VADERLANDSCHE H I S T O R I E. VYF-EN-TWINTIGS TE EEEL. i     VADERLANDS CHE HISTORIE, VERVATTENDE DE GES C HIED ENIS SE N DER VEREENIGDE NEDERLANDEN» Uit de gcloofwaardfgfte Schryvers en egte Gedenkftukken zamengefteld. Met Plaaten. VYF-EN-TWINTIGSTE DEEL. BEGINNENDE MET DEN JAARE 1775 EN EINDIGENDE MET DEN JAARE 1778, BEVATTENDE HET EERSTE TYDPERK VAN DE N00RDAMER1CAANSCHE ONLUSTEN. ten onmiddelyken vervolce van wagenaar's vaderlandsche historie. Te AMSTERDAM, bv JOHANNES ALLART. m d c C x c.   B E R I G T. VAN DEN UITGEE'VER. Ik heb dit Werk Vaderlandfche Historie geheet en, en 't zelve een Vervolg van Wagenaar genoemd, fchoon 'er een Tydvak uitvalle van den Jaare 1751 3 erk "V// 's Lands Gefchiedenisfen , des eene Befchryving te laaten vervaardigen was myn eerfte toeleg; met deeze myne Landgenooten aan te bieden , dagt ik den meesten dank te zullen behaalen; terwyl ze bearbeid en in den vorm van wagenaar gegooten werd, zodanig dat ze, myns bedunkens, niet ongepast een vervolg van het onfehatbaar Werk diens waardigen Mans zou mogen heeten, kon het niet mis/en of die gaaping trok de aandagt. Ik vervoegde my by den Schryver, met aanzoek om dezelve te vullen , en heb hem niet vreemd gevonden van in myn voor (lag toe te jlemmen, om, onder het bewerken der Gefchiedenisfe , welker Eerfte Deel thans het licht ziet, ook het tusfchenval3 * lend  BERIGT van öen UITGEEVER. lend Tydvak te bearbeiden, en dus een Geheel te tnaaken: 't welk zeer gevoegelyk gefchieden kan door de Deelen te laaten vervolgen tot het tegenwoordig tydperk, 't welk eene gansch andere gedaante der dingen oplevert. —— Hier van wilde ik U niet onkundig laaten : voorts wegens den aanleg en aart deezer Onderneeminge , U wyzende tot de Foorreden des Schryvers , aan U, myne Land- en Tydgenooten ingerigt. D B  D E SCHRYVER AAN ZYNE LAND- E N TYDGENOOTEN! De eenvoudige Tytel, dien het Werk , welks Eerfte Deel wy u thans aanbieden, op het voorhoofd draagt, ftrekt genoegzaam om den voornaamen inhoud aan te duiden; en u te verwittigen, van welk Tydperk onze Gefchiedenis een aanvang neemt. —- Een Tydperk van. u beleefd, en onder zeer verfchillende aandoeningen , grootendeels onaangenaame, doorgebragt. Een Tydperk, waar van men te vergeefsch eene wedergade zal zoeken in de Jaarboeken onzes Vaderlands. — Op te haaien wat in 't zelve gebeurd is, om u de belangrykheid vart 't zelve onber 't ooge te brengen, zou deels *ep een voorloopig vermelden van 't geen de * 4 His-  vin de SCHRYVER aan zyne Historie zelve moet ontvouwen, uitkomen;, deeis zou ons zulks volftrekt ondoenlyk weezen , aangezien ons oogmerk, fpaart de Voorzienigheid ons lust enkragten, zich uitftrekt om de nog agter het gordyn des tyds verborgene Lotgevallen onzes Lands, op de eigenile wyze, als \vy hier hebben aangevangen, te boeken. Het reeds gebeurde, ligt u nog in verfche geheugenisfe, en verdient daarin bewaard te worden;het nog aanfïaande, voor u zo zeer als my bedekt, laat zich, zo veel menschlyke gUing kan raamen, aanzien , niet minder aandagt en befchryvinge waardig te zullen weezen. 't Is waar, Land- en Tydgenooten ! het ontbreekt u nier. aan Verhaalen der Lotgevallen , door ons in dit Deel befchreeven , en die de voigende zullen beflaan; de Dagelykfche Nieuwspapieren; de Week- en Maandwerken; ja, die meer de met onzen arbeid overeenkomende gedaante eener Gefchiedenisfe van deeze Tyden hebben, hebt gy o-eleezen, en zyn in-uwe handen. Waar toe dan een gehee! Nieuw Werk ? 't Zal niet onvoegelyk zyn deeze uwe vraag meteenig antwoord te venvaardigen, en teffens iets te zeggen van den aart en aanleg onzes Werks. Zo zeer onderfcheiden van de Dagverhaalen, die uw onderhoud aan de Ontbyttafel doorgaans uitmaaken, is onze Gefchiedenis dat  LAND- en TYDGENOOTEN. dat ik u zou verongelyken met één woord ter annduidinge van dit verfchil te zeggen; en even zo is 't gelegen met de meer uitvoerige ftukswyze Èerigten, welke u, van tyd tot tyd, of geregeld, of by eenige byzonder aanmerkelyke Gebeurtenisfen, ter hand komen, en uwer greetige aandagt een versch onthaal verfchafFen, ja zodanig, dat deswegen niet zelden geklaagd en op het bepaalen van de Vryheid der Drukpersfe, ten dien opzigte, ernftig aangedrongen werd. 't Zyn deeze en dergelyke Schriften, die wy hebben moeten raadpleegen: gelyk onze Aanhaalingen uitwyzen. Deeze Aanhaalingen, op dat wy dit hier tusfehen beiden berigten,en eene anders misfehien vlot gemaakte tegenwerping, by het openflaan deezes Werks, te keer gaan, zouden wy zeer hebben kunnen vermenigvuldigen, en wel eens de gedaante geeven van eene meer dan gemeene toelaating, om, anderen onbekende gefchiedkundige waarheden te weeten te komen ; doch in een Tyd, waarin de Zaaken van den Staat, in verfcheide opzigten, openlyker behandeld en algemeen gemaakt zyn, dan wel in vroeger dagen, kwam zulks geheel niet, of zeer zelden, te pasfe, de weezenlyke Geheimen van Staat, of liever de bedoelingen van byzondere Perfoonen , blyven veel a! raadzclagtig; onverfchillige, of die * 5 geene  X DE SCHRYVER AAN ZYNE geene uitwerking baaren, fmooren van zelve, kwaade, hoe bedekt, laaten zich in de gevolgen doorgaans zien; en goede verfchynen, gelyk de waarheid, op den vollen dag, niemands oog, dan die des dwarsziende Aterlings ontgaande. Aanhaalingen by de meeste gevallen heb ik noodig geoordeeld: want, fchoon een Gefchiedfchryver, die de Gebeurtenisfen van zyn eigen tyd te boek ftelt, wel geloof verdient en krygt, naarmaate het Gemeen een gunftig gevoelen heeft ten opzigte van zyne middelen om Kundfchap te bekomen, en van zyne Waarheidsliefde, zal hy, zonder zich öp oorfpronglyke Stukken en daadlyke Befcheiden te beroepen , veelligt gevaar loopen, om eer voor den Vervaardiger van een Verhaal, 't geen zich wel laat leezen, dan voor den Schryver eener egte Gefchiedenisfe gehouden te worden. Daar en boven kunnen byzondere Gevallen , welker verzwygen onverfchoonlyk zou weezen, in eene Historie van dien aart als onze tegenwoordige, dikwyls niet meer dan eene enkele bladzyde beflaan, terwyl derzelver aanduiding denLeezer misfchien begeerig maakt óm dezelve breeder geboekt te vinden: en zal dan eene aanwyzing, waar hy ze omflagtig aantreffe, zeker genoegen fchenken, en den Schryver geene noemenswaardige moeite baa-  LAND- en TYDGENOOTEN. Ü baaren. Zomtyds , wy bekennen het gaarne, zult gy in die Deel, en nog meer in de volgende, Kleinigheden vermeld vinaen: wy hebben ze vermyd waar wy meenden,ze te kunnen en te moeten voorbygaan; maar niet gefchroomd dezelve, op den voorgang der beste Gefchiedfchry veren, te boeken, als Wy ze dienftig vonden, om den toedragc ceniger Gebeurtenisfe van aanbelang, waar op 2y invloed hadden, te befchryven, of als zf ons 's Volks Gezindheid leerden kennen. Gedagtig aan de taal van den grooten hooft, op het Tydsbeftek door ons ondernomen te befchryven, zeer toepasfelyk. ,, Naardien „ men hier te Lande de magtigfte verande„ ringen , by aanftichting , of immers by „ dapper toedoen, des Gemecnen Mans , „ heeft zien invoeren, en ook hedendaagsch „ niet de minfte kunst der Steedfche Regee„ ringe, in 't handelen en gerusthouden der „ menigte beftaat, zo kan het geenzins on„ leerlyk fchynen , den opgang, loop en „ afloop van dergelyke beroerten,en teffens „ de middelen, misflagen en verzuimenisfen, „ waar door zy gefluit of geflild , gewak„ kerd , of onverhinderd gebleeven zyn, befcheidenlyk voor oogen te ftellen»" Het bevreemde den Leezer niet aan den voet van veele bladzyden de Nieuwe Nederhndfche Jaarboeken gemeld te vinden: want,  xii de SCHRYVER a an zyne want, daar wy, naa ook veele andere Schriften geraadpleegd te hebben, doorgaans de bedoelde gevallen, hier te Lande, daardesgelyks opgetekend, aantroffen, oordeelden wy het beter , zo anderen mets byzonders opleverden, het by die aanhaaling te laaten berusten, dan een aantal by een te voegen, die geen gewigt aan de zaak konden byzetr.cn: te meer oordeelden wy dit de beste handelwyze, om dat die Jaarboeken een Werk uitmaaken, 't geen eene algemeene hoogagting, om niet te zeggen gezag, verworven heeft: en 't zelve, als zodanig, in dc meeste tegenwoordige Schriften, onzen Staat betreffen ie, wordt aangehaald, en de Souverain 'er foms zich op beroept. — Deeze Jaarboeken zyn ook de Verzamelplaats van Staatsftukken en Oorfpronglyke Befcheidcn, welke wy by lange na altoos niet geheel konden, of, overeenkomflig met den aart onzes Werks, mogten uitfchryven. Wy moesten 'er zo veel uit ontleenen als tot opheldering der gevallen diende; en hebben ze meermaalen, wanneer wy ze van dien ftempel vonden , dat een groet gedeelte, of eenige afzonderlyke brokken, woordlyk verdienden vermeld te worden , afgelchréeyen, en dan ook onzer penne wel eens geer: zuiver Nederduitsch laaten ontrollen, 't Kwam naamlyk, by zommige gelegenheden, aan op 't woord, dat in 't  LAND- en TYDGENOOTEN. xm Onduitsch uitgedrukt, niet altoos door een Duitsch woord, juist van die zelfde betekenis en kragt, kon vervangen worden: dit door omfchryving te verhelpen, dagt ons noodloos , en het veelgewaagde fmeeden van nieuwe woorden, oordeelden wy gemaakt. De op zuiver Nederduitse!? gefielde Leezer boude ons dit ten goede; wy hoopen dat hy anders, in ons Werk, over geene verwaarloozing van Taal zal te klaagen hebben; en ook die kleine wanftallen gunftig over 't hcofd zien, in zodanige gedeeltens van ons Werk, waar wy Aanfpraaken en Vertoogen van waardige Vaderlanders, en anderen, meest met hunne eigene woorden, nederftellen. Aanfpraaken en Vertoogen , dikwyls meer de ta4 van 't Hart dan die der Kunst, en waar in wy ons fchaars, dan ter opkortinge, eenige verandering veroorloofden. Deeze in onzen eigen flyl en taal te brengen, zou het eigenaartige — wat zeg ik — het waare — weggenomen hebben. Gebrek aan ooxfpronglyke Befcheiden, ftelde OudeGefchiedfchryvers va^k in de onmogelykheid, om de Perfoonen, door hun fpreekende ingevoerd, de eigen woorden in den mond te leggen: zy moesten Aanfpraaken vormen, en, zo veel mogelyk, met de Characters en omftandigheden overeenbrengen. —- Wy hebben de Stukken in handen, en zeanaaken, ter fnee- de-  xiv de SCHRYVER aan zyne de ingevoerd, onzes inziens, de treffendfte gedeekens der Gefchiedenisfe uit: wy voelen daar by het meeste, en het Verhaal blyfe voor kwyning bewaard. Dat deeze aanmerking, is het anders noodig, diene, om ons tegen het verwyt van Onkundigen, die niet gaarne veele aan geflipte plaatzen in eene Geichiedenis ontmoeten, te dekken. Wat de Schriften betreft, die met deeze onze Vaderlandfche Historie het aanzien eener Gefchiedenisfe deezes Tydvaks hebben;hadden wy dezelve voldoende, en geheel cenRemmig met ons Pian gevonden, af bemerkt dat gy, myne Land- en Tydgenooten! daar mede voldaan waart; ik hadt deezen Letterarbeid niet aangevangen, en zou de Uitgeever de kosten der Uitgave niet gewaagd hebben, 't Zy verre dat wy dus , met ééne meesteragtige penneftreek, iet aan de waarde dier Voortbrengzelen zoeken te onttrekken: wy weeten maar al te wel dat een volgende dergelyk een (treek over ons Werk kan haaien; en dat het dus ten aanzien van de weezenlyke waarde of onwaarde dier Werken niets betekene; doch zo veel zegt het, dat wy in die ongenoegzaamheid voor ons en voor veelen uwer, eene reden vonden om de hand aan 't werk te flaan. Wy zullen ons verder niet uitlaaten over deeze Schriften, de waarde van eenigeerkennen.de, wel verze-  LAND- en TYD GEN O O TEN. xv zekerd dat het luttel zou betekenen, — wat fchryf ik ? — dat het by U, myne Land- en Tydgenooten! een ongunitig vooroordeel tegen ons Werk moest in boezemen, indien wy> by den aanvange, de agting van "t zelve op de puinhoopen van eens anders ncdergeworpen agting zogten te bouwen. — in het Kyfc der Letteren heeft ieder zyne denk- en fchryfwyze vry; en ook vryheid van oordeel, waar aan wy onzen arbeid mede moeten onderwerpen. Doch ik kan niet voorby, Land- en Tydgenooten ! U nog eenig nader verflag van ons Werk te geeven, buiten 't geen gy in eene zeer korte inleiding zult vinden, wegens het beftaan om de Gefchiedenisfen onzes eigen Tyds te befchryven; 't geen misfchien met overwigt van reden , Hout genoemd wordt, fchoon dit Werk, tog nog, zonder den naam des Opftellers, het licht ziet. —• Wy ondernamen het den grooten wagenaar te volgen —r- van verre te volgen , wel weetende, dat wy zynen zo eenvoudigen, klaaren en geheel kunstloozen ftyl, (zo niet de kunst hier de kunst bedekte O in geenen deele bezaten. Gemaakt tog zou het weezen , en de gedrongenheid allerwegen doorftraalen , indien iemand het ondername en het hem eenigzins gelukte, dien Schryftrant §p de hielen te volgen, en zyn eigen te laaten  xvi de SCHRYVER aan zyne ten vaaren. Mannen, op wier oordeel ■wy afdurven, een gedeelte onzes Werks ge■zien hebbende, keurden, zo wy eenigzms ten oogmerke hadde , wagenaars voetflappen te drukken, onze Schryfwyze, op verfcheide plaatzen, te vuurig; fchoon wy ■bekennen moesten ons vuur menigmaalen geïöaatigd en veele plaatzen der loopende penne, in 't eerde öpftellen, ontvloogen, door•gefchrapt te hebben, was 'er ruim genoeg in gebleeven , om den altoos gemaatigden en •bedaarden wagenaar, eenigermaate,mag ik zo fpreeken, op zyde te bly ven. Maar, myne Land- en Tyd-, myne Lotgenooten , kon koelheid ons deel blyven op het befchouwen en nagaan van de Lotgevallen , welke wy bebben moeten beleeven ? Hoe zeer wy ons de Wet van Onzydigheid, als eene eerlle pligt voorichreeven, zou het eene gansch wraakbaare koele Onverfchilligheid , van Ünzydigheid zo hemels breed onderfcheiden , geweest hebben , die Lotgevallen riartstochteloos te boek te (lellen. Immers , ik fchryf dit niet om de oude wonden, by voorraad, open te krabben , daar ze onder het leezen der Historie zelve, zeker meermaalen zullen bloeden; doch roer het aan om myne Schryfwyze te billyken. Wiens Ziel, niet geheel van Vaderlandliefde ledig, kon naalaaten, met ver- ont-  LAND- en TYDGENOOTEN. xvii ontwaardiging, en grievende fmert, vervuld te worden, als hy, naa dat onze Zeevaard zo geweldig geplaagd, naa dat onze Vlag en het Grondgebied van den Staat, in vollen vrede, meermaalen gefchonden waren, ons Vaderland door cenen onregtvaardigen en bondbreukigen Oorlog overvallen zag; toen de Verdeediging van het aangevogte Vaderland , zo flauw en flegt behartigd werd, dat de vermetele en trotïè Vyand onverhinderd en ongewroken voortging, om, heerfchappy voerende op den vryen en breeden Oceaan $ ons denzelven te benauwd te maaken, en de verregaandfte mishandelingen aandeedt, zonder dat wy ons te weer fielden, om dien hoon af te weeren; de fchoonlte gelegenheden daar toe, verzuimden, en onze Schepen, in de Zeegaten bedryfloos. liggende, de bald^daadige Vryand met onze Koopvaardyvaarders en Volkplantingen, naar welgevallen om» fprong? TerWyl 'er in den Lande gevonden werden, laag genoeg van ziel, om het haatlykst Onregt, ons aangedaan, te vergoelyken, te verdeedigen, en de handen te kusfen, die de kluisters onzer Vryheid boven onze hoofden deeden rammelen, en medewrogten om ze ons om den hals te klinken: zo dat wy by den Buitenlander een byfpreüke des Verwyts, en een Aanfluiting der Volken wierden. — Kon, van dea anderen ** kant.  xvm de SCHRYVER aan zyne kend, onze Schryfvvyze onaangevuurd blyven, als wy, te midden van den haatlyken drom ontaartenen ondankbaaren, rechtfchaape Vaderlanders zagen te voorfchyn treeden, die, by veele gelegenheden , zich over het flegt Beduur van Zaaken beklaagden, en de verwaarloosde, of lafhartig, entenonregt, weggefchonkene Voorregten, durfden herroepen, en op eene Grondwettige Herflelling aandringen? Als wy de agtbaare Volksftem zich meer en meer hoorden veiheffen tegen zulk een onverantwoordelyk verderf van het fchoonfte Gemeenebest? — eene achtbaare Volksftem , die al de Wereld deedt blyken, dat men de Onheilen van veelerlei aart, ten ondergang van den Lande gefchikt, niet aan een verongelykt en vertrapt Volk; maar aan een verderfïyken, om niet te zeggen , een verraadlyken toeleg, vankwalykgezinden, door de flegtfte inzigten gedreeven, te wyten hadt. Heeft de Heer wagenaar. zyn onfchatbaar Werk, de Vaderlandfche Historie, op 't laatst, gelyk getuigd wordt, ,, met grootten ,, wanlust voortgezet; daar zyne pen de be„ teugeling voelde, die noodzaaklyk moest „ volgen uit de Omwenteling, welke hy be,, fchreef:"' wy hebben met lust gearbeid, in het vertrouwen van dagen te beleeven, door tacitus „Tyden van zeldzaam geluk » ge-  LAND- en TYD GEN O O TEN. xix 3, geheeten, waar in het vry ftaat te gevoelen wat men wil, en te zeggen wat men gevoelt-" -■- Mishaagt deeze Vryheid zommigen; worden eenigen daar door afgefchrikt van dit Werk te leezen; veroordeelen anderen 't zelve tedeezeroorzaake, hetfmert ons. « Dan hebben wy hun niet kunnen , niet mogen, ten wille weezen: daar wy, met lucianus, „liever zodanige „ Leezers mishaagden door de Waarheid te ,, vernaaien, dan hunne goedkeuring ver„ wierven door Leugens te boeken:" en de voornaamfte wet eens Gefchiedfchryvers, volgens cicero, in ,agt namen, ,, van niets te durven zeggen dat valsch is ;" wy zullen , misfchien, by anderen, die geheel vuur zyn, en gewoon bykans geene andere dan daar door ingegeevene Schriften te leezen, te koel voorkomen. Wy kennen de uitwerkzels van Partyfchappen, inde tyden door ons behandeld, zo zeer als immer woelende; wy weeten hoe deeze Vooringenomenheid baaren, (om niet te fpreeken van laage Huurlingen en alles nederfïansfende JBroodfchryvers,) welke dikwyls Perfoonen en Daaden in zulk een valsch en ongetrouw licht plaatfcn, ,, dat Liefhebbers van heu,, fche Onpartydigheid , die het om de waar„ heid te doen is," gelyk de Schryver van de Characlerkunde der Vaderlandfche Gefchiede* * 2 nis-  XX DE SCHRYVER AAN ZYNE nisfe zich uitdrukt, „het niet verdraagen „ kunnen, en alie reden hebben, om de „ Berigten van wederzyden te wantrouwen, en geen derzelven aan te neemen dan naa „ ze inde fchaale der wikkende Uordeelkun„ de opgewoogen te hebben." Men duidde het niet euvel dat wy deezer lesfe iteeds indagtig waren. Schamperheden te zeggen, en op een te flapelen, is eene kleine, en onzes inziens, eene veragtlyke kunst: billyke verontwaardiging, by gepaste gelegenheden, te laaten blyken , rcgtmaatig. De ontdekkende Tyd heeft, over veele Voorvallen, duister in de jaaren toen ze gebeurden, een licht vcrfpreidt, van 't welk wy ons, by het te boek /tellen, in die dagen, niet mogten bedienen: dewyl , eenige inzigten en bedoelingen vervolgens eerst ontwikkeld , toen grootendeels, of geheel, onbekend waren; en andere , misfchien, eerst naderhand gevormd, of verder dan in den beginne, voortgezet zyn. Hadt men veele deezer, kunftig vernist, in derzelver waare gedaante, by tyds, gekend, andere en fterker maatregelen dan nu, waren gewis, tot verydeling, genomen. —— De herinnering hier van zal, op ontelbaare plaatzen onzer Vaderlandfche Historie, noodig weezen: ten einde men geen voorbaarig ongunftig oordeel ftryke, over de verrigtingen van veele verdienstlyke Staatsmannen, In  LAND- en TYD GEN 00 TEN. xxr In- den loop deezes Werks oordeelden wy, met geen ftilzwygcn te mogen voorbygaan, de veelvuldige Stichtingen, Maatfchappyen, en Genootfchappen van naam, die, (taande dit Tydperk, opkwamen, ingerigt om Nutte -Kuniten, Fraaije Weeteni'chappen, en wat meer den Vaderlande heilzaam is, of tot cieraad eener befchaafde Maatfchappye (trekt, te bevorderen en aan te kweeken; het verflag van derzei ver byzondere verrigtingen, overlaatende aan de Werken door dezelve, van tyd tot tyd, uitgegeeven. —- Doch ten deezen aanziene vergunne men ons eene voorloopige aanmerking hier ter neder te zetten: te weeten, dat, fchoon wy, naatydsverloop van eene en andere Stichting, die voordeden niet gezien hebben, welke men zich by den aanleg beloofde, zulks niet wegneemt , dat de Gefchiedfchryver, zich in dien tyd plaatzende, des een verhaal moet geeven, overeenkomitig met de toenmaalige inzigten, .die eene meerdere of mindere waarfchynlykheid gaven, dat alles naar wensch zou gelukken. De kortzigtigheid van 't menschlyk verftand, eene onverwagte zamenloop van tegenwerkende otnflandigheden, doen zomtyds de best bedoelde en belegde Plans geheel, of tendeele, mislukken. — Is eene geheele Mislukking, of de Ondergang Beniger Stichting,ten eenigentyde, het gevolg ** 3 ge-  Xxii de SCHRYVER aan zyne geweest, die, zo wel als den aanleg, ftaat ons op te tekenen ■— Ik behoef geen woord te melden tot verdeediging van de billykheid, dat, in eene Vaderlandfeïie Hiflorie, ook de algemeene lotgevallen van Kunften en Weetenfchappen, een gedeelte uitmaaken — behalven dat zulk eene befchouwing voor allen geen onaangenaame afwisièlingbehelst, zullen zoramigen hier in mogelyk het grootile ■genoegenvinden. Metéén woord, deBlad-zyden met die naarigten vervuld, zullen onzen Tyd, by deNaakomelingfchap, ontheffen van de blaam onzen Landzaat, te meermaalen, door den partydigen Buitenlander,aangewree•ven, en door den op alles wat Buitenlandsch is, of'er na fmaakt, averechts geftelden Inbooreling te dikwyls volmondig toegejuicht, •dat de Nederlander noch Kunstmin voedt, noch Weetenfchappen kweekt, i Eene nauwgezette Tydorde, door zommi•ge Gefchiedboekers, op het voetfpoor' van thucydides, gevolgd, hebben wy gemeend niet te moeten aankleevenmiaar liever, op de wyze van den Vader der Gefchiedboekeren, herodotus, Zaaken van een en ■dezelfde natuur, als de Tydperken niet te wyd van elkander liepen, byéén gevoegd: en van het anders broklige, zo veel mogelyk, een geheel gemaakt. Schoon wy, fomtyds, daar 'dé Gebeurtenisfenniet binnen één Jaar, onze in  LAND-en TYDGENOOTEN. xxm in 't oog gehoudene Hoofdafdeelin'g, afliepen , den nedergelegden draad, in een andec weder hebben moeten opvatten: dan wy hebben hüt altoos tragten te doen op de minst hortende wyze. Hoe verre wy hier in Haagden, ftaat niet ons, maar u, myne Land- en ïydgenooten, te beoordeelen: iets, ter uwer onderrigtinge, dienden wy'er van te zeggen. Dat ik myn Naam niet op den Tytel geplaatst heb, is myne, niet des Uitgeevers, verkiezing; deeze Aanfpraak , tot u ingerigt, heeft u genoeg ontdekt van myne Vaderlandschgezinde Gevoelens, die men thans gaarne weet, eer men een Boek, het Vaderland, of deszelfs Gefchiedenisfe, betreffende, met zyne Leezing verwaardige. Wiltgy iets meer, Ik onderfchryf de StaatkundigeBelydenis van den Eerwaardigen e. m. engelberts, in zyn Vertoog totu, myne Landen Tydgenooten, voor zyn Aloude Staat en Gefchiedenisfen der Vereenigde Nederlanden* ,, Men weete met weinig woorden, dat de ,, Schryver(deezerFaderlandfclieHistorie^zo „ min een al tegrooten invloed van het Stad„ houderlyk Bewind, waar door het.gevaarlyk „ wordt voorde Vryheid enOnafkanglykheid „ van 't Gemeenebest -— als eene Arijlo,, cratifche eigen goeddunkelykeRegeering van eenige Familien, waar by de Regten der Bur9, geren niet winnen, kan goedkeuren; maar „ niets  XXIV DE SCHRYVER AAN ZYNE „ niets, meer verlangt, dan dat het Schip ,, van Staat, tusfchen deeze beide uiterften, „ naa het uitftaan van zo veele itormen, ein3, delykineencltille en veilige Haven gebragt ,, worde, eer het, by eene voortduwende ,, verdeeldheid tusfchen deScheepsbevelhebberencn Stuurlieden geheel verzeild raakte, ,, en eene prooi van Vorstlyke Vrybuiters 3, worde!" De Uitgeever zal niet in gebreke blyven om aan't Werk alle netheiden voegelyk cieraad by te zetten, daartoe moeite noch kosten ontzien. Dit Deel ftrekt 'er van ten Proeve. En wy kunnen u verzekeren, dat het Tweede Deel afgefchreeven en ter Drukpersfe gereed ligt, en het Derde reeds verre gevorderd is. In dezelve zal ik, daar de zaakenallengskens belangryker worden, uitvoeriger moeten wee. zen, dan in thans befchreevene Jaaren. —Jaaren van voorbereiding tot gewigtiger Gebeurtenisfen, die deels onze oogen gezien, en onze ooren gehoord, en wy deels van bevoegde Getuigen ontleend hebben. Uwe aanmoediging, myne Land- en Tydgenooten! doorliet gunftig ontvangen van deezen onzen arbeid, zal onzen yver ten prik•kelendenfpoorflag(trekken. —~ Datdegroote albkstuurder U, de Uwen, en denLande in veilige hoede neeme, is myne dagelykfche Bede, en, ten flot, myn hartlyke Wensch.  INLEIDING. Schoon het Tydperk , op 't welk onze inleiGefchiedkunde te rugge ziet, om 'er ee- ding. ne Historie van te vervaardigen, kort zy, en flegts eenige weinige Jaaren bevatte ; fchoon het Gewest, tot voorftelling van welks Lotgevallen zy zich voor» naamlyk bepaalt, eenen kleinen omtrek hebbe, en als een flip voorkome, in vergelyking van andere Ryken en Staaten, met welke deszelfs Lotgevallen in eenig verband-ftaan; zal egter, zo de verbaazende menigte van gebeurtenisfen , als derzelver wonderbaare zamenloop , m zulk een eng Tydvak, op zulk een bepaald Tooncel, elks aandagt wekken, uitlokken , en gaande houden. De Vaderlandsliefde, den Batavier aangebooren, en gloeiende in de harten aller egte Afkomelingen van dien eerwaardigen Stam, ftelde altoos groot belang in 's Lands gefchiedenisfen ; de vroegere P de laatere , worden met greetigheid gezogt, geleezen, en niemand is, ten opzigte van de tegenwoordige, onverfchillig , of den naam , den eerlyken naam? van Nederlander onwaardig. Hm zeer,het veelvuldige en allen in 'toogloopende zwaarigheden in hebbende . I. deel. A Ge-  INLEIDING. inlei- Gefchiedenis zyns eigen Lands, en zyns ding eigen Tyds, te boeken, daar veele» van ■ de oor- en ooggetuigen der verfche Ge- beurtenisfen nog leeven; daar veelen der Perfonaadien, welke de hoofdrollen (peelden, of mindere volvoerden, nog in bedryf, of althans in weezen, zyn;. en ailes op verre na hun niet tot eere kan geduid worden; daar de Partyfchappen, de broeinesten van veel onheils , nog woelen, en een Land, door Eendragt alleen te behouden, zoeken te bederven, flaa ik, nogthans, de hand aan 't werk, verzekerd, dat het fchryven van de Gebeurtenisfèn zyns eigen Lands en Tyds ook zyne voordeelen heeft, welke de gemelde, en andere zwaarigheden ryklyk kunnen opwegen en vergoeden. » - My hier op Voorgangers te beroepen , aan welken het niet ontbreekt, zou,, door 't vermelden hunner doorlugtige Naamen, naar verwaandheid fmaaken , genoeg is het alleen aan te merken, dat die geïyktydig- en nabyheid ons in ftaat ftd-len bm tot de Bronnen zelve te gaan, en veele kleine Byzonderheden ,. welke niet weinig toebrengen tot het veroorzaaken van groote Gebeurtenisfen; doch, binnen een kort tydsverloop, in 't vergeetboek geraaken , op te tekenen ,. met de gevolgen daar uit voortkomende, welke anders veelligt als op zich zeiven liaan s of' afgeleid worden uit beginzelen , die daadlyk geen plaats gehad hebben , en alleen ge'booren zyn in het hoofd van-*r_) den  inleiding; 3 tleh ftouten Staat- en Gefchiedkundigen inleigisfer, die, in zulke gevallen, eer een ding. Werk der verbeelding vervaardigt, dan * éene Gefchiedenis opftelt. Gefchiedkunde tekent met eene getrouwe hand , het gebeurde op ? Waarheid en Onpartydigheid ftaan aan haare zyde, zy dingt na de Eer om der Nakomelingfchappe? de beste en volkomenfte berigten te geeven ,• waar door dezelve zich' als in de vroegere tydskringen kan plaatzen boven al {telt zy het zich ter hoofdtaak, zo veel mogelyk , de Roerzeis der daaden te onderzoeken,- de Gebeurtenisfen met de Charafters te veréénigen , in zo verre zy aan elkander licht kunnen byzetten, 't welk zeer dikwerf het geval is, en den Gefchiedfchryver kennelyk onderfcheidt van den Dagregister- en den Jaarboekmaaker, die hemde {toffe tot zyn arbeid aandraagen ,• wier onvermoeide dienlten hy dankbaar erkent. Niets anders,- niets minder, LandsgefiooteiT,< is ons doei in deeze Bladeren,' iaogen wy het befchieten, wy zullen voor ü iets nuttigs, en , zo wy nederig vertrouwen, iets aangenaams ,• en voor ons zeiven ,• iets loflyks verrigt hebben-. De Tyd gaat nog zwanger van Lotgevallen,- welke, volgens ons beftek, plaats moeten vinden in dit- Werk. De Voorzienigheid , welker altoos aanbiddelyke hand,- veele zaaken ten kwaade van ons dierbaar Vaderland gedagt, en op de verA a del-  f 4 INLEIDI N G. inlei- delging van deszelfs Koophandel % Zeeding. vaard en Vryheid gemunt, ten -beste keerde , houde het oog ten goede over ons geflaagen, op dat wy, Jaaren van vernedering, en verfmaadlïeid, befchreeven hebbende, Jaaren mogen boeken in welke Nederlands oude luister met vollen glans aanbreeke, en onbeneveld in 't oog lchyne dier Volken, wier fnoode toeleg mislukt is , en de Aterlingen, die het Vaderland in eigen boezem gekweekt heeft, van fchaamte doe bloozen, over het medewerken tot den ondergang van een Gemeenebest, welks opkomst, beftaan en volduuring altoos de verwondering des oplettenden Befchouwers verwekte. D E  VADERLANDS CHE HISTORIE. EERSTE BOEK. INHOUD. Vreedc deezen Lande heilzaam. Lang ge- I. not van denzehen en verbastering der Land- boek zaaten. — De gejleltenis der Groot-Brit tannifche Noord- Americaanfche Volkplantingen. Zy genieten Vryheid. Deeze belaagd en verdrukt door Engeland. Zy blocijen , ondanks die bezwaar en. Verknogtheid derzelver aan het Moederland. De NoordAniericaanfche Volkplantingen door Engeland fchatting fchuldig verklaard. Vrugtlooze poogingen 'om des bevryd te w rden. Hoe zommigen in Engeland dat /luk inzien. Met geweld gedwongen. Strydig met de Regten 'van Britfche Onderdanen behandeld. Vergarkring te Philadelphia gehouden. Alles fchiktzich tot eerten Oorlog tusfchen Groot Brittanje en Noord- America. Uitwerkzels van deezen Volkstwist by andere Mogenhede'n. Het gevaar van Engeland bvflaud te A 3 %  6 VADERLANDSCHE 1. bieden. Overwegingen wat ons GemeeneSoek, best, in dit geval, te doen jlondt; verfchil- — lende gevoelens daar over. Frankryk en Spanje neemen deel in deezen Volkstwist. Onzydigheid het belang der Vereenigde Gewesten. Watervloed des jaars mdcclxxv. Eeuwfeest van Leydens Hooge School gevierd. De Maatfchappy der Nederlandfche Letterkunde te Lcyden in hooge befcherming genomen. De Haringvangst begunfligd. 't Verloop der zaaken op Suriname. Oproer op Walcheren gedempt. De Noord Ame- ricaanen rusten zich meer en meer ten Oorlog toe. Begin der openbaare Vyandlykheden in Noord- America. Verflage van den Generaal Washington. Engelands nader Oogmerk om de Noord - Americaanen met geweld te onder te brengen. Engeland vordert de Schotfche Brigade van den Staat. Taal van Jonkheer van der capellen tot r> e n pol te dier gelegenheid. Voordeelige Handel op St. Euflatius. De Vy■ündlykheden tusfchen Spanje , Frankryk en Groot - Brittanje neemen eenen aanvang. Vrankryk treedt in Handel gemeenfchap met de Noord - Americaanfche Volkplantingen. De Vereenigde Gewesten blyven onzydig. De te Onderbrenging der Noord- Americaanfche Volkplantingen in Engeland beflooten. De Noord - Americaanfche Staaten verklaaren zich Onafhanglyk, en vormen een nieuw GeT m ten ■'best. Ontwerp ter Verée'niginge. Hun e Irag gelaakt en geprcezen. De Engelfcaen belemmeren den Handel en Zeevaard van dee-  HISTORIE. ? jeezen Staat. Dringend aanzcek van den I. Ridder yorke om aile Gemcenfhap »j-boek. fchen deeze Gevesten en de Noord- Aweri eaanfche Vvlkptantingcn te weer en. SI egt e fiaat der zaaken op Suriname. Het Ociroi der Oost-Indifchc Maatfihappye verlengd. Het Regt van Aubaine tusfchen Frankryk en Zeeland vernietigd. Felle koude s waarmede het Jaar moccLxXVI begon. Watersnood in 't Najaar. Oprigting van de Maatfchappy ter bevordering van den Landbouw. De Oorlog met den Keizer van Marocco geëindigd. Klagten ever de toeneemende Zeeroovingen der En gel fchen. Staat van 's Lands Zeemagt. Schaarschheid van Zeevolk. Plakaat om die te verminderen. Handelnadeelen. Aandrang op het vermeer-, deren der Zeemagt. Zyne Hoogheid legt een bezoek af by de Admiraliteit van Amfierdam. Gaat naar Friesland, Groningen en Drente. Koopt de Heerlykheid Borkelo. Klagten der Engelfchen over den Bevelhebber van St. Euflatius j. de graaf. De Bevelhebber beantwoord deeze klagten. Men maakt van deezen Twist een zaak van Staat. Yorke klaagt over dit Bedryf op St. Euflatius. Hoe dit hier word opgtnomen en tot genoegen van Engeland beantwoord. Zwarts kleuren met welke men de Kooplieden hier tt Lande afmaalt. Nadere bepaalingen wegens het vervoeren van Oorlogsbehoeftens uit deeze Gewesten. Yorke poogt tweedragt te zaaijen en zynen Aanhang te ftyven. Toeneemende Vyandlykheden tusfchen Frankryk A 4  « VADERLANDSCHE I. en Groot-Brittanje. Engelands aangroeien* boek. de verbittering. Krygsverrigtingen in Noord■ America in den Jaare mdcclxxvii. Verwarde Staat der zaakeh op Suriname. j. van riemsdyk Gouverneur Generaal van Néérlands Indie. Sterft, en wordt door reinier de klerk Opgevolgd. P. van bleiswyk op nieuw tot Raadpensionaris aangefteld. Jonkheer van der cap ellen tot den pol levert een Vertoog in over de Provinciaale Commisfien in Overysfel. Het daar over voorgevallene. De Koophandel op Duitschland met een gevoeligen jlag gedreigd; doch geweerd. De ■ Walvischvangst bevoordeeld. De Haringvisfchery op nieuw bcvoorregt. Aanleiding tot het oprigten van den Oeconomifchen Tak. Voorflag deswegens en Aanpryzende aanfpraak. Drift der Landzaaten tot bevordering. Vaderlandfche Maatfchafpy te Hoorn opgerigt. Laken- Fabriek te Amersfoort aangelegd. Zydeteelt te Zutphen ondernomen. De Inenting der Veeziekte krygt meer en meer opgangs. Vrede 't Is Vrede, beminnelyke Vrede , die , deezen met den ftoet van Volkszaligheden, doorLanJe gsan? het heil van Ryken en Staaten opbeil aam. jLverc ^ £n bovcn ^ ecn Handcldryvend Gemeenebest, als dat der Vereenigde Nederlanden , voegt. Oorlogen van eencn langen adem heelt het, wel is waar, by des  HISTORIE. 9 deszelfs oprigting, moeten voeren , en L zich , naa dat het gevestigd was , dier boek. woede niet altoos kunnen onttrekken, om ~— het eens verkreegene te behouden, en te verdeedigen tegen de inbreuken van Heerschzugt en Dwinglandy. In den wisfelkans des Oorlogs worden zomtyds voordeden bevogteri; doch ze zyn, voor een Staat, als de onze, meestentyd kortftondige flikkeringen van Geluk, die geen blyvenden zegen agterlaaten ; wanneer de Kryg woedt, behaalen , door een wonder gemcngelden zamenloop van cmHandigheden , eenigen aanzienlyke winften , uit dien brand, en eene enkele Handeltak bloeit; doch de overige worden gefchroeid, en de Algemeene Handel der Landzaaten , waar aan 's Lands welvaard verknogt is, kwynt te deerlyk. Een reeks van Jaaren genooten deeze ^„g ge. Gewesten dat Volks - heil; het woord not van Oorlog was alleen den Nederlander ten op- denzelzigte van andere Volken bekend, 's Lands ^dcverjaarboeken leverden niets op dan het we- basterrag dervaaren van een Volk, dat,' in vollen derLandVrcde gezeten, gefchapen icheen om die zaaten. zegeningen ongeltoord te imaaken ; en , bleef' het niet ten opzigte van zichzelven in gebreke, te vermeerderen. Weelde uit Overvloed gcbooren , Verwyfdheid uit Weelde geteeld, dreigden een inwendig verderf; doch 't geen zeer langzaam werkt, wanneer geen van buiten aankomende oorzaaken, de kragt van dat A 5 ver-  10 VADERLANDS CUE I. vergif vergrooten en verdubbelen. Een boek. diepziend oog ontdekte eene toeneemen- ■ de verbastering in de Zedelyke geltelte- nisfe des Landaarts. —'— Werkzaamheid, die oude Characlertrek der Nederlanderen , hadt haarc veerkragt, lchoon merkelyk verminderd, niet geheel verlooren; doch reeds , zints lang derfde zy liaare metgezellinne, deftige Zuinigheid , door den losvonnisfenden Vreemdeling , meermaalen , hoe zeer ten onregte, met den naam van Gierigheid beftempekl. Rykdom, het voortbrengsel van noesten yvcr en wel te raade houdende Spaarzaamheid, baarde, op zyne beurt, Hoogmoed, Pragt, en Overdaad, Volks-heil verflindende Gedrogten, die, was 'er geen zwecmzel van de oude Bedaardheid en Bezadigdheid, by het beste deel overgebleeven, voor lang, het verderf van deezen Staat zouden berokkend hebben. De Nederlander, zo koelzinnig en ongevoelig afgebeeld, door het penceel van oppervlakkige Volks-vertooners, die het zich vermeeten , uit eene gedeeltlyke befchouwing, een algemeen oordeel te vellen , kon de bekooringen van aantokkelende Wellust niet weder(latli : hy liet zich, door uiterlyken fchyn, bekooren waare Befchaafd- heid , de Gezellin der Deugd , die den Geest met Kieschheid vervult,finaak voor 't weezenlyk fchoone kweekt , Ruwheid verbant, en het zout der zamenleevinge mag heeten , daar zy ten behoedmiddel te-  HISTORIE. ii tegen veele Ondeugden ftxekt, werd ongc* L lukkig vervangen door valfchc Befchaafd- boek. heid, die door losfen zwier en bevallig w- heden , behaagt, de Ondeugden kunilig optooit, en onder een vermomde gedaante , ten pest der Maatfchappye , zo behendig inleidt, dat men het bedrog menigmaal eerst gewaar wordt, wanneer het tydflip , om zich daar tegen te hoe-r den, reeds verftreeken is. Deeze vondt, in de opeengeftapelde rykdommen , het gereedite en fterkst werkende middel om den Landzaat p£ te troonen van het heilzaam middelfpoor, een geruimen tyd betrecden, met al dat weezenlyk genoegen, en genot des leevens ? 't geen daar op , in de ruimde maate , gevonden wordt. Wat eerst bedrooge zwakheid was, veranderde in gevestigde wellustige Begeerte en llaafïêhe Hebbelykheid. • De Opvoeding floeg een weg in, gefchikt om da oorfpronglyke Volksdeugden geheel te verbannen. Eene Volgzugt van Buitenlanderen, niet in het goede, 't welk men van hun kon ontleenen, en 't geen ftyfzinnigheid alleen wraakt; maar van het ilegte, dat een beftendigen aiïchuw hadt moeten baaren, dreigde de voltooijing van 't geen nog aan de Zede - verbastering en ondermyning van den Godsdienst, ontbrak. De Eerwaarde engelberTs, die, in denjaare mdcclxiii de Verdeediging van de Eer der Hollandfche Natie gefchreeven hadt, en twaalf jaaren laater, deeze met  lü Vaderlandsche I. met eene nadruklyke Nareden vermeerboek. derde, mogt met regt, betuigen, „kun- — j, nen twaalf jaaren zulk eene aanmerkelyke verandering te wege brengen, wat „ zal het dubbel, het driedubbel getal « van jaaren kunnen uitwerken ! ó Gy, „ in wier muuren, de Blode haaren throon „ heeft opgeregt, haare dwinglandy oe„ fent, en voor de gevaarlykfte Afgo„ den, Tempelen en Altaaren gefticht „ zyn, zyt dubbel op uwe hoede, treedt ,, te rugge, zo gy voornecmens waart, „ met eene volftrekt verblinde en betoo>• verdc menigte, uwe knien te buigen, » uwe offerhanden toe te brengen; treedt -> te rugge, eer gy u zeiven , eer gy >ï uwe Steden in een onoverkomelyk » verderf inwikkelt, en ook uw Vader•5 land, wanneer deszelfs voornaamfte 33 welvaard - bronnen zyn opgedroogd , *> met al deszelfs Inwoónderen, ook'on„ fchuldige Inwoónderen , ongelukkig „ maakt" (*). Te veel waarheids werd 'er gevonden in de zeer vergrootendc en veel te algemeen ter nedefgellelde ChftraAerfchéts der Nederlanderen, ten deezen tyde , gevloeid uit de meesterlyke pennè van den Abt raynal. „Hoe zeer," fchryft hy, van de oude Zeden gefprooken hebbende , „ hoe zeer zyn deeze Zeden reeds „ ontaart en verbasterd ! de byzondere „ Be- (*) Zie dit dubbclleezens\var.r<% Werkje, bl. ui.  HISTORIE. ij 'ti Belangen , die, door hunne verée'ni- li >■> ging? gelouterd worden , ftaan geheel b oek. op zichzelven , en het Zedebederf is algemeen geworden. —— Laagheid, „ Ontaarting, en Kwaade Trouw , zyn „ heden ten dage , het deel der Over„ winnaaren van philippüs. Zy dry„ ven handel met hunnen Eed, even als „ met een Koopmanfchap, en zy zullen het uitfchot van 't Heelal worden, 't ,, welk zy over hunne Werken en Deug- „ den hadden doen verbaasd ftaan. „ Menfchen , der Regeeringe , onder „ welke gy leeft, onwaardig, beeft ten „ minften voor de gevaaren, die u om„ ringen ! Met de ziel van een Slaaf is „ men niet verre van de Slaaverny. Het ,, heilig vuur der Vryheid kan alleen „ door zuivere handen onderhouden wor„ den. Gy leeft niet meer in die tyden van Regeeringloosheid, toen de Vbr„ ften van Europa, allen even zeer we„ derftreefd door de Grooten van hun „ Gebied, hunne verrigtingen, noch met ,, geheimhouding, noch met eensgezind,', heid, noch met fpoed, konden vol„ voeren, toen het evenwigt der krag„ ten alleen het uitwerkzel zyn zou van „ hunne wederzydlche zwakheid. Het „ gezag , in onze dagen , onaf hangly- ker geworden, fielt de Monarchen in 't bezit van voordeden, welke ecu „ Vrye Staat nimmer zal genieten. Waar mede kunnen de- Bewoonders van een „ Gemeeuebest, deeze gedugte meerder- heid  14 VADÈRLANDSCHE t heid' tegengaan ? Met Deugden; maai *oek. „ |y hebtze niet meer. Het bederf uwer — „ Zeden en uwer Overheden, maakt over- „ al dé Lasteraars der Vryheid iioutfnoe„ dig, en Uw heilloos voorbeeld doet misfehien de keten* van andere Nati- en nog vaster fluiten. ——-+ Wat wilt „ gy dat men den zuïken zal antwoor,, den, die, uit kwaade trouwe, of uit i, gewoonte , óns- dagelyks te gemoete ,, voeren, zie den Regeeringsvorm, wel„ ken gy zoo hoog. verheft in uwe „ Schriften ,- zie daar de gelukkige gei, volgen van het ftelzel der Vryheid, u ,, zo dierbaar , by de gebreken , welke gy der Overhecrfchinge verwyt, heb^, ben zy één Gebrek gevoegd, welk ze e, allen overtreft, de Onniagt om het „ kwaad te beteugelen.- Wat zal men „ hier op antwoorden ? 't geen wy al- reede gezegd hebben. Dat het bederf ,-, der Gemeenebcsten een heilloos uit- einde heeft, den overgang naamlyk van Ongebondenheid tot Slaverny, e» ,-, dat zy ten laatften voor altoos verval- len in den rang dier te ondergebragte y, Volken, wier bederf geen eindpaal meei* heeft Cm Gerustheid te midden van over 't hoofd: hangend gevaar was de zorglyke ltaud; der Landzaateu , den Oorlog omwend,. en* (') Ffrygeerige eii Staatkundige GeCchiedenU def ètide hdtën, l. Deel, 11. Stük, hl. 314 en?.  HISTORIE. 15 en , om die of ter Zee , of te Land te L voeren , even ongereed. De heilzaame boek* Staarlet;, om, te" midden van den Vre- - ' 1 de, aan den Oorlog te denken, lag verwaarloosd, en met een jaarreeks van Vrede dieper en dieper in de vergetelnis bedolven. De Vryheid , door Zedelyke en Staatkundige oorzaaken, hier zo veeg ftaande, fcheen na een ander Werelddeel te zullen verhuizen , en gereed om in America , den hier waggelenden Throon op te richten. De geffceltcnis der Engelfch Noord-Americaanfche Volkplantingen, ten opzigte van Éét Moederland, verdient hier , met wei- _ nig trekken , gefchetst te worden , als de aanleidende oorzaak eener Staatsomwenteling in dit Tydperk, die de oogen van geheel Europa'tot £&m trok, en een Oorlog deedt ontdaan, op welks tooneel wy eerlang eene zo vreemde en onverantwoordelyke rolle fpeelden (*) Niet (*) Geene andere dan Hoofdtrekken kunnen wy •pgeeven : wat de byzonderheden aanbelangt, wy£en wy onze Leezeis tot raynal's Rcvolution de CAm^tiquei by welke wy ter leezing aanpryzen The Remarks, of thomas vayne, door den Heer ce ju sier in 't Fransch overgezet onder den ;ytel: Remarques Jur lesErreurs de CLlijioirePhilofaphique ö? Politique de m. Q. v. r a y n ai,, par rapport "aux affaires de l'dweitque Aepteiat iouaie &c. — Da Gejchi edenis van het Gef: kil tusfchen Groot-Iirittanje en Aweiica , zedert deszelfs ooij'p; o;.g ,in den jaare 1774 tot op den tegeuuwdigeti tya, door zyne Eie-llentie den Heer john alams, Schildknaap, te A»-.fterdum in den jaare 1782 uit The Rememhvat.cer vertaald uitgegeevea, fchenkt ons een zeer ieezens* * '"* A ■ " waar-  16 VADÈRLANDSCHE I. Niet weinigen, doch alleen de zodanib o e k. gen, die doof voor de Item der Rede , des Regts en der Menschlykheid waren, hebben de Inwoonders der Engelfche, Noord-Americaanfche Volkplantingen met den haatlyken naam van Rebellen beftempeld, en hun doen als het werk vanWeerlpannelingen uitgekreeten. Zy hebben moedige Verdeedigers gevonden, om hun van die aangewreeve blaam met de Pen te zuiveren; zy kweekten Helden in hun eigen boezem, die het Regt met den Degen, tegen Verdrukking verdeedigden ; zy kreegen hulpe van buiten om 't zelve te handhaaven ; en de .Voorzienigheid heeft al dit poogen der worftelende Vryheid met eenen gezegenden uitllag bekroond. Menfchen, haatlyken Geloofs- en verfoeilyken Staatsdwang ontweeken, na een ander Werelddeel verhuisd , om vryen adem te haaien j moedige onder- nee- wnardig verflag dier groote gebeurtenisfen. De Sehryvers van het geagte Engeü'ehe Maandwerk The Ur.ivei fal Ma^hpiit hebben in Oft. JJ& en volgen, de Jaaren, ons gegeeven en vaaren nog voort, met bus op te leveren, A coi.ci/e Hi'-'o, y vf th, üiigiti andl'rcgrefs of the prefent unhavpy Dijputes herween Creat Eiittain and the American Color.ie*. Op eene vertaaiing hier van heSfe men ons hoope gegeeven. En lust liet iemand dit ftuk wysgeerig behandeld rc zien , hy zal voldoening kunnen vinden in dè 'Aiièiherkiitgen over den Aait dei Burgn lyke l'ryneid, over de grolden der Regeering,. n ov, r de Regtvaardtgheid en Staatkunde van den Om Ing ».et America, van richari) price, ons bezorgd door johaN berk Baron van oer capellen.  HISTORIE. i? neemers van de Bevolking eener nieuwe I. wereld , hadden wettige Handvesten , b o e k. Voorregten, en Vergunningen, by welke hun, zonder eenige tydsbepaaling, Vryheden, in zulk eene gefteltenisfe onweigerbaar , werden toegeftaan. Zy leeden alle die onaangenaamheden, zy droegen alle die bezwaaren, welke onafïcheidelyk zyn van eerst opkomende Staaten, niet zelden met armoede en gebrek worftelende. Uitgeltrekte Landlchappen lagen voor hun open; doch niet ontgonnen, moesten zy door zwaaren arbeid een onvrugtbaaren grond in een vrugtbaaren hervormen. Omringd door wilde Amerkaanen, wendden zy alle moeite aan om deezen door Vriendfchap en Menschlievenheid te verpligten, en met de beste banden aan de belchaafdere Maatfchappyen van Europa, te hegten. (*) Het Moederland zag deezan arbeid zyner noeste Kinderen met itreelend genoegen, en oogstte de voordeden daarvan in, zonder te deden in de verdrietlykheden en moeite, welke deeze onderneemingen vergezelden : hun alleen die befcherming verleenende, welke het eigenbelang vorderde. Maa- (*) Wie onzer Leezeren van deeze byzonderheden een onderfcheiden eii aandoenlyk berigt wenscht aan te treffen, zal dien wensch vervuld vinden, in de Brieven van eenen Americaanfchen Landman van Carlisle in Penfilvanien, gefchreeven aan een zyner vrienden in Engeland, behelzende den Toe/land, Z rus voor de Verzameling van Stukken tot de xili Vereenigde Staatcn van Noord-Ameris» betrekkehk* B 2  ia VADERLANDS CHE 1. toe de oorfpronglyke floffen byhungevons o e k. den wierden. Schoon ryk van Yzer voor- • zien, moesten zy het by lompe nukken naa Londen zenden, om het, tot werktuigen vervaardigd, te ontbieden vooreen prys', dien 'er de verkooper op flelde, nog'bezwaard met lasten, vragt en beitel geld. Het vervoeren van onbewerkte of bewerkte Wolle van de eene Volkplanting in de andere, was volftrekt verboden. De uitvoer der voortbrengzelen van de Volkplantingen en de invoer van vreemde Koopwaaren, Honden even zeer onder dwinglandiche beperkingen, hun belettende de voortbrengzelen ter hoogfie markt te brengen of van de goedkooplte in te koopen: waar door de prys der noodwendigfte behoeftens grootlyks fteeg; terwyl de dwang op de Scheepvaard gelegd om eenige goederen, die men naa eene vreemde'markt wilde voeren, eerst in eene Haven van Groot - Brittanje te ontfcheepen , vervolgens weder te laaden, met gevaar, kosten en tydverlies gepaard ging. Het is door deezen asngeftipten, in *t oogloopenden en onregtvaardigen Handeldwang, om van andere, even onbillyke Gezagsoefeningen, flrenge Regelmaaten, en vermenigvuldigde wederhoudingen van Engeland over de Volkplantingen, niet te gewaagen, dat de Hoofdflad van dat Ryk al het voordeel van den Koophandel der Volkplantingen aan zich getrokken, en zich met woeker fchadeloos gefield heeft voor de verleende befcherming, dezelve  HISTORIE. 81 bezwaard laafiende met een zeer zwaaren I. i'chuld. boek. Doch, ondanks alle deeze tergende be ; zwaaren , ondanks alle deeze poogingen Zy bloei. pm de werkzaamheid dier opkomende jen onMaatfehappyen te fnuiken, of liever zulk ^r.ks die eene rigting te doen neemen, dat zy alle ^waa" ten voordeele van het Moederland uitliepen, zagen zy de welvaard vermeerderen, den rykdom vergrooten, en de volkrykheid aanwasfen. Noord- America was en bleef de verzamelplaats der verarmden en verdrukten,de Burgerlyke enGodsdienftige Vryheid daar genooten, uitgezonderd de verdrukkende bepaalingen omtrent den Koophandel, lokten veelen derwaards. In andere opzigtenhadt Engeland zyne dwinglandfche eifchen niet dan van verre doen hooren. Elke Volkplanting, hoe onderfcheiden in Staatsbeltuur (*), ftondt onder haare eigene Wetten, en ging daar volgens te werk. Weetende wat zy noodig hadden, en (*) Men hadt, ten dientyde, in dit groote Vasteland, vier foorten van Staatsbeftuur, het Knninglyke, dat der Eigenaaren, het Bevoorregte, en het Krygsiuniiige. Het laatfte was, op het einde des jongden Ooslogs, ingevoerd, en hing onmiddelyk van het Er.get/c'ie Ho£ af; het Kaninglyhe en dat der Eigenaaren , was , op verfchillende wyze ingerigt op den voet der Regeeringe van Groot - Brittante, dit met minder, dat met meerder, bepaalingen; doch blootgefteld aan inkruipingen, die de deur voor duizend misbruiken opende. Het Bevoorregte Staatsbeftuur of Cha' ter- Gouvernement alleen was meester van alle fchikkingen zonder eenigzins van het Hof af te hangen, de Landfchappen daar onder flaande, waren een dooren in den voet der Dwinglandye. B3  £2 VADERLANDSCHE L en welke middelen 'er voor handen waren , boek. bezorgden zy dit noodige, door ligt op—— brengbaare belastingen. Zy mogten veel eer als een Gifte der Burgeren, dan als een Schatting der Regeeringe worden aangemerkt , de Wetten werden 'er met eene meerderheid van ftemmen gemaakt; doch men moest twee derde deelen van de ftemmen hebben, om eene Belasting op te leggen. Alles vertoonde het beeld eener volmaakte gelykheid; de vreed- en deugdzaame Bewooner der Volkplantingen genoot, onder de fchaduw der Wetten, al het geluk dat deeze Wereld, met haare onvolmaaktheden, kan opleveren. De Wetgeevende en Uitvoerende Magt liepen zamen tot bevordering van het algemeene welweezen en van elk hoofd voor hoofd, oefenende het verleende gezag met zo weinig partydigheid als mogefyk was. Derzei- Tot dus lang vergenoegde zich het Moever ver- derland met alle de voordeden des Handels hewi'an der Volkplantingen aan zich te trekken; het Moe- en, fchoon het meerendeel dier bepaalinacriand. gen door den Geest der Dwinglandye ware ingegeeven, klaagden de vreed- en werkzaame Noord-Americaanen des niet, of droegen dezelve met taai geduld. Vlyt en noeste arbeid vervulden het gebrek door deeze -Vryheidsbanden, den Handel zo hinder.Jyk, veroorzaakt. De overige Regten en Vrydommen te mogen blyven bezitten, was in 's Volkplanters oog eene genoegzaame voldoening en rede om zich aan't oude Moederlands als daar aan door de heilig- lte  HISTORIE. 23 fle banden verknogt, verbonden te hou- I. den. — Ja, 't geen tot een alleronweder- boek. ipreekbaarst blyk ftrekt van de genegen heid, welke de Volkplantingen het Moederland toedroegen, en van derzelver verknogtheid daar aan, is de yver in den Oorlog, byzonder in het verdeedigen van America, betoond. Zy deeden meer dan het Hof kon verwagten; vier en twintig duizend Man wierven de Volkplantingen met elkander, ten dienfte van den Vorst, die zy gewapend, gekleed, en op haare kosten, geduurende den Oorlog, onderhouden hebben: Eene Manfchap op veele aangelegene posten in de Nieuwe Wereld gebruikt, en hier door geoefend in den Kryg, welke naderhand, hoe ongezien toen , zo veel toebragt om hunne Vryheid te bevestigen. Mogten deeze Volkplantingen,van haaren kant in de moeilykheden, gevaaren en kosten des Oorlogs gedraagen hebbende, niet hoopen ook te zullen deelen in de voordeden der behaalde overwinningen, en te bloeijen onder de Wetten, die hun tot hier toe beftuurden, en welke zy, met vollen overwigt van reden, voor hun grootllen zegen hielden. - Ja, mogten zy niet met grond verwagten, dat Groot-Brittanje, naa den roemrykften en voordeeligftenVrede, ooit door dat Ryk gemaakt, geflooten te hebben, de ftrengheid, ten hunnen opzigte, wat zou verminderen, en behalven de lommen , onder den naam van fchadeloosflellingen, door het Parlement te rug gegeeven, aan haar overlaaten zich te ontdaan van de B 4 groo*.  24 VADERLANDSCHE I. groote fchuld, .waar in zy zich geftooken boek. hadden, of ten minften haar te gemoete komen door de fchaal des Koophandels, zo zeer ten haaren nadeele doorflaande, eenige meerdere gelykheid te geeven? Noord Doch, verre vandaar, het voleindigen doorXeenS zegenvierenden Oorlogs deedt den geland trots der Groot-Brittannifche Staatsdienaaren fchatting zwellen en veel onderneemender, en verfchuidig drukkender worden. De Volkplantingen, Terkiaard.ln ftedevan eene betere behandeling te ontvangen, zagen de plaageryen van het wangunihg en ondankbaar Moederland vermeerderen, en 't fcheen gefchaapen of in Noord-America, dus lang de zetef der Vryheid, de Dwinglandy den throon zou beklimmen. - Van de Volkplantingen wilde men als een Regt afeifchen, 't geen men voorheen als eene Gift gevraagd, en 't geen men eertyds van hunne genegenheid verzogthadt, met geweld wegneemen. America moest fchatting fchuldig verklaard,en tot het opbrengen daar van gedwongen worden. Het fchraapend Moederland maatigde zich eene magt aan, door de Volkplantingen altoos zelve geoefend,naa dezelve van de Natuur en haare Staatsgefteltemsfe verkreegen te hebben, en waar op zy een uitfluitend Regt hadden. Het uitvoeren dier verbeurtverklaarende Wetten was m de middelen even boos als in zich zelve fnood. .Wanneer Bedrog en List feilen, en die feilden langs hoe meer by de ontwaakende Noord - Americaanfche Volkplantingen , is geweld de laatfte toe- vlugt  HISTORIE. "5 vlugt der Onderdrukkinge. Dit dreigde I. haar van alle Volksvoorregten , wat zeg boek. ik ? van de Voorregten der Menschlyk heid, te ontzetten. Vrugteloos waren de ernftigfle Vertoo- Vrugto-en, de welgegrondfte Klagten, de nede- 'ooze rigfle Smeekfchriften om herflelvan be-P^^J zwaaren te verzoeken. Waar Dwinglandy §es be_ de harten beheerscht, is het oor geflopt voor vryd te de infpraakenvanMenschlykheid en Mede- worden, doogen; deezen mogten ingang vinden by de Americaanfche Natiën; maar konden niets uitwerken by de verdelgzieke Britten. De Volkplantingen moesten zich het ergst belooven van het Leger dat, benevens eene groote Zeemagt, het heffen der gevorderde Schattingen onderileundc.Men hieldt zich in Groot-Mrittanje aan het zeggen van c es a r „ met Soldaatcn heeft men Geld, en met Geld heeft men Soldaaten !" Alles dreigde in Noord- America een Krygibcwind aan te neemen; en hadt het gedecltlyk gekreegen, daar het gezag van den OppcrCommandant en van zyne Brigadiers Generaal, het opperfle gemaakt was in alleBurgerflaatsbelluuren van Noord-America, daar elk Zee-Officier magt kreeg om verbeurtverklaaringen te doen, en met Soldaatfehe ruwheid den ongelukkigen Koopman te mishandelen; daar de fchikkingen op de Geregtshoven, alles van het Groot-Brittannijche Hof af hangelyk gemaakt, de Vryheid der Onderdaanen en de Onpartydigheid des Regts even zeer benadeelden. Het onderzoek door Gezwoorenen , in verfcheide Burgerlyke B 5 Se'  a£ VADERLANDSCHE I. gevallen, was hun ontweldigd. Kleine Misboek, dryven werden door fchroomlyke eigen- — dunklyke Verbeurtverklaaringen geftraft, fchehnagtige Aanklaagers ontheeven van eenige vergoeding te betaalen,terwyl men van de Eigenaars drukkende Borgfteïlingen vorderde eerzy hunne Regt en konden verdeedigen. Schuldigen werden aan de volvoering der wet onttrokken , niet alleen door ze na eene andere Volkplanting , maar zelf na Engeland, te zenden om daar gevonnisd ter worden. Hoe 't Ontbrak in Groot-Brlttan/e niet aan zomvni- Mannen, die het lydig Onregt de Volk£ne™ plantingen aangedaan , bezeilen, erkenlatfd dit den en tot afweering daar van pleitten. — ftuk in- 't Zelfde Parlements Lid, 't geen wy hier ziea- boven over de Vryheid van America hoorden , diep getroffen , wegens den toeleg daar tegen gefmeed , verklaarde : „ De grootlte roem van Engeland, een roem j, grooter dan eenig ander Volk ooit ver,s wierf, beflaat hier in, dat hetzelve de * Volkplantingen, welke wy nu zo gaarne zouden {lachten , gekweekt heeft, tot zulk een flaat van geluk. Wy be„ hoorden dezelve dierbaar te agten als „ de onverganglyke gedenktekens onzer „ Regtvaardigheid en Wysheid, als de ti Erfgenaamen onzer betere dagen,onzer ?, vroegere Kunllen, onzer ouden Zeden, „ en onzer zieltoogende Volksdeugden. s, Wat werk van Kunst, Magt, of open„ baare Nutheid, heeft ooit den roem ge„ ëyenaard. van een Land, zonder mis- dryf,  HISTORIE. &? „ dryf, zonder bloedftorting met eene me- I. „ nigte vrye en gelukkigeGemeenebesten boek. „ voorzien, deeze de beste kunllen des J} Leevens en des Staatsbelhnirs gefchon„ ken , en onder de fcluduw onzes ge„ zags de kunst om in Vrede daar van „ gebruik te maaken geleerd te hebben. „ In vergelyking hier mede zyn de Staatje kunde om dezelve door invloed te be>, heerfchen en zelfs de trots van Oorlog „ en Overwinning, laage treeken en vers, agtlyke vertoonmaaking. — Wy fchynen niet gevoelig voor de aangelegcne zaak „ door de Voorzienigheid ons toever3t trouwdrde tëostelykite overblyfzelsvan „ Burgerlyke Vryheid, waar op de Wc>5 reld thans kan roemen, zyn in onze hanaJ den; en god verhoede het, dat wy die 9, heiligfchendend flaan aan zulk een hei9, ligdom. Door de Volkplantingen te Véri3 flaaven , verdelgt gy niet alleen den 3, Vrede, den Koophandel en den voor- fpoed der beide Landen; maar bluscht „ ook de ftreelendfte hoope uit, en fluit de 9, laatfte toevlugt plaats voor 't Mensch9, dom digt. Zonder zwak of bygeloovigte „ zyn, oordeel ik, dat ieder braaf Mensch „ mag hoopen, dat de Hemel deel zal nee 3, men in zich te verzetten tegen het uit„ voeren van een Plan, 't welk zwanger „ fchynt te gaan,niet alleen van misdryf, „ maar tevens van Godloosheid. — Dat s, wy te vrede zyn met den buit en de „ verdelging van bet Oosten. Indien uwe Lord-  •8 VADERLAND SC HE I. „ Lordfchappen geene onvoeglykheid daar boek. » in kunnen zien,laat dan de beroover en yi de onderdrukker vry gaan;doch laat de „ Liefde tot de Vryheid de eenige mis„ daad niet zyn, welke u ftraffenswaardig „ dunkt. Ik vrees wy zullen welhaast het „ tot een gedeelte van ons Volkscharacler „ maaken, dat wy alles, 't geen het onge„ luk heeft om van ons af te hangen, ver- woesten." (*) Verfcheide Steden voegden haare gebeden by de klagten door de Noord-Amerkaanen voor den Throon uitgeflort, by het gefchrei voor het Parlement aan gehee ven. De Bepleitingen van hun Regt, de Verzpeklchriften der Steden in 't Moederland om verligting van de bezwaaren dier verdrukte Kinderen betekenden even weinig als die zy zelve inleverden. Met ge- De eene ftrcngheid volgde de andere. De weid ge- Visjcheryen werden, zo wel als de Koopd'*on- handel,bepaald, de Havens gellooten. AlgeB* les kondigde eene algcmeene verwoesting, of eene willekeurige overheerfching aan. Het gedrag des Britfchen Hofs wees duidelyk uit, dat, op de verzoeken der Volkplantingen , het antwoord door de Atheners oudtyds aan deBewoonders van het Eiland Melos gegeeven, in zynen mond voegde. Gy weet, dat, door alle tyden heen, de Magtigfieu aan de Zwak ft en de Wet ge ft eld hebhen. Men zogt, egter, die handelwyze te regt- (*) Brieven van candidüs, III. deel bl. 21, 22.  HISTORIE. 19 regtvaardigen. Schattin gheffen was geen Ty- I. ranny oefenen. En de Nootd-Americaanen doek. werden, als door een goede Moeder, gefraft om ze tot Gehoorzaamheid aan wyzc wetten te beweegen ! De handehvyze met de Volkplantingen Strydig gehouden, zo aangekant tegen het fprce- met de kendst Regt der Menschlykheid,wordt op ^nflw/. nieuw afzigtig uit het oogpunt befchouwd, fehe 0„, dat derzelverBewooners Deelgenooten wa- derdaa. ren van alle de Voorregten en Vryheden "ef'bf~ der Inwoónderen van Groot-Brittanje, \ycl- nded' ke zy nooit hadden afgedaan. Onder deeze 'behoort de Grondwet der Engelfche Staatsgefieltenisfe, dat het den Burgeren vryftaat tegen het misbruikt Gezag , zich met kragt te mogen verzetten. (*) Het Moederland, zich verheffende, mogt de NoordAmericaancn met den vernederenden naam vanOnderdaatièn benoemen; die naam, zo verkeerd gegeeven, ontzette hun niet van het deelgenootfchap aan oorfpronglyke Regten , noch maakte hun onderworpen aan eene vastgeftelde Krygsregeering, die hun op den voet van een vcragtlyken flaavenhoop zogt te behandelen. De Volkplantingen, jaaren lang gezugt Vergadehebbende onder den yzeren fchepter der j" Dwinglandye, en dugtende daar door ge- pfa ge" heel verplet te zullen worden,benoemden houden, Afgevaardigden, op eene algemeene Ver- en beft*. 0.a_ ten daar 0 * genomen, (*"> Zie de Voorreden van junius brutds voor de Vei zameling van Stukken tol de XllLstaaten van Njoi d- Ainsrica bef. ckkelya, bl. VJII.  3o VADERLANDSCHE 1. gadering tePhiladelphia. 't Gemeen belang, boek. om de veege Vryheid voor den jongften —, mik te bewaaren,en haar, was 'tmogelyk, op nieuw leeven en kragten te fchenken, deedt eenigen, hoe zeer anderzins verfchillende in Belangen, in Zeden, in Godsdienst, en Staatsbeftuur, alle de plaatslyke vooroordeelcn vergeeten, allen yverzngt en afkeer, zo ligt ftandgrypende tusfchen nabuurige Staaten, afleggen en bedagt zyn om gelykerhand, haare Regten, Vrydommen, als Menfchen en Aframmelingen der Britten te handhaaven. Men onderzogt, met een becvend hart, den hachlyken ftaat, waar in zich de Volkplantingen bevonden, de gevaaren, die dezelve over 't hoofd hingen, en werd te raade allen in- en uitvoer tusfchen Engeland en America te doen ophouden; om geen der Goederen, aan de nieuwe Belastingen, zo willekeurig opgelegd,onderworpen,te gebruiken. Zy maakten fchikkingen ten onderlingen beste,die den geest van Vryheid en algemeen Belang ademden, en gingen zekere Verbintenisfen aan, die ten grondflage ftrekten van een volgenden vaster Band. De Verzoekfchriften daar vervaardigd , de Redevoeringen daar opgcfreld , zuilen voor volgende Genachten duurzaame blyken opleveren van hunwelberaadcn Ernst', bedaarde Kloekmoedigheid, en onverdoof baare Vryheidsmin. (*) In (*) Concife fJiflory of the Origr'n and Prrgrefs of the prcfer.t unhappy Difptites between Great Brilt/iin. and the. American Coloniss. In the Univetfat Magaz. Chap. XXIX.  HISTORIE. 31 In de Nieuwe Wereld fchreeuwde men van I. Dwinglandy; aan het Engelfche Bof en in boek. het Parlement van Opftand; hier beriep men - zich op de Regten van Natuur en Volk, Anes daar fprak men met een Gezagsbetoon, 't fchikt geen men voor hadt te misbruiken. Aan zich tot wederzyden fchoot men de wapens aan; tus- j^" fchen het Moederland en de Volkplantin- fc£en gen begon een Oorlog, die veelen als van tngeweinig beduidenis beïchouwden, en reken- l(jlld etl den, dat, binnen het bellek van eenige j^ef-. Maanden,ten voordeele van Engeland zou ^# uitloopen; doch anderen zagen het lluk als van grooter naalleep aan, en fpelden een langen, hardnekkigen Kryg, die gefchaapen ftondt een tegenovergellelden uitilag te zullen hebben. Zy herinnerden zich den betoonden Moed, de onbezweeke Standvastigheid der Vereenigde Nederlanden, die zich een tachtigjaarigcn Kryg getreosteden,om het dierbaar Vryheidspand te verwerven, en zich aan Spanjes Dwinglandy te onttrekken. De uitilag heeft het zegel der waarheid aan uit laatile gehangen; en hoe veel verfchils, in zommige opzigten, 'er ook plaats hebbe tusfchen het afwerpen der BritfcheOverheerfchinge en ons verzetten tegen philips, de Noord-Americaanen fielden 'er hunne eer in om de voetilappen dei Nederlanderente drukken, en, zonder vooringenomenheid, mogen wy zeggen, dat de Oorlog, door de NoordAmericaanen tegen Groot-Èrittanje gevoerd, zo billyk is in den ooriprong als de onze tegen Spanje. Zulk  Si VADERLANDSCHE I. Zulk een nieuw verfchynzel jn de Staatboek. kundige Wereld, kon niet anders dan veel om- en opziens baaren. Van den kant Uitwerk- der Natuurwet en der Menschlykheid bezels v n fchouwd, was het zeker redelyk de hulpdeezèa Ty^Q hand te bieden aan drie Millioenen V°lkS"bv Natuurgenooten, tegen een Ryk, 't welk, andèréde heürgfte Regten des Menschdoms met Mogen- eenen heerschzugtigen voet vertradt, de heden, banden van goede Trouw en Vriendfchap aan flarden rukte. Maar, wie weet niet hoe weinig, in de fchaal der Staatkunde, deeze gewigten veel al te beduiden hebben, als 'er geene andere bykomen om die aan de zyde des Regts te doen overilaan? Gelukkig wanneer het Belang der Mogenheden daar mede zamcnfremt; en dit, zo min als de aart der zaake, liet haar toe de Noord-Amerkaanen als Wederfpannelingen te befchouwen en te behandelen; gelyk Groot-Brittanje deedt en wenschte dat anderen zouden doen. Twee zaaken kwamen hier boven al in aanmerking. De betrekking waar in Groot Brittanje Mondt tot de overige Mogenheden van Europa ; en het vooruitzigt op den Handel met dtNoord-Amerkaanen ,die de Vryheid verwervende,de langverveeld hebbende Handelboeijen zouden affchudden,en de daarvan ontflaage handen minzaamst toereiken aan Volken, die zich hunner aangetrokken , en tot dit vuurig begeerd ontflag het hunne toegebragt hadden. Handelbelangwas hier de grootfte\lryfveer , en  HISTORIE. 33 en moest op onzen Hahdeldryvenden I. Staat het kragtigst werken. boek' De Trots en Heerschzugt van Groot- Brittanje, liep te zeer in 't ooge, om ande- Het gere Mogenheden, by het ontftaan van dee- vaar va-* zen Volkstwist, niet met dubbele omzigtig- f'S* heid te vervullen. Een fchrikbaarend uit- £d tl zigt deedt zich op, wanneer het dit Ryk bieden: gelukte de Noord- Americaanfche Volkplantingen, naar wensch, tot een volftrekten Haat van Afhanglykheid te vernederen ; zo dat het kruipende de gevorderde fchattingen, naar gelang der behoefte van het Moederland öpbragt;en het vermogen van 't zelve tegen zyne Staatkundige vyanden een fterker fteun gaf dan ooit voorheen: terwyl, by eene meerdere bevolking van America, die fteun toeneefhendé , het té dugten llondt, dat de gröotfte Rykert vart ■Europa zich de Wet zouden moeten laaten voorichryven van de Opperheerfcheresfe Groot-Brittanje. Alle evénwigt van Staatkunde , reeds Eeuwen lang gehouden zou daardoor verlooren raaken. De Hoven van Bourbon konden ^ inzonderheid j zulk een vermeerdering van aanzien eri magt der Britfche Kroone, geenzins dulden: veel eer was het tydperk gebooren, waar in zy bedagt behoorden te weezen om dat aanzien, die magt, te verminderen: althans te beletten, dat zy geen vermo.c-eh kreeg,groot genoeg om onderlland te verleenen aan Mogenheden, die ofte Lande hun konden ontrusten , of ter Zee hun Koophandel en Scheepvaard ftremmen ,■ en I. deel, C met  34 VADERLAND SC HE I. met een overmagt te water hunne buitenboek. landfche Bezittingen vermeesteren. Niets ■ was blykbaarder dan dat Ryken , wier Staatkundig Belang de verzwakking van Engeland vorderde , geenzins met een guuilig oog konden nederzien op Mogei> heden, die op eenigerki wyze de oogmerken van Engeland bcgunlïigden, en het belang diens Ryks onderlteunden, door, ten voordeele van 't zelve, zich in de gcreczene Americaanfche onlusten te lleeken. Hoe duister het ook, als nog met den fluier des tyds bewonden, mogt weezen, welk een keer de zaak der Noord-Americaanen zou neemen, het was voor den taaist fcherpzienden blykbaar, dat, Haagden zy in de ondernomene afwerping van het GrootBrittanuisch Dwangjuk, bereikten zy hun oogmerk om een Onaf hanglyken Staat te vormen, vonden zy, onder den rang der Mogenheden verheven, zich geregtigd om Verbonden met andere Volken aan te gaan en een vryen Handel de Wereld door te dryven, zodanige Ryken, die Groot-Brittanje onderfleund hadden, om deeze grootfche ontwerpen, waare het mogelyk, te verydelen, zouden uitgeflooten zyn van de voordeden, welke men zich uit een vaard op dat gedeelte der Nieuwe Wereld mogt bclooven, of ten minften verftooken wetzen van -den kans om uitfluitende voorwaarden van het Nieuwe Gemeenebest te kunnen bedingen; het bykans ongetwy.feld lot der Volken, die zich de vriendichrp der Noord - Arnerict/anerrmccst waardig ge-, maakt,  HISTORIE. 35 maakt, en ten hunnen opzigte de grootfte I. Staatkundige verdienften hadden;aan dee- boek. zer zyde moest de balans van Europa zo — . overflaan, als in 't andere geval aan die van Engeland. De Noord - Americaanen voor Rebellen te verklaaren, en hun als zodanig te behandelen, was even 't zelfde als zich, zo 't Krygslot ten hunnen voordeele wendde, te verfleeken van een Handeltak, welks gouden vrugten door Engeland zo lang ingeoogst, dan in den fchoot zouden vallen van Nabuuren, wier befcheidener en Staatkundiger gedrag, hun regt gaf op dit voordeel. Was het de zaak van ons Handeldryvend Overen daar door beltaand Gemeencbest, het weegin. ltuk uit dit dubbel gezigtpunt befchouwd ,gen van zynde, met Groot-BrIttanje de Noord-Ame- ;„ ^"gerkaanfche Volkplantingen als Oproerig en val den Wederfpannig aan te merken ? nevens dat VereeRyk, te hunner onderwerping en onder- "J-fffJ^*' drukking, aan te fpannen ?openlyk party te jen te" kiezen in eenen verderflyken Oorlog, die, doen wanneer dezelve eindigde met deOnaf hang- ftondt. lykheid van Noord- America, ons zou ontzetten van alle Handelvoordeelen met een nieuwe Mogenheid, welke wy, in zekeren zin, onze Zuster zouden mogen noemen ? Zulks was dwaas en onverfchoonelyk onftaatkundig geweest en nog te dwaazer, nog te oniiaatkundiger, als men bedenkt, ten wiens gevalle men die opoffering van Vrede enHandelbelangen zou gedaan hebben, ten gevalle van Groot-Brinanje. Wie de Gefchiedenisfen onzes Lands met geen, C z vlug-  VADERLANDSCHÈ vlugtig of door vooroordeelen beneveld B0EK- °°g geleezen hadt, wist hoe dit Ryk,van de dagen van elizabeth af, tot op dee*775' zen tyd toe, met de fnoodfte ondankbaarheid onze hulpverleeningen beloond , en ten fpeelbal gemaakt hadt van haare vermeende Oppermogenheid, wier Bondgenootfchap ons Vaderland, op bykans onnoemelyke tonnen fchats te ftaan kwam. (*) Het ontbrak, nogtans, in de Vereenigde Gewesten, niet aan Lieden,die dit ftuk geheel anders inzagen, en tot de Engelfchs Party overhellende, ja, daar aan vastgefnoerd, Zich gereed en geneegen toonden, deeze te onderfchraagen. Van hier tweefpalt in den Lande;van hier het belemmeren en verhinderen der beste maatregelen; dit alles , zal zich in het verder opmaaken van ons Tafereel ontwikkelen. Wy keurden het noodig dus veel aan te ftippen van de beginzelen der Engelfche en Americaanfche , Onlusten , de vonken van eeneii Oor- (*) ï)ie zwarte lyst op te malven, is hier onze zaak niet: Men vindt dezelve dikwyls en bovenal in deConjïderations Impartiales fur la Guerre entre la Grande Bretagne & les Provinces Unies des Pafs-Bas, agter een ftukje getyteld, Es fat fur un Code Maritime General Europeen, teLcipzig in denjaare 1782 nitgegeeven, en dat zelve jaar vertaald onder den tytel Beknopte Historie der Nederlanden, met betrekking tot het nabuurig Engeland, bevattende het gedrag der Britten ten opzigté der Republiek, van de vroeg/Je lyden af tot heden toe. Candidus heeft dezelve ook ten ïoon gehangen in het III. Deal zyner Brievenbl. 80-84. Men flaa die bladzyden open, en zonder verbaasdheid zal men het boekdeel niet uit de hand leggen.  HISTORIE. 37 t Oorlog, die een Tydperk oplevert in boek» 's Lands Gefchiedenisfen , welks gelyk niet gevonden wordt in de Jaarboeken vfffi onzes Vaderlands , hoe vol anders van vreemden lotwisfel. Dan, niet alleen ten oogmerk hebbende dien Oorlog met Engeland te fchetzen; maar teffens de Lotgevallen van ons Vaderland, omtrent, in, en na dat Tydperk in een Uitvoerig Tafereel te brengen , zal deeze Oorlog, in het eerst, fteeds op den voorgrond komen. Niets was oogfchynlyker, dan dat, in dee- prnn}(ryk zen ontflaanen Voikstwist, andere Mogen-. en ■?/>*»heden niet zouden flil zitten. Het draalen ie trekder Zcndinge eens Franfchen Afgezants na ^"z^ch het Groot - Brittannifche Hof, was voor 'tVolks. zelve een kwaadfpellend teken; en dat de twist aan. Americaanen de gunst van Frankryk zogten uittelokken, door dat Ryk de eerlte blyken huns van den voorigen band ontflaakten Handels te zenden, bleek uit een Schip, met Tabak gelaaden, uit de Virginiën gelievend, en te Duinkerken geland , 't geen welhaast van een groater aantal ftondt gevolgd te worden. De Krygstoerustingen in Frankryk en in Spanje, kundigden, openbaarder dan het druk zenden en wederzenden van Postboden tusfchen deeze Hoven, aan, dat 'er iets gewigtigs in til was. Engelands aandagt Haarde zo onwrikbaar op America, dat dezelve deeze Wapening dier Mogenheden. niet fcheen te bemerken, of te rekenen, en althans, ten opzigte van Spanje, zich ligt liet gerust ftellen. C 3 Dit  g8 VADERLANDS C HE .1. Dit Ryk, maar al te wel verzekerd vaa boek. den zwakken ftaat waarin het Zeeweezen —i— van dit eertyds op den Oceaan zo gedugt 1775. Gemeenebest, door een onverantwoordeOnzydig- tyk verzuim,zich bevondt — een ftaat zo heid, het zwak, dat de naam van Zecmogenheid, belang voorheen dit Gemeenebest met allen regt Gemee- toek°raende, in een blooten Tytel dreignebesc de te veranderen ; en daarenboven gerust op eenen Aanhang hier te Lande , die 't herftel der Zeemagt zou dwarsboomen , en de grootheid van Engeland op de puinhoopen van het vernederd Gemeenebest zoeken op te bouwen, fteeds op een toen noodlooze en fchadelyke vermeerdering van Landmagt aandringende, om die der Zeemagt te wederhouden (*), verzogt, dat de Uitvoer van Oorlogsbehoeften uit het Gemeenebest zou verboden worden, en mogt zich belooven hier een toeftemmend antwoord te zullen be- Verbod komen. h Ouzydigheid , volftrekte des Un- Onzydigheid, in deezen Volkstwist toen voersvan •' b ' , . , rr Krygsbe- m agc te neemen, was de zaak oer Verhoeften. eenigde (*) Men zie, ten bewyze hier van, de Befluiten, uitgebragt op eene Petitie van den Jaare 1771, N. A'.-der/. ;,,M.rb. 1775 bl. 837, enz.; als mede, bl. 1229-, enz. Deeze toeleg ontdekte zich reeds cfuidelyk m den Jaare 1773. Zie het Advis over de Augmen/.aie dm Land- tn Z'eiaagt, 2 SepC. Ï773., door J/»nkheer j. b. % o. ca pellen, in het Werk getyteld : Jonkheer johaN derk van deu cai'ellen , Regen 1, bl. f. Als mede fr. a. v. d. r-ewp , Historie der Admisfte van Jr. j. b. v. d. capellen TOT den pol, bl. %J,  HISTORIE. 59 migde Gsmteiti en, behoudens deeze, L konden zy dit verzoek inwilligen. Wes-boek. toèrea 'er ook een zesmaandig Verbod ■ van dien Uitvoer door de Staaten gegee-1775ven werd, of het moest gefchieden met weeten en toeibmming der Admiraliteiten , onder welke de inlaading voorviel, op itraffe van Verbeurtverklaaring en duizend Guldens boete voor den Schipper (*). De Volkplantingen konden dit Verbod niet aanftootelyk vindên, dewyl dit Gemeenebest, als eeneOnzydigeMogenheid, geene Cmtrabande aan de^Vyanden van eene Mogenheid, met het zelve niet in Oorlog, mogt toezenden. Engeland moest het aanzien als een bewys, dat men geen oogmerk hadt om de Volkplantingen in den twist tegen het Moederland te onderfteunen. Deeze twist nam een langs hoe ge- 't Gedugter gelaad aan ; naardemaal de Volk- ^rrasder planters", door eene eenftemmigheid in J£e~u beiluiten , en daar op pasfende eensge- caane„\ zindheid in daaden, toonden alles te zullen opzetten voor de aangetaste Vryheid, welker verdeediging zy wakker behartigden, met een vertrouwen op 's Hemels byftand; waarom zy in hunne Vaandels en Standaarden, het meldenswaardig Opfchrift plaatften; qm transtulit sustinet: dat is; die ons heeft overgebragï, beschermt ons. — De (*) Nieuwe NedetU Jaarboeken , i?75- bl. i?3. »2<5. e 4  4© VADERLANDSCHE- I. De overfcheeping van Fransck boek. Krygsvolk, na KSj. Domingo, Martinique, en Guadeloupe, gaf hun alle hoop van 47'X5> veelvermogenclen byftand dierEroone, en Engeland- alle rede van vrees, dat deeze een paarel van groote waarde tenzynen nadeele zou zoeken te bekomen; weshalven het Engelsen Staatsbeftuur alles te werk ftelde ter wervinge van Duitfche Troepen, om dit af te weeren, en de Volkplantingen door vreemd Krygsvolk te onder te brengen. Hooge Grootè kommer ging. reeds veelen onvTo'Tin ?-Cr Landsg-enooten aan, die Engelands Slacht- Koophandel, Handwerken,en Landbouw, maand. tc gader zagen kwynen, en dat de Schulden van dat Ryk, aan 't welk zy onnocmelyke Schatten hadden opgefchooten door eenen kostbaaren Buitenlandfcheiï Kiyg op eene "ontzettende wyze vermeerderden. Dan ce.n veel algemeener verdervend lot dreigde deeze Gewesten, eer dit Jaar ten einde liep. Op den vyftienden van Slachtmaand ftondt het aanzienlykst deel deezes Lands veeg, door geweldige Stormwinden, die, onder een akelig Onweer van Donder en Blixem, de woedende Zee aanftuwden , over Dyken en Dammen heen joeg, onze Sluizen dreigden te doen lpringen, alle menschlyke voorzorg te verydelen, en verfcheide pnzer Gewesten mét de baare Zee te ver* éenigen. God wendde genadig het naakend gevaar af, en een blyde dag brak aan naa dén kommervoïften nagt, die ,  HISTORIE. behalven de fchaden aan Dyken en Wa- I. terweeringen toegebragt, te Lande veel boek.1 Vee vernield, veel Koopmanfchappen be- te dorven,en op Zee eene menigte van Sche- 1775. pen deerlyk gehavend , op ïlrand gezet, of in de diepte bedolven hadt (*). Wy mogen niet vergeeten hier op te Eeuwtekenen hoe, in dit Jaar, Leydens Hooge- feest van fchool haar Tweede Eeuwfeest beleefde, ^J"/ en met veel Staatlykheids en Vreugde fchool." vierde. De Staaten van Holland vergunden, om de Onkosten, tot de luisterryke Viering van dit Tweehonderdjaarig Jubelfeest goed te maaken, tien duizend Guldens ; deels befteed tot flaan van Gouden en Zilveren Gedenkpenningen deezer heuchlyke Gebeurtenisfe. " Zyne Hoogheid vereerde 't zelve met zyne tegenwoordigheid. De Hoogleeraar hierojjymüs david gaubius deedt eene Redenvoering Over de wmderbaare blyken %an gods Voorzienigheid in het ftigten, befchermen en luisterryk maaken van 's Lands Hoogefchool te Leyden. Naa hem lïeeg de Hoogleeraar adriaan van roij e n ten Kansfel, in een keurlyk La- tynsch (*) Onder de veelvuldige Verbaalen deezer aanmerkelyke Gebeurtenisfe voor ons Vaderland , muntten üit, en verdienen door de Naakomelingfchap geleezen te worden , Historisch Verhaal der Overjlroomingen in de Nederlanden, byzonder op den 14 en 15 van Slachtmaand des Jaars 1775 ; en j. h hering, Befpiegelingen over Neérlands Wate> nood, tusfchen den 14 en 15 Nov. 1775, met de Bytagen. Zie ook de NederL faar-boeken > 1775, bl. 1372. C 5  4» VADERLANDSCHE I. tynsch Gedicht, den roem vermeldende b o e k. der voornaamile Hoogleeraaren in de Ge—— nees-, Heel-, Schei- en Kruidkunde, die 1775' deeze Hoogefchool vercierd hadden. Om dit Feest te meer heerlykheids by te zetten, was vastgefteld, dat vier Studenten, die, den loop hunner Academifche Oefeningen volbragt hebbende , na de Eer van het Meestèrfchap , ieder in de Weetenfchap, waarop hy zich bevlytigd hadt, Honden , naar de wyze der Voorouderen, dat is, met de Kap, zouden bevorderd worden; eene Plegtigheid, zints den Jaare mdccxxxv, niet verrigt. In de Regtsgeloerdheid genooten de Heeren pieter BRANTSMAen willem carel vosmaer; in de Geneeskunde rudolf forsten; en in de Wysbegeerte antony van der heim, die Eere; in de Godgeleerdheid zou ook een Student op die wyze zyne bevordering bekomen hebben; doch door een tusfehenkomend beletzel was hy hier in verhinderd geworden (*}. De De Maatfchappy der Nederlandfche LetMaat- terkunde, te Leyden , reeds vóór eenige fikrver in den °Pbouw en uitbreiding der jche Let- Nederlandfche Taalkunde , Dichtkunst, terkunde Welfpreekenheid, Oudheid- en Gefchiedte Ley- kunde, gegeeven , en daar door aan de hooge"1 °Pgevatte verwagting voldaan hebbende, Befcher- nani ming ge- lomen. (*) N. Nederl. Jaarb. 1775. bl. 63. 199. 1435. \  HISTORIE. 43 nam de Erfftadhouder, ingevolge van een I. hem voorheen gedaan Verzoek, dit Jaar, roek-. den Tytel van Bejchermer aan, en werd, ■ op een ingeleverd en door de Regeering 1775* van Leyden onderfteund Verzoekichrift, ter Staatsvergadering van Holland, deeze Maatfchappy goedgekeurd , en het door haar aangenomen Zegel ftaatlyk bekragtigd (*). 's Lands Vaderen een oog van oplet- De Hitenheid gevestigd houdende op de bron-rinSnen van 's Volks Welvaaren, en geene ^gunmiddelen verzuimende welke konden die- ftjgd. nen om derzelver verloop of uitdrooging te voorkomen, werden te raade, de Haring-visfehery, waarin onze Landsgenooten , wat het kaaken en zouten betreft, alle andere Volken op een grooten afftand agter zich laaten, aan te moedigen, door eene belooning van vyf honderd Guldens te verkenen aan ieder Schip 't welk dit Jaar ter Haring -vaard en Haring-vangst werd uitgerust. Deeze, gevoegd by eene vry gezegende Vangst, beurde den moed der Reederen, door in vcorige Jaaren geledene fchade , bykans geheel neder geflaagen, weder op (f). Hoewel de Vaard op Suriname zeer fterk Verloop was, en de t'huisvragteiFvan Koffy, Zui-j^j^j1" ker, Cacao en Katoen, in dit Jaar, de surina* Som me. (*) Neder!. Jaarb. 1775 , bl. 500. 915. Werhen van de Maatfchappy der Nedei land/che Letterkunde. Voorberigten van het Eerfte en Derde Deel, (t) N. Nederl. Jaarb. 1775, bl. 757. 1430.  44 VADERLANDS CHE É Som van ƒ 1416350-:-: beliepen, 't geeii boek. het belang dier Volkplantinge voor de Scheepvaard , om van andere belangen niet te fpreeken , ten volften uitwyst , bevondt zich dezelve in zeer hacblyke ömltandigheden. De hooge Pryzen der Gewasfen , in vroegere jaaren, hadden een groote drift verwekt om Plantadién aldaar, en Aandeelen in de Geldbeleeningen op dezelve te hebben , even of de Pryzen nooit zouden daalen, 't geen zy egter, uit hoofde van deeze veelvuldige Önderneemingen, zelve natuurlyk moesten doen: dit het gevolgzynde, vonden zich de Geldopneëmers buiten ftaat om de hooge Intresfen te betaalen ; eenigen geraakten hier door, anderen door eene overdaadige Leevens'wyze, onvermogend tot het voldoen hunner Schulden ; het Vertrouwen kreeg een krak, de Pryzen der Plantadiën en der Schuldbrieven namen geweldig af, en zy, die, voor veel Gelds, van anderen opgenomen, Plantadiën gekogt, van Slaaven , en verdere Noodwendigheden, voorzien hadden, konden het ondernomen werk niet aan den gang houden. Veel ongeregeldheids en onregts werd 'er omtrent die Geldopneemingen, en het zenden der Gewasfen, uit welker Verkoop de Intrest - gelden moesten komen, gepleegd (*). De • (*) N.NtderhJaarb. 1,775 > bl. 143*..  HISTORIE. 45 De Binnenlandfche Rust liep , op het XI Eiland Walcheren, groot gevaar van ftoo-BOEKc renis. De Boeren hadden , ter gelegen i— heid eener nieuw ingevoerde Belasting op i?75de Landeryeri, argwaan en misnoegen op- oproer gevat tegen den Infpecïeur van, en Opper- op WaijCommis des Eilands, jan dingmans,cwen diens Zoon abraham dingmans^ Gommis der Watering en van de VyfAmbagten. De Staaten van Zeeland lieten eene Waarfchouwing uitgaan tegen het verfpreiden van oproerige Gefchriften, ftrekkende om gemelde Amptenaaren in veragting te brengen, als Lieden, die zich aan zulk een wangedrag hadden fchuldig gemaakt, waar door zy de Bedieningen, welke zy bekleedden, onwaardig zouden weezen, gepaard met verregaande bedreigingen ; neemende , fbaandë het onderzoek der zaake, of wanneer de onfchuld der bovengenoemde Perfoonen bleek, Hun , derzclver Famüiën en Bezittingen,in hunne befcherming, onder bepaalde ftraffen, der geenen , die , met woorden of werken i eenig letzel of hindernis deezen Amptenaaren aandeeden. — Die Waari'chuwing , wel verre van de gewenschte, rust te bevorderen , werd te West - Kapelie afgefcheurd , en naast de overblyfzels een naamloos Gefchrift geplakt, opgevuld met nieuwe bedreigingen tegen dien Vader en Zoon, en zeer oproerige uitdrukkingen, tot veragting der Plakaaten: eene nadere Waarfchouwing was ""ér het gevolg van. Dan, de vrees voor 'op-  46 VADERLANDSCHE I. oproerigheid en daadlyke onderneeminboek. gen, bewoog de Staaten fterker middelen • ' — by de hand te neemen. De Bezettingen 1775. van Vlisfingen enFeere ontvingen de noodige Bevelen en Lastbrieven om honderd vyftig Man na de Stede West - Kapelle te zenden, 't geen gefchiedde. Zyne Hoogheid benoemde den Heer Generaal Major dop ff, om over het Krygsvolk, binnen den Eiiande Walcheren, het bevel te voeren. De Staaten lieten hierop eene Waarfchuwing aankundigen tot voldoening deiStaat- en Dyk-lasten, met de daar bygevoegde Verhooging. De oproerige gemoederen kwamen tot bedaaren, waaraan niet weinig toebragt het overlyden van den Heer jan dingmans, die, egter, vóór zyn dood, vermoedelyk, zo niet zeker, een gevolg van fchrik en ontzetting, wegens deeze oproeren, zich in de volle Vergadering der Staaten volkomen gezuiverd hadt. De Generaal Major dopff, werd van zyn post, als Bevelhebber des Krygsvolks op Walcheren, ontllaagen; en zyne Hoogheid plegtig by ecnen Brieve bedankt voor de zorg en yver in het bevorderen en uitvoeren dergenomene maatregelen, om eene Beweeging, die de on« aangenaamfte gevolgen zou kunnen gehad hebben , in derzelver beginzelen te ftuiten (*). Het (*) N. Nederl. faarb. 1775, bl. 224. 534, enz, 1335.  HISTORIE. 4/ Het overvoeren van vreemd Krygsvolk I. na America,, om de Volkplanters, die reeds boek.. hunne Havens voor den Vryen Handel met alle Volken hadden opengezet, te dwin- 1775.gen, bragt te wege dat Frankryk en Spanje De niet langer zweegen ; doch openlyk ver- Noordklaarden zulks met eeene onverschillige Amer'- ~ P T7- • caanen oogen te zullen aanichouwen; •— Koning- rusten lyke Afgevaardigden by het Algemeen Cm- ïichmeer gres werkten vrugtloos aan een Vergelyk 5 en meer door vermomde Heerschzugt liet het zich ten °or" niet beleezen. Het wreed en willekeurig °s toe" Verbod, niet alleen van allen Koophandel, maar ook van allen Ommegang met de Wederfpantiige Volkplantingen, werd afgevaardigd door een Raad, waarin Verwoedheid voorzat. Gelyk de Ame- ricaanen zich niet door List hadden laaten verkloeken, zo namen zy ook maatregelen om zich tegen Geweld te verzetten, vermeerderden hun Landmagt, en waren gelukkig genoeg om eenige Engelfche Schepen , met Kruid en ander Oorlogstuig geiaaden, te vermeesteren. By het Dorp Lexington, vyftien mylen Begin der van Boston, viel de eerite Vyandlyke daad°^nbaa' voor : een handvol /imericaansch Krygs^[y^ye^ volk, daar liggende, verzette zich, met de Landlieden, uit zelfverdeediging, tegen de Engelfchen, die opkwamen om eene menigte Krygs- en andere Behoeftens in die Streek te vernielen. Deeze Gebeurtenis, voorgevallen op den negentienden van Grasmaand, siDCCLV,was het begin eens Oorlogs1 tusfchen de Engelfcken , en „ een  48 VADERLAND SC HE I. „ een Volk, dat," gelyk de Heer jöna-" boek. tiian trumbull het zeer wel be- fchryft, eerder dien moed bezat, wel- 1775- » ^e durft onderneemen, en die volflan„ digheid, welke in gevaaren kan volhar„ den , dan de ondervinding die leert, „ of de doordringenheid en vöorzigtig,, heid, die in 't vervolgen van zo uitge,, ftrekte en zwaare onderneemingen, dé ,, goede uitkomst verzekeren; een „ Volk, zonder ondervinding van eene onafhanglyke Regeering, en van den „ Oorlog, onvoorzien zo van Officieren, „ als van Soldaaten of Magazynen , om zelfs één eenigen Veldtocht uit tè ftaan „ tegen eene Natie, wiens naam het hadt „ leeren eerbiedigen, aan wier Krygsben„ de het van kindsbeen af hadt toege- fchreeven de grootfte Kloekmoedigheid ,, en Ervaarenis, en wier Scheepsmagt in ieder gedeelte van de Wereld zege- 5, praalde. Maar deeze vergcly- ,, king , hoe weinig in 't voordeel der „ Noord- Americaanen , goldt niet by de „ gemoederen waaruit de ontzaglyke zugt „ tot Vryheid alle verbeelding en vrees j', verbannen hadt (*)." De Volkplantingen van Nieuw•- Engeland beflooten terfiond den Oorlog te onderneemen, wierven Krygsvolk, en voorzagen ze op eene regelmaatige wyze met Be, (*)"'Verzameling van Stukken, tat de XIII. Staaten van America betrefckelyk, bi. 8.  HISTORIE. 49 Bevelhebberen;, om de plaats te vullen der L geenen, die zich, op 't eerfte alarm, bysOEK. een vergaderd hadden op een ongeregel . den voet. Gering was 't Krygsbeleid, 1775: maar onverbeeldlyk de Moed; betoond in een Gevegt tusfchen zeshonderd Man, liegt verfchanst, en fchaars voorzien, en twaalfhonderdBritfche Benden,onder den Generaal howe, die dus het dubbeld van hunne magt uitmaakte , en daarenboven het vuur van eene menigte Oorlogfchepen en Batteryen ter hunne baate hadden. Zy hielden onder hun Opperbevelhebber4 den Generaal warren, post^ en dwongen den Vyand te wyken, tot dat deeze * eene groote Verfterking gekreegen hebbende, het overfchot het Slagveld deedt ruimen, naa een zo hardnekkig Gevegt, dat byna de helft der Krygslieden, die aan wederzyden in den 'Stryd geweest waren , onder de Gewonden of Gefneuvelden geteld wierden. Dit, en het in brandlteeken van Charles-Town, vermeerderde de gereezene verbittering grootlyks-; men zag de noodzaaklykheid om. voor eigen befcherming zorg te draagen. Ten dien einde was 'er eene bezoldigde geregelde Krygsmagt, met bekwaame Bevelhebberen, noodig, onder deeze blonk de Generaal Washington uit, op hem wapen aller oogen gevestigd, met Algemeene Stemmen werd hy opgeroepen tot verdeediging van zyn Vaderland, en aanvaardde $ in Hooimaand des Jaars {jdcclxxv, het Opperbevel over de I. deel., D  50 Vaderland sc he II Legermagten van America. Hy werd in Boek. de Legerplaats ontvangen met die hartver— 1 ■■ rukkende blydfchap welke eene groote 1775. raaatc van verdienlten alleen kan inboezemen , naa dat liy op zyne reize uit Virgi" nia dcrwaards, in alle'Staaten, welke hy doortrok, die merktekens van Hoogagting en Eerbewys ontvangen hadt, welke zy oordeelden verichuldigd te weezen aan den Man op wien geheef Noord - America de hoop van Behoudenis en Vryheid grondde. Verfkg . Schoon Washington, m zyne Generaal ***** (*) » WY moJ?cn nict na"Iaa" wASHiNG ten? cen ^an> die zich zo beroemd geton. maakt heeft, cenigermaatc te kenfchetzen,) meer tot een ftilLand- dan het woelig Krygs-leevcn was opgevoed , en tot Landopzichter in/^/rg/'^waangefteld, bragfen de omfiandigheden zyns Vaderlands, door de Franfchcn aangevallen, hem vroeg in de verpligting om' het bevel te voeren over eenige Manfehap , tot befcherming der Volkplantingen;waarin hy blyken van beleid en moed gaf; en zo veèlverdienften als Krygsman kreeg, dat hem het Bevelhebberfchap over de Krygsmagt in Plrgima werd opgedraagen, waarvan hy, naa •liet '. aangaan eens aanzienlyken en ryken Huwciyks, afftand deedt. Zints dien tyd diende hy den Staat zo volyverig als Raadsheer, als hy tot hiertoe werkzaam geweest was no t bfifilivW/ nys riav ^fliiibastiiav (*) Hy werd den 22 vaa Sprekkelfflaand 3 tJDcexxm, geboorea.    historie: êi was om denzelven als Krygsheld te ver- i. deedigen. Wanneer hy, door de Verga-boek.' dering, overeenkomflig met den algemee- — - • nen wensch des Volks, verkoozen werd 1775* tot een der Afgevaardigden op het eerfte Algemeene Congres, tradt hy, met niet weinig tegenzins, weder op het werkzaam Toonêel des Leevens; en,; alle omfiandigheden in aanmerking genomen zynde,mogen wy gelooven, dat geene beweegredenen, dan de zodanigen, als ontftaan uit de belanglooste Vaderlandsliefde, hem ooit zouden hebben kunnen overhaalen om de ftreelendfkvermaaken des genisten. Huislyken Leevens, welke iemand kan genieten , en het groot genoegen, t geen hy fchiep in den Landbouw, en het verbeteren zyner wyduitgeftrekte Bezittingen te verlaaten. Zyne lnkomften werden op niets minder dan vierduizend Ponden Sterling gefchat. Naardemaal hy altoos weigerde°ecne bezolding in geld te ontvangen, vöór zyne dieiiilen, den Lande be wee zen , bepaalde het Congres geene wedde voor het bekleeden van den post des Opperbevelhebbers, alleen ontving hy weeklyks eenig geld tot vergoeding der Onkosten van zyn open Tafel, en andere noodwendige Uitgaven. Nooit was de Americaanfche Veldheer in Europa geweest, en hadt dus nimmer, ih Volle ultgeftrektheid, gezien, wat tot deri Krygsdienst behoort; nogthans liepen 'èr Verfcheide redenen zamen , om hem tót gien aanzieniyken Rang te verheffen. De D a hoog-  5a VADERLANDSCHË I. hoogagting, verworven door zyne braafboek. heid en eerlykhcid, zyne deelneeming in ■ de zaak zyns Vaderlands,uit genegenheid 1775. en overtuiging,zyne gemaatigdheid in het Staatkundige, zyne eigene wyduitgeltrekte Bezittingen, en beproefde bekwaamheden als Bevelhebber, dceden de keuze der Amerkaanen op hem vallen. Dat de Natuur hem befchonken hadt met uitfteekcnde Krygsbekwaamheden, zullen zyne geilaagenlte Vyanden hem niet betwisten; en, daar hy , reeds van zyne vroege Jeugd, gedreeven werd door eene fterke zugt om zyn Vaderland in den Kryg te dienen, hadt hy deeze natuurlyke bekwaamheden grootlyks aangekweekt, door onvermoeiden vlyt, en het fterk beoefenen der beste Schryveren, over de kunst des Oorlogs. En , waarlyk, wanneer wy in aanmerking neemen, dat hy, in den beginne, de Aanvoerder was van een hoop Menfchen, grootendeels ongewoon aan Krygstugt, en onervaaren in Oorlogsverrigtingen, eenigzins onbedwingbaar van aart, en die, ten besten genomen, den naam van vlug en goed Krygsvolk mogten draagen , nog nieuwlings op de rol der Soldaaten aangefchreeven, liegt gekleed, en, ten allen tyde fchaars voorzien van de noodige Krygsbehoeften; en dat hy, met zulk een Leger, den voortgang tegenllondt van eene Krygsmagt van eenige duizenden wel afgerigte Krygslieden, overvloedig bezorgd van al het noodige, aangevoerd door dappere Europ[ch& Veld- over-  HISTORIE. 55 overften , zalmen Washington den I. Eernaam niet kunnen weigeren dat hy een boek. der lütfteekendfte Veldheeren der Tegen woordige Eeuwe geweest is; en die hem 1775, van naby kennen^ bevestigen eenpaarig, dat zyn Zedelyk Character zo zeer uitmunt, dat niemand immer in één Perfoon de Deugden van een rechtfehaapen Wysgeer, met de bekwaamheden van een Veldheer, beter vereenigde (*). Wy mogen, dit weinige, wegens den aanvang des Noord- Americaanfchen Oorlogs, aangeftipt hebbende, zonder buiten ons beftek te treeden , ons niet inlaaten tot het vermelden der Krygs-Verrigtingen die met den wisfelenden Oorlogskans vergezeld gingen; doch fchrik en verbaasdheid verwekten in de over Zee gezondene Onderdrukkers van een Vryheidademend Volk (f). Het berigt, door den Generaal BouR-1776. gogne, uit Noord-Amerïca overgebragt, Enge. wegens de onmogelykheid, om, zonder lands naeen onverwylden byftand van Krygsvolk der °°g" en Oorlogfchepen , de oogmerken der £vw£ Heerschzugt, die eerst zo ligt bereikbaar Amerifchecnen , te volvoeren , baarde ontzet- caanen ting,met ° 7 weid on, , der te (*) Zie dit alles breeder in eene Opgave der Le- brengen. vent- en lotgevallen van ge orge Washington, in de Algem. Vader!. Letter-Oeff en. VI. Deel, II. St. bl, 171, enz. (f) Men vindt 'er' een Verflag van, in de Verzameling van Stukken, tot de XIII. Staaten van America betrekkelyk, bl. 14—22. r> 3  U VADERLANDSCHE I. ting, en hetbefluit, om, daar een aantal BOEK. van zeventig Oorlogfchepen niet genoeg—— zaam zou weezen ter Bezettinge van 1776. de wydftrekkende Noord - Americaanfche Kust (*), de Wervingen van hun Buitenlandsch Krygsvolk met verdubbelden yver voort te zetten. Enge- De gereede toeftemming van 't Verzoek derd d°r"t0t het Verbod des Uitvoers van Krygsbeic\otfche hoeften uit deeze Gewesten, de bewustBrigade heid hoe veelen hier na de Engelfchc zyde van den overhelden , bewoog Groot - Brittanje om Staat. ^e Schotjche Brigade ook van onzen Staat terug te eifchen, by monde van den Afgezant yorke. De eisch vondt Voorflanders, die denzelven, uit kragte van het Oude Bondgenootfchap, en andere zich naderhand ontdekkende redenen, wilden toeftaan; doch onpartydiger oog zag geen de minfle verpligting hiertoe °in de uitftaande Verdraagen, en die daad aan voor eene fchennis der aangenoome Onzydigheid, van de fchroomlykite mtzigteir wegens Frankryks regtmaatig misnoegen , daar op te wagten, en dat der Americaantn, wier lot wel nog onbeflist was ; dochdie , zegepraalende in den aangevangen Oorlog, met alle reden, dit leenen der Schotfche Brigade, en het doen overgaan in 'sKonings Dienst en Soldy, tot het nullen der Onlusten in de Americaanfche Volkplan- (*' Langs den Zeekant niet minder dan 1500 Engs! folie Mylen.  HISTORIE. 65 ■plantingen, den Staat euvel zouden geduid, I. en met het verlies van Handelvoordceien, boek. duur betaald gezet hebben. Doorzag .iemand deeze gevolgen, hadt 1776, iemand Vryheidsmin enMoeds genoeg om c a p e l* dezelve onbewimpeld voor te draagen , lens 't was de groote Staatsman tohan derk^1 te 0 dier iiele- van der capellen TOT den p o l , enhgid? die, in de Overysfelfche Raadsvergadering, een Schriftlyk Vertoog inleverde, 't geen te veel gevolgs hadt om niethoofdzaaklyk gemeld te worden; 't liep uit op deezen zin : „ Krygsvolk te geeven is hier Party „ kiezen j dat gevaarlyke gevolgen naa zich kan fleepen. Onze vervalle Koophandel en Landbouw, is , zo herflel,, baar, alleen te herftellen door eene „ flipte Onzydigheid in de Oneenigheden „ van Europa. Wordt zyne Groot-Brit„ tannifche Majefteit hulpe aangeboden ; men zal 'er ook vinden die zulks den Americaanen nie$ weigeren; en wy zullen ons inwikkelen in Onlusten met „ een onzer magtigfte Nabuuren , die ?, door wederzydsch belang onze Natuur\, lykc Vriend is, en niet anders kan wenfchen dan dat 'er fteeds zulk eene Onzydig en door den Koophandel bloeiend „ Gemeenebest aanweezig zy. Het ge„ drag van Engeland, 't geen thans meer „ dan ooit de Alleenheerfchappy ter Zee „ oefent, is, ten onzen opzigte , verre „ naa zo gunftig niet, dat het ons daaraan „ verpligtte. Onze Verbinten isfen met „ het zelve, hebben ons eer nadeelen be-= D 4 „ rok.  w 56 "VADERLAND SC HE I. 3, rokkend, dan voordeden gefchonken, liOEK. 3, De Handel-Verbintenisfen, van onzen „ kant zo heilig onderhouden, worden J7/5fj. J} ons ontzegd. Wanneer de regtniaatige reden van klaagen weggeruimd, en de „ onnoemelyke Schatten, welke aan onze „ Kooplieden door die Verbondsfchennis ontnomen zyn, terug gegeeven zyn, dan zal het eerst tyd wcezen om het doen van ongehoudene dienltenin over- „ weeginge te neemen. Ons Krygs- volk zou gebruikt worden tot het d'empen van 't geen zommigen eene Rebellieder OAonisten in America gelieven te. „ noemen. Dan , hiertoe zag ik liever Janitfaaren, dan Troepen van een. „ Vryen Staat, huuren. Haatlyk is j, die onnatuurlyke Brocderkryg , daar t) zelfs de Wilden, (zo men de Nieuwspapieren geloof mag geeven,) zich niet a, willen inmengen; haatlyker zou het zyn 9, dit een Volk te zien doen , dat zelf 5, Slaaf is geweest, den naam van Rebel/en 5, ook gedraagen, en zich eindelyk vrygevogten heeft; maar allerhaatlykst 5, moet dit my voorkomen, die de Americaanen eens ieders agting waardig oordeelt, en hun aanmerkt als braaveLiedenA '„ die de Regten, welke zy als Menfchen^ niet van de Wetgeevende Magt van „ Engeland, maar van god zelve hebben ontvangen, op eene bezadigde , man„ moedige en Godvrugtige wyze verdeej, digen; op eene wyze, die te hoopen is 2, dat alle Volken, welken in hunne Voor-  HISTORIE. 57 „ regten mogten worden verkort, en te- I „ vens nog zo gelukkig zyn, yan tot der- boek, zeiver behoud of herwinning eenige , „ poogingen te kunnen aanwenden , tot 1776, een opwekkend voorbeeld zal ftrekken, j, Ook vrees ik dat deeze Overgifte van Krygsvolk aanleiding zou kunnen geeven tot eene vermeerdering van „ Krygsvolk, van welke ik dagelyks „ vreemder word, naarmaate dat Ge3, drogt, de zogenaamde Militaire Juris- dictie in Civile Zaaken en gemeene misdaa„ den, de handhaaving des Rcgts ftremt, en die in dit Gemeenebest niet behoor„ de genaamd te worden , meer velds. wint, en ongevoelig meer en meer die „ weinige zwakke banden ontknoopt, „ waarmede het gewapende gedeelte on„ zer Natie met het ongewapende nog „ eenigzins is vereenigd , en welke het eerstgenoemde nog eenig gevoel van af„ hanglykhcid van, en onderworpenheid „ aan zyne Burgerlyke Overheden kunnen „ doen 'behouden." De ftcm deezes Mans, die het zwygen een Misdaad rekende, daar het fpreeken een Pligt was, luidde, „dat het belang van onze Republiek „ in 't algemeen, "en van de Provincie „ Overysfcl in 't byzonder, de Ces/ie van deeze Troupes noch vorderende, noch toelaatendc, en dezelve boven dien „ niet kunnende gefchieden, zonder eene „ hardigheid te doen aan Lieden, die ons ,, nooit hebben misdaan , het Verzoek M van Zyne Majefteit van Groot - Brittan je D 5 als  58 VADERLANDSCHE ï. als nog niet behoort te worden geaccorboek. „ deerd. Binnen weinig weeken zag hy zich gerugfteund door het magtig Am- 1776'. „ Jlerdam- en deeze eisch hadt geen ge» volg (*)•*" Voordee- Hoe heilzaam de Onzydigheid aan deelige Han zen Staat was, bleek uit deYterke en ryke del op winstgeevende Scheepvaart en Handel op tifs m St- Luflatius, Curacao, en andere West-InCuracao. difche Volkplantingen, die dagelyks toenam, en eene onverbeeldlyke hoogte beklom , ten fpyt der Engelfchen, wier Handel, op die ftreeken,door de hooge Verzekeringspenningen van vyf-en-dertig ten honderd, bezwaard werd. Veelen , die voorheen om Zeevaard en Handel, in die wydafgeleegene Gewesten niet dagten, namen 'er, om°ftryd, deel in, daar i'cheen een onledigbaare Goudmyn geopend. Gebrek Engeland gevoelde meer en meer het gesan" ' brek aan Matroozen, door den ftandhouScheeps- denden en ernftiger wordenden Ameri*olk'. caanfehen Oorlog, en kwam tot het befluit overgaan dat men de Koopvaar Jyichepen met drie in En- Viergelfchen «üensc. (*) Jr. j. d. v. t>. ca pellen, Regent , bl. 5, woar men vervolgens aantref: hoe veel rer te doen viel over dit Stuk ■■, 't geen ook niet weinig Tegenfchryvers- vondt; dan teffens den Edelen Üpiteller gelegenheid gaf om zich des nader te verklaaren, in, «ie Voorreden van r. price's Aanmerkingen over de Burgeriyke Ftyhcid, door hem, ten dienfte zyner Landgenootea vertaald. Deeze Voorreden is desjelyks te vinden in de Bylungen tot De htjhtie a>r Admisfie in de Ridderfchap van Oveiysfel, van j. n. V< D. CASEU.EN , dQOr 9. &. VAN BBR KEMPj  HISTORIE. 5? vierde gedeelte Vreemdelingen zou mogen I. bemannen. Friezen, Groningers en Eilan- boek." ders verhuurden zich, tot groot nadeel onzer Zeevaard. De Schepen ter Wal-1776» visch-vangst, die, in 't vroege Voorjaar, ten zelfden tyde, veel volks noodig hebben , ondervonden dit by de uitrusting; ten nauwen noode, konden die Schepen, voor hoog hand- en maandgeld, derzelver beflag krygen. Men voorzag het dubbel nadeel, welk dit overgaan van bekwaame Zeelieden in vreemden dienst noodwendig naa zich moest fleepen, niet genoeg, of, zo men het voorzag, was de tyd om zulks van hooger hand te beletten, nog niet gebooren. De Vyandlykhedcn van Spanje en Frank- De Vyryk tegen Enneland namen cenen aanvang, andiykheDe Spaanfche Oorlogfchepcn en Krygslieden ftevenden na de West-Indien. Tweespanfe, Franfche Fregatten, Krygsbehoeften na FrankAmerica voerende, door een Engelsch'"^'1 etl Oorlogfchip aangetast, floegen 't zelve af, ^^nee. en bragten hunne laading veilig ter be- metl ftemde plaatze; twee andere voerden een eenen bemagtigde Engelfche Oorlogstoet na Mar- aanvang. tiniq-ue. Behalven een Americaansch gewapend De Fregat, te Cadix aangekomen, met Brieven van 't Congres voor 't Hof van Ma- caane„ drid, noodigde het, door de bezending tragten eeniger Perfoonen van aanzien, na Frank-0®* Han* ryk, Spanje, Portugal, en dit Gemeenebest, delgQ" deeze Mogenhedentot Handelgemeenfchap fchap $#et de Volkplantingen. Alle vonden zy met an- ZWaa- dereVoli  6o VADERLAND SC HE I. zwaarigheid om 'er als nog in te treeden; boek. Frankryk alleen ontving ze met open ar- . men, en ging den Handelaan, die, bin- 1776, ncn kort, zeer toenam. De weibe¬ ken aan raadene Onzydigheid van Neérlands Staats^ te gaan. heftuurderen, en hunne verkleefdheid aan 't Gelukt eensgemaakte en nog beftaande Verbintem Frank- njsfen ? tusfchen Engeland en deezen Staat, wederhielden hun van het dryven eens Handels, welke daar mede ftrydig geagt mogt worden. De Engelfche Afgezant vroeg, op een hoogen toon, byftand van Volk en Schepen, doch zyn Verzoek werd met de overtuigendfte verontfchuldiging en de gegrondfte betooging van ongehoudenhcid, afgellaagen;egtcr herhaalde men het Verbod van Uitvoer der Oorlogsbehoeften (*). De te on- ^e gr00te Engelfche Bedryf-al ten Hoderbren- ve, Lord north, dreef het befluit door ging der om voortaan niets te ontzien, alles in het werk linefï te ftc^cn > te vzrdeedigen, en aan te tasten, caanen °P volgde eene ongehoorde fterke in Enge- presfing van Matroozen;het vreemde Zeelandht- volk in dienst der Engelfche Koofvaardy , flQotcn. wer(j? 0nder belofte van eene aanzienlyke belooning, tot 'sKonings dienst gelokt, om de gewapende Huurlingen over te voeren. De Het Congres, uit alle fchroomlyke verNoord- fchynzelen,die zich opdeeden, geen ander Amerr\ befluit kunnende maaken, dan dat hetEn^ caanjene 7 - Slaaten verklaa- ren zich Onaf- (*) N. Neder/. Jaarboeken, 1776. bl. 3^3, hauglyk.  HISTORIE. 6i uelfche Hof eene volflaagene Verovering be- L doelde, en 'er geen hoop tot een redelyk boek. Vergelyk overbleef, flelde vast zich vry te vegtcn of te flerven, en verklaarde zich, 1776. op den vierden vanHooimaandjMDCCLXxvL, openlyk Vry en Onafhangelyk, voor eeuwig , alle Vereeniging met Groot-Brittanje, in hoedanigheid van Moederland, afzweeren- de. Een Hap, gedaan in een aller- hachlykften toeftand j daar de BritfcheVloot met een Leger van dertig duizend Man landde. Voorhagen van Vergelyk werden 'er, nogthaus gedaan, door Lord en Sir william howe, Bevelhebbers van de Britfche Vloot en het Leger, onder de benaaming van Zyner Majejleits Commisfarisfcn tot her/lel van den Vrede in de opgefiaane Colonièu in Noord- America. De beroemde Dr. F ranke in» nevens twee. andere Hecren, werden door 't Congres benoemd, om met deezen Gelastigden des Konings te handelen. Doch het bleek, by den uitilag, dat zy weinig meer magts hadden, dan om Vergiffenis te fchenken van Misdaaden, waar aan de Volkplantingen zich niet fchuldig kenden , en Beicherming te verkenen voor hunne Perfoonen en Eigendommen , om welke te verdeedigen zy zich reeds bereid hadden. Dus werd deeze Onderhandeling afgebroo i ken, met geen ander gevolg, dan dat de Noord- Americaanfche Volkplantingen zich volkomener overtuigd vonden van den overmoed des Vyands,dien zv hunne vol- flan-  6& vAderlandsche i- Handige aanklceving aan de zaak der Vry3 boek. heid op het duidlykst toonden. ' De Engelfehèfi, en die hun aanhingen, 1776. hebben altoos beweerd.dat de Verklaaring Aanmer- van Onaf hanglykheid , gevoegd by verking hier fcheide omftandigheden van het voorige over. gedrag der Volkplantingen, een beflisfend bewysuitleverde van derzelveroorfpronglyke inzigten, en dat zy vooraf dit plan beraamd hadden. Doch zy verzekeren ,■ dat hunne ftandvastige wensch, tot dat de gedunrige verongelykingen hun geprest hebben zich vry te verklaaren, en tot hunne Verbintenis met Frankryk, geweest is ,• voor Vrede en Vereeniging met GrootBrittanje, boven alle Volken der Wereld (*> De Ver- De KrygSverrigtingen namen opnieuw eenigde eenen aanvang; en de Veldtocht,met veel Staaten VOordeels voor de Engelfchen begonnen, vormen j- jfl >t eH1(je, hun tegen.' Intusfchen GemeeUWwas, naa de verklaarde Onaf hanglykheid, nebest. de tyd voor de Volkplantingen gebooren, om zich met een naderen Band te verbinden ; en, als een Vereenigd Gemeenebest, het getal der ontzaglyke Mögenheden, Op den Aardbodem te vermeerderen. Ver Wonderlyk is het, en 't ftrekt der Wysheid onzer Voorvaderen tot eere , dat dee- (*) Verzameling van Stukken, tot de XI1L Staaten van Noord-America betrekkelyk , bl. 24, j. adams , Gefihiedenis van het Gefchil tmjchtn Qrett - Brittanje en America;  HISTORIE. G$ deeze Bewoonders van een ander Wereld- I. deel, naa het verloop van omtrent twee boek. Eeuwen, bykans in dezelfde maatregelen en fchikkingen traden, als zy in het be- 1776% f«tarnen der Utrechtfche Unie; derwyze,dat eenigen aan de Utrechtfche, en anderen aan de Americaanfche Unie den voorrang toekennen (*). 't Is onze zaak niet in een onderzoek van Ontwerp dien aart te treeden; doch wy deeden te der Verkort aan de Gefchiedenis onzer dagen, alseenl§m" wy eene Gebeurtenis van dat aanbelang,se* de vorming van een Nieuw Gemeenebest, met geen byzonder Verllag verwaardigden, en de Artykels opgaven van het ecrfte Ontwerp der Confederatie en Eeuwige Unie i tusfchen de Staaten van Nieuw Hampfhire, Masfachufets-Baay, Rhode-Eiiand en Providence, Conne&i- cut, Nieuw Tork, Nieuw Jerfey t —- Penfyhania; de Graaffchappen Nieuw- Castle 5 Kent en Susfex; aan de Rivier Delaware , Maryland, ■ Virginie, Noord Carolina, Zuid- Caroiina en Georgië, op 't Congres, te Philadeiphia, den vierden van Wynmaand , md cc ex xvi, voorgefteld en getekend. De XVI. Artykelen waren van den volgenden inhoud. . * I- De (*) Zie pik ter paulus Ver k laar i tig der Unie van Uit echt. III. Deel, bl. 253, en jukius b ruit u s Voorreden voor de Verzameling van Stukkrn , tot de XI11. Staaten van Noord - America betrek' kelyk, bl 7.  54 VADERLANDS CHË I. „ I. De Dertien bovengemelde Staatëri boek. „ verbinden zieh met alkander, onder ' it den Tytel van De Vereenigde Staaten van sj America. „ II. Zy fluiten, ieder in zyn eigen „ naam , een wederzydseh Verdrag van Vereeniging en Vriendfchap, tot hunne gcmeene Verdeediging, tot handhaaving ], hunner Vryheid, en tot hun algemeen „ en onderling Voordcel,zich verbinden„ de, elkander by te ftaan tegen allen ge„ weid, 't welk'allen, of één van hun, „ zou mogen dreigen, en te zamen alle de „ aanvallen af teweeren, die tegen'allen ,, of één van hun zou mogen gedaan worj, den, het zy uit hoofde van den Gods- dienst, de Souverainiteit, den Koop„ handel, of eenig ander, hoe genaamd, ,, voorwendzel. „ IIL Ieder Staat behoudt aan zich zel„ ven alleen het uitfluitend Regt om zyne „ inwendige ■ Regeering te bcltuuren, en „ Wetten te maaken, in alle gevallen, „ welke in de tegenwoordige Verbintenis „ niet ingellooten zyn , of dezelve op „ eenigerhande wyze kunnen benadeelen. „ IV. Geen der Staaten zal voor zich, „ in 't byzonder, Gezantfchappen zenden „ of ontvangen, of eenige Onderhande„ lingen beginnen, zich in eenige Verbin„ tenisfcn inwikkelen, Verbonden aangaan „ of Verdragen fluiten met eenig Ko,, ning, Prins, of Mogenheid , hoe ge„, naamd, zonder toeftemming der Ver., eenigde Staaten in een Algemeen Con- » gres  HISTORIE. 6$ g, gres vergaderd. — Niemand, eenige I. 99 Post onder 't Gezag der Vereenigde boek. )9 Staaten, of van ée'n hunner bekleeden —• de , 't zy hy 'er eenig voordeel van 1776".. ?, trekt, of dat het flegts een Post van 99 Eere is, zal eenig Gelchenk, Gunstbe99 toon, Voorregt, of Officie , hoe ge„ naamd, van eenig Koning, Prins , of J5 vreemden Staat, mogen ontvangen. — 99 De AlgemeeneVergadering derVereenig9i de Staaten, of éénderzelven,in'tbyzon„ der, zal geen Brieven van Adel verleenen. ,, V. Twee of meer der gemelde Staa„ ten, zullen geene magt hebben omVer9, bintenisfen aan te gaan, of een byzonder „ Verdrag met elkander te fluiten, buiten de toeftemming der Vereenigde Staaten, „ in het Congres vergaderd, en zonder ,, dat het oogmerk en de duuring van die „ byzondere overeenkomst, en de toe„ flemming, naauwkeurig zyn uitgedrukt. „ VI. Geen Staat zal eenige Lasten op„ leggen of Schattingen heffen, die het „ fluiten van eenige Traciaaten, door de „ Vergadering der Vereenigde Staaten met eenige Koningen, Prinfen, of Mogenhc„ den, in het toekomende, rechtftreeks, of „ zydelings, zouden kunnen verhinderen. ,, VIL Geen der Staaten zal in 't by„ zonder eenige Oorlogfchepen mogen 5, houden, boven het getal, door de Ver„ gadering der Vereenigde Staaten noo„ dig geoordeeld tot verdeediging van eli9 ken byzonderen Staat en deszelfs Koop„ handel. In Vredes - tyd zullen door geen der Staaten Krygsbenden op de I. deel. E „ been  €6 Vaderland sc he I. „ been gehouden worden, boven het beis oek.„ paalde getal, om de verfterkte Plaatzen . „ en Forten, tot verdeediging van dien 1776. „ Staat, genoegzaam te bezetten. Maar „ ieder Staat zal altoos eene welgeoefende „ Land-militie hebben, wel gewapend en „ uitgerust, en zorg draagen, om, in open„ baare Magazynen, een bekwaam getal „ Veldftukken en Tenten, met eene behoo„ relyke hoeveelheid van Wapentuig en an„ dereOorlogsbehoeften,gereed te hebben. „ VIII. Wanneer een der gezegde Staa„ ten Krygsvolk ter Algemeene Verdeediging zal op de been brengen, zullen „ alle Officieren, van den Rang vanColonel, en daarbeneden, aangefteld wor-. „ den door de Regeering van dien Staat,, „ of op zodanig eene wyze als die Staat goed zal oordeelen die Benoemingen te regelen, en, wanneer een Post in deeze 5, open valt, zal dezelve door dien Staat '„ vervuld worden. „ IX Alle Onkosten van Oorlog en al„ le andere Uitgaven, welke, ter gemee„ ne Verdeediginge, of, tot het Algemeene Welzyn , gedaan , en door de Vergadering der Vereenigde Staaten be'j volen worden, ftaan ter betaalinge van , de Algemeene Thefaurie. Deeze 3? Thefaurie zal gevormd worden uit de Opbrengingen van ieder der gemelde - Staaten, in evenredigheid van het getal der Inwoónderen, van alle Sexe, Ou' derdom of Rang, behalven de Indiaa9J tien, die, in ieder Staat, van'Schattin3' gen bévrvd zyn;en om de veelheid dier „ Op-  HISTORIE. 6> „ Opbrenginge te bepaalen , zullen alle L „ drie Jaaren de Inwoonders geteld,en in boek. „ die telling zal het getal der Blanken on „ derfcheiden worden; men zal deeze Be-1776". fchryving aan de Vergadering der Ver•„ eenigde Staaten zenden. — De Schat- tingen, ter betaalinge van dit Aandeel gelchikt, zullen opgelegd en geheeven ,, worden in ieder Slaat,onder het gezag, „ en op last van deszelfs Regeering, bin- nen den tyd, door de Vergadering der „ Vereenigde Staaten bepaald. „ X. Ieder der Staaten zal zich gedraa„ gen naar het Befluit der Vergadering van „ de Vereenigde Staaten , in alle geval- len, en by deeze Verbintenis aan die Vergadering voorbehouden. „ XI. Geen Staat zal zich in Oorlog in„ wikkelen buiten toeflemming der Ver5, eenigde Staaten, in een Congres vergaj, derd, dan wanneer 'er een daadlyke In3, val van een Vyand plaats hebbe, of ze9t kere Weetenfchap van het voorneemcn > eener Indiaanfche Natie, en in dat geval yi alleen, wanneer de nood te dringend 5, is om met andere Staaten raad te plee- 3, gen. Geen byzondere Staat zal J? Commisjiën veiiccnen aan eenige Sche„ pen of Vaartuigen ten Oorlog, of eeniv ge Brieven van Marqué en Reprefaille, „ tot naa eene Oorlogsverklaaring, door 5, de Vergadering der vereenigde Staaten 5, gedaan ; en clan zelfs zullen zy maar 5, verleend worden tegen dat Ryk, of die 79 Mogenheid, of de Onderdaanen van „ dat Ryk of Mogenheid, waar tegen de E 2 „ Oor-  <5S VADERLAND SC HE r » Oorlog in diervoege verklaard is , en boek. „ zullen deeze overeenkomftig moeten „ zyn met de bepaalingen, door de Ver1776. „ eenigde Staaten deswegen gemaakt. XII. Ten einde het Algemeene Wel,, zyn der Vereenigde Staaten in agt te „ neemen , en de Algemeene Zaaken te „ beftuuren, zal ieder Jaar volgens de „ wyze van kiezing, door de Regeering „ van ieder Staat beraamd, een zeker ge„ tal Afgevaardigden gekoozen worden, „ welke te Philadetphia zullen zitten tot „ dat de Algemeene Vergadering der Ver„ eenigde Staaten dit anders zal goed vin„ den , en de eerfte Maandag van No„ vember, van ieder Jaar, zal tot deeze „ Byeenkomst vastgelteld zyn. — Elk „ der bovengemelde'Staaten zal voor zichzeiven het regt behouden, om, ten al„ len tyde van net Jaar, zyn Afgevaardig„ den, of één van hun, te herroepen, en, n in derzelver plaats, voor 't overige van w 't Jaar, anderen te zenden; ook zal ie9i der Staat, zyn Afgevaardigden, geduu55 rende den tyd der Algemeene VergadeM ringe, en zo lang zy Leden van den Raad „ van Staate zyn, moeten onderhouden. „ XIII. Elke Staat zal een Stem hebben „ in de beflisfing van alle Gefchillen in de Aigemeene Vergadering. ,, XIV. De Algemeene Vergadering der „ Vereenigde Staaten zal het uitfluitend „ Regt en alleen de Magt hebben om over „ Vrede of Oorlog te befluiten, behalven „ in 't geval van Art. XL, om Regels vast te Hellen, volgens welken de Wettigheid „ der  HISTORIE. 69 „ der Pryzen, door de Zee-of Land-troe- I. „ pen, in dienst der Vereenigde Staaten ge- boe k. „ maakt,zal beflist, en dezelven verdeeld » zullen worden; om Brieven van Marqué 1776. „ en Reprtfaille in Vredes-tyd te verlee» nen; om Regtbanken aan te Hellen, die « van Zee-rooveryen, en alle misdaaden, s> op de hooge Zeeën begaan, kennis zul« len neemen, om Gerigtshoven van Ap» pél op te rigten, die, in gevalle van Pry„ zen, beflisfend vonnis zullen ftrykeiï; « om Afgezanten te zenden en te ontvangen ; om Onderhandelingen , Verdra» gen, en Verbintenisfen aan te gaan; om „ alle Verfchillen , tegenwoordig plaats n hebbende , of die naderhand mogten „ ontllaan, tusfchen twee of meer der boi, vengemelde Staaten, te beflisfen, het » zy over de Grenzen, het Regtsgebied, „ of eenige andere oorzaak; om Geld te „ Haan, en deszelfs gehalte en waardy te „ bepaalen; de Maaten en Gewigten door ,5 de gantfche uitgellrektheid der Ver,-, eenigde Staaten vast te ftellen , den „ Koophandel te regelen,en over alle zaa„ ken te handelen met de Indiaanen, die „ geen Leden van een der Staaten zyn; „ de Posteryen van den eenen Staat na „ den anderen, door 't geheel Gebied der „ Staaten, op te regten en te regelen , „ en van de Brieven en Pakjes, met de „ Post gezonden, het noodig Geld te ont„ vangen, ter betaalinge der Onkosten „ van de Posteryen; de Generaals en Of„ ficieren der Landtroepen, in dienst der E 3 „ Ver-  7o VADERLAND SC HE I. „ Vereenigde Staaten, aan te ftellen j boek. „ Commisfien te geeven aan de andere - Officieren dier Troepen, die, volgens 1776. „ Art. VIII. , verkoozen zyn; alle Zee„ Officieren in dienst der Staaten aan te „ ftellen ; alle noodige Schikkingen tot „ Befluur en Krygstugt dier Troepen te „ beraamen ; en , eindelyk, om hunne Krygsverrigtingen te befchikken. „ De Algemeene Vergadering der Vereenigde Staaten zal gemagtigd zyn een „ Raad van Staate aan te ftellen, en zoda„ nige Committées en Beampten als zy noo,, dig zullen oordeelen tot Beftuur en Uit„ voer der Algemeene Zaakcn, onder „ hun gezag, terwyl zy zitten, en onder ,, die van den Raad van Staate, wanneer „ zy gefcheidcn zyn. Zy zullen tot Pre„ fident een hunner Leden verkiezen, en „ tot Secretaris , wien zy daar toe be„ kwaam zullen oordeelen, en zy zullen „ zich mogen adjourneeren, tot welken tyd „ van 't Jaar, en welke plaats in de Ver„ eenigde Staaten zy zullen goedvinden. „ Zy zullen het Regt en de Magt heb„ ben tot het vastftellen en bepaalen der ,, noodige Sommen om geheeven te wor„ den, gelyk ook tot de noodige Uitgaven; om Geld op te neemen op 't Credit der Vereenigde Staaten; Vlooten te „ bouwen en uit te rusten; het getal der „ Troepen, die op de been gebragt of „ gehouden moeten worden, te bepaalen; ,, en, om , van ieder der Staaten, ter uit„ maaking van dat Leger, een Aandeel  HISTORIE. 7\ „ te eifchen, geëvenredigd aan het getal \ van deszelfs Blanke Inwoónderen. ™ boek. „ Deeze eisch der Algemeene Vergadering —„ zal verbindende zyn, en in gevolge van 1770. „ denzelven, zal de Regeering van ieder „ Staat de byzondere Officieren benoe„ men, om Volk te ligten , 't zelve be- hoorelyk te wapenen en uit te rusten; „ en deeze Officieren en Soldaaten, dus „ gewapend en uitgerust, zullen zich, op „ den tyd, en na de plaats, door de Al„ gemeene Vergadering bepaald , begee„ ven. Maar, zo de Algemeene Verga„ dering,wegens zommigè byzondere om„ Handigheden, raadzaam mogt agten , v één of meer Staaten van het ligten dier „ Troepen uit te zonderen, of van dezel- ve minder dan hun aandeel te eifchen, „ of, integendeel, het dienftig oordeel„ de, dat één of meer der Staaten meer „ Volks zouden opbrengen, zal dat bui„ tengewoon geëischte getal, op de been „ gebragt, met Officieren voorzien , ge„ wapend en uitgerust worden, even als „ 't gewoone getal, of, indien de Regee„ ring van die Staate^, aan welken die „ eisch mogt gedaan worden, het gevaar„ lyk agtte, van zulk een buitengewoon „ aantal Volks zich te ontblooten,'zullen „ zy niet meer verfchaffen, dan zy met „ hunne veiligheid oordeelen overeen te „ komen. — De Algemeene Vergadering zal geen Oorlog beginnen, of, in Vre„ des-tyd, Brieven van Marqué en Re„ prefaille verleenenj, noch eenig Verdij E 4 „of  72, VADERLANDSCHE I. » of Verbintenis aangaan, of Geld munBOEK. » ten, en de waardy daar van vastftellen, of de Sommen, welke geheeven moeten 1/75.. „ worden, en de noodige Uitgaven be„ paaien tot verdeediging en voordeel der „ Staaten, of één derzelven, noch Geld „ opneemen op 't Credit der Vereenigde „ Staaten, noch over eenige Sommen „ Gelds befchikken, noch het getal der te „ bouwen of te koopen Oorlogfchepen , „ of der Land- en Zee-troepen beftem„ men; noch een Opper-krygshoofd aan„ ftellen dan met vereenigde toeftemming „ van Negen Staaten, en geen omvraag „ over eenigerlei punt, uitgenomen van „ zich van dag tot dag te adjourneeren , „ zal beflist worden , dan met meerder„ heid van ftemmen der Vereenigde Staa- w ten ■ Geen der Afgevaardigden zal „ meer dan driemaal binnen zes Jaaren „ mogen verkooren worden. Niemand, „ eenige Bediening, hoe genaamd, bin„ nen de Vereenigde Staaten bekleedende, „ en wegens 't zelve , 't zy in perfoon, „ of door handen van eencn ander eeni„ gerhande Bcloontng, of Jaargeld, ont„ vangende, zal tot Afgevaardigde ver- „ kooren worden. De Algemeene „ Vergadering, zal, ieder Maand, een „ Dagverhaal van haare Zitting in 't licht „ geeven, behalven van 't geen de Ver„ dragen , Verbintenisfen , of Krygsver„ rigtingen betreft, als men zal oordeelen „ dat dit geheim moet gehouden worden. „ De gevoelens, voor en tegen, van elk „ der  HISTORIE. -n der Afgevaardigden, zullen in de Dag- I. „ vernaaien geboekt worden, zo dikwyls b o e ,, één hunner zulks zal vorderen; en den „Afgevaardigden van ieder Staat, of 1776. „ zelfs één van hun in 't byzonder, zal „ een Affchrift geleverd worden, uitge„ zonderd als boven, om aan de Regee- ring van zyn Staat mede te deelen. „ XV. De Raad van Staate zal beftaan „ uit een Afgevaardigden van ieder Staat, „ 's Jaarlyks , door de andere Afgevaar„ digden van zyn Staat te benoemen , en, in gevalle deeze Verkiezers niet mogten overeenkomen, zal hy door de „ Algemeene Vergadering benoemd wor- „ den. De Raad van Staate zal ge- „ magtigd zyn alle Brieven, aan de Ver„ eenigde Staaten toegezonden , te ope„ nen, en te beantwoorden; maar geene „ Verbintenisfen aangaan , die de Ver- eenigde Staaten verpligten. Zy zullen „ Briefwisfeling houden met de Regeerin„ gen van ieder Staat, en met elk, die ,, eene Bediening onder het gezag der „ Vereenigde Staaten, of van de byzon„ dere Regeeringen, bekleedt. Zy zullen „ zich by deeze Regeeringen of de Be- ampten, wien in eiken Staat de uitj, voerende Magt toevertrouwd is, ver„ voegen om hulp en byftand, van zoda„ nige foort als zal vereischt worden. „ Zy zullen de Lastbrieven voor de Ge„ neraals opmaaken, en de Krygsverrig„ tingen, zo ter Zee als te Land, beftuulf ren; doch, zonder eenige verandering E 5 » te  74 VADERLAND SCHE I. „ te maaken in de Ontwerpen of Krygsboek. tochten, door de Algemeene Vergade- . „ ring bcflooten , ten waare eene veran- I7*£ „ denng van omltandighcden voorvallen„ de, en , tot hunne kennis komende , „ naa het fcheiden der Vergadering,, eene „ verandering van maatregelen volftrekt „ noodzaaklyk mogt doen worden. Zy „ zullen zorge draagen voor de verdeedi„ ging en bewaaring der Vestingen en „ vcriterkte Havens. Zy zullen kund„ fchap zien te bekomen van de oogmer„ ken en de gelegenheid des Vyands. Zy „ zullen de Maatregelen en Plans ten uit„ voer brengen, waartoe de Algemeene „ Vergadering, uit kragt des tegenwoor„ digen Bondgenootfchaps , beflootcn „ heeft. Zy zullen op de Thefaurie asfigneeren voor zodanige Sommen, „ welker bepaaling door de Algemeene „ Vergadering zal beftemd zyn, en ter „ betaaliuge der Verbintenisien, die zy „ mogt gekreegen hebben, om te fluiten. 5, —°Zy zullen toezien, beftraffen, ja, „ zelfs van hun dienst opfchorten , alle „ Burgerlyke en Krygs- Ollicieren, onder „ 't gezag' der Vereenigde Staaten dienen- „ de. In geval van dood, of op- „ fchorting, van een Officier , wiens be„ noeming aan de Algemeene Vergadering ftaat, zuilen zy die plaats mogen ver» vullen tot de volgende Vergadering. « Zy zullen egte Berigten mogen in 't „ licht geeven en verfpreiden van de « KrygsvertigtingeiL Zy zullen de Alge- „ mee-  HISTORIE. 75 „ meene Vergadering mogen belchryven I. „ tegen een nader tyd, danzy, toen de- boek. „ zelve fcheidde , geadjourneerd waren , „ indien een gewigtig of onverwagt voor- 1776. „ val zulks zou mogen eifchen. Zy zul„ len alle zaaken klaar maaken, die onder „ het oog der Algemeene Vergadering „ ftaan te komen, en alle Brieven en Ty„ dingen , door hun ontvangen, by de „ volgende Zitting hun voorleggen, en een naauwkeurig Verfiag doen van alles n wat in dien tuslchen tyd is voorgeval„ len. Zy zullen tot hun Secretaris een „ Man aanftellen, bekwaam tot die Bedie„ ning, die,eer hy dezelve aanvaard,den „ Eed van getrouwheid en gehcimhou„ ding zal afleggen. — De tegenwoor„ digheid van Zeven Leden van den Raad „ zal hun in ftaat ftellen om werk af te „ doen. In geval van dood, van een der „ Leden, zal de Raad hier van kennis gee„ ven aan de Amptgenooten van den Over„ ledcnen, om iemand uit hun te kiezen, „ om hem te vervangen in den Raad, tot „ het houden der Algemeene Vergaderiu„ ge toe, en, wanneer 'er maar één zyncr „ Amptgenooten in lecven is , zal hem „ ook'kennis gegeeven worden,om te ko„ men,en zyne plaats te bekleeden tot de ,, volgende Zitting. „ XVI. In gevalle Canada genegen ware „ zich by dit tegenwoordige Bondgenoot5, fchap te vervoegen, en deel te neemen „ aan alle de maatregelen der Vereenigde „ Staaten, zal het in de Unie toegelaaten „ wor-_  76 VADERLAND SC HE I. „ worden, en alle derzelver voordeden boek. genieten; maar geene andere Volkplan- • „ tingzal men toefaaten,dan mettoeftem- Ï776. „ ming van Negen Staaten. „ Deeze Artykelen zullen aan de Re„ geeringen van alle de Vereenigde Staa„ ten , ten onderzoek voorgelleld worj, den; en wanneer zy dezelve goedkeu„ ren , worden zy verzogt hunne Afge„ vaardigden te magtigen, om ze in de „ Algemeene Vergadering te bekragti„ gen; waar naa alle de Artykelen, wel„ ke de tegenwoordige Verbintenis uit„ maaken , onverbreekelyk by alle en elk „ der, Vereenigde Staaten zullen gehou„ den, en de Unie voor Eeuwig vastge- „ fteld worden. 'Er zal hier naa „ geene verandering in deeze Artykelen, of één derzelver , gemaakt worden, „ ten zy de verandering te vooren in „ de Algemeene Vergadering bepaald , „ en naderhand door de Regeeringen van „ ieder der Vereenigde Staaten bevestiod „ is cr Hun ge- Op deeze wyze toonden de Noorddrag ge- Americaanfche Volkplantingen , naa zich gepree- van Britfch kwaadaartige magt het hun toeliet, het „ Leeven, de Vryheid, den Eigendoin, „ en alle de Regten der Menschlykheid, „ te verwoesten , en het onderst boven te keeren." — In het Protest der Lords, tegen de Verbods-bil, verklaarden de Protefteerende Pairs , wel te regt : „ wy be- „ rei-  HISTORIE. 79 „ reiden de gemoederen der Americaanen I. voor die Onaf hangelykheid, na welken boek. „ wy hun ten laste leggen dat zy haaken, . „ met hun , door herhaalde beleedigin- 1776. „ gen, tot de noodzaaklykheid daarvan ,. te brengen." Lord chatham gaf,, in het Parlement, dit kort, maar kragtig, getuigenis,aan de Regtvaardigheid hunner zaake: Ik verblyde my , dat de Americaanen weder/land hebben geboden (*) / Om naa deezen uitflap, welken de aart De En* en 't gcwigt der zaake vorderde.- weder te gei/chem keeren; de groote verfterking der Zee- j™6" magt van Groot - Brittanje moest niet alleen Handel dienen om de Americaanen te onder te van dee« brengen; maar ook om dat Ryk van de zen beoogde en reeds beweerde Heerfchappy Stm* ter Zee, te verzekeren, en inzonderheid ons mededingend Gemeenebest, welks Koophandel thans bloeide, en welks Vragtvaard, om Masten, Hout, en andere Behoeften, ten Scheepsbouw, na de Oostzee en 't Noorden, zeer flerk ging, 'van die wettige voordeden te berooven. — Spanje en Frankryk, haare Zeemagt op een ontzaglyken voet brengende, hadden -deeze Waaren noodig, en, ze werden, door Schepen, in deeze Gewesten t'huis hoorende , in grooten overvloed, derwaards gevoerd. Volkomen en onbeswistbaare Vryheid' hier toe, verleende het Trac- (*) Zie de Leerreden van den Eerw. s. co o per, in de Verzameling van Stukken , tut de Xlik Staaten van America betrekkHyk, bl. 266.  8o VADERLANDS C HE I. Tractaat van den Jaare mdclxxiv. Mee boek. leede oogen zag Engeland, dat de Oor- logsvlooten der twee gemelde Koningry- 1776. ken •> door dien toevoer, zulk eene ontzettende fterkte kreegen. Naa veelvuldige raadpleegingen , gehouden om dit fteunzel weg te neemen, kwam men tot het zich veel aanmaatigend en regtverkragtend beiluit, om den regel, vry Schip , vry Goed, te verbreeken, en vast te ftellen , ,, om alle Schepen der Inwoónderen „ van dit Gemeenebest, met Masten , ,, Hout,enScheeps-materiaalen gelaaden, „ beftemd na Frankryk of Spanje, aan te „ houden, op te brengen, en ten voor,, deele der Terugeifcheren, voor de wee„ zenlyke waarde, te verkoopen, aan de „ Commisfarisfen der Admiraliteit." Zo haatlyk als vreemd klonk deeze regtsverkragting eens Bondgenoots, den Vryheid-, Recht-, en Eigendom-minnenden Nederlander in de ooren. Verontwaardiging deedt den boezen gloeijen, van elk, wien 's Lands Koophandel en Welvaard, dus op 't hart getrapt, niet onverfchillig was. Het viel ligt te voorzien, wat het gevolg van zulk een overheerfchend beiluit zou weezen ; de uitkomst regtvaardigde den gereezen kommer , gelyk wy zien zullen, maar al te zeer. Klagten By een herhaald Verzoek des Afgezants Yanj,YOR-Y 0 r k e, in den Haage, opgevuld met ra- klagten, over de weinige Waakzaamheid, bet jond in het kragtdaadig handhaaven van het meermaals gedaane Verbod des Uit-  HISTORIE. 8i Lïïtvoers van Oorlogstuig, na de Engelfche t Volkplantingen, verltoutte hy zich, uitBOEfcj naam van den Koning, zynen Meester,te verklaaren, dat deeze niet alleen verwagt- i7?6i te, dat de Staaten ■, ernftig, en zonder uitilel, de noodige maatregels zouden neemen, om die heimlyke Verzendingen van Oorlogsbehoeften , na Noord- America , door wat middel het ook mogt zyn , te doen ophouden; maar ook, „dat zy de ,, noodige bevelen zouden geeven, om ,, alle Schepen , van de wederfpannige Colonien komende , den toegang tot „, derzelver Havens te beletten, of, by„ aldien ze 'er zich bevonden , ze op „ ftaauden voet te doen vertrekken-" Het Verbod des Uitvoers werd, voor den tyd van één Jaar , vernieuwd ; doch , op 't laatfle punt, een diep ftilzwygen in agt genomen (*); De Gevolmagtigden der Vereenigde Ame- ^ ricaanfche Volkplantingen ontmoetten in NoordSpanje een heusch onthaal ^ vonden be- Amtrifcherming tegen de Eifchen van den GrootBrittannifchen Afgezant, die ze wilde uit-^fgj* geleverd , en na Engeland overgevoerd derf in" hebben , en bewerkten in hunne Onder- Spanje handelingen, dat de Americaanfche Sche- he?sdl pen dezelfde Vryheden verkreegen, alsbe^gend' die der andere Volken in dat Ryk genooten. Ter- (*) N, Neder L Jaarb. 1775, bi. 1248 -1250, h DEEL. - F  62 VADERLANDSCHE I- Terwyl de Handel op onze Eilanden in boek. America, ten fpyt der En gel fchen, met ■ — veel voordeels gedreeven werd, moest de 1776. Volkplanting aan de Vastekust de SurinaSlegte me veel leeds en fchade verduuren van de ft«at der Invallen der Boachnegeren, die, bij ge"o^Suri nee^e Benden zamenfchoolende, de Plan°nam"? tadien dreigden af te loopen , ja, zomtyds, met de daad, vernielden; ook vonden de wegloopende Slaaven der Plantadien , tot groot nadeel der Eigenaaren, een wyk- en fchuilplaats by dit Vyandlyk rot. Het te werk gefielde middel, om, door geduurige Tochten, landwaards in, hunne Dorpen en Kostgronden te bederven, en ze, langs dien weg, te verftrooijen, hadt het dei-waards gezonden Krygsvolk verzwakt en gedund, en, ftondt het daar langer, zonder afwisfeling blyvende, geheel te verfmelten. Zints een geruimen tyd hadt dit een voorwerp geweest der ernfligfte Staatsoverleggingen ; en was , wegens het zenden van nieuwe Manfchap derwaards, geen gering gefchil gereezen; zo uit een verfchillend inzien van 't gevaar der Volkplantingen, als over de wyze waarop men 't zelve zou weeren, en Krygsvolk zenden. In Suriname beantwoordde men niet aan het opgegeeven Plan,'c geen de gemaakte fchikkingen vertraagde. Eindelyk deedt, in den Jaare mdcclxxvi, de Raad van Staate eene Petitie voor Krygsvolk na dit Gewest; waarin Holland en West-Friesland Hemde, en  HISTORIE, 83 en die, door de Algemeene Staaten, met ï. een nevensgaanden Brief, aan de andere boek. Gewesten werd toegezonden, waar in zy, onder andere , betuigden : „ dat eene 1776. a, Volkplanting, die zekerlyk een der „ voornaamfte Bezittingen van den Staat a, uitmaakte, en, naarmaate van derzelver „ uitgeftrektheid,zo veel,en meer,voordeelen aanbragt, dan eenige andere; „ waarin _ een zeer groot getal Ingezete„ nen, niet van één, maar van meest alle „ Gewesten,een gedeelte van hunbeftaan „ vonden, welke Millioenen gekost hadt „ om dezelve op te rigten en in ftand te a, houden, en, die, in haare tegenwoor„ dige gefleldheid, zonder verdere hulp„ middelen, gevaar liep van overrompeld „ en verdelgd te worden , ongetwyfeld „ verdiende een ernltig voorwerp te zyn „ van de zorg en aandagt der Bondgenoo„ ten. — Dat de middelen, beraamd en „ vastgefteld om die Volkplanting tegen „ den aanval der Boschnegers en Weg„ loopers , door het aanleggen van een „ Cordon van defenfie, voor het toekomen„ de in veiligheid te Hellen, van dien aart waren, dat 'er tyd, moeite en arbeid vereischt werd om dezelve werkllellig te maaken ; dat inmiddels het zenden „ van Krygsvolk noodig was, en hiertoe „ Geld behoefde,'tgeen noch de Direéleuren, noch de Éigenaars der reeds mer„ kelyk belaste Plantadien konden ver„ ftrekken, waarom zy vertrouwden dat Fa „ men  H VADERLANDSCHE I' „ men hier in gereedlyk zou bewilliboek. „ gen (*)." Het Oétroi, door de Algemeene Staaten voor deezen aan de Oost-Indifche Maatfchaptrof de^ Pye vFleendJ en te meermaalen verlengd, Qitt-lld.ten emde geloopen zynde, vernieuwden zy Maat ' het zelve,op den ouden voet, wederom voor fchapp-te den tyd van de twintig eerstvolgende Jaaveflengd. rcn (f). — Het Regt van Aübaine, volHet Regt gems 't welke de Vreemdelingen , die in Tain AU~ *?*ankryk fterven, aan den Koning vervietusfchen ^en5 was reeds met verfcheide NederlandFrank- jehe Gewesten afgefchaft, en werd, in ryk en Louwmaand deezes Jaars , tusfchen den Zeeland Konjng van Frankryk en de Staaten van tigd" e Z^tondi desgelyks vernietigd (J). Strenge De aanvang van dit Jaar ging vergezeld Winter, van eene koude, welke't zelve, met vollen regt, eene plaats doet krygen op de Lyst der harde Winters. Deeze overtrof, in graad van koude de in dit opzigt, altoos voorbeeldlyk opgehaalde Jaaren mdccix en mdccxl, De Zuider-zee lag digt, uit Overysjel en Friesland kwam men op fchaatzen en te voet, ja, met. paard en lleede, te Enkhuizen. Het Dryfys was in Texel zo zwaar en dik, als het de Oudfte Lieden niet geheugde gezien te hebben. Van Kykduin was in de Noordzee geen water te onderkennen, alles met fchot- (*) De Stukken, hier toe betrekkelijk, zyn byeen verzameld in de N. Nederl. Jaarb. 1776, bl. 486. 569. 602. 1373. 1379. (t) N. Nederl. Jaarb. 1776, b'. 1367. (i) N. Nederl. Jaarb. 1776, bi. 206.  HISTORIE. 85 fchotzen bedekt, en alle gemeenfchap met I. de Eilanden afgefneeden. Voor Vlisfingen boek. vertoonde zich het Ys als een Ys-zee, zo verre het oog reikte; van het eene Zeeuw- 1776. fche Eiland ging men over 't Ys op het andere. De dikte van het Ys, op 't Y, haalde zeventien duimen. — De armoede en 't gebrek, onder de fchamcle menigte, was verbaazend, en gaf den Landzaaten gelegenheid om hunne aangeboorene Miïddaadigheid, op eene uitfteekende wyze, te betoonen; in eenige Steden werden de Armverzorgers, van wegen de Regeering, geregtigd om buitengewoone Inzamelingen by de Ingezetenen te doen, ten onderftand der Behoeftigen, die Brandftoffe, Brood en Dekzel, derfden. Ruime en ryke Liefdegaven beantwoordden aan de hoop en verwagting der geenen die deezen Liefdearbeid op zich namen, en zy deelden de met vreugde ontvangene Penningen, met blydfchap, ten meesten nutte, en op de beste wyze, uit. En verdient het, ter eere der Geeveren, vermeld te worden, dat hunne Christlyke Liefde zich zo wyd uitbreidde, dat verfchil van Geloofsbegrippen, geen verfchil in hunne Liefdegaven maakte; die bekrompenheid van geest week voor de fterke aandoeningen der Menschlykheid ; de Liefde zegepraalde, op de meeste plaatzen, over den Gezindheids-yver (*), Eer (*) N. Nederl, Jaarb. 1776, bl. 157, eaz. Hed. Vad. Letter oeff. V. D. II. S. bl. 83. P3  86 VADERLAND SCHE I. Eer dit Jaar, met zulk eene felnypende boek. koude begonnen, en zo vol hachlyke uit, - ■ zigten in het Staatkundige, zyn en kring 1776. belloot, moesten deeze Gewesten, op w nieuw, een Waterwee bezuuren, 't geen, aood.terS' op veele plaatzen, dat des voorleden Jaars evenaarde, en op andere 't zelve overtrof. De Weste en Noord-weste Winden, met Regen-, Hagel-, en Donder-buijen gepaard , deeden op den twintigften en één-en -twintigften van Slachtmaand, de Zee tot eene bjrstere hoogte ftygen,Dyken en Dammen doorbreeken , veel Vees en Menfchen deerlyk omkomen , terwyl op Zee de fchade zeer groot was (*). De fchrik behoefde voor die des jongften Watervloeds niet te wyken,en de vrees ging, die toen de harten beklemde, te boven; veele Dyken waren, ten nauwen noode, herfteld , doch niet genoegzaam bezakt; alleWaterkeeringen,die veel geleden hadden , hadt men nog niet geheel kunnen vermaaken, en moesten , half voltooid, een geweld weeren, waartoe geheel voltooide nauwlyks byftand gerekend werden. Gods befchuttende Hand hielp de zwakke, doch onvermoeide poogingen der Ingezetenen , en keerde het naakend verderf. Geene (*• De Heer hering heeft hier van,even sSs vaa den Watervloed des voorgaanden Jaars, een Gedenk, boek nagelaaten. Ook vindt men een byzonder Verfl.'g.in de Nieuwe Nederl. Jaarboeken, tföf. bl. 1433. enz.  HISTORIE. 87 Geene Eeuw zag meer Gcnootfchappen j. oprigten dan de tegenwoordige. Ons Va- B 0 E K. derland deelde in die Geestdrift, en nam dit Jaar een Nieuw Genootfchap te Am- 1776. fierdam eenen aanvang, onder den naam 0prig. van Maatfchappy ter Bevordering van den t;ng van Landbouw. Het bepaald oogmerk dcrzeh-e de fatwas, om, 'sjaarlyks, ééne of meer Vraa- £j»PP» gen ter Beantwoordinge op te geeven, vorda. welke de Bevordering en Bloei van den ring van Landbouw, in onze Gewesten, ten on- den derwerp zouden hebben. De uitgeloofde belooning,op hetbestgekcurdeAntwoord, was een Gouden Eerpenning, ter waarde van vyftig Ducaaten, op den Stempel der Maatfchappye geflaagen, of dezelfde Som in Geld, benevens een Zilveren Penning, ter keuze van den Schryver. Welk een waardig voorwerp trok het oog der Stigteren van deeze Maatfchappye , die, in één Lichaam vereenigd, de handhaaving van den Landbouw, een der weezenlykfte en beftendigfte Takken van 's Lands Welvaard, op het kragtigst kunnen bevorderen ! Daar een aantal Perfoonen van aanzien, en Mannen van kunde in dit ftuk, de handen in een floegen, mogt men, op goeden grond, eene heilzaame uitwerking verwagten (*). De («) N, Nederl. Jaarb. 1776, bl. <58o. En Verkandelingen, uit gegeeven door de Maatfchappy ter Bevordering van den Landbouw , I. Deel. Voorreden.. F4  88 VADERLAND SC HE I- De Keizer van Marocco, met wien de soek. Staat, zints den Jaare mdcclii, in ■ Vrede leefde , hadt , in den Jaare 1-777• mdcclxxv , volgens zynen wispeltuuriDeOor-gen aart, denzelven verbrooken, en de log met Staat den Ingezetenen van dien VredeKeizer breulc aankundiging gedaan, met vrygeeyan Ma- v\nê om den Maroccaanfchen Vorst, en rocco. diens Onderdaanen , alle mogelyke afbreuk te doen; en toezegging van byzondere belooningen, tot aanmdeding van het Oof- logsvolk ter Zee (*). Schoon deeze Oorlogsverklaring niet zeer hachlyk noch gedugt fcheen , en by veelen werd aangemerkt als eene gunltige gelegenheid, om, gelyk in vroegeren tyde, zo Zeebevelhebberen als Matroozen, ter oefenfchoole te {trekken, in den Zeedienst , die , meer dan eenig ander gedeelte van de kunst des Oorlogs, daadlyke ondervinding vereischt, kon dezelve, nogthans, niet nalaaten eenige belemmering aan de Scheepvaard toe te brengen. De Verzekeringsprys Reeg, veele Kooplieden , voor de Roovers bedugt, verkoozen liever in Vreemde, dan Hollandfche Schepen, hunne Goederen te laaden. Etn uitzeilende Surinaamsch-vaarder, gevoerd door jochem meyer, ontmoette twee Fregatten, en, meenende dat het Jlgerynen waren , zette hy zyn Sloep uit, om zyn Pas te vertoonen; doch zy kwa- 0 N. Nederl. Jaarb. 1775. bl 20,  HISTORIE. 89 kwamen van Marocco, en ontdekten hun L Vyandlyken toeleg met aan boord des Su- boek; rinaamsch-vaarders te komen, bezit van 't . Schip te neemen, en 't zelve te Mogador 1777, op te brengen. Op 's Keizers last bedreeven de Maroccaanen twee dagen agter een openbaare Vreugde over deeze bemagtiging, Dan, de Engelfche Conful blount kreeg vryheid, om aan de Manfchap, beftaande uit twee-emdertig Man, en twaalf Soldaaten, eenige onderfteuning te doen, en den Schipper, benevens den Stuurman, ten zynen huize in te neemen (*). — De Keizer van Marocco hadt andermaal 't genoegen , dat zyne Zeeroovers twee Hollandfche Koopvaarders namen , en na de Reede van la Rache voerden, Twee Hollandfche Oorlogfchepen , onder de Bevelhebberen bedel en bentinck, naderden de Moorfche Rust. De Maroccaanfchs Admiraal zogt zyne Pryzen in veiligheid te brengen met op te laveeren, vermids de wind uit den Wal woei. Dan , een Hollandsen Fregat voor den wind ziende aankomen, bellooten de Moor en de twee genomene Schepen op Strand te zetten; de Scheepslieden werden in een Gevangenhuis gefmeeten, de Schepen floegen eerlang in Hukken , zo dat maar een klein gedeelte der laadinge den Maroccaanen in handen viel. Schoon het den Hollandfchen Scheepsbevelhebberen niet gelukte d.Qn (") N. Nederl. Jaarb. M76. bl. 1316, F B  90 VADERLANDSCHE I. den prooi aan den Vyand te ontzetten , boek. hadden zy de voldoening van hetMaroc■ — caanfcht Adrairaallchip , 't geen ook bo1777- vengemeiden Capitein meyek. genomen hadt, op Strand te jaagen, en daardoor te doen in ftukken ftooten. Nog een ander Maroccaansch Fregat onderging, daar het de Haven van Mamora zogt binnen te loopen, 't zelfde lot; en hier mede was het grootfte gedeelte van de Zeemagt des Keizers vernield (*). Vrede Dit §emis > gevoegd by de weinige voorniet hem deelen, in den verklaarden Oorlog behaald, gedoo- deedt zyne Moorfche Majefteit berouw kryten. gen van de Vredebreuk , en Happen tot den Vrede doen. Ten dien einde zondt hy niet alleen een Gezant, om den Bevelhebber onzer Oorlogfchepen, in de Baay van Gibraltar liggende, te begroeten, en een Brief van zynen wege ter hand te ftellen; maar ook kreeg de Conful van onzen Staat, te Cadix , eene Verklaaring van den Geheimfchryver diens Keizers , behelzende , dat deeze aan Capitein meyek het bevel over zyn Schip hadt weder gegeeven, en een aanbod, om de Hollandfchs Slaaven, zonder losgeld, vry te laaten. En 't lydt geen twyfel, of hy zal, dus vreêgezind , zyne Kaaperfchepen , ftaande het afwagten van antwoord, verboden hebben de Hollandfche Schepen vyandlyk te ontrusten. De Vrede werd den ne- («) N. Neder!. Jaarl: 1777, bl 15, 16.  HISTORIE. 91 negen-en-twintigften van Zomermaand, B mdcclxxvii, geflooten, en vyf-en-ze- boek* ventig Hollanders hadden hier by het ge- luk, om, door den Maroccaanfchen Kei- 1777. zer, zonder losprys , hunne vryheid te herkrygen. Men hadt verwagt, dat een Moorsch Afgezant, met een der Schepen, tegen de Maroccaanen beftemd, in Wynmaand binnen vallende, zou mede komen; doch die verwagting werd verydeld, en de Capitein j. h. van kinsbergen vervolgens gelast de Gefchenken aan zyne Moorfchc Majefteit te brengen, en den gemaakten Vrede te bevestigen (*). Met Roovers van eenen anderen ftem- Klagten pel, en die den onvoeglyken naam van j£« £e Bondgenooten droegen, kreegen onze Land- mende zaaten langs hoe meer te doen. De voort- Zeeroogezette Oorlog tusfchen Groot-Brittanje en verven de Volkplantingen van Noord- America AfA"'^ belemmerde onze Scheepvaard dermaate, * dat, deswegen , de Bewindhebberen der West-lndifche Compagnie, ter Kamer Amper dam, de klagten van verfcheide der aanzienlykfte Kooplieden dier Stad, op de West - Indien Handel dryvende , voor de Algemeene Staaten bragten, met verzoek om 't verwerven van de noodige befcher- mino-. Byzondere Zeehandelaar en leverden hunne bezwaaren in over het ontrusten der Scheepvaard en het aanhouden van Schepen, geladen met voorkennis en toe- (*) N. Nederl. Jaarb. 1777- bl. 1097. 1250. H15-  92 VADERLANDSCHE I. toeftemming der Admiraliteit, en beftemd Boek. na Plaatzen, den Staat toebehoorcnde, -* en geenzins na eenige Volkplantingen of 1776. Plaatzen in Noord- America. Billyk boezemden zy hunne bezwaaren uit, en fielden de verdere gevolgen, uit zulk eene handelwyze te dugten , in deezervoege, nadruklyk voor: „dat zy zich bezwaard „ voelden over de reeds meer dan te veel „ vermenigvuldigd wordende voorbeel„ den die voorhanden waren, dat Engel39 fche Oorlogfchepen en Commisfievaar,, ders deZeevaard en Koophandel deezer „ Landen, op de West-Indien, begonnen „ te ontrusten, en in het voeren van een „ vryen en geoorlofden Handel, op de „ eigene Volkplantingen van den Staat, „ te belemmeren. Dat men , ten dien „ einde, zich niet ontzag, om, ftxydiff „ met het Regt der Volken, en de Alge„ meene Vryheid, daar op gevestigd, en ,, zonder aanzien van dat ontzag,"5t geen „ de eene Mogenheid voor het Grondge,, bied van de andere verfchuldigd was „ de Havens van dit Gemeenebest, én die* „ van deszelfs Volkplantingen, bezet te ,-, houden. Dat men, niet te vrede met „ de vertooning der Zeebrieven en Pa„ pieren, zich, by aanhoudenheid, de „ onduldbaare vryheid aanmaatigde, om ,, de Schepen der Ingezetenen van deezen „ Staat te onderzoeken, en 't geen daar in „ van hunne gading was, feitlyk na zich „ te neemen, of, op zyn best, tot een » prys, dien men, de overmagt hebben- a de,  HISTORIE. 9$ l, de, willekeurig bepaalde, aanteflaan: I. w eene handelwyze, die, hoe zeer met een boek; ,, glimp van billykheid bekleed,egter,op „ zichzelven , ten hoogden onredelyk 1777. „ was,den Aflaader en diens Medehande„ laar, op een voor hun belang hoogst na„ deeligewyze, te leur ftelde. Dat reeds „ verfcheide Schepen, uit de Volkplan„ tingen van deezen Staat, of van andere „ West-Indifche Vastigheden komende,on„ der beuzelagtige voorwendzels, daad- lyk aangehouden , in de Havens van „ Engeland opgebragt, en de Eigenaars „ genoodzaakt waren, deswegens langwy„ lige en kostbaare Gedingen te voeren. , dat, hoe zeer, in een en ander „ geval, die Gedingen, de Vryverklaaring ,, der Scheepen ten gevolge gehad had„ den, daardoor, in geenen deele, wer- den goed gemaakt de kosten, welke men „ hadt moeten doen, door Vonnis derAd„ miraliteits-Hoven, doorgaans half en half , verklaard; om niet te zeggen, dat de „ Koopman geen Schavergoeding erlangde \, voor de verbaazende kosten, fchaden, ,, en intresfen-, door zodanig eene aanhou„ ding en opbrenging veroorzaakt; daar „ hy, in zyne oogmerken te leur gefteld, „ van eene geoorlofde beoogde winstver„ fiooken werd, gebeurde het, in tegen* „ deel, niet zelden > dat die kosten en fcha„ den, gevoegd by verflimmering en be„ derf van de Laading, voorden Koop„ man, of, zo hy Verzekerd was, voor „ den Verzekeraar, bezwaarender waren, }, dan  94 VADERLANDSCHE I. „ dan of hy volkomen fchade geleden boek. it hadt, en Schip en Laading prys verklaard ■ waren geworden. — Dat,hoe zeer tot 1777' ** nog toe die voorbeelden fchaarfcher wa„ ren, en men tot die verregaande uiter„ flens niet gekomen was, waar over men zich,in vroegeren tyde,beklaagde,'ér, „ nogthans genoegzaame grond van vree„ ze zich opdeedt,dat, gemerkt, naar allen fchyn, de Onlusten in America op „ verre na niet geëindigd waren, en het v „ zelfs niet onmogelyk was,dat,door an„ dere bykomende Toevallen, het Oorlogs„ vuur heviger zou kunnen opblaaken , „ men ook, van tyd tot tyd, meer vryheids ,, zou neemen, om, onder een voorgeeven van den geheimen Toevoer te beletA ten, de Vaard na nabuurige Volkplan„ tingen te fiooren. In welk geval het niet ,, mogelyk zou zyn op het oogenblik daar tegen te voorzien. Dat dit gevaar „ te. grooter was, naar maate men niet 3, alleen, van de eene zyde der Oorlogen?, de Partyen , diergelyk eene ondernee9i ming te dugten hadt; maar aan beide „ zydcn aan een dergelyk gevaar was blootgefleld ; en , daarenboven , nog „ deezen en geenen, van zulk eene verwarring zich bedienende,het waagden, „ onder voorwendzel van Commisfie, qf, ,^ zonder dezelve, de Koopvaardyichepen „ aan te randen, dezelve in onbekende „ Havens en Baaijen, een gedeelte dei* „ Laading te rooven, en vervolgens de „ Schipper een Somme Gelds tot losfing » van  HISTORIE. 9$ „ van Schip en Goed af te persfen, 't 1. „ geen reeds niet zonder voorbeeld was. boek.1 „ Om alle deeze dringende redenen 1 „ van thans werkend nadeel derKoophan-1777. „ dels en der Zeevaard, en vreeze voor verdere onheilen, verzogten de Koop„ lieden om het verkenen der noodige „ Convoijen,en het beltendig houden van „ een toereikend getal Oorlogfchcpen, op de Kusten van America, en het aanwen„ den van alle zodanige middelen ais de „ Algemeene Staaten noodig en gepast „ oordeelden om den Koophandel van „ deezen Staat voor allen overlast te be„ fchermen, en derzelver Ingezetenen te „ handhaaven by het Regt, 't geen hun, „ als Ingezetenen van een onaf hanglyk Gemeenebest,volgens Tractaaten,Wet„ ten , en het Regt der Volken , toe„ kwam (*)." Om dusdanige welgegronde klagten te Staat vaa voorkomen, hadt men zorge moeten draa- 'i Lands gen, tot het in ftand houden van 'sLands ZeemaSc« Zeeweezen, thans in een zo deertyk verval geraakt, dat de Vereenigde Gewesten, als 't ware , geen rang meer hadden onder de Zeemogenheden van Europa (*). De ont- ftaa- (*) N. Nederl. Jaarb. 177%. bl. 772. (t) Van (tuk tot Huk kan men dien vervallen Haat zien, in de Happarten der Refpe&ive Collegien ter Admiraliteiten deezer Landen , over hunne Verrigtingen , geduurende den Ooi hg met Engeland, en deszelfs Colot.icn, tot het Jaar 1781» Te Amfi. by J. Fei lem.  o6 VADERLANDSCHÈ fi ftaane Oorlog met den Keizer van Marocco > boek. hier boven aangeroerd.,hadt eenigzins lee— ven gefchonken aan het kwynend Lichaam *77h onzer Zeemagt: Men zag dezelve * met den aanvang des Jaars mdcclxxvii, een weinig vermeerderen , door het in dienst ftellen van eenige Fregatten entwee Oorlogfchepen (*) ; zo dat het getal der Schepen,werklyk in dienst,met het einde des Jaars, uit drie-en-twintig, meest Fregatten, bcftondt (f). — Ook deedt zyne Hoogheid eene benoeming van verfcheide Zee-Capiteinen, in de onderfcheide Admiraliteiten, en de Admiraliteit van Frieland eene belooning van vyf-en-twintig Guldens aan ieder bevaaren, en van tien Guldens aan ieder onbevaaren Man aanbieden, boven de Vragt en Reiskosten, als zy op een van 's Lands Schepen wilden dienen. Schaars- Schaarsheid van Zeevolk bewoog 's Lands lïe ofe Staaten êÉn Verbod af te kondigen tegen pi 1° ' het werven van Zeevaarenden in Vreemom de- denDienst^ en teffens eene kwytfchelding zelve te aan alle Matroozen , die 's Lands Dienst vermin- Verhaten , of zich, ftrydig met voorige «toen. Plakaaten, zo ten Oorloge, of ter Koopvaardye, en Visfcherye, by vreemden begeeven hadden, in gevalle zy, binnen den tyd van zes Maanden, zich weder aangaven om den Lande te dienen (§). 't Ge- (•) N. Neder!. Jaarb. 1777, & 276. (tl Zie de Lyst in de N. Nederl. jaarb; \777bl. 1006. * '•' (§j N. Nederl. Jaatb. 1777. bl. 638. 1427.  HISTORIE. 97 't Gebrek aan Manfchap ftremde het uit- ï. vaaren der vastgeftelde Convoijen , en boek. bragt te wege, dat een aantal Koopvaar- dyfchepen, den wil hebbende na Frankryk 1777. of Spanje , op toezegging van Geleide , Handelbinnen Texel en het VUe ingeloopen , in nadeden, hunne reize verhinderd bleeven , tot groot nadeel der Kooplieden, wier onaangenaame toeftand vermeerderde , doordien zy zich van de ryke winst,op welke zy vlamden, voor een tyd verftooken, en de Hollandfche Scheepvaard, thans zo blotiend, onbefchermd zagen. Te leeder viel dit, dewyl de Ingezetenen der nabuurige Oostenrykfche Nederlanden, de vrugten ziende, welke de Inwoonders der Vereenigde Gewesten plukten, daar door zich opgewekt vonden om een verloopen Handel en Scheepvaard weder in ftand te brengen. De tegenwoordige toeftand van zaaken bcgunftigde hunne inzigten ten fterkfte, en de Haven van Oostende werd veelvuldiger dan voorheen door Schepen van allerlei Volken bezogt, 't geen, by zommigen, kommer baarde, of niet misfehien Neérlands Handel weder derwaards'zou verhuizen. De Afgevaardigden van Holland en West- Aandrang Friesland hadden, in Lentemaand des ge- °P het melden Jaars, ter Algemeene Vergaderin- wkeJ^er ge voorgedraagt , „ de hooge nood- zS VADERLANDSCHE I: „ ken om de- reeds zo lang in overweebokk. ging geweest zynde Petitie van achttien „ April, mdcclxxIj tot aanbouw van 1777. Schepen ten Oorlog, tot befluit te brenw gen, en meer Schepen ten Oorlog toe te rusten ; en tellens verzogt, dat de 3, Gecommitteerden van de gezamenlyke w Collegien ter Admiraliteit, ten lpoedig„ Hen mogten worden befchreeven, om de Heeren haare Gedeputeerden, tot de „ zar.ken van de Zee, te dienen met hun„ ne aanmerkingen en raad, omtrent het „ doen eener meerdere Uitrustinge ter >s Zee, dan tot hier toe was vastgefteld, en het beraamen der noodige maatre,, gelen, om daar mede allen mogelyken ,, ipued te maaken." Hier toe werd bellooten, en teffens goedgevonden , „de Afgevaardigden der Gewesten , welke in y, de Petitie van achttien April, mdcclxxi, „ tot den aanbouw van Schepen nog niet „ hadden toegeftemd, of niet ten vollen, „ die tocftemming tei verzoeken by de ,, Heeren Staaten hunne Principaalen, en ,., deeze ten fpocdiglten te willen bewer„ ken, op dat eene Petitie, die reeds zo „ langen tyd in overweeging geweest was, „ eindelyk' eens ten belluit gebragt werd." Overysfel, Utrecht , Stad en Lande, gaven hunne tueliemmmg tot het uitrusten van zes Ourlogfchepen en zes Fregatten. Wanneer, in Bloeimaand, de Raad van Staate eene Petitie deedt tot het m Zee brengen, van- twintig Schepen, {temde Hat- lani  HISTORIE. r,y Jpad hier in gerecdlyk toe. Gelderland be- I willigde met eenige huivering, gelyk ook boek. Gyerysfcl en Stad en Lande. Zeeland, zeer — bezwaarlyk getrceden tot het bewilligen 1777. der Petitie van twaalf Schepen, wilde zich tot Antwoord op de nadere van twintig niet inlaaten, en verklaarde hier op onge? last te zyn. Het belluk was vier Schepen van zestig Stukken , zeven van vyftig Stukken, drie van veertig Stukken, drie van zes-en-dertig Stukken, en drie van twintig Stukken, te zamen voerende vyf duizend, twee honderd, en veertigMan9 uit te rusten (*). De Admiraliteit te Amflerdam hadt, by Zyne deeze verleevendiging haarer werkzaam- Hoogheden, zyne Doorlugtige Hoogheid uitgts- ge^Bef noodigd om derwaards te komen, tot het zoek af bezigtigen , zo van 's Lands Magazynen., by de als van de aldaar liggende Oorlogfchepcn. AdmiraK.Men maakte alles gereed om 'sLands Ad-^,,te._ miraal-Generaal te ontvangen; en gaf, den ^,H, zeven-en-twintigften van Herfstmaand, bepaald zynde tot dit ftaatlyk Bezoek, des kennis aan Burgemeestcren, wordende dezelve, benevens den Hoofd-Officier, en twee Secretarisfen van Burgemeestcren , tetfens, uit naam der Admiraliteits-Hee- .reiij ten Maaltyde genoodigd. Voor de Eerbewyzingcn, van Stadswegen den Stadhouder aangebooden, om de Burgers, by deeze Iutreede, in de wapenen te doen kw- {f) N. Nederl. Jaarb. 1778. M..811. , G a  ioo VADERLANDSCHE I. komen», hadt hy bedankt;dan,men vond* boek. goed, op 't verzoek der Admiraliteit, Hoogstdenzelven , by zyne aankomst en 1777. vertrek, telkens, met één-en-twintig Eerfchooten te begroeten, en een wagt van Krygsvolk, geleid door eenen Capitein, Luitenant, en Vaandrig, voor de Poort van het Groot Magazyn te plaatzen; en desgelyks de wagt aan de Muiderpoort , welke zyne Hoogheid zou binnen komen, te vergrooten. De dag brak aan, en het Mastbosch van Schepen, in de Laag liggende, vertoonde zich vol Vlaggen en Wimpels, 'sLands Zeeraad deedt de Admiraliteitsvlag ontrollen, en van een zyner Waterkasteelen waaijen. Niet min druk dan op het Ywas ■ het in de Meer, wervvaards eene ongelooflyke menigte der Ingezetenen zich begaf, om de aankomst zyner Hoogheid te verbeiden , die aan de gezegde Poort met llaande Trom ontvangen werd, terwyl het balderend Gefchut de aankomst aan alle de Ingezetenen bekend maakte. Aan den Ingang van het Groot Magazyn ontving men zyne Hoogheid met behoorelyke Krygseere, en leidde hem in de gewoone Vergaderkamer, waar hy,door den Voorzittenden Heer en andere Leden verwelkomt, en tot het neemen van een Ontbyt genoodigd werd, 't geen met veel pragts gereed itondt. De Hoofd - Officier en de regeerende Burgemeesters, door hunne Secretarisfen gehoor gevraagd hebbende, werden, daar zyne Hoogheid niet verkoos ftaat-  HISTORIE. ÏOI fiaatlyk gehoor tc geeven, van hem min- h zaam ontvangen, s Lands Magazyn, 'sBOBK. Lands Gefchut- en Timmerwerf, en de — Admirahteits-Lynbaanen, door den Ad- 1777: miraal-Generaal bezigtigd zynde , begaf hy zich, in een pragtig vervaardigde Sioep , benevens eenige Leden van den Zeeraad, Hoogstdeszelfs Gevolg, en den Vice - Admiraal hartsinck, na 's Lands Oorlogfchip Frederica Wilhèlmin^ Sophia, gevoerd door den Schout by nagt graave van byland, 'tgCCll Op Ka- meelen gebragt was, om hem de werking deezer kuniiige en noodige Uitvinding te doen zien. Dit Schip, als mede de OorÏogs-Fregatten, de Argo en de Jafon, lieten, op 't oogenblik dat de Admiraalslloep naderde, alle Vlaggen en Wimpels waaijen, en haalde men aan 't eerstgemelde, zo ras de Prins aan Boord kwam, de Admiraalsvlag op: de Argo groette met cenen-twintig Schooien; dit Fregat, als mede de Jajon, kreeg desgclyks een Bezoek, en keerde zyne Hoogheid door 's Lands Dok, voorby de onttaakelde Oorlogfchepen vaarende , na het Magazyn te rug, tot het neemen van een Maaltyd, in allen deele aan den rang van den Hoogen Gast, en den luister van 's Lands Zeeraad beantwoordende (*). Terwyl zyne Hoogheid het een en ander bezigtigde , beweezen de Koopvaardyfchepen , niet alleen met Vlag- C) N. Nederl. Jaarb. 1777. bl. 1102. O 3  ïos VADERLAND SC HE I. Vlaggen, maar ook met Schieten, hunne boek. blydlchap; de aan- en afzeilende Jagten, ■ Bocijers , en kleinder Vaartuigen, vcr- I77?'• meerderden de fraaiheid der vertooniuge. De woeling aan de Buitenkant was onbcfchryflyk; het 'Kermisfeest, 't geen duizenden van Vreemdelingen in de Stak lokte, vergrootte het aantal der ooggetuigen deczes onthaals van Amftch Zeeraad, waar over zyne Hoogheid de uitterfte voldoening betuigde, en de onbefchermd gelaatcne Zeevaard fcheen zich wat goeds van dit Bezoek te mogen belooven. Dit deel neemen van den Admiraal-Generaal in de verwakkerde werkzaamheid omtrent het Zeeweezen, baarde hoope op een verder en lang vrugtloo? gewenscht herftel. Zyne Weinig tyds te vooren hadt zyne HoogHoog- heid, nevens Hoogstdeszelfs Gemalinne heid be- en Vorstlyke Kinderen, Friesland en GroF°rtes- vingen bezogt, waar alles in gereedheid land. gebragt was, om dien Vorstlyken Stoet pragtig te ontvangen, en het vèrblyf zd aangenaam als mogelyk te maaken. Béhalven de gewoone Vreugdbetooningen van Vlaggen , Illuminatien en Eereboogen, onthaalde men in Friesland denzelven op twee Landeigcne Verrriaaken; het ryden om een Gouden Zweep, op welken de Wapens , zo van hunne Hoogheden als van Friesland, gefneeden waren ; en het zeilen om een Zilveren Vleugel met zyn Tuigje, Vlag en Wimpel, met het daar by behoorende , alles op het kostbaarst  , HISTOR3Ï. cs* baarst en eierïykst vervaardigd, met de- ÏJ Zelfde Wapens als de Zweep opgepronkt, ao ee. • By de Inhaüling te Leeuwaarden hack men Beeldfpraakige Vertooningen , van i~77een zeer oud gebruik, in zodanige gelegenheden. De Eendragt, vergezeld van de Vryheid, beftuurende, door derzelver invloed en gelukkig genot, de Vier Kwartieren van Friesland, Oostergo, Westergo, Zevenwouden en Steden , wier duurzaame Eensgezindheid gevestigd was op Standvastigheid cn Vrede, en wier heilzaam ■ raadllagen alle de uitwcrkzcls waren van Voorzigtigheid, werden , door negen Pcrfoonen, allen zeer kostbaar in oud Batay'sch Gewaad gedoscht, ryklyk met Goud én Zilver Galon vercierd, met vergulde Helmen en pragtige Pluimen op 't hoofd, zinryk vertoond. Op den weg na Groningen, was niet min Vaderlandsch, de begroeting van zes paar Kinderen, als Herders en Herderinnen gekleed , die , den grond met Roozebladen en Bloemen beitrooid hebbende, hunne Hoogheden met een Herderszang verwelkomden , en een Veldlied zongen, waar in elk zyn dagelyksch bedryi, op een Schild, 't welk zy in de hand hadden, vooritelde (*). Groningen , mede met een Bezoek der GmninVorstlyke Perfoonadien vereerd , Wilde Ben en Friesland niets toegeeven in ftaadyk ont- Drerthsvangen en pragtig onthaalen. De Eere- poor- (*) N. Nederl Jaarb- 1777. bl. 1133. G 4  104 VADERLANDSCHE I. poorten, door Burgemeesters en Raaden^* boek. door afgevaardigde Staaten van Stad en • Lande opgerigt, met Zinnebeelden enOp- 1777. fchriften vercierd, als mede de Illuminatien der openbaare Gebouwen en der Hui» zen, van byzondere Perfoonen , dongen om den voorrang. De Academie was tot een Dansfeest gefchikt, en daar eene Danszaal vervaardigd; terwyl, in de byzondere Gehoorzaalen, Tafels gereedftonden om het Hooge Gezelfchap te vergasten en te verfrisfen. De Heer jo- hannes amsing genoot de Eere, om, in tegenwoordigheid van dat Hooge Gezelfchap, in de Broederkerk, naa het houden eener gepaste Redenvoeringe, Over de nuttigheid der Wysbegeerte in 't Gemeenebest wel en gelukkig te befiuuren, naar de wyze der Guden, met de Kap, tot Meester der Vrye Kunften , en Leeraar der Wysbegeerte , bevorderd te worden, 't Landfchap Drenthe onthaalde desgelyks hunne Hoogheden (*). Zyne Eene der aanzienlyklie Heerlykheden iij Hoog- Gelderland, naar de Rivier Be'rkel of Borkooptd-^' Borkelo of Borkulo, geheeten, welke Tleeriyk-'cr 5 *n ouden tyde, eene eigene Ridd'erh&ABor-fchap hadt, en, behalven eenSteedje van èeie. dien naam, ook in zich begrypt Gezelaar, Geest er en , Eiber gen , Rekken en Ne de , werd , benevens die van Ligtenvoorde en de Havezate Marhuizen, door zyne Hoogheid, (*J N. Nederl. Jaarb. 177?. bl. 12Ö2-1224.  HISTORIE. 105 heid, in dit Jaar, aangekogt, voor zes- I. maal honderd duizend Guldens, van den boek. Vorst czak.tor.yski, Generaal van Podolien , Luitenant - Generaal des Ko- 1777. ningryks en Republiek van Poolen , en diens Gemalinne, Geboore Gravinne van Flemming. De overdragt gefchiedde, voor de Gerigten, onder welke deeze Heerlyke Goederen gelegen waren, aan de Ai'gezondenen van zyne Hoogheid, den Baron van der borch, Raad en Rekenmeester van Hoogstdeszelfs Domeinen, en den Griffier andreas ardesch, door den Heere dirk we strik, Koopman te Slmjlerdam, Gevolmagtigde van den Vorst en Vorftinne czartoryski. Gemelde iieeren aanvaardden, vervolgens, in naam van den Prins van oranje, het hoog, laag en middelbaar Regtsgebied dier Goederen , en namen den Amptenaaren den Eed van Getrouwheid af (*). Om den voordeeligen Handel, door on- Klagten ze Kooplieden, in de West - Indien, boven over den al op St. Eujlatius, gedreeven , te ftui-®^ ten, meende Engeland een gepast middel van Stm gevonden te hebben, in de klagten, over Eufiatu \ gedrag des Bevelhebbers van dat Ei-"', door land, als of hy de Inwoondcrs, met oog- J^f"* luiking der Regeeringe, toeliet, ongeopr- en* lofden Handel met de Noord-Americaanen te dryven. Het Voorzittend Lid van het (*) N. Nederl. Jaarb. 1777, bl 739- G 5  io5 VADERLANDSCHE I. het Engelsch Eiland St. Chri'stophei', de Heer doek. greaïhead, zondt den fhllandfchen Bevelhebber joannes de graaf,een ifffi Brief, den zeventienden van Wintermaand, des Jaar mdcclxxvi, gedagtekend, waar in hy, naa aanduiding van geen geloof te hebben willen liaan aan de loopende gerugten, dat de oude en natuurlyke Bondgenooten van Groot - Brittan je , de Onderdaanen van dat Ryk onderlteunden in hunne Wederfpannigheid tegen hun Moederland, uit naam van zyn Koningiykcn Meester, klaagt, uit de egtlte berigten, te weeten : „Dat niet alleen de Toe„ voer van alle iborten van Provifien en 3, Oorlogsbehoeften, genoegzaam dagelyks, en in 't openbaar, verzorgd worden, door de Inwoónderen van at. E:t„ flatius, aan de rebellcerende Onderdaanen van zyne Majefteit; maar zelfs, dat Schepen, Oorlogswyze uitgerust, van „ dat Eiland afgevaaren waren, met een „ uitdruklyk en eikcnd voorneemen , om „ te kruisfen op, en Prys te maaken van de Schepen en Eigendommen van zyne ,, vreedzaame en getrouwe Onderdaanen. }, —- Dat een Sloep, zodanig uitgerust, ,, en afgevaaren, onder zekere Vlag, ge„ naamd die van het Continental Congres, genoegzaam, onder het bereik en 'tGe„ ichtrt van St. Euflatius, zcerooverlyk, „ aangetast en genomen hadt , een Bri„ gantyn, een Engelsch Onderdaan toebé* ,, hoorende; welke Sloep,naa deeze daad van Zeeroovery, baarblyklyk begaan „ bin-  HISTORIE. 107 „ binnen het gezigt van het Hollandsen I. Fort, op de Reede van St. Evjlat.ius we- boek. derkeerde , met opgeheiste Vlaggen , en daar, by aanhoudenheid, genooten 1777, ", hadt alle tekenen van onderftand en be- fchermina.-. Dat een ander gewa- pend Schip, toebehoörehde' aan, en in " dienst van de Americaanfche Rebellen, ooenbaarwas aangekomen , en geankerd " op de Reede van'S?. Eujlatius, met een " opgehaalde Vlag, voor die der Rebellen „ bekend, en de Sterkte, Oranje-Fort ge. ' naamd, met dertien Schooten begroet" te,'t geen van ditFortwas beantwoord, ", met eene ftaatlykheid, vcrfchuldigd aan " de Vlaggen van Onaf hangJyke Souvc" raine Staaten: welk Schip"", naderhand,', vryheid kreeg, om in te neemen eene 11 Lading Buskruid, nevens andere Oorlogsbehoeftens en Vojrraad , tot ge„ brink van het Americaanfche Leger."_ — Vervolgens, de Americaanen algeichikterd hebbende als verbanne Rebellen en Zeeroovers, voegt hy 'er by ; „ Tot fchen, ding van alle openbaare Trouw en 'S Volks Eer, is het voor eene Holland', fche Volkplanting ovcrgebleeven om de \\ erkende Medeitanders^ van hunne Ver'3 raaderye, en de Bevorderaars van hunne Ze'erooveryen te zyn , en voor de „ Fortresfen van Hun Hoog Mogenden, „ om de eerfte openbaare Erkenners te , weezen van eene Vlag, tot hier toe on„ bekend ih de Lyst der Nationaale Vlag* p-Cn.?' Ten üot eischt hy eene ö voor-  ro3 VADERLANDS CHE I. voorbeeldlyke genoegdoening, „voorden boek. „ hoon aan zyner Majefteks Vlagge aan- „ gedaan, doof de Eere, aan dit van zy- 1777- »> ne rebelleerende Onderdaanen bewee„ zen, van het Fort Oranje, en vorderde „ daar benevens, dat de Bevelhebber zyn „ gezag zou gebruiken, om eene herhaa„ ling deezer verbreekinge van Trouw „ voor te komen , en teffens daadiyke „ middelen aanwenden, om volledig her„ llel te doen toekomen, aan hun, die, „ door de gepleegde Zeeroovery, gele„ den hadden, dat de Medejrenooten, de „ Deelhebbers en Aanmoedigers, in der daad, mogten uitgevonden, gevat, en, s, tot affchrik voor anderen, naar verdien„ ften gellraft worden." De Be- (Deeze Brief werd door den Heer veiheb- stanley, een Lid van zyns Majefteks Jtwotrd^^' e°*S Sollicheur-Generaal, aan deeze den .deveinebber van o/. Euflatius overg-ekiagttn. handigd; hy hadt, daar en boven, last om met denzelven breeder mondeiini- te handelen. Dan, het behaagde den lieer de graaf niet, zich in eenig onderzoek, wegens den inhoud van dien Brief, of van zyn gedrag, in eenig geval, in te laaten met deezen Gela>tigdcn; dewyl zulks p-efchikt fcheen om hem Rekcnichap afte vorderen in zyn eigen Bevelhebberfchap; waar toe niemand op aarde regt hadt dan zyne Heeren en Meesters. Een Brief in sintwoord was het eenige dat de Voorzitter greathead verwierf, waar in de Heer de graaf ontkent, „ dat de Re-  HISTORIE. 105» „ geering van St. Euflatius, op eeniger- L „ lei wyze, kennis hadt van de onverdee- boek. ,, digbaare handelingen, den Inwoonde — „ ren van dat Eiland ten laste gelegd; en 1777. „ omftandige bewyzen , op egte kennis„ neemingen gegrond, vordert, van dus„ danige onwettige handelingen, met de „ (lukken, in orde te neder gefield, en », met Getuigen bekragtigd, tegen de ,? flrafbaare Perfoonen, welke ontbraaken ,, in den gezonden Klaagbrief. *t Was ,, hem onmogelyk tegen iemand van het ,, Gemeen iets aan te vangen , op eene algemeene befchuldiging ; noch zyn ,, Last, noch de Wetten des Lands, gav ven hem vryheid iemand in Regten te „ vervolgen , zonder Aanklaager of Ge„ tuigen, ofte veroordeelen zonder Be„ wyzen. Bragt men deeze in 't midden, „ de Regeering zou alle mogelyke vol„ doening geeven. Deeze, hadt men, we,, gens het neemen van den Brigantyn , door een gewapende Sloep, niet te berj, de gebragt. Voorts was hy niet be- wust, in'eenig opzigt, de Traébateu „ gefchondcn , of, willens en weetens , „ den Koning eenigen hoon aangedaan te „ hebben, en , diensvolgens , tot geene „ vergoeding gehouden. Men moest niet „ vervvagten, dat hy, zonder uitdrukly- ken last der Hooge Magten, onder wel-» „ ken hy ftondt, het op zich zou nee-„ men, om een Handel en Vaard te bej, dwingen, aan welke hy verzekerd was, y> dat Hunne HoogMogenden niet zouden dul-  iio VADER LAND SC HE I. ,, dulden, daf eenige verhindering werdt boek. „ toegebragt, en dus eene Volkplanting „ onder zyn Beiiuur, en dat gedeelte van 1727• » het Handelbelang der Hollanderen, aan „ zyne zorge, door de lieeren Direetcu„ ren der West-Indifche Compagnie tuever- „ trouwd, te verongelyken. Belan- gendc het ontvangen en behandelen , door de Fortresfen van het Eiland, aan „ eenige Schepen, hoe genaamd,gedaan, vleide hy zich aan zyne Meesters, wanneer zy het vorderden , zodanig eene „ rekcnfchap te zullen kunnen geeven,als „ zou uitwyzen, in hoe verre de berig„ ten, aan den Voorzitter greathead „ gegeeven , egt waren, en op goede ,, gronden kleunden." Men Een tweede Brief, door gemelden Voormaakt zitter aan den Bevelhebber gefchreeven, Ztzwk was *n zagter bewoordingen vervat; hy een Twist verontfchuldigde zich eenigermaate van van Staat, eene opzettelyke betigting der Regeeringe van St. Euflatius, wegens derzelver aandeel in den ongeoorlofden Handel. Dan, geen uitzigt hebbende dat eenig nader vertoog een voordeel iger onthaal by den / Heer de graaf, die zich op zyne Hee- ren en Meesters beroepen hadt, zou ontmoeten, werd, zyns oordeels, de Twist eene zaak van Staat, die ter beflisling van den Koning zyn Meester en Hunne Hoog Mogenden llondt. ingevolge hier van , zondt de Heer greathead de bovengemelde Brieverf »an Lord o e o r g e g e rijiajn, met by-  HISTORIE. in gevoegde beëedigde Verklaaringen , raa- 1" kende den hoon, der Vlagge van zyne Ma- boek. jefteit aangedaan; doch kon geen beëedigd ' bewys opleveren, dat de Kaper een Ei- ^777' gendom was van Hollandfche Onderdaanen, noch wegens de eigenlyke natuur van den Toevoer, dagelyks van St. Euftatius na Noord- America gezonden. Schoon de zaak, eerst zo heftig opge- Yorkb vat, eenigzins fcheen te bekoelen , was kl^cdit dezelve overgenoeg om den Engelfchen Af- £edryf' gezant yorke, de Papieren,daar toe bt- 0p n. trekkelyk , by de Algemeene Staaten te EufiatU doen inleveren, vergezeld van een Ver-*"toog,'t geen, om den dreigenden inhoud, hier geheel verdient geplaatst te worden. „ Zedert den aanvang," dus liet hy zich hooren , ,, van den onnatuurlyken Op„ ftand, die in de Engelfche Volkplantingen „ van Noord- America, tegen de Wettige Regeeringsvorm van het Moederland i$ uitgeborlten,heeft de Ondergetekende, buitengewoon en volkomen Gemagtigde „ des Konings van Groot -Brittanje, roeer,, maaien gelegenheid gehad, zich by Uwe », Hoog Mogendfcn te vervoegen, in den »» naam van den Koning zyner* Meester, >, om dezelven, door alle beweegmiddcj, len van Volksbelang , van goede N&», buurfchap, van Vriendfclup, en, einr >5 delyk,ook van Verbonden, te noopen,. »j om den heimlykenHandel tusfchen der„ zeiver Onderdaanen , en de oproerige „ Americaanen, te ftuiten. Indien de „ maatregels, welke Uwe Hoog Mogeu- „ "den  iib VADER LAND SC HE E „ den hebben gelieven te neemen,van zo boek. „ veel uitwerkings,als hunne verzekering „ vriendhoudende geweest waren, zou de 1777. 5' Ondergetekende zich niet in de onaan„ genaame noodzaaklykheid bevinden, ,, om thans ter kennislè van Uwe Hoog „ Mogenden te brengen Gebeurtenisfen" „ van het ernftigst belang en uitzigt. — „ De Koning, Hoog Mogende Heercn, „ heeft, tot hier toe , met een geduld zonder voorbeeld, de onregelmaatige s, handelwyze van Derzelver Onderdaa„ nen verdraagen, in hunnen Handel, dien zy te St. Eufiatius, en van daar 'mAnie„ rica, dryven. Zyne Majefteit heeft „ zich fteeds gevleid, dat, niet tyd aan „ Uwe Hoog Mogenden te geeven, om eene handelwyze, zo onregelmaatig als „ onverdtcdigbaar, te onderzoeken, en „ dezelve te doorgronden, Dezelve de ,j noodige middelen zouden hebben aarige- wend om de misbruiken te beteugelen, „ hunne Onderdaanen binnen behoorely„ ke paaien te houden, en de Regten en „ Vriendfchap van Groot-Brittanje te doen „ ontzien. - De Klagfe, welke ik be„ vel heb thans aan Uwe Hoog Mogenden „ te doen , is gegrond op egte hier by- , „ gaande ftukken, in welken Uwe Hoog „ Mogenden, met verwondering, en, ik ,, moet gelooven, zelfs met misnoegen, „ zullen zien, dat, naa ecnen onbepaal„ den Koophandel aan de oproerige Ame„ ricaantn te St. Euftatius te hebben toer „ gekaan, Derzelver nieuwe bevelhebber « de.  HISTORIE. 113 % de gr.aaf,zyn pligt in zo verre heeft i ,, durven vergeeten, dat hy deVyandlyke boek. „ uitrustingen der Americaanen oogluikend "-" „ heeft aangezien; dat hy het neemen van 1777. „ een Engelsen Schip, door eenen Ameri- „ caanfehen Zeeroover, heeft toegelaaten, ,, byna onder hetGefchut van zyn Eiland; „ en, (om de kleinagting tegen de Engel- „ fchen, en alle andere Mogenheden van „ Europa, tot den hoogften trap te brem- „ gen,) dat hy de Vlag van het oproerig ,, America, door deFortresfe van zyn Ge- „ bied, met de gewoone Eergroete heeft doen beantwoorden. Alle de „ vriendlyke Vertoogen, welke het Voor„ zittend Lid der Regeeringe , van het nabuurig Eiland St. Christophel, omtrent „ deeze bekende voorvallen , gedaan „ heeft, zyn door den Heer de graaf „ op de onduidelykfte en aller onvoldoe,, nendlle wyze, beantwoord, weigeren„ de zelfs, zich in eenige Verklaaringen, „ hoe genaamd, in te laaten,met eenLid „ van 'sKonings Raad, op het Eiland St. „ Christophel, welke , ten dien einde , „ door gemelden Voorzitter, na St, Eu- fiatlus was afgevaardigd, Naa het mededeelen van de bygevoegde Stuk■ , ken , is my niets overig, dan 'er nog „ by te voegen, dat de Koning, die de„ zelve met geen mindere verwondering „ dan verontwaardiging geleezen heeft, „ my uitdruklyk gelast, van Uwe Hoog „ Mogenden te vorderen eene plegtige I. deel. H ?J Ont-  ii4 VADERLAND SC HE I. ,, Ontkennjng van de Eergroete, aan de boek.,, oproerige Vlag, door het Fort Oranje, —— ,, te St. Euftatius gedaan; de afdanking 1776. „ en onmiddelyke terugroeping van den „ Bevelhebber de graaf; en, daar en ,, boven, nog van wegen zyne Majefteit, „ te verklaaren, dat, zo lang deeze vol„ doening niet gegeeven is , men niet „ moet verwagten , dat zyne Majefteit ,, zich zal laaten zusfen met enkele verze„ keringen, of dat zy een oogenblik zal ,, vertraagen, de maatregels te neemen, „ die zy voor de belangen en de Waar„ digheid van de Kroon zal meenen goed „ te vinden." Hoe dit Men zaS' ffl dit Vertoog, de algemeehierwerdne Befchuldigingen van Ongeoorlofden opgeno- Handel, op nieuw,zonder voldingend bemen* wys , opgehaald , met misnoegen; dan, eene billyke verontwaardiging beving alle Onpartydigen , wegens de vreemde , en van allen regtmaatigen grond ontbloote Aanklagte, dat men eene daad, byna onder het bereik van 't Gefchut, en dus daar buiten gefchiedt, niet geweerd hadt; en moest deeze aandoening met regt aangroeijcn, door den onverdraaglyken toon, op welken de Ridder yorke eischte, dat een Bevelhebber, eer men behoorelyk kennis van de zaak kon neemen, terftond zou worden afgedankt en opontbooden, en de dreigende taal in 't ilot gevoerd. Dit Vertoog werd, naderhand, in Engeland zelve, aangemerkt als zo beledigend voor de Staaten deezer Gewesten;  HISTORIE. «5 dewyl zy 'cr als eene mindere en onderge- * I. fchikte Mogenheid in behandeld werden, boek. dat men het aanzag als eene aanleidende en eerfte oorzaak der Gevoeligheid van 1777. onzen Staat, tegen het Ryk van Groot-Brittanje. (*). Naa dat de Afgezondenen van Holland en Wen-Friesland, dit Stuk, met de Bylaagen, overgenomen hadden, om ze in de hunnen breeder mede te deelen, vonden de Algemeene Staaten goed, dat alles zou gefield worden in handen van de Heeren lynden tot zwaanenburg, en anderen , tot de Buitenlandfche Zaaken, gelast, om alles te onderzoeken en der Vergaderinge verllag te doen; als mede , dat men ze zou zenden aan den Reprefentant en Bewindhebberen van de West-Indifche Compagnie, ter voorzittende Kamer Amfterdam, om van hun, ten fpoedigfte, bcrigt te ontvangen, of, met de laatst ingekomene Brieven van St. Euflar tius ,iets te hunner kennisfe gekomen was, deeze voorvallen betreffende. 'tLeedt niet lang, of, ingevolge van Antdit alles , lieten de Algemeene Staaten woord den Koning een Antwoord toekomen, 't°p die geen, fchoon in manlyke taal opgefteld,kla£tenegtur blyk droeg van een taai geduld en groote toegeeflykheid. De Graaf van welderen leverde 't zelve in deeze be- G>) Univerf. Magaz. Vol. LXXVIII. p. 115- H 2  u6 VADERLANDSCHE I. bewoordingen over : Het is met het boek. „ diepst ontzag, dat de Ondergetekende, —— „ buitengewoon en volkomen Gemagtig1777' » de Afgezant van Hunne Hoog Mogen„ den, ingevolge der Bevelen, die hydes„ wegen heeft ontvangen, de Eer heeft, „ Uwe. Majefteit te vertoonen , dat het „ Vertoog, door zynen Afgezant overge„ geeven, Hun gevoelig heeft getroffen, en dat zy zich verpligt vinden te klaa„ gen over de verwytingen, daar in ver„ vat, even als of Hun Hoog Mogenden „ vermoed wierden van Uwe Majefteit te „ willen zusfen met vriendlyke verzekeringen, die door de daaden werden te,5 gengefprocken , als mede, over den „ dreigenden toon, welke in dit Vertoog „ heerscht,en welke aan Hunne Hoog Mo„ genden toefchynt te verre af te wyken „ van 't geen tusfchen Souveraine en On„ afhanglyke Mogenheden is aangenomen „ en moet plaats hebben, en vooral tus„ fchen Nabuuren , welken, zedert zo „ langen tyd, door de banden van goe„ de Overeenftemming, en onderlinge „ Vriendfchap, zyn veréénigd geweest. — „ Hunne Hoog Mogenden meenen , dat zy, in alle gelegenheden, en byzonder ,, ih deeze ongelukkige Beroertens van „ uwer Majefteks Volkplantingen in Amt~ rtca , omtrent 'Uwe Majefteit dat geen gedaan hebben, 't welk men van een' goeden Nabuur, en van eene vriendhou„ dende toegenegene Mogenheid, zou kun- ,, nea  II I S T O RIE. tl? „ nen verwagten.'— Hunne HoogMogen- I. „ den ftellen de Vriendfchap van Uwe Ma- boek. „ jefteit op den hoogden prys; zy wen- - fchen alles te doen wat in hun vermogen 177J\ is, zo veel de Eer en Waardigheid van ,, den Staat toelaaten,om dezelve meer en „ meer aan te kweeken; maar zy kunnen, „ ten zelfden tyde, niet verbergen de ge„ voelige aandoening, die dit Vertoog op „ hun gemaakt heeft. — Het is eenig„ lyk om Uwe Majefteit alle oplettenheid „ te betoonen, en, om te bewyzen, dat „ Hunne -Hoog Mogenden niets willen „ verzuimen't geen dienen kan, om, ge- voeglyk, de waarheid dier Gebeurtenis„ fen te onderzoeken, waar uit de klag„ ten zyn gefprooten, dat zy beflooten „ hebben, om dit onderzoek op de fpoe„ digfte wyze te doen, en daar van alle ,, langwyligheid en uitftellen af te fnyden. ,, Ten dien einde zyn Hunne Hoog Mo„ genden afgeweeken van de gewoone vorm, in diergelyke gevallen altyd ge„ bruiklyk , om van de Bediendens en „ Amptenaaren, in hunne Volkplantin„ gen, een fchriftlyk Berigt te vorderen; „ en zy hebben reeds hunne Bevelen afge„ vaardigd, dat de Bevelhebber van S(. „ Eufiatius, zonder uitftel, en met allen „ mogelyken fpoed, zou overkomen, om „ Hunne Hoog Mogenden de noodige be„ rigten te geeven van al 't geen op 't Ei„ land St. Eufiatius is voorgevallen, als „ mede, van alles, wat omtrent de AmeH 3 >> ri*  ti3 VADERLANDSCHE I. „ ricaanfehe Volkplantingen , en derzelver boek. „ Schepen, geduurende den tyd dat hy *—— „ bevel gevoerd heeft, tot zyne kennisfe 1777. „ is gekomen, en, om zyne handelwyze, „ daar omtrent, onder het oog van Hun- „ ne Hoog Mogenden te brengen. „ De Ondergetekende vindt zich gelast „ Uwe Majelteit berigt van dit Befluit te „ geeven, en tellens te verklaaren , dat „ Hunne Hoog Mogenden geene zwaarig„ heid maaken , van zeer uitdruklyk te „ ontkennen, alle daad of Eerbewyzing, „ welke, door hunneBediendens ofAmptenaaren, aan de Schepen van de Noord., Americaanfche Volkplantingen mogten „ zyn gegeeven, of, welke zy, in 't ver„ volg, mogten geeven,voor zo verre die „ daaden of Eerbewyzingen van natuur „ mogten zyn, om daar uit te befluiten, ,, dat men 't minst ter wereld de Onaf„ hangelykheid en 't Oppergezag van gemelde 'Volkplantingen erkende. —-— „ Nog heeft de Ondergetekende last Uwe „ Majefteit kennis te geeven, dat Hunne „ Hoog Mogenden,dien ovèreenkomftig, Bevelen hebben gezonden aan de Bevelhebbers, in hunne West-Indifche Volk„ plantingen, en hun, op nieuw , en op „ het allerfterkst, hebben gelast, om *„ derzelver Plakaaten en Bevelen, tegen den Uitvoer van Oorlogsbehoeftens, na de Americaanfche Volkplantingen, van „ Uwe Majefteit, op het ahernauwkeu„ rigst in agt te neemen, en die Bevelen „ met  HISTORIE. 119 „ met de allermogelykfte ftriktheid te | ,, doen uitvoeren." boek. Zyne Groot - Brhtannifche Majefteit nam =ss genoegen in dit Antwoord, zag met blyd- 177"fchap zyne verwagting vervuld in het op- Enge name, was, welverre van verbeterd, eer 1777. verilimmerd. De ontruscende Invallen des venvarBinnenlandfchen Vyands , onderfteund de ftaat door Wegioopers, hielden aan, en ver- der Zaadelgden veele kostbaare Plantadien ; een j^".^ fchraale Oogst, en de laage prys der Goe- mgt ' deren, ftelden de Planters buiten ftaat tot het betaalen der Renten , van de opge- « fchoote Geldfommen; hier uit fproot mistrouwen en vervolging der Schuldenaaren , door de Schuldeifchers; en eene toeneemende beflommering des eerstgenoemden, door de fchade van de Herwisfel; zy von.den zich in eene volflaagene onmogelykheid, om de Lasten, in bloeijende tyden bepaald, en thans niet verminderd, ja vermeerderd , te draagen, De hoop op herftel, in deezen ongunftigen ftaat der Volkplantingen, kon alleen gevestigd worden op de wyze voorziening der Regeerderen, zo in Suriname zelve, als in het Vaderland, die, door hunnen invloed, eenige der opgenoemde drukkende rampen konden wegneemen, of althans verligten. Dan, ongelukkig werd dit fteunzel weggenomen door de oneenigheden, tusfchen de Regeerders in de Volkplanting zelve, die wel voor lange plaats gegreepen hadden; doch, op een tyd dat ze van de nadeeligfte ge- vol- 0) N. Nederl. Jaarb. 1777, bl, 666. 13  i34 VADERLANDSCHE I. volgen waren, vermeerderden. Men was boek. op middelen van herftel bedagt; maar ge- brek aan beleid en eensgezindheid deedt 1777. ze vrugtloos worden. Het Verzoek van den Hovè van Politie tot eene vereenigde Vergader: g met den H v. van Civile Juflitie, werd hgewilligd; doch, het laatstgemelde Hof, het afzonderlyk tot onderzoek leezen van zeker Gefchrift, vóór het inleveren , den Gouverneur geweigerd hebbende, belette deeze dc leczing; 't welk die tot heil beftemde Vergadering vrugtloos deedt fcheiden, 't geen gelegenheid gaf tot veel twist en veelvuldige klagten, aan Kunne Hoog Mogenden overgeleverd , door het Hof van Civile Juftitie, met een daar by gevoegd Vertoog , behelzende de voorhagen tot herftel, welke 't zelve voorneemens geweest was te doen, indien deeze zamengevoegde Vergadering niet ware geftremd geworden. Deeze Klagten, en dit Vertoog, aan Hunne Hoog Mogenden gezonden, werden in handen gefteld der Directeuren van de Surinaamfcne S-,cicteit, om Hunne Hoog Mogenden te dienen van berigt, 't geen alzins ten voordcele des Gouverneurs fprak, gelyk ook het Befluit der Algemeene Staaten, op deeze Klagten, in Sprokkelmaand des Jaars mdccl xxv 11 uitge- bragt (*)- Aan het voltrekken des gemaakten Plans, om, door een Cordon, de («) N. NeJert. JaaYi. 1777. bl. 828.  HISTORIE. i35 de Volkplantingen te beveiligen tegen de f. Bosch-negers en Wegloopers , was niet boek. voldaan, en hadden de Algemeene Staa ten daar over hun uiterst misnoegen be-1777. toond, met herhaald bevel om dat Cordon, zo fpoedig mogelyk, te trekken, en niet langer aan byzondere oogmerken en eigenbelangen , de weezenlyke belangen der Volkplantingen op te offeren (*). Zy verontfchuldigden zich deswegen, en betuigden , op het plegtigst, door deeze haatlyke oorzaaken, hun aangetygd, niet bewoogen te zyn tot agterlykheid in hunnen pligt ; doch dat de onmogelykheid, om het behoorelyk uit te voeren, de hinderpaal was. Zy namen dit ftuk ook met meer yvers ter harte; zo dat de Algemeene Staaten een Plan van dit Cordon, uit Suriname , in Slachtmaand des Jaars md cc lx xvii, ontvingen (f). Holland en Zeeland namen dit Plan over, en gaven 't zelve ter onderzoek aan de Afgevaardigden tot de Zaaken der WestIndifche Compagnie. Inmiddels vervoegden zich, met den aanvang des Jaars mocclxxvii, eenige Eigenaars van Plantadien , in Suriname, nevens de Beftuurders van Geld-opneemingen, en Houders van Bezwaaren , op de Plantadien , als mede zy, die Obligatien, tot die Geldopneemingen behoorende, bezaten,en de Han- («) N. Nederl. Jaarl. 1776. bl. 1379, enz. (f^ N. Nederl. Jaarb. i777-bl HZ°I 4  136 VADERLAND SC HE I. Handelaars, op deeze gewigtige Volkplanboek. ting, hy de Beftuurders derzelve, met een — breedfpraakig Verzoekfchrift, vertoonen- 1777, de het hachlyk gevaar, aan 't welk Suriname was en bleef blootgelleld, meteen volflaagene Overmeestering gedreigd wordende , in gevalle het Krygsvolk daar uit te rug ontbooden , en 't zelve niet vermeerderd en verfterkt wierd. Schoon zy het goede oogmerk en den yverpreezen, der geenen, die, in Suriname, het Plan van een Cordon gevormd,en 'tzelve Hun Hoog Mogenden ter hand gefield hadden, hielden zy de volvoering daar van onmogelyk, of, zo 'er al eenige mogelykheid toe ware , tot het voorgeflelde oogmerk ongefchikt en ondienftig, en met onoverkomelyke zwaarigheden omzet. De zwampen en moerasfen, door welke het zelve . zou moeten getrokken worden , bragten onbegrootbaare kosten te wege; het onderhoud, zou, uit aanmerking der Landsgefteltenisfe, en de Schadens, in den Regentyd toegebragt , niet minder dan de aanleg beloopen , en al het benoodigde by zulk een Cordon, ten dienlte der Krygslieden , baarde eene uitgave, tot welke de Penningen niet zouden kunnen gevonden worden, by eene Vlokplanting, reeds met zulke zwaare Lasten,in een on- gunltige omltandigheid, bezwaard. Een Cordon, van die uitgeflrektheid als men zich voorftelde , kon, door het tegenwoordig daar zynde Krygsvolk , niet bezet worden; tien duizend Man zou'er ten  HISTORIE. 137 if.cn minften toe noodig zyn, en , wilde I. men deeze Manfchap niet opofferen aan de boek, ongemakken en krankheden in een zwam- —— pig en moerasfig land, dan zou dezelve, 1777, van tyd tot tyd, door versch Volk moeten afgewisfeld worden. — Met een minder aantal zouden de posten te verre van elkander verwyderd, en dus ter bereiking van het oogmerk niet gefchikt wcezen. — Ja, eens gefteld dat het Cordon getrokken, wel bezet, en dus een fchutzel was, om de Plantadien , daar in begreepen , voor den ftroopenden inval der Boschnegeren te dekken, dan nog zouden deezen in 't gerust bezit hunner Schuilplaatzen gelaaten , en hun gelegenheid gegeeven worden om zich te herftellen, te vermenigvuldigen , en nieuwe Kostgrondcn en Verblyfplaatzen aan te leggen , en zich verder uit te breiden, 't geen, door het van tyd tot tyd verfterken der Krygsmagt, en het geduurig in werkzaamheid houden van dezelve, kragtdaadig kon voorkomen, en de Volkplanting van dit anders verderf dreigend leed ontheeven worden. Het opontbod der Krygsknegten, die de Vyandlyke Bosch-negers alleen in bedwang hielden, en de zogenaamde Bevredigde Negers in ontzag, zou den geheelen ondergang onvermydelyk naa zich flecpen. — Zy verzogtenyderhalven, dat deezen,niet alleen, naa den eerften van Oogstmaand, tot derzelver vertrek beftemd, tot kennelyk wederzeggens toe , mogten blyven, I 5 maar  f i38 VADERLAND SC HE I. maar ook de noodige verfterking ontvanboek. gen (*). , Dit Verzoekfchrift, werd, volgens be- l777. geerte, door Directeuren aan de Algemeene. Staaten ingeleverd, begeleid van ecnen Brieve, waar in zy de verlenging des verblyfs van 't Krygsvolk in dat Land in ernftige overweeging gaven. »iems. De Gouverneur-Generaal van Neetiands dyk, Mie, wegens den Staat der Vereenigde Gouver- Nederlanden, en derzelver bevoorregte HeraaP6" Oost"Maatfchappye , jeremi as van^r.VAN riemsdyk, overleedt, den derlandi In- den van Wynmaand , deezes Jaars , en die, werd, met eene Vorstlyke pragt, den zefterfr> venden, ter Aarde belteld , en in deeze aanzienlyke Waardigheid , by voorraad, opgevolgd, door den Heer reinier de klerk (f). Met den acht-en-twintigften van Slachtw'y" op maand liep de vyfjaarige dienst van den nieuw tot Raadpenlionaris Mr. pieter van raad" bleiswyk, ten einde; hy lag , onder P.enflona" veelvuldige dankbetuigingen, aan Hunile ftekTge~Edele Groot Mogenden, en aan zyne Hoogheid, wien hy, voor veele Perfonecle Gunstkwyzen, ten hoogllen verpligt was, deeze aanzienlyke Post neder, met yolkomene onderwerping aan het belluit, 't ■> Zonder eenige uitzonderinge , hebben >, bezwooren (*), uitdruklyk vordert, „ dat 'er voor de Vaceerende Commisfien, ■>■> door de Ridderfchap van elk Kwartier, » en door elke Stad, eene Nominatie van „ vier (*) Het Formulier van dien Eed is te vinden in Jonkheer ]. d. van dercapellen, Regent, bl. 35 En het Reglement volgens welke de Regeering van Ovcrys/el, in het toekomende zal worden beleid, ald. bl. 33.  I4a VADERLANDSCHE I „ vier Perfoonen, aan zyne Doorlugtige boek. „ Hoogheid,den Heere Prins ErfftadhouJ5 der, worde aangeboden, om uit dezel- 1777- » ve? en wel voor eenen' by dit ReSlc~ „ ment bepaalden tyd , of ook wel, als „ Hoogstgemelde zyne Hoogheid dit zal „ goedvinden, buiten dezelve, eenen ter , vervullinge daar van te verkiezen. „ Ik heb zyn Hoog VVelgeboorene Ge- lirengen ook tevens verzogt, de Rid- derfchap des Kwartiers van Salland, " waar onder ik behoore , ten deezen „ einde te willen vergaderen; doch, dee„ ze zwaarigheid maakende om aan dit „ myn zo billyk en rechtmaatig verzoek te voldoen, zo zie ik my genoodzaakt, „ de geheele zaak, mits deezen, ter ken, nisfe van Uw Edel Mogenden te bren* gen. Ik ben niet onbewust, Edele MoZ gende HeerenJ dat dit Artykel des ge- zegden Reglements eenige jaaren in on- bruik is geweest; als ook dat een au', der , naamlyk , 't geen met duidlyke , woorden verbiedt, Dat in geen Verga- deringen van Riddtrfchap zullen mogen *\ comparceren , ook in geene Fun&ie van Magiflraaten der Steden zullen mogen ' wor%n geadmitteerd, eenige Perfoonen, Edele of Onedele, die aan de Land*, fchap , in eenige deelen of pointen , ter zaake van Ontvang of Adminijlratie van „ eenige Penningen, direct of indii ecl, comp- v tabel of'redivabel, zyn, dat, zeg „ ik, dit Artykel, meer dan eens, ook „ nog onlangs, by de aanftelling van my- „ nen  HISTORIE. *43 nen Neeve , den Heer van itter- I. „ suMj Rentmeester van Sipculo en Al- boek. „ bergen, tot Burgemeester van Kampen, . „ is ter zyde gefield. Doch ik zou 1777. ,, aan het doorzigt van deeze Vergadering te kort doen, indien ik Hoogstdezelve ,, bcflondt te verveelen met een uitvoerig „ betoog, dat niet de Misbruiken, al wa,, ren zy zelfs eenigzins ingeworteld, of ook met den naame van Dispenfaticn „ vernist; neen, maar de eeuwigblyvende ,, Letter der Wet, het Rigtfnoer van ons „ gedrag zyn, — dat het weezenlyk oü- derfcheid tusfchen Grond-Witten en Ge„ mcene Wetten , hier in beflaat, dat de „ eerlle uit haaren aart onveranderlyk „ zyn,en in geene gevallen,hoe genaamd,, „ eenige uitzonderingen , of opfchortin„ gen, dulden, — dat, inzonderheid,het „ niet naakomen dier Grond' Wetten, welke ?, de lyn trekken tusfchen het Staats- en „ Stadhouderlyk Gezag, en op welke alleen „ de Vryheid en Veiligheid der Natie rus„ ten, de akeligfle'gevolgen, moet, en, „ zo men daar in voortgaat, zal, naa ,, zich lleepen, alles 't onderfle boven „ keeren, en het Volk onfeilbaar van „ deeze Regeering vervreemden, door onder 't zelve eenen argwaan te verwek„ ken, als hadt men eenen toeleg om on- bepaald en naar ■willekeur te regceren. — „ Om nu niet te zeggen, dat wy, in de Provincie , elkanders omftandigheden „ van naby kennende, best gefchïkt zvn „ om den Heere Erffladhouder in hél „ doen  t44 VADERLAND SC HE I. „ doen der gevoeglyfte keuze Voor tè boek. „ lichten. . n 't Is Waar, Edele Mogende Heeren! 1777; „ zommigen geeven voor dat dit maaken ' ' der Nominatief eene niets betekenende J' Ceremonie is: 't zy zo:*doch, wy hebben , in de tegenwoordigheid van " een Alweetend god, wien het zeker ', niet onverfchillig kan zyn, ten Getui' gen geroepen te worden , over eene Verbintenis, die wy niet zouden den" ken te volbrengen, deeze niets beteke* ntnde Ceremonie bezwoeren; en hier " door alleen wordt dezelve reeds eene - zaake van het hoogde gewigt; behal" ven, dat het verwaarloozen, eerst, van ", de geringlle pointen van eenige Grond'! wet, vervolgens , al de overige in *t zelfde gevaar brengt; terwyl, aan den ** anderen kant, het Itreng onderhouden, l zelf van beuzelagtige kleinigheden, in ' 't Staatkundige, zo wel als in het , Krygsweezen , zyne nuttigheid heeft, 'ƒ al was het maar enkel om fteeds tot " eene heilzaame herinnering te Ibrekken. " dat, in dit Vrygevogten Land, niet naar Goeddunken; doch naar het rigtfnoer van heilige onfehendbaare Grondwetten 'l geregeerd wordt, 't Is aan dit ongeM voelig voortkruipend veronagtzaamen ■ s, dier Inftellingen; door welker mid„ del men de-gepaste verdeeling en bepaa„ ling der Magt, in de Burger-maatfchapH py, voor altoos dagt en fcheen verze. kerd , en op eenen onwrikbaaren voet  HISTORIE. 145 ?) gevestigd te hebben, dat men het ver- L val en de onbeftendigheid van zo veele boek. 9t vrye Regeeringen te wyten heeft. Om *< „ dit een en ander, zo ver myne zwakke 1777* „ poogingen kunnen ftrekken, in de onze „ te voorkomen, neeme ik de vryheid, het bovengezegde, waar mede ik noodig oordeelde Uwer Edel Mogenden „ aandagt een oogenblik te moeten bezig „ houden, Uw Edel Mogenden in dit „ Schrift aan te bieden , met verzoek, „ van het, in gevalle Uw Edel Mogen„ den andere begrippen dan ik, zo over den aart zelve van onze verpligtingen, als over de bekwaamfte wyze om daar aan te voldoen , mogten voeden, als „ dan in de Notulen deezer Provincie te willen infereeren en geinfereerd te laaten „ blyven, om, ten allen tyde , tot myne openlyke decharge, by het tegenwoordig „ en toekomend Geilacht, te kunnen die„ nen (*)/' De Ridder, die geen den geringflert inbreuk op de bezwoorne Regten kon dulden , welker minfte by hem zo zwaar woog als het meeste, en door zyn voorbeeld het getal der Onaf hanglyke Staatsleden zogt te vergrooten, hadt by eenen Brieve, dit Stuk, alleen met de noodige woordveranderingen en aflaating van het Hot, alvoorens hy 't Zelve ter Vergader ring (*) Jonkheer van der capellen, Regent, bl. 25. I. deel, K  i *6 VADERLAND SC HE I. ring van Ridderfchap en Steden inleverde , boe ic. zyne Hoogheid onder 'toog laaten komen; doch was met geen antwoord daar op ver- 1777. eerd. Het vondt ook geen gunftig gehoor ter Vergaderinge, en, wanneer de Commisfien , overeenkomftig met de opgave van zyne Hoogheid, werden begeeven , zonder eenigzins agt te flaan op zyn Vertoog, behieldt hy aan zich zyne aantekeninge tegen alle deeze aanftellingen, in zo verre zy niet gedaan waren naar het vooxfchrift van het Regeerings-reglement (*). Men marde met het belluit omtrent het voorftel in 't flot des Vertoogs , en liet hem in 't onzekere tot den dag voor het Icheiden der Vergaderinge, of 't zelve in de Staatsfchriften zou ingevoegd worden, dan niet. Hem zweefde de moedlooze, en <;p zyn toeftand wel paslende taal, die men by salusxius aantreft, voor de gedagten.,, Vergeeffche poogingen te doen, en, door zich af te flooven,niets anders dan Haat te gewinnen, is het toppunt van Uitzinnigheid (f);" dan,deeze hoogstunvoegelyke behandeling deedt zyn yvervuur op 't fterkst ontbranden, en, lag hem, by het inleveren van een nader Vertoog, op het inlyven des voorgaanden aandringende, " (") Jonkheer van der capellen, Regent , M. 30 en 32. ft Dit betuigt hy zelve in zyne Voorreden, voor de VerzatneUiig van Stukken geplaatst. De woorden van SALusiiüs zyn Fiuflra niti, neque altudJ'e faiign d', ntft odium quaret e, extreme dementie* *ft. Bell. Jugurth. C. 3-  HISTORIE. de, een Aanfpraak in den mond, die tot I» onderfteuning daar van diende ; waar in u o E K. hy klaagde , „ zich grievend getroffen te ——— voelen, door de vreemde, ongehoor-1?77* „ de, en harde behandelinge, die hy tel- kens moest ondergaan;" en zyne MedeRegenten onder 't ooge brengt hoe onver* antwoordelyk zy gehandeld hadden met zyn Advis, in de zaak der Schotfche Brigade, uk byzondere Confideratien, en, om reden , Hun Ed. Mog. daar toe moverende; en om de onv .egzaame Expresfitn , welke daar in gevonden worden , naa dat het , zonder iemands wederfpraak, van den eenen Landdag tot den anderen, openlyk in de Notulen hadt geflaan, met zo veel veragting als mogelyk , daar uit te werpen, en hem fchandelyk ten toon te ftellen, als Regent te hoonen, zyne Naagedagtenis, ware het mooglyk, door een geheimzinnig Befluit, waar in geen redenen gegeeven, geen onvoegzaams uitdrukkingen aang-eweezen worden, te brandmerken.— Thans maakte men zvvaarigheid hem iets toe te ftaan, waar toe elk Lid der Regeeringe bevoegd was, en een der weezenlykfte en noodigfte deelen hunner Bediening uitmaakte. Het regt en de magt om een Schriftlyk Voorftel te doen, en 't zelve in de Aantekeningen te doen inlyven, op dat het een punt van overweeginge mogt worden , of tot zyne verantwoording by het tegenwoordig en toekomend Gedacht ftrekken , wem hem tot heden afgefneeden, zyn gedaan Verzoek om uitK a flag,  148 VADERLAND SCHE I. flag , voor Bekendmaaking aangenomen; boek. en nu verwees men hem tot het Reces. ■ Geen wonder, dat hy, onder andere, op 1777. dit alles betuigde : Wat toch kan U „ Edel Mog. beweegen om my fteeds tot „ eene uitzondering van den algemeenen regel te maaken ? Waar mede toch, kan „ Ik, en juist Ik alleen, allen eisch op „ die toegeevenheid en heuschheid, die de Leden van eene zelfde Regeering ,, zich onderling fchuldig zyn, verbeurd „ hebben? Zien UEdel Mog., zietgyHecren van deRidderfchap niet, ,, dat alle onze Voorregten, alle onze Bezittingen, alles wat ons dierbaar is,onzeker worden , en op losfe fchrocven komen te liaan, zo wanneer het groot„ fle voorregt, dat ooit in een Burger,, maatfchappy kan genooten worden, het „ regt, naamlyk, van, uit kragt der ge„ boorte , tot de Regeering geroepen te ,, zyn, niet meer heilig is?" Gapellen verzoekt hun de gunst om hem het onbetaamelyke te toonen, en verklaart , gereed te weezen , om dan alle fchuldige voldoening te geeven. „Maar," vervolgt hy, „zo niet, zo in dit Stuk ,; niets gevonden wordt, dan eene pligtlyke, eene hoognoodige, eene gepaste „ pooging, om ons Staatsgeflel te behou„ den, en, zo lang doenlyk, te verhin„ deren , dat het niet nederllorte over „ dezelfde zyde , naa welke meest alle „ Regeeringen van dit ons wel eer zo vry „ Werelddeel zo onwederflaanbaar over- „ hel-  HISTORIE. 149 „ hellen, zo reclameere ik het Regt dat de \m „ Leden deezer Vergaderinge toekomt, boek. en zonder eene onbelemmerde uitoefe- ning van 't welke wy niets anders zou-1777, „ den zyn dan veragdyke Leden van „ eenen fpraakloozen Raad , volkomen „ gelyk aan dien van 't flaaffche Rome, „ ten tyde der Keizeren. Dat, in „ een Vrye Republiek, de Gemoederen en de ,, Tongen behooren vry te zyn , was eene „ Waarfpreuk, die, en ziet! zo veel ver„ mag de kragt der Waarheid, zelfs het „ Ondier tiberiüs, ter keele uit- „ vloog; en, zou my dan, ineen ,, Land, 't welk met dien fchoonen naam praalt, belet worden, voor te Hellen, „ 't geene ik oordeele ten welzyn des Ge- meenebest te (trekken." Op deeze Vryheid- en Regt-ademende taal volgde een Belluit, om het Stuk, waar over zo veel te doen geweest was, in de StaatsAantekeningen in te lyven (*). Wat tot den Handel, Scheepvaard, en De HanHandwerken, betrekking heeft, is voor^51.op, de Vereenigde Gewesten van aanbelang, en ^ndvm verdient,in de befchouwing van derzelver een geLotgevallen , eene plaats. De Handel op voeügen Duitschland behoort tot de gewigtige Han- *ja§. se" deltakken van dit Gemeenebest, en,hadt, reig langen tyd, aanzienlyke voordeden toegebragt;doch than6 rees 'er een verfchil tusfchen (*) Jonkheer van der capellen, Regent, bl. 37- 45.  igo VADERLANDSCHE I, fchen de Keurvorftendommen van Mentz doek, en Trier , van den eenen, en de Stad Keu——- len, van den anderen kant, het verhin1777" derde de Scheepvaard op den Rhyn te eenemaal, 't geen den Koophandel van Holland met een zeer nadeeligen invloed dreigde. De Stad Keulen, naamlyk, hadt zich, van tyd tot tyd,de ganfche Scheepvaard op den Rhyn aangemaatigd; niet alleen zondt zy haare Vaartuigen na beneden , met de Goederen van den OpperRhyn afkomende, maar voerde ook, wederkeerende, de Hollandfche Koopwaaren tot Mentz, Trier, en verder op. Dan, die beide Keurvorilen, geneegen den vryen Handel, over 't algemeen,en dien hunner Onderdaanen , in *t byzonder, te handhaaven, verbooden de Keulfshe Schepen , de vaard door hunne Staaten , de Overtreeders van dat Verbod aanhoudende; dit hadt ten gevolge dat ook alle hunne Vaartuigen, die beneden Bonn kwamen, een dergelyk lot ondergingen; terwyl dit ft.uk hing, ftondt de Handel op de Palts, de Elfas , Lotharingen , en Zwitferland , geheel ftil; doch de Vaderlandlievende yver der Keurvorstlyke Hoven gaf'er binnen kort weder den loop aan, en het gevreesde nadeel voor deeze Gewesten verdween. De Wal- 's Lands Vaders hadden, in den Jaare visch- mdcclxxvi, ter gelegenheid dat een bevoor- &eemch Gewapend Galjootfchip twee Holdeeld, landfche Straat-dayidsvaarders, onder voorWendzel, van verboden Handel gedree- ven  HISTORIE. z# ven te hebben, genomen, en na Koppen- h hagen opgebragt hadden, op de klagten, B0Ei des wegen gedaan, als mede over den inhoud van een nieuw Verbod, door den 1777' Koning van Deenemarken dat Jaar uitgegeeven, grootlyks ftrekkende om de Visfchery te belemmeren, en andere Volken een byna onvermydelyk gevaar van overtreeding te doen loopen, bewerkt, dat deeze Schepen , fchoon reeds door het Admiraliteits - Hof verbeurd verklaard , door den Koning vry gefield, en 'er zodanige Schikkingen op de Visfchery gemaakt wierden, als konden dienen om dezelve, op de oude wyze, onverhinderd voort te zetten (*). • Deeze Visfchery, als mede de Groenlandfche, den Lande van zo veel nut en noodzaaklykheid , grootlyks verminderende, door de aanmoedigingen en belooningen, die andere Mogenheden hunnen Onderdaanen verleenden, om zich , op dezelve , met meerder yvers, toe te leggen, 't geen byzonder het geval was der Zweeden, Deenen, en Engelfchen, vervoegden zich de Gecommitteerden dier Visfcheryen , by de Algemeene Staaten, om Vrydom van 's Lands uitgaande Regtcn, en Belooningen, voor de Voortbrengzeis der Walvischvangst; en ook by de Staaten van Holland, niet alleen om Hoogstderzclver gunftige onderfteuning, terbe- vor-- , (*) N, Nederl, Jaarb. 1777. bl. 252, K 4  VADERLANDS C HE L vordering van hun verzoek, by de Algeboek. meene Staaten gedaan, maar ook om eene belooning van veertig Guldens, voor elk 1777, Man, op ieder Schip, 't welk uit deeze Landen ter Walvisch- of Robbe-vangst zou worden uitgerust, ten behoeve der uitreederen. Deeze Verzoekfchriften gingen vergezeld van een nadruklyk Vertoog, om dezelve klem by te zetten, aanwyzende van hoe veel belangs die Visfchery altoos gefchat was; welke voordeden dezelve, ondanks het nadeel van byzondere Perfoonen, aan 't Land, en deszelfs Ingezetenen, opbragt;hoe die,deerlyk aan'tafneemen, door de groote aanmoedigingen van Vreemde Mogenheden, deeze Landen geheel dreigde te verhaten, indien'er, van Trooger hand,geene voorzieninge gebruikt wierd, om zulks te wceren. — Schoon men zwaarigheid maakte om te bewilligen in den verzogten Vrydom van 's Lands uitgaande Regten, en het toellaan vanBelooninggelden, voor de Voortbrengzelen der Groenlandfche en Straat - dayidfche Visfchery en deezer Landen,beflooten de Staaten van Holland, voor het loopend Jaar mdcclxxvii, en het naastvolgende , dertig Guldens te zullen betaalen aan den Boekhouder, voor elk Man, waar mede, ter Walvisch- of Robbe-vangst, de Schepen in Zee waren geftooken (*). De (*) 2V. Nederl. Jaarb. 1777. bl- 4°4«  HISTORIE. 153 De tyd derBelooninge van vyf honderd I. Guldens, voor ieder Haringbuis, van boek.' deeze Landen uitvaarende , verftreeken zynde, namen de Belanghebbenden in de 1777. Groote Visfchery, weder de toevlugt tot De Ha's Lands Vaderen , wier onderlteunende ringhand dien Handeltak voor geheel verval vangst, niet alleen bewaard, maar aanmerkelyken J£Uff bloei en leeven gefchonken hadt, om de bevoorvolduuring der betoonde gunde te mogen regt, verwerven; dewyl zy deezen noodig hadden , om, op den duur , Duitschland en andere Landen, gelyk in de twee laatfte Jaaren, beter koop dan in de voorgaande, van Haring te voorzien, en ftaande te kunnen blyven , ondanks het woelen, hunner Mededingeren, die, door hunne Vorften onderfteund, • niet ophielden, met alle zeilen by te zetten, om de Hollandfche Visfchery, op alle mogelyke wyzen, de loef af te winnen. Zy betuigden alle hoop, ja verklaarden, aanfchryvens ontvangen te hebben, dat, indien zy de Haringvisfchery en Handel, nog eenigen tyd, in diervoege behandelden, als in de twee laatfte jaaren gefchied was, zommigen van hunne Mededingers wel ras genoodzaakt zouden weezen, om van hunne voorneemens af te zien , en de Haringvangst weder aan de Hollanderen over te laaten. 1* De uitilag van dit Verzoek was , dat eene belooning van vier honderd Guldens voor ieder Haringbuis beK 5 paald  154 VADERLANDSCHE I. paald werd (*). Eene vermindering, waarboek. fchynlyk gemaakt om eene gelykheid te ■ — ■ brengen tusfchen de belooning,den Groen1777- lands- en Slraat-davids-vaarderen, dit Jaar, toegezegd. Aanlei- De geest van nayver, tusfchen de Euroding tot pifche Volken, betoonde zich , zints een den Oe- gCruimen tyd, behalven in de twee geMe»'' melde Visfcheryen, ook in veele andere Tak. Takken , den Landbouw, Koophandel, en Handwerken betreffende, en maakte, voor ons Land, het behouden der voordeden moeilyker, dan het verkrygen geweest was. De Hollandfche Maatfchappy der Weetenfchappen , te Haarlem, in het Jaar mdcclii opgerigt, hadt, onder veele andere hoogst aangelegene , en den Vaderlande nutte Prysvraagen, in den Jaare mdcclxxi, opgegeeven, de Vraag: „ Welke is de grond van Hollands Koop„ handel? Welke oorzaaken en toevallen „ hebben dien tot heden aan veranderin„ gen en verval blootgefteld? Welke mid„ delen zyn best gefchikt en gemaklykst „ te vinden, om denzelven in zyne tegenwoordige gefteldheid te bewaaren, zy,, ne verbetering te bevorderen, en den „ hoogften trap van volkomenheid te „ doen bereiken?" en den Gouden Eerprys aan het Antwoord van Mr. Hendrik (*) N. Nederl. Jaarb. 1777. bl. 577.  HISTORIE. 155 BRIK HERMAN VAN DEN HEUVEL, I. Griffier van het Hof van Juftitie , teBOEK, Utrecht, toegeweezen (*). Deeze Heer, hier door aangemoedigd, vergenoegde 1777. zich daarmede niet. Overtuigd, dat de , befchouwing van nuttige zaaken de oefening wel moet voorgaan ; doch, zonder de daadlyke uitvoering luttel betekent, was hy byzonder bedagt op middelen, om, 't geen men, over" dit nuttig onderwerp hadt uitgedagt, en het papier aanbevolen, een daadlyker beftaan te geeven. Het ontwerp, om, op 't voorbeeld van an- , dere Landen, eene byzondere Maatfchappy, tot bevordering vanKunften, Handwerken , en Koophandel, op te rigten, welke , 's jaarlyks , verfcheide Prysvraagen, tot dat einde, zou uitfchryven, de verdienden beloonen, en het beproeven van nieuwe hulpmiddelen te hulp komen, fpeelde hem in den zin. Dan , tot Mede-Directeur der Hollandfche Maatfchappye aangedeld zynde , deedt hy veel om te wege te brengen, dat, ter bereiking der voorgemelde einden , geen byzondere Maatfchappy werd opgerigt; maar aan de Hollandfche Maatfchappye, de oudde Inrigting van dien aart, in deeze Gewesten, een Qeconomifche of Huishoudelyke Tak toegevoegd. * * Dee- (') Zie 't zelve, nevens de dubbel leezenswaard'■ ge Antwoorden van de Heejen a. rogge t c. zillesen, in de Verhandelingen dier Maatjehapp^e, XVI. Deel.  i56 VADERLANDS CHE I. Deeze Maatfchappy vierde , in Bloeiboek. maand des Jaars mdcclxxvii, haar vyf-en-twintig-jaarig Jubelfeest. Het 1776. Ontwerp eens Qeconomifchen Taks, hadt, Voorflag tegen dien tyd, een genoegzaam beflag deswe- gekreegen , om der wereld medegedeeld gens. te worden, en verfcheen 't zelve, onder 't oog der Vaderlanderen, met deeze betuigingen in 't hoofd : „ De Holland„ fche Maatfchappy der Weetenfchappen, te „ Haarlem, den één - en-twintigften Mei, „ mdcclii, opgerigt, als nog met dezelfde gevoelens , als toen , bezield, „ volhardt wel by haar eerfte oogmerk en „ fchikkingen , om God en het Vaderland „ te dienen. Zy denkt des haar eerfte „ Ontwerp en Wetten in zo verre onver„ anderd te laaten, dat zy, gelyk tot hier toe, zonder eenig onderfcheid, aher„ hande Kunften en Weetenfchappen zal ,, tragten aan te moedigen en te bevorde- „ rem Dan, van harte geneegen, „ om het lieve Vaderland naar al haarver„ mogen te dienen, en daar toe niet min„ der genegenheid onder haare Vaderlan„ deren belpeurende, dan dezelve zo lof„ lyk by onze Nabuuren plaats vindt (*), „ heeft zy in ernftige overweeginge geno- „ men, (») Ten deezen tyde zag een Boekje , getyteld: Pryzen , door ae Maatfchappye , ter bevordering van Kunften , Handwerken , en Koophandel, te Londen aangeboden , het licht , met eene Voorreden van den Heer a. h. van den heuvel, dienende , om het voetfpoor, door Buitenlanderen betreeden, den Landzaat aan te wyzen.  HISTORIE. t$? „ men, dat, in andere Landen, zaaken I. „ bekend zyn, of, ten minften, zomrai-BOEK.' ge, die men by ons niet kent, of, dat, „ over 't algemeen, een en ander nog on-1777. ,, bekend is, welks kennis van een zeer „ groot nut voor ons Vaderland zou zyn, „ als die in 't zelve werden overgebragt. - , „ Des heeft zy, om dit uitgebreid en ge,, wigtig werk, 't welk groote kosten ver„ eischt, bellooten , aan haare Medeva„ derlanderen voor te liaan, om een by- zonderen Tak deezer Maatfchappye ge„ heel en alleen te fchikken tot recht„ lfreekfche bevordering der Welvaard „ van ons Land, en der Geasfocièerde „ Landfchappen, mitsgaders der Coloni„ en van den Staat, tot bevordering van „ den Koophandel , Land- en Akker„ bouw , Handwerken en Visfcheryen , „ in dezelve.1' Volgens dit Plan, (om 'er in 't algemeen iets van te zeggen, de byzondere fchikkingen daar hatende,) zouden, in ieder Stad , of onderhoorige Landfchappen , der Vereenigde Gewesten, alwaar zulks bekwaamlyk kon gefchieden, eenige Heeren tot Leden van den Qeconomifchen Tak van de Hollandfche Maatfchappy der Weetenfchappen worden aangenomen; en, zo ras in eenige Stad of Plaats, een getal van zes Leden gevonden werd , zouden deezen één tot Beftuurend Lid verkiezen; indien dat getal tot vyftig aangroeide, twee, en zo vervolgens van ieder vyftig Leden één. — Het zou aan de Heeren Leden, in  $58 VADERLAND SC HE I. in ieder Stad of Plaats, vry ftaan,zo veeis oek. 3e Perfoonen, zonder onderfcheid van — rang of geboorte, tot Leden aan te nce- 1777. men, als zy daar toe bekwaam en genegen zouden vinden; en vooral, by het inneemen van Leden, gade haan, dat dezelve met zodanige Patriottifche gevoelens waren bezield, als ten algemeenen nutte noodzaaklyk vereischt worden, en, met de daad, bereidwillig, om, door het begunftigen van alle lnlandfche Voortbrengzelen en Handwerken, boven vreemden , ook in den Koophandel, en, in ft algemeen , het loflyk oogmerk deezer Patriottifche Maatfchappye, zo veel in hun was, bevorderen. —— Tot het uirdeelen van Pryzen, en betaalinge van andere noodige onkosten, zou, door elk der Leden,'sjaar.lyks, betaald worden, twee Ducaaten. — 's Jaarlyks zouden 'er eenige Vraagen, betreklyk tot Kunften , Weetenfchappen , Koophandel,Land- en Akkerbouw,Handwerken en Visfcheryen, worden voorgefteld, met aanbod eener Pryze, op de voldoende beantwoording. Annpry- De Heer van den heuvel prees, zende by eene wydluftige Aanfpraak , in de ftraak Vergaderinge der Maatfchappye, dit Ontwerp, met allen yver , aan. Onder andere liet hy zich dus hooren : „ Zyn „ veele Patriottifche gevoelens by veelen „ onzer Landsgenooten eenigen tyd ilaa,, pende geweest, met genoegen zien wy „ thans dagelyks de blyken, dat dezelve ,,, geenzins zyn uitgedoofd, dat men, hoe „ lan-  HISTORIE. 159 „ langer hoe meer, begrypt, dat, willen I. „ wy , door den vlyt onzer Nabuuren, bo ek. „ niet geheel van allen Koophandel, Kun „ ften en Handwerken, ontzet worden, 1777. ,, het meer dan tyd is hun voorbeeld te ,, volgen , door Pryzen , ter aanmoedi,, ging, in alle die Takken, aan onze „ Landgenooten voor te ftellen. Getui„ gen hier van de menigvuldige Maat„ Ichappycn, ter bevorderinge van de ge„ meene Welvaard, zcdert korte jaaren, in verfcheide Steden van ons Vaderland ,, opgerigt; de vereeniging van alle deeze „ welmeenende poogingen ontbreekt 'er ,, nog aan, deeze is het, waarna alle Pa„ triotten, zedert een geruimen tyd, met „ ongeduld verlangd hebben: want, zo „ ooit, het is in deezen waar, dat Een„ dragt Magt maakt. De onderwerpen, „ immers, op welken , willen wy onze „ Nabuuren evenaaren, hoe eer hoe be„ ter , Pramien dienden gelleld te wor,, den , zyn menigvuldig in getal, zeer „ zwaarwigtig en kostbaar in de uitvoe„ ring. liet Fonds, 't welk hier toe ver„ eischt wordt, kan niet, dan met be„ zwaar , door één eenige Provincie of „ Stad byeengebragt worden, terwyl het „ door allen gezamenderhand ongevoelig „ gefchiedt. Wat middel kan hier toe be- kwaamer worden uitgedagt , dan de „ vrieudlyke uitnoodiging ter vereenigin„ ge en deelneeminge in eenen algemee„ nen Oecomnüfihen Tak, Avelke , op dit „ Jubelfeest, aan alle Leden van de ver- ,, fchei-  i6o VADERLAND SC HE ï. j> fcheidene Genootfchappen , aan alle WelBoek. » nieenende Patriotten, van wegen de „ oudfte, en, zonder roem gezegd, de 1777. " 'lanzicnlykfte Maatfchappy in Nederland, „ gelchiedt? Wie kan zich anders dan ten „ hoogften vereerd vinden, hier door de „ gelegenheid gebooren te zien, om zich „ met eene , zedert een reeks van Jaa,, ren, van het Vaderland zo veel verdie„ nende Maatfchappye, in den Oeconomlfchen Tak ten algemeenen nutte te ver- eenigen ? Denken eenigen, dat „ de belangen van hunne Provinciën en 5, Steden onderfcheiden zyn van de overigen, deeze vereeniging is best gefchikt om hun van die dwaaling, op eene „ vriendlyke wyze, by ondervinding zeive, te rug te doen komen, en, met de „ daad, te overtuigen, dat alle deeze by„ zondere belangens , hoe zeer in fchyn lirydende, met eenige maatiginge,zeer wel zyn te vereenigen; ja, dat dezelve, „ even als het bloed, door onderfcheidene aderen, in het hart, tot voedinge van het Lichaam, zo ook deezen, tot wel„ zyn van het geheele Gemeenebest, in „ één punt kunnen zamenloopen. Boven alle andere Landen, kan ons Va„ derland, met regt, op de Liefdaadig„ heid zyner Ingezetenen roemen: waar„ om zouden wy dan niet mogen vastftel„ len, dat onze edelmoedige Landgenoo* „ ten te recht begrypen zullen, dat, door „ deeze maatige Gifte, in de daad een aal„ moes aan hunne noodlydende Medebur* y ge*  HISTORIE, *6i „ geren gegeeven wordt, welke, wegens I. de manier van befteedingen , honderd boek. ,, maal in waarde vermeerdert, doordien.—— „ zy den luiaart tot werk noodzaakt, den 1.777. „ naarftigen aanmoedigt, en dat, in allen „ gevalle, beter koop tien, ja twintig, „ werkenden, dan één eenige lediggan„ ger, kunnen onderhouden worden. — ,, Welk een wyd veld zou hier nog ge„ opend zyn, indien ik de nuttigheid on„ zer poogingen ten deezenaanziene,niet „ alleen uit de gezonde Rede afleiden , „ maar ook met de dagelykfche Ondervin„ dinge wilde ftaaven; genoeg zy het ge„ zegd, dat naauwlyks eenig befchaafd Land, ten deezen dage, in Europa ge„ vonden wordt, waar in niet een derge„ lyk Genootfchap opgericht, en reeds „ met den allergewenschten uitilag be„ kroond is. ■— Ons Ontwerp, ik beken „ het, is uitgebreid; maar wat zyn wy niet „ aan het Vaderland vcrfchuldigd? Indien „ wy weinig vermogen , laaten wy ten „ minften doen 't geen wy vermogen ;mis„ fchien gelukt het ons, onder gods Ze„ gen, boven verwagtinge; misfehien zien wy, door onze poogingen, dien edelen j, nayver, dien Patriottilchen Geest, wel „ eer de roem van Nederland, wederom „ herleeven. Mogt dit ons Jubelfeest hier „ door altyd in de Gefchiedenisfen derRe9, publiek vermaard blyven ; en de Naa,, komelingfchap,aangemoedigd door ons. „ voorbeeld, om ftryd arbeiden, om ons M in Vaderlandliefde, in yver voor't ge- I. deel. L „ mee?  ï6z VADERLANDSCHË I. „ meene Welweezen, te overtreffen, zoboek. „ danig, dat ieder Jubelfeest deezer Maat- „ fchappye, by alle welmeenerde Neder- I777. „ /anderen, als een Jubelfeest van Neder„ lands vermeerderde Welvaard , met „ vreugde gevierd wierde, tot het einde „ der Eeuwen (*)!" n iftt.r Hoe veel opgangs dit aangevangen Werk beVÓrde maakte, zal vervolgens uit een bengt der ringe. ecrfle Byeenkomst blyken ; hier mogen wy niet vergeeten op te tekenen, dat de Heer h.berendTZW,RoomschPriester, te Maarfcn , en onder de zynen Aartspriester over de Roomfche Geestlykheid in den Lande van Utrecht, by eenen Herderlyken Brieve, aan zyne onderhoorige Priesters gezonden, hun, op het fterkfte, aanmaande , om zelve in het Plan van den Oeconomifchen Tak deel te neemen, en hunne Leeken tot het volgen van hun voorbeeld op te wekken , op goeden grond oordeelende, dat geen verfchil van Codsdienflige Begrippen hier te pasfe kwam; maar dat allen,die het VereenigdNederland hun Vaderland noemden, verpligt waren, naar vermogen, een oogmerk te bevorderen, 't geen de luiheid zou weeren, den last der Armbezorgeren verminderen, en den Lande tot heil gedyen (f). Maat- Van foortgelyken aanleg , doch met fehappy piaatslvker bedoeling, was het Ontwerp te Hoorn1 J opgerigt. («) N. Nederl. Jaarb. 1777. bl. 745, enz. (f) N. Nederl. Jaarb. 1777. bl. 1024.  HISTORIÉ. 163 ter Proeve, ter oprigtinge eener Vaderlandfche }. Maatjehappy yanRecdery en Koophandel, ter böeMs liefde van 't Gemeenckst; met oogmerk j om de Armoede, was het mogelyk, te vermin-1777^ deren en voor te komen 3 de oude Vaderlandfche Naarftigheid te doen herleeven, het Schoolweezen te verbeteren, de Kinderen der Armen in Tugt en goede Zeden op te leiden. De Eerw. cornelis ris , Lceraar onder de Mennoniten, te Hoorn, haclt den welverdienden lof, van dit Plan , ten dienftc zyner Stadgenooten, te hebben ontworpen; een Plan , 't welk zulke gunftige indrukzels maakte op veeier gemoederen, dat zy 'er, omftryd, deel in namen; zo dat dit befpiegelend Plan welhaast een daadlyk beftaan kreeg. Ieder Aandeel was één honderd Guldens ; elk die zulk een Aandeel tekende, werd een Lid ; men kon voor zo veele Aandeelen tekenen als men goed vondt;deHoofdfom bleef iemands Eigendom, met alle de Baa= ten en Schaden van dien , mits dat tien ten honderd, eens voor alj, werd afgezonderd voor de Armen-kas, van al't geen gewonnen mogt worden. De Directeuren moesten allen arbeid doen uit Liefde, zonder Bezolding, uit dit edelmoedig beginzel dat liet in deezen Belooning genoeg was, Wanneer men llegts most uitvinden en bevorderen 't geen ftrekken kon tot nut van 't Vaderland in 't gemeen, en tot voordeel van de behoeftige Gemeente deszelfs in *t byzonder. Nevens den Opfteller naL 2 men  i64 VADERLANDSCHE I. men de Heeren joan van bredenboek. hof en jacob groes, Leden derRe- geeringe van Hoorn, als mede de Kooplie- l777- den jacob en adriaan houttuin, dien zwaaren last op zich; de Regeering gaf haare goedkeuring aan het Plan, en, eer het Jaar ten einde liep, was 'er reeds een Huis voor de Maatfchappy gekogt, tot het oogmerk vertimmerd, en bekwaam gemaakt (*). Laken-fa- Amersfoort, bedagt om de oudtyds daar brkk, te met goeden uitilag beoefende Laken-weeAmtti- verv ? thans in deerlyk verval geraakt, aange- weder op de been te helpen, leende het* legd. oor aan de voorflagen van de Gebroeders beaune, om 'er eenLaken-fabriek,naar het voorbeeld van zommige Engelfchen en Franfchen, op te rigten , en de verfchillende Takken, daar toe behoorende, als, het Wolbroeijen , Wasfchen , Vlaaken , Pluizen, Spinnen, het Laaken weeven, Noppen, Vollen, Bereiden, Verwen, en Parsfen, onder één opzigt te brengen. Zy Helden eene Geldbeleening van drie maal honderd duizend Guldens voor, in Aandeden van duizend Guldens, die by verfcheide Ingezetenen van 't Gemeenebest, en byzonder by de Aanzienlykllen in het 'Sticht, (■) Omwerp ter Proeve, van corn. ris, met de Twee Vervolger!, als mede Schets van de Vaderlandfche Maatfchappy en Reede/y van Koophandel, te Hoon, Zie deeze laatfte in de N. Nederl. Jaarb, 17-77. bl. ui3-  HISTORIE. t65 Sticht, die hun Geld gaarne wilden beftee- I. den tot Onderneemingen , welke den Bin- B 0 e k. nenlandfchen Koophandel konden bevor- . deren, in-en opgang vondt. De Staaten 1 777. des Lands van Utrecht gaven, in den Jaare md cc lx xv, behalven eene aanmerkelyke vermindering eeniger Belastingen, en de geheele ontheffing van andere, eene gifte van acht honderd Guldens, ééns, en van zes honderd Guldens voor de twaalf eerst volgende Jaaren, aan de Beftuurderen, met belofte, van in gunftige overweeginge te zullen neemen , wat verder tot bevordering van den bloei der Laken-fabrieken in dit Gewest zou worden voorgedraagen. — De Regeering van Amersfoort • bezorgde de Onderneemers verfcheide Ste- 1 delyke voordeden. Dus ondcrfteund en aangemoedigd, bouwden zy een groot en zeer aanzienlyk Fabriekhuis, in den Jaare mdcclxxvi,waar in, en waar omtrent, alles , tot dit uitgeftrekte Werk noodig, op eene keurlyke, doch zeer kostbaare wyze, gefchikt werd. Ruim een half jaar naa het leggen van de grondflagen der Gebouwen', waren 'er reeds tusfchen de vyftien en zestien honderd Menfchen aan 't werk; en beloofde deeze aanleg der Belluurderen, den Geldfchieteren en den Lande, veel voordeels. Zo dat, in deezen Jaare, Amersfoort, boven andere Steden van het Sticht, bloeide, daar de behoeftige Gemeente gelegenheid' tot den arbeid vondt, de last van het onderhoud der Armen grootlyks verminderde , en der L 3 JuU  %66 VADERLANDS C HE I' luiheid het gereede voorwendzel van ge» boek* brek aan arbeid ontnomen werd (*), -~~—" De Regeering van Deventer, desgelyks gedreeven door eene edele zugt om de In* Dever.. woonders dier Stad door eerlyke Handter zoekt Werken en Bezigheden te doen beftaan, werkerf" hadden, in 't verloopen Jaar, eene Prysop te vraag uitgefchreeven, een Prys van tweebeuren, honderd vyftig Guldens beloovende, aan die ter Secretarye der Stad het beste Plan inleverde , van een Fabriek van Wolle Stoffe, of anderen aart, waar door arme Luiden en Kinderen aan den arbeid konden geholpen worden, mits men 't zelve, met gegronde hoope van een goeden uitflag, kon werkftellig maaken, zullende Schepenen en Raad eene bekwaame Werkplaats aanwyzen, en alles, wat tot voortzetting van dezelve {trekken kan, zoeken toe te brengen.— 3t Ontbrak niet aan ingeleverde Plans; doch de Schryvers der best aan 't oogmerk derRegeeringe beantwoordende, hadden zich niet genoegzaam verklaard, op welke voorwaarden zy deeze Fabrieken, voor eigen rekening, zouden willen ondernecmen; weshalven zy verzogt werden zich, voor een bepaalden tyd, nader deswegens te verklaaren (f). 2yde- Niet alleen toonden Maatfchappyen en teelt, by Steden thans hunnen yver om deeze en gutpken geene voordeelige bronnen van Welvaaren onderno- ö « " t' (*) N. Nederl, Jaarb, 1777. bl. 1250, (|J N. Nederl. Jaarb, ?77<5. bl. 744. 1777.bl.tfpo  historie. ï6> te ontdekken en te openen; maar ook by- I. zondere Perfoonen gaven blyk van onver- boek. moeide in 't werk gefielde poogingen, om —— iets uit te vinden, 't geen, behalven tot 1777, eigen voordeel, ook ten algemeenen nutte kon {trekken. De Heer Mr. willem HENDRIK VAN HASSELT , door Ver- ■ keering met den Leeraar der Waalfche Gemeente, te Arnhem, den Heere gevan o n , uit Languedoc geboortig , de liefhebbery tot het aankweeken van Zyde- • wormen gekreegen, en diens kundigheden overgenomen hebbende,begaf zich na een Landgoed, niet verre van Zntphen gelegen, met oogmerk om zich op den Landbouw toe te leggen, en ook, naar de onderrigtingen, van den Eerw. gevanon bekomen, vermeerderd door het naarflig leezen van verfcheide Schryveren, over dat onderwerp, Zyde-wormen te kweeken, Zyde te winnen,en byzondere proeven te neemen, hoe verre men deeze Kweekery hier te Lande zou kunnen brengen. Geene menigte van afraadendezwaarigheden wederhielden hem van dit voorneemen te werk te ftellen; hy kwam veele zwaarigheden , die alle onderneemingen zonder Voorgangeren enErvaarenheid mede brengen, door flandvastigheid te boven, zo dat hy, naa verloop van tien jaaren, witte en geele Zyde won, die deskundigen met de Franfche en Italiaanfche gelyk fielden. In het Stuk der Verhandelingen van de Hollandfche Maatfchappye, in. L 4 . ' dit'  ï68 VAD ER LAND sc HE I. dit Jaar mdcclxxvii uitgegeeven (*), doek. deelde hy zyne Proeven,omtrent hetPlan- ten van Moerbeziën-boomen, het opvoe- 1777. den van Zyde*wormen, en het aanwinnen van Zyde, in Gelderland genomen , met een gegronde hoop van daar in wel te zullen llaagen, zynen Landgenooten mede, of zy daar door Ook mogten opgewekt, worden om zyne voetftappen te drukken, en tot de Zyde-teelt eenige goede Landen te gebruiken, of onbebouwde, welke men maar al te veel heeft, aan te leggen. De Inërh Schoon de Runder -fterfte , in eenige tingeer Gewesten, weinig of geheel niet gewoed w krygt' hadt > was friesland en Groningen , dit meer en Jaar, aan deeze Plaage zo fterk blootgemeer op- Held , dat dezelve drie vierde gedeelte ganss' van het ziek wordend Vee ten kuil lleepte, en op zommige plaatzen geheele Weiden ontbloot wierden. De fchrandere Huisman geert reinders, die de eerfte vrugten geplukt hadt van het Inenten der Kalveren van gebeterde Koeijen, en door de Maatfchappy tot bevordering van den Landbouw, te Amfterdam, tot Lid van Eere benoemd, en met een Gedenkpenning begiftigd was, kreeg gelukkig eene menigte van Naavolgers ; veelen zelfs , die te vooren zich verzet hadden tegen eene bewerking, met den VQordeeliglten uitilag bekroond , namen de (*) Verhand, der Holl, Maatfch. XVII. D. II. St,bl. i, enz.  HISTORIE. 169 de toevlugt tot dezelve, en zagen nauw- I. lyks één van de vyf - en - twintig fterven ,boek tcrwyl de andere gemaklyk door de ziekte —■— heen kwamen, voor een tweede Befmet-1777. ting, en alle aandoening daar van beveiligd. De vrees, dat men door de Inenting de Befmetting verfpreidde, bleek uit een thans medegedeeld Berigt van dien geloofwaardigen Huisman, ongegrond te weezen;dewyl juist datKerfpel,waar men de Inenting der Kalveren, met de noodige voorzorgen, te werk ftelde , de Natuurlyke Vee-ziekte niet woedde, daar ze, in de rondsom liggende, haare verwoestingen aanrigtte (*). (*) N. Nederl. Jaarb. 1777. bl. 1167. En Berigt van geert r einders, wegens de Inenting der Kalveren van gebeierde Koeijen, 1777. VA-  VADERLANDS CHE HISTORIE, TWEEDE BOEK. INHOUD. II. Gevreesde Oorlog wegens de Beijerfche Naaboek. laatenfchap. Schaarsheid van Zeevolk. Aan- „ . drang der Staaten van Holland op de verbete- ring van 'shands Zceweezen. Gevoelens der andere Gewesten op dit ftuk. Plan ter vermeerdering-van de Landmagt ingeleverd, en door de Ridderfchap aangedrongen. Amperdam verzet 'er zich tegen. Tegenaantekenlng der Ridderfchappe. Staat van 's Lands Zeemagt , en ongelukken aan dezelve overgekomen. De Convoijen blyven leggen , en de roofzugt der Enge!fchen houdt aan. Moedwil der Engelfchen in de West-Indien. Dit gedrag door yorke v.rdeedigd. De Dordrechtfche , Amflcrdamfche en Rotterdamfche Kooplieden leveren een Verzoekfchrift in, wegens de Zeerooyeryen der Engelfihen. Algemeenheid der klagten over dezelve, 't Gedrag van van w e ld eren aan 't Engel- fcke  VADERLANDSCHE HISTORIE. Jfi fche Hof' gepreezen, ennaderen last aan hem II, gegeeven. Zeeland wil het geeven van dien hoek. naderen last uitgefleld hebben. De last der Scheepsbevelhebber en verbreed, 't Be [luit der 1778, Staaten hadt weinig ingangs in Engeland. Voorflag van suffolk omtrent de Houtfchepen. Nadere klagten der Kooplieden van Amflerdam en Rotterdam. Engelands Antwoord op de ingeleverde bezwaaren. De Kooplieden van Amflerdam klaagen by zyne Hogheld. Leveren een Verzoekfchrift by de Algemeene Staaten in tegen het aanvangen eener Onderhandelinge met Engeland, tot het maaken van Schikkingen. De Schippers geeven een Smeekfchrift over. Algemeene Aanmerking over alle deeze klagten. Yorke/*?vert zyn Voorflag ter Onderhandeling over de Scheepvaard, in, Blykbaar oogmerk van Engeland. Het Engeland begun/ligend Antwoord der Staaten. Amflerdam verklaart ''er zich tegen. Het Bcfluit gaat niét te min door, en Engeland volhardt in dezelfde maatregelen. Nadere last aan de Engelfche Kaapers, Klagten der Friefche Kooplieden over 't genomene Be/luit. Brief van den Refident de swarTj over V gevaar van 't verloop des Handels , in de Oostzee. De Franfche Gezant levert een Vertoog in betrekkclyk tot de . Onzydigheid en Onaf hangelykheid, en dringt het nader aan. Ontduikend Antwoord daar op gegeeven, waar in Amflerdam wei-, gert pc te ftemmen. De Franfche Gezant v/eigert het aan te neemen , cn 't wordt in Frankryk van de hand geweezen. Aamner-. kingen op het gedrag yan het Franfche en En*  i7± VADERLANDS C HE II. gelfche Hof, in dit tydsgewricht. Verdrag boek. tusfchen Frankryk en Noord- America gejloo- ten. Bekendmaaking daar van by deezen 1778. Staat. Dit brengt eene aaimerkelyke verandering te wege. Aanzoek der Engelfchen in Noord- America verfmaad. De Noord-Americaanen opgebeurd en verfierkt door de overgebragte en getekende Verdragen. Hoe zy de Engelfche Gtvolmagtigden behandelden. Deeze poogen te ver geefsch verdeeldhdd en oproer aldaar te verwekken. Veldtochten des Jaars mdcclxxviii , in Noord-America. Beginzelen des Oorlogs tusfchen Frankryk en Engeland, in deezen Oord. Spanje en Zweeden gun/lig Voor de. Noord - Americaanen. Gtrugt dat onze Staat ten dien tyde met de Njord- Americaanen handel de. De Voorr egten der Groote Visfchery verlengd, en de Kabbdjaauw - visfchery befchut. De Verbeurtverklaaringen in Gelderland afgefchaft. 't Gefchil over de D, ostendunften in Overysfd. Van der cape leen tot den pol kant zich tegen de Drostdknften aan. Deswegens in haat, levert een nader Vertoog in. B.oordeeling van 's R'dders Vertoog. Verdere handeling omtrent hem gehouden. Capelle n's heusch gedrag. Sm ekfchrifè der Ov:rysfelfche Landlieden. Wat deswegen, als mede over zekeren Brief, voorviel. Ca pellen ter Raadsvergadering uitgejlooten. Ongenoegen te Vllsftngen w:gens het bouwen eener Ro mfche Kerke. Eerfte Vergadering van den Oèconomifchen Tak te Haarlem. Genootfchap te Batavia Opgerigt. Oprigting van iïyler's Genoot-  HISTORIE. m motfchappen en Mufeum te Haarlem. Het I. Provinciaal Utrechts Genootfchap gewettigd, boek; Kunst- en Tekenzaal te Utrecht geopend. Te — • Middelburg de Teken- , Schilder- en Beeld-177%' houwkunst aangemoedigd. Het vertoon der dingen nam een allengs- EenOor> kens fchroomlyker gelaat aan. De Oorlog loê wefcheen zich niet tot een afgelegen Wereld- |™yj~ deel te zullen bepaalen; maar dreigde in/ckeNaaEuropa, met een fchriklyk geweld, uit te laatenbarften. Zommigen hoopten op eene fcnaP vriendlyke vereffening der Verfchillen , ^ereb^uit wegens de Nalaatenfchap des Keurvorsts flen# van Beijeren, op een Ryksvergadering behandeld; dan, de vrees, dat het zwaard dezelve zou moeten beflisfen, was veel grooter en algemeener. In meest alle de Staaten van den Keizer , en van zyne Pruisfifche Majefteit, befpeurde men de flerkfte Krygstoerustingen en beweegingen onder het Krygsvolk. Daar de eerfte drie maal honderd duizend Man in de wapenen, en de laatfte twee Legers te velde bragt, te zamen uit honderd en zestig duizend Man beflaande, behalven nog twintig duizend Man Saxifche Benden. De Keizer hadt, op de Vergadering te Regensburg , zyne verwondering te kennen gegeeven, dat een Lid van het Ryk, zich tot Regter wegens de Beljerfche Naalaatenfchap opwierp , aangezien niemand daar toe bevoegd was, dan het Hoofd en de Opperregter van het Ryk; dat hy aannam de  174 VADERLANDSCHE II. de dcugdlykheid Zyner eifchen , op verso EK. fcheide gedeeltens van Beijeren pnwcder- fprceklyk te bewyzcn, met byvoeging der 1778, geheime redenen, die het Hof van Berlyn bewoogen om in deeze zaak zich party te ftellen. Geene voorflagen, geene aanbiedingen Van frederik ben gr 0 0- ïen, hadden mogen baaten;en derzelver mislukking deedt hem befluiten, geweld tegen geweld te zetten, en het Düitfche Ryk by deszelfs Gefleltenisfe te bewaaren. Schaars' Behalven deeze Krygstoerusting in het heid Düitfche Ryk, hadt Öroot■-Brittanje reeds Zeevolk, acht - en - veertig duizend Man uit Europa na America overgevoerd, en daadlyk meer dan zestig duizend Man in Zeedienst, om van de drie honderd byzondere flerk bemande Kaaperfchepen niet te fpreeken. — De Franfchs Vloot, allengskens flerker wordende, vorderde veel Manfchaps, en Spanje, een ryke Vloot uit de Vera Crux binnen gekreegen hebbende, tradt met verdubbelden yver in de maatregelen van Frankryk, om eene magtige Vloot in Zee te brengen. Wy maaken van deeze volkwegneemende oorzaaken gewag, om dat zy, fchoon niet rechtftreeks, min of meer zydelings, eenigen invloed hadden op de fchaarsheid van jonge Manfchap ten Zeedienst voor den Staat, en der Zeevaardye in 't algemeen. Geene Matroozen waren anders dan voor groot handgeld te bekomen. De Oost-lndifche Maatfchappy, gebrek aan bedreeven Zeevolk hebbende 9 beloofde eene belooning van vyf-en-twintig Gul-  HISTORIE, 175 Guldens, aan elk Zeevaarend Man, die II. den Roergang en het overige Scheepswerk BOEK," behoorelyk verftondt (*). Was 'er ooit een tyd, waar in Eenften> 1778. migheid tot het in ftaat ftellen van's Lands Aandrang Zeeweezen vereischt werd, 't was tegen-der Staawoordig ; de Petitie voor den Staat van ten van Oorlog dcezes Jaars mdcclxxviii, q0^"* drong 'er op aan. De aanbouw van twin- Verbetetig Oorlogfchepen, en de herftelling der ring van oude, was bepaald. De Staaten van Hol- 'sLands land leverden een breed Vertoog in , ten Zeewee* aandrange van het opbrengen der noodi- zei" ge Geldfommen , tot het een en ander, verklaarende alleen ,in 't afgeloopen Jaar, meer dan zestien en een halve Tonne Gouds aan 's Lands Zeemagt te hebben te koste gelegd; terwyl geen der andere Gewesten , Friesland alleen uitgezonderd, eenige betaaling op de laatfte Petitie gedaan hadt. Niet vreemd dat zy hun welgevallen betuigden, in 't genoegen van zyne Hoogheid en den Raad van Staate, over de goede uitwerk zeis van de Verbetering der Marine , welke zedert eenigen tyd met ernst was aangevat. Dat deeze uitwerkzels reeds aanvanglyk bleeken in het tot rede brengen van den Keizer van Marocco. Het befchermen van den Koophandel en Zeevaard, en het vrye gebruik der Zee, zonder 't welk het Gemeenebest niet beftaan kan, of de Regten zyner Onaf hanglykheid hand- (*) N. Nederl. Jaarb. 1778. bj. 623,  176 VADERLAND SC HE II. handhaaven , was een oude grondregel, boek. van de [hoogfte nutheid, waar op zy, zo «. in vroegeren als in laateren tyde , en in 1778. deeze dagen, met ernst hadden aangedrongen ; een grondregel, welke nooit met meer nadruks en kragtiger bewoordingen werd voorgefteld, dan door den Raad van Staate in het negen - en -vyftigfte jaar der voorgaande Eeuwe, in een doorwrogt ftuk, 't welk, huns agtens, eene onderfcheidene plaats in de Staats - Archiven van die Eeuwe verdient, en daarom van hun, wel ter fnede , wordt bygebragt. Ter gelegenheid der bezwaaren van twee .Gewesten , die geen deel namen in de toenmaalige toerustingen ter Zee, liet dezelve , in eenen Erieve aan Hunne Hoog Mogenden , zich in deezer voege uit: „ dat zy, en alle Gewesten, geza„ melyk , van alle tyden, zeer verre „ van de onderfcheiding, welke de Hee„ ren van die twee Gewesten als toen „ tragtten voor te ftellen , van oordeel geweest waren, dat de beveiliging van de Zee de aangelegendfte zaak van den „ Staat is, zonder dewelke , als een „ Lichaam zonder Ziel, dezelve niet kon 3i beftaan. Dat de Zeevaard en Koophandel de Zcnuwe en Ziel van „ 't Lichaam zyn , dewelke het geheele t, Lichaam doen groeijen, en aan alle „ Leden haar volkomen voedfel geeven, „ en, niet wel verzekerd zynde, het ge„ heele Lichaam dóen treuren en vergaan. „ Dat zonder dien geen Gewest lange in „ ftand  HISTORIE. 177 r„ ftand zou kunnen blyven. Dat alle II. „ welvaart van den Staat afhangt van boek. het vrye gebruik der Zee, en dat het een oud zeggen is, dat de Staaten ligt 1778. „ befchermd wierden op dezelfde wyze „ als die zyn geformeert, en dat de Staat „ zyn beginzel, zyn groei en grootwor„ ding, uit dat vrye gebruik der Zee be, komen hebbende , ook door dezelfde „ middelen moest gevestigd en bewaard „ worden. Dat die Gewesten niet „ wel redenkavelden, als zy zeiden, dat s, de Gewesten , die de voordeden der Zee „ niet genieten , ook van die buitengewoone „ lasten behoorden verfchoond te blyven; „ want, dat, behalven het gemeene be„ lang van 't geheele Lichaam, het baar,, blyklyk was, dat het vertier des Han„ dels, door alle Gewesten, zo van we„ gen den in-, uit- en doorvoer,de groot„ fte nuttigheid toebragt aan de Land-Ge- „ westen. Dat, daarenboven, die- „ zelfde Gewesten, by de welvaart der „ Handeldryvende , het hoogüe belang hadden , daar zy vier vyfde deelen „ droegen van alles wat ter verdeedigin- ge en befcherminge te Lande, noo°dig „ was; 't geen zy, zonder het handhaa„ veir des Koophandels en der Zeevaard, „ en 'de daar uit voortkomende magt ai „ middelen, niet zouden kunnen doen; „ weshalven, by den val deezer Gcwes„ ten, de andere Leden van den Staat 5, zich niet zouden weeten op te hou„ den." I. deel, M Dee-  178 VADERLANDSCHB II. Deeze laatst te keer gegaane denkbeelboek. den der voorige Eeuwe, waren heden, by . alle Gewesten , nog niet geheel ontwor- 1778. teld. Alle redenen, in den voorleden Jaare bygebragt, om der Bondgenooten aandagt en yver, ten opzigte van dit gewigtig onderwerp, op te wekken, hielden nog ten vollen ftand, en waren, wel verre van haare kragt verlooren te hebben, veel eer, door de fteeds aanhoudende en toeneemende hachlyke gefteldheid der Buitenlandfche Zaaken, vermeerderd en verfterkt. Zy mogten,derhalven,vertrouwen en verwagten, dat de Heeren Staaten der overige Gewesten, aangedaan met die gevoelens , welke het tegenwoordig Tydsgewricht zo zeer vorderde, en het voorbeeld van Hun Ed. Groot Mogenden, met evenredige poogingen volgende, ook het hunne zouden toebrengen, tot dat geen, zonder 't welk de weezenlyke verbeteringvan 's Lands Zeemagt niet daargefteld kon worden ; en dat Hooggemelde Heeren Staaten, in 't byzonder, door de vaardige afoetaaling hunner aandeelen in de toerusting der twaalf en twintig Schepen, zich bereid zouden toonen tot aanhouding en kragtdaadige voortzetting van die middelen en voorzieningen, waar door aan Koophandel en Zeevaard die Befcherming zou worden verleend, welke men, zonder onregt, daar aan niet kon weigeren, als aan dezelve plegtig beloofd en toegezegd; en waar door niet alleen de Handelbelangen, uit een wettige Vaard en Handel voortvloei-  HISTORIE. 1/9 vloeijcndc, en de daar aan zo nauw ver- II. knogte bronnen van 's Lands Welvaart, r o ek. gedekt en befchermd, neen,maar ook het—— aanzien, het gezag, en het vermogen van 1778. het Gemeenebest, in het bewaaren der Regten van de Nationaale Vlag zo merkelyk belang hebbende, naar beliooren bevestigd en bevorderd zouden worden. — Zy verzekerden, te deezer gelegenheid, de'Bondgenooten, dat, wanneer de duistere en verwarde Itaat der Zaaken van Eu-^ ropa, onverhoopt, zodanige gebeurtenisfen mogt voortbrengen , waar door de veiligheid van den Staat, te Lande, en de Regten van haare Onaf hangelykheid, ook van die zyde, gevaar mogten loopen van eenigen aanftoot te lyden, zy in geen gebrek zouden blyven omtrent al het geene dat van eene gepaste en waakzaame zorg tot befcherming van 'tGemeenebest, zo te Land als te Water, gevergd en verlangd kon worden. Overeenkomftig hier mede, Hemden de Staaten van Holland in de Petitie van Oorlog voor dit Jaar (*). Gelderland bewilligde in dien Itaat van GelderOorlog; doch merkte aan, dat de Staat Ic-ds ga zich omringd vondt van magtige Nabuu- voel8n» ren, wier ontzaglyke Krysgstoerustingen en andere Verrigtingen, aanleiding gaven, om te vreezen, dat die onlusten, welke tusfchen verfcheide Mogenheden waren opgekomen, eerlang tot een algemeenen Oor- CO N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 807. 1351, enz. M 2  VADERLANDS C HE* II. Oorlog {tonden uit te barlten. Dat het boek. Gemeenebest ontbloot was van een ge—" noegzaam aantal Krygsvolk; dat de Vesï77^>' tingwerken, in verfeheide Steden,zich in eenen flegten toeftand bevonden, en de Magazynen onvoorzien van 't geen men ter verdeediginge niet kon ontbeeren. Dat het gering aantal Krygsvolk, 't geen men op de been hadt, niet in ftaat was om de Grenzen van den Staat, waar toe Gelderland behoorde, tegen een onverhoedfchen aanval te dekken; of een gewapende Bende , wanneer dezelve mogt goed vinden eene fchuilplaats binnen de Grenzen van 't Gemeenebest te zoeken, het indringen te beletten, wanneer zy, door Party naagezet, het Tooneel des Oorlogs,met alle de akelige gevolgen van dien, op den bodem van den Staat zouden overbrengen. Zy verzogten Hun Edel Mogenden een oplettend oog te willen liaan op 't geen onlangs in Europa was voorgevallen , en de gebeurtenis , die daarvan het gevolg zou kunnen weezen; en byzonder te rug te zien op voorige ongelukkige tyden, waar aan men niet dan met angstvalligheid kon denken, wanneer de Staat,die men meende alleen door magtige en kostbaare Vlooten te behouden, ondertusfchen, aan de Landzyde, weêrloos en buiten ftaat van verdeediging was gelaaten, en Gelderland, welk voor den eerften aanval bloot ligt, met verfeheide andere Gewesten, onverhoeds door denVyand werd overrompeld. Zy wilden den Raad van Staate hoe ecx  HISTORIE. i3t eer hoe beter verzogt hebben, om, met TI. overleg van zyne Doorlugtige Hoogheid, boek. den Heer Prins Erffladhouder, een Plan —— te vormen tot een toereikende vermeerde- 1778. ring van 'sLands Krygsvolk; en verklaarden, in.'tflot, by onverhoopte ontllentenisfe van dien , onfchuldig te willen gehouden worden van alle de gevolgen,welke eêne nalaatigheid in 't zorgen voor de zekerheid van den Lande naa zich zou kunnen fleepen, en de rampen, die den Staat zouden kunnen overkomen, ter verantwoording te ftellen der geenen die 'er oorzaak van zyn (*). Overysfel, den Itaat van Oorlog toeftem- Overysxnende, floeg, ten aanziene van de Land- /f/ mec magt, denzelfden toon als Gelderland, on-^''f' der andere betuigende, dat's Lands Zee-ftemrógl' magt wel op een beteren voet gebragt was; doch dat 'er geen de minfte fchikkingen werden gemaakt, of zelfs eenige neiging betoond , om de Landmagt, en 't geen daar toe behoort, in een beteren ftaat te ftellen , terwyl het ontegenfpreeklyk belang van den Staat vorderde, om, verkoos men zich niet aan de regtmaatigfte verwyten bloot te ftellen, in deeze hachlyke tydsomltandigheden niet langer flil te zitten. Ridderfchap en Steden vim Overysfel waren van oordeel dat men geen oogenblikken -moest laaten voorbygaan, maar 'sLandsLandmagt vermeerderen,en ver* O N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 949. M 3 '  s8a VADERLAND SC HE II. verder alles te werk Hellen 't geen kon boek. itrekken tot befcherming van den Staat en — derzelver Ingezetenen ; en de zekerheid 1778. van denzei ven, aan de La-ndzyde, op gelyken voet behartigen als de befcherming var Koophandel en Zeevaa-rd (*). 'tGevoe- Stad en Lande Het zich op het Huk in len van deezer voege hooren; dat zy zich nimmer Lande1 zou^en onttrekken , om naar vermogen, ja! boven vermogen zelfs, mede te werken, en alles, des noods, by te zetten, om 't geen te Water en te Lande, door vermeerdering van Krygsvolk, ter beveiliging van deezen Staat, en tot befcherming van deszelfs Onaf hangelykheid , by het Bondgenootfchap zal geoordeeld worden werkiiellig te moeten worden gemaakt (f). Fries- Friesland gaf eene volle toeftemming; lands doch beklaagde zich over de Staaten van toeftem- fj0nand9 wegens het aanmaatigen van eene befchikkmg over de Penningen van het laatst afgeloopen Jaar (§). Utrechts Utrecht verzogt dat Zeeland nadere opebedenke- ning van den ftaat zyner Geldmiddelen ter dra16' Vergadering van Hunne Hoog Mogenden zou geeven; en, indien onverhoopt dezelve zodanig niet mogt verbeterd zyn, dat dit Gewest in ftaat was het gewoone Aandeel in de Algemeene Lasten op te brengen , de andere reeds te veel bezwaarde Gewesten niét op nieuw zouden belast; maar (*) N. Nederl. taart,. 1778. bl. 961. (t) N. NedaL 'Jaarb. 177%. bl. 5,64. ($; N, Nederl. Jaarb. '177%. bV. JJ57.  HISTORIE. 183 zodanige middelen uitgedagt worden, waar \\, door de gelykheid in het draagen der Ge- BOek. meene Lasten van 't Gemeenebest tusfchen . de Leden van het Bondgenootfchap her- 1778. fteld, en alzo het kwaad" zelve, waaraan zo de zwakheid van Zeeland in 't byzonder, als die van den ftaat des Gemeenebests in \ algemeen,voornaamlyk was toe te fchryven, in den grond aangetast en geneezen mogt worden. Dat de Staaten van Utrecht dit te meer wenschten, in de verre uitziende omftandigheden, waar in de meeste Mogenheden van Europa zich tegenwoordig bevonden , en waar in de groote Krygstoerustingen , die in meest alle Landen gedaan werden, fchecnen te voorfpellen,dat het vuur des Oorlogs zich over een groot gedeelte van den Aardbodem wel ligt zou kunnen verfpreiden, waar van de nadeelige gevolgen, die dezelve, ook ten aanziene van dit Gemeenebest, zouden kunnen hebben, van dien aart waren , dat ze eene verdubbelde aandagt eischten. Wel hadden Hun Edel Mogenden gewenscht, dat de toeftand van zaaken, "in alle de Gewesten, zedert lang hadt toegelaaten, zodanige maatregels te neemen, als genoeg konden zyn, om het •Gemeenebest te beveiligen tegen zodanige aanvallen en inbreuken , op haare waare en billyke belangen, als onverhooptelyk daar tegen mogten kunnen worden ondernomen. Dan, dat zy, in de tegenwoordige gefteldheid van zaaken, aan eene zyde ftellende alle andere genoeg bekenée M 4 be-  ï84 vaderlandsche ii. bedenkingen, en met den Raad van Staate boek. wel volkomen overtuigd, dat dit Gemeene- best nimmer geneigd moet zyn om zich uit 1778. te breiden, of ooit aan zyne Nabuuren de minst gegronde redenen van aanftoot moet geeven, niette min teffens verklaarden, zich nimmer te zullen onttrekken, om naar, en zelfs boven vermogen, mede te werken, en, des noods, alles by te zetten, tot al wat ter beveiliging van deezen Staat, zo ter Zee als te Land, en tot befcherming van deszelfs Onaf hangelykheid,geoordeeld • werd, te moeten worden aangewend (*). Zeelandi Zeeland gaf desgelyks haare toeftemming bepaalde tot den ingeleverden ftaat van Oorlog, onmin?m" der voorwaarde ■> dat voldaan werd aan de by voorraad gemaakte fchikking van zyne Hoogheid, tot foulaas van de Finantien diens Gewests,in het draagen derGemeene Lasten,in den Jaare mdcclxxi voor den tyd van zeven Jaaren bepaald, 't welk met dit Jaar ftondt te eindigen (f). Uit deeze opgave der toeftemmingen in 's Lands noodige Verdeediging, valt genoeg te raamen , de onderfcheide geestneiging der verfchillende Gewesten ; deeze baarde eene Verdeeldheid, die op haare beurt Werkloosheid voortbragt, of liever eene tegen eikander Werking, waar door de wederzyds gevorderde verfterking van 'sLands Krygsweezen, te Land en te Wa> CO -V. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 555. (1) N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 953, -'-  HISTORIE. 185 Water, goed deels agterwege bleef, waar II. aan het hooggaand verfchil tusfchen Am- boek.' flerdam en de Ridderfchap , niet weinig —— toebragt. I778. Schoon de Raad van Staate een Plan op- P]an ter ftelde van vermeerdering des Krygsvolks Vermeerte Lande, met 131a Paarden, en 13757 dering Man , en 't zelve, door de Algemeene ™^ndde Staaten, te midden deezes Jaars , aan de m!jgJ in_ byzondere Landfchappen , met een' aan-geleverd, pryzenden Biïeve, werd rondgezonden ; en door ichoon het ter Vergaderinge van Holland^ Rldingekomen, terftond de goedkeuring ont-J^/-5 ving der Ridderfchappe, die op een /poe- drongen. dig .en yrugtbaar Belluit aandrong, gaven de Gelastigden van Amflerdam, een breed Vertoog, de reden inhoudende, waar om hunne Zenders zich niet konden fchikken om de aanmaaning der Ridderfchappe gehoor te geeven of goed te keuren. Ten grondflage van dit Plan was gelegd, Amflerde hachlyke omftandigheid, waardin zich Jam,ver~ Europa thans bevondt, waar door het niet ^'teminder dan met een algemeenen Oorloggen, werd gedreigd; een grondllag, die, aangenomen zynde, gelyk die van Amflerdam opmerkten, eene algemeene voorziening, zo wel aan de zyde der Zee- als der Landmagt, vorderde, te meer, daar de Bezittingen van het Gemeenebest, over Zee, en deszelfs Handel, in zo algemeene onlusten, gansch geen minder gevaar liepen, dan de Bezittingen aan deeze zyde van den Oceaan. Ja, zelfs hadt de Handel reeds merkelyke nadeelen ter Zee geleden, en M 5 leedt  i36 VADERLANDSCHE II. leeclt ze nog, terwyl men, aan de Landt'.oek. zyde, tot hier toe, een volle rust ge~— noot, en zelfs, naar luid van den Brief, 8", ter geleide van dit Plan,de Gefehillen tusfchen Frankryk en Engeland waarfchyni-k ter Zee Honden beilist te worden, en de Oorlog over de Beijerfche Opvolging zich voor eust fcheen te bepaalen tot Duitsckland; waar uit volgen moest dat het gevaar ter Zee daadlyk beftendt; daar, in tegendeel, aan de Landzyde, alleen eene mooglykheid van verfprtiding van Oorlog , tot nog van den Staat verwyderd, kon plaats hebben. Vreemd derhal- ven was het diep ftilzwygen, ten aanziene van de middelen ter voarzieninge aan de Zee, in dit Plan; 't welk, huns agtens, daar en boven , onbeftaanbaar was met het Stelzel, voorheen door Hunne Hoog Mogenden omhelsd en aangedrongen," naamlyk, dat van eene maatige en onkostlyke verfierking der Landmagt, btftaanbaar met de Herflellmg van de geruïneerde Zeemagt ; want het thans ingeleverd Plan fprak van eene Vermeerdering, die ruim een derde gedeelte van de tegenwoordige Armee beloopen zou, en door zyne kostbaarheid, de Herjlellinge niet alieen , maar alle Verbetering van 't Lands Zeemagt, volilrekt onmogelyk maaken. Zy onderzogten, wyders, of zulk eene verandering van Stelzel ook daaraan zou kunnen worden toegefchreeven, dat Hunne Edele Groot Mog. in 't algemeen, of de  HISTORIE. 187 de Raad der Stad Amfterdam in 't byzon- H. der, niet genoeg hadden toegegeeven om boek» het Plan eener maatige Verfterking der ■ « Landmagt, en van de Herftelling der Zee- 1778. • magt, met gelyken tred te doen Hand grypen; en dat Hunne Hoog Mogenden, te dier oorzaake van de Herftelling der Zeemagt zouden hebben afgezien, en daarom van zyne Hoogheid en den Raad van Staate alleen een Plan ter Vermeerdering van de Landmagt verzogt? Dit bleek, uit alle handelingen,zints den Jaare mdcclxx, het geval niet, en het tegendeel waar te' weezen; veel toegeevcnheids hadt 'er plaats gehad. — Nu keerde men de zaak geheel om, en ging zo veel verder, dat men, zonder eenige het allcrminfte gewag van eenige Toerusting ter Zee te maaken, al het Geld, by 't voorig Plan gevraagd, tot Verbetering van Land- en Zeemagt , te zamen beloopende tusfchen de vyftien en zestien Tonnen Gouds, niet alleen geheel ter Vermeerdering der Landmagt, met eene geheele uitfluiting van de Jaarlykfche Uitrusting ter Zee; doch daar en boven nog vier Tonnen Gouds meerder voor deeze Vermeerdering der Landmagt begeerde. —— 't Hadt een vreemd voorkomen een Plan den Bondgenooten toe te zenden en aan te pryzen , ,,'twelk, uit „ hoofde zo van deszelfs kostbaarheid,, als van zyne onbeftaanbaarheid , met „ de zo noodzaaklyke Verbetering van „ 's Lands Zeemagt, in de volvoering s> volilrekt onmogelyk , en boven het » ver.  i88 VADERL ANDSCHE II. „ vermogen der Finantien van de Bondboe k. genooten, was ingerigt; — ten ware • ,, men 'sLands Ingezetenen, in een tyd 1778. ,, van Vrede, met alle Mogenheden, zou „ willen bezwaaren met nieuwe Lasten, „ even als of men zelve in Oorlog , en „ dus tot het uiterfte ware gebragt. En „ dan, nog zou men, in de eerfte plaats, „ moeten zorgen, om het Gemeenebest, ,, aan de zyde van de Zee, in veiligheid „ te ftellen." In de gefteltenis der Zee- en Landmagt was geene verandering gekomen, die zulk een verandering van Plan eenigzins kon billyken. De Zeemagt llondt daar door •wederom in een volftrekte werkloosheid te vervallen; op zodanig eene werkloosheid van de Bondgeuooten, met betrekking tot voorziening aan de zyde van de Zee, in gevalle van een openbaare Vredebreuk tusfchen Frankryk en Engeland, werd reeds ftaat gemaakt, men rekende op geene opbrengingen der Bondgenooten, maar om de kosten eener byzondere Uitrusting ter Zee te leenen uit het Fonds van 't verhoogde Last- en Veilgeid. Deeze Uitrusting zou, derhalven, van den hals der Bondgenooten , geheel op dien des Handels worden gefchooven, en de Finantien der Bondgenooten, uitgeput door de Vermeerdering der Landmagt,nimmer in ftaat geraaken, om de geleende Penningen aan dat Fonds weder te geeven, en 'er geen middel uit te denken zyn om het bezwaar der betaalinge van het dubbeld buitengewoon Last- en Veilgeld, aan > . de  HISTORIE. i8p de Handeldryvende Ingezetenen deezer II. Landen te vergoeden; weshalven deHan- boek; del in Europa, ten minfte geduurende de gevreesde onlusten, van alle befcherming 1778. der Bondgenooten, met de daad zou worden uitgeflooten; zonder nog eens te denken op 't geen de Voorzigtigheid, in onrustige tyden, zou vorderen, dat tot dekking der Kusten en Zeegaten, tegen alle voorvallen, in gereedheid zou behooren gehouden te worden, terwyl al het vermogen van het Finantie-weezen van deezen Staat alleen tot Vermeerdering der Landmagt zou zyn aangewend; geheel niet ftrookende met de redenen en gronden, door zyne Hoogheid, en den Raad van Staate, in vroegeren tyde, te nedergefteld. Wel hadden Hunne Hoog Mogenden,in den Jaare mdcclxxvii, gefchreeven, dat alle de Bondgenooten genegenheid „ getoond hadden om de hand te zullen ieenen tot Verfterking van de Land- en Zeemagt, en, dat, het geen de vitvoe,, ring daar van tot hier toe hadt belet, „ alleen geweest was het verfchil over de ,, Evenredigheid, die omtrent beide be„ hoorde in acht genomen te worden." Doch, hoe droeg zich de zaak , ten opzigte van die Evenredigheid, toe? In den Jaare mdcclxx vorderde de ftaat der Landmagt, in beter ftand dan te vooren, minder dan de Herftelling van de Jaarlyk- fche Uitrusting ter Zee. In den Jaaremdcclxxiv was deinfchiklykheid zo verre gegaan; dat men die Evenredigheid  ioo VADERLANDSCHE heid gelyk Helde. In den Jaare boek. mdcclxxv was de eerstgeraelde Evenredigheid geheel omgekeerd, en ruim de 177^>- helft meerder jaarlyks voor de Land- dan voor de Zeemagt gevorderd. In dit Jaar mdcclxxviii verwierp men alle Evenredigheid, eischte alles voor de Landmagt, zonder om eenige Opbrenging van de Bondgenooten , voor de Jaarlykfche Uitrustingen ter Zee, zelfs in de onderHelling van een algemeenen Oorlog, te denken. Het gedrag van de Bondgenooten der Land-gewesten wees genoegzaam uit, hoe zy zich verbeelden, op gelyken voet toe te brengen tot de Verïlerking van Land- en Zeemagt, zonder dat zy iets in 't allerminile deeden aan de Jaarlykfche Opbrenging voor de Uitrusting ter Zee. 't Was hun niet onbekend, dat 'er een oud begrip heerschte, dat de Landmagt van den Staat tot vyftig duizend Mannen zou behooren gebragt te worden , om, zelfs in Vredestyd, het Gemeenebest , van de Landzyde, in eenen behoorelyken Hand van verdeediging te Hellen; doch men wist teffens, dat geen een goed Staatkundige zulks ooit hadt bygebragt, inde veronderftelling, dat, ten zelfden tyde, de Zeemagt, in evenredigheid niet zou worden verflerkt; zo dat alle Staatkundigen het met zyne Hoogheid, en den Raad van Staaten, volgens het voorheen meermaals bygebragte, volkomen ééns waren, dat de 'Vermeer der big van Landvolk van weinig belang voor de veiligheid deezer Landen is,  HISTORIE. tot is, wanneer, ten zelfden tyde, 's Lands Zee- IImagt, dat zyn daadlyke Uitrustingen ter hoe k. Zee , verwaarloosd worden. Geheel onbeftaanbaar hier mede was , in het tegen-1778. woordig Plan, geen gewag altoos te maaken van de zo noodzaaklyke voorzieninge te Water. Op de onderftelling van een algemeenen Oorlog, liep de veiligheid des Gemeenebests, aan de zyde van de Zee,geen minder gevaar dan aan de Landzyde. Dan, dit goldt dies te meer, „naardien het Plan, „ om alleen voor de Vermeerdering der , Landmagt te zorgen , in een tyd, waar in men geen gefchillen heeft met eenige ', Mogenheid, noch deelt in de oneenig*, heden, tusfchen de andereMogenhedcn ontltaan, aan zommigen van dezclven ' wel aanleiding tot nadeelige foupcons zoude konnen geeven, als of deeze Re9 publiek, die, natuurlyker wyze, inde tegenwoordige omftandigheden , waar in de Onaf hangelykheid van Noord - Ame*i rica welhaast fchynt erkend te zullen „ moeten worden, het meest geintresfeerd ?, is haare Commercie te dekken, onder an\, deren tegen alle die geenen, wier nayver „ de Ingezetenen van deezen Staat, van den Handel, met die van de gemelde 5J Vereenigde Colonkn in Noord- America , „ zouden tragten uit te fluiten, van deeze „ zo hoognoodige voorzieninge zouden „ afzien,en het vermogen van het Finan- tieweezen geheel en al zouden willen in „ het werk ftellen, tot executie van geheel  t9a VADERLANDSCHE II. „ andere desfeinen, dewelke aan de eene boek.» ,, of andere Mogenheid, zich aan deeze „ zyde van den Oceaan bevindende, niet 1778. ,, onverfchillig zouden kunnen voorkomen, en zouden kunnen moveeren, tot „ het neemen van maatregelen, dewelke „ aan Hunne Hoog Mogenden gansch niet „ aangenaam zouden zyn." Zy betuigden desgelyks hunne verwondering over de zo fchielyke verandering in de gevoelens der Ridderfchappe, in 't verloop van minder dan vier maanden. Wat men thans in den zin hadt, kon nergens anders toe ftrekken, dan om de yereischte Equipagie hoe langer hoe difficiler, en elndelyk geheel .onmogelyk te maaken. Weshalven het belluit viel om, van wegen Ampels Raad, het Plan van Vermeerdering der Landmagt volftrekt te verwerpen, en van de hand te wyzen, als mede tegen alle Befluiten, welke met de meerderheid zouden mogen genomen worden , ftrydig tegen *s Lands Grondwetten, zich te verklaaren , en ze van geener waarde te houden (*). Tegen- De Riddcrfchap , zich zo yverig voor aanteke- dat Plan betoond hebbende, liet niet naa, RWde" ^c'100n tot m Wintermaand wagtende, om fchappe. haar gevoelen tegen Amflerdam ter Vergadering van Holland te verdeedigen , en deswegen een fcherpe Tegenaantekening $ in (*) Zie het geheele Plan en 'c Advis van Amfterdam, waar uit wy flegts eenige trekken ontleenden, in de N. Nederl, jaarb. 1779. bl. 345-282.  historie. ï93 in de Staats-bcfluiten te doen inlyven. ii. Waarby zy zich onfchuldigen,van de Ver- boek. fte'rking ter Zee ooit te hebben tegenge- »■ ■■ gaan; maar die,nevens de Vermeerdering 1778. der Landmagt, te hebben willen bevorderen , dat zy aan zich zeiven gelyk gebleeven waren, en niet van het ééns aangenomen ftelzel afgegaan. — Dan, de zaaken waren, huns oordeels, dermaate van gedaante veranderd, dat men by demaaiigè en onkostlyke Verltcrking der Landmagt niet kon berusten, ten ware men de Verdeediging van Staat te Lande zou willen op-, en zich gehèel en al overgeeven aan 't Stelzel, 't welk de Republiek, vóór ruim eene Eeuw geleden, opgevolgd hebbende, het tydltip van haaren ondergang heeft zien genaaken. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen oordeelden , door de opgave hunner gevoelens en de bygebragte verdeediging in deezen, ,, zich volkomen J5 gedekt tegen alle verkeerde aantydin„ gen, waar door de zuiverheid enopregt5> heid dier gevoelens, onder de gansch ongepaste benaaming van Complaifance, )} voor de begrippen van zommigen der ?J Bondgenooten, zyn berispt geworden: sJ zo als Zy ook by deeze gevoelens onver4, anderlyk volhardende, en voor Buiten, landfcheInvloeden geheel onvatbaar,nim, mer zullen afwyken van die grondbe„ ginzelen, waar volgens de Republiek, „ wel, met alle omzigtigheid moet vermyden, van aan geene der Oorlogende „ Mogenhcden eenige wettige reden van i. deel. N „ zich  m VADERLANDSCHE II. „ zich beledigd te agten te geeven , de boek. „ vriendfchap en goede verftandhouding _ „ met dezelve , door alle bekwaame en 1778. „ met haare Eer en Onaf hangelykheid be- ftaanbaare middelen, moet aankweeken, „ en nooit eenige andere oogmerken vor„ men, dan om de Regten van haare On- af hangelykheid , de Voorregten van haar onzydige Vlag en de zekerheid van ,, haar onzydig Grondgebied te verdeedi„ gen; doch naar welke grondbeginzelen „ ook tevens uit alle Staats-overleggingen, aangaande het zo teeder onderwerp der ,, fchuldpligtige betragting van eige vei„ ligheid en eige befcherming, geheel ver„ bannen moet worden de Vrees, van aan „ de eene of andere Mogendheid, het zy „ aan deeze, het zy aan geene zyde van den „ Oceaan zich bevindende, te mishaagen, of aanleiding te geeven tot nadeelige Soup f ons, als of door die betragtinge aan „ de zyde van de Republiek, bedoeld zou„ den worden, de Executie van geheel an- dere desfeinen, dewelke aan die Mogenheid ,, niet onyerfchillig zouden kunnen yoorko„ men ; daar immers aan de Republiek, „ geene , voor iemand haarer Nabuuren ,, kwaad vermoeden baarende voornee,, mens, zonder ongerymdheid, kunnen ,, toegefchreeven worden ; en daar het aanwenden van middelen tot eigene bei, veiliging , en byzonder door het ver„ meerderen der Landmagt, waar doorde,, zelve op geen hooger voet van iterkte ,> zou gebragt worden, dan die, welke te „ meer-  HISTORIE. i96- '9i meermaalen tot haare gerustheid, zelfs II. 0 in vollen Vredestyd , nodig is geoor- boek. deeld, wel verre van eenige wettige ——. agterdenking te kunnen geeven, veel- 1778. „ eer geheel volftrekt onverfchillig aan al- le die Mogenheden moeten voorkomen, „ van welken men niet zou willen vermoe„ den, dat zy, van hunne zyde, eenige „ vyandlyke of belaagende oogmerken te„ gen de Republiek in haar boezem voe„ den, en tot hier toe verbergen (*)". Men ziet in deeze Verklaaringen der Wethouderfchap van Amflerdam en der Ridderfchappe , welk eene veruiteenloopende denkwyze over het Staatsweezen, en de thans noodige Befchermmiddelen, Hand greep: terwyl eene en andere Party zich op de zuiverheid haarer oogmerken beriep, en door het inleveren dier breedvoerige Raadllagen, als mede het plaatzen derzelven, in de Staatsbelluiten, welke ook de uitilag mogt weezen, zich voor de opfpraak der Naakomelingfchap zogt te dekken. Zy toonen ons de verfchillende inzigten omtrent Frankryk en Groot -Brittanr je, en de Aantekening van de Stad Amflerdam wyst uit, hoe men daar over de Zaak der Noord-Americaanen, en derzelver waarfchynlyken uitilag, dagt, en het belang, 't geen ons Handeldryvend Gemeenebest best in dezelven behoorde te ftellen. Hoedanig het ook met 's Lands Zeewee- Staat van zen gefteld mogt zyn, ging de Heer lin- 's Lands GUETj Zeemagt, C) N. Nederl. Jaarb. 1779. bl. 283—310. N a  i& VADERLANDSCHE II. guet, in eene verguizende befchryving boek..van 's Land Toeftand te verre, als hy ~ •— zegt: ,, de Hollanders hebben byna geen 1778. „ Schepen die men Oorlog-Schepen kan en onge-noemen (*)".'s Lands Zeemagt was wel lukken zeer vervallen; maar niet tot die bystere zelve6" ^aaSte gedaald, en men hadt, zints den overge- Jaare m b c c l v, ettelyke Schepen aankomen, gebouwd, en oude ten Zeedienst bekwaam gemaakt (f). Een Snaauw en twee Fregatten werden dit Voorjaar in dienst gefteld; en verfeheide Heeren tot Capiteinen ter Zee bevorderd fj). Een droeve ramp dreigde drie Oorlog-Schepen van het Esquader onder den Schout by Nagt reynst, by het uitzeilen van Llsfahon; de Schepen van van gennip, staringh en kinsbergen, dreeven door het gat der zogenaamde Casfioppes, de ftilte dezelve belettende uit de Klippen te komen, hadt men acht Sloepen met Roeijers te werk gefteld om te boegfeeren ; doch de hoogloopende Zee en zwaare Branding floeg de Sloepen om, met het ongelukkig gevolg, dat al de Manfchap, omtrent zestig Koppen , verdronk : van dit redmiddel verftooken, zouden de drie Schepen, binnen weinig minuuten, hebben moeten blyven, daar de Zee tot in de mars (*) Annales Politiques, Civiles et Litterai. Art. Uollande. (f) Rapporten van de Rejp. Collegien oer Admiraliteiten, in 't Jaar 1781. uitgegeeven. (§) N. Nederl. 'Jaarb. »7/8. bl. 841*  II I S T O R I E. i97 mars liep, en dat des laatstgenoemde Ca- II. piteins, reeds acht voeten waters in hadt; boek, dan de Wind, uit het Noorden opwakke rende, ontzeilden zy eene bykans onver-1778.. mydclyke Schipbreuk. (*). ——- 's Lands Oorlogfchip Kennemerland, te Amfterdam, in 't Dok, voor 'tMagazyn liggende, over 't welk 't bevel aan Capitein riem er sma was opgedraagen , lloeg by nagt in vlam, en brandde , ondanks alle aangewende hulgmiddelen, bykans geheel af; men fchreef deezen brand toe aan de onvoorzigtigheid der Werklieden, bezig met het zelve in gereedheid te brengen : gelukkig dat de overige daar omtrent liggende Schepen, onbefchadigd bleeven. Een veel deerlyker ongeluk wedervoer het 's Lands Oorlogfchip Alphen, over 't welk de Capitein G. W. H. Baron van der feltsz het bevel voerde, daar het naa drie harde, fchielyk op elkander volgende Hagen, in de lugt fprong. De {lag was zo geweldig,dat men op het Eiland Cnragao, waar dit ongeluk voorviel, dagt dat de wereld verging; aan de Havenzyde bleeven te land byna geen Venfters geheel, het gefchokte water liep over de Klippen aan Strand tot in de Huizen en Pakhuizen; die van pannen beroofd werden , terwyl veel breekbaar Huisraad in {lukken viel, en de Huizen bezaaid waren met brokken van («) N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 841. N 3  aoS VADERLAND SCHE n. van Menfchen, Scheeps- en Oorlogstuig. boek. Aan boord des Schout by Nagts Grave van byiand, digt by het fpringend 1778. Schip liggende, verbeeldde men zich zo vast, dat die eigen bodem in de lugt vloog, dat een aantal Matroozen,uit raadloosheid, ter lyf berging,in Zee fprongen: de beroering des Waters in de Haven was zo geweldig, als of men in de Spaanfche Zee was, en Hoof de Gefcautpoorten van het Schip des Schout by Nagts in, fchoon dezelve meer dan vyf voeten boven water waren. Geen Schip, daaromtrent liggende , of op de Werven llaande, bleef onbefchadigd. Van de twee honderd dertig Koppen, waar mede Alphen bemand was, zyn niet meer dan acht en twintig behouden gebleeven. Geen der Officieren is het onheil ontkomen. Hoe duister doorgaans de oorzaaken van dusdanige ongevallen zyn, wordt de oorzaak van deezen ramp niet ongegrond toegefchreeven aan de oneenigheid van den eerften en tweeden Ccnftapel: deeze laatfte hadt zomtyds blyken gegeeven van niet wel by zinnen te zyn, en was zyne verbittering tegen den anderen zo verregaande, dat hy zich dikwyls ontvallen liet: het zou hem of zyn Makker het heven kosten. Men zegt, dat dien noodlottigen morgen, de tweede Capitein lichtenvooRDEkundfchap kreeg,dat het aan boord niet regt toeging, dat 'er eenige Kardoezen Kruid waren uitgeftort gevonden by de Kruidkamer, werwaards  HISTORIE. 199 hy zich in alleryl begaf; doch nauwlyks Dwas hy 'er gekomen , of de vernielende n 0 e k. flag was daar (*). De verleende Convoyen bleeven leg- i/7". gen, en'sLands Koopvaardyfchepen,van DeConbefcherming ontbloot, ten prooi aan de ™ye" Roofzugt der Engelfchen ,die door den bin- ie^neB nen gefleepten buit meer. en meer aan-detioofwakkerde. Eenige bladzyden zouden wy zugt der kunnen vullen met een lyst van Zeeroo- fyffj' veryen, dit Jaar gepleegd: en waar in dc' ^0^ onmenschlykfte wreedheid , menigmaal aan. met het fchreeuwendfte Onregt, hand aan hand ging. De Nieuwsmaarcn van dien tyd, krielden van verhaalen deezer fchennisfen; wy zullen ze niet herboeken, genoeg is het te melden, dat inde Herfstmaand alleen, meer dan vyftig Hollandfche Schepen, door de Engelfche Kapers genomen en opgebragt werden; van den tweeden van Oogst- tot den twintigften van Herfstmaand, beliep het getal omtrent de honderd (f). Slegts één Koopvaardyfchip , van Oleron naar Duinkerken beftemd, door een Kaper overweldigd,werd door den Capitein w 1 l l e m van braam hernomen, en met zes Engelfchen, die zich aan boord bevonden , in Texel binnen gebragt. 't Was den Engelfchen niet genoeg, op^Ioe^wl1 deeze Zceheerichappy voerend: wyze , l]fc£„ de (*) N. Neierl. JüMrb. 1778 bl 140 ). ff) Zie, onder andere , eenige S:aj!;ïes in de iV. Nader/. Jaarb. 1778. bl. 773. 843. pó8. 1375. N 4  aoo VADERLAND SC HE II. de Scheepvaard in 't algemeen te belemboêk. meren, en de Zee hier omllrceks geheel onveilig te maaken : in een ander Wereld- 1778. deel ging hunne ftoutheid nog veel verIn de der. Zonder eenigzins agt te liaan op het West-In- Grondgebied van den Staat, deeden zy diën. ]lun best ora de Rivieren van Esfequebo en Demerary bezet te houden, en met klein Vaartuig , onder den wal, den toevoer van Leevensmiddelen derwaards, af te fnyden , en de kleine Vaartuigen onzer Volkplanteren , langs den wal, vaarende na de Plantadien, zo weinig gefchikt om Zee te bouwen, of aan de Noord- Americaanen iets toe te brengen , dat zy zelfs geen Kompas hadden, aan te doen, en op Zee te fleepen, om by een of meer, op Zee leggend Schip, van hunne Reizen en Laadingen verantwoording te doen, en dezelve vervolgens,op eene onmenschlyke wyze, op gods genade, te laten dryven, en, zonder het noodige om den weg op Zee tc vinden, na den wal te laaten zoeken, en van hun' voorraad te berooven. — Een hunner Kaaper-Schepen ontzag zich niet een Americaansch Scheepje op de Rivier by Demerary te vermeesteren, en een ander zou een tweede van voor de Brandwagt weggenomen hebben, hadt het zelve , pnderfteund door vier Hollandfche Koopvaardyfchepen, zulks niet verhinderd. Een Americaanfche Bark, van Suriname na Virginie moetende , werd gejaagd door een Engelfchen Kaaper, en ver; vnïgd tot aan het Fortres Amfterdam,waat ♦ c hy  HISTORIE. 20ï hy dezelve prys maakte, niettegenftaande II. men uit dit "Fortres geftaadig op hem boek. fchoot; ook wilde de Heer capelle , (een OiEcier van het Oorlogfchip,) by hem aan 1778. boord gaan, en praaide hem reeds, zeggende, dat hy van 't Oorlogfchip kwam; doch kreeg ten antwoord, niet nader te moeten komen, of men zou hem in den grond fchieten, gelyk men ook reeds een fchot deedt, waar op de Kaaper met den Prys de Rivier afzakte. Wanneer het geval te Demerary ,zoftry- Dit gedig met het Regt der Volken, den Ridder JjjJ^ yorke werdt voorgehouden, hadt hy de verdee. onbefchaamde ftoutheid om 't zelve te ver- digd. deedigen,en,in een gefprekmetdenVoorzittenden Heer van Hunne Hoog Mog. deeze hoonende taal te voeren: „Dat de „ Koning, zyn Meester, het befluit hadt „ genomen, alomme zich zeiven regt te verfchaffen, en zonder aanzien van ,, Grondgebied,zonder onderwerping aan „ eenige Tractatcn, of Regten, enkel op ,, de gronden van Eigenbehoud, de Noord,, Americaanen te vervolgen, en zich te „ wreeken van hun, die aan deeze Vol„ ken eene fchuilplaats verleenden , of „ hulpe toebragten, aangezien het Groot„ Brittanje beter was veelen tot openbaa„ re Vyanden te hebben, dan Bondgenoo„ ten, die, onder de vertooning van Onh zydigheid , haare Vyanden van alles ,9 voorzagen." Uit dit gedrag van Engeland bleek de VcDordwelgegrondheid der klagten, in den voor- ref l' N 5 èaan" '  202 VADERLANDS C HE II. gaanden Jaare door de Kooplieden uitgeboek. boezemd (*). Het ging van kwaad tot * T erger , en het ergfte , een geheel verval I77«- der Zeevaard, fiondt te dugten. Geen Amfter- wonder dat de Kooplieden der voornaamdamfche fte Handel/leden , Dordrecht, Amflerdam Terdi?* enRmerd#m, zich by de Algemeene Staatfckeillt ten vervoegden. Het Verzoekfchrift der Kooplie- Kooplieden van de eerst- en laatstgemelden leve- de Stad, was woordlyk van denzelfden ren Ver- inhoud (f), cn kwam in de zaak op't zelffchriften de uit mct dat van Amflerdam, welks ini„. houd wy zullen opgecven, als behelzende een nadruklyk Vertoog van de regtmaatigheid der gronden, op welke 't bezwaar der Kooplieden, Reeders en Asfuradeurs ter Beurze van Nederlands Hoofd - koopftad rustte. Inhoud „ Het kan in deezer voege lieten zy van het zich hooren , „ Uwe Hoog Mogenden fchHf"* " n*et 011Dcwust zyns hoe, zedert eenige der'Am- weeken, een aanzienlyk getal Schepen flerdam- van Ingezetenen .deezes Gemecnebests, fche. Jf na de Franfche Havens beftemd, in het „ vervorderen hunner Reizen, door En„ gelfche Konings-Schepen en Commisfievaarders, zyn aangehouden, en, niettegenftaande de Schippers hebben doen M zien, dat derzelver Schepen aan Onder„ daanen van dit Gemeenebest tocbehoor„ den,en geen Goederen hadden ingelaa- „ den, (*) Zie hier boven, bl. 92. (f) N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 1380.  HISTORIE. 203 „ den, welke voor Contrahanden konden II. „ worden gehouden, in verfcheidene Ha- boek. „ vens van Groot-Brittanje zyn opgebragt, ———- waar dezelve nog worden opgehouden, 1778. „ zonder dat de Brieven van Voorfchry„ ving, door Uwe Hoog Mogenden aan den Heer Grave van welderen, „ ten verzoeke van Belanghebbenden in verfeheide van dezelve Schepen ver„ leend, ten einde op derzelver fpoedig „ ontflag aan te dringen, tot hier toe van „ eenige vrngt zyn geweest, terwyl, in „ tegendeel, het neemen en opbrengen „ van- diergelyke Schepen, nog dagelyks „ aanhoudt en toeneemt, zulks 'er by de ,, Engelfchen een volllrekt voornecmen fchynt plaats te hebben, om den Vaard ,, en Handel der Ingezetenen van dit Ge- meenebest, op de Franfche Havens, ge- heel en al te willen beletten. Hat,deeze , handelwyze aanhoudende, niet anders „ ten gevolge zou kunnen hebben , dan de i9 geheele ruïne des Handels en der Scheep„ vaard van 'tGemeenebest, en daarenbo- ven het bederf van verfeheide byzondeJ} re Perfoonen, die als Eigenaars der Sche„ pen of Ladingen, 't zy als Asfuradeurs „ op dezelve, daar by belang, en dus 011„ noemelyke fchade te wagten, hebben. „ 't Zal' niet noodig zyn de onbillyltheid „ van zulk eene aanhouding en opbren,, ging te betoogen, het Traclaat van Ma„ rine, tusfchen de Kroon van Engeland „ en dit Gemeenebest, in Wintermaand des Jaars mocexxiv geflooten, zegt „ met  ao4 VADERLANDSCHE II. met zo veele woorden: dat het den WeBO£K. derzydfche Onderdaanen zou vry ftaan enge- . ' oorlofd weezenmet alle Vryheid en Zeker- 1778. " heid'te vaaren, handelen en alle KoopmanycA«/» « dryv«« , «» «//e Koningryken en Landen, welke met derzelver Souverainen " refpe&ivelyk in Vrede, Vriendfchap cnNeu' traliteit zyn: zo dat ze noch door geweld " ytf» Soldaaten , noch door Oorlogfchepen, 1 of eenigerhande ftag van Vaartuigen , op " pratext van eenige hostiliteit of tweedragt, *\ welke tusfchen den eenen Souverain en die Volkeren, met welken de andere Souverain " in Vrede en Neutraliteit is, mogte komen " te ontftaan, in hunne Navigatie en Com" menie eenigzins verhinderd of gemolefteerd " zouden mogen worden:" Welke vryheid van Vaard en Handel, in een volgend Artvkel, van 't zelfde Tractaat, wordt bepaald, „in geen foort. van Koopmanfchap in- dragt te zullen lydcn, ter occafle. of oor9' zaak van eenig Oorlog; maar, in tegen- "deel zich uit te zullen breiden tot alle Waar en, die ooit in Vrede worde-u gevoerd, " behalven alleen die Waaren, welke met den " naam van Contrabande worden uitgedrukt " en afzonderlyk vermeld:' Op dat 'er geen t'vyfcl mogt vallen aangaande den zin dier Artykelen, werd in een volgend Jaar bepaald , „ dat de meening was en zyn moest dat de Schepen en Vaartuigen, toebehooren" de aan Onderdaanen van eene der twee 5' Partyen, van het fluiten der gemelde Arty" kelen af, hadden kunnen, en verders moes" ten kunnen vaaren , handelen en negotieer " „ ren,  HISTORIE. co5 ren, niet alleen van eene Neut roede op eene Ti. " Vyandlyke Plaats ten opzigte van de ande- boek. " re Party, of van eene Vyandlyke op eene -— S' Neutraale 'Plaats; maar ook van de eene 1770. " Vyandlyke Plaats op de andere; 't zy dat " zodanige Plaatzen toebehooren aan denzelf" den Vorst of Staat, of aan verfeheide Vor\\ fien en Staaten, met welke de andere Party in Oorlog is. , Dit Tractaat,om niet te fpreeken van het Regt der Volken, in zulken gevalle, " wees uit welk Regt den Ingezetenen van " dit Gemeenebest toekwam, ten opzigte ' van Groot-Brittanje; het was geilooten 111 ", een tyd,wanneer deeze Staat met Frank* ryk nog in Oorlog was, ,en alzo van de " Engelfche zyde voornaamlyk ingengt, ' om zich eenen vryen Vaard, op en van " alle Franfche Havens te bezorgen; zulks " zy de eerlle vrugten daar van hebben J' genooten, en gevolglyk wederkeerigde " Onderdaanen van dit Gemeenebest niet " behoorden te verhinderen in dien vryen " Vaard en Handel, welke zy zelve voor zich bedongen en genooten hadden. ' Terwyl de overeenkomst van dit Trac" taat, met het Regt der Volken, eene " allero-ewigtiglle drangreden uitleverde, " om den Trouw van Zodanig een Tractaat niet in 't meest of 't minst te zullen '* fchenden, by een Volk, dat zich den „ naam van redelyk of billyk,met wil on„ waardig maaken. „ Hier uit bleek de onbillykheidvanhct „ neemen cn opbrengen der Schepen, m >3 het  ao5 VADERLAND SC HE II. » het tegenwoordige geval, met zulk eene BOEK. js baarblyklykheid , dat de Schippers of » Reeders niet benoorden genoodzaakt te 1/78. » worden daar over in eenig Regtsgeding « te treeden; maar dat, integendeel, by » zyne Groot-Brittannifche Majefteit, ter „ uitvoering van de Tractaaten, zodanige » orders, zo wel aan Hoogstdeszelfs Sche« pen van Oorlog, als aan de Commisfie» vaarders, zouden behooren gegeeven te „ worden, waar door dezalve wederhou» den werden, de Schepen van de Ingeze« tenen van deezen Staat eenigzins te » verongelyken, of" op te houden , en , daarentegen, genoodzaakt de reeds ge5> daane belediging terftond af te doen , 5» en de tocgebragte fchade te vergoeden: ,> terwyl men niet kan voorwenden, dat 55 'er een regterlyk onderzoek overdewet,> tigheid eener neeminge of opbrenginge 5) zou behooren voor af'te gaan, wanneer » het blykbaaris, of immers behoorde te ?> wcezen, dat de last tot het neemen van 53 Vyandlyke Schepen of Goederen,geene >= de minfte betrekking kan hebben tot de » Schepen van Onderdaanen van eene Mo» genheid, waar mede men in een Tiac» iaat ftaat, volgens 't welk de Vaard en » Handel vry is, en het Schip in alle ge» vallc het goed bevrydt; te minder, daar „ de enkele ophouding, in zodanige om„ Handigheden, reeds eene daad is van de „ uiterfte onbillykheid, en welke nimmer „ door een daar op volgend ontllag, hoe « zeer het zelve ook met eene to&wyzing „ van.  HISTORIE. 207 „ van fchade en intresfen vergezeld moge „ gaan, ten opzigte van alle deszelfs na- boek. deelige gevolgen kan worden herfteld; „ weshalven zy Hunne Hoog Mogenden ,, verzogten zich deeze zaak aan te trek- ken, en op een fpoedig herftel van het „ reeds gebeurde, tot voorkoming in 't „ vervolg, aan te dringen. „ Zy konden nietnaalaaten voor tedraa„ gen de heillooze gevolgen,die het voor „ de Handeldryvende Ingezetenen, en „ ook voor den Staat in 't algemeen, naa „ zich zou fleepen, by aldien de Schepen ,, en Vaartuigen van de Onderdaanen des „ Gemeenebests van zodanige onbillyke „ onderneemingen niet zouden verlost,of „ daar tegen kragtdaadig befchermd kun„ nen worden. Immers werd hier door „ niet alleen groote fchade en nadeel ver,, oorzaakt aan de Eigenaars derSchepen, 5, welken opgebragt, en daar door, in „ meer dan in een opzigt, in zwaare kos„ ten worden ingewikkeld; maar dat ook 5, de ophouding der Goederen,het gevaar „ en bederf, waar aan dezelve ondcrhee,, vig zyn, de mogelykheid der daaling van „ de markt, en andere foortgelyke gebeur„ tenisfen , ten uiterften nadeele loopen „ der Eigcnaaren en Belanghebberen. — Wyders zou, wanneer men, onverhoopt, in Engeland, in 't begrip mogt vallen, >? dat de Ingelaadene Goederen, voor zo „ verre men die als Franfche Eigendom ,, zou kunnen of willen aanmerken, der „ verbeurtverklaaringe onderhecvig wa- •1 ^ 1 Cl! y  ooS VADERLAND SC HE II ren, het gevolg daar van niets minder roek ", zyn dan de geheele ruïne van verfchei- ' de Asfuradeurs hier te Lande, als die „o " daar op verzekerd hebben. Iet te meer n " hard en onregtvaardig, naardemaal de " tot hier opgebragte Schepen, en die " voor eerst nog opgebragt zouden mogen " worden , allen bevragt en belaad en , " mitsgaders voor derzelver Laadmgen " hier te Lande verzekerd zyn, op een ',' tyd, dat 'er nog geen de minfte vyandlykheden tusfchen Engeland en Frank* " ryk waren uitgebrooken, en 'er dus geê' ne vreeze voor zulk eene Neeming of " Opbrenging, veel min voor Verbcurt- verklaanng heeft kunnen zyn. ' Niet alleen zou, de zaaken op dien voet voortgaande , de geheele Handel " met Frankryk moeten te niet loopen; " maar ook zouden alle andere Volken, " die zich altoos bediend hebben en nog " bedienen van Hollandfche Schcepsgele" o-enheid tot het overvoeren hunner Goe** deren, zo wel na Franfche als na andere " Havens,daar door te eenemaalewordeu. ' " afgefctirikt om in Hollandfche Schepen \\ te laaden , blootgeiield aan zulk eene neeming en opbrenging. , Van "te meer uitzigts zou dit alles, , door Hunne Hoog Mogenden moeten ' o-coordeeld worden, daar zyn Majefteit ' de Koning van Frankryk, by Hoogst; deszelfs Reglement, betreffende de Navi" gat ie van Neutraale Schepen in tyd van " Oorlog, van den zes-en-twintigften v Ji,1y  HISTORIE. 20* „ July mdcclxxviii, in 't eerfte Arty- jj, 3, kei, alle Armateurs verboden hebbende B0Eiê.' 9, om de Schepen van Neutraale Mogenhe- * „ den aan te houden of op te brengen, j^g; fchoon dezelve uit Vyandlyke Havens „ mogten zyn beftemd, met uitzondering „ alleen vanjgeblocqueerde Plaatzen,en van 3, Schepen met Contrabande Goederen belaaden;daar by egter heeft goed gevon„ den , te verklaaren; dat zyne Majefteit „ aan zich behieldt om die vrydomteher„ roepen, byaldien de Vyandlyke Mogen„ heden dezelfde vryheid niet mogten toeit ftaan, binnen zes maanden naa den dag „ van de uitgave deezesReglements; zulks 5, het zou kunnen gebeuren, dat die Vorst, „ by wyze van wedervergelding, desge„ lyks de vryheid der Schepen van den „ Staat willende bepaalenj de Inleeveraars ,, van dit Verzoekfchrift, en de verdere 9, Ingezetenen van dit Gemeenebest, ver„ ftooken zouden worden van hunnen „ Handel enZeevaard op beide de Ryken , it en derzelver onderhoorige Landen, en Sj aldus, op eene gansch onbillyke wyze, even zeer de gevolgen van den Oorlog gouden draagen,als of het Gemeenebest zelve daar in was ingewikkeld. — „ Zodanig eene ftremming van Handel en j, Scheepvaard, door de onbillyke handel9, wyze der Engelfchen, zou aanleiding geeven, dat andere Volken een Handel 5, dreeven en de Zeevaard aan zichvtrok.,, ken, aan de Ingezetenen van dit Land, ,, tegen alle regt en reden belet; terwyl 1. deel, O 9, eene  «ie VADERLANDSCHE II. „ eene droeve ondervinding, meenigmaai boek. ,, geleerd hadt, dat een Handeltak, een- maal, door zekere omftandigheden ver- 1778. ,, plaatst, naderhand, hoe zeer die om„ Handigheden ophielden, nooit wederom „ in voorigen ftand heeft kunnen gebragt worden." - Ten flot verzoekende, „dat,totafwen-„ ding der fchade, reeds toegebragt door ,, de Engelfchen , tegen de Trouw der „ Traclaaten, het Regt der Volken en de „ natuurlyke Billykheid, en tot voorko-„ ming van zodanige onbehoorlyke han„ delwyze voor het vervolg, en tellens „ tot handhaaving der Regten en Vryhe„ den, die de Ingezetenen van den Staat „ van god en de Natuur ontvangen heb„ ben, en waar op Engeland, by de pleg- tigfteTraclaaten,zich verbonden heeft, .„ geen inbreuk te zullen doen, zodanige „ onverwylde en kragtdaadige voorzienin„ gen mogten gedaan worden , zo door „ ernftigeVertoogen by hetEngelfchellof, ,, over de gepleegde ongeregeldheden, en „ tot ftuitinge van dezelve, als met het „ verleenen van eene genoegzaame be„ fcherming van Handel en Zeevaard , „ door Schepen van Oorlog, als Hunne „ Hoog Mogenden, naar derzelver hooge „ Wysheid, vaderlyke Zorg en Yver voor de welvaard van den Lande , zouden 5J oordeelen te behooren (*)." Regta £*) Ar. Nederl. Jaarl. 1778. bl. 138a.  HISTORIE, :2IÏ Regt, Billykheid en Belang , fpraken lt. hier uit e'énen monde. Hunne Hoog Mo- boekÏ' genden waren niet doof op deeze welge gronde klagten, noch ongevoelig Voor het 177%. ongelyk, den Staat, in die tergende mis- A!ge. handelingen, aangedaan. Zy hadden, ge-meenheid lyk uit het belluit, genomen naa het inle- der Kiagveren deeze Verzoekfchriften, blykt, van jjj^j^** elders veele leedklaagende en hulpverzoe- gel<;che kende Hukken ontvangen, die volkomen zeeroven zamenftemden met der Kooplieden uitge- ryeiii boezemde klagten en vooruitgeziene verdere bezwaaren. Stukken, Hun overgezonden door den Graave van we loeren, hun' Envoyé en Pknipottntiaris aan 't Hof van Gro-jt-Brittanje; door den Heer lestevenon van berkenroode, Ambasfadeur aan 't Hof van Frankryk; door den Capitein van hoey, op de Rivier van Suriname; door den Reprefentant eii Bewindhebberen der West-Indifche Compagnie, ter Kamer Zeeland, met een Brief des Bevelhebbers van Demerary ; door dea Commandeur van deurs, uit Elfeneur, berigt geevende van de vrees voor de Nederlandfche Koopvaarders, om in de Zond van Engelfche Kaapers genomen te zullen Worden; door den Commandeur bronkhorst, van Bourdeaux ; om van eene menigte Verzoekfchriften, door byzondere Perfoonen, ten behoeve hunner geüomene en opgebragte Schepen, daar in vermeld , niet te fpreeken. Genoeg bleek hier uit, dat de Roofzugt der Engelfchen zich bykans overal op de Wateren verO 2 toon-  ■si* VADERLANDSCHE II. toondè, en, wat eenige betrekking op de Hoek. Franfchs Vaard hadt, wegnam. ~~ De Algemeene Staaten betuigden hun 1778. welgevallen in den handel des^Graaven ': Gedrag van weeder en; dat hy, in eene zaak van van van die bekende natuur, zonder byzond^ÏSÏ ? bevelen af te wagten, niet hadt naagepreezen, }aaten om de Schepen en Goederen van en nadere s Lands Ingezetenen, onlangs in 't Ryk Jast aan van Groot-Brittanje, zo onregtvaardig, opIZin' p131"3^' te ruS te eilchen, op derzelver kost- en fchadeloos ontflag aan te dringen. Zy zagen deeze zaak aan van zo veel gewigts en belangs voor den Staat, dat zy deezen Heere uitdruklyken last gaven, om regtitrecks, van hunnen wege, by zyne Groot - Brittannifche Maiefteit' en diens Staatsdienaaren, de ernftigilc Vertoogen te doen, over het zo ongehoord trouhleeren van de Navigatie van 's Lands Ingezetenen- gelyk die Graaf, naar 't oordeel der Staaten, zich zeer wel hadt uiteredrukt. a By het vermelden van hun genoegen, over het gehoor aan zyne reeds gedaane vooritellen, door den Koning van Engeland verleend, en de verzekering van dien Vorst, dat deeze in Vrede gansch onbetaamelyke Handelwyze, niet op zyn last was gehouden, dat hy de magt en den wil hadt om de verongelykte Ingezetenen regt te doen, en geen oogmerk, om de Zeeyaard van 'tGemeenebest, zo als het zich in den beginne liet aanzien , te ruïneeren, als mede dat hy een en ander Schip, hadt vry-  HISTORIE. ai, vrygegeeven; lieten zy, egter, wecten, II. dat daar mede niet herfteld was de belcdi- boek. ging en fchade, door het opbrengen, dier Schepen, buiten hun koers, in Engelfche 1778. Havens gefleept; dat ook, zo verre zy wisten zyne Majefteit geen ongenoegen altoos des wegen betoond hadt, omtrent de zodanigen, die, buiten zyn last, zulks beftaan hadden. Weshalvcn, zelfs in die anders gunftiger gevallen, by Hunne Hoog Mogenden was overgebleeven, eene meer dan voldoende reden van. bezwaar, behalven de onzekerheid van het lot van zo veele andere Schepen,als laater zyn opgebragt, of reeds op weg zyn om opgebragt te worden, en de noodzaaklykheid eener volkomene gerustftelling, voor 't vervolg, tegen dergelyke onbehoorlyke behandeling der Schepen van 't Gemeenebest. Voorts kreeg de Heer van welderen last, om, zo en daar hy 't van de meeste vrugt oordeelde, te vertoonen,de Handelwyze der'Engelfche Schepen, met Commisfie van zyne Majefteit voorzien, in een ander Werelddeel, en ook van Oorlogfchepen in Europa, byna onder 't oog van zyne Majefteit , 'niet fchroomende de Scheepvaard van deezen Staat, op eene ongehoorde en vyandlyke wyze, te ontrusten, nu eens onder voorwendzel van den Oorlog metv de Volkplantingen zyner Majefteit, aanhoudende, en na de Havenen van Engeland opzendende, zodanige Schepen, als vreedzaam, uit de Volkplantingen van dit Gemeenebest, na 't GemceneP 3 best  sï4 VADERLANDSCHE II. -best zelve: flevenclen ; 'dan weder, bnSèï boek. vnorwehdzel, van de onlusten tusfcoen Engeland en Frankryk ontftaan-, zonder ï 77-8. dat 'er vóór of ooit, eenige wettige waarfchuwinge,- omtrent de Vaard van Schepen vanonzydigeMogenheden,is gedaan, aansrvpenctè en in een Haven van GrootBrhtanje opbrengende, de Schepen van Ingezetenen van den Staat,-onder de Vlag van den Staat vaarende, wanneer zy flegts den wil mFrankryk hadden,zonder te bedenken, of ten minlien zonder eenigzms aot te Haan, op 't geen, zelfs by eenen verklaarden Oorlog, tusfchen den koning van Groot-Briuanje en eenige andere Moéénheid, by het Trablaat van Marine tes laars muclxxiv , uitdruklyk was bedon^ en Dat'er geen reden en altoos waren ' met welke zulk eene aanhouding en opbrenging, konden worden gekleurd, veel min geregtvaardigd ; ^dat de vrye Vaard,Hunne Hoog Mogenden,ten zeerften ter harte ging, als betreffende het geheele Weezen van 't Gemeenebest, t ^velk, zonder koophandel en Zeevaard, niet konbeftaan, dat het daarom geen mdra^t op dezelve kon veelen, zonder des op ?t ëêv-ierlgst geraakt te worden . en , zonder dat in de gemoederen der Ingezetene 'i de flerkfte aandoeningen ontftonden. Dat dit alles Hun Hoog Mogenden belette, ongevoelig uil te zitten, en noodzaakte zich tot zyne Majefteit te wenden, van wiens billykheid zy verwagtten, dat dezelve dergelyke behandelingen aan Inge-  HISTORIE? &J4 zetenen van een Vryen Staat, tegen de Bduidelyke Letter der Traetaaten, met zou boek. goedkeuren. Het ontflag eemger Schepen, verfterkte hun in dit vertrouwen; i77üdoch zy hadden wel gewenscht, een blyk van 't Misnoegen zyner Majefteit , over die fchennis, en vergoeding der geledene nadeelen; op dat zy daar uit zouden hebben mogen hoopen, dat die Aanhouders cnOpbrengers zouden worden afgefchnkt, van diergelyke verregaande en onbetaamelyke handelwyze, omtrent de Schepen hunner Onderdaanen, die, fchoon ze met betaaling der kosten worden wedergegeeven, nimmer het nadeel herfteld krygen, ontftaande uit de vertraaging der Reizen, gepaard met verfeheide toevalligheden des Koophandels, daar aan reeds toegebragt, veel min het zydelings nadeel van den invloed op 't gebruik der Schepen van 's Lands Onderzaaten. Verder moest hun Gevolmagtigde zyne Majefteit ten ernftigfte verzoeken, om het fpoedig en kost- en fchadeloos vry-reeven der Schepen en Goederen , op ?een beter grond, en dus even onbillyk als de reeds ontflaagcne, opgebragt; aandringen op voldoening , voor de belediging, den Staat en deszelfs Onderdaanen aangedaan, door zyn Ongenoegen te betoonen over de Daaders, en de Schenders van het Grondgebied in een ander Werelddeel; en eindelyk aanhouden, dat het zyne Majefteit behaagen mogt, zodanige bevelen te geeven, als konden ftrek0 4 ken.,  os6 VADERLAND SCHE II. ken , om foortgelyke belemmering, opbo ek. houding en opbrenging van Schepen, ftry- . ■ dig met de onderlinge Harmonie en Vriend1778. fchap, en tegen alle Regt en Billykheid, tegen het Regt der Volken, en tegen het Tractaat yan ^Marine , in het toekomende te voorkomen, en daadlyk te weeren, en het Grondgebied van den Staat, in de West-Indien, behoorlyk te ontzien. Zeeland Wy hebben zo veel uit dit Befluit der wil bet Algemeene Staaten overgenomen: dewyl geeven jjét ? deeis ^cn ftaat ^er zaaken, deels de Last aa" denkwyze van 's Lands Vaderen daar vm wel- over, in een helderlicht plaatst. _ Schoon deren, de Afgevaardigden van Zeeland ,dithoogstuitgelteld bülykBefluit wilden uitgefteldhebben,om hebben. het wcvbehaagen der Staaten van Zeeland op te kunnen-verneemen, vonden de 'zes arider-e Gewesten, het ftuk van dien dringenden aart, dat het, hoe eer hoe beter , voorzieninge vorderde ; 't zelve werd, dienshalven,by meerderheid genomen (*). De Last Overeenkomftig met dit Befluit, was der het, dat zyne Hoogheid, den algemeenen Schels- kast yoor Capitefnen en andere Zee - Offiberen eieren, bevel voerende over eenige Scheverbreed.pen of Fregatten van Oorlog, in den Jaare judcclxxiv gegeeven, goed vondt te verbreeden: deeze fprak van 't geen hun' te d,oen llondt, wanneer 'er, in Europa, eeni- {*) N. Nederl, Jaarb. 1778. bl. 136^  HISTORIE. 217 eenige Vredebreuk tusfchen vreemde Mo- II. genheden voorviel, thans kreegen zy be- boek,. vel om ook deezen Last te agtervolgen: geduurende de tegenwoordige Onlusten 1778» „ tusfchen de Ryken van Frankryk en Groot-Brittanje, omtrent de Schepen der 3, Handeldryvende Ingezetenen van dee„ zen Staat, den wil hebbende na eene ,, Haven van een der voornoemde Ryken, s, voor Contrabande Waaren alken hou- dende, de geenen die als zodanige be- fchreeven zyn, by de Tractaaten van ■>, Londen van den eerften December >, iidclxxiv, en van Ferfailles, den een„ en-twintigften dier maand mdccxxxix. 't Bleek welhaast, welk eene fchaarfche 't Befluit uitwerking hetBelluit der Algemeene Staa-der Stften , den Afgezant van welderen toe- ^"^f"c gezonden , ten Hove van Londen hadt; ingangs deeze verwittigde, in Wynmaand, den in EngeGriffier fagel , dat Lord suffglk hem l"nd' de weet gedaan hadt, „van bevel gezou- ya°orSLa^. ,, den te hebben aan de Admiraliteiten, F0LKj „ om alle Schepen, die geen Scheepsmate- omtrent 9, riolen aan boord hadden , ten eertien te "e, Hout,, ontllaan, en last te geeven aan deCom- ScnePea« „ mandanten der Schepen, om zorgvuldig te myden, van zodanigen, in het toe„ komende, meer op te brengen. Dat hy „ ook fchreef aan den Heer york :, om „ hier van kennis te geeven in Holland, „ en te gelyk te fpreeken over de aange„ houdene Schepen met Scheepsmaterialen „ gelaaden; men zou voorllaan de Vragt 0 5 » te  ju8 VADERLAND SC HE II. „ te betaalen en de Laading te koopen, b o ek. „ uitgezonderd wanneer het bleek dat het ; „ Franfche Eigendom was." I778 Geheel ltrookten de gegecvenBevelen niet, LLpre en veel min de aangeduidde voorflag, met Khgten het Verzoekfchrift der Kooplieden, en het da-Koop-daar op gebouwd Befluit der Algemeene lieden Staaten. De Stèunpylaaren derjMfierdamT f'"'fhe en Rotter damfche Beurzen, werden e Rol daarom te raade,by deezen nadere klagten terdam. voor te ftellen: wegens de weinige vmgt, die de tu~,fchenlpraak van Hunne Hoog Molenden te wege gebragt hadt, als zich bepaalende binnen den engen omtrek, door Lord s u f f o l k aangeweezen, om alleen Schepen , die geen Scheepsmateriaalen aan boord hadden, tc ontdaan, en vervolgens de zodanige niét meer op te brengen, zonder fchavcrgoeding aan de Belanghebbenden in de ontflaagene Schepen: terwyl men noo- al zulke Schepen bleef ophouden, wel* ke met Masten, Declen, Hennip en andere Goederen, die men als Scheepsmateriaalen aanmerkt, uit de Oost-Zee na eenige Franfche Havens zyn beitemd: waar omtrent zy verder vernomen hadden, dat het Engelfche Hof van oogmerk zou zyn, de Laadingen dier Schepen, voor zo verre men m Engeland zou mogen begrypen,dezelve voor Franfche Eigendom te houden, te doen verbeurdverklaren; of anderzins, wanneer van den Franfchen Eigendom met bleek, als dan dezelve Laadingen, tegen de voldoening van de Waarde en betaalmg der  HISTORIÉ. ito der Vragt, uit de Schepen te doen losfen, IL en dezelve , op die wyze , aan zich te n o e x;, houden. — Zy toonden dat deeze handelingen en 1778, begrippen, aan den eenen kant, aanliepen tegen het Volksregt; tegen het, van deeze zyde , nooit geichonde Traclaat van Marine, en alle regelen van Billykheid; en, aan den anderen kant, dat het daadlyk' ter uitvoer brengen van zodanige begrippen, het geheel verval van Handel enZecvaard deezer Landen naa zich zou ileepen. Men hadt zich flegts voorige tyden te herinneren, en byzonder te gedenken aan de Jaaren mdccxlvi tot mdccxlviii en mdcclvi tot mdc cl vin, in welk eerfte tydperp As. Engelfchen aan de Scheepvaard en Handel deezes Gemeenebcsts, eene fchade van ruim twintig Millioenen hadden toegebragt, terwyl die van'het laatfte, omtrent twaalf Millioenen bedroeg. De Laadingen der Schepen, thans in Engeland opgehouden, beliepen reeds, eene aanzienlyke fom, niet alleen buiten omloop gebragt,maarblootgelteld aan verlies, dat op de Hollandfche"Koo^lieAen en Asfuradeurs zou t'huis komen; zo verre daar 'op, of op eenig gedeelte van dien, door het voorwenden van Franfchen Eigen-■ dom^ de onregtmaatige verbeurdverklaaring mogt vallen. Dat, daarenbo¬ ven, de Reederyen -, zo door 't bederf hunner Schepen, als de kost- en maandgelden van 't Scheepsvolk , geduurende de ophouding en de verhindering, om inmiddels  223 VADERLANDSCHE II. dels te vaaren, 'onnoemelyke fchadens leeiioek. den, terwyl het Zeevolk , op die Sche- pen, waar aan hier zo groot gebrek is, 1778. tot Engelfchen dienst verlokt wordt en verloopt. Waarby nog kwam , dat, wanneer de Ingezetenen van den Staat, niet in alle opzigten vry zouden mogen vaaren,volgens de Letter der Trnctaaten, derzelver Schepen , zouden agtergefteld worden van die der Volken, welken zich door de Engelfchen de Wet niet lieten ftellen , en dus die Goederen zouden overvoeren, aan welker uitvoer en verhandeling de Noordfche Landen niet min gelegen ligt, dan de Zuidelyke Gewesten van Europa, by derzelver toevoer belang hebben. De Kooplieden van Kotterdam, merkten in 't byzonder op, dat, dewyl het Vooroordeel en de Eigenbaat ligtlyk konden voorzitten in de Regtbanken, die in Engeland zouden oordeelen , welke van de Laadingen, Scheepsmateriaalen, aan Franfche Onderdaanen of Nederlandfche Ingezetenen behooren, om ze, in 't eerfte geval , verbeurd te verklaaren, en , in het tweede, tegen de betaaling van de Vragt en eene weezenlyke of eigendunkelyke Waarde, aan Engeland toe te wyzen; dit bezwaar was van dien aart, dat zy zich, eerbiedshalven, daar over niet zouden uitlaaten, en het genoeg rekenden, het zelve met den vinger maar even aan te wyzen, Zy gaven ook te verftaan, niet onkundig te zyn,hoe men in Engeland redeneerde,  HISTORIE. aai de, en hoe men zieh, en zyn onbillyk ge- IIdrag, wilde verfchoonen, onder het voor- boek. wendzel van een Oorlog met Frankryk, —— en het nadeel, 't geen zy leeden, door 1778. den toevoer van Scheepsmateriaalen aan den Vyand. Maar boven en behalven dat zy geene kennis hadden van eene Oorlogsverklaaring van Engeland aan Frankryk , of van Frankryk aan Engeland, en dus, met het hoogfte regt, zouden mogen beweeren, dat het hun, in dè tegenwoordige omftandigheden, zelfs vryftondt, Frankryk en Engeland, beide van Krygsbehoeftens te voorzien, zo gaf dit voorgewende nadeel, den Engelfchen geen regt om de Scheepvaard en Handel der Ingezetenen van deezen Staat te belemmeren, derzelver Schepen op te brengen, en de daar in gelaadene Scheepsmateriaalen verbeurd te verklaaren, of, tegen betaaling, na zich te neemen; ten ware men in Engeland ftaande wilde houden, dat men , om zynen Vyanden af breuk te doen, bevoegd is, om teffens zyne Vrienden van hunne aangeboore Vryheid en van hunne Goederen te ontzetten; en zulks nog, ondanks een plegtig Tractaat, van welks voorregt de Engelfchen altoos, ten onzen aanziene, zo vry en onverlet, genot gehad hadden. Beider nadere Klagten werden beflooten , met verzoek om Befcherming van Handel en Zeevaard, herftel der nog beftaande ongelyken , en weering van toekomende, door fpoedige en kragtdaadige maat-  V ADERLANDSCHE TT maatregelen te neemen,voegende aan den jjoek. dringenden nood, en het aanbelang der 7^8* 'Zaüvereenkomftig met de weete , door 'Fn' Lord s u f f o l k den Graave v a n w e lLi deren gegeeven, en waar op de nadere antwoord Kla„ ten der voornaamfte Nederlandjcht °p de Handelaaren fteunden, was het ichriftlyk Sfbe Antwoord op de bczwaaren des GemeeEwaareLnebests, door dien Lord, den Graave in Wynmaand ter hand gefteld. Hy gewaagde in 't zelve, naa de gewoone betuigingen van Vriendichap , van Schuldigs en Qnfchuldigt. Laadingen , hieldt het voor eene onmogelyke zaak, alle redenen van klagten der Ingezetenen van den .staat voor te komen, Het Hof van Engeland rekende zich door Frankryk onbillyk aanbevallen , 't welk Weerfpannige Onderdaanen , van eene andere Mogenheid voor Onafhangelyk verklaard, en eene Vloot na America , te hunner onderfteunmge * gezonden hadt, vóór dat de Koning van Groot-Brittanje eenigen ftap gedaan hadt, dan alleen zyn Gezant van Parys te ontbieden. Dat beweegredenen van Eigenverdeediging en Behoudenis , zyne Majefteit noodzaakten, allen toevoer van Schecps- en Ooiiogsbehoeftens na de Havens van Frankryk te beletten; fchoon hy voor hadt, alle mogelyke agting te betoo* nen voor de-Regten van Hunne Hoog Moj (*) 2V. Nederl. Jaarb. 177%' bl- I4°5» en  HISTORIE. .223 Mogenden, en, zo veel zulks docnlyk zou II. . •weezen, zich,op de ftriktfte wyze,te hou- boek, den aan de bepaalingen en den zin der —— Traclaaten. Dat hy , gevoelig over de 1778. buitengewoone wyze, waar op hy plotzeling in den Oorlog met den Allerchristelykften Koning was ingewikkeld geworden , en van de geringe voorkennis, die de Onderdaanen Hunner Hoog Mogende ,van die gebeurtenis hebben gehad , genegen cn bereid is, tegen eene billyke waardecring, te koopen de Scheepsmateriaalen, die aan boord van Schepen, aan Onderdaanen van 't Gemeenebest toekomende, genomen, en thans in de verfeheide Havens van Groot-Brittanje zyn, als mede te bctaalen de Vragt dier Laadingen, en den Eigenaaren te vergoeden, alle de onvermydelyke onkosten en fchaden, door het aanhouden hunner Schepen veroorzaakt. — Dat de Afgezant, van zyne Majefteit zou gemagtigd worden, om met de Staatsdienaaren van 't Gemeenebest in onderhandeling te treeden, om voor V vervolg eene Schikking te maaken. Ook kon zyne Majefteit, te deezer gelegenheid , niet naalaaten Hunne Hoog Mogenden te doen herdenken aan de wederzydfche Verbintenlsfen , tusfchen de Kroon van Groot-Brittanje en den Staat, zints eene geheele Eeuw aangegaan. De Artykelen (lier Verbintenisfcn, waren duidelyk en bepaald; en, fchoon de gemaatigdheid zyner Majefteit, en zyn opregt verlangen, om de rampen van "den Oorlog, zo min mo-  C24 VADERLAND SC HE IL mogelyk, uit te breiden, Hem tot nu tö6 Boek. hadden wederhouden , om de naakoming ■ dier Traclaaten te vraagen , hieldt hy ze 1778. voor even verbindende (*). 'tZal, naa de reeds opgehaalde nadere Klagten der Amflerdamfche en Rotterdamfche Kooplieden, en de onmiddelyk volgende dringende Vertoogen,niet noodig zyn ons in te laaten tot eenige aanmerkingen op dit Vertoog, den Handel betreffende. Vreemd klonk daar in de onderfcheiding van Schuldige en Onfchuldige Laadingen, als •of men, zich aan de Letter des Verdrags houdende, fchuldig zyn kon. Niet raad•zehgtig was het gewaagen van de Naakoming der Traclaaten, welker Artykelen, als duidelyk en bepaald, befchreeven worden. Men doelde daar mede op de Verdeedigende Verbonden van den jaare mdclxxviii, op het afgezonderd Artykel des Verbonds van de Jaaren mdccxvi en mdccxvii, en het jongfte van 't Jaar mdccxxviii, op welken de Ridder yorke, in den Jaare mdcclvi, zesduizend Man Hulpbenden van den Staat vorderde (f). De _ De volkomener kennis van Engelands Koopje- toeleg om onzen Handel en Zeevaard te jmjier knakken , door dit Vertoog verkreegen, aam bewoog de Kooplieden te Amflerdam, op kiaagen eene by zyne u.^g* C') N- Nederl. Jaarb. 1778. bl. 1414. (f) Rousset, Recueil des Traités, Tom. XIX. p. 113. Uift. & Politiq. TraB. bl. 60. ,76-8+. 112. 113. Wy zullen vervolgens gelegenheid ontmoeten., om over deeze vordering te fpreeken.  HISTORIE. tó£ eene Vergadering, eenigen uit hun midden II. na den Haage te zenden, en op nieuw de isoek* regtmaatigfte klagten uit te boezemen. De • Koopman jean de neufville voer- 177S de by den Erfftadhouder het woord, en deedt eene dringende Aanfpraak, welker, hoofdtrekken voor de vergetelnisfe verdienen bewaard te worden. „ Zyn," fprak hy onder andere, „ zyn de Kooplieden te vooren ontzet geweest over het gedrag „ der Engelfche Koningsfchepen en Com,, misfievaarders, in het neemen en opbrengen hunner Schepen,onder de vrye „ Vlag van den Staat vaarende, thans zyn ze met de uiterlle fmart getroffen, over 9, het gedrag van het Engelfche Minifteriej 9, in het beantwoorden der regtmaatigfte J? Vertoogen. Zy neemen de vryheid „ op dit antwoord aan te merken, dat het 5, ftrydig is met het Regt en de Vryheid 5J des Handels,aan hun,by de Traclaaten ?, van Hunne Hoog Mogenden met dat Hof j,, wel eer geilooten, verleend; en dat de Engelfchen zich niet ontzien, tegen pleg?, tig bezwooren Traclaaten over te ftellen a, een voorgewend Regt van Convenientie, „ hetwelk, daar het altoos volftrekt wil? lekeurig is , alle Traclaaten nutloos ;, maakt, en ons geluk volkomen van den „ eigenzinnigen wil van onzen Nabuur doet afhangen. „ Is het te verwonderen, dat de gee„ nen, die daar belang by hebben, zich „ beklaagen over zulk een fchreeuwende Ongeregtigheid ? Moet men niet yzen I. deel. P fi al9  aa6 VADERLAND SC HE R- „ als men op de nadeelen vooruitziet, boek. „ waar aan onze Koophandel,door de ge- ■ ,, volgen van zulk een ongerymd zo ge- I77%' „ naamdRegt, zou worden blootgefteld ? „ Immers lleunt de geheele Koophandel, „ en de veiligheid onzer Bezittingen, op „ de goede trouw der Tractaaten, dezelve „ kunnen niet, in één eenig Artykel, aan ,, eene willekeurige verbreeking onder„ worpen zyn, of wy handelen geduurig„ in eene vreesagtige onzekerheid. Daar „ by zyn die zelfde alom bekende Tractaa„ ten, de gronden, waar op andere Vol„ ken, ja de geheele Wereld,hunneGoe„ deren aan de Vryheid van onze Vlag be- trouwen; zyn deeze gronden niet vast, „ en misfen wy dat vertrouwen , dan „ kwynt, dan vergaat, eerlang onze ge„ heele Scheepvaard. Wy hebben te meer redenen om voor zulke fchade- lyke gevolgen bedugt te zyn, daarwy reeds vernomen hebben, dat het Engel}, fclie Minïfltrie toegeevender is omtrent andere Volken, waar mede zy, egter, , geene dergelyke Trackaten hebben; „ maar die zich tegen hun, op het Regt „ der Natuur en der Volken alleen, kragt„ daadig hebben uitgedrukt. En zouden „ wy, Nederlanders, niet immer zo fterk „ voor ons nog grooter Regt mogen fpree-. „ ken? Gewislyk, ja! „ Spoed dient by het bewerkitellen van „ kragtdaadige middelen gemaakt te wor- den : dewyl wy blyken hebben, dat de „ Engelfchen ons met woorden tragten op 1% ie  HISTORIE, zo? „ te houden, naardien het reeds door hun Ö. verleend ontflag van eenige Schepen, zo boek, „ traag als mogelyk, wordt uit gevoerd. . „ Een geringe Boot, die onder de Vlag 1778. van den Staat ten onregte genomen ,, wordt, zou, (wy zyn daar verzekerd :, van,) de aandagt van uwe Doorlugtige „ Hoogheid, niet ontglippen, uwe hoo„ ge Bediening, als Admiraal Generaal, „ zou daar in gehoond zyn; en hoe veele „ Schepen, hoe groote Schatten, aan de „ veiligheid van die Vlag betrouwd, zyn „ thans de Onderdaanen van den Staat ont„ weldigd ! Die Schepen liggen nog by ,, menigte in verfeheide Havens van En„ geland. Schoon die nu alle werden ,, vrygegceven , en daadlyk ontflaagen , „ fchynt nogthans de Voorzigtigheid niet „ minder te vorderen, dat men voor ver„ derc beledigingen waake. Wy herinne„ ren ons dc geledene fchade van zo vee„ le Millioenen in den Jaare mdcclviii.— „ Daar toe zyn gerelblveerde Oorlogfche„ pen, daartoe zyn Vlooien noodig. Oor„ logfehepen , gelyk 'er reeds , ter hc„ fchikkinge van uwe J^cjorlugtige Hoog» „ heid, gedeeltlyk volkomen gereed zyn, „ om met den noodigen llrcngen cn gc„ pasten last voorzien, binnen weinige ,, dagen, ons intuslchcn te kunnen bevci» „ ligen en befchermen , ter plaatze daar de nood het hoogst i& ,, Dat dan, fmecken wy, de vcrlccndw Gonvoyen niet langer worden opgchouP a „ den!  »aS VADERLANDS C HE TT den! Dit hangt, in het tegenwoordig. bbek Ü tydsgewricht, van uwe Doorlugtige B0KK- " Hoogheid alleen af, tevens met de ver, 778 " meerdering en verdubbeling van de Eqm77 9 pa-ne. Zouden wy dan, daar Regt en " Bilivkheid aan onze zyde zyn , geene " voldoening van geleden Onregt ontvan" len? Zou het mishandelen en opbren" o-en onzer Schepen , ongeiloord bly" tZ voortduuren? Neen, Ede moed g " Vorst1 gy zult ons dit met kwalyk duiV Iet wfverwagten, wy eifchen, van " uwe hand de befcherming onzer Reg" ten en Voorregten. Hier door zult gy " duizenden, ja tien duizenden der Inge" ketenen vaneen Lande, die alleen in " der Koophandel, en deszelfs aan dee" ven,hun beftaanvinden,en methetver» " ^a 'van denzelven geruïneerd zyn, be" hoeden voor kommer en armoe, t Ge" beel belang der vrye Scheepvaard de " zenuw van den Staat hing 'er van af. t " Was nu het jmfte tydftrp, waar in wy * ons voor de tegenwoordige en toeko" mende willekeurige handelingen der En- 99 ? m onzen Koophandel verzekeren. 99 op de4e recht manlyke Aanipraak P iri„ Rrfftadhouder hoofdzaak- Si «r harte ging, dat er reeds eene Pettie van twee-en-dertig OorlogfcheLn tegen het Voorjaar gedaan was, S men zou tragten den Kooplieden al-  HUT O R I E. *ao ïe mogelyke voldoening en genoegen te II. p-oevenC). - . »0"' ° De Koopliedenrvan Amflerdam leverden , een Verzoekfchrift in by de Algemeene 1.778. Staaten , en by de Staaten van Holland. Leveren Het eerstgemelde, door het laatfte bege- een Verleid, diende om het onregtmaatig gedrag by ter. Engelfchen, tot dus lang gehouden, in de Alge. een fterk licht te plaatzen, en byzonder meene aan te dringen op de fchroomlyke gevol- Staaten gen, opgeflooten in het afwyken van de m, tegen Letter des Traétaats, als mede op het ver- yangen reziend oogmerk van Engeland in den At- eeUir Qrr o-ezant yorke den noodigen last te.gee- derhanven tot het beraamen van Nadere Schikkingen; by welke Onderhandelingen men, van „fW/ de zyde van Engeland, fcheen te bedoe- tot liet len, indien men zelfs geen uitgebreider maaken oogmerk hadt, als eenvoorloopigen grond- V™.^ flag dier Onderhandelingen, vast te ftellen, . om de vrye overvoering van Scheepsbouw-b~ ' ftoffen te vernietigen, en dus het meergemelde Tractaat, in een van deszelfs gewigtigfte Punten, buiten kragt te ftellen. 'Er werd," dus drukken zy zich uit, flegts eene maatige Ondervinding van \\ Menschlyke zaaken vereischt, om te ■" weeten, wat men van ondemeemzieke 11 Gemoederen te. wagten heeft, in geval„ le men Üegts iets van zyn wettig ver11 kreegen Regt laat glippen. Hunne hoop en vervvagting was, dat Hunne „ Hoog (*) N, Nederl. Jaarb. 1778. bl. 1423 en ï4jyP 3  *3o VADERLANDS C HE II. » Hoog Mogenden zich in geene OnderBokk. >» handelingen met het Ryk van Groot-Brit- . „ tanje zouden inlaaten , noch ook eeni- 1778. »» ge maatregels toellaan, waar door, „ rechtftreeks, of van ter zyde , in het „ allerminile van de Letter en waare mee„ Hing des Traétaats, ten nadeele van de zo onbetwistbaare, en aan de zyde van ,» het Hof van Engeland erkende Regten » van de Ingezetenen deezer Landen, by „ het Tractaat vcrkreegen, afgegaan zou „ worden; maar dat zy 't zelve, integen>, deel, in alle zyne leden en deelen zou„ den wedereifchen, en door alle poogin„ gen handhaaven, daar en zodanig als zy „ zouden vermeenen te behooren. —Smee» kende voorts in 't algemeen, om de nao„ dige en genoegzaame Befcherming van „ 'sLands Koophandel, en wel byzonder „ Convoy aan die Schepen, welke, met „ Scheepsmateriaalen belaaden, en aan „ feitlyke onderneemingen meest blootge„ fteld waren, 't Geval, in den Jaare „ mdcclxii, wanneer, om zeer by„ zondere redenen, geen Convoy, voor „ een bepaalden tyd aan de Schepen van „ de Ingezetenen van' deezen Staat ver„ leend werd, die met Masten, en ander „ zwaar Hout gelaaden waren, was ge„ heel verfchillende, in zich zelve en in „ de omftandigheden, van het tegenwoor„ dige : toen ftonden de Vyandlykheden „ op 't punt om fpoedig te eindigen ; „ nu waren ze eerst uitgeborfien , en 't « was niet te bepaalen hoe lang ze zou- „ den  HISTORIE. „ den duuren (*). Ondertusfchen was de II. „ Tak des Handels in Scheepsmateriaalen, n o ek. " niets minder dan een gering voorwerp . ■„ van 's.Lands Handel; om niet te melden 1778. den invloed, die elke Tak van denzel„ ven op alle andere heeft. Geen van de* „ zeiven kan beledigd worden, of de an„ dere gevoelen de nadeelen van dien „ even zeer.. Terwyl, in allen gevalle, de ftaat desHandcJs niet gedoogde,van „ zulk een aanzienlyken Tak, geduuren„ de die Onlusten vèrftooken te zyn, gc„ lyk, egtcr, tot onhcrftclbaare fchade en „ verlies van den Koophandel, gefchie„ den zou, indien aan deezen geene vaar,, dige en ftandhoudende Befcherming ver„ leend wicrd (f)." 't Was het handcidryvcnd, dat aanzien- DeSchip. lyk, en onontbeerelyk deel van 's Lands pers WeIhgezetenen niet alleen, 't geen dus, byjjjjj^ herhaaling, over al, waar het hoopte een fdlriftin, gunftig oor te zullen aantreffen, de klaagftemme ophief, en fmeckte om 't geen aan 't zelve toekwam; de Schippers,vaarende op de Koopvaardyfchepen onder de Vlag van den Staat, verfchcenen meteenSmeekfchrift voor zich, en alle hunne Metgezellen, by de Algemeene Staaten. Zy, die het f*) Dit wordt breeder ontwikkeld in het Protest der Vroedfchap van Amflerdam.* tegen het Rapport en de Refolutie wegens het wederhouden van Convoy aan Schepen inet Hout beltiaden en na Ftanhyk belLmd. N. Nederl. Jaarb. 1779. bl 4.0. (t) AA Nederl. Jaarb. 1778 , bl. 1428. en 1433. P 4  >3a VADERLANDSCHE II. het Handel- en Zeevaardbelaug niet kenjdoek. den, of door zo vreemde als flegte beweeg■ ■ redenen gedreeven, 't zelve willens over Ï778, 't hoofd zagen , mogten der Kooplieden klagten, als een ouden zang , in den wind flaan, en die der Schipperen, als van weinig beduidende lieden, gering agten. De Koopman, hoe eigenbaatig men hem ook affchildere, en hoe zeer dit met de daad een hoofdtrek in zyn Character uitmaake , fmeekt nimmer voor zich zeiven alleen, als hy Handclbefcherming verzoekt, hy pleit voor het beftaan van duizenden zyner iVIedeburgeren,voor den Burgerftaat,voor het behoeftigst gedeelte des Volks. Wy kunnen niet nalaaten, fchoon zo veele klagten, als wy reeds boekten, eene één* toonigheid veroorzaakten, het hoofdzaaklyke woordlyk op te geeven uit de aangeduidde Klagten der Schipperen, waar in de natuur fpreekt, en het belang der laagere rangen by Handel enZeevaard, onopgefniukt wordt voorgedraagen. „ Zy twyfelden niet of de Algemeene j5 Staaten, namen, als gemeene Landvaders,' het welzyn van alle goede en ge„ trouwe Onderdaanen ter harte; zy za„ gen zich in deezen weliland, onmiddea, lyk, en op de hardfte wyze, te kort gej, daan, door de moedwillige fchennis der Engelfchen van plegtige en voor Gop „ bezwoorene Traclaaten. ,x Veele Schepen lagen ten onbruik in „ de Engelfche Havens. Schippers en Mas, troozen zouden,fchoon kost- enmaand-  HISTORIE. gelden voortgingen, daar veel duurder II. dan elders, den Winter in koude en on- boek. gemak moeten doorbrengen , m zich veel al in ichulden fteeken, welke zy 1778. „ niet dan met groote moeite, en moge- lyk nooit, zouden kunnen betaalen. „ Verfeheide Schepen waren vyandlyk aangetast, een menigte geplunderd, ja „ Schipper jan schild, op zyn eigen „ 'dek,tot fchande derganfche Republiek, „ doodgefchooten, zonder dat daar voor „-nog eenige voldoening was gegeeven, „ waarom zy, met groote rede, bevreesd waren, zich, in zulke omftandigheden, „ op Zee te waagen. ,, Buitendien lagen 'er nog verfeheide „ Schepen in Texel op Convoy te wagten, „ die, zonder deeze Onlusten, reeds lang . op hunne beftemde plaatzen geweest „ waren, waardoor de Schippers met hun Volk blootgelteld wierden aan de Stor„ men, die zy in het Winterfaifoen maar „ al te zeer te wagten hadden : zy zouden, „ indien zy verftrooid geraakten, als het „ Convoy van willem may, te gelyk „ te vreezen hebben voor de gevaaren der Zee en de geweldenaaryen der Engel„ fchen, en dus een dubbel gevaar loopeu „ voor hun leeven, waar aan tevens hing „ het welzyn van Vrouw en Kinderen. Doch dit" alles konden zy zich als on„ vermydelyke rampen getroosten, zo zy „ bchoorlyk Convoy mogten erlangen. „ Maar, aan den anderen kant, zagen „ zy ten klaarften voor uit, dat,zo deeze P 5 ,, mis-  ■ a34 VADERLAND SC HE U „ mishandelingen der Engelfchen bleeyen boek,,, voortduuren, zonder voorziening, het een noodzaaklyk gevolg zou weezen, T77f? „ dat zy in geene andere Havens Vragten 7/ ' ' zouden kunnen krvgen; en dat, terwyl , zy, in Engeland iiggende , geld verteer- den, zonder zulks voor de Reedery te Z verdienen , de Reeders verliezen zouden , in plaats van voordeel doen, en dus, \ in't vervolg, het reeden ftaaken; waar ?! door zy , en hier by een onnoemelyk setal van Ingezetenen deezer Landen, " die by de Scheepvaard alleen hun kost l winnen, van hun beftaan beroofd, en met Vrouw en Kinderen ongelukkig zou- den worden. Wy allen hebben geen ander Iland- werk'geleerd,dan daar in wy zyn opge" braot,° en .winnen onze kost byde Zee: " zo %i deeze onze winning gefluit is , li moeien wy,.in korten tyd, gebrek ly- den.; en daar wy geen ander Ambagt 'i kennen , wat zullen wy idan beginnen om ons te voeden? Waar zullen wy onze " Vrouwen en Kinderen van te eeten gee- ven: deeze laatften hoopten wy ook by " de Scheepvaard op te brengen en tot nuttige en voor het Land en zich zelfs " veldwinnende menfehen te maaken; zo " dus de Scheepvaart ophoudt, wat zullen wy'er dan mede doen?Hun andereAm- baoten laaten leereD ? maar als JmfterJ' dam-te Negotie verliest, wie zal dan ' een onnoemlyk getal Metzelaars, limj, merlui en andere Ambagtslieden de kost „ laa-  HISTORIE. I£3r5 „ laaten winnen? die zullen dan, zo:wel II. „ alswy, gebrek lyden. boek; „ Menfchen, die van hun geld leeven, — „ voelen die verminderingen het laatst; 1773. „ maar de arme Ambagtsman, die van.zyn „ Handwerk alleen beltaat, voelt, zo dra „ dit ophoudt, daadïyk den drukkereden „ last daar van. Wy Schippers en ,, Zeelui zyn niet alleen in dit geval: want „ terwyl de Scheepvaard de grootfte.jftut is des Koophandels, zullen, indien dee,, ze vervalt, ook veel minder Koopmans• goederen worden aangebragt en uitgevoerd, het geen reeds, zints eenige jaaren, dat andere Volken zich meer op de Scheepvaard hebben uitgelegd, te \ veel ondervonden is. Dan zullen ook - alle Schuitevoerders , Waagdraagers , " Pakkers, Sleepers, en anderen, die, by " eene bloeiende Negotie, tot welvaaren" de Burgers kunnen opgroeijen, een groot \ gedeelte van hun beftaan misfen, en rnsgelyk s niet in ftaat zyn hunne Kinderen op te voeden. Wat zal dan van ons, ' waf zal 'er van hunne en onze Kinderen *' worden?. Geen beftaan vindende, moe-. ten wy door armoe vergaa, of het Land \ verlaaten, en elders ons brood zoeken , „ dat zeker niet gemaklyk zyn zal, tof, „ daar god ons voerbewaare! tot Rove„ ry vervallen (*)." Koop» . (*) N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 1435.  *3fj VADERLAND SC HE II- Kooplieden en Schippers toonden, in Jïoek. deeze hunne Voordragten, doordrongen '"" 1 te zyn van den Stelregel: Niets is gejchik- 1778. ter om het uitvoeren der Verdragen van KoopAlge- handel te handhaaven , dan hé onderhouden meene yan eene. fterke Qerlogsvloot, om 'er kragt aan atnmer- ^ te zettefl} en ze £e ^oen eerbiedigen (*). deeleDm, zo zeer dit hun tot eere ftrekt, zo Klagten. veel fchande fteekt 'er in de maar al te gegronde aanmerking eens Franfchen Schryvers, die, gewag gemaakt'hebbende van alle deeze billyke klagten, op welke, gelyk wy zien zullen, geen noemenswaardig gevolg kwam, zich in deezer voege laat hooren; Ziet daar de klagten des Volks; in dit Gemeenebest, als mede hoe het geloofde het Regt behouden te hebben, niet alken om Voordellen te doen; maar te eifchen, dat men dezelven gehoor gaf, enfcr agt op floeg. Hebben zy niet mogen baat en, dan moet men ver-onder-ftellen, dat eenige onoverkomelyke en heimlyke hinderpaal dezelve tegenftondt, en dat in, deeze Moerasfen , door vlyt in een bewoonbaar Land hervormd, even als in door de Natuur veel begunftigder ftrecken, het Algemeen Welweezen ondergefchlkt is aan Byzondere Inzigten (f). Yorke 't Leedt niet lang of de Ridder yorke levert kwam ter baane, met den voorllag door Voorflag,Lorcl s u f f 0 l k aan den Graave van ter On ' wel- derhan- deling over de (*) Douchaud, Theorie des Traités de Cotnmerce. Scheep- r±\ Likguet, Anna/. Pelitiq. Tom. IV. p.aSo- vaard in. r T  HISTORIE. 23? welderen te kennen gegeeven, en door II. de Amjierdamfche Kooplieden reeds ge-boek. wraakt, om in nadere Onderhandeling te . treeden tot het maaken van Schikkingen 1778. voor 't vervolg, wegens de Vaard en Handel der Nederlandfche Schepen Frankryk. Hy noemt, in dit Aanbod, „ het gedrag „ van Engeland, jegens de Schepen van „ Onzydige Mogenheden, die op de Ha„ vens van Faankryk vaaren, veroorzaakt door de noodzaaklykhcid om zich tegen „ een Vyand te verdeedigen, die altoos „ by verrasfing is te werk gegaan, eene „ Schynbaare Ongeregeldheid f' geeft hoog op van de Gemaatigdheid en Billykheid des Konings zynen Meester, „in de „ benadeeling niet te zullen gedoogen der „ Onderdaanen van Hunne Hoog Mogenden, van het oogenblik af dat het hem „ doenlyk geweest is zulks te beletten. „ Hierom hadt hy zyn oogmerk verklaard, „ om de Hollandfche Schepen vry te geeven, onder de yriendlykfte en minst na„ deelige voorwaarden, welke de omftandig„ heden van zaaken konden toelaaten. En, „ ondanks , de volduuring des Oorlogs, ondanks Frankryks bedreigingen om een inval te doen in de Ryken en hetGrond3, gebied van Groot-Brittanje, onthield't „ zich de Koning nog van de Hulpbenden „ af te vergen, welke de duideiykfte en » plegtigfte Traclaaten den Staat verplign ten zouden, op eenen eisch van zynen „ kant, te geeven. Alleen bepaalde zich „ zyne Majefteit, voor. het tegenwoordi- » ge- *  *33 VA-DE RL ANDSCHE II. ,, ge, tot een Voorftel om in Onderhandelt o ek. ,, ling te treeden omtrent den toevoer van —— „ Goederen, welke hy, zonder zich over 1778. ,, te geeven aan de befcheidenheid van ,-, zynen Vyand, niet kon toelaaten, dat „ deeze gerust ontving. — Zyne Maje„ fteit verlangde opregt de Traclaaten in „ agt te neemen , voor zo verre die niet f, regtftreeks ftrekten om hem aan een ,-, dreigend gevaar bloot te ftellen. 'tWas ,, zyn oogmerk, noch begeerte, den gc,, woonen Koophandel der Hol/anderen met „ Frankryk te ontrusten, uitgenomen wat „ Krygs- en Scheepsbehoeften betrof; ja „ hy durfde zeggen met alle mogelyke „ Ede/moedigheid" — Hy hieldt zich verzekerd, „Hunne Hoog Mogenden, in 't „ vervolg,te zullen overtuigen,dat,welk „ een draai men ook tragtte te geeven aan „ 't gedrag des Engelfchen Bofs, 't zelve ,, gegrond was op de Billykheid, Gemaa„ tigdheid en Nooddwang der tegenwoordige „ (jefteltenisfe." in 't Hot zyn ver¬ trouwen betuigende , „ dat Hunne Hoog „ Mogenden hunne Onderdaanen niet zou„ den geregtigen, om, onder Convoy, in „ Frankryk Scheepsbehoeften te brengen', die „ het gevaarlykite voorwerp uitmaaken ,, voor de veiligheid van Groot - Brittan« je (*)•" Blykbaar Deeze verklaaring van den Engelfchen oogmerk Afgezant ftelde in klaaren dag , 't geen "eland' Zi°h lcneemeragtig opdeedt in de kennis£C" ' gee{*) IV. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 1440.  HISTORIE. a39 geeving van Lord suffolk, en het was . H« geen raadzel meer hoe de Engelfchen om-boek. trent de klagten der Nederlander en dagten. ~ ■ 't Ontbrak niet aan Schryvers hier te Lan-17?8. de, die, op de fterkite wyze, uitvoeren tegen dit gedrag en den toeleg der Engelfchen, dan men vondt 'er ook, die de verdeediging van 't een en ander op zich namen, 't Straalde den Onpartydigen in 't ooge, dat, niettegenllaande alle voorgeevingen van Billykheid, Gemaatigdheid, ja, van Edelmoedigheid en 't beroepen op den Nooddwang der tegenwoordige Gefteltenisfe, de groote Zaak, de Verbintenis van de Letter des Traclaats ontdooken wierdt. Hadt Engeland zich daar aan, in vroegeren tyde, houdende , de voordeden getrok ken, niets fcheen redelyker dan dat Nederland, in 't zelfde geval, 't zelfde genot hadt, zou anders een Traclaat de eene Party niet dan voor- en de andere niet dan nadeel toebrengen. ■ Niemand kon verwagten , dat, indien de Nederlanders gehoor gaven aan deezen Voorflag, om Frankryk geene Krygs- en Scheepsbehoeftens toe te voeren, de Zweeden,Dkenen,en andere Noordfche Mogenheden dat ook zou- ■ den naalaaten: het diende, derhalven, meer om onze Landzaaten van eenen Handeltak te ontzetten , dan tot verdeediging van Engeland, of liever om ons van de Onzydigtieid af te trekken, en Frankryks misnoegen op den halze te fchenden, door het betoon van de inzigten der Engelfchen tegen de Franfche Kroon te begunliigén. De  II. Mo VADERLAND SC HE BOEK. f De Friefche Kooplieden, Boekhouders en- 1778- Reeders, by de Scheepvaard en den HoutHet En- handel zo veel belangs als die vaneenig êeUinti Gewest hebbende, hadden niet Uil gezwee- gendmn. §en' maar zich met een s™eekfchrift verwoord 'voegd by de Afgezondene Staaten huns der Staa- Landichaps , in 't zelve , op 't bitterst, ten« klaagcnde over de behandeling der Engelfche?!; met verzoek om de noodige voorzieninge : het werd by de Algemeene Staaten ingeleverd. Op 't.zelve, als mede op de klagten der Hollandfche Kooplieden, en den Voorflag der Engelfchen tot Onderhandeling, namen Hunne Hoog Mogenden een Befluit, maar al te zeer ftrookende met het trotfche voorl'chrift des Engelfchen Staatsdienaars, geheel niet beantwoordende aan de biilyke klagten der Ingezetenen, en llrydig met de beitemming des Convoys, van den eerllen van Oogstmaand, in welke geene uitzondering van Schepen, met ongezaagd Hout bevragt, voorkwam (*). —■ Wel is waar, „zy betuigden hun ,, genoegen over de Bevelen door denKo,, mug gegeeven, om de HollandfcheSchepen, in zyne Havens opgebragt,te ont„ flaan ; dat zy de uitwerking daar van „ met veel genoegen zouden verwagten, „ als mede die van de Bevelen om de Sche„ pen der Onderdaanen van de Republiek ,, in het toekomende geen nadeel of ver„ hindering te zullen toebrengen ; maar ,, dat .(*) N. Nederl. Jaarb. I7;8. bl. 842.  HISTORIE. 241 » dat zy gezien hebbende de bepaaling in II >, beide deeze Bevelen gemaakt, ten op-boek. » zigte van de Schepen metMateriaalen en —— „ Hout tot den Scheepsbouw gelaaden, geen-1778, „ zins zouden kunnen toeftemmen , dat „ men in Engeland zich meester maakte » van de Laadingen deezer Natie tegen de „ betaaling der Waarde. Dat, aangezien „ deeze Laadingen niet aan Hunne Hoog » Mogenden toebehoorden , zy over de„ zeiven geene fchikking konden maaken, „ en niet nalaaten van ten ernftigfien daar „ op aan te dringen, dat ze ontflaagen en „ den Eigenaaren te rug gegeeven wier,, den, die 'er over beflellen konden, vol„ gens hun goedvinden, waar omtrent het }, niet in de magt is van Hunne Hoog Mo„ genden hun wetten voor te fchryven. —, Dat zy, bovendien, zich niet overre„ den konden van de noodzaaklykheid, „ om,ten opzigte van het vervolg,eenige „ Schikkingen te maaken, noch dat men „ van hun kon vorderen ; door nieuwe Schikkingen het Regt te verkorten der Inge„ zetenen van het Gemeenebest; een Regt, „ gegrond op duidelyke en flipte Traftaa„ ten, waar van het Ryk van Groot-Brit' }tl tanje en deszelfs Onderdaanen, op zyn ., tyd , groot genot hebben gehad ; zy „ vleiden zich, op dit grondbeginzel, dat „ zyne Majefteit het niet kwalyk zou „ neemen, dat zy zich verfchoonden van „ over dit Onderwerp met zyn Afgezant in Onderhandeling te treeden. I. deel. Q Dan  242 VADERLAND SC HE II. Dan zy voegden'er by, „in het denkbeeld boek. „ te ftaan, dat, by aldien het met ernst is, » dat zyne Majefteit hunne Regten niet uit het ooge wilde verliezen, en de ,, noodzaaklykheid, om den toevoer van „ Scheepsmateriaalen te beletten, (eene „ zaak waar toe de Koning voorgeeft ver» pligt te zyn, op den grondflag van ei„ gen verdeediging en behoud,) niet Wil„ de uitftrekken tot alles, 't welk onder „ die benaaming zou kunnen begreepen ,, worden, maar zuiyerlyk bepaalen tot die „ ftoffen waar op de grondbeginzels van ,, eigene verdeediging en behoud geagt „ kunnen worden rechtftreeks te werken; „ de gelegenheden om daar over te twis„ ten, zich tegenwoordig zo zeldzaam „ zullen opdoen, dat Hunne Hoog Mogen„ den niet zullen behoeven zyne Majefteit „ te verzoeken om met onpartydigheid en ,, ernftig te onderzoeken, of deeze nood„ zaaklykheid in de daad zo groot is , als „ zy zich in den eerften opflage voordoet, „ en zodanig, dat dezelve eene willekeu„ rige overtreding van de uitdruklyke „ Letter der ïractaaten zouden kunnen billyken." Dit laatfte zeer ingewikkeld voorftel floeg op liet genomen Befluit, om, ter vermydinge van allen Onderzoek , wegens het vervoeren der Scheepsmateriaalen, nu, in den aanvang der Onlusten tusfchen GrootBrittanje en Frankryk, dat geen te doen, waar mede men, in den voorigen Oorlog des Jaars mdcclxii, hadt geëindigd"; „ om  historie. q43 „ om, naamlyk, geen Convoy te verlee- II. „ nen voor Masten en Hout, tot het bou- b o ek. wen van Schepen van Oorlog vereischt; „ dat men door de Raaden van de Admi-1778. „ raliteit den Kooplieden zou verwitti„ gen, dat, tot nader order, niet onder Convoy zouden worden genomen, alle „ zulke Schepen, welke, geheel, of ten ,, deele, gelaaden waren met ongezaagd „ Hout, tot het bouwen van Schepen van „ Oorlog vereischt, als Masten , Krom5, mers,Knies en zwaareBalken:ook zou„ den den Officieren , over 's Lands Sche„ pen bevel voerende, last gegeeven wor- den, om aan dus bevragte Schepen geen Convoy te verleenen (*)." Wanneer het Verllag, ten grondflage van Amflerdit Beiluit dienende, ter Vergaderinge van dnm de Staaten van Holland werd ingebragt, met oogmerk om het in een Befluit te ver- Gp't ernanderen, verzogten de Afgevaardigden van ffigfte, Amflerdam affchrift, om daar op het goed-te£en' vinden hunner Zenderen te verftaan, en dat het volledig Befluit, tot nadere overweeging , mogt worden uitgefteld. Ter naastvolgende Vergaderinge leverden de Afgevaardigden van Amflerdam den last in der Vroedfchap, die het gedaan Verllag en 't Befluit even zeer wraakten. Breedvoerig was deeze wederfpraak, en vol van de fterkfte juist ter zaak dienende trekken. De Vaders dierKoopllad wettigdsn en onder (*) N. Nederl. Jaarb. 1779. bl. 33. enz. 57. enz.  244 VADERLANDS CUE II. derfteunden de voorheen gedaane klagten boek. hunner beste Ingezetenen, en van zo veele Braaven in den Lande. Zy traden in J77°' eene wederlegging van de gronden, waar op de Raadllag, ten Befluite befterad, gebouwd was. Ons plan laat niet toe dezelve geheel over te neemen; maar wy deeden der edele zaak, toen zo manmoedig voorgeltaan, te kort, als wy ze onzen Leezeren teeenemaal onthielden. Zy merkten aan, „dat „ men, door zodanig een Befluit, zou be„ ginaen met het Tractaat van den jaare „ mdcxxiv, en de Regten van de vrye ., Vaard en Handel, door de Ingezetenen jg deezerLanden daar by verkrecgen, den ,, bodem in te liaan; mitsgaders den Ran„. del deezer Landen , voor altoos, in de gevallen, waar in het voornoemde „ Tractaat zou moeten werken , afhangelyk te maaken van het goeddunken „ van het Engelsen Minifterk; dat de „ Gelastigden uit de Admiraliteit hier „ tegen niets anders hadden kunnen in„ brengen, dan voor te geeven, dat het „ Scheepstimmerhout, welks uitvoer men ,, wilde beletten , geen aanmerking ver„ diende, in vergelyking van die Artyke„ len, welke men onderftelue daar dooï „ te zullen behouden (*), even als of de „ voorre Men hadt, naamlyk , In 't midden gebragt , dat de tievelen, om geene Schepen , met de meermaals gemelde Scheepsmateriaalen ge'aaden , onder 'Convoy te neemen , boe ingewikkeld dok irtO *t  historie. 254 „ voornoemde onderfcheiete Artykels van jj „ Handel, geene aanééflfchakeling met el- B 0E K^ „ kander hadden, en niet te gelyk uaan- ,, dere Plaatzen Zouden kunnen verlegd j^-rg. worden; mitsgaders als of het Regt van „ vry Schip, vry Goed, in ée'n Artykel op„ gegeeven zynde, in andere opzigten, tegen de eigendimkelyke handelingen ,, van het Hof van Engeland beter zoude „ kunnen worden gehandhaafd. — Dat „ het neemen van zodanig een Befluit, ,, dus niet alleen eene volflrekte verkor- ting zou zyn van het Regt van 's Lands „ Ingezetenen,hun toekomende,uithoof„ de van het gemelde Tractaat; maar dat, „ daarenboven: dewyl het Engelsch Mini„ fterie verklaarde, zich voortaan niet te „ willen houden aanhetvcornoemde Trrc„ taat, voor zo verre zulks het vervoe,, ren van Scheepsmateriaalen, na Fran„ fche Havens, betrof; zodanig eene toe,, geevenheid, eene volflaagene onder„ werping aan de onregtmaatige verging „ van het Engelfche Hof zou weezen; en „ des te meer onteerend, om dat dit zelfde gelfche Hof, voorgemeld, „aan zyne Croot-R'ittan„ nifche Majefteit niet onbekend kunnende blyven, daar door het ontüag der genomene en in Engeland ., opgebragte Schepen, wnarfchyulyk zou worden .. uitgewerkt ; en dat , aan deeze verwagting niet „ voldaan wordende , dan eerst middelen in bet werk ,, zouden behooren gefteld te worden, om de vrye Vaard en Handel van het Gemeeitebist te befcher- men, en de Re r en de Vryheid van den Swat te handhaaven." Q 3  246- VADERLANDS C HE II. „ de Hof zich van deeze vrye Vaard tegen boek. » het Gemeenebest heeft bediend, en aan „ Frankryk, wanneer Hunne Hoog Mog. 1778. met dat Ryk in Oorlog waren, ook op „ Fundament van 't zelfde Tractaat, alle „ Scheepsmateriaalen , naar goedvinden, „ heeft vervoerd. Zo dat, juist in dezclf„ de omftandigheden, waar in men zich „ daar van heeft bediend, des onaange>, zien, de naakoming van zedanig eene „ Verbintenis, voor onvoldoenbaar tewil», len doen doorgaan, en om geene andere 3, reden dan om bloote Convenientie vollbrekt „ te weigeren, eene openlyke verbreeking „ van de goede Trouw is, en met de Eer „ en Onaf hangelykheid van deezen Staat, „ die zich getrouwlyk van deeze Verbin„ tenis heeft gekweeten, niet kan worden „ over een gebragt. ■ Dat ook van „ zodanig eene Toegeevenheid, in de Re„ gisters van den Staat, niet alleen geen „ voorbeeld te vinden was; maar dat de„ zelve, behalven dit, nu nog minder dan „ ooit te vooren zou te pasfe komen: de „ daadlyke toeftand, waar in zich Enge„ land bevondt, in aanmerking genomen „ zynde, en dat Hunne Hoog Mogenden, „ in de voorige Oorlogen tusfchen Frank„ ryk en Engeland, wanneer het laatstge„ melde Ryk in vry wat bloeicnder ftaat „ dan het heden was , wel verre van „ eene Toegeevenheid van dien aart, als „ door Gelastigden geraaden was gewor„ den, plaats te geeven, in tegendeel, „ met de grootfte llandvastigheid, de Reg- „ ten  HISTORIE. 247 „ ten van hunne Ingezetenen , hun uit H- hoofde van 't gemelde Tractaat toeko- boek. „ mende, tegen het Engelfofie Hof eqMi =r „ nifterie,geduurende de toemnaaligeTh-1778. a, lusten, hebben vast gehoiiüln: de Ver- toogen van drie Augustus mdccxlvi, „ en van twintig September mdcclxh, „ by het Minifterie van Engeland konden tot bewyzen ftrekken. Wyders, ,, dat zodanig eene toegeevenheid deezes „ Gemeenebests, ftrydig was met het be„ lang der Noordfche cnZuidelyke Zeemo„ genheden, als kunnende alleen ftrekken 3, om der vryheid van de Zeevaard een flag „ toe te brengen : door aan onze Ingczc„ tenen het afhaalen der Noordfche Voort„ brengzelen te beletten, en Engeland al„ leen in 't bezit van dien Handel te laa„ ten: zo dat 'er geene Contlnentiaale rela„ tien, (zo als men zich, by zekere gele„ genheden, heeft uitgedrukt,) den Ge„ lastigden zyn voorgekomen, waar door „ Engeland, in hetonderneemen van eenen „ onregtvaardigen Oorlog tegen deezen „ Staat, of in het voortzetten van de te„ genwoordige verregaande buitenfpoo„ righeden tegen 'sLands Ingezetenen, in „ een tydftip, waar in het zich in groote verlegenheid bevindt, zou kunnen wor- den onderfteund." Zy merkten verder op, „ dat het nee„ men van zodanig een Befluit, waar by „ de Regten van 's Lands Ingezetenen zo „ tastlyk Averden verkort, met geene „ Meerderheid van Stemmen kon gefchieQ 4 „ den, ■  e48 VADERLAND SC HE II. w den; dewyl, op die wyze, de heiligfte BOEK. »» banden, waar mede de Leden van dit . „ Gemeenebest aan den anderen zyn ver- 17/8, t> bonden,zouden worden losgemaakt, en „ de Regten en Vryheden van 's Lands „ Ingezetenen in het gemeen, en van de » Leden en Steden in 't byzonder , tot >, verdeediging van welke allen aan elkan„ der op het kragtigst zyn gehouden, op « eene zydelingfche wyze en onder verre >, gezogte voorwendzelen , last zouden „ kunnen lyden: *t geen ten duidelykfte .1 bleek uit de voorgewende regtvaardi" gmg> mer m beftaande ,' dat, hoe zeer n het Tractaat van Marine met Meerderheid van Stemmen niet mogt veranderd, noch „ daar over met Engeland in Onderhande„ ling getreeden, veel min de Regten en Vry„ heden van 's lands Ingezetenen, daar by „ vcrkreegen , zonder algemeene Toe/temming, mogten verkort worden, nogthans by Meer„ derheid aan de Ingezetenen deezer Lan%, den de gevraagde Befcherming , rustende op den grond/lag van dat Tra&aat, zou kunnen geweigerd worden, by aldien zulks ,» maar niet gefchiedde onder de gedaante, i> of voorkwam als een gevolg van eenige t* Onderhandeling; onder hoedanige wille» keurige en gansch ongegronde onder» fcheidingen en fpitsvindigheden, de Raad » van Amflerdam volftrekt weigerde eenign zins de hand te leenen tot de daadlyke » verkorting van Regten en Vryheden , »! die altoos als onfchendbaar zyn aange- „ merkt»  HISTORIE. 249 „ merkt, en op de nadruklykftc wyze ge- II. „ handhaafd. boek. Dat de Raad zich, derhalven,als nog „ vleidde,dat men de Zaaken niet tot dat 1778. „ uiterfte zou laaten komen; maar, inte„ gendeel, dezelve liever daarheen helpen „ ftuuren, dat Convoyen van vereischte „ fterkte, ten fpoedigften, werden in ge„ reedheid gebragt; mitsgaders dat, tot de „ noodige aanwerving van Manfchappen, „ maatregels werden genomen, zo door „ middel van beter betaaling en aanmoedi»> gingen, als door middel van Onderhande„ lingen met de Noordfche Mogendheden, en „ 'er geen langer opfchorting van Convoy l, plaats hebbe dan noodig is, om een ge,, noegzaam getal Schepen in gereedheid „ te brengen,dat deeze rede van opfchor„ tino- in hetBetluit wierdc uitgedrukt. — ,, Dat verder het Hof van Groot-Brittanje „ behoorde aangefchrecven te worden, dat „ men over geene Verandering, hoe genaamd, in het Traclaat van Marine, met ' het zelve in Onderhandeling zou tree'„ den,noch ook,op eenige andere wyze, „ gedoogen , dat rechtftreeks, of van ter „ zyde, eenig nadeel wierd toegebragt aan „ den Vryen Handel en Vaard van 's Lands „ handeldryvende Ingezetenen; met by, voeging, dat zyne Majefteit met geene „ reden hier op kon dringen, als zelve ge„ oo'rdeeld hebbende, toen zich eertyds „ de gelegenheid daartoeopdeedt, dathet s, rechtmaatig en voegelyk was, zich van Q 5 „ dit  s5o VADERLANDSCHE II. „ dit zelfde Tractaat tegen onzen Staat te boek.,, bedienen." m Eindelyk verklaarde Amftels Agtbaare 1778. Raad, „ dat dezelve een Befluit, by Meer„ derheid genomen, de wettige Bcfcher„ ming weigerende aan 's Lands Koop„ handel en Zeevaard, zou houden voor „ eene volftrekte overtrceding der Grond„ wetten van den Lande, en verbreeking „ van de banden, waar door de Leden „ van deezen Staat, tot verdeediging van „ elkanders Regten en afweering van allen „ geweld, aan den anderen verbonden „ zyn; mitsgaders, dat het natuurlyk ge„ volg daar van zal moeten weezen, dat „ de Raad, zich daar volgens ook zal moe„ ten regelen in de aanftaande raadpleen ttingen , die 'er zullen moeten vallen , over het dragen der Lasten van den „ Staat, welke nergens anders toe werden M opgebragt, dan om de gemeene Zaak, „ de Regten en Vryheden van 's Lands ïn„ gezetenen, met alle vermogens, te be„ fchermen (*)." Het Be- Ondanks deeze zo ernftige als gegronde fluit gaat Tegenverklaaringen van Hollands eerfte niet te Handelftad, werd het gemelde Befluit, op min door; ^en negentienden van Slachtmaand geno- Zf/voi-men' en des' °P reeds verhaaldc ingewikhardtin kelde wyze, door den Graave van weldezeifde deren aan den Lord suffolk, met het maatre- hegelen. (*) N. Nederl. Jaarb. 1779. bl. 45, enz.  HISTORIE. 251 begin van Wintermaand, kennis gegeeven, H. die, in zyn Wederantwoord, genoegzaam boek. toonde, welk een geest den Koning van . Groot-Brittanje, of diens Staatsdienaaren, 1778. by aanhoudenheid, bleef bezielen, en onder het masker van Vriendfchap de vyandlykfte aanflagen trouwlooslyk bedekte. Naa zich uitgelaaten te hebben over de nuttigheden van het Admiraliteits-Hof in Engeland, 't welk de zaak der opgebragte Schepen onderzogt en Vonnis ftreek, vervolgt hy, „de uiterfte aandagt, welke de Koning „ {laat op de belangen van den Koophan„ del der Algemeene Staaten, en de an„ dere Mogenheden , met welken hy in „ Vriendfchap leeft , of Onzydig zyn, „ heeft hem bewoogen om alle Ongere„ geldhcden der Kaperfchepen te bedwin- gen, en, zo veel mogelyk, alle klagten „ m het toekomende, te weeren, met dit „ oogmerk worden 'er thans daadlyk na„ dere en alles afdoende Orders vervaar„ digd, die, binnen kort, zullen afgegee„ ven worden. Ik vlei my, dat de uitwer- king aan het oogmerk zal beantwoorden: „ 't o-een nog onderfteund wordt door de „ Vonnisfen des Admiraliteits - Hofs, die niet voordeeliger hebben kunnen weczen „ voor de Onderdaanen van OnzynMge jYIo- genheden, en boven al voor cue van hunne Hoog -Mogenden (*). Iktwyfel „ met, (*) Hoe zeer dit een enkel voorgeeven, en met de waarheid der zaake volflrekt ftrydig was, bleek uit de Vonnisfen , van tyd tot tyd , geflsagen. In de  25* VADERLANDSCHE n. „ niet, of zy zullen, uit alles, wat ik byb o e k. ■>■> gebragt heb , moeten befluiten , dat 1778. „ 'sKonings opregt en eenpaarig oogmerk is, hun te voldoen, in alles wat bejï'aan„ baar is met zyne eigene verdeediging en „ behoudenisfe: ftukkeri van te veel aan„ gelegenheids, dan dat zyn Majefteit ze ,, ooit uit het oog zou verliezen, en hem „ noodwendig voorfchryven het onveran„ derlyk in agt neemen der beginzelen, „ welke ik in Wynmaand de eer gehad „ heb voortedraagen (*)." Welke''sKonings beginzels toen waren hebben wy hier boven (f), opgegceven, en deeze onveranderlyk blyvende, viel het ligt te raamen wat der Scheepvaard te wagten ftondt. Nadere De nadere last voor de ÈngelfcheKapcrs, Last aan van welken Lord suffolk gewaagde, AsEnpei-verfcheen eerlang, fchoon zy, by het uitpers Ka"dtuklyk vermelden, en daar door erkennen , van groote Ongeregeldheden en onverfefmo nelyke Geweldenaaryen aan de Schepen, Vaartuigen en Goederen der Onderdaanen van deezen Staat gepleegd, bevel kreegen om de Schepen, tocbehoorende aan de ingezetenen deezes Gemeenebests, vry te laaten .TV. Nederl. Jaarboeken 1779. bl. 65 vinden wy een voorbeeld van dusdanig een Vonnis: en bl. 70 de welgegronde klagten deswegen door de Bevragters, ter Vergaderinge der Algemeene Staaten voorgedraagen, waar in de gronden, op welken de Enge 11 chen hunne trouwlooze handelwyze poogden te biilyken, met allen klem, wederlegd worden, (*) liefol. van tl. H. M, M, Lun* $ï,üec.i7/S. (f; Zie hier boven, bl, 322,  HISTORIE. ten gaan, was het wel duidelyk met uit- II. zondering van de zodanige, die met Scheeps- boek; boaw-ftofen of goederen, welke tot aan bouw van Schepen konden dienen, gelaa- 1778. den waren. (*) Weshalven, met het geeven van deezen nieuwen Lastbrief, de zaak niets vorderde, en 'sKonings oogmerk , om geene Scheepsbehoeften door Hollandfche Schepen na Frankryk te laaten voeren, op het middagklaarfte bleek. Dus werden, en in den even bygebragten. Brief van Lord suf folk, en in dit Kaaper-reglement, de verklaaringen des Graaven van welde ren, uit naam hunner Hoog Mogenden , openlyk van de hand geweezen, en veragt: en dit alles, van onzen kant, zonder des eenige aanmerkingte maaken, met een bykans onoplosbaar ftilzwygen beantwoord. 't Was ondertusfchen de Vroedfchap Klagten van Amfterdam alleen niet, die zich be«**£ Frie' zwaard voelde, en het genomene Befluit, om geen Befcherming te veiieenen aan den over Schepen met Scheepsbouw-ftoffen bevragt,'t genowraakte. De Friefche Kooplieden lever- mene Be' den hier over hunne klagten ter tafel der ult' Algemeene Staaten in , uit hoofde van het byzonder belang, 't welk dit Gewest hadt by de Houtvaard. Zy bragten in \ midden, „ dat Friesland het grootfte (*) Het woord hier in 't Engelsch gebruikt, was Naval ftores. Zie het Reglement zelve. N. Nederl, Jaarb, 1779. bi. 63.  254 VADERLANDSCHE II. » getal der Schepen van 't Gemeenebest boek.,, opleverde, welke de Vaard van en na „ het Noorden, de Engelfche en Franfche 1778. » Havens, de Bogt van Frankryk, Portugal „ en Spanje waarnamen: welker getal te„ genwoordig wel op twee duizend mogt „ begroot worden , voor 't grootfte. ge„ deelte bevaaren door geboorene en alhier gevestigde Onderdaanen van den „ Staat. Zy hadden, in, deeze tyds- „ omllandigheden, niet naagelaaten, om, ,> naa zich alvoorens genoegzaam onder„ rigt te hebben, wegens den inhoud der „ Tractaaten van het Gemeenebest met » onderfcheidene Mogenheden , hunnen » Landel en Vaard, naar de Letter dier >, Tractaaten, zodanig in te rigten, als zy » met hun belang, en de vryheid van =, Handel , by de Tractaaten bepaald , » meest overeenkomftig rekenden. Dee*> ze alzins geoorloofde handelwyze, hadt » ten gevolge gehad, het geeven van » zwaare en menigvuldige Commisfien , » het doen inkoopen van verfeheide Waa» ren, het bevragtcn van Schepen , het » uitzenden derzelven om Laadingen in » te neemen , het aanneemen en betaa=•> len van zwaare Wisfels, het doen van Verzekeringen , en , met één woord , « alles wat een uitgebreide Handel mede » brengt. „ Inmiddels, waren hun, van alle kan„ ten, toegekomen,de onaangenaame be„ rigten van het neemen en opzenden der ,, Scheepen: deeze hadden menigvuldige „ Ver-  HISTORIE. 0.55 „ Verzoekfchriften om Convoy by den II. „ Souverain doen inleveren. De gunftige boek. „ Befluiten daar op gevallen,en verzeker- ■ ■ de hoop van Convoy te zullen erlangen, 1778. „ hadden hun aangemoedigd om te bezor„ gen, dat de Schepen, voor al die van 't „ Noorden kwamen, en na Frankryk be,, Hemd waren, en 's Lands Zeegaten voor,, by moesten, daar binnen zouden vallen, „ om zich onder 's Lands Vlag te begee„ ven, en hun Reizen met Convoy te'vol„ brengen. Deeze voorzorg zag voor al ,, op Schepen met Masten en Hout belaa„ den , als meest bloot gefield aan de aan„ vallen der Engelfchen, hoe zeer dezelve ,, uitdruklyk in het Tractaat van mdclxxiv „ zyn vrygefteld. „ Dan zo zeer zy, eenltemmig met de „ Hollandfche Kooplieden, over het vergun„ nen en welverdeelen der Convoyen , „ verheugd en gerust gefield waren, zo „ zeer waren zy aangedaan geweest toen „ te hunner kennis kwam, dat Schepen, „ met Masten en Hout belaaden, by de „ Capiteinen der Convoyeerende Oorlog„ fchepen, geene Seinen van verkenning, „ noch Convoy, konden erlangen. Zy wa,, ren dus, buiten hunne fchuld, buiten ,, 't geen zy billyk verwagten moesten, „ zonder eenige voorgaande waarfchuwing „ van zich in tyds voor fchade te hoeden , „ ja, zonder eenigen bepaalden tyd te er„ langen om voorzorgen te gebruiken, 0111 „ hunne Schippers en Medehandelaars te „ kunnen verwittigen, en zich voor het „ aan-  256 VADERLAND SC HE II. „ aanneemen van foortgelyke Laadingen doek. ,„ te wagten , niet dan met den ilag ge- „ waarfchuwd; en in menigte verlegenhe- 1778. ,, den en verwarring hunner zaaken ge„ dompeld, waar uit zy zich, zonderde „ veel vermogende Hulp van Hunne Hoog „ Mogenden, niet wisten te redden, en „ welke hunne weezenlyke ruïne na zich „ zouden fleepen,zo 'er geen fpoedigher„ ftel werdt aangewend." Om te toonen, dat dit geen ydele klagten waren, en geenzins, "t geen zommigen al te ligtvaardig de Gewoone Klagten der Kooplieden noemden, traden zy in een breed verllag van den Houthandel en Houtvaard der Friezen; die geheel in verwarring, en te eenemaal, tot onherftelbaare fchade deiveelvuldige Belanghebberen, te niet zou loopen. De twee duizend Schepen, die grootendeels nutloos zouden worden, mogten zy begrooten op eene fomme van twintig Millioenen, en het aantal der Reeders en Deelhebbers, op twee - en - dertig duizend. Zy verzogten , derhalven, dat de zaaken daarheen mogten gewend worden, dat men de weigering van Convoy, aan Schepen, met Masten en Hout beïaaden , introk, en zulke Schepen de befcherming van de Vlag van den Staat verleende (*). Brief van In dit nadruklyk zeer wel opgefteld Verden Re- zoekfehrift der Friefche Kooplieden, maakfident de tf4ll (•) N. Nederl, Jaarb. 1779. bl. 155. enz,  HISTORIE. 257. ten zy, met veel regts, gewag van een II. gedreigden ftilftand der Scheepvaard, op boek; en uit de Havens in de Oostzee; en ver- -—— • fterkten deeze droeve waarheid, door een 1778, Brief van j. j, de s wart, Refident van sWARÏ, den Staat aan het Hof van Rusland, ge- over 'c rigt aan Hunne Hoog Mogenden, en van gevaf deezen inhoud. „ Het geduurig opbren- vrm, 'c gen van onze Koopvaardyfchepen door des h°L 3, de Engelfchen, en de mishandeling, wel- dels in da „ ke ons Scheepsvolk daar by moet ly- Oostzee, „ den, veroorzaakt alhier onder de Koop„ lieden, die gewoon zyn zich van onze „ Schepen, na de Franfche, Spaanfche en „ Itallaanfche Havens te bedienen, eene „ groote verflaagenheid, en het is te vree9, zen, dat, zo daar in niet voorzien wordt, „ onze Hollandfche Scheepvaard, zo op en „ van hier, als op de Havens aan de Oost* „ zee gelegen, toekomende jaar geheel ftii „ zal liaan, waar door derzelver Kooplie„ den, en inzonderheid de handeldryven„ de Ingezetenen van den Staat, een on„ herftelbaar nadeel zouden komen te ly- den : dewyl niemand zich van onze Schepen zal kunnen of durven bedienen. „ Weshalven hy om befcherming voor de„ zelve verzogt (*)." De fchikking om Convoy te ontzeggen De Fra*aan Schepen met Scheepstimmerhout be- fcbe Af' laaden, en na de Franfche Havens beftemd, gfant 'f moest onmiddelyk bekend, en kon met vertoog gee- in, be- (*) N. Nederl. Jvarb, 1779. bl. 159. Ij DEEL, jR,  *55 VA DE RL AND SC HE II. geene onverfchilligheid vernomen worden boek. aan het Franfche Hof. De Franfche Afge- zant in 'sflaage, de Hertog de la vau- 1778. guyon, leverde een Vertoog in, 't welk trekkelyk op deezen zin uitliep: „ dat het vcrtrouOnzdd' -" wen' waar *n z^ne Majeftëit%as, dat heklVf» Htmnc Hoog Mogenden, bezield met önnf'han-» eenen hartlyken yver, om de volmaakgeiyk- ,, te eensgezindheid, welke 'er thans tusheid* „ fchen Frankryk en de Algemeene Staa,. ten heerschte, fteeds te doen ftand grypen, zich in de tegenwoordige omftandigheid ftiptlyk zouden gedraagen naar ,, de grondbeginzelen eener volftrekte Gnzydigheid, hem genoopt hadden om de „ Vereenigde Gewesten te begrypen in het „ Reglement, door hen in de Maand Ju„ ly laatstleden vastgefteld, aangaande de „ Koophandel en de Scheepvaard der On„ zydige Volken, dat zyne Majefteit des ,, te minder reden vondt, om aan de volharding van Hunne Hoog Mogenden, „ in deeze grondbeginzelen tetwyfelen, „ naardien Hoogstdezelven, Hem daar „ van , herhaalde reizen, hadden doen ■„ verzekeren , en deeze grondbeginzels „ den allerweezenlykften grond en fteun „ uitmaakten, van de rust en de welvaard * „ des Gemeenebests. Dan, dat zy- „ ne Majefteit meende zich, omtrent dit punt, volkomen zeker te moeten ftel„ len, en dat hy, derhalven , met dit ,, oogmerk , Hunne Hoog Mogenden, „ eene duidelyke en naauwkeurige ver„ klaaring afvroeg, aangaande hunne ver- « «ie-  HISTORIE. 259 0 dere Befluiten, en aan hun verklaaren- IL n de, dat hy zich, naar dit hun Antwoord, d o e tü zou fchikken , om de Reglementen , ——. „ welke hy nader zou wenfchcn tebekrag-1778, » tigen, voor zo verre dezelve de Ingeze>, tenen van deeze Staat betroffen, te on■» derhouden, of te vernietigen. Weshal- ven zyne Majefteit zich vleidde, dat » Hunne Hoog Mogenden, zich, op eene »ï juifte en nauwkeurige wyze, zouden ge»j lieven te verklaaren, noopens de kenm merken eener volmaakte Onzydigheid, n waar van zyne Majefteit zich verzekerd » hieldt, dat zy niet voorneemens waren » af tewyken. Hy verwagtte dus, dat » zy aan de Vlag der Vereenigde Gewesten » alle vryheid zouden doen geworden, die aan dezelve toekwam, als voortvloeijen,> de uit hunne Onaf hangelykheid , en dat » zy de Regten van hunnen Koophandel „ zo ongefchonden zouden bewaaren, als „ dezelve, volgens het Regt der Volken en der Tractaaten behoorden te zyn. -— „ De mfrffte afwyking van deeze grondbe„ ginzelen, zou ten kenmerk ftrekken van „ eene Eenzydigheid, welke noodwendig, „ door haare uitwerkzelen, zou te wege „ brengen, dat zyne Majefteit niet alleen, « de Voorregten weder introk, welke hy » aan de Vlag van Hunne Hoog Mogenden „ hadt verzekerd, door zyn Reglement, „ ten aanziene der onzydige Volken; maar „ ook de weezénlyke en loutere gunften „ opfchortte , welke de Koophandel der f, Vereenigde Gewesten genoot in alle de HaR 3 , vens  s6o VADERLAND SCHE ■ü- „ vens van zyn Koningryk, uit geene anboek. „ dere beweegreden, dan enkel de goed——» willigheid en toegenegenheid van zyn 17/8. „ Majefteit voor Hunne Hoos Mosen„ den (*)•" Hydringt Naa het gehandelde met Engeland, kon a£n. r "iemand twyfelen aan de bedoeling des Franfchen Hofs met dit Vertoog. Geene duisterheid veroorzaakte verwyï van antwoord, doch verlegenheid, wat te zeggen, baarde ftilzvvygen, tot dat de Hertog de la vauguyon , kennis gekreegen hebbende van het nadere Kaaper-reglement des Konings van Engeland, zo regelrecht ingerigt tegen de inzigten en billyke begeerte van"zyn Hof, een dringender Berigtfchrift aan Hunne Hoog Mogenden overgaf, by 'twelke hy^ioofdzaaklyk^het voorgaande Vertoog herhaald hebbende, met zo veele woorden verklaart. ,, Dat „ de vryheid [van de Vlag der Vereenigde 3y Gewesten] bedrieglyk zou zyn, en de „ Ongefchondenheid van de Regten des „ Koophandels, op 't Regt der Volken en „ der Tractaaten gegrond, niet ongerept „ zou blyven, indien Hun Hoog Mogen„ den dezelve niet door eene gepaste be„ fcherming handhaafden, en in gevalle „ zy duldden,dat hunne Onderdaanen de „ Convoyen bleeven misfen , zonder wel„ ken deezen geen genot konden hebben, „ van de Voorregten door hunverkreegen „ ea C) ar. Neder/. Jaarb. ï?79- W. 84.  HISTORIE. z6l ,, en ingeroepen. Een Befluit, van welk II. „ eene natuur ook, 't geen zou ftrekken bo ek.' om hun te berooven van zulk eene wet- . . tige Befcherming, 't zy in 't gemeen, 1778. „ ten aanzien van alle hunne takken van „ hunnen Koophandel, 't zy meer byzon„ der, ten opzigte van allerlei foort van ,, Scheepsbehoeftens, zou, in de tcgenwoor„ dige omftandigheden , aangezien wor„ den als eene handelwyze , die recht„ ftreeks inbreuk deedfop de grondbcgin,, zelen eener volftrekte Onzydigheid, en ,, onvermydelyk de gevolgen naa zich llee„ pen, vermeld in het voorgaande Ver,, toog. Weshalven de Koning op dit ftuk ,, een klaar en duidelyk Antwoord deedt ,, afvraagen (*)." Voor dit gedreigde onheil, van de zyde van Frankryk, waren niet alleen de Hollandfche Kooplieden, maar ook de Friefche bevreesd geweest, en hadden,niét by wyze van Voorfpelling; doch uit reeds loopende maaren en tydingen, hunne bekommerdheid betuigd, over de maatregelen in Frankryk beraamd, over de intrekking van een Reglement, en van Voordeden, welker derving allen Handel op Frankryk onmogelyk zou maaken , en den gewisfen doodfteek toebrengen aan Frlesland's Scheepvaard en Rederyen (f), Wel (*) N, Nedtrl. Jaarb. 1779. bl. 87. (t) N. Neder!. Jaarb, 1779. bl. 161, R 3  s6a VADERLANDSCHE II. Wel verre van den Franfchen Afgezant boek. een Antwoord te laaten toekomen van dien bepaalden aart, als hy, by herhaaling, 1778. verzogt hadt, belloot men by de Staaten Ontdui- van Holland, met meerderheid van flemkendAnt-men, de zaaken ter Algemeene Staatsverwoord gadering daar heen te rigten, dat men dien se«ee°P Gezant net volgende te verftaan gaf.,, Dat ven, * 55 Kunne Hoog Mogenden altoos hadden „ hooggefchat en zouden hoogfchatten de „ harmonie met zyne Majefteit, en Hoogst,, deszelfs vriendfchap en toegenegenheid „ voor den Staat,gaarne wilden aankwce,, ken, door alle middelen, die de onaf„ hanglyke rust van 't Gemeenebest ver„ zekerden en medewerkten tot eene vol„ maakte Onzydigheid , in de Onlusten ,, tusfchen zyne Majefteit en den Koning „ van Groot-Brittanje ontllaan. Dat „ zy niet lchrooinden eenvoudig en rond„ borftig aan zyne Majefteit te verklaaren, „ dat hun voorneemen was om by de voor„ fchreevene Onzydigheid zorgvuldig te blyven , in het vaste vertrouwen, dat ,, de beide Mogenhcden zich daar mede te „ vrede zouden houden, en Hunne Hoog ,, Mogenden in 't gerust genot daar van „ laaten. Dat de Handel en Zeevaard van ,, 't Gemeenebest, een voornaam middel „ van deszelfs beftaan zynde, de vrye „ oefening daar van Hunne Hoog Mogen„ den zeer ter harte ging. — Dat zy zich ook vleiden, dat beide de Mogenhedcn „ niet ongenegen waren, of zich zouden „ laa-  HISTORIE. aós - laaten overhaalen, om aan dezelve te II. „ laaten den loop, dien het Regt der Vol- boek. „ ken en de Tractaaten wettigen, en dat, „ wanneer daar over eenige discusfte valt, 1778. „ zulks alleen aan de gemaatigdheid en caute„ le van Hun Hoog Mogenden, om aan deRe„ gelen van Voorzigtigheid, zo veel mogelyk, „ plaats te geeven, kan -worden toegefchrceven. „ Dat Hunne Hoog Mogenden, by de mefures tot efficatieufe proteclie van haare Comtner„ cie en vrye Navigatie, zonder onderfcheid „ van den eigendom der Laadingen, en tot „ handhaaving van de Neutraliteit, voegen de- zulken,wcwr door de gelegenheid tot brovil- „ Ier les kan worden ontgaan. Dat zy „ eindelyk zich te zeer van de billykheid „ van zyne Majefteit verzekerd hielden, „ dan dat zy zich niet zouden belooven, „ dat zyne Majefteit met deeze ronde Ver- klaaring van de gevoelens Hunner Hoog „ Mogenden genoegen zou neemen , en „ gelieven te volharden by de regelen van „ behandeling der Onzydigen, en vervol„ gens ook van de Onderdaanen van Huu„ ne Hoog Mogenden, die zyne Majefteit „ zelve geoordeeld hadt met het Regt der „ Volken overeenkomftig te weezen, en „ by Hoogstdeszelfs Schikkingen, waar „ op de Handel, die tot nu toe zo gcluk„ kig tot nut en voordeel van elkanders .,, Landen en Onderdaanen weidt gedree„ ven, gegrond was (*)." Zo~ (*) N. NeJerl. Jaarb. 17-9. bl. 130. R 4  öc54 VADERLAND SC HE II- Zodanig een Antwoord, 't geen niets boek. bepaalds opgaf, wegens het voorneemen - der Staaten, om de Ünafhangelykheid des Gemeenebests en de Regten der IngezeteAmfter- nen, op de Tractaaten rustende, te handdam wei- haaven, tegen de willekeurige bepaalingen gert daar jes Engelfchen Hofs; en waar uit veel eer in tos ts ftemmen moest afgeleid worden, dat zy, om het ' ongenoegen van Engeland te ontgaan, infchiklykheden zouden gebruiken, zo zeer tot krenking van het belang der Handeldry vende Ingezetenen, als tot nadeel van Frankryk ftrekken de , dit was de grond, dat de Afgevaardigden van Amflerdam, die voorheen op het handhaaven van de Handelbelangen, met den grootften yver, hadden aangedrongen, volhardden by derzelver Aantekening (*), en verklaarden, op die zelfde gronden, in dit Befluit en Antwoord niet te kunnen toeftemmen. DeFran- Wanneer, 't zelve, ondanks deeze tefche Ge- genverklaaring, by de Algemeene Staaten, 2antfei" aangenomen, en als derzelver Antwoord, gert het &, TT ' ' aan te aan den Hertog de la vauguyon geneemen, geeven werd, weigerde deeze Afgezant, en't den last volgende zyns Koninglyken MeesIfrni In ters' L^e ^evo'ün hadt, hem geen ander ryk van Antwoord te laaten toekomen, dan waar de hand by, op de duidelyTvfle en nauwkeurigfte gewee- wyze,de kenmerken zouden blyken eener *en' volkomene envolllrekteOnzydigheid,hetzelve aan te neemen. Zv zonden 't, derhal- (*) Zie hier boven, bl. 243,  II I S T O R I E. 265 halven , aan hunnen Afgezant ten Fran- II. fchen Hove , den Heere lestevenonboek.' van berkenrood e, om het eigenhan . dig aan den Staatsdienaar der Buitenland- 1778. fche Zaaken, Graaf de vergennes, aan te bieden ; doch hier haaperde het werk niet min dan in den Haage: op verzoek diens Franfchen Staatsdienaars, gaf hy dit Antwoord niet over, en fchrcef,op diens begeerte, om een nader (*). In deezen belemmerden toeftand be- Aanmervondt zich dit Gemeenebest, met het af-J^s^op loop des Jaars mdcclxxviii. Wy moeten ^g^an het verdere beloop deezer zaake veffchtti- hetFr***ven tot de Gefchiedenis van het volgende fche en Jaar; doch kunnen niet voorby hier eene f"fel' en andere aanmerking te berde te brengen ,^üt 0 over het gedrag van het Engelfche en Fran- Tydsgefche Hof ten opzigte van de Vereenigde Ge- wricht. westen. — De gelegenheid, ftaat en aanzien van dit Gemeenebest,hoe zeer ook 't gewigt daar van, in vergelyking van vroeger dagen , verminderd mogt zyn , was zodanig, dat het ter Zee eenig overwigt kon toebrengen aan den geenen wiens zyde het koos. Niet vreemd , derhalven, dat Engeland en Frankryk in- vyandfchap zyndc, elk, op 't yverigst, in de weere was, oiri de Vereenigde Gewesten, op zyne zyde te trekken, of ten minften tot Onzydigheid te beweegen. — Onzydigheid, (*) N. Nederl. Jaarb. 1779J bl. 132. vergeleeken inet bl. 176, R5  a65 VADERLANDS C HE II. heid, een woord aan zo veel verdraaijingen boek. van het Eigenbelang onderheevig, en waar mede dikwyls deerlyk gefpeeld wordt; en 1778. tot welks bepaaling, Verbonden ter voorkoming van misverftand gemaakt, dikwyls niets betekenen: dewyl,gelyk de Gefchiedenisfen te overuitwyzen, de heiligde Verbonden , zeldzaam worden nagekomen, dan door de zodanigen,die 'er hunne rekening by vinden; gelukkig indien eene durftere oi' dubbelzinnige uitdrukking,gelegenheid verfchaft om het Verbond, naar de inzigten van Eigenbelang, uit te leggen,en het haatlyk verwyt vanBondbreuk te ontgaan; doch, indien dit niet kan gefchieden, zal men, om reden van Staat, een dikwyls alle gruwelen vergoelykend toverwoord , de klaarfte Bedingen verfmaaden, en zich gedraagen als of ze niet beftonden, omtrent de zodanigen, die het aan de Magt of den Wil ontbreekt om ze te doen gelden. Beide de gemelde Hoven betuigden,gelyk de herhaaldeVertoogen uitwyzen,den Staat de tederfte Vriendfchap toe te draagen, en op het hartlykst deel te neemen in deszelfs belangen; beide drongen zy aan op het handhaaven der Onaf hangelykheid; een woord, bykans aan dezelfde verfchillcnde uitleggingen onderheevig als dat van Onzydigheid. Immers, in het tegenwoordige geval, werd, van den eenen kant, beweerd, dat het ftreedt met de Onafhangelykheid van den Staat, dat Engeland denzelven zou voorfchryven op hoedanig eene wyze met Frankryk te handelen; terwyl men,  HISTORIE. 267 men, van den anderen kant, op niet min II. fterken toon dreef', dat het onbeltaanbaar « c k< was met diezelfde Onaf hangelykheid, dat Frankryk het Gemeenebest de wet zou zet-1778. ten, hoe zich 't zelve omtrent Engeland had te gedraagen.Niemand,die een denkbeeld heeft wat het in hebbe een Onafhangelyke Staat te weezen, kan lochenen, dat het den Souverain daar van alleen toekomt, dit voorregt tegen alle willekeurige regelen van andere Mogenheden te befchutten, en allen vreemden indragt daar op af te weeren.. Deeze baarblykelyke Helling lag ook opgcflooten in de betuigingen der beide Hoven; daw zy maaten de Onafhangelykheid van den 'Staat met den maatltok van Eigenbelang. Frankryk voegde by de verklaaring van 's Lands Onafhangelykheid, en de verpligting om dezelve ongefchonden te bewaaren, dat die Kroon het verzuim daar van voor een fchennis der Onzydigheid zou aanzien, en wilde, derhal ven, dat men de Ingezetenen des Gemeenebests, die Scheepsbouwftoffen, overeenkomstig met de uitftaande Tractaaten, na Franfche Havens voerden, zou geleiden, en tegen allen geweld dekken. Engeland, daar en tegen, oordeelde, dat die Onafhangelykheid niet bewaard bleef, wanneer men liet ooileende aan de aanzoeken eener andere Mogenheid; maar verboodt,ten blyke hoe het die Onafhangelykheid eerbiedigde, den Staat Scheepsbouwftoffen na Frankryk te laaten voeren: want dat het zulks niet wel zou kunnen gedoogcn, al ware het dat men zou  *6*8 VADERLANDSCH E II. zou goedvinden die overvoering te doen boek. onder het geleide van Oorlogfchepen. . Hoe veel gelykheids zich in dit gedrag 1778. dier beide Mogenheden moge opdoèn, als men 't zelve oppervlakkig befchouwt, en Eigenbelang of Zelfverdeediging daar van den grond uitmaake , doet 'er zich, het ftuk nader bezien zynde, een aanmerkelyk verfchil op. Engeland kon, behoudens de trouw der Verbonden, den Staat een vryen toevoer van Koopwaaren, letterlyk bedongen, na Frankryk niet beletten, deeze Hemden met het Recht der Volken in, en verfterkten 't zelve. Onderfcheid te maaken tusfchen de Letter, en den Zin, of Geest der Tractaaten, waar van men zich zogt te bedienen, was tastbaar eene loutere uitvlugt: den dringenden nood en het groot nadeel, indien het Tractaat naar de letter Handgreep voor te wenden, was 't zelve, voor altoos, van kragt te berooven : want dan kon het nooit Hand grypen. Een verklaarde Oorlog, of zodanige vyandlykheden als de vcrbitterdfte Partyen, naa eenen plegtig verklaarden Oorlog elkander konden aandoen, 't welk in 't weezen der zaake geen verfchil te weege bragt, en waar op ook de verbreede Last van zyne Hoogheid fteunde(*), was het eenig geval waarvan het Artykel des verdrags hier tepasfe komende, zo uitdruklyk fprak: en in een Oorlog, die ter zee ftondt gevoerd (*) Zie hier boven, bl. 216.  HISTORIE. 269 voerd te worden , was de toevoer van II. Scheepsbouwftoffen aan den vyand altyd koek, nadeelig: het verdrag moest nu, of nooit, > gelden. Ware het immer geoorlofd, onder 1778. voorgeeven van gedreigden nood, oftoegebragt nadeel,zich het geftand doen eens Verbonds te onttrekken,danflondtde deur ter fchandelykfte trouwverbreekinge altoos wagen wyd open; niemand was dan verpligt een Verbond, by 't welk hy zich bezwaard jekende, een oogenblik langer te houden, en elk mogt de heiligfle banden, zo ras ze hem knelden, aan ftukken fcheureiu Frankryks eifchen, niet min dan die van Engeland op de beginzelen van Zelfsverdeediging en Zelfsbehoudenis rustende, behelsden geenzins een inbreuk op beftaande Verbonden; doch waren gegrond op de zuiverlte voorfchriften eener volmaakte Onzydigheid: het dreigde, in gevalle de Staat, die overeenkomftig met deszelfs Onaf hangelykheid niet hanghaafde, denzelven een vryen en onbelasten invoer van Koopwaaren na datRyktebeneemen,door geen Verbond toegezegd, en alleen afhangende van 's Vorften willekeur. — Wyders was de begeerte van dit Hof, dat de Staat zyn Handel en Zeevaard behoorelyk befchermde, niets anders dan het geen 't weezenlyk belang en de welvaard der Ingezeetenen voïftfekt vorderde , in zo veele Klagten en Verzoekfchriften, herhaalde keeren, en met klem van taal en de bondigfle bewyzen aangeduid : terwyl Engelands doel alleen daar heen flrekte om de Vereenigde Gewesten  £7o VADEPvL ANDSCHE H. ten van de uitneemendlte voordeden te boek. berooven, en de bron van derzelver wel-vaard te Hoppen. 1778. ' 't Ontbrak, ten deezen dage , dat de Partylcliap zich meer en meer begon te vertoonen, niet aan lieden, die, om de overeenkomst tusfchen de begeerte van het Franfche Hof, en de weigeringen van Amflerdam om Engeland de gevorderde Infchiklykheden te bewyzen, fpraaken van eene ongeoorlofde Verftandhouding, en Zamenfpannig dier Stad met dat Hof, ten einde -het Gemeenebest mede in den Oorlog tegen Engeland in te wikkelen; doch, men merkte te regt op, dat, indien Amfterdams gedrag uit een zo haatlyk oogpunt befchouwd wierd, men dat der tegenlianderen van 't gevoelen dier Stad in een even ongevallig gezigtpimt kon plaatzen, en hun houden voor Verbondeiingen met Gront-Brïttanje, die eenllemmig met de inzigten van-dat Ryk, den Staat met Frankryk in Oorlog zogten te brengen: dewyl liunne raadllagen even zeer itrekten om Engeland genoegen te geeven , als de gedagten van Am/iels Agtbaaren Raad, om zich naar de begeerte van Frankryk te fchikken. Dan dit alles zal zich vervolgens nader ontwikkelen. Ons Haat hier nog den Leezeren onder 't ooge te brengen, wat inmiddels tusfchen de Volkpiantingen 'mNoord-America.Frankryk, en Engeland voorviel, 't geen noodwendig van veel invloeds moest zyn op 't gedrag der Beftuurderen van de Vereenigde Ge-  HISTORIE. 271 Gewesten; als mede de voordeelen, door II. de Noord-Americaanen behaald, door Frank- e o e ryk geholpen. De band van Veréeniging, tusfchen de Noord-Americaanen en Frankryk , werd. Verdrag reeds vroeg in dit Jaar, nader toegehaald tusfchen en met den knoop eens Verdrags beves- Fra»ktigd, op den vierden van Sprokkelmaand. /j^J^ Van deeze voor alle Mogenheden van Eu- America, ropa zo gewigtige gebeurtenis, gaf de Fran- gcüoofche Gezant aan het Hof van Engeland, de tcn' Markgraaf dé nóailles, de volgende opmérkely-ke Verklaaring, uit naam zyns Koninglyken Meelters. „ De Vereenigde Staaten van Noord-America, in't volle ,, bezit der Onafhangelykheid, waar van „ zy den vierden July mdcclxxvii verklaaring hebben gedaan , aan den Koning, hebbende doen voorftellen, om de Verbintenisfen, die zich tusfchen de beide Natiën begonnen te vestigen, door een piegtige Overeenkomst nauwer en ,, fterker te maaken, hebben de wederzydfche Gevolmagtigden een Tractaat van „ Vriendfchap en Koophandel getekend, „ met oogmerk om tot een grondflag der „ onderlinge Verftandhouding te dienen. „ Zyne Majefteit, beflooten hebbende „ de goede Verftandhouding tusfchen Frankryk en Groot-Brittanje, door alle „ middelen,metzyne Waardigheid,en het „ welweezen zyner Onderdaanen, beftaan-„ baar, aan te kweeken, oordeelt aan hec „ Hof van Londen kennis te moeten gee„ ven van deezen flap, en tellens te ver* „ klaa-  £7* VADERLAND SC HE II. ^ klaaren, dat de Verdragaangaande Parboek. , tyen de zorgvuldigheid hebben gehad, , om geen uitfluitend voordeel, ten be- 1778. < hoeve der Franfchen, te bedingen: en dat de Vereenigde Staaten van NoordAmerica de vryheid hebben behouden, '9} om, op gelyken voet, met alle andere , Volken, te handelen. „Deeze bekendmaaking aan het Hof van s, Londen doende , is de Koning vastlyk 3) overtuigd, dat het zelve daar in zal vin, den, nieuwe bewyzen van de ftandvas„ tige en opregte geneigdheid zyner Ma' jefleit tot den Vrede, en dat zyne Brit„ /cAe Majefteit met dezelfde gevoelens be„ zield, insgelyks al dat de goede eensge, zindheid zou.kunnenftooren,vermyden ', en in 't byzonder kragtdaadige maatregels neemen zal, op dat de Handel van ' zyner Majefteks Onderdaanen met de " Vereenigde Staaten van Noord-America niet " geftremd worde, en ten deezen opzigte * de gebruiklykheden, door Handeldry" vende Volken aangenomen, tellens met ' de regelen, die als tusfchen deKroonen van Frankryk en Groot-Brittanje beftaan'9 baar mogen aangemerkt worden, te doen waamee'men. In dit billyk ver- 5, trouwen zou de Overlcveraar deezer , Verklaaringe, het overtollig kunnen re5, kenen het Britfche Minifterie te kennen „ te geeven, dat de Koning, zyn Mees?, ter,beflooten hebbende de wettigeHan „ del-vryheid zyner Onderdaanen kragtdaadig te befchermen , en de eer vanzy- « 110 '  HISTORIE. 273 .,, ne Vlag ftaaride te houden, ingevolge IL ,, van dien, in overleg met de Vereenigde iïoekj „ Staaten van Noord-America, de noodige - "■■ ■ „ maatregels in voorraad genomen heeft/' 1778. Van dit geflooten Verdrag kreegen ook Bekendde andere Mogenheden berigt, en deeze maaking Staat kennis, by monde van den Heer be- daarvan ren oer, in de afvvcezigheid van den °J J;J\ ï'ranjcnen Gezant de vauguyon, met de Zaaken van dat Hof belast (*). Wie brengt het Koopbelang deezer Gewesten kent,en eene aan» op den waaren prys fchat, en de Staatkun- w*^, dige betrekkingen, daar toe medewerken- deriug tm de, gade flaat, zal terftond zien en beken- wege. nen moeten, hoe deeze ftap van Frankryk het gelaad der zaaken tusfchen deezen Staat en het nieuw gevormd Gemeenebest in een ander Werelddeel, niet weinig veranderde. Was het, voorheen, genoeg geweest 't zelve niet te beledigen, of vyandlyk te bejegenen, thans, nu Frankryk de Staaten van America openlyk voor een Onafhangelyk Gemeenebest erkende, en een Verdragvan gemelden aart met dezelve floot,waar in de Americaanen zich de Vryheid hadden voorbehouden, om met andere Volken, op gelyken voet, te handelen, 't welk een vooruitzigt opende van een vryen Handel op een zo wyd uitgeftrekt Werelddeelwerd het tyd andere maatregelen te neemen, en blyken van genegenheid en vriendfchap te betoonen aan een opkomend Gemeenebest, in (♦) N. Nederl. Jaarb. 177%. bl. 197 , 198, I. deel. S  VADERLANDSCHE II. in zynen opgang onderfteund door eene boek. magtige Mogenheid, tegen eene, wier fchennisfen van de plegtigile Verdragen, 1778. den Handel der Ingezetenen zo veel nadeels toebragtcn. Zulks werd aan den eenen kant gebillykt, door het betaaraelyk beginzel van voorzorge, om zich te verzekeren van hoogst waarfchynlyke voordeelen, welke anderzins, gewis aan anderen zouden ten deele vallen; en die, aan den anderen kant, niet aanliepen tegen,of onbeftaanbaar waren met de openlyke trouw van Staatkundige Vcrbintenisfen. 't Is niet zeldzaam Menfchen aan te tref* fen, die, in zekere byzondere Gebeurtenis , den lleutel waanen te vinden eener menigte van voorgaande Bedryven,en daar op een ftelzel van Staatkunde gronden. De Verbintenis tusfchen Frankryk en de NoordAmericaanfche Staaten, heeft men uit dit oogpunt befchouwd, en beweerd, dat deeze laatstgemelden hun Twist met het Moederland "zo verre min voortgezet hebben uit zich zelvcn, dan door de opflookingcn van Frankryk, dat, langs dien weg, de Britfche Kroon zogt te vernederen (*). Men zou hier op mogen aanmerken, dat men dit gedrag van Frankryk, ten opzigte van Groot-Brittanje, kan houden voor een tydige wederwraak van den zevenjaarigen Oorlog, dien het eerfte tegen het laatfte Ryk hadt moeten voeren, en een zo fchade- (<•) Politiek Vertoog, bl. 74.  HISTORIE. z7S delyk einde hadt voor de Franfche Kroon; H. als mede dat de Staatkunde van Europa, boek. en het onderfcheiden belang der Volken, Frankryks fiap om de Noord- Americaanen 17/8. te onderlleunen, genoegzaam, in eenen ftaatkundigen zin, regtvaardigt: dewyl dit Ryk hier de gefchiktlle gelegenheid aantrof om het Zeegezagvoerend Groot-Brittanje eene allergevoeligfte neep toe te brengen. Dan wy fchryven geene verdeediging van het gedrag, door lodewyk den xvi en diens fchrandere Staatsdienaaren gehouden, en zullen hier alleen byvoegen 'tgeen linguet deswegen te boek Helde. „Het ,, Franfche Hof heeft den Engelfchen twee „ volle jaaren tyd gegeeven om de zaak in „ 't vriendlyke met de Americaanen te vin,, den, twee andere jaaren om ze met ge,, weid te onder te brengen. Dan , in „ dien tusfchen tyd, was 'er niets 't geen vreemden verpligttè om allen Handel „ met de Kinderen af te fnyden; onder ,, voorwendzel dat ze met hun Moeder „ over hoop lagen. Frankryk heeft aan „ de tegen Engeland opftaande Amerïcaa„ nen goederen verfchaft, welken de En,, gelfcheu hun weigerden. Frankryk heeft „ van hun rechtftreeks ontvangen, 't geen ., 't zelve, door de tusfchenkomst van£«- geland, niet langer kon krygen: dit is 9, het Regt der Volken. Het heeft 'er by 5, gewonnen, 't Zou aan de zyde van 5, Frankryk eene jammerhartige kinderag?, tigheid geweest hebben , dit voordeél te verwaarloozen, waar van andere VolS 2 „ ken,  276 VADERLANDSCHE „ ken, de Engelfchen zelfs, zich zouden B0EK',» bediend hebben. — Wanneer, in " ~ a, 't einde , door den aanhoudenden OorI77"' n log, door het inlluiten en gevangen neeM men des Generaals bup.goyne, door de „ eenftemmigheid van allen met de Party „ van het Congres ; door het fchrander „ beleid en de magtsvermeerdering des ,, Generaals Washington, 'er geen „ twyfel meer viel of America was, ten opzigte van Engeland, geheel verlooren, en 't zelve gereed ltondt eene Mogenheid „ te worden, welker vriendfchap zo heilzaam was als haare haat -nadeelig kon ,. weezen, heeft het Kabinet van Verfailf$ les zich gefchikt naar 't geen het lot be„ ftemde ten aanzien dier beide Volken. » Het ontving de Americaanen met open », armen; en floot met hun eeneVerbinte»> nisfe, die, noch beledigend, noch uit» fluitend is, zelfs voor Engeland; erken■>•> nende eene Oppermogenheid en Onaf» hangelykheid, welke de Hemel door de ,j behaalde overwinningen verzegelde : >•> Kon Frankryk anders handelen ?eu heeft ,5 het, zo doende,zyn plicht niet, op het „ llipfle, betracht (♦) ?" Aanzoek Schoon men, in Groet Brittanje , niet der En- onkundig was van 't geen 'er te Ferfailles geifchen, omging, ten aanziene van het beraamen in Noord- yan Zyp2 eene Verbintenisfe, en verfcheivmmaad.de omftandigheden, de des loopende ge- 'rug- (") énnales Polifïfufs, Tom. IV. p. loi. ioj =  HISTORIE. rugten zeer aanneemelyk maakten , hadt jj# men dit ftuk niet zeer geteld ; en meer,i0EK, gearbeid om nieuwe Lastbrieven te ver- vaardigen voor de Gelastigden, weder na ^-rg. Noord-America beftemd; '— Lastbrieven van veel uitgebreider aart, waar van men affchriften vuur uit zondt, en , zo veel mogelyk, onder't Volk verlpreidde. Men hieldt-het daar voor, dat in dezelve den Americaanen veel meer werd aangeboden, dan hunne oorfpronglyke eisiehen waren geweest , waarom de Oorlog begonnen was; Lord north betuigde, „niet te kunnen zien dat de Americaanen iets meer konden uitdenken um te vorderen, behalven alleen eene Onafhangelykheid, waar toe Engeland nooit kon komen, en die het waar belang van America ook . ,, weezenlyk was niet te begeeren (*)."— De pooging der Engelfchen om deeze Voorwaarden van Vergelyk in America onder den man te helpen, werd daar aangezien voor een list om het Volk te verdeelen: het Congres befloot, om de veragting hier van op het duidelykst te toonen, dezelve in de Nieuwspapieren te plaatfen. De Generaal Washington , van den Engelfchen Generaal trton, die het verfpreiden deezer Papieren op zich genomen hadt, een geheel paket ontvangen hebbende om onder de Omeieren zyns Legers uit te deelen, floot, in zyn Brief tot antwoord, een (*) Gtnthmans Magaz. Vol. XLVIIÏ. p. 54. S 3  278 VADERLAND SC HE IL een gedrukt Nieuwspapier, waar in, op boek, last van 'l Congres, die Voorwaarden ' geplaatst waren, vergezeld van de beflui1778. ten> °P dezelve door het Congres genomen. De Gouverneur turnbull erkende in een Brief, ten antwoord op het verzoek om deeze Voorwaarden uit te deelen, onder andere, „ daar is een tyd „ geweest, waar in deeze ftap van het toen door ons erkende Moederland , „ met vreugde eh dankbaarheid zou wee- zen aangenomen; doch die tyd is on„ herroepbaar verloopen. De herhaalde ,, verwerping van onze opregte en zeker „ genoeg onderdaanige Smeckingen ; de „ aanvang der Vyandlykheden ; de ont,, mcnschtheid waar mede dezelve, van uwe zyde , zyn voortgezet; de aan„ ftootlyke onbelchoftheid, welke men, „ by elk gering behaald voordeel, laat „ bïyken;'de wreedheden, gepleegd aan „ de ongelukkigen, door het Krygsvolk in uwe handen gevallen, zyn alle on„ verzetlyke hinderpaalen tegen het denk- beeld zelve om Vrede met Groot-Brit„ tanje te fluiten, op eenige andere voor- waarden , dan die van de volftreklte Onafhanglj^kheid (*)." Overeenkomftig hier mede was -de uitflag der Raadpleegingen van het Congres; 't zelve verklaarde, dat, wanneer iemand, of eenige Perfoonen het waagde eenig af- zon- {*) Univerzal Qlagaz. Vol. LXXI. p. 322.  HISTORIE. m zonderlyk Verdrag, of Overeenkomst met IIde Gelastigden der Kroone van Groot-Brit- boek. tanje aan te gaan , de zodanigen aange- ——merkt en behandeld zouden worden, als 1778. Vyanden van de Vereenigde Noord- Americaanfche Staaten; dat deeze Staaten in geene Handeling met de Gelastigden konden treeden , of zy moesten vooraf hunne Vlooten en Legers te rug ontbieden , of anders , op de fteliigfte en uitdruklykfte wyze, de Onafhangelykheid dier Staaten erkennen. Tegen het in üaap wiegen door veel beloovende voorhagen, moest men zich hoeden, en zich ten verderen Kryg, met allen ernst, toerusten (*). Wanneer het met de gevoelens der Noord- De Americaanen in deezer voege gefchapen J^er}_ ftondt, kwam , uit Parys, de Heer s jiEON dean, met de Papieren, die het opgezegd drukten op de fcheiding v*u\ America fn én Engeland: hy bragt, ter beHragtigUïgSrd? over de meergemelde Verdragen van Koop- OVergehandel en Vriendfchap. Önbefchryflyk Dragee was de blydfchap der Noord-Americaanen: jjet(*endezelfde 'Nieuwspapieren, die kqïieUng,^ met zo veel fmaads, de laatfte Voorhagen ' 0 van Vergelyk met Engeland, over al veripreid hadden, werden thans, door het Congres gebezigd, om deeze tyding alomme bekend te maaken; met verheffing van de gadelooze Edelmoedigheid desKunings van Frankryk, de eerfte, die hunne Onaf- han- (*) Univerfal Magaz. Vol. LXXI. p. 323. S 4  e8o VADERLAND SC HE II. hanglykheid erkende: men gaf, daar beboek, nevens te verft aan , dat men op Spanje kon rekenen , als gereed om Frankryks 17?Ü, voorbeeld te volgen; weshalven de Zeemagt dier beide Mogenheden mogt aangemerkt worden als vcréenigd voor hunne Zaak; ja, de Leden van het Congres betuigden te vertrouwen op de Vriendfchap van andere Mogenheden, en de algemee"ne gunftige geneigdheid van Europa voor de Vryheid der Noord-Americaanen. Hoe zy Geen ongunftiger tydftip dan dit, kon* ■de En den de Engelfche Gcvólmagtigden aantrefg£j[ fen ; zy werden , met de koelfte onvermagtjg- fchilligheid behandeld, en moesten, langs den be- den gewoonen weg, hunne Papieren het handelen. Congres doen toekomen : deeze, in ovcrweeging genomen zynde, was het kort, doch veel behelzend, antwoord, door den Prcfident henrv laurens, den Gelastigden gezonden : „ Dat het Con„ gres, uit alles vernomen hadt, hoe het ,, Volk der Staaten van Ameriea aange„ merkt werd als onderworpen aan de „ Kroon van Groot-Brittanje; een denk* „ beeld van Af hangelykheid, 't geen zy niet konden verdraagen. Dat zy gene„ gen waren tot den Vrede, ondanks de onregtmaatige eifchen , uit welken de „ Oorlog ontftaan , en de woeste wyze „ waar op dezelve gevoerd was. Zy wil* „ den over een Vrede- en Handel-Verdrag ,, handelen , niet onbeftaanbaar met de „ reeds beftaande Verdragen, wanneer de p Koning van Groot-Brittanje zich daar toe op-  HISTORIE. a8i „ oprcgt genegen betoonde: dat de ééni- II. „ ge voldoende proef dier genegenheid co ek. „ was, eene uitdruklyke Verklaarint>- van „ de Onaf hanglykheid der Staaten van Niord- 1778. „ America, of het opontbieden der Leger„ magten en Vlooten (*)?' Washington's weigering van vryge- Deeze leide aan den Secretaris Dr. ferguson, ve^Jeid werd, door het Congres goedgekeurd; en „e^gn' de Gelastigden dus buiten Haat geiteld om oproer te in Perfoon te handelen met de Leden van verwek't Congres, namen het zelfde middel te kenbaat om by het Volk ingang te krygen, als zy gebruikt hadden om hunne Voorllagcn van Vergelyk onder de menigte te verfpreiden; doch zulks hadt te zeer het voorkomen van een toeleg om verdeeldheid en opftand onder de Volkplantingen te verwekken , dan dat het opgang kon maaken, ook dienden de Nieuwspapieren, om den invloed,welken zulk een beftaan zou kunnen hebben, te keer te gaan. Men hieldt het Volk voor oogen , dat zy reeds een Verdrag met Frankryk, als Onafhangelyk, geflooten hebbende, met de Gevolmagtigden , niet als Af ha ngelyk konden handelen, zonder de goede trouw omtrent Frankryk te fchenden,en allen geloof by vreemde Volken te verliezen; 't geen hun van alle hoope op buitenlandfche hulpe zou ver- (*) Univerfal Magfz. Vol. LXXI. p. 323. Zie onk de Brieven, ten dien tyde gewisfeid, tusfchen de Gevolmagtigdeji en het Congres, in dat Tydlchrift, Vol. LXXIII. p. -3. s$  *8a VADERLANDS CHE II. verfleeken. TefFens zouden zy zich gels oek. heel ftellen ter genade van de zodanigen, ■ die reeds alle middelen van bedrog, ge- ï/78. weid en wreedheid,ten hunnen verderve, hadden in 't werk gefteld: dewyl noch de Koning, noch de Staatsdienaars, noch het Parlement van Engeland, zich verpligt vonden om eene voorwaarde, waar in zy met de Gevolmagtigden over een kwamen , te bekragtigen: of vonden zy zulks noodzaaldyk, om eenige tegenwoordige oogmerken te bereiken, het beroepen van een nieuw Parlement kon alles weder om verre ftooten. Men kon geen vertrouwen altoos ftellen op een Vyand,dien men reeds zo trouwloos, en zo hardnekkig in kvvaadaartigheid en wreedheid, gevonden hadt. Daarenboven ftraalde het bedriegelyk oogmerk der voorgcllaagene Onderhandeling door, in het aanbieden Van Voorwaarden^ die de erkende magt der Gelastigden verre te boven gingen (*). Veld- De Veldtocht deezes Jaars werd geopend toch: dee-met het ontruimen van Philadetphla, 't zes Jaars „.een cje reeds zo weirdo- beduidende poo- in Noord- °. , , . °, , x, America. gmgcn der Cevolmagngden nog kragtloozer maakte. By Monmouth behaalde Washington de overwinning op de Engelfchen, die den nagt te baate namen , en Staaten Eiland, zonder eenig verder verlies , bereikten. Deeze uittocht uit Philadelphia was gelukkig in de uitvoering, en nog (*) U.dverfa! Magaz. Vol LXXI. p. 376.  HISTORIE. 283 nog gelukkiger ten opzigte van het tyd- U. punt: want het leedt maar Avemig tyds, boek. of de Graaf d'estaing, van Toulon on- • der zeil gegaan met een Vloot van der- 1778. tien Linie-Schepen, met oogmerk om de Britfche. Vloot in de Rivier in te fluiten, kwam op de hoogte van de Delaware. Tegenwind en ongunftig Weer , hadt de reis zo lang vertraagd,, dat de Generaal cl in ton, tyd en gelegenheid vondt om te ontfnappen. Deeze Hulp-vloot der Franfche Kroone ftyfde de moed der Noord- Americaanen. De Franfche Vlootvoogd zogt Nieuw-Tork aan te tasten; doch vondt den boezem der Haven, voer zyne zwaare Schepen, te ondiep; des ftevende hy na Nieuw-Port, om Rhode - Eiland , lang in'sVyands handen geweekt, en welks beleg te Land ondernomen was, onder 't bevel van den Generaal sullivan, te vermeesteren. Terwyl de Franfche Vloot in de Haven lag ontfeheepten de Americaanfche Legerbenden. Lord 11. owe vertoonde zich aan den mond der Have met alle de Schepen, welke hy by elkander hadde kunnen krygen. De Graaf d'estaing ftak terftond in Zee om hem aan te tasten; doch een geweldige en langduurige Storm , belette de Viooten by elkander te komen: zwaare fchade-aan beide toegebragt, noodzaakte dezelve , tot herftel daar van , te havenen. Sullivan, van de hulp der Franfche Vioot verftooken, die na Boston gezeild was, moest, hoe dapper hy zich kweet, het  a84 VADERLAND SC HE II. het beleg opbreeken: de Engelfchen waagboek. den het hem, by't aftrekken, aan te val- . len; doch werden met verlies te rug ge- 1778. dreeven, en vonden de Americaanen gelegenheid om, binnen kort,zonder gemerkt te worden, of één Man verboren te hebben, het Eiland te verlaaten. In andere Streeken van Noord-America werd desgelyks, met wisfelenden Krygskans, geftreeden;maar de Engelfchen moesten een groot deel hunner nieuwe veroveringen, zo fchielyk verlaaten als zy ze gemaakt hadden (*). Beginze- Terwyl de Kryg in Noord- America vollen des duurde, begon dezelve in dit Werelddeel, Oorlogs met het neemen van de Franfche Fregatten de Lkorne > de Bdk Pouk en de Palias y /yTen door de Vloot onder den Admiraal kepF.nge- pel. De Koning van Frankryk gaf daar op land in den Admiraal des Ryks last, om Brieven Oord'1 van RePrefaule tegen de Engelfchen af te vaardigen, en moedigde, door het aanbod van de grootfte voordeelen, het uitrusten van Kaaper-Schepen aan. De Vlooten, onder den Graaf d'orvilliers en den Admiraal keppel, ontmoetten elkander by Ouesfant: en daar de eerite allen lof by zynen Koning wegdroeg, wegens zyne betoonde dapperheid, kon de laatfte het verwyt, van zich niet gekweeten te hebben , (*) Univerfal Magaz. Vol. LXII p. 331. LXIII. 70. 46. 47. 93. 98. 105.  HISTORIE. ben, niet ontgaan (*). De fterk bemoe- ü. digde Franfche Kaaper - Schepen waren boek. voorfpoedig, zy namen een aantal Britfche •, Koopvaardyvaarders en verfeheide Kot-I7?8. ters. De Oorlog, tusfchen Frankryk en En- Spanje geland, zo goed als verklaard, maakte ^fZt eene afwending ten voordeele der Noord- ftig voor Americaanen, die hoope mogten fchep- è&Noordpen, dat hunne verwagting, om ook Span- Amerije tot hunnen kant te zien neigen , eer-caanen' lang ftondt vervuld te worden : want, fchoon dit Hof, by de zeer fterke Krygstoerustingen , den toeleg bedekt hieldt, en zich niet verklaarde, welk eene zyde het zou kiezen, in de nu tot eenen Oorlog gereezen verfchillen tusfchen Frankryk en Engeland, gaf het eene Verklaaring in 't licht, die eene zydclingfche goedkeuring behelsde , van het Verdrag tusfchen Frankryk en Noord- America geflooten; volgens 't zelve, ftondt het aan de Franfche Schepen, uit Noord-America komende , vry, in de Spaanfche Havens te komen , en daar hunne Laadingen te verkoopen: ook hunne Pryzen in dezelve op te brengen, ten gelde te maaken, en op den zelfden voet te handelen, als gebruiklyk geweest was in voorige Oorlogen. De Americaanfche Schepen vonden ook toegang in de Zweedfche Havens; (*) Univerf. Magaz. Vol. LXffl. bl. 329.  m VADERLANDSCHE H. vens; een gunftig voorteken, van de geboek. neigdheid deezer Noordfche Mogenheid, om, ten gelegenen tyde, de Onafhange- 1778. lykheid der Vereenigde Staaten van NoordAmerica te erkennen, en, by alle voorkomende gefchiilen, uit dien hoofde, indien mogelyk, eene volftrekte Onzydigheid in agt te neemen, of anderzins in de maatregelen van Frankryk te treeden. Geragt Een Nieuvvstyding-Schry ver in Engeland Staat°nten Z°St Zyne Landsgenooten , omtrent den dientyde,1 ^ der Verbintenisfe tusfchen Frankryk en met de ' de Noord-Americaanen aangegaan, diets te Noord- maaken, „ dat 'er een Voorftel tot een °ri~ « Verdrag tusfchen de Americaanen en de handelde* " Staaten der Vereenigde Geweiten, ter ta„ fel van Hunne Hoog Mogenden gebragt „ was, 'er by voegende, dat het zou af„ hangen van de aanmoediging, welke zy „ van Frankryk ontvingen, of zy zich ten „ voordeele der Americaanen zouden ver„ klaaren; zeker was het dat de Hollanders, „ hun heimelyk, zo veel zy kunnen, by„ ftonden (*)." Doch de valschheid des gerugts, wegens dien Voorflag,alleen veriprcid om onze Staat meer en meer in haat by Engeland te brengen, en als geheel aan de Franfche belangen verknogt te doen voorkomen, bleek ten overvloede, dewyl 'er niets van dien aart gebeurd was; en het belachelyk is daartoe te brengen, het gehandelde tusfchen de Heeren william lee ( ) Gentelmans Magas. Vol. XLVIII. p. 285.  HISTORIE. 287 lee en jean DE neuffille , te Aken; II. 't geen vervolgens van zulk een nafleepBOEK.' was, en, te zyner plaatze, door ons moet vermeld worden (*). Alleen behooren wy 1778. hier, by voorraad, op te tekenen, dat het laatfte Engelfche Ontwerp van Bevrediging der Volkplantingen met het Moederland, grond gaf om te vreezen,dat het beding van eenen uitlluitenden Handel, onze Kooplieden geheel van den Handel op America zon ontzetten: ter voorkominge hier van, ontwierp gemelde Commisfaris van het Americaanfche Congres, met dien Amflerdam fchen Koopman , met voorkennis der Regeeringe van die Stad, een Plan, 't geen de Heeren Burgemeesteren, zo ras de Onafhangelykheid van Noord - America erkend was, beloofden in den fchoot der Souverain te zullen brengen. "Zo veel oordeelden wy te moeten melden, wegens 't geen, ten deezen Jaare, omtrent het Zeeweezen, de Zeerooveryen der Engelfchen, de Handelingen met dat Ryk, en met Frankryk gebeurde, als mede van het voorgevallene in Noord-Amerlm, en wat daar toe betrekking hadt, van zo veel invloeds op alles wat Staatszaaken betreffende, in deeze Gewesten om en zwanger ging van gewigtige voorvallen in het toekomende, die, buiten dit verband, geheel niet te begrypen zyn. Het \*) Brieven van candidus, iii, d. bl. 153.  £88 VADERLANDSCHE II. Het wordt meer dan tyd het oog te vesboek. tigen, op andere voorwerpen, den Lande —— betreffende , die desgelyks onze aandagt 1778. verdienen. De verleende vrydom De Voor-van lasten, aan de Groote Visfchery toeregten geftaan, met dit Jaar ten einde loopende, derGroo- verlengden de Staaten van Holland denzel- fcheryê Ven' V00r deü tv^ Van dr*e Jaaren (*)• ~ verlengd;De Algemeene Staaten, in ervaaringe en de gekomen zynde , dat, ten behoeve van Kabbel- vreemde Natiën, hier te Lande, Vischhoefchery 1S ^ers met Bunnen gebouwd en uitgerust befchur. wierden ter Kabbeljaauwvangst op de Noordzee, ten nadeele van dc Ingezetenen deezer Landen , van deeze Vischvangst beftaande , verboden het bouwen , verhuuren, leenen en leveren van zodanige Vischhoekcrs aan vreemden, of het bevragten van dezelve, voor Rekening van Uithccmfchen, op verbeurte der Schepen en eene boete van 3000 Guldens (f). T"or^eQ" Zints veele jaaren was het planten van baksteek Tabak geen geringe Tak van Werkzaamhier te heid e11 Handel geweest, omftrecks AmersL:\nde. foort en in Gelderland. Dan de blykbaare minderheid in foort, deedt deeze inlandfche altoos verre beneden de buitenlandfche Rellen. Schoon geene aanmerkelyke verbetering meer vertiers baarde, en dus die Planteryen meerderen bloei bezorgde, zag (*) N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 15. (t) Ar. Nederl. Jaarb. 177S. bl. 14.  HISTORIE. aZ? zag men dezelve op eene verbaazende wy- H» ze toeneemen, in gevolge van de Americaan- B o e k, fche Onlusten. "Deeze belemmerden den overvoer der Tabak grootlyks, en deedti/?8» den prys zo zeer ftygen,dat men,voor de beste binnenlandfché foort de helft meer gelds kon maaken dan kortsgeleden, en voor de gemeenfte omtrent den prys bedingen, onlangs voor de beste ontvangen. Dit aanzienlyk voordeel bekoorde: ieder, om zo te fpreeken, werd Tabaksplanter, men zag,in die Streeken,fchuuren by fchuuren timmeren, tot het droogen en de verdere behandeling dier fterk aangekweekte Plant. Landen , voorheen tot andere Gewasfen gefchikt, werden tot Tabakslanden gebruikt; in de Betuwe hakte men kersfenboomgaarden omverre om 'er Tabak te teelen. Men fcheen, deeze Streeken doortrekkende, zich in Virginie te bevinden, en zag niets dan Tabak: en de algemeene werkzaamheid daar in, bragt groote voordeden toe,hoe zeer het te wagten ftondt, dat, de Oorlog in America een einde neemende , (waar toe zich alle waarfchynlykheid xeeds begon op te doen,) de groote voordeden deezer Planteryen , met dien Oorlog te gelyk zouden ophouden (*). Van het uiterfte aanbelang voor ons Va- Plans te> derland, is het wel gadellaan van des-gen de zelfs Waterftaat, ter behoudenisfe en ver-dir|!T ~a!I beteringe der binnenlandfche Vaard. In de het'Y. Jaa- (*) N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. au. 1495. I. deel. T  *oo VADERLAND SC HE II. Jaaren mdcclxxii en mdccllxxiit, boek. waren deskundige Mannen over den Wa- terftaat van Rhynland geraadpleegd. Het 1778. bleek dat deeze in eene zeer nauwe betrekking ftondt tot de gcfteldheid van het Y; naardemaal de veranderingen, door die Rivier ondergaan, veeltyds ten grondflage gelegd worden van de veranderingen van den Waterftaat van Rhynland. Onder deeze veranderingen van hetY, verdienden de menigvuldige aanflykingen dier Riviere voor de Stad Amflerdam, boven al in aanmerking genomen te worden: en vermids die aanllykingen een aller onaangenaamst vooruitzigt opleverden van belemmerde Scheepvaard, op dien druk bevaaren Stroom, was, met volle overvvigt van reden, de aandagt der Overheid ,zedert dien tyd gevestigd geweest, op het beraamen en te werkftellen van bekwaame middelen, om de verdere gedugte toeneemingder Ondiepten van het Y voor die Koopftad te ftuitten, als mede om de aangeilykte ftoffen van daar te verdryven. Met dit inzigt ftelden Gecommitteerde Raaden , Dyk-Graaf enHooglleemraaden vwnRhynli.ud, dit gewigtig ftuk in handen dér Toezienderen van Rliynland, de Heeren engelman en brüinings, en den Landmeeter bolstra, deezen gaven middelen van herftel op , over welken de Regeering van Amflerdam , de bedenkingen innam van de Heer steenstra, Lectur in de Wisen Zeevaardkunde te dier Stede : deeze keurde de voorgehangene middelen af, met de  HISTORIE. <2qi de opgave van in veele opzigten recht- II. ftreeks daar tegen overgefteld. Deeze ftry- boek. digheid van begrippen van deskundige ——— Lieden, die ieder hunne gevoelens, met 1778. allen ernst, in breedvoerige gefchriften, verdeedigden, deedt de Staaten van Holland te raade worden, de gevormde Om> werpen, met daar by ingediende Gefchriften, aan de Hoogleeraaren in de Wysbegeerte te Leyden, allemand en van de wynpersse, op te draagen, die het Plan van den Heere steenstra met hunne goedkeuring vereerden, waar op Hun Ed. Groot Mogenden, in Grasmaand deezcs Jaars beilooten, dat dit Ontwerp in zyn geheel,door dien Heer zou ter uitvoer gebragt worden,gelyk gefchiedde (*).— Geduurende het verloop van Jaaren, dat dit ftuk hing, ontbrak het niet aan veelvuldige Schriften, over een zo belangryk onderwerp; kundigen, en miskundigen deelden hunne aanmerkingen mede ; en het verfchilde zeer veel dat het door de Leydfche Hoogleeraaren voorgetrokken, en door den Staat omhelsde Plan, eene ajgcmecne goedkeuring wegdroeg : veelen wraakten het, en zagen het hulpmiddel aan, als gefchikt ter vermeerdering der kwaaie , of om eene andere, in de plaats daar van, te doen gebooren worden. j De (*", .V. NeJerl. Jaarb. 1778. 979—1178. waar men de Stukken, van wederzvden ingeleverd , en beoordeeling der Hoogleeraaren, in 't geheal vindt. T 3  292 VADERLAND SC HE II. De invloed van eene betere Denkwyze boek en daar uit fpruitende zagter Zeden, ver- toonde zich in de Aflchaffing van de Ver- 1778 beurtverklaaring der Goederen. Eene De Ver- Straf, by de meeste Volken reeds van ouds beurtver- in gebruik, doch meer gefchikt om onklaarin- fthuldige Naabeftaanden , dan wel den Ce/Jer- Misdaadigcr zelve te ftraffen. Op veele land, in plaatzen, en byzonder in Gelderland, was de Cok- het een regel, dat niemand te gelyk zyn "ïder's a" en ^oed kon verbeuren , dan in geval gefchaft. va.n Gekwestte Majefteit, Vadermoord en Geweldige Schaaking. Over deezen regel en de drie gemelde uitzonderingen, zo wel als over het geheele onderwerp der Verbeurtverklaaringe, was mecrmaalen twyfel ontftaan, en 't zelve door de Staaten van Gelderland in de ernftigfte overweeging genomen ; die daar op beflooten, de gedagten en het oordeel des Dofs vmGelderland iri te neemen; welk Hof, naa een nauwkeurige Verhandeling , over den aart en verfeheide foorten van Verbeurdverklaaring, als mede een onderzoek van 't geen in de Landregten van Gelderland daaromtrent was vastgefteld, het affchalfen van de Verbeurdverklaaring der Goederen van eenen Misdaadigen , by vonnis van den Regter, heeft afgeraaden. In gevolge van welken raadgcevenden Brief, het geregtlyke Befluit der Staaten van Gelderland viel, om de Verbeurtverklaaringen, in de gemelde, en in alle gevallen, te doen ophouden (*). De O N. Neckrl. Jaafb> 1778, bl. 311. 3=~>  HISTORIE. 293 De Algemeene Staaten volgden die zelf- H. de roepltem der Billykheid, en vernietig-hoek. den, in alle Volkplantingen van den Staat, cn in de Generaliteits Landen, die fchrecu-1778. wende Regtsvorderingen, tot verdrukking der onfchuldigen ftrekkende, en tot vermeerdering van der Vorften inkomften , vastgefteld (*). Alle Voorftanders van de onvervreemd- 't Gefchil baare Regten der Menschlykheid, alle Be- ^vr"te^ gunftigers van daar mede overeenkomftige Rentten Staatsbefluiten, wenschten ,dat die zeilde in uvergeest van Billykheid, welke het af&haf-J'M ten der Verbeurtverklaaringen inboezemde , ook eene vrye werking mogt hebben, omtrent het ft.uk der haatlyke Drostendienften in Overysfèl; maar deeze vondt zich te deerlyk belemmerd door Heerschzugt cn Eigenbaat,-en een deruitmuntendfte Voorftanderen van de edele zaak der Vryheid, moest,met fchande en oneere overlaaden , ter Raadzaal uitgellooten worden. Men vergunne ons dit ftuk,'t geen toen zoveel gerugts maakte, en van zo ernftige gevolgen was, wat hooger op te haaien. — Het Leenftelzel hadt de Edelen tot Heerfchers, en de andere Ingezetenen tot Slaaven gevormd (f). Met het verval van 't zelve, befpeurde men, in de gefteldheid der Volken van Europa, eene groote verandering; dan 'er bleeven voetftappen over van dit >on- (») N. Nederl. Jaarh. 1779. bl. P05. (f) Men flaa hier open ïiobERïsoK, Hifi. van Carel den F., II. D. bl. 57. enz. T 3  *94 VADERLANDSCHE II. onvoegelyk onderfcheid, en fchoon elders boek. meer dan hier te Lande, deeze Gewesten ——— niet vry van ditveragtlyk gedenkteken der 1778. Barbaarschheid (*), deeze, hoewel met den tyd gefleeten, befpeurde men nog in Overysfel m de Dienften, welke de Drosten van de Boeren vorderden. Meermaalen was, by voorkomende gelegenheden, over dit onderwerp, in de Staatsvergaderingen diens Gewests gehandeld: en hadt men daar op befluiten genomen, welken dit prangend juk van Dienstbaarheid op de fchouderen der Boeren lieten. In een vergeeten hoek lag verfchooven een Befluit van Ridderfchap en Steden van den Jaare mdcxxxi, by 't welke aan de Heeren Drosten een jaarlyksch Inkomen van Gelde werd toegelegd, tot vergoeding van alle dergelyke Dienilen , welke dus afgekogt waren (f). Eenige Landlieden verzogten reeds in den Jaare mdcclix, om van zodanige Dienilen, immers buiten het Drostampt, bevryd te mogen worden. De Gelastigden, om eene fchikking daar op te maaken , bragten eerst in den Jaare mdcclxxiv in 't midden, hoe 't hun best dagt, dat 'er zes Heeren benoemd wierden, tot het beraamenvan een overflag,om die Dienilen, ééns f*) De groot,//./, tot de Hol/. Regtsgeleerdh. I. B. 4. §. 1. (f) Men vindt in Jonkheer J. D. van der CapelUn Regent, bl. 94. en in de N. Nederl. Jaarb. IJJO. bl, 313. dit merkwaardig ftttk.  HISTORIE. 295 eens voor al, op een vasten voet te bren- H; o-en, en te overleggen op wat wyze de In- boek. gezetenen, die dezelve wilden afkoopen, 7- zulks zouden kunnen doen. De Heeren, 1778. met dit ftuk belast, verklaarden, in 't volgend Jaar, van begrip te weezen, „dat „ de Ingezetenen,welkenDrostendienften „ verpÜgt zyn te doen, dezelve als nog, „ als voorheen, zouden behooren te kun„ nen of te mogen doen ; doch dat de „ geenen, welke mogten verkiezen dezel„ ve af te koopen, zulks zouden kunnen „ en mogen doen, mits voor ieder Wa„ gendienst aan dm Heere Drost van het „ Dijlrict betaalende éc!n Gulden,en voor „ ieder Handdienst vyf Stuivers: doch dat ,, in Deftricf.cn, waar dezelve reeds op ze„ keren prys gefteld waren, of des eene „ overeenkomst gemaakt was, het zelve daarby, als nog, zou behooren te vers- „ blyven (*)." De Ridderfchap, als mede de Steden Deventer en Kampen, ftemden in 't gemelde verflag cn plan, de Drostendienften betreffende (f). Zwul kon 'er niet toe verftaan, en lloeg op den Landdag des Jaars mdcclxxvi een plan voor, ingerigt om de Dienstbaarheid geheel te doen ophouden. Doch met meerderheid nam men een Belluit, overeenkomftig met het gedaan verllag der'zes Heeren: waar tegen die van Zwolle zich ver- ( *) Fan der Caf ellen Regent, bh 58, 59. (ï) Aid. bl. 62, 63. T 4  s£9 VADERLANDSCHE II. verzetten, met betuiging van hun leedwee* boek. zen, dat men hadt gelieven goed te vin- den , om met Meerderheid te 'belluiten in 1778. eene zaak, die volkomene Eenparigheid eischte; zy hielden aan zich het inleveren van eene nadere Aantekening, waar in het reeds gemeldeBefluit der voorgaande Eeuwe, de volflaage Afkoop der Drostendien* ftèn behelzende, te voorfchyn kwam, en met veel klem werd aangedrongen, het gehouden gedrag der Meerderheid ten lterkfte gewraakt', en het genomen Befluit , met de Aankundiging van 't zelve, voor kragtloos en niemand verbindende gehouden, als mede voorgeflaagen om de raadpleegingen over de Drostendienften, te hervatten; ten einde dit ftuk, hoe eerder hoe beter, met eenparigheid op zulk een voet te brengen, dat het voor de HeerenDrosten voegelyk en voor de Ingezetenen draagelyk, en minst fchadelyk was. Tegen deeze Aantekening voorbehielden de Ridderfchap, nevens de twee andere Steden, hunne Aantekeningen (*). Capel- Sleependc bleef dit Stuk, aan zo veel ^ kant verwyls gewoon, en dat, verder voortgen de* &ezct' £een vriendlyk uitzigt opleverde, Drosten- tot dat de Ridder van dercapellen dlenften tot den pol, een Man, „ die zich vcr„ bonden hadt, om geenerlei gebreken, „ of iniluipzels, even veel waar, en on- „ dcr- C) Aid. bl. 64 76. Men vindt deeze Stukken niede iu de N, Ned. Jaarb. 1779. bl. 317-326,   fa  HISTORIE. 297 „ der welke gedaante ze hem mogten II. „ voorkomen, goed te keuren, ofte ver-boek. „ bergen." (*) In Grasmaand deezes Jaurs ■ . mdcclxxviii, zyne ftem verhief, en de 1778. zaak zyner verongelykte Landsgenooten in Overysfeh Staatsraad bepleitte. Schoon dit Vertoog afzondcrlyk gedrukt, en,naar verdienften, in andere Schriften geheel ingelyfd is, (f) kunnen wy niet voorby 'er eene en andere hoofdtrek uit opteleveren. „ Hoe," dus liet deeze Vryheids vriend zich hooren, melding gedaan hebbende van't geenhy, ter gelegenheid van het Plakaat des Jaars mdcclxxvi, ten voordeele der Slaaven in "t midden bragt, „hoe zou ik, daar ik my dus voor de Slaaven onzer Volkplantingen in de bresfe heb gevleid, „ kunnen naiaaten ook eene pooging te „ doen, ten voordeele myner eigene Me„ deburgers,de Ingezetenen van het plat,, te Land deezer Provincie, die, fchoon „ nevens ons Edelen en Stedelingen, ge„ lyke Leden eener zelfde Maatfchappy „ zynde, fchoon dezelfde algemeene lasten draagende, fchoon zo wel als Wy „ voor de Vryheid geflreeden hebbende, de (*) Zie van der. capellen Voorreden voor de Aanmerkingen ovef den Aart der Vryheid van Dr. price, 1)1. 13. (\) Onder den Tytel van Vertoog over de Onwettigheid d,:r Drostendieiiflefi, door j. d. van c ek capellen , men ontmoet het in van der Cape!ien , Regent , bl. 77. enz. en in de N. NedeiL "Jaarb, ijjy. bl. 327. T 5  *98 VA DE RL AND SC HE II. „ de eenigen zyn,wien 't niet maggebcuboek> „ ren de zoetlte vrugten van den bittcr- » „ ften arbeid te plukken, en zich,naa zoo 1778. „ veel zwoegens en bloedvcrgietens, met „ de daad, en zonder uitzonderinge, in „ Vryheid gefield te zien.— 't Is,"Edele „ Mdg. Heeren, aan allen, die my met hun„ nen ommegang vereeren, over bekend, „ dat het my fteeds een bron van knaagend verdriet was, op de vrye halzen „ van zo vee/en myner Mede-Ingezetenen, „ nog zo diepe en duurzaame tekenen van „ het prangend Juk der Dienstbaarheid te „ moeten aanfehouwen, en geen middel te ,, weetcn om 'er hun van te verlosfen." Naa eene opgaave van het, in de laatfte jaaren,gebeurde over de Drostendienften, en 't geen zyn perfoon byzonder betrof, als mede zyne bedenking over den oorIprong dier Dienstbaarheid, waar aan de Ovsrysfelfche Ingezetenen ten platten Lande zich nog onderworpen vonden,zo zeer affteekende by de Vryheidsmin der Oude Gertnaanen, die zich meer lieten raaden dan beheerfchen, oppert hy twee Hellingen voor eerst, „dat deeze Dienften in hun„ nen aart een foort van Slaavsmy zyn, ,, en, ten anderen, dat Niemand der Ingezetenen daar toe verpligt is. „ De eerfte deezer Stellingen behoeft „ weinig betoogs. Men is in een eigenly„ ken zin een Slaaf van Hem, dien men „ gedwongen is te dienen. De tyd hoe „ lang, of wanneer, kan het weezen der „ zaake niet veranderen. Zommigen zyn „ Slaa.  HISTORIE. «99 Slaaven voor hun leeven, anderen voor II. 1 IJ ^>n-7('. l^APrOH WD II l> V " »* n-f»r!iinrpiirln Hie twee dagen des laars, op welken zy,even als de Negetflaaven 1778. „ in de Volkplantingen, om allerlei werk, ' 't veragtelykfte niet uitgezonderd, voor de Heeren Drosten te verrigten , met flraf en ^oete &Prest worden. — Deeze " dienften zyn louter perfoncel, en druk- ken alleen* dat gedeelte des Volks, dat " op het Land woont, en welks belangen wel eens meer over 't hoofd zyn ge„ zien." De tweede Stelling, dat niemand der Ingezetenen daar toe vtrpligt is, betoogt hy eerst uit het Natuurfegt. „Door dezelfde Hand gefchaapen, met dezelfde vermogens van Ziel en Lichaam begaafd, door 11 dezelfde begeerten genoopt, door de„ zelfde Behoeften geperst, aan dezelfde „ Zwakheden, aan denzelfden Dood, aan „ 't zelfde toekomftig Oordeel onderwor„ pen , en voor het aangezigt van den „ crooten schepper van Hemel en „ Aarde in 't ftof kruipende, zyn zich al-» , le Menfchen onderling gelyk. Is de Fortuin den cenen gunftig, den anj deren eene Stiefmoeder geweest; is de " een de grenzen van het ongemeeten ryk *' der Waarheden eene hair breedte dieper " doorgedrongen dan de ander; kan iemand ' eenige ponden zwaarte meer tillen dan " zyn&Nabuur, dat kan geen weezenlyk „ onderfcheid tusfehen hun maaken „ noch „ hem, die ryker, kundiger, of fterker,  3oo VADER LANDS C HE II. „ is, eenig regt geeven om zynen min beboek.,, deelden, min kundigen, min Herken Na- _ f, tuurgenoot, als zyn eigendom, te be- 1778. heerfchen en te gebruiken. — De Na„ tuur, derhalven, kent geen Meesters en 5, Slaaven; en wel verre van het eene ges, deelte onzes geilachts aan de belangen, „ het vermaak, of de driften, des ande5, ren, op te offeren , heeft zy ze allen „ op eenen gelyken grond geplaatst, aan „ allen het zelfde Regt tot geluk .gefchon„ ken, en allen, zonder eenige uitzondc„ ringe , onder dezelfde verpligting ge„ legd om dit onderling en wederkeerig te „ bevorderen, 't Is alleen in deezen zin, „ dat de een gezegd kan worden voor den „ ander gefchaapen te zyn. „ Dit zegt, dit wil de Natuur." Maar wat zegt, vervolgt hy, tot een tweede bewysll.uk overgaande, „ de Maatfchappy ? „ Even 't zelfde; in haaren aart befchouwd, „ is zy niet anders dan een Verbond van „ onderlinge Befcherming en Guarantic tuslchen derzelver Leden, met opzigt „ tot alles, wat elk hunner hetarjwkan „ noemen, aangegaan. Zy vernietigt de „ fchikkingen der Natuur niet. Zy voert ,, geene nieuwe betrekkingen onder het „ menschdom in, die lynrecht zouden aan„ k)open tegen die, welke haaren grond „ in'tweezen, en de eigenfehappen vanrc„ delyke vrye, en onderling even gelyke, 5» en van elkander niet afhangende fchep?> Zelen, hebben. Met één woord, zy is s> het eenvoudig, het gepast middel, waar „ door  HISTORIE. 3°* " door de Menfchen hunne natuurlyke II. I vryheid en hunne bezittingen ; hunne boek. „ aangeboorene en wel verkreegene reg ■ „ ten,tegen allen overlast en inbreukzoe- iffë. „ ken te befchermen. En daar het heil en „ welzyn van alle haare Leden, naamlyk „ des geheelen Volks, haare eerfte, haare „ hoogfte wet, haare uiterfte bedoeling is, „ zo kan zy,met geene mogelykheid, on„ derfteld worden,eenigen eisch,eenigen „ toeleg,eenige zo genaamdevoorregten, „ hoe ook verkreegen — hoe lang ook ge„ oefend — te wettigen , waar door de )5 Heerschzugtige zich zeiven boven de wolken plaatzende, zynen Medeburger > het ftof onder zyne voeten zou doen „ likken; of waar door het der nooit ver5, zaade Hebzugt zou gelukken, zich met „ het zweet van anderen, ja dikwerf van „ de zulken, die zelve onder de nypend„ fte armoede gebukt gaan , te mogen voeden. „ Noch de Natuurwet, noch deBurgcrmaatfehappy in 't algemeen befchouwd, eene zo verregaande Onderwerping van den eenen Mensen aan den anderen niet „ invoerende, niet toelaatende, ja zelfs niet ,r duldende, zo blyft nog te overweegen, welken grond de Dienstbaarheid onzer Ingezetenen in byzondere Wetten of „ Verordeningen deezer Provincie heb„ be? — Daar lk, Edele Mog. Heerenlniemands gunst heb te bejaagen, daar geen „ perfoneele haat, of belang, my vervoe„ ren, en de vrees de fterklle myner harts-  3co VADERLANDS C HE II. „ togten niet is, meen'ik niet geheel onboek.,, gefchikt te zyn, om, in dit geval, aan de waarheid, in haare natuurlyke ge- 1778. „ daante, hulde te kunnen doen. Ik 9, kan , ik wil, ik mag, daarom myne Ver$ wondering, of, om het met den rechten „ naam te noemen, myne Veronfwaardi„ ging niet verbergen over de onbe„ fchaamdheid, over de llrafbaare ftout„ heid van hun , die zich niet ontzien ,, hebben, naa den Jaare mdcxxxi, met „ verbreeking der goede trouwe, en met „ gevaar van vernietiginge van allen ons, derling vertrouwen tusichen de Regeer„ ders en hun die geregeerd worden, on„ ze Ingezetenen, fchoon zy't zelve met „ hunnen gelde afgekogt, en hier van een „ deugdig Handvest en Charter verkrec„ geniiadden, opnieuw, met het verne„ derend juk der Dienstbaarheid te druk„ ken. ,, Verre zy het, nogthans , van my, „ dat ik zou beoogen de tegenwoordige „ Heeren Drosten met eenige fchuld In „ dcezen te bezwaaren. Niet Zy, die hun„ ne Amptcn cenvouwiglyk op den voet hunner Voorzaaten ontvangen en be„ kleed, en waarfchynlyk deeze zaak in „ haar vvaare licht nooit befchouwd heb„ ben; maar Zy, die de Eerflen, die de „ Voorgangers zyn geweest, om, 'tgeen, „ zelfs onder de woste Volken, als heilig „ en onfehendbaar wordt geagt, met voe„ ten te treeden, en Dienflen, die voor „ eene aanmerkelyke, door de Ingezetenen „ als  HISTORIE. 303 '„ als nog heden ten dage opgebragte en II. „ door de Heeren Drosten genooten wor- n 0 e ie. „ dende Verhooging der Traélementen af- ■ gekogt waren, door middel van een mis- 1778. „ bruikt gezag over de vreesagtige Buiten- lieden, en van eenen al te grooten in„ vloed in de Regcering zelve, op nieuw in te voeren en als regt te eifchen. „ Hier op bragt hy het te lang in een „ duisteren hoek fchuil gelegen hebbende Befluit des Jaars mdcxxxi te voorfchyn, en liet 'er op volgen. „ Zie hier dan, Èd. Mog. Heeren! een Charter, een Hand, vest; ja, laat ik, om den Voorftanderen ■ der Dienstbaarheid, zo 'er de zulken nog J5 mogten gevonden worden,allen hertred } af te fnyden, de door Natuur- en Maat- ■ j fchappy-wet reeds vry verklaarde Inge- zetenen van dit vrygevogten Land, voor J} 't laatst, in de gedaante van Slaaven be9J fchouwen ; ziet hier dan ten minllen J} eene Vrylaating, welke door de Vrygelaatenen zelve gekogt en betaald, en door Qjiitantie bevestigd is! ja zodanig wel „ bevestigd, dat zelfs in het Reglement, ,, op de Regeering deezer Provincie in den ;, Jaare mdclvii, onder bemiddeling der „ Heeren Staaten van Holland, ter gelcgenheid der bekende fcheuringe beraamd,uitdruklyk vastgelleld is,'t geen zedert ook is ge'fchicd, dat naamlyk, in „ de Commisfien der Heeren Drosten, „ onder anderen zou worden ingevoegd. Dat zy zich geconfenteerd zouden moeten houden met hunne ordinarii Traclamenten  3o4 VADERLANDS CUE II. ende Profyten, zonder de Ingezetenen van boek. ,, hunne refpecïive Drost-ampten, met eeni- ■ „ gerhande lasten te bezwaaren , met wat 1778. „ naams die ook genoemd mogen worden." Uk dit oorfpronglyk Handvest toont hy de onvoegelykheid van alle Raadpleegingen op het lhik der Drostendienften gehouden, van het begin dcezer Eeuwe tot tegenwoordig, en vervolgt: „Een philips, met zyne vargassen , moge het verkragten der Privilegiën een fpel, het herroepen derzelven een gedeelte der Sou„ vsrainiteit heeten. Wy, Ed. Mog. Heeren! zyn beter onderweezen. Wy heb„ ben geleerd, dat alle Eigendom heilig „ is. Wy weeten, dat Voorregten, de edel„ He foort van Eigendom, de voortreflyk„ fte van alle Bezittingen zyn. Wy eer„ biedigen ze derluüven. En daarwy allen „ overtuigd zyn, dat het roemryker is aan het hoofd te ftaan van een vry Folk dan „ ecnen troep laffe Slaaven te dryven, zo „ verwagt ik, dat elk uwer Ed. MogenIj'j den, met genoegen en goedkeuring „ eenen voorllag zal hooren , die , daar „ dezelve aan de tegenwoordige Heeren „ Drosten, alle redelyke voldoening zal „ geeven , ja meer dan zy Heeren van „ regtswegen zouden kunnen eifchen, te„ vens gefchikt is om onze Ingezetenen „ des Platten Lands , eindelyk eens van „ alle Dienstbaarheid te bevryden,en hun „ ftoffe te geeven om de geheugenis van dit Jaar in zegeninge te houden,en deNaamen van die in 't zelve geregeerd of in- vloed  HISTORIE. 505 3, vloed gehad hebben , in hunne dank- H. „ baare harten, aan de zyde van hunne boek, „ Weldoenders, van den Jaare mdcxxxi, „ te plaatzen. 1778* „ Ik weet te wel hoe moeielyk het zy „ oude paaien te verzetten. Ik begeer mynen Medeburgeren, wier zaak en belangen ik heden bepleit heb , van „ weezenlyken dienst te zyn, en na geen fchimmen te grypen. Ik gevoel ook „ de hardigheid, 'die het zou in hebben, „ de Heeren Drosten, zonder eenige ver„ gocdinge , te befnoeijen, in voordee,, len, welke zo veele jaaren aan hunne „ Ampten zyn gehegt geweest, en Zy „ tot hier toe, ter goeder trouw, hebben „ genooten. „ Wat dan ? ■— Al wat zedert „ mdcxxxi, het Jaar van Vryheid, in „ het ftuk der Drostendienften , gedaan „ of bellooten is, worde vernietigd; of, „ om naauwkeuriger te fpreeken , 'er is niets gedaan of beüooten. Alles wat „ hieromtrent van dien tyd af gedaan „ werd,is van zelfs kragtloos.Alle beflui„ ten zyn gebrekkig; de wettige en voor „ eeuwig vernietigde Dienstbaarheid der „ Landlieden , kon tot geen onderwerp van dergelyke Staatsbeiluiten ftrekken. „ En wat het laatstgenomene Befluit des „ Jaars mdcclxxvi betreft, was de „ Meerderheid niet bevoegd iets te beflui„ ten in eene zaak, die voorzeker Eenparigheld vereischte : en was het den „ iiceren Drosten , in gevolge van een I. deel. V „ be-  306* VADERLANDSCIIE II. „ bezwooren Reglement, niet geoorlofd boek, jj Raadpleegingcn van dien aart by te „ woonen en "'er hunne Hemmen uit te 1778. „ brengen, zo dat 'er niets wettigs verrigt, en alles van allen wctgcevend „ vermogen ontbloot is; weshalven, ge,t lyk Schepenen en Raad en van Zwolle zeer wel zeggen , noch het Befluit, 5, noch de Afkondiging van 't zelve , /. „ dat zy door het ganschiyk ophouden der Drostendienllen komen te lyden. Capel- Welk eene uitwerking dit manlyk VerLEN dc-s" t0°» baarde by Leden der Vergaderin- taTvS6» ^e reeds dcn Hcer VAN DER CA* ven een pellen, met het ongunfligst oog aannader zagen, en met een tegen hem vooringeVertoos nomen oor hoorden, die hem voorheen met zo veel minagting behandeld hadden t  HISTORIE* 30; den(*), valt ligt te raamen. Het Ver- II. toog werd in handen gefield van eenige boek» Heeren om het te onderzoeken, en na te ■ gaan, of 'er ook eenige Taxatoire termen, 1778» tegen de voorige Leden der Vergadering in werden gevonden, en van alles verllag te doen (f). Naa het uitfpreeken des Vertoogs , hadt de Heer van averbergen, de vryheid gebruikt, om, ten opzigte van capellen, ten aanhooren der Vergaderinge te zeggen,dat hy Vvreemd was ingekomen (§), telkens de Foorouders van hun Heeren kwam taxeer en, dat zulks niet te pasfe kwam, en eens een einde tnoest hebben (**). —■ Deeze zaak hing tot den volgenden Landdag in het Najaar. Op deezen leverde de Heer van der capellen eene Bylaage in tot zyn Vertoog over1 de Drost endienfl en, op dat het daar by geplaatst en mede beoordeeld mogt worden* t Zelve ftrekt om te toonen, dat 'er een tyd geweest was , waar in men het Befiuit des Jaars mdcxxxi, raakende het ophouden der Drostendienften hadt geëerbiedigd, even gelyk dezelve in het Hoofdfchoutampt van Hasfelt als nog geen plaats hadden; (*) Zie hier boven, bl. (fj Jongheer van der Capellen Regent, bl. 101. (§) Met hoe veel onregu dit woord vreemd hier1 gebezigd werd , kan ten overvloede gezien worden uit de Historie dc*- Admisfie in de Ridderfchap van Overysfel van Jr. J. D. van der Capellen, door ïr. adr. van der kemp. Te Leyden, 17S5. (**) 'Jonkheer van der Capellen Regent, bl. 104. V 3 I  3°8 VADERLANDSCHE II. den ; ftrekkende tot ontzenuwing van 't boek,, geen zommigen, met veel betrouwen be* — weerden, „ dat de Dienften in andere llreeï77°^ ken der Ptovincie nooit hadden opge„ houden." Acht Ingezetenen van hes Drostampt Tsfelmuiden, alle oude Lieden y verklaarden, onder hunne Handtekening, en betuiging van gereed te zyn om het met plegtigenEede te bevestigen, „dat zy aan „ de voorige Heeren Drosten , die dat „ Drostampt vóór den tegenwoordigen „ Drost hadden bekleed, nooit eenige Drosten dienften hadden gedaan , nach „ door anderen zien doen, en dat zy ook „ nimmer, zelfs van de alleroudfle Lieden, „ gehoord hadden, dat deezeDienstbaar„ heid, gedmnende derzeher Leeftyd, in „ gemeiden Drostampte ooit in gebruik „ was geweest (*)". —— In deeze zelfde Éylaage, verklaart hy zich nader, ten opzigte van de Perfoonen , clie hy gezegd werd getaxeerd te hebben, en wel dat het de zodanigen waren, die zich niet ontzien hadden,het bevel derStaaten in den wind te flaan, en door het afpersfen van Dienden , de heilzaame fchikkingen van een Vryheidminnend Siuverain te dwarsboomen: leefden zy, hy zou ze aanklaagen en befchuldigen als rebelleerende Onderdaanen en Onderdrukkers des Volks, ,, Hy „ moest," gelyk hy fchryft, „ fchuldig }1 of onfchuldig weezen; hy verlangde niets ,, meer (*) Jonltlxer van der Capellen Regent, bl. 105*  HISTORIE. 309 9, meer, dan om uit de verdrietige onze- II. kerheid te zyn, of hy voldoening hadt boek. „ te geeven aan de beledigde voorige Le „ den deezer Vergaderinge , dan of hy 1778. „ die hadt te eifchen van den Heer van averbergen , die zich, op boven- gemelde wyze , ten opzigte van zyn „ Peribon, geuit hadt (*)." De uitgebragte raadllagderGelastigden, Beoorbp den Voorjaars-Landdag, was, gelyk te deeling wagten llondt, dat de Zaak der Drosten- ,™ïid_ dienften, v/aar omtrent de Heer van der ders Vercapellen een Vertoog hadt ingeleverd, toog. „ in den Jaare jvidcclvi, naar de orde „ en form van de Regeeringe dier Provin„ cie was afgedaan, dat daar by als nog ,, behoorde te worden verbleeven, en daar s, over geene verdere ovcrweegingen be„ hoorden te worden toegelaaten.' Wat het Vertoog zelve betrof; dit iradden zy, tot hun leedweezen , bevonden, ,, zamzn„ gefield te zyn uit allerlei Ta x at oir e en „ ten eenemaale ongemefureerde expresfien waarom het bleek geen goed oogmerk gehad te hebben, en althans niet te kunnen Strekken , om eene zaak, gefteld dat 'er mishagen plaats hadden, te regt te brengen; „ maar veeleerder, om, ware het moge„ lyk , oproer onder den gemeenen Mari „ te verwekken, en dezelve af te trekken „ van de gehoorzaamheid , aan hunnen „ wettigen Souverain verfchuldigd." Tot (,*) Jonkheer van der Capellen Regtnt, bl, 102 V3  Sio VADERLAND SC HE II.- Tot verfterking van dit hun vermoeden, boek. bragten zy bydehandelwyze des Ridders, in het laaten drukken en verfpreiden des 1778. Vertoogs, waarom zy oordeelden, „dat de Ridderfchap en Steden dit geenzins „ ongemerkt mogten laaten doorgaan ; j, doch daar over hunne uiterfte veront„ waardiging aan den Heer van der ca„ pellen tot den pol behoorden te be- toonen, en zulke maatregels te neemen, ,, waardoor dergelyke onbetaamelyke en tu„ multueufe handelwyzen, voor het toe„ komende, konden belet worden." Rad» derfcnap en Steden , uitgenomen Zwolle, Hemden hier in, gelyk ze ook, met uitzondering dier Stad, ten opzigte van de Zaak der Drostendienften , gedaan hadden, — Men vondt, wyders, goed, den Heer van d»r capellen op te leggen: 5, Het Vertoog over de Drostendienften weder „ na zich ,e neemen, met betuiging van zyn Le dweszen over de Taxatoire Ex„ presfiai, in hetzelve voorkomende,niet alleen; m..ar ook over het laaten druk„ ken en verfpreiden van 't zelve, met be„ loften van zich daar van in het tocko- mende zorgvuldig te zullen wagten , 9, dat, in gevalle de Heer van der ca- pellen kon goedvinden, aan deeze zag)t te en infchiklykeE.a.ndelwyzQ van Ridder» fchap en Steden niet te voldoen, als dan „ door Hoogstdezelve zodanig een nader s, Befluit behoorde genomen te worden als 9, zy vermeenden te behooren (*)." De CV 'Jonkheer van der Capellen liegen i,bl. 105),  HISTORIE.. 31» De Overysfelfche Ridder vcrzogt by de 11. hem gedaane boodfchap, Uittrekzels van boek. de gegeevene V-erflagen en de Beiluiten daar op gevallen , en tyd tot den volgen- 1778. den dag om te antwoorden. Zyn antwoord verder» was gehemd op den zelfden manlyken toon behandeais het Vertoog ; „ daar men zich geens linge°nt misdaads bewust was,kon geen2?é>o;;v, {^f ge- geen Leedweezen, geene Schiildbekentenk ;10UaeIi. plaats hebben." De prys- of laakwaardigheid zyns Vertoogs , hing af van da gronden, waar op het lteunde. Waren deeze valsch, hadt het Belluit van den Jaarc mdcxxxi geen beftaan, of een andereu zin en betekenis, dan Hy en de Heeren van Zwolle vóór hem gemeend hadden , dan, doch niet eer, zou hy zich zeiven vcroordeclcn j zyn opregt Leedwtezen over zyne voorbaaiïgheid teouen , en herilelling van eere geeven: ook verzogt hy liet opichorten van alle verdereBeJluiten tegen zyn Periboii, tot dat, door de wederlegging van de Tegenverklaaring der Stad Zwolle, deeze geheele zaak, en zyn fchuld , in een helder licht was geplaatst, en hy, op die wyze, in de mogelykheid gefield, om te voldoen aan het voorfchrifr des genomen Beiiuits. — Men nam geen genoegen in deeze Verklaaring, en hadt een antwoord, al, of neen, zonder eenige bepaaling, verjaagt, en ble^f het nog wagtcn.— Vergeefsch, hy betuigde op ecu nader vraagen, te volharden by de voorheen gegeevene Verklaaring. — Ingevolge hier van, werd hy befchouwd als de Man, die weiV 4 ger-  3i2 VADERLANDS CH E II. gerde aan het alzins zagte en infchiklyke B o ek. oogmerk van Riddcrfchap en Steden te - voldoen, en goedgevonden tegen hem voor 1778. de Hooge Bank van Juftitie der Provincie te procederen, wegens de Taxatoire en ongemefureerde expresfien en het doen drukken en divulgeeren van dezelve; en hem tevens aan te zegge n. om zich, tot Uitdragt van Zaaken, uit de Vergadering van Ridderfchap en Steden te onthouden : tcffens voorftellende, om deeze zaak, door eene korte manier van procedeeren, ten einde te brengen (*). Capel- Zulk een tergend gedrag moest de gelens voeligeZiel diens Vaderlanders zwaar griend ut ven : eene m*n kiefcne was in grammen moede opgeftooven; dan van dep. capellen leverde een nader Vertoog in (f), ftrekkende om zich,op de fterkst mogelyke wyzë, onder aanbod van eede, te zuiveren van allen oogmerk om e!c'nigLid van de Vergadering, of de geheele Vergadering, op e enigerlei wyze, in eer en goeden naam te kwetzen, of te beledigen; dat hy ze, elk hoofd voor hoofd, en te gader, hieldtvoor Mannen van Eer en Deugd,op welken hy niets hadt te zeggen, dat'hy ze alleen aanmerkte, als ftaande in een'verkeerd, en van hem verfehillend begrip, en vcr- (") Jonkheer van der Capellen Regent, bl. IT3. 'f) Men heeft het , in het Register der Re/oltttien van Ridderfchap en .Steden van Overysfel , snet den tytel van Rcqueu beftempe'd ; doch van der capellen fchynt het in die gedaante niet «vergeleverd te hebban.  HISTORIE. 313 verfchoonclyke dwaaling, gelyk hy ook n. zelve langen tyd daar in verkeerd hadt,B0EK. ten opzigte van het Onderwerp, in zyne thans ingeleverde Schriften vervat, alleen I^s# ingerigt om het oog zyner Mederegenten te verlichten. — Voorts was het 'er verre van af, dat hy iet kwaads, iet oproerigs zou bedoeld hebben; nooit hadt hy eenige andere beooging gehadt, dan'sLands Welzyn, het Behoud der Vryheid,en der Tegenwoordige Regeeringsvorm, met de Grondwetten, waar op dezelve deunde, als mede de bevordering van de welvaard en 't geluk zyner Medeburgeren. Zyn gedrag, waar op hy zich beriep, diende tot wederlegging der hem aangetygde verdenking, als of hy den gemeenen man aan de Gehoorzaamheid, zynen wettigen Souverain verfchuldigd , ' hadt willen onttrekken. — Ten blyke van zyn geen belediging bedoelend oogmerk, boodt hy aan, om alles wat aanfiootlyk in zyn Vertoog, en volgende daar toe bctrekkelyke Schriften , mogt voorkomen, daar uit te neemen , als men 'er hem eene lyst van ter hand delde, zelfs onbepaald, als 'er maar het weezenlyke in overbleeve, beftaande in het voordel, dat Ridderfchap en Steden, by refumptie, tot zyn Sentiment en Propofitie zouden overgaan. - De kortere wjsevan Regtsplee^-ing wees hy van de hand,hieldt zich aan het Landregt, en de wyze van Regtpleeging by 't zelve vastgelteld. In deezen billyken voorflag , van alle laagheid vervreemd , zo zeer llrckkende J V t om  3i4 V^DERLANDSCHE I II. om verdere onaangenaams gevolgen te Boek. voorkomen, kon geen genoegen genomen — worden, en men hieïdt zien by de geno- 3/78. mene Beiluiten; den Heere van der capellen , des onverminderd, zyn eisch omtrent de wyze van Regtspleeging toeHemmende: gelyk hem ook, op zyn verzoek , terftond de vryheid werd verleend, om, te zyner verdeediging en bvfland, Advocaten en Procureurs der Provincie te mogen neemen (•). Smeek- Inmiddels, vervoegden zich de Ingeasder0^.^enen van de Schoutfchappen Wilfum,. TiJelmmden, Kamperveen, en van het Kerfpel Laudiic- den Hardenbtrg; als mede de Landgerichden, ten en onderhoorige Landfchappen van Kedingen, Delden ,Enfchede, en de Kerfpelén Heino, IVyhe, Ommen en Dalfzen, met Smeekfchriften by den Stadhouder, en met Verzoeken by de Staatcn om van de Dienstbaarheid der Drosten,als Ingezetenen van een Vrygcvogten Land , en wettig daar van vóór honderd en veertig jaaren ontflaagen, geheel outheeveu te mogen worden ;zy hielden dezelve,voor eene„S/aaverny, die zy vermeenden niet fchuldig „ te kunnen zyn;— voor eene S/aaverny, ,, die hun niet alleen in de oogen van an„ deren, maar ook in hunne eigene, veragt„ lyk maakte,—, voorsene Slaaveray,die ,5 niet kon naalaaten,ook in dit Land,op „ harten en zeden, haaren gewoonen ver- » gif- (*) JtPkh, vau der Cs pellen Regent, bl. 117-15"^;  HISTORIE. 315 w giftigenden invloed te verfpreiden, — & „ voor eene Slaavtrny, eindelyk, die,ze-boek. „ dert dat, door een onvermydelyk ge —— „ volg van het Befluit des Jaars mdcclxxvi, i 778. „ elk Dienspligtig Landman, voor de Hee- ren Drosten geld is waardig geworden, veel algemeener en veel drukkender is „ bevonden, dan zy wel eer was, teen geenerlei Afkoop mogende worden ge„ hooten, de Dienften "zelve , op verre „ na zo fcherp niet werden naagezogt of „ afgevorderd (*)." Wy vinden niet; dat zvne Doorlugtige Wat deslloogheid, de SmeekfchriftendeczerLaiid- ^re"ie!> lieden met eentg antwoord heeft vcrwaar- als digd, Ridderfchap en Steden hielden, de over zeVerzoeken overwoogen hebbende , de keren zaak der Drostendienften voor afgedaan ;Br1"doch ftelden, des onverminderd, de Ver-? zoekfehriften der In- en Opgezetenen, in handen der Gelastigden tot de zaak van % Vertoog des Heeren van der capellen, om ze nader te onderzoeken, en na te gaan of 'er ook eenige onbehoorelyke Expre.ftcn in gevonden werden. Aan dezelfde Heeren gaf men ook tertoetze, een gedrukte naamioozen Brief over de Drostendienften m üïerysfel, door $en Beer uit Twente aan een Koopman te Amftcrdam gefchreeven (-})., 't Ge- (*) Jonh:er van der Capdlen Regent ■ W. 124-13-. (f; Deeze veel gerngts mankende Brief behelsde een Verilag van 't geen hoofdzaaklyk , ten opzigie van de Drostendienften. was voorgevallen : en ging inzonderheid te keer het denkbeeld van de geriiig- iieid  %x6 VADERLANDSCHE II- — 't Gevolg der raadpleegingen op boek.'t een en ander, was eene Publicatie, by — welke verklaard wordt „ gebleeken te 177G. „ zyn, dat die Requesten niet waren in„ gelteld met dien geest van fubmisfe , als „ getrouwe Ingezetenen en Onderdaanen, aan „ hunnen wettigen Souverain verfchuldigdzyn. „ Men wilde dit zo zeer niet aan dier „ Ingezetenen kwaad oogmerk toefchry„ ven; maar liever rekenen, dat zy daar „ toe verleid waren door den waan, als „ of zy reeds van den Jaare mdcxxxi, „ tot nu toe , 's jaarlyks eene zekere „ fomme voor vrydom van Drostendien„ Hen betaald hadden;" 't geen hier eene allerkennelykjle onwaarheid genoemd wordt. ■— „De oorfprong deezer veiiei„ ding en het daar uit fpruitend wanbe„ grip, was te vinden in het verfpreiden „ van 't zogenaamde Vertoog des Hee„ ren van der capellen , en de han„ delwyze daaromtrent door Hem gehou„ den. Om alle bovengemelde redenen „ hadt men goedgevonden, den Requeftran„ ten deezen hunnen begaanen mis/lag gra- cieus- heid dier Dienften, als vorderende flegts twee Dagen in 't jaar, die voor twee (Juldem 's jaarlyks konden afgekogt worden, 'r Geen Regt en Vryheid betrof kon niet gering zyn. Die dagen beliepen, het aantal der Boeren in aanmerking genomen zynde, een zeer £:-oot getal ; en konden van zeer verz /, aarende en fchoon in grooten getale, kon dus een hap verfchoond worden, daar zy zich „ in ge„ moede,"zo als zy fpraaken, „bezwaard „ vonden, over de verleende vryheid tot „ het opbouwen eener Roomfche Kerk, in „ eene Stad, welke van de allereerlte was ", geweest, die het Spaanfche Jak hadt af}, gefchud , den waaien Gereformeerden , Godsdienst omhelsd , en zich, door Gods Genade , tot hier toe, van alle „ openbaare Afgoden en Beeldendienst „ bewaard." Dan de Kerkenraad vondt goed zich tegen de verleende Vryheid van Godsdienstoefening aan te kanten;en deswegen met Vertoogen by de Regeering aan te houden : deeze geen ingang vindende, bragten zy de zaak ter kennisfe van de Clashs van Walcheren; derZelver hulp tot het  aso VADERLANDSCIIE IT. het wecren van deeze uitbreiding dei boek» Roomfche Godsdienstoefening, verzoekende. Standvastig bleef de Vlisfingfche Regee- 1778. ring by de eens wyslyk genomene maatregelen. De misnoegden zagen geen kans om in hunnen dollen yver te fiaagen, en naamen hunne toevlugt tot een Verzockfchrift aan zyne Hoogheid, om, door diens tusfchenkomst, de Roomfche Godsdienstoefening uit Vlisfingen ter verbannen. De Boeren in Zeeland, ligt tot muitery te verwekken, werden opgeruid, en hadt hierin deLeeraar der Franfche Kerke te Vlisfingen, niet weinig aandeeis: de vonken van blinden yver, fterk aangeblaazen, gloorden welhaast op;zy hadden fchielyk een Verzockfchrift aan zyne Hoogheid gereed, ter tekening van 't welk zy het Land rond liepen ; een Burger van Vlisfingen nam 't op zich 't zelve den Vorst aan te bieden. Men hadt alle reden om te wagten, indien eens hollende muitzugt ooit tot ftaan kwam, dat de Misnoegden debellisfingvan zyne Hoogheid in ftihe zouden hebben afgewagt; dit althans zou hun befiaan nog eenigen fchyn van een goed oogmerk hebben kunnen byzetten; maar zy liaan dermaate voort in hunnen moedwil, dat de Regeering zich genoodzaakt vondt, by openbaare Afkondiging, bekend te maaken, dat zy, tot weizyn der Ingezetenen beflooten hebbende om aan de Roomschgezinde Ingezetenen de vryheid tot het dichten eener Kerke te verkenen, met veel bevreemding vernomen hadden, dat onder  HISTORIE. S2ï der verfcheide Burgers hier over ongenoe- II. gen ontftaan was; ja dat zy deswegen zich boek; by zyne Hoogheid vervoegd; en zy daar—— op beilooten hadden de beilisfing van zy-1778. ne Hoogheid hier over in te wagten, vermaanende de Burgery, welken Godsdienst zy ook mogten toegedaan zyn, zich zo lang ftil te houden, gelyk braave en getrouwe Burgers betaamt. — Verre was het gedrag der Burgeren en Boeren van aan dit belcheiden bevel te gchoorzaamen en de beilisfing van zyne Hoogheid in te wagten, dien zy zeiven voor Regter in deezen erkend, en aan wien de Leeden der Regeeringe de zaak als verbleeven hadden. Zy wilden, zonder verwyl, de Roomfche Godsdienstoefening geweerd of gefchorst zien. Drie Burgers en even zo veel Boeren uit den muitenden hoop gekoozen, vervoegden zich by den Raad van Vlisfingen, en noozaakten denzelven, de verleende vergunning op te fchorten en de Roomfche Kerk te doen fluiten, totdat de beilisfing des Stadhouders zou zyn ingekomen. In andere gedeeltens van Walcheren Opftand floeg dit ras voortloopend vuur van Op- hier uit Hand over; de Predikant te Zoute- lande °fie^™~ bleek het zelve aan te ftooken ; en Aecg^"0, Roomfche Priester van Middelburg, de dé- ten. nige op dit Eiland, gaf maar al te veel blyks , dat hy niet gaarne een Roomfche Kerk zo naby hadt, en zyn perfoonlyk belang boven dat zyner Godsdienstbelydenisfe of dat van eenigen zyner Geioofs- I. deel. X broe-  ,322 VADERLANDS C HE II. broederen zette. Op zommige plaatzen boek. begonnen de Boeren zich over het derven ■ der by hun hooggefchatte Pfalmberyming 1778. van dathenus te beklaagen,en het weder invoeren daar van te begeeren. Dan, allerbaldaadigst woedde de geest van Oproer te iWestkapelle, waar, vier Jaaren geleden, de gewapende hand denzelven hadt moeten beteugelen (*). De Muitzugt, door Dweepery aangevuurd, en met fchyn van Onregt te willen wreekeu , bekleed, beftondt cenen Deugniet, voor altoos uit de Stede Westkapelle en derzelver Grondgebied, in den laatst voorgaanden Jaare gebannen, weder in te haaien, de Regeerders dwingende om niet. alleen het vonnis over dien Banneling gellaagen, in te trekken; maar op nieuw , by openbaare afkondiging, te verklaaren, dat hy vryheid hadt, als Burger, daar te woonen, zyn beroep te hanteeren , kost- en fchadeloos gehou. den, en in zyn eer heriteld te worden. Op deeze afgeperfte verklaaring volgde eene ilaatlyke inhaaïing van den herftelden Banneling , die te Paard gezeten , omftuwd door eene groote menigte te voet en te paard, en onder een luidrugtiggefchreeuw,, - werd ingehaald. De Predikant van Zoittelande hadt de onbefchaamdheid om zich by deeze oproerige ïloutheidtevertooncn.. Door ' De Staaten van Zeeland, van deezen Krygs- Ophand kundfehap verkreegen hebbende, voik be- ° : teugeld, - [*) 7At bier boven, bl. 45, 46.  HISTORIE, verwylden niet by 2yne Hoogheid hulpe II. ter betooming van de hollende menigte te boek. verzoeken. Weldraa verfcheen 'erKrygs- volk uit Bergen op Zoom in Walcheren, ge-1778. noegzaam om met de Bezettingen vmVlisfingen en Veere, de Muiters te beteugelen. Eenige Belhamels werden 'er te Middelburg, te Vlisfingen, te Veere en te Westkapelle gevat, en onder deezen de veel gerugtsgemaakt hebbende Predikant van Zoute-lande, en de Franfche Predikant van Vlisfingen. — De Staaten van Zeeland gaven , by eene openbaare Afkondiging,reden van dit laaten intrekken des Krygsvolks, en vernietigden, op dezelfde wyze , het gedaane te Westkapelle, den Banneling, op nieuw, aan zyne Ballingfchap onderwerpende (*). De Dweepery, die zo veel deels hadt in dit dus gedempte Oproer,was wel gekortwiekt; doch niet ten vollen ontkragt, althans, by eene te regtftelling van drie deezer Oproermaakeren te Veere, vertoonden zy zich weder, men wilde de tweeGegeefelden, en een derden, die met de roeden om den hals en een bord op de borst, waar op ftondt Oproermaaker, pronkte , voor Martelaars gehouden hebben, die om de goede zaak der Kerke leeden (f). Met (*) N. Nederl. Jattrb. 1779 bl. 1010. (f) Brief van een Fcerenaar aan een zyner Vrien* den te Leyden , wegens de Executie te Ter Veere, aan drie JValchcrjche Boeren, op den 1 Mey 1779. X 3  3-4 VADERLANDSCHE II. Met de voor weinig Jaaren ingevoerde boek. nieuwe Pfahnberyming, kon de Christly■■ — ke Gemeente ftichtlyke woorden van gc1778. zond verhand opheffen. Veele Zang- en Onlusten Toonkundigen hadden wel gewenscht de te Maas- geheele Kerk-muzyk teffens op eengantsch lands- anderen, betere en aangenaamer voet gco"cr' het bragt te zien; doch te veel verandering* Pfalmge- °P ^c'ns is altoos hachlyk. By eene voizang. ftrekt oordeel-en fmaaklooze verkleefdheid aan het Oude; eene kwaal, waar van onze anders na nieuws hunkerende Eeuw, by lange naa niet geneezen is, hadt het werks genoeg in, om, de op hoogen Last verbeterde , en ten Kerkgebruik beftemde Pfalmen,eene draagelyke aanneeming te doen verwerven. De fchorre wantaal van dathenus, klonk, door gewoonte, veelen aangenaamer, dan de zuivere en vloeijen» de Dichtmaat der nieuw berymdePfalmen. Men ondcrftondt, egter, by derzelver invoering, een verkorte Zangtrant in gebruik te brengen;en het verbaazend lang rekken van ieder noot, 't geen alle kragt der Muzyk wegnam, te verbannen. Zulks gelukte, op 't verzoek der Overheid, in veele Steden;de verandering der verkorte Zangwyzen, op onderfcheide voet ingerigt5.behaagde (*). Het lang gerekt zingen was by- (*) Men vindt deswegen eene opgave, in een Rerlgt aan de Nederdtiitfche Hervormde Gemeente is Middelburg , nopens de verbetering van het openbaar Pfaïmgezang, I~j6.  HISTORIE. 3^3 byfcans overal doorgedrongen; doch voor- II. naamlyk ten platte Lande, en byzondcr boek. Honden de Bewoonders der Zeedorpen be- ■ kend voor liefhebbers om de Pfalmen, op 1778. dien verveelenden toon , op te deunen. De hervorming der Zangwyze, voornaamlyk beftaande in wat fchielyker te zingen, en eene behoorelyke rusting by ieder regel in agt te noemen, eerst in de Steden ingevoerd, won ook op de Dorpen veld. Morrend misnoegen verzette 'er zich op verfcheide plaatzen tegen , doch nergens met zulk een geweld als te Maaslandsjluh. De meeste der Ingezetenen waren zodanig aan hunne oude Zangwyze gehegt, dat zy niet befluiten konden, dezelve voor eene andere te verwisfelen, ja, deeze aanmerkende als een onvervreemdbaar regt, hun toekomende, namen zy voor 't zelve, met alle kragt, vastte houden. Het gevolg was, dat veelen zich niet ontzagen, bydeopenbaare Godsdienstoefening in de Kerk zich daar tegen te verzetten, en tegen de zodanigen, die de nieuwe Zangwyze voorHonden, ten uiterften verbitterd, tot feit' lykheden over te haan, ja zelfs Vreemdelingen, die plaats doortrekkende, niet ongemoeid te laaten, hun de verklaaring afpersfende, of zy voor 't lange of'korte waren, een daadlyke op Hand werd 'er, in 't einde, uit gebooren, zo dat de Baljuw van Delfsland, amptshalven,genoodzaakt was, zich deeze zaak aan te trekken, de fchuldigen na te vorlchen, en tegen dezelven ^anklagt inregtente doen. VyfdervoorX 3 naam-  3aö VADERLANDSCHE II. naamfte aanltookers waren gevat, een zesb o e k. de hadt de vlugt gekoozen. De Vrouwe deezer Heerlykheid voorziende dat, vee- 1778. len aan dien Ophand fchuldig ftaande, en de Regter buiten de zaak niet kunnende blyven, een groot aantal der Ingezetenen, met Vrouwen en Kinderen ongelukkig zouden worden , vervoegde zich met een Smcekfchrift by de Staaten van Holland, met verzoek om Brieven van Vergeevinge en Vergeetinge voor de fchuldige Ingezetenen, welk verzoek ook door den Souverain werd toegedaan, onder bedreiging van voorbeeldlyke ftraffe aan die geenen welke zich aan dergelyke misdryven, op nieuw, zouden fchuldig maaken (*). Zodanig was reeds in den JaareamccLxxvi het geval,en men hadt met alle reden verwagt, dat dit gunstbetoon, de hugge gemoederen zou geleenigd, en tot de redelyker begrippen van eenigen hunner Medeingezetenen overgebragt hebben (f); doch men gaf, van tyd tot tyd,op nieuw, blyken van ongehoorzaamheid en verfmaading der redelykite bevelen: de oneenigheden bleeven volduuren, en, ten deezen Jaare waagden eenige Perfoonen, by herhaaling, het ftooren van den openbaaren Godsdienst,daar zy,onder 't zingen,zonder op Orgel of Voorzanger te letten, een ver- (*) N. Neder/. Jaarh. 1776. bl. 725. (f) Zie De Verkiezing tot dc vernieuwde Zang' wys verdeedigd , in een Zamenfpraak tusj:hen een Land' en Zeeman te Maasfuis, 1776,  HISTORIE. $%7 verward gefchrceuw in de Kerk aanhie- II. ven, en voortvoeren op hun geliefden boek] Zangtoon, naa het ophouden des Orgels en des Voorzangers , 't welk eene nieu-1778. we zeer ernftige Waarfchuwing noödig maakte , die in Bloeimaand gegeeven werd (*), en een gewenscht gevolg fchynt gehad te hebben, misfchien heeft het bekende min of meer weder vervallen tot den ouden Zangtrant, ook te dier Plaatze, mede gewrogt, om die haatverwekkende ftrydigheid weg te neemen. Het Ontwerp om der Hollandfche Maat- Vgr%dee, fchappye der Weetenfchappen te Haarlem een' fmgVm' Oeconomifchen Tak toe te voegen, in den den Oevoorgaanden Jaare uitgegeeven (f), was conomiverre van die volkomenheid, waar toe het ^n Icon gebragt worden ; welhaast zag een Haa£ Aanhangzel op dit Onderwerp, het licht; Um. eenige nog onbepaalde zaakenbepaalende, en voorts noodig gekeurde veranderingen behelzende, die, over 't geheel, van allen , voor geen verbeteringen werden aangezien. Het rondgezonde Plan werd, in veele Steden en Plaatzen,met grootegreetigheid geleezen, eene algemeene geestdrift bleek 'sLands Ingezetenen te bezielen om 'er deel in te neemen ; dermaate datmen, in Sprokkelmaand deezes Jaars, en vervolgens,fchikkingen maakte, om, naar de Inrigting, Afgevaardigden te kunnen zenden op de eerhe Algemeene Vergadering, (*) N. Nederl. Jaarb. 1778. bl. 629. (fj Zie hier boven, bl. 156. x4  32» VADERLANDSCHE 11 • ring, uitgefchreeven tegen den vyftienden 0 van Herfstmaand, tot welke ook alle Do~ÏÏ liateürs U1 Leden van den Tak, by eene l77ü- bekendmaaking in de Nieuwspapieren genoodiod werden, liet getal der Departementen was vyf-en vyftig en dat der Leden drie duizend: eene vordering, in zulk een kort tydsbellek, welke men zich naauwlyks, in een reeks van Jaaren, zou hebben durven belooven. De ruime Eetzaal van het onlangs te Haarlem gebouwde Diaconiehuis was ter Vergaderplaats beftemd , en tot het ontvangen van dit aanzienlyk Gezelfchap gereed gemaakt. Naa dat de Afgevaardigden uit Nymegen, Zutphen, Doesburg, Harder wyk , Dordrecht, Haarlem, Delft, Leyden, Amflerdam, Gouda, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Hoern, Enkhuizen , Purmerend, 's Gravenhage, Naar den , Weesp , Beverwyk, Delfshaven, Maas/luis-, Jisp, Oostzaandam, West zaandam,Westzaan, Zaandyk, Worm er, Wormerveer, Middelburg, Zierikzee, Vlisfingen, Utrecht, Amersfoort, Thamen aan den Uithoorn , Leeuwaarden, Deventer , Kampen , Groningen , Ootmarfcm, Tsfelftein en Bergen op den Zoom, in rang opgeroepen waren en plaats genomen hadden, werden de overige Leden, die, zonder afgevaardigd te zyn, uit eige verkiezing, de Vergadering wenschten by te woonen, op het vertoonen van een behoorelyk bewys, toegelaaten. De Afgevaardigden, fchoon Heeren van allerlei rang, waren meest allen van eenen aanzienly- ken,  HISTORIE. s25> ken, of althans Kooplieden en Fabriekan- H. ten, wier Character hier meer betekende boek.dan Aanzien, uit eenigen anderen hoofde — ontleend. Geestlyken , van allerlei Ge-17?2. zindheden, vertoonden zich in geen geringen getale, als Leden van één Vaderlandsch Lichaam. Met één woord, zy maakten eene zo aanzienlyke en talryke Vergadering uit, zamengevloeid uit alle de Vereenigde Gewesten , als zommigen meenen dat, naa het Nationaale Synode te Dordrecht, in deeze Landen niet gehouden is. De Eerw. van der aa, Leeraar der Lutherfche Gemeente te Haarlem, die, zints de Oprigting van de Hollandfche Maatfchappye, de post van derzclver Secretaris bekleed hadt, in 't midden van de Beftuurders der Maatfchappye gezeten, ftondt op, en opende, als Secretaris van den Oeconomifchen Tak, deeze Vergadering met een Redenvoering; waar in hy het gering beginzel van de Maatfehappy derWeetenfcdtappen (*) , waar uit thans deeze Tak was voort- (*) In de afzonderlyk gedrukte Aanfpraake zegt zyn Eerw. dat de allcreerjïe gehturtcnisfen, die den eer/ten grond tot onze HoUanJfche Maatfchappye der WeetenJc'iappen gelegd hebben, zich in't oneindig kleine byna geheel zouden verliezen; dan in de Nederl. Jaarb. 1778. bl. 9. wordt hem in den mond gelegd. „ Twee eenvoudige Menfchen gingen wandelen in ., den omtrek van Haarlem, zy fpraaken van de Star., rekunde, beklaagden hunne onervaarenheid daar in , ,, en vroegen onderrigcing aan een derden, die hun „ ontmoette, met wien zy beflooten eenige vaste byeenkomfen tot oefening te houden. Een ander Gezelfchap veréénig.le zich byna ten zelfden tyde X 5 » bin-  33o VADERLAND SC HE 1T. voortgefprooten, vermeldde, met een verB oek. flag van 't geen door die Maatfchappy, ten 1 beste van't Gemeen, was uitgevoerd, tot 1778. op dit gedenkwaardig Tydftip. Bepaalder tot het tegenwoordig oogmerk fpreekende, was', onder andere, zyne taal. „ Tot den „ goeden uitllag van deeze edele ondernee„ minge, wordt boven alles vereischt,dat men ééndragtig degemeenezaakdes Va„ derlands ter harte neeme, en den fchyn „ zelfs van misverftand en van laage eigen„ baat uit deeze Vergadering verbanne. — De belangen van zo onderlcheide Provineten, Steden en Dorpen in de zeven Pro„ vincien, van de Provinciën en Generali„ teit, ja van de onderfcheidene Leden, ,, die de onderfcheidene Departementen uit„ maaken,verfcheelen zo veel van elkan- de- „ binnen Haarlem, rot nafpeuring van Natuurkundi„ ge Weetenfchappen; en een derde bepaalde zich tot „ Letterkundige Oefeningen. Deeze voegden zich „ met den tyd zamen, verkoozen hem tot Secreta„ ris en vormden allengskens de Maatfchappy." — Eenigen berigten, op zeer vasten grond, dat deeze geringe oorfproag der Maatfchappye, welke dezelve geenzins tot oneere ftrekt , door zyn Eerw. mondelyk zou vermeld weezen ; doch in gefchrifte uitgelaaten. ■ Deeze laatfle opgave behelst, ge¬ lyk ons door geloofwaardige Lieden te Haarlem meermaalen verzekerd is . de waare herkomst der thans luisterryke Maatfchappye. Wy tekenen dit op: dewyl, zo veel wy wceten, dezelve nergens anders vermeld wordt. Dan de Eerw. Heer Secretaris hadt, by het befluit tot het doen drukken zyner Aanfpraake , de vryheid bedongen om 'er eenige veranderingen in te mogen maaken. N. Nederl. Jaarb, 1770. bl. 864. J aJ  11 I S T O R I Ei 331 5, deren, dat het onmogelyk is te denken, II. „ Stallen, alles, ook met opzigttot zich hoek; 9, zeiven van het grootfte belang zullen oer- ■ . „ deelen. Dan, daar zullen ook, 1778... s, veele zaaken voorkomen, van algemeen belang voor 't lieve Vaderland, en die elk onbevooroordeelde daar' voor zal moeten hóuden. Ik bid u, laat het algc1 meene belang van dit Gemeenebest, dc , eerfte en voornaamfte Wet zyn, die alles , beftrrort. Dat is het beste en edeifte ge, bruik van onze Vryheid; een gebruik een Nederlander waardig. De Republiek , der Vrye Nederlanden vormt flegts éénen J5 Staat. Wy hebben maar één Vaderland. „ Wy allen zyn Medeburgers van hetzelff. de Gemeenebest. Het onderfcheid van , de Plaats onzer Wooninge , van onze „ Ampten en Waardigheden , Middelen „ van beftaan, en Staat in de Wereld kan ?, ons niet, zo men wel denkt'; — het onderfcheid van begrippen in het Huk van „ den Godsdienst fbehoort Ons niette ver„ deelen. Het is het zelfde Vaderland, „ dat wy allen liefhebben; en om dcszelfs 3, belang te bevorderen , zo verre onze taak dat mede brengt, zyt gy allen Le„ den geworden en op deeze Vergadering „ gekomen. - Van deeze eerfte Vergade„ ring zal misfehien, en zeer waarfchyn„ lyk,zo niet geheel,het gelukken ofmis„ lukken van deeze geheele onderneeming „ afhangen. Het ontbreekt den Oe- „ conomifchen Tak niet aan Menfchen, die 1 5, het geheele oogmerk een Harsfenlchim  333 VADERLANDS C HE II. „ noemen, en genoeg doen zien, dat zy Boek. „ 'er zich niets van belooven. Hy „ heeft, daarenboven, zyne openbaare en „ geheime Vyanden, die,naar ons inzien, „ uit zeer verkeerde, maar misfchien niet „ kwaadaartige redenen, deszelfs vernietiging wenfchen. Zou men zulke Men5, fchen ftof tot gejuich en zegeviering „ over ons allen geeven ? Zelfs den hout„ ftapel aanleggen, om 'er ons eigen Werk „ in vuur en rook te doen verdwynen? „ Zelfs de rampzalige af breekers zyn van „ dat aanzienlyke en veel beloovende Gebouw, dat men gefticht heeft? Zal dat „ een Nederlander, zal dat een Beminnaar „ en dankbaar Zoon van dit Gemeenebest „ doen, waar in hy zo veel goeds heeft „ genooten ? Zo zyn weldaadig Vaderland „ met Ondankbaarheid beloonen "? Dat „ hoede hy, die 't al behoedt!" In tien Zittingen , onder Voorzitting van den Heer c. a. van sypesteyn, Burgemeester der Stad Haarlem en Belïuurder der Hollandfche Maatfchappye, liep deeze eerfte Vergadering af. Men wilde doezen Heere, ter erkentenisfe een Gouden Penning fchenkeu,dan eene edelmoedige weigering fneedt de gelegenheid daar toe af. Doch men behoor een Zilveren Gedenkpenning , ter gedagtenisfe van de Eerfte Vergadering te laaten flaan , en dezelve om te deelen aan allen, die als Beltuurders of GelRstigden, dezelve bygewoond hadden, maar op hunne eigene kosten. — Staande de Vergadering, gaven zich nog ver- fchei-  HISTORIE.3 353 fcheidene tot Leden aan. De Secretaris II. befloot die met eene korte, doch nadruk- bo e k} lyke Aanfpraak ; beantwoord door den . Eerw. couperus , Leeraar der Hervormde 1778. Gemeente te Gouda, daartoe verzogt. Hy betuigde , uit aller naam, de gevoelige dankbaarheid, welke, in veelerlei opzigten, de gemoederen vervulde, welk eene verpligting om in deezen Vaderlandlievenden arbeid voort tevaaren, ap allen lag, en hortte de hartlykfte zegenwenfchen uit over dit begonnen Werk (*). De Leden, t'huiswaards gekeerd, dee-IIoezeeï den, voor 't meerendeel, een gunftig ver- ™™rd& {lag aan hunne Zenders , arbeidden met om dien yver om nieuwe Leden, Begunftigers en Tak te j Begunftigfters, te winnen, tragtende alles doen wat ter bevorderinge van de oogmerken bloeiien« des Oeconomifchen Taks kon ftrekken, voort te zetten, en de zodanigen,die des twyfelingen koesterden, of openlyk hunnezwaarigheden daar tegen inbragten, dezelve te ontleggen. De Heer van den heuvel, de eerfte Planter van dien Tak,bevlytigde zich hier in boven allen, zyne Redenvoering, ter gelegenheid van de eerfte Vergadering der Leden , te Utrecht gehouden; waar in hy tragtte te betoogen, hoe zeer de vervallen ftaat van zaaken in ons eertyds bloeijend Vaderland, ons allen noodzaakte, zo C») Zie de Aanfpraaken te dier gelegenheid gedaan in de gedrukte Schriften tot den Oeconomifchen Tak betrekkelyk, ah mede de N. Nederl. Jaarb. 1778. bi. 899—917. 1779. bi. 853. *  331- VADERLAND SC HE II. zo veel mogelyk,op middelen van Herftel boek. bedagt te zyn,mitsgaders in welker voege «*!■•—* het oprigten van den Oeconomifchen Tak ter 1778. bereikinge van een zo heerlyk doeleinde mede zou kunnen dienen,kan hier van ten blyke ftrekken (*). 't Verval werd, naar de wyze der Redenaaren, met fterke kleuren afgemaald, volgens zommiger oordeel, de yver om alles uit eigen boezem te ontleenen, zo kragtig gewekt, dat dezelve op een onmaatige zügt tot eigenbaat van Landen, Steden en Dorpen uitliep, die , in de uitvoering eens mogelyk gefield, nadeeiig en ftrydig is met den aart der Maatfchappye. Terwyl,aan den anderen kant,het algemeene Nut, beoogd door het koopen en gebruiken van Inlandfche Stoffen en Handwerken, als men Buitenlandfche, even goed, voor minder prys, kon bekomen, aan te pryzen, eene te zwakke beweegreden was, om lieden van een middelbaar of fober beftaan, (het meerendeel der Imvoonderen,) daar toe aan te fpooren. En de vermindering der Arbeidsloonen, om dit te voorkomen, zich beter liet vóórhellen dan uitvoeren; naardemaal 'er van de weezenlyke nooddruft des lee- vens (*) N. Nederl. jaarb. 1778. bl. 1195. Wie het Letternieuws deezer dagen naziet, vindt eene menigte Schriften van meerder en minder waarde, om den U:conointfeiten Tak aan te pryzen, of in een ongunftigen dag te zetten . der eerden aantal was veelvuldigst: Men hielde, gelyk veelal, in looven en kaken, geen maat.  HISTORIE. 33a vens niet viel af te trekken, en het voor- II. hel om 't. Gemeen met Aardappelen enAzyn boek; zich te laaten behelpeia, eene verregaan- - ■ ■ — de en by allen eenigzins menschlievende 1778, ilreng gewraakte hardigheid was, omtrent die werkzaame Leden der Maatfchappye. Veele menschlievende en vermogende Ingezetenen der Hoofdplaatze van Nederlandsen Indie, waren, zints lang, bedagt geweest, om eene Stichting ten algemeenen beste, te beraamen;dan geene gunftige gelegenheid om zulks, met hoope van een gewenschten uitflag,te onderneemen, hadt zich opgedaan. Het Plan ter Oprigtinge van den Oeconomifchen Tak der Hollandfche Maatfchappye, derwaards, in den voorleden Jaare, gezonden, deedt die gelegenheid gebooren worden: en zag men, ten deezen Jaare, te Batavia, een Genootfchap oprigten tot nutvanKunftenen Weetenfehappen in 't algemeen ; doch in 't by zonder ter bevorderinge van den welvaard der Oosterfche Volkplantingen van den Staat der Vereenigde Nederlanden : onder de Zinfpreuk : Ten nutte van het Gemeen. ■De Leden van 't zelve wilden het oogmerk van den Oeconomifchen Tak, die ook de Volkplantingen )>an den Staat, in 't wydftrekkend Plan begreep, niet alleen met woorden maar ook met daaden te gemoet treeden : teffens een veel uitgeitrekter Ontwerp, en onafhangelyk van eenig ander Gonootfchap vormende. De Landbouw, de Visfcheryen, deFabryken, de "Werktuig-, de Genees- en Letterkunde wa-  S3&" VADERLAND SC HE fl. waren de hoofdvoorwerpen. —— AartfiOEK. genaam en Kunstbroederlyk was de fchik- • king deezes anderzins'onaf'hangelyken Ge- 1/78. nootfchaps : om, daar het zelve de grootfte helft der Inleggelden en Begiftigingen voor zich behieldt , ter uitdeelinge van de daar gehelde Eerbelooningen, "het andere gedeelte over te zenden in drie gelyke deelen aan ieder der Drie Maatfchappyen in het Vaderland, opgerigt te Haarlem, Rotterdam en Vlisfingen;met verzoek, dat zy die Penningen in Contanten, of in een Medaille, op den Stempel van het Bataviaasch Genootfchap gellaagen, ter beantwoordinge van één of meer nuttige Vraagen wilden beiteeden. Door den Raad van Indie, werd dit Genootfchap goedgekeurd , bekragtigd en begunltigd (*). Eene Stichting van eenen geheel anderen aart, nam, ten deezen Jaare, binnen Haarlem een begin, en verdient, om derzelver aanbelang en zonderlingheid, met onderfcheidinge vermeld. De Heer pie- ter teyler VAN der hulst, een VOOr- naam en zeer vermogend Burger dier Stad, aldaar in Lentemaand des Jaars mdccii gebooren, en in Grasmaand deezes Jaars overleedeu,hadt reeds in den eerften bloei zyner manlyke jaaren, plans ontworpen van eene Maatfchappy ter aankweeking en be- vor- (*) N. Neclerl. Jasrb. 1778. bl. 1314. enz. Verh, van de Hot/. Maatfch. derlï'eetenfchapfen SsHaar!, Xlde Deel, Foorber. bl. XI,  HISTORIE, 33^ vordering dier Weetenfchappen, tot welke II. zyne geneigdheid kragtigst overhelde, en boek. is dus mogelyk de eerfte onzer Landsge- ■ nooten geweest, die dit voorneemen by 1778. zich zeiven vormde; althans de papieren, daar toe betrekkelyk, door de Uitvoerderen van zynen laatften Wil gevonden, zyn bykans twintig Jaaren ouder, dan de eerfte Maatfchappy met dit oogmerk aangegaan , en de eerfte foort dcezer Stichtinge hier te Lande gemaakt, de Hollandfche Maatfchappy der Weetenfchappen te Haarlem. Dit voorneemen volbragt de Heer tey- Oprichler , naa dat hy het vier-en-vyftigfte Jaar tinê van van zvnen ouderdom vervuld hadt. Vol- ™YLE*S j t n t,t-i Genootgens zyn Laatften Wil, moest zyne zeer fcnap- aanzienlyke Naalaatenfchap , uitgenomen pen. eenige Goederen, waar over hy bevonden rnogt worden andere Schikkingen gemaakt te hebben, eeuwiglyk en altoos blyven onder 't opzigt, bewind, den aanleg en de beheering van vyf door hem benoemde Perfoonen, en eenen van hem aangeitelden Boekhouder, en derzelver Opvolgeren in den tyd. — Oat deeze Naalaatenfchap , onder andere , voornaamlyk zou worden aangelegd en ftrekken tot onderhoud van twee altoosduurende Genootfchappen, elk uit zes Perfoonen beftaande, om, in het Woonhuis van den Heer Overleden, op gezette tyden , te vergaderen. » Het eerfte om met elkander te verhandelen , allerhande ftoffen , tot de Waarheid en Vryheid in den Christlyken Godsdienst en den Burger/laat behooI. deel. Y ren»  33B VADERLANDSCHE II. rende. Het tweede om 't zelfde te boek. doen over de Natuurkunde, Dichtkunde, — Historiekunde, Tekenkunde en Penningkun- 1778. de. Welke Twee Genootfchappen ook gehouden zouden zyn, alle Jaaren, en het Tweede, volgens den rang der Weetenfchappen, in den Laatften Wil uitgedrukt, aan 't openbaar een Ontwerp ter Verhandeling, of een Vraagftuk, over gemelde Stoffen en Weetenfchappen voor te hellen, met belofte van een Gouden Penning, ter innerlyke waarde van vier honderd Guldens, aan den Schryver eener Verhandelinge, of van een Antwoord, die daar mede het best zou voldaan hebben, aan \ voorgeftelde Onderwerp, naar 't oordeel, zo veel het eerfte Genootfchap betreft , der meerderheid van de Heeren Uitvoerderen des Laatften Wils, Beftuurderen deezer Stichtinge, en van de Leden van het Eerfte Genootfchap alleen, en zo veel het Tweede Genootfchap aangaat, naar't oordeel van aiien, zo der Pleeren Beftuurderen als van alle de Leden der beide Genootfchappen , of derzei ver meerderheid. — Voorts was het de wil van den Heer teyler , dat zyn Woenhuis , in de Dameraat, niet verre van de Waag, altoos zou blyven onvervreemd en onverkogt, om te "dienen tot de plaats der Vergaderingen , zo van Heeren Beftuurderen, als van de Leden der beide Genootfchappen,, gelyk ook zyne Boekery, Verzamelingen van Penningen, Tekeningen en Prenten, tot en van welken'de Leden der gemelde  HISTORIE. 339 de Genootfchappen, ten allen tyde, vry- II. en toegang, mitsgaders behandeling en bo e k. gebruik zouden hebben; en welke Verza melingen , door nieuwe aankoop van al- 1778. les, 't geen noodzaklyk kon zyn, of tot hut en cieraad der twee Genootfchappen ftrekken, zouden mogen vermeerderd worden ; zynde aan de ïleeren van 't Beftuur eene onbepaalde magt en vryheid gelaaten tot al dat geen, waardoor,naar 't oogmerk van den Overledene, de bevordering van Godsdienst, de aanmoediging van Kunfteu en Weetenfchappen, en 't nut van 't algemeen zouden kunnen voortgezet, of ten vollen bereikt worden. Geen der benoemde Heeren Beftuurderen, geen der Leden onttrok zich aan dien last ; de noodige verbeteringen aan het Huis werden terftond werkftellig, en een aanvang gemaakt met het bouwen van een ruim en grootsch museum, agter 't zelve, 'c geen Vorstlyk mag heeten, en, fchoon het ongelukkig agterafftaande, geen openbaar vertoon maakt, de bewonderende goedkeuring van allen,naa de voltoqijing, wegdraagt. — Prysvraagen der beide Genootfchappen, met de noodige onderrigtingen , wegens den aart der verwagtte Antwoorden en Verhandelingen, verfcheenen in'topenbaar, om geleerde enbekwaame Mannen uitte lokken, tot het befteeden van hunnen arbeid aan Verhandelingen, die met zulk een aanzienlyken Eer-, prys konden bekroond worden, en mede te werken ter bereiking van het goede oogY a merk  340 VADERLANDSCHE II. merk tot welks bevordering de Stichter boek. zulke milde Schikkingen by zyn Laatften —— Wil gemaakt, en zo ryken fchat, by zyn 1778. Overlyden, naagelaaten had (*). Het Pro- Een edele Nayver prikkelde de Leden vindaal eens Kunstgeuootfchaps, te Utrecht in den Utreehts Jaare mdcclxxj.ii opgerigt, onder de fchap'gz- Zinlpreuk : Bejieedt den Tyd met kunst en wettigd. vhf- In 't zelve hadden, van tyd tot tyd, verfcheide Geleerden, en daar onder Mannen van naam en verdienften, zo binnen als buiten die Stad, deel genomen,zo dat het aantal tot bykans twee honderd Leden was aangegroeid, eh 's jaarlyks een of meer Prysvraagen door 't zelve werden uitgefchreeven , ter bevordering van nuttige Kunften en Weetenfchappen, met aanbod van dertig Dukaaten of eene Gouden Eerpenning. De Beftuurders vervoegden zich by de Edele Mogende Heeren Staaten des Lands van Utrecht, met verzoek om onder f' C") Zie de Voorreden voor de Verhar delingen van teylers Eer/le en Tweede Genootfchap, de Eerfte Stukken. Wy meenen, in 't zekere onderrigt te zyn, dat de Heeren Beftuurders en de Boekhouder , ieder's jaarlyks een Eerbelooning van Duizend Guldens is toegelegd , en elk der Leden van beide de Genootfchappen 's jaars Honderd Guldens. Vo.orrs blykt, dat de Gouden Eerpenning, fchoon alleen uitgeloofd , de eenige belooning niet is , welke de Heeren BeUuurders uitreiken; maar, tot meerder aanmoediging, ook de, huns oordeels,naast de bestgekeurde Verhandeling komende Antwoorden, met Zilveren Eerpenfingen van den zelfden Stempel als de Gouden, 011derfcheiden. Men vindt deeze Eerpenningen afgebeeld op het algemeen Tytelblad der VerhaudelingeH,  HISTORIE. 541 der den Tytel van Het Provinciaal Utrecht- II. fche Genootfchap van Kun ft en enWeetcnfchap- boek. pen, met het hoog gezag van den Souve- i rain bekragtigd en vereerd te worden, '11778. geen den derden van Zomermaand deezes jaars hun gunftig werd toegedaan, met verlof om van dien Tytel, als een van hooger hand gewettigd Genootfchap, in de uitkomende Schriften, op de Eerpenningen, en Zegels, gebruik te mogen maaken (*). In Louwmaand deezes Jaars, namen de KunstLeden van de Maatfchappy der Schilders, en Tein Utrecht het volle bezit, van de kostbaa-ken*aal re nieuw vervaardigde Kunstzaal,en werd mc^t den volgenden dag de nieuw gemaakte Te-geopend, kenzaal, agter de Kunstzaal geplaatst,met eene gepaste Redenvoering ingewyd,door den oudften Opzigter van het Teken-collegie , den Heer adriaan hoevenaar ; welke Inwyding een aanzienlyk getal der Leden uit de Ridderfchap en Regeerders der Stad, met hun byzyn vereerden; terwyl daar toe genoodigde Meesters in de Kunst, als mede Liefhebbers en Kweekelingen, die Plegtigheid bywoonden (f). ■ Ten verderen blyke hoe zeer men, in Te Middeeze Gewesten , de verfraaijende Wee- delburg tenfehappen en Kimden aanmoedigde , f.en_Te" moeten wy hier optekenen, hoe in Slacht- schildermaand, te Middelburg in Zeeland, het Ge- en Betldnootfehap, ten beduur van het Teken-colle- houkun- ~c de aan° ' gemóe- (*) N. Nederl. Jaarb. 177%. bl. 692. (f) N. NederL Jaarb. 1778. bl. 103. Y3 digd.  34^ VADERLANDSCHE HISTORIE. II. gie, tot voortzetting van Schilder-, Beeldboek. houw- en Bouwkunde, zyne Vergaderin- gen begon, by welke een groot aantal 177%- Leerlingen, en zich ter oefening aanbiedende Perfoonen , zich opdeedt, en de Secretaris des Genootfchaps eene Redenvoering hieldt, over de voortreffelykheid en nutheid deezer Kunften, met een kort berigt van derzelver aanwasfchenden bloei en voortgang; als mede eene opgave van eenige der vermaardfte Kunftenaaren, byzonder in de Nederlanden, en meest in Zeeland (*). De Gefchiedenisfen onzes Lands, die, in veelvuldigheid en aangelegenheid van Gebeurtenislen, in dit Tydperk, met de Jaaren , toeneemen , vorderen , dat wy hier af breekende , ons Eerfte Deel met dit Tweede Boek, befluiten; om in een Tweede , met de Lotgevallen des Jaars mdcclxxix aan te vangen. (*) N. Nedtrl. Jaarb. 177?. bl. 1279. Einde des Eerften Deels.  BLADWYZER der VOORNAAMSTE ZAAK EN. a a- J\lphen , f 's Lands OorlogSchip fpringt te Curacao in de Lugt, 197. America, (Gefteltenis der E11gclfche Volkplantingen in) 15. De Bewoonders ten onregte Rebellen geheeten, 16. Hun oorfprong, ald. Vryheid was haar deeï, 18. Deeze onderdrukt door Engeland, 19. Handeldwang, ald. Zy bloeijen, ondanks die bezwaaren, cl. Ondericheide Scaatsbeffuuren aldaar, ald. Derzelver ver^nogtheid aan het Moederland.' 22. Door Engeland fchatttingfchu'dig verklaard , 24. Vrugtlooze poogingen om des bevryd te worden, 25. Men tragt 'er een KrygsbewinJ in te voeren , ald. Hoe zoramigen in Engeland dit ftuk inzien en wraaken , 26. Met geweld gedwongen , 28. Strydig met de Regten van BrttfcheOr.derdaancn behandeld, 29. Vergadering te Philarfelphia gehouden , en belluiten daar genomen , ald. Alles fchikt zich tot eenen Oorlog met Engeland , 31. Citwerkzels van deezen Volkstwist op andere Mogenhecen, 32. Het gevaar om Engeland byftand te bie¬ den , 33. Overweegingen wat, in dit geval, de farce' nigde Nederlanden te doen ftondt , 35. Frankryk en St>ante trekken zich deezen Volkstwist aan, 37. Moeder gedrag der Noord-Americaanen, 39. Hoop op byftand van Frankryk, 40. Duitfche Krygsknegten tegen hun door Engeland geworven, ald. America (De Vereenigde Stad' ten van) verklaaren zich Qrafhangelyk, 62. Zy hadden dit Plan niet voor af beraamd, 62. Vormen een nieuw Gemeenebest , ald. Ontwerp dier Vereeniginge , 63. enz. Hun gedrag gelaakt en gepreezen, 76. Hunne Afgezanten in Spanje heusch bejegend , en Handelgemeenfchap met dat Ryk, Sï. Krygsverrigtingen aldaar in de Jaare 5777. 127. —— ( Verdrag tusfcnetl Frankryk en geflooten 1778. 271. Dit brengt eene aanmerkelyke verandering, ten opzigte van deezen Staat, in den Volkstwist te wege, =73- (Aanzoek der Engel- fchen in) verfmaad , 27'. de No^rd-.dmei icaxnen verfterkt en opgebeurd door de 4 over  BLADWYZER. overgebragte Verdragen , 279. Hoe zy de Engelfche G . -Imagtigden behandelden , 280. Veldtocht in 't Jaar 1778. 282. Spanje en Z-weeden denken gunftig over de Noord-Americaanen, 285. Geiugt dat onze Staat met de Noord- Amencaat en in den Jaare 1778. handelde, 286. Ante' kaanen. Zy rusten zich meer en meer ten Oorlog toe, 47. 't Begin der openbaare Vyandlykheden , ald Washino on aanvaart het Opperbevel over het Leger , 49. En ge lands nader oogmerk om de Noord-Americaa n met geweld onder te brengen, 53. 1 Tragten eene Handelgemeenfchap met andere Volken aan te gaan, 59. 't Gelukt in Frankryk, 60. Amersfoort. Laken - Fabriek aldaar aangelegd , 164. hoe zeer bevoordeeld, 165. Amflerdam, (willem de Vde legt een bezoek af by de Admiraliteit te) 99. »«. Kooplieden al¬ daar door Partydighéid heftig befchuldigd, 121. -1 - (Maatfchappy ter bevordering van den Landbouw te) opgericht, 87. - Verzet /,ich tegen het Plan tot Vermeerdering der Landmagt door den Raad van Staaten ingeleeverd en door de Ridderfchap goedgekeurd, 185. *■ (Inhoud van het Verzoekfchrift der Kooplieden te~> in den jaare 1778. ingeleverd, 202. Kaders klagten wegens het voordel van süffolk, betreffende dc Houtfchcpen, 218. Zy vervoegen zich, by monde van j. de neufville , tot Zyne Hoogheid, 225. Leveren een Verzoekfchrift in by de Algemeene Staaten tegen het aanvangen etner Onderhandelinge met Engeland, tot het maaken van Schikkingen, 229. Aiiifterdam verklaart zich op "t ernftigst tegen het befluit dtr Algemeene Staaten. omtrent de toegecflykheid ten aanziene der Houtfchepen aan Enge lat d betoond, 243. — Weigert te Hem¬ men in het Auwoord aan 't tranjche Hof gegeeven , 264. verdagt van met Frankryk te heulen, om met Ettgela;.d in Oorlog te geraa< keu, Ï70. Aubaine, Het Regt van) tusfchen Frankryk en Zeeland, vernietigd, 84. "Qttavia. Genootfchap, onder de Zinfpreuk: Ten Nutte van V Gemeen aldaar opgericht , 33c. Schikkingen daar gemaakt , om met de Maatfchappyen in 't Vaderland mede te werken, ald. Bleiswyk, (P. v.) op nieuw tot Raadpenfionaris langefteld, 138. Borketo, (willem de Vde koopt de Heerlykheidj 104. Brigade (Schotfche door Engeland van deezen Staat gevorderd , 54. Verfchiliende ge-  BLADWYZER. gevoelens daar over, ald. capelles taal te dier gelegenheid, 5-. Brittanje. ( Groot-) Zie Engeland. Bürgoyke door gates Krygsgevangen genomen, i3°- C. l_yAPELLFN (J.D.v. d.1 wraakt het zenden der Scho'fche Brigade op een ftevigen trant, 55. Hoe men met dit Advis handelt, 147. — — levert ter Staatsvergadering van Oveiysfcl een Vertoog in wegens de J'rovinciaaleCommisfien 140. Zendt het aan zyne Hoogheid , krygt 'er geen antwoord op, 146. Hoe men dit Vertoog ter Staatsvergaderinge bejegent, ald. Kan het niet dan noode in de Staats-Aantekeningen ingelyfd krygen, Zyne Aanfpraak te dier gelegenheid , 147. Kant zich aan tegen de Drostendienften in Overys/el, 296. Deswegen in haat, levert hy een nader Vertoog In, 306. Beoordeelingen van zyn Vertoog, 309. Verdere onregtvaardige handelingen tegen hem gehouden, 311. Zyn heusch gedrag , 312. Ter Raadsvergadering uitgeflooten ,317. Convty, ( Vyf bepaalingen omtrent het verlcenen van) 122. — blytt in 't Jaar 1778. leggen, 199. —— aan de Schepen met Hout en andere Scheepsbouwftoffe gelaaden , geweigerd , 24:. Wat daar over voorviel. Zie Hèul* fchepen. Cunhingham, een Americatn- fche KaaperCapitein,ontrust de Engelfche Kust en neemt een Paketboot, 132. Citraca». Voordeelige Handel in t Jaar 1778. daar op, 58. Het Oorlogl'chip Alphen fpringt aldaar, 197. D. \J venter zoekt de Handwerken op te beuren, 166. Di en te door wille.m den Vden bezogt, 103. Drostei dienfter. Gefchil over dezelve in Overjsfel, 293. Derzelver overbiyfzel in dac Gewest , ondanks eene Afkooping in de voorgaande Eeuwe, 294. Oneenigheden hier uit gereezen, 295. Capellen kant zich tegen de Drostendienften aan , 296. Inhoud zyns Vertoogs, 297. Zie verder Capellen. ——— Smeekfehi'iften der OverysJ'elfchc Landlieden aan zyne Hoogheid, 314. Blyven on beantwoord, 315. Wat daar over, als ook over zekeren Brief, voorviel, ald. Duitschland (Onze Handel op) met een gevoeligen flag gedreigd ; doch afgeweerd , 149. lltwgeland, belaagt en verdrukt de Vryheid der Noord Americanfche Volkplantingen, 19. Dwingt haaren Handel, 20. Verklaard. Noord-America IcnSttingfcbiildig , 24. Tragt 'er een Krygsbewind in te i 5 voe-  BLADWYZE R. voeren , 25. Eenigen wraaken dit, 26. Dwingend geweld, 2R. Alles fchikt zich in America tot een Oorlog met c.ngeland, 31. Uuwerkzcls van déezen Volkstwist op andere Mogenheden, 32. Het gevaar om Enge/and by- ïtanci te Dieden, 33. Wat m deezen den Neder [anderen te doen ftóndt, verfcheidenlyk beoordeeld , 35. F> ankryk en Spanje trekken zich deezen Volkstwist aan , 37. Werft Duitfche Troepen om Noord-America te onder te brengen , 40. Begin der openbaare Vyandlykheden in Noord- America, 47. Engeland t Nader oogmerk van) 0111 de Nom d- Americaanen met geweld onder te brengen , 53. Vorderdt de Sc'iotfchr Brigade van den Staat, wnt hier over voorviel, 54. Lokt veel Volks uit ons Land ter Zeevaavd, 58. Vraagt van deezen Staat byftand van Volk en Schepen, 't wordt afgeflaagen , 60. —— (Hoe zommigen in) over de Onafiiangelyk verklaaring der Noord- Americanwv oordeelen, 76. Belemmert den Koophandel en Zeevaart van deezen Staat, 79. Verbreekt den Regel, vry [chip, vry goed, 80. —— (Klagten in den Jaare 1777. over de Zeerooveryen van ) 91. K'agten over den Bevelhebber van Sr. Eullatius , 105. Levert door yorke een beledigend Ver¬ toog in, ui. Vergenoegt zich met het antwoord der Staaten, 119. Engeland t Toeneemende Vyandlykheden tusfehen) en Frahk.yk, 125. Word langs hoe meer verbitterd, 127. De roofzugt der Engel- fc'i^n houdt aan, 199. Hun moedwil in de West-indien , ald. Beantwoordt de ingeleverde Bezwaaren , en wil op de Houtfchepen eene nadere fchikking met de Algemeene Staaten maaken, 22:. Voorflag ter nadere Onderhandeling over de Scheepvr.ard , 236. Blykbaar oogmerk , 238. Het den Ergtlfchen bcgunftigend antwoord der Staaten, 240. . Antwoord op 't Befluit der Staaten wegens de Houtfchepen, 251. Nadere last aan de Kaapers gegeeven, 252. —— Zoekt de Fercenigde Gewesten op zyne zyde te trekken. Aanmerkingen over dit gedrag, 265. (Aanzoek van) in Al America met verfinaading beiegend, 276. Hoe de Gevolmagtigde aldaar behandeld worden, 280. —— (Beginselen van den Oorlog tusfehen) en Frank1 yk in deezen Oord, 284. Ekgelberts fchetst het toeneemend Zedebederf deriVi?derlanderen, 11. Eudatius (Voordeelige Handel op • in 't Jaar 1776. , 58. Klagten der Eugelfchen over de  BLAD W V z E R- <3e Bevelhebber deezes Eilands , J. de graaf, 105. Door hem beantwoord, Men maakt van deeze zaak een twist van Staat , 110. yorke klaagt daar over .11:. Beledigende aart zyns Vertoogs , 114. Antwoord op die klagten, 115. Engeland neemt hier in genoegen, 119. £ rankryk trekt zich den Volkstwist tusfehen Engeland en de N Americaancn aan. 37. Zendt Krygsvolk na de Franlche Eilanden in de // 'est. Indien, 't geen de N. Americaanen hoop geeft, 40. Aanvang der Vyandlykheden met Engeland, 59. . ( Eerfte beginzelen van Handel tusfehen) en de Noord- Amerïcaanen , 37. Gaat een Handelgemeenfchap met hun aan . 60. «. (Tusfehen Zeeland en) het Regt van Aubaine vernietigd, 84- C Toeneemende Vyandlykheden tusfehen) en Engeland, 125. - - - ( Engeland Zoekt op allerlei wyzen den toevoer van Scheepsbouwftolïen na ) te dwarsboomen, 217. Zie verder Hout/cheper. (De Afgezant van) levert by den Staat een Vertoog in, betreitkclyk tot de Onzydigheid en Onafhangelykheid , 257. Dringt het nader aan, 260. Ontduikend Ant .voord daar op gea.eeven, 362. Am/lerdam weigert 'er in toe te ftemmen, C64. De Franj'c'hr Gezant weigert het aan te neemen, ouk wordt het in Frithktyk van de hand geweezen, ".d. Frankryk zoekt de Vcree":gde Gewesien op zyue ; e trekken , aanmeridngen c. . ;t gedrag, 265. ■ Sluit een Verdrag roet Noord- America , en geeft des kennis in 'ingeland, 271. Bekendmaaking hier van by de Staaten deezes Lands , 273. . berchouwa als de Op- ftooker van den twist tusfehen Engeland en NoordAmerica. Aanmerkingen hier over, 274. ( Beginzelen van den Oorlog tusfehen) en Engelen 'l in deezen Oord, 284. Friesland krygt een bezoek van willem den V. Onthaalen hem daar aangedaan , 102. De Kooplieden van dit Gewest kiaagen te vergeefscli over de mishandelingen der tmgttickfn, 24'j. Klagten der Kooplieden aldaar, wegens het befluit der Algemeene Staaten omtrent de Houtfchep'n, 253. Welk een aantal Schepen van daar voeren, 254. O a t e s neemt burgovne Krygsgevangen, 131. Gt/chiedcnis van onzen eigen tyd,moeilyk te beichry ven, 1. Welke voordeelen dezelve hebbe, 2. Hoe in te richten, 3. Graaf, (]. de) Bevelhebber vaa  B LADWYZER. Van St. Euftatius. Zie St. Euflatius. Groningen door willem den V. bezogt, 103. TT . H. Xlartngvangst, in't Jaar 1775. met eene belooning bemoedigd", 43. In den Jaare 1777. op nieuw bevoor'rcgt, '153. Deeze voorregten , in den Jaare 1778. verlengd, ->88. Heuvel , ( van den ) groote Bewerker van den Oeconomifchen Tak, 154. Zyne AanpryzendeAanfpraak, 158. Beyvert zich zeer voor denzelven te Utrecht, 334. Hoorn. Maatfchappy van Reedery en Koophandel, aldaar opgericht, 164. fjouf/ckepen , Q Voorflag van si'Ffoi.k omtrent de) 217. yorke levert des zyn Voorftel in, 236. Blykbaar oogmerk van Engeland daarmede, 238. Het Engeland begunfiigend Antwoord der Algemeene Staaten, 240. Amflerdam verklaart 'er zich tegen , 243. Het Befluit gaat niet te min door, 25c. Klagten der Friefche Kooplieden over dit Befluit, 253. Inenting der Kalveren van Gebeterde Koeijen , Haagt gelukkig, 168. J\.aapers (Ensclfcke~) krygbn een n&Jer last; doch die, ten opzigte van de Houtfchepen, op 't zelfde uitkomt, 252. Kabbeljaauwvisfchery , door 's Lands Staaten in befcherming genomen, 28'L Kap, (Eem'gen met den) gepromoveerd by het Jubelfeest der Leydfche Hoogefchoole, 42. Kennemerland, ( Het OorlogTchip) verbrandt te Amlterdam, 197. Klagten, Aanmerkingen van l1N g o e T , over de ) der Kooplieden in deezen Lande, 236. Klerk (r. de) wordt Gouverneur Generaal van Neêrlands Indie, 138. Kooplieden. (Holland/die) Onbefchaamde befchuldigingen hier ■ te Lande tegen hun afgegeeven, 119. Van Dordrecht, Amfier dam en Rotterdam , leveren Verzoekfchriften in, wegens de Enge/fche Zeerooveryen, 201. ■ Van AmHerdam en Rotterdam , doen nadere Klagten wegens den voorflag van suffolk, 218. Die van AmHerdam klaagen by zyne Hoogheid , 224. Die van Amflerdam leveren een Verzoekfchrift by de Algemeene Staaten in, tegen hetmaaken van Schikkingen omtrent de Schepen met Hout, enz. belaaden, 220. Koopvaardy/chepen, zeer veel in 1778. door Engelfchen genomen, 798. Krygsbekocften , den Uitvoer daar van uit deeze Landen, onder zekere bepaalingen, zes maanden verboden, 39. Herhaaling van dit Verbod in 't  BLADWYZER. Jaar 1776., 60. Yobke klaagt over het liegt volbrengen des . Verbods , 't geen een Jaar verlengd wordt, 81. Nadere bepaalingen deswegen, 122. T L' Judkenfibriek te Amersfoort aangelegd, 164. Landmaat (Plan ter vermeerdering van de) ingeleverd , en door de Ridderfchap aangedrongen, 185. rlmfterdam verzet 'er zich tegen, ald. Tegenaantekening der Ridderfchappe, 192 Lee , (w.) handelt met j. de neufville , te welker gelegenheid , 287. Leydcn Jlet tweede Eeuwfeest ' der Hoogefchoole te; gevierd, 41. ■ ■ ... ■■ (De Maatfchappy der Nederlandfche Letterkunde te) in hooge befcherm'mg genomen, 42. M. Vilaaslandifuis. Onlusten aldaar over het Pfalragczang, 324. Maatfchappy, {Oost-Indifche) het Octrooi daar van vernieuwd, 84. w - ter Bevordering van den Landbouw, te Amflerdam opgericht, 87. ■ ■— — (HollandJ'che) der Weetenfchappen te Haarlem, viert haar vyf en-twintig jaarig Jubelfeest. Voorflag van ttviQeconnmifchenTak te dier gelegenheid, 156. Zie verder OcconomNchen Tak. —— ( Berigt van den eer- ften geringen oorfprong der) 329- Maatfchappye , van Reedery en Koophandel , te Hoor» opgericht, 162. Marocco, (Oorlog van deezen Staat met den Keizer van) 88. Zyne Zeemagt verdelgd, 89. Vrede met hem geflooten, 90. Middelburg. De Teken- , Schilder- en Beeldhouwkunde aldaar aangemoedigd , 341- Alt d 'a ligheid in den ftrengen Winter van 1776., 85. i>' ederlanden { Veneenigde ) Overweegingen van 't geen deezen , in den ontftaanen Volkstwist tusfehen Engeland en Noord- America te doen ftondt , 35. Veelen zien het gevaar van de N. Americaanen als Rebellen aan te zien en te behandelen , ald. Anderen hellen hier toe over , 36. Tweefpalt, daar uit gereezen , ald. Onzydigheid , hun belang, 36. - ( Engeland vraagr van de) de Schotfche Brigade vrugtloos, 54. Houdt vergeefsch aan om bylland van Volk en Schepen , 60. Derzelver Koophandel en Zeevaard door de Engelfchen belemmerd, 79. Met den Keizer van Marocco in Oorlog , 88. Zyn Zeemagt verdelgd, 89. Vrede met hem geflooten, 90.  BLADWYZER. .Nederlanden. YoRKI poogt in dezelve Tweedragc te zaaijen, 124. —s (de Algem. Staaten der) geeveneetibegunftigend antwoord op Enzdand-Voót. Hel omtrent de Hï/utfehepfen, 240. AmHerdam verklaart 'er zich ten emftigftê tegen, 243. Het Befluit gaat niet te min , door, 250. — ( Be Algemeene . Staaten der) ontvangen een Vertoog van den Pran/chen I Afgezant , betrekkelyk tot de Onzydi;;heid en Onafhangelykheid, 257. 't Zelve wordt nader aangedrongen, 260. -Ontduikend Antwoord daar op gegeeven, 262. yJmflerüam weigert'er in toe ■ te ltemmen, 264. Het wordt door de Frmnfihen Afgezant geweigerd,en in Fras.ktyk van . de hand geweezen, ald Om een nader gefchrecven, ald. M ' Enge/and en Frank ■ ryk beide zoeken de) op hunne zyde te trekken, 265. Aanmerkingen over hun gedrag, '-66. — (De Staaten van de ) krygen kennis van het Verbond tusfehen Frank, yk en de Staaten van Niord-Ameiica genooten, 273. Welk eene verandering dit te wege brengt, ald. * ■ — ( Gerugt dat de Staaten) in den jaare 177 8. met de Noi/i a-Americu'atïea handel del) , 2SÓ. Nederlanders. Hunne Zede verbastering in dee/en tyd, p. door ENGB,LBJE«8$S en raynal gefchetst, 12, '3- NeufvilleO.de) doet de klagten der Amjlerdamfche Kooplieden by zyne Hoogheid, 225. -■ —— Handelt met w. lee, te weleer gelegenheid, 287. C\ . °- \Jiiafhanghkheid, aan hoe veeJe uitleggingen dit woord onderhevig is, 166. Öhèydfgkeid', aan hoe veele verdraaijingeu dit woord onderhevig is, 166. Ooft'ndc , de Zeevaard begint aldaar te bloeijen, 97. Oostzee , ( Gevaar van 't verloop des Handels op de,) Oorlog (Eën> wegens de Bcyerfche Naalaatenfchap dreigt uit tebarften, 173. Voorgekomen, 174. - — (Beginzelen van den) tusfehen Franhyk en Eruit land m deezen Oord, 284. Gvcrysfel. Gefchil aldaar over de Drostendienften. Zie Drostendiehjlen. D P' S. hiladelthia.Vergadering daar gehouden, en Beiluitéh op dezelve genomen; 29. Pf'ilmgezavg Onlusten daar" over te /haasland:j?ui$, 324. 'Smeekfchrift der Vrouwe van Maüslandsflui's aan Se Staaten van Rolland ten behoeve der Opfïookeren, 326. De Onlusten hervat, aiu- Wnar-  BLADWYZER. Waarfchuwing daartegen , . 3V- JKaynal maalt een haatlyke Charafterfchets der Niderlanderen, 12. Reinderts ( c ) flaagt gelukkig in het Inenten der Kalveren van gebeterde Koeijen , ió8. Reinst, r'Het Esquader onder den Schout - by - Nagt) loopt te Lislabon groot gevaar vau te vergaan, 196. Rjxmsdyk , (j. van ) Gouverneur-Generaal van Neérlands Indie, llerft, 138. Ris, ( C.) Ontwerpt het Pian eener Maatfchappye van Reedery en Koophandel te Hoorn, 163. Rotterdam, (K*lagten der Kooplieden te; wegens de Engelfche Zeeroveryen, 201. Nadere Klagten, 211. Wegens het Voorftel van suf folk omtrent de Houtlchepen , 220. c Sheepsbeve/iebberenCiLunds) hun last verbreed, 217. Scheepsmaterialen. Zie Houtfchepen. i Scheepsvolk ( Schaarsheid van 1 alhier door dien* veeleii in Engeland dienst neemen,58. Plakaat oru de fchaarsheid te verminderen, 96. Aanhoudend gebrek, '74. Schippers leveren, een Smeekfchrift in, wegens de Engelfche Rooveryen, 231. Spanje trekt zich den gereezen Volkstwist tusfehen Engeland en de Noord- Americaanrn aan, 37. Aanvang der Vyandlykheden met Engeland, 59. Bejegent de NoordAmericaanfche Afgezanten heusch; cn geeft aan de Schepen vau daar dezelfde Vryheden als die andere Volken genooten ,81. Begunftigt de Zaak der Noord-Americaanèn , 285. Straatdavids-VaardersVX\vz€) in Dienemarken opgebragt en vrygegeeven. Schikkin> gen op de Walvis chvisfchery aldaar, 150. Suffolk (Voorflag van) omtrent de Houtlchepen. 217. Klagten wegens dien Voorflag door de Kooplieden , 218. Antwoord op de in-* gebragte Bezwaaren , 219. ■Zyn Antwoord op het Befluit der Algemeene Staaten omtrent de Houtlchepen, 251- Suriname. Verloop der Zaaken aldaar in den Jaare 1775. 43. Slegte ftaat en oneenigheden in die Volkplanting over hetKrygsvolk in 1776. 82. Verdere rampen en oneenigheden in 't jaar 1777. 133. Gefchil over het Cordon tegen de Bosch-Negers, 135. Verzoeken om het K-rygsvolk te mogen houden, 137- ■ Swart , (J. J. de ) Refident iu Rustend,- over 't gevaar van 't verloop des Handelsin de Oostzee, 256'. tabaksteelt (Voordeelige)hier te Lande, 28S. Tat  BLADYVYZER. Tak ( Oeconomifche ) der Hol landfche Maatfchappye te Haarlem , wat aanleiding tot denzelven gegeeven hebbe, 154.. Voorflag deswegens, en Plan , 157. Aanpryzende Aanlpraak van van den heuvel, 158. Drift ter Bevorderinge, ook fterk onder de Roomfchen werkende, 162. - — l Eerfte Vergadering van den ■ 327. Schikking daar by in agt genomen , 32b. ueopena met een Redenvoering door den Secretaris van dkr aa, 321; G (looten duor den Eerw. couperus , 333. Hoe zeer men yverde om denzelven te doen bloeij en , ald. Van den heuvel yvert 'er voor 'e Uts echt, ald. Teyler ' Pieter) van der hulst. Verflag van de Stichting door hem te Haarlem opgericht, 336. Twee Genootfchappen. Eerpennin. gen. /Schikkingen. Mufeum, 33o , 339- Eerbelooningen der Beftuurderen en Leden, 34°- Traclaaten , aan hoe veele uit vhtgten onderheevig , 266, 268. Turnbull ( Gouverneur) zyn Brief wegens de Voorwaarden van een Verdrag met Engelana, 278. tt u' XJnie der Dertien Staaten van America, 6;. Utrecht. Het Provinciaal Genootfchap aldaar gewettigd, 34°- Utrecht. Kunst- en Tekenzaal aldaar geopend ,341. Vauguyon , (de la) Fraii= fche Afgezant, levert een Vertoog in, betrekkelyk tot de Onzydigheid en Orrafr hangelykheid , 257. Dringt het nader aan , 260. \ Ontduikend Antwoord daar op gegeeven, 262. Weigert het aan te neemen, 264. Verbeurtverklaaring van Goederen in Gelderland, in de Volkplantingen van den Staat, en in de Generaliteit! Landen , afgefchaft, 292. Vlisfingen. Ongenoegen aldaar over het bouwen van een Roomjche Kerk, 317. Ver. zoekfclirifc der Burgeren , 319. De Kerkenraad brengt net op de Clasfis van Walcheren , 319. Verzoekfchrift aan zyn Hoogheid en verdere oproerige beweegingen, 320. Opftand hier uit op Walcheren gefprooten, 321. Volkplantingen. {Noord-Americaanfehe.) Zie Ameri' ca.-, Viede , deezen Lande heilzaam , 8. Gevolgen van deszelfs lang genot, 9. Vryhciu, hoe fchaars onder de Volken, 18. Walchet ■en. Oproer, ter gelegenheid eener nieuw ingevoerde Beiasting op de Landeryen , 45. Door Krygsvolk geftild , 46. , üx ... l .ij Opftand aldaar, ge  B L A D W Y 2 É li. gefprooten uit de Onlusten te vhisfi*gen , wegens het bouwen eener tioo.i.fche Kerke , 321. Door Krygsvolk beteugeld, 322. fValviic rvangst. Schikkingen daar op va x. Denemarken tm aanziene vau de Straatdavids gemaakt , 150. Aangemoedigd en bevoordeeld , i=:2. fPetervloed (Hooge) in Slachtmaand, 1 75. 40. in Slachtmaand i77ó. 86. Washington aanvaart het Op perbevel over het Leger der Americaancn, 29. Verflag van zyn Afkomst en Daaden tot den aanvang desOorlogs, 50. Zyne Krygsverrigtingen in den Jaare 1777. 129. Hoe hy handelt met den Aanzoek der Engelfchen in 1778. om tot een Vergelyk te komen, S78. Weigert vrygeleide aan den Secretaris fergüson, 281. Welderen, (Graaf van' zyn gehouden gedrag in het wedereifchen der in Engeland opgebragte Schepen gepreezeu , 212. Nadere last hem gegeeven , 213. Zeeland wil het geeven van dien last uitgefteid hebben, 216Westkapelle, Opftand aldaar, 32a. Willem de Vde legt een bezoek af by de Admiraliteit te AmHerdam , 99. Bezoekt Friesland, 102. Groningen en Drente , 103. Hoe hy de klagten der Amfterdamfche Kooplieden beantwoordt, 228. Winter (ftrenge) in den Jaare 1776. 84. i-oRKE klaagt over het uiêt beletten des Uitvoers vaü Oorlogsbehoeftens j en ei-cht dat geen Schepen van de Noord-Americaarifche Volkfiantingen in onze Havens zouden toegelaaten worden, 8o , 81. Klaagt over het bedryf op St Euftitius , in. Dit Vertoog als zeer beledigend aangemerkt, hier en in Engeland, H4< Zyne poogingen om hier tweedragt te zaaijen, 121. Verdeedigt de Roofzugt der Engellchrn, 201. Levert een Voorflag ter Onderhandeling over de Scheeovaard in, 236. ? (Plans tegen de verlanding in het) 289. Aan net oordeel van twee Hoogleeraaren in de Wysbegeerte onderworpen , 291. Verfchillende gevoelens daar over, ald. Zeeland (Het Regt van Au' baine tusfehen) en Frankryk vernietigd, 84. ——— Oproeren aldaar. Zie Walcheren. Zeemagt, (Verzwakte ftaat onzer) 38. — (Staat der) in 1777' 95- Aandrang der Staaten van Holland om dezelve te verfterken , 97. Huiverige toetreeding der andere Ge. westen. 99. Hollanddringt in 1778. op nieuw om verfterking aan» 175. en klaagt over het agterblyveu der Gelden der Z Land-  BLADWYZER. Landgewesten, 178. Het gevoelen van Gelderland en Uvepysfel, tevens voor de Landmagt yverende , 179, 181. 't Gevoelen van Stad en Lande. Frieslands toeftemming. Utrechts bedenkelykheden, 182. Zee lands bepaalde toeftemming, 184. Zeemagt (Staat der) in 1778. 196. Ongelukken aan dezelve overgekomen, ald. Zeerooveryen der Engelfchen. Klagten in den Jaare 1777. deswegen uitgeftort , 91. Klagten der Dordrechtfche, Amjlerdamfche en Rotter, «antfche Kooplieden in den Jaare 1778. deswegeu 2o«, Algemeenheid der Klagten over dezelve, 211. Z^eevaard. De onze door En* geland belemmerd, door het yerkragten van den Regel, vry /'chip , vry goed,79, 80. Geftremd door het niet uit- vaaren der Convoyen, 97. Zutphen. Zydeteelt aldaar ondernomen, 166. Zveeden neigt ter gunite van de Noord - Americaancn , 285. Zydeteelt, hier te Lande met een veel goeds beloovenden aanvang ondernomen, 166,  BERICHT voor den BINDER. De Tytelplaat voor de Tytel. Het Pourtrait van Washington tegen over bl. . . 59 Het neemen der Engelfche Paket-Boot. . , 13a Pourtrait van Capellen, ..... 20$