STUKKEN, RAAKENDE DEN TEGENWOORDICEN TOESTAND * DER BATAAFSCHE BEZITTINGEN IN OOST-INDIE EN DEN HANDEL OP DEZELVE.  II est devenu depcile de tromper Un^tems lis hommes dans ttates les dispefitions praStiques ou leur fortunt est interesfée; et Jt c'est tine grande faute de coeur que de le vonloir, c'est ausjs mie gmude erreur de Verfris que sTy pritendrt, Necxer, sdm. des fin. T. III. c. xi.  STUKKEN, raakende den tegenwoordi €en toestand der b ata afsche bezittingen in O O S TI N D I E en den handel op dezelve. kunnende dienen ter beantwoording der vraag, >, of de handel op oosmndie niet „anders dan door eene maa t). schappij, met een uitsluitend „ voorrecht voorzien, en het b e„ stuur over de bezittingen a l» daar hebbende, kan gedreven « worden." uitgegeven door BI&K. van HOGENDORP. Zijnde een vervolg op deszelfs bericht wegens den tegenwoordigen toestand der bataafsche bezittingen in oost-indie en den handel op dezelve, in den haage en te delft, rj. C. LEEUWESTYN bylM. ROELOFSWAERT, i 8 o i, A  INHOUD. Inleiding, door d. v. hogendorp. . pag. i Memorie van 8. v. d. oudermeulen met de bijlaagen. 37 Aantekeningen op dezelve memorie, door d. v. hogendorp, mer eene bijlaage. . . 393 Memorie van een ongenoemden , met derzelver wederlegging door d v. hogendorp. . . 40! Proeve over den flaavenhandel, door denzelven. 45J  INLEIDING, JL/at de bezittingen van ons land in Oost-.indÈè* en den handel op dezelve van het uiterfte belang voor den welvaart, ja voor het behoud van onze republiek zijn , is eene waarheid , die ik denke dat door niemand tegengefproken zal worden. Dat derhalven de wijze, waarop deeze bezittingen beftuurd en die handel gedreven wordt, of in het toekoomeudc beftuurd en gedreven zullen worden, ook een onderwerp van het grootfle aanbeiang voor ons allen is, volgt daaruit van ■zeiven. A Ia  a INLEIDING. In gewoons tijden en bij dagelijkfche gebeurenisfen is het moeiëlijk zoodanige veranderingen en hervormingen te maaken of in te voeren , die fcracbtdaadig -ingewortelde misbruiken en verouderde vopröordeelen tekeergaan. De tegenwoordige tijd heeft met eene ijzere hand.onze inftellingen omver geworpen, en reusachtige gebouwen op geheel nieuwe grondflageo opgetrokken. Doch die ijzere hand heeft zwaar gewogen op het lijdende menschdom; en men verfchrikt met recht op het vooruitzicht van zulke fcherpe geneesmiddelen. Veranderingen en hervormingen, die naar omwentelingen zweemen en derzclver gevolgen doen duchten, worden met reden gevreesd. Men is niet zonder reden fchroomachtig om tot zulke krachtdaadige hulpmiddelen over te gaan, die, door gewéldige fchokken, de veiligheid , ja mogelijk het behoud, deezer onwaardeerbaare bezittingen in gevaar konden (tellen. Een wijs en voorzichtig bewind zal dus zeker nimmer befluiten tot het aanneemen van een geheel nieuw fystema , wegens het toekoomend beftuur dier belangrijke bezittingen en de regeling van den handel op dezelve, zonder rijpelijk overwogen te hebben alles, wat dienaangaande door deskundigen is gezegd en gefchrevcn geworden, ingevolge vaa de verfchillende denkwijzen en grondbeginfelen, vergekkon met de tijds:- ., om-  INLEIDING» 3 omftandigheden, welke het voortbrengzei zijn der veranderingen en gebeurenisfen, voorgevallen federt eeuwen, doch bijzonder in laater jaaren; en die van zoo veel invloed op de ftaatkundige en mercantiëele gefteldheid der bezittingen en des handels van alle Europe'aanfche handeldrijvende volken in Oost-indië geweest zijn. Het kan daarom niet dan zeer nuttig voor de belangen van ons vaderland zijn, dat die geenen, welke, door plaatfelijke kennis, langjaarige dienften en het bekleeden van gewigtige posten, in ftaat gefteld zijn om met eenige keunis over den waaren toeftand van die bezittingen en van dien handel te oordeeien , hunne denkbeelden desaangaande bekend maaken. Dit was mijn oogmerk, toen ik voorleden jaar mijn bericht over den tegenwoordige» toeftand der Rataaffche bezittingen in Oost-indië en den handel op dezelve in het licht gaf. Sedert heb ik mij toegelegd om meerdere berichten en onderrichting te verkrijgen nopens het voormaalig beftuur hier te lande en van de Oostindifche maatfehappij, zoo wel om op te fpooren de* waare oorzaaken van haar deerlijk verval, als om na te gaan de algemene opiniën, zoo van vroegere dagen als van den tegenwoordigen tijd, omtrent de vooronderftelling, dat de handel op Oost-indië niet anders dan door eene maatfehappij, A a met  4 INLEIDING. mtt een uitfluitend voorrecht begunfligd, en de opperheerfchappij over dat bezittingen in Oostindië uitoefenende, gedreven zoude kunnen worden. Over de oorzaaken van het verval der maat. fchappij , federt het begin der afgelopen eeuw reeds merkbaar en voorzien, zijn veele en zeer uitè'enloopende opiniën geweest; deeze te onderzoeken , te vergelijken of te wederleggen 9 zoude vrij onnut en voor het tegenwoordige en toekoomende van geen belang zijn, dan voor zoo verre dezelve ons als voorbeelden en lesfen kunnen verftrekken; en als zoodanig zal ik gelegenheid hebben in het vervolg van dit gefchrift er fomtijds gewag van te inhaken. Het tweede is van meer aanbelang; want van de beflisfing dier groote vraag hangt, naar mijn oordeel, niet alléén het welzijn van die bezitthr gen en den bloei van onzen handel op dezelve af, maar zelfs het toekoomend lot, ja mogelijk het beftaan, van ons vaderland zeiven. Ik had wel gewenscht dat die geenen, die daaromtrent met mij van opinie verfchillen, hunne gedachten en de gronden daar van, op dezelfde wijze als ik gedaan heb , door den druk gemeen gemsakt hadden; de valschheid of ongegrondheid van mijne opgaave aangetoond; mijne misflagen aangewezen, en mijne rederingen en gevolgtrek» kingen wederlegd. Voor=  INLEIDING. § Vooral mogt men zulks verwagten van eenen Nederburgh, (i) die veele jaaren als advocaat der maat- O) In het tweede deel van den ftaat der generale Nederlandjche Oost-ind'fche compagnie , gedrukt tc *4mflerdam bij johannes allart, 1792, pag. 07 vindt men eene zeer belangrijke memorie van deezen neder» jüurgh, welke met de volgende woorden begint. 3> De zorgelyke omftandigheden waar in de O. I. }, Compagnie zig eenige Jaaren bevonden heeft en die >, voornamcntlyk zederd het Jaar 1786. van zoo etn3, ftigen aart zyn geworden , dat men is begonnen te s> vraagen, of dat Lichaam wel langer op eene vnor 3> de Republicq en haare Deelhebberen voordeeltge „ v/yze konde blyven öejiaan , hebben aanleiding gef, geevcn , dat verfcheide ervaarene Mannen in en 3, buiten het Bewind zig hebben toegelegt op het 3, onderzoek van die belangrijke vraag , en hunne ge3, dagten daar over by verfcheidene Memorien hebben „ meedcgedeeld. Ik reeken my te mogen onthouden thans in eene opzettelyke discusfie te trecden van de verfchillende „ opiniën by die Stukken voorkoomende, over de we3, gen , welke tot behoud der Comp. zouden kunnen 3, leiden, fchoon het by het vervolg dezer Confideratien 3, zal blyken , dat verfcheidene van dezelve my zeer 3, aanneemelyk zyn toegefcheenen: het tegenwoordig 3, oogenblik , vorderd een onderzoek van eenen geheel 3, anderen aart: de reeds beproefde middelen zyn, hefi is dan om het even uit welke oorzaaken, onvoldoend» te- A3  6 INLÏÏBIN G. maatfchappij, en daarna als commisfaris. generaal in Oost-indië zelve, veel beter dan ik, in de ge- f, bevonden , 's Compagnies hoopelooze toeftand duldt niet dat men den uitfiag van andere afwachte; een yy nieuw deficit van Millioenen dat zig vertoond, kan 3) niet gefuppleerd worden , het banqueroet is onvery, mydelyk, en men is dus tot de noodzaakelykhJd gey, koomen om de ontzettende vraag te doen: welke, zyn 3y de meestgefchiktfte middelen om by den aanftaanden yy val van de Comp. de zaaken buiten Confufic te 3, houden ? om de algemeene rampen welken daar van 3, onaffcheidelyk zullen zyn , in den minst mogelijken }y graad te doen gevoelen P en waarin hij verder zegt: „ Het middel dat ik op het oog hebbe , zoude dan „ hier in beftaan : ,, „ Dat voor den tyd dat 's Com3> » pagnies Octroy nog duurt, de vaart van Neder„ land op Indien, en van daar herwaards, y, ,y mitsgaders de vaart in Indien , met uitfluiting „ „ nogtans der Zeeën en Vaarwaters, beoosten en „ „ benoorden het Eiland Java gelegen wierd open„ „ gefield, dat aan particulieren geheel wierd »3 >t overgelaaten den Handel in Nederlandjche „ „ u4rticulen, waar van de Comp. egter eenige ,, weinige voor haar benoodigdheden en voor den „ ,, Handel op China en Japan zoude blyven uitzenden, 33 de geheele Lywaathandel in Bengaaien , ep de yy „ Cormandelfche Kust en op Suratte, en nog aan 33 yy hun op Batavia ter verkoop wierden aangeboo- ,3 s» den  INLEIDING. r tegenheid 'geweest is, om alles te onderzoeken, alles te zien. Bekwaamheid bij kunde en onder- vin- 3, }, den de Coffy, Peeper, en nog eenige uirHeulen ,3 „ van minder aanbelang, die gewoonlvk niK de „ „ Bataviafche Reiouifchepen hier te Lande worden „ aangebragt." " Deeze memorie is gedagtekend den 7 maart 1791; en kort daarna liet die zelfde man zich aauftellen als eerfte commisfaris-generaal op de navolgende voorwaarden. 1. „ Dat aan zyn Ed., geduurende die Commisfie, en wel voor den tyd van 3 jaaren zal betaald wor,, den Jaarlyks eene fomma van ƒ 90000:-: Holl. „ Courant integaan met den dag dat zyn Ed. zig „ aan boord zal hebben begeeven , waarvan ƒ50000:„ in vier egaale termynen jaarlyks zullen moeten „ worden betaalt hier te Landen aan zyne gemag„ tigdens en de refteerende ƒ 40000:-:- aan Hem w in Indiën. S. „ Dat wanneer genoemde Commisfie langer als „ vooricbr. tyd van 3 jaaren duurde, als dan de w betaaling der voorfchr. fomma van f 40000:-:„ blyvendc voortloopen, aan zyne Gemagtigdens „ hier te Lande in voege voormeld f 25000:.;- in „ Mede van 50000:-:- zal worden betaald, en zal „ de betaaling der totaale fom van f 90000:-: of „ wanneer de Commisfie langer mogt duuren dan „ drie Jaaren ƒ 65000:-:- jaarlyks, ophouden met „ den dag van zyn Ed. behouden terugkomst in n de Havenen dezer Landen. 2-» Dat A 4  9 INLEIDING. vinding voegende, moest het hem ligt vallen mijne dwaalingen aantewijzen. Het voorwerp is toch 3. „ Dat, wanneer zyn Ed. kwam te overlyden in het „ eerfte Jaar van die Commisfie als dan de volle fom » van zyn geheel inkomen van dat jaar aan zyne m Weduwe of Erfgenamen zal worden goedgedaanf ,, met een jaarlyks Penfioen van ƒ 3000:-:- haar Ie„ ven lang geduurende; dat zoo zyn Ed. in het „ tweedejaar der Commisfie komt te fterven, dit „ Penfioen op f aooo::- en zoo in het derde Jaar „ op f 1000:-:- word bepaald, en in die beide laat„ iïe gevallen de betaaling der fomme van ƒ40000:m zal worden goedgedaan tot het einde der maand, „ waarin zyn Ed. zoude zyn geftorven, en de be„ taaling in Nederland ophouden met het laatfte „ quartaal dat verfcheenen zoude zyn voor de aan„ komst hier te Lande der tyding van zyn over„ lyden. „ Voorts dat by ontydig overlyden van zyn Edle „ Huisvrouw, zyne Kinderen zouden blyven jouïs. „ feeren van dat Penfioen tot de jongfte zoude heb„ ben berykt den ouderdom van 25 Jaaren. 4. „Voor zyne uitrusting, en die van een ige Europee. „ fche Bediendens die zyn Ed. zal moeten mede„ neemen, zal worden betaald f 15000-:- Heil. „ Courant, en daar en boven drie maanden Gagie „ aan zyn Ed. hier te Lande vooruit worden verftrekt. 5- » Voorts  INLEIDING, °$ toch der moeite wel waardig, zoo hij mij dezelve al onwaardig achtte ; en aan het vaderland, dat hem S- }) Voorts, dat de Compagnie aan zyn Ed. een jaarlyks Tra&ement van f 5000:-:- zal toeleggen „ in te gaan met den dag dat zyn Ed. binnen de 3> Havenen dezer Landen zal zyn geretourneerd, yj en zulks tot zoo lang zyn Ed. in een Convena3) hele post zal zyn gefield, en dat wanneer het zui33 ver Sinkoomen van zodanige Post minder mogt 3) bedraagen , het daar aan ontbreekende tot ge3, melde fomme jaarlyks door de Comp. zal wor33 den geAippleert. 6. Zullen de Perfoonen welke aan de Commisfie tot 33 haare adfln.cui.iu suiiui wurücn toegevoegd, door 33 de van hier gezondene Commisfarisien geduuren33 de de Commisfie worden gedefroyeert van alle 33 onkosten van Logies, Tafel en Rytuig , tegens „ een ronde fom aan gemelde Commisfarisfèn daar 33 voor toe te leggen, waarvan nadere opgave zal 33 worden gedaan. Eindelyk 7. Dat degeftipuleerde betaalingen hier te Lande op 33 de bedongen termynen zullen gefchieden uit het provenu der Jaarlykfche Retouren of Verkoopin33 gen en zulks by preferentie. Men vergelyke nu de enorme fom, die hij volgens deeze voorwaarden van den ftaat of van de compagnie in negen jaaren getrokken heeft, en met het tafereel, het welk hij zelf in bovengemelde menjorie van die compagnie A 5  T<3 INLEIDING. hem 200 rijkelijk, zoo koninglijk beloond heeft» kon hij toch ligt dit bewijs van erkentelijkheid hebben gegeeven. Dat yagnie épgeeft , en met het geene hij in Oost-indie verricht heeft. Wat is er door hem gedaan tot nut of voordeel van de compagnie, van de bezittingen, van den handel, of van den lïaat? niets! maar wel eenige dingen nog veel erger gemaakt dan dezelve van te vooren waren. Dejuftitie is geduurende zyn aanwezen in Oost-indië, door zijn toedoen en door zijne magt, nog meerder verkracht dan ooit te vooren. De cai-rnpr>r, , malverzatien, en knevelarijen zijn, door zijne verkeerde innemingen omtrent bet betaalen van amptgeld door de dienaaren der compagnie, nog meer aangemoedigd en als het ware gewettigd. Eindelijk, na hét ontfaogen der tijding in Oost-indië van de hier te lande voorgevallen omwenteling in 1795, gijn , onder zijn invloed en oppergezag, want dat had hij zich volkoomen aangematigd, i°. vier rijkgeladen Engelfche Chinafche fchepen, en ■og andere particuliere fchepen van die natie, toegeftzan onverhinderd van de Bataviafche reede te vertrekken, daar men dezelve ten minften onder embargo had belooren te ftellen, waar toe men eene genoegzaame magt van gewapende fchepen ingereedheid had; s°. verwaarloosd de mogelijke middelen in het werk te ftellen, om de Molukkofchc eilanden en andere bezit- tin-  INLEIDING, tl Dat hij zich dan niet vergenoege om met eer» fpottenden glimplag te willen wederleggen een fyftema, dat den toekoomenden welvaart van zijn vaderland tot oogmerk heeft. Zoo het valsch is, dat hij het met gepasten ernst wederlegge, door het bijbrengen van daadzaaken en door overtuigende redeneringen. Tot zoo lange hij of anderen dit niet doen, zal ik gelooven dat mijn fyftema goed is ; en dat het hem aan gronden ontbreekt om het te wederleggen. De voornaamfte' oorzaak van het algemene gevoelen, als of de handel op Oost - indiè' volftrekt alléén door eene uitfluitende maatfehappij kon- tïngen der compagnie in een goeden ftaat van tegenweer te ftellen; 3°. aan verfcheiden vaartuigen , met rijst en andere levensmiddelen beladen verlof gegeeven, om naar Banda te vertrekken, na dat men reeds zeker wist dat die plaatin handen van den vijand was; 4°. den gouverneur van Banda , frakco s van soekholtz, die deeze belangrijke plaats op eene fchandelijke en lafhartige wijze overgegeeven had , niet alleen vrij gefproken , maar «elfs door epne aanzienlijke jaarwedde beloond; 5°. zeer gegronde voordellen tot het herneemen van uimboina en Banda y onder nietsbeduidende voorwendzelen, van de hand gewezen, enz.  Sa INLEIDING. konde gedreven worden, is, dunkt mij, te zoeken in eene niet minder algemene verwarring der denkbeelden, ontftaan door het gebruik, om, wanneer men van de bezittingen en den handel in en op Oost-indië dacht, iprak, of fchreef, gemeenlijk het woord compagnie te bezigen. Wanneer men van het gewigt, het belang dier bezittingen, van het Voordeel dat deeze handel aan ons vaderland toebragt, fprak, noemde men fteeds de compagnie ; niet overwegende, dat de bezittingen en handel, het wezen en het voorwerp Zelf, en de compagnie flegts het middel \vas , waardoor men van dezelve nut en voordeel trok. In ai ip rnemorien en gefchriften over de Oostïndifche zaaken vindt men daar treilende voorbeelden van. Overal wordt de belangrijkheid van die bezittingen, en de groote voordeden die de handel op dezelve aan den ftaat toebrengt, mét reden ten hemel toe opgevijzeld; maar dan ook de gevolgtrekking daar uit opgemaakt, dat het beftaan der maatfehappij noodzaakelijk voot ons land is; daar zulks toch alleen van de bezittingen en den handel op dezelve als wezen, maar niet van de compagnie als middel, daaruit kan afgeleid worden. Eene tweede oorzaak van het ontftaan en voortduaren van dit gevoelen is geweest de weinige juiste en gegronde kennis, welke men hier te lande van de waare gefteldheid, geaartheid, uitgeftrektheid, volkrijkheid en vruchtbaarheid, van on-  eïize bezittingen in Oost - indië gehad heeft. Deeze gebrekkige, of zelfs verkeerde, begrippen vindt men menigvuldig in alle gefchriften en memoriè'n over de Oost-indifche zaaken; ja zelf* in die van de kundigfte en bekwaamfte mannen. Veele oorzaaken hebben daartoe medegewerkt. Het fcherm, dat fteeds bij het beduur der maatfchappij, in alle haare handelingen en verrichtingen, gebruikt wierdt. De onkunde, vooral in het ftaatkundige, van de meeste dienaren der maatfchappij in Oost-indië. Het belang, dat deeze dienaaren hadden om het bewind en het vaderland onkundig te houden omtrent den waaren toeftand der bezittingen, ten einde hunne heerschzucirt en eigenbelang te meer te kunnen voldoen. Deeze en andere mindere oorzaaken hebben ten gevolge gehad, dat men onze bezittingen in Oost-indië nimmer hier te lande behoorlijk gekend noch gewaardeerd heeft. Treffende, doch bijna ongelooflijke, voorbeelden zal men daar van vinden in anders zeer verdienftélijke mannen. Bijna nergens vindt men een woord gerept van de wijze van beftuur over die uitgeftrekte en volkrijke bezittingen; nergens de vraage geopperd, of dit beftuur op een beteren en meer voordeeligen voet gebragt konde worden; nergens eenige deelneeming in het lot, in het geluk , den welvaart van zoo veele millioenen tnenfehen, onze natuurgenooten. Over-  14 INLrEïDlNC, Overal flegts berekeningen, hoe veel koopmanfchappen men uit die landen zoude kunnen trekken ; hoe men die op het goedkoopfte of voor niet zoude kunnen krijgen. Overal misflagen , misrekeningen in de ftatistiek van die bezittingen, veroorzaakt door onkunde en valfche opgaaven. In geene dier gefchriften heb ik ooit de groote Vraagen, of de handel, op Oost-indië voljlrekt door eene uitfluitende maatfchappij moet gedreven worden ; en of die maatfchappij dan teffens het opperbeftuur over de bezittingen in Oost-indië moet uitoefenen , behoorlijk voorgefteld , verhandeld , overwogen » of beflist gevonden. Alléén in de verzameling van rapporten en ltaatftukken raakende de compagnie, gedrukt te Amflcrdam bij johannes allart , a°. 179a, vinde ik onder de bijlaagen, (litt» Z.) eene naamlooze memorie , welke door de gecommitteerden der iïaaten van Holland in hun rapport genoemd wordt een zeer fraai en wel uitgewerkt vertoog, het welk ten betooge moest dienen, dat de handel op Oost-indië, niet alléén door eene uitfluitende maatfchappij moest gedreven worden, maar ook die maatfchappij het opper beftuur over onze bezittingen aldaar moest blijven behouden. De inhoud van dit ftuk is mij zoo verkeerd en verdraaid voorgekoomen , dat ik vermeend heb, hetzelve niet beter te kunnen beantwoorden en wederleggen, dan door mijne aanmerkingen en re-  I It l e i b i n 6. ïj redeneringen daar naast te voegen, en alzoo ge» zamenlijk nevens eikanderen te doen drukken. Veel belangrijker en verdienstelijker heb ik gevonden de memorie, door wijlen den bewindhebber vam der oudermeulen in het. jaar 1785 opgefteld , voor zijne rekening gedrukt en uitgedeeld, doch alléén aan de leden van de voorige ■ftaatsregering en van het bewind der maatfchappij- Onderricht van het aanwezen deezer memorie, heb ik geduurende meer dan een jaar alle mogelijke poogingen in het werk gefteld om een exemplaar van dezelve in handen, te krijgen; en het is niet dan na zeer veel moeite dat het mij eindelijk gelukt is er eene magtig te worden. Ik heb die memorie met aandacht en bewondering doorleezen. Men kan de kunde en de werkzaamheid van den opfteller geen lof genoeg toezwaaien; uitgebreide kennis van den handel der geheels waereld, van dien van ons vaderland, en in het bijzonder van den Oost-indifchen, ftraalen daar in door. Echter, door eene aaneenfchakeling van fophismen, veroorzaakt door verkeerde onderrichting omtrent den waaren toeftand van onze bezittingen in Oost-indië, en door aanneeming en koeftering van de onderftelling, als of de handel op Oostindië niet anders dan door eene maatfchappij met een uitfluitend voorrecht konde gedreven -worden , maakt de kundige en verdienftelijke man eene verkeerde gevolgtrekking, tot befluit van  Van zijn- anders in alle opzichten zog uitmuntend xr^fg^Uinb fiaofi a; nins£mc;fh ztuvau ; .: ,,-. Om dit behoorlijk te bewijzen , dient men die -memorie te analyfcren , en van ftuk tot ftuk te wederleggen. Moe meerder waarde en belangrijkheid ik deeze memorie toeken , hoe meer dienst ik mijn vaderland vermeene te bewijzen, door dezelve te wederleggen; ter gelijker tijd evenwel de kunde en braave oogmerken van den opfteller -hulde doende. Dan, hier toe is het- noodig , deeze memorie zelve hier nevens te voegen. En om in den loop der redeneringen tot deeze Wederlegging niet geiïoord te worden door aanmei kingen tot opheldering noodig, zal ik dezelve agter die memorie voegen bij wijze van nooten of ?.rritekeningen. De inleiding van dit belangrijk ftuk doorlcezende, alwaar de opfteller het oogmerk te kennen geeft, waarom hij de pen opvat, en met een de ftui'ïèn welke hij meent te verhandelen, zoo ziet men al terftond, hoe hy a priori vastftelt en vooronderftelt het geen eigenlijk te bewijzen-zoude zijn. F aan de compagnie toebehooren; behalven nog, dat, doordien de keizer van Java, de fultan van Mataram en de koning van Bantam zich als vasfallen of leenmannen der compagnie erkennen, het geheele eiland Java met recht als een eigendom van de compagnie , of veel meer van de republiek, mag en kan befchouwd worden. Verder telt de aucteur vrij wel op de verfchillende voortbrengzelen die het eiland Java oplevert, doch zegt  5» I N l ï I C I N ct. zegt niets ter Waereld van de wijze, hoe dezelve aangekweekt worden, noch iets van het beftuur of de regeringsform van die aanzienlijke en belangrijke bezitting. Wanneer men nu over eene zaak van zóó veel belang zoo beflisfende wil uitfpraak doen als onze aucteur en zoo veele , ja bijna alle andere die ooit over deeze ftoffe gefchreven of gefproken hebben, dan, dunkt mij, diende men beter onderricht te zijn; en niet zulke oppervlakkige en ongegronde befchrijvingen te geeven van die bezittingen , welke eigenlijk het voorname voorwerp , het wezen zelf zijn, dat voedzel geeft aan den handel op dezelve; dat zoo veel nut en voordeel aan onze republiek geeft; doch waar toe de compagnie alleen als middel of werktuig heeft kunnen dienen , en dus ook niet als wezen zelf of voorwerp dient befchouwd te worden. Indien het mij gelukt is , de vooronderftelling van den aucteur bondig te wederleggen, en het gebrekkige in zijne redenering Qfophismcj duidelijk aan te toonen; dan zoude het verder overwegen van den inhoud van zijn zesde of laatfte hoofdftuk nutteloos zijn , ware het niet dat bet oppervlakkige en zwakke der middelen, doorhem in dit hoofdftuk tot herftel van den vervallen ftaat der maatfchappij voorgeflagen, gevoegd bij de ondjrvinding wegens de uitwerking, welke deeze middelen hebben te wege gebragt, in mijn voordeel bewijzen, dat het door geenerlij hulpmiddelen mo-  INLEIDING. 33 mogelijk is de compagnie te redden, en tot haar voorigen bloei te herftellen; of, om mij beter uit te drukken, om door middel van eene met een uitfluitend Voorrecht begunfligde maatfchappij yan kooplieden, waar aan het opper toezicht over de Oostindifche bezittingen toevertrouwd is, het beftuur over en den handel op die bezittingen gaande te kunnen houden; veel minder om er door dezelve zoo veel nut en voordeel voor den ftaat en deszelfs ingezetenen van te trekken , als anderszins door een politiek beftuur over en een vrijen handel op dezelve mogelijk zoude zijn. Het befluit van onzen aucteur is alleropmerkenswaardigst, doordien het aantoont, vooreerst, hoe weinig acht men bij het bewind der compagnie floeg op alle voorftellen van verbetering en hervorming; ten tweeden, dat, als men al eens iets aannam , het dan nog maar ten deele en flegt uitgevoerd wierdt; ten derden , dat men een geheim voor de bewinhebbers zeiven maakte van alle ftukken, die tot opheldering der denkbeelden en kennis van zaaken konden bevorderlijk zijn ; zoo als blijkt uit het geen de aucteur van de memorie van den bewindhebber thomas hope verhaalt. Is het dan te verwonderen, dat onder den invloed van zoodanig een fyftema en beftuur onze bezittingen in Oost-indië, en de handel C op  34 INLEIDING. op dezelve, zoo weinig nut en voordeel asn onzen ftaat en deszelfs ingezetenen toegebragt hebben? Ja zelfs dat in laatere tijden, door de ongehoorde fommen, die door de ftaaten van Heiland en Zeeland aan de compagnie voorgefchoten zijn, opdat zij niet banqueroet zoude gaan , en haaren handel kunnen blijven voortzetten, de fchulden van den ftaat zoodanig zijn vermeerderd , en het crediet zoo ondermijnd, dat het vaderland daar door op den rand van zijn bederf is gebragt, en alléén door het tijdig aanneemen van andere grondbeginfelen, en een daarop gevestigd fyftema van beftuur over de Oost - indifche bezittingen en den handel op dezelve, gered kan worden? Offchoon nu, naar mijn oordeel, de braave en kundige bewindhebber van der oudermeulen, vooreerst door cï ptïori eene onbewezen vooronderstelling als bewezen aanteneemen, en ten tweeden door a pofteriori eene verkeerde gevolgtrekking daar uit afteleiden, zijn doel gemist heeft, en geenszins dat geene bewijst, waartoe zijne memorie beftemd was ; zoo moet men echter erkennen, dat zijn werk allen lof, en zelfs de dankbaarheid der natie verdient; hetzelve is het volledigfte ftuk, dat ooit over deeze ftoffe het licht gezien heeft , ten minften voor zoo verre mij bekend isj het onthoudt een rijkdom  I N l £ J D I H £, «5 dom van zaaken en kundigheden, xoo over den handel van Oost-indië, als over den algemenen handel der waereld, en in het bijzonder van onze republiek, waar van men zelden ergens iets aan> treft. ■ el verre dus, van het bovengaande van mif ais eenen aanval op de verdienden van den aucteur te willen hebben aangezien, zoo hoop en v ivagt ik van mijne landgenooten, dat zij zich overtuigd zullen houden, dat het alléén de wensen en het ^erlangen is, ora de gewigtige en belangrijke onbefliste vraage, hoe voortaart ■ onze bezittingen in Oost - indii beftuurd en den handel op deztlve gedreven zal worden , in haare waare gedaante aan het verlicht oordeel van het algemeen, en in het bijzonder van de beftuurers van ons gemeenebest, voorteftellen, welke mij genoopt heeft, het fyftema van den aucteur, zoo als het in zijne memorie ontwikkeld is, te overwegen, en volgends mijne begrippen en denkbeelden te wederleggen. Indien nu bevonden wordt dat ik niet misgetast heb , en de grondbeginfelen van mijn fyftema aangenomen mogten worden , dan zal het eerst mogelijk , nuttig en noodig worden , ook de maatregelen optegeeven , volgens welke men hetzelve zal kunnen invoeren, om daar door het heil en den voorfpoed van den ftaat te herftellen , ja denzelven mogelijk in weinig jaaren C a we-  J6" INLEIDING- weder, tot den hoogden top van welvaart, magt en luister te zien opkUnmjen. ME-  M E M O XL I E VA N B. VAN DER OUDERMEULEN. C 3   IETS DAT TOT VOORDEEL DER DEELGENOOTEN VAN BE OOST INDISCHE COMPAGNIE E N TOT NUT VAN IEDER INGEZETEN, VA N DIT GEMEENE BEST KAN STREKKEN. C4  De KOOPHANDEL,;., dat weldaadig geftarnte van voorfpoeJ, van welvaaat, van genoegen en geluk, veripreidt alle dc gunden der vruchtbaare Natuur, uit ieder geweft, over den aardbodem, en vermenigvuldigt ze door het aanmoedigen van vrye en nutte werkzaamheid. Handwerken , Kunden en Wetenfchappen , bloeien op het fpoor van den Koophandel , zonder wien de Landbouw, de nuttigde kunft van allen, aan het kwynen (laat, en de Zeevaart geenen adem haalt. Geen Land kan ongelukkig zyn onder dezen invloed , die alle woedheid verband, en het menschdom zelfs de Régtvaardigheid doet beminnen , om dat zyne eerfte beginzelen zuivere gevoelens zyn van eenen goeden trouw. Want wy fpreeken hier van geene verachtelyke baatzugt, maar van eerlyken, lofwaardiger! en edelmoedigen Handel, die nimmer de belangen van het algemeen uit het oog verBeft. üe zeden die onder het krygs gedruifch altoos verbafteren, zullen onder zulk een handeklyvi-nd Volk, nog meer dan de wetten , den band der Eendragt verderven. Het geringde Lk' der zaamenleeving is 'er nuttig, er» deelt op zyne beurt in den gelukdaat van het Gemcenc Bed. Trotsheid is 'er haatelyk: maar de onbekrompene overvloed baard eene edele fierheid, die, fchuw van omkoopinge en bedriegeryen, op het fchoondo gepaart gaat met de bewuftheid van waare verdienden. Gezegend Land ! daar elk zyne eigendorame geruft bezit, daar geene ingebeelde rang de gezelligheid vermindert, om dat een iegelyk in zyn foorc onaf hangelyk is; daar deeze voldoening den zuurden arbeid verzoet en beioonr. Zulk eene ryke bron van zedelyk en natuurlyk heil is de Koophandel , vermogende ziel en zenuw van eenen groeiende Staat, albezielende geeft der geveftigde Maatfchappyen, en leidftnr der vryheid, zonder welk de reden zelve een doodelyk gefchenk zou zyn. Indien eeu Sterveling, door de Voorzienigheid aan het hoofd van een Gcmeene Beft gefteld, dit alles, in zyne ontelbaare gevolgen begreep, en begunftigde, wat zou hy gelukkig zyn! Styl , Opkomft en Bloei van de Republicq der Verëenigdt beierlanden. [Editie 1774,] P- 4°L tot 403.  IETS fj DAT TOT VOORDEEL DER DEELGENOOTEN VAN DE ÖOST INDISCHE COMPAGNIE E M TOT NUT VAN IEDER INGEZETEN, VAN DIT GEMEENE BEST KAN STREKKEN, INLEIDING. Van het tydftip, dat Bewindhebberen der OostInd. Comp. deezer Landen, door gebrek aan geld, genoodzaakt zijn geweeft zich aan Haar floog Mogende, by wijze van verzoek brieven, te vervoegen, is de ftaat haarer zaaken, zo door Couranten als door onze Jaarboeken, aan de Ingezetenen Van ons Gemeene Beft, bekend geworden; doch, C 5 ver-  4& IETS DAT TOT VOORDEEL vcrmids het geene by die ftukken (i) gezegd is, meer heeft gezien op de tegenswoordige omftandigheid, waar in de Maatfchappy door den oorlog geraakt is, als wel gediend heeft, om door dezelve een recht denkbeeld te geeven, van het beftaan aan die zelfde Oost Ind. Comp.: zo is het voornamenlyk, om aan dit laatfte inzicht te voldoen, dat ik de pen heb opgevat; en trachten zal eenig meer licht (a) te verfpreiden over den voormaligen (O Ik z'e n'et alleen op de verzoek Brieven om onderhand van penningen, aan H. H. Mog. overgegeeven, zedert de maand Juny A". 1783 tot nu toe , maar op nog andere, die van -wegens de kamer Amfterdam, voor de Hollandfche Kameren, zo aan de Staaten van Holland, als aan de Vroedfchap deezer Stad, zedert het uitbarften van den Oorlog met Engeland, zyn overgegeeven geworden. Men zie hier over het geene in 'teerlte en derde Hoofdftuk nader zal gezegd worden. (2) Deeze woorden moogen van fommigen voor wat hoog opgenomen en verwaand gehouden worden; doch dezulke bidde ik in aanmerking te neemen, dat de Schryver reeds van zyne eerfte jeugd af in de commercie beézig geweest is, dat verfcheidene zaaken van belang door zyne handen gegaan zyn , en dat hy nog daaglyks van den Ouden en nieuwen Koophandel zyn byzondere lief hebbery maakt, terwyl voor-en tegenfpoed hem gelegenheid en tyd gegeeven hebben, om eenige meerdere ondervinding dan andere daar van, en in 't byzonder van de Negotie zaaken der Oost Ind. Maatfchappy, te krygen.  der DEELGEN OOTEN enz. 43 gen en de tegenswoordigen ftaat (3) van deeze Maatfchappy; waar op ik zal laaten volgen, het belang dat ieder Ingezeten van dit Gemeene Beft heeft by de inftandhouding dier Comp. en eindelyk in overweeging geeven, of dezelve, al, of niet, in haaren ouden luifter te herftellen zy. Om dan met eenig nut over deeze onderwerpen te fchryven, dien ik de volgende zaaken te verhandelen, namenlyk: 1. De verfchillende gevoelens omtrent den oorfprong van den achterlyken ftaat der Oost Ind. Comp. a. Aanwyzing van de voornaamfte oorzaaken van den achterlyken ftaat dier Maatfchappy. 3- De toeftand dier Comp. zo als die thans is. 4- Wat nut en voordeel de Oost Ind. Handel aan te Ingezetenen van dit Land toebrengt. 5- Dat, (3) In Jmry A°. 1783 wierden 'er 14 Millioenen Guldens tot onderlland gevraagd, en in 't Voorjaar A' i?84 nog 6 Millioenen, naar maate 'er nu langer gewacht wordt om de zaaken , zo men de Ooft Ind. Comp. behouden wil, in het hart aan te tallen , naar maate men den tyd verzuimt, zal het den Lande meer geld kofle, en de Deelgenooten ia hunne Capitaalen hoe langer hoe meerder verarmen.  44 IETS dat tot voordeel 5- Dat onze Republicq haar aanzien niet alleen verliest, als de Oost Ind. Comp. niet in fland gehouden word, maar dat daar en boven ieder Ingezeten hier door een aanmerkelyk verlies zou lyden, 6. Wat 'er dus behoort gedaan te worden, om de Maatfchappy niet alleen te bewaaren , maar in haaren ouden luifter te herftellen, waar toe ik de mogelykheid van verre zal aan de hand geeven. Deeze verfchillende onderwerpen, heb ik in zes Hoofdftukken by een gebragt: De drie. eerfte bevatten de aanwyzingen van zaaken, die in den Koophandel der Comp. voorgevallen zyn, en van den toeftand, waar in dezelve tegenswoordig zich bevindt ; De drie andere houden befpiegelingen in, die onder gods zegen en het welbehaagen van den souverain, in 't toekomende van nut en voordeel kunnen wcezen, eerste  der DEELGENOOTEN enz, 45 EERSTE HOOFDSTUK. Over de verfchillende gevoelens, omtrent de» oorfprong van den achterlyken ftaat der Oost Ind. Comp. De meefte Bewindhebberen en Amptenaarefl van de Ooft Ind. Comp., gelyk meede veelen, die daar buiten zyn, of geene onmiddelyke betrekking tot dezelve hebben , hoort' men zeggen, als 'er over de oorzaaken van den achterlyken ftaat dier Maatfchappy gefproken word, dat dezelve is toe te fchryven: ten eerften : Aan de groote uitdeelingen, die in 't begin van deeze Eeuw zyn gegeeven, en den Tweeden, aan de vermeerderde Mededingers, die de Comp. in den Oost Ind. Handel, byzonder in deeze Eeuw heeft gekregen, waar door haar beftaan zou verminderd zyn. Aan beide deze oorzaaken meent men, dat den achterlyken ftaat, (waar aan Zy voornamenlyk zedert A°. 1736 (O, of byna vyftig Jaaren, voor den laatften Oorlog met Engeland , heeft gekwynt) zoude zyn toe te fchryven. Het eerfte begrip vervalt op het oogenblik, wanneer men gelegenheid heeft om in te zien de reCO Voor het Jaar 1735, is de ftaat der Maatfchappy dan eens voor uit, en dan weder ten achteren geweeft. In het vervolg zal men zien wat hier door verftaan wordt.  |6. IETS DAT TOT VOORDEEL refpeétive ftaaten of Balancen, zo als dezelve waaren ten tyde, dat die groote uitdeelingen gefchied zyn; ik zal flechts daar van één enkeld voorbeeld aanhaal en, den ftaat namenlyk der Comp. in den Jaare 1718. toen de Maatfchappy hier te Lande na aftrek van alle fchulden, meerder dan Elf Millioenen Guldens overhield, zonder in aanmerking te neemen het geen dat voor haare reekening aan kielen en fchatten zeilende was, noch het geen Zy in de Ooft Indien uitftaande had en bezat op welk een en ander niet eens gerekend wierd (2). Het tweede gevoelen, dat ik nu moet beftryden, vereischt meerder omllag van wederlegging, niet alleen om dat het van eenen gantsch anderen aart is, maar voornamenlyk om die geenen zo wel, die in den dienft der Ooft Ind. Comp. als die daar buiten zyn, te overtuigen, dat deze onderftellinge op geene gronden van zekerheid ruft: Het welk te meer noodig is, om dat dezelve door eene volle vergadering van Zeventienen, by hun eerfte adres, in het begin van Juny A°. 1783, aan haar Hoog Mog. overgegeeven, openlyk aan den dag gelegd (3), en vervolgends nog, doof een Ca) In 't Jaar 1718 is de ftaat devoordeeÜgfte geweeft, die de Ooft-Ind. Comp. hier te Lande immer gehad heeft. C3) » Men durft U Hoog Moog. niet voorfpellen dat „ zy immer tot haaren ouden luifter zal geraaken; maar „ het  3der DEELGENOOTEN enz. 4y een nader berigt van Heeren Hoofd-Participanten, beveiligd geworden is: Zoo dat deeze dwaling te gevaarlyker is, om dat zy het gevoelen behelft van Mannen, aan welke, als der zaaken kundig, niet licht geloof en vertrouwen mag geweigerd worden. Op dit oogenblik heb ik het oog vooral op het Bericht der Heeren Beëedigde Hoofd - participanten, aan de Heeren CommifrariiTen van de vroedfchap deezer ftad, in December van dat zelfde Jaar, of in de daarop volgende Maand January, overgegeeven, waar in gezegd wordt. „ Dat de oorzaaken van den zo buitengemeenen „ bloei deezer Maatfchappy, in de eerfte Jaaren „ van haare oprechting, en nog lang daar na, „ zo wel als die der zedert daar aan opgevolgde „ vermindering in dezelve, zoude zyn ontftaan, „ door natuurlyke gevolgen, veroorzaakt door de „ omftandigheden van den Tyd. — Dat vervol„ gens de acceiïïe van by na alle de Europeefche „ Natiën, tot den Indifchen Handel, de voordee„ len derzelve zeer heeft doen fmaldeelen, enz." In- „ het zoude ook niet moeielyk vallen om de oorzaaken „ na te fpooren van den minderen bloei der Maatfchappy „ in deeze dan in de voorige Eeuw: de meerdere vaart „ en handel van andere Natiën, buiten de Nederland* fche Comp., behoeft flechts genoemd te worden om „ ieder te overtuigen van de oumogelykheid om immer 3, naar dien bloei te dingen." (zie het Jaarboek 1783, BI. 1037, onder aan.)  48 IETS DAT TOT VOORDEEL Indien ik niet reeds voor veele Jaaren, verfcheiden Maanden achter een , in de Indifche Negotie Boeken had doorgebragt, dan zoude ik zelf over de waarfchynlyke redenen, van den buitengemeenen bloei en de daar op volgende vermindering onzer Oost Ind. Maatfchappy , die in dit gefchrift, en in het voorgaand adres van Heeren Bewindhebberen voorkomen, niet getwyffeld hebben! doch zedert dat ik die Negotie Boeken heb ingezien, en uit dezelve in den Jaare 177a myne Memorien, over den achterlyken ftaat der Comp. heb geformeerd, zo ben ik overtuigd geworden dat dezelve alleen toegefchreven moet worden aan den Handel, die , voor 's Comp. Reekening, in de Indien geduurende deeze Eeuw, gedreeven is-, zo als ik dit ftraks naderzal aantoonen, en vaar van men zo ik geloof nog zo algemeen niet overtuigd is, Althans het is zeker dat toen de Periode in het adres van Heeren Bewindhebberen (4), waar ©p ik thans het oog heb, my in 'sHage, een meede Lid der Vergadering van Zeeventienen weezende, wierd voorgelezen, dat ik toen geen oogenblik geaarzeld heb , daar op te zeggen" dat my die Periode niet beviel." Doch toen noch tyd, noch •genoegzaame bewyzen aan de hand hebbende, moeft ik daar in beruften. Het was dan vervolgens, na dat het Bericht van (4) Zie de voorigc Noot.  der DEELGENOOTEN enz. 49 van Heeren Beë'edigde Hoofd-participanten my in handen kwam, dat ik eerst ben aangefpoort ge-, worden om nader te beproeven, in hoe verre het bewysbaar was, 't geen ik tot nog toe gemeend hadde, dat de oorzaaken van de verachtering der Maatfchappy, niet aan de meerdere Concurrenten, maar aan het aanhoudend dry ven van den Handel in de Ooft Indien, van Haven tot Haven, moeft toegefclireeven worden./ Hier toe wierd dus een geheele andere manier van werken vereischt, dan ik tot nog toe gevolgd hadde; dewyl ik moeft beginnen, met eerft en vooral de bewyzen ter toets te brengen , voor myne eerfte ftelling, dat niet de meerdere Concurrenten , noch de mindere winften hier te Lande , op de verachtering der Oost Ind. Comp. van geenen weezenlyken invloed waaren geweeft. Ik nam hier op dadelyk het befluit van eenen nieuwen arbeid te beginnen; Daar toe doorbladerde ik de Oudfte Negotie-boeken van de voorleedene Eeuw, en trof, by die gelegenheid, zulk een ryke overvloed van ftofte aan , dat ik daar door ten eenemaal in ftaat gefteld ben, om dit ftuk breeder te betoogen, waar door te gelyk op nieuw, aan myne twee Memorien, reeds in A°, 1772 voltooid, eene meerdere kragt van bewys wordt bygezet. Om nu op vafte gronden, deeze zoo zeer ingewortelte denkbeelden, met vrucht te keer te gaan, zal ik eenvoudig opgeeven het geen ik by myn onderzoek gevonden heb, en wel, om alleen by D de  <-0 IETS DAT TOT VOORDEL de Negotie-bneken der Comp. te blyven (5), ten eerften: Wat 'er omtrent aan Capitaalen, volgens 's Comp. Negotie-Boeken en Balaricen, van den beginne aan', zo bier te Lande, als in de Ooit Indien is omgezet (rï>! en ten tweeden; Wat ruwe Win- (5) Het kon hier anders ook van nut wezen , 2ich den eerften aanleg van onzen Indifchen Handel, en de geheele gefchi.bedden van de ontdekte en geveftigde vaart de waards , iets breeder te herinneren; want fchoön dit onderwerp meerder tot Hftorie-kunde dan tot eene merc:.ntile demonftratie fchynt te behocren, is het echter nin mcr ondienflig, maar dikwyls in tegendeel, noodz;.kdyk, dat de Koophandel door de gefebiedeni feu , wordt voorgelicht, en eene korte ophaaling daar van kon ook voor ons werk, by de zulke, die geen Kooplieden , mnar Leden van de Regeering zyn , zeer veele nuttigheid hebben: om dat men daar uit, by eigene ondervinding zou kunnen ontdekken , dat wy van den beginne aan , echte gedenkftukken hebben trachten te volgen , waar door men te zekerder zou kunnen verwachten dat ook het vervolg van dit verhaal , een aan een-gefch;:kelde ketting van wa-rheden bevatten zal. Deze inz chten hebben my 0 k bewogen onder de kylasgen, La. A, korteljk iets aan te ftipien, wegens het merkwaardigfte dat 'er door de Europeaanen in de Oost Indien, Zedert A«. 1497, tot dat ' e? de Or.zen gekomen zyn, is voorgevallen. (6) Zie onder de Bylaagen, Biadz. B.  der DEELGENOOTEN enz* 5r Winften , in ft byzonder met den Handel, tusfchen Afië en Europa, vice verfa, zedert Aö. 1613, uynde 166 Jaaren) tot A°. 1780 zyn behaald. V. anneer men dan dit Tydperk van 166 Jaaren in twee gelyke Perioden verdeelt, zal men zien dat de Capitaalen , die in de laatfte Per -'ode zyn omgezet, en de ruwe Winften die op dezelve genoten zyn, verre die van de eerfte Periode overtreffen ; Om hier van het voldoenfte bewy's aan de hand te geeven * gelieve men Hechts ir-tezien het geen hier achter onder de Bylaagen op Bladz. C gebragt is, waar uit men ontwaart, dat, omtrent het midden der voorige Eeuw , de Sommen der verkochte Koopmanfchappen hier te Lande, door de Ooft Ind. Comp. in 10 Jaaren (namenlyk van A°. 1648 tot A°. 1657) t'zamen hebben bedraagen 79,433088: - Gulden (7), en in de laatfte 10 Jaaren van onzen tyd, te wcetcn van A°. 1771 tot A°. 1780 een Capitaal , vaii 300,003001:-; Voorts (7) Ik maak geen onderfcheid ïn de waarde der ver-* fchülende Geldfommen , om dat de zilvere Ducaton en Ryksdualdcr, in het midden der voorleeden Eeuw, reeds tot 63 en 50 Stuivers gangbaar waareri. De prys ran het goud was toen minder dan nu , maar de alge-' meene Maatftok van de waarde der dingen Is hier' te Lande meer het Zilver dan het Goud: Zie ir.yn RëeJy' fur le Comm. Tom. I, Partie I. Pag. 140. D s  4ü IETS DAT TOT VOORDEEL- Voorts is het zeker, dat wanneer de inkooppryzen van de Pondgoederen weinig veranderingen hebben ondergaan, en de verkoopspryzen van die Goederen in evenredigheid dier twee Periodes dezelfde zyn gebleven, dat 'er dan op twintig Millioenen , ieder Jaar , meerder gewonnen moeft zyn, dan op nog geen acht MillLe* nen (8). Om dus aan myne ftelling al - weder eenige meerdere kracht te geeven, vindt men op Bladz. D, onder de Bylaagen, de quantiteiten van eenige voornaame articulen , Pond Goederen zynde, die in verfchillende Jaaren hier te Lande verkogt zyn , en waar uit ik getrokken heb het hier nevens gevoegde Fergelyk, waar door volleedig aangetoond word dat de winft, op ieder foort van goed, door een genemen , thans aanzienlyk meerder is. Doch het geen ik opgegeeven heb wordt nog taftbaarder, als men ziet hoe veel de vier Retou- ren (8) In onzen tyd reken ik dat de Ooft Ind. Comp. onder haare retouren aan Doeken of Lywaaten voor l ii i in gelds waarde zal gehad hebben ; In de voorleeden Eeuw was dit zo veel niet, ik giflè £ a J van een geheel Retour ; dit kan , als men met kennis bediend wordt, op i a | gebragt worden; men ga maar eens na hoe fierk die Handel by de Engelfchen , en zedert den Oorlog, by de Deencn is toegenomen.  der DEELGENOOTEN enz. 53 ren in 1694 tot 1697 en in A°. 1774 tot 1777, in de Ooit Indien hebben gekoft , en als men vervolgends nagaat, wat de Retouren in A°. 1695 tot 1698, en in A°. 1775 tot 1778 hier te Lande hebben opgebragt (9), dan is het bewezen, dat de (9) De Retouren van de Ooft Indien bedroegen In A°. 1693 4,2548971693 3>3°9304- 1604 2,402956- van Batavia. ~) ditkanmeergeweeeft ,„ „ f zyn , dcwyl ik het 680284- . . . CeilOH. J Grootboek niet by handen gehad heb om het te kunnen nagaan. 1695 4,179073- .. . Batavia. 1,000558- Ceilon. 1696 3.532243- ... Batavia alléén. 1697 3,965188- ... dito. 1,444956- .. . Ceilon. In A'. 1774 4,319790- China is daaronder, voor zoa veel het.Comptoir Batavia daar toe gegeeven heeft* 1775 5^44627 - Wem. 1776 7,509326 - Idem. 1777 6,802913 - Idem. 1778 8,850569 - Idem. Onder de bovenitaandc vyf fommen zyn de Lywaaten, die direët van Bengaaien, Cormandel, Ceilon en Suratte zyn aangebragt, en die bedroegen D 3  g4 IETS DAT TOT VOORDEEL de tegenswoordige Handel der Maatfchappy(I),hier te Lande, veel meer Koopmanfchappen in volume en Capitaal heeft afgeworpen, ja, dat 'er eenige Mil- In A°. 1774 • • • M4°7°3 - 1775 . . . 2,368803 - 1776 • . . 2,308887 K77 • • • • 3.161184 1778 • • • 3)452538 - 12,732105 : - VERGELYK der Pryzcn die in A'u 1650 d 1659, en in de Jaaren van onzen tyd, voor de volgende Indifche frodu&en , door de Oo/l Ind. Comp., zyn ge maakt. Peeper van A°. 1650 tot Van A°. 1761 a 1659 ingefloten , door 1780 ingefloten. o.%\ $ een . . . . i3 § Caneel van A°. 1650 a Van A°. 1751 a ' 1655, 6 Jaaren door 1780 30 Jaaren door een . . . 27 f ft. een . . . 108 a 128 ~~dTïi8 ft. NootenMufcaaten . 491 Afgeleverd in deeze Eeuw tot 1780 ingefloten a 75II:. Nagelen . . . . 64 l Tot omtrent de helft van deeze Eeuw zyn dezelve afgeleverd a 75 ft. daar na eeni2.e Jaaren verkogt van 91 tot 163 ft. 't ff. ze-  der DE EL GE NO O TEN enz. 55 Millioenen Jaarlyks, met dien zelfden Handel, nu meerder gewonnen worden, dan in de voorleedene Eeuw, en dit was het geene dat ik te bewyzen had. Het zedert 1758 tot 1777 zyn dezelve afgeleverd a 85 ft. Zie verder de Bylaage D. FoeIv 19 lS Van A°. 1761 tot 1770 a 32 • 8 1771 . . . 1780 . . . , . -.ai-a% thans, door gebrek, boven de 60 S. Om nu te kunnen opmaaken wat 'er nog by het Inkoops bedraagen der Retouren, wegens China, dient gevoegd te worden, zal ik nog opgeeven, wat die Retouren in 't geheel, na aftrek der winften, die op de verkogte Koopmanfchappen te Canton zyn behaald, gekort hebben ■ te wceten: Hebbende hier te Lande gegeeven, Banco Gld. St. IuA°. 1774111.512341-^73 1,844427- 3,692867- 1775 482466 1,736876- 3,8*8894- 1776 623535 2,324726- 3,709606- 1777 660707 2,378545- 4*685408- 8,284574- 15,976775- Agio D 4  $6 IETS DAT TOT VOORDEEL Het licht derhalven , dat door dit onderzoek over den oorfprong van den achterlyken ftaat van 's Comp. Agio 4 pet 639071- 16,615846- 1778 665354 2,378545 2,916474- deeze mindere fom dan de voorige, heeft tot oorzaak gehad dat 'er twee Schepen, Abbekerk en Vreedenhof, gebleven zyn. Agio 4 pet. 116658- 10,663119 - 19,648978 - De vier Retouren van China bedraagen 8,284574: Daar nu af het geen Batavia daar toe gegeeven heeft. In A°. 1774 1,102150- 1775 1,061488- 1776 1,240486- 1777 1,378945- ' 4*783069:- 3*501505:- Dus moet het Capitaal der Retouren nog met die fom bezwaard worden, om een eiaél vergelyk te kunnen opgeeven,gelyk ik dat daadelyk doen zal. Laat  der DEELGENOOTEN enz. 57 's Comp. beftaan voor het toekomende verfpreid wordt, is myns bedunkens van zeer veel gewicht, en Laat ons nu zien wat de verkoopingen hier te Lande, in de onderfcheidene jaaren, gegeeven hebben. Verkogte Goederen. Onverkogte Goederen. In A'. 1694 11,988319- .... 6,8586991995 10,306565 5,349826 - 1696 14,945119- .... 4,587749- 1697 IJ*4729I9 - . . . . 3,672866 - 1698 15,508064 - . . . . 3,122810 De onverkogte Koopmanfchappen wierden toen ge- fchat nameniyk: Vóór A°. 1701, de Nagelen alleen 54(1., daar na 45(1. tot A°. 1719 toe; de overige, voor den laatftgemelden Tyd, de Nooten 45, de Rompen si, de Brokken 12, de Caneel 30, de Foely 15 Schellingen de Bruine 50. de korte 24IÏ.y alle ieder Pond gewigt; Men rekende van 't gewigt, aan Lekkagie 15 pet. Zedert den Jaare 1719 zyn die, waardeeringen veei verminderd, en bepaald, als: de Nooten en Nagelen op 2oft., de Caneel op i2ft., en de Foely op 6 Schel. het ffi; de Rompen, Brokken van Nooten, en de uitge- fchoten Foely zyn van dat Jaar af, op niets gereekendj Zie de Refol. 21 July 1719. In A°. 1774 beliepen de fommen der verkogte Goederen, en d'On verkogte eenfommavan 18,833815. - 6,579820. - ^775 • • • I9>375990- - 6,376079. - /r .0 o I aeeze 4jaaren 1776 . . . 19,851455- - 6,603118. .( by^n 1777... 19,988492. - 6,844300. -r2ö;15orö:_ 1778. .. 21,219074. - 6,427271. -J 1779 . 20,166984. - 6,222401. D 5 De ■  58 • IETS DAT TOT voordeel en zal in 't vervolg onder de onderwerpen, die in de Hoofdftukken 4 en 6 ftaan verkandeldeld te worden, ons zeer wel te pas komen; Ondertuffchen herinner ik ook den Lezer, dat deze vei meerdering van Handel en Winften zo natuurlyk volgen moeft uit de veranderde gedaante der zaaken zedert den tyd van karfl den V-», dat een doozigtig ftaatkundige dezelve byna van vooren zoude hebben durven onderftellen, eer hy 'er van agteren, door de Négötië-boeken der Comp. ten zekerfte, van overtuigd wis: Men denke Hechts na; T;n eerften, hoe de «aardigheid en de Koophandel, zedert de Regeering van kar el den V> , in Europa is toegenomen. Ten anderen, hoe fterk de Kofiy-en. Thee-Negjtie, eerft in het begin deezer Eeuw opgekomen , toegenomen en in de laatfte 50 Jaaren aanzienlyk vermeenigvuldigd is. tindelyk', dat naar De onverkogte Koopmanfchappen, van ieder Jaar, heb ik 'er bygevoegd, met de zo evengemelde aanmerking, die betrekking heeft tot derzelver prysfteiling, men ziet daar door dat om de onverkogte Goederen van de laatfte Retouren, in gelyke waarde te brengen met de eerfte van A°. .'Ö94 tot 1698; De 6 ten miniton 15 ja wel j8 zouden bedraagep. — Dit dient ook in aanmerking te komen, want het een-en ander behoort tot de overgemaakte Retouren, Laat  . der DEELGENOOTEN enz. & naar maate de Natiën over de geheele waerelcX zich nog meerder befchaven, de Koophandel de> to Laat ons dan nu opmaaken den ftaat van vergelyk. de Verkogte Goederen, de Onverkogte. Het Retour van A*. 1694 kofte 3,143240- deeze kunnen eerft in A°. 1695 verkogt zyn, daarom neeme ik die een Jaar laater. A°.i695 10,306565-5,3498261695.-. 5,179631-.. 169614,945119-4,5877491Ó96. -. 3,532243-.. 1667 12,472919- 3,672866«997- -.5,410044-.. 1698 15,508064-3,122810- ï7>»«fc*S.ti arj^aöd/-10,733351- ieder Jaar 4,310290- 16,733251- 69,965918ieder Jaar 17,491479- Yerkogte Goederen. Onverkogte. Hef Retour van A°. 1774kofte 4,519790-A°. 1775 19,375900-6.376079- 1775 • - • 5,844627 - . . 1776 19,851455 6,603118- 1776 .-. 7,509326 .-. 1777 19,98'402 "6'8443'O. 1777 . -. 6,802913 - . . 1778 21,215074-6,427271- 24,676656- 80,434921 -26,25 70i- Hier by het geene de Re- Deeze fom in tou:>en van Caton meerder evenredigheid hebben bedraagen, dan het der mindere geene Liatavia daar toe ge- waardeering , *ee-  $0 IETS DAT TOT VOORDEEL te aanzienlyker moet uitgebreid worden; De middelbaare ftaat of Claffis van menfchen moet overal toe- geeven heeft 3,501485 66,626295- maar op de voet van 6 tot 15 gebragt bedraagt. 28,178141 147,061816-66,626895- fooreeniederJaar704453,5- Jaarlyks 36,765454- Volgens deeze Bereekening blykt het geen ik hier boven heb gezegd, dat de Retouren niet alleen In de voorledens Eeuw minder in waarde dan tegenswoordig zyn geweeft, maar teffens aan Capitaal en winft minder hebben opgebragt. Want om, ten eerften , by het eenvoudige te blyven , 10 ziet men dat de Retouren, vier Jaaren door een genomen , op het laatft van de voorleedene Eeuw in de Indien hebben gekort 4,316290:-, dat'er in 4 Jaaren, van A°. 1695 k 1698, hier te Lande is verkogt voor 53,232667:- of'sjaars 13,308166, zonder de onverkogte Koopmanfchappen te reekenen, en dat in onzen tyd de 4 Retouren in de Indiën hebben gekort 7,044535:-, daar en tegen de verkogte Koopmanfchappen hier te Lande beloopen 80,434921:-, of des jaars 20,108730:-, zonder de onverkogte Koopmanfchappen meede ia aanmerking te nee-  der DEELGENOOTEN enz. fy toeneemen: en met denzelven de voorfpoedige en gemaklyke levenswyze, waar door dus ook de Ooft neemen. Waar uit blykt dat de verkoopingen hier te Lande 7 Millioenen meer hebben opgebragt, en dat 'er nu drie Millioenen meer gewonnen wordt, dan voor 80 Jaaren. Ik zal deeze opgaave nog op eene andere wyze uit een zetten. In A°. 1694 a 1697 bedroegen 'sjaars de Retouren 4,31(5290:- in Aï. 1774 a 1777 'sJaarlyks 7,044535:- (doch dit was zwaar geld,) Deeze gebrJtgt in Ducatonnen a 66 en deze in twee tyd perken verdeelende, heeft men voor het een , van 1612 tot 1695 of 1696... 1890 pet., en voor liet ander tot 1780 inelafive 1834 p-t.; dat by na gelvk ?>. En zulks niet tegenfutands, zo veele en groote uitdeelingen als in de voorledeue Eeuw gegeeven zyn. Maar  der DEELGENOOTEN enk. «g ftaat kan toegfchreven worden; Ik zal nu overgaan om aan te wyzen wat zeker tot deszelfs verval heeft meede gewerkt, en genoegzaam als de eenigfte oorzaak daar van moet aangezien worden. Maar in dien tyd gefchiedde het zo regelmaatïg niet, als zedert icó Jaaren heeft plaats gehad, hebbende de Comp' van 1685 af tot in 1781 toe, beüendig en ieder Jaar uit. deeliug gegeeven, 11 il IU|i UW TWEEDE HOOFDSTUK. Aa/wyzing der voornaam/ie oorzaaken , van den achterlyken ftaat onzer Ooft Ind. Comp. In den Jaare 1595, toen onze Kooplieden haare onderneemingen naar de Ooft Indien begonnen, waaren de En^elfchen 'er reeds 9 Jaaren te vooren geweeft, eenige Jaaren daar na , en wel in A°. 1600 hebben zy haar C oft. Ind. Comp. opgerigt. De Franfche zyn na ons in 1597 in de Indien gekomen. Het is overbekend dat onze Maatfchappy in 1602 tot ftand gebragt is, zeven Jaaren daar na hebben de Deeiien voor het eerft de Indien bevaaren (1). Zo (1) Zie Byiaage A.  64 IETS DAT TOT VOORDEEL Zo ongelukkig als tegenwoordig een oorlog ter zee voor de Coramerciè'erende Ingezetenen der Repub licq is, zo gelukkig waaren toen ter tyd deszelfs gevolgen, en het is daar aan voornamenlyk dat de opkomft der Maatfchappy moet toegefchreeven worden. Door den oorlog met Spanje moeiten wy by aanhoudendheid gewapend vaaren , en waaren dus, meerder dan nu, tegen s alle onvoorziene aanvallers gedekt; hierom moeften wy ook meer Schepen en grooter omfiag hebben, en daar toe meerder geld vermogen uitreiken. Dit blykt ten klaarften als men ziet dat het eerfte Capitaal der Engelfche Ooft Ind. Comp. in 1600 beliep 73,000- Ponden Sterlings (2), daar dat van onze Maatfchappy in 160a ruim 600,000:- Ponden was: Dus konde ons vermogen , na evenrediglieid, in alles by na negenmaal zo veel zyn. De Portugeezen en nog meerder de Spanjaarden flï.) zyn in de Ooft Indien gekomen, niet zo zeer om daar, by aanhoudendheid, eenen eenvoudigen Koophandel met de Inlanderen te dry ven, maar veel eer om daar vaftigheden te verkrygen, die uit te breiden, en over dezelve als Vorften en O verwinnaaren, te regeeren. Ook wierden zy, al ras na haare aankomft, onder de Inlandfche Vorften, als Ufurpateurs of Roovers aangezien, die voorna- men- (2) Zie, Anderfons, Cron. Deduct of Comm. op 't Jaar 1600.  üer DEELGENOOTEN enz. 6$ aienlykop het oog hadden, haar van die Bezittingen te ontzetten, en over dezelve Heerfchappy te voeren. Den onzen was het te doen om door ondemeemingen na verre Landen, groote voordeden te behaalen ; Het uitbreiden van den Koophandel alleen was voor hen daar toe voldoende, zy waaren dus by hunne aankomfte gematigder, en wierden welhaast by de Indiaanen aangezien voor die geenen, welke hen tegens het geweld van hunne eerfte aanvallers konden befchermen. Dus waaren ze dan ook, van den beginne aan, by de Inlanders gezien, wier. den door hun aangezocht; en ontfingen 'er alle hulp van, die gefchikt was, om op den duur en in vertrouwen , een eerlyken Koophandel te kunnen dryven. „ Het is dan ligt te begrypen, dat onze Natie, be. ter dan de twee genoemde, gefchikt was ter verkryging van het vertrouwen der Indifche Vorften, ook was onze Landzaat de bedreevenfte van alle volkeren in het ftuk van den Koophandel, waar door natuurlyk volgen moeft, dat onze Ooft Ind. Comp. aanftonds met meer gemak haaren Koophandel dreef, en op dezelve grootere Winften dan anderen behaalde f Ook heeft Zy, ter bevordering van dat oogmerk, genoegzaam van den beginne aan, zich op tweederlei foorten van Handel toegelegd , uamenlyk. *°< Die van Europa na Afië, en te rug.' £ Die  66 IETS DAT TOT VOORDEEL s°. Die in Afic zelfs s dat is in de Ooft Indien van Haven tot Haven. Dat de eerfte Handel aan de Comp. by aanhoudendheid groot voordeel heeft gegeeven heb ik in het eerfte Hoofdftuk aangetoond. Nu zal ik in dit tweede Hoofdftuk aanwyzen, hoe voordeelig in de voorleedene Eeuw, en hoe nadeelig in deze Eeuw, de binnenlandfclie Handel, van Haven tot Haven, voor de Comp. geweeft is. Om deeze aanwyzingcn met eenige order te doen, zal ik tot mynen grondflag neemen, de Jaarlykfe Winften,en Uitgaaven die 'er in Indien genoegzaam (3) van den beginne der oprechting onzer Comp. af, tot kort- vnnr het uitbarften van den oorlog met Engeland, hebben plaats gehad. Ik moet alleen nog v%or af met een woord aanmerken dat de binnenlandfche Handel in Ooft Indien , in de eerfte Jaaren, noch door de Engelfchen, noch door de Franfchen, en veel minder door de Deenen gedreven wierd. De Capitaalen, die de onderneemcrs hadden uitgelegd, waaren daar toe te klein ; Ook waaren de Engelfchen, in de Zeventiende Eeuw, te veel in haar (3) Ik zeg genoegzaam, om dat de Indifche NegotieBoeken van het begin, dat de Comp. in Indien haare zaaken begonnen heeft, tot 1613 , in de Ooft Ind. vernuft zyn, en men dus niet dan van dien tyd af, iets opgecven kan.  der DEELGENOOTEN enz. e> haar eigene Huishouding in de war, om zich op zaaken die in verre Landen omgingen, toe te leggen; De revolutiën, die boven dien in haare eerfte Ooft Ind. Comp. zyn ontftaan, zo door het vermeerderen van nieuwe Octroien,, als door het verkeerd beftuur, meerendeels veroorzaakt door bekrompenheid van penningen, hebben dikwils te weeg gebragt, dat die Comp. in het midden van haare onderneeming, heeft moeten kwynen, ja zelf nu en dan geheel ftil ftaan (4): Althans men vindt dat 'erin den Jaare 1637 meer dan eene Comp. uit Enge-' land op de Ooft Indien handel dreef. Naar maate de troubelen in Engeland hebben beginnen op te houden, naar maate heeft men zich dan ook meerder op het uitbreiden en het veftigen van een Ooft Ind. Comp. toegelegd; men leesd dat in 't jaar 167Ó de nieuwe Ooft Ind. Comp. die toen opgericht is, tot grondflag van haare onderneemingen had 73978^ Ponden Sterlings (5). Onder de Regeering van Koning willem zyn 'er nieuwe fchikkingen met de gemelde Maatfchappy ge- (4) Zie , Anderfons, Cron. (als boven) Tom. 17. Pag. 59, 60. men zie verder op het Jaar 1640. onder Cromwel wierd de Handel op Indiën voor 4 Jaaren opengefteld. Men zie ook in het zelfde werk wat 'er op het laatft van die Eeuw met de Ooft Ind. Comp. in Engeland is voorgevallen. (5) Idem. E s  68 IETS DAT TOT VOORDEEI, gemaakt, en aan dezelve nieuwe charters verleend; Het is voornamenlyk'ivan deeze tyd af, (III,) dat wy omtrent onzen Oost Ind. Handel, nu en dan doos de Engelfche particuliere Handelaaren in onze on. demeemingen zyn gedwarsboomd geworden; Maar is ook juift in dien tyd dat wy, zo men hier te Lande de raad van de Hooge Regeering in Indië (6), had gevolgd zouden hebben kunnen zorgen, dat de Engelfche Comp. nimmer tot zulk een trap van vermogen zoude gekomen zyn, als men dezelve in deeze laatfte tyd heeft zien klimmen; zynde het genoegzaam zeker, dat de Engelfche Comp. door de particuliere vaart, in haare daaglykfe uitgaaven in de Indien merkelyk is gefoulageerd geworden: waar van, voor het eindigen van dit Hoofdftuk, nog met een woord zal gefprooken worden. Dan, om na deeze uitflap weder ter zaake te komen, en over een onderwerp van dat aanbelang den leezer met grond te doen oordeclen, zal ik, met zo veel klaarheid als het my mogelyk is opgeeven, wat 'er omtrent de Inkomften, doch vooral in (5) Tot in 1675, gelyk wy daadelyk zien zullen, is de binnenlandfchen Handel voor onze Comp. het voordceligfte geweeft. De Hooge Regeering in 1675 en daar na voorziende, dat de handel op den duur zo voordcelig niet kootte blyven, ftelde aan het Bewind hier tc Lande voor, om de vaart en handel in de Indiën op Batavia, voor ieder open te zetten.  der DEELGENOOTEN enz. 69 in de Binnenlandfehen Handel, en inde Uitgaaven in de Indien, geduurende een reeks van 166 Jaaren is omgegaan. Daar toe znl ik dat tydperk in twee ondcrfchei- den gelyke tydperken verdeelen, die ieder 83 Jaaren zullen bevatten. Waar uit men zal ontwaaren hoe voordeelig in het eerfte de binnenlandfche Handel voor de Comp. is geweeft, en welke invloed zulks op haar gantfche beftaan gehad heeft. En daar op laaten volgen het nadeel dat 'er na. derhand voor haar uit het voortzetten van dien zelfden Handel ontftaan is, met alle de akelige gevolgen, welken hier uit vroeg of laat te wagten zyn, zo de Comp. opzettelyk blyft volharden, om op den ouden voet voort te vaaren het voordeel, in het eerste tydperk, tot het jaar 1696 ingesloten, op den binnenlandschen handel in Asië genoten. Ik zal hier niet bré*d uitweiden cm te bewyzen, dat men aan onze yverigfte Kooplieden, gelyk meede aan onze voorzichtige^ en ftaatkundige Re. genten het oprechten der Ooft Ind. Comp. en het verkiygen onzer vaftigheeden in de Ooft Indien verfchuldigd is, maar my enkel beezig houden met die gewichtige zaaken, die ik my voorgenouien heb te verhandelen, namenIyk, hoe men die E 3 vas-  70 IETS DAT TOT VOORDEEL vaftigheden, byna Honderd jaaren, met voordeel heeft beftuurd. Dat voordeel onftond uit tweederlei oorzaaken. Ecrftelyk; trit de hifeómften 'die de Maatfchappy als Landheer genoot, en die zy effens als Koopman, door middel van een onophoudelyke ruiling van het eene foort van goed tegens een ander foort, of tegen koftbaare Mctaalcn , op endeucheidene plaatlcn, verkreeg. Ten anderen; daar uit, dat onze Comp. geftadigop het ooj hield dat de Uitgaaven, die 'er tot onderho' d en bewaaring van die Bezittingen, en tot Let dry ven van den Handel noodig waaren, die van den Ontfangst niet te boven gin. gen, of (cm het in een woord duidelyk te zeggen) dat de Onkoften de behaalde Winften niet overtroffen , maar dat 'er gezorgd wierd, dat men eenig Capitaal aan Winft overhield; en deeze twee aanmerkingen, omtrent de' oorzaaken van onzen toenmaals voordeeligen Handel, zal ik hier eerst vooral trachten te wettigen. Het Tydperk van 166 Jaaren, in twee gelyke perken verdeelcnde, zo heeft men -voor het een-en andere 83 Ja.trcn> en met A°. 1613 beginnende zo ïoopr bet eerfte tot 1696 toe. ■Laat ons nü zfen wat 'er in dat tyd verloop, door het middel der Inkomften en Winften, die 'cr met den Koophandel 'en andere kleinigkeeden in de •Ooft Indien zyn behaald, genooten is; En tellens welke uitgaaven 'er in dien zelfden Tydkring al zya  ber DEELGENOOTEN enz. 71 zyn gefchied, waar uit van zelfs zal blyken, boe veel die eerfte deeze laatfte overtroffen. Li hei Jaar 1653 bedroegen de In- komften vanjacatra . . . 8,514637 - en 'i Capitaal veroverde Goederen (IV.) . , 5,7&t°5 - De Winften niet den Koophandel van A°. t6t$ af behaald . . . 86,983330 - de Kleinigheden .... 464355 - - De totaale Winften . 101,704417 - af, voor alle de Onkoften, die toen te famen beliepen . ... 76,17775$ — Daar bleef , dus aan zuivere Winft o\ er , . -. 35,526662 - - Dat over de 40 Jaaren geflagen, ruim 6 Tonnen gouds, ieder Jaar, uitmaakt In A°. 1663 beliepen de gemelde In- komften .... 11,334133 - de veroverde Goederen 5,742105 - de Winften als vooren 125,538260 - j . de kleinigheden. . 59378 - ~ De totaale Winften 142,663776 - - E 4 af,  7» IETS DAT TOT VOORDEEX. af, voor alle de Uitgaaven 117,616961 - * BlyvendedusaanzuivereWinftover. 05,046815 - ■> Welke geflagen over 50 Jaaren, ctaet zien dat 'er in A°. 1663, voor ieder Jaar , aan Winft bleef, ruim 5 Tonnen gouds. In A°. 1673 ■> teIt men aan Inkomften 15,445520 - - aan veroverde Goederen 5,553356 - — Winften als vooren 184,445590 — s—Kleinigheden . . 625869 — Aan Winften geheel 206,070335 - De Uitgaaven beliepen 161,271748 — Daar bleef dus zuivere Winft over 44,798587 - _ of, over de óo Jaaren genomen, voor ieder Jaar byna 7 en een halve Tonnen gouds. ïhA0.1683, beliepen meergemelde Inkomften . . 19,511514 - de veroverde Goederen 5,601948 - de meergemelde Winften .... 233,472117 - de Kleinigheden . 605390 - - De totaale Winften 359,250969 - -  der DEELGENOOTEN enz. 7$ af, voor alle de Uitgaaven ... . . 213,282020 - - Blyvende dus aan zuivere Winft over .... 46,963949 - - Welk geflagen over 70 Jaaren, beeft iets mui* der dan 7 Ton ieder Jaar. In A°. 1693, bedroegen de Inkomften van Jacatra . . . 33,451480 ~ de overige Inkomften van alle de vaftigheden, die de Maatfchappy in Indien bezat 4-314111 - de v'vinftcn met den Handel behaald . ..... 2C0, .70159-- de baatige Kleinigheden (7) 8,500056 - - Aan alle de Winften. 322,735813 - af, voor alle de Uitgaaven . . . 374,416306 - - Daar (7) Onder de gemelde Som zyn ónder andere geweest, de volgende Poften. Tollen van de Molukkes 327478 : ~ Malakze Tollen . . 1050: Generaale Scheepsvragten 203450: * 1 -■ Confifcatiën 41002: Veroverde Goederen 5,494203: Reeken in g vaa-Staat 2^4212: - enz. E 0  74 IETS DAT TOT VOORDEEL Daar bleef dus aan zuivere Winften over . . ...... 48,319506 - - Welke geflagen over 80 Jaaren, maakt 'voor ieder Jaar 6 Tonnên gouds.' Laat ons voor een oogenblik nog op een andere Wyze deeze opgaaven inzien. Wy zagen zo aanftonds dat de inkomften en de oveH;;e W inften beliepen 333 Millioenen en 7 Tonnen gouds, zo wy die door de getallen der Jaaren, waar in die behaald zyn, deelcn, dan krygen wy, vobriedsr Jaar, ruim 4 Millioenen of eigentlyk 4,068305 guldens. Op gelyke wyze met de verliezen of de gedaane ©nkoften doende, dan hebben wy'sjaars 3,460407: Dus wederom 6 Tonnen, die 'er 's- jaars oVerblyven. ...... v Ik zoude van het Jaar 1693 geene opgaave hebben gedaan, zo ik niet. bemerkt had, dat 'er toen in de Ooft Indren voor de Maatfchappy grooter Capitaal aan zuivere Winft overbleef dan 4 Jaaren daar na, wanneer het reeds aanmerkelyk begon te verminderen, gelyk wy nu zien zullen. In den Jaare 1696 vindt men nog aan Inkomften van Jacatra . . 33,451486 - aan de overige inkomften . 8,671374 - —dé veroverde Goederen . 6,182844 - - ;U;ti  der. DEEL GENOOT EN enz. 73 aan Winften, met den handel behaald 304,893548 - - -—Kleinigheden . . . 3,041360 - 3 De totaale Winften in alles 346,040512 - - af, aan Onkoften, u famen §05,833723 - - Blyvende toen maar over 4. ,206789 - Of ru;m 8 Millioenen minder dan 'er 4 Jaaren te vooren in 't begin van T693 was overgebleven, een verlies waarfchynlyk toen veroorzaakt, ten deele, door de meerdere Onkoften, die men, om zich tegens vyandelyke aanvallen te dekken, maaken moeft., cn ten decle om dat teflens veele particulieren in dien Handel zich opdeeden (8), waar (iO De Engelfchén- (V.") hebben- reeds , in de voorige Eeuw, aan haare Ingezetenen of onderboorigen in de Ooft Indien den bi'nnenlandfchen Handel onder zekere Recognitiën afgeftaan , dewelke bekend zyn onder den naam van frte Merchant; Zy komen zelfs op Java de Lywaa* ten en Amphioen verkoopen, waar tegens zy in betaaling neemen, Suiker, Arrak en Ook wel andere pro*, du eten, die zy in het Welt 'van Indien verkoopen, juifï op plaatzen alwaar onze Comp. dezelfde Koopmanfchappen flyt. Waar door zeker aan ons eenig nadeel wordt toegebragt. Het is echter geenzints myn oogmerk, oin met het geene ik hier van zeg, te willen beweeren, dat aan  $"6 fETS BAT TOT VOORDEEL waar toe de oorlog meer dan de ruft gelegenheid geeft; Althans men ziet op 't duidelykft uit een cumparative opgaaf, op Bladz. E , onder de By. laagen gebragt, wat verfchil órx 'er toen reeds, ln de onderfcheiden Jüarlyki'cue winften cn uitgaaven plaats had. Het blylct dus dat alle de Winften „in de 83-Jaaren behaald voor ieder Jaar hebben gegeeven 4,16916a En jian onze Onderhoorigcn die Handel met vreemdelingen moeft beiet worden. Veel liever zie ik dat zulks aan hen toegedaan wordt, dan dat men hen dwingt om aan geen ander , 6ÉA aa r de Comp. of eigenlyk aan den Sabafidaar te raVJgéh verkoopen, en nog veel minder dat men hen verpügt van niet meer dan een bepaald getal Plantagiën en Arrak ftokeryen te mogen hebben, want dit is inderdaad ni.;ts anders, dan iemand te gebieden niet meer dan een derde van den dag naarftig te zyn. Wat zoude 'er van de Coloniën in de West-Indiëa geworden zyn , zo men daar dezelfde handehvyze had gehouden? Als men op Java de naarftigheid, nu en dan, wat opwakkerde , veel eerder dan daar aan te willen paaien Hellen, daa zoude dit Eiland met dezelde bevol. king, nog wel tweemaal zo veel kunnen geeven , en viermaal meeder waardig zyn. Men zie wat hier ovjr i.a, het je en 6-- Hoofdftuk zal gezegd worden.  eer DEELGENOOTEN enz. 77 En de Uitgaaven. 3-.684503 - - dus voor ieder Jaar. . 484659 - - of in 't geheel in dien tyd 40a Tonnen gouds , cn dat het hoogde voordeel geweeft is, in de 80 Jaaren, 483 Tonnen gouds. Nu blyft ons nog over te fpreeken van den invloed die deeze over Winft op 's Comp. handel hier te Lande had. De overvvinften , waar van ik zo even melding heb gemaakt, beftonden, voor een goed gedeelte, in de Contanten, Koopmanfchappen en goede uitftaande fchuldén, die , liy het fluiten van ieder boekjaar, cp de ondcrfcheide Comptoiren , onder het beftier van de Hooge Regeering, te Batavia refideerende, aanbanden overbleef. Het overige gedeelte was het bedraagen van het geene de Hooge Regeering, aan de Comp. hier te Lande, fucceffivelyk uit die overwinften had voor uit verftrekt. Om hier van de rééelfte blykcn te geeven, zal ik dezelfde order, omtrent het behandelen van die overvvinften houden, die ik zo even, met betrekking tot de winften en ongelden, heb gevolgd. Doch alvoorens hier toe ever te gaan, diene ik te zeggen, dat het geene 'er aan harden bleef3 in 't vervolg bcgreepen wordt onder het woord van  '^S IETS dat tot voordeel Van Reftanten. Dat men onder de benaaming Van Cargafocntn in dien tyd en thans nog verftaat, liet geen de Comp. van hier in een rond Jaar, aan Contanten, Koopmanfchappen en noodwendigheden na de Coft Indien uitzond: en onder die van Retouren het geene zy ieder Jaar aan Indjfche Koopmanfchappen ontfangt. Nu heeft men ondervonden dat in deeze eeuw, gelyk wy het daadelyk zien zullen , het bedraagen van de Cargazoenen of de Uitzendingen , die der Retouren of de waarde der binnenvallende Koopmanfchappen op het Hoofd Comptoir te boven gaan, doch in de eerfte 83 Jaaren heeft zich dat geheel anders toe gedraagen. Want in het Jaar 1654, had de Hooge Regeering yan Nederlandfch India meerder aan de Ooft Ind. Comp. overgemaakt, dan de Cargazoenen , die dezelve van hier had ontfaugen welke beliepen eene Somme van 9,756890 - - En daar bleef toen aan Reftanten over 15,79977a - - dus, juift de overwinft, die gelyk wy ftraks zagen, 2,5,52666:2, - - bedroeg. In 1663 was de Comp. aan meerder Retouren . . . . . Debet 11,376751 - - En de Reftanten bedroegen . . 13,670064 - - dus de Overwinft in dezen Jaare . 35,046815 - - In  der DEELGENOOTEN enz. 79. In 1674 aan meerder Retouren . 31,529350 - en dc'Reftanten bedroegen . . 23,260237 - - te zamen 44,708587 - • In 1683 aan meerder Retouren 24,656095 - ■en de Reitantea bedroegen (9}. . 33,313854 - « te zamen 46,968949 - - ' ïn (9) De opgaaf van deeze Reftanten zyn niet die van 1683 maar van 1684 of 85; Ik heb dezelve hier ter plaatfe genomen om dat juist in een van die twee Jaaren de Hooge Regeering aan de Ooft Ind. Comp. meer aan Retouren dan Cargazoenen had gegeeven 27,997811:. en dus dat Jaar voor den ftaat van de Comp. hier te Lande a!s het voordecligfte moet gehouden worden. Voorts gceven deze Reftanten te gelyk eon denkbeeld van de Plaatzen en Comptoiren alwaar de Comp. toen reeds om den Handel gezeten, was. De Comptoiren die met een. * geteekend ftaan heeft 'ze naderhand laaten vaaren. te Batavia aan Reftanten 2,475721 — - Arakan . . * . . 9096 Andragiry . * . . . 22161 — ~ Siam . . . * . . 598212 • Cochin ..... 1,411535 ■ Ceilon 3,947852  IETS DAT TOT VOORDE-EI» In T693 bedroegen alle de Reftanten, die 'er op de 21 Comptoiren in handen waaren 35,184887 En de Ooft Ind. Comp, had toen .aan meerder Retouren, dan uitgezuuden Cargazoenen, genooteu 33,134619 - « te zamen 48,319506 - - Doch in A°. 1696 beliepen de meerdere Retouren maar .... 13,642390 - En de Reftanten bleeven als toen 26,564399 - - tc zamen 40,306789 - . Ie- Amboina .... 206471 Banda 342850 —- - Ternaten .... 182737 * Makasfer 86935 Timor 39377 Cc/mandel .... 4,095873 Suratte , 108920 Perfiën . * . . . 835699 Japan 55301 Bengaaien .... 3,083442 — •* Ma'akka .... 2,603936 Jambi . . * ... 195763 Padang . : . . . 881090 — Tonquiu * . . . 167453 — »  n VERGELYK OM TE OORDEELEN, DAT DE BEVOLKING HIER TE LANDE VERMEERDERD IS. In 1515. i(>3ï. 173». 1781. Inwoor-.deren. Beftaan voor deze. Tegenswoordig, Haardftede. . Huizen. Huizen. Dordrecht .... ijoo . 3178 . . 30J4. Haerlem .... 1714 , 6490 . . 7965. Delf en Delfshaaven 1733 . 4313 . . 50»*. Leyden .... 3017 . 8374 . . 10S91. AmfterJam . . ajji . 115951 . , 2603$. G?Éda163,4 • 1452 ' ' S97* Voor deze reële Brouweryen, Saaijen, Grro- en Tabakspyp-maaksryen word op begroet Rotterdam ... „ï7 . 504, . . ö6ax. Laakea-fabricquen. merkeiyke Handel in Kaas en VlaJ Gorcum .... 700 . 1609 . , 1398. ' * * Voor deze iV> Vaartuigen ter Haringvaart, enz. Stooken van Koorn-wyn, 10e Branderyen, Scfaorifein . . «0. csi . '. s88 "? KeMl''Ü E"g' ******* ' ' -' Hennip-handel , Zalmvangft , Pypemaake- j5rj4j m j033 ( p+z • ryeo, Koekebakkeryen. ' • . Craaoen, Mee en Meekrappen, Eet waaren, i«>'$[> . 50744 . ójyjiï. AJkmaat . . ; . 3B9 . 2674 . , 2117. . .... waf. 2556. . 2817. NBv Enk'.iiiizen ... 710 . 3615 . . 2603. 515 . buiten, 1 Edam met drie dorpen É92 . 1141 . Edam. 1056, Monnikendam . . . 241 . 11 g . . «79. Medenblft .... 321 . jij . . 750. Purmereat . . . . 210 . 457 . . 630. 206*7 . Ü333J . . S0322. -s Hajge 1113 . J2Ö2 . . «163. Oüdewater .... 33$. . J47 . . j<*. Heusdfn 2.47 . 6>s ■ . F37. Geercruidetibcrg . . . 280 . 433 . • +54. Woerden 2*7 . 672 ... . sis. pfaaTdeï» ..... 500 . 417 . . 480. Weesp ..... aoj . 341 . . 394. Muiden . . . . . 100 . ij* . . 19S. 23099 . 697513 . 397-3-  VERG E L Y K VAN DE STEEDEN en 'T PLATTE LAND. Haardftede. Huizen. Huizen. "J ijij. 1652. 1732. 'c Zuider Qr. De 11 Steden in ijij , is den Briel niet onder . . itfsss . 5744 • 6195». •t Noorder Qr. U7Ï. De 7 Steden 125»! . 11364- volgens myne optelling: jjen rekent Jn de gtedea 600000 Menfches. . ., „ , 2n de Dorpen en op In Holland. . 't platte Land 302000 Alle de Steden. > ___________—— Van 1 Z. Qr. .... 69798 . 759J7- Zie de Hifiotie van alle Volken. De Dorpen en *t platte Land .... 19535 . 46932 (*). % ; «933 3 • li«389. De Steden van 't N, Qr. ..... , 12658 . 11154* ; De Dorpen, enz. . . , 13913 . 25419. 120904. k3462. : (*). Deze progreflic fchynt te groot, doch kan door de Oorlogen die de RepubÜcq heeft gehad, veroorzaakt zyn; namenlyk dat in de roorieedene Eeuw, voor de Munflerfche Vreede , het platte Land van Zuid-Holland minder dan de Stcede bevolkt was,  ber DEELGENOOTEN enz. ft Ieder, die maar een fchaduw van Koopmanskundigheid bezit, moet hier over verwonderd ftaan, en met recht nieuwsgierig worden om de oorzaaken na £9 gaan, waar door op zulk een voorfpoed zo veele verachteringen by aanhoudendheid gevolgd zyn, en door dit geleidelyk aan te toonen, hoope ik zo aanftonds des leezers nieuwsgierigheid te zullen kunnen voldoen. HET NADEEL, IN HET tweede tydperk, EINDIGENDE MET A°. 1779, by DEN binNENLANDSCHEN HANDEL GELEDEN. Om dan het nadeel aan te toonen dat de Maatfchappy geduurende het tweede Tydperk, van 't Jaar 1696 tot 1779 ingefloten, in de Oost Indien, met den binnenlandfchen Handel, geleden heeft, zal ik wat omftaridiger dienen te zyn. als ik ftraks geweest ben. Wy zagen dan zo daadelyk, dat, na 1690, de ftaat in Indien reeds te rug ging, en dat het verhes 111 4 Jaaren al 3 Millioenen had beloopen, Iaat ons nu met de opgaaven van Winften en Onl kosten denzelfden voet hcuden als in 't voorde tydperk. to In het Jaar 1697 of het 84-. Jaar, en het eerfte Tydperk, beliepen de generaale Inkomften over de 84jaa7 • O9,967416 -. de Inkomften van Jacatra 22,541486 - - F de  83 IETS DAT TOT VOORDEEL de veroverde Goederen . 6,182909 - de Kleinigheden .... - - en de Winften met den Koophandel 309,326503 - - te zamen 351,824265 - • alle de Onkoften . ~ ' dus over 38,696527 - - Om niet telkens de fommen van Inkomften, Winften en Uitgaaven te herhaalen, zo heb ik dezelve op twee bladen papier (Zie onder de Bylagen de Letter F) opgemaakt en in onderfcheiden Tydperkcn gebragt, het eerfte loopt van A°. 1696 tot 1703 en bevat dus maar 7 Jaaren, de overige zyn van den Jaare 1703 tot 1773 ingefloten, ieder van 10 Jaaren, en het laatfte Tydperk van 1773 tot 1779 ■> is dal1 van 6 Jaaren (10). Al- (io) Men zal uit de Bylaagen F gewaar worden, dat 'er in de'Jaaren 1744 en 1768, verandering in de evaluatie der Spetiën gemaakt zyn, dit maakt het vergelyk moeielyk en te meer om dat men in het eerfte Jaar alle de Sommen van voorige Jaaren van ligt geld wel m zwaar geld heefc overgebragt , doch in de daaglykfe uitgaaven is men op den ouden voet gebleven. ■ _ Om dan den Lezer de zaaken van de Comp. die in ée Ooft Indien verhandeld zyn , zo klaar als het my mo-  der DEELGENOOTEN enz. 83 Alleen zal ik hier daar van deuitkomft zeggen, 'om te doèn opmerken, hoe de verachteringen langeamerhand vermeerdert zyn. In 1703, was'erover .... 31,674645-. ~ rF*Si —1 .... 16,805598 - - — 1723» .... 4,838925 - tl — 1724, . . (jliy. 1,037777 - - Ir» mogelyk was te blyven voorftellen, heb ik in den text de Sommen die in 's Comp. boeken worden opgegeeveri gevolgd: Zie verder de Noot 15. (11) In 1723 bedroegen en over de 110 Jaarert aüede Winften. 517,856343-.jederjaar4,707785— deUitgaven of Verliezen 513,017418 - - 4,663795— nog Winft . 4,838925-. 439Q0— Indien had aan meer Cargazoenen ontfangen, dan aan retouren uitgegeeven. 30,706530 — dus het Montant der Reftanten 25,545455 — In 1724, nog over aan Winft . . . 1,037777:9:10 F %  #4 IETS DAT TOT VOORDEEL In 1730 fchoot men al te kort 7,737610, of zo veel beliepen toen de Uitgaaven meer, als het gee* ne dat er in 117 Jaaren aan Winflen ontfangen was, en om kort te zyn, in 1779 bedroeg die verachtering een Capitaal van 84,985428: -, of byna 850 Tonnen Gouds; hebbende in dat Jaar alle de Uit" gaaven van de 166 Jaaren bedraagen. 774,130981 : en alle de Winften 689,135553 : „ De verachtering is vervolgens nog al toegenomen, zo dat dezelve by het laatfte Indifche Negotie boek over de 930 Tonnen gouds beliep (ia). Dan ofin 111 Jaaren 523,620764—ieder jaar 4,717304— 522,582986-- . . . 4,7^7955 — Winft 9349--' In 1730, ïn 117 Jaaren, Verliezen . 572,394391--in't Jaar 4,892259— Winften . 564,656781 . . . 4,826126 — Verlies 66133 — (12) Het laatfte Indifche Negotie-boek is van 178I De Boeken van het volgende Jaar worden binnen kort verwagt. Tegenswoordig, gis ik, zyn de meerder Verliezen dan Winften, zo als die by de hoeken worden op-  der. DEELGENOOTEN enz. 85 Dan om nog klaarder te zyn, zal ik ook hier, gelyk by 't voorige tydperk, nog op een andere wyze de Uitgaaven en den Ontfangft opgeeven; waar door men te duidelyker zal ontwaar worden, hoe zich de ftaat der zaaken in Indien , in de laatfte 83 Jaaren, heeft toegedraagen. In 1697 beliepen de Uitgaaven, 3x3,127738 : _ 1696 305,833733 : - Dus de Uitgaaven van 1697. . . 7,094015 : <• In 1696 a 1697 waaren in de Inkomften van Jacatra geen veranderingen, maar wel in de algemeene Inkomften, want zy beliepen in dat laatfte Jaar. . . 9,967416 : En in 1696. . 8,671274 : - dus voor 1697 alleen. 1,296143 : De byzondere Winften met den Handel behaald beliepen tot 1697. . 309^36303 : Dezelve waaren in 1696. 304,893548 : - dus opgegeeven, reeds ver boven de Duizend Tonnen Gouds, zie verder de Noot 21, en het 3e. Hoofdftuk. F 3  85 IETS BAT TOT VQORDEEIi dus voor 1697. 4?43^755 - X)e overige kleine Winftpoften 55856 : - en te famen alleen voor 1696 5,784753: - te kort dat Jaar. 1,50926a : - In A°. 1703 bedroeg het te kort komende in 7 Jaaren , 8,532144:- of geflagen over ieder Jaar. . . . 1,218877:- In 1713 beliep, het geen 'er in 17 Jaaren meer aan Onkoften was uitgegeeven, dan men aan Winften ontfangen had, een Somma van 23,401191 : of over ieder Jaar. 1,376540 : - In A°. 1723 beliepen de meerdere Onkoften dan Winften 35-367864 : - In 't Jaar 1724 alleen 3,801148 : - En alle deeze Sommen van 1697 af tot 1724 toe; beiden ingefloten, by een tellende, en door het getal van 28 Jaaren deelende, dan ziet men dat het te kort komende, voor ieder Jaar, heeft bedraagen, omtrent 14 Tonnen gouds. In A°. 1733 was 'er te kort . . 5A->577525 '• • of in 17 Jaaren, voor ieder Jaar • 1,474800 : In  der DEELGENOOTEN enz. 8? In 1743 was'er te kort • • « 81,481207:* en over de 47 Jaaren, ieder Jaar . 1,733664: In 1753 was *er iets mmder te kort, het beliep toen maar . . . 81,035807:- dit is veroorzaakt, om dat 'erin 1744 veranderingi in de evaiuacie der Speciën gemaakt is, en daar en boven nog door de menigvuldige fchynwinften, waar meede men de Indifche Negotie Boeken, voor al in dien tyd, en langzaamerhand van 1730 af tot 1769 toe, ziet pronken, en waar over ik nog daadelyk een enkeld woord zal zeggen; Dan, niet tegenftaande deeze nieuwe ingevoerde manier, om den ftaat der Compagnie een fraaier vertooning te doen maaken, dan ze wezenlyk was , zo is 'er echter in 1763 eene te kort koming geweeft van 93,954742 : - Dezelve beliep in 1773 — 111,129861 : - en over de 77 Jaaren, voor ieder Jaar 1,443245 : -, En in 1779, het laatfte Jaar van ons Tydperk, kwam 'er te kort 125,192217 :. - of voor ieder der 83 Jaaren 1,508340 : 1 Hier voor, by het eerfte onderzoek toonde ik aan, dat 'er 84,985428 : - meer verloren dan gewonnen waaren, doch dit liep over de 166 Jaaren;. By het tweede, onderzoek,, my enkel tot. de te F 4 kort.  88 IETS DAT TOT VOORDEEL kort koming van de laatfte 83 Jaaren bepaalende, zo ziet men dat het te kort nu geen 84,985428 : . is, maar nog met 40,206789 : - moet vermeerderd worden, zynde het bedraagen dat 'er tot 1696 in Oost Indien was overgegaard: Het welk in dit laatfte tydperk onder de veragteringen al mede is weggefmolten, en dus te famen het gemelde Capitaal .van 125,192217 : - moet uitmaaken. Behalven dit aangewezen Capitaal, dat zigtbaar is, zyn 'er nog andere in de Indifche Directie verfmolten, en, om klaar te zyn, zoude men deeze ook dimen aftezonderen van de byzondere Win. ften, die, volgens de Negotie Boeken, worden aangetoond met den Ooft Indifchen Handel, van Haven tot Haven, te zyn behaald. Deeze dan zyn ie. de zo genaamde fchynwinften; beftaande in het voordeel op't Vaderlandfch en Indifch geld, in het geene dat *er op de Onkoften-Iuterest-Rékeningen genooten is, gelyk meede 3p de betaalde Soldyen in Indien, op de meerder langereekende pryzen der Speceryen, en de Agio 5f het voordeel dat de Affignatiën, op Nederland getrokken, gegeeven hebben. Deeze onderfclieidene poften gis ik dat, in de 50 Jaaren, wel ten minften 40 Ahllioenen hebben beloopen. Doch die bereekening zoude ik naauwkeurig gedaan hebben, zo my de tyd en myne bezigheden zulks hadden toegelaaten, dan wat ik van eenige Jaa-  sder DEELGENOOTEN enz. *9 Jaaren uit de Boeken heb getrokken (13), en het geen ik reeds by het opmaaken van' myne eer- (13) De zo genaamde Winften op de onderftaande Reekeningen zyn in de volgende Jaaren geweeft, alsOp Vaderlandfche Goud, Op Affignatiën na Nederland. Zilvere en KopereSpetiën. A°.i74o 583214 3—A. 1740 13656415 8 Batavia alleen. 1741 259^3 i_ I74I 15333r ]2_ . dito. 1742 386408 9 8 1742 276327 15 8 . dito. 1743 192519 7— 1743 1744 161262 12— 1744126711 6— 29495919 8 1745362245 8 8 1745149558 — 8 26599616 i I746736875 3 8 1746116036 4 — 233505 2 8 1747 588015— 8 I747100113 6-,# 238112 14 8 1748 26044519— 174815492813 p 61267 18 8 1749271258 412 174915575518 — .—_ 152703 voor *f man quee- 5j34525o rendj 10e. Jaar. 155270^0 — 5,345250 F 5 D&.  r 90 IETS DAT TOT VOORDEEL eerfte Memorie in 1773, (die over 9 Jaaren van 1?^ tot 176! loopt) aangeweezen heb, ftelt my in ftaat Deze twee Poften, in 10 Jaaren, bedraagen te famen 6,872280 — — van 1754? * '76° beliepen die 2 Poften . 10,294840 — i, 668348 — ■ ■ . 11,963188 18,835468 — 1760^1769. 6,239399 — 3,412225 — 9,651624— Het opgeld der Soldyen 1,358034— ii, 009658 — In 8 Jaaren van 1753 a *76°> hebben de meer bereekende ongelden, dan de reële uitgaaven bedraagen 395063 16 In 6 Jaaren, van 1755 a 17Ö0hebben de meer bereekende pryzen der Foely, Nooten en Nageleny aan Winften gegeeven . . S98ï88 5 — Idera,  der. DEELGENOOTEN enz. 9t ftaat om zulks alzo te mogen opgeeven; en iemaud, die zich wil verledigen om het zelf na te gaan, zal Idem, in 1762, 1764, 1765, 1766, 1767, t?6%, 1770, 1771 897575 Idem op de Caneel ■ . 372957 11 — Idem, op de ongelden als hier boven, over dezelve Jaaren. .... 347423 2,411207 12 — Om de intreft penningen, waar mede de Goederen van de Wefterfche Comptoiren na de Nederlanden zyn belaft geweest, optegeeven, zoude ik dezelve'uit ieder f.ftuur van elk Schip hebben moeten opneemen; dan dit werk was voor my al te uitgebreid. Wanneer ik nu tot tafis van myne Calculatie neem de Somma van 11,009658 : - voor 10 Jaaren, zou in 50 Jaaren zyn 55 Millioenen. De bovenftaande 2,411207 : zyn over 14 Jaaren, als ik die in evenredigheid der 50 Jaaren bragt, zou het moeten zyn ruim dsiemaal zo veel  g» IETS DAT TOT VOOR.DEEL «al, vertrouw ik, bevinden datik'my niet geheel bedrogen heb. a". Doch deeze Poften zyn nog de eenige niet waarop, onder de generale winften, dient gelet te worden: Daar is 'er nog een van de Generaaio Inkomften, die in 't laatfte tydperk veel vermeerderd zyn. Want in 1697, (het eerfte Jaar van dit Tydperk) beliepen de Inkomften 1,396143 : - en in 1779, of het laatfte Jaar, 3,360311 :- zynde dit zwaar geld, de Ducaton gerekend tot 66ft, daar het eerfte is tot de cours van 78 of 80 ftuivers de Ducaton (14). En om dit met nog meerder kragt onveel, nu ftel ik maar . 5 60 Milllioenen. Als ik dan by giffing 40 Millioenen voor alle deze fchynpoften fcbryf, bedrieg ik my niet. De fchyn Winften op de Speciën van Nederland zyn een oude kwaal in de Batavifche directie, men zie wat de vergadering van XVlIe. reeds daar over in 1706 gefchreven heeft. (14) De Inkomften van A". 1692 waaren 875884 1693 .... 959697 1694 .... 933638 * defeö. A°. 169$  der DEELGENOOTEN enz. 9», onder het oog van een ieder te brengen, diend opgemerkt te worden, dat alle de Winften in 1779 A°. 1695 .... 1,247591 1696 .... 1,175934 1697 .... 1,296142 .-Ingezamelt op 16 16^8 .... 1,184170 J Comptoiren en Bezit. j tingen, als hier onder *-brecder vermeld. 1701 .... 1,271400 — — 1702 .... 1,213239 De Poft van 1,296142 : - kan dus tot vergelyke opgegeeven worden, die a 78 ftuivers in Ducatons gebragt, zyn 332?44 : - en deeze wederom a 66 ftuivers in Guldens, geeven 1,096735 : - zo dat het verfchil der Inkomften van 1696 en 1779 is als de laatfte fom tot de 3)360311 : - dat is als ruim 22 tot 50. Inkomften. -Batavia . ' 508408 CeiI°n 335213 Bengaaien .• 1925 — - Cormancel ...... 46044 — - . Amboina 31657 — - Banda, 10005 Ternaaten 9905 Timor 369 Makaffer....... 33666 -— « lu- De Poft van 1,296142 : - kan dus tot vergelyke opgegeeven worden, die a 78 ftuivers in Ducatons gebragt, zyn 332344 : - en deeze wederom a 66 ftuivers in Guldens, geeven 1,096735 : - zo dat het verfchil der Inkomften van 1696 en 1779 is als de laatfte fom tot de 3,360311 : - dat is als ruim 22 tot 50. Inkomften. -Batavia . ' Ceilon Bengaaien .*,... Cormancel . . . . . . Amboina I RanHn  (J4 IETS DAT TOT VOORDEEL 1779 bedroegen ...... 689 Millioenen. In 1696 de Winften, zonder de Inkomften . 315 : — (15) dus Inkomften. "Japara 321 Cheribon 360 Malakka 34786 ^ Padang ........ 825 Bantam 480 Malabaar 18072 Caab, de Goede Hoop . . 27154 —■ Voorjaaren toevallig enz. . 37694 f15) Zo als ik reeds ih de Noot 10 heb gezegt, heb ik geen verandering in de onderfcheidc evaluatiën gemaakt, en dus ook niet in de waarde der 315 Millioenen aan Winften van 1696, zulks zou den Lezer in verwarring hebben kunnen brengen. De 689 Millioenen in evenredigheid der 315 M. zyn zwaarder , doch dit zelve heeft omtrent de fom der Uitgaaven plaats. En vermits' de fom van alle de Uitgaaven in 1779 bedraagt (Zie eenige regelen laager) 774 M. en de 689 M. voor alle de Winften minder zyn, zo heb ik daar in geen verandering gemaakt. Te meer daar zulks het verlies nog vergroot zoude hebben  oer DEELGENOOTEN enz. 95 dus is 'er in 't laatfte Tydperk over 374 Millioenen. Daar nu af de Inkomften van dat Tydperk "6 Blyft . . 258 Millioenen. of 57 Millioenen minder met den Handel enz. ge. wonnen en met de Inkomflen inderdaad 85 Millioe* mn meerder genoten. Eindelyk wordt het van belang hier ook in te zien hoe verbazend het verfchil in' de Uitgaaven van het laatfte tydperk is, tegen die van't eerfte, gelyk zulks op Bladz. G. onder de Bylaagen te zien is. Want ten uiteinde van het eerfte Tydperk, beliepen alle de Uitgaaven. 306 Millioenen. En by het laatfte 774 dus voor het tweede tydperk . . 468 Men zal derhalven zeggen, (VI.) het zyn niet de ben, en het dus aan de geene, die zulk foort van zaaken niet eigen zyu, eer duifterheid dan klaarheid zou veroorzaaken. Ik heb liever het getal van de Millioenen die 'er verloren worden, willen verklynen, dan vergrooten. En boven al verkoozen de zaak zelf daar het op aan komt met zo veel meer eenvoudigheid en klaarheid voor te Hellen.  $6 IETS DAT TOT VOORDEEL de mindere Winften maar de meerdere Uitgaaven, die tot het onderhoud der Bezittingen en Comptoiren vereifcht worden, welke de veragteringen hebben veroorzaakt,- Doch die meerdere Uitgaaven zouden voor een aanzienlijk gedeelte, tot meerdere winften hebben kunnen beftuurd worden. Met meer recht kon men hier vraagen, behooren de zaaken van de Comp. voor zo veel die betrekking tot de commercie hebben, niet met een K oopmans oog ingezien te worden ? Daar in de voorleedene Eeuw, de Indifche Handel met Winft gedreven was, had men, toen men bemerkte dat reeds Jaaren achter een het tegengeftelde plaats had, geene andere maatregelen by der hand kunnen neemen, gefchikt naar de omftandighcden, daar de Maatfchappy, en andere Natiën in de Ooft Indien in gekomen waaren ? Althans met Verlies te blyven voort negocieëren, kan men immers op den duur van een Koopman, die in ftand wil blyven, niet verwachten, en het is echter uit al het bovenftaande zeker dat dit by de Comp. gefchied is. Ik voor my wil my hier geen recht aanmaatigen ter beflhfing, maar meen evenwel de vryheid wel te mogen neemen van aantemerken dat verbetering van beftuur gewisfelyk verbetering van handel zou veroorzaakt hebben, en dat de Boeken der Comp. zelf de duidelykfte proeve bevatten van deze waarheid, dewyl men veele reekeningen van uitgaaven vermeerderd of verminderd ziet, naar  der DEELGENOOTEN enz. 9? naar maate de Handel inde Indien wel of kwalyk, voor of nadeelig is beftuurd geworden C\6j. By voorbeeld: In 1696, liet laatfte Jaar van het voordeelig tydperk, telde men onder de uitgaaven van de ftaat Rekeningen (17) nog geen Intreft Rekening, maar in 1Ö97, bet Jaar daar na, was dezelve niet alleen reeds in de Boeken, maar ftond toen al debet by de 5 Tonnen gouds, waarfchynlyk veroorzaakt door de Capitaaïen, die de Hooge Regeering ver phgt was geweeft op te neemen, om het gebrek aan penningen, door de vermeerderde uitgaaven zedert 1693 ontftaan, te fupleeren. In 1698 ftond de Intreft Rekening debet 910,589:-In i7oq bv de 25 Ton. fo 1713, 53 Ton. — i„ 1723, (16) Men gelieve op dit ftuk in te zien het geene Imhof in zyne Confideratiën, onder anderen in 't ae. Hoofdftuk 5 6 en 7, heeft gefchreeven. (17) Echter heeft de Comp. voor ' 1697 penningen op Intreft ten haaren lafte gehad, waar over in de Brieven der XVlIe. geklaagd is; niet zo.zeer over het opneemen van die Penningen, als wel over de hooge lutreffcn, dewelke 'er voor betaald wierden; want men 'beroep dat het nuttig was, dat de dienaaren en pnderhoorigen der Comp. in Indien een Intreft kre-eu in het wei of kwalyk vaaren der Maatfchappy. ' G "  98 ÏETS DAT TOT VOORDEEL 1733, 78 Ton. In 1733. 108 Ton , en jn in 1743, 13a Ton. zedert is 'er op die Reekening niet veel by gekomen, om dat het Bewind bemerkende dat de Capitaalen, in Indien opgenomen, eens ja tweemaal zo veel aan Intreft Penningen in 't-Jaar, dan hier te Lande koften, gezorgd heeft dat van hier meer geld is uitgezonden, ook heeft ze toegedaan dat men van daar meer mogt asfigneeren, waar door dan diergelyke kollbaare geld opneemingen op de krachtdaadigfte wyze zyn tegen gegaan; ten minften is het zeker, dat de Intreft Reekening in 1779 maar by de Boeken debet loopt voor I3,7459ia : * Gelyk de Intreft reekening, door de verachteringen, in de Indifche Bleken gekomen is, zo zyn de fommen van andere Reekeningen, die men onder de Uitgaaven ziet, jnerkelyk vermeerderd, naar maate meerder Schepen en Manfchappen in Indien noodig zyn geweeft. Zulks is nu en dan wel eens toe te fchryven geweeft aan de Oorlogen, waar in de Republicq deel had genomen, doch meeft heeft het plaats gehad, óm een nadeeligen Koophandel in de Indien aan de gang te houden. Wanneer men ttu 'hier 'nog eens by voegt, het bezwaar der Intreft Penningen, die de Comp. voornamenlyk zedert het Jaar 1740, op Anticipatie Billctten (18) heeft moeten opneemen, om de In- di- 08) Voor dezen, als de Comp. in 't najaar om pen-  der DEELGENOOTEN enz. 99 difche verachteringen te gemoet te komen, wat gedaante krygt dan dit Tafereel? Ik zal my maar tepaalen, om ter loops aan te flippen het geene dat voor het oog van een ieder zigtbaar is, en waaromtrent in het minfte geen verfchil kan vallen. De vermeerdering die 'er in de Inkomften is ontftaan, toont immers aan dat de welvaart op onze Bezittingen, of onder onze Onderhoorigen is toegenomen? De fchatten, die hier te Lande zyn overgemaakt, (VII.) hebben haaren oorfprong uit de fortuinen die in de ningen verlegen was, ftond ze de Kooplieden toe, affchryvingen aan haar in de Wiffelbank te doen, waar tegen men hen Intreft betaalde. En deze Capitaalen wierden tegens het geen zy by de Verkoopingen inkogten verreekend. Hier van is dï naam van anticipatie penningen ontleend: want toen het geld gebrek by aanhoudendheid plaats had, gaf men daar voor de bekende anticipatie Billetten of Recepiffen, dia op zes Maanden waaren, waar by de Geldgeever en de geld Opneemer zich het vermogen referveerden, om de penningen te kunnen eifchen, of te rug geeven, mids men eikanderen zes weeken voor den vervaldag daar van kennis gaf. — Deeze Recepiffen hebben, voor den laatften oorlog, van een onbepaald Crediet gejouiffeerd, zo dat die ter dier tyd bsftendig, als de Bank Nooten in Engeland, in waarde gehouden zyn. Ga  JOO IETS DAT TOT VOORDEEL de Ooft Indien gemaaktzyn (19); Zybewyzenook, dat de Dienaaren en andere in de Indien hebben ge" (19) De Capitaalen die uit Ooft Indiën in ieder Jaar aan de Particulieren worden aangeweezen, hebben Tan 1700, a 1719 bedraagen 17,871661 : - of ieder Jaar . 893583 : - En beloopen van 1748 a 1767 eene by een telling van ....... . 53,929204 : - of 'sjaars 2,696460 : Zvnde dit het geene de Dienaaren in den dienfi: der Comp. hebben overgegaard, en dan nog het geen'er in de onderfcheiden tydperken met' den Handel gewonnen is. Men zoude hier by nu nog dienen te voegen, het geene 'er door middel der gepermitteerde Kiften (waar in Lywaaten, Rottingen enz., die zekere Recognitiën betaalen) wordt overgemaakt; Het geen daar van by de Kamer Amfterdam bekend is, heeft in 10 Jaaren, van 1770 k 1779 bedraagen 3,755855 • - Bankguldens, c-n na aftrek van de Recognitiën , die de Comp. genoten heeft, 3,209017 : — zo dat men wel reekenen mag dat 'er in üe '20 Jaaren door een genoomen, door de Oost Ind. Comp in onze Republicq aan vermeerdering van fortuinen gekomen zyn ten minnen ieder Jaar 3 Millioenen, man-  der DEELGENOOTEN enz. ioï geprofpereerd: Die overwinnen zyn of met den Handel verkregen, of door het bellier dat 'er met 's Comp" mankende voor dit opject alleen in de 20 Jaaren, 60 Miilioenen. Bovendien zyn 'er nog de Maandgelden, en dan nog wel iets, waar van Rewindhebberen juift geen kennis hebben. Althans moeten hier by'gevoegd worden de Proviflën die aan de Cargaas en Affiftentcn in he Ryk van China betaald worden, welke alleen ook wel i$ 3 2 ton bedraagen zullen; Deeze 3 ank uien te zamen febat ik op ruim zaftig Tonnen gouds. ■ Dit aües blyft voor het meerder gedeelte hier te Lande en doet nog dagelyks het vermoogen der Ingezetenen van onze Republicq toeneemen. In de laatfte Jaaren van 1770 a 1780 heeft men veele tonnen. Goud; uit Bengaaien, ten behoeve van Engel_ fene Particulieren op de Comp. aangewezen; hier van heb ik geen Notitie genomen, om dat die Capitaalen het Land wederom uitgaan'; Ik zeg wederom; om dat van den eenen kant de waarde dac:r van in Koopmanfchappen in 't Land komt, die op onze verkoopingen door de vreemdelingen worden ingekogt en betaald , welk geld wy wederom aan de Engelfchen geeven: Dan altoos blyft 'er zeker voordeel van in den Boezem van de Comp., onze Dienaaren hebben daar ook iets van» cn de Arbeidsman hier te lande ook iets.... om het nu niet verder uit te breiden. Voor 't overige heb ik om myne opgaaven, voor zo veel ons betreft, exacl te maaken, my tot den tyd van 1767 a 68 bepaald. Om dat daar de gemelde Capitaalen der Engelfchen niet onder begrepen zyn geweeft. G3  tOÜ IETS DAT TOT VOORDEEL *£ Comp. zaaken heeft plaats gehad ; terwyl het teffens blykt, dat de ftaat der Comp. daar te Lande vermagerd (20) is, en de Comp. reeds Jaaren geleden, zoude hebben moeten ophouden, zo zy niet hier te Lande zo aanzienlyk, en zo veel meerder, als in de voorleedene Eeuw, had geprospereerd; want behalven de Jaarlykfche uitdeelingen, heeft zy nog uit haaren Boezem in deeze Eeuw en wel zedert 1725, de zo evengemelde 85 Millioenen, en dan de Overwinft van 1696, zynde 40 Millioenen, dus te zamen 125 Millioenen, daar by moeten infchieten. De oorfprong van het kwaad wierd door de eerlykheid der toenmaalige Comp. Dienaaren in de Ooftindiën, tydig genoeg aangeweezen: De Hooge Regeering gaf reeds in 1675 (ai) aan (20) Geen wonder dc Schepen zeilen en vaaren voor rekening der Comp., Zy bekoftigd dezelve alleen, doch ze deelt op zyn beft de Winden, die 'er op de ryzen in Indien worden behaald, met haare Dienaaren en Zee Officieren; Of dit nu door den eenen met den Handel, en door 'den anderen met voorfchieting van Penningen by wyze van Bodemary, gefchiedt, is voor de Comp. het zelfde, want wat gewin ook deeze doen, zulks moet door de Comp. inderdaad bekoftigd worden. (21) Zie onder anderen de Brieven van de Hooge Regeering van Ultimo Febr. 1675; 6 Decemb. 1698; Primo Decb. 1703, Primo Febr. 1704, e» 31 »7°5"  ber deelgenooten en«. ioj «an het Bewind te kennen, het gevaar van de toenee. mende vaart van de Particulieren, beftaande toen in Mooren, Deeneu Engelfchen en Portugueezen, die uit het Weften van Indien te Bantam, indenabyheid van Batavia, kwamen handelen, en waar over Zy toen al zeer bekommerd was, verzoekende dat zulk* op het oog mcgt gehouaen worden, en dat men haar geliefde te outorifeeren, om daaromtrent eemge veranderingen te mogen maaken: Naar maate nu eenige Jaaren hater, en wel na 1690, de omftandigheden van den Indifchen Handel van Jaar tot Jaar verflimmerden, en zulks ook uit de over« Van de Vergaaderinff van XVIR, 21 Oaobsri676, 32 Aug. 1705 en 33 July i7o6 Zo mede wat Imhof heeft™ C°nfideratiën Hoofdfluk 2>§17 daarvan gezegd In den brief van 31 January 1705, van de Hooge Regeermg, ziet men onder anderen op de Particuliere vaart het volgende aangemerkt „ Zedert 9 Oótober 1703 „ tot 31 January 1705, waaren te Batavia om te ver. „ verfchen geweeft, een getal van 38 Engelfche Sche„ pen, en daar onder ook begrepen eenige Chaloupen, „ mitsgaders het hier ter Rheede omgevallen en zedert „ door haar verkogte Schip Blekboy, alle dewelke, hoe„ wel naauw wordende geobferveerd, de Comp. echter „ veel nadeel toebrengen, en vry meer al* wel de Inland„ fche trafiquanten, enz. enz. Deeze 38 Schepen zyn groot geweeft, te zaamen o4?g Tonnen en bemand met 1926 koppen. G4  104 IETS DAT TOT VOORDEED' overgezondene Negotie-Boeken bleek, hield de Hooge Regeering op nieuw daar op aan, en wel fpeciaal in het laatft van de voorige en in 't begin van deeze Eeuw, by die gelegenheid te kennen geevende, dat men in 't toekomende, by aanhoudendheid, in den binnenland fchm Handel voomaamenlyk te worftelen zou hel be 1 tegens Particuliere Handelaaren, Engelfchen, Franfchen, Portugueezen, Mooren en Armeniërs, die niet anders op het oog hadden dan Laar byzonder voordeel (22); Dat men derhalven op den duur (VII.) met voordeel tegens dezelve door middel der Comp. niet kunde blyven vaaren. — Dat de Nederlandfche Comp. tot dien tyd toe, altoos in den Koophandel als een Vorfl onder de Inlanderen, in tegen overftelling van andere Natiën, had uitgeblonken; dat het mociclyk zou zyn dien ftand, by het aanhou. den van den inlandfchen handel, te blyven bewaa. ren; Dat eindelyk, zoo aan het verzoek der Hooge Regeering voldaan wierd, de Comp. zou ondervinden, dat onze Onderhoorigen daar te Lande, zouden verrichten het geene de Comp. tot dien tyd toe met zo veel voordeel had gedaan, zonder dat zy zich in het minft aan eenige meerdere uitgaaven of verliezen zou blood ftellen; en dat het (22) De meefle Europeaan ra , bchalven onze Comp., hebben in de vooricedene Eeuw, omtrent (6óö, den binnenlandfchc Handel in de Indien , onder zekere Recognitiën aan derzelver onderhoorigen toegeftaan.  der DEELGENOOTEN enz. 105 het waarfchynlyk was, dat de Comp. dan evenwel indirect als Landheer, (LX.) door middel der welvaart haarer Ingezetenen, merkelyke vermeerdering van Inkomften zou genieten en een aanzienelyke befpaaring in de Uitgaaven ondervinden; door een-en-ander dan zouden gecompenfeerd zyn geworden de voor-' deelen, waar van zy zelf, in de hoedanigheid van Koopman, had gejouilfeerd. Hoe welmeenend en nadrukkelyk deeze wyze van fchryven der Hooge Regeering ook geweeft zy, de zaak wierd by het Bewind hier te Lande geheel anders ingezien en begreepen; Men hield de Hooge Regeering niet belangeloos genoeg, om derzelver raad te durven volgen; Bewindhebberen hadden toen nog te zeer op het oog , de Capitaalen die 'er voorheen in Indien van de behaalde Winften overbleeVen. Men gaf by het antwoord genoegzaam te kennen, hoe men 'er by het Bewind over dagt. — En om hier van al weder een fpreekend bewys te geeven, zal ik flechts aanhaalen, het geen in fubftantie by de Generaale brief der Vergadering van XVIIe. aan de Hooge Regeering in Indien, in dato 23 July 1706, gefchreven ftaat —" Dat „ men hier te Lande wel perceptie had van de „ voordeden, die Batavia, uit het open ftellen „ van den Handel, ftond te trekken: maar men „ begreep in 'tgeheel niet, dat de vermeerdering „ van de Vaart en Handel van de Engelfchen en » van  tOÖ IETS DAT TOT VOORDEBtr „ Franfchen op de vemiindering van den Handel te Batavia eenigen invloed bad, of tot vermïn„ dering der Winften aan onzen binnenlandfchen „ Handel konde opereeren. Om welke redenen „ men dan ook, tot het openftellen van den Han„ del niet heeft kunnen refolveeren. De vermin* l, dering der Winften, die men zedert het Jaar1675 al befpeurd had toefchiyvende, aan de „ wisfelvallige omftandigheden van den Koophan„ del, die den eenen tyd eens nadeelïg gyride, op „ eenen anderen tyd wel wederom ten voordeele zouden keeren." En zedert dien tyd, zo als natuurlyk volgen moeft, heeft de Hooge Regeering den Indifchen Handel achtervolgd en is hier omtrent niets van eenig aanbelang voorgevallen, dan toen de. Baron van Imhof op ons tooneel verfcheen; en zyne bekende confideratiën in 't licht gaf: Voorzeker een werk van aanbelang; want het ftelde niet alleen een geheele reforme in den Koophandel en Zeevaart voor, maar ook in alle de overige deelen van het beftier in de Indien. Wat Imhof over den binnenlandfchen Koophandel en den cours der Speciën gefchreven heeft, ftrookt meeft al met myne inzichten: Ook heeft het my tot een byzonder genoegen verftrekt, deze overeenkomft te merken , toen ik zyne confideratiën eerst eenige Maanden na het overgeeven myner Memoriën gelezen heb. Echter zyn 'er zaaken in waaromtrent ik het met  der. DEEL GEN O O TEN enz. io? met den Autheur niet eens ben, by voorbéeldj de premiën die aan de Zeevaarenden betaald worden (23). Voor 't overige is het te verwonderen dat een man van dat vernuft, als de Heer Imhof zekerlyk geweeft is, zyn plan van. reforme zo uitgebreid heeft gemaakt De Huishouding van een geheele (X.) famenleeying , in alle zyne gedeeltcns tot. 11e volmaaktheid te willen brengen was iets dat onuitvoerlyk is. Had Imhof, (XI.) hier te Lande zynde, zich kunnen bepaalen, met alleen verbeteringen in den Indifchen - Ko' phandel en Zeevaart op te geeven, dan is het waarfchynlyk dat het de goedkeuring der Heeren van 't Bewind zoude gehad hebben: maar nu is gefchied, het geen gemeenlyk omtrent zulken ruime ontwerpen gebeurt, men heeft hier en daar een (tuk van ieder voordel genomen; en het wezenlyke, daar het inderdaad op aan kwam, is achtergebleven. De Heer Imhof, Gouverneur Generaal geworden zynde, was het de rechte tyd en hy de man geweed om van die gebeurenis een nuttig gebruik voor de Comp te maaken. Dan met eerft het een en ander nader te willen onderftaan, verliep (23) Men kan nazien wat ik hier over in myn tweede Memorie heb gefchreven, d;.ar ik de uitgaaven der premiën meer als een bezuaar dan wezenlyk voordeel, voor de Comp., heb aangemerkt, dezelve celoopun gemeenlyk ieder jaar 440000 gis.  108 IETS DAT TOT VOORDEEï* liep de tyd ongevoelig: Kort daar na raakte men in Oorlog met Frankryk, en de zaaken bleeven genoegzaam in haaren gewoonen loop. Op Inihof is de Heer Moffel gevolgd, deeze heeft zich ameede veel moeiten gegeeven; de Werken die Hy byde Comp. nagelaaten heeft, toonen aan dat y den Koophandel daar te Lande verftond, en dat Hy ook van gedachten was, dat men voor de Comp. (XII.) in de Ooft Indien de voordeden meer indirect, dan direct moeft trachten te verkrygen. By deeze gelegenheid kan ik niet nalaaten van even en ter loops op te merken, dat het tydperk dat de Comp in Indien, van 1703 af te reke en, het minft veragterd (XIII.) is, juift dat zelve geweeft is, waar in deeze twee kundige Menfchen aan het Hoofd van de Hooge Regeering zyn geweeft, zo als dat uit de veragteringen te zien is. Zynde in de Indien in 18 Jaaren, te weeten van 1743 tot 1761, de ftaat niet meer agter nitgegaan, dan 159 Tonnen gouds (24). Maar laat ik voortgaan, en den (24) Den 28 Mai 1743 aanvaarde Imhof te Batavia het ampt van Gouverneur Generaal; in dat Jaar was de veragtering by de Boeken, over geheel Indien, 41,275000 : - ligt geld of zwaar ged 33,020335 — In 't Jaar 1753, waar in Hy 1 Novb. is overlecden , wasdezelve 40,829000 : - dus is de Maatfchappy onder zyn regeeling maar agter uit gegaan, 7,808665. . De  per DEELGENOOTEN enz. 309 den draad van myne befpiegelingen wederom opvatten. Vermids dan het Bewind hier te Lande niet heeft kunnen goedvinden, dat 'er eenige wezenlyke veranderingen in het beftuur van den Handel zouden worden gemaakt, zo moeiten de verachteringen in de eerfte 25 Jaaren deezer Eeuw wel toeneemen. Dezelve waaren hier te Lande minder gevoelig, om dat in het zelve Tydperk, de Retouren die men uit de Indien ontving, grooter, dan die der voorige Eeuw waaren, en dus meer aan Capitaalen en Winften hebben afgeworpen. Dan , wat vooral heeft veroorzaakt, dat men de waare gefteltenis van 's Comp. commercie zaaken niet met het vereifchte doorzicht konde nagaan, is, dat zedert den Jaare 1647, wanneer de vaste Tradementen aan Bewindhebberen door Haar Hoog Mogende, by octxooy, toe^elegt zyn geworden (35), het De Heer Moffel is 19 Mai 1761 gefrorven, 'en Ultimo Angufius 1760 beliep de verachtering 48 958460 : - Men gelieve op te letten dat deeze veragrering over 166 jaaren loopt, anders zoude men de 40 millioenen overwinft van A°. 1696 daar by dienen te voegen. (25*) Het is wel der moeite waardig, dat ik hier iets zegge van de Traftementen van Bewindhebberen . . . Uit het eerfte Octrooy van ao Maart 1602, Art. ao blykt  ÏIC IETS DAT TOT VOORD EEï» het Bewind hier te Landen (XIV.) in geheel ander foort van handen, dan de Oprechters der Comp. waaren, geraakt is. Deeze hadden de Comp, nog niet blykt het dat aan Bewindhebberen van Uitredingen en Retouren één ten Honden voor Provifiën wierden toege. legt: Eu by het Octrooy van 22 Juny 1647 zyn , in plaats van de voorige getrokken Provifiën jaarlyks, de Tractementen, zo als die nog loopen, bepaald. Als ik nu nagaa, wat de Uitredinge (Equipagie) en de Retouren (verhandelde Goederen"; eenige jaaren door een, voor 1648 hebben opgebragt, (zie Byl B.) dan ondervind ik, dat de Traélementen, circum circa, naar het beloop van die Capitaalen gefcbat zyn geworden. En dat dus de Hoofdfom van de Uitredinge, en van het montant der verkogie Goederen, om by ailed^ kameren aan Bewindhebberen te kunnen geeven 1340000:-gld. Bankgeld, is geweest 13400000 gld. Tegenswoordig beloopt het een-en-ander tusfchen de 36 eu 40 Millioenen, en één ten Hondert hier van is 380000:- Gld., het geen thans, myns bedunkens de Traciementen behoorden te zyn. Ten minflen zo men na billykheid wilde handelen, diende men immers voor meer moeiten, meer omflag en groiter beheering, ook meer betaaling te genieten. Althans zeker is het dat men tegenswoordig niet met 8000.- Gid. kan bekoftigen , het geen men in 1648 met 3100:- Gld: koude doen. Alle Traftementen by de Oost Ind. Comp., zo van Bewindhebberen als Amptenaaren, beloopen ieder jaar niet meer als 246000: - dus nog geen één ten Hondert van de Capitaalen der Uitredingen en Retosren.  per DEELGENOOTEN enz. m niet tot het midden deezer Eeuw beftierd (a6)s of men zag in de Jaaren :74a en 1743, wat 'er aan dezelve en hun bewind haperde: uit de RefoIutiën van Haar Hoog Moog. blykt het ten klaarden, dat gemelde Heeren begrepen, dat 'er voortaan een zeker getal Kooplieden in de Directie der Comp. moeiten zyn. En waarlyk deeze zyn ook beter dan anderen gefchikt, om.zich by aanhoudenheid met de zaaken van den Koophandel en de In- (26") In de Kamer van Amfterdiim zyn in de eerfte 50 jaaren deezer Eeuw' weinig of geen Kooplieden geweeft ; Met het geen ik in de ïext heb gezegd, is myn oogmerk geenzins te kennen te geeven, dat men het bewind ten eenenmaat in handen van Kooplieden diende te brengen. De Ooft Ind. Comp. is eene Moogendheid, onder wiens beftier en opzicht veele Koning-en-Keizer-, ryken ftaan, maar Zy is teffens Koopman; derhalven behoord de Generaale Comp. voor het meerder gedeelte te beftaan uit Heeren van de Regeering; edoch, vermids de fource van haaren welvaart uit den Koophandel moet ontfpringen, zo was het te wenfehen, dat men in der drie Kameren Amfterdam, Rotterdam en Middelburg, ten minften 10 , of op zyn hoogft 12 Kooplieden had, die geen leden van de Regeering waaren. Voor 't overige ben ik van gedachten dat een enkeld Lands Zee Officier, vooral die in de Ooft Indien geweeft is, in de Kameren van Amfterdam en Middelburg van veele nuttigheid, voor de Zeevaart van de Maatfchappy; zoude kunnen zyn.  113 IETS DAT TOT VOORDEEL difche Negotie Boeken bezig te houden; terwyl die Boeken alleen in ftaat zyn om de voornaame oorzaak, die het verval in 's Comp. zaaken heeft te weeg gebragt, aan te wyzen. De laatfte Verliesen Winft poften, die men aan het einde van ieder" Journaal vindt, toonen genoeg waar aan het haperd De Indifche Negotie Boeken worden op de wyze, die men by een Koopman gewoon is, gehouden. Ze zyn geheel afgefcheiden, en hebben geene de minfte gemeenfchap met de Boeken, die hier te Lande gehouden worden. Deze zyn op eene geheel andere wyze ingericht. Daar in wort alles by wyze van Ontfangft en Uitgaaf geboekt: Is'er meer ontfangen dan uitgegeeven , dan komt de ftaat te boven, en anders heeft het tegengeftelde plaats; En dan moet men de verachtering door het opneemen van penningen te gemoet komen (27). Het C27) De Negotie Boeken hier te Lande worden op een geheel andere manier, dan de Indifche Boeken, gehouden. Ik verwonder my altyd, als ik in zie hoe verftandig en grootsch by de voorouderen, in de voorleedene Eeuw, alles is opgericht en aangelegd. Zy hadden beter begrip, dan wy in onze dagen hebben, van het vermogen, dat 'er in de uitbreiding van den Koophandel gelegen is. Om kort te zyn,; onze boeken hier te Lande zyn voor Koning- en- Keizerryken ingericht. Ten minden deze" bc-  der DEELGENOOTEN enz, h5 Het een-en-ander heeft dan ook helpen veroorzaken, dat men de Indifche verachteringen minder op het oog heeft kunnen houden: want zo lang als men ondervond dat de ftaat hier te Lande , in het begin van deeze Eeuw by aanhoudendheid meert te boven kwam (a8), zo was men niet bekom* behoefden het zich niet te fchamen om daar na een model te neemen. De manier is op den eenvoudigeu trant van Ontfangfr. en Uitgaaf aangelegd. En alles fluit ten einde van hetBoekjaar met deze twee hoofdrekeningen; by voorbeeld: ten einde van het tegenswoordige zal men fchryven, de 17k. Equipage, en het 171e. Retour. De Balans, die ieder jaar opgemaakt wordt, kan gemaklyk op een zeer kiein flukje papier gefchreven worden. Wordt 'er meer Ontfangen dan Uitgegeeven, zo komt de ftaat te boven, wel te verftaan zo 'er, na aftrek van het geen in de Pakhuizen en op de Werven voorhanden is, perrefto geen fchulden hier te Lande zyn; anderzints heeft het tegengeftelde plaats, en dan moeten 'er fchulden gemaakt worden om aan de te kort koming te gemoét te komen. Wanneer de ftaat zo veel ten agteren gaat, als 'er na aftrek van de waarde/der voorbande zynde Koopmanfchappen en andere Effeften, dan nog te kort komt. (28) In de Jaaren .1701, 2,7 a 15 en in 23 is de flaat ten achteren geweeft, doch in het laatfte Jaar maar voor H  114 ■IETS DAT TOT VOORDEED kommefd. En dat te boven korten heeft voor het (XV.) "laatft plaats gehad in 1736. zedert is de ftaat nimmer te boven geweeft, en zyn de verachteringen toegenomen. Zulks moeft ook een natuurlyk gevolg weezen, van de veele Millioenen, die van hier naar de Ooft Indien gezonden zyn, en gezonden moeten worden om het te kort komende te fuppleeren. Iemand, die toegang tot 's Comp. papieren heeft, kan leezen de confideratiën do->r den Heer Hope, in naame van Beëdigde Hoofd - participanten, in de Haagfche Befoignes op dat ftuk reeds in 1755, onder 't oog van 't Bewind gebragt, waar uit gezien kan worden, hoe men ter dier tyd reeds over het Beftier der Indifche zaaken, met betrekking tot den Koophandel, heeft gedagt. Zedert 1755, zyn 'er tweederly verbeteringen in 's Comp. handel, hier te Lande thuis hoorende, gebragt, waar door de Comp. voor veele Millioenen bevoordeeld is geworden, en het is daarom wel dér moeiten waardig, dat ik daar van ter loops iets meerder zegge. De eerfte verbetering is ontftaan door het weder (XVL) in train brengen van de directe vaart op het ryk van voor een kleinigheid, de overige Jaaren tot 1736 inclufive, is hy altyd te boven geweefr., en dit ffrefct tot een fpreekend bewys van het geen ik zo even gezegd heb.  der DEELGENOOTEN enz. ti$ van China, van waar het eerfte Schip in 1758 is thuis geko:uen (29). De (29) Deze verbetering ïs de Comp. voornamenlyk aan den Heer Thomas Hope verfchuldigd. Echter in 1730, of daar omtrent, wierd 'er al direct, van 't ryk van China naar Nederland gevaaren. Doch dit hield geen ftand; de Hooge Regeering zoekt zo veel Comps. zaaken over Batavia te laaten gaan, als het haar mogelyk is, om dat daar door de Hoofdplaats niet alleen meer bloei krygt, maar om dat ook de Hooge Regeering nier door gelegenheid heeft om meerder menfchen te kunnen voorthelpen, of met een-of-ander Emplooi begunfligen. Dan juift door die Direftie ontfiond 'er in den Thee Handel hier te Lande een geheel difcredict. Want de Thee, die hier direct van Batavia wierd ingevoerd, was Jaaren ouder dan die in Zweedcn en Deenemarken aangebragt werd. Daar door wierd dan voornamenlyk dc welvaart der Noordfche Comp. aanmerkelyk bevorderd. Zy bragten friffche, cn nieuwe Thee aan, die hier te Land eenige Stuivers meer voor ieder Pond, dan die de Comp. van Batavia kreeg, verkogt werd. Ook is het aan de Thee •Koopers en Winkeliers bekend, hoe veel vreemde Thee, om die zelfde rede, in onze Provinciën vertierd is. Dit werd dan daadelyk, zo dra de Heer Hope in 't bewind gekomen was, opgemerkt. De ondervinding heeft ook geleerd, dat die Handel met meer voordeel direct, dan over Batavia, kan gedreven worden. De Heer Hope was H a  IIÖ IETS DAT TOT VOORDEEL De. Tweede verbetering heeft betrekking tot den geheelen Lywaat Handel (30). Waar van de Comp. was een ongemeen werkzaam, Vêrfiandig Mensen, en bovenal een kundig Koopman; In die hoedanigheid was Hy van veel dienft by de Comp., ten minden voor zo veel als het den Koophandel, die de Maatfchappy hier te Lande doedt, betrof. Had de Heer Hope meer gade geflagen, dat de Comp. tweederlei belangens moei op het oog houden, namenlyk het voordeel dat Zy direct als Koopman hier te lande geniet, en het geene zy als Mogenheid en Koopman teffens in Ooft Indien verkrygt, dan zoude zyn yver en kundigheden nog van veel meer nut voor de belangens der Maatfchappy geweeft zyn. NB. Door dien 'er onder het drukken een verfchrikking in de Nooten gekomen is, zo zal men in de Noot 31 vinden, het geene te voren in de 29 te vinden was. C30) Van de Lywaat Handel, die zich in 30 Jaaren zeer heeft uitgebreid, heeft de Engelfche Comp. meer genot dan de Onze gehad. Naar maate haar vermogen in Bengaaien en op de kuft van Cprmandel toegenomen is heeft zy zich in betere ftaat dan te vooren bevonden, om van daar meerder en beter goed te krygen. Bovendien hebben, ze in 't gemeen kundiger Heden .11 haaren dienft; De reden daar van is het voorzichtiger te laaten raaden, dan te fchryven. De verbetering, die men in de qualireiten der Doeken, zedert het Jaat 177- en 73 ongevoelig heeft befpeurd. Dé  der DEELGENOOTEN enz. 117 Comp. (XVIIO van 1772 tot 1778 en daar na, de rypfte vruchten heeft genoten. Met de verbeteringen die in deeze twee takken van Negotie gebragt zyn, heeft de Comp. veele Millioenen gewonnen: als ik nu hier eens byvoege de meerdere Winften, die de Maatfchappy by den verkoop van haare Koopmanfchappen hier te Lande geduurende eenen geheelen Oorlog, en het gedeelte van eenen andren Oorlog, heeft genooten, dan begrypt men ligter, dat Zy hier door in ftaat is geraakt, om de verachteringen niet alleen gaande te houden, maar zelfs om de Balancen van de Jaaren 1778, en 1779 a 80 boven die van veele andere te zien uitmunten. Maar in welken akeligen toeftand zou de Comp. niet geweeft zyn, zo dezelve verbeteringen en die toevallige fortuinen niet voorgevallen waaren ? Zou het dan wel mogelyk geweeft zyn, om op dien voet ftaande te blyven ? Zal het mogelyk zyn met het blyven dryven van dien fcha- heeft hoop gegeeven dat men by onze Comp. eindelvk dien tak weder zoude hebben zien bloeien: want het fcheelt veel voor de Kooplieden en Fabrieken van dit Land, of de Comp. 200 duizend, dan wel 5 a 600 duizend (lukken daar van aan brengt. De Lywaat Handel kan in 't vervolg van nog veel meer aanbelang dan voor dezen, voor de Comp. worden. Ik zal nog w«] gelegenheid hebben, voor dat ik dit werk eindig, erïl\s meerder van te zeggen. Hs  Il8 IETS dat tot voordeel fchadelyken Handel, het ook in 't vervolg uit te houden? Is men niet veel meer verpligtdenzelven als nog af te fnyden, en heeft men daar door alleen, niet een merkelyk herftel, niet den bloei endften welvaart voor de Maatfchappy te wachten ? Is tog de Ooft Ind. Maatfchappy (XVIIO in ftaat geweeft om aaneen' Handel, die voor haar rekening met verlies voortgezet is, en aan de meerdere koften, die tot het onderhoud der Bezittingen en Comptoiren in Indien noodig waaren; geduurende deeze Eeuw uit te reiken meer dan 150 Millioenen guldens (31;; en dan nog in de Jaare 1778 (21) In a°. 1779 bedroegen in de 166 Jaaren de Verliezen. 774,120981 -voor ieder Jaar 4,663380aüe de Winften. 689,135553 4jï5I4I°- Voorde 166 Jaaren te kort . . 84,985428 - voor een Jaar - 511961 De Reftanten die tegenswoordig van bier moe.en in (tand gehouden worden, beliepen in A°. 1779 28,724649- Dus in deeze Eeuw, uit den Boezem der Comp. gegeeven 113,710077- De  der DËELGENOOTEN enz. 119 177S, 9 en 80, op eene gunftige gefteldheid van zaaken te kunnen roemen, en zou haar ftaat nog veel gunftiger geweeft zyn , zo de Oorlog meEngeland niet was voorgevallen, zou ze dan waar Xchynlyk in 3 a 3 Jaaren tyds bcvryd zyn geweeft van alle de fchulden der Anticipatie Penningen; wat zou ze dan niet kunnen vooruitgaan, indien ze by den vrede ook de ontheffing had, van de vafte fchaden van haaren Handel in Indien ? Ziet men uit dit alles niet| hoe mild de Ooft Ind. Comp. is, en wat dezelve.meer in deeze, dan in de voorige Eeuw aan onnoemlyke fchatten heeft gegeeven? Mag men dus niet met recht zeggen, dat die maatfchappy een Goudmyn voor de Republicq is geweeft, en zo Zy eens van haare hoofdkwaal De overwinft die in 1696was . . . 40,206789. is met den Indifchen binnenlandfchen handelook verfmolten. I53;9l6866Hier by de Schynwinften zie Bladz; 31. en Noot 13. 40,000000- 193,916866H4  ÏOO IETS DAT TÓT VOORDE-EL kwaal gezuiverd konde worden, meer zóu kunnen afwerpen, dan de rykftc Goud en Zilvermynen, die 'erop aarde zyn; Deeze tog raaken eens uit-geput, maar de natuur ftaat nimmer ftil, en iéder Jaar, 'elk faifoen in de Indien geeft nieuwe vóortbrengfelen van fchatten: Die, naar maate mende aanplantingen en den Koophandel maar uitbreidt, in evenredigheid ook vermeerdering van vermógen voortbrengen, iets, dat ik nader zal aantoonen, als 'er in 't vervolg zal moeten gefproken worden» over het aanbelang van onze Indifche Bezittingen* 5 . )ERDE HOOFDSTUK. i Over den leefland, waar in de tèafi Ind.. Comp. thans is, tuei fa bH RQ Om op te gee-en den ftaat waar in de Maat. fchappy zich tegenswoordig bevindt, dicne ik al. voorens iets te zeggen van de gefteldheid, waarin Zy was, voor het uitbarftcn van den Oorlog met Engeland. Daar toe zal ik eenigzins den draad van het verhaal van het voorige Hoofdftuk wederom moeten opvatten. ^  der. DEELGENOOTEN enz. iai Het geene ik zo even heb gezegd, had onmid.. delyk betrekking tot den Koophandel, die door de Maatfchappy.is beftuurd geworden; Nu zal ik my bepaalen tot de middelen, met welke Zy gewerkt heeft, en waar in dus haar geheel vermogen tot den Handel voornamenlyk gelegen is. Hier te Lande heeft het vermogen, voor al ze_ dert 50 Jaaren, in enkel Crediet beftaan; want in de voorleedene Eeuw, 'en nog in 't begin van deze, .toen de ftaat. der Comp. nog dikwyls te boven was, zyn de opneemingen van penningen Hechts voor een tyd geweeft; Doch naar maate de verachtering in de Oost Indien toenam, en men in de laatfte jaaren hier te lande den handel in de Ooft Indifche Koopmanfchappen uitbreidde, naar die maate had de Maatfchappy tot het oen en ander meerder Schepen en voornamenlyk geld noodig. Derhalven heeft zulks ook mede gewerkt om de malTa der fchulden zwaarder te maaken. s : De opneeming van penningen, die 'er tot ver. vulling van een en andere noodwendigheden ver. , effent' (1) Door meer, verfta ik zo zeer niet derzcl'ver getal, als wel hét ruim, dat ieder Schip bevat. By voorbeeld, men kan 36 Schepen uitzenden, die ieder, door een, inhouden 200 Laden, en 25 Schepen, ieder van 400 Laden, en dan zullen de 25, van 400 Lad, meer Koopmanfchappen overvoeren , dan 36 Schepen van 200 Lad. Ook koden de groote Scheepen in evenredigheid veei meer. H5  iaa ÏETS dat tot voordeel eifcht wierd, gefchiedde tegens een eenvoudig recief (Recepis genaamd) voor den tyd van 6 maanden, tot den intreft van 3 ten honderd in 't Jaar, zo als ik dat reeds.gezegd heb. De Comp., altyd oplettend om met de uiterfte bereidwilligheid aan haare aangegaane verbintenisfen te voldoen, had zich daar door zulk vertrouwen onder 's Lands Ingezetenen verworven , dat Zy altoos heeft kunnen ftaat maaken, dat Zy, (zo dra het noodig was) zo veel Millioenen konde bekomen, als Zy wenfehte, en dit eenig middel alleen is in ftaat geweest om haar hier te Lande by aanhoudendheid de benoodigde Capitaalen tot den uitgertrektften Handel te bezorgen. I Met de vruchten van dit Crediet wierf Zy manfchap, timmerde Zy Schepen, kogt Zy noodwendigheden en Koopmanfchappen, ja Zy verfchafte zich de ftaven van Goud, Zilver en verdere Speciën, die 'er vereifcht wierden om den Handel, zo in Indiën als hier te Lande, met voordeel gaande te houden, en Zy zoude zelfs dien nog eens zo 'veel hebben kunnen vermeerderen, zo zulks haar begeeren geweest was. De Maatfchappy had, even voor den Oorlog, aan penningen op Recepiffen by de Kamer Amfterdam 7^59 • -7 docj1, Zeeland maar 0*5000 : 5,300000 : - -J J ü en by de overige 4 Kameren 5,850500: — Zo dat men, ten ergftein genomen, in den tyd van 6 maanden  der. DEfcLGENOOTEN enz. den maar voor rnin 18 Millioenen te zorgen had, die fucceffivelyk ronden geëifcht worden. Fn, óm de zaak wat ruimer te neemen, dewyi de Poft van 53 Ton aan étn Crediteur behoorde, zo had men eigenlyk in dm gemelden tyd, maar voor circum circa de 13 Vlillioenen te zorgen. Of het nu mogelyk geweeft was, om het Crediet van de Maatfchappy in een yd, waar in tegens die annzienlyke betaalingen, geene inkomften van belang te wachten waaren, evenwel met luifter ftaande te houden, wil ik lieverdoor anderen laaten beöordeelen. Zeker is he; aan de eene zyde dat de Comp. ter dier tyd n ï Mangaloer op de Kuft van Malabaar, en de Baai van | Trinconomale in 't eiland Ceilon gelegen. Alle i deze verliezen en verdere omftandigheden ftremden zo hier te. Lande, als in geheel Indien, ! 'sComps. Koophandel; Hier door moeft een alge1 meene ftilftand ontftaan. De Winften' hielden geI noegzaam op, en de Uitgaaven ftonden niet ftil. \i Want de noodzakelykfte noodwendigheden, die de Bezittingen in dc Indien zo hoog noodig hadden, moeft men eerft met vreemden (9), daar na met j . Hol- {9) In 1782 heeft men Schepen bevragt tot 525 Gis.het Laft, en io perct. Avary, de vrachtpenningen van een I a  •tga IETS DAT TOT VOORDEEL Hollandfche Schepen, tot duure vragten en hooge premiën van AiTurantie (10) overzenden; De weinige Handel, dien men nog deed, was zeer gebrekkig en lydende (n), door dien men geene penningen genoeg voor handen had, om de benoodigde Schepen in te koopen, en om eenige noemenswaardige afzendingen van Contanten na Batavia en Ceilon te kunnen doen; zelfs zyn alle de een Schip groot circum circa 400 Men' beliepen dus 342000 : - Guldens. De Comp. betaalde £ van die vragtpenningen aanftonds, als de Schepen naa Zee gingen; ik heb toen gefchat dat de particuliere genoegzaam met het geld, dat de Comp. hen op reekenmg gaf, de Inkoop van het Schip en het grootfte gedeelte van de uitreding tot het zelve fourneerden. (10) TuiTchen de 7 en 14 Perc. zyn de Premiën van AiTuranticn in 1782 en in 1784 na Batavia nog 7 Pertf. geweeft, en door de Comp. alzo betaald. (11) Te Batavia is men verpligt geweeft, om geld te hebben, onder anderen Peeper en Coffy, Articulen die de Comp. de meefte winften geeven, aan vreemden, die met haare Schepen te Batavia kwamen, te verkoopenDie Koopmanfchappen zyn in Deenemarken, Breemen en elders t'huis gekomen, het geene veel nadeel aan 'sComp. belang en aan de Ingezetenen van ons Land toebrengt.  der DEELGENOOTEN enz. i33 de Kameren der Comp. meer dan eens tot zuLk eene laagte gebragt geweeft , dat zy naauwlyks voor een week fpeciën genoeg in voorraad hadden om aan de dringendfte uitgaaven te kunnen voldoen. Wanneer dan cindelyk ook onze Stad en het Land tot hulp zyn toegefchoten. Geld (12) en Cre- (12) Ziet hier hoe het zich met de verftrekkingen van Penningen aan de Ooft Ind. Comp. heelt toegedragen. 13 Tonnen gouds, (vide Refol. van 30 Mai J781, om 'in 33 jaaren te reftirueeren) van Holland ontfangen, ieder Jaar aan Interenen en Capitaal te betaalen 6 ten honderd. NB. nog niets betaald. In plaats van het Convooy, is 'er by de Raad van Staaten opgemaakt een petitie van 2394400. — Vide Refol. 30 O&ober 1781 , by Holland geconfenteerd 4 Dcc. 1781, en betaald 1,337850: 6: — in plaats van Convooy» de overige Provintiën niets gegeeven. Holland geeft 26 Maart 1782, de 100. en 300. Pcnn. "op de AAien , waar op ontfangen 127000 : — 3 Octobei- 1783 geeft Holland, om uit de eerfikomende Penningen der Verkoöpingen in de Hollandfche Kameren te reftitueefen, 6 Tonnen gouds. Van Holland ontfangen op de Petitie van den Raad van Staaten van 12 Tonnen, 33 july 1783., ƒ 699712-10 — Van de overige niets. Op is  ISA IETS DAT TOT VOORDEEL Crediet(is) (XIX.) hebben Mviie Heeren de Staaten van Holland en Weftyriesland, van tyd tot tyd, gun: ftiglyk- aan de Hollandfche Kameren toegeftaan, en. daar door is dit, heilzaam Lichaam voor zyne geheele flooping bewaard gebleven, Na dat de Schepen en derzelver Laadingen»-, die te Cadix aangeland waaren, in Parys uit de hand verkogt, vervolgends wederom ten deele in- Op de Negotiatje van 8 Millioenen, by Refolutie van Holland, 6* Oe^. 1783 . .4 Millioenen. En 4 Millioenen van de Generaliteit, onder Guarantie van Holland. Op de laatfte poft is in April laatftleeden 5 Ton te rug gegeeven. I By Ref. van 10 Septb. 1784 is door Holland geaccordeerd eenMillioen, doch daar op ontfangen , 730000:— Hun Hoog Mog. hebben aan dc Comp. permisfie gegeeven om onder Hoogftderzelver Gur.rnntie te mogen opneemen 2 Millioenen, 't welk tot nu toe maar gefchied is voor 987000 : — ., '. ,. (13) Zie de Jaarboeken A°. 1782, Pag. 674 , daar gezegt wordt: dat de Staaten van Hollanden Weftvrïesiand de guarantie gaaven voor 27 Millioenen, doch de geconverteerde gelden op Recepiffen of Anticipatie, beloopcn nog maar ruim 22 Millioenen, alzo 'er nog ruim 4 Millioenen aan oude Recepiffen overblyven. Zo die ook onder Guarantie van de Staaten komen,, dan spro Hoogftdezelve genoegzaam de eenige Crediteur der Ooft Ind. Comp. geworden.  der DEELGENÖQTEN enz. 135 gekogt, en na Marfeille overgebragt zyn, beeft men ook ten grootften deele de goederen, waar in die Laadingen beftouden, met particuliere Schepen herwaards overgevoerd. De Schepen, die in Noorwegen gelegen hadden, zyn ook eindelyk bin cn gekomen, en alle de goederen, van de eenen zo wel als van de anderen, publicq verkogt. Dan inmiddels wierd de preliminaire £14) en diflnitiye Vrede met Vrankryk, Spanje en Engeland (15) gemaakt, en daar na tusfehen deze Re. publicq en Engeland afzonderlyk te Parys geteekend (16); waar by de Stad Nagapatnam aan de Engelfche Kroon afgeftaan, en daar by beloofd is, de vaart in de Oofterfche zee (XX). aan de Engelfchen niet te zullen belemmeren (17). Terwyl deze ;vredes onderhandelingen duurden heeft de Maatfchappy hier te Lande niet ftil gezeten (14) De Preliminairen, geteekend 20 Jann. 1783. (15) De Vrede, 3 Sep. 1785. (16) Onze Preliminairen 2 Scp. 1783, en de Vrede 20 Mai 1784. (17) Art. VI. Les Etats Generalis des Proyinces Unies promettent & s'engagent de ne Pomt gener la Navigation des fujets Britanniques dans las Mers Oriëntale*. I 4  l$6 IETS DAT TOT VOORDEEL ten, om by aanhoudendheid fmeekbrieven, zo over den inhoud van de harde vrsdes voorwaarden, waar in de Ooft Ind. Comp. belang had, als over het onophoudelyk geld gebrek, aan Haar Hoog Mog. over te geeven.- De aanmerkelykfte die tot deeze onderwerpen betrekking hebben gehad , zyn die van den 13 February en van den . , Juny des Jaars 1783 (18), als mede die Van den . . Mai 1784, waar by aan Hoogft deZelve door de Comp. verzogt is, om tot voortzetting van haare zaaken en handel, te mogen worden gerieft, in onderfcheidene tydftippen, met een Capitaal van 20 Millioenen. Op het verzoek, dat in Juny van 1783 ter Generaliteit gedaan, en aldaar door Holland overgenomen was , behaagde het onzen Souverain de zaaken van'de Maatfchappy (XXI.) te ftellen in handen van eenige Heeren, Leden zynde der S taatsverga., deringe van Holland, — Zo dra de Vergadering der Zeventienen daar van kennis kreeg, heeft Zy vyf Heeren uit den haaren benoemd, om des gevraagd wordende, aan de gemelde Commilhe van wegens den Souverain, de noodige ophelderingen over den toeftand en zaaken der Comp. te gee. ven, (19), Dan het behaagde Haar Ed. Mogende, om (i3) Zie, dc Jaarboeken va» 1783. (19) De Heer Burgemeeft'er Elias en Ik, van wegens 4e- Kamer van Amfterdam, de Heer Burgcmeéfter Opper-  der DEELGENOOTEN ekz. 13? om van de Prefidiaale kamer twee Boekhouderen tot dat einde te vraagen; Die dan ook door Bewindhebheren ter zelfder Kamer, na dat zy daar toe door eenige formaliteiten waaren in ftaat gefteld» zyn toegeftaan, en van wegens dezelve order gekregen hebben, om aan de Heeren der genoemde Commisfie alle mogelykè voldoening te geeven. Wat daaromtrent vervólgens voorgevallen zy, zal ik hier niet verder behoeven te herinneren, dewyl al het voorgemelde my genoegzaam fcliynt, om behoorlyk voorbereid te zyn, tot begrip van het geene, waar toe ik nu overftappe, de befcbryving nameriiyk van den toeftand waar in de Maatfchappy zig tegenswoordig bevindt. ie. Zal ik dan opgeeven haare Schulden. (XXII.) se. Haare verlooren Bezittingen, met de nadeelen die daar uit te wagten zyn. 3c. Het Capitaal dat ik fchat, dat 'er nog ver. effent wordt, om den Handel van de Comp. we. der in zyn gewoonen loop te brengen en de bezwaaren, die daar uit moeten voortkomen. I. perdoes, van wegens' de Kamer van Hoorn, den Heer Huidecoper van Maarfeveen van wegen;, de Heeren Beëdigde Hoofd-participanten , en de Heer Mr. Meeri man van der Goes, ter dier tyd Advocaat der Comp. en Penfionaris van Amfterdam. I 5  Ï38 IETS DAT TOT VOORDEEL -...i-i i a'siifcöM'I oh cev mo SCHU;DDEN. D.e Comp. was onder ultimo Dec. 1780 fchuldig, aan gelden op Recepiffen . . 18,781400.—. En aan o :de Obligatien van de voorl.. Eeuw in B... 3,807989 : 18 : 8? in CasgJ. 3,738110 :- : -S 7,546099.18.» in alles 26,327499.18.8 Op beden (in Mai 1785) is Zy fchuldig Aan gelden op Recepiffen 4,2,82-200.— Aan oude Oblig., onder primo Au- guftus aanft., per refto (30) . . 546099.18.8 Aan- (20) Onder- primo Auguftus aauftaande , dienen 'er volgens het gemaakte Plan van Negotiatie, by form vari Lotery, voor 7 .Millioenen Guldens aan oude Obligatiën vernietigd te worden, en om zulks te kunnen doen, dienen de Houders van die Obligatiën zich te voorzien van de Certificaaten die in handen der Eigenaaren van de Loten zyn, want by ieder Lot is, zo als het bekend is, een certificaat bygegeeven ,om by de Obligatiën te kunnen voegen , om dan voor de Obligatie en de Certificaaten nieuwe Obligatiën, te krygen, die den zh Percent Intcrefi: zullen geeven. Meer zal ik''er niet van zeggen, om dat het by ieder bekend is, wat hier omtrent nog. dagelyks omgaat. — De  der DEELGENOOTEN enz. X39 Aan opgenomen gelden onder Borgtogt van de Generaliteit 987000—.— Aan Geconverteerde Anticipatie-penningen, waar voor de Staaten van Hollanden Weftfriesland borgen zyn . . 33,488050— De Staaten van Holland, enz., hebben in diverfe reizen gegeven OO 10,739712.10 Aan diverfen wegens de 7 Mih lioenen aan oude Obligatiën, en de 70000 Loten onder guarantie van de Staaten van Hol- De oude Obligatiën, zo als in deText gezegd is, bedraagen 7,546099 : 18 : 8 zo dat de 7,000000 ; - daar .afgetrokken , per refto aan oude Obligatiën overblyven 546099 : 18 : 8 - (21) Zie wat ik hier van reeds in de I2«. Noot heb gezegt. — 190V deeze 10,729712. 10.- beftaan in de volgende poften. 12 Tonnen Gouds . . ' 30'Mai 1781. ,699712 : 10 : — . . 23 July 1783. 600000: —-.— . • 3 Oa: 1783. 4,000000 : — : — . . 5 Dec. 1783. 3,500000 — : — . • Idem. geweeft 4 Milloen. 730000 : — : — . .10 Sept. 1784.  i4o IETS dAt rot voordeel Holland en Weft-friesland, met de uitgetrokken pryzen . 15,280000.— Aan de Staaten van Zeeland . 1,213100 — 55,325163.8.8 Het blykt dan dat Hun Ed. Groot Mogende aan de Comp. hebben gegeven .... 10,729712.10.— Dat Hoogftdezelve guarandee- ren 32,288050.— en . . 15,380000.— 48,297762.10 Dat de Comp. mede aan de Staaten van Zeeland fchuldig iS , . . 1,213100.— En dat de Generaliteit guarandeerd ......... 987000.— 50,-1960,62.10 Voor welk Capitaal dan de refpective Staaten by de O. I. C. reeds geëngageerd zyn, terwyl de geheele Schuld, fpruitende uit de ópgenomene gelden, bedraagt ..... 55,335162.8.8 IX  »x& DEELGENOOTEN enz. 141 II. Verlooren Bezittingen en Nadeelen. Van de Verliezen, die de Comp. op zee heeft geleeden, door het neemen van Schepen, zal ik geen gewag maaken, vermids dat breedvoerig genoeg in 't adres vi n de Vergadering van Zeeventierien aan Hun Hecg Mogende, in Juny 1783 overgegeeven, te vinden is, beloopende by een, ten ruuwe gefchat, een Capitaal van 103 Tonnen Gouds. . De Comptoiren en Bezittingen, die aan de vyand zyn overgegaan, zyn deeze. 't Comptoir Suratte. De Bezittingen op Sumatra's Weftkuit. 't Dorp Hoegly in Bengalen en onderhoorige Comptoiren. De Stad Nagapatnam en onderhoorige Loges, Diftricten en Comptoiren ter Kufte Cormandel. De Vefting Mangaloer, op de Kuft van Malabaar. En de Baai van Trinconomale, op het Eiland Ceilon. De Capitaalen, welke by die gelegenheid(XXIII> verlooren zyn geraakt, zyn als volgt. Volgens Comp. Negotie Boeken te Suratte (aa) ƒ 640537.14.8 Op (22) In 1781, beliepen alle de Reftanten in de Indiën 31,585223 : 7 : n — daar onder waaren de bovenftaande Reekeningen, de ge-  143 IETS DAT TOT VOORDEEL Op de Kuft Cormandel . . . ƒ 6,109379.—.9 In Bengaaien (33) ..... 1,854007.13.Op Sumatra's Weftkuft . , . . - . 384708. 9.8 ƒ8,988532.17.9 In de Baai van Trinconomale, tot nog toe by my onbekend (24) , By den Vrede is bedongen, dat de Comp. alle die Bezittingen en Comptoiren wederom zal krygen; doch hoe? naakt en ontbloot van alles; en dan nog uitgezonderd de Stad Nagapatnam; Ook hebben de Engelfchen bedongen de vrye vaart gemelde fommen Debet. De poft van Eengaaien fs grooter, uit hoofde der Wilfels, die hier van Engelfche particulieren genomen zyn , daarom zo maak ik daar aanftonds gewag van. — Alle die Capitaalen zyn in handen der 'Engelfchen gekomen. (23) Deeze fom is reeds grooter bekend, want volgens brief van den 5e. Nov. 1783, van de hooge Regeering, word die opgegeevcn 3'558o27.: 15 : 8- (24) Het reftant onder 1781 was op Trinconomale 186762 : 6 : 8 - de fom en het meerder van Bengaaien (zie de voori^e Noot), doed het verlies zonder dat van Mangaloer in aanmerking te neemen op byna Elf Millioenen te ftaan komen.  der DEELGENOOTEN enz. 143 ▼aart in de Oofterfche zee. Van welk aanbelang die twee articülen voor de Ooft. Ind. "omp. zyn, zal het .der moeite waardig wezen, hier iets n ...Ier van aan te toonen. Ik zal met het eerfte beginnen. Het gemis van de Stad N agapatnam (XXIV.) is daarom van zo veel meer aanbelang, om dat dezelve zo na aaii Ceilon gelegen is; Zo de Engelfchen daar nieuwe Sterkten aanleggen, en die valtigheid houden, dan zyn zy van dien kant, meer dan voor deezen, in ftaat om met meer vermogen en fpoed dè Comps. Bezittingen op Ceilon en de Overwal te kunnen aanvallen, of, door middel van de Inlanderen, Indirect, ten allen tyden, nadeel toe te brengen. Boven dien, zo Nagapatnam aan Engeland blyft, dan is de Comp. verpligt om op de Kult Cornun. del een nieuw Hoofd-Comptoir en Vefting op te rechten: ten minften, zo Zy aan haaren Handel eenige zekerheid wil geeven (25), en van ecnig (25) De ftaat van den Handel op de kuft Cormandel kan men uit het volgende obferveeren. De Reftanten op de Kuft zyn gemeenlyk in alles 6 Millioenen. De Comp. verkoopt daar ieder Jaar. 5000 Ponden Foely. ruim 40000 Nagelen. 38000 —. Nooten. ruim 400000 Japans Koper. Da  144 IETS DAT TOT VOORDEEL «enig aanzien wezen onder de Inlandfche Vorften. - Ook zal de Maatfchappy, zo lang de gesteltenis op Cormandel zo blyft, meer manfchap ter verdediging op Ceilon en de Overwal moeten hebben, eenigzins ingericht naar de Militaire Magt, ,die de Engelfchen in het zuiden van Cormandel in den dienft zuil n houden. — De Paarl-banken, die in de nabuurfchap van Gale en Colomba, en dus tusfehen Ceilon en de overwal gelegen zyn, waaren reeds voor eenige Jaaren onderwerpen van verfchil met een Inlandfch Vorft, waar in de En gelfche zich indirect hebben laaten zien; Hoe veel te meer zal zulks nu in het toekomende plaats heb; en ? Dit alles verëifcht meer Militaire en Zee magt, dan te vooren, dus worden 's Comp. uitgaaven de novo hier door vermeerderd, en dat juift De Inkomften zyn op zyn minft in 9 Jaaren geweeft 48000 - : en op zyn meeft 9°ooo : - Op het flaan van Daboezcn heeft de Comp. ook 60 a 80000 - : gewonnen, in ieder Jaar. De Comp. kreeg, voor den oorlog, ieder Jaar een Schip direct van Cormandel, en dan nog eenige duizende ftukken Lywaaten over Batavia. Met 't cire&e Schip komt gemeenlyk 6, 7, i 8 Tonnen Gouds aan Lywaaten en 200000 : - s Caliatourfie hout. Op de Lywaaten word gewonnen 60 a 100 Perct. — Zo dat die Handel van aanbelang is. Zo de Comp. daar wel bediend wordt, zoude men ieder jaar wel twee Schepen van de kuft mo^en hebben.  der DEELGENOOTEN enz. 145 juift m een tyd, dat Zy zo overkropt is van fchul, den. Het Articul van de vrye vaart (XXV.) is niet min. der een onderwerp van ver uitzicht, om dat het namenlyk in de Indien aan de onderhoorige der Engelfchen de gelegenheid zal geeven, om met meerder" fchyri van autoriteit, in de Specery-Eilanden een ciaadeftinen of Smokkel-Handel te dryven; Hier m zyn nieuwe zaaden gelegen van twift, tuiTchen de Onzen en de Engelfche particulieren of andere mededingers. Hoe gering die verfchillen ook in het begin wezen mogten , als dezelve evénwel door de belang hebbende Mogendheden uit inzicht van voerdeel geftyfd ivierden, zou men wel dra zien dat zelfs de Dienaaren der Engelfche Comp. hief over moeilykheid met de onze krygen zouden; eri vermids die Comp. zo veel tterker'in het Weftén van Indien als de onze in het Ooftcn is, zouden de Engelfchen, als wy over eene verongelykin>r van duizenden in het Ooften begonnen te klaageri, ligtelyk Honderd duizenden, of misfchien alle onze* bezittingen in het Weften (26), kunnen in beflao neemen. Zie (26) Als de Handel in Bengaaien, op Cormandel cii Suratte aan de gang is, kan de Comp. daar wel, të zamen genomen, lunchen de 12 en 15 Millioenen uitftaande hebben, in 't byzonder wanneer het in de tyd is, dat de Retour Schepen na Europa ftaah afgezonden té worden, K  145 IETS DAT TOT VOORDEEL Zie daar dan . waarfcheinlyk, in het VI v Articul van den Vrede , de beginfelen tot Nieuwe onëenigheden tusfchcn de beide iNaatiën en zelfs de zaaden van eenen nieuwen Oorlog. Al wat ik tot hier toe (XXVI.) met betrekking tot die Specery-Eilanden heb fgezegd, gefchied zo zeer niet om het groot voordeel, dat de Comp. by dien exclufiveh Handel heeft, voor te ftaan, en te begunftigen; geenzints,. want zulks beftaat waarlyk meer in fchyn, als in waarheid. Maar veel eer, om dat het nuttiger voor het algemeen belang der Gommerciëerende Europeaanen, en voor de Inlandfche Vorften en haare onderhoorigen is, dat die Eilanden, en de Nagelen, Nooten en Foely, onder het beftier van onze Comp. blyven. _ Wel is waar dat ieder pond van deeze Speceryen tot hooger pryzen verk-.gt worden, doch juift daarom zyn dezelve van een bepaald debiet (27). Als men dan de Onkoften, die de Maat- (27) Men ga maar eens na de hooge pryzen die de Comp. voor de Nooten thans maakt, maar wat toevoer komt 'er nu van Banda? genoegzaam niets, zo dat alle de Onkoften, die men Jaarlyks reeds eenige Jaaren achter een, doen moet, zelfs by de hoogfte pryzen, niet in evenredigheid ftaan met het weinige Debiet. Het zei'de heeft men voor eenige Jaaren met de Nage' iéri ondervonden, toen dezelve ook tot hooge pryzen publicq zvn verkogt geworden. Hef  der DEELGENOOTEN enz. 147 Maatfchappy ora de wille van die Speceryen moet maaken, in aanmerking neemd, dan zyn het, ik herhaale het nog eens, zulke groote fchatten niet, die Zy door die handel verkrygt (28). Dan Het onderhoud van de Bezittingen of 'er een Millioen Ponden Nngelen ingezamelt wOrden, dan of 'er maar iocoo © geplukt worden, zyn ook genoegzaam dezelfde. (28) In Nederland by de refpective Kameren, zyn jaarlyks in 9 Jaaren, door een genomen, verkogt aam Poely, ruim 100000 ff. Nooten . . . 263000 - Nagelen . . 223000 In Afie, Foely .... 10109 - Nooten . . . 100624 - Nagelen . -. 149432 De Molukfe Eilanden hebben in dat zelfde tydperk van 1759 a 1768 aan de Comp. aan onderhoud gekort 11,133023 : 12 : 7 De Winften op de Speceryen in Indien behaald hebben bedraagen . . . . 9,173172 : 19 - —, . • le kort in 9 Jaaren . 1.960850 : 13 - !S '"->'■"■ ! of 'sjaars . 217872 : Nu j zyn'daar tegens nog" de onkoften van het vervoer, en me un de'Bezittingen zelf, voor ze veel het de Verkoop daar te Landen aangaat. K a  I48 IETS DAT TOT VOORDEED Dan hoe veel of hoe weinig de zuivere winften daar van ook zyn mogen, zo is het zeker dat de Comp. daar by voordeel heeft, en dat de overwinnen die door het middel van die Specerye Eijanden worden behaald, juift aan de Maatfchappy noodig zyn, om de abuizen die in de Ooft Ind. Comp. permanent moeten weezen (29) (XXVII.) te kunnen fuppleeren. Voor 't overige betuig ik, dat al wat ik tot hier toe heb gefchreven, geenszins mét het oogmerk gefteld is, om den Souverain of Hoogft deszelfs Minifters , eenige de minfte reproches over het een of ander te Willen doen, De omftandighe. den (XXVIII.) hebben zeker niet toegelaatendatmen van Engeland meerder voor de Comp. heeft kunnen verkrygen, Doch zo echter deeze Articulen der gefloote Vrede in 't vervolg moeten van kracht blyven, dan is het zeker dat de Ooft Ind. Comp. .■: ....... >' iiotf ZiSf (29") Dat de onderfcheidene Kameren en Werven zekerlyk koltbaar voor de Comp. zyn, zal een ieder wel toeftemmen. Hier omtrent evenwel heb ik geene veranderingen op het 00*, maar wenfehte alleen dat 'er fchikkingen konden gemaakt'worden, waar door de Commercie zaaken door die Kameren meer tot voordeel van de generaale Ooft Ind. Comp. beftierd wierden, zonder dat het algemeene nut in het minfte, door eenig byzonder belang van Stad of Kamer, geprejudiciëerd wierd,  der DEELGENOOTE N enz. t49 zig naar die overeenkomften, ?.0 in het Weften als het Ooften van Indien, met betrekking tot den Handel , Militairen , en Zeemagt, zal moeten fchikken, en dat 'er dan teffens,, zo hier als daar, meerder mercantile kundigheden en vooruitzichten verè'ifcht zullen worden,, om de zaaken, die alleen tot deeze veranderingen betrekking hebben en de gevolgen van dien, met kennis, oordeel en voorzigtigheid te beftieren, llh i Het Capitaal dat 'er nog ver. eischt wordt, e n d e b e z wa aren daar uit voort vloeiends. Om de Maatfchappy wederom in dien ftaat te brengen, (XXIX.) waar in Zy was voor de Vrede, breuk met Engeland, daar toe wordt, myns bedunkens, vereifcht. x. Dat 'er geduurende dit Jaar fucceffivelyk na Batavia, om den Handel aan den gang te houden, worden afgezonden (30) u Millioenen. NB, (30) Om te weeten hoe veel gebrek 'er in Indiëa aas; geld zy, behoeft men maar in te zien het geene deezer dagen aan de Vergadering van Zeventienen, door de Hoo» Ka  -15© IETS DAT TOT VOORDEEL NB. Batavia heeft geëifcht voor 8a, 83, 84 en 85 . • 156.Tonnen, daar is reeds voldaaan . 40 — blyft . 116 Op nieuw in de XVII . van laatftleeden voorjaar befloten om te verzenden, dat ook voor het grootfte gedeelte al verzonden is, 50 blyft . 66 Veronderftellende dat de actueele kas, en het geene van deeze Verkooping is ingekomen, aan de j Hooge Regeeering by brief van . . . Juny 1784, gefcbreven is. Indien heeft reeds geëifcht 15600000 : - Daar moet nu bykomen de eifch , die in dit Jaar nog verwacht ■ wordt, en dan wat de Caab de Goede Hoop afzondcrlyk noodig heeft.  der DEELGENOOTEN enz. 151 de gemelde 50 Tonnen zal kunnen voldoen , dan komt dit, met de reeds afgedaane 40 Tonnen , in mindering van de 12 Millioenen, en dus trek ik af 9 Millioenen, Keft. . 3 Millioenen. Voor de Caab ftel ik op zyn minft nog il 3. Om de achterflallen in de Indien te voldoen, eer dat de zaaken wederom aan de gang zullen weezen 5 < 3. Om de Comptoiren op Cormandel, in Bengaaien, te Suratte, op Sumatraas Weilkuft, en in de Baai van Trinquenomale alle wederom in voorigen ftaat te brengen (31), ten minften 10 — 4. Om denavaale magt te herftellen, ook ten minften 30 a 25 groote Schepen Mil/ioenen. te (31) Zie wat hier over reeds in de 23c Noot is gezegd: die Comptoiren en Bezittingen dienen in voorige ftaat herfteld te worden, of de Comp. zal in een kwynenden ftaat blyven, en dan meer tot bezwaar dan tot keil ftrekken. K4  1$) IETS DAT TOT VOORDEED te zamen 27 Millioenen, Hier by zouden nog geteld kunnen worden de loopendende wiffels of affignatiën van Bengaaien, toen Hoegly is overgegaan; de Affignatiën van Batavia, die op tyd loopen: Item het geene in deezen Jaare (Najaar 1784 en Voorjaar 1785) van Batavia, Ceilon, en de Caab de Goede Hoop op de Comp. zal aangewezen worden. Welke drie poften op dit oogenblik (in 't begin van July) niet te fchatten zyn; zo mede niet de eifchen van noodwendigheden , behoeftens en Koopmanfchappen, die in deezen Jaare van Batavia, Ceilon, en de Caab verwagt worden. Maar tegen dat alles heeft de Comp. haar Retouren te verwachten: en laat ik dan een oogen. blik mogen veronderftellen, dat het montant van het retour en de zo evengenoemde Articulen, met het geene tot de dagelykfche uitgaaven hier te Lande noodig is, gelyk tegens elkander ftaan, dan is het evident dat de 27 Millioenen nog zullen ontbreken; en dat, wil men eene ruwe fchets opmaaken, hoe de toeftand der Maatfchappy zoude moeten weezen, om met vrucht te kunnen blyven handelen, men als dan de 27 Millioenen, enz., nog dient te voegen by de tegenswoordige fchuld van 55,325162.8.8, wanneer het een en ander hy een geteld, beloopen zal over de 82 Millioenen. Hier  dex DEELGENOOTEN enz. 153 Hier uit valt het nu niet moeilyk aan te wyzen, hoe veel de Comp. in 't vervolg, in ieder Jaar, meer aan Intereffen zal moeten betaalen, dan voor *t Jaar 1781. Wanneer ik toch ftelle dat de Comp. fchuldig is 82 Milloenen, en daar van 3 ten Honderd in 't Jaar aan Intereffen betaalen moet, dan bedraagen dezelve 2,460000: zonder dat er iets van de Hoofdfom afgedaan wordt. Dan Natuurlyk zal hier ieder vraagen, wat equivalent heeft de Comp. tegens die Maffa van fchulden? welke inkomften ter betaaling der Intreffen? Niets anders als de 12 Millioenen, die tot den Handel in deezen Jaare uitgezonden kunnen worden; Want het geene Zy aan Restanten in Ooft Indien uitftaande heeft, is op eenige Millioenen na, niet te waardeeren (32), en my dunkt ook dat men het voorzichtigfte zal doen, van in dezen het fpoor der Voorouderen te volgen; dat is, vandaar op in 't minft niet te rekenen. Het (32) In dc 22e. Noot heb ik gezegd, dat dc Reftanten in 1781 bedroegen 31.585223 : 7 f n., als de Comp. in dit loopende Jaar haar Retour zal binnen hebben, dan zal er op dat groote Capitaal van Reftanten niet veel te reekenen zyn, want Contanten zyn 'er niet. 'sComp. ftaat is i.i der daad een geraamte en een geheel uitgeteerd Lichaam gelyk geworden. —  154 IETS DAT TOT VOORDEED Het voornaamfte equivalent moet dan gehaald worden uit de Winften, die de Comp. van tyd tot tyd, onder Godes zegen, met haaren uitfluitenden Handel van en op de Ooft Indien hoopt te behaalen. Want of fchoon de Comp. in Indien wel eene Mogendheid uitmaakt, zo kan Zy evenwel haare onderhoorigen geene nieuwe laften opleggen; (XXX.) zulks zou daar zo gemakkelyk niet te introduceeren zyn, als onder de befchaaffte Natiën in Europa, om nu by gifiing te evaluëeren, wat de Comp. niet alleen iedei Jaar aan Intereffen te betaalen zal hebben, maar wat Zy ook voor afloffing van haare fchulden, ieder Jaar, uit de winften van haaren Handel, zou ,kunnen fpaaren, brenge men nog eens alles in kort beftek by elkander. De acTrueele fchuld beloopt (zie I.) 55,325162:8:8 Onder die fchuld zyn de Obligatiën, die onder primo Auguftus in andere Obligatiën ftaan geconverteerd te worden, en deeze beloopen in 60 Jaaren, ieder Jaar aan Intreden en afioifingen van 't Capitaal van 15,280000: -, ieder Jaar 525000: - Voor dc overige 40,045163:- zal ik het fpoor van myne Heeren de Staaten van Holland en Weftvriesland volgen, namenlyk met betrekking tot de Poft van 13 Tonnen, die hoogft dezelve onder deeze uitdrukkelyke voorwaarden hebben gegeeven, dat de Comp. in ieder Jaar K 5 voor  der DEELGENOOTEN enz. 155 voor Intreft en afloffing van dat Capitaal zou hebben te betaalen, voor den tyd van 33 Jaaren, 6 ten Hondert, dat over de ia Tonnen ieder Jaar, dan beloopt 72000: - De overige 38,845162 loopen dan tot den Intreft a 3 perct. ieder Taar/i 165353: -~) , a m r , f 2,330706:- en 3percr.voor afloffing. Item 1165353: - J te zamen 3-927706:Wanneer op die voet in 33 Jaaren de Comp. afdoet een fchuld van 40,045162:- En in 60 Jaaren het geheel bedraagen der gemelde fchuld van 55,225162:8:8 Maar daar dienen, naar myn inzien, nog bygevoegd te worden de bovengemelde 27 Millioenen, en indien deeze meede in dc termen van 6 ten Hondert in 't Jaar gebragt worden, dan zal deeze Poft nog bedraagen 1,620000:- En met het te vooren bereekende, (XXXI.) in ieder Jaar een laft voor de Maatfchappy uitmaaken van •4,547706:- Wy moeten nu nog korteling nagaan hoe veel de Comp. dan, door die vermeerdering van haare fchulden, meerder bezwaard zou weezen, dan Zy was op Ultimo Decbr van 'tjaar 1780, of eigentlyk op het tydftip van de vredebreuk met Engeland. De  I56 IETS DAT TOT VOORDEÏt De Intreden der oude Obligatiën van ƒ 3,738110:- 3,807989:- / 7,546099: - a 31 perct. bedraagen/ 364114: -18,781400: - Anticipatie Penningen, a 3 perct. - 56344a:De afloffing ook eens gefchat op 3 P«ct - 563443; ~ ƒ1,390998:- Deeze dan afgetrokken van de 4,547706 ; - zo heeft men 3,156708 ; - met welke fom de Comp. nu meer zoude bezwaard zyn, in ieder Jaar, dan voor deezen, en welke fom het van zelf fpreekt dat in 't toekomende, geduurende den tyd van 33 Jaaren, meer zou dienen gewonnen te worden dan voor 1780. Dan die ruimte van Winft kan zeker niet waarfchynlyk gehouden worden, zo lang men op gelyken voet als te vooren blyft handelen: Vooral daar, behalven voor het geene ik tot hier toe gezegd heb, by het Bewind op den duur, of in ieder Jaar, nog dient te worden gezorgd, ie. Voor de Uitdeelingen, die 'er aan de Participanten behooren gegeeven te worden, ie. Voor de Traftementen, die 'er aan Bewindhebberen en Ampteuaaren worden betaald. En 3e, Voor  der DEELGENOOTEN enz. 157 3e. Voor de veragteringen, zo als die in de 30 Jaaren van 1760 tot 1780, ieder Jaar, zyn geweeft (33). Deeze drie poften fchat ik op 3I a 4 Millioenen; Doch vermids deeze geen vermeerdering van bezwaar zullen uitleeveren, boven hetgeen voorheen reeds plaats had, zo zal ik my thans hier over niet verder uitlaaten; maar het geen ik deswegens en over het meerder bezwaar der 3,156708: heb aantemerken liever befpaaren tot het 6?. Hoofdftuk. in- (33) De Uitdeeling, als-die ia* is, beloopt 805025 : - tot 15-Pcrc. 966030 : v enz. De Tractementen van Bewindhebberen en Amptenaarea / 246919 : 7 : 8 De Indifche veragteringin 1780 is geweeft 2,400689 : 13 : 8 En in de 20 Jaaren,. van 1760 tot 17S0, ten ruuwe opgenomen, omtrent 40 Millioenen. Want in 1780 was'er meer verlooren dan gewonnen, . , • 87,3^86117 : - . En in 1760 48,058461 : - " "'w '3 v j. • • 1 —t p-jntjow^p. BU.i.Y^'i'-tiViV 1" Oli itïz:-.: •tkhfs ««» - ...  I N L E I D I N G TOT DE VOLGENDE TWEE HOOFDSTUKKEN. iK»tboov'-«iw,: tod twod.^wttteaüi» coii-'s «wrs Om eenig ligt te verfpreiden over de onderwerpen , die ik in de volgende twee Hoofdftukken zal verhandelen, herinner ik by dezen den Lezer, dat het eene algeraeene regel in de ftaatkunde is, dat de inwoonderen in een Land vermeerderen of;,vexr minderen, naar maate de middelen van beftaan gemakkelyker, of moeielyker te verkrygen zyn. Het beftaan- en de overwinften, die uit de middelen van koftwinning, en onderhoud voortvloeijen, verkrygt men, of, door het bearbeiden van den grond zelf, en het inzaamelen van .alle defelfs naluurlyke voortbreng/els;~ of,, door het ze/enen van konften, handwerken, en Keopmanfchaf met al der zeiver byzondere takken en gevolgen. Het eerfte foort van voordeel ontftaat uit de meerdere of mindere vruchtbaarheid van een Land, en van zyné ligging; Waartoe het van zelf fpreckt dat niet alleen de Vruchten moeten gebragt worden ■ die de-grond zelf kan opleveren, maar alles wat''er door Jacht (O of Viffchery kan gewonnen worden. Het CO In Rusland, de Pelteryen die door Jacht verkregen wor-  INLEIDING. 159 Het tweede foort van voordeel hangt alleen af van de fchranderheid en naarftigheid der Menfehen. En hier op kan de Regeeringsvorm, en de hoedanigheden van de Leden, die in de Hooge Regeering zyn, van een byna ongelooflyken invloed wezen. Om dit met voorbeelden duidelyker te doen be. grypen: De middelen ter verkryging van onderhoud en winften, zyn in de befchaafde Eeuwen, waar in wy het geluk hebben te le 'ven: Voordeel uit eigen grond (ji). De Handwerken. Dc Koophandel. Het Land dat meerder Vruchten oplevert, dan het voor zynezamenleving noodig heeft, kan dezelve aan andere mededeelen: En dat deel m I N o. 167 niet vergen dat van ftaat veranderen? Men liep dan gevaar dat ze liever haar vermogen naar elders zouden overbrengen. — Het is dus geenzins bewezen dat vermindering van iommige Handwerken, vermindering aanduidt van algemeenen Welvaart; het is veel meer te verwonderen, dat men een zo geduurige ftryd ontmoet tuiTchen de Voorftanders van dezelve en van eenen vryen Koophandel: de Ondervinding leert o\ er al, dat waar de Koophandel groot wordt ook de handwerken tot dezelve betrekkelyk vermenigvuldigen, maar dat ook vermeerderde ruimte van winften en verteeringen, ryzende duurte der dagloonen, en overvloediger verfchot van broodwinning, verfcheiden andere Fabricquen moet doen kwynen, en te niet gaan. Niet juift de handwerken toch, maar menigte van Volk en geld, zyn immers de zekerfte kentekenen van den welvaart van een Land. -En wat het eerfte aangaat, verzoek ik den Lezer zyn oog over het nevensgaande blad te laatengaan: Waar uit men ontwaaren kan, hoe aanzienlyk de Huizen en dus de inwooningen in deze Provintie, in de Steden en waarfcliynlyk ten platte lande, * zedert 1515 moeten toegenomen zyn. Omtrent het tweede kan niets zo fpecificq opgegeeven worden' edog Menfehen, de laatfte van het geringfte fcort, doch welker ongelukkige ftaat meeft het gevolg is van luiheid. Dan dit getal is zo gering, dat het in geen aanmerking komtL 4  10*8 ÏNLEIBING. edog daar toe .behoeft men flechts nategaan, hoe gering de geldvermogens der onderfcheidene Huisgezinnen in de XVIe. Eeuw waaren, in vergeleiking van het gèene daar omtrent nu plaata heeft (8). Naar maate de buitenlandfche Handel in die Eeuw toenam, wierden de Ingezetenen te ruimer in ftaat gefteld, om uit de overwinften, die ze verkregen, het Land en den welvaart van het volk te onderfteunen. Men ga eens na de Oorlogen, die men geduurende de revolutie, in ftaat geweeft is om te kunnen voeren. Holland alleen had in 1648, het Jaar van den Munfterfchen Vreede, reeds 120 Millioenen tot haaren lafte. De onderneemingen die de Ingezetenen, ondertuflchen, na de Ooft- en Weft indien, op het einde van de zeftiende en in het Legin van de zeventiende Eeuw, hadden gedaan, waaren ook de Vruchten van derzelver Overwinften, behaald met den buitenlandfchen Koophandel, die zich toen meeft tot de Ooft-Zee, op Vrankryk en Engeland bepaalde. De Droogmaakeryen in Zuid- en Noord-Holland, geduurende die zelfde Eeuwen, en vooma- men- (8) Zie, de Handveften , Charters en Priviligiën van de XVI1-. Eeuw in de Werken van Mieris ea den I-Ieer van da  INLEID!!»©. ïf5£ menlyk in de laatfte volbragt, waar door veela duizenden Morgen vruchtbaar Land wierde aange. wonnen, zyn mede het gevolg van den welvaart der Ingezetenen geweeft. Ik zwyge van de O rlcgen, die de Republicq, na den Munfterfchen Vreede, tegens vreemde Mo. gendheden in ftaat geweeft is te kunnen uit houden. De fchulden die de Republicq 't zedert dat Tydftip nog heeft moeten maaken, zyn voor een ieder, die maar toegang tot Stads- en' Staats-Vergaderingen beeft, de fprekendfte bewyzen van het toeneemend Geld-vermogen der Inwoouderen. Het intereft, dat die zelfde Ingezetenen in deze Eeuw, vooral 't zedert dertig Jaaren, in de Engelfche Fondfen, en in de Franfche Effecten ge. nomen hebben: De Geld-Negotiatiën en beieeningen die in Amfterdam, 'tzedert 1750, op eigene en vreemde Coloniën, voor vreemde Vorften en Mogendheden, zyn gefchied , zyn ieder op zig zelve zo veele blyken der geduurige vermeerdering van welvaart. Voor 't overige, kan men het verkrygen van alle de Bezittingen en Coloniën in de Ooft- en Weft Indien in de voorleedene Eeuw nog aanzien, als Overwinften van dien tyd, waar van men nog daaglyks, hoe langs hoe meer, de inkomften kan zien vermeerderen; die toch voornamenlyk maar van een goed en voorzigtig beftier afhangen. Dit alles dan, herhaal ik, zyn de Vruchten van naar. L 5 ftig.  tJO INLEIDING. ftigheid en fpaarzaamheid geweeft: Waar door de Inwoonderen van dit Geweft in ftaat geweeft zyn, om den buitenlandfchen Koophandel uit te breiden, door denzelven aan dit Land, zo veel Volk en overvloed te verzorgen, als ons nog genoegzaam fchynt om deffelfs bloei te doen voortduuren en vermeerderen. Dan, dit zal genoeg zyn, om over te gaan, tot het geene ik voorgenomen heb, in de twee volgende Hoofdftukken, te verhandelen. VIER-  171 VIERDE HOOFDSTUK. ÏVap nut en voordeel de Ooft-Indifche Handel, aan de Ingezetenen van dit Land, toebrengt. \Jm te laaten oordeelen van wat nut en voordeel de Handel naar en van Ooft-Indien, voor de Inwoonderen van dit Land is, zal ik my eerft tot den Handel der Compagnie (XXXVII.) zelVe bepaaien, en daar na tot haaren invloed, op den buitenlandfchen Koophandel, en voornamenlyk de Scheepsvaart. Naar de Ooft-Indiën vertrekken ieder Jaar, 20 Schepen van 150 Voeten, ieder van 450 Laften. 8 a 10 . van 140 Voeten, en . 400 Laften ieder. En men krygt van daar in Retoer ai a 23 Schepen, namenlyk; 4 van China. 3 van Ceilon. 3 van Bengalen. 1 van Cormandel. En 12 a 13 Schepen van Batavia. De O. I. C. zendt Jaarlyks uit aan Provifiën, behoeftens, noodwendigheden en Koopmunfchappen, voor 26 a 28 Tonnen Gouds. Aan  173 IETS dat tot Voordeel Aan Goud en Zilver, gemunt en ongemunt, 4 a 6 Millioenen. Ze heeft Jaarlyks aan Hout en andere artikelen, tot de Scheepsbouw nodig, 33 a 34 Tonnen Gouds (9). Ze betaalt aan Arbeidsloonen van Menfehen, die jaar uit jaar in in haaren dienft zyn, 1,116600 (10). Ze heeft in de laatfte ïo Jaaren van 1770 a 1779 uitgedeeld, en aan intereft betaald, ieder Jaar, tuffchen de zeftien en zeventien Tonnen Gouds. Ze betaald ieder Jaar aan Affignatiën, ruim vier Millioenen (11), zynde voor het grootfte gedeelte het bedraagen van de fortuinen, die in de OoftIndiën gemaakt worden. Ze (9) De Staat of aanwyzing door Boekhouderen, 1770 over tien Jaaren opgemaakt, zo mede het geene in 1764 a 1767, by de Kamer Amfterdam alleen is uitgegeeven wyft dit uit. (10) Zie den Staat van 10 Jaaren. (11) In de 190. Noot van het 2de Hoofdftuk toonde ik aan, dat het over de 20 Jaaren 's Jaars bedroeg 2,696460 ■Gis., deze opgaave begint met 't Jaar 1748, en eindigt met 1767. Men ziet daar uit, dat de fortuinen, hoe nader aan deeze tyd, des ta meer toeneemen.  der DEELGENOOTEN enz. 173 Ze betaalt in 't Jaar aan maandgelden op de hand ruim twee Tonnen Gouds (ia). Aan maandgelden op de Retouren byna zeven en twintig en een halve Tonnen Gouds (13). Aan Premiën aan de Cargaas, enz., die in het Ryk van China van wegens de Comp. zyn 1» a twee Tonnen Gouds. De O. li C. verkoopt Jaarlyks voor twintig a een en twintig Millioenen aan Koopmanfchappen, die met de zo evengemelde 22 a 23 Schepen uit Ooft-Indiën worden overgebragt. En wat hier ter loops opmerking verdient, is dat het geen hier te lande verkogt wordt, wel voor drie vierde en zeven agfte na buiten gaat. De Thee en Coffy uitgezonderd, waar van een aanzienlyk gedeelte, naar Vriesland en Groningen , vervoerd wordt; Zo dat men wel ftellen mag, dat onze Natie de O. I. Handel, tot haar byzonder voordeel, meeft voor de Vreemden dryft. Men ga eens na, zo zulk een Handel(XXXVIII.) eens moeft ftil ftaan, of verleid worden, welke verfchikking en Calamiteiten hier door in onze za« nienleeving zouden ontftaau, en van welk eenen ake« (ia) Zie den Staat van 10 Jaaren, de Som bedraagt 204000. Gis. (13) Item, item, 2,740000 —-  IJ4 IETS DAT TOT VOORDEEL akeligen invloed dat op de onderfcheidene takken van Koophandel, en de algemeenene Zeevaart, die de Ingezetenen van de Republicq thans dryven, zoude moeten wezen. Want, om dat de Comp., by voorbeeld, groote Schepen moet bouwen, kan men meer Schepen na, Noorwegen en de Ooft Zee zenden, om hout, hennip, pik, teer, maften en yzer te haaien. Om de uitgeftrektheid en het gewicht van die en andere Articulen te doen opmerken, die tot de Schepen, (XXXIX.) en het equipeeren van dien, behooren, zo zal ik hier laaten volgen, wat gemeeniyk 's Jaars by de Kamer Amfterdam alleen word uitgcgeeven; als (14), Aan Eikenhout 253000 Gis. Hout divers 60000 -— Fultagiën 86000 —■ Ongeldcn Equipagiën . . 84000 — , op de Retouren 31100 — Arbeidsloonen .... 550000 — Boter 50000 —' Chirurgyns behoeftens . . 9500 — Behoeftens voor 't Scheepsvolk 3°50° — Brood 62000 — Cajuits behoeftens . . 5000 — Di- (14) Dit loopt over de vier Jaaren van 1764 i 1767.  oer. DËELGENOOTEN enz. T75 Diverfche Koopmanfchappen en behoeftens voor Indien 77500 Gis, Gefchut en Ammunitie van Oorlog 15200a —- Hennip en Touwwerk . 255000 —. Yzer en Yzerwerk , . . 045000 — Kaas . 15000 — Koper en Koperwerk . . 44000 —- Mafthouten 40000 — Oly 30000 —1 Pik, Teer en Harpuis . . 50000 — Die drie Articulen hebben tien Schepen noodig, om Aif aan te voeren. Pottagiën (Provifiën) . . . 54000 — Zeildoek 170000 —• Stuurmans gereedfchap . . 15000 — Verfcheidene Noodwendigheden .:' 55000 —* Vleefch 75000 —• Daar worden nog ieder Jaar by de Kamer Amfterdam 600 a 700 Oflen geilagt, die van NoordHolland en hier 'omftreeks te Amfterdam aangebragt, en daar geweid worden. Aan Groninger, Gelders en Weesper Speek 82000 G1j. Vettewaaryen .... 20000 — >+— Lakenen, Wolle en Zyde Stoffen voor Japan, enz. . . 80000 — — Polemieten van Leiden, voor China . . . ... 90 a 100000 — Aan  I76 IETS DAT TOT VOORDEEL Lakenen voor China 30 a 40000 Gis. Loot item . ao a 25006 — Ziet daar een korte Schets van den Handel der O. I. C, die genoegzaam is om te doen zien, dat derzelver uitgeftrektheid eene ruimte van vermogen, en eene uitgebreidheid van beftuur vor¬ dert, hetwelk op den duur niet dan by wyze van een groote Compagnie (XL.) kan aan den gang gehouden worden, zo als dat ook uit de Inleiding van het eerfte Octrooy door Hun Hoog Mogende, ten klaarfte is begrepen. En onlangs in Vrankryk nog is toegeftemt en beveiligd. Dan het nut, het welk zulk een lichaam van Koophandel den Staat toebrengt, bepaalt zich niet by het inbrengen en omzetten van alle de opgenoemde fchatten: het wordt volkomen onbereekenbaar, als men acht geeft op den invloed welken die Handel op onze geheele Scheepvaart en Buitenlandfchen Koophandel heeft. Zie hier een ruuwe opgaave van onze Scheep, vaart. In 't Jaar 1783 is door een kundig Menfch op« gemaakt een lyft van de Schepen, die hier ter ftede, in Noord-Holland, in Vriesland en in Groningen 't huis hoorden, en daaglyks op Zee gebezigd wierden. Zie onder de Byl., bladz. H. Die van de Ingezetenen van deze Stad en Noord-Holland, beloopen alleen 795 Schepen, meeft van roo a 500 laften ieder. Men  eer DEELGENOOTEN enz. 177 Men rekende toen, dat het getal voor 1781, wel een vierde meer was geweeft. Hier onder zyn niet begrepen de Vaartuigen die van Enkhuizen, de Ryp, Vlaardingon en Maasfluis, ter Kabeljaauw-vangft op Ysland en het Dog. gerzand vaaren: nog ook niet de menigte van Haringbuizen. Ket getal en de fpecifique opgaaven van de Koopvaardy-fchepen die aan de Maas en in Zeeland thuis hooren, heeft men mede in dien tyd niet kunnen bekomen. Door de lyften, die men Jaarlyks van de binnen gekomen en vertrokken Schepen heeft, ziet men dat voor 1781 in de Maas en Goerée, in Teflel en 't Vlie, 's Jaars in kwamen , over de 4000 Schepen. Onder dezelve zyn ook niet begrepen de Yslandsvaarders, de Haringbuizen en ja gers die ter Haring- en Kabeljaauwvangft uitgaan (15). Noch 05)1111771 ter Haringvangft 153 Buizen. en 20 Ventjaagers, 1772 160 B. en 33 V. 1773 169 B. en 20 V". i'/74 165 B. en 20 V. ?7'7S 156 B. eii 20 y. ia  173 IETS DAT TOT VOORDEEL Noch ook niet, welke naar en van Rotterdam, Dordrecht, Schiedam, Delfshaven, enz., langs de Zeeuwfche Stroomen zyn ingekomen en uitgezeild. Zo mede niet, die van 't Noorden over de Wadden langs de Groninger en Vriefche kuiten dit heen inkomen, welke op de Zee lyften niet bekend liaan (iöi). Uit In 1776 179 B- en 22 v- 1777 170 B. en 21 V. 1778 160 B. en 18 V. 1779 163 E. cn 19 V. 1780 151 B. en 20 V. Ter Kabeljauwvangfl omtrent YOand. 1771 . . 145 Vaartuigen en. 3 Jaagers. . 1772 . . 121 3 — 1773 . . 107 2 1774 . . 83 ï ■ 1775 . . 78 1 1776 . . 36 -. 1777 . . 22 1778 . . 24 1779 4 . 61 Die omtrend het Doggerzand vaaren zyn niet opgegee* ven. Zie de Jaarboeken van dien tyd. — (16) Het getal der Schepen, welke jaarlyks van de klei-  der DEELGENOOTEN enz. 179 Uit dezelfde lyften ziet men van waar die komen, en waar na toe dezelve gaan (17); Men vindt 'er ook vreemde Schepen onder, doch als men rekent dat 'er voor een vierde van andere Natiën onder zyn, dan mag men dellen dat 'er 3000 Schepen zyn, die aan .Hollanders, Vriefen en Groningers toekomen. Men dient daar en boven op te merken, dat 'er onder het getal van de 3000 Schepen veele zyn, die meer dan een reis in 't Jaar doen; Die naar de Ooit Zee en de Straat kunnen 'er wel twee doen: Die naar Engeland, de Bogt van Vrankryk, en de kleine Ooft, als naar Hamburg, Bremen, Lubek, enz., meer; zo mede naar Noorwegen en Zweeden: Die naar de Middelandfche Zee en de Levant vaaren, reken ik dat in twee Jaaren drie reizen kunnen doen. Ter Walvifchvangft gaan Jaarlyks uit 50 a 90 Schepen. En, om in de Straat Davids te visfchen, 40 a 50 Schepen (18). Ter kleine Ooft aankomen , en over de Wadden vaaren, word begroot op 700 fluks, en door elkander gerekend twintig laften groot te • zyn, en op zich zelf ieder ten minften 3500 Guldens waardig. f17) Zie de Lyften agter de Jaarboeken 't zedert 1778, en dan in de Couranten de Lyften die in 't begin van ieder jaar voorkomen. 08) Ter Walvifchvangft M 3  l8o IETS DA T TOT VOORDEED Ter Haringvangft, 150 a 170 Buizen en, 20 faagers. f Ter Groenland. In Straat Davids. In 1771 • ito Schepen . . 40 Schepen. — 1772 • 93 • * 38 • ~ — 1773 • 9' ■ • * V " — 1774 . 72 • • 48 'X .1775 - 88 • • • 4i 1 ' — 1776 . 84 • • 39 — 1777 • 75 • • 42 " — 1778 . 64 • - 47 — - — 1779 . 59 • • 45 — 1780 . 46 • • 36 i ■ • —1783 j 46 1 • • M — 1784 . 56, .... Zie, de jaarboeken. En voorts de Koophandel van Amfterdam, alwaar dezelve veele Jaaren, te weeten van 1669 tot 1752, op Groenland, en in Straat Davids van 1719 tot 1752, worden öpgegeeven. Voor *t overige vindt men onder de Bylaagen op bladz. I. een nette rek'enin g van deze- Viflchery, waar uit men ziet de ftaat waar in dezehe zich bevindt; Deze tak van beftaan, verdient de attentie van-den Souverain. Als dezelve door het uitlooven van premiën, geëvenredigd na de omftandigheden, koude aangemoedigd worden, zal men die in twee S drie Jaaren zeer zien toeneemen, en wat voordeel zou hier door niet aan de kleine gemeente vooral konnen worden toegebragt? Vermids alles wat 'er tot  der DEELGENOOTEN enz. 181 Ter Kabeljaauwvangft omtrent 50 a 100 groote WTchers Booten (19), en dan zyn 'er nog die omtrend het Doggerzand viflehen. Het tot de uitruftigen noodig is, hier te lande in gereedheid word gebragt. En men dan in zich zelf vermeerdering van middelen aan handen heeft, om met andere Natiën voordeelige ruilingen te kunnen doen Men ga eens na, wat hier omtrent by een onzer Nabuuren 't zedert nog geen 40 Jaaren is omgegaan; in 1749 voeren de Engelfchen ter Walvifch-vangft met twee fchepen, en door het uitlooven van premiën in dat of het volgend jaar met 20: Vervolgens is het jaarlyks vermeerderd, zo dat in 1775, 109 Schepen na Groenland en Straat Davids zyn gezeild. Zie hier over het Jaarboek 17:7, pag. 405. En de Memorie van Gecommitteerdcns van de Groenlandfche Viffcherye. En in het tegenswoordige jaar beloopt het getal dat van Engeland ter Walvifchvangft vertrokken is , tuffchen dc 160 en 170 meefl zeer groote Schepen. Men zie wat hier pmtrent op bladz. I, onder de Bylaagen te vinden , nog gezegt wordt. (19). Zie hier het geen betrekking tot de Haring- en Yslandfche Viffcherye heeft. Volgens brief van Maasfluis van 20 july laaftleeden, zyn dezen zomer (1785) ter Haring.vangft en Kabeljauwvangft by Ysland, uit de Maas uitgevaaren. Voor M 3  lOÜ IETS DAT TOT VOORDEED . Het geene de Rivieren op- en afgaat naar Duitfch- land» Voor Vlaardingen 78 Haringfchepen 31 Schepen naYfland. ■ Maafftüis 31 dito . . . lödito '—- R otterdam 3 dito ■ Delfshaven 3 dito ' . Schiedam 1 dito .... 2 dito < Zwarte Waal 3 dito 108 Haringfchepen. 52 naYfland. In gemelde brief word nog gezegd „ De waarde van alle de Haring-Schepen en Yslands„ vaarders welke in dit jaar op de Maas vaaren, is „ moeijelyk te bepaalen, om dat 'er nieuwe en oude zyn, „ doch wy ftellen het niet te groot als wy de Haring„ vloot door een gerekend op 11 a 12000 Guldens cal» culeeren, zoo als die na zee gaan. „ De waarde van thuis komende hangt veel af, van „ de goede of flegte vangft, en of dc pryfen der Haring „ hoog of laag zyn; men is dc eerfte reis al gewoon „ van 24 tot 2$ Lallen aantebrengen, en men kan voor „ een middelbaare markt ftellen, 154 a 168 Gulden voor „ ieder laft. „ De Yslands-vaarders fchatten 'wy door een op 7 a „ 8000 Guldens vry in zee. Hier omtrent hebben de„ zelve zwaarigheeden plaats als hier boven. Men dient „ 24 a 2500 Gis. aan Vis te bevaaren, wil men de „ uitrufting en onkoften goed maaken. Voljjeus een ancfer brief van 22 July van dit Jaar. 4 „ Van  UER DEELGENOOTEN enz. 183 land, Brabant en Vlaanderen (20), komt hier ook in geen aanmerking. De Vaart naar en van de Weft Indien, houdt een getal van 120 a 130 Schepen bezig op zee. In Oorlogstyd, tuflchen Vrankryk, Spanje en Engeland, is dat getal veel grooter, zo als dat bekend is: Want dan zyn St Euftatius en Curacao tot nog toe, de algemeene markten in de Weft- In- „ Van Enkhuizen, zyn in zee gegaan 45 Haringfchepen. » En uit de ltyp jg , _______ » Ik taxeer ieder Schip waard te zyn door een '8000 „ Guldens, zo ieder Schip maar één reis doet en brengt' » minder als 4000 GI. uit zee, dan verliest men geld „ Dus de Schepen haar vangft hebbende, en verongeluk„ kende, zoude voor ieder Schip 12000 Gl. weg zyn. „ Alzo bedraagt een Vloot van 63 Schepen 756000 Gul„ dens. Wy hebben maar twee Yslandsvaarders die ik „ mede op de zelve hoogte taxeer. (ao) Men fchat dat van Amfterdam, met de Beurtman naar BrufTel en Geud, 'sjaaas gezonden worden 220 a 250 duizend Gis. Van Gouda naar Antwerpen gaat het binnen door, Ten ruuwe gift men het Capitaal der afzendingen 's jaars op ruim twee Tonnen Gouds. Men rekent dat de afzendingen na Eraband en Vlaanderen by een nog 'sjaars zouden beloopen 5 a 6 Tonnen Gouds: Doch voor dezen , voor dat Ooftende zo was toegenomen, veel meer, toen fchat men dat het ver boven het Milliocn liep. M 4  384 IETS DAT TOT VOORDEED Indifche zee geweeft, waar onder anderen , de Franfche Natie, haar producten ter inruiling van Provifiën en Noodwendigheden bragten. Uit dit alles verbeelde ik my nier te veel te rekenen, als ik ftel, dat 'er voor rekening der Ingezetenen van ons Gemeene beft doorgaands op zee gevaaren wordt, met omtrent drie duizend zo groote ah kleiner Schepen. Maar laat ons nu ook een ogenblik na gaan, welke Capitaalen hier te lande (zo na mogelyk gegift) men rekenen mag, dat 'er door het middel van den buitenlandfchen Koophandel worden omgezet. De Handel die Jaarlyks naar en van het Noorden gedreven word, fchat ik in 't geheel op 55 Millioenen (ai). Naar (21) In 1784 zyn volgens de Lyften, in de Maas, in 'tVlie, en in Teffel binnen gekomen, omtrent 1740 Schepen. En dan over de Wadden, niet bekend op de Lyften, 700 Vaartuigen, van 20 Laften en daar boven. Hier van vaaren 'er 300, van Hamburg op hier, en van hier na Hamburg 150; Onder het eerfte getal teld men 'er 30 a 35, die met Stukgoederen over komen , en waardig gefchat wordjn 100 duizend Gis. de overige komen met Hcut en andere dingen van weinig waarde, door elkander waardig 1500 Gis. Vsn  der DEELGENOOTEN enz. i% Naar en van Engeland . . . 43 a 44 Millioenen (ao). Naar Van Amfterdam na Hamburg 150 Schepen, waar van 40 met Stukgoederen, door elkander waardig 1 co duizend Gis., de overige met Haring en andere kleinigheden van weinig waarde, door elkander gegift op 2ccc G!s. Van Amfterdam na Bremen vaa.en van die kleine Schepen loo. — waar van 40 met ftuk Goederen, de overige met geringe waaren door elkander waard.g 1200 Gis. Van Bremen op Amfterdam 75 Schepen, waar van 20 met Stukgoederen, door elkander waardig 40 duizend, de overige met Hout en andere a;-ticuleu, door elkander waardig 1500 Guldens. De overige 325 Schepen komen van de kleine Ooft, enz., deze heb ik maar op 1500 Gis. voor uit e;i thuis gefchat. Met de bovengemelde 1740 Schepen en deze 700 Vaartuigen , reken ik, dat hier te Lande aangebragt zyn, voor ruim 27 en een half Millioen aan goed, en dat daar tegen zo te land als te water verzonden js, voor circum circa 17 Millioenen, de Diamanten en andere koftelykheeden na Rufland daar onder begrepen , het ontbrekende, zynde ruim io£ M. is gedeeltelyk in Contanten, het zy in Ryksdaalders of in Goude Dutaatea gefupleert geworden. Derhal ven deze buitenlandfche Handel kan in 't geheel ten minften op 55 Millioenen gefchat worden. (22) Om te oordeelen wat 'er tuffchen de Ingezetenen van M 5  ïS6 IETS DAT TOT VOORDEEL van de Republicq en die van Engeland verhandeld word, dient men i°. op het oog te houden, de menigte van. Schepen die jaarlyks uit de Maas, Teffel, en 't Vlie op en van Engeland, Schotland, en Ierland vaaren, waar onder veele Engelfche Schepen zyn. — 2°. dat hier te lande veele Engelfche Manufaétuuren van allerlei foorten worden aangebragt en vertierd; die by een, aanzienlyke .Capitaalen bedraagen. — En 30. de wiilelvalligheden die dagelyks in den Koophandel kunnen en moeten voorvallen ; de nabyhcid der twee Staaten, en het gemak van den WifTUhandel van Amfterdam op Londen, viceverfa, her ccn en ander geeft hier toe meer dan elders dc gelegenheid; Of Engeland Graanen trekt, of geeft, maakt verandering in de Balans van Koophandel, en zo is het met veele andere articulen, die vry over en weer kunnen aangebragt of uitgevoerd worden: By voorbeeld; 't zedert den oorlog hebben' wy weinig Lywaaten direct uit Ooft-Indiën gekregen, onze Kooplieden in Lywaaten moeten die nu van Engeland voor een groot gedeelte bekomen; De Thee 't zedert men dc fluikhandel wil beletten , word over Vlaanderen en van hier na dat Ryk ingevoerd; Dat arrieul zal, op zich zelf genomen , veele Millioenen meer dan na gewoonte importeeren. En komt dus mede in aanmerking in den Balans van Koophandel. 'Ik gis dat in.i een rond jaar Engeland en het geene daar onder gerekent word, aan ons gegeeven heeft, (Zeiand uitgezonden) tuffchen de 27 en 28 Millioenen, en daar tegen dat 'er van hier derwaards gegaan is, ten minften 15 a 16 Millioenen: Het verfchil is in Contanten of Wiffels na Londen overgemaakt. En nu de Wiffelcours zo hoog is geweeft, is het  der DEELGENOOTEN enz. 187 het al yecl in Goud en Speciën overgezonden. De Jooden die in Speciën en vi iffels op Londen doen, hebben my verzekert, dat in dit Jaar weekelyks, meer dan twintig duizend Ponden Sterlings in Goud na Harwich met de Paketten zyn overgegaan. Dat het meer dan 20000 Lftg. moet weezen, dat 'er nu in ieder week 't zedert eenige maanden in het Ryk ▼an Engeland van het vafte land ingekomen is, word door het aanhoudent munten van Guinjes en de prys van het munt matriaal volkomen bewezen. Het is dan bekent, dat de Bank te Londen 't zedert 10 Maanden, ieder week, 74000 Guinjes heeft laaten munten. Ieder maand maar eens op vier weeken gcrekent, is dat drie Millioenen en een honderd vyftig duizend ponden, of tot de Cours van 37 Schellingen, en agio 3 pecc., ruim 36 Millioenen. En dat zulks zo moet zyn, blykt nog meer door de prys van 't Goud te Londen, zynde thans L 3. 17. 6 de once, en de Bank kan tot L 3. 17. io, de once, zonder verlies, laaten munten. My is ook van goeder nand verzekert, dat in den tyd van nog geen twee Jaaren, (na het geene men te Londen heeft nagegaan) van Vrankryk voor meer dan anderhalf Millioenen ftukken Goude Louis d'Or's in Engeland zyn ingebragt, daar vcrfmolren en nu door de Bank in Guinjes verandert. — Zo lang den ftaat van den Koophandel tuffchen Engeland, én het vafte Land op dien voordeeligen voet voor dat Ryk blyft, za! dat zo voonduuren. Het goud is daar nu goed koop, om dat de Wiffèlcours hoog is, hier en elders is het duur «m dat men 't noodig heeft, om tegens de hooge Willet na  l88 IETS DAT TOT VOORDEEL Naar en van Vrankryk . .• 36 a 38 Millioenen (23). Naar ma Londen over te zenden; fchynende het dat alle onze tegenswoordige bewegingen op het vafte Land verftrek. ken, om het Ryk van Engeland tot een allerhoogft toppunt van Vermogen weder te brengen. Men gelieft op te letten, wat ik nog m het volgende Hoofdftuk, omtrent de geitel ten iffen van den Koophandel van Europa zal zeggen. i , • Eindelyk moet ik hier nog waarfchouwen, dat ik het articul der fondfen onder myne berekening niet gebragt heb, dat op zich zelf genomen echter van gewigt is. Zo met betrekking tot de Intreften die Jaarlyks overgemaakt worden , ais het beleggen van nieuw geld, dat wederom dcrwaards gaat. (23) De Handel die door de Ingezetenen naar en van Vr:mkryk gedreven word, is mede van aanbelang. Lieden die meer dan veertig jaaren by aanhoudentheid met Vrankryk hebben gehandeld, hebben my in ftaat gefteld om dezelve na genoeg te kunnen bepaalen. Men gift dan dat Vrankryk van ons, Jaarlyks in beweging houd 4 a 600 Schepen, ik ftel 500 door een gerekent op ruim ico Laften: Waar van een gedeelte die enkel op yragt vaaren, die mede tot de Balans van dien Handel behooren. Veele van onze Schepen worden 'er direct van het Noorden na Vrankryk bevragt, en ook in 't Ryk zelf, die van de eene Haven na de an- * de-  der DEELGENOOTEN enz. 189 . deren Haven vaaren." Dit Jaar zyn 'er voor Franfche rekening van onze Schepen met Graanen en andere Koopmanfchappen uit de Ooft , Zee na Vrankryk gezeild. — De Vragten die onze Schepen met de vaart van Vrankryk of het geene daar toe betrekking heeft verdienen, mag men wel op circum circa 13 a 15 Ton. nen Goiids fenatten'. De vier hoofd-aru'culen die onder anderen na Vrankryk Jaarlyks verzonden worden, zyn de Speceryen, de Peper daar onder ger'ekent, de Taback, de Kaas, en dan veele "Articulen die tot de uitrufting naar Guinée vcreifcht worden. Ik fchat dat 'er' Jaarlyks, zo van hier als van de Maas, na Vrankryk uit gaat 10 a 12 Millioenen , en dat het geene van daar met omtrent 390 Schepen aangebragt is, by een zal tellen 23 Millioenen, als men nu hier by voegt het geene aan Diamanten uitgezonden word,'en het'geene van Vrankryk të Land inkomt, aan Zyde Stoffen en andere Manufacïuuren, Kamerdoeken, niéuwe Modes, Huiscieraaden, ènz'., dan mag men wel ftellen dat dien Handel op-36 a 38 Millioenen loopt. Hoe veel komt 'er dikwils van St. Euftatius en Curacao, voor Franfche rekening? als Vrankryk uit dit land Graanen trekt, dan beloopt die fom Tonnen Gouds meer; Ook neem ik niet in aanmerking de intereften van Lyf- en Vafte renten, die jaarlyks aan ons moeten betaald worden , zo mede niet het aanleggen van Penningen in Ncgotiatich die al dikwils plaats hebben.  100 IETS DAT TOT VOORDEEL Naar en van Portugal . . 16 a 18 Millioenen (24.). Naai! en van Spanje . . . 26 a 30 Millioenen (25). - Naar (24) De ruwe Diamanten zyn onder die fom begrepen; doch niet het Goud, noch Zilver. Na Portugal zyn voorleeden Jaar uit Teflel en de Maas vertrokken. Naar Lisbon . 73 Schepen , en 26 - ■ Port a Port 10 . . Faro . 3 • Madera . 2 -— 1 «. St. Ubes 13 4 — En van daar ingekomen. T. en V. ' M. Van Faro . . . 1 Schepen . 2 Listen . . 31 . 5 Port a Port 9 . —— St. Ubes . . 13 . 2 Vigeira . . 3 • - in alles . . 66 Schepen. Portugal ontfangt gemeenlyk in Koopmanfchappen meer dan het geeft 3 hier onder de Diamanten niet gerekent. (25) De Som van Koophandel met Spanje en Portugal valt moeijelyk om die juift te bepaalen; Dit zyn de twee Ryken daar de geldkiften van den algemeenen Koophandel zich bevinden. (Meu zie wat hier over in her volgende Hoofdftuk nog zal gezegd worden.) — Daarom heb ik de Som met Spanje zo ruim tulleken de 26  ï>er DEELGENOOTEN enz. 191 Naar en Van de Mjddelandfche Zee 12 a 15 Millioenen (26). Naar 26 en 30 Millioenen gefield; Dezelve vermeerderd of verminderd na maate 'er mogelykheid is Zilver uit te voeren. En vermids het nu meelt bedekt moet gefchieden , zoo laat de voorzïgtighehd niet toe 'er meer van te zeggen. ... Na Spanje zyn dan voorleeden Jaar uit TelTel en de Maas gezeild.' T. M. Naar Corunna .... 9 Schepen. — -—Biibao . . . . .11 . *a x —L— St. Andero . . . 1 — . -—- St. Sebaftiaan . . 8 Seviliën .... 9 - 2 Cadix 24 ——. 4 -— Cartagena ... 3 , - ■ Barcelona . . , n . . g. - Malaga .... 4 . _ St. Crux de Ten 1 _ Dan zyn nog na de Straat uitgegaan uit Teffel 31 Schepen, Waar onder 'er zeker zyn, na de Havens van. Spanje, aan de Middeiandfche Zee gelegen. Van Spanje zyn in de Maas en Teffel in 1784 binnen gekomen, omtrent 135 Schepen. Waar onder 37 van Cadix, 12 van Biibao, 9 van Seviliën, 13 van Aükanten, 4 van St. Andero, en 8 van Malaga. (25) Volgens informatiën yan een onzer' eerfte Koop- lie-  IQ3 'IETS DAT TOT VOORDEEL lieden, handelende op Italiën , zyn in het voorleeden jaar na de volgende Zee-havenen vertrokken. Naar Nice en Genua .... 3 Schepen. - Nice, Genua en livorno 4 . 1—— Genua en Livorno . . 1 Genua en Veneriën . . 1 •p Genua , Livorno , Ancona en Triefte 1 • Livorno 3 Livorno , Civita Vechia en ■ Napels . ■ 1 . Civita Vechia . . . . 3 : — en Napels ... 3 . Napêls en S;:lernot . .1 ——- . Napels of Salerno en Civita Vechia ....... 1 • Napels en Venetiën .. . 1 Ancona en Triefte . . 1—— Endannognaboyenft. Plaatfen 4 — 28 Schepen. Alle deze Schepen hebben te zamen ingehouden 3548 Laften, en meer dan 7 Millioenen aan Koopmanfchappen vervoerd. — In 1784 zyn geen Graanen*na Italiën van hier verzonden; als dat plaats heeft, gaan 'er veel meer Schepen uit, en de fom van uitgaande Handel vermeerderd dan naar maate van het géene 'er gevraagt word. Van Italiën zyn in 1784 aangekomen omtrent 25 Schepen , de Koopmanfchappen die derwaards uitgaan bedraagen gemeenlyk veel meer dan het geene van daar word  der DEELGENOOTEN en*. ,9j Naar en van de Levant . 5 Millioenen 07). Naar word aangebragt; Ook beloopt het articul van Diamanten die naar alle voornaame plaatfen in Italiën verzonden worden veele Tonnen Gouds. Aan ruwe Zyde rekent men dat ordinair over Land hier aangebragt word, 3 a 400 Ballotten, ieder van 12 a 1600 Gis., men zegt dat hier te Lande blyven 50 Ballotten, en dat de relt na 't Noorden, Petersburg, Zweeden, Deenemarken, enz. verzonden word. Voor deze toen de Fabricquen van Zyde Stoffen te Haerlem meer in fland waaren, beliep dat articul op eenige Tonnen Gouds meer. (27) In 1783 zyn van Amfterdam na Smirna vertrokken 4 Schepen. & J7*4 5 Schepen. Van Rotterdam na Smirna. — in I?83 2 Schepen. 1784 6 dito. ieder Schip rekent men ingehad te hebben 2] a 31 Tonnen Gouds. De Goederen na Conftantinopolen worden onder die van Smirna begrepen. Na Conftantinopolen gaat te land met de Poft eenige Tonnen Gouds aan Diamanten. In 1780 zyn van Smirna, met 28 Schepen, voor de waarde van ƒ4,156100 aan Koopmanfchappen in Amfterdam en Rotterdam aangebragt. • In 1781 en 1782 met 15 Schepen . 2,180600. — 1783 ... met 15 , . 2,083600. — 1784 • • - met 13 . . 1,903840. Dan N  394 IETS DAT TOT VOORDEED Naar en van Barbaryen, buiten de Staat, te weeten Magadoor . . 6 Tonnen Gouds a Een Millioen (a8>. Op -Dan nog een Schip van Solonica, en nog een van Smirna, welkers laadingen ik niet met zekerheid durf opgeeven. Voor deze kreeg men van St. Jan d'Aere, Cyprus, enz., een a twee Schepen. Die Handel fcheint nu geheel te verloopen. De Hoofd-handclplaats van dat Quartier is Aleppo. (2-8) In 1784 zouden 'er met 5 Schepen van Magadoor zyn aangebragt voor de waarde van 420000 Gis. aan goed; van een zesde Schip in 't Vlie is geen opgaaf gedaan. Volgens een ander bericht, zou 'er zedert Jury 1784 tot July 1785 met 9 Schepen hier aangebragt zyn, de volgende Goederen. 4082 Ceroenen zoete Amandelen, waardig omtrent .... ƒ204100- 373 dito Bittere 14900 - 796 dito Barbaryfe Gom . . . 63600 - sio Vaten dito .33600 - 143 Gom Sandrac . . . 17000 - 138 Pypen Oly 24800 - 211 Ceroenen Erten 4000 - • 8 Vaten en Ceroenen Wafch . 2500 - 36 Brooden Koper 5QQ - 365000 -  der DEELGENOOTEN enz. 195 Op de Vaart en Handel naar en van Ooftende en Duinkerken, heb ik niet eens acht geflagen (29). Die aan de Maas en in Zeeland woo nen, zyn beter dan iemant hier in ftaat om na te gaan, van hoe veel of hoe weinig aanbelang die Vuurt en Handel thans is (30). Ook De waarde dezer produQen is gecalculeerd tot middelbaare en ordinaire pryzen. Dit Jaar hebben dezelve circum circa 80000 Gis. meer gerendeerd, als hier boven genoteerd is. Dezelve waarde iets meer, of minders word ordinair in diverfe foorten van Linnens, Neurenburger Crameryen, enz., derwaards weder uitgezonden. (29) Van Ooftende en Duinkerken zyn volgens de Lyften in 1784 in Teffel, in 't Vlie en de Maai binnen gevallen. Van Ooftende in T. . , 6 Schepen. in 't V. . . 1 in de M. . . 17 ■ Van Duinkerken in T. . . a in 't V. . . 2 —' in de M. . . 3 ■ 31 Schepen. X.%0) Nu de fluikhandel van Thee met kragt word " te, N 2  iqö IETS dat tot voordeed Ook herinner ik nu den Lezer , dat veele Schepen die in de Maas binnen door, langs de Zeeuwfche Strooraen in en uitgezeild zyn, en al wat Zeeland raakt (31), behalven dat van de Ooft tegen gegaan, kan zulks van veel invloed op de Handel van die twee Zee-Steeden zyn. —■ (31) Volgens bericht van Zirckzee, onlangs van daar ontfangen , hebbende de Irgezetenen van die Stad$ „ 15 Koopvaardy-Schepen van groote en kleinder chari „ ter, deze vaaren ten deele op vragt. ten deele voor „eigen rekening op de Ooft Zee,'Noorwegen, Enge„ land, Archangel, Vranknk, Spanje, Portugal, de Mid„ delandfche Zee, en elders, deze Schepen zullen door „ den anderen niet wel drie reizen voor al in dezen ^ tyd 'sjaars konnen doen: Terwyl het den Schryvef „ dezes bekend is, dat voor 25 3-30 jaaren, zich hier „ (in Zirck Zee) bevoi.den 60 a 70 Koopvaardy-Schepen, „ die gerekend -konde worden voor het mecder gedeelte „ voor eigen rekening te vaaren, en alhier (in Zirck „ Zee) met hunne laadingen te retourneeren, en door „ den anderen wel op drie reizen in het jaar konden „ gerekend worden. Behalven de gemelde Koopvaarders, „ heeft men nog. „ 6 Schepen, die gebruikt wojden, 4ot het af haaien „ van oefters uit Engeland en kreeften uit Noorwegen: „, konnen door. elkander op 4 a 5 reizen in 't jaar ge„ rekend worden; Zo ook ia den Zomer een reis ter Wek ■  der DEELGENOOTEN enz, 197 Ooft- en Weft-Indiën binnen gevallen is, onder de gemelde opgaaven niet begrepen zyn (32). De ,, Vifchvangft in de Noord Zee: in vroeger jaaren had » meti van dat chaner 14 a 15 Schepen. » 17 a 18 Schepen ter Vifchvangft, die door clkande„ ren 93/0 réizen 'sjaars doen; voor 25 jaaren waa" „ ren 'er in de 40, deze laatfte Vaart en tak van Han- del, is tot heden toe met icver aan dc gang gchou„ den, en daar aan word alles door de welmeenenfte „ Burgeiy opgeofferd; is nu weder éenigzintsleevendig; „ dan de andere takken kwyneu tot onzent (in Zirk ,, Zee) zeer. En hef is te vreezen. zo 'er niet tegens » :n,ecr verval gewaakt word, dat dan de eerfte twee „ genoemde middelen van beftaan, geheel tot niet zul„ icn loopen, enz." Als ik oP deze wyze de berichten van ter Veer", Vliffingen en M iddel'burg bad kunnen hebben , zou ik in ftaat geweeft zyn iets meer van de algemeene Koophandel van Zeeland te zeggen: Men dient daar vooral bedagt te zyn, dat 'er met het tegen gaan van den Sluikhandel in Engeland, natuurlyk verandering in de middelen van het beilaan der Commercieërende Ingezetenen in de gemelde drie Kooplieden moeten ontftaan. — (32) Om den Lezer zo veel als het my mogelyk is in ftaat te ftellen, om te oordeelen, dat ik hier niet in een zaak van dat aanbelang los te werk ben gegaan, zal ik de vryheid neemen van hem myne eerfte gronden daar toe geheei open te leggen. ia N3  I98 IETS BAT TOT VOORDEEL De Handel naar en van Duitfchland langs de Ri- In de Maas, in 't Vlie en in Teffel, zyn in de volgende jaaren van onderfcheiden plaatzen aangekomen, als. In Teffel. - 't Vlie. In de Maas. In 1774 1828 1573 Schepen. 1775 «675 1567 1776 1645 . . 1515 — 1777 1755 *502 In de bovenftaande jaaren zyn de Schepen, in het Vlie binnen gevallen, niet opgegeeven. T. V. M. In 1778 1553-1029.1384. tezam.3966Schepen. 1779 1602.1048.1381 4031 1780 1742. 899.1613 4253 1781 Oorlog. 593. 729. 489 1782 Item .1271. 769. 937 • 1783 1805. 955- 1512. . . . 4272 1784 1534- 953- I55I- • • • 40-58 20560 Schepen. In 5 Jaaren, buiten dcii oorlog, komt'sjaars 4112. Het laatfte jaar," dat genoegzaam 't minfte is, zal ik hier tot grond van myne evaluatiën aanneemen. Het  der DEELGENOOTEN enz. 199 Het geheel aan Schepen die binnen gekomen zyn in 1784 is dan geweest 4°38 • — trek daar af van Ooft Indien 15 . — ' 4023 ■ — Groenland en Straat Davids, voor zo ver die op de Lyften ftaan 62 . — 3961 • — Van onze Coloniën, Curacao en St. Euftatius 109 . — 3852 . — Kaap Francois, St. Thomas en St. Jan 7 of 8 . — i 3844 • — Hier onder zyn niet de Schepen, die in de ZeeuwfchS Havenen binnen komen, noch ook niet wat binnen door na zee gaat, zo als ik dat in den text heb gezegd, en dan niet wat over de wadden en langs de Groninges en Vriefche kuiten in 't Land komt. Men fchat nu maar eens ieder Schip ingehad te hebben, twintig duizend Guldens aan Goed, dan is dit op zich zelve 76 a 78 Millioenen, behalven het geene dat van Ooft- en Weft Indien komt, en wat onze Viffcheryen afwerpen. Als men nu maar eens rekent dat 'er voor de helft van die fom wederom ter zee uitgaat, dan is* N 4  20OV IETS DAT TOT VOORDEEL is dat omtrent 40 M., doch het een en ander is veel meer. Want van Ooft- en Weft Indien, kan men rekenen dat 'er inkomt, ruim 40 M., waar van het grootfte gedeelte weder word uitgevoerd. Deze twee takken van Handel fchat ik op zich zelve op ruim 60 M., zie bladz. K. onder de Bylaa£en. Dan heeft men reeds 180 M- aan buitenlandfchen Koophandel ter zee.... Dit is dan de eerfte grojid, waar op ik begonnen ben , en deze is zo eenvoudig dat dezelve myns bedunkens voor een ieder vatbaar is. Jk weet wel dat 'er onder de Schepen, die van NoorWegen komen, misfchien honderd zyn met Kiipfteenen voor onze dyken , en- welker laadingen dus maar op vyf honderd Gis. ieder kunnen gefchat worden: doch hoe veele houderden zyn 'er niet, die meer dan 1. 2.; Ja zelfs die van Cadix komen, die boven de 5 Ton, en meer waardig zyn. ■— Ik zal eenige articulen tot Voorbeelden, onder het oog van den Lezer brengen .... Gemeenlyk komt 'er van Spanje en Portugal Jaarlyks 15 a 20000 Baaien Wollen. Waar i van 12000 B. het Land weder uitgaan. £ie de Jaarboeken onder anderen van 't Jaar 1777. In 1784 zyn van Spanje maar 13023 Baaien, en van Portugal 67a • 1 aangebragt. Dat weinig geweeft is. In 10 Jaaren door een genomen is 'sjaars aan Cochenille ingevoerd 19 Tonnen Gouds: aan Indigo circum circa één Milljoen. Ir  dep. DEELGENOOTEN enz. aoi In het voorleeden jaar van verfcheide plaatfen int Europa, en in de Weit Indien, in Amfterdam. il^éri 14)039175 « aan Taback. Zo mede aan Franfche Wynen 17000 Vat, of over de drie millioenen Guldens aan waarde. Dan komt 'er nog jaarlyks in Amfterdam van Vrankryk en Spanje; 3000 Stukken Voorloop en Brandewyn. 1200 Boten van Beno Carlo Wyn. 150 a 200 Pypen van Pedro Ximeen Wyn. 1600 Stukken aan Toulonfe Wyn. 4000 Stukken aan Cette Wyn, in Trommels en Stukken. 200 a 300 Stukken aan Napelfe Wyn, enz. Men rekent dat. alle die Wynen 's jaars tuffchen de 6 en 8 Millioennen zullen bedraagen. Dat wel te begrypen is , als men opmerkt dat hier ter Stede , 500 Menfehen voor Wynkoopers bekend fiaan. Aan Franfche en andere Suiker , zo van onze Coloniën als van Portugal , enz. is in 1783 in Amfterdam ingevoerd , voor circum circa 8cooc Oxhoofdeir. — In 84 42000. — En in dit jaar zal het wel 50000 Üxhoofden zyn. Die Suiker wordt hier te Lande ren deele geconfumeerd , en voor het meerder gedeelte in onze rafinaderyen , die in de Republicq zich bevinden, verwerkt, waarvan een groot gedeelte het Land weuer uitgaat. Aan Coffy van, Vrankryk komt nu op verre na die quantïteit niet, die men voor deze aanbragt De loop van de Koophandel wordt hoe lang.r hoe meci verleid , om dat men dezelven niet met genoegzaame oplettendheid , in alle zyne kleine werkingen, volgt. • Gm dan weder ter zaake te komen : herhaal ik, dat ik N5  AO» IETS DAT TOT VOORDEEL ik vervolgens ieder tak, van uit- en inkomende Handel , zo veel het met orde gefchieden kan, in 't groot heb nagegaan , door de Cargaas der Schepen waar te neemen ,. door berichten van de eerfte Makelaars in té winnen , die hier ter Stede ieder haaren afzonderlvken tak hebben. En dit alles heeft my in ftaat gefteld , om na by genoeg myne waardeeringen te kunnen opgeeven. Ziet daar dan verder de ftaat des algemeene Handels van Holland. Onder de refteerende 3844 Schepen zyn dan van De Levant ..... 15 Schepen. Dit was voor deze veel meer. En verdient de byzondere attentie, zo mede van Italiën of dc Middel- landfche Zee .... 25 Van Mogadoor .... 6 Van St. Crux de Teneriffe . 1 Van Spanje, omtrent ... 125 ■ Van Portugal • ... 66 Van Vrankryk, omtrent . • 39° • Van Duinkerken en Ooftende . 31 Van Engeland, omtrent . 1300 Van 't Noorden' . . • 174° Van Noord Amerika . 65 a 70 ———- 3769 Schepen. Voeg hier by eenige van onbekende plaatfen en binnen gevallen Schepen door flormen ... 75 3844 Schepen. Nu  der DEELGENOOTEN enz. 303 Nu zyn hier niet onder de Schepen die over de wadden vaaren , wat na Duitschland over de Rivieren en te land af en aankomt, noch het geene Brabant, Lui"kerland, enz. concerneert. Men rekent dat 'er jaarlyks, zo als reeds boven gezegt , 12000 Baaien. Spaanfche Wollen , men ftelle nu maar eens 10000 B., voornamenlyk na Aken, Verviers, Burfcheid, enz., vervoerd worden. Wat zyn 'er geene articulen van beftaan onder ons, die niet in de gedagten van Lieden , dan die in zulk een tak juift doen , kunnen komen , als by voorbeeld, de ruwe Diamanten , daar van komt jaarlyks van Portugal tuffchen de 4 a 5 Millioenen , en van Engeland eer 3 dan 2 Millioenen Guldens. Dit wordt niet alleen hier , voor het meerder gedeelte bewerkt, maar gaat ook wederom naar alle Ryken en Staaten van Europa uit. Ik kan hier iets meer dan een ander van zéggen, om dat my die tak , en het geen 'er toe behoort, bekend is. — Dit alles zeg ik dan vordert de attentie, vooral in dit tydsgewricht, van den Souvua'in. — Andere Nabuuren, Deenemarken, Zweeden. Engeland, Vraukryk en Spanje zitten niet ftil. — Hoe veel Coffy, Suiker, enz., die voor deze van Vrankryk alhier wierdt aangevoerd , gaat nu direct naar Hamburg , Breinen , enz., men zie daar op na de gedrukte Lyften, die alle maanden van Bourdeaux overgezonden worden. Wiens fchuld is dat ? Waarfcheinlyk de onze zelf kort om , het geld is nog het grootfte vermogen, daar wy ten overflaan van anderen op roemen kunnen, maar nu de Vreemdelingen op de weg zyn , om ook op te ftaapelea , is het nu niet te vreezen, zoo wy niet met ver-  304 IETS DAT TOT VOORDEEL Rivieren en te Land durf ik niet te bepaalen (33). Zoo ook niet wat 'er aan geldfommen in vreemde Ef- verdubbelde attentie handen aan 't werk flaan , dat 'er dan voor ons niet zal overblyven, dan nog wat Scheepsvaart, en geld, — zo als dat nog in Genua, Florence en Venetiën plaats heeft, alwaar nog oude overblyfzelen van de Xlle. XNIe. XlVe. XVe. Eeuwen 'huisveften. De buitenlandfche Koophandel is de Floofdzaak ; dat geeft Geld en Volks Vermogen, de Scheepsvaarten wat dies meer is, zyn maar aframmelingen van den grooten Stam , laat ons dien op allerlei wyze zagr behandelen en bewaaren , dan zullen defTelfs takken ons geheele Land en Volk beftendig overfchaJuvve, tegens de overmaatige Vermogens der Rykdommen, die anderzints natuurlyk mét 'er tyd' volgen moeten Ik herhaal het nog eens, laat ons op den buitenlandfche Koophandel doch waakzaam zyn , in het behoud daar van, is het heil der Ingezetenen, de ruft en haar genoeglyk leven gelegen. — Men ga eens na welke Sommen aan buitenlandfchen Koophandel, de Inwoondcrcn van Vrankryk cn Engeland , jaarlyks omzetten , en zie dan op het geene wy gedaan hebben ; Door dat vergclyk zal men eerft ontdekken, welk vermogen 'er by ons kan huisveften En zou het niet jammer zyn gevaar te Ioopen, van het zelve daaglyks te zien verminderen en éindelyk geheel verd wynen. (33) Dc Handel naar de Hoofd-plaatfen van Duitschland, zo te water als te Land moet veele Millioenen fee-  der DEELGENOOTEN enz. ao5 Effecten en Negotiatiè'n wel gehandeld wordt. —• En ook niet wat 'er aan gemunt en ongemunt Goud en Zilver het Land inkomt en uitgaat: dit hangt van de wiffelvalligheden, die in den algemeenen Koophandel van Europa voorvallen, af. Tot nog toe heeft Amfterdam buitenslands de naam gehad en ook de daad , dat zy de meefter van de Wiffelcourfen was. Het Noorden heeft tot nog toe meeft met Amfterdam gewiffeld. Het is te wenfchen dat de Leden van de Hooge Regeering hier op een waakend oog zullen blyven houden, om dat vermogen te bewaaren : dat van veel aanbelang .voor de Beurs van Amfterdam is, met betrekking tot andere plaatfen, waar op gewiffeld word C34)i en daar en boven voor de Affurantiën, die daar door hier te Lande gefchieden. Ik bedraagen. Wat vaaren 'er geene groote Schepen naar en van Keulen , maandelyks ja weekelyks de Rhyn op en af? Alle de Hoofd Steden in Duitfchland hebben met Amfterdam een uitgebreide Wiffel-handel. Keulen, Franckfurt, Leipzig, Breslau, Augsburg, Regensburg, Neurenberg en Weenen , behoeft men flechts te noemen , om daar van overtuigd te zyn. Wil men zich een gering denkbeeld maaken van den Handel langs den Rhyn? Men zie.dan wat 'er in de Jaarboeken onder 1770 en 1771 te vinden is , by gelegenheid van het verfchil met den Kcurvorft van de Paltz. (34) wie & bi ftaat om na te gaan, wat 'er wel in 't Noor-  ao6 IETS DAT TOT VOORDEEL Ik heb hier ter loops van het geld gefproken, om dat 'er voor deze, en nog, veele duizenden van Ryksclaalders en Goude Ducaateh na de Ooftzee, Poolen, Rusland en elders uitgezonden worden; Dit houdt onze Munten bezig en verdient oplettendheid. Maar laat ik nu den draad van den Koophandel in Koopmanfchappen weder opvatten. Daar blyft dan nog over om op te geeven, het geene van onze Coloniën in America, (XLIO van St. Euftatius en Curacao Jaarlyks aangebragt en daar naar t e word verzonden. Surinamen houdt aan den gang 50 a 60 Schepen, die overbrengen aan Suiker, Coffy Cacao, en Cattoen, 8 Millioenen. Demerary en Exequebo 25 a 30 Schepen, en aan waarde 485 Millioenen. Ikr. Noorden op Amfterdam word getrokken ? Waar tegens men wederom pp andere Koopfteden als Londen, Parys , Madrid, Cadix, Lisbon, en Livorno trekt. Die Handel op zich zelf en het geen daar door ontftaat, beloopt ver over de 200 Millioenen, — Waar van de Commiffionair een derde, en zo 'er Affurantiën by opgegeeven worden, ten minften eens zo veel van 't honderd heeft. Hoe veel Jooden zyn 'er hier in de Stad, die niet anders doen , als by aanhoudenbeid Wiffelbrieven en Speciën te verzenden of te ontfangen, het geene daaromtrent met Londen en Hamburg' omgaat is niet gemakkelyk te bepaalen. Ik wys zulks maar ter loops aan, om een denkbeeld te goeven, van de uigebreide Handel die in alle takken , ieder in 't byzonder, binnen deze Muuren gedreven word.  der DEELGENOOTEN enz. ao7 Berbice 6 Schepen. Item Een Millioen. Daar en tegen gis ik dat 'er na die Coloniën Jaarlyks voor een zesde van de gemelde fommen aan provifiën en noodwendigheden worden uitge. zonden (35) En aan Slaaven (XLII.) voor één a twee Millioenen Guldens, waar door de Handel naar de Kult van Afrika aan den gang gehouden moet worden; die van het meefte aanbelang voor de Coloniën is. Deze tak is in 't byzonder de attentie van den Souverain waardig: alzo die Handel veel veryallen is, niet tegenftaande juift het tegengeftelde moeft plaats hebben, door den aanwas onzer Coloniën (36). Van (35) Onder dc Byl. bladz. K. heb ik opgegeeven een korte ftaat van onze Coloniën. Waar uit men eenigfints kan nagaan van wat aanbelang en vermogen, m allen opzichten, dezelve zyn. f36) Lyft van de getallen Schepen in de volgende Jaaren, in de refpechve kameren van de Geoótroijeerde Weft-Indifche Compagnie, uitgeklaard, na Guinea. In 1742 12 Schepen. 1748 16 Schepen. 1743 22 J749 13 •1744 24 1750 9 1745 15 1751 n T746 27 1752 18 1747 9 I753 18 ■ Ift  008 IETS DAT TOT VOORDEEL Van St. Euftatius en Curacao komen ordinair tuffchen de 30 en 45 Schepen, en aan waarde 5 a 6 Millioenen, doch in oorfogstyd tuffchen Vrankryh: en Engeland komt van deze twee Eilanden veel meer. Zie onder de Byl. bladz. L. vour zo veel het eerfte Eiland aangaat. Na In 1754 16 1768 32 Schepen. 1755 15 1769 23 175Ö 15 1770 30 1757 18 1771 23 1658 15 1772 21 1759 15 1773 21 1760 19 1774 17 1761 16 1775 11 1762 27 1776 13 1763 18 1777 7 1764 2Ö 1778 10 17Ö.5 25 1779 13 176Ó 21 1780 13 1767-21 1783 8 Ik heb zulks van 40 Jaaren opgegeeven, om dat in dien tuffcbon tyd, onze Coloniën fterk zyn toegenomen in Blanken en Zwarten. Dat van veel invloed op dien Handel ten voordeele behoort te zyn. Onze Slaaven Handel is egter niet vermeerderd. Dus volgt noodzaakelyk, dat andere Natiën daar van weeten te profiteeren, met dezelve aan de onze te verkoopen. Want Slaaven moeten 'er zyn, wil men Coffy plukken, Zuiker eu Cattoen inzamelen. In 1775 zyn met 10 Schepen in Surinamen aangebragt, 2356 Slaaven. Zie het Jaarboek van dat Jaar.  der DEEL GE NO O TEN enz. 009 Na St. Euftatius en Curacao gaat veel meer uit dan na de Coloniën, om dat, behalven de noodwendigheden en provifiën, veel Ooft Indifche Lywaaten 20 gedrukte als andere, en voorts allerhande foorten van Linnens van de Fabricquen dezer Lande en van Sileziën, enz., uitgevoerd worden , die meeft door Barken in de naby gelegen Coloniën worden ingebragt. Ik zal my niet veel bedriegen, zo ik de uitvoer na die twee Eilanden, in een ordinaire tyd, op 3 a drie en een half Millioenen fchat (37). Dan— om tot ons hoofd oogmerk weer te keeren, als men by de gemelde Capitaalen der op- C37) De Schepen die naar St. Euftatius uitgaan, zyn gemeenlyk kleinder, en de laadingen daar van minder waard, dan die na Curacao. De eerfte rekend men door een op 100 Laften, en omtrent een Ton, ook we' l[ waardig: Daar die van Curacao veel grooter zyn, en al dikwils (zo men zegt) over de Vier Tonnen Gouds gefchat worden. Deeze vervoeren ordinair meer fyn goed, als Linnens, enz., dienftig voor de fpaanfche Weft Indiën. — In 1784 zyn na St. Euftatius vertrokken uit Teffel 16, en na Curacao 20 Schepen. Als men de eerfte maar eens fteld dat aan waarde hebbeu ingehad ieder 75000 Gis. en de laatfte maar twee Tonnen Gouds, dan bedraagt het te zamen vyf Millioenen en twee honderd duizend Guldens. — Dit Capitaal, met de Vragt Penningen en ongelden waar meede de uitgezonden Goederen belaft zyn, kan moderaat gefchat, met de O Win  2ï0 IETS DAT TOT VOORDEEL opgemelde takken van Koophandel nog by voegt het geen wy boven wegens de Ooft Indifche Compagnie hebben opgegeeven; zal men geruftelyk mogen befluiten, dat de fomme welke 's Jaarlyks door orzen Zee-handel wordt omgezet, ten minften bedraagt een Capitaal van omtrent... Millioenen (38). By dit verbazend Capitaal daaren boven dient men nog op het oog te houden de Overwinften, die 'er door de Affurantiën hier te Winften die 'er by verkoop op vallen, hier te lande in ïétoer aanbrengen, ruim 8 Millioen Guldens. In het vomieeden Jaar zyn 'er van Curacao aangekomen 26, en van St. Euftatius 10 Schepen. Eie men wel giffen mag, dat ten minften 6 Milliccnen aan vaarde hebben overgcbragt. (38) De bovenftannde opgaaven van Zee-handel teld by een 194 a 204. M. . . . ftelle 2Co Millioenen. Die van de Coloniën . . 18 a 19 . 19 Die van St. Euftatius en Curacao . . 9 . Die van Noord America, met 52 Schepen in Amfterdam aangebragt, omtrent 8oco Vaten tabak en 120C0 Vaten ryft, met nog een weinig In- . digo, en andere articulen van geringe waarde, als Duigen, i:out, Térpentyn en Lynzaat. Als Ik om niet te wel.  dek. DEELGENOOTEN enz. ui*. te Lande op de Schepen en derzelver laadingen, weinig te ftellen de tabak op ico bet vat en de ryft op 50 reken, en voor het refteerende daar by voege op zyn hoogft 4 Tonnen Gouds, dan zou van N. A. in Amfterdam aan Goederen aangebragt Izyn ^8 Tonnen Gouds. By het gemelde getal dient nog gevoegt tc worden , de 13 Schepen van dat gedee/te van de Waereld in de Maas binnen gevallen, en derzelver laadingen , in proportie van die' van Amfterdam fchattendc, dan zou 'er van Noord Amerika ïn 1784 aangebragt zyn 2\ Millioenen. De uitgaande Handel naar N. America durf ik niet te bepaalen Van de overige plaatfen met 738 Schepen van de Weft-Indicn aangebragt, veel Tabak van St. Thomas, Zuiker en Coffy van Kaap Francois 7 a 8 Tonnen Gouds ftelle . . | De Ooft-Indifehe Handel fchat ik met het geene 'er toe behoort op 34 a 36 M. . . . ftelle .... 35 266 Millioenen. Men voege nu hier eens by wat 'er van en naar Ösften- 0 a  £13 IETS DAT TOT VOORDEED gen , behaald worden C3S>): gelYk mcde do Vrag- Coftende, Duinkerken, geheel Brabant, Vlaanderen, Luikérland, Switzerland, Duitfchland, en door de Visfcheryen, in en uitgegaan is- kan men dan niet geruftfïellen dat 'er over de 300 MIllioenen aan buitenlandfche Koophandel in 't Jaar gedaan word? (39) Het articul der AffUrantiën verdient ook wel dat men *cr iets van zegge; Daar zyn Placaaten, die verbieden dat men hier te lande op Schepen ven vreemde Comp. verzekeren mag: Zie de Placaaten van 1723 en 1732. Voor deze kon dat eenige belemmering aan die vreemde Compagniën geven, en van invloed op haare onderneemingen zyn, maar zedert vyftig jaaren , heeft zich de Koophandel niet alleen meer verfpreid, maar men heeft ook elders vermeerdering van Affuradeurs gekregen; zo veel groote Kooplieden, zo veele gelegenheden -om verzekeringen te laaten doen; te Londen, Hamburg, antwerpen, enz., kan men met gemak veele Tonnen Geuds verzekerd krygen. Zo dat men, met die placaaten in Vigeur te laaten, eerder nadeel aan onze Cnderzaaten en aan het algemeen dan voordeel toebrengt. De Eeuw, die wy bclecvcn, is te verligt om niet alle belemmeringen, die den Koopman te naauw bepaalden, oP te heffen. In plaats van den Koophandel door dezelve naar ons toe te willen dwingen verfpreidt men hem nog meer. En, daar men onze affuradcurs hier te lande verbiedt daar mcede voordeel te mogen doen,  der DEELGENOOTEN enz. sis Vragten C40), die 'er genooten. worde: welke op zich zelve genomen aanzienlyke Capitaalen uitmaaken. Waar by misfehien nog verfc' eiden andere voordeden zouden kunnen worden opgegeeven, indien dit Werk gefchikt was, voor zulk eene breedvoerigheid: Alleen zal ik hier nog maar herinneren hoe veel duizenden Matroozen 'er niet door middel van onze Koopvaardy Schepen op zee bezig gehouden (41), aan hun beftaan geholpen, gefchied het voor zo veel te grooter Sommen in Londen en Antwerpen. De Commiffiën om zulks ter uitvoer te brengen worden aan Kooplieden daar woonende gegeeven, en Koopman en Affuradeur moeten zich in fiihe bekluagen, dat niemand de Hooge Regeering genoeg veriigt , om te doen vatten wat ten dien opzichte wezen tlyk > het voordeel der Onderzaaten van dit Land zou uitmaaken. (40) Het vaaren op Vragt is van veel aanbelang voor de Ingezeten en van de Provinciën van Vriefland en Gron ingen. (40 Men mag wel rekenen , als onze KoopmansSche. pvaart regt aan de gang is, dat dezelve ruim dertig duizend Matroozen, of Menfehen die de Zee beploegen, bezig houdt. Hier onder reken ik niet al wat de Ooft Indifche Comp. aangaat. O 3  Si4 IETS dat tot voordeel pen, dikwerf tot .verligting en voordeel van Ouders , Vrouwen, of Kinderen, uit de armoede gered, van wangedrag te rug gebragt, en op den weg van fortuin gefteld worden: En ik vertrouw, met dit alles voldoende te hebben aangetoond, de nuttigheid en het voordeel, dat'ervoor de Ingezetenen van dit Land in den buitenlandfchen Koophandel is gelegen. En wie- zal, na 't geen wy in het begin van dit Hoofdftuk gezegd hebben, nog kunr,en twyfelen, dat het aanzienlykft gedeelte daar van, in 't byzonder afhangt van de inftandhouding dier takken, die doormiddel van onze Coloniën in de Weft Indien, maar vooral door de bezittingen inde Ooft Indien, ontftaan? Dat, deze als de levensfappen zyn, welke" het gantfche Lichaam van Scheepvaart, en- Zee-handel voeden, en dat by mangel daar van, die beiden zouden moeten verfterven? Ik zal de onnoodige moeite befpaaren, om breeder eene waarheid te betoogen, welke van zelf in het- oog loopt, en liever nu met eenige meerder ruimte, gaan aantoonen, dat de ondergang der Compagnie, ook zelfs den ondergang zou drei, j§én met zich te fieepen van ons geheele GejM[eene-Best. VYF-  VYFDE HOOFDSTUK. Dat onze Republicq haar aanzien niet alken vefliejl als de Ooft Ind. Maatfchappy niet in /land gehouden wordt, maar dat daarenboven ieder Ingezeten hier door een danmerkelyk verlies zou lyden. Is de Handel der Ooft Indifche Compagnie, gelyk wy het in het voorgaande Hoofdftuk meenen bewezen te hebben, de voornaamfte bron van allen buitenlandlchen Kandel , en van den Welvaart van een onberekenbaar aantal ingezetenen onzer Republicq , dan kan het niemand vreemd dunken , het geen wy in het opfchrift Van dit Hoofdftuk gefteld hebben , „ Dat onze Republicq \, haar aanzien fJXLlII.) niet alleen verliejl als „ de Ooft. Ind. Maatfchappy niet in ftand g> houden „ wordt, maar dat daar en boven ieder Ingezetenhier „ door een aanmtrkelyk verlies zou lyden."1 Een ftelling evenwel van dat gewicht, en van dien noodzaakelyken invloed in het beftuur voor het haehelyk tydftip dat wy thans beleeven , fchynt my niet te duidelyk bewezen , niet te emftig ingefcherpt te. kunnen worden ; en het is daarom dat ik dezelve hier nog nader zal trachten aan te dringen, door het befchouwen der bezittingen van, de Ooft Ind. Maatfchappy zeiven , en van het belang, het intcreft, dat ieder Ingezeten heeft by haaren instandhouding. Omtrent de Bezittingen zal ik met de afgetegendfle beginnen. (XLIV.) O 4 Qm,  2l6 IETS dat tot voordeed In liet ooftelykfte gedeelte van Ooft Indien, zyn de Molukfe Eilanden, alwaar de Comp., zo als dat over bekend is , nu byna twee Eeuwen de Speceryen heeft geplukt en daar mede door de geheele waereld een uitfluitenden Handel heeft gedreven. Haar Hoofd Bezitting van geheel Ooft Indien is ook in dat gedeelte gelegen , en wel op het groote en vruchtbaar Eiland Java. Alwaar het Landfchap Jacatra , waar van de Hoofdftad Batavia is, geheel in eigendom aan de Comp, toekomt. Volgens een bericht, in 't Batavifch genood* fchap te vinden , ziet men dat 't diftrict van Jacatra 230388 Menfehen zer DEELGENOOTEN en«. Koophandel niet aangelegd worden: Dit Iaat der» aart van de Commercie zelf niet toe; Als'er geen aanlokkende Winften meer te behaalen zyn, dan houdt de handel van zelf op. Tot het beleden van penningen zyn dan de fchulden die de voornaamfte Mogendheeden in deze Eeuw hebben gemaak*, het gereedftc en ruimfte middel geweeft Onze Ingezetenen hebben in de voorleedene en tot m het midden van deze Eeuw, by de Republicq zelx (6), doch voornamenlyk in deze Eeuw, en voorai m de laatfte dertig Jaaren, in Engeland en Vrankryk , daar toe ruime gelegenheid gehad Men ga eens na, met hoe veel honderde van MiL lice- Uit het laatfte getal kan men eïgentlyk de rykdom ran die Bezittingen afmeeten, want naar maate 'er in dat foort van Coloniën meer Slaaven zyn, worden 'er meer produden ingezamelt en overgewonnen. De Heer Necker, heeft dc revenuen of producten vaa die elanden gefchat, over de iao Millioenen jk hei die op 126 begroot. Zie onder de Byl. bladz. M. (6) Welke verbazende fchulden de Republicq ! in 't bcgm van deeze Eeuw, eu 't zedert tot in 't jaar 1747, heeft moeten maaken, is overbekend, voorna menlyk by de geenen , die in de Hooge Regeering" zyn. - Immers de Capitaalen ten laften van de Provinciën , Sleden , Admiraliteiten , en diergelyke Corpora, (met gerekend de aandeelen i„ de Ooft en Weft. Ind Comp.) bedroegen voor dezen laatften Oorlog, ruim 4*5 Milhoei.cn meer dan honderd jaaren te vooren P  Cü6 IETS DAT TOT VOORDEED lioenen, die twee Mogendheden haare mafTen van Schulden in dien tyd wel vergroot hebben (7)? Als Of) Necker rekent de intèreften, die Vrankryk jaarlyks moet betaalen, op 207 Millioenen Lhres. En die van Engeland op eene gelyke fom. Zie zyfi Werk, Tom. II. p.. 373- D°ch zo de °PSaave in ectt der Leidfehe Franfche Couranten egt is, (18 Maart 1783) moet dat meer weezen. 31 Jann. 1783 de tiooidfom in Engeland L 232,354,I27 — Intèreften 11,563,164 — De Pond Sterling, volgens de evaluatie van Necker, 23 Liv. 3 fols 6 dcir L 8^7.97^3*7 — Volgens de opgaavcn van gemelde Heer Necker zou de Hoofdfom der Lyfrenten bidraagen . . - • L 895,400,000 — En de andere renten . . . 2512,000,000 Zie hier de progreffiën, die in de fchulden van Engeland in onderfeheide tydperken gekomen zyn. In 1688 . '- Een MÜlioen. 1697 . L 21,515:42 — Voor den dood van Willem de III. L 16,394,70! — 1714 • • 53,68i,07<5 1748 • • 78,293,313 — 1763 . . 139,516,807 — 1774 of 5- 139,146,322  der DEELGENOOTEN enz. Als men alles van naby kon inzien, zoude men bevinden, dat het intereft dat de Ingezetenen van deze Republicq in Vrankryk, Engeland, en ekl rs buitenslands hebben, het zy vour eigene rekening, het zy door het middel van beleeningen, die in deze Stad daaglyks gefchieden, dan, zeg ik, zou men zien, dat het ver boven de duizend Millioenen Guldens CLXVII) zou beloopen: het welk op zich zelve genomen, ten minften 'sjaars een inkomen in dit Land brengt van 40 a 50 Millioenen, welke mede tot de Balans van onzen Koophandel behooren. Men voegt hier by de honderden Millioenen die 't Land of de onderfcheidene Provintièn hier te Lande, aan de Ingezetenen zelf fchuldig is,: En nog ben ik niet in ftaat om alles wat hier wel' in omgaat op te geeven. Ook zou zulks de discretie en voorzigtigheid niet toelaaten. Men gaa nog eens na, by welke clalTen van Menfehen voornamenlyk dat vermogen beruft; Het is immers onder veele welgeftelde particulieren doch ook voornamenlyk onder de aanzienlykften, in welker handen het beftier van de Hooge Regeering hier te Lande is. En hebben deze dus niet te aangénaamer en dringender rede , om het belang dér Compagnie met allen ernft te bevorderen , daar zy hun byzonder vermogen hier door niet minder bewaaren en vermeerderen kunnen, dan dat van hunne medeburgers ? P a Naar  Ü28 fjSTS-DAT TOT VOO'RiDEEÏ/ Naar maate daar en Loven hier te lande de Welvaart van Volk en Land voortgaat, naar die maate kunnen de Laften (8), die by ons meeft op de.meenigte van het Volk geveftigd zyn, beften- dig met gemak gedragen, en betaald worden Bui- (8) Wat is 'er in dit Land niet heiaft? Beladingen op vade 'Goederen , Erfeniflen , QbJ.igatiên en Perfoonen. Impoften op de verteering en huifclyken omfiag. AUe de levensmiddelen, vèmiapermgenenz., zyn bplaft. 'Graanen, Meel, Zout, Seep, Slagtvee, Vifch, Beter, Fruiten, AVyn, Bier, Koffy, Thee, allerlei gemengde Dranken, Turf, Brandhout, enz., Dienftboden, Paarden, en Ryuiigèrt,'bet Zegelge'd.' 's Lar.ds en Stads Laden zyn ieder -afzonderlyk; Een Huisgezin in Amfterdam dat burger!yk- leeft, en uit vier volwdTen menfehen bednat, reken ik dat jaarlyks aan Stads en Lands Jaden ruim 270 Gulden opbrengt. Hier onder zyn begrepen het geene die vier rerfoonen door de daagelykfe confumtie contribueeren. Als van Brood, Zout, Bier, Turf, Hout, Wyn, Vlecfch, Boier, Zeep, Coffy, Thee, Diendboden geld, alle deze poften en daar nog by het geene aan Vifch, Groentens, Kaarfen, en MeJk, is uitgegeeven, waar voor geen laften gerekent zyn, hebben by een geteld 1350 Gl. en het zou dus een Gulden van de 5 aan laften zyn. Nu zyn 'er boven dien nog andere laften, die door onze Zamerileeving opgebragt worden. Py voorbeeld, Styfzel, Poeder, behooren ook onder de'daagelykfe verteeiing. De laften op.de Huizen, de Landeryen, de ba-  der DEELGENOOTEN enz. 229 Buitenslands, daar ze op den Landbouw en uitbreiding van Weelde en Overdaad loopen, als daar de Sourees van het beilaan die by ieder Natie onder bezaaide en beteelde landen, de waag, de ronde maat, het onderhoud der wegen, het zegelgeld, voor zo vee* als het betrekking tot de da'aglykfe handel heeft, het Caroffe-, Rytuïg-, en Sleden-geld, dé belaftingeri op de* Ampten, en op de Erfniffen, alle deze poften ieder in * byzonder komen ook in aanmerking. Als men de begrooting van alle die laften konde ppgeeyen, dan zou men eerft juif: konnen bepaaien, hoe veel ieder menfeh, Oud en Jong, Ryk en Arm, in onze Provincie van Holland gezeten daar toe geeft. Dan, om daar van nog Iets meer te zeggen, zal ik hier by voege dat het huis dar gemelde yïi r perfoonen bewooncn 'sjaars aan buur doedt 700 GL, en aan laften opbrengt omtrent 100 GI. Deze poft dient men nog by de 270 Gl. te voegen: Men kan dan ftellen dat het huisgezin van die 4 Perfoonen aan Stad en Land ten minften 370 Gl. of voor ieder perfoon 92^ Gl. opbrengt. En dat deze fom onder eeji algcmeene uitgaaf van omtrent 2050 Gl. begrepen zvn. Die laften, van dit Capitaal van Uitgaaven afgetrokken, blyft 'er nog over 1680 zonder laften. Derhalven maaken de laften waar van ik heb gefprooken voor dat huisgezin een bezwaar uit van 23 ten honderd. De Heer Necker rekent het voor het Diftrift van Pavys Ó4J Livres, of nog geen dertig Gl. (de Cours tot. 9 Stuivers de livre en 3 pre?, agio) voor ieder menfeh, P 3 Oud,  O-O IETS DAT TOT VOORDEEL derfcheiden zyn, verminderen (9), dan moeten de bronnen waar uit de Laften ontftaan ook langzamerhand verdroogen: en zouden ze by ons blyven inkomen, niet tegenftaande de voornaumfte bron van Welvaart, de Zee-handel, met de Ooft- In- Oud, Jong, Ryk en Arm door een. Men zie het geene gemelde Heer daar van in zyn onlangs uitgekomen Werk heeft gezegt, Tom. I. p. 274, enz. — (9) Vrankryk heeft een ander beftaan dan Engeland: de drie Hoofdtakken van Vrankryk zyn Manufaöuuren, meeft in het zuiden van Vrankryk, dienende voor de Levant, Earbaryen, enz. Zyne Coloniën in de Wefl-Indiên, en wat daar toe 'betrekking heeft. En dan zyne Koophandel naar Turkyen. Zo de Turken eens uit Europa geraakten, zou het een grooter flag voor de Franfchen zyn, dan dat Engeland zyne Bezittingen in de Weft-Indiën verloor. En ao de Zwarte Zee niet gefloten blyft, moeten van dien kant nieuwe verfchynzelen komen, en omwentelingen, of ten minften zwaare fchokken aan het ftaatkundig geitel van Europa gegeeven worden. 'Engeland heeft ook zyne Manufaauuren, enz., maar die z\n van een anderen aart. Deszelfs Handel op de Coloniën .tot voor dezen Oorlor', is ook eenigfints onderfcheiden van dien van Vrankryk- . De Ooft-Indien zyn van een onbegrypelyke nitgcftrektheid van voordeel voor hun geworden. Zyne handel van  der DEELGENOOTEN enz. 231 Indifche Compagnie te niet ging? (XLVIK.) Door gebrek aan penningen eindelyk, worden by Particulieren , .en by Maaticbarpyen, en Mogendheden, de interesten verminderd, of geheel niet betaald Cio),en de fioofdl'ommen aknans niet afgeh.ft. 'r aard;ior de Welv:.art en Rykdommen uaadelyk verminderen, alle vorige overwinften verlooren raaken, en bekrompenheid in de plaats van Overvloed, Arrn> eJe in fteê an Rykdom komen moeten.— Volken en Landen raaken aan het kwynen, en vervallen ein eiy^ tot het vorige n ie >, waar uit ze zich door VIyt en, .Schranderheid tot het toppunt van veimo^cn hadden .opgevoerd. — Hoe fterk die Schil- . van Slaaven op Afrik-a is mede van groot aanbelang; volgens het geene ik daar van hier onder m de 12. Noot heb aangeteekend. Ik haal dt alles alleen aan, omdat zulk foort van denkdeelden by eene Natie als de onze, die louter Commercicercnd is, haar merkelyk nut hebben. . ..' ; Cic) Veele jaaren is 'er vafl wegéns de Saxifche Steur geen iritrcff betaaid geweeft, voor 20 jaaren heeft men die immers, tot 5 a 6 Stuivers, daar na ver in de 30 St. per Ryksdaalder gekogt. Eri heden is de prys ruim 35 Stuivers. — Men zal zich ook herinneren de menigvuldige reduQien, die in Vrankryk gefchied zyn, en nog even voor de dood van Lodewyk den XVe waar by onder anderen veele Huisgezinnen iii de Stad Uuecht, voornamenlyk geintereffeert waaren. ?4 c«>  2233 IETS dat tot voordeed Schildery ook fommigen aandoen en ontzetten kan, zo voel ik egter dat 'er anderen wezen zullen, die het uit een geheel ander oogpunct zullen be c uwen, en meenen, dat men ook wel, om byzo! dere inzigten, de akeligheid van het zelve kan vergroot hebben; Weshalven ik om deze verdenking af te fnyden, nu nog ten befluite, te moeite zal neemen, om aan te wyzen, op welke grónden de welvaart van dit Land niet alleen, maar van genoegzaam geheel Europa thans ruft, en » at, zo men dezelve in dit Waereld- deel niet behoudt, daar uit zulke omwentelingen in de algemcene Maatfchappy der menfehen ontftarrn moeten, dat de Balans van vermoogen en vryheid van veele refpective Staaten, waar op alles, t'zedert de Regeering van Ka rel de Vde geruft heeft, geheel trit haar evenwigt moet geraaken Maar laat ik ter zaake komen. Dat dan het vermogen van ieder Natie thans beftaat, in de Som van voortbrengzelen, vermenigvuldigd met de naarftigheid der onderfcheidene Inwoonderen, die ieder Ryk, Staat, Land, of Stad uitlevert, zal men vertrouw ik met my wel willen toeftemmen: als mede dat die voortbrengzelen of in natuur blyven, of tot i-uttige eindens verwerkt worden (11), en dat eindelyk, dezelve dienenter < ver- (ti) Spanje levert aan de Nedeiianderen de Wol. De Ne-  der DEELGENOOTEN enz. verruiling tegens anderen, maar dat ze alle gefchikt zyn om aan de behoeftigheden, en het genoegen van 't leeven der onderfchcide menfehen te voldoen. Zo menigerlei voortbrengzelen als 'er dan zyn, zo menigerlei behoeftigden moeten 'er wezen, w il men de dingen op zekeren prys houden, en wil men in de menfehelyke Maatfchappy die aanhoudende ruilingen zien, die 'er daagiyks in plaats hebben. Uit de wederzydfche benoodigdheid, en d* om derfcheidene voortbrengzels van ieder Land, ontftaan onderhandelingen en Koor handel van Natie tot Natie, en door het middel van dien Koophandel , by ieder Natie de overwiniten. Zo Nederlanderen bewerken die, en leveren daar en tegen wederom de Lakenen aan Spanje, of ze geeven die Lakenen aan de Turken, die hen wederom geeven Turksgaaren , waar van Gryiien, en Poelemieien worden gemaakt: En deze worden aan Spanje verkogr, en of daar gedraagen , of ook na America gezonden , het weH: daar voor weder Zilver aan Europa geeft : Spanje geeft ons Oly en Brandewyn, wy geeven hem Linnens, die te Almelo of in de Meiery van 's Hertogen-Bofeh gcfa_ briceerd, en waar van de eerfte by Haerlem gebleekt zyn; De Koophandel is een ketting, die de geheele Waereld, •waar zamenleeving en befchaafdheid is, rond loopt, zonder dat het kennelyk is, waar het begin of einde d-ar van vaft zy. P S  IETS DAT TOT VOORDEED Zo als dit nu plaats heeft in Europa van Volk, tot Volk, zo is hot even eens gelegen met ieder der drie overige Waerelddeelen. Ieder Land geeft uit, dat het zelve te veel heeft: En ontfangt waar aan het meent gebrek te hebben. Zonder op te merken welk een vermogen in die onderfcheiden in- en uilvoeringen gelegen zyn. Naar maate nu het een of ander Volk in Europa zich meerder overwinften door die mutueelen ruilingen weet te bezorgen , en daar van een nuttig gebruik weet te maaken, naar maate zeg ik, daar van, neemt het vermogen by zulk een Volk •toe. Dërhalven, ftel ik, by onlochenbaare gevolgtrekking, dat de fom van het vermogen van Europa, tot die van de overige drie Waereld deelen ftaat, als de naarftigheid en fchranderheid, vermeenigvuldigd met derzelver onderfcheide voortbrengzelen, tot die van de overige natuurlyke Inwoonderen van ieder Waereld-deel. De Koophandel dan, en wel de buitenlandfche Koophandel van ieder Volk, met de overwinften, die het door dezelve verkrygt, is het vrugtbaarft onderwerp van vlyt en fchranderheid, en dus de voornaamfte grond, waar op de vermogens der Volken en Staaten thans ruften. Die vermogens moeten beftierd worden, met kennis en beleid, doch kunnen niet by ieder Natie dezelfde üitkomft hebben. Vermids de verfchil- lende  ©ba DEELGENOOTEN enz. S35 lende ligging, en Regeeringsvormen der onderfcheidene Landen, van eenen onëindigen invloed op dezelve zyn. En ook de twee onderfcheidene Werktuigen, die ter befcherming van een Volk dienen, namenlyk, het Finantie-Weze n, en de Krygsmagt daar naar moeten ingerigt zyn. Doch, zonder my thans dieper in deze inzichten in te geeven, zal ik hier kunnen voldoen, met een korte Schets te geeven (XLIX.) van oen ftaat van de Koophandel van Europa, met de drie overige Waerelddeelen, zo als die voor den laatllen Oorlog geweeft is. Ik zal met America beginnen, alwaar de rykfte Goud- en Zilvermynen der Wacreld te vinden zyn. Europa heeft aan America, eenige jaaren door een genomen, 'sjaars gegeeven: aan Koopmanfchappen en Noodwendigheden omtrent 88 Millioenen Guldens. Daar tegen van haar ontfangen: aan Goud en Zilver, gemunt en ongemunt, 56 a 60 Millioenen. En aan Producten, zo van het vafte Land, als van de Eilanden, Cde Edelgefteentens daar onder begreepen) en het meerder gedeelte van het geene de Viffcherye heeft gegeeven: circum circa 199 Millioenen. Dit alles kan breeder onder dc Byluit bladz. M nagegaan worden. Europa heeft aan Azic, eigenlyk aan Ooft Indien , of het geene onder die benaaming begrepen wordT uit-  336 IETS DAT TOT VOORDEEL uitgegeeven: aan gemunt en ongemunt geld, ia a 14 Millioenen. Aan Koopmanfchappen, Provifiën, Noodwendig, heden, dienende ter onderfteuning van den Zeevaart in Indien, 10 a 12 Millioenen. Dus de uitzending van goed en geld by een, bedraagen, over de. 24 Millioenen. Hier zouden by diénen te komen de Affignatiën en Wiflelss die op de refpeclive Compagnien getrokken worden , dan vermids dit geld van de eene in de andere hand in Europa omzwerft of rouleert, word 'er hier geen acht op geflaagen, zynde dit ook de Capitaalen, die door de Dienaaren der Compagnien by de refpective Adminiftratien, en door het middel van den Particulieren handel, worden verkregen. Daar tegen heeft Europa ontfangen van OoftIndien 's jaars met 55 a 60 groote Schepen van 600, 900, cn ook een enkeld van 1000 Vat: waar van twee op een laft, aan Indifche Producten, Lywaaten , Stoffen, enz., voor de waarde van omtrent 70 Millioenen Guldens. Zie ve der onder de Byl. Bladz. N. Het voornaamfte oogmerk dat Europa met den Handel op Afrika heeft, is het inruilen van Slaaven , die dienen moeten om de gronden der Coloniën in America te bewerken. Buiten de Slaaven krygt men nog van daar Goud, in kleine dolkjes of brokjes, doch meelt ftofgoud, tanden en dan Senegaalfche Gom: doch het hoofd-articul zyn e'1  der DEELGENOOTEN enz. 337 en blyven de Slaaven, die naar maate de Cclö. rjiën in 't algemeen uitgebreider worden, meer noodig zyn en duurder worden. Thans rekent men hier fe Lande, dat Schip en Slaaven behoeftens de ïene helft, en het Cargazoen ter inruiling van 350 a 400 Slaaven, de andere helft bedraagen, en dat tot het eene en ander noodig is 100,000 Gis. zo men nu reekent dat 'er 60 of 70,000 Slaaven 'sjaars an Afrika na America, door de onderfcheiden Natiën (ia) van Europa worden overgebragt, dan zou (12) in 1771 hebben de Engelfche op de Kuft van Guinee gehad. 107 Schepen van Leverpool. 58 —■ van Londen. 35 — van Briltol. 5 '— van Lansafter. in alles telde men 195 Schepen die in hielden 50003 Vaten of 25000 Laften, en hadden in gehandeld 47146 Slaaven. Zie Campells Survey, 'fom. II. Behalven deze Schepen waaien 'er nog kleine uit Noord America gekomen, zo dat zich dien geheelen Handel van eene Natie alleen bepaalt op 57000 Siaaven. Zie Hiftory of Jamaica, T. I. p. 492, gedrukt in 1774. Rainalzegt in zyne laatfte Editie in quartovan 1780, dat ieder jaar uit Afrika uitgaan 80000 Slaaven. Ik gis dat dit wat vergroot is, in de Editie van 1770 fteld hy dat getal maar 60000, en zegt daar; Met  »38 IETS DAT TOT VOORDEEL eou 'er, door dien Handel alleen, ook iz\ of 15 Millioenen Guldens aan Handel met Afrika ontftaan; d^ overige in Goud, Tanden, en Gommen Zyn van dat aanbelang op verre na niet, doch zyn egter van dien aart dat ze opmerking verdienen 03)> door dien d*e articulen mede tegen Euxupeeiche Handwerken, en Ooft Indifche producten, waar op Europa groote winft heeft, worden ingewiflelt. Uit ' Met Deenfche Schepen. . . 3000 Slaaven. Hollandfche . 6oco £dit kan voor deze geweeft zyn; maar nu is dat aooo of op zyn hoogft 5500. —3 Portuguefche . ■ 5000 ——~ Eranfche • • 13000 Engelfche de reit, of 33000 En hier van zouden de Engeifche 4000 aan de Spanjaarden en eenige aan de Franfche verkoopen. Doch ik reken dat die Handcltak voornamenlyk in haare handen is. Verlegt dat nu eens ? Dit kan althans met geen geweld of magt gefchieden, daar kan men in de Koop. handel niet veel meê uitvoeren, of men dient het eens te wezen, om deze zaaken by overleg en fchranderheid te herftellen. (13) De Engelfche alleen zouden vqor dezen wel lco;ooo oneen Stof-Goud van de kuft hebben overgebragt, zie de gemelde Campells Survey. —- Zie op dit ftuk ook myne Recherches, Torn, I. Chap, X. Noot 3.  »er DEELGENOOTEN enz, 03* Uit het geene ik tot hier toe heb opgegee. Ven, ziet men, dat Europa ontfangt van America, aan gemunt en ongemunt Goud en Zilver 56 a 60 Millioenen. Aan Producten ' 199 — — Van Oo!b Indien, aan Producten en Handwerken 70 ■ Van Afrika, ftel ik maar . . 3 Om dat het geene aan Slaaven na America word overg'ebragt , onder de bovenftaande 199 M. begrepen moet worden .... De ontfangft van Europa is dan in alles ....... 333 Millioenen. Daar tegen heeft Europa uitgegeeven; Aan Producten enz., na America 88 ————. Na Afrika, ftel ik . . 1.5 a ió , . - Hier heb ik de Schepen onder gebragt als Capitaal, om dat het aan dien Handel eigen is, en ten laften der Slaaven komt .... ■ Na Ooft Indien 34 1 ia8 Overwinft . , 204 Millioenen. Waas  340 IETS DAT TOT VOORDEED \ aar in alle de onderfcheide Natiën in Europa mede Deelgenooten zyn. Dit ftuk is wel de moeite waardig om 'er ons een oogenblik mede bezig, te houden. Om dat hier in de Welvaart van geheel Europa gelegen is. Europa dan ontfangt van America, om daar van een gedeelte aan Ooft Indiën te geeven, ze ontfangt van Ooft Indiën, om daar van een groot deel aan America, te geeven; Zo dat, men ter loops Hellen mag, dat Europa met betrekking tpj; America in allen deel en is geweeft, het geene de Engelfchen in Bengaaien thans zyn. — Zy adminiftveert de revenuen van America, en ze doet de onderfcbeiden Volken daar te Lande tot haaren byzonderen welvaart en grootheid mede werken. Dit komt nog in een klaarder daglicht, als men inziet hoe veel Schepen hier mede door Europa, alleen in Zee gehouden Worden, die vice verfa naar alle de Waereld-deeien af- en aanvaaren, om de naarftigheid en fchranderheid van Millioenen van Menfehen in Europa, van het eene einde tot het andere einde verfpreid, ;n nuttige beweging te houden. Land en Zee worden 'er door beploegt; de Handwerken zyn alomme aan den gang, en in 't midden van dit al, neemen Kunften en Weetenfchappen toe, enden Menfeh leidt een genceglyk en gelukkig leeven. Welke nu de Mogendheden zyn, aan welke Europa dat geluk en heil verfchuldigt is, behoeve ik niet aan te wyzen; Ze zyn genoegzaam by een ie-  ï)SR DEELGENOOTEN enz. ieder bekend. Uit de Staatrekening evenwel van den Koophandel, die ik van Europa geef, kan men zien welke Natiën tot nu toe met derzelver Bezittingen en Coloniën een exclufiven Handel ge dreeven wordt. Doch daar uit ziet men niet voor wiens rekening eigenlyk die Handel gedreeven hebben. Maar wat voornamenlyk op het ooo- moet gehouden worden, is het geen Europa aan Goud en zilver ontfangt: Dat voor het grootfte gedeelte direct van de Spaanfche en Portuguefche Bezittingen in America, te Cadix en Lisbon, wordt aangebragt, en zich vervolgens van die Plaatfen over geheel Europa verfpreidt. Waar door iedere Natie en Land, naar maate van zyne voortbrengfelen Handwerken , Naarftigheid en Spaarzaamheid der Inwoonderen, deelgenoten worden van die Schatten, die jaarlyks in Spanje en Portugal worden aangebragt. En deze mededeeling gefchiedt of direct of indirect. Plet eerfte heeft plaats by voorbeeld in Engeland; Hoe veel Manufacturen levert dit Ryk niet jaarlyks aan Por, tugal (i4y, waar tegen die wederom Producten geeven, en het geene 'er dan ontbreekt aan Engeland, in Goud, in Cruzaden of Johanniffcn betaalen. •Even-- (14) Dc Exportatic van Engeland ha Portugal zou van 1764 tot 1773 , 10 Jaaren door een ieder jaar geweeft zyn . . L. ft. 677101 En de Impomtie 349687- Q  IETS DAT TOT VOORDEEL Eveneens gaat het met Vrankryk en Spanje, dat dan ook eindelyk de reft in Zilver betaalt. Ooftenryk of eigéntlyk Zevenbergen levert Quickzilver uit, dit gaat over Holland of anderen Landen na Cadix vervolgens van daar na America. Sileziën heeft fabricquen van Linnens, Tafelgoed, enz. dat in Holland ten deele gebleekt wordt , van Amfterdam of Hamburg na Cadia word verzonden, het zy geheel of ten deele voor Spaanfche of Hollandfche rekening, en het zy voor rekening der Fabricquanten , die in Sileziën woonen; Dit wordt of te Cadix verkogt of gaat ook voor rekening van die ik genoemt heb na America. Daar tegens komt Zilver in retoer of producten, enz. Holland levert Caneel of andere Koopmanfchappen, die in Cadix verkogt, of ook gedeeltelyk voor haar rekening na America verzonden worden. Doch het laatfte valt zo menigvuldig niet voor, om dat het altoos met eenig gevaar vermengd is.' Daar en boven is 'er in Holland niets gemeender, dan aan de Geïntcreffeerden geld te geevert op Bodemary (a la groffe); Door dat middel is en wordt hier te Lande veel geld gewonnen, dat by het retoer van de Vloot in Spetie betaald wordt, en dan in Zilver of in AViffels hier te Lande tornt.- Men  der DEELGENOOTEN enz. 243 , ; Meu voeIr Kchtelyk uit dit verhaal dat men juift met behoeft een Spanjaard of Portuguees te zyn, om deel te hebben in den Handel, die door die twee Natiën naar America gedreeven wordt. Maar dat dezelve door naamleening, of op eens anders zyn naam gedaan kan worden. Een ieder die kundig van dat foort van zaaken is, zal met my wel toe°ftemmen, dat dikwyls de Vreemden meer dan de Natie zelve, in de Goud-en Zilver-Vlooten inte, reft hebben. Het vermogen der Staaten heiraat derhalven niet hier in, dat zy van eenig Land zelve Heer zyn, maar daar in , datze 'er door middel van Koophandel voordeel van verkrygen Offchoon de Natiën, in de Ooft Zee en 't Noorden gezeten geen direct belang by den Handel van America fchynen te hebben zo zyn dczcl ve egter daar by niet minder, dan de zo evengenoemden , geïnterefleerd: om dat door de ver meerdering van Handel, die door de Coloniën in Ooft- en Weft- Indiën is ontftaan, de Scheepvaart zeer is toegenomen, en in proportie daar van 'het Noorden meer Land-producten van Hout, Fik, Teer, Hennip, Yzer, enz., aan Holland,'Eng" land, Vrankryk, Spanje en Portugal heeft geleverd. h De jaai-lykfche Lyften van de Schepen , die door de' Zond, voorby Elzeneur, vaaren, toonen aan hoe zeer die vaart in eene Eeuw toegenomen is De oorlogen ter zee hebben daar in ook het haare toegebragt, maar waarom zyn dezelve ontftaan ? ' Een'  344 IETS DAT TOT VOORDEEL Een.ieder weet zulks al te wel, om 'er hier tets f meer van te zeggen. — De toeneemende welvaart in Rusland (15) is aanzienlyk , dit is dat Ryk mede aan de uitbreiding van den Koophandel verfchuldigd. Het is deahalven voor de belangen Van Europa te wenfehen, maar miflehien naauw- lyks (15) Uit echte Lyften van Rufland kan men nagaan wè'lk tocneemend vermogen dat groot Ryk 't zedert 30 Jaaren door middel van het uitvoeren van natuurlyke voortbrengzelen verkregen heeft. Uit een Lyft die ik op dit oogenblik voor my heb, zie ik dat de uitvoer van Yzer in 1752 bedroeg 40000 Roeden, en in 1781 is die geweeft 3,560116 Poeden. — Die vermeerdering ftaat als 1 tot 89. Van 1697 tot 1706 zyn ieder jaar aan Goederen van Rufland na Engeland gebragt . ■ • 108168 L ft. En van daar naar Rufland .... 79072 Doch van 1764 tot 1773 heeft het eerfte bedraagen 954^31 En het laatfte 129618 Doch in 'het begin" van deze Eeuw trok Engeland veel'e Noordze Houtwaaren en andere produSen , uit Holland.' - Wie weet of het geen goede Staatkunde voor Engeland geweeft was, zo zy den Handel over die weg, meer dan direct had gcvolgt? En of Vrankryk in deeze, hoe wel uit een ander grondbeginzel, met meer tot haar voordeel heeft gehandeld ? a l s m e n dienst van mensghen wil hebben, moet men ïn 't klein, zo wel als in >t or00t, ook no en dan dienst doen»  der DEELGENOOTEN enz. 245 lyks te hoopen, dat de Opper-Hcerfchappy by de Europiaanen over America, op die gronden, die wy nu byna drie Eeuwen gekend hebben, bewaard zal blyven, en dat het erkennen der Noord-Americaanfche 13 Staaten niet zulk eene omwenteling in het beftaan en welvaart van Europa zal te weeg brengen, die met den tyd van nadeelige gevolgen zy. Dit zy dan genoeg om den Lezer oen denkbeeld te geeven van den ftaat van den Koophandel van Europa , met de overige drie Waerelddeelen, en van den invloed, die uit alle die beweegingen, op de koftwinning en overvvinften der ónderfchciden Natiën in Europa ontftaat. Men zal miffchien vraagen; waarom dit alles hier zo in 't breede opgehaald werd; Dan het was noodig om den ftand onzer Republicq, met opzicht tot dien algemeenen handel behoorlyk te toen kennen, en om aan te wyzen 't geen ik nu nog kortelyk beproeven zal, wat betrekking de Republicq op al dien handel hebbe. Ik zei de dan zo eveu dat Europa van de drie Waerelddeelen 'sjaars outting aan Goud, Zilver en Koopmanfchappen 33a Millioenen, dat zy daar tegen gaf Millioenen, hier uit ontftaat dan een beweeging in den Koophandel van Europa, voor omtrent 460 Millioenen. Voor hoe veel deelen de Ingezetenen van dit Land in die 460 M.? Ik zal my niet veel bedrieten als ik dat op ten minften een achtfte ftel, Q S Maar  24Ö JETS DAT TOT VOORDEED Maar men moet dan nog daar by in aanmerking neemen, dat tot die Handel jaar uit jaar in, gebezigt worden 3200', zo groote als middelbaare fchepen (16); en dat naar maate de eerfte Mo- gend- (16) Hoe moeijelyk een opgaaf van dien aart ook zy, zul ik echter tragten hier van een oppervlakkig denkbeeld aan den Lezer te geven: Op dat men daar uit by zich zelf afmeet, van wat aanbelang de Zee-vaart van en na America voor Europa is. ' Men vindt dan in een geacht werk genaamt Journal de Commcrce, au mois de may & juin 1760, dat tot den Handel die Spanje met America heeft, 'sjaars gebruikt worden 40 groote fchepen. Dat 'er eens een voorflag is gedaan , dien Handel met de Galjoenen te bepaaleii tot een ruim van 6500 Vat of 3250 Laften. Tc navigueren van Cadix na de onderfcheide Hoofd Bezittingen der Spanjaarden, breeder in dat Werk te vinden. In het gemelde Werk vind men in 1759 in de Maand Octcber; Dat van Portugal, namenlyk' van Lisbon en Port a Port jaarlyks vertrokken zyn. ■ 20 a 22 Koopvaafdy Schepen na Rio Janeiro. 3o , ,—„ na de Baai van Tous les Saints. ieder van 250 Laften. ,0 . na Fernambuck. y a'g „ - . . na Paraiba. ieder van 125 Laften.  der DEELGENOOÏEN enz. 347 gendbeden in Europa meer met haar hoofdtak' ken van welvaart bezig zyn , men naar die maar zo deze opgaaven egt zyn > zouden 'er door die twee Rykcn, die de grootfte fchatten uit America overbrengen, gebezigd worden 130 Schepen. Het is overbekent dat de Galjoenen der Spanjaarden de grootfte Koopvaardy Schepen der Europeaanén zyn. En dat zy meeft met groote Schoepen na America vaaren. Die der overige Natiën zyn op ver na van die grootte niet; Engeland en Noord America hebben meed met kleine Vaartuigen pevaarcn. Den Abt Rainal in zyn Werk, Hiflorie Philof. & Politique, &c. geeft daar van fpecifique lyften op, die ik hier na myne denkbeelden wat verfchikt zal volgen. Engeland zou in 1770 van Noord America hebben gehad. 855 Schepen, 1 inhoudende 27 Sloepen, $ 107153 Vat. of ... • 53576 Laften. Engeland na N. A. 849 Schepen, j , I05ao7 __I 52753 , „ 22 Sloepen, J 't Zuiden van Europa van N. America 477 Schepen, 1 . Ag%0 —. 24975 _ 137 Sloepen, J Dus zou die Handel over en weer bezig gehouden hebben een ruim van 78000 Laften, en. ieder vaartuig eens yeronderflelleude in te houden 78 Lasten, zou dat dan mtmaaken 1000 Vaartuigen van die groote, NU.  348 IETS DAT TOT VOORDEED Nu komt hier by het geene tot de overige Bezittingen en Coloniën betrekking heeft. Vrankryk zou in 1775 op Zee gcvaaren hebben. Na St. Domingo met 353 Sehepen. i— Marteuique . .122 ■ —- Guadeloupe . . . 81 • r— Cayenne .... 6 te zamen 562 Schepen, bemand met 18000 Matroozen: doch ik geloof dat dit getal op niet meer dan 15000 dient gefchat te worden. Engeland 5 a 600 Schepen en 12000 Matroozen, Vermjds my dit getal van Schepen ook wat te groot toefchynt, zo zou ik daar onder voor een gedeelte eeniga Slaaven-haalders rekenen. Tot de Handel van het Campeche Hout zegt men dat Engeland voor deze 35 Sehepen ieder van '250 Laften gebruikt heeft. Dan ftel ik, dat Spanje voor de Eilanden, de Kufr. van Caraques, de Tabakhandel, enz., nog wel 40 a 50 Schepen noodig zal 'hebben, van veel kleinder Charter dan hier voor is opgegeeven. Deenemarken 40 a 50 Schepen van 100 a 150 Laften, bemand met loco Matroozen. De Republicq, zo voor dc Coloniën, als Curacao en St. Edftatius, in vredestyd, omtrent 130 Schepen van ïoo a 160 Laften, en daar boven ieder. Op dien voet zou men ten ruuvvc mogen bepaalen dat Eavopa voor den Handel van America jaarlyks in Zee heeft gehouden, 2600 groote en kleine Sehepen , de kleinfle daar van gefchat cp 75 a 80 Laften of 150 a |6o Vat. — althans niet kleinder, maar wel grooter. E»  der DEELGENOOTEN enz. 249 maate onze dienft, en voor al ons geld meer .noodig heeft (17). _ Die 571 M., voor welke wy deelen in den algemeenen handel van Europa, op de andere Waerelddeelen, betreft alleen het geen op eigen naam en voor eigene rekeningen gehandeld wordt; Als men al het belang wilde opmaaken, wat de Republicq En dan nog circum circa 600 Scheepjes van ruim 50 Laften tot de Viffcheryen van de Terra Neuvefche Banken, dus in 't geheel 3200 Schepen. De Vaart van Noord America fn de Weft Indiën zelf, en na de Kuft van Afrika, heb ik daar niet onder geteld , maar enkel het geen na en van Europa af- en aan vaart ter overbrenging van Producten van America. (17) Den Souverain kan geen zorg genoeg hebben, dat de intereft van het geld hier te lande laag blyft, om dat men zulks moet aanzien, als het middel waar door men vermeerdering hier te Lande van Koophandel verkrygt. — Het heeft ook voor het Land zelf zyn nuttigheid. Ik weet wel dat zich foortgelyke zaaken ook na de Politique omftandigheden inrichten ..... De Spaarzaamheid echter zo veel als het met orde cn de goede ftaatkutlde gefchiederi kan, dient de bazis te blyven , waar uit onze voornaamen welvaart moet ontftaan . . . . Wy zyn het midden geworden, tuffchen de groote Koopman en den Confumateur of Verbruiker. Als ik maar 2^ ten honderd in 't jaar betaal, kan ik ten óverftaah van iemant die 5 moet geeven eejjs zo ycei fchuld hebben . . .  a$0 IETS dat tot voordeel blicq 'er by heeft, zoude 'er nog moeten byge. voegd worden, al wat wy te vooren omtrent fcheepvaart en Geldleeningen gezegd hebben. Zo groot is het belang, dat de Staat by den algemeenen Handel heeft, zoo groot deszelfs invloed, om denzelven door zyn Vermogen te doen aanwaffen of te niet gaan; en ik laat het gaarn aan de beoordeeling van den onbevopröordeelden Lezer over, hoe zeer derhalven de Hooge Regeering hier te Lande het voornamenlyk in handen heeft om door eensgezindheid, goede order en wyshcid, den Welvaart van dit Land en Volk niet alleen, maar van geheel Europa te kunnen bevorderen .... Neemt uit den algemeene Koophandel de groote Geldfommen weg, die 'er onze Natie in brengt, en bereekent dan de kwyning die 'er voor geheel Europa uit ontftaan moet! Indien dus onzen Koophandel en Vermogen onder het tegenwoordig beftuur nieuwen aanwas en luifter krygen , zullen wy voor ons zelf en voor geheel Europa het oogenblik vertraagen, waar in America eindelyk Europa boven het hoofd gewas-: feu, mïflehien van alles alleen meefter worde; Doch dat zelfde nadeelig tydftip. zullen wy verfiaafteri, zo wy de middelen verönachtzaamen, waar door de kwynende Koopvaardy opgebeurd, en onze dreigende ondergang afgeweerd kan worden .... De bloei of vernietiging van ons Gemeeue-Beft, de bloei of vernietiging van byna geheel Europa, is grootendeels in de handen onzer. Staats-  der DEELGENOOTEN enz. ag* Staats Vergaderingen, en even daarom voeden'wy te meer eerbied voor derzelver byzondere Leden, in welker Vermogen wy het thans gefteld zien , om tot eeuwige nut en roem, of eeuwige fchade en fchande der Neêrlanderen, van het lot van ons Land, en van geheel Europa, voor eenige, miffchien voor alle euweu te beflisfen. Dit inzicht maakt my te yveriger om voor te gaan tot het aantoonen van die middelen, die ter bewaaring van onze Compagnie, dat is van allen onzen handel, in aanmerking kunnen komen: Waar toe het volgende Hoofdftuk gefchikt is. ZESDE HOOFDSTUK. Wat 'er behoort gedaan te worden om de Maatfchappy niet alleen te bewaarcn, maar in haaren ouden lui ft er te her ft ellen, waartoe de mogelykheid van verre wordt aan de hand gegeeven. ÏSliets is natuurlyker dan, wanneer men van de gebreken, in welke Maatfchappy het ook zy, ten vollen overtuigd is, dat men dan uitzie naar mid- de-  253 IETS DAT TOT VOORDEEL delen, door welke men die gebreken zou kunnen voorkomen, en de Maatfchappy geheel herftellen. Die gebreken, die ik voornamenlyk in het Eerfte en Tweede Hoofdftuk heb aaugeweczcn, zyn van zulk eenen aart, dat ze, myns bedunkens, al voor lang hadden behooren verbeterd te zyn. De Meraoriën, die ik in 1773 aan het Bewind heb overgegeeven, hebben reeds over dezelfde gebreken gehandeld, en de middelen tot herftel derzelve, heb ik in myne tweede memorie aan de hand' gegeeven. De Hoofdpoincte daar toe ftrekkcnde waaren: De Vaart van Haven tot Haven (L.) in de Indiën afteftaan aan onze Vry-Burgeren, uitgezonderd eenige Articulen: de Directe vaart op de Weftcrfche Comptoiren : meer encouragement aan de zeevaarende te geeven: en het publicq verkoopen der Nooten en Nagelen: Behalven nog eenige mindere poincten van geringer aanbelang, die ik nu niet zal ophaalen , om dat myne intentie niet is om daar mede eenige vertooning te willen maakéh. Over de directe Vaart is zedert door den over, leedejie' Heer Hartfinck, den Heer van Royen, Bewindhebber wegens Leiden, en my, in 1773, in een ampelder memorie, gehandeld. Men heeft over het eerfte en tweede poinct met Indien brieven gewifleld, eenige geringe veranderingen gemaakt, doch ze zyn niet van zulk een' aart  der DEELGENOOTEN enz. 253 aart dat zy iets van aanbelang (1) kunnen werken op de minder uitgaaven der Comp. Op bet derde poincl zyn ook eenige fchikkmgcn by bet Bewind beraamd, en het fchynt dat dezelve niet tot bezwaar geftrekt hebben. Tot het pnblicq vekoopen der Nagelen en Nooten heeft men in het begin niet kunnen befluiten, men heeft eerft den prys verminderd, daar na weder vermeerderd, en eindelyk is men tot de publicque veiling overgegaan; Edoch nog gebrekkig. De Nooten heeft men eerft in 1781 beginnen publicq te verkoopen, toen men'zag dat 'er een geheel gebrek zou ontftaan. Het geen ik tot hier toe zo kort aangeftiptheb, is alleen gefchikt om den Lezer au fait te ftellen van het geene hier omtrent is voorgevallen, 't Zedert het begin van 1781 is de ftaat der Ooft Ind. Comp. door de omftandigheden, die ons alle bekend zyn, in zulk een akeligen toeftand geraakt, dat Zy nu onder den zwaaren laft van fchulden eindelyk zal moeten bezwyken. Men (1) De meerder lafien dan winften hebben vajj 1763 tot 1768, beloopen 16,947647, of'sjaars ƒ3,38953cvan 1769tot 1773," . . . 13,599242, . . . 2,719850v&n 1774 tot 1779, •. . . 14,062 356, of omtrent 23 en een halve Tonnen Gouds 'sjaars.  i$4- IETS dat tot voordeel Men zie wat ik reeds hier van gezegd heb iri het 3e. Hoofdftuk. In het 4?. en 5e. Hoofdftuk heb ik ten klaarften, zo ik vertrouw, de nuttigheid van de Ooft Ind. Comp. aangewezen, en teffens te kennen gegeeven, dat met derzelver val, de Republicq zelf in verval geraaken, en aan de Ingezetenen een allcrgrootft onheil toegebragt zal worden; zo nu de Souverainèn van de Republicq hier omtrent meede ten voilen overtuigd zyn, dan is 'er hoop, dat Hoogftdezelve, door haare meerdere Wysheid en Vooruitzigt, zullen zorgen dat dit heilzaam Lichaam voor ons Gemeenebefl in ftand gehouden en bewaard blyve, en om hier toe ingevolgen van mynen ftand, betrekking en pligt, naar myne geringe vermogens, eenigfints mede te werken, zal ik het waagen, eenige geringe confideratiën aan de hand te geeven. Die Confideratiën zyn twee ledig; ze concerneeren het beftier van den Indifche Koophandel hier te Lande, en het geene betrekking heeft tot het Commercie-Wezen iii de Indiën, Met het eerfte beginnende, zal ik den Lezer flechts met een woord herinneren het geene ik in het 3e. Hoofdftuk, §. 3. reeds gezegd heb: dat namenlyk , een jaarlykfch meerder bezwaar van 3,156708., zo men op de voet als voor dezen blyft voortgaan, waarfchynlyk niet door de Comp. kan gedraagen worden. Öm  der DEELGENOOTEN enz. 255 Óm aan dit gezegde hier nog de verëifchte Klaarheid te geeven: zo ziet hier, wat 'er vaft 1759 tot hier te lande is ingekomen en uitgegeeven. - . De Verkoopingcn, hier te Lande hebbben bedraagen, in 9 'jaaren, . 190,135689. De uitgaaven by een, tellen, in dat zelfde tydperk. . . .... 177,271602. Daar by de Uitdeelingen van dien tyd, 9,821305. 187,092907. Daar kwam dus in die 9 jaaren niet te kort, maar daar fchoot over ruim 3 Millioenen. In dat tydperk zyn de Anticipatie penningen op zyn hoogft geweeft . 24,62^870. en het minft 19,334900. Wel te verftaan, zo als die in de Voor- en Najaars Zeventienen ieder jaar worden opgegee-yen. Laat ik nu eens nagaan, wat 'er in dat zelfde tydperk in de Indien is omgegaan, voor zo veel het zelve betrekking heeft tot de zo evcngemeldó Rekening. -Van «ï| tot I7|| Heeft Ooft Indiën van de Comp. ontfangen aan Gargafoenen, het geld daar onder begreepen, Ducatonnen 17,090428:! a 63 . /53,834^3. Ze  Qg6 IETS DAT TOT VOORDEEL Ze heeft getrokken aan Affign., de Caab 'er onder begrepen, op de Comp. (a). Duc. 10,415798 a 72. . . . 37,496872, Ze heeft ontfangen voor vragt van Bieren, verkooop van Schepen, Cargaz. van China, D. 542507 a 63 1,708897. 93,040917. Daar* (2) Ik geef deze berekening in Ducatonnen, om dal men anders omtrent de Evaluaticn der Spetiën op Batavia geen zuiver denkbeeld kan vormen. Dan wordt de Ducaton te Batavia tot 80, dan tot 78 ft. aangenomen, 'tzedert 1769 in de Boeken a 66 ft. Ik heb over dit ftuk breevoerig in myne eerfte Memorie gehandeld, en gezegd dat men dit ftuk op een klaarder voet behoorden te brengen. De Affignatiën worden op de Comp. aangewezen tot 72 ft. de Ducaton, maar van de Caab tot 68. — Ik heb daarom de Som op D. 10,415798 gefteld, zy is eigenlyk D. 10,459405., de 4 ftuivers minder van de Caab is van de eerfte afgetrokken. Dit Capitaal met 9; zynde het getal der jaaren gedivideerd, ziet men dat de Affignatiën ieder jaar bedraagen 41 Ton. Dus dc fortuinen die in 't Land uit de Ooft Indiën komen, (LI.) hoe digter by onzen tyd- des te meerder toegenomen zyn. Zie het geene ik hier van onder het vierde Hoofdftuk gezegt heb.  der DEELGENOOTEN enz. 357 Daartegen lieeft Ooft Indien aan de Comp. hier te lande gegeeven aan Retouren, Duc 18,346235 a 63. . . ƒ 57,790640. De Bezittingen en Comptoiren aan meerder Verliezen dan Winften: of meerder Uitgaaven dan ontfangft, eii dat dus van hier moet gefuppleert worden, Duc. 9,194662 a 63 . . . . 28,963185. 86,753825. Ook is in dien tyd het Indiefch Capitaal vermeerderd, met Duc. 497608 a 78 ƒ 1,940672.4.9. Ik merk voorts, ter loops aan, dat men hier uitziet, dat de Comp. hier te lande in ftaat is geweeft, 1. Ora het verëifchte aan Ooft In- dié'n tot den Handel noodig, te fourneeren. 2. Dat de Bezittingen en Comptoi¬ ren ieder Jaar hebben gekoft, aan de Comp ƒ 3,o4035^ 3. Dat de Schepen, die uit en t'huis komende gebleven zyn, daaronder begrepen zyn geweeft (3), 4. Dat (3) Onder de aanrekening die van Batavia gefchiedt, *yn alle de vertrokken Schepen begrepen. Die tuffchen In- R  «^S ÏËTS DAT TOT VOORDEÊL 4. Dat de Retouren in dat tydperk ieder jaar hebben bedraagen ƒ 6,421 iS^ 5. De Cargazoenen, ieder jaar . . 5,981539. 6. De getrokken Aflig., ieder jaar 4,166320(4). Ten overvloede zal ik nog een' laateren tyd hier byvoegen, en daarin den ftaat van de Comp. hier te lande nagaan: Van 1774 tot 1779, beide inchifive, hebben de Verkoopingen hier te lande cpgbragt 119,435811. Alle de Uitgaaven daar tegens . 105,033935. De Uitdeeling van 6 jaaren, . 4,830150. 109,064095. Daar bleef dus wederom een aanmerkelyke Som over, van omtrent 10 Millioenen: Ook is de Comp. in die 6 jaaren ruim 8 Millioenen voorwaards gegaan. En Indiën en Nederland blyven komen dus in geen aanmerking, want wat niet aankomt kan niet verkogt worden Het is dus klaar dat de gebleven Schepen, onder myne berekening begrepen zyn. (4) 37,496872, gedeeld door 9, geeft 4,166320 —< 2iet wat ik hier boven ia Noot 2. gezegt heb.  der. DEELGENOOTÉN enz. 259 Èn de Anticipatie Penningen zyn in dat tydperk op zyn hoogft geweeft 22,254540". En op zyn minft 12,349100. De Retouren hebben in dat tydperk gekort ieder Jaar 7,044535. Zie Noot 9. van het 2de. Hoofdituk. En de Bezittingen en Comptoiren ieder jaar (5) 2,351720. Maar als men in die twee tydperken met een meerder bezwaar van 3,156708 , ieder jaar was belaft geweeft, dan ziet men dat men grootelyks te kort zou gefchoten zyn. Het is derhalven genoegzaam onmogelyk om het op den tegenwoordigen voet te blyven gaande houden. Myns be. dunkens , evenwel, zyn 'er maar twee wegen, waar door de Comp. gered kan worden. Het eerfte zou hier in beftaan, dat, uit hoofde van den toeftand , waar in de Comp. door den OorCs) De Winften cn Inkomften Üi 7 jaaren van 1773 a 1779. 391 Tonnen Gouds. De Laften of Onkoften 556" T. Te kort . . 165 . of eigeniyk 16,462044. gedeeld door 7, of het jaar " getal . . . 2.35,720 — R 3  300 IETS DAT TOT VOORDEED Oorlog is gebragt, bet aan de Souverainen van de Republicq gczamentlyk mogt behaagen, de Comp. te berftellen , met een Don gratuit van 25 a 30 Millioenen: (LIL) want buiten dit foulaas, zo men op den zelfden voet wil blyven voortgaan, kan men deze Sociëteit ten eenemaal als failliet befchouwen, vermids Zy buiten ftaat is, om op den duur met een extra bezwaar van 50 Millioenen fchuld (6) te blyven ' voortuegociëeren, om reden die ik zo even hier boven heb aangewezen. Het tweede' hulpmiddel , dat ik op het oog heb, is van een geheel anderen aart. Ik fchroonr zelfs om het zelve hier geheel 'open te leggen, om dat my de ondervinding reeds genoeg heeft geleerd, dat men zeer genegen is om de zaaken, die (6) De fchuld om alles in order te brengen zal ten minften wezen 82 Millioenen. Daar af het geen de fchuld voor deze wel geweeft is, de oude Obligatiën van de voorleedene Eeuw daar onder gerekent, dan zou het zyn 50 Millioenen. Daar af de 30, dan zou de Comp. nog tetwaard zyn m« meer dan 20 Millioenen , dan voor deze: Doch dit objed is met wat vigclantie wel te boven te komen. Naar maate men (tóger wegt, om handen aan het v-e,-k te laai, ! * C taal van 82 Millioenen nog al vermeerderen, want tle zakco der Comp. lyden zo wel hier tc l-jufc, rJ* in dc Ooft Indiën, en de Vreemden, zo wel Eugc'icLc Bli PranfehCB en Dcenen, doen voordeel met ouzc oMaudigbedcn.  der DEELGENOOTEN enz. aói die niet gemakkelyk onder het bereik van ieders doorzicht vallen, als denkbeelden van project mankers aan te zien. Echter zal ik 'er hier een korte Schets van geeven, voor eerft voor zo veel het de Indiën betreft, en ten tweede, voor zo zo veel het beftier hier te Lande aangaat. In Ooft Indië dan , om met het eerfte te beginnen, zoude het dienftig zyn: A. Dat in de eerfte plaats de drie Hoofd-Bezittingen, Java, Ceilon, en de Caab, in eenen goeden ftaat van [defenfte (LUX) tegens binnen- en buitenlandfchen aanvallen wierden gebragt. En vermids het my toefchynt, dat de Hoofd-Oorzaaken van het gebrek van manfchap (7), althans in de. eerfte 25 Jaaren, nog zullen aanhouden, zal het zeeker noodig zyn, dat 'er in het toekomende, door gepafte middelen, gezorgd worde, dat de Zeevaarende en Millitairen aangemoedigt worden, om by voorkeur, liever by onze Comp. zich te verbinden, dan by andere vreemde Maatfcbappyen en Mogendheden. Wat nu het juifte getal der manfchap betreft, het welk de Comp. in den dienft had, voor het uitbarften van den Oorlog: De aanmerkingen in het Ille Hoofdftuk gemaakt, toonen genoeg hoe moeilyk zulks te bepaalen, of liever te giffen zou zyn; ook doet het hier niet veel ter zaa- (7) Zie Hoofdftuk III. E-3  2Ó2 JETS DAT TOT VOORDEEL zaake. Maar men zou liever dienen op te geeven, •hoe veel 'er in 't toekomende verëifcht zullen worden. Aan de Caab by voorbeeld, heeft de Comp. nog Franfche Militairen in den dienft (*); De eerfte vi\;ag zou weezen, zuilen 'er dan zo veel manfchappen moeten blyven? Of kan men ze veilig -verminderen.? Doch zo lang als men niet vaft weet, wat keer de Commerciëelen belangens der Éuropeaanen neemen moeten, zou het onvoorzigtig zyn, dat getal voor eenige plaats of voor het algemeen te willen bepaalen: Alles zal moeten geëvenredigd worden, naar het geene daar omtrent nog waarfchynlyk moet voorvallen. Als de zaakeu; daar eens een vaften voet gekregen hebben, dan kan men eerft zien wat om de 'Weft en *H bet Ooft van Indiën, als mede aan de Caab noodi >- zal weezen. Want Nagapatnam al of niet in handen van de Comp. 5 De Vaart, in de Oosterfche Zeën voor de Engelfchen belemmerd of onbelemmerd: Dit. alles kan voor de Comp., in haare daaglykfche Uitgaaven, een onderfcheid maaken van wel anderhalf a twee millioenen 's jaars. W (*) 't Zedert dit gefchrev'en is» heb ik vernomen dat de Frwiïche Troupcn reeds van de Caab, zo mede van Ceilon; zoude verrokken zyn', maar dat -'er nog andere Vreemden (Switfórs) in dienft op beide die Bezittingen zich zoude bevinden. Dus de Militairen magt nu nog r/mder is dan ik Hoofdft. III. gez<;gt heb.  der DEELGENOOTEN enz. £63 B. Ten tweeden, zal verëifcht worden, dat 'erop het Eiland Ceilon, (LlV.>l,s zo veel naderaan het Weften van Indiën, meerder vermogen, dan voor dezen zy; Daar Nagapatnam toch thans in handen der Engelfchen is overgegaan, en dus die Natie, van dien kant, voor de Comp. zo veel te meer te vreezen is, zouden by nieijwc troebelen, altyd Compagnies Bezittingen van dien kant ook zo veel te eerder kunnen ontruft worden; Wanneer ook de Indifche Gealliëerdens tegens andere Inlandfche Vorften eenige hulp noodig hadden, zoude men hen van dien kant zo veel te fpoediger kunnen byftaan. — Want niets zet meer kragt aan 'sComp. Handel in dat gedeelte van de Waercld by, dan dat de Inlanderen zo wel, als de Europeaanfche Mogendheden, zien , dat men op de Confervatie en verdediging van zich zelf denkt. C. Ten derden, behoorde men in 't vervolg, het mercantiel .beftuur in Ooft Indiën onder het Opperbewind van twee Hoofd-Comptoiren te brengen, namenlyk: een Comptoir te Batavia, voor zo veel het Ooften; en een Comptoir te Colomba, voor zo veel het Weften betreft. Waar uit dan als van zelve zou volgen, dat men ook andere maatregelen omtrent den Indifchen Handel zou moeten by de hand neemen, D. Ten vierden, dat 'er in het toekomende verandering in het beftier van den Handel in Indiën van Haven tot Haven gebragt worde. Wan. neer aldaar, door het middel van onze Onderhoo- r 4 ii*  2Ö4 IETS DAT TOT VOORDEEL rigen , even gelyk by de Engelfche Comp. door haare Vrylieden, de Handel op en van diverfche Comptoiren en Bezittingen om de Weft van Indien en in de Golf van Perfiën gelegen, zal worden uitgebreid: Het welk in de Coloniën eene merke. lyke vermeerdering in het vertier van Europeaaniche noodwendigheden zal veroorzaaken. E. Zo men ten vyfden, ook nog kon goedvinden eenige kleine articulen van Handel, zo als de Engelfche al veele jaaren gedaan hebben, aan onze Vry-Bu-geren en Zcevaarende afteftaan, dan zou men door eene en andere fchikking eene vermeerdering van Handel maaken , in veele kleine .takken, die op zich zelve wel twee a drie Ton kunnen bedraagen, en die nu voor veel importanter fom in Londen worden aangebragt. De Vreemdelingen in Duitfchland, in 't Noorden, en elders vvoonende, zouden dezelve alzo lief hier te Lande als in Engeland laaten inkoopen: Onze vrye Heden zouden daar door uitgebreider middelen van beftaan verkrygen: De kloekheid en naarftigheid door kleine eenvoudige mercantile middelen aangemoedigd wordende , zou men daar van niet dan goede en rype vruchten kunnen verwagten: De Bezittingen, althans die de Comp. op Java, Ceilon, op de küft van Mallabaar, enz., heeft, zouden in bevolking toeneemen, en met dezelve zouden de middelen van beftaan aangroeijen: wat was daar uit niet te. wagten in een groot en vruchtbaar Land, (LV.) da.ar het van dien gezegen. den.  der DEELGENOOTEN enz. 265, den invloed geweeft is op het onze, dat klein en arm is in voortbrengfelen ? Ziet hier dan eenige denkbeelden opgegeeven, die de Indiën betreffen; Het wordt tyd dat ik op dezelfde manier nog eenige confideratiën hier by voegen, die betrekking hebben tot dat geene, dat hier ie- Lande moet gefchieden: tot de middelen waar door de Comp. in ftaat moet gefteld worden, om aan alle haare onderneemingen en engagementen te kunnen voldoen. Dit moet alleen door de uitbreiding van den Handel gefchieden. Daar de Comp. met ruim drie Millioenen meer bezwaard is, moet het tegenwicht daar van in den exclufiven Handel die Zy na en van Ooft-Indiën dryft, en voornamenlyk uit de Overwinften, die Zy daar mede doet, gevonden en gehaald worden. A. Ten eerften, de Handel het voornaamfte middel ter herftel zynde; fpreekt het van zelf, dat hier in by het Bewind niets verricht kan worden met de gewoone kundigheden, die het volgen van den ouden ftyl tot hier toe heeft kunnen geeven» maar dit gewichtig ftuk zou natuurlyk vorderen, dat 'er in het buitengewoon tykperk, 't welk men thans beleeft, ook meer mercantile kundigheden by de Ooft Ind. Comp. waaren; niet zo zeer om te weeten, welke quantiteiten, enqualiteiten van ieder foort van Koopmanfchappen 'er tot het debiet hier te Lande gevorderd worden; maar om te kunnen nagaan , de onderfcheidcne betrekkingen, die de re- K 5 VQr  £66 IETS DAT TOT VOORDEED volutiën onder de Inlanderen in dat gedeelte der Waereld notoir op den Koophandel kunnen en moeten veroorzaaken, om daar van ten nutte voor de Comp. het voordeeligft, en voor 's Lands Ingezetenen het heilzaamft gebruik te maaken. En dit zou als van zelve gelegenheid kunnjn geeven, dat 'er andere fchikkingen omtrent de Correfpondentie der Cornmercieele zaaken der Comp. met de Ooft Indien, die thans meeft in de Haagfche Befuignes worden verhandeld, gemaakt wierden, behalven nog andere beftellingen, die evenredig zullen zyn, aan de tegenswoordige omftandigheden, overeen* komftig met het te vooren opgegeeven ontwerp, om het mercantiel beftuur over de Indien tot twee Hoofd-Comptoiren te brengen , en eindelyk ook gefchikt, om met meerder klaarheid en zekerheid, in 't mercantiel beftuur te werk te gaan. B. Ten tweeden, de Lywaat Handel kan en behoort meer dan voor dezen uitgebreid te worden; waar toe de noodige middelen in de handen zyn der Compagnie. C. Ten derden, dient ook de Thee Handel vermeerderd te worden: Vooral 'tzedert dat Engeland den lluikhandel - tegen gaat. — Meer mag ik van het een en ander hier niet openen, om dat het beter is, dat dergelyke projecten by monde aan de Leeden van de Hooge Kegeering, dan in gefchriften uitgebreid worden. Deze twee laatften poften evenwel op zich zelve genomen, kunnen 'sjaars ruim twee en een half Mik  der DEELGENOOTEN enz. s£f Milüoen meerder aan Winft opbrengen dan tegenwoordig. Ondertuffchen verlies ik njet dit het oog, dat meer uitbreiding van Handel, ook meer onkoften van Schepen, enz., veroorzaakt; doch deze onderwerpen zyn gefchikter om te fchetzen en aftewerken, als men daadelyk handen aan 't werk wil liaan, dan eer men weet of men zal gehoord Wórden. D. Het vierde middel tot herftel zoude ik zoeken in geregelde Spaarzaamheid, aan den eenen» en onbekrompene Ruimte aan den anderen kant. Dat het myne mecnig evenwel niet is , om, wanneer ik de Spaarzaamheid aanpryze, nieuwe befpaaringen in de Uitgaaven hier te Lande te willen invoeren, kan uit het volgende Verhaal opgemaakt worden. De kundige Heer Thomas Hope heeft reeds in zynen tyd zich te vergeefs met de hoop op de te vinden verbeteringen van dezen kant gevleid. In den Jaare 1770 zyn, op deszelfs voordel, alle de refpective Boekhouderen der O. L C., eenige weeken agter een, bezig geweeft, om op te maaken, wat 'er in alle de articul en van uitgaaven, over een reeks van 10 jaaren, was omgezet, ten einde iiit die comperative lyften te kunnen nagaan, wat eenigzins objecten van menage by de Comp. hier te lande zouden kunnen zyn , en deze moeiten heeft evenwel nergens anders toe gediend, dan om  268 IETS DAT TOT VOORDEED om te bewyzen, dat 'er hier te lande geene redresfen.van eenig belang te introduceeren waaren. Hier mede wil'ik echter geenzins te kennen geeven dat 'er in dit gedeelte van het beftuur geene gebreken zoude huisvesten; Zy zyn 'er zeker, maar over het geheel genomen zyn zy van dien aart, dat dezelve nimmer konnen weggenomen worden. Als by voorbeeld de onderfcheidene Kameren, de Werven, enz. Deze behooren tot het Conftitutioneele van het Land (LVI.). Noch zulke befpaaringen , noch andere, die door vermindering in de Emolumenten van Bewindhebberen en Amptenaaren zouden konnen worden te weeg gebragt, kunnen met eenige mogelykheid, althans niet met eenige hoop op voordeel , beproefd worden j in dit Lichaam moeten niet zo zeer op het oog gehouden worden, dc honderden noch de duizenden, maar de Honderd duizenden en de Millioenen: En deze zyn het voornamenlyk die in dit tydsgewricht in 't byzonder de attentie der Heeren, die mercantiele kundigheden hebben, verdienen: Laat ons derhalven eens zien wat middelen'er zyn zouden, om jaarlyks eenige Honderd duizenden uit tc fpaaren. Zedert de Vredebreuk met Engeland heeft de Maatfchappy by aanhoudenheid gebrek aan geld gehad, dit heeft haar dan verpligt om tot exorbitante Vragten, geduurende den Oorlog, vreemde Schepen, en daar na vreemde en Hoüandfche Sche-  der DEELGENOOTEN enz. a69 Schepen, te moeten bevragten: Dit heeft aan de Comp. reeds veele Tonnen Gouds, ja ik mag wel haaft zeggen Millioenen gekort (3). Dat Compagnies Schepen duurder, in de timmering en equipecring dan andere Schepen, die op particuliere Werven gebouwd, en door byzondere perfoonen uitgeruft worden, te (taan komen, wil ik, zonder daar na onderzoek te doen, wel toeftemmen; maar de Vraag is of dc Comp. haare Schepen niet fterker en meer folide laat bouwen en uitreden dan andere, en of Zy ook niet in 't algemeen genomen van grooter Charters zyn? Men merke hier omtrent voornamenlyk op, dat voor dezen de Comp. omtrent de behouden reizen haarer Schepen, altyd haar eigen rifico liep, en dat dezelve dus een dubbeld interen, had, om voor alles zo veel het met mogelykheid gefchieden kon, te zorgen: Terwyl Particulieren daarentegen Schepen laaten bouwen eeniglyk om voordeel met dezelve te verkrygen; Die Particulieren verzekeren gemeenlyk , en hapert 'er iets aan het Schip of wat daar toe betrekking heeft (8) Onder Maart of April laaftlesden beliepen de betaalde vragtpenningen, by de Kamer Amfterdam alleen % elf Tonnen Gouds; men voege hier eens by wat 'er by de overige Kameren tot heden (half July) betaald is, dau zal die Som nog vry wat importanter zyn.  S7<3 IETS DAT TÓT VOORDEED heeft (9); ontftaat 'er een ongeluk , de AlTuradeur betaalt het. De (Economie is de eerfte Winft, zegt de Koopman: De groote overwinft is het voornaam doelwit (10). En de Comp. evenwel met gehuurde Schapen vaarende, het zy die al, of niet verzekerd worden, is en blyft min of (9) Namenlyk onbekwaamheid van den Schipper, Stuurman, enz. (ic) Plet Schip N. V. Schipper N. N. is laafileden winter bevragt. Dit Schip was groot 283 Lallen, de vragt bepaald tot 320 Gis. en 10 percent Avary., een derde der vragtpenningen, beloopehde 33672 Gis. zou verdient zyn, als het aan de Caab kwam, en de helft zynde 5050?, als het te Batavia aanlande. Het gemelde Schip na 24 uuren in Zee geweeft te zyn, wierd by Harwich verzeild. Het Capitaal van dit Schip was niet alleen 60000 gefchat, maar verzekerd, en boven dien op rekening van Vragtpenningen of te doene Winft, waar toe maanden tyd noodig was, nog eens 34000 Gis. Met dit ftranden of blyven in 24 uuren, verlooren de Affuradeurs haar geld. maar de eigenaaren van 't Schip waaren zo veel te fchielykcr en van Capitaal en van Winft voorzien Dit is maar om een voor¬ beeld aan te haaien hoe een Koopman met een ongeluk nog goede winft kan doen. Maar d. Comp. was veria,k-en in den tyd, en verloor 'haar hoofd oogmerk; want het Schip was met noodwendigheden van wegens de Comp. belaaden.  ïjee: DEELGENOOTEN enz. i?r of meer dc lydende party, handelt tegen de regelen van (Economie, en de Gewoone inzigten van een Handeldrïvende Mogendheid (ii). Boven dien valt met betrekking tot het bevragten van Schepen nog op te merken, dat Comp. Schepen gebouwd worden, om volk en goed te kunnen overvoeren, daar die op vragt vaaren zelden recht gefchikt zyn tot het overbrengen van Manfchap: Ook kunnen dezelven in de Indien tot den binnenlandfchen Handel niet gebezigt worden: Als dan de eigen Schepen daar toe worden aangehouden, zal de Comp met 'er tyd van Ooft Indien herwaards , meed. met gebuurde Schepen moeten vaaren;' ik wil nu nog niet eens fpreeken van andere inconvenienten, waar aan men met eigen Schepen niet onderhevig is. Ik zal hier ter loops by voegen eenige berekeningen, om daar naar te kunnen afmeeten op welke fcha- 00 Als de Comp. de laading in een gehuurd Schip verlieft, wordt het Capitaal goed gedaan door den Afftiradeur, maar den tyd verheft Ze altoos; Dit is, ik beken het, 't zelfde met haare eigene Schepen, maar als dit toeval door minder bekwaamheid van Schipper en Officieren, of door disqualiteiten van 't Schip ontftaat, dan was het by de Comp. te verhoeden, en dit is juift het geene ik op het oog heb.  S72 IETS DAT TOT VOORDEEL fchade het continueel tiuuren van Schepen aan dé Comp. wel te ftaan zou kunnen komen. Ik veronderftel eens dat de Comp. voor de helft met eigene, en voor de andere helft met gehuurde Schepen vaart. Dat Zy, als naar gewoonte', 28 a 30 Schepen van 140 eu 150 V. uitzendt, dat dezelve inhouden: 20 Schepen van 150 Voeten, 9000 Laften". 10 . 140 4000 13000 Laften. dan zullen 6500- L van Vreemden of Nationaalen moeten ingehuurd worden: en, veronderftellende dat ieder Schip door een, eens 325 Laften groot zy, dan zyn 'er 20 Schepen noodig: Zoo die ruim 100 duizend Gis. in zee koften, en de Comp. de. zelve op den voet als nog onlangs gefchied is, van 300 Gis. het Laft, en 10 pcrc, Av. ry daar en boven, naar Batavia en te rug, bèvragt, dan is het zeker dat de Comp. voor iedere reis en Schip moet uitgeeven omtrent 110000 Gis. Het is vervolgens waarfchynlyk dat 'er ten minften op zulk een onderneeming door de Redery zal gewonnen worden, 30 a 40 duizend Gis., dit nu twintig maal, zoude aan vragtpenningen uitmaaken 2,200000, en aan Winft 6 a 8 Tonnen Gouds. Ik zou hier een fpecifique Reekening moeten laaten volgen, wat Comp. Schepen wel koften; Edoch  eer DEELGE-NOOTENen*. 2?3 Edoch de grootte der Schepen van de Comp. is gemeenlyk 400 en 45o Laften; ook is het fatzoen anders en koftbaarder als by Koopvaardy Schepen, en de Rekeningen daar en boven van Uitgaaven loopen by de Comp, alle. door een, zo dat het moeijelyk u om zulks by een geregeld vergelyk op te geeven, maar ik ftel by giffing, dat de Comp 10 z xa ten Honderd duurder, dan de Particulie- lang als dat Schip vaart, maar voor eens: en men gaa dan nog ftaatkundig na, wat uitwerking dat op de bevolking van Stad en Steden heeft? Veronderftclt men dat Particulieren, by het bevragten der .0 Schepen , 6 a 8 Tom'en * dan de r ^ ^ W1'nnen k»»en; laat haaren TV"2" ^ 4 ' 5 T°me» Goud* belpaaren, als Zy met eigene Schepen en Equipa- g^e vaart; Dan zullen die 4 Ton aan S EnIS irCkken ? afdoe^ van fchulden: h-n dat Capitaal, over de 33 jaaren genomen, zal by een tellen een importante fom van 13,200000 Van een gelyken aart is het Articul'der Aflu> rantien,-het welk men, zedeit de Vredebreuk -et Engeland r>), ook heeft gemtrodÏS Als fierdai!/" Febr"ary laaftIeede" W3S 'er ^ ^ Am«edam aan pretfiën van Affuranriën, op .cederend gehuurde Schepen eelaaden' ...v™ ; eUdac"-n , uirgegeeven 741771.17.?.. s Een  274 IETS DAT TOT VOORDEEL Als men tegen elkander nagaat wat 'er verzekerd geweeft is, en welke reëcle Schaden? 'er geweeft zyn, dan zal men ras befpeuren dat de Affuramie aan de Comp. veele Tonnen Gouds koft, die Zy, door haar eigen Affuradeur te zyn, zou hebben kunnen befpaaren. Als men in een Comp. als de onze befchroomder moet handelen dan voorheen, en voor 't vervolg niets aan het geval durft overgeeven, dan moeten de Winften notoir in het toekomende veel minder bedraagen: Althans zeker is het, dat, als de Comp. niet verzekerd, de Winft van den Affuradeur, en de Courtage van den Makelaar door Dezelve zal befpaard worden. En dat deze poft, op zich zelf genomen, in 33 jaaren ook eene Somme van belang zal uitmaaken. Immers fchat ik de befpaaring , die door het niet verzekeren zou te weeg gebragt worden, op ten minften i£ Ton ieder jaar, wel te ver.ïaan, zo de Comp. voor een derde of de helft, met gehuurde Schepen bleef vaaren, en die dan liet verzekeren. Ook zou men in 't toekomende in het loopen van ri' co op Zee nog veel komen uitwinnen, zo de Comp kon goedvinden geene Schepen meer voor Een ieder in 't Bewind weet, hoe zeer ik van den beeinncn af, tegens het laatfte verzweren geweeft ben: ook is in eene Vergadering van XVIfc: in 178-, «t«« ik p/efent was, by meerderheid van Hemmende refolutie daar toe gene men.  der, DEEL GENOO TEN enz. 375 voor de Tweede Bezending van Batavia te laaten overkomen: Dc ondervinding heeft maar al te veel geleerd, hoe veel meer Schepen 'er van de Tweede dan van de Eerfte Bezending blyven (13). Dit vereifcht mede dc attentie en kan als een point (13) In 20 jaaren van 1760 tot 1780 zyn van do Eerfte Bezending, welkers getal beliep 207 Schepen, gebleven drie Schepen. In dat zelfde tydperk van de Tweede Bezending was ' het getal 48 Schepen , en de verongelukte zeven Schepen. Men hoorde dus , na ultimo December , nimmer Schepen van Batavia te laaten komen , dan by ongemeenc toevallen , als de een of andere tyding moet overgezonden worden. Als de Schepen in Oêïober , November, en voor half December van Batavia afkomen, dan komen die hier te lande in Mai, Juny, July, uifterlyk voor half Auguftus binnen, en dus voor dat het flormagtig weêr begint. Als ik opmerk dat andere Natiën in alle Saifoenen de Indien bevaaren, en in evenredigheid minder verliezen hebben, dan onze Comp., dan zou ik wel vraagen aan Lieden des kundig, hapert het aan het maakely van onze Schepen, aan het belaaden van dezelve, of wel aan de geene die daar over het beftier voeren ? Dit word mede een onderwerp van aanbelang. — Vooral in dezen tyd, daar de Vreemden de Zeevaart tot zulk een trap van genoegzaame volmaaktheid gebragt hebben. S 3  £76 IETS DAT TOT VOORDEED poiut van aanbelang onder de objecten van Epargne gebragt worden. Eindelyk , daar ik bezig ben over de Spaarzaamheid te handelen, die men in 'sComp. Handel kon invoeren, moet ik de vryhcid neemen out nog te zeggen, dat men ook het Goud en Zilver veel beter koop dan voor dezen in de Indien zou kunnen bezorgen: En dit verdient te meer oplettendheid, naar maate de Capitaalen, die de Comp. te verzenden zal hebben, a^nzienlyker zyn. Tweederlei wegen zyn 'er, om die penningen over te maaken ,• De afzendingen moeten van hier (14) gefchieden, of van de Havens daar de verzamelplaatzen in Europa van het Goud en Zilver zyn, te weeten van Lisbon en van Cadix (15). Aan (14) Zo men van hier in den tyd van een a twee Jaaren 10 a 15 Millioenen Contanten wilde afzenden, dan is de vraag of 'er wel zo veel ftukkeh van agten , Staven Zilver en Goud , in de Commercie voor handen zal weezeii, om zulke importante Sommen te kunnen verzenden. Ook dient men op het oog te houden dat het Goud en Zilver niet te hoog in prys ftygt, want dan loopt men gevaar, dat onze ftandpenningen zelve verfmolten, en dat andere takken van Koophandel te veel gedrukt worden. (15) Als de vlooten van Vera Crux, Lima, enz., te Cadix, en die van Braziel te Lisbon aankomen, dan kan men  der DEELGENOOTEN enz. 277 Aan de O. L C. in Zweeden wordt alle jaaren, door den Koning van Spanje, toegeftaan het Zilver dat zy tot den Handel van Canton noodig heeft, van daar te mogen afhalen, en direct na China voeren. Voor twee jaaren was 'er iets diergelyks in til, wanneer ik aantoonde dat de Comp. op een Millioen, door dien weg in te flaan, een Tonne Gouds zou uitgewonnen of geprofiteerd hebben, en zo zulks door de Souverain konde goedgekeurd worden, zoude men op een Capitaal van 10 Millioenen wel de helft, ja mogelyk drie vierde van een Millioen konnen uitwinnen. Dan, deze vier voorbeelden zyn hier genoegzaam: Het geen wy over het huuren van Schepen, doen van Affurantien, ftaaken der Tweede Bezending van Batavia, en overmaaken van Gelden, gezegd hebben, bewyft genoeg, dat 'er middelen van menage voor handen zyn, en dat men die kan doen werken op poften, die vry wat meer man daar, door het middel van Wiffelbrieven veele Tonnen Gouds aan Contanten bekomen. Hier op wordt, als de -WhTelcours niet extra hoog is, een ordentclyke' Winft gedaan, zo als dat by ieder Bankier hier te lande bekent is. — En om reden, in de voorige Noot gezegd, en om het voordeel dat de Comp. daar door zou wor, den toegebragt, was het te wenfehen dat hier op refleftje geilagen mogt worden. S 3  a73 IETS DAT TOT VOORDEED meer zooden aan den dyk brengen, dan de uitzuinigingen van kleinigheden, die, hoe pryzelyk ook, evenwel nooit in ftaat kunnen zyn, om de verlooren lappen en krachten weerom te bezorgen aan het uitgemergeld Lichaam der Compagnie (16). De meefte ondertuflehen van de opge- gee- 05) De Comp. heeft in de volgende jaaren aan duiten na Ooft Indiën afgezonde. In ,77, gevraagt uit Indien iooooo, verdeeld. ƒ iooooo — ,772 ...... iooooo, iooooo — j 77 3 niets. 1774 niets. j7?5 100000, niet verdeeld. ,77ö ïocooo, toegeftaan . 70000 — daarna . 30C00 — 100000, maar . . , 76000 — -,7g iooooo, • • • 75°^° I77p jooooo, in twee reizen . . . ioocoo— I78o Io,:000>—;—io-co°- dus door een ieder jaar 65000 Gis. De Maatfchappy heeft tot uu toe aan de Muntmeefteren betaald de honderd Gulde-s aan Duiten, honderd Guldens in Zilver. Het is bekend dat de Muntmeefteren hier opwinnen: Doch 't zedert dat de Kamer van Amfterdam de Heer Jacob Temminck tot Caffier heeft gekregen. heeft dezelve voorgeflagen , om ze voortaan 10 pér*, onder den gewoonen prys te bezorgen, te weeten dat honderd 0'4l-  der DEELGENOOTEN enz. 279 geevenc pointen van Spaarzaamheid zyn van dien aart, dat ze den Lezer zekerlyk van zelf reeds heb- Guldens aan Duiten met negentig Gulden zouden betaald worden. Wat men door zulke wegen kan uitvinnen is zeker te pryzen; maar men dient ook in aanmerking te neemen, dat men door te veel te willen uitwinnen, niet maakt dat 'er na Indien Duiten van flegter aüooi of flegter Koper worden afgezonden. De Duiten zyn op Ceilon en java onder de kleine gemeente gangbaar; daar geeft de Comp. een van onze beele Duiten voor een Oortje int, zo dat Zy genoeg avans op dezelve heeft; en daarom des te meer moet zorgen, dat 'er geen klagten over de Speiie zelve komt, en door de gevolgen daar van zelfs haare voorige Winften gevaar loopen. Ziet hier'eene berekening op hoe veel de Duiten op de Munt te ftaan komen, zo men de loonen, die daar toe ftaan, betaalt, of de werklieden in dezelve niet beknibbelt. 100 f8 Plaatjes Koper, gekogt a 78 St. ƒ78. — .— Af voor prompte betaaling, 2 perc-. . r. 11. — ƒ76. 9 — Muutioon, a •> Stuiv. voorde 68 Plaatjes 7. 7. Vragt naar en van de Munt . . . . —.12.— Sifatiën, 3 perc 3. —.— Fourneeren van Stempels, 1 perc'. . . 1. — Craveeren van dezelve, * perc=. . . . —.10.— Vuui S 4  a8o IETS DAT TOT VOORDEED hebben doen begrypen, waarom ik by die Spaarzaamheid ook de Ruimte in 'sComp. Handel verlange: Myne meening is namenlyk voor al, dat de Comp. in alle haare onderneemingen , even als voor dezen in 180 jaaren gefchied is, vry zal moeten handelen, zonder in ietwes belemmerd te zyn. Het zal haar moeten vryitaan met eigene Schepen te vaaren, en de gelden zullen Haar niet moeten ontbreken om dezelve te laaten bouwen en equipeeren: Het dient gelyk voor deze, niet verboden te zyn, om Schepen en derzelver laadingen voor eigen rekening ongeaffureerd op Zee te hebben. Ook moet men vryheid hebben gelyk voor Vuur, lig, oly, fmeer, enz I. — • — Het tellen, zakken, vaatwerk, en (lecploo i. — — ƒ90.18.- De too tS bedraagen dan gemunt, de gemelde Som. Een zak duiten moet inhouden tien Ponden in gewigt, en tien Gulden of 1600 Duiten. Zoo die reekening naar waarheid opgemaakt is, dan wordt het immers zeer twyfelachtïg, of die leverantie geheel zonder voordeel gefchiedt, dan of het, zo als het fpreekwoord in de daaglykfche gewoonte zegt, uit de breedte of langte moet genomen worden. De tyd zal in dezen uitwyzen wat al of niet van 'wezenlyk nut voor de Maatfchappy is,  der DEELGENOOTEN enz. a8i voor de Vreedebruk met Engeland, om te mogen onderneemen, het geene dat de Generaale OoftIndifche Compagnie of de Vergadering van Zeventienen dienftig en voordeelig zal oordeelen, zonder dat men uit gebrek aan geld, of Crediet, de eene of andere onderneeming verpligt is te moeten afflaan of nalaaten. By voorbeeld, de gefteldheid van de Thee-Handel , (LVII.) heeft al voor twee jaaren gevorderd (17) „ en vordert nog, dat men zes groote laadingen aan Chineefche Waaren van Canton laat komen, en dat men dus in dit jaar zes Schepen derwaards uitzende: Zo 'er maar vier uitgaan, zo als dat ordinair gefchied is, dan zullen 'er in plaats van 15 a 16 Tonnen Gouds, maar 13 a 14 noodig zyn; Op de Retouren die met dezelve Schepen in 87, zullen retourneeren, is het waarfchynlyk dat de Comp. twintig Tonnen Gouds aan Winft zal heb- (17) Voor twee jaaren zyn 'er by Commiffariffan tot den Chinafche Handel reeds fcbikkingen gemaakt, om zes Schepen van Canton te laaten t'huis komen, doch de Hooge Regeering heeft, uit gebrek aan geld, aan die orders niet kunnen voldoen. Den goeden tyd verliezen wy , en Vreemden raaken 'er in; Hoe krygt men 'er die naderhand weder uit? Het is van aanbelang dat dit tog nagegaan worde: Ongevoelig raaken wy uit alles. » 5  s8* IETS dat tot voordeed liebben (18): Maar zo zy twee Schepen, en dus 3 Tonnen Gouds meer uitzendt, en die in Pvetour be- (18) Het zal hier niet ondienftig zyn op te geeven, wat 'er in 10 jaaren met den Handel na en van China gewonnen is- 't Zedert 1769 tot 1779 zyn 'er na Canton uitgevaaren over Batavia 40 Schepen, en van daar het gemelde getal te rug gezonden, waar van in 1779 op dc 'thuis rcizc twee gebleven zyn: Deze 40 laadingen hebben bedraagen, na aftrek der Wiuften op de uitgezonden Polemieten', Lakens en het Loodt van hier, en Tin en Peper van Batavia. 5,779911 Thailen, a 72 Stuiv. Gl. 20,807679.12.— De 38 laadingen hier te lande hebben afgeworpen . . . Bo. ƒ39,974228 — Agio 4 perct 1.598969- ƒ4 b573i97 — Af de Inkoop 20,807679~ De ruuwe Wind f^lössïï— Hier zouden nu afmoeten de onkoften, die 'er op de tót- en t'huis reizen van die Schepen zyn gevallen , zonder de Asfurantie-i om dat de gebleven Schepen reeds onder de ingékogtë Retouren gefteld zyn. Ik begroot die onkoften op 150 duizend voor ieder Schip; doch om het hoog te neemen, zal ik twee Tonnen ftellen, dan zou )-et voor de 38 Scheren zyn, 76 Tonnen Gouds, en •er zouden aan zuivere Winft in 10 jaaren, met den Han-  der DEELGENOOTEN enz. 285 bekomt, zal Zy waarfchynlyk ten minden zeven Tonnen Gouds meer overhouden (19), Even zo is Handel na en van het Ryk van China gewonnen zyn, 131 Tonnen Gouds. En dan heeft de Comp. de uit-reis van hier na Batavia, zo wegens het Goed als Volk dat Zy derwaards zendt voor niet. Dat echter ten minften ook wel 100 Gis. voor ieder Laft, en dus 45 a 50000 Gulden voor ieder Schip mag gecalculeerd worden: of in 't geheel op twee Millioenen Gulden, wanneer dan deze uitfpaaring, gevoegt by de 131 T., ruim 15 Millioenen zoude be/oopen. Ordinair zendt men van hier na Canton aan Contanten, Lakens, Poïemieten, enz., ieder jaar, circum circa,, tuffchen de 12 a 14 Tonnen Gouds, daar worden dan van Batavia nog aan Tin en Peper eenige Tonnen Gouds bygevoegd. — Zo dat deze Plandel van aanbelang voor de Maatfchappy is. (19) Nu Engeland den Sluikhandel van Thee wil beletten, wordt het meer dan ooit te vooren, de zaak van onze O >ft Ind. Comp. om te maakeu dat men voor eenige jaaren agter een goede quantiteiten van Thee voor handen heeft, waar door andere Compn. verpligt zullen worden minder Thee aan te brengen , en de onze in ftaat zyn, om by het minfte gebrek dat Engeland notoir krygen zal, aan het zelve de Thee met groot voordeel te verkoopen: Liedgir au fait van dien handel, zyn het  284 IETS DAT TOT VOORDEEL is het met andere takken van 's Comp. Handel gelegen: In een woord gezegd; door den Ooft Indifche Handel zo veel mogelyk uit te breiden, (LVIII.) moet de Comp. tragten de overwinften te verkrygen, die Zy noodig heeft, die dezelve notoir zal en moet geeven; Daar in is het behoud en de luifter van de Comp., de Welvaart van de Commerciëerende Ingezetenen dezer Republicq, en dus al het vergenoegen en al de reputatie van de Heeren van het Bewind gelegen. Meer zal ik 'er hier niet by voegen, maar liever tot het Belluit van dit geheel werk overgaan. het in dat ftuft volkomen met my eens, of dat Engeland in de 10 jaaren wel 5 a 6 jaaren nu en dan aan Thee zal te kort komen, of wel dat het fluiken weder den ouden gang zal moeten gaan. Ik zeg hier boven, zo in 87 zes Schepen uit China komen, de Wind waarfchynlyk 27 Tonnen Gouds zal weezen, doch dit kan veel meer zyn, naar maate het gebrek dan in Engeland groot is. BE-  285 B E S TL V I T. Het geene ik voorgenomen had te verhandelen is dan volbragr. De moeiten, welke het my gekort, heeft, zal ik my gaarn getrooften, indien het maar eenige meerdere vrucht hebbe, dan alles, wat ik tot hier toe by de Comp. gewerkt en voorgefteld hebbe. Dan, valt het anders, zo zal. ik het verdriet en de onaangenaamheid van nntteloozen arbeid gedaan te hebben, trachten te verzachten, door de bewuftheid myner goede inzichten, en door de hoope, dat men naderhand, en voor dat het reeds te laat is, nogtans voordeel zal mogen doen, met de middelen, die ik thans opgeeve, en buiten welke ik zeker ben, dat de Comp. nimmer tot dien bloei gebragt zal worden, waar voor Ze vatbaar is. • Ik weet wel men heeft myne voorige "ontwerpen, zo als ik dat reeds ter loops heb aangeroerd, niet geheel verworpen; maar men heeft ze even. wel maar voor geringe gedeeltens aangenomen: men heeft 'er meê gehandeld , gelyk voor deze met die van den Heer Imhof: Men heeft hier cn daar een ftuk 'er van genomen, en het zelve nog met andere nieuwe inrichtingen vermengd: Men heeft, by voorbeeld, zekere takken van Koophandel aan de Particulieren, doch onder zwaare recognitiën, afgeftaan, zonder op te merken, dat niets  »86 BESLUIT. niets meer den algemeenen Handel ftremt dan zwaare beladingen, waar door men waagt of dat 'er veel geflooken werdt, of dat de Vreemden, die zo belaft niet zyn, daar mede hun voordeel doen: Men weet immers dat een Sabandaar op Batavia meeft met vreemde Schepen en Vreemdelingen handelt: En dat, zo wanneer die zyn voordeel daar by ziet, de negocie der Vreemden, ten koften van den Burger, haaren gang gaat. Meer zal ik 'er hier niet van zeggen. Ik ben moede om by aanhoudendheid tegens de vooröordeelen van 't Bewind te worftelen. (LIX.) Maar men moge met de Comp. handelen zo men wil, myn pligt vordert, dat ik voor het laatft waarfchuwe, dat ontwerpen , over den algemeenen loop van zaaken voorgefteld, niet by gedeelten naargekomen, by gedeelten agter gelaaten, of met byvoegzels vermeerderd kunnen worden, zonder even daar door veel tyds meer nadeel dan voordeel te doen: en ik herhaal nog eens, dat zo ik iets van den Koophandel verfta, de Comp. nimmer zal herfteld worden , dan op de gronden, die ik voorlang in myne tweede Memorie, handelende over de middelen van redres, ter nedergefteld heb, echter met die veranderingen, die 'er zedert, door veranderde omftandigheden van tyden, mogten verëifcht worden. Na het volbrengen van dien pligt, kon ik volkomen geruft zyn, indien ik niet vreesde dat men nu ftil zittende, of eenen anderen weg in- flaan-r  BESLUIT. 287 ilaande, naderhand te laat zal zien en ondervinden, dat ik gelyk gehad heb. Ik kan daarom niet voorby, by deze gelegenheid te zeggen, dat ik eerft weinig Maanden geleden vernomen heb, dat 'er door den overleedenen Heer Thomas Hope (LX.) iets op dit ftuk, en wel juift ter wederlegging myner Memorie zoude gelchreven zyn, zonder dat' ik het genoegen heb mogen genieten dit ftuk ooit te zien. Gaarn wil ik bekennen dat ik het vreemd gevonden hebbe, dat een ftuk, waarin zekerlyk de gronden zullen vervat zyn , van het geen tegen myne vertoogen en voorftellen verricht is, niet heeft mogen onder myn 00 ; gebragt werden. — Ik wil 'er gaarn by bekennen dat ik zelfs nu nog zeer verlang dat fchryven van den Heer Hope te mogen inzien, om dat ik my fterk maake, al wat tegen myne gronden aanloopt ten algemcene nutte te kunnen weêrlegen , en ook anderszins recht meen te hebben, op het genoegen van beter onderrecht te worden. Dan wil men evenwel volharden, om my deswegens blinder te laaten dan 't behoort, ik zal evenwel nu aan myn zelf voldaan hebben, en deze geheele zaak geruftelyk kunnen overlaaten voor rekening der geenen, die hier in het meefte Bewind gehad hebben: Eene Vergadering kan wel by meerderheid het een of ander befluiten, maar de Commercie van geheel Indië fchikt zich niet naar die zinlykheid , of naar de Refolutiën van 'eene Ver-  a88 besluit. Vergadering van Zevetienen: De Millioe¬ nen, die 'er verlooren worden met den Indifche Handel van Haven tot Haven, gaan haaren gang, ftapelen op , en wat moet daar het einde van zyn? — Edoch nu de Souverain genoegzaam de eenige Crediteur van de Compagnie is geworden, heeft Hoogft dezelve, en hebben de Deelgenooten 'er voornamenlyk belang by dat het der Comp. wel ga: De Ingezetenen toch, die geene Capitaalen in de Comp. hebben, (LXI.) is het om het even, of Zy voorwaards, of agterwaards gaat, zo lang als maar de Som van beweging, die Zy aan de geheele Handel van de Ingezetenen der Republicq geeft, niet verraindere of geheel ophoude: De noodige verbeteringen derhalven in het beftuur kunnen by vertraaging of misvatting van het Bewind, met recht van den Souverain en de Deelgenooten verwagt worden. Myne intentie is evenwel geenszins om aan te raaden dat Hun Hoog Mogende of Haar Ed. Groot Mogende, Commiffarisfen ter Examen in de Dirèétie der Comp. ftellen zouden: Dit kan niet dan de verwarring en onkunde doen vermeerderen; en met den tyd eene geheele vernietiging veroorzaaken. Maar daar is tuffchen het een en ander een middelweg. — Als men zich ziet aanwyzen waar uit de Source van het agter wezen entfpruit, en men bevindt dan dat dezelve naar waarheid is aangeweezen: dan heeft men immers maar den tyd en wil noodig, om daar op een goed belluit te neemen. — De Voor-  besluit. sg9 Voorzigtigheid en difcretie laaten niet toe dat ik 'er hier iets meer van zegge. Ik wil liever eindelyk van het byzonder belang onzer Comp. afftappen, en nog met weinige Woorden iets aanroeren dat het algemeen welzyn van het geheele Land' en al deszelfs Koophandel betreft. Men houde my ten goede, dat ik daar toe nog eens aandringe, om toch voornamenlyk niet uit het oog te verliezen, hoe in drie Eeuwen de Welvaart en tiefchaafdheid der Ingezetenen hier te lande is toegenomen. Men ga Hechts na, welke de ftand van ons vermogen was onder de Graaven, hoe de Welvaart toegenomen is onder de Revolutie, en hoe die 't zedert het beftand nog aanzienlvk is vermeerderd, en men zal zelf niet weerftaan kunnen aan zyne overtuiging dat wezenlyk het Vermogen van holland in den Koophandel gelegen,en dat de Koophandel der Hollanderen zelf geheel onderscheiden is, van dien der andere Natiën. En wat de Mcfchaafdkeid betreft men vindt dezelve, zelfs in de duiftere Eeuwen' reeds aan het doorbreeken by die Volken die den Koophandel, met het geene daar toé behoort, voornamenlyk in handen hadden - Elen dig was toen de gefteldheid van byna geheel Eu ropa, in 't byzondef Van 't Noorden, daar men door dnefte onkunde en onbefchaafdheid onheritelbaar,.zo het fcheen, verblind was: Het ver minderen van die woeftheid, en de verbetering' * dia  2QO besluit. die 'er 't zedert 't Jaar elfhonderd, van Eeuw tot Eeuw, in de zeden wordt waargenomen, is men voornamenlyk aan de verfpreiding van den Koophandel verfchuldigt. Deze heeft met de ontdekking van de Nieuwe Waereld zyn zetel geheel in 't Noorden, en vooral in dit Land geplaatft, daar na in Engeland, en voorts in Vrankryk. Die beide Natiën hebben wy het eerft de rechte grondbeginzelen van Koophandel, deneenigen weg tot Welvaart en Befchaafdheid, geleerd: Van waar komt het dan dat die zelfde kennis en yver by ons vermindert, die 'er voorheen aan andere het voorbeeld van gaven? Dit laat zich beter denken, dan fchryven. — Dan, het is nog tyd om ons te herftellen; Ik heb 'er eenige middelen toe opgegeeven, die het groote lichaam betreffen, aan het welk ik door mynen poft verbonden ben. Ongetwyffeld zyn 'er nog andere te vinden in andere takken van het Staatsbeftuur: Is 'er wel eene Regeeringsvorm die zyn gebreken niet heeft? En zou het niet tyd worden, daar wy thans zulk eenen Welvaart gekregen hebben (20) , als de Grond- (20) Ik reken dat de Republicq thans vry meer dan twee Millioenen menfehen aan Inwoonderen bevat. Holland circum circa één Mülioen: De overige Provinciën, het Landfchap Drenthe daar onder begrepen, zulzullen omtrent zo veel bevatten. De Generaliteits Landen  BESLUIT. agi Grondleggers van dit Gemeene Beft naauwlyks hebben kunnen voor uit zien, zou het niet tyd worden, dat men ook eenigzins zyne gedagten het gaan om dien Welvaart te bewaaren! door een üStT-, m^ geè'venred^ "aar deszelfs u tgeftrekthe,d; dat elk der Landfchappen en Staats-leden, hoe langer hoe meer overtuigd van het Syftcma van wylen den Raad Peniionaris Van Shngeland, ter bevordering van het algemeen, meer en meer, iets wilde opofferen van elks byzonder belang? Zouden de belangen van alle dé Leden en Deelen zelfs, van ons Gemeene Beft, niet alle op gelyken voet (LXII.) kunnen voorgeftaan en beharttgd worden Cai>? Zou het niet mogelyk zyn, den fchat ik dat 250 a 300 duizend Zielen zullen in houden. Immers voor zo veel ik uit de ftaat va„ alle Volkeren kan nagaan. f21) Ais men nagaat dat Amfterdam in r5i5 van iHi Haardfteden in ,03, 0p I(fcffI Huizen, éf.h-^g 26035 Huizen gekomen is, en dat dit getal in ,740 nor vermeerderd was, wat zal het zelve dan nu niet zy°f v WaT h r ^ D0S- niCUWe ^ed zjn. Wat heeft men in de Voorlieden niet aangebouwd, wat ts het getal der Molens om Amfterdam met vermeerderd. Wat is dat dan niet een We^art? 1* Rotterdam, Schiedam, en veele andere Steden, Speurt men msgelyks vermeerdering Van Inwoonderen' .Ta tó  0.^1 BESLUI 'i'. zyn, dat 'er meer fpoed aan onze deliberatiëh van Staat gegeeven wierd? dat de Buitenlandfche Mogendheden met meer gemak en vertrouwen met ons konden handelen? — Dat wy meer invloed op hunne belangens, en daar door meerdere gelegenheid ter bevordering van de onze kregen? Moet daar en boven, het geene onlangs in America is voorgevallen, niet de oplettendheid en het toezicht opwekken van alle Mogendheden? Laat men dit gelukkig oogenblikvan daar uit voordeel te trekken, eens voorby flippen , dan krygen de zaaken fpoedig eene andere wending; alles .fchikt zich miffchien op den nadeeligften voet, en wy worden de eerfte flachtoffers der ryzende grootheid van America. Maar tempert men dat nieuw en toeneemend ver¬ en vermogen. Mag het dus niet als ongemcene voorbeelden daar van aangehaald worden? Dient men dan niet te zorgen, dat 'er ook iets ten voordeele der Ingezetenen vari andere Steden, Provinciën en van de Generaliteit, ter aankweeking van culture en fabriquen gefchiede ? Alle onze Kooplieden hebben daar zelf belang by, voor haaren Koophandel. Die te Maaftricht woont, moet immers zo veel Welvaart, althans zo veel middelen daar toe als zyn ftand toelaat, van den Souverain hebben , als die elders in het Gemeene-beft woont. Hy legt het eerft voor de aanvallen bloot. De Coloniën in de Weft-Indiën vorderen ook mis. fchien even veel toezicht, als het belang van een eenige plaats binnen de Republicq.  besluit. 293 vermogen door Voorzichtigheid en Beleid; komt men tuffchen Frankryk en Engeland in; dan kan de Hooge Regeering hier te Lande niet alleen het geluk en heil dier beide Natiën bevorderen, waar by de onze zulk groot belang heeft, maar zelfs de band van verëeniging worden, tuffchen het een . en het ander Waerelddeel. — Onze Natie heeft daar toe, in de middelen van haar beftaan, een onzichtbaar vermogen; Men heeft nog niet al gedaan wat men doen kan Als dat vermogen wel beftierd wordt, kan men 'er ons Ge. meene Beft door opvoeren (LXIlI.)tot een hoogte, waar van weinige denkbeeld vormen Ik bid, ten flotte, dat god dit myn werk, tot dat groot en heilzaam einde, met Zynen Zeger bekroone; En, behaagt het Hem, my nog een ge jaaren te laaten leeven, zo zal ik my dubbelci gelukkig rekenen, van 'er zelf dit genoegen van te mogen fmaaken. Aan het Vaderland nuttig te zyn, en den eenigen Zoon welken my de Vorzienigheid gegeeven heeft, als een deelgenoot achter te laaten, der voordeden van een Gemeene Beft, tot welks voorfpoed ik iets mogt toegebragt hebben, is alles wat ik immer voor my zelf wen. fchen en verlangen kan. •dfgefchreven in u4mfierdam, in 't begin van ^litguftus, en afgedrukt den 10=. November 1785. B. V. D. OUDERMEULEN.   BYLAAGEN TOT VOO RE N S T A A N DE MEMORIE.   29? BYLAAGEN. IA A. Zie Anderfons Cron. Deducl of Comm. op de onderfcheiden Jaaren. Hiftoire Générale des Voyages. Valentyn Oud en Nieuw Ooft Indien. — Andere Schryvers van Vreemde Natiën, als, van Portugal en Spanje. Ook, Verhandeling van 't Genootfchap onlangs te Batavia opgerigt. In 't Jaar 1497, den 9?. July, zeilde Vafco de Gama met 3 Scheepjes en een kleinder Vaartuig naar de Malabaar, voorby Cabo de goede Hoop', hebbende aan boort een Mahomettaan tot Loos; komt den 22. Mai 1498 te Calicut, en in 26 maanden te Lisbon te rug. —- 1500, Cabral doet de tweede reis na de Ooft Indiën, met 1200 Man en 13 Schepen, ontdekt onderweg de Braziel, komt te Calicut en maakt verbinteniften met de Vorften van Cochin en Cananoor. 1501, De Portugeezen breiden in de Ooft Indien haare onderneemingen uit , doch voornamenlyk beginnen zy daar hunne overwinningen ZI5<$: Dezdve komen °P Ceil0«> verjaagen er de Moorcn of Mahomettaanen, die toen aldaar ^ 5 ern  290 *B Y L A A G E N. La. A, om den Handel gezeten waaren, en blyven in het bezit van dat onwaardeerbaar Eiland tot den Jaare 1639, toen 'er de onze haare onderneemingen begonnen , en hen in 1655 van daar verjaagd hebben; De Caneel die het rykfte en grootfte Product, van dat Eiland is, was reeds lang voor Keizer Auguftus tyd in Europa bekend en in gebruik, gelyk meede de Speceryen van de Molukiche Eilanden. — 1507, Onder het beftier van Albuquerque verfterken de Portugeezen het Eiland Ormus, in de Golf van Perfiën, dryven vandaar, na de kant van het Weften, een grooten Handel met Turkyen, Arabiën en Perfiëu, en van de andere zyde na het Ooften en China. — 1508, De Portugeezen neemen Goa in, en jnaaken die plaats tot haaren Hoofdzetel, alwaar haar Vice Koning gezeten was, men vindt reeds in dit Jaar melding , hoe zy de Inlanderen onderdrukt hebben. Ook vindt men dat de Zoon van den Inlandfchen Vorft.van Goa die ftad hernam, doch Albuquerque heroverde dezelve fpoedig in. — 1510, Zedert welken tyd zy de bezitters daar van gebleeven zyn. Wy hebben hier boven gezien, wat progreffen de Portugeezen, in weinig Jaaren, gemaakt hebben. Zo ras zy vaftigheden verkregen en verfcerkten naar de Europeefche wyze, zo verfpreidde zich het gerucht van haar vermogen fchielyk door geheel Indie en verwekte onder de Inlanderen  BY LAAGEN. La. A. 299 ren meerder vrees dan te vooren. In den Jaare 1510 waaren zy reeds, of zetten zich in dat jaar neder in 't ryk van den Dekan , te Cambaye en te Suratte. Waar na zy ook vaftigheden verkregen op de kuft Cormandel, in het ryk van Bengaaien, zo mede op Macaffer en Malacca. Als ook op de Eilanden Timor en Solor, benevens een gedeelte der vermaarde Molukfche en andere Specery Eilanden: Alwaar bet fchynt dat zy reeds voor den Jaare 1508 of 1510 vaftigheden hebben gehad, ten minften het blyfct dat zekere Lodewyk de Barthelema in A°. 150Ö Banda het eerft ontdekt heeft. Behalven het geene zy reeds op Ceilon verrigt hadden, verkregen zy Mufcate, gelegen in het gelukkig Arabien. 1517. De Portugeezen zeilen met 4 Schepen van Malakka na 't ryk van China, en zenden van Canton over Land een Ambafladeur naar Pekin. — 1519. Magellaan, die onder Albuquerque ge. diend had, gaat dit Jaar in dienft van Spanje over en doet voor Karei den Vyfden de reis dooide Zuid Zee na de Molukkes in de Ooft Indien, door de Straat, welke zedert van hem haaren naam gekregen heeft. — 1521. De Molukkes en de Specery Eilanden komen geheel in handen der Portugeezen. Even voor, of in 1529, zendt Ferdinand Cortez, Vice Koning van Mexico, Sevedra, met 3 Schepen, van nieuw Spanje, naar de Molukkes; in het zelfde Jaar komt een van die Schepen te Pana-  300 B Y L A A G E N. _ La. A. nama met een laading Speceryen te rug; Deeze reis baande den wegj tot de volgende , wanneer zy meefter -van de Philipinfche Eilanden wierden. I534. Dit Jaar was voor "de Portugeezen in Ooft Indien vermaard door het bouwen van de vefting Dui, en van een groote vloot Schepen, die zy naar de Indus op lieten vaaren, wanneer dezelve zich meefter maakten van het Koninkryk Cambnye, enz. In 't Jaar 1542. De Portugeezen ontdekken door ftorm Japan, en zyn in — 1550, reeds aldaar gezeten. I577, Francis Drake is de eerfte Engelfch- man geweeft die Ooft Indien bevaaren heeft; — Dezelve komt in November, A°. 1580 in Engeland van zyne tweede ryze te rug, die hy ter dier tyd rohdfom de waereld had volbragt, 'hebbende A°. 1579 in de Molukkes en op Java aangeweeft, en zynde deeze uitreis door de ftraat Magellaan, maar de thuis ryze voorby Cabo de Goede Hoop gefchied: Voor het begin van de zeventiende Eeuw is dezelve nog van andere agtervoldg. I586, De Portugeezen bezitten Macao. I595, Onze Kooplieden doen haar eerfte uit- rufting na de Ooft Indiën. 1597. De Franfchen komen in de Ooft Indien. l6cg. Hebben de Deenen reeds de Indiën bevaaren. La. B.  bylaagen. La. B. 301 La. B. Het is niet wel doenlyk, om voor 1638 de posten, betreffende de verhandelde Goederen hier te Lande, uit's Comp. Boeken te extraheercn, of men loopt gevaar van groote abuizen te begaan. „ Hier volgen de Sommen van de verhandelde Goederen, zo als ik die met zekerheid kan opgeevcn. Eerfte Tydperk, Van ' A°.i633. of 1639. ƒ 5,809332-Het één ten honderd, over de gebenificeeide Retouren en uitredingen voor traétementen aan Bewindhebberen toegelegen, bedroeg in . dat Jaar . . 129694:16:- 1640 ... ontbreekt. 1641... 8,998622 Item. 1641-167752.16- 1642... 6,827732- 1642-148996.— 1643 •••IM653i3- 1643-217858.10- 1644... 8,347656- 1644-149943.18- 1645 ••• 7^505721- 1645-146715. 8- 1646... 6,555266- 1646-122112. 16- 1647... 8,664053- 1647-150055.14- Ver-  £02 ïiYLAAGEN. La. B. Verhandelde Goederen. 1648... 8,313649-1658 7,268085- 1649... 6,232876-1659 9,659076- 1650... 5,480475-1660 7,913829- 1651 ... 7,148731-1661 12,414944- 1652... 8,215102-1663 8,966762- 1653... 8,106824-1663 7,205191- 1654 ... 9,499539 -1664 10,239295 - 1655 ... 7,602000- 1665 10,579795 - 1656... 7,890126-1666 7?63°483- 1657 ... 10,943766- 1667 7?4I5332- 16Ó8... 8,094069-1678 7,102827- 1669... 9,064328-1679 6,318129- 1670 ... 10,645257 - 1680 9,012748 - 1671 ... 13,992189- 1681 8,859944- 1672 ...13,077311- 1682 9,328429- 1673... 3^797009-1683 9,666661- 1674... 7,970181-1684 8,193924- 1675 ... 8,556638 - 1685 10,298228 - 1676 ...11,718387- 1686 9,740881- 1677 ... 9,728676-1687 ....-11,500224- 1688 ...13,121437- 1693 11,029442- 1689... 11,913819- 1614 11,988319- 1690 ... 10,777738-1695 10,306565- 1691 ... 9,95i857- 1696 14>945! 19- 1692 ... 12.118689-  b y l a a g e n. La. B. 303 Tweede Tydperk. . 1697 • •. 12,472919- 1707 14,366451 - 'I698 ... 15,508064-1708 14,297210- 1699 •••i5>38568o- 1709 13,657455- 1700 ... 13,475209-1710 15,065822- 1701... 13,346168- 1711 15,615026- 1702 ...12,917627- 1712 13,532008- 1703 ... 13,662545- 1713 15,314709- i7°4-..i3}78932i-1714 14,625514- 1705 • 14,054224-1715 16,117932- 1706 ... 14,338564-1716 17,259560- 1717 ... 16,839578-1727 18,564986. 1718 ...17,856908-1728 20,322402- 1719 ... 16,939465-1729 i8,ioci 16- 1720 ... 19,597874-1730 16,562352- 1721 ... 14,985072-1731 18,605388- 1722 ... 19,494365-1732 15,615308- 1723 ... 16,247505-1733 17,883344- 1724... 20,577447 -1734 16,275308 - 1725 ... 19,385441 ■ 1735 15,969029- 1726 ...21,312626-1736 18,124556- 1737 ... 16,730428 - 1742 14,9999-2- 1738 ... 14,513078- Ï743 12,031727- J739... 17,590859- 1744 15,097130- 1740... 15,728620-1745 16,926215. 1741... 14,080481-1746 16,735344- I74a  304 BYLAAGEN. La. B. 1747 ... I4»845i37" l7S? 23,133580- if48 ... 16,106744- 1753 17*317037- 1749 ... 19*881361 -1754 19,840766- 1750 ... 19,024209-1755 19,806077- 1751... 16,670614- 1756 19,890066- 1757 ... 14,829367-1769 30,289783- 1758 ... 18,934386- 1770 31,899605- 1759 ...18,817328-1771 19,213939- 1760 ... 18,720423- 1772 21,914427- 1761 ...18,414212-1773 19,739420- 1762 ...20,299856- 1774 18,833815- 1763 ...19,920003- 1775 i9'37599o- 1764 ...20,054241- 1776 I9*85I455- 1765 ... 19,002368 -1777 19,988492 - 1766 ... 27,100414-1778 21,219074- 1767 ...25,306489- 1779 20,166984- 1768 ...31,317683- La. C  BYLAAGEN. La. C. 305 La. C. Verhandelde Goederen in .. a°. 1648 ƒ8,313649- In ao. 1770 ƒ21,899605. 1649 6,233876- . . . 1771 19,213939. 1650 5,480475- . . . 1772 31,914427- 1651 7,148731- ... 1773 19,739420- 1652 8,215102- . . . 1774 18,833815- 1653 8,106824- • • • 1775 19,375990- 1654 9*499539- • • ■ Ï776 19,851455- 1655 7*602000- . . . 1777 19,988492- 1656 7,890126- . . . 1-78 21.219074. 1657 10,943766. . . . 1779 20^6984- 79,433088- 203,2032017*9433°8- 20,220320- genomen uit de voorige La, B, om tot vergelyk te dienen, zo als de Text aanwyft. v Lx b   C So6 > IA D> Pryzen van diverfe Indifche Pondgoederen, verkogt in den jaare l65o,1651, «« , * mto ***** Boeken der Ooft. Ind. Comp., ter Kamer Amfterdam. In 't Jaar 1650. In 't Jaar 1651. r «.éi tt 8 8210 . . ƒ 48767 10 - Foely . . . • 37590 / «g*f ix- - • . Nagelen uitgedeeld, a 4GI. 't $. Zyde .... ^i654i- **337 r^ien in foorten, a50St. Caneel .... 87985- xx3061 16 997*5 . . Cattoene Garens. . ' 37257 - 40757 - JJJ » ' * g _ . Salpeter . . . 104983- 38541- • • • • • ' ^99 Koper .... 142674- 60699- • • • • • ; * Sapp Hout . . . x4r5- - 1* ~; ; ; ■ • \ \ \ %6 _ _ Ebbenhout . . . 29839- 6l6- ; . . Ï3644* - " Indigo .... 67493 " . X60518 - 7o*4ö Catoene Lywaa- atcjiöo —- ten. ftukken . . 22946 - 329x28 —Stukhen. 335 7 • ■ • « ^ _ Suiker . , . . 64xx57 - 306727- 57043° . • ..^038 Gember .... 166872 - 755*9 • • Gom lac . . . &*7. " 38854 — - ■ _ . Peeper .... 2,307037 - i^S - M7*M» ^ _ . Nooten . ... 103264 - 257879 - 2,7,3 . . • om Nagelen . . • • Uitgedeelt . . 59732 - 23895 — ? . • • • ^16527 Verkogt 707800 — - dito .... 1848 - 4620 -O > • • • Geconfyte Gember. 9"5 • • ' 8315 In A°. 1654. in A°. 1655. Lywaaten, ftuk. . . 68226- 1,070277— * • » ftuk- . ƒ 874578 - door een 275 St. 't ff. Foely. A*\ 1650 ff 3759° B°- / 223284 1651 . 8210 . . 48767 — - 1652 . 4*384 • • 251761 — - 1653 • 53346 . . 3*6875 — - 1654 . 43702 . . 253844 — - 1655 . 44065 . . 355628 ff 229297 B°. /i,35OI59 door een ipi fchell. 't ff. Koo-  b T l a a g e n. La. D. 309 Nooten Muscaaten. A°. 1650 tg 102264 B°. / 257880 1651 . 32782 . . 57449 1653 . 131708 . . 333128 1653 . 21345 . . 53825 — - 1654 . 116768 . . 287670 1655 . 91887 . . 225046 — - e 486754 Bo. ƒ1,213998 — door een 49? St. 't ». Nagelen. A°. 1650 jg 5974 B^. ƒ 23895 — 1 1651 . 216527 . . 707800 — . 1652 . 208441 . . 68j367 — 1653 ' . . _ 1654 • 219106 . . 699495 1655 . 270404 ; . 867969 ff 920452 B°. ƒ2,980526 — door een 64^ St. 't tg. V-| Vxy.  ;io b y r. a a a e n. La. D. Pryzen der Peeper, Caneel, Nooten Mufcaaten, Nagelen en Foely, zo als die in de vozende jaaren, by de kamer Amfterdam, verkogt zyn. Peeper. A°. 1761 I 17 A°- X7'1 « M* 1762 19; 1772 • • 23| 1763 22J a f 1773 • • 3I* 1764 aak a23U *774 • • i9i 1765 25; «775 « a6s 1766 fl9| !776" • • aIs 1767 331 . *777 • • 2|i 1768 341 *7"8 • • 36 17Ó9 =5^ r779 • • 33 1770 18S x78o - • _-_4 door een 23. § Caneel. De Caneel heeft gelopen van A<\ 1719 tot ifeo, van 45 tot ruim 60 St. 't ». Zedert zyn de Pryzen aanzicnlyk verhooi t, als in A< 1719 bedrog dezelve 45 a 6o4 St. CA*  3' Y ~1* a a o e n. La. d. sti Caneee. A°. 1751 tfiT-i-i 63 1752 • 63 r, 76^ | 1753 ' Il8 - -fïcf - - 1754^ ' ' 84 - 103 1755 ' ï°7 - 120 1756 iia -■ 126 1757 "3 - '139" 1758 heeft men eerft de ■ roode Letter van de z warte in de pryg Courant onderfchciden. R 135 a 13© S 130 - 123 1759 R 135 - 142 S 128 . - 130 , i7co . , . r.". ,oVï • %4 R 93 - 100 S qo t 103 Komt door een, in 30 jaaren, 108 a 128 St 'tff. V 4 Ca-  313 B * L A A G E N. La. J>. Caneee. A°. 1761 R 98 a 108 SL 100 a 100 1763 .. 120 140 , . 120 . 122 1763 ..'114 150' •'..•«« • ïo6> 1764.. na isn.. 119 • i37s 1765 . . 94 170 « • I][7 • I3I 1766 .. 127 153 . . 120 . 144 1767 .. 134 144 . . i'ao • I23 1768 .. 114 141 • • 9° • IIQ17Ó9 .. 116 150 . . 80 . 92 1770 .. 105 144 • • 9° • *32 1771 .. 112 150 . . 114 • I24 1773 .. 100 163 . . 9° • IT5 1773 .. 118 128 . . 118 . 118 1774 .. 117 I24 • • 114 • 118 T775 .. 130.' 161 . . 122 . 133 1776 .. 144 14a • • "7 • 120 1777 .. 116 179 • • "5 • 116 1778 .. 100 14° • • 106 • 110 1779 .. 102 14° I05 1780 .. 9a 15° • • 91 • 1C5 De  b y ï. A A g e n. La. D. 313 De Nooten Mufcaaten en Nagelen wierden in A°. 1730, en veele jaaren daarna afgeleeverd voor 75 St. het g. De Nagelen zyn onder anderen, door gebrek aan voorraad, in A°. 1747 Publicq verkogt a 115 St. 1748 . . - 133 1749 • • - 105 1750 - - 115 1751 ... - 130" 1752 - . - 163 1753 • • - . .. 1754 • . - iiï 1755 • • - 100 1756 . . . - 93 1757 • . 91 1758 • . 85. en by vervolg van tyd afgeleeverd voor dien prys tot in A°. 1777,toen dezelve op 65 St. gefteld zyn, en weder A°. 1781 op 75 St. gebragt, vervolgens inA°. 1784, hebbe zy 60 St. puplicq mogen gelden, en in A°. 1785 60 a 66 St. 't ». De Nooten Mufcaaten zyn afgeleeverd tot in Jann. en Febr. 1781, a^St., daar na publicq verkogt, tot 80 St. 't 8; vervolgens zyn dezelve tot buitengemeen hooge pryzen opgeloopen. V 5 Poe-  314 B y l AA oen. La. D, •Foely. Foely. A°. 1761 . . 20 S A". 1771 . . as jj 6 | I763 . . 30.- 9 $ 1771 . . 32 - 3 1763 . . 31 - 3 a 4 "1773 • • 30-11 1764 . . 23 - 6 a 25 - 6 I7f4 . . 19 - 9 1765 . . 26! - 6 1775 •• . 20 - 3 176Ó . . 27 - 5 1776 . . 20 - 3 1767 . . 2Ó 1777 • • 21 - 7 1768 . . 23 - 6 1778 . . 20 - 10 1769 . . 32 1779 . . 31 1770 . . 22 I780 . . 23 - i Zedert zyn dezelve, door gebrek, boven de 60 S geloopen, en algemeen worden 'er in een ordinaire verkooping 80 a 110000 ©vërkogt, doch tegenswoordig nog de helfte niet. La.  ( 315 ) la. e. ver gelyk VAN WINSTEN en UITGAAVEN. IN DE OOSTINDIEN. Winften. ■ Tan Ao. 1613 tot 1S53, 1663. I673- 1683. door een, ieder Jaar. zynde 40 Jaaren. in 10 Jaaren, van in 10 Jaaren, van in 10 Jaaren, van voor een Jaar. voor een Jaar. De Winden met den , a°. 1653- A°- '663. A°- "faKoophandel behaald 85,983330 — 2.174503 -- 37,869150 -- 3,786915 — 58,917330 — 5,891733 -- 4°>oa5572 — Inkomften van Jacatra 8,514627— 212865-- 2,819506-- 281950-- 4,111369— - 4HI3S-. 4,066013-, Veroverde Goederen 5,742105 -- verminderd. verminderd. verminderd. ' Tollen van de Molukkes, Amba. en Banda 327478 — Malakfche Tollen 1050 — Reekening van Staat 125000 -- Diverfche Kleinigheden 11877 — 155152 -- 269653-- 27070 -- De Winften by een 101,704417-- 2,542610-- 40,959359-- 4,095935--- 63,406559— 6,340655— 53,180634 — Uitgaaven. Generaale Onkoften 23,063576-- £76589 -- 11,021020-- 1,102101—' 13,993325— 1,39933* 14,990088 — — Soldyen 25,092546— 624813 -- 11,362065-- 1,136206-- 14,192497-- 1,419249-- 18,801009-- Fortificatiën 4,030540 -- 100763 -- 9C2538 -- 90253 -- 2,186360 -- 218636 — 2,578669 ^ . — Schenkagien 2,463942-- 61598 -- 1,235837— 123583-- 1,593326 — 159332 -- 3,08119°-- Onkoften van Schepen 19,141354— 478534 — 0,167207— 916720— 12,335805-- 1,233580-- 13,348813— Voorfpoedige reizen 205363 - 5134 — 883,3 — 8831 — 88493 — 8849 — »2404 — Oude uitftaande fchulden 1,320702-- 156834-- 46201a-- Diverfche Poften 859732 -- 57012 -- 7,505392 — 766225 -- 148099 -- Alle de Uitgaaven 76,177755-- 1,904443-- 41,439206- 4,143920-- 43,654787— tlf^tZZ 51,010272-- Winften. Retoeren. A°. 1683. A'. 1693. A". 1696. A'. 1696. in 10 Jaaren, van Het kollen der Het verkogte Voor een Jaar. door een, in een Jaar. in 3 Jaaren. dooreen, in een Jaar. 11183 Jaaren. Retouren hier te 1683. in de Ooft Indien. Lande. < Winften. De Winften met den De Winften met den In a°- 1653. In a«. 1654. Koophandel behaald 4.902652-- 52,998042-- 5,299804-- 18,423389- 6,141129-Koophandel behaald 304,893548- 2,974806-- 9,499539 Inkomften van Jacatra 406601- 2,93997=- 293997-- Deeze Infc mften Generaale Inkomften 8,671374-- In a°. 1663. ' In a°. 16:4 zyn nu onder de Ge- Inkomften van Jacatra 22,451486- 3:314895 - 10,239295 Generaale Inkomften, neraalo Inkomften Veroverde Goederen 6,182844-- In a'. 1673. In a°. 1674. dit is behalven die gemengd. TolltnvandeMolukkes, 7,970181 van Jacatra . . . 4,314111-- 4314H — 4,557163-- 1,452388-- Amb». en Banda. 327478-Diverfche Kleinigheden 8810— 3,212318— 323282— 524148 — 174716-- Malakk',;.- . , ' . . , Rekening van Staat 123326—"] In a". 1683. In a°. 1684. De Winften by een 5,318063-- 63,484943-- 6,348494-- 23,304700-- 7,768233— Diverfche Kleinigheden 3,390556-- 2,385367-- 8,192924 — — In a'. 1693 In a». 1694. Uitgaaven. ' Dc Winrton by een 346,040513- van Bat™a8oS-oa „ ',",988319 GcncraaleOnkolten i,490oo3- 18.918810- 1,801881— 8,839337- 2,946445- Uifaavcn " V™ Cei'°? ro-60, Soldyen. 1,880100- 21,115631- 2,111563- 7,439392- 2,446464 - Generaale Onkoften 00,825156- Fortificatiën 257867- 1,264382- 126438-- 1,875482- 625160-- Soldyen oïoof in 'sS*«™, TT7^„7^ —Schenkagien 308,19- 2.582.39-- asSÏfs- 97M9B-- 323831- Fortificatie,, SKJ?."*-»** Jf^tl Onkoften van Schepen 1,23488,-- 15,087425- 1,508742- o,,,9?7,- 2,039790- -Schenkagien 10,927937- In A-Mo*. In A° ,6„6 Voorfpocdige Reizen 6240- 55242- 55=4-- 25500- 8500- Onkoften van Schenen 7j ,00075- S *met 11 Schenen vBm A . 1696. Diverfche Kleicigheden 148.2- 3,1.0657- 3"o67- 6,146842- 2,082282-Diverfche Kleinigheden i8,'73?554- i JlataS '4,9451.9 ... — 4,179073-en De Uitgaaven by een 305,833723- met 4 d!to van Cci'on , Alle da Uitgaaven S,,oic27 -- 62,134286 -- 6.21342S -- 31,417417 — 10,472472 --   C 315 ) l«. f A A N W E I Z VAN ING UITGAAVEN, INKOMSTEN en WINSTEN, ~*r."1* ™, tere?"' '^Jaaren?"' ""ta'^lS.7* ft ■ ■■ ■ ! ■ | alleen. . ui 7 Jaaren. m 1 ™- |gS 8S, & S| 4a,7«s25 - 76,105152-- 80,930003- 87,0778=6- 103,834612- j S |J S o| Alle de Uitgaaven 7,294015 4"'"4j ° LI S | <5~„ - ° , ~~T ' 267780,, 45,256506- 49,449299-- 46,353266 - 54,072619- „ ff j-o 8, ss Winften in't byzonder 4,432755 - Kmi" T4,iii«7 - 17,487504- 19,521794- a?°??9?f " I's" T , T Generaale Onkoften ",286142 - S . V,9sM - 2,026527- 1,993104- 2,757315 - ja 8| I | „ I Diverfche Kleinigheden 65850 — " . — ' * 7 8. & "~^ « 7,16a",," 61,326104- 68,963330- 67,868164- 76,929930- S"l " Alle de Winften 5,784753-- 35,731644- 1 " - ■ * g f 8 AlledeWin. _ , „ . _ 19.209662 - 26,904682- .» | 8 | | | g Tekort • 1,509262 - 7,°22S8i - ___^J1 _ . g|"s | | | ~ De O. I. C. debet " 2'\^g - ,27,4769- 40,024503- 35,545455 - 52,082992- 51,I3°593 - «|! Ij { | De goede Reftanten 27,740,58-- 32,734709- t-> 7 o ^„S, Meer aan Retoeren als 10 9 8 6 _ . t ' Jaaren in 130 Jaaren —t3— I 1 I _| gewonnen dan dan gewonnen — o£ De Overwinft was — ^ ^ _ ,^730- W » | ^ | m I09° ' i * En aan meer Carga- ^ o ^ w s 10 ZOe,eo6W2Ret°Ct™ 33,218905™ 30,706535-11 66,453728- 92,406011- .S _ || | dus de Comp., in • »| SS •§ plaats van debet aan zynde zwaar geld, t-g . ^ Ooft Indiën moeft zje hier nevens " S, g I -o toen hebben, of 33,020335-- ~ § g ^ ' =3 ~—^ ■ -v NB In 1744 is verandering in dc Eva- , , , ;ml -5, tot ,7_ , —— " iter°± — 27,871368- 17,13739°-- 18,904617- Winften in'tbyzonder 69,379519 - "1,4557 4 ,3,164448- 10,867956- 13,128050- Generaale Inkomtlen "f6f^"- ,'S 1.64844- 1,0,3923 - 1,803860 - . Diverfche Kleinigheden 3,684824 - '-'47» , - ' ZT~ 7!7o*Ö~ 42,2oc66o- 29,019269- 33,836527 - Alle de Winflen 97,858.53 "7.732415 , _ . Tekort . . ^"IW^, ■;-"Ü^_ '3'59i"43 " ^?LZ. I75j. 1768- 1768. 1773- "7* 70.695610 — oude Eval. Mn 1743 was de veragterhig, ^ «"kJ"*"" . *" 40,829018- 53,747963 - 57,323830 - nieuwe Eval. 7°.S»3°7*-- ZZTm- ■ ■ 'rS"- èr"ne" w~ «ö»-' "5858= '3?:^:: 28,985427" ïgjj: : : : : : f»-- _ n46 33,477349 - IV47 34,817726 — . . - 748 . 34.460389- _ ,749 33.948340 -- „1750 39.54923. - -.751 39,324750 - — 1752 40,264888 - van l69? TOT 1779. IN DE OOSTINDIEN.   C 315 ) L*. G. VER GELYK VAN UITGAAVEN. Ten einde van het Ten einde van het eerfteTydperk, dat tweede Tydperk, dat In irjgö alleen. In 1779 alleen. is in 1695. is in 1779- ~ . .-zrrrrrnirr in 83 Jaaren. h 83 Jaaren. Alle de Uitgaaven . ^ 7.505174— 8,80488! - ;■ ~" - de Ducaton , a 78 St. de Ducaton, a 66 St. Generaals Onkoften . . 90,825150-- - * "dis ligte Guldens. ■ jo,;o£294 - . Soldyen der Europeaar.cn Lan.i 98,003140—- 92,056255 ( deeze drie Rekeningen _ Schecps Soldyen . . . 977704-' 19,5294" - '\ 1°°P<» *aarfcaya- Onkoften van Schepen . 74,199975 - - 103.463269 - -J lyk door eea. 173,180879 215,048936 — - Maandgelden van Inlandfche . . 5,127306 18,620865 Dienaaren J' " ,r,o,„Ro Fortificatiën .... 13,13797' 16,831788-- Schenkagien . . • ■ 10,927927-- 7.64'>46~- ..- Intreft rekening . . ; '3.7459» ~ r. P ale Üitsaavén . . . . 306 Millioenen. 774 Millioenen.^ of eigeatlyk ."305,833723 ~ ~ r?4,i2°°8i — «   B Y L A A G E N La. H. 315 La. H. In den Jaare 1783 Hebbe na befte informatie, bevonde, 't onderftaandc getal van Schepen, welke zo hier ter (lede als in Noord Holland en Vriesland waaren t'huis hoorende, als: 50 Fluit Schepen van 400, 450 a 500 Laft, waar van 't grootfte gedeelte gewoon zyn, de Öoft Zee en Noorwegen te bevaaren, uitgaande met Ballaft, en t'huis retourneerende met Hout, naar Holland, doch, wanneer de Vragten met Maften van Riga 1 na Vwuikryk of Spanje wat vnordeelig zyn, worden 'er fommige voor die Reize gebruikt, als mede van Archangel op Holland. 30 Fluit Schepen van 250 a 330 Laften, waar van een gedeelte gewoon zyn als boven te navigeeren, en de andere vaaren daar 't haar voorkomt en de vragt het voordeeligfte is. 18 Fluit Schepen, van rob a 200 Laften, tot de VilTchery op Groenland en Straat Davids gebouwd, en ook daar toe gebruikt geweeft, doch nu ter Koopvaardy vaarende op Archangel en de Middel andfche Zee, ook op de Weft Indiën. 16 Kat Schepen van 160 a 180 Laften, vaaren meeft met Maften, waar toe dezelve beft ge-  Jl6 BYI/AAGEN. La. H. gefchikt zyn, van Riga op hier, of wel na Vrankryk en Spanje, dit zyn Schepen met een flek. 80 Hoekers of Galjoot Schepen. 13 van 300 a 350 Laften. 18 — 280 - 240 : 12 orjQ - G0O ■ 17 — 180 - 160 ■ 20 — 150 - 100 ■ deeze vaaren gewoonlyk op Archangel, Ooft-en Middelandfche Zee, enkelde op de Weft Indiën, en kunnen overal dienen waar de vragten het voordeeligft zyn. 60 Fregat Snaauwen en Brigantyns. 10 van 150 a 200 Laften. 30 — 100 - 140 20 — 70 - 90 5 Hekboot Schepen van 200 a 300 Laften. 140 Schepen, beftaande in Hoekers, Fregatten, Snaauwen en Brigatyns. 10 van 250 a 350 Laften. 25 —- 200 - 240 ■ 45 — -150 - 180 45 —- 100 - 140 15 —■ 60 - 95 36 Schepen, na de Ooft- en Weft Indiën. 150 KoiTe en Smak Sehepen, van 40 a 7© Laften. » Dee-  b y l a a g e n. La. H. 317 Deeze vaaren op de Ooft Zee, de Franfche en Engelfche Havens in 't Caneel , de Bogt van Vrankryk, en de Kuft van Bifcaaien. 90 Kof- of Galjoot Schepen, van . 70 a 100 Laften, welke vaaren op de Ooft Zee, Noorwegen , Vrankryk , Portugal en Spanje. iso Galjoots, Hoekers en Koffen van 100 a 150 Laften, vaarende als boven. NB. De Schepen tot Rotterdam en Zeeland thuis hoorende, zyn onder't boven ftaande getal niet begfeepen. SCHEPEN in VRIESLAND en GRONINGEN x'HTTrSREHOORENDE. LEEUWAARDEN. 20 Koffe en Smak Schepen,, als: 3 van 50 a 70 Laften. 6 — 70 - ico 11 — 100 Laften en daar bo'ven. GRONINGEN. 30 Schepen, - waar van 't g?öotfte gedeelten is, van 50 a 70 Laften, en dan nog wel 40 a 50 Schepen van 40 a 60 Lasten waarvan de Schippers buiten Groningen woonachtig zyn, en jfsnoegzaam aan hun alleen be. hooren, doch de me'efte daar van zyn met Bodemary bezwaard, waar van de Houders tot Groningen woonachtig zyn. HAR-  3l8 b y e a a g e n. Ltt. H. HAR LINGEN. 13 Schepen, waar van, 9 van 100 a 150Laften. 1 — 180 Laften. 3 —-- 200 a 300 Laften. M A K K U M. Izj. 3 van 60 a 100 Laft. 11 —100 Laften en daar boven. W O R K U M. 49 —; - a van 60 a 70 Laften. 24 80 -100 • 23 — ico Laften en daar boven; BOLS WA A RT, WOUSENT, DRIELST5 DOKKUM, SNE K, GROUWSLOOTEJN en V \:RU 'LKJE VRIESCHE plaa t sen. 30 Schepen, waar van 30 van 50 a 70 Laften. 40 — 70-ico 50 — 100 Laft en daar . ■ - k boven.. L E m M E p. 40 Schepen, waar van, 4 van 50 a70Laften. :r:tsr: lóöè ' 8-—100 Laften en daar boven. 5 Nu levert de Provintie var»Vriesland nog uit. Een- menigte Tjalke e" klyne Vaartuigen, van '20 a 30 Laften, die op Hamburg en de kleine Ooit vaaren, zo meede naNoor- .. wc-  B Y t, A A G E N. La. H. 319 wegen om fteen voor de Zee- en Vriefche dyken. ' Nog gaat ter.Walvisvangft na Groenlanden Straat-, Davids. 70 Fluit Schepen , welke Lang zyn nij a ttgsti «fctórl 114 Voeten. ■ ' . Wyt . . . 30 j Hol .... 13 , f "t Dek. .. . ;. 7 Deeze Schepen koften door malkander, met het Walvisvangersgereedfchap en Victualie in Zee, circa ƒ30000:-:- dewelke, zo nu ' ~*C ' 't ongeluk hebben dat ledig t'huis kompn , Hou i* Vr/*ia a ƒ13000: - verlies op één rys. Daar vaaren ook vsm Enckhuizen Vlaardingert, Maasfluis en de Ryp een menigte Haringbuizen en Sche. "\ pen op Ysland; De;laatfte om Ca_; beljaauw, dewelke zy tot zoute i Vifch óf'Labberdaan, maaken. Onder dit voorenftaande -zyn de Koopvaardy :Schepen tan de Maas-en Zeeland niet begrepen. iiDÜV T3CT ^ GoS La. I.  312 B Y E A A G E N. La. B. La. I. De Vifïchery is de laatfte 3 Jaaren, Als in A°. 1780, 1783 en 1784 redelyk gelukkig geweeft, waar toe de hooge pryzen, zo van Traan als Baarden, veel hebben toegebragt, zynde in 3780 uit zee gebragt aan Bruto Capitaal van 475 ViiTchen, 18948 Quardeelen Traan, tot ƒ 69: - . . ', /i. 136880:—: — Aan Baarden, a 600 per Vifch, bedraagen 285000 ® a 95:-per ico *. . . 370750:—: — ƒ1,407630:-: 7- Af, voor uitgaande en 'thuiskomende Unkoften, van 8a .Schepen, a ƒ1400 : - per Schip 1,148000: — : — Dit Jaar Avance , over de%Vloot ƒ 359630:—: — Anno 1783, Van 328 ViiTchen, 10301 Q. Traan, > a ƒ73:- . . ƒ 741673: — : — Aan Baarden, a 800 « per Vifch bedraagen 362400 , a ƒ150:-per 100 f 393600: —: — * ƒi,i352?a:—:Af,  bvi,aag.en. La. I. S2] Af, voor uitgaande en t'huiskomende Onkoften van 56 Schepen, a ƒ14000: - per SchiP - • • 784000:-:-- Dit Jaar Avance, over de Vloot : . ƒ 35i27a:_._ Anno 1784, Van 169 ViiTchen, 8064 Q. Traan, i/Ba: . . . ƒ 66lH8:-.:Aan Baarden, a 1000 «per Vifch, bedraagen 169000 ®,a/Ï9o:perioog. . 3!3noo:-:_ Af, voor uitgaande en t'huis-^ 982348:~-: — komende Onkoften van 64 Schepen, a ƒ14000:- per Schip- 896000: Dit Jaar Avance over de " ' Vl00t / 86348 X Daar  324 ■ B v r. a ' a o t N. La. L Daar en tegen zyn eenige jaaren, en wel verre de meeften, altoos groote verliezen over de Vloot als: ïn den Jaare 1771 hebben 149 Schepen aangebragt 144 Visfchen, 7406 Q. Traan, i fó7:- ...'.../ 49620a:-:- Aan Baarden, a 1000 8 per Vifch, bedraagen 144000® a ƒ165:- per 100 fï. . / 337600: — : — ƒ 733802: — :Af, voor uitgaande Equipagie en t'huiskomende Onkoften van 149 Schapen, ïfjpr^ooo^ per Schip, bedraagt . .ƒ2,086000: — : — Dus dit Jaar over de geheele Vloot verloren . . . • ^352I98: :~~ Anno 1775, Zyn door 129 Schepen aangebragt 105 ViiTchen, 5914 QTraan, a ƒ80:- ƒ 473*20:—.— Aan Baarden, a ioooffiper Vifch, bedraagen 105000 s, ƒ125:- per 100 §. , . • ƒ t .31350 ƒ 604370: — : — X Af,  B T t A A G E N. L* I. 325 Af, voor uitgaande Equipagie en t'huiskomende Onkoften van 129 Schepen, a /i 4000: per Schip, bedraagt . . 1,806000:—: — Dus dit Jaar over de geheele Vloot verloren . . . .ƒ1,201630:-:- Welk een groot verlies in deeze a jaaren, in tegen overftelling van de 3 jaaren, die waarlyk al heel gelukkig zyn geweeft, inzonderheid A° if8o en 1783. Men ziet dus hoe deeze Redery aan groote veranderingen jaarlyks onderworpen is; Zy blyft evenwel ftaande. om dat die geene, die het nog eens waagt, altyd hoopt op eene gelukkige vangft, hoe wel dezelve zedert den Jaare 1756, (zynde toen nog van Holland, enz. geëquipeerd 186 Schepen, en in dit Jaar 1785 maar 66 Schepen, dus 120 Schepen) vermindert is, 't welk veroorzaakt wordt door de groote uitruftinge, die zedert den Jaare 1750, in Engeland, enz., gefchied is, zynde in dat Ryk, van 3 Schepen geklommen, tot in dezen Jaare 1785, op 152 Schepen, en dus, in tegenftelling van ons, met 150 Schepen vermeerdert; Men heeft daar aanzienlyke premiën 's jaarlyks aan ieder Schip gegeeven, naar de grootte der Schepen, van 3 tot 7 a 8000 Gis. per Schip; Wy daar en tegen hebben met groote moeiten verkregen, in 3 jaaren, voor ieder Schip X 3 /i35c :-  326 B y E A A G E n. La. ï. ƒ1350:- aan premie, dat toen weder is opgehouden: Wanneer dergelyke premiën hier gegeeven waaren zoude de Vloot ook fterk aangewakkerd zyn, en waariyk daar uit een groot voordeel voor het Land ontftaan zyn geweeft, dewyl drie vierde ja meerder van het uitgegeeven geld m 't Land blyft, dat een menigte van lieden hun beik;ui zoude gegeeven hebben, 't welk nu gemift word, en niet alleen dit gemis maar de Negotie jyd 'er ook merkelyk door, wyl eene menigte van onze Baarden jaarlyks na Engeland pleegen gezonden, te worden, daar nu integendeel de Engelfchen ons hun Baarden en Traan hier zenden, en veel al, om de hooge inkomende, rechten die 'er op ftaan te ontgaan, onder andere beiiaamingen inbrengen, dat ten nadeele nog is van onzen handel, wyl de pryzen daar door gedrukt worden, en dus is het te vrcezen, wanneer hier geen goede premiën worden gegeeven, en de viffcheryen, die zeer wiffelvallig zyn, flecht uitvallen, van tyd tot tyd nog meerder zullen verminderen, wyl de luit by verre de meefte luiden 'er af gaat om het gaande te houden. La. K.  a y l a a g e n La. K. 327 Ia K. KORTE STAAT VAN ONZE BEZITTINGEN in de west indiën. Aan de Vafte Wal van America, in 't diftrid van Guiana bevinden zich; de vier Coloniën, Surinaamen, Beribce, Demerary en Eflequebo. En onder de Eilanden, boven en onder de Wind: St. Euftatius en Curacao, die men als twee algemeene markten van Koopmanfchappen onder de Handeldryvende Natiën ter Zee in dat Waerelddeel dient aan te zien. De Colonie van Surinaamen houdt in, waarfchynlyk meer dan 400 Plantagiën van Suiker, Coffy, Cacao, Cattoen en Hout. Op Dezelve en in de Stad Paramaribo bevonden zich in 1738. 1828 Blanken, boven ia, Jaar. 305 beneden 12 Jaar. 409 Vrye Mulatte Negers, boveu 12 Jaar. 189 . — beneden 12 Jaar. X 3 . . .., 40456  3a8 BVLAAGEN. La. K' 40456 Slaaven, boven ia Jaar. 10640 —i beneden ia Jaar. Van 1:67 tot 1776, in 10 Jaaren, heeft deze Colonie 'sjaars aan Producten, tot een laage prys gerekend, gegeeven omtrent 7 Millioenen 'sjaars. In 1777 178^5 Oxhoofden Suiker 18,919816 8 Coffy. 631410 - Cacao. 179760 - Cattoen. 1778 19131 Oxhoofden Suiker. 15,058123 eg Coffy. 702626 - Cacao. 299400 - Cattoen. 1779 192.36 Oxhoofden Suiker. 9,947904 f§ CofTy. 750300 - Cacao. 412800 - Cattoen. In het voorleeden jaar zyn in Amfterdam met 51 Schepen aangebragt. 16151 Oxhoofden Suiker. ! 3,739046 « Coffy. 839181 - Cacao. 640614 -- Cattoen. Het jaar te vooren zyn 60 Schepen, vollaaden met Producten, uit die Colonie aangekomen, en voorts in de volgende jaaren in Teffel. In 1770 41'Schepen. In 1775 65 Schepen. 1771 60 r— 1776 41 1772 50 1777 59 1773 56 1778 53— 177442 1779 46  B YLAAGEN. La. K. 329 Zo dat men wel ftellen mag dat die Colonie voortaan meer dan 8 Millioenen aan Producten aan ons Land geeven kan. In de Colonie van Demerary, zouden volgens een lyft in 1783 opmaakt geweeft zyn. 494 Laftvrye Blanken. 484 Laftdraagende Blanken. 166 Menfehen van Coleur. 9864 Slaaven die Laften betaalen. 3673 Kinderen. 179 Wegloopers Negers. 694 Onbekwaame Negers. 861 Hoorn Beeften. 326 Paarden en Muil Ezels. 2707 Schaapen en Geiten. 2330 Akkers met Zuiker-riet. 1 40 Zinker Molens. , , , c cc t> I of m 't geheel 4,357400 Coffy Boomen. ^ Planta-iën 1,279875 Cattoen Boomen. I 3 b 1 5104 Cacao Boomen. j 418000 Banane Stoelen. 2473 Akkers met koft. Het geheel bedraagen van hoofdgeld in Guldens 51252nor- In 1784 zyn met 13 Schepen in Amfterdam van Demerary aangebragt. , t 1804 Oxhoofden Suiker. 27450 Baaien Coffy. 1063 Vaten 1480 Baaien Cattoen. X 4 Hier  S30 BYLAA GEN. La. K. Hier moet nu by komen wat in Zeeland en Rotterdam aangebragt is. Als men ftelt dat Eflequebo de helft aan Producten levert, dan kan men rekenen, dat die twee Coloniën 4 a 5 Millioenen jaarlyks aan dit Land kunnen geeven. In de Colonie van de Berbice bevonden zich. In 1777 . . 531 Blanken, 31 a 32 Rooden, . . . 4463 Zwarten die Laften betaalde. *778 . . . 210 Blanken . . 33 Rooden 4669 of 70 Zwarten die lasten betaalde. 1779 213 a 214 Blanken, 32 a 33 Roeden. 5005 of 6 Zwarten die lasten betaalde. 1789.228 a 229 Blanken ... 34 Rooden. 5112 of 13 Zwarten die lasten betaalde. Ze heeft aan Producten, in die 4 jaaren dooreen, in dit Land gegeeven 815000 Gis. In 1784 zyn van de Berbice aangekomen 6 Schepen , die in Amfterdam hebben aangebragt, voor de waarde van meer dan een Millioen Guldens, aan Coffy, Suiker, Cattoen en Cacao^ Waar uit dan blykt dat in de gemelde vier Coloniën zyn. In Surinamen 1828 Blanken, aan Slaaven, volwasfen 40456, Kinderen 10640. 305 Blanken. Demerary 978 Blanken. Item. . 9864 — 3673. 166 Miftiche, \ Effe-  bylaa gen. La. K. 33* EiTequebo op de helft gefchat 500 Blanken 5000 1900. Berbice 229 5"3 gegist. 1305. 34 Miftiche. 4040 Blanken. 1 te zamen > 60433 VolwalTe Slaav J 17513 Kinderen. Deze vier Coloniën geeven aan de Republicq, in gelds waarde aan Producten. Surinamen . ruim .. . 8 Millioenen. Demerary en 1 g EiTequebo J * ' " 4 5 Berbice , naim ... t _^ 14 Millioenen. Op Surinaamen vaaren gemeenlyk 50 a 60 Schepen. Demerary en EiTequebo . 30340 Berbice .... 6a 6 . 86 a 106 Schepen. Curacao en St, Eustatius worden geconfidereert als twee openbaare Markten, alwaar met de naby gelegen vreemde Coloniën eene clandefline handel gedreven wordt. Deze Handel is in Oorlogstyd wel twee a drie maal fterker dan in Vrcdestyd. Wanneer men gemeenlyk van CuraX 5 cao  332 SYLAA GEN. La. K. cao krygt ioaia Schepen, en van St. Euftatius 30 a 40 Schepen. In de volgende jaaren zyn van die twee Eilanden in Teffel, 't Vlie, en de Maas aangekomen. 1779 van Curacao 17. van St. Euftatius 78 Schepen. 1780 .... 5.; 145 1783 .... 85 a 1784 .... =6 io Men kan rekenen dat die twee Eilanden in Vredestyd 8 a 10 Mi'linenen aan Handel in dit Land veroorzaak; n. Dc Sc! Curacao (behal¬ ven dat die grootst zy») zyn gemeenlyk ryker dan die vanSt. Euftatius, om dat de eerfte dikwils veeIe Contanten meêbrengen, die van de Spanjaarden ingeruilt worden. BYEENBRENGING. Schepen. Van Curacao en St. Euftatius 30 a 44. Surinamen 50 a 60. Demerary en Effequebo 30 a 40. Berbice . . . 6 a 6. 116 a 150. Waarde aan Producten. Curacao en St.Euftatius 5 a 6 Millioenen. Surinamen . . ruim.. 8a8 ~) 13 a 14 Demerary enEffequebo 4 a 5 j-Milloe- Bcrbice . ruim.', iai J nen. , .. ■ 18 a 10 Millioenen. M o 0 d-  eylaagen. La. K. 333 Noodwendigheden voor de Coloniën, gefchat op een zesde van i4Millioenen. 2J a a| • Koopmanschappen, Noodwendigheden , en Provifiën, na St. Euftatius en Curacao. . . 3*4 ■— Slaaven aan eige Handelaaren die in de Republicq t'huis hooren. . ilaal 35 a 29 Millioenen. OOST INDIEN. O. I. Comp. Koopmanschappen van Indiën. .... 31 Millioenen Van hier na Indiën, aan diverfe. . ' . . 2% Aan Zilver en Goud, daar onder gangbaare Speciën. 4 a 6 AanWiffels of Affignatiën. 4 a 4J 32 a 34 Millioenen, Aan Bieren, Wynen, en andere gepermitteerde Goederen aan Zeevaarende en Particulieren. . . jl a 2 ~T~TT 33§a 36 Millioenen. WEST INDIEN. . 27 a 27 61 a 63 Millioenen. La. L.   C 333 ) La. L. vam „ FUSTATIUS ZYN IN to JAAREN MET DE ONDERSTAANDE SCHEPEN NA. HOLLAND AMSTERDAM) VERZONDEN, DE VOLGENDE VOORNAAME PRODUCTEN. Ryft. Stukken ' Tierfen Hout van Tabak Huiden. Catoen. Indigo, en halve allerlei Oxhoofden. Vatende, vJLBaa,en. Va,e, Patten. Ro,,e, Stutte, Baaien. Vaten. Tierfen. foor, q vnxa a *8 687 «. i66a. . . . 2514. 105 • • 7945- A°, 1771. 40 Schepen. 14369. 1048. 12144- 3»- «7- 75 ^ 5. . . 1. 280. 11180. i' ,Q 14686. 270. 5610. 9«. 1339. 213. 4215- v ^ 1772. 4' «n7 1004.. 31265. 135. 1924. 102. 7539. J77°- °- ** * ; 1774. 30 " 5597- io°4- *g°5 5 * f 6_ o_ 6 ... 35. ... 2167. 1775- So ■ 6003. 1021. 16439. P. 1365. 4 4 ?7> 67- ia443. I776. 4Ö ,0954. - x. I8T94- £ g. 5 5 F ^ ^ 6o6- ,0770. -7: :~ ^ : | s - . «£ : S ::: £ S i= ;e tts£- b ft g £ ^^^^l. TJ^T^**^ Ö9369- x2379.x35787- 236, 3874. 6807. 6*533-   b' v r> a a g £ n. La. M. 335 La M. SCHETS VAN HET GEENE EUROPA MET AMERTCA VERHANDELD HEEFT. Goud en Zilver. Koopmanfchappen. Spanje ontfangt 'sjaars van America 42345 Mill. 16 Mill. Portugal . ruim ..14315 I7ai8 • Daar onder aan Suiker en Dia- manten voor de waarde van 13 a 13 M. s 60 Mill. 34 Mill. Van de Eilanden, enz. De Coloniën der Hollanderen en Franfchen in Guiana daar onder begrepen. Spanje . . . 637 M." Deenemarken . 435 — De Republicq 13314 — Curacao en St. Euftatius in Vredestyden , naar maate de omftandigheid . . . . 4a6 — > • • • *38 Mill. De Schepen van Curacao brengen ook Zilver aan, dat onder het bovenftaande begrepen is. Engeland . - 44346 — Vrankryk, omtrent 60 — 127 Mill. Aan  %%6 b y l a a g e n. La. M. Aan Goud en Zilver . 60 Millioenen. 333 Millioenen. Enge land. Van Noord America ■ 2,1 — De Viffcheryen op de Terra Neuvefche Banken, gegift op . 6 Dus heeft America] aan Europa gegeeven,> . 359 Miilioenen. circum circa . j Daaronder byna een vierde aan Gouden Zilver* Europa daarentegen fteld men gegeeven te hebben. Door Spanje aan Koopmanfchappen, enz. 38 M. Portugal in proportie van Spanje gecalculeert . . 13 — ■ < ■ ■ Engeland aan Noord America . 14 — Europa (het Zuiden van) aan N. America 1 — « De VlSS cherye n • niet dan Koften en Schepen, ftelle . 4 — • De Noodwendigheden en Provifiën voor de Coloniën hier gefchat op een vyfde . 38 — 88 Mill. De  b v x, a a e e n. La. M. 337 De Slaaven die door den Koophandel van Europa over en door Africa aan America gelèvert 'worden Dus Europa van America aan gelds waarde, zonder de Slaaven nochrde Schepen, (uitgezondert die ter Vifchvangft) en ook niet de refico der Zee, enz. te rekenen per Saldo, ontfangt 171 Millioenen, en in 't geheel aan uitgaande en inkomende Handel, 's jaars meer dan 347 Millioenen heeft om*, gezet. La. N.  338 e y l a a g- b. n. La. N. Ia N. SCHETS. VAN DE HANDEL DIE EUROPA MET DE OOST INDIEN VOOR DEN LAATSTE OORLOG HAD. De Ooft Indifche Comp. van Engeland heeft voor den Oorlog ontfangen., zo na mogelyk gefchat, voor over de , . . . . 30 Millioenen. Onze Comp. 7a. . 20 Vrankryk ... 8 Deenemarken, thans t'zedert den Oorlog niet te fchatten, maar anders 4 a 5 . . . . 5 Zweeden' . 3 a 3J . 3$ , 66\ Millioenen. Portugal .... s£ 70 Millioenen. Daartegen door de bovenftaande Maatfchappyen uitgezonden. Aan Noodwendigheden,Provifiën en Koopmanfchappen 10 a ia Millioenen. Aan Contanten, of Goud en Zilver . , , . 12 a 14  AANTE KENINGEN ®p de memorie van den bewindhebber V. D. OUDERMEULENj   AANTEKENINGEN. i. Pag. 54. regel 1. Dat de tegenwoordige handel der maatfchappy, enz. ü e aucteur bewijst, dat in de opgenoemde tien jaaren van-de laatfte eeuw de fom der door de maatfchappij verhandelde goederen veel grooter is dan die der tien opgenoemde jaaren in de voorige eeuw; de inkoop in Oostindië niet duurer naar die evenredigheid; en dus de winften in de laatere tijden veel grooter; waar uit hij het befluit opmaakt, dat er in deeze eeuw met den handel der Compagnie eenige millioenen meerder gewonnen zijn dan in de voorige. In den eerften opfJag fchijnt dit ook wezenlijk alzoo te zijn; cn echter is het zoo niet. De misdag beftaat hierin. De aucteur rekent, even als de Compagnie zelve b/j haare bpeken, den inkoop der koopmanfchappen alleen naar den zuiveren prijs, dien zij daar voor in Oost-indie betaalt, flegts bezwaard met de onkosten van affcheep, vragt, ontlosfing &c; maar geenszins worden dezelve bezwaard met de onkosten die het beftuur en-de verdediging &c. der bezittingen in Oost-indie jaarlijks kosten, en die door de uitbreiding van handel en magt van andere Europeaanfche mogenheden, en vooral der Engelfchen, noodzakelijk zoo zeer vermeerderd en verhoogd hebben moeten worden. Deeze vermeerderde lasten eu onkosten ziju ten be'Y a zwaa-  J4« AANTEKENINGEN. zwaare van de huishouding en het beftuur in Oost-indië en den binnenlandfchen handel gebragt, waar door die binnenlandfche handel zulk eene nadeelige balans heeft vertoond; hetwelk (offchoon jfc geen voorftander van dien handel voor rekening der Compagnie ben) zeer onrechtvaardig is; terwijl, naar mijn oordeel, alle onkosten voor het beihiur ea de verdediging der bezittingén in Oost-indië tot laste of bezwaar van alle koopmanfchappen dienden gebragt te worden, als wanneer men een geheel ander tafereel dan dat van onzen aucteur voor oogen zal krijgen, en overtuigd zal worden, dat volgends het oude iijstema van eene uitfluitende Compagnie de handel van ons land op Oostindie niet meer met voordeel kan gedreven worden, en de bezittingen onder zulk een beftuur, niet alleen geen voordeel kunnen opleveren, maar zelfs de onkosten van beheering en verdediging niet kunnen goedmaaken. Het agteruitgaan van 'sCompagnies za;,ken , in weerwil van de millioenen, die door den ftaat tot haare redding opgefchoten zijn, is daar van een overtuigend bewijs. II. Pag. 64. regel 18. De Portugeezen en nog meerder de Spanjaarden, enz. Toen de Portugeezen den weg naar Oost-indië rond de kaap de Goedc-hoop ontdekten, was waarfchijnlijk in 't eerst hun oogmerk alleen den handel op Oost-indië ; doch wel era gewaar wordende de meerderheid ten aanzien hunner wapenen en krijgstucht boven die der in-  AANTEKENINGEN. 341 nilanderen; en hoe moeielijk het door verfchil van godsdienst, zeden, taal &c, waar door wantrouwen onveiv mijdelijk was, zoude zijn, regelmaatig met hrJn handel te drijven; en ziende hoe ligt het'was hen aan zich te onderwerpen; zoo maakten zij rasch gebruik van die overmagt, en overheerschten veele plaatfen en landen. Dan, door dweepzucht aangedreven om den godsdienst en zeden deezer landen te willen veranderen, den koophandel niet vertlaande, en overdreven geweldig in jmnT beftuur zijnde; wierden zij fpoedig algemeen door geheel Indie gehaat en verfoeid. Zoo dra wij dus aldaar verfcheenen, wierden wij ligt als verlosfers en vrienden aangezien en ontfangen, vooral daar wij ons in 't eerst bloot tot den koophandel fchcencn te willen bepaalen. Maar fpoedig zagen wij ook, dat, om handel op Oostindie te drijven, men aldaar pakhuizen en vastigheden noodig had; en zoo verkregen wij bezittingen. Het zoude onnoodig zijn de gefchiedenis van onzen handel-, ouze Compagnie, en onze bezittingen hier optehaalcn; men vindt dezelve bij valentyn en anderen die men hier over leezen kan. Dan, waar ik hier toe koomen wilde is, te bewijzen, dat, gelijk men van den beginne af aan onmogelijk den handel op Oost-indie bloot als handelaar' kon drijven, zonder aldaar pakhuizen en vastigheden te hebben; even' min thans nog eenig handeldrijvend volk van Europa met voordeel op Oost-indie handelen kan zonder aldaar bezittingen te hebben. De handel van Europa op Oostïndie, (die van en op China is hier echter- niet onder begrepen) en van Oost-indie op Europa, is open voor zich zeiven a/s handel niet meer voordeelrg. Y X EK>>  342 AANTEKENINGEN. Dit kan theoretisch bewezen worden, en is het door de ondervinding reeds ten vollen. Geen ééne der Europeaanfche handeldrijvende natiën, die geene bezittingen in Oost-indiè hebben, zijn in ftaat geweest den handel derwaards te kunnen blijven voortzetten. De Zweeden en Pruisfen hebben dien handel geheel moeten laaten vaaren. De Dceneu, offchoon ze er twee etablisfementeu hebben, Tranquebar op de kust Cormandel, en Serampour in Bengalen, hebben bijna in 't geheel geen handel dan op China; want de veele Deenfche fchepen, daar men in Oost-indie van gehoord heeft, waren voor rekening van Engelfchen en Hollanders, die flegts van deDeenfche vlag, als neutraal, gebruik maakten. Met de Amerikaanen -is het even zoo, en zoo dra het vrede zal zijn zal men niet veel Amerikaanfche vlaggen meer in Oost-indie zien. De Franfchcn, na dat ze door de Engelfchen federt 1757 uit Hindostan verdreven zijn, hebben nimmer hun handel op Oost-iiidic weder eenig aanzien, veel minder voordeel, kunnen geeven. En als de Engelfchen niet zulke uitgeftrekte bezittingen in Oost-indie hadden, welke hun zulke aanzienlijke inkoomften bezorgden,zoudenzij dien handelookniet langer met voordeel kunen blijven, voortzetten. ■ Dit heeft deeze verlichte natie ook fpoedig begrepen; en , offchoon ze in den uiterlijken vorm van haar beftuur over de Oost-indifchc zaaken geene zeer merkelijke verandering heeft gemaakt, zijn echter de grondbeginfelen waar op zij handelt volkomen van natuur veranderd. De  AANTEKENINGEN. 343 De handel op Oost-indie is niet meer bij de Engelfchen het hoofdoogmerk, de hoofdzaak; neen! het is het voordeel, de winften, door de inkoomfteu van hunne bezittingen ; en de handel is maar een middel om die meerder te doen gelden. Of, zoo men wil, wederkeerig; de groote voordeden en inkoomften van de bezittingen geeven voedzel aan den handel; en de handel doet de bezittingen bloeijen. Doch zonder de oppermagt over deeze bezittingen zoude de handel der Engelfchen op die landen niet meer voordeelig zijn; of ten minften op verre na zoo voordelig niet als tegenwoordig. Nu hebben wij ook wel bezittingen; maar wij maaken er zulk een goed gebruik niet van als de Engelfchen; wij behandelen en beftuuren de onze als kooplieden, die, hun doel enkel handel zijnde, niet dan voordeel door handel zoeken, en daar aan den bloei en welvaart der bezittingen opofferen; daar de Engelfchen als ftaatkundige overheerfchers handelen , die den welvaart en bloei hunner bezittingen in 't oog houden, en daar door het geluk van derzelver inwooners en hun eigen voordeel bevorderen ; waar na de handel flegts befchouwd wordt als het middel om dien bloei te bevorderen, en de rijkdommen en voortbrengzelen naar hun eigen land over te brengen.  344 AANTEKENINGEN. Iir. Pag. 68. regel z. Het is voornamtnlijk van deeze tijd af, enz. Toont dit niet juist aan, dat de grootfte voordeden der Compagnie in het begin der zeventiende eeuw daar aan toetefchrijveu zijn, dat geene andere natiën op Oost-indie voeren; en dat dus de concurrentie van dezeWc wel degelijk als eene der eerfte oorzaaken van haar verval dient befchouwd te worden? IV. Pag. 71. regel 3. De Inkomften van Jacatra, en 't Capitaal veroverde goederen, enz. Welke ongerijmdheid, inkoomften van landen en in den oorlog veroverde goederen, als winften bij eene koopmansrekening te brengen! Dit is een gevolg van zulk een verderfelijk fijstema. Dan, men ziet uit deze berekening, hde de Compagnie, en daar na onze aucteur, alle de onkosten van het beftuur en verdediging van Oost-indie alleen ten lasten van den handel in Oost-indie zelve, en niet, zoo als behoorde, ten laste van den generaalen handel" der Compagnie, brengen; hetwelk, ik herhaale het, de voor-  AANTEKENINGEN. 345 voornaamfte grond en oorzaak van de verkeerde redeneering van onzen aucteur uitmaakt. V. Pag. 75. regel 1 van de nota (8.) De Engelfchen, enz. Deeze aanmerkenswaardige nota van den aucteur onthoudt den grond van mijn geheele fijstema, waar van hij de gegrondheid gevoelde, doch 't geen hij, door vooringenomenheid met het monopolie der Compagnie, en gebrekkige onderrichting van den waaren ftaat van het eiland Java en andere van onze bezittingen, geen moeds genoeg had verder te ontwikkelen. Ja! men handde maar met de Oostindlfche bezittingen zoo als men met de Westindifchc volkplantingen gedaan heeft; en men zal fpoedig het voordeelige daar van ondervinden. VI. Pag. 95. regel 17. Men zal derhalven zeggen, enz. Deeze zinfneede verdient met alle mogelijke oplettenheid geleezen te worden. Ja zeker zijn het de meerdere uitgaaven, die tot onderhoud der bezittingen en / Y s comp-  346 AANTEKENINGEN. comptoiren vereischt worden en alle de winften van de compagnie te boven gaan, en die evenwel volgens het fijstema van eene uitfluitende Compagnie, het beftuur over de bezittingen uitoeffenende, noodzaakelijk moeten plaats hebben. Doch dit kan niet, zoo als de aucteur beweert, door verbetering in het beftuur der Compagnie verholpen worden. Het kwaad ligt te( diep in de natuur der Compagnie zelve. De berekeningen van den aucteur in deze memorie bewijzen dit overtuigende; en de ondervinding heeft het federt nog meer bevestigd. Men moet het kwaad in den wortel aantasten; dit is het eenige middel, om de bezittingen in Oost-indie en den handel op dezelve voor ons vaderland ooit tot nut en voordeel te doen ftrekken. VII. pag. 99. regel ir. We fchatten, die hier te landt zijn overgemaakt. enz. Zeker zijn door de fortuinen in Oost-indie gemaakt aanzienlijke fchatten in ons land gekoomen. Dan, vooreerst zijn verre de meeste van die fortuinen door die. naaren der Compagnie op eene oneerlijke en fchandelijke wijze gewonnen; het welk veroorzaakt is door de inrichting en natuur der Compagnie zelve,"welke, haare dienaaren (legt of in 't geheel niet betaalende, hen genoodzaakt heeft op die manier hun beftaan en overwinften te vinden. Indien de Compagnie haare dienaaren naar  AANTEKENINGEN. 347 naar behooren betaalde, zouden de onkosten en uitgaaven in Oost-indie nog grooter, en dus de winften nog geringer zijn geweest; daarom moest de Compagnie wel toeftaan, dat haare dienaaren zich door andere middelen fchadeloos fielden. Dan, hier door wierden de landen en bezittingen der Compagnie uitgezogen, uitgeplunderd, bedorven. Als mogendheid, als opperheer, zoude men iets zoodanigs als zeer nadeelig befchouwen; doch de Compagnie zag en handelde altijd alleen ais koopman; die, als hij zijne uitgaaven bij zijne boeken vermindert , en daar door, zoo als hij gelooft, zijne winften vermeerdert , wel te vreden is. Men denke echter niet , dat dit toch een voordeel is, door de Compagnie aan het vaderland bezorgd; neenl zonder nog eens van de onzedelijkheid van het fortuinmaakcn op deeze wijze te fpreeken, zoo beweere ik, dat deeze fortuinen meer dan tienmaal zoo veel nadeel en bederf aan onze bezittingen toebrengen, dan het voordeel dat daar uit ontftaat. Het is als of men wilde beweeren,dat het plunderen van eene ftad voordeeliger ware, dan de jaarlijkfche inkoomften onder een vreedzaam en goed beftuur daar van te trekken. Doch bovendien- zoo houde ik ftaande, dat, als men onze bezittingen onder een politiek beftuur binnen de Republiek zal brengen; eigendom van land en$ vrijheid van culture en van handel zal invoeren; alsdan, en door den landbouw, en door den koophandel, veel meerder en grooter fortuinen door de ingezetenen van ons land gemaakt en naar herwaards overgezonden zullen worden, dan ooit onder het beftuur der Compagnie mogelijk was. En wat meer is, deeze fortuinen zullen op eene eerlijke wij-  348 AANTEKENINGEN. wijze gemaakt kunnen worden; daar men onder het beftuur der Compagnie in Oost-indie, niet dan door laage kruiping, en fcbandelijke misbruiken tot iets van dien aart konde koomen. Op het eiland Java ligt nog zoo veel grond ledig en onbebouwd als tweemaal onze republiek groot is; die grond is de vruchtbaarfte op aarde, en vereischt noch werk noch onkosten om te ontginnen. Vrije menfehen, Javaanen, kan men voor een zeer gering loon, en mondkost die er overvloedig en ligt te bekoomen is, zoo veel tot den arbeid krijgen als men er hebben wil. Wat zoude men dus, met een zeer gering capitaal, werkzaamheid, kunde van den landbouw, befcherming van eigendom, en vrijheid van zijne voortbrengzelen te kunnen verkoopen aan wien men wilde, in' dat iand niet kunnen uitvoeren! Welke onkosten worden er in de West-indien niet vereischt om land te ontginnen, plantagien aanteleggen, flaaven te koopen en te onderhouden ? En echter hoe veele capitaalen zijn in ons vaderland niet daar toe gebezigd? Wat zoude men-met zulke capitaalen op Java niet kunnen uitvoeren! Honderden», ja duizenden van onze ingezetenen, die thans moeite hebben om hun beftaan te vinden, zouden, door planters op Java te worden, of door huizen van negotie en van commercie langs de ftranden optcrichten, om de pro. ducién'optekoopen en naar het vaderland af te zenden, niet alleen een ruim beftaan verkrijgen, maar zelfs de gegronde hoop, om binnen eenige jaaren een eerlijk gewennen en aanzienlijk fortuin bij een te kunnen gaderen, en daarmede naar hun vaderland terug te keeren, en kunne dage» in rust en onafhangelijkheid te eindigen. VIII.  AANTEKENINGEN. 349 VIII. Pag. 104. regel h. Dat men de fhalven op den duur, enz. « Als men dit leest, hoe kan men dan nog willen liaande houden, dat de concurrentie van andere volken niet ééne der voornaamfte oorzaaken van het verval der Compagnie is? Onze aucteur, wel is waar, past dit al-' leen toe op den binnenlandfchen handel der Compagnie van haven tot haven in Oost-indie; doch ik vermeen zonneklaar bewezen te hebben, dat dit ten onrechte is; en veroorzaakt door de zonderlinge manier van boekhouden, bij de Compagnie in gebruik geweest; met de onkosten van beftuur en verdediging in Oost-indie alleen te brengen ten laste der comptoiren in Oost-indie, of van itai handel aldaar van plaats tot plaats. IX. Pag. 105. regel 1. Dat de Comp. dan evenwel indirect als Land- ' heer, enz. Ja zekerl als de Compagnie in Oost-indie omtrent haare bezittingen als landheer en niet als koopman gehandeld had, zoude ze zeker veel meerder voordeden ¥8u die bezittingen genoten hebben dan nu.' Doch d:t  35» AANTEKENINGEN. dit was met het iljstema der Compagnie niet overeen te brengen, en, zoo ik geloove, onuitvoerlijk. Het zoude zeker beter gegaan hebben , indien federt lange de Compagnie den binnelandfchen handel aan particulieren overgelaaten, en haare bezittingen als landheer befluurd had; echter ware dit alleen onvoldoende geweest, indien zij, (en dit was onaffcheidbaar aan haar verknogt) het uitfluitend inkoopsrecht van alle producten voor Europa in haare bezittingen aan zich hield. Geen land in de waereld, hoe vruchtbaar ook, kan onder zulk eene inrichting bloeijen of welvaaren. Zoude men niet lagchen over eene regeering of bewind in Europa, dat zijne ingezetenen wilde dwingen, om de voornaamfte voortbrengzelen des lands, tot uitvoer gefchikt, voor een beftemden en geringen prijs aan zoodanig bewind te leveren, om daar door de inkoomften van den ftaat te vinden ? Wel nu, waarom zoude her op Java anders daaromtrent gelegen zijn ? De aucteur heeft nooit de vooronderftelling van de noodzaakelijkheid van dien uitfluitenden handel en het beftaan der Compagnie in twijffel durven trekken; en was maar zeer oppervlakkig■> of liever in 't geheel niet, onderricht van den waaren toeftand van onze bezittingen in Oost indie. X. Pag. 107. regel 6. De Huishouding van een geheele, enz. Eene zoo uitgeftrekte huishouding als die der Compagnie tot  AANTEKENINGEN. 351 tot volmaaktheid te brengen is zeker onuitvoerlijk. En dit is één der fterkfte bewijzen tegen haar beftaan. Het gebrek is uit een zulk omflagtig beftuur onmogelijk te weeren; en zij kan volftrekt niet alle de takken van handel en voordeel omvatten, die door particulieren in de vaart op Oost-indie ten nutte gemaakt zouden kunnen worden. XI. Pag. 107. regel 9. Had Imhof, enz. Imhof was zeker een groot man, doch fchijnt ook het ingeworteld vooroordeel van de noodzakelijkheid eener Compagnie niet te hebben durven aantasten. Mogelijk was er de tijd en de gefteldheid van zaaken in ons vaderland toen niet gunftigtoe; mogelijk vondthij het voor zich zeiven gemakkelijker en beter. Er zijn vooroordeelen, welke het gevaarlijk is aantetasten; en waar van men zeker voorzien kan, dat men onder de poogingen zoude moeten bezwijken. XII. Pag. 108. regel 8. Dat men voer de Comp. enz. Als men hier,in plaats van vtor de Compagnie, zeide voor  354 AANTEKENINGEN. voor den ftaat, dan zoude de ftelregel volkoomen goed zijn, en regelrecht tot mijn fijstema leiden. XIII. Pag. 108. regel 14. Het minst veragterd, enz. De fchittereiidfte regeeringen van gouverneurs generaal worden dan aangemerkt als tijdperken van de minfte veragtering. In onzen tijd hebben wij beleefd, dat in het tijdperk van eene zulke regeering, die zestien jaaren geduurd heeft, de ftaat der Compagnie honderd en twintig millioenen agter uit gegaan is. Echter haddetoenmaalige gouverneur generaal in denzelvdeii tijd met zijne vrienden en naastbeftaanden verfcheiden millioenen bij een gegaderd. XIV. Pag. 110. Regel 1. Het bewind hier te lande, enz. Wat de aucteur hier zegt, en aan een ieder bekend is, bewijst voldoende hoe gebrekkig het bewind hier te lande altijd, en vooral in de laatfte tijden, geweest is; doch dit lag mede in de natuur der Compagnie; en hetzelfde zoude wederom plaats hebben, indien men zich ob-  AANTEKENINGEN. ' S53i obltineeren wilde hetzelfde lijsterns ,te blijven volgen. XV. Pag. ln4 regel i. En dat te boven komen, heeft voor het laatst plaats gehad in 1736. Zedert is de ftaat nimmer tc bo» ven geweest, enz. Wanneer federt 1736 de ftaat der Compagnie geduurig agtermtis gegaan, offchoon veele middelen van redres voorgefteld en beproefd zijn, zoo zoude men toch eindelijk, dunkt mij, moeten befluiten , dat er in het wezen, den aart, het fijstema der Compagnie iets moet plaats hebben, dat niet goed is, en echter niet verholpen worden. XVI. Pag. n4 regel 5. Van onderen. DSOf het weder in train brengen van de directe Paart op het rijk van China, enz. De handel op het rijk van China is alleen uit zijnen aart voor het monopolie gefchikt; en zulks, om dat er eene uitfluitende Compagnie in dat rijk is, die van dea keizer het voorrecht verkregen heeft, in Canton met de Europeaanen te mogen handelen. Daar, waar flegts éen vokooper is, kan een kooper beter voordeel doen , 2 dan  354 AANTEKENING EN. dan waar verfcheiden eikanderen in den weg zijn. Voor het lijk van China is dit zeker wel nadèelig; doch dit is onze zaak niet, en men kan het toch onmogelijk veranderen. Deeze handel wél beftuurd en aan de oude Compagnie gelaaten, zoude dezelve weder geheel kunnen opgebeurd, en de actiehouders voor hunne ruïne, of het geheel verlies der waarde hunner actiën, bewaard worden. Op eene andere plaats zal ik over deeze belangrijke zaak breedvoeriger fpreken. XVII. Pag. ii 6. regel 2. Lipvaat handel. Waarvan de Comp. enz. Na dat de Engelfchen opperheeren in Bengalen en op dc kusten Corirandel en Mallabaar geworden waren, kon dc lijwaathande! onmogelijk meer met voordeel voor de Compagnie gedreven worden; vooral op den voet van het aanhouden der kostbaare logies- en handel-comptoiren in die landen; daar de Engelfchen niet alleen door hurne inkoomfien van die landen voordeeliger handelen konden, maar ook door hunne magt onzen handel zoodanig bezwaaren ,(zooalsze ook bij f ile gelegenheden gedaan hebben) dat er geen voordeel meer op kon overfchieten Men oordeele dus wederom, of de concurrentie en Uitbreiding van magt der Engelfchen in Oost-indie met als ééne der oorzaaken van het verval der Compagnie moet aangezien worden. XVIII.  AANTEKENINGEN. 355 XVIII. Pag, 118. regel 7. ts tog de Ooji Ind. Maatfchappy, enz. Indien men weder deeze geheele zinfnede met aandacht doorleest, zal men vinden, dat dezelfde'fophisme, van het woord Compagnie in plaats van bezittingen en handel op Oost-indie te ftellen, oorzaak tot eene verkeerde gevolgtrekking heeft gegeeven. XIX. Pag. 133. regel 6. Geld'en crediet, enz*. Het was re wenfehen, dat dit nimmer gefchied ware\ en als men toen den ftaat van zaaken der Oost-indifcha Compagnie en den toeftand der bezittingen in Oost-indië behoorlijk onderzogt en met kennis beoordeeld had, dan zou men nimmer beflotcn hebben óm zoo veele millioenen in den grondeloozen kolk van 's Compagnies reddeloozen ftaat te ftorten. Dit is geene enkele declamatie; men had in 1783 door onderzoek kunnen gewaar worden, dat federt het begin deezer eeuw de Compagnie al geduurig agter uit was gegaan; dat alle middelen van redres en hervorming bij de beproeving onvoldoende waren bevonden; dat de ftaat van zaaken in Oostindië, door uitbreiding zoo van magt als van handel 2 % der  35Ö AANTEKENINGEN. der andere zeevaarende volken van Europa , doch bijzonder der Engelfchen, zoodanig veranderd was, dat dezelfde maatregelen, inrichting en lljstcma, die in de voorige eeuw goed en voordeelig waren , thans niet meer goed noch toepaflelijk bleeven;' en dat men dus noodzakelijk geheel van maatregelen diende te veranderen, om nut en voordeel van onze bezittingen en den handel op dezelve te blijven trekken. Dan, men durfde de zaak niet aan; uit principe was men tegen alle hervorming of verandering; en zoude men nu nog aarzelen om dat geene te doen, wat dc gezonde reden ons leert en door de ondervinding en he voorbeeld bevestigd wordt? XX. Pag. 135. regel 15. De vaart in d& Óostcrfche Zee. enz. De ondervinding heeft ten deezen opzichte verwonderlijk tegen het hersfenfehimming ftelfel van uitfluitenden handel bewezen , men zag in deeze vergunning, of wilde daar in zien, den gehcclen ondergang van onzen Oost-indifch'en handel, of, zo als men gewoonlijk fprak, der Compagnie. Echter heeft de uitkoomst doen zien van hoe weinig belang die zaak is geweest. Nog meer zal. men verwonderd zijn, als hier onder verder van de Molukkos en den handel der fpecenjen zal gefproken worden. XXI.  AANTEKENINGEN. 53? XXI. ' Pag. 136. regel 17. De zaaken van de maatfchappy, enz. Eerst door de rapporten van deeze ftaats commisfie, die met de bijlaagen in twee deelen gedrukt zijn bij johannes allart te Amfterdam in 1792, beeft men in het publiek echte ftaaten van den toeftand der. Compagnie voor oogen gekregen. Deeze] Hukken zijn zeer merkwaardig, en verdienen geleezen te worden door een ieder , die belang in den welvaart van zijn vaderland ftelt, en met mij begrijpt, dat onze bezittingen in Oost-indie en den handel op dezelve van het uiterfte gewigt en belang voor dien welvaart zijn, ja mogelijk het eenige waar op wij onze hoop kunnen vestigen , om nog éénmaal het deerlijk verval van onze geldmiddelen,niet alleen te gemoct te koomen, maar zelfs geheel, -te herftellen; en, door de winften en voordooien van den vrijen handel ouder alle de ingezetenen der republiek te doen verfpreiden, ons weder tot den hoogften top van.nationaalen welvaart en rijkdom te zien opvoeren. xxii. Pag- 137- regel 15. haare fchulden, enz. Uit deeze opgaave ziet men . hoe vrx5r de uitbarfting van ^ 3 den . ■ /  35» AANTEKENINGEN. den oorlog met Engeland in 1780 de Compagnie reeds enorme fchulden had, en dus haare geheele veragtering nier aan de verliezen, geduurende en door dien oorlog geloden , is toetefchrijven. Maar haar waggelend crediet werd tot dus verre zoo veel mogelijk verborgen gehouden. De oorlog deed eindelijk de zaak uitbailten, en de handfluiting vernielde het crediet voor altijd. Dat men toen de zaak niet beter en grondiger onderzogt hebbe is onbegrijpelijk. XXIII. Pag. 141 , regel ao. De Capitaalen., welke bij die gelegenheid, euz. Deeze verliezen zijn al wederom een gevolg van het fijstema of de natuur der Compagnie geweest. Doordien ze op alle comptoiren in Oost indie bij uit'fluiting alleen handelt zoo behooreu alle koopmanfchappen op zulke'plaatfen alleen aan baar, die dan ook bij het neemen door den vyand als goede prijs verbeurd verklaard werden; daar, als dc handel vry was, en dus de koopmanfchappen op de comptoiren en bezittingen aan particulieren toebehoorden , dezelve meestal door den vijand volgens gebruik, als particulier eigendom , gerefpecteerd en vrij gegeeven zouden worden. Maar bovendien heeft dit nog gelegenheid gegeven tot kunstgroepen, die nog meer nadeel aan de Compagnie hebben toegebragt, waar van ik in Bengalen gelegen-  AANTEKENINGEN. 3ög geilheid gehad heb mij te overtuigen; alwaar men in 1780, op de tijding van het uitharden van den oorlog met Engeland, in fte^e van de capitaalen aan contanten per restant der Compagnie te redden, immers zooveel als mogelijk" geweest ware, integendeel er nog meerdere op wiflels opgenomen en inkoopen van amphioen, (opium) lijwaaten &c. gedaan heeft, die vervolgens in de pakhuizen , als eigendom der Compagnie,doorde Engelfchen genomen zijn. XXIV. Pag. 143. regel 5. Het gemis der Stad Nagapatnam, enz. Deeze geheele redenering bewijst al weder, hoe weinig grondige kennis de aucteur van den waaren ftaatkundigen toeftand van zaaken in Oost indië had. De Engelfchen behoeven op de kust ten Cormandel geene nieuwe vestingen aan te leggen, om er volk' 0men meester van te zijn Negapatnam was eene ellendige vesting,zoo als alle die van onze Compagnie, en kon nooit tegen de overmr.gt der Engelfchen op die kust verdedigd worden; echter kostte dezelve jaarlijksaanzienlyke fommen aan de Compagnie, die geheel nifi: oos verfpild wierden;' en het zoude dwaashéid geweesi :ij 1, om na het verlies daar van eene nieuwe vestii g tot hoofdcomptoir op de kust van Cormandel aanteleggen; daar reeds alle logies-factorijen , of établ sfementen., 7.00 daar als in Bengalen, op de Mallabar en te Suratte, volftrekt noodclooze lastposten waren; dewijl, zoo de Z 4 Com-  36b AANTEKENINGEN. Compagnie al den handel in lijwaaten om de west van Indië wilde blijven voortzetten, en fpecerijen en Japans koper aldaar verkoopen, dit even zoo goed en zelfs beter kon gefchieden, door enkel fchepen met fuwf cargas ten dien einde naar derwaards te zenden, of des noods factooreu of Commisfarisfèn, te Calctuta, te Madras , te Palliacatta, teBombaij, en te Suratte, als particulieren te laaten reiideeren; dewelke alle de zaaken en den handel der Compagnie voldoende hadden kunnen beftuuren, zonder de noodelooze onkoften van etablisfementen en alles wat daar aan vast is. Zoo lange de inlanders, Mooven, of Mogcllers, nog meesters in dieplaatfen waren, waren zeker zulke etablisfementen, die zich verdedigen konden, noodzakelijk; doch na dat de Engelfchen er zoo volftrekt de meesters zijn geworden zijn dezelve nutteloos. XXV. Pag. 145. regel 3. Het artikul van de vrijj vaart, enz. De ondervinding heeft reeds doen zien, dat de vooruitziende vreeze van den aucteur zonder grond is geweest. In de volgende nota zal er meer van gezegd worden. XXVI.  AANTEKENINGEN. 361 XXVI. Pag. 146. regel 5. Al wat i% tot hier tot, enz. Veele van onze landgenooten zullen en moeten met reden verbaasd liaan wanneer ze deeze zinfnede van onzen aucteur lezen, en een bewindhebber der Oostindifche Compagnie in het jaar 1785 hooren zeggen, dat het groot voordeel der Compagnie bij den exclufiven handel der fpecerijen meer in schijn dan in waarheid befiaat. Echter heeft de aucteur volmaakt gelyk, en bewijst zijn gevoelen volkomen. De boeken en rekeningen der Compagnie laaten er geen twijfel aan. Hoe koomt het dan, dat het gevoelen , dat de uitfluitende handel der fpecerijen de hoofdbron van ^Compagnies welvaart was, zoo algemeen is en als zeker bcfchouwd wordt ? Om even dezelfde reden, waarom het vooroordeel, of de vooronderflelling, dat de handel op Oost-indië niet anders dan door eene uitfluitende Compagnie kon gedreven worden, voor eene grondwaarheid wierdt gehouden, welke niemand durfde tegenfpreken of in twijfel trekken. Of nu echter de fpecerijen, en vooral die der Molukkos, zijnde nagelen , nootemuscaaten en foelij , voor een vrijen en open handel gefchikt zijn, is eene andere vraag, die meerder onderzoek vereischt. De nooten en foelij, als groeijende alleen op de Bandafche eilanden, zouden als een regalia alleen voor den ftaat uitfluitende Z 5 be-  3/<2 AANTEKENINGEN. behouden kunnen worden; doch de nagelen, die op Amboina, Ceram en alle de Mol ukfche eilandengroepen, zijn moejelijker onder het monopolie te houden, zonder door de maatregelen van afzondering en verhindering van andere cultuuren, die daar toe noodig zijn, aan de eilanden-, en dus aan de bezitters van dezelve, aan onze republiek, tien, ja mogelijk honderd maal meer nadeel toetebrengen , dan de uitfluitende handel der nagelen voordeel geeft of geven kan, XXVII. Pag. 148. regel 7. Om de abuizen die by de Oost-Ind. Comp. permanent moeten weezen, enz. Kan men wel eene naïver en rondborftiger bekentenis doen dan deeze ? Een fijstema moet toch wel zeer flegt zijn , waar in de abuizen permanent moeten wezen ! Niets is zeker volmaakt onder de zon, en niets kan het zijn; evenwel kan men zoo veel mogelijk trachten het naaste daar aan te koomen. XXVIII.  AANTEKENINGEN. 36? XXVIII. Pag. 148. regel 13. De omftandigheden, enz. Bewijst dit ook niet, dat , daar de omftandigheden veranderd zijn. men ook van maatregelen moet veranderen ; en dat de invloed en uitbreiding der Engelfchen in Oost-indie wel. degelijk mede oorzaaken zijn van het verval der Compagnie, en noodzakelijk maaken, het beuuur over de bezittingen , en den handel op dezelve, pp een anderen voet te brengen? xxix. Pag. 149. regel 13. Om de Maatfchappij weder in dien ftaat te brengen, enz. Wie moet niet verfchrikken die dit leest! En echter heeft het niets geholpen. Maar blijkt ook hier uit niet duidelijk, dat alle die onkosten ten laste van den geheelen handel, van alle de koopmanfchappen der Compagnie moeten koomen; en dat dus be wezen is, dat de handel der Compagnie voor haar nadeelig was, en wel zóónadeelig, dat ze alle jaaren noodzakelijk verfcheiden millioenen agter uit moest gaan; die alleen door den ftaat uit de belastingen op de ingezetenen konden gefourneerd worden; en helaas maar al te veel en te Jigtvaardig gefourneerd  364 AANTEKENINGEN. zijn geworden ? Zoude het mogelijk zijn, langer ïn eene zulke bewezen dwaaling te willen voortgaan ? XXX. Pag. 154. regel 7. Geen: nieuwe lasten opleggen, enz. Als de Compagnie alleen en uitfluitende koopman in dc bezittingen wilde zijn, kon zij zeker geene andere belastingen invorderen. Als men alle winften voor zig neemt, en niets aan de ingezetenen overlaat, zoo als 'het geval was, dan kon men niets meerder vergen. Maar als de ftaat een politiek beftuur over de bezittingen aan ftel t, eigendom van land en vrijheid van handel geeft, dan kan men van de ingzetenen belastingen eisfehen; en die zullen dan veel meerder opbrengen, dan ooit het voordeel van den uitfiuitenden handel kon doen. XXXI. Pag. 155. regel 19. En met het te vooren berekende, enz. Wie dit volgende tafereel met aandacht overleest zal moeten overtuigd zijn, dat fret onmogelijk was de Compagnie te redden; of, om dit denkbeeld beter uittedrukken, om, volgens het fijstema van eene uitfluitende Com- pag-  AANTEKENINGEN. pagnie, van onze bezittingen in Oost-indie en den handel op dezelve, voor onzen ftaat en deszelfs ingezetenen, nut en voordeel te trekken. XXXII. Pag. 160. regel 24. Volkplantingen, enz. Het woord Volplantingen wordt hier door den aucteur verkeerdelijk gebruikt. Wij hebben in Oost-indie geene eigenlijke volkplantingen. De caap de Goede-hoop is er eene, doch deeze'behoort tot Africa. Het overige zijn bezittingen; landen, die door min of meer befchaafde volkeren bewoond worden, en waar van dc opperheerfchappij aan ons gekoomen is. Het is noodzakelijk dit onderfcheid te maaken, alvoorens over het beftuur, voor zulke bezittingen het best gefchikt, te willen oordeelen; het zij men dezelve zedekundig of ftaatkundig befchouwe. XXXIII. Pag. 161. regel 17. Koophandel alleen, enz. Door de vrije vaart op onze bezittingen in Oost-indie z*l de koophandel in ons land mogelijk verdubbeld worden j  566" AANTEKENINGEN. den; althans de Oost-indifche handel tienmaal zoo groot en belangrijk als onder het uitfluitend voorrecht der Compagnie. XXXIV. Pag. 164. regel 2. Honderd duizenden van akkeren, enz. 7n de West-indien, ja; doch in de Oost-indien, neen; niet een duizendfte gedeelte van het geen gedaan had kunnen worden. XXXV. Pag. 164. regel 8. Catoendrukktrijen, enz. Het eiland Java alleen kan zoo veel katoen opleveren als voor onze manufaktuuren cn katoor.drukkerijen noodig is, en zelfs door geheel Duitschland tot dit oogmerk kon gedebiteerd worden; ja ook zoo veel als voor den handel op China noodig was. Nu, onder het ijzeren juk van uitfluitenden handel der Compagnie, wordt er alleen zoo veel katoen aangeplant, als cr noodig is tot de katoene garens, die men de inwooners met ftokflagen dwingt te fpinnen en aan de Compagnie te leveren. XXXVI.  AANTEKENINGEN. XXXVI. Pag. 166. reg?l i. De veragteritig van fommige Fab; icquen, enz. Als de Javaanen en andere inlanders in onze bezittingen eigendom van land zullen hebben, vrij over de voortbrengzelen van hunnen arbeid zullen mogen befchikken, en den prijs daar voor verkrijgen en houden, dan zullen ze van zeiven ook meerdere behoeften leeren kennen en trachten te genieten. Wat zullen onze fabrieken dan niet aan de behoeften van vijf millioenen menfehen alleen op Java kunnen aanbieden en vertieren ! Van bier houden de Javaanen zeer veel, als ze het maar betaalen kunnen; doch niets voorhunneproducten krijgende, zijn ze buiten ftaat om iets te kunnen koopen? Men zegt tor wederlegging van mijn fijstema, dat de Javaan uit den aart lui, vadzig en onverfchillig is; dat hij niet zoude willen werken als hij er niet door geweld toe gedwongen wierdt; en als hij vrijheid verkreeg geheel werkeloos zou worden. Dit is onwaar; de Javaan is niet van zulk een aart; ook is hij zulks niet uit verfchil van luchtltreek. De Javaan is lui en onverfchillig door den invloed der regeringsform en het verkeerd beftuur daar hij onder zucht. Waar geen eigendom, noch van land, noch van perfoon, noch van iets hoegenaamd bekend is, daar kan ook noch werkzaamheid, noch induflrie plaats vinden. Wie niet zeker is, of hij het veld dat hij bebouwt tot het aanftaande jaar zal behouden; wie niet zeker weet hoe veel van de voortbrengzels van zijn veld en zijn arbeid  36*? AANTEKENINGEN. beid men hem zal afeisfchen; Wie niet verzekerd is, dat als hij een ftukje geld , goud , of eenig ander kleinood heeft, het hem niet zal afgenomen worden, zonder ergens recht daartegen te kunnen krijgen; die kan zeker geen grooten prijs ftellen op de vermeerdering en verbetering van het geen hij bezit, noch zeer werkzaam zijn tot verkrijging van meerder. Doch laat eens eigendom van land , vrijheid van befchikking over deszelfs voortbrengzelen, en evenredigheid van vastgeftelde belastingen aan den inlander verzekerd zijn, dan zal men hem fpoedig van aart zien veranderen en werkzaam worden. De Chineezen zijn er een treffend voorbeeld van. Minder aan willekeurige behandeling onderworpen; meer zeker van eigendom; ziet men ze over geheel Java werken en zwoegen, en alles doen en onderncemen om geld te winnen. Men behandele de Javaanen op dezelfde wijze, en men zal er dezelfde uitwerkzelen van zien. XXXVIL Pag. 171. regel 5. Tot den Handel der Compagnie, enz. De handel der Compagnie was zonder twijfel aanzienlijk ; en, offchoon in de afgelopen eeuw nadeelig voor zich zeiven, en in 't einde ook voor den ftaat, die om haar te reddeij millioenen op millioenen opofferen moest, echter nog voordeelig voor veele'ingezetenen en individus, die daar door winften maakten. V Be  AANTEKENINGEN. i6g De aucteur, om het nut en de voordeden, welke de Oost-tndifehe handel aan de ingezetenen van dit land toebrengt, aantetoonen, maakt eene optelling van dezelve, dewelke, indien ze niet door jaarlijks toeneemende en niet voortekoomen veragteringen der Compagnie verkregen moesten worden, van zeer veel nut en voordeel voor de ingezetenen van dit land zouden zijn. Dan, die veragteringen daar gelaaten, en alle deeze voordeelen flegts in 't afgetrokken befchouwende, laat ons eens met dezelve vergelijken het nut en de voordeelen, die een vrije handel en een beter of politiek beftuur, en aan den ftaat, en aan de ingezetenen van ons land kunhen bezorgen. Naar de Oost-indien zouden jaarlijks vier honderd fchej>en kunnen vertrekken, door eikanderen van driehonderd lasten ieder; waar van ik zes groote van vijfhonderd lasten ieder ftelle voor China; omtrent drie honderd voor het eiland Java, de Molukkos, en alle de eilanden gelegen beoosten ftraat Sunda; en omtrent honderd voor de caap de Goede-hoop, het eiland Ceilon en de west van Jn die. Dit is niet overdreven gerekend; en ik meen goede bewijzen ter ftaaving van mijne Helling te zullen kunnen bijbrengen. t De provifiën, behoeften en noodwendigheden, die jaarlijks naar Oost-indie zullen moeten en kunnen gezonden worden, zullen verre 26 a 28 tonnnen gouds overtreffen. Het politiek beftuur over de bezittingen zal ruim zoo veele provifiën, behoeften enj noodwendigheden noodig hebben als het beftuur der Compagnie had. Deeze zullen door den ftaat bezorgd en afgezonden moeten worden, het zij met deszelfs eigen ooriogfcheA a pen ^  370 A A N T E K E N I N G E N. pen, -of op vragt met de particuliere fchepen, die den handel op Oost-indië zullen drijven. De particulieren, die zich in onze bezittingen, het zij als planters of als kooplieden, zullen nederzetten, zullen veel meerder provifiën en behoeften noodig hebben en verteeren, dan ooit door de dienaaren der Compagnie gedaan wierdt. i De inlanders zelve, meerder prijs voor hunne vruchten en voortbrengzelen verkrijgende , zullen ook meerder trek voor onze vaderlandfche provifiën en behoeften krijgen, en, die betaalen kunnende, ook wel koopen. Eindelijk, onze bezittingen eene grooter hoeveelheid voortbrengzelen opleverende, zullen dezelve daar voor natuurlijk naar evenredigheid eene grootere menigte van koopmanfchappen uit onze landen noodig hebben en kunnen vertieren.. Aan gemunt en ongemunt goud en zilver zal men, als dit vertier van Europifche koopmanfchappen naar wensch toeneemt , minder behoeven uittezenden; offchoon, het metaal flegts als koopmanfchap befchouwende, dit voor ons niet nadeelig kan zijn. Echter kan Oostjndië ruim goud genoeg voor de binnenlandfche circulatie , zoo niet zelfs voor den vervoer naar Europa, opleveren; zilver, en vooral koper, blijven dan zeer voordeelige voorwerpen van vervoer van hier naar derwaards. Als voor den vreijen handel op Oost - indie vier honderd fchepen gebruikt kunnen worden, behoeft het geen betoog, dat de aanbouw,uitrufting, &c. van dezelve, ruim zoo veel hout zal behoeven , en ruim zoo veel nrbeidsloonen onder de menfehen zal brengen , als voorheen de werven der Oost-indifche Compagnie, j Ook  AANTEKENI NG, E N. 37, Ook zullen de winften en voordeelen op zulk een uitgeftrekten handel , die nog uit zoo veele nieuwe takken en artikelen zal kunnen beftaan, welke de Compagnie onmogelijk kon omvatten, en echter door haar uitfluitend voorrecht voor anderen verloren gingen, voorzeker verre overtreffen de interesfen en uitdeelingen, die jaarlyks door haar onder de ingezetenen van deezen ftaat gebragt wierden. Gelijk mede de fortuinen, die als dan op eene eerlijke en meer geëvenredigde wijze gemaakt zullen worden , te faamen oneindig meerder zullen bedragen dan die, welke door de dienaaren der Compagnie gemaakt worden; en waar omtrent groote opmerking verdient het geen de aucteur in zijne ne nota van dezelve zegt, dat ze, hoe nader aan deezen tijd, des te meer toeneemen; terwijl juist in tegenovergeftelde evenredigheid, hoe nader aan deezen tijd, de verliezen en veragteringen der Compagnie toegenomen zijn. Het welk een denkbeeld van de eerlijkheid en kunde der Compagnies dienaaren in deeze laatfte tijden geeven kan. De maandgelden, die de ftaat aan zijne dienaaren, uitmaakende het politiek beftuur over onze bezittingen, zal moeten geven, zullen veel meer bedragen, dan wat de Compagnie aan haare dienaaren betaalde; vermits men gerust vooronderfteL len mag dat de ftaat, wijzer dan de Compagnie, deszelfs dienaaren eene betaame'ijke belooningzaltoeleggen, en niet, zoo als deeze , door ze niet of flegt te betaalen , en nog amptgelden en andere lasten op te leggen, noodzaaken, en zoo te zeggen wettigen, tot het zoeken van middelen , om door fteelen en bedriegen een beftaan te vinden. De zeelieden, die tot het bevaaren der vier honderd Aa 3 fche-  27- AANTIKENINGEN. fchepen noodig zullen zijn, zullen ook meerder maandgelden te famen genieten dan die der Compagnie. De carga's, eommisfionairs en anderen, die door de particuliere kooplieden tot het drijven van den Oostindifchen handel gebruikt zullen moeten worden, zullen dan ook meerder moeten zijn dan bij de Compagnie, en dus ook meerder winnen behaalen. Met de vier honderd fchepen, die ik ftelle. dat jaarlijks tot den Oost-indifchen handel gebezigd zullen worden , vermeene ik dat dan ook wel ruim voor tweehonderd millioenen guldens aan voortbrengzelen en koopmanfchappen jaarlijks in ons vaderland aangebragt, en daar, tot verder vervoer en vertier door geheel Europa, verkogt zullen worden. Men vergelijke nu de bovengemelde opgaave met die van den aucteur, en bellisfe dan wat nuttiger, wat voordeeliger voor ons land en deszelfs ingezeten zij, de Compagnie of een vreije handel. Ik weet wel en verwagte, dat men mij voor vermetel en mijne opgaave voor overdreven zal uitkrijten. Doch, in plaats van te fchreeuwen, gelieve men mij met grond te wederleggen. Ik voege hier bij eene calculativetabelle van de voortbrengzelen, die het eiland Java alleen jaaalijks voor den vervoer naar Europa, naar China, en naar de west van Indië kan opleveren; de prijzen, die dezelve bij, inkoop zouden moeten kosten; hoe veel men daar op , als belasting, als een inkoomen voor .het land zoude kunnen heffen; hoeveel aan vragt voor den overvoer hefteed en verdiend konde worden; hoeveel ieder artikel dan vrij aan den koopman hier zoude te ftaan koomen; en hoeveel zijne vJnst zoude bedragen; a.ls ook hoeveele fche-  AANTEKENINGEN. 373 fchepen, en fcheepslasten omtrent daar toe noodig zouden zijn. Waar bij ik ter fpeculatie en tot vergelijk gevoegd heb eene authentique tabelle, van het geen het eiland St. Domingo nog in 1791 aan Frankryk opgeleverd heeft; eene korte opgaave van den handel en de inkoomften van onze Oost-indifche Compagnie; eene diergelijke van de inkoomften der Engelfchen van hunne bezittingen; en eindelijk een appercu van de inkoomften, die het eiland Java. direkt, na aftrek der onkosten van beftuur en verdediging, aan onzen ftaat zoude kunnen opbrengen ; benevens een refumé van alle de voordeelen en winften, die daar uit, en voor de republiek, en voor alle de ingezetenen derzelve, noodzakelijk moeten voortvlocijen. Het is onmogelijk mij zeiven tegenwerpingen te maaken, en die te gaan wederleggen; maar dat die geenen, die aan mijne opgaaven en ftellingcn twijfelen, of overtuigd zijn dat ik dwaale, de pen opvatten, mijne dwaalingen aantoonen, en mijne (tellingen wederleggen. XXXVIII. Pag. 173. regel 31. Men ga eens na, zo zulk een handel, enz. Hier begaat de aucteur weder een verfchrikkelijken misflag in de redenering. Want, hoe kan men als eene gevolgtrekking van het verval of de vernietiging der Compagnie als zeker ftellen , dat daar door de handel op Oost-indië geheel ftiL zoude moeten ftaan, ten zij men eerst bewezen hebbe, dat de handel op Oostindie volftrekt niet anders dan door eene • uitfluitende Compagnie kan gedreven worden? hetwelk echter, zoo' Aa i ais  374 AANTEKENINGEN. als mij voorkoomt, noch door den auteur, noch door iemand anders, ooit voldoende gefchied is. XXXIX. Pag. 174. regel 10. Die tot de fchepen, enz. Indien , zoo als ik blijve beweeren, de meeste van deeze artikelen op ons eiland Java zeiven gevonden worden; zoo zal men mij toch, hoop ik, niet tegenfpreken, dat daar van gebruik te maaken voor ons voordeeliger zal zijn, dan die uit het noorden te haaien. XL. Pag. 176. regel 7. Niet dan bij' wijze van een groote Compagnie, enz. Mij dunkt integendeel, dat juist die uitgelrrektheid en omliagtigheid een bewijs is, dat die handel niet door eene Compagnie, of een beftuur, kan gedreven worden. Het is niet mogelijk, dat één bewind of ééne adminiiïratie alle de takken en vakken van een zoo uitgeftrekten handel omvatten kan; noch ook een zodanig vermogen , geld of crediet bij de hand kan hebben, als daar toe vereischt wordt. Alles wat du.^ door de Compagnie niet omvat kan worden, en echter door particulieren , uit hoofde van haar uitfluitend voorrecht, niet mag ondernomen worden, gaat voor het algemeen welzijn verloren. De  AANTEKENINGEN. 375 De inleiding van het eerfte octrooi der Compagnie bewijst hier ook niets; want de tijden en omftandigheden waren toen geheel verfchiliende van de tegenwoordige, zoo als ik reeds hier boven breedvoerig aangetoond heb. En zoo al in Frankrijk het vooroordeel voor de monopolie bovengedreven heeft; zoo heeft echter de ondervinding ook federt weder bevestigd, dat de'handel op Oost-indie, in den tegenwoordigen tijd, zonder territoriaale bezittingen geen voordeel mee:- aanbrengt, hetzij dezelve door eene Compagnie, of door particulieren gegedreyeii wordt. XLI. Pag. zc6. regel 9. Het geene van onze Coloniën in Amerika, enz. Allerbelangrijkst is deeze opgaave, en ik bidde mijne leezers die met allen aandacht te willen nagaan. In de bijlaage La. K. vindt men een korten ftaat van onze West-indifche coloniën. Suriname, Demerarij, Esfeqttebo en Berbice, in Guiana gelegen, zijn eigenlijk landbouwende volkplantingen. Men vergelijke nu de uitgeftrektheid, vruchtbaarheid, en bevolking van die vier coloniën alleen met het eiland Java; en wanneer men mij dan toeflaan wil, dat dezelfde oorzaaken dezelfde gevolgen of uitwerkzelen moeten voortbrengen, dan laat ik gerust aan den oordeelkundigen ftaatsman over te bellisfen, of mijne berekeningen van het geen ik vermeene dat Java opbrengen kan gegrond of ongegrond zijn. Nu ftelle men eens dat de West-indifche Compagnie nog beftond, en haar uitfluitend voorrecht over de coloniën Aa 4 uft.  37 volftrekt geene andere drijfveer noch beweegreden hebben dan menschlievenheid, godsdienst, rede, rechtvaardigheid, en zucht voorde eere en zedelijke waarde van hunne landgenooten, zoo is het natuurlijk dat ze minder kracht kunnen oeffenen dan eene partij, die, door baatzucht, eigenbelang en hebzucht aangedreven, niest ontziet om heur fchandelijk doel te bereiken. pm te doen zien , hoe ik er over denk, en altijd gedacht heb, zal, ik hier agter voegen eene verhandeling,  AANTEKENINGEN. 379 ling , die ik over den flaavenhandel en flaavernij in Oost-indie heb opgefleld , toen men aldaar de tijding van de omwenteling van 1795 kreeg. Deeze proeve zalj hoop ik, doen zien, dat, getrouw in de beginfelen, ik echter nimmer van de regelen van voorzichtigheid en goede ftaatkunde ben afgeweken. XLIII. Pag. 215. regel 13. Dat onze Republicq haar aanzien, enz. Ik moet wederom herhaalen, dat hier Oost -indifche maatfchappij in plaats van Oost-indifchen handel gefteld is, endaar door een fophisme veroorzaakt, het welk nog meer verkeerdeliik toegepast wordt, door onze bezittingen in Oost-indie als een noodzakelijk eigendom van de Compagnie te befchouwen, even als of die bezittingen niet door den Haat bezeten noch beftuurd konden worden! XLIV. Pag. 215. (regel 2. van onderen. Omtrent de Bezittingen zal ik met de afgelegendfle beginnen, enz. De aucteur, anders zoo kundig, zoo geleerd, zoo diepdenkende, geeft hier eene befchrijving van onze Oostindifche bezittingen , die alleroppervlakkigst, allerellendigst  38o AANTEKENINGEN. digstis. Ik zal hier niet treden in altè de bijzonderheden nooa,g om dit te bewijzen; doeh alleen een hobfdmisllag over de bevolking van Java aanftippen. In de 4e. nota geeft de aucteur dezelve op, volgen, de verhandelingen van het Bataviaansch genootfchap, oP 2,029,915, zielen. Deeze opgaave is allergebrekkigst, doch kon in dien tijd door dat genootfchap niet anders gedaan worden. De regering van Batavia kende zelve de volkrijkheid van Java niet; en nimmer waren er behoorlijke tellingen der volksmenigte gedaan. Ik zal dus niet uitweiden-om alle de misflagen, waarin de aucteur, door gebrek aan onderrichting, in zijne befchrijving van onze Oost-indifche bezittingen vervalt, aan te toonen , en eene betere en meer richtige in de plaats te geeven. Gedeeltelijk heb ik zulks gedaan in mijn bericht van den tegenwordigen toeftand der Bataaffche bezittingen th Ooft-indië, en zal het mogelijk verder en omftandiger in een nader werk doen; wanneer ik zal mogen ontwaaren , dat de opmerkzaamheid van mijne landgenooten , en van het gouvernement deezer republiek, op die onwaardeerbaare bezittigen gevestigd wordt, en men van dezelve al dat nut en voordeel zal poogen te trekken, dat daarvan s volgens mijn oordeeel, door een goed beftuur kan getrokken worden.. XLV. Pag. aai. regel 16. Cabo de goede hoop, enz. Als men eene analijfis maakt van het geen de aucteur hier van die volkplanting zegt, fchoon kort en «uis-  AANTEKENINGEN. 3{fi duister, zal men zien, dat onder het lijstema der Compagnie geen bezitting kon bloeijen; want zonder den handel van en op dezelve vrij en open te ftellen konden ze geene winften of inkoomften geeven, zonder welke men echter de noodige onkosten van beftuur, en vooral van verdediging, niet kon vinden. Men zal ook in de gefchiedenis der Compagnie doorgaans vinden, dat dezelve geduurig, of door de groote onkosten van verdediging agteruit gegaan is, of'door dezelve te verwaarloozen bij het uitbreken van den oorlog haare bezittingen zonder flag of ftoot is kwijtgeraakt. Indien nu bewezen is, dat, — eene Compagnie het beftuur of oppergezag over bezittingen in handen hebbende, en alléén bij uitfluiting den handel in die bezittingen zelve willende drijven, — dat dan zeer veele takken van handel, door haar onmogelijk kunnende omvat, en door anderen niet mogende gedreven worden, ftil liggen, en voorden welvaart verloren gaan; en dat, door alle de inwooners van die bezittingen te dwingen alle hunne vruchten en voortbrengzelen bij uitfluiting voor een zeer geringen prijs of voor niet aan haar te leveren, waar bij zij nog als fouverain rechter m haare eigen zaak is alle naijver en werkzaamheid uitgedoofd wordt , en 'niet een tiende, ja mogelijk niet een twintigfte gedeelte voortgebragt wordt, wat anders door die bezittingen voorge. bragt kon worden; dan dunkt mij dat de vraag, of dit fystema goed of niet goed is, niet langer onbeantwoord zal behoeven te blijven. Als men aan de inwooners en landbouwers van de Caab den vrijen verkoop en uitvoer van hunne producten zal toeftaan, zal men, door eene geringe belasting van uitgaande recht of tol op dezelve te leggen, fpoe, ■ • ' dig  382 AANTEKNINGEN". dig eene voldoende inkoomst verkrijgen, om rijkelijk de kosten te vinden, die tot eene goede verdediging en beftuur van die volkplanting noodig zijn; en de inwooners zelve zullen gretig daar toe medewerken. XL VI. Pag. 333. regel 4. van onderen. Onze Coloniën ztjn daartoe ook niet van die uitgeftrektheid', enz. Onze coloniën in de West zijn mogelijk daar toe niet uitgeftrekt genoeg; doch onze bezittingen in Oost-indie bieden daar ruim veld genoeg toe aan. Dan, de inrichting der Oost-indifche Compagnie, haar fijstema, baar. monopolie, hebben dit belet. Daar zij den handel in alle haare bezittingen bij uitfluiting vol/trekt alléén wilde uittoeffenen, en geen eigendom van. grond wilde gedogen , die ook onder een monopolie onmogelijk of zonder voordeel is; zoo kon men ook geene capitaalen, noch tot den landbouw, noch tot den handel, in dezelve aanleggen. Men ga eens na, welke aanzienlijke capitaalen, federt den val der West-indifche Compagnie, of federt het ophouden van derzelver nitfluitenden* handel, uit deeze republiek befleed zijn om plantagien in de West-indifche volkplantingen aanteleggen , en den handel van en op dezelve te drijven! Men overdenke eens hoe veele onkosten er vereischt wierden, om de gronden aldaar te ontginnen, gebouwenaanteleggen,flaaven te koopen, enz. om daar voordeel van te trekken; en men vergelijke dit dan met de voordeelen, die deeze zelfde capitaalen, op het eiland Java aangelegd, zoude» roort-  AANTEKENINGEN. 35-'3 voortgebragt kunnen hebben. Op dat eiland ligt nog meer grond onbebouwd dan tweemaal onze republiek groot is; deeze grond, als aan niemand toebehoorende , kon zonder iemand te benadeelen aan planters voor niet afgegeeven zijn. Die grond is zoo vruchtbaar, dat dezelve geene de minde onkosten behoeft » om te ontginnen; huizingen en gebouwen zijn er nog minder noodig, en kosten daar bij veel minder om optezetten op Java dan in de West-indien; eindelijk kan men daar planiagien aanleggen en gronden ontginnen met vrije menfehen, als huurlingen , die veel minder zelfs van onderhoud kosten dan de flaaven in de West-indiën, en waar toe geene capitaalen vereischt worden om ze re koopen; zonder dan nog eens van het onzedelijke en fchandelijke van den flaavenhandel te fpreken. Wanneer nu Java onder een politiek beftuur wierdt gebragt; eigendom van land zoo aan den inlander voor het reeds bebouwde, als aan Europeers , Chineezen en andere inlanders voor het ledig liggende wierdt afgeftaan ; en den vrijen handel, of verkoop van de vruchten van den grond, open gefteld; dan zouden niet alleen zeer veele van onze landgenooten, die thans hier in het vaderland moeijelijk hun beftaan vinden, en ook andere Europeers, daar door eene fchoone gelegenheid aangeboden worden , om, of door den landbouw en aanleg van plantagien, of door den koophandel op het eiland, niet alleen aan den kost te koomen, maar zelfs op eene eerlijke wijze in eenige jaaren, vrij aanzienlijke fortuinen te kunnen maaken, om die vervolgens in het vaderland te koomen genieten, gelijk ik dit voorheen al heb aangemerkt; maar ook aan veele rijke lieden of capitalisten een weg geopend worden, om hun geld op eene voordeelige wijze aan-  3*4 AANTEKENINGEN. aanteleggen, welke veel meer tot welvaart en voordeel van het vaderland zoude verftrekken, dan het plaatfen van geld in de fondfen van vreemde mogenheden; waar door men zich bloot (lelt aan het gevaar van banoueroeten terwyl door het belang, het welk de ingezetenen van dit land' daar door m den welvaart van zulke mogenheden krijgen dikmaals onze waare ftaatkundige belangens tegengewerkt worden. Capitaalen op deeze wijze aangelegd zouden in onzen boezem, want onze bezittingen moeten als ingelijfd m ons aanwezen befchouwd worden, blijven; en de bloei en welvaart van onze bezittingen die van ons vaderland zijn. XLVJI. Pag. a»7. regel 7. Ver boyeo de duizend Millioenen guldens,, enz. De aanmerking van onzen aucteur, dat dc overwinften van landbouw, werkzaamheid en koophandel niet, gelijk in andere landen, in landgoederen, gebouwen en bmnenlandfche inrichtingen aangelegd kunnen worden uit hoofde van de kleinheid van ons land en het gering getal van inwooneren, is zeer juist en zeer opmerkenswaardig. De groote winften, die door onze ingezetenen door den zeehandel behaald wierden, overtroffen de capitaalen die men in den koophandel kon gebruiken Hier door wierdt de intereft van het geld zeer gering en men zogt buiten 'slands gelegenheid om zijn geld op eene voordeeliger wijze te plaatfen. De gouvernementen , en vooral het Engelfche, maakten gebruik daar van;; bijzonder daar hunne ftaatkundige ontwerpen, door de gemakkelijke wijze om beleeningen te vinden  AANTEKENINGEN". 3 Sa- den , zoo zeer bevoorderd wierden. Hier uit zijn die ontzaglijke nationaale fchulden gefproten, die de grootfte Itaatsmannen doen verbaasd ftaan en den wijsgeer bedroeven. Hoe noodlottig dezelve ook voor ons land, en als eeri ftaat befchouwd, en voor de bijzondere ingezetenen, mogen zijn, zoo blijkt echter juist daar door, dat nog op dit oogenblik ons land , naar evenredigheid van deszelfs grootte en bevolking, het rijkfle van geheel Europa is. Men berekehe onzen nationaalen rijkdom volgens de regelen van de beste ftaatkundige rekenaars van deeze eeuw» bijzonder aetur young, een Engelschman , en gentz, eenDuitfcher, en men zal bevinden, dat dezelve als nog overtreft dien van groot Brittannie. Ik voele in mij, noch de.krachten, noch ook de vereïschte kundigheden , om hier een volmaak finantieel tafereel van den rijkdom van ons land op te geven, en mijn onderwerp vordert dit ook niet; doch ik hoop den leezer geen ondienst te.zullen doen,'met eene enkele fchcts te geven tot ftaving van het door mij* ter neder gefielde. De geheele masfa van onze nationaale fchuld zijn wij aan ons zeiven, of aan de ingezetenen van ons eigenland , fchuldig; dus, zoo wel als de mationaale fchuld als debet tegen ons koomt, zoo koomt ook dezelve weder als credit, als eigendom van ons zeiven, als ingezetenen, ten onzen voordeele. Welke natie is nu met ons in hetzelfde geval? Geen ééne. Wij, of de ingezeten van ons land, zijn voor een groot gedeelte geinteresfeerd in de Engelfche nationaale fchuld; even zoo bij de Franfche republiek, en bijna alleen, en bij uitfluiting, in alle de fchulden van Rusland, B b Oog-  38* AANTEKENINGEN. Oostenrijk, Zweeden, Deenemarken, en andere landen; zonder dat, noch de ingezetenen van die landen, en noch veel minder andere natiën, eenig deel van aanbelang daar in hebben. Als men nu deezen rijkdom, of deel in den rijkdom van andere natiën, voegt bij onzen inwendigen rijkdom, beftaandein grond, gebouwen, manufaótuuren, kostwinningen, goud, zilver en andere kostbaarheden, die nog op dit oogenblik in ons land, naar deszelfs grootte en bevolking, verre die van andere volken, ja zelfs der Engelfchen , overtreffen; dan zal men mijne Helling zeker niet als overdreven befchouwen. Wel is waar dat onze welvaart zeer verminderd is, en de gevolgen daar van zichtbaar zijn. De oorzaaken daar van zijn genoegzaam bekend; maar de uitwerkzelen hebben, door bijzondere qmftandigheden, het gewigt der. oorzaaken overtroffen; cn daarom ook, als door den ïijd en den vrede deeze oorzaaken weder weggenomen zulleti worden, zullen ook de gevolgen rasch verdwijnen. Gebrek aan vertrouwen , of crediet, zoo nationaal als particulier, en ftagnatie in den omloop van geld , zijn wel dc voornaamfte uitwerkzelen van die ongelukkige tijdsomftandigeden. Oorlog, oneenigheid, burgertwisten, veroorzaakten dezelve; vrede, vereeniging, order, zullen het nationaale en particuliere crediet weder herftellen en het geld als voorheen voor den dag doen koomen. En wanneer men dan van onze Oost-indifche bezittingen dat nut en voordeel zal weeten te trekken, waar voor dezelve vatbaar zijn, kan 'men al zeer fpoedig op een volkoomen herftel van onzen nationaalen en particulieren welvaart en voorfpoed hoopen en ftaat maaken- XLV1IL  AANTEKENINGEN. 387 XLVIII. Pag. 230. regel 5. Met de Oost-lndifche Compagnie te niet ging? enz* Hier is al wederom het woord Oost-indifche Compagnie in ftede van Oost-indifchen handel gebezigd. Ja zeker zoude de voornaamfte bron van onzen welvaart, de zeehandel, door het verlies van onze Oost-indifche bezittingen en den 'handel op dezelve te niet gaan» maar niet door het vernietigen of affchaffen der Oost-indifche Compagnie! Zijn dit niet twee zeer verfchillende denkbeelden ? • XLIX. Pag. 235. regel 8. Met een korte Schets te geeven, enz. Het tafereel, dat de aucteur in het einde van dit hoofdftuk van den algemeenen handel van Europa met de drie overige waerelddeelen geeft, raakt niet onmiddelijk het oogmerk van mijne aantekeningen, en zoude een voorwerp van zeer groot aanbelang worden, dat wel eene opzettelijke behandeling zoude verdienen. Ik zal. hier alleen zeggen, dat het mij voorkoomt, dat de fom der' produkten, die de aucteur opgeeft jaarlijks door Amerika aan Europa geleverd te worden, veel te gering gefteld is, en, naar het geene'ik uit authentieque ftukken daaromtrent vernomen heb, veel meerder bedraagt. Ik zeg dit hier alleen om de tegenwerping voor te koomen, die men maaken mogt tegen de door mij opgegeven Eb 2 fom  383 AANTEKENINGEN. fom van producten, welke men, naar mijn oordeel, en beter in qualiteit, en voor een minderen prijs, uit onze Oost-indifche bezittingen , doch voornaamelijk van het eiland Java, jaarlijks aan Europa zoude kunnen bezorgen. • L. Pag. 353. regel 14. De Vaart van Haven tot Haven, enz. De vaart van haven tot haven, even zoo als de Engelfchen zulks reeds federt veele jaaren gedaan hebben, voor een ieder open en vrij te ftellen, zoude zeker van veel nut, en een eerfte flap tot verbetering geweest zijn. Doch dit was onder het fijstema en beftuur van onze Compagnie onmogelijk. De dienaaren van onze Compagnie de hooge regering van Batavia, en de gouverneurs van alle ondergefchikte comptoiren , bezaten en oefFenden eene veel te groote en willekeurige magt uit, dan dat ooit de vrije handel van haven tot haven in Indie, onder zulk eene regeringsform, zoude hebben kuanen bloeijen. Een ieder, die Oost-indië kent en er geweest is, zal hier in met mij inftemmen. De Engelfchen hebben wel nog eene Compagnie, doch die drijft niet bij uitfluiting handel in alle de voortbrengzelen van hunne bezittingen; en hunne regering, fchoon door de Compagnie betaald , wordt echter door de kroon aangefteld en is aan wetten onderworpen. Dit alles maakt de ftaat van zaaken in hunne bezittingen, fchoon met den naam in fommige opzichten overeenkootnende, geheel van aart verfchillende met den onzen. Zo  AANTEKENINGEN, 3S9 Zo als het beftuur of de regering in onze bezittingen tot nog toe is geweest, en nog is, is het drijven van handel in dezelve onmogelijk. u. - Pag. 356. nota' 3. regel 5. van onderen. Dus de fortuinen die in 'tland uit.de Oost Indien komen, enz. Is het niet aanmerkenswaardig, dat, daar juist de fortuinen, in Oost-indië gemaakt, hoe digter bij onzen tijd des te meerder toegenomen zijn, nog in eene veel grootere evenredigheid de Compagnie, hoe digter lij onzen tijd hoe meer agter uit is gegaan? LIL Pag. 260. regel 3. Met een Don gratuit van 35 a 30 ' v Millioenen, enz. Daar het onmogelijk is, dat de Compagnie, op diert voet blijvende voorthandelen, zoo als tot nog toe gefchied is, ooit het capitaal van haare fchuld kan afbetaalen, en ook niet de interesfen, zoo mag men de door den ftaat verfchoten of geguarandeerde lommen wel reeds als een don gratuit befchouwen , en dat vaa een honderd en twintig millioenen , in plaats van vijf-en twintig a dertig millioenen, zoo als de aucteur voorftelt. En heeft ,dit nog de Compagnie gered? B b i Lilt.  3Q9 aan tekeningen. lui. Pag. a6i. regel 10. In eenen goeden ftaat van dcfenfie, enz. Ja zeker is het allernoodzakelijkst onze bezittingen in Oost-indië in een go^den ftaat van verdediging te ftellen; doch dit is onmogelijk onder het beftuur der Compagnie. Op de wijze zoo als die beftaat zijn de daar toe benoodigde onkosten te groot. Handel alleen, zelfs uitfluitende, kan geene voordee-len geeven , die aan het doen van zulke onkosten geëvenredigd zijn, en territoriaale revenuen kunnen de bezittingen niet opbrengen , als ze aan het juk van een uitfluitenden handel onderworpen zijn, en er geen eigendom van land in erkend en befchermd wordt. En zonder uitfluitenden handel, om het beftuur te voeren over die bezittingen;, is eene Compagnie nutteloos; dan zoude het een expeditie-bureau, of rekenkamer voor de Oost-indifche bezittingen worden; waar toe de Engelfche Compagnie genoegzaam gebragt is. liv. Pag. 263. regel 1. Dat er op het Eiland Ceilon, enz. Ceilon diende ook zeker beter verdedigd te worden. Dan, wat de aucteur verder zegt toont, helaas! al weder verregaande onkunde van ,den ftaat der zaaken in die gewesten aan. De Engelfchen zijn zoo volkoomen meester in Indostan, dat wij daar volftrekt niet meer in de minde aanmerking koomen.  AANTEKENINGEN 39* LV. Pag. 2.64. regel a. van onderen. In een groot en vruchtbaar Land, enz* Wanneer men de groote volkrijkheid en vruchtbaarheid van het eiland Java opgeeft en bewijst, en hetzelve met onze republiek vergelijkt, hoe kan men dan twijfelen aan de berekende heeveelheid, welke het eiland aan inkoomften zoude kunnen opbrengen, en aan produkten voor den handel opleveren? Gelijke oorzaaken moeten gelijke gevolgen hebben. LVI. Pag. a68. regel 9. Tot het Confiitutioneele van het land, enz. Gode zij dank, dat deeze fchandelijke misbruiken niet meer tot het conjlitutioneele van ons land behooren, en God geeve dat ze er niet weder toe gemaakt worden. Indien men de Compagnie met een monopolie wilde herftellen, of, wat nog erger was, den Oost-indifchcn handel voor rekening der republiek wilde drijven, de Aziatifche raad het bewind doen worden, en de leden daar van edele achbaare heeren bewindhebbers, dan zoude dit zeker het geval wezen. God bewaare ■ ons vaderland voor eene zulke gebeurenisr Bb 4 LYIL  328 AANTEKENINGEN. LVII. Pag. 28 r regel 8. Van de TheeHandel, enz. De handel op China, en vooral de thee-handel, is van het grootfte aanbelang voor ons land. Dan , dezelve js van een geheel anderen aart dan de overige handel op Oost-indië. De Europeaanfche volken mogen alleen in de haven van Canton handeldrijven, en zijn daar nog bepaald om alleen te mogen handelen met eene Compagnie kooplieden , die daar toe het uitfluitend voorrecht van den keizer van China hebben. Het is ontwijfelbaar, dat daar, waar maar één verkooper is, en op dezelfde wijze waar maar één kooper is, dezelve veel voordeel heeft tegen veel verkoopers en koopers in concurrentie. Eene Compagnie met een uitfluitend voorrecht zal dus den handel op China met meerder voordeel kunnen drijven dan particulieren, die eikanderen in den weg zullen ftaan; en zulks om dezelfde reden, waarom in tegenoverftelling de handel op alle andere plaatfen in Oost-indië veel beter door particulieren dan door eene Compagnie kan gedreven worden. Men zoude dan aan onze Oost indifche Compagnie, als eene fchadeloostlelling, deezen handel kunnen afftaan. Ontlast van het beftuur en de daar aan verknogte uitgaaven over onze bezittingen, en ook van haare fchulden, door den ftaat overgenomen, zoude zij met nieuwe krachten, ijver, en crediet deezen voordeeligen handel kunnen beginnen, en daar door de eigenaars der actiën in dezelve, die deeze meest voor hooge prijzen inge- kogt  AANTEKENINGEN. 393 kogt hebben , wederom herftellen en van eene geheele ruïne bevrijden. Deeze handel zoude men kunnen brengen op zes groote fcheepsladingen 'sjaars, ieder van omtrent.vijfhonderd lasten. Van Java , Banka en de Molukkos zoude men tin, peper, fpecerijen, vogelnestjes, tripangs, aggar aggar, en andere voortbrengzelen voor dien handel kunnen krijgen, die voor rekening van particuliere kooplieden op vragt vrij geladen, te Canton verkogt konden worden; op voorwaarde van het daar van koomende geld in de kas der Compagnie te ftorteu, om haaren inkoop van thee te betaalen, en daar voor wisfels op Europa te verleenen, betaalbaar na den verkoop van de thee; hetwelk, zoo niet voor het geheel, ten minften voor een gedeelte, het uitzenden van contante fpecien naar China zoude uitwinnen. Ook zoude men dan deezen handel nog tot een groot oogmerk dienstbaar kunnen maaken, naamelijk om ook in tijd van vrede altijd eene aanzienlijke marine in dienst te behouden. Dit ontwerp zoude hier in beftaan, dat men fchepen van den ftaat, gevoerd door officieren en bemand met equipagien van den ftaat, tot deezen handel gebruikte. Ik ftelle dat, om alle jaaren zes groote fchepen naar China te zenden , men agttien fchepen noodig heeft, want voor dat de eerfte bezending weder 'thuis is dient, niet alleen de tweede, maar ook wel de derde zoo al niet te vertrekken, ten minften gereed te zijn. Oorlogfchepen van zeventig ftukken, wanneer de onderfte batterij daar uit genomen wierdt, zouden daar toe zeer gefchikt zijn ; of wel men zoude fchepen opzettelijk B b 5 daar-  2i)4 AANTEKENINGEN". daarvoor bouwen, die, tot laden gefchikt, echter in geval van oorlog, door eene onderfte batterij intenemen, -tot oorlogfchepen gemaakt konden worden. Zes zulke fchepen zouden dan ieder jaar, gecommandeerd door officiers en bemand met equipagien van den ftaat, in December of Januarij esquadersgewijze uit de havens der republiek uitzeilen , Batavia aandoen om daar in te neemen de hier bovengenoemde artikelen van koopmanfehap voor China; vervolgens naar Canton zeilen, die goederen losfen, en de ladingen thee inneenen; van waar in November weder vertrekkende, het -'squader aan het noorder eiland of in ftraat Sunda, dan wel nog beter in ftraat Balij, de particuliere koopvaardijfchepen 'onder convooi zoude moeten neemen, en met dezelve naar het vaderland ftevcnen. De capiteins en officieren van deeze fchepen zou!en zich in het minne niet met den koophandel en ladingen moeten bemoeijen. Daar toe zouden ftiper carga's aan boord van ieder fchip moeten zijn, die eerst te Batavia dc goederen voor China ontfingen, vervolgens daar losten , en de thee weder in deeden laden; terwijl tot den inkoop van thee in China eii verdere verrichtingen van handel vaste commisfarisfèn voor de Compagnie, zoo als voor de Engelfche compagnie plaats heeft, aldaar beftendig zouden blijven renderen. De Compagnie zoude aan den ftaat een vast bepaalden prijs, van eoo veel voor ieder iast, voor de inlading in die fchepen betaalen; en alle onkosten van dezelve door den ftaat betaald worden. Hier door zoude de Compagnie zeker zijn, om voor een bepaalden prijs, met goede fchepen, jaarlijks zes aan-  AANTEKENINGEN. 395 aanzienlijke ladingen thee uit China te kunnen krijgen, en dat zonder groote capitaalen, tot het aanbouwen en uitrusten van zulke fchepen noodig, te moeten vooruitfchieten. De ftaat daarentegen zoude fteeds agttien fchepen van linie in werkelijken dienst, en zoo te zeggen altijd op zee hebben. De officieren en equipagiën, daar toe noo_ dig, zouden niet alleen daar door eer» goed en voordduurend beftaan krijgen, maar ook veel ondervinding en kundigheid door menigvuldige en lange reizen zich eigen maaken. En wanneer dan onverwagt een oorlog ontftond, behoefde men die fchepen flegts hunne onderfte batterijen te doen inneemen , en men had agttien fchepen van linie, met kundige en bevaaren officieren en matroozen. De Compagnie kon wederom een voordeeligen handel drijven, zonder door het beftuur over de bezittingen in Oost-indië aan groote uitgaaven en verliezen blootgefteld te zijn; en de actiën zouden fpoedig, zoo al niet tot hunne voorige waarde reizen, ten min ften weder op een goeden prijs koomen, en de ongelukkige eigenaars voor hun geheel bederf bevrijd worden. LVIII. Pag. 284. regel 2. Door den OostIndifchen Handel zoo veel mogelijk uittcbrciden, enz. ' Den O0si-indifchen handel uittebreiden , dit ben ik met den aucteur volkoomen ééns; doch dat dit door de Com-  39° AANTEKENINGEN. Compagnie konde gefchieden, dit ontken ik; en ik vermeen het voldoende bewezen te hebben. Geene Compagnie, bij uitfluiting allen handel in en op uitgeftrekte landen en bezittingen voor zich voorbehoudende, kan alle de takken van handel in zulke landen en bezittingen omvatten; en door dien dezelve dan, uit hoofde van dit uitfluitend voorrecht, door geene anderen mogen bij de hand genomen worden, zoo moeten alle die takken vervallen en tot groot nadeel en bederf der bezittingen verftrekken. Het eenige middel dan om den Oost-indifchen handel zoo veel mogelijk uittebreiden, en daardoor tot voordeel van ons land te doen ftrekken, is denzelven volkoomen vrij en voor ieder open te ftellen , zoo als met het gelukkigfte gevolg reeds federt veele jaaren op onze Westindifche volkplantingen gcfchied is; en ook onze Oostindifche bezittingen, die wederkeerig tot grond en voedzel vau onzen Oost-iudifchen handel moeten verftrekken, en wederom van dien handel hun bloei ontleenen, onder een goed politiek beftunr te brengen, gegrond op eigendom van land en vrijheid van handel of uitvoer van produkten, waar door dezelve fpoedig zeer aanzienlijke territoriaale inkoomften aan den ftaat zullen kunnen opbrengen. Of de voordeelen, welke een zulk fijstema belooven, niet verre overtreffen alle die, welke de Compagnie tot hier toe heeft opgeleverd, of nog van dezelve te verwagtcn zijn, laat ik aan het oordeel van den befchciden Jeezer over.  AANTEKENINGEN* 357 LIX. Pag. a86. regel 10. Ik ben moede om bij aanhoudendheid tegens de vooroordeelen van 't bewind te worjlelen, enz. En wie zoude niet moede worden te worftelen tegen zülke ingewortelde vooroordeelen en onkunde, als onze natie federt zoo veele jaaren omtrent eene zoo belangrijke zaak , als onze Oost-indifche bezittingen en den handel op dezelve , als verblind hebben! Ja het was moeijelijk, misfehien volftrekt onmogelijk, in den tijd van onzen aucteur, om iets van belang tot herflel én verbetering-te doen. Doch wie wederhoudt ons thans? Waardoor zijn wij nu gebonden? LX. Pag. 287. regel 5. Dat er door den over leedenen Heer Thomas Hope, enz. En wat moet men van dit (luk wel zeggen? Kan men het bijkans geloven, dat men voor den,bekenden kundigen bewindhebber v. u. oudermeulen geheim gehouden heeft het geene door den bewindhebber Thomas hope tegen hem en zijn ftelfel gefchreven was? En dat dit door het bewind zelve gefchiedde ? Moet men zich dan verwonderen dat alles zoo liegt behandeld is ? LXI.  39* AANTEKENINGEN. LXI. Pag, 288. regel 9. De in ge. zetentn toch, die geene Capitaalen in de Comp, hebben, enz. Ik ontken de gegrondheid deezer redenering. Het is de ingezetenen deezer republiek, al hebben ze geen deel in de compagnie, niet om 't even , of dezelve agteruit of vooruit ga. Want als de Compagnie agter* uit gaat, en zoo agteruit gaat als in de laatfte twintig jaaren, dan vervalt niet alleen de geheele handel op Oost-indie, maar men loopt gevaar denzelven voor onzen ftaat geheel te verliezen. Het neemen van onze bezittingen door de Engelfchen is voornaamelyk toetefchrijven aan het verzuim om dezelve in goeden ftaat van verdediging te ftellen , veroorzaakt door de verkeerde doch onvermijdelijke zuinigheid fen geldgebrek der Compagnie; als ook aan de ellendige keuze van haare dienaaren , welke onder] zulk een fijstema niet anders mogelijk is. Het is dus het belang van allen en een iegelijk in deeze republiek, die nog eenige waarde aan het woord Vaderland hecht, dat, zoo dra wij vrede krijgen, onze bezittingen in Oost-indie onder een goed beftuur gebragt worden; en den handel op dezelve op de beste en voordeeligfte wijze Jvoor het algemeen belang geregeld en ingericht worde. Den ftaat heeft reeds over de honderd millioenen aan de Compagnie voorgefchoten, en die zijn verloren. Wie heeft die honderd millioenen opgebragt? De Ingezetenen. En zouden die dan geen belang er in hebben, of de Compagnie agter uit ging of niet? LXII.  AANTEKENINGEN. 399 LXIL Pag. 291. regel 12. Niet alle op gelijken voet, enz. Onze braave aucteur (laat hier den fpijker op den kop; doch zal in zijn tijd er zich geene vrienden door gemaakt hebben. Dan, zonder het voorige te wraaken , jaaten wij ons verheugen thans in de mogelijkheid te zijn, om het algemeen belang te kunnen behartigen, en dit dan ook doen. LXI1I. Pag. 293. regel 11. Ons Gemeene Best door opvoeren, enz. En dit kan nog gefchieden , en wel voornaamelijk door onze Oost-indifche bezittingen en den handel op dezelve. Men onderzoeke ten minften. Zoo'[ik onwaarheid zegge, men bewijze het. Zoo ik dwaale, men toone het aan. Zoo ik verkeerd redeneere, men wederlegge mij.   VAN EEN ONGENOEMDE N; MET DERZELVER WEDERLEGGING.  Confideratiën over het belang dat de Republicq heeft by den Oost-Indifchen Handel in het algemeen, en in het by zonder by het beftaan der Nederlandfche O. I. Compagnie. i. Het oogmerk, van deeze Memorie is om aan te toonen op eene zoo klaare en zoo korte wyze als de aart der zaaken het toelaat; o. Voor eerst, Het important belangen dat hébben, — en de Commercie, — en de Navigatie die in Europa gedreeven worden door de Ingezeteiien van deezen Staat by den Handel der Nederlandfche Maatfchappy op de Oost Indien. 3. Ten tweeden, het belang van het Gemeene Land met relatie tot zyn Finantieweezen, en het beftaan van veele duizenden haarer Ingezetenen by de inftandhouding van die Maatfchappy. 4. Ten derden, om aan te toonen de moreeleonmooglykheid dat de Handel op de Oost-Indien door Particuliere Kooplieden op den duur gedreeven kart worden; immers nimmer op zodanig eenen geéjetendeerden voet, dat daar uit voor de Commercie en de navigatie hier te Lande evengelyke voordeelen zouden kunnen refulteeren — als thans die beiden takken van den Handel zoo als dezelve thans door de O. I. Compagnie gedreeven word. En 5. Eindelyk, Dat in gevallen tegens alle die reedenen aan — tegen alle eigen ondervinding — tegens die der Vreemden aan, men goed konde vinden  CALCULA TI V E BEREKENING FAN DE INKOOMSTEN EN VOORDEELEN, DIE HET EILAND JAVA, ONDER EEN GOED BESTUUR, ZOUDE KUNNEN OPLEVEREN, VERGELEKEN MET ANDERE BEZITTINGEN EN VOLKPLANTINGEN. IFroduct2n I £ aid I i 1 •= ê ëI ili s " i \ 3 « ïl H ~ ï ] &f die het eiland £ g ^ " 2 Ï^S ï §-8 opleveren kan tot |. E 11^8 8 8 1 1 | I = | «' 1 £1 S | | ~ § |J & l§ naar Europa. g g fflBca^l^g§g >S " 3 J •§ S " g_g j| roffij! i l » ioo,ooo,ooo. 4ft. /2o,ooo,oco. | J 11. { ƒ 5,000,000. j aft. ƒ10,000,000. " 7 I ƒ35,000,000. Jo ft. ƒ50.000,000. ?as,ooo.' ioo^'j De Nederlandfche Oost-indifche Compagnie 3ePer. . . 10,000,000. | 5- 2,500,000. li- .750,000. 2- ,1,000,000. 8j - j 4,250,000 I2 - 6,oooooo. 2,500. 10. zond jaarlijks naar Indië 30 Schepen, kreeg :atoen. . . 80,000,000. 4-j 16,000,000. 1- 4,000,000. 2- 8,000,000. 7' 28,000,000. 12- 48,000000. 20,000. go. jaarlijks t'huis 25 S. aan goederen uit geheel suiker. 100,000,000. 3- 15,000,000. f- - 2,500,000. 2-j 10,000,000. &s - 27;5oo,poo. 8- 40,000000. 25,000. i00. Indië op zijn hoogst voor ndigo. 1,000,000. f4- 4,°oo,coo. 8" 400,000. 2-} 100,000. ƒ 4'10- 4,500,000. ƒ 5. 6,000000. 25e. 1. /20 000 000 *rrak. leggers. 100,000. ƒ80. 8,000^000. ƒ20 2,000,000. ƒ100. 10,000,000. ƒ200. 20,000,000. ƒ300. 30,000000. 20,000. 80. waar onder van China. . . 4,'ooo'ooo' Zacao. . . . ff. 1,000,000. aft. 100,000. "rfoo. 2ft. 100,000. 4jft. 212,500. 7 ft. 350,000 250. 1. fpecerijen. ^ooo^ooo Zurcuma. 1,000,000. 4- 200,000. J- 50,000. [ 2- 100,000. 7 - 350,000 10- 500,000. 250. 1. De huishouding in Oost-indië kostte jaar' jange peper. 100,000. 4- 20,000. I- 5,oco. 2- 10,000. 7 - 35,000. J0 - 50,000 lijks ƒ4,000,000 meer dan ze opbragt. kaart-peper. j 100,000. 3- 15,000. 3- 2,5co. 2- 10,000. SJ - 27,500. 8 40,000. Het eiland Java kostte jaarlyksch ƒ2,000,000 ramarinde. 100,000. 2- 10,000. J- ï 1,250. 2- 10,000. 4Ï - 21,250. 6- 3o,oo0. meer dan het opbragt; en in de laatfte twintig :ardamom. ' 20,000. 1/1. 20,000. 4. 4,000. 2- 2,000. ƒ 1,-6. 26,000. ƒ 2. 40,000. : 1 jaaren is de Compagnie /120,000,000 agter lijst. lasten. 10,000. (ƒ70. 700,000. f 10 „ƒ100,000. ƒ300.1ƒ 3,000,000. ƒ380. ƒ3,800,000. ƒ600. 6,000,000. 10,000. 30. uitgegaan! Dito tot vervoer ~ ƒ66,565,000.1 ƒ14,825,250. ƒ42,332,000. ƒ123,722,250. : ƒ187,0]0,000. ~~ IÖT ' „ . - „ —— 103,250. ^ s naar Chma. . . ; t : Zuiv.wmst. ƒ 63,287,750. f 0 0 , Vogelnestjes, ff. 40,000. 1 ƒ40. / 1,600,000. ƒ 2. ƒ80,000. Het eiland St. Domingo is half zoo groot als Java; en daar van was het Franfche gedeel- Bengalen alleen geeft aan Engeland jaar. Tripangs. 500,000. 4IL 100,000. ift. 25-000. te maar een derde; echter heeft het nog in 1791 opgeleverd ter waarde van ruim lijks zestig tot zeventig millioenen guldens^ Agar agar. 1 100,000. 2- 10,000. £- 2.500. ƒ 100,000,000. aan Producten, die van daar naar Frankrijk gevoerd zijn. zuivereterritoriaaleinkoomften. Hunne ove- Naar den overwal fjniker. . . 4 8 Tó^ol,^. Dewelke voortgebrag7zijn~ao7r ^^"M te f™ ook ™° veel; dus en de west van Indië. , Coffij .... 68,151,180. eene bevolking van omtrent500,000. 120'000'000' buiten de winften op tijst. lasten. 25,000. ƒ60. ƒ1,500,000. ƒ10. ƒ250,000. Catocn .... 6,286,126. menfehen, waar onder 450,000 ne fabak. fB. \ 5,000,000. 4&. 1,000,000- ift. 250,000. illdig0 .... 930,016. gerflaaven , die ieder op ruim ~ " ' ïout, lasten. f 10,000. ƒ20. 200,000, f 5. 50,000. Gacao .... isofloo. f 1090 te ftaan koomen. En naar Het eiland Java, onder een goed beftuur, 3iversfe, als ^ Stroop . . Oxh. 29,502. Frankrijk overgevoerd in $«o met eigendom van land, vrijheid van han- Sénitries , Cadjang, Olij. J Tafia . . dito. 303. fchepen of vaartuigen, te famen del &c., kan jaarlyks opbrengen aan iakoom- &c. &c. . . . . . | . . 125,00°. ■ • . 7'250' Huiden . . Cotés. 7,887.- van 189,679 ton. Dus ieder om- ften. j ƒ71,100,000. ' 16,210000.' Ruwe huiden. Baatten. 5,186 trent 325 ton. In en uitgaande rechten, ƒ 10,000,000 Caret • • • • 5,000, Hoofdgeld 8,000,000. |__ Hout van Campéche. « 1,500,000. ' Land-tax 8,000,000. Het eiland Java alléén zoude dan jaarlijks, in omtrent 400 fchepen, in het vaderland kunnen invoeren producten, die voor ƒ 187,010,000 verkogt, aan de Het eiland Java is 2 maal zoo groot S Andere belastingen . . . 4,000,000. :ooplieden eene zuivere winst zouden geven van ƒ63,287,750, en aan de rederijen doen verdienen ƒ 42,332,000; behalven nog de winften, te behaalen op de als St. Domingo; dus 6 maal ƒ30,000,000 ;oederen naar derwaards te zenden, en de winst die daar door aan de nationaale fabrieken zoude koomen; want als de inlander geld voor zijne producten zal zoo groot als het Franfche gedeel- Onk. voor beftuur, verded., &. &. io'ooo 000! crijgen zal hij ook geld aan vaderlandfche manufactuuren kunnen bededen. te daar van; ■ en heeft zeker vijf ■ , millioenen inwooners ; dus 10 Zuivere winst " /ao,ooo,ooo. Imaal zoo veel als het Franscb gedeelte van St. Domingo. |   Wederlegging van nevensgaande confideratiën; en beloog, dat ds republiek wel veel belang heeft bij de bezittingen en handel van Oostindie ; maar niet in het beftaan der nederlandfche Oost-indifche Compagnie. 1. Het. oogmerk van deeze wederlegging is om, op eene zoo klaare en korte wijze als de aart der zaake toelaat, aantetoonen, 2. Vooreerst, het important belang, dat de flaat, zoo wel. als.de commercie en navigatie,, die in. Europa door de ingezetenen deezer republiek gedreven en geoeflend worden, bij den vrijen handel op Oost-indie hebben ; 3. Ten tweeden, Het belang van het gemeene land, met betrekking tot zijn finantiewezen, en het beftaan van veele duizenden van deszelfs ingezetenen, bij den vrijen handel op. Oost-indie; 4. Ten derden, om aan te toonen de mogelijkheid, dat de handel op Oost-indie zeer wel door particulieren op den duur kan gedreven worden; en dat op zoodanig eenen geëxtendecrdcn voet, dat daar uit voorde, commercie' en de navigatie oneindig grodtcre voordeelen zullen kunnen refulteeren — dan vóór deezen uit die beide takken., van handel, zroo als dezelve door de Oost-indifche Compagnie1 gedreven wierden; en 5. Eindelijk, dat, in gevalle, om alle die gegronde redenen en uit overtuiging, men goed konde vinden eene proeve te neemen van het openftellen dér vrije vaart, ' C c 2 ■ déi?.  404 CONSIDERATIEN* WEGENS DE O. I. COMP. den eene proef te neemen van het openftellen der vrye Vaart; de Republicq deeze proef ten allerduurfte te ftaan zoude kunnen koomen; vermits op de wyze, op welke men de Posfeslien bezit, meer dan waarfchynelyk, zoo niet genoegzaam zeeker is, dat by het neemen van die proef de kostbaarfte Bezittingen verlooren zullen zyn. 6. Tot betoog van het eerfte point heeft men blotelyk in te zien, de nevensgaande Lyst van het bedragen der Goederen die 's Jaarlyks by de Oostindifche Compagnie zyn verkogt. Uit die lyst ontwaard men, dat niettegenftaande den Oorlog waar in de Republicq met het Ryk van Frankryk is geweest, den Handel noch in Indien, noch hier te Lande heeft ftil geftaan — dat niettcgenftaande de Maatfchappy eenen voor haare Finantien zoo drukkenden Oorlog heeft moeten voeren met den Keizer van Candia, en wel van het Jaar 1759 tot 1764. — en niettegenftaande de aanmerkelyke verliezen van Retourfchepen, ontwaard men egter, zeg ik, niet te min uit die Lyst, dat zederd den Jaare 1749 tot 1781, en dus in 33 Jaaren , dat bedragen nimmer beloopen heeft een mindere fomme dan ongeveer Negentien Millioenen Guldens 'sjaars, zoo men daar van uitzonderd de 3 Jaaren van 1751, 1753 en 1757, ja zelfs, dat er. Jaaren zyn geweest, dat die Verkoopingen hebber» opgebragt meerder dan 35 en 27 Millioenen Guldens. 7 Men vermeent met de uiterfte fid'utie temogen ftellen, dat ieder gereedeiyk zal'toeftaan dat niet dan  ■ WEDERLEGGING VAN DSZELVE. 405 deeze proef de republiek groot voordeel «oude aanbrengen ; dewijl de bezittingen, die onder den uitfluitenden handel der Compaguie kwijnen, door den vrijen handel zullen bloeijen en groote voordeelen geven; zoo als de vrije handel ook tienmaal importanter zal wezen" dan die der Compagnie ooit geweest is. 6. Uit nevensgaande lijst ziet men, dat de Compagnie, in haare voordeeügfte Jaaren, door eikanderen op zijn hoogst voor f 20,000,000 aan goederen uit Oost-indie en China naar het vaderland gebragt, en daar verhandeld heeft. Als de vaart naar Oost-indie opengefleld wordt kan men als zeker ftellen, dat door de particuliere kooplieden voor de waardy van f 200,000,000 producten uit Oost-indie en China naar het vaderland gebragt, es daar verhandeld zullen worden.. 7. Hoe meerder producten tut Oost-indie en China zullen gebragt worden „ zoo veel te groo-  4^-5 C0NSIDERAT1EN WEGENS DE O. L COMP. dan een zeer klein gedeelte van die Jaarlyks verkogte Goederen, of tot den fleet, of tot de Confumtie hier te Lande benoodigd zyn — en dat verre de meeste aan vreemde Europifche Natiën verkogt worden. 8. Dit zoo zynde ontdekt men zelve de aanmerkelyke Branche van Commercie en Navigatie die deeze Indifche Goederen in Nederland te weege brengen. 9. Immers veele vreemde Natiën zenden in betaaling van die Indifche Goederen, de Producten die in hunne- Landen vallen, en vervolgens word door die vervoer van Indifche Goederen, en dooiden afhaal van de Producten uit de Landen der Koopers, de Navigatie zeer aanmerkclyk bevoordeeld. 10. Men onderftelle dat deeze Indifche Goederen of niet, of niet in zoo grooten getale wierden aangebragt, wat zoude — en den Handel en de Navigatie dezer Landen daar door niet eenen gevoeligen neep worden toegebragt? wie toch kan betwisten dat eene Jaarlykfche omzetting van 30 Millioenen of daar omtrent van het uiterfte belang voor beiden is. 11. liet is daar en boven onbetwistbaar, dat Compagnien van andere Mogendheden alle de Zeilen, maar immer mogelyk, zullen byzetten om in dat geval hunne Negotie op de Indien te extendeeren, en het natuurlyk gevolg da..r van, moet deezen fataalen flae toebrengen aan de Commercie en aan de Navigatie van de Ingezetenen van deezen Staat; — dat  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 40? ter zal het debiet aan vreemde Europefche natiën zijn. 8. Dit zoo zijnde, ontdekt men, dat de vrije vaart tienmaal zoo veel voordeel aan de commercie en navigatie deezer landen zal toebrengen. 9. De vreemde natiën zullen dan nog tienmaal zoo veel produften, of geld, in betaaling van die Indifche goederen naar herwaards moeten zenden; en dus zal door deezen grooteren vervoer van produaen, en afhaal der goederen uit de landen der koopers, de navigatie van dit land nog aanmerkelijk meer bevoordeeld worden. 10. Men onderftelle dat tienmaal zoo veel Indifche goederen als voor deezen worden aangebragt;welk een voordeel zal daar door aan den handel en navigatie deezer landen niet worden aangebragt! Wie toch kan betwisten dat eene Jaarlijkfche omzetting van 200 millioenen van het uiterfte belang voor beiden is? 11. Het is onbetwistbaar, dat de Compagnien van andere mogenheden als dan zullen ondervinden dat uitfluitende Compagnien tegen vrije handelaars niet aan kunnen; zoo dat dezelve, in dat fijstema willende blijven, hunnen handel zullen moeten verminderen, en daar door de* commercie en navigatie van deezen ftaat nog meer voordeel bezorgen. Eu de vreemde natiën, die nog gewoon zijn op Cc 4 d-  408 CONSIDERATIE!* WEGENS DE O. I. COMP. dat de vreemde Natiën die gewoon zyn de Indifche Goederen op onze Markten te koomen haaien en de Productei uit haare Landen in betaaling dezelve te zenden — Deeze Indifche Goederen haaien en vervolgens ook hunne Producten na die Landen zenden, daar zy de eerfte kunnen bekoomen, 13. Deeze omzetting van Indifche Goederen is niet alleen het voordeel dat de Commercieerende Ingezetenen van deezen Staat by den Indifchen Handel van de Compagnie hebben; ras ontwaart men dit uit de Lyst der Contanten die Jaarlyks na Indiën zyn verzonden — Het Zilver en het Goud worden uit andere Landen tot ons toege- bragt. Een aanzienelyk gedeelte van die Contanten beftaat, in hier te Lande gemunt Geld, en de Lyst zelve toont aan, en het belang der Commercie in het algemeen by die verzending en het voordeel dat het gemeene Land daar door bekomt met betrekking tot zyn Muntweezen. 13. Men hebbe wyders flegts in te zien de Lyst van den eisch der Behoeftens welke uit Indiën dooide Regeering van die Landen Jaarlyks gevorderd \vorden uit die Lyst confteert by voorbeeld, cm dit vertoog niet buiten paal en perk te extendeeen , dat Indiën alle Scheepsmaterialen hoe genaamd uit Europa ontfangen moet, Zoo nu den Handel op Indiën ophield, of in een aanmerkelyk getal verminderde, wat zoude dan niet de Commercie hier te Lande lyden? in de Articulen tot  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 409 de markten van die vreemde landen (Engeland) de Indifche goederen te haaien —s— en de producten uit hunne landen naar dezelve te zenden vervolgens hunne producten naar ons zullen brengen, en onze Oost-indifche goederen af haaien. En dat natuurlijk, om dat particuliere kooplieden, of vrije handelaars, hunne goederen altijd goedkooper geven kunnen, en ook geven, dan uitfluitende Compagnien. 13. Nog meer voordeel zullen de commercierende ingezetenen van deezen ftaat by het open zetten van den vrijen handel dan alleen de omzetting der Indifche goederen hebben. — Het zilver en goud zal ons in veel grooter hoeveelheid toegebragt worden : en veel minder zal naar derwaards moeten worden gezonden , in evenredigheid der vermeerdering van producten. — En het muntwezen , even als de particuliere ingezetenen, zullen nog meer voordeel daar van trekken. 13. Als de handel op Oost-indie open gefteld , en het beftuur over die bezittingen verbeterd wordt; zullen, zoo de regeering als particuliere kooplieden aldaar, en planters, die zich daar zullen nederzetten, veel meerdere behoeften noodig hebben dan ooit de Compagnie, vooral van fcheepsmateriaalen , voor zoo verre die van daar te bekoomen zijn , en van hiei aangebragt moeten worden; zoo dat en de commercie hier te lande in die takken, en de noordfche handel, door het openftellen Cc 5 der  410 CONSIDERATIES WEGENS DE O. I. COMP. tot de Scheepsbouw behoorende, in Masten, Hout Pik, Teer, en in één woord, wat zou niet de gantfche Noordfche Handel lyden? Genoeg is het deeze a a 3 Articulen aan te voeren Een inzien van deezen Eisch van Behoeftens zal ieder een het gewigt van deeze reflectie in het oog doen loopen, en ten eenemaale zoo men vertrouwd, doen zien, dat zoo ftilftond, of ophield den Handel der Nederl. O. I. Compagnie op haare Bezittingen, de nadeelige gevolgen voor de Handeldryvende Ingezetenen met alle den geenen, die daar door hun beftaan erlangen, met geene moogelykheid vooruit gezien kunnen worden. 14. Met opzigt tot het tweede Point behoord voor eerst in aanmerking te koomen, het gunt door de Generaale Compagnie aan de Admiraliteits Colle- gien betaalt word. Die Collegien genieten voor Uitgaande en Inkomende Regten van 's Lands Goe. deren en R.etouren, gelyk mede voor den Vrydom der Speceryen, wanneer die door Particulieren worden uitgevoerd, volgens eene Refolutie van Hun Hoog Mog. Jaarlyks een aanzienelyk bedragen van ƒ 383440: - 15. In de tweede plaats de ioofte en Aoofie Penningen op de Actiën, die wanneer de uitdeeling op dezelve gedecreteerd worden, tot iaj pCent, beloopen eene fom van ƒ389805: - terwyl men in het voorbygaan de vryheid moet neemen té marqueeren, dat deeze ia* pCent de laagfte uitdeeling is geweest di2 immer door de Comp. is gefchiëd, en dat vervol-  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 411 der vrije vaart ook aanmerkelijk «uilen bevoordeeld worden. - V 14. Het geen door de Compagnie aan de admiraliteiten, betaald wierdt, eu op ƒ 383,440 gefteld wordt, kan in geene dc minfte aanmerking koomen, in vergelijk van het geene door de particuliere kooplieden, als de vrije vaart opengefteld zal worden, van de importante fom van/200,000,000 aan goederen, het zij aan uitgaande rechten, bij vertrek of uitvoer uit.de coloniën, of aan iukoomende, bij uivoer ui de republiek,aan den lande zal kunnen betaald worden. Het welk, uit hoofde der groote winst op die produaen, al hoog gefteld kan worden. I5 Deeze fom moet eene drukfout zijn; want als de uitdeeling tegen i2JPCt.maar ƒ 831625 bedraagt;hoe kan dan de xoofte en 2oofte penriing daar op ƒ289805 bedragen? itS.  4« CONSIDERATIEN WEGENS DE O. ï. COMP. volgens het gemeene Land nimmer minder heeft ontfangen dan bovengemelde fomme van/289805: - 16. In de derde plaats de ioofte en aoofte Penningen op de Obligatiën lopende ten Lasten van ieder Kamer, bedragende een fom van ƒ 57119:en evengelyke Lasten op de Obligatiën lopende ten lasten van de Generaale Compagnie tot een bedragen van ƒ 56071: -: 17. In de vierde plaats, word by Amfterdam, die voor de helft hserideert in de gantfche Compagnie alleen aan ioofte Penningen, van de 18 Amfterdamfche Bewindhebberen, de Advocaten, en de Bediendens by die Kamer Jaarlyks een fom van f 17270: -: - betaalt, ongereekend de Amptgelden, die by het aanvaarden der Bedieningen van bovengemelde Perfoonen beloopen een montant van ƒ 120700:-:- en ongereekend de Fm> nisfementen zoo 's Jaarlyks, als by het aanvaarden van dc Ampten der 7 Bewindhebberen van de Buiten-Steden, en Provinciën ïn gemelde Kamer, indien men nu toeftaat dat deeze fom van ƒ17270:als alleen uit Bedieningen by de Kamer Amfterdam fpruitende, verdubbeld mag worden, gelykzeekerlyk niet te veel genoomen is, uit hoofde van het reeds gemelde: beloopen deeze vier Posten, die ten profyte van den Lande Jaarlyks gefourneerd worden een important bedragen van ƒ 820977:-:- 18. bit is het niet al dat 'sLands Finantien van de Comp. genieten. De Uitgaande Regten op de Goederen die voor reekening van vreemde Natiën by de Verkooping van de Maatfchappy ingekogt worden,  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. i34 16. De tranfaaien van obligatiën &c. &e. onder kooplieden, die door de vrije vaart veroorzaakt zullen worden, zullen oneindig meerder voordeel aan het land opbrengen. i7. Even zoo is het met deeze posten. Het voordeel, door zoo veele ambtenaaren nutteloos getrokken, zal aan aan den nijveren koopman koomen. 18. De uitgaande rechten, die betaald worden voorgoederen, voor rekening van vreemde natiën gekogt,eu op de goederen die de vreemde natiën in betaaling der Indifche zenden, zullen ook vermeerderen in evenredigheid  414 CONSIDEK.ATIEN WEGENS DE O. I. COMP. den, en op de Goederen die de vreemde Natiën in betaaling der Indifche zenden, zyn met geene juistheid te bepaalen, dan dit behoeft ook niet, 'men mag zig gerust verhaten, dat niemand in twyffel zal trekken, dat deeze geregtighedeneen aanaienelyk bedragen zullen beloopen. 19. Buiten dien moet in aanmerking komen het Waaggeld, dat op de Goederen betaalt word, en waarlyk deeze Post is van geen gering belang, want doch van den Jaare 1769 tot'1778 hebben de halve Waaggelden alle de Jaaren door den anderen geflagen, by de Kamer Amfterdam Jaarlyks beloopen een aanzienelyke fom van ƒ 34060: -: en nadien deeze fom viermaalen vermeerderd moet worden, door dien de Koper verpligt is, de wederhelft van dat Waaggeld te betaalen, en nadien de Kamer Amfterdam maar alleen voor de helft in de Comp. hajrideerd, bewyst het vervolgens, dat dit recht ongeveer ƒ 172240:-:- Jaarlyks heeft opgebragt, en deeze Post is niet te hoog genoomen, dewyl de Kamer Amfterdam altoos in de quotes der Retouren is benadeeld. 20. De impofitien op de Vivres, die in zoo groote quantiteiten naar Indiën gezonden [worden, beloopen meede aanzienelyke fommen, zy zyn voor zooveel Amfterdam alleen aangaat, buiten de Recognitie Goederen der Officieren, die alle meest in Dranken beftaan, tusfehen de ƒ 30000:-:- a ƒ 32000:-;- 'sjaars. Die op de grove Waaren en Materiaalen zyn mede van aanbelang; men vertrouwd dat men vyliglyk eene  • WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 415 heid van de vermeerdering van den gantfchen handel. 19. Daar de particulieren vol waaggeld zullen moeten betaalen, en dat voor tienmaal zoo veel goederen; zoo zal deeze poit twintig maal zoo veel opbrengen. 20. En dewyl oolc veel meer vivres of provifiën naar Iadie zullen kunnen en moeten vervoerd worden; zoo zal deeze post ook aanmerkelijk vermeerderen. 31.  416 CONSIDERATIEN WEGENS DE O. ï. COMP. eene verdere enumeratie kan ftaaken van die Articulen, die na de Indiën verzonden worden, 'sLands Impost fubjecl: zyn. ai. Het ter nedergeftelde bewyst genoegfaam van wat aanbelang de Nederlandfche O. f. Comp. is voor het Finantieweezen van den Staat, zy is het niet minder met relatie tot het beftaan van veele duizenden van haare Ingezetenen, immers zederd den Jaare 1759 tot ^Sc» zyn 645 Schepen, bemand met 175263 Koppen, verzonden. aa. By het uitbarften van deezen rampfpoedigen Oorlog, beftond de navale Magt van de Nederlandfche O. I. Comp. zoo in de Indiën als hier te Lande in 60 Schepen van — 150 voeten. 47 van voeten. 16 van — 136 a 9 voeten. IA3 Schepen totaal. A3. Alle die Schepen zyn gebouwd, geëquipeerd op de Werven van, en door de refpeétive Kameren, de uitrusting der Manfchap is in dit Land gefchied, wat een onnoemlyk getal Menfehen is door dat bouwen van die Schepen, door het toetakelen van dezelve, door die uitrustingen niet aan de kost geholpen? wai  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 4*7 21. Het nedergeftelde bewijst genoegzaam, dat, zoo de nederlandfche Oos-indifche Compagnie voor het finantiewezen van den ftaat van het grootfte aanbelang is geweest, de vrije handel op Oost-indie nog van oneindig veel grooter aanbelang zal wezen; als ook voor het beftaan van veele duizenden van onze ingezetenen. Immers , zijn 'er, van 1759 tot 1780,645 fchepen, bemand met 175263 koppen, door de Oost-indifche Compagnie naar Indië verzonden, zoo kan men zeker ftellen . dat de vrije vaart wel van vier tot vijf honderd fchepen jaarlijks naar derwaards zal kunnen zenden; en, met Indifche en Chinafche produc_ ten beladen, in het vaderland te huis krijgen; in plaats van 25 fchepen, die de Compagnie op zijn hoogst kreeg. 22. Had de Oost-indifche Compagnie 123 fchepen tot die vaart noodig, zal de vrije vaart er wel duizend toe noodig hebben. 23. Alle die fchepen zullen in de republiek, of in de bezittingen der republiek, (voornaamelijk op het eiland Java) moeten gebouwd worden ; en de uitrusting der manfchap in deeze landen gefchieden. Welk een onnoemelijk getal menfehen zal als dan niet door het bouwen, toetakelen en uitrusten dier fchepen aan den kost koomen? Wat zullen de fabrieken deezer landen door Dd dee-  18 CONSIDERATIEN WEGENS DE O. I. COMP. wat hebben de Fabricquen dezer Landen niet door gemelde uitrustingen importante voordeelen bekoomen? — Het getal der Schepen t: overwegen, en ten verderen opzigte in te zien den ei«ch der Behoeftens voor de Indiën vermeld, zal ten allerduidelykften. doen ontwaren welk voordeel de Binnelandfche Fabricquen van het beftaan van de Compagnie bekoomen. 24. En hier mede overgaande tot het betoog, dat de Handel op Indiën door Particuliere Kooplieden op den duur niet kan gedreeven worden, verbeeld men zig dat in de eerfte plaats een zeer aanmerkelyke zwaarigheid zig opdoet in de lange reizen die de Schepen verpligt zyn afteleggen. Het is doch buiten bedenking na de Indiën en weder herwaards te vaaren, zonder onderhevig te zyn, aan zeer groote reparatien. Te vo )ren heeft men reeds gezegt dat indien uit zyn eigen boezem geene Bouwmateriaalen, en geene Equipagie Goederen voor de Schepen opleeverd, dat alles wat daar toe eenige betrekking heeft, derwaards uit Europa verzonden moet worden. Billyk valt de vraag, hoe de Particulieren met deeze Goederen gerieft zullen worden? veele van die Equipagie Goederen zyn aan een dadeiyk bederf onderhevig, de 'louwen by voorbeeld aan vérftikking; het Zeildoek aan verweering en verbroeijing, en daar dooris het niet te denken, dat 'er Lieden gevonden zullen worden, die in een nzeeker vooruitzigt zodanige Goederen, na zodanig een verren afftand, na de Indiën zullen zenden, om tiaar  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 419 deeze uitrustingen niet importante voordeelen bekoomen? — Het getal der fchepen te overwegen, en ten verderen opzichte intezien den eisch der behoeften voor Indië, die noodig zullen zijn, zal ten allerdnidelijkfteri doen ontwaaren, welk voordeel de binnenlandfche fabrieken van het openftellen der vrije vaart op Oost-indië zullen genieten. 24. En hier mede overgaande tot het betoog, dat de handel op Oost-indië, niet alleen zeer wel en op den duur door particuliere kooplieden kan gedreven worden ; maar zulks in allen deele veel voordeeliger voor deeze republiek en haare ingezetenen zal zijn; vindt men dat de zwaarigheid van de lange reizen der fchepen , die /onder het beftuur der Compagnie zoo veels moeijeiijkheden baarde, voorde vrije vaart veel geringer zal zijn. De groote reparatien, die fchepen na zulke lange reizen noodig hadden; de equipagie-goederen, bouwmateriaalen , die daar toe noodig waren, maakten zeer groote adminiftratien en overvoer van zulke goederen voor rekening der Compagnie noodzaake'yk. Dit veroorzaakte (en wie, die kennis van zaaken in Oost-indie heeft, durft of kan dit tegenfpreken?; veele corruptiett en malverzatien, die bij zulke uitgeftrekte adminiftratien onmogelijk zijn te weeren. Daarentegen, wanneer de vrije vaart voor particuliere kooplieden en reederijen zal open flaan, is daar voor niets te vreezen; die zullen hunne belangens beter weetcn te behartigen dan de Compagnie ooit doen kon of gedaan heeft. Ze zullen beter fchepen bouwen, die fneller zullen zeilen; dus korter reizen doen, en minder reparatie behoeven; ze zullen betere zeelieden over 't algemeen hebben dan de ComDd a pagnie  430 CONSIDERATIEN WEGENS DE O. I. COMP. daarvan Magazynen aanteleggen; een andere difficulteit is, van wien de Particulieren die Goederen zullen bekomen? met wien zullen zy handelen? den InlauJer is daartoe waarfchynlyk ongefchikt; en daar de distantie zoo groot is, laat het niet na zeer gevaarlyk tc zyn, zig op Commisfionairen of Agendarisfeu te vertrouwen, dewyl zy, die hunne Bezittingen in de West hebben, offchoon veel digter by geleegen, de beklaaglyke ondervinding daar van, al te zeer gehad hebben. £5. Een derde- zwarigheid ontftaat uit de keuze der Goederen, die men derwaards zal zenden. Europeefche Manufadtuuren, Behoeftens, van wat aart ook, en Provifiën, zyn hier toe zeer gefchikt, maar wanneer differente Menfehen Schepen naar Indiën zenden , behoorden zy met elkander te Convenieeren over de foorten en quantiteiten die zy refpeétivelyk zullen verzenden, ten einde niet door een al te grooten aanbreng van een en het zeilde foort, de Markt te bederven, en dat te meer , om dat veele Behoeftens en Provifiën meer dan andere Goederen aan een fpoedig bederf in het warm Climaat onderhevig zyn. •6.  WEDERLEGGING VAN DEZELVE, 431 pagnie had; betere matroozen; daar door beter order op hunne fchepen, minder zieken, kortere reizen en minder wanorde. Al het noodige tot reparatie van fchepen, dat in Indië niet te krijgen is; als yzer, fpijkers, touwwerk, (voor een gedeelte) zeildoek, pik, teer, harjpuis, &c. zal in menigte door deeze fchepen zelve, zoo voor eigen gebruik, als om met voordeel in Indie te verkoopen, naar derwaards overgebragt worden; alwaar het gretig door vrije kooplieden, die zich dan aldaar genoeg zullen nederzetten, opgekapt zal worden; en' dus voor fchepen, die het benoodigd zullen hebben, zal te krijgen zijn. 25 De zwaarigheid omtrent de keuze der goederen, door particuliere kooplieden naar derwaards te zenden, is ook van geen het minfte gewigt. Men geeve fJegts vrijheid en befcherming aan den handel, en dezelve zal rasch bloeijen. Zeker zijn Europefche manufactuuren, behoeften, en provifiën het gefchik'tst voor den vervoer naar derwaards. Reeds is aangetoond, dat, als de vrije vaart naar Oo^t-indie wordt opengefleld, en de bezittingen aldaar onder een ander en beter beftuur, dat eigendom van land, vrijheid van perfoon en handel, en onzijdige rechtvaardigheid tot grond heeft, gebragt zal zijn; niet alleen veele duizenden van Europeers, zoo van onze landgenooten als van andere natiën, zich daar als vrije kooplieden en als planters zullen etablislëeren; maar ook de Chineezen, Javaanen, Mailyers, en andere Indifche volken, voor hunne werkzaamheid en producten betaald wordende, eigendom verkrijgende, en door de wetten in het bezit daar van verzekerd en befchermd wordende, veel meer in ftaat zullen zijn, en begeerte verkrijgen, om zich voorwerpen van genieting, vermaak, Dd 3 ja  43 3 CONSIDERATIEN WEGENS DE O. I. COMP. 26. Even deeze zelve affpraak tusfchen de op Indien handelende Particulieren, is 'er nodig met opzigt tot de Retouren, die zy na hun Vaderland zullen vervoeren ; zoo zy niet onderling hunne Commercie bederven, zoo zy niet onderling zig totaal willen ruïneeren, en deeze affpraaken zyn naauwlyks in de Executie te vervvagten.  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 423 ja zelfs weelde, die onze manufactuuren en provifiën opleveren, te bezorgen; en dus de aanbreng en het vertier daar van , als de vrije vaart open zal zijn, oneindig vermeerderen en vergrootcn zal, dan ooit onder de Compagnie plaats vondt of vinden kon. En wat dc foorten van goederen aangaat om eikanderen niet te benadeelen, dit kan men ook, veilig aan dc kunde, verlichting, en nijverheid der bataaffche kooplieden overlaaten. Tot vasten ftelregel aanneemende, dat die de beste goederen brengt, ook dc zekerde en grootfte voordeelen behaalen zal. 26. En wat de retour-goederen uit Indie betreft, zoo kan de concurrentie, aan de vrije vaart eigen, geemnadeel ter waereld daaraan toebrengen. Dit was wel het geval in de kindsheid van onzen handel op Indië voor twee honderd jaaren; toen verfcheenen wij in Indië flegts als handelaars; onbekend en onbedreven in de gefteldheid, taaien en zeden der landen die wij bczogen; af bangelijk van de inlandfche vorfien, en zelfs van de inlandfche kooplieden, die bij concurrentie de wet op de prijzen konden ftellen. Dit is ook toen het motief, en het zeer wijze motief, tot dc vereeniging der onderfcheiden compagnien in éénè geweest. Dan, de z'iaken en de handel in Oost-indië zijn federt dien tijd geheel van gedaante veranderd. Wat toen wijsheid was zoude thans dwaasheid zijn; en als de omftandigheden veranderen, moet men de maatregelen ook veranderen. Wij gaan nu niet d'e Indifche producten van vreemde en bijna onbekende volken koopen; ze zijn thans vruchten van onze eigen bezittingen; de prijzen en winften daar oP zijn geregeld; men weet hec veel men daar Voor op de markt In Europa maaken, en dus hoeveel men er Dd 4 in  424 CONSIDERATIEN WEGENS DE O. I. COMP. 37. Daarenboven is het by alle de Compagnien, geene uitgezonderd, begreepen , dat, en hun interest, en dat van de Commercie in het algemeen medebrengt, dat zy nimmer eenerley foort van Goed, twee of meermaalen in één Jaar verkoopen, by het uitfchryven van eene Verkooping annonceeren zy den Stilftand, binnen welken tyd zy, van dat ten verkoop aangebonden goed, zig verpligtea geen nieuwe veilingen te zullen aanleggen. 28. Dit begrip zoo algemeen by alle de Compagnien aangenoomen, kan daarom in geen twyffel worden getrokken, niet te min is het zeker, dat wanneer Particulieren uit Nederland de vrye Vaart zouden voeren, zy zoo wel als de Commercie, de voordeelen van deezen algemeenen regel zouden misfen Buiten uien is het bezwaar! yk eene bepaalin^ te maaken omtrent de verzeekering wegens de gevaaren der zee. 20. •  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 425 in Indië voor befteden kan. Het vertier in Europa is ontzaglijk; en de hoeveelheid die wij uit onze bezittingen verkrijgen kunnen, in evenredigheid van den algemeenen vertier , niet zoo overvloedig om den prijs te bederven, en de onkosten niet goed te kunnen maaken; vooral daar de qualiteit der meeste producten, en in het bijzonder die van her eiland Java, zoo zeer preferent zijn, dat ze altijd de voorkeur zullen behouden. Weshalven ook deeze zwaarigheid, dat bij het openftellen der vrije vaart de particuliere kooplieden door concurrentie zich onderling bederven of overvaaren zullen, van allen grond ontbloot is. 27 De Compagnien, die uit den aart van hun beftaan afgunftig en vijandig tegen den algemeenen handel waren , en dus ook wederkeerig mistrouwd wierden, moesten wel zulke middelen in het werk ftellen om hun goed op prijs te houden. Dan, daar de ondervinding omtrent de producten, uit de West-indiën koomende, voldoende bewezen heeft, hoe voordeelig de vrije handel voor coloniën is, zoo kan dit verder als geen verfchilpunt aangezien worden. 28. Wegens de verzekering of asfurantie op de fchepen behoeft men zich ook niet ongerust te maaken. Dit zullen de particuliere kooplieden wel weeten te bezorgen, even zoowelalszulksopdeWest indiëngefchiedt; daar zelfs in oorlogstijd de onder Amerikaanfche en Deenfche vlaggen vaarende fchepen alle voor de gevaaren der zee verasfurcerd zijn. Dd 5 29.  42Ó CONSIDERATIËN WEGENS DE O. L COMP. 29. Het Casque, en de Uitvragten zyn ligtelyk te bepaalen, maar de distantie maakt eene genoegfaame onmooglykheid, om tydig genoeg volledige infl-rmatien wegens de Retourlading te bekoomen, temeer, daar het by eene bekende Refolutie van Hun Hoog Mog. zelve confteert, dat niet dan in zekere bepaalde tyden van het Jaar Schepen uit de Indiën kunnen vertrekken, 30. Indien men zig de kortheid niet had voorgefchreeven, zoude men de Lyst der zwarigheden aanmcrkelyk kunnen vermeerderen, men pleege dan raad met de ondervinding, zy is doch de beste Leermeesteresfe. 31. Het uitrusten van Schip of Schepen na Indiën gaat buiten kyf boven het vermogen van een enkel Koopman, by het openzetten van de Vaart zou men dan zien ten voorfchyn koomen, in plaats van ééne, verfcheidene Compagnien — en juist dit, dit is by den Souverain zoo wel als by den Koopman in het Jaar 1602. ten uiterfte fchade. lyk zoo voor den Staat, als voor de Commercie geoordeeld, 32.  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 42* 529. Hoe hunne hoog moger.den bij eene refolutie •hebben kunnen doen consteeren, dat niet dan in zekere bepaalde tijden van het jaar fchepen uit de Indien kunnen vertrekken, koomt mij al zeer wonderlijk voor: dan , de ondervinding toont tegenwoordig onwederfprekelijk aan , dat de Amerikaan fcne en Deenfche fchepen in alle fatzoenen en maanden van het jaar de terugreize uit de Indiën naar Europa aanneemen. Echter zoude het bepaalen van vaste tijdftippen, waarin alle particuliere fchepen te famen, onder convooi van de oorlogfchepen van den ftaat, de terugreize uit de Indiën naar het vaderland zouden moeten doen , geenszins nadeelig voor den vrijen handel zijn. 30. Zoo men om de kortheid niet meerdere zwaarigheden opnoemt , moeten dezelve toch niet zeer gewigtig zijn, daar alle de opgegeevcne zoo ligt te beantwoorden waren. 31. Wat in het jaar 1602 met veel reden door den fouverain als zeer fchadelijk is befchouwd is het thans niet meer, ja zelfs omgekeerd; want de omftandigheden, zoo van den ftaat des koophandels in Indië , als van onze bezittingen aldaar , zijn tegenwoordig van een geheel anderen aart dan in dien tijd; en daarom moet men ook de maatregelen, zoo van beftuur over die bezittingen, als van de wijze om den handel op dezelve te drijven, insgelijks veranderen. Wel verre dus, dat kleine compagniefchappen en reederijen, die zeker tot het drijven van den handel op Oost-indië zullen worden opgericht, als fchadelijk dienen aangemerkt te worden; zoo kan men dit integendeel als hoogst voordcelig voor het belang, en van den ftaat, en van de handelaars zelve befchouwen. 32.  42? CONSIDERATIEN WEGENS DE O. I. COMP. 3a. Aan deeze verfchyning van verfcheidene Compagnien, is de thans fubfisteerende Nederlandfche O. I Comp. haare geboorte verfchuldigd, tot ftaving van dit gezegde heeft men alleen na te leezen het ee.fte Oélroy waar mede de Comp. is bebegunftigd. 33. Fn of het voorbeeld van ons eigen Land niet genoegzaam waare, zoo herinnere men zig, dat in het Ryk van Engeland eene O. I. Compagnie gedisfolveerd is geworden; dat in dat Ryk eene nieuwe Compa ,nie is opgerigt, alzoo men het daar voor eene beweeze zaak hield, dat den Handel op Indiën door geene Particulieren konden gedreeven worden. 54-  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 429 9t. Dit is onftrijdig waar; doch ook in de gefchiedenis* van dien tijd zal men de oorzaak daarvan vinden. De ftaat, nog niet vrij, nog niet erkend, worftelende tegen het magtig Spanje, kon aan de keoplieden op Oostindië handelende de noodige befcherai'mg niet verlee«en, noch de moeite, en veel minder de 011 koeten van het beftuur over verafgelegen bezittingen, op zich neemen. De handel kon toen die onkosten goed maaken: dit is het geval thans niet meer; men moet dus thans ook andere maatregelen volgen. 33. De Engelfche Oost-indifche Compagnie is reeds federt lange op een geheel anderen voet dan de onze was; en ri-.gelijks worden nogveranderingen omtrent dezelve, gemaakt. Hit politiek beftuur over haare bezittingen in Oost-indië is reeds genoegzaam geheel onder den invloed en directie der kroon. De handel in Indië van haven tot haven is reeds federt ruim dertig jaaren geheel open en vrij aan particuliere handelaars afgeftaan. Geene producten van haare bezittingen moeten uitfluitend aan haare Compagnie geleverd worden. En, fchoon ze tot nog toe het uitfluitend voorrecht van handel uit Engeland op Oost indië, vice verfa, aan zich voorbehouden heeft, is echter federt vcrfcheiden jaaren, reed - veel inbreuk en uitzondering daarop gemaakt; kdomende niet alleen veele goederen voor rekening van particulieren op vracht in haare fchepen; maar nu ook federt verfcheiden jaaren veele fchepen, in haare bezittingen gebouwd, beladen met producten van daar naar Engeland; en die dan ook weder van daar volladen met Eu ropefche goederen naar Indië terug vertrekken. Zoo dat het voorbeeld der Engelfche Compagnie hier zeer ten onrec' te aar gehaald wordt; te meer daar tegenwoordig, zoo als uit de nieuwspapieren te zien is, het Ecgerfche gouver- s ne-  430 CONSIDERATIEN WEGENS DE O. I. COMfc 34. In Vrankryk heeft men dit meede ondervori. den: na de disfolutie van de voorige Compagnie, is een ieder vryheid vergunt op Indiën te handelen en de wederoprigting van een nieuw foort van Maatfchappy, met feclufie van alle Particulieren Handel, leverd het evidentie bewys op, dat dat Ryk door de ondervinding geleerd heeft, dat den Handel op Indiën noodzaakelyk was, aan deneenen kant; en aan den anderen kant hoe gebrekkig daar aan voldeed de Vaart van Particulieren. 35. Het is daarenboven bezwaarlyk zig een denkbeeld te vormen van de wyze, op welken de Particulieren in Indiën eenige protectie zouden kunnen erlangen; want doch waar uit zullen de algemeene Staaten vinden goed te maaken de kosten die het behoud der Porfesfien zullen vorderen? zyn er wel fchynbaare gronden te onderftellen, dat de kosten zullen kunnen goedgemaakt worden uit de Recognitie die de Particulieren betaalen zullen? 36. Het is zeer zeker, dat zoo al Particulieren op Indiën wilden vaaren, hun die Vaart door de Engelfchen belet zou worden op die Comptoiren daar de Maatfchappy niet gezeeten is, als Heer van den Lande, immer dit vaaren, zoude tot een zeer groot nadeel voor hunne Compagnie verftrekken, en door het  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 4S> wement nog meerdere vrijheid aan den particulieren handel, tegen het uitfluitend voorrecht der Compagnie, tracht te geven. 34 De handel van' Frankrijk, zoo min als van eenige andere mogendheid, op Oost-indie, kan, hetzij openge, fteld of door eene Compagnie gedreven, nimmer bloeijen, zonder territoriaale bezittingen; dewijl de handel van Europa op Oost indië op zich zeiven nadeelig is; het welk elders door mij is aangetoond; zoo dat ook dit hier niets bewijst. 35 De inkoomften van onze Oost-indifche' bezittingea zullen onder een goed politiek beftuur, zoo als ik ook elders aangetoond heb, niet alleen volkomen de onkosten van beftuur en defenfie goedmaaken, maar nog aanzienlijke fommen ter tegemoetkooming der nationaale finantiën kunnen opleveren. Zeker uit recognitiën der vrije vaart alleen zoude zulks moeijelijk zijn. Doch hier ontdekt zich alweder de kortzichtige koop, man, die alleen als koopman redeneert; en het is als ftaatsman en als financier dat men onze bezittingen ja Oost-indië, en den handel op dezelve, befchouvven en daarover redeneeren moet. 36. Dit is niet waar, want op de meeste zee- en handelplaatfcu der Engelfchen in Oost-indië , als Cal. cutta, Madras, Bombaij, Suratte, en verdere daar onder behoorende plaatfen, kunnen de fchepen van alle natiën zonder onderfchcid, niet alleen koomen, maar zelfs vrij handel drijven. Alle foorten van lijwaaten kunnen daar vrij gekogt wordeu; en federt ruim dertig jaaren zouden  432 CONSIDERATIEN WEGENS DE O. L COMP. het misfen van de Commercie op de Lywaat gee. vende Comptoiren zouden weder zeer aanmerkelyke" Fabrieken, in dit Land, by voorbeeld de Zyde Fabrieken, de Catoendrukkeryen en welken niet al meer! den bodem worden ingeflaagen. 37. Dat het openzetten van de vrye Vaart op de Indifche Posfesfien de allernadeeliglte gevoL gen zoude kunnen hebben voor het behoud der Posfesfien zelve ftaat thans nog te verhandelen. 38. In die Landen namelyk daar de Compagnie als Heer van den Lande gezeeten is zyn de Inlandfche Vorften tribut trekkende van de Maatfchappy, — met die Inlandfche Vorften heeft men ex-  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 433 den onze particuliere handelaars alle de lijwaaten, die in Bengalen, op de kusten Cormandel, Malabaar, en te Suratte, door en voor onze Compagnie ingekogtziju, tooi- vijf-en-twintig percento goedkooper kunnen gekregen hebben; en nog bovendien alle de onnoemelijke onkosten van het onderhoud en beftuur van onze commerciëele etablisfementen, logies of factorijen aldaar, die volkomen onnut zijn geworden federd de verkregen over- en opper-magt der Engelfchen in die gewesten, kunnen zijn befpaard geworden. Weshalven dan ook die tegenwerping volkomen verdwijnt; gelijk mede die, dat onzecatoendrukkerijeu, onze zijde en andere fabrieken, daar door zouden vervallen. Integendeel zouden de particuliere kooplieden, en de ruuwe zijde uit Bengalen, en de catoene lijwaaten uit alle die plaatfen, veel goedkooper aan de fabrieken en drukkerijen kunnen leveren, dan door de Compagnie gefchiedde of gefchieden kon. Behalven nog dat de ruuwe catoen , die door het invoeren van een ander fijstema en den brijen handel van hen eiland Java aangebragt kon worden , aan veele manufactuuren of weeverijen hier te lande werk en vooideel zoude kunnen verfchafïen. 37. Juist het tegendeel; naamölijk, dat de vrije vaart de allervoordeeligfte gevolgen voor het behoud van onze posfesfien zal en moet hebben, valt thans nog te verhandelen. 38 Welk eene tegenftrijdigheid! Daar waar men r^pr van den lande is, zoude men tribut betaalende zijn? Welke verwarring van denkbeelden! Zeker daar, waar men zich den uitfluitenden handel bedong; daar waar men door overmagt zich alle producten des lands voor niets, of bijna voor niets, deed levereu, eu zelfs • n Ee lom  434 CONSICERATIEN WEGENS DE 0. I. COMP. exclufive Contraéten aangegaan, voor dat ex- clufief recht, om met hun alleen te handelen, betaald men hun een Jaarlyks tribut, en men heeft van onze zyde teffeus aangenomen alle hunne Producten tot bepaalde pryzen te zullen ontfangen. 39. Men ftelle nu dat den nootlottigen flag aan de Nedcrlandfche O. I. Compagnie wierd toegebragt, wie zoude de verfchuldi de tributen 1c taaien? Wat zou 'er van die Posfesfien worden, zoo 'er, of geen particuliere Handelaars, of niet genoegzaam in getal gevonden wierden, om de Inlandfche Votften op zyn tyd van hunne Producten te ontlasten? — immers die Vorften hunne beloofde Tributen niet ontfan jende, en hunne Producten tegen betaling der vastgeftelde pryzen niet afzettende, zouden daar door, willen zy hun eigen ondergang verhoeden, verplicht zyn andere Europecfche Natiën intehaalen en met hun aan te gaan de favorabele Contraéten die zy met de Nederlanders gehad hebben. 40. Dj inkruipingen van den kant der Engelfchen op de wettig verkreegene Posfesfien ■— ten ryde zelfs dat de Comp. de overmagt in Indiën had, zyn te zeer bekend, dan om zig niet verzeekerd te houden dat zy zeer greetig deeze offertes zullen aanneemen, en daar doorzeer fchie- Jyk  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 435 fommige voortbrengzelen den overvloed deed uitroeijen, en daar door de vorften van inkoomften beroofde; daar moest men wel, om die ongelukkigen eenigzins te vreden te ftellen en een beftaan te doen behouden, hen eenig jaargeld toeleggen. Dit heeft omtrent de vorften van Java, en eenige in de Molukkofche eilanden plaats. Dan, dit zoude even zoo wel, zoo het noodig ware, door den ftaat kunnen gefchieden, als vervallen, wanneer zulks door het openftellen van den vrijen handel niet meer te pas mogt koomen. 39. Men behoefd hier voor niet bevreesd te zijn. Er kunnen door onze bezittingen in Oost-indië nog oneindig veel meerdere producten voortgebragt worden, dan ooit door de Compagnie naar Europa zijn overge' voerd of konden overgevoerd worden, voor dat het aan Bataaffche kooplieden ontbreken zal, om zei af te koomen haaien , of cr de prijzen voor te geven, die da Compagnie er voor gaf; ( zoo dat die zwaarighcid of tegenwerping alweder geheel verdwijnt. 40. De tijden zijn niet meer, waarin men uitfluitende voorrechten als wettige posfesfien kon befchouwen; of dwingen dat andere natiën ze als zoodanig aanzien en eerbiedigen. Alle volken van Europa kennen de voordeelen van handel en zeevaart te wel, dan dat men nog zoude kunnen hoopen bij uitfiuiting geheele takken voor aich te.behouden , of geheele zeeën voor andere £e I te  436 CONSIDERATIEN WEGENS DE 0. I. COMP. lyk meefter worden van die zoo voordeelige Po», fesfien, die en aan den ftaat, en aan de Commercieerende Ingezeetenen van dezelven zulke importante adventages, geduurende den tyd, van wel haast twee eeuwen hebben toegebragt Pos- fesfien die met zoo veel kosten en met zoo veel bloeds verkreegen zyn. 41. De disfolutie van de Compagnie, en het' openzetten van de vrye vaart, zoude vervolgens meer dan waarfchynelyk geen ander effect hebben dan onze trouwelooze Bondgenooten te verzorgen, nieuwe bronnen om zig aanmerkelyk te vergrooten. 43. De taak die men zig heeft voorgefteld is afgefponnen. Het blykt dan uit deeze Memo¬ rie zonneklaar zoo men vertrouwt, het belang dat de Republiek heeft by het in ftand houden - by het fchraagen van de Compagnie en zo lang de Commercie, en de Navigatie gehouden zul-  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 437 te fluiten. Zeer flegt zoude het ons ftaan, die den Engelfchen hun misbruik van overmagf ter zee met zoo veel recht verwijten, een gelijk uitfluitend voorrecht in andere waereld icelen te willen handhaven. Niet dat ik aan de Engelfchen, en aan andere natiën, een geheel vrijen handel op onze Oost-indifche bezittingen wilde toeftaan. Neen! dit is niet noodig; maar zoo veele vrijheden als deeze in hunne havens aan onze handelaars toeftaan, eischt, en ons eigenbelang, en de billijkheid, dat wij ook aan de hunne vergunnen. Echter konde men dit nog tot Batavia en Malacka bepaalen , en onze eigen kooplieden begunftigen, door aan vreemdelingen, op invoer tien, en op uitvoer vijf ten honderd meer aan rechten te doen betaalen, dan aan hun. 41. Integendeel, het openzetten van de viije vaart zoude onze trouwlooze gewezen bundgenooten een gevoeiigen flag geeven; al ware het maar, dat onze vrije handelaars in Oost-indië de hunne een groot gedeelte van de winften, die dezelve thans alleen hebben , deeden verliezen, hetwelk door de Compagnie nimmer gefchieden kon, zoo als door de ondervinding reeds bewezen is; hebbende eigenlijk de vrije handelaars der Engelfchen onze Comp-guie uit alle handelplaatfen van de west van Indië verdreven; door dien de Compagnie het tegen hun niet uithouden kon. 4a. De taak der wederlegging, dien men zich voorgefteld heeft, zoude men hiermede ook als afgefponnen kunnen befchouwen. En men vertrouwt dat uit dezelve zonneklaar blijkt, dat het waare belang der republiek vordert, dat de handel op Oost-indië vrij en opengefteld, en de bezittingen aldaar onder een poliwak beftuur gebragt worden. Zijnde wel die bezitEe % tiiw  438 CONSIDËRATIEN WEGENS DE O. I. COMP. zullen worden voor de Sources van het beftaan van dit Gcmeenebest, zal by ieder die zyne oogen voor een evidentie niet wil fluiten, de Nederlandfche O. I Compagnie befchouwd worden als één der Pylaaren waar op het gantfche Gebouw rust. 43. De Maatfchappy, — men moet het bekennen — laboreerd aan zeer esfentieele defecten in haar beftaan — maar het gevoelen van die geenen , die meenendat even die zelfde defeéten aan den anderen kant eenen wezentlyken dienst prsefteeren aan het gemeene Land, is niet buiten alle reflectie; behalven, dat het niet op papier te brengen is, dat men in een Gemeenemest van Zeven Veréénigde Provinciën, eene Oost-indifche Com. pagnie zoude kunnen oprigten, die niet aan gelyke, ja zelfs aan meerder inconvenienten zoude onderhevig zyn. 44. Het Plegtanker van dc thans fubfifteerende Compagnie is haare Posfesfien in de Molukfche Eylanden en op het Eyland Ceylon, moet zy haaren exclufiven Handel op die Posfesfien misfen — en daarin anderen zien deelen — haaren val is onvermydelyk nimmer, zederd de exittentie van de Compagnie is daar van een klaarder bewys voorhanden geweest als in het verloopen Jaar 1782, in dat Jaar heeft men een Verkooping by de refpec. tive Kameren gehouden (zonder dat een enkeld Retourfchip in 1781 is binnen gevallen) welke ongeveer zes Millioenen Guldens heeft opgebragt, en de Goederen, die deze 60 Tonnen Gouds hebben af  WEDERLEGGING V\N DEZELVB 439 tingen en de handel op dezelve aantezien als hoofdmuiten van het beftaan en den welvaart van ons land; maar niet de Oost-indifche Compagnie, die flegts als een middel moest befchouwd worden ; hetwelk m deeze tijden en omftandighedcn zelfs een zeer nadoe, lig en verdervend middel was geworden. 43. Dit zal niemand ontkennen, en haar noodlottige val, die welhaast dien van de republiek na zich gefleept had, is daar van een bewijs. En zoude men nu, daar het zoo verre gekoomen is, dezelfde dwaashed op nieuw willen beginnen? of, het welk nog ongerijmder en noodlottiger zoude zijn , den uitfluitenden handel op onze Oost-indifche bezittingen voor rekening van den ftaat willen drijven? 44. Indien de uitfluitende fpecerij handel, in den bekrompen kring van 'sCompagnies handel, haar plegtanker al ware, hetwelk mogelijk zelfs nog te ontkennen zoude zijn; zoo is die handel echter van veel minder belang, in evenredigheid van hetgeen dealgemeenebandei op onze bezittingen in Oost-indie zijn kan, wanneer men een ander fijstema zal aangenomen en ingevoerd hebben, te weeten dat van eigendom van land in de bezittingen, en vrijheid van handel op dezelve; waar door jaarlijks wel voor twee huiidjrd millioenen aan verfcheiden producten van daar in de havens der repul-liek overgegevoerd zal kunnen worden; als wanneer vier, ja zes millioenen aan fpecerijen geen zoo belangrijk voorwerp meer zuilen zijn. Behalven dat nog de vraag Ee 4.  440 CONSIDERATIEN WEGENS DE O. I COMP. afgeworpen, beftonden alleen in fpeceryen, en liepen by de Boeken bekend, met eene waarde van ruim negen tonnen Gouds. 45. Men heeft niet aangeroed de akelige gevolgen van eene disfolutie der Compagnie voor die Steden, daar Kameren zyn — Men heeft ook voorby gegaan het akelige vooruitzigt van zoo veele duizenden van 'sCompagnies Dienaaren, Weduwen en Weezen in Indiën, om dat dit niet heif Plan was, dat men zig had voorgefteld; en dat deeze en foortgelyke refie&ien van zeiven gemakkelyk gemaakt zullen worden, welke daarenboven deeze Memorie tot eene verbazende extenfie zoude gebragt hebben. 46. De voordeelen die het Gemeene Land uit het beftaan van de Comp. trekt, en aantetoorien dat deeze voordeelen met geene inoogelykheid, althans  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 44» zal wezen, of de Engelfchen , geduurende den tijd dat ze in het bezit der Molukkos zijn geweest, niet gedaagd zullen zijn in hun oogmerk en poogingen, om de fpecerijboomen in hunne andere bezittingen om de west van Indië, of op het eiland Sumatra, overtebrengen en te doen opgroeijen. De Molukkos en Ceilon kosten ruim zoo veel aan onderhoud en verdediging, als de fpecerijen voordeel geven; en, om er den uitfluitenden handel op te houden, benadeelt men zich, door het uitroeijen van boomen, en het verbieden en tegengaan van alle andere cultuuren en handel op die plaatfen en eilanden, mogelijk ruim tienmaal, en twintigmaal zoo veel, als de geheele opbrengst van die zoo hooggeroemde fpecerijen voordeel geeft. 45. Er ia geene verandering, die niet eenige onaangenaame gevolgen voor den eenen of anderen heeft; doch daar aan kan men het algemeene voordeel van allen , en dus van den ftaat, niet opofferen. De gewezen dienaaren en geëmployeerden s der Compagnie zijn zeker te beklagen; doch fommige, die door ouderdom en lange dienden daar op aanfpraak hebben, zoude men door jaargelden, uit de inkoomften van den ftaat van de bezittingen, wel weder te vrede kunnen ftellen; en andere zouden in het politiek of militair beftuur geplaatst kunnen worden. Weduwen en weezen zouden uit de ruime inkoomften, die een gevolg van zulk eenfijstemazijn moeten , ook nog eerder dan uit de uitgeputte kasderbankbreukigeCompagnie,onderfteuning kunnen genieten. 46. Het tegengeftelde is, zoo men vertrouwt, in deeze wederlegging volkooraen bewezen. Ee s 47-  442 C0NSIDEPAT7EN WEGENS DE O. I. COMP. thans op verre na niet in dien graad te verwagten zyn van het openzetten van de vrye Vaart; is alleen he-t oogmerk geweest, waar mede zy is opcrefteld. 47. Van wat aanbelain zou het"vo->r dit Gemeenebest niet zyn, zoo een ieder geconvinceerd was dat het boven het be-eik van het Schepfel is — hy zy, wie hy zy, by mooglykheid te doorzien alle de nadeelige gevolgen die duor het niet beftaan van de Compagnie, zoo voor de Commercie als voor de Navigatie — voor de Fabrieken, en vervolgens voor zoo* veele duizenden van Ingezetenen zoude kunnen refulreeren — dewyl om dit met zeekerheid te kunnen penetreeren zoo veele kundige Lieden vereischt zouden worden, als 'er takken van Negotie zyn, die voortfpjuiten uit den Stam, der Oost Indü'cben Handel, en wel bepaaldelyk voortfpruiten uit de wyze op welke dien Handel van de Compagnie word gedreeven. 48. Hier door zouden geene middelen, zy zyn zoo zy zyn , onbeproefd gelaaten worden, om den fataalen flag waar mede de Compagnie gedreigd word afteweeren, en meer als waarfchynljk voorgekoomen den ondergang van de geheele Republicq die even onv ermydelyk zal zyn , myns eragtens na den val der Oost-indifche Compagnie als deeze val zeeker zal zyn, zoo dat Ligchaam den exclufiven Kandel op haare SpeceryEilanden moet misfen.  WEDERLEGGING VAN DEZELVE. 443 47. Van het allergrootst aanbelang voor dit gemeendbest is het zeker, dat het verfchil over deeze ftoffe zoo klaar mogelijk begrepen , en na rijpe overweging daarover beflist worde. Indien nu alle de gronden voor en tegen in deeze nevenstaande confideratiën en in deeze wederlegging niet voldoende verhandeld zijn, zoo is het te wenfchen, dat die nog eenige twijfeling overhoudt, of meerdere en betere gronden vermeent te kunnen bijbrengen , zulks op dezelfde wijze ter kennis en beoordeeling, zoo van het publiek, als van het gouvernement brenge , en daar door het voordeel en waar belang van het vaderland bevoordere. 48. Deeze gevolgtrekking vervalt , indien de bovenftaande wederlegging aan het oogmerk voldoet.  NE. De volgende lysten behooren ais bylaagen. tot de voorenftaande memorie van een on* genoemden. 1  BYLAAGEN„ 4^5 Verhandelde Goederen onder 31 Mey. A°.I73o'—A9597874 12 17561—ƒ19890360 o'o' il—i i4985°72 13. 7\—I 14829367 00 a!—i 19494365,*9. 8;— i89343b6 00 3— 16247505,171 9— 18817328 o!o 4— 305774471 9 17Ö°t — 18720423 15 0 5— 19385441 10 il— 18814213160 6 — 21312636' 8 a — 202^9856 13 o 7— 18564986,17 3 — 19920003 70 8— 33322401 o 4— 20054241! 4^ 9— 18100116, 4 5—' 19002368 80 i73o _ 165623521 o 6 — 27100414; 6 8 j_ 18605388 19 7!—, 25306489] 30 3_ 15615308! 41 8—| 21317683; 38 ,_ I7883344!l6 9|— 3O389738! I;8 ^_ I63753O8I 111770—: 21899605^118 c— i596*9Ö29'io 1—i 192,13939 s!8 6— 18134556:16 a—; 21914427) 31:8 7— 16730428 16 3— 19739420,110 8— 14513078 1 4— 18833815170 0_ 17590859 5 5!— 1937599° i9 8 1840— 15728620 o 6!— 19851455198 ï— 1408048ij o 7'— I99rf8492 80 s _ 14999973 o 8j— 31219074 9 o o— 130^1727 o 9—, 30166984 78 4_ 150971^0 01780 —: 19201420 5tf 5— 16926215 o ' 1— 20905Ó43I 98 6 — 16735343 o 2— 5914887 28 7 — 14845127 o i 8 — 16106745 o i 9— 19881361 01 3750'— 19024209 o i|— 16670614 O 3— 3313358Ö O 3'— 17317037 o 4|— 19840766 O 5I— 198060771 o; Lyst  446 B Y L A A G E N. Lyst van de Contanten door de OostIndifche Compagnie dezer Landen na Indien verzonden, federd Anna, 1720 tot 1781. Ap.i73o —ƒ3204791 4 8 A°.i75i — /5023090|i5a 1 — 3072401 38 2 — 7263087 1 o 2— 4086.-03 18 3— 7641941 170 3 — 3539764 30 4 — 5542989 3 o 4— 4225383 18 5— 5537953 20 5 — 5431435 6 8 6— 4736114 6 8 6— 59M454 90 7— 44[9252 7o 7— 6156603 10 8— 3736790 98 8— 6034163 18 8 9— 7693162 80 9— 3727729130 1760— 3109395 100 I730 — 3373568 17 8 1 — 5694558 13 8 1— 2600333 78 2— 1243854 60 2— 2726351 58 3— 3973858 20 3— 2346452188 4— 2800115 50 4— 1338019 8 8 5— 3724505140 5 — 1690857 16 8 6 — 5850549 ib 6 — 2401419 78 7 — 767650.6 1 o 7— 2151426130 8— 5071157 58 8 — 3228268 14 8 9 — 5796316 170' 9— 5315698 16 8 I77°— 5102266 80 1740— 3850419 40 1— 399808219*0 1— 4025726 11 8 2— 411784318b 2— 9826720178 3— 4349083 48 3— 1168669158 4— 4725059 18 4— 3212313140 5— 5446448170 5— 2380878 98 6— 3437873 48 6— 2704622 18 7— 3113365 158 7— 3892034 20 8— 2052995 38 8— 3484124 14 o 9— 3674244 3 8 9— 4192049 13 o 1780— 7731344 18 8 175o(— 4332739 *3 o) I pi 4615002 19(8  B Y L A A G E N. 447 5981 Oxhoofden Azyn . . . .ƒ13400 0 0 3953 1 '1 onnen Bier 137000 0 ^39000 » Scheepsbrood .... 66500 ojo 465^ Boter, (Vriesfolie) ... 40100 o o •■"?» Dito (Delffche) .... 2600 0 0 1066 Firtelen Brandewyn ... 3100 0 0 150 Vaaten GraauweErweten") 0.0 2,40 Groene dito . . J J \ 470 Amen Genever ... 14000 j o 1 o 66 op Lepelblad . 34^0'oio 1300 Vaaten Gort 359^,°l0 13400 Edamfche Kaafen . . . 1 84 Leydfche dito . • • • > 19400.0 0 75 Stolkfche dito . . . . J 740 s witte Waschkaarsfen. 1 940 - gede dito . . . . L 5-00 0 o 930 - half dito f 5:5 14700 - Smeer dito 76 Amen Oly van Olyven . • 30100 o o ttf Raap Oly . . .7 , ° Traan J °+ | 91800 s Pruimen 6600 o j o 38 Rooten Secq 6000 o: o 16 Pypen Spaanfche Wyn. . 2500 o o* 940 Vaaten Spek 184300 o 1 o 178 Schaapen 1600 oio 600 Vaaten Vleesch .... 734°° oio 24000 w Vleesch ...... 4000 oio 470 Oxhoofden Franfche Wyn. s8300 oto 3700 , Klesfen Tintvvyn .... 1270 ojo 1300 Zakken Zout 56o° °'° 4000 [ b Stokvisch 1 9978 | o | o 884S Lyst van Vivrs, welke Joorgams alle Jaaren door Amflerdamworden verzon 'en, zoo voor Equipagie als voor Indiën, als;  44$ B Y L A A G E N. 8884 Roggenbroden ƒ 31001 o o 140 Leggers Pekel .... 3000 o o 180 Hammen 840 o o 134 Garst 496 o o 64 l Kelders Gedistel. Wateren 1466 o 0 509 Varkens 1 618 Hoenders . . . . J ?48° o 0 ai. Vat Joopenbier .... . 139 o o Kruidenierswaaren ... 911 o o J54 Leggers Lamoenfap ... 556 0 o 92 Zakken Mostertzaad . . 1518 0 o 9\ Amen Tarwenmeel . .1 1 , 9l ■ Grutten . . . j 24°7 o o Divers Vaatwerk daar toe gebruikt 130000 o o Stads en Lands Impost alle Jaaren nagenoeg/30000:- j a ƒ 33000:-door Amfter- } I- dam alleen. | Half  BYLAAGEN. 449 Hr/lf Waag-geld betaald aan Stad en Land door de O. I. Compagnie ter Kamer Amfterdam, welke altoos minder dan de helft in de Retouren ontfangt, zynde de wederhelft van het ■Waag geld betqald door de Kqopers der Goederen. Anno 1769 - - -(/ 32757 17 - 1770 - - - 46156 18 - 1771 " " - 45025 4 - 1772 - - - 46733 19 - 1773 - - - 44444 18 - 1774 - - -I 43136 11 Ï775 - - -f 43715 I iö - 1776 - - -1 46996 14 - 1777 - -. - 41541 11 - 1778 - - " I 4IC93 2I - 'N. B» Deeze Sommen moeten verdubbeld worden als men over de Generaale Compagnie zal reekenen, dus ontfangt het Gemeene Land van de Compagnie alle Jaaren na genoeg ƒ86130: -; - en even zoo veel van de Kqopers, dus in het geheel ƒ 172340; - :- Ff lytt  45° B YLAAGEN. Anno Anno - - -.Schepen Manfchappen *759" - - 34 - - - - 8S98 60- - - 14 - - - - . 359g 1 - - - 41 - -- -- 11946 3- . . 24---.- 7015 3- - - 34 - - . _ - 10249 4- - - 31 - 923a 5- - - 2.7 .... - 788a 6 - - - 32 - - - . - 9068 Zr - 33 : 9439 *V - 29 ... _| gur T„_9- - 2 - " " " i 8358 z77o- . 2 . _ _ - 7141 Ir - 3 - - - -' 9920 - 35 - - - - 9707 3 i - 31 - - - - - 8508 4 - - - 28 - - - - - 7475 S" " " 31 - " " - - 8405 6- - - 32 - - - - - 7837 7- - - 25 - _ - .. _ 60Ö7 8- - -19 - 4093 9- -- 34--- 1 6042 I78o/__ - -3 - - - - - 5-35 fSchepen 645 Manfchappen 175263 den na de Schepen en Manfchappen O. I Compagnie d-zer Lande In 'i n verzonden ftdert 759 tot 1 780. als: Hetwelk uitmaakt een Equipagie van 28 a 29 Schepen in het Jaar. - D_n hoe zeer dezelve genoegzaam telken Jaaiv egaal is, ga,t het egter niet door,dat de Schepen in het zelve Jaar uitzeilen, als in Equipagie zyn gefteld, wordende het uitgaan van fommigen van di n fom wyl en door tegenw.nden en andere toevallige beletlelen tot een volgend jaar vertraa d.  PRO E V E OVER DEN / SLAAVEN HANDEL EN CE SLAAVERNIJ, IN NEE RL ui ND S-IN D IE.   PR O E V E OVER DEN SLA4.VENHANDEE EN DE SL AA VE RN Y, IN NEER LANDS INDIE. Benevens een ontwerp, om dien eerhozen handel ten eerften te verbieden, en ook de flaavernij. zelve in der tijd geheel aftefchaffen. De nieuwe orde van zaaken in ons vaderland zeker " ook invloed zullende en moetende hebben op onze volkplantingen en bezittingen hier in Oost indie, zoo zullen flaavernij en flaavenhandel, die zoo weinig overeen koomen met de grondbeginfelen var) vrijheid en gelijkheidzede van de eerfle voorwerpen zijn die in aanmerking zullen koomen, en den aandagt doen op zich vestigen van die geenen, die door het volk van nederland waarfcbijnlijk gemagtigd en afgezonden zullen worden, om ook in deeze gewesten, in de nederlandfche volkplantingen, de nieuwe confütutie in te voeren, en den gezegenden invloed van vrijheid te doen gevoelen, met deezen affchuwelijken handel en fchandelijke dwingelandij omtrent onze evenmenfchen te doen ophouden. Dan, dewijl de allerheiizaamlte veranderingen, gegrond op de onwiikbaarfte grondbeginfelen, echter altijd aan zwaarigheden en tegenwerpingen onderworpen zijn, en de ondervinding van het begin der waereld af aan geleerd heeft, dat alle plotzelijke veranderingen, hoe heilzaam ook, altijd gevaarlijk zijn; zoo zal ik trachten zoo kort als mogelijk is, door den waaren ftaat der flaavernij en des flaavenhandels in de bezittingen dei Ff 3 ne-  454 PROEVE nederlandfche Bost-indten te befchrijven, eh de zwaarigheden aantetoonen , die eene onbepaalde en onmiddelijke vrijgeving met zich zouden brengen , die geenen, die deeze zaak overwegen en :beflisfen moeten , een waar denkbeeld daar van te geven; en vervolgens, naar mijne geringe inzichten, eenige voorhallen doen aangaande de wijze, waarop men ah her goede en verhevene, dat in die edele bedoeling ligt opgefloten, vau flaavernij en flaavenhandel te vernietigen, zoo wel tot algemeen nut als voordeel, en van de eigenaars, en van de flaaven, en van de ingezetenen des lands, en zelfs van het geheele menschdom, zal kunnen doen (trekken. Er is een groot onderleid tusfchen den ftaat der flaavernij in de West indien. en die van deeze volkplantingen. Délr worden de flaaven tot den land - en akkerbouw gebruikt, doch hier meest alleen tot huife ijke dtenflen of tot ambagten; zoo dat zeker over het geheel hun werk veel ligter, en hun lót veel zagter is dan in de West-indien, daar zo n0g bovendien zelden onder het onmiddelijk beftuur van hunne meesters ftaan; maar door de directeurs der plantages, die echter weinig belang in hunnen welvaart ftellen, geregeerd word?n. Weshalven men het geen over de flaavernij in 'de Wect-indien gezegd en gefchreven is niet wel op deeze gewesten kan toepasfen. • Dan , de flaavenhandel, of de' wijze om flaaven te krijger, te vervoeren en te verkoopen., is in deeze ge- . westen even zoo wreed, hard, onrechtvaardig, en verfoeijelijk als in de West indien Men h:eft hier veele landaarten van flaaven, doch meest van het eilaad Celebes of Macasfar, en de daar bij ge-  OVER DEN SLAAVEN HANDEL. 455 gelegen kleinere eilanden, als Bouton, Sumbauwa, Bima, Ende, en van het eiland Balij. De eerfte worden op Macasfar door Europefche flaavenhandelaars ingekogt. Tot fchande voor onze natie hebben niet alleen gouverneurs, maar zelfs predikanten, op die plaats zich met dien eerkronen handel opgehouden. * Meest alle Compagnies dienaaren en burgers aldaar hebben in hunne huizen tronken of blokken, waar in ze de flaaven, die ze geduurende het geheele jaar van de Macasfarfche en Boegineefche kooplieden inkoppen, opfiuiten, tot dat hunne vaartuigen ze naar Java en Batavia vervoeren, om ze daar te verkoopen. Er zijn geene listen, geen geweld, geen bedrog, geene gruwcidaaden te vei zinnen, welke niet door de inlandfche kooplieden, ja zelfs door de kleine vorften dier natiën. ,1» 't werk gefteld worden, om maar flaaven, doch het liefst vrouwen en kinderen , magtig te worden, om die dan aan de Europefche handelaars, die daar toe fteeds als op den luim leggen, te verkoopen. Die meufchenroovers pasfen de gelegenheid af, wanneer vrouwen of kinderen, en ook wel mans, zich aan de revier gaan wasfcheii, of ergens een weinig afgelegen van hunne wooningen zich bevinden; vatten hen dan op, floppen hen den mond toe, en brengen ze zoo bij nagt bij den Europefchen handelaar. En, zoude men .het willen geloven, als, het fomwijle menfehen zijn, daar ze vreezen dat navraag of onderzoek naar gedaan zal worden, dat ze dan, als de Europefche koopman ze niet kcopen wil, om dat ze het over den prijs niet eens kunnen worden , zulk een ongelukkig fchepfel den kris in het hart jagen, en daar leggen iaatea ? Dit is meermaaien gebeurd; en die mpnfters noemen zulk een QaSfantias, dat warm beduidt, om dat zij ze, cm Ff 4 200  455 PROEVE zoo te fpreken, warm verkoopen, of anders vermoorden moeten. . De overvoer naar Java en Batavia gefchiedt met vaartuigen, die men Paduwakahs noemt, die zeer klein zijn en meest maar van agt tot tien lasten kunnen laden: echter worden daar zoo veele flaaven ingeflopt als men er in bergen kan, en fomwijlen wel tot honderd en honderd en vijftig toe. Gelukkig nog, dat de reize meestal maar van agt tot twaalf dagen is; en zoo dra de flaavenhandelaars Java aandoen, laaten ze de ftaaVen aan den wal koomen om zich te ververfchen, en ook om langs de kust op alle Plaatfen zoo veele van de Hand te zetten. als ze gewoonlijk boven hunne pasfen in hebben. De mausflaaven zijn twee aan twee aan de voeten n et kettingen vast geboeid, doch de vrouwen en kinderen meest los. De flaavenhandelaars, om deeze ongelukkiger] met meer voordeel te verkoopen, verbieden hen te zeggen dat ze aan eikanderen vermaagfehapt zijn, het zij door het huwelijk of 'het bloed, waar door dezelve dikwijls, op eene wreedaartigc wijze, voor altijd van elk: nderen afgefcheiden worden. Te Batavia worden ze van huis tot huis ter verkoop rond gevoerd, of aan het huis van den flaavenhandelaar ten toon gefield; wordende echter gemeenlijk fpoedig verkogt, behalven de ziekelijke, die dan op het laatst, bij vendutie verkogt worden. De flaaven van Balij, waar de Compagnie geen comptoir heeft, worden aldaar door de Chineefen, die van Batavia en Java jaarlijks derwaards gaan om handel te drijven, opgekogt, of tegen negotie-goederen ingeruild. Zij worden ook door de Kleine vorften, of hoofden van dat eiland, door allerlei listen, bedrog', en geweldenarijen, tot flaaven gemaakt; als ook door het ïpely  OVER DEN SI.AAVENHANDEL. 457 fpel, daar ze eene onverwinnelijke drift voor hebben, zoo dat, wanneer ze ai hun geld en goed, hunne vrouwen eu kinderen verfpeeld hebben, ze eindelijk zich zeiven in de waagfchaal ftellen; daar de Chineefen hun voordeel mede weeten te doen, en' zoo veele duizenden jaarlijks naar Java en Batavia brengen, dat ze genoodzaakt zijn van twee tot driehonderd in een vaartuig te laaden. De overige flaaven, die van Ceram en de Papoeas koomen, als ook van Nias op Sumatra's westkust, ofwel van de Mallabaar en Bengalen, zijn zeer weinig en zeldzaam; dat wel meest daar aan föefëfëhrijven is, dat ze zeer zwak, en tegen de ongezondheid van Batavia niet beftand zijn ; waar door dezelve v\ ein g gezogt worden, en dus ook weinig moeite wordt aangewend om ze te krijgen. De behandeling der flaaven te Batavia, op Java, en de meeste Nederlandfche bezittingen, is over 't algemeen zagt en msnschlievend. Ze worden meestendeels alleen tot huifelijken dienst gebruikt, en fommige ook, doch weinige, tot het oeffenen van nu't ge ambagten, als kledermaaken, fchoenmaaken, timmeren , metfelen, enz.; ook wel tot mufiek, daar ze veel genie voor hebben, en daar veele zelfs in uitmunten. Er zijn zeker ook wel eenige menfthen, en vooral vrouwen ,die hunne flaaven zeerflegtbehandelen ; zoowel door harde kastijdingen, als onthouding van de noodige klederen en voedzel, maar vooral door hun de uitwerksels hunner kwaade luimen te doen ondervinden , en nog meer als de jaloufie of minnenijd de vrouwen doet geloven, dat haare mans of minnaars eene flaavin gunliig zijn, die dan ftn tijds onbarmhartig daar voor lijden moet, en wreed mishandeld wordt. Ff 5 De  458 PROEVE De Nederlanders hebben veel te veel flaaven, vooral t« Batavia, daar ze enkel tot weelde een pracht dienen; want er is bijna geen een huis, daar men het huiswerk niet met de helft van die er zijn zoude af kunnen; waar door de flaaven. als te veel ledigen tijd hebbende, lui en overmoedig worden, vooral in de huizen der grooten. Waar bij nog koomt de drift van het fpei,dat door de openlike, en om eigenbelang getolereerde topbaanen aangemoedigd wordt, en weder gelegendheid geeft tnt fleelen, rooven en allerhande kwaad. Weinig wordt ook gezorgd, om de zeden en het zede. lijk character der flaaven te vormen of te verbeteren; ze worden wel in 't algemeen zagt, dochcok met veel onverfchilligheid en minachting behandeld; waardoor hunne denkwijze natuurlijk liegt moet worden, en alleen de vreeze voor ftraf hen in tucht kan hi uden. Als men nu deeze menfehen, die geene grondbeginfelen van deugd hebben, noch hebben kunnen, en tot niets bekwaam zijn dan tot dügeüjkfche huisdienfien , op ééns vrij gaf, en aan hun zei ven overliet, zoo is het zeker, dat verre de allermeesten van die vrijheid een zeer (legt gabruik zouden maaken, dewijl zij zich or.nv gelijk een begrip dast van vormen kunnen, wannende dat die alleen beftaat in de ontheffing van dwang, en vooral van werken. Zij zouden zeer zeker in het eerst zich zeiven, doch weldra de geheele maatfchappij, de ingezetenen en het geheele land tot een ondrageüjken last worden. Men vleije zich niet, dat zij als dan zouden overgaan om hunne eigen meesters, of wel anderen, voor maandgeld te willen dienen; neen; ze zouden op zich zeiven leven, en van niemand willen afhangen; zonder te begrijpen, dat ze zon-  OVER DEN SLAAVENHANDEL. 459 zonder arbeid den kost niet verdienen konden. Steelen, rooven, plunderen en moorden zoude weldra hunne handteering worden; en geftrengheid en ftrafoeffeningen, ja geheele verdelging misfchien, de eenige middelen bevonden worden, om het land voor hun té beveiligen. Door eene ohmiddelijke vrijgeeving zouden ook zeer veele Nederlanders geruïneerd worden , of tea minften al te aanzienlijke verliezen moeten lijden. Wierden echter de flaaven daar door gelukkig; konde men verzekerd zijn, dat ze onmiddelijk goede menfehen, goede ingezetenen zouden worden, dan nog, zoude zich niemand daar over moeten beklagen. Eigenbelang zoude voor het algemeen welzijn moeten zwigten. Maar neen! de flaaven zelve, die op zoodanige wijze vrijgegeven wierden, zouden het ongelukkigfte van allen daar aan zijn; en wie zoude dan eenig nut of voordeel van deezen overhaasten ftap hebber.? Niemand. De eigenaars zouden gedeeltelijk geruïneard zijn; alle burgers en ingezetenen, ja het geheele land, zoude moeten lijden van de baldaadigheden deezer menfehen; en zij lieden zelve zouden eindelijk ongelukkig daar door worden. Zonder opvoeding, zonder begrippen van deugd en godsdienst, kan de meusch onmogelijk waare vrijheid genieten. Wil men hem die geven, men moet hem eerst onderwijzen eii loeren wat gebruik hij daar van maaken moet. Dit kan niet in een oogenblik gefchieden , vooral bij menfehen die geene beginfelen hebben, en aan den dwang gewoon zijn. Men geloove daarom niet dat ik de flaavernij voorfpreeke, of wil, dat men dezelve zoude moeten doen voortduuren. Neen! zulk eeue verfoeijelijke, laage gedachte zij verre van mij! Ik heb  4ób DROEVE heb menfchelijke gevoelens, en wenfch vuurigüjk het geluk en welzijn van alle menfehen, die ik zonder onderfcheid voor mijne broederen erkenne. De flaavernij moet vernietigd worden, en de vrije Nederlanders moeten de vrijheid ook aan hunne medemenfeheh , hunne flaaven fchenken; doch niet voor dat zij dezelve waardig zijn, en daar van een nuttigen voor hun zei ven voordeelig gebruik weeten te maaken. De flaavenhandel, ïntusfehen, kan en moet direa verboden en afgefchaft worden. Geen Nederlandsen burger of ingezeten, wie hij ook zij, in de volkPammgen van den ftaat, of onder de befcherming der Nedcnandfche wetten woonende, moet meer een Haaf van een mlander of vreemdeling mogen koopen De invoer van flaaven moet op de zwaarfte itraf verboden, en de flaaven, die men tegen dit verbod nog aanbrengen mogt, niet alleen vrij gegeven, maar zelfs «aar hun land terug gebragt worden. Dan zullen de Macasfaaten, Boegineefen, Baliers, en alle natiën d.e zich nog met het menfehenrooven en ver koopen ophouden, wel haasteen einde daarvan mn" ken. Als er geen Nederlanders meer zullen zijn die flaaven opkoopen, dan zullen de inlandfche kooplieden en de vorstjes weldra uitfeheiden om alle die listen, gewei denanjen en misdaaden te pleegen, om flaaven magt.V te worden, en geheele landen, die doordeezen onteerel den handel ontrust en ongelukkig gemaakt zijn, zuTn weder hun voorign gclukflaat en rust mogen genlet n Eenige nWte^die zich dit.heillpo«^S • ■ , / over-  OVER DEN SLAVENHANDEL. 461 overgegeven , zullen klagen; doch weldra door eene andere handteering of bazigheid eene betere kostwinning kunnen ver! rij en. Dit Z'io verre gebragt en den flaaven handel vernietigd zijnde, zoo dat er geene rhèer i.ange^ragt konden worden, zoude men het lot van diegenen, die het nu nog zijh^ moeten befliTen Plotzelijke, onmUdelijke, en algemeene vrijgeeving, heb ik reeds aangetoond dat even onvoorzichtig, gevaarlijk en onrechtvaardig, als aan het oogmerk onvoldoende zoude bevonden worden. Eene trapsgewijze vrijgeeving langzamerhand zoude dus het beste zijn. Veele ■ zijn de wijzen waarop dit in 't werk gefteld zoud? km nen worden; doch meestal onvoldoende, en aan veele zwaarigheden onderworpen. Na veel nadenken is mij het beste voorgekomen om een tijdfiip te bepaalen, wanneer alle llaavcn . zonder onderfcheid en zrnd r eenige uitlluiting vrij zullen zijn. Dit op het jaar 1820 bepaald wordende, zoude raar mijne jnaichren, met de bel ngen van allen, zoo eigenaars als flaaven, en alle ingezetenen des lands, het beste over een koomen. Tot dien tijd zouden de flaaven, die het nu zijn, en die van hen in dien tijd geboren worden, flaaven moeten blijven, doch niet dan aan burgeis en ingezetenen deezer volkplantingen onder eikanderen verkogt mogen worden; ten welken einde op iedere plaat1; eene exacte npneeming van al e flaaven zoude moeten gedaan, de bewijzen van eigendom of iranfporten onderzogt, afgenomen , cn nieuwe da&rvoof in de plaats gegeven worden, die vervolgerras alleen geldende zouden kunnen zijn; vervolgens da >v„r ineen grootboek intekening moeten warden gehouden; 0111 tt beluien dut et dèorblraizucbriiJpS lie-  4óa PROEVE lieden, in weerwil van het verbod, weder meerdere flanven ingevoerd wierden; waartegen wel het meeste zoude moeren gewaakt worden. Voorts zoude men door goede wetten en voorzorgen moeten te weege brengen, dat voortaan , en voor dien tijd, de flaaven wel behandeld wierden, zoo wel door het bepaalen ^an kleeding, voedzel, als verdere benodigdheden, die ieder eigenaar verplicht zoude zijn hen te moeten verftrekken; en ook zorgen, dat het hun opgelegde werk niet te zwaar gemaakt wierde, en zij niet te hard en willekeurig voor huifelijke fouten en kleinigheden gekastijd wierden; als mede dat voortaan op hunne zeden en zedelijk charaöer wat meerder acht geflagen, en vooral aan de kinderen een foort van onderwijs, ten minften in de eerfte grondbeginfelen van deugd en goede zeden, gegeeven wierde , en eindelijk, voc r zoo verre het mogelijk is, hen opteleggen tot het leeren van etnigenuttigeambagten, of uitoeffening van konften, fchrijven, enz., waar door ze, vrij geworden, bunnen kost zullen kunnen winnen. Op deeze wijze denke ik, dat ze blijmoedig het tijdftip, waarin zij, of ten miniten tiuime kinderen, vrij zullen worden, en die vrijheid kunnen waardeeren en genieten, zullen afwagten. De eigenaars zullen geen verlies lijden; want als er geene flaaven meer mogen aangebragt worden , zullen de geene die er thans zijn, en die men weet dat nog tot 1820 flaaven moeten blijven, als men naar het vaderland mogt willen gaan, of door nood of andere omftandigheden gedwongen werd ze te moeten verkoopen, nog altijd geld genoeg opleveren; en dezelve tot het jaar 1820 houdende, kan men rret billijkheid niet anders zeggen, dan dat men door de dienften,die men van hun  OVER DEN SLAAVENHANDEL. 463 hun en hunne kinderen tot dien tijd genieten zal, zich volkoomen fchadeloos kan gefield rekenen voor het geene zij gekost hebben. Na het jaar 1820 zoude er dan geen fpoor van flaavernij meer onder den 'Nederlanderen, in Oost-indie te vinden zijn. De fchandvlek, die deeze eerlooze handel ons toebragt, zoude zijn afgewasfchen; en echter zal door eene onvoorzichtigen en plotzelijke vrijgeeving geen eigenaar geruïneerd, het land niet ontrust, en de flaaven zelve, door hun een goed te fchenken daar ze geen gebruik van weeten te maaken , even als een fcheermes in de handen van een kind, niet ongelukkig gemaakt, maar, mag men vrij zeggen , daar door van het fchavot bevrijd worden, dat anders w aarfchijnlijk het einde van veele zijn zoude. De als dan vrijgegeven flaaven, door onderwijs en goede voorbeelden voorbereid, zullen gaerne hunne voorige meesters voor eene billijke belooning en maandgelden blijven dienen; ze zullen bekwaame koks, koetfiers, huisbedienden, mufikanten, en allerhande foort van ambagtslieden zijn, die z;ch beijveren zullen bij goede meesters in dienst re kuum-u Koon-en. Vierentwintig jaaren tijds, om deeze verandering te overdenken , te over weegen en teleeren waardeeren, zullen hen in ftaat ftellen om daar over richtig te kunnen oordeelen, en er een voor hun zei ven gelukkig gebruik van te kunnen maaken. Ik ben verre van te geloven, hier mede deeze geheele zaak voldoende afgehandeld te hebben; het is alleen eene fchets of ontwerp, dat aan verlichter, kundiger mannen dan ik ben, gelegendheid zal geven om hunne gé^oelens over deeze zaak mede openlijk bekend te maaken, endaar door het menfchelijk geluk te beyorderen; doch in 't bijzonder dat  464 PR. OVER DEN SL AA VENHAND EL. dat van een gedeelte onzer medemenfchen, onzer broederen, de flaaven, die, helaas! reeds veel te lang de voorwerpen van onze onrechtvaardigheid, wreedheid, en onverfchilligheid geweest zijn. Sourabaya den 2 Julij 1796. D. van HOGENDORP, VERBETERINGEN. Pag. 4. reg. s. (van ondereu,} .^,i„..;„,<,., i,tgs, ndeneringtn. — 393 — 10. (van boven,) vrij geladen. Lees, ingeladen. Eenige kleine letterfoucen gelieve men onder het lezen zelf te verbeteren. BERICHT voor den BINDER. J. De bijlaagen, die tafelsgewijze gedrukt zijn, moeten naar de order der letteren geplaatst worden. 2. I)e tabelle, gcintituleerd, Cahnlative berekening, £?c. moet tus- fchen pag. 400 en 401 worden ingevoegd. s. Alle de tafels moeten naar de rechterhand uitflaan.