HET FORMULIER- BOEK, Vervattende VIII. FORMULIEREN, In gebruikzynde by de ChriftelykeGemeenten, Toegedaan der onveranderde Augsburgfche Geloofsbelydenis. Te AMSTERDAM, By de Erven P. MEIJER en G. WARNARS. MD CC L X XX I L   I I. HET FORMULIER, Van den H. Doop • der jonge Kinderen. ^^^^^g^ieve Vrienden in den Heere Chris**" ^M^^S^Êtus' deeze kinderen worden ons ^^^S^ier gebracht, en men begeert van ^S^^R^hunnentwege, dat zy in den naam ^^^^^K vanjefïis Christus gedoopt, en door ^^tas5"i" den'heiligen Doop, der Christelyke Kerk en gemeente ingelyfd zullen worden. Nu hooren wy dagelyks uit Gods Woord, en bevinden ook aan ons leven en fterven, dat wy, van Adam af, allen^in zonden ontfangen en gebooren worden, gelyk de Koninglyke Profeet David zegt: Ziet, ik ben uit zondig zaad geteeld3 en myne Moeder heeft my in zonden ontfangen. Daarom wy dan ook onder Gods toorn, in eeuwigheid verdoemd en verloren zyn moesten, wanheer wy niet door Gods eengebooren Zoon, onzen lieven Heere Jefus Christus, daaruit geholpen waren; gelyk onze Heere Christus fpreekt : Foorwaar, voorwaar ik zegge u, 't zy dan-, dat i^midjiit het, wat er enden Geest geboren\ worde, A zoo  I Van den H. Doop zoo kan by in H Ryk van God niet komen; want, wat van bet vleesch geboren word, dat is vleescL Vermits dan deeze hieraanweezige kinderen 5 in hunne natuur metgelyke zonden, even alswy, ook befmet en verontreinigd zyn; waarom zy ook onder den eeuwigen dood en de verdoemenis zyn en blyven moesten ; ten ware God, de Vader van alle genade en barmhartigheid, zynen Zoon Jems Christus der waereld gefchonken had, diedejoneen zoo wel als de ouden van den duivel,dood , en de eeuwige verdoemenis verlost, zalig gemaakt, en bevolen heeft, dat men dezelve zoude tot hem brengen, opdat zy gezegend wierden. > Daarom, vermaan en bid iku allen, die hier uit Christelyke liefde en trouw vergaderd zyt dat gy toch ter harten neemen, en met alle naarftigheid bedenken wilt, in hoe eenen grooten nood en ellende deeze kinderen zig van wegen hunne natuur, bevinden , als zynde kinderen der zonden, de* toorns en der ongenade; kunnende met anders geholpen worden, dan datze door den heiligen Doop uit God nieuw geboren, en alzo van God tot kinderen, van wegen onzen Heere Jeius Christus, door het nieuwe verbond, aangenomen worden. Neem u derhalven deeze hier aanweezig zynde kinderen voor God den Heere met ernst aan, draag hem dezelven voor, en bid, dat hy ze in genade aanneeme, hen hunne zonden vergeeve, en voor erfkenaamen der eeuwige hemelfche goederen er° ken-  der jonge Kinderen. 3 kenne, van des duivels geweld verlosfe, en door den heiligen Geest verfterke, opdat zy den vyand in leven en fterven tegenftand bieden^ en de overwinning behouden mogen tot het eeuwig leven, Want onze Heere Jefus Christus heeft de kinderen $ die tot hem gebracht wierden, ook in genade aangenomen, de handen op hen gelegd en gezegend. Gelyk de Euangelist Marcus fchfyfc in 't X, Hoofdftuk. Zy brachten de kindertjes tot hem, op dat hyze aanroerde, maar de jongeren be/lraften de geenen, dieze droegen. Maar toen '* Jefus zag, wierd hy onwillig, en/prak tot hen: laat de kindertjes tot my komen, en weert hen niet, want dezulke is hetryk van God. Voor waar ik zeggen, wie het ryk van God niet ontfangt als een kindtje, zal daar niet inkomen: en hy omhelsdeze, leide de handen op hen, en zegendeze» Dewyl gy nu gehoord hebt, welke de nood, en ellende deezer kinderen, en daarbenevens welke de genadige wil, bevel en beloften van God zyn, •zo laat ons nu indengebede, deeze kinderen den barmhartigen, eeuwigen God, voordraagen, en bidden: f~\ Almagtige, eeuwige God! Vader van onzen Heere Jefus Christus! wy roepen u aan voor deeze kinderen, die door ons om de gaaven van uwen heiligen Doop A 2 bid-  4 Van den H. Doop bidden, en de eeuwige genade, door de geestelyke wedergeboorte, begeeren. Neem hen aan in genade, o Heere! en gelyk gy gezegd hebt: bidt, zoo word u gegeeven; zoekt, zoo zult gy vinden; klopt aan, zoo zal u opengedaan worden: zo geef en verleen nu, o eeuwige God! uwe goedheid en genade den geenen, die hier bidden ; laat vinden, die nu zoeken; en open de deur, die tans aankloppen, opdat deeze kinderen den eeuwigen zegen van dit hemelfche bad verkrygen, en het beloofde ryk uwer genade ontfangen mogen , door Jefus Christus, onzen Heere, die ons geleerd en bevolen heeft te bidden: Onze Vader, die gy zyt in de hemelen! uw Naam worde geheiligd; uw ryk koome, uvo wilgeJchiede op de aarde, als in den hemel; geef ons heden om dagelyks brood, en vergeef ons onze jchulden, gelyk wy onzen fchuldenaaren vergeeven; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den kwaade ; voant u is het ryk, de kracht, en de heerlyk/md, in eeuwigheid, Amen. \Vraa~  der jonge Kinderen. 5 \_Vraag en aan de Vaders en Getuigen^ ■ Hierop vraag ik u5 Vaders en Getuigen van deeze kinderen! of gy ook gelooft en bekent, dat dezelven in zonden ontfangen en gebooren zjn- en niet anders kunnen geholpen worden, ten zy dan datze door het water en den heiligen Geest wedergebooren worden? Zoo antwoord, Ja. Dewyl deeze kinderen zelve noch niet fpreeken, en de belydenis van hun geloof by monde niet doen kunnen: zoo zyt gy Vaders en Getuigen verpligt (in plaats van dezelven) my te antwoorden , opdat voor de Gemeente kenbaar worde, op welke leerftukken des geloofs deeze kinderen zullen gedoopt worden. , Vr Gelooft gy in God den Vader, den almagtigen Schepper des hemels en der aarde? Zoo antwoord, Ja. Vr. Gelooft gy rh jefus Christus, zynen eengebooren Zoon, onzen Heere, die ontfangen is van den heiligen Geest, gebooren uit de Maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruyst,geftorven enbegraaven, nedergedaald ter helle, ten derden dag verrezen van den dood, opgevaren ten hemel, en zit ter rechterhand van God zynen almagtigen Vader, vanwaar hy wederom komen zal, om te oordeelen de leevenden en de dooden? Zoo antwoord, Ja. A 3 Vr. Ge-  6 Van den H. Doop Vr. Gelooft gy in den heiligen Geest; en dat 'er is eene heilige Christelyke Kerk, gemeenfchap der heiligen, vergeeving der zonden, verryzenis des vleesch, en een eeuwig leeven i Zoo antwoord, Ja. Vr. Begeert gy dan, dat deeze kinderen op dit Apoftolifche Geloof zullen gedoopt worden? Zoo antwoord. Ja. Vr. Hoe zal het kind heeten ? N. N. N. Ik doop u in den naame Gods, des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geeftes. Amen. Daar na fpreekende: De almagtige God, de Vader van onzen Heere Jefus Christus, die u N. door het water en den heiligen Geest wedergebooren, en u al uwe zonden door zynen lieven Zoon Jefus Christus vergeeven heeft , verfterke u met zyne genade door den heiligen Geest tot het eeuwige leven. Amen. Lieve vrienden ! dewyl de almagtige God deeze kinderen tot den heiligen Doop van onzen lieven Heere Jefos Christus genadig heeft laaten komen; zoo moeten wy hem nu en altyd lof en dankzeggen , en van harten bidden, dat hy zich deeze kin-  der jonge Kinderen. y kinderen in alle genade wil Ia aten aanbevolen Zyn aldus {preekende:, A Imagtige , barmhartige God en Vader! ± ^ wy zeggen u lof en dank \ dat gy uwe kerk zoo genadig onderhoud en vermeerdert , en deeze kinderen verleend hebt, datze door den heiligen Doop wedergeboren , uwen lieven Zoon, onzen Heer en eenigen Zaligmaaker, Jefus Christus, ingelyfdzynde, uwe kinderen, en erfgenaamen van alle uwe hemelfehe goederen o-eworden, zyn. Wy bidden u van hartea Qotmoedig, dat gy deeze kinderen (die nu uwe kinderen geworden zyn) by dat ontfangen goed genadig wilt bewaaren , opdat zy naar uw welbehaagen, tot lof, prys en eer van uwen heiligen naam, op' het getrouwst en het godzaligst opgevoed worden, en ten laacften het beloofde erfdeel in den hemel met alle heiligen ontfangen mogen, door Jefus Christus, onzen Heere, Amen, [By eenige van onze Gemeenten word dit volgende wel bygeleezen ] TT"*..  g Van den H. Doop V'a-maaning aan den Ouders en Getuigen. Nu gy Vaders , Vrienden en getuigen ! gy zult deeze kinderen voortaan voor kinderen van God houden, en voor dezelven vly.ig bidden dat toch de almagtige God het werk, hetwelk hy tn den heiligen Doop met deeze kinderen begonnen heeft, volbrenge tot aan 't einde. . Ook zult gyaltyd, des noods, getuigenis geeven dat d^ezfkJerèn wettig gedoopt zyn m den naame Gods des Vaders, en des Zoons, en des her"i Jen Geestes, en daarom geen anderen Doop (vol'f ns het wanbegrip der Wederdoop**) behoeven 6 Ook zult gy, ouders van deeze kinderen als dezelven opwasfen en tot kennisfe komen u bevvtigen dat zy de Catechismus, behelzende de Hen Geboden, het Geloof, het onze Vader het Sacrament des heiligen Doops « des heihgen Avondmaals ook de Sleutelen des Hemelryks lee ren • en dat gy allen hen, ook met een Chnslyk en godz^g leven en wande voortgaat op datze u daar in mogen volgen, tot lot en prys hunne Ouders of anderszins in armoede of gebreK fM komen, zoo zult gy Getuigen en Vr en "en , dan, zo veel mogelyk, hen byftaan en u Christelyke liefde behulpzaam zyn , mdachttg dat de Heere Christus zulks beloonen en roemen zal, aan den dag des rechtvaardigen oordeels, dan  der jonge Kinderen. 9 zeggende : het geen gy gedaan hebt aan een van deeze myne min/ie broederen, hebt gy my gedaan. Laat u derhalven deeze kinderen in de vreeze des Heeren bevoolen zyn. fraag. Gy wilt hier gaarne, zoo veej mogelyk, het beste doen? Zoo antwoord, Ja. Ontfangt den zegen des Heeren. De HEERE zegene u, en behoedeu! De HEERE laate zyn aangezicht lichten over u, en zy u genadig! De HEERE verheffe zyn aangezicht op u, en geeve u vrede! Amen» B II. HET  lo II. HET FORMULIER, uV7Cs! fI3k)G7 KJ ttO' ■ : ï ID 'tWelk gebruykt word by den H. Doop; der Bejaarden. ^^^^^^^^ieve Broeder (Zuster) in Christus! 1P§ iSllilf y Joannes *n 'c derde Hoofdftuk I1S ^^^^Kzegt de Heere Christus: Voorwaar, JEJSffP voorwaar, ik zegge ujten zy dan, dat ^^g^^^^ iemand gebooren word, uit bet water en W^^m^mBm ^m Qeest ^ zo jzm foy jn >£ fiyfe vm God niet komen. "Hiermede heeft de Heere Christus verklaard, dat de Doop noodzaakelyk zy voor allen den geenen, welke begeeren zalig te worden , en in het Ryk van God te komen. Nademaal gy nu in uw Kindsheid niet gedoopt zyt, en tot dus verre hebt uitgefteld den doop te ontfangen j zo is 't ten hoogften tyd, dat gy denzelven tracht^ deelachtig te^worden, ^^oaat^oH^Qés, van den vloek en van den eeuwigen dood te bevryden; en in hem te doen erlangen de gerechtigheid die voor God geld, de genade Gods, het eeuwige leven en de zaligheid. Om dan nu zodanige goederen deelachtig te worden, zo behoort gy tot den Doop te komen, en te weeten, dat gy gedoopt word op den naam van Jefus Christus, tot vergeeving der zonden. Oelyk nu de Doop gefchied in den naam des VaE 2 ders,  12 Van den H. Doop ders, en des Zoons en des Heiligen Geefts: alzo is de waarachtige God, die is de Vader, de Zoon, en de H. Geest, by den Doop tegenwoordig, en belooft u, by wyze van een verbond, dat gy aan Christus en zyne weldaaden zult deel hebben. Zodanige belofte moet gy noodwendig met een vast geloof omhelzen, en byaldien gy den Heiligen Geest flechts niet weder/treeft, zo zal dezelve deeze belofte ook in uw hart verklaaren, bevestigen en verzegelen, aan uwen geest getuigenis geeven van de genade Gods in Christus Jefus, en het zaligmaakende Geloof by u vermeerderen en verfterken. Voorts zult gy weeten dat gy gedoopt word op den Doofilvan Christus: en gelyk Jefus Christus is geftorven, en wederom leevende geworden; alzo zyt gy verpligt den ouden mensch, het verdorven vleesch met de lusten en begeerten afteleggen, te kruisfigen en te dooden, en den nieuwen mensch, aan te trekken, om in een nieuw leven te wandelen, en Gode te dienen in heiligheid en gerechtigheid die hem behaagelykis. En nademaal de Doop is een bad der wedergeboorte ^n vernieuwing des H. Geeftes, zo zal dezelve mede in u een rein hart fcheppen, en van u een nieuw fchepfel maaken. Welaan , lieve Broeder (Zufter) nader dan tot den Doop, met een oprecht boetvaardig en geloovig hart; en bereid hetzelve tot eenen tempel  der bejaarde Perfoonen. 13 pel van den Heiligen Geest, dewelke in den Doop rykelyk over u zal uitgegoten worden. Wy zullen met u, en voor u, den barmhartiger! God, in den naam van Jefus Christus, met aandacht bidden en fpreeken: r\lAlmagtige, eeuwige God! barmhar^^tige hemelfche Vader! wy roepen u aan over deezen tegenwoordigen Dienaar (Dienaaresfe) die om de gaaven van den Heiligen Doop bid, en de heilzaame Genade van dezelve begeert. Verleen hem (haar) kennisfe van zyne (haare) zonden, en waare boetvaardigheid. Geef hem (haar) waare en zuivere kennisfe van Jefus Christus: leer hem (haar) aandachtig opmerken, hoe gy in den naam van Jefus Christus met hem (haar) een verbond maakt tot vergeevinge der zonden en eeuwige zaligheid Schenk hem (haar) rykelyk uwen Heiligen Geest, die het genadeverbond in zyn (haar) hart verzegele, en hem (haar) in 't geloof verfterke; die ook een rein hart in hem (haar) fcheppe, en hem (haar) tot goede werken vernieuwe. Neem B 3 dee^  14 Van den H. Doop deezen armen zondaar (zondaaresfe) in genade aan. O Heere! gelyk gy gezegd hebt: Bidt, zoo zult gy ontfangen, zoekt zoo zult gy vinden, klop aan, zoo zal u open gedaan voorden. Zo geef en verleen nu uwe goedheid en genade hem (haar) die bid, laat vinden , die zoekt, open de deur, die aanklopt, opdat ook deeze Broeder (Zuster) den eeuwigen Zegen van dit hemelfche bad verkrygen, en 't beloofde ryk uwer genade ontfangen moge, door. Jefus Christus, onzen Heere, in wiens naam wy u aanroepen en fpreeken: Onze Vader, dit gy zyt in de hemelen! uw Naam worde geheiligd; uw ryk koome, uw wil gtjchiede op de aarde, ah in den hemel; geef ons heden ons dagelyks brood, en vergeef ons onzefchulden, gelyk wy onzen fchuldenaaren vergeeven; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den kwaade; want u is het ryk, de kracht, en de heerlykheid, in eeuwigheid, Amen. Na aanroepinge van den Goddelyken naam, zult gy lieve Broeder (Zuster) uweBelydenis doen, op  der bejaarde Perfoonen. 15 op dat kenbaar worde, op welke Geloofsbelydenis gy den heiligen Doop ontfangt. Belyd dan het Apoftolifche Geloof. Ik geloof in God den Vader, enz. Dit is de Belydenis des Apoftolifchen Geloofs, maar voorts zult gy noch antwoorden op eenige volgende vraagen. Ten eerften, vraag ik u, of gy bekent dat gy een arme zondaar (zondaaresfe) zyt, die met uwe zonden den toorn Gods, den vloek, den eeuwigen dood en verdoemenis verdiend hebt: en of uwe zonde u van harte leet zyn ? Zoo antwoord, Ja. Ten tweeden, vraag ik u, of gy gelooft, dat Jefus Christus gekomen is in de waereld, om de zondaars zalig te maaken, en ons van de zon den, van den toorn Gods, van den vloek, van den eeuwigen dood en de verdoemenis verlost, en ons de gerechtigheid die voor God geld, de genade, den zegen, het eeuwige leven en de zaligheid te weege gebracht heeft ? Zoo antwoord, Ja. Ten derden, vraag ik u, of gy ook bekent, dat de waarachtige God, die is de Vader, de Zoon, en de EL Geest, in den doop met u oprichten zal een vast verbond, in het welke hy u belooft3 dat gy aan Christus en zyne weldaaden zult  i6 Van den H. Doop zult deel hebben; en of gy op dit verbond met een waarachtig geloof vast betrouwen zult? Zoo antwoord. Ja. Ten vierden, vraag ik u, of gy ook erkent, dat gy op Christus dood gedoopt word, en belooft een Christelyk leven te zullen leiden, u voor zonden te wachten, en de zonden aftefterven, in goede werken u te oefFenen, en in een nieuw leven te wandelen ? Zoo antwoord, Ja. Ten vyfden, vraag ik u, of gy als nog begeert naar het bevel en de inftelling van den Heere Jefus Christus den Doop te onfangen ? Zoo antwoord Ja N. Ik Doop u in den naam Gods des Vaders, en des Zoons, en des HGeeftes. Amen. De almagtige, barmhartige God en Vader van onzen Heere Jefus Christus, dewelke u andermaal uit water en Heiligen Geest gebooren, en u alle uwe zonden door zynen lieven Zoon Jefus Christus vergeeven heeft, verfterke u met zyne genade door den H. Geest, tot het eeuwige leven. Amen. Dank-  der bejaarde Perfoonen. * 17 Dankzegging. OAlmagtige, eeuwige God! barmhartige , hemelfche Vader! wy zeggen u lof en dank, dat gy uwe Christelyke'kerk zo genadig onderhoud en vermeerdert, en deezen tegenwoordigen onzen lieven Broeder (Zuster) verleend hebt, dat hy (zy) door de kracht van den Heiligen Doop in uw genade-verbond aangenomen is, en door den kracht van den Heiligen Geest, den Heere Jefus Christus heeft aangetrokken. Wy bidden u, ó Heere! in den naam van Jefus Christus, verleen hem (haar) dat hy Czy) zicn met uw Goddelyk genadeverbond in zyn (haar) geheel leven, ja in zyn' (haar') uiterften doodsnood , mag vertrooften. Laat hy (zy) den Heiligen Geest, zo ryklyk over hem (haar) uitgeftort, nimmer bedroeven. Regeer hem (haar) dat hy (zy) naar uw geboden, tot lof, prys en eere van uwen heiligen naam, zyn (haar) geheel leven aanlegge, het geloof en een goed geweecen bewaare, en C ten  18 Van den H. Doop ten laatften het beloofde erfdeel in den hemel, met alle zaligen ontfange, door Jefus Christus uwen eengeboren lieven Zoon, onzen Heere, Amen. Vermaaning* Lieve Broeder (Zuster) zo zyt gy nu gedoopt met water, in den naam des Vaders, en des Zoons, en des H. Geeftes, alles naar 't bevel van onzen Heere Jefus Christus; daarom zult gy niet twyffelen of gy den rechten Doop ontfangen hebt. Wees flechts dankbaar jegens den waarachtigen God, die u alle uwe zonden vergeeft, en u niet toerekent uw misdaaden, die u aanneemt in zyn heilig genadeverbond, Gods genade en roeping berouwen hem nooit; daarom moet gy u met de beloftenis van de Goddelyke genade ten allen tyde, in uw gantfche leven, ja in de laatfte uure des doods vertroosten; zo dikwils gy God bid om vergeevinge der zonden, in den naam van Jefiis Christus, aan den Doop herdenken, en weeten dat uw Gebed verhoord is, want gy zyt gedoopt op den naam van Jefus Christus, tot vergeving der zonden, en in den Doop heeft God een verbond met u gemaakt, en in het zelve u belooft, dat hy om Christus uwe zonden vergeeven wik ' En gelyk gy te vooren vermaand zyt, alzo ver-  der bejaarde Perfoonen. 19 vermaan ik u nu wederom, eifchende dat gy deeze vermaaning niet vergeet, maar u altoos voor zonden wacht, de booze luften tegenftaat en yverig zyt in goede werken. Denk 'er geduurig aan dat gy op Christus dood gedoopt zyt, opdat gelyk als Christus van den dooden is opgewekt, door de heerlykheid des Vaders, alzo ook gy voor hem in een nieuw leven wandelen moogt. Ontfang den Zegen des Heeren: De HEERE zegene u, en behoede u! De HEERE laate zyn aangezicht lichten over u, en zy u genadig! De HEERE verheffe zyn aangezicht op u, en geeve u vrede! Amen. C 2 III. HET  20 III. HET FORMULIER, 't Welk gebruikt word by de VRYSPRAAK van ZONDER Na de Boet-Pr.edikatie; ffli^^^^^pieve Vrienden! dewyl de Predikatie rfPl $llll/^s van de boete van ons eischt eene wÊÊÊiÊk°Precnte belydenis der zonden, en Ir^li FSfe?*"1 het Goddelyke genadewoord de ^K^^^^p belofte heeft van de vergeeving derwBmmiRMÈBÊtè zeiven, gelyk de Apostel Joannes Zegt in zynen ifte Brief, het eerfte Hoofdftuk, vers 9. Zoo wy onze zonden belyden, is God getrouw en rechtvaardig, dat hy ons de zonden ver' geeft, en reinigt ons van alle ondeugd: en D.avid in den 32ften Pfahn vers 5, Ik fprak, ik wil den Heere myne overtreedingen bekennen: toen vergaaft gy my de misdaad myner zonden. Zo is 't dan noodig, dat gy uwe zonden van herten bekent, en in het geloof om genade fmeekt; opdat gy alzoo de vergeeving derzei ven ontfangen moogt. Maar opdat deeze uwe boete kenbaar zy, zo zult gy my te vooren op de navol-  Van de Vryfpraak van Zonden. 11 volgende vraagen, voor Gods heilig aangezicht en deeze Christelyke gemeente, duidelyk°en oprechtelyk antwoorden. L Vraag ik ulieden in Gods plaats, of gy ook by u zei ven gevoelt, en met Ootmoedige harten bekent, dat gy arme verloren zondaars zyt, die den Heere uwen God menigmaal, heimelyk en openbaar, weetende en onweetende, met gedachten , woorden en werken zwaar vertoornd daar benevens ook uwen evennaasten op menigerlei wyze beledigd, en daarmede alle tydelyke en eeuwige ftrafFen verdiend hebt, en of u deeze uwe zonden van harten leet zyn, biddende dat God u dezelve vergeeven wil? 2oo antwoord, Jeu II. Vraag ik ulieden of gy ook vastelyk gelooft^ dat God, naar zyne oneindige barmhartigheid, om het dierbaare verdienst van Jefus Christus zynen Zoon, u niet alleen alle uwe zonden vergeeven, maar ook tot een verzegeling daarvan in het heilig en hoogwaardig Avondmaal, onder brood en wyn, met zyn waarachtig ligchaam en bloed fpyzen en drenken zal: is dat uw hartelyk vertrouwen ? Zoo antwoord, Ja. III. Vraag ik ulieden, of gy ook van voorneemen zyt, door Gods genade, uw zondig le- C 3 ven  22 Van de Vryfpraak van Zonden. ven te verbeteren, bewyzende waare vruchten der boete en des geloofs, u een nieuw fchepzel in Christus te betoonen, en in den geest naar den nieuwen mensch te wandelen; ook uwen naasten, die u misdaan heeft, niet alleen van harte te vergeeven, maar ook alle liefde te betoonen, en voorts by Gods eeuwigduurend woord , en onze waare Christelyke Religie tot in den dood irandvastig te blyven? Zoo antwoord, Ja. De getrouwe en barmhartige God, die u gegeeven heeft het willen, geeve u ook het volbrengen tot zyns heiligen naams eere, en uwer aller eeuwige zaligheid, door Jefus Christus! Amen. Verootmoedigt u nu verder voor den Heere uwen God; belyd hem met gebrooken en verflaagen harten alle uwe zonden, en fmeekt met my aldus: J T> echtvaardige, barmhartige God! wy AVarme elendige menfehen bekennen, dat wy niet alleen in zonden ontfangen en geboren zyn, maar dat wy ook dikwils tegen uwe heilige geboden misdreeven, en  Van de Vryfpraak van Zonden. 23 en dezelve zwaarlyk overtreden hebben. Maar dewyl Jefus Christus is gekomen in de waereld om de zondaaren zalig te maaken: zoo bidden wy u, ö getrouwe God en Vader! vergeef ook ons om Christus alle onze zonden , neem ons in genade aan, en fchenk ons het eeuwige leven; een hartelyk berouw, een vastgeloof, waare godzaligheid, ook flandvastigheid tot aan het einde, verleen ons, ö hemelfche Vader! .door onzen Heere Jefus Christus, Amen. Hierop /preekt de Bedienaar des J^oords als volgt; Op deeze uwe beJydenis en verzuchting tot God , verkondig ik, als een Dienaar van Jeflis Christus (uit kracht van zyne woorden by Joannes in 't 20fte Hoofdftuk: wien gy de zonden vergeeft, dien zynze vergeeven, en wien gyze behoud y dien zynze behoudend) allen boetvaardigen de vergeevinge van alle hunne zonden, in den naame Gods des Vaders, des Zoons, en des Heiligen Geestes: maar den onboet vaardigen worden hunne zonden behouden, tot op hunne verbetering, waartoe hen God zelve genade verleene door Jefus  24 Van de Vryfpraak van Zonden. fts Christus, in wiens naam wy bidden: Onze Vader, die gy zyt in de hemelen! uw Naam worde geheiligd; uw ryk koome} uw wil gefehiede op de aarde, als in den hemel; geef ons heden ons dagelyks brood, en vergeef ons onze fchulden, gelyk wy onzen fchuldenaaren vergeeven; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den kwaade; want u is het ryk, de kracht, en de heerlykbeid, in eeuwigheid9 Amen. IV. HET  =5 IV. HET FORMULIER Van des HEEREN H. AVONDMAAL. ^^^g^J eminden in den Heere Jefus Christ woord: opdat by zicbzelven bereide een gemeente,die daar beerlyk zy die geen bevlekking of rimpel, of iets diergelyks hebbe maar dat zy heilig zy en onftraffelyk Alzoo zullen ook de Mannen hunne Vrouwen IteJ hebben als hunne eigen ligchaamen. Wie zyne Vrouw hef heeft, die heeft zich zeiven lief: want memand heeft ooit zyn eigen vleesch gehaat, maar hy geneert en bezorgt het, gelyk ook it Heere de Gemeente. De V rouwen zullen onderdanig zyn haar en Mannen, als den Heere: want de Man is het hoofd van de Vrouw, gelyk ook Christus het hoofd der gemeente is, en hy is zyns ligchaams Heiland. Maar gelyk nu de Gemeente aan Christus onderdanig is, alzoo ook de Vrouwen baaren Mannen in alle dingen. Ten vierden: dient gy te weeten, welk een kruis God op den Huwelyken Staet gelegd heeft. E3 Want  3 8 Ter inzegening van het Huwelyk. Want alzoo ftaat gefchreven in 't eerfte boek van Mofes, in het derde Hoofdftuk: Alzoo fprak God tot de Vrouw: Ik wil u veele fmerten toezenden, als gy bevrucht word. Gy zult met fmerten kinderen baar en, en uw wil zal den Man onderworpen zyn, en hy zal uw Heer zyn. En tot den Man fprak God: dewyl gy geluisterd hebt naar de Jlem van uwe Vrouw, engegeeten van dien boom, waar van ik ugebood, en fprak: gy zult- daar niet van eeten ; vervloekt zy deakk§r om uv&ntwil: met kommer zult gy u daar op geneer en alle de dagen uws leevens,doornen en diflelen zal hy u draagen ; en gy zuil het kruid op het veld eeten* in het zweet uws aangezichts zult gy uw brood eeten, tot dat gy weder tot aarde word, waarvan gy genomen zyt; want gy zyt aarde, en zult weder tot aarde worden. Ten vyfden: «dient gy ook te weeten, welk eenen zegen God aan den Huwelyken Staat verknocht heeft, opdat gy troQst in, uw kruis hébben en weeten moogt, dat uw Staat Gode aangenaam en van hem gezegend zy. Want aldus ftaat gefchreven in 't eerfte Boek ^an Mofes, in 't eerfte Hoofdfluk: God fchiep den mensch naar zyn beeld; tot een beeld Gods fchiep hy hem, en hy fchiepze een Man en eene Vrouw: en God ztgendenze, en fprak tot hen: zyt vruchtbaar en vermeerdert u, en vervult de aarde, en maaktze u onderdanig, en voert heerJchappy over de visfchen in de zee, en over de vogelen onder den hemel, en over alP het gedierte dat op aarde kruipt. En God zag aan al wat hy gemaakt had, en ziet daar, het was zeer goed. Daar-  Ter inzegening van het HuwelyS. 5^ Daarom zegt ook Salomon: Wie een echte Vrouw vind,- die vind wat goeds, en kan vrolyk zyn in den Heere. En de Apostel Paulus fchryft: De vrouw zal zalig worden door kinderen baar en, is^t dat zy blyft inh\ geloof-en in de liefde, en in de heiligmaaking, met de eerbaarheid. Begeert gyJieden nu op deze voorgeleezen e {lukken, naar Gods inftelling, tot het huwelyk ingezegend te worden, en uwe echtverbintenis alhier voor deeze^Christelyke Gemeente openlyk van rny, eenen geordenden Dienaar van het Euangelie, bevestigen en bekrachtigen te laaten? Zoo antwoord, J#. N. u vraag ik, als een Dienaar van Jefus Christus, in Gods plaats, of gy deeze aanweezige N. tot. uwe getrouwde Vrouw begeert, dezelve ook eerlyk wilt geneeren, lief en leed, geluk en ongeiuk met haar verwachten, en geduldig verdraagen; en ook niet voorneemenszyt u van haar te fcheiden, tot dat u de almagtige God van haar door den tydelyken dood fcheiden zal ? Zoo gy zulks begeert, Zoo antwoord, Ja. N. u  40 Ter inzegening van het Huwelyk. N. u vraag ik, als een Dienaar van Jefus Christus, in Godts plaats, of gy deezen ajmweezigen -N. tot uwen getrouwden Man begeert, hem ook wilt gehoorzaam zyn * lief en leed % geluk en ongeluk met hem wilt verwachten, en geduldig verdraagen; en ook niet voorneemens zyt u van hem te fcheiden, tot dat u de almagtige God van hem door den tydelyken dood fcheiden zal? Is dat uwe begeerte? Zoo antwoord^ Ja. Dewyl gy beiden alhier voor God en deeze Christelyke vergadering bekent, dat gy eikanderen ten huwelyk begeert, en ook de hand en trouwring daarop gegeeven hebt: zo bevestige ik (als eenDienaar van Jefus Christus) uw beider echtverbintenis in den naam Gods des Vaders, en des Zoons, en des H. Geeftes: en wat nu God te famen gevoegd heeft, zal de mensch niet fcheiden. Laat ons bidden: HEERE God, hemelfche Vader! gy die Man en Vrouw gefchapen, en den  Ter inzegening van het Huwelyfe 41 den Huwelyken Srcat, om onkuischheJ* te vermyden,-gedicht, ook met vruchten des ligchaams te zegenen bèloofd ^en de verborgenheid van uwen lieven Zoontjefus Christus, en der Kerke, zyne Bruid, daar in afgebeeld hebt: u, ó barmhartigGöd! bidden wy, fchenk aan dit huwelyk uwén zegen, opdat deeze gehuuwden hier, tot yerheerlyking van uwen naam, godzalig, eensgezind en gelukkig met eikanderen leeven, en namaals de eeuwige zaligheid deelachtig mogen worden, door Jefus Christus, onzen Heere, Amen. Ontfangt hier op den zegen des Heeren: De HEERE zegene u, en behoeden! De HEERE laate zyn aangezicht lichten over u, en zy u genadig! De HEERE verhefTe zyn aangezicht op u, en geeve u vrede! Amen. F VI, HET  42 VI HET FORMULIER Ter inzegening der PREDIKANTEN. J^^^^^^eliefden in den Heere Jefus Christus! m/^^^^^ Kan niemand zonder het geloof zalf t^^Kï§| % worden, noch gelooven , 't en zy ^j^^^^O hy het euangelie gehoord hebbej ^^^^^^^ noch het euangelie hooren, 't en zy hetzelve gepredikt worde; mag niemand prediken, 't en zy hy gezonden worde; dan is het ook onze pligt God den ailerhoogften altyd, in den naam van onzen Heere Jefus Christus, vierig te bidden, dat hy, de Heer van den wynberg, getrouwe arbeiders in zynen oogst zende en aan zyne gemeente bekwaame herders en leeraars fchenke, door welker dienst de kerk van Christus gefticht en opgebouwd worde. Daar nu God heden ten dage de leeraaren niet onmiddelbaar tot zynen dienst beroept en afzondert, zyn de voorflanders der gemeentens verpligt zorg te draagen , dat het leeraarampt bevolen worde aan getrouwe getuigen, die bekwaam zyn andeien te ieeren. Dien-  Ter inzegening der Predikanten. 43 Dienvolgens is tot het leeraarampt behoorlyk beroepen deeze aanweezige Broeder N. N. zynde aan ons verzocht hem tot die gewigtige bediening te ordenen, en in dezelve te bevestigen Om nu aan dit christeiyk verzoek *te voldoen zyn wy thans alhier vergaderd, en zullen-in den naam, en voor het aangezicht des Ailerhoogften deezen onzen broeder het dierbaar leeraarampt opdraagen, en hem in deeze bediening bevestigen. Doch op dat alles naar behooren gefchiede zullen wy eerst den goedertieren God van grond des harte in den naam van Jefus Christus ootmoedig bidden en aldus fpreeken : O Almagtig eeuwig Godl wy, die in dit uur voor uw aangezicht vergaderd zyn, om deezen aanweezigen broeder tot het heilig leeraarampt plegtig aftezonderen, ivy fmeeken u van grond des harte; fchenk ons de vereischte aandachtl vervul ons met den diepfien eerbied voor uwe aanbiddelyke tegenwoordigheidl verzei en achtervolg met uwen zegen aW het geen wy thans in uwen naam zullen verrichten, op dat deeze onze broeder erkenne, dat hy van u zelfs door middel F 2 van  44 Ter inzegening der Predikanten. van ons in het eerwaardig leeraarampt zy gezet; op dat ook de ledematen der gemeente te # # # # jjem a[s uwen bode ontfangen moogen, en zyn dienstwerk zo gezegend zy, dat het f rekke tot grootmaaking van uwen heiligen naam, tot opbouwing uwer dier gekochte gemeente, en tot veeier menfchen eeuwige zaligheid, door Jefus Christus onzen Heere, Amen. Geliefde Broeder! Vestig nu uwe aandacht op eenige fpreuken uit Gods heilig woord, die alle van het predikampt handelen. In het 20^ hoofdfhik van Johannes Euangelie ftaat gefchreeven : Jefus fprak tot zyne jongeren: vreede zy met u ; gelyk my de Vader gezonden beeft, alzo zende ik u. En toen by dat zeide, blies hy ben aan en fprak tot ben: ontfangt den heiligen Geest; vjien gy de zonden vergeeft, dien zyn ze vergeven, en wien gy ze behoud, dien zyn ze behouden. En toen de Heere Jefus Christus zich, na zyne verryzenis, in Galilea op eenen berg openbaarde * fprak hy : My is gegeeven alle geweld in den hemel en op de aarde; daarom gaat heenen en leert alle volken, en doopt ze in den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geests, en leertze houden al wat ik u bevolen heb. In  Ter inzegening der Predikanten. 45 Tn het werkboek der Apostelen in het 2ofte hoofdftuk leezen wy, dat Paulus de oudften van de gemeente te Ephefus naar Mileten ontboden op deeze wyze vermaand heeft: Hebt acht op u zeken, en op de gantfche kudde, onder welke u de heilige Geest gezet heeft tot bisfehoppen, om te weiden de gemeente Gods, welke hy door zyn eigen bloed verworven heeft, Jn Paulus brief aan Titus in het hoofdftuk worden de eigenfehappen der leeraaren aldus befchreeven: Een bisfehop moet onberispelyk zyn, als een huishouder Gods, niet eigenzinnig, niet toornig, geen dronkaart, geen twistmaaker, geen oneerlyke handt eenng dryvende; maar herbergzaam, goedertieren, rechtvaardig, heilig, kuiseh: en die vast houd aan het woord, dat gewis is en leer en kan, op dat hy magtig zy om te vermaanen, door de heilzaame leere en te bejlraffen de tegenfpreekers. 3 De Apostel Petrus geeft in het 5^ hoofdftuk van zynen eerften brief aan de leeraaren deze vermaaninge : Weidt de kudde van Christus, die u bevolen is, en ziet op haar: niet gedwongen, maar goedwillig, niet om fchandelyk gewin, 7naar van grond des harte: niet als die over H volk heerfchen, maar wordt voorbeelden der kudde: zo zult gy, als de Aarts herder zal verfchynen, de onverwelkelyke kroon der eere ontfangen. In het 33^ hoofdftuk derGodfpraaken vanEzechiel ontfangen de leeraars deeze ernftige waarin 3 fchuu-  ■ 4(5 Ter inzegening der Predikanten. fchuuwing: Gy menfcben-kind, ik heb u tot een wachter gezet over het huis IsraëJs: als ik nu tot den godloozen zegge: gy godlooze moet den dood Jlerven, en gy zegt hem zulks niet, op dat de godlooze zig laate waarjchuuwen voor zyn doen; zo zal wel de godlooze, om zyne godloosheid Jlerven: maar zyn bloed wil ik van uwe hand eifchen. Maar als gy den godloozen voor zyn doen\ waarfchuuwt, dat hy zig daar van bekeere , en hy zig niet wil bekeer en, zo zal hy om zyn godloos doen Jlerven, en gy hebt uwe ziel gered. Meerdere fpreuken by te brengen is onnoodig, uit de aangehaalde plaatzen hebt gy inzonderheid op drie fiukken te letten: Ten eerjien: dat gy van God zelf in uw ampt gezet word : want Christus heeft niet alleen uitgezonden de Apostelen , maar geeft ook nog herderen en leeraaren: en de leeraars te Ephefus door mentenen beroepen, worden verklaard over de gemeente gezet te zyn door den heiligen Geest. Gy moet u derhalven aanmerken als Gods huishouder, als een dienaar van Christus, als een wachter door den Heere zelf op uwen post gefield. Ten tweeden: leeren u deeze fchriftuurplaatfên, waarin uwe amptsbediening zal beflaan; te weeten, in het verkondigen van Gods woord, en in het bedienen der heilige bondzegelen, in het opzicht hebben over de gemeente, in het leeren, vertroosten , vermaanen van die geenen,die leering , vertroosting of vermaaning van nooden heb-  Ter inzegening der Predikanten, 47 hebben, en in het beftraffen van de zodaanigen, die ftrafwaardig zyn in leer of in leven. Gy moet het woord van God, dat gewis is, frantvastig aankleeven, uwe amptsbediening goedwillig, en van 's harte grond verrichten, yverig zyn, u voor een ergerlyk leven wachten, onftraffelyk wandelen, en een voorbeeld der gemeente worden. Ten derden: geeven deeze bybelplaatzen u te kennen , welke uwe belooning wezen zal : te weeten, geen groote rykdom; deeze by het leeraarampt te zoeken, of hetzelve om fchandelyk gewin te begeeren, ware onrecht: maar uwebeJooning moet gy verwachten van den Aarts-herder Jefus Christus, die op den dag zyneropenbaarin* ge u de onverwelkelyke kroon der heerlykheid zal opzetten , en u, nevens andere getrouwe leer^ aars, laaten blinken als des hemels glans, en als de fterren eeuwiglyk: alles echter onder deeze voorwaarde; indien gy getrouw zyt: want zo gy in 's Heeren werk traag of ontrouw waart, zoude de vloek over u komen. Wy verwachten van u getrouwheid; en eifchen ter meerdere verzekering van uwe oprechtheid, dat gy thans voor Gods aangezicht uwe verklaaring doet op de navolgende vraagen. Ten eerjien, Bekent gy, dat de Prophetifche en Apostolifche fchriften van het oude en nieuwe 1 tstament zyn van God ingegeven; en gelooft  48 Ter inzegening der Predikanten. gy, dat dezelve zyn de éénige en vaste regelmaat, naar welke men van alle leere behoort te oordeelen? Ten tweeden Houd gy de drie algemeene geloofs belydenifTen, de Apostolifche, Niceenfche, en Athanafiaanfche voor godzalige en wei-gegronde belydenifTen des geloofs, en neemt gy dien volgens de leere, in dezelve uitgedrukt, van harte aan, en verwerpt gy alle ketteryen en leeringen, die tegen dezelve aangaan, of ten eenigcn tyde in de kerk zyn ingefloopen? Ten derden. Oordeelt gy, dat de leere, begreepen in de onveranderde Augsburgiche geloofsbelydenis, in den jaare 1530. aan den Keizer Karei den vyfden, overgeleverd, in derzelver Apologie, in de Smalkaldifche Artykelen, in beide de Catechismuilen van Lutherus en in het Christelyke Concordiënboek, met Gods heilig woord over eenkome: zyt gy dezelve van harte toegedaan, en hebt gy eenen afkeer van alle dwaalingen, die in zodaanige fchriften verworpen worden? Ten vierden. Belooft gy de reine leer, die ons in Gods heilig woord is voorgefteld, en herhaald in de yoornoemde fchriften, waar aan onze kerken zich verbinden, uwen toehoorderen getrouwelyk voortedraagen , en dezelve ernstlyk te waarfchuuwen voor alle valfche meeningen en ketteryen, deweike ftryden tegen de heiligen fchrift, en  Ter inzegening der Predikanten. 49 en tegen de belydenis des geloofs, byonze kerken aangenomen? Ten vyfden. Verpligt gy u ook om de by ons aangenomene kerken-orde en plegtigheden te onderhouden, en in dezelve niets ligtvaardiglyk, en zonder gemeene goedvinding te veranderen? Ten zesden. Is het uw oprechte wil, uwe ampt-bediening getrouw waarteneemen, u eens onftrafFelyken levens te bevlytigen, u te gedraa* gen als een voorbeeld der gemeente en uwe leer te' verfieren met een eerbaar, oprecht, en godzalig leven ? Ten zevenden. Wanneer het gebeurde, dat gy u [bet welk God verhoede] in leer, of in leven te buiten gingt, zyt gy dan willig en bereid u der kerkelyke cenfuure te onderwerpen, en u niet te verzetten tegen het geene, het welk u de Kerkenraad, de Klasfis ofte de Synode zal opleggen? len laasten. Vraag ik u, of gy al het ge ene, het welk gy tegenwoordig op de voorgemelde vraagen hebt geantwoord,metgoede bedachtzaamheid, oprecht^ en zonder eenige achterhoudenheid of geveinstheid hebt gefproken, in aanmerking neemende, dat God , van wien de gemeente u bevolen word, zelve hier tegenwoordig is, dat hy uwe verklaaring en belofte hoort, uw hart en nieren doorgrond, en een geftreng rechter is over alle valsheid en bedrog? Op deeze uwe oprechte verklaaring, en plegG ti-  50 Ter inzegening der Predikanten. tige belofte , voor het aangezicht van God gedaan y zulien wy u nu in het heilige Predik-ampt bevestigen : en gelyk wy kezen, dat de Apoftolilche gemeente voor haare kerk-dienaaren God vierig heeft aangeroepen, waar na dezelve door oplegginge der handen in hunne bediening zyn bevestigd geworden: zo laat ons ook dit Apostolifche gebruik onderhouden, en van grond des harte in den naam van Jefus Christus aldus bidden: OAlmagtige , Eeuwige God , die in uwen wynberg, uwe Christelyke kerk op aarde, geduurig getrouwe arbeideren zendt, door uwen Zoon aan uwe gemeente herders en leeraars verleendt, en dezelve door uwen heiligen Geest tot de gezegende bediening van het euangelie bekwaam maakt, wy bidden u van grond des harte,fchenk aan deezen onzen Broeder , door u tot het leeraar-ampt beroepen , uwe genade, en de gaaven van uwen heiligen Geest in eene ryke maate! Laat hem door dien Geest meer en meer verlicht, geleid en gefterkt worden, op dat hy het gewigt van het leeraar-ampt recht ken-  Ter inzegening der Predikanten. 51 kenne, dien post in uwe vreeze aanvaarde en met wysheid en voorzichtigheid getrouw, yverig en gezegend waarneeme! Laat hem fteeds uw woord rein verkondigen , de bondzegelen naar Jefus inftelling onvervalfcht bedienen , alle ledemaaten der hem aanvertrouwde gemeente naauwTkeurig gadellaan, zig eens onftraffelyken wandels bevlytigen, en een ftichtelyk voorbeeld der geloovigen weezen! Zo worde door zynen dienst uw naam geheiligd, en uw ryk uitgebreid ! Zo moeten zy, die de waarheid van uw euangelie hebben bekend en aangenomen, meer en meer gedicht en verbeterd worden, en die geenen, welke vervreemd zyn van de rechtzinnige leer en waare godzaligheid door zyne poogingen gewonnen worden, en met ons komen tot de zaligegemeenfchap van onzen Heere Jefus Chriftus, in wiens naam wy bidden: Onze Vader, diegy zyt tn de hemekn! uw naam worde geheiligd! uw ryk komel uw wil ge/chiede op de aar- G 1 de,  52 Ter inzegening der Predikanten. de, als in den hemell geef ons heden ons dagelyks brood, en vergeef ons onze fchulden, gelyk wy onzen fchuldenaaren vergeevenl en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den kwaadel want u is het ryk, de krachtf en de heerlykheid, in eeuwigheid, Amen. Laat ons nu tot de opïegginge der handen overgaan. Deze aloude plegtigheid, zo wel in de Joodfche kerk als ten tyde der Apostelen onder de christenen gebruikelyk, dient om u, geliefde Broeder! Voor eerjl: indachtig te maaken, dat gy Gode en zynen dienst byzonder zyt toegewyd, en van hem tot het leeraar-ampt zyt afgezonderd. Ten tweeden: moet u deeze oplegging der handen doen denken, om het groot gewigt en den zwaaren last deezer bedieninge, die zelf eenen Paulus deed uitroepen: wie is daar toe bekwaam! Ten derden: ft rekke u dezelve tot eene troostryke verzekering, dat God u met zyne hand ónderfteunen. u met alle noodige gaaven uitrusten en in allerhande gevaaren u beichermen zal, naar de belofte van uwen Aarts-herder Jefus: ziet ik ben by u alle dagen tot aan *s waerelds einde. Tenlaatfien: dieneu deeze plegtigheid tot eene ernftige waarfchuuwing tegen alle nalatigheid en ongetrouwheid. Hoe zwaar zoude u niet de hand van  Ter inzegening der Predikanten.1 53: van den rechtvaardig vertoornden God vallen , wanneer gy zyne gemeente, met zyn eigen bloed verworven , verwaarloosde of verftrooide? Waak daarom over de zielen uwer toehoorders , en waarfchuuw den zondaar ernfrig voor het hem dreigende verderf, op dat naar Gods bedreiging zyn bloed niet van uwe hand geëischt worde. Om deeze redenen, en onder deeze voorwaarden leggen wy u, geliefde Broeder! de handen op het hooft, en roepen den naam des Heere over u ootmoedig aldus aan: Q Vader der lichten 9 van wien alk goede en alle volkomene gaaven komen, by wien geen afwisfeling des lichts en der duisternis is! VVy bidden u van grond des harte, dat gy deezen aanweezigen broeder , wien gy naar uw welbehagen tot het leeraar-ampt hebt afgezonderd, beroepen en opgelegd den last dier amptsbediening, met uwe geweldige hand wilt leiden, verft erken en bewaar en, op dat hy alle zyne ampts verrichtingen mooge uitvoeren tol'groot making van uwen naam, tot opbouwing der gemeente, en tot veeier menfchen zaligheid, door Je sus Christus uwen eengebooren lieven Zoon , onzen Heere! Amen. G 3 Nu,  54 Ter inzegening der Predikanten. Nu, geliefde Broeder! beveelen wy u uwe Christelyke gemeente, by dewelke gy beroepen zyt: ziet toe, en hebt acht op u zeiven, en op de gemeente, over dewelke God u tot leeraar geftelt heeft. Waakt over de zielen der u aanvertrouwde christenen, en gedenkt dat gy eens rekenfchap van dezelven zult moeten geeven. Laat ons nu God den Opperheer zyner kerke loven en danken, om de vermeerdering zyner goddelyke genade aanroepen en van grond des harte biddende, ipreeken: T^euwig God, barmhartig Vader! wy f-J danken u van harte, dat gy door de gantfche waereld u eene Kerk vergadert, en dezelve onderhoud; inzonderheid danken wy u, dat gy in deeze landen uwe rechtzinnige gemeente geplant en tot hier toe vaderlyk hebt befchermd: gelooft zy uwen naam, ó Heere! dat gy deezen onzen geliefden broeder tot eenen medearbeider in uwe gemeente hebt laaten afzonderen en hier in een nieuw bewys uwer f vaderlyke zorg voor uwe gemeente gegeeven hebt. Wy bidden u, ö God! verydei alle listige aanflagen van het ryk der duis-  Ter inzegening der Predikanten. 55 duisternis, ten verderve uwer gemeente afgerecht! Befcherm haar tegen vervolging! Bewaar haar voor vervalfching der leere en der heilige bondzegelen! Weer alle rukeïoofe verachting van uwen naam! Laat uw woord fïeeds zuiver gepredikt, en de bondzegels naar Jefus inftelling recht bediend worden : Verleen zegen aan het woord, dat uwe dienstknechten verkondigen, iaat het aantal van aandachtige en yverige Christenen dagelyks toeneemen , en wees inzonderheid deezen onzen broeder en medearbeider in uwen wynberg, genadig! Laat hem zyn ampc in uwen zegen aanvangen en bevorder fteeds het werk zyner handen! Staa hem en alle uwe dienaaren by met uwe genade, op dat zy getrouwe huishouders in |iw huis mogen bevonden worden, en "zich zelf en hunne toehoorderen zalig maaken , door de verdienften van uwen lieven Zoon Jefus Christus! Amen. VII. HET  56 VIL rH£T FORMULIER ter afdanking en verkiezing van -OUDERLINGEN en DIAKENEN. De genade van onzen Heere Jefus Christus, de liefde Gods j en de gemeenfcbap des heiligen Geests zy met u allen! Amen. f^Ëi^^>tW*pat in de gemeente van Christus alles IJ" met betaamelykheid , en in orde f^^S>p moet toegaan, leert ons de vermaa- ® g^^^^D veertiendehoofdüuk van zynen eer^•^^^^^ Jien brief aan de Corinthiers ; dit bevestigen ook de fchikkingen, door de Apostelen zelve, in de eerfte Chriften Kerk gemaakt, 't Was immers ter onderhouding der goede orde, dat zy behalven de geenen, die aan het woord en aan de leëre arbeidden, ook nog eenige andere Ouften of Voorftanders der gemeente verkooren , en eenige Diakenen aanfteiden, om de verzorging der armen w^ar te neemen; gelyk wy leezen in het JVerkboek der Apostelen, in het zesde hoofdftuk; en in Paulus eerflen brief aan Jimotbius in het vyfde hoofdftuk. Dee-  Ter Afdanking en Verkiezing efe 57 Deeze vermaaning van den heiligen Paulus^ en dit voorbeeld der Apostolifche kerk, zyn ook wy verpligt te ^rvolgen; ten einde pok by ons in den openbaaren godsdienst de goede orde, de zuivere verkondiging van Gods woord , en de rechte bediening der heilige bondzegelen, bewaard blyven, en op de nakoomelingfchap worden overgebragt, in den nood der armen behoorlyk voorzien, en aldus de bloei en welftand der gemeente meer en meer bevorderd mooge worden. Om deeze gewigtige redenen, worden by ons, behalven de Predikanten eenige gedeputeerde Ouderlingen of Voorftanders, en eenige Diake* nen of Armbezorgers aangefteld. Op dat echter deeze moeijelyke bediening hen niet te zwaar worde, pleegen jaarlyks eenigen, zo wel der gedeputeerde Ouderlingen , als der Diakenen, van hunnen dienst ontflagen , en in derzelver plaatze wederom anderen verkooren te worden. Beide deeze verrichtingen maaken het oogmerk onzer tegenwoordige byeenkomst uit, en eisfchen van ons, uit hoofde van haaren flerken invloed op den.welftand van Gods kerk, dat wy met vereenigden gebede, God om zynen genadenryken zegen hartgrondig aanroepen en aldus ipreeken: . Almagtige, eeuwige God, barmhartige , hemelfche Vader! die gy u hier H op  58 Ter Afdanking en Verkiezing van op de aarde, eene kerk en gemeente vergadert , van welke gy hier en namaals wilt bekend, geëerd, en gepreezen worden! Wy danken u, dat gy ons de zuivere verkondiging des Goddelyken Woords, en het recht gebruik der heilige bondzegelen verleend, en tot dus verre by ons onderhouden hebt. Wy bidden u in den naam van Jefus Christus, uwen eengebooren Zoon, behoedt ons voor alle vervalfching der reine leer en heilige bondzegelen, bewaar ons by het beftendig bezit deezer dierbaare onderpanden uwer liefde, en breng dezelve over op onze laate nakoomeling en! Verydel alle aanflagen, waar door de vyanden van uw koningryk de opbouwing uwer Christelyke gemeente zoeken te verhinderen! Verwek getrouwe kerkendienaaren, die u en uwe gemeente van harten beminnen, en derzeiver aanwas en welftand yverig behartigen. Wy fmeeken u, ö Heer! zy thans met ons in het verkiezen van kerkendie- naa-  Ouderlingen en Diakenen. 59 naaren en beftier ons door uwen heiligen Geest, op dat zodanige mannen moogen verkooren worden, die zich der moeite en arbeid niet laaten verdrieten, maar de eer van uwen goddelyken naam, de verbetering der gemeente, en de zaligheid van hunnen naasten yverig zoeken. Verleen ons dit alles, ö hemelfche Vader! om Christus wille; die ons vryheid gaf te bidden: Onze Vader, die gy zyt in de hemelenl uw naam worde geheiligd! uw ryk komel uw wil gefchiede op de aarde, als in den hemel l geef ons heden ons dagelyks brood, en vergeef ons onze fchulden, gelyk wy onzen fchuldenaaren vergeeven l en leid ons niet in verzoeking , maar verlos ons van den kwaade \ want u is het ryk , de kracht, en de heerlykheid, in eeuwigheid, Amen. Geliefde vrienden in Christus ï volgens het gebruik by onze gemeente, waar van wy zo even gewag gemaakt hebben, zullen thans eenige gedeputeerde Ouderlingen, en eenige Diakenen voor hunnen getrouwen dienst bedankt, en van H 2 hun-  6o Ter Afdanking en Verkiezing van hunne amptsbedieningen ontflagen worden. En wel Van de Ouderlingen: A?. N. En van de Diakenen: N. N. BEDANKING. Geliefde Broeders in den Heere Jefus Christus l Gy zyt nu by ons twee jaaren in den kerkendienst geweest, en hebt of het welzyn der gemeente, of de verzorging der armen (zo wy op goede gronden vertrouwen) met eenen oprechten yver, ter goeder trouwe, en naar alle uwe vermoogens, zorgvuldig behartigt. Dit alfchoon het u geene ftoffe uitlevert, om u deswegens voor God te beroemen, geeft u echter een gegrond recht op onze hoogachting, oprechte wederliefde, en dankbaarheid en het is in den naam en van wegen onze gantfche christelyke gemeente , dat ik u lieden hiermede hartelyk bedanke voor uwen getrouwen dienst, voor alle uwe aangewende moeite en befteede zorg, ten beste van Gods kerk en Jefus armen; met dit billyk verzoek: dat het u voortaan behaage, ons met uwen raad en hulpe by te ftaan, zoo dikwerf wy dezelve noodig hebben: dit zyt gy van Gods wegen fchuldig, en wy twyfFelen niet aan uwe bereidwilligheid. Is de bediening der gemeente, is de verzorging onzer armen, niet zonder verzuim van uwe tydelyke belangen, waargenomen? Zyt verzekerd : dat God, aan wiens dienst gy uwe moeite  Ouderlingen en Diakenen. 61 te en arbeid der liefde hebt toegewyd, niet onrechtvaardig is, maar een mildaadige vergelder der geenen, die weldoen; zo zelfs, dat Hy ook hetgeringftein zynen naam verricht, nietonbeloond zal laaten. Hy dan, de bronaêr aller zegeningen, vervulle alle uwe behoeften, overftroome u ook in het tydelyke met zyne gunstbewyzen en zegene u in alle uwe betrekkingen ! Ten jongfte dage roeme Christus u als zyne getrouwe knechten, het geen gy aan den minften der zynen gedaan hebt, vergelde Hy u, als of het hem zelve gefchied ware en maake u tot verheerlykte deelgenooten zyner eeuwige zaligheid! Amen. VERKIEZING. Geliefde Broeders in onzen Heere Jefiis Christus! Laat ons nu in den naame des Heeren overgaan tot de verkiezing van nieuwe kerkendienaaren, die de plaatze onzer thans uit den dienst getredene Broederen vervangen zullen. Dit vereischt onze ernftige overweeging, en verpligt ons uit Gods heilig woord de eigenfchappen van waardige, kerkendienaaren te leeren kennen. Vestigt dan uwen aandacht op de volgende fchriftuurplaatzen. In het tweede boek van Mofès in het achtiendc hoofdftuk, zegt Jethro tot Mofes: Zie onder al bet volk om naar oprechte lieden, die God vreezen, die waarachtig, en der gierigheid vyandig zyn: Jlel die over hen. H 3 In  6<2 Ter Afdanking en Verkiezing van In het Werkboek der Apostelen, in het zesde hoofdftuk, fpreeken de Apostels tot de gemeente: Lieve Broeders! ziet onder u om naar zeven mannen, die een goed gerucht hebben, en vol des Heiligen Geests zyn, dewelke wy bejlellen moogen over deezen nooddruft. In het derde hoofdftuk van Paulus eerften brief aan Timotheüs fchryfc de Apostel: De dienaars moeten eerbaar zyns niet tw eet onging, geen dronkaarts, geen oneerlyke handteering dryvende; die de verborgenheid des geloof s in een rein gew eet en hebben, Des~ gelyks moeten hunne vrouwen eerbaar zyn, geene laster aar esfen , nuchter en, getrouw in alle dingen. Laat de dienaars een iegelyk ééner vrouwe man zyn, die hunne kinderen en hunne eigene huizen wel voor/laan. Alle deeze fchriftuurplaatzen befchryven ons de eigenfchappen van waardige kerkendienaaren: De eerfte eigenfchap is: dat zy eerlyke lieden en van een goed gerucht zyn moeten; want aldus zegt Jethro tot Mofes: J5 ziet om mar braave lieden die waarachtig en der gierigheid vyandig zyn. Zo fpreeken de Apostels tot de gemeente: ziet om naar mannen die een goed gerucht hebben. Dit eischt ook Paulus : de dienaars moeten zyn eerlyk, geen dronkaarts, geen oneer lyke handteering dryvenvende, die niet meer dan ééne vrouw hebben, en hunne eigene huizen wel voorfbaan. En wat is noodzaakelyker, zullen anders de belangen der kerke en  Ouderlingen en Diakenen. 63 en der armen niet verwaarloosd , en den bloei en aanwas der gemeente niet gehinderd worden? De tweede eigenfchap van kerkendienaaren is: dat zy God vreezen moeten. Zo fprak Jethro tot Mofès: ziet om naar braave lieden, die God vreezen. Dit fielden de Apoftels aan de gemeente voor: „ ziet om naar mannen, die met den Heiligen Geest vervuld zyn, Dit heeft ons Paulus voorgefchreeven: de dienaars moeten de verborgenheid van het geloof bewaar en in een rein gew eet en Nu behooren tot de Godsvreeze: het naarftig bywoonen van den openbaaren Godsdienst, het gelooven aan Christus, het bewyzen van het geloof met goede werken, het aanroepen, looven en danken van Gods grooten naam , het vlytige gebruik van 5s Heeren heilig avondmaal, de nedrigheid , vriendelykheid , vredelievendheid kuisch, maatig, en goedaadig jegens den armen weezen: met deeze en fbortgelyke edele hoedaanigheden behooren de kerkendienaars verfierd te zyn, op dat hun voorbeeld anderen voorlichte. De derde eigenfchap van kerkendienaaren is dat zy met wysheid begaafd en voorzichtig weezen moeten. Dit leert ons de Apostolifche voorftelling: „ ziet om naar mannen, die vol wysheid zyn. Dit eischt de aart der zaake. Men verkiest hen immers , op dat zy anderen voor-  64 Ter Afdanking en Verkiezing van voorftaan en beftieren , de belangen der gemeente bevorderen, en noodlydende raaden en helpen, 't welk allemaal zonder wysheid en voorzichtigheid niet kan gefchieden. Ziet daar, welke hoedaanigheden in kerkendienaaren vereischt worden. De getrouwe en goedertieren God, die zelf voor zyne gemeente waakt en zorge draagt, verleene ons zyne genade, op dat zodaanige mannen moogen verkooren en tot het aanneemen dier gewigtige bedieninge gewillig en bereid gevonden worden ! Achtervolgens onze gewoonte, worden ulieden thans twaalf mannen voorgefteld; uit dewelke zes tot gedeputeerde Ouderlingen moeten verkooren worden; en acbtien andere mannen, om uit dezelve negen te verkiezen tot Diakenen. Ter Nominatie van gedeputeerde Ouderlingen zyn gebragt: N. N. Ter Nominatie van Diakenen: N. N. Welke alle en een iegelyk derzelven wy tot den kerkendienst bekwaam oordeelen en daarom u lieden verzoeken ter verkiezing van dezelve over te gaan, in verwachting dat zy, die door ons verkooren zullen worden, de hun opgedraagene bediening gewillig zullen aanvaarden. (De  Ouderlingen en Diakenen. 65 (De ftemraen gegeeven en opgeteld zynde , wordt aan de gemeente bekend gemaakt, welke Perfoonen tot Ouderlingen , en Diakenen verkooren zyn.) Tot Ouderlingen zyn verkooren: N. N. Tot Diakenen: N. N. Laat ons nu deeze godsdienflige verrichting met den gebede en dankzegginge befluiten. Volzalig God, almagtig Opperheer en Befchermer uwer Kerk! Wy danken u van grond des harte, dat gy u in de gantfche waereld , inzonderheid in dit land onzer inwooning, en vooral in deeze ftad , door de zuivere verkondiging van uw Goddelyk woord, en de rechte bediening der bondzegelen eene gemeente vergaderd, en tot heden door uwe gunftryke beftiering, in het bezit dier voortreffelyke voorrechten bewaard hebt» Inzonderheid danken wy u voor het bewys uwer vaderlyke voorzorge over dee- X 2^0  66 Ter Afdanking en Verkiezing van ze uwe gemeente, hetwelk Gy in dit uur aan ons verleend hebt. Wy fmeeken u ootmoedig, flaa uwe Kerk en deeze gemeente beftendig gade! Verydel Satans listige aanflagen, ten verderve uwer kerke afgericht! Bewaar ons voor vervolging, en voor alle vervalfching der reine leere en heilige bondzegelen! Weer alle ontheiliging van uwen naam, en laat de verkondiging der waarheid onder ons gezegend zyn! Verwek dagelyks meerdere en aandachtige Chriftenen, die uw woord boven alles dierbaar achten, van harten aan Christus gelooven, hun geloof door liefde en allerleye goede werken bewyzen, en in dat alles ftandvaftig blyven tot aan hun einde! Maak gy onze verkoorene medebroeders gewillig tot het aanvaarden hunner opgelegde bedieningen! Regeer de Leeraaren, de Ouderlingen, de Diakenen, en alle Ledemaaten onzer gemeente met uwen heiligen Geest! Laat onze gemeente dagelyks aanwasfen, en breng ons ten laatsten over  Ouderlingen en Diakenen. 67 over in uw zalig ryk, waar toe gy ons den ingang bereidt hebt, door uwen lieven Zoon, onzen Heere Jefus Christus \Amen. Laat ons zingen het o8fe gezang, beginnende: 6 Bron van licht en zaligheid l Ontvangt ten befluite 's Heeren zegen: De HEERE zegene u, en behoede u! De HEERE laate zyn aangezicht lichten over u, en zy ü genadig! De HEERE verheffe zyn aangezicht op u, en geeve u vrede! Amen. I 2 VIII. HET  68 VIII. HET FORMULIER ter inzegening van OUDERLINGEN en DIAKENEN. De genade van onzen Heere Jefus Christus, de liefde Gods, en de gemeenfchap van den heiligen Geest zy met u allen ! Amen. a^^^^^^^eliefde Broeders in onzen Heere Jem^^^^Ê jljs Chriftus! Wy weeten zeer wel, Ï^^B^S ^at ^et amPt van kerkendienaaren ^^^^g^ met zo veel zorg, moeite en ver^^^^^^ antwoording verbonden is, dat elk van ulieden gaarne van die moeijeJyke bediening zoude zynverfchoondgebleeven: daar echter de toefrand en de belangen van onze gemeente den dienst van braave mannen in het kerkbeftier en armbezorging vereisfchen, en gylieden wettig tot kerkendienaaren verkooren zyt, zo zyt gy ook verpligt die beroepinge te volgen' en behoeft aan den goddelyken getrouwen byftand in het waarneemen uwer bedieninge in het minfte niet te twyfelen. Edoch alvoorens gylieden in uwe bediening pleg-  Ter inzegening van enz. 69 plegtig word bevestigd, behoord gy op de navolgende vragen te antwoorden: Ten eerfien, vraag ik u in Gods naam en van wegen deeze gemeente; gelooft gylieden van harte, dat de fchriften der Prof eeten en Apostelen in zig vervatten het eenige woord van God, en alles, wat ons tot het Christendom te weeten, te gelooven en te doen van nooden is? Zo antwoord, Ja. Ten tweeden, bekent gylieden, dat de Leere, dewelke volgens de onveranderde Augsburgfcbe Geloofsbelydenis in deeze onze gemeente geleerd word, met Gods heilig woord overeenkome; dat gy dezelve leer van harte zyt toegedaan, daar by gedenkt te blyven, dezelve naar vermogen by deeze onze gemeente zult trachten te onderhouden en op de nakomelingen voort te planten ? Zo antwoord, Ja. Ten derden, belooft gylieden ook de Predikanten en de Kerkendienaaren deezer gemeente met goeden raad en daad te zullen byftaan, voor de armen vlytig zorge te draagen , de ordinantiën, die reeds by onze gemeente aangenoomen zyn, of nog aangenomen mogten worden, te heipen onderhouden, en alzins met een christlyk leven en wandel de gemeente te ftichten en te verbeteren ? Zo antwoord. Ja. I 3 Al-  70 Ter inzegening van Alfchoon gy nu , geliefde Broeders in den Heere Jefus Christus! dit alles oprecht belooft hebt, weet echter , dat het niet in uwe eigene krachten ftaat de pligten uwer bediening te volbrengen; daarom zullen wy, gelyk wel eer de Apostelen vöor hunne kerkendienaaren God aangeroepen, en hen met oplegging der handen bevestigd-hebben , dit Aposrolifche gebruik volgen, en dh een hartgrondig gebed God om zynen byfland voor u en om zynen zegen over u en uwen dienst aanfpreeken op navolgende wyze: ó A lmagtig, eeuwig God; barmhartig *f^- hemelsch Vader! de Vader der lich» ten, by wien geene verandering des lichts en der duisternis is, van wien alle goede en alle volkomene gaaven nederwaarts komen! ó Jefus Christus! gy eigen en eengebooren Zoon uws Vaders, gy die gefield zyt tot een hoofd der gemeente, die zyt opgevaaren in de hoogte, en hebt gaaven voor de menfchen ontvangen! 6 Heilige Geest! die maar één geeftzyt, maar meenigeiieye gaaven hebt, en dezelven uitdeelt naar uw goddelyk welbehagen! Wy fmeeken u, ó Drie- eenig God! maak dee-  Ouderlingen en Diakenen. 71 deeze uwe hier aanweezige dienaaren bekwaam tot den dienst en de amptsverrichtingen, waar toe zy beroepen zyn! Vervul hen met wysheid, rust hen uit met Christelyke voorzichtigheid, met vierige liefde en eenen aanhoudenden y ver ter bevordering van uws naams eer en ter uitbreiding van waarheid en godzaligheid! Verzei en achtervolg hunnen dienst met uwen zegen, op dat de Kerk van Christus meer en meer opgebouwd, de christelyke armoede verkwikt en getroost, en deeze uwe dienstknechten getrouwe huishouders in uw huis mogen bevonden en verwaardigd worden, U namaals eeuwig te dienen in het pieuwe Jerufalem, daar ons een plaats bereid is door onzen Heere Jefus Christus, die ons bevoolen heeft te bidden: Onze Vader, die gy zyt in de hemelenl uw naam worde geheiligd! uw ryk komel uw wil gefchiede op de aarde, als in den hemel ! geef ons heden ons dagelyks brood, en\ vergeef ons onze Jchulden, gelyk wy  71 Ter inzegening van wy onzen fchuldenaaren vergeevenl en leid ons niet in verzoeking , maar verlos ons van den kwaadel want u is het ryk, de kracht, en de heerlykheid, in eeuwigheid, Amen \ Niet twyfelende aan de verhooring van ons gebed , zullen wy u den kerkendienst met oplegginge der handen opdraagen. (By de handoplegging wordt het navolgende gefproken.} De barmhartige God en Vader, die u door ons tot den kerkendienst in deeze zyne gemeente beroepen heeft, wille u door Christus, zynen Zoon in de gemeenfehap des heiligen Geests met zyne gaaven uitrusten, met zyn' kracht onderfleunen, en u alzins bekwaam maaken, om uwe bediening getrouwlyk en gezegend te verrichten tot eer van zynen heiligen naam, ter opbouwing van deeze gemeente en tot zaligheid van veele menfchen! Amen. . (Na  Ouderlingen en Diakenen: 73 (Na de oplegging der handen worden de nieuwe Kerkendienaaren op navolgende wyze aangeiproken ) Dus zyr gy dan, beminde Broeders in onzen Heere Jefus Christus! thans in uwe kerklyke bedieningen plegtig bevestigd, 't Is wel waar, dat dit door middel van menfchen gefchied is, echter kunt gy verzekerd weezen, dat u eene' hoogere magt daartoe beroepen en afgezonderd heeft. Paulus immers verklaart in het 20hoofdJluk van het TVerkboek der Apostelen: dat deOudften der gemeente te Ephezen, alhoewel door menfchen verkoren, van den heiligen Geest over de gemeente tot Opzieners gefield waren. Dezelve heilige Geest is het, die met God den Vader en den Zoon u deeze uwe gewigtige bediening aanvertrouwt. Moest eertyds, hetgeen Godegeheiligdwierdt met oplegging der handen plegtig wörden afgezonderd; hebben de Apostelen op deeze wyze de eerfle kerkendienaaren in hun ampt bevestigd; wy volgden dit voetfpoor, en hebben u de hand op het hoofd gelegd, om u daardoor indachtig te maaken en te verzekeren, dat gy Gods dienaars zyt, van God zelfs tot den kerkendienst afgezonderd, verordend en geheiligd; dat Hy u met zyne gaaven zal uitrusten, met zyne hand onderfleunen, en met de vleugelen zyner almagtige befcherming bedekken, zo dat gy noch K hel,  74 Ter inzegening van hel, noch wereld behoeft te vreezen, wanneer gy anders het goede yverig behartigt. Ziet echter wel voor u, beminde Broeders! dat gy uwen kerkendienst zorgvuldig waarneemt en met alle getrouwheid verricht; want, byaldien gy ontrouw, of nalaatig wierdt, zoude u Gods verlchriklyke bedreiging, door Jeremias uitgefproken, gewislyk treffen: Vervloekt zy, die des Heeren werk traaglyk doet. Maar wy vertrouwen van u wrat beters, en hopen, dat gy, uit overweeging, dat deeze U aanbevoolene gemeente door Gods eigen bloed verworven is, haar in geenen deele zult verzuimen , maar u veel meer zult regelen naar de les, door Paulus den kerkendienaaren voorgefchreevén in het twaalfde hoofdftuk van zynen brief aan de Romeinen : Heeft iemand een ampt, die neeme het ampt waar ; geeft iemand, hy geeve eenvoudig; regeert iemand, hy zy zorgvuldig: oejfent iemand barmhartigheid, hy doe het met goeden wille, met één woord: van eenen huishouder word geëischt, dat hy getrouw zy. Dit verwacht onze gemeente, dit eischt God van ulieden. Maar gy hebt ook wederom de Goddelyke vergelding en de dankbaarheid der gemeente te verwachten: jagy kunt verzekerd weezen,dat JefusChristus,de groote A artsherder zyner kerke, u getrouw bevindende, tenjongften dage tot een iegelyken onder u zeggen zal: Gy vroome en getrouwe knecbt, gy zyt over wei-  Ouderlingen en Diakenen. 75 weinig getrouw geweest, ik wil u over veelen zetten; ga in tot uws Heeren vreugde. Laat ons ten befluite God voor zyne genade danken, om zynen verderen byftand en zegen aanroepen en fpreeken: Volzalig God, almagtig Opperheer en Befchermer uwer Kerk! Wy danken u van grond des harte, dat gy u in de gantfche waereld , inzonderheid in dit land onzer inwooning, en vooral in deeze ftad, door de zuivere verkondiging van uw Goddelyk woord, en de rechte bediening der bondzegelen eene gemeente vergaderd , en tot heden door uwe gunftryke heftiering in het bezit dier voortreffelyke voorrechten bewaard hebt. Inzonderheid danken wy u voor het bewys uwer vaderlyke voorzorge over deeze uwe gemeente, hetwelk Gy in dit uur aan ons verleend hebt Wy fmeeken u ootmoedig: flaa uwe Kerk en deeze gemeente beftendig gade!Verydel Satans listige aanflagen, ten verderve uwer kerke K 2 af-  76 Ter inzegening van afgericht.'Bewaar ons voor vervolging, en voor alle vervalfching der reine leere en heilige bondzegelen f Weer alle ontheiliging van uwen naam, en laat de verkondiging der waarheid onder ons gezegend zyn! Verwek dagelyks meerdere en aandachtige Chriftenen, die uw woord boven alles dierbaar achten, van harten aan Christus gelooven, hun geloof door liefde en allerleye goede werken bewyzen, en in dat alles ftandvaftig blyven tot .aan hun einde! Regeer de Leeraaren, de Ouderlingen, de Diakenen, en alle Ledemaaten onzer gemeente met uwen heiligen Geest! Laat onze gemeente dagelyks aanwasfen, en breng ons ten laatsten over in uw zalig ryk, waar toe gy ons den iWang; bereid hebt, door uwen lieven Zoon onzen Heere Jefus Christus! Amen. Laat ons zingen het o8<* gezang, beginnende : 0 Bron van licht en zaligheid! Ont-  Ouderlingen en Diakenen. 77 Ontvangt ten befluite 's Heeren zegen: De HEERE zegene u, en behoede u! De HEERE laate zyn aangezicht lichten over u, en zy u genadig! De HEERE verheffe zyn aangezicht op u, en geeve u vrede 1 Amen.