HANDELINGEN VAN HET GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, ONDER DE ZINSPREUK SER VA NB l S C1VIBUS. DERTIENDE DEEL.   HANDELINGEN VAN HET GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, ONDER. DE ZINSPREUK SER FA N D IS Cl VI BUS, DERTIENDE DEEL. Tc AMSTERDAM, By PETRUS CONRADt MDCCLXXXVII1.   ANTWOORD OP DE VRAAG, VOORGESTELD DOOR HET GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, ONDER DE ZINSPREUK S ERVAN D IS Cl VI BUS: In hoe verre zou men, by gebrek van rïe Apotheek, uit kelder en keuken de vercischte Geneesmiddelen, ook tegen de 'zwaar(Ie ziekten en kzvaülen, zo uit- als inwendig, kunnen bekdmen; mits uitzonderende de volgende middelen , Kina , 'Kwik , Opium, Staal, Delfzuuren, Khabarber en Jpecaco&nna ?: d o o n. *F„ W* TZZLW JDJEJU jZJEJg'Crw, Med. Doctor, Anatomes & Chirurgia Lector te Dordrecht. onder de zinfpreuk: dit myn voounaamk doel — ja 't leven van m vn leven, is om myn evenmensch een duurzaam nut te geven. Aan den Sehryver van het welke de Gouden Gedenkpenning is toegevveezen.  _ — Prodesfe tenemur - Omnibus, at nostris potius; natura Creavit '" Nos, non ut Solum nobis, nostrisque propinquis, Ast aliis etiam, quum posfumus, emolumento Simus. • PALINGEN, Zod. Fit. SIMPLEX VERI SIGILLUM. " BOER HAVE.  INLEIDING. Onder de duizende Zinfpreuken die wy, by Iatere zo wel als vroegere Schryvers , in alle de onderfcheidene gefchied- vakken der Geneeskonst, geboekt vinden, is 'er veelligt geene voortreflyker — geene opmerkenswaardiger, dan die welke wy aan het verheven brein van Neêrlands onverwelklyken luister, den herlteller onzer alom vervallene wecenfchap, den onverglyklyken boerhave verfchuldigd zyn ; wanneer hy der eenvouwdigheid den eernaam van 't Zegel der Waarheid zo rechtmatig toeëigend: en Haan wy de achtings - waardige bladeren eener gewyde Oudheid op, weldra ontdekken wy, dat 'er die zelvde toorts ter zekerheid opzettelyk is op het oog gehouden; en offchoon een drom van vooroordelen en wangevoelens, uit een onvermydelyk gebrek aan genoegzame ontdekkingen gefproten, derzelver fcheppend vernuft dikwerf beneveld, en hunne vooritellen foms onverftaanbaar hebben doen voorkomen , zal egter eene opmerkfame overweging altoos den toeleg op — dikwerf de bejaging van 't eenvouwdige in dezelve befpeuren konnen. — Daar dan myn beroep van my vorderd dat ik de fchrivten der Ouden mee alle die tiaauwkeurigheid die zy verdienen lleeds doorbladere, en aan die der Latere, deze wederom aan geene toetfe, heb ik niet zelden gelegenheid te • KM. deel. A 2 be-  4 F. W. van der LEEUW, CENEES- betrachten, hoe zeer de eenvouwdigheid der afgelopene eeuwen bewonderenswaardig is — hoe zeer ze voor de onze nuttig zyn kan ; en 't is deze gelegenheid, gevoegd by eene zuivere begeerte om der maatfchappye, uit den kring my« ner naauw beperkte vermogens, een beftendig nut aan te brengen , en éene geöorloovde zugt tot Eerlaauwrieren, welke my hebben aangezet om, de voorbeeldige voetftappen onzer eerfte Voorgangeren drukkende , uit derzelver nagelatene waarnemingen, door latere verfterkt en verrykt, na te gaan: In hoe verre men , zonder hulp van de Apotheek, uit kelder en keuken de vereischte Geneesmiddelen, ook legen de zwaar/Ie ziekten en kwaaien , zo uit' als inwendig , kan bekomen; mits idtzonderende de volgende middelen: Kina, Kwik, Opium, Staal, Delvzuuren, Rhabarber en Ipecacoanna ? Eene onderneming , ik beken het , by welke misfchien myne vermetelheid de geringheid myner kundigheden zo verre overtreft als de uitgeftrekte nuttigheid van 't voordel zelve die van eenen reeks der nuttigfte onbetwistbaar voorby ftreevd \ een voorftel , in 't welk eenen gadelozen yver voor 't eenvouwdige met de kern van de heerlykite inzigten aanhoudend om den eeren-prys dingen; een voorftel, by welkers aandagtige betrachting een gevoel van erkentnis voor deszelfs waardige op-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 5 opgevers , met 't ftrelend verlangen om dien roemruchtigen taak gelukkig te mogen volvoeren, elkander beurtlings vervvisfelen. Om egter hier in eenigermate met orde, het ophelderend vernis van gebrekkig uitgevoerde tafreelen, te werk te gaan, zullen wy iedere, zo in- als uitwendige ziekte , in haare eigentlyken aard (V) afzonderlyk befchouwen, en hier uit, na de gevolglyke aanwyzingen, tot de genezing befluitende, nagaan: in hoe verre men, zonder de Apotheek , met uitzondering alleen van Kina, Kwik, Opium, Staal, Delvzuuren, Rhabarber en Ipecacoanna , die ons ten gebruik zullen toegeftaan zyn , door ons van middelen uit kelder en keuken genomen te bedienen, in dezelve flagen konnen — in hoe verre deze te kort fchieten? en (V) Vooraf willen wy aangemerkt hebben , dat door / befchouwen van iedere ziekte in haren eigent Men aard wy niet zo zeer willen te kennen geven, alsof wy voor hadden de verfcheidenheid der kentekenen, zo al»eraeene, als byzondere , met de onderfcheidene oorzaken van iedere ziekte , op te geven, en dus doende, een fchynbaar volledig leerflelzel der Oefenende Geneeskunde aan het Genootfchap op te dragen (immers dit zou veel eer een geheel boekdeel vorderen dan dat eene Verhandeling naar den lyst der Prysverhandelingen gefchoeid 'er toereikende toe zyn zou) maar wy achten 't allernoodzakelykst hier van iedere ziekte dat geene te verklaren , wat tot deszelfs wezen en dadelyke geboorte betrekkelyk is; ten einde hier op de zekere aanwyzingen bouwende, wy behoorlyker onderzoeken konnen: in hoe verre men aan dezu voldoen kan op die eenvouwdice wyze die in de Vraag" aan 't hoofd dezer Verhandeling uitgedrukt, is voorgemeld? — A 3  o* F. W. van DEtt LEEUW, GENEES- en ten dien einde deze Verhandeling in drie Afdeelingen fplitfen. A. De eerfle zal in zig bevatten een onderzoek omtrent die ziektens die men met den naam van hete en kortftondige {Acut'i) beftempeld. B. De twede zal zig uitftrckken over die gene die onder den algemenen naam van langduurige en kwynende (Chronicï) begrepen zyn. C. De derde zal zig bepalen tot die ongemakken en kwalen die uitwendig aan 't lighaatn voorkomen, en als zodanige ook uitwendig voorna, mentlyk moeten behandeld worden. Waar aan wy dan, by wyze van befluit, een en ander afzonderlyk over de ziektens der kunne en die der kinderen zullen volgen laten. EER-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 7 EERSTE AFDEELING. In welke onderzogt wordt: in hoe verre men de hete en kortftondige ziektens, uit kelder en keuken, met byvoeging van eenige weinige middelen, by de Vraag bepaald, kan her ft ellen (b') ? ï h De Ontfteking (inflammatio). In breedfprakige gefchil-redenen over den waren aard of naaste oorzaak (Caufa proxima') der onc- fte- (£) Daar wy op de zekerfte gronden mogen en moeten vertrouwen, dat het hoogloflyk Genootfchap met ons ars nodeloos zal aanmerken, dat wy ons, in de behandeling der voorgeftelde ftof, aan een of ander Schools leerftelzel ten leidraad en rangfchikking der ziektens binden zouden (immers is het meer dan bewezen, dat geene der vroegere alle vereischtens tot eene volledige fchets van alle bekende ziektens en kwaaien bezitten , en de latere als van DES SAUVAGES, LINNé', VOGEL , SAGAR en cullen, wel is waar veel lchoons en verdienstlyks, in 't boekvertrek befchouwd, bevatten ; edog voor den oeffenenden Geneesheer, onzes eragtens, meerder verwarring dan opheldering aanbrengen; gevolglyk voor 't lydend eedeelte des menschdoms niet het minde voordelig zynde, aan de voorbeeldige Zinfpreuk van het Genootfchap nimmer beantwoorden konnen) zullen wy, zo veel doenlyk, de volgende fchikking in deze afdeeling in acht nemen: dat wy allereerst van de ontfteking (inflammatio) in 't algemeen handelende, in deze behandeling die ziektens zullen nagaan , welkers natuur in de ontfteking van een of ander deel gelegen is; — de Ontftekings - ziektens afgeA 4 han"  li F. W. van der LEEUW, GENEES-- • fteking uit te weiden , duld noch ons bedek , noch vorderd de noodwendigheid; vermits (_ en dit wordt hedendaags vry algemeen aangenomen) de eigentlyke natuur of wezen der ontfteking, de naaste oorzaak derzeive (na de bëpaling van gau-uius In ft. Path. Med, §. 61.) in eene krampagtige aandoening van de uiteindens der flagaderlyke en adeilyke (c) vaten gelegen is; welke krampagtige aandoening zodanig geregeld wordt, dat 'er eene ftilftand der vogten uit ontftaat, die eenen meerderen aandrang in dezelve ten gevolge heeft: — De voorbereidende en bykomende oorzaken , de kentekenen en verfchynfelen der ziekte, gevoegd by de vergelyking der Uitwerking van uitwendig op 't lighaam aangelegde fcherpe en prikkelende ftofFen , bewyzen zo ontegenzeglyk» dat dit de waare aard der Ontfteking is , dat ik iets handeld hebbende , zullen wy overgaan tot die geene , weike, tot de Klasfe der Rotziektens (morbi putridi) behoren; en daar op volgen laten die weike, alhoewel niec tot een dier beide konnende gebragt worden, nogthans tot de hete en kortftqndige moeten gerekend worden. (O Vermits het proefondervindelyk bewezen is, dat de aderen, tot derzelver uiteindens toe, even zo wel als de flagaderen voor aandoening en tegenwerking op eene aangebragte prikkeling vatbaar zyn, of, om 'f met het thans algemeen aangenomen woord uit te drukken, even zo wel initabiliteit bezitten (Zie de voortrcflyke iuwijings-Verhandeling van den Hooggeleerden Heer g. forsten ver5chuir de drteriarum & Fenarum vi irritabili, &c. 23- zie ik niet, wat ons beletten zou , dat wy ook in deze de zitplaats der ontiïekings-naaste oorzaak veronderftellen zouden.  en HEELM. uit KELDER en KÈUKÉN. 9 iets overtolligs en aan 't oordeel en kundigheid van dit Genootfchap geheel onevenredigs zou vermeenen ondernomen te hebben, indien ik 't geringde, ter breedere betoging hiervan, zou willen te berde brengen. De Ontfteking dan, wanneer wy eene befchryving derzelve wilden voordragen, is „ eene kramp„ agtige aandoening der vaste deelen , voorna„ mentlyk in de uiteindens der flagader- en ader,, lyke vaten; in welke de krampagtige aandoening „ zodanig geregeld wordt , dat 'er eene ftilftand „ der vogten uit ontftaat , die eenen meerderen „ omloop derzelve ten gevolge, en eene aanhou* „ dende koorts, zwelling, fpanning en roodheid „ van 't aangedane deel, hitte, ftekende pyn en „ klopping tot medegezellinnen heeft". En deze befchiyving kan beide op de in- en uitwendige ontfteking worden toegepast ; vermits in beide dezelvde oorzaken moeten zamenlopen, den eigentlyken aard der ziekte dezelvde is, de verfchynfelen alleen in 't meerdere of mindere, maar niet in 't wezentlyke verfchillen , de kentekenen volmaakt overeenftemmen, fchoon in beide gevallen niet altoos even zigtbaar , en de toevallen geen foortelyk , maar alleen trapswys onderfcheid aanduiden. Vierderlei is de uitgang der ontfteking : 1. of zy wordt ontbonden; of 2. gaat over in verettering; of 3. in verderving; of 4. eindelyk in eenè A 5 ver-  io F. W. van der LEEUW, GENEES- verharding : immers dat ze in een knoestgezwel zou overgaan, zo als men voorheen gewild heeft, wordt door de ondervinding dermate tegengefproken , dat niemand hier aan langer kan geloov Haan; en behoevd dit dus gene betoging. Wy veronderitellen , vooreerst, dat de Ontfteking in haar beginne niet zo hevig is, of men durvd den eerften uitgang,dien der ontbinding, hopen;en dan is de vraag: aan weike aanwyzingen behoord men te voldoen ? Leerftellig te werk gaande zou men de drie volgende aanwyzingen ftellen moeten: i. De bykomende of gelegenheid gevende oorzaken (caufa cccafiomles) , wanneer deze nog aanwezig zyn, weg te nemen; cn hier van konnen wy niets verder in 't algemeen aanmerken, vermits deze, na 't verfchil, by voorbeeld, der ongelykflagtige lighamen in 'teen of ander deel behouden of aangelegd , eu het verfchil der aangedane delen , verfchillen, en meestal, tot wegruiming, de hand en werktuigen des Heelmeesters vorderen, a. De naaste oorzaak (caufa proxima); en 3. de toevallen {fymptomatd), dat is de ftilftand der vogten en derzelver gevolglyken vermeerderden aandrang. — Dan wanneer wy al dat gene, 't welk ter beantwoording aan de twee laatstgemelde aanwyzingen van de beste Geneesheeren aangewend wordt, met een aandagdg oog gadeflaan, zullen wy al ras bemerken, dat ook de onderdeling de-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN, u dezer aanwyzingen in de dadelyke uitoeffening der Geneeskunde geenzints te ftade komt, maar enkel en alleen, leerftellig betracht, zeer fraai en oordeelkundig luid : vermits dezelvde middelen in beide de ondergefchikte en als van den anderen verfchillend aangemerkte aanwyzingen gebezigd worden (d): immers de krampagtige aandoening, welke hier de naaste oorzaak is , wordt en kan niet anders weggenomen worden, dan door verkoelende, verflappende en weekmakende middelen , zo uit- als inwendig aangewend ; en welke zyn deze in dit geval ? De aderlating, verkoelende, verdunnende, verflappende dranken en dergelyke pappen; — of deze middelen niet toereikend zynde, door die welke men met den naam van afleidende (derivantia) beftempeld. — Maar de ftilftand der vogten, die aan derzelver verdikking verknocht is en gedeeltelyk hier uit dezelve voortkomt, wordt door de aderlating, verkoelende en verdunnende dranken, en uitwendig aangelegde weekmakende middelen verholpen, — maar de meerder aangezette omloop des bloeds wordt door de aderlating , verkoelende en verdunnende dranken gematigd: derhalven zyn de middelen , aan de Qd) Zie boerhave Aphorism. De Cogn. & Cur. morb. 395-400; en van swieten Comm. Tom. I. p. 671-681). Alwaar wel de aanwyzingen anders gefield ; doen in de zaak zelve en derzelver uitwerking met de door ons opgegevene overeenkomen.  ia F. W. van der LEEUW, GENEES. de verfchillend gefielde aanwyzingen voldoende, dezelvde; en zyn deze dezelvde , dan komt de onderdeling der bovengemelde aanwyzingen, in de dadelyke uitoeffening der Geneeskunde, niet te ftade; ze is alleen, leerftellig betracht, fraai en oordeelkundig luidende. En hier uit vloeid dit gemak voort, dat wy de aanwyzingen zamennemende, ter herftelling der ontfteking , dus eenvouwdig konnen aanmerken, dat men de krampagtige aandoening, de ftilftand, en hier uic volgenden verfnelden omloop der vogten moet wegnemen, door verkoelende, verdunnende, verflappende en weekmakende middelen , zo uit- als inwendig aangelegd; en hier mede niet genoeg vorderende , te hulp nemen moet die middelen welke onder den naam van afleidende begrepen worden. — Laat ons nu zien hoedanig men hier in te werk gaat, en in hoe verre wy hier met de voorgeftelde eenvouwdigheid volftaan konnen? Herhaalde aderlatingen, verkoelende buikzuiveringen en geneesmiddelen , eene koele en zagte eetregel, flapmakende en verkoelende aanlegfels, 't gebruik zelvs van zagte rustverwekkende middelen , na voorgaande genoegzame ontlastingen , worden in de eerfte plaats, ter bereiking van 't voorgeftelde oogmerk, gebezigd (V). De aderla- tin- 00 Zie de zo verdienstlyke Hedendaagfche algemeene oefenende Heelkunde, van den beroemden van gesscher, §• 457-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 13 tingen zyn dan volftrekt onontbeerlyk , vermits men, zonder deze (immers wanneer de ontfteking niet zo gering is , dat men derzelver oploi-fing genoegzaam veilig van de natuur alleen verwagten kan) nimmer eenige andere middelen met vrugc kan aanwenden, als zynde de masfa van 't bloed te groot en te dik, de vaten te zeer uitgezet en gefpannen, om eenige genoegzame poging ter bewerking der ingenome middelen te konnen verrigten , en gevolglyk de oplosflng te bevorderen ; — en in zo verre , fchoon men de Apotheek als nog ontbeeren kan , is de hulp des Heelmeesters noodzakelyk. Onder de verkoelende buikzuiverende middelen teld men inzonderheid de tamarinde, pyp-casfie, Rhyn - wynfteen, room van wynfteen , en eenige middel-zouten : maar terwyl de Rhyn-wynfteen en de room van wynfteen hier aan 't oogmerk voldoen konnen , en wy hier by een afkookzel van pruimen, corenten, enz. voegen mogen , zie ik niet (vooral wanneer, gelyk vereischt wordt, een dergelyke leef-regel wordt in agt genomen) waarom wy 'er meer andere zouden behoeven by te voegen; te meer daar fterke buikzuiverende middelen hier niet aangewezen worden, ja zei vs, 457. Van swieten /. c. ƒ>. 673. & feq. en andere meer.  14 F. W. van der LEEUW, GENEES- zeivs, wegens derzelver prikkelend vermogen, nadelig zyn , en men in geval van verftoppingen der eerde wegen, darmfpuitingen kan aanleggen* uit zemelwater , honing, gemeen zout en de nodige hoeveelheid olie betraande. Wat de verkoelende geneesmiddelen betreft, zullen wy alleen aanmerken, dat de verkoeling, welke hier gefchieden moet, reeds verkregen wordt door de aderlatingen , en de zo even aan. geprezene verkoelende, buikzuiverende middelen; men kan by deze falpeter, limoen- of citroenfap, en verkoelende gelijen en fyropen voegen , ten einde dies te meerder aan deze aanwyzing te voldoen. Maar de hitte ontdaat hier uit de vermeerderde wryving , die door de fterker aangezette ömloop der vogten in 't ontdoken deel verwekt wordt; derhalven moeten deze verkoelende middelen, welke ze ook zyn mogen, altoos zodanige middelen tot gronddag hebben, die door hun verdunnend vermogen de verdopping konnen wegnemen. En is 'er onder deze wel een eenig bekend 'c welk 't gekookte water in kracht hier evenaard? Dus behoeven wy niéts te veranderen in 't boven aangeprezen afkookzet van corentenj pruimen , enz. met eene meerdere of mindere hoeveelheid wyndeen bedeeld, wanneer wy alleen in acht nemen , dat de poel wat ruim genomen b dé givc telkens warm den lyder worde ingegeven  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 15 ven (ƒ). Vervolgens kan deze verdunning, indien de aard der omftandigheden zulks vereischt, door 'c bydoen van de gezegde gelijen van aalbesfen, frambeziën, enz. en limoen- fyroop, falpeter en dergelyken, nog meerder bewerkt worden , zonder dat men ook 't geringde uit de Apotheek zig behoeve te verzorgen. — Desgelyks voldoed hier aan de aanwyzing gerfte-water met honing-azyn (pxymel*), gelei van vlier en falpeter vermengd ; en warme karnemelk met dezelvde gelei of honing bedeeld. Over de flapmakende en verkoelende aanlegzels zullen wy niet ver behoeven uit te weiden; vermits warmte en vogtigheid ter beantwoording aan dit oogmerk alleen vereischt worden : eene eenvouwdige gort-pap, lyn-meel of vlier-bloemen in zoetemelk gekookt , 'er zomtyds een weinig Spaanfche - zeep bydoende; zie daar al 't geen 'c welk hier kan in aanmerking komen, en buiten welke men na geene andere middelen behoevd om te zien. Niemand, die by eene wel beredeneerde befpiegeling te gelyk niet geheel van ondervinding ontbloot (ƒ) 'Er komt nog by dat 't water de hitte verminderd, ook door dien het de vaten verflapt en hier door de te groote beweging des bloeds, de oorzaak van dezelve, madgd; dit leerd ons, ten overvloede, de zwakheid van vele onzer nederlandfche Vrouwen en Vrysters die de warme dranken misbruiken.  lö F. W. van der. LEEUW, GENEES- bloot is, zal durven tegenfpreken dac wanneer in eene ontfteking rustverwekkende middelen aangewezen worden , deze nimmer uit 't heulfap of ftaapbollen moeten genomen worden ; aangezien hier door de omloop des bloeds naderhand meerder wordt aangezet, en het Senforium Commune te veel beneveld, dan dat de Geneesheer, door de nodige ondervragingen en den ftaat der pols, iets zekers van zynen lyder vernemen konne; en moeten gevolglyk deze hier enkel in verzagtende middelen Qenientia) beftaan , waar toe de amandel - melk of de gewone zaad - melken wel 't meeste zyn aan te pryzen; terwyl ze ook nog tenens verkoelende zyn. En zie daar , zonder hulp van de Apotheek, genoegzame middelen aan de hand gegeven, waar mede, in de eerfte plaats, de ontfteking kan worden te keer gegaan. — Laat ons nu nagaan : in hoe verre de beoeffening deze befpiegeling bevestigd. De vroegere Geneeskundige leveren ons geene geringe bewyzen op, waar mede volledig kan geftaafd worden , dat alle verdere geneesmiddelen, uit de Apotheek genomen en den lyderen in ontftekings-ziektens toegediend, overtollig zyn; daar zy meest alle middelen uit kelder en keuken, als de beste, aanpryzen: veel al bepalen zy zich by <3e aderlatingen, 't aanraden van veel drinken, en. het aanleggen van zeer eenvouwdige pappen of fto.'  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 17 Hovingen ; waar by ze fomtyds buikzuiverende middelen voegen: hippocrates genas zyne lyderen van de Ontftek'mgs - Koorts (Febris ardens), Zyde - wee (Pleuritis), Long- Ontfteking (Peripneumonia),Rtf(M-&oörtt(Phrenitis),en dergelyke ontftekings-ziektens , door de aderlatingen , darmfpuitingen , het toedienen van warme dranken met mecde i garften - water met honing en azyn bedeeld, warme baden * 't aanleggen van pappen uit lynzaad met water en olie gekookt, en dergelyke middelen (g). Aret^sus beval in dezelvde ziektens aderlatingen, garften - water met meeds gemengd, en ter bevordering der ftoelgangen een mengzel van meede, faipeter en olie, legde pappen op 't ontftoken deel uit lynzaad of gort mee olie en honing bedeeld, cn wanneer de ontfteking voor deze middelen niet week , natte koppen; terwyl hy voor 't overige eenen vogtigen leefregel aanraadde (Ji) ; galenos diende zynen lyderen eenen drank toe dien hy met den naam van Confectio Antonii IV/u/a, volgens asclepiaises, beftempeld, en die uit warm water, 't fap van cichorey en honing biftond (i) ; deed ze rui- Q') Men leze maar zyn Boek De Vistas Ratior.e in morbis acutis; de Locis in bom ine, Sèct. IK en De mor" bis, Lib. IF,fub finem. (Jï) De morborum acut. Curat. Lib. I. C. I. (0 De Comp. Pharm. Tom. Lib. HIJ. Col. 735, XIII. deël. B  18 F. W. van der LEEUW, GENEES- ruime aderlatingen QY) en beval uitwendig 't gewone rofaceum aan te leggen (/); paulüs van iEGiNEN gebood, ter herftelling der Raaskoorts (Phrenitis), aderlatingen te doen, eenvouwdige verdunnende en verkoelende darmlpuitingen aan te leggen , en koel-dranken Qptifana), water met meede enz. te gebruiken (jn); ruffus ephesius geevt de volgende geneeswyze voor de ontfteking op: „de zieke," zegt hy, „ moet in een „ zagt bed gelegd worden, en de eerfte dag zig „ van fpys onthouden ; — maar de eerfte dagen „ verdunnende dranken en veel water gebrui„ ken Indien de eerfte wegen moeten geo„ pend worden, moet men hier in niet met art„ zenyen te werk gaan , maar alleen darmfpui„ tingen aanwenden uit warm water, waar in lyn„ zaad of heemstwortel gekookt is, en olie be„ ftaande. — En houd de pyn na de ftoelgangen „ nog niet op , dan zal het dienftig zyn wolle „ doeken met warme olie doortrokken 'er om te „ leggen, of ook wynruit — in olie gekookt (o). „ Is de ziekte heviger, dan komen 'er aderlatin„ gen te ftade, en wanneer 'er dan nog iets van „ de ontfteking overig blyven mogt,.legge men „ 'er plaasters op, eerst uit meel in meede ge„ kookt; waar by vervolgens wynruit kan gedaan (K) Tom. Vil. 231. » wor" (t)Tem. V,di, XVlt. De re meel. Lib. lil. C. 6. (n~) De Veficte renumque afeet. C. JU. 00 iï- c ^  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 19 „ worden (p)". En hy geevt, tot meerdere bevordering der ftoelgangen , enkel honing - azyn (oxymel) met zout op (jf). Aktius raad aderlatingen aan, het drinken van warm water, 't aanleggen van pappen uit heemstwortel, brood en rozen - honing, of brood mét corenten en honing, of garften - meel met honing en olie , en eenen verkoelenden en flappen leevregel (r); ook pryst hy zeer aan in hevige Ontfteking - ziektens 't fap van porcelein (portulaca) , zo inwendig als om met rozen-olie (rofacemii), azyn en een geheel ey vermengd 't lighaam uicwendig-te beftryken (Y); en in de ontfteking der lever (hepatitis') roemd hy zeer 't fap van cichorey of endivie met driemaal zo veel warm water en honing gemengd \ uitwendig ftovingen uit dezelvde kruiden met honing (t); ai-exander trallianus herftelde de Haas-koorts (Phrenitis) door aderlatingen en 't toedienen van de ptifana Qu), en by dezelvde hulpmiddelen,in zwaare ontftekingen van't hoofd, voegd hy, wanneer de koorts hevig is , een afkookfel van maluwe , latouw , endivie en kauwoerden, met eijerdooiers, terwyl hy uitwendig de (/>) Ib. C. F. (?) Fragmento de purgantibus. (r) Contr. me die. Tetrab. III. Serm. II. Cap. 31. Conf. Tetrab. III. S. I. C. 28. & Tetrab. I. S. II. ^ O) De firnpl. medic. virib. Tetrab. I. Serm. I. Art. (O De kepatis infiamm. &c. Tetr. III. S. II. C. 3. («) De arte Med. Lib. 1. Q. XIII. B s  ao F. W. van der LEEUW, GENEES. de allereenvouwdigfte ftovingen en pappen aanwendde (vy. Actüariüs fchreev in de ontfteking van maag en darmen {gastritis & enterwis), behalven de aderlatingen , verdunnende en verweekende dranken , en dergelyke darmfpuitingen voor (w), en in de Raas-koorts gav hy, ter bevordering der ftoelgangen en ter verkoeling der maag , de toppen van roze bladeren welke in olie, 40 dagen lang, in de zon hadden ftaan trekken ('t welk hy ook teffens in de ontfteking der baarmoeder aanpryst); ovrigens leide hy op 't hoofd een mengfel van rozen-honing met azyn (V); veel vinden wy aangetekend by oribasius, 't welk de uitwendige behandeling met welke hy zich vooral in de ontftekingen ophoud, betreft, en h welk aan ons- tegenwoordig onderwerp beantwoord ; de waasfem van vogten, ftovingen uit olie, wyn, falpeter, azyn en pekel bereid (y); pappen van brood en zuurdeeg, beetwortel, vygen, honing , en meer andere (2) , latouw , kauwoerden fjz); en in de ontfteking der oogleden, ooren en tepels, door uitwendig geweld of andere oorzaaken verwekt, rozen-olie met eijeren, of ook alleen 't wit van een ey met een weinig van den dooier (v) Ib. Gap. X. (ie) De Meth. Med. L. IV. C. 6. (*) L. L. Lib. VI. C. X. Cy) Med. Collect. de morb. Curat. L. lil. C. 6u (2) lbid. Lib. XIV. C. 60 & 62. O») Synops, Lib. VIL Q. 24.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 21 dooier om dat het, zegt 'hy, zagt verkoeld (£); 'tzal genoeg zyn om aan te tonen, dat de Latynfche hippocrATiis den Griekfchen, in de behandeling der ontftekings - ziektens, met 't toedienen van middelen uit kelder en keuken, niets toegeevt, wanneer wy flechts de geneeswyze van eene derzelve, als, by voorbeeld, het zyde-wee, zullen hebben opgegeven, met welk die der ontfteking van de lever , van de long, enz. overeenftemmen: de aderlating, *t aanleggen van mostaart met azyn , van gezwavelde wolle lappen;'t gebruik van warme fpys en drank, 't vermyden van koude; 't drinken van ptifanen, of foep van kiekens met porrey , of water met meede en wyn-ruit of hyfoop ; ziedaar eene beknopte befchryving van 't hoofdzakelyke door cel sus ter oplosfing (refoliitio) dezer ziektens aangewend (c). En dit, indien my niet alles bedriegt, zal genoeg zyn ter ftaving van 't geen wy boven nopens de eenvouwdige en uit kelder en keuken door de Oude in de ontftekings • ziektens toegediende middelen hebhen aangemerkt. — En raadplegen wy de gedagten der latere Schryvers , wel dra bemerken wy dat de beste Geneesheeren hen by de opgetelde middelen bepalen : sydenham liet herhaalde aderlatingen doen, darmfpuitingen uit melk met (£) De Virt. fimplic. Lib. II. C. I. CO De Medic. Lib. 1F. §. FII. Juxta edit.\ ultim. tUCHTSIANS , pdg. 168 & fcqq. B 3  ftï F. W. van der LEEUW, GENEES- niet fuiker zetten, eenen koeldrank roedienen voornamentlyk uit 't fap van latouvv en porcelein en limoen-fyroop zamengefteld, en beval voor drank wei van melk of gerften - water; voor fpys, gekookte ooftvrugten , garite-foep en havergort te gerjujiken (d). Boerhave , en die de zin en mening van zynen grooten Leermeester zo juist vatten kon en zo duide.lyk wist uit te drukken, van swietün (V), bewerkten de oplosfing der ontfteking-ziektens door aderlatingen , eenveuwdige verkoelende buikzuiveringen, 't drinken vooral van warm water (ƒ), 't aanleggen van gortpappen, enz. en eenen vogtigen en flappen leevregel. Huxham volgd de geneeswyze van hippocrates , raad zeer aan 'r drinken van wei met faipeter, en roemd van de goede uitwerking der warme baden en 't aanleggen van Hovingen uit lyn-zaad en camil-bloemen inwater en melk gekookt, niet alleen op 't aangedane deel zelve, p-aar ook, wanneer de omftandigheden zwaar zyn, op den buik , in de liesfehen eh andere plaatfen van 't lighaam (g). Gullen behandeld ze door ruime aderlatingen, 't toedienen van veel warme drank by verpozingen ingegeven en 't aanleggen van (d) Pmx. Med. Expcr. tdit. Lipf. p. 205. («5 rJp/;or. 395 feqq. Comment. in 'eosdept, Tom. I. fag. 670 feqq. en op audeie plaatzen meer. (ƒ) Conment. L. L. p. .680 fif jcq. . ië) Qt'sJ* de pleur, cs" pettpnvum, 0j>. P/iyf. Med. Tom. ///. p. 224 feqq.;  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 23 van pappen en darmfpuitingen (li), en niet meerder omflag bemerken wy door pringle te zyn aangewend (i) ; en , om door 't aanhalen van meerder hedendaagfche Schryvers niet verveelend te zyn, een storck (k), een tissot (/), een büchan (m), een van der haar (ti) enz., zyn nog zo vcele uitmuntende Mannen, die ons ten voorbeeld in dezen eenvouwdigen geneestrant verftrekken. En mogen wy onze eigene waarnemingen hier by voegen, dan merken wy aan, dat wy , zedert eenigen tyd , ter verkryging van de oplosfing in de onderfcheidene ontftekings- ziektens, gewoon zyn ons van niets anders te bedienen dan van aderlatingen , ftovingen van camil- en vlier-bloemen in zoete-melk gekookt, of ook alleen van zoetemelk met Spaanfche zeep , of Iynmeel met zoete * melk en zeepfop (0) , warme baden , 't eeten van dunne flappe fpyzen als aalbesfen - fap met pruimen, gort met corenten, enz. 't drin- (Ji) Pr. Lin. Pr. Med. p. 120 fcqq. 135 feq. 176, &e. (J) Z. Treatife on the dife/ifes of the army, P. III. C. 1 & feqq- Men kan ook hier over raadplegen de nuttige aanmerkingen by de Nederduitfche Vertaling door den geleerden bicker gevoegd. (k) Onderwys in de beoefenende Geneeskunde, door g. ten ha af f. (/) Raadgeving voor de gezondheid van den Gemeenen Man, door l. bicker. (m) Huislyke Geneeskunde, door lyklama. Aanmerkingen op van swieten over de Legerziektens. (0) Z. hier van van der haar, /. /. pag. 115. B 4  ■Ss + F. W. van der LEEUW, GENEES? "c drinken van warme wey , vm karnemelk, van limonade, enz. en eenen koei- en buikzuiverenden drank uit gekookt water, falpeter, honing-azyn en fyroop van moerbeziën , aalbesfen - gelei , of dcrgclyke; of, naar mate 'er meerdere ftoelgangen vereischt worden, uit een afkookfcl van wynÜccn of room van wyn-fteen met dezelvde opgernehje verkoelende middelen vermengd, beftaande, en eindelyk darmfpuitingen, uit zemel-water, falpeter, honing en olie zamengefteld; zelden hebben wy hier by (wanneer men namentlyk terr ftond onze hulp gevraagd heeft) iets anders ter bereiking van 't voorgeftelde oogmerk behoeven te voegen: nog deezer dagen by een man van byna 60 jaaren oud, die door eene hevige middenrifspntfteking (Paraphrenitis) reeds 4 dagen te vooren was aangetast, en aan welke tot hier toe niets dan ééne aderlating de eerfte dag was in 't werk gefield, onzen byftand verzogt zynde, deeden wy terftond de aderlating nog tot tweemalen herhalen, legden ftovingen van camil- en vlier-bloemen jn zoetemelk met Spaanfche-zeep gekookt over de buik en borst; en dienden den volgenden drank toe: j}t. Aq. hord. unc. xij. Nitr. dep. dr, j J3. Oxym. Simpl. unc. ij. Rob Samb. Syr. rub. idcei Sa unc. j. m. d. om alle uuren een kopje warm den lyder in te geven; ovrigens agteden wy in het dringend gevaar , voorzigtigheidshalven , noodzakdyk ? eene Spaanfche Vlieg - plaaster tusfehen de fchou-  m HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 25 fchouderbladen te doen leggen; en binnen drie dagen was de ontfteking genoegfaam opgelost, om zonder eenig ander middel , dan 't volharden in eenen vogtigen en flappen leevregel en 't drinken van warme thé of warme karnemelk , den lydcr aan zig zeiven over te mogen laten ; met eenen dergelyken gelukkigen uitflag dienden wy dezelvde middelen toe, zonder de hulp van Spaanfche Vlieg-plaasters, aan 5 foldaten, die in den voorledenen zomer, na fterk gegaan te hebben, fchielyk koud water uit een riviertje gedronken hadden, en van welke drie doof 't zyde "ivee, en twee door eene long-ontfteking wierden aangetast; op dezelvde wyze behandelden wy twee vrysters, omtrent die zelvde tyd, de eene van 't zyde-wee de andere van de raaskoorts aangevallen ; behalven dat wy in 't laatfte geval herhaalde darmfpuitingen uit zemel-water, honing, falpeter eh olie deeden zetten, en zuurdeeg met mostaart en azyn aan de voeten deeden aanleggen; én de uitflag was evengelukkig. — Eer wy hier van aftrappen,- zal 't nodig zyn dat wy nog met een enkel woord gewagen van de plaatslyke middelen, welke in twee ontftekingen, die der keel namentlyk en der oogen , konnen worden aangewend: wat de eerfte aanbelangd, wy kennen te veel by eigene ondervinding hoe weinig in keel - ontitekingen eenige gorgeldranken van nut zyn, behalven een afkooklel van melk met B 5 vy.  act F. W. van der LEEUW, GENEES- vygen en eenige druppen geest van ammoniakzout, om hier omtrent niet, zonder eenige twyffeling, in 't gevoelen van den Heer piungle fj>) te durven berusten: verfcheidenmalen hebben wy onderfcheidene gorgeldranken in de gezegde ongemakken vrugteloos beproevd, verfcheidenmalen hebben wy de goede uitwerking van een afkookfel van zoetemelk met vygen, met weglating van den geest van .ammoniak-zout, ondervonden; maar ook dikwerf was dit niet toereikend; in welke gevallen de zo zeer door den beroemden cullen aangeprezene damp of waasfem van ziedend water onze verwagting tot hier toe nog nimmer heeft te leur gefield ; nog voor korte dagen vorderde men onzen byfhnd by een lyder van ruim 50 jaaren oud, die aan de benaauwdheden welke eene ontfteking van 't ftrotten - hoofd, het zagte gehemelte en 't keelgat hem veroorzaakten , niet langer wederftaan kon ; herhaalde aderlatingen , verkoelende darmfpuitingen, 't aanleggen van Spaanfche Vlieg - plaasters, het dikwerf beproeven met gorgeldranken, hadden niets tot hier toe aan de hevigheid der ontfteking verminderd: de lyder was in de allerbangfte nood, en beduide my door tekenen, dat hy, zonder eenige verligting, weinige oogenblikken meende te zullen konnen leven; betrachtende al 't geen vrugteloos was in 't werk O). L. I. C. 11, §. 3.  en HEELM. dit KELDER en KEUKEN, afwerk gefield, raadde ik de inademing van de wnasfem van ziedend water: na weinige minuten dit middel beproevd te hebben, beduide de reeds merkelyk verligte lyder my zynen gevoeiigen dank; 5 of 6 uuren laater, begon hy reeds eenig flaauw geluid te geven, en na ió uuren tyds eenig warm vogt door te flikken; ik liet hem dit middel alle uuren een kwartier uurs aanhouden; fchreev hem eenen koeldrank uit gcrfie-water, honing azyn, falpeter en gelei van vlier voor, en binnen weinige dagen was hy , die zig onlangs eenen onvermydclyken dood voorftelde, volkomen herfteld; meerder gevallen van dien aard welke onze onder? vinding ons aan de hand geevt, gaan wy kortheidshalven met ftiizwygen voorby, vertrouwende dat het befchrevene volledig is om het aangeprezene middel, niet als een plegt-anker — maar als 'tver* mogende van allen terliond aan te wenden, te mogen aanbevelen. Betreffende de piaatslyke aanlegfels in ontftekingen der oogen , durven wy ons op onze eigene proeven beroepen, en Heilig verzekeren , dat, over 't algemeen genomen, de CoIIyria of oogwateren, naar mate zy meerder zaone.igefteld zyn, meerder nadeel dan nuttigheid aanbrengen: in iigte ontftekingen hebben wy altoos voldoende bevonden, by eenen verkoele: den. leev \ regel , en dergelyke verkoelende buikzuiveringen als wy in deze hoofddeeltng hebben aangeprezen, *c aanleggen op 't öütïioken deej van witte brood in  s8 F. W. van der LEEUW, GENEES- in warme zoetemelk en water geweekt, 'er zomtyds een weinig faffraan - water overheen fprengende; in zwaare ontftekingen dezer deelen hebben wy door aderlatingen, Spaanfche Vlieg-plaasters, maar vooral door 't zetten van bloedzuigers en 't toedienen van koeldranken by eenen gepasten leevregel, fpoediger hulp aangebragt , dan met eenige uitwendige aanlegzeis, alleen de zo evengemelde broodpap tot verweeking , of ook wel warme melk en water met een weinig brandewyn aanleggende; wanneer de ontfteking door de ontlastingen een weinig geweken was , hebben wy een en andermaal goede uitwerking gezien van 't Coagulum aluminofum Pharmacopaaai Londinenfis, op linnen geftreken en 's avonds aangelegd. Wy gaan over tot de afleidende middelen: veel al kan men met 't aanleggen van zuurdeeg met azyn en mostaart volftaan, niet zelden echter moet men zynen toevlugt tot de Spaanfche Vlieg-plaasters nemen ; dan wy zullen hier in niet verder uitweiden , veel min ons over de bekende gefchillen omtrent de voordelen en gevaren der laatstgemelde uitlaten; vermits wy zouden vermeenen te kort te doen aan de voortreflyke en door dit Genootfchap zo rechtmatig bekroonde Verhandelingen nopens dit onderwerp in 't licht gegeven (q). — Wan. O) Handelingen van 't Geneeskundig Genootfchap, Servandis Civibus, I. Deel,  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 29 — Wanneer de opgegevene middelen in 't geheel niet in't werk gefield zyn of vrugteloos beproevd, en de ziekte dus blyvt voortduuren, is de geluk' kigfie uitgang die der 2. Verettering. — En hier zullen wy geenzints in eenige wydlopigheden treeden nopens de wyze op welke eene ontfteking in verettering overgaat: vermits dit ftuk nog veel te • duister is, dan dat wy hier omtrent iets met ftellige zekerheid zouden konnen aan den dag leggen. Dit gaat vast dat de bereiding van goede etter van de goede gefteldheid van het vaatgeftel volftrekt afhangt; en vermits dit alleen door den Geneesheer , zo veel in hem is, moet bewerkt worden, moeten de aanwyzingen ook alleen hier by zig bepalen. Daar nu de ettermaking het werk der natuur alleen is, en 'er niets bekend is , 't welk onmiddelyk deze kan bewerken, moet alleen de natuur te kort fchietende worden aangezet, of, te geweldig werkende , worden gematigd. Eéne dus dezer twee aanwyzingen komen hier te ftade: of Vooreerst moet de omloop des bloeds te driftig, de vaten te fterk gefpannen zynde, gematigd en ontfpannen worden, of Ten tweden, de krachten te gering en het hare met de vaten niet werkzaam genoeg zynde, moeten deze vermeerderd en aangezet worden. Wat de eerflè aanwyzing aanbelangt, deze zal ons in 't geheel niet ophouden, nadien «ïen hier aan  go F. W. van der LEEUW, GENEES- aan voldoed door die zelvde hulpmiddelen, welke wy by de eerfte uitgang der ontfteking hebben voorgefteld en nader aangeprezen: immers worden hier aangewend de aderlating, verdunnende en verkoelende middelen en dergelyke buikzuiveringen, en uitwendig aangelegd weekmakende pappen, onder welke wy boven alle andere den voorkeur geven aan eene pap toebereid uit gort in karnemelk gekookt (r); by welk alles eenen fchralen leev-regel moet gevoegd worden. In de andere of tweede aanwyzing behoord men de krachten te vermeerderen, en dus doende de werking der vaten aan te zetten door 't vermyden van allerleie ontlastingen , eene opzvekkende en eenlgzints verwarmde levenswyze, en het gebruik van pappen, deels weekmakende deels prikkelende, van welke de beste is die bereid wordt uit gort in karnemelk gekookt, honing, onder de asch gebraden uijen, zuurdeeg en dergelyke (ƒ_). Waar by 't gebruik van den koortsbast dan kan gevoegd worden, wanneer des lyders niet toereikende krachten iets boven den zo even aangeprezenen leevregel vorderen. En wy oordelen dit zo duidelyk, zodanig met de dagelykfche ondervinding ftrokende, dat wy onnodig achten iets breder by te bren- O) Z. van gesscher op de aangehaalde plaats. §. 558. CO Md.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 31 brengen, en ter ftaving dat deze geneeswyze voldoende is wanneer by eene in verettering overgaande ontfteking de tweede boven bepaalde aanwyzing te pas komt, en ter betoging dat alle ettermakende middelen, hoe ook genaamd, door fommige uitgemeten, gene de minfte aanmerking verdienen. Meerder zal het in hebben, om uit kelder en keuken, met by voeging van een of ander middel by de Vraag bepaald, dat gene te erlangen 't welk dan moet worden toegediend, wanneer by inwendige veretteringen als in de longen , borstvlies, lever , enz., de etterftoffen (immers zonder de hand en werktuigen des Heelmeesters, als niet tot ons tegenwoordig beftek behorende) moeten ontlast en in eenen goeden fiaat, tot de volkomene ontlasting toe , onderhouden worden. Dan vermits dit doorgaans langwylig is en gevolglyk meerder tot de kwynende of langduurige, dan tot de hete en konftondige ziektens behoord, zullen wy de behandeling hiervan tot de twede Afdeeling, en wel tot dat wy over de vomica handelen zullen , uititellen; en thans overgaan tot de derde uitgang der ontfteking. 3. De Verflerving. Alhoewel het woord verderving, in den volftrekften zin, eene geheele uitbluhfching des levens van eenig gegeven deel en volkomene beroving van alle deszelvs zintuiglyke en willekeurige werkingen betekend, bediend men 'er  32 F. W. van der LEEUW, GENEES- 'cr zig egter fomtyds van om dien ftaat van een deel, waarin alleen een gedeelte van deszelvs zamenftel zodanige verandering ondergaan heeft, aan te duiden , en naardien eene geheele verfterving geen ander hulpmiddel, dan de afzetting, erkend (0, is 't alleen de gedeeltelyke verfterving welke hier 'c onderwerp onzer befchouwing zyn zal: al 't geen toe de behandeling zo der inwendige als der uitwendige verfterving uit ontfteking ontftaan behoort, vind ik zo beknopt, zo volledig , zo voldoende aan ons tegenswoordig oogmerk door den meer aangehaalden Heer van gesscher voorgedragen, dat ik 'er niets ter opheldering of noodwendige vermeerdering , noch uit andere Schryvers , noch van eigene mening weet by te voegen , dan alleen , dat wy deze behandeling, welke niets buiten kelder en keuken en de by de Vraag opgegevene middelen vorderd, in acht nemende, niet zelden in de herfteliing geflaagd hebben; alleen konnen wy niet voorby aan te merken, dat wy in die gevallen van verfterving in welke wy ons van den koortsbast bediend hebben, altoos meerder voordeel onzen lyderen hebben toegebragt, wanneer wy in een afkookfel van gemelden bast eene iuime hoeveelheid geest van vitriool geCO Immers in die enkele gevallen in welke de natuur de affcheiding van 'c verftorvene bewerkt, moet men de pogingen van deze begunftigen door die zelvde middelen, welke wy by de gedeeltelyke zullen opgeven.  EN HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 33 gemengd hebben ; wat 't opgegevene door den Heer van gesscher betreft, 't luid aldus (u)i In eene gedeeltelyke verfterving , behoord „ men ter beteugeling van derzelver voortgang „ inzonderheid te raadplegen met den ftaat der „ kragten van het leven, en de natuur der koorts „ daar by tegenwoordig, welke beiden door den „ pols worden aangewezen; zyn (Je eerfte groot „ en behoord de laatfte tot het zoort der heéte, „ dan is de aderlating onvermydelyk, en moeten ,j 'er verkoelende en verdunnende geneesmiddelen „ gegeven worden; uitwendig dienen in deze om,, Handigheden flapmakende en verkoelende pap. „ pen, bereid inzonderheid uit gort en züuring* „ gekookt in wei of eenigzints zuur geworden „ karnemelk; wanneer daar en tegen de levenskrag„ ten gering zyn, en de -koorts van eenen flee„ penden aart is, zyn een fterk gebruik van den „ koortsbast, een voedende en opwekkende eet„ regel, en wynagtig'e ftovingen of pappen, van „ de uiterfte noodzaaklykheid. De verderving in „ beide gevallen, bepaald zynde, begunftigd men „ de affcheiding der verftorvene delen door den „ terpentyn - geest, en het gebruik eener gemee? „ ne gortpap". — En dus alleen, wegens het op een na 't laatst genoemde middel, bshoevd men zynen toevlugt, ,, . z...cc; . r,, -..,J . ui» -^^i^'SAA" SXI O») («) Z. het meer aangeprezene Werk, §. 595. XIII. deel. C  34 F. W. van der LEEUW, GENEES- in de gantfche behandeling der verfterving , tot den Apotheek te nemen. Nieuwere proeven leren de rottingwêerende kracht des Opiums, en deszelfs heilzame uitwerking in verftervingen (V); edoch wy vinden het voorzigtiger ons oordeel hier omtrent op te fchorten, tot dat meerder proeven dit zullen bevestigd hebben. Van de vierde uitgang der ontfteking zullen wy hier geen enkel woord gewagen; vermits de verhardingen door geene in- of uitwendige hulpmiddelen konnen herfteld worden, en de ondervinding leerd, dat. ze alleen fomtyds door eene volgende ontfteking worden losgemaakt; — wy zullen dus eenen aanvang maken met $. De Rotziektens (morbi putridi). Dat de eigentlyke aard of het wezen der rotziektens, onder welke benaming ze ook mogen vóórkomen , in eenen meerder of minder rotagtigen ftaat der vogten en verzwakking der vaste delen, verzeld meest al van bedorvene ftoffen in de eerfte wegen, en eene door de geftadige prikkeling der fcherpe ftof op de nu dunne , tedere en gevoeld '00 ï*E HAAS Disf. de opio, Ultr. 1783. PoxT en i>u bui over de verfterving der teenen, enz.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 35 lige vezelen ontdane aanhoudende koorts, gelegen is., is zo onweederfpreeklyk, dat wy ons met eene breedere betoging hier van geenzints behoeven te vermoeien. En is dit zo, dan is niets gemaklyker dan 't opmaken van die aanwyzingen welke hier te ftade komen. De eerfte wegen van de bedorvene rottige ftof te ontlasten, voor zo verre de krachten des lyders zulks gedogen; de rotagtige gefteldheid der vogten te verbeteren, en de vaste delen te verfterken , zie daar dat geene 't welk den taak des Geneesheers in de opgemelde ziektens uitmaakt. Veelerhande buikzuiverende middelen, rhabarber, aloë, fcammonium , enz. braakwortel, braakwynfteen, en andere bezigd men ter voldoening aan dé eerstgemelde aanwyzing; verfcheidene bederf tegengaande elixirs , conferven , tincturen en wat dergelyke meer zyn , ter bereiking van de tweede; terwyl men in de derde aanwyzing eene menigte van die middelen gebruikt, welke maar eene verfterkende kracht bezitten. — Edog wy willen gaarne aan oordeelkundige en geötffende Konstgenoten ter beflisOng overlaten, of men niet 't toedienen van alle andere middelen hier als vol(trekt nodeloos en overtollig moet aanmerken, daar 't gene de minfte tegenfpraak dulden kan, of de beste van alle zyn, in de eerfte plaats en ter voldoening aan de eerstgenoemde aanwyzing , de braakwortel, rhabarber en de j:r^er,. tiartari, Ca de  Sö F. W. van der LEEUW, GENEES- - de twee eerfte , wegens derzelver tenens verderksnd vermogen, de andere, om dat hy, als zynde een zuur, te gelyk bedervtegengaande is; ter bereiking der twede en derde , de koortsbast mèc de delvzuuren gehuwd ; terwyl een bedervtegengaande leevregel hier by noodwendig moet worden in acht genomen; moeten 'er, gelyk fomtyds noodzakelyk is, in deze ziektens Spaanfche vliegen worden aangelegd : men leze de bovenaangeprezene Verhandelingen over dit gewigtig duk, en men zal óp eene allezints voldoende wyze konnen zien, in hoe verre, ten dezen opzigfe, kelder en keuken te kort fchieten; komen 'er rustverwekkende middelen te fiade , de beroemde tralles geevt overvloedig aan de hand, dat, hoe; en wanneer het opium het middel is 't welk hier aan 't gezegde doelwit moet beantwoorden. Allereenvouwdigst was de geneeswyze der Griekfche Geneeskundigen, in die ziektens waar van wy thans gewagen: zagte buikzuiverende middelen en darmfpuitingen , ptifanen v meede met azyn, eenen zagten en voedzamen leevregel , koud water met wyn gemengd , en ter uitdryving der rotte doffen uit de vogten , een afkookfel van fellerye , zie daar de hoofdzaken, welke door hen wièrden toegediend (w); voorzeker toereikende, wanneer op de- 93 éJ-'5b:< ' -v t-'■'*«'9<»U^a« ''>■■ ' 't£->> Ti.iij-. 0*0 Z- hippocratbs de affection. Lib. Galenus Meth. Med. L. 8. Al>ex. trallianus /. /. Lib. Xlh C. Ca.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 37 deze lyst de koortsbast niet verlangd wierdt; niet veel verfchild hier van 't geen celsus heeft aangeraden, terwyl hy 't gebruik van den wyn, als zynde zeer bedervtegengaande, in deze ziektens in eene ruime mate canpryst (V). Had de grote sydenham deze eenvouwdige geneeswyze in zoortgelyke ziektens nagevolgd, en niet zo ruim in aderlatingen geweest, voorzeker zou hy ons nuttiger waarnemingen omtrent dezelve hebben nagelaten. Dan de ware wyze om deze ziektens te keer te gaan, is na hem eerst recht voorgefteld; en het geen wy zo even (j) befpiegelender wyze omtrent de hier aan te wendene middelen hebben voorgefteld en aan de uitfpraak van oordeelkundige Konstgenoren volvaardig overgegeven, firookt dermate met de beöeffening van de verdienstlykfte Geneeskundigen, dat, had onze eigene ondervinding ons niet reeds de blyde vrugten van eene dergelyke behandeling doen fmaken, wy van nu aan nimmer eenige andere, dan de boven aangehaalde middelen voortaan onzen lyderen zouden toedienen, in dat zekere vertrouwen , dat zy in die ziektens, welke tot de klasfe der Rotziektens (morbi putridt) behoren, ter herftelling toereikende zyn. De voor- C. 2. Paulus iEGiNETA de Re medica Lib. II. C. 18. Oribasius Synops, Lib. VII. C. 8 25. Aëxius Tetr' II. Serm. I. C. 74 feqq. & C. 94 £? 95. O) Lib. III. §. 7.V. 1,2. O) p- 35. c 3  3~8 F. W. van der LEEUW, GENEES- voorfchrivten van boerhave en deszeivs Uitlegger van swieten (z) , Van de haen (a), van störck van huxham(c), van cauolus de mertens (öQ , van t I s s o t (V), van buchan (ƒ) enz., zyn zo veele uitmuntende Lesfen , welke wy als waarborgen voor de gegrondheid van dit ons vertrouwen konnen bybrengen; terwyl eene herhaalde ondervinding ons vryheid verfchaft, om by vervolg altoos op dergelyke wyze hier in te werk te gaan als wy nu nog kortelyk zullen aanmerken. In eene heerfchende rotkoorts (g) welke in 't jaar 1782 in 't eiland Stevenswaard en den Ampte van Montfoort , voornamentlyk in de maanden July, Augustus, en 't begin van September plaats had, en aan welke wy eene menigte lyderen behandeld hebben, hielden wy de volgende genees wyze in acht: (z) Comm. I. Tom. JI. p. 491 feqq. Conf. III. p. 114, 3*1 , 630. IV. p. 93 feqq. & II. p. dos, 230. O) Rat. Med. Vol. III. p. 107 ad 109. Vol. I. C. XXXIX, & p. 244 ad 246. Vol. II. p. 2 ad 13, &c. O) L. C p. 53 feqq. (c) Op-, /. Tom. II. p. 104 feqq. (d) Obferv. Medic. P. 7.>C. Lp. 20 feqq. C. II. p. 54 feq. C. III. p. 62 feqq. tf'P. 71. De PeUe hinc inde. (e~) L. c. p. 210 feqq. en p. 218 feqq. (ƒ) L. c. p. 228 feqq. en 287 feq. \g) De noodzakelykheid, om onzen naam en woonplaats niet te openbaren, verplichtte ons, noch van de tyd wan1neer, noch van de plaats of ftreek waar wy onze waarnemingen genomen hebben, iets voor te brengen; zynde dit gebrek naderhand ingeiascht toen de Verhandeling door 'c Genootfchap bekroond was.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 39 acht: wanneer de Iyder walgagtig was met eene befiage tong, bittere fmaak, fterk (tinkende adem en een afkeer van alle fpys, dienden wy ftandvastig de braakwortel in kleine givten toe, en vervolgens , de krachten des lyders niet te veel afgenomen hebbende, een ligt afkookfel van rhabarber met room van wynfteen, en deden darmfpuitingen zetten uit melk met fuiker en honing bedeeld, waar by wy alleen berusceden, dan wanneer de krachten gene buikzuiverende middelen gedoogden ; in welke gevallen wy eerst onderzogten of de eerfte wegen met veel bedorvene ftoffen bezet waren: zo ja, gaven wy een afkookfel van room van wynfteen met den koortsbast, 't welk eenige zagte ftoelgangen bewerkte , terwyl 'er teffens de hevigheid der koorts door gebroken wierdt, en de krachten onderfteund; zo egter de eerfte wegen niet veel met ftoffen bezet waren, lieten wy onzen lyderen terftond een afkookfel van den gemelden bast waar by eene ruime hoeveelheid geest van vitriool gevoegd wierdt, gebruiken; en even het zelvde dienden wy toe na dat of het bovengemelde afkookfel van rhabarber met room van wynfteen, of een afkookfel van dezen laatften met de koortsbast waren voorafffegaan; garfte-water met fuiker, gelei van aalbesfen, frambeziën, of limoen-fyroop en geest van vitriool bedeeld, was de drank die wy gewoonlyk aanprezen ; en , tot onderhouding der krachten, C 4 lie-  40 F. W. van der LEEUW, GENEES- lieten wy roe , gort met een weinig roden wyn, befchuit met aalbesfen-gelei,en desgelyks eene kleine hoeveelheid van gemelden wyn, fagou in wyn met water verdund gekookt , gebrade appels, of zoortgelyken te gebruiken; nimmer hebben wy ons van Slangenwortel, giftwortel, campher of andere in rotziektens door zommige als onontbeerlyk opgegevene middelen bediend , en wy zagen de gezegende uitkomst by genoegzaam alle onze lyderen deze onze eenvouwdige behandeling bekroonen; was de lyder, gelyk by de meeste gebeurde, met zware hoofdpynen bezogt, 't aanleggen van zuurdeeg met mostaart en azyn aan de beenen en onder de bal van de voeten, zomtyds op 't voorhoofd zelve, was doorgaans toereikende om dit toeval, als mede de ylhoofdigheid, te doen bedaren en weg te nemen; zeldzaam hebben wy deze aanlegzels met Spaanfche vliegen behoeven te verWisfelen; in volbloedige Jyders deden wy by den aanvang der ziektens, met 't beste gevolg, bloedzuigers aan de benen zetten; terwyl wy ons niet konnen herinneren ooit ééne aderlating te hebben laten doen; en ook hier van wierden wy dies te meer afgefchrikt, na mate wy de kwade gevolgen, Welke deze door zommige Geneesheren aangeradene ontlastingen veroorzaakten, dagelyks vernamen. Dezelvde behandeling hielden wy noch in twee andere epidemien van dezelvde ziektens, behalven dat wy ons meerder van Spaanfche vlieg- plaas-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 41 plaasters hebben moeten bedienen met eenen allergelukkigften uitflag. De Heer bongars, zeer beroemd Geneesheer re Maafeyk , myn Koristen Boezemvriend, deelde my in 't zelvde jaar mede, dat hy van 95 lyders, die met eene hevige doorgaande rotkoorts, by welke zig veelalpetechicc gevoegd hadden , alleen twee verloren had , en dat hy gene andere middelen toegediend had, dan naar den aard der omftandigheden , braakwortel, rhabarber, zenebladen, room van wynfteen, kina, delvzuuren, citroenen, in enkele gevallen een weinig opium , aanlegfels van zuurdeeg met azyn , zout en mostaartzaad, bloedzuigers, Spaanfche vlieg - plaasters , en voetbaden; en een volgend jaar verhaalde hy my, dat 'er van 45 lyders welke hy aan die zelvde ziekte , op dezelvde wyze behandeld had, maar een enkele geftorven was, by welke zelvs nog 't verzuim van dadelyk gevorderden byftand als eene hoofdoorzaak van een ongelukkige flaging misfchien kon worden aangemerkt. Een ander myner Vrienden, de Heer Gouzy,met uitftekenden roem de Genees- en Heelkunde in bovengemeld Eiland en omftreeks oeffenende, behandelde op die zelvde tyd een aanzienlyk geta! Iyderen aan deze koorts, op even dezelvde wyze, en had het genoegen van niet minder gelukkig in het herftellingswerk te flagen. — By doorgaande galkoortfen in den Nazomer zyn wy gewoon eenen dergelyken geneestrant by onze Iyderen in achc C 5 te  42 F. W. van der LEEUW, GENEES-* te nemen , en wy mogen op den gewenschten uitflag van denzelven ons vryelyk beroepen. «4> En dit zal , indien ons niet alles bedriegt, voldoende zyn om aan te toonen dat men kelder en keuken, en eenige van die middelen welke by de Vraag bepaald zyn, aanwendende , ter herftelling der rotziektens, alle andere, de Spaanfche vliegen zomtyds uitgezonderd , en dus ovrigens den Apotheek geheel en al ontbeeren kan. §. 3- De Zinking-koorts (febris catharralis). De Zinking-koorts verdiende hier ongetwyfFelt gene afzonderlyke behandeling, indien deze ziekte, die by onze landgenoten zo gemeen is, niet onlangs door de wel befnedene pen van den oordeelkundigen michell, zojuist als onderfcheiden en zo volledig als men verlangen kan, befchreven en aan 't algemeen ware medegedeeld Qï) , dat ieder oplettende op dat gene 't welk deze geleerde omtrent de genezing dier ziekte heeft voorgedragen, met een opflag van 't oog terftond oordelen zal, in hoe verre men hier de Apotheek misfen kan? En wy willen dus niet voorkomen als (Jï) J. petersen michell Verhandeling over de Zinking- koortzen, door v Genootfchap te Flisfingen bekroond.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 43 a^s of wy aan die keurige Verhandeling, door 'er iets by te voegen, wilden te kort doen ; te meer daar wy op het oog houden moeten, dat wy dit ons voorftel aan een Genootfchap van geletterde Mannen opdragen mogen, 't welk veelligt met minder fchittering het meest verdienstlyke boven veele andere in ons Vaderland bezit. i 4. De Uitflag- koortfen (febres exanthematicse). De Koortfen welke met eene vlakkige (macuiofa), puisragtige Qpustulofa) of blaasagtige (yeficularis) uitbotting verzeld gaan, fchoon niet alle even veel gevaar influitende , zullen wy echter, om dat ze meer tot de kortftondige dan wel de langduurige ziektens behoren , alhier na den anderen volgen laten: tot deze Clasfe brengt men de Purperkoorts (febris fcarlatina), Gierstkoorts (febris miliaris), Blutskoorts (febris petechialis), de Kinderpokken (variolse), de Mazelen (morbilli), de Roos (eryfipelas), Netelzucht (febris urticata) en de Sprouw (aphtha;). cc. Purperkoorts (febris fcarlatina). Gelyk de oude Geneeskundige Schryvers ons omtrent de Morbi exanthematici niets duidelyks hebben nagelaten , zo zyn de beste waarnemingen en op welke men in heerfchende purperkoortfen, by vervolg van tyd, eenen goeden genees* trant  44 F- W. van der LEEUW, GENEES- trant bouwen kan, die welke zedert de jaaren 1778, I779<;en vervolgens, door beroemde in- en uitlandfche Geneesheren genomen zyn (/). De Hooggeleerde Heer g. forsten verschuir, toen ter tyd de Geneeskunde jn de Stad Amfterdam met veel roem oeffenende, en thans Hoogleeraar aan de Hoge School van Stad en Lande , myn veel geachte Leermeester, verplichtte ons door de mededeling van een omftandig bericht zyner waarnemingen op gemelde tyd , in de gezegde Stad, nopens deze ziekte genomen , en wy achten het voldoende den zakelyken inhoud van dit bericht hier in te laslchen, en vervolgens de Geneeswyze te Rotterdam in 't werk gefield kortelyk na te gaan, om 'er uit op te maken welke de eigen*lyke aard dier koorts zy, en in hoe verre men, by gebrek van de Apotheek, uit kelder en keuken , met byvoeging van kina , kwik, opium , rhabarber en ipecacoanna , de vereischte geneesmiddelen tegens dezelve bekomen kan ? — De zakelyke inhoud van het bericht van opgemelden Geneesheer komt beknoptelyk hier op neder: „ Vermoeidheid, rilling, aandoening van koude, „ en walging waren de verfchynfelen welke zig „ by den aanvang der ziekte openbaarden ; by > „ deCO Zie voornamentlyk clarks Obfervations onfevers, P.1I. Obf. en fcarl. fev. en bicker Verhandelingen van 't Bataavsch Genootfchap, T. 4.  EN HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 45 „ deze voegden zig al ras eene heeschhèid en „ onaangenaam ge-voel in de keel, en eene meer„ der of minder belette doorzwelging. In de „ kwaadaardige, kwam 'er eene ontfteking in de „ amandelen; de lel en 't zagte gehemelte waren „ met #en korst bezet, die vervolgens in veret„ tering overging; eene witte flymerige fprouw„ agtige korst bedekte de tong, den mond en de „ keel; aan den hals ontftonden gezwellen die met „ erter gevuld warén; met een woörd, eene he„' vigfte kwade keel verzelde de koorts. De pols „ was ftiel en vol, zomtyds ook klein en inge„ trokken. De uitbotting vertoonde zig meest „ op den derden dag, zomtyds op den tweden, zeldzaam op den vierden: by welke'in den be„ ginne kleine" puistjes of puntjes opkwamen-, „ welke in elkander lopende grotere purpere vlakte, ken maakten, in 't aangezicht, den hals, en op „ de borst't meest aanwezig. By zommigen wierdt „ men geem'ge uitflag gewaar, maar ook by deze „ waren de bovengenoemde toevallen zo veel te zwaarder. De lighamen welke mét uitflag bezet „ waren zwollen op (wegens de ontfteking van „ 't vctvlk-s), en waren op de aanraking zeer ,, pynlyk , de huid was bruin, en'de opperhuid „ niet alleen affchilferende, maar fcheidde zig zelvs „ geheel af roet eene lastige jeukre. Wanneer de „ kwade keel herfteld was, week de koorts, in „ de goedaardige; in de kwaadaardige verhef te » ze  4ó F. W. van der LEEUW, GENEES- „ ze zig mee ylhoofdigheid^ flaapzucht (coma% „ ontfteking der onderkaaks en oorklieren , en .,, eenen voiflagen afkeer, van alle drank. By eenigen vloeide 'er uit neus en opren eene etteragtige ftof, en zomtyds -ontlastte zig, te gelyk „ met de gehoorbeentjes, eene dergelyke ftof uk de trompet van eustachius (k). De fchejr „ ding (crifts) had meest al plaats op den negen • iy den'dag; en wanneer die fpoediger; inviel was „ 'er 't gevaar groter om. Sommigen behielden „ een fluipkoortsje na de ziekte, anderen als eene „ zooft van waterzugt tusfehen vel en. vleesch „ Qiydrops onaf ar ca), (denke'yk veroorzaakt doqr „ dien. de fmetftof ook de klieren der watervaten „ (glandula lymphatka) verftopt had; waardoor „ de watervaten de lympha niet konden voortftuwen, enz). Het gevaar ontftond uit de niet „ uitzetting der vogten naar de oppervlakte van „ 't lighaam; immers wierden de vogten hier door „ bedorven; en 't was naderhand niet gemakke„, lyk zodanige uitzetting der vogten te bewer„ ken, welke, nogthans zomtyds:.dp natuur zelve „ bewerkte, zo als ik zelve, na voorafgegaane „.borst-benaauwdheid, ondervond. Myne eerfte „ aanwyzing, was om de vogten naar de oppertfcft ,, vlak¬ st) Ongetwyffelt had. dit dan plaats wanneer de ziekte langduurig wierd;; althans zyn my voorbeelden bekend van onherftelbare doofheid op eene langduurige purperkoorfs gevolgd. .  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 47 „ vlakte van 't lighaam uit te doen zetten , en „ de hinderpalen, welke dit beletten konden, weg ■ „ te ruimen; de twede de kwade keel te herftel„ len; 't welk in. dringende gevallen, wanneer de „ flikking belet was, allereerst behoorde te ge„ fchieden. „ Om aan de eerfte aanwyzing te voldoen , ,, diende ik een zagt braakmiddel toe, of om „ braking of alleen om walging te veroorzaken, „ uit de hraak-wortel of braak-wynfteen; nimmer ,., eenige ontlastmiddelen, -om dat deze de vogten „ te veel na binnen lokken ; en waren by den „ aanvang der ziekte de eerfte wegen met ftofFen „ bezet, raadde ik darmfpuitingen aan , en gav „ ook wel, den eerften dag, eenen verkoelenden „ buikzuiverenden drank; was de koorts'by den „ eerlten aanval hevig, de flikking geheel belerri„ merd en de lyder volbloedig, dan was'bet 't „ eenigfte geval inr welk ik een ader deed ope,; nen; maar nimmer na den eerden dag der ziek„ te; vervolgens legde ik en op de gezwollene „ plaatzen, en op de nabuurige hier van, Spaan» „ fche vliegen aan en epispastica, en zag dat zy, „ welke , in ftede hier van , z:g van pappen en „ andere weekmakende middelen bedienden, in 't „ herftellings-werk minder gelukkig flaagden. Aan ,, de andere aanwyzing beantwoordde, en degèzeg* „ de uitwendige aanlegzels teflèns en gorgel dran„ ken uit azyn, honing, eenige greinen ainmoniak- ,', ZÖOt,  48 F. W. van der LEEUW, GENEES- g zout," te gelyk raet de borax, die ik zomtyds „ tot zes drachmen voorfchreev. Het nablyvende „ fluipkoortsje wierdt best door den koortsbast „ verdreven; terwyl de anafarca door ondasten,, de pisdryvende middelen , vooral door Rhabar„ ber, Zee-ajuin (ad naufearn) , en de Calomel „ wierdt te keer gegaan," enz. Vergelyken wy nu hier. mede de bovenaangehaalde befchryving van de Heer bicker , dan mogen wy 'er uit opmaken: i. dat die ziekte veel van den aard der ontfteking-ziektens heeft, en dus de behandeling, moet overeenkomen- met die , welke wy boven §. i. hebben opgegeven, in zo verre als de omzigtigheid om de ftoffen na buiten te houden en voor inflaan te behoeden , te gelyk met de eigen-, aartige toevallen, hier eenige verfcheidenheid vorderen; 2. dat, wat de inwendige middelen betreft, men in de goedaardige niets buiten 't geen. kei-, der en keuken verfchafTen' behoevd aan te:wenden ; in de kwaadaardige en de ongemakken welke deze zomtyds nalaat, by deze middelen, naar den. aard der omftandigheden, moeten gevoegd worden de by de Vraag toegelatene: kina, rhabarber, kwik (of calomel), ipecacoanha en opium, welke laatfte in kleine hoeveelheid en onder de gedaante van tinctuur of Laudanum liquidum sydenhami. toegediend, ik in de gevallen in welke door den Heer bicker (/) de Syrupus diacodü wierdt ais nsrue y ^etn:--.,vnnorf ,rp -.aan* &L.l.p. *7*/èa.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 49 aangeprezen , boven dezen, voor my, verkiezen zou; terwyl men, behalven deze middelen in vele gevallen niet ontberen kan de borax , de uitwendige aanlegfels van Spaanfche vliegen, en, ter affcheiding der gangreneufe korden , de Spiritus falis marini in een of ander fyroopig vogt gemengd (jri). &. Gierstkoorts (febris miliaris). Dat deze uitflag geene ziekte op zig zelve, maar alleen een toeval (fymptoma) van anderen is, is overbekend en aangenomen; en de beste waarnemingen bewyzen, dat ze, offchoon by verfchillende zoorten van koortfen voorkomende, meer eigenaartig is aan die welke van eenen rotagtigen aard zyn, en veel met de petechia fchynt gemeen te hebben (»), althans en te gelyker tyd met deze of kort na den anderen zig opdoed (0); gevolglyk kan men geene byzondere geneeswyze voor deze ziekte opgeven, vermits dit na den aard der koorts, welke de gierst-uitflag verzeld, verfchillen moet ; daar ze evenwel meer by rotagtige , dan wel by andere koortfen plaats heeft, zal *t genoeg 0«) L. c p. 271. 00 Zie voornamentlyk iiuxham Op. I. pag. 87, 88 en 89. A. de ha en Pat hol. T. II. p. 90 feq. Lind On fevers and infection. paper fecond. p. 705. (o) Huxham /. c. p. 98. Hasenohrl dt febre Pettchiali, Cap. I. p. 12. Mertens /. /. p. 4. £re, XIII. deel. D  5o F. W. vAn der LEEUW, GENEES- noeg zyn hier aan te merken, dat ze overeenkomftig met 't geen wy nopens de behandeling van deze boven hebben opgegeven moet behandeld worden, terwyl men alles moet zien uit den weg te ruimen 't welk de uitbotting zou konnen doen na binnen flaan; komt deze uitflag voor by ontfteking-koortfen ('t welk wy egter bezwaarlyk konnen toeftemmen) , zagte uitwaasfèmende en verdunnende dranken zouden 'er in voldoende zyn; heeft hy plaats, gelyk de waarnemingen van white, willis, denman, ki rk land, le roy, fordyce, l'heritier en meer anderen (ƒ>) aantonen, by kraamvrouwen, ook dan is de lyderes in eenen ftaat van verzwakking en moet deze uitbotting aan eene fterke bloed-ontlasting, verrotting , enz. worden toegefchreven (q~) , en dus komen hier al wederom dezelvde verfterkende en rottingweerende middelen, vooral de kina en het vitriool - zuur , te ftade. En dit zy genoeg omtrent de gierstkoorts voor ons tegenwoordig onderwerp aangeftipt. y. Blutskoorts (febris petechialis). Ook deze zal ons niet lang bezig houden , daar het zeker is dat de petechïa ontftaan uit eene rot- O) De sauvages Nof. Meth. T. I. Cl. 't. ƒ>. 445. Lu d wig, Adv. Pr act. Vol. I. P. I. p. 184, enz. Cq) IVIen vergelyke hier mede j. p. er.mek.ins de febr+ fuerp. %. o.  ept HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 51 rottige ontbinding der vogten, welke zig onder de opperhuid uitftorien, en dus eenen hogen graad van verrotting aanduiden in die kwaadaardige koortfen in welke ze worden waargenomen: gevolglyk niet gezegt konnen worden exanthemata critica te zyn, maar fymptomatica (>). De uitfprank van hem die met recht kan gezegd worden, met opZigt tot de kwaadaardigfte rotziektens, zyne keu* rige waarnemingen in 't midden van het vuur genomen te hebben, den verdiensdyken mertens, doed, onzes bedunkens, zo veel af om te bewyzen dat de kina , de delvzuuren en de wyn alle andere door grote Mannen aangeprezene rottingweerende middelen, in deugd en vermogen verre overtreffen , en by gevolg in de bluts-koortfen niets beters kan , — niets anders behoord gegeven te worden; dat wy vermenen rykelyk te konnen volllaan door de eigene woorden van dezen Geneesheer, die hy tertlond op de befchryving der bluts- en gierst - uitflag volgen laat (s) , aan te halen, (/-") Mertens /. c p. 35. (s) L. c /». 36 37- Radices Contrajervte & Serpentaria Firginiance a prastamisfimis in arte viris tamquam eptima remedia antifepttca iaudatas , in feiirihus putri» dis, folummodo quando Firei deficiunt, & quidem rarisfime adhibeo ; experientia edoctus , illas corpori ingestas minus prodesfe vtrtute antij'eptica , qualcm experiment», in lagenis vel ollis inftituta tpfis inesfe demonjlrant, quam vi calefaciente nocere. Putredinis humorum arcend vonden dat wy niet alleen opflorpende middelen (abforbentia) by de boven aangeprezene hebben moeten voegen, maar zelvs, vermits alle andere geneesmiddelen te vergeefsch gebruikt wierden , onze eerfte aanwyzing in 't temperen van 't zuur, waar in ons 't poeder van gebrand hanshoren 't meest voldaan heeft, hebben moeten ftellen. Dan hier over ftraks nader. 4. Is de oorzaak in eene verftopping der darmfcheils-vaten en klieren gelegen; in welk geval de darmbuis altoos met eene flymerige taaie ftof bezet is; deze door openende en oplosfende middelen (aperientia & refblventia) weg te nemen en af te vegen, is 't geen hier moet verricht worden. Verfche groentens, vooral aspergies, cichorei, fpinagie, endivie, kervel, fellerye, piecerfelie, enz. in eene ruime hoeveelheid en herhaalde reizen daags gebruikt , en een afkookfel van de jjWfaff que radices aperienles met een weinig rhabarber, en pillen van Spaanfche zeep, osfegal en rhabarber, zullen misfehien in dit ohgemak meerder voordeel aanbrengen dan de verfchiilend zamengeftelde artzenyen, onder welke wy dan nog alleen op den tartarus regeneratus een zeker vertrouwen ftellen zouden. Laat ons nu eenïgermate dit voorgeftelde met de gedagten van oude en nieuwere Schryvers vergelyken , eer wy eenige van onze waarnemingen 'er by voegen. In de loop (iSWgmaiV). gav ïijppocratks E 2 een  6'i F. W. van der. LEEUW., GENEES- • een afkookfel van fyn gewrevene boonen (xvatpLot) en meekrap met eene of andere vetrigheid bedeeld (o); in de doorloop, uit gal-ftoffen in de eerfte wegen of 't zuur ontftaan , by eenen drogen en kouden eetregel en de zoetemelk, eenen drank uit wyn met gelyke hoeveelheid meel en poeder van ongefchilde pitten van granaat-appelen O), en diende, naar de omftandigheden zulks aanwezen, zomtyds een braak - middel, zomtyds den wyn en verfterkende voedzels toe fo), Galenüs fchryft tabletten voor uit galnoten, heide (of de bloemtjes van nieuwe beezemen). en opium, in gelyke hoeveelheid beftaande , om in wyn in te nemen (O- In de grauwe loop en chylvloed raad p a ulus /egineïa op den buik. lynzaad warm aan te leggen, en een afkookfel van braambeziè'n in mee-azyn ; wanneer 'er teffens opfpanningen van winden by zyn, voegd hy 'er komyn en wynruit by; en by vermeerdering van den vloed, kwee - appelen , aluin - water en galnoten (j); eene dergelyke geneeswys vinden wy by aetius opgetekend (f). Alexander trallianus heeft ons het volgende omtrent deze ongemakken nagelaten («) „ Men (O De Rat. Vict. in morb. acut» fub finem. C p~) De natura muliebri, edit. r o e s i i , p cgg (?j De Vict. Rat. Lib. UI. p. 372, faa' CO Op. Tom. V. p. 765. (s) De Remedica, Lib. III. C. 40 CO Tetr. UI. Scct. f C. 45. 00 Lib. VUI. C. VUL Ook verdiend in zyn geheel te worden nagelezen \ geen 'erVolgd è^Dypenteria rheuma-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 69 „ Men herftelle deze ziektens", zegt hy, „ door ,, zamentrekkende ftovingen , het drinken van „ halv-gekookte melk en koud regenwater, ,, brood in water en melk geweekt; waar by men, na den derden! dag, voegen moet ingelegde ,, druiven, kweeappelen, fpreuwbeziën of mispe„ len; weigerd de lyder melk te gebruiken, men „ geve hem pappen uit ryst, havergort ,óf gierst i, toebereid, of van alexandrynsch brood, ook pti,, fanen, eijeren in azyn water (ttomoi feu oxycra„ turn) gekookt, als mede eijerdöoiers op hete „ asch gebraden met fmak (V) en azyn; tweemaal „ gekookte (of geftoovde) moeskruiden', tweebak „ en zamentrekkenden wyn. Is de!ziekte vercu„ derd en moeielyk tot de herfteliing geworden, „ de krachten aanmerkelyk verfpild , dan moet „ eene voedende geneeswys worden aangewend". En zie daar eenen geneescrant die , by 't voorbeeldig eenvouwdige en 't bepalen by middelen uit kelder en keuken genomen, veel in zig bevat 't welk ter navolging, ook in onze dagen, kan worden aangeprezen; niet minder eenftemmig zyn de voorfchrivten van orieasi us (w): in.de loo- pen tica, te beknopt om 'er een uittrekfel van te geven, en te breedvoerig om geheel hier te konnen worden ingelicht. O) De Smak of Sumach fchynt zekerlyk hier door f'vf of poe van tr al li anus bedoeld te worden , vermits het bekend is dat men dit Oudtyds , in plaats van «out, tot inzouting van 't vleesch bezigde. O) De Loc. Affect. Cur. C. 88. E 3  7o F. W. van deu LEEUW, GENEES- pcn en chylvloed beval hy eijeren' in azyn gekookt, vooral wanneer 'er een gedeelte van in eene pan boven gloeiende kolen gebraden is; verjuis; vier delen gebrande Hakken met de fchelp, twee delen galnoot, en cén deel peper tot poeder gemaakt, om in wyn in te nemen. Het fap van porfeljcin, mispelen, ohtydig geplukte moerbeziën als zynde zamentrekkende en gevolglyk in alle dergelyke ontlastingen dicnftig, wanneer ze in wyn teffens toegediend of ook op zig zeiven gebruikt worden. En of men deze voorbeelden niet voldoende achten mogt, om de bedoelde eenvouwdigheid der ouden, ook in dit flag van ziektens, op te maken, men zie aandagtig na 't geen celsus 'er van heeft opgetekend (V), en men zal overvloedige floffe vinden om zynen weetlust te verzadigen en 'er zig volkomen van te overreden. — De uitmuntende meao pryst in de bort en doorloop alleen de braakwortel aan .en de rhabarber, pn hier na ter verllerking der verzwakte ingewanden , de (peceryen met kryt , als een l opflorpend middel (j); en in de rooloop aderlatingen, kleine cn herhaalde givten van denzelven braakwortel in wyn teffens afgetrokken, het decoctum album met flyfièl en opiaten (waar onder altoos het enkele ppium of't pynftillend aftrekzei van sydenham ver* (V) Lib. IV. C. i en 18. 19. (jO Monita & Praccpa Medica, C. VIL Sect. i.p, 6$.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 71 verdiend te worden voorgetrokken) ; ïs 'er door deze ziekte een kwynende ftaat des lighaaras en eene kwade vogts-geiïeldheid veroorzaakt , dan voegd hy 'er by een mengfel van rhabarber met eene geringe hoeveelheid kwik van de zesde opheffing , herhaalde malen den Iyderen ingegeven (Y). — In de heerfchende doorloop welke in den jare J743 in de maanden April en Mey., voornamentlyk te Piimpton en daaromftreeks , door hüxham is waargenomen, nam hy deze geneeswys in acht (V): by den aanvang der ziekte, deed hy meerder of minder bloed, naar de omftandigheden dit fchenen te vorderen , den Iyderen aftrekken; diende hier op de braakwortel, en vervolgens de ihabarber toe; en vermits 'er veelal wormen in de darmbuis huisvesteden, liet hy die gene by welke hy deze ontdekte, met den allergelukkigften uitflag , de calomel gebruiken. Dit vooraf hebbende laten gaan , ging hy over tot verzagtende én pynftillende middelen, gevoegd by die gene welke de darmen verfterken konden. De confectio fracastorii ( het laudanum liquidum zou dezelvde uitwerking gehad hebben) met gebrande mu:-caat-noot en kaneel, 'er fomtyds een weinig heulfap by doende; zoetemelk met water en rz) Ibid. p. 68 en 69. Men zie ook verder de aantekeningen van wintringham, ibid. («) Op. Phyfico-Medic. T. I, p. 284—286. cf 290—293. E 4  7? F. W. van dhr LEEUW, GENEES- en kaneel gekookt of gefaalde wei; een aftrekzei van rode rozen op goede rode wyn, amandelmelk met Arabifche gom, het koud water in navolging van celsus (£); gelei van hartshoren, vischlym, falab en broodpap, zie daar die eenvouwdige middelen welke deze Geneesheer bezigde. De Baron van swieten in zyne Bcfchryving der Legerziektens , deed die genen, welke door den bort waren aangetast, dunne fot;pen van hoender- of kalfsvleesch of geharst brood in wa.ter gebruiken, en van dergelyke foupen darmfpuitingen zetten, en diende hen hier na een pynftillend en opflorpend middel toe, uit poeder van kreeften r ogen, opium en kaneel met gerile - water beftaande (r); in de buikloop (diarrhoea) Iaat hy eenen zagten, dog voedzamen leevregel houden; geevt een mengfel van rhabarber met geele myrobalanen (de rhabarber alleen is hier voldoende) 's morgens den Jyder in, terwyl hy hem 's avonds een of ander pyniiillend middel uit 't heulfap bereid voorfchryvt ( en II. Deel, I. Afd. p. 46, enz. en mertens Obfervationes Medica, Tom. II. C. 2. Aan eenigen, welke met een fpysloop Qienteria) gekweld waren, hebben wy, na een ligt afkookfel van rhabarber, ten einde de maag van des- zelvs . O) De Heren BERNiiRE, 's Lands Medicina Doctor, m de Arapté van Montfoort, en de bovengemelde couzy.  ,EN HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 77 zelvs inhebbende raauwigheden te ontlasten, voor af te hebben laten gaan, ons 't best bevonden by den koortsbast in kleine, dog dikwerf herhaalde givten voorgefchreven , en 't matig gebruik van rode Bourdeaufche of Bourgogne wyn, gevoegd by voedende en droge fpyzen, met kaneel, muscaatnoot, kruidnagelen en foelie aangezet. Met een gewenscht gevolg gaven wy aan drie Iyderen, welke door eenen chyl-vloed (fluor caliacus) aanmerkelyk uitgemergeld waren, ter op. Icsling der taaie ftof welke de darmbuis bezet hield, en de opflorpende vaten verftopte, de volgende pillen: R-. Pulv. Rhei elect., Sap. Venet. aa 3 ij, Fel. taurin. 5;. C. Elix. p. P.fipill. gr. h. om 'er alle twee uuren drie te nemen; 'er by voegende 't gebruik van verfche en openende groentens, en een matig glas moezel-wyn. Aan twee andere , met 't zelvde ongemak bezogt, maar by welke eene grote verflapping der darmen tenens plaats had, gaven wy de volgende pillen, welke de genezing bevorderden: R,. Pulv. Rhei elect., Extr. Cort. per. £a 3 j 0.,Sap Venet., Fel. taurin. « 3 ƒ C. Elix. falut.,f. pill. gr. iv. om 'er, om de twee uuren, vyf te nemen; midlerwyl gebruikten deze lyders van groentens alleen de aspergies, fellerye, kervel, pieterfelie, fchorfonerèn en dergelyke, en hielden voor 't ovrige eenen meer voedenden leevregel, terwyl zy 'nu en dan een glas goede Rhyn-wyn dronken. Eene  ?8 F. w. van der LEEUW, GENEES- Eene vrouw, ruim So jaren oud, was zedert anderhalfjaar mee eenen doorloop (diarrhoea) gekweld, welke haar niet in evenredigheid verzwakte, en alleen, althans meest, uit eene verflapping der vezelen van 't dikke gedarmte fcheen voort te komen ; onvermogend zynde geneesmiddelen te betalen, deed ik haar viermaal daags eene klysteer zetten uit aluinwater, waar in ftyffel gekookt wierdt; terwyl zy voor haren gewonen drank gerfte-water waar in een weinig (zo veel zy zonder walging nemen kon) aluin en gemeene fyroop gemengd was gebruikte; ovrigens meest van tarwe-brood, melkpappen, en dergelyke kost beflaande; en binnen drie weken was zy volkomen herfteld, Eenen foortgelyken geneestrant naderhand by twee andere lyderesfen, welke nogthans van eene betere keuken en goede zware rode wyn gebruik maakten, in acht genomen hebbende, had 't zelvde gevolg. Eene vrouw van een teder en aandoenlyk geitel, byna 40 jaren oud, en welke verfcheidene malen gekraamd had, zukkelde, zedert ruim 8 jaren, aan eenen doorloop welke fomtyds haar zodanig verzwakte dat zy aan geduurige flaauwtens onderhevig was, en weken achter den anderen het bed houden moest, als wanneer zy een afkeer van fpys had en niet dan met den grootften weerzin iets ter onderhouding van 't leven nuttigdemen had verfcheide kundige en ervarene Genees! he-  en HEELM. uit KELDERen KEUKEN. 79 heren geraadpleegd , veelerhande middelen aangewend, doch vrugteloos; het ongemak nam hand over hand toe, de lyderes verzwakte van dag tot dag , wanhoopte aan hare herftelling, en fcheen met haastige fchreden 't graf te naderen. Toen het myn plicht werdt de zorg over deze ellendige op my te nemen , maakte ik my, zo ver doenlyk, meester van de voorfchrivten welke men haar gegeven had, en zag uit dezelve dat de veiligfte ontlast-middelen, de beste verfterkende en zamentrekkende artzenyen, en de keurigst uitgedagte pynftillende en verzagtende mengfels zonder eenige vrugc reeds waren toegediend; alleen kwam 't my voor (en 't zy met dien, eerbied welken ik die waardige Mannen , ook na hunnen dood , toedraag, die deze lyderes te voren behandeld hebben , aangemerkt), 't kwam my voor dat men in 't voorfchryven van eenen gepasten leevregel met eenige meerdere naauwkeurigheid had konnen te werk gegaan hebben ; terwyl ik my vleide dac deze gevoegd by een of ander opflorpend poeder, om namentlyk 't zuur, 't welk byna in onbegryplyke hoeveelheid in de eerlfce wegen geftadig zig ophield, te temperen,de lyderes mogelyk zo verre zou konnen herftellen, dat men de kina, welke dog 't beste vertterkend middel is, en het (hal 't welk in fommige gevallen deszelvs uitwerking vermeerderd (offchoón beide reeds te voren gebruikt) met eenige vooruitzicht op volkomenef her-  8o F. W. van der LEEUW, GENEES- herftelliug aan dezelve zou konnen voorfchryven; en ik wierdt, by de uitkomst, in deze «reiende gedagte niet te loor gefield : hare fPys beflond dan eens uit ryst met fchapenvleesch gekookt , waar van zy alleen de ryst at $ dan uit befchui! met muskaat-noot fyn gefloten, en beste rode Bourdeaufche wyn en fuiker voor den fmaak koud gebruikt; dan wederom uit een pap van zoetemelk met havergort zeer dik gekookt, ook tusfchen beide uit kweepeeren in rode wyn met kaneel gefioovd ; en tot geneesmiddel gav ik haar niets anders dan zesmaal daags een eijerlepeltje poeder van gebrand hartshoren in rode wyn; terwyl haren drank uit Briftoller water met gemelden wyn, of deze, zonder 't water, beflond: na weinige dagen dit naauwkeurig nagekomen te hebben, had alles zig zodanig ten goede gefchikt dat ik aan eene aanftaande herftelling niet meer fcheen te moeten twyfFelen; ik liet alles op den gezegden voet voortgaan, diende, by het gemelde poeder, dat van de kina; en had het genoegen deze lyderes, zonder iets anders 'er bygevoegd te hebben , binnen weinige weken eenen volmaakten welftand te zien genieten, waar op zy tot op dezen dag nog fteeds roemen mag. Voor byna drie jaren wierdt eene vrouw van aanzien, binnen deze Stad, toen 33 jaren oud en moeder van vier kinderen, van een gevoelig, teder, doch vrolyk geitel, van eenen doorloop {Mar- rhoea)  én HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 8t rhoea) aangetast, die uit eene bedorve fpysver. teering deszeivs oorfprong nam; onder de beftiering van een fchrander en ervaren Geneesheer wierden haar, van den beginne aan, zodanige middelen toegediend als met den aard der ongefteldheid overeenkwamen; niet te min hield de loop aan, en verergerde van tyd tot tyd; 'er kwamen by ondraaglyke pynen in 't hoofd , ftuiptrekkingen genoegfaam door 't gantfche lighaam, verloren eetlust; walging, fterk Hinkende adem, zonder eene merklyk beflage- maar alleen witagtige tong, bittere onaangename fmaak, verdoving der ogen , gele kleur van 't aangezigt en handen é vermagering van 't gehele lighaam , een droge kug , kortademigheid, ongeduurigheid in den flaap , en wat dergelyke tekenen van eene vast naderende uitteering meer zyn. De zamentrekkende middelen, welke de Apotheek opgeevt, waren het een na het andere vrugteloos gebruikt; men paarde ze met verfterkende en inzonderheid met den koortsbast, doch even vrugteloos; men voegde 'er 't gebruik van zware rode wyn, de vischlym, gekookt hartshoren en dergelyke by, alles zonder vrügt; men bedeelde de voorgemelde geneesmiddelen met opiaten , fpeceryagtige meng-* fels, enz. edoch zonder iets in het herftellingswerk te vorderen. Op den 26 January van dit jaar Wierdt ik door de lyderes en haren waardigen Geneesheer verzogt, met dezen over den bangen toeXIII. deel. F ftand  82 F. W. van der LEEUW, GENEES- ftand van welgemelde lyderes, en de middelen die ter harer fchynbaar wanhopige redding nog mogten konnen in 't werk geiield worden, te raadplegen. Zy gebruikte thans een fterk afkookfel van kina , en tot haren gewonen drank een lymerig afkookfel van hartshoren met rode wyn en kaneel ; terwyl haar alle verkoelende fpys en de groentens verboden waren. Ik vond , by 't eerfte bezoek, de lyderes in de gunftige omftandigheden,zo als my door haar bericht wierdt,als zynde de eene dag en uur aan de andere niet gelyk; den volgenden dag waren alle opgemelde toevallen veel heviger, als wanneer wy overeenkwamen in de eerfte plaats de zuure fcherpe ftoffen, die in de verflapte darmbuis huisvesteden, te temperen en zagt uit te dryven, door haar om de twee uuren een eijerlepeltje van een poeder, uit gebrande rhabarber , gebrand hartshoren , en eenige druppels foelie-olie (oleum macis esfentiale) voor den fmaak, zamengefteld te geven; waar by wy , na weinige dagen, den raauwen aluin, en wegens de ftuiptrekkingen, die veel van 't hyftericismus fchenen aan te duiden , den brantfteen (fuccmmn) voegden ; ovrigens hielden wy haar aan eenen leevregel als in 't vorige geval befchreven is. Na weinige dagen bevond zy zig , wat de menigvuldigheid der ftoelgangen betrof, merkelyk beter, de fmaak was nu niet meer onaangenaam , de eetlust aangewakkerd , maar de fterke vloed der fton-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 83 ftonden noodzaakte ons de fuccinum weg te la* ten, en in deszelvs plaats by 't voorgemelde het [al martis ad albedinem cak'matum te doen; en vermits wy ons nu meerder voordeel van de koortsbast beloven konden, lieten wy haar 4 thékopjes daags van een fterk afkookfel van denzelven innemen; altoos het nauwkeurig in acht nemen van den voorgefchrevenen leevregel ernftig aanbevelende ; onder 't gebruik dezer middelen, herftelde de lyderes sanziender ogen, nam van dag tot dag in uiterlyk aanzien en krachten toe, alle toevallen verlieten haar fpoedig, en heden geniet zy, zonder in haren leevregel zig van iets te onthouden, eene gezondheid die zy voor weinige weken niet meer dan by herinnering kende. Bloedftortingen (ha;morrhagia;). Zonder ons op te houden met bloedftortingen van eenen heilzamen aard; als die door-welke de fcheiding (crifis) eener ziekte gefchied , en die welke uit eene overtolligheid van bloed of opftopping van gewone bloeds-ontlastingen door andere wegen ontftaan; als zynde in 't eerfte geval alle geneesmiddelen nadelig, in 't twede de aderlatingen en verkoelende en verdunnende dranken ter bevordering derzelve alleen aangewezen ; en konnende de derde door niets anders dan door Fa 't we-  84 F. W. van der LEEUW, GENEES* 't wederom bezorgen der opgeftopte voorgaande bloeds-ontlastingen worden voorgekomen; — noch met bloedftortingen welke in eene of andere rotziekte, uit eene vergevorderde ontbinding der vogten , voorkomen, tegen welke de oorzaak wegnemende, dat is bedervtegengaande middelen die gene alleen zyn welke ten nutte des lyders konnen worden toegediend; zonder ons, zeg ik, op te houden met deze nu aangeftipte bloedftortingen, zullen wy ons bepalen tot die welke uit hoofde van derzelver fchadelykheid en fpoedig gevaar terftond behoren te worden tegengegaan, en die voornamentlyk uit de neus, longen, maag, nieren en blaas voortkomen; en hier omtrent merken wy 't volgende aan : alle bloedftortingen zyn hunne geboorte verfchuldigd aan eene verwyding of verbreking der vaten ; dan deze konnen ontftaan of uit de vaste delen zelve: als derzelver verflapping, geweldige verwyding en verbreking, enz. of uit eenen ziekelyken fcherpen ontbondenen ftaat der vogten. — De aanwyzingen zyn dan in de eerfte gevallen, en in den aanval en na denzelven, de vaten te doen zamentrekken en ze te verfterken ; in het laatfte de vogten te verbeteren gevoegd by de voorgaande; terwyl men het- in een of ander deel overgeblevene geronnen bloed door zagte braak- buikzuiverende- of pisdryvende middelen, uit den weg ruimen moet. Veel is het getal der zo enkele ais zamengeftelde middelen, welke onder den  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 85 den naam van Hoedflempende (ftyptica) en zamentrekkende (adftringentia) voor en na zyn opgegeven ; welke alle , om redenen boven uitgedrukt, met ftilzwygen voorbygaande, zullen wy alleenlyk die gene welke uit kelder en keuken genomen zyn, en uit de middelen by de Vraag opgetekend beftaan, aanwyzen; zynde deze allezints voldoende om in alle bloedftortingen (de onherftelbare uitgezonderd) de genezing te konnen bevorderen. Het aanleggen van banden om de armen en beenen, 't zetten der beenen tot aan de kniën in lauw water, het toedienen van yskoud water alle half uuren of kwartier uuren, of bedeeld met azyn en eenige greinen falpeter, of water met vitrioolzuur, geest van zwavel, beste wyn-azyn en dergelyke; en (in de bloedftorting uit de neus by voorbeeld) fteekwieken met een mengfel van azyn met voorloop of brandewyn doortrokken, ftukjes of poeder van eiken-zwam, rust van lighaam en ziel beide, zomtyds eene aderlating, en de koortsbast; zie daar overvloedige middelen, die,wanneer ze wel gebruikt worden, alle andere bloedftempende, zamen trekkende en verfterkende artzenyen zo niet overtreffen , althans zeker evenaren ; en dit zullen wy ftraks breder bewyzen. Eenen zagten leevregel meest uit melkfpyzen, gort, grutten en dergelyke, gevoegd by de kina met delvzuuren gehuwd, kan ter herftelling van bloedftortingen, \ zy uit de maag , longen of nieren , enz. uit F 3 eene  85 F. W. van der LEEUW, GENEES- cene kwaadfappigheid voortgefproten, door niets verbeterd worden; terwyl het overgeblevene klonterige bloed 't veiligst en zekerst wordt uitgedreven, uit de maag, door weinige greinen ipecacoanna, de rheum of cremor iartari, uit de longen, door een afkookfel van havergort met fuiker en rozynen , dunne loepen met verfche groentens, kervel, fchorfoneren, enz. en uit de nieren door die zelvde foepen, of gerfte-water met een weinig falpeter bedeeld. En zie hier dan wederom een ftaal ten bewyze dat de eenvouwdige geneeswys boven alle andere^ welke omflagtiger is, zig laat aanpryzen, zo dra maar de ondervinding dezelve genoegzaam bekrachtigd; en dit moeten wy , omtrent de bloedftortingen, nogkortelyk, echter voldoende, aantonen. Zullende wy alleen eenige der zwaarfte gevallen welke wy Van dezelve behandeld hebben mededelen, als konnende, na aanleiding van deze, ligtdyk tot de zekerheid dier hulpmiddelen, in ligtere gevallen, een befluit worden opgemaakt. Tweemalen onzen byftand verzogt zynde wegens eene bloedftorting uit de neus , die in beide gevallen in lieden van een teder geftel voorviel , en by beide zeer aanmerklyk was , lieten wy de lyders te bed bezorgen, banden om de armen en beenen leggen, het voorhoofd met eene dikke drukdock in kouden wyn - azyn gedoopt bedekken , en in de neus-gaten kleine fteekwieken doen met azyn en /  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 87 en brandewyn , die wy om het half uur vernieuwden ; de bloedftortingen bedaarden langzaam , en hielden in 't eene geval , na verloop van anderhalf uur , in 't andere na twee uuren tyds, geheel en al op, waarna wy de lyders den koortsbast op rode wyn getrokken toedienden, en eenen verfterkenden leevregel voorfchreven, enz. — Een man van ruim 40 jaren oud en zeer met fcheurbuik behebt, wierdt zedert 8 maanden reeds van tyd tot tyd door eene bloedbraking (vomitus cruentus) overvallen; wy gaven hem, toen onze hulp gevorderd wierdt, een dragme rhabarber, herhaalden de helft dezer givt om den derden dao-, en lieten hem by aanhoudenheid een afkookfel van den roden peruviaanfchen bast, met rode rozen en geest van zwavel gebruiken, waar by eenen leevregel uit grutten en dergelyken in acht nemende, herftelde hy binnen den tyd van een maand.. Twee anderen, welke eene uit de fcheurbuik ontftane bloedfpuwing (hcvmoptöe) weldra fcheen te zullen in 't graf Hepen, gaven wy om 't uur een half thékopje van 't uitgeperste fap van water-kers (becca bunga), met geest van zwavel bedeeld, lieten hen veel rype vrugten, als kersfen, aardbeziën enz., en voor gewonen drank een dun afkookfel van cremor tartari met rozynen, gebruiken; en deze zyn, zonder verdere hulpmiddelen, gelukkig herfteld. F 4 Een  88 F. W. van der LEEUW, GENEES? Een hoorn-blazer, volbloedig van geftel en 22 jaren oud , wierdt van eene hevige bloedftorting uit de long overvallen , die hem plotslyk verzwakte ; eene aderlating op de voet voor af hebbende laten gaan, gaven wy hem een teug koud water met vitriool - zuur vermengd , lieten dit om 't kwartier uurs herhalen , en nadat de aanval ophield, 'c welk na verloop van anderhalf uur was , dienden wy om 't uur een half thékopje van een afkookfel van cremor tartari met falpeter en fuiker toe, herhaalden de aderlating van 6 oneen of daaromtrent, om de agt dagen; raden hem af in 't vervolg zig aan 't gevaar van 't fterk opzetten der longen bloot te ftellen; en zedert is hy van dit toeval geheel bevryd gebleven. Een myner Vrienden, de Heer ardesch, Chirurgyn- major in 't Regiment Zwitfers van den Generaal-major stock ar, deelde my onlangs mede, dat hy zig, in bloedfpuwingen uit de longen, met den uitmuntendften uitflag bediende, van niets anders dan van de room van wynfteen, alle half uuren of kwartier uuren , in de boeveelheid van eene halve of heele dragme met wat koud water toegediend: zedert maar eens gelegenheid gehad hebbende dit middel te beproeven, konnen wy 'er niets ter bevestiging van ftellen, dan alleen dat wy, in 't gezegde geval, he| zelve aan de opgave door den Heer ar! d ESCfl  m HEELM. uit KELDER en KEUKEN. So jjesch gedaan, hebben zien beantwoorden. In twee lyders, met eene geweldige bloedftorting uit de blaas aangetast ,• welke uit eenen val op 't on» derlyf gefproten was , bedienden wy ons van het dikwerf vernieuwd aanleggen van druk-doeken op 't perineum en over den buik, welke in koud water met azyn en brandewyn gedompeld waren, deden eene ader openen, die wy, in 't eene geval , na verloop van zes uuren, herhaalden, gemerkt de lyder jong en van een zeer bloedryk geftel was \ dienden eenen drank toe uit gerftewater met vitriool • zuur rykelyk bedeeld, en met poeder van Arabifche gom tot eene meerdere lymigheid gebragt, en fuiker voor den fmaak : en hier mede reddeden wy hen van dit zo gevaarlyk toeval. Eene jonge vrouw, welke eens gekraamd had, meende voor de twede maal , en wel ruim zes maanden , zwanger te zyn , toen zy met eenen fterken vloed overvallen wierdt, die haar zeer verzwakte ; na dat deze reeds twee dagen zonder ophouden geduurd had , riep men my te hulp. de lyderes was te zwak om op de vragen, die ik nodig vond haar anderzints voor te ftellen, te konnen antwoorden; de byzynde. Vroedvrouw berichtte my, dat gemelde lyderes in de zekere verbeelding eener tweede zwangernis geweest was : dat zy, niet tegenftaande haar kind ter minne befteld was, gene Honden geduurende zes maanden befpeurd F 5 bad,  90 F. W. van der LEEUW, GENEES- had , dat haren buik langzamerhand meerder uitzette, maar dat deze, na den vloed, geheel geflonken was, zonder dat 'er iets had plaats gehad, dat naar miskraam geleek. Ik fchreev het alles toe aan opftopping der Honden, die' nu, na eenen voorafgeganen fchrik, los raakten en dies te geweldiger vloeiden; beval rust op eene matras, deed half koude doeken met azyn en water over den buik en lendenen leggen , gav eenen drank uit gerfte-water met geest van zwavel en fuiker, en om 't half uur een afkookfel van den koortsbast met rode rozen; waar na de lyderes fpoedig bekwam, in krachten toenam, en, een jaar omtrent daar na, gelukkig kraamde. Niet lang geleden herftelden wy eene vrouw, welke verfcheide kinders gehad had , van eene hamorrhagia uteri, die voor haar leven deed beducht zyn, op dezelvde wys als de voorgaande; alleen lieten wy haar, by den aanvang , alle kwartier uuren een goéde lepel koud water met vitrioolzuur innemen, en haar, na de herftelling, nog eenige weken, drie a vier glazen daags van een aftrekfel van den koortsbast met rode rozen en kaneel met fuiker voor den fmaak gebruiken; en tot heden toe is zy voor dit toeval behoed gebleven.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 91 ... . §. 7. - ■ ■ - ■ » Zenuw-ziektens met gevaar (neurofes acutas). Zedert den tyd van den beroemden Engelfchen Geneesheer t'homjvs willis, was men in Engeland gewoon zommige ziektens van andere uit te zonderen, welke men met den haam van morbi nervofi of zenuw-ziektens beftempelde; waar onder'men alleen genoegfaam de opltygingen en vnildzugt {(afecitphes hyflericce & hypochondr\acce) begreep; onzes eragtens, zou men", met den meer aangehaalden cullen, deze Clasfe meerder konnen uitbreiden , en 'er onder brengen alle ziektens "die byna alleen het zenuwgeftel, althans voornamentlyk , ën niet dan bykomender wys noch den omloop des b'loeds, noch den aard der vogten aandoen (li). En dan zullen 'er onder gerangfchikt konnen worden de comata of Jlaapzïektens, bezwyming (fyncope), 'en de fluipen eh krampen (convulfiones et fpasmi), onder de hete of gevaarlyke ; terwyl wy in de volgende afdeling en befluit zullen moeten befchbuwen de verlamming (paralyfis), hypochondrie, melancholie, pasfio hyfterica , vryfterziekte (chlorofis) en de dolligkeid (mania). Onder de comata of ilaapziektens is de beroerte (apoplexih) de aanmerkelyklïe , en kan deze als de (70 L. e. p. i3i.  9* F, W. van der LEEUW, GENEES. de hoogfte trap derzelve worden befchouwd; weshalven de geneeswys van de beroerte opgegeven zynde, zal dezelve ten richtfnoer voor de behandeling der ovrige flaapziektens (afectioncs comatof*) vertrekken,als de carus, catalepfis, lethargus, enz. ». De Beroerte (apoplexia). De Beroerte, van welke oorzaak ze ook moge afhangen, is een fpoedig verlies der zinnen en vrywtllige bewegingen , geduurende welk de pols flaande blyvt, en de ademhaling bezwaard en ronkende is; wordende dit verlies veroorzaakt door eene of andere ftof, welke, in de horrenen opgehoopt zynde , die zenuwen drukt welke 't gevoel in de gezegde werktuigen bewerken moeten. Wel is waar dat latere Ziektekundigen verfcheidene foorten van beroertens, de verfchillende bykomende oorzaken (caufie occafionales) overeenkomftig, gewoon zyn op te geven; dan, hoe zeer wy deze onderdelingen, mits niet al te uitgebreid wordende , voor leerlingen , zeer nuttig keuren, komt 't ons echter, onder verbetering, voor, dat, wat het dadelyk aanbrengen van hulp aanbelangd, alle aanwyzingen en in alle zoorten, gezamentlyk tot deze algemeene moeten gebracht worden: om namentlyk de hersfenen van de nadelige drukkende ftof te ontlasten; maar de vraag is of deze ftof altoos van den zelvden aard is? en  en HEELM. uït KELDER en KEUKEN. 93 en wy antwoorden hier op dat ze, of eene ophoping van bloed is, in welk geval de ziekte eene bloedige beroerte (apoplexia fanguinea) genaamd wordt; of van flym, en dan draagd ze den naam vam flymberoerte (apoplexia pituitofa); of van eene andere fcherpe ftof, en wordt ze dan mee den naam van zwartgallige (atrabilaria) , jigtige (arthritica), waterhoofdige (hydrocephalica) welke ongeneeslyk is, enz. beftempeld. — De eerstgemelde vorderd eene afzonderlyke geneeswys: die der ovrige komen met elkander overeen, immers maakt de verfchillende ftof hier geen onderfcheid; genoeg dat ze moet worden uit de hersfenen uitgebragt, en dat de Geneesheer op de krachten des lyders dan vooral behoord acht te geven, wanneer 't doen van eene aderlating in deze zoorten van beroertens door een of ander toeval twyff'elagtig wordt aangeduid. De beroertens moeten dan behandeld worden of als eene bloedige, of als eene jlymige; in beide is de aanwyzing, de ftof welke de zenuwen drukt uit te dry ven of te ontlasten; in beide bereikt men dit oogmerk op verfchillende wys. 1. In eene bloedige (en hier konnen wy met middelen uit kelder en keuken volftaan) moet het volgende verricht worden: a. Men moet het hoofd van den lyder geheel ontbloten, het ovrige van 't lighaam weinig dek«* ken, hem eene verfche lucht bezorgen, en zynen hals geheel losmaken. h  04 F. W. van der LEEUW, GENEES- b. Hem zo veel als mogelyk.is.met hec hoofd opgerecht houden, en de beenen hangende. c. Hem op den arm, uit eene grote opening, twaalf of zestien oneen bloeds aflaten , of meerder naar de drift des bloeds zulks aanwyst; ook kan een handig Heelmeester de opening in de krop-ader maken ; zeer voordeelig zal het zyn wanneer hy op beide de handen en voeten te gelyk laat, konnende zulks eene fpoedige oplosfing der ziekte te weeg brengen. d. Eene darmfpuiting zetten, uit zemel - water met vier lepels olie. en éen lepel gemeen keukenzout, en deze om de twee of drie. uuren herhalen. e. Laten hem, zo mogelyk, veel water doorzwelgen , op iedere pint van 't welk men , een dragme falpeter doen moet. f. Zo dra de drift van de pols verminderd, de ademhaling vryer, en 't aangezicht niet zo rood meer is , geve men eenen drank uit room van wynfteen met zoete wei. g. Men legge om de dyën , even boven de knien, een band, welken men fterk toehaald, om hier door de terugkomst van 't bloed, en gevolglyk deszelvs toevloed naar 't hoofd, te beletten (T). Wanneer het zetten van natte koppen,, van bloedzuigers, 't aanleggen van Spaanfche vliegen hier CO Z. tissot en bicker,'t aangeh. werk,p. 122enz.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 95 hier by gevoegd zynde, den lyder niet herfteld, mag men veilig aan zyne herftelling wanhopen, en zyn alle geneesmiddelen, hoe ryk ook de apotheek 'er van moge voorzien zyn, volmaakt vrugteloos. En dit achten wy zo aanneemlyk, zo onwederfpreeklyk , dat wy overtollig houden al het geen verder, ter ftaving van 't zelve, uit andere Schryvers zou konnen worden bygebragt. — In de daad! de gantfche ziekte komt hier uit voort, dat 'er te veel bloeds en met te grote drift naar de hersfenen gevoerd is en wordt, waar door deze gedrukt zynde de werking der zenuwen verhinderen; en dit zo zynde, is 'er wel een enig middel in de gantfche apotheek 't welk noodwendig by de opgetelde, met hoop van nuttig te zullen zyn, kan gevoegd worden? wy hebben nimmer eene andere geneeswys gevolgd , en zyn in 't herftellings-werk zeer gelukkig geweest In de Slymberoerte, als vallende nimmer in bloedryke, fterke, verhitte perfonen, maar in geitellen van eenen tegenovergeltelden aard voor, vermyd men de aderlatingen en behandeld den lyder eenvouwdig op deze wyze. a. Men plaatst hem gelyk in de andere zoort is aangemerkt. b. (Jt) Wy zonderen hier echter die zoort van Beroerte uit welke door een of ander vergif veroorzaakt is, als moetende dit vergif door de bekende tegengiften worden ten onder gebragt en uit 't lighaam uitgedreven worden.  qö F. W. van der LEEUW, GENEES- b. Men zet hem eene darmfpuiting , zonder olie , maar met eens zo veel zout en Spaanfche zeep , ter dikte van een duiven-ey; 't welk nu en dan moet herhaald worden. c. Men zuiverd den buik met eene givt van rhabarber, ook doed eene fterke klysteer uit tabak hier veel nut. d. Men herhaald dit den derden dag. e. Men legd terftond Spaanfche vliegen aan de kuiten. ƒ Men zet droge, of ook zomtyds natte koppen, in den nek en de rug. g. Wil de natuur zig door 't zweet redden, men bevordere dit door eene ruime hoeveelheid conferv van vlier, met faffraan, tot een fyn poeder gewreeven , bedeeld, te laten innemen; men onderhoud op deze wyze het zweet verfcheidene dagen, zonder tusfehenpozing, indien mogelyk; en men heeft, dus doende, in negen dagen de lamheid, die gewoonlyk na deze beroerte, even als na de andere overblyvt, geheel zien verdwynen (/). h. Men houd, by den aanvang, onder de neus van den lyder een frukje door brand rokend lint of wollen lap, een ajuin of dergelyke. Wanneer dit alles vrugteloos is aangewend , zal 'er (wy laten 't veilig aan 't oordeel van deservarenen over) geen een der middelen die in de apotheek voor- han- (/) tissot en bickek ib. p. 126.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 07 handen zyn,konnen worden voorgefteld, van welk men zig meerder voordeel beloven durvd. — En dit zal van deze Ziektens genoeg zyn tot ons tegenwoordig doelwit. (S. Bezwyming (Tyncope). Zonder ons in de verfchillende benamingen die men aan zo vele onderfcheiderte trappen van bezwyming, als de eigentlyke bezwyming of lipothymia, flaauwte of animi deliquium, hartsvavg of fyncope, dodelyke onmagt of asphyxia, enz. gegeven heeft, in te laten ; zy 't genoeg aangemerkt te hebben , dat deze toevallen alleen in graad van hevigheid verfchillen, en aan eene der volgende oorzaken hoofdzakelyk moeten worden toegefchreven: i. aan te veel bloed; 2. gebrek aan bloed, en in 't algemeen zwakheid; 3. ongefteldheid der maag; 4. zenuw-kwaaien; 5. gemoedsaandoeningen ; en 6. eenige ziektens. 1. Die welke uit te veel bloed ontftaat, behandeld men genoegzaam overeenkomftig 't geen wy nopens de bloedige beroerte hebben voorgedragen ; en zou 't niet voegen de veranderingen welke hier in moeten gemaakt worden voor ervarene mannen open te leggen. 2. Die welke uit de tweede oorzaak voorkomt, diend op deze wys te worden verholpen: a. Men laat den lyder uitgeftrekt te bed liggen, XIII. deel. G en  98 F. W. van dek. LEEUW, GENEES- en zyne beenen , dyën, armen en lighaam mee eenen warmen flanellen lap wryven. b. Men laat hem aan oude rhynfche wyn rieken; 't welk wy vermogender bevonden hebben , dar* andere geestryke wateren , hier toe in gebruik ; ook is de wynruit hier van uitmuntenden dienst. c. Men doed hem een weinig brandewyn, rum of arack doorflikken, gemengd (de twee laatstgemelde namentlyk) met een weinig waters ; terwyl men heten wyn met fuikeren kaneel, als een der beste hartfterkende middelen, vervaardigd. d. Men legd op de maag een flanelle lap in heten wyn met rosmaryn gedoopt, of ook wel in warme brandewyn. e. Zo dra de lyder begint iets te konnen flikken, geve men hem vleeschnat met een eyerdoir , of een weinig befchuit in wyn met fuiker en kaneel gedoopt, terwyl men vervolgens op de oorzaak, welke de verzwakking te wege gebracht had, werkende, nieuwe aanvallen tracht voor te komen. 3. De derde zoort vordert die middelen welke met de oorzaak, die 'er in de maag aanwezig is, overeenkomen: als laauw water, in eene bedorven fpysverteering, rust, wryving van de flapen van 't hoofd en de polfen met wyn, 't rieken en 't ingeven van een kleine teug van denzelven , in de bezwyming uit verzwakking en te grote gevoeligheid van de maag; enz. 4. De vierde hoord tot de pasfio hysterica; als  en HEELM. uit KELDER en KEÜKEN. 9$ als ook de volgende , uit gemoeds-aandoeningen gefproten. 6. War. de zesde betreft, vermits deze voorvallen in ziektens welke 't lighaam aanmerkelyk verzwakt hebben, moeten ook op de wys als No. 2. voorgefteld is hoofdzakelyk behandeld worden ; terwyl het oordeel van den Geneesheer hier noodzakelyk is, om naar den verfehillenden aard der ziekte in welke ze voorvallen , en de omftandigheden des lyders, juist dat gene aan te wenden 't welk in dit of dat geval meerder, in een ander minder, te ftade komt. Voor ons tegenwoordig oogmerk is 't voldoende, aangetoond te hebben, dat men in bezwymingen , van wat aard ook en by welke gelegenheden ze mogen voorkomen , met middelen uit kelder en keuken volftaan kan, en den Apotheek ontbeeren. y. Stuipen en Krampen (convulfiones et fpasmi). Aangezien het buiten alle tegenfpraak is 't geen een der beroemdfte Geneeskundige omtrent deze ziektens aantekend, dat 'er namentlyk geen algemeen hulpmiddel tegens dezelve aanwezig is, en dat al wat men van zoortlyke middelen (jpecifica) fchreeuwd, valsch, althans niet algemeen is (ni)\ keu- (jk) Oosterdyck schagt In/iit. med. pract. P. 11. l. 1. c. vi: G s  ioo F. W. van nsii LEEUW, GENEES- keuren wy gevoeglykst, ons in geen onderzoek dien aangaande te verdiepen ; komen kramp of ftuipen uit eene algemeene of byzondere volbloedigheid voort, men zal uit 't tot hier aan verhandelde konnen opmaken, in hoe verre men, zonder de Apotheek, hulpmiddelen tegens deze ongefteldheid bekomen kan (»); ontdaan zy door medelydenheid (fympatkica), als van wormen , venusfmet, enz. men zal omtrent de middelen hier tegen in 't werk te flellen, die, welke in deze onderfcheidene kwaaien worden aangewezen, moeten raadplegen; zyn het toevallen van deze of gene ziektens (fymptomaticd) , men zal op den aard dier ziektens en de verfchillende omftandigheden des lyders moeten acht geven ; en (dit konnen wy in 't algemeen aanmerken) meest al in een der hy de Vraag bepaalde geneesmiddelen , bet opium, dat geoe aantreffen 't welk de weering dier toevallen kan uitwerken. — 'Er blyvt dus ovn> dat wy gewag maken van die ziektens die, meerder of minder heet en kortftondig , wel tot de fiuip- of krampziektens (morbi convulfivi vel fpasmodici) moeten gebragt worden; edoch wegens derzelver byzondere toevallen en eigenaartige verfchynfelen , delen welke zy aandoen, enz. wel eenigen byzonderen aandagt verdienen : als voor. namentlyk de vallende ziekte (epilepfia), aambor- fik- («) Men zie I. Afd. §. i en §. 7, L.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 101 fiighcid (asthma), kinkhoest (pertusfis), darmpyn (colica), en de watervrees (hydrophobia); weike wy naar orde thans moeten afhandelen. «», Vallende ziekte (epilepila). Be vallende ziekte, als zynde eene fluipagtige beweging van de meeste /pieren des lighaams, verzeld van eene voor eenen tyd gehele vernietiging, althans aanmerkeiyke vermindering 4.er in£n uitwendige zinnen , kan (hoe ook zommige Schryvers 'er van mogen opgeven) niet anders dan medelydig (fympathica) zyn: immers is de voorbefchikkende oorzaak , zonder welke deze ziekte geen plaats kan hebben, eene te grote irrkabiliicic der vaste delen ; by welke, wanneer 'er iets bykomt 't welk eene prikkeling in dezelve kan verwekken, wordt den aanval der vallende ziekte geboren; 't zy nu deze bykomende oorzaak in de hersfenen gelegen zy, 't zy in een ander deel des Jighaams, zal altoos de kwaal voor medelydig moeten gehouden worden; 't zal dan of eene belediging der hersfenen zyn, of venus-fmet, of pokfmet, of wormen, of zo veele andere ongemakken, onnodig en ontoepaslyk hier aan te halen;' te meer daar, wat de herftelling aanbelangd, hier omtrent niets in 't algemeen kan worden opgegeven , maar die verfchillende ziektens, welke hier als oorzaken der tegenwoordige voorkomen, dieG 3 nen  eara F. W. van der LEEUW, GENEES- nen geraadpleegd te worden; terwyl in eene ziekte welker genezing zo moeilyk, dikwerf onmogelyk is, kelder en keuken , noch de middelen by de Vraag bepaald, voor voldoende konnen gehouden worden; maar men verplicht is de aangeprezene zogenaamde zoortlyke middelen te beproeven, welker optelling , als niet tot onzen taak behorende, ons niet zal bezig houden. /3£. Aamborftigheid (asthma).' , i In gevolge van onze algemeene wyze van behandeling dezes onderwerps, zullen wy hier niet fpreken van dip aamborftigheid, welke uit volbloedigheid (piethorri) door opftopping van eene of andere gewone bloedontlasting ontftaat; noch van die welke hare geboorte aan eene of andere, 't zy fcllurftige, 't zy eene andere teruggedrevene ftof verfchuldigd is ; noch eindelyk van eene toevallige (fymptomatica) als by venus-kwaaien , enz. maar ons bepalen by die aamborftigheid, welke onder den naam van krampagtige (asthma convulfivum feu, fpasticum) befchreven wordt, en die welke uit eene taaie (tof, die de longvaten bezet, voortkomt en (lym- aamborftigheid (asthma humorale) genaamd wordt; zynde 't eerile , als meer gevaar aanduidende, ook meerder onder de hete ziektens, de andere meer tot de kwynende te rekenen ; edoch daar de krampagtige dan eens door ver-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 103 verfterkende middelen, wanneer ze namentijk uit verzwakking der longen gefproten is, moet tegengegaan worden, in welk geval de koortsbast ons boven alle andere voldoet ; dan eens door-antihyfterica moet geholpen worden (en hier over kan nagezien worden 't geen wy in de volgende Afdeling nopens deze ziekte zullen aantekenen); dan wederom enkel door vette, olieagtige en flymerige dingen moet herfteld worden ', en deze konnen dus uit de keuken overvloedig genomen worden ; dan door uitdryvende middelen moet worden genezen; en hier van zal in de flym-aamborfiigheid gehandeld worden; dan eindelyk door verdovende (opiatd) en eigentlyk gezegde kramptegengaande middelen (antifpasmodica) moet weggenomen worden; en hier moet dan de bekende clasfe dier middelen worden doorgelopen , terwyl men, vooral in een asthma periodicum , dikwerf het eene voor 't andere na vrugteloos beproevd, en niet dan door eenen lang aanhoudenden leevregel van gort, ryst en dergelyke (van welke wy meermalen alleen en zeer goede uitwerking gezien hebben) de lyders hertellen kan: uit hoofde, zeg ik, van dit alles, kan van dit ongemak niets breeders worden opgegeven , en vermits de flymaamborftigheid tot de kwynende ziektens behoord, moet de behandeling van deze tot de twede afdeling worden verfchoven. G 4 yy Kink-  io4 F. W. van der LEEUW, GENEES. yy. Kinkhoest (pertusfis). Doordien deze ziekte tot die der kinderen be. hoord, zullen wy ze gevoeglykst konnen behandelen wanneer wy over de ongemakken, den kinderen eigen, in 't vervolg 't een en ander zullen aanmerken, en thans overgaan tot ü. De Darmpyn, (colica), / Alle kolyken of darm-pynen zyn , of althans konnen gevaarjyk zyn , en vorderen dus eene fpoedige hulp ; alle evenwel komen niet uit dezelvde oorzaak voort, en moeten, naar de oorzaak verfchild, verfchillend behandeld worden; ze zyn dan de volgende: 't ontfteking ■ kolyk (colica inflammatoria), gal-kolyk (cclica biliofa), windkolyk (colica flatulenta) , kolyk uit kwade fpys. vertering , kolyk uit koude en kolyk van Poitou (colica Pictonum). Alle welke veel voorzichtigheids in de behandeling vorderen , en , zo in ééne ziekte, voorzeker in deze, is veel omflagtigheid, en de apotheek meerder na- dan voordeelig ; en zal de nodeloo.sheid hier van uit de voor te dragene eenvouwdige geneeswys overvloedig blyken, i. Ontfteking-Kolyk (colica inflammatoria). Aangezien de geneezing van dit kolyk op dezelve wys moet verkregen worden als die der an- ' •- ' . de-  en HEELM, uit KELDER en KEUKEN. 105 dere ontfteking - ziektens, zal deze ons geenzints ophouden; en zouden wy niets anders doen konnen dan 'c reeds aangemerkte te herhalen; dat men echter van warme en zagte darmfpuitingen, van 'c aanleggen van warme en voor al teffens vogtige ftovingen op den buik en warme baden, meer dan in eenige andere ontftekingsziekte moet gebruik maken, en van geneesmiddelen (de amandelmelk of zoete wei uitgezonderd) zig onthouden , als hebbende wy door verzuim van de eerfte, en 't te rykelyk toedienen der laatstgemelde, de rampzaliglte gevolgen gezien, zal misfchien niet geheel nutteloos zyn hier by te voegen. 2. Gal-Kolyk (colica biliofa). Het Gal-kolyk, als ontftaande uit eene fcherpe bedorvene galagtige of ook wel andere ftof, die de eerfte wegen hier of daar bezet houd, moet door darmfpuitingen uit zoete wei en honing, het drinken van die zelfde wei, of gerfte-water met een weinig citroenfap en fuiker, het innemen van een halve dragme room van wynfteen alle uuren of twee uuren , of ook een afkookfel van rhabarber, waar by wy een weinig poeder van arabifche gom dan gewoon zyn te voegen , by kleine givten toegediend, en de onthouding van alle verdere geneesmiddelen , .gevolglyk op de allereenvouwdigfte wys, verholpen worden: immers de G 5 zo  lo6 F.! W. van dêr LEEUW, GENEES- zo gevoelige en gefolterde darmbuis mee arrzenyen op te vullen en nog meerder te prikkelen , kan niet anders uitwerken dan het kwaad te verergeren. Is 'er koorts by, dan hebben wy ons altoos wel bevonden door, na dat de hevigheid der pynen door de boven aangehaalde middelen geweken was, den lyder een af kookfel te geven van den koortsbast, by welk wy op 't laatst een weinig rhabarber lieten opkoken, en na de doorzyging zo veel poeder van de gezegde gom by deden als tot eene beginnende lymigheid nodig is. De behandeling van 't Kolyk uit kwade Spysvertering verfchild niet van die welke wy hier hebben opgegeven ; dan misfehien alleen hier in dat een weinig braakwortel, na de hevigfte pynen geweken zyn, met alle vereischte omzigtigheid toegediend, in 't zelve meerder, noodzakelyk zyn kan; offchoon Wy, uit hoofde der te grote beweging en prikkeling die de braakmiddelen in de eerfte wegen verwekken, tot hier aan zeer huiverig tot derzelver aanrading, in dit geval, geweest zyn. Wy gaan dus over tot 3. Wind- Kolyk (colica flatulenta). Dit foort by de andere foorten, gelyk meest al plaats heeft, gevoegd, wordt door dezelvde middelen die 't voorname kolyk doen verdwynen 4 verdreven, en vorderd gene afzonderlyke; zomtyds be-  en HEELM. üit KELDER en KEUKEN. 107 beftaat het op zig zeiven, zynde.oorfprongl.yk uit 't eeten van windrige vrugten en moeskruiden, of 't drinken van mol, most:, zommige bieren enz< en dan herfteld men het door eene darmfpuiting uit camilbloemen met anyszaad,of komyn en de nodige hoeveelheid olie , door 't drinken van eert aftrekzei van anyszaad op kokend water, waar by men zomtyds een weinig van 't pynftillend aftrekzei van sydenham mengen kan, en 't wryven van den buik met warme doeken ; en deze geneeswys verdiend , volgens onze ondervinding, verre den voorkeur aan die welker voorfchrivten, in geestryke middelen beftaan. 4. Kolyk uit Koude. Geledene Koude, voor al aan de voeten, geevt niet zelden gelegenheid tot zware darmpynen ; doch welke, ten zy ze al te hevig en aanhoudend zyn, door 't fterk wryven der beenen met warme doeken, het houden derzelve in warm water, het liggen vervolgens in een warm bed en 't drinken van veel camil- of vlierbloemen- thé ter bevordering der uitwaasfeming , gemakkelyk verdreven worden; zyn ze hardnekkig en zeer, fel, men zal eene aderlating doen konnen, zo 'er niets is 'c welk dit verbied; eene darmfpuiting zetten uit warm gerfte- water met honing , een aftrekzei van'anyszaad en vlierbloemen, waar by eenige druppels van het  loS F. W. van der LEEUW, GENEES- - het pynftillend aftrekfel van sydenham gedaan konnen worden, doen gebruiken; en wanneer dit alles niet genoeg aan onze verwagting beantwoord, Spaanfche vlieg-plaasters aan de beenen laten leggen , waar van wy in dringende gevallen meer dan eens de gezegendfle uitwerking hebben waargenomen. 5. Kolyk van Poitou (colica Pictonum). ' Deze ziekte, zo hevig in hare toevallen als algemeen by onze landgenoten, beftaat in eene gedeeltelyke krampagtig toegetrokkene, gedeeltelyk tegennatuurlyk opgefpannen ftaat der darmen , en eene beroving van het flymerig vogt 't welk deze omzet; wordende door eene of andere ('t zy loodftof, 't zy van raauwe vrugten, enz.) fcherpe zelvftandigheid geknaagd; en wordt dus hier in zeer wel voorzien door 't veel drinken van een flymerig afkookfel van hartshoren ; door darmfpuitingen met 't zelvde afkookfel van hartshoren met honing bedeeld, en eene rykelyke hoeveelheid lyn-olie; door een aftrekfel van rhabarber waar by men een of twee oneen amandel- olie doed, en in hardnekkige gevallen voegd men by dezelve het opium. Tissot pryst met recht de rhabarber met kreefts-ogen aan, om dat 't teftens een opflorpend middel is (0); vervolgens laat men den CO In 't aangeprezen^ werk, jfi, 276. ^  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 109 lyder tusfchen beide van den aluin - wei (p) gebruiken , en den buik geftadig met flanelle lappen , in een warm afkookfel van zoetemelk met vlier-^ en kamilbloemen gedoopt, ftoven ; wanneer de eetlust begint aan te wakkeren, geve men hem groentens en grutten of melk-fpyzen; en deze genees wys hebben wy altoos aan de verlangde uitkomst zien beantwoorden. Wy zouden nu nog moeten handelen van de hooglle trap van kolyken, het Ontfermd-u-myner (pasfio iliaca); dan vermits men hedendaags, althans by oordeelkundige Konstgenoten , verre is van dit ongemak langer aan een knoop, kronkel of flinger der darmen toe te fchryven, maar aan eene inkokering van het ééne gedeelte van den darm, naar de lengte in het andere, door krampen veroorzaakt; zal een geneeskundige, wanneer hy zig teS'ens het voortreflyke uit de tabaksklysteeren herinnerd, uit 't voorgedragene omtrent de verfchillende foorten van darmpynen genoegfaam opmaken , welke middelen in dit toeval moeten worden aangewend, en met ons befluiten dat hier, even min als in alle andere kolyken, eenig ander middel, dan die welke uit kelder en keuken genomen worden , de rhabarber, ipecacoanna, het opium (ƒ>) Kookt twee dragmen aluin tot poeder gemaakt in een pint melk zo lang tot de melk fchift, zygd ze Tervolgens door. Zie buchan, p. 760.  iio F. W. van der LEEUW, GENEES- opium en de Spaanfche vliegen, behoevd- of met vrugt kan gebezigd worden. Verlangd men daar en boven eene beknopte en keurige opgave van eene foortgelyke geneestranc, men leze de 13. paragraaph uit 't vierde boek van celsus, en men zal 's Mans onverglyklyke eenvouwdigheid met ons bewonderen en toejuichen. u. De Watervrees (hydrophobia). Nadien 'er tot hier aan nog een middel 't welk als een zoortlyk ter vernietiging van 't vergif, 't welk de oorzaak dezer verfchrikkelyke ziekte is, verlangd wordt, vinden wy 't nutteloos aan een of ander, 't zy uit kelder of keuken, 't zy uit kruiden, 't zy uit de kwik of andere geneesmiddelen genomen, eenigen voorrang toe te kennen. De kwik by kramp-tegengaande middelen gevoegd, de eerfte als een tegengif, de tweede om de door 't venyn veroorzaakte prikkeling tegen te gaan, onder welke het opium 't zekerfte van alles is, zyn zekerlyk tot heden toe die gene welke de meeste aanpryzing verdienen ; edoch wenfchelyk ware het dat men tegens dit venyn een tegengif kon uitvinden, 't welk zo veel zekerheid bezat als dat gene 't welk tegens de woede der kinderziekte door de aanbiddelyke Voorzienigheid aan 't menschdom gefchonken is. De kortftondige en hete ziektens dus verre nagegaan hebbende, gaan wy over tot de TWEE-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN, i u TWEEDE AFDELING. Bevattende een onderzoek : in hoe verre men, by gebrek van de Apotheek, de vereischte geneesmiddelen tegens de langduurige en kwynende ziektens (morbi chronici) kan bekomen; mits uitzonderende kina, kwik, opium, ft aal, delvzuuren, rhabarber en ipecacoanna. D e Oude Geneeskundigen, minder in 't ontleeden lighaams • werktuigkundige bedreven, dan wel die van deze eeuw ; en gevolglyk bezet met eenen dikken nevel van vooroordelen, die minder te wraaken zyn, naar mate zy uit onkunde veel eer dan uit verwaandheid , of eenen grilzieken aard voortfproten; de Ouden, zeg ik, minder ervaren in den grondflag tot eene welgeltelde oeffening der Geneeskonst, hadden veel met ibortlyke middelen (fpeciftca) op ; en hebben ons uit dien hoofde, over de kwynende ziektens, minder nuttige voorfchrivten, dan wel over de hete en kort' ftondige nagelaten; weshalven wy ons , in deze twede afdeling, niet ophouden zullen met het aanhalen der gedagten van de Oudere Schryvers omtrent de ziektens die wy 'er in verhandelen moeten ; maar veel liever de eenvouwdigfte geneeswys, die in onze dagen door oordeelkundige Konstgenoten wordt aangewend, enkel en alleen voordra-  ii2 F. W. van der LEEUW, GENEE5- dragen ; vertrouwende dat hier uic overtuigend blyken zal, in hoe verre men den Apotheek in deze zal konnen agterlaten. $. i. De Tusfchenpozende Koortfen (febres intermittentes). 't Behoord hier in genen dele tot ons bellek, dat wy ons ophouden, noch by eene vrugteloze navorfching van de eigentlyke natuur of het wezen der koorts zelve , noch by de verdeling welke men van de tusfchenpozende maakt, met opzicht tot den tyd welken de aanvallen duuren, 't verfchillend tydftip op welk zy den lyder aanvallen, enz. 't Zal, onzes bedunkens, voldoende zyn, wanneer wy, overeenkomftïg 't oogmerk der Vraag welke wy thans beantwoorden, de behandeling der Voor- en Najaars • koortfen zullen hebben opgegeven , als konnende ieder ervaren Geneesheer uit deze gemakkelyk 't verfchil, 't welk de beoeffening hem zal doen voorkomen in deze of gene te moeten plaats hebben, opmaken, en befluiten in hoe verre kelder en keuken 'er toereikend in zyn. Reeds van den beginne af aan, dat wy ons aan de beöeffening der Geneeskonst toegewyd hadden , trok de behandeling der tusfchenpozende koortfen' niet zelden onzen byzonderen en ernftigen aandagt ' tot  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 113 toe zig: de algemeenheid dezer ziekte in ons Gemeenebest, de omllagtigheid met welke velen ze behandelen ■, het verlchil 't welk byna ieder Geneesheer in derzelver geneestrant heeft, de Jangduurigheid foms van dezelve , de meenigvuldigeveeltyds zonderlinge middelen welke men als foortlyke koorts - verdryvende uitmeet, 't byna onnoemlyk getal meer of minder ftrydige Waarnemingen nopens deze; dit alles vergeleken by de eenvouwdige wys op welke 't ons voorkwam dat ze konden behandeld worden, en getoetst aan de meergemelde Spreuk van Neêrlands hippocraat, gav tot deze overwegingen overvloedige aanleiding ; en deze hadden eindelyk ten gevolge , dat wy onze Iyderen naar de volgende voorfchrivten in de tusfchenpozende koortfen onzen byftand boden, met eenen uitflag welke ons vertrouwen op deze handelwys zo menigwerf bevestigde, en waar van wy nog dagefyks de aangename vrugten fmaken mogen. In Voorjaars-koortfen, in welke't bloed meerder tot 't ontflekingagtige overheid, de vezelen der vaste delen eerder te veel dan te weinig veerkracht hebben , wanneer de aanvallen niet hevig zyn, en de pols, buiten dezelve, vry natuurlyk is, eene beflage tong echter aanduid dat de eerfte wegen gezuiverd moeten worden, zyn wy gewoon eenige geringe givten van den braakwortel, buiten den aanval te geven; en wanneer de koorts door Xlü. D&V.L. li di  fi4 F. W. van dsr. LEEUW, GENEES- de langduurigheid der aanvallen aan de aflatende koortfen gelykvormig wordt, geven wy denzelvden wortel ten tyde dat de eene aanval ten einde loopt; den anderen dag laten wy den lyder van een afkookfel van cremor tartari met een of ander fyroop of fuiker en citroenfap rykelyk gebruiken; terwyl wy, wanneer de pols gefpannen en vol is (iets 't welk veelal deze, koortfen verzeld), de hoofdpynen geweldig zyn, de tong zeer droog, de pis brandig , en , gelyk fomtyds gebeurd, hoest 'er by is, eene ader doen openen, den voorgemelden drank met een weinig falpeter meerder bloedverdunnend en verkoelend maken, en aan de voeten zuurdeeg met mostaart en azyn laten aanleggen. En wanneer de lyders dit, by 't houden van eenen leevregel die alle vleesch, visch, gebak en ingelegde groentens verbied, getrouw in acht namen, hebben wy zelden, zonder iets verder aan te wenden, in de herflelling fchipbreuk geleden , —- ja doorgaans zeer (poedig gedaagd;, fomtyds moesten wy den koortsbast op de voren genoemde middelen volgen laten, en,, wanneer'er niet in den leevregel gezondigd wierdt., herftelde deze binnen weinige dagen de verzwakking, welke nu de oorzaak der aanhoudenheid van de koorts was; 't komt ons dus voor, dat 'er niets, dan 't geenwy hier hebben aan de hand gegeven, in de koortfen waar van wy hier fpreken behoevd te worden, voorgefchreven, en dat dan wanneer men in de, her-  en IIEELM. uit KELDER en KEUKEN. 115 herftelling niet fpoedig genoeg gelukt, zulks aan de ongehoorzaamheid des lyders, 't zy in 't naarftig gebruik der middelen, 't zy voornamentlyk in 't houden van den zo noodzakelyken en hier boven korcelyk aangeftipten leevregel, moet geweten worden. In de Najaars- koortfen, wanneer ze zig als geduurige of aflatende koortfen voordoen , in welke gevallen ze met de rot- en galkoortfen in eenen meerder of minderen graad overeenkomen, moeten ze overeenkomftig 't geen wy nopens deze in de voorgaande Afdeling hebben aangetekend behandeld worden; zyn ze tusfchenpozende, men onthoade zig van de aderlating , als wordende hier door de vogten meerder ontbonden, de va.=te delen meerder verflapt en gevolglyk de hoofd-oorzaak der ziekte (by welke de belette doorwaasfeming nog gevoegd moet worden), vermeerderd; men geve den lyder eenige geringe, of, naar de omftandigheden zulks vorderen , grotere givten ipecacoanna ; vervolgens de rhabarber met room van wynfteen , en zo dra maar de eerfte wegen gezuiverd zyn, de kina met delvzuuren gehuwd, terwyl men een of twee uuren voor den aanval (en dit ziet voornamentlyk op de derdendaagfche) den lyder eenige kopjes camil-thc met honing of conferv van vlier drinken laat; ovrigens houd hy den leevregel in de Voorjaars-koortfen aangeprezen zorgvuldig in acht, neeind voor gewone drank H 2 ger-  n6 F. W. van der LEEUW, GENEES- gerfte- water met eenige druppels geest van zwavel (fpiritus fiilphuris per campanam) en fuiker bedeeld. En wy konnen by beproevde ondervinding verzekeren, dat wanneer beide, Geneesheer en lyder, dit naauwkeurig in acht nemen , zeldzaam een of ander tegen deze klip (luiten, maar in het herflellings - werk allergelukkigst zyn zal; 't zal onnodig zyn bier by te voegen dat de lyder zig voor de vogtige en koude, als ook voor de morgen- en avond-lucht wagten moet, en welke diergelyke behoedmiddelen meer zyn mogten ; noch van de nuttigheid der aanlegfels van zuurdeeg , enz. aan de voeten , in hevige hoofdpynen, enz. gewag te maken; wy hebben van 't gebruik dezer middelen meer dan eens geroemd, en trachten alle herhalingen, zo veel doenlyk , te vermyden. Om deze zelvde reden zullen wy ook geen enkel woord gewagen van de rustverwekkende middelen welke hier fomtyds, en wanneer ze nodig zyn; maar hier omtrent onze lezeren naar tralles wyzende, overgaan tot §• 8. De Teering-koorts (febris hectica). Deze koorts, als zynde gene eigentlyke maar toevallige ziekte (febris jymptomatica), duld niet dat wy de verdryving van derzelver oorzaken, als verfchillende deze naar't verfchil dier ziektens welke ze  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 117 ze verzeld, thans afhandelen , en verzoeken wy hier over na te zien 't geen nopens de herftelling dier ziektens of reeds voorgedragen is, of nog zal voorgefteld worden ; alleen moesten wy nagaan in hoe verre men, zonder de Apotheek, de naaste oorzaak derzelve welke in de fcherpheid der vogten gelegen is kan wegnemen , of liever verminderen; en dan zullen wy niet veele woorden nodig hebben om te bewyzen, dat eenen leevregel uit melk- meel- en geleiagtige fpyzen , gevoegd by 'c gebruik van den koortsbast en delvzuuren , en het zorgvuldig vermyden van alle prikkelende dingen, juist dat gene, en ook het eenige, is 't welk van eenig wezentlyk nut zyn kan. Ervarene en de eenvouwdigheid beminnende Konstoeffenaars zouden 't betoog hier van overtollig achten. S- 3- Het Blaauvje fchuit (Tcorbutus) en Engelfche ziekte (rhachitis). Wy voegen deze ziektens hier te zamen , om dat wy niets nopens derzelver behandeling behoeven voor te dragen, maar volkomen berusten konnen in de eigene uitfpraak door 't Hoogstloflyk Genootfchap zelve hier omtrent gedaan, en wel in deze bewoordingen: „ Welk eene verfchriklyke „ ziekte is de fcheurbuik, en ond^r kinderen de „ rhachitis of Engelfche ziekte, nog zelvs in de H 3 » ogen  n8 F. W. van der LEEUW, GENEES- ,, ogen van den groten boerhave; wat ziekte „ wordt thans eenvouwdiger genezen dan deze, ,, door lepelbladen (q), zuuring, rype vruchten ,en „ zo de vogren te veel verdund zyn, door mine,, rale zuuren. Wy zoeken voor een groot deel „ de oorzaak van dat onderfcheid hier in , dat ' ,, voorheen bykans alle kwaadfappigheid hier te ,, lande voor fcheurbuik wierdt gehouden, fchoon „ ze dikwyls alleenlyk uit langduurige koortfen, „ met eene vervuilde maag en ligt verftopte in„ gewanden oorfpronglyk was; na dat men veler,, lei verbasteringen van dien aard door den koorts,, bast heeft leren genezen, is 'er naauwlyks eeni„ ge fcheurbuik, die niet wykt voor de boven„ gemelde middelen; noch Engelfche ziekte, die ,, zig onder een goed bellier, tegen den bast, „ gepaard met eenige yzerdeelen of eenig Tache„ niaansch-zout, hardnekkig draagt (V)". Eigene waarnemingen hier by te voegen, zou (hoe zeer ze deze uitfpraak bevestigen) veellicht konnen uitgelegd worden als of wy 't voorgeftelde door (jf) Om ons nader by de keuken te bepalen, zou men in plaats van lepelbladen, de waterkers nepen konnen, als falaad, gelyk in (bmraige huisgezinnen in gebruik is , of onder deze gemengd, genuttigd; de goede uitwerking hier van, als ook 't fap met geest van zwavel, heb ik meermalen, zelvs in verouderde fcheurbuik, ondervonden. (V) Inleidend vertoog, van 't Genootfchap Servandis Civibus, voor 't IX. Deel, pag. LXXVlllen volgende.  en HEEL3VI. uit KELDER en KEUKEN. 119 door 't Genootfchap zelve wilden twyffelagtïg maken, of de Verhandeling zonder volftrekte noodwendigheid uitbreiden; edoch dit eene der gebreken van dit ons voorftel zynde, zou een van die geene zyn welke ge'voeglyk, by wyze van aanhangfel of dergelyk, zou konnen herfteld worden. ï 4- De Vloeijing of Zinking-pyn (rheumatismus). Het rheumatismus, of arthritis univerfalis, is eene geleding-pyn, welke voornamentlyk de /trekking der /pieren volgd, en wordt niet onder dezen naam by de Ouden gevonden; zelvs ontbreekt deze ziekte in de eerfte uitgaven van boerhave's kortbondige Spreuken , en is eerst in de derde uitgave derzelve ingevoegd : ze is tweérlei , of mtflekingagtig (rheumatismus inflammatorius) of langduurig (rheumatismus chronicus). De eerfte verfchild niet van de ovrige ontftekings - ziektens, dan alleen dat zy nimmer in verettering overgaat (s) en kan dus deszelvs behandeling uit 't voorgefchrevene omtrent die ziektens boven ontleend worden. Dat men evenwel in dezelve meerder zagte zweetdryvende middelen , en wel de conferv van vlier met falpeter, toedienen moet, is (5) Zie boerhave, Ep. ad. bassandum 28, va%j s w 1 e t e n Tom. V. f. 562. H 4  120 F. W. van der LEEUW, GENEES- is misfchien niet geheel nutteloos hier aan te merken ; 't is dan de langduurige welke onzen aandagt thans bepalen moet. De naaste oorzaak derzelve fchynt gelegen te zyn in eene verflapping (atonia) zo in de bloedvaten als de fpier - vezelen van 't aangedane deel, die nogthans zo eenvouwdig niet is of wordt door eenige ftyvheid en zamentrekking der vezelen verzeld (t); wy voegen 'er by dat 'er zig eene fcherpe ftof, welke wegens de gezegde verflapping niet in de masfa van het bloed gebragt kan worden, in 't aangedane deel bepaald heeft. — De aanwyzing dus is, dat men het levens -begin fel (principium vitale) in 't aangedane deel opwekke en behoorlyk herftelle; waar na dan de fcherpe ftof van zelve in 't bloed gebragt wordt, en door openende middelen uit 't lighaam moet worden uitgedreven. — Naar mate de delen welke ze aandoed is deze pyn hardnekkig, en vorderd dus dan eens zagtere dan eens fterkere geneesmiddelen ; vooral worden deze laatfte aangewezen wanneer de ziekte huisvesc in 't hoofd, in de heup, wanneer ze heupjigt (ifchias), in de lendenen, welke V [pit (lumbago) genaamd wordt. Om aan de eerfte aanwyzing te beantwoorden, bediend men zig met uitnemende vrugt van wryvingen met een flanelle lap, die men vooraf fterk met (O Cullen, Pr. Lin. Prax. med. §.450.  en IIEELM. uit KELDER en KEUKEN, iai mee lauwrier- of rofemaryn-damp berookt heeft, of ook met wolle lappen om 't aangedane deel te flaan welke in warme zoetemelk met Spaanfche zeep en een weinig jenever gedoopt zyn; en zouden wy deze hulpmiddelen, als door ondervinding geleeraard , boven de hetere , vooral de olea csfentialia verkiezen. Inwendig ge^vt men de genoemde oliën , vlugge loogzouten , de guajacum enz., edoch wat ons betreft, wy hebben ons tot hier aan best bevonden door aan de twede aanwyzing, welke de uitdryving der Hof ten doelwit heeft, te gelyk met de eerfte te voldoen; en wel door , by het voorfchryven van eenen leevregel die genoegfaam niets dan openende kruiden en wortelen, en by uitftek de ajuin, knoflook, porrey, aspergies en dergelyke toelaat, onzen Iyderen een meer of minder fterk zweetmiddel toe te dienen, en hem nu en dan eenen teug Rhynwyn in te geven ; 'wy bedienen ons met eenen gewenschten uitflag van 't Dovers-poeder,'t welk, gelyk bekend is, uit gelyke hoeveelheden opium en ipecacoanna met eenige greinen tartarut wtriolatus oï fat polychrest beftaat, en zou men, in plaats dezer twee laatstgemelde zoiren , de witte fuiker nemen konnen ; wanneer men een voortreflUyk middel en 't welk wy niet naar waarde aanpryzen konnen , uit de keuken en de by de Vraag bepaalde, in het rheumatismus chronicus, hebben zou. Is het ongemak verouderd en H 5 vak  ïs2 F. W. van der LEEUW, GENEES- valt het in de heup of lendenen, als dan hebben wy meermalen zeer goede en wel de meeste uitwerking gezien van de calomel, met conferv van rode rofen en een weinig rhabarber tot pillen gemaakt ('t welk fothergill in deze gevallen roemd), van één tot meerder greinen 's avonds en 'smorgens ingegeven, en telkens een koffy-kop van het volgende mengfel op latende drinken, ty. Aq. Melisf. § viij. L. L. Sydenh. gtt. xxxx. Syr. Menth. Ij. (u). Terwyl wy 't uitwendig zetten van droge koppen, en fomtyds de Spaanfche vliegen, onvermydelyk bevonden hebben: wy kon-> nen hier by voegen, dat wy drie lyderesfen, welke door een hevige en verouderde heupjicht geteisterd wierden, tamelyk fpoedig door de laatst voorgefchrevene geneeswys, en den boven aangepreze. nen leevregel, herfteld hebben. Het Voet-euvel (arthritis feu podagra). Nutteloos tyd en arbeid te verfpillen, en van den aandagt der Heren Bellierderen van het Geneeskundig Genootfchap een opzettelyk misbruik te ma- 00 Men kan in plaats van de conferva rofarum de conlerv van vlier; in plaats van de fytupm menth* cemeene lyroop, en in plaats van het aqua melisf* gekookt water nemen , zonder aan de kragt van 't geneesmiddel iets te verminderen.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. ia3 maken , twee hoofdgebreken welke het onzen plicht is zorgvuldig te vermyden , zyn juist die gene aan welke wy ons zouden fchuldig maken, indien wy pogingen wilden aanwenden om de genoegfaamheid van kelder en keuken te betogen ter herllelling eener ziekte welker aard en wezen volmaakt onbekend is, en op welke duizende beproevde middelen geene gunftige uitwerking gedaan hebben. Eene gepaste leevregel, en 't gebruik fomtyds van zagte uitwaasfeming bevorderende middelen , gevoegd by eene zuivere nalating van alle artzenyen; zie daar dat gene 't welk (getuigen die gene welke aan deze ziekte zukkelen) alleen eenige aanmerking verdiend. En Happen wy gevolglyk van eene verdere uitweiding over dezelve gereedelyk af. (*) §• 6. Vogtige Aamborftigheid (asthma humorale). Tweezints zyn de aanwyzingen , volgens welke deze bezetting van taaie ftoffen uit de longen moet uitgedreven worden; de eene bepaalen zig tot O) By ons eerfte affchrivt hadden wy eenen paragraaph voor dezen laten voorafgaan over de Geelzugt; dan zedert ■bekomen hebbende het XII. Deels, i. Stak, der Handelingen van dit Genootfchap; vinden wy geraden den lezer naar deze te wyzen, als zullende ieder ervarene uil de voortreflyke Verhandelingen der [Ieren 's graeuwen en van de wynpersse genoegfaam putten konnen wat tot ons tegenwoordig oogmerk diend.  124 F. W. van der LEEUW, GENEES- roc 't geen in den aanval, de andere tot dat 't welk buiten denzelven moet aangewend worden. Edoch in beide komt alles hier te zamen dp neder, dat men de gezegde ftof uit de Jongen moet trachten weg te nemen. Zomtyds hebben wy hier in mogen flagen door 't toedienen van rhabarber, een atkookfel van fchorfoneeren, pimpinel, fenkei en aspergies , waar by wy na de doorzyging een rykelyke hoeveelheid poeder van arabifche gom gevoegd hebben , honing en eenige greinen cochinille (V), warme voetbaden en eenen leevregel uit openende groentens en wortelen; fomtyds hebben wy by dit alles, in den aanval, Spaanfche vlieg• plaasters moeten aanleggen; en wanneer dit niet toereikende was, hebben wy meerder uitwerking gezien van den braakwortel, of den braak-wynfteen, alleen tot walging in herhaalde en geringe givten voorgefchreven, dan van alle andere geneesmiddelen; enkele malen echter hebben wy ons met meerder vordering bediend van W Immers wordt de Cocbinille in de keuken gebruikt. W h i ^y,.achten llet overtollig iets over de ziektens welker behandeling genoegfaam met die van andere over^en- riT Zlrf r/°eren ' "!? ,het valfche *ydewee Cpleuritis Ppuna) valfchc long-ontfoking Cpetipneumonia ipuria), meddydtge raaiktortt (phrenitï, fympaüiica feu vicio prascordioruup ; «Ut wy in de twee nu eerstgenoemde ziekten* het gebruik vaa de Caffé (volgens aanleiding van hu*ham yp-J°mC- PS°?) met zeer g°ede uitwerking loeitaa», is mislchien nodig hier aan te merken.  en IIEELM. uit KELDER en KEUKEN. 125 van de her mes minerale, de gom ammoniac, galbanum en dergelyke ; terwyl de braakwortel op de zo even gezegde wys gegeven, niet zelden dan de herftelling bewerkt heeft, wanneer reeds de opgenoemde middelen uk de Apotheek vrugteloos gebruikt waren; en hoe dikwerf deze ziekte onder de ongeneeslyke moet gefteld worden, zullen wy niet nodig hebben , door onze ondervinding , te bewyzen. — Wy befluiten dan, dat men in de vogtige aamborftigheid, wanneer deze niet te hardnekkig of te veel verouderd is, met middelen uit de keuken genomen volftaan kan; fomtyds 'er de Spaanfche vliegen by moet voegen; en in hardnekkige verouderde, dan eens boven de ipecacoanna niets behoevd , dan wederom de Apotheek niet ontgaan kan, §• 7- Longziveer (vomica pulmonum). Onder de vomica is de longzweer de aanmerkelykfte en de meest voorkomende; waarom ook uit de behandeling van deze die der ovrige gemakkelyk kan ontleend worden. De krachten van 't vaargeftel, door middelen, die zulks zonder merkelyke prikkeling verrichten , aan te zetten , de vogten in eenen goeden ftaat te onderhouden , en de etterftof langzamerhand uit te dryven , is 't werk van den Geneesheer in deze langduurige en niet zonder gevaar zynde ziekte; men heeft' veel-  126* F. W. vah der LEEUW, GENEES- veekyds en by veelen de fchadelyke gewoonte zig ter voldoening hier aan van openende en balfemagtige geneesmiddelen te bedienen; dan wie die 'taandagtig betracht, van eigene ervaring niet geheel verftoken, en aan vooroordelen niet te zeer geboeid is, ziet niet met ons het tastbaar nadeel van beide in ? de eerstgenoemde wegens de geftadige prikkeling die zy verwekken, en die in een lighaam 't welk met eene geftadige fluipkoorts behebt is, die uit de prikkeling welke de etterftof veroorzaakt ontlïaat, niet anders dan olie in 't vuur zyn konnen; de andere zyn dubbeld verdervlyk, vermits geene derzelve den naam van hete .middelen ontgaan konnen. Eenen leevregel uit melk- en meelfpyzen , 't gebruik van den koortsbast, en een likpotje uit 't poeder van arabifche gom , witten honing en fyroop van venus-hair, gevoegd by de verfche groentens, en zagte eyeren, zie daar 't geen hier Wordt aangewezen , en buiten welke, of dingen hier aan gelyk, wy onzen Iyderen, aan deze kwaal onderworpen, niet gaarne iets wilden aanraden. De Vomica Hepatis, gelyk ook alle die in andere ingewanden plaats grypen , moet op dezelvde wys behandeld worden; alleen worden hier in meerder aangewezen 't gebruik van zagte openende middelen, en hebben wy de gewoonte, na dat wy de verkeerde uitwerking van die middelen welke in de Apotheek daar omtrent voor handen zyn  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN, ia? zyn duidelyk ondervonden hadden, en gezien dat ook hier de zagtfte weg die is welke, ten meesten voordeele , moet worden ingeflagen , onzen iyderen, by den zo even genoemden leevregel, en het gebruik van den koortsbast, de openende tuinvrugten en wortelen, voornamentlyk de fcorfoneren en cellerye aan te raden; en hebben wy. zedert in vier gevallen, welke ons zyn voorgekomen, met de herftelling langfaam doch volkomen geflaagd. — Na dat wy van gevoelen geworden waren dat de longzweer of vomica pulmonum best genezen zou worden, op dergelyke wys als boven is aangeprezen , hebben wy zeven lyders aan dezelve behandeld, waar van 'er vyf zonder iets anders aangewend te hebben, van langfamerhand doch aanhoudend in herftelling aanwonnen , en binnen eenige weken eene volmaakte gezondheid genoten; de twee andere, ongeduldig in hunne kwaal , en niet genoegfaam vertrouwende op 't geen wy hen nopens de vordering door eenen geneestrant als de onze voorzeiden , gaven zig over aan dat foort van Konstoeffenaars, welke met veel ophef en eenen windrigen redeneertrant altoos eene vaardige hulp beloven ; wierden wel dra diets gemaakt dar zy op eene . Wys zo als zy voorheen behandeld waren nimmer genezen zouden , en betaalden al zeer fpoedig den laatften tol door 't vergiv 't welk de balfemagtige middelen in hunne lighamen gebragt hadden. 5. 8.  liZ F. W. van der LEEUW, GENEES- S- 8. Longteering (phihifis pulmonalis). Veel zouden wy nopens deze ziekte uit oude erï nieuwere Schryvers konnen te berde brengen f maar hier mede niets anders uitgewerkt hebben dart alleen eene Verhandeling te hebben gefchreven , waar in wy de ongeneesiykheid der Longteering, in eenen bevestigden ftaat, door eene jyst van vrugteloos beproevde middelen, zo uit kelder en keuken als uit de apotheek , bewezen hadden : dan eens de ezelinne-melk; dan eens de minerale wateren ; dan de koortsbast met delvzuuren en balfemen; dan wederom' andere artzcnyen; dan 'e ftyff'el (amylum) met opiaten; dan de vaste lucht; nu wederom het Heken islandicum; hier een decoctum polygala enz. waren zo vele foonlyke middelen, die dan fchynen van eenige uitwerking geweest te zyn en nog zyn , wanneer de ziekte eerder nog eene longzweer (vomica pulmonum) dan wel eene wezemlyke longteering (phthifis conclaroata) was. — Het geen wy dan over de vomica hebben aangemerkt, pasfen wy ook op dat foort van tecring toe, welk nog in eenen min gevorderden ftaat is, terwyl wy van roekeloosheid niet vry te fprtken zyn zouden, indien wy voordellen wilden om gene andere middelen, dan die welke uit kelder en keuken aangeprezen zyn, te beproeven in eene ziekte welke, by hare langduu- rig-  èn HEELM. uit KELDER, en KEUKEN. 129 righeid, de natuur, zo weinig te baat fcbynt te hebben, dat ze met 't grootfte recht den titel van <£3-i' (a) Waar over eie morcagne Ep. VUL Art. 6, f>.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. i3r hyfterica geven zullen * konnen opgemaakt worden. De twee laatfte zyn het dan welke wy hier wat nader moeten befchouwen. Het ftymgraveel 't welk by koude geitellen alleen gezegd kan worden plaats te hebben , en 'c welk van de andere foorten van dit ongemak hier in verfchild , dat de nieren met eene taaie witagtige lymige ftof bezet zyn, vorderd de uitdryving dezer ftof, en hier na de verfterking van 't gantfche lighaam en gevolglyk van de nieren; ten einde de meerdere veerkracht van het vaatgeftel verhoede dat in 't vervolg de ftoffen minder in de nier-vaten hangen blyven, maar fpoedig uit dezelve met de pis geloosd worden. Een afkookfel van de quinque radices aperientes, loogzouten, kwikmiddelen, Spaanfche vliegen - poeder, of 't aftrekfel derzelve, en meer andere prikkelende en dryvende middelen worden door de Geneeskundigen ter beantwoording aan de eerfte aanwyzing voorgefchreven; terwyl men, naar goedvinden, een of meerder van de verfterkende middelen die de Apotheek verfchaft, ter bereiking van de twede, bezigd. — Onverminderd de waarde, welke zy, die deze middelen in de gezegde ziekte aanraden, 'er aan hechten, zy 't ons geoorloovd te verklaren, dat wy, in de eerfte plaats, foupen uit aspergies, cellerye, cichorije, ajuin en dergelyke, gevoegd by 't drinken van gerfte- water meteen weinig moezei-wyn en fyn geraspte notaI 2 mus- r  132 F. W. van der. LEEUW, GENEES- muscaat, verre boven de loogzouten , Spaanfche vliegen, enz. verkiezen; en wel om dat wy dikwerf dergelyke,met eenen voldoenden uitflag, hebben zien gebruiken van hen die dag op dag eene rykelyke hoeveelheid witte ongegiste bieren dronken , en hier door veel aan 't flymgraveel onderworpen zyn ; waar van verfcheide , en voor al uit de Majory van 's Hertogenbosch en omftreeks Breda, my betuigd hebben, dat, wanneer zy van tyd tot tyd een enkele dag zig van 't witte bier onthielden, en de gemelde foepen en drank gebruikten , zy 'er wederom op zondigen konden, en langen tyd voor 't graveel bevryd bleven; dat, zo dra zy hier van iets befpeurden, zy terftond zig van die hulpmiddelen bedienden , en wanneer 't ongemak heviger wierdt, zy evenwel den Geneesheer niet behoevden , maar 's morgens en *s avonds een weinig potasch innamen met room van wynfleen , en het hen dan niet miste of dit hstig euvel verdween tamelyk fpoedig. In navolging hier van hebben wy ons van dezelve geneeswys bediend, en bevonden dat men de Apotheek in 't flymgraveel niet benodigd heeft. Wat de verfterking aanbelangd die 'er vervolgens diend te gefchieden, wy hebben de gewoonte onzen Iyderen eenen geruimen tyd van een aftrekfel van kina op Rhynfche-wyn dagelyks drie of vier wynglazen te laten gebruiken, en bevestigd gezien, dat zy, by 't onderhouden van eenen ge-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 133 gepasten leevregel, langen tyd van hun vorig ongemak niets befpeurden. Dat de behandeling van 't fteengraveel, als mede van den fieen, allereenvouwdigst niet alleen is, maar ook zyn moet, zullen zy, zonder brede betoging , toeftemmen die in 't werktuigkundige van 't menfchelyk lighaam te veel bedreven zyn, om nog aan 't enkel voorgewende nut van zogenaamde remedia Lithontripiica te biyven geloov geven. In den aanval zelve door 't ruim gebruik van laauwe en flymerige dranken, die teffens .met verkoelende dingen bedeeld zyn, en uit enkel water met 't poeder van Arabifche gom, falpeter en gelei, van frambeziën met amandelolie, konnen zamengefteld worden, de aderlating en het opium, de graveelige ftof uit te biengen, is 't geen hier moet verricht worden; en hebben wy hier in gedaagd, zonder 'er iets anders, dan wel eens warme halve baden en verkoelende darmfpuitingen, den Iyderen toe te dienen, terwyl wy 't nadeel van meerder middelen, uit de Apotheek genomen, meer dan eens duidelyk bemerkt hebben. Buiten den aanval, den lyder eenen leevregel aan te bevelen die alles uitfluit 't welk tot aanzetting van fteen gelegenheid geven kan , en 't zorgvuldig myden van de gewaande Lithoniriptica, is 't eenige 't welk de aanpryzing vm een oordeelkundig Geneesheer kan verdienen; terwyl het hier naauwlyks behoevd te worden aangeftipt, I 3 hoe  134 F. W. van der LEEUW 9 GENEES- boe noodwendig en nuttig de lighaams - oeffeningen by zodanige voorwerpen zyn. Is de (leen in de blaas, en van die grootte dat hy door den pisbuis niet kan ontlast worden ; de werktuigen des Heelmeesters , door eene kundige hand beftierd, zyn het eenige 't welk den lyder van (dien pynlyken vyand kan verlosfen. §• kfi Opftopping van water (ifchuria). li Opftopping van water (ifchuria vera et fpuriq) is haar aanwezen verfchuldigd aan een wezentlyk onvermogen om 't water uit de blaas te konnen lozen; of heeft dit alleen in den fchyn plaats, en moet de bron dezes ongemaks hoger gezogt worden; in 't eerfte geval is de opftopping waar in 't andere eene valfche. In de ware opftopping moet de oorzaak gezogt worden of in de ontfteking der fluitfpier van de b!aas, van de vliezen der blaas zelve, of-omliggende delen; in welk geval wy niets nopens de herftelling hier behoeven aan te merken, als konnende de uit- en inwendige middelen hier van uit 't verhandelde gemakkelyk genomen worden ; of de oorzaak dezer ziekte is eene fteenagtige ftof of ftcen zelve (waar over zie §, 10.) of eenig geZwel, fpeen en dergelyke, moetende dan overeenkomftig dergelyke ongemakken verdreven worden; Of  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 135 of eene verlamming van de fpier-vezelen der blaas, of eene krampagtige aandoening van de fluitfpier; •en 't is dan dat men de behandeling der verlammingen en krampen moet raadplegen; of, eindelyk is deze ziekte voortgefproten uit eenig onheil, behalven 't reedsgemelde, in de omliggende delen,en moeten deze ieder naar deszelvs byzonderen Dit ongemak, door de goedgunftige natuur ter herflelling fomtyds, veel al ter voorkoming van verfcheidene ziektens befchikt, moet nimmer uitgeroeid , maar alleen draaglyk gemaakt worden, door verkoelende, verzagtende,en eenigzints buikopenende middelen; als wanneer het niet zelden, door een aanhoudend gebruik derzelve langzaam agterblyvt. De eenvouwdigheid pryst zig hier voor al aan, alle zo gedoopte hamorrhcïdalia der Ouden verergeren de kwaal; alleen kan een weinig aloë dan van dienst zyn, wanneer men de ambeijen meerder wil doorzetten. Het aanhoudend gebruik van zwavel met lalpeter en witte fuiker, tot tabletten gemaakt of in poeders toegediend, hebben wy altoos van uitmuntenden dienst bevonden. Een myner vrienden, de meergenoemde Heer van schellebee.k, bediend zig met eenen goeden uitflag door zyne Iyderen de aangedane delen te doen betten met citroenfap met witte fuiker en 't wit van eyeren geklopt; lauwrier-drop meteen of ander fyroop verdund, en tot de hoeveelheid van een half once 's morgens ingegeven,is niet zelden van de verlangde uitwerking geweest. Dat by dit eenen verkoelenden en verzagtenden leevregel ge-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 143 gehouden moet worden, verdiend haast niet herin* nerd te worden. S- 16. De Venus- kwaaien (rnorbi venerei). Van deze ziektens zullen wy hier gene melding maken, door dien de geneeswys derzelve eenig eo foortlyk is: de kwikmiddelen, en fomtyds de houtdranken , zyn het, welker gebruik niet gemist kan worden in meer gevorderde en verouderde; terwyl in aanvanglyke befmettingen meesten tyd deze beide middelen onnodig zyn , en men met aderlatingen , verkoelende buikzuiveringen , de falpeter, arabifche gom,en eenen ftrenger leevregel, in de herftelling flagen kan, en gevolglyk de Apotheek geheel kan agterlaten. S- *7- De Verlamming (paralyfis). De verlamming uit eene of andere ftof, die den invloed der levensvogten in het verlamde deel belet, vorderd die hulpmiddelen welke by de Beroerte boven zyn opgegeven, 't Is dan die verlamming , welker oorzaak in 't verlamde deel zelve gelegen is en gene afgelegene erkend, waar van wy met een enkel woord moesten gewag maken: de aanwyzing is hier het lerens-oeginfel Qrin-  144 F. W. van der. LEEUW, GENEES- 1 cipium vitale) op te wekken, en daar door de verhinderde doorftraling te bevorderen. Dan hoe menigwerf is hier alle hulp , beide van Geneesheer en Heelmeester, vrugteloos; fomtyds (en dit heeft dan alleen plaats wanneer 't ongemak niet zwaar is en niet door de tyd aan 't onherftelbare verwant raakt) bekomt men de genezing door wryvingen met flanelle lappen met lauwrier, rofemaryn, thymus, en dergelyke kruiden, in de keuken in gebruik, berookt; met ftovingen uit den koortsbast met brandewyn of wyn bereid, met warme- of koude- of dropbaden; in de verlamming der tong ziet men goede uitwerking van 't kaauwen van mostaart - zaad , in de verlamming der fpieren van 't fpraaktuig van de aanlegfels van zuurdeeg met mostaart; maar de meeste tyd is men verplicht tot krachtiger kruiden , gommen , en geestryke bereidingen uit de Apotheek zynen toevlucht te nemen , en wordt men de meeste tyd, ook na aanwending van deze, in zyne hoop te loor gefteld. DER-  én HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 145 DERDE AFDELING. In welke wordt nagegaan: in hoe verre men? by gebrek van de Apotheek, de vereischte geneesmiddelen tegen de uitwendige ongemakken en kwaaien uit kelder en keuken zou konnen bekomen; mits uitzonderende de kina , kwikmiddelen het opium en de delvzuuren. "Vier middelen uit de Apotheek, de kina, delvzuuren, de kwikmiddelen en het opium , zyn 'c alleen onder de by de Vraag toegelatene, welke van een uitwendig gebruik zyn konnen; en deze evenwel , gevoegd by 't geen kelder en keuken opgeven, zullen ter behandeling dier ongemakken, welke het onderwerp dezer afdeling uitmaken, zeer verre toereikend zyn; wilden wy echter ieder uitwendig ongemak in 't byzonder befchouwen, wel dra zou .deze Verhandeling derzelver naam verliezen , die van een aanzienlyk boekdeel verdienen, en door eene langdradigheid, welke eene llraks aan te wyzene bekorting in nuttigheid niet overtreft, Voor den Lezer verdrietig worden. , De uitwendige ziektens, voor zo verre zy tot ons bellek behoren, zyn vooreerst, of Wonden, of Zweeren, of Gezwellen, of Uitzakkingen;en wy meenen aan het oogmerk der Vraag te zullen . XIII. dkel. K beanc-  ï46 F.~ W. van der LEEUW, GENEES- beantwoorden, wanneer wy deze vier onderfcheïdene ongemakken alleen naar derzelver verfchil in aard en wezen, en met voorbygaan van derzelver verfchil omtrent de onderfcheidene delen welke ze aandoen, zullen onderzocht hebben; of zy zyn, ten tvoeden, eigen aan byzondere delen, en. hier toe konnen dan gebragt worden de huidziekten, oogziekten, oorziekten, tandziekten, ziekten van den pisweg, en de beenziekten. En deze zullen wy dus behandelen, dat wy de hulpmiddelen, voor iedere derzelve in gebruik , nagaande, enkel en alleen onderzoeken zullen in hoe verre en welke andere in derzelver plaats, uit kelder en. keuken genomen, zouden konnen gefteld worden. Beginnen wy volgens dit beknopte plan met •09>iii"s>i te» ' ■ 3'- .ivov^S *.fówtsf»o 'ftt**teaü%r.ó anitafflc&k) 1 n*U» De Wonden (vulnera). Is het eene onwrikbaare waarheid , dat de genezing van alle wonden, hoe zwaar ook, door welke oorzaak gewrocht , en in welk deel des lighaams aanwezig, het werk der natuur, of, wil men het met: andere woorden uitgedrukt hebben, van de gewone werkingen des levens is; dan is het even onwederfprekelyk,dat al het, geen 'twelk de konst ter bevordering dier genezing vermag, enkel in het wegnemen der beletfelen, die de natuur in hare werkingen verhinderen konnen, beftaat.  én HEELM. üit KELDER en KEUKEN. 147 ftaar. — Alle beletfelen wederom hebben betrekking of tot de wond zelve of tot de vergezellende toevallen , en is dit zo , gelyk het in de daad gene tegenfpraak duld, dan bepaald zig al onze hulp tot de voldoening aan de drie volgende aanwyzingen: 1. alle vreemde lighamen, inde wond verholen, moeten opgeruimd worden; 2. de wonden moeten gezuiverd , en hier na zo fpoedig mogelyk tot hereeniging gebragt worden; 3. de dreigende toevallen moeten verhoed , en de aanwezende weggenomen worden. 1. Aan de eerfte aanwyzing beantwoord men anders wanneer de vreemde lighamen zagte en niet zeer vasthoudende zelvftandigheden zyn ; 1 anders wanneer het tegengeltelde plaats heeft: het eene bereikt men door de wond eenvouwdig met eene fpons in water en wyn gedoopt af te wasfchen; ter verkryging van het andere , wordt de vinger des Heelmeesters , een fteenlepeltje,, dunne en buigbare tentyzers , dunne tangen, en fomtyds eene tegenopening vereischt; en behoeven wy hier omtrent niets verder aan te merken. 2. Alhoewel de zuivering der wonden door verfcheidene toevallige omftandigheden belet kan worden , zyn echter de voornaamfte derzelve,. eene hevige bloedvliet, en de onmogelykheid om een vreemd ingefloten lighaam, noch doop uitipoelende middelen, noch door de hand of werktuigen des Heelmeesters, onder zyn bereik \ te brengen. K 2 In  H3 F. W. van der LEEUW, GENEES- In het eerfte geval moet de bloedvliet te keer gegaan worden, door de opening van 't vat met eene drukkende vinger te fluiten , door 't aanleggen van famentrekkende plaars-middelen , en zyn hier toe , by herhaalde ondervinding, niet alleen toereikend , 'maar ook de beste bevonden droog plukfel, de enkele ipons, of met het oxycraat of aluin in water ontbonden bevcgtigd, de eiken-zwam en de bovist, onderfteund van trapswyze drukdoeken en een welfluitend verband; en dit niet Hagende, door zodanige hulp als de Heelkonst hier toe vermogend is den Heelmeester aan te reiken. Het twede geval is van dien aard dat het geheel aan de natuur moet worden overgelaten, konnende niets anders hier verricht worden dan het behandelen der wond met verzagtende en flapmakende middelen , wittebrood in water geweekt met een weinig faffraan , en infpuitingen met gerfte-water met een weinig aftrekfel van vlier bedeeld, en dergelyke. De vefeeniging der wonden vorderd onmiddelyk de hand en werktuigen van den Heelmeester, en komen hier geene andere middelen in eenige aanmerking. 3. De dreigende en aanwezende toevallen zyn, of bloetvliet, of ontfteking, of koorts, of verettering , of verfterving, of verlamming , of ftuiptrekkingy of doorloop; waar over reeds in deze en de voorgaande afdelingen gehandeld is : of nederzetting van etter in eenig afgelegen deel, en  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 149 en moet deze aan de natuur bevolen , of door eene konftige opening ontlast worden; terwyl de pyn , als zynde haar aanwezen verfchuldigd , of aan de gedeeltelyke kwetfing eener zenuw, of aan de tegenwoordigheid van eenig vreemd lighaam , of aan eene byzynde ontfteking, of eindelyk aan eene uitftorting onder eenig pees- of vltesagtig uitbreidfel , weggenomen wordt door de gehele affnyding der gekwetfte zenuw, door 't wegnemen van 't vreemd lighaam , door de gewone ontfteking - oplosfende middelen, door het doen eener infnyding ter ontlasting van de verzamelde ftof, of door 't aanleggen en ingeven van 't heulfap. Dit in 't algemeen nopens de behandeling der wonden aangemerkt hebbende, laten wy op dezelvde wys 't een en ander met betrekking tot de verfchillende foorten derzelve voordragen: dit foortlyk onderfcheid bepalen wy tot de onderfcheidene hoofd - oorzaaken welke de wond gemaakt hebben ; en moeten wy dus nagaan de geftokene wonden, de gefcheurde, gekneusde, gefchotene en de vergiftige; terwyl wy niet een enkel woord zullen gewagen van het geen de behandeling der wonden in de byzondere delen aanbelangd , als beftaande al 't geen , buiten 't aangehaalde, hier by ieder derzelve moet aangewend worden, niet in middelen uit de Apotheek, noch uit kelder en keuken genomen, maar in de K 3 on-  r5o F. W. van der LEEUW, GENEES- onderfcheidene verbanden en hechtingen, werk> tuigen welke dan in deze dan wederom in gene gevallen gebruikt moeten worden, enz. en is dit dus geheel buiten ons tegenwoordig onderwerp. a. De gepokene wonden. De eerfte en hier onderfcheidene aanwyzing in alle geftokene wonden is , dat men , door den invloed des bloeds in het beledigde deel te mati* gen, de uitftorting belette ; en daar dit gefchied door 't doen van eene of meerder aderlatingen, het toedienen van zagte en verkoelende buikopenende middelen , en eenen hier mede overeenftemmenden leevregel, rust van 't gekwetfte deel of het gehele lighaam, het uitdryvend verband van theden, de verwyding door infnyding ter ontlasting van het reeds uitgeftorte vogt, enz. komt 'er geen Apotheek te pas, en behoeven wy hier by niet ftil te liaan. b. De gefcheurde wonden. Ook deze verdienen hier genen byzonderen aandagt: nadien voorzigtige infnydingen en de middelen zo even (letter a.)aangeftipt, gevoegd by een rykelyk gebruik van het opium, den koortsbast (zie 't geen boven van de verettering gezegd is) in den ftaat van verettering derzelve, en 't aanleggen van ver^agtende plaatsmiddelen , ook van  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 151 van plukfel met balfemagtige middelen befmeerd (in welk geval men tot de Apotheek zynen toevlucht nemen moet), de hulpmiddelen zyn, welke hier worden aangewezen. e. De gekneusde wonden. Het onderfcheid in de behandeling dezer wonden bepaald zig tot de oplosfing der kneuzing, en kan uit 't geen nopens deze in 't vervolg zal aangemerkt worden ontleend worden, in zo verre tot ons doelwit nodig is. d. De gefchotene wonden. Deze wonden behoren deels tot de gekneusde, deels tot de gefcheurde , de geftokene, fomtyds gefnedene of gehouwene, en moeten naar mate ze met een of ander van deze de meeste overeenkomst hebben, door de hand des Heelmeesters en deszelvs werktuigen behandeld worden ; is 'er een kogel of ander vreemd lighaam door de fchoot in 't deel gebragt , de Heelmeester neme dit weg; maar wagte zig de ingedrevene kruidkorrels met eenig punt of ander werktuig uit te nemen, vermits eene aanhoudende Hoving flegts van het deel met laauwe melk en water hier voldoende is (c), waar (c) Zie van cessen er op de aangehaalde plaat?, $. 81. K4  152 F. W. van der LEEUW, GENEES. waar by men een weinig faffraan, als zynde een pynftillend middel, doen zou konnen. e. De vergiftige wonden. De vergiftige wonden vorderen dit afzonderlyk, dat men de voor ons leven vernielende zelvftandigheden, door de bekende tegengiften verniele en wegruime ; en konnen wy gevolglyk de behandeling derzelve by kelder en keuken niet bepalen, als moetende ieder vergif door deszelvs tegengif worden te keer gegaan. Wanneer 'er pynftillende plaatsmiddelen vereischt worden, als voornamentlyk in de wonden der zenuwen en zenuwagtige delep; de faffraan, vlier-bloemen, het heulfap en de hand- en werktuigen des Heelmeesters zullen zelden, misfchien nimmer, iets anders vorderen. $. * Dé Zweeren. De zweeren zyn eenvouwdige of zamengeflelde.; de eerfte, als hebbende eenen goeden grond, en goeden welgeftelden etter voortbrengende, vorderen gene andere genezing dan 't aanleggen van droog plukfej, wanneer de grond derzelve met de oppervlakte van de huid des omtreks gelyk is, en 't overdekken hier van met eene eenvouwdige gortpap, door een, naar den eisch der omftandig? te"  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 153 heden, meer of minder fluitend verband bevestigd; zyn de randen derzelve boven den grond verheven en de zweer dus eenigzints hol, men zal de opvulling van deze holte best door plukfel met Edinburger wondbal/em konnen helpen, enkelde malen hebben wy echter eene goede uitwerking gezien van eyerdoijer met een weinig honing vermengd; edoch dit is niet altoos voldoende; is de grond der zweer boven de oppervlakte der huid verheven, men beftryke heel lugtig een- tn andermaal dat gedeelte van dien grond, 't welk de randen der zweer onmiddelyk aanraakt, met het poeder van gebrande aluin, en dekke alles met droog draad-plukfel , een dikke drukdoek en een wellluitend verband. Wat aanbelangd de zamengeflelde zweeren, hier in ontmoeten wy een aanmerkelyk verfchil, en moesten wy dit wat uitvoeriger nagaan. Dan vermits deze zweeren dikwerf den naam van fchandvlekken der Heelkunde verdienen en alle onze pogingen weerftreveii, zouden wy genoodzaakt zyn alle middelen, zo uit de Apotheek als uit kelder en keuken genomen, op te geven, aangezien de ervarenfte Konstoeffenaar by gene eene derzelve eenige zekerheid van dit of dat aangewende middel in deze of gene gevallen voorzeggen kan. En kan hier over niets vollediger, niets beknopter, niets meerder op beproevde ondervinding fteunende, gelezen worden, dan 't geen door den meer geroemden van ges- K 5 schek,  154 F. W. van der LEEUW, GENEES- scher van §. 279 tot 375 is aangetekend; waarom wy ons , om rec'eien boven verklaard , van eenige uitweiding over het zelve behoren te ontilaan. S- 3- De Gezwellen. De verdeling der gezwellen door den Heer van gesscher in deszeivs Verhandeling over deze ongemakken gemaakt verdiend onbetwistbaar den voorkeur boven alle andere; en zullen wy, naar aanleiding van de gezegde Verhandeling, de onderfcheidene Clasfen der gezwellen, ons bellek overeenkomllig, , kortelyk doorlopen. De verde-. ling is in 't algemeen in Haastige gezwellen en in Langduurige. De Haastige gezwellen bevatten 4 Clasfen: a. De ontflekingen, b. de roos, c. de ettergezwellen, en d. de verftervingen; over welke kan nagezien worden, 't geen in onze eerile Afdeling §. i. gevonden wordt. De Langduurige gezwellen zyn begrepen in 15 Clasfen: a. in harde gezwellen, b. beursgezwellen, c. vetgezwel, d. fpekgezwel, e. bloedgezwellen, f. watergezwellen, g. vleeschgezwellen, h. luchtgezwel , i. aardagtige gezwellen, k. galblaasgezwel , 1. pisgezwellen , m. zoggezwellen , n. onware breuken, o. werktuiglyke gezwellen, en p. koude verzweeringen. a. Tot  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 155 a. Tot de harde gezwellen worden gebragt het knoestgezwel, te kanker, de krop - kliergezwellen, het kropgezwel, en de knobbelgezwetten. et. Het knoestgezwel (fcirrhus). Er is geen middel tot hier aan bekend 't welk eenige verandering'aan dit gezwel kan toebrengen, en gaan wy alle de door eene menigte Schryvers aangeprezene , om deze rede , met ftilzwygen, yoorby. /3. De kanker of kreeftgezwel (carcinoma). In de bejloten Kanker is ongetwyfièld eene verftandige werkeloosheid aan de zyde des Heelmeesters het beste draaglyk-makende middel; in de geopende het ukerlyk gebruik van lood- en aluin* middelen', terwyl 't inwendig toedienen van verkoelende , zagte buikopenende en rustverwekkende of verdovende middelen (welke alle uit de keuken genomen konnen worden wanneer wy 'er het opium byvoegen) , en 't afweeren van al 't geen door aanraking het ongemak tergen kan, niet moet verzuimd worden. y. De krop-kliergezwellen (fcrophula?). Deze gezwellen, welker genezing meest zeer moeilyk is, moeten beproevd worden, of door de oplosCng of door de verettering; ter verkryging van  J56 F. W. van der LEEUW, GENEES- van deze moet men zig van dergelyke pappen bedienen als by de behandeling der verettering boven zyn aangeprezen, en kan men dan met de keuken volftaan; edoch wegens den langfamen voortgang der ettermaking in deze gezwellen worden de prikkelende en weekmakende aanlegfels onder de gedaante van plaasters voorgekeurd ; inwendig doed eene ruime hoeveelheid kina veel nut, ja is zelvs onontbeerlyk. Ter bewerking der oplosfing hebben wy ons verfcheidene malen met de gewenschte uitwerking bediend van het emplastrum de ranis cum mercurio, gevoegd by 't inwendig gebruik van den geroemden bast; en in die gevallen in welke dit niet flaagde, hebben wy de lyders ongetroost moeten heenen zenden , of met niets anders de herftelling bevorderd dan door *t uitwendig aanleggen van het emplastrum de Chavonne, met zo veel neergedrupten wynfteen-olie als doenlyk is vermengd, en 't gebruik van een mengfel van den koortsbast met de geftaalde ammoniak - zout ■ bloemen (flores falis ammoniaci martiales) door den Heer van gesscher §. 625. zo fterk geroemd. Terwyl ik dit fchryve, behandele ik twee Kropkliergezwellen, het eene aan de onderkaak, het andere , zynde by een kind van 9 maanden , in de liesch; het eerfte verdwynd van dag tot dag door 't aanleggen van de kwik op voorgemelde wys en het gebruiken van de koortsbast; het twede fchynt zig door het enkele aanlegfel van groe-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN, 157 groene zeep met gemeen keukenzout fpoedig te zullen laten oplosfen. . S. Hst kropgezwel (bronchocele). Wy konnen omtrent dit gezwel, den inwoneren van Carinthia, Styria en andere plaa.tfen .omtrent het Alpifche gebergte inzonderheid eigen, niets by eigene ondervinding zeggen, als zynde tot op dit ogenblik niet over hetzelve geraadpleegd. Het poeder door den Heer van gesscher .§. 634. aangeprezen, kan van goede uitwerking zyn; echter hebben ons de bewoners der plaatfen omtrent het Alpifche gebergte, dit ongemak eenparig als buiten alle mogeiykheid van herftel doen voorkomen. *. De knobbelgezwellen (tubercula). Deze gezwellen, waar door zekere , dborgaaris niet zeer grote, harde, en knoopwyze gezwellen, •viïelke fomtyds in het huidweeffel huisvesten, fonttyds in den vetrok, onpynlyk, niet miskleurig zyn., en haaren oorfprong ontlenen uit eene opvulling der klierbeursjes van rt een en ander vreeffel, verftaan worden; zyn onvatbaar voor oplosfing„ gaan zeer zeldzaam in verettering over , eh vèreis'fchen , uit hoofde harer volftrekte onfchadelykheid, gene wegneming met 't fnymes of bytmiddelen, de eenige weg die ter uitroeijing derzelve ovrig is. * {* *> ■ »* b. Da  158 F." mjm der LEEUW, GENEES- b. De beursgezwellen zyn het papgezwel (atheroma), het honiggezwel (meliceris) , de peesknoop (ganglium), de zenuwknoop (nodus nervorum), de lipknoop (nodus labiofum), het vorschgezwel (ranula) en het boongezwel (lupia). De vyf eerfte konnen alleen door de uit- en wegneming genezen worden ; eens heeft de groene zeep met keukenzout een peesknoop verdreven (d); het zesde kan, in den beginne en wanneer de oorzaak eene Ophoping van kwyl in de ontlast-buis der öndertongfche- of onderkaaks- klier is , genezen worden door de 'rhabarber en zagt - zamentrekkende mondfpoelingen , uit water, by voorbeeld, een weinig aluin of vitrioolzuur en" brandewyn 'zamengefteld , en hebben wy enkele malen hier mede wel zien flagen; maar komt het gezwel voort uit eene weyagtige verzameling in de vakjes van het celwys-weeffel, of is het verouderd, als dan kan niets , buiten de konstbewerking, dienftig zyn; _wat het,boongezwel betreft, offchoon deszeivs oplosfing best- en gewoonlykst door het ammoniakzout en den geest van het zelve bewerkt wordt, konnen wy echter op de voortreflyke uitwerking van 't aanleggen van een mengfel van fpiegelhars en overgehaalde brandewyn, uit meer dan een geval roemen (e). c. Het Cd) By VAN GESSCHER. /. /. §. 659. ■ (O Vergelyk ook hier mede Verhandelingen van 'tBataafsch Genootfchap, II. D. p. 120—.146.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 159 c. Het vetgezwel (lipoma) erkend geenerlei genezing, dan alleen de wegneming. d. Het fpekgezwel (fteatoma) is in het zelvde geval. e. De bloedgezwellen zyn de bloedvlek (ecchymofis) die door dezelvde middelen als de kneuzing wordt opgelost; de Jlagader- breuk ' , ware en val/che (ancurysma verum & fpurium), welker behandeling, als beftaande, of in 't aanleggen van thedens uitdryvend verband, of in de konstbewerking , of in niets aan te wenden , in genen dele tot ons onderwerp behoord; en de ader/pat (varix) , waar van reeds in onze tweede Afdeling § 15. gefproken is, voor zo verre ze tot de ambeijen behoren; terwyl die welke aan de benen voorkomen door drukkende middelen moeten verholpen worden , van welke het onze taak -hier niet is te handelen. a f. De watergezwellen. Hier over kan men nazien onze aigemeene aanmerking, tweede Afdeling, §. 14. g. Over de behandeling der vleeschgezwellen (farcomata) zullen wy niets anders hier ter plaats aanmerken , dan alleen dat, noch kelder, noch keuken eenige middelen opgeven die fcherpte-en krachts genoeg hebben, om in die gevallen, waar de wegneming nog niet gevorderd wordt, met vrucht te konnen worden aangewend. h. Het luchtgezwel (emphyfema) öntftaat uit 't in-  160 F, W. van der LEEUW, GENEES- irtdringen der buitenlucht door eene wond of verzweering ; rotftoffen verzameld in het vetvlies, longwonden , verbreking van 't iTrottenhoofd of luchtpyp , wonden tot in de holte dezer delen doorgaande, darmwonden, wonden van de.gal-blaas, doorgaande borstwonden, ribbebreuken, en 'dergelyken (ƒ); en moeten deze oorzaken weggenomen, zal de genezing erlangd worden. In 't algemeen bepaald zig de hulp des Heelmeesters tot de verwyding der byzynde wond , wanneer deze zeer gering is , het doen eener "infnyding -indien de bekleedfelen niet beledigd zyn , en het gebruik van geestryke en oplosfende plaatsmiddelen, en hebben wy hier toe voldoende bevonden het oxycraat met brandewyn en een weinig gemeen zout bedeeld. i. De aardagtige gezwellen, als weerftaande aan alle hulpmiddelen, of konnende niet anders dan door de uitfnyding weggenomen worden, zullen hier orjzen aandagt geenzints bepalen. k. Het galblaasgezwel, als zynde een gezwel 't welk ftandvastig onder den rand der onware ribben.wordt waargenomen, een diep gevoel van vogtgolving verfchaft, en (uit hoofde dat deszelvs naaste oorzaak de uitzetting der galblaas door overmaat van gal is, die wederom 't gevolg eener verftopping van de galblaas- buis of ductus cysti- cus : Cf) L. /. j. 803. , . .  en HEELM. uit KELDER ei* KEÜKEN. i6"i cus is, of van die des gemeenen galleiders) door eenigerbande lïeenagtige Hof veekyds van eene geelzucht verzeld is; het galblaasgezwel dan laat in de meeste gevallen gene andere geneeswys toe dan de opening van het zelve; enkele malen wordt 't herfteld door 't inwendig gebruik van oplosfende en openende geneesmiddelen, en 't uitwendig aanleggen van Weekmakende pappen : hoedanig wy 'er eene in 't byzyn van de Heer bongars herfteld hebben by eene molenaarsvroulv omtrent 40 jaren oud; welke met de gegeven befchryving; overeenkwam en met eene zware geelzucht gepaard was, door 't uitwendig aanleggen van eene gortpap met fyn gekapte wynruit beftrooid , en 't gebruik van de volgende pillen: Pulv. Rhei elect., Sap. Venet. 2 3#. Sal. Abfinth. 5/. C. elix. P. P. f. pill gr. iv, en 4 thékopjes daags van dit aftrekièl: r,. Rad. Cichor. §/. Cort. Auram. Croc. Brittan. 9 inf. p. 48. hor. in lagena Vin. Rhenan. gener.; na deze middelen, gevoegd by eenen leevregel die meest uit openende groentens en wortelen beftond, 10 dagen gebruikt te hebben, loosde de lyderes 3 grote galftenen door de ftoelgangen, welke wy in onze verzameling bewaren; en alle toevallen weeken vry fpoedig. 1. Van de pisgezwellen zal in de behandeling van de ziektens der piswegen gefproken worden. m. Be zoggezwellen (tumores lactei) inzonderheid den kraamvrouwen eigen, behoren tot de XIII. deel. L ziek,..  16a F. W. van der LEEUW, GENEES- ziektens der vrouwen , in 't vervolg afzonderlyk te behandelen. n. De onware breuken (hernia? fpuriaa) zyn de wat er navel- breuk, bloednavel- breuk, etter navelbreuk , water - breuk der teeldelen, derzelver bloedbreuk, zaad-breuk, vleesch - breuk , etter-breuk, vet-breuk , ader-breuk , en de breuk gemaakt door water - blaasjes, welke alle door de werktuiglyke hulp des Heelmeesters, fterke zamentrekkende of oplosfende middelen, of de konstbewerking moeten te keer gegaan worden; en men met middelen uit kelder en keuken weinig of niet vorderen kan. o. De werktuiglyke gezzvellen (tumores organicf) behelzen de vergroting der oorklier, der amandelen, en het bal-lieschgezwel (parorchidium). Het eerfte is onvatbaar voor eenige verbetering; het twede , ofichoon fomtyds door het aanhoudend gebruik van fterke buikopenende middelen en famentrekkende gorgeldranken verbeterd, vorderd misfchien niet te min eene zelvde voorzegging; geduurende reeds eenige maanden beproeven wy , volmaakt vrugteloos , verfcheidene van die middelen in eene vergroting der linker amandel by eene jonge Juffer, en blyvc 'er niets meer dan geduld of de wegneming van het deel ovrig; het derde dezer gezwellen wordt, zonder onzen byftand, door de natuur zelve geholpen. p. De koude verzweeringen (abfceslüs frigidf) vor-  en HEELM. üit KELDER en KEUKEN. 16$ vorderen een geneeskundig beftier, overeenkomftig den aard der ongefteldheid van vaste en vloeibare delen des gantfchen lighaams, welke doorgaans aan deze gezwellen aanleiding verfchaft; terwyl men uitwendig de ettermaking moet begunftigen door 't uitwendig aanleggen van prikkelende hulpmiddelen, welke wel is waar, gemerkt de trage werking der natuur in ons geval , best by wyze van plaasters gebezigd worden ; edoch door ons meermalen toereikend beyonden zyn in eene pap uit kruim van brood, in warme rodewyn geweekt, en met poeder van faffraan beftrooid, toebereid. Aanmerking. Alhoewel de befchryving van den aard der gezwellen door den Heer stedman (Medical Esfays and obfervations of the Society of Edinbourgh, Vol. II. Art. V.) opgegeven, te oppervlakkig is om 'er beilisfend uit te konnen opmaken tot welke foort ze behoord hebben ; verdiend het echter allen onzen aandagt, dat dezelve door 't aanleggen van eene pap uit tabak, door groene thé, fuiker en cochinille vermomd , en met azyn of brandewyn bereid, fpoedig wierden opgelost. §• 4- De Uitzakkingen en Breuken. De Uitzakkingen Cprolapfus), 't zy van endeldarm , fchede of lyfmoeder, vorderen de herftelling L a van  164 F. W. van der LEEUW, GENEES- van 't uitgezakte deel door een handgreep, en de beveiliging voor nieuwe uitwyking; dit gefchied in 't eerfte geval door een dikke drukdoek met het T-Verband bevestigd; in de twee laatfte door pesfaria en moeder-ringen; terwyl in allen verfterkende ftovingen en infpuitingen gedaan moeten worden, uit rodewyn met kaneel, en een afkookfel van den koortsbast en rode rofen met aluin bedeeld, of ook (zo als wy fomtyds gebezigd hebben) een aftrekfel van dezen bast in rode wyn , terwyl men berokingen doen kan met de pitten van perfiken fyn gefloten, van welkers heilzame uitwerking in eene. uitzakking van den endeldarm ons voorbeelden zyn medegedeeld door den meer aangehaalden Heer van schellebeek, konnende men de Apotheek ovngens geheel ontberen : wordt de inbrenging belet door ontfteking in 't uitgezakte deel, men trachte deze op te losfen op die wys als by de ontfteking gezegd is; heeft 'er verfterving plaats, men behandele het ongemak overeenkomftig 't geen wy boven nopens de verfterving hebben aangeduid. De Breuken (hernia;) vorderen tot derzelver herftelling gene andere middelen dan de handen van den Heelmeester, en eene gefchikte plaacfing van 's lyders lighaam, wanneer 'er gene toevallen by zyn , die deze herftelling verhinderen. De delen in hunne natuurlyke plaats gebragt zynde, worden door banden bevestigd ; en behoord dit al-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 165 alles niet toe ons tegenwoordig onderwerp. De beklemming dezer ongemakken ontftaat of door eene krampagtige inkorting van de uitwendige fchuinfche buiklpier, of door ophoping en verharding van drekftof in het uitgevallen deel, of door ontfteking van de breuk of buikring, of eindelyk door ylgemaakte lucht in de uitgeweken darm befloten; de middelen uit de keuken genomen en 't heulfap zyn hier toereikend: van dk laatfte bediend men zig in en uitwendig in 't eerfte geval; in 't twede van weekmakende pappen, de tahaks-klysteer en het inwendig gebruik van zagte buikopenende middelen, waartoe zekerlyk hier het Engelsch purgeer-zout boven alle andere den voorkeur verdiend, edoch de cremor tartari veel al toereikend zyn zal; het derde geval wordt herfteld op dergelyke wys als boven ($. 1. der eerfte Afdeling) is voorgedragen; terwyl niets meerder vermogend in 't vierde is dan 't dikwyls befprengen en omflaan met koud water , het aanleggen van ys of fneeuw, fomtyds eene aderlating en laauwe darmfpuitingen uit een aftrekfel van carnil- en vlierbloemen met ftyffel en wat opium, waar van men meerder nut bemerken zal dan van 't ingeven van verhittende windbreekende mengfels, die doch in de darmbuis van weinige uitwerking meer zyn konnen , daar zy, door de hitte die ze in 't lighaam vermeerderen, by bloedryke geftellen teffens fchadelyk zyn. L 3 De  166 F. W. van der LEEUW, GENEES- De verzworen en ver/Iorven breuk gaan wy onaangeroerd voorby, als konnende, voor zo verre derzelver behandeling tot dit bellek behoord, de eerfte Afdeling geraadpleegd worden. I §; 5. De Huidziekten. De Huidziekten,eigentlyk dus genaamd, zyn gevoeglyk in 14 klasfen gerangfchikt, en zyn deze: a. De algemeene veranderde hoedanigheden van het huidweefj'el, b. de huidwonden, c. de huidzweer en, d. de puisten, e. de bleinen, f. de knobbels , g. de huiduitwas/en, h. de verëeltingen, i. de vlekken, k. de vkkaartige ziekten , 1. de hrften, m. de fchilfers, n. het uitflag, en o. de huid- infecten. a. De eerfte, om dat ze zig over gebreken uitftrekt die meer het uiterlyk aanzien raken , dan wel eenig ongemak influiten, en dan nog voor weinig hulp vatbaar zyn, zullen wy niet behandelen ; b. .De twede kan uit de behandeling der wonden worden nagegaan; terwyl die der c. Derde tot de zweeren behorende, by denzelvden ScLryver omtrent deze ongemakken aangehaald , best kan gevonden worden. d. De puisten zyn de volgende de etterpuist, de nagtplant , nagtblein-, hondsblaar , kwaadaar tige neuspuist, kinderpokfes, onware pokjes, fchurft, vinnen , fineer puist en en zweetpuisten. <*.De  en HEELM. uit KELDER en KÈUKEN. 167 d. De etterpuist (pustula) vorderd generleis geneeswys , dan alleen een buikopenend middel en eenen koelen leevregel. 0. De nagtplant (planta nocturna) vereischt verflappende, verzagtende en pynftillende middelen , hoedanige wy op andere plaatfen aangeduid hebben; en herhaalde buikzuiveringen, waar toe misfchien de room van wynfteen hier 't gefchiktfte is. y. De nagtblein (ephinyctis vel fera nocturna) valt niet by ons voor, men vind ze alleen by pau- LUS VAN AEGINEN , ORlBASIUS en CELSUS duidelyk befchreven, en konnen deze hier over worden nagezien. 8. De hondsblaar (therminthos) moet overeenkomftig de petechia behandeld worden , als zynde van eenen kwaadaartigen rotdgen aard volgens ORlBASIUS. ê Over de kwaadaartige neuspuist, een zeer zeldzaam ongemak, zie van gesscher §. 1840 en '1841. £. De kinderpokjes (varioke) hebben wy te voren reeds befchreven , en keuren wy eene herhaling hier volftrekt nutteloos. h. De behandeling der onware kinderpokjes (variola; fpurice) kan uit die der ware, voor zo veel tot ons oogmerk diend, ligtelyk worden opgemaakt. 3-. De fchurft (fcabies). Eene menigte lydeL 4 ren  i68 F. W. van der LEEUW, GENEES- rcn door ons aan dit ongemak behandeld, hebben zig best bevonden, door een zalf uit varkensreuzel met zwavel en gemeen zout zamengefteld, het houden van eenen zindelyken leevregel en 't onthouden van alle ooftvrugten. i. De vinnen (vari) verlangen buikzuiverende en verkoelende dranken; wy hebben ons hier toe bediend van een aftrekfel van cremor tartari met fyroop van limoenen; uitwendig is de wasfching met zee-water, of, by gebrek hier van, water, waar in gemeen keukenzout gefmolten is, voldoende. jc. De fmeerpuisten (crinones) eifchen de uitdrukking alleen van de Hof die hen vormd. a. De zweetpuisten (fudamina) worden alleen door 't dikwerf veranderen van linnen en eene verkoelende levenswys verholpen. e. De bleinen (veficula;) zyn de waterblaasjes, de blein ■ uitflag, de crystal-gezwellen der teeldeelen en de gordelroos, a. De waterblaasjes (phlyctena;) behoren tot de oogziektens alleen. g, Deblein-uitflag (pemphygus)is vierderlei, of zekere fchielyk, zonder blykbare oorzaak, opkomende bleinen die zig byna over 't gehele lighaam yerfpreiden en van zelve wederom verdwynen; of men verftaat 'er door koortsagtige bleinen, welke pven als de pefechia, als komende by rotziektens ypqr, moeten behandeld worden; of't zyn bleinen door  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 169 door de aanraking der tweehoofdige flang veroorzaakt, alleen in Brafilien bekend, en voor welke geen algemeen noch foortlyk middel voor handen is; of eindelyk zyn het bleinen aan de beenen van zeer vette menfchen en geduurende de behandeling van fommige beenbreuken ontftaan. Deze te openen en het kalkwater aan te leggen tot opdroging, hebben wy driemalen van.den gewensch* ten uitflag gevolgd gezien. y. De crystal-gezwellen der teeldelen, als zynde haar aanwezen aan venus-fmet verfchuldigd, moeten door de kwik-middelen verdreven worden. «F. De gordelroos (zona ignea), uit eene galagtige fcherpte ontflaande, moet door eenen bloedzuiverenden leevregel genezen worden , en zyn alle uitwendige aanlegfels in dezelve, zonder dezen , van gene vrugt, en dus geheel nodeloos. f. De knobbels (tubercula) zyn vierderlei ; de ontfleken-knobbel (phygethlon) welke door de boven aangeduide aanlegfels tot verettering gebragt moet worden, zynde de oplosfiag derzelve zeldzaam mogelyk, ja zelvs fomtyds nadelig, uit hoofde dat de kwade vogtsgefteldheid, waar uit zy voortfproten, hier door nieuwe toevoer erlangd; de harde knobbel die met het knoestgezwel dezelvde is; de Hongaarfche knobbel of tuberculum panno ■ nicum, welke door zweetdryvende middelen en eene wryving met knoflook en azyn genezen wordt, (zie van qësscher 1879.) en de Olifant sL 5 huid \  \jo F. W. van der LEEUW, GENEES- huid (elephanthiafis) aan Egyptenland eigen, en by ons nimmer volkomen waargenomen ; zo dat het aan genoegfame gelegenheid ontbreekt om eene zekere behandeling dezer ziekte te konnen opmaken ; de meest goedgekeurde is de verkoelende en zuiverende door baden, wasfcbingen, enz. en 't zorgvuldig onthouden van fcherpe fpyzen, voor al 't varkenvleesch. g. Van de huiduitwas/en zullen wy hier geen gewag maken, vermits tot derzelver vertering de middelen uit kelder en keuken genomen niet vermogend genoeg zyn; dan alleen in eenvouwdige wratten , ter welkers verdryving de groene zeep met zout gemengd dikwerf toereikend is, terwyl die gene by welke ze in een grote menigte teffens tegenwoordig zyn veel voordeel erlangen van de ezelinnemelk, twee of driemaal daags toegediend , en de melkbaden, reeds door cels-us geroemd. h. Met de vereeltingen is het even zo gelegen.' i. Van de vlekken is het onnodig hier te handelen, aangezien ze of onherftelbaar zyn, of reeds by de belchryving der hete ziektens befchreven zyn, of tot eene of andere langfamer vogts-ontaarding behoren, als 't pok/met, blaauwe fchuit, enz. en met de middelen tegens deze kwaaien in gebruik verdreven worden. k. De vlekaartige. ziekten (morbi maculofi) bevatten de fchar'laken-uitflag, netelzugt, mazelen  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 171 len (waar van reeds te voren melding gemaakt is) en de witte en zwarte tazerye ,\\'a?x van de twede alleen eenen hogere en meerdere graai der eerfte, en geen foortlyk onderfcheiden ongemak is. De oorzaak van beide is fomtyds ingeworteld vermis - fint t, als wanneer ze door de kwik, toe eene fterke kwyling toe, alleen konnen herfteld worden ; fomtyds zyn ze gegrond op eene tot hier aan onbekende vogts-ontaarding, welke echter veel met 't rottige fchynd gemeen te hebben, aangezien den uitmuntenden dienst welken de koortsbast met de delvzuuren , en eene zuivere frisfche lucht in dezelve gedaan hebben, getuige onder anderen van gesscher §. 1952. By eigene ondervinding konnen wy tot hier toe niets> nopens de genezing dezer ziekte bybrengen, dan alleen een voorbeeld der witte uit pokfmet ontftaan, welke door de kwyling, fchoon niet fterk aangezet, herfteld wierdt. 1. Onder de kor pen verdienen onzen aandagt de eenvouwdige korst en de roof, die niets dan weekmakende aanlegfels vereifchen ; de berg of zogenaamde crusta capitis neunatorum , welke door een herhaald gebruik van een weinig rhabarber, in een of ander fyroop gemengd, en 't dikwerf zuiveren van het hoofd met eenen tamelyk ftevigen borftel, genezen wordt; de melkkorst der kinderen of dauworm, tegen welke geen ander middel is dan eene gezonde min; of dit niet konnende ge- fchie-  ï/a F. W. van der LEEUW, GENEES- fchieden, de onthouding, aan de zyde der moeder , van bier en melkfpyzen, het gebruik nu en dan van een weinig rhabarber, en uitwendig eene herhaalde betting met zuivre melk-room; de melkkorst der kraamvrouwen, waar van ftraks nader, en eindelyk het hoofdzeer (tinea capius) die niet dan door de kwik, houtdranken, 't uitwendig wastenen met een afkookfel van nies-wortel, 't uittrekken der haairen door eèn pek - pleister , enz. en gevolglyk niet zonder de Apotheek kan ge. nezen worden. m. De/chubben, waar onder men begrypt het hoofdfchurft (fcabies capitis), de zemel - lazerye, (impetigo) , en de vischfchubben- lazerye (ichthyofis), konnen alleen door middelen uit de Apotheek genomen herfteld worden; de eerstgemelde foort alleen uitgezonderd, welke door eenen fchralen leevregel, het gebruik van rhabarber met poeder van gebrande eijerdoppen, gevoegd by herhaalde wasfchingen met honing-water , meest al verdreven wordt. n. Het uitflag (herpes) welke dan eens eenvmwdig, dan voortkruipend, dan invreetend is, wordt door buikzuiverende middelen, de kina, het uitwendig aanleggen en 't inwendig gebruik van. de kwikmiddelen, of ook fomtyds 't vitriool-zuur verdreven, en vorderd dus gene andere middelen dan die welke by de Vraag bepaald zyn. p. De huid-infecten worden door fterk prikkelen-  ên HEEL1VI. uit KELDER en KEUKEN. if$ lende en bytende aanlegfels gedood, als daar zyn een aftrekfel van tabak, van nies-wortel, de kwikmiddelen, enz. welke tegen dezelve met meer of minder vrucht beproevd worden; dat de zindelykheid in de levenswyze volftrekt naauwke/irig moet in acht genomen worden , verdiend naauwelyks hier te worden aangeftipt. Thans moesten wy overgaan tot de ziektens der ogen, der oren, en die van den pisweg. Dan, na dat wy reeds in ons eerfte opftel eene korte en met ons oogmerk ftrokende befchryving der twee eerstgemelde hadden ingelascht, lazen wy die welke in de meer aangehaalde Heelkunde des Heren van obsscher gevonden wordt; en vermits gemelde befchryving middelen uit kelder en keuken opgeevt daar waar ze toereikend zyn, en geene uit de Apotheek vermeld dan waar de voorgaande niet vermogend zyn, menen wy beter te zullen doen onzen ervarenen Lezer naar de gemelde befchryving te wyzen , dan de onze, welke op zyn hoogst een kort begrip derzelve zou verdienen genoemd te worden , hier mede te delen. De gebreken van den pisweg zyn of venerifche, of verhardingen welke gefmolten moeten worden; de eerfte moeten door kwikmiddelen, en, gelyk ook de laatfte, door kaarsjes en lood - middelen tot herftelling gebragt worden ; en konnen wy dus hier by deze enkele aanmerking berusten, vermits  174 F- W. van der LEEUW, GENEES- mits zy voldoende is om 'er een befluit, overeenkomftig 'c oogmerk dezer Verhandeling , uit opte maken. » De Beenziekten. De beenbreuken, de ontwrigtingen, de gebrekkige of geheel onmogelyke beweging der geledingen, en de ontaardingen van de zelvftandigheid der beenderen, voor zo verre 't aanleggen van plaatsmiddelen betreft, niet de verbanden, enz. behoren tot ons tegenwoordig beftek. a. Van de beenbreuken dus moesten wy alleen, lyk de toevallen nagaan ; dan terwyl deze zyn, ontfteking, koorts, pyn, fpanning, ftuipagtige bewegingen , kneuzing , bloedvliet , enz. konnen deze naar aanleiding van 't geen nopens deze alle te voren verhandeld is herfteld worden. b. De ontwrigtingen. Het zelvde moeten wy omtrent deze aanmerken; alleen dit 'er by voegende, dat de uitgeftorte vogten in ligte gevallen, door enkel azyn en water opgelost worden, terwyl in zware gevallen het ammoniak-zout 'er diend te worden bygedaan. c. Tot de gebrekkige of geheel onmogelyke beweging der geledingen behoren hier de gewrigtsverftyving , kraking der gewrigten, verflapping tier banden en de verftuiking. *. De  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 175 a. De gewrigts -verflyving (anchylofis) , uit welke oorzaak ze ook moge voortkomen, kan niet zonder de Apotheek herfteld worden, is fomtyds volftrekt voor eenige middelen onvatbaar, en verbied alle hulp wanneer ze uit eene gedeeltelyke zweering der kraakbeenderen, weike de hoofden der faamgelede beenderen bekleeden, ontftaan is. jS. De kraking der gewrigten ontftaande of uit eene uitdroging des lighaams of uit fcheurbuik, enz. laat gene andere geneeswys toe, dan in 't eerfte geval eenen voedenden leevregel, en in 't twede de gewone middelen tegens deze ziekten in gebruik. y. De verflapping der banden wordt fomtyds door de famentrekkende en verfterkende aanlegfels uit kelder en keuken, boven geroemd, herfteld; fomtyds worden deze niet toereikende bevonden, en is men gevolglyk verplicht de Apotheek te hulp te nemen. S. Ter genezing der verfluiking welke eerst door oplosfende en eenigzints geestryke vogten, naderhand door verfterkende verkregen wordt, hebben wy, by gebrek van andere, in de eerfte plaats de vereischte uitwerking gezien van enkel azyn - water met gemeen zout en brandewyn, en in de twede plaats van brandewyn met Spaanfche zeep vermengd; konnende wy echter niet beflisfend verzekeren dat men hier mede in alle verftuikingen volftaan zal, en niet tot 't wondwater, den geest van  176 F. W. van der. LEEUW, GENEES- van Minderer, enz. zal moeten overgaan. Dat,' na de oplosfing, welgeregelde verbanden hier ook de meeste uitwerking doen, is misfchien niet geheel onzen aandagt onwaardig. d. Over de ontaardingên der zelvftandigheid van de beenderen, als ontftaande meest al uit eene of andere ziekelyke gefleldheid der vogren, te voren reeds befchreven,zullen wy,wat de inwendige middelen aanbelangd, gene herhalingen doen; terwyl men over de uitwendige hulpmiddelen niets beter en voldoender lezen zal, ook tot ons doelwit betrekkelyk, dan 't geen de Heer van gesscher, op beproevde ondervinding, van §. 1406 tot §. 1482. dien aangaande geboekt heeft. BESLUIT. Bevattende eenige aanmerkingen over de ziektens der Vrouwen, en die der Kinderen. Over de Ziektens der Vrouwen. Het bekoorlyk geflagt, onderhavig aan genoegfaam alle die ziektens welke wy hebben nagegaan, bukt, boven deze, niet zelden onder eenige afzonderlyke ongemakken, welke aan den aangenamen last van 't menschdom in haren fchoot aan te kweken meer of minder verknocht zyn; en hoe zeer deze ongemakken verfcheidene in getal zyn, kon-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 177 konnen ze echter alle, wanneer wy op derzelver oorzaken letten , tot deze vier hoofdzoonen gebragt worden, a. de ziektens welke uit ongeregeldheid der /ionden voortkomen; b. die welke de zwangerheid verzeilen; c. die welke by de verlos/ing plaats hebben ; en d. de gevolgen der varlosfing. Wy zullen over deze afzonderlyke eenige algemeene aanmerkingen maken voor zo verre tot ons oogmerk nodig is: a. De ongeregeldheid der Jlonden. By lieden van aanzien en de zulke die een ledig en vadfig leven leiden, minder- ja zeldzaam by de handwerksen landlieden, worden wy geraadpleegd over meisjes die geene vrysters worden konnen (zo als men dit gewoonlyk uitdrukt) dat is, welke ten tyde dat hare Honden zig reeds .hadden moeten openbaren taög niets van dezelve befp^uren , en dan in eenen ziekelyken ftaat vervallen, aan welken men den naam van Vrysterziekte (chlo-. rolis) gegeven heefti 'Er is maar eene oorzaak dezer ziekte, welke in de opvoeding der kunne gelegen is, waar van de wezenriykheid te veel bewezen is om in deze Verhandeling 'er eenig gewag van te maken. Zy hebben nog gene ftonden en konnen ze niet hebben, om dat 't 'er verre van daan is' dat het overtollige bloed hen tot last zyn zou ; men neme dan de oorzaak, dat is het ledige zittend leven , 't misbruik van warme dranken en der warme .ito-. XIII. deel. 1NJ ven,  178 F. W. van der LEEUW, GENEES- ven, en het eeten van allerhande flappe kost, enz. weg ; men betrachte in dit alles 't tegenovergeftelde; men diene hen opflorpende middelen , by die uit het ftaal of yzer-vylfel, toe; men late haar fmits-water of geftaald water drinken, en men zal alle de ongemakken, uit de voren gemelde levenstrant onvermydelyk gefproten, voorkomen, en de reeds geborene te boven komen, zonder dat men de Apotheek behoeve te hulp te nemen. Volbloedige vrysters worden fomtyds gene Honden op de gezette jaren ontwaar; en 't is by deze dat men eene geneeswys, welke alleen verkoelend is, by de aderlatingen en warme voetbaden moet in acht nemen. Komen 'er opftoppingen van Honden by vrouwen of vrysters die ze meer gehad hebben; men houde in 't oog welke 'er de oorzaak van geweest zy; en vermits deze, meest al, gemoeds-aandoening of koude en vogtigheid is, zal 't niet nodig zyn, hier te betogen, dat rust in een warm bed, verdunnende, warme zagte-uitwaasfemende drank, en het pynflillend aftrekfel van svdenham, gevoegd by de aderlating en darmfpuitingen , dat gene is 't welk hier wordt aangewezen, en dus alle dryvende middelen uit de Apotheek konnen gemist worden. Ten tyde dat de vrugtbare ftaat der vrouwen eindigd, houden de ftonden fomtyds eensklaps op; en 't is dan dat de omzigtigheid in de levenswys voor-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 179 vooral naauwkcurig moet becragt worden. De Apotheek heeft men hier niet nodig , 'c verminderen van de hoeveelheid van voedfel, vooral uit 't dierenryk en de wyn enz., de vermeerdering van lighaams - oeffening, 't gebruik van eenen verkoelenden zagt buik-openenden drank, enkel uit room van wynfteen beftaande, en de aderlatingen; zie daar de geneeswys welke hier de ware is. Gebeurd het dat deze ophouding der maandvloeijingen zig aankondigd door voorafgaande fterke bloedontlastingen: de cremor tartari, by herhaalde en geringe givten toegediend, en de levenswys boven geroemd, is dat waar by wy ons 't beste bevonden hebben. De opftygingen of'pasfio hyfierica konnen in den aanval niet anders dan door de fcetida te recht gebragt worden , waar toe echter een rokende wolle lap of dergelyke voldoende is; na denzelven moet -men de opftopping der ftonden herftellen zo deze 'er de oorzaak van was, verfterkende middelen, en voor al 't yzer geven, wanneer de zwakheid en gevoeligheid der vaste delen zulks aanwyzen; de te fterke vloed der ftonden , zo wel als eene oorzaak van deze ziekte als ook op haar zeiven befchouwd, volgens 't geen wy nopens bloedftortingen te voren hebben aangemerkt, beteugelen; terwyl wy over den witten vloed, niets anders zeggen konnen, dan dat deze ziekte eene der fchandvlekken van onze konst is, en fomtyds door M 2 den  i8o F. W. van der LEEUW, GENEES- den koortsbast, fomtyds door de alcohol met vitrioolzuur, fomtyds door yzer - vylfel met kreeften - ogen en aluin (dus nu en dan zonder de Apotheek, of met middelen by de Vraag bepaald) dikwerf door geene van deze , maar door een of ander geroemd zamenftelzel genezen is ; veelal alle onze hulp weerltaan heeft. b. Ongemakken welke de zwangerheid verzei' len. Pynen voor de maag, in 't hoofd, de tanden, brakingen des ochtends, zyn de ongemakken welke zwangere Vrouwen doorgaans kwellen; en vermits deze de natuurlyke gevolgen van haren tegenwoordigen ftaat zyn, volgd het van zelve, dat 't te keer te willen gaan van dezelve de ongerymdheid zelve is. Eene enkele aderlating in grote volbloedigheid is 't eenige 't welk kan te ftade komen. De verhoeding van eenen gevreesden miskraam uit fchrik, vrees, overdadig werken, 't dragen van lasten, vallen, ftoten en dergelyke, laat niets toe dan rust op een matras, de aderlating, het gebruik alleen van eenige meelige foupen zonder vleeschnat,, en een gerften-drank met een weinig fuiker en falpeter bedeeld; die welke by ryke lieden gevreesd wordt, wanceer 'er gene der bovengemelde oorzaken- aanwezig zyn , moet alleen aan de boven reeds veroordeelde levenswys (zie Letter a) geweten worden, en kan ook alleen door eene tegenovergeftelde en 't gebruik van den koortsbast worden voorgekomen. c. De  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. i8t c. De Ziektens by de verlosfmg voorkomende. Niemand van gezond oordeel zal in twyffel trekken , of de verlosfmg is 't werk van de natuur alleen; niemand, ten zy aan de maar al te ongelukkige vooroordelen hangen blyvende, zal tegenfpreken, dat de ongemakken, welke barende Vrouwen overkomen, hare geboorte aan de Apotheek, of liever aan de verwaandheid en blinde onkunde van hen die de middelen aanraden en toedienen, verfchuldigd zyn: houden wy ons dan niet op met 't onderzoek van middelen voor ziektens die niet aanwezig zyn; beklagen wy alleen de vooroordelen der gemeente die ze berokkenen, of verfoeijen wy 't gedrag van die onwaardige Geneesheren die 'er blindelings aan hangen blyven , of door baatzugt en 't ftraf baarfte eigenbelang dezelve lleeds voorftaan, en vleijen wy ons met de ftreiende hoop, dat, zo niet wy, althans onze nakomelingfchap , ook hier in , meer verligte tyden beleven zal. d. De behandeling der ziektens en ongemakken welke gevolgen der verlosfmg zyn , is zo kort, eenvouwdig en echter voldoende befchreven door den verdienstlyken tissot, in deszelvs Raadgeving voor de gezondheid van den gentenen Man, dat wy niets beters- niets meerder hier omtrent weten aan de hand te geven, mits de bygevoegde noodwendige aanmerkingen des Heren bicker werden gade geflagen. ■ M3 £a.  i8a F. W. van der LEEUW, GENEES- enz. Over de Ziektens der Kinderen. Alhoewel het ons voornemen was , onze Verhandeling met eenige aanmerkingen over de ziektens der kinderen te fluiten, komt 't ons echter, by nadere overweging, voor, dat deze, overeenkomltig ons voorgeflelde doeleinde, door de laatstgemelde Schryvers behandeld zyn. Wy voegen 'er alleenlyk by, dat, weinig geneesmiddelen te geven, de beste genezingswys voor kinderen is, en 't wenfchelyk ware, dat men, ook op de lighaamlyke opvoeding der tedere wigtjes, in ons land wat meerder aandagt vestigde. En hier mede houde ik dezen moeifelyken taak, naar de geringheid myner vermogens, voor afgeweven.— Overkropt met bezigheden uit meer dan ééne bron gefproten, is alles zonder opfmukking ter nedergeiteld, — Ik had ongetwyffelt hier en daar breedvoeriger konnen zyn ; dan de herinnering dat ik niet voor onervarenen,maar voor de kern van Neêrlandsch Geneeskundigen fchreev, heeft my telkens hier in weerhouden. Slagen deze myne pogingen, in zo verre dat ze der Waatfchappye ten voordeel verflrekken konnen, ik zal roynen arbeid beloond - myne moeite enkele uitfpanning achten. Zeker is het, dat de behandeling dezer ftof voor my zeiven nuttig geweest is , en het in 't vervolg voor myne Iyderen zyn kan. — liet blyvt eene vvaarheid dat Dit myn voornaame doel — ja V leven van myn lezen, Is om myn evenmensen een duurzaam nut te zeven, b TWEE-  TWEEDE ANTWOORD op de VRAAG, voorgesteld door het GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, onder de zinspreuk SER FAN D IS CIFIBUS: In hoe verre zou men, by gebrek van de Apotheek, uit kelder en keuken de vereischte Geneesmiddelen, ook tegen de zwaar (Ie ziekten en kwaaien , zo uit- als inwendig, kunnen bekomen ; mits uitzonderende de volgende middelen , Kina , Kwik , Opium, Staal, Delf zuur en, Rhabarber en Ipecacoanna ? DOOR Medicina Doctor, te Rotterdam. ] onder de zinfpreuk: NATURA MONSTRANTE VIAM. Aan den Schryver van het welke de Gouden _ Gedenkpenning in de tweede plaats is toegeweezen.   INLEIDING. IViemand kan rtèet recht tegenfpreeken , en het blykt volkomen uit de geneeskundige Gefchiedenis, dat de ziekten (leeds der fier velingen tydgenooten geweest zyn; dat men 'van de eerde bekende tyden af door gebrekkige Heel- en Geneeskonst - ocffeningen algemeen heeft getracht ze afteweeren langs de eenvouwdiglle wegen, welke het natuurelyke inflinct, het geval, en de opmerkzaamheid hun als het waare hebben aangeboden ; dat vervolgens gemelde Konden eenen meerderen bloei gekregen hebben door het geheugenis van voorgaande proefon der vin dingen, gedeeltelyk mondelings getrouwelyk medegedeeld, en gedeeltelyk op de toen bekende wyze geboekt , door eene naauwkeurigere oeffening der Heel- en Geneeskonst uitgebreid, en aan de vergelyk-kunde getoetst; dat, na veele eeuwen, eindelyk deze allernuttigde konden tot eene grootere volmaaktheid gebracht zyn door het aandellen van afzonderlyke gefchikte lieden, ten einde deze met allen vlyt zich zouden kunnen bekwaamen in alles, wat tot de oeffening der Heel- en Geneeskonst kon toebrengen, als in het ontleedden van veelvuldige lyken aan onderfcheiden ziekten en kwaaien gedorven, waardoor allengsjes een aantal van gewigtige Ontleed- en Natuurkundige ontdekkingen , betrekkelyk het menfchelyk ligchaam , is heryoortgekomen , en eene oneindig M 5 ge-  i8f5 J. L. van der WAGT, GENEES- gepasteré befchryving van onderfcheiden ziekten, en van derzeiver geneesmiddels , ons van den Schepper zoo gunltig voorfchiktf is daargefteld geworden. Dan , het is teflèns niet onbekend dat federt den bloei van den Koophandel de begeerte naar rykdommen zoo algemeen heeft toegenomen, dat men, door den Zeehandel onnoemelyke fchatten vergaard hebbende , eindelyk allengsjes is ingewikkeld geworden in alles, wat de weelde heeft kunnen voeden ; van waar ook meenigvuldige oorzaaken van ziekten haaren oorfpronk ontleend hebben , om welke te geneezen , en om veele andere zoo algemeene als byzondere belangens, den eenvouwdigen weg fchier vergeetende, men gezogt heeft de Apotheek met eene overmaat van Artzenyen te verryken, welke in evenredigheid met de weelde is aangewasfen; weshalve een aantal van geneeskundige Schryvers alle moeite heeft aangewend om hunne Werken met eenen drom van onnoodige geneesmiddelen op te proppen , de ftreelendfte aanlokfels van eigenbaat koesterende; weinige zyn 'er, die dan nog gepoogd hebben de Natuur op haar eenvouwdig voetfpoor te volgen, en uit de zuiverde beginfels nuttig te zyn. Het Edelhartig Genootfchap Servandis Civibus, op dit alles, en op meer andere inbreuken oogende, wendt zyne heilzaamfte poogingen aan, en is  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 187 is te regt bedagt op middelen, om het overmsatige van het wezenlyk noodzaakelyke aftefcheiden, ten einde het effatum van hippocr ates, den Vader der Geneeskonst , in volle kracht daarteftellen , die reeds, dit als het waare voorfpellende , gezegd heeft „ tds vorovs xt>im mt „ tfypttu t« voivTot — De Natuur, met „ zeer weinige en eenvouwdige famengevoegde „ middelen geholpen, verricht alles. " — Van hier heeft hetzelve, altoos waakfaam voor het behoeden van den ellendigen evenmensen , ter beantwoordig voorgefteld: „ In hoe verre zou men by gebrek van de „ Apotheek, uit kelder en keuken, de vereischte ., Geneesmiddelen, ook tegen de zwaarfte ziek„ ten en kwaaien, zoo uit- als inwendig, kunnen „ bekomen; mits uitzonderende de volgende mid„ delen, Kina, Kwik, Opium, Staal, Delfzuu„ ren, Rhabarber en Ipecacoanna? Het Genootfchap geeft daar by in bedenking „ wat 'er niet te doen is met honing, azyn, zout, „ brandewyn , veelerhande wynen , groenten , „ eijeren, melk, hui, karnemelk, potasch, kryt, „ uijen , faffraan, fpeceryen , en wat dies meer „ zy ; en het wil dat men daarentegen in het „ oog houde dat het met de uitzondering der „ voorgemelde middelen geenzins wenscht aldus „ verftaan te worden, als of 'er buiten het huis- „ hou-  i88 j. L. van der WAGT, GENEES- „ houdelyke geene andere middelen in de Apo- „ theek waren , welker gebruik men niet ont- „ beeren kan; maar alleenlyk , dat deze by uit- „ Hek onontbeerelyk zyn, en dat het onderzoek, „ hoe verre men de overige in de meeste geval- H len °P voorgemelde wyze zou kunnen ontgaan, „ ten hoogden nuttig is, zoowel wegens de een- „ voudigheid van het gebruik , als uit hoofde „ van de geringheid der kosten by den gemee- „ nen Man. " Om aan het oogmerk van deze Vraag, en aan de opgegeeven bedenking te voldoen, in het beantwoorden van dezelve , doen zich aanftonds eenige zaaken voor, die onvermydelyk ontvouwd, opgehelderd , en eenigervoege bepaald moeten worden: eerftelyk, eenige bepaalde en onbepaalde Apotheek-middelen, de kina, kwik, opium, ftaal, delfzuuren , rhabarber en ipecacoanna. — Onder deze zyn de onbepaalde de kwik , het opium , het ftaal , en de delfzuuren; op welke wy byzonderiyk vooraf onze aandagt moeten vestigen , gemerkt zy in de Apotheek verfcheiden bereidingen ondergaan, welke echter het Genootfchap niet uitzondert, noch bepaalt: edoch daar het deze loffelyke Vergadering te doen is om by gebrek van de Apotheek nuttig te zyn, dunkt het my dat wy ons geenzins van hunne vereischten zullen verwyderen, indien wy, zooveel moge- lyk,  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 189 lyk, alle bereidfels zullen trachten te vermydden. — Wat het eerfte betreft , de kwik , men kan hetzelve fchier noch in- noch uitwendig gebruiken , zonder eene voorafgegaane bereiding , uit hoofde van deszelfs genoeg bekende leevende en vloeibaare zelfftandigheid. — Het tweede, bet opium, kan in de meeste gevallen in zelfftandigheid gebezigd worden , vermengd by voorbeeld met zuiker of andere keuken-middelen. — Het derde, naamelyk het ftaal , kan op zich zeiven, met brandewyn, wyn of water toegediend worden ; zoodat de omflachtige toebereidfels in beide deze laatstgenoemde middelen veelal kunnen ontgaan worden. — De delfzuuren, ten vierden, kunnen indiervoege bepaald worden ; — in de eerfte plaats, tot die zelfftandigheden zelve , uit het Ryk der Mynen , in welke het eigen zuur overhcerscht, g-lyk ons-de Scheikunde leert, met naame 10. De vitriool, aluin eft zwavel, 20. Het falpeeter, en 30. Het gemeene zout; ,— in de tweede plaats, tot de zuure geesten van vitriool, van zwavel, en van gemeen-zout; — in de derde plaats, tot de gezoete zuure geesten, het pynftillend Myn-vocht van hoffman , de gezoete falpeeter - geest , en de gezoete geest van gemeen-zout. Het tweede , dat terftond voorkomt , beftaat in de bepaalde en onbepaalde keuken-middelen, die de Heeren Directeuren zelve opnoemen, en in  iqo J. L. van der WAGT, GENEES- in bedenking geeven; de eerstgezegde zyn honing 1 azyn , zout, brandewyn , eijeren , melk ,. hui , karnemelk, potasch, kryt, uijen en faffraan. De laatfte zyn veelerhande wynen, groenten, fpeceryen, en wat dies meer zy. — . Het fchynt my toe dat het Genootfchap met de opgaave van de bepaalde algemeenfte keukenen kelder - middelen duidelyk te verdaan geeft te willen, dat men de minften omflag in alles betrachte ; en wat de onbepaalde betreft, men mag met even zoo veel grond befluiten, dat hetzelve geenzins bedoelt een aantal van duure famengeftelde bereidfels uit eene ,ryke keuken, veel minder om een lyst van kostbaare wynen of confttuuren, op te zoeken; daar het met de verftaanbaarfte uitdrukking te kennen geeft, dat zulks gevraagd wordt, zoo wegens de eenvouwdigheid van het gebruik , ah uit hoofde van de geringheid der kosten by den gemeenen Man. Vervolgens komt wel degelyk in aanmerking, dat deze zeer geachte Vergadering niet bepaalt, dat men zal betoogen, in hoe verre men de voornaamfte ziekten en kwaaien , zoo uit- als inwendig, uit kelder en keuken zou kunnen geneezen, met betrekking tot ons, of eenig byzonder land: dit pleit niet weinig voor ons geftelde, naamelyk , dat de hoofdzaakelyke bedoeling is de betrachting van de fpaarzaamheid in alle de aan de faandtte geevene kelder- en keuken-middelen, vooral  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 191 al mee opzicht tot de kostbaarheid , nadien zy zonder bepaaling of uitbreiding eischt, en opgeeft zulke, die algemeen, overal, gelykerwys kunnen bekomen worden: men begrypt ligtelyk, dat de algemeen by de hand zynde kelder- en keukenmiddelen de eenvouwdigfte zyn, en geenzins zoodaanige, welke elk land, naar gelang van deszelfs ligging of gefteldheid, niet dan op eene zeer kostbaare wyze kan erlangen , waardoor ook de lyst oneindig grooter zou worden. Dan, alvoorens in de Verhandeling der Vraage zelve te treeden, is het wyders van zeer veel aanbelang den aart van dezelve duidelyk te fchetfen, ze te onderdeden , en te bepaalen , ten einde geene doolwegen in te flaan. Het Genootfchap vraagt in hoe verre men, by gebrek van de Apotheek , uit kelder en keuken de vereischte geneesmiddelen, zoo uit- als inwendig, ook tegen de zwaarlle ziekten en kwaaien, zou kunnen bekomen, zonder onderfcheid, geene ziekte of kwaal, van welke klasfe het ook mogt zyn , uitfluitende. — Het telt daarenboven met veel regt onder de by uitftek onontbeerelyke Apotheek-middelen, kina, kwik, opium, ftaal, delfzuuren, rhabarber en ipecacoanna, en geeft met nadruk te verdaan , dat 'er , buiten deze , nog andere Apotheek• middelen zyn, welke de lydende mensch niet kan ontbeeren: edoch, de groote zaak is te bepaalen, hoeverre de overige Apotheek- mid-  192 J. L. van der WAGT, GENEES- middelen, met behulp van kelder en keuken * in de meeste gevallen, zoo uic- als inwendig, kunnen gemist worden. Deze Vraage, dunkt my , kao. niet wel beantwoord worden, dan met behulp van eene naauw* keurige ziektekundige ontvouwing der geneesaanduidingen, zoowel der algemeene, als der byzondere bedoelde ziekten, en kwaaien, om derzelver veranderingen en famenkoppelingen zichtbaar, en tot ons plan betrekkelyk, te maaken. -a Deze ontvouwing zal, zoo ik my niet bedriege, de zekerfte leidfter zyn voor den oplettenden en wel géoeffenden Heel- en Geneesmeester, zy zal hem doen waarneemen welke middelen de Natuur, in alle de onderlcheiden veranderingen en famenkoppelingen van ziekten en kwaaien , volitreke niet kan ontbeeren , en die den Geneesen Heelmeester, met het zuiverfte gewisfè de weelde en het eigenbelang, de affchuuwelyklle monitors van het menschdom in deze, vliedendet alleen kunnen bekwaamen om zynen ellendigen en bekrompen Natuurgenoot de eenvouwdiglle en min kostbaartte genees- en heelmiddelen aantewyzen uit een reeks van wezens, die de aarde overal gemeenzaam verfchaft* IV'len Helle zich derhalven voor dat de uitgezonderde Apotheek - middelen , by uitltek onontbeerelyke geneesmiddelen zyn, die elk onderfcheidene eigenaartige werkingen uitoeffenen, en dat wel  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 193 wel in meenigvuldige gevallen; dat 'er, buiten deze, andere Apotheek-middelen zyn, welke ook, hoewel minder, eigenaartige krachten bezitten, die in zeldzaamere gevallen te pas komen , en dus, welke men dikwyls kan ontgaan ; eindelyk, dat 'er in de Apotheek een drom van geneesmiddelen te bekomen is, welke, gedeeltelyk met malkander overeenkomftige werkingen uitoeffenen, en andere, voor welke men 'er, op eene eenvouwdigere en min kostbaare wyze, zou kunnen in plaats ftellen, uit kelder en keuken, zulke, die eene even zoo goede bevordering van geneezing kunnen bewerken. Ik zal deze Verhandeling inrichten invoege haare Afdeelingen de ziekten - aanduidingen zoowel der heete als der koude, der langduurige als der kortftondige, en die gebreeken der Heelkonst, tot welke men geneesmiddelen noodig heeft, zoo kort mogelyk zullen bevatten: zy zullen opleeveren de waare wyze om ze, met hulp van de gemelde uitgezonderde Apotheek-middelen te geneezen, uit kelder en keuken; naauwkeurig aantoonende in welke gevallen men van andere niet nalaaten kan gebruik te maaken, en welke deze zyn ; terwyl ik tenens de eenvouwdigfte en min kostbaarfte, om ook hier in alle overdaad te vermyden, zal den voorrang geeven , ten einde met de menschlievendfte poogingen van het Genootfchap mede te werken, de heilzaamfte, doch eenvouwdigfte uit■' XIII, deel* N oef-  io4 J. L. van der WAGT, GENEES- oeffeningen van de Natuur hulde te doen , en langs dien weg, ware het mogelyk, het gewenschte doel te bereiken! EER-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN, ijtf EERSTE AFDEELING. In hoe verre men, by gebrek van de Apotheek,' met de opgegeeven uitgezonderde middelen , uit kelder en keuken, alle Koortfen kan geneezen, voor zooverre zy geneeslyk zyn. Om dit te vinden is het vooral noodzaakelyk eerst eene beknopte verdeeling der Koortfen te maaken. — Het wordt thans van de beste Schryvers genoegfaam erkend dat zy, in het algemeen , of uit haaren aart , gedienltige of ongedienftige hulptuigen zyn, van welke zich de Natuur bedient om het ligchaam van vreemde en fchadelyke wezens te bevryden: of dat zy uit haaren aart verderfelyk zyn , en , aan zich zelve overgelaaten , alleen verllrekken om het ligchaam te ondermynen; uit welke beginfels men ze met regt in twee onderfcheiden geflachten mag deelen. — Zy worden van de meeste Schryvers der Geneeskonst in de volgende foorten onderfcheiden ; in tusfchenpoozende, — in aanhoudend afzetrende, — in doorgaande, — en in kwynende kocrtfen. §. i. Door de eerstgenoemde, naamelyk de tusfehenpoozende, verftaa ik zulke geregelde koortje * fcn,  J5r5 J. L. van der WAGT, GENEES- vfen, die volftrekt met geene andere ongemakken, verpoppingen, als anderzins, gepaard zyn, welke gebreeken veeltyds gevolgen van dezelve zynr en Hechts by verzuim van eene tydige gepaste* geneezing, of uit andere van de gewoone verfchillende oorzaaken hervoortkomen: waarom de'koortfen, die met deze gebreeken famenloopen, meest ongeregeld zyn, en eene gansch andere geneezing vorderen, welke uit andere Afdeelingen van deze Verhandeling zal moeten opgemaakt worden. De geregelde naauwgezegde tusfchenpoozende koortfen worden onderdeeld in alledaagfche ; in anderedaagfche ; in derdedaagfche; en in 'verdubbelde, gemerkt elk dezer verdubbelde aanvallen kan opleeveren: de andere verdeelingen, die 'er nog kunnen bykomen , zyn minder zaakelyk. Het kan den geoeffenden Geneesheer niet onbewust zyn, dat 'er, in het behandelen dezer koortfen , twee byzonderheden zich voordoen welke het bepaalen van de naaste, zoowel als der aanleidende oorzaaken zeer moeijelyk maaken r de eerfte is, dat zy fomtyds , op eenige tyden meer , op andere minder , vergezeld gaan met taaije vervuilingen in de eerfte wegen, wanneer zy zeer halftarrig in de geneezing zyn; men vergelyke over deze het voortrtffelyke Werk van den Ridder pringle (», vertaald, en meezeer fraai- (*) Over de Legerziekten.  in HEELM. uit KELDER in KEUKEN. 197 fraaije aanteekeningen verrykt, door den beroemden Geneesheer bicker, 2. Deel, §. 5, terwyl zy dan wederom, op andere, en vooral in zenuwryke aandoenelyke geitellen, in geletterde lieden, en in hun, welker zenuwgeftel aanmerkelyk verzwakt is, dikwyls na een enkel eenvouwdig buikzuiverend middel , door de kina veilig weggenomen worden : de tweede by zonderheid is dat, niettegenllaande dit zichtbaar en opmerkingswaardig onderfcheid in den aart derzelven , zy echter niet verfchillen in den aanval, het tydperk, of de uitwerking. — lk kan niet ontveinzen veele merkwaardigheden hier op betrekkelyk waargenomen te hebben, die my tot de waarfchynelyklte gillingen opgeleid hebben , doch het is hier de plaats niet om 'er over uitteweiden. Dan, welke ook de naaste en aanleidende oorzaaken mogen zyn ; of deze koortfen uit eene catarrhaale , galachtige ftoffe ; of liever enkelyk uit eene byzondere ongefteldheid der zenuwen geboren worden, door welke ongefteldheid de omloop der vochten, de gewigtige bediening der fpysverteering, en andere, zoo der levens- der dierelyke- als der natuurelyke bedieningen , ongeregeld aangedaan zouden worden, en Hechts als gevolgen dezer zouden moeten aangemerkt worden: vervolgens aan welke reden men ook toefchryve het bepaald rusten, en in werking komen dezer zonderlinge verfchynfels, die, offchoon zy zoo zeer N 3 in  t$8. j. L. van deu WAGT, GENEES- in aart verfchiüen, echter in uitwerking volmaakt inftemmen ; eene ■veeljaarige beproefde ondervinding geeft ons middelen aan de hand , om ze pp eene eenvouwdige wyze,: langs volgende wegen te geneezen; 10. door het zuiveren der eerfte wegen j 20. door het verbeteren der tweede wegen; 30. door het regelregr ftaaken van de koorts, met behulp van daar voor eigenfoortig gefchikte middelen, algemeen fpecifica genoemd. —s De twee eerstgemelde genees-aanwyzingen zyn onderfcheiden, naar gelang van de aangemerkte plaatshebbende byzonderheid , betrekkelyk den tweevouvvdigen aart derzelven. — In het eerstgeftelde geval, naamtlyk, wanneer deze koortfen.van zulk eenen aart zyn, dat zy tot gevolgen hebben meer of min taaije verflymingen, het zy. in de eerfte, het zy in de tweede wegen , of 'er zelve van hsrvoortkomen , zyn in fommige gevallen toereikende: de volgende. zuiverende middelen , voor •beide de wegen gefchikt; braakmiddelen uit de jpecacoanna, in gift en in hoeveelheid te bepaalen naar de verfcheidenheid van het onderwerp, en der verfchynfeis, die "er in hetzelve plaats hebben: — buikzuiverende middelen, uit de rhabaiber , op dezelve voorwaarden, te bezigen..— ïieide deze geneesmiddelen kunnen verfchillende e'genfchappen toegevoegd worden, ingevolge van tic byzynde omftandigheden: men raaakt ze ilymyerdunnende met .'er eene gröote hoeveelheid van ' : ■ ge-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. io$ gemeen keuken-zout by te voegen. — Men kan zeer fraaije waarneemingen vinden nopens de uitwèrkfels van het gemeene zout, in de Medical Transatlions door leigh thomas en william heberden, en by ludwig A Med. Praci. 2. Deel, 5, alwaar men voorbeelden ziet dat het zout tot tien oneen binnen drie of vier dagen met den besten uitflag gebruikt is geweest, ja'zelfs, dat het de doorflaandfle blyken van deszelfs losmaakend vermogen heeft opgeleverd, in het afdryven van wormen, in zulke gevallen, in welke de fterkfte bekende wormverdryvende fpecifiek genoemde middelen te vergeefs beproefd waren. Ik kan hier ook byvoegen, dat, terwyl eenige Dorp - Chirurgyns, in voorige tyden, my klaagden, flechten braak-wynfteen van de Chimisten te oritfangen, ik hun meermaalen geraaden heb, in dié gevallen den braakwortel met het gemeene zout , op gemelde wyze , 'er voor in plaats te gebruiken, waarvan ik dan ook dikwyls de heilzaamfte gevolgen vernomen heb: en geen wonder , want het heeft die hoedaanigheden, welke hier byzonder in aanmerking komen, het prikkelt de vezels om los te maaken de fcherpe ftoffen, die in de vouwen van de maag, en in de kronkels der darmen zouden kunnen blyven hangen; bet verwarmt, en zuivert de darmen door middel yan losmaaking en ontlasting der ftoffen zelve, N 4 zoo  ?oo J. L. VAN DER VVAGT, GENEES- 200 dat het, .behoorelyk gebezigd, veelal de plaats der middelftachtige zouten kan vervullen. — Men zet de aangeprezen middelen eene verwarmde eigenfehap by, by voorbeeld door het anyS.zaad een gemeen keuken-zaad, het welk daarenboven de maag overheerelyk prikkelt, men kan dit in meest alle vervuilingen der eerfte wegen by deze buikzuiverende middelen voegen; het breekt de winden; het verdunt de Jymachtige vochten, en het bevordert de ontlastende kracht dezer middelen. — Indien men ze verkoelende begeert te hebben, kunnen zy gemengd worden met verkoelende fappen van aard-vruchten , als van aardbezien, braambeziën , of het geen in de keukens by voorraad gemeen is, het fap van ftruikbeziën aallebesfen-fap en de limonade. Men zal gemakkelyk bezeflèa, dat, daar deze middelen in eenige gevallen voor de eerfte genees-aanwyzing dier moeijelyk te geneezen koortfen voldoende zyn zulks in alle voorkomende koortfen van den twee. den befchreven aart geenzins kan misfen. Dan , 'er doen zich menigvuldige keeren tusfchenpoozende koortfen voor van zoodaanigen taayen verflymden aart, in welke men naauwelyks met de fterkfte braak- en flymverdunnende 0f buikzuiverende middelen het doel der eerfte'genees-aanwyzing voldoen kan , zie het reeds gemelde Werk over de Voor- en Najaars-Koortfen yan den groqcen prille; de Verhandeling over . de.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 201 deze ftof van den Hooggeleerden Heere de monchy, doch vooral de fchoone Verhandeling van den Hooggeleerden Heere voltelen over de eigenfchappen en het nut van den Tartarus emeticus, door dit Genootfchap zelve met den gouden Eereprys bekroond: dit middel kan men in deze ziekten meenigwerf niet ontbeeren , om deszelfs onderfcheiden. betrekkelyke en overtreffende eigenfchappen, zie de meenigvuldige proeven daarmede genomen door den Heere collier, en de allerfterkst bevestigende waarneemingen , en overtuigenfte bewyzen van de Heeren armstrong, wighman, h i.r schel, werlhof en mon- ro. — Edoch, opdat dit onontbeerelyke middel ook aan de tweede genees-aanwyzing zou kunnen voldoen, om den taaijen ftaat der vochten te verdunnen , moet het met kleine giften toegediend worden, zoodaanig, dat het geene braaking verwekke. Het kan ook tot een zeer gefchikt buikzuiverend middel , in deze , gebezigd worden. Onder de aanvallen dezer koortfen zyn verders voor de tweede genees-aanduiding zeer voortreffelyk, by voorbeeld, het warme water, gemerkt dit eene verlengende en verdunnende kracht bezit, losmaakt, de ontlasting bevordert, doordringt, verzagt, en de fcherpigheden wegmaakt; want in het warme water worden de hardfte dierelyke zelfftandigheden zagt, de zagte zwellen op ; en N 5 frsaa-  aoa J, L. van der WAGT, GENEES- faaaren, met heet water natgemaakt, worden één zesde-gedeelte langer; (van hier wordt, het te veel drinken van koffie en théé zoo nadeelig bevonden, als de vezels rekkende en verflappende, waardoor de: tweevouwdige beweeging, de wormwyze genoemd, kwynende en onwerkfaam gemaakt wordt,) de waarheid van dit geftelde bewyst het volgende verfcbynfel zeer duidelyk, wanneer een deel van het ligchaam over wazem van heet water gehouden wordt, wordt 'er overvloedig zweet door verwekt, waardoor het verzagtend orufpannend en doordringend vermogen van het zelve ontvouwd wordt ;, dit oeffent het even zoo uit op de vcrflymingen, dit heb ik -Onlangs zeer zichtbaar waargenomen in kinderen , die , terwyl het roodvonk heerschte , met taaije flymbezettingen worftelden, en door den wazem van heet water 'er van ontlast wierden, op eene zeer gemakkelyke wyze. Het verlengt de vochten, vermits het, door den bykomst zyner deel. tjes, zich by dat, het welk dikker of taaijer is, vervoegt; het verdunt ze, nadien het door zynen tusfehenkomst die deeltjes in kleinere deelt; het verzsgt door de fcherpe deeltjes eene andere gedaante te bezorgen, door ze van fcherp ftomp te maaken, door middel van deszelfs ontfpannend vermogen; het ontruimt daarenboven de fcherpigheden , als een uitvagend vocht, nademaal het die vochten, vloeibaarer gemaakt, door eene grootere pis-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 203 pis-affcheiding, als hetwaare, naar de piswegen prangt. Dit enkel water, reeds zoo zeer gefchikt, kan op onderfcheiden wyze, naar gelang van den aart der verfchynfels, die zich voordoen, zyne eigenfchappen oneindig doen vergrooten, en in kracht doen toeneemen; men kan 'er gerst in kooken, en dus in groote hoeveelheid warm laaten drinken , waardoor de verzagtende eigenfchap niet weinig vermeerderd wordt : wanneer 'er teekens befpeurd worden van overheerfchende'galftoffen » doet men 'er veel citroen-fap of azyn by: indien men deszelfs openende eigenfchap wil laaten uitmunten , kookt men in hetzelve paardebloemen, falade, cichorey, gras-wortels en planten: ingeval men de uitwaasfeming meer tracht te bevorderen, laat men 'er falFraan iti aftrekken, of men mengt 'er gelei van vlierbeziën door , welke by veelen onder de keuken - geleijen in voorraad gemaakt wordt: de pis wordt door hetzelve krachtdaadig afgezet, als men 'er asperzien , kervel , enz. in kookt: de uicvaagende kracht deszelfs wordt door de honing zeer vermogende. ~- In diervoegen kan men, naar voorkomende omftandigheden, aan de gemelde genees-aanduiding volkomen voldoen; de gewigtigheid van dit alles ontfhapt geenszins aan hun, die met opletterihéid 'dé' eenrouwdige Natuur, in het geneezen op haar fpoor volgen. De derde genees-aanwyzing wordt door een gepast  ao4 J. L. van der. VVAGT, GENEES- past gebruik van de kina het veiligfte en zekerfte voldaan , het uitfteekendfte middel om alle deze koortfen in haaren voortgang te fluiten voor zoo verre zy geneeslyk zyn, en niet ontaard den , want daar zyn veele voorbeelden dat deze koortfen geheerscht hebben met veele doodelyke gevolgen, ondanks de zoo zeer beproefde kracht van de. kina; men raadpieege den beroemden de haen, Ratio med. Cap. Xlll. Dan, 'er doen zich, offchoon zeer zeldfaam , gevallen voor, in byzondere geftellen, in welke de vochtverdunnende geceeswyze volftrekt fcha.delyk is,gelyk de groote van swieten, 2 Deel, §. 758. pag. 543, te regt aanteekent, edoch deze geneest men thans gemakkelyk , door eene gepaste hoeveelheid van roode kina, in poeijers, terwyl men hun teffens met den zoo even genoemden wydberoemden Lyfarts, fpeceryen, als kappers, peperkorls, gember, kruidnagels, enz. x>p oude roode wyn laat gebruiken ; aan andere byzondere geitellen, die zich even zoo zeldfaam voordoen, geeft men, met lüdwig, eene op- losfing van vylfej. van ftaal op oude Rhyn-wyn In beide deze byzondere voorvallen te geneezen is echter thans de roode kina de fteunpylaar. Wat betreft de van fommige nieuwerwetfche Schryvers zoo zeer aangeprezen koorts-middelen de floret Arnic flaauwcen, flaapeloosheid, hoest, buikloop, bloedontlasting, en zwaare verzwakking. De  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 209 De benaauwdheden en flaauwten worden doof het mineraal-vocht van hoefman herfteld; de flaapeloosheid en bloed - ontlastingen door het opium zelve; de hoest wordt niet zelden gefiild door de faffraan met de ipecacoanna, fomtyds door het opium met de ipecacoanna , het welk de bloed-ontlastingen ook zeer wel fluit, doch wanneer de hoest met zeer taaije fluimen gepaard is, moet men noodzaakelyk het opium met den Tartarus emeticus toedienen; de zwaare verzwakking wordt veelal door de kina, fommige wynen, op welke de van ouds zoogenoemde alexipharmaca, de rozemaryn , wynruit , enz. afgetrokken zyn , herfteld: want men heeft zoo veele jaaren, vooraleer men het gebruik van de campher grondig kende, deze met den besten uitflag gebezigd; zoo dat men by gebrek van de Apotheek geene vermogendere middelen kent, wanneer deze koortfen kwaadaartig zyn,om den fleurenden zwakken ftaat, en kwynende levensgeesten optewekken, te meer, indien zy gezet worden op fommige vermogende wynen, gelyk de Franfche roode wyn, de Hongaarfche ofner, de Kaapfche, de roode Portugalfche , doch byzonder de Champagne mousfeux, volgens de overheerelyke proeven van den Heere havieü: eenige bieren zyn ook dienftig, gelyk de Engelfche ale; van deze kan men zich in veele gevallen voldoende bedienen , dan men kan de campher niet altoos misfen , het welk in de XIII. deeu O laat»  2ïo J. L. van db* WAGT, GENEES- laatfte Afdeeling nader aan hen oordeel zal getoetst worden. De famengeftelde Zinking- koorcfen worden genoemd zulke , die met hevige plaatlelyke pynen vergezeld zyn , het zy deze van eenen waaren ontfteekenden , van eenen roosachtigen , of van eenen zuiveren flymachtigen aart zyn. — In het eerfte geval komen 'er ruime aderlaatingen te pas , en verdunnende zagt uitwaasfemende dranken , als hui van karnemelk : dit vocht, warm gedronken , heeft eerftelyk , als een waterachtig vocht, alle die eigenfchappen, welke ik §. i. aan het warme water roegefchreven heb , ten tweeden , het heeft een uitvaagend vermogen , men kan 'er zelfs de vuilfte zweeren mede zuiveren, dit bevestigt ons eene veelvuldige ondervinding: men mengt 'er vlier-geley in, waardoor het eene zagte uitwaasfeming bevordert , terwyl men het in eene zeer groote hoeveelheid laat drinken. — De gowoone aftrekkende en bloed - ontlastende uitwendige middelen zyn hier van zeer veel aanbelang; de Spaanfche vliegen zyn in veele gevallen volftrekt onvermydelyk , doch in hoe verre, zullen wy in de laatfte Afdeeling betoogen. — De tweede complicatie , naamelyk de roosachtige ontfteeking, vraagt dezelfde geneeswyze, als die* der eenvouwriige zinking-koorcfen, met uitzondering , dat hier de Spaanfche vliegen mede on©ntbeerelyk zyn; ook moet men in deze flechts zag-  ên HEELM. uit KELDER en KEUKEN, au zagte laxeer- middelen voorfchryven , tot welk oogmerk de rhabarber met eene maatige gift van gemeen keukenzout niet zelden voldoen. — De derde, zynde de flymachcige; in welke eene verbazende meenigte flym op onderfcheiden plaatfen zich vastzet , en waarmede eene aanmerkelyke zwakte gepaard is , gemerkt de Natuur te zeer zwak is; vindt haare geneezing niet dan in de vermogenfte middelen., den Tartarus emeticus, de kina, en de campher; vergelyk de Verhandeling van den Heere michell, in weike men den regel, die, in de onderfcheiden omftandigheden van tyd, en in elke byzonderheid van het geftel des lyders, den Geneesheer beftuuren moet, volmaakt aangeduid vindt ; de onontbeerelykheid van de campher en van de Spaanfche vliegen is van de kundigfte Schryvers ontegenfpreekelyk en algemeen bevestigd ; zie de zeer fraaije Verhandelingen , door het Edel Genootfchap Servandis Civibus bekroond , van de Heeren de man en ypey, het I. Deel; ludwig Adverf. Med. Pr act. Vol. III. p. 191 ; hej aangehaalde Werk van den Heere pringle, en de Aanceekeningen van den Vertaaier, //. Deel, p. 256—258, om niet meer aan te haaien. O 2. Hei  si2 J. L. van der WAGT, GENEES- Het tweede Gcflacht der koortfen, over welk© wy handelen, i3 dat zonder uicOag; het bevat d flag; vervolgens dient men toe de aangeprezen dranken, die rykelyk moeten gedronken worden. — Het tweede bewerkc men het allerbest door clysteeren uit laauw-water, of zemelwater met boom-olie, honing en zou:; of door laxeer-middelen uic rhabarber met gemeen zout : het welk alles, gepast aangewend, volkomen in Haat is om de poogingen van de Natuur in balans te houden: zelden heefc men, na dat de koorts afgelopen, en de pokken gedroogd zyn, verfterkende middelen noodig, edoch, indien dit voorkomt, is de kina het beste middel. Het kwaadaartig Roodvonk , de kwaadaartige Mazelen en Pokken; zyn voor de geneezing zeer gewigtig: offchoon de venynen, ons tot nog toe volftrekt onbekend , in deze ziekten zeer onderfcheiden zyn, hebben echter derzelver uitwerkingen, en verfchynfels,eigenaartige kenmerken, welke die koortfen wezenlyk doen verfchillen; dan de byzondere verfchynfels van elke koorts zyn afhangelyk van de hoeveelheid van het gif, welk in het ligchaam is ; zoodat gevolglyk , het venyn , de omloopende vochten zooveel mogelyk bezwangerd hebbende, of, door zekere oorzaaken belet, dezelve niet genoegfaam kunnende overlaaden , voor een gedeelte van deszelfs hoeveelheid zich op fommige plaatfen zal verzamelen : men begrypr daar-  én HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 22$ daarenboven ligtelyk, dat de vochten , dus bezwaard, en de plaatfen derwyzen opgepropt, meer öf min kwaade uitwerkingen zullen hervoortbrertgen, naargelang van de natuurelyke ongefteldheden van eiken byzonderen Lyder. — De Geneezing kan aldus, voor, en na, alleen ingericht worden om de uitwerkingen die fchadelyk zya te voorkomen , of tegentegaan , doch geenzins om de eerfte oorzaak uitteroeijen, gemerkt dié niet bekend is; De fchadelyke uitwerk fels Van deze drie ziekten zyn gedeeltelyk overeenkomftig, en 'gedeeltelyk onderfcheiden. — De overeenkomftige zyn, kwaade keel, walging, en braaking, neusbloeding, ylhoofdighcid , loop, die de eerfte koorts vergezelt, tweede koorts, ylhoofdigheid, benaauwdheid, onrustigheid, moeijelyke ademhaaling, magteloosheid, opftopping van pis, bloedige pis, ftuiptrekkingen, loop. — De onderfcheiden zyn in het roodvonk , het opzetten van de ooren kaak - klieren, het opgeeven van brokken flym, waterzugtige opzwelling van het gezicht, en van het ligchaam. — In de mazelen , eene fchorre drooge hoest, het traarten der oogen , löng-ontfteeking. — In de pokken , kwyling (offchoon ik dit verfchynfel in het roodvonk ook heb waargenomen, voorleden jaar, wanneer ik een aantal zoo van bejaarde perfoonen als vart kinderen, die door deze ziekte zeer kwaadaartig aangetast wierden, behandeld heb, het welk echter de Heer XIII. deel. P RO,  226 J. L. van der WAGT, GENEES- rosen van rosenstein , die deze ziekte zeer fraai, befchryfc , en zeer naauwkeurig heeft waargenomen, niet gezien heeft), opzwelling in het aangezigt , en van armen , beenen , dyen, handen en voeten: kwynende koorts. Het algemeen gevaarelykfte verfchynfel van alle deze ziekten is het inflaan van derzelver uitflag, en het niet wel uitbotten. De algemeene geneesaanwyzingen dezer kwaadaartige ziekten zyn; i». den phlogistifchen ftaat van het ligchaam, en der vochten , te keertegaan ; 20. eenige fchadelyke verfchynfels wegteneemen; 30. de rotting der vochten tegentewerken. Het eerfte gefchiedt door aderlaatingen ; door braak- en buikzuiverende middelen; door bevochtigende en verdunnende middelen; en door uiten inwendige verkoelingen. De aderlaatingen moeten groot zyn en herhaald worden, in evenredigheid van de kwaade verfchynfels , die zich voordoen, gelyk zyn de ylhoofdigheid, de keel-ontfteeking, enz. De buikzuivering bezorgt men genoegzaam door de rhabarber met het gemeene zout , of door een clysteer, te vooren in deze zinfnede befchreven. De braakmiddelen , van welker nut, in deze en in foortgelyke gevallen, sydenham, een man van zoo veel ondervinding en van zulk een ryp oordeel,gewaagt, zyn het best uit de ipecacoanna, waaromtrent de Schryvers het meest eens zyn, ge-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 227 gemerkt deze zeer zagt werkt, het welk hier volftrekt vereischt wordr. De bevochtigende en verdunnende dranken, die hier bedoeld worden, zyn te vooren reeds in de behandeling dezer ziekten, wanneer zy goedaartig zyn, opgegeeven. De verkoelingen brengt men aan, inwendig, door het falpeter, dat in die aangeprezen dranken kan gefmolten worden; uitwendig, door het ver-, fchaffen van eene verfche lucht , in eene ruime kamer , met open venfters , en door de zieken luchtig te dekken. De tweede raadgeeving voor de geneeswyze behelst het wegneemen van eenige kwaade verfchynfels, naamelyk der algemeene, en der byzondere. — De eerfte zyn de kwaade keel , deze worde merkelyk geholpen door de aderlaatingen, gelyk gezegd is , daarenboven door gorgeldranken uit gerftewater , honing, azyn, en zout; in het rood« vonk is een aftrekfel van falie, in plaats van het gerftewater, dikwyls van meer dienst, dit pryst deHeer pringle zeer fterk aan; men laat 'er de lyders niet alleen mede gorgelen, doch men maakt' 'er ook infpuitingen mede; de wazem van warm water is ook voortreffelyk, vooral in de mazelen, uitwendig papt men de keel, by voorbeeld met havergort, faffraan, en azyn , tot eene warme fmeerige pap gemaakt, en andere algemeen bekende foortgelyke pappen : van de walging en1 P a braa-  223 J. L. van der. WAGT, GENEES- braaking is reeds genoeg gezegd: de neusbloedingen ylhoofdigheid verdwynen gemeenelyk, indien men de koorts op de meergemelde wyzen vermindert ; dan , wanneer de ylhoofdigheid voortduurt, is men genoodzaakt bloedzuigers, ja dikwyls Spaanfche vliegen aanteleggen, zuurdeeg- en mostaart-pappen aan de voeten , enz.; de loop, die de eerde koorts vergezelt, moet niet aanftonds geftuit worden, men kan denzelven doen voorcduuren , maacigen en op doen houden door een gepast gebruik van de rhabarber. — De tweede koorts ; geduurende deze moet men betrachten dezelfde genees - aan wyzings -verdeelingen , welke wy betrekkelyk de eerfte genees-aanduiding voorgefteld hebben; de ylhoofdigheid, benaauwdheid, onrustigheid, moeijelyke ademhaaling, mateloosheid, kunnen niet dan door bloedzuigers, mostaart-pappen , en Spaanfche vliegen verdreven worden ; de pis - opftopping wordt het best geholpen door warme ftovingen op den buik , en door het opium, inwendig te gebruiken, of door den Catster: de bloedige pis is een doodelyk teeken, en is een gevolg van de rotting, welke de overhand heeft: de ftuipen wyken het best voor de koude lucht: de loop, wanneer die niet dient om etterftoffen te ontlasten, moet door het opium geflopt worden. De byzondere kwaade uitwerkingen van het roodvonk , het opzetten van de oor- en kaak- klie-  >en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 229 klieren, komt men te hulp door peppen , gelyk men op de keel lege; de brokk en flym helpt men ter ontlasting door de gezegde infpuiringen ; de waterzugtige 2welling moet behandeld worden op de wyze , welke wy hierna, in de waterzugtige gebreeken, vooral in de Anafarca , zullen openleggen. In de mazelen brengt men de fchorre drooge hoest bovenal veel verligtenis by door warme wazem , en door een lyroopje uit geperfte amandel-olie, ofwel beste faladeolie, vlier-geley, en dooir van eijeren: het traanen der oogen helpt men door de oogën dikwyls uittewasfehen met een aftrekfel van gedampte kween-pitten, en roode roozen, Iaauw te bezigen: de long-ontfleekirg lost men op door het openen van de ader, en door Spaanfche vliegen. In de pokken moet men bezorgd zyn de kwyling zoo veel mogelyk te bevorderen , door de voorgeflagen gorgel-dranken , en infpuitingen , door veel warm water , en melk met zuiker te drinken, en 'er den mond mede te fpoelen : de zwelling van het gezicht Hinkende, gelyk bekend is, wordt vervangen door zwelling der ledemaaten , edocb, wanneer dit niet fpoedig volgt, moet men dezelve trachten optewekken door Spaanfche vliegen : de kwynende koorts moet men trachten te helpen op de wyze, welke wy, in de hectifche koorts, een gevolg van de ontP 3 ftee- - • • - \  *3o J- L. van der WAGT, GENEES- fteekende en andere ziekten , nader zullen befchryven. Het inflaan van het uitflag , en het niet wel uitbotten van het zelve, vordert het gebruik van de vlier -geley, volgens toeftemming van de beste Schryvers , het aanleggen van mostaart - pappen en Spaanfche vliegen. De derde raadgeeving beftaat in het afweeren yan de rotting. — Dit doet vooreerst de koude, van welke wy reeds genoeg gezegd hebben ;. de koortsbast, de wynen, zie §.2; de delfzuuren ? vooral de geest van vitriool; het opium. TWEEDE AFDEELING. In hoe verre men, volgens het gegeeven plan, de pnt/leeking- ziekten met derzelver gevolgen, alle gezwellen en zweeren, benevens de bloedftortingen , zoo uit- als inwendig, kan geneezen. ftelfels men moge gefmeed hebben, om de eerfte of naaste oorzaak der ontfteekingkoortfen juisj te bepaalen; hetzy men met hoer. haave, üellini, van swieten, voor dezelve eene verftópping in de laatfte uiteinden van de flagaderlyke bloedvaten vastftelle ; hetzy men met dan grooten h aller eene uit vating en uit- ftor-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 231 ftorting van het bloed tusfchen de fpieren, in den vet-rok, voor haar aanneeme; met platner, en anderen, gelooven aan eene verflopping der kleinfte zydelyke wey- en water-flagaderlyke, en aderlyke takjes , dan of men eenen lymachtigen ftaat van de vochten zelve de uitvoering 'er van toekenne; of ze in een gebrek van de vezels dezer kanaaltjes zoeke; met cullenus voor eene krampachtige famentrekking der fynfte zenuw- vezeltjes vegte, of eindelyk, een Lentor in de vochten , en eene te groote zenuwprikkelbaarheid rammen paare ; de genees-aanwyzingen kunnen, niettégenftaaride deze onderfcheiden gevoelens , gebracht worden tot deze volgende, 10. tot het ver* minderen van het te grooce geweld, dat de phlogistifche vochten op de ontftoken plaats uitoefFenën ; 2®. tot het Iosmaaken van het beletfel, of van de beletfels , welke in de ontftoken plaats hüisvesten; 30. tot het ftillen van de pynen, het zy die de beletfels hervoortbrengen, of 'er alleen gevolgen van zyn. — Offchoon deze genees-aanwyzingen in de in- en uitwendige ontfteekingen dezelfde zyn, is echter de geneeswyze voor elk eenigervoegen verfchillende, zoodat zy afzonder* lyk moeten verhandeld worden. Het eerfte gedeelte der geneeswyze van de inwendige ontfteeking vereischt het wegneemen van alle fcherpten' en prikkeling vermeerderende ligchaamen, door dranken ', die de fcherpe deeltjes P 4 ftom-  23J- L. van der WAGT, GENEES- ftumpen, zie §. i; door bevochtigende en vcrkoew lende §. 3 en 4; door aderlaatingen, die, volgens, byzondere omftandigbeden , dikwyler of minder moeten herhaald worden; door bloedzuigers, door koppen, fcarificaiien , enz.; door buikzuiverende middelen , echter zulke, welke den omloop der vpchten niet aanzetten, waartoe de clysteeren het yeiligne zyn; door de prikkelende hitte tegengaande middelen,gelyk het falpeeter zout,en de zuuren. Het tweede gedeelte wordt niet zeldfaam alleen volbragt door eene maatige koorts , daarenboven zyn zeer krachcdaadige hulpmiddelen, alle zulke, die een tegenwerkend vermogen uitoefenen , en de krampachtige famentrekkifig der kleinfte vaatjes door afleiding ontbinden,' gelyk braakmiddelen uit de ipecacoanna, fetonnen, bloedzuigers, koppen, mostaart - pappen , Spaanfche vliegen, van welker nut in deze ziekten de oudfte der Geneesbeeren reeds gewaagd hebben , als,HiiiocR4p Tes, 4e locis in homine, Cap. 2.; galekus, de Mcth. med. ad Glauc. Lib. 1. Cap. 16, het welk pok, gelyk van swieten met regt zegt , de dagelykfche ondervinding, zoo wel als de reden, bekrachtigen: of zoodaanige, welke door verzagting ontfpannen, gelyk de warme baden, en het drinken van warm water; hierom zegt de uitmuntende van s wiet en : „ ubi ergo fpes est v infiammationem refolvi posfe; ba/is omnium me11 dicamenforum est a:quq, Tom» l. pag, 681". ' He?  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 233 Het derde gedeelte, naamelyk, het ftillen der pynen , volbrengt alleen het opium; men kan 'er eene gefchikte dofis van toedienen , in zelfftandigheid , wanneer men het met zuiker tot een poeijer wryft. De uitwendige ontfteekingen, of zulke, die onder het bereik zyn van eene plaatfelyke aanlegging van heelmiddelen, kunnen, behalven het gebruik van de aangeprezen geneeswyze , verdreven worden door middelen, welke, uitwendig aangelegd, de veerkracht der vaten byzonder prikkelen, nademaal het onbetwistbaar is, gelyk wy in de laatfte Afdeeling zullen betoogen , dat, wanneer de krampachtige famentrekking der vaten verdreeven wordt, 'er ontfpanning op moet volgen: tot dit oogmerk zyn allermeest voldoende, by voorbeeld deze eenvouwdige, en by den gemeenen Man zeer in zwang zynde keuken • middelen , de falie , de rosmaryn, en gemeen zout, welke men in water, azyn , of roode wyn , naar tydsomftandigheden, voor een Cataplasma kan gefchikt maaken. De ontfteekingen, gevolgen van kneuzingen , door in- of uitwendig aangebragt geweld veroorzaakt, kunnen, gelyk de dagelykfche ondervinding de Heelmeesters overtuigende leert, het best door den oxycraat opgelost worden. Onder de bastaard - ontfteekingen kan men ftellen zoodaanige, die in de vliezen van de oppervlakte des ligchaams, en in de dik verflymde deeP 5 len,  234 J- L- van der WAGT, GENEES- len, voorvallen, gelyk de•rheumatismp, en de angina; gemerkt deze uitzondering, als het waare, een medium daarftelt tusfchen de onttteeking- en zinkings ziekten , zoo moet men dan ook eenen middenweg ter geneezing inflaan, welke zeer gemakkelyk, met betrekking toe ons doel, uit de geneeswyze van beide de gemelde ziekten kan gevonden worden.\— Langs deze wegen kan men, zelfs zonder dat hier de Apotheek in aanmerking komt, de in- zoo wel als uitwendige ontlteekingen volmaakt en veilig geneezen, indien zy in anderzins gezonde ligchaamen voorkomen , daar deze echter van de gevaarelykfte ziekten zyn, aan welke de mensch onderhevig is; dan, wanneer zy in kwaadfappige ligchaamen voorvallen, moet men ook de geneezing daar naar inrichten, het welk men zal kunnen zien ter plaatfe, alwaar mede de eenvouwdigfte . genees- order van die ongefteldheden zal daargefteld worden. §. 6. Wanneer de ontfteekingen door middel van de oplosfing niet kunnen ontbonden worden, maar tot verettering overgaan, kan men, met zeer weinig omflag, de Natuur in deze volgen. Men moet fteeds in het oog houden dat de grondfteun, op welk de inwendige behandeling in die gevallen rust, hier op nederkorrrt?, dat men de beweeging der vochten behoorelyk regele, en dat men aan. haar eene meer dan natuürelyke krachttoeftaa, of bezorge; want buitendien is 'er geen' £ - et-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 235 ettermaakend middel tot hiertoe bekend, gevolglyk kan men geenen beteren weg inflaan, dan dien, welken de Natuur ons zelve geleerd heeft; nogthans de Natuur is meesttyds door veelvuldige vruchteloos aangewende poogingen ter oplosfing te zwak , zoodat men haar moet onderfteunen, door de kina; door de olieachtige wynen; door de keuken - fpeceryen, door welke men de kwynende beweeging der vochten, voor zoo verre het hier te pas komt, genoeg kan opwekken. Byaldien een vomica openbreekt, moet men, in de behandeling, den weg volgen, welken de Natuur inflaat om de etterftoffe te ontlasten, die veelal afhangt van de plaats, en van de byzondere eigenfchappen van het ingewand in het welk zy geboren worden, by voorbeeld, wanneer zy zich in de longen voordoen, worden 'er fluimloozende middelen vereischt; in de nieren, pisdryvende; in de lever, ontlastende, enz. edoch, by alle dezë moeten altoos balfamifche gevoegd worden, die, wanneer de zweeren gezuiverd zyn, ze geneezen: om dit oogmerk te bereiken zyn allervoortreffelykfte, en zeer heproefde middelen, uit de keuken , de roomfche boonen en de roode kool, welke, naar gelang men ze meer of minder famentrekkende begeert, men herhaalde keeren laat afkooken , zie. lemmery Traité des alimens, Tom. 1. Cap. 50: deze heilzaame groenten kan men,  *3<* J. L. van der WAGT, GENEES- men, door byvoeging, geene geringe eigenfchappen toebrengen; by voorbeeld, men kan dezelve eerst afgekookt met water, naderhand met onderfcheiden gefchikte wynen, geheel, of gedeeltelyk laaten gebruiken, met roode famentrekkende, met olieachtige baifamifche wynen ; of wel men kan ze meer verzagtende en zuiverende maaken, door ze met melk te laaten afkooken , en 'er zuiker of honing bytedoen ; welke middelen , gevoegd by de zoo even genoemde onderfcheiden ontlastingen bevorderende middelen (die wy in hunne byzondere Afdeelingen zullen opgeeven), naargelang de byzondere geneeswyzen dezelve zullen vorderen, alles kunnen uicoefFenen, wat de Natuur hier vermag, te meer, gemerkt deze kwaaien zeldfaam geneezen, maar meest onderhouden worden. Het eenigfte tot hier toe bekend geneesmiddel zou wezen het half-metaal: edoch het weike niet dan op zekere voorwaarden kan gebezigd worden; dit fchynt door deszelfs verdunnend vermogen, welk het op alle weyachtige en fyne vochten uitoeffent, de etter indiervoegen te verdunnen , en met de weyvochten te vermengen , dat zy met deze , langs gefchikte wegen, kan ontlast worden, wanneer gevolglyk de verbroken vaten, geene dikke ftoffen meer bevattende , zich allengsjes vernaau-' wen kunnen, waardoor de geneezing op de aangetoonde eenvouwdigfte wyze zeer veilig kan verworven worden. De  en HEELM. uit KELDER kn KEUKEN. 037 De uitwendige ettermaaking eischt dezelfde voorzorgen en middelen, welke wy in de inwendige voorgeflaagen hebben, dan de behandeling 'er van is veel gemakkelyker en zekerder, vermits zy door plaatfelyke middelen oneindig meer kan bevorderd worden; ten anderen , omdat de etter, eenen vryen uitgang hebbende, door opflorping zooveel nadeel niet kan toebrengen. — In anderzins gezonde ligchaamen heeft men niets anders noodig dan een rypmaakend Cataplasma, en , wanneer zoodaanig een ettergezwel ryp is, opent men het zelve met het lancet, waarna de geneezing van zelve volgt, indien men de opening alleenlyk voor de gemeenfchap der lucht bevryd; dan, de uitwaasieming-ftoffen, te ruggegehouden, en de gezonde vochten , zyn deszelfs krachtdaadigfte geneesmiddelen : de rypmaakende pappen die men fchier algemeen gebruikt, beftaan in brood, meel, gerftemeel, met water, in het welk vygen afgekookt zyn , tot warme pappen gemaakt , onder welke men fomtyds ongezouten boter mengen kan, en ook faffraan; door deze en foortgelyke bekende pappen wordt der vaten veerkracht wonderiyk verminderd , en eene noodzaakelyke warmte aan dezelve verfchaft, ten einde de ftilftaande vochten , geholpen door eenen gepasten aandrang der omloopende vochten, of beter gezegd, door het werk van eene genoegfaam krachtige Natuur, tot eene zich alleen gelyke gisting te bekwaamen. — Ir  238 J. L. van der WAGT, GENEES- In kwaadfappige geitellen moet men de inwendige behandeling inrichten naar den aart van dé plaatshebbende ongefteldheid der vloeibaare en der vaste deelen, gelyk wy op haare plaats zullen zien; daarenboven, men is in die gevallen genoodzaakt, wanneer de abcesfen geopend zyn, dezelve door zuiverende en prikkelende middelen tot eene goede ettermaaking te brengen door uitwendige fmeerfcls , op plukfel geltreeken ; ten dien einde bereidt men, volgens ons plan, een alzins gefchikte digestief uit wasch, eijeren, honing, en het fap van uijens, in brandewyn gemacereerd, en uitgeperst De wasch is de bafis voor alle pleisters, zy is een zeer verzagtend en ontbindend middel en door deszelfs balfamifche kracht helpt zy de ettermaaking, volgens het getuigenis van de beste Schryvers over de genees- en heelmiddelen; vergelyk de vogel, crantz, rutty, en anderen. — De eijeren hebben de zoo evengemelde vermogens in geenen minderen graad, om die redenen zyn zy van zoo veel dienst, en worden op zoo veelvuldige wyzen in bereidfels gebracht. — De honing is onder de zeepachtige middelen een allervermogendstoplosfend, zuiverend, en heelend middel, het geen door meenigvuldige en der zekerde proeven van de grootfte Mannen getuigd wordt, zie van swieten Com. T. éi §. 135. Het fap van uijens, maakt in deze eene allerheilzaamfte prikkeling, welke men naar veele by-' zon-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 239 zonderheden kan fchikken; de verwonderlykfte uitwerkfels worden aan dezelve , op onderfcheiden wyzen gebezigd, algemeen toegekend, zie rutty, Mat. Med. §. 7. Het heete en koude vuur, gevolgen der ontfteekingen, in het ligchaam gebooren, hebben deze twee genees-aanwyzingen, 1°. de rotting afteweeren, en 20. de vaste deelen krachten aantebrengen: het is algemeen bekend en aangenomen dat , behalven de heelkundige handbewerkingen, in beide op de krachtdaadigfte wyze voorzien wordt door het in- en uitwendig gebruik van den koortsbast met de delfzuuren , of wel met hartfterkende wynen, te bepaalen naar evenredigheid van de krachten , en den by2:onderen toeftand des lyders. De knoest- zoo wel als de fchrofuleuze kliergezwellen zyn geneesbaar voor zoo verre hun gift: kan uitgeroeid worden, voor zoo verre derzelver verharde verftoppingen oplosbaar zyn, en voor zoo verre derzelver vaste deelen wederom van hunne ontaarding kunnen herfteld worden: men heeft gepoogd uit de venynige planten middelen te vinden , die onfeilbaar deze hardnekkigfte gebreeken zouden geneezen , waaromtrent de Weenfche Geneesheeren, boven alle andere , onnoemelyke proeven genomen hebben ; en indedaad , ik heb zelve aldaar geene geringe gevolgen 'er van gezien, vooral van de Cicuta: dan nee is teffens ze-  240 j. L. van der WAGT, GENEES- zeker dat de voorzigtigfte en niet vooringenomen Geneesheeren dezelve meest paaren met kwikmiddelen, en deze als de bafis van deze ganfche geneeswyze befchouwen; de kwik is het alleroplosfendfte middel tot hier toe bekend , en het gefchiktfte voor het gebruik; het helpt zelfs de fynfte vaatjes, by aanhoudenheid, hunnen dienst verrichten; het fchynt vooral op de affcheidende vaten zyn vermogen uicteoeffenen , het geen duidelyk blykt uit deszelfs buikzuiverende , kwyl- en pisloozende kracht. De^nauwgezegde kreeft-gezwellen en kankerzweeren zyn ongeneeslyk; gemerkt in deze eene zoo verregaande ontaarding der vloeibaare en der vaste deelen, benevens derzelver dienstverrichting, plaats heeft, en dat elk dezer eene volftrekt aan elkander ftrydige geneeswyze zou vorderen , zoo wordt men buiten ftaat gefteld om de herftelling, langs welken weg het ook mag zyn, te bewerken. De genees-aanduiding beftaat dan hier in, om zoo veel mogelyk, den voortgang dezer verder, felyke gebreeken tegentehouden : zulks gefchiedt op de volgende wyzen, i«. door ze bytyds, indien het mogelyk is, met het fnymes wegteneemen; 20. door de uitwaasfemende ftoffe met het virus bezwangerd te laaten uitzuigen door bekwaame indrinkende ligchaamen , opdat dit door de opflorpende vaatjes niet wederom zou opgenomen worden, en de vochten hoe langer hoe meer zou-  en HÉELM. uit KELDER en KEUKEN. 245 feouden aanfteeken ; 30. door aan de deelen , in welke de kanker zich gevestigd heeft, rust te verfcbaffen; 40. door dezelve voor alle wryving en fchuuring te beveiligen; 50. door de'vochten eenen goeden omloop te bezorgen , en de vaste deelen kracht aantebrengen, en de ondraagelyke pynen te doen bedaaren. Het eerlle, het welk ook fomtyds eene grondige geneezing kan aanbrengen, vereischt een goed oordeel en eene behendige werktuigelyke uitoeffening aan den' kant van den Heelmeester. — Het tweede voldoet niet zelden, het drooge zagte plukfel, fomtyds de delfzuuren, en onder de zoo meenigvuldige tér geneezing, edoch zoo onzeker voor het algemeen, aangeprezen middelen, fchynt eene tegenwerkende gisting door vaste luchc, vooral uit een Cataplasma- van geele wortelen, volgens de proeven van de beroemde Engelfche Geneesheeren priestley, Vol. 1. pag. 303, percival, Medical Comment., &c. p. io&, dobson, Medical Comment. pag. 138, het meest bewysredenen voor zich te hebben, om deze' kwaaien tè verzagten , en der* zeiver voortgang te fluiten. —• Het derde en vierde wordt volbracht door eene gefchikte kleeding, eene maatige beweeging, en het verhoeden Van alle geweld. — Het vyfde gefchiedt volmaakt door den koortsbast, aan welk middel meermaalen de geneezing van eene bloeijende kanker door de geoeffendfte Geneesheeren alleen is toegefchreven, XIII. deel. Q zie  J. L. van der WAGT, GENEES- zie een bfief van den beroemden van s wie ten door eenen Geneesheer dieterichs te Regens•burg openbaar gemaakt ; en een voortreffelyk geval door den naauwkeurigen ziekte-waarneemer de haen befchreven, Tom. i. Cap. 27, pag. 225, welke teffens meldt eene kleine gifc van de campher, (met oogmerk om de pynen te (lillen , 'er bygevoegd te hebben; men kan daar voor fomtyds het opium toedienen. — Zagte buikzuiverende middelen , gelyk die van %. 1, zyn de beste, om van tyd tot tyd te gebruiken. Van de andere voorkomende Gezwellen. . 3. De oedemateuze gezwellen , welker ge* rees - aanwyzingen , buiten die der kwaadfappigheden, die 'er'dikwyls mede gepaard gaan, bellaan in de ftilftaande vochten in beweeging te brengen , en uit het ligchaam te verdryven, helpt men het beste door zwagtelen , wryvingen met rook van de gewoone keuken-fpeceryen , in flanelle lappen, en gefchikte buikzuiverende middelen, van welken wy in de kwaadlappigheden, vooral in de waterzucht, zullen gewaagen. De gezwellen , in hunnen rok beflocen, worden naar de dikte en de hoedaanigheid van de ftoffen, die zy bevatten, onderfcheiden ; wanneer zy aanmerkelyk zyn , kunnen zy niet verdreven worden, en byaldien men ze wegens derzelver grootte, plaats, of vasthechtingen , niet kan uit- ftiy-  èk HEELM. int KELDER en KEUKEN. 243 fnyden, is de veiligfte weg ze te rypen: hier toé kan men bezigen het rypmaakend fmeerfel van §. 6, het welk men eene bytende eigenfchap kan toevoegen door 'er poeijef van de hemelfche fteen bytevoegen, welke beftaat uit aluin, falpeeter, en vitriool, gelyke deelen famengefmolten, met eenige weinige greinen campher; intusfchen tracht men, zoo veel mogelyk , 'er de rokken uittefnyden. De traage verftoppingen der klieren, gelyk wy reeds te voren gezien hebben, kunnen niet vei* liger en niet zekerer , dan door het in- en uitwendig gebruik van de kwik opgelost worden; men bereidt ten dien einde zeer gemakkelyk een pleister uit de leevendige kwik met terebinthyn< die onze meiden gewoon zyn te gebruiken, dood gewreven, en met reuzel en wasch tot een zalf gemaakt, zoo dat deze behoorelyk op linnen kan gefmeerd worden. — Inwendig kan de zoete kwik gemakkelyk met een deeg , of kruim van brood toegediend worden. De flagader- en aderbreuken, de verdikte aderen, vereifchen voor de uitwendige behandeling niets byzonders, en wy zuilen, in de Afdeelingen der byzondere ziekten en gebreken j 'er melding van maaken. Fan de Wonden. %. 9. De wonden, die eenvouwdig, versch, en zonder toevallen in gezonde ligchaamen voorkoop 2 men,  WH J. L. van der WAGT, GENEES- men, geneezen meest van zeiven, indien zy maar voor den invloed van de lucht, en voor prikkeling bewaard worden; dan, wanneer 'er verettering bykomt, moet deze 'er uitgebracht worden: ingeval de wonden niet vochtig genoeg zyn , of uit andere redenen zich niet tot geneezen fchikken, moet men ze door ettermaakende middelen ter hulp komen , zie 6. De wonden, die famengefteld, en met toevallen vergezeld zyn , vereifchen meer hulp , en zyn gevaarelyker, naar gelang van de gewigtigheid der dienstverrichtingen van het deel in het welk zy voorvallen, naar den graad der kwetfing, en naar de hoeveelheid, en hevigheid der bykomende verzwaarende verfchynfels. — De bloedftortingen worden geftuit door bindingen, door drukkingen, of door famentrekkende vochten , en door den zwam; een der beproefdfte famentrekkende vochten is de geest van vitriool en de voorloop van brandewyn, gelyke deelen famengenomen. — De zenuwfpanning wordt door gepaste infnydingen dikwyls weggenomen; niet zeldfaam komen 'er ook verzagtende ftovingen te pas, zie §. 6; vette ettermaakende middelen zyn om derzelver garftigen aart altoos fchadelyk voor de zenuwen. De gekneusde wonden worden volgens den graad van aanmerkeiykheid onderfcheiden, en gedeeld in zulke , die met, en zonder koorts zyn: ©m de eerfte te geneezen heeft men niets noodig dan  sn HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 245 dan bet oxycraat; de tweede hebben ook uitwendig geene andere heelmiddelen te vorderen; dan, het waare van de heeling beftaat hier in dat men de koorts bepaale , opdat dezelve niet te fterk, noch te zwak zy , maar voldoende om de verdeeling , en de opneeming van het uitgevaate bloed te kunnen bevorderen. De gefchoten wonden , met geene aanmerkeiyke kneuzing, en zonder verbreeking der vaste deelen, worden even gelyk de aanftonds gemelde behandeld , en langfaamerhand geneezen : doch geheel anders is het met die , by welke eene zwaare kneuzing, en verbreeking der vaste deelen plaats hebben, die fteeds eene tegennatuurelyke fpanning der zenuwen , en der vezels tot gevolgen hebben; in deze moet eene naauwkeurige inwendige geneeswyze de uitwendige heeling onderfteunen; de eerstgemelde is meestentyds eene verkoelende , zie §. 3, echter zoodaanig dat men de verdeelende koorts niet te veel haare kracht beneeme door te ruime of te dikwyls herhaalde aderlaatingen : in kwaadfappige lieden komen de vocht-verbeeterende middelen ook te ftade., welke wy uit hunne Afdeelingen zullen opmaaken, en niet zelden de rottingweerende, zie §. 3; uitwendig komen vooral te pas zeer ruime inlhydingen, doch indien deze te gevaarelyk of onmogelyk te doen zyn , kan men verzagtende , verdry vende , en rottingweerende pappen aanleggen ; by voorop 3 beeld»  24©" J. L. van der WAGT, GENEES- beeld , uit blom of ftyffel en gedroogde fyngewreven huislook met azyn , of eene folutie van pocasch tot een pap gemaakt: de wonden doen na de infnydingen veeltyds onderfcheiden veranderingen voor , weike een kundig Heelmeester gemakkelyk naar onze opgegeeven of nog optegeeven heelwyzen zal kunnen inrichten; in de mees* te gevallen is dit baifamiesch middel overheerlyk, gemerkt de vette ettermaakende middelen, gelyk reeds gezegd is, althans in de zenuwfpanningen fchadelyk zyn , naamelyk , het wit van ey, met de gemeene terebinthin , zeer lang famergemengt, en op wieken aangelegd; nadat de zenuwfpanning aflaat komen de ettermaakende middelen in aanmerking, zie §. 6. De vergiftige wonden zyn van eenen byzonderen aart, en men neemt waar dat zy allerverfchrikkelykfte uitwerkingen op het zenuw-geftel verporzaaken, zoodat een groot gedeelte van de geneezing gelegen is in het bedaaren der zenuwen door inwendige middelen , vooral door het opium, terwyl de uitwendige hulp dezelfde is , als die der gefchoten wonden, behalven dat het zich hier niet bepaalt by infnydingen te maaken, maar dat men, indien zulks mogelyk is, het vergiftig gewond fluk wegneeme. De door konstgemaakte wonden hebben voor de geneezing niets byzonders, en , ais 'er toeyellen bykomen , kunnen die , zonder moeite, vol-.  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 24? volgens den aart van elk, tot andere Afdeelingen toepasfelyk gemaakt worden. Men moet nopens alle de opgetelde wonden opmerken , dat zy meer of min gemakkelyk te geneezen zullen zyn , naar evenredigheid van de konstbewerking, die 'er aan moet gefchieden, en naar gelang van de wel- of kwalyk-gefteldheid der vochten , de waare heelders van alle wonden ; waar uit volgt dat de uitwendige middelen veelal niet veel ter heeling te beduiden hebben. Van de Zweeren. %. 10. De zweeren zyn gebreeken, in welke de vaste deelen beledigd en verbroken worden door fcherpe uitknaagende vochten ; zy kunnen uitwendig door geene middelen , hoegenaamd , geheeld worden, tenzy de byzondere fcherpten, ia andere Afdeelingen daargefteld, te vooren verbeterd zyn , invoegen de zweeren in eenvouwdige wonden veranderd zyn ; of, het geen hetzelfde is, dat 'er vochten, van eenen gezonden ftaat, in de uitgezworen plaats afgefcheiden worden, waardoor een heilzaam heelend vocht, door het welk de Natuur alle wonden zelve geneest, de heeling kan bewerken. Terwyl men met eenen gefchikten levensregel voortgaat, komen de volgende genees-aanwyzingen uitwendig in aanmerking ; betrekkelyk ! de vloeibaare deelen, het zuiveren der zweeren om Qx'4 eenea  %4$ J. L. van der WAGT, GENEES. eenen veiligen toegang voor de nieuw verbeeterde heel - vochten te bereiden ; met opzicht tot de vaste deelen kunnen zich deze heel • aanduidingen onderfcheidenlyk voordoen: 10. 0m de veerkracht te verminderen door verzagtende middelen; üQ. om de veerkracht te vermeerderen door verfterkende middelen ; 30. 0m toetefchroeijen of korften te maaken; 40. 0m de rotting 'er van te weeren ; van welke de gepaste te kiezen , zeer veel oplettenheid van den Heelmeester vereischt, — Het zuiveren der zweeren gefchiedt door gepaste ververfchingen der verbanden; door het uitwasfchen met de vochten, welke , in de onderfcheiden genees - aanwyzingen , onderfcheiden gebruikt moeten worden. De eerfte genees - aanduiding volbrengt men door de ettermaakende middelen van §. 6. De tweede vereischt prikkelende, zie §. 8. In de derde is zeer voortrelfelyk een algemeen gebruikelyk middel , het kalkwater met honing, of met de kwik , anderzins het aqua phagedanica genoemd: men kan fomtyds de hemelfche fteen, meer vermeld, met honing, met zeer veel nut aanwenden. De vierde bereikt men het best door laverncn* ten en omflagen met een afkookfel van den koortsbast , dat echter zeer fterk afgekookt moet zyn. De pypzweeren hebben dezelfde genees- en Jieej-aanwyzingen, als de andere zweeren, en verr fchil-  en IIEELM. uit KELDER en KEUKEN. 249 fchillen alleenlyk in de wyze van het toedienen der uitwendige middelen, welke tweevouwdig is, of door infpuiting, of door doortrekking met een fmal, aan de kanten uitgerafeld, end linnen, het welk men met een fmeerfel beftrykt: de middelen, voor beide de wyzen gefchikt, moeten uit de zoo even aangehaalde vervaardigd worden. De door konstgemaakte zweeren hebben noch voor zich , noch voor derzelver gevolgen , iets byzonders, het geen niet uit het reeds gezegde zou kunnen begrepen worden. Van de Beenziekten. %. 11. De Engelfche ziekte, welker geneezing allermoeijelykst is , moet door inwendige doordringende middelen beltreden worden, door eenen gepasten levens-regel; door het verbeeteren der kwaadfappigheden; door het verfterken der vaste deelen, en vooral door het bezorgen van eene goede voeding ; het welk alles moet gefchieden langs die wegen', welke wy in de behandeling der ziekten uit de water- en wey - vochten zullen openleggen, en langs den weg, welken wy aan? getoond hebben om de traage klier-verftoppingcn optelosfen, zie §. 6". De beenknobbels deelt men gevoegelyk in val? fche en in waare; de eerfte zyn zulke gezwellen, die niet tot de zelfftandigheid van het been, maar tot het beenvlies en de banden, betrekkelyk zyn 1 Q 5 dï  250 J. L. van der WAGT, GENEES- de tweede hebben alleen plaats in de zeifftandigheid van het been zelve: welke ziekten in onderfcheiden foorten kunnen onderdeeld worden, door de veranderingen, die zy ondergaan. — De oorzaaken van alk deze gebreeken zyn, uit- of inwendig, door uitgevaten vochten van het beenvlies, of door het beenvoedend fap zeiven geboren; zy zyn ook goed- of kwaadaartig. — De valfche hebben twee genees-aanwyzingen, p, de verdry ving; a°. het uicfnyden. — Wat de eerde betreft, indien het gebrek niet kwaadaartig is, en 'er hoop is dat de uitgevaate vochten nog zouden kunnen opgenomen worden, kan zulks volkomen gedaan worden door een kruidenpap , uit rozemaryn en faly, fyn gewreven, en met eene ontbinding van potasch bereid gemaakt. — De tweede genees-aanwyzing vereischt eene geoefende hand van eenen kundigen Heelmeester. De waare beenknobbels , die deeds van eene inwendige oorzaak uit het bederf van het beenvoedend fap voortkomen, het zy goed- of kwaadaartig, moeten nooit door uitwendige middelen behandeld worden, maar door derk doordringende vochtverbeterende middelen; dan, indien zy voor deze niet wyken, moet men infnydingen maaken, de beenlaagen affcheidden, en daarna de wonden heelen. De beeneecers vereifchen ook geene mindere hulp van den Geneesheer, met opzicht tot het verbeeteren van de vochten, daar het geheele werk van  EN HEELM. urr KELDER en KÈUKEN. 25 c yan den Heelmeester in beftaat; ten eerften in hec ontruimen van de hinderpaalen, welke de affcheiding of af bladering zouden kunnen hinderen; ter» tweeden, om de Natuur te helpen in het affcheiden van het bederf uit het been, wanneer zy onmagtig is zulks alleen te doen ; ten derden, om den aanwas van het beenvlies te bevorderen. Aan het eerfte voldoet de Heelmeester door het yleesch en de bekleedfels zoo verre wegtefnyden, dat het bedorven been volkomen bloot komt; vervolgens door het been uit te booren met daartoe gefchikte inftrumenten. Het tweede moet door bytende vochten ge* fchieden, waar voor het kalkwater, en de kwik, alzins voldoen. Voor het derde zorgc men door minder prikke» lende middelen, by voorbeeld, door fyn gewreven kruidnagelen over het been te ftrooijen, en ze met brandewyn te bevochtigen,en door hetzelve naauwkeurig voor den invloed van de lucht te bewaaren. In het algemeen moet men nopens de opgetelde beenziekten aanmerken dat men de harstachtige houten , om derzelver overtreffend doordringend vermogen , -in deze gebreeken algemeen erkend, niet kan ontbeeren; zoodaanige zyn het guajacum en de falfaparille. De enkelvouwdige beenbreuken zyn, voor de uitwendige middelen, te vreden met den oxycraat, of met brandewyn en water, indien men maar behoor  «sa J. L. van der WAGT, GENEES- hoorelyk acht flaat, om de gebroken beenftukken famen te voegen, en ze dus wel famengevoegd te bewaaren. ° De famengeftelde beenbreuken gaan gepaard met onderfcheiden zwaare verfchynfels, als met wonden bloedltortingen, ontfteekingen, vooral van het beenvlies door prikkeling van de fchilfers, mee ftuiptrekkmgen , door de fpanning der zenuwen, of door het prikkelen van het beenmerg, met veretteringen en derzelver gevolgen, eindelyk , met het heeteen koude vuur, en met weygezwellen. Alle welke genoemde verfchynfels volgens der. zeiver eigen aart onderfcheiden moeten behandeld Worden, het geen men voor elk afzonderlyk kan nagaan, ter plaatfe , waar derzelver geneeswyze van ons daargefteld is. De verftyving der gelederen wordt op vierderlei wyzen geboren, 10. door een beenweer, van een beenbreuk gevormd; ao. door een beenknobbel; SA door eene ftramheid der banden van de geleding; 40. door eene verdikking van het gelid-vocht. De twee eerfte zyn ongeneezelyk; wat de twee laatfte aangaat, indien zy niet te zeer verouderd zyn, kunnen zy geneezen worden. - De ftramheid der banden wordt, naar het gevoelen van de beste Geneesheeren, het zekerfte geholpen door de geleding meenigvuldige keeren met falade-oly te fmeeren ; door het aanleggen van verzagtende pappen , zie g. tf; door dezelve over de wazem van kp-  m HEËLM. uit KELDER en KEUKEN. 253 •kokend water te houden; door warme baden; terwyl men het deel, zoo veel het de pyn toelaat, allengsjes laat beweegen. — De verdikking van het gelid - vocht kan niet verdeeld worden, dan door Hovingen van den doordringenden aart, door een afkookfel van het guajacum en rozemaryn, falie, enz. in welk potasch opgelost is ; want de potasch, van de aarde ontheven, is het waare Sal Tart. in vermogen, en wykt geenzins voor hec Sal Ammonia* , met opzicht tot de doordringende oplosfende kracht : bovenal is dienftig het lekken van heete myn wateren , van kalkwater met de ontbinding van potasch, enz. men vergeiyke hierover petit Traité des maladies des Os, Tom. 1. pag. 400. Dan wanneer het verdikte vocht 'er in eene zoo groote hoeveelheid aanwezig is, dat het, langs deze onderfcheiden aangetoonde wegen, niet verdeeld kan worden, willen fommir gen dat men infnydingen zal maaken tot in het gelid , om als dan die middelen aan te wenden. De ontwrichtingen komen uit in- of uitwendige oorzaaken: zy, die van de inwendige voortkomen, naameiyk, uit gebrek aan veerkracht aan de banden of (pieren, worden zeldfaam geneezen; indien het al mogelyk is, gefchiedt zulks door prik* -kelende en verwerkende middelen; verg. §, 5, en deze. Die van uitwendige oorzaaken hervoortkomen, als van flaan, flooten , beuren , rekken of van ander ukerlyk geweld, zyn zwelling eo ont- ltee-  254 J. L. van der WAGT, GENEES- ileeking onderworpen; zy worden, nadat de beenderen in hun gelid herfteld zyn, in hetzelve bewaard door gepaste verbanden , en het veiiigfte met den oxycraat behandeld: byaldien 'er toevallen bykomen, gelyk het h§ete of koude vuur, worden deze, op de gewoone wyze dier gebreeken, afgeweerd. Van de Bloedflortingen. %. ia. De bloedftortingen, welke niet tot verlichting of fcheiding van ziekten dienen , hebben algemeene, en byzondere genees • aanwyzingen. De algemeene zyn van tweevouwdigen aart; de eerfte zyn gefchikt om de verhitte driftige beweeging van de vochten , en den aandrang van het bloed te doen bedaaren , het welk men verkrygt door aderlaatingen, door verkoelende melkdrarken •uit amandelen, komkommer- en meloen-zaad met •falpeeter , en door het opium; door koud water, en azyn, zoo uit- als inwendig te gebruiken, •i De tweede moeten de vaten famentrekken; zulks doen voortreffelyk , by voorbeeld , de voorloop van brandewyn met de zuure geest van vitriool: eene ontbinding van aluin in water of wey van karnemdk koud ; een poeijer van roode roozen met aluin: door meenigvuldige waarneemingen geleerd, ben ik genoodzaakt geworden deze opgenoemde middelen verre den voorrang te geeven boven de, fchier onopflorpbaare zwaare fteenen, en  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 255 en aarden, gelyk de lapis hamatites, de koraalen , de bolus armena , de terra letnnienfts : daarenboven, moet men de deelen rust verfchaffen , ten einde de omloop der vochten , zonder eene plaatfelyke aandrang, gemaatigd werde. De byzondere genees - aanduidingen moeten ingericht worden naar het eigenaartige van elk deel, het welk door bloedftorting overftelpt is geweest: zy komen voornaamelyk hier op uit, om de vergadering van het uitgevaate bloed , dat na de bloedftorting overgebleven is, voorzigtig te ontlasten ; by voorbeeld, in de longen , door fluimloozende; in de maag, door zagte buizuiverende; in de blaas , door pisdryvende middelen , welke alle in de opgaave dier ziekten te vinden zyn. DERDE AFDEELING. - In hoe verre de water- en wey- vocht-ziekten, benevens die der zenuwen, op de vastgeftelde voorwaarden, zouden kunnen geneezen worden. De Groene ziekte (Cachexia), welke by eene kwaade voeding, als eerfte bron - oorzaak^ nog onderfcheiden andere voegt , gelyk uit de Ziektekunde bekend is , moet op de navolgende wyze geneezen worden: het veiligfte ia het algemeen  356" J. L. VAN DER WAGT, GENËES- meen is, te beginnen met de eerfte wegen te zuiveren, en te verfterken., en met de vochten, die de fpysverteering uitoefenen, te zwak zynde,kracht bytezetten. — Tot het eerfte oogmerk ko' men hier volftrekt geene andere middelen te pas, dan de rhabarber, en de ipecacoanna, gemerkt de te groote prikkelbaarheid dier ligchaamen geene fcherpere prikkelende braak- of buikzuiverende middelen kan gedoogen^ — Tot het tweede doelwit zyn het veiligfte en dienftigfte, het ftaal, en de kina; het welk van niemand wordt tegengefproken. *u Het derde wordt bereikt door een gepast gebruik der dierelyke maagfappen, by de kina gevoegd. De byzondere-genees-aanwyzingen zyn onderfcheiden naar gelang van de verfchillendheden der ontaardingen in de fappen , van waar de byzondere kwaadfappigheden (Gacochymten) fpruiten : deze uitwerkingen of kwaadfappigheden verfchillen volgens den aart en de gedaante, onder welke de eerfte bron-oorzaak zich voordoet, die volgens de nieuwfte Theoriè der fpysverteering zeer fraai kunnen-verklaard worden. De Waterzuchtige ziekten maaken een Gedacht Hit hét welk in verfcheiden foorten Verdeelbaar is, en zyn ontaardingen uit eenen zich byzonder eigen aart der eerfte bron-oorzaak gefproten; derzelver genees - aanwyzingen kunnen alle tot deze volgende gebracht worden , uit-welke men voor elk  xfc HBELM. uit KELDER en KEUKEN. 257 élk foort het noodige afzonderlyk kan uitkiezen; 10. de waterzuchtige gefchiktheïd moet verbeterd worden ; 20. de uitgeftorte vochten moeten ontlast worden ; 30. het uitgeftorte vocht moet men trachten te doen opflorpen; 40. men moet de wederinftorting dezer ziekten- afweeren. De eerfte genees-aanduiding wordt bewerkt door eene gezonde lucht , door eenen gefchikten leevens-regel, door beweégingen , door wryvingen , door drukkingen , door ftaal - middelen , door den koortsbast, en door bittere middelen, onder welke de.dierelyke gal , vooral van het gevogelte, vólgens allernieuwlte proeven\ in deze ziekte uitmirnt; cn dit is klaar te begrypen, Wanneer men overweegt den grooteft dienst, welken de gal in de fpysverteering uitocffent , terwyl het overbekend is dat eene onwerkfaamheid van dit vocht, of gebrek aan het zelve , fteeds met de aanmerkelykfte fooften dezer ziekten gepaard gaau De tweede genees-aaawyzing vereischt het ontlasten van de uitgeftorte vochten; zulks kan gefehieden, langs twee wegen, langs denatuurelyke, cn langs nieuw gemaakte* De natuurelyke onc kistingen zyn het braaken, zulke die den buik krachtdaadig zuiveren, de pisdryvende, de zweetdryvende , en de kwyiirrg verwekkende. —! Wat der braakmiddelen betreft, tot deze zyn het veiligfte en alzins dienftigfte de bereidiels uit zeeajuin, hec zy.met Rhyn-wyn , azyn,- en honing,, enz. XJII. deel. R De  a-SS J. L. van der WAGT, GENEES- De eenftemmigheid, met welke de grootfte Mannen in de Korist de voortreffelyke uitwerkingenvan dit allerbeproefdst middel boven zoo veele andere verheffen , dunkt my , zy genoeg om ons over de onontbeerelykheid van het zely^e te doen befluiten. — De fterke buikzuivering bezorgende middelen kunnen bepaald worden , tot tabaksklysteeren, en de calomel met de rhabarber of de jalappe , welk laatfte middel, alleen van de Natuur gefchikt fchynt voor deze ziekten , en in< veele foorten dezer ziekten boven alle andere buikzuiverende middelen verre den voorkeur verdient, volgens het. algemeene getuigenis van de geoefïendlte Geneesheeren ; zoodat men, zonder dit, alle waterzuchtige hardnekkige ziekten niet ftraffeloos- zou kunnen behandelen. — De pisdryvende zyn vooral te beproeven, de Natuur onze leidfter zynde, volgens het gevoelen van boek. ha ave; zy worden boven alle andere geneesmiddelen getrokken door riverius, „ Cateris, „• inquit, prastant medkamentis ea qua per ur'u „ nas ferofos humores evacuant; & felkfar hac „ via ut plurimum curatio fokt fuccedere". Dan , derzelver onzekere werking komt hier vooral in aanmerking ; het is ontegenfpreekelyk, dat het niet anders kan zyn, of zy moeten in de waterzuchtige ziekten dikwyls onze hoop te leur ftellen , dewyl de dagelykfche ondervinding ons leert, dat zy in een gezond ligchaam , in het welk  en HEELÏvï. uit KELDER en KEUKEN. 259 welk de piswegen open zyn, dikwyls naar elders hunne werking richten, waaruit de grootfte moeijelykheid ontftaat om Uit een aantal van middelen de beste te kiezen ; gevolglyk kunnen de meest beproefde kelder- en keuken - middelen met des te meer regt naar den voorrang dingen: zoodatnige zyn het mostaart-zaad, de rammanas , de radys ,-en de knoflook, jenever- beziën , cremot tartar., de zee-ajuin, de paardebloemen - falade , en onder de delfzuuren, de Sp. Nitri dükis. — Het mostaart-zaad heeft onder anderen de beroemde meao, monit. de Hydr., zeer heilzaam bevonden ; van de rammanas en radys fpreeken ook verfcheiden Geneesheeren met veel lof; van de knoflook zyn zeer veele uitlleekende voorbeelden, forestus, in het 2. Deel, 19. Boek, Obf. 'ij , pag. 369 , getuigt zeer veele der bardnekkigfte waterzuchtigen hier mede geneezen te hebben, en de naauwkeurige Waarneemer sydenham zegt wel te weeten, dat 'er volgens het voorfchrift van anderen de waterzucht door geneezen is, ziep. 633; de jenever-beziën worden door den grooten van swieten zeer aangeprezen, in het lVde Deel, $. 1243 ; de cremor tartar. kan volgens myne waarneemingen gemakkelyk voor alle middelflachtige zouten , door de pisdryvende kracht vermaard, in plaats gefteld worden; de zee-ajuin, heeft, behalven de braakende kracht, door welke dezelve in deze ziekten zeer te pas komt, gelyk reeds R a ge«  scTo J. L. van der WAGT, GENEES- gezegd is, een allerfterkst pisdryvend vermogen? zoodat zy door vc-rre de meeste en beste Schavers voor het vermogendfle boven alie andere opgezogte middelen metregt gefteid wordt: derzelver onderfcheiden werking hangt af van de grootte der gift, met welke men ze toedient, even gelyk de rhabarber; de paardebloemen-falade is door eene veelvuldige ondervinding gebleeken een zeer fterk pisdryvend middel te zyn i door het welk de waterzucht dikwyls alleen is overwonnen, zie Recueil par * i e u a r d , Tom. 2 ; m ü r r a i appar. med., V. ,. p. Jo6■.. en de Comment, Medic. Tom. 8. —- De zweetdryvende middelen, voor deze ziekten het best bevonden ,- en door veele kundige Engelfche Geneesheeren met den besten uitflag aangewend, zyn het poeijer van dover , en de warme baden. — Eindelyk de kwyling verwekkende , offchoon deze aeldfaamcr te pas.komen, zyn 'er echter vepfcheiden voor* beelden van, dat de Natuur zelve, laags die-wegen, zich wil ontlasten: wanneer derhalven zulksvereischt zou worden, kan dit door de kwik, en door het tabak - rookc-n, en kaauwenvoortgezet worden. De ontlasting, langs nieuwgemaakte wegen, gefchiedt thans alleen door de konstbewerking, pa* racentefis genoemd, of door de punctio. , De opilorping der uitgeftorte vochten wordt bewerkt door de reedsgemelde ft.tke buikzuive- ren-  en HEELM. uït KELDER en KEUKEN. ae>i rende middelen; door de kwik; eene veelvuldige ondervinding heeft het nut van het halv metaal in deze zoo menigwerf bewezen , zie hier over de beroemde Heeren baldinger Sylloge opusc Tom. a, en lind on the difeafes of hot climates; door de wryvingen; door de electriciteit. De wederinftorting van de ziekte , een werk van geen gering belang, gaat men te keer door alles , wat wy in de eerfte raadgeeving voorgefteld hebben ; daarenboven, door koude baden , door eene gepaste levenswyze , door krachtige wynen, en door naauwkcurig acht te fiaan op de waterloozing, waartoe de Rhyn-wyn zeer gefchikt is. §. 14. De Scheurbuik , waaromtrent men te vooren, door eene onvolkomen kennis zeer veele hersfenfchimmen gefmeed heeft; is thans nog in deszelfs naaste Gorzaak niet beflisfende befchreven ; dan de nieuwfte Geneeskundige ziekten-waarneemers komen overeen tot eene van beide deze naaste oorzaaken, naamelyk, 10. eene zeekere rottige ftaat der vochten , welke eene verzwakking der vaste deelen hervoortbrengt; ao. eene zwakte en losheid der vaste deelen s welke van beiden de naaste oorzaak mag zyn, de geneeswyze worde alge- ■meen door de ondervinding volmaakt overeenkomftig verklaard; en de voorftanders van deze twee onderfcheiden ftelfels volgen deze genees-aanwyzingen. — Ten eerften , het herftellen van de krachten en de leevendigheid des ligchaams. — R 3 Ten  2(52 j. L. van der WAGT, GENEES- Ten tweeden , het verzagcen der prangende verfchynfekn. Men voldoet aan de eerfte raadgeeving met 10, de aanleidende oorzaaken wegteneemen ; 20. met verfterkende middelen aantewenden. Het eerstemelde gefchiedt door eenen voedfaamen gepasten levensregel; door het bezorgen van eene gefchikte lucht; door beweegingen ; door opruiming van geest. De levensregel wordt in deze ziekte meer dan in alle andere ten uiterften noodzaakelyk geoordeeld, en het grootfte gedeelte van de geneezing hangt 'er van af; hy moet byzonder beftaan Uit groeijende zelfftandigheden , gelyk uit kool, faiade, chichorey, fpinazie , zuuring, kervel, pk. terfelie, uijens, knollen, zuurkool en voor al het fterk kersch, de orangje appels, limoenen, citroenen, welke men alle ook in foepen van versch yleesch kan kooken , vooral van dieren die uit groeijende zelfftandigheden keven. Eene zoodaapige leevenswyze wordt zoo heilzaam bevonden, dat de Heeren pringle, lind, macbride en cook rondborstig zeggen , dat deze ziekte piet door medecynen, maar wel door de dieet geneezen wordt. — Voor drank is het Infufum bi* nes van den Heere macuride het dienftigfte , en dit blykt thans des te meer, nadat het nut van het acidum aereum is bekend geworden; de huy van karnemelk is vooral in verzwakte lieden zeer voordeelig bevonden door de Heeren boerhaa- Vfi, lind en rouppe, j-le£  tv HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 263 Het tweede gedeelte der eerfte raadgeeving behelst de verfterking; zulks wordt uitgeoeffend door wynen , en door den koortsbast. De tweede raadgeeving eischt het verzagten der prangende verfchynfelen. — Het tandvleesch herftelt men door hetfnymes, door mondfpoelingen uit een afkookfel van kina met den geest van vitriool, en poeijer van roode roozen : de pynen worden verzagt door het poeijervan dover,en door blaartrekkende middelen: de zwellingen en zweeren aan de beenen, behandelt men het beste door ftovingen uit prikkelende kenken-middelen, als uit faly, roze* maryn , enz. in azyn gekookt; op de zweeren legt men plukfel, het welk bevochtigd moet worden met een aftrekfel van kina op brandewyn: voor de bloedige afgangen dient alleen het afkookfel van den koortsbast met het opium, en klysteeren uit foepen van lamsvleesch met roode wyn : de moeijelyke ademhaaling helpt men door Spaanfche vliegen op de borst aanteleggen, en door fiuimïoozende middelen, over welke wy elders gullen handelen: de bloedftortingen vinden ook geen meer hulp, dan in den koortsbast met de delfzuuren: de andere ziekten, die 'er uit kunnen voortkomen, vereifchen die behandeling, welke wy op haare plaats ontvouwd hebben. §. 15. Het Schurft is voor de geneezing niet zeer omflachtig, vermits de genees-aanwyzing niets anders bedoelt dan het oplosfen van eene eigenaar- R 4 ü' "  j. L. van der WAGT, GENEE5- tige befmettelyke fcherpte in de weyvochten, en het ontruimen van dezelve; dit alles bereikt men door ruime afkookfeJs uit cicborey- en paardebloemen - falade - planten , want de melkachtige, bitterachüge, frepachtige eigenfchappen dezer groeijende keuken-zelfftandigheden ontbinden den lymachti gen ftaat der vochten, zy ontruimen de byzondere fcherpte door den pis-vloed, zy prikkelen de dar- . men zagtjes; de ontlasting van de gemelde fcherpte moet ook telkens geholpen worden door eene gepaste buïkzuivering , waar voor de rhabarber in groote giften voortreffelyk is: dan het gewigti-fte der geneezing wordt volbragt door de byzonder hier voor gefchikte middelen, den zwavel, de groene zeep , en de kwik, zoo in- als uitwendig, aantewenden, zonder echter uit te fluiten eenen gepasten leevens-regel, en het onthouden van gczoutte, gerookte, gezuurde en vette fpyzen. §. 16. De Venerifche ziekten , welke op zich zelve uitmaaken een Gedacht, het welk in onderfcheiden foorten verdeeld wordt, hebben twee hoofdzaakelyke genees-aanwyzingen, 10. 0m de uitwerkingen, welke het nieuw gevatte venyn in de byzondere deelen van het ligchaam uitoeffent onder welke,eene plaatfelyke ontfleeking de eerfte' én meestal de voprnaamfte is , ivegtenecmcn l 20. om het venyn zelve uit de weyvochten te rui-' men, het in deszelfs aart tegentewerken , en de kracht 'er van uittedooven. De eerfte genees - aan- dui-  jLN HEELM. uit KELDERen KEUKEN. duiding betracht men door pisdryvende en verkoelende middelen, voor welke uitmunten de af kookfels van cichorey- of paardebloemen - falade • planten , die fchjer hetzelfde vermogen hebben , de komkommer- en meloen - zaaden met falpeeter, voorts door al het geen wy §. 3. daargefteld hebben. De tweede genees-aanduiding vordert het in- en uitwendig gebruik van de onderfcheiden kwikbereidfelen, en niet zelden de reeds onontbeerelyk verklaarde harstachtige houten , de fajfaparille en het guajacum; en voor de in deze ziekten opgevyzclde balfems kan men zeer veilig de" gemeene Eerebinthyn bezigen, met welke middelen, onderfeheidenlyk gevormd en famengebracht, men, mee behulp van eenen goeden leevensregel, alle deze giekten zeer wel geneest. §. 17. De Hypochondrie heeft met andere ziekten gemeen, dat, hoezeer de Genees- en Wysgeeren gepoogd hebben derzelver naaste oorzaak optefpooren, zy echter nog onder de verborgenheden der Natuur ligt opgefloten. Onder de vernuüïglte uitgedagte ftelfels om de naaste oorzaak van deze piekte te betoogen, is verre het bondigfte bewezen het gevoelen van den jongen zeer beroemden wintringham; naamelyk , de verwonderlyke balans verandering van den omloop des bloeds, uit eene aderlyke volbloedigheid , welke eenen kwynenden omloop der vochten veroorzaakt, en uit eene lïramheid der vaste deelen: dan , hoe fyn R 5 en  *66 J. L. vam oer WAGT, GENEES- en fraai dit ook moge verdeedigd zyn, de vooronders van deze ftelfels ftemmen allen toe dat de eerst voorkomende verfchynfels dezer ziekten (reeds zyn, hardlyvigheid , oprispingen , maagpyn, opfpanmng, gebrekkige fpysverteering, walging voor voedfels, offchoonzy die allen afleiden van eene traage werking van de maag en der ingewanden, de waare uitoeffènaars der fpysverteering niet grondig nagegaan hebbende; zoo kan ik niet van my verkrygen myn gevoelen te ontveinzen, alhoewel het my hier niet geoorloofd is hetzelve met de allerovertreffendfte en bondigfte bewyzen te (haven, zoodaanig, dat ik my durf vleijen, dat het zelve in verfcheiden opzichten den voorkeur zou verdienen: myn gevoelen is derhalven , dat de naaste oorzaak in de fappen, die de fpysverteering uitoeftenen, gezogt moet worden ; het zy het de ongefleldheid derzelven zelve is; of wel eene verkeerde werking van hun op de voedfels; of wel het verbroken evenwigt tusfchen hen en de gal; door alle welke oorzaaken de prikkelbaarheid der* zenuwen, die tot de maag en de darmen behooren, zichtbaarelyk ongefteld wordt, en van waar alle de verfchynfels, welke zich in deze ziekte van den beginne af aan voordoen, beter, dan in alle andere ftelfels,en met veel meer grond, kunnen ontvouwd worden ; waardoor ook het beuzelachtig onderfcheid, tusfchen hypochondrie met, en zonder ftoffe, van zelve vervalt: uit het geftelde nu  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 267 r.u volgt dat de beste geneeswyze beftaat in bet herdellen van eene gebrekkige fpysverteering, en vooral in het verbeeteren van derzelver fappen , waarop zich alle Geneesheeren tot hier toe voor alles byzonderlyk hebben toegelegd, als het waare door de ondervinding daartoe genoodzaakt geworden zynde, niettegenftaande zy anders over de naaste oorzaak gedagt hebben; ten anderen, men moet de zwaare verfchynfels, die 'er uit hervoort gekomen zyn, verzagten, of wegneemen. Men herftelt de fpysverteering krachtdaadig door een gepast gebruik van zagte braak- en buikzuiverende middelen, uit de ipecacoanna, de rhabarber, uit klysteeren van dezelve middelen bereid, en verzagtende gemaakt door zemelen en falader olie: de hevige pynen worden het best door het opium geftild,zulks getuigt de doorziende sydenham Disf. Epist. pag. 50; hierna zyn van eenen uitneemenden dienst de diereiyke masgfappen, en een aanhoudend gebruik van mostaart. — De zwaare verfchynfels, naamelyk de algemeene ftramheid der vaste deelen, de flaapeloosheid, den hoest, moeijelyke ademhaaling, zwaare gemoedsbeweegingen, prangende bezorgdheid, verfehrikkelyke vreesachtigheid , enz. gaat men te keer door beweegingen, vooral door het paard-ryden; door baden , zie de Pralect. van den geleerden duncan, door het opium, en eindelyk door het bezorgen van eene geruste uitoeffening der ziels- ver-  SfjS J. L. van der WAGT, GENEES» vermogens, het welk veelal het moeijelykfte gedeelte der geneezing is, en waarvoor geene Jenven gefchikt zyn. §. iS. De Atrophie of zenuw-reering, eigenaartig befcbouwd, worde van de beste Schiyvem «pegefchreven aan eene gebrekkige dienstverrichting der zenuwen, boedaanig ook bet aangenomen flelfel over derzelver dienst-uitoeffening moge zynm den uitmuntenden morton Cap. , Het zy de naaste oorzaak uit de zenuwen oorfpronkelyk w, of wel mt eene gebrekkige werking der bewerkers van de fpysverteering ; onder welke ge, daante ook de naaste oorzaak, onderfcheiden van Pie der yoorige ziekte, zich zou mogen voordoen : zeker is het dat de Geneesheeren, de onr gefteldheden der zenuwen nog niet duidelyk kennende, tot hiertoe fteeds hebben getracht, en door de ondervinding het gefchiktfte gevonden, om dezelve afteweeren door maag-prikkelende, verfterkende bittere middelen ; en wat kan hier voor gepaster zyn , dan zoodaanige bittere en prikkelende , die de Natuur voor zich zei ven bezigt, ik meen de gal; daarenboven, gemerkt het onwederfpreekelyk is dat de maagfappen in deze ziekte ongefteld zyn, wat kan men zekerder uitdenken, dan de dierelyke maagfappen, gevoegd by de dier relyke gal, vooral in ziekten, welker naaste oorzaaken voor ons zoo duister zyn? Tusfchen beiden kan men met zeer veel vrucht toedienen uit de keu-  ik HEELLVl. cït KELDER etj KEUKEN, sfy keuken- fpeeeryen de notemuscaat, de kaneel, enj uit de opgegeeven middelen , het Haal op hartüerkende wynen getrokken ; de door konstgemaakte {taaiwateren zyn ook niet zelden zeer dierï± flig, edoch deze moeten niet aangewend worden ; dan, nadat de fpysverteering, door de eerst aangeprezen dierelyke fappen geholpen, afgeloopen isr. §. 19. De Rheumatismus, Arthritis, Podagra, Lumbago, enz. door welke aanleidende oorzaaken dezelve ook mogen geboren worden, het zy zulks uit eene byzondere gefchiktheid der vaten, of wel van de vochten, gefchiede, zyn meer of min hardnekkig, naar gelang zy zich voordoen in meer of min zenuwryke of prikkelbaare geltellen: deze prikkelbaarheid, door gemelde aanleidende oorzaaken in werking gebracht, doet de uitwaasfemende vaatjes , of die van de geleedingen , ftuipachrig aan, waardoor die fyne ltoffen op gevoelige plaatfèn blyven hangen , en doör ontaarding en' fcherpte, prikkeling, pyn , en kramppynen vcr©orzaaken* Wanneer men de Gefchiedenis van deze ziekte by de beroemdfte Geneeskundige 1 Schryvers naleest, en in de practyk naargaat, ziet men de ,geneezingen op onderfcheiden , ja zelfs op volftreke ftrydige wyzen gelukken. Het is zeker dat dit voortkomt uit byzondere verfchillende gefteldheden der vochten, der vaten, of van het zenuw - geitel; naar welke gevallen derhalven een, ervaaren en oor-  2"o ƒ. L. van der WAGT, GENEES- oordeelkundig Geneesheer de geneeswyze moei weecen interichten. De zekerfte weg, langs weJken men dfi nees-aanwyzingen van alle deze ziekten kan bepaaIe», is deze, dat men met den zeer geleerden tUDwIG voor alles eerst in het oog houde, of «fc gemelde fyne ftoffe beweegelyk of onbeieegely. zy ; ,n het eerfte geval moet men trachten dezelve te ontlasten door zagte , openende, verdunnende, en de uitwaasfeming bevorderende middelen ; zulks bereikt men overheerelyk door de wey van karnemelk met geley van vlier , uit de redenen, §. 5, opgegeeven; in het tweede reval, mdien die ftoffen onbeweegelyk en vast zitten , moet men naauwkeurig acht geeven op de koorts, die, in deze, onze voornaame richtfnoer is : wanneer zy te hevig is , komen «er aderlaatingen, verkoelende, en bevochtigende dranken te pas, zie §. 3, 4; meescentyds moet men den middenweg inflaan, tusfchen de onfteekendeen zinkings-koonfen, $. 5; in andere geJegenhe. den moet men zich van de openende dranken uit de ctchorey- .en paardebloemen - falade- planten bedienen, zie §. x ; de buikzuiverende middelen, die hier vereischt worden, zyn enkelyk de rhabarber , en net gemeene zout. — Wat de uitwendige behandeling aangaat, deze is niet zeer omflachtig; in de hevige .pynen, die met koor» gepaard zyn , worden de baden uit heete. zoete. melk,  en HEELM, uit KELDER en KEUKEN. 271 melk , heete pappen uit wittebrood met zoetemelk, het dienftigfte bevonden: de pynen, welke volftrekt zonder koorts, of zeldfaam 'er mede gepaard zyn, worden het best geholpen door baden van koud water, en daarop aanhoudende wryvingen: dan hoe veele poogingen men ook moge aanwenden om deze kwaaien, indien zy hardnekkig of wederftreevende zyn, te geneezen, de eenvouwdige Natuur geeft ons volkomen alles aan de hand , wat men voor dezelve doen kan, in het geen wy gemeld hebben. Van de Zenuw - ziekten. §. ao» De zenuw-ziekten zyn of verfchynfelachtig of eigenaartig , gelyk uit de ziektekunde blykt; de geneeswyze derzelven is even zoo moeijelyk en onvolkomen, als de Natuur-onderzoekende weetenfchap in de wyze, op welke de zenuwen haaren dienst verrichten , nog weinig gevorderd is, en mogelyk ooit zal vorderen, welker vorderingen nopens dezen zich enkelyk tot gisfingen bepaalen. Onaangezien de verfchillendheid der ftelftels, welke men met betrekking tot dezelve gefmeed heeft, blykt het door de daagelykfche ondervinding, welke de oeffenende Geneeskonst ons verfchaft, onbetwistbaar, dat men derzelver prikkelbaarheid geenzins kan lochenen ; het, is ook even zeker dat men zenuw - toevallen van veelerhanden aart dagelyks ziet verwekt worden uit belt?-  Af$ J. L. van der VVAGT, GENEESlediging derzolvcn door bygepJaatfte 0f nPa^de; gen vJoeibaare, en vaste deelen; by voorbeeld, doordrukking, dreuning, ft0ff,|yke prik kei, „, , door byzondere prikkeling van de in- en uitwendige zintuigeiyke aandoeningen 4 als van het hoor, het gezicht, den reuk, den fmaak, het gevoel; door de hartstochten, als doör vrees, fchnk, droefheid, blydfchnp, aangenaame, en onaangename gewaarwordingen, enz.; en, oflthooo men " jot hier toe voiitrek niet kent de wyze, op weike de zenuwen zoo verwonderlyk, 'en zoo onderfcheiden werken , m3g men echrer ük £ men dagelyks waarneemt, eh uit net geen zoo veele groote Mannen door meenigvuldige woeven ontdekt hebben , voor als nog befluicen * dat 'er tusfchen de werkingen van de herslènen, van de kleine hersfenen, van het verlengde-, en van bei rugge-merg, den oorfpronk aller zenuwen, en lusfchen de werking van alle zenuwen door het ganfche ligchaam verfpreid, een zeker evenwigt belraat; invoegen, wanneer eene of meer zenuwen op de gemelde wyze kwalyk aangedaan of geftoord wordt dit evenwigt ook ontlteld wordt , dat vervolgens deze ontiteLW van h„, evenwigt onderfcheiden is, naar gelang 'er meer . of minder zenuwen teffens, grootere of kleinere gewigdgere of minder gewigtige, en meer of min van den oorfpronk afgelegen zenuwen aangedaan 01 beledigd worden; en naargelang zulke aanlei- den-  en HËÉLM. uit KELDER en KEUKEN. 273 dende oorzaaken meer of min hevig en aanhoudende zyn; dat uit dit bekende volgt, dat de geneeswyze van alle de ongefteldheden derzei ven zich bepaalt tot de volgende drie genees - aanduidingen, 10. wanneer, behoudens het evenwigt, de prikkelbaarheid der zenuwen te fterk is, haar te verzwakken ; 20. wanneer , tegenovergefteld > behoudens het evenwigt, zy te zwak is, ze aantewakkeren; 30. wanneer het evenwigt geftoord wordt, het zy de prikkelbaarheid anderzins te fterk, te zwak, of gemaatigd is, dezelve te herftellen. — Dan , eene langduurige en naauwkeurige ondervinding heeft ons ook geleerd dat de middelen voor deze genees - aanwyzingen gefchikt, met zekerheid alleen te brengen zyn tot twee klasfen, naamelyk tot die , welke de prikkelbaarheid opwekken, en tot die, welke ze uitdooven: daarenboven overtuigen ons veelvuldige waarneemingen dat de wyze , op welke deze twee ftrydige foorten van middelen inwendig werken, alleen gefchiedc door aanraaking van de zenuwrykfte en gevoeligfte plaatfen, door welke zy eene aandoening , voor het een of het ander oogmerk , aan het geheele zenuwgeftel toebrengen, voor welke de gefchiktfte plaatfen zyn de maag, en de darmen ; by voorbeeld, uit de proeven van den zeer beroemden whvtt, en van anderen , blykt het dat het heulfap, zoodra het in de maag gekomen is, aanftonds zyne werking den oorfpronk aller zeXIII. o e ei.. S nu-  274 J- L. van der. WAGT, GENEES- nuwen mededeelt, zie de Acta Edinburg., Vol. iu p. 303; het fraaije Werkje de Sympathia, enz. door den Heere rega; en dat over het Samengevoel , door my uitgegeeven. De gevolgtrekkende kennis onderricht ons ook nog, dat, byaldien de uitvoerende oorzaak, welke het evenwigt ftoort , of de prikkelbaarheid vermeerdert of vermindert, te hevig of te wederftreevende is, onze tegenwerkende middelen meestal niet evenredig kunnen aangewend worden; eerftelyk, omdat al te fterk prikkelende middelen, welke men zou kunnen vinden, de maag en darmen zulke teergevoelige en vaatryke ingewanden, zouden ontfteeken; ten tweeden, omdat men de prikkeling uitdoovende middelen niet te aanhoudende, en in eene te zeer aanmerkelyke hoeveelheid zou durven bezigen, aangezien deze vergiften zyn: uit al het gemelde volgt zonneklaar dat zoodaanige middelen, welke de prikkelbaarheid der zenuwen allerfterkst aandoen, en het minst de teere vaatjes van de maag en darmen beleedigen, den voorkeur verdienen boven alle andere ; onder een aantal van zenuw-middelen, is my door meenigvuldige waarneemingen gebleeken dat de campher voor het inwendige gebruik het zekerfte en fterkfte middel is, en het welk eene volftrekte tegenovergeftelde werking doet, als het opium, niettegenftaande de Heer home, en anderen, een krampftillend vermogen aan het zelve hebben toegefchreven, het welk  en HEELM. uit KELDER m KEUKEN. 275 welk in zich zeiven niet geheel buiten de waaf« heid is, dan dit oeffent het uit by wyze van tegenwerking, of door middel van overdry ving, gelyk wy in de laatfte Afdeeling zullen zien; de uitmuntende whytt heeft het ook als een in den hoogften graad verhittend en prikkelend middel befchouwt, zie pag. 249; voor de uitwendige middelen is de electrifueit het fterkfte en dienftigfte bevonden. Voor het verminderen en verdooven der prikkelbaarheid , wordt een gepast gebruik van het opium alzins het voldoenendfte geacht ; zoodat men door deze twee opgenoemde middelen voor beide die groote oogmerken, niet alleen alles kan doen, wat de konst in deze ziekten vermag, maar zelfs dat men onder de ontelbaare zenuwmiddelen 'er geene kan vinden , die deze, in kracht, en in fchadeloosheid evenaaren; men kan echter, uit de dagelyks in gebruik zynde zaaken, middelen vinden, die alhoewel niet zoo ver* mogende , nochthans in minder hardnekkige gevallen, zeer voldoende zyn, en die by wyze van aftrekfels of in zelfftandigheid kunnen toegediend worden: zulke zyn het citroen-kruid , pepermunt, de basten van citroen- en oranje-appelen, de muscus ,• de fteelen van de faffraan , welker vlugfte uitwaasfemingen zeer doordringende zyn, en in veele gevallen kunnen dienen. Zoo kan men op de allereenvouwdigfte wyze, en in haaren eerS 2 ften  2;5 J. L. van der WAGT, GENEES- iten oorfpronk , de als nog bekende hulp allerzekerst toebrengen aan de ongefteldheden van de prikkelbaarheid des ligchaams, welke zich alleen tot de zenuwen bepaalt, gelyk ontegenfpreekelyk betoogd is door den zeer beroemden Heere ypey, in zyne zeer fraaije en met den gouden Eereprys bekroonde Verhandeling, zie hetBataafsch Genootfchap, 7.Deel-door welke het vernuftig en fchoonfchynend ftelfel van den grooten h aller volkommen wederlegd , en buiten alle waarfchynlykheid gefteld is. §. 21. De famengeftelde zenuw-ziekten veronderstellen , by de ongefteldheden der zenuwen, ook werktuigelyke oorzaaken, naar welke beide de genees - aanwyzingen tenens moeten ingericht worden. — De werktuigelyke komen voort, 10. uit onderfcheiden foorten van vervuilingen of vreemde ligchaamen in de eerfte wegen; 20. uit verfchillende ophoopingen van bloed, wey, en van de edele vochten des ligchaams; 30. uit fterke ontlastingen van gemelde vochten; 40. uit byzondere of algemeene volfappigheid; 50. uit byzondere of algemeene kwaadfappigheden. — De doorziende lezers zien klaar en duidelyk dat alle deze geneesaanduidingen zeer gemakkelyk uit andere, en uit deze Afdeeling, kunnen opgemaakt worden, en dat men de paaien van eene Prys-Verhandeling verre zou te buiten gaan, indien men elk dezer, met derzelver veranderingen, die zy kunnen voordoen, zou willen ontvouwen. De  en HEËLM. uit KELDER en KEUKE N. 277 De ziekeen, welke ik onder die Geflachc brenge, zyn, de beroertens, en de daarop volgende lamheden, de ftuiptrekkingen, de flaauwtens, de bezwymingen, de flaap - ziekten, de vallende ziekten , de zwaarmoedige ziekte, de raaskalling, of uitzinnigheid. Het Gedacht der uitteerende koortfen, van welke fommigen gevolgen zyn van de in deze Afdeeling befchreven water- wey- vocht- en zenuwziekten , en anderen van veretteringen en verouderde verzweeringen, uit andere Afdeelingen te kennen , heeft niet dan pallieerende genees • aanwyzingen, naamelyk, i». het aanvullen van de gebrekkige voedende fappen; 20. het tegengaan van de brandende fcherpten , in de tweede wegen ; go, het onderfteunen van de kwynende poogingen der Natuur. Deze aannaderende ondergang der Natuur, en gedugte gefteldheid , welke zoo verre van den gezonden ftaat is afgeweken, en uit zoo een aantal van gebrekkigheden is famengefteld , wordt zelfs van hun , die de ryke meubilen van eene overdaadige Apotheek zoo zeer voorftaan, op de eenvouwdigfte wyze beftreden , naamelyk, door een onderfcheiden melk-diëet ; door foepen uit oesters, Hakken, fchild • padden , kreeften; door dierelyke maagfappen , en gal , het zy men de maagen van versch gedachte dieren uitperst, of tnderzins weet te bekomen; door de roode kina S 3 op  .a;3 J. L. van dek WAGT, GENEES- op z igre olieachtige wynen \ gëjyk de zoete Spaanlche wyn ; enz. welke fchier algemeen- goedge« keurde behandeling tot een overtuigend bewys ftrckt, dat men, zelfs in de meest famengeftelde en ter geneezing moeijelykfte ongefteldheden, geenen overdaad van gewrochten noodig heeft, maar dat de Natuur van naby op haar fpoor wil gevolgd worden , en ons zelve geleidt, langs de eenvouwdigfte wegen, ter bereiking van haar groote doel: immers men ziet indiervoegen, haar de meeste hulp toebrengen. VIERDE AFDEELING. In hoe verre de ziekten der holligheden van het hoofd, van de borst, van den onderbuik, van •- het bekken , van de Kinderen en van de zwangere en zoogen de Fr ouwen, op de bedoelde wyzen, en voorwaarden, kunnen herfteld worden. t \l De Iloofdpyn , welke men hebbelyk noemt, is fteeds verfchynfelachtig; derzelver oorfpronk is tweederlei, uit eene werktuigelyke oorzaak van de zagte onvaste deelen van het hoofd op de hersfenen, welke echter in zekere opzicht eigenaartig zou kunnen genoemd worden ; of wel Uit even zulke, in de ingewanden van x de borst of den  m HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 379 den buik plaats hebbende, die door famengevoel op de hersfens werken, en deze ziekte hervoortbrengen ; zie hier over de meer gemelde. Werkjes van den Heer reoa, en van my. Deze kan door het aanwenden van genees- en heel-middelen geenzins, doch, door de heelkundige konstbewerkingen, flechts in fommige gevallen geholpen worden. De hoofdpynen , gevolgen van meenigvuldige kort- of langduurige ziekten en kwaaien, moeten volgens den aart van elke afzonderlyke ziekte verdreven worden. De Oog-ontfteeking ontleent voor de inwendige behandeling haare geneeswyze geheel uit die, welke in het algemeen voor de ontfteekende koorts daargefteld is. De uitwendige hulpmiddelen zyn afleidende, verzagtende of de vaste deelen verhardende; van welke het onderfcheiden gebruik moet gefchikt worden naar de verfchillenheid der aanvoerende oorzaaken, hetzy deze zich meer tot het werktuigelyke van het bloed , of toe dat van het weyvocht-ftelfel uitftrekken; hoedaanig men ook de oorzaaken der ontfteekingen moge befchouwen. — De afleidende zyn voor alle aderlaatingen, voor de bloedige ontfteekingen, bloedzuigers, koppen, enz.; voor de weyachtige de Spaanfche vliegen, en etterdragten. — De verzagtende of verhardende middelen, die de veerkracht der vaten verminderen, en vermeerderen, worden op hun beurt gebezigd naar S 4 den  sBo J. L. van der WAGT, GENEES- ifcn graad van de aanwezig zynde koorts en pyn, welke 'er mede gepaard gaan; de eerstgemelde zyn eenvouwd,ge warme pappen van wittebrood met zoetemelk , warme gebraden appels: de laatstgenoemde beftaan enkelyk in ftovingen of aftrekfels van falie, rozemaryn, faffraan, aluin; de door. dringende verdryvende , famentrekkende, prikkelende krachten, en de byzondere gefchiktheid dezer planten voor onderfcheiden gebreken der oogen zyn te algemeen bekend, en alle Artfenybelchryvers gewaagen 'er te veel van , dan dat wy ons zouden bemoeijen met derzelver uitwerkingen omftandig te befchryven ; men kan ze met roodewyn laaten aftrekken : zoo kunnen wy de oogmerken der Natuur volkomen bereiken zonder dat wy hier iets anders noodig hebben. ' De Leep-oogen zyn toevallig of faebbelyk: "de eerfte zyn gemakkelyk te geneezen, gemerkt de fcherpe ftoffen, welke, na voorafgegaane ziekten, of geduurende dezelve, zich oP de oogen geplaatst nebben, met wederom aangroeijen, nadat de ziek, ten geneezen zyn, terwyl deze,niet moeijelyk zyn voor de geneezing: de tweede zyn veel hardnekkiger, nademaal de ziekten, die dezelve hervoorr, brengen, niet Hechts hebbeiyk veronderfteld worden, maar ook van de wederftreevendfte zyn voor de geneezing; want derzelver fcherpten.zyn van eenen fchurftachtigen, venerifchen, blaauwfchuitgchugen, of vari eenen gemengden aart; zy zyn daar-  en MEE LM. uit KELDER en KEUKEN. 281 daarenboven des te langduuriger , omdat 'er onophoudelyk nieuwe fcherpe deeltjes in de oogen aangewonnen worden. Het blykt wederom van zelve dat de geneezing moet gefchikt worden naar die van de gezegde kwaaien, hetzy zy afzonderlyk , of vermengd 'er de oorzaak van zyn ; de afleidingen moeten ook van de fterkfte zyn, gelyk Spaanfche vliegen, fetonnen , fistels, fcarrificatien , enz. kunnen uitoeffenen. De Amaurofis of verdonkering des gezigts, indien dezelve uit ftoffelyke oorzaaken komt, wordt op dezelve wyze behandeld; dan, wanneer zy uit onwerkfaamheid van de oog-zenuwen geboren wordt, zyn de falie en rozemaryn wederom voor het inwendig gebruik de overheerelykfte prikkelende middelen, vooral op hartflerkende wynen; fomtyds echter kan men de campher niet ontbeeren; uitwendig laat men met den besten uitflag in het oog druipen een aftrekfel van ftaal op Rhyn-wyn, het welk niet alleen zeer verfterkende, maar teffens zeer verdryvende is. De Oor-ziekten , of die gebreken , welke de uitoefening van het zintuig des gehoors, geheel of gedeeltelyk , beletten of belemmeren, kunnen gevoegelyk gedeeld worden in die der vloeibaare, en in, die der vaste deelen. — De ziekten der vloeibaare deelen, hetzy die van eenen zinkachtigen, ontfteekenden, of kwaadfappigen aart zyn, worden volgens de wyzen, in elke dier ziekten S 5 af"  £8a j. L. van dïïr WAGT, GENEES- afzonderlyk gemeld, geneezen. — Zy, welke in de vaste deelen huisvesten, zyn betrekkelyk tot de zenuwen, vaten, vliezen, en beenderen: die der zenuwen zyn fomtyds herftelbaar, naar de wyze der inwendige geneezing , in de Afdeeling der zenuw-ziekten voorgefteld, uit welke derzelver ongefteldheden te gelyk Kunnen gekend worden: de andere zyn fchier altoos ongeneezelyk, gemerkt zy in zulk een ingewikkeld werktuigelyk famenftelfel zelfs niet kunnen ontdekt worden; ten anderen, omdat de hand van den Heelmeester hier volftrekt geenen toegang heeft. De ziekten van den mond, en van de keel komen, wegens de eenvouwdige behandeling van alle Geneesheeren en Heelmeesters eenpaarig in achtgenomen, hier niet in aanmerking , om te betoogen, dat dezelve zonder de Apotheek geheel uit kelder en keuken gemakkelyk geneezen worden. & Van de ziekten in de Borstholte. §.23. Onder deze zyn die van de longen, en van het hart, wel de aanmerkelykfte en van het grootfte aanbelang. — De hoest en fchorrigheid ontftaan uit verfchillende oorzaaken, welke echter alle zyn vreemde verftoppende of prikkelende ligchaamen, die in de longen, de longenpypjes, den ftrot, en in de keel huisvesten: zy worden op drie onderfcheideu wyzen aangewonnen, je. door in- ade-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 283 ademing met de lucht, of door eene gebrekkige in- en uitademing, waardoor 'er geene behoorelyke ontlasting van phlogistifche deeltjes gefchiedt; 2o. door ongefteldheden of kwaade affcheidingen van vochten ; 3°. door werktuigelyke gebreken, die in gemelde deelen zelve geboren worden. —• De eerfte wordt weggenomen gedeeltelyk door het genot van eene gefchikte lucht , en gedeeltelyk door de middelen, welke voor de tweede gefchikt zyn. „ De tweede heeft de volgende genees-aanwyzingen, naamelyk het ontlasten van opgehoopte flymmen ; het verdunnen van de taaije flymmen; en het verminderen van de prikkeling, wanneer de flym, langs dien weg, de teerfte vaatjes zou verfcheuren: wat de twee eerstgenoemde genees - aanduidingen betreft, voor deze heeft men dikwyls de vermogenfte ontfpannende, flymverdunnende, uitwazeming, en pis-ontlastende middelen noodig, uit redenen, op andere plaatfen vermeld, zie §. I, en §. 2. gelyk de onderfcheiden braakmiddelen, onder welke de Tart. emet.y en de honing van zee-ajuin dikwyls moeten begrepen worden: met opzigt tot de derde genees - aanwyzing moeten wy aanmerken, dat een zekere graad van fcherpte der flym-vochten , of eene zekere hoeveelheid van fcherpe deeltjes in de flym, op de gemelde plaatfen bevat, voor de Natuur allernoodzaakelykst is, ten einde door eene gunftige hoest de flymen los te maaken en te ontlasten; dat het involveeren van fcher-  284 j. L. van der WAGT, GENEESfcherpe deeltje,, inde flymen huisvestende, door zo thout Arab.fchegom, faieb, enZ. fchier ntet bedmdende «aken zyn; dan, wanneer de JZ ^ vermeling der vaten zou overflaan, fl g amandel o ie met dnnirpn 1T' r, 'rde °°rZaak' dat is ^ werktuigelyke gebreken , zy„ of door zich zelvg ongeneeze- en L !7 V°°r d£ geöees^ze va« ^ ziekten uk welke zy geboren worden, wyken. De aamborstigheid befchouwen wy als een ver»d verfchynfel, oorfpronkelyk uit bovengemde oorzaaken; waaruit de geneezing, welke «ld /aam voorvalt, dan ook bjykt. Een ,^en bu. ^ ^ jQ «er gemakkelyk gevonden worden in het geen wy, §. 6, over de befloten en open ettergezwel-en, gezegd hebben. ö De longteering wordt niet altoos geboren uit moIxo, „ ' g6tUigen ZyU de Zeer ^e morton, home , gr e go Rl us , e l a ck en veegde dan ik ftel met den n;au;k;«» waarneemer dezer ziekte, den onfterfeJyken mor Ton, vast, dat dezelve uit een aanhoudende ^rloei- jen-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 285 jende bron van etterftoffe daar gefield wordt. Het is een overbekend en algemeen gevoelen , dat deze ziekte de vermogens van zoo veele der grootfle Geneesheeren zonder vrucht als nog heeft bezig gehouden: zoo dat ik rondborstig durf verklaaren dat zy lleeds ongeneezelyk is, ten zy in zoodaanige gevallen, wanneer, buiten de longen, eene zeer geringe en goedaartige vomica 'er de oorzaak van zy, als wanneer dan ook de geneezing niet dan door de kwik kan verkregen worden. —• De genees-aanwyzingen , of liever gezegd de verzagtaanwyzingen, zyn, het verminderen van de brandende of hectifche hette; het zuiveren der zweeren, het onderhouden der etter-ontlasting; en het in bedwang houden van den te zeer hevigen hoest. — De kundigfle geneeskundige Waarneemers Hemmen in dat men meer met eenen gepasten levensregel Haagt dan door het gebruik van artzenyen; de groote hoffman, Cent. 1. Lect. 2, hier op oogende, zegt: ,, Et fi candide meam aperiam „ mentem, omnes hi Jcopi recta ac pertinaci vp„ vendi ratione longe facilius impetrari poterunt, „ quam folis multisque pharmacis ac chymkis me„ dicaminibns". Het eerfte wordt voldaan fomtyds door aderlaatingen , met welke men echter voorzigtig moet te werk gaan; meest door melkdranken uit verkoelende zaaden, zie 3, door het uitgeperste fap van komkommers, door de onderfcheiden melk- diëet  286 J. L. van der WAGT, GENEES- diëet enkelyk , of mee felfer- water gevoegd; niets zuivert de zweeren veiliger en beter dan het honing-water, de afkookfels van oesters en flakken, welke teffens de etterloozing onderhouden.-; edoch niets voldoet beter aan de drie eerfte verzagt - aanwyzingen dan de wazem van kookend-water, en de gedephlogisteerde lucht ; om den hoest' in dwang te houden maaken thans de beste Geneesheeren veel gebruik van het opium , vooral des avonds, naar den les van den grooten ziekten-kenner sydenham; dit middel is van geen minder dienst, wanneer zich de loop, dat gedugte reeken in deze ziekte, 'er byvoegt, ten dien einde bereidt men een allergefchikst mengfei uic honing , zuiker , dooiren van eijeren , en eenige greinen opium. De hartklopping heeft onderfcheiden oorzaaken, welke fchier alle haar ongeneezelyk maaken. De eerfte en meest voorkomende is eene gebrekkige dienstuitoefening der zenuwen, welker geneezing geheel uit de Afdeeling der zenuw-ziekten moet opgezogt worden ; de tweede beftaat in alle zoodaanige werktuigelyke gebreken, het zy in het hart of deszelfs vaten zelve , het zy in de vochten, als by voorbeeld, ader- of flagader- fpatten, uitzettingenen breuken, bloedproppen, en alle foorten van wangeftalten; de derde zyn veelerhande uitgezette omliggende deelen, uitgevate vochten, en alle zoodaanige ongemakken, die door drukking, of  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 287 of andere werktuigelyke oorzaaken, een ftremming in den omloop der vochten voortbrengen : niemand , die maar eenigzins een oppervlakkig denkbeeld heeft van de Geneeskonst, ziet niet dat alle deze oorzaaken meestal bykans ongeneezelyk zyn, ten zy de hand van den Heelmeester in fommige, den toegang hebbende, dezelve mogt herftellen. Van de ziekten in de Buikholte. %. 24. De gebrekkige Spysverteering, die voornaame bron van de meeste ongefteldheden en beleedigingen van de leevens-dierelyke- en natuurelyke dienst-verrichtingen des ligchaams, wordt op de volgende wyze her voort gebracht, 10. door de fpyzen en dranken , welke wy nuttigen; 20. door eene gebrekkige opflorping der voedfaame voedfels; 3°. door eene gebrekkige ontlasting der uitwerpfels ; van hier de eerfte rang-oorzaak. Het is uit de nieuwfte thans bekende Theorie duidelyk te bezeffen dat het niet eveneens is voor de maag, die de voedfels ontfangen, bewaaren, en aan de darmen overgeeven moet , noch voor de fappen , de eenigfte ontbindvochten van alle voedfels , welke fpyzen en dranken , en in eene hoegroote hoeveelheid wy dezelve gebruiken : het blykt even zoo klaar dat, gemerkt de gal een nederplosfend vocht is, het welk uit den chyl de onnutte ligchaamen nederplost, dit uit dezelfde oorzaaken in zyne werking zal te leur gefteld worden,  3§S J. L. van der VVAGT, GENEES* den langs welke wegen gevolglyk het evenwigt en de betrekking, welke deze hoofd - vochten op elkander hebben , noodzaakelyk moeten geftoord worden 5 aan welk verbroken evenwiVt een heir van ziekten derzelver oorfpronk verfchuldigd zyn. Het kan eindelyk ook volflrekt niet misfen , of tegelyk met het geoorde evenwigt dier vochten moet de prikkelbaarheid van de maag en van de darmen ongelield worden: wie ziet niet aanllonds, by den eerften opflag, in deze, de vruchtbaarile zaaden van veelvuldige ziekten en van de fleependfte kwaaien? - Uit de gevolgtrekkende leere van dit ftelfel, welke buiten ons beftek is te ontvouwen, doch waarvan men veel kan vinden in de voortreffelyke beoeffenende overweegingen van den Heere sennebier over de Proeven van den uitmuntenden spallanzani, onlangs door my vertaald , is niet onduidelyk afteleiden de allerbelangryklle doch teffens eenvouwdigfie herllel* wyze van eene zoodaanig befchouwde gebrekkige fpysverteering, naamelyk alleenlyk door eenen gepasten leevens • regel. ^ Het verbroken evenwigt kan niet beter dan door het gebruik van dierelyke voehten, maagfappen, en gal, op onderfcheiden wyzen en tyden te bezigen, in order gebracht worden. - De kwynende prikkelbaarheid van de maag en van de darmen wordt opgewekt door onze braak- en buikzuiverende middelen, en door de gewoone keuken - fpeeeryen , de kruid. na-  en IIEELM. utt KELDER en KEUKEN. 280 nagelen, de noote-muscaat, de peper-wortel, het mostaart - zaad, by wyze van poeijers , of fterk afgetrokken op wynen, gelyk de Pontak-, de oude Rhyn-wyn, de Madeira, Mallaga, enz. De maag-pyn, cardialgia, komt altoos voort uit eene byzondere fcherpte, welke de zenuwen van de maag famengeftelde kramppynen verwekt, ik noem ze famengefteld, omdat zy de tweevouwdige wormwyze beweegingen der maag niet afzonderlyk aandoen, waardoor braaking', of eene fchielyke ontlasting van öiet bewerkte chym zou volgen. — De fcherpte is tweederlei, of zuurachtig, of gar.ftig: voor de eerfte vindt men een allergefchiktst middel in het kryt , het welk niet alleen in vermogen geenzins behoeft te wyken voor alle andere züur inflorpende middelen, maar ook op geene wyze kan fchadelyk zyn, byaldien men maar zorg draagt van 'er eene gepaste hoeveelheid van rhabarber bytevoegen, en, den buik open houdt: voor1 de tweede zyn, behalven het gezegde middel, ook zeer dienftig en genoegfaara aan het oogmerk voldoende, het mostaart-zaad, en de rhabarber, op Rhyn; wyn afgetrokken, of met Spaanfche zeep by wyze van pillen ingenoomen, vooral, nadat men te vooren braakmiddelen uit de ipecacoanna heeft toegediend; het koude water is ook van ongemeen veel dienst; en niet zeldfaam ons opgegeeven ' inzuigend middel, met fommige van onze keuken - fpeceryen, en de rha- XIII. deel. T bar-  zyz J. L. van der WAGT, GENEES- barber, benevens het poeijer van kleingewreven eiken - bladeren. De walging en braaking doen zich voor, wanneer de antiperiftaltifche beweeging op het punt ftaat van de overhand te krygen, of dezelve reeds geheel bezit, boven de periftahifche beweeging ï zy zyn verfchynfelachtig, of eigenaartig; de eerstgemelde behooren niet tot dit artikel 7 de tweede zyn geheel van de te groote gevoeligheid der zenuwen afhankelyk , of wel van ftoffen , die de zenuwen onregelmaatig prikkelen ; in het eerfte geval ftilt men ze alleen door het opium; in het tweede komen onze onderfcheiden opgegeeven braakmiddelen te pas , welker foorten men naar den aart der ftoffen moet verkiezen. — De hik y indien die geene voorboode is van doodelyke ziekten, moet op dezelfde wyze geholpen worden. De opftoppingen van de lever, en van de milt, ontftaan uit oorzaaken van tweederlei foort; die van het eerfte werken door eenen te zwakken aandrang der vochten op de kleinfte vaatjes dezer ingewanden, het zy door eenen lymigen ftaat der vochten, of wel door toefluiting der vaten na geweldige ontlastingen van vochten ; die van het tweede werken tegenovergefteld door eenen te fterken aandrang der vochten, uit hoofde van fcherpte, of van overloop van gal r dan, gemerkt de oorzaaken regelregt aan elkander ftrydig zynr volgt het van zeiven dat de geneeswyze ook te» gen-  en IIEELM. uit KELDER en KEUKEN, ngt genovcrgefteld moet wezen. — De genees - aanwyzing van. het eerfte foort is tweevouwdig ; naamelyk, den lymachtigen ftaat der Vochten te verdunnen, en den aandrang derzelvcn op de kleine vaatjes te vermeerderen , of, het geen hetzelfde is, den omloop der vochten fneller te maaken: zulks gefchiedt klaaiblykelyk door de verdunnende dranken, zie §. 4; doch vooral uit cfkookfels van gras-planten ; door de Spaanfche zeep, welke zelfs in de geelzugt gehouden wordt voor een der fterkfte fteenoplosfende middelen ; door het gebruik van de keuken -fpeceryen , en niet zelden door kleine giften van de tart ar. emet. —■ De genees-aanwyzing van het tweede foort volbrengt men door aderlaatingen , door dranken , die de byzondeie fcherpigheden inwikkelen, zie §. 1 en 4; door azyn- dranken \ de vermogenfte tegenprx* cipiteerende middelen, en door verkoelende buikzuiverende middelen, zie §. i. De Geelzugt, waarvan de oorfpronkelyke naaste oorzaak alleen de gal toebehoort , indien zy eigenaartig befchouwd wordt, hetzy dit vocht door eene te groote afl'cheiding, of door drukking van de naastgelegen ingewanden, in de ontlasting belemmerd wordt, en gruizelachtige verftopping veroorzaakt: de genees - aanduidingen zyn fteeds, de drukking wegteneemen; de oorzaak der verftopping zelve uit haare plaats te ontruimen; fommige gebreken der galbuizen tegentegaan; de te groote afT 2 fchei-  **i J- L» vaw DEa VVAQT, GfirTEES- fcheiding van de gal te minderen , en het even* wigt van de gal met de maagfappen te herftellen. Aan het eerfte kan men op geene wyze beter voldoen dan met de gezwellen, welke eene drukking verwekken , bekend zynde, volgens derzelver onderfcheiden aart, indien mogelyk , te helpen, het geen uit de behandeling derzelve door ons in andere Afdeelingen opgegeeven reeds blykt; met opzicht tot het tweede weet men hoe vruchteloos alle poogingen als nog geweest zyn om fteenbreekende middelen te vinden. Onzes bedunkens zyn uit veele redenen, te veel om hier te melden, doch welke uit de nieuwfte proeven met de maagfappen zich allerklaarst voordoen (zie Geneeskundige Bibliotheek , te Utrecht gedrukt_) de dierelyke maagfappen de allervermogendfte. Onder de oplosfende middelen, hier te bezigen, verdient het poeijer van pisfebedden de eerfte plaats, fomtyds ons gewoon braakmiddel, de afkookfels van gras-planten , en cichorey met honing, zie van swiëten, Tom. 3. §.050. Hec derde kan qp geene wyze geholpen worden , ten zy eene. krampachtige famentrekking het gebrek was, het welk alsdan door de krampweerende middelen moet gefchieden , vooral door het o.pium, door pappen, en warme baden. Het laatfte, naamelyk het verminderen van de affcheiding der gal, en het herftellen van het evenwigt der gal met de maagfappen, het geen het voornaam-  en HEELM. dit KELDER en KEUKEN. 293 raamde gedeelte van de geneezing uitmaakt, gefchiedt het beste door de verdunnende, ftompende, en fcheFpe deeltjes inwikkelende dranken , §. 1 en 4; door de azyn, een allervermogendst tegennederplosfend middel; door de maagfappen, en de gal van fommige dieren; door de rhabarber: door deze opgetelde middelen oeffent men alles uit, wat de konst vermag in eene ziekte, die niet dan in de eerfte graaden geneeslyk is, ten minften' met opzicht tot het gebruik van geneesmiddelen ; de kina en ftaal komen niet eerder dan na de geneezing te pas , ten einde den verzwakten ftaat des ligchaams te verbeeteren. De levervloed, dus by uitftek genoemd , offchoon dezelve ook eene ontlasting van bloedige vuile etterachtige bedorven ftoffen uit andere ingewanden , in den onderbuik gelegen, gelyk de milt, en de alvleesch- klier, langs den darmbuis, veronderftelt, is meest ongeneeslyk: de geneesaanduiding is in alle voorkomende gevallen tweevouwdig , eerftelyk , eene zagte darmzuivering, waar voor geene middelen de gefchiktheid hebben , welke de rhabarber heeft; ten tweeden, de vërfterking, waar voor de kina het dienftigfte middel van alle Geneesheeren gehouden wordt. Het hort, welke de Geneeskundigen volgens het oude ftelfel van de gal uit prikkeling van bedorven galftoffen ontvouwd hebben, is eene geweldige krarrïpachtige aanroering van de zenuwen der T 3 maag  S9* J. L. van der WAGT, GENEGS- maag en darmen, door byzondere prikkelende rotrige doffen; waardoor beide de wormwyze beweegingen, beurtelings, allerhevigst ontlteld worden: de genees-aanwyzingen zyn, de kracht der fchadelyke doffen te breeken en te verdrinken door onze verdompende en rottingweerende drfcn* ken, §. i, 3; de pynen te bedaaren» of te verJigten door warme baden, en fpaarzaame aderlaatingen ; dezelve te duiten , indien de kwynende poogingen tot braaken, vergezeld met dezelve heevige kramppynen, en kleine pols, de anderzins onvermydelyke bezwyking aankondigen, waar voor bet opium het fchielykde en het beste diendig is. De ontlasting door den afgang van onverteerde, en van reeds tot chym of chyl gemaakte voedfels komt fchier alleen in kinderen, en in oude lieden voor: de naaste oorzaaken dier ziekte worden onbetwistbaar gebracht tot deze, te weeten, tot een kwynende of lamme daat en onvermogen van de werktuigen der wormwyze beweeging van de maag en van den darmbuis, waardoor de peridaltifche beweeging met veel woede de overhand boven de antiperidaltifche krygt; want het is duidelyk te kennen, nadien beide deze beweegingen elkander tegenwerken , dat hoe lammer de eene is, hoe fterker de andere werkt, gelyk dit uit de pigenfehappen der zenuw • prikkelbaarheid overbekend is; ten anderen, tot het verbroken evenwigt fier betrekkelyke dienstverrichtingen rag de maag-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 295 foppen en van de gal op de voedfels. — Her. is meer dan waarfchynelyk dat eene origeüeldheid der zenuw-prikkelbaarheid van deze zoo zenuwryke deelen, in deze ziekten, meer in aanmerking komt dan andere oorzaaken, van fommige ziektekundige Schryvers daar voor aangeteekend ; edoch , van welken aart men de oorzaak ook moge ftellen, het is buiten tegenfpraak dat de geneeswyze der« wyze moet ingericht zyn, dat beide gemelde hoofdverrichtingen, in die lydende werktuigelyke deelen, daadelyk herfteld worden; het is ook om die reden dat ten allen tyden van de kundigfte Geneesheeren, als een boven alles heilzaam en krachtdaadig middel , is aangeprezen de rhabarber; en wie weet niet dat die, in kleine giften gebezigd, een Ipecifiek middel is om de antiperiftaltifche beweeging in den grond te herftellen ; het is ook hierom dat de keuken - fpeceryen met dit middel, mee de koortsbast, en met de ftaal - middelen, door eene rype ondervinding van zoo veel dienst bevonden worden , door welke de zenuw-prikkelbaarheid ftellig opgewekt, en geregeld gemaakt wordt. De buikloop wordt geboren door onderfcheiden foorten van fcherpigheden , in de darmbuis zelve aangewonnen, of van elders uit den omloop der vochten in deze gevoerd, welke ftoffen daar min of meer hevige prikkeling veroorzaaken, waardoor 'er kwaade ftoffen dikwyls, en in groote, of kleine hoeveelheid, door den afgang ondast worT 4 den:  Pod J. L. van per WAGT, GENEES. den: uk de zenuwrykheid van deze buis, en uit de gevolgen, die door het aanhoudend prikkelen . dier fcherpe ftoffen veroorzaakt worden, naamelyk het afknaagen van de flym, met welke de darmen befmeerd zyn, ten einde voor fcherpten beveiligd te blyven, er» gevolgiyk uit de aanhoudende toe. neeming van gevoeligheid , is het klaar te zien dat, van welken aart de fcherpten ook mogen zyn, de genees - aanwyzingen noodzaakelyk hier op moeten uitkomen, dat men de prikkeling onderhoude, vermeerdere , vermindere, of ftuite; en op het voorkomen van de toevallen, die uit de afknaaging kunnen ontftaan. — Men onderhoudt en vermindert ze volmaakt door eene gepaste gift van de rhabarber en kaneel, weike een oordeelkundig Geneesheer naar plaatshebbende omftandigheden moet weeten te bepaalen; men .wakkert ze aan door de verwarmende prikkelende keuken-zaaden, het anys-zaad, komyn, mostaartzaad, en door het gemeene zout , men ftuit ze door het opium; men voorkomt de gevolgen uk de te groote teergevoeligheid, door olie, ftyffej en lymig gekookte grutten; de olie verzagt de darmen het allerbeste; de ftyffd is een middel, het welk door zyne fcherpten llompende kracht alle Apotheek artzeny - middelen , daar voor geIchikt, fch-er overtreft: zelfs heeft men voorbeelden, dat algemeen heerfchende kwaadaartige buiklopen alken door dit middej gefluit zyn, gelyk Él&föï * * in  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 297 in de belegering van Londonderry, onder anderen, zichtbaarelyk is waargenomen. Byaldien de belette uitwaasfemitig van het ligchaam den loop verwekt, gefchiedt de geneezing allereenvouwdigst door vlier-gelei met karnemelk. De pers- en roodeloop kan met veel regt, met opzicht tot de geneeswyze, in twee hoofdfoorten verdeeld worden: het eerfte foort is dat , waarin de oorzaak in de eerfte wegen alleen huisvest, en aldaar van buiten medegedeeld wordt; men geneest dit het beste door de ipecacoanna, in kleine gtfa ten, daarna door de rhabarber, en de kaneel; niet zelden komen 'er ook elysteeren uit olie en het opium te pas; dit foort is bykans zonder koorts. Het tweede foort komt voort uit byzondere fcherpte, door. het ligchaam zelve in beweeging gebracht, en in de darmen geloosd; dit is altoos vergezeld met koorts, welke by aanhoudenheid den toevoer van kwaade ftoffen naar de darmen onderhoudt, en is meer gevaarelyk naar gelang die verderfelyke bron onuitputtelyker is: beide deze foorten zyn van de geneeskundige Schryvers nog niet genoegfaam duidelyk onderkend, vooral met betrekking tot de luchts.invloed op dezeive. — De genees-aanwyzingen zyn het ftompen van de fcherpten, in den omloop der vochten, door de melk-dranken, $. 1 en 4, door de orzade; met een woord, door de gewoone tegen - ontfteekende middelen, §. 3; door fterke af kookfels van hartshoorn: nadat de T 5 groot-  soB j. L. van der WAGT, GENEES- grootfte woede bedaard is, komen 'er famentrekkende middelen te ftade, onder welke ik, door my. ne ondervinding, als een der fouvereinile moet aanpryzen, roode kina op Tinto-wyn, met eene geringe hoeveelheid van het opium; het welk in kracht voor geene, in deze ziekte fpecifiek opgegeeven middelen, behoeft te wyken. De kolyk- of buikpyn wordt door veelerhande foort van Koffen geboren, welke meer of minder prikkeling, en van hier meer of min toevallen, verwekken, langduurig, en meer of min gevaarelyk zyn. De genees-aanduidingen van alle komen uit op fcherpten der ingewanden ftompende, inwikkelende, zagte ontlastende, verzagtende, pynllillende, en fomtyds, doch zeldfaamer, hevig prikkelende buikzuiverende middelen ; de algemeenst in gebruik zynde middelen zyn de Ityfièl, het kreeften-poeijer, kryt, doch welke alle met' een gefchikte hoeveelheid van rhabarber moeten vergezeld worden, door clysteeren uit olyf-olie, zemel-water, water van boekweiten koeken, docr het opium, door tabaks - clysteeren, door warme baden , vooral in heete fpoeling uit de branderyen. — Het ontfermt-u-myner moet even zoo behandeld worden, uitgezonderd dat hier de clysteeren uit den rook van tabak, en ruime aderlaatingen, dikwyls wonderen doen, en veel meer oftvermydelyk zyn. De trommelzucht heeft fteeds tot oorzaak een cn-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 299 onvermogen om de wormwyze beweegingen uitteoeffenen ; de geest van zwavel is een zeer beproefd middel in dit gebrek; veelvuldige clysteeren uit wynruit, faly, rozemaryn, zyn van groo* ten dienst; de rhabarber met geel van oranjefchillen op.oude roodewyn, en de kina, zyn de allervermogendlle middelen om deze ziekte, volgens de regels van de konst, te geneezen. De wormen, de lintworm, de maaijen , kunnen tot hier toe geenzins door eigenfoortige worm. verdryvende middelen onfeilbaar ontlast worden ; en, wanneer men de gefchriften van de beroemdfte Schryvers, zelfs der hedendaagfche, met oplettenheid nagaat, en de dagelykfche ondervinding raadpleegt , ziet men onderfcheiden middelen tegen malkander verheffen, doch, waarvan 'er nog niet één altoos voldoende gevonden is, zelfs door hun, die met onzydigheid ze alle beproefd hebben : dé maaijen wyken het zekerfte voor de knoflook en de olie: de anderen voor het zout, het roet uit de fchoorfteenen , de dierelyke gal , en boven alles voor het poeijer van Tin, door middel van eene werktuigelyke werking , welk middel verre de meeste ftemmen voor zich heeft, en voorzeker den voorkeur verdient voor den rad. filicis maris, onlangs door de Franfchen wederom herleevendigd, zie alston's Mat. Med. Vol. i'. pag. 150 , en de uitmuntende Verhandeling de Vermibus intestinorum van den zeer geleerden wal-  §oo J.L. van der WAGT, GENEES- WALLis;men vindt 'erook de treffendfte voorbeelden van in de Comment ar iis Medicis, Vol. 6; de Heeren lewis en black geeven 'er ook de zekerfte getuigenisfen van , zooJac men hier aan volftrekt niet kan twyffelen: daar op volgt onge. twyffeld de calomel, welke vooral.van geenen geringen dienst is, wanneer de wormen in veele taaije flymen nestelen, en zich daardoor verfchanfen ; eindelyk, dat men door middel van een werktuigelyke uitoeffening het beste flaagt in het verdry ven dezer kruipende dieren, heeft de groote c o er ha a v e mee zoo veel nadruk aangetoond, met opzicht tot het ftaal, zie zyne Pralect. Acad. Tom. 6. p. 1S0. Van de ziekten in de Bekkenholte. . §. 25. De koude- de droppel- en de opgeftopte pis, gelyk ook de fteen, hebben alle hunne oorzaaken: io. uit de pis, in de nieren afgefcheiden, langs de pisleiders voortgevoerd, in de blaas bewaard; 20. mt de zenuwen, die deze deelen toebehooren, welke of uit zich zelve te prikkelbaar zynde, of, door prikkelende fcherpten in de pis, tot krampachtige famentrekkingen genoopt worden; 30. door gebrek aan flym, door deszelfs verdunning, verdikking of fcherpte, waardoor die deelen niet alleen voor de prikkeling van de pis niet beveil.gd, maar zelfs 'er daarenboven ook nog door geprikkeld worden; 40. door verdikking der vu-  en IIEELM. uit KELDER en KEUKEN. 301 vaten, gezwellen in de wanden der buizen, in of omtrent derzelver mondopeningen, door w^lke de pis geheel of ten deele, in haaren doorgang, of uitftorting, gefluit wordt; 50. door verftopping dier deelen van vochten, of vreemde ligchaamen, die zulks kunnen verwekken. — Het eerfte gefchiedt door dranken, welke de fcherpten ftompen, inwikkelen , verbeeteren , bevochtigen, zie §. 1 en 4; het tweede door het opium; het derde, naamelyk de fcherpte van de flym, kan op geene andere wyze verbeeterd worden, dan door die middelen, welke wy, over de fcherpte der vochten in het algemeen handelende, hebben aangewezen, zie §. 4; ter verzagting voor de pynen en derzelver gevolgen voor die deelen, van welke de flym afgeknaagd is, voldoet niets beter dan de olie; de verdunning der flym gaat men krachtdaadig tegen door uitwazemende middelen, by'wyze van afleiding, zie de allerfchoonfle en zeer uitvoerige Verhandeling van den Heere 1. j. van den bosch, in het 18. Deel van de Holiandfche Maatfchappye,.§. 247. II., door eene gefchikte leevenswyze, l. stokke bl. 265., door byzonder gefchikte famentrekkende middelen, gelyk het elix. Vi~ triol., door aftrekfels van roode rozen, door het middel, het welk algemeen de ontlasting der vochten oogenblikkelyk ftuit, dat is het opium, door de konftige ftaalwateren , enz.; de dikke Hymen verdunt men door de zee - ajuin, de kwikbereid* fels.  So2 J. L. van der WAGP, GENEES- fels, cn den tart. emet.} de verdikking der vaterï en de gezwellen zyn meest al ongeneezelyk, ten zy de hand des Heelmeester 'er den toegang heefthet vyfde wordt, ten iaatften, geholpen door alle zoodaanige oplosfende middelen , welke naar den aart van elke verftopping ingericht, en in de voonge Afdeelingen daargefteld zyn. - Onder de vreemde ligchaamen, deze gebreken uitmaakende, ipeek de fteen , en de fteenachtige ftoffen den grootften en vreezelykften rol, waarvan de geneeswyze geenzins gemakkelyk m deszelfs aanwyzingen zyn 10. de ichepping van den fteen in vry ligchaam te beletten; *o. den aanwezigen fteen weg te neemen; 30. denzelven draagelvker te makken, ofwel van zyne febadelyke uitwerkingen te berooven - De eerfte bewerkt men, indien men de oorzaaken, die den fteen zouden kunnen her. voortbrengen , vooral in daartoe gefchikte geitellen, vermydt; derhal ven moet men het nederplosfen der fteenbeginfels, die zelfs in de pis van gezonde menfehen hangende en aanwezig zyn, zoo wel als de famenkoppeling van hun, die reeds nedergeplotst zyn, beletten; het welk gefchiedt door de p1S m beweeging te houden, den Joogzoutigen ontbindenden aart te verhoeden, en door de getemperdheid der vochten alzins te bewaaren, door alle vreemde ligchaamen den toegang te fluiten, of dezelve aanftonds te verdry ven, en door de gebreken der piswegen fpoedig en veilig af te keeren. Ge volglyk zoo  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 303 zoo moet men daar naar den leevensregel inrichten, men moet alle fcherpe groeijende en aardachtige zelfftandigheden vermyden, en geen misbruik maaken van de dierlyke fpyzen, op dat 'er eene goede kooking en van daar goede affcheiding van vochten en ontlasting van uitwerpfels moge geboren worden; men moet voor drank verkiezen zoodaanige , welke van alle kalkachtige fteenachtige ftoffen ontbloot zyn , behoorelyke beweegingen maaken, het lang liggen op den rug of op eene van beide de zyden, zoo veel mogelyk, ontgaan, de pis niet lang ophouden, alle gewoone ontlastingen ^onderhouden; en eindelyk , de zwakke lieden moeten dikwyls verfterkende middelen toegediend worden,en aan anderen zagte pis-dryvende, gelyk geele peen, pieterfelie, fellery, enz., mee foepen of in wey van karnemelk afgekookt. —De tweede, naamelyk de ontlasting van den aan» wezigen Heen bevordert men het best door de wegen zoodaanig te voorbereiden, dat de Natuur denzelven zelve trachtende voorttedringen, en genoegfaam vermogende zynde, niet verhinderd werde; voor dit oogmerk zyn voldoende de verzagtende baden, ftovingen, olieachtige pappen aan de lenden , de fchaamdeelen , en aan den bilnaad, §. 6. en 9, foortgelyke clysteeren §. 1. enz. en de krampftillende middelen , het opium, aderlatingen , enz. dan, de afdryving van den fteen wordt niet weinig geholpen door eene uit eigen beweeging  304. J. L. van der WAGT, GENEES- ging fteeds aanwezig zynde neiging tót braakeo, of door; het braaken zelve , welke men het veiIjgfte volgens het getuigenis van de geoeffendfte Geneesheeren alleen door het veel drinken van honingwater onderhoudt; een der vermogendfte hulpmiddelen voor het inwendig gebruik is dat van sennertus, olie van olyven of amandelolie, Rhyn-wyn, en pisfebedden , in water of afkookfèl van fonkel- zaad ; byaldien de Heen. in de naauwte van het bekken is, komen uitwendig by de verzagtende plaatfelyke middelen foórrgelyke infpuitingen te ftade, §. o. Men heeft zoo zeer gepoogd om het ligchaam van den ellendigen raeosch van zulk een gedugten plaag door fteenbreekende middelen op eene gemakkelyke wyze te verlosfen; den geest van falpeeter heeft men dit vermogen toegefchreven; littrius meent deze deugd in fommige wateren van Vrankryk, halles, harthley en anderen van Engeland, staechelin in fommige van Swkferland, menghini ineenige van Italiën gevonden te hebben. Theophilus lobb zegt deze kracht ontdekt te hebben in de melk, het brood, druiven, fellery, limoenen, knollen, rammenasfen , komkommers , uijen , falade , vygen , hoppe , thee, eenige appelen, peeren, wynen, asperges, kool, pinsternakels, haver , gerst, ryst, aardbeziën, pieterfelie: de uijens door de hoogduitfche Geneesheeren geprezen , geeft boerhaave in  en IIËELM. uit KELDER en KEUKEN. 305 zyne Hht. plant, ook voor zoodaanig op , en hallesiüs verheft ze hemelhoog : de aardbeziën pryst de grooce boerhaave even zoo: de pisfebedden , en het mostaart • zaad , worden van anderen zeer aanbevolen;dan düretus zegt met veel regt! „ Temer aria est omnis medicina, pesi, tifera, et forte mortifera, qua frangendo vefi~ ,j cae calculo adhibetur": vooral wanneer de mogelyke handbewerking daar door zou verzuimd worden. **- De derde aanwyzing , of het draagelyker maaken van den fteen , en het berooven van deszelfs fchadelyke uitwerkingen , doet men byzonderlyk door het opium , door verzagtende bevochtigende dranken , §. 1 en 4, en door het veelvuldig gebruik van olie; het gebruik van het kalk-water met melk en Spaanfche of Vcnctiaanfche zeep, is door den wydberoemden de haen, en na hem door anderen, voortrelFclyk bevonden, om de kwaade uitwerkingen van dit lastig gebrek ten minden krachtdaadig te bedwingen. De pisvloed , heeft voor naaste oorzaak eene gebrekkige affcheiding en ontlasting van het niervocht j het zy deze door ontaarding der vochten of der vaste werktuigelyke deelen wordt daargefteld ; in alle gevallen is de genees-aanwyzing dezelfde , naamelyk, de veerkracht der eertte we* gen en van de vaten te herftellen, op dat de vochten verbeterd, en de pis wel bereid zou worden waartoe niets gefchikter is, dan de kina op zser XIII. deel. V ou-  3o6 J. L. van der WAGT, GENEES. oude roode wyn: de koude baden, de ftaalmidde. Jen worden in deze ziekten algemeen voor de verrrjogendfte gehouden; de rhabarber, in kleine giften, is ook van zeer veel dienst, en, wanneer 'er buikzuivering noodig is , kan men het veilig in grootere giften , of met zout aangezet, toedienen. By dit alles gevoegd eene ftrenge gepaste diëet, betraande in drooge en zagtverteerbaare voedfcls, zoo wordt deze ziekte, offchoon dikwylslangduurig en tegenftreevende, echter het zekerde , en volgens de regels van de konst, geneezen^ De tegenwillige pisloozing erkent deze voornaame oorzaaken; de verloren veerkracht of prikkelbaarheid der werktuigelyke deelen van de piswegen de te (lerke veerkracht of prikkelbaarheid van dezelfde ; de te fcherpe pis : in het eerfte geval komen te pas de zoo even aangeprezen middelen en de keuken - fpeceryen: in het tweede geval voldoet alleen de olie, met het opium: in het derde geval, de verkoelende melken en zagte pisdryvende afkookfels, zie §. 3. De onwillige roedenftand begeert geene inwendige geneesmiddelen, dan alleen wanneer 'er lastige pynen mede gepaard zyn, in welk geval men dan nog meer hulp moet zoeken in de uitwendige hulpmiddelen, in verzagtende Hovingen, pappen, warme baden, aderlaatingen, en boven alles in de afleiding van de verbeeldings - kracht , die fshrer alleen de geneezing bevordert. De  en IIËELM. uit KELDER en KEUKEN. $o? De druiper is tweevouwdig, goed- of kwaad* aartig; de eerstgemelde is niet zelden moeijelyker voor de geneezing dan de laastgenoemde, vooral wanneer ongefteldheden der vochten 'er mede vergezeld zyn, het welk meestentyds plaats heeft; de genees - aanwyzing is de ontaarting der vochten j volgens haaren aart, en op haare eigen plaacfen afzonderlyk opgegeeven, te verbeeteren; ten tweeden, de veerkracht der afgeleegenfte en kleinfte kliertjes op te wekken en te herftellen, zulks doet men door de konftige mynftoffelyke wateren, door de kina: dan niet zelden heeft men in veele dier hardnekkiglle gebreken volftrekt noodig de doordringen dfte harstachtige zelfilandigheden, gelyk het harst Dan het guajacitm, en de geneezende balfems, die byzonder op de waterwegen invioed heb» ben, waar voor de gemeene terebinthyn even zoo dienftig is als alle andere by uitftek opgevyzelde balfems, vooral met het opium; uitwendig zal men de krachtigfte werking vinden in de infpuitingen beftaande uit aluin, witte vitriool en roode wyn,op zich zei ven, of op kina afgetrokken. De kwaadaartige druiper wordt genoemd eene zoodaanige , welke door venus-fmet geboren wordt: deszelfs genees• aanwyzingen zyn vierderlei; de ontfteeking-weerende; de fcherpten inwikkelende of venyn - weerende of uiti oeijende; de pisloozing en ftoelgang bevorderende; en de ge* neezende. Voor de eerite gebruikt men eene adery a laa*  go8 J. L. van öer WAGT, GENEEST» Iaating., en de verkoelende melk - dranken , §. 3, welke teffens aan het tweede^ oogmerk ook zeer wel voldoen, voor één gedeelte; edoch, voor het andere, is de kwik het eigenfoortig gefchikte middel ; voor de derde zyn alzins voldoende de pisdryvende dranken van §. 1. en de rhabarber ; voor de vierde is de gemeene terebinthyn in gezonde geitellen alleen genoeg ; dan in kwaadfappigen v heeft men hier, zoo wel als in veele andere venerifche gebreken , niet zelden de harst van het guajacum en bet opium volftrekt noodig, uit dezelfde reden, even te vooren in de goedaartige druiper gemeld; dezelfde infpuitingen komen ook hier te pas. De wittevloed der vrouwen, kan gevoegelyk in twee foorten gedeeld worden; het eerfte doet zich voor, wanneer zulk een vloed veroorzaakt wordt door werktuigelyke gebrtkkige ontlasting, zich alleen in de teeldeelen bepaalende; het tweede wordt daargefteld door byzondere kwaadfappighcden der algemeene vochten. De gebrekkige ontlasting der vrouwelyke deelen, is, gelyk bekendis, met betrekking tot de maandflonden, tweevouwdig, of wel te zeldfaam of geheel opgeftopt; of wel te dikwyls of te he ren; door rypmaakende Hovingen, en pappen, §. 6; door ettermaakende, zuiverende, bytende," en lidteeken- vormende middelen, zie §. 6, en 8. Byaldien 'er , in plaats van etter, niet dan waterachtige fcherpe Holten uit de pypzweeren vloeijen, is het kalkwater van buitengemeene uitwerking , terwyl men, vooral inwendig, vocht - verbeeterende middelen moet toedienen, §. 13, gemerkt de traagere of fpoedigere geneezing volflrekt van den Haat der vochten, in den lyder, afhangt. De uitzakking,van den aars komt meest voort uit eene te flappe veerkracht dier deelen; zy wordt dpor de famentrekkende prikkelende Hovingen van  33* j- L. van der WAGT, GENEES- §. u herteld: indien eene ontfteeking 'er de porzaak van is, wordt zy door de ontfteeking-weerende genees- en heel - wyze geholpen, zie €. , en 5. _ y ó' De gebreken van de piSWegen zyn, onder anlieren, de pis-.opftopping. zy ^ vooraf door de catheter, en by onmogelykheid van dit, door de punctuur, ontlast worden, vooraleer men het gebrek zeh,e uit den aart kan tegengaan, indTen zulks mogelyk is, ^ Wanneer de oorzaaken van ^e opftopping der pis zieh bepaalen tot eene zekere pngefteldheid van de vezels der blaas, by voorbeeld, tot eene te geringe of te groote veerkracht derzei. vgn, tot ontfteeking; alsdan kan.men ze veel hulp aanbrengen door de middelen van $. 5, 6, en 9. — Dan, byaldien de oorzaaken gelegen'zyn in vreemde ligchaamen , in de blaas huisvestende wajje, lymachtige, etterachtige, bloedige, fteenachtige, ftofFen ; gezwellen van verfchillenden aart • verdikking der vaten; weelderig gegroeid vleesch,' verfchillende foorten van zweeren; alsdan wordt het aanleggen van uitwendige middelen fchier van geen dienst bevonden, tenzy alleen in het geval waar de gemelde vreemde ligchaamen in de pis' leiders hun verblyf hebben, of als 'er ontfteeking m de pisblaas plaats heeft; zie §. 25, e„ de Afdeehng over de ziekten der blaas, §. 3, 4, en 5, over 4e ontfteekingen. Pe gebreken in de fchacht worden meesteotyds weg-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN, gg| weggenomen door kaarsjes , met fmeerfels van onderfcheiden foort beftreken ; door infpuitingen ; alle gefchikt naar den aart der ongemakken: zy vorderen of verzagtende, ettermaakende, bytende, lïdteeken-vormende, middelen, 6, 8, en 9. — Dan, de voornaamfte hulpmiddelen voor alle deze foortgelyke gebreken zyn die, welke inwendig de vochten naar de byzonderheid der ongefteldheden verbeteren, 13; zynde de uitwendige, vry aigemeen , flechts geringe werktuigen uit zich zelve, in tegenoverftelling van deze, terwyl de welgeaardheid der vochten overal zelve de heeling moet bewerken. De gebreken van de fchede, van de baarmoeder, en van de uitwendige teeldeelen, uit een bederf van vochten , kwaadfappigheid , venerifche befmetting, enz., moeten, by het gebruik van gefchikte vochtverbeterende, en fmetweerende middelen $. 13 gezuiverd , en opgedroogd worden ; door zeepachtige afkookfels van falade, paardebloemen-falade, latouw, met roode wyn; kalkwater; aq. phagedanica ; en met honing. De uitwasfen dier deelen hebben eene heelwyze overeenkomftig met die van den neusprop, welke wy aangewezen hebben §. 29. De verzwakking van de fchede en van de baarmoeder, uit eene te geringe veerkracht van die deelen, worden, behalven door het gebruik van konftig vervaardigde werktuigen , ook nog doe* ver-;  331 J. L. van dsr WAGT, GENEES^ verwerkende ftovingen draagelyk gemaakt, en ge* hoipen, zie §. 5 , en n. Van de gebreken aan de Ledemaat en. §• 33- De peesknoop, versch zyn de, wanneer men 'er tydig bygeroepen wordt, wykt het best voor koude, baden, gevolgd door wryvingen, en voor de drukking van plaaten uit metaale Koffen;, langs welke wegen deze hardigheden, die in wezen niet anders zyn, dan zekere fmeerige ophoopingen in het celwys weeffel, dat de pezen omringt, het veiligfte en zekerfte verdreven kunnen worden. De fyt wordt aanftonds behandeld als een ettergezwel , en tot ryping gebracht door verzagtende pappen, $. 6, om ter opening voor het fnymes gefchikt te worden: byaldien zoodaanig eene verzweering aan het beenvlies plaats heeft, invoeg* deze tot een waare zweer, fomtyds met beenbederf, overflaat, alsdan komt de terebinthyn • balzem wederom te pas, die de plaats van alle andere heelende balfems gemakkelyk kan vervullen, zie §. 9 en 29,nadien alle vette ettermaakende middelen het beenbederf verhaasten; dan de zekerfte en gewigngfte middelen zyn de ruime infnydingenen fomtyds de afzetting van het lid of deel — De heeiing van deze verre geopende wonden gefchiedt des te moeijelyker, en langzaamer, aangezien het afweeren van het heete vuur, het uitby- ten.  m HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 335 ten van het weelderig aangegroeide vleesch, en de infnydingen, geene geringe oplettenheid vereisfchen, en den tyd uitrekken: de middelen , welke tot het één en het ander te pas komen, zyn te vinden, §. 8, en 9. De wonden van de peezen en van derzelver hechtingen, zelfs met eene aanmerkelyke verbreeking van vezels, worden alleen geneezen met de terebinthyn, indien 'er geene toevallen, als eene gevaarelyke ontfteeking, of anderzins, mede vergezeld gaan, die alsdan volgens hunne eigen wyze moeten afgeweerd worden; terwyl de ftyfte of ftramheid der, met of zonder hechting, geneezen peezen, welke door het eelt, dat hen, even als de beenderen, famenhoudt, geboren is, allengsjes door zagtc, verdubbelde, en vergroote beweegingen verbeterd zal worden. De wonden der geledingen, welke uit hoofde van het aantal van weyvaten, aldaar aanwezig, die de ettermaaking geweldig tegenwerken , moeijelyker voor de heeling zyn, worden echter, indien zy oppervlakkig of niet te diep zyn , geheeld, gelyk de voorgemelde, door de terebinthyn; edoch wanneer 'er verbreeking van de banden, vooral van de doos-vliezen of banden, mede gepaard is, gaat de heeling zeer langfaam voort, zoo uit hoofde van deze, als uit hoofde van de ontfteeking, en van andere toevallen, welke als dan 'er onvermydelyk op volgen, waar van de af- wee-  336' J- E. van der WAGT, GENEES- weering en geneezing uit derzelver eigen afdeefin* gen blykc: daarenboven, zy gefchiedt dan no? met overbiyving van verftyving van dat lid, het welknogthans, fomtyds, door verzagtende baden, uit melk, Spaanfche-zeep, en vygen gekookt, en «oor gepaste beweegingen, flyt. De ontwrichtingen, en beenbreuken van de bovenfte en onderite ledemaaten worden, met betrekking tot het aanleggen van uitwendige middeen, op de allereenvoudig^ wyze uit kelder en keuken zichtbaarelyk herfteid, gelyk in de Zinfneede der ontwrichtingen, en beenbreuken te zien is, §. ii; en, byaldien 'er toevallen bykomen, vereisfchen die de behandeling, welke daar ter plaatfe voorgefteld is. De afzetting der ledemaaten vraagt zoowel het toedienen van inwendige, als het aanleggen van uitwendige middelen, welke beide verfchillen volgens den aart der plaatshebbende omftandigheden. ~ De inwendige bepaalen zich meest tot zulke, die de ontfteeking en derzelver gevolgen afweeren, die de ettermaaking bevorderen, die de vochten en zweeren verbeeteren; zie de S. 3,5, 6,10, en 13. — De uitwendige behelzen het fluiten van de bloedftortingen, het vormen van lidteekens, het ettermaaken, het zuiveren van de zweeren; zie §. 12, 9, 6, en 8. Zoo kan men dan eindelyk ook zeer eenvouwdig, ep zoo véél mogelyk gefchikt naar het voorge-  én HEELM. uit KELDER en KEUKEk 337 gelegd plan , de byzondere uitwendige gebreken der Heelkunde heelen, waarmede **y met de veelvuldige genees- én heel-aanwyzingen eindigen , om tot een nader onderzoek der vraage overtegaan. ZESDE AF DEELING. Nadere overwegingen en gevolgtrekkingen tot bepaaling van het antwoord op de voorgemelde vraage. §• 34- -Ziedaar een kort tafereel van de waare geneesaanwyzingen aller ziekten en gebreken , in de voorige afdeelingen afgefchetst, met alle derzelver verfchillenheden , en onderfcheiden famenkoppelingen , die zich by mogelykheid kunnen voordoen, welke aldaar tot de eenvouwdiglle beginfels gebracht, aan het gezonde oordeel, en aan eene veeljaarige ondervinding, getoetst zyn; die hebben wy volftrekt onvermydelyk geoordeeld, om, als het waare, met één aloverziende oog duidelyk te kunnen bezeffen, waar de Natuur fchiec alleen moet werken, hoe zy op andere tyden en gelegenheden door de eenvouwdiglle Kelder- en Keuken - middelen genoegfaam kan geholpen wor* den; en eindelyk, in welke gevallen men niee kan nalaaten den toevlugt te neemen tot de Apotheek-middelen, die door het Ed. Genootfchap, en door my, voor onontbeerelyk opgegeeven zyn» XIII. deel. Y By.  338 J. L. van der WAGT, GENEES- Byaldien men de Verhandeling alleenlyk maar oppervlakkig ov* rziet, ontwaart men aanftonds dat de by uitftek onontbeerelyke middelen , van het Genootfchap opgegeeven, zulke uitgezogte en algemeen voorkomende middelen zyn, welke elk op zich zelve veelvuldige eigenfchappen en vermogens bezitten, die geenzins uit kelder en keuken kunnen naargebootst worden, en die in wezen en gewigtigheïd geheel verfchillen van die middelenwelke wy ook als onontbeerelyk hebben aangeprezen. Om dit des te duidelyker te doen zien, en om het onderfcheid en het gewigt der wérkingen vaö beide die lborten van onontbeerelyke Apotheekmiddelen met elkander behoorelyk te kunnen ver. gelyken, en in het klaarfte daglicht te nellen, zal het van het grootfte aanbelang zyn derzelver dienst en gebruik kort en zaakelyk te herhaalen, met aanwyzing van de ziekten en gebreken, voor welke zy gefchikt zyn. §. 35. De Kina is een eigenfoortig middel tegen alle geneeslyke tusfchenpoozende koortfen; het zelve is het beste verilerkende middel in alle zwakten, gevolgen van veele gevaarelyke te bovengekomen ziekten; en in die, in welke de leevenskracht kwynt, gelyk in veele zinking- rot- en zenuw-koortfen, pokken, mazelen, en in het roodvonk; het bevordert de veretteringen krachtdaadig ; het gaat het heete en koude vuur geweldig tegen, zoowel als de knoest- en kreeft-gezwellen en  ên HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 339 zweeren; het is het hoofdzaakelykfte hulpmiddel in alle kwaadaartige zweeren , zonder fmet; men gebruikt het met het beste voordeel in de groene ziekte, waterzucht, fcheurbuik, en in de uitteerende koortfen; in de geelzucht, vooral in den graad der ontbinding van deze ziekte, en nadat men het gevaar 'er van is te boven gekomen; het dient by uitftek tegen den levervloed, chym- en chyl-loop; tegen den trommelzugt, den pisvloed, den druiper, en in veele ziekten van de kraamvrouwen. De Kwik , offchoon zeldfaam, is echter het eenigde geneesmiddel der vomka, of van de verborgen étterzweeren, het is de zekerfte grondfteun van de geneezing der klier- en knoest-gezwellen; het is van eenen voortreffelyken dienst in de verderflyklte beeneeters, en in de waterzucht; het ia het algemeenst aangeprezen middel tegen de fchurft, en tegen de meeste huid - gebreken; het is een eigenfoortig middel tegen alle ingewortelde venus-ziekten en gebreken; het verdryft de wormen van onderfcheiden foort met zeer veel kracht; het is byzonder gefchikt om de hals klier-gezwellen te doen verdwynen ; en het is het allervermogenst oplosfend middel van meest alle koude verftoppingen. Het Opium is van een volftrekt onvermydelyk gebruik in de kwaadaartigfte zinking-koortfen; in de pokken, mazelen, en in het roodvonk; men kan het even min ontbeeren in de ontfteeking-pyY a nen;  34» j. U van der WAGT, GENEES-- nen; het verzagt aanmerkelyk de kreeft - zweeren ■ in weike verderflyke gebreken het de ellendige lyders den meesten troost verfcbaft; het doet een onuufpreekelyk nut in de vergiftige wonden; het itelpt de bloedftortingen op eene byzondere wyze door rustbezorging ; het is allerheilzaamsr in de fcheurbuik, en in de hypochondrie; het is een eigenfoortig middel in een groot aantal van zenuwbekten en kwaaien; het brengt buitengemeen veel verzagdng by in den hoest en fchorrigheid; hes ftilt alleen de walging en braaking, in zeer veele gevallen, alwaar deze anderzins van doodelyke gevolgen zouden zyn; het is zeer vermogende in de geelzucht, bort, buik-, pers-, en roodeloop, en m het kolyk; het maak veelvuldige gebreken in de piswegen draagelyk , gelyk den fteen ; het ftu.t de tegenwiliige pi^oozing; de verouderde druiper, de gebreken der tnaandftonden, ondervinden 'er grooten dienst van; eindelyk, het ftöpc den Joop der kraamvrouwen, en helpt zeer veele van derzelver toevallen. ! fet StaaI is allervoortreffèlykst in de groene ziekte,in de waterzuchtige ziekten; het is volftrekt onvermydelyk in de zenuw-teering, in de gebrekkige chylbereiding, vrysterziekte, en in fommige gebreken der maandftonden; het is van alle midde. Jen het best gefchikt voor alle ooggebreken uis zwakte; het is een zeer krachtig middel in de geelzucht;het herftelt den chyl- en chym-ioop by uit- ftek;  ■en HEELM. uit KELDER bn KEUKEN. 34* ftek; het helpt den pisvloed en den druiper zeer zeker fluiten ; dan, het is bovenal onontbeerelyk in alle verzwakkingen, zoowel na heete en kortftondige, als na koude en langduurige of kwynende ziekten; zoodat het in de meeste gevallen, in welke de kina met oogmerk om te verflerken gebezigd wordt, een onuitfpreekelyk nut aanbrengt. De Delfzuuren kunnen in de meeste kwaadaartige koortfen niet gemist worden; men kan de rotkoortfen zonder dezelve volflrekt niet geneezen; zy> oeffenen eenen allerzichtbaarflen dienst uit in het heete en koude vuur, en in de kreeft-zweeren, zy ftillen de bloedflortingen verwonderlyk ; zy fluiten den fcheurbuik in deszelfs voortgang niet zelden; zy ftillen het bort; zy hebben veel vermo. gen op de pisgebreken uit verdunde flym ; zy geneezen den buikloop en andere toevallen der kraamvrouwen .zeer dikwyls; en zy verdryven den iprouw. De Rhabarber is zeer voldoende in veele tusfchenpozende koortfen; in de galkoortfen; in de pokken, mazelen, roodvonk, benevens in de oncfleekingen , op de voorwaarden , elders gemeld -; het dient in de fchurft, by de kwik gevoegd;, als mede in de hypochondrie; in de rheumatismus., arthriris, podagra, en lumbago, enz.; het is allergefchiktst in veele maagpynen,in de geelzucht, en in de gebrekkige fpysverteering; het is by uitftek onontbeerelyk in den lever - vloed, chym, chyK Y 3 pers-  34a J. L. van der WAGT, GENEES- pers en roodeloop; in veele kolyken is hetzelve het zekerde buikzuiverende middel, gelyk ook in den trommelzugt, den pisvloed, en in den druiper; het is bovenmaate heilzaam, voor buikzuivering en ftopping, in veele ziekten der zwangere en der kraamvrouwen. De Ipecacoanna komt by voorkeur te pas in veele tusfehenpozende koortfen; in fommige zinking-, gal-en zenuw koortfen; in de pokken, mazelen, en in het roodvonk; het is boven andere braakmiddelen te verkiezen in ontfteeking-ziekten ; doch vooral in de groene ziekte, en in de hypochondrie } het is in veele maagpynen, walgingen, en natuurlyke, doch niet genoegfaam vermogende, braakingen verre boven de andere braakmiddelen te verkiezen; het is een eigenfoortig middel tegen de roodeloop; het maakt meenigwerf de opftopping der maandftonden met den besten uitflag los; ten laatften, het is oneindig meer gefchikt, dan alle andere braakmiddelen, in onderfeheiden ziekten der zwangere, en kraamvrouwen ; met één woord, in alle zoodaanige gevallen, in welke ontfpanning yereischt wordt, Wy zien vervolgens uit de Verhandeling, en uit deze optelling, dat elk der opgegeeven onontbeerelyke middelen, in het doorwrochte werktuigelyke geftel van het ligchaam, als het waare, over verfcheiden dienstuitoeffeningen gebiedt , dat zy alle «enen vry algemeenen invloed hebben, en v:r. het groot-  I1EELM. uit KELDER en KEUKEN. 243 grootfte belang zyn ter herftelling van de gedugt•ite , en meest ondermynende bronnen van het menfchelyke konstgeflel, en dat zy, naar gelang van de giften, of wyzen, in , of op welke zy toegediend worden, geheel verfchillende uitoeftenende krachten in zich bevatten ; zoodat zy uit dien hoofde reeds, gelyk wy nog nader zullen zien, veel ge- wigtiger zyn voor het onontbeerelyk gebruik, dan de andere van ons voor onontbeerelyk opgegeeven Apotheek»middelen. §. 36. De Apotheek-middelen, die wy verder voor onontbeerelyk hebben verklaard, zyn de navolgende. De Tartarus emctkm: dit middel kan volftrekt niet gemist worden in fommige tusfchenpozende koortfen; in de zinking-koortfen, en in eenige gevallen van de rotkoortfen; het is van een zeer gewigtig gebruik in de waterzucht, fcheurbuik; de hoest kan veelal zonder her, zelve niet geneezen worden, zoo min als de opftopping van de lever, en eenige gebreken der piswegen; in de flymen der kinderen is het, deels om de gemakkelykheid van het gebruik, en deels om deszelfs uitmuntend vermogen, boven alle andere flym-oplosfende middelen, onvermydelyk; het is ook uitneemend gefchikt voor de ophoopingen der vochten in de oogen. Dan , niettegenftaande men moet toegeeven dat de kwik,by uitftek, het allerfterkfte flym-oplosfenY 4 de ,  §44 J. L. van der WAGT, GENEES. de middel is, moet men ook even zoo zeker, en ontegenfpreekelyk bekennen, dat dit middel niet overal e„ altoos, tot dit oogmerk, fchadeioos kan gebezigd worden, maar dat het deszelfs gebied alleenlyk over fommige gevallen uitftrekt, en op eene vvyze, geheel onderfcheiden van die, welke de Tart. emet. in zyne uitoefTening volgt, invoege deze middelen beide in aart wezenlyk verfchillen: by voorbeeld, het is zeer bekend dat de kwik wanneer die in gepaste giften toegediend wordt, eeritelyk de fpeek fel klieren, daarna ook andere klieren indoet, ten einde derzelver flym en fyne vochten te ontbinden; edoch, dat dit zelfde middel teffcns fchadelyk is voor fommige bedieningen , dat het zichtbaarelyk de fpysverteering oogefteld maakt, de eerfte wegen vervuilende, van waar derhalven van zeiven voortvloeit dat het, in .vervuilingen der eerfte wegen, met welk oogmerk het ook zou wogen zyn, geenzins moet gebruikt worden: in, tegendeel, men ziet dat de Tart. emet. in gepaste giften, voornaamelyk, en allerzekerst, de eerfte wegen zuivert, dat het aldaar de taaifte verflynungen ontbindt, en ontlast, op tweederlei wy. zen, naar gelang van de grootte der giften; daq hetzelve vervolgens, in kleinere giften, zyn flymontbindend vermogen in de tweede wegen duidelyk doet kennen, zonder aan andere bedieningen, hoegenaamd, fchade toetebrengen , terwyl het fferenbpven dopr pntfpanning , zoowel als. door. te-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 345 tegenwerking, de fchitterendlïe blyken geeft van deszelfs verwonderlykfte, allerheilzaamfte, en van de kwik onderfcheiden vermogens. De Campher is ten uiterflen onontbeerelyk, in de zinking-koortfen; in de zenuw • ziekten, en in veelvuldige in- en uitwendige gebreken der oogen ; in alle kwaadaartige koortfen; met een woord, in alle zoodaanige gevallen , in welke de leevenskracht kwynt. — Het voorrreffelyke nut van dit middel is zoo algemeen door de genees- en heelkundige. Schryvers aangetoond, dat het geene verdeediging van ons noodig heeft: dan, niet even algemeen Hemt men in, nopens de wyze, op welke dit verwonderlyke middel de verbazendfte uitwerkingen hervoortbrengt; of het by wyze van verkoeling, van verdooving, van oplosfing, van doordringing, of wel van tegenwerking deszelfs dienften verricht 1 waarvan wy het laatfte als het aanneemelykfte en waarfchynelykfle ftelfel aanneemen; edoch, het is hier onze taak niet om dit met fchynbewyzen te ftaaven. De Spaanfche vliegen zyn van eenen uitgebreiden volftrekten dienst in veele zinking koortfen; zenuw-koortfen; en in plaatfelyke pynen; in de mazelen , pokken, en roodvonk ; in de ontfteekingkoorts , na behoord yke aderlaatingen ; in den fcheurbuik; in de oog-ontfteekingen; in veele toevallen der kraamvrouwen ; eindelyk, in alle de verzwaarde gevallen der kwaadaartige ziekten, alY 5 waar  34Ö J. L. van der WAGT, GENEES- waar de leevenskracht kwynt; in alle welke geleegenheden zy door prikkeling onderfcheiden eigenfoortige werkingen uitoeffenen; men vergelyke de uitmuntende Verhandeling van den zeer geleerden Heere de man, in het eerite Deel van het Ed. Genootfchap, Servandis Civibus, pag. zt. De Ouden hebben reeds de onontbeerelykheid van dezelve gekend; en de hedendaagfche Geneesheeren worden dagelyks te zeer overtuigd, door de overtuigendile blyken,van de wonderen ,welke zy zoo meenigwerf opleveren, dat wy geen oogenblik durven twyffelen of een iegelyk zal zulks voor over bewezen gereedelyk aanneemen. Het Guajacum en de Salfaparilla, houten, die zoo eensgezind , en met nadruk , boven andere geneesmiddelen verheven worden door de geoeffendfte beoeffenaars der Geneeskonst, in onderfcheiden van de tegenftreevendile beenziekten; in de verdikking van het gelid-vocht; en in de verouderde, doch gemengde venerifche ziekten en gebreken; wegens derzelver harstachtigen byzonder doordringenden aart; zyn ons mede door eene veeljaarige ondervinding te zeer bekend, dan dat wy derzelver onontbeerelykheid niet ftellig zouden durven vastflellen: dan, offchoon men de kwik deszelfs- eigenfoortige kracht tegen de opgetelde verouderde gebreken niet kan betwisten, kan men echter, de naauwkeurigfte waarneemingen van een aantal der beste Geneeskundigen,aan wie de eigen- fchap-  EN HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 347. fchappen van de kwik volkomen bekend waren, overweegende, niet lochenen, zonder in de grootje ongerymdheden te vervallen, dat deze middelen iets eigenfoortigs bezitten tegen deze gebreken; vooral, gelyk het ons toegefchenen is, wanneer zy met andere gemengd zich voordoen, niettegenItaande wy niet kunnen bezeïFen op welke wyze zulks plaats heeft, en wat het wezenlyke, en van de kwik onderfcheiden vermogen is, dat zy uitoeffenen, even zoo min, en om dezelfde reden, als men by geene mogelykheid zou kunnen ontkennen dat de kina,en de rhabarber, eigenfoortige dachten óefFenen in verfcheiden ziekten, die hen uit alle andere doen kenmerken. De Zee - ajuin kan men volgens het getuigenis van alle hedendaagfche en vroegere Geneesheeren met het grootfte regt voor volftrekt onvermydelyk opgeeven, in verfcheiden verouderde en hardnekkige waterzuchtige ziekten en gebreken; in fommige wederftreevende hoesten, en fchorrigheden; en in eenige gebreken van de piswegen. Dejalappe wordt, als het waare uit eenen mond, inde water- en wey-zuchtige ziekten en gebreken, voor hec by uitftek geiéhiktfte buikzuiverend en afzettend middel aangeprezen ,. zoodat wy geene zwaarigheid maaken met een heir van genees- en heelkundige Schryvers intetlemmen, dat men dit middel, in foortgelyke ziekten , niet altoos zou kunnen achterhalen. De  348 J. L. van der WAGT, GENEES- De Zevenboom mag men in enkele van de hardnekktgfte opftoppingen der maandftonden en van den kraamvloed niet voorbygaan, zonder zich aan p e tverzutm, fchuldig te maaken, gemerkt dit nnddel zonder tegenfpraak, een elgenfoordg vermogen heeft, dat alle andere hier voor aangepre. zen m,ddelen verre overtreft, en hetzelve alleen " ^mm,ge Se^»en, op de vrouwelyke teeldeel len door prikkeling uitoeffent. De Magnejïa alba is van het grootfte aanbelang m het zuur voor kleine kinderen; eerftelyk. zoowel om deszelfs zuur verbeeterend , als ora deszelfs zagt buikzuiverend vermogen; ten tweeden, omdat de andere zuur-opflorpende aardmidöelen , door zwaarte, in zulke tedere darW« fteeds fchadelyk zyn, weshalve» men volnrekf^ noodzaakt is aan dit nimmer fchadelyk middel den voorkeur te geeven, in kindertjes, by welke de unoeffening der Genee.konst zeer du4r en ze moeijelyk is. Men ziet uit het beloop van deze Verhandeling, zoowel als mt de optelling van de door ons onontbeerelyk verklaarde, en bygevoeg^ Apotheeknnddelen, dat 'er aan niemand twyffeiing kan overWyven over de volurekte noodzaakelykheid van het gebruik dezer middelen , in de beoeffening van de Genees en Heelkunde; dat deze echter zto veele ümengeftelde onontbeerelyke eigenfchappen niet bezuten, in minder voorkomende gelegenheden te pas.  en MËELM. uit KELDER en KEUKEN. 34-9 pas komen, en dus eenen minderen graad van onontbeerelykheid beklimmen dan de andere, door het Genootfchap opgegeeven Apotheek-middelen; dat dezelve eenigervoegen gemakkelyker kunnen naargebootst worden, zo door keukenfpeceryen als anderzins, het geen uit het vervolg van deze Afdeeling nog nader zal blyken; dat alle gemelde middelen gevoegelyk tot twee foorten kunnen gebracht worden , naamelyk , tot zulke , die door eene algemeene, of door eene byzondere eigenfoortige prikkeling werken; dat zy alle, alleen de 'magnefia alba uitgezonderd, door eane algemeene ■of byzondere eigenfoortige allerhevigfte prikkeling, in kracht, oneindig verfchillen van de fterkstprikkelende keuken? en kelder- middelen, volgens het eenpaarige getuigenis van de grootlte en beroemdde Mannen in de konst; dat de ziekten en gebreken , in welke zy dikwyls onvermydelyk bevonden worden, zyn, kwaadaartige koortfen, fommige ingevreten zweeren, onderfcheiden fmet-ziekten en gebreken, fommige wederftreevende beenziektenen gebreken, verouderde, hardnekkige, waterzuchtige ziekten en gebreken, zulke uit- en inwendige fleepende ziekten en gebreken, in welke geene heilzaame koorts aanwezig is, onderfcheiden aanhoudende wederfpannige zenuw-toevallen; met" een woord, alle zoodaanige ziekten en gebfeken, of verzwaarde ftaat derzelven, in weike de leevens- krachf  85o J- L, van der WAGT, GENEES- kracht eenen zeer aanmerkelyken graad van kwyning heeft aangenomen. Dan, alle deze overweegingen toonen ons ten duidelykften dat de gewigtigheid van den dienst, welken zy aanbrengen,geheel beftaat in het opwekken van. de prikkelbaarheid, hetzy op eene algemeene, of op eene byzondere eigenfoortige wyze ; zoodat het van het grootfte aanbelang zal zyn de wetten van de Prikkelbaarheid, met betrekking tot dir onderwerp, naauwkeurig en van naby , doch zoo kort mogelyk, te befchouwen. §. 2,7- °m ecn klaar denkbeeld te vormen over de naauwstgezette bepaaling van de volftrekte noodzaakelykheid dier middelen, moet men voor alles niet uit het oog verliezen, waar van wy reeds te vooren in het voorbygaan melding gemaakt hebben , de prikkelbaarheid van de zenuwen, met verwerping van de ingeboren prikkelbaarheid der vezels; ftelfel, het welk kortelings zeer oordeelkundig en geheel onwederleggelyk is bewezen door den zeer geleerden ypey. Deze prikkelbaarheid levert de verbazendfte verfchynfels op; en, offchoon de zenuw - ftofFen , door welke zy haare vlugge, hevige, en vastbeklyvende uitwerkingen op alle vaten, vochten, en van hier op alle ligchaams - bedieningen, zoo verwonderlyk verrichten, tot heden toe niet kan opgefpoord worden, kan men nogthans, gevolgtrekken-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 331 kender wyze, en door de ondervinding, uit fommige verfchynfels befluiten tot de wyze , op welke wy derzelver ongefteldheden kunnen te hulp komen. De ongefteldheden der zenuwen, gelyk wy in de Afdeeling der zenuw • ziekten reeds gezegd heb* ben , worden afgeleid van de hoofd - bedieningen dier werktuigelyke deelen, door welke zy in eenen meerderen of minderen graad van kracht de leevens- en beweeging-verwekkende eigenfchappen aan alle deelen van het ligchaam mededeelen; zoodat het gevolglyk eveneens is, om het punt van noodZaakelykheid, en den graad van kwyning der algemeene of byzondere prikkelbaarheid , in welke onze onontbeerelyke Apotheek - middelen moeten gebruikt worden, te bevatten en te begrypen, of men dezelve befchouwe met betrekking tot de zenuw-ziekten of ongefteldheden, als ziekten op zich zelve , of als gevolgen , in de bovengemelde ziekten en kwaaien. De ongefteldheden van de prikkelbaarheid zyn drievouwdig ; de prikkelbaarheid is te fterk , te zwak , of te ongeregeld: de eerfte, welke hier voor zich zelve niet tot ons onderzoek behoort, wordt alleen geholpen door het heulfap, van het Genootfchap ons opgegeeven, en het pynftillend vocht van hoffman. Dan , de twee andere ongefteldheden zyn het eigenlyk, in welke de van ons onontbeerelyk verklaar-  352 J« L. van der WAGT, GENEES- klaarde middelen te ftade komen, welke derhalven met veel oplettenheid, en naauwkeurigheid aan een nader onderzoek moeten getoetst worden ; waartoe ons eene korte befpiegeling der natuurelyke oorzaaken van de vermeerderde, verminderde, of ongeregelde prikkeling , het allerzekere zal opleiden. $• 38. De voornaamfte en het meest zich voordoende natunrelyke- oorzaak der'vermeerderde prikkeling, is de onmiddelyke werking op hét zenuwtiemi , of wel door voorwerpen van buiten het hgchaam geboren , of wel van de ziel, of van het hgchaam zei ven daargefteld: den graad dezer werking kunnen wy met geene mogelykheid bepaalen, gemerkt het gevoel gefteld worde tusfehen de uitoeffening der voorwerpen buiten het ligchaam, en het daarop volgende uitwerkfel van het zenuw-vermogen, dat is de prikkelbaarheid; terwyl het gevoel daarenboven nog van meer andere omilandigheden afhangeiyk is. -De prikkelbaarheid kan ook by wyze van famengevoel op oneindig verfchillende wyzen vermeerderd worden, zie de meermaals aangehaalde Werkjes van den Heer rega, en van my , over het Samengevoel des menfehelyken ligchaams. Vervolgens, de prikkelbaarheid wordt op verfchillende wyzen vergroot door de natuurelyke begeerten en neigingen, gelyk door honger, dorst, drift tot de fexe, door neiging tot niezen, hoes- ten*  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 353 ten, zugten, hik, braaking, waterloozing, drekontlasting; welke alle uic byzondere gefleldheden, de algemeene zinplaats onderfcheidenlyk aandoende, geboren worden. Uit de binnenfte deelen van het ligchaam zelve worden oorzaaken hervoortgebracht, die de prikkelbaarheid vermeerderen , gelyk door het hart, door de longen, en door de fpysbuis, enz. die alle uit byzondere oorzaaken van deze en van andere werktuigelyke deelen, of uit oorzaaken, welke het gemeene zintuig alleen aandoen, oorfpronkelyk zyn; terwyl de gewoone bedieningen dezer deelen fchier niet van ons gevoeld, noch door ons beftierd worden. Wyders het hersfen - geftel wordt niet Hechts door uitwendige oorzaaken hevig bewogen en geprikkeld, maar ook door d* ziel; dan, in hoe ver» re deze het bewind over hetzelve kan voeren, zal nimmer kunnen bepaald worden. Wy moeten aanmerken dat het zenuw-fielfel onderworpen is aan zekere wetten, die ook niet wei» nig verfchillen, edoch aan welke het, zonder onmiddelyke prikkeling, als van zelve gehoorzaamt; by voorbeeld de gewoonte, zoo wel met opzicht tot de willekeurige , onwillekeurige beweegingen, als tot het gevoel, heeft een onuitfprekelyk verfchillend, en wyd uitgeftrekt vermogen; vergelyk de fraaije Verhandeling over deze [uofe van den beroemden cullenus: trouwens, dit is onder alle XIII. deel. Z klas-  354 J. L. van Dan WAGT, GENEES- lUasfen van menfcben genoegfaam bekend, zoo dat het zelfs onder onze landslieden tot een fpreekwoord geworden is, de gewoonte is eene tweede Natuur: dus zou het overtollig zyn dit met voorbeelden te willen bevestigen. Het zal ook geheel onnoodig zyn bewysredenert bytebrengen voor de navolging, door welke ons zenuw-geitel in onderfcheiden landen op meenigvuldige wyzen geprikkeld wordt, door middel van eigen of erfelyke navolging, van welke laatfte zoo veele erfelyke ziekten haaren oorfpronk ontleenen. Boven alles moet men den aandagt vestigen hierop , dat de oorzaaken, die uit haaren aart de prikkeling verminderen, dezelve dikwyls zeer hevig vermeerderen, offchoon niet op eene onmiddelyke wyze, maar by wyze van tegenwerking, ofwel door overdryving. Om dit duidelyk te maaken ftelle men zich voor, dat het opium het gevoel vermindert en uitdooft, de pyn flift, de ontlastingen tegenhoudt, floap verwekt, en wanneer het, in-eene gepaste hoeveelheid, op de bloote zenuwen wordt aangelegd , de nabuurige deelen , of het ganfche ligchaaro, lam maakt, het geen aan niemand onbekend'is.— Dan, het is eene bewezen zaak. dat dit zelfde middel de polsfhgen, de fpanning en ontfpanning van het- hart verdubbelt, het gevoel en de beweeging vermeerdert , braaking veroorzaakt, en het zweet uitdryft, ja zelfs, dat het dikwyls de hevigflre ftuiptrekkingen veroorzaakt. De  èn IIEELM. üït KELDER en KEUKEN. 355 De koude, op eenen zekeren graad, ftilt aartftonds en onmiddelyk de prikkelbaare kracht: Edoch, men ziet ook de koude het tegendeel uitoeffenen, want zy prikkelt het hart tot verdubbelde beweegingen, zy verwekt warmte, en roodheid op de huid, zy vermeerdert alle ontlastingen, doch vooral de uitwazeming; van hier wordt het koude water zoo heilzaam bevonden in verouderde Rheumatifche pynen, ja zeer dikwyls is de koude oorzaak van ontfteekingziekten. De befmetting, welke koorts verwekt, is ook zeer ftillend. — Het tegenovergelielde heeft niec zelden plaats, want meenigwerf prikkelt zy de ligchaamelyke uitoeffeningen. De gemoedsbeweegingen , vooral de vrees, houdt, als het waare, zoo meenigvuldige keeren alles ingefpannen. — Zy veroorzaakt, op andere tyden, ontfpanning. Eene al te groote ontlasting van vochten , vooral van bloed, maakt dikwyls de fteïkfte ftuiptrekkingen. Op kwyning en zwakte ziet men veelal ftuipen volgen, niet Hechts in de afzonderlyk aangedaane deelen, of in die, welke met dezelve famengevoelen, maar zelfs in het ganfche ligchaam. De prikkeling verminderende oorzaaken zyn, de werkeloosheid; de tegenfpoed, en al wat aanhoudende droefheid te weeg brengt; het veelvuldig en lang flaapen; de ontfpanning der vezels; en het Z 3 ver-  356" J. L. van der YVAGT, GENEES- verwyderen van alles, wat indrukking op de zimuigen kan maaken. Het al te fterk werken, en Jeeven; het al te fterk denken; hevige pynen; de al te fterke ge. fpannenheid der vezels; met een woord , alles wat te fterke indrukkingen op de zintuigen maakt. De gewoonte aan onderfcheiden aandoeningen, of gebruiken. ° De natuurelyke navolgende geneigdheid. Dan, deze oorzaaken zyn even zoo menigvuldig en verwonderlyk in haare uitoefeningen, als die van de vermeerderde prikkelbaarheid : daarenboven de prikkelbaarheid.opwekkende middelen hebben even znlke ftrydige uitwerkingen, en tegenover». Helde vermogens, als die, welke de pyn en bet gevoel uitdooven; zoodat een groot aantal van Ge neesheeren gemeend hebben, dat zy alle eene prik keling opwekkende, en uitdoovende kracht tefens bezitten, van waar veele dwaalingen gefproten en onderfcheiden gevoelens omftaan zyn: dan het' allerwaarfchynelykfte is , dat die tegcnovergeftelde vermogens, in elk foort van middelen, daargefteld worden door eene tegenwerkende kracht van het zenuw-ftelfel zei ven, hetwelk, dan eens hardnekkig en met veele poogingen het overwigt behoudt , en dan wederom aan de overdryvendkracht der keukenfpeceryen, of der van ons onontbeerelyk voorgeftelde Apotheek-middelen, hetzelve zonder moeite overgeeft. Eene  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 357 Eene grondige overweeging van alle deze natuurelyke oorzaaken der vermeerderde of verminderde prikkelbaarheid, en van de wetten, aan welke deze ondergefteld is, brengt ons van zelve tot onderfcheiden voor ons onderwerp zeer gewigtige gevolgtrekkingen. §. 39. Vooreerst, de graad van werking der natuurelyke oorzaaken van de prikkelbaarheid, die volftrekt niet kan afgemeeten worden, wyst zoer klaar aan de onmogelykheid om den graad van prikkeling onzer Apotheek-middelen of der keuken* fpeceryen te kunnen afmeeten, even zoo min als den afftand, tusfchen beide deze foorten van middelen, met opzicht tot derzelver werking. Daarenboven, gefield dat men kon weeten den afftand van de kracht der fpeceryen tot die der meergemelde allerfterkst prikkelende middelen , nogthans zou men, uit hoofde van het groote aantal der oorzaaken, en wetten, en van oneindig verfchillende eigenfchappen en wyzen van werken der prikkelbaarheid, in elk afzonderlyk onverdeelbaar mensch onderfcheiden, zoo min in het algemeen als in het byzonder, met betrekking tot de ziekten, of verzwaarden ftaat derzelven, in elk byzonder mensch zeker kunnen befiuiten tot het foort van middelen, aan welke van beide wy den voorrang moeten geeven; zoo dat in eene en dezelfde ziekte, of verzwaarden ftaat deszelfs, by fommige de fpeceryen genoegfaam kunnen voldoen, terwyl Z 3 men  S5S J. L. van der WAGT, GENEES- rficn by andere volftrekt de allerhevigst prikkelends genoodzaakt is aantewenden. Vervolgens zien wy dat de algemeen erkende vermogendfte prikkel-veroorzaakende middelen, die in eenen ftaat van kwyning de leevens-bedieningen allerhevigst opwekken , doch daarentegen in andere gevallen, gelyk in ontfteekingen, dooreen grooter overwigt in de tegenwerking, eene waarelyk plaatfelyke pynftillende werking, uitoeffenen; dat niets zoo prikkelende is, of het krygt eene tegenovergeftelde kracht, wanneer het overdreven wordt, waarom men dikwyls gezien heeft dat zelfs de in top gedreven genugten, en de grootfte felfte pynen, elkander zoo naby zyn, dat zy zich wederzydsch oogenblikkelyk vervangen; en 'er zyn voorbeelden genoeg dat menfchen door een van beide dikwyls zeer fchielyk zyn weggerukt. Wy bezeilen daarenboven niet onduidelyk dat de ontfpanning der krampachtig gefpannen deelen moeijelyker of gemakkelyker zal kunnen bevorderd worden, naargelang de tegenwerkende aanwezig zynde hinderpaalen, te vooren opgenoemd, meer of minder in getal, en aanmerkelyk «uilen zyn; dat van hier, naarmaate die hinderpaalen grooter, en beide de tegen elkander werkende vermogens heviger zyn, zonder dat de tegenwerkende middelen he: overwigt kunnen verkrygen, de gedagtfte gevaaren ook zullen toeneemen; dat, nadien de werking der prikkel. vermeerd^ende, en ver-  en HEELM. uit KELDER en KEUKEN. 359 verminderende middelen, wederzydsch zoo flrydig kan worden, 'er ons zeer veel aangelegen ligt te kennen de nabyheid of afftand der plaatfen, op welke die middelen uitwendig aangelegd worden, met betrekking tot de lydende deelen, en hoe zy door eene middelyke of onmiddelyke tegenwerking, inwendig, hunnen dienst moeten verrichten. Eindelyk,wy mogen veilig befluiten omtrent die ziekten en gebreken, die van de ongefteldheden der prikkelbaarheid, of van het uitoeffenend vermogen van het zenuw-ftelfel geheel, of voor het grootfte gedeelte, middalyk of onmiddelyk, voor het byzonder of voor het algemeen , afhangelyk zyn, dat de geneeswyze in alle nog zeer duister is, en op veele toevallige en wisfelvallige waarneemin* gen (leunt; weshalven wy tot de naauwfte bepaaling van het onderfcheiden gebruik der keuken- en Apotheek-prikkel verwekkende middelen niets zekers kunnen vastftellen, en rondborftig eenftemmig met cel sus zeggen, „ cujus rei non est certa „ notitia , ejus opinio certum reperire remedium „ non potest". Naturd monjïrante viam. (De overige Verhandelingen tot deeze Vraag behoorende gullen binnen weinige weeken, onder den Tytel van 13de Deels Tweede Stuk, het licht zien.)   By petrus conradi wordt, onder anderen, uitgegeeven: Verhandeling over de Legerziekten. Behelzende eene Befchryving van de oorzaaken, aart, voorbehoeding en geneezing der Ziekten, die in de Legers en Garnizoenen voorvallen , door den Heer john pringle, M. D. Naar den iaatften Druk, uit het Engelsch vertaald, met de nieuwfte Waarneemingen verrykt, en vermeerderd met eene Geneeskundige Befchryving der Hospitaalen, van den Heere donald monro, M. D. mede uit het Engelsch vertaald, door den Heer l. bicker, Med. Doctor, Eerfte Secretaris en Mede - Directeur van het Bataafsch Genootfchap , enz. enz. te Rotterdam. Twee Deelen,-in gr. 8vo. . . a ƒ3:12:Het derde of laatfte Deel is byna afgedrukt. Verjlag aangaande de Middelen, ter behoudinge van de Gezondheid der Zeevarenden, door den beroemden Heer joh in pringle, M. D. Uk het Engelsch vertaald door den Heer f. w. be monchy, Med. Doet. enz. enz. te Rotterdam. In gr. 8vo. . . a/-:i2:rerhandeling over de Koortfen, en de Kinderpakjes. Voor een groot deel op nieuwe gronden voorgedraagen, door den Heer john huxham, Med. Doet.. Lid van de Koninglyke Genootfchappen te Edinburg en London, enz. Waarby een Vertoog over de; bewaaring der Gezondheid op de Schepen , door denzelfden Autheur. Naar den Dorden Druk uit het Engelsch vertaald. In gr. 8vo. a f -: 18 : He Ontleedkunde volledig verhandeld, of naauwkeurige Befchryving van alle de deelen des Menfchelyken Ligchaams; door den Heer sabatier, Lid van het Heelkundig Genootfchap en van de Koninglyke Akademie der Weetenfr-happen, en die der Heelkunde te Parys. Uit het Fransen vertaald, en met verfcheiden nuttige Aanmerkingen vermeerderd door deHeeren a. lentfrinck en j. l. van der wagt, Medicinae Doctoren te Rotterdam. Twee Deelen, in gr. !!vo. . . . a/5: Het derde of laatfte Deel is op de Pers. Scheikundige Verhandeling over de Magnefia Alha, en het nuttig gebruik van de Moederloogen van Zeezout (ondtr den naam van her Bitter, het Slym, de Oes, of de vuile Pekel in de Fabrieken bekend) in ons Vaderland. Doot den Heer petrus driessen, Med. Doctor, en Chemiae Profesfor, enz. enz. aan de Univerfiteit van Stad en Lande. Opgedragen aan de Heereu Apotheekërs en Zout- zieders. In gr. 8vo a ƒ • : 8:- Verhandeling over eene byzondere bereiding en gebruik van htt Bytetide Sublimaat in de Fenus-ziekte; door Proe• . r ■' w • Ten  ■ ttt onderzdgt en bevestigd. Beneflfens eenrge Aanrner». kingen omtrent de Gonorrhoea , en eene andere Druipini» die zonder Venerifche belmening kan ontdaan. Door' b. j van wy, Heelmeester en Operateur van den Steel te Amlterdam, en Lid van het Provinciaale Utrechtfche Genootfchap van Konften en Weetenfchappen. De Tweede „ Druk, merkelylc vermeerdert en verbetert, In gr. 8vo. ■ • • • » • ■ ' . . a ƒ -: ij.;. Verhandeling over de Venusziekte, door m. thion de , . la chaume. Waarin alle de vcifcheidene toevallen-der ' kwaaie befehreeven, en* derzelver geneeswvze wordt aan, eereeezea; gefchikt naar de vatbaarheid niet alleen van jonge Chirurgyns, maar ook der Lyderen, om zei ven te oordeelen over de goede en kwaade behandeling van hunnen' Geneesmeester. In gr. 8vo. . a ƒ .: 15:- Naauwkeurig Onderwys in de Vroedkunde; door jan de reus. Met eene Voorrede van den Hooggeleerden Heere petrus camper. Tweede Druk. Vermeerderd met veele nuttige Aantekeningen, en een Aanhangzel over de , VeHosfing der Nageboorte. In gr. 8vo. . a/-:i8:- Kvrt verhaal van deRoode Loop te Harlingen. Met een Byvoegzel, aanvvyzende de oorzaaken der Beftnetting, en 5 de behoedmiddelen daar tegen. Door jan de reus. Ia . gr 8vo.' . . . . . a ƒ-: 5:3 Het berugte Geheim in de Vroedkunde , van n. roon- . uüyzen, ontdekt, en uitgegeeven , op Hooge order • door j. p. «AïttLAuw, Vroedmeester. In gr. 'èvo*. met Pkiaten, . . . . k f- :\2:- Eet algemeen Genees- cn Heelkundig Handboek, door den ■ beroemden Heer j. a. unzer, Schryver van den Artz of Geneesheer. Waarin de Middelen voor Ziekten en Ongemakken , die eene fpoedige hulp noodig hebben, klaar en duidelyk, tot gebruik van een ieder, worden voorgedragen. Uit het Hooyduitsch vertaald-, en met Aanmerkingen uitgegeeven door u. tersier, Med. Doctor te Haarlem. In gr. 8vo. . . a ƒ r:io:- Geneeskundige P,rocfneeming met den door konst gemaaktett Magneet; door den Heer j. c. unzer, Med. Doet. t« Altona. Uit het Hoogduitsch vertaald en met een Voorreden vermeerderd door j. r. oeiman, Med. Doctor te Anifterdam. In gr. 8vo. . . . a/-:i2:- Geneeskundige Verhandeling over den Steen in de Blaas. Waarin de Zwarigheden en Bedenkingen omtrent het En-* gelsch Steenbreekend Geneesmiddel onderzogt worden en de voortreflykheid van hetzelve (als verre te Hellen boven de Sceenfnyding") tegen den Steen in de Blaas, als ook tegens het Graveel, wederom met nieuwe voorbeelden ger fteafd wordt, door philippus zweert s, Medicinae Doctor te Amfterdam. In gr. 8vo. . & ƒ i :'-s-  .... , ■, *&jttXtiZki