12061 1 t A   WAARNEEMINGEN OVER EEN STROOM, Welkt dikwyls flard grypt ten Westen van scilly, ofm sorlings, en gevaar lyk is voor Schepen, die het Engelfche Kanaal aandoen , met eene bygevoegde Kaart. door JAMES RENNELL, Esq. F. R. S. benevens een AANHANGZEL, Bevattende eenige Waarneemingen over de Siroomen in den Atlantifchen Oceaan, en byzonderlyk over den Golfftroom van Flor/da. uit het engelsch vertaald, en met eenige Aanteekeningen vermeerderd, , door JJTCOB FLORYN, Mathematicus en Examinator der Zee-Officieren by het Ed. Mog, ColU ter Adm. op de Maaze, Lid-Correspondent van de Commisjie tot de Zaaken , het bepaalen der Lengte op Zee en de verbetering der Zeekaarten betreffende &c. Te AMSTERDAM, By GERARD HULST van KEULEN, Boek- en Zeekaartverkooper, Compas-, Sextant-, Oétant-, Graadboog- en Mathematifche Inflrument-maaker. 1794.  Uwen weg was in de Zee , ende uw padt in groote Wateren: ende uwe Voetftappen en werden niet bekent. Psalm LXXVIL v. ao.  VOORREDEN VAN DEN VE RTAAL ER. De Heer j. rennell, Schryver van het volgend Stukje, heeft zig reeds zeer verdienfielyk gemaakt, door het uitgeeyen van verfcheidene Waar nee ■ mingen, de Aardryks- en Zeevaartkunde betreffende, en vooral ook door zyne uitmuntende Kaart van den Indostan, waar van onder anderen de beroemde Gefchiedfchryyer w. robertson, in zyn Gefchiedkundig Onderzoek, wegens de Kennis, die de Ouden van Indië hadden, met zeer veel lof melding maakt. Hy las dit Stukje voor in de Vergadering van het Koninglyk Genootfchap te Londen, op den 6den Juny 1793, met oogmerk om het vervolgens onder deszelfs Verhandelingen te doen plaatzen; doch men rekende hetzelve van zo veel aanbelang voor de Zeevaart, dat het ook af zonder lyk gedrukt en met de daar by behoor ende Kaart wierdt uitgegeeven. Zo ras hetzelve my in handen gekomen was en ik het doorleezen hadt, kwaamen my deeze Waarneemingen zo beflisfend en belangryk voor, dat ik befloot dezelven, zo fpoedig my mogelyk was, te vertaaien en ten dienfte van onze eigene Zeelieden in 't licht te brengen; waarna ik met genoegen zag, dat de Schryvers van de Vaderlandfche Letteroeffeningen voor Ao. 1794, in het Mengelwerk van hun Stukje No. 4. by gelegenheid van een kort ver/lag deezer Waarneemingen, desgelyks dit Werkje en Kaart, ten dien einde, aanpryzen. De Heer j. rennell , ter bevesti^mg- van zyn gevoelen , wegens den oorfprong deezes Strooms, beroept zig kortelyk op den bekenden GolfJiroom , en wyst den Leezer verder tot eene Verhandeling van D'\ ch. blagden. By het inzien van deeze Verhandeling bevondt ik , dat in dezelve eenige zeer goede Waarneemingen voor de Zeevaartkunde gevonden wierden , welken ik in een Uittrekzel bragt en my tevens herinnerende in voorige jaar en eenige andere aanmerkingen en bevindingen, raakendè A 2 dee-  (feezen zelfden Stroom, geleezen te hebben, befiooi ik deezen mede te vertaaien en een en ander by elkander, in een Aanhangzel, agter dit Werkje te plaatzen; waarby deze/yen zeer gevoeglyk kunnen gereekend worden te behooren. Ik vleije my , met deeze Vertaalingen en bygevoegde Aanteekeningen , eenigen diëtist aan onze Zeelieden te zullen bewyzen ; voor wie toch de commissie tot de Zaaken, de Lengte op Zee en de verbetering der Zeekaarten betreffende, fleeds met yver werkzaam is. Het zal deeze Commisfte ten uit ter ft en aangenaam zyn de Waarneemingen, over deeze en andere Zeevaartkundige Onderwerpen, yan onze eigene Zeelieden, zo welken zy reeds gemaakt mogten hebben, of in vervolg van tyd maaken mogen, te ontvangen; waarvan zy altyd bereid is3 op de meest gepaste wyze, een nuttig gebruik te maaken. WAAR-  WAARNEEMINGEN WEGENS EEN S T R O O M, Die dikwyls ftand grypt, ten Westen van SCILLY &c. Geleezen voor het komnglyk genootschap, den 6 Juny 1793. Het is eene omftandigheid, by de Zeelieden wel bekend, dat Schepen, uit den Atlantifchen Oceaan komende en koers naar het Engelfche Kanaal zettende, in een evenwydigen, of O. en W. ftreek, een weinig ten Zuiden van de SciJly Eilanden of de Sorlings, desniettegenftaande zig dikwyls ten Noor den van dezelven bevinden, of, met andere woorden, in den mond van het St. George's Kanaal, of dat van Bristol O), Deeze buitengemeene verleiding heeft men gehouden voor het uitwerkzel, het zy van kwaade Stuuring, of van flegte Waarnee. mingen van Breedte, of van de intrekking van het Kanaal van Bristol : doch geene van deeze onhandigheden kunnen dit v