OK 62 3604  Bibliotheek Universiteit van Amsterdam   L Y S T DER P A U S S E N, DER UTRECHTSCHE E N ONDERHORIGE .bisschoppen; ALS MEDE DER PAUSSELYKE VICARISSEN* BINNEN DE ZEVEN VOORMAALIGE PROVINCIËN VAN NEDERLAND. Kunnende als een gefchikt Byvoegfel agter alle R* C. hijforifche, of onderregiing boeken van dit formaat gepoegt worden, # TE AMSTERDAM, BT jft J: van TjSTROODÊ en P; van BUUREN*   BYVOEGSEL. L Y S T 0 F OPVOLGING DER. PAUSEN of KERKHERDEREN, aan welken de opperherder JESUS CHRISTUS ' zyne lammeren en fchaapen te weiden bevolen heeft, volgens Joan. XXL H. v. 15—-17* NB. De vobrftaande getallen betekenen den hoeveelfien Paus zodanig een is; de letter H. welke voor [onwilgen fiaat, duidt aan, dat Hy onder het getal der Heiligen gefield is; de letter M. dat Hy als Martelaar gevierd wordt; het jaargetal wyst aan, in welk jaar Hy geftorven is; en de cyffers, agter eenige naamen gefield, geeven te kennen, den hoeveelfien Paus van dien naam Hy geweest £r« A EER-  3 BÏVOEGSEI» EERSTE EEUW. i De H. Apostel Petrus» M. O) , . 67 o, H. Linus, M. . , 7g 3 H. Cletus," M. . . - 91 4 H. Cleracns L M. . ♦ lo (a) Ds Apostel Petrus heeft 25 jaaren deze waardigheid op eene voorbeeldelyke wyze bediend, en is onder den Keizer Nero in het 13de jaar van deszelfs regeering te Rome met het hoofd benedenwaarts gekruist en gedood. TWEEDE EEUW» 5 H. Anactetus, M, • , iIO, 6 H. Evariftus, M. . . IK) 7 H. Alexander, I. M. (a) + . 8 H. sixtus LM. . . 9 H. Telesphorus,. M» (£) . j52 10 H. Hyginus, M. . 1^5 11 H. Pias I M. . . 12 H» Anicecus, M. . ♦ J73 13 H. Soter, M. . , 177 14 H. Eleutherius, M. . . 191 15 H, Victor L M. (c) . . 201 (a) Martinus Polonus meldt, dat Alexander I. bevolen heeft, dat er in de kelk by den wyn een weinigje water gedaan moet worden. (Z>) Van dezen Paus wordt verhaald, dat Hy bevolen heeft, den 4oiaagfchen Vasten van de Apostelen ingefteld, te onderhouden, en dat Hy toegelaaten heeft op den feestdag van Chrirtus geboorte driemaal de H. Offerande op te draagen. (c) Vic-  BYVOEGSEL. 3 Ce) Viftor I. heefc tegen Poiycrates , Bisfchop van Ephefen,en eenige anderen het 'gefchil, wanneer het Paaschfeesc gevierd moest wurden, beflisE DERDE EEUW. 16 H- Zephyrihus, M. . . 219 17 H. CalHtus, I. M. . . 224 18 H. Ürbanus I. M (a) . . au 19 IL Pontianus, M. . . 236 20 H. Anthetus, M. . , 236 21 li. Fabianus, M. (£) ' . . 250 22 H. Corneiius, M. (6-) ■ i , 253 23 H. Lucius LM ♦ • 255 24 H. Stcphanus I. M. (d) . 257 25 H. Sixtus II. M. (e) . 25^ 26 H. Dionyfius, M. • ♦ 270 27 H. Felix LM, . 4 275 28 H. Eucychianus, M. . . 283 29 IL Cajus, M. ♦ 296 30 H. Marcellinus, M. (ƒ) . S04 (e) Ten onrecht wordt van den H. Urbanus gezegt, dat Hy het H. Sacrament des Vorm fels zoude ingefteid hebben, alzo het door de Apoftelen (blykens verfcheide voorvallen in de H. Schriftuur) reeds den gedoopten toegediend is; maar te recht heefc Hy geleerd, dat in het Vormfel door de handoplegging de H. Geest gegeeven, en de mensch een volmaakt Christen wordt. (Z?) Na de dood van den H. Fabianus heeft de H. Stoei een en een half jaar ledig geflaan. (c) Door de onwettige verkiezing vau den ketter A 2 No.  4 BYVOEG-SEL» Novatiaan is tegen dezen Kerkvoogd de eerïïe fcheurmg gefchied. u K.d) Tegen den H. Cyprianus , Bisfchop van Carthago, en andere Africaanfche. Bfsfchoppen welke deswegens verkeerdelyk dagcen, heeft de H Steoha. mis te recht beweerd, en va^tgefteld, dat het Dood fel, het welk door ketters bediend was, niet herbadd mogt worden. w J*vU-u Diakc>nVan deZCn Kcrkvoo§d was de H' Laurentfus (ƒ; Dat Marcellinus den afgod Jupiter wierook zoude öpgedraagen hebben, wordt van veelen voor een verdichtfel aangemerkt, zo om dat Éufebius en anderen, die de daaden der Pausfen getrouwelyk befchreven hebben,, daar niets van melden, als omdat Theodoretus hb. i. c. 3. Marcellinus ten hoogde verheft als zich in de vervolging uitmuntend gedraagen hebbende; waar tegen niet opweegt noch het Pontificaal van Damafus, noch het Conflltum Sinuesfanum noch het Breviarium Romanum ; als zynde het eerfte geen echt ftük van dien welfpfeekehden Paus,het tweede een opgeraapt verdichtfe!, en het derde (blyken« veele andere verhaalen) van weinig gezag- cn by aldien men al ftaande wilde houden, dat de zaak in waarheid ge. beurd zoude zyn, dan zoude daar uit toch niets anders bewezen kunnen worden, dan dat Hy uit vreeze uitwendig tegen de beMems des geloofs gezondigt maar niet dat Hy inwendig het geloof verloren zoudè hebben. VIERDE EEUW. 31 H. Marcellus ï. . ?qq 32 H. Eufebius, M, . / %lL 34  BY VOEGSEL. 5 33 H. Melchiades, M. ♦ . qi4 34 H. Sylvester L (V) . . Lr 35 Hs Marais. ' . . %l 36 H. Jnlius L . j 37 H. Liberius. (6) , , «67 38 H. Damafus I (c) . cgi S9 H. Siricius ( ' ' • • „ Ó84 8?. H. Benediclus II. . . 6g< 83 Joannes V. . .616 84 Conon 00 • . 6 7 85 Sergius t. (O . . 70I (a) Honorius I. is na zyne dood in de zecde Kerkvergadering , als de dwaaling der Monotholieten begunftigt hebbende, veroordeeld. Nooit echter heeft Hy dezelve als Hooft of Leeraar der Kerk geleerd of voorgedaan. (6) Ondèr dezen Paus is da zesde algemeene Kerkvergadering [de derde van Conftantinopelen] gehouden. (c) Leo II. heeft deze Kerkvergadering ook bevestigt. 00 Onder dezen Paus heeft 'de zesde Scheuring plaats A 5 ge-  ÏO BïVOEGSEt. gehad ten gevalle van de onwettige verkiezing van Petrus en Theodorus. (0 Onder Sergius I. is de zevende fcheuring gebeurd om de onwettigen Theodorus en Pafchalis. Door den Paus Sergius I. is de H. Willibrordus tot eerfte Bisfchop van Utrecht ingeweid. AGTSTE EEUW* 86 joannes VI. , # 70~ 87 Joannes VIL . , i0l 8 8 Sifinius, O) . f ' . 708 $9 Conftantinus, , 4 90 H, Gr ego rius IL (b) . ; 7jf 91 H. Gregorius III. . . 74! 93 H. Zacharlas (O • . #752 93 Stephanus IL ♦ . ♦757 9+ H. Paulus I. (V) . ; 767 95 Stephanus III c*) • . 772 96 Adrianus L (f) . . 70^ 97 H. Leo IIL (g) . . 8r6 O) Siegts 20 dagen regeerde deze Kerkvoogt, toen Hy ltierf. O) Door Gregorius II. is de H. Bonifacius ter prediking van het Evangelie gezonden tot de Duitfehe Volken, onder welken Hy wel veel vrugt gedaan heeft, maar van welken Hy toch ook onder het bedienen van het Sacrament des Vormfeis gedood is. (c) Na de dood van Zacharias is wel tot Paus verkozen geweest Stephanus II., maar om dat Hy den vierden dag na zyne verkiezing voor dat Hy bezit van den H. Stoel genomen had, overleden is, wordt Hy doorgaans onder het getal der Pausfen niet berekend, en  3> 1" voegsel'. ii en zyn opvolger Stephanus in plaats van de derde, de tweede van dien naam geheten. (rfj Paulus ï. was de broeder van zynen Voorzaat Stephanus II. (ej Onder Stephanus III. is om den onwettigen Paus Conftantinus de negende fcheuring gebeurd. (ƒ0 De VII. Algemeene Kerkvergadering [de II. van Nice] is onder dezen Paus gehouden. (g) Leo III. heeft in !aet jaar 800 op Kersdag, Garel den eerften, met toeftemnring van al het volk van Rome, tot Keizer gekroond, waar van het tegenwoordig Westersch Keizerryk zyn begin gekregen heeft. NEGENDE EEUW. 98 Stephanus IV» , ♦ 817 99 H. FafchaÜs, . . ♦ 824 100 Eugemus II. (a) ♦ . 827 101 Valentinus, b) , . 827 102 Gregjorius iV. . . 843 103 Sergius II. (O . . 847 104 H. Leo IV. « ♦ 855 i®5 Benedictus III. (V) . ♦ 859 ïo6 Nicolaus I. . . 867 107 Adrianus IL (V) « . 872 108 Joannes VIII. % . 882 109 Marinus L ♦ . 884 110 Adrianus III. . ♦ 886 in Stephanus V. . . 8qi 112 Formofus, (ƒ) • . 896 113 Stephanus VI. (g) ♦ • 900 fa) Onder dezen Paus heeft om 2inzinus de tïemh fcheuring plaats gehad. Siegts  IJ * r V O E G S E E. (b) Siegts 40 dagen heeft deze Paus geregeerd. SerCL n frf d6n Diaken J°annes is onder öergius II. de elfde fcheurmg gebeurd. Urlt r ?£t iS eene °P§eraaPte leugen, die van CathoIyke fchryvers, en van o.ncatholyke, zo als van Cournel, Soxhorn, Gasfel, Schook &c. &c. terecht wordt tegengefproken, dat na de dood van Leo IV. er eene vrouw onder den naam van Joannes VIII. tot Paus verKozen zoude zyn geweest'; maar waar is het, dat onder Benediftas III. de 12de fcheuring door de onwettige verkiezing van Anaftafius voorgevallen is. ' («) Onder Adrianus II. is de agtfte algemeene Kerkvergadering [de IV. van Conftantinopelen] gehoudeu. ^^„}|P00^BonïacirUï V1 en Sergius IIL hcefc ond« dezen Paus de rsde fcheuring plaats gehad. (g) Van dezen Paus is niet veel goeds te zeggen. Hy heeft op eene ongehoorde wyze de daaden van zv- nen voorzaat Formofus gegispt en bezwajkt; doch is ook zelf na 13 maanden geregeerd te hebbes, in den kerker geworpen en gedood. ' TIENDE EEUW. 114 Ronianus, (a) . 0OI If5 Theodorus II. (ö . \ g\ 116 Joannes IX. . # /, £y- 117 Benedictus IV. . . ;£2 n8Leov.ro \ • 906 x.'9 Chriftophorus, (V; . . * 0 120 Anaftafius IIL . ..;'; Q[2 m Lando, . , \ g * 122 Joannes X. CO ♦ . 028 123 Leo VI. . . *2Q 124  B T V O E G S E L. S3 124. Stephanus VII. . . 931 125 Joannes XI (ƒ) . . 936 126 Leo VIL (g) • . 9^9 127 Stephanus VÏIL . . 943 12$ Marinus IL . . . 946 128 Marinus IL . „ 946 129 Agapitus II. (70 ♦ . 955 130 Joannes XIL (/) ♦ . 9(54 131 Benediftus V. . 955 132 Joannes XIII. 4 . 9;^ 133 Dommis II. , 972 134 BenedicTius VI. , . 974 135 Benedidtus VIL . . 984 136 Joannes XIV. (£) . . 085 137 Joannes XVL (/) . . 996 1^8 Gregorius V. c>) . # (Jg9 139 Silvester II. r • # 1003 (a) Komanus heeft het geene Stephanus tegen Formofus gedaan had, afgekeurd. Hy is geftorven na ilegts 4 maanden geregeerd te hebben. - (b) Deze Paus heeft maar 20 dagen geregeerd. (c) Leo is,. flegts 40 dagen geregeerd hebbende , verdreeven, en geftorven. {d) Na 7 maanden geregeerd te hebben is Chrifto. phorus door Sergius III. die reeds van den tyd van Forrnofus onwettig Paus van fommigen verkozen, en van een alcterflegtst gedrag was, verdreven geworden. (0 Dezelve verkeerde hand, die tsn voordeele van den onwettigen Paus Sergius III. werkzaam geweest was, heeft ook in de [hoewel nu wettige] verkiezingen van Lando en Joannes X. haaren invloed gehad; en fchoon Joannes veel langer als zyn voorzaat de Pausfelyke waardigheid bekleed heeft, is hy ten Iaatfte toch ongelukkig aan zyn einde gekomen, als eerst in den  EivOBGSEU den kerker geworpen, en vervolgens door op zynen mond een kusfen te legden verfmoord. (ƒ) Deze Paus heeft [hoewel nooit in de leer des ge. loofs gedwaald hebbende,] echter tot fchande van liet Chrillendom 5 jaaren lang de hoogfte waardigheid bekleed. (g) Leo VII. wordt om zyn deugdzaam en braaf earafter fterk geprezen » (h) Agapitus II. was gewis van een [in die bedorve eeuw zo zeldzaam] allerdeugdzaamst gedrag, en allerftichtendfte leevenswyze. 0') Door verkeerde aanraading en bewerking is [hoewel wettig] Joannes de XII. tot Paus verkozen. Hy, die eerst Oétavianus geheten was, is de eerfte Paus geweest, dieeenen nieuwen naam heeft aangenomen,- en zo liegt is hy van gedrag geweest, dat er naar oogenfchyn nooit onwaardiger voorwerp op den Pausfelyken Stoel gezeten heeft. Onder hem en zynen wettigen nazaat Benedictus V. heeft Keizer Otto, [hoewel onwettig] Leo VIII. voor eenigen tyd op den Pausfelyken zetel gedrongen, en alzo de XIV. fcheuring ts'wege gebragt. (k) De goddelooze Cardinaal Franco, die reeds Benediftus VIL had omgebragt, zich onwettig onder den naam van Bonifacius VIL op den Pausfelyken Stoel gedrongen had, en vervolgens naar Conftantinopelen geviugt was, heeft ook Joannes XIV. in den kerker door honger en vergif doen omkomen, en den Pausfelyken zetel andermaal ingenomen; doch wierdt kort daar op door eenen onvoorzienen dood ook zelfs uit het leeven pcrukt. (J) Voor Joannes XVT. s nog verkozen geweest, doch niet ingehuldigt Joannes XV. (w) Tot Gregorius V. wordt van veelen de inftelling der Keurvorilen betrokken. JMiettegenftaande Gregorius  rïus deugdzaam van leeven was, heeft Hy in die bedorve eeuw ook al bitterheden gefmaakt; want Hy uit Ro» me verdreeven zynde, drong Crescentius eenen anderen , onder den naam van Joannes XVII. op den H. Stoel , wien echter op bevel van Keizer Otto de oogen wierden uitgeftoken, en de neus en ooren afgefneden, terwyl Crescentius het hooft wierd afgehouwen. ELFDE EEUW» 140 Joannes XVIII. » . 1003 141 Joannes XIX. . . 1009 142 Sergius IV. . • joi2 143 Benedictus Vfiï. 00 ♦ 1024 144 Joannes XX. ♦ . 1033 145 Benedictus IX* (b) , 1044 146 Gregorius VI. ♦ . 1046 147 Clemens II. . . 1047 148 Damafus IL . . . 104a 149 H. Leo IX. (O . . . 1054 150 Victor II. . , 1057 151 Stephanus IX. (/) . . 1058 152 Nicolaus II. . . 1061 153 Alexander IL . . 107» 154 H. Gregorius VII. „ . 108 * 155 Victor IIL . . I087 156 Urbanus II. . . 1000 157 Pafchalis II. . . H17 0^ Deze Paus heeft het eerfte bevolen, in de Mis de geloofsbeleidenis te zingen. (b) Van dezen Paus leest men, dat hy voor geld afftand van de Paustelyke waardigheid gedaan heeft aan zy-  l£ BTVOEGSEU zynen opvolger Gregorius VI., welke toch naderhand uit ejge beweeging deze waardigheid heeft nedergele*> t. (O Deze H. Paus heeft de eer der Pausfeiyke waardigheid wederom herfteld, en heeft niet alleen de Simonie , welke helaas ! in die bedorve tyden veel in zwang was, maar ook de dwaallngen van Berengarius veroordeeld. (d' Door geweld, en zonder wettige verkiezing, is na de dood van Stephanus IX. op den Pausfelyken Stoel opgedrongen Joannes Mincius, welke omtrent 10 maanden onder den naam van Benedittus X. geregeerd heeft; doch opentlyk fchuld beleidende is hy' van Nicolaus IL tot der Leeken Communie in genaade aangenomen. Voor de elf eerfte eeuwen wordt genieenelyk het begin der Pausfeiyke regeering berekend van den dag der inweiding; dan voor de volgende eeuwen doorgaans van den dag hnuncr verkiezing. TWAALFDE EEUW. 158 Gelafius II. ♦ . TIIo 159 Califtus II. (a) . , 160 Honorius II . , 1130 161 Innocentius IL (]/) , , 1143 162 Cseléftipus II. . . 1144 163 Lucius 11. # t 164 Eugenius IIL . . 165 Anaftafius IV, . . jjcg 166 Adrianus. IV. . . j 59 167 Alexander III, (c) . . u8r 168  BYVOEGSEL* 17 ï68 Lucius IIL . . 1185 169 Urbanus III. * , 11 b'7 170 Gregorius VUL (d) . 1187 jfi Ciemens IIL * * 1191 17a Caeleftinus IIL (e) . . 1198 173 Innocentius IIL (ƒ) . . iaifj (a) Onder Califtus II- is da IX. algemeene Kerkvergadering [de eerfte van Lateranen] gehouden. (b) Op den dag der wettige verkiezing van Innocentius II. wierdt door eene oproerige t'faamenzweering Petrus Leo onder den naam van Anacletus II. en na dezes overlyden, een ander onder den naam vanViftor IV. op den H. Stoel, waar van deze toch drie maanden daar na weder verjaagt wierdt, ingedrongen; om welke redenen Innocentius II. die tegen zyne wil. tot de Pausfelyke waardigheid verheeven, en dezelve allerwaardigst was, veeltyds buiten Rome heeft moeten verblyven. Onder Hem is de X. algemeene Kerkvergadering [de tweede van Lateranen] in het jaar 1139 gehouden. (c) Eene langweilige fcheuring, door wel vier on* wettige Pausfen, zich noemende Vi&or V. Pafchalis III: Califtus III. en Innocentius III. onder zyne 22 jaarige regeering veroorzaakt, heeft Alexander IIL met eene voorbeeldelyke lydzaamheid en manmoedige ftandvastigheid verduurd. Hy heeft den H. Thomas Bisfchop van Cantelberg, in zyne verdrukking en vervolging door Hendrik IL Koning van Engeland hem aangedaan, vertroost en geholpen, en Hem na zyne dood voor Heilig verklaard. Het is er zo verre van daan , dat deze Paus met zyne voet het hooft des Keizers Fredericus onder de woorden uit den po Pfalra fuper aspidem &f bafiliscum &c. zoude gedrukt hebben, dat Hy in tegendeel dsn Keizer, Hem te voet gevallen en van zyne inisdaaden vergiffenis verzoekende, weenende opgehe» B ven,  ven, en omhelst heeft. De 3CT ni^m^..*. v i dering [ds derde van l^^SfT^^I^^ der Alexander III. gehouden J 1179 on' geeiN°g ^ tW6e maandea lieef£ die ^us gere- CO Reeds was Coïlefnnus III. jn zyn 8 , i?7 Innocentius Iv\ CO . T«2i 178 Alexander IV. . * \l5A 179 Urbanus IV. (d) . "2; 180 Ciemens IV. W , * 181 Gregorius X. O) , !: *76 182 Innncentius V. Cf) t JSk 183 Adrianus V. U. r " 184 Joannes XXL . ll'Jt 385 Nicolaus III. 186 Martinus IV. (V) * 187 Honozius IV. . * ^ 183 Nicolaus IV. (0 ; \ *flg 189  EY VOEGSEL» 19 iRO Hl ^feftinus V. (O 1294 190 Bonifacius VUL Q) (a) Het eerfte deel van het Canonyke Recht door Gratianus, een' Religieus van het order van oen H.Benediaus in het jaar 1150 ten tyde van Paus Eugemus JU uic fchriftuurlyke machifpreuken en uufpraaken van voorise Pausfen en Kerkvergaderingen reeds by een gebragt zynde, en van zynèn verzamelaar den naam van dec^ft van GiiATiAAW draagende, is op bevei van dezen P1AU6 door den H. Raymundus van Pennafort het tweede gedeelte van hetzelve CanonykeRecht, genaamd de decr'cTales (als tt^èst uit Pausielyiie Decreeten beftaande) voor zo verre naraentlyk de vyt eerfte boegen betreft, by een gebragr. (by Siegts 16 dagen heeft de;e Paus geregeerd. fc) Onder Innocentius IV. is de XIII. algemeene Kerkvergadering [de eerde van Don] in het jaar 1245 gehouden* , , . . ,. (d) Van dezen Paus is de plechtige gedachtenis houding van de bftelüng van het allerheilige Sacrament (anders gezegt de PI. Sacramentsdag) ingefteid; zynde het officie, hetwelk de Kerk op dien feestdag leest, gemaakt door den Engelfchen Leeraar, den H. Thomas van Aqumen. (e) ' H*t was reeds in liet derde jaar na de dood van Ciemens IV. dat de verdeeldheid der Cardinaalen over 's Pausfen verkiezing geëindigt wierdt door de keuze van Gregorius X. onder wien in het jaar T274 0® XIV. algemeene Kerkvergadering (de tweede van Lion) gehouden is. , j (ƒ) Innocentius V. ftierf op den volgenden dag na zyne verkiezing. • , ,. (e hm ? g .ge en ëe" bet f ^„dei./Sii^^etS',-:3" » y uc vyr Doeken der Decretales van Gre^oriw hpt 7pc de umnaakende het derde deel vm het Canonyke Recht b 1 X^'V, e0 We'^ Paushet jaar73oo de „en geleerd zonde befft «"Sefteld. ooit beweerd , VEERTIENDE EEUW. 191 Bencdictus X. 19a Ciemens V. * 193 Joannes XXII. < * /3J4 194 Benediétas XI. * ' 195 Ciemens VI. ( * * 1342 196 Innocentius VI * 197 Urbanus V. ' 9 ' *$6* 198 Gregorius XI. (V) * 199 Urbanus VL G/S ' * ' aeo Bonifacius XI. * W Onder Ciemens V. is de XV. algemeene Oiït  BYVOEGSEL. 21 vergadering *e Vienne in Vrankryk in het jaar 1311 gehouden; en het is deze Paus, die den Pausfelyken zetel van Rome naar Avignon in Vrankryk verplaatst heeft, alwaar dezelve onder de regeering van zeven Pausfen geduurende den tyd van 70 jaaren verbleven is — het vierde gedeelte van het Canonyke Recht, genaamd de ci.EMENTiNoe, hetwelk van Ciemens V. gedeeltelyk gefield, en gedeeltelyk op zyn bevel verzameld, en na zyne dood door Joannes XXII. gepromulgeerd is, draagt van Hem zynen naam' — na zyn oveilyden heeft de Pausfelyke Stoel 12 jaaren en 3 maanden leedig geftaaa door de verfchillende neigingen en tweefpald der Cardinaalen, (b) Van dezen Paus zyn de 23 Pius IV. Cr) * ÏS? 224 a pius v c/o . * !g£ 225 Gregorius XIII. . ' J^3. 22Ó Sixtus V. CO .55 227 Urbanus VII. (£) * ff^T 228 Gregorius XIV. . * f|g? 229 Innocentius IX. (/) 230 Ciemens VIII. Cm) (d) Onder Julius II. die voor een Kerkvoogd wat dl te oorlogzugtig was, is de XVIII. algemeene Kerkvergadering [de V. van Lateraaneo] begonnen g 0) Egihardus wordt van fommigen gelooft wp! PPn; gen tyd de Utrechtfcbe Kerk beflLd^^ hebben doch TOS££ Bisfeti0^ke waa«d «m* TIENDE EEUW. 14 H. Radbodus f» ♦ n-e 15 Baldericus ;Q . * 16 Volcmarus, . /'X V Balduinus,' . \ %° (a) De FT. Radbodus was een man van groote kunde en uitrekende heiligheid. Hy was van het gejacht der Vnefche Koningen, zynde naar zyne moeders overgrootvader Radboud, Koning der Vriezen, Radbodus geheten. (b) Deze Kerkvoogd, die een allerdeugdzaamst en doorkundig Bisfchop was, heefc eene zeer hoogen ouderdom bereikt, en de Utrechtfcbe Kerk 59 jaaren lang met veel vrugt en lof beftierd. ELFDE EEUW. 18 H. Aufridus, ♦ # ' \ ^1008 19 H Adelboldus, (a) ; .* I027 HO  BYVOEGb'EL» 39 20 H Bernulphus, (b) • ♦ JC^1 ai Guilielmus, (O • • !J22 22 Conradus, W • V AA (a) Van de Utrechtfcbe Bisfchoppen is Adelboldus de eerfte geweest, die den oorlog gevoerd heeft, hebbende de voorige Bisfchoppen de gefchillen , d.e er fomwylen met nabuurige , of afgelegene \ orften. op^ rezen , fteeds getracht door behulp en tusfchenKom t van andere Vorrten uit den weg te ruimen. Dan daar het oorlogen, hoe zeer ook te vermeiden,echter rechtvaardig geschieden kan, zo heeft dit met belet, datHy orn zyne heilige leevenswyze na zyne dood onder tiet getal der Heiligen gerekend is geworden. (b) De H. Bernulphus wordt wegens zyn deugdzaam leeven zeer geprezen, en om verfcheide wonderen na zyne dood zeer geroemd Zyne voorfpraak plagt fterk gezoet te worden voor ziekelyke kinderen, vooral_dezulken, die den kinkhoest hadden — toen in het jaar 1675 ter herftelling van de S. Pieters Kerk te Utrecht zyn graf geopend wierdt, wierdt in hetzelve zyne zilvére kelk , goude ring , een gedeelte van den Bisfchoppelyken {laf, met eene doek, die op zyn hooit had geleden, en waar op zyn naam ftond, gevonden. V) Deze Guilielmus heeft de party van Keizer Hendrik IV. die door Paus Gregorius VII. van zyn recht vervallen verklaard, afgezet, en in den ban gedaan was, op eene onreJelyke wyze voorgedaan en verdeedigt, zo zelfs, dat hy den Keizer durfde aanraaden, zich aau den Pausfelyken ban niet te kreunen; volgens fommigen is hy in onboetvaardigheid geftorven. ld) Ook wordt Conradus als een fterke voorftander van Hendrik IV. opgegeeven. Hy is vermoord op Woensdag in de-Paaschweek, terwyi hy na de Mis geleezen te hebben, bezig was met te bidden. C4 TWAHF-  40 B'YVOEGSEL. TWAALFDE EEUW. 23 Burchardus, Ca) *4 Godebaldus, (/,) * ' In§ *5 AndreasvanKuyk, (0* . ' Wil 20 Henbertus, Cd) * 1138 Hermanus van Hoorn, " . \\f6 28 Gode/ndus, Ce) 1150 29 Balduinus fV) ' • llT? 30 Arnoldus ï! L\ ' * ' n9$ 3£ Theodoricus f ' 4 * ll9ï J$ Ke^voo'd T r 'ZCer en vol geklommen waren, ter dier tjid door WybsfdiopMn e doen g Ta ^ fW°°n dit ze,ft in Perf°™ reaoon. — Hy is de eerfte van de Utrechtfche Bk en door Gods genade genoemd heeft, welke benaammg zyne nazaaten tot het midden der 14de eeuw hebber, blyver, gebruiken - na dien tyd hebben zv zfch fomyds Bujchop door Gods genade, fomtyds dZdt Z (6) Godebaldus was een man van eene, in die bedor ve tyden zo aldzeeme, uittekende god ruchti-hïd Hy verdreef de reguliere Prieiters uit het Klooster té Stavoren, wette aldaar fchandelyk leefden. fyze.te An-  Bï VOEGSEL 41 Anfelmus, Abt van Egmond, die de goederen der Ab* dy verkwiste, af. Hy ontving voor zich en zyne nazaaten tot meerder eerbied en gezag zyner Kerk van Paus Calixtus de gunst om den Bisfchoppefyken Myter, welke toen onder de Bisfchoppen nog niet algeméén, was, te mogen draagen.— Om een gefchil tusfchen zyne bediendens , en die van Keizer Hendrik , welke met een magtig leeger te Utrecht kwam, en aldaar ook overleden is , is Hy ten onrecht drie jaaren lang gevangen gezet, en is eindelyk in het Klooster te Oostbroek, hetwelk door Hem zeiven of wel geftichc, of wel merkelyk hegunftigt was, het monnikken kleed aangenomen hebbende , aldaar na de Bisfchoppelyke waardigheid 15 jaaren lang voorbeeldelyk bekleed te hebben, in groote heiligheid overleden en begraven. (c) Hy was de zoon van den Graaf van Kuyk, een man ten uiterfte geneegen tot ftiite en vreede; Hy heeft de godvrucht in het Klooster te Egmond, alwaar dezelve zeer verhipt was, herileld. (d) In zynen tyd is de ftad Utrecht voor het grootst gedeelte eene prooi der vlammen geworden, en veele Kerken, zo als de Domkerk, de Keik van S. Petrus en Paulus, en die van S. Jan zyn genoegzaam geheel door het vuur verteerd. (e) Godefridus was een man van grooten moed en zeer groote geftalte. — Holland en Utrecht zyn onder zyne regeering deerelyk door brand en watersnood ge» ftraft en gehavend, waarom hy ter afweering der Goddelyké gramfchap , vastendagen en ommegangen ; in welke Hy zelfs blootsvoets medeging, heeft voorgefchreven. (ƒ) Een Man wegens zyne zagtmoedigheid en kuisheid zeer beroemd. (g) Door fnoode kuiperyen der Vorilen zyn de Kanonniken m de dood Van Balduinus zodanig in de ver- C 5 kie*  42 BYVOEGSEL. dat deerne party AAoldü., en de andere Theodoncus verkoos — beide zvn zvook mgeweid, doch hebben elkander zeer kort overleeft? DERTIENDE EEUW. 32 Theodoricus IL , . Iaia 34 Otho II. O) . \ * 3? Goeswinus (b) . , 49 38 Henricus (O . \ ' I257 39 Joannes van Nasfouw £0 . I2g£ 40 i??r n?s van Syrik W afgetreden 1296 41 wilaelmus, . # j_^0I (e) Als iets zeldzaams wordt van dezen Kerkvoogd die van toomloos volk wreedeivk om het leeven gebrast' is, vermeid dat Hy zynen eigen Vader Bernard! Graave van der Lip, tot Bisfchop te Oldenzeelgeweid heeftwelke vervolgens met Hem zynen anderen Zoon Gerard tot Aartsbisfchop van Bremen geweid heeft; en welke Gerard naderhand nog eenen anderen broeder geweid heeft tot Bisfchop van Paterborn. Qj) Gooswinus was een eenvoudig, maar onkunde en zorgloos niensch— volgens fommigen heeft hy reeds in het eerfte jaar zynèr bediening er vrywülig afftand van gedaan; doch volgens anderen is hem na eene tweejaarige regeering de voet geligt. (c) Deze Henricus was een goedaartfg, vroom en rechtzinnig man — door Hem is de tegenwoordige Dom, of S. Maartens Kerk te Utrecht gebouwd, of ten muitte aangelegt. (<0 De-  BYVOEGSEL. 43 (d) Deze Joannes was een onkundig mensch, en worde gezegt, nimmer van den Paus bevestigt te zyn-— by heeft na 21 jaaren afftand gedaan, of is [zo als fommigen willen] afgezet. (e) Zeer veele nuttige en heilzaame bevelen zyn door dezen Kerkvoogd den Volken, en vooral der Geeftelykheid gegeeven; zo als onder anderen : dat zy in zuiverheid zullen leeven, dat zy elkander tot geen gelyke teugen zullen aanmoedigen , dat zy buiten den Kersdag zonder noodzaakelykheid geen tweemaal Mis zullen doen, en dat zy betaamelyk, en als geeflelyken zullen gekleed gaan.— Bisfchop van Utrecht zynde, is Hy door den Paus aangefteld tot Bisfchop van ïoul, alwaar hy in het jaar 1305 overleden is. VEERTIENDE EEUW, 42 Guido (a) . . 1317 43 Fredcricus van Syrik ♦ ♦ 1322 44 Jacobus van Oudshoorn, 45 Joannes III. (O ♦ • 1340 46 Nicolaus, (cj 47 Joannes van Arkel, (J) • 48 joannes Vernenburch, (e) . 1371 49 Arnoldusvan Hoorn (fj gaat vanütrecht 1378 50 Florcntius (g) • • l393 51 Fredericus II. . ♦ 142$ (a) Uit nederigheid heeft Guido geweigerd den Car- dinaalshoed aan te neemen. (&) Na de dood van Jacobus van Oudshoorn, die na zyne aanftelling maar zeer korten tyd geleeft heeft, was eigentlyk met eenpaarigheid van ftemmen door de Kanonniken verkozen Joannes van Bronkhorst, een mm, die  M BYVOEGSEL. tLm,3 XYndeken acb;ing, waard,'s was; doch *™ Joannes XXII. benoemde daar tegen op aandrang van den Hertog van Braband, en Graaf van Holland &c Joannes van Diest, welke te Rome geweid wierdt, en het Bisdom op eene laffe wyze beftierd, en met fchul den belaaden heeft. - (O Na het overlyden van Joannes III. ftelde'Paus Benediftus XII. tot Bisfchop van Utrecht aan den waardigen Proost van Deventer Nicolaus, welke echter deze, alhier zo lastige, bediening binnen het eerfte iaar zyner aanftelling wederom nederleide; zynde naderhand Bisicbop geworden van Vercelle, en vervolgens door Ciemens VI. tot Cardinaal verheven — Hy heeft te Perufie in Italiën het S. Joris Collegie voor Gods - en Rechtsgeleerden gefticht, en begeerd, dat er onder de de kweekehngen ook twee uit de ftad, of het ffift van Utrecht zouden worden aangenomen, waar van onder den Bisfchop Frederik Schenk, en den Vicaris Jacobus de Ia Torre ook nog gebruikgemaakt is. Nicolaus ftierf vol van verdienften en goede werken te Rome in het jaar 1368. (d) Van Bisfchop van Utrecht is hy na 22 jaaren al. daar geregeld te hebben, door Paus Urbanus V tot het Bisdom van Luyk verheven, en is aldaar in het iaar 1378 overleden. (e) Deze was Bisfchop van Munfter, en wierdt nauwlyks een jaar aldaar geregeerd hebbende , by eene groote meerderheid der weldenkende Kanonniken verkozen, en met dispenfatie van Urbanus V. tot Bisfchop van Utrecht ingeweid; doch is naderhand wegens ver fpilling der kerkelyke goederen van de vyf Utrechtfche Kapittels by Urbanus V. en zynen nazaat Gregorius XI. aangeklaagt. (ƒ) Toen in het jaar 1378 Joannes van Arkel Bisfchop van Luyk overleden was, is Arnoldusvan Hoorn, na  gYVOEGSEL. 45 na de Utrechtfche Kerk zeven jaaren beftierdI te hebben op het gezag van Urbanus VI. tot den Bisfcheppelyken zetel van Luyk overgegaan. (*) Florentius was eerst Bisfchop van Munfter hy wassen godvruchtig en voorzigtig man, en zeer gene- voorzeide hy dat uit de onenigheid en verwaandheid der geeftelyken vreesfelyke onheilen voor de Utrechtfche Kerk ftonden gebooren te wordsn. VYFTIENDE EEUW. 52 Suedanus, 00 ♦ ♦ ^ 53 Rudolphus, • ; • 1455 i± Gysbrecht van Brederode (b) 55 David van Bourgonje, . My° 56 Fredericus van Baden (O ♦ JöA' Ca) Na de dood van Fredericus II. ontftont er eene verdeeldheid over de keuze van zynen opvolger. De meesten waren voor Rudolphus van Diephout, anderen voor Walravus van Meurs. Beide de partyen zonden sezanten naar Rome om de bevestiging; doch Paus Knus V. wees ze beide van de hand, en benoem, de den Bisfchop van Spiers, welke, bemerkende dat hv zonder bloedvergieting de beroerte niet zoude kunnen (lillen, den Paus verzogt, die waardigheid liever te geeven aan Suederus, den zoon des graven van Kuilenburg, een geleerd en godvruchtig man, en Aartsdiaken van Utrecht - de Paus ftond dit toe. Suederus wieidt ook van de Utrechtfche burgers met toejuigmg aangenomen; dan naar den zin zyner tegenftreeveren te ftreng regeerende, wierdt hy, flegts tien maanden te  .45 BÏVOEGSEL, Utrecht verbleven hebbende, van hen gedwongen, de ftad te verlaaten; waar op Rudolphus%an Diephout verkozen en daar mede eene nieuwe twist en oï geboren w,erdt, zodanig, dat Paus Eugenius IV. in het jaar 1433 raadzaam vond, den Bisfchop van Maskon ter demping der oneenigheden naar Utrecht te zenden welke zuIks ook met alle kragt en vlyt bewerkftelligde' den Paus aanraadende, om der vreede wille Rudolphus te bevestigen, die daar op ook op het Hot van Volienl hove tot Bisfchop van Utrecht plechtig is ingeweid, woedende Suederus, die naar Bazel vertrokken was, ai. waar hy ook m het jaar 1439 overleden is, inmiddels tot Bisfchop van Castorien aangefteld. Kb) Gysbrecht van Brederode was een geleerd, deugdzaam, voorzichtig en welfpreekend man. Hv was de zoon van Wairave, Heer van Brederode, wierdt met genoegzaam eenpaarige ftemmen van de vyf kapittels van Utrecht tot Bisfchop verkozen, en heeft ook by na twee jaaren het tydelyk beduur wel geoeffend, doch is nooit van den Paus bevestigt, door dien op aandrang der Kabeljauwsgezinden, die hem vyandig waren Philips van Bourgonje te Rome die waardigheid vóór zypen zoon David van Bourgonje wist te verkrygen, en waar door voor eerst ook groote onlusten en oorlogen geboren wierden, tót dat eindelyk in het jaar 1457 een vergelyk tusfchen de partyen getroffen wierdt, en Brederode den zetel aan David afftond, welke toch ook m de 39 jaaren zyner regeering niet weinige onaangenaamheden gefmaakt en verduurd heeft. 0) Deze braave Kerkvoogd, in het jaar 1496 van de Kanonniken met eenpaarigbeid van Remmen verkozen, en ook dadelyk van de Paus bevestigt, flapte in het jaar 1516, over de partyfchappen en oorlogs beroertens verdrietig geworden zynde, van zyne waardigheid af, en gaf dezelve aan Phiiippus van Bourgonje over. ZES*  J5TVOE8SEL. Al ZESTIENDE EEUW. 57 Philippus van Bourgonje, . . i524 58 Henricus O) ♦ ♦ * 59 Wilhelmus Enkevoort, ♦ . *534 60 Georgius van Egmond, (F) . i$59 (a) Henricus, ziende, dat het tydelyk gebied niet langer met het geestelyk beftuur vereenigt konde blyven als niet beftand zynde om de opkomende beroertens' en oorlogen telkens te dempen , heeft met ryp overleg zyner Pradaaten, en Kanonniken der vyf Kerken van Utrecht als mede verfcheide andere aanzienelyke perfoonen, zyne vafallen en onderdaanen voorzich en zyne nazaaten de ftad Utrecht en geannexeerde fteden &c &c aan Karei V. Roomfch Kyzer, en Koning van Spamie voor hem en zyne erfgenaamen en nazaaten, als Hertogen of Hertoginnen van Braband, en als Graven of Gravinnen van Holland gefchonken, overgedraagen en overgegeven, het Kerkelyk regtsgebied eeniglyk voor zich en zyne nazaaten, de Bisfchoppen van Utrecht behoudende. (&) Deze Kerkvoogd was van eene uitfteekende geleerdheid, en zonderlyke Godvruchtigheid. Om geen onbekwaame of ongefchikte perfoonen tot de Priester» lyke waardigheid te doen bevorderen, onderzogt, en weide hy dezelven zelfs, het welk, zo als boven gezegt is, in de vroegere tyden meest door de wy Bisfchoppen plagt te gefchieden, welke ook by het openftaan der ftoel, of geduurende de twisten over de Bisfchoppelyke verkiezingen en de inwagting van derzelver bevestigingen inmiddels deze en andere Bisfchoppelyke bedieningen gewoon waren te verrigten — ook verzette zich Georgius met alle mogelyke vlyt tegens de op- ko-  48 B Y V O E G S È L. komende dwaalmgen, en vèrgunde aan de Priesters die te Amflerdam in bediening waren, dat gelyk hen in het jaar 1504 door Fredrik van Baden was toegeftaan jaarelyks op den dag van Amftels wonder, als medé op den agften dag daar na den Kerkdienst van het hoogwaardig Sacrament te leezen, en de invallende Kerkdiensten van het Bisdom van Utrecht te verfchuiven zy zulks ook het geheele Octaaf door zouden mogen doen.. b Karei V. Roomsen Keizer , en Opperheer van hec volkryk Nederland, had dikwiis voorgenomen tot welzyn dezer landen eenige nieuwe Bisdommen opneregten;dan door geftaadige oorlogen verhinderd, konde Hy dit niet werkftellig maaken, maar beval zulks aan zynen zoon Philippus II, aan wien Hy, om in rust zyne dagen te voleinden, in het jaar 1555 zyne heerfchappy over de 17 Provinciën afftond. Philippus H. zo dra Hy den Oorlog geëin. digt had , en tot rust gekomen was, volbragt ook daadelyk het bevel van zynen Vader, en verzogt hier toe de toeftemming van Paulus IV. het toenmaalig Hooft der Kerk. Paulus IV. het welvaaren der Catholyken behartigende, en de noodzaakelykheid hier van erkennende , Rondt dit verzoek des Konings toe, en rechte verfcheide der voornaamfte Reden tot Bisdommen op — de ftad Utrecht, die te vooren een enkel Bisdom, en wel het eenige binnen de tegenwoordige Republiek was  bïvoegsël. 49 was (want geen van de Utrechtfche Bisfchoppen was fedcrt Wiilibrord mee de uiartsbïs* fcküppe/yke waardigheid bekleed geweest; wierdc tot een Aartsbiscom verheven, en de nu nieuwe opgeregte nabuurige Bisdommen van Haarlem, Deventer, Leeuwaarden, Groningen en Middelburg wierden onder het zelve gefteld. Philippus II. van den Paus de benoeming der Bisfcaoppen verkregen hebbende, verkoos en benoemde vervolgens tot den nieuwen Aartsbisfcnoppelyken zetel prkdr ik schenk van \ outenburg,weleer Paftoor te Rhynsburg, Leeraar in beide de Rechten, een godvruchtig endoorgeleerd man, welke ook van Pms iV. Paulus IV. nazaat, in het jaar 1561. bevestigt wierdt. Deze Fredrik Schenk , nu eerfte Aartsbisfchop van Utrecht geworden zynde, wende aanftonds alle zyne zorg en vlyt aan, om de zeden te hervormen , zo der geeftelyken ais waereldlyken, en leide zich, als een goed herder , zonderling toe, om zyne lammeren en fchaapen met het zuiver woord der waarheid te voeden, het dierbaar pand des Geloo s getrouw en ongefchonde te bewaaren , en de opkomende dwaalingen met alle kragt, < en klein van redenen tegen te gaan, verfchcide Synodaal* byëenkomften ten dien einde houdende, en zelfs in het jaar ,1565 eene Provinciaal* Kerkvergadering uitfehryvende, in welke oofc de nieuw verkozen onderhoorige Bisfchoppen , benevens Lindanus Bisfchop van Roermonde, als mede twee Abten, re weeten die van de £> S.  50 BYVOEGSEL. S. Paulus uit de Utrechtfche , en die van S# Maria uit de Gelderfchen verfchenen zyn. In deze Vergadering, welke tusfehen dén 10 en 31 Octobcr in elf zittingen is afgeloopen hebben de Bisfchoppen en Prelaaten eencfra"-! tiglyk be-floten, de Decreeten der Trentifche Kerkvergadering, raakende het Geloof, de Sacramenten , en de plechtigheden derzelver, mitsga'ers de verbetering der zeden, geheel en gaaf aan te neemen; waarop ook in de laatfte zitting de deuren van het Kapittelhuis door den bode geopend zyn, en de afkundiging van de Trentifche Kerkvergadering te Utrecht met luider ftemme door den Notaris Henricus Zonmus, en vervolgens op de andere plaatfen van ons Vaderland behoorelyk gefchied is. Dan niettegenftaande den onvermoeiden vver, dien deze waarde Kerkvoogt Reeds tot welzyn der, aan hem toevertrouwde, zielen aanwende, heeft hy echter de droefheid gehad van te moeten zien en beleeven het verval van den ai • ouden en Vaderlandfchen Godsdienst; de,ze»-enpraal der dwaaling, en de verdrukking der/fca, tholyken en vooral der Geeflelyken; want op het einde van zyne dagen de nieuwgezinden binnen Utrecht en door het geheele Nederland het opperbeftuur zich aangemaatigt hebbende, wierden den Roomsen Catholyken hunne-Kerken en Godshuizen ontnomen; de openbaare Godsdienstoeffening wierdt hen verboden, en hunnen Geeftelyken wierdt belast, geen uitwendige geeftelyke kleederen meer te draagen, na welk verbod, in het voor ons ongeluk-  e Y v o e g s e l. 51 lukkig jaar 15^0 gegcevcn, omtrent een'maand daar na op den 25 augustus de Aartsbisfchop van hartzeer kwam te overlyden, wordende de Utrechtfche Kerk, die naauwiyks tot eenen Aartsbisfchoppelyken zetel was verheven, aoor zyne dood in zodanige etende gedompeld, dat wy dezelve nog ten huidigen ense betreuren, als federt al dien tyd geen eenen wettigen nazaat, zo als in het vervolg nader blyken zal, er op befchoifwd hebbende: wanneer wy ook ontwaren zullen, dat ook de oprechtmg der andere nieuwe Bisdommen.vim zeer korten duur geweest is, en ook deze hun geheel beftaan reeds meer als twee eeuwen verloren hebben. Zo als boven gezegt is, had Philippus li. van den Paus het recht van verKiezmg niet alleen van den nieuwen Aartsbisfchop van Utrecht , maar ook van alle de onderhoorige nieuwe Bisfchoppen ■ gekregen. . , • 'k Ingevolgen hiervan verkoos hy m het jaar 1500 tot eeriten Bisfchop van Haarlem njcolaas nieulant, Suffragaan van den doften ütrechtfclien Bisfchop Georgius van Egmond, welke verkiezing door den Paus Pius IV. in het volgende jaar wierdt goedgekeurd, wordende hem* tot onderhoud de Abdy van Egmond aangewezen: doch alzo hv zwak van lighaam was, en zeer llerk door het voeteuvel wierdt aangetast , deed hy, voor zich een jaarelvks inkomen van icoo guldens behoudende, anland van zynen D D 1 last  52 BTVOEGSEL; lasc en waardigheid, en vertrok naar Zeeland, alwaar hy in het jaar i^o is overleden, terwyi inmiddels in het jaar 1569 Koning Philippus tot zynen opvolger benoemde godefridus van mierlo , Leeraar in de Godsgeleerdheid, en eertyds Provinciaal der Paters Predikheeren, wordende in het volgende jaar deze benoeming ook door Paus Pius V. bekragtigt, welke tevens belaste, zvne inweiding zo dra mogelyk te volvoeren, het geene ook op den Zondag van Septuagefima in het jaar 1571 gefchiede. Veele onaangenaamheden en verdriet onderging deze Kerkvoogt door de opkomende en geftaadig aangroeiende dwaalingen en vervolgingen — hy wierdt genoodzaakt de Lieve "Vrouwe Kerk te Haarlem aan de Calvinisten in te ruimen , in welke in het jaar 1577 de geweze Abt van S. Bernard aan de Schelde by Antwerpen, Thomas van Thiel, op het Paaschfeest het allereerst op de Calvinistifche wyzé liet Avondmaal bediende — en op den 29 Mey van het jaar 1578, juist op den H.Sacramentsdag , terwyi de Kanonniken de Nonen zongen, en de Bisfchop aldaar nog dien zeiven dag gepredikt had, viel de woedende meenigteinde Kerk, de Priefters aangrypende en doodende; dermaate, dat Godefridus zelf niet zonder wonder zyn leeven redde, zich eerst in eene onderaardfche plaats verbergende, en vervolgens, zynen Vicaris te Haarlem laatende, naar Bon vlugttende, van waar hyzich naar Munfter begaf, en aldaar, zich fpaarfaam en eenvoudig benei-  byvoegsel, 53 helpende, als Suffragaan den Munfterfchen Bisichop hielp, en den Haarlemfchen zetel door zynen dood geheel ontruimde, welke zo min ais de Utrechtfche ook nimmer wederom wettig vervuld is geworden. Koning Philippus had ook voor het nieuwe Bisdom van Deventer, aan het welk tot onderhoud het Klooster der Kanonniken Regulieren op S Aagtenberg wierdt toegewezen, joannes mahujs van Aldcrnaard, van het order der Minderbroeders , een groot Godsgeleerden en voornaam prediker, bevorderd; dan om zyne, door ouderdom verminderde kragten en ongemakken der waterzugt afltand doende, heeft hy in zyne geboorteplaats van het baidaadig krygsvolk veel geleden, is van het zelve met de voeten getrapt, en als een doode laaten leggen, hebbende echter in het vervolg, in het jaar 1577 door eenen zagten dood zyn iecven geëindigt, terwyi inmiddels in het jaar i;7o tot zynen opvolger was ingeweid eoidius van den berg, welke als een zorgvuldig geneesheer de onheilen des Vaderlands, de'wonden der Kerk, en het bederf der Geestelyken trachtende te redden, door ziekte bedlegerig wierdt, en te Zwol op den 16 Mey van het jaar 1576 insgelyks overleed. Door algenieenc Vicarisfen wierdt vervolgens Jiet Deventerlche Bisdom bediend , tot dat in het jaar tot deszelfs derden Bisfchop be- D 3 noemd  ë4 byvoegsel» nocmd wierdt: gysbertus coeverinx, Licenctaac in de Godsgele'erdheid, en Deken van S. Jans Kerk in den Bosch , welke, zeer ongaarne en niet zonder merkclyke tegenkantingen in zyne benoeming töéftemde, en ook werkelyk nooit tot Bisfchop ingeweid is; alzo reeds voor dat het vcrzoekfchrift te Rome kwam, de ftad Deventer in de. magt der Staaten viel , en die zetel aldaar tot niet geraakte; zynde hy Weinige jaaren daarna overleden, en in 'sHertogenbosch zeer eenvoudig by zyne moeder bcgraaven. Tot eerften Bisfchop van Leeuwaarden was wel benoemd geweest de Proost van onze Lieve Vrouwe Kerk te Gent remigius dirutius, Richter van het Dirutiüsch Coilegie te Leuven, enfehoon hy met joannes Mabuis benoemden en bevestigden bisfchop van Deventer, (hoewel beide nog niet ingeweid) de Utrechtfche Kerkvergadering, door den Aartsbisfchop Schenk ukgelchreve, reeds had bygewoond, heeft Hy echter nooit bezit van den Bisfchoppelyken zetel van Leeuwaarden genomen , door dien Hy voor zyne inhuldiging op het overlydcn van Petrus Curtius, Bisfchop van Brugge, tot dcszelfs opvolger bevorderd wierdt. In het jaar 1569 wierdt op de benoeming van den Koning Philippus vervolgens tot tweeden Bisfchop van Leeuwaarden aangcfteld Cunerus Pic-  BYVOEGSEL» 55 riETERS,Leeraar in de Godgeleerdheid en Paitoor van de S. Pieters Kerk te Leuven, welke na verloop van agt jaaren by de inneeming der Had Leeuwaarden door de woedende meenigte in het Kaftcel van Harlingen gevangen gezet, en vervolgens op een jaarclvksch onderhoud van 800 guldensin een Klooster geplaatst wierdt; van waar Hy na twee jaaren weg gezonden zynde , te Munfter aankwam, en vervolgens als balling te Ceulen, alwaar Hy in het jaar 1580 in den Heer ontftaapen is. Een man waarlyk, die om zyne uitmuntende bekwaamheid en deugden een veel langer en gelukkiger keven waardig was, en die even gelyk de voorigen ook op zynen zetei geen opvolger gehad heeft, Groningen, zo als boven gezegt is, ook tot eenen Bisfehoppelykén zetel bepaald zynde , wierdt in net jaar 1561 op de benoeming van Philippus en bevestiging van Paulus IV. tot deszelt's eerden Bisfchop te Mechelen van den Cardinaal Granville'ingeweid ]oannes kmyff, welke op den 3 Octobcr van het zelfde jaar ook te Groningen tot zynen Stoel is ingeleid Hy heeft in het jaar 1565 de door den Aartsbisfchop uitgefchreve Provinciale Vergadering bvgewoond, en de jaaren, die Hy 111 zyne bediening geweest is, fteeds getracht, naar de aldaar' genomen belluiten het Geloof en zeden der aan Hen aanbevole Geestelyk- D 4 heid  56 b * Y V O E Gr s E L heid en toevertrouwde Lecken te regelen — veeJe en verfchillende lotgevallen om des tvds omitandigheden in zyn leeven ondervonden fch^l9 18 HoY in^ï™ '576, of waarfchynelyker i578 te Groningen overleden, en ook aldaar m zyne Bisfchoppelyke Kerk , aan aen H. Vitus toegeweid, zeer eenvoudig begraaven. & Na de dood van Joannes KnyfF is wel tot zynen opvolger benoemd geweest joanwes van bruhesen ; dan deze wierdt voor zvne bevestiging door de invallende dood van Fredrik Schenk voor den Aartsbisfchoppelyken zetel geicnikt; waarom de algemeene Vicaris des openltaandenStoels arnoldüs van niel in zyne plaats tot Bisfchop van Groningen benoemd en bevestigt wierdt; en welke Arnoldüs, fchoon om de voortkruipende ketteryen nimmer ingeweid, echter gedüurende den tyd van vier jaaren het Bisfchoppelyk Rechtsgebied met veel vlyt en roem geöeffend heeft — in den kerker gezet, en wederom ontilaagen, is Hy, toen Groningen almede overweldigt was, naar Brusfel vertrokken, alwaar Hy ftierf in het jaar 1Ó03, geenen opvolger op den Stoel van Groningen federt gehad hebbende. In het jaar ig'o tot den nieuwen Bisfehoppelykén zeteLvan Middelburg door Philippus benoemd; en door den Paus goedgekeurd zynde, micolaus van CASTEfcEN,Licentiaat vanLeu- ven,  j$ y v o e 0 b' e e. ?7 ven, en Pnefi Jent in het drie raaien Collegie aldaar , wierdt dezelve van den Cardinaal Granville te Meeneten In het jaar 156a ten dien einde ingeweid, en tevens om een $>ehoorèlyk beftaan te hebben tot Abt van S«Nicolaas aangefteld, zynde in het j; ar 1573 na eenen onvermoeiden, en loffelyken arbeid gerust m den Heer ontflaapen, niets vuuriger verlangt hebbende, dan met zyn bloed aejt H, Geloof te mogen bevestigen. NaHem wierdt verkozen joannes van strycn, welke, in het jaar 1576 van oen Paus bevestigt zynde, niet voor het jaar 1581 te Nameur van den Bisfchop dier plaats geweid is geworden , om dat de ftad en de Uoel van Middelburg door de Oranjegezinden was ingenomen, om welke reden, en de daarop volgende haat en vervolgingen het Hem ook nooit heeft mogen gebeuren, bezit van zynen Stoel te neemen. — Hy heeft zich vervolgens gedeeltelyk te Geulen, gedeeltelyk te Roermonde opgehouden, tot dat Hy", Prefident of beftierder van het Konings Collegie te Leuven aangefteld zynde, het einde van zyne dagen aldaar met veel lof en geduld in het jaar 1594 bereikte, inmiddels het geen Hy in zyn hisdom in per» foon niet kondc'verrigten, door nabuurige Priefters, en beftuurders uitvoerende. Hy is te Leuven in de Kerk van den H. Quintinus begraaven. Eindelyk is nog in het jaar i6co te Aalst door den Aartsbisfchop van Mechelen tot derden Bisfchop van Middelburg geweid, caro- D 5 lus  SB BïVOEGSEL £üs van rodoan, Deken van Gent, en een man van de alderzuiverfte zeden, welke om de vervolgingen te Middelburg niet kunnende verblyven, na de dood van den Bisfchop van Bru°-- . ge Lambertus Laurentianus tot deszelfs opvolger is aangefteid — van de nabuurige Zeeuwen yerzogt, behartigde en befchikte Hy, zo veel Hem mogelyk was, de zaaken der Middelburg • fche Kerk, en overleed zonder eenen navolger op den Stoel van Middelburg ooit gehad te hebben, in het jaar 1616. 1 Terug keerende nu tot het geene wegens den Aartsbisfchoppelyken zetel, door den dood van Schenk ontruimd, is voorgevallen, vinden wy deswegens wel, dat dezelve een en andermaal aan bizondere perfoonen is opgedraagen, dat er benoemingen gcfchied zyn, doch dat nimmer iemand in de daadelyke bezitting er van getreden , noch er wczentlyk toe ingeweid is. Philippus II. benoemde volgens het verhaal van Havens , na den dood van Schenk tot Aartsbisfchop van Utrecht den Proost van S. Salvators Kerk hermanus renneberg, en na dezen den Deken der Utrechtfche Kerk joannes van bruiiesen , reeds benoemd tot Bisfchop van Groningen; doch zeker is het, dat Zy geen van beiden van den Paus in deze waardigheid bevestigt, en nog veel minder er ooit toe ingehuldigt zyn. Na  BY VOEGSEL, 59 Na dezen is ook nog door de Aartshertogen i Albenus'en I fabel ia tot den Stoel van Utrecht benoemd geweest Sasboldus Vosmeer, geboortig van Delft, Licentiaat in de HvGodgeleerdheid Deken der Collegiaale Kerk in den Haag, en federd den dood des Aartsbisfchop Schenk van het jaar 1580 reeds algemeene Vicaris des openiiaanden Stoels; doch even zo min als dé twee voorigen, is vosmeer van den Paus er toe bevestigt, — Hy vertrok wel met dit jnzigt naar Rome, voorzien zynde van de vereïschte voorfchriftbrieven; dan (zo als de Apoftolilche Vicaris Jacobus de la Torre in zyne, aan den Paus Alexander VIL overgegeeve befchryvmg van den Staat der Nederlandfche Kerk, te vinden by Hoynck van Papendrecht bladz. 93) | zelfs verklaart, heeft hy zulks niet kunnen ver3 werven, is üegts tot Apoftolifchen Vicarius van den Paus Gregorius XIII in het jaar 1583 aangefteid , en om de afgelegenheid der plaats met eenige bizohdere magten verrykt. Btt behaagde, dus luiden de woorden van la Torre, den heiligen Apoftolifchen Stoel eenen apostolischen vicaris aan te feilen, aan wien9 als verbeelden[, deden per/bon des Paus - alle de overgeblevene . Catholyken' onderdanig zouden wezen, en welke door zich zeiven, en zyne medewerkende Prlefters zoude trachten, hen in het Geloof te behouden , en de atgedwaalden tot den fchoot der Kerk terug te brengen. De zaaken vervolgens hier hoe langer hoe erger wordende, de Kapittels zich dezelve , gedeeltelyk uit vrceze, gedeeltelyk uit onver- fchiU  6b BYVOEGSEE» fchillendheid (gaande er zelfs veelen der Kapit.telheeren tot de nieuwigheid over) weinig aantrekkende, het men draa de hoop vaaren van den openftaanden Stoel van Utrecht ligt we^ .dei-om vervuld te zien; althans Rome befchouvvde zulks als geheel onvoorzigtig en onftaatkundig ; waarom eindelyk toen Sasboldus tot den Utrechtjcken zetel niet ingeweid konde worden (dit zyn de woorden van la Torre) op aandrang des voornoemden Hertogs en Hertogin (aan welke Pmhppus II. inmiddels zyn recht op de Nederlanden had afgeltaan) ter vermeerdering van zyn gezag en ten gemakke van de onderhoongen,gemelde sasboldus vosmeer, in het iaar 1602, van Paus Ciemens VIII, tot Aartsbisfchop (niet van Utrecht) maar van Philippe is aangefteld — Dan nog in hetzelve jaar , om dat Hy het algemeen Apostolisch Vicariaat over de Belgifche Provinciën aangenomen en uitgeoeffend had, wierdt Hy naar den Haag gedagvaard, en niet verfchynende, van zyne vaderlvke goederen, die vry aanzienelyk waren, berooft, en heeft vervolgens te Ceulen 9 alwaar Hy. ook, en wel met het beste gevolg een nieuw kweekfchool voor de Hollandfche geestelykheid opregte,als balling zich opgehouden, van tyd tot tyd in ftilte de zynen bezoekende, en het welzyn der gcloovigen alhier, zo veel Hem mogelyk was , bevoörderende, tot dat Hy eindelyk in het jaar 1614 op den derden Mcy te Geulen zaliglyk in den Heer ontfiaapen is, alwaar Hy in de Minderbroeders Kerk begraaven is, zynde zyne heiligheid volgens  BYVOEG-SEL. gens de over Hem gedaane lykreden met wonderen bevestigt. ^ _ Na den dood van sasboldus is er nimmer iemand tot Bisfchop van Utrecht meer voorgedraagen, maar nog in hetzelve jaar 1614 wierdt verzogt , en door Paus Paulus. V. op den 11 Oclober' tot deszelfs algemeenen Vicaris voor de Nederlanden aangefteld philippus rovenius, Deken van S. Plechelmus te Oldenzeel, onder deze bepaaling, die woordelyks in het Brevet zyner aanftelling in ftaat, zo lang het ons, en den apostoliscken stoel goed zal dunken ; zynde vervolgens in het jaar 162c op het verzoek van Albertus en Ifabella ook tot Aartsbisfchop (al wederom niet van Utrecht, maar, gelyk zyn voorganger , van Ph'lippe, eene ftad in Macedonien) van den zeiven Paulus V. aangefteld, en met de gewoone Kerkelyke plechtigheden op den 8ften November in de Abdy van Voorst buiten Brusfel ingeweid. — Hoe zeer de Janfenisten Hem >ook tegenwoordig als Bisfchop van Utrecht willen doen voorkomen , zo is zulks volftrekt onwaarachtig; alle Schryvers , als Hooft, Petrus Bor in de befchryving van de Nederlandfche beroertens, M, van der Hoeve in zyne Nederlandfche Kronyk, G. Gazet in zyne Kerkelyke Hiftorie van r!e nlnnrypn vnn "Mfdfrlnnd p-etnifren eenpaa- riglyk, dat Fredrtk Schenk van Toutenburg de laatfte Aartsbisfchop van Utrecht geweest is; het geene Jndreas van der Schuur, die by onze tegenparty in geen geringe agting is, ook met de-  6'i BYVOEGSEE. deze woorden bevestigt: Fredrtk Schenk van Toutenburg is de eerfte en ook de laatfte Aartsbisfchop van Utrecht geweest, en de een en zestigfte Bisfchop van den II. Willibrordus af te reekenen, (a) En offchoon van Erkei ons zoekt diers te maaken, dat rovenius zich ooit den ty tel van Aartsbisfchop van Utrecht zoude aangemaatigt hebben , zo is het zeker, dat hy zulks zonder genoegfaame bewyzen zegt, en dat de gewoonelyke titel, dieRovENJUS, bly kcns meenigvuldige ondertekeningen, plagt te gebruiken, deze was: Philippus, by de genade van God en van den Apiftolifchen Stoel Aartsbisfchop van Philippen, en door het Bisdom van Utrecht , Hólland, Zeeland, &c. Afqftolifche Vikaris. Onder de zorg van dezen yverigen arbeider, en geduurende de reeks van jaaren, die Hy in bediening was , groeide het getal der Catho'lyken weder aan, veele afgedwaalden keerden terug, en de vyanden der Kerk, van het vervolgen ecnigzins moede wordende, begonnen eeniger maate te bedaaren. Dit gaf gelegenheid , dat de Apoftolifche Vicaris uit de voornaamlte Priefters eenige tot zyne bizonderfte medearbeiders , die zonderling met Hem den last en de zorg zouden draagen, verkoos en aanbelde. Hy rechte ten dien einde op eenen Vikariaats raad voor het Utrechtfche Bisdom, beftaande uit de volgende Eerw. Heeren Joan Wachtelaar, Lambert Feit, Hendrik van der Steen, Gerard Pelt, Joan Potkamer, te Utrecht (a) Zie Eackhufius Bewysfchrifc, eerfte deel, bl. 8.  &YVOEGSEL. 03 recht woonachtig, als mede de Eerw. Heeren Aartspriefters Engelbert Kenniphoven; Rombout Medenblik, Zuibert Henrykzc, Hermanus Oems , en Pieter Hendriks met en benevens den Paftoor van Leyden Reinier Mercator , welke tweemaal 'sljaars op een' bekwaamen dag, (eens na den derden Zondag na Paafche, en eens na den Feestdag van den Apostel Bartholomseus) by malkander komen moesten, om over de zaaken des Bisdoms te handelen. Deze opgerechte Vicariaats raad is het, die van de Janfenisten als een vervolg van het oude Metropolitaansch Kapittel wordt opzegeeven: zy voeren hier voor aan, dat rovenius zulks in de oprechting zoude bedoeld hebben, dat de vyf eerstgenoemde Leden van dit Genootfchap, ook Leden van het Metropolitaansch Kapittel geweest waren, en het Recht des Kapittels behouden hadden, ja zelfs dat zy zonder nieuwe inftelling en aanwakkering van rovenius eigener authoriteit hetzelve hadden kun* nen bewerkstelligen. Dan nimmer kunnen wy gelooven, dat rovenius, die in de geheele oprigting geen woord van Kapittel, van Kapittelheeren, of van Kapittelrecht fpreekt, maar dit genoodfchap in zyne opregtingsbrief van 9 Nov 1631 duidelyk een Vicariaat noemt , ooit het opregten van een nieuw Kapittel, of de herftelling van het vervallen Kapittel bedoeld zoude hebben. Ja wy houden volftrekt ftaande, dat, al had Hy ook zulke geheime bedoelingen gehad , zulks toch nietig, en van geen kragt geweest zoude zyn,  6\ JYVOEÖSELi zyn . als zynde als Apoftolifche Vicaris daar geenzins toe gemagtigt — wel is het in de magt van Bisfchoppen, van Apoftolifche Vicarisfen, zich eenen Raad te verkiezen, maar aan zodanig een' Raad of Genootfchap het wezen en de rechten van een wettig Kapittel toe te voegen, gaat hunne aanftelling en vermogen te boven. Hier toe wordt de tusfchenkomst en aanftelling van den Apoftoiifchen Stoel gevorderd. Ook'is het onwaar dat de vyf eerstgenoemde leden van het vervalle Metropolitaanfche Kapittel geweest zouden zyn, en in die hoedanigheid het recht des Kapittels wederom gehandhaaft en herfteld zouden hebben , alzo geen der leden van het opgerechte Vicariaat, (Wachtelaar alleen uitgenomen die eene bediening of Kanonniks proef in de St. Marie Kerk had) ooit in eenig Kapittel, zo als Bachufius zegt, ingelyft geweest is, en zy alle flegts zendelingen waren. Ja, dat toen ter tyd dit vermelde Vicariaat zich geen recht, boe genaamd, van een wezcntlyk Kapittel veroorloft heeft, blyktal verder uit de fmeekingen van rovenius by het Hof van Rome om eenen medehelper, ten einde zo de dood om zyne hooge jaaren en verminderde kragten Hem mogt overvallen, de Hollandfche zending 'het aan de noodige hulp nie: mogt ontbreeken , welke taal uit geen monden of pennen van dezulken te wagtenis, die zelve (zo als de Janfenisten zich willen veroorloven) het recht vermeenen te hebben • van  by voegsel. 65 tan by het openvallen des Stoels zich eenen aln-emecnen Vicaris te moge i verkiezen , en door dit middel de Kerk van eenen tusfehentydfchen beftierder voorzien , en de regeeringloosheid voorkomen kunnen. Dan dit zy hier van genoeg! - m het ja^r 1640 wierdt op den 94 Augustus door Urbanus V1IL 1acobüs de la torre tot Medehelper tn de bediening van hst Apojlolhch Fica> iaat^m als het Brevet luidt,) aan rovenius toegevoegt. En rovenius, na veele vervolgingen, en onaangenaamheden verduurd te hebben, overleed eindelyk te Utrecht, alwaar hy zich den meesten tyd heimelyk had opgehouden, op den 12 Oftober 3651 , in het 78fte jaar zyns ouderdoms, in het B7^e van zyn Vicariaatfchap, en in het 3ifte jaar na zyne in weiding tot Bisfchop van Philippe, en aldus inliet derdejaar na den Munfterlchen Vrede , waarby met de overgang der opperheerfchappy ook het Koninglyk Recht van benoeming der Bisfchoppen geheel vervallen is; terwyi de Staat en vervolgens zich dit Recht nimmer hebben willen, noch kunnen aanmaatigen, en dit Recht ook federt aan niemand vergund of overgedraagen is; althans niet van Hem, die het vergunnen kon, te weeten het algemeen Hooft der Kerk, den Paus van Rome, Zo dra Rovenius overleden was, wierdt zyn Medehelper jacobus de la tcrre, die reeds E m:  6é b Y v o e g s e l» in het jaar 1647 te Munhrer met bewilliging van Innocentius X tot Aartsbisfchop van Rphefen geweid was, en ook fzo wel als Sasbold en Rovenius) vervolging en berooving zyner goederen ondergaan had, daadelyk Apoftolisch Vicaris Jn Rovenius plaats; doch alzo hy reeds m het jaar 1648, in de buurt van Zydwind tusfchen Alkmaar en Schaagen bezig zynde niet het H. Vormzel te bedienen, daar in geftoord was geworden, de vlugt had moeten neemen, en ®ok ingedaagt en vervolgens uit het land gebannen was, en uit dien hoofde ook al het noodige niet verrigten konde , zo vond Rome goed, ook aan la torre eenen Medehelper toe te voegen. Alexander VII. zogt Palduinus Catz, dien Hy zonderling kende, hier mede te belasten; dan deze dit weigerende, wierdt Zacharias de Metz (hoewel ook niet zonder tegenftreeving) hier toe aangefteld, en ten dien einde in het jaar 1656 met den tytel van Bisfchop van Traliën vereerd, omtrent welke aanftelling van Erkel zelfs aldus fpreekt : geen koninglyke benoeming , geen verkiezing der geefleïykheid leest men, dat hier in plaats gehad heeft; welke woorden al wederom geen de minfte fchyn van zelve eenen Bisfchop te kunnen verkiezen aanduiden, even zo min als de bevestigings brief van de la torre zelfs van het Vicariaat , in welken hy verklaart , het door Roveniusopgerigte Vicariaat opter echten tot altydduurenden raad derUtrechtfche Kerk, willende, dat het even eens als gradtteele Kmonnihn emer Cmhedraale Kerk zalge- hou-  b r v O e g s e l. 67 houden worden; zynde het eerfte: Vicariaat lot eenen altydduurenden raad der Utrechtfche Kerk opte hechten volitrckt onnoodig, ja onmogelyk, indien het reeds zodanig een raad of Kapittel was; en het tweede, te willen: dat het eveic eens Cad inflar) als gradutele Kan&nniken eener Cathedraale Kerk zaT gehouden worden ^ (a) zo het in de daad uit wezentlyke Kanonniken beftond, volftrekt belagchelyk. Zacharias de Metz aan la Torre tot Medehelper gegeeven , overleefde la Torre niet 9 maar mede al niet vry van onaangenaamheden geweest zynde, overleedt hy zaliglyk in den Heere op den 13 July 16Ó1 , na vooraf om de krankzinnigheid van den Vicaris la torre tot zo lang de H. Stoel er andersin voorzien zoude hebben, voor de dicecces van Haarlem tot Provicaris aangefteld te hebben Balduinus Catz, en Joannes van Neercasfel voor Utrecht. (a) Zie Backhufius, bladz. 42. De dood van den Coadjutor de Metz te Rome bekend zynde, leide zich de H. Vergadering daadelyk toe om deszelfs plaats door eenen waardigen opvolger te doen vervangen, en bepaalde zich al fchielyk tot den, door de Metz aangeftelden en hooglyk geroemden, Provicaris Joannes van Neercasfel, die door de voornaamite zo Haarlemfche als Utrechtfche Priefters, (en wel tot Apoftolifchen Vicaris zelvcn,) ten fterkfte was aanbevolen. E a Dan  63 by voegsel. Dan inmiddels overleed ook op den 16 Sep» tcmber van her zelfde jaar de krankzinnige Apoftoiifche Vicaris Jacobus de la Torre voor wien (tegen verwa^tmg en, wel vooral der zo even genoemde Priefters) niet Joannes van Neercasfel, maar b alduinus catz, door den Paus Aiexander VIL wierdt aangefteld , wordende vervolgens beiden in het volgende jaar 166*2 op den g September te Ceulen tot Bisfchoppen ingeweid, Cacz tot Aartsbisfchop van Philippe, en Neercasfel tot Bisfchop van Caftorien. Al in het volgende jaar 1663 op den t8 November overleed de nieuwe Apoftolifehe Vicaris Balduinus Catz, en wierdt zonder verdere aanftelling daadelyk opgevolgt door zynen Medehelper joannes van neercassel , uit kragt van het opvolgings recht, waarmede neercassel was aangefteld. Byna 23 jaaren heeft neercassel dezen post bekleed, en wal zonder Medehelper volgens zyn eigen verlangen, en volgens het, by het Hof van Rome gedaan verzoek des Vicariaat» Raad; nu voorgevende, dat de zaaken hier beter door een' perfoon, dan door twee beftierd konden worden, daar zy (naauwlyks een jaar geleden, toen zy vernamen, dat Catz Vicaris, en Neercasfel flegts Coadjutor gefteld was) hemel en aarde bewogen hadden, om (onder voorwendfel van te veele zorgvuldigheden.  BYVOEGSEL» 6*9 den, van den verfchillenden aart des Vaderlands, van de genegenheid der Utrechtenaaren voor Neercas(el,en der Haarlemmers voor Catz &c ) den Paus tot eene verdeeling in het beituur overtehaalen , en Catz tot Vicaris over Haarlem te laaten, en Neercasfel tot daadelyken Vicaris over Utrecht aan te ftellen; wei-k verzeek al wederom duidelyk te kennen gaf, dat zy zich met geen verkiezings recht hoegenaamd ter dier tyd nog durfden vlyen — zo als ook het verzoek van Catz en Neercasfel zélver om aan een aantal van ico kweckelingen de H. Weidingen toe te dienen (het welk hen door zyne Heiligheid voor het grootite gedeelte wierdt afgeflaagen) alsmede de volftrekte weigering der H. Vergadering op hunne fmeckingen om met alle de machten van eenen OrdinarJs of eigen Bisfchop voorzien te worden, de nietigheid van een Kapittelrecht duidely k te kennen gaven; alzo, indien zy een wezèntlykKapittel uitmaakten,dit alles niet had behoeven verzogt te worden, maar het gevraagde hen van rechtswege had toegekomen. O?) Tot eer van Neercasfel kunnen wy hier by voegen, dat hy in zyn antwoord aan de H, Vergadering wegens den Utrcchtfchen Vicariaatsraad ronduit verklaard heeft , dat dit Coliegie uit kragt zyner oprechting en uitbreiding ilegts een geeftelyke raad is van den Apoflolifchcn Vicaris; dat hy in het jaar 1670 het bekende formulier van Alexander VII. en wel zonder eenige de minfte onderfcheiding van daad en recht (zo als van Heusfen zonder tenig •E 2 be-  7o BYVOEGSELt bewys ons tracht diets te maaken) te Rome gaaf ondertekend ^Si , en dat hy waarelyk een man was van ^ p6ote kunde en welfpreekenheid, en vol van' yver en waakzaamheid; dan tot zyne fehande mogen wy ook niet verbergen, dat hy de uit Vrankryk gevlugte Jartfenisten , Arnald , du Vaucel, Gerberon, en Quesnel al te toegevend behandeld , en den e-erstgenoemden eene fchuil plaats vergund heeft , en dat hy op het laast zyner dagen zich genoegfaafrn geheel door Arnald heeft laaten bellieren, aan deszelfs onderweizing eenigen zyner kweekelingen reekeloos toevertrouwd heeft, en dezulken zyner geeftelyken , die er gemeen- > faam mede omgingen, en er verkeerde grondbeginfelen van inzoogen, als zyne zonderling- fe en vertrouwdiïe vrienden fteeds behandeld eeft, en zulks wel tot zyne dood toe, welke, terwyi hy de Overysfelfche Paftoryen bezogt, te Zwol voorviel op den 6 Juny van het jaar 1686, na dat hy te voorèn, tot zo lang het den Apoftolifchen Stoel behaagen zoude, Petrus Codde voor Utrecht en Joiephus Coufebanc voor Haarlem tot Ondervicarisfen had aangefteld. 6 Ca) Zie Eïoyinck van Papendrecht, Artic. 12. en Appendix üionumentorum, bladz. 123 — 129. Hugo Franciscus van Meusfen was toen de man, dien de party zogten begeerde. Voorde poëten uwer Heiligheid nederknielende, zeidden zy  byvoegsel, 71 zy in hun fmeckfchrift aan InnocentiusXI,bidden en smeeken wy, dat het Uwe Heiligheid behaave 9' den voorzeiden Hugo Franciscus van Heus/en in de plaats van den Bisfchop van Caftorien aanteftellen. En in hunnen brief aan de Vergadering van de Voortplanting des Geloofs voegden zy ernogby: indien uwe uitmuntenheden goedgevonden ' hebben, eenen anderen tot deze waardigheid te verheffen, dan zullen wy uit den fchoot onzer Cleregie, zo het uwe uitmuntenheden behaagt, anderen, die tot dit ampt hekwaam zullen zyn , aan Uwe Uitmuntenheden voordraagen— Uitdrukkingen waarlyk 1 die niets minder als het aanwezen van een rechtmaatig Kapittel aanduiden, althans niet te verwagten zvn van zodanig eene Vergadering, welke immer zich het recht vaneenen eigen Bisfchop temogCTi verkiezen, aan zoude maatigen, Tot drie reizen toe fchreeven zy hier over aan zyne Heiligheid. Dan van Heusfen, als van Janfenistery verdagt, te Rome afgekeurd zynde, (lelden* zy hunne volgende drie vrienden voor, te weeten: Petrus Codde, Jofephus Coufebant en Guilielmus Schep. Welke drie door de Cardinaalen ook niet regtzinnig beIchouwd wordende, lieten deze het oog vallen op Guilielmus Basfery en vervolgens op den Heer David van der Mey, Paftoor op het Begynhof te Amfterdam; dan welke beiden niet inllemmende met de gevoelens van de Vicariaats leden, beflooten gemelde leden (om dezer aanftelling tegen te houden) den Heer Theodorus de Cock in perfoon naar Rome te E 4 zen-  72 byvoegsel. zenden, hem belastende, nogmaals allen mo~ geiyken vly.d voor van Heusfen aantewenden, en by mislukking hiervan, dan toch te zorgen, dat het Vicaris ampt op de fchouderen van den Heer Codde gelegt mogt worden. En in de daad de Cock bragt het,te Rome gekomen zynde, zo ver, dat Basfery , van der Mey, en ook van Wyk verworpen wierden , en dat, toen de Uitmuntende Vaders hem zei ven dien post aanbooden, en hy denzelven weigerde aan te necmen, waarelyk petrus codde tot Apoftolifchen Vicaris met den tytel in partïbus van den'Pads wierdt aangeleid, en in liet jaar 1689 door den Aartsbisfchop van Mechelen op den 6 February te Brusfel toe Aartsbisfchop van Sebasten wierdt iHgeweid. De vreugde, die deze verkiezing aan de voorgaand ers des Vicariaats Raad, en aan de ztüken,die tot de nieuwe gevoelens overhelden, aanbragt, was u itermaate groot, en zy befchouwden deze gebeurtenis als eene veel beloovende ze- * gcnpraal: dan codde hoe langer hoe meerder tot de Janfeniste gevoelens overgaande, wierdt hy deswegens te Rome befchuldigt; en in den maand Octobcr 1699 derwaarts ontbooden zynde , en na eenige vertraagingen en eidele voorgewende uitvlugten eindelyk op den 11 December van her. jaar 1700 aldaar aankomende, wierdt zyne zaak in verfcheide byeenkomften van Cardinaaien owderzogt; en daar hy volftrekt niet in fraat was van zich te kunnen rechtvaardigen, daar hy hoelangcr hoe meerder on-  BYVOEGSEL, 71 onder verdenking van verkeerde en fchaadetyke gevoeieps geraakte, en daar hy onder aller'* lei voorwendzel de ondertekening van het Formulier zogt te ontweiken, wierdt hy door Ciemens XI. van alle zyne bedieningen als Vicaris opgefchord, en de Heer theodorus de cock (eerst buiten zyn weeten) tot Provicaris in zyne plaats gefield met alle die machten, voorrechten en vergunningen, welke in hoedanigheid van Apoftolifchen Vicaris aan codde te vooren waren toegedaan geweest (alleen dezulken uitgenomen, waar de BisfchopnelyRC weiding toe gevorderd wierdt) wordende aan Codde voor zyn vertrek uit Rome op den 23 "fuly 1702 by een Apoftolisch Brevet door den Profecretaris toch hier van^kennis gegeeven. Was by Codde's aanfteiling de vreugde groot geweest? de verflaagenheid, die deze tyding in Holland aanbragt, was nu ook niet minder. Ja de fpyt, de woeling enontevréedenheid zyner vrienden wierdt onbcYchryffelyk. Te Leyden in bet huis van den Ondervicaris des gewaanden Kapittels HugoFranc.vanHeusienwieratop 13 Juny ï*^02t in eene byeenkomst van eenige Kapittelheeren het allereerst de grond der tegenwoordige bekïaaglyke fcheuring getegt. OpVrydag daaraanvolgende vergaderden die van Haarlem zo wel als van ütrecht té Anlfterdam, en verbonden zich onderling , de Cock nimmer te zullen erkennen, maar Codde getrouw te zuilen blyvem (a) Zy fenreeven aanzyne Heiligheid , en den Internuntius om uiiftel, inmiddels alles in het werk (tellen* E 5 de,  BYVOEGSEt, de, wat hen mogelyk was, om door de wareldlyke magt de nieuwe aanfteiling te vereidelen. Zy bragten het by de Staaten van Holland en Westvriesland zo verre, dat in de daad aan de cocic by Placaat van 17 Augustus 1702 de uitoefTenmg van het Provicaris ampt openlyk verboden wierdt; niets vuurigcr verlangende, dan zyne Heiligheid genoodzaakt te zien, Codde in zyne eer wederom te herftellen, en welke hunne verderfTelyke worftelingen ook in waarheid dit gevolg hadden, dat de, door den Paus aangeftclde, Provicaris de cock, zo hy zich niet door de vlugt gered had, werkelyk zoude zyn gevangen gezet; (b) terwyi zy den opgefchorten Vicaris Codde, die inmiddels in den maand Juny van het ja&r 1703 terug kwam, ten fterkften aan waren om (ongeacht zyneopfchorting^ zyne voorige bediening te vervolgen ; dan waar toe zy den halftarrigen Codde (uit achting voor het Pausfelyk vonnis) toch niet konden overhaalen; zynde hy hier in veel eerelyker, en meerder achting waardig dar alle de tegenwoordige Janfeniste Priefters en Bisfchoppen, welke niettegenftaande zy door het Hooft der Kerk van alle hunne bedieningen opentlyk opgefchort, ja in den grooten kerkelyken ban gedaan zyn, veel ftoutmoediger als Codde, in de bedieningen heiligfchendend durven voortgaan (f) 7Jq Backhufius, 2 Deel, bladz. 120. &c. en 3 Deel, bladz. 1. &c. (b) Backh, 3 Deel, bhdz. 155. &c. Ciemens XI. ia dezen toedragt der zaaken zeer  bt voesüï l 75 zeer wel bemerkende, dat de-gevlugte "Provicaris dé cock • wien de waereldlyke macht al hier alle uitoeiTL-ning van zyne bediening verboden had , in zyne afweczenheid toch van weinig, of geen nut meer aan de Hollandfche zending zyn konde , befloot te recht, eenen anderen Apoftolifchen Vicaris alhier aan te ftellen, hoopende door dit middel de partyen te zullen bevreedigen. gerardus potcamp Paftoor en Aartspriefter van Lingen was het, die ten dien einde door den Nuntius te Brusfel op den 14 November j 705 tot Algeraeenen Pausfelyken Vicaris wierdt aangefteld; dan daar hy al op den volgenden 16 December, zonder tot Bisfchop tezyningeweid, te Leyden kwam tè overly den, kunnen wy er anders niet van zeggen,dan dat hy denkortftondigen tyd zyner bediening doorgebragt heeft zonder verbod der waereldlyke magt, en zonder geweldige tegenkantingen der Janfenisten (voorgeevende, hen nu niets anders overig te zyn, d&hie weeven , te lyden en te bidden) dan het welk misfehien nog wel hier uit voortkwam, dat hy hen ai te toegeevend behandelde; als hebbende de, door Codde aangeftel.de Provicarisfen Catz en van Heusfen, aan wie door den H. Stoel alle magt en rechtsoeffening volftrekt verboden was (niettegenftaande hy den Internuntius Busfy ftellig belooft had, zonder zyne toeftemming geen Provicarisfen te zullen aanftellen) wederom herfteld , en op den 24 November 1705 in den Haag belooft, de zogenaamde Rechten en wettige bevoorrechtingen (zo als hy genoodzaakt wierdt te fpree- ken)  76 BYVOECrSEL. ken) van het voorgewende Utrechtfche Caputel te zuilen voorftaan en befchermen. Potcamp overleden zynde bleven de, door Codde voorheen, en nu door Potcamp op nieuw aangeitelde, Provicarisfen Catz en van Heusfen, niet tegenftaande het hen door Rome ten ftcrkfte verboden was, op aanraading van Quesnel voortgaan in de bediening; door welkVermeetel gedrag de zo genoemde Kapittelheeren aangemoedigt, zy zich in het jaar 1706 nu opentlyk voor waare Kanonnikken, enden Vicariaatsraad voor het lang begraaven Metropolitaansch Kapittel 'begonnen uit te geevcn, zich vervolgens niet fchaamende, Catz en van Heusfen tot hunne algemeene Vicarisfcn aan te ftellen, en gezamentlyk te befluiten, de ingebeelde rechten hunner voorgewende Kapittelen halftarrig te zullen blyven verdeedigen. Een groot jaar verliep er na den dood van Potcamp voor dat zyne plaats vervuld wierdt. Door brieven van 31 July 1706 verbood Rome aan Catz, van Heusfen en de Swaan zich langer eenig beduur der Misfie aan te trekken &c. dan helaas! vruchteloos. De Utrechtfche zogenaamde Kapittelheercn, nog niet gedroomd hebbende , zeiven tot de verkiezing eens Bisfchops, of Vicaris gerecht\rx te wezen, zogten door brieven, en zelfs door het zenden van G.Daelenoort en C. Steenhoven den Nuntius te bevveegen, hen eenen  BTV0E6SEI. 7f Yicarls naaf genoegen te geeven ; dan de Cardinaal Nuntius, aan wien de H. Seoel die zaak had aanbevolen, ftelde op den 8 January 1707 tot Apoftolifchen Vicaris aan, en weide op den 2.6 December daar aan volgenden tot Aartsbisfchop van Adrianopolen in, den eerw. Heer* adam damen , eenen Amfter dammer van geboorte, welke, als zich nimmer in de twisten gemengt hebbende , den Nuntius zonderling gefchikt voorkwam om de gemoederen (ware het mogelyk) te bevreedigen. Dan de uitkomst voldeed aan de verwagting niet» De wederfpannelingen, dra bemerkende, dat damen door te laffe toegevenheid niet gelyk aan Potcamp wezen zoude, verzetteden er zich ftoutmoedig tegen. , Op hunne inblazingen verboden Staaten van Holland aan damen de uitoeffening van zyn Vicarisampt; ja dat meer is, verboden hem in Holland te komen, zo lang hy niet fchriftelyk van dien post afftand zoude gedaan hebben. Meêr als eens verzogt Damen, als toch van geen nut kunnende zyn, van Ciemens XI. zyn ontflag, doch te vergeefsch — evenwel, om dat zyne werkfaamheden den Catholyken nadeel zouden kunnen veroorzaaken, vondc Rome goed, de zaaken dopr den Nuntius zeiven voor hem te laaten waarneemen de Haarlemmers keerden inmiddels veelal van hunne bedoelingen te rug, doch die van Utrecht bleeven , niet tegenftaande de Pausfelyke dreigementen , ja zelfs banvonnisfen, volftrekt verhard *, dermaate, dat zy niet alleen op de in- ge-  b: y v O e g s e U geheelde rechten van hun gewaand Kapittef bleeven aandringen, maar zelfs by Staaten van Holland een beiluit bewerkten, dat niemand voor Vicaris erkenc zoude behoeven te worden , dan die by Hen daar voor ook aangenomen zoude wezen; ook durvende voorwenden , niet gehouden te zyn zich aan de Pausfelyke ftraffen fals onrechtvaardig zynde) te kreunen of te onderwerpen; en waar in noch de dood van Codde, welke, hoe ernftig ook in zyne ziekte van wegens den Nuntius Busfi vermaand, in het jaar. 1710 in zyne hardnekkigheid overleed , noch ook de dood van Damen, die te Ceuien op den 30 December van het jaar 1717 voorviel , eenige verandering te weeg bragt; zynde damen weinigen tyd te vooren in zyne waardigheid reeds vervangen geweest door den laatften Apoftolifchen Vicaris joannes van ey- levelt. Op den 2 Oct-ober 1717 was Bylevelt door Paus Ciemens XL reeds tot Apoftolifchen Vicaris aangefteld. Hy was een Utrechtenaar van geboorte, Paftoor in den Haag, en van een onbefprooken gedrag. Hy heeft even als zyne voorgangeren vcele onaangenaamheden verduurd; wordende, om dat hy voor een gehoorzaam Priefter de zending voor de Paftory van Asfendelft van den Internuntius te Brusfel in 1718 bezorgt had, by fententie van den Raad van Holland in de boete van aooo guldens, en al-  BYVOEGSEL. 79 alle de kosten der Juftitie geflaagen, en nog daarenboven uit Holland, Zeeland en Westvriesland gebannen. Bylevelt begaf zich daar op naar Utrecht: daar begon hy op den 5july van het jaar 1719 het beftuur der zending te aanvaarden, en na 7 maanden zich aldaar opgehouden te hebben, vertrok hy van daar, en begaf zich vervolgens naar Arnhem, zo veel als hem deomftandigheden destyds toelieren, voorde zending zorgende, tot dat hy na veele tegenworftelingen, en kwellingen verduurd te hebben, van zyne lastige bediening door den dood verlost wierdt, welke in het jaar 17*1, of daaromtrent te Arnhem voorviel, zynde, hy te Huisfen begraven geworden. Na den dood van Bylevelt heeft Rome den Eerw. Heer van der Steen,Paftoorte Haarlemen Aartspriefter van Holland, tot dien post nog wei willen aanftellen; dan daar de Janfeniste aanhang had weeten te bewerken, dat Staaten van Holland bepaald hadden,dat niemand, dan door Hen ook aangenomen, voor Apoftolisch Vicaris mogt erkend worden,en (wat er ook wierdt aangewend) de admisfie voor van der Steen niet konde verkregen worden, zo zag Rome zich genoodzaakt,door PausfelykeNuntiusfen uit naam van zyne Heiligheid de zending in de geheele uitgefttektheid der zeven vereenigde1 gewesten maar te laaten beftuuren ; zynde federt dien tyd alhier alles door Pausfelyke afgezanten  ^ Y V 0 E G S E ten befchikt, en verrigt geworden met behulp der zeer Eerwaarde Heeren Aartsp'ricftcren in eider diftricvt. • Gelukkig zoude het geweest zyn voor de Catholyken van Nederland, indien den Janfenisren de gelegenheid ontbroken had van hunne fchearihg vol te kunnen houden ; indien hen de gelegenheid ontbrooken had van hunne kweekei ingën tot Priefters, en hunne Priefters tot Bisfchoppen geweid te krygen; dan ook hier voor wist de vyandige mensch kwaad zaad te zaayen. Door listige voorwendingen wisten zy voor eerst hunne jongelingen van afgelegene Bisfchoppen tot den Kerkdienst geweid te krygen; en of hen zulks op den duur niet mogt blyven gelukken, beflooten zy by eene, voor hen waarelyk ongelukkige gelegenheid, een' hunner gewaande Vicarisien, te weeten Cornelis Steenhoven tot Bisfchop te laaten weiden —• Dominicus Maria Variet, Bisfchop van Babylonien, een man federt 1720 in zyne Bisfchoppelyke bedieningen (zeker niet om zyne deugd) van den Paus opgefchort, was het waar van zy zich bedienden— zich toevallig alhier bevindende, had hy hen reeds voor eenigen tyd de vriendfchap bewrezen van het H. Vormfel aan eenigen hunner misleide Leeken toe te dienen (en ongeacht zyne opfchorting) was hy nu ook niet huiverig om aan dit hun verregaande verzoek 'te voldoen— op den 15 Ocober 1724 leide hy te Amfterdam zyne heilig' fchendende handen den voornoemden verniee- t§*  3 Y V O E G S E L, 8 * telen Steenhoven op, en weide hem Cvolftrekt resren de Kerkclyke Wetten aan , welke ter weidinge eens Bisïchops drie Bisfchoppen verSfcheö tot Bisfchop voor den vervallen Metwolinantote* Stoel van Utrecht m- en welke Steenhoven ook in de daad de ftoutheid had van'in den volgenden maand February van deze zyne geroofde waardigheid gebruik te maafcen la, niet tegenftaande Paus Bened^ctus XIII. hem alle Bisfchopp^lyke macht-oefFenin^; ontzeide, de geloovigen wegens zyne onwettige verkiezingen ongeoorlofde heitang; m zyn Krwet van 21 February 1725 (a) opentlyk waarfchouwde, en hen allen ommegang met den voornoemden Steenhoven Cvooral m het eeeftelyke') ten fterkfte verbood, zo zoude dele ^eeltelyke waaghals ongetwyffeld mzyneverrietineen fchaamteloos hebben bly ven voortgaan, zo niet de Heer van leevcn en dood door een rechtvaardig oordeel hem genoodzaakt had, zyne geroofde bediening, die hy in weerwil van den Opperherder der Kerk geöefTend had, te celyk met het leeven neder te leggen. t {[ op den % April 17*5* z° als Hoymk van Papendrechtopgeeft, (£) overleed Steenhoyen , zonder eenen anderen tot Bisfchop te hebben ingeweid; door welk onvoorzien fterfgeval de wederfpannelingen zich in de noodzaakelykheid van allengskens te moeten terug keeren , zouden gevonden hebben, zo niet hun vriend Var- 1 CL Dat Rome het gemelde Kapittelniet anders als een gewaand Kapittel (proetenfum Capituluni) befchouwt,enClemensXLin zynBrevet. van7April 1703 hetzelve van alle geeftelyk recht ontbloot verklaarden allen gceftelyken alhier op ftraffe van den Kerkelyken Ban zelfs ten fterkfte verboden heeft, zich uit kragt van eenig kapittelrecht in eenig geeftelyk beftier alhier in te dringen. (#) 7mo. Dat de Pausfen geduurende twee eeuwen aan het zogenaamd Metropolitaansch Kapittel geen rechtsgebied, hoegenaamd, toege- r .;>,, kend, fa) Zie Backh, 3 Deel, bladz. (S9 72 & Hoyink Ap« pend. Monum. Num. 80, 81 & &2*  IY VOEGSEL» 8^ kend, maar door hunne gevolmagtïgden, het zy Vfcarisfen, het zy Nuntiusfen, &c. de zendingen tot de Paltoryen, en al wat rechtsgebied betreft, zelve gegeeven en beöefTend hebben. ■ 8vo. Dat al had in het begin, zo lang er nog eenige Kanonniken in wezen waren, 'misfehien hier voor * al geen volftrekte noodzaakelykheid plaats gehad, een twee-eeuwig gemis van een (flegts weinige jaaren genoten) recht de zaaken ren eenemaal uit haar verband gerukt en alzo het vermeende Kapittel zeker door verjaaring of onbruik alle haare rechten nu verloren heeft. ono. Dat de jurisdictie tot geen vreemde, maar tot die zelve magt, waarvan zy flegts ontleend was, aan wie uit Gods eigefchikking het opperst rechtsgebied over de geheele Kerk toekomt,en die dus zo wel Bisfchoppelyke zetels kan te niet doen, als opregten, te rug gekeerd is. 10. Dat een Kapittel zonder eenig rechtsgebied of rechten hersfenfefeimmig is. • ii. Dat zomin aan het Metropolitaanfch, als aan de onderhorige Kapittelen alhier immer het recht van zelve eenen Bisfchop te kunnen verkiezen , ooit vergund is. 12. Dat,al was zodanig recht immer aan het Kapittel toegekend, er dan nog altoos de Pausfelykebevestiging voor den verkozenen,om niet kragteloos in zyne bediening voort te gaan, noodig zyn zoude. En Ui 13. Dat al was er ook by vooronderftelling zodanig eene bevestiging niet noodig, het nog den Jansenisten nimmer vry zoude geweest zyn, door eenen eenigen (en nog wel opgefchorten) Bisfchop een'ander tot Bisfchop in te weiden, zonder (zo als de kcrkregelen zulks wcluitdrukkc- F 4 - lyfc  88 BTVOE&SELi lyk vorderen) van nog twee andere Bisfchoppen geadiifteerd te zyn. Alle welke redenen, zo al niet eider op zich zelve , ten minlte by malkander gevoegt, de wederrechtelykheid en verkeerdheid van het gevoelen der Utrechlche Kapittelheeren, de ydeiheid van hun gewaand Metropolitaanfch Kapittel, en voor al de nietigheid hunner ingebeelde jurisdictie ten duidelykfte aan den dag leggen. Te vergeefsch zouden zy hier tegen in voeren , dat (zo wy hen al niet willen toeftaan dat de Bisfchoppelyke Stoei van Utrecht immer door de Vicarisfen is vervuld geweest, noch door hiinne ingedronge Bisfchoppen federt wettig vervuldis geworden) ten minde de ftöel als een openftaande ftoel (fedes yacani) befchouwd zoude moeten worden; want hoe zeer wy wel erkennen willen, dat eenBisfchoppelykezetelopverfcheideen verfchillende wyzen open kangeraaken, zo als door de dood des Bisfchops.door overgang tot eenen anderen ftoel, of door afftand, of afzetting; ja ook hier door, dat de Bisfchop opentlyk tot kettery overgaat ; hoe zeer wy wel toeftaan, datindiergelyke gevallen deBisfchoppelykeStoel eene fedes vacans, een openftaande Stoel geheten wordt, zo kunnen wy echter dit niet langer toeftaan, dan voor zo lang als er gegronde hoop blyft van den zeiven eerlang wederom wel en wettig vervuld te zien— maar is die kans voorby? is die hoop verdweenen?dan toch kunnen wy dien Stoel niet langer als eenen openpaanden, maar flegts als eenen vervallen Stoel befchouwen: en zo toch is hier het geval ^De Kerk is ons reeds meer als twee eeuwen ontnomen: de goederen enfondfenzyn uit orize handen: het gebouw,  HV0ISSE1, 8S bouw, al dien tyd tot den oncatholykeneeredienst gebruikt, is voor ons als of het er niet meer was: alles is ten onderften boven gekeerd en veranderd: hoe dantoch kon hier in al dien tyd een herftel gehoopt worden?—Hoyinck van Papendrecht haalt mtFrames(a)saxi9óai alle hoop van herftelling vervallen gerekend wordt, als eene Kerk binnen de 40 jaaren niet wederom herkregen wordt. Indien dit waar is? hoe veel te meer moet dan de Utrechtfche Stoel niet als vervallen befchouwd worden,daar dezelve in meer als twee eeuwen niet bezeten is, en er in al dien tyd (althans zeker federt de boven aangehaalde verklaaring van Ciemens XI.) geen kans, geen fchyn van hoop geweest is, dat dezelve immer wederom dooreenen eigen,,met Rome (zo als vereischt wordt) vereenigdenBisfchop wel en wettig bezeten zoude kunnen worden ? De party geeft wel voor, en draagt erhaaren roem op, dat zyvan de kant van Romefomwylen met den nosLmvanKanoitnikett vereerd zouden zyn geweest. Dan wie weet niet, dat in het beantwoorden van brieven de tytelatuurveelal gevolgt wordt, die zich debrieffchry vers in hunne ondertekeningen toeëigenen? ook kan zulks plaats gehad hebben in de eerfte tyden, zo lang er nog eenige flikkering van hoop tot herftel verbeeld konde worden: dan nimmer zullen zy bewyzen,dat zulks federt 17c? gefchied is, toen Ciemens XI. alle oeffening van jurisdictie op naam van het Kapittel zo ftrenglyk verboden heeft, en waar in federt door geen der Pausfen eenige verandering ooit gemaakt is. Wen- (a) hladz. 226. -  gO BYVOEGSEL* Wenfchely k was het wel,dat wy eenmaal zo ge lukkig wierden, dat,het den Apostolifchen Stoel behaagde, ons wederom van eigeBisfchoppen te voorzien, die, by de toevertrouwde kudden zynde,de gebrekenvannabybefchouwen,en de hulpmiddelen daadelykaankondenbrengen; die het H. Sacramentdes vormfels,(onze gelovige inwoonde ren zo hoognoodig) bedienen; onzekweekelingen en jonge geestely ken (waar toe nu veel al moeielyke en kostbaare ryzen moeten ondernomen worden) de handen op leggen, en zo wel op deSchaapen als lammeren een waakzaam oog vestigende, ze alle by hunne pligt behouden, en door hun woord en voorbeeld ltichten konden. Redenen , zo gewigtig, dat wy in waarheid alle ernftig behooren te verlangen, yverig behooren te werken, en vuuriglyk den Albeftierder behooren te bidden, dat Hy de harten der geenen, van wie het afhangt, zodanig gelieve te bellieren , dat wy dra ook onder ons de Bisfchoppelyke waardigheid mogen zien ingevoerd, en wy er duurzaam de vruchten van mogen fmaaken. God geeve hier toe zyne zegen! God geeve het fpoedig! Amen. EI NDE.