd. Karei vernielt Vesting en Standbeeld , en noodzaakt de Westphalingers, om zig weder aan zyn gebied te onderwerpen. 775- De Westphalingers ftaan op nieuws tegen Karei op, en doen eenen inval in Frankenland, onder aanvoering van hunnen Hertog , den dapperen en vermaarden Witekind, Stamvader van verfcheidene doorluchtige geilagten, en wel inzonaerheid der Graaven van Oldenburg , waaruit de tegenwoordige Koninglyke Huizen van Zweeden en Deenemarken , het Keizerlyk Huis van Rusland, en de Hertogen van Holftein zyn voortgefprooten. De Oostphalingers en de Nedcr-Saxen voegen zig by hen. Karei trekt met een talryk Leger tegen hen te velde, en behaalt verfcheidene overwinningen op hen, waardoor zy genoodzaakt worden , zig wederom aan zyn gebied te onderwerpen. 776. Witekind, zig van. Kareis afweezen bedienende, [zie Italiën,] beweegt zyne landsgenooten op nieuws tot eenen opf.and. Karei komt met eenen ongelooffclyken fpoed in Duitschland tc rug, en behaalt zulk eene groote overwinning op de Westphalingers , dat zy hem om genade moeten fmecken, en Witekind uit fpyt de vlugt neemt naar Deenemarken. Karei houdt eene Ryksvergadering te Fa-  i38 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN, DUITSCHLAND, ' sr!,ntlan,l en (» PORTUGAL. m ormtletzene Staaten. Ierland, lo, heimelyk een grooten aanhang ! gewonnen heb- , bende, behaalt zo. veele voordeden op Alcred, dat deeze eindelykgenoodzaakt wordt, de vlugt te neemen by de Pieten, onder welke Natie hy zyn leven eindigt. Ethelred maakt zig vervolgens meester van 't Ryk, l\stwee-entwintigfte Koning van Northumberland. 779- Ethelred wordt «loor eenige misnoegde Grooten van de kroon beroofd, en genoodzaakt het Ryk te ontruimen; waar. op , in deszelfs plaatfe, verkoozen 777- De Stedehouders van Saragosfa, en het grootfte gedeelte der Provincie Arragon , [vergelyk 762 , ] fteeds de oude misnoegdheid tegen Abderamen voedende, tragten zig deszelfs gezag geheelen-al te onttrekken, en zenden gezanten naar den beroemden Karei den Grooten, Koning van Frankryk, om hem t©t de verovering van Spanjen uit te nodigen, het welk door dien eerzugtigen Vorst greetig wordt aangenoomen. 773. Karei rukt met een fterk Leger in Spanjen, en verovert in korten tyd de Provinciën Cataloniën , Arragon , en Navarre ; doch de , tyding van eenen geweldigen opftand der Saxers ftuit hem in den loop zyner overwinningen , en noodzaakt hem, met den uiterften fpoed te rug te keeren. Zyne agterhoede wordt te Roncevaux geflagen. [zie frankryk.'] De onlusten in Duitfchland hem aldaar langen tyd ophoudende , herovert Abderamen welhaast alle de verloorene plaatfen. 780. Abderamen, thans in vreede regeerende , legt zig toe, om den Christclyken Godsdienstin Spanjen uit te roeijen ; waaromtrent hy met veel loosheid te werk gaat, omtrent op gelyke wyze., als in vroegere tyden Keizer Julianus, [vcrgelyk het Oosten 392. ] Verfcheidene Christenen verzaaken lafhartiglyk hun geloof, terwyl de zeeden en Godsdienstige begrippen der overigen niet weinig bedorven worden door hunne gemeenfchap, ommegang, en wederkeerige huwelyks - verbintenisfen met de Mahomedaanen. 783. Ko- ne nieuwe waardigheid handhaaft. De Paus doet een fterk aanzoek by Karei, om byftand te verwerven tegen dc geweldenaryën des AartsBisfchops van Ravenna; dodi dc looze Vorst, waarfchynlyk met genoegen ziende, dat het Pausfelyk gezag eenig tegenwigt vindt in Italiën zelve , paait hem met goede woorden, zonder iets het minfte in deezen uit te voeren. 780. Karei, de aanhoudende fmeekingen des Pausfen in brief op brief niet langer kunnende wederftaan, keert naar Italiën te rug, en herftelt den Paus in het bezit van alle deszelfs waereldlyke Staaten. • 781. Karei komt te Romen, zyne Gemalin , en zyne twee Zoonen , Carloman en Lodewyk , met zig brengende. Carloman wordt door den Paus gedoopt, en zyn naam by die geleegenheid veranderd in men van Pepjm. Karel doet ten behoeve dier twee jonge Prinsfen afftand van een gedeelte zyner Staaten , geevende Italiën aan Pepyn, en Aquitaniën [zie Frankryk,] aan Lodewyk , in welke nieuwe waardigheid zy beiden plegtiglyk door den Paus gekroond cn gezalft worden. PEPYN, Koning van Italiën* De jonge Yorst vestigt z.ynen zetel te Pavia , de oude Hoofdftad der Lombarden; waarop zyn Vader naar Frankryk te rug keert. 782. De Prins van Benevent wordt door Karei in zyne nicuw-aangenoomene waardigheid erkend, op voorwaarde , dat hy dien Vorst als zynen Opper-Leenheer hulde doe. J83. De raaeroorn, waarin ae Westphalingers hem plegtiglyk hulde zweeren, belofte doen, van den Christclyken Godsdienst aan te neemen, en zig te onderwerpen aan de nieuwe wetten en regeeringsform, die hy hen voorfchryft. Om zig te beter van hunne getrouwheid aan zyn gezag en het Christendom te verzeekeren , blyft hy twee jaaren onder hen zyn verblyf houden , en ftigt in Westphaalen het nieuwe Bisdom van Osnabrug. 778. Karei doet eenen togt naar Spanjen, [zit aldaar,] doch een nieuwe opftand der Westphalingers noodzaakt hem, om ten fpoedigften te rug te keeren. 779. tn 780. Na verfcheidene overwinningen behaald te hebben , noodzaakt Karei de Westphalingers, om zig wederom aan zyn gezag te onderwerpen. Het grootfte gedeelte der Natie wordt door groote belooningen, doch wel meest door de bedreiging van zwaare ftraffen , tegen dank overgehaald, om zig te laaten doopen. Karei ontbiedt een groot aantal Zendelingen , om hen in het geloof te verfterken , en ftigt een nieuw Bisdom te Minden, benevens eene menigte Kerken. De rust nu weder volkoomert herfteld achtende, keert hy te rug naar Italiën. 781. Tasfilo, Hertog van Beijeren, tragt het Franfche juk af tefchudden ; doch wordt door Kat els gezanten, en de ernftige vertoogen van den Paus, over- en verheft hetHertogdom Aquitaniën tot een Koningryk , ten behoeve van zynen anderen Zoon , Lodewyk. — De Griekfche Keizerin, Irene, zendt hem een plegtig gezantfehap, om zyne Dogter „ Rotrude, ten huwelyk te verzoeken voor haaren Zoon, Conftantinus; welke voorflag door Karei greetig wordt aangenoomen, die de voltrekking deezer verbintenisfe alleenlyk uitftelt, uit hoofde van de jongheid der Prinfesfe. De Geheimfchryver van Irene blyft in Frankryk , om Rotrude intusfen in de Griekfche taal en zeeden te ondcrwyzen. Dit vastgeftelde huwelyk wordt echter naderhand, door de ontftaane onlusten met het Griekfche Ryk, "verydeld. 782. De geduurige opftand der Saxers kotidt Karei eenige jaaren beezig in Duitschland. [zit aldaar 781 785.] De Friezen neemen die geleegenheid waar, om het Franfche juk, nu reeds zo lang met weerzin gedraagen, af te fchudden; doch worden welhaast door 778. Karei doet eeïen voorfpoediren krygstogt m Spanjen, [zit allaar,] doch, byzynen te rug marsen, wordt zyne agtertioede, by Roncevaux, geflagen, by welke geleegenheid de in de Ridder-gefchiedenisfen zo vermaarde Graaf Roeland fneuvelt. 779. t» 780. Nieuwe voorfpoed van 's Konings wapenen in Duitschland. [zit aldaar.] 781. Karei doet afftand van het Koningryk Italiën , ten behoeve van zynen Zoon, Pe-  van CONSTANTINUS den GROOTEN a? Tor o? den TEGENWOORDIGEN TYD. 139 ln lenzende Ryken. Het GRIEK SCHE RYK, « Art ow«. overgehaald, om in perfoon voor den Franfchen Vorst te verfchynen, en hem op nieuws den eed van getrouwheid te zweeren. 782. Witekind komt uit Deenemarken terug, en beweegt zyne landsgenooten met weinig moeite, om den Christen Godsdienst te verzaaken, en op nieuws tegen Karei op te ftaan. Onverhoeds deFranfche troepen, ter bezettinge agtergelaaten, in de nabuurfchap van Sintal aanvallende , regtcn zy eene ysfelyke flagting onder hen aan. Karei, woedende van gramfchap, rukt met een gedugt Leger in Westphalen.endreigt niets minder dan het ganfche land te vuur en te zwaard te verwoesten. Witekind, tegen zyne overmagt niet beftand, keert naar zyne vorige fchuilplaats te rug. De Westphalingers, door hun hoofd verhaten , imeeken den overwinnaar om genade, en leveren hem omtrent 4,500. man, die in de flagting der Franfchen deel gehad hadden, in handen. Karei, alleen zyne woede involgende , heeft de wreedheid, om alle die manfehap, by Verden , in koelen moede het hoofd te laaten afflaan. DeWestphalingers, nu doo: verontwaardiging er wanhoop vervoerd keiluiten het verlie van hun vryheid ei leven ten duurften ti verkoopen, en roe ptt fchynlykheid op aanftooking der fnoode Irene, door een vergiftigden kelk om het leven gebragt^ en opgevolgd door zynen Zoon, CONSTANTINUS VI., POE.PHYROGENETA, 28. Griekfche Keizer. De verhaaste dood van Leo verwekt eenige onlusten (*), die door de bekwaamheeden van Irene fpoedig geltild worden. 7-y neemt vervolgens, geduurende de minderjaarigheid van den jongen Keizer, die nog geene tien jaaren bereikt haddc, het beftuur van zaaken in handen. 781. Irene tragt, ter ftaaving van haar gezag, e» mogelyk in de hoop van dus het verlooren gedeelte van Italiën te herwinnen, eene naauw e verbintenisfe aan te gaan met den beroemden Karei den Grooten. [zie FranLryk.] Zy zendt een fterk Leger naar Afia, 't welk de Saraceenen, reeds tot in Armeniën doorgedrongen, op de vlugt drjft. 782. Irene haare beste troepen moetende gebruikea, om eenen opftand in Siciliën te dempen, zendt de Caliph Almodi zynen Zoon Haroün, aan het hoofd van omtrent 100,000. man , naarKlein-Afia. Die Provincie deerlyk geplunderd, verfcheidene plaatfen ingenoomen , en eene beilisfende overwinning op de Keizerlyke troepen , die meer dan vyftien-duizend man op het flagveld lieten, behaald hebbende, dreigt Haroün naar Europa over te fteeken, en Conftantinopolen zelve aan te taften. Dc Keizerin laat hierop voorflagen van vreede doen , welken Haroün niet aanneemt, dan op zeer vernederende voorwaarden voor het Keizer-Ryk, inzonderheid de betaaling van eene jaarlykfche fchatting van 70,000. ftukken gouds; en keert vervolgens in zegepraal naar Bagdad te rug. Irene, nu van alle oorlogs-zorg ontheeven, maakt een aanvang met de volvoering van haar geliefd ontwerp , de herftelling van den beeldendienft, waaromtrent zy echter met veel omzigtigheid te werk gaat, door denzelven in den beginne flegts oog-' luikende toe te laaten , deszalfs voornaamfte voorftanders tot de eerfte ampten te verheffen , de gebannene Monnikeii, als de grootfte yveraars voor de beelden , te rug te roepen , en eindelyk alle de geftrenge wetten, tegen de beeldendienaars uitgevaardigd , in te trekken en te vernietigen. 783. De (*) De voorftanders van den Beeldendienst, dit naderhand door Irene herfteld werd, hebben zig veele moeite gegeeven, om die Verstin van alle fchuld vry te f leiten , en 's Keizers verhaasten dcod als eene onmddc■ ke ftraffe dis Memels te doen voerkoem-.n. zynen Broeder genade te fchenken, en zendt deszélfs medepligtigen in ballingfchap. 777- De Bulgaarfche Koning, Telerik, wordt door een opftand zyner onderdaanen genoodzaakt uit tc voeren , het geen hy twee jaaren vroeger geveinsd had. Hy wordt door den Keizer met veel eere te Conftantinopolen ontfangen, en tot de omhelzing van den Christely ken Godsdienst overgehaald. 778. De Caliph Almodi vervolgt de vyandelykheeden tegen het Keizer-Ryk, en verwoest een gedeelte der Ryks-Provineiën in Alia. Leo zendt een Leger, meer'dan 100,000. man fterk, derwaards , 't welk eene groote overwinning op de Saraceenen behaalt, en waarfchynlyk een gedeelte der vorige bezittingen van het Ryk zoude heroverd hebben, indien de Bevelhebber der troepen zig niet voor eene zwaare fomme gelds door den Caliph had laaten omkooper. 779- Almodi tragt zig meester te maaken van de Provincie Phrygiën; doch de dapperheid der ingezeetenen, door eenige Keizerlyke troepen onderfteund, noodzaakt zynen Veldheer, Hafan, om onverrigter taake te rug te trekken. 780. Almodi brengt twee fterke Legers op den been , onder bevel van zyne twee Zoonen , Haroün Al.rafchid, en Othman. Haroün , een Prins van groote bekwaamheeden , en naderhand een der beroemdfte Caliphen, valt in de Provincie Pontus, en verovert aldaar eenige plaatfen , inzonderheid de fterke Vesting Samalica ; doch Othman, op de grenzen van Syriën het Griekfche Leger ontmoetende , wordt met groot verlies te rug gedreeven. De Keizerin Irene , aan wylen Keizer Conftantinus , toen zy aan Leo werd uitgehuwelykt, by plegtigen eede beloofd hebbende, den beeldendienst voor altoos te zullen verzaaken, had deezen eed , na den dood van dien Vorst, gefchonden, en heimelyk eenige beelden in haar flaapvertrek laaten brengen, waar aan zy godsdienstige eere bewees. Haar Gemaal, niettegenftaande zyne zagtzinnigheid deezen dienst niet minder dan zyn Vader verfoeijende, ontdekt dien geheimen handel, verwyt Irene haare trouweloosheid, en verdryft haar uit zyne tegenwoordigheid. Alle de medepligtigen worden ten ftrengften geftraft; en de Keizer, door dit voorval in verbittering tegen , de beeldendienaaren ontftooken , die hy bovendien ; bemerkte dat door geene zagtheid noch vriendei lykheid van hunne bygeloovigheid werden afge: trokken, vervolgt hen met de uiterfte geftreng• heid. Doch hy wordt welhaaft, naar alle waar1 S z  i49 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP ber ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en PORTUGAL. ITALIËN, en omrtlttnnt Staaten: zen wordt Alfuald, drie-en-tw'mtigfte Koning van Northumberland. 784.' Cenulf, van tyd tot tyd doch altoos ongelukkig geoorloogd hebbende tegen Offa, Koning van Mercia, die het Graaffchap Glocesterop hem veroverde, wordt door een Broeder van den verdreevenen Koning Sigebert vermoord,en opgevolgd door eenen Prins van den bloede, Brithrik, zeventienden Koning van Wesfex, die den vreede met Offa fluit, en deszelfs Dogter, Eadburga, ten huwelyk neemt. 787. De Deenen, of Noormannen,bewooners van het tegenwoor- De Kerk wordt ontruft door eene nieuw ontitaane Kettery ë der Adoptionarisfen. [zie Spanjen.] 787. Arechis, Prins van Benevent, eeneheimelyke verbintenisfe aangegaan hebbende met het Hof van Conftanünopolen, en met Adelchis , den Zoon van den geweezenen Lombardüchen Koning Defiderius, ftaat tegen Karei op. Die V orft rukt met een fterk Leger naar Italiën. Arechis, den beiootden byftand uit het Ooften nog niet ontfangen hebbende , zendt zynen Zoon , Romoald , naar den Franfchen Vorst, om htm door groote gefchenken, en beloften van onderwerping, tot den aftogt te beweegen; doch de looze Paus Adrianus, den ganfchen aanflag ontdekt hebbende, doet Karei begrypen, dat Arechis niets anders zoekt, dan tyd te winnen. Karei valt hierop in Benevent, verovert aldaar eenige Steden , verflaat de troepen van Arechis, en noodzaakt hem , om in het fterke Salerno de wyk te neemen. Arechis, tot het uiterfte gebragt, zendt zynen tweedenZoon, Grimoald, naar Karei, om andermaal den vreede te verzoeken, die hem vergund wordt op de harde voorwaarde , dat hy zig als Leenman van het Koningryk Italiën erkenne, alle de koften van den oorlog, en eene jaarlykfche fchatting betaale, en alle de veroverde plaatfen affta, die door Karei aan den Paus, wien hy eene zeer byzondere vriendfehap toedroeg , worden opgedraagen. Kort daarna overlydt Arechis, benevens zyn oudfte Zoon Romoald; waaróp Karei aan Grimoald , dien hy in gyzeling gehouden had , verlof geeft, om van het Prinsdom Benevent bezit te neemen. — Kerkelyke zaaken. [zie liet Griekfche Ryk.} ■ 788. Adelchis doet eeae landing in het Hertogdom Napels, door een talryk Griekfch Leger onderfteund. Hy tragt Grimoald over te haaien, om de verbintenisfen van zynen Vader te hernieuwen; doch Grimoald blyft getrouw aan Karei, en verëenigt zyne troepen met de Franfchen , door dién Vorst in Italiën gelaaten. De Hertog van Spoleto , Hildebrand , voegt zig by hem. De wederzydfche Legers leveren elkander eenen Moedigen veldflag, waarin Adelchis de nederlaag krygt, en met het overfchot •.yns Legers naar Conftantinopolen de vlugt leemt, alwaar hy in een afgezonderden laat zyne dagen eindigt. De Griekfche kvelhebber, Johannes, word: gevangen ge¬ leerden ,• namenlyk, dat Chriftus de Zoon van God was, niet van natuure , maar flegts door aanneeming; uit welken hoofde de voorftanders van dit gevoelen Adopiionarifen geheeten werden. 785- De Stad Girone, in Cataloniën , doet aanzoek by Lodewyk, Koning van Aquitaniën , een Zoon van Karei den Grooten, om zig onder het gebied der Franfchen te begeeven. Lodewyk verfchynt aan het hoofd van een talryk Leger, vermeestert die plaats, laat alle de Saraceenen om het leven brengen, en verovert vervolgens Urgel, en de verdere Steden aan den voet van het Py'reneefch Gebergte, leggende aldaar eene fterke bezetting, om zig in het bezit dier plaatlen te handhaaven. 788. Mauregatus, op eene dwingelandifche wyze geregeerd hebbende , overlydt. De Ryks-Grooten , bedugt voor de wraak van Alphonfus, fluitan hem weder uit van het bewind, en draagen de Kroon op aan eenen Broeder van wvlen Au- (*) Sommige ligtgelcovige Schryveren melden, dat Mauregatus zig verbonden zoude hebbent tm jaarlyks henderd jonge Dtgteren aan de Saraceenen over te leveren; doch oordeelkundiger mannen hebben op mede gronden getoond, dat dit verhaal een lomp verdigtfil en dat het belang van Abderamen , tm verdeeldheeden onder de Asturiërs te zaaijin, eene genoegzaame dry f veer voor htm zyn konde, tm den aan/lag van Mauregatus tt onderfkunm. * •* ö 783. Koning Silo overlydt. Verfcheidene Grooten verklaaren zig voor den jongen Alphonfus. Doch Mauregatus, een natuurlyke Zoon van wylen Alphonfus den Catholyken , een grooten aanhang gewonnen hebbende, en door de troepen van Abderamen onderfteund (*) , doet zig met geweld tot Koning uitroepen, onder voorwendfel , dat Alphonfus veel te jong is, om voor als nog het bewind waar te neemen. MAUREGATUS, 7. Koning van Spanjen. De veröngelykte Alphonfus, veel te edelmoedig, om het Ryk ten zynen behoev e in eenen burger-oorlog in te wikkelen, onderwerpt zig lydzaam aan zyn lot,en begeeft zig in eene ftüle fchuilplaats, verre van het Hof .verwydeid. De vermaarde Spaanfche Geestelyken, Elipand, Aarts-Bisfchop van Toledo, en Felix, Bisfchop van Urgel, verfpreiden dit jaar eene nieuwe ketteryë , welke , in korten tyd naar andere landen overgewaaid, groote beweegingen in de Chriften Kerk verónr/naVr 7,r door de wapenen van den alomme zegepraalenden Vorst geheel tot onderwerping gebragt, die hen, tot Itraffe van hunnen opftand, van het recht berooft,om buiten zyne voorafgaande 'bewilliging in het bezit van hun ouderlyk erfgoed op te volgen. 785. Onderwerping der Saxers. [zie Duitschland.] Veroveringen van Koning Lodewyk in Spanjen. [zie aldaar.] 787. en 788. Nieuwe onlusten met den Prins van Benevent , den Lombardifchen Prins, Adelchis, den Hertogvan Beijeren, endeHongaaren, gelukkig geftild. [zie Italiën en Duitschland.] 789. Te  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot of den TEGENWOORDIGEN TYD. X41 DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryk». pen ten dien einde Witekind uit Deenemarken te rug, die eenige verfterking van daar met zig brengt. 783. Witekind, benevens zyn bloedverwant, de niet minder dappere Albion , ftellen zig aan het hoofd hunner landsgenooten. Karei behaalt op hen twee bloedige overwinningen, de eene by Detmold , de andere aan de oevers der Haze, in het Bisdom van Osnabrug; doch welke beiden hem zo duur koomen te ftaan, dat hy te rug moet trekken, om nieuwe verfterkingen af te wagten. 784. Karei rukt weder met een fterk Leger te velde, behaalt telkens de overwinning , plundert en verwoest byna het ganfche land , zonder den vyand tot onderwerping te kunnen brengen , die, haave en erf verlaatende , van plaats tot plaats vlugtende, en door geene verliezen afgefchrikt, hem alomme den hardnekkigften wederftand biedt. 785. Eindelyk het nutteloos bloedvergieten en landverwoesten moede geworden, zendt Karei gezanten naar de twee Saxifche Veldheeren, om hunner Natie de voordeeligfte voorwaarden aan te bieden, indien dezelve zyn oppergezag wil erkennen. Witekind en Albion , wanhoopende de vryheid van hun land met geweld van wapenen te kunnen handhaaven, toonen zig geneegen tot de onderhandeling, en begeeven zig in perfoon naar Karei. Die Vorst haalt hen over tot de omhelzing van het Christelyk geloof, welk voorbeeld door het grootfte gedeelte der overige Saxers gevolgd, wordt. De geheele Natie erkent hem als hunnen Opperheer , waartegen hy hen verzeekert in het ongeftoord bezit hunner goederen , wetten en gebruiken , en hen van Bisfchoppen , Kerken , Kloosters en Schooien voorziet, om hen verder in het geloof te onderwyzen en te bevestigen. Ook ftigt hy een nieuw Bisdom te Verden, en keert vervolgens in zegepraal naar Frankryk te rug. 787. Tasfilo , Hertog van Beijeren , doet weder eenen opftand. Karei noodzaakt hem , door geweld van wapenen , om zyne Staaten aan hem af te ftaan, waarvan hy hem echter het opperbewind vergunt, in hoedanigheid van zynen Leenman. 788. Tasfilo tragt zig wederom onafhankelyk te maaken, en fluit een verbond met de Hunnen , of Hongaaren, die zig verbinden hem in dien aanflag met al hun vermogen by te ftaan. _ Karei, door de Beijerfche Grooten zelven hiervan onderrigt, beroept eene Ryksvergadering te Ingelheim, alwaar Tasfilo, om geene agterdogt te geeven , niet durft weigeren mede te verfchynen. Aldaar van verraad overtuigd, wordt hy des doods fchuldig verklaard; doch Karei vergenoegt zig, met hem en zyn ganfche huisgezin in een Klooster te bannen, en het Hertogdom van Beijeren te vernietigen , verdeelende hetzelve in verfcheidene Graaffchappen , onder het beftuur van eenige Grooten. De Hongaaren vallen Het GRIEKSCHE RYK, en kt Oosten. 783. De Sclavoniërs, geduurende den oorlog tegen de Saraceenen , zig van het geheele oude Griekenland hebbende meester gemaakt, worden door den Gefhèedenen Stauracius, liene's grooten gunsteling, van daar verdreeven. 78j. De Caliph Almódi, op eene uitmuntende wyze geregeerd, de kunsten en weetenfehappen , die thans meer en meer onder de Saraceenen begonnen te bloeijen , op alle mogelyke wyzen begunstigd en befchermd , en inzondeiheid de Stad Bagdad door een aantal pragtige gebouwen vercierd hebbende , overlydt, na alvorens tot zynen opvolger benoemd ie hebben zyne-n tweeden en meelt geliefden Zoon , Haroün Alrafchid, die nochtans de edelmoedigheid heeft, om van deeze benoeming afftand te doen ten behoeve van zynen oudften Broeder, ajlhadi, vier-entwintigfien Caliph, 786. Husfein, een afftammeling van het doorluchtig huis van Ali, en onnoemelyke fchatten bezittende, maakt, door zyne groote milddaadigheid , een fterken aanhang , en werpt zig op tot Caliph; doch door de troepen van Alhadi geflagen en gevangen zynde, moet hy zynen opftand met den dood bekoopen. Alhadi maakt zig gehaat door zyne wreedheid en dwingelandy. Nay verig over 3e geneegenheid des volks voor zynen Broeder Alrafchid, neemt hy het verfocijelykbefluit, om hem te laaten vermoorden. Zyne Moeder en eerfte Vizier, zig tegen dien fnooden aanflag verzettende, worden mede met den dood gedreigd; doch zy voorkoomen zulks, door hem met een vergiftigden beker om het leven te brengen; waarna eenpaariglyk tot zyn opvolger verkoozen wordt de beroemde hakoun alraschid, vyf-en-twintlgfte Caliph. Irene , zig van 'sPausfen medewerking verzeekerd , tn haaren gunsteling, Tharafius, zedert twee jaaren tot den Patriarchaalen zetel van Conftantinopolen verheeven hebbende, meent nu eindelyk de geleegenheid gunstig te zyn , om den beeldendienst openlyk en plegtiglyk te hei ftellen, en .roept ten dien einde een Concilie m de Hoofdftad by een; doch de oude troepen van Keizer Conftantinus, benevens een groot aantal burgers , noodzaaken de Bisfchoppen met geweld , om hunne raadpleegingen te ftaakeft, en het Concilie te fcheiden. 787. De Keizerin, de misnoegde troepen afgedankt en andere maatregelen van omzigtigheid genoomen hebbende, beroept andermaal het Concilie, 't welk nu te Nicsa, vermaard door het aldaar gehoudene eerfte algemeene Concilie , vergadert, en daarom het tweede Concilie van Nicta, of ook het zevende algemeene genaamd werd. In deeze famenkomst wordt de beeldendienst herfteld , en alle de Kerkelyke en burgerlyke befluiten en wetten, onder de vorige regeeringen daaitegen gemaakt, vernietigd en afgefchalt. 788. Irene begunstigt de onlusten in Italiën, [z'e aldaar,~] waardoor zy in onmin raakt met Karei den Grooten, en het reeds bepaalde Huwelyk tusfen deszelfs Dogteren den Keizer ver- S3  ï.ti BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIPnde* ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schotland en Ierland. woordige Deenemarken of Noorwecgen , eene woeste en afgodrfche Natie, vermaard door haare menigvuldige ftrooperyén, doen voor de eerftemaal eenen inval in Engeland, 'op dc kullen van Wesfex; doch worden door dc troepen van Bnthrik met groot verlies te rug gedreeven. 789. Aïfuald Overlydt, en wo-dt opgevolgd door eenen Zoon van wylen Alered, Osred II., vier-tn-twintigfien Koning van Northumberland. 790. Osred, zig door de verfoeijelykfte ondeugden alomme gehaat en verachtelyk gemaakt hebbende, wordt door de faamverbondene Ryks-Grooten van de kroon beroofd, cn in een Kloofter opgefloten; waarna Ethelred uit zyne ballingfchap te rug geroepen, en op den Troon van Northumberland herfteld wordt. Ethelbert II. overlydt, en wordt opgevolgd dqor zynen Zoon Ethelbert III., zestienden en laatften Koning van Ooft-Angliën. '79*. De heerschzugtige Offa, reeds voor lange het ontwerp gevormd hebbende , om het Koningryk van Ooft-Angliën te overweldigen, en met dat van Mercia te verëenigen, en nu, uit hoofde der jongheid en onbedreevenheid van den nieuwen Koning Ethelbert, de geleegenheid gunstig achtende , laat ten dien einde de fterkfte toeruftingen maaken. Ethelbert, van zynen aanflag onderrigt, tragt dien voor te koomen, door eene naauwe verbintenis met Offa aan te gaan , en deszelfs Dogter, Elfrida, ten huwelyk te verzoeken. De fnoode Offa veinst dien voorflag aan te neemen , en nodigt Ethelbert, benevens de voornaamfte Grooten van Oost-Angliën, te Hereford, om de Bruiloft te vieren. Deezen, niets kwaads vermoedende , begeeven zig derwaards ; doch , te midden onder de vreugdebedryven , Iaat Offa den ongelukkigen Vorst verraaderlyk vermoorden. De Oost-Anglifche Grooten , door Elfrida zelve, die tc laat kennis gekreegen had van haar Vaders fnoodheid, om Ethelbert te redden, nog even by tyds gewaarfchuuwd zvnde, ontkoomen het gevaar door eene verhaaste vlugt. Offa rukt terftond met een fterk Leger naar Ooft-Angliën, alwaar aües in de uiterfte verwarring was, en maakt zig met weinig moeite meester van dat Ryk, 't welk hy met de kroon van Mercia verëenigt. De m'einëedige Vorst, het zy door wroeging gefolterd , het zy alleen uit fchynheiligheid, tragt kort daarna zynen geplecgden misdaad te boeten , door het tiende gedeelte zyner goederen aan de Kerken te fchenken, verfcheidene Geestelyke gebouwen te ftigten, de Monniken te begunstigen, den vermaarden St. Peters Penning [zie 71 j,] insgelyks in zyne Staaten in te voeren, en in bedevaart naar Romen te reizen, alwaar zyne gewaande godsdienstigheid hem vergiffenis van den Paus doet verwerven. 794- Aldrik, de laatfte Vorst uit het Koninglvk geflagt van Hengist , overlydt. De Ryks-Grooten draagen'vervolgens de kroon op aan Edbert, uit het doorluchtig Saxisch Huis van Pren , zestienden en laatften Koning van Kent. De Deenen doen wederom eenen inval, landen in Northumberland , en plundeien eenige riaatfen; doch hunne Schepen «oor een ftorm vernield, en hun Opperhoofd, nevens een groot FRANKRY K. 789. Te midden onder zyne ftaatzugtigc ontwerpen , een groot voorftander van de weetenfehappen, tragt Karei de verregaande onkunde , thans in het Westen heerfchende, te verdryven , ontbiedt van alomme de bekwaamfte mannen , en ftigt, behalven verfcheidene mindere Schooien , in zyn eigen Paleis, onder opzigt van den geleerden Engelfchen Monnik , Alaiinus, eene beroemde School tot onderwys voor de Prinsfen van den bloede en den voornaamften Adel; welke inftelling naderhand aanleiding gaf tot de oprigting van de alom vermaarde Hooge School van Parys; dan, in weerwil deezer loffëlyke pogingen, bleeven de weetenfehappen nog langen tyd in den deerlykften toeftand. 790. Veroveringen in Spanjen. [zie aldaar.] 791. Oorlog met de Hongaaren. [zie Duitschland.] 791. Pepyn, bygenaamd met de Bult, een natuurlyke Zoon van Karei, zedert lange misnoegd over deszclts fchikkingen ten voordeele van zyne Broeders, [zie 781,] maakt eene heimelyke famenzweeringjOm zynen Vader en Broeders van het leven en hunne Staaten te beroovcn; doch, zynen aanflag ontdekt zynde, wordt hy door Karei genoodzaakt, den geestelyken Staat te omhelzen, en in een Klooster gebannen. 793—799- Zaaken van Duitschland, Span- S P A N J E N Aurelio, Bermudas, doorgaans genaaamd VERMOND, 8. Koning van Spanjen. De nieuwe Vorst, reeds voor eenigen tyd den Geeftelyke» ftaat omhelsd hebbende, en de waardigheid van Diaken bekleedende, laat zig niet dan met veel moeite overhaalen, om de Kroon aan te neemen. Hy ontbiedt Alphonfus ten Hove, en overlaadt hem met eere en waardigheeden, met het geheime oogmerk , om , by de eerfte gunstige geleegenheid.de Kroon aan hem af te ftaan. De beroemde Abderamen, een der grootfle Vorsten van zynen tyd, overlydt. De Saraceenen leefden gelukkig en voorfpoedig onder zyn verftandig en zagtzinnig beftuur, en Spanjen werd door hem vercierd met een groot aantal nieuwe Steden, pragtige Paleizen, en Mosquéën. Hy had Suleiman, den oudften van zyne elf Zoonen, tot zynen opvolger benoemd; doch zyn tweede Zoon , Isfem , zig van deszelfs afweezen bedienende , maakt zig met geweld meefter van den Troon. Suleiman neemt de wapenen op, om zig in zyn erfrecht te handhaaven; terwyl een andere Broeder, Abdallah , Stedehouder van Valence , zig aldaar tot een onafhankelyk Vorst tragt op te werpen. 789- Isfem behaalt eene groote overwinning op Suleiman, en onderwerpt aan zyn gezag alle de Staaten, die zig voor deezen verklaard hadden. Suleiman neemt de vlugt by zynen Broeder, Abdallah. 790. Suleiman en Abdallah, een en andermaal de nederlaag gekreegen hebbende, fluiten een verdrag met Isfem, volgens het welk zy , voor eene groote fomme gelds, Spanjen verhaten , en zig naar Africa begeeven. Zade, Stedehouder van Gat-  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op ben TEGENWOORDIGEN TYD. 143 ««PORTUGAL. ITALIËN, DUITSCHLAND, Het GR1EKSCHE RYK, en omgeltegene Staaten. en aangrenzend* Ryken. en het Oos.en v^aiaiuiin-u , vuui uil Prinsfen verklaard hebbende, en nu voor de wraak van Isfem bedugt, begeeft zig onder de befcherming van Lodewyk, Koning van Aquitaniën , die met een Leger naar Spanjen rukt, een groot gedeelte van Cataloniën verovert , doch, op de weigering van Zade, om hem insgelyks de Hoofdftad Barcelona over te leveren, zeer misnoegd te rugtrekt, eene aanzienelyke buit en een groot aantal gevangenen met zig voerende. 791. Isfem, den vreede, door 2ynen Vader met de Christen Koningen van Spanjen gefloten, verbreekende, doet een geweldigen inval in de Staaten van Vermond; doch wordt met groot verlies te rug gedreeven, inzonderheid door de ongemeene dapperheidvan Alphonfus, die door zyne bekwaamheeden, deugden en heusheid , thans aller haiten gewonnen had; weshalven Vermond nu zyn ontwerp volvoert, en afftand doet van den Troon, na alvorens alle de Ryks-Grooten overgehaald te hebben, om als zyn opvolger te erkennen ALPHONSUSII., de KUISCHE, 9. Kening van Spanjen. Vermond, den geestelyken ftaat herneemende, leeft nog eenige jaaren in afzondering, en fteeds in vriendfehap met Alphonfus. 793- Isfem herovert Cataloniën, verjaagt den Stedehouder, plundert de Franfche Provincie Languedoc, en voert een groot aantal ingezeetenen gevangelyk weg. De troepen, hein door Lodewyk tegengeïonden, worden'verflagen. 794- Alphonfus behaalt eene groote overwinning op Isfem , brooken wordt. Confiantinus wordt vervolgens door zyne Moeder , die 'hem geheel beheerschte, tegen dank uitgehuwlykt aan een Armenisch meisje, Maria genaamd, van ongemeene fchoonheid, doch van eene zeer geringe afkomst, cn dus buiten vermogen , om de ftaatzugtige oogmerken der Keizerin te ttremmen. 790. Conftantinus maakt het ontwerp , om zig der heerfchappy è van zyneMoeder te onttrekken, en haar van het Hof te verwyderen; doch de aanflag wordt ontdekt, allen , die 'er deel aan hadden , flrengelyk geftraft, en de Keizer zelve zeer onwaardiglyk behandeld , en in zyn eigent Paleis, als in eene gevangenis, opgefloten. Irene wil verder de Soldaaten en het volk dwingen , om haar alleen voor Keizerin te erkennen. Een gedeelte legt den eed af; doch de Armenife troepen blyven den Keizer getrouw , cn noodzaaken Irene , om hem in vryheid te ftellen, waarop hy zelf het gezag in handen neemt, en zyne Moeder uit het Hof bant, doch haar voor het overige zeer heufchelyk Iaat behandelen. — De Saraceenen en de Buigaaren de vyandelykheeden hervat hebbende, trekt Conftantinus tegen hen te velde, doch zonder veel van aanbelang uit te voeren. 792. Irene bewerkt, dat de Keizer zig weder met haar verzoent , en haar in haare waardigheid herftelt. De troepen toonen openlyk hunne misnoegdheid , cn die van Armeniën doen werkelyk eenen opftand. De Keizer, waarfchynlvk door zyne Moeder aangehitft , vermeerdert de onluften , door hun Opperhoofd Alexis, en andere verdagte perfooncn, de oogen te laaten uititeeke». 793- Conftantinus, eenige hoofden der misnoegde troepen omge- fenoomen , en om et leven gebragt. 79*. De Abaaren doen eenen geweldigen inval in Italiën, maar worden door de tioepen van Pepyn geflagen en te rug gedreeven. 793- De Prins van Benevent , Grimoald, tragt het Franfche juk af tc fchudden, en herovert de meeste plaatfen van zyn gebied , door Karei aan den Paus afgeftaan. Pepyn , door zyn Broeder Lodewyk onderfteund , der Saxen en Friezen onderfteund, gaat hy op marsch naar Hongaryën, 't welk, toen uitgebreider dan in laatere tyden, zig tot de Rivier Ens, in het tegenwoordige Oostenryk, uitftrekte. 79*- Karei behaalt verfcheidene overwinningen op de Hongaaren , cn breidt de grenzen van zyn gebied uit van de Ens tot aan de Rivier de Raab. Eene befmettelyke ziekte onder zyne troepen noodzaakt hem te rug te trekken , en zig naar Regensburg tc begeeven , alwaar hy een Concilie doet houden , 't welk de gevoelens der Adoptionarisfen [zit Spanjen 783,] veroordeelt. 793- Karel vervolgt den oorlog tegen de Hongaaren met gelyken voorfpoed. De moeijelykheid van het vervoeren der levensmiddelen doet hem het grootsch ontwerp vormen , om den Rhyn met den Donau te verëenigen, en dus eïne gemeenfehap tusfen den grooten Oceaan en de Zwarte Zee te maaken, door het graaven van een Canaal tusfen de Rednitz en de Atmuhl; doch de zwaare regenvlaagen, en gebrek aan de nodige werktuigen noodzaaken hem , om dit werk te ftaaken, waarvan nog eenige overblyffelen te vinden zy», 794- Midden onder deeze geduurige krvgsbedryven de zaaken der Kerk niet uit het oog verliezende, beroept Karei een Concilie te Frankfort, uit meer dan 300. Bisfchoppen beftaande , om omtrent de twee voornaamfte thans zweevende gefchillen, de Adoptionarisfen en den Beeldendienst, [ zit Spanjen 783 , en het Griekfche Ryk 787 , ] uitfpraak te doen. Karei zelve bekleedt het voorzitterfchap , met een gezag, nog nimmer door eenigca Vorst omtrent geeftelyke zaaken ge¬ len in Beijeren, doch worden met groot verlies te rug gedreeven. De Saxers blyven getrouw aan Karei en het Chris'telyk geloof; en , onder het opzigt van Witekind zelven, worden de grondflagen gelegd van het Bisdom Breemcn. 789. Karei, door de Saxers bygeftaan, overvalt dc Wilzen, eene kleine Natie, van de Sclavoniërs afllammende, en de oevers der Oost-Zee bewoonende, en brengt dezelven tot onderwerping. 791. De Hongaaren hunne invallen in Beijeren geduuriglyk voortzettende, houdt Karei eene Ryks-vergadering te Worms, waarin befloten wordt, hen den oorlog aan te doen. Karei ontbiedt een groot aantal troepen uit Frankryk en Italiën, en daarenboven door aanzienelvke hnlnlvnden  i44 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schotland tn Ierland. FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN, groot gedeelte der zynen, in eene fchermutfelinggeiheuveld zynde, worden 4e overigen door de Saxers omcingcld en d'oodgefiagen. 796. Ethelred wordt door een oproerigen aanhang vermoord, die vervolgens op den Troon verheft zekeren Osred III., ryf-en-twintigften "Koning van Northumberland; welke kort daarna mede van Troon en leven beroofd wordt door zekeren Ardulf, zes-en-twintigflen Koning van Northumberland. De vermaarde Offa overlydt, den Troon nalaatende aan zynen Zoon, Egfrid, twaalfden Koning van Mercia , die zyne waardigheid flegts vyf maanden overleeft , en , geene kinderen hebbende nagelaaten, opgevolgd wordt door eenen der voornaamfte Ryks-Grooten, Cenulf, dtrtimden Koning van Mercia. 798. Cenulf rukt met een fterk Leger in Kent, verflaat de troepen van Edbert, neemt dien Vorst gevangen, laat hem de handen afhouwen, de oogen uitfteeken, en in eene gevangenis opfluiten, waarna hy zig van het Koningryk Kent meester maakt; benoemende tot Stedehouder of Onder-Koning over hetzelve zynen Broeder , Cuthred. 799- De Koningin van Wesfex , Eadburga, eene fnoode vrouw , Welke haaren Gemaal tot het pleegen van menigerly onrecht en wreedheid vervoerd had, een jaloerfchen haat tegen zekeren jongen Edelman, Brithriks gunfteling, opgevat hebbende, neemt het befluit, om hem door vergif om het leven te brengen. Doch Brithrik zelve, ongelukkiglyk eerst uit den vergiftigden kelk gedronken hebbende, fterft kort daar na; 't welk Eadburga , reeds lange het voorwerp van den algcmeenen haat, noodzaakt de vlugt te neemen naar Frankryk. Brithrik geene kinderen nalaatende, neemen de voornaamfte Ryks-Grooten het bewind van zaaken op zig, tot aan de verkiezinge van eenen opvolger. 803. Van alle de Saxifche Prinsfen, welken de Heptarchie hadden opgerigt, waren'er geene atftammelingen overgebleeven, dan flegts een eenige , uit het Koninglyk Huis van Wesfex, genaamd Egbert; terwyl de overige Huizen , deels door de wreede ftaatkunde van fommige Vorsten, die hunne bloedverwanten , als zo veele mededingers, om het leven bragten, deels door de bygeloovigheid van anderen, die zig in Kloofters begaven , of, ftaande hun huwelyk, de geftrenge regelen van kuisheid en onthouding in acht namen , geheelen-al waren uitgeftorven. Egbert, een Prins van groote bekwaamheeden , en een allerüitmuntendst karakter, was door wylen Koning Brithrik , uit nayver, buiten het Ryk gebannen, en had eene fchuilplaats gevonden aan het Hof van den beroemden Karei den Grooten, Koning van Frankryk, onder wiens opzigt zyne kennis in de krygskunde, en andere Vorstelyke hoedanighceden , nietweinigtoegenoomen , zyne zeeden meer en meer befchaafd, en zyne natuurlyke vermogens tot grooter volkocmenhcid gebragt waren. De Grooten van Wesfex verkiezen dien voorrreffelykenPrins eenpaariglyk tot Koning, en zenden een plegtig ge/.antfchap naar Romen , alwaar Egbert zig toen nevens Karei bevond, om hem den Troon zyne. Vaderen aan te bicden. 8co. Eg- Spanjen, en I taliën, [zit al daar.] 799- Karei zend eene Vloot ii Zee, die me weinig moei te de Eilandei MajorcaenMinorcaverövert 800. Karei wordi teRomen dooi den Paus tol Keizer van het Westen gekroond, [zjeltalië tn Duitschland. 801, De fteund, vangt eenen oorlog tegen hem aan, die verfcheidene jaaren lang zonder eenigen beflisfenden uitflag wordt voortgezet; terwyl Grimoald, door zyne dapperheid en bekwaamheeden, ziginhet bezit van zyn Vorstendom handhaaft. 79Ï- De Hertog van Friuli, door Karei aan het hoofd der troepen gefield, valt in net land der Abaaren, verwoest hetzelve te vuur en te zwaard, verdelgt het grootfte gedeelte dier Natie, voert een aantal gevangelyk weg, waardoor de naam van dit voorheen zo vermaarde volk byna geheelen-al verlooren raakt. Karei zendt een gedeelte van de onnoemelyke behaalde buit aan zynen vriend, Paus Adrianus; dan deeze was even te voren overleeden , en opgevolgd door. LEO LÜ, 9J. Pats. die zig mede zeet riaauw aan Karei verbindt , en van hem de gefchenken ontfangt, i'oor zynen Voorzaat gefchikt, welken beteed worden tot het i'ercieren der Kerken net beelden en andere koftbaaiheeden, gelyk ook [in 797.] tot het bouwen van het vermaarde Tiiclinium, in het Lateraanfche Paleis. 799- De Paus houdt een Concilie te Romen , vaarïn de leer der Aloptionarisfen wordt veroordeeld. De Hieruit ontltaat een burger-oorlog, die vier jaaren lang, met gelyk voordeel, wordt voortgezet. 79°". De Franfchen bedienen zig van de onlusten onder de Saraceenen, om de geheele Provincie Cataloniën te heroveren. 799- Alcahan behaalt eindelyk eane groote overwinning op beide zyne Oomen. Suleiman fneuvelt, en Abdallah onderwerpt zig; waarop Alcahan de edelmoedigheid heeft, van hem in het Stedehouderfchap van Valence te herftellen. Zade, door de Franfchen tot Stedehouder van Cataloniën aangefleld , en bedugt, dat Alcahan zyne ■ overwinnende wapenen tegen hem zal keeren, levert die Provincie ver- raaderlyk aan hem over. Kerkc- lyke zaaken. [zit Italiën] Eoo. Lodewyk, ten uiterflen verbitterd over het verraad van Zade, verfchynt aan het hoofd van een talryk Leger in Cataloniën, plundert verfcheidene plaatfen, en flaat eindelyk het beleg om Barcelona, alwaar de Stedehouder , Zade, eenige maanden • lang eenen hardnekkigen wederftand 1 biedt. 801. Al- 'n juri C/• Irene baant zig langzaam den we» tot het opperbewind, door 's Keizers' driften toe te geeven, hem tot allerlye ongeregeldheden aan te zetten , en in. maatregelen in te wikkelen, die hem algemeen gehaat en verachtelyk moesten maaken: terwyl zy zelve, door eene uiterlyke vertooning van vriendelykheid, milddaadigheid, en andere deug-den, 's Volks achting en vertrouwen poogt te winnen. Conftantinus, eene ongeoorloofde drift voor eene haarer Staatjufferen, Theodota, hebbende opgevat , wordt door haar overgehaald , om zyne wettige Gemalin, Maria, te verftooten , Theodota ten huwlyk te neemen , en de Geestelykheid, welke hem de fnoodheid van dien flap onder 't oog durfde brengen, onwaardidyk temishandelen, 797- Irene, door haare loosheid, gefchenken en beloften heimelyk een grooten aanhang gewonnen hebbende , neemt eindelyk het befluit, om haar lang beraamd ontwerp te volvoeren. Zy ?eeft last aan een deel derfaamgezwoorenert. om zig van 's Keizers perfoon meester te maaken. Conftaulir.us ontkomt hunne handen, doch wordt agterhaald , naar Conftantinopolen gevoerd, in het Paleis opgefloten, en, op last zyner ontaarte Moeder, de oogen uitgeftooken; en zulks op eene zo ruuwe en wreede wyze, dat hy kort daarna in de uiterfte doods-angsten den geest geefr. Irene wordt hierop openlyk tot Keizerin uitgeroepen, en gekroond. IRENE, 19. Griekfche Keizer. Het Ryk, voor de eerfte maal aan' eene Vrouw vervallen, vindt zich echter gelukkig onder het beftuur van eene Vorstin, welke alle haare ongemeene bekwaamheeden aanwenddeom haaren gepleegden euveldaad door eene uitmuntende en roemryke regeering üit te wisfehen. De broeders van wylen haaren Gemaal tragten haar van de Kroon te berooven, doch worden in verzeekeringgenoomen, ei; naar Athenen in ballingfchap gezonden. \ ZESDE  l46 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP dir ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ZESDE TYDPERK. dfc Herftelling van het Wester-, flaat, 't welk nimmer plaats had. 8oi. De aanhang van Nicephorus, door de troepen verfterkt, krygt de overhand. Onderichyn van Irene te befchermen tegen de aanflagen van Aëthius, en het Ryk te bewaaren voor eene gevaarlyke verbintenis met den eerzuetigen Keizer van het Westen, matigt hy zig al het gezag aan, en doet zig eindelyk , tegen het genoegen des Volks, met geweld tot Keizerkroonerr. NICEPHORUS, 30. Griekfche Keizer. Aëthius neemt de vlugt. Irene wordt in haar Paleis opgeflctea, en onder ftrenge bewaaringgefteld. Irene wordt naar het Eiland Lesbos gebannen , afvaarzy overlvdt. Haar berouw, lydzaamhcid, en voorbeeldelyk leven in dat akeii"' verblyf verwierven haar julk eene achting, dat de Grieken haar zedert op den lyst •der Het GRIEKSCHERYK, en het Oosten. Irenë's oude gunsteling, Stauracius, verbitterd over de voorkeuze , die de Keizerin aan eenen nieuwen gunsteling , den Gefneedenen Aëthius , begon te betoonen , maakt eene famenzweering tegen haar, welke door de goede maatregelen dierVorstinne, en zynen fchielyken dood , veryd'eld wordt. Herftelling van het WesterKeizer-Ryk. [zie Italiën 800.] 801. De gunsteling Aëthius, byna het ganfche beftuur aan zig getrokken hebbende, maakt een heimelyken aanflag , om zynen Broeder, Leo , den Troon te doen beklimmen, Wü'.itl-np hu Tplf 1I. c r«  van CONSTANTINUS de* GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. i41- ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN cn ITALIËN, DUITSCHLAND, Het GRIEKSCHE RYK, Schotlanden PORTUGAL. en cmgebcgene en aangrenzen de Ryken, en het Oosten. . , i)_ . C/f o.--.„~ ..... peffenen van de troepen in den wapen -handel, en andere benodigde toerustingen; doch legt zig allerbyzonderlykst.toe op een zagtz innig, en rechtvaardig beftuur, ten einde zig aldus van de achting, geneegenheid, en het vertrouwen zyner onderdanen te verzeckeren. 80;. Cuthred, Onder-Koning van Kent, overlydt, en wordtin deeze waardigheid opgevolgd door zynen bastaardZoon , Baldred, onder wien het Ryk van Kent, [zie hieronder het jaar del' heiligen gefteld hebben.— De nieuwe Vorst, een monster varr gierigheid, wreedheid, en andere haatelyke ondeugden, houdt de misnoegde onderdaanen, die hy op alle mogelyke wyzen onderdrukt , alleenlyk in bedwang door vreeze. De ti oepen in Afia doea een opftand tegen hem, en dwingen hunnen Bevelhebber, Bardanes , een braaf en dapper man, die zig met roem gekweeten had tegen de fteeds aanhoudende vyandelykheeden der Saraceenen, om de Keizerlyke waardigheid aan te neemen. Doch, getrouw aan zynen pligt, onderregt hy den Keizer van alles, en belooft hem dien opftand te dempen , mits dat de Keizer alle de fchuldigen genade bewyze. Nicephorus verbindt zig hiertoe by plegtigen eede, waarop Bardanes alle de aanflagen der misnoegde troepen doet mislukken , hen heimelyk ontvlugt, en zig afzondert in een Klooster. De trouwlooze en ondankbaare Nicephorus laat dien edelmoediger; man de oogen uitfteeken, en de misnoegden met den dood ftraffen. — Bepaling der grensfeheidingen tusfen hetOoster- en Wester-Ryk. [zie Italiën.} Zo verwaand als laaghartig fchryft deKeizereentrotfen Brief aan den Saraceeufchen Caliph, om de geldfommen ,■ door Irene betaald, op te eifchen, ot hem met den oorlog te dreigen. Alrafchid, zig niet verwaardigende te antwooiden , rukt met eenen ongelooffelyke* fpoed , aan liet hoofd van een ontzachelyk Leger, naar Kiem Afia, en jaagt Nicephoius zulk>een angst aan , dathy voor een zw aar jaargeld den vreede koopt.- 804. en 8oy. Nicephorus, meer uit gierigheitl dan gevoel van eer, het Ryk van de fchandelyke fchatting aan d« Saraceenen willende ontheffen, trekt met een talryk Leger ;e velde; doch Alrafchid brengt hem eene zwaare nederlaag toe, en noodzaakt hem, om het vorig verdrag te hernieuwen. 806. Den Caliph beezig zyrde'irct eenige omfiuane onlustei. Lii-er•ftëa trouwende, en met rec.cn vreezende, dat hy zyn gezag niet beftendig over hen konde handhaaven, dan door hen te verzwakken, doet hy meer dan 10,000. Saxifche huisgezinnen naar elders verhuizen, dezelven wyd en zyd in zyne Staaten.zelfs tot binnen Romen toe, verfpreidende,en derzelver plaatfen aanvullende door anderen zyner onderdaanen,opwier getrouwheid hy ftaat kon maaken. Vervolgens houdt hy eene vermaarde Ryks-vergadering te Saltz , in Frankenland, alwaar het overfchot der geheele Saxifche Natie hem plegtiglyk als Vorst erkent, en hul, de doet. Karei vergunt hen de zelfde voorrechten als aan zyne overige onder-, daanen, doch onder voorwaarde, dat zy alle Afgoderyë verzaaken , het Christelyk geloof getrouwelyk aankleevcn, en de tienden aan dc Geestelykheid zullen betaalen; alles, by overtreedinge van dien, onder de geftrenge bedreiging van doodftraffe. Deeze harde wet gaf aanleiding tot de opregdng van dat vermaarde Westphaalfche GerechtsHof, 't welk van de laatere Spaanfche Inquifitie weinig verfcheckte, en veele eeuwen lang heeft ftand gegreepen. [zie insgelyks Italiën..} 804—Sc.6.' Karei beöorlogt de woeste ingezeetenen van Boheemen,Mcisfen T z Maltha, cn die in den Adriatifchen Zee-Golf, de Zee-Steden van Dalmatiën, en het District van Vene.iën, over welken laatstgemelden Staat, die zig allengs tot een onafhankelyk Gemeenebest wist te verheffen, de Oosterfche Keizers flegts den fchaduw van oppergezag behielden, 't welk zy weinige jaaren laater geheel-en-al verlooren. : -t. .'. ns' \lt1^vMi^zi^hh%aA ieb .gnibrrft De Republyk Venetiën, welke in den jaare 737. de Doges afgefchaft, en in derzelver plaats jaarlykfche Magistraaten benoemd, doch in 741. de Doges herfteld had, was onder derzelver beftuur, fchoon voor het uiterlyke het oppergezag der Oosterfche Keizeren nog erkennende, grootelyks in aanzien en vermogen toegenoomen ; doch werd dit jaar aan heevige onlusten bloot gefteld. De Doge Johannes of Giovanni Galbaio , en zyn Zoon Mauricius. waren, uit hoofde van kunne geweldenaryën, in ballingfchap gezonden, en verwekken eenen inlandfchen oorlog, tegen den nieuwen Doge, Obelerio. Na menigvuldige gevegten, bloedftortingen, en het verwoesten der beide Steden Heraclea en Equilia . worden de twee Galbaio's eindelyk gansch-en-al geflagen, en neemen de vlugt naar Conftantinopolen, waardoor de rust wedei herfteld wordt. Vvs\,.:t\ , i-i3h ri ,'tim • ' De Saraceenen van Spanjen, zedert eenigen tyd de MiddeUandfche Zee met hunne Schepen ontrust hebbende, doen eene landing een gezantfehap aan Karei den Grooten,om dc grens - fcheidingen der beide Ryken te regelen. Volgens Let geflotenverdiag worden aan Karel de Provinciën Istriën,Liburniën, Dalmatiën, Sclavoniën, en Croatiën jJiet tegenwoordige Bosniën mede begtypende , alle oudeRyks-Provinciën, toegeweezen, terwyl het Griekfche Ryk van zyne vorige bezittingen in het Westen niets meer behoudt dan het benedentte gedeelte van Italiën , aanvangende met het HertogdomNapels, de Eilan- 806. De Provinciën Navarre enArragon , onderwerpen zig vrywillig aan Lodewyk , die eene Franfche bezetting en Bevelhebbers derwaards zendt, om zig van de oprechtheid der ingezeetenen te verzeekeren. — Alcahan rust eene fterke Vloot uit, welke de Eilanden in de Middellandfche Zee, op eene deerlyke wyze, plundert, doch een zwaar verlies lydt voor Coriica en Sardiniën. [zie Italiën. ]Hy onderdrukt zyne onderdaanen door zwaare belastingen, 'twelk de Verdere voorfpoed van Kareis wapenen in Duitsland, [zie aldaar.] 806. Karei beroept eene Ryks-vergaderingteThionville, waarin de afgevaardigden der uitgebreide Staaien van zyn gebied den eed van getrouwheid aan hem vernieuwen. Vervolgens maakt hy zynen uiterften wille bekend.by welken hy het ganfcheRyktuslën zyne drie Zoonen , Karel , Pepyn, en Lodewyk, verdeelt; welke fchikking echter , door het over-  x48 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN, DUITSCHLAND - Schotland tn Ierland. tn PORTUGAL. en omgeleegent Staaten. ja.tr 811,] geheel een einde nam. 808. De onlusten inNorthumberland , fteeds aanhoudend voortduurende, wordt Ardulf, na eene zeer ■onrustige regeering, door een der aanhangen vermoord, en in deszelfs plaatfe benoemd zekere Alfuald II., zeven-entwintigfte Koning van Northumberland. 809. Egbert herovert op de Britten de Provincie Cornwallis , en verëenigt dezelve weder met de Kroon van Wesfex; waarna hy, geduurende eenige volgende jaaren, verfcheidene overwinningen op deeze oude inwooneren van Engeland behaalt, en hen noodzaakt , om alle vyan■delykheeden te ftaa'ken. 810. Alfuald overlydt, '«n wordt opgevolgd dóór de geheele Stad Toledo tegen hem doet opftaan; doch met list eenige troepen daar binnen gebragt hebbende, laat hy de voornaamfte ingezeetenen om het leven brengen, waaróp de overigen zig weder aan hem onderwerpen. 807. Alcahan doet een geweldigen inval in Cataloniën, doch behaalt geen ander voordeel van eenig aanbelang op de Franfchen, dan de herovering van de Stad Tortofa. 808. De Christenen ontdekken in een boschin Galliciën een lichaam, 't welk,volgens de bygeloovigheid dier tyden , voor dat van den ApostelJacobus wordt aangezien. Alphonfus laat aldaar eene Stad bouwen , welke naderhand, in grootte en aanzien toeneemende , de Hoofdftad van Galliciën werd, onder den naam van St. Jago de Compos- tella. Dit voorval geeft aanleiding, dat Jacobus naderhand de Befcherm-Heilig van gcheelSpanjen geworden is. 810. Alcahan herovert op de Franfchen de Steden Huesca en Sa- ] ra- ! n bitterheid voortgen de Ooster- en Wes- 'tschland 808,] eene :t van drie kanten te gelyk ding op het Eiland Sardiniën , maar worden met groot verlies door de ingezeetenen te rug gedreeven. Van daar doen zy eenen aanval tegen Corfica. Koning Pepyn brengt eene Vloot in Zee, welke die der Saraceenen verflaat ,13. Schepen verovert, en de overigen op do. vlugt dry ft. 809. De Venctiaanen , door den Oosterfchen Keizer aangeftookt en onderfteund , eenige vyandelykheeden gepleegd hebbende, gelast Karei zynen Zoon, Pepyn, om die Natie den oorlog aan te doen. Pepyn brengt een Leger op den been, en eene Vloot in Zee , waarmede hy in dit, en den aanvang van het volgend jaar , zig van byna geheel Venetiën meester maakt. — Kerkelyke zaaken. [zit Frankryk.] 810. Pepyn, vrugtelooze pogingen gedaan hebbende, om het voornaamfte der Venetiaanrche Eilanden, Rialto, insgelyks te overweldigen, overiydt. — Twee jaaren laater wordt de vreede getroffen, en Venetiën weder ontruimd. 811. De Venetiaanfche Doge, ^.ngelo Particiaco, bouwt een sragtig Paleis, en vestigtzyten zetel te Rialto, den ouden laam van de zedert zo vermaarde Stad Venetiën. 812. Karei geeft het Ryk van ïtaiën aan eenen natuurlyken Üoon van Pepyn , genaamd B E R N A R D, Kiming van Italiën. De nieuwe Prins van Benevent, in den jaare 806. zynen Vader opgevolgd, en mede Srimoald genaamd, to t nu toe len oorlog hebbende voortgezet, iwi ,.,1 ui-ii i_iausnuz , die zig insgelyks aan zyne wapenen moeten onderwerpen. VerdeelingzynerStaa-, ten. [zie Frankryk,] 807. De vermaarde Witekind, tot den einde toe aan Karei en het Christendo m getrouw gebleeven zynde , overlydt. — De beroemde Saraceenfche Caliph, Haroün Alrafchid , door den roem van Karei getroffen, zendt hem eenige kostbaare gefchenken, onder anderen, een zeerkonstig uurwerk, en verklaart hemHeer van Jerufalem. Karel beantwoordt deeze ongemeene heusheid met het zenden van Vorstelyke tegengefchenken, en wederkeerige verzeekering van achting envrrendfchap. 808. De Noordfche Koning, Godefroy (*) eenen inval in het ta tut der Saxers, naar den kant der Elve, gedaan, en eene verfchrikkelyke verwoes:ing aangeregt hebbende , zendt de Ke ter een Leger tegen hem , or.der bevel van zynen oudften Zoon , Karei. (*) De meeste Scnryvcren noemen deezen Vent Koning van D eenemarken ; doch onder de oude Deenfche Koningen wordt 'ergeen van dien naam gevonden. Onrerwyffeld is Godefioy een dier Vorsten ceweest, die afzonderlyke gedtel'ens van dat Ryk, toen 'tut zo uiigiftrekt als teremveet d,g, bezaten, e» keeisch- • de laatende onderzoeken, roept ten dien einde een Concilie by een te Aken, waarin hetgevoelen der Franfche Geestelykheid wordt goedgekeurd. De RoomfchePaus, door een plegtig gezantfehap uit Kareis naam daarijver geraadpleegd, verklaart zig van het xelfde begripte zyn, doeh verzet zig echter heevig tegen deinlasfing van het woord Filioque, 't welk desniettemin zedert in alle de geloofsbelydenisfen der Westerfche Kerken bleef ftand grypen. De Oosterfche Geestelyken weigeren zig aan de uitfpraak van het Concilie te onderwerpen, en het verfchil wordt met eene heevigheid e zet, welke de naderhand gevolgde fcheuring tusf< ter Kerksn verhaaste. 810. De Noordfche Koning, Godefroy, [zie Du iyloot van 100. Zeilen uitgerust hebbende, doi oudften nog voor hunnen Vader, geen ftand grypt. 809. Zedert eenige jaaren was de Kerk ontrust geweest door een vermaard verfchilltuk over den Uitgang van den Heiligen Geest, ter geleegenheid, dat de Franfche Geestelyken , in een Concilie te Gentüi, by Parys, in den jaare 767.gehouden, bepaald hadden, dat die Goddelyke Geest beide van den Vader en den Zoon voortkwam , en in de gelootsbelydenisfen , op , het voorbeeld dér Spaanfche Geestelyken, de woorden en van den Zoon (Filioque) hadden ingevoegd; terwyl de GriekfcheKcrk ftaande hield , dat de Geest van den rader alleen voortkwam. Dit gefchil brak in deezen jaare met verdubbelde woede uit. De Oosterfche Geestelyken , langen tyd vrugteloos geklaagd hebbende over deeze vervalfching der geloofs-belydenisiën door de Franfche Geestelykheid, zenden eindelyk eenen afgevaardigden naar Karei den Grooten, om daaromtrent voldoening en herftel te vorderen. Karei, de zaak alvorens behoorlvk willen-  van CONSTANTINUS din GROOTEN af t©t cp den TEGENWOORDIGEN TYD. 149 „™«^Rvto. Het G R I E K S C H E R YK, en het Oosten. Karei. Die Prins dryft de Noormannen op de vlugt, en vernielt de muur, die zy langs de Noordelyke oevers van den Eyder hadden opgerigt. 809. Concilie te Aken, over een verfchil omtrent den Heiligen Geest, [zie Frankryk.] 810. Verdere onlusten met dc Noormannen. [zie Frankryk.] 811. Godefroy door zyn eigen Volk vermoord zynde, [zie Frankryk 810.] fluit deszelfs opvolger,Hemming, een verbond met Karei, waarby de Rivier de Eyder tot eene grensfcheiding hunner wederzydfcheStaaten gefteld wordt. 8iz. De Griekfche Keizer Michaël fluit een verdrag met Karei, waarby hy hem als Keizer van het Westen erkent, en het verdrag van 803. bevestigt. Zaaken van Italiën. [zie aldaar.] 813. Ka- heerschte waarfchynlyl 'm Jutland. De gefchiedenis der Deenen, cJ Noormannen, nognie* van genoegzaam gewig zynde, om hier e ne geregelde plaats te verdienen, zal nader hand ver handeldwcrden.nevens di van Zweeden, Noor weegen, en Rusland ender den algemeenen ty tel van hei noorden niet volkoomenlyk bekend zyn. Onder de yorige regeeringen , nevens andere Ketteren , nu eens met meerdere dan met mindere heevigheid vervolgd zynde, worden zy door den Keizer, die van der jeugd af aan hunne begrippen had ingezoogen, in hunne burgerlyke en godsdienstige voorrechten herfteld. 811. De Buigaaren, zedert eenigen tyd het Ryk veel afbreuk gedaan hebbende, befluit Nicephorus hen den oorlog aan te doen. Met een talryk , doch flegt gewapend en ongeöeffend Leger in Bulgaryën rukkende, behaalt hy .in den beginne eenige voordeden; doch wordt eindelyk in eene hinderlaage gelokt, ingefloten, en, nevens verre het grootfte gedeelte zyner troepen , in ftukken gehouwen. Hy wordt opgevolgd door zynen Zoon, STAURACIUS, 31. Griekfche Keizer. eenen Vorst, zo misvormd van lichaam als geest, en zynen Vader, door wien hy reeds zedert eenige jaaren tot Ryksgenoot benoemd was, in ondeugden gelyk. Nayverig over de deugden en het aanzien van zynen Schoonbroeder, Michaël Rangabé, geeft hy last, om hem gevangen te neemen, en de oogen uit te fteeken. Dit wrecde bevel door hem, die met de uitvoering belast was, zelven rugtbaar gemaakt zynde , ontftaat 'er een algemeene opftand ten-bahoeve van Michaël; en Stauracius, van een ieder verlaaten, ziet zig genoodzaakt, om den ; Troon af te ftaan , en zig in een Klooster te bc, geeven , alwaar hy het volgend jaar overlydt.^ MICHAËL, rangabl, 32. Griekfche Keizer. De nieuwe Vorst, van een uitmuntend karak- ■ ter, doch kleinmoedig en befchroomd van aart, • en meer de deugden van een byzonder perfoon dan ( de verëischte hoedanigheeden van een Monardi ; bezittende, herftelt al het onrecht, door Nice- • phorus gepleegd , doch laat zig, uit vreeze voer 1 den woedenden yver der Monniken, vervoeren, l om niet alleen den beeldendienst voor te ftaan „ - maar ook, tegen zynen aart, de tegenftreevers l daarvan met veel bitterheid en wreedheid te r vervolgen. 8r-z. Michaël ontneemt den Pauliciaanen de voorrechten, hen door Nicephorus toegeftaan. —7— De Buigaaren d'oen eenen geweldigen inval in ft Thraciën en Macedoniën , en veroveren aldaar , verfcheidene plaatfen. De Keizer wordt dcor - eenen opftand onder zyne troepen, veroorzaakt :- door de geheime opftooking van den flaatzugüts gen Veldheer, Leo den Armeniër, verhinderd, om fiën te ftillen, breekt Nicephorus het verdrag, en begint op nieuws de vyandelykheeden tegen de Saraceenen. Alrafchid keert in alle haast uit Perfiën te rug, en regt zulk eene verwoesting aan in de Ryks-Provinciën in Afia, dat Nicephorus andermaal om den vreede moet fmeeken, dien hy niet verkrygt, dan op de harde voorwaarde, dat het Ryk eene jaarlykfche fchatting van 3o-,ooo. ftukken goud, en hy daarënboven voor zig en zynen Zoon een fchandelyk hoofdgeld aan den Caliph betaale. Naauwelyks is de rust herfteld, of de fnoode Nicephorus weigert aan deeze verbintenisfe te voldoen. De Caliph, door billyke gramfchap vervoerd, hervat den oorlog, onder verklaaring van nimmermeer met zulk een trouw eloozen Vorst weder vreedete zullen maaken. 807. Alrafchid , eene fterke Vloot uitgerust hebbende, verovert en plundert de Eilanden Cyprus en Rhodus; doch eenige onlusten in zyne eigene Staaten noodzaaken .hem, de verdere vyandelykheeden tegen het Keizer-Ryk eenigen tyd te ftaaken. Nicephorus onderdrukt zyne onderdaanen door zwaare belastingen. Men maakt verfcheidene famenzweenngen tegen hem, die echter allen mislukken, en aan 's Keizers wreedheid en gierigheid niew voedfel verfchaffen, [zie ook Duitschland.] 809. De beroemde Caliph Haroün Alrafchid overlydt. Hy was een der grootfte Vorsten; gelukkig en dapper in zyne oorlogen tegen d< Grieken en Turken, edelmoedig, weldaadig tevens bemind en gevreesd , een beöeffënaar ei begunstiger van konsten cn weetenfehappen pragtig in zyne hofhouding, doch fober voo zig zelven, bragt hy den luister van zyn gebiec tot het hoogfte toppunt. Zyne deugden werdef alleen ontluisterd door eene overmaatige geftrengheid , welke dikwijs in wreedheid ontaarde , en eene onbillyke voorkeuze omtrent zynen tweeden, en met voorbygang van den oud ften, tot zynen opvolger aangeftelden Zoon a t - a m 1 r , zes-tn-twlnügfien Caliph. D< nieuwe Vorst, in allen opzigte van zynen Va der ontaartende, verliest zodanig de achting ei geneegenheid zyner onderdaanen, dat een groo aantal zig openlyk voor zynen Broeder, Alma mun, verklaart, die daardoor in ftaat geftek " wordt, om een «Leger, ter handhaaving zyne rechten, op den been te brengen. — Kerke lyke zaaken. [zie Frankryk.} - 810. i Nicephorus begunstigt de pauliciaanen, ee - aanhang , die zig meest is Armeniën onthield , en door de Grieken van dc heillooste dwalir - gen , inzonderheid die der oude Manichcen, b< . fchuldigd werd, doch wiens, eigenlyke gevoele ■ T 3  ijc. BEKNOPT TIJDREKENKUNDIG BEGRIP oer ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN, en omgeleegene Staaten. DUITSCHLAND door zekeren Andred, avt-zn-tw 'migften en ïaatften Koning van Northumberland. 819. Cenulf, Koning van Mercia, wordt in eenen opftand door de Oost-Angliérs vermoorden opgevolgd door zynen Zoon, Kenelm , veertienden Koning van Mercia; wiens Zuster, Quendrade, eene heerschzugtige en fnoode Prinfesfe,deezen nog minderjaarigen Vorst verraaderly k laatvermoorden. Doch zy plukt de vrugten van haare misdaad niet, wyl de ganfche Natie, afkerig van 't bewind eener Vrouwe, eenpaarig ten Troon verhefthaaren Oom, Ceolulf, vyftienden Koning van Mercia. 82 r. Een 813. , Karei houdt eene. Ryksvergadering te A' en, en vei klaart aldaar zynen jongften en eenigen ov erbleevenenZoon,Lodewyk, tot opvolger in alle zyne Staaten, uitgezonderd Italiën, [zie aldaar S11,] doet eene ernstige 1 edenvoering, om hem alle zyne phgten voor te houden en in te fcherpen, en gelast hem eindelyk , om de Kroon, die men op het Altaar geplaatsthad , van daar te haaien, en zig zelf op het hoofd te zetten ; om dus, als het ware, te kennen te geeven, dat hy dezelve aan God alleen te danken had. 814. Karei overlydt, na eene ziekte van flegts eenige weinige dagen. Groot, achtbaar , en fterk van lichaam,fchrander.onverfchrokken, ftandvastig, en werkzaam van geest, een yverig vootltander van de weetenfehappen en den Godsdienst, een i'erftandig wetgeever, waarvan zyne uenigvuldige inzetingen, onder den naam van Capitularia riekend, ten blyjke hekken, zo gelukkig als dapper in zylemenigvuldige oorogen , rechtvaardig, ninzaam,en weldaalig jegens zyne onierdaanen, verdienle hy, in weerwil tyner gebreken, als laar zyn, zyne veregaande ftaatzugt, yne wreedheid om, rent zyne vyanden, n zyne drift voorde vrou- ragosfa. Hy fluit eindelyk een verdrag met Komng Lodewyk, waarby zy eikanderen in het wettig bezit hunner veroveringen erkennen, 813. De Saraceenen van tyd tot tyd, doch doorgaans met eenen on- Dood, karakter, en uitgebreide Staaten van Karei den Grooten. [zie Duitschland.} Hy wordt opgevolgd ] hernieuwt de vorige famenzweering tegen Paus Leo; doch deeze ontdekt den toeleg, laat alle de medepligtigen vatten, en op eigen gezag ter dood brengen. 8rj. Keizer Lodewyk, geërgerd over 's Pausfen voorbarigheid en geftrengheid, geeft Koning Bernard last, om deszelfs gehouden gedrag tc onderzoeken. Leo weet zyne zaak in zulk een gunstig daglicht voor te ftellen, dat de Keizer daarmede genoegen neemt. 8 ré". Paus Leo overlydt, en wordt opgevolgd door stephanus iv., 96. Paus. die zig naar Frankryk begeeft, enteRheims door den Keizer met veel eere ontfangen wordt, wien hy aldaar, nevens deszelfs Gemalinne , plegtiglyk kroont met goudene Krooncn, omzet met diamanten. Waarfchynlyk had deeze reize geen ander doelwit, dan om de aanfpraak te doen gelden, dat het alleenlyk de Pausfen waren, die het recht hadden \ om de Kcizeilyke waardigheid te begeeven. 817. Paus Stephanus overlydt, en wordt opgevolgd door paschaz 1 s f 97. Paus. die ziglaatordenen, zonderdebekragtiging desKeizersaf te wagten, doch echter 's Vorsten misnoegdheid over dien 1 ftap w eet te bevreedigen. Hy befteedt het grootfte gedeelte j zyner regcering met het bouwen, verderen, en verryken ■ van Kerken. ( 818. j Koning Be-rnard, misnoegd over de Ryksverdeeling, i door den Keizer gemaakt, [zie Lydsciimd 817,] waar- < door zet, onderwerpt zig eindelvk aan Karel , die hem als wettig Vorst erkent , onder voorwaarde, dat hy hem als Leenman hulde doe, en eene kleine jaarlykfche fchatting betaale. 8r3. De Saraceenen van Spanjen en Africa doen geweldige invallen in Majorca, Corfica, Sardiniën, en Siciliën, ja zelfs op de kusten van Frankryk en Italiën; doch w orden overal inet verlies te rug gedreeven. •  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot cp den TEGENWOORDIGEN TYD- ij» m aangrenzende Ryken. vrouwen, met recht den eernaam van den Grooten, die hem eenpaariglyk werd toegeweezen Zyn gebied ftrekte zig uit over geheel Duitschland, Boheemen, een gedeelte van Hongaryën, geheel Frankryk, alle de Nedrelanden , meer dan de helft van Italiën, en twee Provinciën van Spanjen. Hy wordt opgevolgd door zynen Zoon, LODEWYK, de gobvrügtige , 2. Keizer. De nieuwe Vorst tragt de geneegenheid zyner onderdaanen te winnen door het verminderen der belastingen , het hervormen van eenige ingeflopene misbruiken , en-andere weldaadigheeden. Hy vergunt de gebannene Saxers naar hun Vaderland te rug te keeren, en herftelt hen in het recht, om in hun ouderlyk erfgoed op te volgen. Sis- Lodewyk ftigt het Bisdom van Halberftad. — Zaaken van Italiën. [zie aldaar.'} 8iö. Lodewyk beroept een Concilie te Aken, waarin de regels bepaald worden voor de Kanunniken , eene foort van middelorde tusfen de Monniken en de waereldlyke Geestelykheid, omtrent het midden der vorige Eeuwe door Chrodegangus, Bisfchop van Metz, ingefteld, ter hervorming van de algemeene verdorvenheid, onder de Monniken plaats hebbende. Op dit Concilie werd mede de Orde derKanunnikesfen ingefteld, zynde het eerfte Vrouwen-Klooster, dat in de Christen Waereld bekend was. — Krooning van Lodewyk door den Paus. [zie Italiën.] 817. Lodewyk beroept een tweede Concilie te Aken, waarin verfcheidene maatregelen genoomen worden , om de ongeregeldheeden der Monniken te hervormen, en hen aan eene ftrenge tugt te onderwerpen. Tevens maakt hy eene verdeeling zyner Staaten , benoemende zynen oudften Zoon , Lotharius, tot zynen opvolger in de Keizerlyke waardigheid , en de Italiaanfche Staaten, zynen tweeden Zoon, Pepyn, in die van het eigenlyke Frankryk, en zynen derden Zoon, Lodewyk, gemeenlyk den Duitfcher bygenaamd, in die van Duitschland en Auftrafiën, of het Oostelyk gedeelte van Frankryk; eeneRyksverdeeling, welke naderhand de droevigfte onlufterf veroorzaakte. 818. Opftand van Lodewyks Neef, Bernard. [zieItaliën.] De Keizer trekt tegen hem te velde , verflaat de troepen derfaamgezwoorenen , neemt Bernard gevangen , en doet hem in eene plegtige Ryksvergadering te recht ftellen, alwaar het doodvonnis over hem wordt uitgefprooken. Lodewyk vergenoegt zig, met hem de oogen te laaten uitfteeken; eene wreede ftraf-oeffening, doch in die tyden vry algemeen in gebruik, en aan de gevolgen waarvan de ongelukkige Bernard weinige dagen laater overlydt. [zie verder Italiën.] Dé Keizer, bevreesd, dat zyne drie natuurlyke Broeders ten eenigen tyde het voorbeeld van Bernard mogfen volgen, noodzaakt hen, om den Geestelyken Staat te omhelzen. 819. De Keizerin Hermengaïde het vorig jaar overleeden zynde , was Lodewyk zo zeer over dit verlies aangedaan, dat hy • * - het Het G R I E K S C H E RYK, tn het Oosten. om tegen den vyand te velde te trekken. De Buigaaren, trots op hunne behaalde voordeden , bieden den vreede^aan op onaanneemelyke voorwaarden, die door den Keizer, wien het gelukt was den opftand te dempen , met verfmading verworpen worden, [zie ook Duitfchland.] 813. Michaël trekt tegen de Buigaaren te velde, en levert hen flag by Andrinopolis, met zulk een ongelukkig gevolg, dat meer dan de helft zyner troepen in ftukken gehouwen wordt, en hy zelf ter naauwernood door de vlugt het leven redt. Het Leger, misnoegd over deeze fchandelyke nederlaag , welke aan 's Keizers onbekwaamheid geweeten werd, (offchoon fommige Schryveren eeniglyk de fchuld geeven aan de verraadery van den Veldheer Leo , die in 's Keizers vernedering zyne eigene grootheid zogt,) roept Leo , wiens dapperheid en bekwaamheid hen by ondervinding bekend was, tot Keizer uit; waarop Michaël, deels uit weerzin tegen het gebied, deels, uit de edelmoedige zugt, om eenen burger-oorlog voor te koomen, vry willig afftand doet van den Troon , en zig , nevens zyn geheele huisgezin, in een Klooster begeeft. L E O V. , de armeniër, - 33. Griekfche Keizer. De Buigaaren rukken tot voor de muuren van Conftantinopolen. Leo veinst met hen in onderhandeling te willen treeden, en tragt, onder dienfchyn, hunnen Vorst verraaderlyk van het leven te berooven; doch de toeleg mislukt, en de Buigaaren wreeken zig over deeze trouwloosheid, door een groot gedeelte der nabuurige Ryks-Provinciën op eene deerlyke wyze te verwoesten. Na eenen langduurigen burger- oorlog onder de Saraceenen, wordt de Caliph Al-amin eindelyk door zyns Broeders Legerhoofden ingefloten , gevangen en om net leven gebragt; wordende vervolgens, zonder eenige tegenkanting, opgevolgd door zynen Broeder, aimamun, zeven-en-twintigflen Caliph. 814. en 8ij. Leo, alle zyne magt by een verzameld, en een en andermaal op de Buigaaren de overwinning behaald hebbende, brengt hen ten laatften zulk eene geweldige nederlaage toe , dat zy om den vreede verzoeken, welke voor den tyd van 30. jaaren gefloten wordt. Dan , de fchrik, hen aangejaagd, en het vertes, hen toegebragt, was zo groot, dat zy dien vreede veel langer uitftrekken, en meer dan 70. jaaren lang het Ryk door geene vyandelykheeden ontrusten. 816. De Buigaaren overwonnen, en de Saraceenen door onderlinge tweefpalt verzwakt zynde, krygt Leo de handen ruim, om zig eeniglyk met het inwendig beftuur des Ryks, de hervorming van verfcheidene misbruiken , en de zaaken der Kerke beezig te houden. Een groot tegenftander van den Beeldendienst zynde, dier. hy als eene daadelyke afgodery aanmerkte , tragt hy denzelven geheel-en-al uit te roeijen , waaromtrent hy eerst op eene gematigde wyze te werk gaat. Doch de hardnekkige weigering van den Patriarch Nicephorus , en andere Bisfchoppen, om zig in eene redentwisting ove: dit gefchilftuk in te laaten , en kun allerönbetamelykst gé-  rjz BEKNOPT TYD REKENKUNDIG" BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schotland en Ierlard. FRANKRYK. SPANJEN I T A L I Ë N c, o «"PORTUGAL. en omgelcetrene Staaten. Een der Grooten van Mercia, Ber nulf, een fterken aanhang gewonnet hebbende, berooft Ceolulf van de krooi en het leven, en beklimt zelf den Troon als zestiende Koning van Mercia. Bernulf, nayveru* over degrootheic en het aanzien van Egbert, brengt een fterk Leger tegen hem op de been; doek krygt de nederlaag, en moet met fchande te rug wyken. Egbert, zig van dit voordeel bedienende , om zynen lang beraamden aanflag [zie 800,] ter uitvoer te brengen, zendt een Leger-naar Kent, onder bevel van zynen Zoon , Etheiwolf, die zig met weinig moeite van dat Ryk, door het onvermogen van Bernulf om hetzelve te verdeedigen, meester maakt. Egbert raakt dus in het bezit van drie der oude Saxifche Ryken: als zynde dat van Susfex reeds zedert veifeheidene jaaren met zyne Kroon verëenigd. [zie 68,-.] 811. Bemulf van zyn geleeden verhes nog niet volkoomen herlteld zynde , ontweldigt Egbert dien Vorst, byna zonder flag of ltootjhet KoningrykE'sfex, [«.«746,] waardoor hy zig nu van vier der Saxifche Ryken meester ziet. 823. Bernulf trekt eindelyk met een talryk Leger te velde ; doch krygt andermaal de nederlaag. De Oost-Anghërs, het juk der Koningen van Mercia fteeds met Tegenzin gedt-aagen hebbende , waanen nu de geleegenheid gunstig te zyn tot eenen opftand. Bernulf verzamelt in der haast eenige troepen, om hen weder tot onderwerping te brengen; doch fneuvelt in de eerfte ontmoeting. Hy wordt opgevolgd door zekeren Ludecan, zeventienden Koning van Mercia. ongelukkigen uitflag, tegen Alphonfus geöorlogd hebbende, wordt 'er eindelyk een wapenftilftand tusfen beide de Natiën gefloten. 820. Bera, Graaf van Barcelona, treedt op eene verraaderlyke wyze in onderhandeling met Alcahan, om die Stad aan hem over te leveren;doch den toeleg ontdekt zynde, wordt Bera afgezet, en de zedert zo vermaarde Graaf Bernard [zie Duitschland8-}o—832,] in deszelfs plaatfe benoemd, die, op 's 1 Keizers bevel, over den trouwloozenAlcahan wraak neemt, door eenen geweldigen inval in deszelfs 1 btaaten te doen. i 8zr. Alcahan verbreekt het verdrag met Alphonfus , en doet ee- f nen geweldigen in- v val in deszelfs Staa- c ten; doch wordt met l groot verlies te rug I gedreeven , inzon- v derheid door de dap- d perheid van Ramiro, d den Neef en nader- z hand den opvolger van Alphonfus. 822. v Alcahan overlydt, :n wordt opgevolgd ioor zynen Zoon, Abderamen II. Des- h telfs Oud-Oom, Ab- v iallah, door Maho- ft ned , Stedehouder ft >-an Merida, onder- d teund, doet eenen zi opftand tegen hem, iie niet voor het . olgend jaar, door den door hy meende, dat hem, als den Zoon^ van *s Keizers oudften Broeder, onrecht gedaan was , vat de wapenen op; doch die opftand kost hem het leven, [zie Duitschland,] waarop Lodewyk het Koningryk van Italiën weder aan zig trekt. LODEWYK, de godvrugtige, Kening van Itah'én. De Aarts-Bisfchop van Milaan, en andere Geestelyken, welken deel in den opftand genoomen hadden, worden van hunne waardigheeden afgezet; terwyl de overige famenzweerders, dié met tot den geestelyken ftand behoorden , ftrenger behandeld, en de oogen A-orden uitgeftooken. 820. Lodewyk doet afftand van Italiën, en behoeve van zynen oudften Zoon, L O T H A R I U S, Koning vanltalïén. Iie insgelyks reeds tot zynen opvolger n de Keizerlyke waardigheid benoemd vas. [zie Duitschland 877.] 823. Tweeperfoonen van aanzïenin 'sPaus:n Paleis vermoord gevonden zynde, alt Paschalis onder een fterk vermoeen , van daaraan deel te hebben. De eizer zendt twee afgevaardigden naar .omen, om de zaak te onderzoeken, ^elke vry duister bevonden , en einelyk geheel daar gelaaten wordt, na at de Paus zig by plegtigen eede geiiverd heeft. 824. Pafchalis overlydt, en wordt opgeolgd door eugenius 11., 98. Pais. Koning Lotharius komt te Romen, :rvormt eenige misbruiken, maakt :rfcheidene nieuwe wetten, en herelt het oude gebruik, dat de Pausn niet mogen geordend worden , zcxi:r voorafgaande toeftemming des Kei:rs. 82e. Kerkelyke zaaken. [zie Trankryle.] 827. Eu- 82J. De Oost-Angliërs, twee jaaren lang met ongelyken uitflag den Koning van Mercia het hoofd geboden hebbende, en eindelyk vreezende, voor zyne overmagt te zullen bezwyken , begeeven zig vrywilliglyk onder het gebied van Egbert, die, nu reeds meester van vyf Saxifche Ryken, openlyk hunne befcherming op zig neemt, en die van Mercia eenen bloedigen Veldtla» levert", waarin Ludecan fneuvelt, die opgevolgd wordt door Wiglaff, agttienden en laatftea Koning van Mercia. 826. Wiglaff, een tyd lang met ongemeene dapperheid de zegépraalende wapenen van Egbert- wederftaan hebbende, wordt eindelyk gansch-en-al verflagen, en neemt de vlugt in een Kioos- ~—r ■ De OosterfcheKci1 zer, Michaël, fchryft . een brief aan Lodewyk, om zyne gevoelens en handelwyze nopens het verfchil Wegens den beeldendienst te verdeedigen , en tevens te verzoeken, dat 'er een Concilie over die zaak in het Westen mogegehoudenworden. Lodewyk beroept ten dien einde, met kennis van den Paus, een Concilie by een teParys. 82c. Het Concilie, de zaak ernstig onderzogthebbende, doet uitfpraak , dat het plaatfen van beelden m de Kerken wel geoorloofd, doch het aanbidden derzelven voor ongeoorloofd moetgehoudenworden; aan welke uitfpraak dePaus.een yverig voorftandervan den beeldendienst, weigert zyn zegel te hangen. 826. De verdreevene Noordfche Koning, Heriold, [zieDuitschland  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. IC3 DUITSCHLAND. Het GRIEK SCHE RYK, en het Octttn. tn aangrenzende Ryken. het Ryk afftaan, en zig in. een Klooster wil afzonderen; doch, door de RyksGrooten met moeite tot andere gedagcen gebragt, laat hy zig eindelyk zelfs overhaalen , om zig in een tweede huwelyk te begeeven met de vermaarde Judith , Dogter van een Beijersch Graaf; welke echtverbinteniffe naderhand eene bron •werd van de deeriykfte onheilen. 822. De Geestelyken, wier aanzien en invloed in het algemeen zeer groot was, doch inzonderheid op den zwakken en bygeloovigen geest van Lodewyk, beweegen dien Vorst, om te Artigni eene openlyke vernederende boete te doen voor de geftrengheid, omtrent Bernard, en deszelfs medepligtigen , getjeffend. De Keizer ftigt vervolgens de Vorstelyke Abtdyë van Corvey , en het Bisdom van Hildes•heim. 816. Heriold , Koning van Jutland, door de kinderen van wylen Godefroy uit zyne Staaten verdreeven zynde, neemt de vlugt by Lodewyk, en verzoekt deszelfs befcherminge, die hem wordt toegezegd, op voorwaarde, dat hy het Christelyk geloof omhelze. Heriold neemt zulks aan, en wordt, «evens de zynen, te Mentz f, DEEL en zig niet aan 'sKeizers bevelen ftoorende, die beide de partyën een diep ftüzwygen cplag, cn dc rust door eene algemeene verdraagzaamheid poogde te herftellen , worden andermaal in ballingfchap gezonden, en de oproerigften onder hen met eene byzondere geftrengheid gefltaft. Meer krygsman, dan geletterd , tragt Michaël eenige vreemde Hellingen door te dringen , en fommige Joodfche plcgtigheedcn by die der Christenen te voegen." • De Bevelhebber der troepen in het Oosten , Thomas , een groot vriend van wylen Leo , en nayverig over de veiheffing van Michaël, maakt een opftand tegen hem , en verkrygt welhaast, door de achting en geneegenheid, die hy zig had weeten te verwerven, een grooten aanhang. De Saraceenen , in de verdeeldneeden van hetKeizer-Ryk belang ftellende, ondetftcunen hem met troepen. Thomas doet zig tot Keizer uitroepen , en maakt zig meester van alle de Ryks-Provinciën in Afia4 822. De troepen, door Michaël tegen hem gezon.' den, verflagen hebbende, rust Thomas eene fterke Vloot uit, en flaat het beleg om Conftantinopolen , welke Stad zig zo dapperlyk verdeedigt, dat hy , met het naderen van den winter, onveiligter zaake te rug moet trekken. 823. Thomas hervat het beleg van Conftantinopolen.' Zyne Vloot wordt door die van Michaël geflagen; en de Buigaaren , getrouw aan hunne verbintenisfe met het Keizer-Ryk, of liever door hoop van buit aangelokt, zig met de Keizerlyke troepen verëenigende, krygt hy de nederlaag , neemt de vlugt, doch wordt agterhaald en onthoofd. De voornaamfte hoofden van den aanhang worden insgelyks met den dood geftraft, waarna de overigen zig onderwerpen. Eene bende Saraceenen uit Spanjen , uithoofde der aldaar plaats hebbende onlusten dat Ryk ontweeken , maakt zig meester van het Eiland Creta. 't welk, naar hunnen aanvoerder , Candax , Candia geheeten wordt, en zedert dien naam behou* den heeft. 824. Michaël doet vrugtelooze pogingen om Candia te herwinnen,' alwaar de Saraceenen zig blyven vestigen, het Christendom uitroeijen, enden Ma- homedaanfehen Godsdienst invoeren. Brief van Michaël aan Keizer Lodewyk. [zie Frankryk.\ 82$. De Keizer zendt wederom eene fterke Vloot in Zee, om Candia te heroveren. Zyn Bevelhebber behaalt eene groote overwinning op de Saraceenen ; doch , geen behoorlyk gebruik daarvan weetende te maaken , wordt hy verrast en nevens al zyn volk verflagen. De Saraceenen handhaa- vca gedrag tegen hem, 't welk hy lange met geduld gedraagen had , noodzaaken hem eindelyk, om zyn gezag in deezen te doen gelden. Hy beroept een Concilie te Conftantinopolen by een, waarin dat van Nicsea vernietigd, en de Beeldendienst veroordeeld, en afgefchaft wordt; doch zonder eenige ftraffen tegen de dienaars der Beelden aan te kondigen. Deeze gematigdheid maakt hen des te ftouter; zy fcjjglden en vloftten den Keizer openlyk , en tragten het volle, 't welk de vernieling der beelden geduldig had aangezien , tegen hem op te hitfen; waardoor Leo zig ten laatften genoodzaakt ziet, om den trotfen Patriarch in ballingfchap te zenden, en verfcheideneh zyner aanhangers naar verdiensten te ftraffen; waarover zy zig wreeken , door hem by monde en gefchriften als een dwingeland, een vervolger der Kerke, cn een tweeden Nero af te fchüderen; niettegenftaande verfcheidene gematigde Schryveren , hoe zeer mede ernftige voorftanders van den beeldendienst , hem het recht doen van te getuigen, dat hy een der uitmuntendfte Vorsten was, die zedert langen tyd den Troon beklommen had. 810. Michaël, de Stameraar bygenaamd, een man vanlaage afkomst, doch door een famenloopvan gelukkige omftandigheeden, en inzonderheid door de gunst van Leo, tot de eerfte waardigheeden des Ryks verheeven , maakt eene famenzweering, om zynen weldoener van den Troon te ftooten. Den aanflag ontdekt zynde, wordt Michaël gevat, ondervraagd, overtuigd, enter dood veroordeeld. Dit gebeurt daags voor Kerstyd, die altoos met ongemeene plegtigheid gevierd werd, weshalven de Keizerin haaren Gemaal overreedt, om de uitvoering van het vonnis tot na dien Feestdag uit te ftellen. Van dien tusfentyd bedient zig Michaël, om de faamgezwoorenen heimelyk te dreigen, dat hy hen allen ontdekken zal, indien zy hem in den nood verhaten. Voor hun eigen leven bedugt , befluiten zy den Keizer van kant te helpen; en , zig in het geestelyk gewaad vermommende, volvoeren zy dien aanflag in de Hof-Kapèl, by den vroegen ogtend-dienst; waarna zy Michaël uit zyne gevangenis verlosfen, en tot Keizer uitroe pen, zonder dat iemand moeds genoeg heeft, om zig tegen deeze geweldige verheffing te verzetten. MICHAËL II., de stameraar, 34. Griekfche Keizer. De nieuwe Vorst laat de Gemalin en Kinderen van zynen Voorzaat in een Klooster opfluitcn. Om zynen aanhang te verfterken, roept hy alle de gebannene beeldendienaaren , offchoon hy hun gedrag niet minder dan Leo verfoeide , te rug. 821. De beeldendienaars de oude onlusten met eene verregaande gëestdryyende woede vernieuwende, V  1*4 BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS ENGELAND, Schotland en Ierland. FRANKRYK. SPAX'TFk,» t t a t t « vt «t»Ui&Ji; Klooster; waar na Egbert, in minder dan drie maanden tyds, geheel Mercia verovert, en hetzelve insgelyks met zyne Kroon verëenigt. 827. Egbert, nu de geheele Heptarchie onder zyne magt gebragt hebbende , uitgezonderd alleen Northumberland , 't welk-, door innerlyke beroerten -verdeeld en verzwakt, niet in ftaat was om hem het hoofd te bieden, rukt met een fterk Leger derwaards. De ongelukkige ingezeetenen doen hem vrywillig hulde, en de Koning Andred ziet zig genoodzaakt, om het Ryk aan hem af te ftaan. Dus werd de Heptarchie , of de zeven Saxifche Koningryken, omtrent 400. jaaren na den eeriten inval dier Natie, vernietigd, of liever verfmolten ineen enkel Koningryk, 't welk naar de Angien, een der Saxifche Stammen, Engeland geheeten werd, terwyl de Vorsten uit het Saxisch bloed, wier regeering duurde tot den jaare ioóó., den naam voerden van Anglo - Saxifche Koningen. EGBERT, 1. Koning van Engeland. De nieuwe Vorst vergunt Andred, om het Ryk van Northumberland, en Wiglaff, om dat van Mercia te blyven beftuuren, onder den tytel van Koningen, doch flechts met het gezag van Stedehouders , en verleent een gelyk voorrecht aan die van Oost-Angliën. De ingezeetenen der zeven nu verëenigde Ryken allen van gelyke afkomst , taal, wetten , zeeden en Godsdienst zynde, Egbert als den eenigen wettigen erfgenaam hunner oude Vorsten erkennende, en deszelfs deugden eerbiedigende, gehoorzaamen hem blyinoedig; en het nieuwe Koningryk, onder het beftendig genot van innerlyken voorfpoed. rust en vreede , meer en meer in bloei en vermogen toeneemende , begint zelf gedugt te worden voor zyne nabuuren; tot dat welhaast de vernieuwde invallen der woeste Deenen hetzelve aan eene reeks van onheilen bloot ftelden. 830. De Britten van Wallis en Cornwallis eenige vyandelykheden gepleegd hebbende , trekt Egbert tegen hen te velde , en verovert Chester, de eenige plaats, die zy nog in Engeland bezaten, waarna hy hen noodzaakt, om naar hunne klippen en bosfehen de wyk te neemen. 832. De Deenen doen een derden inval, plunderen het Eiland Shepey, en keeren met een grooten buit te rug. 833. De Deenen doen wederom eene landing', met 55. Schepen, in het Gra#ffchap Dorfer, Egbert in- PORTÜGAL. en cmreleerent fe^ 826-828,] Staaten. verkrygt van den dood van Lodewyk een Abdallah , ge- 827. verblyf te Wyk dempt wordt ; by Duurftede, waarop Maho- Eugenius over- encemgeplaat- med de vlugt lydt.en wordt op- fen in Kenne- neemt naar As- gevolgd door. merland, voor tuiiën. zig zelven ,en valentinus, eenigen zyner 829. 99. Paus. bloed-vrienden en landgenoo- Mahomed ver- en deeze , weini- ten; weikever- zoent zig met ge dagen daarna gunningen den Abderamen, en overlydendedoor mwoneren na- verëenigt zig nu derhandduurte met hem tegen gregoricsiv., ftaan kwamen, zynen weldoe- 100. Paus, ner Alphonfus, 829-834. die eene groote De Saraceenen overwinning op van Africa doen Geweld-ge on- de Saraceenen eenen geweldigen lusten tusfehen behaalt waarby inval in Siciliën , Lodewyk, en Mahomedfneu- welk Eiland zv, zyne drie Zoo- velt —Gcduu- binnen weinig tanen, zyne pleg- rende de laatfte ren tyds, geheel tigc afzetting , jaaren vallen'er overmeesterden, en kort daarop van tyd tot tyd en zig aldaar vesvolgende her- medeeenigevy- tigden. ftellmg. [ zie andelijkheeden DxitscAL ] De voor tusfen de 833. Noormannen, Saraceenen en zo men meent, .de Franfchen. DePausr.eemt door Heriold deel inde ontftaagenodigd, be- 831. ne onlusten tusdienen zig van fchen Lodewvk , deeze verwar- Zekere Graaf en deszelfs Zootingen, om ee- Aznar , eenig nen, en matigt ne landing in misnoegen te- zig by die gelceFries- gen gen- " zrwecden, eene ou- u .. . , de woeste Natie, tiet tegenwoordige nog naar hen genaamde Rvk bewoonende en verkrygt den eernaam van Apostel van het Noorden. Ter beloónin* van zynen onvermoeiden arbeid wordt hy drie jaaren laater door den Keizer tot den nieuw geftigten Aarts-Bisfchoppelyken Zetel van Hamburg verheeven , en blyft zyn loffelyk werk , te midden ónder de faare S^^^*1'™' ftandvastis vervolgen > tot aan zynen dood in den S29, De Keizerin Judith, eene onbepaalde heerfchappy voerende over den geest van haar Gemaal, verwyt hem geduuriglyk, dat hv zi* te zeer overhaast heeft, met alle zyne Staaten tuffen zyne drie Voorzonnen te verdeelen , waardoor 'er mets overbleef voor den jongen Karei, (naderhand den Kaaien bygenaamd,) dien Lodewyk in den jaare S23 by haar verwekt had. De Keizer tragt, óp haar fterk aanhouden, zyne drie Voorzoonen, inzonderheid den oudften Lotharius, over te haa'les om ieder een gedeelte der hen toegeweezene Landen aan hunnen jongften Broeder af te ftaan. Doch te vergeeffch. EindeJvk wordt Lotharius door de gerieden zynes Vaders, en de liefkoozingen der Keizerinne , gewonnen; en hy belooft plegtiglyk, de nieuwe verdeeling ten behoeve ran Karei te zullen goedkeuren en handhaaven. 830. Lodewyk u ^.l j. i>vJj.ij_,.riir\.L/> Mentz gedoopt. Lodewyk maakt de nodigetoerustingen, e» geeft intusfen Heriold , en zyne Noormannen, een verblyf in Friesland. 827. Heriold wordtdoor Keizer Lodewyk op den Troon herfteld. De beroemde Monniken , Authbert en Ansgar, vergezellen hem , en prediken 't Euangelie met eenen vry goeden uitflag in Jutland, en het overige van Deenemarken. 828. Heriold wordt audermaal uit zvn Ryk verdreeven, en, den Keizer nietgeneegen vindende,om ten zynen gevalle op nieuw den oorlog te onderneemen , keert naar zyne vorige vcbiyfp-aars te rug. Ansga.-, wiens reisgenoot o, trieeden was , zet de prediking van het Euangelie voorfpocdig voort, or.der de  Van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. ïi% en aangrenzende Ryken. Het GRIEK SCHE RYK. 830. _ Lodewyk beroept eene Ryks-Vergadering te Worms, waarin hy Karei een gedeelte van Duitschland, beneffens het OverRynfch Bourgondiën , (thans Zwitzerland en Geneve ,) en Rhetiën , (thans Graauwbunderland,) toewyst. 'sKeizers tweede Zoon . Pepyn , Koning van Aquitaniën , misnoegd over deeze fcnikking , vat openlyk de wapenen op. Verfcheidene Grooten, nayverig over het onbepaald vermogen van Lodewyks eerften Staatsdienaar, Bernard, Graaf van Barcelona, voegen zig by hem; gelyk mede de berugte Abt Vala , die , door eene uiterlyke vertooning van deugden , den naam van een Heilig Y.erkreegen had , en een groot gedeelte der Geestelykheid en des Volks door zyn voorbeeld tot de belangen der misnoegden overhaalde. Lotharius zelf, berouw hebbende over zyne toegeeffelykheid , onderfteunt heimelyk den opftand; terwyl 's Keizers derde Zoon, Lodewyk de Duitfcher , zig twyffelagtig gedraagt, enden uitflag fchynt te willen afzien. De misnoegden befchuldigen Judith van een eerloozen liefdehandel met den Graave Bernard, en van eenen aanflag, om haaren Zoon Karei van het ganfche Ryk meester te maaken. De zwakke Keizer tragt den ftorm te doen bedaaren, door zyne Gemalin en Bernard van het Hof te verwydercn. Bernard komt behouden in zyn Graaffchap ; doch zyn Broeder en de Keizerin worden door Pepyn opgeligt, den eeriten de oogen uitgeftooken, de andere met geweld genoodzaakt, om het Nonnenkleed in een Klooster aan te neemen. De verfchrikte Keizer, byna van een ieder.verlaaten, belegt eene RyksVergadering te Compiegne , alwaar hy op eene deemoedige wyze fchuld bekent, en plegtig belooft, voortaan alleen den raad der Geestelykheid en Ryks-Grooten tc zullen volgen. Zyne vernedering verwekt ieders medclyden , en men toont zig geneegen , om hem op den Troon te herftellen ; doch de komft van Lotharius, met een talryk Leger, doet alles van gedaante veranderen. Lodewyk , alleen den tytel van Keizer behoudende , wordfc van alle gezag beroofd, 't welk Lotharius zig aanmatigt, die daarenboven zynen Vader alomme door een ftoet Monniken laat omringen, die lalt hadden, om hem het Kloosterleven fmaakelyk re maaken. Doch deeze lieden, inzonderheid zekere Gombaud, het bewind van eenen zwakken Vorst overëenkomfliger met hunne belangen achtende, tragten veeleer Lodewyk in het oppergezag te herftellen. Dc looze Gombaud weet de twee jongden d;r drie Broederen eenen agterdogt tegen Lotharius in te boezemen , en haalt hen \ verder door groote beloften geheel tot 's Keizers belangen over. Lodewyk, door hen onderfteund , wordt plegtig , ' omtrent het eind des jaars, in eene Ryks-Vergadering te Nymeegen , in zyne waardigheid herfteld , waarna Lotharius zig onderwerpt, en in genade by zynen Vader wordt aangenoomen. 83I. Lodewyk beroept eene Ryksvergadering te Aken, alwaar de voornaamfte hoofden der misnoegden ter dood veroordeeld worden ; doch de al te goedaartige Keizer vergenoegt zig, met hen deels in ballingfchap te zenden, deels in Kloosters op te fluiten. De Keizerin Judith wordt in vorige eere herfteld, doch piet dan na dat zy zig by plegtigen eede gezuiverd, en van den Paus ontllag van haare afgeperste Klooster-geloften gekreegen heeft. Graaf Bernard wordt insgelyks te rug geroepen; en de zaaken meestal op vorigen voet herfteld. Dit beweegt 's Keizers Zoonen andermaal tot eenen opftand; doch Lodewyk, nu betere voorzorgen genoomen hebbende, trekt fpoedig tegen hen te velde, noodzaakt hen om zig te onderwerpen, en verleent hen vervolgens weder vergiffenis. Lotharius nochtans, wien de Keizer het meest vreesde, wordt van den tytel van Ryksgenoot beroofd, en gelast, zig niet buiten zyn Koningryk van Italiën te begeeven. 83z. De Monnik , Gombaud, door zyne beweezene diensten al het vertrouwen van Lodewyk en Judith verkreegen hebbende, wordt Bernard verwaarloosd, die zig uit fpyt by de misnoegden voegt, en Pepvn wederom tot tenen opftand overhaalt, waarin deszelfs Broeders welhaast deel neeuren. Doch Lodewyk , hen den een na den anderen tot onderwerping gebragt hebbende , fchenkt hen, op hun geveinsd berouw , op nieuws genade. Pepyn alleen, als dc eerfte aanftooker, wordt voor een tyd te Trier gevangen gezet, en Bernard , als een verraader, van het Hof gebannen. De verregaande zagtheid, of liever zwakheid , van Lodewyk maakt zyne ontaarte /.oonerf des te ltouter. Pepyn, zyner gevangenis ontvlugt, brengt een fterk Le*cr op den been, om zig met meer nairuk dan ooit tegen zynen Vader te vertetteii, en haalt zyne Broeders met weinig noeitcover, om hem indienfiioodenaanflag :e onderfteunen. 833- Lodewyk, geërgerd over het gedrag van 3epyn, en door de Keizerin nog meer aang.-hitst, V-z¬ en het Oosten. ven zig verder in het bezit van dat Eiland, geduurende dén ivd van 135. jaaren. 827. Het Keizer-Ryk verliest Siciliën , 't welk door de Saraceenen van Africa veroverd wordt. Si9. Michaël overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, THEO P Hl LUS, 35. Griekfche Keizer. een uitmuntend Vorst, en zulk een ftreng handhaaver van het recht, dat, fchoon alle verdrukten vryheid hadden, om hun beklag in eigene perfoon aan hem te doen, 'er binnen zeventien dagen niemand meer gevonden werd, die van dit verlof behoefde gebruik te maaken. Hy doet zelf de moordenaars van " Leo, hoe zeer zyn Vader het Ryk aan hen te danken had, ter dood brengen.- 830. 'sKeizers Gemalin, Theodora, uit baatzugt een gansch Schip met Koopwaaren gelaaden hebbende, om daarmede handel te dryveji , laat Theophilus , verontwaardigd over deeze ontëering der VorsteIykeMajefteit, en benadeeling van de belangen der ingezeetenen, Schip en lading in brand fteeken. 831. De Caliph, Almamun , doet een inval in de Ryks - Provintiën in Afia , en maakt zig meester van verfcheidene fterke plaatfen. Theophilus zendt de beroemde Bevelhebbers , Manuël, en Theophobus, welke laatfte een afftammeling der Perfiaanfche Koningen, en met 's Keizers Zuster gehuuvyd was, tegen hem, die de verdere voortgangen der Saraceenen fluiten. 833- De Caliph Almamun overlydt. rly was een der grootfte voorllanlers van de fraaije letteren en weetenfehappen , en fpaardc moeite.noch  -i;6 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP bïr ALGEMEENE GESCHIEDENIS,' ENGELAND, Schotlanden Ierland. FRANKRYK. SPANJEN en ITALIËN, NEDERLANDEN* intusfen de nodige toebereidfelen gemaakt hebbende, om hen het hoofd te bieden, levert hen eenen bloedigen Veldflag by Charmouth, en brengt hen zulk' eene zwaare nederlaag toe, dat zy met groot verlies moeten te rug trekken. 83j. Een verbond met de Britten gefloten hebbende, doen de Deenen, door deeze hunne bondgenooten onderfteund, eenen nieuwen inval in Devonshire. Egbert ontmoet hen te Hengesdown, en behaalt zulk eene beflisfende overwinning op beide deeze Natiën, dat zy hem, den overigen tyd zyner regeering , in rust laaten. 838. Egbert overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoen, E T H E L W O L F, 2. Koning van Engeland. «enen Vorst van een zwakken geest, " eerder de hoedanigheid van eenen Monnik, dan van eenen Koning bezittende. Om de heerschzugt van zynen oudften Zoon, Atelfthan, te believen, fielt hy hem in het bezit van Kent, Esfex, en Susfex. De Deenen, met de zwakke regeering van Ethelwolf hun voor^ deel doende, hernieuwen hunne invallen jaar op jaar, voeren alles weg, wat hen voorkomt , en, niettegenftaande zy nu en dan door de Engelfehe Bevelhebbers geflagen worden , honden zv echter niet op , het Koningryk geduuriglyk te ontrusten en te verwoesten , en inzondetheid, uit haat tegen het Christendom, alle geweld te plagen tegen Kerken, Kloosters, Monniken , en Priesters. 839. Het tegenwoordige Schotland was zedert onheugbaare tyden bewoond geweest door twee ftiydbaare Volkeren , de Schotten en de Pikten, waar van wy reeds nu en dan melding gemaakt hebben; doch de lotgevallen dier twee Natiën, : welken elkander geduuriglyk be- 1 oorloogden, waren tot dus verre < todanig duister, onzeeker, of min 1 merk- Frieshnd te doen , en wel in dat gedeelte, 't welk thans Holland genaamd wordt. De Rhyn opvaarende by Katwyk , alwaar die Rivier toen nog in de Noord-Zee uitwaterde , regten zy alomme de yerfchrikkelykfte verwoestingen aan, en keeren met een ryken bn.it te rug. — Verlies van Navarre. [zie Spanjen 831.] 837. De Noormannen doen wederom eene landing, plunderen het Eiland Walcheren en andere plaatfen, dringen door tot Antwerpen , welke Stad zy in brand fteeken , en persfen alomme de ingezeetenen zwaare geldfommen af. Sommige Friefche Graaven trekken tegen hen te velde, doch worden, met al hun volk , ter neer gehouwen. Lodewyk eindelyk ernstige maatregelen neemende , om die woeste Roovers te verdrvven, verhaten zy het land , en bepaalen hunne ftrooperyën tot de Zee, alwaar zy alle Vaartuigen wegneemen. 838. Pepyn , Koning van Aquitaniën , overlydt,twee Kinderen nalaatende, die van de opvolging wotden uitgefloten , ten gevalle van de Keizerinne Judith, welke haaren Gemaal bewoogen hadt, om Aquitaniën , benevens het overige gedeelte van Frankryk, aan zynen jongften Zoon Karei toe te wyzen. 839. De ingezeetenen van Aquitaniën vatten de wapenen op , om de rechten .'an Pepyns Zoonen te ïandhaaven, doch wor- . len door Lodewyk met • ;eweldgenoodzaakt, om < lig ruivi en omgeieegene Staaten. gen de Franfche troepen hebbende genheidhetge- opgevat, verdryft zag aan , om hén uit Navarre , omtrentflaati- met behulp zyner gefclnllen eene talryke en vermo- beflisfende uit- gende bloed-ver- fpraakte doen. wanten , nevens [ de Duitsch- hem uit die Pro- land. ] vincie afkomstig, en wordt door al- 834. lede ingezeetenen van Navarre als De Saracee- hun wettig en on- nen van Sicilië af- doen , cn \c.ucic lorge- vallen , behooren tot de oude gefchiedenis. Omtrent den aanvang der vyfde Eeuwe werden alle deeze landen door de Franken , zedert Franfchen genaamd , ingenoomen , uitgezonderd de landftreek der Friezen , toen veel uitgeflrekter dan tegenwoordig (*), welke echter naderhand mede aan het Franfche Ryk onderworpen wierd; zo dat alle de Nederlanden onder dat uitgeftrekte gebied behoorden , gelyk wy ook de me.kwaardigfte gebeurtenisfen , tot dezelven betrekkelyk, tot dus verre onder het Artykel van Frankryk gemeld hebben. Dan, eene Ryksverdeeling, door den Franfchen Koning en tevens Keizer, Lodewyk den Godvrugtigen , dit jaar , flegts weinige maanden voor zynen dood, onder zyne drie Zoonen gedaan, de Nederlanden in twee , en 'kort daarna zelfs in drie afzonderlyke ftukken fplitfende, en onder het gebied van even zo veele byzondere Vorsten ftellende , moeten wy dezelven van dit tydftip af onder een afzonderlvk Artykel verhandelen. Volgens de gemelde Ryksverdeeling wordt aan Lodewyks oudften Zoon , Keizer Lotharius, al het land" beöoflen de Maaze , en aan den jongften Zoon , Karei den Kaaien, Koning van Frankryk, al het land beweften de Maaze toegeweezen (f); doch die Vorsten werden in het gerust bezit van deeze hunne Staaten onöphoudelyk geftoord door de invallen der woeste Noormannen , of Deenen , [de Duitschland 216 , en Franl.ryk 826 - 837 , ] welken nu reeds zedert eenige jaaren een groot gedeelte deezer Landen van tyd tot tyd op eene deerlyke wyze geplunderd en verwoest hadden. Dit zelfde jaar wordt byna geheel Friesland door een ysfelyken watervloed overftroomd, waardoor verfcheidene lan» (*) Het groetfle gedeelte der tegenwoordige zeven Verëenigde Nederlanden werd, omtrent dien tyd, in het algemeen Friesland, en de ingezeetenen Friezen geheeten, even gelyk dez'lvc» m laatere tyden by buitenlanders doorgaans Hollan3 en Hollanderen genaamd werden» (f) Lotharius kreeg derhalven een grcot gedeelte van Holland , geheel Gelderland , Utrecht, Överysfel, Friesland , '■n Groningen , en ten gedeelte van de tegenweerdge Oostenrykfche Nederlanden ; waarvan het overige gedeelte, (onder ir.deren geheel Braband , Vlaanderen, tn 'Heenegouwen bc~. 'seizende,) benevens Zeeland, en tm klein gedeelte van Holland, 'an Karei ten deck viel. 839. De landen , welken thans de Zeventien Nederlandfche Provinciën uitmaaken, werden oudtyds door verfcheidene Krygshaftige Volkeren bewoond, waaronder byzonderlyk de Batavieren en Friezen uitmunteden, en van welke allen de hatstgemelden alleenlyk zyn overgebleeven. Derzelver oorlogen en verbonden met de Romei-  tan CONSTANTÏNÜS m GROOTEN a* Ï6Ï ïf ben TEGENWOORDIGEN TYD. ijf DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryken. Het GRIEK SCHE RYK, tehitst, onterft hem plegtiglyk, en geeft eszelfs Koningryk Aquitaniën aan zynen jongften Zoon Karei. De twee andere Broeders neerhen dit tot een voorwendfel, om openlyk de wapenen ten behoeve van Pepyn op te vatten, en hunne troepen famen te verëenigen. Lodewyk van zynen kant rukt met een fterk Leger de oproerigen tegen , en de beide Legers ontmoeten elkander in den Elfas , tusfen Bazel en Straatsburg. De Roomfche Paus, Gregorius IV., door Lotharius overgehaald , om hem op deezen togt te vergezellen , onder fchyn Van eene verzoening te bewerken, matigt zig het recht aan, om over Staatsgefchillen eene beilisfende uitfpraak te doen. Zyne tegenwoordigheid in het Leger der misnoegden, en het gerugt, dat hy gekoomen was, om den Keizer in den ban te doen , haalt veele zwakke geesten over , om van dien Vorst af te vallen; niette- fenftaande verfcheidene braave Geestelyen zig ftoutmoedig tegen den Paus verzetteden , en zelfs dreigden hem op hunne beurt in den ban te zullen doen, indien hy eenig onbetaamelyk gebruik van zyn vermeend oppergezag dagt tc maaken. Op. het oogenblik, dat men zig gereed maakte om de vyandelykheeden aan te vangen , ftaan de Prinsfen eene onderhandeling voor, die door hunnen Vader wordt aangenoomen , en de Paus begeeft zig ten dien einde naar het Keizerlyk Leger. Dan zy befteeden dien tusfentyd, om het grootfte gedeelte van 's Keizers troepen op hunne zyde te lokken, waartoedePaus, die zig in deezen meer dan twyffelagtig gedi oeg, door zynen invloed niet weinig fchynt te hebben toegebragt. Lodewyk , byna van een ieder verlaaten , moet zig aan de genade zyner kinderen overgeeven. Hy wordt verklaard van het Ryk vervallen te zyn, en , nevens zyne Gemalin en jongfte Zoon, doch elk in eene aigezonderde plaats, opgefloten ; terwyl Lotharius in zyne plaatfe als Keizer erkend wordt. Dit niet alleen: Men doet den ongelukkigen Vorst openlyk , in het gewaad van eenen boeteling, in de Kerk verfchynen, alwaar hy, met veele vernederende plegtigheeden , belydt fcbuldig te zyn aan verfcheidene zogenaamde zonden tegen de Kerk en den Staat, die hem werden te last gelegd, en wordt vervolgens veroordeeld, om zynen overigen leeftyd in een Klooster deswegens boere te doen, aan al het welk hy zig met eene verregaande deemoedigheid onderwerpt. 834- Dc ongelukkige toeftand van den afgêzetten Keizer beweegt eindelyk een zyner Zoonen , Lodewyk den Duitfcher,- tot medelyden; en , Lotharius daarenboven een groot misbruik van zyn gezag maakende , en het ganfche Ryk aan zig poogende te brengen, verëenigt hy zig met Pepyn, ter herftelling van hunnen Vader. Veele getrouwe onderdaanen zig by hen voegende, neemt Lotharius de vlugt naar Italiën. De Keizer wordt plegtiglyk herfteld , na dat hy alvorens , op zyne eigene uit eene overmaat van godsvrugt, of liever bygeloovigheid, voorspruitende begeerte ,' m het openbaar weder met de Kerk was verzoend geworden. De Keizerin en de jonge Karei worden mede in vryheid, en Pepyn in zyn erfrecht, en het Ryk van Aquitaniën, herfteld. Lotharius , nog eenigen tyd lang hardnekkig blyvende , wordt eindelyk overgehaald, om de wapenen neder te leggen, en zig aan zynen Vader te onderwerpen, die hem met opene armen ontfangt en alles vergeeft. 835. Lodewyk houdt eene Ryksvergadering, waarin de voornaamfte Geestelyken, die den opftand zyner Zoonen onderfteund hadden, inzonderheid Ebbo , Aarts-Bisfchop van Rheims, worden afgezet. 837. De Keizerin Judith herneemt haaren vorigen invloed op haar Gemaal, en doet hem weder in dezelfde misflagen verval-Ien. Hy verklaart, op haar fterk aandringen , Karei tot zynen opvolger in alle de Franfche Staaten, 't welk zyne drie andere Zoonen , inzonderheid Pepyn, groot misnoegen geeft, en waarfchynlyk de oude onlusten zoude hebben doen herleeven, indien de kort daarop volgende dood van dien Prins de reeds beraamde ontwerpen niet verydeld had. 838. Moeijelykheeden in Frankryk. [de aldaar-.'] Dé'gezondheid en kragten van Lodewyk zeer verzwakkende, tragt de Keizerin , om zig en haaren Zoon , in gevalle van deszelfs overlyden , niet van alle fteun beroofd'te zien, zig met Lotharius te verzoenen , en een verdrag met hem aan tegaan , om het Ryk tusfen hem en Karei te verdeelen. Lotharius neemt zulks aan, en Judith herftelt ht m hierop geheel-en-al in het vertrouwen en de gunst zynes Vaders, die hem andermaal tot zynen opvolger in 't Keizer-Ryk verklaart. 839- Lodewyk den Duitfcher eenige vyandelykheeden gepleegd hebbende, neemt de Kei- V 3 noch kosten, om dezelven aan te kweeken. Hy rigte Schooien en Boekeryën op in de voornaamfte Steden, lokte de bekwaamfte mannen aan zyn Hof, deed de beste Griekfche Werken in het Arabisch overzetten , en bragt de kennis der Wysgeer'.e , Genees- Sterren- en Wiskunde onder de Saraceenen , of Arabieren , tot zulk eenen hoogen top , dat zy alle andere volkeren verre te boven ftreefden, en men de herftellingder vervallene weetenfehappen inEuropa zedert vootnamenlyk aan hen te danken had. Almamun wordt opgevolgd door zynen Broeder ,aimotaseki;, agten- twintig/ten Caliph , die de eerfte jaaren zyner regeering befteedt, met eenen opftand, door zekeren Babek in Perfiën veiwekt > te dempen, 83j. Theophilus zendt een pragtig gezantfehap aan den nieuwen Caliph, en fluit inet hem een verdtag van vriendfehap. Hy verciert Conftantinopolen door een aantal pragtige gebouwen, en verfterkt de Stad tevens , door de muuren tot eene verbaazende hoogte te laaten optrekken. 836. Dë verkiezing van een nieuwen' Patriarch van Conftantinopolen , die een fterk y veraar'tegen de beelden was, geeft aanleiding, dat de beeldendienaaren met meer hevigheid dan immer te voren vervolgd,, ere zelfs verfcheidenen van hen ter dood gebragt woiden. Db Saraceenen , het verdrag verbreekende , doen eenen geweldigen inval in de Rvks- Provinciën in Afia. Theophilus, in peifoon tegen hen te velde getrokken , krygt de nederlaag, en loopt groot gevaar van zvn leven, 't welk alleen door de getrouwheid van ivn Bevelhebber , Theophobus, gered wordti 837. Dë Keizer behaalt eene groote overwinning op de Saraeeenen.- 838;. De Saraceenen brengen een veel fterker Leger te velde. Theoj hi-  ïf8 BEKNOPT T YDREKENKU-NDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ■ ENGELAND, FRANKRYK. SP AN J EN en ITALIEN, NEDERLANDEN. DUITSCHLAND Schotland enUrknd. PORTUGAL, en idZZl 1 u vj i i s^HLAND, zigaan zynelcmkkmg .tnerkwaardig, datzy te onderwerpen, en geen geregcldeplaat- Karei als hun Vorst te ring verdienden. D-'t erkennen. Ryks- jaar eindelyk begint verdeeling, door Lo- de gefchiedenis van dewyk gemaakt, [de Schotland eenigfins DuitschL] —Een groot op te klaaren,en van gedeeltederNcderlan- meer gewigtte wor-' den, daardoor, van den. De vermaarde Frankryk wordende KennethII.,naeene afgefchc-iden, zullen lange zeertwyffelag- wy dezelven voortaan tige afzonderlyk verhan- -1 delen. [zieNederknden] 84c. Dood en karakter van Lodewyk. [de T>-titse//land.] Hy wordt, volgens zyne laatfte fchikking, opgevolgd door zyn Zoon , K.AREL II., de k a a i. e , 4. Koning van den tweeden Stam. Zyn oudfte Broeder, Lotharius, verkrygt de Keizerlyke waardigheid, benevens Italiën , en zyn tweede Broeder, Lodewyk, Duitschland. De heerschzugtige Lotharius tragt zig van zyner Broeders Staaten meester te maaken , en trekt eerst te velde tegen Lodewyk , doch bevindende , dat deeze, door den getrouwen byftand zyner onderdaanen , .maar al te zeer in ftaat was,om hem het hoofd te bieden,keert hy zyne wapenen tegenFrankryk. Karei, van de geneegenheid zyner nieuwe onderdaanen niet volkoomenverzeekerd, Jvergelyk 839 ,] en te zwak om zynen Broeder te weerftaan , fluit een verdragmet hem, waarby hy een gedeelte van Frankryk aan hem afftaat. 841. Karei en Lodewyk verëenigen hunne belangen en kragten tegen Lotharius, die zynen .aanhang verfterkt, door de aanfpraaken' van wylen Pepyns oudften Zoon , mede Pepyn genaamd, [de 838 m 839,] te begunstigen. De wederzydfcheLegers ontmoeten elkander by Fontenay, in Bourgogne , alwaar een der blocdigfte veldilagen geleverd wordt, die in dc gefchiedenisfen bekend is,en aan denbloem .van den Franfchen , Duitfchen , en Italiaanfchen Adel het leven kost. Lotharius kryt de nederlaag, en neemt de vlugt naar Aken. —- Geduurende alle deeze onlusten doende Noormannen eenen inval in Frankryk , en drlngendoor totRouaan, alomme plunderende, en vernielende, en een rykenbu.it met zig voerende. 841. Gevolgen der behaalde -overwinning op Lotharius. [zie Duit,chLnd.] 843. De Staat,n. ' landen wegfpoelden, afhanklyk Heer een onnoeiii elyk aanenGraai erkend, doen eenen tal menfehen en beesDeeze tytel van inval in Ita- ten verdronk, en voiGraaf werd na- licn , maar gens fommigen, de derhand , •[ de worden te uitwatering van den 880,] in dien rug gedree- Rhyn in de Noordvan Koning ver- .ven.-DePaus Zee door het ingeanderd. laat , terbê- woelde zand verftopt veiliging der w erd. 841. kust, Ostia 840. en meer an- ^ Koning AI- dereplaatfen Dood van Keizer phonfus, in dc verfterken. Lodewyk, enheevilaatfte jaren zy- ge onlusten tusichen ner regeeringe 840. deszelfs opvolgeren , va:r tyd tot tyd, . [ de Vuitsc.'/land, en en doorgaansch Dood van Fr.mhyk.} De Nedergelukkig, tegen Lodewyk , landfcheStaatcn worde Saraceenen enopvolging den , te midden van geóorlogd heb- van Lotha- deeze verwarringen , bende , over- rius m het van de nodige belydt. Uit een Keizer-Ryk. fcherminge verftoozogenaamd'be- [zie Duitscji- ken , aan de gewelginfel van gods- land.]—Het denaryën der Noorvrugt! over- man- >- ; yjp uc verunynmg eter ij ^ j -r, 1 , 1 Keizerlyke troepen wordt Lodewyk de Duitfcher door het grootfte gedeelte der zynen verlaatcn, en neemt de vlugt naar Beijeren. De Keizer ftort kort daarna in eene gevaarlyke ziekte, welke verërgert door zynen bygeloovigen angst voor eene omtrent dien tyd voorvallende geheele Zons - verduistering, welke de onkunde dier eeuwé als" een voorbode 'der verfchrikkelykfte rampen deed aanzien. Na eene allergodvrugtigfte voorbereiding ter dood, en een plegtige uitfpraake van vergiffenis omtrent zyne zo dikwih oproerige kinderen en alle zyne vyanden, overlydt hy op een Eilandje in den Rhyn by Mentz , werwaaids hy zig had laaten vervoeren. Hy bezat ongetwyffcid de. bcminnelykfte hoedanigheeden , maar zyne te verregaande flauwhartigheid, toegeeffelykheid, en bygeloovigheid waren voor hem zelven en het ganfche. Rvk eene geduurige bron van kwelling en onheilen. — Hy wordt opgevolgd door zynen oudften Zoon, LOTHARIUS, 3. Keizer. een Vorst, van .een heerschzugtig en onrustig karakter. Onlusten, daatüit ontftaan. ['zieFrankryk.] ' 84r. . Lotharius wordt door zyne Broeders by Fontenay geflagen. [zie Franlryk.] ... . 842.; , .,:. ■ De Hertogen van Polen [zie 768,] met Popiè'l.II., den negenden Her-, r°g (*), omtrent den jaare S33. zynde uiigeftorven, was dat Land zedert be- (*) Be oude gefchiedenis der Pooien is, gelyk die van .ailcf andere Volkeren, zeer, duister en fabelagtig; en men weet van hunne eerfte Hertogen naauwelyks iets met vcnOegzaamc zeekerheid, dan de blocte naamen; zynde als volgt: , 1. x k c k 1. , de (li'iter van de oudfte Stad Greien, na wiens dood eene lang» tusf.nregeering var. Waiwoo len volgde ; 2. citAt o s , de ftlgter van Cracan , toen de~"Hoofdftad'van Polen; 3. l e c k n.; 4/venda, eene Dogtervan Cmcus.mt welke deeze Stamme uitftierf; 5. leszko 1. , na eene onmti^c tusfeni egcering (LrWatwoodw , cm zyne betoonde dapperheid tegen de Hon- sas- Keizerin die geleegenheid te baat,om hem, offchoon hy zig fpoedig weder met zyn Vader verzoendthad, van alle zyne Staaten,Beijeren alléén uitgezonderd, te berooven, die onder Lorharius en Karei verdeeld worden, zodanig dat Lotharius al hét land , beoosten de Maaze en Rhone,en'Karel al het landgewesten die twee Rivieren, ten deele valt. Deeze onbillykheid vervoert Lodewyk op nieuws tot eenen opftand, waarin hy dooide meeste volkeren van Duitschland onderfteund wordt. De Keizer ziet zig dus genoodzaakt, om met een fterk Legertegen hem te velde te trekken. 840.  tah CONSTANTINUS bsN GROOTEN af tot óp ben TEGENWOORDIGEN TYD. en aanrandend. Ryken. Het G R I E K S C K E . R Y K, en het Oosten. beftuurd geworden door de voornaamfte Grooten, Walwooden (dat is, Legerhoofden ,) genaamd. Doch deezen geduuriglyk met elkander twistende, en elk hunner het opperst gezag boven de anderen zig tragtende aan te matigen, of hunne driften, ten kosten der ingezeetenen , te voldoen, vatten de Poolen, reeds van ouds her door een Herken geest van vryheid en onafhankelykhrid bezield, de wapenen op, om dat juk af te fchudden , en eene geregelder regeerings-form te doen vaftltellen, door het hernieuwen der Heitoglyke waardigheid. Alle de Grooten elkander die eere misgunnende, valt eindelyk de keuze op den vermaarden Piast, een gering Iandoouwer, doch alomme hoog geacht van wegen zyne uitneemende bekwaamheeden en deugden. Deeze piast, dus tot tienden Hertog van Polen verheeven, en de Stamvader van een doorluchtig en zeer uitgebreid Vorstelyk gefiagt, vestigt den Hcrtoglyken Zetel te Gnefen , en regeert op eene alleruitmuntendfte wyze , de zecden zyner Natie befchaavende , de rust en goede orde herltellende, degeweidenaryën der Grooten beteugelende, en het recht en de billykheid ongefchonden hand-" haavende; terwyl hy zig tevens zo gedugt maakt by de nabuurige volkeren, dat'zyne Staaten, in deeze droevige tyden van algemeene verwarring en oorlogen , beftendiglyk .van alle wandelyke aanvaflen bevryd blyven. Keizer Lotliarius verleent de Saxers vryheid srangeweeten , ot, met andere woorden,' verlof om tot het Heidendom weder te keeren , ten einde hen dus in zyne belangen te trekken ; doch zy blyven getrouw aan Lodewyk, die, zyne benden met die van zynen Broeder Karei vereenigende, den Keizer noodzaakt, om naar Italiën de vlugt te neemen. De twee Broeders beroepen hierop eene Vergadering van Bisfchoppen te Aken , welken, Van het fteeds toeneemend Geeftelyk gezag een verregaand misbi tuk maakende, Lotharius afzetten, zyne onderdaanen van den eed ontdaan, en, op de plegtige belofte van Lodewyk en KaTel , dat zy beter regeeren zullen, 'hen verlof geeven, aanmaanen , ja beveelcn, om de Staaten van Lotharius aan zig te trekken; uit kragte van welk onwettig vonnis zy dezelven onder zig verdeelen. Doch kort daarna, het zy uit berouw , waare zugt tot vreede , of wel uit vreeze voor Lotharius, kenen zy het oor aan de voorflagen, door hem gedaan, om hunne verfchülen in der minne te vereffenen. 843. Na gaaren , die geheel Polen dreigden te overmeesteren, tot Hertog verheeven; 6. l e s z k o 11., uit e'tn *nder, en wel zeer gering gefiagt af omstik , die zyste waardigheid eiffelyl; naliet aan zyne"afflammiüngen, 7. ieszko m.; 8. popiël n; en j-POPiEiu., vk$ w'mdtiu Stomme ultjlierf. lus trekt hen tegen, en levert hen eenen bloedigen veldflag; doch wordt geflagen, en raakt, door zynen yver vervoerd, in het uiterfte levensgevaar; wordende thans wederom alléén door de getrouwheid van zynen anderen Bevelhebber, Manuël, behouden. Theophilus betoont zig zo dankbaar jegens zynen verlosfer, dat deeze welhaast het voorwerp wordt van den nayver en den haat der Hovelingen, die hem by den keizer van verraaderlyke aanflagen weeten verdagt te maaken. Manuël, onderligt van het geene tegen hem gebrouwen werd, neemt uit fpyt de vlugt naar Bagdad, en biedt den Caliph zynen dienst aan, die hem zeer heufchelyk° ontfangt , en het bevel toevertrouwt over eenen krygstogt tegen eenige oproerigen in Perfiën , die door Manuël geflagen , cn tot onderwerping gebragt worden. Op het betoonde Leedweczen en ernstig aanzoek van Theophilus zelven, keert--Manuël echter het volgend jaar naar Conitantmopolea te rug, en wordt m vorige gunst herfteld. 840. Theophilus , wederom tegen de Saraceenen te velde getrokken, verovert en vernielt verfcheidene Steden in Syriën , onder anderen Sozopetra, geboortc-ftad van den Caliph. Het Perliaanfche Corps in 's Keizer* dienst, door het groot aantal vlugtelingen uit Perfiën tot 30,000. man aangegroeid, flaat, uit misnoegen over het agterblyven hunner foldy , aan het muiten, en roept hunnen Bevelhebber, Theophobus, tot Keizer uit-. Die braave man wyst deeze waardigheid van dc hand, en tragt hen tot inkeer te brengen; doch, hen hardnekkig vindende, neemt hy de vlugt; en geeft den Kei/.er van alles kennis, die hem met eere overlaadt, doch eene onbillyke agterdogt tegen hem blyft koesteren. De Perfiaanen, te talryk om geftraft tc worden, in byzondere kleine hoopen verdeeld zyn; de, worden onder de overige troepen ingelyfd, ' " 841. De Caliph Almotafem brengt een allergedugtst Leger op den been, en rukt in klein Afia. Theophilus levert hem eenen bloedigen veldflag, doch krygt de nederlaag , en wordt andermaal door den getrouwen Manuël uit doods-gevaar verlost. Het verraaderlyk gediag der Perfiaanfche troepen eene der voornaamfte oorzaaken van 'dit verlies geweest zynde, wordt Theophobus door zyne vyanden befchuldigd , dat hy hen tegen den Keizer heeft opgeftookt, en hierop door dien argwaanenden Vorst zonder onderzoek in hegtenis gezet. De Caliph intusfen , zyne overwinning voortzettende, verwoest Armoritm, de geboortc-ftad van 's Keizers Vader, en eenige andere.plaatfen, en voert ruim 30,000. gevangenen met zig naar Bagdad te rug, daaronder 41. Bevelhebbers, die, na verloop van zeven jaaren_,.uit hoofde van hunne ftandvastige weigering, om het Christendom te verzaaken, worden ter dood gebragt. 842. Almotafem, door veele deugden en begaafdheeden de al emeene liefde en eerbied zyner onderdaanen verworven hebbende, en"inzonderheid vermaard door de ongemeene pragt zyner huishouding , overlydt, èn wordt opgevolgd door zynen Zoon, alwatheck, rtègtn-en-twintwjcen Caliph. De Keizer ftort in eene zwaare ziekte, geduurende welke hy, fteeds dooiden zelfden argwaan bezield, Theophobus ter dood laat brengen. Deeze daad bezoedelt den roem eener regeering, waarvan zyne bitterfte vyanden zelven, de beeldendienaaren , gedrongen waren met de hoogfte lof te gewaagen. Hy overlydt kort daarna , en wordt opgevolgd door zynen Zoon, MICHAËL' III., 36. Griekfche Keiler. een kind, naauwelyks drie jaaren oud, geduurende wiens minderjaarighefd de Keizerin , Theodora, het Staatsbewind in handen had. Het volk. door de deugden van den Veldheer Manuël getroffen, wil hem tot Keizer uitroepen, doch hy wyst zulks edelmoedig van de hand, en onderfteunt het  tfs BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP öês. ALGEMEENE GESCHIEDENIS,- ENGELAND, FRANKRYK, SPANJEN « ITALIËN Schotland en Ierland. PORTUGAL. tige reeks van Vorsten , nu zedert vyf jaren den Schotfchen Troon beklommen, en al dien tyd verwoede oorlogen met de Pikten gevoerd hebbende , behaalt op hen eene beilisfende overwinning, verdelgt die ganfche Natie, uitgezonderd eecige weinigen , die naar elders de wyk neemen , en onder andere Volkeren verfmelten , en verëenigt alle hunne Landen aan zyn gebied; zynde dus de eerfte der Schotfche Koningen is, die zig van geheel Schotland meester ziet; waarom wy ook, de oude zeer onzeekere , en by de geichtfte Schryveren verworpene, naamtelling daar laatende, de onze met deezen Vorst zullen aanvangen; Hellende dus K e n n e t h n., I, Koning van Schotland. Ten einde, zo mogelyk de gedagtenis an Sanche. 857. Mu-  van CONST ANTFNUS- den GROOTEN ap tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 163 I T A L I , Ë N, NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het GRIEKSCHE en omgel egcne Staaten. onrifhankelvk van Lodewyk te maaken, en de Slaat-en van Salerno en Capua [zi: 840 ,] weder met zyn Hertogdom te verëenigch, wordt' door Lodewyks troepen geflagen , tot onderwerping gebragt, en de Saraceenen uit byna geheel Benevent verdreeven. . > Paus Leo vergroot Romen, "door het aanbouwen van cen-ftuK:, naar hem Leo's. Stad genaamd, waardoor de Iferken van St. Petrus tn Sl. Paulus, die te vor^n in het open veld ftondch, binnen Stads muuren gebragt, en dus voor de ïïiooperyën der Saraceenen beveiligd worden. Dit werk wordt in vier jaaren tyds voltooid, en vervolgens in 8ji. plegtig ingewyd. ; .i . • ^49*. t^ibtntot: li nb De Saraceenen doen eenen inval in Toscaanen, en vernielen'aldaar eenige plaatfen. Van daar naderen zy den mond van den'Tybèr, dieti 'dé Fa u's door zwaare ketenen had laaten, affluiten. Een ge-' weldige ftorm vernielt hunne vloot; verfcheidene Schepen worden op de kust geworpen,, en alle de manfehap gevangen genoomen. Kcr- kelyke zaaken. [zie Frankry'.;.] na asiai'ibd 91 (itrblbgcl j .•> cna , ■taut-mil , V .g&flMPlftïy Ij..vr cab JWH ,c?§tb Lodewyk, door zynen Vader, tot Ryksgenoot benoemd, wordt door den 'Paus plegtig tot Keizer gekroond. 852. Eenige duizende ingezeetenen van .Corfica, door de Saraceenen uit hun Eiland verdreeven, neemen hunne toevlugt tot den Paus , die hen de Stad Porto tot eene woonplaats toewyst. Lodewyk tragt de Stad Bari [zie 842 ,] op de Saraceenen te heroveren, doch ontmoet aldaar zulk eenen heevigen tegenftand, dat hy die onderneeming moet itaaken. . 853- De Paus houdt een vermaard Concilie te Romen , ter hervorming der goddeloosheid en ongebondenheid onder de Geestelyken , welken tot eene verbaazende hoogte gefteegen waren; leidende de meeste Bisfchoppen , wier rykdommendoor de menigvuldige giften der bygéloovigen dagelyks aangroeiden , een allezins ergerlyk, weelderig, lui, en pragiig leven; terwyl de Kerkelyken van minder rang , alles aan de voldoening hunner zinnelyke lusten opofferende, zig aan geweldenaryën, bedrog, cn de fchreeuwendfte euveldaaden fcliuldig maakten. Het Concilie tragt deeze fchandelyke misbruiken te hervormen, door het invoeren van eene ftrenge Kerktugt, en de overtreeders met afzetting ," kerkban, en andere ftraffen te bedreigen, welke uitmuntende verordeningen nochtans, als flaauwelyk gehandhaafd wordende, van weinig of geene uitwerking zyn. 855. Dood d eilanden verk-reegen hebbende, [ziéFranbyk 826,] en onder het vermoeden gevallen zynde, dat hy dp eeneverraaderlyke wyze met .zyne landsgenooten heulde , wordt, op last van Keizer Lotharius, om het leven gebragt. Zyn Broeder, Roruk , vyorct om gelyke reden in hegtenis genoomen; doch ontfnapt, eenigen tyd daarna , zyne gevangenis, en neemt de vlugt naar Deenemarken. ,lkvf 'kit • • Ife&ilyï v»f> vtt 1"' m'sd sbt - Roruk ,. met eene talfykc behdë Noormannen 'te rug Toornende, maakt zig meester van Duuritede, alwaar hy zig'zodanig vertier kt, dat Lotharius hem niet alleen die Stad, maai'.opk.de omliggende lahdilreek, moet alitaan, op voorwaarde, dat Roruk hem" als Leen-, heer erkenne, fchatting betaale , en het land te- fen andere overweldigers elpe. verdeedigen. 852. Godefroy, een Zoon van den vermoorden Heriold , door wraakzugt en rooflust tevens gedreeven , nadert de Kusten van Friesland met eene fterke Vloot, en plundert en verwoest byna het ganfche landfchap. 854- Roruk en Godefroy, voordeel méenende te doen met eenige zwaare onlusten, in Deenemarken ontftaan, begeeven zig derwaards. De landen , dooi hen verlaaten, worden door den Keizer aan zyn tweeden Zoon, . Lotharius, gegeeven; doch deeze fchikking is van korten duur, wyl de twee Noormannen in het vokj'.nd jaar, met eene fier- X 2 en aangrenzende Ryken. Lotharius bygeftaan, beöorlogt de Wenden, [zie 768 ,] en noodzaakt hen, om zyn oppergezag te erkennen. Ten einde deeze woeste Natie te beter in bedwang te houden, herftelt hy het oude Hertogdom van Thuringen. 850. Lotharius benoemt zynen oudften Zoon, Lo- v ti vvuctmciu, tegen ae Grieken oorlog tevoeren , en inzonderheid de Ryks-Provinciën in Afia op eene deerlyke wyze'te verwoesten. 853. De Bulgaarfchc Koning, Bogon's, verklaart den oorlog aan het Keizer-Ryk. Theodora laat hem weeten, dat zy bereid is tot eenen kryg, waarüit hy niets dan fchande kan behaalen, het zy van door eene Vrouw verflagen te worden , het zy van flegts over eene Vrouw te zegepraalen. Dit edel antwoord beweegt dien Vorst, om den vreede te hernieuwen , op voorwaarde van eikanderen de wederzydfche krygsgevangenen , die zy zedert de vorige oorlogen nog in handen hadden, over tc geeven. Onder deezen was'eene Zuster van Bogoris, welke in haare kindsheid gevangen, en in den Christen Godsdienst was opgevoed. Die Prinfes boezemt haaren Broeder gunstige gedagten in voor dat geloof, en de twee Monniken , Methodius, en Cyrillus, de Apostel der Khozars, door Theodora tot hem gezonden, voltooijen zyne bekeering. De Buigaaren tconen zig hierover zeer misnoegd, en dreigen eenen opftand; doch worden eindelyk overgehaald , om het voorbeeld van hunnen Vorst te volgen. 854. De jonge Keizer, nu vyfticn jaaren oud , geeft zig over aan allerlei ongebondenhceden , waartoe hy aangemoedigd wordt door zynen Oom, Bardas, Broeder der Keizerinne. Die ftaatzugtige man , het ontwerp gevormd hebbende , om in 's Keizers naam zelf te regeeren, beweegt dien Vorst om zig .te ontflaan van zyne twee Voogden , den dapperen Manuël, en den eeiften Ryks- KXlv, en net Ooi ten. gishad hebbende, worden door Theodora allerhevigst vervolgd, en met eene alle verbeelding te bovengaande wreedheid behandeld. Het grootst gedeelte neemt de vlugt by de Saraceenen, die; hen^ zeer heufchelyk ontfangen, een woonplaats aanwyztn, en een verbond met hen fluiten. De Pauliciaanen wreeken zig over de geleedene mis-handelingen, door meer dan eene halve eeuw lang, met de uiterfte  m BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP des. ALGEMEENE GESCHIEDENIS, « ENGELAND, Schotland en Ierland: F R A N K R Y K wolf, na een heevig gevegt,waarin deezebe'den fr.euvclen, van Thanet verjaagd, vestigen zig op het Eiland Shepey. 85 y. Kenneth overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Broeder, d o n a l d v. , 2. Kcnhg van Schotland. een wellustig en ongebonden Vorst, die zig der regeeringe en welvaart zynes volks weinig bekreunt, en zig geheel-enal aan de voldoening zyner driften overgeeft. Ethelwolf geeft de Geestelykheid van Engeland het recht der tiendens, en verklaart dé Kerkelyke goederen vry van alle belastingen. Door een zelfden bygéloovigen" yver gedreeven, doet hy eene Bedevaart, of Pelgrimagie , naar Romen , alwaar hy een gansch jaar aan zogenaamde godvrugtige oeffeningen befteedt, met verwaarloozing der belangen van zyn Koningryk. Hy onderwerpt geheel Engeland aan de betaaling van oen vermaarden St. Peters Penning aan den • H. Stoel, [zie 725 en 792 ,] en verbindt zig en zyne opvolgers , ten behoeve van den Paus en de Kerk van Romen, tot eene jaarlykfche gifte van 3C0. Marken Zilver. 856. ' ■ Ethelwolf keert over Frankryk naar Engeland te mg; en trouwt onder weg, niettegenftaande zynen ouderdom, met de fchoone en jonge Prinfesfe Judith, Dogter van den Franfchen Koning, Karei den Kaaien , die zig eene onbepaalde heerfchappy over den zwakken geest van haaren Gemaal aanmatigt. Intusfen was zyn oudfteZoon Atelsthan overleeden; waarop zyn tweede Zoon , Ethelbald, het beftuur des Ryks aan zig getrokken, en reeds eenen Herken aanhang gemaakt had , om zynen Vader te onttroonen. Deeze voorkomt den gedreigden burger-oorlog, door de helft zyner Staaten'aan zynen wederfpannigen Zoon, dien hy niet' durfde ftraffen, af te ftaan. 857. - Ethelwolfoverlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, ETHELBALD, 3. Koning van Engeland. die zynen Broeder,Ethelbert, volgens zyn's Vadersuiterften wille , tot Ryksgenoot aanneemt, en zig , tot groote ergernis zyner onderdaanen, in huwelyk begeeft met zyne Stiefmoeaer Judith , welke hy nochtans, op de ernstige aanmaaning der Bisfchoppen van zig verwvdert, en naar het Hof van haaren Vader, Koning Karei van Frankryk, te rug zendt. . . 858. . De ondeugden van den Schotfchen Koning, Donald, veroorzaaken groote misnoegens en verwarringen in dat Rvk. De Engelfche Onder-Koning van Northumberland neemt die geleegenheid te baat, om eenen inval in Schotland te doen, alwaar hy verfcheidene plaatfen verovert, eene zeer groote overwinning op de Schotten behaalt, en volgens fommigen die Natie (offchoon haare eigene Gefchied-fchryveren zulks eenpaang ontkennen ,) cynsbaar maakt aan Engeland De Schotten, zedert die nederlaag , nog meer op hunnen Vor vangenis, waarin hi kort daarna overlydt Hy wordt opgevolgc door wylen Kenneth Zoon, CONST ANTINUSII. 3. Kteemg van Schotland. een uitmtmtent Vorst die de ongeregeldheeden, doorhct befmettend voorbeeld var zynen Voorzaat, onder de voormaals eenvoudige , en fobers Schotten ingevoerd, gelukkig weet af te Schaffen, en eene algemeene hervorming van zeeden te doen Hand grypen. 860. Ethelbald overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Boeder en Ryksgenoot, ETHELBERT, 4- Koning van Engeland. De Deenen doen een geweldigen inval, en plunderen Winchester, de Hoofdftad no, doch krygt de nederlaag, en fneuvelt , benevens zyn Schoonzoon Garcias, die in het Graaffchap van Navarre wordt opgevolgd door zynen Zoon, Ga. cias II. 864. Graaf Humfrid van Barcelona, onvoorfpoedig tegemkoning Karei van Frankryk, zynen Leenheer, geoor- ■ iv vn. van rioveiice weder vernietigd. De Noormannen , weder een inval in Frankryk doende, worden geflagen door den vermaarden Robbert den Sterken , een der dapperfte Veldheeren van zynen tyd, en Overgrootvader van den beroemden Hugo Capet, die, na het eindigen van den tweeden ftam der Franfche Koningen, den Troon beklom. Karei verheft Robbert tot Graaf van Parys. — Huisfelyke zaaken met Kareis Dogterj Judith, en Boudewyn van Vlaanderen, [zie Nederlanden."] SÓJ. De Koning van Aquitaniën [*;'« 8y6, ] overlydt. Karei geeft dat Ryk aan zynen Zoon Lodewyk. De opgeworpen Koning van Bretagne, Salomon, wordt door Kareis wapenen tot onderwerping gebragt, en genoodzaakt zig met den ouden tytel van Hertog te vergenoegen. 869. Ko- —,.— , "Lituïc txi geieegenneia t ,1 „ . vaTn een veeI gerugts maakend voorval. Te weeten; Lotharius, Koning van Lotharingen, [de Frankryk 855,] fmoorlyk verliefd IfZktvTnC °Pf 71kere^r',de', McMdW 5k wettige Gemalin , Theuïï beige, van overfpel en bbedfehande met haaren Broeder Hubert, tên einde zig oneer dat voorwendfel van haar te ontflaan. Niettegenflaande zy zÏÏ door het ondergaan der Vuurproeve (*), van deeze aantyoin-zu ^erdf' Concilie' t00AifeWeld,SerH30diaTak^^ *huldlS « verklaareS °waa öp eer! Concilie, te Aken gehouden, Lotharius verlof geeft, om Th-utber^e te rvftevw; °1L MaUrade hUTlyk 16 «emen°Tneut|erg;^naar T*ank? ryk gevlugt, beklaagt zig over deeze mishandeling by den Paus. Nicolaas fSfrWf61 f ?g aangrypende, om zyn gezag- te doen gelden fchryft een iterken Brief aan Lotharius, waarin hy&hein met den Kerkban 863. 's Pausfen Gezanten zig door groote gefchenken hebbende laaten omkoopen, wordt de verftooting van Theutberge, en het huwelyk van Waldrade,, door (*) Onder de menigvuldige lygeloovige plegtigheeden, in deeze en de vokende barbaarfche keuwen Jtand grypende, moeten inzonderheid veteld worden dl v rfe/mdene wyze». waarop men gewoon was , de onfchuld van verdagte of aancreldaa^de terfoonen te beproeven, als door Kampgevegten , de proeve van Koud Water, de Vuurproeve, enhef ïvruis. Van de eerstgemetden lubben wy re.ds gewag gemaakt in de Aantekenim ot, pag.96. by de> Koud-Water-proeve werd de befchuldmle, met het refter benenHe linker h„nd framgelonden, naakt in het Water gewerpen, wanneer het"zinken veereen bewys van onfchuld. het bovendreven voor een bewys van fehuid werd aangemerkt By de Vuurproeve moest de befehuldigde of een ring uit koekend water opdien, of een heete yzeren bal in de hand houden, of eene gloeijende yzeren handfehoen aantrekkm, of wel op gloeiende kool n of ftaaven gaan. in alle welke gevallen hy voor cnfchuldiggeho-iden werd, indien hy daardoor geen let fel leed. By de Kruisproeve moesten bejekuldigtr en befcliuldigde hunne armen van één uitfirekken, en die lamst in deeze houding konde ftaan blyven, won het geding. In alle deeze wallen behoefden de Partyen zelven zig aan deeze proeven niet te onderwerpen, indien zy iemand vinden konden die dezelven voor hen wilde ondergaan. Deeze bygeleovkhetd.n, welken uit het Heidendom afkomstig waren, en waaromtrent veel bedrov plaats had, werden met de viering des Avondmaals, en andere Christelyke plegtkheeden erepaard, om dezelve» dus een godsdienstig voorkomen te geeven, en een diper indruk op de llmeloovin mmgte te doen maaken, en tevens de Goddelyke Voorzienigheid als het wa"nte noodzaaken, zig zelve op eene wondsrdaadige wyze ten voordele va» de waarheid te verklaren. 860. De Noormannen , met eene fterker magt te ru* eekoomen, dringen door tot in het harte van Italiën, plunderen Pifa en andere plaatfen , en keeren met dé uiterfte verhaasting te rug, eer de Keizer in ftaat is een genoegzaam aantal troepen tegen hen op den been te brengen. 1 De Paus neemt een aanmerkelyk aandeel in de zaak van den vermaarden Photius, Patriarch van Conftfntmopolen, en deszelfs verdreevenen Voorzaat, I*-'&"""* '^«« Lv ^viui. iZC Paus, deezen handel verneemende, keurt het gedrag zyner gezanten openlyk af, toont zyn misnoegen aan den Keizer en Photius , en roept in den jaare 863. een Concilie te Romen by een, waarin de benoeming van Photius onwettig verklaard, en hy., by weigering om den zetel weder aan Ignatius af te ftaan, in den ban wordt gedaan. Geduurende deeze onlusten in de Kerk was Michaël- tot twee maal toe tegen de Saraceenen te velde getrokken, dcch even dikwils geflagen. De Caliph Almotawakkel, een voornander der Weetenfehappen, doch wellustig , wreed , een vervolger van Christenen en Jooden, een eigcndunkelyk gezag oeffenende , en , uit mistrouwen omtrent zyne eigene onderdaanen , zig alomme door eene fterke lyfwagt Turken laatende vergezellen , wordt in eenen opftand , door zyn eigen Zoon berokkend , vermoord, en opgevolgd door dien Zoon, a l ja« n t a s e-k , e.n-tn-derthfien Caliph. Sóz. 's Keizers troepen behaalcn eene groote overwinning op de Sara»- ' ceenen, die, door de Pauliciaanen onderfteund, geheel klein Afia verwoest hadden. -— De Caliph Almontafer, door een diep berouw over den moord zynes Vaders getroffen, zyne eigene onderdaanen mistrouwende, en zig byna gencel door de Turken, als zyne eenigfte toeverlaat, tegen dank laatende befhiuren, vervalt in eenel-.wy-ning, welke hem na eene korte regeering in' het gtaf rukt. —— Hy wordt, door de bewerking der Turken,'wier aantal en invloed zeer was toegenoomen, opgevolgd door zynen Neef, eenen Kleinzoon v an wylen Almotafem, genaamd almosxain, twee-en-dertigfien Caliph. 864. De Rusfen , eene barbaarfche en tot dus verre naauwelyks bekerde Natie, de Noordelykfte ftreeken van Europa bewoonende, doen eenen- 860. Photius houdt een Concilie van zynen aanhang , waarin Ignatius in den ban gedaan, em den Patriarchaalen zetel onwaardig verklaard wordt; doch de vrienden van dien ver<«reevevcnen Prelaat houden op hunne beurt mede een Concilie, waarin zy het zelfde vonnis tegen Photius uitfpreeken. Deeze, waanende zyn "gezag algemeen erkend te zullen zien, indiende Paus hetzelve met zyne goedkeuring bekrsgtigde, beweegt den Keizer, om ten dien einde een plegtig gezantfehap naar Romen te laaten doen , en zyne belangen op het fterkfte aan te dringen. De Paus wil nochtans geene uitfpraak doen , voor dat hy de zaak behoorlyk heett laaten onderzoeken, en zendt ten dien einde tweegezanten naar Conftantinopolen. 861. 's Pausfen gezanten worden door zwaare be-dreigingen overgehaald, om Photius als Patriarch te erkennen , en in een Concilie Ignatius te helpen veröordeelen. Deeze weigert ftandvastig, in weerwil van alle mishandelingen, die men hem doet ondergaan , dit vonnis te erkennen, en beroept zig op den Paus. De Keizer wil hem om het leven laaten brengen , doch vergunt hem eindelyk, uit vreeze voor eenen opftand des  IÖ3 BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN, NEDERLANDEN. Schotland en Ieiland. ehoeve van Almotaz, voor wien de Turken zig verklaard hadden. Offchoon hem eene veilige wykplaats was toegelegd , wordt hy kort daarna vermoord, waarfchynlyk op last van deezen zynen opvolger, almotaz, drie-en-dertig-fien Caliph. — Te midden van alle deeze onlusten beginnen de Saraceenen meer en meer van hunne oude deugden en -dappcheid te ontaarden; terwyl de Stedehouders der groote -Provinciën, als van Egypten, Africa, Perfiën, &c. zig allengs van het gezag der Caliphen onafhankelyk tiagtcn te maaken. Zekere Bazilius, uit een gering gefiagt in Macedoniën afkomstig , een man van ongemeene bekwaamheeden, doch die alles aan zyne zugt tot grootheid opofferde, door eene famenloop van gelukkige omftandigheeden tot den rang van Groot-Kamerling- geklommen zynde, en een grooten invloed op den geest van Keizer Michaël verkreegen hebbende, begint Bardas argwaan tegen hem op te vatten, en tragt hem heimelyk uit den weg te ruimen. Bazilius voorkomt zynen val, door Bardas zelven by den Keizer verdagt te maaken, en weet eindelyk zo veel te bewerken , dat Bardas vermoord , en hy zelf tot Ryksgenoot benoemd wordt. Michaël verder zynën tyd eeniglyk doorbrengende met gaftmaalen en andere vermaakelykheeden , geeft het beftuur der Ryks-zaaken geheel-en-al in handen van Bazilius. 867. De Roomfche Paus Nicolaas, nog fteeds yverende, om Ignatius op den Patriarchaalen zetel van Conftantinopolen te herftellen , zendt Legaaten naar het Oosten , om het vonnis van den ban , door hem tegen Photius uitgefprooken, bekend te maaken; doch die Prelaat bewerkt, dat 's Pausfen gezanten, op de grenzen van het Ryk, met verfmaading worden afgeweezen. Dit niet alleen: maar den RoomfchenPaus met gelyke munt willende betaalen , doet hy, in een Concnïe, insgelyks den ban tegen hem uitfpreeken , en hem, benevens de panfehc LatynfcheKerk, van verfcheidene dwalingen befchuldigen; waartegen de kundige Westerfche Bisfchoppen alle hunne geleerdheid en yver in net werk ftellen , om iie aantygihgen van Photius te wederleggen, en de zaak hunner Kerke te handhaayen. 1. DEEL Michaël, door zyne verregaande ongebonden- en buiten- fpooiigheeden zig meer en meer bcfpottelyk en verachtelyk maakende , tragt Bazilius hem tot eene verftandiger en geregelder levenswyze over te haaien; doch verneemende, dat Michaël, -over deeze vermaaningen verbitterd , zyn leven kagen lag, voorkomt hy dien flag, door zynen onwaardigen Ryksgenoot, terwyl hy op een pragtig gastmaal door den wyn bedwelmd was, onverhoeds te laaten vermoorden; waai door hy alleen van het Keizer-Ryk meester blyft. BAZILIUS, de macedoniër., 37. Griekfche: Keizer. ' Bazilius hervormt alle de misbruiken der vorige regeering,' heiftelt de vervallene geldmiddelen van den Staat, handhaaft het recht, zet alle onwaardige amptcnaaren af, en vervult hunne plaatfen met eerlyke en kundige lieden. Hy roept Ignatius uit zyne ballingfchap te rug, plaatst hem weder op den Patriarchaalen zetel, en gelast Photius, om zig in een Klooster te .begeeven. In plaatfe van het Wetboek van Justinianus, in de Latynfche taaie gefchreeven, welke thans weinig bekend was, maakt hy eene nieuwe verzameling van uitmuntende wetten, in de Griekfche taaie opgefteid, ea naar hem de BazJiifche geheeten. ' -■' ' 868. Bazilius ontzet Ragtifa, welke Stad door de Saraceenen van Africa belegerd was, en brengt dé Sclavoniërs, die een opftand gedaan hadden, weder tot onderwerping. — De rust in de Kerk op een vasten voet willende herftellen, beroept hy een algemeen Concilie, en nodigt den Roomfchen Paus Adrianus, om zyne pogingen in deezen te onderfteunen; zendende hem tevens alle de fchriften van Photius, en de Acten van het Concilie, onder dien geweezen Prelaat gehouden, welken te Romen als kettersck veroordeeld, en openlyk verbrand worden. 869. De Caliph Almotaz, vrugteloos getragt hebbende om het oude gezag van zynen zetel te handhaaven, cn zig de overheerfching der Turken te onttrekken, wordt door die woeste Natie in zyn eigen Paleis aangetast, en zodanig mishandeld , dat hy binnen weinige dagen overlydt; na dat men hem gedwongen had, om het gebied af te ftaan aan eenen Zoon van wylen Alwatheck , almohtadi, vier-en-dertigften Caliph. Het Concilie, door den Keizer faamgeroepen, en by de Westerfche Kerk als het agtfte algemeene gereekend , vergadert te Conftantinopolen, onder voorzitting van 's Pausfen Legaaten. Deszelfs Zittingen worden tot in het volgend jaar voortgezet. 870. Het Concilie fcheidt van een, na 's Keizers gedrag omtrent Ignatius en Photius goedgekeurd en bekiagtigd, de fchriften des hatstgemelden verbrand, deszelfs verrigtingen vernietigd, en de gefchillen tusfen de Griekfche en Latynfche Kerken verëffend te hebben. Alvorens de Leden van het Concilie vertrekken, laat de Koning van Bulgaryën hen door een gezantfehap afvraagen, of dat nicuw-bckcerde Landfchap onder het Geestelyk rechtsgebied der Kerk van Romen of van Conftantinopolen moet behooren. De Vader? sr  t7o BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, - ENGELAND, Schtland en Ierland. FRANKRYK. SPANJEN en I T A L I F N . .. . PORTUGAL ' geranu gciirccgeii neDDenae, ruraten m uost- 07$. Angliën, het ganfche land alomme plunderende en verwoestende. De Onder-Koning, Keizer LoEdmond, valt in hunne handen, en ftand- dewyk overlyvastig weigerende om hen hulde te doen , en dende , -wordt de verfchuldigde trouwe aan Ethelred te ver- Karel,doortoe•zaaken, wordt hy om het leven gebragt, en doen van den 'is zedert door de Kerk onder de Martelaars Paus, tot Keigeplaatst, zer en Koning 871- . van Italiën gekroond. De Deenen vallen in Wesfex, onder ge- , leide van een hunner Vorsten, Ivar. Ethelred , door zynen jongften Broeder, den dapperen Alfred, onderfteund, levert hen negen veldflagen, met ongelyken uitflag, in een van welken Ivar fneuvelt. In den derden flag wordt Alfred door den vyand ingefloten; terwyl Ethelred, fcy het vieren der Misfe tegenwoordig zynde, bedaardelvk het einde dier Godsdienst-plegtigheid afwagt, eer hy zynen Broeder te hulpe trekt; aan. welke ongemeene godsvmgt, gelyk deeze onvoorzigtigheid in die bygeloovige tyden geheeten werd , de groote overwinning, 'die zy vervolgens Êefeaalden, werd toegefchreeven. De Deenen worden eindelyk geheel uit Wesfex verdreeven; doch Ethelred overlydt aan den wond, in het laatfte gevegt gekreegen, en wordt opgevolgd door zynen Broeder, den beroemden ALFRED, 6. Kening van Engeland. 'een man van een allerdoordringendst oordeel, uitgebreide kundigheeden, verheeven fmaak, en voortreftelyk karakter, cn die zonder tegenfpraak voor den grootften Vorst moet gehouden worden, die immer den Troon van Engeland beklommen heeft. De onöphoudelvke invallen en ftrooperyën der Deenen noodzaaken hem', om zig, geduurende de eerfte jaaren zyner regering, eeniglyk met de verdeedigin" ïyner Staaten beezig te houden. 874. De Deenen, telkens in aantal toeneemende, veroveren geheel Mercia. De laatfte cynsbaare Koning van dat Ryk, Burrhed, neemt de vlugt, en eindigt zyne dagen in een Klooster te Romen. Zy doen vervolgens'eenen geweldigen ffival in Schotland ; doch worden met groot verlies te rug gedreeven. In eene der ontmoetingen fneuvelt Koning Conftantinus , en wordt opgevolgd door zynen Broeder, - e t h, 4. Koning van Schotland. een Vorst van ongemeene bekwaamheeden, en eene buitengewoone fterkte van lichaam, en zo byzonder fnel ter been, dat hy het wild in de bosfchen kon agterhaalen , waarom hem debynaam van Vleugelvoet gegeeven werd; doch geheel aan zyne driften overgegeeven, maakt hy zig, in weerwil zyner verdiensten, gehaat by zyne onderdaanen. Engeland wordt door eene nieuwe zwerm Deenen , onder het geleide van drie hunner Vorsten, oven allen, die zig met hunne landsgenooten verëenigen. Alfred biedt hen moedi* sftet hoofd, en fluit eindelyk een verdrag met hen, waarbv al en zeer vermogend man, matigt zig het Koninglyk gezag aanj doch wórdt om het leven gebragt, en Alphonfus in het bewind hersteld , die, reeds van den aanvang zyner regecring, den Saraceenen groote nedeilaagen had toegebragt, en van tyd tot tyd verfcheidene plaatfen op hen verovert. 871. Graaf Wifred van Barcelona , on- boomen, onttrekt hem alle hulpe, betwist hem het lecht op den Keizerlyken. tytel, en vaardigt alomme Zendelingen af, om de Vorsten van Italiën tegen hem op te f.ooken , welke meest allen , inzonderheid Adelchis II., Hertog van Benevent, aan dat aanzoek gehoor leenen, inde hoope van zig dus geheel onafhankelyk van den Keizer te zullen maaken. Lodewyk, verbaasd over.dien algemcenen opftand, neemt het befluit, om alle zvne magt daartegen aan te wenden , en de krygsverrigtingen tegen de Saraceenen op te fchorten. Hy brengt den Prins van Salemo en den Graaf van Capua in korten tyd tot onderwerping, doch wordt onverhoeds door Adelchis, die geveinsd had hem getrouw te blyven , overvallen , in verzeekering genoomen , en in eene naauwe gevangenis opgefloten. Die verraader nochtans, bevreesd wordende voor het misnoegen van 's Keizers troepen , en voor de intusfen dagelyks toeneemende overmagt der Saraceenen, ftelt den Keizer'kort daarna weder op vryë voeten, na hem alvorens de duuri'.e eeden afgeperst te hebben , dat hy zig nimmermeer over het gebeurde zal wreeken. Alle de overige Vorsten onderwerpen zig hierop aan Lodewyk, die hen in genade aanneemt, uitgezonderd den Hertog van Spoleto, die van zyne waardigheid wordt afgezet. 872. Paus Adrianus ontheft Lodewyk van den met geweld afgepersten eed , doch die braave Vorst weigert zig van dat ontflag te bedienen, en offert liever zvne billyke gevoeligheid op, dan zig aan den fchvn van meinëedigheid fchuldig te maaken. Intusfen hadden de Saraceenen , door eene aanzienelyke Vloot uit Africa verfterkt, het beleg om Salerno geflagen, en die S^.d zeer benaauwd. Lodewyk, alle wraakzugt ter zyden Hellende, heeft de edelmoedigheid, om met een fterk Leger den Prins van Salerno ter hulpe te trekken. Adrianus, in eene bvna geduurige twist met de Franfche Geestelykheid geleefd hebbende, ais welke het oppergezag , 't geen hy zig over haar aanmatigde, niet wilde erkennen, over- meer en meer toenam; dcch deezekrygsbedryven veiluhderenhem, om zynerech» fen op Lotharingen , als erfgenaam van Lotharius, die het vorig jaar overleeden was, te dóen'gelden; wordende dat Rvk, in weerwil van zyne vertoogen en die'des Pausfen, door zyne twee Comcn , de Koningen van Duitschland en Frankryk , hem ontweldigd, [zie Franbytt S6$r. en 870.] Ibtct'- '' .. ISflS.? ' :: Na een beleg van drie jaaren herövert Lodewyk de Stad Bari op de Saraceenen, laat hen tot een man tce over den kling fpringen , en maakt verder de ftökfte toerustingen , om deeze Natie eindelyk eens ganfch-en-al uit Italiën te verdryven. Dc Griekfche Keizer, Bazilius, die op verzoek van Lodewyk eene \ loot gezonden had, ter onderfteuning der krygrbedryven tegen den gemcenen vyand der'Chriftencn, (welke Vloot echter weinig of niets uitvoerde,) nu beginnende te vreezen, dat die Vorst geheel Italiën onder zyne magt zoet  mn CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. r-r enomgeleegene NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. Staaten. , en aangrenzende Ryken. verlydt, en wordt opgevolgd door johanxes vin., ioó. Paus: die, fchoon niet minder heerschzugtig dan zyne • Voorzaaten.nogtans de voorzigtigneid heeft van zig niet te laaten ordenen, dan na de toeftemminge des Keizers te hebben afgewagt. 873- Lodewyk ontzet Salerno, en noodzaakt de Saraceenen , om de vlugt te neemen. Zy rukken lr erop naar het benedenftege.heltevan hakë.i, n ng onder h.t Griekfche Ryk behoorendr" . alwaar 7w aocn uitipraai: ten benoeve van laatstgemelden zetel, uï weerwil der tegenkanting van 's Pausfen Legaaten; en de Patriarch Ignatius doet alle de Latynfche zendelingen uit Bulgaryën vertrekken , en derzelver plaats door Geestelyken uit zyne ■ eigene Kerke vervangen , zonder zig aan het misnoegen ofte de bedreigingen van den Roomfchen Paus te ftooren. De Caliph Almohtadi, een braaf en verftandig Vorst, die zig eeniglyk tocleidde , om de menigvuldige ingeilopene mis"bruiken te -hervormen, en de magt der Turken, en Stedehouders der Provinciën te fnuiken, wordt door de eersrgemelden, wier getal, door den geduurigen toevloed hunner landsgenooten , meer en meer toenam , aan het hoofd zyner fterke lyfwagt, uit de getrouwde en dapperfte Saraceenen beftaande, openlyk aangerast, en, na een allerbloedigst gevegt, verflagen , gevangen genoomen , en wreedelyk vermoord. Geduurende zyne regeering had zeker onbefchaamdS. bedrieger, Ali geheeten, en zig voor een afftammeling van den Propheet Mahomed uitgegeeven hebbende , een fterken aanhang gemaakt, en een groot gedeelte van Perfiën en Arabiën veroverd, alwaar hy als een onafhankelyk Vorst regeerde, onder den tytel vanAl-Habib, Prins der Zenjars (*). Almohtadi wordt, voornamenlyk door den invloed der Turken, in het gebied opgevolgd door wylen Almotaz Broeder, almotamed, v.f-en-dertigflen Caliph, een zwak en wellustig Vorst, die het beftuur van zaaken geheel-en-al overlaat aan zynen jongften Broeder Mowaffek, door wiens dapperheid en bekwaamheid het vermogen der Turken niet weinig gefnuikt, en Al-Habib, na een langduurigen bloedigen oorlog, verflagen, en om het leven gebragt wordt. Mowaffek oorlogt echter minder gelukkig tegen den vermogenden Stedehouder van Egvpten, Tolun, die, omtrent het zevende jaar van Almotameds rëgeering, zig deszelfs gezag onttrekt, den tytel van Caliph van Egypten aanmatigt, een gedeelte van Syriën verovert, en deeze zyne ftaaten en tytel, by zyn overlyden, ongeftoord aan zyn nageflagt ver» zeekert. 871- Bazilius verflaat de Pauliciaanen, en'zendt eenen AartsBisfchop, met eenige Geestelvken , naar deRusfen, om den Christen Godsdienst onder die Natie verder voort te planten , welke echter aldaar geringe voortgangen maakt, [zie ook Italiën.] 87a. en 873. Bazilius oorlogt voorfpoediglvk tegen de Saraceenen en de Pauliciaanen , onder welke laatften cerrè vei fchrikkclyke flagting aangeregt, en hunne ftad Tibrica, welke de Sara-, ceenen hen vergund hadden te bouwen, geflegt wordt. 875. Een gedeelte van de Provincie Ciliciën, in Afia, wordt door Bazilius op de Saraceenen heroverd. 876. Zaa- « . . , (*) Be Zenjars , eens woeste en ftrydbaare Katie, oorfpronglyk eene landftreek bewoonende, op de uiterfte. grenzen van het gebied der Caliphen, tusfen Nubiën en Abisfyniën , war.n de eerfte aanhangers en Soldaaten van Al-Habib, die hierom zyn gebied naar], hunnen naam noemde, Y i zing van den Christelyken Godsdienst overgehaald, en, nevens 30. der voornaamfte Grooten,gedoopt; het welk zyne Heidenfche onderdaanen zodaanig verbittert, dat zykem van zyne waardigheid berooven , hem noodzaaken, om de vlugt te neemen , en aan eenen zyner verre Bloed verwanten het oppergebied opdraagen. Doch, welhaast misnoegd over de dwingelandifche regering van hunnen nieuwen Heer, en door den onvermoeidenyver van Methodius, zedert den Apostel derBoheemers geheeten, grootendeels van hunne dwalingen bekeerd zynde,wordt de dwingeland verjaagd, en de wettige Hertog te rug geroepen, en in zyne waardigheid herfteld (*). 875. Keizer Lodewyk, wiens vefrig ringen zo wel (*) De berhton wegens de eerfte Hertogen van Boheemen zyn zeer duister en twyffelagtig. De grondlegger van het Hertogdom is waarfchynlyk zekere Czech, die omtrent den aanvang der vierde eeuwe dien tytel aannam. Zyn opvolgers zyn Cracus L cn II.jLibusfa, (eene Dogter van Cracus, en Stigteres van de Hoofdstad, Praag,) Przemyslaus, Nezamysl, Mnata, Wogen/Unislaus, Crzezomysl, Neklan, Hostivit, en eindelyk Borzivojus, de dertiende Hertog. de verfchrikke- lykfte verwoestingen aanregten. De troiwlooze Adelchis onttrekt zig openlyk het gezag van Lodewyk, en erkent den Griel-fchen Keizer voor zynen Ópper-Leenheer. Lodewyk voert zyn Leger naar Benevent, doch, de Griekfche Vloot tot onderfleuning van den Hertog op de kust verfchynende, moet hy van de onde-neeming afzien, en zis, door 's Pausfen bemiddeling i in fchyn mer Adelchis verzoenen. 87 5- . Lodewyk overlydt. Geen manneïyk kroost nalaatende, ontftaat er een groote twi?t over de opvolging, [zie Delischland.} Koning Karei van Frankryk eindelyk de overhand bekoomen hebbende, wordt te Romen plegtig door den Paus tot Keizer gekroond. By die geleegenheid matigt de Paus zig het recht aan, als of hy, door het verrigten dier plegtigheid , over de Keizerlyke waardigheid naar welgevallen befchikte ; openlyk verkjaarende , dat hy Karei daartoe verkoozen had, uit hoofde van deszelfs uitfteekende verdiensten; eene aanfpraak, welke zyne . » • ' op- 073. De Noorman Rudolf, een Neef van Roruk, doet eenen geweldigen inval in Friesland.—Zekere Friefche Graaf, Adalgus, trekt hem tegen, cn levert hem een bloedig gevegt. Rudolf, -benevens een groot aantal der zynen, fneuvelt, en de overigen worden genoodzaakt weder te rug te trekken. 874. De alom vermaarde Noorman Rollo, naderhand eerfte Hertog vanNormandyën, doet eenen inval in Walcheren , verflaat of verdryft de ingezeetenen,plundert het ganfche land, eri rukt van daar voort tegen de Friezen, die hem moe-  m BEKNOPT TVDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS;' • Eflf,^ L ,A,N,D» FRANKRYK. SPANJEN*» ITALIËN Scfiotland en Ierland. PORTUGM / 'al Het land, benoorden de Theems, waaronder de Stad Londen, aan Een wordt afgeftaan. Dit eerile oogenblik van rust wordt door Alfred belteed tot. het uitrusten eener talryke Vloot, waarmede hy de nieuw-aankoomende Deenfche Schepen vernielt of verftrooit. 876. . De Schotfche Koning Eth wordt 'door zyn; eigene onderdaanen , in eene plegtige Volks-vergadering, afgezet, en in deszelfs plaatfe verkoozen een Prins, uit den Vorstelyken bloede, genaamd GreGOriusj '5. Koning van Schotland. De Deenen verbreeken het verdrag , met Alr'red gefloten, en doen een geweldigen inval in deszelfs Staaten. Die Vorst, ten uiterften verbitterd over deeze trouweloosheid , brengt alle zyne legermagt by een, levert hen agt maal flag;, en brengt hen tot zulk eene engte, dat zy zelven'hem om den vreede moeten fmeeken. Egbert 'fluit op nieuws een verdrag.' met hen, waarby hy hen vergunt zig in Engeland te j/estfgèn , onder voorwaarde, dat 'zy de invallen hunner verdere landsgenooten zullen helpen afwëeren. ..^JJv... ff, Eene nieuwe talryke bende Deenen verfchynt op'dc kusten van Engeland , en -wordt door hunne landsgenooten aldaar, die zig aan geene plegtig bezwooreüe verbonden floorden, met onene-ar- men ontfangen. Zy rukken ge-zamenlyk in dc Straten van Altred ; cn de Engelfchen , nu eindelyk wanhoopende ecnettitkomst uit hunne geduurige rampfpoeden te vinden , weigeren langer 'tegenweer te bieden, neemen deels- de vlugt naar elders, of onderwerpen zig aan hunne 'overweldigers , die zig welhaast van geheel"Engeland meester zien. Alfred.door de zynen verlaat en , vermomt zi°m het gewaad van eenen boer" en houdt eenige maanden zyn verbiyf by een Herder, alwaar *y» om des te beter onbekend • te Kroona. uniusten , hieruit ontüaan. [Zie Italiën en Duitschland 875. en 87Ó.J 876. Lafhartige aanflag van. Kareltegen zynen Neef Lodewyk den Saxer, fchandelyk mislukt, [zie Duitschland.'] 877. ■ Karei overlydt op eenen krygstogt naar Italiën. [0« aldaar.] Hy was een woelziek en onrustig Vorst, die alles opofferde aan zyne ftaatzugt, ftout in zyne ön-■ derneemingen , doch doorgaans zwak en lafhartig in dc uitvoering, meer listig dan dapper , en alleen achting-waardig door zynen fmaak voor konsteil cnweetenfehappen, dïchyopalle mogelyken wyzen begunstigde en befchermde. De laarfte aanmerkclyke daad zyner regeering was, dat hy dit jaar de Hertogdommen, Graaffchappen, en andere Teneficièn , waarmede de Grooten des Ryks bekleed waren,er.ffclyk verklaarde; iets, het welk eene 'dér voornaamfte bronnen was der Leenroerige "Re- 4 geering , welke zig zedert'' -op de puinhoopen van het 1 Konirgiyk gezag vestig- . de. ' Hy wordt opge- : volgd door zynen Zoon, 1 L O D E YV Y K II., I de stameraar, . ] . ^.KcRinr van den < twcfdcu Stam. ■ . 1 I De nieuwe Vorst wordt J door den beroemden Aarts- I Bisfchop Hincmar gezalfd I en gekroond; echter niet, e dan na alvorens.de Kroon, h als hét ware, gekogttc heb- f ben , door de plegtige be- z ofte, hem afgeperst, dat.-C !iy de Geestelykheid even K dezelfde.,voorrechten zoude vergunnen , die zy onier de zwakke regéerin°^an Lodewyk den Godrrugtigen jenooten had. ' d 878, De onder het ver- opvolgeren zedert met krakt hebben ftaan- moeden vallen- 0.0 gehouden. de van zig on- g7<5. afhankelyk te willen maaken , Karei begeeft zig naar Pavia , en wordt wordt door Ka- aldaar, in eene Ryksvergadering der voorrel opontboden, naamfte Grooten en Geestelyken, tot Koen hing van Italiën verkoozen , en door den ■ Aarts-Bisfchop van Milaan gekroond. K A R E L II., d e k a a l e , Kcnkg van Italiën. t ^£ vyan,dcIykheeden van zynen Broeder en mededinger, Lodewyk den Duitfcher, noodzaaken Karël', om de te nut reize aan te neemen , na alvorens het Stedchoude.-fch.ap van Itahen te heboen opgedraagen aan zynen Schoonbroeder, Bofon , naderhand Koning van Provence ,• of Bourgogne Geduurende Kareis afweezen rjgten dc Saraceenen de verichnkkclykfte verwoestingen aan, enftrekkenhunneftrooperyen .uit tot voor de poorten 'van Roomen. Verfcheidene Vorsten van Italiën , te zwak om hen te wederftaan vereenigen hunne troepen met hen, en het geheele Zuidelyk gedeelte van dat Landfchap is niet dan een akeli» toneel van verwoesting en verwarring. De Paus zelve," van alle hulp veifiooken, en vrugteloos met den Kerkban dreigende , moet een verdrag met de Saraceenen aangaan, waarby hy dc plundeiing van Romen voor eene p-roote fomme gelds afkoopt. Intusfen fchryft hy brief op brief aan Ka-' rel, en den Gnekfchen Keizer Bazilius, om' den byftand'' dier Vorsten op het- dringendst af te fmeeken. De Griek-iche Y loot, zig nog fteeds in de nabuurfchap ophoudende nadert hierop de kutfen van Italiën;. en de" ingezeetenen ran Ban, vreezende in de magt der ongeloovhen te ziften vallen, begeeven» tig vry willig onder het gebied des1 jiiekfchep Keizer-Ryks.. - ' : •'■': • 8175. -. .- .. J .«vtó^jsn ~JA Karei voldoet eindelyk aan 'sPausfen herhaalde beden, 31 komt m Italiën , -aan het hoofd van eenige wénftöe beulen, De Paus wagthem op te Vercelli, en vergezelt hem raar Pavia , om de fchikkingen van den veldtogt te*en de >araceenen te beraamen, wanneer de tvding komt,"dat de JeijerfcheKomng, Carloman, [zie Duitschland 876,] met en Leger op weg is, om zyne rechten op-de tvtelsvan i-cizer en Koning van Italiën, als oudfte Zoon v an een ouer Broeder, tegen Karei te handhaven. Kierby komt iog, dat de overige verwagte troepen des Keizers, wier ievelhebbers volftrekt geweigerd hadden tegen de Saraceeen. te velde te .trekken , te rug .blyven. De verfehrikte 'aus en Keizer neemen in aller yl de vlugt, de eerfte naar tomen , de ander naar Maurienne in Savoijen. Te Brio's en gering Dorpje opeen Berg Cenis, aar.gekocmen, wordt y door eeneheetc kootts aangetast, en overlydt in een oeren Hutje, niet zonder vei moeden van vergeevcn te vn door zynen Jeodfehen Geneesmeester. Intusfen komt ailornan.met zyn Leger te Pavia, en laat zig aldaar al» onmgvan Italiën erkennen enluoonen. CARLOMAN, Koning van Italiën. De Paus weigeit den nieuwen Vorst in deeze zvne waar» glieiü, en die van Keizer, wejke Carloman beweerde thans  Van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 173 NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, n aangrenzende -Ryken. Het GRIEK SCHE moedig het hoofd bieden , doch eene zwaare nederlaag krygen , en genoodzaakt worden, den Noorman fchatting te betaalen, en in alles ondei daariig te zyn. Na verloop van eenige, onzeekerhoe veele jaaren, verlaat Rollo deeze landen , om elders te. ftroopen , en vestigt zig eindelyk inFrankryk. 876. Lodewyk denDuitfcher overlyder.d;, val¬ ais oudfte Zoon van wylen Kareis ouder Broeder , aanfpraak maakende , op het Koningryk van Italiën en den tytel van Keizer, brengt een fterk Leger op den been, om deeze zvne rechten door geweld van wapenen té doen gelden. 877. Dood en karakter van Keizer Karei. [zieItaliën en trankrykf] Carloman, met zyn Leger naar Italiën gerukt, en de meeste Grooten van dat Ryk,.deels deor bedreigingen, deels door beloften 'en gunstbewyz.cn, in zyne belangen overgehaald hebbende, doet zig, in weerwil der zwakke tegenkanting van Kareis Zoon, Lodewyk den Stameraar, tot deszelfs opvolger erkennen; waarop hy te Pavia als Koning van Italiën gekroond wordt. CARLOMAN,. 6. Keizer (*). Mceilykheeden, ter geleegenheid van zyne verheffing , met den Roomfchen Paus. [zie Italiën 877 , 'en 878.] Eene befmettelyke ziekte, onder Carlomans troepen, noodzaakt dien Vorst, naar Duitschland te rug te keeren, alwaar hy zelf door eene zwaare ziekte wordt aangetast, welke hem meer dan een jaar lang bedlegerig houdt. -— Intusfen doen de Sclavoniërs eenen opland, en worden niet dan met veel moeite door 's Vorsten Bevelhebbers veder tot onderwerping gebragt. 878. De (*) geeven hier aan Carloman , 'olgens zyne e/cene aanfpraak a's den oudlen van het gefiagt van Karei den Groo:en , der. tytel van Keizer, offchoon hy doer len Roomfchen Paus, welke zig de begee- door een geveinsden fliltland van wapenen , en begeeft zig eindely k naar Romen , alwaar hy op het Kersfeest door den Paus plegtig -tot Keizer gekroond wordt. K A R E L II., de kaaie, , . . 5- Keizer. Niet lang daarna wordt hy insgelyks te Pavia gekroond tot Koning van- Itahen. [zie 'aldaar 876.] 876. Lodewyk de Duitfcher, merkende dat hy door zyn Broeder bedroogen was, rukt met een Leger naar Frankryk, en verwoest de Provincie Champagne te vuur en te zwaard; doch de tyding , dat Karei meL eene veel fterker magt tegen hem in aantogt is, doet hem in afleryl te rug trekken». Hy overlydt kort daarna; wordende, volgens eene vier jaaren te voren gemaakte Ryks-verdeeling, door zyne drie Zoonen opgevolgd. De oudfte Carloman, krygt Beijeren, Carinthiën, en Sclavoniën , beneffens het tegenwoordige Oostenryk, en een gedeelte van Hongaryën, onderden tytel van Koning van Beijeren ; de tweede , Lodewvk , bygënaamd dc Saxer, Thuringen , Saxen , Frankenland, en al zyn's Vaders aandeel in Lotharingen, ot de Ncderlardcn, [waarvan een gedeelte onder Frankryk behoorde, zie aldaar 870,] onder den tytel van Koning van Saxer; de jongfte, Karei, bygenaamd de Dikke, het overige van Duitfchland, onder den tytel van Koning van Zwaben. — KoningKarel van Frankiyk, lafhartigfyk beweerende, dat de aangegaane verbintenisfen met den Vader van. geene kragt waren omtrent de Zoonen, rukt met een Leger in het Lotharingfche aandeel van Lodewyk den Saxer; doch die Vorst, fchoon veel zwakker m krygsmagt, handhaaft zvn goed recht met t zo veel beleid en dapperheid, dat de Franfchen geheel-en-al. geflagen , al hun Leger-tuig buit gemaakt, en Karei fchandelyk genoodzaakt wordt, om zig , byna alleen en onver- gezeld, door eene verhaaste vlugt te redden. De Beijerfche KoDing Carloman, een ftaatzugug Vorst , (die reeds,. by het leven van zynen Vader, een opftand gedaan had, om zig een gedeelte van deszelfs Staaten toe te eigenen,) , nngvanatewmr tgnemaanmaiigae, nimmer ïls zodanig is gekroond geworden; om welke reden dan ook de meester Schryveren Catloman fi-g.s Koning van Beijeren en van Italierü wemen. Sommigen hunner ftellen hier eene tusfenrtgeering; ande— ■enbeweeren, dat de Franfche Koning, Lodewyk de Stame— aar, in den jaare 878., door den Paus tot Keizer gekroond is;, n fklln hem als zodanig, order den naan van Lodewyk 111.,. f den lyst der Keizeren; doch' het blykt uit alle-de oude egte. rhriften en befchciden, waarin deeze Lodewyk nooit ar.ders dan-. Koning van Frankryk genoemd wordt, dat zy hieromtrent eei.tn: nisfiag begaan. Be voo-gemel'le aar.f\raak der Pausfen naderhand!, lerk betwist, en eindelyk geheel vernietigd, en den Keizer\yken iy — 'el ondffcheidenlyk aan 'de Qpper-Vorstcn van Duitschland' ver— 'tttcgt zynde, zullen wy, om de opvolging- der Keizeren niet ter Weeken, en cp het voorbeeld van kundige Schryveren, deeze tyttlsa tltocs famenvoegen; het geen wy hier eens veer al waarfchuuwen.. r 1 Oosten. 876. Zaaken van lts» liën. [zie aldaar.} 877. Andraras , Veldheer der Keizerlyke troepen in Alia, een man, zo dapperst godvrugtig, het vorige jaar eene groote overwinning op de Saraceenen van Tarfus behaald hebbende , wordt door fommige nr.yveiige. Hovelingen by den Keizer van phgtverzuim befchuldigd , om dat hy die Stad' niet tevens den ongeloovigen ontweldigd had. Bazilius,. al te ligt-geloovig ontneemt den biaavenAndrxas het opperbevel , en geeft het aan eenen ander, wiens onkunde en veiwaandheicE hem zo veele misflagen doen begaan ^ dat de Saraceenen, na hetGriel.feheLeger veel afbreuk gedaan te hebben, eindelyk hetzelve ge— heel-en-al verflaarr^, en eene verfchukkelyke flagting r.anreg'ten. 878. Der- wel als zyn gebied , zig meest tot Italiën bepaalden , [ziealdaar 855-875,] overlydt , zonder manlvk Kroost na te laaten. Zyne twee Oomen , Lodewyk de Duitfcher, en Koning Karei van Frankryk , dingen beiden naar de opvolging, en maaken de fterkfte toerustingen , om hunne aanfpraaken , door geweld van wapenen, te doen gelden. Karei, de eerfte gereed , en door den Paus cn de Romeinen , die hy reeds by het leven van Lodewyk, in zyne belangen had overgehaald , uitgenodigd zynde , verfchynt meteen talryk Leger in Italiën, maakt zig een grooten aanhang, vei flaat de troepen, door Lodewyk den Duitfcher tegen hem gezonden, onder bevel van zynen Zoon , Karei, nadeiband den Dikken bygenaamd , verwydert loosfelyk een tweede Leger, onder bevel van Lodewvks oudften Zoon, Carloman.  -74 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP dsr ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schotland cn Ierland. F R A N K R Y K CBixur>, te blyven, zig tot bet verrigten der laagfte huisfelyke beezigheeden vernedert. 878. Alfred , de Deenen zorgeloos in hunnen voorfpoed vindende, ontbiedt eenigen zyner vertrouwdfte vrienden by zig , en begeeft zig met hen naar een byna ontoegankelyk Moeras, opeen klein Eilandje, thans Athelney genaamd, alwaar hy eene fterkte ftigt, en yan tyd tot tyd verwoede uitvallen op den vyand doet, .zonder dat deezen zyne fchuilplaats konden ontdekken. Dus een tyd lang van den roof geleefd hebbende, verneemt hy, dat de Stedehouder van Devonshire, de eenige die zig aan de Deenen niet had willen onderwerpen , eene groote overwinning op hen bevogten, een hunner voornaamfte Bevelhebbers gedood, en hunnen betoverden Standaard , waarop zy groot vertrouwen ftelden, veroverd had. Deeze gelukkige omftandigheid de hoop der Engelfchcn doende herleeven , komt Alfred uit zyn fchuilhoek te voorfchyn, en laat zyne onderdaanen heimelyk nodigen, om zig op zekeren bepaalden tyd en plaatfe by hem te voegen. Hy zelf, zig als een harp-fpeeler verkleed hebbende, begeeft zig naar het Deenfche Leger, alwaar hy overal, ja zelfs by den Veldheer, zodanig in gunst raakt, dat hy onverhinderd geleegenheid vindt, om 'sVyands lterkte , toeftand en zorgeloosheid nauwkeurig waar te neemen. Zyne getrouwe onderdaanen vervolgens ten beftemden tyde en plaatfe zig by hem voegende , trekt hy onverhoeds op den vyand aan, overrompelt deszelfs legerplaats, verflaat een groot gedeelte , en dryft de overigen op de vlugt. Deezen , in eene lterkte geweeken , en door Alfred belegerd , moeten zig op lyrsgenade overgeevcn. Alfred heeft de edelmoedigheid , om hen niet alleen het leven te vergunnen, maar de byna ontvolkte Provinciën Northumberland en OoftAngliën den Deenen tot een woonplaats te fchenken, onder het genot van dezelfde voorrechten als zyne overige onderdaanen, eifchende alleenlvk, tot een onderpand hunner trouwe, dat zy den Christelyken Godsdienst zouden aanneemen. De Deenen onderwerpen zig blymoedig aan deeze gunstige fchikkingen; twee hunner Veldheeren worden tot Onder-Koningen van de door hen bewoonde Provinciën aangefteld; en, aan hunne verbintenisfen thans getrouw blyvende, leggen zy zig toe op den landbouw en andere vreedzaame bedryven; waardoor het Koningryk verfcheidene jaaren lang eene ongeftoorde rust geniet, wyl de Deenen van buiten flegts tweemaal, geduurende de geheele regeenng van Alfred, de kusten van Engeland kwamenbeltooken, en in korten tyd door dien dapperen Vorst werden te rug gedreeven. 880. &c. Alfred herftelt zo veel mogelyk de onheilen des Oorlogs, herbouwt de vernielde Steden en Vestingen , brengt zyne Schttepsmagt in een gedugten ftaat, oeffent zyne onderdaanen in de Zeevaart- en Krygs-kunde, houdt eene beftendige Landmagt op den been en verëenigt zyne nieuwe onderdaanen, de Deenen ' met de ouden, de Engelfcheri, door hen in allenop- zigten, 8?3 PORTUGAL. De Roomfche Paus Johannes komt in Frank- Snl^vcï ryk, om s Konings befcherming te verzoeken moord.—Ka'el Kgen de geweldenaryën, door den Hertog van geeft het Graaft. Spoleto en den Markgraaf van Toscaanen ge- fchapaan zekeren pfeegd. [tie Italü,:.] Lodewyk ontfangt hem Salomon met veel eere ; doch de zwakke ftaat zyner ge- " ' zondheid, en de verwarring in zyn eigen Rvk, 880 t welk nog lleeds door de invallen der Noormannen ontrust, en door de heerschzugt der Graaf Garcias Grooten en Geestelyken gefchokt werd, verhin- van Navarre overderen hem den Pausle te willen te zyn , offchoon ]vdt deeze zig geneegen toonde, om zyne diensten , \_ met het opdraagen van den Keizerlyken tytel re vergelden De Paus houdt een vermaard Concilie te Troyes. waarin verfcheidene aanmerkelykc Canons gemaakt weiden, ter bevestiging van het aanzien der Geestelvkheid , onder andeien die, waarby elk een, even veel van wat rang, verboden werd, in tegenwoordigheid van een Bisfchop te zitten , ten zv deeze daartoe uitdruitkelyk verlet gave. Voor 'sPausfen vertrek', laat Lodewyk zig andermaal door hem tot Koning kroonen. [ver^k Dukschlaid b77. & aantekening.}Verdrag met de drie Duufche"Vorsten, zyne Neeven. [ut Duitschland.] <-y"c 879. Lodewyk, wiens wankeibaare gezondheid hem verhinderde -ets merkwaardigs te verrigten, overlydt aan eene kwynende ziekte en wordt opgevolgd door zyne twee Zoonen, LODEWYK III., en CARLOMAN, o. cn 7. K.ningen van den tweeden Stam. hJd°ieWyk de Sax" [^Buitschland 876,] bedient zig van de jongheid en oneryaarenheid der twee Vorsten, om een\Vandelvken inval in fiankryk te doen, en noodzaakt hen, om hét gedeelte van Lotharingen 't wek wylen hunnen Grootvader te beurt bevalen was, aan hem at te haan. De Rvks-Grooten neemen insgelyks die geleegenheid te baat, om hun eigen aanzien te ver-roo- £wlv? van ^et Konini1yk gez-g; inzonderheid Bofon, .schoonbroeder van wylen Karei den Kaaien, en in den jaare 877 door dien Vorst tot Hertog van Provence verheeven. Deeze Bofon , door zyne heerschzugtige Gemalinne , Hermergarde , eenige Dogter van wylen Keizer Lodewyk II., aangefpoordt en door den Roomfchen Paus Johannes onderfteund, verheft zig tót Konin* van Provence, welke tytel hem door een Concilie wordt o^eK Dit nieuwe Koningryk beftond uit de Provinciën Daunhlné, Provence, Savoyen, Lyonnois, en eenige Graaffchapperi van Bourgogne, en werd insgelyks het Ryk van Arles, en van Bourgogne geheeten. e^B"*- 880. Lodewyk de Saxer doet op nieuws een inval in Frankryk , doch laat zig bewecgen, om weder te rug te trekken. De Franfche Vorsten onderkeunen hem uit erkentenis in het verjaagen van Hugo , een Zoon van wylen Koning Lotharius en de vermaarde Waldrade, lue 861,J die zig van Lotharingen zogt meester te maaken Lodewyk oorlogt voorfpoedig tegen de Noormannen, welken Frankryk op nieuws kwamen verwoesten, en verflaat negen duizend dier barbaaren m eenen veldflag. Lodewyk de Saxer, en deszelfs Broedei, Karei de Dikke, verëemgen vervolgens hunne troepen met die der Franfche Vorsten tegen den nieuwen Koning van Provence, die zig echter zo dapperlyk verdeedigt, dat zy zig genoodzaakt zien,  tan CONSTANTINUS den GROOTEN at tot of den TEGENWOORDIGEN TYD. 175 ITALIËN, en om*deegeneS,aaten. NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het GRIEKSCHE RYK , thans op hem vervallen te zyn, te er- vallen zyne Nederkennen , dan alleen onder zekere voor- landfche Staaten ten waarden, dienende ter vermeerdering deele aan 's Vorsten van het aanzien en het gezag van den tweeden Zoon, LoRoomfchen Stoel. Carloman, 'sFaus- dewykden Saxer.[zie 1'en eisfehen . of te buitenfpoorig vin- Duitschland.] — Deedende, of wel deszelfs oprcgtheid mis- ze trouwende , geeft Lambert , Hertog , van Spoleto, en Adelbert, Markgraaf en Hertog van Toscaanen (*), last, om den Paus met geweld tot reden te brengen , terwyl hy zelf naar Duitschland tc rug keert. 878. Lambert en Adelbert rukken met hunne troepen naar Romen, maaken zig meester van die Stad, neemen den Paus in hegtenis, en noodzaaken den Romeinen, om den eed van getrouwheid aan Carloman af te leggen. Na het vertrek dier twee Vorsten, doet de Paus hen in den ban, en begeeft zig vervolgens in perfoon naar Fiankryk , om zig in de befcherming van Koning Lodewyk aan te beveelen. [zie aldaar.] Doch by dien Vorst wel veel eere genooten , "maar weinig heul gevonden hebbende , verzoent hy zig met Carloman, en wordt doorhem tot Stedehouder van Italiën aan?efteld. Kerkelyke zaaken. [zie het Griekfche Ryk 878"-88o.] 879. De Paus, verneemende, dat Carloman door eene gevaarlyke ziekte was aangetast, tragt het Ryk van Italiën en den Keizerlyken tytel te verzeekeren voor zynen vriend Bofon, Koning van Provence, [zie Frankryk,] doch die aanflag mislukt door een verdrag , tusfen Carloman, en deszelfs twee Broeders, Lodewyk den Saxer, en Karei den Dikken , gemaakt , waarby de laatfte tot zyn Broeders opvolger in beide de voornoemde waardigheeden wordt aangefteld. Dc Paus, zig tegen deeze fchikking, door de ganfche magt van Duitschland onderfteund, en door de meeste Vorsten van Italiën goedgekeurd, niet durvende verzetten, veinst daarin genoegen te neemen , en nodigt zelf Karei naar Italiën , die ook met eenige troepen derwaards op marsch gaat. 880. Carloman overlydende, wordt eenpaariglyk tot deszelfs opvolger verkoozen en gekroond K A R E L III., de dikke, Koning van Italiën. die, na eenen krygstogt in Frankryk bygewoond te hebben , [zie aldaar,} tegen het einde van het jaar te Romen door den Paus plegtig tot Keizer gekroond wordt. — Middelerwyl ontrusten de Saraceenen Italiën en de nabuurige Eilanden door hunne ftrooperyen, en maaken zig, na een hardnekkig beleg , meester van Syracufa , de Hoofdftad van Italiën ; de Griekfche bezetting, welke die plaats zedert eeni- (*) Men weet met geene zceherheld, in welk jaar het Hertogdom ff Markgraaffchap van Toscaanen is op/erigt; doch alle Schryveren ftemmen hierin overeen, dat deeze Adelbert ie eerfte Hertog, of Markgraaf, van dit zedert zo aanzienlyk Landfchap geweest is. m nu i«i euzcrtiie i\yxtft. 878. De drie Duitfche Koningen fluiten een verdrag met den Franfchen Koning Lodewyk /waarby zy elkander in 't genot hunner wederzydfche bezittingen erkennen. 879- Na den dood van den Franfchen Vor>t , ontweldigt Lodewyk de Saxer deszelfs kinderenhun erffelyk aandeel in Lotharingen , en verëenigt dat Ryk met Duitschland. Den verzwakten toe (tand van Keizer Carloman daaglyks toeneemende , bedient zyn natuurlyke Zoon, Arnold, zig van deeze omftandigheid , om een gedeelte van zyns Vaders Staaten te overmeesteren; doch Lodewyk de Saxer , in aller yl derwaards trekkende, noodzaakt hem, om zig te onderwerpen. Carloman , zig geen lang leven voorfpellende, beraamt eeneichikking met zyne beide Broeders, wegens de opvolging in zyne Staaten, [ zie hier en/fa-880,] welke de twee Vorsten zig verbinden, des noods. met alle hunne magt te zullen handhaaven. 880. Keizer Carloman overlydt, zonder wettige kinderen na te laaten; en wordt, volgensde voorgemelde fchikking, in 't Koningryk van Italiën, en den Keizerlyken tytel , opgevolgd door zynen jongften Broeder, K A R E L III., de dikke, 7. Keizer. Lodewyk de Saxer, de oudfte Broeder, krygt alle de overige Staaten, waax- tn tiet uosten. 878. De Patriarch Ignatius ovc.lydt. Dc looze Photius, intusfen 's Keizers gunst herwonnen hebbende , door het opftellen van eene Geflagtlyst, waarin hy deezen Vorst, diezig zyner laagc geboorte fchaamde , van de oude Macedonifche Koningen deed afftammen, wordt op den Patriarchaalen zetel herfteld. De gezanten, door den Roomfchen Paus gezonden, om Bulgaryën te rug te eifchen, en 's Keizers byftand tegen de Saraceenen te verzoeken, worden, nevens de meeste Bisfchoppen, door beloften , gefchenken, bevorderingen of bedreigingen, overgehaald, om hem in die waardigheid te erkennen; en de Keizer zendt een plegtig gezantfehap naar Romen, om insgelyks 's Pausfen toeftemmingte verwerven. 879. De Paus ontheft Photius van den ban, en erkent hem als wettig Patriarch, echter niet dan op voorwaarde, dat het Geestelyk rechtsgebied over Bulgaryën aan den Roomfchen Stoel worde afgeftaan , aan welken eisch Photius plegtig belooft te zullen voldoen. De Keizer beroept hierop een groot Concilie , t welk by de Griekfche Kerk Voor het agtfte algemeene gehouden wordt, en waarby het vorig Concilie vernietigd, en Photius in zyne waardigheid erkend wordt. De heiftelde Kerkvoogd , nu zyn oogmerk volkoomenlyk bereikt hebbende, weigert zyne gedaane beloften aan den Paus te volbrengen. 880. De Paus, merkende dat Photius hem bedroogen heeft, doet hem op nieuws in den ban, en verklaart de uitfpraak van het jongfte? Concilie voor nietig en kragteloos.Hy zendt den Diaken , Marinus (zedert zyn opvolger,) naar Conftantinopolen, om zulks openlyk bekend te maaken; welken gevaarlyken last Marinus zo ftoutmoedig volvoert, dat de Keizer hem in de gevangenis laat werpen ; waaruit hy echter, als noch door beloften te winnen, noch door bedreigingen te verfchrikken zyn-.  i76 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der. ALGEMEENE GESCHIEDENIS* ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en ITALIËN, en omgeleegene Staaten'. mtnnwmu t» mimi... zien, om onverngter zaake weder af zigten , zo ten aan- te trekken, ziene van rechtsplee- 88z. gingen, wetten, en voorrechten , op ee- Koning Lodewyk overlydt, zonder nengdyken voet, als kinderen na te laaten. Carloman , nu één alleen meester van het Ryk, trekt te- -, gens de Noormannen te velde, en maakt zig zodanig gevreesd by derzelver Bevelhebber, den vermaarden Zee-roover Hasting, dat deeze hem om den vreede fmeekt, dien Carloman hem niet vergunt, dan op voorwaarde , dat alle de Noormannen terftond het Ryk zouden ontruimen. '883. Carloman eischt vrugteloos van Keizer Karei den Dikken de te rug gave van Lotharingen. Hy behaalt eene groote overwinning op de Noormannen; doch wordt kort daarna door eene nieuw-aangekoomene talryke bende zodanig in liet naauw gebragt, dat hy den vreede en hunnen aftogt voor eene zwaare fomme gelds moet koopen. 884. Carloman, een braaf, werkzaam en dapper Vorst, door een wild zwyn op de jagt gekwetst (*), overlydt aan zyne wonde. Geene kinderen nalaatende, moest het Ryk naruurlyk vervallen op zynen Broeder, Karei, zedert den Eenvoudigen bygenaamd. Doch de jongheid van dien Prins, welke, eerst na zyns Vaders overlyden gebooren zynde , naauwlyks vyf jaaren oud was, en de hachelyke toeftand van het Ryk, beweegen de Grooten en voornaamfte Geestelyken , om de Kroon op te draagen aan eenen anderen Vorst uit het gefiagt van Karei den Grooten; te weeten: KA REL III., DE Dl K K e , 8. Koning van den tweeden Stam. Reeds meester van geheel Duitschland, van Lotharingen, Italiën, den Keizerlyken tytel, en nu ook van Frankryk, verëenigt Karei, in zyne perfoon, het uitgeftrekte gebied van wylen den beroemden Karei den Grooten; doch, zyne bekwaamheeden de uitgebreidheid zyner magt niet evenaarende , bezwykt hy welhaast onder het gewigt van zyne eigene grootheid. 88y. De Noormannen doen een verwoeden inval in Frankryk, en rukken tot voor de poorten van Parys, welke Stad door den dapperen Giaaf Eudes, Zoon van Robbert den Sterken, [zie 863,] en naderhand Koning, geduurende hetafweezen van Karei, meer dan een jaar lang, klockmoediglyk verdeedigd wordt. 886. 'Karei verfchynt eindelyk met eene aanzienlyke Legermagt tot ontzet van Parys; doch te laf hartig , om-eenen oorlogskans (*) Sommige Schryveren melden, dat een van 's Vorsten dienaaren, fret Zwyn willende doorftooten, ongelukkig de» Koning kwetjie; maar dat lydt, en wordt op gevolgd door zyi Zoon, Fortunio die den tytel var Koning aanneemt en dus de gronder legt van dat zeden zo vermaarde Koningryk . waarvar de Franfche Vorsten , zints de tyden van Hendrik, den Vierden, den tytel voeren. fortunio, i. Koning van Navarre. Omtrent deezen tyd overlydtGraal Salomon van Barcelona ; waarop dat Graaffchap gegeeven wordt, als een etffelykLeen, van Frankryk roerende, aaneenen Zoon van wylen Wifred, medeWifred genaamd, een krygshaftig Vorst, die, in verfcheidene ontmoetingen, groote voordeden op de Saraceenen behaalt. 886. Mahomed, doorgaans onvoorfpoedig een lrahaansch Vorst tot Keizer te verkiezen; het andere, dat de Pausfen voortaan geordend zullen worden, zonder alvorens 's Keizers toeftemming af te wagten. — [Deeze beide Decreeten worden echter door fommige geleerden zeer in twyffel getrokken.] De Griekfche Keizer, Bazilius, zendt eene fterke Le^er- en Scheepsmagt naar Italiën en Siciliën, welke in dit, en liet volgendjaar, verfcheidene voordeden op de Saraceenen behaalt Verheffing van Keizer Karei, den Dikken, tot de Kroon van Frankryk. [zie aldaar.] S8y. De Paus Adrianus overlydt, en wordt opgevolgd door stephanus v. , I09. POUS. een man, hoogst achting-waardig om zyne medelydendheid en liefdadigheid jegens de armen, doch voor 't overige niet min- gen tyd had ingenoomen, en een groot ■ aantal der inwooners op eene onnien1 fchelyke wyze vermoordende. ' 881. Karei erkent de onafhankelykheid der Republyk Venetiën , en fluit een verdrag met dezelve, om Italiën gemeenzaamerhand tegen de invallen der Saraceenen te befchermen. 88z. Sommige Italiaansche Vorsten , inzonderheid de Hertog en Bisfchop van Napelt , nog fteeds met de Saraceenen blyvende heulen, worden door den Paus in den ban gedaan, die kort daarna overlydt. 883. In plaatfe van wylen Johannes wordt, zonder 's Keizers toeftemming af te wagten , verkoozen marinus, 107. Paus. Keizer Karei, agterdogt opgevat hebbende tegen Guido en Berengarius, Hertogen van Spoleto en Friuli, ontneemt hen hunne waardigheeden.engeeftdieaan twee perfoonen van eene laagé af komst. Deeze ftap, en zyne lafhartigheid omtrent de Saraceenen, maakt hem gehaat enveradit by de Italiaanen. 884. Paus Marinus, niets aanmerkelyks verrigt hebbende, overlydt, en wordt opgevolgd door ADRIANUS fit. , I08. POUS. die twee aanmerkelyke Decreeten maakt; het eene. om. na den dood van K"iiv>i  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 17? NEDERL ANDEN. DUITSCHLAND, Het GRIEKSCHE RYK, en Aetoosttn. en aannrenzenile ze verkrygt naderhand geheel Lotharingen, waaronder her grootfte gedeelte der Nederlanden behoorde, [zie Frankryk 879.] 881. De Noormannen maaken zig meester van Nieuwmegen , worden aldaar te vergeefsch door Lodewyk den Saxer belegerd, en trekken eindelyk af, na het Koninglyk Paleis aldaar, door wylen Keizer Karei den Grooten geftigt, verbrand te hebben. -— Eene andere bende, onder geleide van Godefroy [zie 851,] en zekeren Siegfroy, de Maaze opgevaaren, verfchanst zig te Haslou, beneden Maastricht, en maakt die fterkte tot eene ftapelplaats van den onnoemelyken buit, door hen in de nabuurige Steden en plaatfen by een geroofd, 882. Lodewyk den Saxer overleeden zynde, trekt deszelfs opvolger, Keizer Karei de Dikke, [zie 'Duitschland,'] tegen de Noormannen te velde , en flaat het beleg om Haslou. Godefroy doet van tyd tot tyd verwoede uitvallen, doch wordt tevens in de uiterfte engte gebragt. In plaatfe van zig van dit voordeel te bedienen , fluit Karei een fchandelyk verdrag niet hem, waarby hy zig verbindt tot het betaalen van eene aanzienelyke fomme gelds, en het afftaan van de landen, voorheen door Godefroy's Vader en Oom, Heriold en Roruk, bezeeten, mits dat de Noormannen voortaan de vyandelykheeden ftaaken , en het land tegen andere roovers zouden befchermen. Kort daarna omhelst Godefroy den Christen Godsdienst, krygt Gifela, eene natuurly'.e Dogter van wylen Koning Lotharius van Lotharingen, ten huwelyk, en met haar de Provincie Friesland ten bruidfchat. Deeze nieuwe Landsheer zyne onderdaanen hardelyk behandelende, flaan dezelven aan het muiten; doch Godefroy brengt hen welhaast tot onderwerping, en noodzaakt hen, met een ftrop om den hals té gaan, ten einde hen, op de minfte wederfpannigheid , zonder uitftel te kunnen opknoopen. Giféla's Broeder, Hugo , [zie Frankryk 880,] krygt van den Keizer een jaargeld, mits dat hy afftand doe van zyne rechten op Lotharingen; doch Hugo heult heimelyk met Godefroy, om den Keizer alle deeze landen te ontweldigen. 88 j. Het twyffelagtig gedrag, en de geduurige pnbefcheidene vorderingen van Godefroy openen Karei de oogen, omtrent de aanflagen van dien Noorman; doch, zig niet openlyk tegen hem durvende verzetten, neemt hy zyne toevlugt tot een lafhartig verraad. Hy zendt gezanten naar Godefroy, heimelyk door krygsvolk gevolgd , en vergezeld door zekeren Friefchen Graaf, Everard, die door Godefroy van alle zyne goederen L D E E L. Syken. waardoor hy zig byna van geheel Duitschland meester ziet. Om echter zynen Neef Arnold, natuurlyken Zoon van Carloman, te vreeden te ftellen, geeft hy hem het Landfchap Carinthiën, met oen tytel van Hertog, [zie ook Italiën.] 881. De Noormannen, de Elve opgevaaren zynde, doen een geweldigen inval in Saxen. Lodewyk trekt hén tegen, en levert hen een vermaarden veldflag by Ebsdorff, in Lunenburg; het Duitfche Leger wordt byna ganschen-al geflagen; waarop de Noormannen hunne ftrooperyën onverhinderd voortzetten. 88z. Het geleeden vet lies, en dat van zynen eenigften Zoon, die te Regensburg uit een venster dood viel, had Lodewyk zodanig getroffen , dat hy in eene kwynende ziekte ftortte , waaraan hy overlydt. Hy wordt in alle zyne Staaten door zynen Broeder, Keizer Karei, opgevolgd. Lafhartig gedrag van dien Vorst omtrentdeNoormannen. [zie Nederlanden 882. 885.3 884. Karei krygt de Kroon van Frankryk. [zie aldaar.'] 886. Het lafhartig gedrag van Karei omtrent de Noormannen, [zie Frankryk,] als ook de Saraceenen , [zie Itall«883 ,] haalt hem de ver-. Z, zynae, na vertoop van eenigen tyd weder ontflagen, en naar Romen wordt te rug gezonden. —« Verlies van Syracufa. [zit Italiën.] 881. &c Bazijius bcöorlogt de Saraceenen van Afia e» Creta, die doorgaans geflagen worden. 884. en 88 j. Krygsverrigtingen in Siciliën en Italiën. [zié aldaar.] 88$. Zeker fchynheilig Geestelyke, Santaraben ge-j naamd , door zyne geveinsde deugden 's Keizers vertrouwen gewonnen hebbende, maakt deszelfs Zoon Leo , die de valsheid van deezen gewaanden Heilig ontdekt had , en openlyk zyne verontwaardiging daarover betuigde , zodanig by den ligtgeloovigen Vorst verdagt, dathy zynen Zoon, als fchuldig aan eene famenzweerürg tegen zyn leven, in hegtenis doet zetten. Niet dan na verloop van eenige maanden wordt Bazilius eindelyk van 's Prinsfen onfchuld ov ertuigd, en herftelt hem weder in zyne vryheid en eere; doch de fnoode Santaraben, door zynen vriend Photius onderfteund, weet zyn gedrag zulk een fchoonfchynenden glimp te geeven, dat de Keizer zig vergenoegt met hem van het Hof te verwyderen,' 886. Bazilius, op de Jagt door de hoornen van eert gejaagd Hert gekwetst zynde, overlydt. Hy bezat de grootfte deugden en bekwaamheeden , [vtrgelyk 867,] en behartigde niet minder den bloei en het aanzien van het Ryk, als den welvaart van allen,. zelfs de geringften zyner onderdaanen. Conftantinopolen werd door hem met een groot aantal pragtige gebouwen verfierd, en de oude vervallene geftigten herfteld. Hy wordt op¬ gevolgd door zynen oudften Zoon, LEO VI., de wtsgeer. 38. Griekfche Keizer. een groot voorflander en befchermer van kons*' ten, weetenfehappen en geleerdheid , waarin hy. zelve eenige vorderingen gemaakt had , en die hy ruim zo veel, dan de belangen van het Ryk, behartigde. Hy begint zyn gebied met den fnooden Santaraben de verdiende ftraffe te doen ondergaan , en den Patriarch photius van zyne waardigheid af te zetten, waarmede hy zyn eigen Broeder, Stephanus, bekleedt. Photius Wordt in een Klooster opgefloten , alwaar hy vyf jaaren laater overlydt. Zyne afzetting en dood zou de eendraat tullen dé Roomfche en Griekfche Kerk herfteld hebben , indien de heerschzugtige Pausfen niet ftyf en fterk hadden blyven aandringen op het a/zetten van alle dePiiestcrs en Bisfchoppen, waar-  ï78 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN' Schotland en en PORTUGAL. verdrag met de Noormannen , volgens het één en het zelfde welk hy hen overreedt, om het beleg op volk, te behan- te breeken, voor eene fomme van zeven delen. De Stad honderd Ponden Zilvers, binnen eenige 1 .onden , door maanden te betaalen; geduurende welken vee- tusfentyd hy hen vergunt in Bourgondiën te huisvesten , alwaar zy de ysfelykfle ver- 'woestingen aanregten. Karei keert, met de haat en verachting der Franfchen belaaden, naar Duitschland te rug. [zie aldaar.} 887. Bofon overlydt, en Wordt in zyn Koningryk, [zie 879,] met toeftemming van Karei, opgevolgd door zynen 2 zaaten. Hy laat zig ordenen, zonder Kareis toeftemming af te wagten, die hierover zeer gebelgd is, doch zig eindelyk laat bevrcedigen. Karei vertrekt naar Frankryk, om bezit van die Kroon te neemen, na zig alvorens met Guido en Berengarius verzoend , en die Vorsten in hunne waardigheeden herfteld .tc hebben. 887. De Sclavoniërs doen een inval tn Venetiën , doch worden geflagen. Naderhand met eene fterker magt te rug keerende, behaalen zy eene groote overwinning op de Venetiaanen, waarby de Doge zelf fneuvelt , en keeren met een ryken buit naar hun land te rug. Afzetting, en kort daarop volgen-  van CONSTANTINUS den- GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 17.9- en tmgeleegtni Staaten. als zynen Opper-Leenheer te erkennen. Intusfen komt Guido onyerrigter zaake uit Frankry^ te rug, en hernieuwt zyne vorige aanfpraak op de Kroon van Italiën. De beide Vonten brengen hunne troepen op den been, en leveren elkandei eenen bloedigen veldflag, waarin Guido de neerlaag krygt. De Griekfche Keizer, Leo , zendt eene flerke Vloot naar italiën, onder bevel van zekeren Gregorius, welke de Stad Bari herovert, en den Hertog Aion noodzaakt, om naar Benevent de vlugt te neemen. Gregorius onderneemt vervolgens, om de Saraceenen uit Siciliën te verdryven; doch die aanflag mislukt, en' dc Griekfche Vloot wordt geflagen , en grootendeels in den grond geboord. 889. Guido, een nieuw Leger op den been gebragt hebbende, levert Berengarius andermaal flag, en behaalt op hem- ♦ulk eene groote overwinning , dat .deeze naar zyn Hertogdom van Friuli de vlugt moet neemen. Meest alle de ftemmen, door deezen voorfpoed en den invloed des Pausfen gewonnen, verëenigen zig hierop ten voordeele van Guido , die te Pavia gekroond wordt. GUIDO, Koning va» lttili'én. Berengarius doet van tyd tot tyd de fterkfte pogingen, om zynen Mededinger de Kroon weder te ontrukken; doch te vergeefsch. Hy verzoekt hierop den byftand van Keizer Arnold; doch die Vorst, elders oorlogende , vindt zig voor als nog buiten ftaat, om zynen Leenman (*) Deeze fireek was, velgms de oude C'ironyke» , geleegtn, tusfen den Rhyn en Suiüiard8*hage, een oud vlek, naby fjodegrave. DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryke». verachting van geheel Duitschland op den hals. Befchaamd en vcrleegen, en zo zwak van lichaam, als klein cn bekrompen van geest, fluit hy zig op in éen zyner Paleizen, en ftelt het ganfche Ryk-beftuur in handen van zynen eeriten Staatsdienaar, Luitward , Bisfchop van Verced, een nlan, van ongemeene bekwaamheeden , die de misflagen van zynen Vorst zo veel mogelyk herftelde. Dc Duitfche Vorsten , inzonderheid Arnold , Hertog van Carinthiën, maaken eenen aanflag, om Karei vaa het bewind te ontzetten, en eenen van hen in zyne plaatfe te verheffen ; ten welken einde zy 's Vorsten eenigen fteun , Luitward, vooraf zoeken ten val te brengen, 887. Luitward wordt befchuldigd van eenen ongeüorloofdc.n liefdehandel met de Keizerin Richardc. Nicttegenftaande de bewyzen zeer twyffelagtig zyn, en de Vorstin zich zuivere door het ondergaan der Vuurproeve , [zie Italië» 8Ó2,, ele aanteeke-' nier,! heeft Karei de zwakheid, om zyne Gemalin 111 eene Abtilyë te bannen , en zynen Staatsdienaar van het Hof te verwyderen. Van deszelfs hulp en raad verftooken, laat hy meer en meer de zwakheid van zynen geest bh/ken. Hy beroept eindelyk eene Ryksvergadenng tc Tribur, om aldaar de zaaken van het bewind tc regelen. De ftaatzugtige Arnold verfchynt aldaar aan het hoofd van een talryk Leger, cn beweegt de Duitfche Vorsten, om Karei plegtig af te zetten, en hem, als een afftammeling van wylen Karei den, Grooten, in deszelfs plaatfe tc verkiezen. ARNOLD, 8. Keker. De ongelukkige Karei, van een ieder verlaaten, byna van levens-nooddiuft beroofd, en door ziekte en hartzeerkwynendc, vindt eindelyk heul, huisvesting en onderfland, by den medelydenden Luitbert, Aarts-Bislchop van Memz; by wien hy , in het volgend jaar, overlydt, zonder kinderen na te laaten, 888, Arnold maakt aanfpraak op het Ryk van Italiën; doch vergenoegt zig met den tytel van Opper-Leenheer. [zie al*. . daar.] 889. en 890. Arnold oorloogt tegen de Slaaven en Wenden van Mecklenburg, tegen de Noormannen, en tegen den nieuwem Bourgondifchen Koning Poidolph, [zie Frankryk 888,] die een inval in Lotharingen gedaan had, en behaalt doorgaans de overwinning. Vyandelykheeden tusfen dc Hongaa¬ ren en Buigaaren. [zit liet Qriekkhe Ryk.1 0 851. DC Z z wordt, op last van Keizer Karei, van zyne goederen beroofd, de oogen uitgeftooken, en in een Klooster opgeflooten. . 887. , Keizer Karei van zyne waardigheid afgezet wordende, f zie Dttitsc/iland,'] vervalkn de Nederlanden, nevens geheel .Lotharingen, onder het gebied van zynen opvolger, Keizer Arnold ; die kort daarna het Graaffchap van Gerolf met eene aanzienelyke ftreek lands (*) vergroot, met vergunning NEDERLANDEN. ' deren beroofd was, en nu , door wraakzugt gedreeven, gewillig dc last op zig nam, om hem van kant te helpen. Terwyl dc gezanten met Godefroy, geen erg denkende, fpreeken, verwyt Evcrard hem zyne dwingeland/ , cn een bits antwoord krygende, trekt hy , onverhoeds, zyn zwaard, en doorftoot den Noorman. Het krygsvolk hierop toefenietepde, en door de Friezen dapperlyk onderfteund zynde, worden de Noormannen alomme om het levsn gebrast, of het land uitgedreeven, en Friesland geheel-en-al van hunne overweldiging verlost. Everard wordt in zyne goederen herfteld , gelyk mede een ander Graaf, Gerolf, den vader van dien Dirk, die in de oude Chronyken als de eerfte Graaf van Holland genoemd wordt. Dit Graaffchap, veel kleiner dan het tegenwoordige Holland , doch welks eigenlyke uitgeftrektheid niet bekend is, was geleegen omtrent Utrecht en Bodegrave, en werd zedert door Gerolf, die zeer in de gunst der Keizeren ftond, aanmerklyk vergroot. — Godefroy's Schoonbroeder. Huso. Het GRIEKSCHE RYK, en liet Oosten. waaronder Stephanus zelven, welken diePrelaat geórdend had; iets, waartoe de Griken in geenen deele wilden verftaan. 887. en 888. Krygsverrigtingen {ft Italiën. [zie aldaar\ 889. De Keizer, een tegenzin tegen zyne wettige Gemalin , welke haar lot met ongemeene lydzaamheid verdroeg , opgevat , en zig in een ongeöorloofden liefdehandel met de alom door haare fchoonheid vermaarde Zoë hebbende ingewikkeld , krygt de Vader zyner Meestresfe, Stylienus, een man van een  1S0 BEKNOPT TYDREKENKUNDÏG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS,' ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN I T A i t i,'- m ■ Schotland en h> land. (« PORTUGAL ' veele fraaije gebouwer vergroot en verdere hebbende, vestigt hy aldaar den zetel van zyi gebied. 893, Na eene uitmuntende regeering, alleen be rispelyk door de al t< groote voorrechten,dii de Geestlykheid bover de overige onderdaanen vergund werden. overlydt Gregorius, en wordt opgevolgd dooi den Zoon van wylen Conftantinus, E o N a l d vt. , 6. Koning van Schotland. De berugte Deenfche Zee-Roover, Hasting, verfchynt met eene talryke Vloot op de kusten van Engeland, doet eene landing, en verovert verfcheidene plaatfen; doch wordt door Alfred gefluit en geflagen. Die edelmoedige Vorst, de huisvrouw en kinderen van Hasting gevangen geireegen.hebbcnde, fielt de- oproer , buiten de Stad gedreeven, ttortineene ziekte, waaraan hy overlydt. Hy wordt opgevolgd door zynen Broeder, Abdallah, die, door de getrouwheid der troepen, de onlusten ftilt. Zyne regeering wordt van tyd tot tyd ontrust door den opftand van eenige heerschztigtige Grooten ; doen zyne bekwaamheeden en inzonderheid zyne deugden , waardoor hy de harten zyner onderdaanen aan hem verbindt, doen j 1 den Paus vermogende, en hem betooid hebbende, de voorrechten van den Roomfchen Stoel met alleen te zullen bekragtigen, maar zelfs te vermeerderen-, wordt doorhem te Romen plegtig tot Keizer gekroond. Arnold, Berengarius, en die van hunnen aanhatg, weigeren Guido m deeze nieuwe waardigheid te erkennen • doch de wapenen des eerstgemelden elders wordende beezig gehouden , zyn zy buiten ftaat, om zig met geweld daar tegen tc verzetten. Kort daarna overlydt Paus Stephanus, en wordt opgevolgd door den Bisfchop van Porto, v o r.m o s u-s, iro. Pau>. Zynde den eerften, die, ftrydig tegen deKerkelyke Canons, van den eenen Bisfchoppelyken-zetel tot den anderen overging; Voormaals in ongunst byPaus Johannes geraakt zynde, en zig met aan hem hebbende willen onderwerpen was hy door hem in den Kerkban gedaan , doch zedert door Paus Marinus daarvan weder ontflagen. ( De Griekfche Keizer, Leo , zendt een Leger naar Italiën, t welk in Benevent rukt, en zig van dat Landfchap (wiens Hertog Aion het vorig jaar overleeden, en door eenen minderjaarigen Zoon opgevolgd was,) met weinig moeite meester maakt. 89-v ; Guido benoemt zynen Zoon Lambett tot deelgenoot in de Keizerlyke waardigheid, en laat hem als zodanig door den Paus te Romen kroonen; doch het is twyffelagtig, of dit Ryksgenootfchap zig insgelyks uitftrekte tot het Koningryk van Italiën. - 893. Guido en zyn Zoon, de Italiaanfche Grooten op sene heerschzugtige en trotfe wyze behandelende , ontfteeken zodanig derzelver nyd en misnoegen , dat zy zig met Beren garius verëenigen, om Keizer Arnold ter hulp te roepen. Paus Formofus onderfteünt heimelyk hun aanzoek. Arnold, zelve niets liever wenfehende dan zyn gezag over Italiën te doen gelden, zendt zynen Zoon Zwentibold met een Leger derwaards. Di? Prins belegert Guido te Pavia; doch, die Stad niet iioouieu naa, te nananaaven. nen der voornaamften , de Graat Valgaire, (telt zig aan hun hoofd, en verfterkt-zig in de Stad Laon. Eudes rukt in aller yl derwaards , verovert Laon ftormenderhand, en laat Valgaire onthoofden.- Vervolgens dempt hy een tweeden opftand in Aquitaniën. De overige faamgezwoorenen , hier door meer verbitterd dan afgefchrikt, bedienen zig van zyn afweezen, en ontbieden Karei uit Engeland te rug,"die teRheimsplegtig door den Aarts-Bisfchop gezalfd en gekroond wordt. Eudes keert terftond op zyne ftapuen te rug, en-behaalt verfcheidene voordeden op den aanhang van Karei. 893. De twee mededingers leveren elkander eenen veldflag, waarxn it-udes de overwinning behaalt. Karei, byna van een ieder verhaten neemt de vlugt by Keizer Arnold, en fmeekthem om bechetming, Die Vorst ontfangt hem met veel heusheid, en erkent hem als wettig Koning van Frankryk • doen , elders beezig gehouden, en hetgeflooten verdrag met Eudes willende fchynen getrouw te blyven, zo vergenoegt hy zig , met Karei heimelyk eenige weinige troepen toe te plukken, waardoor deeze mets van aanbelang kan uitvoeren , met oen nieuwen iveizer Arnold, die hem mede als Koning erkent. : De Noormannen , zig andermaal voor Parys vertoonende, worden i door Eudes verflagen; doch, het volgend jaar in ften-ter aantale terug keerende, behaalen zy eene groote overwinning, waarna zy Troyes, ■ Toul, Verdun, en andere plaatfen • deerlyk plunderen. 890. Keizer Arnold, den jongen Koning van Provence [zie 887 ,] niet in deeze waardigheid hebbende willen erkennen, wordt eindelyk daartoe overgehaald, onder voorwaarde , dat dit Ryk voortaan leenroerig zyn zoude van Duitschland; waaraan Lodewyk zig onderwerpt, en vervolgens plegtiglyk gekroond wordt. 891. De Noormannen, wederom een geweldigen inval in Frankryk doende , worden met groot verhes terug gedreeven. 891*. ' Verfcheidene Franfche Grooten, het geluk van Eudes, voorheen hun gelyken, bcnydende, en doorliet berokkenen- van eenen burger-oorlog hun eigen aanzien zoekende te vergrooten, ftaan openlyk tegen Eu-, des op,- onder voorwendfel van de rechten van den jongen Karei, die intusfen de wyk naar Engeland ge- man te-hulpe te koomen. Berengarius haalt echter verfcheidene Italiaanfche Grooten in zyne belamen over; en dat Ryk wordt, vah°dit tydftip af, in twee partyën verdeeld; welken naderhand , ter geleegenheid der heevige twisten tusfen de Keizers en- de Pausfen, den eenen of anderen driftig aanhangende, zeer vermaard geworden zvn , onder den naam van Ghibülins, [de zwarte , of Keizers-gezinde Party,] en Guelfhen, [de witte , ofPaus-°ezinde Party,] en de droevigftetweefpait en Burger-Oorlogen in Italiën verwekten, waar van de fpooren nog heden ten dage niet gansch-en-al zyn uitgewischt. 891-.  Van CONSTANTINUS ben GROOTEN af r&t or den TEGENWOORDI6EN TYD. 181 tn cmgtleegent NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het GRIEK SCHE RYK, tn het Oosten. Staaten. tn aamrthztnit Breken. niet kunnende overmeesteren, ofte wel, volgens fora» migen,zigvpor een grote fomme gelds door Guido hebbende laaten omkoopen, keert hy onverrigter zaake naarDuitschland te rug. 894. Na het vertrek der Duitfche troepen , rukt Guido in Friuli, om wraak te neemen over Berengarius, die , in de uiterfte engte gebragt, naar Arnold de vlugt neemt, en hem ten fterkften aanzet, om in perfoon in Italiën re koomen. Arnold begeeft zig met een fterk Leger derwaards, verovert verfcheidene Steden, noodzaakt Guido om zig in Romen op te fluiten , (alwaar deeze nog voor het einde van dit jaar overlydt,) en laat zig vervolgens tot Koning van Italiën kroonen, met toezegging aan Berengarius, dat hy aan hem , als zynen Leenman, het beftuur van dat Ryk zal overlaaten. ARNOLD, Koning van Italiën. Dë zaaken van Duitschland [zit aldaar,] noodzaaken Arnold, om fpoedig derwaards te rug te keeren. Guido's Zoon, Lambert, door zyne Moeder, Ageltrude, eene kundige, looze, en ftoutmoe- een laag Karasrer, ai net gezag m nanoen , waarvan hy zig bedient, om niet alleen de onderdaanen des Ryks, maar zelfs de Bulgaarfche Kooplieden, op eene fchreeüwende wyze onnoemelyke fommen af te knevelen. De Bulgaarfche Koning, Simeon, vrugteloos op vergoeding hebbende aangedrongen , verklaart Leo den Oorlog. De Keizer zendt een Leger naar Bulgaryën , 't welk geflagen wordt. 'Hy zendt hierop gezanten naar de Hongaaren, [zie Duitschland 768,] en haalt die woeste Natie, door groote gefchenken, over, om den Buigaaren den Oorlog aan te doen. 890. De Hongaaren, een onverhoedfehen inval in Bulga- ryën doende, en zig met de Keizerlyke troepen vereenigende , brengen Simeon eene groote nedetlaage toe. • Die Vortt herftelt zig echter fpoedig van zyn verlies, valt op zyne beurt in het land der Hongaaren, 't welk hy ten deele plundert en verwoest, en noodzaakt den Keizer om den vreede • te koopen, door alle de Bulgaarfche krygsgevangenen, die meerendeels voor groote fommen van de Hongaaren opgekogt waren , zonder eenig losgeld over te geeven. • 89 r. Voordeden, door 'sKeizers troepen in Italiën behaald. ■ [zie aldaar.] , 892."- De Bulgaarfche Koning hervat den Oorlog, onder' voorwendfel, dat Leo eenige gevangenen had te rug gehouden, en wint een bloedigen veldflag op het Griekfche Leger , waarvan naauwlyks een enkel man omkomt. Men fluit vervolgens van beide kanten -een ftilftand van 1 wapenen. De Caliph Almotamed overlydt, en wordt opgevolgd ■ door zyns Broeders Zoon , almotaded, zes-tn-dertigften Caliph; een Vorst van ongemeene deugden en bekwaamheeden, die zyn gezag tegen de-Turken, en ver- ' fcheidene oproerigen, welken zyne regeering ontrustedeu, wist te doen gelden. Den Caliph van Egipten , die zeer 1 in vermogen was toegenoomen , geheel Syriën over- ' meesterd had, en zynen zetel hield te Damascus < door ■' zyn eigen volk- vermoord zynde, handhaaft Almotaded zyn recht als Opper-Leenheer op* deszelfs opvolgers, en noodzaakt hen zelfs, om hem fchatting te betaalen. . 893. Keizer Leo voltooit de nieuwe verzameling van wet-" ten, door zynen Vader aangevangen , en naar hem d«Bazilifche genaamd. Dit Wetboek, door zyn Zoon Conftantinus- nog verder verbeterd, ftrekte tot een rigtfnoer voor het ganfche Oostersch gebied, tot aan den ondergang van het Keizer-Ryk; wordende het vermaalde wetboek van Justinianus geheel ter zyden gefteld. Leo's Gemalinne overlydendë, neemt hy, tot a'gemeene ergernisfe , zyne Meestresfe Zöë ten Huwlyk, en" laat haar openlyk tot Keizerinne kroonen. Zy overleeft haare waardigheid niet lang. Haar -Vader , Stylienus » alomme gehaat, en de befcherming zyner Dogter misfende , vervalt welhaast in ongenade, en fterft van verdriet. ?95. m z 3 ning, om zyne landen erffelyk aan zyn 89 r. nakroost na te laaten. 895. Kei- De dappere Arnold wint een alleibloe- digften veldflag op de Noormannen, welken hy vervolgens geheel-en-al uit Duitschland verdryft. Vervolgens keert hy zyne wapenen tegen Zwer.tibold, Hertog van Moraviën, die tegen hem was opgeftaan; doch, na eenen langduurigen wederftand, genoodzaakt wordt zig te onderwerpen. 892. De Slaaven en Wenden doen eenën inval in Frankenland, verflaan de troepen , ter bewaaring der grenzen geplaatst, en vermoorden den Bisfchop van Wurtzburg. Arnold, in aller yl derwaards rukkende, verdryft die barbaaren, en brengt hen weder tot onderwerping; doch misnoegd over de lafhartigheid van Poppo , Hertog van Thuringcn , die de wapenen tegen de Wenden niet had durven opvatten, doet hy hem in eene Ryksvergadering te Frankfort afzetten, en geeft dat'Hertogdomaan zynen eigenen Schoonbroeder , Conraad, Graaf- van Frankenland, en Vader van Keizer Conraad I., die hetzelve terftond weder afftaat aan zederenBurchard, Graaf van de Wetterau, Stamvader der Graaven van Wettin, waaruit de Markgraaven van Meisfen, en het tegenwoordige Keurvorstelyke en Hertoglyke Huis van Saxen zyn voortgefprooten. Hertog Ziemovit overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon leszko iv. , twaalfden Hertog van Polen, een goed, dodi zwak Vorst, geduurende_wiens 'bewind niets merkwaardigs voorvalt. 893-; Arnold mengt zig met de zaaken van Italiën, [zie aldaar,] welk Ryk hy aan zyn gebied tragt te onderwerpen.- S94. Arnold begeeft zig in perfoon naar Italiën , en wordt tot Koning van dat Ryk gekroond, [zie aldaar.} Een nieuwe opftand van Zwentibold, Hertog van Moraviën , die zig den tytel van Koning aanmatigde , noodzaakt- hem, om fpoedig naar Duitschland te rug te keeren. Zwentibold moet zig onderwerpen , en overlydt kort daarna. De zaaken van Moraviën raaken hierop in eene groote verwarring; wyl de voornaamfte ingezeetenen dat Landfchap geheel onafhankelyk van het KeizerRyk  ï8i BEKNOPT TYDREKENKUND I.G BEGRIP der. ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN.'* I T A L I Ë N< ' T.l.*~a-. PORTUGAL. Ierland. dezelven op vryë voeten, op voorwaarde, dat Hasting voor altoos het Ryk zal verhaten , waaraan deeze getrouwelyk voldoet. 897- Engeland wofdt andermaal door eene fterke Deenfche VIootontrust,doch door degenoomene maatregelen \an Alfred beveiligd. — Het grootfte gedeelte der Barbaaren verflagen zynde, vlugten de overigen naar hunne Schepen. Verfcheii dene Deenfche onderdaanen , zig van deezen inval bediend hebbende.om hunne oude roofen plunderzugt bot te vieren, worden door Alfred met de koord geftraft; welkewelgeplaatftegeftrengheid van eene goede uitwerwerking is, om de kwaad¬ doen hem alomme zegepraalen. — Hy fluit een ftilftand van wapenen met Koning Alphonfus, dicim-gêlyks, naar maatenet toeneemend vermogen der voornaamfte Ryks-Grooten of Stedehouders, hunne heerschzugt aanprikkelde, inet geduurige famenzweeringem en opftanden te worstelen heeft, doch alle die oproerige aanflagen door een zonderfiag beleid weet teverydelen. ■900. Alphonfus doet een Concilie houden te Oviedo , waarin de Bisfchop dier Stad tot AartsBisfchop, en Metropolitaan van de ganfche Geestelykheid togdom Friuli, en eenige omliggende ftreeken , bevestigd wordt. Ageltrude bewerkt door haaren invloed, dat haar Neef, Guido, uit Benevent verdreevenen haar eigen Broeder, Adelchis, inliet bezit van dat Hertogdom herfteld wordt. > Intusfen overlydt Paus Formofus, en wordt opgevolgd door bonifacjuï vi., ui. Paus. een man, van eenen flegten aart, die zig met geweld op den Pausfelyken zetel drong; doch, na flegts vyftien dagen regeerens, overlydt: wanneer , door invloed van oen Tegen-Kcizer Lambert, in deszelfs plaatfe verkoozen wordt een geflagen vyand van Keizer Arnold en wylen Paus Formofus, genaamd: stephanus vi., 112. Paus. die, eerst veinzende de belangen van Amold te zyn toegedaan , na deszelfs vertrek uit Italiën openlyk Lambert's zyde kiest, en hem alleen als Ksizer erkent. Voorts pleegt hy eene fchandelyke en verfoeijelyke daad tegen wylen Fonnofus, wiens lyk hy laat opdelven,v en, in een Priesterlyk gewaad gekleed, voor een Concilie brengen; alwaar hetzelve, na een belachelyk rechtsgeding, als een onwettig indringer veroordeeld, ontkleed, mishandeld, en in den Tyber gefmeeten wordt; welk ergerlyk fchouwfpel gevolgd wordt door tene plegtige vernietiging van alles, wat Formofus, geduurende zyn bewind, verrigt had. 897. De Romeinen, verontwaardigd en verbitterd over de fnoode handelwyze van Stephanus, maaken eene fameniweering tegen hem, verzeekeren zig van zyn perfoon, wCrpen hem- in de gevangenis, en laaten hem aldaar door een ftrop om ket leve» heid te handhaaven, doch hy overleeft zynen Vader flegts weiaige dagen; waarop het ganfche Ryk vervalt aan KAREL IV., Dit EENVOUDIGE, 10. Keninr van dm tweeden Stam. een zwak Vorst, die den bynaatn, hem •gegeeven, welverdiende, en gedu*rende wiens regeering het Koningryk door dc ftaatzugt der Grooten , die hy -niet wist te betoomen, en door de in- - vallenden aanwinningen der Noormannen, op eene jammerlyke wyze ge- - fchokt en gefcheurd werd. Zaaken -van Lotharingen. [«* Neerlanden.] 900. ckc. Verheffing van Koning Lodewyk yin Provenc? tot Keizer en Koning -*£ van ren , en Eudes geruste bezitter blyft vanhetKoningryk. : ! ;8p>..... ; Karei, zynen aanhang eerst heimelyk , daar na openlyk, allengs meer, en meer verfterkt, en zeer veele voordeelen op Eudes behaald hebbende, en dien Vorst het getal zyner vrienden dagelyks ziende verminderen , wordt 'er eindelyk eene bemiddeling getroffen, volgens welke het Ryk tusfen hun beiden verdeeld wordt, onder voorwaardc,dathet aandeel van Eudes, al het land tusfen de Seine en het Pyrenecsche gebergte bevattende, by deszelfs overlyden, niet aan zyne erven,'maar op Karel zoude vervallen. S98. Eudes overlydt*. zyn Zoon tragt zig, ftrydig tegen het iongfteverdrag, in moedige Vrouw , bygeftaan, maakt zig -een fterken aanhang, brengt Berengarius in • tic uiterfte verlcegenheid, cn houd. den Paus zelven, wiens vriendfehap ky verdagt hield, byna gevangen. Zyn Neef, Guido, hertog van Spoleto, verjaagt de Grieken uit Benevent, en hegt dat Hertogdom aan zyne Staaten. 895. Berengarius roept Arnold andermaal te hulp. De Paus doel mede de dringendfte uitnodiging, onder belofte van hem tc Romen als Keizer te zuilen kroonen. Intusfen herovert Lambert meest alle de plaatfen, die Arnold-zynen Vader ontnoomen hed; doch die Vorst, tegen het einde van het jaar, met een fterk Leger in Italiën rukkende, herftelt zig wederom ia derzelver bezit, ep noodzaakt Lambert, om zig, nevens zyne Moeder, en dc voornaamfte Hoofden van zynen aanhang, in Romen op te fluiten. 896. Arnold flaat het beleg om Romen, welke Stad hy, na een kaïdnekkigen wederftand ontmoet te hebben, ftormenderhand vei Oven-. Lambert en Ageltrude neemen de vlugt naar Ferrno. Arnold Iaat de voornaamften van hun aanhang onthoofden , en wordt vervolgens plegtig door den Paus tot Keizer gekroond. De Romeinen leggen den eed van gehoorzaamheid aan hem af, echter behoudens de getrouwheid, aan den Pausfe verfchiüdigd. Arnold wordt in zyne verdere- krygsbedryven verhinde.d door eene ongefteldheid indehersfenen, volgens de algemeene gcrugten van dien tyd veroorzaakt door een langzaam werkenden vergiftigden drank, dien Ageltrude hem had weeten te döen ingeeven. Hy keert in aller yl naar Duitschland' te rug , zonder zig verder met de zaaken van Italiën te bcmeeijen. Ageltrude en Lambert herncemen al hun vorig gezag , cn Berengarius , thans te zwak om hen het hnnfd \f biprUn : fluit- ppn vr~Anm n»r Kir hr, in .,„,, Uav  van CONSTANTINUS nsW GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. i85 en tmgeleegene Staaten. NE'DERLANDE Nt DUITSCHLAND, Het GRIEK SCHE enaangrenz-r.deRyken. ■ RYK, en/iet Oosten. leven brensen, waar na Sec. ry tot zynen opvolger verkiezen R-OMANUS, IIJ. PaHS. die tegen het einde van het jaar overlydt. 898. Paus Romanus wordt opgevolgd door THEODORUS II. , 114. Paus. die het lyk van Formofus, door Visfchers opgevischt, met veel eere laat begraaven, en alle de verrigtingen van wylen den fnooden Stephanus plegtiglyk in eenConcilie vernicrigt. Hy overlydt, na weinig dagen regeerens, en wordt opgevolgd door johannes ix., 115. Paus. Een andere party verkiest Sergius, die genoodzaakt wordt de vlugt te neemen by zynen befchermer , Adelbert II., Hertog van Toscaanen. Johannes , geheel-en-al de belangen van Lambert toegedaan , verklaart de benoeming van Arnold tOii Keizer onwettig. Adelbert, thans een der magtiglte Vorsten van Itaiien, maakt aarjfhrstak op den Keizerlyken tytel, doch wordt door Lavn* bert geflagen, en gevangen gen'.omen. Lambert overlydt kort daarna; waaróp Berengarius ij* neo.rdj rechten op Italiën doei gelden, en zig van verfeneiderie plaatfen mee-ster "maakt.- 900. Keizer A-nold tegen hët emde *an het votig jaar overL-ed.cn- zynde, en den Paus, benevensde Ro- Keizer Arnold verklaart zynen natuurlyken Zoon, Zwentibold, tot Koning van Lotharingen. In den aanvang van deszelfs regeering, onzeeker waar en wat tyd, overlydt of fneuvelt Graaf Gerolf, en wordt in zyne Hollandfche Staaten opgevolgd door zynen bovengemelde» oudften Zoon, DIRK I. , J. Graaf van Holland. van wiens verrigtingen weinig of niets bekend is. De jongfte Zoon, Walger, krygt hef Graaffchap Teisterbant. 898. Zwentibold op eene eigendunkelvke wyze regeerende, en verfcheidene Heeren van zyn Ryk van hunne waardigheeden beroovende, maakt zig gehaat by de Landzaaten. De vermaarde 'Hertog, Reinier of RaginervanHasbain, een vermogend man, die het tegenwoordige Lotharingen (zynde flegts een klein gedeelte van het Koningryk van dien naam, en waarvan hy doorgaans als de eerfte erffelyke Hertog wordt aangemerkt,) benevens Henegouwen bezat* in 's Vorsten ongunst gevallen zynde, wordt doorhem van alle zyne bezittingen beroofd, en gelast het Ryk te ontruimen. Doch Reinier, door eenige andere Grooten, (waaronder, zo men meent, den Hollandfchen GraaveDirk,) bygeftaan, verzet zig tégen Zwentibold, en, by gebrek van geëvenredigde magt, de arglistigheid te baat neemende (*), handhaaft hy zig een tyd lang in zyne rechten; doch wordt eindelyk genoodzaakt, zig fh' de Vesting Durfos, aan den mond der Maas, [waarfchynlyk het tegenwoordige Dordrecht,] met alle de zynen op te fluiten. Zwentibold flaat het beleg om die Vesting ; de belegerden roepen den Franfchen Koning, Karei den Eenvoudigen, "ter hulpe, die.met etnige benden derwaards rukt, doch door Zwentibold overreed wordt, om weder af te trekken. Desniettemin verydeft Reinier door zyne loosheid en dapperheid alle 's Vorsten pogingen, om de Vesting te overmeesteren. 899. Zwentibold wordt genoodzaakt het beleg op te breekcn. ZynVader, Atnold, intusfenoveilyd\nde,. vallen alle de ingezeetenen hem af, en verklaaren zynen Broeder, Keizer Lodewyk, tot hunnen Koning. 900. Zwentibold , zig met geweld in zyne bezittingen tragtende te handhaaven, fneuvelt in een gevegt tegen (*) De loosheeden van Reinier worden zinnebe. Idig befchreevtn 'in het zonderlinge Eoekjen, genaamd Reintje de Vos , zynde de oudfte Roman, die bekend is. Zwentibold verbeeldt daar den Ieeuw, en Reinier de Vos; en het is naar hem, zo mm meent, dat een Vos in de Franfche taak Renard genaamd wordt, Ryk willen maaken en ten dien einde de wapenen opvatten; doch eenige jaaren laater onderwerpen zy zig vrywillig , en worden gefteld onder het beftuur vaaMarkgraaven. . . 89$. De Stedehouder, of Markgraaf, van Beijeren maakt eene famenzweeringtegen Arnold, die dezelve gelukkig on dekt, en hem , in eene Ryksvergadering, van zyne waardigheid doet afzetten. Arnold verheft hierop een aanzienlyk Beijersch Edelman, Leopoldden Grooten, van Moeders wegen uit het gefiagt van Karei den Grooten afkomstig, tot eerften erffelyken Herfoge van Beijeren. Deeze Vorst is de Stamvader van het Keurvorstelyk Huis vandenPaltz en Beijeren. — Met goedkeuring der RyksGrooten wordt de natuurlyke Zoon van Arnold, Zwentibold, doorhem tot Koning van Lotharingen benoemt, [zie Nederlanden.^. Krvgstogt naar Traliën r;;. „u„.-,r i 896. . Voordeden, door Arnold behaald; zyne krooning als Keizer; zyne ziekte, en tenigtogt naar Duitschland. [zie Italiën.] , i^.';;*. 899;: ;. " Arnold overlydt aan eene kwynende ziekte , éénen wettigen Zoon nalaatende , genaamd Lodewyk, die noggeen zeven jaaren bereikte. 900. Na eenetusfenregeering van eenige maanden, verkiezen de Grooten van Duitschland , ' 8py. Zekere Simonas T een Saraceen van afkomst',' eene lamen. zweering tegen Leo ontdekt hebbende , raakt zodanig by dier? Vorst in gunst, dat hy tot eeriten Staatsdienaar wordt verheeven , en het ganfche bewind van zaaken in handen krygt; van welk vermogen hy geen minder misbruik maakt , dan' voorheen Styliënus;.' terwyl Leo zynen-tyd eeniglyk verdeelt tusfen zyne Minna-resfen , en zyne let-teröeffeningen; zig onder anderen (eenarbeid , eenen Vorst onwaardig ,) beezig houdende met her opftdlen van Leerre-denem 895. Leo huwt ten derden maale, ftrydig tegen zyne eigene wetten en diederKerke, met zekere Eudocia , die nog het zelfde jaar overlydt. 900. - De Caliph Almotaded overlydt, en wordt  ï84 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN, Srh,ri,n:. en JerlanA. en PORTUGAL. van Italiën; zyne kort kwaadwilligen in toom te daarop volgende tegenhouden, ën de rusrengoe- fpoeden, nederlaag, arde orde alomme te hemel- zetting, en wreede beien, handeling, hem aangeoor. .daan. [zie Itaiün,900— .•Geduurende de laatfte 911. Den yreedzaame jaaren zyner . regeering had Alfred zig voornaamenlyk toegelegd op de bevordering van den innerlyken welvaart van het .Koningryk, door het befchaaven van de zeeden zyner onderdaanen, het handhaaven van het recht, het befchermen van den Godsdienst, weetenfehappen, konsten , en koophandel , het ftigten van Schooien, en andere openbaare Gebouwen 7 inzonderheid de vermaarde Hooge Schoole van Oxford, de verdeeling van het Ryk in Graaffchappen, het yastftellen der ampten van Gezwoornen, Aldermans en Sherifs, en van eene Volks-Vergadering, waaruit naderhand de Parlementen zyn voortgefporoten; terwyl hy den overigen tyd, die zyne ftaats-zorgen hem vry lieten, befteedde tot nuttige oefteningen van lichaam en geest, waarin hy zeer groote .vorderingen gemaakt had. —— Te midden van alle deeze roemryke bedryven wordt deeze allerüitmuntendfte Vorst onverhoeds door eene zwaare ziekte aangetast, welke hem , binnen weinige dagen, in den bloei zynes levens, in het graf rukt. — Hy wordt opgevolgd door zynen Zoon, E D U A R D, de o u d e (*) , • 7. Koning van Engeland. eénen Vorst, zynen Vader gelyk in dapperheid en krygskunde , doch verre beneden hem in alle andere opzigten. Zyn Neef Ethelwald , een Zoon van ( wylen Koning Ethelbert, maakt aanfpraak op de ' Kroon , en hitst de Deenen aan , om eenen opftand te verwekken. Dit volk, door deeze aanftooking zyne oude woestheid hervattende, en de verbintenisfen., met den grooten Alfred aangegaan, trouweloos verbreekende, .vat gereedelyk de wapenen op, en verwoest het Koningryk op eene deerlyke wyze. Eduard levert hen verfcheidene veldflagen, en behaalt eindelyk , na verloop van eenige jaaren, eene groote overwinning in een bloedig gevegt, waarin Ethelwald, en de voornaamfte Hoofden der Deenen » het leven verliezen. .903. Donald, een godvrugtig, rechtvaardig en dapper Vorst, die zyne Staaten kloekmoediglyk verdeedig,de tegen de geduurige invallen der Deenen van Northumberland, overlydt, en wordt opgevolgd door eenen (*) Een hynaam, zedert alleen hy wyze van onderfcheidingtaan hem gegeeven, om dat hy de eerfte Koning was, ■peltte dm muon voerde. heid in de Staaten van Alphonfus brvordetd woidt. Deeze Staaten beftonden thans, door de geduurige aanwinningen van de laatfte Koningen, en inzonderheid van Alphonfus zelven, uit de 'Provinciën, Asturiën, Biscaijen, Galliciën, byna geheel Leon, en Oud Castiliën, en het gedeelte van Portugal , tusfen Galliciën, en de Rivier, de Douro. Al het overige van Spanjen en Portugal , uitgezonderd het kleine KoningrykNavarre , en het Graaffchap Barcelona, was onder de magt der Saraceenen. 904. Abdallah vat de wapenen op tegen Alphonfus , die eene bloedige overwinning op hem behaalt, en de Saraceenen zulk een fchrik aanjaagt, datzy alle gedagten van verdere vyandelykheeden geheel ter zyden 'ftellen. ■9°J- Fortunio doet afftand van de Kroon, ten behoeve van zynen Broeder, sanche, 2. Koning van Navarre. en begeeft zig vervolgens in een Klooster, alwaar hy zyne dagen eindigt. 906. De 902. Lodewyk doet een keer naar zyn Koningryk van Provence. Berengarius, uit Duitschland te rug koomende, en eenige hulptroepen van daar met zig brengende, herftelt zig in het oppergezag over het Ryk van Italiën, 903. Paus Romeinen en verdere aanhang van wylen Lambert, Berengarius niet willende erkennen , zo nodigen zy Lodewyk, Koning van Provence of Bourgogne , [zieErankryk^-],"] om bezit van de KeiTerlyke en Koninglyke waardigheid te koomen neemen. Lodewyk rukt met zyne ganfche Legermagt naar Italiën ; doch Berengarius, door Adelbert, dien hy op vryë voeien gefield had, onderfteund, hem met eene nog fterker magt tegentrekkende, vreest hy in zyne onderneeming niet te-zullen flaagen, -en'.fluit een verdrag met hem , waarby hy zyn veiligen aftogr. bedingt, onder voorwaarde, dat hy nooit weder een voet in Italiën zal zetten, Doch, door de vernieuwde aenzoeken en zyne eigene heerschzugt aangenoopt, breekt hy het verdrag, komt te rug, en behaalt verfcheidene voordeden op Berengarius, wiens magt intusfen zeer verzwakt was door een verwoeden inval , die de Hongaaren [zie wegens deeze Natie Duitschland 768,] in zyne Staaten gedaan hadden. Eindelyk, het grootfte gedeelte van Lombardyën vermeesteid hebbende, laat Lodewyk zig openlyk te Pavia kroonen. LODEWYK III., Koning van Italië». Geduurende alle deeze beweegingen , was Paus Johannes overleeden, en werd opgevolgd door benedictus iv, , 116. Paus. die , niet minder dan zyn Voorzaat de belangen van Lodewyk toegedaan, en eenen andeicn Lodewyk, in Duitschland tot opvolger van zynen Vader Arnold verkoozen , niet als Keizer erkennende, eerstgemelden Vorst tc Romen nodigt , om de Keizerlyke kroon te .ontfangen. Radelchis, Hertog van Benevent, door zyne lafhartigheid en wreedheid in algemeenen haat by zyne eigene onderdaanen gevallen , wordt afgezet, en zyne waardigheid opgedraagen aan Atenulph, Graaf van Capita , waardoor deeze beide Vorstendommen onder één hoofd verëenigd worden. •901. Lcdewyk komt te Romen, en wordt door den Paus tot Keizer gekroond. Zyn aanhang en vermogen neemen verder zodanig toe, dat Berengarius de vlugt moet neemen naar Duitscliland.  rktf CONSTANTINUS öjsn GROOTEN aï'tot op bWi T E G E N W O O R BIG E'N TYD. r-$j .: cn 0»gelcegtne Staaten. ■ . NEDERLANDEN. .DUITSCHLAND.,Y Het GRIElvSCHE' RYK, 903. .. gen zyne eigene on¬ derdaanen. Reinier 1 Paus Benedictus-ovetiydt, en wordt wordt hierop in zyne opgevolgd door. wc ardigheid herfteld; dcch het Koningryk lbo v., 117. Pa ts. Lotharingen wordt door Keizer Lode- ecn man van eenen zwakken- geestwyk in een Hertog..en geringe bekwaamheeden , die door dom- veranderd , en zekeren indringer, Christophorjis', met aan zekeren Geber- geweld genoodzaakt wordt, om zyne hard ter leen opgewaardigheid af te Kaai}; waarop dee- draagen. ze zig van den Pausfelyken zetel mees- 911. Kei_ter maakt. . . ^ , c h s. 1 s t o p h o a u s, 118. pats. De ongelukkige Leo wordt in eene gevangenis geworpen , alwaar hy kort daarna * overlydt. De Romeinen dulden de overhecrfdiing van den dwingelandifchen Paus niet dan tegen dank. 904. De Tegen-Paus Sergius, door zynen vriend, den Hertog van Toscaanen, onderfteund, en den haat der Romeinen . tegen Christophorus te baat neemende, dryft dien indringer van den Stoel, en laat hem zyn leven eindigen in eene ge- . vangenis. Hy wordt hierop eenpaarig als deszelfs wettige . opvolger erkend. sergius ui. , 110. Patts. De nieuwe Paus, een monster van fnoodheid en ongebondenheid , houdt .een ergerlyken minnen-handel met de befaamde Marozia, by welke men verzeekert, dat hy een . Zoon teelde, die naderhand den Stoel beklom, onder, den . naam van Johannes XI. Deeze Marozia was, nevens haa..re Moeder en Zuster, beiden Theodora geheeten, vermaard . door haare ongemeene fchoonheid, geest en verftand, doch . tevens door haar fchandelyk en ergerlyk leven; en deeze drie Vrouwen, haare begaafdheeden en ondeugden beiden ter voldoening haarer heerschzugt aanwendende, en door haare gunstelingen in het bezit van ,het fterke Kasteel van St. Angelo gefteld zynde, regeerden verfcheidene jaaren lang, tot openlyke ergernis van alle weidenkenden en deugdlievenden, byna onafhankelyk in Romen. ... HS . Koning Lodewyk. komt eindelyk in Italiën 'te rug, en behaalt in den beginne eenige voordeden op Berengarius; doch hy wordt kort daarna door deezen zynen Mededinger overrompeld, de oogen uitgeftooken , van de Keizerlyke en Koninglyke waardigheid plegtig afgezet, en naar Provence te rug gezonden, alwaar hy nog eenige jaaren lee.fr, zonder zig verder met de zaaken van Italiën te bemoei; en. B E R E N G A R I U S, in het Ryk van Itaiün herft.ld. Zaaken tusfefc Paus Sergius en den Oosterfchen Keizer . Leo. [zie het Griti/ehe Ryk.} gc6. De L. DEEL. * - ' ... „...^...„^.„^ .v, land, na lang beraad, in eene Ryksvergadering tc Forheim, tot Arnolds opvolger zynen Zoon, LODEWYK, o e jonge, 9. Keizer. doch, deeze Vorst nog geen zeven jaaren bereikt hebbende, -wordt het beftuur van het Ryk opgedraagen aan Hatto, Aarts-Bisfchop van Mentz ,, en Otto, Hertog van Saxen Zaaken van Lotharingen, [zie Nederlanden 889. en 900.] 90 r. De Hongaaren doen een verwoeden inval in Beijeren , maar worden door denTIertög Leopold verflagen. 902.. Borzirojus overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, s p it 1 n h e u s , veertienden Hertog van Boheemen; een Vprst, die meer uit onverschilligheid omtrent den Godsdienst, dan uit wyze ftaatkunde ,- zyr e Heidenfche en Christen onderdaanen even zeer befchermde en begunstigde. 903. Adelbert, Graaf van Bamberg, een woelziek en ... yu 5• . . . . 91 ■ En j . . ! '< r nss , n*ttriir|2 ttsti Zoë bevalt van eenen Zoon , Conftantinus geheeten, f» naderhand Porphyrogeneta bygenaamd; waarop Leo, volgens zyne belofte , haar ten huwelyk neemt. Dan , wyl de wetten der Griekfche Kerke geene derde, veel min vierde Huwelyken gedoogden, verklaart de Patriarch Nicolaas zig ernstig tegen die onwettige verbintenis, en weigert dezelve tehekragtigen. Te vergeefseh tragt men hem door beloften en bedreigingen tot andere gedagten te brengen. Leo , eis^lelyk vvarjioopende zyne toeftemming te winnen, keen 1 g naax Aa wordt opgevolgd door zyn Zoon ,• AliiociAFl, zeven - en - dertigfien Caliph; cep. kundig en dapper Vorst, die verfcheidene overwinningen opde Turken cn de Grieken behaalde , meer dan een opftand gelukkig dempte , Syriën. en Egypten heroverde, en üle beide landfehappen weder met het Caliphaat verëenigde. 9cz. Leo'? werkeloosheid ftdt het Ryk' bloot aan heevige invallen der Buigaaren en Saraceenen. Die Vorst raakt in, het uiterfte levens-gevaar doar eene famenzweering, zo men meent, berokkend door zyn eigen Bioeder, Alexander, dien hy tot" zynen Ryksgenoot benoemd had. < Naauwelyks hieruit verlost , geeft hy zig over aan. een nieuwen minnehandel met eene andere Zoë , welke hy-belooft tot zyne Gemalin en -tot Keizerin te zullen verheffen, zo dra zy hem Vader maakt van eenen erfgenaam zyner Kroon. 904. • De-Saraceenen , onder aanvoering van zekeren Leo van Tripoli, een geweezen Christen, die het geloof verzaakt had , (hoedanige lieden negaaten genaamd werden,) maaken zig, na een allerverwoedst beleg , meester van de ryke Stad Thesfalonica, alwaar zy de gruwdykfte barbaarsheeden pleegen, eene 'ysfelyke flagting aanregten, en duizende ingezetenen, en een onnoemelyken buit met zig voeren. De vernieling der Stad wordt door den Keizer voor eene groote fomme gelds afgekogt, en de meeste gevangenen voor een, zwaar losgeld weder vrygclaaten. Voorts fpaart de Keizer geene kosten , om liet deerlyk gehavende Thesfalonica weder in deszelfs vorigen bloei te herftellen. ijaiD-a'fctia-iss^i-» tsi'Ms nb' ,i-..-:sw  lt6 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP dë& ALGEMEENE GESCHIEDENIS» ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN t» ITALIËN, NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Schot.and txfil&kèd. PORTUGAL. en omgeleigene eenen Zoon van wylen Koning Eth, constantinus iii., 7. Koning van Schotland. ■wiens regeering, geduurende de dertig . eerfte jaaren, vreedzaam en voorfpoedig was, en alleenlyk ontrust werd door een •verfchil met den En'gelfchen Koning Eduardöver het bezit der Provinciën, Cumberland en Westmoreland, door zyne voorzaaten veroverd; doch welken Eduard door geweld van wapenen weder met de Kroon van Engeland Vërëe- Bigde- VA 9T2. Edu- 906. Keizer Lodewyk overlydt. Koning KaDe Hongaa- rel van Frankryk, de ren doen eenen oude rechter, zyner tweeden inval Kroon op Lotharinin Italiën, plun- gen- doende gelden , deren verlchei- rukt met eert Leger dene plaatfen , derwaards, ten einde en verftaan de zig in het bezit van troepen van Be- datLandfchap te herrengarius, wel- ftellen,en wordt dooi ke Vorst ein- Reinier, en de meedelyk genood- fte Grooten, onder.zaakt- wordt , fteund. hunnen aftogt 912. Kavoor eene gio- te fomme gelds te koopen. Zy doen hierop eenen inval in de Republyk Venetiën , plunderen en verbranden aldaar verfcheidene plaatfen, en doen eindelyk eens landing op het Eiland Rialto , om d« Hoofdftad Venetiën zelve aan te tasten ; doch de Doge, eene talryke Vlooi uitgerust hebbende, dryft hen mei groot verlies van daar te rug. 908. De Saraceenen , zig eenige jaarer lang ftil gehouden hebbende, hervatten hunne ftrooperyën. De Hertogen, van Benevent, Napels, en Amalfi verëenigen alle hunne troeper tegen hen , en behaalen eenige voordeden; doch de Saraceenen, een< verfterking uit Siciliën ontfangen hebbende , herftellen hun verlies, en maaken zig meester van byna geheel Calabriën.. 909. • De Saraceenen in Siciliën onttrekken zig het gezag van den Stede houder van Africa, verdryven des zelfs amptenaaren , en verkiezen zij een eigen Opperhoofd, die zig te gen alle de pogingen des StecVethou ders in zyn bewind handhaaft. 911. Paus Sergius overlydt, en word opgevolgd door an'astasius iii. , 110. Paus. . een man ,van een uitmuntend karak ter, en de zuiverfte zeeden. Zyn handelingen met dén Oosterfchen Pa triarch. _x.it het Griek/dit Ryk.] 91-. D zigien heerschzugtig. man, doet een iiival in Frankenland, en maakt zig meester van Wurtzburg, en andere plaatfen. — " Conraad , Graaf van Frankenland, [ zie 892,] trekt hem tegen, doch fneuvelt in eenen veldflag. De Regenten des Ryks beroepen eeneRyksvergadering te Tribur, waarvoor Adelbert gelast wordt te verfchynen. — Hy weigert aan dit op— ontbod te voldoen, en wordt hierop voor eenMuitetverklaard, en van zyne waardigheid afgezet; dodi, wyl hy zig met geweld tegen dit vonnis" kant, wordt 'er een algemeenekrygstogt tegen hem vasteelteld. Adelbert verdeedigt zig vier jaa>- . ren lang tegen dc ■ ganfche magt van Duitschland ; doch ■wordt eindelyk , in . den jaare 907 , over• wonnen , en ont: hoofd. Hy is deStam- - vader der oude Her- ■ togen van Oosten- - ryk. Her Graaffchap Bamberg wordt met de Kroon verëeriigd. 906. Spitinheus- over; lydt, cn wordt op- - gevolgd door zynen - Broeder, wn.atisIaus, vyftiendinHtrtog van' Boheemen, een yverig voorftander van den Chris- t ten Godsdienst, een waardig navolgervan de deugden zynes Vaders, Borzivojus, en alleen berispelyk - uit hoofde zyner ver; bintenisfen met de - woeste Hongaaren, die hy in hunne ge- e welf gedaan, en zedert al dien tyd in eene naauwe gevangenis opgeflooten geweest zynde, zonder van zynen Vader, die zyn karakter mistrouwde, vergiffenis te kunnen verwerven, verëenigen zig byna alle de ftemmen in het ganfche Ryk tegen deeze fchyn' baare onverzoenlykheid. Alphonfus, de fterke geneegenheid des Volks voor den Prins bemerkende, ftclt hem niet alleen ïn vryheid; maar, wars van het gebied, ftaat hy tevens de Kroon aan hem af, en begeeft zig in een Klooster, alwaar hy, na verloop van twee jaaren, overlydt. Hy was een oorlogszugtig en dapper Vorst, die zig alomme gevreesd maakte, en zyne Staaten niet weinig uitbreidde ; een yverig voorftander van den Godsdienst, en uit dien hoofde, volgens de begrippen dier tyden, by uitftek milddaadig omtrent Geestelyke-perfoonen en geftigten; en eindelyk een groote begunstiger en befchermer van kunsten en ■weetenfehappen, waarin hy zelfs niet gansch-en-al onbedreeven was; hebbende hy onder anderen eene gefchiedenis zyner Voorzaaten gefchreeven, zedert de regecring van Wamba. G-A R C I A S, 13. Koning van Spanjen.. Eenige aanzienlyke Saraceenen uit het Oosten, bloedverwanten der aldaar regeerende Caliphen uit het Huis der Abasfiden, betwisten de Kroon van Cordoua, of het Caliphaat van Spanjen, aan Abdallah, die zig niet dan met veel moeite in zyne waardigheid handhaaft. 91 fi Gardas, zig van dé onlusten onder de Saraceenen bedienende , doet een voorfpoedigen veldtogt tegen hen, welke dooi den ouden Koning Alphonfus, wiens zugt tot krygsbedry- t^n in zyne afzondering niet was uitgedoofd, wordt byge.ff/oond. 91-. Ab- 906. Alphonfus doet een inval in de Staatenderbaraceenen,die byna geen wcerftahd bieden, en de plundering envernieling hunner voornaamfte Steden voor zwaare lommen gelds af koopen; wraarnaAlphonfus, met eere en buit overlaaden, weder aftrekt. . 1 910. Alphonfus oudften Zoon, Garcias, voor drie jaaren een zeer geweldigen opftand hebbende y.M. Den Duitfchen tak ran het gefiagt van veizerKareldenGroo:cn uitgeftorven zynde, {_z.it Duitschland,] doet Karei' de oude aanfpraaken der Franfche Kroon op Lotharingen gelden, en rukt met een Leger derwaards , om zig van dat Landfchap meester te maaken, Intusfen doen deNoormannen , onder aanvoering van den vermaar- . den Rollo, uit een doorluchtig Deensch Huisgefprooten, [zie Nederlanden ^H,-} een verwoeden inval in Frankryk ,alwaar zyde verfchrikkelykfte verwoestingen aanregtcn. 911. Ka-  van CONSTANTINUS »e* GROOTEN af rot oj» den TEGENWOORDIGEN TYD, .87. m mmrtiKaiJLjhkm.- - Het G R I E K- 5 C H ■ E RYK, «» o»**. weldige invallen en. ftrooperyën in Duitschland onderfteunde. 907. De Hongaaren doen een nieuwen inval in Beijeren. De Hertog Leopold fneuvelt in eene der ontmoetingen. Zyn Zoon en opvolger, Arnold de Kwaade , oorlogt voorfpoediger,. tn verdryft die. Barbaaren uit zyne Staaten. 908. Keizer Lodewyk Benoemt den Zoon van wylen den Graaf Conraad , mede Conraad genaamd, en naderhand zelf Keizer, tot eerften erffelyken Hertoge van Frankenland. De Hongaaren doen een geweldigen inval in Saxen. Het Keizeriyk Leger wordt geflagen. Burchard , Hertog van Thuringen, fneuvelt; waarop dat Landfchap door den Keizer met het Hertogdom van Saxen wordt verëenigd. pep. jïoofi OT3c»Cfr.3£a.*nBD prn, aio ,ennaj Lodewyk verheft zekeren Burchard tot eeriten erffelyken Hertoge van Zwaben. 910. Lodewyks-troepen worden by Augsburg andermaal door de Flongaaren geflagen; en die Vorst ziet zig genoodzaakt , om den vreede te koopen, voor het betaalen van eene jaarlykfche fchatting. 911. Diep getroffen over het geleeden verlies, en het daarop gevolgd fchandclyk verdrag, ftort Lodewyk in eene kwynende ziekte, waaraan hy overlydt , zonder kinderen na te laaten. Hy was de laatfte Vorst uit het beroemde gefiagt van Karei den Grooten , die in Duitschland regeerde ; en dat Ryk zou nu, volgens de vastgeftelde regelen van opvolging , moeten vervallen op den eenigen ovevgebleevenen mannelyken afftammeling, Karei den Eenvoudigen , Koning van Frankryk ; doch de zwakheid van dien Vorst, en de verachting, -waarin hy zelfs by zyne eigene onderdaanen gevallen was, be weegen de Vorsten van Duitschland, om deszelfs rechten geheel ter zyde te ftellen, en eene vryë Kroonsverkiczing in te voeren, volgens welke dat •Ryk nu beurtelings aan Vorsten uit ver*j_heidene Duitfche Huizen overging. 9n. De naar den Roomfchen Paus,, die, verblyd van-eene geleegenheid te vinden, om zynen mededinger naar dc opperfte waardigheid in de Kerke verdriet aan te doen, en tevens zyn eigen gezag te doen gelden, 's Keizers huwelyk gereedelyk goedkeurt. .. 906. Dc Patriarch Nicolaas wordt, op raad van den fnooden Staatsdienaar Simonas, door den Keizer van zyne waardigheid afgezet, en in ballingfchap gezonden. ■—9®7- Simonas, altoos kwaad brouwende, ftookt eene misnoegdheid tusfen twee van 's Keizers beste Bevelhebbers, en vervoert den eenen, Andronicus Ducas r wiens nageflagt naderhand den Troon beklom, tot eenén opftand. Door deKeizerlyke troepen in het naauw gebragt, neemt Andronicus, door zyn Zoon en eenige weinige vrienden-gevolgd, den wyk by de Saraceenen. De Caliph Almoctafi overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Broeder, At-; moktadek, agt-en-dertigften Caliph; een Vorst, die zig geheéJ-en-al aan de voldoening zyner trnneiyl-e Iüstei^ overgaf, en de regeering fchandelyk verwaarloosde ; waar doör het vermogen van zynen Zetel niet weinig afbreuk leed. Geduurende zyn bewind werd Mecca doo'r eenige oproerigen jammeiiyk geplunderd; dc ryke Steden, Basfora en Cufa, met de omliggende landftreek, door een onderneemenden gelukzoeker ingenoomeh , en tot eëh önafhankëlyken ftaat opgerigt; de Provincie van Africa aan het gezag des Caliphs ontrukt, door de ftaatzugt des Stedehouders , die zig zelven tot Caliph opwierp; meer dan eens ongelukkig tegen de Grieken geoorloogd; en de verontwaardiging der Saraceenen eens tot zulk eene hoogte gebragt, dat zy den Caliph van het bewind ontzetteden , die echter door den invloed en het beleid zyner vertrouwdfte vrienden weder in zyne waar-* digheid, fchoon niet in de achting.zyner onderdaanen , herfteld werd. Leo, omtrent het gedrag van Andronicus Ducas beter onderrigt, nodigt hem by gefchrifte, om naar Conftantinopolen te rug te keeren; doch de Brief valt, doo.r het verraad van Simonas, in handen van den Caliph , die Andronicus en de zynen in eene naauwe gevangenis opfluit, alwaar zy, na verloop van eenigen tyd, van verdriet en gebrek omkoomen; uitgezonderd 's Veldheers Zoon , Conftantinus Ducas, welke gelukkig ontfnapt, en door Leo met eere en gunstbewyzen over* laaden wordt. - 910. , De onbefchaamdheid van Simonas, die zelfs den Keizer door een vuilaartig fchimpfchrift ten toon durfde ftellen , meer dan zyne ondeugden , doen hem eindelyk in ongena'de vallen. Hy wordt van alle zyne goederen beroofd , tot eene eeuwigduurende gevangenis verweezen, en zyne aanzienelyke waardigheid opgedraagen aar» Conftantinus Ducas. 911. De val van Simonas bevordert de herftelling van den Patriarch Nicolaas. Leo; door de gevolgen zyner ongebondenheeden in eene kwynende ziekte geftort, en door berouw getroffen, luistert nu gereedelyk naar het algemeen verlangen des Volks, om hunnen waardigen Kerkvoogd wederom tot zyne vorige waardigheid verheeven te zien. Nicolaas wordt te rug geroepen, en met veel eere ten Hove ontfangen; doch hv blyft desniettemin even ftandvastig het huwelyk des Keizers afkeuren , en verdeedigt zyn gedrag in deezen by eenen fterken en zeer opmerkelyken Brief aan den Paus van Romen. Kort daarna overlydt Keizer Leo; hebbende tot zyne opvolgers benoemd zynen Broeder en Zoon , ALEXANDER en CONSTANTINUS VIL, Potr-HTROGEiinA; 39. en 40. Griekfche Kekers. Conftantinus naauwelyks zes jaaren oud zynde, valt het beftuur des Ryks ge-, heel in handen van zynen Oom en Ryksgenoot, -Alexander. " ZEVENDS Aa _  ft>5 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ZEVENDE T Y D P E R K. Van deu overgang van het Duitfche Ryk aan Vorsten uit Duitfche Huizen, tot de verheffing van Hugo Capet o]> den Troon van Frankryk. Van den Jaare 911. tot den Jaare 9S7. ENGELAND, FRANKRYK. ScMiM'id en , Ierland. • ■ 1 .912. 912. Karei, zyn ci- 1~, ■ gen Ryk : aan Jliduard , zo de den Noormanïn Engelandg:'- nen tenprooije vestigde, als na laatende, maakt eren tyd nieuw- zig kort daarna a.tngekoomene, meester vah'LoDeenen, meer tharingen. [de dan eens gefla- Nederlanden.] — gen hebbende,.'Intusfen over-, brengt dezelven meestert Roïlo gansch-en-al tot de Steden Rou-cnderwerping • aan , Nantes, vvor- Angers, benef- , ' fens verfcheide- ' ne andereplaatTen van minder belang, en pleegt de-fchrikkelykfte wreedheeden m de nabuurige ftreeken, die zig aan zyn gezag niet willen onderwerpen. De ingezeetenen, alle «2eeze geweldenaryën niet langer kunnende draagen , fmeeken den Koning, om den vreede , éven- ' veel tot wat prys, indien het niet anders zyn konde, te koopen.- De zwaske Vorst laat hierop de voordeeligfte aanbiedingen aan Rollo doen; en dc vreede wordt geflooten , op voorwaarde , dat de 'ganfche landftreek , zedert, naar den naam van derzelver -overweldigers, Normandyën geheeten, als een leen--, roerig Hertogdom, beneffens het Hertogdom Bretagne, als • een Leen van Normandyën , cn dus een Agterlecn van'de 'Kroon, e. ffelyk aan Rollo werden af|efian, die daasènboveh Kareis Dog er,' Gifela , ten huwelyk verkreeg; waar tegen hy en de zynen zig verbonden, om den Christelyken Gods '-'enst te om- : hc-lzcn. Dit zo fchandelyk als j vermaard verdrag wordt te' St. < CJairgetekend; werwaard Her- < log Rollo z'g begeeft, om aan 1 ' - 1 ..... Karei , < SPANJEN en PORTUGAL. 911. Abdallah ovcr- 1 ,'dt, gj v o * den TEGENWOORDIGEN TYD. 191 DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryke». Het GRIEK SCHE RYK, en het Oosten. Staaten bevestigt. Doch de Hertogen van Beijeren en Zwaben , het zy uit vrees voor de wraak van Comaad, het zy uit ftaatzugtige beginfelcn, weigeren de wapenen neder te leggen. De eerstgemelde treedt zelf in een verbond met de Hongaaren, en beweegt hen, om een verwoeden inval in Duitschland te doen; doch de dapperheid van Conraad zegepraalt anderwerf, na verfcheidene bloedige gevegten, over die Barbaaren, welken met groot verlies moeten te rug wyken. 916. Conraad beroept eene algemeene Ryksvergaderin<», waarin de Hertogen van Beijeren enZwa.ben verklaard worden fchuldig aan gekwetfte Ma-j.efteit te zyn, en hun leven en waardigheeden verbeurd te hebben. De eerfte, Arnold , neemt .de vlugt by de Hongaaren, door wier byltand hy zrg zedert in zyne Staaten handhaaft. D« ander , Erchanger , wordt gegreepen en onthoofd ; waar na de jonge Burchard , Zoon van den vorigen Hertog, in het Hertogdom van Zwaben herfteld wordt. Wratislaus overlydt, en wordt opgevolgd door zyn Zoon, wenceslaus, zestienden Hertog van Boheemen. 919. De Hongaaren, door Arnold aangehitst, hernieuwen de vyandelykheeden tegen het KeizerRyk. Conraad trekt hen tegen; doch bekomt, in een der gevegten, een doodelyken wond , .waaraan hy kort daarna overlydt,'zonderkinderen na te' laaten. Hy was een Vorst van groote bekwaamheeden , die niets verzuimde om zyn gezag , te midden onder het fteeds aangroeijend vermogen der Ryksgrootcn , te doen gelden , en inzonderheid de heerschzugt der Geestelykheid paaien ftelde, welke hy noodzaakte, zig aan de waereldlyke magt te onderwerpen. Om het edelmoedig voorbeeld van Hertog Otto [zie .911,] te volgen , of wel, volgens anderen, uit kragte van een geheim verdrag, bezwoer hy de Ryksgrooten op zyn doodbedde, om zynen geweezen vyand, Hertog Hendrik van Saxen, als den waardigften van allen, tot zynen opvolgei te verkiezen; aan welken zynen uiterften will. . door deezen gereedelyk voldaan wordt. HENDRIK, de vogelaar, ii. Keizer. Op de tyding van Conraads dood, keert Hertog Arnold van Beijeren naar zyne Staaten te rug, alwaar hy met opene armen ontfanger wordt, en nieuwe toebereidfelen maakt, on den oorlog tegen Conraads opvolger te blyver voortzetten. 910. Burchard, Hertog van Zwaben , verëenigt zij »ct Arnold. Keizer Hendrik trekt tegen hei t Moeder, Zoë , uit haare ballingfchap te rug geroepen. Die Vorstin , welke groote bekwaamheeden bezat, bedient zig met zo veel voordeel van den algemeenen haat des volks tegen de Voogden, dat zy hen welhaast- van alle gezag berooft, eene geheele verandering onder de Amütenaaren van het Hof bewerkt, en zig tot Regentesfe van-het Ryk doet verklaaren. Simeon , de regeering eencr Vrouwe gunstig voor zyne belangen achtende, hervat de vyandelykheeden , plundert ganfeh Thraciën, ■ en vermeestert Andrinopolen; doch Zo$ koopt den Stedehouder voor eene groote fomme gelds om, om die plaats weder aan haar over te leveren , en fluit vervolgens een verbond met de Patzinasfen , eene barbaarfche Natie, van de oude Scythen afkomstig , langs de boorden van den Tanaïs, of Don, hun verblyf houdende, en zodanig by de omliggende volkeren gevreesd, dat elk, die haare b'efcheiming genoot, tóenegunst, die altoos voor geld en andere gefchenken veil wasj zelden of nooit eenige vyandelykheeden van zyne nabuuien te dugten had. • - 9H- ' co Zoë , in het vorige jaar een Vreedens-verdrag met de Saraceenen geflooten hebbende, zendt meest alle de Ryks-troepen naar Bulgaryen, onder bevel van den dapperen Leo Phocas, die het Leger van Koning Simeon verflaat; doch die Vorst, kort daarna zig van eene verwarring, onder de Griekfche troepen ontftaan, door het losbreeken van het paard hunnes Veldheers,-bedienende, brengt hen-eene geweldige nederlaage toe, en voert zyne zegepiaaiende benden vervolgens regelregt naar Conftantinopolen. De Patzinasfen, reeds tot onfterftand hunner bondgenootenop marsch gegaan, keeren misnoegd'te rug, uit hoofde van een heevig' verfchil, tusfen hunnen Bevelhebber en den Griekfchen Vlootvoogd, Romanus Lecapenus, die gezonden-was om hunnen overtogt over den Donau te dekken. Romanus wordt by zyne te rug komst van hoogverraad befchuldigd, en veroordeeld om het gezigt te verliezen; doch het vonnis wo/dt vernietigd door de Keizerin Zoë, by welke hy in diepen gunst ftond. Intusfen wordt Conftantinopolen dóór Leo Phocas zo dapperlyk verdeedigd, dat de Bulgaarfche Koning, genoodzaakt wordt-ter: rug te trekken. 919-' De wulpsheid der Keizerinne Zoë , welke in eenen openlyken'mmnenhandel, dan met deezen dan met geenen der welgemaaktfte Hovelingen leefde, en-het beftuur van zaaken eeniglyk aan haaien Kamerheer, Conftantinus , toevertrouwde, gevoegd by de jongheid en onbedreevenheid des Keizers, boeeemen eenige voornaame Grooten het ftout ontwerp in , om zig tot Ryksgenoot te verheffen. Twee van hen, de Veldheer' Leo Phocas, en de Vlootvoogd Romanus Lecapenus, maaken den greotften aanhang; doch de laatfte, veel loozer dan zyn ■ mededinger, dopr het vermogen van Zoë onderfteund, en zig diep. in de gunst van den jongen Vorst hebbende weeten in te wikkelen, Behoudt de overhand, yerydelt alle de aanflagen van Leo, haalt deszelfs meeste vrienden in zyne belangen over, verzeekert zig van zyne perfoon, en laat hem de oogen uitfteeken. Om zyn gezag nog beter te vestigen, beweegt hy den Keizer, om zyne Dogter ten huwlyk te neemen; en nu alles vermogende , weet hy welhaast te bewerken, dat hy eerst tot Cscfar, en weii.ige dagen laater tot Ryksgenoot en Keizer verklaard, en gekroond wordt. ROMANUS LECAPENUS, 41. Griekfche Keizer, De Keizerin Zoë, aan wie Romanus zyne eerfte grootheid verfchuldigd ' . was, wordt door hem ondankbaar van het Hof verwyderd, cn in een Klooster opgeilooten. 9 zo. ! De Patriarch Nicolaas, een einde willende maaken aan de fcheuring, r welke nu reeds zo lang tusfen de Oosterfche -en Westerfche Kerken had 3. plaats  ij». BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en PORTUGAL. Lotharingen, [de Nederlanden en ook hawas,en,nahet over- liën] lyden van haaren Ge- 922. maal, Hertog van Mercia, hem in het De zwakheid van Kareis regeering beduur van die Pro- doet het aanzien en vermogen der vincie- opvolgde. Ryksgrooten meer en meer toenee92S. Edu- men, die zig byna als onafhankelyke Vorsten in hunne byzondere Districten beginnen te gedraagen. Robbert, Graaf van Parys, Broeder van wylen Koning Eudes, vormt zelfs het ontwerp, om Karei tc onttroonen, en zig zelven tot Koning te verheffen. Een grooten aanhang gemaakt hebbende, overlaadt hy den Vorst, in eene Vergadering te Soisfons, met de bitterite verwytingen, en verklaart hem de Kroon onwaardig. Verfcheidene Grooten toonen zig hierop bereid, om hunnen Vorst van het gebied te ontzetten; doch een hunner, Hugo genaamd, beweegt hen met veel moeite, om hem nog één jaar getrouw re blyven, op voorwaarde , dat Karei plegtig belooven zoude, zyn gedrag te zullen verbeteren , en zynen eeriten Staatsdienaar, Haganon , een ongemeen fchrander man , en den eenigen , die het geftadig afneemend Koninglyk gezag tot dus verre eenigermaate onderfchraagd, doch juist uit dien hoofde zig by de Ryks-Grooten haatelyk gemaakt had, van zig te verwyderen; aan welken harden eisch Karei genoodzaakt wordt zig te onderwerpen. — Giften van dien Vorst aan Graaf Dirk van Holland, [de Nederlanden 922. en 923.] 923. Karei bedient zig van den verleenden tusfentyd, om door» beloften en gefchenken vrienden te winnen , en , zynen aanhang eindelyk fterk genoeg achtende , roept hy Haganon by zig te mg. Robbert vat hierop openlyk de wapenen.op, behaalt de oyerwinning op Kareis troepen , dryft hem op de vlugt, en doet zig te Rheims als Koning kroonen ; doch Karei, zyn verlies fpoedig herftellende , levert hem een tweeden veldflag by Soisfons, waarby Robbert fneuvelt. Robbeits Zoon, Hugo, van wegen zyne uitneemende dapperheid den Grooten bygenaamd, wreekt zyns Vaders dood, houwt 's Konings Leger in ftukken , en bewerkt ,• dat da ' Kroon, die hy zig zelven zoude hebben kunnen toeëigenen, wordt opgedraagen aan zynen Schoonbroeder, d«n Hertog van Bourgondiën (*), R U D O L P*H, 11. Koning van den tweeden Stam. De ongelukkige Karei vlugt van plaats tor plaats, en neemt eindelyk, zig in Frankryk niet langer veilig achtende, de wyk naar Duitschland. 914. Flerbert, Graaf van Veimandois, een natuurlvke aframmeling van Karei den Grooten, zyn hof by den nieuwen Vorst (*) DltHertogd m Bourgondiën, eene der Provinciën van Fnnkryk, neg heden deen naam verend-,, was onderfcheiden van de twee Konlnyj'een van Bourgondiën , door Bofon en eene» and ren Ruéo\ph gefti:t, [zie 879 cn 888.] wairmede hetzelve, dcor onbedreeyet.en m deoudtLandsv.rdeeiing, ligtelyk verward zoude hu: »en wtrit.n. 911. Abderamen , nieuwe hulptroepen uit Africa ontfangen hebbende, herovert zyne verloorene bezittingen op den Komng van Navarre. Ordogno trekt zynen bondgenoot ter hulpe; doch zy worden beiden geflagen. De Saraceenfche troepen, in plaatfe van met deeze overwinning hun voordeel te doen, verfpreiden zig wyd en zyd, tot zelfs over de grenzen van Frankryk, om buit te maaken; en worden, by hunne te rug komst, door Sanche, die zyn verlies fpoedig herfteld had, grootendeels in den pan gehakt; terwyl Ordogno van zynen kant een geweldigen inval doet in de Staaten van Abderamen, verfcheidene plaatfen overrompelt en met een ryken roof, en een groot aantal krygsgevaneenen, zegepraalend te rug trekt. ' 0 912. De Graaven in Castiliën allengs in vermogen toegenoomen , en nu eindelyk by Ordogno zeer verdagt geraakt zynde, worden ten Hove ontboden, en op 's Konings last, zonder eenige rechtspleeaing, in eene gevangenis geworpen, en aldaar ter dood gebragt. Deeze daad, dcor fommigen eene dwmgclandfche wreedheid, door anderen eene noodzaakelyke geftrengheid geheeten, verkoelt de geneegenheid van verfcheidene voornaame ingezeetenen je»ens Ordogno; die zig kort daarna nog verder gehaat maakt, door zyne jong-getrouwde Gcmalinne, Argonte, uit eea der edelfte Huizen van Galliciën afkomstig, en van een allezms onberispelyk gedrag, te verftooten, en in een Klooster op te fluiten. Ordogno treedt ten derden maale, niettegenftaande Argonte nog leefde, in den echt met de Dogter van Koninoo,] aan zyn gebied te onderwerpen. 940. Abderamen doet aanzoek by Raniro , om een behendiger, vreede re huren; waartoe de Grooten van Spanjen , inzonderheid Graaf Ferdiland Gonzalez, en nog een ander "astiliaanfeh Graaf, zig zeer genee;en toonen. Doch de oorlogszugtige tamiro wyst alle voorflagen van de land, en maakt zig gereed, om te elde te trekken. De beide Graaven veigeren hem te volgen. Ramiro ukt plotfeling in Castiliën, maakt ig van hunne perfconen mees.cr, n laat hen in eene gevangenis op.uiten. 941. Op de ermtige bede der overige Lyks-Grooten, laat Ramiro z g bewee- en imge.eegme Staat e». en zyn vermogen in Italiën r.iet weinig helpt onderfchraagen. 939- Paus Leo overlydt,en woidt opgevolgd door STEPHANUS VIII. , 117. Paus. Alberik, geen genoegen in deeze verkiezing neemende , laat den Paus zodanig mishandelen en mismaaiten, dat deeze, geduurende zyne ganfch e regeering, z;g uit fchaamte niet in het openbaar durfde vertoonen. Dit geval wordt echter door veelen zeer in twyft'cl getrokken. 940. Ar.fchar, Hertog van Spoleto , en zyn broeder,Berengarius, Markgraaf, of Marquis van Ivrea, naderhand Koning van Italiën, doen eenen opftand tegen Hugo. Die Vorst zendt een Leger tegen hen , order bevel van zekeren Sariion, die de o verwinning op de misnoegden behaalt, en tot Hertog van Spoleto benoemd wordt, in plaatfe van Anfchar, die gefneuveld was. Berengarius neemt de vlugt naarDmtschland. Hugo , het hart van anderen naar zyn eigen afmeeter.de, en wannende, dat alles voor goud te koop was, laat eene groote fomme gelds aan Keizer Otto bieii n, ingevalle hy Berengarius aan hem wilde overleveren; doch die Vorst wyst deezen voorflag met verfmaadmge van de hand, tonder echter eenigen Dnde. ftand aan Beren-. 8*- ontfnapt de waakzaamheid van Hugo, en neemt de vlugt naar Laon. — Verfcheidene Groten, nay verig over Hugo's onbepaald gezag , voegen zig by hem. Eenige anderen, inzonderheid Graaf Herbei t van Vermandois, en Hertog Willem van Normandyën, kiezen daar-en-tegen Hugo's zyde , die niet fchroomt, om openlyk tegen den Koning te velde te trekken. Doch die Vorst had intusfen de meeste Geestelyken in zyne belangen weeten te krygen, welken die oproerigen met den Kerkban dreigen , indien zy de wapenen nietnederleggen. Deeze bedreiging, meer dan Lodewyks Leger-magt uitwerkende, beweegt hen, om eene wapenfchorsling te fluiten voor den tyd van eenige maanden. — Dit zelfde jaar overlydt Koning Rudolph Van Bourgondiën, en wordt door zynen Zoon, Conraad, opgevolgd. 938. Lodewyk, door zynen Oom Athelltan met eenige troepen onderfteund, houdt de misnoegde Grooten in be- ' dwang, en krygt zodanig de : handen ruim, dat hy toerus- : tingen maakt, om zig van < de onlusten in Duitschland te < bedienen , en Lotharingen te 1 heroveren. 1 939- Voorfpoed van Lodewvks wapenen in Lotharingen," en kort daarop gevolgde verlie- 1 ien. [zie Nederlanden.] 940. l 1 De Duitfche Keizer, Otto, f. verbitterd over den vyande- I yken inval van Lodewyk, 1 i'crëenigt zig met de misnoeg- 1 ien, die kicröp weder te vel- 1 le trekken, en de Stad Rheims, 1 ia een beleg van zes dagen, 2 overmeesteren. t i 941. De misroegden belegeren _aoh. Lodewyk ontzet die I Stad,  van CONSTANTINUS ben GROOTEN Af tof op den TEGENWOORDIGEN TYD. zoi NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE en aangrenzende Ryken. RYK, en het Oosten. gezag uoor gewciu vau wapenen te handhaaven, gefteld (*). Hy is de Stamvader der Graayen van en zelfs hunne Staaten Wittelsbach, waaruit de Keurvorstclyke Huizen jiit te breiden, deorver- van Beijeren en den Palts zyn voortgefprooten. overingen op hunne Natuuren. 93^939« Tancmar ftaat tegen zynen Broeder op. De Hertog Gifelbert van Hertogen van Frankenland en Lotharingen voe_otharingenonderfteunt gen zig by hem. Otto trekt de oproerigen tegen, den en behaalt de overwinning. Tancmar fneuvelt; de Hertogen onderwerpen zig, cn krygen genade. " De Boheemfche Hertog, Wenceslaus, zig meer met het ftigten en verryken van Kerken , het begunstigen der Geestelykheid, ■het bezoeken en verzorgen van armen en behoeftigen , bidden , vasten , waaken, en andere weezenlyke of zogenaamde Godvrugtige verrigtingen, dan met het beftuur zyner Staaten , hebbende beezig gehouden, en door de Kerk in den rang der Heiligen gefteld, wordt vermoord en opgevolgd door zynen lhooden en heerschzugtigen Broeder , boleslaus, den Wreeden bygenaamd, zeventienden Hertog van Boheemen. 939-" 's Keizers tweede Broeder, Hendrik, Otto's verheffing tot het Ryk fteeds met wangunstige oogen hebbende aangezien, doet een ophand, door de Hertogen van Frankenland en Lotharingen onderfteund. Otto verflaat de oproerigen; de beide Hertogen fneuveien , en Hendrik verzoent zig met zynen Broeder. Frankenland wordt gegeeven aan een Broeders Zoon van wylen Keizer Conraad, mede Conraad geheeten. ■ Verdere voorfpoed yan Otto's wapenen in Lotharingen. [zie Nederlandeit.] 940. en 94 r. Otto moeit zig met de zaaken van Frankryk. [zie aldaar.] . Zyne edelmoedigheid omtrent Berengarius. [zie Italiën.] 944. Otto (*) De tytel van Palts-Graaf, of Graaf van het Paleis, had reeds plaats onder de regeering der Vorsten van het gefiagt van Karei den Grooten. Een Palts-Graaf was Opper-Rechter, en ontfing alle de appellen uit 's Vorsten Domeinen. In den beginne was 'er flegts één; doch, na den dood van Lodewyk den Duitfcher, het Ryk onder zyne drie Zoonen verdeeld zynde, waren 'er drie, te weeten: over Saxen, Beijeren, en Zwaben. Het Ryk weder onder een hoofd raakende, werden de drie Palts-Graaffchappen teffens tot één verfmolten. Doch Keizer Otto, om de magt der Hertogen van Duitschland paaien te zetten, en de ingezeetenen voor onderdrukking te beveiligen, flelde Palts-Graaven aan in yder Hertogdom. Deeze waardigheeden hebben langen tyd ftand gegreepen; doch het vermogen , daaraan verknogt, is allengs in onbruik geraakt. Een eenige, de Palts-Graaf van Lotharingen, die in 1093. den tytel van Palts-Graaf aan den Rhyn aannam, werd naderhand tot de RyltsVorstelyke, en nog laater tot de hooge Keur-Vorstelyke waardigheid verheeven; gelyk ter zyner plaatfe gemeld zal worden. Eene tweede foort van Graaven, Burg- . Graaven geheeten, en in den aanvang aan eerstgemelden ondergefchikt, had de zorg en bewaaring over de Keizerlyke Paleizen, Kasteelen, en Burgten; hoedanigen 'er veelen in de byzondere Provinciën van Duitschland waren, zo lang de Keizerlyke Zetel nog aan geen vasten plaats verbonden was. Sommigen deezer Burg-Gra.-even, onder anderen die van Neurenberg en Maagdenburg, zyn zedert mede tot Ryks-Vorsten verheeven. Van de Mark-Graaven , corfprcngelyk beftemd ter verdeediging dcrRyks- Grenzen, en naderhand al mede zeer in aanzien toegenoomen, hebben wy reeds by vorige geleegenheid gewag gemaakt, De enkele Graaven waren oudtyds, inzon- . derheid zedert de agtfte Eeuwe, aangeftelde Opzieners en Rechters ever eene Stad of Landftreek, waarvan verte de meesten zedert lange, door. vergunning, inkruiping, of overweldiging, zig de heetfehappy hadden aangematigd. De mindere foorten van JVater- en Woud-Graaven are, gaan wy ftilzwygende voorby. I. DEEL. Q ■LKUUUCMWglieiU, VYActl- mede de Noorweegers hunne oude vouróordeelcn bleeven aankleeven, verydelt alle zyne pogingen, gelyk mede van eenigen zyner opvolgers, die het zelfde on.werp vrugteloos tragtcden voort te zetten. 94 r- De Patzinasfen [zie het Griekfche Ryk 914,] voor eenigen tyd een geweldigen inval in Rusland gedaan hebbende , en niet dan met moeite verdreeven zynde, zo befluit de Gioot-Vorst Igor, om zig te wreeken op denGriekfchenKeizer, wien hy als den aanftooker der Patzinasfen , deszelfs Bondgenooten, aanzag Ten dien einde rukt hy met eene ontzachelyke Legermagt tegen het Keizer - Ryk , neemende den weg deels te water in ruim 10,000. bootjes, en deels te lande, wanneer zyna Soldaaten deeze ligtevaartuigjes ophunne fchouderen droegen , en dringt door tot in Thraciën en Bithyniën, alwaar hy aan zig; zo dat deszelfs opvolgers niet meer dan bloote fchaduwen van Vorsten waren, en hun eenigst aanzien voortaan beftond in hunne Opper-Priesterlyke waardigheid. In dien verachtelyken ftaat bleef het Caliphaat nog ruim driehonderd jaaren duuren, wanneer het eindelyk door de Turken gansch-en-al vernietigd werd. 941. De Rusfen doen een geweldigen inval in het Keizer-Ryk , maar worden met groot verlies te rug gedreeven. [zie liet Noorden.] De dappere en deugdzaame Joannes Curcuas, die, geduurende twee-en-twintig jaaren , met zo veel roem als voorfpoed het bevel over de Keizerlyke Legers gevoerd had, wordt een flagtöffer van den nyd en kwaad- aaöi 940. De Caliph, Alradi, overlydt. Hy was de laatfte der Caliphen, die (althans by den aanvang zyner regeering,) nog eenig weezenlyk gezag oeffende. Geduurende zyn-bewind gelukte het de verdere Stedehouders der Provinciën, die tot dus verre nog ten minften den fchyn van onderhoorigheid betooneï hadden, om hun lang • beraamd ontwerp te voltooijen, en zig geheel- en-al tot onafhankelyke Vorsten op te werpen. Dus werd het weezenlyk gezag der Caliphen bepaald tot de Stad Bagdad, era de omliggende landr ftreek. Dan ook hier zelfs werd dit geringe overfchot hunner oude grootheid hen betwist en ontrukt door het vermogen van ee» nieuwen Amptenaar, dien Alradi had aangefteld, om het opperfte bewind van zaaken waar te neemen, onder den tytel van Emir al Omra, of Heer der Heeren. Deeze Emirs trokken , na den dood van Alradi, al het ver-  _©i BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP »_a ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schetland en Ierland. FRANKRYK. SPANJEN» ITALIËN' fchuilplaats te voorfchyn koomende, ftelt zig aan hun hoofd; en Edmund, na een tyd lang met ongelyken uitflag tegen hen geoorloogd te hebben, vindt zig verpligt, om de helft van Northumberland aan Anlaf af te ftaan, en hem als Koning te erkennen. 94?- Anlaf, een verbond met den Schotfchen Koning, Conftantinus, geflooten hebbende , breekt het verdrag, en tragt zig van het overige gedeelte van Northumberland meester te maaken. Edmund rukt met een fterk Leger derwaards, en behaalt eene volkooraene overwinning op de Deenfche en Schotfche troepen. Anlaf moet her Ryk ontruimen , cn geheel Northumbeland wordt weder met de Kroon van Engeland verëenigd. Conftantinus , door fpyt getroffen over zyne geduurige verliezen, doet afftand van den Troon, en begeeft zig in een Klooster, alwaar hy kort daarna overlydt. Hy wordt opgevolgd dcor den Zoon van zynen Voorzaat, jhaIcolm, 8. Koning van S:/iotland. De nieuwe Vorst fluit een verdrag van vriendfehap met Edmund , die hem de Provinciën Cumberland en Westmore-dand te rug geeft, doch op voorwaarde ,. dat hy de'elven bezitten zoude als "een Leen van de Engelfche Kroon.. [Deeze omftand: heid' Iteeft waarfchynlyh aanieidmg gegeeven tot ds diïaaling wevens de tynsbtiarheid van het. ganfche Schotfcke Ryltaan EngelancL. Zie 937. de aanteekening.] 946.. Edmund, den overigen tyd' zyner repeering met het innerlyk beftuur van zyn Koning-Ryk befteed , en verfcheidenenieuwe wetten gemaakt hebbende, onder anderen eene, volgens welke de. dievery niet meer met eene geldboete ,. maar met den dood geftraft zoude worgden , raakt op eene geweldige wyze om 4et leven-: Zekeren Leolf, wien'hy uit het R:k gebannen had, de ftoutheid hebbende, om-zig op een openlyk gastmaal voor hem. te vertoonen, vliegt T.dmund- in woedende gramfchap op, vat Leolf by het hair, werpt hem op. den grond, en drukt hem zo- fterk, dat de booswigt, geen ander middel weetende , om. 's Konings handen te «mkoomen, hem met zyn dolk een • doodelyken wond toebrengt. —— Edacunds kinderen nog, te jong geoordeeld wor- run 1 ucjal. Stad , doch wordt kort daarna geflagen, en, ontkomt het ter weegen, om de twee naauwernood door de vlugt. Ge- Graaven weder in heel Frankryk vak hem ai, uitge- vryheid en in zyne zonderd Aquitaniën, werwaards gunst te herftellen, hy den wyk genoomen had. De en zelfs eene Wamisnoegden doen hulde aan Ot- pen- to , als aan hunnen Opperheer; ' die nochtans de edelmoedigheid heeft, inzonderheid door de bemiddeling van den Roomfchen Paus, om Lodewyk in het bezit zynei Kroon te herftellen, en hem 'met zyne misnoegde Grooten , ten minften naai' den uiterlyken fchyn, te verzoenen. 941. Willem de Langdegen, Hertog van Normandyën . wordt door Graaf Arnold van Vlaanderen vermoord, eenen Zoon, Richard, nog een kind, nalaatende, wien Lodewyk onder zyne befcherming neemt „ en in de Stad Laon laat opvoeden. 943. Osmund, Voogd van Richard, Lodewyks opregtheid mistrouwende, voert den jongen Vorst heimelyk weg, en verzoekt den byftand van Hugo. Deeze belooft zulks, doch wordt kort daarna door Lodewyk overgehaald, om hem in de verovering van Normandyën te onderfteunen, onder toezegging van een gedeelte van dat Landfchap aan hem tc. zullen affiaan.. / 944- Lodewyk en Flugo vallen van twee verfchillende kanten in Normandyën, De ingezeetenen , niet in ftaat, om hen weerftand te bieden , neemen de hst te baat. Om verdeeldheid tusfen den Koning en Hugo te zaaijen., Veinzen zy, den eersigemelden gaarn als hunnen Vorst te willen erkennen, mits dat hy den anderen noodzaake , om het land re ontruimen. Lodewyk neemt het aan, en wordt te Rouaan plegtig ingehaald. Hugo, het hart van fpyt en wraakzugt vervuld , moet aftrekken. Intusfen zenden de Normandiërs heimelyk afgevaardigden naar Deenemarken , om den byftand van hunne oude Landgenooten te verzoeken. 94?- De Deenfche Konir.g , Harold , komt met een fterk Leger in Frankryk. Hugo verëenigt zig met de Noormannen. Lodewyk wordt geflagen,. en krygsgevangen gemaakt. 946. Na langduurigfi onderhandelingen, wordt Lodewyk door de Normandiërs los gelaaten , op voorwaarde, dat hy zig by plegtigen eede zoude verbinden, den jongen Richard in het ongeftood bezit van het Hertogdom te laaten, en zynen tweeden Zoon in gyzeling zou geeven. Dit 'gefchied zynde , keert Harold naar Deenemarken te rug, en Lodewyk wordt in handen van Hugo gefteld, die hem dc vólkoome- u en omgeleegene Staaten. garius te gunnen, die zich in ftilte in Duitschland blyft ophouden. 941. Paus Stephanus overlydt, en wordt opgevolgd door marinus 11,, iz8.Paus. alleen vermaard door zyne groote geneegenheid voor de Monniken, die hy met verfcheidene aanzienelyke voorrechten begunstigde. 945- De trotsheid, gierigheid, en onderdrukkingen van Hugo beweegen eindelyk' de Grooten van Italiën tot het neemen van ernstige maatregelen , om zig van hem te omflaan. Zy laaten Berengarius heimelyk nodigen , om naar Itaüèn te rug te keeren, beloovende hem met al hun vermogen tegen den Dwingeland te zuilen by ftaan. Berengarius komt met eenige weinige inDuitschland geligtetroepen., die welhaast tot een aanzienlyk Leger verfterkt worden. Hugo wordt van een yder verlaaten.en nagt. zig , met zyne by een gefckraapte fchatten inFrank— ryk té bergen;- doch hy wordt overgehaald om te blyven , en een verdrag te fluiten , volgens het vi elk hy, en zyn Zoon Lotharius, (dienhy zedert eenigen tyd tot Ryksgenoot benoemd had,) den tytel' van Koning behouden doch de daadelyke oeffening van het gezag aan Berengarius zou worden afgeftaan. 946. Hugo ontfnapt naar Frankryk, na vooraf-alle zyne fchatten heimelyk derwaards te hebben overgezonden , welken hv befteedt, cmtoerustingentegenBerengarius te maaken. Pass.  ▼ an CONSTANTINUS den GROOTEN AT Tor «P den TEGENWOORDIGEN TYD. zoj NEDERLANDEN. DUITSCH- Het NOORDEN. Het GRIEK SCHE RYK, en het Oosten. den opftand van Otto's Broeder, Hendrik. [zieDuitschland.] Zyne troepen worden door Otto geflagen , en hy zelve genoodzaakt de vlugt te neemen naar Frankryk , alwaar hy den -Koning , Lodewyk, reeds uit zig zelven daartoe bereid, verder overhaalt, om de oude rechten van de Franfche Kroon op Lotharingen te doen gelden.— Lodewyk rukt onverhoeds derwaards, enbemagtigt verfcheiden plaatfen. Gifelbert intusfen ongelukkig in denRhyn verdronken zynde , zo trouwt Lodewyk met deszelfs Weduwe, Gerberge,om zig des te aangenaamer by de ingezeetenen te maaken; dochhy wordt eindelyk door Otto genoodzaakt, om zyne onderneeming geheel te laaten vaaren, en met fchande naar Frankryk te rug te trekken. Geheel Lotharingen, en alle de daaronder behoorende Nederlanden, erkennen gereedelyk het oppergezag van het Duitfche Ryk; en Ottogeeft het Hertogdom van Lotharingen aan Hendrik, ( volgens fommige Schryveren zynen eigenen Broeder , met wien hy zig ' verzoend had, volgens anderen, eenen minderjaarigenZoon van Hertog Gifelbert,") wordende het Stedèhouderfchap intusfen door zekeren Otto, Graave van Verdun, waargenoomen. 945- Het Hertogdom Lotharingen, door den aartigheid der Hovelingen, en< op de ongerymde befchuldïging, dat hy een aanflag gevormd had, om zig zelven tot deKeizerlyke waardigheid te verheffen, van zyn ampt en goederen beroofd , en van het Hof gebannen. 944- • Romanus Lecapenus wordt door zyne eigene Zoonen, Stephanus en Conftantinus, en wel, zo men meent, door heimelyke opftooking van den Mede-Keizer Conftantinus, (die, ganschen-al van het bewind uitgeflooten, en zig eeniglyk met letteroeffeningen beezig houdende , verdriet in zynen toeftand begon te krygen,) van de Keizerlyke waardigheid afgezet, en in een Klooster opgeflooten, alwaar hy vier jaaren laater overlydt. Hy was een Vorst, die, indien zyn karakter aan zyne voortreffelyke bekwaamheeden beantwoord had , ongetwyffeld verdiend zoude hebben, onder de beroemdfte Keizeren geteld te worden. — Conftantinus, na deeze omwenteling uit zyne vorige werkeloosheid als ontwaakt, neemt alle mogelyke maatregelen , om zig wederom in het opperst bewind te handhaaven , en verheft ten dien einde, zo veel zulks van hem afhangt , zyne beste vrienden tot de eerfte waardigheeden van het Ryk. — Zaaken van Rusland. [zie het Noorden.] 94J- Conftantinus, door zyne vrienden onderfteund, maakt zig meester van de Zoonen van Romanus, noodzaakt hen, om den Geestelyken Staat te omhelzen, en zendt hen in ballingfchap. Zelve een uitfteekend liefhebber der geleerdheid , en , geduurende zyne lange afzondering , groote vorderingen in veelerleyë konsten en weetenfehappen gemaakt hebbende, befteedt hy zyne eerfte zorge, om dezelven uit hun vervallen ftaat te doen heiieeven; ten welken einde hy geene kosten fpaart, om de geleerdfte en bekwaamfte mannen aan het Hof te lokken, die door hunne fchriften en openbaare lesfen den fmaak voor kennis aankweekten; om welken nog verder aan te moedigen de Keizer zodanige leerlingen, die zig het meest onderfcheidden,met eere en gunstbewyzingen overlaadde, hen van tyd tot tyd aan zyne eigene tafel onthaalde, en eindelyk tot de voornaamfte ampten des Ryks bevorderde. Ook fchreefi hy zelf verfcheidene werken, die nog heden ten dage gedeeltelyk voor handen zyn; om al het welk hy den verdienden eernaam van den Herfteller der Geleerdheid in het Oosten verworven heeft (*). Voor het overige regeert Conftantinus met veel rechtvaardigheid, billykheid, en menschlievendheid; doch, zig byna eeniglyk aan zyne heerfchende drift voor de letteroeffeningen overgeevende , laat hy het voornaamfte beftuur van zaaken aan zyne heerschzugtige Gemalin, Helena; het misbruik , 't welk die Vorstin van haar vermogen maakte, uit verblindheid of achteloosheid niet ziende, of te kleinmoedig, om het (*) Men moet echter ten nadeele van Conftantinus aanmerken, daf hy in zekeren opzigte, door een verkeerd overleg, tegen zijnen ■wille aan, de zaake der Geleerdheid veel nadeels heeft toegebragt; door, namenlyk , zyne géi erde mannen uittrekzels te laaten maaien tilt de beste oude Schryveren; het geene ten gevolge had, dat de blije en gemakkelyke Grieken hunne letteföejferin gin tot deeze uittrekzels bepaalden, cn de oorfprongelyke fchriften verwaarloosden, waardoor zy flegts eene oppervlakkige kennis .ipdeeden, en veele voortreffelyke boeken der OutUn jammerlyk vtrgeettn en gched verloeren raakten-. Cc % LAND, en aangrenzende Ryken. 944- Otto behaalt eene groote overwinning op de Slaaven en Wenden , van Mecklenburg. 945- Hertog Berthold van Beijeren overlydt, zonder kinderen na te laaten. Zyn Neef Arnold , de naaste erfgenaam, [zie 937,] moet zig met den tytel van Paltsgraaf te vreden houden;enhetHertogdom wordt door Otto gegeeven aan zynen taalen , haalt den Grootvorst over, om den vreede met het Keizer-Ryk te fluiten. 945- Krygstogt van den Deenfchen Komng Harold in Frankryk. [zie aldaar 945. en 646.] De ingezeetenen van het tegenwoordige Rusfisch Lyfland , die zeer in vermogen waren toegenoomea , door hunnen Herken en voordeeligen handel in Pelteryën, weigeren zig te onderwerpen aan eene verhoogde fchatting, hen door Igor opgelegd. Die Vorst trekt tegen hen te velde, en fneuvelt in eene hinderlaage. Hy wordt opgevolgd door zynen minderjaarigen Zoon, swetoslaw, vierden Grootvorst van Rusland, die onder de voogdyë zyner Moeder , Olga , gefteld wordt. Die Vorstin neemt op eene al te wieede wyze wraak over den moord van haaren Gemaal, door gansch Lyfland op eene deerlyke wyze te verwoesten , duizende ingezetenen jammerlyk om het leven te brengen, en de overigen aan eene zwaare en byna ondraagelyke fchatting te orideiwerpen, hy de verfchrikkelykfte verwoestingen aanregt; doch niet beftand tegen de meer geöeftende krygskunde der Leger en Scheepsmagt, door denGriekfchen Keizer tegen hem gezonden,wordt het grootst gedeelte zyner troepen verflagen, zyne vaartuigen vernield, en hy zelve genoodzaakt , met het geringe overfchot eene verhaaste vlugt te neemen. 944. Igor, zig van zyne geleedene verliezen herfteld hebbende, maakt de fterkfte toerustingen,om zyne mislukte onderneeming te hervatten; doch de Griekfche Keizer, zig verbindende , om den Rusfen een aanzien-  *>4 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP dér ALGEMEENE GESCHIEDENIS,' ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en . ITALIËN, en oweleegen* Staaten; Schotland en Ierland. PORTUGAL. -wordende, om dei troon te bekimmen wordt hy opgevolg< door zynen Broeder E D RE D lo. Koning van Engeland.. Geduurende de eer fte jaaren zyner re geeringe, ftaan d< Deenen van Nort humberland herhaal de reizen tegen hen op, eerst onder aan voering van Anlaf vervolgens van zekeren Erik. Edred een en andermaa ïn Nonhumberlanc Tukkende, brengt das Landfchap volkoomenlyk tot onderwerping , en laat aldaar eene fterke bezetting agter, ondei t>evel van eenen En'gelfchen Stedehouder, ten einde dus alle verdere opftan'den terftond in de geboorte te fmooren.. 950. Ed'red,voor de belangen van het Ryk gezorgd hebbende, •geeft zig geheel-enal over aan zyne heerfchende neiging, 'deGodsdiënstigheid; 'doch heeft de zwak- raus marinus overlydt, en wordt opgevolgd door agapetus ii., i_Q, PaUS. die onder het gering getal der goede Pausfen , welkendeezö Eeuwe voortbragt, geteld moet worden. 947- Hugo overlydt in Frankryk, den Koninglyken tytel (want het weezenlyk gezag bleef fteeds in handen van Berenganus,) nalaatende aan zynen Zoon, LOTHARIUS II., Koning van Italiën, De Hongaaren doen weder eenen inval in Italiën Berengarius heft eene zwaare belasting , en koopt hünnea aftogt voor een gedeelte van dat geld, het overige voor zig behoudende. Eene andere bende Hongaaren begeeft zig te fcheep naar het benedenst gedeelte van Italiën/no* onder het gebied des Griekfchen Keizers behcorende, door* wiens troepen zy worden afgeflagen en te rug gedreeven Zekere Ascan-Ben-Ali wordt door den Caliph van Afril ca tot Oppervorst van Siciliën aangefteld , en maakt met geweld meester van dat. Eiland. '° 948: De Griekfche Keizer Conftantinus, wiens Zoon met eene Zuster van Lotharius. gehuwd was , zendt een plegtio- gezantfehap aan Berengarius , om hem de belangen van dien Vorst ernstig aan te beveelen. Berengarius beantwoordt zulks met een tegen-gezantfehap, zonder zig voor het overige aan 's Keizers verzoek te bekreunen. Concilie van Ingelheim. [zie Frankryk.] '. 950.- 'f Lotharius overlydt. Berengarius, fchoon onder een fterk vermoeden liggende van sVorsten dood door veroif verhaast te hebben , beweiktmet weinig moeite, datdeKroon eenpaarig aan hem,, en zynen Zooii,. Adelbert, wordt opgedraagen.. BERENGARIUS II, en ADELBERT,. Koningen van Italiën. Eindelyk het toppunt hunner wenfehen bereikt hebbende , betoonen de beide Vorsten zo veel trotsheid en heerschnigt, dat zy welhaast de meeste gemoederen van zio- veraderen. — Zaaken van Saltsburgh en Pasfau. Uie Duitsland.] Defchoonheid en fchatten van Lotharius Weduwe, Adeaïde, beweegen Berengarius,. om haar ten huwelyk te vlaaien voor zynen Zoon en Ryksgenoot, Adelbert. Zy wyst hen voorflag met verfmaading van de hand. Berengarius vreekt zig over deeze weigering op eene onwaardige wy;e, door haar van alle haare goederen te beroovem, op ' :ene verregaande wyze te mishandelen , en in. een fterk kasteel op te fluiten. Door hulp van zeker Priester heinelyk uit haare gevangenis verlost, en door zekeren Alert-Azzo, die een. fterk en byna onwinbaar Kasteel bezat, ri-jj ia' neid, om zig m alles ' ' ' te laaten beftuuren door den vermaarden Monnik, Dunftan , Abt van Glastenbury, een trotsch, geweldig, en heerschzugtigman, the het .groote aanzien, en den eernaam van Heiligen, weiJen hy zig door zyne geftrenge zeeden en valsche wonderwerken had weeten te verwerven, deed dienen ter bevordering zyner heerschzugtige aanflagen. Edred volgt zynen raad niet alleen in Geestelyke zaaken, maar vertrouwt hem zelfs het ■fceftuur van het ganfche Koningryk. De Monnik bediefit zi* voornamenlyk van zyne magt ter zogenaamde hervorming der 1 Engdfche Monniken, welken, tot dus verre aan geene vaste 1 Tegelen verbonden zynde, met hunne vrouwen vreedzaam fa- ! menwoonenae, en den Staat mede helpende bevolken, voortaan ■ aan de verphgtmgen tot den ongehuwden ftaat, en andere har- de levensregelen onderworpen werden; al'het welk geene klei- 1 are onlusten , en zelfs eene foort van binnenlandfchen Oorlog ] -erweste , niet zo- zeer van den kant der hervormde Monni! j |wn.„ wier bygelooyigheid, e» vermeerderd aanzien by de onr t ver» penftilftand met Abderamen te fluiten, voor den tydvanagt jaaren. 949. _ Het beftand geëindigd zynde, rukt Ramiro onverhoeds in de Staaten van Abderamen, behaalt eene groote overwinning op de Saraceenen,plundert verfcheidene plaatfen,en voertmeer dan 7000. gevangelyk met zig. 950. Ramiro overlydt, en wordt opgevolgd door zynen oudften Zoon, ORDOGNO III., 18. Koning van Spanjen.. die, met den aam vang zyner regeering ,. een zwaaren oorlog moet voeren tegenzynen heers chzugtigen Broeder , Sanche, welke door den Koning van Navarre, en den Graave van Castiliën, onderfteund werd: Ordogno krygt eindelyk volkoomen de over- 1 gunt,dan na hem al, vorens gedwongen 1 te hebben, hetGraaf, fchap Laon aan hem afteitaan. —Her, bert, Graaf van Verm-andois, overlydt, met betooning der bitterfte wroeging o- ■ ver zyne verraadery, • tegen wylen Karei : denEenvoudigen ge- ■ pleegd. — Lodewyk ■ wil her ongelyk, zyi nen Vader aange- ■ daan, op Herberts , kinderen wreeken, ■ door hen van hunne Staaten te berooyem. . doch zy verdeedigen. zig zo dapperlyk,dat Lodewyk van dezen, zynen aanflag moet afzien. 947- Lodewyk ,. door Keizer Otto onderfteund, hervat de vyandelykheden tegen Hugo, die zig nochtans tegen de verëenig.de kragten der beide Vorsten weet te handhaaven. 948. Lodewyk neemt zynen toevlugt tot den Paus, die een Concilie te Ingelheim  van CONSTANTINUS 6en GROOTEN af tot of osn. TEGENWOORDIGEN TYD. at* NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, e» aangrenzende Ryken. Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE den dood van den nen-eigen Broeder Hendrik, die met eene Dogter van wyjongen Hendrik, of len Arnold den Kwaaden!gehuwd was. volgens andere, door . de bevordering van 948. 's Keizers Broeder, Hendrik, tot Hertog Voorfpoedige Oorlog tegen den Deenfchen Koning Havan rold , en bevestiging van het Christendom in Deenemarken , ____________ [zie het Noorden,] hoofdzaakelyk te weeg gebragt door den onvermoeiden yver van Otto ter voortplanting van het geloof , die in Duitfchland zelve niet minder werkzaam was. Omtrent deezen tyd was het, dathy de Bisdommen van Brandenburg , Havelberg , Meisfen , Maagdenburg, Naumburg en Altenburg, (dat z'edert naar Lubek verplaatst is,) ftigtede , en de kundigfte en braaffte mannen tot Bisfchoppen aanftelde, die geene moeite fpaarden, om de nog ongeloovige Wenden en Slaaven te bekeeren. Te midden in alle zyne oorlogen befchermde en bevorderde Otto mede, fchoon zelve ongeoeffend in de letteren , de konsten, weetenfehappen en geleerdheid , èn liet in meest alle de Steden Schooien, tot onderwys der jeugd, oprigten. Ook ftigtede hy , volgens de-verkeerde doch-welmeenende godsdienstige begrippen dier tyden, eene groote menigte Kloosters, en overlaadde de Geestelyken met rykdom en' eere, hen zelfs vergunnende, om in hunne byzondere Districten eene waereldlykemagt te oeffenen, waardoor verfcheidene Duitfche Prelaaten zig eerlang tot den rang van daadelyke Ryks-Vorsten verheften ; van welke kwalyk beradene goedgunstigheid de volgende Eeuwen, door de toeneemende trotsheid, weelderigheid en heerschzugt der Geestelvken, de jammerlyke gevolgen moesten be-zuuren. Zaaken van Frankryk. [zie aldaar 947 en 948.] 950. Na eenen Oorlog, zedert twaalf jaaren dan eens ernstiger dan eens flaauwer voortgezet, brengt Otto de Boheemers tot onderwerping, en noodzaakt hunnen Hertog, Boleslaus, om zyn Hertogdom als een Leen van het Ryk te ontfangen , en daarenboven fchatting te betaalen. Otto bedient zig van deeze zyne overwinning voornamenlyk, om het reeds in Boheemen gevestigd Christendom verder voort te planten, en beweegt den Hertog , die zyn vorig gedrag zeer verbeterd , en zelfs, zo men meent, openlyke boete over den moord van zynen Broeder gedaan had, om zyne pogingen in deezen op het nadrukkelykst te onderfteunen. Hertog Herman van Zwaben, 's Keizers Neef, (die in 916. aan Burchard II., in Italiën gefneuveld, was opgevolgd,) oveilydende, geeft Otto dat Hertogdom aan zynen eigenen oudften Zoon, Ludolph, die Hermans eenige Dogter in huwelyk had. De Bisfchoppen - van Saltsburgh, door wylen Paus Leo III. tot den rang van Aarts-Bisfchop vetheeven zynde , hadden z'edert dien tyd zig de opperhoofdigheid zoeken aan te matigen over de Bisfchoppen van Pasfau, welken zig daar aan niet wilden onderwerpen. Dit gefchil loopt eindelyk dit jaar zo hoog, dat beide de partyën overëenftemmen , om de uitfpraak aan den Roomfchen Paus Agapetus te laaten. Deeze verklaart den Aarts - Bisfchop van Saltsburgh tot Metropolitaan- van geheel Beijeren , en den Bisfchop van Pasfau tot Metropolitaan van Oostenryk, en beiden, in dié hoedanigheid, geheel onafhankelyk van elkan deren; eene uitfpraak, waaraan de Aarts-Bisfchop van Saltsburg zig niet dan tegen dank onder werpt (*). 951. Voorfpoedige krygstogt van Otto in Italiën, en huwelyk van dien Vorst met de Weduwe van wylen Koning Lotharius. [zie Italïén.]- Zyn oudfte Zoon, Ludolph, van-een onrustig en heerschzugtig. karakter ,• en flegts eene geleegenheid zoe- • (*) Dit zo vermaarde verfchil heeft zedert nog byna agt Eeuwen lang blf/en voortdtmren, tn is niet voor d n jaare 1718. volkoomen vereffend, wanneer de Qnafhankclykheid der Bisfchoppen van Pasfau, met toeftemming van den Stoel van. Saltsburgh, en onder bemiddeling 'van Keizer Karei den VI., door den Roomfchen Paus Benedictus XIII. bekragtigd is. ['•GJtr-tjö 1 4jv r • '■:.) ijïtbl ,o;.o ■ .b.'S .-c ;,v,! .1 . .Liu.-j ! Cc j. Ria, tn net vosten. pen, al het, welk zy in minder dan twee hetzelve te fluiten; jaaren tyds volkoo- waarom hy ook wel men uitvoert. onder de kundige en goede, doch niet 948, onder de groote , Vorsten, verdient Harold brengt een gefteld te worden. Leger te velde, om de landftreek, door 948^ wylen zynen Vader aan het Duitfche _ Zaaken van. Ita'-* Ryk afgeftaan, te liën. [zie aldaar.] heroveren. — De Duitfche troepen, 949. aldaar in bezetting leggende , onver- 's Keizers Zoon _, hoeds overvallen , Romanus, na her. worden in ftukken overlyden van zyne gehouwen. Op de cer- eerfte tyding hier- _ van rukt Keizer Otto in aller yl met eene fterke Legermagt derwaards, verflaat Harolds troe-pen , en maakt zig in korten tyd mees^ ter van byna gansch Jutland; tot aan de zedert naar hem genaamde Golf van Ottenfund, by Aalborgh. Haroldvindt zig genoodzaakt, om den Vree-de te fmeeken, dien Otto hem niet vergunt dan op voorwaarde , dat hy ende zynen den Christelyken Godsdienst, omhelzen , en deszelfs verdere voortsplanting in het Noorden op alle mo-gelyke wyzen zoude begunstigen en be**vorderen.. Ook geeft Otto hem Jutland weder te rug echter niet dan als een Leen van het Ryk, waarvoor Ha* rold hem moest hulde doen, en ftigt aldaar de Bisdommen, Rypen,- Slees*-wyk, en Aarhuis.- Harold , fchoon meer door vreeze dan uit overtuiging', tot het Christelyk geloof gebragt ."betoont zig echter zeer getrouw en byzonder yverig, om hetzelve meer enmeer in alle zyne Staaten voort te planten, alwaar .het ook in korten tyd de' fnelfte voortgangen maakt. Eenigen* tyd laater beweegt hy zelfs den Ko-ning van Noorweegen , Haco , om in*-gelyks den Christen Godsdienst aan te neemen, en onder deszelfs onderdaanen in te voeren; welk laatfte echter »door de fteeds aanhoudende halflerrigt. verknogtheid der Noorweegers aan hunne oude bygeloovigheeden , mislukt, - De Grootvorstinne Weduwe- van' Rusland , Olga , door de aanpryzirg, van eenige Griekfche Zendelingen ,-eeö'. gunstig gevoelen van den Christen: Godsdienst hebbende opgevat, begeeft! zig naar Conftantinopolen, om zig nap» der in de gronden daarvan tc- katten* endej*-  zsö BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, F' R A N K R Y K. SPANTEN en ITALIFN Verftandige menigte, hen deeze opoffering gemakkelyk maakten, als * wel van den kant der waereldlyke Geestelyken, -wier inkomsten, ten behoeve der geftadig toeneemende Kloosters, aanmerkelyk befnoeid werden, en wier ongedwongene levenswyze door de anderen openlyk beft.afd, befchimpt, en in een haatelyk dadicht werd voorgemeld. «%» J. Edred overlydt, en wordt opgevolgd door wylen Edmunds Zoon, EDWY, II. Koning van Engeland. die, niet zo bygeloovig en zwak van geest als zyn Voorzaat, terftond in groote moeijelykheeden raakt met Dunftan en de Monniken. Zig in.huwelyk begeeven hebbende met zyne Nigt, de fchoone Elgiva, ftrydig tegen de wetten der Kerke, vaart Dunftans aanhang uit tegen deeze verbintenisfe, en geeft der Koningin openlyk den fchandnaam van Byzit. Edwy, om zig over Dunftan te wreeken, eischt hem rekenfchap af van het beftuur der geldmiddelen onder de vorige regeering. Dunftan weigert zulks, onder voorwendfel, dat hy niets gedaan had dan op last van wylen Edred, en gedraagt zig verder met zo veel trotsheid, dat Edwy Eem gelast, het Ryk te ontruimen. Zyne ballingfchap verbittert zynen aanhang meer en meer tegen den Koning. Odo, Aarts-Bisfchop van Canterbury, zyn byzondere vriend, heeft zelfs de ftoutheid, om de Koningin met geweld uit het Paleis te rukken , op eene onwaardige wyze re mishandelen, en naar Ierland te zenden ; ja zelfs, wanneer zy naderhand tragte naar Engeland te rug te keeren, op een barbaarfche wyze te laaten vermoorden. Edwy vindt zig buiten ftaat, om weerftand te bieden aan de Monniken, die de bygeloovige menigte geheel op hunne zyde hadden , en dezelve wdhaast oprokkenen tot eenen opftand, ten behoeve van 's Konings Broeder, Edgar, die hierop tot Ryksgenoot verklaard wordt. Edwy, van alle weezenlyk gezag beroofd, en in den Kerkban gedaan, ftort, door overmaat van verdriet, in eene kwyaende ziekte, welke hem , na verloop .van weiaigc jaaren, in het graf rukt. 9Sf5. Djfiftan, van deeze fpoedige onlyentding oaderrigt, keert naar Engeland helm by een roept, waarin Hugo met den ban gedreigd wordt, indien hy weigert , zig aan zynen wettigen Vorst tc onderwerpen. Die trotfe onderdaan., voor de gevolgen van den ban bedugt, moet tegen dank daartoe befluiten, erkent Lodewyk plegtig als Opperheer, en geeft liet Graaffchap Laon te rug. 954- Lodewyk, den overigen tyd zyner regeering in ruste doorgebragt, maar echter dc voorzigtigheid gehad hebbende , om nog by zyn leven zynen oudften Zoon, Lotharius, tot Ryksgenoot te benoemen , oveilydt door eenzwaaren val van zyn Paard, by het najaagcn van een Wolf, dien hy met losfe toom vervolgde. Hy was een Vorst, niet ■ontbloot van moed , bekwaamheid, en ftaatkunde, doch bezat die ongemeene begaafdheeden en fterkte van geest niet, die 'er vereischt werden, om het fteeds toeneemend vermogen der hcerschzugtige Grooten paaien te ftellen., en den Troon , door zo veele inwendige beweegingen gefchokt, onwrikbaar te vestigen. — Hy wordt in het Ryk opgewolgd door zynen voornoemden Zoon, LOTHARIUS, iz. Koning van d:n tweeden Stam. die naauwelyks den ouderdom van vyftien jaaren bereikte, en dus minder in ftaat was dan zyn Vader, om het wankelend gezag der Kroon te handhaaven. Ook trekt Hugo de Groot (wiens vermogen door de erffenis van het halve Hertogdom Bourgondiën, waarvan de andere helft zedert, door het huwelyk van zynen tweeden Zoon met de laatfte Ergenaame , mede in zyn gefiagt overging, niet weinig-vergroot was,) terftond de oeffening der Koninglyke magt aan zig, aan Lotharius niets meer dan den blooten tytel overlaatende. ^ 956. De vermaarde Hugo de Groot, van wien met reden gezegd kan worden, dat hy, zonder zelf Koning te zyn, twintig jaaren lang het Ryk regeerde, overlydt. Zyn oudfte Zoon, de beroemde Hugo Capet, die naderhand daadelyk den Troon beklom, en de eërïfê was van den derden Stam der Franfchp Koningen, volgt hem op in het Graaffchap van Parys, en den tytel van Hertog van Frankryk, dien zyn Vader reeds bezeeten had. Zyn tweede Zoon, Otto, krygt rum uoal, overhand, verzoent zig met zynenBroe-' der, en deszelfsaan-hang,dempt vervolgens een geweldigen opftand in Galliciën, en behaalt, in •den verderen loop van zyn bewind, verfcheidene aanzienelyke voordeelen op de Saraceenen. <9i* Ordogno overlydt, een minderjaarigen Zoon nalaatende. Zyn Broeder Sanche bedient zig van die omftandigheid,en den invloed zyner vrienden, om zig van den Troon meester te maaken. SANCHE, DE DIKKE, 19. Koning van Sfanjn. Het onrustig cn wantrouwend karakter van deezen Vorst brengt hem welhaast in onmin met alle zyne beste vrienden , waaruit zyne vyanden geleegenheid neemen, om eenen algemeenen opftand tegen hem te berokkenen. 956. Sanche moet de vlugt neemen naar Navarre , laatende het Ryk in de uiterfte verwarring, en eene volflagene regeeringloosheid.—Ferdinand Gonzalez neemt du gunstig tydftip waar, om zyne magt te vergrooten, en baant den eerften Wee tot de onafhankelykheid 1 an het Graaffchap Casriliën. in befcherming genomen , zendt zy den. PriesternaarDuitscbland, om den byftand van Keizer Otto te verzoeken.DieVorst zendt zynen oudften ■Zoon Ludolph met eenige troepen naar Italiën, en volgt hem kort daarna met eene gedugte Legermagt.AUes bukt voor zyne wapenen,uitgezonderd eenigeweimge vetfterkte plaatfen , en de meeste Grooten toon en zig geneegen, omBerengarius en Adelbert af te zetten , en de Kroon aanOtto opte draagen. Door de verdiensten en fchoonheid van Adelaïde bekoord,of mogelyk alleen doorStaatkunde gedreeven, vraagt Otto die Vorstin ten huwelyk , waartoe zy gereedelyk bewilligt. 951.. Otto , begeerïg zynde, om zig door Paus Agapetus plegtig als Keizer te laaten kroonen, zendt gezanten naar Romen, om daarover in onderhandeling tc treeden; doch Alberik, nog fteeds het opperst bewind binnen die Stad voerende, en in Otto eenen gedugten mededinger vreezende,noodzaakt den Paus, om dien voorflag van de hand te wyzen. De onlusten in Duirfchland verpligten Otto , om ten fpoedigften derwaards të rug te keeren , hei bevel over de troepen in Italiën opdraaiende aan Conraad, Hertogvan Fiankeiiland enLotharingen. Dee. ze, door Berengarias'  tan CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op ben TEGENWOORDIGEN TYD. 107 m mnfewM Staaten. NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het Het G RIE K- rius en. Adelbert in hunne belangen overgehaald, raadt die Vorsten, om zig aan Otto te onderwerpen, en tot deszelts bekende edelmoedigheid hunne toevlugt te neemen, als het beste middel, om het anderzins noodwendig verlies hunner Staaten voor te koomen. ° Zy volgen dien raad , en begeeven zig naar de Ryksvergadering te AugsDurg, alwaar Otto , niettegenftaan.de de tegenkanting zyner met recht tegen hen verbitterde Gemahnne, Berengarius en Adelbert vergunt het Ryk van Italiën te behouden , mits als een Leen van het Duitfche Ryk. Na de in zulken gevalle vei eifchte hulde' en eed van trouwe gedaan te hebben, keeren zy naar Italiën te rug, van waar Keizer Otto zyne meeste troepen wederom te rug ontbiedt. 953- en aangrenzends Ryken. zoekende , om tegen zynen Vader op te ftaan, toont openlyk zyn misnoegen over deeze verbintenisfe, onder voorwendfel , dat de kinderen , welken daaruit konden voortfpruiten, zynë rechten zouden kunnen benadeele'n, en bedient zig van 's Keizers afweezen, om zig een fterken aanhang in Duitschland te maaken, 952; Zaaken van Ita- Keizer Otto, door dë fteeds aanhoudende onlusten in Duitschland verhinderd wordende , om zig met de zaaken van Italiën tebemoeijen , neemt Berengarius die omftandigheid te baat, om zig te wreeken over de Grooten , die de. zyde van Otto gekoozen hadden; beroovende hen van een gedeelte hunner waardigheeden en inkomsten. Inzonderheidgebeeten op den befchermer van 'Adelaïde, Albert-Azzo, belegert hy dien Heer in zyn fterk Kasteel, alwaar deeze zig drie jaaren lang dapperlyk verdeedigt,. en alle de pogingen van Berengarius verydelt. 954; Alberik overlydt, en wordt door zynen Zoon,. Octavianus,niettegenftaande deeze den Geestelyken ftaat omhelsd had , ais Patricius en Burgemeester,. in het opperbewind over Romen opgevolgd. 9.56.. Albert-Azzo , eindelyk vreezende te zullenbezwyken, verzoekt den byftand van Otto.' Die Vorst zendt een Leger naar Italiën, onder bevel van zynen oudften Zoon, Ludolph, die Berengarius noodzaakt, om zyne geweldenaryën te ftaaken, en zig met Albert te verzoenen. Op echter een waakend oog op het gedrag van Berengarius te houden , blyft Ludolph, na zyne meeste troepen te nagezonden te hebben, in Italiën, alwaar hy het volgend jaar overlydt. Paus Agapetus oveiydt. Octavianus,- naauwelyks 18. jaaren oud, maakt zig met géweld meefter van den Pausfelyken Stoel, zynen naam veranderende in dien van Johannes. Zedert hebben zyne Opvolgers beftendig de nog heden.ten dage ftand grypende gewoonte gevolgd, om,, by hunne verheffing^ hunnen Doopnaam voor eenen adderen te verwisfelen,. johann es xii., I3O. PaUS.' Van alle de verëifchte hoedanigheeden tot zynen h«ogen en gewigtig.n post ontbloot, en zig aan een ruuw en ongebonden leven onbefchaamdeh k overgecvende, ontëert hy den Pausfelyken Zetel meer dan e nige zyner Voorzaten. En in het algemeen fteeg de zeedeloosbeid té Romen thans tot zulk eenehoog,te, dat men, om eer. n...ii ch van een allezins laag en bedorven • karakter uit te drukken, zig vergenoegde met hem een Romein te heeten. 957: As- iien, t went tot een Leen van het Duitfche Ryk gemaakt wordt, [zie aldaar.] Otto komt te rug, öm de aanflagen van Lu-dolph te fluiten, die, door den Aarts-Bisfchop van Mentz, den Hertog Conraad van Frankenland en Lotharingen , de Zoonen van wylen Hertog Arnold var» Beijeren , ja zelfs de Hongaaren , (die nu zedert lan-gen tyd het Ryk niet ontrust hadden,) onderfteundy openlyk de.wapenen tegen zynen Vader opvat.. ?.53«- ei Otto behaalt eene groote overwinning op de oproe»' rigen. Conraad onderwerpt zig, waarop de Keizer hem Frankenland laat behouden, doch Lotharingen ontneemt, en opdraagt aan zynen eigenen Broeder, Bruno, AartsBisfchop van Keulen. ' , ■ : ?5S*- ' „" ' ; t. Na eenen drie-jaarigen oorlog moeten de oproerigere zig aan Otto ondeiweipen. Hy ontneemt Ludolph Lcr Hertogdom Zwaben, en geeft het aan den wettigen Erfgenaam, Burchard III. , een Zoon van wylen Burchard II. De Aarts-BH'chop van Mentz wordt afgezet , en Otto's natuutlvke Zoon ,. Willem ,- tot deszelfs opvolger benoemd: De Beijerfche Vorsten neemen de vlugt by de Hongaaren, welken de vyandelyk-. heeden blyven voortzetten , doch mede door den Kei-, zer geflagen worden. In eene der ontmoetingen fneuvelt Conraad, en wordt door zynen Zöon, Otto, in het Hertogdom van Frankenland opgevolgd. Ludolph wotdt kort daarna by zyn Vader ih genade aangenoomen ; doch echer. van alle bewind uigeflooten. 'sKéi-. zers Broeder, Hendrik, die mede eenig deel in deeze onlusten genoomen had, overlydt, en wordt in het Hertogdom van Beijc en door zynen Zoonmede Hen-, diik genaamd, opgevolgd. ' . 95.6- Oftlusten in Italiën , door Otto geflikt, [zie a), laar.} 059. Vtr- i^r-trr. k ï ^> en het Oosten. eerfte Gemalinne, Bertha, eene natuurlyke- Dogtervan 'Hugo ,- Koning van Italiën' fmoorlyk verliefd raairende.' op deDogter van eenen gemeenen Hei eergier , beweegt zy-nen Vader, doortraanen en gebeden, om hem dit onwaardig, voorwerp zyner liefde , zo laag van karakter als vah geboorte, ten huwelyk te. geeven. Om rSUUKiJilIN.. onderwyzen , en wordt met veel eere door Keizer Conftantinus ontfangen. — Zy verzaakt, aldaar plegtig, het bygeloof; en haar naam - wordt, by den doop, indien van hele naveranderd. — Naar Rusland i weergekeerd,. poogt zy haaren Zoon, den Groot-Vorst, over tehaalen om van Beijeren, openvallende , wordt door Oito begeeven aan Conraad, Hertog van Frankenland. 953'- Conraad, deel genoomen hebbende in eenen opftand tegen Otto, [zieDuitshlani,] wordt afgezet. De Keizer geeft Lotharingen aan zyn jongften Broeder , Bruno , Aarts - Bisfchop van Keulen. 959. Bru-  zoS BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP btm ALGEMEENE GESCHIEDENIS, " ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIË N, Schotland en Ierland. en PORTUGAL. land te rug, en herftelt lig ii zyn vorig aanzien. Hy word door de gunst van Edgar to Bisfchop van Worcester, ver volgens tot Bisfchop van Lon den, en eindelyk tot Aarts Bisfchop van Canterbury ver J hetven, zonder dat deeze Her . vormer zwaarigheid maakt, on deeze drie waardigbeederi , ftrydig mét de wetten' der Kerke gclyktydig te'bekleeöen. 959- Koning Malcolm, op een uitmuntende en vreedzaam; wyze geregeerd hebbende, overlydt, en wordt opgevolgc door den Zoon van wylen Conftantinus, in d V L T, q. Koning van.Sc/iotland, De ongelukkige Edwy , tot *an zynen dood het voorwerp van 's Volks onverdiende verachting , overlydt, en wordi opgevolgd door zynen Broeder en' Ryksgenoot, E D G A R, 1.1. Koning van Engeland. Doer den invloed van Gonzalez overweldigt Ordogno, Kleinzoon van wylen Froïla II , den Troon, en maakt zig alomme gehaat door zyne wreedheid , gierigheid, en geweldenaryën, oèo. Sanche, door verre de meeste Ryks-Grooten te rug geroepen, en door de troepen des Konings van Navarre, en van Abderamen , m et wien hy een vriendfehaps - verdrag geflooten had, ónderlteund, verdryft den overweldiger, en herftelt zig op den Troon. Gonzalez wordt inverzeekering ' genoomen, doch het volgend jaar weder vry gelaaten. — Ordogno, van plaats tot plaats vlugtende, derft welhaast van gebrek en slende. 961. Abderamen overlydt, en wordt opgevolgd door deszelfs Zoon, Alcahan II., die het vreedens-verdrag met Koning Sanche hernieuwt. 1 Abderamen was een van de beroemdfte Saraceenfche Vorsten , zo door zyne dapperheid , pragtige hofhouding, ftaatkunde, verftandig en regtvaardig beftuur , als door zynen fmaak voor kónsten en weetenfehappen , die *y zeer begunstigde en befchermde. Hy en Keizer Otto zonden wederzydsch gezanten over, om eikanderen van . hoogachting tc verleekeren. 964. De Asfari, Heer van Siciliën , doet eenen inval in het benedenst gedeelte van Italiën, den Griekfchen Keizer toebehoorende. Die Vorst zendt eene fterke Vloot derwaards; doch zyne troepen, zig meer toeleggende, om zig te verryken , en het land te plunderen, dan de ingezeetenen te verdeedigen, en uit dien hoorde by deezen met reden in haat geraakt, en alomme door hen ve raaden , worden in verfcheidene ontmoetingen door de Saraceenen geflagen. De Griekfche Keizer zendt eehe tweede Vloot naar Italiën , welke eene groote overwinning op die van Asfan behaalt. De Italiaanlche Vorsten op 's Keizers grondgebied, die, te midden in de algemeene verwarring, zig geheel-en-al aan deszelfs gezag onttrokken hadden, inzonderheid de Hertog van Napels, worden hierop tot onderwerping gebragt, en de Saraceenen grootendeels verdreeven. Dan, die voorfpoed is van korten duur. Asfan, door een groot aantal Schepen uit Africa verfterkt, verrascht en verflaat de Griekfche Moot, waarvan het geringe overfchot de vlugt neemt; terwyl die van Asfan zelven, kort daarna, in een zwaaren ftorm verongelukt. De Italiaanfche Vorsten en Stedehouders, dus voor een tyd van de Grieken en Saraceenen beiden verlost, gedraagen zig wederom als volftrekt onafhankelyk van het Oostersch Keizer-Ryk. 960. Berengarius en Adelbert fteeds voortgaande , met de ingezeetenen van allerly rang en ftaat te onderdrukken , verliezen de RyksGrooten alle geduld , en keeren zig wederom tot Otto, hem ernstig om hulpe fmeekende, en de Kroon van Italiën aanbiedende. De Paus voegt zyn aanzoek by het hunne, ea belooft, tot meerder aandrang , den Duitfchen Vorst plegtig als Keizer te zullen kroonen. 961. Otto komt met een fterk Leger in Italiën. De twee Koningen, door een yder verlaaten, worden, in eene Ryks-Vergadering tc Pavia , plegtig afgezet; waarna de Kroon eenpaariglyk wordt opgedraagen aan OTTO, Koning van Italiën. Berengarius en Adelbert, buiten ftaat om wederftand te bieden, en zig echter niet willende onderwerpen, neemen de vlugt naar ' die , door het voorbeeld van zynen Broeder geleerd, de voorzigtigheid heeft, om Dunftan en de Monniken te vriend te honden, en met gunstbewyzen te overlaaden, waarom deezen ook zynen lof ten Hemel verheftcn, en hem zelfs, zeer ten onrechte, voor een Heilig wilden doen doorgaan; aangezien zyne heerschzugt, trotsheid, wraakzugt, en inzonderheid zyne toomelooze drift voorde Vrouwen (*), hem tot de verregaandfte ongeregeltheden en onrechtvaardigheden vervoerden, offchoon hy voor 't overige veele (*) In hoe verre Edgar alles aan de voldoening zyner lusten opofferde, en in hoe verre de Geestelykheid, welke zynen Voorzaat zo geftreng behandeld had, haare infehikkelykheid omtrent hem uitflrekte , kan, onder veele anderen, uit het navolgend [taaltje bhken. Staande het leven zyner eerfte Gemalinne, eene heevige drift voer eene Nonne, of Geestelyke Zuster, hebbende opgevat, laat Edgar haar uit het Klooster, eene wykplaats, anderzins zo heilig geëerbiedigd , opligten, krygt Iiaar eerst met geweld tot zynen wil• le, en verleidt haar verdr, om openlyk als zyne Minnaresfè met hem te blyven leeven; voor welken verfeeijelyken misdaad hem door de Geestelykheid geene andere boete wordt opgelegd, dan dat hy, in zeven jaaren tyds, de Koninglyke Krpon niet op het hoofd mogt draagen. . juygL iici ncnug- l dom van Bourgon- : dién. Beiden nog : te jong zynde, om - zig op gelyke wyze • ais hun Vader te - doen gelden, wordt - het Koninglyk ge- - zag, door Hugo's 1 dood,eenigermaate - herfteld. 961. Lotharius rukt met een Leger in : Normandyën, in de hoop van dat Hertogdom weder met de Kroon te zullen verëenigen; doch ontmoet al- • daar zulk een dapperen wederftand , dat hy , na eenen ' driejaarigen oorlog, van deeze onderneeming moet afzftn , en den Hertog Richard in het " erftëlyk bezit van Normandyën bevestigt. 96J. Ar-  -var CONSTANTINUS dïh GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. zot) mmnlemruStaaten. NEDER- DUITSCH- Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE RYK, «te Oosten. naar Montefcltro , en aangrenzen- welke plaats zy zo 959. de Ryken. veel mogelyk verfterkt, en met hun- Bruno ver- 959ne weinige overig- deelt Lothageblcevene troepen ringen in twee Verdeeling bezet hadden. deelen. Het vanLotharin- . eerfte, zynde gen, in twee 962. het tansnog deelen. [zie dus genaam- Nederlanden.] Otto begeeft zig de Lotharinnaar Romen, en gen, geefthy oót. wordt aldaar, vol- aaneenZoon gens 's Pausfen be- van Steede- Keizer Otlofte, met de uiter- houderOtto, to beroept eefte plegtigheid tot Fre- ne Keizer gekroond. ______ Hy bevestigt alle de giften en voorrechten, door wylen Pepyn , en Karei den Grooten , aan den Room-fchen Stoel toegeftaan; waartegen de Paus en de Romeinen zig by plegtigen eede verbinden, de'twee onttroonde Vorsten geene de minfte onderfteuning of byftand te zullen verkenen, en het oppergezag van Otto over Romen te erkennen. Die Vorst betoont zyne erkentenis aan zyne getrouwfte vrienden in Italiën. Onder anderen verheft hy Albert Azzo tot eerften Graave van Modena , zekeren Waltherus de Gonzaga tot eerften Markgraaf van Mantua , en den Marquis Otpert tot Paltsgraaf van Italiën. [vergelyk Duitschland 937, de aanteekening.] 963- Otto flaat het beleg om Montefeltro. Adelbert , door groote beloften , den Paus in zyne belangen hebbende overgehaald, begeeft zig heimelyk naar Romen, alwaar hy door den trouwloozen Paus als Koning erkend wordt, en, nevens hem , de fterkfte toerustingen maakt, om Otto het hoofd te bieden. Die Vorst zendt terftond eenige gezanten naar Romen , om zig over 's Pausfen ontrouw te beklaagen, en hem, zo mogelyk , tot zynen pligt te rug brengen; doch deeze met verfmaading te rug gezonden, en daarenboven door 's Keizers vrienden van het ongebonden en ergelyk leven des Pausfen onderrigt zynde, neemt Otto het befluit, om Adelbert met geweld uit Romen te verdryven, en den Paus af te zetten. Op de aannadering van Otto met het grootfte gedeelte zyner troepen , neemen zy beiden de vlugt, en de Romeinen openen vrywillig hunne poorten voor den Keizer, die terftond een Concilie by een roept, waarin ■ Johannes, als fchuldig aan de fchandelykfte cuveldaaden , den Zetel onwaatdig verklaard, plegtig afgezet, en in deszelfs plaatfe verkoozen wordt leo vnr., 131. Paus. De afgezette Paus verklaart de verkiezing kragteloos, en eischt, op ftraffe des bans, dar de- I. DEEL. om haar voorbeeld Om echter, als het ware, de geringheid haarer af- te volgen; doch hy komst te doen vergeeten, wordt haare al te zeer weigert zulks vol- bekende naam Anastafia veranderd in dien van ftrektelyk, offchoon Theophano. hy de pogingen van 958. zyne Moeder, ter voort- Geduurende de laatfte jaaren zyner regeering had _____________ Conftantinus van tyd tot tyd , en doorgaans voor- fpoedig, geoorloogd tegen de Saraceenen in Syriën, wier Stedehouders, nevens anderen, zig het oppergezag der Oosterfche Caliphen onttrokken hebbende, als onafhankelyke Vorsten, inzonderheid die van Aleppo en Damascus, onder den tytel van Emirs, regeerden. Dit jaar lydt de Keizer een groot verlies in Creta, of Candia, alwaar zyn Leger, door de onkunde v an den Bevelhebber , gansch-en-al geflagen wordt. De fnoode Theophano ftcokt haaren Gemaal op, om naar het leven van zynen Vader te ftaan. Romanus, zelf een man van een flegt karakter, laat, door een omgek ogten dienaar, vergif onder's Vorsten drank mengen. Conftantinus, onder het uitdrinken, by toeval ftmikelende, ftort een gedeelte van den drank ; en het overige, fchoon niet fterk genoeg om hem het leven te beneemen, veroorzaakt hem eene kwynende ziekte, waartegen alle geneesmiddelen vrugteloos worden aangewend. — Zaaken van Italiën. [zie aldaar 957. en 958.] 9S9- Conftantinus oveilydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon; ROMANUS ÉL, 41. Griekfche Keizer. die zig geheel-en-al aan de fpoorelooste vermaaken overgeeft; de zorg van het Ryk op de Keizerin Theophano, en zynen eerften Staatsdienaar , Jofeph Bringas, laatende berusten. 960. Op aanzoek van Theophano , verwydert Romanus zyne Zusters var» het Hof, en fluit hen op in een Klooster. Zyne Moeder, Helena, voorkomt eene gelyke behandeling, alleen door een overblyffel van het fterk vermogen, dat zy zig op den geest van haaren Zoon had weeten te verkrygen; doch, voor het overige door hem verwaarloosd , en door de Keizerin en meest alle de Hovelingen met verachting behandeld wordende, fterft zy van verdriet. 961. De dappere Veldheer, Nicephorus Phocas, verovert het Eiland Creta , of Candia, op de Saraceenen, (welken deels fneuvelen, deels de vlugt neemen, en deels krygsgevangen gemaakt worden,) en biengt hetzelve weder onder het gebied des Keizerryks. De afftammelingen der oude inwooneren tot het geloof wederkeerende, en door nieuwe volkplantingen verfterkt zynde, wordt de Christen Godsdienst tevens weder op dat Eiland herfteld. ■— Tet zelfder tyd behaalt Nicephorus Broeder, Leo Phocas, aanzienelyke voordeden op de Saraceenen in Afia; en verkrygt de eere der zegepraal. 962. Nicephorus, naar Afia gezonden, verflaat alomme dc Saraceenen in Syriën, dringt door tot aan den Euphraat, en verovert onder anderen de ryke cn fterke ftad, Aleppo. 963. Romanus, uitgeteerd door zyn ongebonden en wellustig leven , overlydt, niet zonder vermoeden, dat zyne fnoode Gemalin, Theophano, zyn Dd  iio BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP bï» ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en ITALIEN,*» omgeleegene Statten. Schotland cn PORTUGAL. - Ierland. 9D5- veele uitmun- Graaf Arnold tende verdiens- II. van Vlaanten en loffe- deren, geweilyke hoedanig- gerd hebbende, heeden bezat , om, als Leenhet Ryk met man der Franroem regeerde, fche alle nuttige kun- _ Hen en weetenfehappen befchermde en handhaafde, Engeland verloste van de Wolven, die het ganfche land als overftroomende, en alle de wegen onveilig maakende, tot een toe door hem werden uitgeroeid, en eindelyk door eene talryke Leger- en Zeemagt, die hy beftendig gereed hield, de inlandfche en vreemde Deenen wist in toom te houden; waarom zyne regeering ook door niet eenen enkelen vyandelyken inval ontrust werd, en fommige Gefchiedfchry veren hem , uit dien hoofde, den bynaam van den Vreedzaamen, die eenen Vorst altoos tot eere ftrekt, gegeeven hebben. 967. Edgar, de ongemeene fchoonheid van Elfrida , de Dogter des .Graaven van Devonshire, hoogelyk hoorende roemen, neemt het befluit, om haar ten huwelyk te neemen, ingevalle zy weelenlyk aan het algemeen gerugt beantwoordde , ten welken einde hy zynen gunsteling, den Gra•ve Athelwold , afvaardigt, om zulks te onderzoeken. Deeze , op het gezigt der bekoorlykheeden van Elfrida zelf fmoorlyk op haar verlievende, maakt den Koning diets, dat haare fchoonheid zeer gering , en zyner opmerking niet waardig was; doch dat haare hooge geboorte, fchatten, en goede hoedanigheeden haar een wenfchelyk voorwerp maakten voor eenen onderdaan; waarom hy haar gaarne voor zig zeiver zoude willen verzoeken. Edgai geeft zonder erg zyne toeftemming ; het huwelyk wordt welhaast geflooten; en Athelwold houdt zyne Gemalinne zorgvuldig van het Hof verwyderd. Hel bedrog wordt echter fpoedig aan Edgar ontdekt, die zig naar het Landgoed van zynen gunsteling be- 964. De Noormannen doen eenen geweldigen inval in Galliciën. — DeBisfchop vanCompostella fielt zig aan het hoofd der troepen.endryft hen te rug naar hunne Schepen. 967. Een anderen Graaf, Gonzalez , hang in Romen, en wordt aldaar in zegepraal binnengehaald. Leo neemt de vlugt naar Otto; doch zyne en 's Keizers vrienden worden op eene wreede wyze door Johannes mishandeld, die vervolgens een Concilie beroept, waarin dat, door Otto gehouden, vernietigd, de verkiezing van Leo kragteloos verklaard, en de vloek wordt uitgefprooken teen allen, die hetzelve bleeven erkennen. Johannes geeft zig hierop onbezorgd aan de° fpoorlooste ongebondenheeden over, en wordt kort uaarna in het bed eener gehuwde Vrouw betrapt, en door den Echtgenoot vermoord. Zyn aanhang verheft zekeren Benedictus op dén Pausfelyken Zetel. Otto , van alle deeze beweegingen onderligt, keert zo fpoedig mogelyk met alle zyne troepen naar Romen te rug, welke Stad, na een korten wederftand, zig aan hem moet overgeeven. Benedictus en dc Romeinen erkennen fchuld, en fmeeken deemoedig om vergiffenisfe, welke hen door den edelmoedigen Keizer vergund wordt, die zig vergenoegt, met Leo plegtig op den Stoel te herftellen, en Benedictus in ballingfchap te zenden naar Hamburg, alwaar hy het volgend jaar overlydt. — paus Leo maakt" vervolgens, met goedvinden der Geestelykheid en het Volk van Romen , het vermaarde Decreet, waarby de Keizerlyke waardigheid , het opperst geza" over Romen en den Kerkelyken ftaat, en het recht om de Pausfelyke verkiezingen te bekragtigen, voor altoos aan Otto, en deszelfs wettige opvolgeren, wordt toegekend. 965. Otto keert naar Duitschland te rug; waarop Adelbert weder in Italiën verfchynt, en zig aldaar een aanhang zoekt te maaken , doch door de Keizerlyke troepen, onder bevel van den Hertog van Zwaben, op dc vlugt gedreeven wordt, zonder dan men weete, waar hy verder geblecvcn zy. — Intusfen overlydt Paus Leo, en wordt opgevolgd door j o h a n n e s xiii., 131. Paus. Het wispeltuurig volk van Romen, door den Stadsvoogd en anderen der voornaamfte ingezeetenen opgehitst, tragt zig het oppergezag des Keizers weder te onttrekken , en eene Gemeencbest-regeering in te voeren. Johannes, getrouw aan Otto's belangen , weigert in deeze famenzweering deel te neemen, en wordt door de oproerigen uit de Stad gedreeven. 960. Otto komt in aller yl in Italiën te rug, maakt zig meester van Romen, laat de voornaamfte hoofden der oproerigen geftrenglyk ftraffen, fchenkt de overigen vergiffenis, en herftelt den Paus op zynen zetel. 967. Otto's Zoon, mede Otto genaamd, wordt te Romen door den Paus plegtig tot zynes Vaders Ryksgenoot gekroond. Zekere Aledran wordt door den Keizer tot eer- betuigingen noch bedreigingen. 964. Johannes, by zyne vlugt, de onnoemelyke fchatten uit St. Petrus Kerk met zig gevoerd hebbende, laat den Romeinen heimelyk aanbieden , om dezelven onder hen uit te deelen, indien zy Otto cn Leo vermoorden , en hem op den Zetel helpen herftellen. Het geld alles op hen vermogende, luisteren zy naar dien voorflag, en tasten onverhoeds den Keizer aan , die zyne meeste troepen naar Montefeltro had te rug gezonden ; doch door de overigen, in aller yl op het gerugt toegefchoeten, zo dapperlyk verdeedigd wordt, dat de trouwlooze Romeinen op de vlugt gedr eeven, en eene groote flagting onder hen wordt aangeregt. Otto wil eene gevoelige wraak over deeze verraadery neemen; doch wordt door Paus Leo verheden , en fchenkt den oproerigen, die hem op nieuws ten plegtigften getrouwheid zwoeren, vergiffenis. Adelbert intusfen eenige beweegingen in Spoleto maakende, begeeft Otto zig derwaards , en noodzaakt hem de vlugt te neemen naar Corfica. Vervolgens zet Otto het beleg van Montefeltro met zo veel nadruk voort, dat die Vesting zig moet overgeeven. Berengarius wordt naar Bamberg in ballingfchap gezonden, alwaar hy twee jaaren laater overlydt.  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. zti NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE RYK, en het Oeste». Frederik,Graave van Verdun, die daarom als eerfte Hertog van het eigenlyk gezegde Lotharingen wordt aangemerkt; waarentegen Bruno , tot een kenmerk zyner meerderheid, den tytel van Aarts-Hertog aanneemt. Van het cigenlyke Lotharingen zullen wy, na deeze affcheidinge, niet meer onder de Nederlanden, waar toe het nu geene betrekking meer behield , maar onder Duitschland, waartoe het onmiddelyk behoorde , gewaagen. — Het ander deel, Neder-Lotharingen, grootendeels uit het tegenwoordige Hertogdom van Braband,gelyk hetzedert genoemd werd, eene der zeventien Nederlandfche Provinciën , beftaande, zullen wy , uit dien hoofde, hier blyven verhandelen. De verdere Nederlandfche Staaten , voorheen tot het uitgeftrekte Koningryk en Hertogdom van Lotharingen behoord hebb;nde,warennu door de fteeds toeneemende magt der Graaven van Holland , Bisfchoppen van Utrecht , Graaven van Heenegouwen, &c, &c., tot afzonderlyke Graaffchappen of Heerlykheeden verheeven , die echter allen de Opperhoofdigheid des Keizers erkenden. 965. Bruno overlydende, trekt Keizer Otto Neder-Lotharingen, of Braband, weder aan zig, en laat het en aangrenzen ae tvynen. ne Ryks-vergadering te Worms, alwaar, op zyn verzoek, zyn tweede Zoon , mede Otto genaamd, (den oudften,Ludolph, in 957. overleeden zynde,) als zyn opvolger erkend, en vervolgens te Aken gekroond wordt. Zyne krygs- togt naar Italiën, en krooning tot Koning van dat Ryk en Keizer, [zie aldaar 961. e/f.] 964. Ziemomislaus overlydt , en wordt opgevolgd door zynen Zoon, miecislaus, veertienden Hertog van Polen. Vermaard Decreet van Paus Leo , waarby on- zyn uitëinde door vergif verhaast had, en wordt opgevolgd door zyne twee Zoonen, BAZILIUS II., *» CONSTANTINUS VUL 43. en 44. Griekfche Keizers. waarvan de oudfte naauwelyks vyf jaaren bereikte.' De Keizennne-Weduwe, Theophano, wordt tot Voogdesfe der twee jonge Vorsten, en tot Regentesfe van het Ryk verklaard.. Zy roept Nicephorus Phocas, haaren byzonderen lieveling, uit Afia te rug, en vergunt hem de eere eener ftaatelyke zegepraal. Haare groote geneegenheid voor dien Veldheer, welke maar al te zigtbaar in het oog liep, verwekt den nay ver van den eerften Staatsdienaar, Jofeph Bringas; doch Nicephorus , loosfelyk veinzende den Geestelyken ftaat te willen omhelzen, doet den opgevatten argwaan weder verdwynen, en bewerkt intusfen heimelyk , dat hem door de Keizerin en den Raad de waardigheid van Opper-bevelhebber over alle de Ryks-troepen wordt opgedraagen , waarna hy ten fpoedigften naar Afia tc rug keert. Jofeph merkende, dat hy bedroogen was, tragt twee Onder-Bevelhebbers, (waaronder Johannes Zemisces, naderhand Keizer,) om te koopen, om Nicephorus om het leven te brengen; doch deezen ontdekken zelven dien aanflag, en haaien de troepen over, om hun Veldheer, die zeer by hen geacht en bemind was, tot Keizer uit te roepen.' Theophano, en haar fterke aanhang, beweegen de ingezeetenen van Conftantinopolen , in weerwil der tegenkanting van Jofeph, die uit hoofde zyner geftrengheid alomme gehaat was, om zig mede ten zynen voordeele te verklaaren. —■ Nicephorus, het bevel over de troepen in Afia aan Johannes Zemisces overlaatende, begeeft zig, met een fterk geleide, naar de Hoofdftad, cn wordt aldaar met veel vreugde - gejuich ingehaald, en plegtig als Ryksgenoot der twee jonge Vorsten gekrooond. NICEPHORUS II., phocas, 45. Griekfche Keizer; Jofeph Bringas wordt in ballingfchap gezonden. —Niet lang na zyne verheffing, neemt Nicephorus de Keizerinne-Weduwe, Theophano, ten huwelyk. De Patriarch, Polyeucte, een geheel ander man als zyn voorzaat, Theophylactus, weigert deeze verbintenisfc in te zeegenen, als ftrydig tegen de ftrenge wetten der Griekfche Kerke, uit hoofde dat Nicephorus een der kinderen van Theophano ten doop gehouden had; doch de Keizer ftoort zig niet aan zyne tegenfpraak. Johannes Zemisces verflaat de Saraceenen in Cilir' ciën. 964—966. Nicephorus begeeft zig in perfoon naar Afia, herovert Ciliciën, en een gedeelte van Syriën. Het Eiland Cyprus wordt mede weder onder de gehoorzaamheid van het Keizer - Ryk gebragt, en de vermaarde Stad , Antiochiën, na een langduurig beleg flormenderhand ingenoomen. 967. Invallen der Rusfen in Bulgaryè'n. [zit het Koorden.] Ongelukkige krygstogt in Siciliën. [zie ltaüen.} 968. De Dd z der anderen de Keizerlyke waardigheid voor altoos aan Otto , en deszelfs wettige opvolgeren, wordt toegekend, en verdere zaaken van Italiën. [zie aldaar.] 965. De Gemalin van Miecislaus, Dambrowka, eene Dogter van den Boheemfchen Hertog, Boleslaus, beweegt haaren Gemaal, om den Christen Godsdienst te omhelien, en dien in geheel Polen in te voeren. Zyne onderdaanen , hardnekkig aan het oude bygeloof gehegt, worden niet dan door groote beloften , geftrenge bedreigingen, en daadelyke ftraföeffeningen, overgenaald, om het voorbeeld van hunnen Vorst te volgen. 966. Keizer Otto, eene keer naar Duitschland gedaan hebbende , geeft het Hertogdom van Saxen, ('t welk hy , en zyn Vader, tot dus verre aan zig gehouden hadden,) aan zynen Neef, Herman van Billung, en keert vervolgens naar Italiën te rug. 967. Krooning van den jongen Otto. [zie Hallen. ] Maagdenburg wordt tot een AartsBisdom verheeven. De Roomfche Paus, Johannes, van de bekeering der Poolen ondenigt, reeds zedert het vorige jaar verfcheidene Geestelyken derwaards gezonden hebbende , om hen verder te onderwyzen , en het geloof voort tc planten, zo worden door hunnen onver- moei- voortplanting • van den Godsdienst onder de Rusfen, niet verhindert. 964. &c. Swetoslaw beoorloogt de nabuurige Tartaarfche Volkeren, in verfcheidene Stammen verdeeld, waarvande meesten genoodzaakt worden , zig te onderwerpen , en fchatting te betaalen. 967. Swetoslaw, door denGriekfrhenKeizer, Nicephorus, die  i» BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS,' ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN w ITALIËN, NEDERLANDEN. DUITSCHLAND; Schotlanden ; •' V PORTUGAL. m.mpUtgau Staaten. - » ««-r-««A verëischte huibegeeft , Elfri- de te doen, zo da ziet, en eene valt Lotharius allerfterkfte ge- in Vlaanderen, negenheid voor verhaar opvat, ter- wyl zy van haaren kant, het zy uit fpyt over het bedrog, door haar Gemaal omtrent haar gepleegd, of wel uit ftaatzugt, met ongunstig aan dezelve beantwoordt. Edgar, naar zyne gewoonte niets ontziende, om aan zyne begeertens te voldoen , vermoordt Athelwold op eene Jagtparty, en neemt kort daarna. Elfrida ten huwelyk. 968. r Naeeneuitmuntende envreedzaame regeering, overlydt In-, duif, en wordt opgevolgd door wylen Malcolms Zoon, d u f f , 10. Koning van Schotland. mede een allerbraafst Vorst, die de wetten en goede zeeden met nadruk handhaafde, byzon^ der goedgunstig was jegens allen , die hunnen pligt betragteden , doch zig tevens uitermaate geftreng betoonde tegen de verftoorders der algemeene ruste. Hy ftort, kort na zyne verhef- . üng , in eene kwynende ziekte, welke , volgens de. bygeloovige begrippen dier tyden , aan eene betovering wordt toegefchreeven; eene dwaling, welke des te meer ingang vond, om dat de Koning toevallig herftelde, korten tyd na dat men eenige gewaande Toveresfen had ter dood gebragt. 071. Koning Duff wordt vermoord door de bloedverwanten van een aanzienlyk misdaadiger, dien hy, zonder aanzien zyner geboorte, de verdiende doodftraf had doen ondergaan. Hy wordt opgevolgd door zynen Zoon, K o l e n, 11. Koning van Schotland. die eene geftrenge wraak neemt over den moord zynes Vaders, j cn lez, Stedehouder var Koning Sanehes aandeel in Portugal, een opftand gedaan hebbende , wordt welhaast tot onderwerping gebragt, cn verwerft genade. Desniettemin is hyfnood genoeg, (tenminften werd hy algemeen voor den daader gehouden ,) om zynen Vorst door vergif om het leven te brengen. De Grooten des Ryks draagen de Kroon op aan Sanehes Zoon, RAMIRO III., zo. Koning van Spanjen. een kind , naauwelyks vyf jaaren oud, die onder de Voogdy van zyne Moeder en zyn's Vaders Zuster gefteld wordt; welke twee Vorstinnen, waarvan delaatfte den Geestelyken ftaat omhelsd h'ad, met toevoeging van eenen Raad, het Ryk. bettuuren, enden vreede met Alcahan hernieuwen. 9*58. Ferdinand Gonzalez bedient zig van u.iiuuicii uoor • Ryken eenen Stedehouder. Zaaken van Vlaan- moeiden yver, in deren, [zie Franiryk.] minder dan een jaar 973-Ot- tyds, de Aarts-Bis- ____„ dommen van Gne- zen en Cracau, en nog zeven Bisdommen , geftigt. Voorts worden de pligten van het Christendom, door den overmaatigen yver van den Hertog , die zelf zyn voorig min geregeld gedrag hervormde, alle zyne Minnaresiën afdankte, en een allezins voorbeeldig leven leidde, met zo veel geftrengheid gehandhaafd, dat de geringde overtreedingen daar van , even ais misdaaden van Staat, met dén dood.geftraft worden. Van dien tyd af voerden de Poolfche Grooten het gebruik in, "t welk nog heden ten dage door fommigen gevolgd wordt, om , by het aanhooren der Misfe, hunne zwaarden ter halverwege uit de fcheede te trekken , tot een kenteken van hunne bereid- vaardigheid, om voor de zaak van het Christelyk geloof hun bloed te ftorten. Boleslaus oyerlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, boleslaus 11., de Kui/che bygenaamd , agttienden Hertog van Boheemen, een allerüitmuntendst Vorst, die zeer veel toebragt ter bevestiging van het Christendom in zyne Staaten, en de Stigter was van het Bisdom van Praag, 968. Otto zendt gezanten naar den Griekfchenteizer, Nicephorus Phocas, om de Prinfes. Fheophania , Dogter van wylen den Keier Romanus , voor zynen Zoon, Otto, en huwelyk te verzoeken. Nicephorus lie Otto vrugteloos den Keizerlyken tytel. >etwiste, en hem zynen roem en grootheid. >enydde, wyst niet alleen het voorftel van !e hand, maar behandelt de gezanten met le alleruiterftc fmaadheid. 969. Wraak, door Otto op den Griekfchen Ceizer genoomen. [zie Italiën.} 97Z. Otto, zyn voorig verzoek aan den oprolger van Nicephorus, Johannes Zemises, hernieuwd hebbende, en hetzelve door iien Vorst met de uiterfte heusheid zynde ngewilligd, wordt dc Prinfesfe Theophaua met een aanzienlyk geleide tot hem ;ezonden , en, na'de voltrekking van taar huwelyk met Otto's Zoon, te Konen door den Paus plegtig tot Keizerinne ekroond, 973- De righeid, en de zwakheid der regeering, om Syn lang beraamd ontwerp volkoomen tot ftand tc brengen, door zig tot eerften onafhankelyken Graave yan Castiliën op te werpen , en als zodanig te handhaaven. ] 969. De Noormannen doen wederom eene landing in Galliciën ; maar worden door den 1 lapperen Bisfchop van Compostella byna tot < :én man toe in ftukken gehouwen. Dc Bis- < ichop zelf fneuvelt by die geleegenheid. j ] 1 Na eene zo langduurige, als allezins 1 oemryke regeering, overlydt Koning Gar- | cias. ften Markgraave van Mont-terra t verheeven. [ 'zit ook Duitschland.-} De Griekfche Keizer zendt eene Vloot, omtrent zo.coo. man aan boord hebbende,, naar Siciliën, omdat Eiland te heroveren. De Saraceenen , eerst geflagen, doch zig naderhand hcrftellendc, lokken de onbedagtzaame Grieken in eene hinderlaag, waarby zy allen, tot één man toe, fneuvelen, of krygsgevangen gemaakt worden,. 965.. Otto wreekt - zig over de flegte behandeling van den Griekfchen Keizer, [zie Duitschland 968,] door eenen inval te.doen inCalabriën en de omliggende landftreek, alwaarhy den Grieken alomme'verilaat, het land verw .est, cn met een aanzienlyken buit te rug keert. , 972. ! 1 Verzoening van Ot- i to met het Griekfche 1 Ryk; 1 <  txm CONSTANTINUS de* GROOTEN af tot of den TEGENWOORDIGEN TYD. zij TK O R- D E N' Het GRIEKS C HE- RYK,. «> het Oosten, - • te^en den-Bulgaarfchen Koning had opge- di.e eenig ™egen "e ^ eidigerTin val in Bulgaryën, verovert nen zetel vestigt. ^ Nicephorus, door den onverwagten voorfpoed dér Rusfifche wa- Nicepnorus, "ulf , Pat_inasfcn aan, om de vyandelykheepenen verichnk , 1 t 1 d U «nas , „et de_ Konnf van^^e_ DcSe hervat hierop deS moed en verKoning van ^u0aiye de nederlaag. S nS^&^fe] ff* byftand ï^ggj*^ 0ilt" fangen, moeten zig aan den overwinnaar ondei weipen. - . 97°-. ■ Tinnes 7emisces, opvolger van Nicephorus-, neemt de eerfte Jei&mSteW, om, zo mogelyk, de Rusfen we, de? uit Buwjën te doen verhuizen. Ten dien einde laat hy den GrootvorlHo^fchappen, dat ^^I^f^^n len Nicephorus thans van wederzyden volbragt zynde, de Rusfen fk»ts naar hun eigen land hebben te rug te keeren; en op die boodfehap , volgens°zyne verwagting, een bits antwoord ont-faneendé ve klaart hy hem terftond den oorlog. Swetoslaw zelf n ets lever wenfehende , verzamelt eene gedugte Legermagt, uit Ru fen , Buigaaren, Hongaaren, en Patzinasfen beftaande, en rukt iV» A-lltrrhr T pö-er teaen, 't welk, onder bevel van Bardas Scle^SSS3B^M^A Bardas veinst tegen den veel fterker Vyand geen hSofdtreften te durven waagen , en houd zie zoSvu digtmmén de Stad opgeflooten tot dat hy emdely dfïoSozlbeleegeraars door eene krygshst m eene luncierlaage fok mealle zyne magt uitvalt, en zulk eene befhsfende oveiSnniiS behaalt fdat Swetoslaw met groot verhes naar Bulgaryer de vlugt moet neemen. 0 97r. Keizer Zemisces brengt eene veel fterker Legermagt op den been en ftèlt zig in perfoon ?an het hoofd zyner troepen. Hy rukt u Buia ënS, overrompelt de Hoofd-Stad Parastlava , maakt zig va, ^rftheidene andere plaatfen meester, belegert Swetoslaw m de Stac ï£ ia behaalt tot tweemaal toe op dien Vorst eene roemryk en bloedige overwinning, en laat zig eindelyk,- op deszelfs aan zoek overhaalen, om den vreede met de Rusfen te fluiten, 01 voorwaarde, dat zy terftond Bulgaryën zouden ontruimen, t wel] hy met het Keizer-Ryk verëenigt. 97 z. De Patzinasfen, misnoegd,'dat zy niet mede in den gefloetei vreede begreepen, en nu aan de wraak der Grieken bloot geitel waren leWn zig in eene hinderlaage , en vermoorden Swetoslaw oP zynen te" rug togt. Hy wordt opgevolgd door zyne drie Zoo nen iahopolk , olech 11, , en ulodomir , vyfde, zesde, e zevende Grootvorsten van Rusland; onder wien hy, twee jaare te voren, zyne Staaten verdeeld had, - 974' -t-1 968. De Duitfche Keizer, Otto, zendt gezanten, om-dePrinfes Theophania, Dogter van wylen Keizer Cordlaii-" tinus, voor zynen Zoon ten huwelyk te verzoeken;' doch Nicephorus wyst zulks niet alleen van de hand,' maar behandelt de gezanten op eene fmaadelyke wy-' ze. — Het verzoek wordt naderhand door zyn opvolger toegeftaan. Nicephorus -fteekt wéder over naar Syriën, alwaaralles voor zyne wapenen moet bukken. De Saraceenen wreeken zig over hunne verliezen, door den Patriarch van Jerufalem leevend te verbranden, en de beroemde Kerk van het Heilige Graf te vernielen. - 969. • Otto wreekt de flegtc behandeling van Nicephorus" op de Grieken in Italiën. [zie aldaar.] . Zaaken van Bulgaryën. [d* het Kocrd.n.] Niettegenftaande Nicephorus door zyne overwin- " ningen den ouden roem van het Keizer-Ryk deedherleeven, was hy. echter in algemeenen haat gevallen , door de overmaatige geftrengheid van zyn beftuur,' en de drukkende belastingen , die hy het volk oplag,', zo om zyne menigvuldige troepen .te betaalen , als om zyne heetfehende drift, de gierigheid ,. te voldoen.Elk verlangde naar- eene omwenteling, welke eindelyk door de Keizerin zelve berokkend wordt. Die Vors-" tin , zedert eenigen tyd door haaren Gemaal verwaarloosd zynde, en een geheimen minnenhandel aangegaan hebbende met den Veldheer Johannes Zemisces , wiens behaalde krygsroem hem aan de ongunst van den agterdogtigen 'Vorst had blootgefteld, beweegt deezen haaren Minnaar, om zig, door den moord van' Nicephorus, een weg ten Troon te baanen. Zemisces verfchuilt zig, met eenige vertrouwde vrienden, in. het vertrék der Keizerinne zelve, en overvalt den Keizer des nagts in zynen flaap, die, eer de wagten op. het gerugt toefchieten, met verfcheidene fteeken door- " boord, en het hoofd wordt-afgeflagen. De faamge-' zwoorenen, zig vervolgens van de twee jonge Vors-' ten, Bazilius en Conftantinus, meester maakende , roepen Johannes' Zemisces tot Keizer uit, zonder eenige' , tegenkanting te ontmoeten van de verfcnrïkte menig-, t te-, noch van de troepen, by wien Zemisces zig alt toos zeer bemind gemaakt had. Doch de Patriarch ' Polyeucte-weigert volftrekt, de plegtigheid der kroo: ning te verrigten, ten zy Zemisces by eede verklaare, ■ ■ geen aandeel-aan 's Keizers moord gehad te hebben, en > voorts de moordenaars, ja de Keizerin Theophano zei: ve, in ballingfchap zende; al het welk de ftaatzugtige Zemisces geene zwaarighcid maakt, ftiptelyk te volvoeren,. - JOHANNES ZEMISCES, A6.Grie' Vermond overlvdt. Zyne deugden en bekwaamheeden , yverige pogingen om de bedorvene zeeden des Volks en der Geestelykheid te hervormen , en zyn rechtvaardig en zagtzinnig beftuur doen hem met reden onder de beroemdften der Spaanfche Vorsten ftellen, offchoon hy geene veroveringen maakte , en doorgaans ongelukkig oorlogde tegen de Saraceenen. — Hy wordt opgevolgd door zyn minderjaarigen Zoon, A L P H O N S U S V., 22. Koning van Spanjen. die onder de voogdyfehap zyner Moeder en eenige Ryks-Grooten gefteld wordt. Abdelmelich rukt in Castiliën, maar wordt door den Graave, Garcias Fernandez, door  vak CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 11c ITALIËN,*» omgeleegene Staaten. NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het Het G RIE K- venna zendt, om 's Vorsten gedagten nc- zelve bezeeten heeft tot pens de verkiezing van een nieuwen Paus omtrent het einde van de te verneemen. Otto beveelt hen zynen twaalfde Eeuw, wanneer eigenen Neef, Bruno , die hem op dee- het zen togt vergezelde, zo nadrukkelyk aan, ■ — - - dat zy niet durven weigeren, om dien jongen Geestelyken, welke naauwlyks vier-en-twintig jaaren bereikte , eenpaariglyk hunne (tem te geevén. Bruno , met veel eere binnen Romen ingehaald, en plegtiglyk geordend, neemt den naam aan van gregorius v.» I38. PaUS. _ Otto komt in perfoon te Romen, en wordt door den Paus plegtig tot Keizer gekroond. Hy veroordeelt Crescentius tot eene ballingfchap; doch, door den Paus verbeeden, neemt hy hem weder in genade aan. Na een kort verblyf te Romen , vertrekt Otto naar Milaan, en laat zig aldaar als Koning kroonen. OTTO III., Koning van ltaïïên. De rust nu volkoomen herfteld achtende, keert Otto naar Duitschland te rug. 997- Het vermogen der Republyk Venetiën was allengs zodanig toegenoomen , dat zy thans reeds het ontwerp begon te vormen, om haar klein grondgebied door buitenlandfche veroveringen uit te breiden. De Doge, Petrus Orfeolo II., begeeft zig, met eene aanzienelyke Legermagt, naar Dalmatiën, en noodzaakt de Zee-Steden dier Provincie , en de Eilanden langs de Kust, om zig aan het oppergezag der Republyk te onderwerpen. Van dien voorfpoedigen krygstogt te rug gekoomen, neemt hy den tytel aan van Hertog van Dalmatiën, dien zyne opvolgers zedert beftendig gevoerd hebben. Na 's Keizers vertrek, hernieuwt Crescentius zyne overheerfching en geweldenaryën, plundert het Lateraanfche Paleis, en dtyft den Paus uit de Stad, die de vlugt neemt naar Pavia. Crescentius verklaart den Pausfelyken Stoel ledig , en verheft, op eigen gezag, Philagathes, Bisfchop van Placentia , tot de Pausfelyke waardigheid, die den naam aanneemt van Johannes XVI. Paus Gregorius beroept een Concilie te Pavia; waar in de Kerkban tegen Crescentius, den Tegenpaus , en derzelver ganfehen aanhang , wordt uitgefprooken; dan, dit middel niets baatende, keert hy zig tot den Keizer, wien hy op het ernstigst fmeekt, om ten allerfpoedigften naar Italiën te rug te keeren. 998. Otto komt ten tweeden maal in Italiën, en rukt regelregt naar Romen, door den Paus Gregorius vergezeld. Crescentius fluit zig op in het fterke Kasteel van Sint Angelo. De Tegen-Paus, Johannes , neemt de vlugt; doch hy wordt door eenige Keizerlyke Soldaaten agterhaald, en wreedelyk mishandeld, waarna hy door Otto in ballingfchap gezonden wordt. Na een hardnekkigen wederftand, moet Crescentius zig overgeeven , en wordt, nevens de voornaamften van zynen aanhang, met den dood geftraft. Otto handhaaft op nieuw zyn gezag binnen Romen, en herftelt Gregorius op den Pausfelyken Zetel. — Harde behandeling, door dien Paus den Koning van brankryk aangedaan, [zie aldaar.] 999- Paus Gregorius overlydt. Door verfcheidene Schryveren wordt aan hem , doch ten onrechte , da inftelling van het Keurvorstclyk Collegie, 't welk van laater tyd is, toegefchreevcn. Ook is het zeer I. DEEL. en liet Oosten. Offchoon de Hon- had Olaus het gaaren, zedert den Christlyk ge- rié'n, geeft, by tyd van Keizer Karei loof omhelsd, zynen uiterften den Grooten, reeds en wille, eenige flaauwe ken- ■ ..—...„ _. .• nis van den Christe- lyken Godsdienst gekreegen hadden , zo had dezelve echter weinig of geenen voortgang onder hen gemaakt; uitgezonderd, dat, omtrent het midden deezer Eeuwe , twee hunner Opperhoofden zig te Conftantinopolen hadden laaten doopen, waarvan 'er echter een kort daarna weder afviel. De ander, Gylas, volhardde in het geloof, en tragte hetzelve in het DiftriGt, waarover hy het bevel voerde, voort te planten. Zyne Dogter, Sarolta, zedert ten huwelyk gegeeven aan Geyfa, Hertog of Opperhoofd der Hongaaren , beweegt eindelyk dit jaar haaren wederftreevenden Gemaal, om den Christelyken Gods-* dienst te omhelzen. Geyfa, en zyn Zoon, Stephanus , (naderhand eerfte Koning van Hongaryën ,) worden plegtig gedoopt door den, om zynen godvrugtigen yver , beroemden Adelbert, Bisfchop van Praag; doch de nieuwbekeerde Vorst betoont zig zeer los en wankel in het geloef, en wordt niet dan ■met veel moeite weerhouden, om tot zyne voriga Afgodery weer te keeren. 997- Geyfa overlydt, en wordt opgevolgd door zytf Zoon Stephanus, die met eenen ongemeenen yver de voortplanting van het Christendom onder de Hon-. gaaren bevordert. De volyverige Bisfchop, Adelbert, begeeft zig naar dePruisfen, (eene woeste, afgodifche Natie, van onzeekere herkomst, en de landftreek, nog heden ten dage naar hen Pruisfen genaamd, doch waarön-, der Courland en Lyfland toen mede begreepen waren , bewoonende,) om het Euangelie onder hen te verkondigen. Die godvrugtige Prelaat ontmoet niet alleen een geweldigen tegenftand, maar hy wordt door die woeste volkeren op eene wreede wyze vermoord. Zyn Lyk wordt twee of drie jaaren laater door den Poolfchen Hertog, Boleslaus Chobri, voor eene groote fomme gelds van de Pruisfen gekogt, en te Gnefen pragtig ter aarde befteld. 998. Nieuwe krygstogt en verdere verrigtingen van Keizer Otto in Italiën. [zie aldaar 99S—1000.] 999. Boleslaus, Hertog van Boheemen , en Micislaus, Hertog van Polen , overlyden kort na elkander. Weinige jaaren voor hunnen dood hadden zy een heevigen oorlog gevoerd. Boleslaus was, met een fterk Leger, gerukt in dat gedeelte van Polen, 't welk zedert Silefiën genaamd, en door zyne ligging tusfen de beide landen naderhand gedmirig het jammerlyk toneel geworden is der bloedige Oorlogen, welken Ff  liS BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP bek ALGEMEENE GESCHIEDENIS/ ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN» ITALIËN, waarin hy , met eene onbefchaamdheid, len, om aldaar nimmer waarvan tot nog toe geen voorbeeld was, te rug tc keeren. Dit zonder voorafgaande waarfchuwing , plotVergelyk wordt getrof- feling tegen Robbert en Bertha vonnis velt, fen, derzelver Huwlyk vernietigt, hen eene ze—— ■ venjaarige boete oplegt, by weigering van gehoorzaamheid met denKerk-ban dreigt, alle de Geestelyken van Frankryk in hunne bedieningen opfchort, tot dat zy verantwoording van hun gedrag aan hem gedaan zullen hebben , en op den zelfden meesteragtigen toon den Koning gelast, om den gevangenen Aarts-Bisfchop Arnold in vryheid, en op zynen Zetel te herftellen. De zwakke Vorst voldoet terftond aan het laatfte gedeelte van 's Pausfen bevel, doch de liefde voor zyne Gemalin, meer dan een kloekmoedig befluit, om zyne Koninglyke rechten te handhaaven, doet hem het eerfte en voornaamfte gedeelte in den wind flaan. Gregorius fpreekt hierop den gedreigden ban uit, welk Vonnis zulk een - diepen indruk maakt op de verfchrikte en bygeloovige menigte, dat Robbert van een yder, zelfs van zyne eigene Huisgenooten, verlaaten wordt, uitgezonderd alleen van twee dienaaren, die nochtans alles, wat hy aanraakte, door het vuur haalden, om hetzelve, als't ware, te zuiveren. De Franfche Geestelykheid zelve, voorheen zo ftandvastig, onderwerpt zig aan den Paus, en verklaart het Huwelyk van Robbert en Bertha mede kragteloos. De ongelukkige Vorst, zynen ellendigen toeftand niet langer kunnende draagen, neemt eindelyk het befluit, om zig van zyne Gemalin te fcheiden, en haar van het Hof te verwyderen; doch zy bleef echter tot aan haaren dood den tytel van Koningin behou.den, iooo. Robbert, thans met denPausfelyken Stoel verzoend, en de ramp- fpoedige Bertha welhaast vergeetendc , begeeft zig in een tweede Hu- Frankryk. Het is thans eene beweezene zaak, dat de hoon rang en voorrechten der Pairs van Frankryk van een veel laater tyd, doch de naam zelve byna zo oud is als het Koningryk, betekenende, volgens kragt van het Latynfche woord Par, waarvan Pair affiamt, lieden, die onderling gelyk zyn. Dus liadien de "Burgers zo- wel hunne Pairs als de Grooten ; en hierop is de oude, nog heden ten dage in Engeland ftand grypende, wet uorond , dat alle ingezeetenen voor hunne eigene Pairs te recht gefteld moeten worden. Wyl nu, onder de verfcheidene foorten van Pairs, de voornaamfte Grooten des Ryks, of eerfte Leenmannen der Kroon, verre de aanzienelykften waren, zo is allengs de naam van Pair, by wyze van een byzonderen eertytel, aan hen -alleen ytrknegt gebleeven. Teen Hugo den Troon beklom, waren deeze eerfte Leenmannen, de Hertogen van Guyenne , Aquitaniën, Bourgondiën , en Normandyën, en de Graaven van Touloufe, Vlaanderen, en Champagne, waarby zedert nog eenige anderen zyn b^/gekoomen. Zy werden dus oeheeten, om dat zy onmiddelyk van den Koning, als Of per-Leen heer, verhieven; en hadden weder hunne Agter-Leenmannen , met een algemeenen naam Baronnen ge heit en; ja fommigen van deezen weder hunne mindere Leenmannen onder zig , zo dat het Ryk in menigvuldige Leenen en Agterleenen verdeeld was. De eigenlyke natuur en naiktlige gevolgen van dit leen - Stelzel, 't welk allengs door byna geheel Europa begin ftand te grypen , is door veele kundige Schryveren, inzonderheid door den beroemden Robbertfon, in zyne Inleidiw tot de Historie van Karei den Vyfden , op eene uitmuntende wyze be/ehreeven; doch de aart van dit ons Werk gedoogt niet, dat wy ons daarmede inlaaten. AUee--.lyk zul'cn wy nog aanmerken , dat, vóór de invoering van dit Leen-Stelze!, de eigenlyk dus genoemde Adel tnbekend was , als welke voorna-menlyk am hetzelve zynen oorfprong verfchuldigd is. De groote Heeren het erffely't bezit van l inden en plaatfen verkrygende, en de ingezeetenen nu aan lm., en niet onmiddelyk aan dm. Verst, gehoorzaamheid verfchuldigd zynde, kreegtn. ruivi u ijjib. door de overige Bondgenooten onderfteund , met verlies te rug gedreeven. — Bloei der weetenfehappen onder de Saraceenen. [zie Italiën. ] iooo. Koning Garcias overlydt, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, den beroemden SANCHE in. 6. Kening van Navarre. wiens dapperheid, overwinningen , bekwaamheeden en deugden «isicnop van Ravenna verheeven had, en die den naam aanneemt v.n STLVESTEK. II. 139. Paus. Deeze Paus was, de Eeuw, waarin hy leefde, in aanmerking genoomen zynde, een groot geleerde , en inzonderheid ervaaren in de Werktuig- LandmeetSterre-en Rekenkunde; hebbende hy, onder anderen, met eigene handen een paar Globen, een Uurwerk , en een Astrolabium gemaakt; al het welk hem (zo groot was de domheid dier tyden,) by de Monnniken en het Volk voor een Toveraar, en een leerling des Duivels deed aanzien. Deeze ongemeene kennis had Sylv ester inzonderheid verkreegen uit de Schriften en in de Schooien der Saraceenfche of Arabifche Wysgeeren van Spanjen, by wien thans alleen de weetenfehappen bloeiden , en tot wien ook in het vervolg allen, die begeerig waren om kennis op te doen, hunnen toevlugt moesten neemen; zo dat de herftelling van den vervallenen ftaat der letteren , konsten en weetenfehappen in Europa voornamenlyk aan de Saraceenen of Arabieren moet worden dank geweeten; en de verheffing van hunnen grooten leerling, den geleerden Sylvester, tot den Pausfelyken Zetel, waardoor hy in de geleegenheid was, om den fmaak voor kennis alomme aan te moedigen en te bevorderen, leidde daartoe de eerfte g-ondflagen. Onder de menigvuldige gefchriften van deezen Paus is inzonderheid aanmerkelyk een Brief, uit naam der Jerufalemfche Kerk aan de Algemeene Kerk over de geheele waereld gefchreeven, waarby hy de Vorsten van Europa ernstig aanmaant, om de verdrukte Christenen in Palaeflina te verlosfen ; welke vermaaningen boe zeer dezelven thans vrugteloos waren, de eerfte aanleiding gaven tot het ontwerpen van den zo vermaarden Heiligen Oorlog, die in de volgende Eeuwe. werd aangevangen.. rooo. Otto keert naar Duitschland te rv.g; doch, verneemende, dat de onrustige Romeinen weder eenige bc- en omgeleegene Staaten. zeer twyffelagtig, dat hy , gelyk anderen willen , op verzoek en ten gevalle van den Keizer, zynen Neef en befchermer, het vermaard Decreet van wylen Pausfe Leo VIII. [ f4964,] zou bekragtigd hebben. — Otto, thans alles binnen Romen vermogende, benoemt, uit eigen gezag, tot opvolger van Gregorius, den vermaarden Gerbert , [zie Frankryk 991. en 995.,] wien hy in het vorig jaar tot Aarts-  van CONSTANTINUS iïk GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 127 NEDERLANDEN. het met Vlaanderen verëenigd werd; en in dat van Holland door zynen tweeden Zoon, DIRK IIL, 4. Graaf van Holland. De jonge Graaf, naauwelyks twaalf jaaren berei- Het NOORDEN. en betoonde zig zo yverig in het voortplanten van dien , dat hetzelve, onder zyne regeeringe, door byna geheel Zweeden volkoomenlyk gevestigd werd. "Uit eerbied voor den Paus, had hy zig verbonden , om eene jaarlykfche fchatting aan den Roomfchen Stoel te betaalen; van waar hy den bynaam van denTolpligtigen gekreegen heeft. Krygstogt van denDeenfchen Koning Sweno, en Olaus Trugguefon, Koning van Noorweegen , naar Engeland, [de aldaar 993. ra 994.] Uit Engeland wedergekeerd, alwaar hy den Christelyken Godsdienst had aangenoomen, neemt Olaus Trugguefon het befluit, om dien met geweld in alle zyne Staaten te vestigen. Ten dien einde trekt hy gansch Noorweegen door, vergezeld door een talryk Leger. Zyne weerftreevende onderdaanen moeten alomme bukken voor dc nadrukkelyke prediking van deezen gevvapenden Apostel. Alleen de ingezeetenen van het Landfchap Dronthem bieden hem een hardnekkigen wederftand , en worden niet, dan na verfcheidene maaien de neerlaag bekoopen te hebben, mede genoodzaakt, om zig aan den Godsdienst en de wetten van hunnen overwinnaar te onderwerpen. Deeze geweldige yver van Olaus, hoe ftrydig met den waaren aart van het Christendom, heeft hem den eernaam van den Heiligen verwoiven. 1000. Dit jaar voeren de drie Noordfche Vorsten een heevigen' Oorlog, by de volgende geleegenheid : Olaus Trugguefon had de Stiefmoeder van den Zweedfchen Koning, Sigrida, ten huwelyk gevraagd en verkreegen ; doch , alvorens die verbintenis te fluiten, had hy haar, die nog der Afgodery was toegedaan, tot den Christen Godsdienst tragten over te haaien, en, op haare hardnekkige weigering, door een overmaatigen yver haar een flag in het aangezigt gegeeven, en voorts met verfmaading te rug gezonden. Sigrida , niets dan wraak ademende, had den wyk genoomen naar het Hof van Sweno, en dien hcerschzugtigen Vorst, welke haar zelf ten huwlyk nam, met weinig moeite overgehaald, om Olaus den oorlog te verklaaren. Van den anderen kant was Sueno's Zuster, Thyra, door haaren Broeder met geweld aan een der Heidenfche Grooten'van Deenemarken uitgehuwlykt, naar het Hof van Noorweegen gevlugt, om de befcherming van Olaus Trugguefon te verzoeken, die, door haare fchoonheid en haaren yver voor het Christendom bekoord, haar ren huwelyk nam, en mede gedugte toebereidfelen ten oorlog liet maaken. Sueno haalt den Koning van Zweeden over, om zyne wapenen met hem te verëenigen, en die twee Vorsten verfchynen dit jaar met eene fterke Vloot op dc kusten van Noorweegen. Olaus Trugguefon zeilt hen met eene niet minder gedugte Scheepsmagt te gemoet, en zy leveren elkander den bloedigften Zeedag, die immer op dt Noordfche Zcën heeft plaats gehad. De overwinning begon zig reeds Ff 2 zynen Zoon, boleslaus chobri, vyftitn.len Hertog van Polen , een Vorst van de grootfte dapperheid, deugden, en bekwaamheeden, doch van een zeer heftig karakter, waarom men hem den bynaam van Chobri, of den heftigtn, gegeeven heeft. 1000. Keizer Otto, uit Italiën te rug gekeerd, begeeft zig naar Polen , om het Graf van den Heiligen Adelbert te bezoeken. Hy wordt door Boleslaus met de uiterfte eere ontfangen, en met Vorstelyke pragt onthaald. Om zyne dankbaarheid te betuigen , en tevens de vriendfehap der Poolen te winnen , geeft hy aan Boleslaus den tytel van Koning, dien wylen Micislaus reeds vrugteloos begeerd had. Boleslaus wordt door den Aarts-Bisfchop van Gnefen, als Primaat van Polen, in tegenwoordigheid van Otto, plegtig gekroond. •boleslaus chobri, 1. Koning van Polen. De nieuwe Vorst verkrygt echter deeze waardigheid niet, dan op voorwaarde van aan het Keizer-Ryk hulde te doen; welke leenroerigheid, in weerwil der pogingen van Boleslaus zelven, en verfcheidenen zyner opvolgeren, om zig daarvan te ontflaan, niet voor den tyd van Keizer Frederik II. geheel heeft opgehouden. De Hongaarfche Hertog, Stephanus, door zynen onvermoeiden yver, in korten tyd het Christelyk geloof in zyne Staaten gevestigd, de grondflagen tot verfcheidene Kerken en Bisdommen gelegd , en dezelven met aanzienlyke inkomften begiftigd hebbende, wordt, ter belooning van deezen zynen godvrugtigen yver, door den Roomfchen Paus, Sylvester, tot Koning verklaard, en met die vermaalde Kroon befchonken, waarmede , na hem, aDe zyne opvolgers zyn gekroond geworden; zodanig, dat men eenige Eeuwen lang de Koningen niet als wettige Opperheeren aanmerkte, vooren-al eer deeze plegtigheid aan hen verrigt ware. stephanus, 1. Koning van Hongary'ën. Ter zelfder tyd geeft Paus Sylvester aan den nieuwen Vorst den tytel van Legaat des Apostolifchen Stoels, en als zodanig de vryë begeeving van alle Kerkelyke bedieningen in zyne Staaten; van waar de Hongaarfche Koningen zedert den tytel voeren van Apostolifihe Majeftétt. Daarenboven is Stephanus naderhand door de Kerk in den rang der Heiligen geplaatst. Deeze verheffing van Hongaryën tot een Ko¬ ningryk , op eigen gezag door den Paus verrigt, weid niet dan agt jaaren laater door den Keizer en Ryks-Grooten van Duitschland goedgekeurd en bekragtigd; waarom veele Schryveren deeze gebeurtenis ook eerst opdat tydftip dagtekenen. Dcr- DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryken. ken dc volgende Hertogen met elkanderen gevoerd hebben; doch voor tegenwoordig waren de twistende partyën, door de tusfenkomst des Keizers en eenige Ryks-Vors- ten, fpoedig verzoend. Bolcs- leslaus wordt opgevolgd door zynen oudften Zoon, boleslaus 111.; negentienden Hertog van Boheemen, een Vorst van een traag, lafhartig, Het GRIEKSCHE RYK, en liet Oosten. wille, alle zyne Staaten aan het Keizer-Ryk. ' Na het overlyden van dien Vorst, begeeft zig Bazilius derwaards, om bezit van zyne erfiënis te neemen ; doch een heevigen tegenftand van Davids Broeder, George, ontmoetende, ftaat hy de helft van Iberiën aan dien Prins af, op voorwaarde, van in het ongeftoord bezit der andere helft gelaaten te worden, 1000. _ In het laatfte der met dit jaar eindigende tiende Eeuwe werd "het  428 BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP dek ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schotland en Ierland. FRANKRYK. SPANJEN e» ITALIFN fen, en Engeland dus weder voor een korten tyd van de vyandelykheeden der Deenen verlost, want Sweno fchondt welhaast het geiloten Verdrag, 't welk door Olaus heih'o werd nagekoomen. Laatstgemelde Vorst geeft zelfs, voor zyn vertrek, een vrienden - bezoek aan Ethelred, en wordt door de Engelfche Bisfchoppen overgehaald, om den Christelyken Godsdienst aan te neemen. iooi. De Schotfche Koning, Kenneth, wordt door de Moeder van een Jongman , dien hy , volgens de ftrengheid der wetten , met den dood had laaten ftraffen, vermoord. Even tevoren had hy eene Volks-vergadering , of Parlement, by een geroepen, waarin bepaald werd , dat de opvolging tot den Troon altoos aan de regelregte nederdaalende linie der afgeftorvene Vorsten, en, by gebreke van dien, aan de naaste zylingfche linie gehegt zoude blyven; doch zyn nagelaaten mmderjaarigen Zoon, Malcolm, niet in ftaat zynde , om deeze wet ten zynen behoeve te handhaaven, eh den Zoon van wylen Kulen, Conftantinus, zig een grooten aanhang gemaakt hebbende, zo wordt Malcolm voor tegenwoordig van de opvolging uitgefloten, en de Kroon opgedraagen aan synen mededinger, constantinüs iv., 13. Koning van Schotland. De Deenen, zedert het jongfte verdrag, van tyd tot tyd hunne invallen hernieuwd hebbende, en hunne vyandelykheeden telkens als voren voor zwaare geldfommen afgekogt zynde, meent Ethelred zig voortaan tegen hen te beveiligen, door eene nieuwe verbintenis met de Normandiërs (die,° uit Deenemarken afkomstig, zig in Frankryk [zie aldaar gn ,1 hadden nedergezet,) aan te gaan , en vraagt ten dien einde de Zuster van Hertog Richard van Normandyën ten Huwelyk, .welke hem gereedelyk wordt toegeftaan. rooz. Conftantinus fneuvelt in een gevegt tegen Grim, een Kleinzoon van wylen Koning Duff, die mede aanfpraak op de Kroon maakte, endezelveook, na zyne overwinning, Verkreeg. grim, 14. Koning van Schotland. Ethelred wreekt zig op eene lafhartige wyze over de vyandelykheeden der Deenen, door alle die geenen, welken in zyne Staaten gevestigd waren, waaronder eene Zuster des Konings van Deenemarken , die in Engeland gehuwd was ©p eenen bepaalden dag, wreedelyk te laaten vermoorden.' 1003. iScc. De Deenen koomen met eene fterke Legermagt in Engeland te rug, om den moord hunner Landsgenooten te wreeken , en hun Koning Sweno, hen kort daarna in perfoon volgende, fielt zig aan het hoofd zyner troepen. Die verwoede Vorst, te voren zig. vergenoegd hebbende metrlunceren en rooven , doch nu niets, dan wraak ademende, moord' brandt, en verdelgt alomme, waar hy zyne zegepraalende wapene.r heenen wendt. De algemeene nood doet den lafhartigen Ethelred eindelyk befluiten , om te velde te trekken;, doch hy wordt door twee Legerhoofden verraaden, welyk met Conftancia, Dogter des Graven van Provence, eene ongemeen fchoone, doch tevens trotfe, grillige en heerschzugtige Vrouw, welke haar Gemaal ge^heel beheetscht, zig by een ieder ondraagelyk maakt, en in het Franfche Hof, (alwaar de braafheid van Robbert en zynen Vader tot dus verre éene loffclyke zedigheid en eenvoudigheid gehandhaafd hadden ,) den fmaak voor weelde, overdaad, en ongebondenheeden uit haar 's Vaders huis overbrengt. 1001. 's Konings Oom, Hendrik, Hertog van Bourgondiën,overlydt, zonder kinderen na te laaten; waarop de oudfte Voor-zoon zyner Gemalinne, Otto-Willem, door eenige Bourgondifche Heèren, en den Graave van Champagne onderfteund, zig van dat Hertogdom tragt meester te maaken ; doch Robbert handhaaft zyn erfrecht zo nadrukkelyk, dat ' Otto-Willemterugge- i dreeven wordt, en zig 1 met het zogenaamde 1 Graaffchap van Bour- 1 gondiën , zedert Fran- 1 che kreegen de eerften de naa - < men van Edelen, deande- \ ren van Onëdelen ; ter- J wyl het verfchillendvermo- 1 gen en aanzien d-r Edelen i zelven tevens de orderfchei- 1 ding tusfen den hoogen 1 en minderen Adel voort- 1 hragt. Naderhand werd de Krygsdienst, ja in het vervolg zelfs alle andere foert van diensten, den Vorsten beiveezen, mede e ten middel ter verkrygin? d 'an den Adeldom. ; g f UK1 U GAL. bewegingen deugden hemdeneer- begonnen te naam deeden verwer- maaken, om ven van den Grooten. zig aan zyn gezag te ont1004. trekken, en dat de SaraAbdelmelich over- ceenen, uit lydt. Zyn Broeder, Sicilën , een Abde- nengeweldi' gen inval gedaan , en de Stad Capua veroverd hadden, komt hy, nog vóór het einde van het jaar, voor de derde maal in Italiën. rooi. Otto handhaaft op nieuw zyn gezag binnen Romen, brengt de ingezeetenen van Tivoli, die tegen hem waren opgeftaan , tot onderwerping , verdryft de Saraceenen , en maakt gedugte toerustingen, om aile de Griekfche bezittingen in Italiën te veroveren, wanneer hy door eene ziekte wordt aangetast, die zyn geest, reeds fterk tot bygeloovigheid geneigd, nog meer verzwakt. Dag aan dag in traanen , gebeden en vasten doorbrengende, en een hairen kleed op het bloote lichaam onder het Kcizerlyk gewaad draagende, woidt hy niet dan met moeite weerhouden, om zyne waardigheeden af te ftaan, en zig in een Klooster te begeeven. Zelfs neemt hy , ut eene vergetrokkene nederigheid, ien naam aan van Dienaar der Aposelen; tets, 't welk de volgende Pauen onder anderen mede tot een 'oorwendfelnamen, om hunnefteeds oeneemende heerfchappv zelfs over le perfoon der Keizeren uit te ftrekten. 1002, Otto,overlydt. Zyn Lvk wordt loor de troepen naar Duitschland ;evoerd. De Italiaanfche Vorsten, iet gebied der Duitfche Keizeren noede, neemen eenpaarig het bekrit, om een uit het midden van urn eigen lichaam ten troon te vereffen ; en hunne keuze valt op den 4arquis van Ivrea , genaamd A R D U ï N U S, Koning van Italiën. en Vorst van groote bekwaamheden, maar tevens van eeneondraaelyke trotsheid, waardoor hy welhaast  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. zi© tn omgeleegene Staaten. NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEK- en. nimm-enrmil* Dr,,Un. CTU L' Ti \/ l.r haast aller gemoederen , en inzonderheid van die geenen, aan wien hy zyne verheffing te danken had, van tig veryrecmt. 1003. De beroemde Paus Sylvester overlydt, en wordt, weinige dagen daarna , opgevolgd door johannes xvii.,' 140. Paus. die , na eene regeering van nog geen zes maanden , mede overlydt, en opgevolgd wordt door johannes xviii., 141. Paus. Verfcheidene der Italiaanfche Vorsten, inzonderheid Theo- Derde krygs-togt van Keizer Otto naar Italiën. [zie aldaar.] De Stad Aken doortrekkende, laathy het graf van wylen Keizer Karel den Grooten openen, en het gouden Kruis, dc Kroon, Scepter, en Sabel van dien Vorst daar uit neemen, welke vercierfelen zedert te Aken zorgvuldig bewaard , en doorgaans by dc krooning der volgende Duitfche Vorsten zyn gebruikt geworden. 1002.. Het Landfchap Zevenbergen had tot dus verre afzonderlyke Hongaarfche Vorsten gehad. De tegen-. woordige Vorst Giula,Oom van Koning Stephanus,weigert den Christlyken Godsdienst aan te neemen waarop Stephanus tegen hem te velde trekt, hem overwint en gevangen zet, en Zevenbergen met de Hongaarfche Kroon verëenigt. zonder kinderen na te laaten. Verfcheidene Duitfche Vorsten ftaan naar het Ryk; doch Otto's Neef, Hendrik, Hertog van Beijeren,- een Agter-Klein-zoon van wylen Keizer Hendrik den Vogelaar, behoudt de overhand opalle zyne mededingers ,* en wordt te Mentz plegtig gekroond. HENDRIK li., ij. Keizer. De Palts- Graaf Ehrenfroy, Hertog Herman van Zwaben, en Ekhard , Markgiaaf van Meisfen, Hendriks voornaamfte mededingers weigeren hem te erkennen, en vatten de wapenen op. 1003.. Hendrik zegepraalt op alle zyne mededingers. Thans eenpaarig als Keizer, erkend wordende, laathy zig andermaal te Aken kroonen. 1004. De Keizer geeft het Hertogdom van Béijeren aan zynen Schoonbroeder, Hendrik, Zoon van Siegfried, eerften Graave van Luxemburg. Door de voornaamfte Vorsten van Italiën uitgenodigd, begeeft hy zig derwaards, en wordt tot Koning van dat Ryk gekroond, Boleslaus Chobri, Koning van Polen , zedert twee of drie jaaren den oorlog tegen den Hertog van Boheemen hervat hebbende,, verovert de Hoofdftad Praag , en neemt den Hertog, benevens deszelfs oudften Zoon , Jaromir, gevangen. Hy laat den Hertog van het- geziet berooven, en verovert in korten tyd geheel Boheemen, en het daaronder behoorende Markgraaffchap van Moraviën ; waarna hy het Hertogdom, als leenroerig aan de Poolfche Kroon , op* _, draagt ■Ff 3 reeds voor den Noorweegfehen Vorst te verklaaren , wannende verraadery van zynenVlootvoogd, door Sweno omgekogt, de krygskans geheel naar de andere zyde doet overflaan. Olaus, zig verlooren ziende, en vreezende in de handen zyner verbitterde vyanden te vallen, fpringt in Zee, en verdrinkt. De twee overwinnende Vorsten maaken zig hierop in korten tyd meester van geheel Noorweegen , 't welk zy onder elkander verdeelen , en door Graaven laaten befhiuren; welke verdeeling zestien jaarep lang heeft ftand gegreepen. 1003.. ècc. Krygstogten van Koning Sweno naar En, ge¬ ep het Oosten. Euangelie, door den drenst van eenige yverige Nestoriaanfehe Zendelingen , niet geheel zonder vrugt verkondigt aan de Tartaaren, waarvan zelve een geheele uitgebreide Stamme of Volk, Karith geheeten, de landftreek bewoonende , welke nu het Nöordelykfte gedeeltevan het Ryk van den Grooten Mogol uitmaakt, den ChriftJy.kenGodsdienst omhelst. De vyandelykheeden tusfen het Ryk en de Bulgaren waren, zedert de laatfte jaaren, flaauwelyk voortgezet, zo dat 'er niets opmerklyks was van Albert - Azzo , en Grootvader van de zedert zo vermaarde Graavinne, Mathilda,) nodigen den nieuwen Keizer, Hendrik, naar Italiën, zig verbindende om hem, in plaats van den alom gehaaten Arduinus, tot Koning van dat Ryk te helpen verheffen. 1004. Hendrik rukt met een fterk Leger naar Italiën. Arduinus, zo kundig als dapper, had reeds de beste maatregelen genomen, om hem een kloekmoedigen weerftand te bieden; doch, op de tyding van Hendriks nadering , zig door een ieder verhaten ziende ,' moet hy tegen dank de vlugt neemen, en het Ryk aan zyn mededinger ten bette geeven. Hendrik vindt, by zyne aanxomst, alle de Italiaanfche Vorsten bereid, om hem als Koning te erkennen, en wordt als zodanig te Pavia plegtig verkoozen en gekroond. HENDRIK, Koning vanltali'én. Op den eigen avond zyner krooning, onftaat 'er een heevig verfchil tusfen de Duitfche troepen, en de ingezeetenen van Pavia, welke laatften waarfchynlyk heimelyk door Arduinus waren aangehitst. Dit loopt zo hoog , dat zy de wapenen opvatten , en op de ftraaten der Stad een bloedig gevegt aanvangen. De Soldaaten, waarvan 'er veelen gefneuveld waren, voornamenlyk door de fteeuen, die men boven uit de Huizen op hen gefmeeten had, eindelyk de overhand bskoomende, fteeken uit verbittering de Stad in brand, welke grootendeels in kooien gelegd wordt, zonder dat Hendrik , die den wyk in een Klooster genoomen had , dit geweldig oproer konde of durfde fluiten. Dit voorval intusfen maakt hem zo gehaat, dat hy zig in Italiën niet langer veilig rekent, rrïaar ten fpoedigfttn de terug leize naar Duitschland aanneemt. Na zyn vertrek komt Arduinus uit zyne fchuilplaats weder te voorfchyn, en herneemt allengs zyn reekende, wordt gefteld onder de Voogdy zyner Moeder, Luitgarde, eeneDogter van Siegfried, eerflen Graave van Luxemburg, en eene Zuster der Gemalinne van Keizer Hendrik II. De West- Friezen bedienen zig van hunne behaalde voordeden, en 's Graaven minderjaa- righeid , om zig in hunne vorige onafhanklykhcid te handhaaven. t 1004. Hertog Otto van Neder-Lotharingen, of  130 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP bes. ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schotland en Ierland. FRANK RYK. SPANIF.N ,» PnPTi-r.Ar krygt de nederlaag, en moet zyn behoud zoeken in eene verhaaste vlugt. Na het grootfte gedeelte van Engeland jammerlyk verwoest te hebben, wordt Sweno door gebrek aan levensmiddelen genoodzaakt, om het Ryk te ontruimen; doch hy keert welhaast met verdubbelde woede derwaards te rug, en nu, nergens tegenftand ontmoetende, dompelt hy het rampzalig Engeland in de diepfte ellende. 1007. De woede van Sweno, na eene zo verfchrikkelyke wraak genoomen te hebben, een weinig bekoeld zynde , luistert hy eindelyk naar de voorflagen van Ethelred, om een einde te maaken aan alle deeze verwoestingen. Die Vorst koopt een kortftondigen vreede voor de verbaazcnde fomme van 30,000. Ponden Sterling. Na het vertrek van Sweno legt hy zig eindelyk ernstig toe , om zyn Ryk in een gedugten ftaat van tegenweer te brengen; zo door het uitrusten van eene talryke Vloot, als door de eigenaars der landeryën te verpligten , om , naar evenredigheid hunner bezittingen , gewapende manfchap te leveren, ter verfterking zyner landtroepen. Doch het verongelukken der Vloot in een geweldigen ftorm , en de armoede der ingezeetenen, gevoegd by het verraad van anderen, doen alle deeze maatregelen jammerlyk vcrydelen. 1009. Sweno zendt wederom eene fterke Vloot naar Engeland, welke de vyandelykheeden met gelyke heevigheid als voren hervat. Ethelred , geene andere uitkomst ziende , koopt andermaal den vreede voor 48,000. Ponden Sterling. Om alle deeze verbaazende geldfommen te vinden, had hy zynen onderdaanen de vermaarde belasting, Danegeldoi Deensch geld genaamd, opgelegd , beftaande in eene Schelling op iedere Hyde, (eene uitgeltrektheid van grond, die op eenen dag beploegd kon vvorden;) over alle de Landeryën van het Koningryk. 1010. De Schotfche Koning, Grim, geduurende zyne ganfche regeering met wylen Kenneths Zoon, Malcolm, geoorlogd hebbende, fneuvelt in eenen veldflag; waarop de Kroon eenpaarig wordt opgedraagen aan deezen zynen mededinger, malcolm 11., ij. Koning van Schotland. die het Decreet van wylen zynen Vader, wegens de Ryksopvolging, plegtig laat hernieuwen en bekragtigen , verfcheidene nieuwe voortreffelyke wetten maakt, de byzondere Diltricten van het Ryk als erffelyke Leenen, onder den naam van Baronnyën , onder de voornaamfte Grooten uitdeelt, en uit dien hoofde als de eerfte infteller van het Schotfche Pairfchap gehouden wordt. Tevens wordt vastgefteld, dat de Schotfche Koningen voortaan, by het affterven der Edelen of Baronnen, algemeene Voogden zyn zouden der minderjaarige kinderen. ion. De Deenen doen op nieuws eene landing in Engeland, en, de zwakheid van dat Ryk nu by herhaalde ondervinding hebbende leeren kennen , weigeren zy het geld, waarvoor Ethelred weder hunnen aftogt wil koopen, aan te neemen; als zig uit de plundering van het ganfche Ryk een veel ryker buit be- loo- che Conité geheeten, moet vergenoegen. Het Hertogdom van Bourgondiën wordt met de Kroon verëenigd. 1007. Robbert neemt zynen oudften Zoon, Hugo, een Prins T , . , bedient zig van deeze onlusten, om Isfem in verzeekeringte neemen, het gerugt van deszelfs dood uit te ftrooijen, en zig zelven tot Koning van Cordoua te-doen uitroepen. 1005. Garcias Fernandez, een inval in de Saraceenfche Staaten gedaan hebbende, fneuvelt, en wordt door zyn Zoon Sanche , in het Graaffchap van Castiliën opgevolgd. ' 1008. . De verheffing van Mahomed had de nayver der andere Ryks-Grooten verwekt, en hy wordt, na eene onrustige regeering , door een van hen, Suleyman genaamd, onttroond. 1010. Mahomed onttroont, on zyne beurt, Suleyman, en herftelt zig in het bewind (*); inzonderheid door behulp der Ghris- (*) Het wel eer zo bloeijend Ryk van Cordoua voortaan niets opleverende dan geduurige omwentelingen, waardoor het welhaast in pikken gefiheurd, en jammerlyk vermeld werd, zullen wy ons vergenoegen, met de overige Vers-en, of liever Overweldigers, hierflevts met een enkel woord te melden. In 1011. werd Islem II. "gp den Troon herfteld, en Mahomed ter dood gebragt. In 1014. werd Isfem weder van den Troon gebonst door Suleyman , en naar Miiczgebannen, alwaar hy zyne dagen eindigde. Suleyman in 1017. overlydende, maakte een der Ryks-Grooten, Ali-Ben-Hamet, zig meester van het bewind, en werd het volgend jaar door zyn Broeder, Alcacim , opgevolgd. Deeze werd het zelfde jaar enttrctnd door Abderamen IV., die in 1020. verdreeven werd door Ali's Zoon, Hiaya-Ben-Ali; deeze twee jaaren laater door Isfem III., die weder in 1024. deer Mahomed IV., welke het volgend jaar overleed; wanneer Abderamen V. zig van den Troon meester maakte. Deeze weinige maanden laater overlydende, herftelde Hiaya-Ben-Ali zig in liet bewind, en werd in 1026. van het leven en de kroon beroofd door Isfem IV., die weder in 1017. verdreeven werd door Jalbar-Aben-Mahómed, laat firn Koning van Cordoua. Geduurende alle deeze onlusten wierpen verfcheidene Stedehouders zie tot onafhankelyke Vorsten op', waardoor het Ryk van Cordoua in afzonderlyke kleine Koningryken gefcheurd werd; als dat van Saragosfa, in 1014 ; dat van Valencia, in 1026.; dat van Seville, in het zelfde jaar, en dat van Toledo, in 1027. De Vorst van het laatfte Ryk maakte zig zo magtig, dat hy Jarbar-Aben-Mahomed ontwoonde, het Ryk van Cordoua vernietigde, en als een aanhangzel aan zyn eigen gebied hegte. De geregelde opvolging van alle deeze Vorsten is niet zeker bekend, en ook van geen genoegzaam aanbelang, om hier gemeld te worden. Abderamen, volgt hem op in het Staatsbewind, en houdt dén Koning Isfem mede in eene volllagene afhanklykheid. Zyne trotsheid , heerschzugt en ongebondenheid maaken hem 'welhaast het voorwerp van den algemeenen haat, en hy wordt eindelyk in eenen opftand vermoord. Een der voornaamfte Saraceenfche Grooten , Mahomed Almohadi.  vak CONSTANTINUS »en GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 131 ITALIËN, NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het Het GRIFKSCHF en omgeleegene btaaten. zyn vorig gezag , offchoon vefcheidene dei Italiaanfche Vorsten even itandvastig blyven weigeren, om hem als Koning te erkennen. 1007. Ramberg door denPatis tot een Bisdom verheeven. [zie Duitsehland.] 1009. Paus Johannes overlydt. Hy wordt opgevolgd door sergius iv., 141. Paus, een zagtzinnig , heusch , weldaadig, en (hetgeen thans en aangrenzende Ryken. draagt aan zekeren ulodomir, twintigen Hertog van Boheemen. Jaromir ontfnapt zyne gevangenis , en neemt innig lxav viiiucu; cu mui uct volgend jaar een verdrag met Boudewyn, waarby hy hem in het bezit Helt van het Eiland Walcheren , in Zeeland, (totgroot misnoegen des Hollandfchen Graave, die daarop aanfpraak maakte,) en hem tevens het Graaffchap Valenciennes laat behouden , op voorwaarde van daarvoor aan het Keizer-Ryk hulde te doen. 1007. Hendrik geeft het Hertogdom van Neder-Lotharingen , of Braband , aan Godefroy , of Govert, van Ardennes, Graave van Verdun. De Graaf van Leuven, met eene Zuster van wylen Hertog Otto gehuwd, beklaagt zig hoogelyk over deeze gifte , als ftrydig tegen zyne rechten ; gelyk ook hy en zyne opvolgers dit Hertogdom beftendiglyk aan het gefiagt van Godefroy betwist hebben, tot dat eindelyk het Hertogdom , om!rent 100. jaaren laater, door den Leuvenfchen Graaf Govert. bygenaamd met den Baard , overmeefterd werd, in wiens gefiagt hetzelve tot aan den aanvang der vyftiende Eeuwe gebleeven is. 1009. De Noormannen doen op nieuw eenen inval. De Merwe cn Waal opgevaaren zynde, plunderen zy de Stad Thiel, en het bygelecgen ryke' Klooster van Sint Walburg; doch Op den aantogt vaii Godefrid, die thans, onderden tytel van Heer of Voogd, Gelderland beftuurde, wyken zy met hunnen behaalden buit te rug. 1010. De Noormannen vaaren de Lek opv om hunne ftrooperyën te hervatten. De Land/aaten ,-hen met eenige Schepen aan astende, worden geflagen, waarop de N001 mannen onverhinderd hunnen weg vervolgen tot aan Utrecht. De ingezeerenen dier Stad neemen alle maatregelen, om 'dezelve tegen den gevreesden aanval en plundering tc verdeedigen; doch of Braband , overlydt, zonder kinderen na te laaten. Verfcheidene mededingers doen zig op, om hem in dat Hertogdom op te volgen, doch Keizer Hendrik verëenigt hetzelve met het Keizer-Ryk, en laat het befhmren door eenen Stedehouder. 100$. Door hulp van den Keizer Hendrik , worden de Weftfriezen genoodzaakt, zig aan den Hollandfchen Graave weder te onderwerpen. iooc>. Boudewyn Schoonbaard, Graaf van Vlaanderen , maakt zig meester van het Graaffchap Valenciennes. De verdreevene Graaf verzoekt den byftand van Keizer Hendrik , die met een Leger naar Vlaanderen rukt; doch de dappere Boudewyn biedt zulk een kloekmoedigen tegenftand, dat Hendrik deeze voor hem nuttelooze ondernee- oen wyic Dy rveizer Hendrik, die hem dc toezegging geeft, van hem, terftond na zyne terugkomst in Duitschland, in zyne Staaten te zul-len herftollen. i00j. _ Hendrik, uit Italiën te rug gekeerd, vat de wapenen op,niet zo zeer om de beloofde hulpe aan Jaromir te bewyzen, als wel om den Poolfchen Koning te vernederen, die,trots op zynen voorfpoed, geweigerd had, om zig langer ais Leenman van het Ryk te erkennen. Het Kcizerlyk Leger rukt in Boheemen, en verdryft van daar alle de Poolfche troepen, benevens den Hertog Ulodomir , die kort daar"na fneuvelt; waarop , door bemiddeling van Hendrik , en met bewilliging der Boheemfche Grooten, in deszelfs plaatfe wordt aangefteld de wettige Erfgenaam, jaromir, een-en-twintigfte Hertog van Boheemen. icoö. De Keizer, door eene Boheemfche hulpbende ondeiftetmd,rukt in Polen. Koning Boleslaus verflaat hem tot tweemaal toe; doch, eindelyk de neeilaag bekoomende, moet hvdc vlugt neemen , en verzoekt den vreede. Hendrik, niets"liever verlangende , vergunt hem dien, op voorwaarde , dat Boleslaus van alle zyne veroveringen in Boheemen afftand doe,, en zig wederom als Leenman van het Keizer-Rvk erkeimc. _~ Oorlog in Vlaanderen, [zie Nederlanden,] io©7'. Bamberg wordt, op 's Keizers verzoek, en met bewilliging van den Bisfchop van Wurtzburg, waaronder het behoorde, door den Roomfchen Paus tot een Bisdom verheeven ; 't welk aan. geenen Aarts-Bisfchop, maar onmiddelyk aan-den Pausfelyken Stoel zoude onderworpen zyn; waarom hetzelve zedert den eerften rang onder de Duitfche Bisdommen gevoerd heeft. De Paus bedingt daarvoor eene jaar-lykfche fchatting van 100. marken Zilver, en eene Witte Telle. Hendrik verheft zynen Kancelier en gunsteling, Werhard, tot eerften Bisfchop , en begiftigt hem met zestien' fchoone Ampten in het Hertogdom Carmthiën, welken dat Bisdom ook bezeeten heeft tot den jaare 1759., wanneer dezelven aan het Huis van Oostenryk verkogc zyn, -— Zaaken van Nederlanden, [zie aldaar.] 1008. Koning Boleslaus doet weder een inval in Boheemen. Hertog-Jaromir beklaagt zig deswegens by den Keizer, en verzoekt deszelfs byftand. Hendrik verklaart hierop den oorlog aan Boleslaus, doch , eer hy gereed is om te velde te trekken , verovert die Vorst, meteenen ongelooffelykeir fpoed, de ganfche landftreek tusfen deEive endtnOder. HetKeizerlyk Leger, eindelyk tegen hem opgetrokken, verrigt Weinig MUÜRUKN. geland, en geweldige verwoestingen , door hem in dat Ryk aangeregt. (zie aldaar.] 1014. Swe- RYK, en let Oosten. was voorgevallen, dan dat de.stad Dyrrachium, of Durazzo, doorliet verraad vau den Stedehouder ,  7.21 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, Schotland en Ierland. .FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN; en PORTUGAL. dovende. Alle de Zmdelyke Provinciën worden hierop door hen deels verwoest, deels genoodzaakt zig voor zwaare brandfchatringen vry te koopen. Canterbury, de Hoofdftad van Kent, wordt ftormenderhand veroverd , deerlyk geplunderd, en het grootfte gedeelte der ingezeetenen gevangelyk weggevoerd, waaronder de Aarts-Bisfchop der Stad, die zig den dood getroost, liever dan zyne ellendige landsgenooten te belasten met het zwaare losgeld, door de fchraapzugtige Deenen op zyn leven en vryheid gefteld. 1012. Koning Sweno komt weder in perfoon in Engeland, eene aanzienelyke verfterking troepen met zig brengende , en nu niets minder beöogende, dan het geheele > Ryk te veroveren, en aan zyne Kroon te hegten. Northumberland, alwaar hy zig het eerst vertoont, en het welk crrnntendeek door afftammelineen der Deenen be- Christen Vorsten in Spanjen , die de onlusten onder de Saraceenen aanftookten , en de zwaklte party byftand boden , ten einde alzo derzelver vermogen meer en meer te verzwakken. .ïoi4. Koning Sanche van Navarre verovert op de Saraceenen de Provincie Suprarbié'n; en drie jaaren laa-. woond werd, onderwerpt zig gereedelyk, en wordt kort daarna door het Graaffchap Lincoln gevolgd. Van daar zet Sweno zyne verovering onverhinderd voort tot aan Londen, alwaar Ethelred zig opgefloten en verfterkt had. -1013. Sweno belegert Londen; doch de troepen van Ethelred, door de getrouwe .Burgcry onderfteund, verdeedigen zig zo dapperlyk, dat hy het beleg moet opbreeken. Woedend van fpyt, keert hy, na eene fterke bezetting in de veroverde plaatfen agtergelaaten te hebben , naar Deenemarken te rug , om alle zyne magt by een te verzamelen, en aan.de .verovering van Engeland de laatfte hand te leggen. 1014. Ethelred doet eene uiterfte poging ter verdeediging zyner Staaten, en brengt een Leger op den been, waarmede hy in ftaat is, om denDeenfchen Vorst, by deszelfs terugkomst, het hoofd te bieden; doch hy krygt, door het verraad van eenigen zyner eigene Legerhoofden, de nederlaag, en neemt wanhoopend de vlugbnaar zyn Schoonbroeder, den Hertog van Normandyën. Geheel Engeland ftond nu eene prooi van den Overwinnaar te worden; dochhy overlydt flegts zes weeken na het vertrek van Ethelred. Die Vorst wordt hierop door zyne getrouwe onderdaanen te rug geroepen; terwyl de Deenen en Deensgezinden den Zoon van Sweno, Canutus, "den Grooten bygenaamd, als Koning erkennen. Deeze, geen minder gedugt Vyand dan zyn Vader., •wordt echter door de ontftaane onlusten in zyn eigen Ryk verpligt, eene keer derwaards te doen, en Engeland voor een korten tyd in rust te laaten. •101.5. Canutus komt met eene aanzienelyke Legermagt te rug. Ethelred, te zwak of te lafhartig, om hem het hoofd te bieden, fluit zig op in Londen. Zyn oudfte Zoon, Edmund, een dapper Prins, en van wegen zyne ongemeene lichaams-fterkte Yzjr-rlb bygenaamd, fielt zig aan het hoofd der troepen, en ltuit voor een poos de voortgangen van Canutus; doch eindelyk, voor de overmagt van dien Vyand, die hem in dapperheid niet toegaf, bezwykende, baant zyn aftogt aan Canutus den weg tot de verovering van alle de Noordelyke Provinciën van Engeland. 1016. Ethelred overlydt, en wordt opgevolgd door zynen dapperen Zoon, EDMUND ILj yzerrie, 15. Koning van Engeland. De Koninginne-Weduwe , Emma, zig in Engeland niet langer veilig achtende, neemt, benevens haare kinderen, Alfred en Eduard, de vlugt naar haar meester vanaen Pausfelyken Zetel, en dryft Benedictus uit de Stad. Deeze begeeft zig naar Duitschland, om de befchenriing van Keizer Hendrik te verzoeken, 1013. Tegen het eind van dit jaar rukt Hendrik , met een fterk Leger., en door den Paus vergezeld , naar Italiën. De meeste Vorsten van dat Ryk, hem altoos als Koning erkend hebbende, voegen zigbyhem. Arduinus, niet in ftaat om zynen magtigen mededinger, door zulk een Herken aanhang in Italiën zelve onderfteund, langer te w.cderftaan, biedt Hendrik aan, om van zyne aanfpraak op dat Ryk af te zien, en zig met het een of ander Vorstendom te vergenoegen; doch de Keizer wyst alle voorflagen van vergelyk van de hand, en noodzaakt Arduinus, om de vlugt te neemen naar Frankryk. 1014. Hendrik begeeft zig naar Romen, herftelt den Paus op den zetel, en wordt door hem plegtig tot Keizer gekroond, na alvorens zig by duuren eede verpligt te hebben, om de Roomfche Kerke met al zyn vermogen te zullen befchermen , den Paus en deszelfs opvolgeren altoos getrouw te zyn, en alle de giften, door vorige Vorsten aan den Stoel van Romen gedaan , te bekragtigen; (eene byzonderheid, welke door veele oordeelkundigen als valfch , en in laatere tyden verdigt wordt aangemerkt, offchoon dezelve anderzins zeer wel ftrookt met de bygeloovige denkwyze van Hendrik, en deszelfs verregaande overgegeevenheid aan de Geestelyken.) Agt dagen na 's Keizers kroonkig ontftaat er een heevig verfchil tusfen de Duitfche troepen en de burgers van Romen, zodanig , dat zy de wapenen tegen elkander opvatten, en 'er van weerskanten verfcheidenen fneuvelen. Hendrik keert hierop terftond tnans iets zeldzaams was by de Roomfche Pausfen ,) alzins nederig man. 1012. Sergius overlydt , en wordt opgevolgd door benedictus vin. 143. Paus. Zeker Priester Gregorius maakt zig met geweld Prins van een aiiervoortreffelykst karakter , en de uitneemendfte bekwaamheeden beide van lichaam en geest, die reeds in den ouderdom van agttien jaaren den eernaam van den Grooten kreeg, tot zymRyksgenoot. 1016. KoningRudolph van Bourgondiën, geene kin-'  Van CONSTANTINUS bïn GROOTEN kt tot op bin TEGENWOORDIGEN TYD. zjj tn omgeleegene Staaten. NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. HetGRIEKSCHE en aanerenzende Ruien. RYK. enimtCitisten. ltond naar Duitscmanci te rug. Na zy n vertrek wordt Arduinus, door verfcheide Vorsten onderfteund, die hy door groote gefchenken en beloften in zyne belangen had overgehaald , in het Ryk van Italiën heifteld. 101 j. Arduinus, door eene Zwaare ziekte overvallen, doet plegtig afftand van de Kroon, en begeeft zig in een Klooster, alwaar hy kort daarna overlydt. 1016. De Saraceenen van Siciliën doen een inval in het Vorstendom Salerno, en belegeren de Hoofdftad, doch worden met verlies te rug gedreeven. Ter zelfder tyd doen de Saraceenen van Sardiniën een geweldigen inval in Toscaanen, veroveren de Stad Luni, vestigen zig aldaar, en verwoesten de omliggende landftreek op eene deerlyke wyze. Paus Benedictus rust, met behulp deringezeetenen van Pifa en Genua, welke beide Steden zeer in vermogen waren toegenoomen, eene talryke Vloot uit, welke Luni van den Zeekant influit, terwyl de Paus in perfoon aan het hoofd van eenige troepen derwaards trekt. Het Opperhoofd der Saraceenen , door eenige weinigen der zynen vergezeld, neemt de vlugt aan boord van een klein Vaartuig; doch de overigen, van alle kanten ingeflooten, worden, na een hardnekkigen tegenftand , byna tot één man toe verflagen. Omtrent deezen tyd leefde Berthold, eerfte Graaf van Savoijen, welk Landfchap toen een gedeelte uitmaakte van het Koningryk van Bourgondiën,% D E E L. doch de Noorman nen, het zy op he zien deezer toerustingen , het zy, gelyk zy voorgaven , uit eerbied voor der tocnmaaligen vroomen Bisfchop, Ansfrid , trekken de Stac vreedzaam voorby, en verhaten zelfs 'dc Nederlandfche ft reeken geheel-en-aL zonder dezelven naderhand immer weder te ontrusten. 1015. De Hollandfche Graaf, Dirk, geraakt in een heevig verfchil met den Utrechtfehen Bisfchop, Adelbold, over het bezit van de Jagt en Visfchery, en eenige landen, voorheen aan het Graaflykhuis behoord hebbende, en allengs door de Bisfchoppen van Utrecht 1014. Sweno overlydt in Engeland, nadat Ryk byna geheel veroverd te hebben; en wordt opgevolgd door zyn oudften Zoon, CANUTUS II., DE groote, 4. Koning van Deenemarken. Het afweezen van deezen Vorst, die zynen Vader naar Engeland gevolgd was, doet zynen Bloeder, Harold, het ontwerp fmeeden , om zig van de Deenfche kroon mee ter te maken. Canutus komt in aller yl uit Engeland, fmoort dien opftand in deszelfs geboorte,en, door de kort daarop volgende dood van Harold de rust geheel herfteld zynde, keert hy naarEngeland te rug, om de verovering van dat Ryk te voltooijen. [zie aldaar 1014 1017.] — Canutus door zyneMoeder in den Christen Godsdienst opgevoed zynde, wordt iet waare geloof, loor dienVorst,op lieuws gevestigd , ;n de Afgodery al—i — ütgeroeid. 1015. De beroemde Grootvorst, Ulodomir, werlydt, en wordt opgevolgd door zyïen oudften Zoon , jarosiaw, agtfien jrootvorst van Rusland. Zvne elf overi;e Zoonen krygen elk een 'District voor ïun aandeel, onderden tytel van Herogdommen. 1016. Swetopolk, een der Broeders van Jaoslaw, een trots, wreed, en heersehsugtig . m"S uu u^yutuuui, wci- lten eene minzaame overeenkomst fluiten, om het bewind met elkander te deelen. 1013. Krygstogt van Hendrik naar Italiën. [zie aldaar,.] 1014. Hendrik wordt door den Paus als Keizer gekroond, [zie Xtali'én.] Boledaus doet een geweldigen inval in Pruisfen, en noodzaakt die woeste Natie, om zig aan zyn gebied ie onderwerpen , en tevens het Christelyk geloof aan te neemen. ioij. Boleslaus, trots op den voorfpoed zyner wapenen , verklaart de Poolfche Kroon volftrekt onafhankelyk van riet Keizer-Ryk, en begint op nieuws de vyandelykhee- < ien. Hendrik, fchoon door verfcheidene Ryksvorsten i tmderfteund, oorlogt doorgaans onvoorfpoedig. 1 1016. i t De Keizer wordt door Rudolph, Koning van Bourgondiën , zynen Oom van Moeders wege, tot erfgeïaam verklaard, [zie. Frankryk.] De Staaten van dat Hyktoonen hierover openlyk hun misnoegen, en fom- 1 mige Gg : nig of niets van aanbelang; en Boleslaus verydclt eenige jaaren lang , door zyne kunde , krygsbeleid en dapperheid , alle de pogingen , door den Keizer aangewend , om hem zyne veroveringen weder te ontweldigen. ÏOIii Hendrik fluit een verdrag met den Poolfchen Koning, waarby hy alle de veroverde landen aan hem afftaat, onder voorwaarde , dat die Vorst daar voor plegtig aan den Keizer cn het Ryk hulde doe; met welke ydele plegtigheid , te Merlënburg verrigt, de Keizer eenigermaate de fchandelykheid van den Vreede, dien hy had moeten fluiten , tragt te verbloemen. De Boheemfche Hertog, Jaromir , een zwak en onbekwaam Vorst, wordt van het bewind beroofd , en in ballingfchap gezonden door zynen Broeder , udalrik , twee-en-twintigJle Hertog van Boheemen. Jaromir nochtans een fterken aanhan» behoudende, zo ontftaat 'er een Burger-oorlog, die niet, dan na verloop van eenige jaaren, gelukkig gellaakt wordt, door de verzoe- der, aan den Keizer was overgeleverd. Bazilius befluit eindelyk den Oorlog met meer nadruk door te zetten, cn zendt een fterk Leger naai Bulgaryën, 'twelk zig vandc Hoofdftad Parastlava.en eenige mindere plaatfen.meester maakt. De Bulgaarfche Koning, Samucl, biedt echter zulk een kloekmoedigen tegenftand , dat, niettcgenftaande Bazilius vervolgens in perfoon, aan 't hoofd van alle zyne troepen, de uiterfte pogingen aanwendt, om Bulgaryën te veröveren.en doorgaans de overwinning behaalt, de Oorlog nog veertien jaren lang fleepende gehouden wordt. Om de nodige geldfommen daartoe te bekoomen, verdrukt Bazilius, reeds uit den aart tot gierigheid geneigd, de onderdaanen door zwaare en ongehoorde belastingen. 1014. Hakim , Caliph van Egypten , en tevens  !34 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en ITALIËN Schotland en Ierland. PnüTIir.ai ' kinderen by zyne Gemalin verhaar Broeder, den Her- wekt hebbende, verklaart zyn toge van Normandyën. Neef, Keizer Hendrik, toterfEdmunds tweede en ei- genaam,in weerwil der heevige gen Broeder, Edwy,ver- tegenkanting van de Bourgoneenigt zig met hem , om diiche Staaten. [zie ook Duitschhet Ryk tot het uiterfte land.] te verdeedigen. Zy oor- 1017. logen in den beginne niet onvoorfpoedig, doch ee- De Kettery der Pauliciaanen ne gelyke verraadery als [vergelyk het Griekfche Ryk 810,] die, waarvan hun Vader was dien, en allengs een afzonderlyk en een der aanzienelykfte Vorstendommen van Italiën geworden is (*). Dit zelfde jaar werden , door eene der verbaazendite omwentelingen , de eerfte grondflagen gelegd tot de opregting van een ander aanzienlyk Vorstendom, in Italiën ,■ waaruit vervolgens de Koningryken van Napels en Siciliën zyn voortgefprooten. Zedert dat de Griekfche Keizers het geheele Zuidelyk gedeelte van Italiën herwonnen hadden, [zie 9S3 , ] ocffenden derzelver Stedehouders zulk eene dwingelandy omtrent de ingezeetenen, dat deezen flegts naar eene gunstige geleegenheid reikhalsden , om zig van het Griekfche juk te ontflaan. Reeds in den jaare 1010., hadden twee aanzienlyke ingezeetenen van Bari, Mello en Datus, eenen opftand verwekt; doch het volgend jaar door den Griekfchen Stedehouder geflagen zynde, hadden zy zedert vrugteteloos een groot gedeelte van Italiën rond gezworven, om de Vorsten van dat Ryk tot eenen oorlog tegen de Grieken over te haaien. Eindelyk ontmoet Mello dit jaar eenige aanzienelyke Noormannen , of Normandiërs, [vergelyk Frankryk 912 ,cyc.~\ welken eene Bedevaart in Italiën kwamen doen, en wier krygshaftig voorkoomen hem aanfpoort, om tot hen zynen toevlugt te neemen. Door zyne nadrukkelyke voorftellingen van de fchoonheid der landftreek, de lafhartigheid der Grieken , en de gemakkelykheid der verovering, tot deeze onderneeming overgehaald, belooven de Noormannen , tegen het volgend jaar, in Italiën te zullen te rug koomen, met zo veelen hunner Landsgenooten, als lust mogten hebben, om hen op deezen krygstogt tc vergezellen. 1017. De Pifaanen en Genueezen doen eene landing op Sardiniën , verftaan de Saraceenen, noodzaaken hen , om naar Africa de vlugt te neemen , en veroveren het ganfche Eiland. Omtrent de verdeeling van hetzelve niet (*) Wie deeze Berthold geweest, gelyk ook wanneer en by welke geleedheid hy "tot Graaf van Slvoijcriverheeven zy, is, in weerwildernavcrfchingin van verfcheidene Geflagtreken- en Oudheidkundigen, volftrekt onzeeker gebleeven, cn het is zelfs zeer twyffelagtig, of hy de Vader geweeft is van zynen onmlddelyken opvolger Humbert Withand, uit wien het doorluchtig Huis van Savoijen is voortgefprooten , V welk eene reeks van roemryke Vorsten heeft uitgeleverd, die van de Graaffebyke tot de Hertoglyke, en eindelyk zelfs tot de Koninglyke waardigheid gefteegen zyn; gelyk ter. zyner plaatfe nader gemeld zal worden. v/eest was, veroorzaakt de nederlaag hunner ganfche Legermagt. Desniettemin geeven zy den moed niet verlooren , maar wyken naar het Westelyk gedeelte van Engeland, waartoe de Deenfche wapenen nog niet waren doorgedrongen, om aldaar een nieuw Leger op den been te brengen. 1017. Edmund laat Canutus een tweegevegt voorflaan, onder voorwaarde, dat de Kroon van geheel Engeland de prys van den overwinnaar zyn zoude. Canutus wyst zulks van de hand; doch tevens maar al te wel overtuigd, dat de dapperheid en ltandvastigheid van dien Vorst hem altoos de verovering van Engeland , of ten minften het gerust genot daarvan zoude betwisten , zo laat hy hem den Vreede aanbieden , op voorwaarde, dat zy het Ryk tusfen hen beiden zouden verdeelen: Edmund neemt zulks aan , en zy fluiten een verdrag , volgens het welk dc Noordelyke helft van Engeland aan Canutus, en de Zuidelyke helft aan Edmund wordt toegeweezen. Edmund overleeft dit Verdrag flegts ééne maand; wanneer hy (het zy met of zonder medeweeten van Canutus, want dit is onzeeker,) vermoord wordt. Canutus beroept hierop eene Raadsvergadering, waarin hy eene plegtige verklaaring doet, welke door omgekogte getuigen bekragtigd wordt, dat hy en Edmund mondeling overëengekoomen waren, dat de langstleevende van hun beiden, met uitfluiting der kinderen , het geheele Ryk zoude erven. Niemand' de ftoutheid durvende hebben, om zulks tegen te fpreeken , wordt Canutus, met eene fchynbaare eenpaarige toeftemming, als Koning erkend. CANUTUS, de groote, 16. Koning van Engeland. Canutus zendt de twee minderjaarige kinderen van Edmund naar Zweeden, volgens fommigen met heimelyk verzoek aan den Vorst van dat Ryk, om hen van kant te helpen. Hoe het zy , die Vorst, te edelmoedig om die ongelukkige Prinsfen leed te doen , 'doch tevens om hunnent wille zig in geene moeijelykheeden met Canutus willende inwikkelen, zendt hen verder naar Hongaryën, alwaar zy door den Koning minzaam ontfangen worden, en naderhand twee Prinfesfen van den bloede ten huwelyk krygen. De oudfte, Edwin, eindigt zyne dagen in Hongaryën, zonder kinderen na te laaten; de ander, Eduard, komt naderhand, met zyn Zoon en twee Dogteren, in Engeland te rug [vergelyk 1057]. Edmunds Broeder, Edwy, die hem zo getrouw had bygeftaan, wordt door Canutus uit ftaatkunde zeer minzaam behandeld;' doch naderhand , op een weezenlyk of voorgewend vermoeden van verraad, om het leven gebragt. Bedugt, dat de Hertog van Normandyën zig de belangen van Edmunds jonger Broederen, deszelfs Neeven , zoude aantrekken , verzoekt hy de Koninginne-Weduwe, Emma, Moeder dier Prinsfen, en Zuster van den Hertog , ten huwelyk; welke hy ook verkrygt, op voorwaarde , dat de kinderen, die hy by haar zoude mogen verwekken, met uitfluiting zyner oudere Zoonen , hem op den Troon van Engeland zouden opvolgen. Dus van buiten beveiligd, tragt hy ook zvn eebied van binnen te verzeekeren, door de Engelfchen in het bezit van alle hunne wetten en voorrechten te laaten, hen op eenen gelyken voet als de Deenen te behandelen, de verraaders van Ethelred cn Edmund geftrengelyk te ftraffen, en eene ftriktc rechtvaardigheid laater het grootfte gedeelte van Arragorr. 1018. De Saraceenen van Saragosfa vallen in het Graaffchap Barcelona, alwaar zy alomme rooven, plunderen  ?an CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 23? en omgeleegene Staaten. NEDER- DUITSCHLAND, Het N O O R D E N. Het GRIEK SCHE LANDEN. euaangrenzcndcKyken. RYK, e» Oosten. keeren zy hunne wapenen tegen elkander. De Genucezen, de nederlaag krygende , moeten het bezit van geheel Sardiniën aan de Pifaanen overlaaten (*). De Noormannen landen, volgens hunne beloften , in Apuliën , meer op hunne onvertzaagdheid , dan op hun getal vertrouwende, 't welk, naar evenredigheid der onderneeming, zeer gering was. Door Mello aangevoerd, doch flegts door eenige weinigen der misnoegden onderfteund , behaalen zy eene roemryke overwinninge op den Griekfchen Stedehouder, en noodzaaken hem, om Apuliën te ontruimen. 1018. Mello en de Noormannen leveren den Grieken , binnen weinige maanden tyds, tot driemaal toe flag, en behaalen telkens de o verw inning, maaken een aanzienlyken buit, en ftellen zig in het bezit van geheel Apuliën. De Griekfche Keizer Bazilius , voor het verlies van alle zyne bezittingen in Italiën bedugt, zendt een talryk Leger derwaards, onder bevel van den dapperen en kundigen Veldheer Bugienus, 1019. Bugienus, door den Prins van Capua onderfteund , die zig weder' om aan het gezag des Griekfchen Keizers onderwierp, wint een bloedigen veldflag op Mello en de Noormannen , en herovert geheel Apuliën. Het geringe overfchot der Noormannen neemt den wyk by den Prins van Salerno, om eene verfterking hunner landsgenooten, en eene gunstiger geleegenheid ter hervatting hunner onderneeming, af te wagten. Mello begeeft zig naar Duitschland, om den bvftand van Keizer Hendrik te verzoeken, die hem belooft, zo dra mogelyk, met een fterk Leger in Italiën te zuilen koomen, en intusfen Mello tot (*) "Deeze krygstogt lag ie eerfte grendftagen tot de volgende grootheid der Steden Pila en Genua, welke toen nogend:rTosc.\ZTienbehoorden, en, uitnaam d.r Hertogen van dat Landfchap, dcor afzonderlyke Graaven beftuurd werden. recht aan zig mige Grooten vatten getrokken.— zelfs de wapenen op. Om zyne be- Hendrik begeeft zig langen tegen met eene talryke ledien Prelaat, germagt derwaards, met te meer- om zyn recht te doen der nadruk, gelden; 't welk door te handhaa- Rudolph ten plegtigven, ftigt hy ftcn bevestigd wordt, by denmond der Maaze , 1018. en wel, volgens het al- Hendrik wordt gegemeene ge- noodzaakt, eenen alvoelen , ter terzelfder plaat- . fe , waar het oude Durfos geftaan heeft, eene fterke Vesting, welke, eerlang tot eene Stad aangegroeid , den naam van Dordrecht kreeg, en de oudfte Stad van Holland is. Tevens kat hy aldaar, op eigen gezag, zonder toeftemming des Keizers, welke hy, als Leenman van het Ryk, daartoe nodig had, eene Tol heffen van alle goederen, die den ftroom werden op en afgevoerd, tot groot misnoegen der Kooplieden, die daarover onöphoudelyk by den Keizer klagtig vallen. 1018. Keizer Hendrik komt in perfoon te Nieuwmegen , en uit hei bovengemelde , mogelyk niet zonder grond, vermoedende , dat Graaf Dirk zig allengs geheel onafhankelyk van het Keizer-Ryk zogt te maaken , geeft hy den Bisfchop van Utrecht, beneffens Hertog Godefroy van Lotharingen., vofinagt en last, om den Graave uit Dordrecht te verdryven, en die Vesting te flegten. De Bisfchop zendt terftond Dirk Bavo, Graaf van Bodegrave , zynen Leenman , tegen den Hollandfchen Graave , die Bavo ver- flaat, Bodegrave verovert, en aan zyne Staaten hegt, en kort daarna ook eene groote overwinning op den Bisfchop zelven behaalt. Hertog Godefroy , met eene aanzienelyke Legermagt aangerukt , om Dordrecht te belegeren , wordt insgelyks in een der blocdigfte gevegten , die 'er nog immer in de Nederlanden was voorgevallen, ganschrm-al geflagen, hy zelve krygsgevangen gemaakt, en niet weder in vryheid gefteld , dan na zig pleg- Gg 2, "'o^ö m<*u, ïaai twee zyner Broeders verraaderlyk om het leven brengen, en maakt zig meester van derzelver Staaten. Jaroslaw brengt een Leger op den been, zo om den dood zyner Broeders te wreeken,als om zyn eigen Ryk tegen den onderneemenden Swetopolk te verdeedigen. Zekere Olaus , uit het bloed der oude Koningen van Noorweegen voortgefprooten, maakt zig een grooten aanhangen dat Ryk , en, zig van het afweezen van Canutus, en de werkeloosheid van den Zweedfchen Koning bedienende, verdry fthy beide deDeenfche en Zweedfche bezettingen , en herftelt zig op den Troon zyner Voorvaderen. 1017. Canutus wordt tot Koning van Engeland verkoozen. f zie al¬ daar. ] Jaroslaw behaalt eene beflisfende overwinning op zyn Broeder Swetopolk, die de vlugt neemt naar zynen Schoonvader, den Koning van Polen. 101S. De Poolfche Koning, Boleslaus, cmderfteunt zyn Schoonzoon met een fterk Leger, verflaat de troepen van Jaroslaw, die de vlugt moet neemen, belegert en verovert de Hoofdftad Kiow, en handhaaft Swetopolk in het bezit van het grootfte gedeelte van Rusland. Die ondankbaare en lafhartige Vorst fmeedt een ontwerp , om zig van de Poolfche troepen te ontflaan , door hen allen op een bepaalden dag te laaten vermoorden; doch de aanflag wordt ontdekt, en de Poolfche Koning neemt daarover eene verfchrikkelyke wraak, door de Stad Kiow, en andere plaatfen , ter plundering en aan de vlammen over te geeven. Swetopolk onttrekt zig dc woede van dien Vorst door eene verhaaste vlugt. 1019. Boleslaus keert naar Polen te rug, een onnoe-' melyken buit met zig voerende. Jaroslaw, zig met eenige troepen in eene hinderlaage gelegd hebbende, ontrust zynen aftogt; doch Boleslaus vait tevens meester van een groot gedeelte van Syriën en Palaestina, een groot vyand van het Christendom , vervolgt de Christenen in zyne Staaten, en inzonderheid dcPelgrims, die , volgens de bygeloovige denkwyze diertyden, in groote menigte het Heilige Graf te Jerufalem kwamen bezoeken , op eene jammerlyke wyze, en vernielt de Kerk van het H. Graf, (welke echter naderhand weder herbouwd werd,) en veele andere Geettelyke geftigten. Deeze vervolging, geduurende welke de Jooden mede onverhinderd hunnen haat tegens de Christenen bot vierden, was eene der voornaamfte aanleidende oorzaaken van de in laatere tyden zo vermaardeHeilige Kruistogten. 1018. Na eenen langduurigen oorlog, geduurende welken  136 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS; ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN*» ITALIËN, Sclutlandenlerlani. , PORTUGAL. en onmleegtne Staaten, heid te oeffenen; waardoor hy ook welhaast aller harten wint, en agtticn jaaren lang in rust en vreede regeerde , uitgezonderd dat de zwaare belastingen, die hy, tot goedmaaking der oorlogskosten , en ter belooning van zyne Bevelhebberen en troepen, genoodzaakt was by den aanvang zyner regeenng te heffen , eenige moeilykhedenveroonaakten,die nochtans van geen gevolg waren, cn te gelyk met de oorzaak ophielden. 1010. Krygstogt vanCanutus in het Noorden , en getrouwheid door den Engel- deren en vernielen. De Moeder van den minderjaarigen Grave roept den Hertog van Normandyën , haren Schoonzoon, ter lrulpe, die de Saraceenen verflaat,en hen zelfs noodzaakt, .om den Graave jaarlyks eene fchatünge te betaalen. ion. Na veele dappere bcdryven tegens de Saraceenen , overlydt veroordeeld, om leevend verbrand te worden. De Koningin Conftancia, als het ware door eene vervoering van zogenaamden Godsdienst-yver, heeft de wreedheid, om een van hen eigenhandig met een ftok een oog uit te ftooten. 1024. Het hard en trots gedrag van Conftancia jegens haaren oudften Zoon, Hugo, dien zy niet als 's Konings Ryksgenoot, maar als een kind behandelde, vervoert dien Prins eindelyk, na zulks lange met een ongelooflyk geduld geleeden , en vrugteloos heul by zynen Vader gezogt te hebben , die geheel-en-al door de Koningin beheerscht werd, tot eenen opftand. Doch hy krygt welhaast berouw , onderwerpt zig weder vrywillig, en zoekt in de vriendfehap zyn's Vaders, en de achting en liefde, die elk hem toedroeg, zyn eenigen troost en vergoeding tegen de fteeds voortduu rende harde behandelingen zyner Moeder. — Zaaken van Italiën. [zat aldaar.] X016. Hu- naar Italiën oveigebragt, van daar tot in Frankryk verfpreid, en had zig byzonderlyk te Orleans gevestigd, alwaar derzelver vergaderingditjaar voor de eerde maal ontdekt, en verftoord wordt. Robbert beroept in die Stad een Concilie, ter beraaming der beste maatregelen, om deeze Ketters, welken doorgaans verkeerdelyk Manicheërs genoemd werden, tot andere gedagten te brengen ; doch alle pogingen , ten dien einde aangewend, vrugteloos bevon'den zynde, worden die ongelukkige lieden, niettegenftaande hun levensgedrag onberispeïyk en voorbeeldig was, eindelyk [in 1022 ,1 De Saraceenen, in grooten aantale uit Africa te rug gekoomen, heroveren Sardiniën. DePifaanen, den byftand der Genueezen verzogt hebbende, verdryven dc Saraceenen op hunne beurt, cn herftellen zig in het bezit van dat Eiland'; alle de fchatten der Saraceenen aan de Genueezen, ter belooning voor de hen toegebragte hulpe, overlaatende. Na den dood van Mello had zyn Schoonbroeder, Datus, een niet minder bekwaam en dapper man , zig aan het hoofd der misnoegden gefteld. De Abt van Monte-Casfino , by wien hy doorgaans zyn verblyf hield , wordt door den Griekfchen Veldheer Bugienus, voor eene zwaare fomme gelds omgekogt, om hem verraaderlyk over te leveren; waarop die ongelukkige man in een lederen zak genaaid , en in Zee geworpen wordt. Bugienus maakt vervolgens toerustingen, om den beraamden aanflag tegen Romen te volvoeren. De verfchrikte Paus zendt boden op boden naar Keizer Hendrik, die hierop, nog voor het einde van het jaar, met een fterk Leger naar Italiën rukt. 1022. Hendrik, door de Noormannen vergezeld, gaat op marsch naar Apuliën; na een gedeelte zyner troepen afgezonden te hebben, om den Abt van Monte-Casfino, en den Prins van Capua op te ligtcn. De eerfte neemt in aller yl de vlugt naar Conftantinopolen , maar verongelukt in een ftorm. De ander, in zyne Hoofdftad belegerd , moet zig overgeeven , en wordt, als fchuldig aan hoog-verraad , ter dood veroordeeld; doch Hendrik verzagt het vonnis, en laat hem flegts in eene naauwc gevangenis opfluiten. Vervolgens flaat de Keizer het beleg om Troja, eene fterke, fchoon nog onvoltooide Vesting, welke Bugienus had laaten bouwen. De Griekfche bezetting biedt zulk een geweldigen en langduurigen tegenftand , dat Hendrik uit verdriet en gramfchap dreigt, niemand in het leven te zullen fpaaren. De Grieken, eindelyk tot het uiterfte gebragt, en nu een zeekeren dood te gemoet ziende, zenden hunne kinderen, onder het geleide van een eerwaardigen Kluizenaar, naar het Camp, om zig aan 's Keizers genade aan te beveelen. Hendrik, natuurlyk zagtaartig, laat zig verbidden, fielt alle de Grieken in vryheid, en verovert vervolgens een gedeelte, van Apuliën, 't welk hy in Graaffchappen verdeelt, en aan de Neeven van wylen Mello opdraagt, onder voorwaarde, dat zy de eerfte Staats-en Krygs-ampten aan de Noormannen zullen begeeven. Eene befmettelyke ziekte , onder zyne troepen ontftaan , noodzaakt hem kort daarna , alle verdere onderneemingen te ftaken, en in aller yl naar Duitfchland te rug tc keeren. 1024. De Paus Benedictus overlydt. Zyn Broeder, Johannes, fchoon een Leek, dc ftemmen, voor eene groote fomme gelds, omgekogt hebbende, doet zig tot zynea tot Hertog van Apuliën verheft; doch de dood van deezen vermaarden man doet dien aanflag nog eenigen tyd ter zyden ftellen. ioio. De Paus Benedictus, voor de toeneemende magt derGriekenbedugt, die niets minder dreigden, dan de Stad Romen, ja geheel Italiën , weder onder 't gebied des Griekfchen Keizers te zullen brengen , doet in perfoon eene keer naar Duitschland, om Keizer Hendrik ter verhaasting zyner beraamde onderneeming aan te fpooren. Kort na zyne te rug komft, komt een aanzienlyk Noorman, Godefroy Rengot, (door deezen verkeerdelyk Osmund, door anderen Gifelbert geheeten,) welke om een gepleegden manflag uit Normandyën gevlugt was, door vier zyner Broeders, en een groor aantal zyner vrinden en leenmannen vergezeld, in Italiën, verëenigt zig met zyne landsgenooten aldaar, en wordt door den Paus gereedelyk overgehaald , om den aanflag van Hendrik te onderfteunen.  Tan-CONSTAnTINUS dïn G-ROOTEN at tot op dïn TEGENWOORDIGEN TYD. 137 NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het N O O R D E n. Het GRIEKSCHE en aangrenzende Ryk.n. RYK, en het Oisten. tig verbonden te hebben , om den Graave lerfchandelykflen Vreede met Boleslaus te met den Keizer te fluiten, en hem als volftrekt onafhanke- verzoenen; het welk lyk Voist van Polen te erkennen. hy ook corfctng ter- Zaaken van Rusland, [zie het-Noorden 1018. uitvoerbragt.De Ut- en 1019.] — Zaaken van Nederlanden, recht- en van Italiën. [zie aldaar.] 102.4. Hendrik overlydt, zonder kinderen na te laaten (*). Hy was nog bygelooviger, en nog verkwistender in gunstbewyzen jegens de Geestelykheid , dan iemand zyner Voorzaaten ; ja , ■werd niet dan met groote moeite weerhouden , om het gebied neer te leggen, en zelf den Geestelyken Staat tc omhelzen (f); waarom hy ook door dc Kerk op den rang der Heiligen gefteld is. Even voor zynen dood had hy zynen Neef, Conraad, Hertog van Frankenland , de Sahfche bygenaamd, omdat hy uit een doorluchtig geilagt der Saliërs (eene oude Frankifche Natie,) afftamde, tot zyn opvolger aangepreezen. Verfcheidene andere Vorsten dingen naar de Kroon, inzonderheid een andere Conr-aad van Frankenland, eigen Neef van Conraad den Salifchen. Na langduurige onderhandelingen , worden de aanzienelykfte Prelaaten en Ryksgrooten gemagtigd, om. uit het groot aantal Mededingers eene voorafgaande benoeming te maaken; iets, het welk mogelyk naderhand tot dc opregting van het Keurvorstclyk Collegie aanleiding gegeeven heeft. Hunne kcu/.e valt op de beide Conraads; waaruit vervolgens door de geza'menlyke Prelaaten, Fleitogen, Graaven en verderen D ui tichen Adel verkoozen wordt CONRAAD II., de sahsche, 16. Keker. De nieuwe Vorst, met wien de Kroon uit het Huis van Saxen in dat van Frankenland overging, bezat zeer groote deugden ■ (*) Onder de regiering van deezen Vorst werd het Kasteel van Habfburg gebouwd deer den Bisfchop van Straatsburg, uk het Huis der jude Graaven van den Elfas, die hetzelve vervolgens by uiterfteu wille naliet aan zyns Broeders Zoen, Werther, eerflen Graave van Habsburg, uit wun het doorluchtig Aarts Hertoglyk Huis van Oostenryk, 't welk geduurende eene lange onafgebrookene reeks van jaaren den Keizerlyken Troon hekleed heeft, it voortgefprooten. Dit zelfde Graaffelyke Huis van den Elfas is mede hei Stamhuis der oude uitgeftorvene Hertegen van Zahringen , der tegenwoordige Markgraaven ra» Baden, en d.r Hertogen van Lotharingen, [vergelyk 1046,] welke laatfte tak, in den jaare 1738. met dien van Oostenryk ver'èenigdis door het huwelyk van Hertog Franciscus Stephanus, naderhand Keizer, met de beroemde Maria Therefia , Dogter van Keizer Karei VI. (t) Het bygeloovig denkbeeld, dat men God niet konde di nen dan in een Kleoster, was zo diep by den Keizer geworteld, dat hy eens zekeren Abt, Richard , noodzaakte, om hem onder zyne Kloosterlingen aan te neemen; doch die verftandige mangebruikte het gezag,'t welk hy daardoor op den Vorst verkreeg, om hem te gelasten, dat hy naar het Hof te rug keeren, en de Staaten , waaróver God hem gefield/iad, met wyshtid en gerechtigheid zoude beftuuren; aan welk bevel de Keizer zig dan ook nederig onderwierp. Sommige Schryveren verhaalen insgelyks , dat hy , uit hetzelfde byceloovigc grondbegtnzel, zig van alle gemetnfchap met zyne wettige Gemalin onthouden, en op zyn doodbedde aan haart bloedvenv anten gezegdzoude hebben; ik levere u haar als eene z'tivtre Maagd ovtr, gelyk ik haar van % ontfangen heb i doch deeze byzonder heid wordt door veelen in twyffel getrokken. valt met zulk eene Verwoedheid op het Rusfifch krygsvolk aan, dat Jaroslaw , als in een oogenblik tyds, geheel geflagen wordt, en zig ter naauwerncod redt door eene verhaaste vlugt. Zyn Broeder , Swetopolk , intusfen , door angst gedreeven , Rusland ontruimd hebbende , herftelthy zig kort daarna in het volkoomen bezit zyner eigene Staaten. 1010. De Zweedfche Koning, Olaus, doet een inval in Dëcnemarken. Canutus komt in alleryl uit Engeland derwaards tc rug, vergezeld door eene aanzienelyke hulpbende zyner nieuwe Engelfche onderdaanen , onder bevel van den dapperen Graave, Godwin. Terwyl de wederzydfche troepen over elkander gelegerd waren , om den volgenden dag het gevegt aan te vangen, overrompelt de getrouwe Godwin , aan het hoofd der Engelfclren , oiider begunstiging van de duisterheid des nagts, de legerplaats der vyanden , en dryft hen op de vlugt. Canutus, het gerugt en het vertrek der Engelfche troepen verneemende, vreest dóór dezelven verraaden te zyn , wanneer hy op eene aangenaame wyze door de tyding der overwinning verrascht wordt. • In Engeland te mg gekoomen , bevordert hy Godwin tot de hoogfte eerampten, cn geeft hem zyne Zuster ten huwelyk. 1022. Olaus dc Tolpligtige overlydt, en wordt in alle de Zw-eedithe Staten opgevolgd door zyn Zoon, A S M U N D, koibrenner, 2. Koning van Zweeden. een uitmuntend Vorst, en een yverig voorftander van den Chrfeten Godsdienst, die , onder zyne regeering, volkoomenlyk in Zweeden gevestigd werd. Eene wet gemaakt hebbende , dat allen , die zig aan eenig onrecht fchuldig maakten , daarvoor geftraft zouden worden, door een naar den misdaad geeven- Gg 3 ken Bazflius den roem zyner Krygs - bedryven bezoedelde, door zyne öntmenscht'e wreédlieid omtrent de Bulgaarfche krygs - gevangenen, die hy allen de oogen liet uitfteeken ,. cn Koning Simuël van'verdriet geftorven was, verovert de Keizer geheel Bulgaryën , en laat daj land be-^ ftuuren door eenen Stehouder. Omtrent deezen tyd hegt hy insgelyks het oudeMediën, en liet land der Khozars [thans Crims Tartaryën,] aan zyne Kroon. Na zo veele' overwinningen keert hy het volgend jaar naarConftantinopolen te rug , en wordt aldaar in ftaatelyke zegepraal ingehaald. — Zaaken van Italiën. [zit aldaar 1016, cre] 1020. De Croatiërs, voor een gelyk lot als dat der Buigaaren bedugt ,• onderwerpen zig vrywillig aan het Keizer-Ryk. '1024. De Patriarch van Conftantinopcflenheinieuwtde voorheen zo heevig betwiste aanfpraaken ,op den Tytel van Algemeen Éisfchop; De Keizer on-' derfteunthem in deezen uit al zyn vermogen , en zendt zelfs een plegtig Gezantfehap naar Romen , om de bewilliging van den Paus te verzoeken , onder voorwaarde dat men hem als Algemeen Bisfchop van het Westen zou erkennen, byaldien hy, van zynen kant, den Patriarch van Conftantinopolen als Algemeen Bisfchop van het Oosten wilde erkennen. De Paus, eerst weiger-' agtig, wordt voor eene groote fomme gelds daar toe overgehaald: doch  238 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS; ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN tn PORTUGAL. I T A L I Ë N; ■ gelfchcnGraaf.GodpiQ , aan- hem betoond, [zie aldaar.] Canutus geeft hem, uit dankbaarheid , Zyne eigene Dogter ten huwelyk. 1016. Canutus verovert Noorweegen, waarop die Vorst hetzelve met de Kroon van Deenemarken verëenigt, en zig meester ziet van drie groote Koningryken. Dan, wel verre van zig op deezen ongemeenen voorfpoed te verheffen, krygt hy , na de volkoomene verzadiging zyner eerzugt, een diep bezef van de ydelheid der menfchelyke grootheid , betoont zulks fcy meer dan eene geleegenheid (*) , en geeft zig voort- lydt Graaf Sanche, en wordt door zyn Zoon , Garcias, in het Graaffchap van Castiliën opgevolgd. 1027. Koning Alphonfus, na zyne meer- derjaangheid zig eeniglyk toegelegd hebbende , om zyn Ryk met billykheid en rechtvaardigheid te beftuuren , neemt eindelyk het befluit, om , op het voetfpoor zyner Voorzaaten, tegen de Saraceenen te velde te trekken. Dan deeze zyn eerfte krygstogt is tevens zyn laatfte : het beleg om de naaste Saraceenfche ftad geflagen hebbende , wordt hy door een pyl doodelyk getroffen , waarop zyn Leger terftond den te rugtogt aanneemt. Hy wordt opgevolgd door zynen Zoon, VERMOND III., 23. Koning van Spanjen. den laatften Vorst uit het doorluchtig gefiagt der oude West-Gothifche Koningen van Spanjen. 1028. 'Graaf aan geheet over aan godsdienstige Verrigtingen; die nochtans, volgens de jammetlyke denkbeelden dier tyden, frootendeels beftonden in het ftigten en verryen van Kerken en Kloosters, vasten , boetedoeningen , en veele andere op zig zelven ydele j)legtighecden. 1017. Canutus doet eene Bedevaart naar Romen, 'alwaar hy zig een geruimen tyd ophoudt. — .Geduurende deeze reize, verwerft hy van den Paus, (*) Wy kunnen niet voarby , om hiervan een zeer \nerltw aardig voorbeeld te melden: Sommigt vleijers, waaraan het den Versten nooit ontbreekt, verhieven de magt van Canutus hemelhoog, en haddai de onbefchaamdheid, om hem te verzeekeren, dat niets voor hem onmogelyk was. Canutus gelaste hen hierop , om hem te volgen naar den oever der Zee, alwaar hy zig ep een Stoel nederzette, juist op het oegenbhk, ivanneer de Vloed begon. Toen de baar en hem meer en meer begonnen te naderen, gtbood hy htn op ten heerfchendtn toon, om te rug te wyken; doch welhaast genoodzaakt om zelf te r:;g te treeden, nam hy hier uit geleegenheid, om de dwaaze vleijers te doen opmerken, hoe zwak het vermogen zelfs van den magtigflen Sterrtling, tn dat niemand almagtig was, dan God alleen. eenige jaaren laater uit vreeze herbouwen,) en openlyk te verklaaren, dat zy zig voortaan van alle vreemde o verbeen ching willen ontdaan. Kerkelyke zaaken. [zit htt Grielfcht Ryk.] 102.6. Conraad, door verfcheidene Grooten uitgenodigd, gaat met een talryk Leger naar Italiën op marsch. Voor Pavia gekoomen , fluiten dc ingezeetenen voor hem de Poorten. Zynen tyd- met het beleg dier fterke plaats niet willende verfpülen, begeeft hy zig van daar naar Milaan , alwaar alle zyne vrienden zig verzamelen, en hem tot Koning verkiezen. Fly wordt aldaar door den Aarts-Bisfchop gekroond; welke plegtigheid kort daarna, zonder dat men met genoegzaame zeekerheid weete, uit welke beweegreden dit gefchied zy, te Monza herhaald wordt. CONRAAD, Koning van Italiën. Vervolgens brengt Conraad de Vorsten , welken zig tegen hem verklaard hadden, tot onderwerping, inzonderheid Adelbert van Este , Markgraaf van Orta , Genua en Milaan , Kleinzoon van den Paltsgraaf Otpert [zit 961.], en Stamvader van het doorluchtig Huis van Este in Italiën, en van het tegenwoordige Koninglyke en Hertoglyk Huis van Groot-Britanniën en Brunswyk-Lunenburg. De afgezette Prins van Capua , door ( onraad in vryheid gefteld zynde , herftelt zig, met behulp der Noormannen, die hunnen dienst veil hadden voor elk, die hen ten duurften wilden betaalen, in het bezit van zyn Prinsdom. 1027. Conraad begeeft zig naar Romen, en wórdt aldaar door den Paus tot Keizer gekroond. Deeze plegtigheid wordt bygewooud door iwea Koningen, welken zig thans in bedevaart te Romen bevonden; te weeten : Canutus, Koning van Deenemarken, Noorweegen en Engeland r en Rudolph, Koning van Bourgondiën. De Duitfche troepen raaker» W«r zynen opvolger op den Pausfelyken zetel verkiezen. JOHANNES XIX., ÏAi, PattSS. Niet lang daarna overlydti nsgelyks Keizer Hendrik. Zyn dood veroorzaakt eene groote verwarring in Italiën. Verfcheidene Vorsten , zig aan het gezag der Duitfche Keizeren willende onttrekken , bieden de Kroon aan Robbert , Koning van Frankryk, die de voorzigtigheid heeft, om dat aanbod van de hand te wyzen. De Hertog van Aquitaniën , op gelyke wyze aangezogt, doet hetzelfde. Eenige andere Vorsten willen Hendriks opvolger , Conraad , als Koning erkennen; doch men komt tot geen befluit. Te midden van alle deeze verdeeldheden hebben de ingezeetenen van Pavia de ftoutheid, om het Koninglyk Paleis binnen hunne Stad te ver- 1026. Hugo overlydt. Robbert benoemthieróp zynen tweeden Zoon , Hendrik , tot Ryksgenoot , zonder zig voor deeze reize te ftooren aan de tegenkanting van Conftancia , die de Kroon aan haaren derden Zoon, en lieveling , Robbert, toe ■ fchikte. Die Prins heeft de edelmoedigheid, om zig tegen de heerschzugtige oogmerken zyner Moeder te verzetten, waardoor hy ook welhaast, nevens zyn Broeder , het voorwerp wordt van haaren haat en vervolging; die eindelyk. zo ondraaglyk werden, dat zy beiden heimelyk het Hof Yerlaaten, en de wapenen opvatten; doch op het ernftig verzoek hunnes Vaders, dien zy hartelyk lief hadden , laaten zy zig beweegen, om tot hunnen pligt weder te keeren. — Zaaken van Lotharingen, [zit Duitschland.] 1031. De  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op ben TEGENWOORDIGEN TYD. * NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE RYK, éyi aangrenzende Rvken. p,i hpt nn.tcv, reclrtfche Bisfchop vindt zig hierdoor genoodzaakt, om met Graaf Dirk vreede te maaken, cn htm in het bezit van Bodegrave te laaten. i 1027. Keizer Conraad II., in den jaare ioz.t. Hendrik in het bewind opgevolgd, geeft den Utrecht- evenredigd gedeelte van zyn huis en goederen tot kooien te verbranden, verkreeg hy uit dien hoofde den bynaam van Kolbrenntr, of Koolhrander. lozó. Canutus verneemende, dat de Deenen misnoegd waren over de voorkeuze, die hy aan Engeland bewees, door aldaar zynen zetel tc vestigen, zendt, om hen te bevrecdigen, zynen jongflen Zoon , Hardicanutus, naar Deenemarken, om in zynen naam het bewind te voeren. Doch, wyl die Prins naauwelyks tien jaaren bereikte , wordt hy gefield onder het opzigt van den Graave Ulfon, een heerschzugtig man, die een fpoorloos misbruik maakt van zyn gezag, en zig verdagt maakt van naar de Koninglyke waardigheid te ftaan. Canutus, welhaast hier van onderligt, fpoedt zig naar Deenemarken, doet den Giaave met den dood ftraffen, en geeft zynen Zoon een anderen Voogd, op wiens getrouwheid hy ftaat kon maaken. Deeze onlusten dus in de geboorte gefmoord zynde, volvoert Canutus tevens zyn lang beraamd ontwerp , om Noorweegen te heroveren. Met eene aanzienelyke Legermagt derwaards gerukt, en den Koning Olaus onverhoeds overvallende, die naar Rusland de vlugt neemt, onderwerpt hy zig dat land in eenen korten tyd, waardoor hy zig meester ziet van drie groote Koningryken. [vergelyk ook Engeland..] 102,7. Na het vertrek van Canutus , keert Olaus naar Noorweegen te rug , door eenige Zweedfche en Rusfifche troepen onderfteund De Deenfche Bevelhebber rukt dien Vorst terftond tegen, en levert hem een bloedigen veldflag , waarin Olaus de neerlaag krygt, en fneuvelt. De dood van dien Vorst bevestigt Canutus in het gerust bezit van Noorweegen. Zyne Bedevaart de zaak uitlekkende, kanten de Westerfche Bisfchoppen zig zo nadrukkelyk tegen deeze fchandelyke èmkooping, dat de Paus genoodzaakt wordt, de gt zanten met een weigerend antwoord te rug te zenden. 102.5. Bazilius, in wien de ouderdom de zugt tot krygsbedryven niet had uitgedoofd, maakt het ontwerp, om Siciliën op de Saraceenen te heroveren , zendt ten dien einde een talryk Leger naar Italiën , cn maakt zig gereed, om hetzelve in perfoon te volgen, wanneer hy door een ziekte wordt aangetast, welke hem eenige maanden lang bedlegerig houdt, en even voor het einde van dit jaar in het graf rukt.. 1026. Bazilius had geene kinderen nagclaaten. ■ Zyn onwaardige Broeder en Ryksgenoot, Conftantinus, die zig nooit met de regeering bemoeid had, vertrouwt het beftuur van zaaken aan zyne Staatsdienaars , ten einde zig geheel-en-al aan zyne gewoone wellustige levenswyze te kunnen overgeeven. Door de verfpillingen van Conftantinus, en de fchraapzugt zyner gunftelingen, worden de onnoemelykefchatten, door Bazilius by een verzameld, in korten tyd uitgeput, en het volk dcor byna ondraagelyke belastingen gedrukt ; terwyl deszelfs ellende nog vergroot wordt door de wraakgierigheid en onmenfehelyke wreedheid des Keizers omtrent allen , die hem, zelfs geduurende den langen tyd, dat hy dien tytel alleen in naam gevoerd had, eenige reden van misnoegen gegeeven hadden. DC Gemalinne, weigert de verbintenis, met wylen Keizer Hendrik aangegaan, [zie ioió,] ten behoeve van Conraad tebekragtigen. Die Vorst, vergeefsch getragt hebbende hem dooi vriendelyke onderhandelingen tot andere gedagten te brengen, rukt eindelyk met een fterk Leger in Bourgondiën, verovert Bazel, en jaagt Rudolph zulk een angst aan, dat hy hem plegtig tot erfgenaam van alle zyne Staaten verklaart; waarop Conraad te rug trekt. Deeze fchikking haalt den Keizer hel misnoegen der overige Neeven van Rudolph op den hals, offchoon zy zulks voor als nog niet openlyk durven toonen (*). De beroemde Poolfche Koning, Boleslaus, de laatfte jaarer zyner regeering in ruste doorgebragt, den innerlyken bloei er welvaart zyner Staaten gehandhaafd , en onder anderen eer Raad van twaalf aanzienelyke en kundige mannen ingefteld hebbende, waaruit naderhand de Poolfche Senaat is voortgefprooten, overlydt, en wordt opgevolgd door zyn Zoon, miecislaus, 2. Koning van Polen. een traag, lafhartig en wellustig Vorst, die zig geheel laat beftuuren door zyne heerschzugtige Gemalin , Richfa; welke Vorstin, meer belang {lellende in het bew aaien van haar gezag, dan in het aankweeken van de liefde haar's Gemaals, zelve Minnaresfên voor hem opzogt, om zyne driften voedfel te verfchaffen, en hem dus van het beftuur der zaaken te rug te houden. 1026. Conraad bewerkt by de Ryks-Grooten , dat zyn eenige Zoon, Hendrik, by voorraad tot zyn opvolger verkoozen wordt. Hy begeeft zig vervolgens naar Italiën, en wordt tot Koning van dat Ryk gekroond, [zie aldaar.] De Franfche Koning , Robbert, tragt Lotharingen weder met zyne Kroon te verëenigen; doch de ingezeetenen daartoe niet geneegen vindende, zicthy weder van zvne onderneeming af. 1027. Conraad wordt te Romen door den Paus plegtig als Keizer gekroond. Kort na zyne te rug komst overlydt Hertog Hendrik {*) Deeze Neeven waren: eudes, Graaf van Champagne, 'Z>on van Rudolph's oudfte Zuster, Bertha, eerst gehuwd ?»et den Graave van Champagne, naderhand met Robbert, Koning van Frankryk. [zie aldaar 998.] hïbeiik, Hertog van Opper-Lotharingen, Gemaal van Mathilda, oudfte Dogtér van Rudolph's tweede Zuster, Gerberga. mm—, conraad, Hertog va» den en bekwaamheden; en was daaraan, ruim zo veel als aan de aanpryzing van zynen Voorzaat , zyne verheffing verfchuldigd. Ter vergoeding der geleedene teleurftelling , geeft hy het Hertogdom van Frankenland aan zyn Neef Conraad. 1025. Rudolph , Koning van Bour-  Z40 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP des. ALGEMEENE GESCHIEDENIS; ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en ITALIËN, NEDER- DUITSCHLAND; tfchitlanden Ierland. POkTUGAL. tn tmgeleege it LANDEN. Paus, van den Keizer, dien hy te Romen aantreft, én ook van den Koning van Frankryk, wiens gebied hy doortrekt, dat de Ersgelfche Bedevaart-gangers, of Pelgrims, voortaan bevryd zouden zyn van de zwaare belastingen , welken nen op hunnen doortogt werdenafgevordcrd. 103 r. Canutus, in Engeland te rug gekoomen, noodzaakt den Schotfchen Koning, Malcolm , om de fewone hulde voor etGraaffchapCumberland tedoen,[v«-gelyk 943,]welke die Vorst had geweigerd , af te leggen. Na deeze zyne eecigfte krygsverrigting in Engeland, ge- 1028. Graaf Garcias van Castiliën , zig naar Leon begecvende, om met deZuster van Koning Vermond in den echt te treeden, wordt door drie Castiliaanfche Heeren , die om hunne oproerigheid van hunne waardigheeden beroofd waren , vermoord. Wyl hy geene kinderen naliet, vervalt Castiliën aan den Echtgenoot zyner Zuster , Koning Sanche van Navarre ; die , de moordenaars van Garcias in zyne magt gekreegen hebbende, hen leevend laat verbranden. 1031. Sanche en Vermond geraaken in een heevig verfchil uuk. van ueijcren. — rechtfenBis- Conraad geeft hierfchop, zyn op dat Hertogdom byzonde en aan zyn e;£en Zoon, vriend, Hendrik. Koning Stephanus van Hon- garyën , met eene Zuster van den vorigen Hertog gehuwd, maakt uit dien hoofde aanfpiaak op Beijeren, en rukt met een Leger derwaards, om zig met geweld in het bezit van dat Hertogdom te ftelltn; doch Conraad, met eene fterker Legermagt tegen hem te velde trekkende, noodzaakt hem, om van zyne eifchen af te zien. 102.8. Afftand van het Noordelyk Markgraaffchap, ot dat van Sleeswyk, voorheen door Keizer Otto op den Deenfchen Koning Harold veroverd, aan Canutus, Koning van Deenemarken. [de het Ncordtn.] Udalrik, Hertog van Boheemen , zig van de lafhartigheid en werkeloosheid van den P olfclien Koning, Miecislaus, bedienende, herovert het Markgiaaffcnap Moraviën , en verëenigt hetzelve met zyn Hertogdom. Miecislaus, door zyne Ryksgrooten aangefpoord , trekt tegen hem te velde; doch weinig of niets van aanbelang verrigt hebbende , haast hy zig, om naar Polen , en tot zyn vorig fchandelyk leven te rug te keeren. 1030. Ernst, Hertog van Zwaben , fteeds eenen heimelyken wrok behouden hebbende over de fchikkingen wegens Bourgondiën, [vtrgelyu xox^.ende aanttekening,] doet eindelyk een openlvken opftand, onderfteund door de Hertogen van Frankenland, Lotharingen en Carinthiën. ( oniaad trekt tegen hen te velde, en behaalt eene volkoomene overwinning. Ernst fneuvelt, en wordt door zynen Broeder Herman opgevolgd. De andere Vorsten onderwerpen zig cn verkrygen genade; doch Conraad ontneemt den Hertog van Carinthiën het Landfchap Stiermarken , 't welk altoos order dat Hertogdom behoord had, en verheft het tot een afzonderlyk Markgraaf- vermaarde Gravin Mathilda. — De Prins van Capua, door de Noormannen onderfteund , verovert het Hertogdom Napels, en dryft den Hertog, Sergius, op de vlugt. 1029. Door behulp der Noormannen, die thans, ' na het overlyden van Godefroy , door deszelfs Broeder, Rainulf, werden aangevoerd, wordt Sergius in het Hertogdom van Napels herfteld. Tot erkentenis fchenkt hy hen eene uitgeftrekte en vrugtbaare ftreek gronds, tusfen Napels en Capua, alwaar zy eene Stad bouwen, welke in korten tyd zeer in grootte en aanzien toenam, en Averfa genaamd werd. Rainulf wordt door Sergius tot Graave van Averfa verheeven. Deeze benoeming zedert door Keizer Conraad, en deszelfs opvolger , bekragtigd zynde , l.reegen de Noormannen, dertien jaaren na hunne aankomst , eindelyk een vasten voet in Italiën, alwaar zv, hunne bezittingen allengs meer en meer uitbreidende , vervolgens de grondflagen lagen tot de Koningryken van Napels en Siciliën. [vergelyk 1017.] De dappere Bugienus, allengs geheel Apuliën herwonnen, cn aldaar de fterke Stad Melfi geftigt hebbende, welke zedert de Hoofdftad werd van dat Landfchap, wordt door den Griekfchen Keizer te rug ontboden. Zyne opvolgers doen niets aanmerklyks. 1032. Savoijen, Zwitzerland, en andere nabuurige in- óf omgeleegene Staaten van Italiën, wel- tog van Normandyën , dtn Buh'tl bygenaamd , die hem een fterk Leger byzet. Hendriks Broeder , en alle de overige misnoegden onderwerpen zig , uitgezonderd alleen de Koningin, en de Graaf van Champagne. 1032. Conftancia overlydt. De Graaf van Champagne , nog fteeds weerftand blyvende bieden , wordt geflagen , en verkrygt geen genade, dan na op de deemoediglte wyze berouw getoond, en den eed van getrouwheid hernieuwd te hebben. Hendrik geeft het Hertogdom van Bourgondiën aan zynen Broedei Robbert, die de Stamvader werd van den eerften Koninglyken tak der Bourgondische Hertogen, welken dat Hertogdom omtrent vier Eeuwen lang bezeeten hebben , en waaruit de oude Koningen van Portugal zyn voortgefprooten. [vtrgelyk Sfanlen 1092. tn 1135.] Oorlog tusfen Graaf Eudes van Champagne en Keizer Conraad over de opvolging in het Koningryk van Bourgondiën , welke ten nadeele van eerstgemelden uitvalt, die de nederlaag krygt en fneu- wederöm in een heevig verfchil met de Romeinen.welke omftandighrrid, gevoegd by de vernieuwde onlusten in Duitschland,den Keizer noopt, om ten fpoedigftenderwaards te rug tc keeren. Reynier, Hertog var.Toscaar.en,gev/eigerd hebbende om Conraad te erkennen, wordt afgezet, en zyn Hertogdom door den Keizer gegevenaan Bonifacius, Graave van Modena en Mantua, Kleinzoon van den vermaarden Albert-A/zo, en Vader van de zedert nog meer De goede en naar den tyd, waarin hy leefde, zeer in kennis en wetenfehappen geoefende KoningRobbert overlydt , en wordt opgevolgd door zynen Zoon cn Ryksgenoot , HENDRIK , 3. Koning van dtn derden Stam. Conftancia, door eenige Ryks-grootenonderfteund.enwel inzonderheid, door Graaf Boudewyn van Vlaanderen , en Graaf Eudes van Champagne , verwekt een opftand, ten behoeve van haaren Zoon , Robbert, die zig uit ftaatzugt met haar verzoend had. — Hendrik neemt de vlugt by Robbert II.. Her-  fAM CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 141 en aangrenzende Ryken. Het NOORDEN. Het GRIEK SCHE RYK, en het Oosten. graaffchap,ten behoeve van zekeren Ottocav, eerftcnMarkgraaf van Stiermarken. 1031. Conraad noodzaakt den Koning van Polen , om zig weder als Leenman van het-Keizer-Ryk re erkennen, zo al niet, 't welk twyffclagtig is, voor geheel Polen,tcnminften, 't welk zeker is, voor de Landfchappen , Silefiën , Mazoviën , en Plocko , allen onder de Poolfche Kroon behoorende. 103Z. De Stedehouders der Provinciën, voorheen door Boleslaus ™ het-Ruk verhmH. De lafhartigheid en werkeloosheid van Conftantinus moedigen de Saraceenen , Buigaaren, en andere nabuurige volkeren , aan , cm op het Keiterlyk grondgebied ftraffeloos tc plunderen en tc ftroopen. 102.8. Confiantinus wordt door eene heevige ziekte aangetast, welke geene hoop op zyne herftelling overlaat. Zyn voornaamfte gunsteling, Simeon, een groot vriend van zekeren Romanus Argyrus, een aanzienlyk ingezeeten van Conftantinopolen , beweegt den Keizer , op wien hy alles vermogt, om deezen man tot zyn opvolger te benoemen. Conftantinus ontbiedt hem ten Hove, verklaart hem zyn voorneemen , doch eischt tevens, dat hy vooraf eene zyner Dogteren ten huwlyk neeme. Romanus, gehuwd zynde , en zvne Gemalin tedcrlyk beminnende, aarsfelt. Confiantinus, zelfs in zyne laa'tflc oogenbliwken, zyn geweldig karakter niet verzaakende , geeft hem flegts eenige weinige uuren beraads, om of het Ryk en de Prinfes aan te neemen, of zyne oogen te verliezen. Romanus, tot zyn ent te rug geko'ómen , befluit liever het uiterst te waagen, dan zyne Gemalin op te offeren • doch die braave Vrouw noopt hem zelve op het nadrukkelykst, om in hunne fchciding te bewilligen, en begeeft zig onmiddelyk in een Klooster. Confiantinus verklaart hierop, dat hy zyne jongfte Dogtcr, Theodora, voor Romanus beftemd heeft ; doch deeze Prinfes, eene onvenettelyke afkeer voor deeze fchandelykc verbintenis betóonende, geeft hy hem zyne andere Dogter, Zoë , eene minder naauwgezette, heersehzugtige , en, niettegenflaande zy reeds den ouderdom van agt-en-vcertig jaaren bereikt had , weelderige en wellustige Prinfesfe. Het huwelyk wordt terftond voltrokken, en Romanus als Keizer gekroond, welke beide plegüshceden Conftantinus flegts drie dagea overleeft. ROMANUS III., argyrus, 47. Griekfche Keizer. Niet ontbloot van kennis en deugden, herftelt Romanus den bloei des Keizer-Ryks en den welvaart der ingezeetenen, door alle de drukkende belastingen af te fchaffen , de wetten te handhaaven, bekwaame en btaavc Staatsdienaaren aan te ftellen, de weetenfehappen te befchermen, de behoeftigrn te onderfteuncn , en alle lieden van verdiensten te begunstigen en te bevorderen. In weerwil van dit alles maakt hy zig gehaat doot zyne trotsheid , en verachtelyk door zyne verwaandheid. Reeds met den aanvang zyner regeering worden 'er twee gevaarlyke famenzwecringen tegen hem gemaakt, die echter by tyds ontdekt cn verydeld worden. 1019. Voordeden , door 's Keizers troepen in Italiën behaald, [zie aldaar.] Conftantinus heett de dwaasheid, om den Veldheer, aan wien hy zulks te danken had , te rug te roepen. 1030. _ Geduurende de zwakke regeering van Conftantinus hadden de Saraceenen zig wederom van verfcheidene plaatfen , door de drie vorige Keizeren op hen veroverd, meestergemaakt. Romanus, dit verlies willende het ftellen , begeeft zig in perfoon met een Leger naar Afia. De Saraceenen toonen zig geneegen , om een vergelyk te treffen, op zeer voordeelige voorwaarden voor het Keizer-Ryk; doch Romanus wyst hunne voorflagen trotfelyk van de hand. Door die zelfde verwaandheid de overwinning zceker achtende, en verzuimende de nodige voorzorgen te neemen, wordt hy door den vyand onverhoeds overrompeld en geflagen , en bergt zig ter naau wei nood, met 'een gering ovèrfchot zyner troepen , in Antiochiën , van waar hy kort daarna naar Conftantinopolen te rug keert. Misnoegden mismoedig over deezen tegenfpoed vei valt hy tot eene fombere en gemelyke droefgeestigheid en werkeloosheid ; waarvan zyne Gemalin, Zoë, zig bedient, om het voornaamfte beftuur van zaaken aan zig te trekken. Na'sKeizers vertrek behaalen 1wee zyner Bevelhebberen, Maniaces en Theoctistes, wel een groot voordeel op do Sa- Hh- een opftand gedaan hebbende, wordt Miecislaus door de Ryksgrooten genoodzaakt, om tegen hen te velde te trekken. Hy brengt dezelven tot onderwerping, niet door zyne eigene dapperheid , welke hy niet bezat, maar alleen door die zyner onderdaanen, en van drie Hongaarfche Prinsfen , Neeven van Koning Stephanus, aan wien hy het bevel over zyne troepen had opgedraagen. Koning Rudolph van Bourgondiën overlydt. Graaf Eudes van Champagne, als naaste erfgenaam , [vergelyk 101$. de aantekening,] rukt terftond in dat Ryk, om zig in zyn erfrecht te handhaaven, en verovert eenige Provinciën , terwyl Conraad van zynen kant gedugte toebereidfelen laat maaken , om de fchiklungen , met wylen Koning Rudolph ten zynen behoeve [vergelyk ais boven,] gefloten , te doen gelden. 1033. Eu- van Frankenland, Zoon van gemelde Mathilda , uit haar eerfte Huwelyk, met 's Keizers Oom , Conraad van Frankenland. . hns ï 11., Hertog van Zwaben , Voorzoon van 's Keizers Gemaïmne, Gifela, tweede Dogter van voornoemde Gerberga. Van alle deeze mededingers had de Graaf van Champagne ongetwyffeld liet naaste, Keizer Conraad daarentegen het minftc recht; doch de vermegendfie van allen zynde, kreeg hy daardoor de overhand; echter niet zonder heevige onlusten, gelyk nader gemeld zal worden, I. DEEL. vaart naar Romen. [zie Engeland.] 1018. Canutus te Romen eene naauwe vriendfehap metKeizerConraad aangegaan hebbende , wordt er dit jaar een verdrag tusfen die beide Vorsten geflooten;vulgens het welk de landen, voorheen door Keizer Otto op Harold veroverd , en het Markgraaffchap van Sleeswyk uitmaakende , weder aan Canutus afgeftaan , en de Rivier de Eyder tot een grensfeheiding tusfen Deenemarken en het Keizer - Ryk gefteld wordt. 1035. De  14ï beknopt tyd rekenkundig begrip dek algemeene geschiedenis, ENGELAND, frankryk. SPANJEN en PORTUGAL. i t A L i f n Ser.ctiam tn uriana. fneuvelt. [zie Duitsch- geduurende den gan- land 1032 103Ó.] fchen loop zyner regeering , brengt hy I035zyne overige dagen in ruste door. Hertog Robbert van Normandyën over1035. lydt, eenen natuurly- ken Zoon nalaatenCanutus overlydt. de, zynde den ver—— Volgens zynen maarden Willem, zeui- dert en omgeltegene Staaten. welken voorheen tot het Ryk van Bourgondiën behoorden, vervallen , ddor het overlyden van den laatiten Koning, Rudolph, aan het Keizer-Ryk. [zit Dsi.schiand.} 1033. Paus Johannes overlydt. Alberik , een zeer vermogend man, en Broeder der twee Iaatue Pausfen , geen geld fpaarende, waarvoor thans byna alles binnen Romen te koop was, bewerkt, dat tot deszelfs opvolger verkoozen wordt zyn Zoon, Theonhylactus, een jongman van niet meer dan zestien of agttien jaaren, die den naam aanneemt van benedictus ix. , 14J. Paus. en den Zetel, ruim zo veel dan de fnoodfte zyner Voorzaaten, ontëert door de fchandelyklie ongeregeldheeden en wanbedryven. 1034. De Pifaanen , meer en meer in vermogen toeneemende, rusten eene Vloot uit, doen eene landing in Africa , veroveren en plunderen de oude Stad Hippo, en keeren ongehoord met een ryken buit van daar te rug. 103Ö. 1 De voordeden , door de Noormannen, of Normandiërs, in Italiën behaald , lokken eene nieuwe aanzienelyke bende hunner landsgenooten derwaards ', onder aanvoering van den dapperen Willem, zedert YzerAnn bygenaamd, Zoon van Tancredo, Grave van Hauteville, die Vader was van twaalf Zoonen , welke elkander in kloekmoedigheid en ftoutheid niet toegaven, en waarvan 'er eenigen hunnen Broeder op deezen togt vergezelden, terwyl de overigen zig mede kort daarna by hem voegden. Willem, en de zynen, begeeven zig in den dienst van den ftaatzugtigen Primfe van Salerno , die een aanflag gemaakt had, om het Hertogdom van Amalfi te veroveren. Tegen het einde van dit jaar Lomt Keizer Conraad met een Leger in Italiën, om de onlusten te Milaan te ftillen, alwaar de Aarts-Bisfchop , door het gemeen onderfteund , de voornaamfte ingezeetenen op eene verregaande wyze onderdrukt, tn tot zulk een uiterfte gebragt had , dat zy de wapenen tegen hem hadden opgevat. 1037. Conraad begeeft zig in perfoon naar Milaan , en wordt door den Aarts - Bisfchop met veel eere ontfangen, die zelfs niet weigert, fche Bisfchoppen wordt 'er een vergelyk getroffen, uit kragtc van het welke Vermond zvne Zuster aan Sanehes tweeden Zoon, Ferdinand, zedert den Grooten bygenaamd, ten huwelyk , en haar een gedeelte der veroverde landen ten bruiofchat geeft; en Sanche daarëntegen aan Ferdinand 't Graaffchap Castiliën afftaat, 't welk tot een Koningryk [_*) verheeven wordt. 103J. De beroemde Koning Sanche van Navarre overlydt, vier Zoonen nalaatende , onder wien hy even te voren zyne Staaten verdeeld had. In zyn oerlprongelyk Ryk wordt hy opgevolgd door zynen oudften Zoon, Garcias m. , 7. Koning van Navarrt. Het Graaffchap, of thans het Koningryk van Castiliën, 't geen hy door erffenis verkreegen had , was reeds zedert twee jaaren aan zynen tweeden Zoon, Ferdinand , afgedaan. De twee veroverde Provinciën, Suprarbién cn Arragon, worden zyne jongfte Zoonen .Gonzalez cn Ramiro, toegeweezei , beide onder den tytel van Koningryken , ten einde zy niet minder bedeeld zouden zyn dan hunne Broeders. Dat van Suprarbiën beftond flegts drie jaaren, wanneer het door het kinderloos overlyden van Gonzalez, en met goedvinden van de twee andere Broeders, gevoegd werd by de Staaten van den jongden ramiro, i. Koning van Arragon. Dit nieuwe Koningryk van Arragon nam zodanig toe in aanzien, vermogen, en uitg.breiuherd, dat hetzelve welhaast den eeriten rang Dckkedde, na dat van Castiliën. 1037. Vermond, zedert den dood van Sanche , zig weder met geweld meester gemaakt hebbende van de landen, aan zynen Schoonbroeder, Ferdinand, afgeJtaan , zo brengt die Vorst, door zynen B"oedef, Garcias van Navarre , onderlleund, een Leger te velde , om zig in het bezit daarvan te herftellen. Vermond krygt de nederlaag, en fneuvelt, zonder kinderen na te laaten; waarop Ferdinand, als de naaste erfgenaam, uit hoofde van zyn huwelyk metVermonds Zuster, tot deszelfs opvoiger verklaard, en als zodanig plegtig tc Leon gekroond wordt. FERDINAND, de groote, 24. Koning van Spanjen. Eenige weinige Grooten in Galliciën weigeren den nieuwen Vorsr te erkennen , die de eerlte jaaren zyner regeering beiteedt, met hen tot onderwerping te (*) Dit nieuwe Ktnmgryk van Castiliën ffieeg welhaast, inzonderheid dcor deszelfs kort heróp volgende verëeniging met alle de Staaten van Vermond, tot den eerften rang der Spaanfche Koningryken; wes/iaivtn wy geene byzmd.rc Naamlyst der Castiliaanfchï Ktningev ztlten aat^angen ; m.iar den Lyst der Koningen van Spanjen met hm vï.ttn vtonzetu», a.s de onmtddelyke opvolgers d.r 23. verigt Konwen. fchil over de grensfehcidingen hunner wederzydfche Staaten; 't wdk zo hoog loopt, dat zy de wapenen opvatten. Sanche, veel weikzaamer, magtiger, en kundiger in den oorlog , dan Vermond, verovert in korten tyd byna geheel Leon , en noodzaakt dien Vorst, oin de vlu^t te neemen. 1033.  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 143 NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE RYK, en aaif renzende Ryken. en het Oosten. vriend, het Lanoicnap Drenthe, beneffens het oude Graaffchap Teisterband , waaronder de Tie- Asmund Kolbrenner oveilydt , en wordt opgevolgd door zynen Broeder, ASMUND, i l e mme, 3. Koning van Zweeden. een Vorst , zeer onverfchillig omtrent het handhaaven der wetten, en het bevorderen van den Godsdicnst.De eenige merkwaardige daad, door hem verrigt, is het fluiten van een minnelyk vergelyk met den Koning van Deene- 1034. De wellustige Zoë , uit hoofde van de ongevoeligheid cn verwaailoozing van haaren Gemaal, een afkeer tegen hem hebbende opgevat, wikkelt zig in eenen byna openlyken minncnhandel met zekeren Michaël, een jongman van 'eene ongemeene fchoonheid , uit een gering gefiagt in Paphlagoniën afkomstig, die uit ftaatkunde de reeds bejaarde Keizerinne in alles te wille is. Hunne gemeenfehap komt welhaast ter 00ren van den Keizer, die nochtans, het zy in goeden ernst, het zy flegts in fchyn , daaraan geen geloof wil geeven. Zoë, de gerustheid van haaren Gemaal niet vertrouwende, en zig ook hoe eer hoe liever tan hem zoekende te ontflaan , laat een langzaam werkend vergif in zynen drank mengen waardoor Romanus in eene kwynende ziekte ftort, en na verloop van eenige weeken overlydt. Eer zyn dood algemeen rugtbaar wordt, verzamelt de fnoode Keizerin alle haare aanhan* geren , doet haaren Minnaar tot Keizer uitroepen, en op het oogenblik door den Patriarch, voor eene groote fomme gelds daartoe omgekogt, kroonen , tot verbaazing en verontwaardiging der ganfche Stad, welke zig echter tegen dien fchandeiyken handel niet' durft verzetten. MICHAËL IV., de p apiilag onil'r , 48. Griekfche Keizer. De onbefchaamde Zoë laat zig, terftond na de krooning, eer zelfs het lyk van Romanus nog ter aaide befteld was, met den nieuwen Keizer in den echt verbinden. Dc zwakheid en onbekwaamheid van dien Vorst geeft haar hoop, om het oppergezag geheel aan zig te trekken; dcch zy wordt gedwarsboomd door's Keizers Broeder, Johannes den Gefhèedenen , een ftaatzugtig , fnood en arglistig man, welke het ganfche vertrouwen van zynen Broeder weet te winnen , tot deszelfs eerften Staatsdienaar wordt aangefteld, debekwaamfte en braaffte mannen van het Hof verwydërt, Zoë zelve van alle bewind uitfluit, cn als het ware in het Paleis gevangen houdt, en zig eindelyk het ganfche oppergezag aanmatigt; terwvl dc lafhartige Michaël, om de wroegingen -\an . zyn geweten te fnllen , zynen tyd beüeedt met het fligtcn .va» Hh 2 Saraceenen , onder anderen den Emir van Tripoli noodzaakende , oin aan het Ryk eene jaarlykfche fchatting te betaalen; doch deeze voorfpoed zelve verbittert den Keizer des te meer, naar maate die hena de fchande zyner eigene nederlaage des te fmerteiyker doet gevoelen. io33- Maniaccs verovert op de Saraceenen de Stad Edesfa, terwyl Theoctistes den Caliph van Egypten, die een inval in Syriën gedaan had, te rug dryft , hem met een talryke Vloot zelfs op zyne eigene kusten komt beftooken, de Saraceenfche Vloot, in het gezigt van Alexandria , verflaat, verfcheidene Schepen verovert , en met een aanzienlyken buit naar Conftantinopolen te rug keert. CjOiiraaa neiovcu auc uc veriouicuc Provinciën, en laat zig plegtig door de Staaten van dat Ryk tot Konitg verkiezen; waardoor Bourgondiën met het Keizer-Ryk verëenigd wordt; echter meer als een byzonder erfgoed der Frankifche Keizers, dan als een daadelyk Leen van het Ryk. Bourgondiën belfond uit de uitgebreide landftreek, tusfen de Gebergten, Alpen en Jura, en de Rivieren, de Rhone, de Reufs en de Aar bevat, behelzende Provence, Dauphiné, Savoijen, Zwitzerland, de Provincie Lyonriois, en eenige mindere Landfchappèn; welken echter naderhand allengs van het Ryk afgefcheurd, en deels onder de magt van Frankryk geraakt, deels tot afzonderlyke Vorstendommen verheven zyn. 1034. Miecislaus overlydt, en wordt opgevolgd door zyn Zoon, casimir, 3. Koning van Polen. De Koninginne Weduwe, Richfa, eene Duitfche Prinfeffe , en Nigt van wylen Keizer Otto III. , wordt tot Regentesfe en Voogdesfe over den jongen Vorst aangefteld. 'Zy maakt zig welhaast gehaat door haare trotsheid, dwingelandy, en ichraapzugt. i°3j. Richfa, het vertrouwen der Poolen verlooren hebbende, en hen insgelyks niet vertrouwende, geeft de voornaamfte ampten aan Duitfchers, die de onderdaanen op eene fchreeuwende wyze onderdrukken. Dit veroorzaakt een algemeen misnoegen en gemor; cn dc Ryksgrooten duen ernstige vertoogen by de Rcgentesfe , zo om zig over deeze ondraaglyke mishandeling te beklaagen, als om haar te waarfchonven voor het gevaar, waaraan zy zig zelve en haaren Zoon blootftelde , door het geduld der vryheid-licvende Poolen te veel te vergen ; doch deeze verftandige en billyke vermaaningen worden door dc trotfe Vorstin met vèrfmaading afgeweezen. 1036. De Poolen doen eindelyk een geweldigen opftand. Richfa neemt, beneffens haar Zoon en gunstelingen , de vlugt naar Duitschland, en verzoekt den byftand van Keizer Conraad , die vrugteloos zyne goede diensten aanwendt, om den jongen Vorst in zyne waardigheid te herftellen, doch met goedvindt, om ten zynen behoeve eenen oorlog aantevangen. Cafimir wordt intusfen door zyne Moeder naar Parys gezonden, om zig aldaar in de weetenfehappen te oeffenen. Gr aaf Eudes van Champagne, den Oorlog om Bourgondiën vier jaaren lang hebbende voortgezet, fneuvelt in eenen veldflag, en laat Conraad dus in het gerust bezit van dat Ryk. Krygstogt van dien Vorst naar Italiën. [zie aldaar 163Ó 1038.] 1037. 1 De Boheemfche Hertog, Udalrik, overlydt, en wo'dt met bewilliging van zyn Brocdei Jaiomir, die geheel-en-a vai i°33- Eudes, tegen de overmagt van Conraad niet beftand, moet, op deszelfs nadering , de vlugt neemen.  z44 BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS ENGELAND, Schotland tn Ierland. FRANKRYK. SPAN TEN en TT A r rtfxt uiterften wille, wordt zynen oudften Zoon, Sweno, het Ryk van Norweegen; zyn jongften Zoon , Hardicanutus, by Emma verwekt, wien de Kroon van Engeland toekwam, [vergtbyk 1019.] die van Deenemarken toegeweezen; en zyn tweede Zoon, Harold, van wegens zvne fnelheid in het loopen Hautvott bygenaamd , tot erfgenaam van het Ryk van Engeland verklaard. Emma, door de meeste En.'elfchen onderfteund , yyert fterk voor de belangen en rechten van haaren Zoon; doch , dien Prins afweezig zynde, en alle de Deenen Harold toevallende, ze behoudt deeze de overhand, en wordt door het grootfte gedeelte der Natie 7 ls Koning erkend. HAROLD, hazevoet, 17. Koning van Engeland. _ De Prinsfen, Alfred en Eduard, Zoonen van wylen Koning Ethelred , koomen in Engeland , onder fchyn van hunne Moeder , Emma, een bezoek te geven , doch inderdaad om zig aldaar een aanhang tc maaken. De Graaf Godwin, de belangen van Harold toegedaan, legt de beide Prinsfen hagen, en maakt zig meester van Altred, die wreedelyk de oogen uitgeftooken, en in een Klooster wordt opgefloten, alwaar hy kort daarna overlydt. Eduard neemt de vlugt naar Normandyën. Emma , zig verdagt gemaakt heb-" bende van de aanflagen haarer Zoonen begunstigd te hebben wordt van alle haare goederen beroofd, en uit het Ryk gebannen. Zy neerat den wyk by Graaf Boudewyn van Vlaanderen , den Gemaal van haare Zuster. ■ 1039. Na eene onwaardige regeering, meerendeels'in eene wellustige en allezins ongeregelde levenswyze doorgebrast 1 overlydt Harold. Zyn Broeder , Hardicanutus, Konintad; doch dezelve niet kunnende meester worden moer ty zig vergenoegen, met de omliggende landftreek 'te vervoestcn. VC1 1038. De fchandelyke levenswyze cn dwingeland» van Vtut Br ledictus verbittert de Romeinen zodantg , dat zy eene fa nenzweering tegen hem maaken , en hem met geweld uit c Suid dry ven. Benedictus neemt de vlugt naar Conraad n weet zyne zaak in zulk een fdioonfchynend daglicht voordellen dat die Vorst hem naar Romen te rug "brengt ° en p den Zetel herftelt. Op verzoek van zynen weldoener oct Benedictus den Aarts-Bisfchop van Milaan in den ba" 11 ordent-den eerften Kanunnik dier Kerke tot deszelfs odolger; doch die Prelaat, zig aan dat vonnis niet bekreuneae , hanhaaft zig tot aan zynen dood in het bezit zyner ■aardigheid. — De Prins van Capua, zig zedert eenden fA met geweld yan het ryke Klooster van Monte-Caiuno ïeester gemaakt hebbende, wordt door den Keizer afgezet ie vervolgens liet Prinsdom opdraagt aan den Prins van Sa' :rno, en kort daarna naar Duitschland te rug keert De Saraceenen in Siciliën werden thans door twee Broe ers, Abulafar cn Abucab, beftuurd, welken eikanderen het ppergezag betwistende, eenen langduurigen binnenlandhen oorlog gevoerd hadden. Abucab, Ie nederlaaa bekomende, roept de Grieken ter hulpe. Leo, Griekfche' Steehouder in Italiën, trekt met een Leger derwaards, verlat Abulafar, en behaalt zo veel voordeel, dat Abucab et zonder reden bedugt, dat de Grieken Siciliën voor zié Jgten te veroveren, zig met zynen Broeder verzoent, een! erke hulpbende uit Africa ontbiedt, en de Grieken noodtakt, om Siciliën weder te ontruimen. 1039. Keizer Conraad overlydt, en wordt opgevolgd door zvn oon Hendrik, den derden van dien naam als Keizer, die ter- PORTUGAL. te brengen, en zig in het bezit van zyne thans zeer uitgebreidcStaaten te bevestigen. — Hy verandert den tytel van Koning van Leon, zedert Ordogno II. door zyne Voorzaaten gevoerd,in dien van Koning van Leon en Castiliën , en verplaatst deRykszetcl van Leon naar Madrid., welke zedert de Hoofd- gert, om op de Ryks- vergadering te venchynen.welkeCon.raad te Pavia beroept , om de zaak in ver. fehil te onderzoeken.—-DeAarts-Bisfchop daar fchuldig verklaard zynde , wordt in hegtcnis gezet; doch, de wagten omgekogt of befchonken hebbende, ontfnapt hy zyne gevangenis, en keert naar Milaan te rug, al-  tam CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 145 tn omgeleegene Staattn. NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het Het QRIEK- en aangrenzende Ryk n. NOOR I1RN Sn-IPRVtr terftond door de Italiaanfche Vorsten als Koning erkend, doch niet dan eenige jaaren laater gekroond weidt. HENDRIK II., Koning van Italië». De Griekfche Keizer, Michaël , zendt een fterk Leger naar Italiën , onder bevel van den dapperen Maniaces, om de onderneeming tegen Siciliën te hervatten. Die Veldheer , van de dapperheid der Noormannen onderligt, beweegt Willem Yzer - Arm en de zynen, (door wier byftand de Prins van Salerno en Capua dit jaar het Hertogdom van Amalfi veroverd had,) om hem op deezen togt te vergezellen , en te onderftcunen. Maniaces behaalt twee groote overwinningen op de Saraceenen , en verovert de Steden Mesfina, Syracufa, en eenige mindere plaatfen, welifcen voorfpoed hy voornaamenlyk te danken had aan de ongemeene kloekmoedigheid der Noormannen , cn wel inzonderheid van Willem, die by deeze gelegenheid den bynaam van Yzer-Arm verkreeg. 1040. De Saraceenen van Africa koomen hunne kndgenooten in Siciliën te hulpe , en worden insgelyks geflagen. Hun Veldheer ontfnapt, met eenige weinige manfehap, in een klein vaartuig , naar Africa. Maniaces verwyt den Vlootvoogd , Stephanus, 's Keizers Schoon-Broeder, zyne achteloosheid. Die lafhartige man wreekt zig hierover door den Bevelhebber by het Hof aan te klaagen, als of hy zig tot Koning van Siciliën wilde opwerpen ; waarop dc braavc Maniaces-in ketenen gefloten, naar Conftantinopolen gevoerd , en onder eene naauwe bewaaring gefteld wordt. Zyn opvolger, Doceanus, een gierig entrots man,'verbittert de Noormannen door zyne onbillyke weigering, om ben eenig aandeel in den bchaal- Tieler- en JSommelerwaard , nevens de Landen van Kuilenburg, Buren , Vianen, Arkel, Heusden cn Altena , zo men meent, behoorden. I039- Graaf Dirk, in de laatfte jaaren zyner regec- nemarken, ter juiste bepaling van de grensfcheidinghunncrwederzyc1fchc Staaten; by welke geleegenheid hy oolc den bynaam vani/w2me, ot Grensfc hélder, verkreegen heeft, Deberoem- j_ /-« . ■ pcu /.ïg op lot aizonuenyKe onarhankelyke Vorsten in de.verfcheidene Provinciën , w aaróver zy het bevel voerden, en regeerden aldaar als volftrekte dwingelanden. Onder anderen had zekere Mazos zig meester gemaakt van de ganfche landftreek , welke nog heden ten dage naar hem Mazoviën genaamd wordt. De Boheemfche Hertog, Przetislaus, en de Rusfifche Grootvo:st, Jaroslaw, bedienen zig van deeze onlusten, om een geweldigen inval in Polen te doen, alwaar zy de verfchrikkelykfte.verwoestmgen aanregten. Onder anderen worden de Steden, Breslaw, Pofen en Gnefen door eerstgemelden op eene deerlyke wyze geplunderd. Dc Poolfche Grooten neemen hunnen toevlugt tot den Keizer Conraad , wiens bedreigingen en krygs-toerustingen de beide Vorsten noodzaaken, om Polen te ontruimen. Na eene langduurige, vreedzaame en godvrugtige regeering, overlydt de Hongaarfche Koning Stephanus, wiens mgedagtenis fteeds in dat land in zegening , en wiens in veelen opzigte uitmuntende i. fteilingen beftendig in eerbied gehouden zyn. Zyn eenigfte Zoon , Emerik, was reeds voor hem overleeden. Verfcheidene Hongaarfche Grooten dingen naar de Kroon, doch door den invloed enkuiperyen van Stephanus Weduwe, Gifela, eene Duitfche Prinfesfe, worden zy allen uitgefloten, en de Kroon opgedraagen aan Gifela's Broeder, petrus, z. Kening van Hongaryën. een wreeden dwingeland, die de landzaaten geweldig onderdrukte, cn alleen de Duitfchers, zyne landsgenooten , begunstigde. 1039. Keizer Conraad overlydt (*,), cn wordt, volgens de vorige verkiezing , onmiddelyk opgevolgd door zynen Zoon , HENDRIK III., de zwarte, 17. Kaken een by uitneeaiendheid dapper en kundig Vorst, doch wiens verdiensten ontluisterd werden door zyne verregaande heersch- z.ugt, geftr engheid en gierigheid. Hy wordt in Italiën mede als Koning erkend. 1040. De Primaat van Polen, een einde willende maaken aan de fteeds voortduurende onlusten cn beroeringen in dat Ryk, be- (*) Even voor zynen dood herfteld; Conraad htt Graaffchap van Thuringen, ten behoeve van zekeren Lodewyk, byrittaamd met den Baaid, doorgaans gehouden veer teut» Zoon vaa wyien den Fran- Hh 3 dc laatfte jaaren zyner regeering een geregeld ftelzel van wetten voor de Deenen vervaardigd hebbende , overlydt in Engeland, na zyne uitgebreide Staaten tusfen zyne drie Zoonen verdeeld te hebben. De oudfte, Sweno, krygt Noorweegen; de tweede , Harold, Engeland; en de jongfte, Hardicanutus, Deenemarken, alwaar hy reeds zedert eenige jaaren, in naam van zynen Vader , het bewind gevoerd had. HAR Dl-CANUTUS, r o f C A N U T U S lil., 5. Kening van Deenemarken. Deeze Vorst, wiens dwingeland}' en overgcgeever.hcid aan zyne ongeregelde driften hem zo gebaat maakten , als zym Vader bemind geweest was, bezat eene ongemeene fterkte van lichaam; uit welken hoofde hy den naam van Hardi-Camtus, of den fttrken Canutus verkreeg. 1039. Magnus, een Zoon van wylen den Noorweegichcn Koning. Olaus, htrmelyk eenen grooten aanhang gewonnen hebbende, herftelt zig in het Ryk , en noodzaakt Sweno , om de vlugt te neemen naar Zweeden , alwaar hy koit daarna overlydt. Canutus, meer uit ftaatzugt, da» om het ongelyk, zynen Broeder aangedaan , te wreeken, doet . een geweldigen inval in Noorwet- en hei Oosten. van Kloosters, verryken der Geestelyken , eu veelerbandc bygeloovige boetedoeningen. 1038 1040J Krygstogt in Siciliën; voorfpoed, van het bewind afftand doet, opgevolgd door zynen Zoon , pszetislavs, dri-en-iwintigfkn Hertog van Boheemen. 1038. Zedert de vlugt van Richfa, had 'er eene jammeriykc regeerihgloosheid in Polen ftand gegrt-epen. Dc voornaamfte Grooten , eikanderen het oppergezag misgunnende , wier-  xx6 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ' ENGELAND, Schotland en Ierland. gaande gierigheid en onderdrukkingen, zodanig dat hy ganfche huisgezinnen in ballingfchap zond, om /.ig met derzelven verbeurd-verklaarde goederen te verryken, wordt, door eenigen zyner misnoegde onderdaanen, vermoord. Geen mannelyk kroost nagelaaten hebbende, wordt de Kroon opgedraagen aan den Zoon zyner oudfte Dogter, d u N kan, 16. Koning van Schotland. Een goed Vorst, dcch van geringe bekwaamheeden • een gebrek, waarvan hy zelve (dat allerzeldzaamst is,) zo wel overtuigd was, dat hy zynen Neef, Macbeth, een Zoon van wylen Malcolms tweede Dogter, tot zynen eeriten Staatsdienaar benoemde, en het ganfche beftuur van zaaken in handen ftelde. Mackbeth wettigt die keuze, door zyne verftandige en oplettende zorge, om den bloei van het Ryk te handhaaven , en zyn beleid en dapperheid in hetftillen van eenige inlandfche onlusten , en het verdryven der Noorweegers, die eenen inval in Schotland deeden; doch zyne toonieiooze ftaatzugt, door de trotsheid zyner Gcmalinne nocr meer aangehitst, doethem heimelyk het fncod ontwerp vor° men, om zynen weldoener ondankbaar van de Kroon te berooven. 1041. Hardicanutus overlydt op een gastmaal. Hy was de laatfte der Deenfche Vorsten, die in Engeland regeerde. Het gefiagt van Canutus den Grooten, in de mannelyke linie, met hem uitftervende, toonen de Engellclrcn zig geneegen, om eenen Prins uit het bloed hunner oude Komngenten Troon te verheffen; waartegen de Deenen , door hun lang verblyf in Engeland, met dezelven byna volkoomen verëenigd, en als tot één volk geworden, zig niet of flegts flaauwelyk verzetten. De kinderen van wylen Edmund° Yzerrib hadden nu wel het naaste recht; doch hunne langduuii"e afweezigheid in het afgeleegen Hongaryën, [ vergelyk 1017,°] en de noodzaakclykheid , om ten fpoe'digften met de vei kiezing voort te gaan, doet de voorkeuze geeven aan den Prins Eduard •, Zoon van wylen Koning Ethelred , die zig werkelyk in Engeland bevond, en aldaar veele vrienden gemaakt had. De vermogende Graaf Godwin , de eenige , van wien men, uit hoofde van den ouden wrok, een geweldigen tegenftand te dugtcn had, wordt eindelyk, op de plegtige toezegging, dat hy en zyne Zoonen tot de eerfte Suafsampten bevorderd , en zyne Dogter, Editha, door Eduard ten huwelyk zoude genoomen worden, overgehaald , om zyne ftem tot de verheffing van Eduard te geeven, die vervolgens algemeen als Koning erkend en gekroond wordt. E D U A R D, de eelyder, 19. Koning van Ef.geland. Misnoegd op zyne Moeder Emma, welke de belangen Van haaren Zoon uit het tweede bed, Hardicanutus, meer dan de zynen behartigd had , laat Eduard haar van alle haare goederen berooven , en in een Klooster opfluitcn. Dc Koninglykc fchatkist byna geheel uitgeput zynde, vindt hy zig genoodzaakt, alle de giften en jaargelden, door zyne Voorzaaten verleend , in te trekken, waaraan de ingczeeie-.. nen , van de noodwendigheid van deezen ftap zelven overtuigd , zig gewillig onderwerpen. Voor het overige handhaaft hy het recht en de wetten, en regeert, geduurende de eerfte jaaren, in diepen rust en vreede; inzonderheid dooide FRANKRYK. SPANJEN ITALIEN, nen van wylen den P O R 1 L G A L. tn omgeleegene GiaavevanCham- Hoofd-ftad werd van "M't"' pagne en eenige geheel Spanjen. haalden buit toe a % a T ' te ftaan. Die dap! onderfteund doet I04z. pere lieden ver¬ een opftand; doch faaten het Griel- krygt de neder- De ftaatzugtige Ko- fche Leger, kee- laag "endr-k ning van Airagon doet ren naai Italiën te lLtienkt een rug, en wreeken zig over den ge- =•«•-11 ,,. „ . , leden hoon door e.n al ergcvveldigften inval m Apuliën , alwaar zy zig van de Hooidkad Meift, en eenige andere plaatfen, meester maaken. Doceanus komt in aller yl met het grootfte «ededte zyner troepen mt Siciliën te rug, maar wordt door d% Noormannen (waarmede dk van Averfa, op belofte van den buit te zuilen deelen, zig verëenigt hadden,) tot tweemaal toe gellagen. Geduurende zyn aiweezen heroveren de Saraceenen geheel Siciliën, uitgezonderd alleen de Stad Mesfina alwaar eene fterke bezetting was agtergelaaten, welke dé vereenigde pogingen der vyanden, door eene ongemeene dapperneid, beftendig verydelt. Te midden van alle deeze onlusten komt Argyrus, Zoon van wylen den dapperen Mello, zyner gevangenis ontfuapt, te Bari te rug, al waaide ingezeetenen hem tot opperhoofd verkiezen, en zio wederom aan het gezag van den Griekfchen Keizer onttrekken ; terwyl de Prins van Salerno zig met geweld van het Ivieine Hertogdom Sorrenie meester maakt, en hetzelve met zyne overige Staaten verëenigt. 1041. Doceanus wordt te rug geroepen. Zvn opvolger, Exaugusttis, een Zoon van den dapperen Bugienus, wordt insgciyits door de Noormannen, die een Broeder des Hertogen van Benevent tot hunnen Veldheer verkoozen hadden gelagen, en zelfs krygsgevangen gemaakt; waarop byna geneei Apuliën zig aan de overwinnaars onderwerpt Zaaken van Poien. [zte Duitschland.] De voornaamfte ingezeetenen, eigenaaren van Landgoederen en Leenen, of wel de zogenaamde Adel, te Milaan , de mindere Burgeren zeerkwalykbchandelen.de, en deezen zig daarover ten uiterften gevoelig betoonende , zo ontftaat er een Burger-Oorlog, met dat gevolg , dat de eerstgemelden de btad moeten ontruimen , die hierop uit weerwraak , met hunne menigvuldige diënaaren en afhangelingen, de Stad belegeren Deeze onlusten duuren drie jaaren lang, geduurende welken tyd'er verfcheidene bloedigefchermutfelingen voorvielen, tot dat 'er eindelyk [> 1044.,] door bemiddeling van een der voornaamfte Edelen,' eene verzoening getroffen wordt. , * 1041. De Vorst van Benevent ftelt Exaugustus, buiten weeten der Noormannen, voor een zwaar losgeld in vrvheid Zy ontneemen hem hierop het oppergezag, en kiezen den dapperen Argyrus, Heer van Bari, tot Kunnen Veldheer. Onder deszelfs aanvoering voltooijen zy de verovering van rehcel Apuliën, 't welk de voornaamfte hoofden onder elkanderen verdeden , met die bepaaling , dat de Hoofdftad Meffi aan niemand in het byzonder, maar aan allen in het geméén , zoude toebehooren. Het Hof van Conftantinopolen , voor het verlies van geheel Italiën bedugt, ftelt den ver-  vak CONSTANTINUS den GROOTE'N at tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 147 NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEK SCHE RYK, en aangrertzcauz ivytew. geering niets aanmer- . kelyks verrigt hebben- beroept eene RyksvergadermgteGnedc, dan eene Bede- fen, en doet aldaar het voorltel , om vaart naar i aLestina, den wettigen erfgenaam, Calimir, of op den Troon te herftellen. On- kundig omtrent de denkenswyze en —' het .-arakier van dien Böas, en vree¬ zende , dat hy zyn herkreegen gezag voornaamenlyk zoude aanwenden, om over den vongen hoon wraak te neemen, durven de welmeenendilen zelven der Poolfche Grooten dien voorflag niet toeitemmen ; doch de nadrukirelyke voorfteümgui van den Primaat haaien hen eindelyk over. Men zendt gezanten naar Richfa , om van haar te verneemen, waar haar Zoon zig thans ophieldt; en die Vorstin geeft hen hei onaangenaam berigt, dat Calimir, alle hoop op de Kroon hebbende laaten vaaren, den Geestelyken Staat in het Klooster van Chmy in Frankryk omhelsd had, en zelfs reeds tot Diaken geordend was. Desniettemin zendt de Vergadering een plegtig gezantfehap derwaards, om Cafimir ernstig te fmeeken, dat hy het Klooster verlaaten, en de hem aangebodene Kroon zoude aanvaarden ; doch hy verklaart, dat het buiten zyne magt was, zyne Gees-.elyke geloften ie verbreeken, en wyst hen tot zynen Abt, onder wiens gehoorzaamheid hy ftond. De Abt verklaart insgelyks , dat zyne magt zig zo ver niet- uititrekte, om eenen Monnik van zyne geloften te ontheffen, en raadt de gezanien, om zig tót den Paus van Romen te vervoegen. . 1041. De gezanten begeeven zig naar Romen , en verwerven van Paus Benedictus het ontflag van Calimir , echter niet dan op voorwaarde, dat de Poolfche Grooten eene jaarlykfche fchatting aan den Roomfchen Stoel betaalen,, hunne hoofden naar de toenmaalige wyze der Monniken fcheeren , en op de voornaamile Feestdagen een linnen kleed , in de gedaante van eenen Priesterlyken Stool, om den hals zouden draagen; weke drie voorwaarden gereedelyk worden aangenoomen. Cafimir wordt in zegepraal in zyne Staaten ingehaald , en te Gnefen door dén Primaat plegtig gekroond. Eenen verftandigen middelweg houdende tusfen eene al te groote geftrengheid , en eene al te groote toegeeflykheid, herftelt hy in korten tyd de goede orde, rust, en welvaart, en verwerft de achting en geneegenheid van alle zyne onderdaanen, den trotfen Mazos [de 1038,] alleen uitgezonderd, die zyn gezag weigerde te erkennen. Om zyn Ryk tevens van buiten te beveiligen , fluit Calimir eene naauwe vriendfehap met Keizer Hendrik , cn met den Rusfifchen Grootvorst, Jaroslaw, wiens Zuster hy ten huwlyk neemt. 1041. De Hongaaren doen een geweldigen orfland tegen hunnen dwingeiandfehen Koning, Petrus, dry ven hem' uit het Ryk, verfcheuren in hunne woede deszelfs fnooden ftaats- die- Franfchen Prins Karei , Hertog van Neder-Lotharingen. [vergelyk Nederlanden 991.] De K.cmzoon van deezen Lodewyk nam den tytel aan va.i Landgraaf van Thuringen; en zyn gefiagt bezat hetzeive ruim 200. iaaren, wanneer Thuringen met £éi JtLarkgraaffc/iaji van Meisfen verëenigd werd. [zie 124&.J weegen, alwaar hy zo dappeilyk doorKon'ng Magnus wordt ontfangen , dat hy de vyandelykheeden moet 'ftaaken, en een verdrag fluit, volgens het wek de langstlevende tot erfge raam der beideKroonen verklaard wordt. Zyn Broeder, Harold , omtrent deezen tyd overlydende, wordt Canutus , in deszelfs plaatfe, tot Koning van Engelar.d verkoozen. [zie aldaar..] 1041. De Zweeden, misnoegd ov er dc gemaakte iJiaL, uuu ui eene gevaanyite zie.Me. Zyne bygeloovigheid, en onderwerping aan den overheerfchenden wil zyn's Broeders, neemt toe , naar maate hy zyn einde voelt naderen. Die ftaatzugtige man, vreezende door s Keizers dood al zyn gezag te zuilen vcrlie/en, beweegt den ziekogenden Verst, om oen Zoon hunner Zuster, Michaël Calaphates, tot zynen opvolger te benoemen; en zyne Gemalin Zoë te noodzaaken, om dien jongman openlyk en plegtig tot haaren Zoon aan te neemen. Weinige dagen laater geeft dé Keizer den geest. Zoë, thans, uit hoofde haarer geboorte, het naaste recht rot,den Troon, en niet dan tegen dank haare Item tot dg verheffing van den jongen Michaël gegeeven hebbende,, weigert nu dezelve te bekragtigen ; doch wordt, door deszelfs ernstige fmeekingen, en nog meer door de belofte, dat zy alleen al het daadelyk gezag zal oeffenen, overgehaald, om hem ais Keizer te laaten uitroepen en kroonen. MICHAËL V., cal aphates, 49. Grielfcü Keizer. De nieuwe Vorst, gelyk zyn Oom uit een zeer gering gefiagt afkomstig, en Caiaahates, of Scheepstimr.terman, hyge* r.aamd , om dar zyn Vader dat handwerk geoefterrd had, was niet ontbloot van bekwaamheeden, mr.ar van eer. fr.tcd karakter , waardoor hy, na een kojtftondig genot zyner grootheid, zelfs zyn eigen val berokkende. 1042. Dc ondankbaare Michaël zendt zynen Oom, Johannes, aan wien.hy voornaamenlyk het gebied te danken had, in ballingfchap j fchenkt al zvn vertrouwen aan eenen anderen Oom , C nfhuinus geheeten, geeft zig toe in de fnoodfte. ongeregeidheeden , verdrukt het volk, zet den Patriarch met geweld af, mishandelt de Keizerinne-Weduwe Zoë, dryfe haar eindelyk uit het Paleis, en bant haar in een Klooster. Het volk-, hierop alle geduld verliezende, doet een geweldigen opftand , overrompelt en plundert het paleis, en ver-klaart als uit eenen moi.de, dat Michaël de Kroon onwaardig is , ea dat dezelve eeniglyk toekomt aan de wettige erf-. t» net vosten. fpoed , door den dapperen Maniaces aldaar behaald , en onwaardige behandeling , dien Veldheer aangedaan. [zie ltal,en.~\ 1041. De Buigaaren, verbitterd over de dwingelandy en fcinaapzugt van den Staatsdienaar Johannes, een geweldigen opftand gedaan hebbende , onder aanvoel ing van eenen Neef van wylen hunnen Koning Samuël, woeden weder tot onderwerping gebragt. Een gedeelte van Italiën, door. de Noormannen op het Ryk veroverd, [zie aldaar.~] De zwakke Michaël, door den . krygstogt tegen de Buigaaren, dien hy in perfoon had bygewoond, en die deeenigfte daad van gewigt was, geduurende zyne ganfche regeering door hem verrigt, doodelyk afgc-  148 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN, NEDERLANDEN. - DUITSCHLAND' Schotlanden en PORTUGAL. menseigen* en aangrenzende ' Ttrland. fchenkt ZVnen £/„„/,« nfWu»,i;.,„r.„j .. v "w dc bekwaamheden van zynen Schoon-vader, Godwin, die,als ce'.fte Staatsdienaar , het voornaamfte beftuur \an zaaken in handen had. 1046. De welke zogenaamde godvrugiige togten dienaar in ftukken, meer cn mecrin dee- fteeken de kinderen ze bygeloovige Een- van Petrus de oogen we in zw ang begon- uit, en draagen dc nen te raak en , over- Kroon op aan den lydt, en wordt op- Gemaal eener Zusgevolgd door zynen ter van wylen KoZoon, ning Stephanus, DIRK IV., a b a , 5. Graaf van 3. Honing van- Holland. Hongaryën. Keizer Conraad, Petrus neemt de een bezoek by den vlugt bv KeizerHenBisfchopvanUtrecht drik, en weet zyne afleggende, overlydt zaak by dien Vorst indieStad.ZynZoon in zulk een fchoon en opvolger, Hen- daglicht voortefteldnk , den Bisfchop Ien, dat Hendrik zig niet minder toege- verbindt, om hem , rrcegen , begunstigt zo dra mogelyk, in ïem met eene aan- zyne ftaaten te hcrrienelyke landftreek, ftellen. idecgenmde tegen- De Boheemfche ivoordige Provincie Hertog, Przetislaus, kroningen ; waar- weigert den Keizer loor het vermogen als Leenheer te er.-an dien Zetel niet kennen , en het Ryk weinig toeneemt. fchatting te betaalen , en hernieuwt zyne io4y. invallen in Polen. Hendrik trekt tegen Graaf Dirk dten hem tc velde, en ran Vlaanderen het noodzaakt hem in be- konen tyd , om zig te onderwerpen. Cafimir, door zynen Schoonbroeder by;eftaan, beoorlogt Mazos, die deneei-laa» :rygt, en dc vlugt neemt by de Pruisfent /elke woeste Natie hy, door de hoop an een ryken buit, overhaalt, om zvne clangen te onderfteunen. 1043. Cafimir behaalt eene roemryke overwining op de Pruisfen, welken zig aan zyn ezag onderwerpen. Mazos fneuvelt, en e Provincie Mazovien wordt weder met e Poolfche Kroon verëenigd. 1044. De Horgaarfche Koning , Aba, door :t voorbeeld van zynen voorzaat niet ee^ erd, verneemt dc harten zyner onderlanen van zig, door eene even dwingendifche regeering. De Hongaaren zel:n roepen den Keizer te hulpe, die met een van net rvk in ïta- ,3iën geheel herfteld hebben, indien eene nieuwe fchresuwende veröngelyking, hem aangedaan, [de het Griekfche Ryk,,] hem niet bcw oogen had, om "zyne wapenen tegen het Keizer-Ryk zelve tc keeren. 1043. 1 . Maniaces, vreezende het flagtöffer zyner vyanden te zullen worden, en zig van dc geneegenheid der troepen jegens hem bedienende, ftaat openlyk tegen den Keizer op, en doet zig zelven tot Keizer uitroepen. Hy tragt Argyrus cn de Noormannen door groote beloften in zyne belangen over te haaien ; doch deezen, voor het verlies hunner pas verkreegerie bezittingen bedugt, in gevalle zulk een dapper man daadriyk den troon mogt beklimmen, zyn de eerften en verwoedften, om zig tegen zyne ondernceming te verzetten, vereenigen zig met het Leger, door den Griekfchen Keizer, Conftantinus, tegen Maniaces gezonden, cn noodzaaken hem eindelyk Italiën te ontruimen. \zie verder het Griekfche Ryk.] Conftantinus, zig aan de Noormannen verpligt achtende, en hen tevens vreezende, tragt een vergelyk met hen aan te gaan, doch zy wyze» zulks van de hand, cn handhaaven zig met geweld in het bezit van Apuliën. De Keizer Haagt beter omtrent Argyrus, wien hy tot Vorst van Bari en Hertog van Italiën verheft, en daardoor geheel in zyne belangen overhaalt. De Noormannen, misnoegd op Argyrus, verklaaren hemden oorlog, en kiezen tot Bevelhebber hunnen dapperen landsgenoot, Willem Yzer-Arm, dien zy tevens eenpaariglyk tot Graaf van Apuliën uitroepen. ' Argyrus, door de Grieken onderfteund , verdeedigt zig zo kloekmoedig tegen de Noormannen , dat zy beflurtcn de verdere vyandelykheeden te ftaaken, cn zig met hunne aanzienlyke bezittingen te vergenoegen. 1044. j 1 De ftaatzugtige Prins van Salerno, Capua, en Amalfi, misnoegd over dc v Verheffing van Argyrus, fluit een vriendfehaps-verdrag met de Noormannen , v en flaat, nevens hen, het beleg om Bari; doch zy moeten eindelyk, na veele t vrugtelooze pogingen om die Stad te overrompelen, onverrigter zaake aftrekken. Intusfen doen de ingezeetenen van Amalft eenen opftand tegen den Prinsfe van Salerno, en draagen het Hertogdom op aan eenen Broeder van den .vorigen verdreevenen Hertog. De Romeinen, de verregaande gruwelftukken en geweldenaryën van Paus n Benedictus niet langer willende dulden , dry ven hem andermaal uit de Stad; g waarop Johannes, Bisfchop van Sabina, zig van den Pausfelyken Zetel mees- d ter maakt, cn den naam aanneemt van Svlvestcr III.; doch, na verloop van d drie maanden , wordt hy op zyne beurt door den aanhang van Benedictus uit Romen gedreeven , en die onwaardige Paus in het bewind herfteld. 104?. h Benedictus, zig fteeds het voorwerp van den algemeenen haat ziende, en k ©ngeftoord zyne ongeregelde lusten willende opvolgen , verkóópt, onder fchyn d van eenen vrywilligen afftand, dc Pausfelyke waardigheid, voor eene groote 3; finnme gelds, aan zekeren Priester Johannes , die zig vervolgens plegtig laat v ordc- vcröngelykten Maniaces in vryheid, en zendt hem andermaal als Oppeibevelfiebber naar Italiën. Die dappere man behaalt eene roemryke overwinning op dc Noormannen.herövert drie Steden, enzou waarfchynlyk de zaaken een onverhoedfehen inval in het Koningryk van Navarre, cn behaalt aldaar verfcheidene voordeden; dochGarcias, zig fpoedig herftellende, dryft hem met groot verlies terug, verovert, op zyne beurt, verfcheidene Broeder, en deszelfs aanhang, op hun berouwbetooning, vergiffenis , behalven den hardnekkigen Graave van Meulan, die in hegtenis gezet, en zyn Graaf-  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot o» ben TEGENWOORDIGEN TYD. %A9 Het NOORDEN. Het G R I E K S C H E RYK, en hit Oenen. te grensfcheiding, [zie io3S>] waarby zy beweerden, dat Koning Asmund uit lafhartigheid meerder aan de Deenen had afgeftaan , dan hen toekwam, koomen eindelyk, na langduurig morren , tot eenen daadelyken opftand. Asmund, zig met geweld tegen hen verzettende, fneuvelt. Een gedeelte der Natie verkiest hierop tot zynen opvolger zekeren Haco , een man van groote verdiensten; terwyl het overige gedeelte zig verklaart voor Stenchil, eene Dogters Zoon van wylen Koning Olaus, welke de Kroon even zeer waardig was. De bi aafheid deezer mededingers voorkomt eenen Burger-Oorlog, en zy fluiten een vriendelyk verdrag, volgens het welk Haco, die reeds bejaard was, den Troon beklimmen, en den jongen Stenchil voor zynen Zoon en erfgenaam zoude erkennen cn aanneemen. H A C O, 4. Koning van Zweeden. Canutus overlydt, zonder kinderen na te laaten; en wordt, volgens het verdrag , in den jaare 1039. gefloten , opgevolgd door den Noorweegfchen Koning, M A G N U S , 6. Koning van Deenemarken. een allerüitmuntendst Vorst, die den bynaam verkreeg van den Goeden , en Vader du Vaderlands. Zyne regeeringe werd echter ontrust door een herhaalden opftand der ingezeetenen van Jutland , die zyn gezag weigerden te erkennen, doch telkens overwonnen, en met eene onverdiende zagtheid behandeld weiden; gelyk ook door de ftaatzugt van den jongen Sweno , (een Zusters Zoon van Canutus den Grooten,) die door Magnus, welke zig doorgaans in Noorweegen ophieldr, tot Stedehouder van Deenemarken aangefteld , zig van dat Ryk zogt meester te maaken; welke onderneeming door zyne groote bekwaamheeden , en de liefde der Deenen voor het bloed van Canutus, niet weinig begunstigd , van tyd tot tyd met vernieuwde kragten hervat, doch telkens door de dapperheid, voorzigtigheid cn het be- I. DEEL. genaamen, Zoë, en haare Zuster, Theodora, welke tot nu toe in afzondering en vergeetelheid geleefd had. Die twee Prinfesfen worden hierop uit hunne fchuilplaatfen gehaald, en met eene algemeene toejuiching op den KeizerlykenTroon geplaatst. ZOË en THEODORA, 50. en JI. Griekfche Keizers. Geduurende deeze plotfelinge omwenteling hadden Michaël en Conftantinus den wyk genoomen in een Klooster, en zelfs den Geestelyken Staat omhelsd, in de hoop van zig aldus voor 's Volks woede te beveiligen ; doch zy worden met geweld van daar gerukt, langs de ftraaten der Stad gcfleept, op het eenpaarig geroep der verwoede menigte, de oogen uitgeftooken, en in dien toeftand naar het Klooster te rug gezonden , om aldaar hunne dagen te eindigen. — De twee Vorstinnen, fchoon uit verfchillende grondbeginzels, die van weezenlyke braafheid in de eene , die van ftaatzugt en nayver in de andere , regceren op eene uitmuntende wyze ,rhervormen de menigvuldige misbruiken , cn zorgen zelfs voor het behoud der buitenlandfche bezittingen; ten welken einde zy den dapperen en verongelykten Maniaces in vryheid ftellen, en met een Leger naar Italiën zenden, waar mede hy den Noormannen een gedeelte hunner veroveringen weder ontweldigt. De Keizerin Zoë, fchoon reeds den ouderdom van twee- en- zestig jaaren bereikende, begeef: zig ten derden maale, ftrydig tegen de wetten der Kerke, welken de Patriarch vrugteloos wil doen gelden, in huwelyk met een haarer oude gunstelingen , Conftantinus Monomachus, een man van ;ene aanzienelyke geboorte, welke eenpaariglyk als derde Ryksgenoot cn Keizer erkend en gekroond wordt. CONSTANTINUS IX., monomachus, 51. Griekfche Keizer. Zelve onkundig, doch uit verwaandheid ie weetenfehappen befchermende , milddaaiig uit verfpilzugt, toegeevend uit traagicid , vertoonde de nieuwe Keizer eenige fchynbaare deugden, welken door zyne gunstelingen hemelhoog verheft werlen. Voor zyne bevordering in eene fchanielyke gemeenfehap geleefd hebbende met tekere Sclerena , Kleindogter van wylen 3en vermaarden Bardas Sclerus, verkrygt hy fan de Keizerin, wier bedorven hart voor »eene redelyke jalouz.y vatbaar was , gereelelyk verlof, om deeze zyne Minnaresfe ryy zig te houden, welke hy in het Paleis Lclve verblyf geeft, cn eene pragtige Hof- Ii houding toevoegt. Zoë ftrekt haare toegeevendheid zelfs zo verre uit, dat zy eene naauwe vriendfehap met Sclerena fluit, en de Keizer laat aan die twee onwaardige Vrouwen het ganfche beftuur van zaaken over, waarvan de Keizerin Theodora byna geheel wordt uitgefloten. 1043. Romanus Sclerus, door den invloed zyner Zuster Sclerena , tot de hoogfte eer-ampten verheeven, cn een groot vyand van Maniaces, bedient zig van zyn vermogen, om dien dapperen Veldheer verdriet te dofen. Hy maakt zig met geweld meester van deszelfs landgoederen, aan de zynen grenzende, ontëcrt deszelfs gemalinne, en haalt den zwakken Keizer over, om hem 't bevel over dc troepen ht Italiën te ontneemen. Maniaces, door woede en wanhoop gedreeven, vervoert de troepen , op wienhy alles vermogt, tot eenen opftand , en werpt zig tot Keizer op ; doch nu twee vyanden teftens, het Ryken de Noormannen , te beftryden hebbende, bezwykt hy in zyne pogingen, [ vergelyk Italiïn, ] en neemt met zynen aanhang den wyk naar Bulgaryën. Conftantinus zendt hem eenige troepen tegen, die geflagen woidcn; doch Maniaces, in het gevegt een dcodelyken wond gekreegen hebbende, overleeft zyne overwinning flegts eenige uuren; waarop zyne troelen zig onderwerpen. De Serviërs, door een dapper Vorst aangevoerd, ontrusten het Ryk door geduurige invallen, cn verdaan een talryk Leger, onder bevel van een onkundig Veldheer, door den Keizer tegen hen gezonden. Verdere zaaken van Italiën. \_zie aldaar.] De Rusfen, misnoegd over eene mishandeling , fommigen hunner landsgenooten, die zig te Conftantinopolen bevonden , aangedaan , naderen die Stad met een verbaazend aantal kleine Vaartuigen; maar worden, inzonderheid door middel van het Griekfche Vuur, welks famenfteliing nog altoos een geheim voor alle de overige volkeren gebleeven was, met groot verlies te rug gedreeven. 1044. Het volk , geërgerd over de fchandelyke levenswyze en het aanzien van Sclerena , dreigt haar en den Keizer van het leven te berooven ; doch door de goede maatregelen cn tusfenfpraak van Zoë , en van Theodora zelve, wordt het oproer fpoedig geltild. 1045. - 's Keizers troepen, door een Saraceenfchen Emir bygeftaan , veroveren OpperArmeniën. De Emir, zyn billyk aandeel in  *$o BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en ITALIËN, NEDERLANDFN Schotland, en Ierland. PORTUGAL. en omeele,,,*. 1046. De Schotfche Koning, Dunkan, wordt op een verraaderlyke wyze door zynen ftaatzugtigen Staatsdienaar , Mackbeth , vermoord; waarna deeze zig met geweld van den Troon meester maakt. mackbeth, 17. Koning van Schotland. Geduurende de tien eerfte jaaren regeert Mackbeth op eene trits- bezit van Walcheren [de rco6,J ea de verdere Zeeuwfche "Eilanden, bewesten de Rivier de Scheide, betwistende , doet de laatstgemelde cc-, nen inval in deszelfs Staaten , verflaat 's Graaven troepen, en keert in zegepraal te rug. 1046. De Keizer, door den Bisfchop van Utrecht aangezet, zendt eene talryke Vloot de Maaze af, cn verovert Dordrecht, Vlaardingen, en Kcenenburg, eene oude fterkte in Delfland, welke plaatfen aan den Utrechtfchen Bisfchop worden opgedraagen. Graaf Dirk verëenigt zig hicröpV.et Flertog Godefroy van Neder-Lotharingen , of Braband, die tegen den Keizer was opgedaan, [vergelyk Duitfcüland 1044. e?*.] Terwyl deeze, behalven andere nadeden; het Ryk toegebragt, Nieuwmeegen verovert, en het Keizerlyk Paleis aldaar verbrandt, verwoest Dirk alomme het platte land in de Bisdommen van Luik en Utrecht. ï047- Hertog Godefroy zig weder met den Keizer verzoend hebbende , valt de oorlog alleen ten laste van Graave Dirk, die echter, door zyn beleid en dapperheid, de Schepen en troepen , door den Keizer tegen hem gezonden , niet verre van Vlaardingen, verflaat, en vervolgens de Stad Dordrecht, en zyne verdere verloorene bezittingen , herovert ; waarop de Keizer raadzaam acht, de vyandelykheeden te ftaaken. 1048. Herman , Broeder van den AartsBisfchop van Keulen', op een Steekfpel te Luik , ongelukkig door Graaf Dirk gedood zynde , vallen de Keulenaars den Hóllanderen op 't lyf, en brengen twee natuurlyke Broeders van den Graave om het leven, terwyl hy zelf zig ter naauwernood door de vlugt redt. Woedend van toorn , laat Graaf Dirk hierop alle de Keulfche en Luikfche Schepen in zyne Staaten in brand fteeken , en verbiedt allen handel en gemecnfchap met die twee Bisdommen. De Bisfchoppen , door dien van Utrecht en anderen onderfteund, vallen in Holland, maaken zig door verraad meefc. maaken ; terwyl Benedictus, berouw krygende over zynen afftand, zig weder met geweld op den Zetel tragt te herftellen. Hier door geraakt alles te Romen in de uiterfte verwarring. Gregorius, daadelyk meester van den Stoel, en dien niet onwaardig, zo hy langs eenen betaamelyker weg daartoe verheeven geweest was, legt zig intusfen ernstig toe, om de goede orde en rust te herftellen, en de veelvuldige misbruiken en bedorvenc zeeden te hervormen. 1046. De vermaarde Willem Yzer-Arm , eene groote overwinning behaald hebbende op den Griekfchen Stedehouder , die een inval in Apuliën gedaan had , overlydt kort daarna, en wordtin 't Graaffchap van dien naam door zyn Broeder, Dro^o, opgevolgd. Keizer Hendrik , van verfcheidene kanten ernstig aangezogt, omDaan de fchandelyke wanördens binnen Romen een einde te maaken, komt in Italiën, wordtte Pavia*.ïris Koning gekroond, en begeeft zig vervolgens naar de Stad Sutri, alwaar hy een groot Concilie van alle de Italiaanfche Bisfchoppen by een roept. In dit Concilie worden Benedictus, Sylvester en Gregorius, onwaardig verklaard tot het hekleeden van den Pausfelyken Zetel, en de twee eerstgemelden daaddvk afgezet, na dat Gregorius, die in perfoon dit Concilie bywoonde, zelfs vrywillig afftand gedaan had. Door bemiddeling van den Keizer, wordt vervolgens op den Stoel geplaatst de Bisfchop van Bamberg, Suidger, die den naam aanneemt van c l e m e n s 11,, 147. Paus. Hendrik wordt door den nieuwen Paus, een geleerd en godvrugtig man, pleg■tig als Keizer gekroond. 1047. Op verzoek van Hendrik houdt de Paus een Concilie, waarin de oude wet hernieuwd wordt, dat geene Pausfelyke verkiezingen van kragt zullen zyn, dan na voorafgaande Keizerlyke goedkeuring. De Prins van Salerno, wiens groot vermogen hem by den Keizer verdagt maakte, wordt genoodzaakt, om het Prinsdom van Capua aan den vorigen Vorst te rug te geeven. De onlusten in Duitschland roepen Hendrik derwaards te rug. Hy wordt door den Paus vergezeld, die kort daarna naar Romen te rug keert, en aldaar overlydt; waarop de afgezette Paus Benedictus zig weder met geweld van den Zetel meester maakt. 1048, Op de benoeming van den Keizer , door de Romeinen zelven daartoe verzogt, wordt Poppo, Bisfchop van Brixcn, tot Paus verkoozen, onder den naam van d a m a s v s 11. , 148. Paus. Benedictus neemt de vlugt, zonder dat men zedert iets van hem vernoornen heeft. Weinige dagen na zyne verheffing overlydt Damams. Dc Romeinen vervoegen zig an- dene plaatfen in Arragon, brengende Ramiro tot zulk eene engte, dat hy neaerig om den vreede fmeeken moet; die Garcias hem niet alleen op een edelmoedigewyze fchenkt,maar daar- en-boven alle de veroverde trraancbap verbeurd verklaard, en met deKroon verëenigd werd. 1047. De onlusten in Normandyën reeds twaalf jaarenlanggeduurdhebbende, verzaamdt Hertog Willem alle zyne benden, om eene Staaten. ordenen, en tevens den naam aanneemt van GREGORrUS VI., 146.Paus.' De verdreevene Sylvester blyft zig den tytel van Paus aanmatigen, en tragt op allerhande wyzen een aanhana te  van CONSTANTINUS den GROOTEN ap tot op den TEGENWOORDIGEN TYD zrf DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryken. Het NOORDEN. Het GRIEKCHE RYK, een fterk Leger tc velde trekt, de troepen van Aba verflaat, en, na het fneuveien van dien Verst, de Hongaaren noodzaakt, om Petrus weder als Koning te erkennen. petrus, op den Troon van Hongaryën her field. Uit erkentenis van den aan hem bewcezenen dienst ftaat Petrus een gedeelte van Hongaryën af aan het Keizer-Ryk, 't welk in het Markgraaffchap van Oostenryk wordt ingelyfd, ter vergelding van de dapperheid "en getrouwheid , door den Markgraave, op deezen krygstogt , betoond. Naauwelyks van daar te rug gekoomen, vangt de Keizer een nieuwen Oorlog aan in Opper - Lotharingen, by de volgende geleegenheid: Den eerften Hertog Frederik [zieNederlanden 959,] in 984., zyn Zoon Dirk in 1014., en zyn Kleinzoon Frederik II. in 1036. overleeden zynde, zonder mannelyk kroost na te laaten, had Keizer Conraad dat Hertogdom opgedraagen aan Godefroy, of Gozelon, Hertog van Neder-Lotharingen, welke dit jaar overleedt. Deszelfs oudfte Zoon, Godefroy , bygenaamd met den Baard , een woelziek, ftaatzugtig en onderneemend man , wordt door den Keizer, die oirbaar achte zyn vermogen een weinig te fnuiken, van het bezit van Opper-Lotharingen uitgefloten , 't welk aan zynen jonger Broeder gegeeven wordt. Godefroy vat de wapenen op, om zig met geweld in het bezit van dat Hertogdom te herftellen; doch hy wordt door den Keizer geflagen , gevangen genoomen, en niet eerder vrygelaaten , dan na dat hy plegtig gezwooren heeft, de gemaakte verdeelmg van Lotharingen zig te zullen laaten welgevallen. 1046. Godefroy's Broeder geene genoegzaame bekwaamheeden bezittende , om zyne ftaaten behoorlyk te beftuuren, wordt door den Keizer afgezet, die vervolgens Opper-Lotharingen opdraagt aan zekeren Graave Albert , uit het oude Graaffelyke Huis van den Elfas afftammende. Godefroy, die zig gevleid had, nu ren minsten met dat Hertogdom bekleed te zullen worden, vat uit misnoegtheid andermaal de wapenen op; doch wordt wederom geflagen en tot onderwerping gebragt. Onlusten in Italiën, voorna- melyk veroorzaakt door drie mededingeren tot den Pausfelyken zetel , door Hendrik geftild , en zyne kroning als Keizer. [ zie aldaar.]—De Markgraaven van Meisfcn dit jaar zynde uitgeftorven, geeft dc Keizer het Markgraaffchap aan Dedo, Graave van Wettin, wiens geflagt, waar uit het tegenwoordige Keurvorstelyke en Hertoglyke Huis van Saxen is voortgclprooten, hetzelve tot heden toe erffélyk bezeeten heeft, en zedert insgelyks met Thuringen en Saxen is bekleed geworden. — Oorlog 'met den Hollandfchen Graave Dirk. [zie Nederlanden 1046 en 1047.] 1047. *. Hertog Godefroy bedient zig van 'sKeizers afweezigheid, om op nieuws tegen hem op te ftaan , en eenen inval in Opper-Lotharingen te doen. De Hertog Albert, tegen hem niet beftand, fneuvelt in eenen veldflag. Hendrik komt in aller yl uit Italiën te rug_, verflaat Godefroy, ontneemt hem zyne Staaten, doch, op deszelfs nederige onderwerping en hernieuwden eed van getrouwheid, geelt hy hem die kort daarna weder te rug. 1048. Hendrik geeft Opper - Lotharingen aan Alberts Broeder, Gerard van den Elfas, wiens nakoomelingfchap het zelve onafgebrooken bezeeten heeft tot aan Hertog, naderhand Keizer, Franciseus Stephanus , beleid van Magnus verydeld werd. 1048. Magnus overlydt , en wordt in het Ryk van Noorweegen door zynen Oom, Harold, opgevolgd; doch de Deenen , hunne geneigdheid voor het gefiagt van den grooten Canutus involgende, verkiezen eenpaariglyk tot hunnen Vorst deszelfs voornoemden Neef, hunnen ge-weezenen Stedehouder, SWENO H, 7. Koning van Deenemarken. Een Vorst, die veel verdiensten en bekwaamheeden verrompelen, verwaarloozende, wordt hy door het Leger, uit Afia te rug ontboden , geflagen , gevangen genoomen, de oogen uitgeftooken , en in-een Klooster opgefloten. 1048. Dit jaar geraakt het Ryk in Oorlog met eenen nieuwen gedugten vyand, die hetzelve, in vervolg van tyden , de gevoeligfte flagen toebragt ; tc weeten: eene Turkfche ftamme, de Scljukken geheeten, naar haaren eerften aanvoerder, Seljuk, een dapper man, die, by den Turkfchen Chan, in ongunst geraakt, eenen grooten aanhang gemaakt, naar de Provincie Bukariën de wyk genoomen, en zedert van den roof beide op de Turken en Saraceenen geleefd had. In hoogen ouderdom overleeden zynde, was hy dcor zyn Zoon, Mikaïl opgevolgd, die in een gevegt fneuvelde, en in het oppergezag over de Scljukken vervangen was door zyn Zoon, den vermaarden TrogulBeg, by de Grieken Tangrolipix genaamd. Deeze dappere man had zig, na verfcheidene roemrugtige krygsbedryven , van geheel Perfiën meestergemaakt , alwaar hy regeerde onder den tytel van Sultan. Met den Stedehouder van Baasparacan , de uiterfte- bezitting van het Ryk in het Oosten , in verfchil geraakt, ter geleegenheid , dat deeze hem op eene onbefchofte wyze den doortogt voor zyne troepen geweigerd had, verklaart hy terftond aan het Ryk den oorlog. Eer de Keizer dc nodige toebereidfelen had kunnen maaken , zendt Trogulbeg een fterk Leger naar Baasparacan , 't welk die geheele Provincie plundert, en den Stedehouder verflaat, die gevangen genoomen, en voor flaaf verkogt wordt. Eindelyk verfchynt 'er een Keizerryk Leger, om de vyandelykheeden der Seljukken te fluiten. Men levert elkander flag; de Seljukkcn krygen de nederlaag ; doch, eene nieuwe verfterking ontfangen hebbende, dryven zy de Griel-ren te rug naar Iii in den buit begeerende , wordt op zyne beurt aangetast , en van een gedeelte zyner bezittingen beroofd , welken hem, na een twee-jaarigenOorlog, by een hernieuwd vriendfchaps-ver drag, worden te rug gegeeven. 1047. Leo Tornicius, 's Keizers bloedverwant, op eene onwaardige wyze door hem behandeld, neemt uit wraak zyne toevlugt tot de wapenen, werpt zig tot Keizer op, krygt een groote aanhang, rukt naar Conftantinopolen , en brengt den Keizer in de uiterfte engte ; doch het gunstig .„^irt;„ A~ Ct-A ...  aD-i BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS,. ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN tn I T A L I Ë N Schotland tn Ierland. PORTUGAL. a omgtle.-gent Staattn. uitmuntende wyze , waardoor hy flisfende poging zig in 't vreedzaam genot van zyn te doen, cn trekt onwettig verkreegen gezag ten vol- den misnoegden Jen verzeekert. tegen , die door iojo. Willem van Ar- ques, Eduard krygt van den Paus ont- Hag van zyne bevorens gedaane gelofte, om eene Bedevaart naar Romen te doen, en herbouwt, in de plaatfe daarvan , de vermaarde Abtdy van Westmunster , welke in de vorige Deenfche Oorlogen vernield was. Tevens fchaft hy het Danegeld af, tot groot genoegen der ganfche Natie, by welke deeze belasting .byzonder naatelyk was, als haar de vorige fchandelyke en ramfpoedige tyden geduurig herinnerende. Doch van een anderen kant had hy , zedert eenigen tyd , groot misnoegen gegeeven , door een aantal Normandiërs, met wien hy in zyne jeugd , geduurende zyne ballingfchap in dat land , eene naauvve vriendfehap had aangegaan , in Engeland te lokken, hen eene byzondere voorkeuze en vertrouwen te gunnen, en tot de voornaamfte waardigheeden in de Kerk te bevorderen; waardoor tevens de Franfche gewoontens en levenswyze allengs in het Ryk ingevoerd , 'en zelfs de Engelfche taal door eene groote menigte Franfche woorden verbasterd werd. Graaf Godwin , vreezende zyn aanzien en invloed te zullen verliezen, verzet zig met nadruk tegen deeze inknuping; doch, geen gehoor krygende , vat hy de wapenen op , onder voorwendfel van de Natie tegen den invloed deezer Vreemdelingen te befchermen, cn brengt, door zyn eigen aanzien en vermogen, en dat zyner Zoonen , een aanzienlyk Leger op den been. De meeste ingezeetenen echter , den Koning uit hoofde van deszelfs godsvrugt cn goedhartigheid, opregtelyk tocgeneegen , rukken van alle kanten ter zyner hulpe by een; ■waarop Godwin door een groot gedeelte der zynen verhaten wordt, en zig genoodzaakt ziet, om, nevens zyne Zoonen, het Ryk te ontruimen. Alle hunne goederen worden hierop verbeurd verklaard , en hunne'aanzienlyke amptcn aan anderen gegeeven. De Koningin Editha zelve, Godwins Dogter, eene deugdzaamc en beminnelyke Vorstin, doch welke de geneegenheid van haaren Gemaal nooit had kunnen winnen , 't zy uit hoofde van deszelfs afkeer tegen haaren Vader, 't zy uit hoofde van deszelfs bygeloovige gelofte van- kuisheid cn onthouding, wordt in een Klooster gebannen. 1051. Godwin , van den Graave van Vlaanderen, met wiens Dogter een zyner Zoonen, Tosti, gehuwd was, een aantal Schepen en manfehap gekreegen , en nog ■ een fterken aanhang in Engeland behouden hebbende, komt derwaards te rug, zeilt de Theems op tot voor Londen , en jaagt den Koning zulk een angst aan , dat hy befluit, om een verdrag met den Muiter te tuiten, waardoor wel, een Burger - Oorlog voorge- I koomen, dosh tevens het Koninglyk gezag niet weinig, beperkt werd. Godwin wordt, nevens zyne Zoo- 1 nen de plaatfen aan hem te rug geeft. 1049. De dappere Ferdinand, zedert vyfjaaren de nabuurigc Saraceenfche Vorsten met ongemeenen voorfpoed beöorlogd, een gedeelte van Portugal op dien van Seville veroverd , en die van Toledo en Saragosfa , genoodzaakt hebbende , den vreede te koopen , voor het betaalen van eene jaarlykfche fefaatting , komt in zegepraal van zynen roemryken togt te rug , en legt zig verder toe , om den innerlyken hloei en welvaart zyner uitgebreide Staaten te' bevorderen ; betoonende in deezen zo veel wysheid als dapperheid in den Oorlog, 1051. Ferdinand, een bezoek by zynen Broeder Garcias afleggende, wordtheime- Zcdert eenige jaaren had de vermaarde Berengarius, een Franfche Geestelyke, zig tegen de gedrogtelyke, doch meer en meer veld winnende, leere van Pascafius Robertus wegens het H. Avondmaal [zit FrankryJ; 845,] nadrukkelyk verzet, en daarentegen beweerd, dat het brood en de wyn niet in het lichaam en bloed van Christus veranderden, maar flegts uitwendige tekenen waren, die hunne natuurlyke hoedanigheeden behielden. Paus Leo beftrydt deeze verftandige leere met dc uiterfte heftigheid, doet dezelve in twee Conciliën plegtig veröordeelen , de fchriften , waarin dezelve vervat was, ten vuure doemen , en beweegt den Franfchen Koning Hendrik, om het zelfde te doen in eene Kerk-Vergadering, dit^jaarte Parys gehouden. Berengarius, zyne gevoelens niet willende verzaaken , wordt van alle zyne inkomsten beroofd. royr. Argyrus, Vorst van Bari, laat de voornaamfte Noormannen door smgekogte moordenaaren om het leven brengen, onder anderen den Giaave Drogo , die in 't Graaffchap van Apuliën door zyn Broeder Hlumfred wordt opgevolgd. IOJZ. Humfred' wreekt zig over het lafhartig gedrag van Argvrus, door :en geweldigen inval in Calabriën te doen, alwaar hv verfcheidene ftaatfen verwoest, en den Grieken eene gevoelige nederlaage toebrengt. Paus Leo , voor het toeneemend vermogen der NoormanneB bekigt, en daarenboven door Argyrus aangehitst, begeeft zig naar- DuitscJv andermaal tot den Keizer, die een Concilie te Worms by een roept, waarin de geleerde en godvrugtige Bruno , Bisfchop van Toul, met eenpaarige ftemmen tot Paus verkoozen wordt, die echter deeze eere niet wil aanvaarden, dan op de vofftrekte voorwaarde , dat zyne benoeming te Romen vrywilli» goedgekeurd en bekragtigd worde. 0 Humbert Withand overlydt, en wordt door zyn Zoon, Amadeus, in het Graaffchap van Savoijen opgevolgd. 1049. Bruno komt, in het nederig gewaad eens Pelgrims , te Romen , alwaar hy met biyde toejuichingen ontfangen , en geórdend wordt. Hy neemt den naam van l E o ix., 149. pms. Zyne regeering is byzonderlyk lofwaardig, door zyne ernstige en onvermoeide pogingen , om het algemeen bederf der zeeden , inzonderheid by dc Geestelyken , te hervormen; doch van den- anderen kant yverde hy ruim zo veel als iemand zyner Voorzaaten, om het aanzien en de rykdommen van zynen Stoel boven maaten te vergrooten.  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE RYK, meester van Dordrecht, en plunderen de omliggende landen. 1049. Graaf Dirk, door hulp van eenen zyner vrienden , heimelyk met eenig krygsvolk te Dordrecht binnen geraakt zynde, wordt de Vyand, met groot verlies , ter Stad uitgedreeven : doch, daag's na het gevegt, wordt de Graaf door een Keulenaar, die zig verfchoolen had, met eenen vergiftigden pyl zo gevaarlyk gekwetst , dat hy drie dagen daarna oveilydt. Nooit gehuwd geweest zynde, wordt hy in het Graaflyk bewind opgevolgd door zyn Broeder, F L O R I S, 6. Graaf van Holland. Op de tyding van Dirks dood keeren de vyanden op hun- den bezat, en in veeler- lei weetenfehappen ver geoeffend was, die den Christen Godsdienst befchermde , en tot aan dc afgeleegenfte grenzen zyner Staaten uitbreidde, doch voorliet overige van een driftig en geweldig karakter , en inzonderheid vcrflaafd aan de Vrouwen. Zyn gefiagt heeft den Troon van Deenemarken den tyd van meer dan 300. jaaren lang onafgebrooken bezeeten. 1049. Harold , Koning van Noorweegen, rukt met een Leger in Deenemarken , om zyne rechten op dat Ryk , als erfgenaam van den oveileedenen Koning Magnus , te handhaaVen. 1051. Na eenen vierjaarigen oorlog, waarin dan eens de eene , dan weder de andere Vorst de overhand behield,wordt 'er een Vreede getroffen, waarby Sweno door Harold als wettig Koning van Deenemarken erkend wordt. 1054. Ha- ichap aan. öy nunne aankomst in Hongaryën, ftaat het ganfche Ryk tegen Petrus op, die naar den Keizer de vlugt wil neemen, doch agterhaald, en de oogen wordt uitgeftooken. Hy fterft kort daarna van verdriet en fmert, en de Hongaaren draagen hierop eenpaariglyk , met bewilliging van den jongften Broeder, Lcventha, de Kroon op aan den oudften and re as, 4* Koning van Hongaryën. Leventha, een vyand van het Christendom, woedt op eene verfehrikkclyke wyze tegen de Geestelyken, Kerken en Kloosters. Koning Andreas, fchoon opregtelyk het Geloof toegedaan , durft zig in den beginne hier tegen niet verzetten ; doch zyn Broeder kort daarna overlvdende, en zyn gezag volkoomen gevestigd zynde , fpaart hy geéne moeite, om den Christen Godsdienst weder te herftellen, en flaagt eindelyk gelukkig in zyne pogingen. Keizer Hendrik rukt met een Leger in Hongaryën , om wraak te neemen over de afzetting en moord van Petrus, doch, de neerlaag krygende, moet hy tc rug wyken. Zaaken van Italiën. [xm aldaar.'] 1051. Hendrik, de laatfte jaaren doorgaans ongelukkig tegen Koning Andreas, door zynen dapperen Broeder Bela, die zig by hem gevoegd had , onderfteund, gcöorlogd hebbende , verzoekt en verkrygt den byftand van den Poolfchen Koning , Cafimir. Andreas, niet in ftaat, om de verëenigde magt dier beide Vorsten het hoofd te bieden , laat voorflagen van vreede doen , op voorwaarde van zig als een Leenman van het Keizer-Ryk te erkennen; 't wek Hendrik , vermoeid van den oorlog, gereedelyk aanneemt, en zelfs zyne Dogter Sophia ten huwelyk belooft aan den jongen Prinsfe Salomon , Zoon van Andreas j welke verbintenisfe echter niet dan elf jaaren laater voltrokken wordt. Zaaken van Benevent en Bamberg. [zie Italiën.] 1053. Her- nigen tegenftand te ontmoeten. Alle deeze ver¬ liezen veroorzaaken een algemeen gemor, en meer dan eenen opftand, die den Keizer geduuriglyk in gevaar brengen, om den Troon en het leven te verliezen. ■— Wat Trogulbek betreft, de onlusten, onder de Saraceenen ontftaan , verlosten het Ryk voor eenigen tyd van de verdere vyandelykheeden van zynen kant: want den Caliph van Egypten de Staaten van dien van Bagdad overmeesterd hebbende , koos hy de party van den laatften , dien hy in 't bewind herftelde,doch alleen om zig zelven het oppergezag aan te matigen; ten welken einde hy den Caliph noodzaakte,. om het gewigtig ampt van Emir-al-Onrra aan hem op> te draagen , en hem zyne Dogter ten huwelyk te geeven.. 1051.. De Keizerin Zoë overlydt. De Keizer,. uit erkentenis van het geene hy haar verfchuldigd was „ laat kaart ü 1 naar Iberiën , leveren hen aldaar een tweeden veldflag., cn behaalen eene volkoomene overwinning. Een der voornaamfte Griekfche Legerhoofden wordt gevangen genoomen , en naar Tiogulbek gezonden. De Keizer zendt een gezant naar dien Vorst, om eene vreedes-onderhandeling aan te vangen, en tevens een aanzienlyk losgeld voor den gevangenen Veldheer aan te bieden. Trogulbek weigeit het losgeld , zeggende : dat hy een Vorst, en geen Koof man is, ontflaat den gevangenen, en toont zig geneigd tot den vreede , zendende op zyne beurt een gezant naar Conftantinopolen ; doch de trotsheid van deezen woesten Seljuk den Keizer ftootende, wordende onderhandelingen fpoedig afgebrooken , en men bereidt zig van beide kanten, om den Oorlog voort te zetten. De lveizer zig met een verfchil , onder dc Patzinasfen ontftaan , bemoeid, en de zwakfte party befchermd hebbende , geraakt in eenen oorlog met die woeste Natie, welke vyf jaaien agtcr een duurt, wanneer 'er eindelyk , na dat zyne troepen tot drie- ■ maal toe geflagen waren, een ftilftand van wapenen gefloten wordt. Geduurende deezen tyd, verwoest Trogulbek de Provinciën Mediën Iberiën , .Perfarmeniën , en nus, die hetzelve aan den Poolfchen Koning , Stanislaus, afftond , en het Groot-Hertogdom Toscaanen in ruil verkreeg, [vergelyk Itaiün en Duitschland 173S.] De Hongaarfche Koning, Petrus, na zyne herftelling op den Troon, zyne onderdaanen even geweldig als voren onderdrukkende, doen de voornaamfte Grooten heimelyk aanzoek by driePrinfen, Andreas, Bela , en Leventha , Neeven van wylen Koning Stephanus, welke door Petrus uit het Ryk gedreeven, en in Polen den wyk genoomen hadden. Zy bieden aan, een deezer drie Broederen als Koning te erkennen, ingevalle zy hen van de dwingelandy van Petrus verlosfen, en tevens den Christelyken Godsdienst, (die door het misbruik, 't welk de Geestelykheid ook hier van haar gezag gemaakt had, hen begon haatelyk te worden,) wildenuitroeijen. Bela, met de Zuster des Poolfchen Konings gehuwd, wyst den voorflag van de hand; doch de beide overige Broeders neemen dien met blyd-  IJ4 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP dek ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN I T A T I ft xr Schotland en Ierland. en PO R T tl R A 1 J N» nen en Dogter, in hunne vorige eere en waardigheid herfteld , en matigt zig meerder gezag aan, dan ooit te voren. 1053. Alle de Normantüërs worden, door Graaf Godwin /genoodzaakt om het Ryk te ontruimen. Hy overlydt kort daarna , en wordt in zyn aanzien en waardigheeden opgevolgd door zynen oudften Zoon, Harold, die niet minder eerzugt , maar meer loosheid dan zyn Vader bezat, waardoor hy zelfs de vriendfehap des Konings weet te ver. krygen , en zig by de ganfche Natie geacht cn bemind te maaken. Om echter aan deszelfs al te groot vermogen eenig tegen tegenwigt te geeven , verheft Eduard zeker Heer van een ander gefiagt , het geen altoos omtrent dat van Godwin zeer nayverig geweest was, tot eene byna gelyke waardigheid; doch de looze Harold weet deezen mededinger welhaast den voet te ligten. ■ Geduurende zyn bewind oorlogt hy een en andermaal voorfpoedig tegen die van Wallis; en de dood van Siward, Hertog van Northumberland, een der vermogendfte Heeren van het Ryk, cn de fterkfte fteun van het Koninglyke gezag, maakt hem eindlyk onbepaald meester yan het bewind. 1057- Edu- ques, een Zoon van wylen Hertog Richard II.', een zyner gedugtfte medededingcren, weiden aangevoerd. Koning Hendrik , in de laatfte jaaren , dan de eene , dan de andere party befchermd hebbende, ten einde dus hen beiden te verzwakken, doch eindelyk de belangen van den Hertog zig ernstig aantrekkende , onderfteunt hem Duitschland, om den Keizer tot eenen krygstogt tegen die Natie over te haaien ; doch vindt dien Vorst daartoe niet zeer geneegen. Hv verkrygt van hem het Opperleenheerfciup over het Hertogdom van Benevent , by wyze van ruiling tegen den afftand zyner aanfpr'aaken op het Bisdom van Bamberg, en eenige Abtdyèn in Duitschland. [zie aldaar 1007. ] De doo'r 'yn~ onnoemelyke fchatten en uitgebreide Staaten vermaarde Bonifacius, Hertog van Toscaanen, Graaf van Modena, Mantua, Reggio, Cremona, Ferrara, en verfcheidene mindere plaatfen, overlydt en wordt opgevolgd door zynen Zoon, Frederik , welke hem flegts drie jaaren overleeft en vervolgens door zyne Dogter, de vermaarde Mathilda. 1053. De Paus, flegts een gering getal troepen van den Keizer verkreegen hebbende , welken echter door eene groote menigte vrywilligers , en Fahaansch krygsvolk verfterkt worden , gaat in eigene perfoon op marsch tegen de Noormannen Alvorens ftelt hy zig in het daadelyk bezit van Jienevent, de twee regeerende Hertogen , Vader en Zoon, met gev/eld van daar verdryvende, die de vlugt neemen by de Noormannen. Deezen, van 's Pausfen aantogt onderligt, zenden hem een gezantfehap , om hem van die 011demeeming af te trekken > en hunne optegte geneigdheid te bgtuigen, om in goede vriendfehap met hem teleeven; doch, Leo zyn oo°merk hardnekkig voortzettende, verzamelen zy alle minne legermagt, waarover de Graaven van Averla en Apuliën, en de dappere en vermaarde RoobertGuiscard, Broeder des laatst-gemelden het bevel voeren. Het Leger van den Paus wordt geuagen, en hy zelve gevangen genoomen. De Noormannen , wel verre van zig op hem te wreeken , behandelen hem met de uiterfte-heusheid en eerbied, en ftellen hem terftond op vryë voeten Kcrkelyke zaaken. [zie hu Griekfche Ryk. 1053 en 1054.] J icy4. Leo, door de edelmoedigheid der Noormannen getroffen, fluit met hen eene naauwe vriendfehap ; erkent hen als wettige bezitters der door hen vermeesterde landen; geeft hen, uit krakte der oppermagt, welke de flaatzugtige Pausfenzia meer en meer over de waereldlche Staaten begonnen aan te matigen, een onbepaald verlof om zig alle de landen toe te eigenen , welken zy verder in Italiën op de Grieken zouden mogen veroveren; en herftelt, op hun verzoek de verdreevene Hertogen van Benevent in het bezit van dat Hertogdom , op voorwaarde, van den Roomfchen Paus als Opper-Leenheer tc erkennen. Het verdriet ovêr zyne bekoomene nederlaage doet Leo echter in eene ziekte ftorten , waaraan hy kort daarna overlydt. De Kerk heeft hem in den rang der Heiligen aeplaatst. Hy had zig voornamenlyk haten be- jluu- ; ^i4- Garcias, niets kwaads vermoedende , doet op zyne beurt een bezoek aan het Hof van Ferdinand. Die Vorst laat hem heimelyk opligtën , en in eene naauwe gevangenis oplluiten; waaruit Garcias loosfelyk weet te ontfnappen, en terftond een Leger op den been brengt, zonder zig aan de ernstige vertoogen der Geestelykheid, en van Ferdinand zelven, die zig opregtelyk tot eene verzoening geneigd toonde, te ftooren. In den eerften veldflag fneuvelt Garcias, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, SANCHE iy. , 8. Kening van Navarre. die door zynen Oom , als welke flegts tegen dank den Oorlog begonnen had , in het gerust bezit zyner Staaten gelaaten wordt. De Paus van Romen, geene geleegenheid verzuimende , om zyn gezag uit te breiden, [vergelyk Itaiién alomme,] zendt , op verzoek van den Duitfchen Keizer, Flendrik, Legaaten naar Spanjen , om dien Vorst aan te zeggen , dat het vonnis van den Ban en afzetting van de regeering tegen, hem zoude uitgefprooken worden, in gevalle hy geen arftand wilde doen van den tytel van Keizer, dien hy, zedert zyne roemryke overwinning'op de Saraceenen, had aangenoomen (*). Ferdinand , fchoon zeer gebelgd over 's Pausfen vermetelheid, befluit echter, uit liefde voor den vreede, en op verzoek van de ganfche Spaanfche Geestelykheid , welke hy over die zaak had byeengeroepen, om den Pausfe te wille te zyn, en den (*) Dit geheele voorval, door de meeste Gefchiedkundigen verm.ld, wordt echter docr eenige kundiiè Spaanfche Schryvers van laater tyd tegengefprooken, tn als een vsrdigtf'l•aangemerkt. melyk gewaarfchuwd , dat die Vorst eenen aanflag gefmeed had, om zig van zyne perfoon , en vervolgens van zyne Staaten meester te maaken. Op dit berigt, ('t welk mogelyk alleen door eenige kwaadwilligen verzonnen was, om tweedragt tusfen de beide Broederen te zaaijen.) keert Ferdinand in aller yl te rug ; doch ontveinst zyne gevoeligheid, om naderhand eene des te zeekerder wraake op zynen Broeder te neemen.  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 155 ««taS^. NEDERLANDS. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE ™ 8 0 en Mr.-renz.cnde R1K > «< Oaa**. ftuuren door den ver- hunne nappen re rug, maarden Monnik HU- en heroveren de omdebrand , een loos, liggende landftreek van heerschzugtig, onder- Dordrecht; doch zy neemend en onverzet- vvor- ttlyk man , die een ■ grooten invloed had op de verrigtingen der vyf volgende Pausfen, en naderhand zelfs den zetel beklom, onder den naam van Gregorius Vil. Het algemeen vertrouwen, 't welk deeze zonderlinge man zig had weeten te verkrygen, was zo groot, dat de Romeinen hem eene volkoomene volmagt geeven , om tot Paus te verkiezen, dien hy den waardigften zoude oordeelen. 1055. Hildebrand vestigt zyne keuze op Gebhard, Bisfchop van Aichltadt , een man van eene zonderlinge bekwaamheid en ervaarenheid, inzonderheid in. llaatszaaken , en den gróotften viiend en raadsman van Keizer Hendrik. Die Vorst befluit niet dan met moeite, om zig van hem te fcheiden , en Gebhard toont zig even ongeneegen, om zynen weldoener te verhaten j doch de onverzettelyke ftandvastigheid van Hildebrand komt alles te boven. Gebhard begeeft zig met hem naar Romen , wordt aldaar met ongemeene blydfchap ingehaald , en geordend , en neemt den naam aan van v 1 c t o r 11., 150. Pa is. Hy vervolgt het ontwerp van zynen Voorzaat , ter hervorming der bedorvene zeeden, inzonderheid door den dienst van zynen bevorderaar en gunsteling , Hildebrand, welke ten dien einde in Frankryk en elders verfcheidene Conciliën houdt; doch alle deeze op zig zelve loffelyke pogingen waren ongelukkig van weinig uitwerking. Zaaken van Spanjen. [zie aldaar.'] De Weduwe van wylen Hertog Bonifacius, Beatrix, met Hertog Godefroy van Neder-Lotharingen , of Braband , hertrouwd zynde , gedraagt die flaatzugtige Vorst zig als opvolger van Bonifacius, en tragt zig van deszelfs Staaten meester te maaken, ten nadeele van de wettige erfgenaame, de jonge Mathilda. Keizer Hendrik verzet zig tegen dien aanflag, en komt zelf ten dien einde, aan het hoofd van een fterk Leger, in Italiën , neemt Beatrix in verzeekering , handhaaft Mathilda in haare rechten , en noodzaakt Godefroy, 'om naar Duitschland te mg te keeren, werwaards Hendrik kort daama mede den te rug togt aannneemt. Het aanzienlyk Huis /van Este [zie 1016", ] neemt zeer m vermogen toe door het kinderloos overlyden van Guelph of Welph , Hertog van Carinthiën , die den jongen Guelph, Zoon zyner Zuster Cunegunda , uit haar huwelyk met Markgraaf Adelbert Azzo van Este, tot erfgenaam van alle zyne aanzienelyke goederen in Duitscu- nyken. 1053. Hertog Conraad van Beijeren , zig met geweld van het Bisdom Regensburg meester ge* maakt hebbende, wordt in eene Ryks-vergadering, op aanklagte van den Bisfchop, afgezet. Hendrik geeft het Hertogdom-aan zyn eigen Zoon, mede Hendrik genaamd, die naauwlyks drie jaaren bereikte , en bewerkt tevens, dat die Prins tot zynen opvolger verkoozen wordt, onder den tytel van Roomsch.Koning, waaraan het recht van opvolging in het Keizer-Ryk verknogt werd. De jonge Prins wordt te Aken plegtig gekroond. Kort daarna geeft de Keizer Beijeren aan zynen jongften Zoon , Conraad. Godefchalk, Koning der Obotriten, eene ftamme der Slaaven en Wenden, brengt deeze ganfche woeste Natie onder zyn gebied , ftigt het zedert vermaarde Wendifche Koningryk, het welk zig langs de oevers der Oost-Zee van Pruisfen tot Holftein uitftrekte, en het tegensvvoordige Mecklenburg, en Pommeren bevattede. In zyne jeugd den Christen Godsdienst aangenoomen hebbende , tragt hy dien in zyne Staaten in te voeren, fchoon hy daarin flegts gedeeltelyk flaagt. Onder zyne regeering (zo men meent in io6z,) zyn de Bisdommen Mecklenburg, en Ratzenburg geftigt. 1055. De Boheemfche Her. tog, Przetislaus, overlydt. 1V54. Haco overlydt, en wordt, volgens het, in den jaare 1041. , geflooten verdrag, opgevolgd door zynen aangenoomen Zoon, S T F. N C H I L, 5. Kening van Zweeden. De Rusfifche Grootvorst , jaro;hw , de laatfte jaaren zyner re_ gee_ Het verfchil tusfen de Latynfche en Griekfche Kerk, 't welk, zedert den dood van den vermaarden Photius , doorgaans ftil geweest was, wordt dit jaar met verdubbelde woede vernieuwd door den Patriarch van Conftantinopolen , Michaël Cerularius , een man van een troffen en woelzieken aart, die ruim zo eerzug- ■ tig en geweldig, fchoon niet zo bekwaam als Photius, ,zig tot een gelyken rang als dien des Roomfchen Pausfe tragte te verheffen. Een zonderlingen yver voor de belangen van den Godsdienst, én de zuiverheid der leere, ten voorwendfel neemendc, maakt hy een aanvang met deeze zvne onderneeming, door verfcheidene gebruiken der Latynfche Kerke , welken volftrekt van geen gewigt waren, in eenen openlyken allerheftigften Brief, als dadelyke ketteryën af te fchiideren. De Roomfche Paus, Leo IX., wien het niet zwaar zoude gevallen zyn , om de beuzehgtigheid deezer befchuldi-' ging aan te toonen , beantwoordt dien brief op eene allertrotfte wyze, beweert het oppergezag van den Roomfchen Stoel over de ganfche Christenheid , befchuldigt op zyne beurt de Griekfche Kerk van een groot aantal dwalingen, en laat zelfs , in een Concilie , plegtig den ban tegen haat uitfpreeken. Dit gedrag van den Paus verbittert Cerularius nog meer, en hy zoude toen reeds zynen mededinger met gelyke munt be. taald hebben, indien de Keizer, die belang ft elde in 's Pausfen vriendfehap , en dit verfchil in de geboorte wilde fmooren , hem niet weerhouden had. 1054. Paus Leo zendt, op verzoek van den Keizer zelven, Legaaten naar Confiar.tinopolen, die, zig niet minder trots dan hun Meester gedraagende, in plaatfe van de wonde der Kerke te heelen , dezelve veelëer verërgeren. Cerularius weigert volftrekt hen te zien of te erkennen; waarop zy, op eene verregaande aanftootelyke wyze, in de Hoofdftad des Griekfchen Ryks zelve, het vonnis van den ban tegen de Griekfche Kerke openlyk op het Altaar der Kerke van haar, tot ergernis van allen, by wien haarongeregeld leven in verlette geheugenisfe was, onder de Heiligen plaatfen ; doch troost zig wel haast over haar verlies , door eene nieuwe Minnaresfe aan te neemen , in plaatfe van Sclerena, welke , eenige jaaren te voren, overleeden was. Verliezen in Italië n ge* leéden. [zie aldaar.] 10J3.  xj5 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN, in NEDERLANDEN. DUITSCHLAND 1057. Eduard ontbiedt zynen Neef, mede Edu- worden welhaast door lydt, cn wordt opoevoM Graaf Flons, met hulp door zvnen Zoon°, s p°ivan Hertog Godefroy , iinhiusii., rierentwMandermaal van daar ver- tigfitn Hertog van Bohcedreeven. men.—Zaaken van Ira- 1058. hen en Spanjen.-[dt al¬ daar.] De Utrechtfche Bis- 1056 fchop, Willem, gelyk zyne Prins Conraad overly- ' dende, geeft Hendrik het Hertogdom van Beiieren aan zyne eigene Gemalinne, Agnes, eene Doner van Willem, Hertog van Guijenne in Frankrvk. Hy zelf overlvdt kort daarna, en wordt' volgens de vorige verkiezing, opgevolgd doorzyl nen vyfjaangen Zoon, HENDRIK IV., -8. Kek*. die mede in Italiën als Koning erkend wordt. Zvne Moeder, Agnes, wordt tot Voogdesfe en Rcgemesfe van het Ryk aangefteld. 1057. Voor den onderneemenden geest van Godefroy bedugt, geeft de Keizerin gereedelyk gehoor aan de vooiflagen van Paus Victor, om zig met dien Hertog volkoomenlyk te verzoenen , welke zig zedert ook als een getrouw vriend en Leenman" gedraagt. Zy benoemt den Paus tot Stedehouder van Italiën, geduurende de minderjaarigheid van den jongen Keizer. ioj8. Na eene vreedzame, roemryke, en gelukkige regeering, overlydt de Poolfche Koning, Cafimir , en wordt opgevolgd door zynen oudften Zoon, eoleïIAus 11., 4. Koning van Polen. Het kinderloos overlyden van Otto van Schweinfurt, Hertog van Zwaben, verwekt groote onlusten in Duitschland. Wylen Keizer Hendrik had dat Hertogdom , benevens zyne Dogter , Mathilda , toegezegd aan Berthold, Hertoge van Zariringen (*); doch de Keizerin Agnes geeft de prinfes , ne- (*) Deeze Berthold was ten affiammeling uit het oude Huis van den Elfas , tn ten Broeders "zoon 'ven Bisfchop Werther van Straatsburg, [vergelvk roz4. de aanteekening.] Hy was door Keiz.tr Hendrik IIll tot eerften Hertog van Zahringen veriieevtn, welk Heitegdem bcflmd uit etn gedeelte ven het tegenwoordige Zwitzerland en van dn Zwabifchen Kreits; m door de oudfte linie zyner nakoomtl'mgen bezeeten is tot den jaare 1118 , [zie aldaar,] wannier dezelve uitfeierf. Bertholds tweede Zoon, Herman, is de Stamvader der tr.dre linie, welke omtrent den iaare 1076. htt Mark'raaffehap rm Baden verkreeg, [zie aldaar.] en opvolger, mede Hendrik genaamd , en naauwelyks den ouderdom van vyf jaaren bereikende , wordt terftond met e'enpaarige ftemmen als Koning erkend. HENDRIK III. , Kening van Italiën. zynde denzelfden, die, als Keizer, onder den naam van Hendrik IV. bekend is. 1057. Paus Victor, door de Keizerinne Agnes, Moeder ea Voogdesfe van den jongen Hendrik , tot Stedehouder van Italiën aangefteld , verzoent den Hertog Godefroy met het Keizerlyk Hof, en bewerkt tevens de vryheid der Hertoginne Beatrix. Hy overlydt kort daarna , en de Romeinen verkiezen , met goedkeuring van den jongen Vorst, ofte deszelfs Moeder , rot zynen opvolger den Abt van Monte-Caslino , Frederik, Hertog Godcfroy's Broeder, die den naam aanneemt van stephanus ix. , I5I. POUS. De nieuwe Paus vervolgt het hervormings-ontwerp zyner twee Voorzaaten , en neemt alle maatregelen , om zynen ftaatzugtigen Broeder tot de Keizerlyke waardigheid te verheffen, welken nochtans door zynen fpoedig volgenden dood verydeld worden. Graaf Humfred overlydt, en wordt in het Graaffchap van Apuliën opgevolgd door zynen Broeder, den dapperen Robbert Guiscard. 1058. Paus Stephanus, in eene kwynende ziekte geftort, zendt Hildebrand naar Duitschland, om met het Keizerlyk Hof over de keuze van eenen opvolger te raadpleegen, na dat hy alvorens de Geestelykheid en het Volk van Romen plegtig had doen zweeren , dat zy , in gevalle van zyn overlyden, niet voor de te mg komst van Hildebrand tot eene nieuwe verkiezing zouden overgaan. Doch naauwelyks had Stephanus den geest gegeeven , of de Romeinen , door eene groote fomme gelds omgekogt, verheffen tot den Zetel Johannes, Bisfchop van Veïef-ti, een man, zo ontbloot van deugden als kunde, die den naam aanneemt van ben ïdictusx. , 151. Paus. Intusfen was de keuze van het Keizerlyk Hof gevallen op Gerard, Bisfchop van Florence, en de Hertog Godefroy krygt last, om Benedictus met geweld van den Zetel te verdryven. De troepen van Robbert Guiscard, aangevoerd door zynen jongften Broeder, den niet minder dapperen Rogier, die naderhand Siciliën veroverde, 'maaken zig meester van verfcheidene plaatfen in Calabriën. loyo. Bis- (*) Dtizt jonge Guelph, naderhand tot Hertog van Beijeren verhetvtn s* eh Stamvader van het tegenwoordige Koninglyke en Hertoglyk; Huis van Gropt-Britanniën en Brunswyk-Lunenburg" en zyn Broeder', Foulques, die in de Italiaanfche Staaten opvolgde, de Stamvader van het Huis vnn_%iz ïn Italiën, waaruit zedert de Hertogen van Modena zyn vtoortgcfprio;()K hem met eenigetroepen, en woont, in perfoon , den vermaarden Veldflag TUGAL. den betwisten tytel te latenvaren. Het Duitsland benoemd had (*). iojö. Keizer Hendrik overlydt. Zyn Zoon  Van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. m en aangrenzende Ryken. Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE RYK, cn hu Oosten. flevens Zwaben, aan Rudolph, Graave van Rheinfelden, en (lilt eindelyk, ha veele onlusten, de misi uoegdheid van Berthold, ddor hem tot Hertog van Carinthië'n te verheften. De ' jonge Guelph van Este, die eene wettige aanftnark op dat Hertogdom had, [zie. Itaïün ioj3 ,] wordt daarvoor vergoedinge gedaan, 'door de toezegging van'het Hertogdom van Beijeren. De aanzienlyke goec.eren, welken wylen Hertog Otto in Frankenland en Opper-Beijeren bezat, vallen ten deele , de eerfte aan den Bisfchop van Wurtzburg, de andere aan den BurgGraave van Neurenberg; welke erffenis derzelver vermogen en aanzien niet weinig deed toeneemen, en de eerfte aanleiding was, dat de laatstgemelden qindelyk tot Vorsten des Ryks verheeven werden. Van een andren kant wordt 'er een famenzwering gemaakt, onder aanvoering van Otto , Markgraave van Thuringen (*), om de Kroon uit het Huis van Frankenkeniand weder in dat van Saxen over te brengen, doch door den getrouwen byftand van verfcheidene Ryks-Vorsten, en het fneuvelen van Otto , wordt die aanflag gelukkig verydeld. Koning Andreas benoemt zyn Zoon , Salomon , tot zynen opvolger in het .Ryk van Hongaryën. Zyn Broeder Bela, die zig met de opvolging gevleid had, neemt misnoegd de wyk naar Polen. 1061. Bela, (*) Men moet deeze Markgraavcn van Thuringen niet verwarren met de Graaven of Landgraaven van Thuringen. [vergelyk ro_)Q. de aanteekening.] De Alark'raaven waren de O'ide Stedehouders van dat Landfchap , en bezaten aldaar eenige Geederen , beneffens den tytel van Markgraaf', die in den jaare 1090. is uitgeflorven. I. D E E L. geering in rust door- van St. Sophia nederleggebragt hebbende, gen, en vertrekken. Dc oveilydt, cn wordt Patriarch fprcekt, pp zyop- ne beurr, den ban uit tegen den Paus, én de ~ ganfche Latynfche Ker¬ ke ; welke geweldige maatregelen gevolgd werden door wederzydfche bittere en haateiyke twist-fchriften, die het vuur van tweedragt nog verder aanftookten , en eene volilaagene fcheuring tusfen de beide Kerken te weeg bragten ,'welke , in weerwil der pogingen van eenige volgende Keizers,'om de eehdragt te herftellen, tot heden heeft ftand gegreepen. Te midden van deeze Kerkelykeonlusten, overlydt Keizer Conftantinus; 'waarop het ganfche bewind van zaaken ten deele valt aan zyne. Ryksgenootc, de Keizerin Theodora. ioj6. Na eene vreedzaame, en in veelen opzigte uitmuntende ïegeering, overlydt Theodora; even vóór haaren dood, op raad van haare Staatsdienaars, tot opvolger benoemd hebbende MICHAËL VI., str atioticus, 53. Griekfchen Keizer. een man , die het grootfte gedeelte van zynen leeftyd in het Oorlog-veld geileeten, en ook verfcheidene proeven van dapperheid, krygskunde, en braafheid gegeeven had, doch niet gefchikt voor het beftuur van een Ryk, 'en daarënboven reeds hoog bejaard was; om welke redenén dc Staatsdienaaren van wylen de Keizerin hunne keuze op hem bepaald hadden , in de hoop van, op zynen naam , zelven het bewind van zaaken te blyven in handen houden ; in welke verwagting zy ook niet werden te leur gefteld. 1057. Michaël, op aanftooking zyner Staatsdicnaa-en ,.door wien hy zig geheel-en-al liet beftuuren , de voornaamfte Bevelhebbers ver"waavloozende , en het billylc loon hunner beweezene diensten onthoudende , haalt zig hun misnoegen op'den hals, 't welk niet weinig toeneemt door de trotsheid , waarmede 's Vorsten Staatsdienaars hen behandelden. Onder verfcheidene voorwendfelen zig van het Hof verwyderende , en naar Afia begcevende, werwaards de meeste troepen van het Ryk gezonden waren, om op de bcv.eegingen der Turken een v\ aakend oog te houden , verwekken zy eene algereenc iariïnzweering regen dén verachte]yken Keizer, onder aanvoering van de drie dapperfteen beroemdfte Veldfieeren , Catalacon , Ifaacus Comncnus, en Nicephorus Brienne De laatfte wordt ongelukkig, door den Stedehouder KTc 1 van eene der Provinciën; opgeligt, de ooge» uitgeftooken, en gevangen naar Conftantinopolen gezonden; iets, het welk, wel verre van de anderen af te ichrikken, hen veeleer aanmoedigr, om hun ontwerp met JfeJ te meer fpoed cn nadruk door te zetten. De troepen, op wien zy alles vermogten , roepen Catalacon als Keizer uit; doch hy keeft dc edelmoedigheid , om die waaidigheid van de hand. te wyzen , uit hoofde van zynen hoogen ouderdom en onaanzier.lyke geboorte; en verzoekt de troepen, om hunne keuze te vestigen op Ifaacus Comncnus', die hem in dapper-'' heid cn verdiensten gelyk, in de kragt van zvn keven, uit 'een oud cn-doorluchtig ge-' ftagt voortgefprooten, en dus in allen opzigte meer dan hy de Kroon waardig was. De troepen voldoen gereedelyk aan dit verzoek , en Ifaacus Comnentts wordt welhaast mede door het gróotfté gedeelte van dc on. de: daanen 'des Ryks in Afia vrywillig als Keizer erkend , terwyl de overigen daartoe met' geweld genoodzaakt worden. Michaël, van deezen opftand onderrigt, zendt in aller yl' een Leger, zo talryk als de haast toeliet, naar Afia ; doch hetzelve wordt, na een verwoed gevegt, inzonderheid door het beleid' en de dapperheid van Catalacon, geflagen. Op de tyding dier nederlaagc wil de ver--; fchrikte Michaël het bewind nederleggen doch hy wordt door zyne Staatsdienaaren weerhouden. Hy neemt hierop zyne toevlugt tot onderhandelingen, en laat Cornne-* mis aanbieden , om hem vergiffenis te .verleenen, en als Zoon en erfgenaam te erkennen. Deeze toont zig hiertoe niet ongeneegen ; doch Catalacon , den Keizer , of liever deszelfs gunstelingen niet vertrouwende , overreedt hem , om alle voorflagen van vergelyk van dc hand't'e wyzen. Op de aannadering van Ifaacus Comnenus, aan het hoofd zyner zegcpraalehde 'troepen , wordt Michaël, inzonderheid door bewerking van den Patriarch, Cerularius, afgezet; en zyn mededinger als Keizer erkend; die vervolgens; by zyne aankomste, plegtig gekroond wordt, ISAACUS, comnenus, 54. Griekfche Keizer. De afgezette Keizer krygt verlof, om zyne overige' dagen ongeftoord in een afgezoi derden ftaat door te brengen , en doet geere de minfte poging , om zig op den Troon te herftellen. Zyne ftaatsdienaars wo'.den vanhurné ampten beroofd , en in ballingfchap gezonden. De nieuwe Vorst, eenigzins van een neren en trotfetien aart , doch voor het overige' een der uirmunfendfte Keizereh , beloont op eene edelmoedige wyze den Patriarch , en alle de overigen, die tot zyne bevordering hadden medegewerkt, inzonderheid zyn grooten vriend, Catalacon. Yoqt  iet BEKNOPT TYDREKÉNKUNDIG BEGRIP dei ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND- FRANKRYK. SPANJEN en PORTUGAL. I T A r t # . Eduard genaamd, een Zoon van wylen Koning Edmund Yzer-rib, [zie 1017,] uit Hongaryën, met oogmerk, om Eem de Kroon na te laaten. DiePrins komt met zyn Zoon, Edgar Athelmg, en twee Dogteren , het eenige overfchot van het oude Koninglyke bloed, in Engeland; doch overlydt kort daarna. Edgar Atheling veel te jong zynde, om de eerzugtige aanflagen van Harold, die thans al te zigtbaar werden, om langer voor Eduard verborgen te blyven, het hoofd te bicden, vestigt die Vorst het oog op zynen Neef en groten vriend, den dapperen en-beroemden Hertog Willem van Normandyën, wien hy heimelyk zyn voomeemen bekend laat maaien , om hem tot erfgenaam tc benoemen , 't geen door Willem met blydfchap wordt aangenoomen; doch uit vreeze voor Harold, (wiens achting en invloed by het Volk Jiiet weinig was toegenoomen, door deszelfs betoonde groot- moedigheid, in het afzetten van "zyn eigen Broeder, Tosti , die, tot Hertog van Northumberland verheeven, de ingezetenen zeer verdrukt had,) 20 durft Eduard dit zyn befluit Üct openlyk bekend maaken. 1061. Het vermogen der Graaven ÏOrg, van Barcelona neemt niet weinig toe, door verfcheidene BisfchopGerard,doorHeraan- tog Godefroy onderfteund, ■- - ' ' noodzaakt Benedictus , om .... ii,.v v • , Romen te ontruimen, en wordt in deszelrs plaatfe als Paus erkend en geordend onder den door hem aangenoomen naam van ' K IC 01 AAS 11. 153. paus. Terftond na zyne verheffing , houdt Nicolaas een vermaard Concilie, waarin hv, behalven verfcheidene heilzaame wetten , ter verbetering der fteeds ftand grypende ongeregeldheeden en misbruiken, het merkwaardig Decreet maakt, dat de Pausfen niet meer door de ganfche Geestelykheid, den Adel en het Volk van Romen, maar alleen door de ftemmen der Kardinaalen [vergelyk 789. de aanteekenim, 1 zuLen verkoozen worden, ten einde dus de verwarringen , onlusten, partyichappen, oproeren en omkoopingen, wei' ken maar al - te dikwils by-de verkiezingen plaats hadden , voor te koomen. Tevens bevestigt de Paus by dit Decreet het recht der Keizers, om de gedaane vërkiezing door zvne toeitemmmg te bekragtigen. In dit zelfde Concilie wordt de zaak van Berengarius [zie rojo,] weder ter baane gebragt die, door de bedreigingen van den heethoofdigen Hildebrand , als Pausfelyk Legaat naar Frankryk gezonden , verfchnkt, plegtig afftand van zyne gevoelens gedaan hebbende , dezelven zedert eenigen tyd weder openlyk had beginnen te leeren. Paus Nicolaas noodzaakt hem, om zyne gevoelens op nieuws ten plegtigften af te zweeren, en eene geloofs - belydems te ónderteekenen, geheel-en-al gefchoeid naar het ongerymde ftelzel van Pascafius Robertus, 't welk loor de Kerk als de waare leere werd aangenoomen; doch naauwelyks is Berengarius in Frankryk te rug gekeerd of hy verzaakt openlyk de belydenis, hem met geweld afgeperst , en blyft zyne vorige gevoelens weder beftend'V a|n. kieeven en leeraaren. Robbert Guiscard verovert het grootfte gedeelte van Caabnën op de Grieken, welken uit alle hunne bezittinzen ildaar, flegts eenige weinige Steden uitgezonderd, verdreeven worden. De Noormannen dus van byna het ganfche benetlenfte gedeelte van Italiën , thans het Koningryk van Napels uitmaakende, meesters zynde, begrypt Paus Nicolaas, of Lever deszelfs looze raadsman , Hildebrand, dat het belang van den Roomfchen Zetel vorderde, zig deeze gedutte Natie te vriend te maaken, die mede van haaren kant mets liever wenschte. Ten dien einde houdt hy te Melfi eene famenkomst met Robbert Guiscard, en Richard, Graave van Averfa , en fluit met hen een verdras, waarby hy hen volgens het gezag, dat hy, als Stedehouder van Christus* lig over alle waereldfche Ryken en Staaten toeeigende, iets' tiet geen hem door de Nooimannen niet betwist werd' plegtiglyk bevestigt in het bezit van alle de veroveringen' iie zy reeds gemaakt hadden, of verder zouden mo^en maaken , op voorwaarde, dat zy den Paus als Opper-Leenheer van alle deeze landen erkennen, en hem en zvne opvolseren als zodanig hulde zweeren, en eene jaarlykfche fchatting touden betaalen; aan welke voorwaarden de Noormannen , Dm dus hunne overweldiging met een fchyn van recht te berieeden , en altoos m het groot vermogen der Pausfen een teun te vinden , zig gereedelyk onderwerpen. Dit ver. hag 15 de grondüag van de aanfpraakcu des Roomfchen foei; ^ De Schotfche Koning, Macbeth, geduurende de laatfte jaaren zyner regeering op eene dwingelandifche wyze geregeerd en onder anderen den dapperen Veldheer, Banko, itam-Vader van het aanzienlyk gefiagt der Stuaits, 't Welk naderhand den Schotfchen Troon beklom, onrechtvaardig om het leven gebragt hebbende, wordt door een ander Veldheer, dien hy zeer mishandeld had, en die hierop een opftand verwekt had, om den wettigen Erfgenaam, Malcolm, Zoon van Dunkan, op den Troon te herftellen, omgebragt. Niettegenftaande zyn flegt karakter, had hv echter, door zyne groote bekwaamheeden het Ryk veele diensten gedaan, en men houdt hem doorgaans voor den inftellerderHerto<^ryke en Graaflyke tyteJs in Schotland, in plaatfe van dien van i hane, welken de Baronnen, of Stedehouders der ProTm A T „;„., T » M n W W .„ C u 11 ir i/- , Staaten. en dezelve, vol- viel; wordende' geus de bygelo- Ook maakt Ro- hy, nevens het vige denkwyze gier zig in korte grootstgedeeldier tyden, met jaaren tyds mees- te zyner meded'overblyffelen ter van het gan- Pelgrims, door van een ot an- iche Eiland, en de Arabieriche deren Heiligen neemt den tytel Roovers deerwillende verry- aan van Graaf van lyk mishandelt ken , befluit hy Siciliën. en naakt uitge- eensklaps eenen fchud ; zo dat - inval te doen in io<56. hy bezwaarlyk Seville, ten eitt- gered werd, en de den Koning DePaus beguns- wel drie viervan dat Ryk te tigt de ondernee- den van zyne noodzaken, om ming des Hertogs togt- genooten het lichaam van vanNormandyën aldaar jammerden H. Justus, tegen Engeland, lyk hun leven die onder de Sa- [zie aldaar. ] lieten, raceenenwelëer 1067. Aarts- 1067. Graaf den marteldood ■ ondergaan had, aan hem over te leveren. Door de ongemeene dapperheid van Rodrigo Diaz de Vivar, (doorgaans bekend onder den vermaarden naam van den Cid, of den Heer, door de verwonnene Saraceenen aan hem gegeeven,) behaalt Ferdinand eene volflagene en allerroemrykile overwinning , en verbaast den Saraceeenfchen Vorst niet weinig, dat hy, tot prys dei-zelve, niets anders dan een doodlighaam begeert, 't welk dan ook gereedelyk aan hem wordt overgeleeverd. Geduurende deezen krygstogt had de ffaatzugtige Ramiro, Koning van Arragon , den Saraceenfchen Vorst van Saragosfa in de uiterfte engte gebragt. Ferdinand trekt zynen Leenman ter hulpe, en wint een bloedigen veldflag, waarin Ramiro fneuvelt, en opgevolgd wordt door zyn Zoon, SANCHE, X. Koning van Arragon. die het verdrag van vriendfehap met Ferdinand hernieuwt. ioój. De Saraceenfche Vorsten van Toledo en Saragosfa geweigerd hebbende , om zig langer als Leenmannen der Spaanfche Kroon te erkennen , en de opgelegde fchatting te betaalen, trekt Ferdinand , ia zynen hoogen ouderdom, tegen hen te velde , en brengt hen weder tot onderwerping. — Hy overlydt kort daarna; en wordt, volgens eene zeer onftaatkundige Ryksverdeeling, ïn het vorig jaar door hem gemaakt, door zyne drie Zoonen opgevolgd; en wel in dat van Castili«n, als het voornaamfte, door zyn oudften Zoon, SANCHE II., 15. Koning van Spanjen. Ferdinands tweede Zoon, Alphonfus, krygt Leon, Asturiën, en Biscaijen; en Garcias, de derde Zoon, Galliciën, beneffens het veroverde gedeelte yan Portugal, beiden met den tytel vanKoningry ken. 1066. De de Ryken. moord, en opgevolgd door m het Oosten. zynen Broeder, Geyfa, tragt zig ter- tegens de ever» ftond van de Kroon H A L S T A N, magt der Hongameester te maaken; : 7. Koning van Zweeden. ren niet beftand , doch de wettige erf- houdt vrugteloos genaam, Prins Salo- wiens vreedzaame , gematig- by den Keizer aan mon, die zig aan het de, verftandige en rechtvaar- om verfterking.— Hof van den jongen dige regeering hem de beften- Intusfen maaktSaKeizer bevond, en dige liefde en achting zyner lomon zig meester dit jaar zyn huwe- onderdaanen doet verwerven, van Belgrado, lyk met deszelfs Zus- iofó. Ko- 1067. De ter voltrokken had, __________ bedient zig van deeze geleegenheid, om zig op zyn's Vaders Troon te herftellen. Altoos heimelyk een fterken aanhang in Hongaryën behouden hebbende, en door een Keizerlyk Leger onderfteund, noodzaakt hy Geyfa, en deszelfs twee Broeders, om de vlugt te neemen naar Polen, en wordt vervolgens eenpaarig en plegtig als Koning erkend en gekroond, salomon, 6. Koning van Hongaryën. Kort na zyne verheffing doet Salomon een inval in Bulgaryën, en verovert Belgrado, [zie het Griekfche Ryk 1064.] De Aarts - Bisfchop van Breemen, een loos en eerzugtig man, den jongen Keizer in alles toegeevende, maakt zig geheel-en-al meester van deszelfs vertrouwen en vriendfehap, en weet allengs zyne MedeRegenten van alle bewind van zaaken uit te fluiten. Zedert de oprigting der vermaarde Abtdy van Fulda, [zit 738,] hadden de Abten verfcheidene aanmerkelyke voorrechten van fommige Pausfen verkreegen, en wel inzonderheid deezen, dat zy de Primaaten, of eerften, van alle Abten , zyn zouden; en dat hunne Abtdy van geen Bisdom, maar onmiddelyk van den Roomfchen Stoel zoude afhangen; waarby Keizer Otto I. nog de waardigheid van AartsKancelier der Keizerin gevoegd had. Trots op dit hun aanzien, en op de uitgeftrektheid hunner landen en goederen, welke die van menig Bisdom overtrof, hadden die Abten zedert lange met de Bisfchoppen om den voorrang getwist, inzonderheid met dien van Hildesheim, een der minst aanzienlyken van Duitschland. Deeze twist gaf dit jaar aanleiding tot een ergelyk en bloedig Schouwfpel. De beide Prelaaten, elk door een groot aantal bedienden gevolgd , in de Kerk te Goslar verfchynende, alwaar de jonge Keizer zelve den Godsdienst .by woonde , dingen openlyk naar den voorrang, en wel met zo veel heevïgheid, dat hunne bedienden, zonder's Vorsten tegenwoordigheid , of de heiligheid der plaatfe te eerbiedigen, de wapenen opvatten, een verwoed gevegt aanvangen, en van weerskanten eene groote menigte bloed vergieten. Door het groot aanzien der Geestelykheid , en de zwakheid van den minderjaarigen Keizer, werd deeze fchandelyke daad ongeftraft gclaaten , en het verfchil zelve bleef onbeflist. 106Ó. De Aarts - Bisfchoppen van Mentz en Keulen, misnoegd over het verlies van hun gezag, verwekken eenen opftand tegen den AartsBisfchop van Breemen, die op eene fchandelyke wyze van zyn vermogen misbruik maakte, en by wien alles voor geld te koop was. Zy noodzaaken den Keizer , om dien Prelaat uit zyne tegenwoordigheid te bannen, en naar zyn Aarts-Bisdom te rug te zenden; waarna zy bet bewind van zaaken weder geheel aan zig trekken. Uit vreeze, dat de Keizer door een aanzienlyk huwelyk te veel gezag zoude verktygen, noodzaaken zy hem , om zig in den echt te begeeven met Benha, Dogter van den Marquis van Suza, een der minst vermogende Vorsten van Italiën. NE-  164 BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, NEGENDE TYDPERK. Van de verovering van Engeland door Hertog Willem van Normandyën, bygenaamd den Veroveraar tot de inneeming van Jerufalem door de Kruisvaarders. Van den Jaare 1066. tot den Jaare 1099. ENGELAND, Schotland, en Ierland. I0Ó6. 'Niettegenftaan•de de algemeene verflaagen- heid der Engelrui— — k DUITSCHLAND, tn aangrenzendt Ryken. 10Ó7. De Wendifche Koning, Gode- Hy laat drie minderjaarige Zoonen na, die hy tot zyne opvolgers beftemd had , onder het opzigte van hunne Moeder , Eudocia, welke hy eene fchriftelyke belofte , door een plegtigen eed geftaafd, had afgevergd , dat zy nimmer hertrouwen zoude; gelyk hy ook alle de Leden van den Raad had doen zweeren, dat zy geene anderen dan zyne Zoonen als Keizers zouden erkennen. Dan , ailedeeze voorzorgen waren vruchteloos: Eudocia matigt zig terftond al het gezag aan; en, wyl hét zwakke beftuur eener Vrouwe, die daarenboven door haare verregaande gierigheid verzuimde het verëischte getal troepen op den been te houden , het Ryk aan geweldige invallen der nabuurige Volkeren , inzonderheid der Turken , blootfteide, dringen eenige Hovelingen by haar aan, om , door een tweede huwelyk, eenen dapperen befchermer aan den Staat te geeven. Eudocia, reeds uit zig zelve daartoe niet ongencegen , wordt des te meer overgehaald , om aan dien raad het oor te leenen, door de hoop, dat zy meer gezag en aanzien zoude hebben als Gemalin van eenen Vorst, die den Troon aan haar alleen zoude verfchuldigd zyn, dan als Moeder van drie Keizers, door het geboorte-rechr tot dien rang vctheeven. Haare befluiteloosheid nochtans, op wien haar keuze te vestigen, brengt het ganfche Hof in beweeging; en elk tragt de gunst der Keizerin voor zig zelven , of ten minften voor een hunner vrienden of bloedverwanten , te winnen. Intusfen had Romanus Diogenes, Veldheer der troepen in het Oosten , een aanflag gefmeed , om zig van den Troon meester te maaken; doch, zyn verraad fpoedig ontdekt zynde, was hy heimelyk opgcligt, en gevangelyk naar Conftantinopolen gevoerd, alwaar het doodvonnis over hem werd uitgefprooken. Op het gezigt van dien misdaadiger, die een ongemeen fchoon en welgemaakt man was, vat de Keizerin eene vuurige liefde voor hem op, en befluit a aa» , ; ontfangen van •de droevige tyding van de nederlaage en het fneuvelen van Harold, neemen eenigen der voornaamfte Ryksgrooten het befluit, om Hertog Willem weerftand te bieden , en verzamelen ten dien einde de veritrooide troepen. Hun oogmerk was, om den jongen Prins, Edgar Atheling, den eenigften afltammeling van het oude Koninglyke bloed , op den Troon te verheffen, die ook werkelyk door den Aarts-Risfchop 'van Canterbury als Konjng wordt uitgeroepen. Doch deeze maatregelen worden door de werkzaamheid van Willem verydeld. Zig met weinig moeite van de fterke Stad Douvres meester gemaakt hebbende, rukt hy in aller yl, aan het hoofd zyner zegepraalende troepen, naar Londen , alwaar zyne onverwagte komst de uiterfte verwarring en ontfteltenis veroorzaakt, welke niet weinig vermeerdert door de kort daarop volgende nederlaage der troepen, rondom de Stad verzameld, en het verbranden van eene der Voor-Steden. De Geestelykheid verklaart zig de eerfte ten voordeele van den Overwinnaar; de meeste Grooten volgen dit voorbeeld, en Prins Edgar zelve , zig te zwak bevindende , om zyne rechten te doen gelden, ftaat de Kroon aan Willem af, die in zegepraal de Stad intrekt, en vervolgens plegtig, in de Abtdy van Westmunster, gekroond wordt. W I L L E M, DE VEROVERAAR, 21. Koning van Engeland. Het gedruisch der toejuichingen , geduurende deeze plegtigheid, de Normandiërs, die buiten de Kerk op de wagt Honden, in den waan brengende, dat'er eenig verraad omtrent-hunnen Vorst gepleegd werd, vallen zy de Engelfchen met zo veel woede aan, dat Willem zelve moeite heeft, om dit oproer te doen bedaaren. 1067. Willem doorreist het grootfte gedeelte van Engeland, en ontfangt alomme de hulde zyner nieuwe onderdaanen. Om derzelver geneegenheid te winnen , bevestigt hy hen in alle hunne voorrechten , oeftent omtrent allen, zonder aanzien van perfoonen, ftrikt recht en billykheid, voorkomt de wanórdens, die doorgaans eene geweldige omwenteling vergezellen , door eene geftrenge krygstugt onder zyne troepen , en beloont zyne getrouwfte aanhangeren, inzonderheid de Geestelykheid , en boven alles zyne togtgenooten, met aanzienelyke gefchenken of waardigheeden. Tevens op zyne veiligheid bcdagt, laat hy I TALIËN, en omgeleegene Staaten. 1067. Aarts-Bisfchop Anno van Keulen, door SPANJEN en PORTUGAL. 1066. De dtie Broederen, elkauderen het FRANKRYK. 1067. De Regent, Boudewyn, o■ verlydt. Philips, fchoon ter naauwer nood den NEDERLANDEN. 1067. Graaf Boudewyn van Vlaanderen ditjaarover. ly- Het NOORDEN. ioóó. Koning Harold , Dp eenen krygs- Het GRIEK SC HE RYK , en het Oosten. 1067. De Keizer Conftantinus, zedert het vorige jaar in eene kwynende ziekte geftort, welke hem negen maanden lang bedleupri? hieldr . nvprlvHt-  van CONSTANTINUS dén GROOTEN af tot op de"n TEGENWOORDIGEN TYD. z6j ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIËN, NEDER- DUITSCH- Het Het GRIEKSCHE Schotlanden en POR- enotnrileege- LANDEN. LAND,. NOORDEN. RYK, en het Ierland. den ouderdom TUGAL. ne Staaten. *n aanmnx.cn- Oosten. van vyitien jahy in de voor- ren bereikende, het toegenaamfte Plaat- neemt hier op weien erf*-, fen, Sterktens zelf deel bouwen , legt —1 aldaar troepen in bezetting, en vertrouwt het opperbevel alleen aan Normandifche Legerhoofden. Na deeze verftandige fchikkingen gemaakt te hebben , Tiaast hy zig , om naar Normandyën te rug keeren; het zy uit eene haatelyke Staatkunde, om den Engelfchen de geleeheid tot eenen opftand, en dus zig zelven een voorwendfel te verfchaffen, om hen met geftrengheid te handelen , en alleenlyk zyne geliefde Normandiërs te begunstigen; het zy, dat waarfchynlyker is, uit een beweegreden van trotsheid , om zig in zyne eigene Staaten in den vollen luister zyner zegepraal te vertoonen, waarom hy zig ook óp deezen togt liet vergezellen door de voornaamften der Engelfche Grooten, die hem tevens tot waarborgen voor de getrouwheid hunner Natie konden verftrekken. Hetgeen te voorzien was , gebeurde: De Normandiërs , hunne verwonnelingen , voor wien zy eene diepe verachting gevoelden, op eene verregaande wyze mishandelende , onderdrukkende , en plunderende, vatten de Engelfchen de wapenen op , om zig dit haatelyk juk te onttrekken, en , zo mogelyk, hunne vryheid weder te winnen. Willem, van deezen opftand onderrigt, keert in alleryl naar Engeland te rug, alwaar zyne te- fenwoordigheid , beleid en dapperheid wel. aast de rust herftelt. 1068. De opftand der Engelfchen verfchaft Willem het voorwendfel, om tevens zyne heerschzugt en fchraaplust te voldoen, door hen, als het ware by billyke ftraföeffening, als een overwonnen en onderworpen Volk te behandelen , en onnoemelyke fommen af te persfen , waarmede hy de fchulden, ter volvoering zyner kostbaare onderneeming tegen Engeland gemaakt, afbetaalt, en zyne vrienden en medehelpers voor hunnen beweezenen dienst en trouwe beloont. Ten dien einde worden de voornaamfte deelhebberen aan den opftand uit den lande gebannen , hunne goederen verbeurd verklaard, en de haatelyke belasting van het Danegeld op nieuws ingevoerd. Deeze geftrenge maatregelen des Konings, gevoegd by de fteeds voortduurende geweldenaryën zyner Bevelhebberen , verwekten geduuriglyk nieuwe beroertens, en deeden het ganfche Koningrvk in vuur en vlam ftaan , doch de Engelfchen vermeerderden daardoor flegts hunne ellende ; want Willem, alomme zegepraalende , I. DEEL. iydende,zo door Keizer betwist zyn Hendrik ten oudfte deezen ein- de naar Italiën gezonden, om, uit deszelfs naam, den Paus rekenfchap af te vorderen, waaróm hy, zonder toeftemming van het Keizerlyk Hof, die waardigheid had durven aanvaarden. De vermaarde Hildebrand, altoos een yverig voorftauder van het Pausfelyk gezag , beweert by die geleegenheid, dat de Keizeren nooit het recht gehad hadden, om zig met de Pausfelyke verkiezingen te bemoeijen ; voerende , ter ftaavinge van deeze zyne ftelling, eene menigte van fchynredenen aan , die de Aarts - Bisfchop , niet zeer in de Gefchiedenisfen en het Recht bedreeven , niet in ftaat is te wederleggen. Hy doet hierop het voorftel, om de wettigheid van Alexanders verkiezing in een Concilie te laaten beflisfen , waartoe die Paus niet dan zeer bezwaarlyk zyne toeftemming geeft. Het Concilie echter , te Mantua vergaderd, verklaart de verkiezing van Alexander volkomen wettig te zyn , waarop Anno hem dan ook, zonder verdere handhaaving van zynes Meesters rechten , uit naam van het Keizerlyk Hof , als Paus erkent. . 1068. De Saraceenen van Siciliën , eene aanzienelyke hulpbende hunner Landgenooten in Africa ontfangen hebbende, overvallen den Graave Rogier, die , niet verre van Palermo, met een geriug aantal der zynen gelcegerd was , cn fluiten hem in van alle kanten. Die dappere Noorman, zig door dc overmagt zyner vyan- Ll de Ryken. Krygs - togt in Engeland ge- aan hem haare hand Godefchalk, fneuveld zyn- te geeven, ten weiwordt, door de, wordt door ken einde zy eerst zyne zyn zyne vryfpraak en ■—■ ontflag bewerkt, en hem vervolgens tot de eerfte waardigheid des Ryks verheft. Alleen weerhouden door het gefchrift, 't welk wylea Keizer Conftantinus haar afgevergd, en in handen van den Patriarch gefteld had, weet zy dien Kerk - voogd loosfelyk diets te maaken, dat zy deszelfs Broeder tot haaren Gemaal wilde verkiezen , ingevalle hy haar dit gefchrift te rug geeuen, en haar van den gedaanen eed wilde ontheffen. De Patriarch valt in den ftrik; waaróp Eudocia , op den laatften nagt van het Jaar, zig heimelyk met Romanus in den echt laat verbin-. den. 1068. Den volgenden morgen maakt Eudocia haaf huwelyk plegtiglyk bekend , en laat tevens haaren nieuwen Gemaal openlyk als Keizer uitroepen,, ROMANUS IV., diogenes, 56. Griekfche Keizer. De drie Prinsfen, oud genoeg, om het onrecht , hen aangdaan , tebezeffen , maar te jong , om zig daar tegen te verzetten, vinden niemand, die zig hunne belangen durft aantrekken,' dan alleen de Rusfifche toepen, die in dienst en bezolding van het Ryk waren, en wier woeste braafheid deeze onrechtvaardigheid niet kon gcdoogen. Zy dreigen de Keizerin en haaren Gemaal in 't Paleis te verbranden , ingevalle de Prinsfen niet oogenblikkelyk in hun erfrecht herfteld worden. De verfchrikte Eudocia neemt in dien nood haaren toevlugt tot haare Zoonen zelven , wien zy weet te overreeden , dat Romanus den Troon aan den oudften hunner zal afftaan, zo rlra deeze den vereischten ouderdom bereikt zal hebben, en beweegt hen, om zelven aan de Rusên te verklaaren , dat zy , op die voorwaarde , net de verheffing van Romanus genoegen neemen ; waardoor deeze opftand dan ook gedempt wordt. De nieuwe Vorst, nu gerust op den Troon gevestigd , tragt deszelfs ouden luister te herftellen; waartoe het hem aan geene bekwaamheeden zoude ontbrooken hebben, indien zyne verwaandheid met alles bedorven had. Hy ont(laat zig welhaast van de overheerfching zyner Semalinne, welke hy , tot haare groote te leurlelling, van alle bewind van zaaken uitfluit; waaróp zy zig geheel - en - al overgeeft aan de letteroeffeningen, waarin zy, volgens den fmaak deezer Eeuwe, zeer bedreeven was. — Verneemende , dat de Turkfche Sultan, Alp Arslan , Zoon en opvolger van den vermaarden Trogulbek , eenen inval in de Ryks-Provinciën in Afia gedaan had, en dat inzonderheid de Stad Anti-  m BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP dhr ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en PORTUGAL, I T A L I f «• lende , berooft hen , tot ftraffe van hunnen wederftand, van alle hunne voorrechten, brengt hen tot een daadelyken ftaat van flaaverny, en heerscht over hen, niet als Koning , maar als een Veroveraar. Veele Engelfchen, dit harde juk niet langer kunnende draagen, verhaten hun Vaderland , om onder vreemde Vorsten te dienen , of derzelver bvltand af te fmeeken. deel benydende , worden alleen door de tusfenkomst en fmeekingen van Alphonfus Weduwe , hunne Moeder , weerhouden, om tot daadelyke vyandelykheeden te koomen ; doch, die Vorstin twee jaaren laater overlydende, vat Koning Sanche de eerfte de wapenen op , en doet eenen inval in de Staaten van zynen Broeder, den Koning van Leon,wien hy eene gtootenederlaage toebrengt ; echter niet, dan na zelve het beste gedeelte zyner manfchap verloot en te hebben; van welke omftandigheid 's Vorsten Zusters zig bedienen, om eene, hoewel flegts fchynbaare en kortftondige, verzoening tusfen hen tc bewerken. 1070. Sanche hervat den oorlog tegen den Koning van Leon, die zynen Broeder, Garcias, ter hulpe roept. Het verëenigde Leger dryfi dat van Castiliën op de vlugt , na een gevegt, dat byna een ganfchen dag geduurd, en waarin Sanche zelve, beneffens de vermaarde Rodrigo Diaz de Vivar, of de Cid. de uitfte- kenriite blvken van dapperheid betoond hadden. Alphonfus, het vergieten van het bloed zyner landsgenooten ea mede-Christenen willende fpaaren , verbiedt de vlugtelingen na té jaagen; doch deeze meuschhevendheid komt hem duur te ftaan. Te; wyl zyne overwin-; nende troepen zig zonder erg ter rust begeeven hadden', worden zy door Sanche, die, op raad van den Cid, zvne verftroóide bende by een verzameld, en naar het flVveld te rug gevoerd had, onverhoeds, in het holde van& den nagt, overvallen, en grooten deels in den flaap ontzield. Alsphonfus neemt de vlugt in eene nabuurige Kerk; doeïi wordt opgeligt, en in handen van zynen Broeder overgeleverd. Zyne Zusters, voor zyn leven' bedugt, fpaaren gebeden noch traanen, om het hart van Sanche te vermurwen. Die eërzugtke Vont belooft haar, het leven en dc vryheid'' aan Alphonfus te zullen vergunnen, doch niet dan op de harde voorwaarde, dat hy plegtig zyne Staaten aan hem affta, en voorts den Geestelylen ftaat omhelze; waaraan Alphonfus zig verpligt ziet te voldoen. Zyne onderdaanen willen echter nog eene uiterfte poging ter zyner herftelling waagen; doch zy worden welhaast genoodzaakt, om Sanche als hunnen Koning te erkennen, die dus de Staaren van Leon en Asturiën onderwerpt aan de Kroon van Castiliën , welke nog zo kort te voren niet meer dan een Leen was van dat oude Koningryk. Dit zelfde jaar verovert dc Saraceenfche Vorst van Seville (want de ongeloovige Vorkten beftxeedea elkandercn va-n tyd m cn ongelegene S: tuten. anden niet laatende affchrikken , valt woedend op hen aan , en behaalt op hen eene bloedige en allerroemryk- ftc overwinning. lntu*» fen flaat zyn Broeder , Robbert Guiscard , het belc 01» Bari, dc eenige plaats van aanbelang, welke de Giiekicho Keizeren nog in Italiën bezaten. Argyrus, geweezen Vorst van Bari, was reed» zedert tien jaaren naar Conftantinopolen vertiokken, 01* op eene verfterking van troepen aan tc dringen , doch by dat Hof in ongunst gevallen en van zyne waardigheid beroofd ; en Bari ftond thang onder bevel van eenen Stede* houder, wiens dapperheid en. beleid alle de pogingen van Robbert drie jaaren lang weet te verydelen. 1070. Hertog Godefroy overlydt. Zyn Zoon , Godefroy , bygenaamd met de Buit, zedert eenige jaaien gehuwd met de Gravihne Mathilda, erfgenaame der aanzienlyke Toscaanfclte. Onder anderen, neemt Prins Edgar Atheling, nevens zyne Zusters,, de vlugt by den Koning van Schotland , Malcolm, die de oudfte Zuster, jNfargaretha, ten huwelyk neemt, en toerustingen maakt', om Engeland van de dwingelandy te verlosfen, en zynen Schoonbroeder op den Troon van dat Ryk te vestigen. 1069. Drie Zoonen van wylen Koning Flarold, de omftandiglieeden gunstig achtende , doen eenen inval in het Westen van Engeland , terwyl de Schotfche Koning gelyktydig, met een fterk Leger,.de Noordelyke grenzen nadert, en de Deenfche Koning Sweno, door 'fommigeEngelfche Grooten zelven uitgenodigd , om zyn recht als opvolger van Canutus te handhaaven , met eene talryke Vloot de Zuidelvke kusten aantast. De Engelfchen, door dien byftand aangemoedigd, vatten alomme de wapenen op. Van zo veele kanten te gelyk befprongen, zou Willem ongetwyffeld hebben moeten bezwyken, indien hy minder bekwaamheid en dapperheid bezeeten had. Terwyl hy den Deenfchen Koning voor eene groote fomme gelds beweegt, om te ru» te-trekken, dryft hy de Zoonen van Harold op de vhm°, rukt vervolgens met zyne ganfche Legermagt naar de Noordelyke Provinciën, verflaat de Schotfche troepen , en noodaaakt hen, om het Ryk te ontruimen; waarna het hem weinig moeite kost, om den opftand onder de Engelfchen zelven, die nu, zo mogelyk, nog harder dan te voren behandeld worden, weder geheel- en- al te dempen. 1070. Willem berooft de Engelfchen van alle hunne Landeryën en vaste bezittingen, en verdeelt dezelven onder zyne Noormannen , en de verdere vreemdelingen, die hem op zynen togt vergezeld hadden; waardoor de oudfte en aanzienelykfte Huizen van Engeland tot armoede vervallen , en het gelaat der Natie byna gansch - en - al veranderd en vervreemd wordt. Zelfs tragt ky de taal te vernietigen, ten welken einde hy gelaste , dat aan het Hof, in dc Schooien , de ftaatsen andere openlyke gefchriften, geene andere dan de Franiche fpraake zoude gebeezigd worden; het geen ook werkelyk ten gevolge had, dat de Engelfche taal met een overgroot aantal Franfche woorden verrykt werd. Tevens voert hy, als het gefchiktfte middel ter bevestiging zyner heerfchappye, de leenroerige regeering in; verdeelende het ganfche Ryk in omtrent 700. groote Leenen, of Baronnyën, wier eigenaars hunne landen weder in verfcheidene Agter-Lee-en fmaMeeJden,; eenigen van welken, by wyze van eene by- zelf het roer der regeering in handen ; niettegenftaandc , volgens de oude wetten des Ryks, de Franfche Koningen niet, dan met den ouderdom van een - en - twintig jaaren , alsmeerderjaarig wierden aangemerkt. 1070. Brandende van yver-vuur, om oorlogs-rocm te verwerven ,  Vam CONSTANTINUS ben GROOTEN at t«t o* ben TEGENWOORDÏGEN TVD. 107 NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. HetGRIEKSCHE RYK - cn aangrenzende Ryke». 1» het Osste». * mede Boudewyn genaamd, aan zynen Broeder, Robbert den Fries, de voorheen afgeftaane landen , en maakt daadelyke toerustingen, om hem die gewaapenderhand te ontweldigen, in weerwil derpo- fingen van Robbert , om , oor v'rïéndëlyke onderhandelingen , eenen Broeder-kryg voor tc koomen. 1070. Boudewyn doet eenen inval in Holland. Robber, tragt andermaal hem van zyn opzet arte trekken; doch, niets kunnende verwinnen, levert hy zynen Broeder flag. Na een allerverwoedst en bloedig gevegt wordt het Vlaamfche Leger ten eencmaal geflagen, en op de vlugt gedreeven. Boudewyn fchiet 'er het leven by in , twee minderjaarige Zoonen nalaatende, waarvan de oudfte, Arnold, hem in het Graaffchap opvolgt, onder de voogdyfchap zyner Moeder, Richilde , Erfdogter iya zuon, magnus, in het Ryk van Noorweegen opgevolgd. 1069. Vyandlykheeden van Koning Sweno in Engeland, [zie aldaar.] 1072. Swc- De jonge Keizer ,zig in eene ongeregelde levenswyze toegeevende, en meer en meer eene afkeer opvattende tegen zyne Gemalin, Bertha, welke hy nooit bemind had, neemt het befluit, om haar te verftooten. Hy openbaart zyn voorneemen aan den Aarts-Bisfchop van Mentz, wien hy in zyne belangen overhaalt, door de belofte van hem de heffing der Tienden over geheel Thuringen tc vergunnen. De geldgierige Prelaat raadt hem, de zaak voor te draagen aan eene Ryks - Vergadering , binnen Worms gehouden , en de onvrugtbaarheid der Keizerin tot voorwendfel te neemen, beloovende hem van zynen kant alle mogelyke onderfteuning. De Leden der Vergadering , verbaasd en verontwaardigd over het voorftel, durven echter zig niet openlyk tegen den Keizer verklaaren, maar dringen door, dat deeze zaak, als Kerkelyk zynde, in een Concilie beflist moet worden, 't welk ten dien einde te Mentz wordt by een geroepen. Paus Alexander, hiervan onderrigt, zendt een Legaat derwaards, met last, om zig ten fterkften tegen 's Keizers voorneemen te kanten, cn allen, die hetzelve zouden mogen begunstigen , met den Kerkban te dreigen. Het Concilie, dus aangemoedigd en onderfteund, verklaart zig byna eenpaarigte- fen de voorgeilagene Kcht-fcheiding ,als volgens Goddelyke en Kerelyke wetten ongeoorloofd; en Hendrik ziet zig genoodzaakt, om zyne Gemalin by zig te houden, welke hy hierop met de uiterfte onverfchrlligheid behandelt. De Aarts - Bisfchop van Mentz , niets gefpaard hebbende, om het Concilie tot andere gedagten te brengen, eischt de hem toegezegde bclooning, welke hem ook door Hendrik vergund wordt; doch de Thuringers kanten zig met geweld tegen deeze inbreuk op hunne oude vryheeden, en worden niet, dan door de oveimigt van 's Keizers wapenen, genoodLi x zyne afgodifche onderdaanen, wreedelyk vermoord, die vervolgens den Godsdienst in dat Ryk geheel-en-al uitroeijen, de Geestelyken om het leven brengen, en de Kerken en Kloosters vernielen. Thans van alle banden ontflagen , regten deeze ruuwe Volkeren de fehrikkelykfte verwoestingen aan langs dc boorden der Elve , plunderen Slecswyk, en verbranden Hamburg, by welke geleegenheid het Aartsbisdom , aldaar gevestigd, offchoon de Stad .zelve naderhand herbouwd werd, vernietigd wordt. Keizer Hendrik rukt terltond tegen hen te velde, en behaalt op hen eene groote overwinning, waarna hy hen noodzaakt, om den Zoon van Godefchalk als Koning te erkennen , en den Christen Godsdienst te herftellen ; doch , na 's Keizers vertrek, doen de Wenden eenen opftand tegen hunnen Vorst, kiezen eenen anderen Prins uit het Vorftelyke huis, Crito genaamd , tot hunnen Koning , die na eenen zevenjaarigen Oorlog , den wettigen Vorst verflaat, in handen krygt, om het leven brengt, den Christen Godsdienst weder uitroeit, en zig op den Troon handhaaft. 1069. eene aanziemync overwinning, door een byzonder krygsbeleid' by verrasfing op den vyand behaald, jaagen den Sultan zulk een angst aan , dat hy den wyk neemt naar Perfiën, flegts 'eenige ligte ttoepen agterkatende , om op het Keizerlyke grondgebied te ftroopen, en Romanus door geduurige ichermutielingeu af te matten. 1069. Den winter te Gonftantinopolen doorgebragt heb» bende , hervat Romanus den Oorlog ; doch zonder geleegenheid te vinden , om iets van aanbelang uit fe voeren, wyl de Turken alomme, waar hy zig vertoonde, hem ontwykende, eindelyk het'Keizerlyk grondgebied geheel- en- al ontruimen, na alvorens de ryke Stad lconium, in de oude Provincie Ly. caöniën geleegen, welke zeer volkryk, doch van' Vestingwerken en troepen ontbloot was, by verrasfing ingenoomen en geplunderd te hebben. By hunnen aftogt worden zy onverhoeds aangetast door de troepen in Armeniën , die zig in eene hincrerlaagc gelegd hadden , en hen het grootfte gedeeltevan den behaalden buit ontweldigen. 1070. Romanus weder vertrokken zynde, hernieuwen de Turken hunnen inval met verdubbelde woede. De Keizer geeft hierop het bevel over de troepen in Afia aan Manuël Comnenus, Broeders Zoon van wylen Keizer Ifaacus; doch welhaast Ha yverig wordt nle over den voorfpoed en roem, doordien Bevel rebber behaald, ontneemt hy hem meer dan de helft der troepen, onder fchyn, van derzelver dienst elders nodig te hebben. Manuël, nu te veel verzwakt, om den Turken het hoofd te bieden, woidt door hen geflagen, en zelfs krygsgevangen gemaakt. Dan, door eenen zonderlingen famenloop van omftandigheeden, bekomt hy onverwagt zyne vryheid. De Turkfche Veldheer, die hem overwonnen had, Chryfoscul genaamd, een ftaatzugtig man zynde,had het ontwerp gefmeed, om den Sultan van het opperbewind te berooven. Manuël, hiervan kennis gekreegen hebbende, belooft hem den byftand en vriendfehap des Keizers, op voorwaarde, dat hy de vyandelykheeden onmiddelyk ftaake , en alle zyne gevangenen in vryheid ftelle. Chryfoscul neemt dien voorflag greetig aan, ontflaat Manuël en de overige Grieken, en begeeft zig met hen in perfoon naar Conftantinopolen, alwaar Romanus de verbintenis, door Manuël aangegaan , bekragtioi, en Chryfoscul, als ZT- tiochiën in het uiterfte gevaar was, fnelt de Keizer in aller yl derwaards, aan het hoofd van liegt geklecde, flegt gewapende , en meerendeels ongeöeftënde troepen; doch de roem zyner dapperheid cn krygskunde , de gelukkige uitflag zyner eerfte onderneeming", en bovenal  i68 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP oer ALGEMEENE GESCHIEDENIS; ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en PORTUGAL. ITALIË N; byzondere gunst, aanfomrrri- fe Engelfclien gegeeven woren, die Tan de groote Leenen Yolftrekt waren uitgefloten. Elk Leenman verpligt zynde, om, op eerfte opöntbod , met een geëvenredigd _ aantal zyner Vaiallen , te veilt 'de te trekken, vond Willem zig in ftaat, om dus, in een oogenblik tvds , een talryk Leger op den been te brengen. Zyn vermogen nu genoeg bevestigd achtende, om zelfs de Geestelykheid niet te ontzien , welke daarenboven, tot tyd met geene mindere verwoedheid dan die der Christenen ,) de oude Ryken van Cordoua en Murcia; waardoor hy de magtigfte wordt onder zyne mede Vorsten. roTL De ftaatzugtige Sanche rukt in de Staaten van zyn Broeder , Garcias, die , zulks wel voorzien hebbende, reeds een Leger op den been gebragt had; doch , door zyne dwin- geiandy zig byna algemeen ge- ■ haat gemaakt hebbende, reeds voor het aanvangen der vyandelykheeden door de meesten der zynen verhaten wordt. Het kost Sanche dus weinig moeite, om ook de Staaten van deezen Broeder te veroveren , waardoor hy zig meester ziet van het ganfche uitgeftrekte gebied van wylen zynen Vader Ferdinand. Garcias neemt den wyk by den Saraceenfchcn Koning van Seville, die hem zeer vriendlyk ontfangt. Intusfen maakt de onttroonde Alphonfus , met medeweeten en behulp zvner Zusters, het ontwerp, om zig weder in het bezit zyner Staaten te herftellen , ontvlugt ten dien einde het Klooster,, en neemt den wyk by den Saraceenfchen Vorst van Toledo,. die hem niet alleen heufchelyk ontfangt, maar zelfs eene naauwe vriendfehap mét hem fluit, en belooft, hem in zyne Dnderneeming by te ftaan. 1072.. Deels uit weerwraak, deels uit eene toomelooze ftaatzugt , brengt Sanche zyne troepen te velde, om zyne Zusters de twee Steden ,. door wylen Koning Ferdinand hen tot een erfgoed nagelaaten , met geweld te ontneemen. Nietrtegenftaande verfcheidene der aanzienelykfte en dapperfte ingezeetenen zig voor de belangen der twee Prinfesfen moeliglyk in den bresfe ftellen, overrompelt Sanche, met wei* u'g moeite, de eene Stad, Toro, en brengt de andere-, £amora, tot de uiterfte engte. In dien nood veinst een der Burgers, onder fchyn van misnoegdheid tot 's Konings Camp wergeloopen, dat hy hem een middel aan de hand wil geeven, )m heimelyk alle zyne troepen binnen de Stad te brengen ;. loch de kans waarneemende, terwyl Sanche van het paard 'etreeden was, om aan eene natuurlyke behoefte te volloen, brengt hy dien Vorst van agteren een doodelyken wond oe, ftvgt op deszelfs paard, en bergt zig in de Stad. Op et welhaast alom verfpreide gerugt van Sanehes dood, fha:en de Legerhoofden teiftond de vyandelykheeden; en men erëeniet zig eenpaariglyk , om, by gebreke van nadere eren , als wettig opvolger te erkennen 's Vorsten Broeder^ ALPHONSUS Vt, 26. Koning van Spanen. Van deeze onverwagte omwenteling onderrigt, neemt ilphonfus een teder affcheid van den Saraceenfchen Vorst an Toledo , die hem , ter beveiliging, een fterk geleide zyer eigene troepen mede geeft. Hy wordt met de uiterfte reusde door zyne oude onderdaanen van Leon ontfangen ;• oclT die van Castiliën willen hem niet eerder erkennen, an na dat hy , in handen van den Cid, een plegtigen Eed beeft voor het grootlte gedeelte, 1 nit Noormannen beftond, onderwerpt hy dezelve mede aan de Leenroerige wetten , berooft hen van ten gedeelte hunner aanzienelyke goederen, en verklaart alle Kerkelyke befluiten en vónnisfen voor kragteloos, indien dezelven niet vooraf door de Koninglyke goedkeuring bevestigd waren. Echter begunstigt hy het Pausfelyk gezag in zyne Staaten , deels om ds voortduuring der vriendfehap van den Roomfchen Stoel, waaraan hy reeds zo veel verpligting had, te verwerven; deels om, onder de fchaduw van dat gezag, zelfs eene onbepaalde heerfchappy over de Geestelykheid te voeren. Op 's Konings verzoek, zendt Paus- Alexander een Legaat naar Engeland, die, zig heimelyk met den loozen Vorst verftaande, verfcheidene nieuwe kerkelyke verordeningen invoert , de magt der voornaaamfte Geestelyken fnuikt,, en dezulken van hen, die by Willem verdagt waren, onder gezogte voorwendfels afzet . inzonderheid den Aarts-Bisfchop van Canterbury „ die door den vermaarden Lanfranc, een Italiaanfchen Monnik, wordt opgevolgd. 1071.. Eenige Engelfche Graaven, zig uit den vernederenden toeftand .waarin zy zig , nevens hunne overige Landgenooten , gedompeld zagen , tragtende te verlosfen, verwekken op nieuw eenen opftand, die door den Koning van Schotland onder- ■ fteund wordt. Willem rukt terftond te velde-, en brengt hen, 1 na een hardnekkigen wederftand, tot onderwerping. Hy 1 behandelt de hoofden der Muiters, uit aanmerkinge hunner 1 ongemeene dapperheid , welke hy altoos hoog waardeerde, j met veel edelmoedigheid; doch betoont zig zo veel te geftren- ' ger omtrent derzelver medeftanders, die hy deels de handen ' afkappen, deels de oogen uitfteeken , en in dien toeftand door 1 het ganfche land rondzend:, als verfchrikkelyke gedenkteke- 1 nen zvne wraake, en fpiegels voor anderen. De Koning 1 •\ an Schotland wordt mede genoodzaakt, om den vreede te \ verzoeken, en de gewoone hulde voor de Graaffchappen Cumberland en Westmoreland te doen. De Prins Edgar zelve, alle hoop van herftel opgeevende, verzoent zig met den overwinnaar, die hem een aanzienlyk jaargeld toewvst, en vergunt , zyne overige dagen in ruste in Engeland door i te brengen. -\ 1072. r ■ > .1 Lanfranc verkrygt van den Paus, dat het Primaatfchap c T-fl Engeland , waarop de Aarts-Bisfchoppen van York ze- c dert ven, (eene drift, welke niet lang by hem ftand hield ,) neemt Philips de geleegenheid waar van eenige ontftaane onlusten in Vlaanderen , [ zit Nederlanden, ] om in perfoon te yelde te trekken. 107 r~ Door gebrek aan kennisfe en ondervinding verzuimd hebbende , de nodige voorzorgen te neemen , krygt Philips de nederlaag, [zit Nederlanden.} Zyn fche en verdere Staaten van wylen haaren Vader Bonifacius , aanvaart den tytel en het gezag over dezelven, uit naam zyner Gemalinne; doch houdt zig meerendeels op in de Nederlanden. — Zaaken van Engeland en Duitschland, [zit aldaar.] 1071. Na een hardnekkig beleg, maakt Robbert Guiscard zig; * mees-  van CONSTANTINUS Dist GROOTEN af tot 01» düs TEGENWOORDIGEN TYD. ftj NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE RYK, aangrenzende Ryken. e» ^' Oosten. rervan net Lrraancnap neeucguuwen, eene kundige en heldhaftige Vorstinne, die den Oorlog blyft voortzetten, na alvorens den byftand van den Fran• fchen Koning, Philips, verzogt en ver- kreegen te hebben. Dood van denvermaarden Godefroy. [zieItaliën.'] Hy wordt in het Hertogdom van Néder-Lotharingen , of Braband, door zyn Zoon, Godefroy , of Govert, bygenaamd met den Bult, opgevolgd. 1071. Koning Philips brengt een fterk Leger te velde, maar wordt, by Casfel, door den dapperen Robbert overvallen en geflagen. De jonge Graaf, Arnold, den (lag bygewoond hebbende, raakt ongelukkig om het leven. Robbert maakt zig hierop met geweld meester van het Graaffchap Vlaanderen , en vergunt alleenlyk aan zynen jongen Neef, Boudewyn , Arnolds Broeder , het bezit van het Graaffchap Heenegouwen , als erfgenaam zyner Moeder, Richilde. Koning Philips , voor verdere onderneemingen van den dapperen en vermogenden Robbert bedugt, fluit met hem een verdrag van vriendfehap , en bevestigt hetzelve door een huwelyk aan te gaan met de Voordogter van Rob- . berts Gemalin , Bertha , eene Dogter van wylen Graave Floris. Richilde , zig van den Franfchen Vorst verlaa- . ten ziende, neemt haaren toevlugt tot Keizer Hendrik, Godefroy , Hertog van Braband, en Willem, Bisfchop van Utrecht, welke allen , echter meer uit eigenbelang , dan uit edelmoedigheid', zig verbinden , om de rechten van die Vorstin , nevens haaren Zoon, nadrukkclyk te helpen handhaaven. 107 2„ De Keizer zendt een Leger tegen Robbert te velde; doch het wordt, by Bergen in Heenegouwen, door de verëenigde Franfche en Vlaamfche krygsmagt geflagen. Ter zelfder tyd doen de Hertog van Braband, en de Bisfchop van Utrecht, een geweldigen inval in Holland. De Bisfchop , wanhoopende zyne oude gewaande rechten op dat Land in perfoon te doen gelden, draagt dezelven over ©p den Hertog, op voorwaarde, dat deeze hem als Opper-Leenheer van het Graaffchap zal erkennen. Godefroy , mismaakt van lichaam, maar daarentegen hoog geacht om zyn v erfland,. noodzaakt, om zig tegen dank daaraan te onderwerpen. 1071. Hendrik herftelt den Aarts - Bisfchop van Breemen trek weder in perfoon tegen de Turken te velde. By den aanvang van den veldtogt oveilydt Manuël. Dë Sultan , van's Keizers nadering onderrigt, trekt hem met een aanzienlyk Leger tegemoet i doch laat tevens voorhagen doen , om de vyandelykheeden te ftaaken, de-' wederzydfche grenzen naauwkeurig te bepaalen, en een verdrag van vriendfettap1 te fluiten. Romanus heeft de onvoorzigtigheid, firn dit aanbod van de hand te wyzen, en, tegen den raad zyner kundigfte Bevelhebbers, den Sultan langs ongebaande wegen tegen te trekken , zyne troepen nutteloos af te matten , en in eehe ongunstige plaats een bcflisfenden flag te waagen. Hy krygt de nederlaag, en wordt zelfs in perfoon krygsgevangen gemaakt. De Sultan , een atlervoortreffelykst Vorst, behandelt zynen gevangenen op eene allezins edelmoedige wyze, laat hem , overëenkomstig zyne hooge waardigheid, onthaalen , en ftelt hem zelfs op vryë voeten , na een vriendfehaps-verdrag met hem gefloten te hebben ^ volgens het welk zy van beide kanten alle hunne gevangenen te rug geeven , en het Keizer-Ryk eene jaarlykfche fchatting aan de l urken zoude betaalen. Intusfen verwekt de tyding van 's Keizers neerlaag en gevangenis eene groote opfclutdding te ConftantinopoTen; en, na lang beraad, befluit men eindelyk, om den jongen Michaël, oudften Zoon van wylen Conftantinus en Eudocia, als Keizer uit te roepen. Romanus ontfangt dit onaangenaam bcrigt op zynen terugtogt; maar, op de genegenheid der troepen in het Oosten vertrouwende, befluit hy, zyn recht op de Kroon tot het uiterfte te handhaaven. Michaël zendt een Leger tegen hem, 't welk dat van Romanus verflaat; doch die onverzaagde Vorst, den moed niet opgeevende, verzamelt de verftrooide troepen, ontbiedt van alle kanten nieuwe verfterkingen, en vindt zig eerlang in ftaat, om een tweeden Veldflag te waagen. Michaël, van een vreesagtigen aart, laat htm den voorflag doen,. om eene verzoening te treffen, en het Ryk onder hen beiden te verdeelen; doch Romanus, in zynen tegenfpoed niets van zyne fierheid' verlooren hebbende , wyst zulks met verfmaading van de hand. Ondertusfen bleef het ongeluk hem vervolgen ; hy wordt andermaal geflagen , en zyne eigene troepen , wien hy vrugteloos door de hoop op den byftand van den Sultan zogt aan te moedigen, noodzaaken hem zig over te geeven. Hy doet zulks echter niet, dan na plegtige toezegging; gekreegen te hebben, dat hem geen het minfte leed weervaaren zoude, op welke' voorwaarden hy de Kroon afftaat, en zie in een Klooster begeeft; al zyn geld en juweelen aan den Sultan zendende, om dus, door eene zeldzaamc goede trouwe,, eenigermaate aan de voorwaarden van het vreedens - verdrag te voldoen, 't welk waarfchynlyk niet erkend en nagekoomen zoude worden door zynen opvolger MICHAËL VII. , D v c A *, 57. Griekfche Keizer. Niettegenftaande het plegtig gegeeven woord, wordt de ongelukkige Romanus,. op aanftooking van's Keizers Oom, Johannes, wreedelyk mishandeld, de ocgen' uitgeftooken, en in eene hanif ballingfchap gezonden; al het welk hy met eene verbaazende ftandvastigheid enj^baamheid ondergaat, zonder zig te verwaardigen, om een enkel woord van verwyt of klagten zynen mond te laaten ontglippen. 'Hy overlydt kort daarna , drie Zoonen nalaatende , die door den Keizer, welke welhaast berouw kreeg over de wreedheid, die hy gedoogd had, op een§' edelmoediger wyze, dan den Vader, behandeld worden. 1072. De jonge Keizer, opgevoed door den vermaarden Wysgeer Pïellus', die alleerf in zyne weetenfehappen waarde ftelde, en zynen kweekeling min tót een Vorst',• dan 'tot eenen geleerden had tragten te vormen, waartoe echterdeizelfs ziels Ver-- ma- L1* Ji --•/*•• Sweno, verneemende dat eenige Grooten , op een vieugde' feest, door den wyn bevangen, op eene beleedigende wyze van hem zynen aanftaar.den Bondgenoot en Sultan , met Vorftelyke èe* re laat behandelen. Ï071. De Keizer, door Chryfoscul', Manuël, en zyne voór- n-Kiimftp ' Vplrlhprrf n trpvolcrd _  i7o BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP dsr ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN ITALIEN Schotlanden ... v r, n ttiV » ■ 1 1 A ^ 1 *J N» en cm^leetine Staaf at. Ierland. Zyn Huwlyk met _ deDogtefvan wy- Hert eenigen tyd len den Hollandaanfpraak gemaakt fchen Grave Floris. hadden, aan zy- [z.le mede aldaar.] nen Zetel vanCanterbury beftendig- 1073. lyk verknogt worde. De Provincie 1073- vanMaine , zedert eenige jaaren volOpftand in Mai- gens ne,doorWillemge. ■ dempt. [zie Frankryk.]^ Zyn Leger beftaat meercndeels uit Engelfchen, die hem met eenen ongemeenen yver en dapperheid op deezen togt dienden, in , de hoope van daar door 's Vorsten gunst, en eene zagter behandeling te verwerven. i°74- Geduurende Willems afweezigheid, maaken de Normandifche Grooten zelven, als te hoogmoedig, om deszelfs eigendunkelyke regeering te dulden , het ontwerp, om hem van den Troon te ftooten, en nodigen heimelyk den Koning van Deenemarken om dien aanflag te onderfteunen. De Engelfchen , zig uit eene omwenteling veel voordeels bcloovcnde, neemen greetiglyk deel in deezen opftand; inzonderheid de Graaf Waltheof, de eenigfte Engelschman van rang , die Willems gunst, en zelfs *s ! Vorsten Nigt ten huwelyk gekreegen 1 had. Doch, welhaast berouw krygende, fteekthy , op raad van Lanfranc, naar Frankryk over, en ont- ; dekt het verraad aan den Koning, die 1 echter even te voren , door middel j van zyne Nigt, daarvan reeds kond- 1 fchap bekoomen , en een wrok tegen 1 Waltheof had opgevat, die door zyn 1 berouw en vrywiliige ontdekking niet c werd uitgewischt. Het vertrek van < Waltheof doet verfcheidenen der faam- 1 gezwoorenen uit vreeze tot hunnen 1 phgt weder keeren, en zelfs hunne wapenen vereenigen met hen, die aan Willem getrouw gebleeven waren; waardoor de opftand , reeds vóór de 2 aankomst van dien Vorst , die zo t fpoedig mogelyk naar Engeland te rug 1 keerde, gedempt was; en eene Deen- a fche Vloot, tot onderfteuning daar- f van op de kust verfcheenen, onver- ( ngter zaake te rug moest keeren; zo r, dat Willem niets meer te doen vond, fi dan alleen de fchuldigen te ftraffen; v Jtec welk hy ook met zyne gewoo- li ne heeft afgelegd , dat hy geen het minfte aandeel in den moord van zynen Broeder gehad heeft. 1073. Op de weezenlyke of ingebeelde vrees, dat de om us- uge brand, die, fchoon het Keizeil^g ^M,^^^ gerust bezn van den Zetel te verzeekeren, de loosheid UË^$^&?& zers »oeflem,ning te verzoeken, en, die verkreegen hebbendé XSSSj£^ s Vorsten ku.ut.gite Staads-dienaaren, zig laat openen GREGORIUS VU., 1JJ. Patts. Thans het toppunt zyner wenfehen bereikt hebbende, verzuimt Guscafa geen oogenbhk, om die Itoute ontwerpen met nadruk doo te zet èn dS hv veor lange gelmeed en reeds gedeeltelyk, als raadsman der vorige Pausfen had beginnen werKftelhg te maaken, om, namenlyk, alle de Christen V en aan dê Stï Z eei£ Sansch-en:al aan den Roomfchen Zetel te onderweipe , en dus nlt InJ t' ZyD£n T°'Sereni teYns ^ WaereJdlyke zo wel als Geestelvke %g ,toe tc, e,Senf • Yan ce" doordringend verfland, uitgebreide kuiidiSen eene toomelooze heersckzugt, Hout en fchrander in zyne ontwerpen, loS en tevens onverlchrokken m de uitvoering, hoogmoed^, eéftreno- en «nv«~«+S 1 ren^ ^ ï °m d" * »ptaStt brengen Reeds met den aanvang zyner regeerkig, doet hy een onbefcha.m den eisch op het Koningryk vamSpanjen, beweerende, dat Ltzdvvïor de .ero venng der Saraceenen , aan den Apostolifchen Zetel 'had toebehoord , en dat le Chusten Vorsten aldaar uit dien hoofde geen recht hadden op hunne beritt-- \r-i ,V1S .^eenmanncn van zynen Stoel, in welke hoedanigheid hy-eene"Sw^efthattu^,van^h^nvorder4>i by weigering van dien hen verbiedende J om enige veroveringen op de Saraceenen te maaken, als liever willende, da h« and m handen der ongeloov.gen bleef, dan dat de Kerk door haare eigene knde en van haare onbetwistbaare rechten beroofd zoude worden. De gevolgen1 vandet en ftap zyn met geene genoeg/aame zeekerheid bekend. Kort daarna 11 ™?' Gregorius, in een ander geval, zig niet minder haldaadig omtrent Philips" Soning van brankryk. Vernoomen hebbende, dat 'er groote wanc-^ens in ^' .erken van- dat Ryk plaats hadden, dat de meeste Geesfdyke bedLnmgen voor ;eld verkogt werden, en dat de Koning zelve rykelyk in dien buit deelde fchrvft ;y hem een allerv.nmgllen brief, waarin hy dreigt/ het vonnis v ifd n Ban ov2 tem te zul en uitiP,ecken , en zyne onderdaanen van den eed van gehoorzaamheid te ontilaan, in gevalle deeze misbruiken niet ten fpoedigiten herCSl^ Ien. Philips, een zwak en lafhartig Vorst, zendt een gezant naar Romen, om en Paus van zynen eerbied en oncerdaanigheid te rerzedteren, en hem DkC ekkagen! | S£Cne redcn Z0U hcbben> om ^ óver zyn f^g xo74. Gregorius, niet minder geftreng in het handhaaven der Kerktuet als heerschugtig beroept een Concilie te Romen; waarin hy de wetten zvner Voorzin egen de Simonie (of het koopen van Geestelvke waardighecdén,) en den'Uuwden ftaat cierKerl-relyken hernieuwt ; cn vervolgens, by rond gaande br even an alle de Bisfchoppen yan Europa , de volftrekte |ehoorzaamheid°aan deeze hsuiten afvordert, onder bedreiging van de zwaarfie ftraffen. Offchoon dê meeste -eesrelyken hunne ampten voor geld gekogt hadden, durven zv echter de verleuwde wet tegen de Simonie, als allezins billyk en rechtmaa'ti", niet tccn-reeken; maar zy verheftfn des te luider hunne'ftem tegen die omtrent dc°huelyken, welke zy als ten internen hard , ftrydig met den waaren aart des Euan-ees, «n Mi aaiUeidxig geevende tot hoerery en andere ongeregeldheeden , nï- k:y- meester van Bari; waardoor het Griekfche KeizerRyk van alle zyne oude bezittingen in Italiën niets meer overig houdt, dan alleen het Hertogdom Napels, t welk nog, ten minden in naam , deszelfs opperhoofdighem erkende, doch mede welhaast voor de alles overheerlchende magt der Noormannen. moest bukken. ' 1073. Stout gedrag van Paus Alexander omtrent de» Keizer, [rit n,-t<.-/,i.,„j 1 u.. . , ut*  ?an CONSTANTINUS den GROOTEN af ïot op den TEGENWOORDIGEN TYD. xn NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryken. Het NOORDEN. Het GRIEK- ftand, kunde, dapperheid , en men in zyn vertrouwen en het veele andere voortreifelyke opperst Staats-bewind. Die hoedanigheeden , die a'ken Prelaat, door vorige onderdoor zyne ftaatzugt ontluis- vinding niet geleerd , misterd werden, veiövert in kor- bruikt andermaal zyn gezag , ten onderdrukt de ingezeetenen 4.1 _______ door geweldige afpersfingen, en verkoopt de voornaamfte ampten aan de meestbiedenden. Deeze geweldenaryën verwekken welhaast een algemeen misnoegen, inionderheid in Saxen en Beijeren. Otto van Nordheim, Hertog van laatstgemelde Landfchap, (aan wien de Keizerinne-Weduwe , Agnes, hetzelve in den jaare ioói , had afgeftaan,) wordt zelfs befcliuldigd, van eene famenzweering geftneed te hebben , om den Keizer van het gebied te ontzetten. Hendrik ontneemt hem zyn Hertogdom, en geeft het aan Guelph van Este, [zie Italihe- 1055, en de aantcekening,] aan wien hetzelve reeds bevorens was toegezegd. Otto neemt de vlugt naar Saxen , en verëenigt zig met den Hertog van dat landfchap, die reeds de wapenen had opgevat; doch Hendrik , alle- zyne magt by een verzamelende , verllaat hen beiden, krygt des Hertogs Zoon, Magnus , nevens Otto , in handen , en veroordeelt hen tot eene altoosduurende gevangenis ; waaruit Otto echter reeds in het volgend jaar, doch Magnus niet dan veel laater ontfiagen wordt. Kort daarna overlydt de Aarts - Bisfchop van Breemen. Anno, Aarts-Bisfchop van Keulen, volgt hem op als eerfte Staatsdienaar, en hervormt alle de ingeflopene misbruiken; doch vermeerdert het misnoegen der Saxers, door, op hunne eigene kosten, verfcheidene Sterktens in hun land te bouwen , en die met talryke bezettingen te voorzien. Zaaken van Nederlanden, [de tdr daar 1071. en 1071,] 1073. De Saxers, zig met die van Thuringen , welken by de algemeene, nog byzondere redenen van misnoegen hadden, [ v.rg lyk 1069,] verbonden hebbende, vatten de wapenen op, onder aanvoering • van Otto, geweezen Hertog van Beijeren; zynde hunnen eigenen Hertog dit jaar overleer den. Het gelukt hen , de Keizerlyke bezettingen te verdryven , en de Vestingwerken te vernielen; waarna zy zig fterk genoeg achten, om Hendrik den wet voor te fchryven. Zy eilchen van hem, dat hy voortaan de oude voorrechten der ganfche Duitfche Natie onfehendbaar eerbiedige, de Ryks-Vorsten in alfe zaaken van gewigt raadpleeg», hunnen Hertog Magnus in vryheid , en Otto in zyne Staaten her.ftel'e, zyne onwaardige gunstelingen en Miimaresfen afdanke, zyne Gemalin behoorlyk behandcle, en geenen handel dryve in Geestelyke cn waereldlyke ampten , onder bedreiging van hem anderzins den Troon onwaardig te verklaaren , en daadelyk af te zetten. Dit niet alleen: maarzyklaagen hem aan by den Roomfchen Paus, Alexander, als een dwingeland en een wellustigen. Alexander bedient zig van deeze geleegenheid, om een daad van oppergezag te doen, die tot dus verre geen zyner heerschzugrige Voorzaaten had durven w-aagen. Hy dagvaart den Keizer voor zynen rechterstoel , om aldaar rekenfehap van zyn gedrag te koomen geeven. Hendrik flaat alle deeze bedreigingen in den wind, en houdt zig alleenlyk beezig, met toerustingen, om zyne vyanden door geweld van wapenen te bedwingen. De dood -van Alexander, (die door den vermaarden Gregorius VII. yprdt opgevolgd.,) ontheft hem voor een poos van vérdere moeilykheeden van den kant van Romen; doch intusfen neemen de onlusten in Duitschland hand over hand toe. De meeste Ryks-Vorsten kiezen de party der Saxers, en zyn eigen Schoonbroeder, Rudolph, Hertog van Zwaabcn , ftelt zig aan 'thootd der famenzweering. 1074. Het grootfte gedeelte van het vorig jaar met vrugtelooze onderhandlingen venketen zynde, en Hendrik, alleenlyk door den Hertoge van Beijeren, en eenige weinige ande¬ ren , uit eigenbelang onderfteund wordende , vindt hy zig te zwak, om aan het magtig Eedgenoodfchap het hoofd te b;eden , en wordt genoodzaakt , om Hertog Magnus in vryheid te ftellen, eene algemeene vergiftenisfe afte kondigen, en aan de verdere cifchen-der faam verbondenen te voldoen j uitgezonderd alleen de herftelling van Qtto; iets, waaromtrent de meeste RyksVorsten vry onverfchillig waren. Zy leggen hierop allen de wapenen neder, Ccto en Magnus alleen uitgezonderd, die uit byzondere wraakzugt den Oorlog blyven voortzetten. — Zaaken met den Paus Gregorius. [tk ItaiïênJ] Dc Hongaarfche Koning , Salomon , zig met de twee Zoonen van zynen Voorzaat, Geyfa en Laditlaus, door bemiddeling der Geestelykheid, verzoend, hen in hunne Ouderlyke goederen herfteld, en met den tytel van Hertog bekleed hebbende, waartegen zy hem met laad en daad getrouwclyk dienden, vat, op aanftooking van een zyner Staatsdienaaren, een ohbillykcn agterdogt tegen hen op, en vormt het ontwerp, om hen van hun aanzien en goederen, jamisfchïen van het leven te berooven. De twee Prinsfen, berigt gekreegen hebbende van het gevaar, dat hen dreigde, varten de wapenen op, ter hunner verdeediging; en, algemeen geacht en geliefd zynde, krygen zy welhaast eenen aanhang, ruim zo fterk als die des'Konings. Salomon verklaart hen hierop voor muiters, en brengt zyne troepen tegen hen te velde; doch krygt de nederlaag , en wordt genoodzaakt, óm het Ryk te ontruimen; waarna de ganfche Natie eenpaariglyk de Kroon opdraagt aan dtn overwinnaar, g e y s a , 7. Koning ven Hongaryën. Salomon neemt de vlugt by Keizer Hendrik, die, zelve in een hachelyken Burger-oorlog ingewikkeld, flegts flaauwc pogingen doet. om hem op den. Troon te heiftellen , en eindelyk, de ftandvastige aankleevinsr der Hongaaren aanhunnen nieuwen Vorst befpeurende, de belangen van zvnen Schoonbroeder geheel- en- ai laat vaaien. Salomon neg een hemgefproken hadden , laat hen allen, in eene vervoering van gramfchap, om het leven brengen. Degodvrugtige Bisfchop van Roschild ftelt hem de fnoodheid dier misdaad op het nadrukkelykst voor oogen , en weigert hem den toegang tot de Kerke , tot dat Sweno, doorberouw getroffen, zig vrywillig aan eene openlyke vernederende boete onaerworpen had. 1074. Sweno overlydt. Hy liet geene kmde- o v^ ra 12. r 1 iv, en het Oosten. mogens veel te gering waren, had 1 geheel geene kennis van Staatszaaken , noch fmaak en yver , om zig daarop toe te leggen. Eeniglyk bezig met het opftellen van flegte Verhandelingen , Verfen, enz., die echter door de Hofvleiers hemelhoog geprezen werden, vei trouwt hy het Staats-bcftuur aan den onwaardigften gunsteling, Nicephorizus, een Gefhèedenen , door zyne loosheid en talenten  xt» BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP bex ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN e» I T A L I Ë N Schot land e» PORTUGAL. Ierland. gens uitenten wille des laatne geftrengheid ften Graave, by volvoerde. gebrekvanmannclyke Erven , 107 y. aan Hertog Willem den verövcWillem heeft raar, thans Kode wreedheid, ning van Engeom land , nagelaa- 1 ten, tegen "tge- Hoegen der ingezeetenen , bedient zig van 's Vorsten afweezigheid, om tegen hem op te ftaan , en begeeft zig onder het gebied van Foul tfcb [U'S t tKl !■ < De Veldheer Nicephorus Brienne, aan wien het Ryk voornamenlyk de herftelling der rust iit Bulgaryën te danken had , door toedoen van den fnooden gunsteling , die hem. mistrouwde , in ongenade gevallen zynde', en zig in levensgevaar ,zknde, neemt, op raad van zynen Broeder Johannes ,'tegen dank, en als het eeuigfte middel tor zyn behoud,' ien rytel van Keizer aan, in welke hoedanigheid hy niet alken doof zyhe troepen , maar wel-naast door geheel Thraciën , dat rjnder de verdrukking van den gunsteling zugte, erkend wordt. f-Jy zendt J charmes met een Le^er naar Conftantinopolen, om zig net geweld van- die. Stad-meester' e maaken; doch de dappeiheid ran 's Keizers voornaamfte Legerroofden , en inzonderheid Alexis"omnenus, noodzaakt'Johannes, >m onverrigter. zaakc te rug te ■ -■ trek».  i-jS BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP de* ALGEMEENE GESCHTEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. Schotland en Ierland. dom van Nermandyën toegeberouw, genade zegd had, ongeverdiend hadde, dul- openlyk op een — Schavot te laaien onthalfen. Een der voornaamfte Muitelingen, Ralph, door Willem tot Graave van Norfolk verheeven, naar Frankryk gevlugt zynde, berokkent aldaar nieuwe onlusten , en noodzaakt Willem, om derwaards te trekken, [jut TrankryL~] De moeijelykheeden, vervolgens door zyn eigen Zoon verwekt, [zie mede aldaar 1077 en Ï079, ] verpligt en hem , om zig eenige jaaren lang in Normandyën op te houden. Doch hy had zulke goede maatregelen genoomen , dat Engeland, geduurende zyn afweezen, door geene andere , dan eenige Kerkelyke onlusten, ontrust werd. — De heerschzugtige Paus Gregorius namenlyk, zogt aldaar , gelyk elders, de verphgting der Geestelyken tot eenen ongehuwden Jiaat door te dryven , en alle *le gehuwde Geestelyken te dwingen , om hunne Vrouwen te veriaaten, of hunne bedieningen neder te leggen; doch in weerwil van de fterke pogingen van AartsBisfchop Lanfranc , een yverig voorftander van het Pausfelyk gezag, kon Gregorius niets meer verwerven , dan dat 'er. voortaan geene Priesters noch Diakenen jouden verordend worden , dan die zig verbonden om den ongehuwden ftaat te onderhouden, waardoor hy ten minften allengs in vervolg vaa tyd zyn oogmerk bereikte. 107S. Detrotfe Gregorius, niets minder bedoelende, dan alle Koningtyken der aarde aan zyn Geestelyk oppergezag te onderwerpen , eischt van Willem, dat hy hem hulde doe voor de Kroon van Engeland , en de oude fchatting van St. Peters Penning betaale. Willem , de man niet zynde, om zyne rechten zo gemakkelyk op te geeven, fchryft den Paus tot antwoord, dat hy de heffing van St. Peters Penning, ten „hoeve van den Apostolifchen Stoel, zal toeftaan , als een oud .gebruik, en een blyk van vriendfehap ; SPANJEN» ITALIËN, PORTUGAL. van Italiën ontfanftreevende onderdaa- gen, die zeer op den nen , om zig aan Paus verbitterd wadic van Romen te ren, cn zig verbinon- den, om hem met geld en troepen by te liaan , ingevalle hy konde befluiten , om zig met geweld tegen den trotfen Kerkvoogd te verzetten; doch Hendrik vindt zulks niet raadzaam, en vervordert zynen weg. Gregorius, zig intusfen van zynen kant naar Duitschland op weg begeeven hebbende, door zyne Vriendin Mathilda vergezeld, verneemt de komst des Keizers, wiens eigenlyk oogmerk hem onbekend was, niet zonder fchrik , en bergt zig , op raad van Mathilda , inde fterke Vesting Canosfa, welke die Vorstin toebehoorde. Verfcheidene Geestelyken en Leeken , door hem in den ban gedaan, en nu geene onderfteuning van den Keizer durvende wagten, koomen hem hier nederig om ontheffing- van den Ban verzoeken, welke Gregorius hen ook vergunt, na hen alvorens eenige boete-doeningen te hebben opgelegd. Eindelyk komt de Keizer zelve , en laat den Paus van het oogmerk zyner komste kennis geeven. De trotfe Gregorius wil den Vorst in zyne tegenwoordigheid niet toelaaten , dan op voorwaarden, zo vernederende , dat de afgevaardigden die niet durven overbrengen. Eindelyk laat hy zig verbidden , om den Keizer verlof te gunnen, dat hy door zyne onderwerping het ongelyk, den H. Stoel aangedaan , koome vergoeden, en dus vergiffenisverwerve. Hendrik begeeft zig naar de Vesting, welke door een driedubbelen wal omringd was, en moet by de eerfte poort al zyn gevolg buiten laaten , en geheel alleen binnen treeden. By de tweede poort moet hy alle zyne kleederen afleggen, en eene groove wolle py aantrekken. In dat gewaad, barrevoets, en zonder voedfel, moet hy drie dagen lang, in het holfte van den winter, wagten , eer de wreede Paus befluit, om de laatfte poort te laaten'openen, en den afgematten Vorst in zyne tegenwoordigheid toe te laaten. Na hem met bittere verwytingen overlaaden te hebben, ontheft hy hem eindelyk van den ban, doch niet dan op voorwaarde , dat Hendrik in eene plegtige Vergadering der Ryks-Vorsten op alle tegen hem ingebragte befchuldigingen zoude antwoorden; dat de Paus uitfpraak zoude doen, of hy de Kroon al of niet zoude behouden; zo ja, dat hy zig dan in alles aan den H. Stoel onderwerpen en gehoorzaam zyn zoude; en dat hy intusfen afftand moest doen van den Vorst lvken tytel, cieiaadeo en geiag; by overtreeding en emreleegene Staaten. NEDERLANDEN. van welke voorwaar- op de jonge Dirk i» den hy weder in den het gerust bezit van ban ve; vallen, en de zyn Graaffchap herPaus den Duitfchers fteld wordt. — Ko;t terftond verlof zoude daarna geeven, om een an- ■ ■ deren Keizer te kiezen. Hendrik, thans te verre gegaan zynde , om te rug te treeden, belooft en zweert alles; en de Paus zuivert zig ten befluite van de befchuldigingen, op het Concilie van Worms tegen hem mgebragt, door een plegtig gebruik van het Sacrament , onder het inroepen der Goddelyke wraake, indien hy fchuldig ware; den Keizer nodigende , om du insgelyks te doen, die zulks zeer verleegen van de hand wyst. Dit fchandclyk verdrag maakt de verontwaardiging der Italiaanfche Vorsten en Bisfchoppen gaande; zy behandelen den Keizer met de uiterfte verachting, en fpreeken openlyk, van hem af te zetten. Hendrik, reeds berouw gevoelende over zyne toegeevendheid , neemt hierop het befluit, om zyn gegeeven woord en eed te breeken, waardoor hy de Italiaanen weder geheel-en-al in zyne belangen brengt, zig welhaast aan het hoofd van een fterk Leger bevindt, en zig gereed maakt , om den verfchrikten Paus , die zig zorgvuldig in Canosfa hield opgeflooten, op zyne beurt den wet te Hellen, wanneer de tyding der ontftaane onlusten in Duitschland [zie aldaar, ] hem verpligt, om zyne wapenen derwaards te wenden. De Gravin Mathilda, welkers groote vriendfehap voor den Paus aanleiding gaf tot zeer ongunstige, doch mogelyk ongegronde , vermoedens, maakt den Apostolifchen Stoel, by eene plegtige gifte, erfgenaam van alle haare aanzienlyke Staaten. De vermaarde Robbert Guiscard maakt zig meester van de Hertogdommen van Benevent en Amalfi, in het Prinsdom van Salerno, die hierdoor een einde neemen , en in Robberts Hertogdom van Apuliën en Calabriën worden ingelyfd. 1078. Paus Gregorius, naar Romen te rug gekeerd , fluit een verdrag met Hertog Robbert Guiscard, die zig verbindt, hem tegen alle zyne vyanden te zullen befchermen. Vervolgens houdt hy een Concilie, waarin hy weder tegen verfcheidene Bisfchoppen , die zyn gezag niet genoeg eerbiedigden , den ban uitfpreekt, en het befluit neemt, om Legaaten naar Duitschland te zenden, met last, om uitfpraak te doen over de aldaar fteeds voortduurende onlusten ; allen, welken zig tegen de verrigtingen deezer Legaaten mogten  vam CONSTANTINUS dïn GROOTEN af tot of dïn TEGENWOORDIGEN TYD. 177 DUITSCH- Het Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. LAND , en aan- N U U K. IJ £. N. grenzende Ryktn. gens degeftreneenefyngefpon- ge wetten der nene [taalkunde. Kerk, hem te na zig omtrent de in het bloed bewettigheid dee- ftaande , op Herzer benoeminge ken aandrangder weigert te ver- Geestelyken, na klaarcn. een kortitondig huwelyk , ver1078. ftooten had.— Daar-en-teegen Hendrik,door had hy, by zydeltalifcheVors- ne menigvulditen ge Minnatcsién, elf natuuriyke Zonen verwekt, waarvan 'er zes na hem den Troon beklommen. Deeze Broederen betwisten eikanderen de opvolging , inzonderheid Harold en Canutus , waarvan dc eerfte het recht van eerstgeboorte, de ander zyne uitmuntende perfoonlyke verdiensten , en de gunst der Natie . ten zyne voordeeic had. Deeze twisten veróorzaaken eene regeeringloosheid cn verwarring , welke vier jaaren agter een duurde. 1078. De aanhang van Harold eindelyk de overhand behaald, en Canutus, na liet mislukken van alle zyne pogingen , naar Zweeden geviugt zynde, wordt 'er eene Ryksvergadering famengeroepen, waarin zig alle de ftemmen verëenigen ten behoeve van harold. 'vin. (*) 8. Koning van Deenemarken. De Rusfifche Grootvorst Isjaslaw , een Vorst van een zagtzinnigen aart, tottweemaaltoedoor zyne heerschzugtige Broeders uit Zyne Staaten verdreeven ,. doch telkens , door den byftand- des Konings van Polen , herfteld zynde, wordt, na eene.behaalde overwinning op eene nabuurige Tartaarfche Natie, op het flagveld , 't geenhy uit cenlicideryk oogmerk, om (*) Deeze Harold norit ioorfommige Schryveren, iie Harold, den Zoon van Canutus den Grooten, f_ zie 1035,] medt onder de Deenfche Koningin teütn, de negende gthutt». trekken; offchoon de ingezeetenen zig in den beginne niet ongeneegen toonden , om zynen aanflag tc begunstigen. — Terzelfder tyd broeit 'er een ander onweder in het Oosten. Nicephorus Botaniates, Veldheer der Rykstroepen in Afia, insgelyks door den gunsteling kwalyk gehandeld zynde , en den opftand van Brienne verneemende , befluit deszelfs voorbeeld tc volgen , en zig van zyaen kant mede tot Keizer te laaten uitroepen , aan het lot of aan de wapenende beflisfingoverlaatendc, wie van beiden best in zyne pogingen zoude flaagen. Door zyne jaaren en ondervinding geleerd hebbende, om in alles met beleid te werk te gaan, volvoert hy zyn ontwerp niet, dan na alvorens door zyne minzaame behandeling, gefchenken , en beloften, aller harten gewonnen te hebben , het welk ook van dat gevolg is, dat hy byna door het ganfche Oosten als Keizer wordt uitgeroepen. Zyne al te groote omzigtigheid ftelde hem echter in gevaar , om de vrugten zyner onderneeniing te verliezen, wyl hy daardoor den argwaanenden gunsteling , wien deeze beweegingen niet lange konden verborgen blyven , te veel tyd liet, om de nodige maatregelen ter verydeling van zynen aanflagtc neemen. 1078,. r» Keizers gunsteling, uit vreeze voor Nicephorus Brienne , wiens aanhang aan de andere zyde van het Ryk dagelyksch aangroeide , geene troepen naar het Oosten durvende zenden, neemt zyne toevlugt tot de Turken , wien hy eene verbaazende fomme gelds belooft, indien zy zig van de perfoon van Botaniates kunnen meester maaken. De Turkfche Veldheer , Solyman , neemt zulks aan, en het gelukt hem , om Botaniates, met een gering aantal der zynen, den weg af tc fnyden. Op raad van- Chryfoscul, die , zedert den dood van Manüël, zig naauw aan hem verbonden had, laat Botaniates zulke voordeelige voorflagen aan Solyman doen , dat die Veldheer, in plaatfe van hem aan te tasten, een verdrag van vriendfehap met hem fluit, en hem door zyne eigene troepen als in zegepraal veilig naar Nicea laat geleiden, welke de eenige plaats was , die zig nog niet voor hem verklaard had, doch nu geen oogenblik verzuimt, om hem mede als Keizer tc erkennen. Het Hof ontfangt die tyding met geen minderen angst als verbaazing; terwyl de aanhangers van Botaniates, wier getal niet gering was, intusfehen openlyk beginnen famen te rotten, en de verlegenheid van het Hof. niet weinig vermeerderen. Alexis Comncnus, die zig altoos zeer geMm a trouw omtrent den Keizer betoonde, raadt hem , om de famemotters terftend by den kop te laaten vatten , de voornaamften ter dood te laaten brengen , en voorts de fpoedigfte maatregelen te neemen ter veifterking en beveiliging van Conftantinopolen, doch de vreesagtige Michaël durft dien raad. niet volgen, en blyft befluiteloos. Defaamverbondenen, hierdoor meer aangemoedigd , vatten de wapenen op, breeken de gevangenisfen open , voorzien de gevangenen van geweer, en dreigen dc huizen in biand te fteeken van elk, die weigerde zig voor Botaniates te verklaaren. De lafhartige Michaël neemt de vlugt in eene Kerke, en verklaart aan Alexis, die hem vrugteloos moed zogt in te boezemen, dathy de Kreon wil aiftaan, bever dan aanleiding tot een bloedbad tc geeven. Alexis desniettemin even fterk aanhoudende , cn hem het gevaar, dc fchande en de vernedering voorhoudende, waaraan hy niet alleen zig zelven, maar tevens zyn ganfche gefiagt blootflelde, indien Botaniates de overhand behield , zo geeft Michaël, ongeduldig wordende,, ten antwoord: dat zyn Broeder, Conftantinus, dan de Kroon mogte aanvaarden , indien hy meende, die te kunnen handhaaven. Alexis, hem hiervan eene fchriftelyke order afgevergd hebbende , fnelt in aller yl naar Conftantinus, om hem het voorlid te doen; doch die Prins weigert, deeze thans z® gevaarlyke eere te aanvaarden, en haast zig zelfs, om over Zee te fteeken , cn aan Botaniates hulde te doen. Alexis, nu geene andere uitkomst ziende , neemt het befluit, ora hem te volgen. Botaniates ontlangt hëa met groote vreugde en vriendfehap, en begeeft zig terftond op rds naar Conftantinopolen , alwaar hy met de gewoone toe* juichingen des Volks by iedere Ryks-omwenteling ontfangen ,. en den volgenden dag, zonder zyne vciheffing voor een enkelen droppel bloeds gekogt te hebben, plegtig gekroond wordt. NICEPHORUS III., botaniates, j8. Griekfche Keizer. De onttroonde Keizer omhelst den Geestelyken ftaat, en wordt in vervolg van tyd tot Bisfchop van Ephezen verkoozen; De fnoode Nkephorizus.-, de vlugr^genoomen hebbende , wordt agterhaald , en in ballingfchap gezonden; doch kort daarna, op last van twee gunstelingen des nieuwen Keizers, die op zynen naam welhaast alleen het bewind voerden, om het leven gebragt. Nicephorus Brienne, de-verheffing van zynen mededinger verneemende rukt in aller yl met een fterk Léger, en. eene talryke hulpbende Patzinasfen, met wel-  11% ■ BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS," E^/LiND' FRANKRYK' ^„NJEN en ITALIË N, NEDERLANDEN. DUITSCHLAND- Ierland. fchap; doch dat hy geen fterveling immer hulde onderwerpen, welke in den jaare 1080. volkoomen gevestigt wordt. 1080. De onderneemende Paus Gregorius, die daarna geeft de Keiter aan den Utrechtfchen Bisfchop, ter ver- voelens at te zwee- : ren- — Gedrag van den Paus omtrent de ' Koningen van Engeland en Hongaryën, J en den Griekfchen Keizer, [zie Engeland, 1 Duitschland, en het Griekfche Ryk.] 1079. ] De vyanden van Berengarius met zyne i afzweering, als in dubbelzinnige bewoor- 1 dingen vervat, geen genoegen neemende, 1 houden zo lang by Gregorius aan, (die 1 men meent, dat zelve heimelyk 's mans t gevoelens was toegedaan geworden,) dat 1 Berengarius verpligt wordt, in een ander t Concilie, eene vollcediger en harder ver- I klaaring van de leere, zedert de Transfubftantiatie genaamd , of te leggen , te on- derfchry ven , en te beëedigen ; doch , naar - huis gekeerd zynde , herroept hy deeze v yerldaaring, en blyft tot aan zyn dood toe v in zyne oude gevoelens volharden, 'twelk g hem in heevige twisten met verfcheidene b Geestelyken inwikkelde, zonder dat de Paus echter goedvond, hem daaromtrent verder lastig te vallen. — Zaaken met Duitschland. [de aldaar.] 1080. e ' ' ' v Gregorius verneemende, dat Hendrik g de nederlaag gekreegen had, erkent des- 8 zelfs mededinger Rudolph als Koning van g Duitschland , (want de Pausfen gaven den e tytel van Keizer niet dan aan dezulken , die h zy zelven als zodanig gekroond hadden ,) d; en zendt hem tevens eene Koninglyke d< Kroon , waarop eene laffe zinfpeeling (*) gefneeden wat. Verders-fpr'eekt hy op v: nieuws het vonnis van den Kerban en af- r zetting uit tegen Hendrik; hem , uit krag- g te o k: w (*) Deeze zinfpeeling heflond in den na- 1< volgenden flegten Latynfchen Dichtregel: V( Petra dedit Petro, Petrus diadema Ru- , dolpho. t0 . er Dat ts: de Hoekfieen, of Christus , heeft dt ze Kroon aan Petrus gegeeven , m Petrus geeft die St weder aan Rudelph. " dl lyk en heeft einlyk dc ftoutheid, om een opftand te verwekken, die heimelyk door Koning Philips onderfteund word. De:jonge Adel van Normandyën, Bretagne, Maine cn Anjou kiest de party van den ftaatzugtigen Prins, die zig daar door in ltaat bevindt, om een fterk Leger op den been te brengen , en zynen Vader daadelyk den oorlog aan ïe doen. 1079. Willem, eene aanzienlyke verfterking troepen uit Engeland ontboden hebbende, behaalt alomme de overhand op zynen weder•fpannigen Zoon , en noodzaakt hem eindelyk , om de vlugt te neemen. Robbert werpt zig in een fterk Kasteel , alwaar hy door zynen Vader belegerd wordt, en zig moediglyk verdeedigt. Verfcheidene .dappere Ridders, van beide kanten, daagen eikanderen uit, tot afzonderlyke Kamp-gevegten , onder de muuren van het Kasteel; hoedanige kampgcvegten toen zeer in gebruik waren , en door dc wederzydfche Legers niet geftoord werden. Op zekeren dag ontmoet Robbert, naar buiten getoogen zynde, zyn eigen Vader, zonder dat zy elkander kenden, wyl de helm'htmne aangezigtenbedekte, endaagt hem uit tot den' ftryd, die door Willem gereedelyk wordt aangenoomen. Na een allcrverwoedst gevëgt, ftort Willem, een wond in den arm gekreegen hebbende, van het Paard, en roept de zynen ter hulpe.' Robbert, deftem herkennende, en ridderende op de gedagten , dat hy op het punt was, van zyn eigen Vader om het leven te brengen, werpt zig voor zyne voeten , toont berouw •ver zyne wederfpannighcid , ter vergoeding van welke hy betuigt alles te willen ondergaan, wat zyn Vader hem mogtc opleggen, en fmeckt hem alleen deemoedig em vergiffenis. Willem, alleen zyne gramfchap gehoor geevende, duldig wordende , dar zyn Vader die belofte nog niet vervulde, beklaagt zig des wegens, aankanten , tevens, by voorraad in den ban doende. In het laatst van het jaar houdt Gregorius "een tweedeConcilie,waar voor de vermaarde Berengarius[V/Vr o jo] gedagvaard, en vernhVr.wnrdr nnrtf. 1 j";. , oorloogt zynen me¬ dedinger, en levert hem twee veldhVen , waarin van beide kanten veel bloed geitort wordt, zonder dat de een eenV veezenlyk voordeel op den ander behaalt, ttiegoiius, dus niet weetende voor wien ■ig te verklaaren, verfchuift de uitfpraak untrent hun beider rechten tot eene aan- aande Ryks-vergadenng, de beide medetingeren eene belofte atvergende, dat zyne -.cgaaten , die hy derwaards zal zenden , ;ecn het minfte leed gefchiede. Die trotfe aus, alles aan zyne magt willende ondèrverpen, fchryft een Brief aan den Hon[aarichen Koning , Geyfa , waarin hy beveelt, dat deszelfs Ryk, uit hoofde van de ausfelyke opdragt der Kroon aan wylen woning Stephanus, den Apostolifchen Zetel oebchoort, waaraan hy eischt, dat die rorst hulde doe; iets, het welk Geyfa andvastig, fchoon heufchelyk j van de and wyst. oy - ;.- 1079; » litiiïiuólgih Geyfa, op eene allezints uitmuntende fyze geregeerd hebbende, overlydr, en 'ordt, volgens de eenpaarige keuze der anfche Natie , opgevolgd door zynen raaven en dapperen Broeder, L A D 1 s l A v s; 8. Koning van Hongaryën. De verdreevene 'Koning Salomon, door mige hulp-benden der nabuurigc woeste sikeren onderfteund, doet nog ééne pang , om zig op den Troon te hcrfteln ; doch wordt gellagen , en gevangen moomen. Ladislaus behandelt hem met :nc ongemeene hêuschhad , en vergunt :m , op zyn verzoek , om zyne overige gen 111 ruste in een Klooster te mogen >orbrengen. Keizer Hendrik , niet zonder reden eezende , dat de Paus fen voordeele van men mededinger zal uitfpraak doen , wci:rt deszelfs Legaaten in Duitschlat.d te itfangen, en laat alle de toegan°en met •ygsvolk bezetten. De buiger- oorlog ordt hierop met eene gelyke verwoèd:id , doch fteeds zonder beflisfende uitfla», lortgezet.. . °. Den Poolfchen Koning , Boleslaus zvne omelooze driften geene paaien Hellende, zyne onderdaanen op eene deerlyke wyonderdrukkende , komt de Bisfchop imshus'1, de eenige die "hem wcerftand rfde bieden, uit zyne fchuilplaats te voorfchyn, ten bygeftaan, aan het hoofd van een talryk Leger , naar Duitschland te ru<* eekeevd 7vnd» uJ3  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. a7e tn aangrenzende Eykm. - Het NOORDEN. fchyn, en, het voorbeeld van den gekwetsten hulp toe te Ambrofïus, omtrent Keizer breegen , bezogt, door een der Theodofius, doch met een vyanden , die nog even kragt gansch verfchiilenden uitflag, genoeg had , om hem onverna volgende, [zieItaliën. 390,] hoedsch met een dolk te trefweigert hy hem openlyk den fen , doodelyk gewond , zo ingang der Kerke. Boleslaus, dat hy kort daarna den geest in gramfchap opvliegende, ge- geeft. Hy wordt opgevolgd last zyne Wagten , om Stams- door zynen Broeder u s t; v olaus om het leven te brengen; lod, tienden Grootvorst van doch deezen , uit eerbied voor Rusland, den eerwaa'rdigenGeestelyken, 1080. aarsfelcnde, trekt de verbitterde Boleslaus zcir den Sabel, DeZweedfcheKon'ng Halen doorftoot hem voor de trap- ffan overlydt, en wordt oppen van het Altaar. De Pool- gevolgd door zyn Zoon, fche Geestelykheid., over dien moord en heiligfehennis ten PHILIP PU-S, alleriiiterften verontwaardigd , 8. Koning van Zweeden. brengt haaie klagten in by den Stoel van Romen. een waardigen erfgenaam van de deugden zynes Vaders. 1080. De Deenfche Koning Harold , een Vorst van een zwak Paus Gregorius, elke gelee- karakter, die zyn gezag niet genheid , om zyn geestelyk wist te handhaaven, noch de gezag uit te breiden, greetig- wetten tc doen eerbiedigen, lyk aangry pende, fpreekt, op zo dat, geduurende zyne rede fmaadelykfte wyze, den geering, verfcheidene euvelKerkban uit tegen Boleslaus, daaden ongeftraft gepleegt verklaart hem van de Kroon werden, overlydt, zonder kinvervallen te zyn, en ontflaat deren na te laaten; waarop deszelfs onderdaanen van den de Kroon , met eenpaarige eed van gehoorzaamheid; te- ftemmen, wordt opgedraav.ens, met zyne gewoone trots- gen aan zynen Broeder, heid en onbefcheidenheid, den Poolfchen Adel en Geestelyk- CANUTUS IV., heid verbiedende, om voortaan 9. Koning van Deenemarken. eenen Koning te verkiezen , zonder voorafgaande goedkeu- De nieuwe Vorst befteedt ring van den Roomfchen Stoel, de eerfte jaaren zyner tegeeï Deeze ftap van den Paus ver- ring , met de ingefloopenc oorzaakt eene geweldige op- wanorders geheel- en- al uit fchudding in Polen. te roeijen, en alle ongeregeld- • Hendrik en Rudolph leve- heeden met eene verregaan- ren elkander een bloedigen flag de, doch noodzaakelyke ge- by Fladenheim , waarin laatst- ftrengheid te ftraffen , het gemelde de overwinning be- geen aanleiding geeft tot ver- haalr.echter niet dan na zelf een fcheidene geweldige opftan- zwaar verlies geleeden te heb- den, die echter door zyn be- ben. De Paus kiest hierop leid en ftandvastigheid fpoe- dc zyde van Rudolph, en her- dig en gelukkig gedempt wor- nieuwt het vonnis van den den. De inwendige rust en ban en afzetting tegen Hen- veiligheid in het Ryk volkoo- drik , die zig wreekt, door men herfteld hebbende, trekt een Tegenpaus te doen ver- Canutus te velde, om de Vol- kiezen, welke aan Gregorius keren , aan geene zyde der veel moeite berokkent, [zie Oost-Zee, die , geduurende Italiën.1! De beide mededingers, de vorige zwakke regeeiipg, na verloop van eenige maan- ongeftoo-d vyandelykheeden den , huR verlie? herfteld heb- tegens Deenemarken gecef- bende, leveren .elkander, aan fend hadden , inzonderheid de de oevers van dc Rivier de El- Pruisfen , en de woeste in- fter, woo- Het GRIEKS CHE RYK, en het Oosten. ' welke Natie hy een verbond van vriendfehap gefloten had, naar Conltantinopolen. Botaniates laat hem een vergelyk vooillaan , onder voorwaarde van hem als Zoon en Lifger naam aan te neemen. Brienne toont zig hier toe niet ungeneegen , maar eischt tevens, dat die plegtigheid mcC m de btad, maar in zyn eigen Camp verrigt werd; zeggende ,. niet den Keizer, maar wel deszelts gunstelingen te mistrouwen. Deezen, hiervan verwittigd, ttoofceB den Keizer op , om de onderhandelingen af. te breeken , en zigmet geweld tegen Brienne te verzetten. Alexis Comnenus krygt het bevel over de troepen, verflaat, na een a'llcrbloedigst gevegt, het Leger van Brienne., neemt hem gevangen , en behandelt hem met de uiterlle heusheid; doch krygt last, om hem naar Conltantinopolen te zenden , alwaar de verbitterde gunstelingen hem wreedelyk de oogen laaten uitfleeken , tegen dank van den zwakken Keizer, die den ongelukkigen Brienne alle vriendfehap bevvyst, en- deszelfs aanhangers vergiffenis verleent. Deeze onlusten naauwlyks geltild zynde, ontftaan 'er nieuwen aan twee kanten te gelyk. De Veldheer Bafilacius in Thraciën, en Conftantinus Ducas, die voorheen de Kroon geweigerd had, en thans over de troepen in het Oosten--het bevel» voerde, neemen beiden den tytel van Keizer aan; doch worden welhaast, inzonderheid door de dapperheid van den onverwinnelyken Alexis, verflagen, cn gevangen genoomen , waarop de eerfte de oogen uitgeftooken , en de laatfte in ballinglchap gezonden wordt. De Patzinasfen» in meest alle deeze beweegingen deel genoomen hebbende , worden insgelyks tot onderwerping gebragt. De Keizer 'begeeft zig , tot algemeene ergernis, in den echt met Maria , Gemalinne van den ontreenden Keize» Michaël. Uit hoofde van dit overfpcelig huwelyk , wordt hy door den vermaarden Paus Gregorius, die zyn geestelyk rechtsgebied over de ganfche Christen waereld poogde uit te ltrckken, in den ban gedaan. 1080. Melysfenus, in het bevel over de troepen in Afia aan Conftantinus Ducas opgevolgd, zig door eene verbintenismet de Turken verfterkt hebbende, doet eenen opftand, cn laat zig tot Keizer uitroepen. Zyn Schoonbroeder, Alexis Comnenus, zig verfchoond hebbende , om tegen litmr te velde te trekken, geeft de Keizer, op raad zyner gunstelingen , het bevel over het Leger aan een onwaardigen t onkundigen, en lafhartigen Gefneedenen , dcor wiens toedoen de Keizerlyke troepen byna geflagen, en niet dan door de dappeiheid en het beleid van den braaven Veldheer Palcologus,' Stamvader van het Keizerlyk gefiagt van dien naam , met veel moeite gered worden. Dit jaar wordt het Keizer-Ryk gedreigd door eenen rieu■wen allergedugtften vyand, den dappeen en vermaarden Noorman, Robbert Guiscard, Hertog van Apüliën en Calabiiën, welke landen hy reeds den Grieken 111 Italiën ont'weldigd had. Onder fchyn van de beleediging , zyner Dogter aangedaan , wiens gefloten huwelyk met een Zoon van den onttroonden Michaël door Botaniates verbrooken was, tc wreeken, doch weezenlyk om aan zyne onverzaadelykê ftaatzugt te voldoen , brengt Robbert Guiscard een cnrzachelyk Leger op den been , om zig van het GiielTche Keizer-Ryk , of ten mirften een gedeelte var hetzelve, meester te maaken. Ter begunstiging van dat ftout onv erp veinst hy zeker perfoon, die, waarfchynlyk door hem zelven  a8o BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANK- SPANJEN ITALIËN,*» omgeleegene Staaten. „,.!__, VVK P Pi R- de zal doe» voor eene Kroon, die hy alleenlyk aan God en aan zyn eigen zwaard te danken had. io8r. Willem, naar Engeland te -rug gekeerd zynde , en een inval der Schotten en die van Wallis gefluit hebbende , onderneemt een werk van een allermoeyelykften aart, 't welk niet dan na verloop van zes jaaren volvoerd werd; te weeten : eene optelling van alle de landeryën, derzelver waarde , hoedanigheid, en het getal dor inwooners; welk werk, Vom:sday-Book genaamd, nog in weezen is. Een groot gedeelte deezer landeryën had hy voor zig zelven behouden , wier inkomsten hem zo veel opbragten , dat hy de rykfte Vorst was van geheel Europa. — Ter zelfder tyd doet zyne groote drift tot de Jagt hem een werk van een anderen aart onderneemen, 't welk zyner nagedagtemslë zo veel fchande, als het andere eere aandoet. Hy laat, namenlyk , eene uitgeftrektheid gronds, van meer dan dertig mylen, naby Winchester, zyne gewoone verblyfplaats, in een Bosch veranderen, enten dien einde Landen , Velden, Huizen en Kerken vernielen, zonder de eigenaars daarvoor fchadeloos te ftellen. Daarënfcoven laat hy de geftrengfte jagtwetten afkondigen,waarby elk, die eenig Wild in de Koninglyke Bosfchen doodde, veroordeeld werd , om die misdaad met het verlies zyner oogen te boeten ; eene ftraf, tc naatelyker in een tydftip., ■waarin de moord van een Burger , by het dooden van een Dier in geenen deele te vergelyken , voor eene geringe fomme gelds kon worden af•gekogt. Odo, Bisfchop van Bayeux, Willems Halfbroeder, en door dien Vorst tot Graaf van Kent verheeven , door zyne ftaatzugt, en de gewaande voorzeggingen van eenen Wichelaar verleid, fmeedt het ontwerp, te van het Apostolisch gezag, niet alleen bindende ten opzigte van de ziel, maar ook van het lichaam , zo dat hy geen kragt in het ftryden zoude hebben, en nimmer dc overwinning behaalen Hendrik, woedende van gramfchap, befluit den Paus met gelyke munt te betaalen, en nodigtalledc Bisfchoppen van zynen aanhang op een Concilie te Brixen , alwaar Gregorius, als een dwingeland en fnoodaard , verklaard wordt van de Pausfelyke waardigheid vervallen te zyn , en in deszelfs plaatfe verkoozen wordt Guibert, AartsBisfchop van Ravenna, die den naam van Clcmens III. aanneemt , en een grooten aanhang wint onder de misnoegde Bisfchoppen van Italiën. Hendrik geeft hier van berigt aan de Kerk van Romen, gelyk mede aan Gregorius zelven, wien hy, op een meesteragtigen toon, gelast, om van den Pausfelyken ftoei af tc ftygen. Deeze beantwoordt zulks met hernieuwde banblixems tegen allen, die zig tegen zyn Geestelyk gezag verzetteden, inzonderheid Guibert; en by zyne overige aanmaatigingen , ook die van het Profeetfchap voegende , yoorzegt hy , dat 'er nog dit zelfde jaar een valsch Koning zoude fterven , waarmede hy ongetwyffeld geen ander dan Hendrik bedoelde. Dan deeze voorzegging werd, tot zyne befchaaming, op eene andere wyze vervuld, door den dood van Rudolph. [zie Duitschland.] Gregorius, thans voor de welverdiende wraak van Hendrik bedugt, fluit eene naauwe verbintenis met de Noormannen, verzoekt den byftand zyner Vriendinue Mathilda, (die ten zynen behoeve een klein Leger te velde brengt, 't welk door de Italiaanfche Vorsten van Hendriks aanhang geflagen wordt,) en moedigt de oproerige Vorsten in Duitschland aan , om zig door Rudolphs dood niet te laaten affchrikken , maar een ander waardig perfoon in deszelfs plaatfe te verkiezen, wien zy echter alvorens een eed van getrouwheid aan den Roomfchen Stoel moesten afvorderen. — Zyn gedrag omtrent den Spaanfchen Koning Alphonfus, en den Hertog van Boheemen. [ zie Spanjen en Duitschland,] — Aanflagen van Robbert Guiscard tegen het Griekfche Ryk. [zie aldaar.] $081. Hendrik, de zaaken in Duitschland geregeld hebbende i gaat met een fterk Leger naar Italiën op marsch, om Gregorius met geweld van den Zetel te dryven , en Clemens , die hem vergezelde, daarop te plaatfen. Gregorius maakt wederom gebruik van zyne gewoone geestelyke wapenen, dc Banblixems; doch Hendrik zig thans niet meer aan dezelven bekreunende , moet hy naar andere hulp uitzien. Ten dien einde zendt hy boden naar Robbert Guiscard, diereeds zynen krygstogt tegen het Griekfche Ryk [ zie aldaar, ] had aangevangen, om op deszelfs fpoedige tc rug komst aan te dringen. Intusfen brengt zyne getrouwe Voorvegtfter, Mathilda , weder een Leger voor hem op den been; iets, het welk door het grootfte gedeelte haarer eigene onderdaanen als eene daad van zinneloosheid wordt aangemerkt. Ook worden haare troepen andermaal geflagen , en Heiv drik, nu geenen wederftand ontmoetende, rukt regelregt naar Romen, om zig van die Stad, en 'sPausfen perfoon meester te maaken; doch de dapperheid der ingezeetenen , en de hitte van het Somer - Saifoen, welke zyne Duitfche troepen niet konden verdraagen, verpligt hem, na een kort beleg, om naar Lombardyën, (gelyk het opperfte gedeelte van Italiën nog doorgaans genaamd werd,) te rug tc keeren, en zyne ondernceming tot eene gunstiger geleegenheid uit tc fteUc*, 1082. De T U G A L. de, wyst hem meteenzwaa- die het ontren vloek af, werp gefmeed doch had , om alle ■ Christen Vor¬ ften aan zyn Geestelyk gezag re onderwcrpen.zendt een Legaat naar Spanjen, om het huwelyk tusfen Alphonfus en Agnes, als eikanderen, volgens de veruitgeftrekte bepaalingen der Roomfche Kerke , te na in het bloed beftaande, te verbreeken. Gelukkig voor den Paus had Alphonfus, zedert eenigen tyd, een weerzin tegen zyne Gemalinne opgevar, waardoor hy nu de oeffening van dit gezag gedoogt, om zig van haar te ontftaan; en nog hetzelfde jaar zig weder in huwelyk begeeft met Conftancia , Dogier des Hertogen van Bourgondiën. Koning Sanche van Arragon doet een geweldigen inval in de Staaten des Konings van Saragosfa , behaalt eene bloedige en roemryke overwinning op de Saraceenen, en vermeestert verscheidene plaatfen, waardoor het vermogen van dien Vorst niet weinig gefnuikt, en de gronden gelegd worden tot het groot aanzien van het Ryk van Arragon , naderhand het tweede in rang van alle de .Spaanfche Koningrykcn. 1081. Den Saraceenfchen Koning van Toledo , Hiaya , zyne onderdaanen cp eene verregaande wyze verdrukkende, •roepen zy den Kening van >Castiliën te hulpe, met aanbieding , om hem, fchoon een Christen, als Vorst te erkennen. Alphonfus, zyne verpligtingcn aan Hiaya's Vader niet gedagtig, leent terftond het oor aan dien voorflag, brengt een gedugt Leger op den-heen, en-rukt in het Ryk van Toledo, alwaar hy, door de ingezeetenen zelven begunftigd, zig van verfcheidene plaatfen meester maakt. De Saraceenfche Vorst van Se\illc.  vak CONSTANTINUS den GROOTEN Ar tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. tSi NEDERLANDEN. goeding, het Graaffirhap van Staveren , en in vervolg van tyd ook het overige gedeelte Het N O O R D E N. wooners van het tegenwoordige Couründ, te betengelen en te onderwerpen, hetwelk hy , hem intusfen met Vorstelyke eere laatende bftiandelen; waardoor deeze gewaande Michaël byna algemeen in het Westen als dc wcezcnlyke Vorst vaa dien naam werd aangezien. 10S1. 's Keizers gunstelingen raaden hem, om zynen Neef,' Synadenes, over wien zy eene gelyke heerfchappy hoopten te voeren, tot opvolger te benoemen. De Keizerin, Maria, daarentegen tragt de keuze van haaren Gemaal te bepaalen tot den jongen Conftantinus, haaren Voorzoon by den geweezen Keizer Michaël. De belangen van dien Prins worden door Alexis Comnenus, en deszelfs Broeder, Ifaacus, ten fterkften onderfteund; waardoor zy zig den haat der gunstelingen, die reeds hun groot aanzien met leede oogen aanzagen, op den hals haaien. Door de Keizerin zelve onderrigt, dat 'er een heimelyke aanflag tegen hun leven gemaakt werd, vlugten zy in alle haast uit dc Stad, en begeeven zig naar Thraciën, alwaar een talryk Leger verzameld was, beltemd, om naar Afia gezonden te worden. De Bevelhebbers, en de troepen zelven, tea uiterftcn tegen de fnoode gunstelingen misnoegd, en de deugden en bekwaamheeden der beide Comnénen tenhoogften waardeerende , tooncn zig geneegen, om een der Broeders als Keizer uit te roepen. Alexis wil die eere afftaan aan Ifaacus, als den oudften ; doch deeze, de meerdere verdiensten van zynen Broeder recht doende, heeft de grootmoedigheid, om hem dc eerfte als Keizer tc begroeten , waarin hy door het ganfche Leger gevolgd wordt. Alexis, geen tyd willende verliezen, rukt in aller yl naar Conftantinopolen. Zyn Schoonbroeder , Mclysfenus, die mede reeds derwaards op weg was, van deeze omwenteling onderrigt, laat hem aanbieden, om het Ryk onder hen beiden te verdeelen; doch Alexis wyst dien voorflag van de hand, en wil hem niets meer vergunnen, dan het eerfte ampt van Staat. Intusfen naderthy Conftantinopolen. Een zyner vrienden opent hem eene poort, waarop zyne troepen met geweld indringen, zig van de Stad meester maaken, en dezelve, in de eerfte wanorde, op eene deerlykc wyze plunderen, Kerken en Kloosters zelven niet fpaarende. De verfchrikte Botaniates laat Alexis aanbieden, om hem als Zoon en opvolger aan te neemen, en hem van nu af de daadelyke oeffening van het Keizerlyk gezag af te ftaan; doch die voorflag wordt afgeweezen , en hy vindt zig genoodzaakt, om den Geestelyken ftaat te omhelzen in een Klooster, alwaar hy niet lang daarna overlydt. Alle de ftemmen verëenigen zig hierop ten behoeve van Alexis, en hy wordt door den Patriarch plegtig gekroond. ALEXIS, comnenus, 59. Griekfche Keizer. Zig niet verwaardigende, om zyne verachtelyke vyanden, die ue vlugt genoomen hadden, te vervolgen, is het eerfte gebruik, 't welk Alexis van zyn gezag maakt, het bcloonen zyner vrienden, en inzonderheid van zvne bloedverwanten, ten wier behoeve hy verfcheidene nieuwe eerampten uitdenkt. Onder deezen wordt Melysfenus, die zig vry- N n — —^—— —— zig recus vuur ncm ucgun te verklaaren, door den vermaarden Godefroy van Bouillon [zie Nederlanden 1076,] doodelyk gekwetst wordt, zo dat hy kort daarna te Merfcnburg overlydt. De dood van Rudolph doet de zaaken van Hendrik een voordeeligen keer neemen, offchoon de meeste oproerige Vorsten voor als nog weigeren zig te onderwerpen, en zelfs met den Paus in onderhandeling treeden , over het verkiezen van eenen opvolger, [zie Italiën.] Hendrik geeft Rudolps Hertogdom van Zwaben aan zyn eigenen Schoonzoon, Frederik van Hohenftauffen, Stamvader der volgende Zwabifchc Keizeren. De Hertog van Boheemen verzoekt aan den Parts verlof, om den openbaaren Godsdient in de Sclavonifche, of land-taale , te mogen verrigten, in plaatfe van de Latynfche, welke aan zyne onderdaanen niet bekend was; doch dit billyk verzoek wordt door den paus volftrekt van de hand geweezen; by welke geleegenheid hy de oagerymde, en onfehriftuurlyke ftelling beweert, dat hetgoed is, dat de kennisfe der waarheeden den ongeleerden onthouden worde , op dat dezelven nietby hen in kleinachting geraaken, en zy daardoor tot dwalingen vervallen mogten, 1081. Hendrik, de oproerige Vorsten te zwak achtende, om iets van belang ten zynen nadcelc te onderneemen, rukt naar Italiën, om zig op den Paus tc wreeken , [zie alehar.~] doch naauwelyks heeft hy Duitschland verlaaten , of de muiters verkiezen tot Keizer zekeren Herman , Graave van Luxemburg, een Vorst van sering aanzien en vermogen; het geene juist de reden was , dat de Duitfche Vorsten , die zig meer en meer onafhankelyk van het Keizerlyk gezag zogten te maaken, hunne keuze tot hem bepaalden. Ondertusfen wordt deeze mededinger zo weinig door Hendrik geacht, dat hy geene de minftc poging doet, om zig tegen hem te verzetten. De Poolfche Koning, Boleslaus, aan den ftorm, door den Paus tegen hem verwekt, een tyd lang het hoofd geboden hebbende, doch eindelyk vreezende , dat zyne verbitterde onderdaanen, die byna tot één man toe de wapenen opgevat hadden, om zig zyner dwingelandyë te onttrekken , hem van 't leven mogten berooven, neemt de vlugt naar Hongaryën, alwaar hy door Koning Ladislaus zeer minzaam ontfangen wordt; doch de bedreigingen van den Paus, en de vrees, om zig in moeijelykheeden met de Poolen in te wikkelen, doen dien Vorst welhaast befiuiten, om Boleslaus zyn Ryk te ontzeggen, wiens minderjaarigen Zoon, Micislaus, hy echter aan zyn Hof houdt, en onder zyne befcherming neemt. Boleslaus zwerft van plaats tot plaats, zonder dat men zedert iets met zeêkerheid van zyne lotgevallen vernoomen heeft. Intusfen verkiezen de Poolen eenpaariglyk tot opvolger zynen Broeder, IAdislauj herman, j. Koning van Polen. een braaf en zagtzinnig, doch zwak, vreesagtig en bygcloovig Vorst, die zig geheel en-al aan het ge?ag van den heerschzugrigen Paus onderwerpt, en hem, door een plegtig ge- zan't- I. D E E L. DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryken. fter, een tweeden niet min verwoeden flag, waarin Rudolph , toen de overwinning HetGRIEKSCHE RYK, en het Oosten. ven opgeruid, zig voor Keizer Michaël uitgaf, als zodanig te erkennen , en op dea  iSz beknopt tydrekenkundig begrip der algemeene geschiedenis, ENGELAND, frankryk. SPANJEN en ITALIËN, en NEDERLANDEN. DUITSCHLAND^ SrLnttavAi'ii y PORTUGAL. emveleerene Ssaaten. en aanvrr.n2.mtl, k..t.» Ierland. ■werp, om zig door kragt van geld, te van Friesland, ten Oosten van de Zuider- zantfchap, nederig ve*. Zce; behoorende het zoekt, om het Ryk van. Wes- den Ban te ontheffen , ————- 1— 't welk hy niet verkygt ,. dan op voorwaarde, dat hy zig van den tytel van Koning ('waarover de trotfe Paus zig aanmatigdeom naar willekeur te befchikken,) onthouden, en met dien van Hertog zoude vergenoegen ; welke onbefchaamde. eisch door den zwakken Vorst, zonder eenige tegenfpraak , wordt ingewilligd. (*) — Kort. daarna roept Ladislaus zynen Neef, den jongen Micislaus-, uit Hongaryën te rug, en behandelt hem op eene edelmoedige wyze. De Poolen, bedugt, dat hy dien Prins tót zynen opvolger mogt beftemmennoopen hem aan om zig^in het huwelyk te begeeven; waarop Ladislaus de Dogter des Hertogen van Boheemen. ten Gemalinne verzoekt en verkrygt, en [ i» 108$ , ] een Zoon by haar verwekt, wien de Poolen reeds by voorraad als erfgenaam van den Troon erkennen.. ip8z,. Vyandelykheeden tusfen Hendrik en den Paus,. [ zie Italiën, ] Geduurende 's Keizers afweezen blvven de onlusten in Duitschland \oortduuren;. dóch door de lafhartigheid van den Tegen-Kei-, zer He:man, die zig by zynen eigenen aanhang veracht maakt, lyden de. belangen van. Hendrik aldaar weinig nadeel.. 1083*. De Tegen-Keizer , Herman , rnRt eindelyk eens te velde , doet een onverhoedfchen inval in Zwaben,en laat het gerugt uitftrooijen,.dat hy naar Italiën op marsch zal gaan, om tien Paus ter hulpe te koomen; doch hy keert welhaast, zonder iets aanmerkelyks uitgevoerd te hebben, tot zyne.vorige-fchmlplaatsen werkeloosheid te rug. 1084-:. Hendriks aanflag tegen dén Paus mislukt zyr>ie,.[z'ie Ha./<■'»,.] keert hy naar Duitschland te rug, en maakt, met behulp der. Vorsten , die. hem getrouw gebleeven waren,, gedugte toerustingen , om de oproerigen, nevens hunnen Koning-Herman., die zig , intusfen binnen de Vestinge Goslar opfruit,.wederom aan zyn gezag te onderwerpen. De Stad Augsburg,_ door den Hertog van Beijeren, die in weer-, wil zyner verpligtingen aan.den Keizer, zig by. de- (*) De meeste.Schryveren .van dien tyd geeven, ,in gevolge deeze onrechtmaatige aanfpraak van den Paus, tn de lafft tcigteffelykhtid van Ladidaus, aan dien Vorst,. en eenigen zyner cpvelgeren, gtetw, anderen tytd, dan dm van Hertog. Stad in de uiterfte engte. De ingezeetenen, voor zyne wraak bedugt , fmeeken den Paus op het ernstigst, om zig. met den vergramden Vorst te. verzoenen. Hendrik zelfs toont zig niet ongeneegen tot eene bevreediging, en laat Gregorius aanbieden , om hem als wettig Paus te erkehnen, mits dat deeze Lem van den ban ontheffe, hem als Keizer kroone.en hem het vry gebruik laate van de waereldiyke magt, als welke hy van God alleen ontfangen had. De trotfe Gregorius blyft echter onverzettelyk, zig verharende op de hulpe van Robbert Guiscard, wien hy, door zyne dringende brieven, overhaalt, om het bevel, over den krygstogt tegen het Griekfche Ryk [zit aldaar,'] aan zynen oudften Zoon , Bohemund, over re haten , en zelve naar Italiën te rug te keeren.. Hendrik, verbitterd over 's Pausfen hardnekkigheid, verdubbelt zyne pogingen, om de Stad te veroveren; doch de dappere tegenftand , dien hy ontmoet, noodzaakt, kan, om zyne onde.rneeming voor dit jaar weder op te geeven.. 1083. Headrik, ten derden maalë het beleg om Romen geflagen Hebbendé,, maakt zig, deels door geweld , deels door omkooping ,, meester van eene der voornaamfte Voorfteden , de zogenaamds Leo 's Stad,, van waar hy de muuren. van Romen heevig laat beftormen.. De ingezeetenen ftellen den Paus andermaal op het nadrukkelykst de rampen voor, die hen boven het hoofd hingen., ingevalle hy zig in geen vergelyk met den Keizer wilde inhaten. Robbert Guiscard,. wiens meeste.krygsmagt zig in het Oosten bevond, [zit het Griekfche Ryk,.] nog niet gereed zynde, om den Paus kragtdaadig byte ftaan,, veinst Gregorius, om tyd te winnen, de verfchillen met den Keizer te willen vereffenen in een Concilie , 't welk. hy eerst tegen het einde van het jaar by een roept, Hendrik, nietslie-▼er verlangende, belooft by. eede,.zig intusfen van alle vyandelykheeden te zullen onthouden,, en de opgeroepene Bisfchoppen ongemoeid te ha-, ten doortrekken-.. Het Concilie eindelyk vergaderd zynde , eischt Gregorius. wederom zulke harde., voorwaarden ,. dat de Keizer, behoudens zyne waardigheid,, daarin niet kam bewilligen , en de Bisfchoppen, den Paus met moeite weerhouden hebbendé,.om het vonnis van den,Ban te. .kernieuwen, keeren, onyerrigter zaakc , te rug. 1084. De Griekfche Keizer. Alexis, aan Robbert Guiscard, wièns^lëgermagt hem zeer ber.aauwde,. [ zie het.Griekfche Ryk,~j elders beezighcid willende verfchaffen,. zendt eene aanzienelyke forr.me gelds aan Hendrik , ten einde hem in ftaat te fteilen, om den 1 Oorlog in Italiën met nadruk voort te rz.etten. Die Vorst befteedt het grootfte gedeelte deezer fomme, tot liet omkoopen van eenigen der voornaamfte Romeinen, die hem eene poort openen, en zyne troepen binnen laaten.. G regoriüs. bergt zig even by tyds in het fterke Kasteel van Sint Angelo. Hendrik ,. meester van Romen , laat den Tegenpaus, Guibert, of Clemens' III:, plegtig ordenen, en zig tevens door hem als Keizer kroonen; waarna hy het Kasteel van Sint Angelo laat beftormen; Robbert Guiscard, intusfen een talryk Leger op den been gebragt hebbende, trekt naar Romen, om den Paus te verlosfen; waarop Hendrik, niet fterk genoeg om hem het hoofd tebieden, in aller yl de Stad verlaat, eerst naar Lombardyën, en vervolgens naar Duitschland te rug keert, den Tegenpaus met zig voerende.. Zyne aanhang fluit echter de poorten voor de Noormannen; doch deezen, met hunne gewoone woede aanvallende , overrompelen en plunderen de Stad; waarop Robben Guiscard den Paus ia ztgepraal uit het Kasttel naar ville, zig van ioSz. die onlusten bedienende , doet De Keizer flaat anvan dermaal het beleg om Snmpn m Krmuf ^i. doch breekt tevens 't beleg op, en keert weder naar Normandyën  *an CONSTANTINUS bén GROOTEN af Tot or dén TEGENWOORDIGEN TYD. 28 Het NOORDEN. Het GRIEK SCHE RYK, en het oosten. •hy, in éénen roemryken veld- vry williglyk onderwerpt, niet togt, gelukkiglyk ter uitvoer vergeeten. Vervolgens doet brengt. hy,het zy uit weezenlyke god- 1083. vrugt, Jiet zy alleen uit ltaatkunde, eene openlyke boete Canutus, verkeerdelyk waa- voorde ongeregeldheeden en Tiende de belangen van den 'heiligfchennis, by de innee- Gods- ming vanConftantinopolen ge¬ en verdere bloedverwanten en vrienden , hebben de edelmoedigheid , om het grootte gedeelte hunner bezittingen ten behoeve van den Staat af te ftaan; doch die fomme Pp verre na niet toereikende bevonden wordende, laat Alexis het goud, zilver, en de overige zo kostbaarealsnuttelooze ver. cierfelen der Kerken tot geld maaken, waartoe dc verftandigfte Geestelyken gewiiliglyk hunne ftem geeven. en anderen , die zig op eene onbefcheidene wyze te°en den Keizer verzetten , met geweld genoodzaakt' worden. Het jaar verloopt met .lecze toerustingen, terwyl Bohemund van zynen kant genoeg te doen heeft, met de aangewonnene plaatfen met troepen bezetten, en in een goeden ftaat van verdeediging te brengen. 1083. Alexis rukt met zyn verzameld Leger naar Albaniën, ea levert Bohemund flag, die hem noodzaakt, om met een^g verlies te rug te trekken. Kort daarna levert hy hem een tweeden veldflag, die nog ongelukkiger voor hem uitvaltwordende een gedeelte zyner troepen verflagen, de overigen vcrftrooid, en hy zelve genoodzaakt, om naar Conftantinopolen de vlugt te neemen. Bohemund voert zyne zegevierende troepen dieper landwaardsin , tot over dc erenzen van Macedoniën; doch ontmoet aldaar van 's Keizers dappere en getrouwe Bevelhebbers grooter tegenftand, dan hy verwagtte. 1084. Alexis, zig van zyn geleede» verlies herfteld, en van zynen bondgenoot, den Turkfchen Sultan, Soliman , (*) eene aanzienelyke hulpbende ontfangen hebbende, trekt weder tegen Bohemund te velde, die intusfen in Thesfaliën gerukt was, en het beleg om het oude Larisfa geflagen had, 't welk hy zeer benaauwde. Alexis, de list te baat neemende, lokt zynen dapperen vyand in eene hindeiiaage, en behaalt daardoor op hem wel geene beflisfende overwinning, maar echter zo veel voordeel, dat Bohemund zig verpligt ziet, om het beleg op te breeken, en naar Albaniën tc rug te trekken. De Normandifche troepen, door eenige zendelingen van den Keizer heimelyk aangehitst, weigeren langer te°era dien Vorst te dienen, ten ware men hen alvorens de Soldy bctaale, waarvan zy , geduurende den ganfehen Veldtogt, geenen enkelen penning ontfangen hadden. Bohemund, vrugteloos getragt hebbende, hen met goede woorden en hoop op buit te paaijen , wordt genoodzaakt, om in perfoon naar Italiën over te fteeken, cn by zynen Vader op de afdoening dier fchuld aan te dringen. Alexis, dus van hem ontflagen, herwint eenige plaatfen, en keert naar Conftantinopolen te rug, alwaar hy door het volk, opgeftookt door de bitterfte yveraars der Geestelykheid, in plaatfe van met de verwagte toejuichingen, niet vervloekingen en de fcheldnaamen van Kcrkroovcr en Heiligfchenner bejegend wordt. 's Vors- (*) De eigenlyke Sultan, ef Opper - Heer, der Turken, van dt ïtamme der Seljukken, was Malek-Schach, die, zedert de aanzienlyke veroveringen van zynen beroemden Voorzaat, Trogul-Bek, n Perfiën zyn verblyf hield; doch de aanzienlykjle Emirs, ofSteleheuders thr Provinciën, hoedanig een deeze Soliman was, matigden •dg mede den tytel van Sultan aan. Soliman hield zyn verblyf tl Siicéa , eene der voornaamfte plaatfin in Afia, dter de Turken op le Griekfche Keizeren veroverd, In z andelykheeden der Turken cn van Robbert Guiscard genoodzaakt, om alle zyne zorgen aan de verdeediging van het Ryk te befteeden, vertrouwt hy het Staatsbeftuur geheel aan zynen braaven Broeder Ifaacus, en aan zyne Moeder, eene by uitneemendheid veritandigc en deugdzaame Vorstinne. De Keizerin , Maria , zig verdagt gemaakt hebbende, wordt genoodzaakt het Paleis te ontruimen, en begeeft zig kort daarna in een Klooster; doch haar Zoon, Conftantinus, wordt met veel eere behandeld. Alexis, eenige voordeden op de Turken behaald hebbende, laaten deezen hem aanbieden, om vreede te maaken, op voorwaarden, dat zy het grootfte gedeelte hunner veroveringen in Afia weder aan het Ryk zullen afftaan, 't welk Alexis gereedelyk aanneemt, ten einde dus zyne geheele magt te kunnen wenden tegen Robbert Guiscard, die de vyandelykheeden nu reeds begonnen had, door de overrompeling van Corfu, eene der gewigtigfte Eilanden in de lömfche Zee; terwyl zyn oudfte Zoon, Bohemund, niet minder dapper dan den Vader, en die zedert in de Heilige Kruistogtcn zig een grooten naam maakte, verfcheidene Elaatfen in Albaniën vermeesterde. Zy liaan vervolgens et beleg om Dyrrachium , ofDurazzo, Hoofdftad dier Provincie, welke door 's Keizers getrouwftcn, kundiglten cn kloekmoedigften Veldheer, Paleologus, verdeedigd wordt. De Venetiaanen, den Keizer met eenige Schepen onderfteunende, brengen Robberts Vloot eene gevoelige necrlaage toe; welk verlies hem echter niet affchrikt, om dc Stad met de uiterfte woede aan te tasten. Alexis nadert in perfoon , met een talryk Leger, tot ontzet. Robbert, fchoon veel zwakker , trekt hem tegen , en levert hem een aller bloedigften Veldflag, waarin de Grieken de neerlaag krygen, verfcheidenen hunner voornaamften Veldheeren , onder anderen , de jonge Prins Conftantinus Ducas, fneuvelen, en Alexis zelve nier dan met veel moeite, door de fnelheid van zyn paard, de handen der overwinnaars ontkomt. In dien flag laat ook de gewaande Keizer Michaël het leven. Niettegenftaande het ftrenge Winterfaifoen hervat Robbert, na zyne overwinning, het beleg van Durazzo , en fluit allen toevoer van levensmiddelen en verfterkingen af. io8z. Na een hardnekkig beleg van zes maanden , maakt Robbert , door het verraad van een der voornaamfte ingezeetenen , zig meester van Durazzo, en gedraagt zig zo edelmoedig omtrent die Stad, dat alle de overige Steden der Provincie daardoor worden overgehaald, om zig vrywillig aan zyn gebied te onderwerpen. Door den Roomfshen Paus, die zig in groote verleegenheid bevond, om hulp aangezogt, keert Robbert naar Italiën te rug, en laat het bevel over de troepen aan zynen Zoon , den dapperen Bohe- , mund. Intusfen wordt Keizer Alexis door gebrek aan geld verhinderd, om, zo fpoedig als hy wel weiaschte , een nieuw Leger op den been tc brengen. Zyne Moeder, Broeders, ,  ig4 BEKNOPT TYD REK EN KUNDIG BEGRIP der. ALGEMEENE GESCHIEDENIS",' ENGE- FRANK- SPANJEN ITALIËN, NEDERLANDEN.' LAND RYK. en PORTUGAL, en cmgektoent Staattn, Schotland en Itrland, en te rug, alwaar het aanbid totPaus te houdend lraedoen verkie- ken zyner Geien , in plaat- malin en vrinfe den hem ein- delyk bewee- gcn , om zysen berouwhebbenden Zoon weder in genade aan te neemen ,. dicn.hy echter, uit een overblyfzel van wantrouwen, noodzaakt, om hem naar Engeland te vcgezellen , wer■vaards hy het volgend jaar te rug keert. Bruno, Kanunnik der Hoofdkerk te Rkeims, een man Tan een droefgeestig geitel, doch van een braaf karakter, een afgryzen hebbende van het fteeds toeneemend bederf m de zeeden en het gedrag ■der Geestelykheid , verlaat, nevens eenige wTeinigen zyner medebroederen , zyne Kerk , en ftigt te Chartreux, eene foort van Woesteny by Grenoble in Dauphiné, de vermaarde Monnik - Orde der 'Carthuiztrs , welke alle andeïen in geftrengheid overtrof; "waarom, dezelve ook een veel iraager. en. geringer opgang maakte dan de overige Ortiens y doch daarentegen veel minder van haare eerfte inftelling verbasterde. Onder ■deeze Ordens, begon thans die van Clugny, omtrent den aanvang der tiende Eeuwe-,. door zekeren Berno-, op de jlaats van dien naam in Bourgogne geftigt,. boven alle anderen in_aanzien tc ryzcn,zo «oor de ongemeene geftrengheid haarer tugt, en het daarop: rustend denkbeeld van meerdere heiligheid , als door de bekwaamheid- van Hugo , den zesden Abt, die by dén Roomfchen Stoel, cn verfcheidene Vorsten , zeer in gunst ffond", niet minder dan vyf- en- dertig der voornaamfte Kloosters ,. en een groot aantal van minder rang, in Frankryk onder zyn. Geestelyk Rechtsgebied telde, en lig. van zynen kant mede een inval, terwyl Hiaya, wien het aan geene kloekmoedigheid ontbrak, zig dapperlyk tegen beiden verdeedigt, waardoor het Ryk van Toledo door drie verwoestende Legermagten te gelyk op de dcerlyklte wyze geplunderd en uitgemergeld wordt. 1085V Alphonfus, 'den Vorst van Seville eindelyk te rug gedreeven , en Hiaya tot het uiterfte gebragt hebbende, ftaat het beleg om deszelfs Hoofdftad, Toledo, welke plaats zeer verfterkt was, en een hardnekkigen weerftand biedt. Na verloop van eenige maanden noodzaaken de ingezeetenen zelven hunnenVcrst, om de Stad over te geeven , op voorwaarde dat zy vryheid zouden hebben , om naar elders te vertrekken, of in de Stad te blyven , met behcuding van hunne goederen en ongeftoorden Godsdienst, en dat Hiaya den wyk zoude mogen neemen in het Ryk van Valencia, 't welk hem insgelyks toebehoorde, waartegen hy het ganfche Ryk Toledo aan Alphonfus zoude afftaan. Deeze voorwaarden worden gctrouwclyk naargekoomen,. en de zegevierendeSpaanfche Monarch doet eene ftaatelyke intreede ia Toledo, alwaar hy zynen Rykszetel vestigt, cn verfcheidene Kerken laat ftigten, ten einde een groot aantal zyner onderdaanen derwaards te lokken , cn zig dus van het bezit dier gewigtige plaats tebeter te verzekeren.. ioSói De Saraceenfche Vorsten in Spanjen, inzonderheid dié' van- Seville, verfchrikt door den voorfpoed van Alphonfus wapenen , en voor de geheele vernieling hunner Natie en Godsdienst in Spanjen bedugt, zendengezanten naar hunne Landsgenooten in Africa , om hen ter verdeediging der naar het Lateraanfche Palcis voert, cn hem op den Zetel herftelt. Gregorius voldoet zvne wraake . door in een plegtig Concilie, het laatfte van zyn leven., de geweldigfte vervloekingen tegen Hendrik , Guibert, en hunnen ganfehen aanhang, mt te braaken; en, zig op de onüandvastige Romeinen niet meer vertrouwende , volgt hy zynen verlosfer naar Salerno , alwaar hy zyn verblyf vestigt. Robbert Guiscard, zyne verdere tegenwoordigheid in Italiën niet nodig achtende, hervat in peribon den Oorlog tegen het Griekiche Ryk. [_z.italdaar.] 1085;.. De vermaarde Paus Gregorius overlydt te Salerno. Offchoon nimmer geregeld in den rang der Heiligen geplaatst, is hy zedert door de Roomfche Kerk als zodanig geëerd, en zelfs, door een zyner opvolgeren, een Feestdag ter zyner gedagtenisfe ingefteld, die echter, door den tegenftand van verlcheidene Vorsten, niet algemeen is aangerocmen. Voor zyr.cn dood had hy cer.e benoeming van drie perfoonen gemaakt, welke allen mannen van ongemeene kunde en bekwaamheid waren, en waaruit Defiderius, Abt van Montc-Casfino, door de Kardinaalen, wier aanzien ondei Gregorius zeer was toegenoomen , tot zyn opvolger beftemd wordt; doch Defiderius, afgefchrikt door de moeijelykheeden , die Gregorius , ( met wien hy in grondbeginzelen,. fchoon niet in karakter, overëenftemde ,) had moeten ondergaan , weigert de Pausfelyke waardigheid te aanvaarden , en neemt, om het fterke aanzoek der Kardinaalen, die volftrekt geen ander dan hem wilden verkiezen, te ontgaan,. den wyk naar zyn Klooster. Dit jaar overlydt mede de beroemdë Robbert Guiscard,. en wordt, door den invloed zyner Gemalinne, eene Prinfësfc van Salerno, in het Hertogdom van Apuliën en Calabricn opgevolgd door zynen tweeden Zoon , Rogier, ten nadecle van den oudften uit een vorig huwelyk, Bohemund,. die den Oorlog tegen het Griekfche Ryk [zit aldaar,] ftaakt,. en in. aller yl naar Italiën tc rug keert, om zyne rechten te doen gelderu. 1086,. De Tegenpaus, Clcmens, door dén Stadvoogd van Remen onderfteund, maakt zig met geweld meester van den Pausfelyken zetel; doch de Geestelykheid en het Volk , «ji aan hem nier bekreunende, wordt 'er een dag bepaald, om een opvolger van Gregorius te verkiezen. Defiderius laat zig. met veel moeite beweegen , om deeze verkiezing by te woonen. In weerwil van zyne tegenkanting , wordt hy met algemeene- ftemmen benoemd-, met geweld met het Pausfelyk gewaad omhangen, en plegtiglyk geordend en uitgeroepen ,. onder den naam vaa. v 1 c t « n iir., rjö; Paus,. Defiderius,. of Victor, zo opregt als ftandvastig ifi zyncweigering, neemt de eerfte geleegenheid waar, om de Pausfelyke verderfden af te leggen, en naar zyn Klooster van Monte-Casfino de vlugt te héemea. De Kardinaalen zenden hem een plegtig gezantfehap , om hem ernstig te fmeeken van naar Romen, t? rug te keeren-; dodi hy blyft onverzettdyk, e» n™"7° 6v-vh.^ilv., ui YVCSt- Friesland , aan den Graave van Holland. 1087. De  van CONSTANTINUS ben GROOTEN af tot op öjsn TEGENWOORDIGEN TYD, x% DUITSCHLAND, Het N O O R D E N. Het G R I EK S C H E en aan.gr er.z.enie Kynen. de oproerigen gevoegd had , ingenoomen zynde , wordt door Hendriks troepen heroverd. 1085:. Herman roept een Concilie te Quedlinburg by een, waarin de onfeilbaarheid cn het oppergezag van denRoomfchen Paus erkend , en alle deszelfs vonnisfen bekragtigd worden. Hendrik , van zynen kant, beroept een ander Conciiie te Mentz , het welk befluiten neemt, regelregt ftrydig met dat van Quedlinburg. Terwyl dus Kerk en Staat in Duitschland verdeeld zyn, ovetlydt de eerfte aanftooker dier onlusten , Gregorius, [zit Italiën] doch de rust wordt door zynen dood niet herfteld , wyl deszelfs opvolgers, door denzelrden geest gedreeven , ook dezelfde maatregelen volgden. Intusfen rukt Hendrik met eene aanzienelyke Legermagt in Saxen , waarvan een gedeelte zig vrywilEg onderwerpt, en het overige met geweld daartoe genoodzaakt wordt. Herman vlugt van plaats tot plaats , zonder zig tegen zynen gevreesden mededinger te durven of te kunnen verzetten.. ro8ó.. De vyandelykheeden van den Hertog van Beijeren Hendrik noodzaakende, om zyne wapenen derwaards te wenden,: ftaan de Saxers weder tegen hem- op-,. en, zig van Hermans lafhartigheid weinig goeds beloovende, verkiezen zy tot hun hoofd en aanvoerder , offchoon zy aan. den ander den ydelen tytel van Keizer laaten behouden , den dapperen Egbert, laatften Markgraave van Thuringen. [vergelyk 1058, de aantekening.] Hendrik,, wel verre van zig tegen deezen nieuwen en veel gedugter mededinger te kunnen verzetten, oorloogt zelfs; onvoorfpoedig in Beijeren. Hy houdt, met de hem getrouw geblccv ene Vorsten, eens Godsdienst te bevorderen, door deszelfs dienaaren te verryken en te verheffen , ont flaat dc Geestelykheid gcheel-enal van de onderhoorigheid aan het burgerlyk rechtsgebied, ftigt een byzonder Geestelyk Gerechthof voor Kerkelyken en Kerkelyke zaaken; gelast, dat de Bisfchoppen voortaangelyken rang zullen hebben als Prinsfen en Hertogen; geeft hen zitting in den Staatsraad, en den voorrang boven de overige Raadsheeren ; vermeerdert hunne inkomsten doorliet toewyzen van aanzienlyke jaargelden aan de voornaamfte Kerken en Kloosters; en tragt zelf, ten behoeve der Geestelykheid , de heffing van den tienden penning in te voeren ; welk oogmerk hy echter , door de heevige tegenkanting des Volks, 't welk een algemeenen opftand dreigde, moet ftaakem 1 1085. Zedert eenigen tyd het ontwerp gevormd hebbende, om de Oude aanfpraaken der Deenfche Kroon op Engeland te doen gelden, verzamelt Canutus ten dien einde eene aanzienelyke Scheeps - en Legermagt, waarvan hy het bevel opdraagt aan zynen Broeder, Olaus , aan wien hy even te voren , door eene verkeerde Staatkunde, het ganfche Landfchap Slecswyk, onder den tytel van Hertogdom , had afgeftaan. Die heerschzugtige Prins, hiermede niet voldaan , vormt den fnooden «aanflag, om zynen Broeder en weldoener van de Kroon te berooven, en misbruikt hier toe de hem opgedragene magt, door de troepen tot een opftand aan te hitzen; Offchoon de voorgenoomene togt naar Engeland hier door verydeld wordt, gelukt het echter Canutus, door zyn beleid en werkzaamheid, om de oproerigen tot onderwerping te brengen ; doch , met zyne gewoone geftrengheid ftrafoeffenende, laat hy de voornaamfte hoofden ter dood brengen , legt de ganfche Natie, fchoon grootendeels onfchuldig, ee"ne-zwaare geldboete op, veroordeelt Olaus tot eene eeuwige gevangenis, en, hem in zyn eigen Ryk niet betrouwende, zendt hy hem in bewaaring , aan zynen Schoonvader , den Graave Robbert van Vlaanderen.. i • ro86".. Canutus zyn ontwerp hervattende , om de herring van den tienden penning door te dringen , vat de ganfche Natie de wapenen tegén hem op , en noodzaakt hem , om de vlugt te neemen naar Finland, door twee zyner Broeders, en eenige weinige getrouwe vrienden vergezeld. Door de misnoegden nagejaagd, neemt hy den wyk in eene Kerk. Zyn Broeder Benedictus en meeste vrienden, na een dapperen wederftand gefneuveld, en zyn anderen Broeder, Erik , met moeite ont-fnapt zynde , ftuiven de misnoegden de Kerk in , en vermoorden den Vorst aan den voet des Altaars. De Geestelykheid , wien hy zo zeer begunstigd had , beklaagt bitterlyk zyn dood, noemt hem een martelaar , en bewerkt weinige jaaren laater, dat hy door den Roomfchen Stoel in den rang der Heiligen geplaats wordt. De misnoegden-, geen beter middel weetende, om zig voor ftraffe te beveiligen , dan door den eerften aanftooker van dit oproer ten troon te verheffen , verkiezen eenpaariglyk tot Canutus opvolger den afweezenden, OLAUS IV., 10. Kening van Deenemarken. De Weduwe van Canutus , Adelaide, neemt .de vlugt naar haaien Vader, den Graave van Vlaanderen , nevens haaren eenigen Zoon , Karei, die nadeihand in dit Graaffchap •E* Hin-a* 's Vorsten gezag noch welfpreekendheid iets baatende , om de gemoederen tot bcdaaren te brengen , vernedert hy zig, om openlyke boete over zyne zogenaamde gruweldaad te doen , en zig te verbinden , om het geroofde zo fpoedig mogelyk te rug, te geeven; waardoor deeze gevaarlyke opftand. gedempt wordt. Intusfen laat Robbert Guiscard eene ontzachlyke Vloot uitrusten, waarmede hy 's Keizers Scheepen , door die der Venetiaanen verfterkt, aantast en verflaat ; en vervcjlgens in een der havenen van Epirus laat overwinteren , -om het volgend jaar de vyandelykheeden met nadruk te hervatten,. rc8y.- Robbert overlydt. De twisten tusfen deszelfs Zoonen [zie Italiën,} doen de verdere' onderneemingen der Noormannen tegen het Griekfche Rykflaaken,. waardoor Alexisin korten tyd alle de verloorene plaatfen herwint, en de geleegenheid heeft om zy^ ne wapenen te keeren regende Turken, die het verbond gefchonden , en verfcheidene plaatfen in Afia, en onder anderen , door verraad, ook de gewigrigfte en fterkfte Stad,. Anrioclïiën , veroverd hadden. — Soliman, door den Turkfchen Sultan, M'afekSchach, tot Stedehouder vanKlein - Afia aangefteld ,. bezat nu in die hoedanigheid deoude Provinciën Pontus, Paphlagoniën, Phrygiën, Cappa— docièn , Lycaöniën , Ifaurien, en een groot gedeelte van; Bithyniën , Iöniën, Ciliciën , en Pamphyliën, welke landftreek van toen af reeds onder den naam van Turkyën. begon bekend te worden. Opgeblaazen door deze grootheid, tragt hy zyne bezittingen nog verder uit te breiden, en zig van detv Sultan, geheel onafhangelyk te maa—' ken ; waarop deeze een talryk' Leger tegen hem in het véld zeiidtj.  ü.86 beknopt tyd rekenkundig begrip beu algemeene geschiedenis, engeland, Schotland en .Ierland. frank K ƒ k. spanjen en portugal. £e van Gregorius, die nog niet overleeden was. Zo als hy gereed was, om met onnoemelyke /chatten, cn een talryk gevolg, her Ryk te verhaten , geeft Willem, die intusfen de lugt van dien aanflag gekreegen had, hst, om hem te vatten; doch , niemand de handen aan eenen Geestelyken durvende ijaan, verrigt hy zulks in eigene perfoon; den verwaanden Prelaat, die zig op de voorrechten der Kerke beriep , fchertzende toevoegende ; ik neem u niet in vcrzeekering als Bisfchop van Bayeux , maar als Graaf van Kent; waarna hy hem tot eene eeuwige gevangenisfe veroordeelt. 1087. .Willem, naar Normandyën getrokken zynde , om eonige onlusten aldaar te lfillen, overlydt aan de gevolgen van een zwaaren val met zyn paard, [zie Frankryk.'] Zo veel roem hy verworven had door zyne ongemeene dapperheid, beleid, bewaamheeden en ftaatkunde, zo gevreesd en gehaat had hy zig gemaakt door zyne verregaande geilrengheid , heerschzugt en gierigheid. Op zyn lterf-bedde toonde hy echter een gevoelig leed weezen over alle zynegeweldenaaryën, welken hy meende te boeten door mildaadige giften aan Kerken en Kloosters. Ook vergaf hy alle zyne vyanden, en ftelde den Bisfchop van Bayeux in vryheid. Van zyne drie nagelaatene Zoonen gaf hy den jongften Hendrik (wiens toekoomende grootheid men echter voorgeeft, dat hy voorfpeld zoude hebben ,) niets, dan alleen het erfgoed zyner Moeder; aan den oudften Robbert, tegen wien hy altoos een wrok behouden had, flegts het Hertogdom van Normandyën , en de Kroon van Engeland aan zynen tweeden Zoon, Willem, van wegens zyn rood hair, den Rooden bygenaamd. Die Prins fteekt in aller yl naar Engeland over, maakt zig meester van zyns Vaders onnoemelyke fchatten, verzeekert zig van de hulp der voornaamfte Legerhoofden en Bevelhebbers der verfterkte plaatfen , en wordt vervolgens .inzonderheid door den invloed van Aarts-Bisfchop Lanfranc, in weerwil der rechten van zyn oudften Broeder, te Londen als Koning gekroond. WILLEM II. , DE R O O D E, 21. Koning van Engeland. Verfcheidene Baronnen , inzonderheid die , welken goederen in Normandyën bezaten , weigeren Willem te erkennen , en verklaaren zig openlyk voor Robbert , wien zy nodigen, om zyne rechten te koomen handhaaven. De Bisfchop van Bayeux, en deszelfs Broeder, 's Konings Oomen , ftellen zig aan het hoofd der famenzweering. Willem , oploopend, wreed, gierig , heerschzugtig , met een woord , alle de ondeugden , en niet eene der deugden van zynen Vader bezittende , ontveinst zyn fnooden aart, en doet de fchoonlte beloften aan de Engelfchen, om derzelver feneegenheid te winnen , die hem ook getrouwelyk yftaan, en hem , (te meer wyl Robbert niet durfde waagen, om naar Engeland over te fteeken , om den opftand, ten zynen behoeve aangevangen, te onderfteunen,) in korten tyd over alle zyne vyanden helpen Mgepraalen. Sommigen van dezelven krygen ver- eil- zig den grootfchen tytel van Aarts-Abt aanmatigde ; welke vermeerdering van aanzien , magt, en rykdommen de Monniken van Clugny, nevens de anderen, geheelen- al van hunne voorgaande heiligheid deed verbasteren. Eenige Franfche Heeren, heimelyk door Koning Philips begunstigd , ftroopen in Normandyën, en plunderen aldaar eenige plaatfen. Willem , hiervan onderrigt, komt in aller yl, door zyne drie Zoonen vergezeld, uit Engeland over , verdryft met weinig moeite deeze zwakke Rovers, en maakt gedugte toebereidfelen , om op den Franfchen Koning zelven eene gevoelige wraake te neemen. 1087. Willem , door eene al te groote zwaarlyvigheid ziekelyk geworden zynde, en lange het bedde moetende houden', heeft Philips de onvoorzichtigheid , om openlyk met hem den fpot te dry ven, en aan zyne Hovelingen te vraagen , wanneer die Man eindelyk eens in de kraam zou koomen f De zieke Vorst, aan wien deeze fchimp welhaast werdt overgebragt , woedend van fpyt, laat aan Philips boodfchappen , dat hy binnen kort zyne kerkgang in de Hoofdkerk van Parys zou koomen dom , met tiendmzend Lansfen , in plaatfe van Waschkaarfen, zinfpeelende op de gewoonte der Kraamvrouwen van dien tyd. De gramfchap hem kragt geevende , rukt hy ook welhaast te velde , valt in Frankryk , verwoest het platte land te vuur en te zwaard, verovert Manies , legt het in kooien, en zou ongetwyffeld zyne woedende wraak nog veel verder hebben voortgezet, indien een geweldige val met zyn paard hem niet in zynen loop gefluit had. Zig zwaar gekwetst voelende , laat hy zig naar Rouaan te rug brengen, alwaar hy kort daarna overlydt ; [vergelyk eok Engeland,] het Her togdom van Normandy- der algemeene zaake aan te fpooren. Eene aanzienlyke veifterking van dezelven ontfangen hebbende , brengen dc Vorsten van Seville en Badajoz eene gedugte Legermagt op den been; doch, eer zy gereed zyn, om tegen Alphonfus te velde tc trekken , doet die Vorst zelve, aan het hoofd zyner troepen, een inval in de Provincie Estremadura , en verovert de Stad Coria. Niet verre van die plaats , leveren de beide Legers elkanderen een allerbloedigften flag, waarin Alphonfus de neerlaag krygt, gekwetst wordt, en, na het verlies zyner beste troepen , het overfchot ter naauwernood bergt in Coria, alwaar de Saraceenen , wien deeze overwinning mede zeer duur kwam te ftaan, hem niet verder ontrusten. Alphonfus, door zyn geleeden verlies niet in ftaat, om voor als nog iets tegen den vyand te onderneemen, befteedt het overige van het jaar met de verciering en bevolking van zyne nieuwe Hoofdftad , Toledo, alwaar hy een Aarts-Bisfchoppelyken zetel vestigt, en dc ganfche Geestelykheid van Spanjen aan deszelfs rechtsgebied onderwerpt. 1087. Alphonfus, befloten hebbende den Oorlog tegen de Saraceenen, dien hy een Heiligen Oorlog noemde, met nadruk voort te zetten , verzoekt den byftand van Koning Philips van Frankryk. Die Vorst belooft hem eene aanzienelyke, hulpbende te zullen toezenden, en vaardigt reeds terftond een gedeelte zyner troepen derwaards af, onder aanvoering van twee der aanzienelykfte Franfche Grooten, Raimond, Graaf van Bourgondiën of Franche Comté, en Hendrik van Befancon , Broeder des Hertogen van Bourgondiën, en Stamvader der Koningen van Portugal(*). De Saraceenen , zig te zwak gevoelende om de verëenigde Legermagt der beide (*) Portugal was van ouds her eene Provincie van Spanjen, -werd, nevens het grootfte gedeelte van dat Ryk. door de Saraceenen veroverd, en zedert allengs door ie Koningen van Spanjen geheel heroverd zynde, in 1095;. tot een Graaffchap verheeven, ten behoeve van deezen Hendrik van Befancon, wiens Z^on en Opvol er, Alphonfus, den tytel van Koning aannam.  van C O NS TAN TI NU $' den GROOTEN ** tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 287 ITALIËN, NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het Het GRIEK- e» omgeleegene Staaten. en aamrenzende Sy/«*.. NOORDEN.. SCHE RYK. cn houdt ftaande, dat zyne verkiezing kragteloos was, om. dat hy 'er nooit in bewilligd had.. Bohemund ,; vrugtelooze moeite gedaan hebbende, om Zyn recht van opvolging te doen gelden , moet zig vergenoegen met het Vorstendom, van, Tarente, 't welk. zyn Vader hem reeds had. toegelegd.. Rogier ,, alle verdere aariüagen tegen het Griekfche Ryk laatende vaaren , roept zyne troepen van daar te rug, en verkiest Salerno tot de. Hoofdftad van zyn gebied. 1087.. De Kardinaalen, door verfcheide voornaame Vorsten van. Italiën, onderfteund, hernieuwen h«n aanzoek by den voortvlugtigen Paus, en Hellen hem op zulk eene nadrukkelyke wyze de rampen engevaaren vooroogen, waaraan hy de Kerk» door zynehardnekkige weigering blootHelde-,, dat hy zig eindelyk. laat bevveegen," om zyne verkiezing goed te keuren. Hy wordt in zegepraal naar Romen gevoerd , door -een aantal troepen van de vermaarde Mathilda- vergezeld, en kort daarna door die Gravin zelve gevolgd; waardoor de Tegenpaus genoodzaakt wordt, om de Stad- te. ontruimen. Doch ,, na het vertrek van Mathilda,. wordt hy door zyn aanhang teruggeroepen, en. in het bezit der voornaamfte Kerken gefteld. Vidtor, door deeze onlusten op nieuws een tegenzin tegen zyne. opgedrongene waardigheid opvattende ,. keert andermaal naar zyn Klooster te rug. De Stad Benevent doortrekkende,, houdt hy aldaar een Concilie,, waarby het vonnis van den, ban tegen Keizer Hendrik,, den Tegenpaus, en .derzelver aanhang, beneffens de wetten van Paus Gregorius nopens de Inhuldigingen, vernieuwd worden. Door. eene gevaarlyke krankte aangetast,. vervolgt Y^ior zynen weg naar 1 luty/^ eene Ryksvergadering te De Keizer trekt de gifte Mentz , en verklaart Egder Friefche landen,, aan bert fchuldig aan gekwetden Utrechtfcher. Bisfchop fte Majefteit, en alle zyge- ne .góederen en waardigheeden verbeurd; een vonnis ,. waaraan deeze zig weinig bekreunt. In die zelfde Vergadering vergunt hy den Hertog van Boheemen-,, Wratislaus, ter belooning van deszelfs getrouwe diensten in deezen burger-oorlog, den tytel van Koning;: waarop die Vorst zig als zodanig plegtig te Praag laat kroonen (*) $ doch de mrfnoegde Duitfche Vorsten den fpor dryvende, dat Hendrik eene Kroon aan een ander fchonk , terwyl hy naauwelyks in ftaat was, om zyne eigene te behouden, weigeten den nieuwen Koning in die waardigheid te erkennen. Hendrik,, verbitterd over de toegeevendheid van den Poolfchen Koning , of Hertog, Ladislaus, [vergelijk laèi ,] omtrent den Roomfchen Stoel, waarby zyne tegenkanting des te fterker afftak ,. draagt tevens aan zynen vriend Wratislaus den eigendom op van Silefien en de Lausnits, aan Polen toebehoorende , en tragt daardoor dien Vorst tegen Ladislaus in het harnas tejaagen; doch den Poolfchen Vorst meerdere kloekmoedigheid betoonende in het verdeedigen zyner Staaten, dan in het handhaaven van zyne Koninglyke rechten , befluit Wratislaus wysfelyk van eene onderneeming af te zien, waarby hy niet dan fchade en fchande behaalen konde.. 1087. De-Tegen-Keizer Herman, door dë behaalde voordeden van zynen aanhang aangemeedigd , trekt weder te velde , en flaat het beleg om Wurtzburg, in Frankenland. Hendrik ,. tot ontzet dier plaats aangerukt , wordt geflagen 5 waarop Wurtzburg aan de misnoegden overgaat; doch kort daarna door de Keizerlyke troepen hernoomen wordt. Beide de partyen, uitgeput door deezenlangduurigenoorlog,.waarin dan de eene, dan de andere het voordeel behaalde, befluiten eene algemeene Ryks-Vergadering te Spiers te houden-, om ,. zo mogelyk,, de rust in Duitschland te herftellen; Deeze vreedelievende oogmerken worden niet weinig geftremd dcor den Paus Victor, opvolger van Gregorius, die op nieuws het vonnis van den- Kerkban tegen Hendrik uitfpreekt,. en hetzelve- aan de Ryks-Vergadering plegtig laat aankondigen. Desniettemin bieden de misnoegden aan, om dien Vorst als wettig Kdzer te erkennen, in (*) Wyl de tytel van Koning alleen aan de per/oen van. Wratislaus verknogt, en niet trffeiyk was, en zyne opvol-gers wederom den tytel van Hertogen voerden, tot aan den jaare izoo. , wanneer Hertog Primislaus Ottocar dénKeminglyken tytel hernam, en dien erffèlyk aan zyne opvol-, gers naliet, zullen wy, om verwarring voor te koomen, den' Naam-Lyst der Boheemfche Koningen riet dan met deezen Primislaus Ottocar aanvangen ,.en dien. a\r Her;oren tot dien Verst toe mafgebrocken blyven vtertzetts:-}, en het Oosten. opvolgde.— De vlaamfche Vorst, zendt. — Solïmaa door een plegtig wordt verflaageh , ge- en dooifteekt zig zelven, uit wanhoop.. Elk zyner Stedehouders zig hierop, tot. afzonderlyke Heeren opwerpende,, worden zyne Staaten in verfcheidene ftukken gefcheurd. Geduurende deeze iniierlykc beroertens weet Ajexiszig„ op eene listige , of liever verraaderlyke wyze, van alle de Zee-plaatfen, van Aha meester te maaken. Aboulcafem , Stedehouder , of Sultan van Nicéa , (gelyk hy zig.trotfdyk noemde,) de vermogendfte en dapperfte van alle de overigen, tragt niet alleen alle de Staaten van wylen Soliman te herwinnen, maar ook Conftantinopolen zelve aan te tasten. Alexis voorkomt hem , door een fterk Leger naar Afia te zenden , 't welk dat van Aboulcafem een en andermaal! verflaat. Veinzende een verbond met hem te willen fluiten , weet Alexis. hem naar Conftantinopolen te lokken,, alwaar hy hem in fchyn met veel. eere ontfangt ; dcch intusfen hem eene zyner gewigtigfte plaatfen , Nieomediën , ontneemt.. Aboulcafem,, by zyne te rug komst het verraad ontdekkende ,. is buiten ftaat,, om zig daar over te wreeken ,. wyl hy? zig van een anderen kant befprongeh. ziet, door eene- gedugte Legermagt van Sultan Malek-Schach , welke. Set beleg om. Nicéa flaat, doch , op de aannadering der troepen van. Alexis,, die, door beiden tevens aangezogt,. uit ftaatkunde de zwakfte party hulpe bood, weder terug trekt. Aboulcafem , den Keizer met reden wantrouwende , tragt zig door gefchenken en vry willige onderwerping ,, met Malek-Schach te verzoenen;, doch wordt, op last van dien Vorst,. met de ftrop ter dood gebragt. Dekort daarop volgende dood van Ma— lek , en de twisten tusfen deszelfs Broeder en Zoon,, om de opvolging ,, eene groote. verwarring- veroorzaa— kende , maaken de kinderen van wylen Soliman zig meester van Nicéa;; en dé oudfte Zoon, Kilidge-Arslan,, doch meer bekend onder den naam vaa; Soliman, neemt den tytel van Sultan». 10S7;. De Patzinasfen, zedert het vorigejaar-,, dc vyandelykheeden hervat heb- ■ bsa-f  aSS BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP dei ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, F.RANKRYK. SPAN JEN en ITALIË N,. en omgeleegene Staaten. Sc/iotlan.i en Ierland. ■ gïffenis; doch de meesten, worden in ballingfchap gezonden, en alle hunne waardigheden en goederen voor altoos verheurd verklaard. 1089. Willem, zig eindelyk volkoomen van de Kroon verxeekerd achtende, ligt het masker af, en wordt alleenlyk door Aartsbisfchop, Lanfranc, nog eenigzins in bedwang gehouden; doch, dien Prelaat dit jaar overlydende, viert hy aan zyne woeste driften den ruimen teugel. De ongelukkige ingezeetenen worden door hem, zo mogelyk-, nog ftrenger dan door zyn Vader onderdrukt en mi-handeld; de tvdelvke goederen derGcesdykheid, met geweld aan de Kroon getrokken; de Kerklyke ampten aan de meestbiedende ver. togt, of ledig gelaaten, ©m de inkomsten aan te Haan ; eu der Natie zulk een angst aangejaagd, dat elk zyn ramp in ftilteleed, zonder zig, uit vreezt voor erger, te durven beklagen.vee min, het juk die volflrekte dwing landyenoverheer fching af te wer pen. 1090. Onrechtvaardi ge aanval va-:Wil Fem tegen Herto Robbert Monte-Casfino, alwaar hy, kort na zyne aankomst, overlydt ; hebbende alvorens de Kardinaalen, die hem vergezelden , ernstig verzogt, om Otto, Bisfchop van Ostia, een der geenen , welken reeds door Gregorius benoemd waren, tot zynen opvolger te verkiezen. De Steden Pifa en Genua, wier vermogen , inzonderheid door haare uitgebreide Scheepvaart, zeer was toegenoomen , en welken zig reeds byna onafhankelyk van het Hertogdom Toscaanen, waaronder zy oorfprongelyk behoorden, gemaakt hadden , rusten een talryke Vloot uit, doen eene landing in Africa, en regten eene verwoede flagting aan onder dc Saraceenen. . i®88. Den Tegenpaus Clemens meester van Romen zynde, vergaderen de vrienden van wylen Gregorius en Victor te Terracina, alwaar zy eenpaariglyk, volgens begeerte van den laatstgemelden, hunne item geeven aan Otto, Bisfchop va» Ostia , die den naam aanneemt van v r ï a n v s n., 157. Paus. Even hoogmoedig , heerschzugtig en onderneemend, ruim zo los en onvoorzigtig, doch op verre na niet zo kundig en ftandvastig als Gregorius, neemt de nieuwe Paus het befluit , om het ontwerp van deezen zynen vermaarden Voorzaat door. te zetten , waarvan hy terftond by rondgaande Brieven kennis geeft. Zaaken met Spanjen. [zie aldaar.] • 1089. . JJibanus houdt een Concilie te. Melfi, [en niet, gelyk de meeste Schryveren melden , te Rcmen, alwaar Clemens meester a as,] en hernieuwt het vonnis tegen den Keizer, den Tegenpaus, en allen, die hen aanhingen. By die geleegenheid erkent Rogier, Hertog van Apuliën en Calabriën , den Paus als Opper-Leenheer , en doet hem ais zodanig hulde. Om zyn vermogen te verfterken, bewerkt Urbanus een huwelyk tusfen zyne Vriendin, de Gravinne Mathilda , wier eerfte jeugd lange voorby was, en den jongen Guelph, Zoon des Hertogen van Beijeren, een der magtigfte Vorsten van Duitschland. Keizer Hendrik, zeer verhoord over dit huwelyk, en de fteeds voortduurende ftoutheid van den Roomfchen Stoel, maakt gedugte toebereidfelen , om dc vyandelykheeden in Italiën te hervatten. Intusfen durft Clemenszig niet langer binnen Romen waagen, alwaar de vrienden van Urbanus dagelyksch in getal cd fterkte toenecmen, en hem met blydfchap binnen haaien. 1090. De dappere Rogier, Broeder van wylen Robbert Guiscard , voltooit dit jaar, na een langduurigen Oorlog, dt verovering van geheel Siciliën, door het laatfte overfchot der Saraceenen van daar te verdryven, en herftelt den Christen Godsdienst op dat Eiland in zynen ouden luister. De onlusten in Duitschland gelukkig geftild zynde , komt Keizer Hendrik met eene talryke Legermagt in Italiën, verovert verfcheidene plaatfen in de Staaten der Gravinne Mathilda , en flaat het beleg om de fterke Siad Mantua , welke zig elf maanden lang hardnekkig verdeedigt, en niet dan in den aanvang van het volgend jaar overgeeft. De aan• hang van den Tegen-Paus Clemens, door s Keize. s naby. heid en voorfpoed aangemoedigd, nodigt hem wederbionea Ro-. en, met het daaronder behoorende Bretagne , nalaatende aan zvnen oudften Zoon,' Robbert. Zaaken met Spanjen. [zit aldaar.] 1090. De zwakke regeering van Robbert, wien fchen , om zig voor hunnen vrugteloozen togt vergoeding te verfchaffen , ftroopen in het gebied des Saraceenfchen Kenings van Saragosfa, en keeren met een ryken buit te rug; doch de beide Prinsfen vestigen zig aan het Hof van Alphonfus. De Aarts-Bisfchop van Toledo, meer door eene ftrafbaare drift, daadoorwaaren Godsdienst - yver vervoerd , maakt zig met geweld meester van de voornaamfte Mosquée , of Hoordkerk der Saraceenen , ftrydig met het verdrag, door Alphonfus met^deeze Natie, gefloten. Die Vorst geeft hen de Mosquée terftond te rug, en wil den Aarts-Bischop ftrengelvk ftraffen; doch wordt door de Sa. raceenen zelven , die zig in deezen veel edeler dan de Christen Prelaat gedroegen , verbceden. 1088. Alphonfus neemt den tyd van ruste waar, om de overige Steden in zyne nieuwe Staaten van Toledo met Christenen te bevolken, en aldaar verfcheidene Kerken te ftigten. De Aarts-Bisfchop van Toledo krygt van den Roomfchen Paus den tytel van Primaat van Spanjen. 1089. De Aarts-Bisfchop van St. Jago de Compostelh , fterk geyverd hebbende voor de belangen van 's Konings ongelukkigen Broeder, Garcias, die nog fteeds in den kerker kwynde, laat de verbitterde Alphonfus dien medelydenden Prelaat , als ware hy fchuldig aan oproerig- • heid , afzetten, en in eene naauwe gevan- • genis opfluiten; en de Spaanfche Gceste. lvkheid heeft de lafhartige infchikkellyk- heid, om die fnoode daad des Konings goed tc keuren en te bekragtigen. 1090. Alphonfus , van mannelyk kroost verr ftooken, geeft zyne Dogter U.raca ter hu- de Christen Vorsten te wederftaan, haasten zig om, voor de aankomst dei Franfche troepen , den vreede met Alphonfus te fluiten, door zig aan hem vrywulig te onderwerpen , en hunne Staaten aan de Spaanfche Kroon cynsbaar  Van CONSTANTINUS dén GROOTEN Af tot" «p den TEGENWOORDIGEN TYD. 289NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEK SCHE gedaan, weder in, ten behoeve van Egbert, Markgraave van Thuringen, die voor- gezantfchap aangezogt, om Olaus te ontflaan , vergunt tulks nier, dan op voorwaarde , dat deszelfs Broeder, Nico* te worden; doch Hendrik , deeze fchandelyke voorwaarden met verfmaading van de hand wyzende , worden de onderhandelingen eensklaps afgebröoken. 1088. Herman, door zyn eigen aanhang verïcht en verhaten, doet afftand van zyne rechten op de Kroon, en neemt den Wyk naar zyn Vaderland, Lotharingen, alw aar hy kort daarna om het leven komt. De beide partyën te zeer VCXiwakt zynde, valt 'er weinig van aanbelang voor. 10,89. De Saxers toohen zig geneegen, om een einde aan de onlusten te maaken , en zig aan Hendrik te onderwerpen, die, op deeze voorwaarde, eene algemeene vergiffenis afkondigt; doch Markgraaf Egbert ftookt de twist op nieuws aan, rukt tegen den Keizer te velde , en brengt hem eene zwaare nederlaag toe , in eenen veldflag , by Gleichen gehouden. Niet minder ftaatzugtig dan dapper, laat hy by de misnoegd» Vorsten aanzoek doen, om de Kroon, door Herman afgeftaan, aan hem op te draagen; welk ontwerp waarfchyniyk tot ftand zou gekoomen zyn, indien het kort daarop voorvallend fneuvelen van Egbert zulks niet verydeld had. De jonge Prins Micislaus, Zoon van den onttroonden Poolfchen Koning, Boleslaus, door zyne deugden en vriendlykheid den afkeer van het grootfte gedeelte der Natie tegen hem overwonnen hebbende , wordt onverhoedsch verraaderlyk om het leven gebragt, waarfchynlyk door eenigen van zyns Vaders verbitterdfte vyanden , die , naar maate het aanzien van den Zoon toenam , des te meer voor deszelfs wraak bedugt waren. De Koning zelve wordt, zo al niet geheel zonder grond, ten minfte zonder eenig bewys, van dien moord verdagt gehouden. 1090. Hendriks gedugtfte en onverzoenlykfte vyand, Egbert, wordt in eene hinderlaage gelokt, en om het leven gebragt. Met hem nam de tytel van Markgraaf van Thuringen, en het gefiagt van Keizer Hendrik den Vogelaar, waarvan hy de laatfte mannelyke afftammeling was, een einde. De aanzienlyke goederen, die hy in Saxen bezat, worden overgebragt op Hendrik den Dikken , Graave van Nordheim, Zoon van wylen den afgezetten Hertog Otto van Beijeren, en Gemaal van Egberts eenige Zuster, Gertrude , by welke hy eene Dogter, genaamd Richenfa, verwekte. Deeze Richenfa, zedert in den jaare 1113. ten huwelyk gegeeven aan Lotharius, Hertog van Saxen, bragt haar aanzienlyk Ouderlyk Erfgoed aan deezen haaren Gemaal , waardoor alle de Saxifche Staaten wederom onder één hoofd verëenigd werden. Den dood van Egbert den aanhang der misnoegden zeer verzwakkende, neemt Hendrik die geleegenheid waar, om naar Italiën te trekken, ten einde zig te wreeken over de moeilykheeden , door den nieuwen Paus Urbanus, en deszelfs aanhang, hem aldaar verwedt, [tie luliïn 1089 > en 1090.] 1091. De l D E E L.. tige Natie , desniettemin des Oorlog hardnekkig blyvende voortzetten , verzamelt de Keizer alle zyne benden, die hy elders misten konde, zonder de verfterkte plaatfen in Afia te veel van bezetting te ostblooten, en maakt zig gereed, om in eigene perftjofè tegen die altoos gedugte vyanden op marsch te gaan^ 1088. Alexis levert den Patzinasfen flag, krygt, in weerwil zy5 ner uitneemende dapperheid, de neerlaag , en moet de vlugt neemen naar Conftantinopolen. Een groot aantal zyner Bevelhebberen en troepen fneuvelt in dienrampfpoedigenftrydv een klein gedeelte ontlhapt, en de overigen vallen den vyand levend in handen. Die woeste Natie blyft een tyd lang befluiteloos, of zy de gevangenen in koelen moede Aagten, dan wel voor een aanzienlyk losgeld wil laaten vrykoopen. De gierigheid behoudt eindelyk de overhand op de wreedheid , en zy gelasten eenen der aanzienlykfte gevangenen, om den Keizer van dit hun befluit kennis te geeven. Alexis, niets liever wenfehende, zendt het geëischte losgeld. De Patzinasfen , getrouw aan hun woord , ftellen hierop hunne gevangenen in vryheid. Zo ais zy beezig zyn met het geld te deelen , koomen de Komans, eene Tartaarfche ftamme, die zy tegen de Grieken te hulp geroepen hadden , opdaagen, en eisfehen hun aandeel in den buit, 't welk deande^ ren hen rondüit weigeren. Na lang heevig getwist te hebben , vatten zy eindelyk de wapenen op, en regten eene verwoeden flagting onder elkander aan. De Patzinasfen , de neerlaag krygende, neemen de vlugt naar eene byna ongenaakbaare plaats, alwaar de Komans hen een tyd lang belegerd houden , tot dat zy , door gebrek aan leeftogt, moeten aftrekken. Alexis neemt die gunstige omftandighei<| te*baat, om zig , zo veel mogelyk, van zyn geleeden ver 3 lies te herftellen. 1089. De Patzinasfen , voor een vernieuwden aanval der Komani. bedugt, fluiten een verdrag met den Keizer, waarby zyzig verbinden , het Ryk nimmermeer door vyandelykheeden te zullen ontrusten; doch ziende, dat de Komans zig (til hielden , fchenden zy het verdrag, rukken op het Keizerlyk grondgebied, plunderen gansch Thraciën, en dringen door tof op een kleinen afftand van Conftantinopolen. Alexis, te zwak, om een beflisfenden velflag te waagen , mat hen af door geduurige fchermutfelingen; en, fchoon hy nu en dan geen klein verlies lydt, fluit hy hen echter zodanig in hunnen voortgang, dat de winter hen overvalt en terugdoet trekken, eer zy iets van aanbelang hebben kunnen veirigten. 1090. De Patzinasfen met het voorjaar de vyandelykheeden her* vat hebbende, gelukt het Alexis eindelyk ruim zo veel doos beleid dan dapperheid , om tot driemaal toe eene roemryke overwinning "op hen te behaalen, en hen met groot verliep over de greinen van het Ryk te rug te dryven, 1091. De O e bende, zendt Alexis een Le* ger tegen hen te velde, 't welk hen eene groote nederlaage toebrengt; doch deeze in gevalle hy verklaaren wil, dit vonnis billyk verdiend te hebben, en den Paus verzoeken . nm daarvan rmfhrpvun  BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN en PORTUGAL. I T A L I f Robbert van Normandyën , zyn oudHen Broeder; hunse fchynbaare verzoening , en ongelukkig iot van den jongiten Broeder , (Prins Hendrik, [km Trankryk. J .ICQJ. Koning Malcolm van Schotland, voor Twee jaaren een inval in Engeland gedaan hebbende , en toen met groot verlies terug gedreeven synde, hernieuwt de vyandelykheeden , lukt onverhoeds in Korthumberland,en plundert aldaar verscheidene plaatfen:. Willem, door zyn Broeder, Robbert, bygeftaan, trekt tegen hem te velde, en levert hem een flag, waarin Malcolm de neerlaag.krygt, en, nevens zyn oudften Zoon, Eduard, fneuvelt. Zyn Broeder, Donald, maakt zig JUeröp met geweld aaeester van 't Ryk, «n Malcolm's minderjaarige Zoonen, Edgar, Alexander en David, die vervolgens na elkander den Troon beklommen, neemen de vlugt by ien Koning van Engeland , die hen met veelheusheid inzyn Hof ontfangt.. » O N A t D VII. , jo. K n 'mg van Schotland.. Willem ftörtihee»e gevaarlyke ziekte. De vrees vooi den dood doet hem eene plegtige gelofte doen- van zyn gedrag te zullen verbeGedurende die huwelyk aan Graaf Raimond van Bourgondiën , en beftemt hem tot zynen opvolger op den Troon. iooi. De Roomfche Paus, Urbanus, misnoegd over de onrechtvaardige afzetting van den Aarts-Bisfchop van Compostella , maar nog meer over de fchending van zyn aangemaatigd Geestelyk oppergezag , zendt een Legaat naar Spanjen , die 's Konings vonnis vernietigt, en den verongelykten Prelaat in vryheid. en op zynen Zetel herftelt;-. al het welk de Koning, zonder eenige tegenkanting, gehengt.. 1093, Alphonfus, niet lang in rust kunnende leeven, brengt weden wien het niet aan dapperheid-, maar wel aan beleid en voorzigtigheid ontbrak, om de rustelooze Noormannenin toom te houden, verwekt eenen binnenlandfchen Oorlog in zyne Staaten. Zyn Broeder , Willem , Koning van Engeland , door recht noch bloedverwandfchap weerhouden , fteekt met een Leger over zee, cn voegt zig by de muiters , om met die beroertens zyn voordeel te doen. Zo als het tot een hoofdtreffen zal koomen , Wordt 'er, door bemiddeling van eenige wederzydfche Grooten, eene verzoening getroffen , waarby Robbert eenige plaatfen aan zynen Broeder a-fftaat, en. deeze hem onderfteunt in het herwinnen van het Landfchap Maine ,. 't welk het juk had-, afgeworpen.. Ook verbinden zy zig„ dat de- een. den ander zoude opvolgen,, by gebreke van- mannelyke erven. De jóngfte Broeder, Hendrik, misnoegd, dat men zyne. belangen geheel uit het oog, verlooren had , verwekt een nieuwen opftand. Robbert en Willem trekken tegen hem te velde, en brengen hem tot zulk een uiterfte-, dat hy, •van ieder verlaaten , de vlugt neemen,, en. als balling om moet zwerven. Koning- Philips, zig eeniglyk aanzyne vermaaken en ongeregelde lusten overgeevende, krygt een walg van zyne niet meer jeugdige Gemalimie, Bertha. , en laat zig , onder 't gezogte voorwendzel, dat zy eikanderen te na in het bloed beftonden, van haar fcheidejj., 109Z.. Philips wikkelt zig in eenen liefdehandel, met de fchoone Bertrade van Montfort, Gemalin van Graaf Foulques van Anjou , eene trotfche Vrouw , welke, alles aan haare zugt tot grootheid opofferde , en geene de minlte geneegenheid had voor haaren hoogbejaarden en. zwakkelyken Gemaal. Zy Iaat zig door den Koning fchaaken , en de Bisfchop van- Bayeux wordt door groote gefchenken omgekogt, om hen, in den echt te verbinden, tot geene kleine ergernis van alle braave onderdaanen , die openlyk hun misnoegen te kennen geeven, waaraan het overfpeelig Paar zig echter niet bekreunt, 10.93». Paus Urbanus,, door een gedeelte -der Fraiifsiie Geestelykheid aangezogt,. , vyandelykheeden voortgezet, die doorgaans ten nadeele van Mathilda, en haaren Gemaal, uit vallen. — Zaaken van Spanjen. [zie aldaar.} 1093- Den Hertog van Beijeren, uit misnoegen over 's Keizers weigering, hem nieuwe onlusten in Duitschland berokkend' hebbende,, vindt Hendrik zig genoodzaakt, om weder derwaards te trekken, en geeft het bevel over zyne troepen in Italiën aan zynen oudften Zoon, Conraad, Hertog vanNeder-Lotharingeny of Braband. Die Prins, zwak en bygeloovig van geest, wordt door Paus Urbanus en de Gravin Mathilda overgehaald , om tegen zynen eigenen Vader op te. ftaan, als het eenig middel, om van den Kerkban ont-heeven te worden, waarvan de paus hem,ook vervolgens plegtig ontflaat. Hendrik, van het verraad zyns Zoons fpoedig berigt krygende, neemt zulke goede maatregelen, dat hy hem heimelyk Iaat opligten , om hem in eene gevangenis^ op te fluiten; doch de Gravin Mathilda , die alomme haarebefpieders had-,, vaardigt in aller yl eenige Iigte troepen af, die ^Conraad met geweld verlosfen. De meeste Steden van Itahen ,. de zyde van dien Prins verkiezende , en den Hertog van Beijeren daarënboven hem met eene talryke hulpbende onderfteiinende, neemt zyn aanhang zodanig toe, dat hy met byna eenpaarige ftemmen ,. in plaatfe van zynen Vader, tot Koning van Italiën uitgeroepen, en als zodanig te Milaan plegtig gekroond wordt. C O N R A A D II,, Koning van Itaücn.. De nieuwe Vorst verzeekert zig van den byftand de> Noormannen, door de Dogter van Hertog Rogier ter huwelyk te neemen , en Paus Urbanus, om hermin zynen opftand te verfterken, en des te meer aan zyne belangen te verbinden,, vleit zyne. eerzucht met de.hoop vaa hem zelf: ' rat en emgeltegene Staaten. Romen, en verdryft Paus Urbanus van daar, die den wyk neemt by den Hertog van. Apuliën, en eenem-igtelooze wraake neemt, door wederom het vonnis van den ban tegen Hendrik en Clement uit te fpreeken, 1091, Hendrik verovert alle d» bezittingen der Gravinne Mathilda , aan geene zyde van de Po. Hertog Guelph van Beijeren, Vader van Mathilda'», Gemaal, komt in haliën,, om een vergelyk te bewerken ; ten welken einde mem den Keizer vergt, om de belangen van Clemens te verlaaten , en Urbanus als wettig. Paus te erkennen; doch Hendrik hiertoe niet willende verftaan , worden de onderha».  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op ben TEGENWOORDIGEN tyd. ipf NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEK SCHE voorheen als Keizerlyk Stedehouder over die landen het bewind gevoerd, en, uit hoofde van verraad, dezelven verbeurd had ; doch deezen Eg"bert, kort daarna weder tegen zynen Vorst opftaande, geeft de Keizer die landen andermaal aan den Utrechttfchen Bisfchop, op welkegifte die Prelaaten zedert hunne aanfpraaken op Friesland gegrond hebben. iopr. Graaf Dirk, tot het einde zynes levens zyne Staaten in vreede, en, fchoon fteeds zig als Leenman van het KeizerRyk erkennende , byna onafhankelyk geregeerd hebbende, zo dat hy zig, by openlyke brieven, door Gods genade Graaf der Hollanders» noemde , ( eene uitdrukking, welke de Vorsten beezigden om te kennen te geeven, dat zy van niemand dan van God alleen afhingen ,) overlydt, ea wordt opgevolgd door zynen Zoon, FLORIS % , de vette, 8. Graaf van Holland. die, nog minderjaarig zynde, onder het Opzigt van eenen Voogd, doch onzeeker wien, gefteld wordt» 1093. Hertog Conraad van Braband , Zoon van Keizer Hendrik IV., zig aan een opftand fchuldig gemaakt hebbende, [zie Italiën, ] wordt door zyn Vader afgezet, en Braband opgedraagen aan den vermaarden Godefroy van Bouillon, [iie 1076 , ]' Markgraaf van Antwerpen. Dit jaar o- verlydt de dappere Robbert de Fries, geweezen Voogd en befchermer van wylen Graave Dirk, na zyne te rug komst van eenen togt naar-het Heilige Land , hoedanige Bedevaarten thans hoe langer hoe meer iii zwang begonnen te raaken , en wordt door zynen Zoon, Robbert, inhei Graaffchap Vlaanderen opgevolgd. '1094. De colaas, in perfoon by hem in gyzelingblyve, ten waarborge j dat Olaus nimmer wraak tegen hem zal oeffenen. De nieuwe Vorst, naar Deenemarken te rug gekeerd , regeert op eene betere wyze , dan men van zyn karakter had durven verwagten , en geduurende zyn bewind valt 'er niets merkwaardigs voor dan eene verfchrikkelyke hongersnood, die duizenden jammerlyk in het graf rukt. Na verloop van eenigen tyd wordt Prins Nicolaas uit zyne gyzeling ontilagem 1093. De Rusfifche Grootvorst, Ufevolod, zyne Staaten in vieede ge- xopr. De Voorfpoed van Hendriks wapenen in Italiën, en de rampen, aan eenen langdimrigen burgerlyken Oorlog noodwendig verknogt, bewcegen eindelyk de misnoegden , om , op voorwaarde van eene algemeene vergiffenis, die hen gereedelyk vergund wordt, zigopregtelyk met den Keizer te verzoenen, uitgezonderd den Hertog van Beijeren, en de Zwabers.die in weerwil van hunnen Hertog , Frederirt van Hohcnftauffen, 's Keizers Schoonzoon , hetEedgenootfchap tegen dien Vorst plegtig hernieuwen, en dien Hertog van Zahringen tot hun opperhoofd verkiezenjdoch het gelukt Frederik, door zyns Schoonvaders vrienden onderfteund , om din opftand gansch- en- al te dempen. 1093. De Paltsgraaf, Hendrik du Lac, verfcheidene plaatfen omftreeks den Rhyn in eigendom bezittende, en de oorfprongelyke bedoeling zyner waardigheid, [ vergelyk 937 , de aantekening, ] door de voorgevallene omwentelingen in Lotharingen , geheel in onbruik geraakt zynde , neemt den tytel aan van Paltsgraaf aan den R/iyn, en legt" dus de eerfte grondflagen tot dat Vorstendom , 't welk zedert tot een der aanzienelykften van Duitschland gefteegen, cn met de Keurvorstelyke waardigheid is bekleed geworden. De fterke toerustingen, door den Hertog van Beijeren gemaakt, verpligten Hendrik , om naar Duitschland te rug te keeren; doch hy wordt welhaast in de uiterfte engte gebragt door den opftand van zyn eigen Zoon, Conraad, die zig een grooten aanhang maakt, en tot Koning van Italiën wordt wyst nern met verontwaardiging af; doch zyne .Soldaaten volvoeren dit fnoode bedi-yf buiten zyn weëten; en het gelukt den Keizer flegts eenige weinigen te behouden. Deeze neerlaag was zo doodelyk voor de Patzinasfen , da; bvna de ganfche Natie vernield werd, en het droevig overfchot'onder andere Volkeren verfmelt. Om zig van de vriendfehap en getrouwheid der Komans te verteekefën , fchenkt Alexis hen uea ganfehen buit, en keere vervolgens in zegepraal naar Conftantinopolen te rug, alwaar de vreugde over'deeze roemryke overwinning niet weinig verminderd wordt, door de zwaare belastingen, die de Keizer , na zo veele onkosten , zig genood-; zaakt ziet, van zyne onderdaanen af te vorderen. iopz. Alexis zendt eene talryke Vloot in Zee, om zig te velzetten tegen de onderneemingen van zekeren ftouten°en vermogenden Turkfchen Zeeroovcr, Zachas, die zig van Smvnia, verfcheidene andere mindere plaatfen aan de Middelandfche , Zee, en eenige Eilanden in den Archipel meester gemaakt, en zo veel aanzien verworven had, dat de Turkfche Sultan van Nicéa, Soliman, het niet beneden zig rekende, om zyne Dogter ten huwelyk te neemen. Zachas handhaaft zyn verkreegen roem , door de ganfche magt van 't Keizerryk kloekmoedig het hoofd te bieden. 1093, Alexis, zig fchaamende, een byzonder perfoon, zonder rang, te beftryden, 'neemt de list te baat, om zig van diert gevaarlyken man te ontflaan. Ten dien einde weet hy Sultan Soliman een wantrouwen tegen hem in te boezemen; waarop die Vorst, zeer agterdogtig en driftig van aart, zondereenig onderzoek, zynen Schoonvader, op een gastmaal, verraaderlyk om het leven laat brengen. Nicephorus Diogenes, Zoon van wylen Keizer Romanus Diogenes, door Alexis met gunstbevvyzen overlaaden, tragt het Voorlang gefmeed, en te meermaalen mislukt, ontwerp ter uitvoer te brengen, om zynen weldoener van het leven se berooven , en zig tot Keizer op te werpen. Doch die fnoode aanflag wordt ontdekt, en Nicephorus, die het feit hardnekkig ontkende, door pyniging tot fchuldbekentenis, en ont- dek- O01 K ï iv, en het Oosten. 1091. Alexis, door groote gefchenken zig van den byitand dér' Komans verzeekerd hebbende , behaalt eene'roemryke en allervolkoomenfte overwinning op de Patzinasfen, welken by duizenden geflagt worden. Het getal der krygs*gevangenen alleen overtrof zeer verre dat van het Griekfche Leger. Een van 'ï Keizers Veldheeren, bedugt , dat het niet mogelyk zyn zoude , zo veele vyanden veihglyk te bewaaren , ftelt voor, om hen allen, op ftaande voet, om het leven te brengen. Alexis  202 BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, * ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN « PORTURA r- kortftondige wroeging laathy zig overhaalen, om den AartsBisfchoplyken zetel van Canterbury, dien hy, zedert den dood van Lanfranc, ledig gelaaten, en deszelfs ryke inkomsten aan zig getrokken had , te vervullen , en vestigt zyne keuze op Anfelmus, Abt van Bec in Normandyën, een man, vermaard door zyne groote geleerdheid, godsvrugt, yver voor het Pausfelyk gezag , en heevige verfchillen met den Koning. Anfelmus Iaat zig niet dan met veel moeite beweegen, om de hem cpgedraagene waardigheid te aarvaarden, en de Koning, na de herftelling zyner gezondheid , zyne vorige levenswyze hervattende, krygt welkaast berouw over de keuze van eenen man, in wien hy een geftreng, onverbiddelyk, en ftoutmoedig berispervond van alle zyne buitenfpoorigkceden en geweldenaryën. 1094. Donald, op eene heerschzugtige wyze regeerende, en •Ie Grooten des Ryks door zyne trotsheid verbitterende, wordt 'er eene famenzweering tegen hem gemaakt, ondier aanvoeling van Dunkan , ratuurlyken Zoon van wylen Halcolm. Donald wordt onttroond , moet de vlugt neemen, en de Kroon wordt vervolgens opgedraagen aan VVNKANII. , 20. Koning van Schotland. Willem, zyne onderdaanen zwaare fommen afgeperst hebbende, befteedt dat geld , om eenige Baronnen van zyn Broeder Robbert om te koopen, en doet vervolgens een nieuwen inval in Normandyën; doch die fnoode aanflag mis-, hikt, [ uit Frankryk, ] en de «nverwagte vyandelykheeden de;- ouden Britten van Walles, die zk nu zulk een langen tyd ftil gfnouden hadden, noodzaaken hem, om tenfpoedig#en te rug te keeren. J096. Wil¬ der een aanzienlyk Leger op den been, en zig aan het gefloten verdrag met den Komng van Seville met bekreunende , verovert hy, met behulp der twee Franfche Prinslen, het gtootfte gedeelte van Portugal en onder anderen, de Hoofdftad Lisfabo^ 1094. Koning Sanche van Navarre en Arrason door eenigeFranfche hulptroepen bygeftaan' tragt de Staaten van den Saraceenfchen Vorst van Huesca te veroveren , en flaat het beleg om de Stad van dien naam. De ingezeetenen , door hunne Landsgenooten van Saragosfa onderfteund, doen een kloekmoedigen wederftand, en verydelen alle de pogingen der belegeraars. Sanche laat een algemeenen ftorm loopen, en voert in perfoon zyne benden aan tegen de muuren der Stad; doch hy wordt door een pyl doodelyk getroffen, en overlydt kort daarna , beide zvne Ryken nalaatende aan zynen oudften Zoon, p e q r o, 10. Koning van Navarre, en 3. Koning van Arragon. die het beleg terftond laat opbreeken, otn zig m het gerust bezit zyner Staaten te verzeekeren tegen de aanflagen zyner jonefte Broeders, die ten uiterften misnoegd waren , dat hun Vader aHes aan Pedro, en mets het namfte aan hen had nagelaaten. Den verdreevenen Saraceenfchen Koning van Toledo, Hiaya, zig in zynKomngryk vanValencia aan een ongebonden leven overgegeeven hebbende , en in het vorige jaar, door zekeren Aben-jafat, onttroond en vermoord zynde, was het Ryk van Valencia daardoor in de uiterfte verwarring geraakt, en buiten ftaat, om aan de wapenen der Christenen het hoofd te bieden. De vermaarde Rodrigo Diaz de Vivar, bygenaamd de Cid, niet zeer in gunst ftaanefc; by Koning Alphonfus, uit welken hoofde hy zedert eenige jaaren het Hof verhaten, in afzondering geleefd, ees ne groote menigte ftoutegelukzoekers aan ug verbonden, en met dezelven den Saraceenen , van tyd tot tyd, geene kleine afbreuk gedaan had, acht deeze geleedheid gunstig, om den ongeloovigen ben gevoehgen flag toe te brengen, cn tevens zyne eigene grootheid te vestigen Z.yn ontwerp aan Alphonfus fmaakelyk g*. maakt, en eenige hulpbenden van hem ver» kreegen hebbende, rukt hy in Valencia,' :n maakt zig, na veele dappere bedry ven, neester van dat ganfche Ryk , waarop hy den tytel van Heer van Valencia aanneemt, en als zodanig door Koning Alphonfus erkend wordt. -0P5- A^- om met zyn gezag tusfen beiden te koomen , laat den Koning de gruwelykheid zyner misdaad ernftig voor oogen houden, en dreigt hem tevens, dat hy volgens de uiterfte geltrengheid der Kerktugt zal behandeld worden, indien hy Bertrade niet heenen zendt, en Bertha in haare rechten herftelt. De dood dier ongelukkige Vorstinne had dit laatfte reeds onmogelyk gemaakt, en Philips waigert halfterrig aan het eerfte gedeelte van 's Pausfen eisch te voldoen. 1094. v Urbanus, van 's Vorsten weigering onderrigt, geeft den Aarts-Bisfchop van Lyons, wien hy tevens tot zynen Legaat in Frankryk aanftelde, volmagt, om de zaak van 's Konings onwettige Echtfcheiding en Huwelyk naauwkeurig te onderzoeken, en in deezen naar de uiterfte geftrengheid der Kerkwetten te werk te gaan. Die Prelaat beroept een Concilie te Autun, waarin het vonnis van den Ban tegen Philips wordt uitgefprooken.- Die Vorst, voor de vreesfelyke gevolgen van zulk een vonnis bedugt, zendt terftond gezanten naar Romen, om den Paus by eede te verzeekeren , dat hy geene de minne gemeenfchap met Bertrade hield , maar haar alleen eene fchuilplaats aan zyn Hof vergunde tegen de harde behandelingen van haaren Gemaal, verzoekende derhalven , dat het vonnis, door den Legaat te haastig uitgefprooken , wederom mogt worden ingetrokken. Urbanus, zeer verheugd over 's Konings onderwerping, en hem niet te veel willende tergen , veinst deszelfs betuigingen te gelooven, en ontihat hem van den ban, op voorwaarde, dat hy Bertrade naar haaren Gemaal te rug zenden, en voorts de opregtheid van zyn berouw door zyn ganfche gedrag zou doen blyken; doch Philips, zyn oogmerk bereikt hebbende, bekreunt zig niet aan de nakooming deezer voorwaarde. Prediking van de vermaarde H. Kruistogten door een Franfchen Kluizenaar, en groote beweging, daar door in Europa verwekt, [zie italiën.] De onrustige en heerschzugtige Koning van Engeland, Willem, het gefloten verbond met zynen Broeder, Robbert, verbreekende, doet een geweldigen inval in Normandyën , onderfteund door zynen jongften Broeder, Hendrik, dien hy, door de hoop op een gedeelte van den buit, tot zig genodigd, en aan zyne belangen verbonden had. Robbert verzoekt den byftand van Koning Philips; doch Willem weet dien Vorst voor eene groote fomme gelds om te koopen, om zig onzydig te houden. De getrouwheid en dapperheid der Normandifche Baronnen noodzaakt echter den Engelfchen Vorst, na eenige kleine veroveringen , om van zyn fnood ontwerp af te zien ; en een opftand in zyn eigen Ryk verpligt hem, om derwaards te rug te keeren, zynen Broeder, Hendrik, met zig voerende. J095. D»  vam CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORD-IGEN TYD. 2o3 ITALIËN, NEDERLANDEN. DUITSCH- Het HetGRIEKSCHE en «ntgehegem Staaten. LAND, NOOR- K Y K, en het Oosten. tot Keizer te zullen kroonen.— Decc omwenteling van zaaken's Godefroy vanBouillon, in'tontPausfen party weder doende bo- werp der Heilige Kruistogten [de ven dry ven , vertrekt Clemens uit Lahé», ] willende deel neemen, en Romen, alwaar Urbanus met de daar uiterfte plegtigheid wordt inge- ^ ■ ■ ■ haald. Hendrik begeeft zig in aller yl naar Italiën, doch komt te laat, en , overkropt van verdriet , fluit hy zig op in eene der weinige plaatfen, welken hem nog getrouw gebleeven waren , en wordt zelfs niet dan met veel moeite door zyne vrienden wederhouden, ora geweldige handen afcn zig zelven te Haan. 1004. Het Kasteel van St. Angelo, en het LatheraanfcEe Paleis, de twee gewigtigfte plaatfen van Romen , door Clemens, by zyn vertrek, aan zyne vertrouwdfte vrinden in bewaaring gefteld zynde , worden, ybor eene groote fomme gelds, door zekeren ryken Abt.edelmoediglyk opgefchooten , aan Urbanus overgeleverd, die zig dus wederom van zynen Zetel en de ganfche Stad meester ziet. Door dien voorfpoed nog meer opgeblaazen, gedraagt hy zig op eene trotfche wyze jegens Philips, Koning van Frankryk , [ de aldaar, ] en weet het oproer in Duitschland met verdubbelde woede aan te ftooken. De ongelukkige Keizer , zig naauwlyks ergens veilig achtende , neemt den wyk in een fterkte, aan den voet der Alpen. Dit jaar wordt het ontwerp der Heilige Kruistogten, reeds door wylen Paus. Gregorius gefmeed, hernieuwd, en daadelyk tot ftand gebragt, by de volgende geleegenheid. ZekerePetrus, eeninwooner van Amiens inPicardyën , wegens zyn afgezonderd leven den Heremiet of Kluizenaar, bygenaamd, het vorig jaar eene Bedevaart naar Palestina, of het H. Land, gedaan hebbende, was aldaar met eene grievende fmerte ooggetuige geweest van de vervolgingen en onderdrukkingen, welken de Christenen, zo de Bedevaartgangers, als die, wdkendaar te lande hun beftendig verblyf hielden, van de wreedheid, trotsheiden gierigheid der Saraceenen te lyden hadden. Dit gezigt had hem met eene heilige verontwaardiging vervuld, en een woedenden yver ter verlosfing zyner verdrukte Geioofsgenooten in hem aangeftookt, welken hy voor eene Godlyke aandrift hield, of ten miaften als zodanig wilde doen voorkoomen; want liet is zeertwyffelagtig , of men deezen zonderlingen man voor een Geestdry ver, dan wel voor eenen Bedrieger te houden hebbe. Met Simeon, Patriarch van Jerufalem, over zyn ontwerp raadpleegende, had deeze hem verklaard, dat'er geen middel van redding te hoopen was, ten zy hy de Christen Vorsten in het Westen konde overreeden, om hunne ongelukkige broederen in hst Oosten met eene fterke Legermagt te hulpe te koomen, en de Saraceenen gansch-en-al uit het H.-Land te-verdryven. Petrus, door eene gewaande verfchyning van den Zaligmaaker zelven nog meer aangemoedigd, om dit Apostelfchap op zig te neemen , en met nadrukkdyke brieven van den Patriarch aan den Paus en de voornaamfte.Vorsten van,Europa voorzien , begeeft zig op reize, en vervoegt zig allereerst by Paus Urbanus, die, een vertrouwd vriend van wylen Gregorius geweestzynde , zig gereedelyk iaat overhaalen, om het geliefde ontwerp van dien Paus te hervatten , en den yverigen Kluizenaar volmagt geeft,, om alle de Hoven van Europa rond té' gaan, en groot en klein tot eene zo heilige onderneeming aan te fpooren. Petrus reist van land tot land, barrevoets, blootshoofds, met het Crucifix, of het beeld van den lydenden Heiland, inde hand, en fpaart traanen, gebeden, noch aanfpboriugen , om alomme de Christenen ineen ontwerp te doen deel neemen, waartoe hy voorgaf, dat de Hemel zelve, in eenen brief, dien hy overal met zig droeg en vertoonde., hen verpligte. De algemeene onkunde enbygeJoovigheid,,de viHuige. pogingen van deezen zonderlingen. Prediker. bc- .oo 3 de Rykt». geregeerd wordt verko-' hebbende, zen. [deltali- overlydt, en.] na 1094. De Paus Urbanus, opvolger van Victor, een man van dezelfde denkbeelden nopens de Pausfelykeregten als beide zyne Voorzaaten , berokkent d.n Keizer nieuwe moeijelykheeden in Duitschland.—. Terwyl hy van den eenen kant des zefs vyanden fty ft cn fterkt, weet hy, door aan hem verknogte Monniken en Priestei s, der ligt geloovige menigte diets te maaken, dat de zwaare onweders en duure tyd , in dit jaar plaats hebbende , oiiiniddelyke bezoekingen des Hemels waren , uit hoofde van de gehoorzaamheid, betoond aan eenen Vorst, die met den vloek der Kerke bekaden was. Deeze ver— foeijelyke konstgreep gelukt maar al te wel, enveroorzaakt alómme zulk eene plotfelinge omwenteling , dat de rampfpoedige Keizer naauwlyks weet, werwaards tegen de dweepzieke woede van zyne misleide onderdaanen eene fchuilplaats - te zoeken. —— Zyne eigene Gemalin , Adelaide, eene Ruslifche Prinfesfe, waarmedehy zig in 1089, twee jaaren nahet over- lyden vanBcrtha, in tweede huwelyk verbonden, en met welke hy altoos zeer onëenig geleefd had, vei klaart zig openlyk tegen hem ; zig niet ontziende -, om hem, op een1 Concilie , te Conftansz, van de fchanddykfte en byna ongelooffdykewanbsdryven te befchuldigen, welken zy , onderfteld dat dezelven weezenlyk gegrond waren , liever , ter behoudenis» haarer eigene eere, in eene diepe >sï- dekking zyner medeplig-- . tigen , gedwongen. Alexis , ontroerd op het gezigt dernaamlyst, welke de aanzienlykfte perfoonen van het Ryk, en zyne voornaamfte gunstelingen bevatte, neemt een befluit, 't wdk zyner wysheid en menschlievendhëid niet weinig eere aandoet. Eene plegtige Raadsvergadering famenroepende, waarby fehuldigen en onfchuldigen, de eerften , het hart door angst beklemd, zig bevonden , verwyt hy de faaihgezwoorenen hunne on~dankbaarhdd en fnoodheid , houdt hen een tyd" lang in eene angstige onzekerheid, en eindigt met-« eene volkomenë vergiffenis af te kondigen • welke onverwagte grootmoedig*heid een algemeen vreugdegejuich doet opgaan,, en- de fchulcigen opregtelyk tot hunnen ph'gt doet wederkeeren. Diogenes alleen, nevens een zyner voornaamfte medeftanders, worden, en zelfs, zo men wil, buiten last des Keizers, de oogenuitgeftooken. IC94- Eerfte aanleiding totf de vermaarde Kruistogten naar Klein - Aiia', en het Heilige Land, of Palestina, [zie Italiën'.] De Komans , aangehitst door zekeren bedrieger , die zig. voor een Zoon van wylen KeizerRomanus Diogenes uit-gaf, en hen greote voordeden beloofd had, in,, dien zy zyne aanflagen op den Troon wilden begunstigen , bïeeken het verbond , en doen een onveihoedfchem inval m her Keizer-Ryk ; dochU worden met groot verlies te rug gedreeven. Degewaande Prins, door de hst van eenen van 's Keizers--  j.94 BEKNOPT TYDREKÊNKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS,' ENGE- FRANK- SPANTEN en IT AL IKN, en mnleeeent Staaten. LAND, KÏA. Schotland en Ierland. 1°&S* 1096. Paus Urbanus komt, Willem, in perfoon, den geeft- een Concidry- lie tc Clerr»ont houden, waarin het ontwerp van den H. Kruistogt wordt tot ftand gebragt. [zie Italiën. ] Koning Philips, fteeds weigerende om Bjrtrade te rug te zen' den, wordt op dat Concilie door den Paus plegtig ia den ban gedaan. 1096. Philips, flegts'veinzende den Paus genoegen te * geeven, verwydert Bertrade voor eenigen tyd fan zyn Hof, waarop hy , in een ander Concilie re Nismes , van den ban ontheeven en vrygefprooken wordt; doch naauwelyks heeft Urbanus Frankryk verhaten , of hy roept zyne Minnaaresfe weder openlyk te rug. Verfcheidene Franfche Grooten «n Leenmannen neemen in perfoon deel in den Heiligen Kruistogt, inzonderheid Hugo, Graave van Vermandois, 's Konings tweede Broeder, Raimond, Graave van Touloufe , Robbert , Graave van Vlaanderen, en Robbert, Hertog van Normandyën. [ vergelyk Italiën. ] De laatfte, de driftigfte van allen, doch gebrek aan genoegzaame middelen hebbende, om zig eene uitrustinge te verfchaffen, overeenkomstig zynen rang en yver, verpandt, of liever verkoopt, zyn Hertogdom , en onderhoorige Landfchappen, aan zvnen Broeder, Koning Willem van Engeland , voor de zelfs in dien tyd ge- begunstigende , gelukt het hem, in korten tyd een brandenden yver in de harten der meeste Vorsten en ingezeetenen te ontfteeken, ter bevordering eener onderneemingc , welke als eene daad van de hoo«fte godsvrugt, en een onfeübaar middel, om vergiffenis van zonden ce verwerven, werd aangezien. 109,-. De Paus, van den goeden uitflag. der prediking vah Petrus den Heremiet onderrigt, beroept, ter verdere voortzetting van zyn ontwerp , een Concilie te Phcentia , het taftykfte, 't welk immer was by eèh gekoomen , zo dat de Zittingen in het open Veld moesten gehouden worden. Op dit Concilie vsrfchynen mede eenige gezanten van den Griekfchen Keizer Alexis, die bittere klagten doen over de toeneemende magt der ongeloovigen in het Oosten, de verdrukkingen, die de Christenen te lyden hadden, en het dringend gevaar, dat de Christen Godsdienst geheel- en- al in het Oosten ftond uitgeroeid te worden, in gevalle 'er niet fpoedig een aanzienlvk Leger uit het Westen ter hulpe kwam. Deeze klagten en dit verzoek worden door den Paus zo nadrukkelyk onderfteund , dat veelen zig terftond by eede verbinden, om goed gn bloed ter verlosfing hunner ongelukkige Medebroederen te waagen, offchoon anderen deeze onderneemin<* 2ls hachelyk, ja dwaas en onüitvoerlyk aanmerkten. Urbanus, zeer verheugd, dat de zaak naar zyn wensch begon te gaan, beroept teert het einde van het jaar een tweede Concilie te Clermcnt, in Frankryk, om de nodige maatregelen ter daadelyke uitvoering te beraamerr. Voorts worden op het Concilie van Phcentia de gevoelens van Berengarius andermaal veroordeeld, en alle de wetten en vonnisfeh van wylen Gregorius bekiagtigd. Het Concilie gefcheiden zynde, gaat de Paus op reis naar Frankryk. Onder weg houdt hv een mondgefDrek met Koning Conraad , dié, om hem zynen eerbied te roonen \ de laagheid heeft om, even als een fralknegt, 's Pausfen paard by den toom te leiden. Urbanus belooft hem zyne vriendfehap, hulp,'en de Keizerlyke kroon, op voorwaarde, dat hy de zogenaamde rechten der Kerke met al zyn vermogen helpe verdeedigen en handhaaven, en bewerkt een huwelyk tusfen hem en de Dogter van Hertog Rogier van Siciliën, ten einde deeze nieuwe verbintenis met de Noormannen dien ontaarten Zoon te beter in ftaat zoude ftellen , om zynen onanfchen dag lang met geene mindere hardnekkigheid; aoch Godefroy ,. den volgenden* ogtend den aanval met verdubbeldën moed hervattende, en zelfs een der eerften de muuren beklimmende , wordt zy eindelyk , omtrent vvf weeken na den aanvang-der belegering, ftormenderhand ihsenoomem De Kruisvaarders, door het gevegt verhit, en door verkeerdenGodsdienst-yvcr aangeprikkeld, vermoorden omtrent honderd-, duizend weerlooze Mimilmannen , neemen de overigen ge-, vangen , plunderen de Mosquéën en huizen-; en eensklaps van moorden en rooven tot deemoedigheid overilaande, leggen zy de wapenen af, kleeden zig in het gewaad van ■Pelgrims, en begeeven- zig blootsvoets, en met betraande oogen naar het H. Graf, om God voor de behaalde overwinning dank te zeggen-. TIENDE van zyn ge- Koning afte [trengen y- zenden, die ver voor de van weinige leer van den invloed is. valfen Pro- 1099. De feet Maho- med, [zie de vorigeaanttekening, ] een bitter vyand van 't Christendom, 'twelk door de vorige Saraceenfche Vorsten , oogluikende, geduld was, vernietigt hetzelve in zyne Staaten , en voert alle de Christenen naar Africa, wervvaards hy overfteekt, om eene aanzienelyke verfterking troepen naar Spanjen te Voeren.. 1099. Juzef keert naar Spanjen te rug, aan het hoofd can eene ontzachlykeLegermagt, waarmede hy in de Staaten van Alphonfus rukt, en het beleg om deszelfs Hoofdftad, Toledo, (laat. De ingezeetenen , lo Saraceenen als Christenen ,. bicden zulk eenen moedigen tegenftand, dat Alphonfus tyd heeft, om een talryk Leg er, tot ontzet der Stad , by een te verzamelen ; waarop ie Moorfche Vorst raadzaam acht, om het beleg op te breeken, en. naar Seville te rug te keeren, na alvorens het platteand op eenedeerlyke wytc geplunderd te hebben. De vermaarde Rodrilo Diaz de Vivar, anders genaamd de Cid , een van te beroemdfte Spaanfche Helden , (doch wiens gechiedenis door de grootpreekende verhaalen der Spaanfche Schryvers met sen aantal verdichtfelen ;s opgevuld,) overlydt. Z.yne Weduwe, Ximene, eene Vrouw, die het hart van een man bezat „ handhaaft zig, met hulp vanAlphonfus, in het bezit der Heerlykheid van. Valencia. uoo. Juzef,.  Whn CONSTANTINUS bSn GROOTEN af tot bf dek TEGENWOORDIGEN TYD. 30c TIENDE TYDPERK. Van de inneeming van Jeru falem door de Kruisvaarders, tot aan den tweeden Kruistogt tegen de Ongeloovigen a onder bevel van Keizer Conraaden Koning Lodewyk van Frankryk* Van den Jaare 1099. tot den Jaare 1147. ENGELAND, FRANKRYK. Schotlanden Ierland. noo. rioo. De Hertog Dvan Guyenne, en Hertoge tevens Graave •van Guyenne, van en Graave van Poitou, een ge- lyken koop als de Hertog van. Normandyën [zie 1096,] met Willem gefloten hebbende, zo maakt deeze zig gereed om v.an die landen bezit te neemen, wanneer hy op de Jagt, zyn voornaamfte vermaak en beezigheid, ongelukkig door een pyl, door een zyner Edellieden op een Hart gemunt, doodelyk getroffen wordt. De Edelman neemt in alle haast de vlugt, en begeeft zig op reize naar het H. Land, om voor zyne onwillige misdaad' te boeten, door deel tc neemen in den kruistogt tegen de ongeloovigen.:— Niemand bekreunt zig aan het Lyk van eenen Vorst, die algemeen gehaat was; en men hat hetzelve in het Bosch liggen , alwaar het naderhand door eenige Landlieden gevonden, en eenvoudiglyk ter aarde befteld wordt. Zyn jongfte Broeder , Hendrik , die zig mede op de Jagt bevond , fnelt in aller yl naar Londen , maakt zig meester van den fchat, wint eenige Grooten en Bisfchoppen in zyne belangen, en laat zig terflond als Koning uitroepenen kroonen. H E N D R I K„ 13. Koning van [ingeland. Sommige Ryks-Grooten hebben de kloekmoedigheid, omHendrik de Kroon te betwisten , en voor de rechten van zynen oudften Broeder, Roblert-,. (die, van zynen kruistogt NEDERLANDEN. 1099. Na de inneming vande ftad Jerufalem , door de SPANJEN. ITALIËN, en PÖR- en omgeleegeTUGAL. ne Staat tn. 1100. 1099. Juzef, van De blyde een Vrouw tydinge der weinig we- veröveringe der- van de Stad Jerufalem in het H.Land [zie het Oosten , ] wordt door de Kruisvaarders na den Paus gezonden: doch hy leefde niet lang genoeg, om.die te ontfangen,overlydende even te voren, naop nieuws, in een plegtig Concilie te Romen, alle de wetten en vervloekingen van zynen Voorzaat , Gregorius,. bekragtigd te hebben. In zyne plaats wordt met eenpaarige ftemmen verkoozen paschalis ii. , ij8. Paus.. een man van gelyke hcerszugtige grondbeginfelen, als Gregorius. Nogthans weigert hy, het zy in goeden ernst., het zy uit eene geveinsde nederigheid,, de Pausfelyke waardigheid aan te neemen , en houdt zig eenige dagen verborgen ; dóch in zyne fchuilplaats ontdekt , en ernftig gebeden wordende, om zyne. verkiezing goed te keuren, laat hy zig eindelyk daartoe overhaalen. Zaaken van Venetiën. — [zie het Oosten.] noo, Dë Tegenpaus, Clemens ,, na twintig jaaren lang tot Patriarch van Jerufalem verkoozen. Godefroy aanvaardt het oppergezag; doch. weigert, uit een bcginfel van nederigheid en Godsvrugt, om zig te laaten kroonen, of van den Koninglyken tytel gebruik te maaken op eene plaats, alwaar de Zaligmaaker der Waereld zo veel fmaad en fmert geleeden, en den dood.ondergaan had;. godefroy., 1. Koning van Jerufalem. Op dë tyding van het verlies van Jerufalem , rukt de Caliph van Egypten , met een ontzachelyk Leger, derwaards; doch wordt, by Ascalon, door de Kruisvaarders geflagen, en met groot verlies op de vlugt gedreeven; welken vervolgens, het voornaam doelwit Van hunnen togt nu bereikt achtende, voor het meerdere gedeelte weder naar huis keeren.. Geduurende deezen eerften voorfpoedigen uitflag van den zogenaamden H. Oorlog ,- zenden de Venetiaanen, nayverig over de groote voordeden, door die van Genua en Pifa daarby behaald, eene talryke Vloot naar 't Oosten, ruim zo veel gefchikt. om veroveringen te maaken, dan om koophandel te dryven.. Eene Pifaanfche Vloot ontmoetende, neemen zy eenige Schepen , die zy echter, op verzoek der Kruisvaarders, weder vry laaten , keeren vervolgens hunne wapenen tegen de.Turken,,eni veroveren Smyrna. 1:100.. Godefroy, met de verdeeldheeden der Turken en Saraceen«ni onder elkander zyn voordeel doende , breidt het nieuwe Koningryk van Jerufalem uit, door verfcheidene plaatfen rondom die Stad te veroveren, en anderen cynsbaar te maaken;. doch eene Pest, welke.dit jaar eene vreesfelyke flagting in het Oosten aanregtede,. rukt hem ,, na eene. regeering van nog geen 1 tvi aalf maanden , in het graf. Zyn Broeder, Boudewyn , het Vorftendom.van Edesfa aan een jonger Broeder afftaande, vol^t hem op; en ,. minder kiesch dan Godefroy, maakt hy geene. zwaarigheid , om den tytel van Koning tc'voeren. boubewtn,. z. Koning van Jerufalem. De dappere Bohemund, Vorst van Antioclriën, tegendena*buurige Turkfche Emirs,.of Stedehouders, oorlogende, wordt door ?P 3 DUITSCHLAND, en aangrenzende Ryken. 1099. Keizer Hendrik beroept te Het NOORDEN. noo. De Zweedfche Koning, Philippus, overlydt, na eene Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. 1099. Agt dagen na de verovering der Stad wordt Hertog Godefoy van Bouillon tot Koning, en de P-.lllsf>lvl;e \ wir  3 «. Schotland en Ierland. om een weinig toe te geeven, en een vergelyk met den Paus te treffen. Zig eenigen tyd in Normandyën ophoudende , ontbiedt hy Anfelmus by zig, en fluit met hem een verdrag, dat hy van het recht der Kerkelyke Inhuldigingen afftand doen; doch dat aile Geestelyken , die Eigenaars waren van Waereldlyke bezittingen , hem als zodanigen daar voor hulde zouden bewyzen, en dat Anfelmus in zyne waardigheid, voorrechten en goederen herfteld zoude worden. Dit verdrag, door den Paus goedgekeurd , werd echter, door de tusfen beide koomende onlusten in Normandyën , niet voor den jaare 1107. daadelyk ter uitvoer gebragt. [Tot beter verftand van deezen merkwaar digen twist, vergelyk Italiën 107 j.] Iioy. Hendrik's verraaderlyk gedrag omtrent zynen Broeder. [zie Franltryk 1104. en 1105.] 1106. Hendrik verovert Normandyën op zyn Broeder Robbert , en laat hem in eene al*oosduurende gevangenis opfluiten, [zie Frankryk.] Onder de gevangenen bevindt zig de Prins Edgar Atheling, laatfte afftammeling der oude Koningen van Engeland, die de belangen van Robbert aangekleefd , en hem op zynen togt naar het Oosten vergezeld had. ■—Hendrik, deezen zwakken Prins, die geene, of flegts flaauwe pogingen gedaan had, om zyne rechten op de Kroon te handhaaven , en de overweldiging daar van geduldig aanzag, niet vreezende , geeft hem de vryheid, nevens een maatig jaargeld; en Edgar eindigt zyne dagen in Engeland , als een vergeeten Burger. Ook valt Robberts eenige minderjaarige Zoon, Willem Cliton, in handen van Hendrik, die hem aan een Normandtsch Edelman, van Normandyën aan de jammerlykfte onlusten blootge.teld. Sommige Grooten, met el yden hebbende met den ellemtigen toeftand der ingezeetenen, gaan eene geheime ondcrhau- en omgeleegene Staaten. den jongen Hendrik aan tQt een ophand tegen den Keizer , zynen Vader, [zie Duitschland.]— Zaaken met Frankryk. [zie aldaar 1104. en 1106.] Verneemende , dat de Bisfchoppen van" Kameryk en Luik openlyk de rechten en belangen ëes Keizers handhaafden , en hem alle diensten beweezen, ipreekt Pafchalis het ban - vonnis uit over die beide Kerken , en hitst den Graave van Vlaanderen aan , om derzelver grond- gebied , als een Gode aangenaamen dienst, te vuur en te zwaard te verwoesten; de fnoodheid van welk bedryf, door de Geestelykheid van Luik , by openlyken gefchrifte, in een helder daglicht gefteld wordt. Iioó. Keizer Hendrik wordt, mèf medewerking van den Paus, door zynen Zoon onttroond. [zie Duitschland.] Verfcheidene vermogende Steden van Toscaanen en Lombardyën, of Opper-Italiën, inzonderheid Milaan , Florence, Pifa , Lucca , en Genua , bedienen zig van deeze onlusten, om zig van het reeds fterk afgenoomen gezag der Keizerlyke en Toscaanfche Stehouders geheel te on-flaan, en eene foort van Gemeenebe.-t-regeering op te regten, niettegenftaande ij de cppermogemiheid der Keizeren, in hoedaanigheid van Koningen van Iialisn , voor het uiteilyke blyven erkennen. noy. Den onttroonden Keizer overleeden zynde , verklaart zyn opvolger, niettegenftaande alle zyne vorige betuigingen van gehoorzaamheid en onderwerping aan den Apostolifchen Stoel, wiens byftand hy meende nu niet langer te behoeven , befloten te hebben , om het recht der Inhuldiging met meer nadruk , dan zyn Vader ooit gedaan had, te handhaaven, en de ©n^ aenng aan met rvoning Hen- , dtik, die de kunst van re- geeren beter verftond , om Robbert van het bewind te ontzet en, en Normandyën met de Kroon van Engeland te vereenigen. Hendrik leent hieraan greetig het oor , komt in perfoon over, onder den valfchen fchyn van een vriendtchaps bezoek aan zyn Broeder, om de gemoederen te polsfen; en, de geleegenheid maar al te gunstig vindende, keert hy naar Engeland te rug, om heimelyk de nodige toerustingen ter verovering van Normandyën te maaken. iioy. Hendrik komt met een talryk Leger over Zee, verklaart zyn Broeder openlyk den Oorlog, en verovert eenige plaatfen Robbert, van zyne eerfte verbaazing en verontwaardiging herkoomen, geeft eene nieuwe proeve, dat zyne bekwaamheeden zig eeniglyk tot het Oorlogsveld uitftrekten, door eenen ftaat, dien hy in vreede niet behoorlyk kon beftuuren , tegen een vermogend vyand, in weerwil van den afval van verfcheidenen zvner eigene Leenmannen , zo dapperlyk te verdeedigen, dat Koning Hendrik genoodzaakt wordt, zyne onderneeming te ftaaken, en naar Engeland te rug te keeren. n 06. Hendrik , op nieuws door eenige Normandifche Baronnen aangezogt, en door zyne eigene heerschzugt aangeprikkeld , rukt andermaal in Normandyën. Robbert , zig op zyne dapperheid en krygskunde , het eenige waarin hv zynen Broeder overtrof, verlaatende , befluit alles aan eeri hoofdtreffen te waagen, levert Hendrik een verwoeden flag, en is op het punt van de overwinning te behaaien, wanneer hy , door den verraaderlyken of lafhartigen attogt van twee zyner voornaamfte Baronnen, de neerlaag krygt, en, nevens tienduizend der zynen, krygsgevangen gemaakt wordt. Geheel Normandyën onderwerpt zig hierop aar. Hendrik , die, de hulde van alle de Leenmannen ontiangen , en de nodige fchh.kingen ter verzeekering zyner nieuwe bezittinge gemaakt hebbende , in zegenpraal naar Engeland te rug keert, zynen ongelukkigen Broeder met zig v erende, die tot aan zynen dood toe, geduurende eene verdrietige reeks van agt- en- twintig jaaren , in eene naauwe gevangenis wordt opgefloten. Robberts Zoon, Willem , door den Koning van Frankryk befchermd, doet een tyd lang vru°telooze pogingen , om zyns Vaders Staa-en te herwinnen. Wegens zyne verdere lotgevallen , zie 1117, n 19, 1123, 112.9. Koning Philips bewerkt eindelyk, na lange onderhandelingen, waar van de byzonderheeden altoos in het duister gebleeven zyn , dat het huwelyk zyner Minnaaresfe Bertrade met Graaf Foulques van Anjou, onder voorwendfel van bloedverwandfchap, (het gewoone hulpmiddel om echtfcheidingen te verkrygen,) door den Paus, met bewilliging van Foulques, kragtcloos, zyne echtverbintenisfe met die vermaarde Vrouw, wettig, en de twee Zoonen, by haar verwekt, in gevalle van kinderloos overlyden van zynen Voor- ÏQOB| Iioj. Juzef , naar zyne Staaten in Africa te rug gekeerd zynde , hervat zyn Zoor., Ali, dien  ?an CONSTANTINUS ben GROOTEN kt tót op ben TEGENWOORDIGEN TYD. 3ekragtigd. Aarts - Bisfchop Anfelmus, in vorigen luister herfteld, bewerkt, dat aldaar het draagen van lang hair, als ware zulks eene ftrafbaare misdaad , gelyk mede , de Huwelyken der Geestelykheid, en die der Leeken tot in den agaten graad van Bloed-verwantfchap, nadrukkeiyk verboden worden. — Twee jaaren daarna overlydt die vermaarde man; waarop Hendrik , van dien gedugten tegenftreever verlost, zig ook geenzins haa^t, om deszeifs plaats te vervullen, maar den Aarts-Bisfchoppelyken Stoel van Canterbury eenige jaaren ledig laat, de inkomsten aan zig trekkende ; en verder maatregelen neemt. om het afgeftaane recht der Inhuldigingen allengskens te herwinnen, waartegen de Paus, in heevige verfchilh-n met het Keizerryk ingewikkeld, zig niet, of flegts flaauwelyj£ verzet. .1110. On- dien hy tot Stedehouder zyner bezirtingen in Spanjen had aangefteld , de vyandelykheeden, verfiaa: een Leger des Konings van Spanjen , en rukt eenigen tyd laater in Portugal, alwaar hy echter het hoofd ltoot. De Paus, het gevaar verneemende, waaraan de Christen Staaten in -Spanjen waren blootgefteld, verbiedt de Spaaniche Christenen, om deel te neemen in de Heftige Kruistogten naar het Oosten, vergunnende hen, die hun eigen Vaderland tegen de ongeluovige Saraceenen en Mooien kloekmoedig verdeedigden, dezelfde voorrechten als de overige Kruisvaarders. ïio8. Juzef komt, met eene ontzachelyke Legermagt, uit Africa te rug, niets minder bedoelende , dan geheel Spanjen te veroveren. Ten dien einde verdeelt hy zyne troepen in drie hoopen , 70 talryk, dat iedere hoop een Leger genaamd mogt worden. Twee van dezelven zendt hy tegen de Christen, en het derde tegen de Saraceenfche : Staaten. De Spaaniche Koning, Alphonfus, te hoog van jaaren om in perfoon te velde te trekken, geeft het bevel over zyne troepen aan zynen Schoonzoon , den Graave Raimond; doch, dien Prins aan eene heete koorts overlydende , wordt Al- 1 phonfus eenige Zoon, de jonge 1 Prins Sanche , in deszelfs plaats 1 gefteld. Juzef trekt hem in per- 1 loon tegen . en levert hem ee- < nen verwoeden veldflag, waar- < in de Spanjaarden , na wonderen van dapperheid verrigt te hebben , voor de overmagt bezwyken, en de nederlaag krygen. Sanche fneuvelt , nevens ver- < fcheidene Spaanfche Grooten. — f Deeze overwinning komt ech- r ter den Moorfchen Vorst, wiens i jeide andere Legers door den v Koning van Navarre en Arra- I 'oh , den Graave van Barcelo- ( ia, en eene talryke hulp-ben- 2 le, door den Koning van Frank- G yk ter onderfteuning dier Vors- e en gezonden, deerlyk gehavend n varen, zo duur té ftaan, dat b zoon , i_oaewyu, tot ae opvolging in het Ryk bevoegd verklaard worden. Graaf Foulques ftrekt zyne infchikkelykheid zelfs zo verre uit, dat hy zyne geweezene Gemalin, nevens den Koning, tot zynen: nodigt, en deftig onthaalt.— Zaaken met Bohemund, Vorst van Antiochiën. [ zie het Oosten. J 1107. Verrigtingen van den Paus in Frankrys. [ zie Italiën. ] 1108. Koning Philips overlydt. By zyne gebreken, bézat hy veele goede hoedaanigheeden, en muntte inzonheid uit door bevalligheid van geftalte, houding, geest en inborit. Te verftandig, om deel te neemen in den Kruistogt naar het Oosten, bediende hy zig van deeze geestdryvery ten voordeele der Kroon, door verfcheidene kleine Staten en Heerlykheeden in Frankryk, wier eigenaars geld tot hunne onderneeming nodig hadden, te kopen, en dus de Koninglyke Eigendommen, die te voren zeer gering waren , aanmerkelyk te vergrooten. Hy wordt opgevolgd door zyn oudften Zoon , LODEWYK VI., de dikke, 5. Koning run den derden Stam. die, fchoon reeds by het leven van zynen Vader als Ryks - genoot gekroond en gezalfd , echter deeze plegtigheid laat herhaalen. De eerfte jaaren zyner regeeringe worden ontrust door den opftand van verfcheidenen der voornaamfte Leenmannen , die heimelyk door den Koning van Engeland onderfteund; doch den een na den ander, door Lode- 1 wyks moed, dapperheid en 1 werkzaamheid, tot onder- 1 werping gebragt worden. Ilio.— onwettige aanmaatigingen der Pausfen paal en perk te ftellen. Pafchalis, door de tyding van du onverwagt befluit verichrikt, haast zig om een einde te maaken aan zyne langduurige verfchiilen met den Koning van Frankryk [ziealdaar,] en begeeft zig derwaards op reis, om de befcherming van dien Vorst te verzoeken. 1107. Pafchalis wordt door den Koning van Frankryk , en deszelfs Zoon en Ryksgenoor, met de uiterfte eere ontfangen , en verkrygt van hen een fterk geleide naar Chalons- fur- Marr.e, alwaar hy eene famenkomst houdt met de gezanten, die de Keizer , na alvoorens zvne aanfpraak op het recht dér Inhuldigingen in eene plegtige Ryksvergadermge te hebben laaten bekragtigen , derwaards gezonden had, om het verfchil, zo mogelyk, in der minne te verenenen. Na langduurige onderhandelingen , en heevig twisten over en weder, waarby ce Keizerlyken geene bedreigingen paaren , fcheidt de famenkomst mverrigrer zaake; en Pafchalis, sp de Franfche hulp fteunende , ttemieuwt de Decreeten zvrer i'oorzaaten nopens de Inhuldigingen , op een Concilie te Troes, en keert vervolgens naar taliën te rug. — Vyandelvkïeeden tusfen den ve; maarden Johemund, die by zynen kruisogt het Vorstendom Antiochitn in Syriën gewonnen had, n den Keizer Alexis. [« /jet ïriekfehe Ryk.] 1108. Pafchalis verneemende, dat e Keizer onverzettelyk bleef, jreekt, in een Concilie teBeevent, zonder hem daadelyk 1 den ban te doen , de fterkfte ervloekingen uit tegen alie Leeen , die zig de inhuldiging van ïeestelyken aanmaarigcen. aaken van Venetiën. (zie het riekfche Ryk.] Bohemund, m zeer vernederenden vreede iet den Griekfchen Keizer heb:nde moeten fluiten, komt in Ir*-  van CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 309 NEDERLANDEN. DU.I TS.'CHL AND, Het Het GRIEKSCHE RYK, en het Oosten. bf Braband, in de Duitfche onlusten , den o.uden Keizer onderfteund hebbende, wordt, na deszelfs dood , door den Zoon afgezet, en zyne Staaten gegeeven aan den Graave van Leuven , Godefroy met den Baard , [vergelyk 1007 , ] welke, door oen Keizer bygertaan, Hendrik met geweld van daar verdryft. Zedert is de benaaming van Neder - Lotharingen geheel in onbruik geraakt, en die van Braband alleen overgebleeven. 1108. Graaf Floris fluit een verdrag .met den nieuwen Keizer, om gezaamenlyk den Graave van Vlaanderen te beoorlogen , en des- D E N. dig acht, het beste gedeelte zyner troepen derwaards te doen trekken. Intusfen nigenutti- gelukt het Bohemund , zyn ontwerp zo ge daad hy fmaakelyk, en zyne perfoon zo aangenaam in een die- by den Koning van Frankryk te maaken , pe dat die Vorst hem eene aanzienelyke hulp- —: bende byzet , en zyne Dogter Conftancia ten huwelyk geeft, gelyk mede zyne natuurlyke, doch gewettigde Dogter, aan Bohemunds Neef, Tancredo. — Sultan Soliman, door de kruistogten vermaard geworden , na het verlies van Nicéa zynen Zetel naar Iconium verplaatst hebbende , overlydt, en wordt door zyn Zoon, Saifan, opgevolgd. 1107. Bohemund komt met zyne Franfche hulptroepen in Italiën , werft aldaar nog een groot aantal zyner eigene Landsgenooten , en maakt zig gereed , om Alexis in deszelfs eigene Staaten aan te tasten, 's Keizers Bevelhebber, hier van onderrigt, meent hem voor te koomen , door de Zee over te fteeken, en hem in Italiën te overvallen; doch hy wordt met verlies te rug gedreeven. Bohemund krygt, behalven een aantal andere gevangenen , zes Patzinasfen in handen , het droevig overfchot van welke byna verdelgde Natie thans grootendeels in's Keizers Leger diende, en voert hen ten fchouwfpel door Italiën , om , door de vertooning dier ruuwe en afzigrelyke lieden, de volkeren tegen Alexis op te hitfen , die zig zelfs van zulke barbaaren bediende , om de Christenen te beftryden. Deeze list gelukt hem , en lokt eene groote menigte vrywilligers onder zyne vaandelen. Eindelyk fleekt hy over Zee, en , de Griekfche Vloot zig tegen zyne overmagt niet durvende verzetten , landt hy behouden in IDyi iën , en flaat het beleg om de fterke ftad Durazzo. Alexis, van zyne landing onderrigt, trekt m perfoon tegen hem' te velde, doch het verloopen faifoen noodzaakt hen beiden, om de vyandelykheeden tot het volgend Voorjaar uit te ftellen. 1108. Na vrugteleoze pogingen , om Durazzo met geweld te overrompelen , of den.loozen Alexis tot een hoofdtreffen te brengen, wordt Bohemund te lande door de wel verfterktc Keizerlyke troepen , en ter Zee door eene talryke Vloot van Venetien, welk Gemeenebest nogaltoos den Griekfchen Keizer als Opperheer erkende, zodaanig ingefloten , dat gebrek aan levensmiddelen , en eene befmettende ziekte, onder zyne benden ontftaan, hem, in weer wil van zynen moed en fierheid, noodzaaken , om een vernederend Vreedens-verdrag te fluiter. By het zelve verbindt hy zig, den Keizer als OpperLeenheer van zyn Vorstendom te erkennen , hem alszodaanig hulde en trouwe te bewyzen, verfcheidene veroverde plaatfen in Syriën en geheel Ciliciën te rug te geeven, en zelfs zynen Neef Tancredo tot de nakooming van dit vetdrag te noodzaaken; waartegen Alexis alleenlyk belooft, een Jaargeld aan Bohemund te betaalen , en aan de Kruisvaarders of Pelgrims een onbelemmerden doortogt door zyne Staaten te verkenen. Bohemunds troepen bedienen zig van dat verlof, om naar het Oosten te trekken, en de Christenen aldaar in afltaan ; welk befluit, op eene plegtige Ryksvergadering door alle de Duitfche Grooten eenpaa°rig goedgekeurd, het vuur van twist tusfen het Keizer-Ryk en den Roomfchen Stoel met nieuwe woede ontftak , offchoon het zelve, door de tusfen beiden koomende beweegingen in Duitschland zelve, nog eenige weinige jaaren onder den asfche bleef fmeulen. Hertog Magnus van Saxen, laatfte mannelyke afftammeling van het geflagte van Billung, overlydt, twee Dogteren nalaatende, waarvan de oudfte, gehuwd aan Hendrik den Zwarten, Broeder des Hertogen van Beijeren, haaren Gemaal het Landfchap, zedert het Hertogdom, Lunenburg; de jongfte, gehuwd aan Otto van Ballerftsedt en Afcherleben, Stamvader van het doorluchtig Huis van Ascaniën of Anhalt, de Mark-Graaffchappen van Soltwedel en Brandenburg , alle welke Landen, offchoon het laatfte grootendeels door de Wenden was ingenoomen , toen Leenen van Saxen waren , aan deezen haaren Gemaal aanbragt. Het Hertogdom van Saxen zelve wordt door den Keizer opgedraagen aan Lotharius , Graaf van Supplen- burg en Querfurt, die naderhand Keizer wierd. Dit jaar wordt de Vorstelyke Proostdy van Berchtolsgaden in Beijeren geftigt. 1107. Vrugteloos gezantfehap van Keizer Hendrik aan den Pans, om het verfchil over de Inhuldiging te verëffenen. [zie Italiën.] Met bewilliging van den Keizer verheit Hertog Lotharius zekeren Adolph, Graaf van Schaumburg in Westphaalen, tot eerften erffelyken Graave van Holftein, als een Leen van Saxen; van welke leenroerigheid dit Landfchap naderhand ontheeven, en eindelyk door aanwinning van eenige nabuurige landen meer en meer uitgebreid, tot een aanzienlyk en onafhankelyk Hertogdom verheeven is. 1108. Hendrik fluit een verdrag met den Graave van Holland , om gezaamenlykerhand Vlaanderen aan te tasten, en onder elkander te verdeelen; [zie Nederlanden,] doch gewigtiger belangen noodzaaken hem, om deeze onderneeming te ftaaken. De Hongaarfche Koning, Coloman, te hoogmoedig, om zig langer als een ftq 3 vige befchuldigingen zyner verbitterde vyanden, moet men de deugden en bekwaamheeden van deezen ongelukkigen Vorst, de ongeregeldheeden zyner jeugd daar gelaaten, recht doen. Zyn ontaarteZoon vervolgt hem tot in het graf, dwingt de ingezeetenen van Luik , om het Lyk op te delven en aan hem over te leveren , en voert het naar Spiers, alwaar hy hetzelve , als der begraaffenis onwaardig, vyf jaaren lang in een fteenen kist boven aarde laat ftaan. Hendrik , zyn gezag nu volkoomen gevestigd achtende, legt het mom van Godsdienst-yver af, en verklaart het recht der inhuldiging, welks handhaaving het onheil van zynen Vader bewerkt had . nimmer te zullen  3io BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP oer ALGEMEENE GESCHIEDENIS" ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN» I T A L I Ë irio.—ii ü. ino. &c. Eene ontftaane Onlusten met den twist over het lierKoning van Frank- ke Kasteel Gifors , ryk. [zie aldaar.} op de grenzen van n 14- De Frank- Mié'n te rag, om nieuwe toerustingen tegen deezen zyne* ouden en onverzoenlykcn Vyand te *naaken. 1109. Keizer Hendrik zendt op nieuws een gezantfehap aan den Paus, om de verichillen, zo mooglyk , m der minne te vereffenen. Pafchalis ontiangt de gezanten met veel vriendlchap, en verklaart mets liever te verlangen dan eene verzoening met den Keizer, mits deeze zif voortaan als een gehoorzaam Zoon der Kerke wilde gedraagen. Na lanee onderhandelingen wordt 'er eindelyk een verdrag getrCffen volgens het welk Henduk door den Paus als Keizer erkend en gekroond worden, en van het zo heevig betwiste recht der Inhulüigmg zoude afftaan; doch de K?ik daarentegen alle haare tydelyke bezittingen en Vorstelykè- voorrechten van tyd tot tyd door de godvrugtige mildaadigheid der Vorsten en byzondere peiionen aan haar gefchonken, te ru* zoude geeyen; voorwaarden die geheel niet iinaakten a°an dé Geestelykheid, welker tydelyke belangen de Paus dus aan zyne eigene eere opofferde; en waarin Pafchalis zelve niet zou bewilligd hebben , ten ware de diepe rust in Duitschland en de volmaakte eensgezindheid tusfen den Keizer en alle de Duitfche Vorsten, hem niet hadden doen vieezen het ganfche Ryk tegen zig inde wapenen te brengen, ingevalle hy halftarng weigerde, iets het minne toetéWven ja , zo groot is zyne bekommering, dat de Keizer dit verdrag niet zal willen bekragugen, dat hy de oude verbintenis met de Normandifche Vorsten hernieuwt, om door hen regen alle geweld befchermd te worden. Zaaken van Spanjen. [Kte aldaar.} Zaaken van Genua, [zie lief jasten. J L irro. Hendrik, met de voorwaarden van het verdrag genocea neemende , en ruim zes maanden hefteed hebbende om°in ü zyn luister en grootheid , aan het hoofd eener ontzache yke Legermagt, den togt naar Italiën te doen, begeeft zig :mdelyk derwaards. In Lombardyën aangekoomen zvnde seroept hy eene Ryksvergadering der Italiaanfche Grooten ' :n doet zig gelden als Koning van dat Ryk. Eenige weinil te Steden , die hem weigeren te erkennen, worden daartoe net geweld genoodzaakt, -en twee der halftanigften , Nova- '\ ^^l0' m kook'n 8ele8d- De vermaarde Gravinne Mathnda, ftout op haar vermogen, en altoos eene voor'egtfter der Pausfen tegen de Keizers, weigert Hendriks op-ergezag te erkennen, doch moet eindelyk mede voor de >vermagt zyner wapenen bukken. Alle deeze verrigtingen ■erphgten dien Vorst, om te Florence te overwinteren en ynen togt naar Romen tot het Voorjaar uit te ftellen.' nu. Den Paus en den Keizer zig beiden by plegtigen eede tot e nakoommg van het gefloten verdrag verbonden hebbende, och den laatften met het looze beding, dat de voornaam' ■e Duitfche en Italiaanfche Geestlykheid hetzelve, voor zo ene het haar betrof, vooraf goedkeurde, gaat Hendrik eeds vroeg m het jaar, op weg naar Romen. Hy wordt tdararjnet alle eere ingehaald, en met ongemeenevriend:hap door den Paus ontfangen. Pafchalis zig bereid tooende, om aan zyne verbmtenisfe te voldoen, vordert van lendnk eene openlyke en plegtige verklaaring wegeirs-zynen af- r ■ , , , Koning Alpbon- lus , zyn einde voelende naderen , en geen mannelyken erfgenaam hebbende , dan den Zoon zyner Dogter Urraca by wylen Graave Raimond , aan wien, als nog een kind zynde , hy de Kroon, in de tegenwoordige hachelyke tvdsomltandigheeden, met durfde nalaaten , verheft deezen Kleinzoon alleenlyk tot Graave van Galliciën , geeft de Prinfes Urraca ten huwelyk aan zynen Neef, den Koning van Navarre en Arragon, cn benoemt dien Vorst tevens tot zyn opvolger. De Roomfche Paus, deeze fchikking verneemende , verklaart het huwelyk deezer Vorstelykè perfoonen, als eikanderen te na in den bloede beftaande, kra^teloosdoch de Kerkelyke mftellingen nu voor het belang van Staat moetende wyken , bekreunt men zig niet aan 's Pauken uitfpraart. Den ouden Vorst kort daarna overlydende, vereenigen zig alle de Spaanfche Kroonen van Leon, Castiliën, Arragon en Navarre op het hoofd van zyn Schoonzoon , A L P H O N S U S VII. , z7. Koning van Spanjen. De Moorfche Koning, Juzef, die, op het voorbeeld der oude Spaanfche Caliphen, den tytel van Miramolin had aangenoomen, overlydt; en wordt in het Rvk van Marocco, en zyne Staaten m Spanjen, door zyn Zoon, Ali-Ben-Ju*ef, opgevolgd. J 1110. . Koningin Urraca , eene trotfche en heerschzu dïn TEGENWOORDIGEN TYD. jit n-tmpittffiu Staaten. NEDERLANDEN. DUIT SCH LA H Q , K. afftand van het recht der fnhuidiging. Öie Vorst daarentegen eischt, dat de Geestelykheid iig vooraf over den afftand der tydelyke bezittingen verklaare. Het gee ;e te vcrwagten was , gebeurt: de Geestelyken weigeren byna eenpaariglyk du gedeelte van het verdrag goed te keuren , ten fterklten aandringende , dat de Paus geen recht heeft, om hunne goederen weg te fchenken. Pafchalis , in de uherite verlegenheid, en vrugteloos getragt hebbende, hen tot andere gedagten te brenging , vindt zig buiten ftaat, om aan zyne v erbintenisfe te voldoen. Hendrik, zig nu mede ontflagen achtende, weigert even fterk als voren , om het recht der inhuldiging af te ftaan , en eischt, dat de Paus nu dit recht erkenne, en hem als Keizer kroone. Dit veroorzaakt een allerheevigst verfchil. Hendrik , den Paus halftarrig vindende , laat hem, benevens eenige Kardinaalen, gevangen neemen, buiten Romen voeren , en in een nabuurig Kasteel opfluiten. De Romeinen , hierover verbitterd , en door eenigen van 's Pausfen vrienden nog meer aangehitst, vatten de wapenen op, en vallen de Duitfchers onverhoeds op het lyf. Het gevegt duurt tot in den nagt; en de Keizer, zelf gekwetst , verlaat Romen. De gevangen Paus, door het overlyden van den vermaarden Bohemund, [vergelyk het Oosten,} en van Hertog Rogier, die door zyn Zoon, Willem, in de Staaten van Apuliën en Calabriën werd opgevolgd, geenen byftand van de Noormannen verwagtende , laat tig eindelyk, zeer fchoorvoetende , door 's Keizers be i'eigingen, en de ernstige fmekingen zyner medegevangene Kardinaalen beweegen, om het Keizerlyk recht der inhuldiging te erkennen , en door een plegtige en gezegelde Bulle te bekragtigen , zig tevens by eede verbindende, om nimmer den Ban tegen hem uit te fpreeken. Hy verkrygt deszelfs Staaten onder hen te verdeelen, doch de Keizer, zaa.ren van meer gewigts te verrigten hebDende, onderileuiu hem tiaauvvelyk, zo dai 'er w.inig wordt uitgevoerd , en Floris eindelyk een af- . ......... „v.. .. tn/i.t U«r<». pc ledigheid en .; • uiiicid in den oorlog wc^ tonk. icg.n d« on1114 De gvtoovigen te ——— — ondci % c 11 n en doch die riere Noorman , na zyne vernedering zig fcluamende, oin hen derwaards te volgen , keert byna onven.eld naar zyn Vorstendom Tarenten , in Italiën, te rug, met het befluit, om nieuwe toerustingentegen den Keizer te maaken. 1109. Na een langduurig beleg, maakt de jonge Graaf van Touloufe, Bernard, door hulp van eene talryke Genueefche Vloot , zig eindelyk meester van Tripoli, en omliggende landftreek , welke, ten behoeve van Bernard, doch op voorwaarde van den Keizer deswegens hulde te doen, tot een Graaffchap verheeven wordt. Dus waren er nu vier Christen Vorstendommen, temidden onder de Ongeloovigen, waar. mede geduuriglyk te ftryden viel, in Afia gevestigd; die van Jeruialem, Edesfa, Antiochiën en Tripoli. 1110. Zekere Monnik te Conftantinopolen , Bazilius geheeten , ftigt den vermaarden en zonderlingen aanhang der Bogomllen, welke eene menigte vreemde Hellingen dreef, in veelen opzigte overeenkoomende met die der oude Manieheen en Gnostyken ' Alexis, zig in perfoon verleedigende, om met die vreemde Geestdry vers te redentwisten, brengt de meesten tot reden; doch hun aanvoerder, halftarrig blyvende , en zelfs dei» dood begeerende , wordt ten vuure veroordeeld. 1111. Te midden in zyne toerustingen , om den Oorlog tegen Aléxis te hervatten, overlydt Bohemund, een minder» jaa- 1 ICliLUUU lC£Cil ütlll IC vwut, met bedreiging van hem te zullen onttroonen, en deszelfs Broeder, Almus, tot Koning te verheffen. Coionian, te veigeefsch gepoogd heDDende, om tweedragt te zaaijen tusfen Hendrik en deszelfs Ryksgrooten, en zig nu door de ganfche magt van Duitschland befprongen ziende, verzoekt den byitand van den Poollenen Koning , Boleslaus, die , de oproerige PruKfen geheel te ondergebragt hebbende, het grootite geaeelte zyner dappere bend n hem ter hulpe zendt. Dus verfterkt, wcerltaat hy het Keizerlyk Leger, noodzaakt Hendrik ten langen laatften om onverrigter zaake af te trekken, en handhaaft zig in zyne onaf hankelykheid. 1109. Hendrik wreekt zig op den Koning van Polen , door een geweldigen inval in Silenen te doen. De kloekmoedige wederftand van eene eenige Stad, Glogaw aan den Oder, duit hem m zyne voortgangen , en geeft Boleslaus tyd, om een aanzienlyk Leger by een te verzamelen , waarmede hy dat des Keizers eene zwaare nederlaa«e toebrengt. De beide Vorsten fluiten hierop te Bambeig senen Vreede, die door 't huwelyk van Boleslaus met 's Keizers jongfte Zuster verzegeld wordt. Hendrik , behoudens zvne rechten , ernstig verlanyende, om het verfchil met den Roomfchen Stoel te verëffe.nen, zendt op nieuw gezanten tot den Paus, met wien eindelyk een verdrag gefloten wordt. [zie Itauen.] 1110. Na eenen heevigen inlandfchen Oorlog , geduurenden welken verfcheidene Boheemfche Prinsfen , inzonderheid Borzivojus, oudlte Broeder van • den vorigen Hertog, de magtiglte van allen, door den Koning van Polen onderfteund , doch nimmer wettiglyk by de Stenden of het Volk erkend, beurtelings of gelyktydig den Hertoglyken tytel voerden , en met geweld handhaafden , neemen de Boheemers hunnen toevlugt tot de bemiddeling van den Keizer , die zig verklaart ten behoeve van Lladislaus, Broeder van. Borzivojus, den eenigften Prins, die niet naar de opperfte waardigheid gedongen had, en dezelve meer dan iemand verdiende. De Grooten en het Volk, deeze benoeming goedkeurende, verkiezen hierop plegtiglyk den braaven BiADisuus, agt-en-twhnigflen Hertog van Boheemen. Borzivojus , zig met geweld hier tegen verzettende , wordt door den Keizer in verzeekering genoomen , en de overige mededingers moeten zig onderwerpen. Togt van den Keizer naar Italiën. [ zie aldaar. J mi. Hendriks togt naar Romen, verfdiillen en nader verdrag met den Paus, waarby eindelyk 's Vorsten recht tot de een Leenman van het KeiziRyk te erkennen, en , ge iutt> rende de onlusten 111 hetzdve , onverhinderd eene fterke Legermagt op den been ge» bragt hebbende , verklaart zig onaihankelyk. Hendrik nnu  3rf BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP beu ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ■nxT^cT & Mn V B A MKR VK . S P A N T E N en I T A T. I F. M Schotland en Ierland. De Britten van Wallis eenige vyandelykheeden gepleegd krygt hierop zyne vryheid, en kroont Hendrik in Leo's Stad, die vermaarde Voorftad van Romen , wyl de Stad zelve haare poorten voor den Keizer géflooten hield. Hendrik keert vervolgens zeer vergenoegd naar Duitschland terug, na de Gravinne Mathilda , met welke hy zig na volkoomenlyk verzoend had, tot zyne Stedehoudfter in Italiën benoemd, en den Graave van Savoijen tot een Vorst des Ryks verheeven te hebben; doch de Paus wordt zo fmaadelyk behandeld, en met de bitterfte verwytingen 'over zyne lafhartigheid, en zogenaamde verzaaking van de belangen en rechten der Kerke overlaaden, dat hy, o verkropt van verdriet, naar Terracina den wyk neemt, en met moeite door zyne vrienden wederhouden wordt, om zyne waardigheid neer te leggen. De yveraars te Romen, door 's Pausfen vlugt nog ftouter wordende , houden een foort van Concilie , waarin deszelfs Bulle kragteloos verklaard, en de vloek uitgefprooken vvorat tegen allen,. die het recht van inhuldiging aan Leeken toekenden. Pafchalis, hen fchriftelyk over deezen fpoorloozen yver berispt, zyn gedrag verdeedigd, doch tevens de mogelykheid erkend hebbende , dat hy zoude kunnen dwaalen, biedt aan, om de uitfpraak deezer zaake aan een wettig Concilie over te laaten, 't welk gereedelyk wordt aangenoomen. rnz. Het bepaalde Concilie , door den Paus by een geroepen , vergadert in het Lateraanfche Paleis, van waar het onder den naam van het Lateraanfche Concdie is vermaard geworden. Pafchalis betuigt aldaar een diep berouw en leedweezen over zyne betoonde zwakheid, verklaart echter zig in gev.'eeten verbonden te achten , om dengedaanen eed niet te overtreeden, maar laat voorts de beflisfing der geheele zaak aan de uitfpraak van het. Concilie over. Na een kort beraad verklaaren de Leden eenpaariglyk , dat 's Pausfen Bulle en Eed, als ftrydig tegen de rechten der Kerke, en alleen door geweld afgeperst, kragteloos en van geener waarde is. Pafchalis berust in deeze uitfpraak, welke het twistvuur met vernieuwden gloed ontfteekt; doch, den fchyn willende vertoonen, van getrouw aan zynen eed te zyn, weigert hy den Ban tegen den Keizer uit te fpreeken, offchoon hy gedoegt. dat zulks inverfcheidene andere Conciliën , geduurende dit en de twee volgende jaaren gehouden, waarby hy zelve niet tegenwoordig was, door zyne Legaaten gefchiede. Beweegingen, daardoor in Duitschiand veroorzaakt, [de aldaar inz. 8cc] l«3r De Griekfche Keizer Alexis zendt een ptegti» gezantfehap naar Romen, om den Paus geluk re wenfehen over zyne verlosfing, en tevens een vooriiag te laaten doen , om of hem zelven , of zynen Zoon, tot Roomsch-Keizer te kroonen-, zo haar te willen houden. De Castiliaanen, reeds misnoegd over het inrukken der troepen van Arragon , vatten nu openlyk de wapenen op, om den hoon, haarer Vorstinne aangedaan, welke zig thans van den band des Huwlyks geheel ontflagen achte, te wreeken. De Graaf Gomez de Candespine, een haarer voornaamfte vertrouwden, ofwel (zo men haar in deezen niet ten onrechte beklad hebbe,) haarer meest begunstigde minnaars, neemt het bevel op zich, en noodzaakt een gedeelte der Arragonfche troepen, om het Ryk te ontruimen; doch Alphonfus, met een talryk Leger tegen hem optrekkende, levert hem een verwoeden veldflag , waarin de Castiliaanen de neerlaag krygen, en Gomez fneuvelt. Urraca neemt de vlugt by haaren Zoon in Galliciën. Alphonfus koelt zyne wraake, door eenige fteden , welken zig het fterkst voor de Koningin verklaard hadden,"ter plundering over te geeven. II li. Door de bewerking van Urraca , wordt haar Zoon, de jonge Alphonfus , naar zyn Vader Raimond bygenaamd, tot Koning van GalEcien verkooren, en tevens in dat nieuwe Ryk een Leger, ten behoeve der Koninginne, op den been gebragt. Haar Gemaal rukt in aller yl derwaards, verflaat de Galliciers, tragt den jongen Alphonfus Raimond op te ligten, die het niet dan met moeite ontlnapt, en flaat vervolgens her beleg om Astorga. Urraca verzoekt den byftand van haaren Schoonbroeder, Graaf Hendrik van Portugal, die hierop met een talryk Leger tegen Alphonfus optrekt , Astorga ontzet , en dien Vorst op zyne beurt zeer in het naauw brengt. Intusfen komt 'er een Pausfelyk Legaat in Spanjen, die alle moeite aanwendt, om den Vreede tusfen de Christen-Vorsten te herftellen, en hen te beweegen, om hunne wapenen kever gezamenlyker hand tegen de Ongeloovigen te wenden; doch tevens gelast is, om het Huwelyk tusien Alphonfus en Urraca, als onwettig, te vernietigen. Graaf Hendrik overlydt te Astorga, eenen rainderjaarigen Zoon nahatende , die hem zedert in het Graaffchap van Portugal opvolgde, 't welk intusfen met veel roem door zyne Weduwe, Therena, beftuurd werd. 1113. Urraca blyft den Oorlog voortzetten, en ontweldigt haaren Gemaal verfcheidene plaatfen in Castiliën. Geduurende deeze onlusten doen de troepen van AU verwoede invallen in de Christen Staaten, en maaken zig door verraad meester van Coria. De goede diensten van 's Pausfe» Legaat beweegen eindelyk de voornaamfte Castiliaanfohe Grooten om eene plegtige byëenkomst te houden, ter beraaming van de beste middelen, om een einde aan deezen jammeilyken twist te maaken; en men befluit, in het volgend jaar een Concilie te Palencia te houden , om aldaar, na ryp beraad, over de wettigheid of onwettigheid van het Huwelyk tusfen Alphonfus en Urraca, als het gewigtigfte punt van verfchil, eene beflisfende uitfpraak te doen. 1114. Het Concilie , onder voorzitting van den Pausfelyken Legaat t£ Palencia gehouden, verklaart het Huwelyk van Alphonfus en Urracs •nwettig, en dien Vors: uit deezen hoofde tevens van zyne rechte? *k Of PORTUGAL. hem op nieuws verbitterde, naauwelyks heeft hy ziz in het bezit der voornaamfte plaaifen van het Ryk bevestigd, of hy zendt haar met deuirerfte verfmaading van zig , verklaaren- Frankryk en Normandyën geleegen, geeft aanleiding tot eenOorlog met den Koning van Engeland. Volgens een oud  Vam CONSTANTINUS ben GROOTEN af tot o* den TEGENWOORDIGEN TYD. 313 m omgeleegene Staaten. NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het Het GRIEK- en aamrenxsml* Rvkeu. NDDRnPM STHPlJVIf 10 uit hoofde dat de Griekfche Keizeren als de onmiddelyke opvolgcren der oude Roomfche Keizeren, en in alle derzelver rechten getreeden , aangemerkt moesten worden , als ten einde dus den Paus van alle verdere moeilykheeden met de Duitfche Keizers te bevryden. Wyl men zedert nooit meer van dit ontwerp gehoord heeft, is het waarfchynlyk , dat Pafchalis deezen loozcn, doch gevaarlyken, voorllag heusfchelyk zal hebben van de hand geweezen. 1114. Hertog Willem van Apuliën en Calabriën erkent, op het vooi beeld zyner Voorzaaten, den Paus als OpperLeenheer , en doet hem als zodaanig plegtig hulde. hij. De ingezeetenen van Pifa , zig meer en meer op de Zeevaart toeleggende, rusten eene aanzienlyke Vloot uit, en veroveren het Eiland Yvica op de Saraceenen. Vervolgens doen zy eene landing op Majorca, vernielen de Hoofdftad, en verdryven alle de ongeloovigen van daar; doch , niet in ftaat-, of geneegen zynde , Om zij aldaar te vestigen, vallen deeze Eilanden kort daarna weder in de magt der Saraceenen. De vermaarde Gravinne, Mathilda, overlydt in eenen hoogen ouderdom, na de herhaalde.gifte haarer aanzienlyke Staten, uit hetganfche Hertogdom van Toscaanen, en een groot gedeelte van Lombardyën beftaande , ten behoeve van den Roomfchen Stoel be- 1 kragtigd te hebben. Paus : Pafchalis verzuimt niet, om : zig deeze ryke erffenisfe toe '. te eigenen; doch 's Keizers vrienden zenden terftond bonen naar Duitschland, om dien Vorst van dit fterfge- j val kennisfe te geeven, en j tot I. DEEL. afzonderlyk verdrag met den Vlaamfchen Graave fluit, waar by men meent, dat Zeeland Bewester-Schelde , zo lang het voorwerp van de begeerlykheid der Hollandfche Graaven, nevens het Land van Waas, aan Floris, echter als een Leen van Vlaanderen, wordt afgeflaan. Graaf Floris, door zyne nieuwe aanwinning, zyne vriendfehap met den Keizer, en een voordeelig huwelyk met eene Prinfes van Saxen, zynde hy nu reeds den vierden Hollandfchen Graave , die zig met dat vermogend Huis vermaagfehapte, in aanzien en magt toegenoomen , begint meer en meer op eene eigendunkelyke wyze te regeeren , waartegen de vryheidlievende Edelen zig echter moe- en het Oosten. 1114. jaarigen Zoon, De Rusfifche ook Bohemund Groot - vorst, genaamd, naSwetopolk.be- laatende, welhal- ke hem , ondei het. opzigt van Tancredo , in het Vorstendom van Antiochiën opvolgt. Alexis zendt gezanten derwaards, om hem tot de nakooming van het verdrag aan te maanen; doch Tancredo wyst hen met verfmaading af. De Keizer keert zig hierop tot den Koning van Jerufalem, en den Graave van Tripoli, door vriendelyke verzoeken en aanzienlyke gefchenken, of hunne bemiddeling of hunnen byftand tragtende te verwerven, ora Tancredo tot reden te brengen; doch de eerfte weigert zig met die zaak te bemoeijen, en de ander, reeds zyn woord gegeeven hebbende, overlydt, waardoor deeze onderhandeling op niets uitloopt. De hernieuwde vyandelykheeden van den Turkfchen Sultan van Iconium, en de toerustingen van Tancredo zelven verhinderen Alexis, om iets met geweld tegen dien dapperen Noorman te onderneemen, die het volgend jaar overlydt, doch door den niet minder dapperen Rogier, zynen Neef, in de Voogdyfchap vervangen wordt. 1113. Eene nieuwe talryke bende Turken, uit Tartaryën afzakkende, plundert, en verwoest ie weinige bezittingen, die het Ryk in Afia behouden had, en verflaat de Keizerlyke troepen. Wexis, zyne ganfche Legermagt 'y een verzaamelende, fteekt wer Zee, en dryft die barbaa- en met groot verlies terug.- . 3oor zyne menigvuldige krygsogten afgemat, in jaaren toeleemende , en zyne gezondheid ■oelende verzwakken, laat Aexis alle verdere ontwerpen van Oorlog vaaren , in de hoop van indelyk eens de aangenaamheeen van rust en vreede te moer, genieten, waarvoor hy, uit ootde van zynen fmaak voor £ letteröeffeningen, te midden onder' Het verdrag, met den Paus gefloten, wordt door het Lateraanfche Concilie kragteloos verklaard , en in verfcheidene anderen de ban tegen den Keizer uitgefprooken. [ zie Italiën. ] Hendrik vindt zig hier door in byna dezelfde onlusten ingewikkeld , die de ganfche regeering van zynen Vader beroerd hadden. Een groot gedeelte der Geestelykheid, de ligtgeloovige menigte medefleepende, verklaart zig tegen hem. Sommige Grooten, eenig weezenJyk of ingebeeld misnoegen tegen hem opgevat hebbende, neemen die gunstige geleegenheid te baat, om openlyk tegen hem op te ftaan. Byna geheel Duitschland raakt in de wapenen, zig in twee aanhangenfeheurende. DeezebinnenlandCche Oorlog duurt eenige jaaren, zonder dat 'er echter veel aanmerkelyks voorvalt, hebbende Hendrik doorgaans het geluk, om over de oproerigen te zegepraalen._ 1113. De wreede en agterdogtige Hongaarfche Koning, Coloman, een ongegrond wantrouwen tegen zynen braaven Broeder Almus opgevat hebbende , laat hem , nevens deszelfs Zoon, Bela , die zedert den Troon beklom, en den Blinden werd bygenaamd , de oogen uitftecken, en in een Klooster opfluiten. 1114. Coloman ftort in eene gevaarlyke ziekte , en bedugt dat zyn t lood zynen minderjaarigen Zoon aan de wraak zyns Broeders ' nogt blootftellen, geeft hy last, om Almus en Bela te ver- 1 noorden; doch dit barbaarsch bevel wordt niet uitgevoerd. 1 rly overlydt kort daarna, en wordt opgevolgd door zynen Zoon, < ( stephanus 11. , 10. Koning van Hongaryën. i ;eduurande wiens minderjaarigheid eenigen der voornaamfte 1 lyks-Grooten het beftuur van zaaken waarntcmen. De < on- R r de Inhuldiging erkend wordt, zyne krooning als Keizer, verheffing des Graaven van Savoijen tot Vorst van het Ryk, en te rug komst naar Duitschland. [zie Italiën.] Geduurende 's Keizers afweezigheid doet de Poolfche Koning een geweldigen inval in Boheemen, om Borzivojus te herftellen; doch onkundig, waar die Prins zig ophieldt, en door nieuwe vyandelykheeden der Pruisfen en woeste ingezeetenen vanPommeren, naar zyne eigene Staaten te rug geroepen , vergenoegt hy zig, met Hertog Uladislaus te noodzaaken , om een gedeelte van Boheemen aan deszelfs Broeder, Sobieslaus, af te ftaan. Vervolgens behaalt hy eene roemryke zegepraal over zyne woeste nabuuren.  ji4 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK- SPANJEN e» I T A L I i N, ociionann en Ierland. pleegd hebbende , rukt Hendrik derwaards, dryft hen op de vlugt, en noodzaakt hen, om het opper-leengezag der Engelfche Kroone over hen te erkennen,. 1117. Onrusten en ♦orlog ter zaake tot eenefpoedige overkomst aan te maanen, ten einde zyne rechten als Opper - Leenheer , tot wien de Leenen, by gehrek van Lyfs-erven, moésten te rug keeren, te doen gelden, en de gifte van Mathilda uit dien hoofde kragteloos te verklaaren. De Paus houdt een tweede Concilie in het Lateraanfche Pakis, waarby hy erkent, door zyne vergunningen aan den Keizer, zwaar gezondigd te hebben, alle de Leden verzoekt, om God voor hem om vergiffenis te fmeeken, en zyne eigene Bulle vervloekt. Een der Leden, niet vergenoegd met deeze openlyke Schuldbekentenis, beweert, dat de Paus zig aan kettery heeft fchuldig gemaakt; tegen welke aantyging Pafchalis zig ernstig verdeedigt. Anderen willen , dat hy den Ban tegen den Keizer in perfoon zal uitfpreeken„doch hy weigert dit ftandvastig , offchoon hy blyft gedoogen, dat zulks door anderen gefcluedt. Het Concilie befluit eindelyk, met de Decreeten der vorige Pausfen wegens de Inhuldigingen op nieuws ten plegtigiten te bekrag- tigen. Intusfen komt de Keizer, aan het hoofd van een talryk Leger, in Italiën, en zendt terftond een gezantfehap aan den-Paus,- om op de. nakooming van deszelfs vorige verbintenisfe aan te dringen ,. en ontheffing van den Ban te verzoeken. Pafchalis weigert het een en ander; omtrent het eerfte zig op de uitfpraak. der beide Lateraanfche Conciliën beroepende, en omtrent het laatfte zig. veröntfchuldigende, dat hy een vonnis, niet door hem zelven, maar door de Bisfchoppen uitgefprooken, niet dan met. derzelver raad en goedkeuring konde vernietigen. Hendrik dreigt hierop den Paus een tweede nadrukkelyk bezoek te Romen te zullen geeven, en befteedt het geheele jaar, met de Staaten van wykn de Gravinne Mathilda aan zyn gezag te onderwerpen. Hy ftelt het Hertogdom Toscaanen onder het opzigt van eenen Stedehouder, aan wien door fommige Schryveren de tytel van Markgraaf, en zelfs van Hertog gegeeven wordt. 1117. De Keizer, zyn aanzoek nog eenmaal by den Paus hernieuwd, en het zelfde weigerend antwoord bekoomen hebbende , gaat op marsch naar Romen. Pafchalis, van zynen aantogt onderrigt, neemt de wyk na3r Benevent, en tragt andermaal de Normandifche Vorsten te beweegen , om hem tegen den Keizer te befchermen. Hendrik , den Roomfchen Adel door aanzknlyke gefchenken in zyne belangen overgehaald , en zelfs aan eenen der voornaamften zyne natuurlyke Dogter, Bert Li, ten huwelyk gegeevenhebbende , wordt met alle eere te Romen ingehaald, uitgezonderd door de Geestelykheid , welke niet te voerfchyn komt. Zy durvenechter niet weigeren , om eene plegtige Vergadering, door den Keizer faamgeroepen, by te woonen. Hendrik betuigt hen aldaar, .dat hy met geen vyandelyk oogmerk gekoomen is, maar alken om de rust en vreede te herftellen ; ten welken einde hy verzoekt, dat het vorig verdrag , den Paus met . geweld afgeperst, nu vry willig bekragtigdworde. De Geestelykheid , aan dit verzoek geheel geene ooren lecnende, e wyst hem tot den Paus, buiten wien zy verklaart nitis te kunnen uitvoeren. Het gelukt Hendrik echter, om een van 1 hen, Mauritius Burdmus, . Aarts-Bisfchop van, Braga,. en , Pausfelyk Legaat, daor groote beloften te winnen, om hem, in fpyt der overigen , op nieuws plegtiglyk ah Keizer te kroonen; en keert vervolgens naar Toscaanen re rug, eene fterke ). \J IV 4. KS \J- li. op de Ryken van Leon en Castiliën vervallen. Alphonfus weigert zig aan deeze laatfte uitfpraak te onderwerpen, handhaaft zig in het bezit van verfcheidene plaatfen , en den Koninglyken tytel; doch de meeste RyksGrooten en Steden erkennen Urraca alleen als wettige Koninginne. Alphonfus, het zy, om de vergietinge van Christen bloed te fpaaren , het zy om zig van een anderen kant gedugt te maaken , keert zyne wapenen tegen de Saraceenen van Saragosfa. De heerschzugtige Urraca maitigt zig het opperst gezag aan in de Staaten van haaren Zoon , doch ontmoet eenen, heevigen tegenftand van deszelfs eerften Staatsdienaar, die zyns Meesterï-rechten getrouwelyk verdeedigt; waarüit de jainmerlykfte onlusten, en kleine inlandfche Oorlogen voortfpruiten ; geduurende welken de Mooren ,. of Almoraviden , de Staaten dkr Vorstinne door herhaalde invallen ontrusten, doch telkens, door de Christenen, in dat geval hunne byzondere verfchilkn ter zyden ftellende , en zig tegen den gemeenea vyand verëenigende, met verlies te rug gedreeven worden-, 1116. en 1117. De Provincie Estremadura en- de Stad Toledo, der onderdrukkende regeering. van Urraca moede,. ftaan tegen haar op, en erkennen den jongen Alphonfus-Raimond ais Koning. 1118, Alphonfus verovert, met hulp van een groot aanta! Franfche vrywilligers, dooi den roem zyner wapener uitgelokt, .om zig onder des• zelfs opzigt in de krygskundf ■ te oeffenen, de gewigrig< Stad Saragosfa op de Saraceenen , hegt het kleine Koning- vermoeden tegen hem opgevat hebbende, verklaart hem hierop den Oorlog. Koning Hendrik rukt met een Leger in Frankryk , wordt, geflagen ; doch herftelt zig ,„ 5oor eenigen van Lodewyk's misnoegde Leenmannen tegen, hem in de wapenen te brengen, waardoor dë vyandelykheeden, twee jaaren lang fkepende gehouden wordèn , zonder dat 'er iets aanmerkelyks voorvalt, dan het fneuvelen van een van Lodewyks voornaamfte Leenmannen, den Graave van Vlaanderen. — Eindelyk wordt 'er éen verdrag gefloten, op voorwaarde, dat Hendrik het Kasteel van Gifors behouden, en aanLodewyk, als Opper-Leenliter,. hulde zou doen ,. wegens Normandyën. Deeze vieedewas echter van beide kanten mets minder dan opregt;. en het natuurlyk wantrouwen, misverftand en wederzydfche aanflagen , tusfen de Franfche Vorsten en zulk eenen vermogenden Leenman, veroorzaakten eene geduurige beurt - wisfeling van Oorlogen en Wapenfchorsfingen , tot aan de regeeiing van Karet VII. U177 Willem Cliton, Zoon var den gevangenen Normandifcher Hertog Robbert j thans tot manJielyke jaaren gekoomen zynde , bedient Lodewyk zig var dien Prins, om het groot vermogen van den Engelfchen Vorsi tc oud Verdrag, moest dit Kasteel , aan een onzydig Heer. toebehorende,, geflegt worden zo het ooit een der beide Vorsten mogt in de handen vallen. De Engelfche Vorst, hetzelve van den eigenaar gfikogt nebbende,weir gert , aan dit verdrag te. voldoen. Lodewyk reeds lange een kwaad.  Yam-CONSTANTHCUS-mm GROOTEN af tot oi» den TEGENWOORDIGEN TYD. 3rs tn omgeleegene Staaten, N LD E R- DUITSCH- Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE RYK. ke bezettinge te Romen agt.erlaatende. De vergramde Paus beroept, op dietyding, een Concilie te Benevent, alwaar Burdinusin den ban gedaan, en van alle zyne waardigheeden beroofd wordt, en begeeft zig voorts op weg naar Romen, onder geleide van t -nc talryke bende Normandifche troepen. 1118. Te midden in zyne toerustingen , om zig met geweld van Romen meester te maaken , overlydt Pafchalis voor de muuren dier Stad. De Geestelykheid verkiest eenpaariglyk tot deszelfs opvolger den Kardinaal Johannes van Gaëta, een groot vriend en vertrouweling der 'twee vorige Pausfen, die den naam aanneemt van gslasitjs 11. 159. Paus. De Keizerlyke aanhang te Romen, niet ten onrechte vreezende, dat de nieuwVerkoozen Paus de flappen zyner Voorzaaten zoude volgen , ftttift de Kerk in , om de plegtigheid der krooning te beletten, rukt Gelafius, na veele mishandelingen, met geweld van daar, flaat hem in ketenen, en fleept hem gevangelyk weg; doch de Geestelykheid, het Volk, en een gedeelte van den Adel , verontwaardigd over deeze verregaande geweldenaary , ontrukt hem uit de handen deezer dol-driftige yveraars, en voert hem in zegepraal naar de Kerk te rug , alwaar de plegtigheid voltooid wordt. Kort "daarna verfchynt de Keizer, die, op de eerfte tyding van Pafchalis dood, dag en nagt in alle haast was voortgereist, onverhoedsch , voor Romen. Gelafius, door verfcheidene Geestelyken gevolgd , neemt heimelyk de vlugt, ontkomt niet dan met veel moeite en gevaar de hem agter na gezondene Keizer¬ en net vesten. halven eenige vyandelykheeden met de Polowzi, onder zyne krygsbcdryven niet vers eene nabuurige Tartaar- waarloost, zeer gefchikt was. fche De Turkfche Sultan, Saifan , hervat den Oorlog tegen het Keizer-Ryk. Aiexis, zyne jaaren en ongemakken vergeetende, trekt in perfoon tegen hem te velde, «1 noodzaakt hem, om een vernederenden vreede te fluiten. Saifan wordt, by zyne te rugkomst, door zyn heerschzugtigen Broeder, Mahmoüd, vaa het bewind en het leven beroofd. tui. Keizer Alexis , zedert zynen laatften krygs - togt zeer verzwakt, overlydt. Uitmuntende door Staats - en Oorlogskunde, perfoonlyke dapperheid, beleid en werkzaamheid, was zyn karakter daarëntegen eene mengeling van goed en kwaad , en gaf aanleiding, dat zyne vrienden hem hemelhoog verheft, zyne vyanden hem als een monster hebben afgefchilderd. Zyne Gemalin , Irene, van alle haare kinderen geene beminnende dan Anna Coinnena , ( vermaard door haare letterkunde , inzonderheid door defraaije, doch al te zeer opgefmukte en niet altoos opregte levensgefchiedenis van haaren Vader,) tragt deeze begunstigde Dogter ten Troon te verheffen, door derzelver Gemaal , Nicephorus Brienne, een man van groote bekwaamheeden , tot Keizer te doen benoemen; doch Alexis oudfte Zoon , Johannes Comnenus, voorkomt dien aanflag zyner Moeder, door zig haastig , terwyl de oude Vorst nog lag te zieltoogen, maar wiens dood hy echter alomme liet afkondigen, van den Troon t« verzeekeren, en zig als Keizer te laaten kroonen. JOHANNES, comnenus, 60. Griekfche Keizer. Brienne en zyne Gemalin maaken eene famenzweering, om Johannes van den Troon te ftooten; doch hun fnoode aanflag wordt ontdekt en verydeld , en Johannes heeft de edelmoedigheid , om de fchuldigen vergiffenis te fchenken. Na geduurige, doorgaans voorfpoedige, oorlogen met de Turken en Saraceenen, overlydt Koning Boudewyn , en wordt opgevolgd door zyns Zusters Zoon, den Graave van Edesfa, boudewyn 11., 3. Kening van Jerujalent. die het Graaffchap, of Vorstendom , van Edesfa aan zynen Neef, Jocselin , afftaat, en geene mindere dapperheid betoont in het beftryden der Ongeloovigen, en het uitbreiden van zyn Koningryk. Deeze aanhoudende bloedige Oorlog, waarin de groote menigte der vyanden den moed der Christenen dikwils ter neder floeg, en hen aan ontelbaare gevaaren blootftelde, geeft dit jaar te Jerufalem aanleiding tot de opregting van twee vermaarde Geestelykc Ridder-Ordes; die van Sintjan, of Hospitatiers, zedert meer vermaard onder den naam van Ridders van Maitha , en die der Tempeliers , of Tmpelhteren (*) , waarby eeni- (*) Wy moeten deeze geleegenheid waarneemen, tm een enkeld woerd ■ te -melden zo wegens deeze Ordent in het byzonder, als wegens de Ridderfchap in het algemeen, welke zo vermaard is in de gefchiedenis der Middel-Eeuwen. De drift tot den Wapenhandel, het eenigfte beroep, waarvoor men, in die tyden van onkunde en onbefc/taafdheid, achting luid; R r z jl. n. in 1/ yjn.te\u , tnaangrenzenmoedig aan- de Ryken. kanten. Zeker Westfrie- onlusten in fche zyne eigene Staaten laaten Hendrik niet toï, zig deeze omftandigheidr.en nutte te maaken, omHongaryënwederöm aan het Keizer-Ryk te onderwerpen. inó. Den aanhang der oproerigen , door de opftookingen van een Pausfelyk Legaat, van tyd tot tyd toegenoomen zynde , ziet de Keizer zig-eindelyk van alle de voornaamfte Ryks-Vorsten verlaaten, uitgezonderd alleen zyn Neef, Frederik van Hohenftauffcn , in den jaare 1105. zynen Vader [zie 1080. ] in het Hertogdom van Zwaben opgevolgd, en den Palts - graave aan den Rhyn. Om zynen aanhang te verfterken , geeft Hendrik het Hertogdom Frankenland , ('t welk de Frankifche Keizeren tot nu toe aan zig behouden hadden, en alwaar men nu insgelyks tegen hem begon op te ftaan,) aan zynen Neef Conraad van Hohenftauftén , naderhand Keizer, Broeder van Hertog Frederik, en vergroot het zelve met eenige bygeleegene Districten , zo dat het alle die Staaten bevattede , die zedert den Frankifchen Kreits uitmaakten. Zig vleijende , den Paus niet beter tot reden te zullen brengen, dan door hem in Italiën zelve aan te tasten, waar heen hy ook door andere belangen geroepen werd, befluit hy, om een tweeden togt derwaards te onderneemen. [zie Italië». ] 1117. De Boheemfche Prins, Borzivojus , zyner gevangenisfe ontfnapt, neemt zyn toevlugt tot zyn ouden befchermer , den Koning van Polen, die groote toerustin-  3tS BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP be* ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. S P A NJEN tn I T A L I Ë N' Sclmland en Ierland. PORTUGAL. en ormeleenr.e Staaten * ke van Willem Clitons hernieuwde aanfpraak op Normandyën. [ zie Franiiryk. ] 1119- Verdere onlusten, wegens Normandyën , met den Koning van Frankryk; eindelyk door bemiddeling van den Paus geftüd. [zie Frankryk. ] ii 20. Hen- ningryk van dien naam, na eene reeks van overwinningen, geduurende eenige volgende jaaren allengkens geheel-en-al aan zyne Staaten, en herftelt aldaar den Christen Godsdienst. Dus werd eindelyk het laatst overgebleeven Ryk der Saraceenen in Spanjen vernietigd, welker uitgebreide Staaten deels onder de magt der Mooren , deels onder die der Spaanfche Vorsten gevallen waren. ii 19. Alphonfus verklaart Saragosfa tot Hoofdftad van het Koningryk te handhaaven, onder belofte van hem in die onderneeming te zullen onderiteunen. Willem haalt verfcheidene Grooten in zyne belangen over, en laat zig als Hertog uitroepen ; doch Koning Hendrik, in aller yl met een talryk Leger averfteekende, verydelt deszelfs aanflag, en verzeekert zig in het bezit van Normandyën. Lodewyk, getrouw aan zyne belofte , brengt een Leger tot hulp van Willem te velde. De vyandelykheeden worden twee jaaren lang voortgezet, zonder dat 'er van wederzyden iets. van aanbelang verrigt wordt. 1119. Paus Calixtus een Concilie binnen Rheims houdende, [zie Italiën,] neemt Lodewyk tot hetzelve zynen toevlugt, om de Geestelyke magt tegen Hendrik, als overweldiger van eens anders wettigen eigendom, op te hitfen; doch die looze Vorst zendt insgelyks ge-' zanten derwaards, en weet zyne zaak zo fchoon voor te draagen, dat de Paus en het Concilie de klagten van Lodewyk zeer koel aanhooren, en zig verder niet met dezelven bemoeijen. Men neemt derhalven weder •toevlugt tot de wapenen. Willem beweegt Graaf Boudewyn van Vlaanderen, om zyne belangen te helpen onderileunen , die hem ook in perfoon , aan het hoofd van een talryk Leger, byfprinjt. Deeze byftand moedigt Lodewyk aan, om een hoofdtreffen te waagen in de vlakte van Brenneville; by welk gevegt hy een treffend blyk geeft van. onverzaagdheid en tegenwoordigheid van geest. Door eene vyandelyke bende ingefioten , en reeds door een Soldaat gegreepen , die uitriep: de Koning is gevangen, antwoordt hy al lachende: in het Schaak/pel wordt de Koninr nooit gevangen, klooft tevens den Soldaat den kop, en flaat door de vyanden heen. In weerwil zyner kloekmoedigheid krygt hy echter de nederlaag , na in het uiterst levensgevaar geweest te-zyn , en de Graaf van Vlaanderen fneuvelr. Hierop wordt 'er, door bemiddeling van den Paus, een verdrag getroffen , geheel ten voordeele van den Engelfchen Vorst, die als wettig Hertog van Normandyën erkend-wordt,. terwyl Lodewyk zig verpligt ziet , om de belangen van den jongen Willem geheel te laaten vaaren. In deezen Oorlog werd voor de eerfte maal gebruik gemaakt van de vermaarde Oriflamme, een gewyde Banier of Standaart, die in de Abtdy van Denis op het Altaar geplaatst, met veel plegtigheid, by het aanvangen van eenen krygstogt van daar gehaald , en , na het tindigen van denzetven, weder te rug gebragt werd; zon- v ergaaering, en doet de keuze vallen op zynen vriend Burdinns, die door den ganfchen Keizerlyken aanhang als wettig Paus erkend wordt, en den naam van Gregorius vin. aanneemt. ' Gelafius, zig van de befcherming der Normandifche Vorsten, die hem, naar gewoonte, als Leenmannen van den Apostolifchen Stoel hulde doen , verzeekerd hebbende , fpreekt den ban uit tegen den-Keizer en den Tegenpaus, in een Concilie te Capua. Hendrik, de toerustingen der Noormannen verneemende , keert naar Toscaanen te rug, na zig andermaal door Burdinus, of Gregorius, als Keizer te hebben laagten kroonen. Na zyn vertrek komt Gelafius heimelyk te Romen te rug;- doch den aanhang van zynen mededinger te fterk, en ?ig in levensgevaar bevindende, verlaat hy die Stad, en begeeft zig, omtrent het einde van het jaar, naar Frankryk, alwaar hy door. den Koning Lodewyk met veel eere ontfangen wordt. rrigt Weinige weeken na zyne komste in Frankryk overlydt Gelafius in het vermaarde Klooster van Clugny. Hy' had Conon, Bisfchop van Palestrina, tot zynen opvolger benoemd; welke Prelaat, door eene zeldzaame zeedigheid en belangeloosheid, verklaard had , dat de Kerk thans eenen opziener van meerder aanzien en kunde behoefde, en den ftervenden Paus bewoon, om zyne keuze te vestigen op Guido, Aarts-Bisfchop van Vienne in Dauphiné, Broeder des Graaven van Bourgondiën , en nabeftaande van verfcheidene Versten van Europa. Na den dood van Gelafius verëenigen alle de Kardinaalen en Bisfchoppen, die hem naar Frankryk vergezeld hadden , hunne ftemmen ten behoeve van deezen Guido, die, na- alvorens de toeftemming der verdere Roomfche Geestelykheid , den aanhang van den Tegenpaus alleen uitgezonderd, te hebben afgewagt, zi Dit aanzienlyk Huis met hem uitftei-vende,wordt 't Graaffchap van Vlaanderen, met bewilliging des Konings van Frankryk , als Opper-Leenheer , opgedraagen aan een Dogters Zoon van wylen Graave Robbert den Fries, den Deenfchen Prins Karei, [vergelyk het Noorden 1086,] een Vorst van een alièrbeminlykst karakter, die den bynaam van denGteim verkreeg. 1122. Graaf Floris, uitgezonderd zyne heerschzugt en gierigheid, een Vorst van voortreffelyke hoedaanigheeden, overlydfe, en wordt opgevolgd door zynen oudften Zoon, D I R K VI., 9. Graaf van Holland. die, nog zeer jong zynde , onder voogdy van zyne Moeder, de Gravinne-Weduwe , Petronella (*)van Saxen, Zuster van den HertogLotharius, gefteld wordt. Deeze Vrouwe, veel hoogmoed en een mannelyke heldhaftigheid, ' bezittende, beoogt niets min- ('*) Deeze Gravin wordt door eenige Schryveren, doch wmrfclrynlykten onrechte, ' Gertrude geheeten. Dezaak op. zig zelve is van weinig belang, en wy mel■ den dit alleen, omverwar: ring voor te koomen. M ii22.- i rt» Zedert de verdelging der Patzinasfen door Keizer Alexis was 'er uit de agtergeblcevene kinderen een nieuw gefiagt dier Natie opgegroeid, wien door de Moeders een onverzoenlyke du Puy , een Fransch Edelman; in den jaare 1118. het voorfttl aan Koning Boudewyn II., om op eigen kosten met zyne orderhoor ige Broederen de Ongeloovigtn te ieftryden. Die voorflag werti gereedelyk aangenoomen ; en op deeze wyze ontflond die vermaarde Bidder-Orde, welke naderhand de geheele waereld met den roem haa- '" rer greote daaden vervulde. waarvan wy in het vervolg te meermaaien zullen melding maaken.- ■ Raimond du Puy verdeelde hen terjlond in drie rangen, die der Bidders, of krygslteden van aan- ' zien, die der Priesters , welken den Eerdienst waarnamen, en dieder dienende Broeders, of gemeens- ' Soldaaten. Hunne Ge lef ten befton-» ' den voornaamenlyk in kuisheid/ geheorzaamheid, en eene onverzoenlijke vyandfehap tegen de Ongeloovigen. Eengedeelte der oude Hospitaliërs, in deeze-ver- '' andering, inzonderheid het artykel wegens den ongehuwden Staat, geen genoegen netmende, fcheidde zig van de overigen af, en maakte eene andere Orde uit, onderden- min vermaarden naam van St.' Lazarus. . De tweede Geestelyke Ridd.'rOrde, die der Tempeliers, cf Tempelheeren , werd insgelyks ■ inden 'VwrernS. te Jeiufale.n gefiigt, door Hugo de Paijens',' den eerften. Grootmeester, en agt andere Franlliie Ecklliedin.' Zy '. werden dus geheeten naar een gebouw , by den Tempel,' door Koning Boudewyn aan hen ter woc~ ninge gegeevenr doch deeze Orde, ■ voornaamenlyk ter v.rdetdlgingder Pelgrims tegen de Ongeloovigen in- ' gerigt, ' en in veelen opzigte met -'' de 'eerstg. melde overëentmmende , kwynde langen tyd, enwerdeerst f in den iaare 1128. [ zie aldaar;] daadely'k doer Pms Honoiius }sf"*> ftand gebragt,.  3io BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP eer ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN tn ITALIËN, en emgelteotnt Staalt» Schotland tn Ierland. . l PORTUGAL. eti zyne eerfte Gemalin zedert eenige jaaren overleeden zynde , "begeeft Hendrik zig in tweede huwelyk mee dc Dogter des Hertogen van Braband; doch de onvtugtbaarheid van deezen echt ftelt zyne hoop te leur, en hem blyft geene andere erfgenaam over, dan zyne eenige Dogter. Mathilda , Gemalinne van den Keizer Hendrik V. 1113. tn 1114. Nieuwe onlusten met Frankryk , waarby Hendrik, door den Keizer, zyn Schoonzoon, onderfteund wordt, en gefloten Vreede. [zie Frankryk,'] HIJ. De Schotfche Koning, Aiexander , overlydt, zonder kinderen na te laaten , en wordt opgevolgd door zynen jongften Broeder, D a V I D, 13. Koning vanSthctland. die zynen Voorzaat in godsvrugt nog overtrof, of liever, volgens de dwaaze denkbeelden dier tyden, daar van meer uiterlyke blyken toonde , door het bouwen en verryken van een aantalGeestelykegeftigten. Lange geweigerd hebbende, om een PausfelykLegaat,(hoedanige zendelingen , in naam van denRoomfchen Stoel, een volftrekt Geestelyk oppergezag oeffenden,) in zyn Ryk toe te laaten, gedoogt Hendrik eindelyk , dat 'er dit jaar e;n in Engeland verfchynt. Die Legaat houdt een Concilie , waarin verfcheidene Kerkelyke wetten gemaakt, en onder anderen de Huwelyken der Geestelyken op nieuws verboden worden. — By die geleegenheid vaart de Legaat heevig uit tegen de fchandelykheid, dat de K rkelyken, onmiddelyke Dienaars Gods, hun heilig ampt zouden bezoedelen doorde gemeenfchap met vrouwen; doch deeze Prediker' der kuisheid kort daarna dert doorgaans Witte ftellen , en verwekt Kanunniken genaamd, dus een nieuwen binwelke Orde, in korten nenlandfchen Oorlog , tyd, tot groot aanzien die gefteegen,door gansch 1—— t-uropa verfpreid, en met aanzienlyke gefchenken begiftigd, eindelyk gelyk de overige Ordens door haare magt en rykdommen zelve ontaante, tot onkunde en zedeloosheid overfloeg, en allengkens byna geheel verviel. IÏ23. De verbintens tusfen Hendrik en den Graa. ve van Anjou, [«21117,] door den dood van 's Konings Zoon, [ zie Engeland 1120 ,] verbrooken zynde, laat de Graaf zig tot de belangen van Willem Ciiton overhaalen, en geeft hem zyne Dogter ten huwelyk. Willem, naar gewoonte door Koning Lodewyk onderfteund, doet een nieuwen aanflag op Normandyën , die door de overkomst van Hendrik in rook verdwynt. 1124. Hendrik, verbitterd over den byftand, die Lodewyk beflendig aan zyne vyanden verleende , beweegt den Keizer, zynen Schoonzoon , 0111 met hem eene gemeene zaak tegen Frankryk te maaken. Die Vorst, ten voorwendfel van misnoegen neemende, dat Lodewyk het uitfpreeken van den Kerkban in een Concilie in Frankryk. onverhinderd had toegelaaten, verklaart hem den Oorlog, en rukt niet lang daarna met een fterk Leger tegen hem te velde._ Het gevaar, waardoor het Ryk nu gedreigd werd, brengt alle de Franfche Leenmannen, die hunnen Vorst te voren flegts flaauwelyk tegen hunnen Mede-Leenman onderfteunden , in de wapenen, en Lodewyk bevindt zig als in een oogenblik tyds aan het hootd van zulk een gedugte Legermag-, dat de Keizer, verbaast over den fpoed en lterkte deezer toerusting , raadzaamst oordeelt, om onvenigter zaake af te trekken. Lodewyk wil hierop-zyn Leger tegen Koning Hendrik aanvoeren; doch zvne Leenmannen , zo yverig in het Ryk tegen eenen vreemden vyand te verdeedigen,weigeren hem hunnen byftand tegen eenen Mede-Leenman, wiens groot vermogen zy als een nuttig tegenwigt tegen het Koninglyk gezag, en dus als eene verzeekering van het hunne aanmerkten. Lodewyk ziet zig daardoor verpligt, om den Vreede op de oude voorwaarden te hernieuwen, en Willem Cliton, dus alle hoop verliezende, wordt weder het ilagtöffer van deeze verzoening. 1125. By alle zyne tegenfpoeden heeft Willem het verdriet, dat zyn huwelyk, als binnen den iicui vi y uiiYtnumug zyn moest, 01 de Scepter in plaatfe van den Ring en Staf gefteld wierd, wel het meeste won , werd dit vermaarde verfchil, 't welk meer dan eene halve eeuwe zo veele onheilen veroorzaakt had, inzonderheid dosr de gemaatigdheid en tocgeeffelykheid van Paus Calixtus, gelukkig ten einde gebragt. 1123. Het gefloten Verdrag met den Keizer wordt in een Concilie in het Lateraanfche Paleis, alwaar meer dan driehonderd Bisfchoppen\ behalven de mindere Geestelyken , tegenwoordig waren , en 't welk by de Latynfche Kerk voor het negende algemeene Concilie behouden wordt, plegtig bekragtigd, alle°de verrigtingen van den Tegenpaus Gregorius vernietigd, en verder eenige aanmerkelyke fchikkingen wegens de Kerkelyke tuet 'emaakt. a 1124. Paus Calixtus overlydt. De Geestelykheid fcheurt zig in twee partyën, welken yder eenen Paus verkiezen, te weeten , den Kardinaal Theobald, en Lambert, Bisfchop vam Ostia. Theobald, de jammerlyke gevolgen van eenen tweefpalt willende voorkoomen , doet vry willig afftand ten behoeve van zynen mededinger, die den naam aanneemt van HONORIUS II., 161. Paus, en, ter herftellinge van het onregelmaatige zyner eerfte verkiezing, die plegtigheid laat herhaalen. De Venetiaanen, den Christenen in het Oosten met hunne Vloot tegen de On°eloovigen ondeifteunende,en daarvoor de vryheid bedingende , om zig in de veroverde plaatfen neder te zetten, ter uitbreiding van hunnen handel, 't welk hun aanzien en rykdommen zeer deed toeneemen , verklaaren zig geheel onafhankelyk van het Griekfche Keizer-Ryk, 't welk zig ook niet meer in ftaat bevindt, om zyne oude rechten op dit thans bloeijend Gemeenebeft te handhaaven. 1125. Keizer Hendrik overlydende , wordt deszelfs opvolger. Lotharius, den derden van dien naam in Italiën, doch den tweeden als Keizer, door de Vorsten van Italiën als Koning van dat Ryk erkend. LOTHARIUS IIJ. Koning van Italiën. Zaaken tusfen den Paus en deezen nieuwen Vorst, [zjt Duitschland,] met den Koning van Engeland, [zit aldaar,] — ea met  van CONSTANTINUS dên GROOTEN af totop ben TEGENWOORDIGEN TYD. 3U NEDERLANDEN.- DUITSCHLAND, Het N O O R D E N. Het GR.iEKSCHE minder, dan het Graaffchap van haaren Zoon geheel onafhankelyk van het KeizerRyk te maaken, en berokkent Keizer Hendrik zo veel moeite, dat hy zig , na verloop van twee jaaren, in perfoon naar Holland begeeft, en de Gravinne niet danzeei bezwaarlyk noodzaakt , om zig aan zyn gezag te onderwerpen. 1125. De dood van Hendrik , die tc Utrecht overlydt, en de ver- tog van Sleeswyk , ten einde aldus deeze Provincie in veiligheid te ftellen tegen de invallen van den Wendifchen Koning Hendrik, [zieDuitschland 1 ioj , ] die op dezelve aanfpraak maakte. Canutus behaalt eene roemryke overwinning op dien Vorst, en fluit met hem een verdrng niet alleen van vreede, maar zelfs van eene naauwe vriendfehap. Zyn oudfte Broeder, Harold, misnoegd over zyne uitfluiting van den Deenfchen Troon , ftelt zig aan het hoofd eener gedugte bende Zeeroovers, die de Zeen en Kusten van dat Ryk zeer onveilig maaken; doch allengskens door de dapperheid van een derden Broeder , Erik, die zynen werkeloozen Oom Nicolaas met alle getrouwheid en yver onderlteunde, beteugeld worden. 1124. De Rusfifche Hoofdflad, Kiow, wordt door een geweldigen brand byrra geheel in kooien gelegd , doch zedert met meerder luister herbouwd. 1125;. De Grootvorst Ulodomir, door den fchrik en fmert over het verlies zyner Hoofdftad in eene groote rykdommen, die haare Vaart en Handel op het Oosten haar verfchafte, onttrekt zy zig gaiiïCh- en- al aan het oppergezag van het Keizer-Ryk. [ zie Italiën. ] De Hongaarfche Koning, Stephanus, misnoegd dat zyn mishandelde Neef Bela eene fchuilplaats en goed onthaal van den edelmoedigen Johannes genoot, verklaart dien Vorst den Oorlog, en rukt in Bulgaryën; doch hy wordt door de Keizerlyke troepen geflagen, en genoodzaakt met groot verlies te rug te trekken, en om den Vreede te fmeeken. 112e. Johannes, te midden onder zyne Oorlogen , voor den fnïerlyken bloei en welvaart zyner onderdaanen zorgende, estigt een geregelden koophandel tusfen het Keizer-Ryk en le voornaamfte Kooplieden van Italiën. Het ftout ontwerp meedende , om de oude bezittingen van het Ryk op de Turten te heroveren, hervat Johannes den Oorlog tegen die ïvoeste Natie , ontweldigt hen eenige plaatfen , doch wordt, ia veiloop van twee jaaren , door eene zwaare ziekte genoodzaakt , om deeze onderneeming te ftaaken. 1127. Ko- Ss ke haat tegen de Grieken was ingeprent.-— Deeze nieuwe vyanden , in het vorige jaar de wapenen tegen het Ryk opgevat hebbende , woiden, door den dapperen Keizer, gansch- en- ai verflagen , cn tot onderwerping gebragt. Koning Boudewyn behaalt dit jaar mede eene bloedige en roemryke overwinning op den Sultan van Egypten, die, tot herovering van Jerufalem aangerukt, met verlies van meer dan veertien - duizend? man, te rug moet trekken. 1123. De Serviërs, tegen het Ryk opftaande , worden door den Keizer tot onderwerping gebragt. Koning Boudewyn wordt in een nieuwen veldflag tegen de Saraceenen krygsgevangen gemaakt, en niet voor in het volgend jaar, na eene gevangenis van ruim agttien maanden , voor een zwaar losgeld wéder op vryc voeten gefteld. 1124. De Republyk Venetiën onderfteunt de Cliristenen met eene talryke Vloot, en helpt hen de gewigtige Stad Tytus veroveren. Stout op haar toeneemend vermogen , en de toelaaten. Deeze voorwaarde aangenoomen zynde, wordt Bisfchop Otto van Bamberg ais Apostel naar die ongeloovige Natie gezonden, en het gelukt deezen yverigen en godvrugtigen Prelaat,na veele moeijelykheeden ondergaan te hebben , om het Christelyk geloof in Pommeren te vestigen; alwaar, eenige jaaren laater , zekere Adalbert het eerst de Bisfchoppelyke waardigheid bekleedde. Mislukte onderneeming van Keizer Hendrik tegen den Koning van Frankryk. [zie aldaar.] Oorlog tusfen den Hongaarfchen Koning Stephanus, en den Griekfchen Keizer Johannes. [zie het Griekfche Ryk.] 112$. Hendrik , te Utrecht het Paaschfeest vierende, overlydt aldaar. Dapperheid, ftandvastigheid en diepe flaatkunde waren de eenige verdiensten van deezen Vorst, die door veele fnoode gebreken, inzonderheid wreedheid en gierigheid, en boven al door zyn verfocijelyk gedrag omtrent zynen Vader , zig by het grootfte en beste gedeelte zyner onderdaanen met reden gehaat en veracht gemaakt had. Geene kinderen verwekt hebbende by zyne Gemalin , Mathilda, Dogter des Konings van Engeland, (welke twee jaaren laater een tweede huwelyk aanging met Graaf Godefroy van Anjou, Stamvader van het beroemde Huis der Plantagenets,) eindigde in hem het gefiagt der Frankifche Keizeren. In gevolge een oud voorrecht van zynen Zetel, beroept de Aarts-Bisfchop van Mentz eene RyksvergadetiBg van alle de voornaamfte Duitfche Geestelyken en Vorsten, op eene ruime vlakte by die,Stad, om tot de verkiezinge van een nieuwen Keizer over te gaan. Eenige der aanzienlykfte Leden, gemagtigd zynde, om ten dien einde eene voorafgaande benoeming te maaken , (welke fchikking zedert aanleiding gegeeven heeft tot de oprigting van het Collegie der Keurvorsten,) bepaalen hunne keuze tot dePIertogen van Saxen en Zwaben , den Markgraaf van Oostenryk, en den Graave van Vlaanderen ; waaruit vervolgens, by meerderheid van ftemmen, verkoozen wordt de Hertog van Saxen, LOTHARIUS II., 20. Keizer. 'Hertog Frederik van Zwaben , Zusters Zoon van wylen Keizer Flendrik , zig met de verkiezing gevleid hebbende, waarvan hy voornaamenlyk door de looze kuiperyen van den I. DEEL. merlyk verfchil over de Inhuldiging gelukkig ten einde gebragt, en de Keizer van den ban ontflagen..[jr/V Italiën.] ■—Zaaken in de Nederlanden. [zie aldaar.] II14. De Poolfche Koning, Boleslaus, na eenen langduurigen Oorlog"; de woeste ingezeetenen van Pommeren te ondergebragt hebbende, biedt hen den vreede aan, op voorwaarde , dat zy de prediking van het Euangelie in hunne lo„J™ m,»vmnd^J 7nnrl,-r.  ju BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN» I T A L I Ë N, ictiottana e» lertart». na by eene Hoer in het bedde betrapt wordende, moet hy met i'chande het Ryk verlaaten, en zyne wetten worde» weinig geëerbiedigd. 1126. Met bewilliging van Hendrik , vertrekt de Aarts-Bisfchop van Canterbury, die, als Primaat van het Ryk, meer dan iemand op de uitgeftrekte magt der Legaaten gebeeten was, naar Romen, om te bewerken , dat 'er voortaan , volgens een uitdrukkelyk verdrag, door den Koning voorheen met wylen Paus Calixtus geiloten, geene Legaaten naar Engeland zouden gezonden worden. De looze Paus bevreedigt den Kerkvoogd, door hem zelven tot Legaat aan te ftellen; en Hendrik, zig vleijende een Bisfchop van zyn eigen Ryk beter dan eenen vreemden gezant in bedwang te kunnen houden, laat zig die benoeming welgevallen. IIZ". In de hoop van een mannekken erfgenaam re bekoomen, geeft Hendrik zyne Dogter Mathilda, Weduwe van den Keizer, die zedert twee jaaren kinderloos overleeden was, ten huwelyk aan Godefroy Plantagenet , Graave van Anjou; welke verbintenis aar synen wensch beantwoordde , en zedert het Franfchf Huis van Plantagenet dei Engelfchen Troon deed be klimmen. Verdere zaa ken met 's Konings Neef Willem Cliton, cn dood vai dien Prins. [zie Nederlandei ai 17. » 1128.] 1119. De Aarts-Bisfchop vai Canterbury beroept, in zyne nieuwe waardigheid, eei Concilie, waarin hy he verbod van de Huwelykei der Geestelyken op nieuw: door¬ den verboden graad van bloedverwantfehap , door den Paus, volgens fommigen door den Engellchen Vorst opgeftookt, onwettig verklaard, en hy zelve, zyne Gemalin niet willende verhaten , in den ban gedaan wordt. 1127. Koning Hendrik verbindt zig op nieuws met Graaf Foulques van Anjou, door zyne Dogter Mathilda, Weduwe van den Keizer, aan 's Graaven Zoon, Godefroy Plantagenet, ten huwelyk te geeven, en de kinderen , uit dien echt te verwekken, de opvolging in alle zyne Staaten toe te zeggen; door welke fchikking het Franfche Huis van Plantagenet nadeihand den Engelfchen Troon beklom. — De Christen Koning van Jerufalem, Boudewyn II., zendt gezanten aan Graave Foulques, om hem , met zyne Dogter, de opvolging in dat Ryk aan te bieden. Foulques neemt dien voorflag aan , draagt zyne Staaten over aan zynen Zoon Godefroy, en vertrekt naar het Oosten. [zie verder aldaar.'] Zaaken van Vlaanderen , en bevordering van Willem Cliton tot Graaf van dat Landfchap. [zie Nederlanden.'] Zaaken van Bourgondiën. [zie Duitschland.] 1130. Ker- tn omgeleegene blaat en. met Prins Willem Cliton van Normandyën. [zit Frankryk.} 1126. Zaaken met Engeland, [zit aldaar.] 1117. Hertog Willem van Apuliën en Calabriën overlydt, zonder kinderen na te laaten; waarop zyn Hertogdom natuurlyk vervallen moest aan zynen vollen Neef, den jongen Bohemund , Voist van Antiochiën ; doch het afweezen van dien Prins, en zyne geduurige oorlogen met de Turken , Hellen hem buiten de geleegenheid, om zyne rechten in Italiën te doen gelden. Van deeze gunstige omftandigheid bedient zig een ander verre Bloedverwant, Rogier II., Graaf, of Hertog , van Siciliën , en Broeders Zoon van wylen den vermaarden Robbert Guiscard, die met een Leger overfteekt, zig van Willems Staaten meester maakt, en als Hertog doet uitroepen. Paus Honorius, misnoegd dat Rogier , zonder zyne voorafgaande bewilliging, zig een Pausfelyk Leen toeëigende , of mogelyk , op het voetfpoor zyner heerschzugtige Voorzaaten, deeze uitgebreide landftreek met de overige Kerkelyke bezittingen daadelyk willende verëenigen, fpreekthet Banvonnis uit tegen den Her tog, die zie des weinig bekreunt, doch echter den Paus door den afftand van eenige plaatfen tragt te bevreedigen. Honorius, naar geene voorflagen willende luisteren, en zyne Geestelyke wapenen te zwak vindende, neemt zynen toevlugt tot kragtiger hulpmiddelen, en brengt, met behulp van eenigen der nayverige Normandife Vorsten, een Leger op den been; den geenen, welken in deeze onderneeming mogten fneuvelen, een aflaat van alle hunne zosden, even als ware het een kruistogt tegen de Ongeloovigen, cn die 'ex het leven weaerzydicne (jeestelykheid, eene verzoening getroffen, en een plegtig verdrag gefloten, waarby Alphonfus van zyne oude rechten, die thans meer in - naam als in daad beftonden, afftand doet, en een verbond van vriendfehap en wederkeeiige onderfteuning fluit met zynen Stiefzoon, en nu zynen alomme erkenden opvolger, 1 ALPHONSUS VIII., raimond (*). 28. Konir.g van Spanjen. , De Gravinne Therc-fia van Portugal, weinig minder heersch1 zugrig dan haare Zuster Urraca, intusfen in Galliciën gerukt > zynde, om die Provincie te overweldigen, wordt door deezen fpoedigen Vreede genoodzaakt, om niet alleen den oorlog te ftaaken , maar zelfs de reeds veroverde plaatfen aan haare» Neef te rug te geeven, die zig hierop met haar verzoent. 1128. De (*) Deeze verheffing van den Zoon van wylen Prins Raimond bragt : een tak va» het Franfche Buit va» Bourgondiën op dtn Troon van . Spanjen; terwyl het Graaffchap, zedert het Koningryk Portugal, reedt aan een anderen tak v*n dat zelfde Huis beheerde, [vergelyk zo den TEGENWOORDIGEN TYD. 319 en omgeleegene Staaten. NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het Het GRIEK- ©m derwaards te rug te keeren. Innocentius, te veel belang hebbende by deszelfs tegenwoordigheid in Italiën, bedient zig van de bekwaamheeden en invloed van zynen yverigen vriend Bernard, om de rust en vreede in dat Ryk te herftellen, waarin hy gelukkig (laagt. — Zaaken met Spanjen. [zie aldaar.] De Staa Lucca, eene der voornaamfte Steden van Toscaanen , nevens andere plaatfen , door den koophandel en de zeevaart grootelyks in vermogen zynde toegenoomen, en het ontwerp fmeedende, om zig tot een onaf hankelyken Staat op te werpen , doet een opftand tegen Ingelbert, door Hendrik den Trotfen , die den Keizer naar Duitschland gevolgd was, tot zynen Stedehouder, [en niet, gelyk hy door fommigen verkeerdelyk genoemd wordt, tot Hertog] van Toscaanen aangefteld. Ingelbert, genoodzaakt om de Stad te ontruimen , neemt zyn toevlugt tot Paus Innocentius, die de Pifaanen tegen die van Lucca de wapenen doet opvatten , doch zonder iets ten voordeele van Ingelbert te kunnen uitwerken. ' Hertog Sergius van Napels, zig niet dan tegen dank aan Rogier onderworpen hebbende, verëenigt zig met de mis- 1 noegde Vorsten. Rogier komt 1 met een talryk Leger uit Si- ' ciliën te rug , en ftaat het beleg om Napels; doch, die plaats niet kunnende meester worden , vergenoegt hy zig , met de omliggende land- ' ftreek te verwoesten. Ver- ' volgens rukt hy in de Staa- 1 ten van Graaf Rainulph, ver- : niclt dezelven te vuur en te l zwaard, en krygt 's Graaven < Echtgenoote en kinderen in i handen. Rainulph onderwerpt J zig, en wordt niet alleen in I genade aangenoomen, maar 1 verwerft die zelfde gunst voor < zyne medegenooten, indien I zy , binnen eenen bepaalden 1 tyd, zyn voorbeeld volgden, t Het vertrek van Keizer Lo- 1 tharius naar Duitschland den \ mis* I. DEEL. tydig omkoomen zulks niet ongelukkiglyk verydeld had. 1134. Conraad van Hohenftauffen, op 's Keizers komst in Italiën , naar Duitschland te rug gekeerd zynde, hernieuwt aldaar den opftand, nevens zyn Broeder Frederik, en eenige mindere Vorsten , die zy m hunne belangen wisten over te haaien. Lotharius komt op die tyding in aller yl te rug, en de Burger-Oorlog wordt met verdubbelde woede weder aangevangen. Paus Innocentius , het zy uit waare liefde tot den vreede, het zy alleen uit eigenbelang, wyl deeze vyandelykheden in Duitschland hem van de befcherming des Keizers beroofden , zendt den vermaarden Abt Bernard, als zynen Legaat , naar de ftrydende Vorsten , om dezelven tot eene verzoening te beweegen. De pogingen van dien welfpreekenden man zyn van de gewenschte uitwerking, sn hy bewerkt een verdrag, waarby men elkander wedertydsch het gebeurde kwytcheldt , Lotharius door de ïroeders van Hohenftauffen als Xeizer erkend, beiden in hunïe waardigheeden en bezittin;en herfteld, en zo wel van len Ryks- als Kerk-ban ontteeven zouden worden; welk xrdrag in het volgend jaar, )p eene Ryks-Vergadering te Jamberg , bekragtigd , en de ust daardoor in Duitschland ;elukkig herfteld wordt. De braave Wendifche Koing Canutus wordt door Magus, Zoon des Konings van )eenemarken, vermoord, [zie et Noorden,] eene zwangere ïemalinne nalaatende, welke iet in ftaat was, om de Kroon oor haaren ongebooren vrugt, zedert den beroemden Deen:hen Koning , Waldeinar,) s handhaaven. Twee Prins:n , uit het bloed der oude Vendifche Koningen, maaken ig meester van het Ryk, en erdeelen het tusfen hen beien. Verbitterde vyanden van den Tt le Winters, wanneer alles door den Vorst verllyfd was, met een Leger genaakbaar was, zyne wraak tot eene gunstiger geleegenheid uitftellen, welke hem eindelyk door den ftrengen winter van dit jaar verfchaft werd. Hy rukt, met eene talryke Legermagt, over 't ys, loopt geheel West-Friesland af, verbrandt de wooningen , dryft de ingezeetenen op de vlugt, en keert met een aanzienelyken buit, en eene overgroote menigte gevangenen te rug. Doch de West-Friezen , van hunnen eerften fchrik herkoomen, door Floris den Zwarten aangevoerd , en de Kennemers mede van 's Graaven zyde aftroonende , neemen het volgende jaar eene gevoelige weerwraake , plunderen Alkmaar, en leggen die Stad voor een gedeelte aan kooien, ftroopen en plunderen op hunne beurt 's Graaven landen in hunne nabuurfchap, en fteken zyne Sloten enLusthuizen in den brand, tot Haarlem toe, de oudfte Stad, na Dordrecht, van Holland. Het gelukt Dirk kort daaraa, om de Kennemers onveraoedsch te overvallen, en weder aan zyn gezag te onierwerpen ; doch de West- : Friezen, zig van het voor- • leel van hunnen grond be- 1 lienende , blyven den Oor- 1 og hardnekkig voortzetten. 1 1 1134. J i KeizerLotharius, den twee- 1 Iragt zyner Neeven met verIriet hebbende aangezien, r aat zig eindelyk met ernst r an die zaak geleegen leg- I ;en , en beweegt hen , deels f, loor vriendelyke vermaa- ( nngen , deels door bedrei- 1 ;ingen, om een verdrag te i luiten , volgens het welk al- ( e vyandlykheeden geftaakt, i n Floris de Zwarte, zyn t eeven lang, in het bezit van i Nest-Friesland zoude gelaa- 1 en worden. Doch hy had 2 iet lang genot van deeze 1 vaardigheid; want de landen < des DEN. e» het Oosten. marken , en gedugten Atabek waar hy Zenghi, Emir of Sulvoor zyn tan Vader 't —■ opperste bewind van zaaken waarnam. Verheffing van den braaven Prins Canutus tot Koning der Wenden, [zie Duitschland.] 1134. De deugden van Canutus, z» hoog gewaardeerd , dat mem openlyk het verlangen betuigde , om hem eens den Troon zyner Voorvaderen te zien beklimmen, boezemen Koning Nicolaas, en deszelfs Zoon , Magnus, eenen laagen haat e» wantrouwen in tegen eenen Prins, in wien zy nu welhaast eenen mededinger tot deKrooa vreesden te vinden. Magnus, door geveinsde vriendfehapsbetooningen, deszelfs vertrouwen gewonnen, en hem te Rofchild genodigd hebbende, laat hem aldaar verraaderlyk vermoorden. Harold en Érik vereenigen zig , om den moord van hunnen Broeder te wreeken, en worden door een aanzienlyken aanhang onderfteund. Men maakt reeds het ontwerp, om de Deenfche Kroon aan Erik , als den waardigften van beiden , op te draagen. De zwakke Nicolaas, door dien plotfelingen opftani verfchrikt, veinst de daad vaa zynen Zoon hoogelyk af te keuren , en bant hem uit het Ryk; doch kort daarna Harold , reeds verbitterd over de voorkeuze, zynen Broeder gegeeven, door groote beloften n zyne belangen gekreegen rebbende, roept hy Magnus :e rug , die Erik onverhoedse!» overvalt, deszelfs troepen verlaat , en hem noodzaakt de rlugt te neemen naar Noorweegen. De Koning van dat Ryk verzeekert zig van desrelfs perfoon , met hetlafhar:ig oogmerk , om hem voor :ene groote fomme gelds aan Nicolaas over te leveren; doch Erik wordt , zo men meent loor bemiddeling der Koningin-  33# BEKNOPT TYD REKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS; E N G■ , E L A N. D-, ScMani tn Ierland. F R A..N KR Yl *san zyne Dogter,.welke reeds van twee Zoonen, Hendrik (naderhand Koning,)* en Godefroy, bevallen was, wordt geftoord door den opftand. van zyner Dogters Gemaal, welke Kem noodzaakt zig naar Nosmandyeu te begeeven,. [de. Frankryk. ] 1135-.-. Hendrik overlydt in Normandyën-) na-alvorens zyne Dogter,. Mathilda, met welke hy zig verzoend had, tot erfgenaame van alle zyne Staaten benoemd te hebben, zonder een woord te reppen van haaren Gemaal, op w.ien hy fteeds misnoegd gebleeven. was,. Hy was een Vorst van groote bekwaamheeden en dapperheid, een geftiengs handhaaver der gerechtigheid en van het Koninglyk gezag, en een yverig voorftander der weetenfehappen, waarin ,hy zelve zeer geoeffend was, 't geen hem den toenaam van Beau-Clerc verwierf, als. zynde de.Klerken, of Kerkelyken, in deeze barbaarfche tyden, bykans de eenigfte lieden-, die eenigzins in de letteren bedreeven waren; .terwyl zyn gezond verltand en doordringendheid van oordeel hem, tevens behoedde.voor waanwysheidj fpitsvindigheid . of bygeloovigheid , waartoe, de geleerdheid van die tyden, meer gefchikt om het verltand te bederven dan te verbeteren, doorgaans maar al te veel aanleiding gaf. Doch van . den anderen kant werden deeze deugden bezoedeld door zyne toomelooze Staatzugt,. waarvan zyn Broeder en Neef de ongelukkige flagt-offerswaren; zyne drift voor de. vrouwen, by welken hy niet • minden dan veertien natuurlyke kinderen verwekte; en zyne overgegeevenheid aan het vermaak van de Jagt, welke hem wel eens gewigtiger zaaken deed verzuimen, en ongevoelig maakte voor de fchade en.het onrecht, 't welk de eigenaars der Landeryën daar door te lyden hadden. — De mannelyke Stam van Willem den Veroveraar nam- met hem een einde. Naauwelyks heeft Hendrik den adem- uitgeblaazen ,. of *zyn Zusters Zoon Stephanus,.Graaf van Blois, en tevens, van wegen zyne Gemalinne, Graaf van Boulogne, haast zig, om in aller yl naar Engeland over te fteeken, in cle hoop van zig meester te maaken van de Kroon, waartoo hy reeds voor lange heimelyk den weg gebaand had. Zig eenige jaaren by zynen-Oom- in Engeland opgehouden, en aldaar aanzienlyke bezittingen verkreegen hebbende, was hy reeds een der voornaamfte Leenmannen van die Kroon geworden , en had daarenboven door zyne dapperheid en bekwaamheeden de achting , .door zyne 'heusheid, .vriendelykheid en milddaadigheid, ds geneegenheid der meeste Baronnen verworven, welken hy daarenboven-onderftelde, . dat zig liever de regeering van eenen Man, dan die eener Vrouwe, zouden laaten welgevallen. Ook .had hy. een grooten fteun in de Bisfchoppen van Salisbury en Winchester, den eerften zynen boezemvriend, den ander zyn eigenen Broeder. In weerwil van dit alles vindt hy, by zyne overkomst-, meerdere zwaarigheeden, dan hy verwagt had, wyl meest ajle.de Grooten en Geestelyken, offchoon hem meer dan Mathilda-toegeneegen, echter niet befluiten kunnen, om zyne zyde te kiezen, uit hoofde van den- plegtigen eed van getrouwheid , die wylën Koning Hendrik .de voorzigtigheid gehad had, hen ten behoeve zyner Dogter te laaten afleggen.. De Aarts-Bisfchop van'Canterbury, ten fterkften aangezogt,..om Stephanus te kroonen, weerftaat dc vleijendfte beloften , tot dat eindelyk zeker Heer hem by eede verzeekert, dat de overleeden Koning, op zyn Siérfbedde, zyne eprfte fchikking-veranderd, en Stephanus. tot zynen opvolger.; benoemd- haddè. Aan dee-se raeinëcdige verklaaring- geloof geevende, of ten minften zulks veinzende, laat de Aarts-Bisfchop zig overhaalen, om eene plegtigheid te verrigten , welke in die bygeloovige tyden van meerder kragt was, dan de billykfte natuurlyke regten, enden ftaatzugtigen Prins van den Troon verzeekerde, STEPHANUS van el o i s, 24. Koning van- Engeland.. _ Om zyn gezag verder te vestigen , verleent Stephanus groote voorrechten aan de Geestelykheid , den Adel, en liet Volk; zig. verbindende, .om alle Kerkelyke wetten ftiptelyk te doen gehoorzamen, de Kerktugt te handhaaven, de open vallende waardigheeden terftond te vervullen, en de inkomften daarvan nimmer aan de Kroon te trekken; den Baronnen vergunnende, om Kasteden te bouwen, zig in ftaat van tegenweer te ftellen, en de lasten des Volks verminde- rende, door het affchaffen van verfcheidene belastingen, en het herftellen der oude wetten en vryheeden; met al het welke hy echterdeKoninglyke magt, door zynenVooizaat tot eene groote hoogte gebragt, niet weinig afbreuk deed, en het Ryk aan de jammerlykfte onlusten blootftelde, toen hy naderhand deeze fchynbetooningen van goedheid weder wilde intrekken. Ook zendt hy gezanten aan den Paus Innocentius, om eene Bulle te verwerven, waarby zyn recht tot de Kroon bevestigd werd; een verzoek , waaraan deeze Kerkvoogd, den Vorst in het daadelyk bezit ziende, en deeze geleegenheid greetig waarneemende, om zyn gezag inliet befchikken over Koningryken te doen gelden, gereedelyk voldeed. Bovendien zig van Hendriks wel gevulde Schatkist meester maakende, befteedt Stephanus dat geld, om een groot aantal vreemde gehuurde troepen in dienst-te neemen; al het welk Mathilda volftrekt buiten.ftaat ftelt, om haar recht op den Troon voorhals nog--te handhaaven; en het eenige, 't weik dié. Prinfes, nevens haar Gemaal, . verrigten kan, is de vermeestering van Normandyën, waartoe de afweezigheid van Stephanus, en de hulp des Konings van Frankryk, aan wien zy een klein gedeelte van dat Hertogdom afuoiid . haar geleegenheid gaf. [de Frankryk 1136.] Zy behoudt echter in Engeland een grooten fteun aan haaren natimrlyken Broeder, Graaf Robbert van Glocester, die heimelyk maatregelen neemt, om zyne Zuster in haar erfrecht te herftellen, en alleenlyk den eed van getrouwheid aan Stephanus aflegt, om zig zelven niet uit het Koningryk■ te bannen, en dus de geleegenheid te beneemen, om Mathilda van dienst te zyn. Echter doet hv dien eed niet, dan op uitdrukkelyke voorwaarde, dat de Koning alle deszelfs. . verbintenisfen ftiptelyk zoude. nakoomen , ten einde dus., de geleegenheid gunstig 2ynde, ligtdyk een fehoon- ft-hy- zynen Schoonvader, Koning Hendrik, vrugteloos verzogt hebbende , om in het bezit van Normandyën gefteld te worden, maakt een aanflag^ om, deels, door hulp van eenige omgekogte Grooten, deels door geweld, zig van dat Hertogdom meester te maaken. Zyne eigene Gemalinne kiest de party van haaren Gemaal tegen haaren Vader, 't welk den ouden Vorst veel verdriet verwekt, en hem noodzaakt, om zig tot aan zynen dood toe in perfoon in Normandyën op te houden-. Zyne.Dogter echter veel te teder beminnende, om lange met haar in on- ■ min teleeven, neemt hy haar wel haast weder in gunste aan, en bevestigt haar in het erfrecht tot alle zyne Staaten., Dood van Hendrik, en overweldiging der Engelfche Kroon door  van CONSTANTINUS bsn GROOTEN af to* op &em TEGENWOORDIGEN TYD 335 SPANTEN ITALIËN, NEDERLANDEN. DÜITSCH- Het NOORDEN. Het GRIEK- n /-." rt ™ I A WTl »». er. tt T~- n tt r>- T U G A L. Staaten. 113 j. misnoegde alle hoop op onAlphonfus, derftand van doordwaaien -dien kant behoog- neemende,on1 —— der-werpen zy ?.ig allen, uitgezonderd alleenlyk Robbert, Vorst van Captu en Averfa, die naar Pifa by Paus Innocentius de wyk neemt. Beide zyne Vorstendommen worden hierop met weinig moeite door Koning Rogier overmeesterd. 113J. Op het valfche gerugt, dat de Koning Rogier, wien eene zwaare ziekte het bedde deed houden , overleeden was, vatten alle zyne misnoegde Leenmannen in Italiën weder de wapenen op. Robbert voegt zig in aller yl by hen, eene verfterking van agt duizend Pifaanen met zig brengende. Capua, Averfa , en veele andere veroverde plaatfen, volgen dit voorbeeld, en dryven de Koninglyke bezettingen de poorten uit. Dan , op het oogenblik , dat men zulks het minst verwagtte , verfchynt Rogier zelve, van zyne ziekte herfteld, in Italiën; waarop meest alle de misnoegden, voor de biliyke wraak van dien Vorst bedugt, naar het fterke Napels den wyk neemen. Rogier rukt het eerst naar Averfa, overrompelt en plundert die Stad , en laat haar, in de eerfte vervoering zyner gramfchap , in kooien leggen ; doch naderhand, zig deezer drift berouwende, kat hy die Stad herbouwen. In korten tyd vermeestert hy alle de overige plaatfen , Napels alleen uitgezonderd. De Pifaanen , eene. talryke hulpbende hunner Stadgenooten ontfangen hebbende, veroveren en plunderen Meiphi, of 't oude Amalfi. Rogier trekt tegen hen op, en levert hen flag, met dat gevolg , dat de Pifaanen, meer dan vyftienlionderd dooden agterlaatende, hals over kop den vlugt moé¬ des Heeren van Arends- grenzende Ryken. berg, die geweigerd had hemzyneNigtetenhu- -den Christen Godsw elyk dienst, fparen zy gee- —_—1—, nemoeite.omdenzel- ven gansch- en- al uit te roeijen, en het Heidendom te herftellen; en hunne woeste onderdaanen, niet dan met innerlyken weerzin eenen Godsdienst, hen tegen dank opgedrongen, flegts utterlyk beleeden hebbende, verzaaken dien met blydfchap , en keeren gereedelyk tot hunne oude bygeloovigheeden te rug; terwyl het geringe aantal van die geenen-, welken hunner belydenisfe getrouw bleeven , aan de heevigfte vervolgingen blootgefteld, buiten 's lands eene -veilige fchuilplaats moet zoeken. «3* Vyandelykheeden met den Koning van Deenemarken , en hulde , door dien Vorstaan den Keizer beweezen. [zie het ticerden.'] Lotharius bevestigt den vermaarden Albert den Beer, Zoon en opvolger van Otto van Ballerftrsdt, [vergelyk ii 06,] Stamvader van het Vorstelyk Huis van Anhalt, wiens nagefiagt meer dan twee Eeuwen lang de Keurvorstendommen van Saxen en Brandenburg bezeeten heeft, in het Markgraaffchap van Brandenburg , 't welk toen weinig meer dan de tegenwoordige Oude Mark bevattede; doch do or den dapperen Albert, in verfcheidene voorfpoedige Oorlogen tegen de Wenden, die het overige bezaten, niet weinig werd uitgebreid. De Koning van Polen, en de Hertog van Boheemen eikanderen, meer dan een jaar lang, doorgaans ten voordeele van den eerstgemelden, heevig beoorloogd hebbende, worden, door bemiddeling van den Keizer, verzoend. Tot dus verre was de Poolfche Koning, Boleslaus, altoos ongemeen voorfpoedig in zyne menigvuldige Oorlogen geweest; doch dit jaar valt 'er iets voor, waarvan de gevolgen hem veel onheils berokkenden , en zynen tot dus verre verheevenen, doch door tegenfpoed niet geoeffenden geest, eensklaps in de laagte deeden nederflorten. jaropolk , Grootvorst van Rusland,(of, gelyk waarfchynlyker is, een van deszelfs Stedehouders,) doet een onverhoedfehen inval in Polen , en plundert verfcheidenen der grensplaatzen. * Eer Boleslaus gereed is, om deeze vyandelykheeden te ftuiten, wordt hy van zynen vyand verlost door de 'loosheid (of trouwloosheid, naar maate men diergelyke daaden befchouwe,) van eenen Poolfchen Edelman , die , veinzende tegen zynen Vorst misnoegd te zyn, naar Jaropolk overloopt, in korten tyd deszelfs vriendfehap en vertrouwen wint, en de eerfte geleegenheid waarneemt, om zig van deszelfs perfoon meester te maaken , en hem Tt z ginne, van het fnood (* ktt Oosten. ■ ontwerp van haaren "Gemaal een afgryzen tan van Aleppo en hebbende,uitzynege- Moful.Debenaamina vangenisheimelykver- - van Atabeck was eert lost, en in veiligheid eertytel,diendeTurk- gefteld. fchen 113 5. . Erik verzoekt den byftand van Keizer Lotharius , die. zig altoos een yverig vriend va» wylen zyn Broeder Canutus betoond had, Lotharius zendt een talryk Leger naar Sleeswyk , niet zo zeer om Erik by te ftaan, dan om de verdeeldheeden van Deenemarken tot zyn eigen voordeel te doen ftrekken. Nicolaas , van den aantogt der Keizerlyke troepen onderrigt , zendt zynen Zoon Magnus naar Duitschland , die -Lotharius van Eriks belangen weet af te "trekken, door de Deenfche Kroon als een Leen van het Keizer-Ryk te erkennen, en den Keizer te Halberftad plegtig als Leenman hulde te doen. Desniettemin neemt Eriks aanhang dagelyksck toe, en hy vindt zig eindelyk in ftaat, om een hoofdtreffen te waagen, waarby hy eene roemryke overwinning behaalt , en den eernaam van den Doorluchtige» verkrygt. Irt deezen flag fneuvelt een groot aantal van dea Deenfchen Adel, en onder anderen ook de fnoode Magnus. De Zweeden , dus van hunnen Koning verlost, maaken een einde aan hunnen langduurigen tweefpalt, en ver-* kiezen eenpaariglyk den door zyne geboorte 9 deugden en bekwaamheeden beroemden S U-E R C H E R II. i li. Koning van Zweeden. De Deenfche Koning, Nicolaas, door de meesten der zynen verlaaten, neemt de vlugt naar Jutland, en benoemt onvoorzigtiglyk den Prins Harold, die algemeen in Deenemarken gehaat was, tot zynen erfgenaam, Deeze benoeming vervreemt de harten zy-i ner onderdaanen gansch - en - al van hem-; en, zig nu in Jutland niet veilig achtende, neemt hy den wyk naartSleeswyk; doch hy wordt aldaar door de ingezeetenen, ter wrakke van den moord van hunnen Hertog Canuti», om het leven gebragt. Hierop wordt, met algemeene ftemmen, ten Troone verheeven E R I K HL-, DE DOORLUCHTIGE, 13. Koning van Deenemarken. die, door eene wreede ftaatkimde, zyne» Broeder Harold, en alle deszelfs Zoonen, negen in getal, eenen uitgezonderd , die het door de vlugt ontkomt , laat om het'leven brengen , en in het algemeen met eeneonmaatige geftrengheid regeert. — Vyandelykheeden met Polen, [zit Duitschland^ 1136. tn 1157. Vy-  33i BEKNOPT TYD REKEN KUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, F R A N K R Y K. S P A n T F. n «, p o r -r tt o » , Schotland en Ierland. fchynend voorwendfel tot eenen opftand te kunnen vinden ; welk geheim oogmerk door Stephanus zelven maar al te wel begreepen, doch uit Staatkunde ontveinsd werd. H37- Stephanus geraakt in het bezit van Normandyën , en fluit e'ene naauwe vriendfehap met den Koning van Frankryk, [ zie aldaar. ] De Engelie Baronnen, van de voorrechten, door den Koning aan hen vergund, misbruik maakende , Kasteden bouwende, hunne onderhoorige Leenmannen in de wapenen brengende, zig Vorstelykè voorrechten aanmaatigende , eikanderen beoorlogende , en het volk onderdrukkende , befluit Stephanus, om deeze fchending van zyn gezag en der openbaare ruste te wreeken en te fluiten, en tevens deeze gunstige geleegenheid waar te neemen , om de al te groote vergunningen, die hy voorheen noodzakelyk geacht had, weder in te trekken. Ten dien einde zendt hy zyne gehuurde troepen door het ganfche Ryk, hen verlof teevende , om, ten kosten ér Baronnen, die niet fterk genoeg waren, om deeze talryke benden te wederftaan, van den roof en plundering te leeven , en neemt maatregelen , om eene volftrekte heerfchappy in te voeren. Deeze geweldige ftap doet 's Volks geneegenheid voor den Vorst niet wdnig daalen, en baant den weg tot eenen algemeenen opftand, waarvan de daadelyke uitbarsting alleen door . e: r dezelve florniendernand , en geeft haar, als een leen van het Ryk , aan den Graave Josceün. Van daar begeeft hy vig naar Aleppo , (het oude Beréa,) eene der voornaamfte Steden van het gebird van 'den vei maarden Atabeck 'Zenghi,. welke , niettegenftaande het afweezen van haaren Heer, zig zo dapperlyk verdeedigt, dat de Keizer, na veele vrugtlooze pogingen , de onderneeming moet ftaaken. Vervolgens flaat hy het beleg om Shizar, ( het oude Larisfa,) eene Italiën. [de aldaar.] By het naderen van den Winter naar Duitschland te rug keerende , wordt hy, in een gering Dorpje in het Graaffchap Tyrol, door eene zwaare ziekte overvallen , en overlydt aldaar." Hy was een Vorst van groote bekwaamheeden en dapperheid, en van eene verlichte Godsvru^t, de Geestelykheid eerbiedigende, zonder zig door haar de wet te laaten voorfchryven, de piigten van een Oppervorst in het algemeen , en de byzondere verbintenisfen, by zyne krooning aangegaan, getrouwelyk nakoomende, en inzonderheid lofwaardig door zyne mikidaadigheid jegens armen en behoeftigen. Op zyn fterf bedde zyn verlangen betuigende, dat zyn Schoonzoon, Hertog Hendrik de Trotfe, tot zyn Opvolger mogte verkoozen worden, ftelt hy dien Vorst de Keizerlyke v.erci'erfelen in handen, 1138. De Duitfche Vorsten koomen overëen, om tegen het Pinxter-Feest -eene Ryksvergadering te Mentz te houden , ter verkiezing van eenen nieuwen Keizer. Dan, wyl het te voorzien was, dat Hendrik de Trotfe, door het groot aantal zyner Leenmannen in zyne beide Hertogdommen van Beijeren en Saxen, door zyne verwantfchap aan wylen Lotharius, en door de laatfte begeerte van dien Vorst, wiens nagedagtenis'zeer in eerbied was, op eene algemeene Vergadering de meerderheid der ftemmen voor zig zoude hebben; en 'er in dat geval van het bekende hoogmoedig en onderneemend karakter van deezen vermogenden man, die natuurlyk geneigd en maar al te. zeer in. ftaat zoude zyn, o-m de onlangs gemaakte bepaalingen van het Keizerlyk gezag den bodem in te ftaan,' alles te vreezen was, vergaderen de overige Vorsten , buiten medewetten van die van Beijeren en Saxen, eenige weeken voor den. beftemden tyd, heimelyk te Goblenz, met medewerking van Paus Innocentius, (die niet minder voor het groot vermogen van Hendrik, ook in Italiën, als Hertog van Toscaanen, bedugt was,) en verkiezen aldaar tot Keizer den Hertog Coenraad van Frankenland, met wien het Zwabifche Pluis van Hohenftauffen, den Troon beklom. Vervolgens begeeven -zy zig in alle haast naar Aken, de gewoone plaats der Keizerlyke kroomng , alwaar die plegtigheid door 's Pausfen Legaat verrigt wordt. C O N R. A A D III.:, *k Keker. Di. Saxifche en Beijerfche Vorsten, zig eenigen tyd tegen de onwettigheid deezer verkiezing verzet hebbende, worden eindelyk overgehaald, om Conraad mede te erkennen ; de eerften op eene Ryksvergadering te Bamberg , de anderen op eene, te Regensbvfrg gehouden. 'Hendrik de Trotfe weigert aldaar te verfchynen , en maakt openlyk toerustingen, om zyne aanfpiaak op den-Troon met 1138. Erik wordt door eenige misnoegden vermoord, eenen natuurlyken ïninderjaarigen Zoon nalaatende, die, als onbekwaam tot de regeering, van de opvolging uitgefloten, en de Kroon opgedraagen wordtaan een Kleinzoon van wylen Erik den Goeden, uit het huwelyk van deszelfs Dogter met een der Grooten van Jutland. ERIK IV., HET l-AWV 14. Koning van Deenemarken.- wiens ongemeene zagtzinnigheid , of liever zwakheid  33 Moeder, Agnes, zig in tweede huwelyk met Leopolds Vader begeeven had,) en Saxen wordt opgedraagen aan Albert den Beer, Markgraaf van Brandenburg. De Beijerfchen laaten zig deeze fchikking welgevallen; doch de Saxers , begrypende , dat hunne Her- -...ll- Ofn» rr»l>vonrr,i hchl n A p\\U O illPt VPrdlVlld ryke en fterke Stad aan de Rivier Oron» tes , welke mede een kloekmoedigen wederftand biedt, doch tevens door de aanbieding van eene zwaare fomme gelds den Keizer tot den aftogt poogt te beweegen , welken voorflag die Vorst, wanhoopende de Stad , zonder zyne troepen te veel te waagen , met geweld te zullen overmeesteren, en misnoegd over den geringen yver des Vorsten van Antiochiën , om eene onderneeming, waarvan hy zelfs het meefte voordeel zoude trekken, te onderdennen, gereedelyk aanneemt. Hy keert vervolgens naar Antiochiën te rug, alwaar hy met de uiterfte eere-betooningen wordt ingehaald. Die Stad zeer geleegen \indende tot een magazyn en wapen - plaats, by het voortzetten van den ooilog tegen de Ongeloovigen , geeft hy deeze zyne begeerte aan Raimond te kennen, die, een kwaad vermoeden opvattende, doch den Keizer niet regtftreeksch durvende weigeren , de ingezeetenen heimelyk tegen hem opftookt. Deezen vatten , onder een luid geroep, dat de Keizer zig verraaderlyk van de Stad zogt meester te maaken , de wapenen op, brengen alle de Grieken, die zy ontmoeten , om het leven , en fchroomen niet, den Keizer' zelven met een gelyk lotte dreigen. De Vorst, vergramd en verontwaardigd over deeze moedwilligheid, waarvan hy de waare oorzaak ligtelyk vetmoedde, ontruimt de Stad, en keert naar Conftantinopolen te rug, om by eene gunstiger geleegenheid over de ondankbaarheid van Raimond wraak te neemen. Zyn heerschzugtige Broeder, Izaak , een opftand tegen hem verwekt hebbende , wordt tot eere altoosduurende gevangenis veroordeeld. 1139. De hernieuwde vyandelykheeden der Turken in Klein-Afia , en de opftand des Stedehouders van Trapezuhd , die zig onafhankelyk van het Ryk poogde te maaken, noodzaaken den Keizer, om eerst deeze beweegingen te fluiten, alvorens den beflotenen krygstogt tegen Antiochiën te onderneemen. Ü4O. De Keizer behaalt groote voordee'en op de Turken, by welke geleeger heid Manuël, zyn jongfie Zoon , en opvolger in het Ryk, tiitfteekendeblyken van dapperheid betoont. Gebrek aalt levensmiddelen, dcch inzonderheid de vetraader- had, blyven hem getrouw; en Albert de Beer, offchoon zynen mededinger in dapperheid niet toegeevende, vindt zig buiten ftaat, om van het hem toerevveezen Hertogdom daadelyk bezit te neemen. Conraad benoudt dat van Frankenland aan zig, en wordt in Italiën als Koning erkend. [ zit aldaar. ] "39- Hendrik de Trotfe handhaaft zig niet alleen in het bezit van Saxen, maar ontweldigt zelfs zynen mededinger deszelfs Markgraaffchap van Brandenburg. Albert de Beer neemt zyn toevlugt tot Keizer Conraad, die reeds gedugte toebereidfelen maakte, om zig tegen Hendriks aanflagen te verzetten. Intusfen rukt dee/.e met een ongelooffelyken fpoed naar Beijeren , om dat Hertogdom insgelyks te herwinnen; doch overlydt onder weg, eenen minderjaarigen Zoon nalaatende, den vermaarden Hendrik den Leeuw, die zynen Vader zedert in kloekmoedigheid en ftaatzugt evenaarde, en terftond door de Saxers als Hertog erkend wordt. Guelph, Broeder van den overleeden Hertog, neemt de befcherming van zynen jongen 'Neef op zig , en noodzaakt Markgraaf Leopold, om Beij°ren te ontruimen; doch, kort daarna door het ganfche Keizerlyke Leger aangetast, verliest hy den vermaarden Veldflag , die de eerfte aanleiding gaf tot de berugte verfchilnaamen der Guelphen en Gibellinen (*) , en moet zig in het naby geleegen fterke Kasteel Winsberg opfluiten. De Poolfche Koning , Boleslaus, meer dan een jaar lang gekwynd hebbende , overlydt, en wordt opgevolgd door den oudften zyner vyf Zoonen, ladislaus 11., 7. Koning van Poltn. een Vorst van een zwak karakter, die zig gansch- en-al dcor zyne heerschzugtige Gemalin de wet het ftellen. Hy erfde flegts een gedeelte der uitgebreide Staaten van zynen Vader, die de onvi.orzigtigheid gehad had , om eenige aanzienlyke Vorstendommen aan zyne drie volgende Zoonen , Boleslaus, Miecislaus, en Hendrik, (den jongften , Cafimir, nog een kind zynde ,) toe te wyzen , echter op voorwaarde, dat zy zig flegt^ als Leenmannen van hnnen oudften Broeder moesten aanmerken. De drie Prinsfen onderwerpen zig hieraan met alle bereidwilligheid, en verdraagen een tvd lang de trotsheid hunner Schoonzuster, welke, misnoegd over deeze Ryksverdeeling, haaren Gemaal geduuriglyk aanporde ,' om zvne Broeders te kwellen , en eindelyk een tweedragt ftookte, die Polen aan de jammerlykfte onlusten blootftelde. 1140. Door de Keizerlyke troepen in het Kasteel van Winsberg belegerd, en tot het uiterfte gebragt, wordt Guelph genoodzaakt, zig op befcheidenheid ovér te (*) In deezen Veldflag, namenlyk, gaf Guelph z«in eigen naam tot ten krygsgefchrei, tn Hertog Fredt ik van Zwaben , die over het Leger van zyr.en Broeder, den Keizer, het bevel voerde, d.en van Giblingen , z^nde de plaats, van weer ia-n ge flap afkomstig w.-t. Zedert werd de naam van Guelphen geieezigd, om den aanlang van Guelph, en de;zelfs Neef, Hendrik den Leeuw ; en die van Gibellinen , om don Kelzertyken aanhang I. DEEL. V v van aart, hem den eer-of fpotnaam van h.t Lam verwierf, en eene flapheid in het Ryksbeftuur te weeg bragt, niet minder nadeelig dan de onmaatige geftrengheid van zynen Voorzaat. 1140. Olaus, eenige overgebleeven Zoon van Prins Harold, tragt zyn  338 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGELAND, FRANKRYK. S P A N I E ,N tn I T A t t * m. cilie te Sens, veroordeeld.— de doodelykfte gevolgen. De Abelard beroept 7.ig op den véibitterde GeeStelyknei'd ver- Paus, die deeze uitlptaak bektaart zig terftond voor Mathil- krag- da, en nodigt die Prinfes naar ———- Engeland. Zy begeeft zig in aller yl dervvaaids, door haaren natuurlyken Broeder , den Hertog van Glocester, en eene kleine Legerbende , in der haast in de Staaten van haaren Gemaal by een verzameld , vergezeld. Verfcheidene Grooten voegen hunne troepen by de haaren, en ftellen haar dus in ftaat, om Stephanus het hoofd te bieden. Die Vorst, vrugteloos gepoogd hebbende, door onderhandehhgen eenen Burger-kryg voor te koomen , neemt het befluit, om alles voor het behoud zyner Kroon te waagen. Engeland wordt hierop , geduurende dit en het ganfche volgende jaar aan alle de yslykheeden van een verwoeden inlandlchen Oorlog blootgefteld , waarvan het verhaal zo akelig als verveelend en eentoonig zyn zoude, en geduurende welken geane der ftrydende partyën eenig weezenlyk voordeel op de andere behaalt. -Zaaken van Normandyën. [_z.it Frankryk.'] 1141. Koning Stephanus, eindelyk de beflisfing van het verfchil aan een algemeen hoofdtreffén waagende, krygt de nederlaag, en wordt^door Graave Robbeit gevangen genoomen. Mathilda , tt.~C Vrouw van een trotsch, geweldig en wraakzugtig karakter , behandelt haaren gevangenen bloedverwant op eene onwaardige wyze, laat hem in eene harde gevangenis opfluiten, en zelfs in ketenen flaan. De droevige toeftand van zynen Broeder doet den Bisfchop van Winchester eenigermaate wankelen ; doch, Mathilda hem de beftuuring van het Ryk , en alles wat zynen JjoOginers^J vlcijen kopde ? toezeggende, offert hy de broed-rlyke hefde op aan zyne zugt tot grootheid. In hoedanigheid van Pausfelyk Legaat eene Vergadering der ganfche Geestelykheid by een roepende, verklaart hy Stephanus der Kroone onwaardig, Mathilda de eenige. wettige erfgenaame van het Ryk, en allen, die haar weigerden te erkennen , in den Kerkban vervallen; al het welk door de ganfche Vergadering eenpaarig beaamd wordt. Op deeze uitfpraak der Geestelykheid alleen , en zonder de Ryksgrooten, gelyk behoorlyk was, te raadpleegen , laat Mathilda zig door den AartsBisfchop van Canterbury als Koninginne kroonen. Dit verwekt reeds een algemeen misnoegen onder de Leeken , zo edelen als onè'delen; en de ondraaglyke trotsheid der Vorstin doet dit misnoegen in korten tyd tot haat overftaan. Het verzoek van Stephanus Echtgenoote, om het ontflag van haaren Gemaal , op voorwaarde, dat hy plegtig afftand van den Troon zoude doen; de bede der ingezeetenen van Londen , om de herftelling hunner oude voorrechten; alles wordt van haar afgewee/.en met eene verfmaading, die de weigering nog grievender maakte. Zelfs heeft zy de onvoorzigtigheid , om den vermogenden Bisfchop van Winchester eene geringe gunst, die hy van haar verzogt, te weigeren. Die trotfe Prelaat, zig in zyne verwagting, om in naam der Koninginne zelf te regeeten , te leur geitelct ziende, valt openlyk van haar af, voegt zig met zynen talryken aanhang by de vrienden van zynen gevangen Broeder , en ftelt deszelfs Zoon, Euftachius, die uit Normandyën verdreeven was, aan het hoofd der troepen. De misnoegde ingezeetenen van Londen , door hem opgehitst, maaken een aanflag', om zig van Mathilda's perfoon te verzeekeren; doch zy , des onderrigt» neemt de vlugt, en maakt zig uit •weerwraak meester van het Kasteel van Winchester s den Bisfchop run 1 u ii a Li. overing tusfen de ftrydende Vorsten , welke door 'thuvvlyk van den Spaanfchen ErfPrins, Sanche , met de Zuster van Garcias verzeegeld wordt. 1141. De Ridders Tempelieren zenden een plegtig gezantfehap naar Spanjen , 0111 hunne 1 vryw"ngenet(iegittcnderge- loovigen te leeven. Arnold, tot zwygen genoodzaakt, neemt den wyk r.aar Zwnzerland, om aldaar zyne gevoelens onverhinderd voort te planten. Hertog Rainulph overlydt, waarop Koning Refter zig met weinig moeite van geheel Apuliën en Calabriën meester maakt, uitgezonderd de fterke Steden Troja en Ban'. De Paus, verfchrikt over den vooilpoed zynes vyands * verzamelt een talryk Leger, en trekt tegen hem te velde! vergezeld door den geweezen Vorst van Capua , Robbert dien hy tot opvolger van Rainulph wilde aanltellen. R0'. gier, nieuwe moeijelykheeden wenfehende voor te koomen, zendt gezanten aan den Paus, om hem tot een minnelyk verdrag te beweegen ; doch, wyl deeze voorwaarden eischte , die de Koning begreep met te kunnen inwilligen, inzonderheid met betrekking tot de belanden van Robbert, worden de vyandelykheeden van beide Kanten aangevangen. Deeze oorlog komt den Paus duur te ftaan. Hy wordt, nevens verfcheidene Kardinaalen en andere aanzienlyke lieden , door den Koning gevangen genoomen (> en moet zyne vryheid koopen, door dien Vorst van den ban te ontheffen, en hem eene Bulle te verkenen, van foortgelyken inhoud als die van wylen Anacletus; [zie 1130,] welk verdrag hy zedert heilig nakwam offchoon de Romeinen ten fterkften by hem aandronoen! om hetzelve , als door geweld afgeperst, kragteloos teC'verklaaren. Troja en Bari worden vervolgens, na een heevig beleg, veroverd; en Rogier ziet zig dus eindelyk in het bezit van alle zyne Staaten herfteld. Hendrik den Trotfen, Hertog vanToscaanen, in Duitschland overleeden zynde, trekt Keizer Conraad dat Hertogdom aan zig , en laat het beftuuren door eenen Stedehouder. Doch, door de onlusten in Duitschland verhinderd wordende, om deezen zynen gemagrigden te enderiteunen , bedienen de voornaamfte Steden van Toscaanen zig van die omftandigheid, om zig meer en meer onafhankelyk te maaken. 1141. Eenige Steden, onder het Pausfelyk rechtsgebied behoorende, inzonderheid Tivoli, volgen het voorbeeld der Toscaanfche Steden, en onttrekken zig van de gehoorzaamheid aan den Apostolifchen zetel. De ingezeetenen van Romen , die van Tivoli eene oude vyandfehap toedraagende, verkrygen van den Paus verlof, om die Stad te belegeren , en met geweld tot onderwerping te brengen ; doch zy worden door de burgers van Tivoli, in een verwoeden uitval, deerlyk gehavend, van al hun legertuig beroofd» en fchandelyk op de vlugt gedreeven. Ï141. Ver. tn omgtkegmt Staaten. geweldigen en rusteloozea Hervormer, mis. aagde inzonderheid zyne ftcimg, dat de G.estelykheid , den Pausfe zelven niet uitgezoiu'erd, geen recht had tot tydei -ke bezittingen , welken zy' allen aan de waereldlyke magt behoorde te rug te geeven, om zig alleenlyk met Geestelyke zaaken beezig te houden , en van de llenden en  vanCONSTANTINUS dbn GROOTEN af tot op ben TEGENWOORDIGEN TYD. 33» NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRIEKSCHE RYK, neBedevaart naarhet Heilige land te doen, te geeven. By die geleegenheid wordt alwaar hy zig eenen door een aantal Schryveren verhaald, ge- dat Guelphs Gemalinne, voor 's Kei- » . zers wraak bedugt, dien Vorst de vryë uittogt voor de Vrouwen liet verzoeken , met alles, wat zy met zig konden draagen; en dat, dit verkreegen zynde, de Vrouwen naar buiten toogen , elk haaren man op de fchouderen torsfende; welke edele liefdedaad den Keizer zodaanig trof, dat hy eene algemeene vergiffenis verleende; doch dit vreemd geval wordt door andeten als eene fabel aangemerkt. Zeeke'r is het, dat Conraad de edelmoedigheid had, om Guelph en de zynen onverhinderd te laaten aftrekken ; en dat deeze , wel verre van die weldaad tc erkennen , den burger-oorlog hardnekkig bleef voortzetten, waarby echter verder niets merkwaardigs voorviel. Nochtans zoude hy te zwak geweest zyn, om den Keizer het hoofd te bieden, indien hy niet door de Koningen van Siciliën en Hongaryën, (beide welke Vorsten by de Duitfche onlusten belang hadden, ter handhaaving van hun eigen onafhankelyk gezag tegen de aanfpraaken van het Keizer-Ryk,) en inzonderheid door de Saxers, ten behoeve van hunnen jongen Hertog, met troepen en geld ware onderfteund geworden. Sobieslaus, een der dapperfte en beroemdfte Vorsten van Boheemen . en aan wien de Hoofdftad Praag, te voren flegts van kleenen omtrek, en uit houten gebouwen beftaande, voornaamenlyk haare grootheid en luister te danken heeft, overlydt, en wordt, volgens zynen uitdrukkeiyken wille , met voorbygang zyner eigene kinderen , opgevolgd door den Zoon van zynen Voorzaat, uudimabs \\. , dertigften Hertog van Boheemen. De Zoonen van Sobieslaus, misnoegd over de fchikking van hunnen Vader, verwekken eenen opftand; doch Uladislaus wordt door Keizer Conraad, die hem zyne Zuster ten huwelyk gegeeven had, in het gezag gehandhaafd. 1141. De Hongaarfche Koning, Bela de Blinde, overlydt, en wordt opgevolgd door zynen oudften Zoon, G E ï S 'A n., 11. Koning van Hongaryën. eenen der uitmtintendfte Vorsten , die tot dus vei re den Troon beklommen had , en niet weinig toebragt ter volkoomene befchaaving der overblyffelen van de oude woestheid zyner onderdaanen. Markgraaf Leopold van Oostenryk overlydende , tragt zyn Broeder en opvolger, Hendrik Jochfammergot, zig insgelyks, met bewilliging des Keizers en der Ryksvorsten , van Beijeren te yerzeekèren; doch ontmoet een heevigen tegenftand van den Guelphfchen aanhang. 1141. Kei- kang aan te duiden. En vervolgens, wanneer het Ryk , in verfchillende partyën gefchcurd werd, bediende men zig van deeze benaammgen, ter andtrfcheidng der Keizerlyken en Tegen-Keizerlyken. Eindelyk werden dezelven, ter geleegenkeid der heevrte verfchillen tusfen iePaasjtn en Keizeren, byzonder lyk ii — •*""r.rN. LANU en aar.genz.ende geruimen tyd Ryken. blyft ophouden. 1141. 114J. Kei- . Keizer Con- gen zyne verheffing mogt aankanten , zendt Manuël een zyner vertrouwdfte BevtLcbberen in alle haast derwaards, om dien Prins in verzeekering te neemen , alvorens de tyding van zyns Vaders dood aldaar bekend raakte, en verder de voornaamfte Grooten en Geestelyken in zyne belangen te winnen. Alles naar zynen wensch uitvallende, begeeft hy zig kort daarna in perfoon naar Con ..ntinopolen, alwaar hy met blyde toejuic ingen ontfangen, en als Keizer erkend en gekroond wordt. Zig nu van den Troon \ erzekerd achtende,herftelt hy zynen Broeder, die zyn misnoegen ontveinst, gelyk medezynen Oom Izaak, [zit 113S ,] in vryheid. De bevalligheeden van Manuëls perfoon , zyne reeds beproefde dapperheid, kunde en werkzaamheid, en zyn toen nog onbedorven en zagtzinnig karakter, by den trotfen , wreeden en laf hattigen aart zynes Broeders vergeleeken , rechtvaardigen by het ganfche Ryk eene fchikking, welke aan waare verdiensten den voorrang gaf boven het recht van eerstgeboorte. Graaf Joscelin II. van Edesfa zig aan eene ongebondene en weelderige levenswyz.e overgeevende, en de verdeediging van zyn Graaffchap verwaarloozende, rukt de gedugte Atabeck Zenghi, door zyne verfpieders van deeze zorgeloosheid onderrigt, onverhoedsch voor Edesfa, en maakt zig meester van die Stad, welke op eene deerlyke wyze geplunderd wordt. Eene kleine bezetting agterlaatende , trekt hy Joscelin tegen , die in alle haast eenige troepen by een verzameld had; doch wordt op deezen togt door z^ne gefnedenen vermoord. De Christenen te Edesfa , hierop den moed hervattende, brengen de Turkfche bezetting om het leven , en ftellen Joscelin weder in het bezit zyner Vesting. 1144. Zenghi's Zoon en opvolger, Noradin, niet minder bekwaam en dapper dan zyn Vader, hervat het beleg van Edeifa, en brengt die Stad in de uiterfte engte. Joscelin , de plaats niet langer kunnende houden , doet een verwoeden uitval, aan het hoofd van alle de ingezeetenen, die meest allen door de Turken in ftukken gehouwen worden. Onder de weinigen, die 'svyands zwaard ontkoo- men, is de Graaf zelve ,die den wykneemt naar Samofat. Nöradin, meester van Edesfa , verovert in korten tyd alle de verdere plaatfen van dat Graaffchap, en Joscelin , in zyne handen vallende , wordt gevangen naar Aleppo gezonden, alwaar hy van kommer en gebrek overlydt. Zyne Weduwe ftaat zyne rechten af aan Keizer Mar.uël, die flegts rlaauwe en vrugtciooze pogingen doet, om zynen verkregenen tytel te handhaaven Het verlies van Edesfa, het eerfte dei vier voornaams 1144. tieren laar betrekken. Intusfen wil Koning Erik wordt door hy een bezoek te de Wenden , die een inval Jerufalem afleggen, in Denemarken waagden, doch Koning Foul- eellagen, ques, voorïngeno- _ Ln Hnnv ^mftn. king van Raimond, en 's Keizers cogmerk mistrouwende , raadt hem dien togt af, op eene wyze, die duidelyk genoeg eene heufche weigering te kennen gar. Koning Foulques.zedert eenige maanden in eene kwynendeziekregeftort,overlydt, en wordt opgevolgd door zynen minder;aarigen Zoon , boudewyn in. , 5. Koning van Jerufalem. die onder de Voogdy zyner Moeder, Me'eiinde , gelleld wordt. De Saraceenen , het beftuur eener Vrouwe gunstig achtende, om hunne veiioorene plaatfen te herwinnen, hernieuwen hunne aanvallen met verdubbelde woede, en worden niet dan met veel moeite te rug gedreeven. 1143. Keizer Johannes, geduurende zyn verblyf in Ciliciën , zig dooigaans met dé Jagt vermaakende , en op zekeren dag met eigene hand een Wild-Zwyn gedood hebbende, wordt door eene vergiftigde pyl uk zyn eigen pylkooker, door de worstelingen van het zieltoogend beest hem ontvallen , doodelyk in den arm getroffen. De Geneesheeren raaden hem, om den arm te laaten afzetten; doch de Vorst zig verbeeldende, dat het vergif reeds te verre doorgedrongen, en zyn dood, dien hy geenzins vreesde, onvermydelyk was, antwoordt met zyne gewoone bedaardheid en vrolykheid van geest: dat tot het beftuur van een magtig Ryk twee armen niet te i cel waren. Na verloop van eenige dagen zyn einde voelende naderen, verklaart hy Manuël, den jongften zyner Zoonen, doch naar zyn oordeel den waardigften en bekwaamften, tot zynen opvolger; welke keuze door het ganfche Leger met blyde toejuichingen zynde goedgekeurd, wordt de jonge Prins terftond met het Vorstelyk purper omhangen, en als Keizer uitgeroepen. Johannes overleeft deeze fchikking flegts weinige uuren; en zyn dood berooft het Ryk van een der deugdzaamfte , beminlykfte, dapperfte en grootmoedigfte Vorsten , die immer den Troon beklommen had. MANUËL, comnenus, 61. Griekfche Keizer. Bedugt, dat zyn ouder Broeder , Izaak, die zig te Conftaniinopolen bevond, zig te- Vv 3 . de aan den burger-oorlog willende maaken-, beroept eene Ryks - vergadering te Frank.fort, alwaar de verfchillen gehtkkiglyk worden bygelegd. De jonge Hendrik de Leeuw wordr in het Hertogdom van Saxm herfteid en bevestigd , op voorwaarde van Beijeren af te ftaan , en het Markgraaffchap van Brandenburg aan Albert den Beer te rug te geeven. En , om deezen voor het verlies van Saxen te vreeden te lieden, wordt zyn MarkGraaffchap van de oude leenroerigheid aan Saxen ontflagen , en tot een onmiddelyk Vorstendom van het Ryk verheeven ; in welken opzigte Albert de Beer als eerfte MarkG aaf van Brandenburg moet worden aangemerkt. Het HertogdotnvanBeijeren wordr opgedraagen aan Hendrik Jochiammergot, Markgraaf van Oostenryk, die, om den band van eendragt naauwer toe te ■haaien, zig in huwely k begeeft met Gertrude, Dogter van Keizer Lotharius . Weduwe van Hendrik den Trotfen , en Moeder van den jongen Hertog van Saxen; eene verbintenisfe, door den Keizer uit ftaatkunde begunstigd , m de verwagting , dat Gertrude , (wiens invloed niet gering was) ten behoeve van haare Kinderen , welken uit dit tweede huwelyk mogten voortipruiten , eenigzins van de belangen ven den jongen Hendrik afgetrokken , en dus de verëeniging van twee der aanzienlykfte Hertogdommen op één hoofd, in gevalle die Vorst, zyne mannelyke jaaren bereikende, de réchten zyns Vaders op het Hertogdom van Beijeren mogt doen herleeven, des te zeekerder zou worden voorge' oomen. Guelph,wiens belangen by deeze fchikking uit het oog verlooren waren , blyft alleen den oorlog voortzet-  34i beknopt tydrekenkundig begrip der algemeene geschiedenis, ENGELAND, FRANKRYK. SPANJEN*» Port tt^*. bchot.and er. Ierland. bende , begint wederom de o- verliand te krygen. Voor het overige vak 'er, in dit en het volgende jaar, niets van aanbelang voor. 1146*. Stephanus, zyne voordee, Ien voortzettende, en door den v'veel vermogenden invloed der Geestelykheid onderfteund, wint verfcheidene plaatfen op Mathilda, wier aanhang, door deeze kleine doch herhaalde verliezen , en de langduurigheid van deezen burger-oorlog, merkelyk in yver begint te verflaauwen. Mathilda geeft echter den 'moed niet op; maar, in de onzeekerheid van den uitflag, acht zy het raadzaam , en Mahomed , welke laatfte uit het bloed der oude Konin°ea yan Cordoua afkomstig was. Zy verzoeken den byftand van Koning Alphonfus van Spanjen , en verkrygen dien gereedelyk , op voorwaarde van dien Vor t als Opper-Leenheer te erkennen, en hem eene jaarlykfche fchatting te betaalen De Moorfche Koning, Texufin , zig zedert eenige jaaren te Marocco opgehouden, hebbende, om aan de Almohaden wier opperhoofd, Abdulménon , hem dreigde van deii Troon te bonzen, het hoofd te bieden, zendt eene verfterking troepen naar Spanjen, onder bevel van Aben-Gama , dien hy tot Stedehouder van alle zyneStaaaten in dat Ryk benoemd had. H4J. Zefadola en Mahomet, met hulp van Alphonfus, eene groote flagting onder de Mooren aangeregt, en Aben-Gama eene zwaare nederlaag toegebragt hebbende, maaken zie meester van het grootfte gedeelte der Staaten van Texufin! Zefadola werpt zig op tot Koning van Valencia, Grenada en Murcia, en Mahomed van Cordoua, de erf bezitting zyner voorouderen. De laatfte heeft echter een kort genot van zyne nieuwe waardigheid, welke zeker vermogend, heerscnzugtig en arglistig Saraceen, Aben-Fandi, weet te overweldigen , door den ouden haat zyner Landsgenooten tegen de Chnstenen te verleevendigen, en hen een afkeer in te boezemen tegen hunnen Vorst, die niet alleen een verbond met deeze natuurlyke vyanden gefloten, maar ook zig cynsbaar aan hen gemaakt had. Hy tragt insgelyks Zefadola van zyne Staaten te berooven; doch die aanflag mislukt. 114Ó. Aben-Gama, eene nieuwe verfterking uit Africa ontfangen hebbende, trekt te velde tegen Zefadola. Deeze neemt zyn toevlugt tot Koning Alphonfus, die hem een talrvkLeger byzet, waardoor de Moorfche troepen op de vlugt gedreeven worden. Zefadola met de Spanjaarden in verfchil geraakt zynde over den behaalden buit, wordt, in de hitte van den twist, door eenige Spaanfche Soldaaten om het leven gebragt. 7.yn nieuw-gevestigd Koningryk raakt daardoor in de uiterfte verwarring, en Grenada valt weder in handen der Mooren. Aben-Gama keert hierop zyne wapenen tegen Cordoua, vermeestert die Stad, en dt'yft AbenFandi van daar. Die Vorst, na zo veel afkeer tegen de Christenen betoond te hebben , neemt nu zelf zyn toevlu"t tot Alphonfus , en fluit een verbond met hem , op gelvltc voorwaarden als Mahomed. De Spaanfche Koning rukt 'ter zyner hulpe in Andalufièn; doch Aben-Gama keert dien flag af, door een gelyk verdrag voor te (laan; waarin Alphonfus , verheugd van zyn oogmerk te bereiken , zonder iets te waagen , gereedelyk bewilligt. De Saraceenen, dus deor hunnen bondgenoot verhaten, moeten zig weder aan de Mooren onderwerpen. Intusfen wordt de Moorfche Koning, Texufin, in Africa door de Almohaden in de uiterfte engte gebragt, en genoodzaakt zig in een fterk Kasteel, waarfchynlyk het vermaarde Oran, op te fluiten. Abdulménon, vriigtéloos getragt hebbende, de plaats met geweld te veroveren, fteekt haar door kunst - vuurwerken in de brand, en alle de uitgangen bezet zynde, moet de ongelukkige Texufin met alle de zynen in de vlammen omkoomen. Vervolgens flaat Abdulménon het beleg om de Hoofdftad Marocco, alwaar de Aknoraviden, eenen Zoon van Texufin tot Vorst verkoozen de rust in het Ryk, fchoon niet in 's Konings, door wroeging gepynigd, gemoed, hergeld wordt. 114J. Paus Eugenius, op fterken aandrang der Christen Vorsten In het Oosten, die in het Westen tot een tweeden Kruistogt tegen de Ongeloovigen aanfpoorende, en allen, welken in deeze onderneeming deel namen , dezelfde voorrechten vergunnende , die wylen Paus Urbanus II. aan de eerfte Kruisvaarders verleend had, wordt Koning Lodewyk door den vermaarden St. Bernard , Abt van Clairvaux , overreed, •m deezen togt met al zyn vermogen te onderfleunen , cn in perfoon by te woonen , als het beste middel, om zyn gepleegden misdaad te boeten. De verftandige Staatsdienaar, Suger, wendt alle pogingen aan, om zynen Vorst eene ondernceming af te raaden, waarvan hy alles te vreezen, en niets te hoopen had; doch Lodewyk blyft onverzettelyk by zyn voorneemen , en neemt alle maatregelen, om hetzelve ten fpoedigften ter uitvoer te brengen. 1146. Lodewyk eene talryke Ryksvergadering te Vezehy faamgeroepen hebbende, doet de yverige en welfpreekende Bernard , (een man , wiens invloed door geheel Europa ongelooffelyk groot was, wiens raadgcevingen by Koningen en Vorsten als uitdrukkelyke bevelen des Hemels werden aangemerkt , en die , in het nederig gewaad eenes Monniks, meer gezag in Kerk en Staat voerde, dan de Paus zelve,) op eene verheevene ftellaadje ftaande, eene allerbewecglykfte redevoering ter aanpryzing van eenen togt, die hy verzeekerde, door God zelven gelast te zyn, en waarvan hy den allcrvoorfpoedigften en roemrykften uitflag durfde voorfpellen. Koning Lodewyk, wiens befluit reecis genoomen was, neemt de eerfte het Kruis aan, en verre het grootfte gedeelte der vergaderde menigte, zo Edelen als Onedelen, worden door de kiagtigc aanfpraak van Bernard bewoogen, om dit ren tegen den Koning op, en verwekt eenen Burger - Oorlog. Lodewyk, ten uiterften verbitterd, rukt in de landen van dien muiter, veroveitde Stad Vitry, cn laat, in eene vervoering vantoorn, de Kerk in brand fteeken, waarin ruim dertien-honderd ingezeetenen de wyk genoomen hadden , die allen jammerlyk in de vlammen omkoomen. Tot nadenken gekoomen, betoont Lodewyk een diep berouw over zyne wreedheid, onderwerpt zig aan eene geftrenge boetedoening , neemt Graave Tbibaud in genade aan , erkent den Aarts-Bisfchop van Bourges, en verzoent zig met den Pausfelyken Stoel, thans door Celestinus, een vreedelievend man, bekleed, die, op 's Vorsten eerfte aanzoek, het Interi-,,. —i,„fi-,„ j  tan CONSTANTINUS den GROOTEN af tot op den TEGENWOORDIGEN TYD. 343 ITALIËN, NEDERLANDEN. DUITSCHLAND, Het NOORDEN. Het GRLEKSCHE „:„ „ „vi „~,„A, ».,A~, I?Vk' MtïL ni~ïm flen beftuurder van hun nieuw-opgeworpenGemeenebest, aan zekerenjordanus.een bloedv and van wylen den Tegenpaus, Anacletus, herltellen den ouden Roomfchen Raad, en willen den Paus noodzaaken , om a.ieen van de Tiendens en liefdegiften te leeven, en zyn tnt her Geesrelvk geflagen , en redt het leven ter nauwernood door de vlugt. 1146. De Grootvorst Ufevolod overlydt, en wordt, in gevolge de verkiezing van eene groote meerderheid der Natie, opgevolgd d^ior wylen Mieuslaw s Zoon, isjaslaw 11. , beftuur der Kerke te be- paalen. Lucius, van Koning Rogier, met wien hyin eenig verfchil geraakt was, geen byftand kunnende verwagten , keert zig tot Keizer Conraad , die hem wel beklaagt :en in het gelyk ftelt, doch h'eufchelyk weigert, zig met de onlusten m Romen te bemoeijen. * ' '^'r.rfrïnv'MSK j . ' :'j'^-ijb -oobj^o?!) ,ai Meer ftoutmoedig dan voorzigtig onderneemt Lucius, om , met eene geringe ■ Legermagt, de Raadsheeren , en het Opperhoofd van Romen , van het Capitool te dryven ; doch zyne troepen worden door het Volk te rug gedreeven, en hy zelve met fteenen gefmeeten, en zo zwaar gekwetst, dat hy kort daarna overlydt. In deszelfs plaats wordt verkoozen zekere Bernard, een uitmuntend Leeilirng van den beroemden Abt van dien naam , en Monnik van de Orde der Cistercienfers, die den naam aanneemt van e u g e n i u s iii., 165. PUUS. De Romeinen , de verkiezing, van deezen man als' Bisfchop goedkeurende , weigeren echter deszelfs plegtige ordening toe te laaten, ten zy hy vooraf verklaare, alle Waereldlyk gezag te verzaaken , en zig alleen met de Geestelyke magt te zullen vergenoegen. Eugenius, hier toe niet tc beweegen, en voor als nog geen geweld durvende gebruiken , ontruimt de Stad, en vestigt zynen zetel te Viterbo. Nieuwe Kruistogt, door hem aangedrongen. \yk Frankryk.] Intusfen begeeft Arnold van Brescia zig in perfoon naar Romen, en hitst de ingezeetenen nog verder aan. Paus Eugenius , alle zagte middelen , en eindelyk die van den Kerkban , te vergeetsch beproefd hebbende , verzoekt den byftand van eenigen der voornaamfte italiaanfche Steden , die hem een groot aantal troepen byzetten , waarmede hy het beleg om Romen flaat. De Romeinen toonen zig hierop geneegen, om een verdrag aan te gaan , 't welk gefloten wordt, op voorwaarde, dat 'er eene algemeene vergiffenis verleend, en de zaaken op den vongen voet herfteld zullen worden, uitgezonderd dat de Raadsheeren hunne waardigheid zullen behouden , mits het oppergezag van den Paus erkennende. Dus voor het uiterlyke eene volkoomene , fchoon in der daad geveinsde , verzoening getroffen zynde, wordt de Paus, ais in zegepraal, te Romen binnengehaald. 1146. De Romeinen , meer dan ooit verbitterd tegen die van Tivoli, wier getrouwe byftand wel het meeste ter herftelling van den Pausfe had toegebragt, willen zig op deeze hunne oude vyanden wreeken. Eugenius zig met geweld hier tegen velzettende , hernieuwen zy den opftand met zulk eene woede, dat de Paus raadzaam acht, de Stad te ontruimen, en, na eenige Steden van Italiën bezogt te hebben , naar Frankryk den wyk neemt, om aldaar eenige oogenblikken van rust te fmaaken. Geduurende zyn afwee/en herftellen de Romeinen hunne geliefde Gemeenebestregeering, haaien den gevlugten Arnold van Brescia weder binnen, en dry ven alle'sPausfen vrienden buiten de Stad; waarna zy hunnen moed koelen aan die van Tivoh, door hen, echter grootendeels tot eigen fchade, den oorlog 1145. Keizer Conraad, der Kerke van Utrecht fteeds eene ongemeene gunste toedraagende , verleent haar het byzonder voorrecht , om haare eigene Bisfchoppen vryëlyk te mogen verkiezen , zonder daartoe^ae Keizerlyke goedkeuring cn bekrag- zetten, meest door vreemden byftand onderfteund, die egterniet genoegzaam was, om hem iets van aanbelang te doen onderneemen. . _ 1146. Dc Poolfche Koning, Ladislaus Lop aanilooking zyner heerschzugtige Gemakn- zantfehap naar htt Westen te zenden, ten einde van daar een nieuwen onderhand te bekomen; welk verzoek, cp .her nadrukkelykst aangedrongen, en door oe 'Westeifche Geestelykheid, inzonderheid Paus Eugenius en den vermaarden Abt St. Bernard, fen fterkften onderfteund, aanleiding gaf tot een tweeden Kruistogt. [\ergebyk Frankryk 1145 esc.} Keizer Manuël, den aanflag tegen Antiochiën , door zyns Vaders onverhoedfehen dood opgefchort, voortzettende , zendt eene talryke Scheeps-en Land-magt derwaards. Raimond, door de Grieken en Turken gelykelyk gedreigd, begeeft zig naar Conftantinopolen , vernedert zig voor den Keizer, doet boete voorden hoon ,' wylen Johannes aangedaan , erkent Manuël als Opper-Leenheer van Antiochiën , en wordt hierop in het bezit van dat Vorstendom, als een Leen van het Keizer-Ryk, bevestigd. —Het genot van den voorfpoed en opperfte eere het karakter van Manuël bedorven , of liever ontwikkeld hebbende, ftelt hy de goede verwagtingen, by den aanvang zyner regeeringe wegens hem Opgevat, deerlyk te leur. Tot verkwisting, trotsheid en ongeregelheid overflaande, de ingezeetenen door zwaai e belast tingen verdrukkende, en het beftuur van zaaken aan onwaardige Staatsdienaars o\ erlaatcnde, verliest hy byna alle die uitmuntendehoedaanigheeden , zyne perfoonlyke dapperheid en krygskunde uitgezonderd , welke hem voorheen de algemeene hoogachting en geneegenheid verworven, en den weg tot den Troon gebaand hadden. Zyne Gemalinne, Schoonzuster van den Duitfchen Keizer Conraad, op eene onwaardige wyze door hem behandeld verdraagt haar bitter lot met eene voorbeeldelyke lydzaamheid. 1145. i Manuël behaalt eenegrorte overwinning op den Sultan van Iconium, en dry ft hem met verlies op de vlugt. t I46. Den veldtogt tegen de Turken hervattende, behaalt Manuël weder aanmerkelykc voordeden , zonder echter *s vyands magt volkoomenly k te kunnen fnuiken,. Toebereidfelen tot name Vorstendommen ; door de Kruis vaarders in Afia gevestigd, de gedugte toebeieidlüen van Noradin , om de overigen insgeïykste overweldigen , en derzelver zwakke en weerlooze toeftand , beweegen de Christen Vorsren ,  344 BEKNOPT TYDREKENKUNDIG BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, ENGE- FRANK- SPANJEN ITA-. NEDER- DUITSCHLAND, Het Het GRIEK-» LAND, RYK. cn P O R- L1Ë <, LANDEN. en aangrenzende Ryken. NOOR- SCHERVK" Einde van het Eerfte Deel, TYB- Sehotland tn Ierland. dit voorbeeld te volgen. — zaam, baar Deezeyveraar Zoon, Hen- zig vervolgens drik, terug naar Duitschte zenden, land kerende, overreed Keizer Conraad, en een groot aantal Vorsten van dat Ryk, door zyn dringend en aanhoudend aanzoek , om insgelyks in deeze onderneeming deel te neemen. Zo groot was dc hoogachting voor deezen zeldzaamen man , dat men hem het opperbevel over het verëenigde Leger opdraagt ; doch, veel fchranderer, fchoon even dweepziek , dan de Apostel van den eerften Kruistogt, Petrus den Kluizenaar, wyst hy deeze eere van de hand; en 'er wordt befloten , dat Keizer Conraad en Koning Lodewyk in perfoon hunne Legers zullen aanvoeren, cn zig in het Oosten vereenigen. H47- Den Abt Suger, geduurende 's Konings afweezen, tot Regent van het Ryk aangefteld zynde , gaat Lodewyk , door zyne Gemalinne Eleonora vergezeld, en aan het hoofd van meer dan tagtig-duizend man, pp marsch naar het Oosten. ,. n , L) hN. en het Qcsten. mahnne , zyne Broeders alle moeilykheeden aan- zeventienden een tweeden kruisgedaan, en eindelyk van Grootvorst togt. f zie Frankryk hunne Staaten hebbende vznRusland. en Duitschland.'] tragtenteberoven, wordt — . 'J door hen, in eenen algemeenen opltand, uit het Ryk verdreeven, en het oppergezag vervolgens eenpariglyk opgedraagen aan zyn Biceder, « o L e s L 4 u s iv., j. Koning van Polen. Ladislaus neemt zyn toevlugt- tot Keizer Conraad, bloedverwant zyner Gemalinne, die hem zyne befclnrming toezegt, zo dra hy zoude te rug gekeerd zyn van den Kruistogt naar het Oosten, waartoe hy zig door een veimaaiden St. Bernard had laten overhaalen. [z,e Frankryk.} Het befluit tot deezen togt w ordt genomen in eene plegtige Ryksvergadering te bpiers, alwaar de meeste Vorsten, Guelph zelven niet uitgezonderd, die zig by deeze geleegenheid met den Keizer verzoent, zig vei binden , om in die onderneeming deel te neemen. - Dc Saxers alleen weigeren mede naar het Oosten te trekken, voor reden geevende, dat zy reeds we kelyk in eenen' heiligen togt waren ingewikkeld , door hunnen oorlog tegen de ongelooüge Wenden; doch de overige Volkeren van Duitschland neemen het krui? aan me; eene driftige geestvervoering , waarvan de ongelukkige Jooden wederom , gelyk by den eerften kruistogt, de eerf.e fla^toffers waren. Hertog Hendrik de Leeuw hernieuwt zyne aanfpraa1 en op Beije en; doch hy wordt overgehaald om zig ftil te houden, tot na de terugkomst des Keizers uit het Oosten. 1147. Keizer Conraad , het beftuur van 't Ryk aan zyn oudften Zoon, Hendrik , d e te Aken ah Roomsch Koning gekroond werd, opgedraagen 1 ebbende, gaat opmaibch naar het Cos en, aan het hoofd van ruim honderd-duizend man, en neemt den weg over Hongaryën , dtn Koning Geyfa dooi de overmagt zyner wapenen 1 oodzakende, om de oude hulde, als Leenman van het Ryk, te hernieuwen. 1 u >j al. en omgeleegene ktagtiginge, fen hebben- Staaten. voigenc het de, dien ge- oud gebruik, dugten vy- oorlog voortaan te and, twee aan te behoeven af jaarenlang, doen. te wagten. den kloek- — moedigden weerftand bieden. Een van Texufins Veldheeren, MahometAbenzat, neemt, met een talryk gevolg , den wyk naar Spanjen, en zig van den verwarden toeftand van Murcia en Valencia bedienende, werpt hy zig op tot onafhanglyk Vorsc dier beidé Koningryken. 1147. Koning Alphonfus , de ongeloovigen onder elkander hebbende laaten woelen , en beurtelings de verfchillende partyën onderfteund hebbende , om naderhand des te beter zynen flag waar te neemen, rukt nu onveihoedsch tegen hen te velde, verovert de gewigtige Vesting, Calatrava, in Castiliën , onderwerpt eindelyk het overige gedeelte dier Provincie aan zyne Kroon, dringt door tot in Grenada , vermeestert en bezet aldaar de voornaamfte Steden , en vervolgt zyn marsch tot aan den oever der Middellandfche Zee , alwaar hy de Sterke Stad Almeria, met hulp van eene Genuëefche Vloot, aan welke hy ter belooninge den geheelen buit overlaat, in eemt, en vervolgens byna onverhinderd in zegepraal te rug trekt.  I TYDREKENKUNDIGE TAFEL der Keizeren, Koningen , Pausfen , en verdere voornaame Vorsten ,in dit Deel voorkoomende ENGELAND, SCHOT- Cudred. . . 754. Andred. . . 827. Edred. . . 955. LAND en IERLAND. Sigebert. . . 75?- Edwy. ■ . . 95:9. Cenulf. . . 784. Koningen van Oost-Angliën. Edgar. . . 9 7 j. D.> h e p t a ft ch 1 e , of ze- Brithrik. . . 789. Eduard de Martelaar. 979. ven Saxifcfie Koningryken. Egbert. . . Uffa: . . 578. Ethelred II. . . 1016. Titil. . . 599. Edmund II., Yzerrib. 1017. Koningen van Kent. Koningen van Esfex. Redowald. . 614. Canutus de Groote. 103$. Earpwold. . . 633. Harold, Hazevoet. . 1039. Hengist. . • 488- Erchervin. . 587. Sigebert. . . 644. Hardicanutus. . . 1041; Escus. ; , 512. Sledda. . . 599. Egrik. . . Eduard de Belyder. 1066. Ocra.' . . J34- Sebert. . . 616. Annas. . . 654. Harold II. . . ■ Hermenrik. . 564. Saxred. Ethelrid. . . 655. Willem de Veroveraar. 1087. Ethelbert. ' . . 616. Seward. > . . . . 623. Adelwald. . . 664. Willem II.,de Roode. 1100. Eadbald.' . 640. Sigebert.J Aldulf. ' . ., 687. Hendrik. . . \\\%* Ercombert. . . 664. Siegebert II. onzeeker. Elfwald. . . 749. Stephanus van Blois. Egbert. . . 673. Sigebeit III. . . 655. Switheard. . . 750. Lotharius . . 685. Swithelm. onzteker. J Beorne. . o Koningen van Schotland. Richard. ' . . 685. Siger. . . 683. ï Ethelbert. 75°- Edrik. . . 687. Sebba. . . 694. Ethelbert II. . • 79°- Kenneth II. , . 8jr. Widred. . . 725. Sighard. L Ethelbert. III. . 792- Donald V. . . 858. Eadbert. . . 748. Senofrid. f - • • Conftantinus II. . 874. Ethelbert II. . 760. Offa. ' . . 709. Koningen van Mercia. Eth. , . 876. Aldrik. . . 794. Selred. . . 74Ó. ' Gregorius. . . 893. Edbert. . . 798. Crida. . . 594. Donald VI. . . 903. Koningen van Northumberland. Wibba. . 61 j. Conftantinus III. . 943. Koning van Susfex. Ceorl. . . 624. Maicolm. . . 959. Ida. . . . 559. Penda. . . 655. Indulf. . . 968. Aella. ' . . J14. Adda. . . 566. Peada. .' . 657. Duff. . . 972. Cisfa. . - . 590. Glappa. . . . 571. Wolfer.' . . 674. Kulen. . . . 976. Ceaulin. ' . . 593. Fridulph. . . 579. Ethelred. ' . . 704. Kenneth III. . . 9001. Cearlik. • . 598. Theodorik. . 5S6. Kendred'. . . 709.. Conftantinus IV. . ioéfe. Ceolulf. . .611. Athalarik. , 591. Ceolred. . . 716. Grim. . . iokj. Cynegils. . 642. Adelfrid. . . 617. Eihelbald. . . 757. Malcolm II. . . 1040. Kenwalch. ' .. . 672. Edwin. . . 633. Offa. . . 796. Dunkan. . . 1046. Adelwalch. . 685. Anfrid. ' . . 634. Egfrid. . . . Mackbeth. . . ioói. Berethun. ' : Oswald. . . 042. Cenulf. . . 819., Malcolm III. . 1093. Authun . ' . Oswv. : . 670. Kenelm. . . —■ Donald VII. . 1093. Egfrid. ' . . 685. Ceolulf. . . . 821. Dunkan II. . . 109Ö. Koninoen van Wesfex. Alfred. '. '. 705. Bernulf.' . . 823. Donald VII. herfteld. 1098. Osred. . . 717. Ludecan. . 825. Edgar. . . H07. Cerdik. . . 534. Kenred. ' . . 719. Wiglaff.' '. . , Alexander. . . 112J. Kenrik. ' . .' 5Ó0. Osrik. .' • 730. David. . . . . Ceaulin. . ' . 593. Celwulf. • . 738. Koningen van Engeland. Cearlik. . . 598. Eadbert. . . 757. FRANKRYK. Ceolulf. . . 611. Ofulf. . • 758. Egbert. . ... 838. Cynegils. . ' . 642. Mollo. . • 766. Ethelwolf. . . 857. Koningen van Frankryk, van den Kenwalch. . . 671. Alcred. ' . . ' 774. Ethelbald.' . . 860. eerften, of MirovingifchenStasn. Cenfus. . . 676. Ethelred. . . 779. Ethelbert. . . 866. Escwin. . '. 676. Alfuald. . . 789. Ethelred. . . 871. Pharamond.' . . 418. Kentwin. .' . 685. Osred II. . . 790. Alfred. . . 901. Clodion. . 448. Ceodwalla. . . 689. Osred III. . 796. Eduard de Oude. . 925. Meroveus. , . 458. Ina. . • 727. Ardulf. . . 808. Athelstan. . 941. Childerik. . . 481. Adelard . . 740. Alfuald II. . 810. Edmund. . ' . 946. Clovis I. ' ,' , 511. " Cu- ' An- Ed- Chil- 428. 448. 4<;8. 481. 51Ü Chil- (*) De getallen, arter de naamen der Vorsten gefteld, ftrekkin, om het f aar van Trin overlyden, of afftand van de regeering, aan te wyzen. Van zulke Vorst én , iVier geregelde opvslging in ditWirk wordt opgëgecven, zyn alleen de bloo'e naam■ n gefteld; dochvandi overigen, welken flegts m en dan, by gekegenheid van etnjg da/imtrkelyk voorval, 'hsn betreffende, worden aangehaald, is de orde hunner opvolging byge( oegd, , I. D E E L. Xx  II. TYDREKENKUNDIGE TAFEL. Childebert. . . 55?. ThsedigÜ. ; . 549= Saachc IV. g ; 1076. Landvoogd der Griekfche Keizer* 90Laïls- • • 562. Agua. . : 554. sanche V. . . 1094. m ItaliL QianhBt . 566. Atiianagfld. . . 507. Pedro. . . 1104 Chilp-rk . . 584. Liuba I . . 572. Alphonfus. . . 1134. Narfes. . rfa Clotaris II. . . 628. Leowigild. . . 585. Garcias IV., Ramirez.. ' 3 1 Dagobert. . 638. Rechared I. . . 601. Uxkrchm van Kivenna. of Clovis II. . . éóo. Liuba II. . . 603. Koningen van Arragon. Stedehouders der Griekl,iJ Clotaris III. . . 670. Witherik. . . . 610. Keizeren in Lat Childerik HL . . 673. Gondemar. . . 612. Ramiro. > . 1063 Theodorik UI. . . 692. Sifebut. . . 621. Sanche. . ' 1004 Longinus ,0, Clovis III . . 695. Rechared II. . . — Pedro. . ■ . no2 Smaiadus ' ' cjt Childebert III. . .711. Suïnthila. . . 630. Alphonfus. ; . 11-34 Romanus ' ' ' %q' Dagobert. III. . . 716. Sifenand. . . 636. Ramiro II. . n37 Callinicus ' * 60Y Chilperik.11 . . 710 Chintila. . . 640. Petronelia. . . Smaragdus herfteld. ' 611' .Theodonk IV. 736. Tulga. . 642. Johannes Lemigius. . 616 tusfenregeermg. 742. Chindaswinth. . 652. Koningen van Portugal. Eleuthenus. 61 o' Childeik UI. . . 751. Receswinth. . . 672. Ifaacus ' ' Cai Wamba. . . 680. Alphonfus Henriques Plato ' ' ' (Z$ Konmgn, tra Frankryk, van den Ervige. . . 687. Theodorus Callio'pas ' 640' tueeien, cf Carltvmgtfcr.cn Stam. Lgiza. . . 700. ITALIËN, Olympius. " 6~*' „ yiti,za\ • • • 710, omgeleegene Staaten. Theodorus he 'üeld ' 6Cfï Pepyn . . 768. Roderik. . 711. Gregorius. . . * 678* Karei de Groote. . 814. Roomfche Keizeren. Theodorus II 687' Lodewy;'n Zoon. 1115! WrarLlaus. . . 916. Hertogen van Beijeren. Hendrik, Kleinzoon Simon, zyn Zoon. 1139.' Wences'.aus. . . 938. van Hendrik,Zoon Mattheus, zyn Zoon. Bole-laus de Wreede. 967. Leopold de Groofe. 907. van Keizer Conraad, Boleslaus II. de Kuifche. 999. Arnold de Kwaade, (Keizer,) . . . 1056. Palts-Graaven van Lotharingen, Boleflaus III. . 1004. zyn Zoon. . 937. Hendrik, zyn Zoon, daarnaPausgraavtnaand.nhyn. Ulodomir. . . IC05. Eberha'-d, zyn Zoon. (Keizer,) . . 1106. Jaromir. . . 1040. Berthold, Broeder van Hendrik, zyn Zoon, Herman. . . 995. Udalrik. . . IC37. Arnold den Kwaaden. 945. (Keizer,) . .' . 1116. Erenfroy, zyn Zoon. 1035. Przeti laus. . . 1055. Hendrik van Saxen, Conraad van Hohen- Otto, zyn Zoon. . 1047. Spi inheus II. . icói. Schoonzoon van Ar- ltauffen, zyn Zusters Hendrik', Broeders Zoon Wiaaslaus II. . . 1095. oold den Kwaaden, Zoon,(Keizer,) . van Ereaitoy. . ic6i. Con- Broc Her- Hei-  TYDREKENKUNDIGE TAFEL. V. Herman, zvn Broeder. 1015. Stenchil. . . 1060. Othman. . . 656. gonatns. . . 685. Hendrik du Lac, Zoon Ingo III., de Godvrug- Alu . . 65Q- Justinianus II. . 695 van Hendrik, (neemt het tige. . . 1064. Haian. . . .660. Leoncius.. . . 698. eerst den tytel van Paus- Halstan. . . 1080. Moawyah. . . 679. Fiberius II. 705. Graaf aan den Rhyn). 1095. Phihppus. . . noo. Yezid. ■ . 683. Justinianus II. herfteld. 711. Siegfroy, Graat van Or- Ingo III., de Zagtzin- Moawyah II. . 1 Philippicus . . 713. lamund zyn Stiefzoon, n 13. nige . . 1130. Abdallah. . . —Ananafms II r 716. Govert,GraafvanCalbe.U29. Ragwald. . . 1133. M.e,rw,anVl ■ • 684- Theodofius III 7i7. Willem, Zoon van Magnus. . 1135. Abdulmelik. . 705. Led III., de Ifaurier. 74I. Sieefróy 1140. Suercher II. . . Alwalid. . . 715. ConP.anunus V. , CoHerman .Graaf Van Solyman. . 717 proriyraus. . 775. Stahlek . . Grootvorsten van Rusland. Omar II. . . 719. Leo IV . . 7B0. MameK- Yezid II. . 723. Conltantinus VI., PorMarkgraaven van Oostenryk. Roruk. . . 878. Hesham . . 743. phyrogeneta. . 797. £ Olch 913 Alwalid II. . 744. Irene. . . 802. Leopold. . . 988. Igo°' .' .' 945- Y«ut III. . . Nicephorus. . 811. Hendrik, zyn Zoon. 1018. Swetoslaw. . . 97*- ^rahim- TT • ■ S-^Tó 't • ' T~ Albert, zyn Zoon. 10&6. Jaropolk. . 980. Merwan II. . 750. Michaël Rangabe. _ 813. Leopold, zyn Zoon. 1043. Olegh II. . . 974- Abul Abbas. . . 753- Leo V de Armeniër. 820. Ernst, zyn Broeder. 1075. Ulodomir. . . 1015. A manfor. . . 774. Michael l. de Stameraar. 829. Leopold de Schoone, Jaroslaw. . . 1054. Almodi. . . 7»5- Theophilus . : 842. zvn Zoon 1096. Isjaslaw. . . 1078. Alhadi. . . 786. Michaël III. . 867. Leopold de Vroome, Ufevolod. . . 1093. Haroün Alrafchid. . 809. Bazilius , de Macedoniër. 886. zyn Zoon. . 1136. Swetopolk. . . 1114. Al - Amm. . . 813. Leo VI., de Wysgeer. 911. Leopold, zyn Zoon. 1141. Ulodomir II. . .1125. Almamun. . 833. Alexander. . 912. Hendrik Johfammer- Mietislaw. . . 1132. Ahnotafem. - . 842. Conftantinus VII., got, zyn Broeder.. . Jaropolk II. . . 1138. A watheck, . 847. Porphyrogeneta. . 959. b 1 Ugatcheslaw. . '■ Almotawakkel. . 861. Romanus Lecapenus. 948. Marigraaven van Brandenburg. Uievolod II.' . . II46. Almontafer. . 862. Romanus II. . 963. Isjaslaw II. . . Almostain. . . 866. Bazilius II. . . 1025. Albert de Beer Almotaz. . . 869. Conftantinus VIII. 1028. Het GRIEKSCHE RYK, Almohtadi. . ' 870. Nicephorus II., Phocas. 969. Het NOORDEN. en het Oosten. Almotamed. . . 892. Johannes Zemisces. 976. Almotaded. . 900. Romanus III., Argyrus. 1034. Ktnin-en van Beenemarken. Koningen van Perfiën. Almocftafi. . . 907. Michaël IV., de Pa- ó Almoktader. . 932. phlagonier. . . ic4i. Gormon III., de Oude. 915. Sapor II. . . 379. Alkaher. . . 933. Michaël V. Calaphates. 1042. Harold VII., Blatand. 985. Artaxerxes II. . 384. Alradi. . . 940. Zoe. . . 1052. Sweyn , of Sweno. 1014. Sapor III. . . 389- Pe°dora- f^\. io56- Canutus II de Groote. 1035. Varanes IV. . . 399. Griekfche Keizers. Conftantinus IX. Mo- Hardicanutus, ot Ca- Isdegerd. . . 420. nomachus. . . 1057. nutus III . 1041. Varanes V. . . 441. Arcadius. . . 4°8- Ifaacus Comnenus. . 1059. Magnus 1048. Isdegerd II. . . 457. Theodofius II. . 45°- Conftantinus X. Ducas. 1067. Sweno II . . 1074. Hormisdas II. . 461. Marcianus. . . 457- Romanus IV., Dioge- Harold VÏII . . 1080. Perofus. . . 4^5- Leo, de Thraciër. 474- nes. . . 1071. Canutus IV . . 1086. Obale. . . . 489. Leo II., de Jonge. ■ Michaël VII. Ducas. 1078. Olaus IV. . . 1095. Cabadès. . . 531- Zeno, de Ifauriër. . 491. Nicephorus III. Bota- Erik II, de Goede. 1103. Chrosroës. . . 579- Anaftafius. . . 518. mates. . . 1081. Mcolaas . . 1135. Hormisdas III. . 592. Justinus. . . 527. Alexis, Comnenus. 1118. Erik III .deDoorluch- Chosroës II. . 628. Justinianus. . . 565. Johannes Comnenus. 1143. tige . . 1138. Siroës. . • Justinus II. . 578. Manuël Comnenus. Erik IV., het Lam. ' Artaxerxes III. . 629. Tiberius. . . 582. f-: Zeven dwingelanden. 632. Mauricius. . 602. Keningen van Jerufalem. Konwen van Zweeden. Isdegerd III. . . . 651. Phocas. . . 610. 0 Heraclius. . 641. Godefroy van Bouillon. 1000. Olaus, de Tolpliotige 1022. Saraceenfche Caliphen. Cc nflantinus III. Boudewyn. . . 1118. Asmund, Kolbienner. 1035. He acleonas. . Boudewyn II . 1131. Asmund, Slemme. 1041. Abubeker. . . 634. CcnftansII. . . 668. Foulques van Anjou. 1141. Haco . 1054. Omar. . . 644. Conftantinus IV., Po- Boudewyn III. . . Hen- Och- go- X13 Til. km  VI. BLA D V YZER DER VOORNAAMSTE PERSOONEN XN PLAATSEN, In dit Eerfte Deel voorkoomende. N.B. De CyfFerletters wyzen de Bladzyden aan, waar een Artykel gevonden wordt; en wanneer hetzelve op eenige agter een volgende Bladzyden voorkomt, heeft men flegts de Cyfferletter der eerfte en laatfte Bladzyde /plaatst met een ftreepje tusfen beiden: Wy hebben hier alleenlyk de naamenvan Perfoonen en Plaatfen , en eenige weinige' aanmerkelyke zaaken gefteld, wyl een Bladwyzer van Gebeurtenisfen op een Werk, dat reeds een KortBegripfs naar evenredigheid van het geheel, al te zeer zoude zyn uitgedyd. " ° * A. Aba, derde Koning van Hongaryën. 248, 251. Abaaren , eene barbaarfche Natie. 74, 75, 76, 78, 85, 89, 91, 93, 95, 106, 143, 144. Abasfidcn, een gefiagt van Caliphen.129. Abbas, Bisfchop van Suza. 27. . Abdalasfiz , Saraceensch Stedehouder van Spanjen. 120. Abdallah , negende Caliph. 111, 1 13. Abdallah , een Saraceensch Veldheer. 102, 103. Abdelmelich, een Saraceensch Legerhoofd. 224. Abderamen, Saraceensch Stedehouder van Spanjen. 124, 126. Abderamen, eerfte Spaanfche Caliph , of Koning van Cordoua. 132- 142. Abderamen II., Koning van Cordoua. r52- Aldulmelik, elfde Caliph. 111 - 117. Abdulmelik, Saraceenfche Stedehouder van Spanjen. 124, 126, 127. Abdulménon , Hoofd der Almohaden , en zedert Koning van Marocco. 336, 340, 342. Abelard een beroemd geleerde. 336,338. Aben - Gama , Moorfche Stedehouder van Spanjen. 340, 342. Abubeker, eerfte Caliph. 97 , 99. Abul Abbas, een- en- twintigfte Caliph 129, 131. Abu Obeidah, een Saraceensch Veldheer. 99 , 101. Abu-Taleb, Oom van Mahomed. 95. Aca- Acacius, Bisfchop van Conftantinopolen 45, &c. Acra , eene Vesting in het Oosten. 305. Adalwald, vyfde Lombardifche Koning. 92-96. Adda, tweede Koning van Northura- ■ berland. 74, 76. Adelard, dertiende Koning van Wesfex. 124, 116. Adelbert, Koning van Italiën. 204-210. Adelbert , eerfte Hertog van Toscaanen. 175. Adelbert II. , Hertog van Toscaanen. 183 Adelbert, Graaf van Bamberg. 185, 186. Adelbert, Bisfchop van Praag. 225. Adelchis, Prins der Lombarden. 134-140. Adelfrid, Koning van Deïri, naderhand zevende Koning van Northumberland 84 - 92. Adelwalch, agtlte Koning van Susfex. 102 - 110. Adelwald, negende Koning van OostAngliën. 104, 106. Adeodatus, zes-en- zeventigftë Paus. 109. Adolph van Schaumburg, eerfte Graaf van Holftein. 309. Adoptionarisfen, eene foort van Ketters. 140, 143, 144, 145. Adifanopolen , eene Stad in het Oosten. 15. Adrianus, vier - en - negentigfte Paus. 136-144. Adrianus II., Eonderd-vyfdePaus. r68171. Adrianus III., honderd-agtfte Paus. 176. Acgi- Aegidius, een Roomsch Veldheer, en teven? Ryksbeftuürderin Frankryk.42. Aella, Koning van Deïri. 70, 84. Aella, een Saxisch Prins, eerfte Koning van Susfex. 46-54. Aëtius, een Roomsch Veldheer. 30-40. Africa, eerst eene Roomfche Provincie, naderhand onder de magt der Wandaalen , Saraceenen &c. 6, 12, 18, 25 > 29 , 30, 31 , 61, 102, 107, 113' 114- en r er der er, der Srcnjm. Agapetus, zes- en vyftigfte Paus. 62, 63. Agapetus II., honderd-negen-en-twintigfte Paus. 204-207. Agatho , agt - en - zeventigftë Paus. 109, 110. Agila , dertiende West - Gothifche Koning. 70. Agilulf, vierde Lombardifche Koning 87-92. Agnes, Gemalin van Keizer Hendrikden Derden. 256-261. Aichftedr, een Bisdom in Duitschland. 127, 135. Ailsford , eene Stad in Engeland. 30. Aiftolph, twee - en- twintigfte Lombardifche Koning. 129- 133. Aken, eene Stad in Duitschland. 145. Alaanen, eene barbaarfche Natie. 14, 16,22 24,26,28,34,38, 42. Alahor , Saraceensch Stedehouder van Spanjen. izo, 122. Al-Amin , zes- en- twintigfte Caliph. 149» I.5I- - Alarik, Koning der Gothen. 18-25. AlarikII., agtlte West-Gothifche Koning. 47-50. Albe-  B" L A D W Y Z E R. Vil, Alberik, Hertog van Spoleto. 190,194. Alberik, Opperhoofd van Romen. 196, 207. Albert-Azzo, eerfte Graaf van Modena. 204, 207 , 209. Albert de Beer, eerfte Ryks-Vorstelykè Markgraaf van Brandenburg.331, 341. Alboïnus, eerfte Koning der Lomtarden in Italiën. 76 - 80. Alcahan, Koning van Cordoua .144-152. Alcoran , het Wetboek der Mohanimedaanen. 95 , 99. Alcied, een- en- twintigfte Koning van Northumberland. 134, 138. Alcuinus, een geleerd Monnik. 142,145. Aldrik, vyttiende Koning van Kent. 132 , 142. Aldulf, tiende Koning van Oost-Angliën. 106, 112. Aledran , eerfte Markgraaf van Montferrat. 210. Aleppo , eeneStad in het Oosten. 67, 99. Alexander, negen - en - dertigfte GrieKfche Keizer. 187 , 188. Alexander, twee- en- twintigfte Koning" van Schotland. 308, 3.0. Alexander II., honderd- vier- en- vyftigfte Paus. 159. Alexander, Bbfcnop van Alexandriën. I. Alexandriën, eene Stad in her Oosten. 2, 3, 5 , 7, 27 39 , 93 , 101, 103. Alexis Comnenus, negen- en- vyltigfte Griekfche Keizer. 277-315. Alfred, zesde Koning van Engeland. 170- 184. Alfed, dertiende Koning vsn Northumberland. 110 , 116. Alfuald, drie- en- twintigfte Koning van Northumberland. 140, 142. Alfuüd II., zeven- en twintigfte Koning van Nothumbetland. 148. Algarve , een Koningryk in Portugal.92. Algemeen Bisfchop, een betwiste tytel. 85 , 87 , 90 , 237. Alhadi, vier- en- twintigfte Caliph. 141. Ali, Neef van Mahomed , naderhand vierde Caliph. 95-105. Ali Ben-Juzef, Koning van Marocco. 310, 8cc. Al-Mostali, Caliph van Egypten. 300, 301. Alkaher, negen - en - dertigfte Caliph. 197. Alkmaar, eene Stad in de Nederlanden. 194. 329AUemannen, eene Duitfche Natie. 15 , 22 , 50. Almamun, zeven- en- twintigfte Caliph, 151 , 155. Almanfor, twee- en- twintigfte Caliph 131 - 137. Almanior, een Saraceensch Veldheer 218-224. Almeria, eene Stad in Spanjen. 344 Ahnoetan, zeven - en - dertigfte Caliph •$5,187. Ahuo Almodi , drie- en- twintigfte Caliph. 137-141. Almohaden, eene Moorfche Secte. 318, 336, 340. Almohtadi , vier- en- dertigfte Caliph. 169, 171. Almoktader, agt-en - dertigfte Caliph. 187-197. Almontafer, een-en-dertigfte Caliph.167. Almoftain, twee- en- dertigfte Caliph. 167 , 169. Almntaded, zes- en- dertigfte Caliph. 1-81 , 183. Almotamed, vyf- en- dertigfte Caliph. 171 , 181. Almotafem, agt- en- twintigfte Caliph. 157 , 159. Almotawakkel.dertigfte Caliph. 161,167. Almotaz , drie-en-dertigfte Caliph. 169. Alp Arslan , Sultan der beljukfche Turken. 265, 269. Alphonfus, de Catholyke , derde Koning van Spanjen. 127- 133. Alphonfus II. , de Kurfche, negende Koning van Spanjen. 143- 158. Alphonfus III., de Groote , twaalfde Koning van Spanjen. 168.-186. Alphonfus IV., zestiende Koning van Spanjen. 192. Alphonfus V. twee- en- twintigfte Koning van Spanjen. 224-238. Alphonfus VI., Koning van Leon, naderhand zes- en- twintigfte Koning ' van Spanjen. 263 310. Alphonfus VII., zeven- en- twintigfte Koning van Spanjen. 310-322. Alphontus VIII., Raimond, agt- entwintigfte Koning van Spanjen. 322344- Alphonfus Henriques, tweede Graaf, en vervolgens eerfte Koning van Portugal. 328 - 344. Alphonfus de btrydbaare, elfde Koning van Navarre, en vierde Koning van Arragon. 304 - 328. Alradi, veertiglte Caliph. 197, 201. Alwalid, twaalfde Caliph. 117-121. Alwalid II., zeventiende Caliph. 127, 129. Alwatheck, negen- en- twintigfte Caliph. 159, 161. Amalafrede , Gemalir.en van Thrafamond. 50, 58. Amalarik, tiende Oost - Gothifche Koning. 50 - 58^ Amalafonte , Dogter van Theodorik den Grooten. 56-62. Amalfi , een Hertogdom in Italiën. 160, 276. Ambrofius Aurelianus, Veldheer , en naderhand derde Koning der Britten. 42-52. Ambrofius, Bisfchop van Milaan. «6-20. Amida, eene Stad in het Oosten.8,9, 51. . Aming, een Fransen Veldheer. 74, 76. Am- Amrou, een Saraceensch Veldheer. 99. Anacletus, Tegen-Paus. 324-334. Anaftafius, zevende GriekicheKeizer.49. Anaftafius II. ,drie- en-twintigfte Griekfche Keizer. 121 , 123. Anaftafius, agt- en- dertigfte Paus. 11,22. ■ Anaftafius II., negen- en- veertigfte Paus. 49, 50. Anastafïus III., honderd- en- twintigfte Paus. 186, 188. Ancona, eene Stad in Italiën. 70. Andalufien, eene Provincie in Spanjen. 70. Andreas, vierde Koning van Hongaryën. 253-261. Andred, agt- en- twintigfte en laatfte Koning van Northumbeiland. 1 50,154. Andred-Ceaster , eëne Britfche Vesting. 48. Anfnd, negende Koning van Northumberland. 98. Angelile, Hertog van Auftrafiën. 110. Anglen of Angiofaxen, eene Duitfche Natie. 48. Anhalt, of Ascaniën, een aanzienlyk Huis en Voistendom in Duitschland. 3°9- Amcia, eene fchatryke Vrouw te Conftantinopolen. 75. Anienus, een vermaard Rechtsgeleerde. 50. Anlaf, een Deensch Prins. 200, 202. Anna, Groottvorstinne van Rusland.221. Anna Comnena , Dogter van den Griek-, fchen Keizer Alexis. 315. Annas, zevende Koning van Oost - Angliën. 100, 102. Anfelmus, Aarts - Bisfchop van Canterbuiy. 292 - 308. Ansgar, Christen Apostel in het Noorden. 154. Ansprand , een Lombardifche Groote , naderhand agttiende Lombardifche Koning. 115 - 121. Anthemius, Roomsch Keizer. 43, 44. Anthenrius, Staatsdienaar van Theodofius II., 23 - 27. Antiochiën, eene Stad , zedert een Christen Vorstendom in het Oosten. 3, 5, 10, 17, 20, 39, 57, 67, 99, 211 , 299, 333-335- „ ; Antor.nia,Gemalin vanBehlanus.64, 09. Antwerpen, eene Stad en Markgraaffchap in Nederlanden. 156, 273. Apuliën , eene Provincie, naderhand een Graaffchap en Hertogdom in Italiën. 235 , 248. en nrd/r alomme. Aquiléa , eene Stad in Italiën. 9, 10, 17, 18, 21 , 39, 78. Aquitaniën , eene Provincie in Frankryk , vervolgens een Koningryk, en naderhand een Hertogdom. 138 ,150, 156 , 162 , 166. A abiereh. Zie Saraceenen. Arbetion, een Roomsch Veldheer. 8, ArhöS  VIII. BLAD VV YZER Arbogaftes, een Roomsch Veldheer. r8, 19. Arcadius, eerfte Griekfche Keizer. 16-23. Arclumbaud, Hofmeester van Frankryk. 102. Aid'aourius, een Grieksch Veldheer. =9- 33- Ardabu.ms, Zoon van Aspar. 45. Ardarik, Koning de; Gepiden. 31 , 41. Arduinus, Koning van Italiën. 228 , 229. Ardulf, zeven- en- twintigfte Konin» van Northumberland. 144, 148. Arechis, Prins van Benevent. 137-140. Argvius, Vorst van Bari. 246,'248, 252, 266. Ariadne, Gemalin van Zeno en Anaftafius. 45, 49. Ariovald, zesde Lombardifche Koning. 96, 98. Aripert, negende Lombardifche Koning. 103 , 104. Aripert II., zeventiende Lombardifche Koning. 115-121. Arius, Hoofd eener Secte. 1 - 3. Arles, eene Stad in Frankryk. 25 , 52. Arles, een Ryk in Frankryk. 174. Armeniën, een Rvk in hét Oosten. 4, *3> 14. 35- 65» 81, 93, 107, in , 113, 335. Armoriërs, eene Natie in Bretagne. 24, 42. 50- Arnold, agtfte Keizer, en Koning van Italiën. 179-183. Arnold de Kwaade, Hertog van Beijeren. 187, 191, 193, 198, 199. Arnold van Brescia , een vermaard hervormer. 336, 340, 343. Arnoud, derde Graaf van Holland. 221. 223- Arragon , eene Provincie , naderhand een Koningryk in Spanjen. 147, 242,332. Arriaanen, eene Christen Secte. A- lomme in den aanvang van dit Deel. Arfaces, Koning van Armeniën. 13. Artabanes , een Grieksch Veldheer. [ 69, 70. Artaxerxes II. , tiende Koning vanPer- fiën. 15 , 16. Artaxerxes III., vier- en- twintigfte '. Koning van Perfiën 97. Arthur, vierde Koningder Britten.52-62. Asmund Kolbrenner, tweede Koning ] van Zweeden. 237 , 243. Asmund Slemme, derde Koning van Zweeden. 243, 249. Aspar, een Grieksch Veldheer. 32 - 45. ] Aftorga , eene Stad in Spanjen. 40. Asturiën, eene Provincie in Spanjen. 1 26, 40, 90, 122 en verder a.omme. Atabeck Zenghi, 7At zenghi. 1 Atacius, Koning der Alaanen. 28. Ataulphus, eerfte West-Gothifche Ko- ] ning in Spanjen. 24-26. Athalarik, tweedeOost-Gothifche Ko- I jïing 57 - 61. Atha- Athalarik, zesde Koning van Northumberland. 84, 86. Athanagild, veertiende West-Gothifche Koning 70 - 76. Athanarix, Koning der West - Gothen. Atnanauus , Bisfchop van Alexandriën. 1 - 13. Athelftan , agtfte Koning van Engeland. 196-200. Athelwold , een Engelsch Giaaf. 210. Athenais, Gemalin van Theodoüus. 29. Attalus, een opgeworpen Keizer. 24-27.' Attila, Koning der Hunnen. 33-41. Aucupa , Saraceensch Stedehouder van Spanjen. 126, 127. Augsburg, eene St'ad en Bisdom, in Duitschland. 39, 135. Augustinus, Bislcnop \ an Hippon.25-32. Augustinus, een Benedictyner Monnik , naderhand eerde Aarts-Bisfchop van Canterbury. 86. Augustulus, Roomsch Keizer. 45, 46. Aurelio , vyfde Koning van Spanjen. Aulomus,Leermeester van Gratianus. 14. Auftrafiën , een Ryk in Frankryk. 52, 54 • 101, 150. ' Autharik, derde Lombardifche Koning. 83-86. Authun, tiende en laatfte Koning van SuKfex. 11 o. Autun, eene Stad in Frankryk. 6 , 7. Auvergne, eene Provincie in Frankryk. 44. Averfa, een Graaffchap in Italiën. 240 . 324- Avitus, Praefect van Gaulen, naderhand Roomsch Keizer 34-41. Ayesha, Gemalin van Mahomed. 105. B. Baden, een Markgraaffchap in Diutsch- land 137 , 2-73Bagdad, Zeiel der Caliphen. 137. Balderik, Koning van Thuringen. 54. 3amberg, een Graaffchap, zedert een Bisdom in Duitschland. 186, -231,154. Mandor, een vermaard Klooster. 86. 3anko, Stamvader van het Huis van i>tuart in Schotland. 258. Barbatio , een Roomsch Veldheer. 9. Barcelona, eene Stad en Vorstendom in Spanjen. 146 , 160, 162, 332. Bardanes, een Grieksch Veldheer. 147. Bardas, Broeder der Griekfche Keizerin [ Theodora. 163 - 169. la-das Phocas, Grieksch Veldheer en Tegen-Keizer. 115- 2.21. ] ia das Sclerus, Grieksch Veldheer en Tegen-Keizer. 213-221. ] Sareith, een Bisdom in Duitschland. 127 , 135. ] 'Mei, een Bisdom in Duitschland. 135. ] . ' - " Ba- Bafüiscus, eea Grieksch Veldheer cb Dwingeland. 43-46. Basfoia , eene Stad in het Oosten, ior 105. Batilde , Gemalin van Clovis II., 102 104, 106. Bazilius, de Macedoniër, zeven-en-der- tigite Griekfche Keizer. 169- 177. Bazilius II., drie-en-veertiglie Griekfche Keizer. 211-239. Bazine, Gemalin van Childerik L 44. Beeldendienst in de Kerke. 1^5 t7f 139, 14* , IJl, 153, 161. oeia i., vytde Koning van Hongaryën. 253-261. Bela II., de Blinde , elfde Koning van Hongaryën. 313-339. Belifarius, een beroemd Grieksch Veld- heer 59-77. Benediöus, een-en-zestigftePaus. 80,82 Benedictus II., tagtigftePaus. no. in. Benedictus III., hoirderd-en-dtrde Paus 165. Benedictus IV., honderd- en- zestiende Paus. 184. 185. Benedidrus V., Tegen-Paus. 210. Benedictus VI., honderd- drie- en- dertigfte Paus. 214. Benedictus VIL, honderd-vyf-en-dertigfte Paus. 214, 218. Benedictus VIII., honderd-drie-en-veertigfte Paus. 232 - 236. Benedictus IX., honderd-vyf-en-veertigfte Paus. 242 - 250. Benedictus X. , honderd-twee-en-vyftigfte Paus. 256 , 258. Benedictus van Murfia , Stigter eener vermaarde Monnik-Orde. 57. Benedictynen , eene vermaarde MonnikOrde. 57. Benevent, een Hertogdom in Italiën. 79,106,137,138, 160,180, 182,' 254, 276. Beorne, dertiende Koning van OostAngliën. 130, r32. Bera, Graaf van Barcelona. 146, 152. Berchtolsgaden, eene Vorstlyke Proost- dy in Duitschland. 309. Berengarius, Koning van Italiën, en Tegen-Keizer. 178- 194. Berengarius II., Komng van Italiën. 204- zio. T ïerengarius, een vermaard beftryderder TrariSfubiianiiatie. 252, 258, 278. 3erethun, negende Koning van Susfex. 110. Bernard, Koning van Italiën. 148-151. 3ernard, Graave van Barcelona. 1*2 '. 155. 160. . 3 ' Bernard , Graaf van Touloufe en Vorst van Tripoli. 311. Bernard, Abt van Clairveaux, prediker. van den tweeden kruistogt. 324 - 341 Bernicia, eenRvk in Northumberland. 70! Bernulf, zestiende Koning van Mercia* - J5-. . . Ber-  B L A D W Y Z E R. IX.1 Bertha , Gemalin van Ethelbert. 86.. Berthold, eerfte Graaf van Savoyen. 233. Bertrade, Gemalin van Koning Pepyn. 134. Bertrade vanMontfort, Minnares en Gemalin van Koning Philips van Frankryk. 290 , 292 , 294, 302 , 304 ,306. Besfas, een Grieksch Veldheer. 68 , 71. Beftand Gods. 260. Beyeren, een Hertogdom in Duitschland. 14 r. en verder alomme. Beyerfchen , eeneDuitfche Natie , 121, 116, 128, 133. en verder Duitschland. Bezabde , eene Vesting in het Ooften. 9. Billung. Herman van) Hertog van Saxen. 212. Bindoës, een Perlisch Prins. 87. Bleda, Koning der Hunnen. 33, 35. Boethius, Staatsdienaar aan het OostGothisch Hof. 49 , 55 , 56. Bogomilen, eene Christen Seéte in het Oosten. 311. . Bogoris, eerfte Christen Koning van Bulgaryën. 163. Boheemen , een Hertogdom , naderhand een Koningryk. 135, 147, 167, en verder alomme onder Duitschland. Bohemund , Vorst van Tarenten en Antiochiën. 283-311. Boleslaus, agttiende Hertog van Polen. 212, 225. Boleslaus Chobri, eerfte Koning van Polen. 227 - 239. Boleslaus II., vierde Koning van Polen. 256-281. Boleslaus III., zesde Koning van Polen. „ 3°3-337- Boleslaus IV., agtfte Komng van Polen. 344- Boleslaus deWreede, zeventiende Her- . tog van Boheemen. 201 , 212. Boleslaus II. .deKuisfche, agttiende Hertog van Boheemen. 212, 227. Boleslaus III., negentiende Hertog van Boheemen. 227 , 229. Bonifacius, Graaf van Modena en Mantua , en Hertog van Toscaanen. 240 , 254. Bonifacius, Stedehouder van Africa. 30. Bonifacius, een- en- veertigftePaus 29. Bonifacius II., vier- en- vyftigfte Paus. 58, 60. Bonifacius III., vyf- en- zestigfte Paus. 90. 9i- Bonifacius IV., zes- en- zestigfte Paus. 91. 92- Bonifacius V., agt- en- zestigfte Paus. 93 ? 94- Bonifacius VI., honderd- en- elfdePaus. 182. Bonifacius VII. , Tegen -Paus. Bonifacius , oorfpronglyk Winfrid genaamd , Apostel der Duitfchers. 123^ 127, 132. Borzivojus, dertiende, en eerfte Christen, Her- L DEEL. Hertog.van Boheemen. 167, 185. Bof\i, Koning van Provence. 174-178. Boudewyn van Bouillon, eerfte Graaf van Edesfa, en tweede Koning van Jerufalem. 296 - 315. B oudewyn 11., derde Koning van Jeru-' falem. 315, 321 , 325. Boudewyn Ui., vytdc Koning van Jerufalem. 341. Boudewyn, eerfte Graaf van Vlaanderen. 168. Boudewyn Schoonbaard , Graaf van Vlaanderen. 231. Bourgondiën, een Koningryk, en vervolgens een Hertogdom en Graaffchap in Frankryk. 26 , 50 , 60, 74 , 178*, 233.239.24°. 241 .243.274.323- Bourgondiërs, eene Duiticne Natie. 13, 23 > 26 , 32. Braband, een Hertogdom, [zie alomme onder de Nederlanden.] Braga , eene Stad in Spanjen. 40. Brandenburg, een Markgiaaffchap,naderhand een Keurvorstendom in Duitschland. 195 , 309, 341. Brescello , eene Stad 111 Italiën. 84. Bretagne, eene Provincie in Frankryk. 42 , 74, 86, 162, 166 , 188. Brithrik , zeventiende Koning van Wesfex. 140, 144. Britten en Brittanniën. Zie Engeland. Brunehaud,Gemalin van Sigebert. 76-90. Bruno, Aarts-Bisfchop van Keulen, en Hertog van Lotharingen. 207 -211. Bucelinus, een Duitsch Veldheer. 72. Buigaaren, eene barbaarfche Natie. 47, 51 . 59. 89> 99. 111 ' lo7- r'rder alomme onder het Griekfche Ryk. Burchard, Stamvader van het Huis van Saxen. 181 , 187. Burg - Graaven , een tytel, 201. C. Cabadès, negentiende Koning van Perfiën 49-59. Cairoar, eene Stad in Africa, 107. Calabriën , een Hertogdom in Italiën. 258 , 259, en verder alomme. Calatrava , eene Vesting in Spanjen. 344. Caled, een Saraceensch Veldheer. 97101. , , , . Calixtus II.,honderd-zestigfte Paus. 316320. Callinicus, vierde Exarch van Ravenna. 87 , 88. Callinique , eene Stad in het Oosten. 17 , 59 - 83. Candia , een Eiland in de Middellandfche Zee , voorheen Creta geheeten. 153, 209. Canonifatie , of Heilig- verklaaring. 223. Canosfa, eene Vesting in Italiën. 276. Canterbury, eene Stad in Engeland. 88. Canutus II., de Groote, vierde Koning van Yy van Deenemarken , en zestiende Koning van Engeland. 232 - 245. Canutus III., of Hardicanutus, vyfde Koning van Deenemarken, en agttiende Koning van Engeland. 244- 247. Canutus IV., negende Koning van Deenemarken. 279-285. Canutus, Hertog van tsleeswyk , en Koning der Wenden. 321 , 327, 329. Capetiaanfchc Stam der FranicheVorften, 220. Cappadociën, eene Provincie in Afia. 117. Capua,een Vorftendom in Italiën. 160, 260, 324. Carinthièn , een Hertogdom in Duitschland. 177 , 231. Carloman, Hertog van Beijeren, Koning van Italiën,en zesde Keizer. 172-175. Carloman, zevende Franfche Koning van den tweeden Stam. 174, 176. Carloman, Koning van Auftrafiën. 134. Carloman, Hertog van Auftrafiën. 126, 128, 130. Carthago , Hoofdftad van Africa. 31, 34 , 60, 114. Carthuifers ,eene Monnik-Orde. 284. Cafimir, derde Koning van Polen. 243- 256. Casliodorus, Staatsdienaar aan het Oost- Gothisch Hof, 49 , 55 , 62. Caftiliën, een Graaffchap, nadeihand een Koningryk. 192, en verder alomme onder Spanjen. Caftinus, een Roomsch Veldheer. 30. Cataloniën, eene Provincie in Spanjen. 146. Cearlik, vierde Koning van Wesfex en Susfex. 86, 88. Ceaulin, derde Koning van Wesfex en Susfex. 74- 86. Celeftinus, honderd- drie- en- zestigfte Paus. 340. Celeftius, een Britfche Monnik. 29. Celwulf, zeventiende Koning van Northumberland. 124, 126'. Cenfus, agtfte Koning van Wesfex. 108. Cenulf, zestiende Koning van Wesfex. 130 , 140. Cenulf, dertiende Koning van Mercia. 144, 150. Ceodwalla, elfde Koning van Wesfex. 110, 112. Ceohed, negende Koning van Mercia. 119, 120. Ceolulf, vyfde Koning van Wesfex ca Susfex. 88, 90. Ceolulf, vyftiende Koning van Mercia. 150. 152. Ceorl, derde Koning van Mercia. 92,94.- . Cerdik , een Saxisch Prins, en eerfte Koning van Wesfex. 48 - 60. Ceuta , eene Vesting in Africa. 92 ,116. Chalcedon, eene Stad in het Oosten. 39» 93- [vergelyk Conciliën.] Gil-  Chalons, eene Stad in Frankryk 38. Charibert, Koning van Aquitaniën. 06. Charibert, agtfte Franfche Koning van den eerften Stam 74, 76. Cherfone, eene Stad in het Oosten. 115, 117 , 118. Chester, eene Stad in Engeland. 85, Childebert L, zesde Franfche Koning van den eerften Stam. 52-74. Childebert,Koning vanAuftraiïën. 80-86. Childebert HL, zeventiende Franfche Koning van den eeriten Stam. 114 , rio. Childerik I., vierde Franfche Koning van den eerften Stam. 40 - 47. Childerik IE, Koning van Auftrafiën, naderhand veertiende Franfche Koning van den eerften Stam. 104. Childerik III., een- en- twintigfte en laatfte Franfche Koning van den eerften Stam. 126-130. Chilperik, Koning van Bourgondiën. 32'. Chilperik, Koning van Bourgondiën. 44.. .Chilperik, Koning van Soisfons, naderhand negende Franfche Koning van den eerften Stam. 74-82. Chilperik II., negentiende Franiche Koning van den eerften Stam. 120, j 22. Chindaswinth, zeven- en- twintigfte Wëst-Gothiïche Koning. 100,1,02. Chinthila, vyf-en- twintigfte West-Gothifche Koning. 100. Chnodomarus , een Duitsch Vorst. 8'. Chosroës, twintigfte. Koning van Perfiën. 59-83, Chosroës II., twee- en-twintigfte Koning van Perfiën. 87 - 97-. Chramne , Zoon van Clotaris. 74.. Christenen en Christendom. Alomme in den aanvang van dit Deel. Chriftophorüs , honderd- agttiende Paus. rS5. Chrodegangns, Bisfchop van Mentz. is*. Chiyfaphus,Staatsdienaar van Theodofius II., 35 - 37; Chryfarguron, eene zwaare belasting, dus genaamd 51. Chryfoscul, een Turksch Veldheer. 267, . -77- Chryfofthomus-, Bisfchop vanConftan- rinopolen. 17- 23: ~€id: Zie Rodrigo Diaz, dc Vivar: Ciliciën, eene.Provincie in Afia. we* 335- Cincius, Hoofd der Muiters te Romen. 214, 2l5. Circumcelliones, eene Christen Secte. 5.Cisfa , tweede Koning van Susfex. 54, 84. Ciftercienfers, eene Monnik-Orde. 298. < Clemens II.,. honderd- zeven- enr veer- < tigftePaus. 250. < ^lemens III., Tegen-Paus. 280 - 301. Clermont, eene Stad in Frarikryk.'294. < Clephis, tweede Lombardifche Koning. 80. 6 , Cïodibaud, een Franfche Prins. 36, 2*>. 38» Clo- Clodion , tweede Franfche Koning van _ den eerften Stam. 3,2 - 3.6. ClodoiTiiir, Koning van Orleans. 52-56. Clotaris, Koning van Soisfons, naderhand zevende Franfche Koning van den eerften Stam. 52-74. Clotaris II., tiende Franfche Koning van den eerften Stam. 82 - 96. Clotaris III. ..dertiende Franfche Konin^ . van den eerften Stam, 104, 106. & Clotaris IV., Koning van Auftrafiën. 122. Clotilde, Gemalin van Clovis. 44 - 68.' Clotilde, Gemalin van Amalarik. 58. Clovis I., vyfde Franfche Koning van den eerften Stam. 47. Clovis II., twaalfde Franfche Koning van den eerften Stam. 98 -104. Clovis III.,. zestiende Franiche Koning van den eerften Stam. 112,114. Clugny, een vermaardë Abtdy. 284. Coeffy, een afgodifche Hogepriester. 94. Coenraad , Heer van Beutelsbach, eerfte Graaf van Wartemberg. 305. Coloman, negende Koning van Hongaryën. 295 , 311 , 313. Comentiolus, een Grieksch Veldheer. 87. Conciliën. Algemeene) Het eerfte te Nicéa. 2. Het tweede te Conftantinopolen. 15. Het derde te Ephefen. 33. Het vierde te Chalcedon. 39. Het vyfde te Conftantinopolen. 73. Het zesde te Conftantinopolen. ui. Het zevende te Conftantinopolen. 131 ,als ook te Nicéa. 1.41. Het agtfte te Conftantinopolen. 169 ,1.75, Het negende te Romen. 320. Het tiende te Ro- < men. 336. Conon, een Grieksch Veldheer. 68 ,69. » Conon, twee- en-tagtigfte Paus. 1.11.,, 112'. < Conraad, eerfte erffelyke Hertog vanFrankenland, en. tiende.Keizer. 187- < 191. Conraad II., dë Salifche, zestiende Kei- < z-er, en de eerfte van dien naam als Koning van Italiën. 237-245-.. < Conraad III., van Hohenftauffen , eerst Hertog van Frankenland, en Koning ( van Italiën , naderhand een- en- twintigfte Keizer. 315 - 344-. .( Cönrad II., Koning van Italiën. 200-302; Conraad,. zes- en-twintigfte Hertog van < Boheemen. 295; ( Conftans, Roomsch Keizef. 4-6: Conftans II;, zeventiende.Griekfche.Kei-- ( zer. 101 - 107.. ^onftans,een opseworpenKeizer 23-25. C "onftansz, een Bisdom inDv.itschl. 135. Sonftantia, Zuster van Conftantinus den C Grooten, z-, "onftantina, Dogter van Conftantinus ( den Grooten. 6-8. c Zonftantinopoten Hoofdftad van het Griekfche Ryk. 2, 3 , 15, 16, 27-% C 39» 39 * 45. 59» 75> «* verier alemme. Conftantinus de Groote,. Roomsch Kc'- zcr. 1-4. Conftantinus II., Roomsch. Keizer 4 Conftantinus III., vyfticnde Griekfche Keizer. 99, 101. Conftantinus I V., Pogonatus, agttiende Griekfche Keizer, lóf - Tli. Conftantinus V., Copronvinus, zes- en twintigfte Griekfche Keizer. 127-1-0 Conftantinus VI., Porphyrogeneta , agt- en- twintigfte Griekléhe Keizer 1 -q- rH> ■ ' GonltantinusVII.,Porphyrogeneta,veer«tigile Griekfche Keizer. 187 - 209 - Conftantinus VIII., vier- en- veertigfte Griekfche Keizer. 211 - 241. Conftantinus IX., Monomachus, tweeen- vyftigfte Griekfche Keizer. 249- Conftanrinus X,, Ducas ,vyf- en- vyftigfte Griekfche Ksizer. 259 - 264. Conftantinus Ducas, Griekfche TegenKeizer. 187 , 189. Conftantinus II., deide Koning van Schotland. 1.66, 1,70. Conftantinus III., zevende Koning van Schotland-. 185., 202. Conftantinus. IV., dertiende Koning van Schotland. 228. Conftantinus, zeven- en- tagtigfte Paus. Mfi 123- Conftantinus, een Tegenpaus. 134. Conftantius, Roomsch Keizer. 4-9. Conftantius, Veldheer, van Honorius. „ 25 - 29. -onitantyn,. een opgeworpen Keizer. 23 - 25. üopten, oude Ingezeetenen van Egypten. ior. lordoua, eene Stad en Saraceensch Koningryk in Spanjen. 120,132-, 230. "orfu,. e.tn Eiland, in dc Iomfche Zee ,2.83; .ornwalles, een Hertogdom in EngeJand. 62., 148. i-orfica, een Eiland, in de MiddellandfcheZee. 70. lorvey , eene Vorstelykè Abtdy in Duitschland. 153, 'ourrand, eene. oude Provincie van Pruisfen. 225. Jracou, een Aarts-Bisdom in Polen. 212. Crescentius,, Hoofd der Muiters te.Romen. 220 , 223 , 225, Ireta ,. een Eiland in de Middellandfche Zee.. 109, 153. [Zie verder Candia.] fida, een Saxisch Prins, naderhand eerfte Koning van Mercia. 82-86.. rispus ,. Zoon van, Cönftantmus den Grooten. 2. •rispus, Schoonzoon van Phocas. 91. routen, eene barbaarfche Natie. o*?-. 237- teiiphon , Hoofdftad'van Perfiën. 10 , n , 101, Cu-  B L A D "W Y Z E R. XL Cudred, veertiende Koning van Wesfex. 128, 130. Cufa, eene Stad in het Oosten. 105. Cuma , eene Vesting in Italiën. 70,123. Cunibert, veertiende Lombardifche Koning, ui -115. Cunimund, Koning der Gepiden. 76. Cynegils, zesde Koning van Wesfex en Susfex. 90 -100. Cyprus, een Eiland in de Middellandfche Zee. 103, in, 129, 21J. Cyrillus, Bisfchop van Alexandriën. 27. Cyrillus, een Grieksch Veldheer. 53. • Cyrus, een geleerd Egyptenaar. 35. D. Daciën, eene Roomfche Provincie. 12, 15, 37, 41 , 47. Dagobert, elfde Franfche Koning van den eerften Stam. 96, 98. Dagobert, Koning van Auftrafiën. 104, 106, 112. Dagobert III., agttiende Franfche Koning van den eerften Stam. 119, 120. Dalmatiën , eene Roomfche Provincie. 62, 79, 225. Damascus, eene Stad in Syriën. 99. Damafus, zes-en-dertigfte Paus. 12-16. Damafus II., honderd- agt- en vèertigfte Paus. 250. Danegeld , eene belasting in Engeland. 230, 252. Daniël de Styliet. 45. Dannewirk , een vermaarde Vesting. 214. Dara, eene Stad in Mefopotamiën. 59,79. Dastagerd , eene Stad in Perfiën. 97. Datus, een vermaard Burger van Bari. 234, 236. David , drie- en- twintigfte Koning van Schotland. 320, 334. Deenemarken, een Koningryk in het Noorden van Europa. 195, en verder alomme. Deenen , eene Natie in het Noorden van Europa. 140 , en verder alomme. Deïri, een Ryk in Northumberland. 70, 86, 98 , 100. Delft, derde Stad in Holland. 273. Demetrius, een Grieksch Veldheer. 66. Defiderius, drie- en- twintigfte en laatfte Lombardifche Koning. 133- 136. Deusdedit, zeven - en - zestigfte Paus. 92, 93- Diogenes, een GriekschVeldheer. 69,70. Dioscorus, Bisfchop van Alexandriën. 37. Dirkl., eerfte Graaf van Holland. 183, Dirk II., tweede Graaf van Holland. 1,93-221. Dirk III., vierde Graaf van Holland. 227 , 248. Dirk IV., vyfde Graaf van Holland. 248-253. Dirk V., zevende Graaf van Holland. 359-291. Dirk Dirk VI., negende Graaf van Holland. 3!9> 327 > 329. 334 Dirk van den Ellas, Graaf van Vlaanderen. 323, 327. Doges van Venetiën. 114, 147. Domitianus, Prrrefect van het Oosten. 7. Donald V., tweede Koning van Schotland. 164, 166. Donald VI., zesde Koning van Sehot-' land. 180 , 184. Donald VIL, negentiende Koning van Schotland. 290 , 292 , 296 , 298. Donatisten, eene Christen Secte. , 25,26. Donus, zeven- en zeventigftë Paus. 109; Donus II., honderd- vier- en- dertigfte Paus. 214. Dordrecht, oudfte Stad van Holland. ÏÖ3 » 235, 250. Drenthe, eene Provincie in de Nederlanden. 334. Drie Hoofdftukken. 71 , 73, 82. Duff, tiende Koning van Schotland. 212. Duitfchers, een oude , uit veelerlye volkeren beftaande, Natie. 6-9 , 12 , en verder alemme onder Duitschland. Dunkan , zestiende Koning van Schotland. 246, 250. Dunkan II., twintigfte Koning van Schotland, 292, 296. Dunftan, Abt van Glastenbury. 204-222. Durazzo, Hoofdftad van Epirus. 47,309. E. Eadbald, zesde Koning van Kent. 92,100. Eadbert, dertiende Koning van Kent. 122 , 132. Eadbert, agttiende Koning van Northumberland. 126, 132. Eadburga , Koningin van Wesfex. 144. Earpwold, vierde Koning van Oost-Angliën. 94, 98. Ebroïn, Hofmeester van Frankryk. 104110. Ecthefis, een vermaard Bevelfchrift. 101. Edbert, zestiende en laatfte Koning van Kent. 142, 144. Edecön, Gezant der Hunnen. 37. Edesfa , een Christen Vorstendom in het Oosten. 299, 341. Edgar, twaalfde Koning van Engeland. 208 - 214. Edgar, een- en- twintigfte Koning van Schotland. 298 , 308. Edgar Atheling, een Engelsch Prins. 258 - 306. Edmund, negende Koning van Engeland. 200, 202. Edmund II., Yzerrib, vyfriende Koning van Engeland. 232 , 234. Edred , tiende Koning van Engeland. 204- 206. Edrik, elfde Koning van Kent. 110,112. Eduard de Oude, zevende Koning van En- Yy z Engeland. 184- 194. Eduard, de Martelaar, dertiende Koning van Engeland. 214, 216. Eduard de Belyder, negentiende Koning, van Engeland. 246- 262. Edwin , agtfte Koning van Northumberland. 84-98. Edwy , elfde Koning van Engeland. 206, 208. Ega, Hofmeester van Frankryk. 98, 102. Egbert, agtfte Koning van Kent. 106,108. Egbert, agttiende en laatfte Koning van Wesfex, en eerfte Koning van geheel Engeland. 144- 156. Egbert, laatfte Markgraaf van Thuringen. 285 - 289. Egfrid, twaalfde Koning van Mercia. 144. Egfrid, twaalfde Koning van Northumberland. 106-110. Egiza, een- en- dertigfte West-Gothifche Koning. 114. Egrik, zesde Koning van Oost-Anglicn. joo. Egypten , eene Provincie in Africa. 101, 105. Caliphaat aldaar 171, 181, 185, 187 , 233 , 261. Eleonora van Guyenne enPoitou, Gemalin van den Franfchen Koning Lodewyk VII., 332, 344. Eleufis, eene Stad in Griekenland. 20,. Eleutherius , zesde Exarch van Ravenna; 93. 94- Elfrida , Koningin van Engeland. 210216. Elfwald, elfde Koning van Oost-Angliën. 112 , 128. Elipand, Aartsbisfchop van Toledo. 140, Ellac, Koning der Hunnen. 41. Elmigife, Schildknaap van Rofemonda. 79, 80. Eloy, of Eligius, Bisfchop van Noyon. 98. Elfas, een Graaffchap in Duitschland. 235 ,251. Emir-al-Omra, aanzienlyke tytel ondet de laatfte Caliphen. 201. En geland of Britanniën, eerst eeneRoomfche Provincie, naderhand een Koningryk in Europa. 5, 12, 16, 24, en verder alom. Ephefen , eene Stad in het Oosten. 33-. Erarik, zesde Oost-Gothifche Koning. 66. Erchervin /eerfte Koning van Esfex. 56, 84. Ercombert, zevende Koning van Kent. 100 , 106. Erfurd, een Bisdom in Duitschland. 127, 135. Erik II., de Goede , elfde Koning van Deenemarken. 295 - 307. Erik III., de Doorluchtige, dertiende Koning van Deenemarken. 321 - 335. Erik IV., het Lam , veertiende Koning van Deenemarken. 335 - 344. Ernst •  XII. BLADWYZER. Ernsr, Hertog van Zwaben. 240 , 241. Ervige, dertigfte West-Gothifche Koning. 110- 114. Escizm, negende Koning Van Wesfex. 108. Estus , tweede Koning van Kent. 48-52. Esfex , vierde Saxisch Koningry k m Engeland. 56, 128. Este, een aanzienlyk Huis in Italiën. 209 , 238 , 255. Jith , vierde Koning van Schotland. 1 ?o, 172. Ethelbald , derde Koning van Engeland. 164, 166. Ethelbald, tiende Koning van Mercia. 120, 132. Ethelbert, vierde Koning van Engeland. 166, I68. Ethelbert, vyfde Koning van Kent. 76-92. Eihelbert II., veertiende Koning van Kent. 122 , 132. Etbebert, veertiende Koning van OostAngliën. 130, 132. E.hftbert U., vyfnende Koning van Oost-Angliën. 132, 142. Ethelbert III., zestiende en laatfte Korang van Oost-Angliën. 142. Eihelburga, Gemalin van Edwin. 94,98. Ethelred , vyfde Koning van Engeland. 168 , 170. Ethelred II., veertiende Koning van Engeland. 216-232. Ethelred, zevende Koning van Mercia. ic8, 116. Ethelred, twee- en- twintigfte Koning van Northumberland. 138. Ethelnd, agtfte Koning van Oost-Angliën. 102 , 104. Ethelwolf, tweede Koning van Engeland. 154- 164. Euchetius, Zoon van Stilicho. 23. Eudes, neecnde Franfche Koning van den tweeden Stam. 178-182, Eudes, He-.ogvan Aquibaniën. 122,124. Eudes, G,-aaf van Champagne, 239„ ! 240 , 241 , 243. Eudocia, Gemalin van. den Griekfchen 1 Keizer Conttantinus Ducas. 264, 265. 1 Eudoxia , Gemalin van Arcadius. 2C-2-. Eudoxia, Gemalin vanTheodofiiis II. 29. 1 Eudoxia, Gemalin van Valentinianus ^ HL. 33.-43- " 1 Eugemu,, een opgeworpen Keizer. 18,19. Eugenius, vier-en-zeventigftë Paus. 104. Eugenius II., agt- en- negentigfte Paus. I W >- J54. Eugenius III., honderd- vyf- ea- zestig-. I ne Paus. 343. F Eulalius, Tegenpaus. 29. Euphemius, Bisfchop va» Conftantino-. f polen. 49. 53- Jê-ank , ze vende West-Gothifche Koning. F 42-47-- luftachius, Zoon van den Engelfchen Koning Stephanus, 332, 336, 338, F o& £u- Eutichius, zestiende Exarch van Ravenna. 118, afgezet 121 , herfteld 124. Eutropius , Staatsdienaar van Theodofius II. 19-21. Eutyches, Hoofd eener naar hem genaamde Secte. 37. Eutychiaanen , eene Christen Sefte. 53, 71- Eveiard , een Friesch Graaf. 177 ,179. Exarchcn van Ravenna. 77-130. F. Faroald, Hertog van Spoleto 79, 82. Faufti, Gemaiin van Conftantinus den Grooten. 2. Favila, tweede Koning van Spanjen. 126, 127. Felix, Roomsch Veldheer. 31. Felix , Tegenpaus. 7,8. Felix II., zeven- en- veertigfte Paus. 47, 48. Feux III., drie- cn- vyftigfte Paus. 56, Felix, Bisfchop van Urgel. 140, 145. Ferdinand de Groote , vier- ea- twintigfte Koning van Spanjen. 242 - 263. Ferdinand Gonzalez , Graaf van Caftiken. 196, 206, 2c8 , 212, 214. Ferreöl, Praefeét van Gaulen. 38. Flaecilla, Gemalin van Theodofius. 15. Flavianus, Bisfchop van Antiochiën. 17. Fravianus, Praefecl van Romen. 18. Florence, eene Stad in Italiën. 300. Floris, zesde Graaf van Holland. 253259- Flons II,, de Vette, agtfte Graaf van Holland. 291 - 319. Floris de Zwarte , Broeder van Graaf Dirk VI. van Holland. 327 , 329. Fontenay, eene plaats in Bourgondiën. 158- Formofus, honderd-tiende Paus. 180, , 1S2. -brtunio, eerfte Koning van Navarre. 176, 184, 7oulques, Graaf van Anjou. 290 , 306. ^oulques, Graaf van Anjou, en vierde 1 Koning van Jerufalem. 322-, 341. tranche Comté , een Graaffchap in het 1 oude Bourgondisch Ryk. 228. •ranken, of Franfchen, eene Natie van Duitfche herkomst. 5,8,9,13, 15, 17 , 22., 28. zje verder Frankryk. < 'rankenland, eenHertogdom üiDuitsch- < land, li2, 135, 187. f ankfort, eene Stad in Duitschland. 143. ( rankryk, een Ryk door de Franken geftigt. 23 , en verder alom ( redeg#nde, Gemalin van Chilperik. 7686. C rederik van Ftoherrftauffen , Hertog van Zwaben , Stamvader der. Zwabi- C fche Keizeren-. 2J81-. •ederik II., Hertog van Zwaben. 315- 329. Fn.- Fridulph, vierde Koning van Northumberland. 79. Friezen, eene oude Natte in de Nederlanden. 112, 114, 120, 126, 132, .138, 15°' 156, en verder alomme. . Fmrgernui, een Gothisch Veldheer 14 15- ' Frmh, een Hertogdom in Italiën. 78 Froïla , vierde Komng vanSpanjen 1 -j? 134- T* Froiia II., vvftiende Koning van Spanjen. 192. , . Frumaii'_s , Koning der Sueven. 42. Fulda, een vermaard Klooster, zederc Abtdy, in Duitschland. 127, 263. Fullo. De Monnik Petrus) 45, 47» Gabimus , Koning der Quaden. 13. Gabuzes, Koning van Lazes. ^3. Gaëta, een Hertogdom in Italië-}. 161 , 260. Gaifer, Hertog van Aquitaniën. 132. Gainas, een Gothisch Veldheer. 20,21. Galama, een Friesch Edelman. 317. Galbaio's, Doges van Venetiën. 147. Galliciën, eene Provincie in Spanjen. 26, 40. Gallus, Neef van Keizer Conftantinus. 4-8. Galfuïnda , Gemalin van Chilperik. 76. Garcias, dertiende Koning van Spanien. 186-190. Garcias, derde Koning van Navarre. J94. 214. Garcias II., vyfde Koning van Navarre ' 223, 226. Garcias III., zever.de Koning van Navarre. 242 - 254. Garcias IV,, Ramirez, twaalfde Koning van "Navarre. 328. Garcias, Koning van GaEiciën. 26" . - 268 , 272. * janbald, dertiende Lombardifche Koning. 109. -ascogne, eene Provincie in Frankryk. 88. Jaden, eene Roomfche Provincie, naderhand Frankryk. 4, 6, 7,9, 12,. 16, 22, 23, 25-27. Zie verder Frankryk.. -elafii's^agt- en-veertigfte Paus. 48,40. ïelafius II., honderd-"negen- en- vyf- tigfte.Paus. 315, 31.6. leider, of Gelderland, eeneProvinrie.- in de Nederlanden. 193, 231, 295. ielimer , zesde en laatfte Koning der Wandaalen. 58-61. enferik, eerfte Koning der Wandaalen in Africa. 32-47. ienua , eene. Stad ,, naderhand een Re-, pubhek in Italiën. 108, 235, 28S, 298, 3-6, 326. Ge»  BLADWYZER. XliL Gepiden , eene barbaarfche Natie. 35 , 38 , 41, 48 , 76. Germanus, Neef van Juftinianus. 69, 71. Germanus » Bisfchop van Auxerre. 30. Geimanus, een Grieksch Veldheer. 85, Gerolf, Stamvader der Hollandfche Gia- ve:i, 179. Gerontius , Stedehouder van, Spanjen. Gefalrik fagtfte West-Gothifche Koning. 50 , 52. Geyfa, Hertog der Hongaaren. 225. Geyfa , zevende Koning van Hongaryën. 271. Geyfa II , twaalfde Koning van Honga- tyen. 339 , 344. Gibellinen en Guelphen, twee Partyen m Italiën. 180 , 337. Gibraltar, eene Vesting in Spanjen. 119. Gildon , Stedehouder van Africa. 20. Gktppa , derde Koning van Northumberland. 76 , 79. Glycerius, Roomsch Keizer. 44. Gnezen.een Aatts-Bisdom in Polen. 212. Godefroy, Koning, der .Noormannen. 148, 149. Godetroy., een Noordsch Legerhoofd , Heer van Friesland. 163,177,179. Godefroy van Ardennes,Hertog van Ne- der-Lotharingen, of Braband. 231 , 251. Godefroy met de Baard, Hertog van Neder-Lotharingen, of Braband. 251 , 255 , 2Ó0 , 266. Godefroy met de Bult, Hertog van Neder-Lotharingen, of Braband, en van Toscaanen , en opgeworpen Graaf van Holland.. 266 - 273. Godefroy van Bouillon , Hertog van Neder-Lotharingen , of Braband, en eerfte Christen Koning van Jerufalem. 291 - 30 k Godefroy Plantagenet, Graaf van Anjou. 322> 33°. 330"- , Godefchalk, Koning der Wenden. 255, 265, Godefchalk, een vermaard Monnik. 162. Godigiscle, Koning der Wandaalen. 22. Godigiscle, Koning van Bourgondiën. 44-50- Godwin, eenEngelschGraaf. 236-254. Gondamond, derde Koning der Wandaalen in Africa. 48-50. Gondebaud, Koning van Bourgondiën, 44-54- Gondeberga , Gemalin van Ariovald en Rotharis. 96, 98. Gondecaire , Koning van Bourgondiën. 26-32. Gondemar, Koning van Bourgondiën. '44'. 54. 60 GöndeiHar, twintigfte West-Gothifche Koning. 90. Gondcrik of Gontharik, Koning der ^andaa-len. 22-30.. t?ón- Gondiac , Koning van Bourgondiën. 32 > 42- Gontran , Koning van Orleans en Bourgondiën. 74 - 86-. Gonzaga. Waltherus de) eerfte Markgraaf van Mantua. 209. Gormon. III., de Oude, eerfte Koning van Deenemarken. 195, 19.7. Gothen, eene barbaarfche Natie. 3,12, 13,15,16,18,21,22. Zie verder Oost- en West-Gothen. Grand-Montainers, eene Monnik-Orde. 272, 278. - Grafulf , Hertog van Friuli. 78. Gratianus, Roomsch Keizer. 14- 16. Gregoriaansch, of Grieksch Vuur, 109. Gregorius, Stedehouder van Africa. 102. Gregorius, elfde Exarch van Ravenna. 107 , 109. Gregorius, Overweldiger van den Zetel van Alexandriën. 5. Gregorius de Groote , drie- en- zestigfte Paus. 85-88. Gtegofjus II., agt- en- t-agtigfte Paus. 123-.125. Gregorius III., negen-en- tagtigfiePaus. 125-127. Gregorius IV., honderdlte Paus. 154- . 160. Gregorius V., honderd- agt- en- dertigfte Paus. 225-. Gregorius VI. , honderd- zes- en- veertigftePaus. 250. Gregoiius-VIL, (^voorheen-de vermaarde Monnik Hildebrand,) honderd- vyfen-vyftigfte Paus. 255-284. Gregorius, vyfde Koning van Schotland. 172, 180. Grim, veertiende Koning van Schotland. 228 , 230. Grimoald , twaalfde Lombardifche Koning. 92, 104-109. Grimoalci, Hofmeester van Auftrafiën. 102, 104. Groningen, eene Stad en Provincie in de Nederlanden. 248,1334- Gruthongers, eene Oost-Gothifche Natie. 16. Guelph van Este , Hertog van Beijeren , Stamvader van het Huis van Brunswyk-Lunenburg. 257, 271, 290, 303. Guelph II.,, Hertog van Beijeren. 288, 294, 303, 319. Guelph van Beijeren, Broeder van Hertog Hendrik den Trotfen. 337,344. Guelphen. Zie Glbellinen. Guido, Hertog van Spoleto, Tegen-Keizer , en Koning van Italiën. 178-181. Guido, Hertog van Spoleto. 194, 196. Gundebert, elfde Lcmbaid.Koning. 104, H. Haarlem,tweede Stad van Holland. 329. Habsburg, Stamhuis der Aarts-Hertogen ■■ van Yy 3 .vanOostenryk. 237. [vergelyirWert her.] Haco, Koning van iNoorvveegen;. 205. Haco , vierde-Koning van Zweeden. 249, 255- haganon, Staatsdienaar van Koning Karei den Eeryvoudigen. 192. Hagen Adelftan , Koning van Noorweegen. 192. Halberftad, een Bisdom in Duitschland. T • • .1 (« A Halitan, zevende Koning van Zweeden:263, 279. Hardi-Canutus, agttiende Koning vanEngeland. 244-246. Haroid Hazevöet, zeventiende Koning van Engeland. 244. Harold II., twintigfte Koning van Engeland. 254-262. Harold Vil., Blaatand , tweede Koning, van Deenemarken. 197-219. Harold VUL, agtfte Koning van Deenemarken. 277 , 279. Haiold, Prins van Deenemarken. 307,321 , 329 , 331. Haroün Alrafchid , vyf- en- twintigfte Caliph. 139- 149. Hafan, vyfde Caliph. 105. Hafting,, een vermaard Deensch Zee.Roover: 180. Hegira, jaartelling der Arabieren. 95,, 101. Heidenen en Heidendom. Alemme inden aanvang van dit Deel. Heilige Oorlog. Zie Kruistogt. Helena , Moeder van Keizer Conftanri" nus den Grooten. 2. Helena , Zuster van dien Vorst. 7. Hemming, Koning der Noormannen, 149. Hendrik de Vogelaar Hertog van Saxen,, en elfde Keizer. 188- 199. Hendrik II., vyftiende Keizer, en Koningvan Italiën. 299 -237. Hendrik III., zeventiende Keizer, en Koning van Italiën. 245-256. Hendrik.IV., agttiende Keizer,. enKo-ning vanltaliën. 256 - 307. Hendrik V., negentiende Keizer, en Koning van Italiën. 302 -321. Hendrik , Roormch-Kcning , Zoon vam Keizer Conraad III. 344. Hendrik, derde-Franfche Koning van den; derden Stam. 240 - 25". Hendrik, drie- en- twintigfte Koningvans Engeland. 286 - 330. Hendrik, Koning der-Wenden. 307,, 321 , 327. Hend:ik Plantagenet , .Erf-Prins der Engelfche Kroon. 340, 344.- Hendrik, Hertog van Beijeren. 214:,, 217 ,219; Hendrik de Zwarte, Hertog', vanBcijeiren. 3091, 319, 323?. Hendrik de Trotfe ,- Hertog van Beije-ren, Saxen', en Toscaanen. 32.35- 337;Hen*-  WV. BLADW-VZÉR. Hendrik de Leeuw , Hertog van Saxen. r 337 , 34| . 344- Hendrik Johfainmergot, Markgraaf, en zedert eerlte Hertog van Oostenryk, en Hertog van Beijeren. 339,341. ■Hendrik du Lac, eerftePalts-Graaf aan den Rhyn. 291. Hendrik van Befancon, Graaf van Portugal, en Stamvader der Koningen van -dat Ryk. 286 , 294, 312. Hendrik de Kluizenaar, een vermaard hervormer. 328. Henegouwen , een Graaffchap in de Nederlanden. 190, en verder alomme onder Nederlanden. Hengist, een Saxisch Prins, eerfte Koning van Kent. 36-48. Henoticon van Zeno. 47. Heptarchie in Engeland. 40-154. HeracleOnas, zestiende Griekfche Keizer. 101. Heraclianus, Stedehouder van Africa. 26. Heraclius , veertiende Griekfche Keizer. 91 - 101. Heraclius, Stedehouder van Africa. 91. Herbert, Graaf van Vermandois. 192, 194 , 196 , 204. Heriold, Koning van Jutland. 153-162. Herman, Graaf van Luxemburg, TegenKeizer. 281 - 289. Herman, eerfte erffelyke Markgraaf van Baden. 273. Hermancius, Gunfteling van Bafiliscus. 46. Hermanfroy, Koning van Thuringen. 54.58- Hermanrik, Koning der Sueven. 26-32. Hermenegild, een West-Gothisch Prins. 82. Hermenrik, vierde Koning van Kent. 6076. Hertogen in Italiën. 77, 80, 81, 83. Herulen , eene barbaarfche Natie. 35, 40, 45- Hesham , zestiende Caliph. 123, 127. Hesfen, eene Duitfche Natie. 123. Hiaya, Saraceenfche Koning van Toledo en Valencia. 280, 284, 291. Hilarius, vyf- en- veertigfie Paus 42, 43. Hilarius, Bisfchop van Arles. 36. Hildebrand. Zie Gregorius Vil. Hilderik , vyfde Koning der Wandaalen in Africa. 54- 60. Hildesheim, een Bisdom in Duitschland. 153.263. Hilprand , twintigfte Lombardifclsc Koning. 129. Hincmar, Aarts - Bisfchop van Rheims. 164 , 168. Hippon, eene Stad in Africa. 31, 32,242. Hofmeesters in Frankryk. 92 , iscc. Hohenftauffen, -Stamhuis der Zwabifche Keizeren. 281. Holland, een Graaffchap in de Nederlanden. 156 , 179 , I 93- en verder alomme. Hof. Holftein, een Graaffchap, zedert een Hertogdom in Duitschland. 309. Hongaaren, eene woeste Natie. 135, *43» M5> J8l , en verder alomme. Honoria , Zuster van Valentinianus III., 33- . Honoriaci, Roomfche Troepen. 23. Honorius, Roomsch Keizer. 18-29. Honorius, negen- en- zestigfte Paus. 9498. Honorius II., honderd- een- en- zestigfte Paus. 320, 324. Honorius II., Tegen-Paus. 259, 260. Hormisdas II., zestiende Koning van Perfiën. 41 -43. Hormisdas III., een- en- twintigfte Koning van Perfiën. 83-87. Hormisdas, een- en- vyftigfte Paus. 53, 54- Horfa , een Saxisch Prins. 36 - 38. Hospitaliers, of Ridders van St. Jan. 315, -3*7- Huesca, een klein Saraceensch Ryk in Spanjen. 292, 294. Hugo Capet, Graaf van Parys, naderhand eerlte Franfche Koning van den derden Stam. 206 - 224. Flugo de Groote , Graaf van Parys. 192206. Flugo , Markgraaf van Provence, en Koning van Italiën. 194 - 204. Hugo, Graaf van Veimandois. 294, 296, 297, 299, 303, 305. Hugo de Payens, Groot-Meester der Tempelieren. 319, 325. Humbert Withana, Stamvader van het Huis van Savoyen. 234. Hunnen, eene barbaarfche Natie. 14, 20, 21 , 25 , 30, 31 , 32, 33, 35, lT4i. 65. 75- Hunnenk , tweede Koning der Wandaalen in Africa. 47 , 48. Hypatia , eene Wysgteres, 29. Hypatius, Neef van Anaftafius. 53,59. I. Ibbas, een Grieksch Veldheer. 52. Iberiën, een Ryk in het Oosten. 55 , 79. Ibrahim , negentiende Caliph. 129. Iconium, eene Stad in het Oosten , zedert de Zetel van een Turkfchen Sultan. 267 , 309. Iconoclasten, of Beeldftormers. 133. Ida , eerfte Koning van Northumberland. 68-74- Idacius en lthacius, twee vervolgzieke Bisfchoppen. 16. Ierland , een Ryk in Europa. 32 , en verder alemme. Ignatius, Patriarch van Conftantinopolen. 165-175. Igor, derde Grootvorst van Rusland. 197 - 203. Ildebald, vyfde Oost-Gothifche Koning. 60' - II- Illus, een Grieksch Veldheer. 46, 47. lllyriën , eene Roomfche Provincie. 12, 15 . 3°. 33» 37. 4i . 45. 65. Ina, twaalfde Koning van Wesfex. 112, 122 , 123 , 124. Indulf, negende Koning van Schotland. 208 ,212. Ingo III., de Godvrugtige, zesde Koning van Zweeden. 259, 261. Ingo IV., de Regtzinnige , negende Koning van Zweeden. 303, 3:5. Innocentius, negen- en- dertigfte Paus, 22. Innocentius II., honderd- twee- en zestigfte Paus. 324 - 340. Investituuren , of Inhuldiging tot Kerkelyke Ampten, een bron van heevige verfchillen tusfen de Keizers en Pausfen. 272, &c. Irak , een Koningrykje in Perfiën. 99. Irene, Gemalin van Keizer Leo IV., en regeert naderhand zelfs als negen-entwintigfte Griekfche Keizer. 137-146. Ifaacus Comnenus, vier- en - vyftigfte Griekfche Keizer. 257, 259. Ifaacus, Broeder van den Griekfchen Keizer Alexis Comnenus. 281, 283. Ifaacus, Broeder van Keizer Manuël Comnenus. 341. Ifaacus, zevende Exarch van Ravenna. 94- ioo. Ifauriërs, eene barbaarfche Natie. 45, 49. ST- Isdegerd, dertiende Koning vanperfiën. 21 -20. Isdegerd II., vyftiende Koning van Perfiën. 35 - 41. Isdegerd III..laatfte Koning van Perfiën. 99. I03- Isjaslaw , negende Grootvorst van Rusland. 259, 277. Isjaslaw II., zeventiende Grootvorst van Rusland.' 343. Isfem, Koning van Cordoua. 142 - 144. J- Jaromir , een- en- twintigfte Hertog van Boheemen. 231 , 233. Jaropolk,vyfde Grootvorst van Rusland. 213-217. Jaropolk II., veertiende Grootvorst van Rusland. 327 , 337. Jaroslaw, agtfte Grootvorst van Rusland. 233> 255Jerufalem , eene Stad , zedert een Christen Koningryk in het Oosten. 2, 10, 39. 93. 99. 261, 300. Johanna, twyfelagtige Pausfin. 165. Johannes Comnenus, zestigfte Griekfche Keizer. 315-341. JohannesComnenus, Neef van den'Griek- fchen Keizer van dien naam. 339. Johannes, een opgeworpen Keizer. 33. Johannes, een Grieksch Veldheer. 71.  Johannes, twee- cn- vyftigfte Paus. 54 , 5 73 >• 75, 115^eger, een Fransch Bisfchop. 106 ,108. Uemigius, vyf^e Exarch van Ravenna, . 9i . 93- -eo I., de Thracier,. vierde Griekfche Keizer. 41 - 45. -eo II., de Jonge,.Vyfde Griekfche Keizer. 45. -eo III., de Ifauriër , vyf- en-twintigfte.. Griekfche Keizer.. 121-127. ^eo IV.,.zeven- en- twintigfte GriekfcheKeizer. 137, 139; -■eo V. ,.de Armeniër, drie- en- dertigfte Griekfche Keizer. 151, 153.. • -eo VI., de Wysgcer , agt- en- deitigfbyGriekfche Keizer. 177 -187: _,eo Phocas, een Grieksch Veldheer. 1911 _eo de Groote,.vier- en- veeuigftepaus,. 34 - 42. -eo II.,negen- en-zeventigftéFairs. 110,. -eoIII.,vyf- en- negentigftePaus:-144-150. .eo .IV., honderd-* tweede paus. H»i, Nfe Keoi  XVI, B L A D W Y 2 E R. Leo V., honderd- zeventiende Paus. 185. Leo VI., honderd- drie- en- twintiglte Paus. 196. Leo VII., honderd- zes-en-twintigfte Paus. 190 , 200 Leo VIII., honderd- een- en-dertigfte Paus. 209, 210. Leo IX., honderd-negen-en-veertigf.c Paus. 2.52, 254. Leo de \\ olkamrner. 21. Leoncius, eerst Veldheer, naderhand twintigje Griekfche Keizer. 111-117. Lcontina , Gemalin van Phocas. 89. Leontius, een opgeworpen Keizer. 47. Leopold de Groote, eerfte ernelyke Hertog van Beijeren. 183, 187. Leopold, eerfte Markgraaf van Oostenryk. 21-9. ... Leopold, Markgraaf van Oostenryk, en Hertog van Beijeren. 337 , 339. Leowigüd, zestiende West - Gothifche Koning. 80 - 84. Leszko IV., twaalfde Hertog van Polen. 181, 189. Leutharis, een Duitsch Veldheer. 72. Lentiënfen, eene Duitfche Natie. 15. Leuven, een Graaffchap in de Nederlanden. 231. Liberius, een Grieksch Veldheer, 69, 70. Liberius , vyf- en- dertigfte Paus. 6-12. Lisfabon , Hoofdftad van Portugal, 292. Litorius, een Roomsch Veldheer. 34. Liuba, vyr.iende West-Gothifche Koning. 76 - 80. Liuba II., agttiende West - Gothifche Koning. 88. Liutpert , vyftiende Lombardifche Koning. 115. • Lodewyk, de Godvrugtige ,de.de Franfche Koning van den tweeden Stam , tweede Keizer, en Koning van Italiën. 150-158. Lodewyk II., vierde Keizer,en Koning van Italiën. róo- 173. Lodewyk IL , de Stameraar, vyfde Franfche koning van den tweeden Stam. 172. Lodewyk III., zesde Franfche Koning van den tweeden Stam. 174, 1 tó. Lodewyk IV., de Overzeefche, twaalfde Franfche Koning van den tweeden Stam. 198 - 206. Lodewyk de Jonge , negende Keizer. 185-187. , ■ Lodewyk V., de Ledtgganger, veertiende en laatfte Franfche Koning van den t tweeden Stam. 218. Lodewyk VI., de Dikke , vyfde Franfche 'Koning van den derden Stam. 308 - 332. Lodewvk Vil., de Jonge , zesde Franfche Koning van den derden Stam. 332-344. Lodewvk, de Duitfcher, Koning van Duitschknd. 151-173. Lo- Lodewyk , Koning van Provence en Italiën, en Tegen-Keizer. 177-194. Lodewyk,de baxer, Koning van Saxen. 137- m- Lombarden , eene barbaarfche Natie. 57, 71 , 76, 78. Zie verd-tr Italiën. Lombardvën, eene Provincie in Italiën. 78, 131 , 136. Londen, Hooiditad vanEngeland 38,90. Longinus , eerfte Exarch van Ravenna. 77-83. Longinus, Broeder van Zeno. 49. Lotharingen , een Koningryk, naderhand een Hertogdom , by Frankryk. 164, 168, 183, 185, 193 , 195, 203, 207, 209, 216, 237, 251. Lotharius, derde Keizer, en Koning van Italiën. 151 - 165. Lotharius II., Graaf van Supplenburg , Hertog van Saxen, twintiglte Keizer, en Koning van Italiën. 309 - 335. Lotharius II., Koning van Italiën. 204. Lotharius, dertiende Franiche Koning van den tweeden Stam. 206-218. Lotharius, Koning vanLotharingen. 165. Lotharius , negende Koning van Kent. 108, 110. Lucca, eene Stad in Italiën. 72,306,329. Lucius II., honderd - vier - en-zestigfte Paus. 340- 343, Ludecan , zeventiende Koning van Mercia. 152. Ludolph, eerfte erffelyke Hertog van j Aaxen. 165. Luitprand, negentiende Lombardifche . Koning. 121 - 129. Lunenburg, eene Provincie , zedert een Hertogdom m Duitschland. 309. Lupicinus, Landvoogd van Thraciën. 14. Lupus , Bisfchop van Tours. 30. Lyfland, eene oude Provincie van Pruis- 'fen. 225. M. Maagdenburg, een Bisdom', zedert een Aarts-Bisdom, in Duitschland. 205 , Macedoniën, eene Roomfche Provincie. 15, 18. Macedonius, Bisfchop van Conftantinopolen. 53. Mackbeth , zeventiende Koning van Schotland. 246-258. Madrid , Hoofdftad van Spanjen. 196. Magnentius.een opgeworpen Keizer. 5.6. Magnus, zesde Koning van Deenemarken. 249,251. Magnus, elfde Koning van Zweeden. 327 - 331Mignus Biiiung, Hertog van Saxen. 309. Mahmoud, Turkfche Sultan van Ico- nium. 315. Mahomed, Propheet der Arabieren of Saraceenen. 95-97. Mahomed, Komng van Cordoua. 340-, 34-. Ma- Mahomed Abenzat, Koning van Murria en \ alencia. 344. Majorca , een Eiland in de MiddellandfciieZee. 28, 61 , 94, 313. Majorianus, Roomsch Keizer. 41 ,43. Malcolm , agtfte Koning van Schotland. 202, 208. Malcolm II., vyftiendeKoning van Schotland. 230, 246. Malcolm III., agttiende Koning van Schotland. 258, 266, 268 , 290. Maldra, Koning der Sueven. 40, 42. Maltha , een Eiland in de Midaeharidfche Zee. 70. Maniaces, een Grieksch Veldheer. 241249. Mantua, een Markgraaffchap in Italiën. 209. Manuël Comnenui, een - en - zestigfte Griekfche Keizer. 341 , 343. Manuël Comnenus, Neet van oen Griekfchen Keizer Ifaacus Comnenus. 267, 269. Manuël , een Grieksch Veldheer. 159 , 163. Marcellinus, een Amptenaar van Hono- rius. 25 , 26. Marcellus, een Amptenaar van Conftan- .tius. 8. Marcianus, derde Griekiche Keizer. 37- 4i. . Marcus, drie- en- dertigfte Paus. 3. Mardaiten , ofMaioniten, eene Christen Secte. 109 , -f tt'. Marinus, honderd- zevende Paus. 176. Marinus II., honderd- agt-en- twintigfte Paus. 202 , 204. Markgraavcn. 137 , 201. Marocco, een Moorsch Koningryk in Africa. 298, 344. Marozia , eene befaamde Vrouw te Romen. 185, 194, 196, 198. Martina , Gemalin van Heraclius. ici. Martinus, drie - en - zeventigftë Paus. 102-104. Martinus ,een Grieksch Veldheer. 67,69. Martyn , Hertog van Auftrafiën. 110. Mascezil, een Roomsch Ve dheer. 20. Mathafonte, Zuster van Athalarik. 67, 69. Mathilda, Dogter van Koning Hendrik vanEngeland. 320-342. Mathilda , Gravin van Modena en Mantua , en Hertogin van Toscaanen. 2543L3- Mauregatus , zevende Koning van Spanjen. 140. Mauricius, een Grieksch Veldheer, naderhand twaalfde Griekfche Keizer. 81-89. Mauritius Burdinus, Aarts-Bisfchop van Braga , en Tegen-Paus, onder den naam van Gregorius. 314-318. Maurus, Bisfchop van Ravenna. 107. Maximinus, een Grieksch Veldheer. 65. Mas-  B L A D W Y Z E R. wit Miximkius, een tyrannisch Amptenaar van Valentinianus I. 13, 15. Maximus, Roomsch Keizer. 40. Maximus, een opgeworpen Keizer. 16, 17. Maximus, een ander opgeworpen Keizer. 24, 25. Maximus, eeri Monnik. 104. Maximus, Leermeester van Julianus. 10. Mazoviën, eene Provincie in Polen. 245, 248. Mecca, eene Stad in Arabiën. 95 , 97 , 105, ui. Medarfes, Prins van Perfiën. 97. Medina, eene Stad in Arabiën. 95 , 97, 105, tn, Meisfen, een Markgraaffchap en Bisdom in Duitschland. 147, 195,205,251. Melitine, eene Stad in het Oosten. 81. Mello, een vermaard Burger van Bari. 234. 236. Melysfenus, Grieksch Veldheer en Tegen-Keizer. 279, 281. Memnon, Bisfchop van Ephefen. 33. Mentz , een Aarts-Bisdom. 135. Mercia, zevende Saxifche Koningryk in Engeland. 84- 154. Merida, oude Hoofdftad van Portugal. 40, 70. Meroveus, derde Franfche Koning van den eerften Stam. 36 - 40. Merovéus, Zoon van Chilperik. 80. Merovingifche Stam der Franfche Vorften. 36. Merfin, eene Stad in Duitschland. 161. Merwan, tiende Caliph. 111. Merwan II., twintigfte Caliph. 129. Mefopotamiën, eene Provincie in het Oosten. 4,5,8, 9, 11 , 51 , 83, 89, 101. Mesra, eene Stad in Egypten. 101. Michaël Rangabé, twee- en - dertigfte Griekfche Keizer. 149, 151. Michaël II., de Stameraar, vier- en- dertigfte Griekfche Keizer. 153, 155. Michaël III., zes-en-dertigfte Griekfche Keizer. 159-169. Michaël IV., de Paphlagoniër, agt- enyeertigfte Griekfche Keizer. 243 - 247. Michaël V., Calaphates, negen- en- veer- tisfte-Griekfche Keizer. 247 , 249. Michaël VI., Stratioticus, drie- en- vyftigfte Griekfche Keizer. 257. Michaël VII., Ducas, zeven - en - vyftigfte Griekfche Keizer. 269 - 277. Michaël Cerularius, Patriarch van Conftantinopolen. 255-259. Miecislaus, veertiende en eerfte Christen Hertog van Polen. 211 , 225. Miecislaus, tweede Koning van Polen. 239, 243. Mietislaw, dertiende Grootvorst van Rusland. 325, 327. Milaan , eene Stad in Italiën. 5,7,12, l 22, 64, 65, 78, 306. . _ MinI. DEEL. Minden,een Bisdom in Duitschland. 138. Minorca , een Eiland in de Middelhndfche Zee. 28 , 61 , 94. Mifopogon van Julianus. 10. Mizizès, een opgeworpen Keizer. 107. Moawyah, een Saraceensch Veldheer, naderhand zesde Caliph. 103-109. Moawyah II. .agtfte Caliph. ui. Modena, een Graaffchap, naderhand een Hertogdom in Italiën. 209. Modred , een Britsch Prins. 56, 62. Moefien , eene Roomfche Provincie. .14-16, 20, 35, 37, 41, 47. Moldaviën, eene Ryks-Provincie. 75. Mollo, twintigfte Koning van Northumberland. 132 , 134. Mondon, een Grieksch Veldheer. 62. Monniken,eeneGeestelyke Orde. 17,39. Monotheliten , eene Christen Secte. 97 , 98, 101, in, 112, 119. Mont-Casfin,een vermaard Klooster. 83. Montferrat, een Markgraaffchap in Italiën. 212. Mooren, een Africaanfche Natie, deels in Spanjen gevestigd. 126, 127. Moraviën, een Mark-Graaffchap in Duitschland. 135, 181, 240. Mount-Bado«,eene Britfclie Vesting. 54. Murfa, eene Stad in Pannoniën. 6. Mufa, een Saraceensch Veldheer, én Veroveraar van Spanjen. 116 - 120. N. Nachoragen, een Perfiaansch Veldheer. 75- Nantilde, Gemalin van Dagobert. 98. Napels, eene Stad en Hertogdom in Italiën. 62, 66, 67, 77, 93, 161, 324. 334- Narbonne, eene Provincie in Frankryk. 42, 13°- Narfès, de Gefneedene, een beroemd Grieksch Veldheer. 64 ,65, 70 - 77. Narfes, een ander Veldheer. 89. Nasfau, een Vorstlyk Huis in Duitschland. 295. Navarre, eene Provincie, naderhand een Koningryk in Spanjen. 108,147,162, 176. en verder alom onder Spanjen. Nederlanden , eene Landftreek in Europa. 156, en verder alom. Nepos. Zie Julius. Nepotianus , Neef van Keizer Conftantinus den Grooten. 4, 5, 6. Nestorius, Hoofd eener Secte naar hem genoemd. 31-33. Nestoriaanen, eene Christen Secte. 33. Neurenberg, een Burg - Graaffchap in Duitschland. 201, 257. Neuftrien , een Ryk in Frankryk. 54. Nicéa, eene Stad in het Oosten. 195, 299. Zit ook Concilie. Micephorus Briënne, Grieksch Veldheer en Tegen-Keizer. 275, 277, 279. iNfi- Zz Nicephorus, dertigfte Griekfche Keizer. 146 -149. Nicephorus II. , Phocas, vyf- en-veertigfte Griekfche Keizer. 211 , 213. Nicephorus III., Botaniates, agt-envyftigfte Griekfche Keizer. 277-281. Nicephorus, Patriarch van Conltantinopo en. 151, 153. rNicolaas, twaalfde Koning van Deenemaikcn. 307-331. Nicolaas.honderd- vierde Paus. 165-168. Nicolaas II., honderd- drie- en- vyftigfte Paus. 258, 259. " Nicolaas , Patriarch van Conftantinopolen. 185, 187. v Nieuwmegen , eene Stad in de Nederlanden. 177. Nifibé , eene Stad in het Oosten. 4, c „ 8, 11 , 79. *' ö ' Noormannen, of Volkeren , het Noorden van Europa bewoonende. 140, en verder alom. Noorweegen, een Koningryk in het Noorden van Europa. 195, en verder alomme. Noradin, Sultan van Aleppo en Mofu! 341- Normandiërs in Italiën gevestigd. 234 , en verder alemme onder Italiën. Normandyën, een Hertogdom in Frankryk. 188, en verder alomme onder Frankryi Northumberland, vyfde Saxisch Koningryk in Engeland. 68 -154. O. Obale, agttiende Koning van Perfiën. 49; Octa , derde Koning van Kent. 52-60. Odillo, Hertog van Beijeren. 126,128. Odo, Aarts-Bisfchop van Canterbury. 206. Odoacer, Koning van Italiën. 45 - 49. Offa, veertiende Koning van Esfex. 116. 119. Offa, elfde Koning van Mercia. 132-144. Ogers, eene barbaarfche Natie. 75. Olaus Trugguefon, Koning van Noorweegen. 222- 229. Olaus II., de Tolpligtige , eerfte Koning van Zweeden. 223-237. Olaus IV., tiende Koning van Deenemarken. 285- 295. Olegh, tweede Grootvorst van Rusland. '97- Olegh II., zesde Grootvorst van Rusland. 213, 214. Olga, Grootvorstinne van Rusland. 205. Olybrius , Raadsheer , en naderhand Roomsch Keizer. 43 , 44. Olympius, Gunsteling van Keizer Honorius. 23, 24. Olympius, tiende Exarch van Ravenna. 102, 103. Omar, een Saraceensch Veldheer, nadeihand tweede Caliph. 97 - ior. Omar  XVITI. BLAD WVZER. Omar II., veertiende Caliph. 123;. Ommiaden , een Gefiagt van Saraceenfche Caliphen. 105, ui, 129, 131. Oost-Angliën .zesde Saxisch Koningryk in Engeland. 80 - 142. Oostenryk, een Markgraaffchap,.naderhand een Hertogdom in Duitschland, 199 , 219-, 137, 251, OObt-Ffanken,eene Duitfche Natie. 135-. Oost- Gothen , eene barbaarfche Natie. 12, 14, 35, 38,, 41 , 43 , 45» 49Zie verder Italiën. Oostphahngers, eene Saxifche Natie. 137. Ordogno, elfde Koning van Spanjen. 162, 168. Ordogno II., veertiende Koning van. Spanjen. 190, 192-. Ordogno III., agttiende Koning van Spanjen. 204 , 206, Orestes, een Roomsch Veldheer. 44,45; Oriflamme, een gewyde Standaart. 316. Orleans, eene. Stad en Ryk in Frankryk. 38, 52. Ofius, Bisfchop van Cordoua. i-, 5,7, 8: ©snabrug,.een Bisdom in Duitschland. 138; • Osred, veertiende Koning van Northumberland. 116- 121. Osred II., vier - en - twintigfte Koning van Northumberland. 142. Osred III., vyf - en - twintigfte Koning van Northumberland. 144. ©srik,.Koning van Deïri. 98. Osrik ,. zestiende Koning van Northumberland. 122, 124, Oswald, tiende Koning van Northumberland. 98, 100. Oswin,.Koning van Deïri. 100. Oswy, elfde Koning van Northumberland.. 1.00, 106. Ofulf, negentiende Koning, van Northumberland. 132. Othman , derde Caliph. 101., 105; Otpert, Palts-Graaf van Italiën , Voorvader van het doorluchtig Huis var Este. 209, 238. Otto de Groote, twaalfde Keizer, en Koning van Italiën. 199-214. Otto II., dertiende Keizer, en Koninj van Italiën. 214 - 21.9. Otto III., veertiende Keizer, en Konin van Italiën. 219-229. ©tto , Hertog van Saxen. 188. Otto .van Nasfau, éerfte Graaf van Gel der, en tevens van Zutphen. 295. ©tto van Ballerftaedt en Afchersleben Stamvader van het Huis van Ascaniër ofAnhalt. 309. ©ucba , een Saraceensch Veldheer, io; ©viédo, eene Stad in Spanjen. 133, P. P.aderborn, een Bisdom. 138: P.alteftina, eene Provincie in het Oosten 9p «»•« f a Palermo , Hoofdftad van Siciliën, 324; Palladius, Bisfchop van Ierland, 32. Palts-Graaffchapaan den Rhyn. 201,291. Palts-Graaven. 2.01,. P amp elune, Hoofdftad van Nav arre. 12 8, 133' Pannoniën , eene Roomfche Provincie. 20,35,41,51.. Pantheon, een vermaarde Tempel. 9-r.. Paoluccio, of Paulus .Lucas Anafestus,, eerfte Doge van Venetiën. 11.4. Para, Koning van Armeniën. 14. Parastlava , oude Hoofdftad van Bulgaryën. 213. Parys „Hoofdftad van Frankryk. 8 ,52, Pascafius Robertus, een vermaard Monnik. 160. Pafchalis, zeven - en - negentigfte Paus. 150, 152. Pafchalis II., honderd- agt- en- vyftigfte Paus. 301 - 315. - . . Pasfau, een Bisdom in Duitschland. 135, 205. Patricius, Zoon van Aspar. 41, Patzinasfen, eene woeste Noordfche Na*tie. '191, 213, 287, 289, 291, 309 ,319. Pauliciaanen, eene foort van Ketters. 149, 161, 234. Paulmus, Gunsteling van Keizer Theodofius II. 35. Paulinus, Aarts-Bisfchop van York. 94, 96, 98. Paulus, agttiende Exarch van Ravenna. 124. Paulus, twee- en- negentigfte Paus. 133, L34- Pavia, eene Stad in Itahen. 45, 78, 79, Peada, vyfde Koning van Mercia. 102.) 104, Pedro, tiende Koning van Navarre, en derde Koning van Arragon. 294, 304, Pelagius, eerfte Koning van Spanjen 122, 126. Pelagius ,negen-en-vyftigftePaus. 72-74 Pelagius II., twee- en - zestigfte Paus 82-85. ; Pelagius, Hoofd eener naar hem genaamde Secte. 28-30. I Penda, vierde Koning van Mercia. 94 102. Pepyn de Korte, Groot-Hofmeester vai Frankryk, naderhand eerfte Franfcb Koning van den tweeden Stam. 126 132- , Pepyn .Koning van Italiën. 138-148. Pepyn,Koning van Aquitaniën. 150-156 . Pepyn met de Bult .natuurlykeZoon vai Karei den Grooten. 142. Pepyn Heristal, Hertog van Auftrafiën uo-120. Pepyn, Hofmeester van Auftrafiën. 98 I02j >.. Peridéus, Moordenaar van Alboïnut 79, 80. Be Perofus, zeventiende Koning van PefS fiën. 43-49. Perfarmemën,e?ne Provincie in het Oosten. 79, Perfiën , een Ryk in het Oosten, alomme tot 103. Zedert eene Saraceenfche Provincie. 103, Pertharit, tiende"Lombardifche Koning. 104-ui, 5' Peters Penning, eene vermaarde belasting in Engeland. 1.23., 276. Petra , eene Stad in het Oosten.' 67,71-, Petronella,. zesde Koning van Arragon. Petronella van Saxen, Gravinne-Weduwe van Holland. 319, 322. • Petrus,. tweede Koning van Hongaryën, 245 , 248 , 251 , 253. I etrus, Broeder van Keizer Mauricius. 89- Petrus de Heremiet, Prediker van den eerften Kruistogt tegen de Ongeloovigen. 293-299; Pettau , eene Stad in Pannoniën. 8 ,17. Pharamond , eerfte Franfche Koning van den eerften Stam. 28 - 32. Philippicus, twee - en - twintigfte Griekfche Keizer.. 118- 121. Philippicus, een Grieksch Veldheer. 85-, 87.. Philippopolis,eene Stadin het Oosten. 5, Philippus, agtfte Koning van Zweeden. 279, 301. Philips, vierde Franfche Koning van den derden Stam. 258 - 308. Phocas, dertiende Griekfche Keizer. 89,. 9i- Photius , Patriarch van Conftantinopolen. 165 - 177. Piast, tiende Hertog vanPolen. 159,167; Pieten, eene Natie in het Noorden vaa. Brittanniën. 5,13,16,24,28,34-, 36 ,106, uo, 156 , 158 ,160. Pifa , eene Stad in Italiën. 235, 288,. 298, 306 , 313 , 331. . Pitzia, een Grieksch Veldheer. 51: . Placentia, eene Stadin Italiën. 41, 294. Placidia, Zuster van Keizer Honorius, 25 - 36. Plato, agtfte Exarch van Ravenna, ido . 102. Polen , een Hertogdom, naderhand een i Koningryk. 135, 158, tn verder alomme. : Pollentia , eene Stad in Italiën. 22. - Pommeren, een Landfchap , zedert een Hertogdom aan de Oost-Zee. 32 \ . Portugal, een Ryk in Europa. 24, en. verder alomme. 1 Praag, Hoofdftad van Boheemen. 337; Praetextatus, Praftect van Romen. 16. . Prémontrenfers, eene Monnik - Orde. 318. , Priscillianus, Hoofd eener naar hem ge? naamde Secte. 16. ■ Priscillianisten, eene Christen Secte. 10. Pais-  % L A D W Y i E R. XIX. priscus, een Grieksch Veldheer. 89. Proclus, een Griekseh Wysgeer. 53. Procopius, een opgeworpen Keizer. 12. Proculns, Praefect vaa Conftantinopo. Ien. 18. Provence , een Koningryk, naderhand een Hertogdom in Frankryk. 164,166, 174, 194, 198. Pruisfen , eene woeste Natie by de Oost. Zee. 225 , 248. Przetislaus, drie- en- twintiglte Hertog van Boheemen. 245, 255. Przetislaus II., zeven- en- twintigfte Hertog van Boheemen. 295, 303. Pulcheria , Zuster van Keizer Theodo- . fiusll. 27-41. Q- •Qüïcelm, Broeder van Cynegils. 92. Quinifextum , een Concilie dus genaamd. ES Radboud, Koning der Friezen. 112,114, 122. Ragombert, zestiende Lombardifche Koning. .115. Ragwald, tiende Koning van Zweeden. Rafmond van Bourgondiën, Schoonzoon van Koning Alphónfus VI. 286 , 290, 308. Raimond van Poitiers, Vorst van Antiochiën. 333, 335 , 337 , 339 , 343- Raimond , Graat van Barcelona, en Regent van Arragon. 332. Raimond , Graaf van Touloufe. 294, 296 , 299 , 303, 305. Rainulf, Graaf van Alife , en Hertog van Apuliën en Calabriën. 328, 329 , 334, 336, 338. Ramiro, tiende Koning van Spanjsn, 160, 162. Ramiro II., zeventiende Koning van Spanjen. 194- 204. Ramiro III., twintigfteKoning van Spanjen. 212-218. Ramiro, eerfte Koning van Arragon. 242, 263. Ramiro II., vyfde Koning van Arragon. 328, 332. Ratchis, een - en - twintigfte Lombardifche Koning. 129-133. Ravenna , eene Stad in Italiën. 22 , 25, 30, 46* 48, 77. "4. 124. I3°- Receswinth, agt-en-twintigfte WestGothifche Koning. 102 - 108. Rechared, zeventiende West-Gothifche Koning. 84-88. Rechared II., twee- en- twintigfte WestGathifche Koning. 92. Rechiarius, Koning der Sueven. 36 ,38, 40. Rechila, Koning der Sueven, 34,36. Re- Redowald, derde Koning van Oost-Angliën. 88-94. Regtzinnigen , of Aankleevers der Leere door de Conciliën bevestigd. 4,13,25, 33 , 34 , 45 , 49, 53, 73 ,84. Reinier, Hertog van Lotharingen. 183190. Reinier Langhals, eerfte Graaf van Henegouwen. 190. Remismond, Koning der Sueven. 42. Renfpelers. 49, 51 , 59. Respendial, Koning der Sueven. 26 ,28. Reynoud , Hoofd van een bende Kruisvaarders. 297. Rhodus, een EilasdindeMiddellandfche Zee. 103. Richard, tiende Koning van Kent. 108, 110. Richard, Hertog van Normandyën. 202, 217. Richla, Koninginne Weduwe vanPolen. '243- Ricimer, een Roomsch Veldheer. 41-44. Ridderfchap en Ridder-Ordes. 315. Rimini, eene Stad in Italiën. 9, 64. Ripuarifche Wet. 50. Robbert, tweede Franfche Komng van den derden Stam. 224- 240. Robbert Guiscard , eerfte Hertog van Aptilicn en Calabiiën. 254-284. Robbert de Duivel, Hertog van Normandyën. 240 , 242. Robbert, Hertog van Normandyën. 274306. Robbert de Fries, Regent van Holland, en Graaf van Vlaanderen. 261-291. Robbert, Graaf van Vlaanderen. 294, 296. Robbert, Stamvader van den Koninglyken tak der Bourgondifche Hertogen. 240. Robbert, Vorst van Capua en Averfa. 328 , 331, 334 , 338. Robbert, Graaf van Giocester. 330- 340. Roderik, drie - en - dertigfte en laatfte West-Gothifche Koning. 118, 119. Rodoald, agtfte Lombardifche Koning. 103. Rodrigo Diaz de Vivar, bygenaamd de Cid, een vermaard Spaansch Veldheer. 266 , 268 , 292, 300. Roeland , Veldheer van Karei den Grooten. 138. Rogier, tweede Herrog van Apuliën en Calabriën. 284, 288 ,311. Rogier, eerfte Graaf of Hertog van Siciliën. 259 - 302. Rogier IL, eerfte Koning van Siciliën. 302 - 344. Rollo , een Noordsch Legerhoofd , naderhand eerfte Hertog van Normandyën. 171-189. Romanus, derde Exarch van Ravenna. 85 ,87. Romanus Lecapenus, een- en- veertigfte Gnek- Zz 2 Griekfche Keizer. 19I - 203. Romanus II., twee- en- veertigfte Griekfche Keizer. 209. Romanus III., Argyrus, zeven-en-veertigfte Griekfche Keizer. 241, 243. Romanus IV., Diogenes, zes- en vyftigfte Griekfche Keizer. 265 - 269. Romanus, honderd- dertiende Paus. 183. Romen , Hoofdftad van Italiën. 3,4, 16, 22, 24, 25, 39, 40, 64, 68, 69 , 70 , 82 , 106 , &cc. Romer-Maanden, eene Ryks-Schatting, 327- Romoald, Zoon van Koning Grimoald. 106. Roncevaux, eene plaats in Spanjen. 138. Roomsch-Koning, een tytel in Duitschland. 255. Roruk, een Noordsch Legerhoofd. 163, 168. Rofemonda, Gemalin van Alboïnus. 76, 79, 80. Rotharis,' zevende Lombardifche Ko-: ning. 98 - 103. Roua, Koning der Hunnen. 33. Rovena , eene Saxifche Prinfes. 36. Rudolph, elfde Franfche Koning van deri tweeden Stam. 192. Rtidolph , Koning van Bourgondiën en Italiën. 193-200. Rudolph, Koning van Bourgondiën. 178. Rudolph van Rheinfelden , Hertog van Zwaben , en Tegen-Keizer. 257-281. Rufinus, Staatsdienaar van Theodofius en Arcadius. 18-20. Rugen , eene barbaarfche Natie. 48 , 66. Runk, eerfte Grootvorst van Rusland. „ 197- Rusfen, eene Natie en Grootvorstendom in 't Noorden van Europa, 167 „ J97 , en verder alomme. S. Sabinianus, een Roomsch Veldheer. 8,9; Sabinianus, vier- en- zestigfte Paus. 90. Saës, een Perfisch Veldheer. 93. Saifan, Turkfche Sultan van Iconium. 309. 3*5Salerno, een Vorstendom in Italiën. 160. Salifche Wet in Frankryk. 28. Salomon, zesde Koning van Hongaryën, 261 - 278. Saltzburg, een Bisdom, zedert een AartsBisdom in Duitschland. 135 , 205. Samon, Koning der Sclavoniërs. 96. Sanche de Dikke, negentiende Koning van Spanjen. 206 - 212. Sanche II , vyf - en - twintigfte Koning van Spanjen. 263 - 268. Sanche, tweede Koning van Arragon. 263,292. Sanche, tweede Koning van Navarre. 184 - 194. Sanche II., vierde Koning van Navarre. 214, 223. Sati-  KX. B L A D W Y Z g « Sanche III., zesde Koning van Navarre. 225-242. Sanche IV., agtfte Koning van Navarre. 252-272. Sanche V., negende Koning van Navarre. 247, 292. Sapor II., negende Koning van Perfiën. Sapor III., elfde Koning van Perfiën. 1618. Saraceenen, eene Natie in het Oosten. 7, 29, 51 » 67 , 95, en verder alcmm:. Saragosfa, eene Stad en Saraceensch Koning-yk in Spanjen. 66,230, 314. Sarbar, Perfisch Veldheer en Dwingland. 97- Sardiniën, een Eiland in de MiddellandfcheZee. 43,58,61,70,123,234. Sardis of Sardica, eene Stad op de Grenzen van het Ooster- en Wester-Ryk. «, 5» 35- sarmaaten, eene barbaarfcne Natie. 1, 8, 13. Sarus, een Grieksch Officier. 23,25, 26. Saturninus, Gunfteling van Theodofius o " • 35- Savoyen, een Graaflchap in Italiën. 233, , 274 » 3-3- Saxen.tot een Hertogdom gemaakt. 165. laxen- Lauënburg , een Hertogdom in Duitschland. 333. Saxers, eene Duitfche Natie. 13, 36. Zie verder Engeland. 74,81,94,122, 123, 127, 130, 132, 133. tjt verder onder Duitse iland. Saxred, vierde Koning van Esfex. 92, 94. Schiften, eene Saraceenfche Secte. 97, lil. Scholasticus, zeventiende Exarch van Ravenna. 121, 124. Sehotland. Zie Schotten. Schotten , eene Natie In het Noorden van Britanniën. 5, 13, 16,24,28, 34, 36, Ic6, 156, envtrder alemme. Sclavoniërs, eene barbaarfche Natie. 59, 71 ,85,89,96,126,135,141,161. Sebba, elfde Koning van Esiex. 104,112. Seberr, derde Koning van Esfex. 88 ,92. Seleucië, eene Stad in het Oosten. 9. Seliukken, eene Turkfche Stamme. 251, 283. 3>elred , vyfriende en laatfte Koning van Esfex. 119. Senegaglia, eene Stad in Italiën. 70. Senofrid, dertiende Koning van Esfèx. 114, 116. Serena , Gemalin van Stilicho. 19,24. Sergjus, drie- en-tagtigfte Paus. 112-115. Sergius II., honderd- eerfte Paus. 160 , l6i. Sergius III., honderd-negentiende Paus. 485,186. Sergius IV., honderd- twee- en veertigfte Paus. 231, 232. Sergius,, laatfte Hertog vanNapels. 326, 3*9» 33* Serviën, eene Ryks-Provincie. 75, Serviërs, eene barbaarfche Natie. 93. Sevcrinus, zeventigftë Paus. 98, 100. Severus, Roomsch Keizer. 43. Severus, een Roervink. 53. Seville , eene Stad en baraceensch Koningryk in Spanjen. 30,230, 266,298. Seward, vyfde Koning van Esiex. 92,94. Sexburga , Gemalin van Kenwaich. 108. Siagrius, Roomsch StedehouderiuFraniiryk. 42, 47. Siciliën , een niland in de Middellandfche Zee. 6, 34, 46,62 , 69, 103,107, 108, 154, 186, 190, 204, 244, 245, 246, 259, 260, 288, 298. Sigebert, honing van Auftrafiën. 74. Sigebert il., Koning van Auftrafiën. 96, 104. Sigebert, vyfde Koning van Oost - An- ghen. 98, 100. Sigebert, zesde Koning van Esfex. 92,94. Sigebert II., zevende Koning van Esiex. 94- SigeDert III., agtfte Koning van Esfex. 94» i°4- . , Sigebert, vyftiende Koning van Wesiex. 130. Siger, tiende Koning van Esfex. 104,112. Sigerik, tweede West-Gotlüfche Koning. 26. Sigbard, twaalfde Koning van Esfex. 114 , 116. Sigismond.Koning van Bourgondiën. 54. Silefiën, eene Poolfche Provincie, naderhand een Hertogdom. 225. Silo,zesde Koning van Spanjen. 136-140. Silverius, zeven-en-vyftigfte Paus. 6264. Simeon,Koning van Rulgaryen. 188-195, Simonas, Staatsdienaar van Keizer Leo VI. 187. Simplicius, zes- en- veertigfte Paus. 43,„. 47- Singarus of Singare, eene Vesting in het Oosten. 5, 9 , ri. Sirmium, eene Stad in Pannoniën. 6 , 9, ,.35.83-. . „ Siroës, arie-en-twmtigfteKoning van Perfiën. 97. Siscia , eene Stad m Paimoniën. 17. Sifebut, een- en- twmtigfte West-Gothifche Koning. 90, 92. Sifenand , vier- en- twintigfte West-Gothifche Koning. 98. Sifinnius , zes- en- tagtigfte Paus. 117. Sixtus III., drie- en- veertigfte Paus. 33, 34- Slaaven. Zie Wenden. Stedda, tweede Koning van Esfèx. 84.88. Sleeswyk , een Hertogdom in het Noorden. 197 , 240 , 285. ?maragdus, tweede Exarch van Ravenna. 83 - 91. 1 sobieslaus, negen- en- twintigfte Hertog van Boheemen. 323, 337. ! Scas- Soisfons, eene Stad en Ryk in Frankrvfc „ 47 . 52. y** Sonman, Turkfche Sultan van Nicéa 283, 285, 287. Sohnian de Jonge, Turkfche Sultan van Nicea. 287, 291, 295, 297 > ^ Softwedel, een Mark - Graaffchap in Duitscniand. 309. r Solyman , dertiende Caliph. 121, 12* Sonniten, eene Saraceenlche Secte 07' Sopater, een Christen Wysgeer. 3. Sopma, Gemalin van Justinus li 77-8*5 Spanjen , eerst eene Roomfche Provincie , naderhand een Koningryk in Europa. 4, 12 , 16, 23, 24, en verder alm. öpiers , een Bisdom in Duitschland 1 oS Spuinheus , veertiende Hertog van Boheemen. 185 , 186. Spitmheus II., vier- en- twintigfte Hertog van Boheemen. 256, 261. Spoleto, een Hertogdom in Italiën 70 Stauracius, een- en- dertigfte Griekfche Keizer. 149. 6tenchil, vyfde Koning van Zweeden, p 255. 259. Stephanus van Blois, vier- en- twintigfte Koning van Engeland. 330-342. Stephanus, eerfte Koning van Hon^a- ryen. 227 - 245. Mephanus II., tiende Koning van Hon- garyën. 313, 321 , 325. btephanus li., een- en- negentigfte Paus 130-133. Stephanus III. ,drie-en-negentigftePaus p 134- 136. Stephanus IV., zes- en negentigfte Paus l5P- Stephanus V., honderd- negende Paus 176, 180. Stephanus VI., honderd- twaalfde Paus r82. Stephanus VIL, honderd- vier- en- twintigfte Paus 196. Stephanus VIII., honderd - zeven - entwintigftePaus. 200, 2.02. Stephanus IX.Jionderd- een- en- vvfri 42 » 84- Suger, Abt van St. Denys, een beroemd Fransch Staatsdienaar. 332, 344. Suïnthila, drig- en- twintiglte West-Gothifche Koning. 94 , 96. Sultz , eene Stad in Duitschland. 13. Suprarbiën , eene Provincie en klein Koningryk in Spanjen. 232. Susfex, tweede Saxisch Koningryk in Engeland. 48 , 112. Sweno, of S wein, derde Koning van Deenemarken. 217 - 233. Sweno II., zevende Koning van Deenemarken. 251 - 271. Swetopolk , elfde Grootvorst van Rusland. 295, 317. Swetoslaw, vierde Grootvorst van Rusland. 203-213. Switheard, twaalfde Koning van OostAngliën. 128. • Swithelm, negende Koning van Esfex. 104. Syl-anus, een Roomsch Veldheer. 7. Sylvester, twee- en- dertigfte Paus. 2,3. Sylvester II., honderd- negen- en- dertigfte Paus. 225- 229. SylvesterIII.,Tegen-Paus. 248, 250. Sy mbolum van Athanafius. 11. Symmachus, Pnefect van Romen. 16. Symmachus, Schoonvader vanBoëthius. Symmachus, vyftigfte Paus. 50-53. Syriën, eene Provincie in het Oosten. 99, 101. Syricius, zéven-en-dertigfte Paus. 1621. Ti Tancredo , Graaf van Hauteville. 242. Tancredo, een vermaard Normandisch, Edelman. 296- 313. Tanger, eene Vesting in Africa. oz,n£ Tarenten, eene Stad en Vorstendom in Italiën. 194. Taric Abencier, een Saraceensch Veldheer. 118, 120. Tarif, een Saraceensch Veldheer. 118, 119. Tafon, Hertog van Friuli. 86,98. Tasfilo, Hertog van Beijeren. 128-141. Tatiamrs, Prxrect van het Oosten. 18. Telerik, Koning der Buigaaren. 137,139. Tempeliers , of Tempelheeren, eene Geestelyke Ridder-Orde. 315, 3T9, 328, 338. Texufin, Koning van Marocco. 322, 328, 340, 342. Thtmet, 'een Engelsch Eiland. 36,162, 164. Theia , agtfte en laatfte Oost-Gothifche Koning. 70-72. Themistius, een Sophist. 7. Theodatus , een Gothisch Prins, naderde Koning der Oost-Gothen.61 - 63; Theodebald, Koning van Auftrafiën. É8-?2. The- Theodcbert,Koning van Auftrafiën. 60- 68. Theodebert II., Koning van Auftrafiën. 86 - 90. Theodelinde, Gemalin van Autharik en Agilulf. 85 , 94. Theodigil, twaalfde West - Gothifche Koning. 68. Theodimir, Koning der Oost-Gothen. 41 . 45- Theodura, Gemalin van J ustimanus. 5769. Theodora, Dogter van Keizer Conftantinus , en een- en- vyftigfte Griekfche Keizer. 241 - 257. Theodora, Gemalin van den Griekfchen Keizer Theophilus. 155-165. Theodora's, twee befaamde Vrouwen te Romen. 185 , 194. Theodorik , Koning van Auftrafiën. 5260. Theodorik,Koning van Orleans en Bourgondiën. 86-90 Theodorik III., vyftiende Franfche Koning van den eeriten Stam. ioS -112. Theodorik IV. , twintigfte Franfche Koning van den eerften Stam. 122, 126. Theodorik. Koning der Oost-Gothen , de eerfte in Italiën , en naderhand de negende der West-Gothen. 45 - 57. Theodorik de Schetle, Koning van een takderGc'St Gothen. 46, 47. Theodwik I., vieide West - Gothifche Koning. 20 - 38. Thfodorik ii,, zesde West - Gothifche Koning. 39-42- Theo dorik, vyfde Koning van Northumberland. 82, 84. Theodorus Caluopas-, negende Exarch van Ravenna. 102, 103, 107. Theodorus II. ..twaalfde Exarch van Ravenna.. 109 , 112, Theodorus, twee- en-zeveniigfte Paus. ico, 102. Theodorus II., honderd - veertiende Paus. 183. Theodorus , Aarts-Bisfchop van Canterbury. 106. Theodorus, Bisfchop van Cefaréa. 7 l. Theodofius, Roomsch Keizer. 14-19. Theodofius II. , tweede Griekfche Keizer. 22-37. Theodofius III., vier- en - twintigfte Griekfche Keizer. 121. Theodofius „Zoon van Mauricius. 89. Theodofius Roomsch Veldheer. 12-14. Theophania, Gemalin van Keizer Otto II. 212-223. ThjKiphano, Gemalin van Keizer Romanus II. 209, 211. Theophilus, vyf- en- dertigfte Griekfche Keizer. 155-159- Theophobus, een Grieksch Veldheer. 157 , 159. Theophylactus, veertiende Exarch van Ra- 2* 1 Ravenna. 115, 118. s Theophylactus, Patriarch van Conftantinopolen. 197 , 199. Therefta , Gravin van Portugal. 294 , 312 , 322, 324, 328. Thesfalonica, Hoofdftad van lllyriën. 15, 17, 18, 185, Theudis, Stedehouder van Spanjen, naderhand elfde West-Gothifche Koning. 52 - 68. Theutberge , Gemalin van Koning Lotharius van Lotharingen. 166 - 168. Thomas, opgeworpen Griekfche Keizer. !53- Thorismond, vyfde West-G othifche Koning. 38. Thraciën, eene Roomfche Provincie. 9, 12, 14-16, 20, 25, 31 , 35, 37, 46, 65. Thrafamond, vierde Koning der Wanr daalen in Africa. 50 - 54. Thuringen, een Land - Graaffchap in Duitschland. 245 , 257 , 325. Thuringers. eene Duitfche Natie. 48,54, 58', 74, 102 ,123 ,163 , 181 , 187. Tiberius, een Grieksch Veldheer , naderhand elfde Griekfche Keizer. 97-83. Tiberius II., een- en- twintigfte Griekfche Keizer. 115 - 117. Titil, tweede Koning van Oost-Angliën, 80, 88. Tivoli, eene Stadin Italiën. 338 , 34,0» 343, 344. Tolbiac of Zulpich. 48', 90. Toledo , oude Hoofdftad en een Saraceensch Koningryk van Spanjen .74 , 84, 102 , 130 , 284. Tolun , eerfte Caliph van Egypten. 171.. Tongeren, een Bisdom in Duitschland. 133. Toscaanen, een Hertogdom in Italiën. 175, 328. Totila, zevende Oost-Gothifche Kor ning. 66-70. Toto , Hertog van Nepi. 134'. T'rente , een Bisdom in Duitschland,- 135. Tribigild , een Gothisch Veldheer. 21. Tribonianus, een vermaard Rechtsgeleerde. 59, 61. Trier, eene Stad en Aarts - Bisdom in Duitschland. 7 , 13, 16, 135, Tripoli , eene Staden Provincie in Africa. 58 , 102. Tripoli, eene Stad en Christen Vorstendom in het Oosten. 305. Trifagion,.of Heilige Lofzang. 47; Trogülbeg, een vermaard TurkschVeld-heer enVeroveraar. 251. Tülga, zes-en-twintigfte Wesf-Gothi-fche Koning. 100.. Turken „eene barbaarfche Natie in Afia.. 75. 79» 83> I23» 167 ,171-,-251:,. en-verier alom onder 't Oosten, Typus, een vermaard Bevelfchrift. rosR» IV IJ, üdaÜ-  XXII. H L A D W Y Z E R ... V- ' ■ -r Udalrik, twee- en- twintigfle Hertog van Boheemen 233, 243.' Urta , eerfte Koning van Oost-Angliën. 80. Ujatcheslaw , vyftiende Grootvorst van Rusland. 337. Uladislaus, agt - en - twintigfte Hertog van Boheemen. 311 , 317 , 523. Uladislaus II., dertigfte Hertog van Boheemen. 337. Moes, Koning der Hunnen. 25. Ulodomir, zevende Grootvorst van Rusland. 213 , 233. Ulodomir II., twaalfde Grootvorst van Rusland. 317 , 321. Ulodomir, tw'intigrte Hertog van B»heemen. 231. Urbanus II., honderd- zeven- en-vyftigfte Paus. 288- 301. Urraca, Dogter van Koning Alphonfus VI. 288-322. Urficinus, een vermaard Roomsch Veldheer.' 7 - 9. Urfinus, een Roomsch Veldheer. 12. Ufevolod , tiende Grootvorst van Rusland. 279, 291. Ufevolod II., zestiende Grootvorst van Rusland. 339, 343. Utrecht, eene Stad en Bisdom in de Nederlanden. 114, 116, 193, en verder aïem onder Nederlanden. V. Valamir, Koning der Oost-Gothen. 38, 4i . 43- Valdomarus, een Duitsch Vorst. 9. Valencia , eene Stad en Saraceensch Koningryk in Spanjen. 230, 252. Valens, Roomsch Keizer. 11 - 25. Valens, een Roomsch Veldheer. 24. Valentinianus I., Roomsch Keizer. 12-14. Valentinianus II., Roomsch Keizer. 1418. Valentinianus III., Roomsch Keizer. 3240. Valentinus, negen- en- negentigfte Paus. 154- Valentinus, een Grieksch Veldheer, icï. Varames, een PeifLch Veldheer en Troon-overweldiger. 87. Varanes IV., twaalfde Koning van Perfiën. 18-21. Varanes V., veertiende Koning van Perfiën. 29-35 Venetiën , eene Stad , en naderhand een Gemeenebest in Italiën. 39 ,114,147, 148, 176, 178, 186,223,225', . 301 , 320, 321. Verden, eene Stad en Bisdom in Duitschland. 139, 141. Verdun, eene Stadin Lotharingen. 161. Veriae, Gemalin van Leo I. 45, 46. . Ver- Vermor-d, agtfflé Koning varr Spanjen. .142, UI. » e:mond 11., eer,- en- twintigfte Koning van Spanjen. 218 - 224. Vermond III., drie - en - twintigfte Koning v&n Spanjen. 238 - 242. Vetranion , een Roomsch Veldheer. 6. Victor, een opgeworpen Keizer. 16 , 17. Victor II., honderd- vyftigite Paus. 255, Victor III., honderd - zes - en - wftigfte Paus. 284-288. Vidimir , Koning der Oost-Gothen. 41, 45- Vigilius, een Zendeling tot de Hunnen. 37- Vigikus, agt- en- vyftigfte Paus. 64-72. Viomade, een Fransch Hoveling. 42. Virus, een Roomsch Veldheer. 34. Vitalianus, een Grieksch Veldheer. 53 , 55- Vitalianus, vyf - en - zeventigftë Paus. 104 -109. Vitigès, vierde Oost-Gothifche Koning. 63-67. Vitiza, twee- en- dertigfte West-Gothifche Koning. 114- 118. Vitry, eene Stad in Frankryk. 342. Vlaanderen , een Graaffchap in de Nederlanden. 167 , tn verder alomme. Vortigern, eerlte Koning der Britten. « 34-44- v ortimer , tweede Koning der B.-;ttén 38-44- Vraias, een Gothisch Veldheer. 65,66. Vreede Gods. 260. Vuurproeve. 166. Waiwooden van Polen. 158. Walcheren, een Zeeuwsen Eiland. 1 <;6, 171.231- Wakirade, Misinaresfe van Komng Lotharius van Lotharingen. 166 - 168. Wallachven, eene Ryks-Pro\incie. -5. Wallia , 'derde West-Gothifche Koning; 26-28. Wallis ,een Prinsdom in Engeland. 62. Wamba, negen- en- twintigfte West-Gothifche Koning. ic8, 110. Wandaalen , eene barbaarfche Natie. 22, 24, 26. Zie voorts Gunderik, tn hunne verdere Koningen , tot 61. Warners, eene^Duitfche Natie. 86. Wenceslaus, zestiende Hertog van Polen. 191 , 201. Wenden, ook Slaaven geheeten , eene woeste Natie aan de Oost-Zee. 13*3 , 163, 179, 181 , 195, 217, 255, 266, 329. Werther, eerfte Graaf van Habsburg, en Stamvader van het Aarts-Heitoglyk Huis van Oostenryk , der oude Hertogen van Zahnngcn, der Markgraa- 1 a ven van Baden, en Hertogen van L*- ' tkariirgen. 237. Wesfex, derde ^axisch Koningryk in Engeland. 52. Westerisch Keizer-Ryk. r - 45. West-Gothen , eené barbaanche Natie 12, 14. Zie toorts Alarik tn hunne verdere Kcr.tr.gen^ tot \ \t). Westphalingers, eene Saxifche Natie < I37- 139- Wetboek van Justinianus. 61. Wetboek van Theodofius II. 33 , 35. "Wetboek der Lombarden. 102.' 121 \ \ *è Wetboek van Bazilius. 169, 181. Wibba, tweede Koning van jMercia. 86', 92. Widin , een Gothisch Graaf. 74,76. Widred, twaalfde Koning van Kent. 11 & 122. Wight, een Engelsch Eiland. 112. Wiglaff, agttiende en laatfte Koning var. Merci. 152, 154. Willebrord, eerfte Bisfchop van Utrecht. 114. Wilind, Bisfchop van York. ic8 , 116: Willem de Veroveraar, Hertog van Normandyën , en een- en- twintigfte Koning van Engeland. 242-286. Willem II., de Roode , twee- en- twintigfte Koning van Engeland. 286-3C1. Willem Yzer-Arm, eerfte Graat .van Apuliën. 242 , 245 , 248, 250. Willem , derde Hertog van Apuliën en Calabriën. 311 , 313, 322. Willem Cliton, Zoon van Hertog Robbert van Normandyën , en Graaf van Vlaanderen. 306-327. Willem, Bisfchop van Utrecht. 261. Wilzên, eene Duitfche Natie. 143. . Winfrid. Zie Bohifaciut. Witekind, Hertog der Saxers 137-148. W.therk, negentiende West-Gothifche Koning. 88, 90." Vv'atena- Gemot, eene Volksvergadering in Engeland. 262. Wolfer, zesde Koning van Mercia. 106 , io8. Wolf ran, Bisfchop van Sens. 1 • 2. Worms,een Bisdom in Duitschland. 135. Womher Zonder-Geld, Hoofd van eene bende Kruisvaarders. 297. Wratislaus, vyftiende Hertog van Boheemen. 186, 191. Wratislaus II., vyf- en- twintigfte Hertog van Boheemen. 261, 287, 295. Wulfvalde , Hofmeester van Auftrafiën. ,104. Wurtembcrg, een Graafichap, zedert een Hertogdom in Duitschland. 305. Wurtzburg, een Bisdom mDmtschiand. '-7> J35 . 257. X. Ximer.e, Weduwe van denvermaarden Cid. 30c, 304. Y. Ya--  BL ADWYZER. XXIII. Y. Yacoubé, eene Stad in Africa. r»2£ Yatreb ,.eenc Stad in Arabiën. 95. Ifezid , zevende Caliph. 1.09 , 11 r. Yezid II., vyftiende Caliph. 1:23. Y'ezid III., agttiende Caliph. 129. Yvica, een Eiland in de MiddeUandfche Zee. 61 , 313. Z. Zab , eene Rivier in het Oosten. 95. Zacharias, negentigfte Paus. 127 - 130. Zachas, een vermaard Turksch Zeeroover. 291. Zade, Saraceensch. Stedehouder van Cataloniën. 144, 146. Zah- Zahringen, een Hertogdom in Duitschland. 237-, 256. Zafon , Broeder van Gelimer. 60. Zathes, Koning van Lazes. 73. Zathius, Koning van Lazes. 55. Zefadola, Koning van Grenada, Murcia en Valencia. 340 , 342. Zemisces (Johannes) zes - en- veertigfte Griekfche Keizer. 213-215. Zenghi, of Atabeck Zenghi, Sultan van Aleppo en Moful. 329, 333, 341. Zenjars , eene Saraceenfche Natie. 171. Zeno, de Ifauriër, zesde Griekfche Keizer 45-49. Zevenbergen , eene Provincie van Hongaryën. 229. Ziemomislaus, dertiende Hertog van Po-len.. 189, 211. Zie- Ziemovit, elfde Hertog van Polen. 167, 181. Zoë, Gemalin van Keizer Leo VI. 185. Zoë, Dogter van Keizer Conftantinus, en vyftigfteGriekfche Keizer. 241-253. 7.ofimus, veertigfte Paus. 29. Zotton , Hertog van Benevent. 79 , 82. Zulpich. Zie Tolbiac. Zutphen, een Graaffchap in de Nederlanden. 295. Zwaben, een Hertogdom in Duitschland. 135, 187, 281. Zweeden , eene Natie en Koningryk in het Noorden van Europa, 154, 195 , en verder alomme. Zwentibold, Koning van Lotharingen,. 183. Zwitzerland, een Landfchap. 23,