VADERLANDSCIIE HISTORIÉ AGT EN DERTIGSTE DEJ*"   VADERLANDSCHE HISTORIE, VERVATTENDE DE GESCHIEDENISSEN* DER VEREENIGDE NEDERLANDEN» Uit de geloofvvaardigfte Schryvers en egto Gedenkftukken zamengefteld. Met Plaat en* AGT EN DERTIGSTE DEEL. BEHELZENDE HET VERVOLG VAN DEN ' JA are 1786 EN i787. t e N ONMIDDELYKEN vervolge van v.' a g e n a a r's vaderlandsche historie. te AMSTERDAM, tv J Q HANNES A L L A R £. m d c c x c ï v.   VADERLANDSCHE HISTORIE. ACHT EN DERTIGSTE BOEK. INHOUD. Overgang van het voorgaande tot dit 3 Boek. Algemeenheid der Bewerkinge van 1 'eene Grondwettige Her/lelling. Sloffe van ' dit Boek. Beraaming in Drente op deExercitie Genootfchappen, die dezelve, als 'i ware, vernietigde. In 's Hertogenbosch was men op eene Grondwettige Her/lelling bedagt. Fergeefsch vordert men ,er vol~ doening, wegens het indringen der Solda'aten in Burgerhuizen. Prerzoek om de Patenten te mogen zien, en het bepaalen der Militaire Jurisdictie in de Generaliteit^ Landen. Verfchil met den Gouverneur ever de Lasten op den Straatweg. Dë Magiftraat vordert de Betaaling der ag*< terflallige Servicie gelden. Kooplieden in. Zout doen hun beklag over eene Knevelary. De Dorpen in de Meyery tot het opgeeven der Bezwaaren opgeroepen. M/a£ trien over die Oproeping óórdeelde, Hoe XIV. deel. A men ixvnt o e k»  XXXVIII, boek. s. VADERLANDSCHE men meende dat deeze zaak beter zou ingerigt geweest hebbn. Weinig beduidende Afloop van dezelve. De wyze waar op men met die Bewaaren handelde, gewraakt. Twee voos beelden van Knevelary der Boeren in de Meyery, Genootfchap te 's Hertogenbosch. Wapenhandel aldaar en in de Meyerye. De Burgerwapenhandel te Breda geweerd. De Graaf de Maillebois verzoekt als Gouverneur van Breda het Bienvenu te mogen genieten. Aan hem toegeflaan. Voor het vervolg volflrekt verbooden. Gefleldheid onzes Handels op America, Brief des Afgezant s van Beiickel over den Handel der Americaanen op Oost- en West-Indien. Raad/lag by den Staat daar tegen genomen. Wat menomtrent den Handel aan de Kaap de Goede Hoop bepaalt. Sluikhandel der Americaanen op Oost- en West-Indien voort ge' zet. Handelbepaalingen in eenen en anderen Staat van Noord-America verwekte ongerustheid. Wat hun Hoog Mogenden hier in deeden. Nader fchryven des Gezant s van B e r c k e l. Verzoeken der Confuls in America. Dezelve vinden geenen gunfligen ingang. Nadere Bepaalingen voor de andere Confuls. Lastbrief voor de Confuls in Frankryk, Spanje, Italië, en de Havens van de Middellandfche Zee. Lastbrief voor de Confuls by de Barbaryfche Mogenheden. Onze Confuls te Smirna, Tripoli en Tunis verlof gegeeven, om de zaaken van "s Keizers Onderdaanen, als voorheen, waar te neemen, Voorflag Qin  historie» 3 $m een Conful Generaal in de Middellandfche Zee aan te flellen, verworpen. Nadere bepaaling op da Schepen, aan welke Turk/ene Pas/en zouden verleend worden, Zeelands misnoegen hier over* Tegemoetkoming aan die van Zeeland. Reden van de nadere Bepaaling uit het verval van enzen Scheepsbouw ontleend. Zeeland wil zich aan deeze nadere Bepaaling niet onderwerpen. Hun Hoog Mogenden houden zich egt er aan het genomen Be/luit. Verfchil met den Keizer van Marocco over eene Handelplaats, Eisch des Keizers van Marocco om Stuurlieden en Matroozen van de Christen Mogenheden. Antwoord van hun Hoog Mogenden op dien eisch. Het afkoopen van de Tol te Villa Franca by het Hof van Turin aangpereezen; doch gewraakt. Raadflag wegens den Tol door den Prins van Monaco gevorderd. Hei Rcgt onzer Kooplieden in Frankryk gehandhaafd. Vrugtlooze poogingen tot den invoer van gezouten Visch in is Oostenrykfche Nederlanden. Verzoekfchrift van de Visfcheryen hier te Lande om in Frank' ryk Ontheffing van bezwaar en te verwerven Verbod aan de Ingezetenen van den Staat om zich ter Visfcherye buiten 's lands te verhuuren. De Haringvisfchery van Las' ten als voorheen ontheeven. Befcherming aan den Zeehandel verleend. Sterkte van 1s Lands Zeemagt. Verzoekfchrift ten aan' ziene van 'j Lands Zeemagt. 't Voer/lel van Holland om den Koning van Frankryk twee Oorlogfchepen ten gefchenke t& a % zen-. XXXVIIIi BOEK.  4 VADËKLANDSCH'Ë XXXVIII. BOEK, v zenden, heeft geen voortgang'. Twee 8chë* pen by de Admiraliteit van Friesland daaf toe aangepreezen, en verder voorgeflaage11e Schikkingen. Friesland, Stad en Latt' de en Zeeland flemmen hier in. Hoog' klimmende Geldbehoefte der Oost-Indifche. Maatfchappye. Poogingen tot Herftel en Verbetering aangewend. Aanmerkelyk Staat sbcfuh by Holland. Nader Plan, door Stanten van Holland voorgefield. 't Zelve by hun goedgekeurd, en de Geldleemng daar aan verbonden. Met welk ee* nen aandrang by hun Hoog Mogenden overgeleverd. Boor de Meerderheid omhelsd. Zeeland kant 'er zich tegen. Zes Heeren tot het door Zeeland betwiste Vyfde Departement voor- en aangefleld; Heevig betoond misnoegen der Staaten van Zeeland. Zy verklaar en de Befluiten, ten opzigte van dit Nieuwe Plan genomen, voor van geener waarde. Geeven de redenen van hunne Tegenverklaaring op. Zenden dit Staatsbefluit aan de andere Gewesten Dit brengt geene verandering in het B?fluit der Algemeene Staaten te wege. Zierikzee's en Vlisfmgens gevoelen over deezen rondgaanden Brieve. Verbod in Zeeland, aan Bewindhebberen om in eenige Vergadering, niet op den ouden voet belegd, te verfchynen. De Vergadering uitgeflela en deswegen hun Hoog Mogenden gefchreeven. Befluit van hun Hoog Mogenden dat de Vergadering % volgens het Nieuws Plan, zou voortgaan. Zeelands Tegenverklaaring. Staaten van Holland beant- woor-  HISTORIE. 5 voorden den Brief van Zeeland. Be zaak by Zeeland in nader overweeginge genomen. Ongelegenheid waar in de Armen der Joodfche Natie zich bevonden, door het agterblyven der Uitdeelingen. Zyne Hoogheid flaat zyn aandeel in de beraamde Uitdeeling aan den Armen af. Opftand op het Oost-Indisch Schip Barbeflein. De Muitelingen in Engeland gevangen gezet. De Gevangenen van Engeland verzegt en verkreegen. Zwaarigheden in Zeeland wegens de te Regtflelling. De Admiraliteit van de Maaze neemt deeze zaak op zich, Strafoefening. Verbintenis eeniger Burgeren aan de Kaap de Goede Hesp wegem hunne Bezwaaren. Drie Afgevaardigden van de Kaap ieeveren by hun Hoog Mog, een Verzoekfchrift in. Zorgdraagend Voor^ ftel dier Kaapfche Burgeren- Hoe vee ingangs hun Verzoek en Voorftel vondt Verwyl. De zaak blyfi hangen. Onder zoek ott den flaat der Verdeediginge vat de Volkplantingen m de West-Indien vast gefield. Geldbehoeften en Verzoeken dei WestJndifche Maatfchappye. Gun/lig ver flag op hun Verzoek. Op welke voorwaar den Holland 'er in wilde treeden. Be windhebkrs ter Kamer Amflerdam ver deedigen hun g edrag. Op welke voorwaar den de vryheid verleend om eene Virgade ring van Tienen te Middelburg te houden Nadere pooging om hulpe. De West-In difche Maatfchappy blyft ongeholpen. Voot flag van Gelderland omtrent de West-In difche zaakeiu Zeeland neemt Esfequeb A 3 € XXXVIII. BOEK. r ! £>  XXXVIII. B O E K. 1786. Overgang van het voorgaande tot dit "Soek. (*) Zit onüe Vader, tiist. XI. D. bi. »pi. en 309. 6 VADERLANDSCHE en Demerary byzonder ter harte. Misnoegen in deeze Volkplantingen. Poogingen om de Slaavenhandel te begunfiigen. Klagten tut Suriname, over weggeloopen Slaaven, die zich op Fransch Grondgebied mthielden. Bedrukte flaat van Suriname. Plans ter redding uitgedagt. Ongelegenheid, waar in zich vet le Planters op de Berbice bevonden. Storm op St. Eufiatius. Algemeene aanmerking de Volkplantingen betreffende. Alle de Gewesten des Bondgenootfchaps, die wy doorloopen, alle de byzondere Steden , welke wy met een Gefchiedkurtdig ooge bezien hebben, vonden wy volyverig, fchoon op zeer verschillende wvzen, bezig, om 't geen men de Grondwettige HerfleL ling noem'e , te bewerken, ivien hieldt de Acte van Verbintenis obfehen Vaderlandfche Regenten aangegaan, en het daar mede in een hasttiw verhard (taande Vaderlandfche Fonds (*) , voor kragiige hulpmiddelen om dezelve daar te fteiien, en voor fteunzels o n die te ondetfehraagen; terwyl de Burgerwapening bykans allerwegen grooten opgang maakte , en een ontzaglyk gelaad byzette aan alle de Verrigtingen der Ingezetenen. Wy beTchouwden de Tegenwerkingen der Party in den Lande, die ten aan-  HISTORIE. 7 aanzien van de Staatsgefteltenisfe hier mede : ftrydige begrippen koesterden, en, op alle mogelyke wyzen, poogde door te zetten. By uitftap vervoegden wy ons te meermaalen in de kleindere Steden, en ten Plat. tenlande, waar dezelfde Voor- en Tegenwerking zich opdeedt. Het ontbrak niet aan Schriften, die den Burger der klemde re Steden, en den Landman, fpoortlagen ga ven om Heritel xe vorderen, van kegten en Vrydommen, welke men hun ontnomen keurde, en om aandeel te krygen m de Regeering des Lands, waar van zy of geheel uitgeuooten waren, of een niet noemenswaardig aandeel hadien. Nu eens wilde men dit, door algemeene Voorftellmgen , uit den aart der Landsregetringe en de oude Gefchiedenisfen ontleend, betoogen en kragtig aandringen (*); dan weder meer byzondere Steden en Plaatzen, opwekken , om oude Herkomften en Voorreden, of wat men den Vryen Burger oordeelde toe te komen , te doen gelden, en daar op by den Souverain aan te houden (t> Doch, aangezien dit meest, ten deezen Jaare, by enkele befpiegeling bleef, en het eerst m het volgend Jaar, hier en daar ten daadlyken bedryve kwam, zullen wy ons vergenoegen met dit aangeftipt te hebben. m Grondwettige ïhrjleÏÏmgvan Neerlands Staatsweezen II. D. bl. 152. enz: Post van ien NederJühyn X. D. bl. 222. (f) Post van den Neder-Rhyn XI. P. bl. $62. A 4 iXXVlII. SOEK. [-86. Mgemeenicid der Bewerkinne eener Grond- Herftcllinge.  S VADERLANDSCHE XXXvni. BOEK. 1736. Stoffe van dit Boel:. Beraaming ?n Drente op de ExercitieQj.uoetfchap, pen, die dezeive,als ?t ware, Ternietig- I 1 1 1 I I 1 ( Wy zullen die Boek belteeden om te m» melden wat in het Landfchap Drente, wat in de Generaliteit» Landen, deswegen voorviel; als mede eenige zaaken, den Koophandel, de Zeemagt, cn de Volkplantingen van den Staat betrefFende, die niet welvoegelyk vroeger plaats konden vinden, en egter tot deezen Jaarkring behooren. Eensgezindheid was verre te zoeken in het Landfchap Drente. De beweegenisfen ? in den voorleeden Jaare, te Meppelt gereezen, by de komst van zyne Hoogheid, lieten, ondanks de gedaane Afkondigingen tegen Leuzen en Oproer, woelingen igter. De Gewapende Genootfchappen,, welker Vernietiging men gezogt hadt; maar niet kunnen bewerken (*), werden ;hans, door eene Afkondiging, in derzel- rer verrigtingen, beperkt. Gedepu- :eerde Staaten des Landfchaps gaven, in Lentemaand, te verftaan, dat ?y door de tieeren Ridderfchap en Eigenerfdens, Staa:en des Landfchaps verzogt en gelast waren, >m ernftig te waaken, dat zo wel, aan den :enen kant, de Gelegalifeerde en thans bin^jen Drente beftaande Exercitie Genootchappen, by de vastgeftelde Reglementen Irikt zouden worden gehandhaafd, en tegen tllen hoon, overlast en feidykheden kragt* laadig befchermd, zo ook, aan de andere ;yde, de overige Ingezetenen, tot de Exer-. ;ide Genootfchappen nie; behoorende, aas gee- f) Zls OESv Valerl Etst. X. D. bl. enz.  HISTORIE, 9 geene eigene rigcing of overmagc der Exerceerende Leden blootgeiteld; maar in tegendeel in alle gevallen, op eene wettige wyze , volgens oen gewoonen loop van Juftitie, geconvergeerd worden; en dat, ter bereiking yan dit heilzaam oogmerk, en voorkoming van daadlyke gevolgen, aan alle zo Exerceerende als niet Exerceerende Ingezetenen, yerbooden zou blyven, zich, buiten uitdruklyken last en ordere der Regeeringe, van fcherpe Patroonen te voorzien, veel min van dezelve eenig gebruik te maaken. Zy vermaanden en gelasten een iegelyk binnen Drente woonende, of zich in dit Landfchap onthoudende, zich zorgvuldig te wagten van alles, 't geen de Verwydering tusfchen Ingezetenen en Ingezetenen, door aan Partyfchappen en daar uit ontftaande verbitteringen, voedzel te geeven, zou kunnen vermeerderen, cn het bederf van 't geheele Land naa zich fleepen; maar, in tegendeel, zo als het waare Liefhebbers des Vaderlands, die nimmer door verfoeily* lyke Eigenbaat, of zugt tot Nieuwigheden, om byzondere Inzigten te bereiken, gedrceven worden, betaamt, alles wat in hun vermogen was, gewillig toe te brengen, 'c geen ter bewaaring der Ruste, Eensgezindheid, en onderling Vertrouwen , (de bron en oovfprong van 't geluk eenes Burger/taats,) onder de goede Ingezetenen, dienen kon, en dus met daaden te toonen, dat hun 'sLands welvaaren, 't welk, zonder Eendragt niet* beftendig kan weezen, boven alles aan het jiarte lag. A 5 Waar- xxxvm, BOEK. Ï786.  io VADERLANDSCHE xxxvm. BOEK. I?H6. In '* H?r- togenbosch w:is men op Herftel bcdagt. Waarom zy de Schulcesfbn der Plaatzen, waar Gelegalifeerde Genootfchappen gevonden werden, gelasten, derzelver Officieren voor zich te doen verfchynen, om, uit hunnen naam, te bevelen, alle fcherpe Patroonen, welke zy, of iemand der Leden van hun Gcnootfchap onder zich mogt hebben, op den Eed aan den Lande gedaan, daadlyk over te geeven, om by den Schultus verzegeld, en tot nadere Bevelen, bewaard te worden: alles op ftratTen en boeten tegen de Verftoorders der gemeene Ruste en openbaare Veiligheid, voorheen gefield, of als nog, naar vereisch der omftandigheden, te ftellen (*). Dit was der bedoelde; doch mislukte, vernietiging deezer Gewettigde Genootfchappen, zo na^y gekomen, als zonder eene volflaagene Affchaffing, kon gefchieden, en hadt morrend misnoegen ten naiuurlyken gevolge. Niet geheel werkloos bleef men in de Generaiheiis Landen ten aanziene der Grondwetcige HerftelKng. 't Geen wy geboekt hebben , wegens de Verandering des Pennirfgs voor de Regceringsleden te 's Hertogenbosch . en het gewigtiger ftuk, de vordering aldaar om Gebooren Brabanders tot het bekleeden van Ampten, zo zeer doorfteekende in de begeerce om den ingebooren Advocaat Donker Curtius, dien men, uit hoofde van de veelvuldige bezigheden , den Penfionaris Antoni Martini, thans de volyverigé Verdeediger der Reg- (*) N. Nederl. Jaarb. 1786. bl. <,i6.-    HISTOR IE. ïi Regten van Stad en Meyerye, ten behulpe 5 hadt toegevoegd (*_), tot Advocaat Fiscaal ï en Procureur Generaal van Brabant aangefteld te zien, kan hier .van ren doorflaan- ' den bewyze verltrekkep). Wanneer die van 's Hertogenbosch op een en lnbooreling van Brabant, in dit geval aandrongen, verzwecgen zy voor hun irioog Mogenden niet, dat zy meer andere Grieven en Bezwaarcn hadden, thai!S opzetlyk voorbygegaan; doch w tke zy de vryheid zouden gebruiken aan hun Hoog Mogenden agteremvolguid tot Herltel voor te draagen (f). In'sliet tos,enbosch zdvs hadden zy onaangenaamheden , waar over zy den Souverain vervolger-js met klagren aangingen; als daar was, Jat een Corporaal,'-neteenigemanfchap, ten Burgerhuize zich ingedrongen hadt; om met (*) Zie obkc Vadert. Bist. XI. D. bl. 142. 144. en 150. Ter laatst aangetoogene plaatze hebben wy den Heer Donker Curtius tweeden Peiifwnaris van ' s Hegtogenbosch getyteld ; doch, naderhand, in 't zekere verftaan, dat hy dien tytel nooit gedraagen heeft, en alleen, gelyk hier boven vermeld wordt, den Peniïonaris Martini ten hulp verftrekte. Gemelde Penfionaris heeft, met goedvinden der Magiftraat van *s Bosch uitgegeevcn, in den Jaare 1786, Verzameling van Stukken, raakende de jtdresfen, door den Magiftraat der Boofdftad 's Uertugenbosch, aan de hooge Coilegien van de Generaliteit en de Refpective Bondgenooten gedaan, tot Inroeping der Brabantjchc Landwetten en Privilegiën, omtrent de Begeeving van Simpten aan Gebooren Brabanders. Deeze Verzameling vermelden wy hier, om ter aangeduide plaatze in onze Vadertandjche Historie nageflaager te worden. Dezelve was ons toen onbekend, anderEins zouden wy 'er ons van bediend gehad hebben, (f) Zie onze Vadert. Hift, XI. D' bh 146. XXVIIL i o E K. 786. Vorderen vergeefscii voldoening, wegens het indringen derSoldaa-  ia VADERLANDSCHE xxxviii. boek. 1786. ten in Burgerhuizen. met geweld in een Bovenvertrek, aan een Soldaat verhuurd, te gaan. Wegens die fchennis van een Burgerhuis vorderden zy Voldoening van den Generaal van 11 eh Dussen, en op weigering hier van, ver» zogten Schepenen, Gezwoorenen en Raaden van 's Hertogenbosch by hun Hoog Mogen» den , dat de Gouverneur der Stad mogt worden aangefchreeven, om aan de Magiftraat, wegens dit geval, behoorelyke Voldoening te bezorgen; en voor het toekomende te waaker,, dat het Regt der Burgerhuizen door Krygsvolk niet wierd gefchonden : terwyl zy, niet minder dan voorheen, zouden tragten mede te werken, dat 'er geen misbruik van wierd gemaakt, alsmede, naar hun vermogen tegen te gaan, 't welk aanleiding tot Wegloopen en het pleegen van Buitenfpoorighe- den zou kunnen geeven. Men was hier op van oordeel, dat, fchoon de Privilegiën , waar op de Magiftraat van 's Hertogenbosch zich beriep, wel medebragten, dat geen Burgers of Ingezetenen dier Stad, zonder toeftemming, of buiten de tegenwoordigheid van het Geregt, uit hunne Huizen mogten worden gelige, dit niet toepasfelyk was op het tegenwoordige geval, van een Soldaat, die by een Burger zyn intrek hadt, sn in het bedoelde doorgaan moest belet worden: weshalven men het Regt der Burgeren niet gefchonden, en den Gouverneur snverpligt reekende om des Verfchooning iq vraagen (*\ Het (*) Refil, Gen. 9 Jan. 17ÏS,  HISTORIE. tg Het eerfte Bacaillon Mariniers van Dou-1 glas, u\t Arnhem komende om in 'sHer-* togenbosch Bezetting te houden, hadt men ' geweigerd de Patenten te vertoonen. De i Magiftraat oordeelde regt te hebben om de- . zelve te zien, beweerde zulks in eenen , Bricve aan hun Hoog Mogenden, met ver-1 zoek, dat»in 't vervolg, tegen die weigering mogt voorzien worden; ten einde zy, niet minder dan de Regenten van het Platteland, op eene wettige wyze, des kennis, en de Patenten te zien kreegen, om de noodige fchikkingen tot het ontvangen, inlegeren of laaten doortrekken van het Krygsvolk te kunnen maak en. Ook gaven zy, te deezer gelegenheid, aan hun Hoog Mogenden in bedenking, of, daar in alle Gewesten, de Algemeene Militaire Jurisdictie was afgefchaft, hun Hoog Mogenden, tot voorkominge van alle verwarringen, en ter wegneeminge van verlegenheid , waar in zo de Gewoone Juftitie als de Burgerlyke Ingezetenen van 's Hertogenbosch zich telkens bevonden, niet zouden kunnen goedvinden, ook in de Gene' raliteit, de Militaire Jurisdictie op een vasten voet te bepaalen. De Gouverneur van der Dussen kreeg aanfchryvens om deswegen berigt aan hun Hoog Mogenden te doen toekomen. Dit ingediend zynde, bleef de zaak hangen, en het Stuk wegens den Hoogen Krygsraad in de Generaliteitslanden onaangeroerd (*> Een (*) Rtfol. Gen. a.6. April 17. Mey en 13. Juny 1786, XXVUL' O E Ka 786. 'erzaeken, e Paten:n te moen zien. la het be> )aalen dei? Militaire |urisdictie in de Ge- leraliteits, Landen,  iXXVIII. doek, i?8ö. Verfchil met den Gouverneur over de lasten op een Straatweg i i De Magiftraat vordert de betaaling der agterftallige Servicie-gelden. (*) Refol. Gen. 21. Aug. 1786, 34 VADERLANDSCHE Een Straatweg van V Hertogenbosch op Eindhoven vorderde tot onderhoua Straatof Barrière-gelden. Volgens zeker gemaakt Reglement was niemand, dan Perfoonen, daar in vermeld, vry van deeze te betaalen. De Gouverneur van der Dussen , fchoon op- deeze uirzonderin. siyst niet genoemd, oordeelde zich ongehouden uit Geld te betaalen. Dus vriendlyk vermaand door de Regeerhg, erkende hy geweigerd te hebbee, die Gelden hem afgevorderd, te geeven, en dat hy het nog bleef weigeren, om reden, dat zyne Voorzaat, de Hertog vin Brunswyk, dit Straatgeld nooit betaald hadt. De Magiftraat van VHertogen¬ bosch met dit antwoord niet voldaan, keer3e zich tot hun Hoog Mogenden, met verdoek, dat hier in mogt voorzien worden, :en einde de Pagters der Barrière - gelden illen grond van klagten te ontneemen, en )p dat het ongelukkig Fonds van den Straatweg, door de vermeerdering van Uitzonleringen, geen bykomend nadeel leede (*). De Magiftraat deezer Stad had ook ftoffe ran veel regtmaatigen beklags gevonden, ia iet niet betaalen der Serviele- gelden, aan ïaar beloofd door Holland en Westfries'and; met verzoek cat die vera^terde Geilen aan haar in redelykhëid mogten volJaan, en voor 't vervolg, op een vasten toet geregeld, en betaald worden; doch lat, zo onverhoopt hun Hoog Molenden, by  HISTORIE. 15 by welke zy decze klagten uitboezemden, op het een of ander punt der ingediende ftukken, daar toe behoorende, eenige bedenking mogten maaken, die punten ais dan mogten gebragt worden voor zodanig een onzydig Hof van JufHtie, als hun Hoog Mogenden zouden gelieven te benoemen. -— De Afgevaardigden van het Gewest, waar over men klagtig viel, namen dit over. —— Het Verzoekfchrift ging vergezeld van eene Memorie, met Bylaagen, die dit ftuk uit den grond ophaalde, en voldingend ihafde: waar in den Penfionaris Martini zich, met onbezweeken yver kweet voor de belangen der Srad (*). Eene zonderlinge Invordering gaf verfcheide Kooplieden in 's Hertogenbosch reden om dezelve ter kennisfe van hun Hoog Mogenden te brengen. Het geval beftondt hier in, dat, wanneer zy, voor hunne rekening, eenig Zout, ten verderen vertier, ter Haven der Stad inkreegsn, en .^pfloegen, als dan by de uitmeeting, door daar toe aangebelde Meeters, buiten voorkennis en toeftemming der Kooplieden en Eige- naa- (*) Refel. Gen. 26, April 1786. Dit was een reeds te mcermaalen te vergeei'scb gedaane vordering Zie van Heurn historie der Stad en Meyery van 'sHertogennosch IV. D bl. SS. Het Reques met de Memorie Adftruitief, met Bylaagen van de; Heer Martini, is te '* Hertogenbosch gedrukt by d Wed. C. A. Vieweg 1786. Waar in ook het heevi Gefchil met den Gouverneur over de Barakken, die i eigendom aan de Stad behoorden, by wyz.e vmAari hangfel, gevonden wordt. KXXVIII. i o e k. I786. Kooplieden in Zout doen hun beklag over eene Knerelary. » t 1 1  i6 VADERLANDSCHE' SfXxvii BOEI' Dit ftuk aangebonden. '. naaren, door zeker Perfoon, zich noemen* . de de Collecteur van den Hoogfchout over de Stad en Meyerye, Willem, Baron •Pan Lynden tot Hemmen, van dat Zout, op de uitmeeting van zekere hoeveelheid* telken reize en zo menigmaal, als ten behoeve van dien Hoogfchout werd gevorderd, eenige hoeveelheid, in een zakje by hem bekend onder den naam van het Stadhouders Zakje; welke hoeveelheid twee vaten bedroeg van de negen honderd en zestig vaten* Op alle mogelyke wyzen hadden de' Kooplieden in Zout onderzoek gedaan na de wettigheid van eene zo byzondere Afvordering, waar door zy; tegen het oogmerk van alle Belastingen, zo büitenfpoorig gedrukt en benadeeld werden. Hun onderz'oek was op niets uitgekomen, en fielden zy vast, dat 'er geen Verpligting tot zulk een gemis, aan hunne zyde, kon plaats hebben , of'er moest, aan de andere zyde, een Regt tot zodanig eene Afvordering weezen. Het gelüstte een der Handelaarén in Zout dit ftuk aan te binden. De Heer A. J» Vereyck, by het afloopen des voorigen Jaars, honderd en vyftig zakken Zouts, inkrygende, liet, eer hy het opfloeg, den Stadhouder van den Hoogfchout Mr. H. A. van Adriciiem, minnelyk, doch geregtlyk, aanzeggen; dat hy niet voorneemens was van het Zout, 't welk hy ftondt te ontvangen, iets aan den Stadhouder te geeven; doch kon de Heer Stadhouder zyn Regt tot den Eisch aantoonen, dan was hy bereid  HISTORIE. 17 V;id om het te voldoen, fchoon een half: Jaar hier naa. Hy hadt zich gevleid, op dit aanbod, van • den Stadhouder, uit naam van den Hoogfchout, te zullen verneemen, dat hy zyn vermeend Regt van Vordering aan hem, het zy uit hoofde van eene vastgeftelde Ordonnantie , of op eenige andere overtuigende wyze, zou hebben getoond, of wel anderzins Openhartig genoeg geweest zyn, om , daar het de pligt van een Officier is, tegen alle wederregtlyke aanmaatigingen en knevelaryen te waaken, ten minnen voor 't vervolg , daar van af te zien, en zodanige Vorderingen van Zout van de hand te wyzen; doch dat, incegendeel, meergemelde Hoogfchout, hadt kunnen goedvinden, om zich, in die hoedanigheid, deswegen by Raad en Leenhove van Brabant te vervoegen, met verzoek om Mandement van Maintenu tegen den Koopman Vereyck. Zy verzogten deswegen, dat het hun Hoog Mogenden gunltig behaagen mogt, om, door Hoogstderzelver gezag en zorg, den Koophandel van Zout in 's Hertogenbosch tegen zodanige drukkende bezwaaren en belastingen van den Hoogfchout, te be* fchermén en te beveiligen; en hun daar door, uit een algemeen belang in de welvaard, groei en bloei van den Koophandel, deswegen te ontheffen van hunne welgegronde vreeze van alle onderneemingen van nadeelige en verderflyke Pleidoyen aan de ?yde des Hoogfchouts, en gevolglyk, met betrekking zo tot het eene ajs tot het an- XIV. deel. B En verzogt de Koopman Vereyck voor zich in 't byzonder, dat hun Hoog Mogenden, hangende hunne Raadpleegingen, de tegen hem onderftaane Regtsvorderingen voor den Raade van Brabant, als loopende over een ftuk van B. lastinge, ex plenitudine poteftatis, wilden opfchorten. Men verftondt van den Hoogfchout berigt te vorderen; en fchreef den Raad van Brabant aan om alle Regtshandelingen, hier toe behoorende, op te fchorten, tot dat, op het ingekomen berigt des Hoogfchouts, daar over nadere fchikking zou gemaakt weezen (*). Meende de Stad 's Hertogenbosch zo veeIe en zo onderfcheide oorzaaken tot klagten te hebben, de Meyerye, met een aantal van omtrent zeventig Dorpen, zugtte onder eene menigte van Bezwaaren, welke zy van tyd tot tyd, ontdekte; doch op eene wyze, niet gefchikt om verligting aan te brengen , dan in enkele fchreeuwende gevallen. Die mindere verdrukkingen van den Landman, welke egter, door derzei ver menigte, van veel beduidenis worden, en dagelyks treffen, liepen te zeer in 't ooge, om, in een tyd als deeze, onopgemerkt te blyven. Men dagt den rechten weg ter opheffing van zo veel leeds ingeflaagen te hebben toen de Raad Van Staaten, by een Befluit in Wintermaand des Jaars mocclxxxv genomen , van de Stadhouders en de Gewoone Ge- (,*) Refo'. Gen. 21. April 17s6.  HISTORIE. i$ Gecommitteerden der vier Kwartieren van 5 de Meyerye van ^ Hertogenbosch, eene op- e gave geëischt hadden van de weezenlykfte Bezwaaren, welke ten aanziene der Inwoon- I deren der Meyerye mogten plaats vinden; benevens derzelver Bedenkingen over de wyze op welke die Bezwaaren het gevoeglykst zouden kunnen worden opgeruimd. Ter voldoening aan dit Befluit hadden de Heeren, aan welke dit was opgelegd, van de Regenten der Dorpen en Plaatzen in de Meyerye de opgave gevraagd van de Bezwaaren, die zy drukkend rekenden. De Mey er yenaars verheugden zich op deezen aanblik van heil, en fchepten hoo-j pe, dat hun Hoog Mogenden, de klaagftem ( der Ingezetenen hoorende, zich zouden erbarmen over hun elendigen toeftand; Dan veelen oordeelden des zo gunflig niet; zy verbeelden zich* en deeden het der Wereld weeten, dat geen het minfte nut, geen de geringde ontlasting, voor de Opgezetehen van de Meyerye, uit die Opgave, te wagten was. Niet dat zy het oogmerk des Souverains mistrouwden, of in twyfel trokken het geopenbaarde voorneemen om die Landftreek van veelvuldige Grieven te ontheffen ; maar zy vreesden, dat het rechte middel niet was uitgedagt en verkoozen: dewyl de byzondere, drukkendfte en weezenlykfte Bezwaaren veel al fchoolen in den boezem van meest alle de Dorpen, van welke befchaldigende verdenking zy egteralle braave en eerlyke Dorps Regenten uitzonderéien ; veele Drosten, Secretarisfen, ja veel© B 2 Dorps xxvir?. OEK. 786, Wat mea iv er die )proeping ■ordeeldso  £Q VADERLANDSCHE &XXVIII. BOE IC. 17.86. • 1 i : ] < 1 < ] ( < 1 j 1 t Hoe het daar mede op cenigc t Dorpen ( geftcld j was. I i .! ( 1 1 j J 1 ] 1 Dorps Pvegeeringer» bielden zy voor de? swaarlle Geesfeis van eeflige Dorpen: en leeze waren het^ nogthans, die, uit naam /an den Souverain, de Dorpelingen over uinne Bezwaaren moesten hooren, — Men rreesde, niet zonder grond, dat de Landnan, hier en daar geen moeds genoeg zou lebben, om over Verdrukking te klaagen, ;n rondborstig de Bezwaaren op te noemen w hun die hy voor zyne Verdrukkers kenle: of dat zy, dit eens doende, geene waar>org altoos hadden, dat de zwaarigheden mverdraaid, onverminderd en getrouw 011ler het oog van den Souverain zouden geiragt worden. — De last om de Weezenlyks lezwaaren op te geeven, gaf den Opneeneren ruimte om over die fVeezenlykheid, laar hun inzien, of willekeur, te oordeelen. En, in de daad, men verzekerde, dat op ommige Plaatzen, de Regeering, by het iproepen der Boeren om hunne Bezwaaren ti te leeveren, zou gezegd hebben, dat y Regenten hier toe niet gehouden of veriligt waren; maar dat zy de goedheid wel w'lden hebben om te hooren of hunne In- ;ezetenen ook Bezwaaren hadden. )at, pp andere Plaatzen, de Regenten den )pgezetenen, die hunne Bezwaaren wilden ;omen opgeeven, van de hand weezen, rotslyk zeggende, dat zy hier toe geene ngezetenen noodig hadden. In een zeker Dorp zou een Regent zich niet ontzien heb>en te betuigen, dat zy, de opgegeevene Jezwaaren naaleezende, uitfehrapten 'tgeen iwn niet aanftondt. Terwyl de Regenten van  HISTORIE, 21 van een ander Dorp na de Kwartiers Vergadering trokken, zonder de ingeleeverde Bezwaaren der Dorpelingen mede teneemen. . Die het ftuk deezer wyze inzagen, wenschten, dat, om meerder vrugts van dit aangevangen werk te trekken, de Bezwaaren, by Adresfen of Verzoekfchriften, onder het oog der Hooge Overheid gebragt; of we) dat deeze eene Commisfie benoemd hadt om de Bezwaaren op de Dorpen zelve op te ncemen; in zulker voege, dat de naamen der Opgeeveren alleen by Commisfarisfen bekend, en voor alle anderen een geheim waren; wanneer zy, zonder vrees van zich aan de ongenade en aan eene daar uit volgende nog ftrengere behandeling der Dorps ^Regenten bloot te ftellen, de naakte waarheid gerustlyk konden openleggen. De Vergadering, thans beftemd om de Bezwaaren te hooren, te beoordeelen , over te brengen, en middelen van Herltel aan de hand te geeven, beftondt uit de vier Stadhouders van de Heeren Kwartierfchouten, Uit zes Secretarisfen, en één Drost. Zy dienden, in Wynmaand, een breedfpraakig Vertoog in by den Raad van Staaten, van 't welke zy een Affchrift aan hun Hoog Mogenden aanboden, op dat, fehoon zommige der opgegeeven Bezwaaren, zo door den Raad van Staaten, als door hun Hoog Mogenden, op den voordragt des gemelden Raads, reeds gunftig waren afgedaan, of in naderen raadilag gehouden, hun Hoog Mogenden zou blyken, welke weezenlyke Bpzwaaren in de Meyerye van \f Hertogen% 3 bosch XXXVIITo E O E K. i/86. Hos men meende iiat deezezaak beter zou ingerigt vveczjn. Weinig beduidende afloop van dezelve.  22 VADERLANDSCHE XXXVIII BOEK. T786'. De wyze Waar op jnen met die BesnarenïiandelJe, gewraakt. bosch plaats hadden , en hun daar door vol-, komen in flaat te ftellen, om, met des te meer gronds, uit de algemeene, over de byzondere Bezwaaren, te oordeelen, Van die alles kwam weinig bepaalds, veel uicfcels, en verfchuivens, tot dat andere zaaken, met die der Meyerye in eenig verband ftaaade, zouden afgedaan weezen (*_). Hadt men veel aan te merken op den ingeflaagen weg ter ontdekking van die Bezwaaren, men liet niet agterwege het zyne te zeggen, over de wyze, op welke men met de Bezwaaren handelde. By voorbeeld, dat men alles, wat de Kwarr.ierfchour.en, of dcrzelver Scadhouders, den Hoogfchout van 'jHertogenbosch, de Leen- en Tolkamers, de Drosten of Secretarisfen, rechtftreeks betrof, zo veel doenlyk, vermydde; zommige zaaken, die men niet voorby kon, enkel verhaalender wyze voordroeg; andere, waar tegen door een Beflnit gewaakt was, (fchoon die Befluiten flaag overtree? den werden, en dus de vernieuwing hoogst roodzaaklyk behoefden,) op grond van dit Befluit, niet opgegeeven; andere wederom als geen Bezwaaren aangemerkt werden; tot zommige Klagten wilde die Vergadering zich als nog niet ialaaten, als daar was, eene zaak over welke veele Piaatzen zich beklaagden, dat veele Amptenaars, volgens de Privilegiën , geen Brabanders waren; ten aanzien van eenige , tegen welke een algemeene kreet (*) Refot. Gen. sj. 0&. ea 7. Dec. 178Ó. Poss VS7i Neder-Rfyn IX, D. bl, 1214. D.bl, 13,*.  HISTORIE. ffl3 kreet opging, als de knevelaaryen der Officianten en boven al der Secretarisfcn, hadt men plans gemaakt by veelen geoordeeld eer gefchikt om de kwaal te verflimmeren dan te herfiellen. Wy kunnen hier in geene byzonderheden treeden ; doch niet nalaaten twee. fchreeuwende Haaltjes , fchoon kleinigheden, te vermelden van de behandelingen, die de Meyeryfche Landlieden ondergaan moesten. Ten tyde van den gevreesden Oorlog met den Keizer haalde een Boer van den Dorps Secretaris een Borgbrief, op den buitenkant ftondt ƒ4-13-0. Een ander, dit ziende, vroeg dien Boer, of hy tegen dien prys niets hadt" gezegd? dewyl men 'er gewoonlyk f%- 12 -o voor betaalde? Dit hadt ik ook altoos gehoord, antwoordde de verleegene Boer; maar de Secretaris zeide, dat met den Oorlog alles duurder was! Een ander Secretaris deedt zeker Kruiskensgeld'. en dat niet gering, ten behoeve van zyne Klerken, betaalen, wanneer iemand, niei kunnende fchryven, in plaats van zyn Naam te tekenen , genoodzaakt was een Kruis jet ter Protocolte te maaken. Welk Kruiskensgeld in de Meyerye, hoe gering het moge lchynen,niet weinig betekende, aangemerki het groot aantal der flegt onderweezen Boeren, die leczen noch fchryven verdaan: vooi geen gering gedeelte, zo ons van goedei hand verzekerd is, een gevolg van den flegten Haat des Schoolweezens: dewyl, om dc post van Schoolmeester aldaar te bekleeden. yeeltyds geweezen Heerenknegts gezonder B 4 W@? XXXVIII, BOEK. 1786". Twee voorbeelden van Kneveiaary der Boeren ine Mail- lebois verzoekt, als Gouverneur , het Bienvenu te mogen genieten. letten, aan Burgers in hunne eigene Doelens. ln veele Dorpen der Meyerye beltonden Wapenhandelende Genootfchappen, dagelyks bezig met dit by de Ingezetenen thans algemeen bedryf. De zugt tot den Wapenhandel openbaarde zich desgelyks by de Burgers en Ingezetenen der Stad Breda. Lenigen deezer ver* voegden zich, met een Verzoekfchrift, by de Regeering, om met geflootene Gelederen, flaande Trom, en vliegend Vaandel, ter Wapenoefening in en door de Stad te mogen trekken. Verre van gunftig was het antwoord. By de weigering kwam een verzoek der Regeering aan den Drosfaart om daar tegen te waaken, En wanneer eem% ge jonge lieden het waagden om, in Krygsrusting, gefchaard, op te trekken, werden zy, anderen ten affchrik, van Vaandel, Trom, en Wapenen ontzet (*). De Graaf de Maillebois, die van den Staat reeds groote voordeden trok, onophoudelyk bezig om van alle zyne Bedieningen en Vcrrigtingen, zoo veel Gelds te trekken als immer mogelyk was, ter vervulling zyner wydgaapende behoeften, in den voorleeden Jaare tot Gouverneur van Breda aangelield (f), wilde ook alle mojelyke voordeden, welke die Post hem kon aanbrengen, na zich fchraapen, Hy betuig. Ie, ten dien einde by hun Hoog Mogenden, (*) N. Nederl. Jaarb. 1786. bl. 1653. ^54. Po** tan den Neder-Jihyn X. D. bl. 38. onze Voderl. h}sc. IX. ©. bl, 196.- 3!»4,  HISTORIE. 2? ós-a, gehoopt te hebben, het Bienvenu daar aan weleer gehegt, te zullen genieten; doch dat zulks, tot hier toe, hem niet verftrekt was, uit hoofde van een Staatsbefluic daar tegen in Zomermaand des jaars müccxovi genomen. Hy bragtin 't midden, dat, zedcrt dit Staatsbefluit, het-tavenu aan twee zyner Voorgangeren in her. Gouvernement gegeeven was; en dat hy, hier te Lande, in meer dan eenopzigt, veele fchade en onkosten geleden hadt;waarom hy ook wel durfde vertrouwen , dat hun Hoog Mogenden hem alle mogelyke voordeelen, die -niet ftreeden met vastgeftelde Wetten, zouden laaten genieten: weshalver hy verzogt, dat het gemelde Staatsbefluit omtrent hem, even als ten aanziene zyne: twee Voorgangeren, mogt buiten kragt ge fteld, of daar van afgegaan worden om he Bienvenu, als Gouverneur van Breda, t< kunnen en mogen genieten. Men - was gewoon deezen toenmaahgci Gunfteling bykans niets te weigeren; ei ftrekten de twee Voorbeelden van vroeger afwyking des genomen Staatsbcfluits, tei gemakkelyken brugge om den Graave d Maillebois, zyn verzoek in te willigen en het oude Bienvenu aan den Gouverneu van Breda gegeeven, toe te Haan. Dan, te deezer gelegenheid, werd no£ maals, en op 't nadruklykst, afgefchaft h< geeven van eenige Bienyenuen, hoe g< mamd, aan nieuw aan te ftellene Gouvei iieurs en Commandeurs, in de Plaatzen 01 der he? Beftriec ven de Generaliteit; mk S! 3 O EK, I786. [ 1 Aan hera j toegeftaan, 1 r Voor '£ U vervolg volftrekt '" verhoaen. »« l-  a8 VADERLANDS CHE XXXVII BOEK l?M Gefteldheid onzes Handels op ■America. I 1 i < c 2 Brief des Afgezants <; van Berckel over n den Han- E r.gaders aan de Hoogfchouten, Rentmeesters, Drosfaarden, Baljuwen, en andere Politike Officieren, door hun Hoog Mogenden aangelteld, zonder dat het aan deeze Perfoonen, 0f ook aan die geenen, welke de Bienvenuen geeven, zou geoorloofd weezen, om tot het mogen ontvangen, of geeven, eenig verzoek om ontflag of opfchorrirjg van dit Staatsbefluit, te mogen doen(*). Te midden van de veelvuldige en fteeds aangroeiende Beweegenisfen in den Lande, hadt de Koophandel, met welke 't zelve ftaan of vallen moet, de wisfelkansfen aan denzelven eigen; voordeden vergezelden, nadeelen troffen dien dierbaaren Tak. Dat de Handel op het nieuw en groot Gemeenebest in America, van waar men zich verbeeld hadt, dat een rykc bron van VVelvaard herwaards zou vloeijen, bylange na aan die verwagting niet voldeedt,' cn welke oorzaaken hier toe, by de eerde aan^evangene volyverige poogingen, medewrog:en, hebben wy reeds vermeld (f). Wei)ig betcrfchaps, zo eenige, befpeurde men n dien Handel ten onzen voordeele, fchoon lie der Americaanfthe Staaten in wasch!om en bloei toenam, en drekte om den onen te doen afneemen en dorren. Hoe het gefchaapen dondt, dat deeze taat een Mededingder zou worden, kunen de Brieven van onzen Gezant van erckel aan hun Hoog Mogenden uit. wy, (*) Refol. Gen. 27 Oct. en 6 Nov. 1786. (f) Zie onze Vadert. H\st, IX. D. bl. 167.  HISTORIE. a<) wyzen. In Louwmaand gaf hy berigt, dat te Nieuw York zeilree lagen twee Schepen na Canton in China beftemd, met „welke twee Heeren, de een als Conful, de ander als Vice-Coniul der Vereenigde Staaten by den Keizer van China vertrekken zouden. De Eigenaars dier Schepen hadden zich by hem vervoegd om Brieven van Aanbeveeling; doch dit was door hem afgeflaa» gen (*). Van klemmender aart was zyn fchryven in Zomermaand. Zints zyne Aankomst in America hadt hy reeds vroeg ter kennisfe van hun Hoog Mogenden gebragt, den Sluikhandel van Nieuw York op de West-Indien, en voornaamlyk op Suriname gedreeven. Wel verre dat deeze verminderde, moest hy verzekeren, dat de Americaaneti even fterk hier mede voortvoeren, en dat, byaldien 'er geen ernftige maatregelen tegen te werk gelteld wierden, het onderneemend Charactcr der Ameri' caanfche Kooplieden zich niet ligt paaien zou laaten zetten; maar wel, integendeel, dat, daar men in de Franfche en Engel fche Eilanden ten fterkften tegen deezer Sluikhandel waakte, dezelve op de Holland fche Bezittingen, met dubbelen yver, zoi voortgezet worden. Weinig dagen geleden. was 'er een Schip van Suriname aangc komen, met de tyding, dat aldaar zever Americaanfche Schepen gereed lagen, om met den eerften na de verfcheidene Havens var (*) Re/et. Cep, ai. Maart 1786. XXXVlïfj BOEK. dei der Americaanen op Oost en West-Indien. 1  XaXVIII Soek. RaaMagen by den Staat daar tegen geinen. s J 30 VADERLANDSCHE . van de Amer kaan fche Staaten te vertrek, ken. Men ging hier mede zo openbaar te werk, dat de namen der Schepen en der Capiteinen in de meeste Nieuwspapieren geleezen wierden. Eveneens was het met dien Sluikhandel gefield op de Kaap de Lroede Hoop werwaards men kleine Scheepen uitrustte; terwyl zy, die dit bedonden, niet fchroomden hun voorneemen om die Zeevaard verder voort te zetten, te verdaag te geeven. Van waar het Geld, tot deeze onderneemingen gehaald werdc, viel moeiJyk te begrypen: dewyl de fchaarsbeid aan Geld, boven maate groot was (*). De Geiastigden tot de zaaken van de Zee, bragten, volgens de ingenomene bedenkingen der Afgevaardigden uit de Admi- \ ra" (*) Refol Gen. 7 Aug. 178Ó De Heer Bris- sot niüaKt dit eemgzmsbegrypbaar, als hy aanmerkt • „ De natuur der dingen roept de Americaanen on „ om de eerfte Zeelieden van den ganfchen Aardbo„ dem te worden. Zy bouwen de Schepen twee der„ den goedkooper, dan de Europeaanen ; zy vaarer„ met minder Matroozen, en met minder Kosten -* „ Nog andere 001 zaaken begunftigen hunnen Handel , na Oost-Indien, en hunne Scheepvaard. Zy brcn , gen na China Ginfan-, na ric Kaap de Goede Hoop , als ook na Ijle Bourbon en Ijle de France Plan, ken, Kromhout, Meel, Pekelvleesch enz Zy heb, ben derhalven niet noodigzo veel Geldsna de Oost, h^en te voeren als de Europeaanen, die aldaar , Ltablisfementen hebben. Ook zyn zy niet, als de , laatftcn genoodzaakt, aldaar Troepen, Gouverneurs , Intendanten en Commifen, met groote kosten,, te on, derhouden." Zie dit alles breedvoeriger in J. P.Buisdt Nieuwe Reizen in de Fereenigde Staaten van le»rd-America H. D. bl. 262 enz!  HISTORIE. a* «Uiterts Collegien deezer Landen, deezen Raadflag in 't'midden. Dat de Brief des Gezants van Berckel zou behooren gezonden te worden aan Bewindhebberen van de West-lndi/che Compagnie, als mede aan Directeuren der Volkplanting op Suriname, met aanfchryving om hun Hoog Mogenden ten fpoedigften te dienen met Berigtjomtrent de oorzaaken, welke aanleiding gegeeven hadden tot het zo onbelemmerd dryven van den Sluikhandel door de Ingezetenen der Fereenigde Staaten van America op de Volkplantingen van den Staat in de West. Indien, en bovenal op Suriname; met hunne daar by gevoegde bedenkingen omtrent de middelen, welke, huns oordeels, behoorden in 't werk gelteld te worden ore zodanig een verboden Handel, welke niei dan tot groot nadeel van deezen Staat kor ftrekken, in deszelfs aart en oorfprong,bj aanhoudenheid, voor te komen. Dat, inmiddels ter kragtdaadige ftuiting* van dien in zwang gaanden Sluikhandel zyne Hoogheid, als Admiraal Generaal, zot behooren verzogt te worden om eenige Fre gatten, en ligte Vaartuigen, te willen be ftemmen, en doen gereed houden, om, b] de eerfte bekwaame gelegenheid, na di West-Indifche Volkplartingen te iteevenen met last aan de Schcepsbevelhebberen , on met de Gouverneurs of Commandanten ii dat Werelddeel, de noodige maatregelen t beraamen, en uit te voeren, om dien onge oorloofden Handel, met eenen goeden uil flag, te voorkomen. Voor XXXVIïl boek. I706,  32 VADERLANDSCHE boek Wat met omtrent den Handel aan de Kaap bepaalt. i. Voorts wilden zy aan Bewindhebberen . der Oost-Indifcke Compagnie desgelyks eert Affchrift der Brieven van van Berckei, toefchikken, om, binnen kort, ter hooge Staatsvergadering een omftandig berigt te zenden, wegens het influipcn des Sluikhandels tusfchen de Kaap de Goede Hoop ent de vereenigde Landen van America, mee aanwyzing van de meest gepaste middelen ter liuiting. En eindelyk, dat men van dit Staatsbefluit een üittrekzel zou' zenden aan den Gezant van Berckel, om des gebruik te maaken. Staaten van Holland, Zeeland en Friesland die dit Vertoog overgenomen hadden, bragtcn eerlang hun gevoelen uit, overecnftemmende met den gegeeven Raadflag. De Aanfchryvingen aan gemelde Collegien werden dienvolgens volbragr. De Antwoorden kwamen in. Bewindhebbers der Oost-IndiJche Compagnie ter voorzittende Kamer van Amfterdam verzogten het ftuk te mogen brengen ter kennisfe der op handen zynde Vergadering van Zeventienen. Dit toegeilaan zynde, draalds dezelve niet inet hun Hoog Mogenden te verzekeren ,- dat de Vaard der Noord-Americaanen op de Kaap de Goede Hoop, tot nog toe, van geen aanbelang was geweest, noch ook van aanbelang kon worden, om dat de Kaap flegrseen Ververfchings- en geen Handel-plaats zynde, de Sehepen van vreemde Volken,die aldaar kwamen en toegelaten werden, geen eigenlyk gezegden Handel mogten dry ven; maar zich alleen voorzien van zoda;  tï I S T O R I E, 38 danige Artykelen van Ververfching, als zy: noodig hadden, het zy op de Reede, of! voor hunne Reizen na Indie, of van daar na Europa te rug. Dat zy, op dien grond geene zwairigheïd zouden .maaken om den Gouverneur en Raad aan de Kaap de Goéde Hoop ten erniïigften aan te fchryven, om den Sluikhandel, welken de NoordAmerkaanen op de Kaap zouden trachten te uryven, ten ïierkften te weeren, en hun alleen tè bewyzen die geryflykheden, welke zy, even als andere vreemde Volken, die aan. de Kaap worden toegelaaten op hunne Tochten na Oost-Indien, of van daar t'huiswaards, zouden kunnen behoeven (*)» Een Brief, in Lentemaand, van het Eiland St. Eujlatius gefchreeven, gaf verzekering van den Oost- en West - Indifchen Handel der Amerkaanen. Aan dit Eiland was een groot Noord-Americaansch Schip gekomen, in Wintermaand des voqrleeden Jaars van Bengalen gezeild, welks Laading bcftondt uit Kaneel, Peper, Salpeter, Thee, en Katoenen Lywaaten, na Boston beftemd: doch daar aangezeild om te beproeven wai men van de Laading kon verkoopen. Maai dit werd geweigerd. Men vermeldde daar by, dat de Regeering op Batavia, dewyl 'er, geduürende den laatften Oorlog, geen Geld uit de Nederlanden aankwam, genoodzaakt was geweest om Speceryen in Betaalirig te geèven, die dus in vreemd? han- (*) Refil. Gen. 18. en aS. Aug, 28. Sept. 6, H, Oet. en 3. Nov. 178Ó. XIV. DECIy. C ixxvlii ; O E K. Sluiknan-, del der Americaanen or> ónze West-Indien voorts gezet.  xxxvii boek 1786. Üandelbepaalingsn . in eene en andere Staat van 1 America . verwekken.] ongerust- 1 Jieid. Wat [ i e m VADERLANDSCHE t. handen gekomen waren (*). —- Aan die < Eiland kwam omtrent geiyktydig een NoordAmertcaansch Schip met Slaaven, om dezeiven aldaar te verkoopen. De Capitein van den Slaafhandelaar verhaalde, dat hy op de Goud-kust zyne Slaaven aan de Hollandfche Kantooren hadt ingehandeld, terWyl deEngelfcha hem geweigerd hadden aan de hunne te komen. — In Demerary gin°het, volgens dien zelfden Brieve, nog erger: naardemaal de Americaanen de helft der Voortbrengzelen wegfleepcen, ondanks .de tegenwoordigheid van het Ilollandsch Wagtfchip; doch welks Capitein ^een last hadt om die Sluikhandelaars aan "te haaien (J). Met reden wilden Staaten van Zeeland, by hunne goedkeuring van hec bovengemelde Verflag, dat men zo wel Bengten van de Volkplanting te Esfequebo sft Demerary als te Suriname zou zoeken in te winnen (§). Van tyd tot tyd zondt de waakzaame ?AN Bercicel, uit de plaats zyns Gezantchaps bengten, dat, onder de Fereenigde Staaten van America, die van Masfachuettes, van Rhode Eiland, en Penfylvanie landelbepaalingen ontworpen, in overwee;mg gebragt, deels vastgefteld, en ook weder- (*) Een nadeel reeds voorzien in den Taare 178d Je onze Vadert. H!st. IX. D. bl. 1 7g. ig0 (t) N. Neder/. Jaarb. 1786. bl. 462. (5) Not. van Zeel. 2. O&. i7S6. Dumbar Oude *N,euWo Comntutie der Fereenigde Staaten „„ 'mensa I. D, bl. iot.  ÜisTökiE. è$ Üèrröcpcn hadden, die den Nederlander van de beoogde voprdeelen, of geheel, of ten deele, zouden berooven. Eene handelwyze, die in andere Staaten gevolgd een nog uitgeftrekter nadeel zou baaien. Ter afweeringe hier van hadt hy alles aangewend, en droeg zyn gehouden gedrag de goedkeuring van hun Hoog Mogenden weg; dan kreeg hy last, om, in de gemelde geVallen, zo en daar hy het van dë meeste vrugt zou oordeelen, voor te draagen, dat hun Hoog Mogenden, fteeds begeerig ora de Ingezetenen van Noord-America te laaten genieten en behouden alle de Voorregten, bepaald by het Vriendfchaps- en Handelverdrag des Jaars mdcclxxxii , ah mede om van hunne Vriendfchap voor de' zelve fteeds de opregtfte blyken te geeven. ook, van hunnen »kant, vertrouwden dai daar in, van de zyde van het Congres, o; van eenige byzondere Staaten van Noord America, geene verandering zou wordet gemaakt, of anderzins gehandeld: vermid: hun Hoog Mogenden met geene onverfchil ligheid zouden mogen aanzien eenige nieu Wigheid, ftrekkende tot belemmering vai den Handel èn Zeevaard hunner Ingezete nen, dat zy, in zulk een geval, de toe vlugt zouden moeten neemen tot het beraa men van zodanige maatregelen omtrent d Handel, als zy met het belang der Ingeze Ëehen meest overeenkomflig oordeelden (*j War (*) Refol. Oen. 27. Feb. 17861 Cj* XXXVIII* BOEK. I786. hun Hdog Mogende!» hier in. deeden; i i  35 VADF, RLANDSC Iï 2 JXXXVIIT, boek. Kader fchryven de-. Gezante VAN IjERCKEL. ) 1 1 ] \ ^ V jy z g' W rit Wanneer hot eefchaapen ftondt, dat de Ver-' gadenng van Penfylvanie, eene gevreesde nadeehge Acte tot ftand zou brengen, en daar in door andere Staaten gevolgd worden , drong de Gezant van Berckel aan op nadere en ftellige bevelen; ten einde, gelyk hy fchreef, de Navigatie van de Ingezetenen deezer „ Republiek, niet geheel en al den kop » wierd ingedrukt." - Om dit voor te komen hadt hy reeds aan zommige Leden van de Vergadering de zwaarigheden onder het oog gebragt, en aan een derzelven deswegen gefchreeven. Een gerustftellend antwoord verzekerde hem, dat de Voorftanders vaa 3ie Bepaalingen de fchadelykheid van hun /oorneemen ingezien hebbende, van een* :egenovergefleld gevoelen geworden waren: weshalven 'er niets van zou komen; en, in^evalle men ooit weder iets van dien aare >p het tapyc bragt, zou geen der Volken, net welken het Congres in eenige Verbinenis ilor.dt, daar by het minfte lyden. — )an, hoe zeer aangenaam dit den Gezant '/as, durfde hy zich daar op niet geheel erlaaten: dewyl de ondervinding hem te ikwyls geleerd hadt, hoe ligt men in die 'olksvergaderingen van Stelzel veranderde; •aarom hy nogmaals aanhieldt om met ftelge Bevelen des aangaande te mogen voorien worden (*\ K J By (*) Refol. Gen. 2:. en 28. April 1786. Over dit :drag der Staaten van America verdient geleêzën' te orden , De Oude en Nieuwe Conftitutie der Vereende Staaten van America van G. Dvmbajr. I. D„ . 190. ena.  HISTORIE. 3? By het eerde ontluiken des Handels op America ontbrak het aan geen Perfoonen, die, om dryd, zich aanboden tot het bekleeden der Posten van Confuls in dat Gewest, ten diende van de Zeehandeldry vende Ingezetenen (*). De Voordeelen beantwoordden niet aan hunne te hoog opgevoerde verwagting. Althans drie hunner, te weeten, Ad. Valck, Conful by de Staaten van Maryland en Virginie, te Baltimore; Jan Hendrik Christiaan Heineken, Conful in Penfylvanie, en Herman le Roy, Conful te New-York en New-Jerfey, dienden, in den voorleeden Jaare, een Verzoekfchrift by hun Hoog Mogentlen in, te verdaan geevende, dat zy: door hun Hoog Mogenden, aangedeld zynde tot Confuls in de opgemelde Staaten var America, zonder Inkomen, hoe genaamd, ter goedmaakinge hunner zwaare kosten, to handhaaving van de Eer der Natie, nood wendig aan hunne Posten verbonden, ge noodzaakt waren, zich by hun Hoog Mo genden te vervoegen; ten einde Hoogstde zeiven, hun een Inkomen zouden gelievei toe te voegen; terwyl zy zich deeds beyver den, om, door eene onbezweeken waak zaamheid en vlyt, in de aanvertrouwde Post hun de gunst van hun Hoog Mogende) waardig te maaken. .—- Dat zy vreesden volgens den by voorraad hun gegeeven Al femeenen Lastbrief, handelende, mogelyl nie (*) Zie onze Vader!. Hist, V. D. bl. 20$. C 3 XXX VIII. BOK IC» 1786. Verzoeken derConfuls in America, 1 1 1  XXXVIII. BOEK. 1796' S» VADERLANDSCHE niet in alle opzigten aan de heiizaame oogmerken van hun Hoog Mogenden te zullen kunnen voldoen; waarom zy verzogten, ten fpoedigften, voorzien te mogen worden met zodanige byzondere Lastbrieven, als de Confuls in Europa, en elders, verleend waren j om te kunnen voldoen aan het oogmerk hunner aanftellinge; met bygevoegde Vraage, welke Zeeregten zy moesten volgen, die van de Kamer van het Zeeregt te Amfterdam voor alle de Schepen vaarende uit Texel£ die van Rotterdam voor alle de Schepen uit de Maaze; en die van Zeeland voor alle de Zeeuwfche Schepen, of dat één van allen voor allen kon dienen? Hier nevens wilden zy het beitel over de Brievenzakken der Schippers, inzigt van hunne Papieren, en de Wettiging hebben van alle Acten, Protesten, Atteftatien en Verbonden tot de Zeevaard en Handel betrekkelyk, en weeten van welk Zegel, zy als Confuls, zich zouden bedienen. Zy drongen aan op vergoeding der Brievenporten, als mede voor den tyd en moeite, welke zy ten diende der Kooplieden, Schippers en Bootsgezellen befteeden moesten, uit aanmerking van de hoogheid der Huishuuren, van de duurte der Leevensmiddelen: met één woord, dat zy niet minder gunftig mogten behandeld worden dan de Confuls op onderfqheidene Plaatzen in en buiten Europa, waar het ongelyk goedkooper te leeven was dan in America; en waar boven dien de Zetel van Handel en Zeevaard, zints onheucheJyke tyden* was gevestigd, en daar door het  HISTORIE. 2°. het Confulaat des te voordeeliger voor de J Confuls geworden. 1 Dee;.e veelvuldige en wydilrek kende Ver- zoeken vorden geenen gunlligen ingang. ' Immers hun Hoog Mogenden zonden aan ^ den Gezant vanBerckel, tot narigt der § Confuls in America , dit Staatsbefluit. Dat ( zy Confuls, zich zeer wel zouden kunnen i herinneren, dat zy door de voornaamfre Huizen deezer Landen, handelende op America, niet waren aangezogt om deeze Posten op zich te neemen; maar dat zy zich zeiven daar toe met allen yver hadden aangeboden. Dat daar op, naa ryp overleg met die Handelhuizen, voor hun een Lastbrief was opgefteld, zodanig ingerigt, als men oordeelde dat het belang des Handels volltrekt vorderde, waaraan zy zich ten dien tyde, vrywillig onderworpen, en die Posten aanvaard hadden, zonder eenig Tractament van den Lande, of Confultaat-Regten, ten laste van den Handel, verder te vorderen. Uit deezen hoofde was het, zo wel aan hun Hoog Mogenden, als aan de meergemelde Handelhuizen , vreemd voorgekomen, dat zy Confuls, zo korten tyd daar naa, begeerden met andere Initructien voorzien, en op eenen anderen voet, dan waar mede zy te vooren volkomen genoegen hadden genomen, gefield te worden. Alsmede dat zy zich, ten dien einde verkeerdlyk beriepen op Inflructien aan de Confuls in Europa en elders, door hun Hoog Mogenden verleend; want dat, voor zo veel de Confuls in Europa betrof, geene by* C 4 zoa- xxvin, O E IC. 786. d.zelve inden eene gun:itren in;ang.  XXXVIII, BOEK. *7B6. j | i » i i 1 4<» VADERLANDSCHE zondere Inftructien voor dezelve bepaald waren; dac de Confuls in de Havens van de Middcllandjche Zee, zich moesten gedraagen naar het bekende Reglement, het welk, by de aanftelling der Confuls in America, geoordeeld werd op hun niet te pasfen- Dat de Confulaaten in de Le¬ vant, en op de kusten van Barbaren. van eene geheel andere natuur waren "dan de Confulaaten by de Christen -Mogenher den\ weshalven hun Hoog Mogenden, ten aanziene van dezelve, zodanige byzondere fchikkingen gemaakt hadden, dat daar uit, zo mm voor de Confulaaten in America, als ten voordeele van andere Confulaaten eenig gevolg kon worden getrokken. Om alle deeze redenen beflootcn. hun Hoog Mogenden, voor als nog, en zo langde belangen der Handeldryvcnde Ingezetenen deezer Landen niet volftrekt "eenige nadere fchikkingen, ten opzigte van dên Handel en Vaard op America vorderden, de zaaken op den voet des tegenwoqrdigen LastT briefs, zonder eenige verandering, te laaten. Dat met betrekking tot de vraage, wel* (e Zeeregten zy zouden moeten "volgen ? lun Lastbrief hun niet volmagtigde om Elegterlyke uitfpraaken te doen , irj Gefchilen, die aldaar tusfehen Nederlanders zouten mogen ontdaan. Wel mogten hun loog Mogenden lyden, dat, voor zo vere 'er eenige verfchillen mogten opryzetï usfehen de Nederlandfche Schippers en 3ootslieden, die dezelve geneegen zouden :yn aan derzelver uitfpraakre onderwerpen,  HISTORIE, 41 zy, in dien gevalle, zich daar töe, als goe-2 'de Mar-nen zouden laaten gebruiken, en i als dan zich te fchikken naar zodanige Zeeregten en Gebruiken als zy toepasfelyk oordeelden op zodanige Pcrfoonen en Gefchili'en. Dat hun de ïioodige Papieren ten dien einde zouden worden toegezonden (*)■ Het (*) Wanneer men in overweeging nam, welke Papieren hier toe best zouden kunnen lïrekken, oerdeeide men de volgende aan de Confuls te moeten toefchikken; Een Copie van het Plakaai van Koning Philips den II. op het ftuk van de As/urantien, ge'e'mancert. pp den 31 Octob:r 15Ö3; mitsgaders v:,n die Gemeene Coftumcn van de Zee , doorgaands genaamd de IVisburgfche Zeereien; rnet een daar by gevoegd Exemplaar van de Ordonnantie op het ftuk der As/ui ant\e en Avaiye, mitsgaders Z Vriendjchap en Commercie tttsfehen hun Boog Mo renden en 'de Fereenigde Staaten van America, gc flopten in den Jaare 1782; als mede van het Trac taat van de Marine tusfehen hun Boog Mog. en zy ve Maie/lcit den Koning van Spanje, op den 17 D:c |750. "' Refol. Gen. 26. Jan. en s>. Maart 17'óS.. C 5 :xxviiï, ! O E K,  42 VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK. 1786". Nadere bepaalingcn ; voordean. dere Confuls. < 1 t ( ( c /, d C V (*) Refe?r Ge». 12, en 25. Jan. 31. Maart 1786, Het verzoek betrekkelyk de Brievenzakken ^ en het bezigtingen van de Papieren der Schippers werd geheel afgeflaagen. De Brievenporten en andere Verfchotten ten dienfte van den Lande konden zy, op de gewoone wyze, in rekening brengen; terwyl men niet twyfelde of die, welke zy voor hunne Briefwisfeling met de Kooplieden betaalden, werden door de Kooplieden zelve goed gedaan. Wat het wettigen van Acten, Documenten enz. betrof, daar voor zouden zy moren vorderen zodanig een Salaris als door hun [-loog Mogenden ten aanziene van de Comnisfarisfen in de Franfche Zeehavens was /astgefteld. —— En ten opzigte van het Zegel hadden zy het gebruiklyke in alle anlere Confulaaten waar te neemen (*). Reeds in den voorjeeden Jaare hadt de :aak der Confuls in de Middeïlandfche Zee, :n by de Barbaryfche Mogenheden, de andagt van hun Hoog Mogenden gerroken. De Gelastigden tot de zaaken van de Jee, met de Afgevaardigden uit de Zeeraa!en deczes Lands, bragten voor beiden )ntwerpen van Lastbrieven uit, die, met e byvoeging van één ArtykeJ door Hol■tnd, waar in Friesland en Zeeland flemen , in Staatsbefluiten veranderd en aan de 'onfuls toegefchikt werden, om zich ver:>lgens naar te regelen. De  HISTORIE. 43 De Lastbrief voor de Confuls der Nedet'ïandfche Natie in alle Plaatzen van Spanje, Frankryk, Italië, en aan de geheele Mïddellandlche Zee, uitgezonderd alleen het Turk fche Gebied, belton dt uit de volgende Artykels. „ I. Zy zullen met „ alle mogeiyke naauwkeurigheid nagaan, al het geene, het welke zou kunnen dienen tot bevordering van de Commercie en Navigatie deezer Landen, en daar van aan hun Hoog Mogenden, mitsgaders aan , Directeuren van den Levantfchen Man* del, pmltandig kennis geeven, wanneei het een of ander mogt voorkomen, dal daar toe zou kunnen dienen. II. Z) " zullen aan de Commercieerende Inge zetenen deezer Landen alle mogelylu hulp en adfiftentie verkenen, en dezelve ]] langs alle behoorelyke middelen tragter H te protegeeren; als mede aan de Direc teuren van de Navigatie in de Middel !! ïandfche Zee, van het arrivement en ver trek'der Nationaale Schepen, kennis gee " yen. Hl. In 't byzonder zullen z alle mogeiyke hulp en adfiftentie bewj zen aan 'sLands Schepen, wanneer 'e " zich op de Reede hunner Refidentie mot " ten bevinden IV. Van alle Brit ven, "die zy aan hun Hoog Mogenden '* aan bovengemelde Directeuren, of in o H ficio aan iemand anders fchryven, zulk , zy te houden hebben Copien, in beho< relyk daar toe aangelegde Registers, c „ poene van arbitraire correctie, in cas zul n contrarie wordt bevonden. ■ V. V; 3> al xxxvni. KOEK. 1786. Lastbrief voor de Confuls in Frankryk , Spanje, Italië , en in de Havens van de MiddellandfcheZee. I I r » Fn>P CS til e  44 VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK. ?78t5. i 5 > 3 3 J 9 3 3 3 V. y. 3) j; 3) 33 3' 33 3) 33 33 11 33 3' 3» 3» „ alle Brieven, die zy aan hun Hoog Mo„ genden, of aan de Ministers van den „ Staat fchryven, zullen zy altyd Duplicaa- „ ten moeten zenden, VI. Zy zullen „ hebben te houden pertinente Registers ,, van alle de Brieven en Refo'utien, wel„ ke zy , zo van hun Hoog Mogenden en , voorfchreeve Directeuren, of van iemand , anders in officio ontvangen, op poene als , boven. VII. Zo dra. zy eenige Re- , folutie of Aanfchryving van hun Hoog , Mogenden, of van voornoemde Directeu, ren, ontvangen, zullen zy de receptie , daar van ten fpoedigften accufeeren. — , VIII. Zy zullen, zo veel mogelyk, on, deriing correspondeeren, onderling elkan, der informeerepde van alles dat de Com, mercie en Navigatie deezer Landen ee» nigzins zou kunnen intresfeeren. IX. Zy zullen hebben te houden precife Notitie van alle merkwaardige zaaken, welke het Confulaat betreffende, ter plaatfe hunner Refidentie, zouden komen voor te vallen, X, Alle de voorfchree¬ ve Registers en Papieren, het Confulaat betreffende, zullen zy, by vertrek, overlyden, of anderzins, moeten overgeeven aan derzelver Succesfeurcn. — XI. Voorts zullen zy zich refpectivelyk , in allen opzigten , gedraagen conform de Refolutien van hun Hoog Mogenden van den vier en twintigften July mdclviii, en het Reglement voor de Confuls van de Nederlandfche Natie te Cadix, Sevilky St. Lucas, St. Maria, Mallaga, CK  I-i I S T O II I E. 45 „ en verdere Plaatzen in Spanje, gearres5j teerd den negentienden van Oogstmaand „ mdccxxxvil ~ XII. Eindelyk wordt „ in 't algemeen aan de Coriuls in Spanje „ en Frankryk geordonneerd, om. in ge„ valle van Onlusten met deezen Staat, of „ met eenige andere Mogenheid, daarvan j, ten fpoedigften per Expresfe, of ander- zins, aan hun Hoog Mogenden, en ook „ refpectivelyk aan eikanderen kennis te „ geeven, het zy dat die Onlusten door „ eene Christen- of Turkfche Mogenheid „ woidcn aangedaan; wordende fpeclaahiö „ zulk een geval, de Confuls te Marfeille „ en Livorno gelast, daar van, ten fpoe„ digften, het zy te Land, het zy ovet „ Zee, kennis te geeven aan den Conful van „ hun Hoog Mogenden te Smirna (*)." In eenige opzigten kwam de Lastbriel voor de Confuls der Fereenigde Nederlanden by de Barbaryfche Mogenbeden, met den voorgeplaatllen overeen, in andere was dezelve geheel gerigt naar het ondcrfcheid der omftandigheden, geheel liep dezelve op deezen zin. „ L De Confuls by de „ Barbaryfche Mogenheden zullen met al„ le mogeiyke naauwkcurigheid nagaan hél „ geene 't welk zou kunnen dienen, tot „ bevordering van de Commercie en Navi„ gatie deezer Landen , en daar van aan „ hun Hoog Mogenden kennis geeven, wan- „ neei (*) Dit laatfte en gewigtige Artykel was , op voor. dragt van Holland, aan de Yoofige des Ontwerps toegevoegd. XXXVIIL boek. 1786. • Lastbrief voor de Confuls by de BarbaryfcheM.ogenheden.  45 VADERLANDSCHE BOEK. i i 5 j 3 5 3 3 * 5 * V 5' 3> 31 ?i » neer hun hét een of ander zou mogea „ voorkomen, dat daar toe zou kunnen dieft nen« It- Zy zuilen aan de Com- „ mercieerende Ingezetenen deezer Landen i, alle mogeiyke hulp en adihtenrie verlee„ nen, en dezelve Itwigs alle behoorelyke „ middelen protegeeren; lil. Zy zul- len aan hun Hoog Mogenden, van tyd „ tot tyd, kennis geeven vari den ftaat der" „ zaaken by die Mogenheid, alwaar zy zich , bevinden j met naame van derzelver gei» negenheid omtrent deezen Staat; en wat , zy, in cas van vermindering van dezelve , begrypen, dat zou behooren te worden , gedaan om die wederom te gewinnen. —= , IV. Zy zullen hun Hoog Mogenden , vooral, van tyd tot tyd, informeeren van , den Haat der Zeemagt aldaar, van de , Hoofden en verdere Officieren $ die de, zelve cotnmandeeren, efl van alles wat , daar toe betrekking heefc. V. Zy , zullen hun Hoog Mogenden 's jaarlyks remoreeren, welke Prefenten, het zy ConI fulaire of Regalen, van wegen de Re, publiek aan de Regeering hunner Reli^ , dentie behooren gezonden te worden. —• , VI. Desgelyks hun Hoog Mogenden precifelyk informeeren, welke aldaar de meest . gefavorifeerde Natiën zyn, en met welke zy ligt zouden kunnen breeken. —VII. Van alle Brieven, welke zy aan hurt Hoog Mogenden, of In ojjïtio aan iemand anders fchryven, zullen zy te houden hebben Copien in behoorelyk daar toe aangelegde Registers, op poene van t* af*  HISTORIÉ. 4? „ arbitraire correctie, in cas zulks contra- 5, rie wordt bevonden. VIII. Van ,., alle Brieven, die zy aan hun Hoog Moif genden, of aan de Ministers van den Staat fchryven, zullen zy akyd Dupli- caaten moeten zenden. IX. Des- „ gelyks zullen zy hebben te houden per„ tinente Registers van alle Brieven en „ Refolutien, welke zy, zo van hun Hoog „ Mogenden , als van iemand anders in „ officio ontvangen, op peene als vooren. — ,, X. Zo dra zy eenige Refolutie of Aan- fchryving van hun Hoog Mogenden ont„ vangen, zullen zy de receptie daar vas 3, ten fpoedigften moeten accufeeren. — XI. In gevalle van een Oorlop,sdeclarati< ,, aan 'deezen Staat, of aan eenige andert 3, Mogenheden , zullen zy daar van ter 5, fpoedigften per Expresfe, of anderzins. s, kennis geeven aan hun Hoog Mogenden „ mitsgaders aan de Confuls te Cadix, Li vorno en Marfeille. XIII. Voorn 5, zullen zyn zo veel mogelyk correspon „ deeren mét de Confuls van hun Hoo£ j Mogenden te Livorno, Cadix, Marfeil „ le, Toulon en Mallaga, en dezelve ken nis geeven van alles wat eenïgzins d< „ Commercie of Navigatie deezer Landei zou kunnen interesfeeren. — aTV. W.an neer eenige Distributie van Prefenten za gefchieden, zullen zy daar van hebber 5, te houden accurate Notitie,- gelyk zy ooi in een byzonder Register van alle merk ',, waardige zaaken, die betrekkelyk he „ Confulaat komen voor te vallen, nie ,7 naa xxxvnü boek: 1786. i I [ 1 1 t  48 VADERLANDSCHE XXXVIII. b o e k. Onr.e Conta'.s te Sm'trna, Tripo/i en Tunis verlof gegeeven om de z.iaken van 's Keizers Onderdaanen, als voorheen, waar te neemen. „ naalaatende van het een en ander aan hun „ Hoog Mogenden precis Informatie te laa- „ ten toekomen. XV. Alle de voof- „ fchfeeve Registers en Papieren « het Con„ fulaat betreffende, zullen, by vertrek, „ overlyden, of anderzins, moeten worden „ overgegeeven aan dcrzelver Sticcesfcii. „ ren (*;.'s Door de gereezene Onlusten tusfehen onzen Staat en den Keizer hadden de Confuls' hunner Hoog Mogenden., de Graaf de H o c 11 e p 1 e d , te Smirna, de Heer Warnswan te Tripoli, en de Heer Nyssen té Tunis, het moeten ffaaken, om', als voorheen , de belangcns der Oostenrykfche Kooplieden waar te neemen. De Baron d e Reischacii verzogt, uit naam van zyne Keizerlyke en Koninglyke Majeffeii, dat zulks op den ouden voet zou "mogen gefchieden. Dit verzoek vondt een gunffig verhoor. Schoon hun Hoog Mogenden het, in 't algemeen, origeraaden keurden, dat de Confuls van deezen Staat ook andere Mogenheden te gelyk bedienden, ftonden zy, uit aanmerking dat de gcmeldë Hceren voortyds, zonder dat men daar van eenigen hinder hadc vernomen, de zaaken der Önderdaanen van zyne Keizerlyke Majefteit hadden behartigd, en uit byzonderc infehiklykhetd voor den Keizer, hun toé, die post weder op zich te neemen (f), Nièé (*) Refol. Gen. o. Jan. 5. Sept. 20. Nov. t?85. (}) Refil, Gen, 14. Maart en 1. Juny 1786.  HléTÖRlËi 49 Niet zo gunftig liep" een Voörfrel af door dén Schoütbyiiagt van Ki«rsbergen gedaan, om, ter oorzaake van de veelvulclge Kustvaard der Nederlandjche Schepen in de Middellandfche Zee, een Conful Generaal aan te Keilen, aan we ke alle Con fuls zouden moeten fchryven het aantal en de hoedanigheid der Schepen, die er bp de Plaatzen lagen, als nlede of er Schepen, rot het doen van Vragten, verlangd wierden5 ten einde, uit deeze Bengten, 'smaandlyksdöor ieder Conful aan den Conful Generaal gedaan, de laatstgemelde zou kunnen opniaaken, waar Schepen noodig waren, en dus daarvan kennis geeven aan de Confuls, ter plaatfe waar veele Schepen op Vragten lagen te wagten. — Men vondt nzen Scheeps)ouw onteend.  £4 VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK. tekenis of uitgeftrektheid, welke dus aar? het vroegere Piakaat kon worden gegeeven; in de vaste overtuiging', dat, daar zy hier mede geen ander oogmerk hadden, dan om de kwynende Werven van byzondere Scheepstimmerlieden, wederom op te bouwen, ja tot voorigen bloei allengskens te brengen, de meergemelde uitbreiding, (indien dezelve al zodanig moest worden aangemerkt,) verre van eenigen tegenftand te ontmoeten, in tegendeel eene algemeene goedkeuring zou hebben weggedraagen. —• Dit vertrouwden zy te meer, uit hoofde van de dringende noodzaaklykheid, om de particuliere Werven te doen herleeven* zal men zelfs in flaat zyn eene voegelyke Zeemagt voor de Republiek, op den duur, te behouden, ten mïnften met Schepen hier te Lande gebouwd, 7,0 als de jongst afgeioopene Oorlog met het Ryk van GrootBrittanje op de overtuigendfte wyze hadt: dqen zien. Ja zelfs uit hoofde van het waare belang, dat de Koophandel zelve daar by heeft, dat haare Schepen hier te Lande worden gebouwd, zo om dat daar door perfcheide takken van Handel zelve worden anderfteund, als ook, om dat het geval daar synde, dat de meeste, zo met alle Schepen in den Zeehandel gebruikt, buitenlandfche Maakzels waren, vreemde Mpgenheden her. te eenmaal in derzelver magt zouden hebben , om door het eensklaps verbieden yaa tiet verkoopen van Schepen aan Ingezetelen van den Staat, onzen Zeehandel op één ogenblik een dppdlyken flag toe £e brengen  HISTORIE. SS gen, en zich in het bezit daar van te ftel- 3 fen, waar uit alle de Schatten onzer Koop-1 lieden niet meer in ftaat zouden zyn dezelve als dan te verdry ven, indien zy door het "-eheel verloop onzer Scheepstimmerwerven hier te Lande niet terftond van de benoodigde Schepen konden worden voorzien: even als een ongelukkige ondervinding het Gemeenebest getoond hadt, dat het vry invoeren van allerhande vreemde Manufactuuren hier te Lande, veele van onze eigene Fabrieken, te eenemaal hadt geruineerd, waar van in de Republiek, naauwlyks iets meer was overgebleeven, dan de droevige nagedagtenisfe, en waar van andere, hoe zeer men het thans ook zou mogen verlangen, en tragten te wege te brengen, naauwlyks uit derzelver vervallen ftaat, eenigzins konden worden opgebeurd (*>. Deeze taal, die een wonde onzen Handel en Zeevaard toegebragt als zo gevaar lvk en te duchten voorftelde (f), en tenens J toon- (*) RefoL Gen. gi. Maart 1786. (+) Dit gebruik van vreemde Schepen , is zints no: vermeerderd, en de Schccpstimmer^ouw daar door noe fterker aan 't kwynen geflaagen. Os leedigi Scheepstimmerwerven, op het anders druk timmeren. Zaandam wyzen zulks onder andere uit. Zie A. loosies Befchryving der Zaanlandjclie Dorpen bl. ib7 ei 204. Met hartlyke aandoening lazen w> , w eeni Aantekening in Brissots Nieuwe Reize in **r<™ nie.de Staaten van America I.D. bl. 71. ,9 ^e ïandfche huizen van Negotie, welke met het vrj * America bandelen, hebben van het georuik dei " Hollandfche Schepen geheel afgezien. De verkooj van va America gebouwde Schepen maakt een tal " van .Handel uit, die zich eens zal uitbreiden, e, " den Americaanen groote voordelen aanbrengen, n P 4 :xxvm. ; O E K. 786. Zeeland wil zich aan die nadere be- 1 1 i  XXXVIII. 33 O e k. 1786. paaling riet onderwerpen. 1 j j 1 ( < l i n h g h h d ei V( h: V: $ t I 1 r  xxxvnr. BOEK. 1786". Dezelve gaat door. i Verfchil met den ' Keizer van Marocto £ pver een d Handel- t( plaats. ^ d al E ir n d\ Ti m re to he ze H gc W< ve ne Gc ( ( c S«* VADERLANDSCHE wyze toeftemming hunner Ed. Mog. nadere Orders zouden zyn gefteld (*), Ondanks die tegenftand van dit Staatslid, befchouwde de Vergadering hunner Hoo«Mogenden het ftuk der Turkfche Pastoor'en ais afgedaan, en hielden zich aan het loor Zeeland gewraakt Befluit (f). De ryke Gefchenken aan den Keizer van Marocco gezonden, deeden hun Hoog Moenden de Handelvoordeelen, daar voor beongen van zyne Moorfche Majefteit wag:n, bovenal den uitfluitenden en vryen Hanel op de Haven van St. Croix. Dit marï, en fcheen die Vorst te rug te treeden, s hy, ten deezen Jaare, den uitfluitenden andel op Larache, niet eene ligte verinderhg der Regten , voor de Onderdaa:n van den Staat aanboodt, en dat de Ne-, '.rlandfche Kooplieden, die zich na La-> cche begaven, aldaar Handelhuizen zouden ogen oprigten, en van die Reede vervoen alles wat zy wilden van Graanen, Kaenen , en wat zy verder zouden noodig bben, Zy lieten hem herinneren de wegging van een bevoorregte Handel- en wen plaats, ter keuze van hun Hoog Monden , die op óv. Croix gevallen was, ■lke Plaats zy nog boven Larache bleen ftellen; met verzoek dat a/an deeze him- wettige begeerte, gegrond op de ryke fchenken, zou voldaan worden. Wei, ') Nut. van Zeel. 15. Juny 1786. h Refol. Gen. 19. Juny 1786. \) Zie onzé Vaierl. Hht. VJI. D. bl igo. en' 151*  HISTORIE? Weinig gronds van hoopc gaf de geweezene Gezant Ta leb Omar Jo», toen hy den Vice-Conful van Nieuwerkerk in .een onderhoud te verftaan gaf} dat de Keizer gezwooren hadt , geduurende zyn leeven, te St. Croix geen Etablisfemeut te zullen dulden. De Bacha van Tanger verzekerde hem , dat de Keizer voor geen Millioen de Haven van St. Croix wederom zot} openen. —:— Hun Hoog Mogenden bleeven aandringen op de gedaane toezegging en de keuze van fit. Croix boven Larache. Onverwinnelyke hinderpaalen daar tegen fcheenen zich op te doen. De tuajfchenfpraak van den Capitein Raaders wrogt niets uit. Men zag de komst van zyne Müorfche Majefteit, die niet gaarne tegengefprooken werd, te Tanger te gemoet, en dat, te dier gelegenheid, opnieuw Gefchenken zouden vercischt worden: dan kreeg de Vice-Conful last, hem ingepaste, doch duidelyke, woorden, onder't oog te brengen, dat hun Hoog Mogenden, door de jongst aan den Gezant medegegeevene Gefchenken, overvloedig getoond hadden op welk een prys zy 's Keizers Vriendfchap fielden. Dit was,"van zynen kant, door geen wederkeerig teken van vriendfchap of erken tenis ontmoet: ja waren zy verftooken gebleeven van het aanbod eener vrye Haven, naar hunne keuze, en werd die van St, Croix op allerlei wyzen, vrugdoos gemaakt, 'r welk geenzins kou ftrekken ter aanmoediging van eenige verdere Gefchenken, waai om ?y alle verzoeken, in het vcronderfteldc XXXVIII. BOEK. 1786.  6b VADERLANDSCHE XXXVIII. Boek. 1786. Eisch des Keizers van Ma- ' rocco om ' Stuurlie- ; den en Ma- 1 troozen van de ' Christen £ Mogenbeden. ' » >. r, y r. ss y> y> »1 91 5J 9> )1 y> y> >' s> 1 en geval van 'sKeizers komst, van de hand weezen. Een nieuw aanbod der Haven van Larache, en eene herhaalde weigering van die van St. Croix, was de uitflag van üle die moeite (*). Zo weinig als de Keizer van Marocco tan zyne toezeggingen voldeedt, zo vreemd vas hy in zyne Vorderingen. Een Brief an den Bacha te Tanger gezonden, met )evel om den inhoud van denzelven aan de Confuls mede te deelen, kan hier van tot en doorflaand bewys verflxekken. „ Ik , beveel," luidt de taal van dien Vorst, , myn Dienaar, Alcayd Moh. Ben , Abdelmech, alle Confuls, die zich te Tanger onthouden, by een te roepen, en hun te zeggen, dat myne Zeelieden alle Jaaren eenige van myne Schepen verliezen; dat die Natiën, welke my het hoogstagten, my Stuurlieden en Matroozen zullen geeven, om myne Schepen te bevaaren; op ieder Schip zal ik 'er tien Hoodig hebben. Alle zulke Stuurlieden en Matroozen, die op myne Schepen dienen, zullen anderhalfmaal ontvangen de Soldy, dat zy in hun eigen Land genieten. Gy zult my bengten, wie van de Confuls my hier in wil dienst doen, en gy zult hun vooral waarfchuwen, dat myne Schepen na de Oost- en West-Indien zullen moeten vaaren. Bezorg my fpocdig antwoord." Alle *) Refol. Gen. 22. en 31. Maart 25. April 3o0 y 20. July iS.Aug. 25. Sept. 17. en si. Nov. 4, 27. Dec. 178Ó.  HISTORIE. 61 Alle de Confuls, onder deezen ook deVice-Conful van onzen Staat, gaven, op' dit vreemdklinkend en wildfchermend verzoek, ten antwoord, dat zy het onder 't oog hunner Souverainen zouden brengen, en,; zo fpoedig mogeiyk, derzelver inzigt daar op mededeelen: dewyl het hun onmogelyk was, buiten den Souverain, in deezen iets te doen. Hun Hoog Mogenden wil¬ den de Bacha van Tanger onderrigt heb* ben, dat de Gefteltenis en de Regeering deezer Landen niet toeliet de Ingezetenen te dwingen tot het neemen van dienst by eenige Mogenheid, hoe genaamd, op hoe voordeelige voorwaarden het zou mogen weezen; niets verder was in hunne raagt, dan dat zy het verlangen van zyne Moorfche Majefteit aan de Ingezetenen van deezen Staat zouden kunnen bekend maaken; ten einde ieder, naar den aart zyner inzigten, of naar zyne genegenheid, daar omtrent zou kunnen handelen, zo als hy te raade zou worden (*)• Met de andere Barbaryfche Mogenheden viel niets byzonder merkwaardigs voor. De Gefchenken waren by deezen voldoende, by anderen minder aangenaam; doch met allen bleef de Vrede bewaard (f). Wanneer de Schoutbynagt van Kinsbergen hun Hoog Mogenden berigtte, dat ■ de (») N. Neder/. Jaarb. 17 8 6. bl. 1313. Refol, Gert,. 11. Oct. en 17. Nov. 1786. (■{•) Refol. Gen. 17. Nov. 178Ó, ; ü £ K. [786. Zinwoord f»n hun üoog Marenden op lign eisen. Het afkaopen van de Tol te ^'s/-  62 V ADÈRLANDSCHÉ XXXVIII. BOEK. .1786. la Fïanca by het Hof Van Turin aangepreezen; doch gewraakt. i 1 i 1 ;J I 1 de Hoven van .Deenemarken én Napei1 den Tol van Villa Franca met hec Hof van Turin afgemaakc hadden, waar door thans de voofnaamfte Zeehandeldryvende Mogenheden in de Middellandfche Zee, tot hun groot voordeel, daar van bevryd waren , terwyl men in onze Schepen, die gemelde Haven voörb'y moesten, niet wilde laaden, vóór dat men kon aantoonen, dat de Tol betaald was, en het dus onze Vaard zou bevoordeelen, als men dit ftuk met den Hove van Turin vondt, waar toe 't zelve wel neigde, dagten Staaten van Holland, van dfe neiging geen gebruik te moeten , maaken. Naardemaal het Regt des Hofs van Turin, örfï dien Tol te 'heffen, nergens bleek; maar wel, dat by S taats bef] uit van hun Hoog Mog., in den Jaare mdcclxvi, mlkc afknevelende vorderingen, ten fterkïen, waren tegengefproöken, en niet verIer voortgezet. Daar ook, volgens onder■igt der Directeuren van den Levantfchen rlandel en Zeevaard in de Middellandfche Zee, geene klagtcn der Kooplieden "hier omtrent, tot hunne kennisfe waren gekonen. Zy zagen dus geen reden om eenigeri lap te doen tot het afkoopen van een Tol, velks regtmaatigheid niet kon heweezen vorden, en tegen de vryheid des gebruiks' ;an de open Zee, rechtftreeks zou'ftry-?en. in tegendeel wilden zy tegen die Invorderingen gewaakt hebben en des befcheid önt'angen, om 'er, door vertoogen, en ande■e kragtdaadige hulpmiddelen, tegen te voor-  HISTORIE. voorzien, ter beicherming van het handeldryvend deel der Ingezetenen Meerder gehoors vondt de voordragt des Confuls Steurenberg te Genua, wegens het nadeel, 't welk de Vlag van den Staat ontmoette, door het Regt of den Tol. dien de Koning van Sardinië en de Prins van Monaco vorderden van alle Schepen, die tusfehen het Eiland van Sardinië en d( Vastewal van Italië heenvoeren; eifchend< de eerstgemelde één ten honderd van all< de Laadingen der gaande en komende Sche pen, beneden de honderd Lasten, en d< Prins van Monaco twee ten honderd vai de Goederen der Schepen , die van he Westen na het Oosten kwamen, zonder o] derzelver grootte te letten, grondende da Regt op een oud Privilegie, naar men vooi gaf door Keizer Carel den V. gefchon ken.. V/elk Regt de Engeljchen en Fran fchen afgekogt hadden, en ook de Konin van Deenemarken weinig maanden geleden met honderd duizend Ponden Piementees waarom me» de voorkeus gaf aan de Fr at fche, Engelfche en Deenfche Schepen. H hoopte dat de Vlag van den Staat eenma: van dien overlast mogt bevryd worden, hc zy door afkoop, 't zy door eenig ande middel* — Men vondt goed, wegens de Tol door den Prins van Monaco gevorderd de Directeuren van den Levantfchen Hat del aan te fchryven, en een omftandige ot (*) Refil. Gtn. ao. Feb. en 3S. Aug. Rejïï. v< Heil. 25. Aug. 1786. XXXVIU. boek. I786. Raadflag wegensetiï Tol door den Prins co gevorderd. t t ) t r ■3 > f l t f 11 * 1t- i*  XXXVIII Boek. 1786. Het regt onzer Kooplieden in Frankryk gehandhaafd. 64 VADERLANDSCHË gave te verzoeken van het bezwaar voor den Handel van 's Lands Ingezetenen gelegen in den gemelden Tol, en welke lom,, huns oordeels, door den Staat zou kunnen worden opgeofferd en aangeboden, tot uitkoop van dit Regt, om den Zeehandel, voor altoos daar van te bevryden , eil gelyk te Hellen met dien der Engelfchen * Franfchen en Deenen (*), By het Verdrag tusfchen Frankryk eh deezen Staat geflooten , was men overeengekomen, dat, terwyl men bezig was een Handel-verdrag te maaken $ de önderdaanen van de Republiek in Frankryk, ten aanziene van Handel en Zeevaard, als de meest begunftigde Natie zonden behandeld worden .(f). — De Comraisfaris der Zeevaard van hun Hoog Mogenden tc B&urdeauxy de Heer Meyer, liet den Gezant Lesïevenon vanBerkenroode berigt toekomen, daude Bedienden der Generaa* Je Pagten in. die Zeeftad, fterker Inkomende Regten vorderden van de Koopmans Goederen uit Holland komende, en aan HoU ïandfche Huizen daar gezonden, dan van die uit andere Landen aan -Hamburgfche, of andere Koopmanshuizen kwamen. Waar op gemelde Gezant zich by den Contrarol* leur Generaal vervoegde, met herinnering van het Artykel des Vcrdrags, waar tegen zodanig, eene handelwys rechtdraads llreedt. Eeiü -(») Refol. Gen. iS. Nov-. en 15. Dêc. i78d. (f) Zie onze Vadert. Bist. VIII, D-. bl. 220, *  HISTORIE. fe'ene erkentenis hier van volgde niet alleen ; > doch ook een fpoedig herfteli daar de Con- e frarolleür Generaal aan de Pagters het noo- dige getal Afdrukken zondt van het Ver-1 drag, met bygevbegden last, dat derzelver Bedienden zich naar den inhoud van 't zelve moesten gedraagen, en dc noodige bevelen afvaardigen na alle de Havens van het Ryk; ten einde het de Nederlanders begunlligend Artykel* naar de letter * wierd uitgevoerd (*). Veel werks maakten de Staaten deezer Landen oni de Zoutevischvam st te bégunftigen, en den invoer daar van in de Oostenrykfche Nederlanden cc verwerven , zy namert de tüsfchenfpraak des Franfchen Hofs te baat; doch zonder vórderen (f). De Gelastigden der Visfcheryè van Flaardingen, Maas (luis en Zierikzee dienden ter Hooge Vergadering een Verzoekfchrift in, by 't welk zy hun^Hocg Mogenden ónder 't oöge bragten, dat by het IX Artykel van het Handelverdrag op den laatften van Wintermaand des Jaars mdccxxxix tusfchen Frankryk en deezen Staat gefloo ten, wel was bepaald géwordendat het den Ondcrdaanen van den Scaat, vry zot ftaan in Frankryk en de Qeconquesleerdt Landen, vry, en zonder eenige belehlme ring, te deen inkomen ën verkoöpen der gezouten Haring, zonder onderfcheid, er zonder onderworpen te weezen aan het ver pak (*) Rejbl. Gen. 4. Oct. T786. (f) Re/oh Gen. 18. 25. en 30. Jan. 1786» XIV. DEEL. E xxviin O E Ki 3e invoec ?an gezou;en Visch in de OoitemykfcheNederlanden geweigerd. Verzoekfchrift dei: Visfcheryen hier te Lande oni in Frankryk ontheffing van bezwaareri te verwerven. i l  XXXVIII, boek. 1786. I Verbod aan de Ingezetenenvan den (*) RefoL Gen. 23. en 30. Jan. 1786. 66 VADERLANDSCHE pakken of eenige daar tegen voorheen gemaakte bepaalingen; doch, dat eene daar naa ontftaane Oorlog tusfchen de Franfche Kroon en dit Geracenebest , uitgewerkt hadt, dat de Onderdaanen van deezen Staat, flegts zeer korten tyd het heilzaam gevolg daar van hadden mogen genieten. Dat, niet tegcnftaande de herhaalde Vertoogen door hun Hoog Mogenden, naa het eindigen van dien Ooriog, by den Koning van Frankryk, egter de Invoer zo van Labberdaan als van Haring in Frankryk, zedert dien tyd, altoos aan zeer zwaare Belastingen was onderheevig gebleeven : ja dat, zints Wynmaand des Jaars mdcclxxxiii, de Tolregten op de Labberdaan verdubbeld waren, en, van dien tyd af, de Invoer van Haring volfirekt verbooden was. ——- Thans oordeelden zy de tyd gebooren om hun Hoog Mogenden de nadeelige gevolgen van die zwaare Belastingen op het eene gedeelte, en van het vollïrekt verbod op het andere gedeelte hunner Visfcherye, te herinneren. Met bede, dat hun Hoog Mogenden, tloor hunne Gezanten in Frankryk, ten dien Hove vertoogen geliefden te laaten doen, ter opheffinge van die zwaare Belastingen en het intrekken van het Verzoek. Hun Verzoek werd bewerkftelligd (*) Terwyl dit in Bewerking was, en zo min gunftige gevolgen beloofde als ten aanziene des Invoers van gezouten Viseh in de Keizer-  HISTORIÉ. C7 èeriyke Erflanden, bragten Staatert van Hol- \ land eer Algemeene Staatsvergadering in, i hoe zy onderrigt waten^ dat niet alleen ze-" dert eenige Jaaren herwaards verfcheide an-; dere Mogenheden zich meer èn meer had-; den beginnen toe te leggen op de Haring-, visfeherye; maar dat zelfs daar toe, m hen byzonder, zo by het Gouvernement der' Oostenrykfche Nederlanden, als in andere Ryken, alles werd te werk gelteld oin de Haringvaard aldaar uit te breiden, en ten dien einde door het uitlooven van Belooningen, als anderzins, de Ingezetenen van dit Gemeenebest uit te lokken om zich in dienst der vreemde Harin^visfcheryen te begeeven, waar tegen de Reeders der Haringbuizen om de nbodige Voorzieninge verzogt hadden. Deeze meenden zy, dat het best zou gefchieden, door het vernieuwen' der Plakaaten daar tegen. Hier in vonden Zy "-ereede toeftemming en beraamde men een "allerfterkst Plakaat tegen die zulks heftenden, of het beftaan hebbende, niet binnen een beitemden tyd in den Lande wederkeerden; als mede tegen de zödanigen, die, op eenigerlei wyze, de behulpzaame hand leenden aan dusdanige verhuuringen (*). Met het einde deezes Jaars liep af dej meermaals herhaalde begunftiging der Groo- , te Visfchery, de affchafling der Listen,a welke van hun Hoog Mogenden afhingen, t Deeze vergunning verleend met het heilzaam (*) Rsfol. Gen. 3. Mey 17S6. E 3 ;xxvnj» ! 0 e k. 780". taat ooi ich ter 7isfclierye uiten s Lands te erhuureni )eHarlng=; isfchery an Lasten is vooreen, onteeven.  6B VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK. 1785. BeCcher«üng aan den Zeeh.wlelverleend. zaam oogmerk om die Hoofdneering en be„ langryke Tak van 's Lands welvaard te behouden en aan te moedigen, werd op nieuw, voor den tyd van drie Jaaren, verzogt en verworven (*). 's Lands Zeemagt was allengskens verfterkt, en door een beter Beduur werden, ten deezen Jaare, geen onaanzienlyke Vlootdeelen in de Noord Zee en de Middellandfche Zee , als mede in de Oost- en West-Indien, ter beicherming van de Koopvaardye in Zee gezonden en gehouden (f). Des (*) Refol. Gen. 3. Mey 1786". (f; Medegedeelde Berigten van de Bevelen deswegen gegeeven, die van 't Vlytbetoon der Beftuurderen van 'sLands Zeeweezen getuigenis draagen, en daadlyk uitgevoerd zyn, te omftandig om bier plaats te vinden. Dan kunnen wy' niet voorby, uit zekere lyst ons toegelchikt ,• op te geeven hoe veel Schepen., by onderfcheide Admiraliteiten, thans werkJyk gevonden werden. Als 9 Schepen van 74 Stukken 25 64. 11 — 54 ' j . _ 44 8 ■ 40 ' 12 — 36 15 — — 24 ■ ïo Kotters -- 16 . . . ■ 1 13 1 — 10 ■ 6 Brikken — 16 - 6 Hoekers en Kleine Vaartuigen van 16 tot 12 ' 2 Kanoneer Booten. Nog ftonden 'er op Stapel één Schip van 76, liriesxg, 64, twte van 3Ó, en drie van 24 Stukken,  HISTORIE. 6> Desniettegenftaande verfcheen 'er ter Ver-1 gadering van hun Hoog Mogende^ eenJ Verzoekfchrift yan een groot aantal Kooplieden, Asfuradeurs en Reeders van Schepen , der Steden Dordrecht, Rotterdam en ( Schiedam, waarin zy voordroegen, dat,! naar hün oordeel, 'sLands Handel en Zeevaard, nimmer weder tot den voorgaanden bloei en welvaard zou geraaken, en in derzelver hier toe zo noodzaaklyk aanzien by de Buitenlanderen herfteld worden, indien niet, by de middelen tot Verdeediging te Water, de volgende Punten vastgefteld, en door de ftaaving van hun Hoog Mogenden, als Grondwetten van dit handeldryvend Gemeenebcst, bekragtigd wierden. Voor' eerst, dat door de gezamenlyke Bondgenooten mogt worden toegedaan eene vaste en toereikende Somme op den^gewoonen Staat van Oorlog, voor het Zeeweezen van deezen Staat, om de Penningen tot de noodige Uitgaven voor dezelve altoos daadlyk in gereedheid te hebben. — Ten anderen, dat, zo wel in tyden van Vrede als van Oorlog, altoos een genoegzaam aantal Schepen en Fregatten van OorJog in de Havenen deezer Landen zouden moeten voor handen zyn, van welke een jaarlykfche Equipagie zou moeten plaats "hebben, geëvenredigd aan de meer of min hachlyke gelleldheid der zaaken in Europa', doch altoos van zodanig eene fïerkte, om by onvoorziene opkomende Vredebreuke, de uitgebreide Scheepvaard deezes Gemee* E 3 W cxxvnr. IOEK., ij\\6. Verzoek chrift ten tanzieue •an'sLanris Zeemagt.  70 VADERLANDSCHE xxxvm Boek. 1786. 1 i i ] l 1 } \ t £ c f 1 li V nebests daadlyk te kunnen befchermen; ter-. wyl de niet uitgerust wordende Schepen, egter zodanig in gereedheid zouden gehouden worden, dat dezelve, by opkomenden nood, 'sLands VI00-. ten fpoedigften konden verfterken. Ten derden, dat de gezamenlyke Bondgenooten ook eenmaal zouden zamenwerken en befluiten tot het bepaalen van een vast Beduur over de behcering van het Zeeweezen van deezen Staat, op dien voet ingerigt, dat hetzelve nimmer vrugtloos, maar ten allen tyde vaardig en kragtdaadig zou werken, ter bereiking van het oogmerk, waar toe 'sLand$ Ingezetenen zo veele gewoone en buitenjewoone Lasten in de algemeene Schatkist jpbragten. Onnoodig oordeelden zy ïit Stuk verder pit te breiden, en wilden jaarne een gordyn over het voorleedene chuiven, in de aangenaame hoop van een >eter uitzigt voor het toekomende, eindigde hun gedaan Voorftel en Verzoek, net de opregte verzekering, dat zy daar nede niets anders beoogden, dan om, zo, eel in hun was, mede te werken ten nut; van 's Lands Koophandel en Zeevaard, n dus ook in de gevolgen voor het wel- yn van 't geheele Gemeenebest. De dgevaardigden van Holland namen dit Stuk ver, en verftondt men, dar 3er een Af* :hrift van gezonden zou worden aan de ,eden van de tweede Perfooneele Coramise tot het Defenfieweezen, om hy derzcler ^aadpleegingen daar op zodaniger wy-  HISTORIE. r* ze agc te geeven als zy oordeelden te be- h°Groote dienden hadt het Hof van Frankryk den Gemeenebeste beweezen, zo m den daadlyk gevoerden Oorlog met Groot-Brittanje, als ter dempinge van den gedreigden met den Keizer. Voor dezelve hadt Holland te meermaalen zich gevoelig betoond (f). Een nieuw blyk hier van gaven Staaten deczes Gewests, als zy, in Louwmaand, ter Algemeene Staatsvergadering, het Voorlid ter tafel bragten door Afgevaardigden van Amfierdam by huu Ld. Gr. Mogenden gedaan, dat zy, in overweeging eenomen hebbende, de omllandigheden waar in het Gemeenebest zich, geduurende de laatlle onlusten, hadt bevonden, en aan welke gevaaren hetzelve was blootgefleld geweest,, dan waar uit hetzelve, door de beftuuringe der Godlykc Voorzienigheid , was gered, en by den Vrede met de Nabuuren herfteld; tot het welke de opmerklvke dienften door zyne Allerchnstlykfte Maielleit, op eene edelmoedige wyze, aan den Staat beweczen, zo veel hadden toeEebr?p-t, en voor het toekomende de aan. eenasmlle gevolgen van de onlangs met het I-Iof van Frankryk gcflootene Verbintenis waren te voorzien, zo met betrekkmge tot de herftelling van de eer en het aanzien van den Staat by vreemde Mogenheden, al* (*) Rejbt. Gen. U- Sept. w6. tf ) m °nd«r andere onze VaderI. Hut. VI. D-W. 87. E 4 xxxv ui. BOEK. 178(3. Voorftei iran Hol!and om dcnKoning vanFrankryk twee Oorlog fchepen tsn gefchenke W zenden.  7a VADERLANDSCHE xxxvn: boek, ï?Sc5, .als mcc opzigt tot de behendigheid van de Rust en Vrede, welke daar van, onder Gods zegen, kon worden verwagt, geoordeeld hadden aan hun Hoog Mogenden in bedenking te moeten geeven, of dit alïes, van deezen kant, geen byzondere erkentenis zou vorderen, om, op de plegtigfte wyze, zyne Allcrchristelykfre Majefteit te kennen te geeven hunner Hoog Mogenden opregte gevoelens van hoogagting voor den Perfoon van zyne Majefteit; mitsgaders van hoogstderzelver erkentenis voor alle de blyken van toegenegenheid en edelmoedigheid, door zyne Majefteit, in de laatlte Onlusten, a^ het Gemeenebest gegeeven, als mede hun genoegen over de onlangs getlootene Verbintenis, welke hun Hoog' Mogenden opregtlyk wenschten, dat tot verilerking der wederzydfche Vriendfchap, verzekering der algemeene Rust ca Vrede in Europa, en beveiliging en welvaard der beide Staaten mogt firekken. Tot een waar teken van deeze hunne gevoelens, zou, huns oordeels, zyne Ma-, jefteit moeten verzogt worden, wel te willen aanneemen, twee Schepen van Oorlog, geheel in gereedheid gebragt, en vervolgens gezonden na zodanig eene Franfehe Zeehaven, als de Koning verkoos. Wanneer deeze zaak tot een Staatsbefluie kwam, keurden zy noodig, dat aan één of twee Admiraliteits Collegien werd aangefchreeven, om, met den meesten fpoed; te doen aanbouwen en uitrusten twee Oorlogfchepen, ieder van 75 Stukken; wa?r co$  HISTORIE, rS toe de Raad van Staaten verzogt mogt worden, eene bukengewoone Petitie te doen. Ter gelegenheid van dit Aanbod, wilden Staaten van Holland, dat men het verlangen van hun Hoog Mogenden tot het Handelverdrag, by de aangegaane Verbintenis bedoeld, ten fpoedigften tot ftand zou brengen (*). By naderen raadflag in Holland, ver ftondt men, dat de zaaken ter Algemeene Staatsvergadering daar heen zouden gerigi worden, dat tot het voorgeftelde en in overweeging gebragte Gefchenk der twee Linie Schepen aan den Koning van Frankryk zouden kunnen dienen de Schepen Fries land en Stad en Lande, by de Admiraii reit van Friesland: zo om dat die Scheper door derzei ver diep treeden, naauwlyks var eenig nut voor den Lande zouden kunnet zyn, als ook en voornaamlyk om dat dce ze volftrekt nieuwe Nagels waren, nimme gebruikt, en, naar het oordeel van deskun digen, die ze bepaald met dat oogmerk be zigtigd hadden, in goeden ftaat, zwaarde van hout, van achteren veel fcherper dai de Landsfchepen gewoonlyk , en mees overeenkomende met de Scheepsbouwwyz der Franjeken, en diensvolgens de gefchik fte by het Zeeweezen van den. Staat to dat einde. Verder bragcen zy in t midden, dat voc het gemis dier Schepen aan de Admiralice va (*) Rejbl. van Hot,'. 13 Jan. I7t& B*/1' ï9. Jan. 1786. E S XXXVIIL BOEK. 1786. TweeScbc. pen by de Admiraliteit in ■ Friesland daar toe als de gefchücfte aange- ' preezen , ■ en verder voorgeflaaccne ' Schikkin» 1 gen. P I | t r t n  74 VADERLANDSCHE XXXVII] BOEK. 1786. I 1 < ] 1 ( Friesland, Stad en { Lande en Zeeland ' ftemmen f hier in. (*) Refol. van Ho», 27, April 1786. Refol, Gtn. 1. Mey 2786, . van Friesland zon behooren betaald te worden de ronde fomme van 500000 Guldens, met bepaaling, dat die twee Schepen, daar voor ten vollen zonden worden uitgerust,met Kanon voorzien, en op Stroom gebragt, om van daar na een der Franfche Havens te kunnen vervoerd worden. Het gemis van twee zodanige Schepen kon voor het Zeeweezen van den Staat geene onverfchillige zaak worden gerekend; xvaarom men vooriïelde twee Scheepshollen van dezelfde Charter by de Admiraliteiten op de Maaze en te Jmfierdam aan te bouwen. De kosten deezer beiden werden begroot op 700000 Guldens. By de betaaling hier van zou aan deeze Zeeraaden vry gelaaten worden, by hun Hoog Molenden, naa den aanbouw, het noodige verzoek te doen, ter betaalinge van de verJere kosten tot het optuigen en wapenen. Ook verzogten hun Ed. Gr. Mogenden, kt de Raad van Staaten mogt gemagtigd vorden om ten dien einde iaoooco Gullens te vinden by wyze van Negotiatie, ten aste van de Generaliteit, en de daar voor c betaalene Intresfen te verdeelen over alle Ie Gewesten (*). Friesland hadt reeds in het doen des jefchenks geftemd; Stad en Lande volfe; desgelyks Zeeland, doch met traager :hreeden, en onder beding, indien alle de  HISTORIE, 75 de Bondgenooten mogten zamenftemmen: tot die Aanbieding; verklaarende hier toe 'beflooten te hebben om niet tegen te houden de uitwerking van den aandrang der andere Gewesten; dat Staaten van Zeeland eaar Befluit hier op, de gezindheid der Staa- : Haven van Uarlingen, zo als dezelve daadlyk gefield as, niet gebragt worden; en lagen 'er, dewyl de )orgefl3a^cne middelen ter uitbrenainge niet aanwend waren, te rotten, fchoon ze den St&at meer dan :n Milliocn Guldens hadden gekost. 2ie Refol. Gen l. Dec. 1786. (*; Zie onze Faderl. Hist, IX. D. bl, 177,  H 1 S T O R I Ë. 77 Staaten tot den gevraagden bydand in Geld X: zou afhangen (*> !>' Herdel en Verbetering in het Huishou-delyk Beduur der Qost-Indifche Maatlchap- r pye was noodig gekeurd Staaten van Hol- * land hadden, in Louwmaand des voorleeden a Jaars, een Plan, daar toe drekkende, terti Algemeene Staatsvergadering ingeleeverd, g en" waren in Wintermaand diens Jaars de Kamers verzogt, hunne bedenkingen op 't zelve voort te brengen (f). Dit deeden de Kamers van Rotterdam, Enkhuizen, Zeeland en Amjlerdam; waar op de Afgevaardigden der Staaten van Holland aannamen zich nader te zullen yefklaaren; als roede over den Voorflag van Zeeland om de Vergadering van Zeventienen ten fpoedigden in 'j Gravenhaage over deeze zaak te befchryven; die begreepen zy desgelyks omtrent de beè'edigde Hoofdparticipanten van de Oost-lndifche Compagnie ter Kamer Am ft er dam, behelzende hunne Bedenkingen op het voorgedelde Plan (§). Opmerkelyk, en om de gevolgen groctendeels overneemenswaardig is het Staatsbefluit by Hollandi ingevolge van alle deeze ingekomene Bedenkingen genomen. De Heeren de Gyzelaar, van Berckel,Neederburgh, Penlionarisfen van Dordreeht, Amfterdam, Rotterdam en de R y (*) Re/et. Gen. 9 Feit. 1785. (f) Refol. Gen. 5. Jan. en 19. Dec. 178(5, (§) Refol. Gen. 4. iö. en 16. Jan, i?8ö, i IXVIIIj 0 e k» 786". toginiren t Herael 1 Verberi ng aan* ïwend. Aanmerklyk Staatsbefluit by Holland.  73 VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK. i i I < I I I 1 1 1 « 3 1 < \ c 2 1 Ryzer, Secretaris van Alkmaar, met den Raadpenfionaris van Bleiswyk vervangende den Heer van Wyn, Penfionaris der Stad Gouda, bragten ter Staatsvergaderinge, van hun Ed. Groot Mogenden het volgend Verflag in. Dat het overtollig zou zyn, om , by deeze gelegenheid, een breedvoerig betoog te geeven van de nuttigheid en noódzaaklykleid des invoers eeniger Verbeteringen in iet Huishoudelyk Befluur der Oost-Indifche Maatfchappye i dewyl hun Ed. Gr. Mog. ■>y meer dan eene gelegenheid, hun begrip lien aangaande ten duidlykftcn hadden aatt len dag gelegd; zó wel als hunne volledige overtuiging^ dat* langs deezen weg aleen, 's Lands Penningen en Credit, tot onlerfteuning en opbeuring van het financieel vermogen dier Maatfchappye,' op eene wy:e, waar* toe men zich met behoorelyke veiligheid genoeg bevoegd zou kunnen reLenen, aangewend zouden mogen worden. Dat alle de tegenkantingen, van tyd tot yd, tegen dit heilzaam en alleen tot nut der Maatfchappye zelve (trekkend oogmerk van mn Ed. Gr. Mog. te werk gefield bevonden varen, wel verre van de gronden, waar op ene Verbetering van het Befkiur aangedron;enwas, te verzwakken, integendeel, dezele alleszins hadden verfterkt: voor zo verre Laar uit meer en meer was gebleeken, dat odanig een denkbeeld van Verbetering niet Heen niet nieuw of gezogt was; maar te iieermaalcn de aandagt van Bewindhebberen elve hadt bezig gehouden, terwyl zy, in dé  HISTORIE* 79 de kragtigltc bewoordingen, zulks als noodzaaklyk en onontbecrelyk erkenden. Niemand ook, die het laatst ingeleeverd Berigt der becedigde Hoofddeelhebberen ter Kamer AmjUrdam inzag, kon hier aan iwyfelen; alzo dit bewys, dat uit den boezem der Maatfchappye zelve moet gerekend worden ontleend te zyn, de fterkfte bevestiging in zich bevatte, van het Syftema door hun Ed. Gr. Mogenden, reeds te vooren op gronden, daar toe voldoende gekeurd, aan den dag gelegd. Terwyl men ook de redenen nagaande, die zo veel tegenkantings tegen de ontworpe Schikkingen van hun Eda Gr. Mog. verwekt hebben, ras ontwaar wordt, dat dezelve niet zo zeer ontleend zyn uit het onnoodige eener Verbeteringe, (trouwens men erkende doorgaande, dat het Beltuur in veelerlei opzigten voor Verbetering vatbaar was,) maar in tegendeel uit eene gevoeligheid en verkeerden argwaan, dat eene Invoering daarvan op zodanig eene wyze als de gemaakte Ontwerpen voor fielden, de kenmerken zou draagen van eene te Onvredenheid van den Souverain ove! de Directie der Beftuurderen van de Com pagnie, en eene openlyke befchuldiging da: dezelven zich aan verkeerdheid en wande voiren zouden hebben fchuldig gemaakt Ondertusfchen was het zeker, dat, in dien 'er zelfs maar vermoedens of verden kingen van die natuur by de gedaane onder zoeken waren opgekomen, geheel ander< Maau-egelen hadden moeten voorgeflaagei worden, dan die ftrekten^, om aan gemeld Be ÜXXVÜE. lOËK, I786. 1  go VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK. I786. Beduurderen al het voordeel, genoegen en invloed hunner Bedieningen te laaren behotlden, en hun zelfs in hunne poogingen, tot bevordering van het Nut der Maatfchappye, op eene gepaste wyze, te onderfteunen. j-* Tervvyl een nader bewys der waafe gevoelens van hun Ed. Groot Mog. ten deezen aanziene, en van derzelver vervreemdheid van alle inzigten, die op eene gevoeligheid omtrent het gedrag der gezegde Beltuurderen van de Maatfchappy berusten zouden, te vinden was, zo in de reeds gemaakte veranderingen in de ontworpen Punten, van Verbetering, als in het onlangs gedaane Voordel ter Algemeene Staatsvergaderinge om de overweegingen van elke Kamer op de Planswyze voorgedelde Hervormingen in te rieemerj. Dat het dus tyd Werd, eindelyk eens een afkomst van dit werk te maaken, te meer om dat de aandrang der Maatfchappye tot hec verkrygert van hulp in gereede Pen'nin^ gen allerdringende was, en ondertusfchen, volgens de Befluiten Van hun Ed. Gr. Mogenden, niet kon ingewilligd worden, ten 2y het vastdellcn van gepaste Verbetering gen vóóraf gefchied ware, of ten minden' daar mede gepaard ging. De gereedde Weg om hier toe tè geraaken , zou zyn het bekragtigen van het meer gedagte ingebragte Plan, behelzende zeer gepaste en wel overwoogene middelen, diCj op eene alzins conditutioneele wyze, zouden kunnen worden ingevoerd, terwyl ook geene bedenkingen, van eenige weezenlyk* heid  HISTORIE. «t ndd, daar tegen hadden kunnen worden hungevoerd. üoch, gelyk in de geheele behandeling deezer zaake, op het overtuigendst getoond was, dat hun Ed. Groot Mogenden niets anders bedoelden dan om het Beduur dei Oost-lndifchs Maatfchappye te veriterken, en aan hetzelve alle mogeiyke kragt by te zetten; ten einde in het byzonder ook, dooi vermeerdering van kundigheid in de Handel belangen, zo van Europa, als van Indien, gepaard met een onafgebrooken arbeid, d< meeste vrugt van zodanige gemeenfchaply ke poogingen te kunnen trekken; als medi dat het aan hun Ed. Gr. Mog. onverfchil lig was, welke Middelen, mits maar to het gezegde oogmerk gefchikt zynde, daa toe zouden worden aangewend; hoe oo alzo, zeker tot een nader blyk van hun Ec Gr. Mog. volharding in dat Syftema* z wel als van Hoogstderzelver aanhoudend toegeevenhe.id, en belangloóze zorg voc het behoud der Oost-Indifihe Maatfchappy< zou drekken, indien men, met ter zyde de ling voor een oogenblik van dc voorige On werpen r hoe nuttig en gefchikt die ook zoi den mogen zyn, liefst beproefde, of b Plan van Verbetering, door de Kamer v£ Amfterdam aan hun Hoog Mog. opgege ven, waar van; als door Bewindhebberc zelve geformeerd, het Conditutioneele, s thans niet kón worden ih twyfel getrokkei aan de hoofdbedoeling in deezen zou ku; hen voldoen j . XIV, DEEL. F » XXXVitt; BOEKi 1786* t C c 5 1 e r. » tt:crt n 1- 14 l~ Üf  8i VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK» T78Ö. Mader Plan by Staaten van Holland voorg«ftdd. 3 3 3 3 3 j 3 * 3 3 * 3 3 9 9 )• 5' Uk de vergelykende overweeging van dit Plan, met het voorig Ontwerp der Staa-* ten van Holland, waar mede 't zelve, wat het oogmerk aanbelangde, zeer wel overeenkwam, werd het volgende Nader Plan tot Verbetering van de Directie by de OostIndifche Compagnie, om te vervangen het Plan by hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van dertig December mdcclxxxiv vast gefield, gebooren, 't geen zy thans ter tafel /an hun Ed. Gr. Mog. bragten, en de volgende XIII Artykelen bevatte. ,, Art. I. Het tegenwoordige getal van , Bewindhebberen by de Kamer van Am, fier dam .zal met eenige nieuwe Leden , worden vermeerderd, en wel, by provi, vifie met Zes; doch welk getal, in 't , vervolg, nog met twee of uiterlyk vier , Leden zal aangewild worden, naar dat , zulks noodig zou mogen bevonden wor, den. ——;— En zullen dezelven in een , Vyfds Departement, in de gemelde , Kamer, het geen genoemd zal wor| den, het Departement tot de Indifche , Zaaken, arbeiden, en daar ter bezori ging en behandeling hebben het geen , hier naa zal worden voorgefchreeven , terwyl Zy voor het overige ook den , naam zullen draagen van Bewindhebberen, en onder de gezamenlyke Bewind, hebberen den rang hebben en houden i »aar rato fuccesfivelyk van den tyd hunner Aanftelhng. II. In deeze nieuw aanteftellene Be„ wind»  HISTORIE. §3 u windhebberen zal in liet byzonder v6r>, eischt worden, de noodige Kundigheid „ en Ondervinding in de Saaken van de „ Commercie j of in de gefteldheid of be}, langen van de Oost-Indifche Compagnie, „ en zal, boven dien, ten aanziene van de „ keuze derzelven worden geobferveerd, dat zy, door hunne Omftandighedén, zo 3, wel gefchikt als genegen zyn, om van „ de behartiging der zaaken van de Oost„ Indifche Compagnie hun hoofdwerk te „ maaken, en zich met asfhiuiteit daar op „ toe te leggen. &— Gelyk zy ook, ten „ aanzien hunner Jaaren, en onderlinge Pa„ rentagc, onder dezelfde verpligting zullen zyn als de andere-Bewindhebbers, en gé* ■„ lyke Ecden als die afleggen; mitsgaders „ by hunne Beëediging evenveel in de Com„ pagnie moeten heredeereh als de overi„ ge Bewindhebbers by de Kamer Amflerj, dam. „ II. Uit aanmerking van hét menigvut 3, dig en gcwigtig Werk, waar mede dit ;, Departement zal zyn belast, in de asfi„ duiteit, die daar toe, met verzuim van „ veele andere Bezigheden, zal dienen be,* fteed te worden, zullen de gemelde nieuw aar te Hellen Bewindhebbers voor hei „ vyfde Departement een jaarlyks Tractej, ment genieten ieder van vyf duizend Gulj, dens. Doch verder zullen zy in al- les even als Bewindhebbers moeten wor. i, den geconfidereerd, zonder dat daar öm„ trent^ buiten en behalven het geen fpej> ciaal by de hier uitgedrukte Artykeleri Fa g, vet- Rxxviii 3 O E Ki  Ö4 VADERLAND.SCHS XXXVIII, BOEK. 17 86". „ vermeld ftaat, eenig onderfcheid in 't een i, of ander gemaakt zal mogen worden. „ IV. De Aanftelling der gezegde Nieti„ we Bewindhebberen tot het vyfde De>» partemem, zal ftaan aan hun Hoog Mo„ gender, , en gefchieden op Voorftelling „ of Benoeming van wegen de Heeren Staa„ ten van Holland en Westfriesland te doen, als welke Heeren Staaten, dit De„ partement niet alleen byzonder noodig „ gekeurd hebben tot meerder bevordering ?, van dc algemeene belangen der Compag„ nie; maar ook in de principaale Kosten, „ op deeze Inrigting vallende, zullen voor- zien. En zullen deeze Leden den Eed „ als Bewindhebbers in handen van hun „ Hoog Mogenden afleggen. V. Tot alle Boeken en Papieren, gee„ ne uitgezonderd, dan alleen die van par„ ticuliere Commisfien, (als waar toe, vol„ gens gebruik, alleen zulke Bewindhebbe„ ren acces hebben, die daar toe zyn ge„ committeerd,) zal aan deeze Leden, als „ Bewindhebbers zynde, niet alleen dc on„ belemmerde toegang openftaan; maar zul„ len ook in 't byzonder de Bedienden „ daar toe moeten gehouden worden, dac „ zy in hunne refpective Posten aan de Le„ den van het vyfde Departement opening i, geeven van 'tgeen zy begceren, en hun, „ even als aan de andere Departementen s j, ten dienfte ftaan. ,, VI. Voor het gemelde vyfde Depar„ tement zullen, op het Oost-Indifche Huls „ te Amfïerdam, de noodige Vertrekken ft wosr-  HISTORIE, 85 worden vervaardigd , alwaar zy hunne „ Byeenkomlten en Befognes kunnen hou„ den, en hun Compcoir-Bedienden plaat„ zen. ,-, VII. De Bedienden, welken dit De* partement voor zich in 't byzonder noodig zou mogen oordeelen, zullen door ,, de Kamer worden aangelteld, op voordragt van het -Departement, zullende de 3, Kosten van die Bedienden, uiterlyk mo* 3, gen bedraagen, acht duizend Guldens, 3, in 't Jaar. ,, VIII. Het werk van deeze Nieuwe Leden zal wel byzonder bellaan in het pre3, pareeren en bearbeiden van dat geene, „ waar toe de Haagfche Befognes privativelyk zyn ingerigt; en zullen zy vcrvolgens, met behoorelyke attentie, moeten , naagaan, in het generaal alle Indifche , Brieven, Papieren, en Boeken, geene „ uitgezonderd, (welke tot dat einde allen, „ zo ras zy overgekomen zyn, in hunne „ handen zullen moeten worden geiteld,) ,, en fpeciaal die, welke betrekking heb„ ben op den Handel der Maatfchappye in de Indien. „ Voorts zullen zy zich moeten toelegs, gen, op een onderzoek, welke verande,, ring kan te wegc gebragt worden in den ,, Handel zelve, welke meerdere of min9, dere uitgebreidheid aan dien Handel, als „ mede aan de vrye Vaard in de Indien s, zou behooren te worden toegefban; wel„ ke Comptoiren ingetrokken of derzelver 9. omflag verminderd zou kunnen worden; F 3 „. en XXXVIII, BOEK, 1785.  86 VADERLANDSCHE kxxvni. BOEK. 3 „ en niets verzuimen om de waare Belan-? „ gen der Maatfchappye te helpen bevor„ deren, „ Uit die Brieven en Papieren zullen zy, „ onder hun opzigt, moeten doen concipi„ eeren het Verbaal, gemeenlyk het Haag„ fche Verbaal genaamd. „ Voorts zullen zy de Reflectien, die „ hun zouden voorkomen,, aan Generaal en „ Raaden op alle de voorgemelde zaaken, „ den Handel en de Commercie betreffen„ de, te moeten worden voorgehouden-, by „ Punten in Gefchrift moeten doen vervat„ ten, en die, nevens het Verbaal, aan de „ Kamer van Amfterdam ter hand (lellen; „ ten einde het een en ander, door die „ Kamer gebragt worde tot kennisfe van „ de overige Kameren, (en dat zo. wel van » beëedigde Hoofdparticipanten, als van „ Bewindhebberen,) om dezelve te examiv neeren, even als de ordere by de Com„ pagnie dicteert, voor het Verbaal en de „ Concept Refcriptie, die thans in het „ Haagfche Befogne vervaardigd worden. „ Ook zullen zy zich moeten toeleggen „ om zich te bekwaamen tot het verkry„ gen van zodanige verdere kundigheden, „ die betrekking hebben op het generaal „ en byzonder Beduur in de Indien; als ,, blyvende aan hun, tot meerdere bevor„ dering van het oogmerk hunner beftem, minge, en van het waare nut der Maat, fchapp}^, altoos vry en teffens gerecom, mandeerd, om hunne Reflectien op das I sen en ander, by Pupten ter Refcriptie „ die-  HISTORIE. W „ dienende, even alsvoorcn, voor te draa„ gen. „ En ten einde aan" de Kamcren, naar „ behooren, gelegenheid te geeven om dit „ werk, ook van hunne zyde, met de ver„ eischte naauwkeurigheid te kunnen naa„ gaan, zuilen zy, daar het Verbaal en „ de Refcriptie op de Brieven, naar or„ dere der Compagnie worden ingerigt, „ moeten zorgen, dat deeze ter handftelling „ aan de Kamer Amper dam gefchieddc, „ zo dra het Verbaal en de Refcriptie aan „ ieder Comptoir in 't byzonder, by hun „ zullen zyn gerefumeerd. „ Des zullen zy altoos zorge moeten „ draagen, dat hun ganfche Werk, met ,, relatie tot het Verbaal en de Punten ter „ Refcriptie dienende, bearbeid zyn met „ het laatfle van de maand Maait. „ Na het afloopen der Voorjaars Verga. „ dering van Zeventienen zal 'er gehouden „ worden een Befogne in den Haage, be„ ftaande uit Leden van alle de Kameren, „ daar onder begreepen eenigen van de „ nieuw aan te ftellene Leden, voorts het „ gewoone getal der Hoofdparticipanten, „ en de Ministers der Compagnie; in welk ,, Befogne alleen zuilen worden geleezen „ het geconcipieerde Verbaal, en de meer„ gemelde Punten van Refcriptie. Doch „ zullen in dat Befogne ook moeten ge„ bragt worden de fchriftlyke Advyzcn der „ refpcctive Kameren en verdere Leden van „ bet Befogne, bevattende zo wel hunne ?? Reflectien op de voorz. Punten, als ee« F 4 » ne ÖCXVIIJ. 3 O E K.  xxxvnr. boek. 88 VADERLANDSCHE ' „ ne opgave van zodanige andere, die zy „ zouden verraeenen objecten ter Refcrip-, „ ne te kunnen uitleeveren. Zullende wy„ ders, naa eene overweeging der verfchil„ lende Advyzen, eindelyk daar uit gecon„ üateerd worden de ingrediënten voor de „ Concept-Refcriptie. „ Naa het afloopen van dat Befogne zuU 5, len de Ministers van de Compagnie, vola, gens derzelver Inftructie, uit het gecon„ ftateerde de Refcriptie moeten couchee-, „ ren, en dezelve, zo. ras doenlyk, immers „ uiterlyk zes weeken vóór het houden der. „ Najaars Vergadering aan de refpeotive „ Kameren doen geworden, om daar door „ gelegenheid te geeven tot een bekwaam „ examen van de Concept - Refcriptie, ten „ einde als dan de finaale Refcriptie, in de „ Naajaars Vergadering, naa een zeer ryp „ overleg, te kunnen arresteeren. „ En, daar het wenschlyk ware, dat de £ generaale Refcriptie op de Indifche Brie„ ven en Papieren eer kon gefcliieden, dan „ het gebruik by de Compagnie mede„ brengt, zal het vyfde Departement niets „ onbeproefd moeten laaten om te onder„ zoeken in hoe verre de aart der zaakc „ zou toelaaten, hier in eenige verandering „ te wege te brengen, en de noodige Voort „ ftelJen deswegens ter Vergadering van Ze„ venticnen te doen, „ Doch voor zq verre de Brieven uit 9> Indien Punten mogten inhouden, die, za 9? zy zouden vermeenen, een fpoediger Re„ fcriptie vorderden, zullen, zy zodanige. „ Pun.1  HISTORIE; 80 j, Punten exactelyk moeten opneemen, die ■ „ in Gefchrift vervatten, en met hunne Ad-: „ vyzen, aan de refpective Kameren com-' „ municeeren veertien dagen, zo eenigzins „ mogelyk, vóór het aangaan der ecrlle Ver„ gadering van Zeventienen, die gehouden „ zal worden naa de receptie van de ge„ melde Brieven, ten einde die Punten, „ benevens alle zulke, welke door de ove„ rige Leden van de Vergadering van Ze„ ventienen, het zy uit die Brieven, het zy M uit nadere inkomende, als Pointen eene nadere Refcriptie vorderende, mogten ge„ confidereerd worden , te overwegen en „ als dan finaal te arresteeren, „ IX. Van den eisch van Behoeften, die ', jaarlyks uit Indien wordt ontvangen , zul9, len zy, naa een zeer rypc overweeging, J5 wat al of niet voldaan behoort te wor„ den , naar aanleiding der Negocie-boeken , „ en verdere daar toe fpecteerende Papie„ ren, een Project moeten formeeren, al„ voorens daar toe inncemende de daar toe „ noodige confideratien en informaticn; welk „ Project zy vervolgens, met concurrentie ,, van Bewindhebbcren van alle de Kamc* „ ren, in een Befogne, of Vergadering van „ Zeventienen, zullen helpen arresteeren „ en verdeden. „ X. Tot de Vergadering van Zeven tic„ nen zullen altoos twee Leden uit het „ vyfde Departement ter Kamer Amfler-* „ dam worden gecommitteerd. „ Voorts zullen alle de Leden van dit p Departement, gelyk van zelve fnreekt, F 5 „ eene cxxviu, soek. 786,  $o VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK. I?86. 2 1 t 3 1 1 5 » » » » »: 5: 3' Jj S) 55 ?J 3> „ eene concludeerende rtern hebben in alle „ Vergaderingen en Befognes, en dus ook in alle de Befognes van de Kamer, met een „ gelyk getal compareeren, als uit de andere „ Departementen, Doch zullen zy, wan» „ neer in de Vergaderingen hunner Kamer, , moet gehandeld of beflooten worden over , zaaken door het gemelde vyfde Depar, tement bewerkt, of daar uit voortgebragt, , hier by' met niet meer dan vier conclu, deerende Stemmen mogen verfchynen. „ Wyders zullen zy, even gelyk de an-. , dere Bcwindhebberen, parricipeeren in , de Commisfien, of Befognes, die reeds , in train zyn, of in 't vervolgzonden mo, gen gebragt worden , zonder dat, in dee-, zen opzigte, eenig onderfcheid tusfehen , de Leden van hun Departement en die , uit de andere Departementen der Kamer , Amflerdam, zal plaats hebben; doch zal, , ten aanzien van het Haagfche Befogne„ , of het geen tot remplacement daar van , naderhand zou mogen worden vastgefteld, mitsgaders om de Befognes van den. Eisch van Behoeften, den Eisch van Retouren en den Chinafchen Handel, voortaan deeze fchikking moeten worden gemaakt; dat, boven het getal van gewoone Bewindhebberen uit de andere Departementen , die daar toe op den tegenwoordigen voet, gewoonlyk benoemd worden, ook zullen moeten worden gecommitteerd, eenige Leden uit het Nieuwe Departe* ment, te weeten tot het Haagfche Befogne, of het Befogne dat hetzelve zou „ ma*  HISTORIE. 91 mogen vervangen, drie Leden, en toe elk ; J' der drie andere opgenoemde Befognes: 3, twee Leden. „ XI Uit hoofde van het importante Intrest, het geen de Provincie van Holland H en Westfriesland in de Maatfchappy en derzeiver behoud en voorfpocd heeft, „ door dc Staaten dier Provincie begeerd „ wordende, om, van tyd tot tyd, eene „ behoorelyke opening en verflag van zaa„ ken te hebben, zullen in het byzonder „ ook de Leden van het Nieuwe Dep ar ■ „ tement gehouden zyn aan de Requifitien, „ die hoogstgemelde Heeren Staaten tot dat 3, einde doen mogten, promptelyk te defe„ reeren; alles egter onverminderd de Ou* 3, vertures , welke hun Hoog Mogenden „ insgelyks van hun zouden mogen begce,3 ren. XII. De Tractementcn van deeze nieuw aan te ftellene Bewindhebberen, mitsgaders van de Bedienden, die volgens Art. '' VII, ten hunnen behoeven zyn zouden, " zullen 'sjaarlyks worden voldaan door de 3' Heeren Staaten van Holland en West9' friesland, het zy uit de honderdfte ei 3„ twee honderdfte Penningen, die van d< H Obligatien en Actiën geheevcn worden het zy op zodanige andere wyze, al " welgemelde Heeren Staaten zouden goed ., vinden te bepaalen. „ XIII. Eindelyk zullen de drie en twir „ tig Punten, gevoegd by het Rapport o „ den dertigften October mdcclxxxii ' ter Vcrgaderinge van hun Ed, Gr. Moj n W iXXVUÏ, 5 O E K. i i 5 3 I r >1  92 VADERLANDSCHE xxxviii. BOEK. 1786. Goedgekeurd by Staaten van Holland , en de Geldleeliinfr daar j«n verbonden. I t Met welk een aandrang hy hun Hoog ' Mogenden \ jn^elee- j verd. ( < (*) Refol. va» Holl. 17. F*b. 1786. (t) Zie hier boven bl. 76. „ uitgebragt, en nader geamplieerd by de „ Hollandfche Refolutie van dertig Decemf, ber MDccLxxxiv copielyk worden ter „ hand gelteld aan de Leden van het vyf„ de Departement; ten einde van dezelve, „ ten meesten nutte der Compagnie, ge„ bruik te maaken. By dankzegging voor het gedaan Verflag behaagde het Staaten van Holland, dit Nader Plan goed te keuren, en vast te ftellcn. Aan de Wettiging van dit Plan door hun Hoog Mogenden verbonden hun Ed. Gr. Mogenden de toeftemming der verzogte Leening van tien Millioen Guldens, vry van honderdfte en tweehonderdfte Penningen, mitsgaders van alle gewoone en buitengewoone Lasten, nu zynde, of die naderhand zouden mogen geheevcn worden, met toezegging aan de Kamer van Amflerdam sn van het Zuider en Noorder Kwartier 3er Guarantie van Holland voor een Fonds ran honderd duizend Guldens in het Jaar, er jaarlykfche Aflosfinge, geduurende den yd van vyftig Jaaren (*), Wanneer de Afgevaardigden van Holland ran deeze ftukken de beloofde opening (f) er Algemeene Staatsvergadcringe deeden, 'oegden zy 'er den hun bevolen aandrang tevens, den Bondgenooten verklaarende, lat, gelyk zy, uit het een en ander, zouten moeten overtuigd worden van de aan, hou*  Historie. ?s fc>ünende zorg en belangloozen yvet der Staaten van Holland voor het behoud en welzyn der Oost-ïndifche Maatfchappye, en in het byzonder van de allergewigtigtte Bezwaaren, waar mede dezelve, toen de anders zo namurlyke als biÜyke gemeenfchaplyke hulp der andere Gewesten agterwege bleef, hunne Finantie, tot behoud dier Maatfchappye , hadden belast; en welke Bezwaaren, zo wegens daadlyk uitgefchootene Penningen, als ter oorzaake van het tusfchen beiden gefielde Crediet, voor en ten behoeve van de Oost-Indifche Compagnie, zedert den Jaare mdcclxxxi reeds tot de aanzienlyke Somme van meer dan veertig Millioenen Guldens waren opgcreezen; zy dan ook vertrouwen moesten , dat de Voorwaarde, waar aan zy eene verdere uitbreiding van de reeds zo verre uitgeftrekte huipc," hadden gemeend te moeten verbinden, in geelien deele gewraakt; maar door eene fpoedige Bekragtiging van hun Hoog Mog. bevestigd zou worden. Te meer, daar dezelve op niets anders uitliep dan op de Invoering ecner daadlyke Verbetering in het Huishoudelyk Beftuur der Maatfchappye, waar van "dus het voordeel op die Maat. fchappye 'zelve zou moeten t'huïs komen, Terwyl deeze Verbetering by Staaten van Holland van dat gewigt en die noodzaak' jykheid was bevonden, dat zy zonder dezelve oordeelcn zouden, zich voor God en hunne Ingezetenen onverantwoordelyk te zullen Hellen, indien zy hunne reeds zo zeer eedruktc Provinciaale Financiën, nog ö ver- XXXVlli boek 1786*  94 VADERLANDSCHE ;«xviri. BOEK. i verder,- ter beguniliginge der Oost-Indijïkc Maatfchappye, goedvonden te bezwaaren. Wyders, dat Staaten van Holland, ten vollen en in gemoede hier van overtuigd, zo zelfs, dat zy ook de voornaamfte Kosten , die op het in te voeren verbeterde Befhmr loopen zouden, wel voor hunne Rekening wilden neemen, van de redelykheid en billykheid der Bondgenooten, wel niet konden verwagten, dat dezelve den anders onvermydelyken val der Oost-Indifche Compagnie aan het langer uitflel van eene Schikking, övereenkomlïig met het billyk verlangen van hün Ed. Gr. Mog. ingerigt, zouden waageii; maar dat zy egterj te hunner eigene ontlasting, dit een en ander nog nader onder het oog der Bondgenooten had» den willen brengen, zo ten einde daar door' eene laatfle pooging, tot behoud dier Maatfchappye te doen, als om voor de geheele Natie een opzcttelyk en fpreckend bewys aan den dag te leggen, dat zy niets onbezogt hadden gelaaten, om de Oost-Indifche Maatfchappy te behouden, en der hal ven volkomen^vry waren van allé de naadeelige ;n veruitziende Gevolgen, die uit een on/erhoopt langer ophouden deezer zaake en .ten val der Compagnie,- daar mede onafèhcidelyk verknogt, zouden moeten voortdoeijen, eh dezelve alleen zouden moeten aaten voor rekening en verantwoording van lie Gewesten, die door hunne tegenkanting h deezen, de oorzaak van dit alles zouden nogen weezen, betuigende, in dit geval, .vel uitdruklyk, van daar in geen het min- fts  HISTORIE. 95 fle deel gehad te hebben, maar, ra tegendeel, meer zelfs dan de natuur van het Bondgenootschap vorderde, te hebben aangewend, om het gevreesde onheil, nog in tyds, voor te komen. Zo veel indruks maakte dit aandringend Vertoog, dat, by de Meerderheid van hun Hoog Mogenden, dit nader Plan werd vastgefteld. Gelderland en Friesland verklaarden zich tegen dit Staatsbefluit, Zeeland in *i byzonder, en drong laatstgemelde Gewest aan, -op de fpoedige befchryving eener Vergadering van Zeventienen in 's Gravenhadge, houdende de Verbeteringen, door Staaten van Holland voorgefleld, voor eene Verandering in het Octroy van dé Oost-In' difche Compagnie, waar toe, volgens de gronden der Unie, eenpaarigheid vereischt wierd (*). Overeenkomftig hier mede dienden ïóe- . ,, lui /->__.. T...V.r„l,n Onm^nni-iie windnebders oer uust-mcujt/^ ^.„r^&..^ zichtegen. ter Kamer Zeeland in \ breede hunne Bezwaaren in over dit Staatsbefluit, beweerende, dat het ftrekte om het Octroy van de Compagnie, by alle de Kameren gezameniyk van hun Hoog Mogenden wettig verkreegen, te midden in den loop van 't zelve , te veranderen, en om de Fundamenteele Conftitutie van het Lichaam der Maatfchappye , om te keeren, by welke hun Hoog Mogenden, onder andere, mét zo veel wysheids het getal der Bewindhebberen voor el* (*) Refol. Gen. 17. Fet>. 17*& xxxviih BOEK 1^86. Door de Meerderheid oni-1 helsd. Zeelar.A kant 'er  XKXVJII. k ü r. k. èc.s Heeten tot het door Zeeland betwiste VJ'fde DepartementVoor- en aangefteld. (*) Refol. Gen. a, Maart i?8& 96 Vaderlandsghë elke Kamer bepaald hadden; en dat de tharis by het Oetroy vastgedelde evenredigheid ten aanziene van dat getal, te eenemaal verlooren ging. Waarom zy verzogten dat die Staatsbefluit buiten kragt, of althans opgefehort zou worden, tot zo lang hun Hoog Mogenden j aan de Zeeuwfche Bewindhebberen gelegenheid zouden gegeeven hebben, om zich te verantwoorden op de bezwaaren, die, ten aanzien van hun Beftuur, het zy by hun Hoog Mogenden in 't algemeen,het zy by de Leden van dezelve in 't byzonder, mogten huisvesten. -— De Meerderheid hielde de zaak voor afgedaan; de voorheen daar tegen zieh kantende Gewesten bleeven by het toen ingebragte, Zee* land drong aan, dat ten minden de verzogte Opfchorting mogt worden toegedaan (*)< De Gelastigden tot de zaaken van de Osst» Indifche Compagnie uit Staaten van Holland droegen eerlang, om het Nieuwe Plan in werking te brengen, als gefchikte Perfoonen, en voldoende aan vereischten in hun als Leden van het vyfde Departement gevorderd, de volgende zes Heeren voor, Mr. Adrianus Salomo» van der Hoop, Bewindhebber van de Oost-Indifche Compagnie ter Kamer Amflerdam 5 Georgë Sevkrin, Jan Nicolaas van Ëys, Otho Willem Falck^Elias Kraayvanger; en Jan Petrus Scholten. —— Onmiddelyk volgde de goedkeuring  MisTORiE. n fmg, ten aanziene van de eerstgemelden toet de voorbehoudingen, dat hy onder de Bewindhebberen zou blyven in den rang, dien hy reeds bekleedde; als mede dat, wanneer het Nieuwe Departement eefiigeu tyd in trein zou zyn geweest, het hem altoos vry zou liaan 't zelve ,te verhaten, en by het openvallen eener plaatze, den dienst der Maatfchappye in een der andere Departementen te gaan waarneemen, op den voet als alle andere Bewindhebbcren. Gemelde Heeren, aan hun Hoog Molenden voorgedraagen, verkreegen hunne aanllelHng. Dan niet zonder wedcrfpraak van Gelderland, Friesland, en boven al van Zeeland (*> Staaten van het laatstgemelde Gewest lieten hunne hooggaande gevoeligheid blyken. wanneer zy, by het inwilligen van de Las ten op den Staat des Oorlogs, hunne Afge vaardigden deeze taal deeden voeren, „ da hun Ed. Mog. altyd bereid zynde on ,, met de overige Leden van het Bondge Z nootfchap, in de Lasten van de Unii te helpen draageh, ook in deeze gevoe ,, lens zoudert blyven volharden, zo lanj , dezelve Lasten werden vergoed, doo l, het wederkeerig genot der Voorregten wier Confervatie men met het aangaai j, der Unie beoogde, ten minflen zo lanj hun Ed* Mog. zagen, dat de handhaa ving derzelve, door Zeeland, by de ove j*\ri I (*) Refol. van Hol!, 29. April. Refol. Gen. 1 Msy 1786. XIV. DEEL. Gf xxxviiii 1786. Èetoonct misnoegen der Staate* van Ze«land. I i > r » 1 r ■  9ol VADERLANDSCHE XXXviil. BOEK. ï?8©\ ( | ] „ rige Bondgenooten niet vru; ti >as wierd „ gereclameerd. Dat hun Ed. Mog. „ zich thans op het punt vonden om, in „ de vreedige bezitting van deeze Voorre^- ten, door de nieuw ingevoerde Directie „ by de Oost-Indifche Compagnie, op ee„ ne wederregtiyke wyze, geturbeerd te worden, zy zich ook van dien tyd af, met allen regt, zouden kunnen onttrek3, ken van de onderlinge verpligtingen der „ Leden van het Bondgenootfchap, waar „ onder geen van de minfre waren de Con>, fenten in de Staaten van Oorlog. ——- Dan, dat hun Ed. Mog. om, zo veel », mogelyk, alle verwarring voor te komen, m zich van dit Regt, voor als nog, niet s, zouden bedienen, en diensvolgens te coni, fenteeren in de Betaaling der Militie en „ van de verdere Lasten van de Unie. bes greepen in den laatst geformecrden Staat van Oorlog tot den negenden September , aanftaande. In verwagting, dat vóór dien , tyd, by de Bondgenooten aan de biilyke „ klagten van dit Gewest over die Staats9 befluiten, op eene voldoende wyze, zou , worden te gemoct gekomen: terwyl hun , Ed. Mog. by onverhoopte onrftentenisfe , hier van, zich, door dit gelimiteerd Conj fent, gevoegd by andere, in geval van , nood aan re wendene middelen, in de , mogelykheid hadden willen Hellen, om, , ten opzigte van hunne wettige bezwaa, ren , zich zeiven Regt te verfchaffen (*)." By (*) Net. van Zeel. 8. JMey 1786, Refol, Ce», 0. Mey 17S6.  Historié. $jj By deeze dreigende Verklaaring, lieten Staaten van Zeeland het niet berusten. Welhaast veffcheen ter tafel van hun Hoog Mogenden een Staatsbefluit van dat Gewest, by 't welke alle de voorheen gedaane Tegenverklaaringen van de Zeeuw/the Afgevaardigden, becrekkelyk tot de Wettiging des JNieuwen Plans, en de Aanftelling der zes nieuwe Bewindhebberen, gepreezen en goedgekeurd werden. Verklaarende Staaten van Zeeland ,, diè Staatsbefluiten te houden „ voor informeel, aanloopende niet alleen tegen de gronden van de Conftitutie dee- zer Landen; maar ook bevattende, on„ der den naam vah Redres, en zodanige j, Maatregels, waar door de grondflag van de vereeniging der Oost-Indifche Com„ pagnie werd omgekeerd, en alle andere ,, Regten en Eigendommen, onder Protec,, tie van den gemeenen Staat bezeten wor„ dende, by confequentie Jos en onzeker werden gemaakt.'* Zy verzoeken, reden geevendc van de gedaane Tegenverklaaringcn, dat de Bondgenooten het oog geliefden te vestigen, op het eerfte Octroy, van tyd tot tyd verlengd, de Grondwet van de Vereeniging der onderfcheide Reederyen van Oost • Indifchen Handel, by 't welke door hun Hoog Mogenden eenige Punten waren voorgefteld, Punten van Ordre, Correspondentie en Gemeenfchap genoemd, aan welke, tot meerder aanmoediging, de Voorregten van een Seclufief Octroy, uit enkele gunst van hun Hoog Mogenden voortvloeiende, waren G 3, vast- XXXVIIIi BOES. ifB'6. Zy verdaaren de Befluiten , ten opzigïe van dat Nieuwe Plan genomen , vooi van geener waarde» Geeven ds reden hunner Tegen/erklaariüfje op.  iöo VADERLANDSCHE! xxxviii BOEK. ï;86\ ' vasrgehegf. —- Dat in. de serfte, door derf Souverain van een vry Land, even zo min verandering kon gemaakt worden, als dezelfde Souverain regt heeft om de Conditiën van een particulier Comptoir te veranderen ; en dat in de laatjle zelfs geene verandering kon gemaakt worden, zolang het t^dperk, lïaande 't welke die gunst was verleend, duurde; dat dien tyd verftreeken zynde, het dan eerst aan den Souverain fïondt, om de voorige betoonde gunstbewyzen al of niet te verleenen. Evenredigheid van Bewind was, als eene groote hoofdzaak, in agt genomen, zo by de eerfte verleening van het Octroy, als by de Vernieuwing en Verbreeding van st zelve. ■„ Op deeze Grondvesten," dus lieten zy zich hooren, „ was het heerlyk Gebouw der Oost-Indifche Compagnie „ geftigt; een Gebouw, dat, wegens de „ wysheid van deszelfs Inrigting, de ver„ Wondering van alle Eeuwen zou weg„ draagen; waaraan het wel gemaklyk viel „ nieuwerwetfche Veranderingen te maa„ ken; doch die het werk der eerlte Bouw„ meesteren niet zouden verbeteren." Het voornaamtle doelwit van deeze Grondwetten bleek terfïond geweest te zyn, om aan ieder Departement een geevehredigd Aandeel te geeven in het Beftuur der vereenigde Compagnie, en teffens te zorgen, dat geen der Departementen, door overwigc Van Gezag, de andere in het Beduur zou kunnen benadeelen; ja dat zelfs het zamengevoegde Bewind , door toezegt van Gecom- niit»  HISTORIE. ioi mitteerden uit de Deelgenooten, in eene geftaage oplettenheid op deszelfs verpligtingen tot welzyn der Maatfchappye zou worden gehouden. In dien zelfden geest was het zo genaamd Haagfche Befogne vastgefteld. Omtrent andere Voorwerpen van aanbelang waar in andere Befognes werkten , was alles geregeld op eenen voet, die aantoonde met welk eene zorgvuldigheid de Voorouders altoos gewaakt hadden tegen het overwigt van één Kamer. „ Men hadt, huns oordeels, niet ander? „ te doen, dan met deeze Beginzelen in ?, vergelyking te brengen het Nieuw zoge„ naamd Plan van Redresfen, door vier w Gewesten ter Algemeene Staatsvergade„ ringe vastgefteld, wanneer terftond in 't oog zou loopen, de hemelsbreede afwy„ king van den waaren Grondfiag der Ver„ eeniging van de Maatfchappy, eeniglyk „ beftaande in de volduurende Evenredigheid ,, in het Bewind, en het Toezigt der Deel- genooten op alles wat m't zelve gebeurt." Vervolgens befchpuwden zy het Nieuwe Plan uit twee voornaame oogpunten. Foor eerst ten opzigte van de Vermeerdering des getals van Bewindhebberen, zo in de Kamer Amflcrdam zelve, als in de CommisHen wegens die Kamer in de gemecnfchaplyke Befognes der Compagnie. En lieten zy niet na hier op te merken, dat, béhal« ven het ftrydige met het Octroy, 't welk maar een bepaald getal in ieder Kamer toeftaat, ook de forrn van Aanftelling gedaan by hun Hoog Mogenden op de Benoeming G 3 de? XXXVIIL BOEI!, ï786.  i©a VADERLANDSCHE XXXVIII. SOEK. 1,785. \ 1 ( 1 i { i 1 \ j i € I li Z f v. ti »: r y. f. | der Staaten van Holland, rechtftreeks aanliep tegen het Regt der Deelhebberen om de Belluurders van hun Eigendom zelve te benoemen , en niet overeenkwam met het Regt lan zyne Hoogheid den Heer Prins van Oranje, als Opperbewindhebber en Gou? rerneur Generaal der Oost-Indifche Compagnie, door last en onder goedkeuring van ïun Hoog Mogenden opgedraagcn, om de herkiezing uit de Benoemingen te doen, en lat de verpligting van deeze nieuw aangetejde Bewindhebbers om den Eed te moeen afleggen in handen van hun Hoog Molenden, zo geheel en al vreemd was, dat nen vertrouwde dat zelfs geen Formulier an zodanig een Eed ter Algemeene Staatsergadering zou voor handen geweest zyn.— ren anderen gaan zy, van ftuk tot ftuk, laa het Werk, 't geen aan deeze nieuwe Bewindhebbers, in 't byzonder, ■ zou worden anbevolen, betuigen hunne verwondering ver den, huns oordeels, ongepasten Tytel an Departement tot de Indifche Zaaken ,en leenen, dat het Werk niet dan zeer geb.rekig door hun, volgens het opgegeeven Plan, ou kunnen volvoerd worden. Waar op zy, 't geen wy woordlyk afmryven, laaten volgen. „ Dat de Heeren Staaten van Zeeland deeze weinige trek» , ken genoeg oordeelden, om de totaale , Afwyking van het Nieuwe Plan aan te . toonen, terwyl zy hetzelve Plan in dit . daglicht befchouwende, zich niet genoeg , konden verwonderen, hoe hetzelve, in goeden ernst kon worden opgegeeven als sj een  HISTORIE. 103 een Plan van Redres der Oost-Indifche 11 Compagnie, daar het de klaarfte_kenmerken droeg van te zyn een Plan Van Omkeering der Fundamenten van dezelve \, Compagnie, dat, in zyne gevolgen zou „ te vvege brengen, een overmaat van Ge« „ zag voor de Kamer Amjlerdam in hei Befhiur der Indien; eene blindhouding dei " overige Kameren en der Hoofdparticipan„ ten, en waar door eindelyk de Meester. , fchap van de Kamer Amjlerdam, ziet „ in alle de overige takken van het Bewinc „ en den Handel, zodanig zou uitbreiden, „ dat aan Zeeland, 't welk zo groot aan deel gehad hadt aan de Oprigting de „ Maatfchappye, niets meer zou gelaatei ,, worden, dan de Clementie van de nieu „ we Directie zou goedvinden. ,. Dat, hoe zeer men ook moge denkei „ over de oorzaaken van den tegenwoor digen gedelabereerden toefhmd van d< ", Oost-Indifche Compagnie, en over di " minder of meerder noodzaaklykheid vai " Redres in-de Directie, men egter altoo , in 5t oog moest houden, dat de vraaj niet was in het afgetrokkerae of Vr eeni " ge Verbetering en Redres nooiig ware j, maar of 'er zodanige noodig ware, di niet geëffectueerd kon worden zonde „ eene totaale verandering van het ganfeh „ Lichaam? Met andere woorden, of me „ alleen de Uitoefening van het Bewind „ maar ook de vorm van dat Bewind, moei veranderd worden? Dat hier on: „ trent hun Ed. Gr. Mog. derzelver Ser G 4 f XXXVIII. BOEK. 1786", l t I i r » r t' •> G .-.  io4 VADERLANDSCHE XXXVIII, BOEK. «786*. 3 3 3 I ? „ timent hadden gemanifesteerd by de Re, „ folurie van negen en twintig December „ mdcclxxxv, te kennen geevende , dat „ zy zich voldaan hielden, mee den tegen-? „ woordige vorm van het Beduur der dos*, „ Indtfcht Compagnie, en geen dringende ,, oorzaak zagen om, geduurende den loop „ van het tegenwoordige Octroy, verande„ ring in dezelve te maaken , onder recom„ mandatie aan Bewindhebberen om alle „ mogeiyke attentie te hebben op de ver„ beteringen menage van Directie, zo in het „ Vaderland als in de Indien, voor zo ver* „ re zulks met de Coniïimtie en het waare ,, oogmerk van de Oprigting der Maatfchappye overeenkwam. „ Dat des niet tegenftaande, de Meer-, „ derheid der Provinciën goedgevonden hebi bende om in de Grondwetten van de , Asfociatie veranderingen te maaken, die , unloopen tot nadeel van één der Socii, , of van één der Provinciën, welke door , het Etablisfement van de Sociëteit onder , haar Gebied, een indirect belang by het , bevvaaren der Grondwetten verkreegen , heeft, hun Ed. Mogenden zich, op het , ilerkfte, tegen zodanige Maatregelen zouT , den blyven oppofeeren, en niet fchroomn , den te verklaarcn, dat, zo lang de i Regten van Particulieren Eigendom, in , dit vrye Land, gerefpecteerd mogten bly, , ven, de Kamer van Zeeland niet ver, pligt zou worden te pareeren aan Paliti, , qiie Dispofïtien, die zo zeer vervreemd waren van de Vaorwaarden, op welka 3i de-  HISTORIE. 105 9, dezelve zich met de andere Kameren , s, onder de Protectie van den gemeenen „ Staat, vereenigd hadt; en dat, byaldien „ de Meerderheid der Bondgenooten, tegen „ de klaarbly&élykè billykheid derVertoogen, ?, onverhoopt, goedvondt, by de genomen ,', Refolutien tot Introductie van het meer„ gemelde Plan te perfiffeeren, en deeze „ te doen executeeren, hun Ed. Mog. het „ zouden houden voor eene allergrootfte Violentie aan den Band der Unie, en „ de wettig verkreegene Regtcn der overi„ ge Bondgenooten; en dat, door zodanN „ ge Demarches de Provincie van Zeeland „ zich geauthorifeerd zou vinden om ge„ bruik te maaken van haar onbetwistbaar „ Regt van Souverainiteit, en om eindelyk „ te zien na Middelen van Zelfsverdeedi„ ging, die efficacieus genoeg waren, om „ haar en haare Ingezetenen Medeoprigters 3, en Deelgenooten der Oost-Indifche Maat„ fchappye, by het genot van Eigendom„ men en Regten te befchermen." Van dit Staatsbefluit zonden zy Afdrukken by rondgaande Brieven aan de Staaten der andere Gewesten, met ernflig verzoek om deeze zaak in haaren aart en gevolgen te willen overweegen, en met Zeeland dc handen in een te flaan, om het herftel van eene zo kenbaare grieve te helpen bewerken. Ter Algemeene Staatvergadering bragt zulks geene verandering in de genomene Befluiten voort. Gelderland en Friesland hielde» zich, als voorheen, op ée zyde van G 5 Zee- XXXVIÏÏ» BOEK» I786, Zenden dit Staatsbefluit aan de andere Gewesten. Dit brengt geene Verandering in het Befluit der AJgs-  XXXVIII. BOE K. rneene Staaten te wege. Zierikzees en V lisfingens, gc\ oelen over cien romigaandenBneve. Verbod in Zeeland aan Bewindhebberen, om te verfchynen in eenige Vergaderingniet op den , ouden voer. 1 Tfdegd. \ icfj VADERLANDSCHE Zeeland, Waar egter de Stad Zierikzeet overtuigd van de noodzaaklykheid van Verbetering in 't Beftuur, eenige Veranderingen in 't Nieuwe Plan voorüoeg, gefchikt om de evenredigheid van de onderfcheide Kamers in alle de Befognes te bewaaren, en wiide, dat het dreigend Slot zou agtergelaaten worden, als 't welk alleen kon llrekken om de Gefchillcn tusfehen Holland en Zeeland te vermeerderen, In ftede van die flerke uitdrukkingen , welker volvoering misfchien^oumogelyk zou zyn, wilden zy aan hun Ed. Gr. Mog. voorgeflaagen hebben om het onderzoek deezer zaake te verzenden, aan een Befogne, beflaande uit Afgevaardigde Staatsleden dier beide Gewesten , om een Plan, tot onderling genoegen der Kameren, te beraamen, \ welk dan vastgefteld zou kunnen worden. Vlisfingen was niet vreemd van dit denkbeeld der Zierikzeeè'naaren; dan eene grooce Meerderheid ftemde in het afzenden des boven geplaatften Briefs (*\ Deeze beide Steden hadden ook gaarne gezien het agterblyven eens Staatsbefluits :er Zeeuw fche Staarsvergaderinge genomen, ivaar by de Staaten den Bewindhebberen van de Kamer 7,eeland aangefchreeven, dat ly aan de Befluiten ter Algemeene Staatsvergadering genomen, niet gehouden waren, ;n men, in tegendeel, hun wel uitdruklyk ?erboodt, te verfchynen in eenige Vergade- rin» (*) Not. van Zeel, 24. Aprji en g. Mey. Refol, ïetu 1786.  HISTORIE. 107 Fingen óf Befognes, de zaaken der OostIndifche Maatjehappy betreffende, zamengcfteld op eenen anderen voet, dan volgens de oorfpronglyke Grondwet, en het beftendig Gebruik, behoorde-te gefchieden (*> Dit Verbod baarde der Vergaderinge van Zeventienen, in Slachtmaand, ter voorzittende Kamer Amflerdam befchreeven, met weinig verlegenheids. De Afgevaardigden uit Zeeland, met die der andere Kameren tc dier Stede verfcheenen, gaven vooraf opening van den last hun gegeeven, om zich in geene Onderhandelingen, de algemeene zaaken der Oost-Indifche Maatfchappye betreffende, in te laaten met de Bewindhebberen van het vyfde Departement der Kamer Amfier dam, om uit de Vergaderingen, waar in die Bewindhebbers tegenwoordig zouden zyn, op te ftaan, met Protest tegen alles, wat by die Vergadering, in afweezigheid van de Kamer Zeeland, zou worden verrigt. Twee Leden van dit Nieuwe Depar-? ternent waren, ingevolge van Jjet Nieuwe en by Meerderheid van hun Hoog Mogenden vastgefteide Plan, benoemd tot het bywoonen deezer Vergaderinge. Om zich uit deezen maalftroom te redden , oordeelde de Voorzittende Kamer het voorzigtigst, de Opening der Vergadering van Zeventienen eenige dagen te verfchuiyen; ten einde, in dien tusfehentyd, gelegenheid te hebben, om hun Hoog Mog. van (*) Nst. van Zeeh 12. Mey 1786. KXXVI1Ï. BOEK. 1786. Verlegen? heid hier uit gebooren ter Vergadering van XVII. De Vergadering uitgefteld, en deswegen hun Hoog Mogenden gefchreeven.  .to8 VADERLANDSCHE XXXVIU boek. iyM. Scfluit var Juin Hooa Jvlog. dat" de Vergadering,volgens het Nieuwe Plan zou Voortgaan. Zeelands Tegenverklaring. 1 ( 1 » . van dit vreemd beloop kennisfe te geeven, en teffens te verhoeden, dat inmiddels, door het uitbrengen van den Last van de Kamer Zeeland, en het daar op volgend verlaaten van de Vergadering door.de Afgevaardigden van die Kamer, de zaaken niet uit haar geheel gebragt wierden. Zy verzogten het goedvinden van hun Hoog Mogenden te mogen weeten, hoe zich in deezen te gedraagen. Ter Vergaderinge van hun Hoog Mogenden hieldt men zich aan het Befluit, 't welk de Zitting der Heeren uit het Nieuwe Departement wettigde, en dat, diensvolgens de Afgevaardigde Bewindhebbers ter Vergadering van Zeventienen, op den nu bepaalden dag, met hunne Raadpleegingen zouden voortgaan; en zou alles wat te dier Vergaderinge bellooten werd, niet tegenflaande de Afweezigheid van eenige Leden, voor wel en wettig worden gehouden. Een Befluit eigenaartig te wagten; doch door Gelderland en Friesizmd gewraakt; terwyl de Heer van Citteis, wegens Zeeland voorzittende, weigerde het zelve op te maaken; waar op de Heer van Wassenaar Starrenburg, het Voorzitcerfchap in de voorige week bekleed hebbende, dit verrigtte. De Afgevaardigden /an Zeeland verzetten zich daar tegen ten dlerfterkften, zagen het Befluit aan als onvettig, van geene waarde, genomen tegen ie gronden van de Unie, van de Regecing, en aanloopende tegen alle goede Orle, Zy behielden aan zich zodanige Aan- W  Ë 1 S T O R I E. iop K-keningen en Maatregelen, als Staaten van Zeeland noodig zouden oordeelen; de rtadeclige gevolgen, welke daar uit ongetwyfeld moesten voortvloeijen overlaatende ter verantwoording der zodanigen, die daar toe hadden medegewerkt, zieh voorts beroepende op alles wat reeds door de Staaten huns Gewests tegen de Oprigting van dit vyfde Departement was ingebragt (*> Staaten van Holland, de groote Bewerkers deezer Verandcringe in het Befhmr der Oost-Indifche Maatfchappye* lieten den breeden Brief der Staaten van Zeeland, daar tegen ingerigt, geenzins onbeantwoord, De Heeren wegens Holland in deeze zaak benoemd, bepaalden zich om dien, var ftuk tot ftuk, te overweegen, en te wederleggen. Zy merkten op, dat die van Zee land, by hunne gemaakte onderfeheiding(f) hadden behooren aan te tooncn de onbe voegdheid van eenen Souverain, om, ziend» dat een Lichaam 'van die uitgeftrektheid ei invloed voor het belang van het ganfchi Gemeenebest, als de Oost-Indifche Compag nie, en dat buiten ftaat was, zich lange ftaande te houden, zonder den onderftand die door denelver Beftuurderen van dei Souverain verzogt werd, dien onderftand to te zeggen en te verkenen, op zodanig Voorwaarden, als hy, tot beter inftandhou ding van dat Lichaam, noodig oordeelt. - (*) Refol. Gen. 9. Nov. 178(1 (f) Vergelyk hier mede den Brief van Zeeland hit boven bl. 99. xxxviit BOEK. 178(5. Staatenvsft Holland beantwoordenden Brief van Zeeland. ï  iio VADERLANDSCHE XXXVIII, ÜOEK, < t t < Dat ieder Particulier, om byftand van Penningen wordende aangefprooken, een gelyk regt hadt. 't Welk te meer plaats vondt in Zodanige gevallen, waar in geene weezenlyke Veranderingen in het Conftitutioneele van zodanig een Lichaam werden ingevoerd, en byzonder wanneer het grootfte gedeelte der Belanghebberen, zich die Veranderingen laaten welgevallen, gelyk die der Hollandfche Kameren, of drie vierden der Belanghebbenden, zich tegen deeze Veranderingen niet hadden aangekant. Vreemd moest het voorkomen, dat door' de K amcr Zeeland, daar tetren zwaari'rheden ingebragt, en door de Staaten vWdat Gewest aangedrongen wierden, daar dié Kamer, zeden veele Jaaren, eenige Millioenen aan een der HMandfche Kameren' fchüldig was, en die zonder het genot deezer Penningen, en dus indirect zonder hulp van hun Ed. Groot Mog. reeds lang zou hebben moeten ophouden met betaalen; daar men, in tegendeel veel eer hadt mo>en verwagten, dat de Staaten van Zeeland'4 iifi, ten voordeele der Algemeene Oostindifche Compagnie, zo hier te Lande, als rooxIndie, genoegzaam niets, in vergelyking -an hun Ed. Groot Mog. hadden verftrekt, enige Deference zouden hebben betoond oor het begrip van die hunner Bondgenooen,door wier kragtdaadige hulp en byftand, 'at Hcerlyk Gebouw der Oost-Indifche Compagnie tot op deezen dag was ftaande ebleeven. Zy vaaren voort met aan te v/yzen, op wel-  I i ï S T O ft. I E. op welke onvaste grondeil, de Tegenfpraak der Staaten van Zeelana berustte, toonende dat de behoorelyke Evenredigheid, naar welke de Maatfchappy was opgerigt, door die Plan niet verbroken wierd; als mede, dat de nu gemaakte Veranderingen niet uitliepen ten nadeele der Hoofddeelhebberen , zo beëedigde, als anderen. Met itilzwygerl gingen zy voorby het bewys uit het Regt van Verkiezing van den Heer Opperbewindhebber ontkend; dewyl dat Regt alleen betrekking kon hebben, op dat getal van Bewindhebberen, 't welk ten tyde der gedaane Opdragt beftondt. Inzonderheid gedagten zy, dat, met opzigt tot de Vergadering van Zeventienen, de Evenredigheid, welke voorheen plaats hadt, door de lm voering van het Plan niet werd verbroken \ daar, even als te vooren, acht Heeren van Amflerdam verfcheenen; weshalven het eer, vreemd aanzien hadt, dat de Kamer var Zeeland geweigerd hadt, op de thansbyeen zynde algemeene Vergadering, te verfchynen. Op de gronden in deeze Ophelderinger gelegd, fchreeven Staaten van Holland te vertrouwen, dat de Bezwaaren zouden zyn weggenomen, en dat Staaten van Zeelank niet zouden twyfelen oni tot het Belluit van hun Hoog Mogenden, betreffende het vyfde Departement, toe te treeden, en daal door voor te komen verdere verwyderinger met eenen Bondgenoot, geneegen om de oude betrekkingen te handhaaven, en meei en meer aan te kweeken. XXXVI lï* BOEK. 17 8(5, ■  ii2 VADERLANDSCHE boek. , i?86è . 5 J Zy voegen 'er woordlyk by. „ En ,< niéc , tegenftaande wy Ons niet kunnen voor, ftellen, dat het nieuw geëtablisfeerde De, partement by de Kamer Amflerdam ee-» 5 nige prejudicie aan andere Kameren zal , kunnen toebrengen; maar, in tegendeel , merkelyk ton den bloei en welvaard der , Maatfchappye contribueeren, zo willen , Wy nogthans niet afzyn, om, tot een , doorflaande blyk onzer Welwillenheid, Ü ,• Ed. Mog; voor te draagen , ten einde , met ons gezamenlyk het ter Generaliteit , daar heen te helpen dirigeeren, dat Be, windhebbers mogten worden aangefchree, ven, om de Refolurie van de Vergade, ring van Zeventienen, van den zestienden , January mdcliv by bovengemelde onze s Refolutie geallegeerd , voor zo verre daar > by het Hemmen Kamersgewyze in de Be, fognes, op den voet der Haagfche Bej fognes te zamengefteid, is gereguleerd, , weder in gebruik te brengen j terwyl Wy f verder geene zwaarigheid maaken rond, borstig te declareeren, gaarne geneegen , te zyn, om de concert met U Èd. Mog. , ter Generaliteit verder zodanige Arrange, menten te helpen maaken, waar door, , tot volkomen genoegen van U Ed. Mog., , zelfs alle fchyn van overwigt van de Ka, mer Amflerdam boven de andere Kame, ren zou kunnen worden weggenomen; , mits maar het getal van Bcwindhebbereo, , in de Befognes, by de gemelde Refolu, tie van hun Hoog Mogenden van den , zeventienden February laatstleden, niet „ wo^  Ü 1 S T O R I E. 11$ u worde verminderd; maar langs den weg u eener Vermeerdering van Bewindhebbc 9\ ren, uit andere Kamercrt gebragt in dc „ proportie, waar in dezelve zich vóór j, dato deezer Refolutie bevonden hebben (*). Zo veel ingangs vondt dit fchryven,_ &y Staaten van Zeeland, dat zy dien Brief, met het Staatsbefluit, hun toegefchikt, verzonden aan een Commisforiaal Befogne, te houdeu met eenige Gecommitteerde Bewindhebberen van de Oost-Indifche Compagnie ter Kamer Zeeland (f). Groot waren de naadeelén geleden by de Bezitters der Actiën van de Oost-Indifche Compagnie, in het tydverloop van drie jaaren, in 't welk geene Uitdeeling op dezelve gefchied was. Dit verwekte fehaarsheid by veelcn, gewoon uit die Aandeelen 'sjaarlyks geene geringe Inkomflen te trekken. Doch nergens ontflondt hier uit grooter ver legehheid dan by de Jooden in de onderftand hunner Armen en Behoeftigeri. Dit bewoog de Parnafeins van de Portugeefche Jocdfche Natie, reeds in het verloopen jaar, zich met een Verzoekfchrift te wenden, tot hun Hoog Mogenden, met bede, dat het hun behaagen mogt, fchikkingen te maaken en middelen te beraamen, dat aan de Deelhebberen der Oost-Indijche Maatfchappye, hoe eer hoe beter, eene Uitdeeling op derzelver Actiën mogt worden afgegee* ven 5 (*) Refol. van HolU I. t)ec. 1786. (f) Ne:, van Zeel. 11 Dec. 1786/ XIV. DEEL. H XXXVIH. B O E Ki 1785. De z'aak by Zeelanaili nader over* weeging genomen. Ongelegenheidwaarin de Armen dec Joodfche Natie zich bevonden , door het agterblyyen der Üitdeelingen.  XXXVIII BOEK. 1?86. Zyne; ïloogheid ftaat zyn Aandeel ir defrer?am de Uitdeeling aan dc Armen af, (*) Refol. va» Ho//. 15. Jan. 1786. 114 VADERLANDSCHE , ven; ten einde zy daar door in ftaat gefield mogten geraaken om in den dringenden nood hunner Armen, en het onderhoud van een allergrootst aantal van behoeftige Weduwen en ongelukkige Weezen hunner Natie, welke uit die Uitdeeling moesten beftaan, en by gebreke van dezelve tot den l'edelzak zouden moeten vervallen, eenigef maate te kunnen voorzien. Zy fmeekten Staaten van Holland om dit Verzoek ter Algemeene Staatsvergadering te onderfteuncn, of wel daar omtrent zodanige Voorzieninge te doen, als hun Ed. Gr. Mog. naar derzelver Vaderlyke zorge, voor het behoud hunner Onderdaattén, waar van hunne Natie, in zo veele voorvallen, ook de gunftigfte blyken- hadden mogen ondervinden, behoorlyk oordeelden (*). De overweeging deezer beklaaglyke oraflandigheden, waar in byzonder de Joodfche Armen, door het aanhoudend gemis dier Uitdeelingen gebragt waren , hadt ter Voorjaars Vergaderinge van Zeventienen deezes Jaars, op de raadpleegingen het ftuk der Uitdeelingen betreffende, zo veel invloeds gehaat, dat zy eene Uitdeeling vastftelden. Bewindhebbers der Oost-Indifche Compagnie ter Kamer Amflerdam hadden aan zyne Hoogheid eene Opgave doen toekomen, van het geen de Joodfche en andere Diaconie Armen; volgens de Compagnies Boe ken, bevonden werden, gemist te hebben, door  3É I S T O R I É. if# ëöbt een drie jaarigen ftillland der UitdeeHnge, die Uitdeeling gerekend op Twaalf en een half ten Honderd. Waar op hy goedvondt om van het aeht en dertigfte gedeelte hem toegekend, in de beraamde Uitdeeling, voor dit Jaar, de fom van ƒ17993 -19 -8 te befchikken, om uit te keeren aan de gemelde Armen, op denzelfVoet en in gelyke evenredigheid, als het gemis voor ieder hunner, in een Jaar, bedraagen hadt (*_). Een foortgelyk geval, als in den jaare Jvidcclxiv, het Oost Indisch Schip Nycn burg bejegende (f), kwam thans het na China beftemde Schip Barbeftein, gevoerd door Capitein C. van Vlaanderen, en van Middelburg gezeild, over. Honderd vyftig man Luxenbürgfche Krygslieden verwekte eenen opdand. Den zeven eri twintigffen van Slachtmaand, maakten zy zich meester van de Geweerkisten, dreigden de Officiers te vermoorden, braken vier Kisten met Geld op , en poogden, zo dra zy lavjd ontdekten, van het Schip te ontkomen, en den geroofden buit mede te voeren. Het viel voor op de hoogte van Duins, Èen Engelfche Kustbewaarder böodt, ot de ontdekking, dat 'er iets euvels gebeurt Was, den verzögteh byfland, en door dien: befchikking werden 'er negen en zestig, di< aa de Franfche kust poogden te.vlügten: doo (*) N. Neder!. Judrb. 1786. bl. 656. (-J-) Zie onze Vadert. Tiist. ten onmiddetyken ver Wgs op Wacenaar XXW. D. bl. 302.' H 2 XXXVlÖi li O E s'» 1786. Opftahdöp het Ö. I. Schip Barbejïein. De Muitelingen in Engeland ge* vangen gs>» zet» 1 1 1  ïi6 VADERLANDSCHE XXXVIII boek. !7&6» Be Gevangenen van iingeïand vcrzogt e» ■verkres- door eefi gewapende floep agcerhaald, erï in het Kasteel van Sandows in hegtenis gezet; van die het gelukt was den Engelfchen wal te bereiken, werden'er nog twaalf geagterhaald en mede gevat. Het geroofde Geld, by hun gevonden, werd den Capitein weder ter hand gefield, die op de reede van Duins, van de " Kamer Zeeland last kreeg de voorgenomene reis voort te zetten, naa dat hy, met de Officieren, van zyn Schip de noodige Verklaaringen van dit voorval zou opgemaakt en overgegeeven hebben, met agteriaating van de in Engeland gevatte Muitelingen. De Heer vanLyndek, Extraordinam Envoyé ten Hove van Groot-Brittanje, gaf des hun Héog Mogenden berigt. Een Fregat en Kotter werden hier op na Duins afgevaardigd om de gevangenen herwaards te brengen, —'— Door 's Lands Capitein Sm'AAZe uit Duins onderrigt, dat 'sKonings Raad niet hadt kunnen goedvinden, de Misdaadigers aan bun over te keveren, uit vreeze van gevolgen; doch dat men deeze Mui:elingen, door de Wetten van Groot-Brittanje zou doea oordeelen, in geval men wilde bezorgen, dat 'er behoorelyke Getuigen van het Schip Barbeflein wierden opgehouden, om de gepleegde misdaaden in het Geregtshof te bewyzen, vonden hun Hoog Mogenden goed, door hunnen Envoyé, met dankzegging voor de beweezene dienden in het agterhaalen, vatten en gevangen houden, de overgaave te verzoeken eo uit tg werken, 't Geen gefchiedde. 's Lands  HISTORIE, 117 'sTanls Capitein C. J. Blois van Treslong met het bewind over deeze afhaaling bekleed, hadt bevel om de Afgehaalden na de reede van Vlisfwgen te voeren; ten einde voor de Admiraliteit van Zeeland te regt gefield te worden. Dan by deeze rees eene zwaarigheid, Zy vreesden, wegens deeze Hegtspleeging, in gefchilte zullen geraaken met denBailjuw der Wateren van Zeeland, die uit hoofde van zyn Lastbrief, deeze Gevangenen denklyk zou eifchen, gelyk hy ook, op last der Staaten van Zeeland, dcedt. By hun Hoog Mogenden werd begrepen, dat deeze eisch niet^velvoegelyk kon gedaan worden, zy toonden zulks aan de Zeeuwffhe Admiraliteit; dan, zonder de gronden van dien eisch toe te Ifeinmen» beflooten zy den Capitein te gelasten, de Gevangenen aan den Waterbailjuw over te Jeeveren , buiten kosten van den Lmde. Hier haaperde de overgifce; en verzogtcn Staaten van Zeeland hun Hoog Mogenden Order te willen dellen , dat de Schepen met de Gevangenen aan boord, hoe eer hoe beter, van hunne Stroomen zouden verzeilen; ten einde dezelve over te leeveren en te regt te Hellen buiten het Gron .'gebied van dat Gewest, daar en zodanig als zy zouden goedvinden; waar omtrent zy zjch geene pany zouden (lellen, Hun Hoog Mogenden namen dit euvel, en beflooten deeze zaak , ter afdoeninge aan den Zeeraad op de Maaze over te geeven; onder toezegging om de kosten daar op vallende- naa den afloop der zaake, te ' » 3 t>* xxxvin. boek. 1780. Zvvaarigheden in Zeeland tegen dc te regtftclJiiJ£. De Admiraliteit op de Maaze neemt deeze zaak op ziei».  iï8 VADERLANDSCHE XXXVIII. koer. 1780. S£tvafoefe- betaalen. De Admiraliteit op de Maa-- ze nam onverpligt dit «onaangenaam werk op zich, en benoemde tot het Onderzoek een Krygsraad, bèftaande uit zeven Lands Capiteinen en één Secretaris, die het Officie Fiscaal by den Krygsraad waarnam, Mr, Marinus Hoog. Langen tyd duurden de ondervraagingen, uit hoofde van de moeilykheid der Vcrhooren, die grootendeels in \ Fransch en Hoogduitsck moesten gefchieden, en dat de Gevangenen aan *t Scheepsboord niet altoos zo zeer van den anderen afgezonderd als in de Ge van, genisfen te Lande, maar al te veel gelegenheids wisten te vinden, om met elkander te fpreeken. Hun toeftan d was intusfchen beklaaglyk, en eene ftraffe op zich zeiven. Hunne Kleederen verfleeten, dooide langduurigheid dermaate, dat ze bykans naakt ten verhoor kwamen, en daar in raad verfchaft werd, als mede ter voorkoming van Ziektens.Meer dan een jaar leedt het eer alle de ftukken konden overgeleeverd, en ingevolge van dezelve Vonnis geflaagen worden, h welk in Louwmaand des Jaars mdcclxxxvhi, gefchiedde, met eene ftaatlykheid aan zozwaar eene Rcgtsoefem'ng voegende, en die, om de zeldzaamheid, hier melding verdient. De Admiraliteits Raaden Sebastiaan van Nooten, en Aügustinus van der Crap, met den Raad en Advocaat Pieter Paülus, welke laatstgemelde, in dit omflagtig geval, zich oneindig veel moeite gegeeven hadt, 'en de Secretaris Fallus van ber Heirj, vervoegden 2iefe  H I S T O R 1 E. Zich den twaalfden van Louwmaand, na Helvoet fluts, om aldaar, in by weezen van de Leden, die den Krygsraad hadden uitgemaakt, de crimineele Vonnisten hy denze.lven geweezen, door zyne Hoogheid en Raad bckragtigd, te volbiengen, Op 's Lands Wagtfchip Schiedam gefchiedde, dien eigen avond, de aanzegging des doods aan vier Misdaadigers by monde van den Heer P au lus, ten aanhooren van elk die het begeerde. Den tot de döodftraf veroordeelde Mondt men toe gebruik te maaken van den Franfchen Predikant uit den Briel, en den Predikant des Zwitzerfchen Regiments in Helvoet/luis in bezecting. De twee volgende dagen werden bctleed in het uitbrengen der Vonnisfen over alle de overige Misdaadigers, wederom op 's Lands Wagtfchip, waar de Commisfie van hun Ed. Mog. mitsgaders de Leden van den Krygsraad aan een ronden tafel gezeten was, en de toegang tot het Schip voor ieder openftondt. Op den dag der Strafoefening, werd van 's Lands Magazyn de Roode Vlag geneesfen. Het Schavot was ter zyde van het Wagtfchip, waar op de Gevangenen zich bevonden, op het Oosters Hoofd geplaatst Op 't zelve verfcheen eerst de Geweldige Provoost-Generaal def Admiraliteit op de Maaze, met één de Chirurgyns van het Wagtfchip, de twee Franfche Predikanten en den Leeraar van Helvoet/luis, welke laaide het openbaar Gebed voor de veroordeelden zou uitflorten; alleen gevolgd door H 4 e@i xxxyiü. boek.  ï2o VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK. •1786. 1 I 1 < I 91 » 1 < < 1 < eenige des Raads Helbaardiers, die mee hun-, ne Hellebaarden rondsom het Schavot werden geplaatst. Naa de byzondere gefprekken met de ten dood ge vonnisten, en het doen des Gebeds traden de Leeraars van het Schavot. Vier werden 'er met den koorde geltrafc en opgehangen; zes met den itrop om den hals, en nog zeven zonder dezelve ftrenglyk met roeden gcgeesfeld, gebrandmerkt, en voor ondeifcheiden tyd van vyfeig en minder Jaaren vastgezet, en voorts gebannen. Negen en twintig ondergingen alleen de Geesfeling, eenigen met bygevoegden uitbanning voor altoos, of voor meerder of min. 3er Jaaren. Vyf werden hun Gevangenis voor ftraffe toegerekend, en zy verweezen s>m aan boord van een der Lands Schepen, net eeH getal van flagen gelaarsd te worden, le Strafoefening der overigen van eene geéhikte plaats aan te zien, en den tyd, vaar toe zy zich verbonden hadden, uit te lienen. Dit laadte moesten ook zeven doen, illeenlyk veroordeeld om de Strafoefening e aanfehouwen. Eén wierd van Sergeant; ot Soldaat verlaagd, en moest, dus vernelerd, zyne dienstjaaren volbrengen. Zesien werden van alle Crimineele Procedures -rygefpropken, en op vrye voeten gefield, nïts zy hun tyd uitdienden, —r-r- Vier der Gevangenen waren intusfehen geftorven, en :én hunner was, zyne boeijen verbrooken lebbende, over boord gefprongen en verronken. Zonder eenige de minlle ongeregeldheid  HISTORIE. 121 liep de Strafoefening af aan zulk een aantal Misdaadigers; alle voorzorgen daar tegen waren genomen , zo door het onder de wapenen houden der Helvoetfluifche Bezetting a:s üoor den bylland van eenige Ruitery, ten dien einde van zyne Hoogheid derwaards gezonden (*). Zints lange hadden de vry Burgers aan de Kaap de Goede Hoop zich gedrukt geoordeeld door de Bedienden der Compagnie, en daar over geklaagd (f), zonder beterfchap te erlangen. In den Jaare mdcclxxxiv deeden zy een Voordel aan alle waare Patriotten, Voorftanders van Regt en Geregtigheid en Vryheidminnende Burgers aan de Kaap, om de klagten in den Jaare mdcchxxix uicgedort, welke onherlteld gebleeven waren, te vernieuwen; en, om dit op de veiligde wyze te doen, twee of drie bekwaame lieden, uit hun midden na het Vaderland te zenden, om by den Souverain, de ontheffing te bewerken van het juk der Arijlocratifche Slaverny, waar oxider zy, gelyk zy fpraaken, gebukt gingen. Doch, eer dit te bewerkdelligen, wilden zy de komst des nieuw verwagt wordende Gouverneurs van de Graaffafwagten, en gingen eene fchriftlyke verbintenis aan, de belofte behelzende, ,, om nimmer hunne (*) Refol. Gei:. (5. 8. n. 12. 14. 15. 18. en 22 Pee. 17S6. 16. Maart en 23. April 1787. Not. vai 7,eel. 11. en i3. Dec. 1786. 16- April 1787. en Me degedeelde Bengten. (|) Zie onze Vnderl. Hist. V. D. bl. 352. H 5 xxxvii r. boek. I786. Verbintenis eenigev Burgeren aan de Kaap ds Goede Hoop wegens deBe» zwaareit»  122 VADERLANDSCHE XXXVIII, boek. 1/86. Brie Afgevaardigdenvan de Kaap leeveren by Juin Hoog Mogenden een Verzoekfchriftin. „ ne goede zaak te laaten vaaren; maar dc„ zelve, om dat ze goed en braaf was, „ naar zyn beste vermogen, door een eer„ lyk gedrag, te onderdeunen, en te be„ hartigen, om dezelve, met Gods hulpe, „ tot een gewenscht einde te brengen, ter- wyl de Ondertekenaars tenens by hunne „ Naamtekeningen de fommen voegden, „ welke zy ter onderlteuning van hunne „ goede zaak, edelmoedig geeven wilden, „ zich verpligtende om die fommen, bin5, nen veertien dagen, naa de komst des „ Gouverneurs, by de bevestiging van den nadeeligen uitflag hunner zaake, ten hui„ ze te hrengen en in handen te dellen „ van hunne Medeburgeren.". Eene Verbintenis , welke, om veele gewigrige redenen, de Ondertekenaars op het plegtigst beloofden, voor eerst, geheim te houden (*), Drie van de Ondertekenaars deezer Verbintenisfe, Joannes Roos, Joannes Henricus Redelinghuis, en Joannes Augustinus Bresler, ontmocten wy als lnleeveraars van een Verzoekfchrift by hun Hoog Mogenden , voor zich zeiven en als Gecommitteerden van de klaa» gende Burgery van de Kaap de Goede Hoop9 door dezelve gevolmagtigd in Lentemaand des Jaars mdcclxxxv, vertoonende, dat, niet t^genftaande hunne herhaalde klagten aan de Bewindhebberen der Oost - Indifche Com- (*) Pou van den Neuer-Rhyn Xi. D. bl. 511.. vergeleeken inet bl. $6C,  HISTORIE. raj Compagnie, zo door hun, als door hunne Voorouders gedaan, geene Fundamcntcele Wetten of lnftelhngcn aan de Kaap voor handen waren, waar door het Gezag en de wcderzydfche Verpligting van de Overheden cn Regeerders aan de eene zyde, en van dc ingezetenen, aan hun Beduur onderworpen, van den anderen kant, naauwkeurig bepaald werd, en op eene duurzaamen voet gevestigd. Dat de twee aanzienlyhde Collegien daar te Lande, zynde de Raad van Politie, of de Hoogc Rcgcering, en de Raad van Juflitie, of het hoogde Geregtshof, tot op het tegenwoordig oogenblik, niet voorzien waren van Indructien of Berigtfchriften, die derzelver Gezag cn Pligt bepaalden. Dat 'er wel, ten opz-igte van eenige Punten van Beklag, van hei minde belang, eenige Voorzieringc was ge^ daan; maar dat de meeste weezenlyke Be zwaaren, raakende het Politiek Beduur de: Volkplantinge, de Bediening der Jufdtie en de Middelen van Bedaan der Ingezete Ben, geenzins. waren herfteld. Dat de Kaap fche Burgers, intusfehen gezien hebbende van hoe weinig invloed en uitwerkings, hunne gedaane Klagten b; Bewindhebberen der Oost-Indifche Comp'ag nie geweest waren, vertrouwd hadden, al nu hunne toevlugt te mogen neernen to hun Hoog Mogenden. Voorneemens zynd om welhaast, de gewigtige redenen van Be zwaar en Klagten hunner Medeburgeren geftaafd met bondige en overtuigende be XXXVIII, BOEK, f 5 t ■5  'XXXVIII BOIK. 17S6. 2orgr!raa- gcnriVoor- flsl dier Kaapftke Stirgeren. 24 VADERLANDSCHE wyzen, onder hec oog van den Souverain te urciigen. Middelerwyl waren zy onderrigt, dat de Vergadering van Zeventienen, thans te Amfier dam eenen aanvang genomen hadt, en niet zonder reden bedugt, dat Bewindhebbers , by die gelegenheid, befchikking zouden mogen maaken over den thans opengevallene Post van Independent Fiscaal, "en dat daar door aan den finrgcrAaat, die bezield was met het gegrond vertrouwen, dat hun Hoog Mog. by het onderzoek van hunne Bezwaaren, bevinden zou, dat die Bediening, op den voet zo als dezelve was ingerigt, reden van rechtmaatig Beklag opleeverde, een daadlyke grief zou worden toegebragt, Zy verzogten, daarom, aan hun Hoog Mogenden of eenigen uit derzelver midden, daar toe gelast, de redenen van Bezwaar in 't algemeen, zo ten opzigte van de Bedienden der Compagnie in de Volkplanting aan de Kaap, als ten aanziene van de Be* flisfing eloor de Bewindhebbers der Oost-, Indifche Maatfchappye, uitgebragt op de voorheen gedaane Klagten, by derzelver Bedilt in Wintermaand des Jaars mdcclxxxiii , nevens zodanige Hukken, als zy verder Honden in te leeveren, te hooren, te onderzoeken, en deswegens eene uitfpraak ten besten der Kaapfche Burgeren te doen. —p Meer b;paald was hun verlangen, dat aan de Bewindhebbcrcn , thans ter Vergaderinge te Amflerdam by een, door hun Hoog Magenden zou word*n aangefchrceven, om dï?  HISTORIE. 2*5 de noodige zorge te draagen, dat de Dienaaren der Compagnie, niets mogten onderneemen, waar door de Burgers en Ingezetenen van de Kaap konden verbitterd worden; maar dat, in tegendeel, de rust en bedaardheid daar mogt bewaard blyven; als mede om, hangende de raadpleegingen van hun Hoog Mogenden, tot onderzoek der Klagten van den Kaapjchen Burgerftaat, en het volkomen herftel der ruste, niets te be-fluiten of te onderneemen 't geen het oogmerk van hun Hoog Mogenden vrugtloos zou maaken, en mitsdien ook tot de tham openftaande Pose van Independent Fiscaal, niemand aan te dellen, of daar toe reeds eec Pcrfoon verkoozen zynde, denzei ven dai van geene Commisfie te verleenen; nocl denzelven in den Eed te neeme;i; maar af leenlyk het Regt der Hooge OverhtiJ, at interim en tot zo lange door hun Hoo£ Mogenden daar omtrent nader zou befloo ten zyn, dooreen gefchikt Peifoon te doer waarneemen. Zo veel ingangs vondt dit Voordel er Verzoek , dat , by het overneemen daai van, door Staaten van Holland en Zeeland, en het zenden aan de Vergadering van Ze ventienen om fpoedig Betigr, bepaald werd tot nader befchikking, alles, cn in 't by zonder, met betrekking tot de Aandellim of Beëediging van een Independent Fiscaa aan de Kaap de Goede Hoop, in een daa van opfchorting te houden (*). Nie ft*) Refol. Gen. 4. April 178*. XXXVIII. BOEK. [ f 1 Hos Veel hun Ver1 zoekvourtï  ïiG VADERLANDSCHE XXXVIII; BOEK. 1786. VerwyL Öeszezaak blyft hangen. Niet tegenftaande het reeds den twaalfden van. Grasmaand ingezonden Berigc door' de Vergadering van Zeventienen, ter wegneeming van de redenen van Bezwaar, te» gen de begeeving des Ampts van Independent Fiscaal aan de Kaap, en de opgegeevcne noodzaakjykheid om die Postj welke reeds een zeer geruimen tyd open geweest was i niet langer onvervuld te laaten, bleef die Opfchorting volduurcn tot den aanvang van Wintermaand, wanneer de Vergadering Van Zeventienen by hun Hoog Mogenden aanhieldt om opheffing dier Opfchortingej ten einde gelegenheid te krygert tot het maaken der noodige Schikkingen tot het vervullen van meergemelde Post. Dan, fchoon Gelderland en Friesland hier toe aanfpoorden, hadden alle Gewesten zich op dit ftuk, en het Verzoekfchrift der Kaapfche Burgeren, nog niet verklaard; en werd, op deezen naderen aandrang der Bewindhebberen niet meer gedaan dan die Gewesten te verzoeken zich daar toe bekwaamen (*). — Middelerwyl waren 'er Stukken den toeftand van de Kaap betreffende j ingekomen, zo van den Heer van Pletutenberg, zints den Jaare mdcclxxi Gouverneur dier Volkplantinge, in den voorleden Jaare in het Vaderland te rug gekomen , als van den toeilmaaligen Gouverneur van de Guaaff; de eerfte werden ter Griffie van hun Hoog Mogenden weggelegd, (*) Refol. Ge». 13. April 18. Aug. en 18. Septj en 1. Dec. 17S6.  historie. i&f legd, ora in den tyd te dienen daar het behoorde, de laatfte, door Holland en Zeeland overgenomen (*). Verder werd de zaak deezer Klaageren ten deezen Jaare, niet gebragt. Geen gunftiger vertoon dan de Oost-Indifche Maatfchappye maakte de West-Indifclte. Reeds over lang hadt eene herhaalde ondervinding, tot 1'chade en fchande der Bevvoonderen dier Volkplantingen, en der Ingezetenen des Moederlands, die op dezelve handel dreeven, geleerd, dat deeze , wat den ftaat der Vefdeediginge betrof, zeer flegt gefield waren. Doch oordeelde zyne Hoogheid, blykens eenen Brieve, niet den aanvang deezes Jaars, aan hun Hoog Mogenden gefchreeven, dat de srefteldheic der Volkplantingen aan de Kust van Africa, de Rivieren in Suriname, Bcrbice, Demerary , Esfequebo, en de Eilanden St. Eu flatius en Curacao, ten aanzien van der zeiver Verdcediginge, niet genoeg bekenc was; en dus ook nog niet overwogen et bepaald waren, welke middelen zouden moe ten aangewend worden, om die Volkplan tingen tegen buitenlandsch Geweld te ver deedigen, en in 't byzonder de zulken, di< van wegen den Staat zouden moeten toege voegd worden aan de in 'c werk gefteld door de Beftuurders dier Volkplantingen Deswegen droeg hy voor om 'sLands Ga pitein s m i s s a e r t , me t een Fregat n d (*) Refol.. Gen. 19. Mey en 16. Oei, 1786. xxxviir, b o ë Éi Onderzoek op den Staat def Verdeediging van de Volkplantingen in de West* Indien vastgefteld t t l  m VADERLANDSCHE Xxxviir. boek, 1786". 1 ! ] i > < i \ 1 ( 1 t Gcldbe boeften cn Verzoeken der W. I J Maat- £ fchappy. a 9 l 4 £ de Kust van Africa en van daar na de gff* melde Volkplantingen te zenden, aan denzeiven twee Ingenieurs mede te geevem Met verzoek dat deezen Capitein mogt gevolmagtigd worden om van de Gouverne* menten der Volkplantingen $ de opgave te /raagen van den tegenwoordigen ftaat der v^erdecdiginge, eh zelve na te gaan alle de nogelyke wyzen, op welken die Volkplaningen uit Zee zouden kunnen worden aan* gevallen, en dan met de medegenomene ingenieurs, in beraadflaaging met de Gouverneurs en Officieren zich daar bevindende, e overleggen, welke maatregels best ter fkeeringe van allen vyandlyken aanval zoulen kunnen worden aangewend, en van dit errigtte een naauwkeurig en uitvoerig verlag te doen. Dit vaorftel ontmoette geen vederipraak; maar eene onverwylde goedeuring; met daar op volgende aanfchryving ^ >m den Capitein Smissaert by zyne :omst alle mogeiyke hulp en byftand 1.0e e brengen (*). Van langer naafieep was de vervulling van le fchreeuwende Geldbehoefte der Westndifche Maatfchappye, eene oude en ver* rgerende kwaaie, en tot welker herftel de angeweezene hulpmiddelen niet hadden moen baaten (f). De Reprefentant van zyne Iooghcid en de Bewindhebbers ter Kamer imker dam herhaalden, in eencn wydloopien Bricve, de voorige opgave van den kom=« raer*< (*) Refol. Ce/?. 12. Jan. 17S6. (t) Zie onze Vadtrl. Htst. V. D. b!. 353*  ÜÏSTORIË. 129 merlyken toeftand der Geldmiddelen; en in- '■ zonderheid, hoe zy, in Zomermaand des'■ voorleeden Jaars, hun Hoog Mogenden te 1 kennen gaven, dat het akelig tyditip, in't welk zy zich genoodzaakt zouden vinden de Volkplantingen te abandoneeren en in den fchoot van hun Hoog Mogenden te refigtieeren, niet meer verre af was. «**— Dat zy dat oogenblik met fterke fchreeden zagen naderen; en zeker durfden bepaalen, dat, in 't kort, naa deeze loopende Maand February, de Kas der Maatfchappye volitrekt ledig zyn zou, en de Volkplantingen zich van noodwendigheden gebrekkig, en van zommige Artykelen volftrekt onvoorzien zouden vinden > byaldien zy niet, door eeri voordeelig, Befluit en daadlyken onderitand» uit deezen rairpfpoedigeii Haat gered en opgebeurd wierden. En dat hetj ten dien einde, niet voldoende was, dat hun door eeri gedeelte der benoodigde fomme den mond als boven water werd gehouden, kunnende dezelve als dan niet geheel befteeden ten nutte van eenig Artykel, of ten behoeve van ééne eenige Volkplanting, als hebbende aati allen onvermydelyke onkosten te doen, daar zy allen gelyk regt hadden om onderfteuning voor zich te vraagen. Hierom hadden zy verzogt, dat vóór het uiteinde des Jaaré mdcclxxxv, hun mogt toegeftaah wor* den een onderfland van drie Millioehen GuU dens, welke zy nogmaals moesten verklaaren , hoogst noodig te hebben, en die zelfs naauwlyks voldoende zou zyn om de noo-» dige uitgaven te vinden; en dat, byaldieri XIV. deel, I hltri l o e k» [786,  13© VADERLANDSCHE KXXVIH, KOEK. 1/85. verflag op , hui) Ver- ' hun Hoog Mog. , uk eene of andere oorzaak, zvvaarigheid mogten maaken hun de fora van drie Millioenen daadlyk op te fchieten, zy als dan hunne Guarantie zouden gelieven toe te ftaan tot het doen eencr Negotiatie van de gemelde fom; en ten einde deeze zou kunnen gefchiedcn zonder het Finamieweezen der Compagnie geheel te ruineeren, alzo dezelve niet in ftaat was eenig meerder bezwaar te draagen, dat hun Hoog Mogenden aan de Compagnie, ter voldoening van de Renten en teruggeeving van de Hoofdibm, geliefden toe te ftaan een jaarlykfcheu onderftand van 150.000 Guldens te beginnen met den eerftcn van Jamiary mdcclxxxvt, en te eindigen, wanneer de geheele Negotiatie zou zyn afgeloopen en de Hoofdibmmen aan de Inleggers wedergegeeven. Eer men op dit Verzoek een Befluit nam, vondt men goed de Reprefentant van zyne Hoogheid, en den Bewindhebberen der Kamer van Zeeland aan te fchryven, om eene nette opgave te doen van de ftaat der Gelden op de Negotiatie van ƒ 1000,000, in den Jaare mdcclxxxii opgefchooren,, en van de byzondere voorwaarden op welken dezelve gegeeven waren. Hoe jam* merlyk het. daar mede gefteld, en dus de nood dezelfde, of nog grooter was, bleek ait het Antwoord ter Kamer Amflerdam en Zeeland, die beide om onverwylden byftand n Geld aanhielden. Niet ongunftig was het Verflag by hun ioog Mogenden ingebragt, volgens 't zelve  H I-STOR I E. 131 Vezoudejaarlykfche Onderftand van 150,000 Guldens aan de West-Indifche Maatfchappye kunnen toegedaan worden, onder uitdruklyk beding; dat meri de opgenomene Penningen tot geen ander einde zou aanwenden, dan om de Volkplantingen van den Staat in de Wat - Indien, met betrekking tot het Politiek cn Judicieel Beduur, onder een behoorelyke Beheering, en het Defenlieweezen in cenen goeden ftand te brengen; als mede dat Bewindhebbers zouden gehouden zyn 'sjaarlyks aan hun Hoog Mogenden opening te geeven van dit alles, en Van de kosten daar toé bedeed, mitsgaders te doen blyken, dat die jaarlykfche onderftand-penningen tot betaaling der Renten èn aflosfing der Hoofdfcm van drie Millioenen was aangewend (*). Staaten van Holland, die nevens de andere Gewesten deezen Raadflag overgenomen hadden, wilden daar in toeftemmen; doch onder geene andere voorwaarden, dan dat zy zich vasthielden aan eene Verklaring reeds in Wintermaand des vcrftreékell Jaars gedaan, en tot geen Onderftand, ten behoeve der West ■ Indifche Maatfchappy, de ftem te geeven, ten zy de Vaard op de Rivieren van Esfequebo en Demerary, zo wel als op andere Volkplantingen van den Staat in de West-Indien, aan alle de Ingezetenen van dit Gemeenebest, hePgehcele jaar door, op een gelyken voet, vry etï on- (*) Refol. Gen. 1. 17. en 27. Feb. 1786. I 2. xxxvm. BOEK* 17 95. Op welke voorwaarde Holland daar in wij treeden.  ï3a VADERLANDSCHE xxxviii. 15 O t K. I786. Bewindhebbers tef •Kamer Amflerdam verdceriigcnhun gedrag. (*) Refol. Gen. 6. Juny 1786. onbelemmerd zou worden opengedeld; mei verderen last om dit op het kragtigst aan te dringen; ten einde Staaten van Zeeland5 door tuslchenfpraak der verdere Bondgenooten , mogten bcwoogen worden, om aan dit zo billyk en regtmaatig verlangen te voldoen (*). Hangende het verwyl hier uit herkomdig bleef men niet agterlyk met allerwegen klagten over het Beduur der IVest-Indifche Maatfchappy te laaten hooren. Bewindhebbers ter Kamer Amflerdam trokken zich zülks aan, en vertoogden voor hun Hoog Mog. dat de flegte flaat van het Finantieweezen dc bron was, Waar uit werkloosheid, en de meest gegronde aanmerkingen tegen het Beduur voortvloeiden. Dat dit Finantieweezcn hoe langs hoe meer verergerde, en thans zodanig gefteld was, dat zelfs de Verzendingen van Behoeftens en Leevensmiddelen na de Volkplantingen, die reeds een geruimen tyd zeer traag gefchied waren, nu geheel moesten ophouden: weshalven het geheele verval der Volkplantingen, en bygevolge ook van de Vaart en Handel op dezelve, eerlang onvermydelyk zou zyn. Dat zy Bewindhebbers deswegen, egter een vry geweeten hadden, als hebbende dat oogenblik niet dilzwygende zien naderen ; maar 't zelve, in verfcheide Vertoogen , met die akelige klem-en afgefchilderd, wel-  HISTORIE. i33 welke de aart der zaake verdiende. Dat zy thans wederom hunnen billyken wederzin om reeds zo menigwerf herhaalde zaaken wederom te herzeggen, en hun Hoog Mogenden met die herhaaling lastig te vallen , overwonnen hadden; maar moester verklaaren, dat de JVest-IndiJche Compag' nie, vóór of ftaan de de Vergadering van Tienen, de toezegging moest erlangen van een daadlyken byftand van ten minften drie Mülioenen Guldens, het zy in Gelden, hei zy by eene Geldheffing onder Guarantie er ten koste van den Lande, of dat Bewind' hebbers anders zich in het onvermoget zouden bevinden van eenige voldoende Be fluiten te neemen, en in de noodzaaklykheic zyn en blyven om het kwaade te zien. zonder daar tegen eenige voorzieninge te doen; doch daar by zouden moeten zeggen, dat het buiten hunne fchuid was, er geheel ter veramwoordinge der geenen, die zulks wisten, die hun konden helpen; maai hun egter in het onvermogen lieten blyven, Weshalven zy nogmaal om hulpbetoon aan hielden. Voordellen van denzelfden aart deedt ver volgens de Voorzittende Kamer van Zeeland. doch alles zonder vrugt: daar Staaten vat Holland op de gevorderde Voorwaarden, Demerary en Es/equebo betreffende, blee ven aandringen (*). Een« (*) Refsl. Gen. 13. en *8. Jury 178*. I 3 XXXVIII. BOEK. 1786.  134 VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK. I786. Op welke Voorwaarden de vryheid verleend om eene Vergaderingvan Tienen te Middelburg te Ittmden. "Nadere pooging om liulpe. De Westïndlfchs (*) Refol. Gen. 11. Jul-y aa. Aug.4. en 8. Sept, i??4, Eene door laatstgemelde Kamer verzogte vryheid, om op ovcrgelceverde Punten van Beraadflaaging, in Herfstmaand, eene Vergadering van Tienen te Middelburg te mogen beïchryven, werd verleend, onderden mits, dat de Concept-Rcfolutien , aldaar uitgebragt, ten onderzoek aan hun Hoog Mogenden zouden worden overgeleeverd. En voorts, op voorflag van Bolland, in gevolge van het Octroy aan de IVest Indifche Maatfchappye verleend, beraamd twéé Heeren uit hun Hoog Mogenden te zenden, tot het bywoonen der Vergadering van Tienen, om de Befluiten daar genomen, by hunne wederkomfte aan de Hooge Staatsvergadering open te leggen. De Heeren van Wyn en van Brakel Afgevaardigden wegens Holland en Zeeland werden benoemd, om zich, ten dien einde, iia Middelburg te begeeven. Men bepaalde op welk een voet zy derwaards zouden vertrekken. Dan ter Algemeene Staatsverzadcringc inbrengende, dat eenige opgekc nene omflancügheden hun in de noodzaakykheid Helden om van deezen hun opgeIfaagen last verfchoond te worden, kreejen zy des ontflag (*) De nood der Maatfchappye drong de Vergadering van Tienen om vyf Bewindhebbers , met de twee Advocaaten der Compagnie, aan den Voorzitter van hun Hoog Mog.  historie. ï35 Mog te zenden met eenen Brieve; waar in zy, uit naam der vergaderde Bewindhebberen, met den kragdgften aandrang, de noodzaaklykheid voorftelden eener fpoedige voorzieninge, en om aan het volflrekt onvermogen der Maatfchappye vóór het einde van dit Jaar, dezelve met Geldhulpe te gemoet te komen. Wyders verzoekende, dat hun Hoog Mog. de goedheid geliefden te hebben, op nieuws eenige Heeren te willen benoemen, om met de thans afgevaardigde Heeren uit de Vergadering van Tienen in Onderhandeling te treeden; ten einde de noodige cn gefchikte middelende beraamen om alle verwarringen in het Beftuur der Compagnie, den geheelen ondergang der Volkplantingen, en derzelver Ingezetenen voor te komen. De Heeren vanWyn, Lambrechtsen en Trip, wegens Holland, Zeeland en Stad en Lande ter Algemeene Staats vergaderinge zitting hebbende, werden hier toe, in 't laatst van Wynmaand, benoemd. Weinig fpocus nam deeze Onderhandeling: naardemaal in Wintermaand de Heer Trip, die door zyna afweezigheid zou belet worden, dezelve by te woonen, vervangen werd door den Heer Wichers: zo dat, met het afloopen van dit Jaar, de West-Indifche Maatfchappy in haaren behoeftigen ftaat bleef ftecken (*). Gelderland hadt, in deeze Handelingen over de West-Indifche Maatfchappye, gewild, (*) Refol, Gen, 27. 0&. en sa. Dec. 17S6» i 4 XXXVIII. boek. 1786. Maatfchap, py blyft ongeholpen. Voorflag van Gelderland t  XXXVIII. BOEK, 1786. emtrent de W. I. zaaken. Zeelar.i neemt EsJequebo en Demerary byzonder ter harte. (*) Refrh Ge/t. 15. Sept, 178Ó. 136" VADERLANDSCHE wild, dat 'er, ten fpoedigften, eene Comraisfie zou benoemd worden , om, uit naam van hun Hoog Mog. te hooren allen, die een rechtftreeks belang hadden by de Volkplantingen, als mede de zodanigen, die, uit hoofde van Eigendom, gevestigden Handel, of Hypotheek op Plantagten, daar in betrokken waren, om hunne Bezwaaren, binnen zes maanden, aan de Commisfie in teleeveren, dezelve te onderzoeken, daar over met Bewindhebberen en Hoofddeelhebberen te handelen , en van derzelver bedenkingen, hoe in het vervolg de zaaken der Compagnie hier te Lande, en in de Volkplantingen best beftuurd konden worden, aan hun Hoog Mog. verflag te doen; met verderen last aan de Afgevaardigden uit de Algemeene Staatsvergadering om hunne poogingen aan te wenden tot het wegneemen des hangenden gefchils tusfehen Holland en Zeeland, wegens de' vrye Vaard op Esfequebo en De> merary (*_), Voor 't gemis van de voorregten, welke Zeeland oordeelde op de Vaard na de Volkplantingen aan die Rivieren te hebben, was men in dat Gewest bedugt; en trokken zich de Staaten de behoudenis daar van zo zeer aan, dat zy 48500 Guldens uic 'sLands Kas, ter leen verftrekten aan de Samer Zeeland, met aanbeveeliug om dezelve ééniglyk te befteeden, toe verzorging pan Esfequebo en Demerary, zonder die Pe^  HISTORIE. 137 Penningen met de gewoonc Kas te vermen-: gen (*). Geen gering misnoegen heerschte indee-' ze Volkplantingen, over eenige fchikkingen, zints de wederomgave van dezelve uit handen des Konings van Frankryk, gemaakt, die, van de zyde der Inwoonderen, den grootden tegeniland ontmoetten. Bovenal waren zy te onvrede over de aamlelling der Raaden van de Volkplanting door Bewindhébberen zelve, zonder ooit van de Verandering door de Vergadering van Tienen des Jaars mdcclxxxiv in de Regeeringsgefteltenisfe van die Volkplantingen eenige folemneelc kennis te geeven aan de Burgcryen dier Rivieren , veel min by welk Befluit dc Leden deezes Raads gevolmagtigd waren, om , in plaats van de aangeftelde Leden door de Vergadering van Tienen, naar hun eigen goeddunken, anderen daar aan toe te voegen: waarom zy dezelve voor een inconftitutioneele Vergadering aanzagen. Zich wyders aankantende tegen het verhoogde Hoofdgeld voor de Slaaven. Zy vervoegden zich deswegen met een Verzoekfchrift aan den Heer Jan Espinasse, Directeur Generaal der Colonie van Esfequebo en Demerary, en den Hcei Jan Cornelis Bent, Commandeur dei Rivier Esfequebo, 't welk van de hand ge. weezen werd: terwyl de Fiscaal de vyf eerfte Ondertekenaaren in eene boete beflaagen, en, (*) N*i. van 7.«.el. 6. cn 24. july 178$. I 5 iXXVIIT. i O E li. Misnoegen in deeze Vo!kp!an> tingen.  138 VADERLANDSCHE XXXVIII BOEK, 1 \ ( < ( Pnogingen om den 1 Slavenhandel te t begunfti- 1 gen. j h V n ei ■ en, by weigering van de betaaling, gedag, vaard hadt. Aan welke dagvaarding zy zo min als aan de gevorderde betaaling hadden willen voldoen; maar Tegenverklaaringen ingeleevcrd: tervvyl eenige Inwoonders de gedagvaarde Planters onder hünne daadlyke befcherming namen* — Welke Gefchillen voor hunne Hoog Mogenden nader gebragt werden, zonder dat'er, dit Jaar, eenig bepaald befluit op viel, hoe zeer Zeeland daar op aangedrongen hadt, het gedrag dier Volkplantelingen aanziende als eene rechtftreekfche aankanting tegen de Juftitie, en eene verwarring veroorzaakende, waar uit niets minder dan Regeeringlbosheid, en het Verderf dier Volkplantingen flondt gebooren te worden. Daar zy, en in de Verzoekschriften, en in de Tegenverklaaringen, van de mbevoegdheid der tegenwoordig regeerenle Raaden by herhaaling fpraaken, en weigerden , zich te fchikken naar 13e(luiten loor dezelve genomen, tervvyl de zaak nog mbeflist hing by Heeren Bewindhebberen n den Souverain (*). Naauw verknogt aan de Beheerfching en nftandhouding der West-Indifche Volkplaningen is de zo zeer voor- en tegengefprooen Slaavenhandel, de befchikking op den nvoer en Behandeling deezer tot de laag- fte (*) Rffol. Gen. 9 Juny, 4 July en 10. Oct. 1786, T. Neder/. Jaarb. 1786. bl. 1659. ' Veel lichts verireiden over den ftaat dier Volkplantingen de Brie-, in over het Bejluur der Co lonten Esfequebo en Deerary, geu-isfeld tusfehen de Heeren Aristodemus 1 Sincemis, te Amft, by W. Holtrop 1785 en i?$<5»  HISTORIE. Ï39 -flc cn hoogstwraakbaare dienstbaarheid vernederde Menichen. Het kon, derhalvcm, niet uitblyven, dat ook dit ftuk, by herhaaling, het voorwei p wierd van 'sLands Hooge Magten. Hier toe ftrekte een Voorftel wegens Demerary en Esfequebo gedaan, in 't welke men over den geringen invoer van Slaaven, zints den Jaare mdcclxxxi, klaagde; *ls mede de Klaagbrief der Beftuurderen van de Volkplanting Suriname,dar de WestIndifche Compagnie, zedert lange Jasren, in gebreke gebleeven was om te voldoen aan haare Verpligting, om 'sjaarlyks twee duizend en vyf honderd Slaaven aan Suriname te leeveren. De yverigfte Voor- ftanders van den Slaavenhandel vondt men in Zeeland. Deezen oordeelden, dat de voorgeflaage middelen tot zekerheid dei Verkooperen van Slaaven te Demerary en Esfequebo, wel eenigzins zouden kunnen dienen om deezen zo diep vervallen handel op te beuren; doch zy vreesden, dat ze niet genoegzaam toereikende zouden wecken tot herftel eens Handeltaks, die genoegzaam eigen geweest was aan Zeeland, var weiken de voordeden, in vroegeren tyde. zo aacmerkelyk waren, en voor de Inkom ften van dat Gewekt, en voor het beftaau van eene menigte Ingezetenen, en dien zj zo onontbeerelyk rekenden ter Inftandhosding der gemelde Volkplantingen (*) 5 waar' om (*) Deezen Slaavenhandel vondt een Herken Verdee«liger in de boven aangehaalde Brieven van Arist«D5jwus en SpcE&Ofc XXXV3IL boek, 1786.  Ï4° VADERLANDSCHE XXXVIII. BOEK. ï?86. Klagten uit Suriname over weggeloopeneSlaaven , die zich op Fransch Grondgebied onthielde». om zy nier. konden nalaaten aan Staaten van Zeeland voor te draagen, om, op het voorbeeld van nabuurige Volken, door het toezeggen van Belooningen, de Ingezetenen aan te moedigen om in onderneemingen, tot het uitreeden van Schepen na de Kust van Africa deel te neemen; dat, offchoon zodanige Belooningea, in den eerden opflage, bezwaarend voor de Geldmiddelen mog* ten fchynen, het egter zeker was, dat der-» gelyke uitgaven ryklyk werden goedgemaakt door de voordeden aan de Geldmiddelen toegebragt, door de bevordering van den Koophandel en vermeerdering van de Welvaard der Ingezetenen. Dan dit werk vondt, zo ten opzigte van Demerary en Esfequebo^ als van Suriname, geen fpoed ter Vergadering van hun Hoog Mogenden (*). Op Suriname hadt men, zedert de voltooying der Linie van Verdeediging rondsom het meest bewoonde gedeelte der Volkplan tinge, rust gehad van de drooperyen der weggeloopene Negeren, die voorheen zo menigvuldige en groote rampen toebragten; doch hadden deezen, in den voorleeden Jaare, eene Plantadie, even buiten die Linie gelegen, afgeloopen, den blanken Beduurder vermoord, de Woonhuizen in brand gedooken en eenige Slaaven weggevoerd. Dit boos bedryf bleek gepleegd te wcezcn door een gedeelte eener droopcnde Bende, die vervolgd door de gewapende Manfchap der (*) Refol. Gen. 19 Feb. 10. en ao. April. i8Sept. tT. Oét. 1786. Not. van Zeel. 4 Mey 1786.  HISTOR I,É. H* der Volkplantinge, zich wel genoodzaakt gevonden hadt, om zich aan de rechter zyde van de Rivier de Morowyne neder te zetten, en Wel op Fransch Grondgebied, waar hun Aanvoerder, zekere Bonnia. met voorkennisfe van het Frcmfche Hof. Kostgronden aangelegd en Dorpen ge bouwc hadt, een gerust verblyf in dien oord genie tende. Dat deeze Bende van GeWcer, Kruit en Lood voorzien wierd, zo door de AU, caanfche Boschnegers,met welken de Volk planting in Vrede leefde, als door de In diaanen op het Fransch Grondgebied aal de rechter zyde van de Morowyne woonag tig, die de Wapenen en Krygsbchoeften niet tegenftaande de bevelen van het Fran fche Gouvernement te Cayenne, Wisten t bekomen. De Gouverneur Generaal van Surinam hadt deswegen zich beklaagd by den Frai fchen Gouverneur te Cayenne, met verzoe om dien handel in Gewteren en Krygstüi met de Indiaanen nog nader te verbieden doch hy hadt een weinig voldoenend an woord ontvangen. Directeuren der Voll plantingen waren even min geflaagd by de Commisfaris van zyne Allerchristlykfte M jefteit te Amflerdam; waarom zy zich l hun Hoog Mogenden vervoegden, om de zeiver byftand en voorzieninge in eene zaj van zo veel aanbelangs voor de Volkpla; tint;;. Zy verwierven deeze gereedlyk. G; Ze Gezanten ten Hove van Verfailles d aangefchreeven, bevlytigden zich in dit fti met dien uitflag, dat zy, door tusfchenkorr d XXXVJlT, boek. i i i » s k g •> n i- y $ k i- ss ik st er.  VADERLANDSCHE XXXVIII. fi o e K. 17S6. Bedrukte ftaat van Suriname, i \ \ Wans ter redding ; uitgedagt. | e beloofde voorfpraake des Graaven de Vergen nes, te gemoete zagen een ftrikrer verbod aan deu Gouverneur van Cayenns (*). De flaat der Volkplantinge op Suriname ging nog gebukt onder den last der fchulden (f). Wangeloof heerschte omtrent verre de meest gedaane Geldleeningen. Men fchreef veel over de oorzaaken deezes onfpoeds;en kwam,hoe zeer daar omtrent verIchillende hier in overeen, dat men onvoorzigtig aan de meeste Planters, al te groote fommen op hnnne Plantadien gefchooten hadt; dat de vastgeflelde Renten van vyf en zes ten honderd den Planteren te hoog liepen, en dat zy daarenboven onder zwaar drukkende Landslasten gekromd gingen. Nog voelden zy de naaween des jongften Engelfcken Oorlogs, waar by de verfche flagen van opeenvolgende Misgewasfen kwamen. Hier uit proot het opfchorten van de betaaling der tlenten, of het verminderen derzelven, en le daaling der Rentebrieven. Herftel was lier noodig, zou de Volkplanting behouden,s Lands Vaard en Handel op dezelve in tand, en deeze bron, waar uit zo veel 'oorfpocds kon opwellen, aan den gang bly■cn. Deeze nood drong de Planters, om zich, 11 den Jaare mdcclxxxiv, by hun Hoog Zogenden te vervoegen,- met bede om met en gunftig oog aangezien en door zodani;e middelen gered te worden, als, naaf' Hoogst- (*) Refol. Gen. 20. July 1. eri ti. Aug. 178Ö. (t) Zie ouze Vaderl. Bist. IX. D, bl. 18 6,  HISTORIE. 143 Hoogstderzelver wyze voorzieninge, noodigst en nuttigst waren. De Directeuren deezer Volkplantinge gaven, des van den Souverain vcrzogt, een alleszins gunftig verflag voor de Planters, en deelden een ontwerp mede tot herdel van het ongelukkig Suriname in 't algemeen, en van de eigenaars der Plantadien in 't byzonder. De welmeenende poogingen deezer Heeren oordeelden zommigen zeer gefchikt om de Planters te redden ; maar dat het belang der Geldopfchieteren, noch der Beftuurdercn der Geldopneemingen, in het Plan, op eene evenredige wyze, was in 't oog gehouden; dit egter was noodig om de laatstgemelden daar in te doen bewilligen. Hier uit werden andere Plans ter reddiuge gebooren, die zeer de overweeging verdienden; doch welker werking wy niet vermeld vinden (*). De ongelegenheid, in welke zich veele Planters op de Berbice bevonden, wegens de Akkers hun verkend ten tyde dat de Franfchen, in den Engelfchen Oorlog, deeze Volkplanting bezaten, en waar over zy khagden, zo ras de Hollandfche Regeering, weder in 't bezit gekomen zynde, de oude Belasting öp nieuw ontgonne Gronden vorderde, (t) volduurde, of liever verflimmerde. De Heer P. H. Koppiers, in den Jaa- (*) Refol. Gen. 23. April 4. Nov. 1786. Oostin West-lnd'tfche Post Extra Nom. 37—40- V—5°. Bylaagen tot den Post van den A'eder-Rhyn XVI St. Post van den Neder-kyn X. D. bl. 369. (f) Zie onze Faderl. Hist. Vil. D. bl. 146. XXXVIII* boek. I786". Ongelegen, heid waar in zich eenige Planters op de Berbice bevonden.  144 VADERLANDSCHE XXXVIII. boek. 1785. (*) Refol. Gen. 10. Aprils. Mey &n 2r. Dec. 1780. Jaare mdcclxxxiv derwaards wedergekeerd om de pose van Gouverneur te bekleeden, tradt in de maatregelen der Holïandfche Regeeringe, en deedt bekend maa* ken, dat de Beftuurdcrs deezer Volkplan* tinge, niet voorneemens waren de Uitgiften van Landen, Erven of Gronden, in dien tyd gedaan, als wederregtlyk gefchied zyn* de, gped te keuren; maar als niet gefchied aan te merken, en alle dezelve, als hun wettige Eigendom, weder te eifchen » en te rug te neemen. Eenige Planters klaag. den deswegen by hun Hoog Mogenden, en verzogten, dat deeze wedereisch mogt ingetrokken en buiten kragt gefield, althans de Gefchillen over die Gronden geregtlyk en onzydig mogten onderzogt, en in allen gevalle het Befluit van Befluurderen mogt opgefchort worden, tot den tyd eener be« flisfende uitfpraake deswegen; als mede, dat ingevalle hun Hoog Mogenden onverhooptlyk mogten oordeelen, dat de gemelde Gronden weder aan de Volkplanting moesten komen, zy dan desvvegen eene behoorelyke Schadeloosftelling mogten ontvangen. Zy vonden, gelyk te wagten was, tegenwerking van Heerert Befluurderen, die een Berigc indienden, ingevolge van 't welk zy meenden, dat der Planteren verzoek moest van de hand geweezen worden. Dit ftuk werd door Staaten van Holland en Zeeland overgenomen (*). —*- Frankryk hadt ten be- hoe-  M I 5 T O R 1 Ei MS behoeve rlier Volkplantinge; ten tyde der wederbemagtiging uit de handen der Engelfchcn, eene lom van 50174 Guldens verfchootem Op den eisch der wedergave bekenden Beduurders hutt onvermogen, en hun Hoög Mogenden deeden hier in eeue voorziening ten haaren behoeve (*X St. EuftatïUs hadt, in Wynmaand deezes Jaars, veel te lyden van eeben.allergeweldigden Stormwind, die, op dat Eiland eh dè daaromdreeks liggende, woedde. Huizen waaiden om verre, zwaare Boomei werden met dén wortel uit den grond ge rukt, en een groot gedeelte van den Oogs ging verlooren. Een ramp, welks herde een geruimen tyd zou eifcheni De Schepel op dc reede geankerd, Waren, om een 00 genbliklyk gevaar te ontwyken, genoodzaakt in dat bystér onweer, ruim zee te kiezen ëenige, daar mede niet fpoedig genoeg ge reed, vervielen op drand, zónken, of had den groote fchade. Wanneer wy terug zien op het vermeld der West-Indifche Volkplantingen in 't al gemeen, kunnen wy niet nalaaten, daar ui óp te maaken, dat 'er tusfchen de Bewinc' voerders in dezelve, en de Ingezetenen vee en aanhoudende doffe tot misnoegen en g< fchil was. Werden 'sLands Hooge Mo£ ren daar mede gemoeid, men liet niet naa Zó in gefprekken, als in gefchriften over dè oorzaaken breed uit te haaien. En fchóo (*) Noi. van Zeel, 5. Dec- 1785. 3i.1V. DEEL, K xxxvin. B O E is. 1786. Storm óp' St. -Euftsstius, l i i i i Akerncené _ Aanmerking de c Volkplan- tingen be-! 1 treffende, > > » i  146 VADERLANDSCHE &c. XXXVIII. BOEK. 1785. i 1 j 4 1 fchoon wy geen geloof Haan aan alle Berigten, waar op de wederzydfche befchuldigingen fteunden , mogen wy ons verzekerd houden, dat, in die afgeleegene Bezittingen, het gedrag veeier Landzaaten den dag 'chuwde, en om verbetering fchreeuwle (*). (*) Men zie deswegen den Post van den Nederihyn X. D. bl. 541 , de meergemelde Brieven van Iristodemus en Sincerus, en de jdanmerkingen op ezelve in den Post van den Neder-Rhyu X, Dell bl, 45. enz,  VADERLANDSCHE HISTORIE, Negen en dertigste boek. inhoud. Gevreesde Btirgerkryg. Bezwaarlykheid om deezen te befchryven. Hevigheid der wederzydfche Partyfchappen, en hoe biliyk te beüordeelen. Schikking van dit gedeelte der Gefchiedenisfe. Hoe v Lands toefland in de (Jitfchryving van den Dank- Vasten Bededag werd voorgedraagen. Hoe de Raad van Staaten over de Petitiën [prak. Oordeel der Algemeene Staaten, en hoe zy Holland bef'choüv,'den, ten aanzien der Petitiën. Holland geeft toeflemming tot Betaaling, onder beding dat het Hollandsch Krygsvolk in Gelderland liggende, na de Generaliteits Landen zou trekken. Gelderlands fchryven daar over aan Holland, als mede aan de Bondgenooten. Staaten van Holland blyven by hun Befluiti De Bevelhebbers van het Hollandsch Krygsvolk worden in Gelderland opgehouden,. Petitie tot de Zeezaaken. Hoe jammerlyk K % hst boek»  i48'VADERLANDSCHË XXXIX. boek. het- met de Betaaling daar toe gepeld'ti'ai. Welke wraakbaare Grondregels men vogdj in die opbrenging. Wat men te werk pelde om eehin Burgeroorlog te voorkomen. Foor pel eener Onderhandelinge, door den Raad van Staaten. Hoe men daar aan het oor leende., Verfchillend in Holland beoordeeld. Raadflag der Stad Schoonhoven, Verzoekfchrift der Geconflitueerden te Leyden en te Atrtfterdam daar tegen. Ren Adres van twaalf honderd en negen* tien Burgers uit Haarlem. Een uit Enkhuizen, Zeelands Voorfag. Nader Voorfel van den Raad van Staaten. Gelas-* tigden by Holland hellen over om dien Voorfag grootendêels aan te nee men. Dit Verflag verwekt groote opfpraak tegen van' Zeeberoh. Virgeef fche pooging van Mandrillon by zyne Hoogheid. De Voorflag van Amflerdam, om de Bemiddeling van Frankryk in te roepen, gaat hy Holland door. Voorpel desvregen ter Algemeene Staatsvergadering. Vertoog des Franfchen Afgezants de Verac over ,s Konings gereedheid. Overysfèl ftemt met Flolland. Friesland wilde Frankryk niet alleen ten Middelaar hebben. Eenige Volmagten in Friesland van een ander gevoelen. Hunne Tegenverki'aaringen. Die Volrnagten deswegen als in Regteti vervolgbaar geoordeeld. Friesland wil by Frankryk Engeland en Pruisfen gevoegd hebben. Dus oordeelt ook Gelderland. Zeeland met 1>yvoeging van den Keizer. Staatsbefluit hier over by de Staaten van Utrecht te Amcrs-  HISTORIE. 149 Amersfoort ver$0M> Lenigen in Hol land geeven de Punten (p, waar over de Onderhandeling by Frankryks Bemiddeling moest loopen. Hoe zeer zy zich mm*W? vonden. De Koning van Groot-Brittanje biedt zyne Bemiddeling aan. Verzekering van Franfche Hulp ingevalle van Buitenlandsch Geweld. Onderhoud van eenige Heeren met de Veracw het Plan der. Patriotten. Sterk vertrouwen op Frankryk. Geen vrees voor Engeland ofPruisfen. Verklaaring van zyne Hoogheid en zyn Voorflag tot Bevrediging. Hoe ter Algemeene Staatsvergadering opgenomen, Hoe in Holland beoordeeld. Adres der Gewapende Corpfen in Holland aan hun Ed. Gr. Mog. Drie Verzoeken daar in gedaan. Verdergaand Voor/lel van Leyden, Schiedams Raadflag. Welke Hollandfche Steden voor de Schorting des Stadhouders Remden, Haarlem hier in agterlyk, Adres van Vlaardingen. Voorflel van het Haagfche Wapencorps. Ver [lag op dit Voorlid. Verklaaring des Gewapende Burgercorps by hun Ed. Gr. Mog. op den vierden July. Sterke Publicatie van Staaten van Holland. Verklaaring den vierden van Oogstmaand van wegen de Provinaaale Vergadering der Gewapende Burgercorpfen in Holland, aan ie Staaten van dat Gewest. Uitnoodiging tot eene Provinciaale Vergadering der Krygsraaden, Gewapende Genpotfchappen, Geconftitueerden, en Patriottifche 'Sociëteiten en Cortoratien tegen den vier en twintigflen vat * li ? • Q°&t- XXXIX. roek,  i$o VADERLANDSCHE XXXÏX. BQËK. {ïevreesile Burger- Oogstmaand te Amflerdam. IVat ,er op die Vergadering voorviel. Vier Punten daar verhandeld. Befluit op het laatfle wegens de Medewerking der ongewapends met de Gewapende Burgery, De Gevoelens deezer Vergadering voorgedraagen in een Adres aan Staaten van Holland. Dit Adres overgenomen. Verfcheidenlyk beoordeeld. Hervatte maar niets afdoende Vergadering dier Genootfchappen. Veelvuldige Schriften en Spotprenten tegen den Stadhouder. Verzoekfchriften, ten voordeele van Willem den V. Hoe men met die Verzoekfchriften en byzonder met het Haagfche handelde. Meerdere Verzoekfchriften van deezen aart. Inhoud van het Rotterdamfehe. Poogingen tegen het tekenen van zodanige Verzoekfchriften aangewend. Tegen elkander over gefielde Concept Declaratoiren der Ingezetenen van Holland. Verzoekfchrift van eenige opregte Vaderlandfche Sociëteiten. Geflrooide IVaarfchuwing tegen Staaten van Holland. Publicatie daar tegen. Men dreigt de Algemeene Staassvergaderïng na een ander Gewest ie verleggen* H 3e zeer ook veele van de Gebeurtani&fen, welke wy, in de laats: verftreeken Jatiren, en bovenal in het jongst afgeloopene, boekten, aanduidden, en elk, die eenige Wereld- Staat- en MenfchenVunde bezat 3 deed: fpellen, dat de Verdeeldheden, de  HISTORIE. 151 de Fereenigde Gewesten fchokkende, niet ter grootfte hoogte gedreeven waren; maar dat een Burgerkryg, vol hachlyken kans, en allen anderen Oorlog, hoe verderflyk ook, in gruwzaamheid verre overtreffende, daarom, met zo veel regts, aller jammeren jammer geheeten, in deeze Landen zou doen gebooren worden — een Burgerkryg gefchikt om de Banden van Bondgenootfchaplyke Vereeniging, welke zulk een lange reeks van Jaaren de Gewesten op het naauwst zamenbonden, te verbreeken, en de Eendragt, die derzelver Magt uitmaakt, te vernietigen, zag men dit JVlonfter niet alleen het fchriklyk hoofd oplleeken, en verderf in zynen trein omvoeren; maar ook, 't geen zommigen wel verwagt en gevreesd; doch anderen wyd en verre verworpen, en, als niet te duchten, belacht hadden, eene Buitenlandfche Mogenheid tusfchen beiden treeden, om, door Geweld van Wapenen, het binnenlandsch Gefchil te beüisfen, er eene Omwenteling te wege brengen, die een allergedenkwaardigst Tydftip maakt iti °s Lands Gefchiedenisfen: eene Omwenteling, van deezen gevreesd, van geenen gehoopt, van deezen gelaakt, van geenen gepreezen, van deezen betreurd, van geenen toegejuichd. Wy vangen, met dit Boek, de Befchryving van 't een en ander aan. Doch moeten , eer wy, daar toe treeden, den Leezer eenige oogenblikken toeven, om hem, de Lotgevallen des Lands, met het oog van hcufche Onpanydigheid, te doen befchouK 4 wen. XXXIX. BOEK. I787. Bezwaar» lykheid oni denzelven te befehry. ven.  153 VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. wen, en te waarfchuwen te jen oordeelvellingen waarin Drilt den meester fpeelt, en die, te deezer oorzaake, van de waarheid afwyken. In den loop van fs Lands Gefchiedenisfcn door ons te boek geflaagen, ondervonden wy te meermaalen, welk eene zwaare taak wy op ons genomen hadden met een Tyd vak te befcbryven, k geen wy beleefden ; een bezwaar, van 't welk wy niec onkundig waren, toen wy dit werk aanvingen (*^); doch 't geen wy gaarn willen bekennen, dat op de proeve bleek veel jrrooter te zyn , dan wy 't ons hadden voorgefield. Wel verre dat die moeilyk- heid altoos even groot ware; niet zelden mogten wy, zonder ze merkbaar te voelen, de Voorvallen te nederflellen, en des noodig, met voldingende Getuigenisfen ftaaven; doch wy befpeurden dezelve in drukkende zwaarte, by het aangroeijen der. Partyfchappen, cn de daar uit voortvloeiende Bedryven. Hoe meer deeze toenamen hoe ftrydiger de Bcfcheiden wierden, en hoe bezwaarlyker tusfehen het vergrootende en verkleinende, zo van den eenen als van den anderen kant, het midden, en de waarheid, te treffen; om deeze laatfte was het ons te doen, en blyft dit ons doel nu wy den afloop naderen van zo veel Gefchils, Tweedragts, Oproers en Gewelds. ' De (*) Zie onze Inleiding in 't I. D. onzer Vailer?*  HISTORIE. 153 De afleidende Oorzaaken tot het zoeken eener Grondwettige Herftelhnge, gelyk men dezelve noemde, de naaste bron der thans hoogloopende Verdeeldheden,hebben wy reeds" opgegeeven (*), en de Bedryven, om dezelve daar te dellen, vervolgens in 't breede vermeld, als mede de Poogingen om die tegen te werkén en te verydelen. Te midden van du alles blaakte het reeds ontvlamde en fteeds aangedookte vuur van deerlyke Partyfchappen hooger en hooger op, en dreigde een algemeenen brand. Men fchreef wederzyds elkander de haatlykfte, fnoodde en landverderflykde Oogmerken en Gedraagingen toe. Geen Naamen fcheenen te leelyk om 'er elkander mede te beftempclen; geen Middelen te fchandelyk om over en weder gebruikt te worden , toi zwartmaaking van de Party. Weshalven hei ligt valle voor den Partykiezenden om, un de voor handen zynde Schriften, van dier tyd, deeze of geene Party afzigtig te doei voorkomen (t> Dan heeft het by deezer Cl (*) Zie onze Vadert. W\ft. V/. D. bl. 19^(+) De Party, die in 't einde het onderlpit neef snoeten delven, met dc zwartte verwen af te fchil deren , is niet ongewoon of vreemd, en zouden w; eene Lyst van Werken, uit depen van bekende Scnry vers gevloeid, om van andere niet te fpreeken , bic kunnen ophangen, waar in men die kleuren rykely. bezigde; wy zouden 'er tegen over kunnen plaatze een Lyst van Schriften, die de bovencryvende 1-art even zeer bezwalkt: dan wy laaten du agtcr wegc om dat ze, in vceler handen en in Boekbeoordeeünge •yan dien tyd deels ontleed zyn. De Schryver d< K 5 M!1 XXXIX. BOEK. r-87. Hevigheid der wederzydfcheParty- •' fchappen, en hoe hier billyk te oordeeler,» I 1 t t E f a r. r-  XXXIX. ROEK. f b d n ?» ï54 VADERLANDSCHE en geenen der Partyen niet onrbrooken aan Lieden, wier Oogmerken en Bedryven verdienen gelaakt te worden, het ontbrak by beiden ook niet aan de zodanigen, wier Bc- doe- Nieuwe Neder ïandfche Jaarboeken, die zeker niet tot de Patriotten of de Nieuwe Staat sgezinden, gelyk hy zc tytelt, behoort, velt een vry billyk oordeel, als hy de aanleidende Oorzaaken tot het zoeken van eene Grondwettige Hertelling opgegeeven hebbende, de meesten, die men Patriotten noemde, voor lieden houdt, die verfchoonbaar dwaalden, omtrent de Oorzaaken, of omtrent de Hulpmiddelnn der erkende kwaaie van oas Vaderland, of omtrent die beiden, „ Hoe," dit zyn 'sjyians eigene woorden, „ hoe „ zal men, zonder onderfcheid voor Vyanden van het „ Vaderland kunnen verklaaren, eene Party, die men moet erkennen, dat vooral heeft uitgemunt in het „ inzamejen, beftieren, en uitdeelen van Liefdegaven, tot wederoprigting van duizenden Landlieden, , die, 111 den jaare 1784, door de noodlottige Over, ftrooming der Rivieren in Gelderland, en elders tot , armoede waren gebragt? die vooral heeft uitiremunc , 111 het oprigten van het loflyk School voor de Zee, vaard? die byzonderlyk heeft uitgeblonken in bet , verzamelen en overmaaken van Penningen voor onze , Gevangene Zeelieden in Engeland, ten tyde van den , ongelukkigen Oorlog met dat Ryk? die zeer heeft , geyverd in het oprigten of in ftand houden van ee, ne Maatfchappy , onder de Zinfprcuk felix meri, tis , tot aankwecking en beoefening van allerhande nuttige Kunften en Wetenfchappen, welker voor- trcflykheid niemand kan in twyfel trekken?" - 'ervolgens aangemerkt hebbende, dat ook Oude Staatsi izinden aan het Fonds des HuishourieJyken Taks, tot «lp van noodlyriende en door Qverftroominc verarm: Landgcnooten, deel gehad hebben, voegt hy 'er :ver,s. „ Niet de edelmoedige Gevoelens" omtrent zyncn Evenmensch, zelis niet de Liefde tot het Vaderland, is het onderfcheidetjd kenmerk van Ou-, de en Nieuwe Staatsgezinde», Deeze Deugden zyn aan zeer veelen van de beide Partyen gemeen; :iiaar het is meestal het verfchiJlend gezktpunt', ■1 de  HISTORIE, i55 dodingen en Werkzaamheden eenigen lof zullen vvegdraagen, wanneer alles in de fchaale der Orpartydigheid wordt opgcwoogen. In het erkennen, dat 'er Gebreken, om Herftelling roepende, fchoon door deezen grooter en menigvuldigcr dan door anderen voorgefteld, in ons" Staatsbeftuur plaats hadden, was men het van wederzyden ééns; doch men verfchilde hemelsbreedte in de opgave der Oorzaaken , waar uit ze ontitonden, en gevolglyk ook in de voordrage en bewerkitelling der Middelen, om ze te weeren. Hier werkte een onderfcheiden Inzigt, en een daar cp gegrond verfchillend Oor deel. Welk een en ander, behoudens dc beste en Vaderlandlievcndfle bedoelingen, kan plaats grypen. —— Dan, wie der Menfchen aart, en de kragt der dikwerf aangevuurde Hanstogten kennende, zal ziet; verwonderen, dat men, in de volvoering, het pad der Bedaardheid, in gereezene Volks gefchillen, zomoeilyk, omniet te zeggen onmogelyk te houden bezyden tradt, en, zc var „ de onderfcheide wyze van zien, cn van het be * fchnuwen der Middelen tot welzyn van het Vader l', land, die de verdeelde Partyen, in alle Tyden e " alle Landen van eikanderen onderfcheidt. ; Gee van beide de Partyen ontbeeren noch die ede: moedige Gevoelens, noch de uit die Gcvoeler voorspruitende Werkzaamheden, die eene Natie z , veel eers en klisters byzetten." Voor 't /aar 17S; tl. 5874. vergcleeken met bl. 6067. Wy mogen '1 byvoegen Staatsperfoonen, Kerkleeraars van cndei fcheide Gezindheden , en Burgers van zeer verfchi lende omftandigheden, onder beide de Partyen gekei te hebben, en nog te kennen, omtrent welken wy < fcetwiging deczs* Schryvcrs de opze maaken, XXXIX. BOEK. I I 1 rt s O r 1d ic  155 VADERLANDSCHE XXXÏ X. BOEK. .787. ] 1 < 1 i { \ Schikking vat] dit ge- i\ d;-elte der Ocrchiedc- Z ■isfc. ri 'l ¥ a ï'! k van den eenen als van den anderen kant, afdwaalde. Wy ftelien deeze bedenkingen , die breeder uittevverken dc aart van ons Gefchiedkundig Werk verbiedc, ter neder, als algemeene Waarheden, welker herinnering vaak te dade zal komen, onder het leezen onzer Vaderlandfche Historie, en welker toepaslliig, op byzondere Gevallen en Perfoonen, wy best ovei laaten aan hun , die, in ©nzcn arbeid, eer een Verhaal, dan eene Beoordeeling van het gebeurde zoeken. ■ Kan dit oorzaak geeven, dat ons Werk geen der driftigen en heethoofdigen van beide de Partyen voldoet, (en wie is onkundig, dat 'er onder beiden van deezen ftempel niet weinigen gevonden worden?) het zal ms aangenaam weezen, wanneer onzydige Beoordeelaars, 't zelve met hunne goedkeuïng verwaardigen. — Door zulk een voorïitzigt bemoedigd, neemen wy de pen op »ra Gebeurtenisfen te befchryven, voor een ;edeelte van dien aart, dat onze Vaderland* bhe Gefchienenis, hoe ryk anders in wis. dbeurtige Lotgevallen, daar van geen vooreelden opleevert, Eigenaartig zullen wy eerst het oog vesgen op zodanige Byzonderheden, die ge2gd mogen worden van eenen meer algeleenen aart te zyn, en op den Staat f in groot befchouwJ, te werken; om ver-* olgens af te daalen tot elk Gewest niet leen; maar tot enkele Steden en Plaatzen 1 dezelve. Immers was de toedragt der zaasn zodanig, dat zonder eene zo gedeeltly- ko  H I S T O R I E. i57 kè befchryving, het geheel zeer gebrekkig f n onvolkomen zou weezen. Veroorzaakt zulks eene Breedfpraakigbeid, en de. tafhaalde voorftelling van foortgelyke Tafereelen , wy zullen ons, zo veel mogelyk, voor eigenlyk gezegde LatigwyUgheid wagten; tervvyl wy in de Tafereelen, die foortgelyk mogen heetcn , verfcheidenheids genoeg zullen ontmoeten, afhangende van de Plaats, die ten tooneele ilrekt, waar op onderfchcidene Perfoonen , van zeer verfchiilende Characters, die zieh in dusdanige omfhndigheden? meer en meer ontwikkelen, hunne rollen fpeelcn. Te meermaalen hebben Wy het niet ongepast geoordeeld iets te vermelden van dc tJitfchryving des Algemeenen Dank- Vasten Bededags, om daar uit het heerfchend denkbeeld der Landsbeftuurderen,- over den toedand des Vaderlands, eenigzins op te maaken. In de Uitfehryvmg deezes Jaars erkenden zy. „ Tot nog toe zyn wy in het j, genot van den Vrede met maguge Na„ buuren ongemoeid gelaaten, en door de „ heilzaame vfögten van eene Verdeedigen., de Alliantie , [te weeten met Frankryk,'] ", beveiligd gebleeven. De inwendige ' Beroeringen, die de Fundamenten van ... het Staatsgebouw doen fchudden en daH veren, en hier en daar treurige Toonee! len geopend hadden, hebben egter nog niet gehad alle die vrceslyke uitwerkzels, welke, zo God Almagtig het niet ge„ nadig hadt verhoedt, daarvan te dugtesi „ waren.'' Terwyl zy over die, en " an. XXXIX. boek» 1787, Hoe's Lands tocftand, in de' Uitfchryving va;l den DankVast- en Bededag, werdvoorgedraagsiv,  153 VADERLANDSCHE XXXIX. 3 o e k. Hoe de Raad van Staaten over de Petitiënfpraki ] i \ \ < 1 e ( \ andefe * onverdiende Gnnstbewyzen $ denLandzaat tot Dankbaarheid opwekken , geeven zy hunne bekommerdheid ce kennen, „ dat dezelve ons niet aanhoudend kunnen i, bybly ven • byaldien de inwendige Verdeeld„ heden vcortduuren , de Tweedragt blyven j,' aanflooken, de betaamelyke Herftelling „ van het gebrekkige en verkeerde geduu- rig verhinderen, de getrouwe en yverige „ poogingen tot Bewaaring en Bevestiging 5, van 's Lands gezegende Conftitutie, Vry* „ heid en Voorregten , gefladig belemme» 5, ren^ en aldus onze eigene ingewanden verteerendc, den totaalen ondergang van i, dit Gemeenebest, dat door Eendragt be- ftaan moet, ottvermydelyk naa zich flee„ pen." Donker Zagen Zy dit jaar in, en hier toe hadden zy alle reden. Geen helderder dag blonk aan in den Brief des Raads van Staa:en, tot geleide van den buitcngewoonen Staat van Oorlog, daar de Gewoone, even ds in den voorieeden Jaare, ageer bleef, im welken in te leeveren door de Hooge Bondgenooten veele zwaarigheden vooraf noesten worden weggeruimd, en onder an* lerefl vastgefteld, of Zeeland, by aanhoulenheid, zou blyven genot trekken van het douceur, alleen voor een bepaalden en reeds 'erloopen tyd aan dat Gewest toegeftaan; n of Staaten van Friesland gedüürig zouden unnen volftaan , met te blyven afwyzcn en goed gedeelte der Krygsmagt, by den jewoonen Staat van Oorlog op rekening an dat Gewest gefteld, met welker betaa» linff  HISTORIÉ. 159 ling de Gencraliteits Kas, fchoon daar toe niet gefchikt, nu reeds, zedert meer dan drie Jaarcn, was bezwaard. Terwyl die Zelfde Kas, door ongewoone Uitgaven, ter betaalinge van agterftallen, van verfcheidenerlei aart, eeniger Gewesten, zich in een üitgcputter ftaat bevondt, dan dezelve, geduurende een derde deel van eene Eeuw was geweest. Uit hoofde dier agterblyving zou ook het gieten van 't noodige Gefchut moeten worden geftaakt; als mede het vernieuwen en herftellen veeier Fortificatiën, Cafernen, Hospitaalen, Artillerie Magazynen , waar op zommige Bondgenooten, met zeer veel reden aandrongen, ongedaan bly ven. De Brief, door de Algemeene Staaten, tot geleide van deezen Buitengewoonen Staat van Oorlog aan de byzondere Gewesten gezonden, drong dit alles nader aan. Zy oordeelden aan hunnen pligt te zullen tel kort doen, indien zy die Provinciën, welke Zich tot nog onttrokken aan de Betaaling der ligte Troepen, by den gedreigden Oorlog aangenomen, en aan de Voldoening der fomme, die de Staat hadt moeten uitlooven, tot het verkrygen van den Vrede, niet ten fterkften aanmaanden om daar in het minne, nevens de Bondgenooten, toe te brengen. Uit welk een oogpunt zy HoU land befchouwden, zullen wy best met hunne eigene woorden voordellen. ,, Als de 5, zaak met een onpartydig oog wordt ingezien, kan men niet dan de hoogfte dankbaarheid verfchuldigd zyn aan die Pro- „ vin- XXXIX. BOEK. bordeel der Mgemeene Staaten, en ïoezy Hol. 'and behouwden:en aanzien ier Petiti:n.  iSoVADERLANDSCHE xxxix. 3 0 E K. ! J » „ vincie, die, röen de Staat door een werk* 5, lyken aanmarsch van een Leger, waar h onder een gedugt aantal ligte en irreguliere Troepen was, gedreigd is gewórden „ met een vyandlyken , aanval, zich in de „ bresl'e heeft willen dellen, en het uiter„ de effort doen, om ook nieuwe en ligi, te Corpfen op te rigten, zonder te wag„ ten na de Confenten van alle de Provin„ cien 5 en die, wanneer zich de hoop heefc „ opgedaan, om toe een Vrede te geraa„ ken, zonder de Confenten af te wagten , „ de hand heeft geleend om zodanige fom, me uit te . looven, als yereischt "werden '4 °w dat heilzaam oogmerk te bevorderen. , Het zou onredclyk zyn den last van 't , een en ander alleen op die Provincie te , fchuiven, daar alk de Provinciën te za, men, en dus 't geheeïe Bondgenóotfchap,, daar van de vrugt en het voordeel heb, ben genoDcen. Op welken grond wy , vertrouwen, dat de gemelde Provinciën,• , naa rype overweeging, zich zullen laaten , beweegen, om in de Betaaling der ligte , Troepen, en van de Intresten en van het , Capitaal van de fomme by het Definitief , Tractaat uitgeloofd, niet"alleen te con, fenteeren, maar ook haare Quote daar , in te berde brengen- Zonder aan , ons verlangen hier omtrent te voldoen, , zal hetzelve een Twistappel worden ,> , waar van de gevolgen niet genoeg te» , dugten zyn. „ Wy hoopen," vervolgen zy, „ met , den Raad, dat de Bondgenooten dit alle* ?, eea-  HISTORIE, ïM E eenmaal behoorlyk zullen overweegen, i? en, by tyds $ zullen prevenieeren de rui•„ neufe gevolgen, die uit zodanig eene opj, houding van Confenten en Fournisfemen- ten zullen refulteeren; maar als wy nog j,, aan 't weinige effect van alle voorgaande ■„ Reprefentatien gedenken, zyn wy veel „ eerder in groote bekommering en vrees, jj dat, zo de Vaderlandliefde geen grooter „ effecten voortbrengt, dan ze tot nog toé •ji gedaan heeft, de Defenfie van het Land nog zo fpoedig niet naar behooren be5, zorgdj de Lasten van het, Bondgenoot„ fchap nog zo ras niet egaal en volvaar,$ dig gedraagen, en deszelfs Schulden nog „ zo fpoedig niet betaald zullen worden; „ zo dat wy ons met het aangenaam en ?, heilzaam voofuitzigt van den Raad nog », niet durven vleijen; niet te min is , mee „ hun, onze hartgrondige wensch, dat de j, harten van alle Bondgenooten. vereem'gd mogen worden; om,met agterflelling van „ alle particuliere inzigten en belangen, 3, het oog voornaamlyk te vestigen op 'c 3, behoud van het gemecne Vaderland, en „ maintien van de Unie, die nu ruim twee „ honderd Jaarcn gelukkiglyk heeft gefubj, fifteerd (*).'' Welhaast bleek dé gegrondheid, dat de vrees by hun Hoog Mog. de overhand hadt öp de hoop. Immers Staaten van Holland vonden geraaden om hunne Toeflemming in den i (*) Refol. Gen. 29. Dcc. 1786. N, Neder!, jaarb, HS6. bl. 1551—1562, XIV. DEEL. L XXXlX: 3 O E KS? Holland teeft Toétcramingof ]5ctaa~ ing, ondet jedïng.  i6z VADERLANDSCHE xxxix. BOEK. I787. Gelderlandsfchryven daar over aan Holland. (») Refol, van Holl, 9. JVley 17S7. den Gcvvooncii Staat van Oorlog, gefchikt^ dewyl men geen Nieuwen maakte, op den voet van die des Jaars mdcclxxxv, te hegten aan dien mits, dat het Hollandsch Krygsvolk, in Gelderland liggende, binnen den tyd van ééne Heerenmaand,na 't Grondgebied .van de Generaliteit zoude moeten trekken , of dat zy, by ontltentenis hier van, met de Betaaling van dezelve zouden ophouden (*). Dit Staatsbefluit trof Staaten van Gelder-' land geweldig. Zy konden zich geen redenlyk voorwendzel verbeelden, waar mede 't zelve , behoudens de gronden der' Unie, zou kunnen worden goedgemaakt, veel wciniger, dat het zou kunnen gekleurd worden met de betuigde begeerte van hun Ed. Gr. Mogenden om juist die Troepen te hunner Betaaünge ftaande, en zich in Gelderland bevindende, in dc Generaliteit geplaatst te Zien, daar zy zulk een aanmerkelyk en buitengewoon aantal Krygsvolk in Holland voor handen hadden; zeer weinig moeite zou het kosten, indien zy geneegen waren de Generaliteit van meer Krygsvolk te voorzien, te bewerken dat een goed gedeelte daar van derwaards gezonden wierd* Liefst," betuigden zy, ,, zich te zullen onthouden van, ten deezen opzigte, verdere aanmerkingen te maaien; maar 5, verzogten zy vriendnabuurlyk, htm Ed. „ Groot Mog. in bedaarde en onbevoor- oor»  ii ï S T O R I È; ic*3 $ oordeelde overweeging te neemen, hoe $; het tog mogelyk zou weezen, dat deeze % en foortgelyke onderneemingen met het ;, beitaan der Unie, op den duur, zouden kunnen gepaard gaan, en of hun Ed. ,j Gr. Mogenden, höe zeer ook in vermo3, gen boven derzelver Medebondgenooten „ fupcrieur zynde, niet zelve daat van ten j, eenigen tyde, de funeste gevolgen zouden „ moeten ondervinden.*' —— Zy hielden aan dm die zaak niet ten uitvoer te brengen; maar alle aanleidende oorzaaken j waar' door het Vertrouwen, en de Verftandhouding tusfehen de Bondgenooten nog verder verwyderd zou kunnen worden, te willen vermydeni Staaten van Gelderland hadden, ïen zelfden tyde, als zy den Brief, het bovengemelde inhoudende, aan die van Hollana zonden, nevens denzelven 'er een aan de Algemeene Staateü afgevaardigd, waar in zj zich beklaagen over deezen vreemden et willekeurigen ftap der Staaten van Holland. betuigende, zich, uit hoofde van denzei ven^ genoodzaakt gevonden te hebben, otr het gecombineerde Collegie huns Gewests, te volmagtigen om intusfehen geen Betaa Iing op eenige geconcludeerde Zee.petiticn, öf andere Fondfen, te doen. Zy twyfeler geen oogenblik of hun Hoog Mögender zouden het Hollandsch Staatsbefluit, uil het zelfde oogpunt, alszy, befchouwen, er nevens hun begrypen de hadeelige gevolgen, welke daar Uit, niet alleen voor' hei Krygsvolk van den Staat; maar ook voos Lp, it XXXIX. boek; 1787. Als mtdè aan de Bondgenootun. i  ■i6"4 V A D E R L A ND S C M E xxxix. , Boek. 1787. ! < 3 c f < % y 3. s: 3 3] 3: 3: 3'. 3: i: T, 31 3; 35 33 33 ») 53 33 33 73 ie ganfche zaak van het Genootfchap aagten waren^ ingevalle daar omtrent, zo ie Staaten van"'Holland onverhoopt by hun 'oorneenien mogten volharden, geene ge- )aste voorziening werd gedaan. Met sen volkomen vertrouwen op der Hoog Zogenden aanhoudende zorg en yver, om »p de best mogeiyke wyze, alle verwarrin;en, welke van dag tot dag zo ongelukkig ermenigvuldigden, voor te komen, of te herleliën, verzogtcn zy hun Hoog Mogenden, >m, indien Staaten van Holland van derzeler oogmerk niet te rug te brengen waren , den Raad van Staaten te willen authorifeeren, om als dan, by Leening, in re« , kening van welgemelde Provincie van , Holland, welke zich hier door van een i der allernoodzaaklyklïe pligzen,-via facti, en zonder de minde reden, zouden onttrekken kunnen, te voorzien , en de be* noodigde Penningen uit de Generaliteits Kas voor te fchieten , en, zo daar toe geene «enoegzaame voorraad van Penningen mogt voor handen zyn, of dezelveniet zouden kunnen gefourneerd worden , als dan welgemelde Raad te authorifeeren om door eene convenabele fomme wederom , voor rekening van de Provincie van Holland, te negocieeren. — Wanneer wy reilec' teeren het geen, met onze bewilliging, en die van andere Bondgenooten, reeds zeden: cenigen tyd, ten aanzien der Militie, waar mede de Provincie van Friesland heeft geoordeeld te hoog bezwaard te weezen, en in deezen laatden tyd, „ met  HISTORIE. 'i6§ jj£ friet opzigt tot de twee Compagnien „ 7-witzers, welke op de ongelukkige Pro„ vincie van Utrecht zyn gerepartitieerd, tot voorkoming van het verloop der Mi„ litie, is in het werk gefield, mogen wy ons bülyk flatteeren, dat U Hoog Mog'. „ ook ten deezen opzigte, geene zwaarig„ heid zullen maaken, om dit temporair „ Expediënt medé ten deezen opzigte by de hand te neemen." Staaten van Holland bleeven, niet tegenftaande het fchryven der Gelderfchen, by het genomen Befluit, en lieten hun Brief onbeantwoord. In de Vergadering van hun Hoog Mog. werd hun Brief door Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overysfèl, en Stad en Lande overgenomen (*). De Bevelhebbers over het Hollandsch Krygsvolk, zich in Gelderland bevindende, deeden hun Ed. Gr. Mog. weeten, aldaar zonder vrugt Patenten verzogt te hebben, om, volgens het genomen Staatsbefluit, van daar te vertrekken; als mede dat hun, van wegen Staaten van Gelderland',- was toegezegd, dat dit Krygsvolk, by voorraad , voor ééne maand, in derzelver Soldy zou geno* men worden (f). Eene Petitie tot de Zeemagt door den Raad van Staaten, ter fomme van 4564940 Guldens, ingediend, zonden de Algemeene Staa- (*) Refol. van Hol!. 9 Mey. Refcl. Gen. 11. en ï<5, Mey 1787. (f) N. Neder/. Jaarb. 1786. bl, 8-64, 865. 93$» en 1284. L 3 XXXIX.' BOEK.' 178.7. Staatenvan Ho/land blyven by hun Befluit. De Bevelhebbersvan het Hollandsch Krygsvolk. in Gelderland opgehouden. Petitie tot de Zeemagt.  166 VADERLANDSCHE xxxix. boek. Moe Jammerlik het met de Betaling daar toe gefield was. Staaten aan de Bondgenooten, met aanmat ning van de Zeemagt, zedert weinig Jaar ren cenigzins opgebeurd (*), in ilaat te houden. Niet alleen moest 'er een goed getal Schepen van Oorlog gehouden worden in de Middellandfche-, in de Noordr en in de Oost-Zee, tot befcherming van den Koophandel, en tot veiligheid van den Staat; maar het was thans onvcrmydclyk eenige Schepen te zenden na de Oost- en IVestIndiens wilde men de Bezittingen in die Gewesten, niet verwaarloozen, om niet te fpreeken van de Verbintenisfen, waar in men, voor eenigen tyd, met het Hof van Frankryk was getreeden. „ Maar," dit zyn der Algemeene Staaten eigene woorden, die ons de gefleldheid der Betaaling tot dit hoogstnoodzaaklyk deel van 's Lands Magr, op het nadruklykst en onbewimpelst, voor 't oog brengen, „ wy ,, zouden te kort doen aan 't geen wy aan „ het Bondgenootschap, en aan ons zelfs, „ verfchuldigd zyn, indien wy, by deeze „ gelegenheid, aan de Bondgenooten niet y te kennen gaven onze regtmaange vrees en bekommering, over dc weinige vrugt „ en uitwerking, die wy van deeze nieu* „ we Petitie te gemoet zien. VVanneer wy ^ nagezien hebben, wat 'e? gevolgd is op „ de Petitiën tot de Extraordinaris Equis, pagien voor de Ja&ren mdcclxxxv en 3, MDCCLXXXVt (*) Om den ftsat der toenmaaÜge Zeemagt'«enig? zins te kennen, wyzen wy ensc Lcezers tc rugge, tpt kl. 68. hier koven.  HISTORIE. 167 „ siDCCLXXXVi hebben wy, tot ons leed„ weezen,gevonden,dat inde eerdePetitie, 1 „ voor mdcclxxxv, buiten de Provin-• S3 cien van Holland, Zeeland en Friesland, ,-, (en de twee laatile nog met zekere Re, drictien,) niemand van de Provinciën ee9, uig Confent daarin heeft gedraagen, ge„ lyk in de tweede fuppletoire Petitie voor „ dat Jaar, niemand dan Holland en Zee* „ land, (en de laatfte nog met zekere Re„ drictien,) en in de Petitie voor mocclxxxvi voldrckt niemand, buiten dc Provincie „ van Holland, eenig Confent daar in heefï gedraagen , veel min daar in iets ten , Comptoire Generaal van de Unie heeft „ betaald; zo dat de Provincie van Hols, land genoegzaam alleen den last der Ex„ traordinaire Kquipagies, geduurende die „ twee jaaren, heeft gedraagen. „ Twee nieuwe Maximes, zedert eeni„ gen tyd geïntroduceerd', fchynen aaniei„ ding tot een Rclacemcnt in deezen te heb„ ben gegeeven, Voor eerst de Sustenue „ van eene onbepaalde Vryheid van Con ■ 5, [enten, zodanig, dat aan een ieder der ,, Provinciën vrydaat, wanneer eene Peti„ tie tot de allernoodigile zaaken, waar van 'sLands behoud of welzyn afhangen, s, gedaan wordt, daar in te confenteeren, of 3, niet, zonder reden daar vnn te geeven. st Eene Sustenue zo zeer llrydig tegen den ,, aart van alle Sociëteiten , dat niet veej „ redeneering noodig is, om de ablurditeit „ daar van te toonen. Wel is waar, dac j, een Lid van eene Sociëteit, onvermogend L 4 H zyn> XXXIX. 1 o e k. 1787. Welke ivraakbaare Grondregels men volgde in die opbrenging.  168 VADERLANDSCHE xxxix. boek; i?Sf. ; 5 1 3 3 3 3 3 »: 3 3! 3: 3' j; 3! 3! 31 33 35 33 33 33 33 33. 33 V 33 33 u „ zynde, het regt heeft zich te bezwaa* „ ren, en aan 'te toonen, dat het, naar „ evenredigheid van andere Leden, niet , meer in (laat is zo veel tot het gemeen , beftaan te contribueeren, als het te voo, ren gedaan heeft; maar eenvoudig allen , Confent m te houden, geen reden daar , van te geeven, en zich in vryheid te , dellen om niets te contribueeren, is on, bedaanhaar met de natuur van eene wel* , geregelde Maatfchappye. „ Eene andere Maxime, niet min gevaar, lyk, zedert eenigen tyd opgekomen, en waar van wy nooit vóór deezen gehoord , hebben, is, dat wanneer zelfs het Cbn» fent van eene Provincie is ingebragc, , de Provincie, die geconfenteerel heeft,' , niet gehouden is daar op iets te betaaJen, vóór dat de Petitie geconcludeerd is. Eene dclling, die, zo dezelve by continuatie blyft voortduwen, alles in onzekerheid en op losfe febroeven zal dellen; dewyl het aan zeer weinig Petitiën tot nog gelukt is met eenpaarigheid geconcludeerd te worden. „ De Gecommitteerden uit de Collegien ter Admiraliteit het effect van deeze nieuw ingevoerde begrippen gevoelende, hebben, by hunne Memorie, zich zodanig uit. gedrukt, dat zy oordeelen, dat de dienst van de Marine welhaast als eene Provinciaale Equipagie zou kunnen worden geconfidereerd. Eene zaak waar van wy de gevolgen ten hoogden apprehen* deeren, en die wy niet anders kunnen » 3,3 aaq-  HISTORIE. ^9 aanzien dan ten uitêrftèh nadeelig voor „ het Bondgenootfchap, en flrckkende niet alleen tot losmaaking; maar tot een gan„ fche verbreeking der Unie (*)." By deeze Gefchillen , grootendeel's van eene vroegere Jaartekening, doch welke met den tyd meer en meer toenamen, was, gelyk onze Gefchiedenis van den voofleedcn Jaare vermeld heeft, de Burgeroorlog op uec punt van uit te barsten. Om dit te voorkomen ontbrak het niet aan binnen- cn buitenlandfche Onderhandelingen van welken wy het voegelyk oordeelen eenig verflag te geeven, eer wy overgaan tot de Krygsbedryven in 't hart des Lands gevoerd. Wat de binnenlandfche Onderhandelingen van eenen meer algemeenen aart, dan die ter Bevrediging der Gefchillen in een byzonder Gewest betroffen, aanbelangt, verdient boven al onze aandagt een Brief in Bloeimaand, door den Raad van Staaten aan hun Ed. Groot Mogenden gezonden, inhoudende, dat zy ten uiterflen aangedaan waren over den akeligen toeftand van het Vaderland, en verder een Voorflag om eene Onderhandeling te houden tusfchen Holland aan de eene», en Gelderland cn Utrecht aan de andere zyde; dat de Staaten van Utrecht zouden belooven, de Stad Utrecht (*) Refol. Oen. 4. Jan, 1786. Refol. van Hpll. 12. Jan. 1786. Men vergelyke hiermede de nadrukJyke taal door Staaten van Holland gevoerd in der* Jaare 17§1. 7,\z onze Vaderl. H':st. X. D. bl. 16. L 5 BOE K. I787. Wat men te werk ftclc om een Burgeroorlog ts voorkomen. Voordel eener 0;iderhandelinge door den Raad van Staaten.  ïfo VADERLAND SC HE XXXIX, ROEK. 1787. Hoe men daar aan het oor i.eeflie. ] recht niet te zullen aanvallen of benaau* wen, en alle de Troepen van Gelderland, en zo veel meer als zy konden misfen, uit de Provincie van Utrecht zouden doen gaan; dat Holland daar en tegen, deszelfs Krygsvolk uit de- Stad, en de Auxiliairen uit de Provincie mogt te rug trekken. Met bygevoegd verzoek, om de zaak niet buiten haar geheel te brengen, en de Onderhandelingen een goed gevolg te doen hebben, dat de raadpleegingen over het vervullen der gcfufpendeerde Officiers plaatzen (*) op morgen, opgefchort mogten worden. De Ridderfchap, Delft, Brielle, Hoorn, Enkhuizen en Medemblik Hemden terftond in den Voorflag des Raads van Staaten. Dordrecht en de verdere nevens die Stad eensdenkende Steden, en dus de meerderheid, verklaarden, den Voorflag wel te willen hooren , en mitsdien de Aanftelling der Of» ficieren, vooreenen zeer korten tyd, uit te ftellen, in verwagting, dat die Onderhandelingen ten fpoedigften zouden gehouden worden. Dc Steden Haarlem, Leyden en Am f er dam hjelden aan zich, om, indien deeze zaak op de lange baan mogt gefchooven worden, het Befluit tot het aanftellen der Officieren, weder in «te roepen. Het Perlbneel Befogne werd tot het waarneemen dier Onderhandclinge benoemd (f). Hoe (*) Wegens dit vervullen der OiTieiei s piaatzen ZUicn wy vervolgens brecdcr fprecken. (f) Rejol. van HeU. 18. Mey 1787.  HISTORIE, r?i Hoe zeer eenigen in Holland deeze voorgeftelde Onderhandeling, als een hoogst heilzaam redmiddel, in den benarden ftaat der zaaken, aanzagen, en !er toe neigden, keurden anderen het ten uiterften af. Veele Nieuwspapieren, des gewaagende, voeren fterk uit tegen 't geen zy eene Stilpand van Wapenen noemden, door den Raad van Staaten voorgeftcld, om het werk fleependc te houden, waar aan men geen gehoor moest kenen; maar doortasten. Dat, hoe zeer deeze flap van hun Ed. Gr. Mog. eene verregaande goedheid, cn overvloedige voorzorg tegen het ftorten van Burgerbloed te kennen gaf, men egtcr verwagtte, dat zy zich , door uitgeftrekte On* derhandelingen, niet zouden laaten in flaap wiegen; maar, zo ras men van den anderen kant, door fpreekende daaden, het terug trekken des Krygsvolks, als anderzins, niet blykbaartoonde, den Vrede te zoeken, de Onderhandelinge zou afbreeken, en met kragt te werk gaan. Niet ongelyk hier aan was een Raadflag. ten deezen tyde door dc Stad Schoonhoven ter Staatsvergederingc ingediend. ,, Zy kon„ den," gelyk zy fpraaken, „ zich van deeze Conferemien weinig fucces voordellen, cn maar alleen aanmerken, als tc „ zyn geëxcogitcerd om tyd te winnen; ter ,, einde daar naa de zulken, die voor de Reg ten en Vryhcid des Volks in de bresfe ftön „ den, gcdugterflsg toe te brer gen (*)." Pi &) liefai, van 27, Mey tyifi XXXIX, li O E K, ï787. yerfeKillend in Ilofar.ti beoordeeld '2?aadfiag der Stad Schoonha* ven.  \7% VADERLANDSC HE xxxix. koek. 1787. Verzoekfchrift der Geconftituecrderj te Leyden en te ^mj}etdam daar Krgen. 1 1 | % c e d d 95 51 ?! 3J '> 3» » 99 De Geconftitueerden uit de Burgers der Stad Ley4fn wenden zich met een Verzoekfchrift tot hun Ed, Gr. Mog., betuigende aangedaan te zyn over den toe„ ftand der Republiek, byzonder ia Gelder„ land en Utrecht, en te vreezen, dat het „ aanbod van Mediatie van den Raad van „ Staaten alleen ftrekte om tyd te winnen; „ met verzoek, dat hun Ed. Gr. Mog. zich „ daar toe niet zouden inlaaten, dan onder „ beding, dat de maatregelen tot Defenfie „ zouden worden voortgezet, en die Con, ferenrien van korten duur mogten zyn, , voorts goed en bloed tot Adfiftentie hu» , Ed. Gr. Mog. aanbiedende." —— Dit \dres, fchoon de Ridders, behalvcn de rdeer van Starrenburg, het wilden er zyde gelegd hebben , werd door de Meerderheid in handen der Leden gefield. —• '0 ging men ook te werk met'een Veroekfehrift der Geconftitueerden te Jmfler-'am, die, by het te verdaan geeven van e bekommerdheid der Burgery, wegens ene langwyiige Bemiddeling,, ingcrigt om en tyd te rekken, waar door de Koophanel veel nadcels leedt, verzogten, „ dat hun Ed. Gr. Mog. mogten goedvinden, in hoogstderzelver hartlyk en heilzaam Syflema tot handhaaving van het Verbond der Unie, byzonderlyk met uitzigt tot de Befcherming van onderdrukte Bondgenoo ten, daar by beloofd, op het kragtigfte voort te werken; dat Hoogstdezelve deeze Provincie meer en meer mogten in ftaat ftellen tot noodige Verdeedigirg; maa?  Historie. *73 4, maar ook$ om in geval vari nood, zo wel 5, door de Militie als door de Gewapende j, Burger-corpfen, onze verdrukte Bondge„ nooten kragtdaadigen Bylland te kunnen ,, verleeilen, en zich in geene Bemiddeling j, in te laaten, dan op zulke vastgeftclde j, Preliminaire Artykelen, waar door de Stad „ Utrecht daadlyk tegen dien geweldigen „ aanval der Militairen volkomen kon be„ veiligd zyn en blyven." Twaalf honderd en negentien Burgers van Haarlem, waar onder veelen van de Aanzienlykden en Gegoedden, als mede onder het Regtsgcbied dier Stad woonagug, tekenden een Adres aan hun Ed. Gr. Mog. Waar irt zy betuigden, niet te kunnen „ ontveinzen, dat de gemanifesteerde denkj, wyze onzer Wederpartyen, welke thans* om hun fnoode Héersehzügt te bevorde,, ren, de gehecle Republiek op den rand 3, des verderfs bragten, geen het minde vooruitzigt op eert goeden uitflag overj, liet, en dat mitsdien terdond by hun ee< „ ne gegronde vrees gereezen was, dat de ,, Conferentie, thans door den Raad van „ Staaten aan hun Ed. Gr. Mog. voorge„ flaagen, indien dezelve zou ftfekken om „ eenigzins de heognoodige maatregelen tot j} onderlinge Defcnfie en Protectie onzer „ verdrukte Landgenooten te vertraagen, „ nergens anders op zouden uitloopen, dan „ op het nadeel Van de gemeene Zaak, de ,* verflaauwing van den Yver der Welmee„ nertden, en verdoovinge vau den moed „ der drydbaaren in den Lande. Zy wa* XXXIX. BOEK* I787. Adres vSri 1219 Burgers uit Haarlem,  ifa VADERLANDSCHE t O E K. . 1787. ! i I ( , waren verre af van het denkbeeld, da't , hun Ed. Gr. Mog. in zodanige Hande, lingén iets zouden toegeeven* dat tie , Burgerlyke Vryheid of het Algemeen Be, lang zou kunnen fchaaden 5 daaf een vol„ komen vertrouwen op het doorzigt van i, hun Ed. Gr. Mogenden van zich niet 1, door eenigcrhande voorwendzelen vari ., derzelver cordaate en Vaderlandlievende , Befluiten te laöten aftrekken , hun allé , vrees benam, en te ecuemaale gerustdel- , de. > Ja, zy hielden zich daar eri i, boven verzekerd, dat deeze Conferentie, „ uit hoofde van de bekende Sentimenten , der Tegenpartyen, fchielyk geheel vrugt,, loos zou afloopen; doch zy vreesden, en „ de ondervinding gaf hUn rede tot deeze „ vrees, dat men telkens foortgelyke zou „ tragten te herhaalen, uit te rekken, en, i, door het doen van onaanneemelyke Voor„ llaagen, alle de maatregelen' van hun Ed. „ Gr. Mog. te dilaijeeren, en zo veel mogei, lyk buiten effect te dellen. — Zy moes„ ten, met het hartgrondigst leedweezeu, , betuigen j dat het Gedrag van de Meer, derheid der Staaten van Gelderland en , Utrecht niet dan al te veel doffe gaf „ aan de Natie, om aan dezelve allen ver, trouwen te weigeren." — Dit in 't breele ontvouwd, en de Onzydigheid van den laad van Staaten, die zich als Bemiddeaar hadt aangeboden, wel zeer in twyfel getrokken hebbende , gaven hun duchten e verdaan, dat het Plan der Gelderfche in Utrecktfche Staatsleden, 'c geen zy fi een  H I S t O R ï E* 17$ # een Plan van gewelddaadige Overhcer„ fching en Vyandlyk Geweld" noemden, zich ook daadlyk tot dit Gewest zou uittrekken , en twyfelden niet vast te dellen, j, dat een cordaat doofdaan in deezen nood *, het éénigst middel van Redding voor \ lieve Vaderland kon zyn. Waarom zy 3, de vryheid namen aan hun Ed. Gr. Mog. „ op het 'eerbiedigde en tevens ernftigfte „ te verzoeken, tot geene Onderhandelin- gen toe te treeden , dan op zulke Grond* ïlagen , en onder zodanige Precautien, „ dat men een waarlyk goeden uitfiag van 5} dezelve-zou kunnen verwagten. En dat deeze althans geen de minde Vertfaaging mogten veroorzaaken in de zo noodzaak„ lyke Middelen van Dcfenlle, en dat 'er „ allen fpoed en vooftgaug werd gemaakt met de Militie van deeze Provincie in „ daat te brengen f dat Ze tot weezenlyk 3, nut kon geëmploijeerd worden." Een Acres doof een aantal Burgers te Enkhinzen getekend, tot deeze Bemiddeling betfekkelyk, kwam ter tafel van Staaten van Holland, met bede, om, in deezen hoogen nood, in welken het loc der dierbaare Vryheid voor altoos donclc „ beflist te worden, by de Conferentien „ over de Gefchillen met de Meerderheid „ der Gelderfche Staaten, en eenige Staats- leden van Utrecht, tog alle middelen „ van Defenfle met byzonderen nadruk voort „ te zetten; ten einde de Braaven in den j, Lande, welken goed en bloed ten besten gaven voor de algemeene Volkszaak, en 3, dus XXXIX, BOEK. I786. 1 Adres alt Enkhuizen  \?6 VADERLANDSCHE XXXIX.' BOEK. I78?. Zeelands Voorflag. (*) Reföt, van tioll. 24. 26. en 30. Mey 1787, JV, JS'eJer/. Jaarb< 1787. bl. 956, 958. 1059. 1117. „ düs oók voor hun, welken ten deezen ,, opzigte nog eene onbegrypelyke onver5, fchilligheid fcheenen te voeden, geene ongelukkige Slachtoffers der Hecrschzugt „ mogten worden , byaldien zodanige ContH ferentien dooronaanneemelyke Voorvvaar- den infhïciueus werden gemaakt; waar voor de Na:ie door de conduites van Par,» tyen, niet weinig vrees werd ingeboe» „ zemd (*)." Middelerwyl gingen de Onderhandelingen voort. Staaten van Zeeland beüooton eenebuitengewoone Commisfie ter Vergadering van hun Hoog Mog. te benoemen, ,, met volle magc s, om alles te doen, 't geen in ftaat mogt zyn om de Provinciën tot derzelver pligt „ te brengen." De Heer van Cit- rERs, wegens Zeeland ter Algemeene Staatsvergadering 'afgevaardigd, deedc een roodtel, om aan de Officieren en Ge meenen in het Hollandsch Cordon, die de Bereden der Algemeene Staaten, boven die van Staaten van Holland, hadden gehoorzaamd ^ m daar door vreesden in ongelegenheid te ?ullen geraaken, of reeds in ongelegenheid gekomen waren, Patenten van wegen hun Hoog Mogenden te geeven, om, in dien jcvalle, met hunne onderhoorige Manfchappen ,zich terftond te begeeven op het Grondgebied van de Generaliteit, of van eene na-buurige Provincie. —— Dit Voorftel werd' by  HISTORIE* éfj by meerderheid van Memmen gefield in banden van Gecommitteerden tot de Militaire zaaken, en den Raad van Staatem Hier op floegen de laatstgemelden voor, dat de zaaken, in plaats van het voorgeftelde, meer gefchikt fcheenen tot Onderhandelingen ter -Vereffening der Gefchillen, waar omtrent Staaten van Gelderland en van Utrecht te Amersfoort vergaderd, hunne geneigdheid betoond hadden, en voegden 'er nevens * tot nadere opheldering van hunne metning, >, dat hun Hoog Mogenden daar toe* die van Utrecht behoorden te verzekeren en te guarandeeren, „ dat, geduurende die Conferentien , Stad „ en Steden van het Sticht niet zouden worden geattaqueerd of benaauwd; den „ Capitein Generaal te verzoeken van geej, ne Patenten te verleenen na gemelde Provineie; dat wyders alle de Militie, die^ binnen de laatfte twee maanden, in die „ Provincie gekomen was, van weerskant a ten te rug getrokken wierde,' voorts da e „ men de Stad "van Utrecht behoorde te „ permoveeren, om de Auxiliairen te laa,, ten vertrekken; dat Holland de Refolutie van zes October des voorleeden Jaars,waar by aan de S:ad Utrecht de Protectie van Holland was toegezegd, wederom introk; dewyl door de bovcngemel„ de verzekering cn Guafantic die Piotec* t, tie kwam te cesfeeren* en dat omtrent „ de gefufpendeerde Officieren, van weerskanten, alles in den flaat bleef, waarin het was." KlV. DEEL. BOEK. jNader_ Voorftel van den Raad vali Staaten.  178 VADERLANDSCHE XXXIX. i! dek. I787/ Gdastig den hy Hol /«^m/hellen bver om dien Voorflag grootendeelsaan te neemen. DitVerflag wektgroote opfpraak tegen van Zeebergh Alle de Gewesten namen deezen Voorflag over. Dezelve werd by hun Ed. Gr. Mog. vervolgens commisforiaal gemaakt aan het Perfooneel Befogne , om ten fpoedigften daar op bèrigt re geeven, fchoon de Ridderfchap, Delft, en eenige andere Steden, oordeelden, dat dezelve moest worden aangenomen. De Heeren van Starrenburg, de Gyzelaar, van Zeeberg», van Berckel, en de Kempenaar, aan welken deeze bemiddelende Voorflag ten onderzoek was in handen gefield, bragten een Voorflag uit, ftrekkende om de voorgedraagene Bemiddeling niet te verwerpen, „ maar de fchikkingen daar by „ beraamd, aan te neemen; doch te decli1, neeren de Surcheanche om Officieren in „ plaats van de gefufpendeerde aan te ftel,, len." De Dordrechtfche Penfionaris de Gyzelaar was by het vervaardigen van fit Verflag, door ongedeldheid, niet tegenwoordig. Men fchreef hetzelve aan den HaarlemCchen Penfionaris van Zeebergh toe, en deeze, fchoon alle de andere Heeren, gelyk men ftellig beweerde, 't zelve gezien en goedgekeurd hadden, moest den geheelen last des verwyts van de misnoegden, over dit inwilligen van iets 't geen tot Bemiddeling ftrekte, draagen. Hoe zeer voorheen als een Volksvriend gepreezen, werd hy thans voor een Arijlocraat met de haatlykfte bynaamen uitgemaakt, onwaardig gekeurd zyne post langer te bekleeden, terwyl men allen vertrouwen ftelde in zvnen "Me-  HISTORIE. 179 Mede - Penfionaris van de Kasteel e. De Burger-Sociëteit te Haarlem, waar men dagt, gelyk het ingediend Adres aan Staaten van Holland uitwees (_*); de BurgerSociëteiten in andere Steden mispreezen aeeze gedraaging ten fterkften. In de meeste Nieuwspapieren en andere uitkomende Gefchriften werd deeze neiging tot Bemiddeling aan den invloed van den fchranderen en welfpreekenden van Zeebergh toegefchreeven, en fielden bovenal dien Staatsdienaar, in een zeer haatlyk licht ff\ Afkeerig van alles wat naar Bemiddeling zweemde, helde (*) Zie hier boven bl. 173. (f) Onder deeze Papieren ftak de Politieke Kruyet uit, welke in No. 466. een Brief plaatfte uit Haarlem gcl'chreeven door een ^nti-ariflocraat, ten Geleide van eene Verdeed'iging doer den Penfionaris vaï. Zeeberoh in de V roedfchap dier Stad ingebragt, omtrent zyn gehouden Gedrag, in het uitbrengen vat. het befaamde Rapport, betrekkelyk tot eene te vooren gepreponeerde Medïatie van hun Hoog Mog. di Staaten heneraal. Dit ftuk als eclit opgedischt, er allen voorkomen daar van hebbende, werd met vee! greeügheids geleezen , en gaf ftoffe om de opfpraal tegen dien Puifionaris leevendig te houden , en te verHerken. Dan, fchoon hy , in d.- Haarlemfche Vroedfchap , by gelegenheid van de heevige uitvallen op hel gedagte Staats-Rapport, een mondeling Vertoog deedt om dezelve tc onderrigten van de waare gefchapenheid eener zo veel sjerugtsmaakende zaake, hadt h) 'er nooit iets van op 't papier gefteld. De Uitgeevers van de N. Nederl. Jaarb. die 't zelve hadden overgenomen, ontvingen, uit eene allerzekevft< hand, gelyk zy fchryven, waarfchynlyk uit de ham des Heeren van Zeebergh zelve, als alken ij ftaat om, met zo veel reden van wetenfehap en vol ftrekte verzekering, te fchryven, de onderrigting „ dat het Stuk uit de Politieke Kruyer overgenomen nimmer, 'tzy in't geheel, of gedeeltlyk, of eenig „ zins, met zyne kennis, of onder zyn cpzigt, wa M fl » Yer XXXIX. SOEK. I787. I l I  xxxiX. boek. Ponging van Man■Duillonhy zyne Hoogheid. ïSo VADERL A N D S C II E de men veel eer over om mee Awperdaüi flerker maatregelen te neemen, van welke wy vervolgens zullen fpreeken; tervvyl een Befluit van hun Hoog Mogenden, met eene Meerderheid van vier Hemmen, tegen dat van Holland omtrent het Krygsvolk rechtftreeks aangekant, deeze Bemiddeling afbrak (*). De Heer Mandrillon, by de Patriotten zeer gezien, en een Vriend van Frede. Rik Augustus* dezelfde dien wy reeds meer als Bemiddelaar aantroffen (f), met deezen eene Briefwisfeling aangevangen hebbende over 's Lands toeftand, en den dreigenden Burgerkryg, vervoegde zich te Zeist tot den Stadhouder, met eenen bemoedigenden Bricve van dien Prins, om zyne Hoogheid, by een mondgefprek, tot het doen van eenige Opofferingen, ter voorkominge van den n vervaardigd, als mede dat van hetzelve, of van de zaaken daar in vervat, geen febyn of voetftap in „ dc Refolutien van de Haarlemfche Vroedfchap ge- „ vonden werd. Gebrek aan aantekeningen no- „ pens de Mondelinge Voordragt, maakte het onmon gdyk om door eene vergelyking van het een met „ het ander, de weezenlyke verfchillen, die daar tus„ fchen plaats mogten hebben,aan te wyzen, terwyl „ ook , naa verloop van zo veel tyds, het geheu/en „ niet toeliet, omal hetzelve met de noodige juistheid „ te bepaalen." Zie dit alles omftanriig in de N. Nederl. Jaarb. 1787- bl. 1641. en 4357. Ondanks dit nader berigt de uit het geheugen zeker opgebelde zo genaamde Verdeediging betreffende, bleef ie groote zaak , die het misnoegen tegen den Heer ?an Zeebergh verwekt hadt, volmaakt dezelfde. (*) Rejol. Oen. 4. en to. Juny 1787. Refol. van Hol/. 9. Juny 1787. N. Nederl. Jaarb. 1787. bl, 1121. 118r. 1210. 1227. en 1339. (t; Zie onze Vader/, fitst, VIII. P, bl. io<5,  HISTORIE. i3i den Burgeroorlog, te beweegen; doch zyne voordellen vonden geen ingang (*). Buitenlandfche Mogenheden, de Hoven van Ferfailles, Londen en Berlyn hadden in den voorleeden Jaare eenige poogingen aangewend om den twist des Lands, waar 't mogelyk, te dooven (t> By het langs' hoe heftiger opblaaken wilden eenigen zich van deezer Tusfchenfpraak bedienen. De Franfche Afgezant de Verac, onlangs zich eenigen tyd te Amflerdam onthouden ; hebbende, werd, van wegen die Stad, iaZomermaand , by hun Ed, Gr. Mog. voor-' gelteld, om de Afgevaardigden ter Algemeene Staatsvergadering te gelasten, uit naam van Holland, voor te draagen om den Koning van Frankryk in te roepen tot vereffening der Gefchillen tusfchen de Gewesten, zonder daar door af te laaten van de maatregelen tot Verdeediging van Holland genomen. —>— Dit Voordel was waarfchynlyk een gevolg van den Voorflag, dien de Koning van Pruis/en aan. het Hof van Frnnkryk hadt laaten doen, om gezamenlyk werkzaam te zyn tot het bemiddelen van de hevige gefchillen in de Fereenigde Gewesten. —>— Alkmaar Hemde 'er terftond in toe. De Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Gouda, Rotterdam , Gornichem, Schiedam , Schoonhoven, Monnikendam en Purmerende naa ee- (*) Memoires pour fervir a PHiJloire 4e la RevoIntlon des Provinces Unies en 17S7. par Mr. ] h. Mandrillon p. 1—10. (*) Zk onze Vadwl. Trut. XI. D, bl. 3*7» M 3 XXXIX. 1! o ek. 1787. Voorflag van s/m(1 er dam Dm tie I!emiddeling,'an Frankryk in te •oepen, ;aat by Ooiland loor.  ï8ü vaderlandsche xxxix. boek. 1787. Verïïagdes. wegen ter Algemeene Staatsve, gjd.eri.ng. è eenige dagen beraads. De Ridderfchap met de overige Steden namen het over. Tot het inroepen'der Bemiddeling van Frankryk werd dus met meerderheid van twaalf Steden befiooten, en vastgefteld den Franfchen Gezant des kundfehap te geeven (*). Met welk een oog de Meerderheid van Holland, deeze Bemiddeling aanzag , zal ons best blyken uit den Voordragt deswegen gedaan ter Algemeene Staatsvergadering door de Afgevaardigden van dit Gewest^ zy betuigden, „ dat de Verdeeldheden on„ der de refpective Bondgenooten, thans „ tot die hoogte waren gereezen , dat tus„ fchen dezelven. zonder de vriendlyke Tus„ fchenkomst van iemand, die een Bond„ genoot van alle dezelve is, de heilzaame „ Eendragt niet zou kunnen worden her„ fteld; maar dat, in het tegenovergedelde >* geval, door eene verwydering der ge„ moederen, het te dugten was, dat mo„ gelyk wel binnen korten tyd, de weder„ zydfche Gefchdlen, zo al niet eene ge„ heele Scheuring der Unie ten gevolge „ zouden hebben, ten minden dezelve niet „ anders dan ten kosten van droomen Bloeds ,, zouden kunnen vereffend worden, terwyl „ men, door eene Inroeping en Mediatie, „ zyner Ailerchristlykde Majedeit, als Bond„ genoot der Republiek, onder den Zegen „ van God Almagtig, met grond, de heil,, zaamde gevolgen voor dit Gemeenebesc „ kon verwagten, daar Hoogstgedagte zyne „ Ma-  HISTORIE. 183 „ Majefteit, in den jongfte Oorlog met Engeland, zo wel als in de Gefcnillen mee zyne Majefteit zyne Welmeenenheid , voor deeze Republiek met uitneen.en" de bewyzen hadt gemanifesteert, en derhalven ook van eene Bemiddeling van " zyne Allerchristlykfte Majefteit, de éé[' nigfte Bondgenoot van de geheele Rtpu' bliek, de Continuatie van de zo zeer ge!' wenschte Unie mogt verwagt worden, te meer, daar de Bondgenootfchaplyke " Betrekking, tusfehen meergemeldtn Vors. " en dit Gemeenebest volftiekt vordert, 11 dat de wederzycifche Partyen van die zc ' gelukkige Alliantie over en weder elkan. " ders beiarg, bloei en welvaart op alk " mogeiyke wyzen tragcen te bevorderen, " en voor te ftaan; zy waren gelast aar " hun Hoog Mogenden voor te (laan, ou " ter Bemiddeling der plaatshebbende Ge " fvhillen tusfehen de refpective Provincie! " van de Republiek, de Mediatie van zy " ne Allerchristlykfte Majefteit, als Bond " genoot van het gtheele Gemeenebest Staatsgewyze in te roepen; en Hoogst " dezelve te verzoeken, dat het zyne Ma " jefteit mogt bchaagen, zyne goede dien ften te willen aanwenden, om de Ge " fchillen door Hoogstdeszelfs Bemiddelin " by te leggen, tot Herftel van de zo zee " gewenschte Eendragt, en Inftandhoudin: " van de voor alle de Provinciën zo be " *W*** ünie O" Me »\ Refol. Gen. 7. July "87« r) M 4 XXXIX. BOEK. 1787. i 1 l > I r •> r r 3 1  XXXIX boek. 178?, Vertoog des Franfchcn Afgezant? de Verac over 'sfConings gereedheid. : i 9 1 5 J i » i 184 VADERLANDSCHE Men mogt van 'Frankryk, met allen grond een vlot en toeftemmend antwoord wanten De Markgraaf de Verac diende by hun Hoog Mog. wegens de Kemiddelino-, dit Vertoog in. „ Hoog Mogende Heeren! „ De Koning is onderrigt, dat de Staaten „ der Provincie van Halland, den zeven» den deezer Maand, aan U Hoog Mo°-. „ hadden voorgemeld, om tot zyne Bemid„ deling de tocvlugt te neemen, tot Bevre„ diging der Verfehftien, welke de Repur, bhek verdcelen. Zyne Majefteit is zeer „ gevoelig over dit blyk van vertrouwen „ en dezelve heefc aan zynen Ambasfadew „ gelast, aan U Hoog Mog. te verklaaren, „ dat dezelve niet alleen geneegen is, om daaraan te beantwoorden j maar ook dat „ dezelve zich haast om mede te werken, „ zo veel als van hem zal kunnen afhan■> Sen» föt Herflel der Rust in de Rep„. ' bh?' en E0t de goede Eensgezindheid „ tusfehen de verfcheide Leden der Unie. T, Dc Koning neemt deeze gelegenheid greeü tig waar, om U Hoog de leevendi.re faer„ ten uit te drukken, welke de Tröubelcn , die de Vereenigde Provinciën beroeren' , hem verooi-zaaken, en om hunne oplet, tenheid te bcpaalen tot de Rampen, wel, ke de gevolgen daar van zyn-zouden, , indien ze nier ras gefluit wierden - , Zyne Majefteit denkt, dat, om dit heil, zaam einde te bereiken, het oogenblik , daar is, dat U Hoog Mog. de kragtigfte , Maatregelen neemen , om, van nu af aan, , de Vyandlyke Maatregelen, waar aan men )} zich  H ISTORIÈ. 185 ,, zich ih vèrfcheidcne Provinciën over„ geeft, te duiten. U Hoog Mog. zuilen „ dus den Burgerlyken Oorlog voorkomen, „ en het goed gevolg der Bevrediging, wel„ ke zo wenschlyk is, gemaklyk maaken om uit te werken. Deeze Aanmaa- }, ning van wegen den Koning is hem in„ gegeeven door de Vriendfchap, welke „ hy der Republiek toedraagt, en door het „ Belang dat hy neemt in derzelver Be„ houd tn Voorfpoed, en door de byzon„ dere genegenheid, welke hy heeft voor „ elk der Leden die dezelve uitmaaken (*)." Verre was de eenftemmighcid tnsfehen de Gewesten te zoeken over deeze door Holland voorgeflaagene en door Frankryk aangenomene Bemiddeling. Ridderfchap en Steden van Overysfel traden geheel in de voetftappen van Holland. Nevens de Staaten van 't laatsrgemelde Gewest begreepen zy, dat de Verichillen, tusfehen zommige Gewesten van het Bondgenootfchap plaats hebbende, niet wel anders, dan door de Tusfchenkomst van eene Mogenheid, die een Geallieerde van het ganfche Bondgenootfchap was, en zo zeer deszelfs goede Intentie omtrent hetzelve hadt aan den dag gelegd , konden worden beflist ; vveshalven zy, hoe zeer ook voor zich zeiven het geluk hebbende van in die Oneenighcden niet te deelen, geene zwaarighcid maakten om het Voordel der Staaten van Holland te omhelzen (f). In (*) Re rol. Oen. 18. Tuly T78?. (fj Refol. Gen. 23. July 1787. M 5 XXÖ& B O £ li. I787. Overysfet Ircmt liicc Holland,  186* VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. I787- Friesland ■wil Frankryk niet alleen ten Middelaar hebben. J 1 \ y 1 1 In Friesland dagt men hier anders over; de Heeren in het Mindertal befchouwden den toeftand des Lands zodanig, dat dezelve een fpoedig redmiddel vereischte ; dat de Inroeping van zyne Allerchristlykfte Majefteit, met rede in aanmerking kwam, in gevalle de twistende Partyen in die keuze daar toe zich mogten vereenigen. Welke zamenftemming zy voor een weezenlyk ver* iischte hielden. Doch was hun, by de aadpleegingen op dit ftuk, meer dan ééne )edenking voorgekomen tegen het inroepen ran een magtigen Nabuur tot Bemiddeling 'an inwendige Gefchillen. Bedenkingen van lien aart, dat zy niet konden nualaaien deeive, by dit hun Verflag, aan hun Ed. Mog. 'oor te draagen, waar op zy voortvaaren, , dus, hoe zeer de Herren Staaten van , Holland en Wt stfriesland by hunne Pro, pofitie te regt verheffen de blyken van , Welmeenenheid door het Hof van Frank, ryk aan de Republiek betoond, het eg, ter als zeker mogt gelteld worden, dat , ook andere nabuurige Mogenheden, met , welke de Republiek in Vriendfchap leef, de, even zeer het oog gevestigd hiel, den op den toeftand van deeze onze Ge. , westen, en niet onverfcbillig waren over , den Uitflag van de daar in thans zwee, vende Oneerigheden; naardemaal dezel, ve, ten blyke daar van, geduurende de , tegenwoordige Troubles, mecrmaalen het , genoegen gehad hebben, om, van wegen , hunne andere Nabuuren fuccesfivelyk te , ontvangen de fterkfte betuigingen van „ Wel-  HISTORIE. 187 „ Welmeenenheid, en van Verlangen, om „ de Rust en Eendragt in deezen Staat wederom herfteld te zien.Dat het daarom, (naar hun inzien) niet buiten alle beden„ king was, of het wel raadzaam zou zyn, „ ingevalle men tot inroepen van buiten,, Ïandfche Mediatie overging, zich in dat aanzoek alleen tot zyne Allerchristlykfte „ Majefteit, met uitfluiting van alle andcr« „ nabuurige Mogenheden, te bepaalen. _ „ Dat deeze, en meer andere gewigrigc „ Confideratien hun verhinderden, om zich „ als nog, voor eene Mediatie van buitens „ lands te dcclarccren, zonder voor af t „ beproeven, of 'er nog geene Middele „ inwendig, en meer gegrond op de Cor „ ftitude van de Republiek, voor hande „ waren, door welke dezelve, onder de „ Zegen van God Almagtig , nog zou kur „ nen worden gered. „ Waar toe dan in aanmerking zou k< „ men het benoemen van een klein get „ van de geaccrediteerde Perfoonen, uit c „ Hooge Bondgenooten, metgenoegzaan ,, authoriteit en vertrouwen voorzien, om „ in de eerfle plaats, by onderlinge Schi! „ king, zo na mogelyk te reguleeren, < „ Gefchillen tusfehen de Provinciën ontre ,; zen; en verder die zaaken, over wel! „ men niet zou kunnen convenieeren, „ fubmitteeren aan eene Arbitrage van P< 5, foonen wederzyds te benoemen. E: „ om in de tweede plaats, 't zy by c „ derlinge Infchikking en Tusfchenfpraa „ of wel by Submisfie aan Arbitrage, „ bepaalen de gefchiktfte wegen en midc 55 1< XXXIX. boek. 178/. > 1 tl tl )- ll e te le ic re r- n- i , te le*  188 VADERLANDSCHE XXXIX. boek. I787. s 9 5 s 5: 9; 55 SS »J 5> 9> S' 99 J> >5 3> 99 Ï9 59 59 J' S9 r, Ien , om de Oneenigheden in de Pro,. vinden inwendig, waar, en tusfehen „ wien ook gercezen, te asfopieeren en i> by te leggen. En daar de Provinicie „ van Friesland, zich, door Gods grooi, te Goedheid, in die gelukkige Situatie , bevonat, van, tot nog toe, onafgebroo, ken te hebben mogen genieten inwen, dige Rust en Vrede, als mede van be, vryd gebleeven te zyn van zodanige ver, regaande Verwyderinge met haare Bond, genooten, dat tot Vereffening daar van , tot buitengewoone Middelen toevlugt zou , moeten genomen worden, het hun Ed, , Mog. was voorgekomen, dat die gelukkige toefland hun alleszins bevoegd maakte om by de twistende Partyen aan te dringen om op het amplecteeren van dergelyke Middelen bedagt te zyn, met Aanbod , om , zo dezelve eenigen ingang mogten vinden, zich over de wyze^van invoering, nader en breeder uit te laaten; te gelyk, in dien gevalle de Provincie van Friesland, als door derzelver inwendige Rust en Neutraliteit, daar toe meest gefchikt, tot het houden deezer Conferentien offereerende. „ Dat in zulken gevalle, hun Ed. Mog. dan voorts zouden vermeenen, dat ook die Nabuurige Mogenhecen, welke, door derzelver Aanbod van Mediatie, als anderzins blyken hebben gegeeven van derzelver belang in de Herdeiling van de Rust binnen de Republiek, zouden behooren te worden verzogt, om den invloed en het vertrouwen, dat dezelve op dee*  H I S T Ö R i Ë. 189 jj deeze of geene der Bondgenooten, of 5i) op notabele Perfoonen in de Republiek : M mogten hebben, te willen in het werk ■ „ ftellen, om dezelve te disponeeren tot „ onderlinge Toegeevenheid, en om af te i, zien van zodanige Gedraagingen, als ge„ fchikt zouden zyn om de Gemoederen „ meer en meer te verwyderen, en alle ,, middelen van Verzoeninge onyrugtbaar „ te maaken." Geenzins behaagde het Staatsbefluit, overeenkomllig met deezen Raadflag by de Meerderheid genomen , allen. Eenige Volmagten, als C. L. van Beyma, en H. A. H. van Knyff, Volmagten van Westdongradeel en Ferwerderadeel, uit Westergo; A. J. C. de Be ere, en E. F. van Aylva en J. Roorda, Volmagten wegens Hemelumer Oldephart, Noordwolde en het Bild, uit de Zevenwouden; A. Boelens, Volmagt wegens Oost/lellingwerf; en uit de Steden, de Volmagten P. Breugeman en R. van Kleffens, vniDokkum; B. Veenstra,H. Z. Altema en W. Hogen burg van Sneek, en dus uit alle de vier Kwartieren van Staat, keverden daar tegen een eensluidcndeTcgenverklaaringen Aantekening in. Misnoegen deedt hun eene zeer fcherpe taal voeren, en voor veelen fchampere aanmerkingen maaken. Andere Nabuurige Mogenheden, met den Koning van Frankryk, ten aanziene der Bemiddeling, gelyk te Hellen , oordeelden zy onvoegelyk , en vertrouwden, dac zyne Allerchristlykfte Majefteit, „ dee- XXXIX. SOEK. t78r. Eenige Volmagten ;n Friestand van ïen ander gevoelen. Hunne Tet- genver- klaaringen»  ioo VADERLANDSCHE xxxix. y> q e k. Ï707. ! 3 J „ deeze alleronvoorzigtigfte uitdrukking, die „ de wettigde reden hadt om des gelloord „ te zyn, liever aan de onkunde, dan aan „ eenig kwaad oogmerk, zou willen toe- „ fchryven." Zy konden geenszins toe- demmen, dat eenige bmnenlamifche Middelen nog zouden behooren beproefd te worden; „ vermids zy in gemoede overtuigd „ waren, dat het Volk, m andere Provin„ cien, maar voor al in Friesland, zoda„ nig een gevestigd wantrouwen hadt op w-.zyne Regeering, dat men geene Periöo„ ncn binnenslands zou kunnen vinden ge„ noegzaam geaccrediteerd om 'er eenig „ fucces van te verwagten." -— Ter billyking van dit wantrouwen verfcheide der jongde P>efluiten en Handelingen der Meerderheid , en het gehouden gedrag des Stadhouders, opgehaald hebbende, zeggen zy. „ Het is alleen aan het bedaard, vredelie„ vend en niet dan in nood werkend Cha„ racter onzer braave Ingezetenen toe te „ fchryven, dat men niet al voor lange re„ kenfehap onzer betragtinge heeft afge- „ vraagd. Geene Plakaaten tog, hoe „ voorzigtig, hoe landsvaderlyk ook met , Bannisfement en Galg dreigende, zullen, , op den duur, de Friefche Natie dwin, gen, om haare Regten lydzaam te zien , wankelen en verlooren gaan. Kon treen , Philips van Spanje, met zyne buiten, Ïandfche Magt, geen Al va met al zy, ne plunderzieke Militairen, dit Volk te , onderbrengen ,• dan zullen ten minden , geen hedendaagfehe Volmagten , geen „ Prins  HISTORIE. 101 Prins van Oranje, het doen zwygen, als hut wil ipreéken." Verre waren zy van Friesland als geheel buiten alle Gefchillen te befcuouwen; veel eer geloofden zy, dat 'er misfchien geen Gewest onder alle was, waar men meer de Tusfchenkomst eener Buitemandfche Bemiddeling noodig hadt, en voegen zy 'er nevens , „ fpeciaal voor U Ed. Mog., op dat „ door dezelve, de zaaken, zo mogelyk, ,, zodanig werden beftuurd, dat de Natie „' aan de Overtreeders der Fuudamenteele „ Wetten, eene behoorelyke Abolitie, waar „ toe zy alleen gengdgd is, verleende; en „ dat, voor het toekomdige, de Conltitutie „ zodanig werd gefchikt, dat 'er eene ge„ noegzaame verzekering ware voor de „ duurzaime onderhouding." De onbepaalde uitdrukking, dat 'er tusfehen Friesland en de andere Gewesten, geene verregaande Verwyderïngen plaats hadden, oordeelden zy onbegaanbaar met veele voorbeelden van Party digheid van Friesland in de Verfchillen van andere Bondgenooten in deezen tyd, van welke de Staats Registers vol waren. Inzonderheid voerden zy ten voorbedde aan, „ dat mes ,, het arrresteeren der Vrouwe van den Stad„ houder, met relatie tot de Buitenland„ fche Mogtnheden, gelaaten hadt voor „ Rekening van Holland. Dit bete- „ kende iets of niets; zo het iets beteken„ de dan was het ongetwyfeld , dat, indien „ eenige Buitenlandfche Mogenheden Hol„ land vyandlyk aanvielen, wegens het ver- „ hia. XXXIX. BOEK. I787.  lj>a VADERLANDSCHE XXJ£tX. * O E IC. V87. i \ i j t)ie VolJnagtendeswegens 1 als in reg- J ten ver- }• volgbaar j geoordeeld ! r. 5>; ï? 5) H< 17 de: »7 ,, hinderen def Reize van de Vrouw van dew „ eerilen Miniscer, Friesland"Holland niet >, zou helpen verdeedigen (*_)," 'c Geen zy aanmerkten te dry den tegen den Geest der zo hooggeroemde £ƒ#/ dch verklaarende, wilden zy de Bemiddeing des Franfchen Konings op dezelfde vyze en voet als door Holland ter Algeneene Staats vergaderinge was voorgedeld, ngeroepen hebben (f). Eene Tegenverklaring van dien aart, en odanige uitdrukkingen behelzende, trof de yiefche Meerderheid ten derkden. Het kwartier van Zevenwouden oordeelde, dat ezelve „ vervat was in termen , welke hooggaande beledigend waren voor de Regeering in 't algemeen, en voor de Leden van dezelve in 't particulier, en direct gefchikt om de goede Ingezetenen te misleiden, en tegen de Regeering op te zetten, weshalven het Kwartier niet kon afzyn om 't zelve Crimineel te befchouwen, en de andere Kwartieren diensvolgens, in bedenking te geeven, ofvan- dee- (*) Wejens dit ophouden van haare Koninglyke logheid zullen wy vervolgens in 't breede fpreeken. (f) Het Verflag waar tegen dit ftuk op den 26 July 87. werd ingerigt, was by Staaten van Friesland i ai. dier Maand ingediend. N, Nederl, yaarb« 87. bl. 2154. £»z,.  HISTORIE. 193 ^, deeze Protesten en Aantekeningen geene 5, Authentique Copien behoorden gefield te worden . in handen van den Procu„ reur Generaal deezer LanJfchappe, met „ last, öm dien te nevens het Regt van „ de Heerlykheid waar te neemen." Welk Voordel, terilond, naa dat men de Leden der Minderheid, de reeds gemeid.e Ondertekenaars, met riaame in den beginne aangedtiid, als over 't zelve niet kunnende demmen, eerst verzogt hadt buiten té daan, by de vier Kwartieren in een Befluit veranderd werd De eindelyke bepaaling van Friesland op het duk der Bemiddelinge was, „ in te „ roepen de Mediatie cn höoge Bemidde„ ling der Hoven van Frankryk, Engej, land en Pruisfen; onttrekkende zich ook geenzins, wanneer de Bondgenooten zulks ï, zouden verlangen, of nuttig oordeelen, sj) aan de Accesfie tot diezelfde einden, van j, zyne Keizerlyke en Koninglyke Majcdeit, ^, zo wanneer Hoogstdezelve zich hier toe „ zou willen laaten vinden (f>" Gelderland wilde, even als de Meerderheid der Staaten van Friesland, de Hoven van Londen en Berlyn , nevens dat van Verfailles, ter Bemiddeling aangezogt hebben, en zich niet onttrekken, wanneer de Bondgenooten nog meer andere Mogcnheden, by welker Vriendfchap de Republiek belang hadt, daar toe begeerden uit te noo- di- (*) Refol. van Friesland II. Aug. 1787. (f) Refol. van Friesland 4. Sept. 1787» AIV. DEEL. N X7.XÏX. BOEK; Friesland ï wil by Frankryk^ Engeland en Pruisfen gevoegd hebben. Dus abri deelt ook Gdder ■ land.  194 VADERLANDSCHE XXXIX. n o E K. 3787. Zeeland dcsgelyks met by voe. ging van denSeizer. (*) N. Neder' Jaarb. 1787. bl. 2*41. digen. Met byvoeging, „ dat hun Ed* „ Mogenden op deezen, en geenen ande„ ren voet, tot de geproponeerde Mediatie „ zouden concurrecren, en, by ontllente„ nis van dien, onaanfpraakelyk wilden ge„ houden worden voor de verdere gevol„ gen, welke uit de voortduuring der fub„ filleerde omftandigheden moesten proflu„ eeren." Zy merkten daarenboven op, dat, onder de Bezwaaren, die zich voordeeden, en de meeste oorzaak tot verwarring gegeeven hadden , 'er zodanige waren, die als geen Onderwerpen van Bemiddeling zouden kunnen inkomen. — Van dien aart was, huns oordeels, Hollands handelwyze met het Krygsvolk van den Staat, deeze, wel verre van vatbaar te zyn voor Bemiddeling, oordeelden zy veel gefchikter daar toe; „ dat die „ Bondgenoot,welkezieh zulks veroorloofd „ hadt, met allen gepasten nadruk, behoor„ de verzogt en aangemaand te worden, ti om vóóraf van die gewelddaadige Maat„ regelen af te zien; ten einde, dit vooraf„ gegaan zynde, de hooge Mediateurs, met „ meer Apparentie van Succes, tot Bcmid„ deling der als dan ovefblyvende Gefchil„ len, zouden kunnen werkzaam zyn (*)." De Meerderheid der Staaten van Zeeland oordeelde, dat, was het inroepen der Beniddeling van Buitenlandfche Mogenhcden mvermydelyk noodig, nevens Frankryk, de  HISTORIE. 195 de Hoven van Weenen, Londen en Berlyn des verzogt behoorden te worden; en dat zy; op geenen anderen voet,-iri de voorgeflaagenè Bemiddeling zoüden tdefïem- mer). _ £y herinnerden teffens, dat ook vóóraf zoüden dienen bepaald te worden de Punten, welke de Voorwerpen zouden uitmaaken, waar omtrent men de Bemiddeling der Buitenlandfche Mogenhederi zou verzoeken. Eenige Staatsleden als Zierikzee en Vlisfmgen waren hier in huiverende (*). . , •'. Byzonder opmerkelyk is, in deezen, het Staatsbefluit der Staaten van Utrecht te Amersfoort vergaderd. Opgehaald hebbende, wat zy; van hunnen kant, gedaan had den om een weg van Bemiddeling onder de Bondgenooten te vinden (f), verklaareri zy, # dat hun Ed. Mog. hier door j, getoond hadden ten vollen te conveniée',' ren in de gronden by de Rcfolutieu van I, de Heeren Staaten van Zeeland cn Fries„ land gelegd tot hét preferecren van In'5j wendige eh met de Conftitutie deezer • Republiek meer overeenkomrtige Midde- len, höedanige ook het XVI Artykel van ', het Verbond der Unie aan de hand gaf, boven die van eene Buitenlandfche Me' diatie, en ook als nog niet despereeren „ zouden aan eene goede Afkomst van zaa;; ken, langs dien weg — byaldien alle d? „ Bond* (*) Not. van Zeel. 30. July 1787. (f) Wy zullen, tot liet Sticht ten deezen Jaare gekomen, hier over nader handelen. N a XXXlt. li O E Ki ï?8fi Staatebèfluit hier over der Staaten van Utrecht te Amersfoort vergaderd.  io6 VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK, 1787. „ Bondgenooten bezield waren mee denzek„ den yver en welwillenheid, om 'sLands „ .Con'litutie, en die van elke Provincie, te „ helpen bewaaren — het wettig Gezag der Regecring alomme, waar het gefchon,, den is, te herdeden — een ieder by zy„ ne wettige Regten en Voorregten te hel; „ pen handhaaven en herdellen — en de „ Adminiliratien eener onzydige Juftitie , dat ,, gfoote plegtanker van de Burgerlyke Vry,, heid, te heipen voordaan en bevorderen* Dan dat, daar de Haridelwyze, door 5, de Provincie van Holland en JVestfries- land, zedert een geruimen tyd, ten aan™ „ ziene van zommige hunner Mede-bond„ genooten, en byzonder met opzigt tot het Sticht gehouden, ten du-idelykfte ma„ nifesteerdc een oogmerk en voorneemen 5, om 's Lands Wettige Conflitutie, zo als „ dezelve, ten koste van het Goed en Bloed ,, der Voorouderen verkreegen en gevestigd is, te renverfeeren ,en om te kecren,e\\ „ op dcszelfs puinhoopen. voor hunne Pro„ vincie eene Supermanentie of Opperge- zag over hunne Souveraine Mede-boni" „ genoot op te rigten; daar het aan hun „ Ed. Gr. Mog. of aan eene predominee„ rende Meerderheid in derzelver Vergade„ ring, hadt kunnen gelusten, met ter zyde „ pelling van alle Bondgenootfchapiyke ,, Verpligtingen, van den beginne af dee* „ zer ongelukkige Troubles en' Öneenighe„ den, ja ook zelfs op denzelfden tyd, wan. „ neer dezelve hunne Mediatie aanboden, „ hit revolteerend deel der Ingezetenen „ dee-  H 1 S T O II I E. 197 deezer Provincie tegen' hunne Wettige „ Overheid, niet alleen toen reeds by te „ ftaan, en te adfifteeren, immers toe te „ laaten dat dezelve bygeftaan en geadfi„ fteerd wierden; maar" ook vervolgens „ openbaar derzelver Party te kiezen, en „ zich vyandlyk tegen deeze Provincie ge„ draagende, deszelfs Souverain Territoir „ mét Militie en Auxiliaire Burgers te „ invadeeren, een Burgerkryg in dezelve ., te ontfleeken, en met al hun vermo„ gen te doen voortzetten; waar van de „ akelige gevolgen nu reeds maar al te veel „ ondervonden waren, en, (zo God her. 5? niet verhoede,) nog verder ondervonden zouden worden — daar eene zodanige „ Handelwyze ,en eene fbortgelyke omtrent ,, andere Provinciën, by hooggemclie Hee„ ren Staaten van Holland, hmme magtigfte Bondgenoot, immers op derzelver naam, „ by continuatie gehouden werden, zonder „ dat de nadruklykfte Reprefentatien en ;i, Doleantien , zo by de refpective Bond„ genooten, als by hun Hoog Mogenden ,, en by den Raad van Staaten, daar tegen 3, gedaan, van eenig effect hebben mogen „ zyn, om dezelve daar van terug te doen ;, keercn; daar Hoogstdezelve, in tegen- deel, alle mogeiyke Preparatlen maakten, „ om hunne Mede-bondgenooten voor der- zeiver O ver mag t te doen bukken , en „ daar door nog derzelver Plan van Over- heerfching door ie zetten, en tot effect ?) ts brengen. s, Daar het dusdanig met de zaak gélëN 3 „ gen xxxtx. i o e k. I787-  298 VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. „ gen was, gelyk hun Ed. Mog. tot hun „ leedweezen moesten betuigen, daar van de ondervinding te hebben, moesten zy 9, verklaaren te desespereeren aan het fuc- ces van eene Binnenlandfche Mediatie, 3, zo wanneer de Heeren Staaten van Hol„ land, in zodanig Syftema blyvende per- fevereeren, daar in zouden moeten par„ ticipeeren, en dat het alleen om die re- den was, dat hun Ed. Mog. hoe zeer ,, dezelve anderzins eepe dergelyke Media„ tie verre prefereeren zouden boven die 3, van Buitenlandfche Mogenheden, nog„ thans, in de prefente fituatie van zaaken, }, niet konden disconvenieeren pm recouis ,, tot dezeive te neemen, en de magtige « Nabuuren van den Staat, die allen bep lang hebben by de Exiltentie en Wel„ vaard van deeze Republiek, en by de Be,, waaring van haare oude en waare Con„ ilitutie, in te roepen, en te verzoeken, door derzelver veelvermogende invloed ,, en msfehenkomst, tot Vereffening der „ fubfideerende Verfchillen, en Herftel van Rust en goede Orde te willen medewera3 ken," De voegelykheid om, behalven het Hof van Ferfaittes, ook de Hoven van Londen, Berlynm Weenentox. Middelaars te neemen ^ naar hunne denkwyze, voorgefteld hebbende, vervolgen zy9 ,, dat hun Ed. Mogenj3 den voorts in deezen bleeven verouderj, flellen, dat de by Holland onbetaald ge„ laatene Militie, als mede die Officieren, n welken, uit hoofde van derzelver trouwe ,, aan  HISTORIE. i99 aan den Eed van de Generaliteit, door dezelve Provincie, op eene wcderregtly!,'ke wyze, gefufpendecrd, gedimitteerd, , of gecasfeerd waren, door de Bondge' nooten niet zouden geabandoneerd worden; maar voor derzelver Herftel en Be" taaling eene prompte voorziening gefchie„ den. „ En alles, eindelyk , onder deeze expres- fe Conditie en Voorwaarde, dat de alleen " wettige Souvcrainkeit van hun Ed. Mog, " over deeze Provincie by alle de Bondge" nooten erkend, en de pretcnfe GedepU' " teerden van eene Byccnkomst van eenige " onbevoegde Perfooncn, ufurpcerende der " naam van de Staaten van den Lande. "zedert korten tyd, binnen Utrecht ge " houden, uit de Vergadering van hut ' Hoog Mog, geremoveerd, en alle ïncon " ftitutioneele Magt van Burgers en Müitai " ren uit de Provincie getrokken worden. *' „ Als omtrent welke Punten de Heeret Staaten deezer Provincie nimmermeer ziel " in eenige Handeling zouden of konden in " laaten; maar alle hunne vermogens zoudei " blyven aanwenden, om deeze groove At " tentaaten op de Hoogheid der Provincii '* geheeld en gebeterd te krygen, en , in ge volge van derzelver meermaalen gedecla " reerde intentie daar toe hulpe en adfi " ftentie te zullen zoeken, waar zy di< *, vinden konden (*)." <*) Refoi, Gen. 20. Aug. 17Ï7. N 4 XXXIX. B O E K. 1 1 1  soo VADERLANDSCHE KXXTX. BOEK. Eenigen in Holland geeven de Punten op waar over de Onderhandeling'by Frankryk.!, BemiddelinglBoest looyen. I i < 1 I f Euvel duidden veelen in den Lande dee-* ze taal door Sraaten van Utrecht te Jmersfoort vergaderd, ter Algemeene Staacsver, gadering gevoerd. Ondraagelyk hard moest dezelve klinken in de ooren der zodanigen , die de Bemiddeling van Frankryk alleen zich voordelden, en, in die verwagcing niet llegts den raad gaven om vooral braave Mannen na Parys te zenden, maar ook de Hoofd Arcykelen hy die Bemiddeling in agc re neemen, opgaven. Immers men vondt 'er, die wilden, _ dat de Gefchillen tusfehen de Souvcraine Gewesten op zodanig eene wyze moesten vereffend worden, dat dezelve de Voortduuring der Verbintenisfe met Frankryk ten zekeren gevolge kon hebben. Wyders, dat alle zodanige oude en nieuwe Gebreken en Oorzaaken van Verwarring uit de Republiek in 't algemeen en uit de Staatsgefteltenis van elk Gewest in 't byzonder, moesten weggeno-* men worden, als die zo menigmaal grond gegeeven hadden, en nog verder geeven zouden, dat het Staats-fyfrema der Rep-en* ten zo wankelbaar en aan zo veele veran-, leringen onderworpen zou blyven, als zy iet voor hun perfoneel of tydlyk belang loodig oordeelden. Verder, dat het staatsffelzel van het Gemeenebest in 't algemeen, en dat der byzonders Gewesten, [eenzins moest afhangen van de willekeurIer Regenten, wier belang, uit duizenderei oorzaaken, onophoudelyk aan Verandeingen onderheevig was; maar 'er moest een eheel anderen grond tot Onveranderlykheid an-  HISTORIE. 20J onzer Staatsgeficltemsfe gelegd worden, en wel de allereenvoudiglte, het Belang en de Welvaard des Volks zelve. En aan¬ gezien, huns oordeels, zonder eenen behoorelyken Invloed des Volks op de Regenten, uit kragt van welken het Belang der Regenten en des Volks op het allernaauwst met elkander vereenigd, in eikander gegrondvest, en tot één weezenlyk geheel gemaakt werd, 'er geen vaste grond aan onze Staarsgefteltemsfe kon verzorgd worden, diende men ook, in het ganfche beloop der aanftaande Bemiddeling, 'er allerzorgvuldigst op bedagt te zyn, dat, by de Vereffening der Gefchillen tusfehen de Provinciën 'er niets werd vastgelteld, het welk aan het Patriotsch Staatsplan eenigzins kon hinderen: door de geheele Republiek diende allenhalven die behoorelyke Invloed der Burgeryen op hunne Regeeringen tot Hand gebragt te worden, eene zaak van zeer veel belangs voor Frankryk (*). Geheel voorbaarig maakten zommigen deeze beraamingen, in den waan, dat alle de Gewesten eerlang met Holland zouden toetreeden, om den Koning van Frankryk alleen tot Middelaar te verzoeken. Het bleek, dat Gelderland, Zeeland, Friesland en de Staaten van Utrecht te Amersfoort vergaderd, de Bemiddeling van Frankryk, Prnisfen en Engeland aangenomen en tevens verklaard hadden, 'er zich niet tegen (*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl, 1894- 4255. xxx rx, BOEK, Hoe zeer zy zich niisnomen vonden,.  202 VADERLANDSCHE XXXIX. boek. IJS/. De Koning van Engeland biedt zyne Be- ' middejing 1 aan. ,{ t 1 t r / a 11 i v o d Verzekering van Wranfche D Hulp, in- h gevalle van ft buiten- n ïandsch ge. t weid. * B c (*) Refol. Gen. 14. Aug. 1787, gen te zullen verzetten, indien de Keizer desgelyks zyne Bemiddeling mogt aanbieden. Deeze Gewesten verzogten, dat Holland en Overysfel hun Befluit daar omtrent vermeerderden, als mede dat Stad cn Lanis, tot nog op cit ftuk gezweegen hebbenJe, zich omtrent dit onderwerp mogt versi aaren. De Ridder Harris, Gezant van GrootBrittanje by onzen Staat, was middelerwyl ;en keer na Engeland gaan doen, en men ladt alle reden om vast te ftellen, dat deee reis gewigtige oorzaaken hadt. Waneer deeze in V Gravenhaage was terug geëerd , vaardigde hy by aanhoudenheid Postoden na zyn Hof af. Niet min druk wa. sn dusdanige Bezendingen van den Pruis'fchen Gezant, den Baron Thulemeyer. m dat van Berlyn, In 't begin van Oogstmand boodt de Ridder Harris de Be- ïiddeling zyns Konings aan. Staaten m Holland bleeven by hun Befluit; zo ak de overige Staatsleden by hunne geïane Verklaaringen (*). De Franfche Afgezant, de Markgraaf e Verac verzekerde Staaten van Holwd, by eenen Brieve, dat de Koning zyn leester niet alleen de Bemiddeling aangezien ,• maar ook eene Verklaaring aan het of van Berlyn gezonden hadt, te kennen ;evende , dat Mevrouw de Prinfesfe van ranje thans by geene mogelykheid op het  HISTORIE. 2c3 Hollandsch Grondgebied kon geduld worden (*)■■> en dat' zo onverhoopt die Provincie met geweld mogt overvallen worden, hy zich ten hoogften daar aan gclecgen zou laaten leggen, zullende zulks met zyne ganfche Magt, tegengaan cn dezelve befchermen. Veelvuldig waren de gefprekken geweest tusfehen deezen Staatsdienaar en de Bevorderaars der Grondwettige Herftelling, zo uil Holland als andere Gewesten. De Riddei Capellen tot de Marsch geeft deiinhoud op van een zeer merkwaardig on derhoud, 't geen hy in Bloeimaand deeze: jaars hieldt met dien Afgezant, en de zo danigen die hy Hoofdbeleiders der Regen ten van de Provincie Holland, der Pa triottifche Partye toegedaan noemt, we o-ens het Plan door hun gevormd, en da zy op 'sAfgezants Vraage, „ welk hunlic der Plan ware? Welke middelen men b] ' zich zeiven bezat om het beoogde hoofd „ oogmerk te bereiken? Ten einde, na 3, zulk een opening, in ftaat te zyn vai den Koning zynen Meester een volledij „ verflag van zaaken te kunnen geeven „ zo noodig in het beraamen der maatrege „ len, welke zyne Maïe^eit dienftig zo „ oordeelen, ter bevordering van de belan „ gen der Patriotten, in 3t werk te moe „ ten ftellenten antwoord gaven, On " ' Pla (*) Wegens de Aanhouding van haare Koninglyl floogheid, en de gevolgen daar van , wasr op dit Haal aujien wy vervolgens byzonder fpreeken. XXX15J. doek. 1787. Onderhoud van ccnijs Heren met DE VêRACj over het Plan der Patriotten l f l 1 r > \ S 1 .e  204 VADERLANDSC II E XXXIX. li o e K. 1787. Sterk vertrouwenop Frankryk. Plan is nog een onderwerp onzer Dehberatien (*)! Hoe zeer men Frankryks Bemiddeling wagtte, en, ihgevalie deeze niet dóórging, op Franfche Hulpe, weezen de Dagpapieren uic. In dezelve fchreef men, dac, binnen kort een Zamenkomst ce Parys ilondt gehouden te worden, ter bevrediging der Beroertens in de Zeven Fereenigde Gewesten; dat men te Br est druk bezig was met eene aanzienlyke Vloot uit te rusten, om, wanneer Engeland iets ter Zee mogt onderneemen, daar aan het hoofd te bieden; dat de Graaf d'Esterhazy reeds belast ivas met de noodige fchikkingen tot het vormen van eene Obfervations Armee te Givet. Men voegde 'er by, dat dezelve uit :waalf Regimenten beftaan zou, en, door ie byvoeging van eenigeJaagers, Husfaaren, ;n Artilleristen, in 't geheel toe een getal van 15000 gebragt worden. Men gaf de naamcra 3er Regimenten als mede der Hoofdvèrsamelplaatzen op, en dat de Graaf'de Ro. ^habibeau het Opperbevel over dit Leger (*) Mem. van Capellen tot de Marsch bl. 80. Volrens een ons gegeeven fierigt.van twee Heeren , by dit, )f een foortgclyk Onderhoud tegenwoordig, zou heE mtwoord eenigzins anders geweest, en geluid hebben \ Vat zy geen Plan hadden - dewyl zy'er een gevormd hebbende, 't zelve terjlond weder werd omvergejloo'en , door de tusfihenkomende Jlrydige aanzoeken der Patrlmtifche Portie! Antwoorden in de hoofdzaak 'amenftemmetide, terwyl het laatfte verflag dc redeij >pgeeft, waarom het Plan nog een Onderwerp was hijt*. icr raadpleegingen.  HISTORIE. 20$ ger zou voeren. De gerustftellingen, wegens den aantocht deezer Legermagt vermenigvuldigden, men verdubbelde het getal. Zo fpoedig, konden 'er , dus werd 'er gefprooken, en gcfchreeven , iocooo Franfchen komen om de Republiek te befchermen, als 50 of 60000 Pruisfin om Holland aan te vallen. Alles wat men van dien kant vertelde, werd met greetige 00ren door de Patriotten aaangehoord. De Heer Capellen tot de Marsch» ontkent niet, dat zyn Vertrouwen op den Byitand van Frankryk der Patriottifche Party by herhaaling toegezegd, onbepaald was Even zeer verwyderde men alle vrees, dat Engeland en Pruisfen zich daadlyk in dit gefchii zouden mengen. De blykbaarfte verzekeringen desaangaande werden in twyfel getrokken, of rechtftreeks wederfpfooken. Men redekavelde uit ftaatkundige gron den over de onmogelykbeid dat iets zoda nigs zou plaats grypen: en in allen gevallt was Frankryks gewisfe hulp een genoeg zaam tegenwigt. Hier te twyfelen baardi verdenking van het niet wel te meenen me de Grondwettige Her/lelling , of als zwaar hoofdigheid uitgelachen. Om hier van ee: ipreekend voorbeeld op te haaien: wannee de Ridder Capellen tot de Marsch door egte buitenlandfche berigten, verfche de maanden vóór de daadlyke komst d< Pr ui (*) Mem. van Capellen tot de Marsch bl. 91. j o 1. k, 17..»/. _ Geen vrees voor Friesland of PruUfen. t 1 r » r  èo6 VADERLANDSCHE XXXIX, BOEK, Wf. Verklanking van zyne Hoogheidi en zyn Voorflag van Bevrediging. 3 i i : 5 > » * t (*) Mem. van ëéMtfo* tot de Mahsce bl. fj\ Pruisfifche Benden , wist , dat 's Printen Party door den Pruisftfchen arm ftondt onderileund te worden, en des zyne gegronde vrees te verftaan gaf, „ werd deeze met „ befpotting, aan zyne al te groote angst,-, valiigheid toegcfchreeven (*)!" Terwyl in deezer voege binnenlandfche' en buitenlandfche bewerkingen aan den gang waren om de Verdeeldheden te heelen 1'ciiGon met weinig üitzigt dat een van beiden zou flaagcn, kwam ter tafel van hun Hoog Mogenden, en werd byzonder aan hun Ed. Groot Mog. gezonden eene Verklaaring van' zyne Hoogheid, waar in hy zyn ftaat en 's Lands toeftand, naar zyn inzien i befchryft, en een Voorflag van Bevrediging doet. Schoon dezelve vry breedvoerig is, zullen wy het voörnaamfte afbhryven, ze is ingerigt aan allen die zé lullen' zien of hooren leezen. ,, De groove lasteringen en fmaadheid,» , met welke Wy,- geheel onverdiend, in , zommige Gewesten der Unie, vooral in j Holland, reeds zedert eenige Jaaren, on, der het oog en zonder verhindering van * den Souverain,- alles, op de laagfte en i verfoeilykfte wyze,- hebben zien beproe, ven, om Ons, niet alleen van 't geen , ons boven alle dingen dierbaar is, van onze Eer eh van de Liefde der Natie te berooven; maar om zelfs tegen Ons en ons Beftuur een misnoegen en wantrou- „ wen  HISTORIÉ, 207 ,, wen te verwekken, waaraan door onze • opregtlte inzigten en wehicenendlte handelingen geene geneezinge werd toegc„ bragt; maar waar door dezelve n tcgen„ deel, telkens nieuw voedzel gegeeven „ werd tot de haatlykfte en ongerymdfte, „ doch altoos onbepaalde Verdenkingen; 3, dc menigvuldige en openbaare Verkor„ tingen van veele onzer Wettige en Erf„ lyke Regten, welke op grond van dat „ verwekt mistrouwen gebouwd en ondcrj, nomen zyn; de geduurige Onlusten, Moeilykhedcn en Wanorde eindelyk , " welke ons lieve Vaderland, by aanhou* denheid zo geweldig beroerd en gefchokc l, hebben. — Dit alles zou Ons over lano-e geregtigd kunnen hebben, tot zoda',' ge openbaare Verklaaringen en Maatre^ gelen, als meest gefchikt gerekend kunnen worden, om Ons, op het kragtigst, tegen de inzigten en woelingen van die " weinige Leden en Ministers van Regeering te verzetten, welke hunnen invloed op den Geest van een gedeelte der Natie, „ en zelfs op de Raadpleegingen van den ' Souverain, met geen ander oogmerk tot het 3, bewerken van alle deeze buitenfpoorighe3 den en misbruiken aanwenden, dan om, ingevolge van eene ongeoorloofde en zeet * ingewikkelde Verbintenis, de thans gevestigde Conftiturïe van alle de byzonde',' re Gewesten en van de geheele Unie om „ verre te werpen, en, in de plaatze daaf w van , een Nieuw Ontwerp van Regeeringe „ door te dry ven, het; welk, byaldien het „ a! XXXIX. BOEK,  zoB VADERLANDSCHE xxxm, BOER, , I787. \ 1 » > i 1 » i 9 5 5 > 5 5' >: 5! 5! i' 55 S5 55 55 J5 , al eens aangemerkt kon worden als onver, fehillig voor Onzen eigen invloed en Ver, mogen , nogthans altyd, als op een eigen, dunklyke en denkbeeldige Nuttigheid ge, grond, ten uiterilen hachlyk moest ge, houden worden Voor de weezenlyke Be, langen van het lieve Vaderland, „ Het is alleen aan Onze blykbaare nei, ginge tot Zagtheid en boven al aan On, ze behoedzaame Zorgvuldigheid voor de , algemeene Rust en Welvaard , toe te , fchryven, dat Wy die aanhoudende On, geregeldheden, tot hier toe, met eene i dille gelaatenheid en verzagting voor, bygezien , en alleen Ons eigen wet, tig Regt tegen elk derzelven, niet dan , met de bedaardfle en leenigüe middelen , bewaard of getragt hebben te bevvaaren: , dewyl wy alle Happen vc-rmyden wilden, , waar uit eenig nieuw Misnoegen opgevat , en de hitte der onderlinge Verdeeldheid en Twecdragt verder mogt aange- ' vuurd wordem „ Zo lang toch als de heilige Band der Unie by zyne verbindende kragt, en de wettige Regeering der byzondere Gewesten , Leden en Steden van dien, by haare Privilegiën, Vryheden en Gezag, eenigzins bewaard bleeven, meenden Wy, zo wel in den aart der verwekte moeilykheden x zelve j als in de voorbeelden van vroeger tyd, genoegzaamen grond te vinden om te verwagten, dat de hollende driften der menigte zo veel mn. gelyk ontzien, en even daar door aan ,i hm  HISTORIE. 209 £ het bedaaren gebragt zynde, de gevaar3, lyke oogmerken van hunne Aanvoerders „ zich zelf des te duidelyker ontdekken s, zouden, en dat, langs dien weg, niet „ flegts alle ongerymde Verdenkingen, en „ alle zugt tot hachlyke Nieuwigheid van „ zelfs verdwynen moesten; maar dat ook, „ met het herdeden van alle onbedagte „ en overhaaste Verongelykingen, eindelyk eens die zelfde Eendragt, Liefde en Ver„ trouwen herleeven zouden, door welke „ dit ons Gemeenebest, tot aan het begin „ der tegenwoordige Onlusten, niet alleer „ by zjnen Godsdienst en Vryheid bewaard; „ maar tot de aanzienlykfte hoogte var „ bloei en welvaard was opgeklommen. „ Nog voor weinig tyds fcheen deeze onze beftendige verwagting, door de ge „ lukkiglïe uitkomst, bevestigd te zullen wor „ den. De kundiglte en getrouwde Re „ genten, met verre het grootfte gedeelti „ der goede Burgeryen, en verdere In- ei Opgezetenen van alle de Gewesten de „ Unie, in 't byzonder van Holland, ga „ ven reeds, by onderfcheidene gelegenhe „ den, de duidelykfte blyken van hunne: „ weerzin tegen de fchadelyke Ontwerpe „ en onregtvaardige Befluiten, welke doo „ den invloed en op aandrang van weinig „ zamenfpannende Hoofden , met de wapt „ hen van eenige misleide Burgeren , tege „ de bedaarde Vertoogen van de grootei „ menigte hunner Medeburgeren, en tege „ de duidelyk verklaarde inzigten hunnt wettige Regeeringen, daadlyk en onreg XIV. deel. O jj ma: XXXIX. boek. 1787' l 1 e 1 1 r 2 ii e n r 1-  aio VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. 3 J 1 3 3 J 4 3 » i » y 3 H „ regtmaatig werden doprgedreeven. Het „ oogenblik fcheen zelfs naby te weezen, „ dat men, ter Staatsvergadering van Hol„ land zodanige Befluiten ftondt te nee„ men, als meest dienftig konden zyn om „ te voldoen aan het bekend verlangen van „ het grootfte en beste gedeelte der Natie , ii om elk in zyne wettige Regten en Ons „ ook in de wettige en volkomene Uitoe,, fening van alle Onze Waardigheden, t, daadlyk te herftellen, en om voorts, met „ bedaard overleg, de meest gepaste mid„ delen te beraamen tot het weeren van , allen verder Geweld, het welk aan Vry, beid en Vaderland mogt gedreigd wor, den. Dan, tot onze grievendfte fmerte i, hebben Wy moeten ondervinden j dat , deeze billyke inzigten der Vaderlandlie, vende Regenten en Burgers in plaats van , de Hoofden der Cabale tot eenig omzien , en van het halftarrig doordry ven hunner , Nieuwigheden, tot redelyker handelwyze , te rug te brengen, in tegendeel derzel, ver drift fterker aangezet en tot die ui, terften heeft doen overflaan, welke on, wederfpreekelyk eene daadlyke fchending , van de plegtig bezwooren Conftitutie hun, ner Provincie en Scheuring der banden , van de Unie medebrengen. „ Men heeft zich niet te vrede gehou« , den met aan eenige Stedelyke Regeerin, gen in Holland, door de Bajonetten zy, ner verhitte Medeftanderen, alle zodanige , Befluiten af te dwingen, als by overleg i met de Hoofden der Gewapende Genoot- „ fchap?  HISTORIE. 211 j, fchappen te vooren beraamd, en, onder j, de houding van eerbiedige Verzoekfchrif„ ten, by afgeperste of gehuurde Teke- ningen van eenige Ingezetenen, als de „ de onwederftandelyke begeerte eener al„ gemeene Volksftem, waren voorgefchree„ ven. Maar men heeft zich zelfs ver,, ftout, om doormiddel van openbaar Ge„ weid, wettige Regenten te ontzetten var hunne Raadsplaatzen en anderen in huns, ne plaats te (lellen, en deeze openlyke Schending van Handvesten, Octroyen en „ Privilegiën, hoe blykbaar ook, behoo- rende teffens tot de voornaame zorge en bezwooren befcherming van den Souve„ rain, en fpeciaal ook aan het tocvoor„ zigt en de bewaaring van Ons, in onze hooge Waardigheid als Erfdadhouder „ eene beëedigde Commisfie aanbevolen. evenwel by de Meerderheid der Staats- vergadering, door invloed van die zelfdt Cabaal, niet tegendaande de ernltigfh „ Vertoogen van Regeeringen en Gemeen „ te, onder den naam van Domeftiek, t£ doen doorgaan, cn buiten alle voorzie,, ninge te houden." Naa in het breede opgegeeven te heb ben wat de gevolgen hier van waren tei hooge Staats vergaderinge van Holland, ter opzigte van het Defenfieweezen van Hol land, en het Krygsvolk van den Staat, er de vrugtlooze poogingen van den Raad var Staaten daartegen, hangt hy deeze Schet; op van onze Staatsgelleltenisfe. — ,, Daai dus de voorbeeldlooze drift eener onbe Os „ grens XXXIX. BOEK. 1787. t , 1 l  XXXIX. BOEK. ï787. ara VADERLANDSCHE ,, grensde Heerschzugt deezer verderflyke n Cabaale , naa den J3urger tegen zyne ,, Regenten en Medeburgers m de wape„ nen gejaagd, de wettige Regeering van „ veele Steden omgekeerd, en alle de dee,, len van het Staatsbeftuur met wanorde „ vervuld hebben, nu ook nog voorflaat om de geheele Armée van den Staac „ eerst van haare beste en kundigfte Offi,, eieren te ontzetten, vervolgens tegen el„ kander te verdeelen, en eindelyk het „ vreedzaam en gezegend Grondgebied van deezen Staat tot het Tooneel van eenen „ Burgerkryg te maaken, waar in veele „ ongelukkig vervoerde en door fchyn mis,, leide Ingezetenen, in koelen bloede, ter ,, Slagtbank geleid, en met hun bloed en dat der Krygslieden , de beste kragten „ van de Republiek door haar eigen Krygs- volk en Burgers ftaan te worden afge,, tapt; daar moet het hart van elk braaf ,, Nederlander bloeden by het oogenblik„ lyk gevaar het welk ons dreigt, van wel,, dra onze gezegende Unie voor altyd ge„ fcheurd en onze gelukkige Regeerings„ vorm geheel en al omgekeerd , onzen „ duurgekogten Godsdienst en Vryheid eens „ vooral vernietigd , onzen winstryken ,, Koophandel, Zeevaard en Publiek Ver,, trouwen, uit deeze Gewesten verbannen, ,, en in eens alle die voordeelen en wel,, vaard onherftelbaar verlooren te zien , „ welke ons weleer, onder Gods Zegen, f, en het wys Beftuur der Wettige Over„ heid, den fchrik onzer Vyanden, en de „ ver-  HISTORIE. ai3 verwondering dceden zyn van geheel Eu " „ Wy althans kurnen, op dit oogenblik „ onze bittere aandoening niet verbergen, „ over deezen jammerlyken toeftand van ons „ Vaderland,,en Wy gevoelen thans meer „ dan ooit de kragt van die hartlyke Lief„ de, met welke Wy Ons altyd op het „ teederst, verknogt gevonden hebben aan ' eene Natie onder welke Wy gebooren " zyn, in welker zegen en voorfpoed Wy „ grooter belang hebben dan één eenig ,' Nederlander, cn welker Vryheid op de „ verdienden en het bloed onzer doorlug„ tlge Voorvaderen gegrond, te gelyk een „ der voornaamfte bronnen is, en dat God geevc! blyven zal van den Welvaard en '. Roem van Ons en van ons Huis. * Wy zouden althans meenen te kort te „'doen aan de heilige Eeden, door welken " Wy, in onze hooge Betrekkingen, tot „ handhaaving van 's Lands Vryheid, Gods'„ dienst en Gcregtigheden, gehouden zyn; „ Wy zouden meenen te kort te doen aan " de duure Verplïgting, welke het grootfte „ en aanzienlykfte gedeelte der Natie, zo „ wel Regenten, Burgers als Krygslieden , „ van allerlei ftand en rang, door de uit„ bundigfte blyken van liefde en vertrou„ wen, op Ons gelegd heeft, indien wy ook nu nog vasthoudende aan Ons voorig ontwerp van een ftil uitzigt en eene Ivdzaame verwagting op het noodig Her„ ftel van onze eigene Regten, verzuimden „ onze denkwyze'over den geheelen ftanc O 3 „ dei XXXIX, boek. 1787-  214 VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. 1787. 4 » der tegenwoordige Onlusten voor eene by „ Ons zo geliefde Natie open te leggen „ en Ons bereid te toonen tot alle zodani„ ge Behulpzaamheid en in onze betrek„ kingen en pligten gegronde Medewerking, „ als mogten gefchikt zyn om de Voor ft an„ ders van de gevestigde Regeeringsvorm „ niet langer onder de Dwingelandy der „ Overheerfching, en om de ongelukkige en m verdwaalde Voorvegters zelfs van Nieu* ,', wigheden niet, met het geheele Gemee„ nebest ten prooie te laaten van woesc „ Geweld en algemeen Bederf. „ Deeze pligtmaatigc gevoelens en inzig,) ten zyn by Ons niet weinig aangewak- kerd en verleevendigd, door dc "onver- wylde bereidvaardigheid met welke reeds » de Staaten van Gelderland, die van Ut» recht, zo veel in hun was, te hulpe ge>i komen en de overige Bondgenooten in » de handhaaving van de Unie, en haare Regten, voorgegaan zyn • en Wy hebben i> gemeend aan deezen onzen yver en Hef•> de voor de waare belangen van het dier„ baar Vaderland, voor als nog, niet beter 1, te kunnen voldoen, dan door openlyk eu ten fpoedigften Onze Bereidvaardigheid !» te verklaaren, gelyk wy dezelve verklaa- ren by deezen, om, zo met Hooggem. 1, Heeren Staaten van Gelderland en Ut», recht als met die der overige Gewesten, 1, benevens de Leden en Steden van dien, » door alle die vermogens, gezag en in. vloed, welke aan onze hooge Waardig» heden kunnen gerekend worden Ver bon - „ den  HISTORIE. 215 „ den te zyn, op het fpoedigfte en kragt„ daadigfte mede te werken tot heeling van „ alle de reeds toegebragte Breuken der „ Unie, tot opheffing en ftuitting van allen „ onwettig Geweld, en tot herltelling van „ Eendragt, Rust en Vertrouwen, zo tus„ fchen de Provinciën met eikanderen, als „ tusfehen de Heeren Staaten, Regeerin„ gen en Ingezetenen van ieder van dezel„ ve, ten einde de Hoogheid, Digniteit „ en Independentie van de refpective Pro„ vincien bewaard, alle Regten , Privile„ legien, en deugdlyke Belangen der lm „ gezetenen befchermd, en in 't byzondei „ aan de Burgeryen zodanigen billyken In» vloed op de Stedelyke en Algemeene Be„ langen gegeeven worde, als bevonden za „ worden met de vastgeltelde Orde van Re„ geering, Octroyen, en wettige Herkom „ Hen der Steden en Leden van Staat, mits „ gaders met de waare en bezwoore Con „ ftitutie van den Lande, beftaanbaar te wee „ zen. ■ „En, op dat Wy hier in, door ver „ eenigde vermogens te gelukkiger mo „ gen flaagen, willen Wy de Heeren Staa „ ten van alle Gewesten der Unie , dt „ Heeren Staaten Generaal, alle Collegiei „ van Staatsbewind of Juftitie, en derzei „ ver byzondere Leden, mitsgaders de goe „ de Burgeryen en verdere In- en Opgeze „ tenen deezer Landen, niet flegts by dee „ zen dringenden nood, op het vriendlyks i, en erniligst, tot eene vaardige medewer >• king, elk naar zyne betrekking, uitgenoo O 4 „ digd. XXXIX. BOEK. 1787. t  aio- VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. i78f. » digd; maar te gelyk, ter nadere verlAu» ringe onzer Inzigten, op het nadruklykst » en plegtigst verzekerd hebben, dat Wy » niet meer verlangen dan Ons heiliglyk » aan den Eed en Pligt te gedraagen, aan,■> 't Vaderland in 't algemeen en aan ie» der Provincie in 't byzonder verfchuldigt. » Dat Wy geen ander voorneemen hebben, „ dan om ieders Regten en Vryheden te helpen bewaaren,' den Publieken Godsr dienst te handhaaven , alle gewelddaadige Verongelykingen en alle Onttrekkingen ,» der Ingezetenen aan hunnen wettigen Reg„ ter tegen te gaan, en fpeciaal nimmer of ooit eenige meerdere Magt, Gebied, „ Gezag of Invloed te zoeken', of te ver„ krygen, dan Ons, uit kragte onzer Com» misfien, ontegcnlpreekelyke Staatsrefolu„ tien , en erkende deugdlyke Posfesfie, „ wettig competeert. j, Tot alle welke eindens Wy, in 't by» „ zonder, vertrouwen, dat niet alleen de „ Heeren Staaten der andere Gewesten, >, onze welmeenende poogingen onderdeu„ nen; maar dat in 't byzonder de Heeren „ Staaten van Holland en Westfriesland, als tegenwoordig , gelyk Wy vertrouwen, ,-, volkomen overreed van het dringend ge„ vaar, waar in de voorfz. beerschzugtige „ Invloed van eenige weinige Perfoonen het „ Vaderland gebragt heeft, niet langer dif» ficulteeren zullen, om hunne zo over» haaste als onwettige Befluiten, omtrent het Commando over het Garnifoen in •» 'sHaage, en omtrent het Capitein Ge- „ ne-  HISTORIE. 217 a ner&alfchap , te Onzer prejudicie geno„ men, aanflonds en vooraf te willen op„ heffen, met te metdoening van al het „ geen waar mede onze Eer, benevens on„ ze zuivere Bedoelingen, en fchuldlooze „ Gedraagingen, zo onverdiend en onvoor„. voorbeeldlyk bezoedeld, en ter Vergadert ring van dezelfde Heeren Staaten, door i, de fchandelykde aanvoering van Laster „ Leugen, zyn aangeklaagd. — En, o;n Ons „ voorts niet flegts van die fnoode blaam „ volkomen te zuiveren, en te justificeeren; „ maar ook in het Genot en de Exercitie „ van onze wettige Preëminentien en Reg- ten te herftellen; ten einde Ons daar door ■„ gelegenheid te geeven, om, behoudens „ de Digniteit aan onze hooge Geboorte „ en Betrekkingen verfchuldigd, waar om», trent de Hooge Overheid zelve , uit hoof „.de van onze naauwe betrekking op der „ Staat en tot het aanzien van den Lande „ niet onverfchillig zyn kan, ten fpoedig „ ften in hunne Provincie te rug te kee i, ren, hunne Verfchillen met de overige Provinciën te helpen vereffenen, lang: „ dien weg de Rust en Orde te herftellet „ en het lieve Vaderland onder GoDsZe „ gen en met medewerking der Bondgenoo „ ten, voor zynen ondergang te behoe „ den C}" Te (*) Dit gtheele Declaratoir , gegeeven op des Fut 'jlerioms Burg te Nytnegen, en gedagtekend 26. Me 1787. wordt gevonden inde N. Nederl. Jaarb. 178; bl. 006—917. O 5 XXXIX:. BOEK. I787. t 1 I r T  XXXIX. boek. I787. Hoe ter Algemeene Staatsvergaderingopgenomen. < j 1 Hoe in Holland beoordeeld , ( \ 1 \ I > >: >: »! »: i\ »» » J> J> »» M (*) Ge», go. Mey 1787. 218 VADERLAND S CHE Ter Vergadering van hun Hoog Mogenden werd die Stuk, door zes Gewesten, overen door Holland voor Notificatie aangenomen ; dewyl het klagten behelsde over Behandelingen en Befluiten van eene Souveraine Provincie, die te deezer Vergaderinge geen voorwerp van Beraadflaaging konien opleeveren. Alle de Leden van hun Ed. Gr. Mogenden namen het vervolgens wer (*). Een groot aantal Afdruk¬ ten deezer Verklaaring was in 's Graven'taage gebragt, ter gereede bekoming. Wel verre dat deeze Verklaaring eenen ilgemeenen ingang vondt, of de Gemoedeleren tot kalmte bragt, werd dezelve in 'erfcheide Nieuwspapieren, voor hoonend litgekreeten, en een Oorlogsverklaring an den Gelderfchen Despoot geheeten. den befchreef ze als een Stuk, 't welk , niets dan Hoon voor deeze Vrye Natie, Laster voor de braaflfe Staatsleden, Beleediging voor den Reprefentativen Souverain der Provincie van Holland, ademde , en waar van byna ieder woord eene ftrafbaare misdaad medebragt; dewyl Willem de V. zich niet ontzag, by 't zelve het Volk te beroeren, en tegen zyne weldenkende Vertegenwoordigers op te ruijen; zyne Heeren en Meesters de bitfle en ongegrondfle verwytingen te doen, en den Souverain, waar van hy een Dienaar was, en den Burger, die „ hem  HISTORIE. 219 „ hem hadt groot gemaakt, uit wiens zweet en bloed hy onderhouden werd , de Wet „ tragte voor te fchryven." Terwyl men al de fchuld, aan de Meerderheid der Staaten van Holland toegefchreeven, op de fchouderen laadde van den Prins, van de Meerderheid der Staaten van Gelderland en die van Amersfoort, als mede van de Meerderheid der Algemeene Staaten cn in den Raad van Staaten, op het heftigst tegen deezen uitvaarende (*}. Niemand zal zich, over zulk fchryven, bevreemden, als wy hier nevens optekenen, dat, ten zelfden tyde, toen deeze Verklaaring ter Vergadering van Holland kwam, uit eene Algemeene Vergadering der Gewapende Burgercoipfen van de Steden en het Platteland te Dordrecht gehouden, by hun Ed. Gr. Mog. een Adres van den volgenden aart werd ingediend. — Zy befchreever zich, in den aanvange, als eene Vergadering, zamengefteld uit die Burgercorps, die niet alleen, door hun Ed. Gr. Mog. zelf onder Hoogstderzelver Befcherming warer genomen; maar die ook, door hunne open lyke Gedraagingen, toonden, dat zy hunns Bezittingen, ja zelfs hun Leeven, voor he algemeen Belang, en de Vryheid van hun Va derland, veil hadden uit die Burger corps, die zich, ten allen tyde, haddei aangeboden, en nog aanboden ter Befcher ming en Beveiliging van de Perfoonen ei r Vei (*) N. Nederl. Jaarb: 1787. M. 917. Post va tiejj Neder-Rhyn XII. P. bl. 1046. XXXIX. B O È K, 1787 Adres der Gewapende Corpfen in Holland aan hunLd» Gr. Mog, [ l 1 I  Ulo VADERLANDSCHE XXXIX. te o E Ki mp i i i j i i i r Vergadering van hunne Opperde Vertegenwoordigers, van die Vergadering, waar in de Hoogheid en Majefteit deezer Provincie werd ten toon gefteld eindelyk uit die Burgercorps, die, uit hoofde van al het voorenftaande, buiten twyfel de eerfte Slachtoffers zyn zouden van de woede en moordzugt van die heerschzugtige Dwingelanden, die, door hunnen vyandlyken aanval daar toe reeds het tooneel hadden geopend, en niet eerder zouden rusten dan dat hunne gewelddaadige poogingen, door de meest effi:acieufe middelen, die hun Ed. Gr. Mog. ?p dit tydftip nog volkomen in handen hadJen, werden te leur gefteld. . Met grond meenden zy te kunnen vooruitzien, dat, buiten het aanwenden dier uierfte poogingen, eene verwarring zou ge>ooren worden; welke niet alleen den geïeelen ondergang van Gelderland en Ut-, ■echt, maar ook die van deeze magtige 'rovincie, ja van 't geheele Bondgenootchap, naa zich zou fleepen. Zy vertrouwden, dat hun Ed. Gr. Mog. ï deeze tydsomftandigheden te minder zwaaigheid hier omtrent zouden maaken „ daar 'er," dit zyn hunne eigene woorden , van eenen zyner allerheiligfte Eeden en Pligten verbrooken hebbenden Stadhouder, aan het hoofd van flegts eenige weinige Gelderfche en Utrechtfche Dwingelanden , eenen Burger-ooflog daadlyk was aangevangen , door de Influiting der Stad Utrecht en de verraadlyke Attaque op Stads wettig Territoir aan de Vaart, met „ dat  HISTORIE. 221 „ dat noodlottig gevolg, dat het geftorte „ Burgerbloed reeds eene droevige kreet „ hadt doen opgaan, en voor den Throon „ van den Regter van den Hemel en Aar„ de om wraak fmeekte; ja de Eer van het „ Volk van Nederland vorderde, dat het„ zelve ten ftrenglten gewrooken wierd} ,, vooral daar de ganfche weldenkende Na„ tie, zodanig met dit denkbeeld was ver„ vuld, dat, wanneer de zaaken wederom „ op de lange baan gefchooven wierden, „ het te vreezen, en niet minder te verwagten, was, dat de reeds lang getrapte ,, en verdrukte Natie tot eene heillooze „ wanhoop zou overflaan, als ftaande de„ zelve in dat vast en gegrond begrip, dat, „ dewyl de aanval van den kant der zamen„ gezwoorene Dwingelanden begonnen was, „ alle, ja zelfs de gewelddaadigfte maatre„ gelen, niet anders dan louter DefenfieJ „ konden worden befchouwd. Daarenboven waren zy van meening, dal de Meerderheid der Staaten van Gelderland, en de Voovftemmende Leden der Staater van Utrecht, uit hoofde hunner uitgeoefen de Dwingelandy, door hun Ed. Gr. Mog met geen ander oog konden worden be fchouwd, dan met dat, waar mede zy hut aanzagen „ naamlyk als den Bloedraad vat „ eenen alle gunden verbeurd hebbendei „ Stadhouder; als Verftoorders van de al „ gemeene Rust, en Schenders van de Reg „ ten en Privilegiën van vrygebooren Bur „ geren; ja, als Ufurpateurs van de Hoog „ Regeering, niet langer waardig om in ee „ ni XXXIX; BOEK, I7B7. I l 1  222 VADERLANDSCHE XXXIX. boek. 1787. ] » nige Collegien van het Bondgenootfchap; „ 't welk door hun verbrooken was, de be„ langen van een Vry Volk te behandelen. Verder maakten zy geene zwaarigheid, aan hun Ed. Gr. Mog. te verklaaren, „ dat » zy den Perfoon van Willem den V. ». aanmerkten als de éénige Origine van alle », de rampen, die ons gefolterd Vaderland >. thans overkwamen; als een Verbreeker „ van zyne duurde Verpligtingen, waar me» de hy aan de Souverainiteit deezer Proj, vincien was verbonden; als, door het „ treeden in de gewelddaadige maatregelen » der Gelder fche en Utrechtfche Dwinge>, landen, een Aanvaller en Belaager van », de Hoogheid en Vryheid deezer Provin- cie, en derhalven, als verbeurd hebben1, de alle die Gunden en Voordeelen, waar „ mede een weldaadig, doch nu met de » grootfle Ondankbaarheid behandeld Volk, , hem meer dan te lang hadt opgehoopt." Eindelyk konden zy even min voor hun id. Gr. Mog. verbergen, „ hoe gevoelig , zy waren over den hoon en de indigna, tie, waar mede de Souverainiteit deezer , magtige Provincie van het Bondgenoot, fchap, door de fataale Directie in de Ge* , neraliteits Collegien, reeds zedert langen , was behandeld: een hoon dies te Merker , en onverdraagelyker, daar het deeze Pro, vincie alleen was, die meer dan de helft » der Penningen ter Generaliteit benoodigd , fourneert; en dus meer dan de andere zes Provinciën zamen in het Bondgenoot, fchap heredeert; ja, zonder wier hulpe „ alle  HISTORIE. 223 „ alle de overige Provinciën reeds lang in ,, de uiterfte armoede en elende zouden „ zyn gedompeld geweest." Op die gronden deeden zy drie Verzoeken deunen, woordlyk van deezen inhoud. Voor eerst, „ dar. hun Ed. Gr. „ Mog. door Hoogstderzelver Gedeputeer„ den ter Generaliteit geliefden te doen de„ clareeren, dat zy, geduurende de fataale „ Directie ter Generaliteit, hun Contin„ gent, 't zy in de reeds geconfenteerde „ Lasten, 't zy in de zulken, waar toe als „ nog zou mogen beflooten worden, zou„ den doen inhouden, en ter Generaliteit „ geene Penningen meer zouden inbrengen, „ dan alleen zo veele als benoodigd waren „ tot het betaalen der Intresfen van de „ Obligatien, ter Generaliteit thans reeds „ loopende. Ten tweeden, dat hun „ Ed. Gr. Mog. die Vyanden des Vader„ lands, met de vereenigde Burger- en Mi„ litaie Magt, der Provincie tot reden zou„ den brengen, en derzelver Hostiliteiten „ afkeeren. • Ten derden, dat hun Ed. „ Gr. Mog. op het voorbeeld der Sufpen„ fie van het Capitein Generaalfchap, den „ tegenwoordigen Stadhouder Willem „ den V. ook provilloneel zouden fufpen„ deeren in het Stadhouder- en Admiraal r, Generaalfchap deezer Provincie, met In„ houding van alle de Tractamenten en „ Emolumenten tot die Bedienigen ten las„ te deezer Provincie ftaande (*)." De (*) Refol. van Ho!!. 25. Mey 1787. XXXIX. boek. I787. Drie Verzoekendaarin gedaan.  224 VADERLANDSCHE XXXIX. boek. 1787. ' VerdergaandVoorftel van Leyden. De Oudraad der Stad Dordrecht ftemde in het derde Verzoek toe. Leyden ging verder en wilde, onder de Inhoudingen begreepen hebben, alle de Collonels en Capiteins Tractementen, onder de Provinciaale Troepen, als mede alle de overige Vrydommen en Immuniteiten, den Prinfe uit hoofde van de bekleeding zyner A™pten vergund, en zulks „ tot zo lange hy gee- ne voldoende blyken van zynen opregten „ afkeer van de tegenwoordige maatrege„ len der Staaten van Gelderland en Scaats„ leden van Utrecht gegeeven, en zyne » Stadhouderlyke Officien, ter redelyke en „ amicaale Bylegging der gereezene ver„ fchillen , aldaar zou geëmploijeerd heb» ben." — Wyders moesten de Stads Afgevaardigden , ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog. verklaaren, „ dat de Vroedfchap „ van Leyden, van dit oogenblik af aan, „ zo lang 's Lands Militie "binnen de Pro. „. vincie van Gelderland en Utrecht tegen „ de goede Burgeryen en Ingezetenen zou „ worden geëmploijeerd, niet meer zou con„ tribueeren, tot Betaaling van al zulke Mi„ litie, die ter repartitie van deeze Provin„ vincie ftaat, en binnen een der gemelde twee Provinciën, of ook elders werd op„ gehouden, of gebruikt, het zy in Gar„ nifoenen, het zy te veld; noch ook tot » de Betaaling van eenige Militie hoe ge,> naamd, welke, door andere Provinciën „ onbetaald gelaaten, thans uit de Gcnera,» liteits Kasfe wordt gefoldeerd; noch ook ,, van eenige andere 'zaaken, tot het Mili- „ tai-  HISTORIE. $ taire weezen behoorende, waarvan door „ de Meerderheid der Bondgenooten, te„ gen de Burgeryen en Ingezetenen gebruik „ gemaakt wordt, of zou kunnen worden; „ noch ook eindelyk tot die Lasten, wel», ke door deeze Provinnie, tot foulaas der Provincie. Zeeland betaald worden, alleenlyk daar van uitgezonderd de Jaar», wedde van den Ambasfadeur van deezen „ Staat aan het Hof van Engeland en wel ,, met betrekking tot het laatfte, zo lang „ de laatstgemelde Provincie, dc Maatre„ gelen der Staaten van Gelderland en Ut„ recht blyft aankleeven." . Schiedam grondde de toellemming in het fchorten des Stadhouders, op het voordel der algemeene Vergaderinge van de Gewapende Burgereorpfen té. Dordrecht voornaamlyk op den inhoud der Verklaaringe van zyne Hoogheid (*). Immers, in het Vroedfchapsbefluit voeren zy deeze taal, „ dat de Misfive, door zyne Hoogheid, ter ,» Staats vergaderinge gezonden, wel inhieldt »» zyne bekommering over de hachlyke gë,, fteldheid der Republiek; doch vergezeld h ging van een Declaratoir van dien 'aartj 4, dat door hetzelve het billyk misnoegen „ van den Souverain tegen hunnen Stadhoüt, der, op het nadruklykst is verleevendigd j „ en tot die hoogte heeft moeten opklini„ men, dat hetzelve, zonder den eclatant0, den ftap van berouw aan den dag te leg= gén i (*■) Zie hier boven, bl. aó& XIV. DEEL. P XXXIX. BOEK. 1787. Sck'eda'ms Raadilag'.  wt6 VADERLANDSCHE xxxix. „ BOEK. „ I787. „ 99 99 » 9» 9» 59 »> »> >> »> 9> 9» »> 5» »» 99 99 39 99 99 9, 99 99 99 99 99 »> gen, onverzoenbaar moet blyven: aangezien dat Declaratoir is doorzaaid met de lefiefile aantygingen en uitdrukkingen tegen zommige Regeeringsleden, en eenige weinige Ministers, en in welke de Befluiten van hun Ed. Gr. Mog. zelfs op eene onbefchaamde wyze worden getaxeerd, openlyk voor onwettig verklaard, en aan de Natie in zodanigen fmaak voorgedraagen, dat daar by een geest doorftraalt om over den Souverain te willen heerfchen, om de Ingezetenen zonder onderfcheid van qualiteit, de ganfche Provincie door, tegen hunnen wettigen Souverain aan te hitzen , tot feditieufe onderneemingen aan te moedigen, en om refpectable Leden van hun Ed. Gr. Mog. Vergadering de uitwerkzelen van eene onbepaalde wraakzugt te doen gevoelen. Een Declaratoir, eindelyk, niet veel verfchillende van een Oorlogs Ma. nifest, in gevalle de Souverain aan eenige Vorderingen, daar by, op eenen meesteragtigen toon, voorgedraagen, niet gereedlyk komt te voldoen, en tenens, gepaard met zodanige gedraagingen, die, in plaats van eene zugt aan den dag te leggen,om zich te onderwerpen, en aan de redclyke verlangens van hun Ed. Gr. Mog. en van zo een notabel aantal Burgers en Ingezetenen in onderfcheiden Provinciën, in 't byzonder inde Provinciën van Gelderland , Utrecht en Overysfel, te voldoen ten einde de Rust en Eendragt te helpen herflellen, en daar door mede te werken „ tot  HISTORIE. 2»7 „ toe behoud van het Land, in tegendeel „ een geest aankondigen en bevestigen, om „ met eene voorbeeldlooze hoofdigheid de „ pretenfie te inhereeren tot uitbreidieg van „ Eigenbelang en Grootheid, en teffens, „ om, met de Meerderheid der Gelderfchc „ en Amersfoort fche Staatsleden, tegen dee„ ze Provincie, en haare billyke maatrege„ gelen, vyandlyk te confpireeren (*)." Van tyd tot tyd gaven de Steden van Holland ter Staatsvergadetinge hun gevoelen te verdaan over de voorgeflaagene Sufpenfie des Stadhouders, en bleek het, dat zich daar voor verklaarden, Dordrecht, Leyden, AmfterdamQj,Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikendam en Purmerende. Brielle keurde het Voordel af, zich verzettende tegen het Befluit, dat by Meerderheid mogt genomen worden, met ■ voorbehouding. om de noodige flappen daar tegen te zullen doen (§). Tot veeier verwondering telde men onder .die -Steden LIaarlem niet, 't geen misnoegen baarde, in eene Stad, waar een aantal Burgers onlangs een Adres hadt ingediend, in 't welk zy, op dit ftuk, zich in deezei voege lieten hooren. „ Daar het buiter „ alle bedenking is gefteld, dat de tegen „ woor (*) N. Nederl. Jaarb. I7?7. bl. 1411. (f> By een Vroedfchapsbefluit te dier Stede den 7 Aug. hier toe genomen, wilde men de Tractamentei en Emolumenten des gefchorften Stadhouders, doei dienen voor de Gewapende Burgercorpfen. N. Neder) Jaarb. 1787. bl. 4073. (S) Rejbl. van Holt. 0. Aug. 1787. P 2 XXXIX. BOEK, 1737. WelkeHo/ïandfcheSteden voor de Schorting des StadhoudersItemden. Haarlem hier in agterlyk, 1 t l 1  228 VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. 1787. ; i ] 1 » woordige Heer Stadhouder aangemerkt , moet worden als de Bron en Oorzaak » der heillooZe verwarringen en gewelddaa- > dige p togingen tot omkeering van 's Lands > Vryheid, en ondergang van 't Vaderland, > zy het ons geoorloofd U Ed. Gr. Mog. » onder het oog te brengen, dat de Inge- > zetenen deezer Provincie, altoos zo ge» willig om 's Lands lasten te helpen draa9 gen, egter allerongaarnst de Penningen, 9 door hun zweet en arbeid den Lande op, gebragt, langer zouden zien empioyeeren * tot Onderhoud en Grootmaaking van een 9 Staatsminister, wiens vyandlyke oogmer- ken, ten nadeele der Vryheid, en ten be9 derve van deeze Provincie, zo zigtbaar, lyk doordraaien; wy mitsdien U Ed. Gr. , Mog. verzoeken, om ook, ten deezen , opzigte, daar het welmecnendsc gedeelte , der Burgeryen , zich door vrywillige Do9 natiën, trn voordeele van de algemeene , zaak, 11 tput, zodanige cordaate maatrege9 len gelieven te neemen, als U Ed. Gr. , Mog. naar derzelver Wysbeid en Regt, vaardigheid, noodig en heilzaam zullen , oordelen (*)." — Den Penfionaris van ?eebergh, thans in een geheel ander icht dan door vet. len voorheen befchouwd, chrcef men, min of meer openlyk, deeze igteilykheid van Haarlem toe ({_). Op (*) Dit is Set Slot van het Adres, wgar van wy lier tioven bl. 173. een gedeelte eaven. (t/ N. beitri. Jaarb. 17S7. bl. 309!,  HISTORIE. s=cj Op eenen zeer hoogen toon klonk de taal des Misnoegens en Wraaklusts in een Adres uit Vlaardingen ter Staatsvergadering ingeleeverd. Eenige trekken daar uit zullen genoeg weezen om over het geheel te oordeelen. ,, Verraad en Geweld, „ ten hoogden toppunt gefteegen, fchynen „ thans den val van ons dierbaar Vader„ land te willen voltooijen. Herrschzugt en „ Dwinglandy fchynen op de puinhoopen „ onzer bezittingen hunnen Throon te wil- „ len vestigen. Het kan aan U Ed. „ Gr. Mog. niet mishaagen, dat een Ba* „ taaf van zyne niet min Bataaffche Re„ genten, eene Wraakoefening vordert over „ Dwingelanden, die zo wel de geheiligde „ Perfoonen van U Ed. Gr. Mog., als al* „ les wat ons dierbaar is, aan hunne woe„ de tragten op te offeren. Daar de Be,, laager onzer heilige Regten zyne gevloek- te Oorlogsflandaart, op den grond onzer „ Bondgenooten plant; daar de Moordkreet „ der meer dan Barbaarfche Verwoesteren „ is opgegaan, dorflende na het dierbaar bloed der Burgeren, daar deeze Verwoes. „ ters, ontbloot van alles wat eerlyk, ja „ menschlyk is, geen het minde denkbeeld „ van pligt meer fchynen te bezitten, kun„ nen wy ons niet overreden, dat U Ed. „ Gr. Mog zouden kunnen vorderen, lan„ ger eenige pligt aan deeze Snoodaarts „ fchuldig te zyn, of tot geffand doen van * eenige Verbintenisfe met hun gehouden „ te weezen. Wy neemen de vryheid „ om U Ed. Gr. Mog. als de Hooge Re-. P 3 » P^. XXXIX. BOEK. 1787. Adres var» Vlaardïngen.  23° VADERLANDSCHE XXXIX. boek. « prefentan een van eene vrye en lang ge» « tergde Natie, billyke wraak over deeze ». Dwingelanden af te eifchen. —— Het » is Willem van Oranje, die het .1 vertrouwen eener al te geduldige Natie •> zich voor eeuwig heeft onwaardig ge» maakt, als welke ten kosten van het Sou. » veraine Gezag van U Ed. Gr. Mog. en de geheiligde Regten van een vry Volk >, een Throon van onbeperkte Heerschzugc » op deezen vryen grond zoekt op te rig« „ ten: waarom, derhalven, Ed. Gr. Mog. » Heeren! zouden wy, in de eerde plaats >> fchroomen, een bedorven en ontaarden ,i Stadhouder, al ons vertrouwen en den in» » vloed dien hy op het algemeen, in zyne » misbruikte Qualiteiten, gehad heeft, ge.» heel te ontneemen? daar onze Voorva1» ders niet fchroomden een magtigen We- reldbeheerfcher, eenen Philips, die u de Souveraine Magt over hun in handen n hadt, voor eeuwig af te zweeren. „ Zullen wy eens eindelyk eene Afdoe»» ning der zaaken en eene Herftelling on1, zer gefchonden Regten en Voorregten » verkrygen; zullen wy de verlooren Rust, ., Welvaard, en Bloei van 't Gemeenebest 1, zien wederkeeren, dan meenen wy daar \i toe het gefchiklle middel te zyn, dat de n Meerderheid der Gelderfche en de pre,, tenfe Staaten van Amersfoort, door U 1* Ed. Gr. Mog. worden befchouwd zo als „ zy in ons oog waarlyk zyn, naamlyk als 1, een Bloedraad van eenen alles verbeurd „ hebbenden Stadhouder, als Verftoorders „ van  HISTORIE. 231 „ van de algemeene rust, Schenders van „ de Regten en Privilegiën der vrygeboo„ ren Burgeren, aan welken zy Eed en Pligt „ gefchonden hebben, en dus dat dezelve, ,> als Ufurpateurs der Hooge Regeeringe, „ onwaardig geoordeeld wprden, om de be„ langen van een vry Volk, op wat wyze „ ook, te behandelen, en als zodanig ge» weerd worden uit de Algemeene Verga,> dering van hun Hoog Mogenden , om » niet meer naast U Ed. Gr. Mog. te de- libereeren over de belangen van het Va„ derland! dat zy geweerd worden uit alle Collegien van het Bondgenootfchap; ten » einde eenmaal een einde aan deezen vcr„ woesten toeleg te maaken. „ Wy verklaaren, op het plegtigst, niet „ te bedoelen, of van U Ed. Gr. Mog. te m vergen, om tot eene vernietiging van het „ tot hier toe geëxifteerd hebbende Bond„ genootfehap, hoe zeer het ook in dc te,1 genwoordige conjucture van tyden, voor » deeze Provincie in 't byzonder mogt nut,» loos geworden zyn, mede te werken. ,> In tegendeel neemen wy de vryheid, om » onder het dcorzigtig oog van U Ed. Gr. » Mog. te brengen, dat, daar wy van ge„ voelen zyn, dat de Unie als een wee- zenlyke Verbintenis tusfehen het Volk, „ en niet enkel tusfehen de Represen,» tanten moet befchouwd worden, de „ tegenwoordige Onlusten niet kunnen wor„ den geconfidereerd te beftaan tusfehen „ de refpective Leden van het Bondgenoot,. fchap, de In- en Opgezetcnen der onderP 4 ,, fchei- xxxix. boek. 1787.  SS* VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. „ fcheidene Provinciën en Landfchappen^ „ naamenlyk; maar alleen moeten gehouv, den worden te wege gebragt te zyn, door „ die onwaardige en veragtlyke Volksver-, * tcgenwöordigcrs,die, meteen ondankbaa„ ren en onnut geworden Stadhouder aan „ het hoofd, ter bevestiging van hun on„ wettig en opgeraapt Gezag, zich geweisj dig en moorddaadig verzetten tegen de „ eerlyke, pligtmaatige en vaderlandlieven>. de poogingen, zo van U Ed. Gr. Mog, „ als van de om hunne vertrapte Regten if fmeekende Burgeren, en dus dat het dooi „ ééns in 't geheel beneemen van allen in,, vloed, welke deeze Burgerbeulen en Land» verwoesters, en hun onwaardige Voor„ ganger, nog op het algemeen, en de Hoo„ ge Regeering hebben, de algemeene Rusc „ en het Vertrouwen zich fpoedig herfrel- len en de geheiligde Band der Unie on„ gefchonden blyven zal. ,, Wy verwagten, dat U Ed, Gr. Mog. „ al- het vermogen en de raagt deezer Pro„ vincie zullen aanwenden, tot het duiten ,, van een Vloekgefpan , het welk den naam „ van Menfchen niet meer verdient, veel v> min dien van Regenten of Beduurders „ van een vry Volk! Tervvyl wy, met alle „ rechtgeaarte Nederlanders, bereid zyn, „ U Ed. Gr. Mog. Perfooncn en poogih„ gen, niet alleen met onze Bezittingen, „ maar ten kosten van ons Leeven, te be„ veiligen en te onderfchraatren. Wat doch zal ons het Leeven baaten, als wy », de beste Staatsmannen na het Mooidfcha- » va*  HISTORIE; &33 „ vot zien heenen fleepen, en wy als Slatis ven de vernederendfte, ja gevloekfte kluisilers moeten torfchen? Dit denkbeeld „ kunnen wy minder verdraagen dan dat „ wy deezen grond tot een Moeras zien „ wedergekeerd, en ons beftaan onder de „ Wilden van den onbekendften oord dei „ Wereld moeten zoeken (*>" Kon deeze fnaar fterker gefpannen wor den, het gefchiedde in het Voordel, dooi Gecommitteerden van het Haagfche Ifa pencorps , ter buitengewoone Provinciaal Vergadering der Gewapende Burgercorp fen, den zeventienden van Hooimaand t Leyden gehouden, van deezen woordlyke inhoud. „Te bewerken, dat Willei „ van Oranje, als een gedeclareerde ,', Vyand deezer Republiek, en de eerfi „ Aanfïooker van Burgermoord en Oproe „, in dit vry Gemeenebest, fchuldig ve: 'l klaard worde aan gekwetlte Majefleii *, Rebellie en Hoog Verraad, dat hy, te eeuwigen dage, van alle zyne Eeramptt \, en Waardigheden, met de daar toe ftaai de Tractementen'ontzet, en voor altoi „ uit het Grondgebied deezer Provincie g „ bannen worde, en de fchade, door de ,, verderflyken Burgeroorlog geleden en nc „ te lyden, zo veel mogelyk, op zyne Go deren en Bezittingen worde verhaal " Dat ook zyne Gemalinne, welke in de ze hachlyke omftandigheden het Opro j» (*) Het geheele Adres is voor handen in JV. Ne$e, "Jamb. 1787. Ï>1. 1416. XXKIX. boek» I787. . Voordel . van het Haagfch» ï cor;ps, 1 X 1 e r » n n 1- )S n g i. eïi?in  234 VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. Verflag van dit Voorftcl. i „ in de Verblyfplaats van Hollands Staaten „ heeft getragt aan teftooken; en dus aan„ leiding tot een verfchriklyk Bloedbad in de Hofplaats te geeven, deeze Provincie „ worde ontzegd, en nimmer by fuccesiie » als Gouvernante toegelaaten; als mede „ derzelver Kinderen, welke boven dien » lan Kindsbeen af het Despotismus heb» ben ingezoogen, en reeds blyken toonen „ de verderflyke Principes van Heerschzugc „ en Geweld te zyn toegedaan, van her. „ Erfdadhouderfehap, als reeds door hun„ ne Ouderen verbeurd zynde, vervallen „ worden verklaard. — Tot bereiking van „ van dit heilzaam oogmerk dringt het Vry„ corps van 'sHaage aan, dat, in de Stem„ hebbende Steden de Geconftitueerdens in die geene, welke reeds het geluk heb„ ben dezelve te bezitten, of anderzins de „ Vaderlandfche Schutteryen, Genootfchap„ pen en Sociëteiten, by hunne Vroedfcbap,» pen aandringen om derzelver Gedeputeerdens ter Vergadering vari Staat, zo fpoedig doenlyk, met bovengemelden Last te voorzien, en dat, ten gelyken tyde, de ,» Vaderlanders, in de kleine Steden en ten .» Plattenlande, ten zelfden einde, nadruk1. lyke Adresfen ter Vergadering inleeveren, • 0111 dus in één tydllip, de gedugte item , van alle braave Nederlanders teffens ter " Vergaderinge te doen hooren, en dezelve » eindelyk eens van effect te doen zyn." Het verflag op ditVoorftel, 's volgenden iaags uitgebragt, door de Heeren aan weiten 't zelve ten onderzoek was aanbevolen,  HISTORIE. 23S len, kwam hier op neder, dat zy het best zouden oordeelen zich in deezen voor eerst te bepaalen, om ten kragtigften, van wege deeze Vergadering, by hun Ed. Gr. Mog. daar op aan te dringen, „ dat Willem „ de V., als de oorzaak van alle de ons „ drukkende rampen, daadlyk worde gefus„ pendeerd in alle die Hooge Quahteiten. „ welke hy by deeze Provincie bekleedt, „ met verlies van de Emolumenten en Trae „ tamenten daar aan verknogt, en dat voort: „ aan hem Willem den V. en allen d< „ Zynen, het Territoir deezer Provmcn „ provifioneel worde ontzegd (*> De Commisjie der Gewapende Corpfen tot Befcherming van het Vaderland e) Vryheid uitgetrokken (t), zo luidde d Tytel, hadt, den vierden van Hooimaand de volgende Verklaaring ter kennisfe va hun Ed. Gr. Mog. gebragt. „ Daar c „ Gewapende Burger, in deezen hoogstdm „ genden nood van het lieve Vaderlanc „ uitgetrokken tot befcherming van 't zelv „ en tot behoud der Vryheid, en hy zyr „ Have en Goederen, zyne Vrouw en Ku „ deren, en alles wat hem liefst en die „ baarst is, heeft agtergelaaten, onder < „ befcherming der Wetten, en de handha „ ving der Juftitie. En daar het „ vreezen is, dat zy, die tot heden b „ v( (*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 2793- 1829.19 e"(t)4Van deeze Gewapende Burgercorpfen zullen een breeder Verflag geeven in de Befehryying van Burger-kryg. XXXIX. boek. Verklaa' ring der z Gewapeni de Burgercorpfen de q 4- Juiy. e 1- e e 1r- le atem :r[8, wy ien  XXXIX. 2 O EK. n i» n yy *». » j » < t ] &$6 VADERLANDSCHE » verfoeilyk werk maakten, om het mi« » doorzigtg gedeelte eer Natie te mjslei» den, en rot fchandciyke daaden van Op, ,» roer en .Geweid aan te Unev, nu, geduurende hunne afweezigheid, zich zuu>. den vviiien bedienen , om deeze hunne » vuile bedoelingen door te zetten; zo wil, - len wy, door dit ons Declaratoir, alle " Medeburgers, van wat Staat, Rang « oi üenkwyze die mogen zyn, ernliig . waarfchuwen, en van ons voorneemen > bengten; en declareercn wy de onderge- ► tekende Commandanten, van uitgetrokken . Corpfen, Detachementen, met voorken. nis, volkomen en eensgezinde toeftem• miag van onze onderhebbende Manfchap, pen, dat wy, alle Infultes, Oproeren, Plunderingen en Gewelddaadigheden, aan onze naagelaaten Vrouwen, Kinderen, Nabeftaanden, of Goederen, aangedaan wordende, zullen aanmerken als aan onze Perfoonen zelve te zyn gefchied. — Dat wy hetzelfde zullen doen ten opzi>te der Perfoonen, Familien, en Goederen van zodanige onzer braave Medeburgeren , die, offchoon niet met ons uitgetrokken, cgter bekend zyn voor waare Vaderlanders, die onze goede Zaak, in hunne onderfcheidene betrekkingen, met woorden en daaden getrouwlyk voorslaan en aangekleefd hebben. Dat wy vervolgens alle Staatspersonen, Rerenten van Steden, en van het Platteland, Officieren en verdere Handhaavers der uflitie, dje zullen blyken geeven, dat zy n ^  HISTORIE. itf *> met flappe handen de JufHtie handhou„ den toe ftuiting van Oproeren, Geweld „ en Plundering, of, ten deezen einde met „ draaijcryen en geveinsdheid te werk gaan, M of hunne traagheid, onverfchilligheid en ,, onwil, met een glimp van activiteit zullen „ poogen te vergoelyken, zullen houden „ voor fchuldig aan Meineed en Verraad „ aan den Lande. Dat wy, eindelyk, „ ook hun, die de heimlyke Roervinken „ en Aanftookers zyn, om 't even van wat „ Staat of Rang zy mogen zyn , en wy „ zeer wel weeten te onderkennen, zullen „ houden voor Vyanden van het Vaderland, „ En dat wy, naa dat wy de openbaare „ Aanranders onzer Vryheid, onder Gods i, Zegen, zullen hebben in hunnen euvel„ moed beteugeld, niet zullen uit den an„ deren gaan; maar dat wy zu'len byeen „ blyven, tot zo lange, dat wy, de een „ voor den ander, en allen gezamenlyk vooj ,, malkander op hun, die onze Vrouwen, „ Kinderen en Naastbeftaanden of Goede„ ren, of de Perfoonen, Goederen cn Fait milicn van onze weldenkende Medcbur„ ren mogten aangerand, beledigd of ge„ plunderd hebben; of op hun, die, bj gebrek van tydige voorzorge, of behoo„ relyke en pligtfchuldige Adminiftratie dei „ Juilitie, daar toe medegewerkt, ofhetzel„ heimlyk zullm hebben aangeilookt, ons „ zullen gewrooken hebben , en ons ter „ \olhn verhaald voor alle Helediginger „ en Schaden voorfchreeven op hunne Per „ foonen of Goederen, „ Ei na» boek' 1787. I  XXXIX. B O E K. I787. Sterke Publicatie last op zich genomen heeft om de belan►> gen der weldenkende Natie te bebarti» gen, en, zo veel doenlyk, te bevorde, ren, durft zy zich vleijen, dat deszelfs . waardige Vertegenwoordigers, de ronde > taal van het verlichtlïe en beste gedeelte . des Volks eerbiedigen en onderfteunen > zullen. ,, Wy zyn geenzins van voorneemert een . Tafereel te maaien van alle de Wandaa. den, welke een geduldig Volk genood- > zaakt hebben de Wapenen op te vatten, » en zich tot het uiterften tegen de Dwin- > gelandy te verzetten; welk Hulpmiddel . door U Ed. Gr. Mog. zelve aangemoe. digd en begunftigd is. „ Veel eer wy zouden onze oogen van . die akelige Schildery willen afwenden, > en dezelve vestigen op dien gelukkigen . ftaat der Republiek, in welken het Volk > by zyne Regten werd gehandhaafd, en > deszèlfs Souveraine Reprefentanten, alleen- > lyk door het algemeene Welzyn bezield, . zich den naam van Vaderen des Vader- > lands waardig maakten; toen noch zy, „ noch  HISTORIE, Hl „ noch het Volk, onder het juk eens Dwin„ gelands zugtten, en geene heerschzugtige „ Tyrannen zich met hem verbonden had„ den , ten bederve der vrye Nederlands„ ren,< toen , eindelyk, de Zeevaard en „ Koophandel van buiten, de Rust en Een„ dragt van binnen ons Gemeenebest ge„ dugt en gelukkig maakten. „ Doch, die gulden dagen zyn niet meer „ Willem de V, door Gelder fche en Utrecht„ fche Ariftocraaten gefterkt, verklaart zich „ openlyk tot vyand deezer Provincie, om„ ringt onze Grenzen, benaauwt onze ge„ trouwe Bondgenooten, de vryheidlieven„ de Utrechtenaar en, en frookr, in 't mid„ den van ons, een vuur van Oproer en Ver„ raad , het welk, zo het niet gedempt „ wordt, door de weldaadige Voorzienig„ heid, en door de efficacieufe Befluiten en „ Uitvoeringen van U Ed. Gr. Mog. en „ door den gewapenden arm der kloekmoe„ dige Burgeren, onze wel eer bloeiende „ Provincie in vuur en vlam zetten, en ^vel „ dra geheel verteeren zal. „ De voorbeelden deezer Euveldaader „ zyn te menigvuldig en te bekend om de„ zelve aan U Ed. Gr. Mog. voor te draa „ gen. Wy bepaalen ons flegts tot het oog „ merk om dezelve voor te komen, en it „ de uitvoering te ftremmen , of, reed: „ gepleegd zynde, des noods, ten rigoureu „ ften te ftraffen; en daar dit voorneemei „ eenpaarig by ons vastgefteld is, en wy to „ dit doelwit onverzettelyk bepaald zyn „ hebben wy de eer aan U Ed. Gr. Mog XIV. deel. Q » d< xxxix. BOER -7*7>  243 VADERLANDSCHE XXXIX. 2S0EK> ) J ï j 5' V 3: 3! 5! 3! 33 35 33 33 33 33 33 33 93 33 33 33 33 33 Ï3 33 33 I „ de volgende Befluiten kenbaar te maaken, „ metpJegtige verzekering, dat niets, hoe „ genaamd, ons van dezelve zal kunnen af, houden, en dat alle gewapende Burgers, , uit wier naam, en op wier last, wyfpree, ken, den laatiten druppel bloeds, voor , derzelver uitvoering, willen opzetten. „ Diensvolgens declareeren wy, ons in , 't byzonder te conformeeren met het De, claratoir der uitgetrokken Manfchappen van de Gewapende Vaderlandfche Corpfen (*), voor zo verre hetzelve, naar oroftandigheid van tyd en zaaken, op deeze Vergadering kan betrekkeiyk gemaakt worden; by het welk dezelve verklaaren de Plunderingen en Schade, door het oproerig Grauw aan Vaderlanders toegebragt, ten ftrengften te zullen vervolgen en lïrafTen: en teffens voegen wy 'er by, dat wy die verwoestingen, op de meest gepaste wyze, zullen tragten voor te komen , door het fpoedig byeenrukken van een Obfervations Corps uit Burgeren beMaande, en van het noodige tot een kra^tdaadigen byftand , het zy offenfief, het'zy defenfief, voorzien. Welk Corps zodanig geplaatst en verdeeld zal worden , als tot behoud deezer Provincie, en der welgezinde Ingezetenen, door ons noodig geoordeeld worden zal; terwyl wy, ten gelyken tyde, reeds beflooten hebben, alle kragten te zullen infpannen om Willem den V, door wiens geest, een verblind 33 en [*) Zie hier boven bl. 239.  HISTORIE. 243 $n doldriftig Gemeen aangedreeven wordt, •„ voor altoos buiten ftaat te ftellen, tot verdere machinatien, en onderdrukking „ van vrygebooren Burgeren, en wy, om ons bet vertrouwen, waar mede de wel„ gezinde Natie ons vereert, niet onwaar„ dig te maaken, nogmaals niet alleen ten „ fterkften infteeren, even gelyk by ons >, voorig Adres (*) aan U Ed. Gr. Mog. „ geprefenteerd, dat WillEm den V, in „ deeze Provincie, in alle zyne Charges en „ Waardigheden, met de daar aan verknogte Traclementen , worde gefufpendeerd; „ maar ook dat hem het Hollandsch Terri„ toir, gelyk ook, dat, geduurende deeze „ Troubles Mevrouw de Prinfesfe en haare „ Kinderen, in deeze Provincie, niet moj, ge worden geadmitteerd. „ Wy zyn bewust Ed. Gr. Mog. Heeren ! dat deeze onze genomene Befluiten " allerernftigst zyn, en gedugte gevolgen „ kunnen hebben. Immers wat kan 'er fterker tegenovergefteld zyn dan de blaakende moed der langgetergdeVaderlanderen, en „ de ontzinde woede van het Gemeen, „ 't welk om Oranje, moorden en ver„ woesting aanrigt ? Wanneer wy dit nader \, befchouwenyzen wy voor de gevolgen, en daar de Burgerkryg on twyfel baar de 11 bloedigfte en hardnekkigfte van alle is, „ en de goede Ingezetenen, zo lang ver„ fmaad, benadeeld en mishandeld, einde„ lyk mede het bloed in de aderen begint „ te {*) Zie hier boven ïrpi Q a XXXIX. BOEK. I787.  244 VADERLANDSCHE XXXIX. JBO£K. J7S7. H te kooken , is het helaas! te dugten , dat ,, ons eertyds vreedig en gezegend Gewest, „ door ftroomen Burgerblqeds bedekt zal „ worden, en aan de Nakomelingfchap een „ vreeslyk voorbeeld van den moed derVa„ derlanders en de woede der Vryheidhaa„ teren oplee veren zal. „ Doch aan U Ed. Gr. Mog. Heeren! ftaat het deeze noodlottige gevolgen voor te komen. Wy verzoeken, ja vorderen, „ van U Ed. Gr. Mog. vaderlyke zorg de j, noodige behoedmiddelen tegen die ver„ fchriklyke rampen. Dat de Geregtigheid, „ die zo lang geiluimerd heeft, eens einde„ lyk ontwaake! Dat zy niet langer dulde, „ dat de ftrafloosheid der Misdaadigeren „ hunne Medepligtigen tot dezelfde miadry„ ven aanfpoore! Dat het Wraakzwaard des „ Regts niet langer tot fpot diene; maar „ de Muitzugt, door welverdiende ftraffen „ beteuegle! — En welke reden is 'ertoch, „ dat U Ed. Gr. Mog. zich zouden vleijen „ dat een verbasterd Volk, door toegeef, lykheid en genade tot erkentenis zou be, woogen 1 worden ? Heeft niet de on, dervinding fteeds het tegendeel getoond, , en zyn Uwer Ed. Gr. Mog. verregaande „ goedertierenheid en verwonderst taay ge, duld, ooit anders dan door wederfpannig. , heid, fmaad, en nieuwe euveldaaden be, antwoord geworden ? „ Wy infteeren dus ten fterkften, op eene , fpoedige en kragtdaadige voorziening, en , dat U Ed. Gr. Mog. daartoe de noodige , middelen, hoe eer hoe liever,gelieven te , beiWn. „ Eea  HISTORIE. 045 „ Een zodanig Befluit, oogenbliklyk ge ■, nomen en teritond uitgevoerd, zou nog, „ in tyds, de fchriklyke gebeurtenisfen „ kunnen voorkomen, welke wy anderzins, ' „ met afgryzen, te gemoet zien. — En tot „ Medewerking van zulk eene Refolutie „ bieden wy U Ed. Gr. Mog. den gewü„ ligen en yverigen Byftand van het boven„ gemelde Burger-corps aan. • Het is thans „ geen tyd meer om twyfelagtig te zyn om„ trent de maatregelen, welke U Ed Gr. „ Mog. hier zouden in 't werk Rellen; het ., buitengewoone Gevaar vordert ook onge& woone Hulpmiddelen. En, zo de ordi„ naire wegen der juftitie aan het hoog?; verlicht oordeel van U Ed. Gr. Mog. niet „ genoeg toereikende fchynen, ftellen wy. „ met eerbied voor, om buitengewoone „ Hulpmiddelen te baat te neemen; het zj „ door het decerneeren eener Staats-Com„ misfie, beftaande uit Leden, welke dooi „ het vertrouwen der weldenkende Natie „ gehonoreerd zyn, en met eene onbepaalde „ Volmagt, tot herftelling der Rust en be„ teugeling der Muitery, voorzien zouder „ worden; het zy door zodanige ande« ,, fchikking als Uwer Ed. Gr. Mog. wys ,, heid meest gepast zou oordeelen: terwy „ het Obfervations - Corps der Burgeret „ fteeds bereid zou zyn, door deszelfs Wa „ penen uwe genomen Befluiten te hand „ haaven, en kragt by te zetten. „ Niet min nadruklyk, fchoon met dei „ meesten eerbied, zyn wy genoodzaakt Ed „ Gr. Mog. Heeren! aan te dringen op d< Q 3 „ daad- xxxix; BOE K» , i i i  jxxix. BOEK. J I 3 5 i y y. 35 31 y> 33 33 33 33 33 33 33 33 33 33 33 «3 Si 246 VADERLANDSCHE ,, daadlyke Beraaming der Hulpmiddelen, ,, welke vereischc worden, om onze Pro,, vincie voor een Aanval van buiten genoegzaam te dekken: daar onze Vyand * J?eeds °P zy,le luimen ligt, en niets on,, beproefd laat om deeze Provincie aan te ,, tasten en te overweldigen, eischt de hoo, ge nood, dat de kragtigfte maatregelen, ' au SFowfte activiteit, in 't werk ge, lteld worden, om dien funesten Aanflag , vrugtloos te maaken, zonder 'twelk ons , Uewest, wel dra ten prooy des vyands , worden moet. ,, En wel voornaamlyk moeten wy, te , deezer plaatze, aan U Ed. Gr. Mog. ons , ongenoegen betuigen over den onverant1 woordelyken Staat, waar in onze Provincie, nog tot heden, niettegenftaande den nypenden nood, gelaaten wordt: zodanig dat de Zorgloosheid en Inaclivitei»aan onze zyde, doorniets geëgalieerd wordt dan door de onvermoeide werkzaamheid der Vyanden van deeze Provincie, welke alle middelen aanwenden, ia zelfs van onze eige magt en de middelen , die wy tot Tegenweer in handen hadden, tot ons verderf, gebruik maaken; en hier op iniïeert de Natie mede ten fterkften, dat deeze bron van regtvaardig Wantrouwen en Misnoegen aan het welgezind gedeelte des Volks benomen worde. „Wy vreezen niet, datüEd.Gr. Mog. ons. verdenken zullen, dat wy, in dit opzigt, onregtvaardigof met te veel geflrengheids oordeelen. Wy meenen, in tegendeel, 33 dat  HISTORIE. 247 „ dat de gemaatigdheid onzer Uitdrukkin„ gen, over dit onveraotwoordelyk ftuk, „ ons eere aandoet. Hoe doch zou men „ met meer Gelaatenheids, de ongelooftyke „ verzuimen kunnen te kennen geeven, wel„ ke in dit belangryk punt, reeds zo Jang „ hebben plaats gehad? - „ Daar het Vyandlyk Leger in den bes„ ten ftaat gebragt en van alles voorzien is, „ blyven wy, aan onze zyde, van de noo„ digfte middelen tot Tegenweer geheel „ ontbloot; van alle noodzaaklyke Veld„ equipagien, en om hun , die dezelve be„ ftuuren moeten, geheel beroofd; en heeft „ ons nog daarenboven een groot gedeelte „ onzer Troepen , door mishandeling en „ eene verkeerde directie, aan 't muiten ge„ flaagen, verlaaten, fchoon die gevolgen „ voor lang voorzien en onder 't oog ge„ bragt waren — toen dat fataal evenement „ reeds daar was, is 'er geene Voorziening 3i in gedaan dan toen 'er reeds een aanmer„ kelyke tyd verloopen was en het reeds te „ laat zou geweest zyn; zo niet de onver„ moeide yver der Burgermagt den gehee„ len Val der Provincie afgekeerd hadr. — „ De Aanftelling van Vaderlandsgezinde en „ kundige Officieren is telkens uitgefteld, „ en verfcheide dier Plaatfen, ('t zy met „ eerbied gezegd,) vry gebrekkig vervuld, „ even gelyk de Aanwerving van nieuwe „ Troepes. -— Een gedeelte onzer Militie ,, wordt, zo ons berigt is, nutloos hier en „ daar verfpreid, gelyk te Ysfelftein, Ouds„ water, en elders, mede onder VoorwendQ tj. « zei XXXIX. BOEK.  XXXIX. BOEK. J 5 J » » »: ?! _J3 448 VADERLANDSCHE »> zei van de binnehlandfche Oproeren te » fluiten, waar toe hetzelve in die hoeveeï» heid onnoodig is. En, zo ten dien op» zigte Ed. Gr. Mog. Heeren! eenig fcru» pule mogt zyn, kunnen wy U Ed. Gr. ii Mog. flellig verzeekeren, dat de Burger" Militie voor dat Artykel zülks genoeg>» zaaihe zorge draagen zal, dat dit Pretext » eerlang geheel vervallen zal. „ Daarenboven neemen wy de vryheid Ü , Ed. Gr. Mog. tè verzekeren, dat de op, gemelde ontbeerende Noodwendigheden , fpoedig zouden kunnen vervuld worden. , Hollands Magazynen zouden wel dra den , noodigen voorraad van Veldtuig kunnen , bezorgen, en het niet voorhanden zynde , ras gefuppleerd zyn: en zouden U Ed. , Gr. Mog. kunnen huiverig zyn, dezelfde , maatregelen nopens deGeneraliteitsTuig, huizen in het werk te ftellen \ welke onze . gedeclareerde Vyanden, zich niet ontzien . daaglyks te effèclueeren ? „ Ook zy het ons geoorloofd U Ed. Gr. , Mog. te kennen te geeven, dat de boven, gemelde Punten , fchoon zy de waarfchyn! lykheid te boven gaan, egter geene bloo, te Vcronderltellingen, of Grootfpraaken , zyn. De ontwyfelbaarebewyzen dier droevige waarheeden zyn in onze handen, en kunnen , des noods , ter kennisfe van U Ed. Gr. Mog. gebragt worden. v Wy hoopen en verwagten van U Ed. Gr. Mog. cordaate Vaderlandsliefde dat deeze zo noodzaaklyke Refolutien, ten fpoedigften genomen en uitgevoerd zullen H wor-  HISTORIÉ. 240 £ worden -; doch, fchoon wy dit met regt „ te gemoet zien, vinden yvy ons verpiigt, » uit liefde tot het Vaderland, onze ge„ tronwe Medebroederen, en hunne weer» looze Vrouwen en Kinders, welke mede „ reeds de onfchuldige Slachtoffers derMuit» zugt worden, teffens nadruklyk te decla» reeren, dat, indien U Ed. Gr. Mog. niet «, kunnen goedvinden het gemelde Ontwerp » tot flant te brengen, wy zelve, ons be» houd van onze handen zulien wagten, en » niet rusten zullen , voor en al eer wy het » onfchuldig geftorte bloed onzer Vaderland» fche Meden-anderen en alle fchade hun » toegebragt, ten ftrengflen zullen gewro» ken, en ons Gewest genoegzaam bevei» ligd hebben tegen die Monflers, welke hetzelve thans, zo deerlyk verwoes,■> ten: of dat wy, zo wy in die edele on- derneeming mogten bezwyken, en 'er ons ,> bloed te vergeefsch voor vergooten heb,» ben, onze Wraak aan den Almagtigën » zullen aanbeveelen , verzekerd zynde, dat » de fchuldigen de gedugte Straffe van een »> regtvaardigen Regter niet ontduiken zul» len; daar wy , inmiddels, indien deeze ». onze regtmaatige Vordering welke de » dringende Klaagftem der welmeenende » Natie is, te leur gefield wordt, de fatale „ gevolgen voor rekening van hun zullen » laaten, welke, op eene zo ontaarte als on■» verantwoordelyke wyze, deeze nog over» gebleevene hulpmiddelen, verzuimd of » verydeld zouden hebben. ,. Wv hebben niet gefchroomd onze GeQ5 XXX1X< b o ü k. 1787.  250 VADERLANDSCHE XXXIX. boek. I787. Uïtnoodigïng . tot eene 1 Provin- -' ciaale { Vergade-{ ring der f Genootfchap- 1 pen &c. I te Am- c fterdam , c tegen 24 Aug, F C „ dagten en Voorneemens ernftig en onbe» wimpeld, aan U Ed. Gr. Mog. te ken„ nen te geeven en vertrouwen dat dezelve ,, door de goedkeuring van ÜEd. Gr. Mog. „ zullen vereerd worden: daar dezelve de „ gevolgen zyn van ónwankelbaare Liefde „ en Trouwe voor het Vaderland, en tef„ fens van die Verknogtheid, welke wy „ dikwerf voor otize waardige en volkmin„ nende Reprefentanten betuigd hebben. „ ln die zelfde Gevoelens volharden wynog „ en hoopen fteeds, gelyk wy tot nog toe „ gedaan hebben, door fpreekende bewy„ zen, te toonen dat wy ons Goed en „ Bloed voor de Vryheid, het Vaderland, „ en U Ed. Gr. Mog. veil hebben, wien „ wy wenscheen, dat hetweldaadig Opper„ weezen nog lang, tot heil van het Ge„ meenebest, in eene voorfpoedige en luis, terryke Regeering moge befchermen en , bewaaren " Eene laatfte en veel gerugts verwekkende •ooging van deezen aart, by 's Lands Souerain te werk gefteld, zal hier gevoeglyk daa.-s vinden. De Dagpapieren maakten lekend, dat de Commisfie der Burger Corpïn ter Expeditie van Militaire zaaken, in den ïgenwoordigen nood des Vaderlands het oodig oordeelden, eene algemeene Proviniaale Vergadering van Afgevaardigden uit e Krvgsraaden, Gewapende Genoo'fchapen, Geconrtitueerden, en Patriottifche Soieteiten en Corporatien, geene uitgezonderd, (*) Refol. van Hott. 4 Aug. r^ö/.  HISTORIE. *5i derd, te befchryven , tegen Vrydag den vier en twintigften van Oogstmaand, op de Bovenkamer van het Huis der Burger-Sociëteit in de Nes te Amflerdam, om te helpen raadpleegen en befluiten op die Punten, waar in het Heil deezer Provincie en derzelver Burgers, op dit tydftip, onverwyld belang hadt. Weshalven deeze alle verzogr. werden één of twee Gemagtigden derwaards te zenden. Ten beftemden Tyde, en ter genoemde Plaatze, verfcheenen ruim tweehonderd Afgevaardigden uit honderd en zeven, anderen willen, honderd en twaalf der opgeroepene Departementen. Mr. Reyeu van den Bosch, zeer onlangs tot Raad enVroedfchap der Stad Delft aangefteld, opende deeze talryke Vergadering, beftaande uit de kundigfte en moedigfte Patriotien , met eene Aanfpraak,waar in hy, op een treffenden trant, aanwees, wat, in tyden van nood, voor het lieve Vaderland, te doen ftondt; den Heldenmoed tot Herftel der Vryheid en Voorregten aanprees; de kenmerken van eenen Batavier fchetfte; de gebreken aantoonde, welke ftand gegreepen hadden , van Prins Willem den I, af tot op Willem den V. toe; en voorts het Volk van Nederland aanmoedigde, tot vordering hunner eigene Regten; en die niet te verlangen op eene Ariftocratifche wyze, maar als een vry en Onafhangelyk Volk, als een Volk , dat zyne eigene waarde kende niet alleen; maar als een Volk, dat zich kon en moest verdeedigen, op dat het zyn Vaderland zou be- fcher* XXXIX. boek. 1787. Wat 'er op die Vergadering voorviel.  *$ï VABERLANDSCHË xxxix. 'j; oe>. Punten daar verhandeld. i Befluit op het , loatfte punt. 1 t 2 1 l C \ ï fchermen eh bewaaren. Deeze Heeif werd, benevens Mr. AlbeRtus van Nieveld tot Voorzitter verkooren. Tot Secretarisfen benoemde men Mr. H. Kreet van Rotterdam en J. van Staphorst van Amflerdam. De Punten daar behandeld kwamen op deeze vier zeer belangfyke neder. Foor eerst, de Invloed des Volks op zyne Regeering. — Ten tweeden, de Vryheid der Drukpers. —w Ten derden, de Invoering van eene vaste Land-Militie. Ten Vierden, de Me¬ dewerking der Ongewapende met de Gewa^ pende Burgery. j— Het badt niet luttel werks in, .eene Vergadering van die uirgeftrektheid, en zamengefteld uit Perfoonen van sovengemelden ftempel, over Onderwerpen 'an zulk eenen belangvollen en verre uiteenden aart, te befhiuren, en re midden ran veele ftrydige bedenkingen, voor en egen gefproken, een befluit op re maaken. _ Zeer verlangde de nieuwsgierigheid na den litflag van het geen op deeze Vergadering, lie 's volgenden daags zeer laat op Reces cheidde tot den zeventienden van ""Herfstmaand, beflooten was. Niet lang bleef deelve in onzekerheid ten aanziene van het latfle Punt: immers by een gedrukt Extract leek, dat het volgend Verflag door de Geommitteerden tot het onderzoek van 't roorftel ter Vergaderinge gedaan, in een ieOuit veranderd, hier op neder kwam. Dat de Vergadering alle Gewapende Manfchappen, die zich tegen de gedeclareerde Vyanden der Natie, de Voor- ., ftan-  HISTORIE. ?53 w ftanders van het Despotismus en de Ariftocratie verzetten, en zich ten dien ein„ de in Veldlegers , Campementen of Gar„ nifoenen hebben of zullen begeeven, of „ in de refpetfive Plaatzen hunner Woo„ ningen, of elders, werkzaam zyn, oj „ zullen zyn, houdt en erkent voor de Wet„ tig Gewapende Magt van dat gedeelte dei „ Natie, 't welk haare Vryheid waardeert, „ en voorneemens is tot het uiterst te hand „ haaven. „ Dat de Vergadering alle de haar be „ kende Verrigtingen van de voorfz. Maat „ fchappyen, derzelver Commandanten, ei „ Commisfarisfen laudeert en approbeert „ en ten allen tyden, door alle mogelyk „ Middelen , zal beveiligen in al het gee „ verder door dezelve Maatfchappyen, Corti „ mandariten en Commisfarisfen zal worde „ ondernomen, ftrekkende om de Refolutie „ en gedeclareerde Intentien van deeze Vei „ gadering te executeeren of te fecundeerei „ En, gelyk de Vergadering, geeon „ pofeerd uit het Gewapend en Ongewï „ pend gedeelte der Natie, door deeze haai 11 Verklaaring en Refolutie, ten duidelyl „ ften manifefteert, dat reeds de gewenscl te Vereeniging van die beide GedeelK \, met de daad bellaat, zo verklaart zy m de, niets fterker te verlangen, dan d „ Vereeniging, voor het vervolg, zodanig „ vestigen, dat de Gewapende Burgermag „ altyd alle moogelyke onderfteuning vim by het Ongewapende Gedeelte, en h v XXXIX. boek, 1 ; \ X (ï I, t- » 1- n ie :e t, ie 2£ Ir  *54 VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. I787. Adres der Vergaderinge aan de Staaten van Holland. 5 3 3 3 3 3 3 i 3 f • 3: w, Ti r,\ i d V „ Ongewapende Gedeelte wederkeerig by „ de Gewapende Burgermagt (*)." Het gevoelen deezer Vergaderinge over de andere Punten bleef geen geheim, toen, kort daarop, uit naam derzelve, dit Adres, den dertigften van Oogstmaand, ter Staatsvergadering van Holland werd ingediend. — De Ondertekenaars van 't zelve gaven te kennen; „ dat, gelyk Zylieden en hunne „ Committenten, met een hartlyk genoe„ gen waren vervuld geweest, over de voor > de Natie zo belangryke Propoiide, welke , van wegen de Stad Haarlem, op den der, tigften January laatstleden ter Vergade, ringe deezer Provincie was gedaan (f), , ten einde met den eerden eëne Commis, fie van eenige Leden deezer Provincie , mogt worden benoemd, om de thans zo , gemeen aangevoerd wordende 'bedenkin, gen, omtrent de Generaale Reprefentatie , van het geheele Folk, welke volgens de , gefteldheld van dit Gemeenebest alhief , zou behooren plaats te hebben, te exami, neere'n, en teffens na te gaan. op hoedanige wyze , ingevolge de Conftitutie, en 'f Lands waare Belangen, eenige Gene- ,, raalè (*~) Extract uit de Refolutien der Algemeene Pro'nciaale Vergadering, beftaande uit Gedeputeerden m Krygsraaden, Gewapende Genootfchappen, Genftitueerden, en Patriottifche Sociëteiten of Corponten , op de Befcbryving van de Leden van deComisfie der Gewapende Burger-Corps ter Expeditie der VUitaire zaaken , gehouden te Amflerdam, Saturdag m 25 Aug, 1787. Naamiddag. (t) Over dit Voordel en wat des in Holland voon iel, zullen wy vervolgens nader fpreeken,  HISTORIE. 255 fraaie Maximes omtrent den Invloed, wel„ ke uit hoofde van die Regeeringsvorm, by „ Reprefentatie notoir lyk aan het Folk toe„ komt, zou behooren te worden gearrefleerd; „ mitsgaders aan welke bittyke Bepaalin„ gen, die allen twyfel en rechtmaatigen „ argwaan kunnen affnyden,waar aan een en „ ander zou kunnen worden onderhevig ge- „ maakt; Zo was ook dat genoegen „ niet weinig, byhet beste gedeelte derNa„ tie , vermeerderd geworden, zo ras het „ echt geinformeerd werd, dat het Meer„ derdeel van U Ed. Gr. Mog. Vergade„ ring, (niettegenftaande de Ridderfchap „ en eenige andere Staatsleden zich daar „ tegen oppofeerden, althans niet toonden „ in te ftemmen met die gezonde en den „ Reprefen tanten eener Vrye Natie pasfen„ de denkbeelden,) dat pryslyk Voorbeeld „ der Stad Haarlem hadden gebragt tot een „ daadlyke Conclufie , en overeenkomftig „ hetzelve gerefolveerd. Naademaal daar „ door ten vollen blykbaar werd, dat U „ Ed. Gr. Mog. immers het Meerdergetal „ van Hoogstdezelven, niet alleen volko„ men overreed waren, dat binnen deeze „ Provincie plaats heeft eene folksregee„ ring by Reprefentatie; maar ook openlyk „ voor het oog van gansch Europa erken,, den, dat, uit hoofde van die Regeer in gs„ form by Reprefentatie notoirlyk aan het \, Volk toekomt, en als deszelfs weezenlyken ,, Eigendom competeert , eenen Invloed op hunne Vertegenwoordigers ; terwyl uit „ die alzo genomen Conclufie en Refolutie dee- XXXIXi BOEK. 1787.  XXXIX. BOE K. Ï787. I 9 9 3 3 £56 VADERLANDSCHE 33 deezer Hooge Staatsvergadering, gebocv „ ren werd dk heuchlyk vooruitzigt, dat, „ wanneer U Ed. Gr. Mog., overeenkom93 rag dit gedaan Declaratoir, en deeze ge„ geevene Erkentenis, werkzaam wierden, „ om door eene Commisfie uit U Ed. Gr. 9, Mog. Vergadering, met deeze Vrye Na33 tie te houden, te treeden, tot het beraa„ men en daar dellen van die Middelen, welke gefchikt zouden zyn om dien Volks„ invloed op eene gepaste wyze te doea 39 werken, even daar door zouden worden „ mt den weg geruimd, die Disfenfien, welke m de Republiek in 't algemeen, 3, en in deeze Provincie in 't byzonder, ze3, dert een geruimen tyd, tot .nadeel van „ s Lands goede zaak, hadden plaats ger 1, had, en alzo zou herftellen dat vertrou„ wen, 'c welk, in een welgeftelden Bun„ gerftaat, tusfehen het Volk en deszelfs „ Vertegenwoordigers behoort Hand te gryl5 pen, en 'er onontbeerlyk is, om het heil ,3 en de zekerheid zo van Regenten, als , van die geenen, welken geregeerd wor, den, op eenen vasten voet te Hellen, en , te bevestigen, en teffens de Republiek , en Provincie tot dien trap van Welftand , en Luister te brengen, waar door dezel, ve van binnen beveiligd en van buiten9 geducht zou zyn. 5, Dat Zy zich dan ook hadden gevleid, , dat U Ed. Gr. Mog. ter bereikinge van , d'e heilzaame oogmerken, uit het mid, den van U Ed. Gr. Mog. Vergadering , zouden hebben benoemd eene Commisfie 33 van  HISTORIE. *5? „ van zodanige Leden van de Regeering „ deezer Provincie in welke het Volk een „ genoegzaam en volkomen vertrouwen 4, ftelde; ten einde met eene Gommisfie, uit het midden deezer Natie daar toe te dé„ cerneeren, in conferentie te treeden, eri „ met dezelve na te gaan, en te onderzoe„ ken, op hoedanige wyze, ingevolge de Conftitutie en 's Lands waare Belangen, \, die generaale Maximes, omtrent dien In„ vloed, welke uit hoofde van die zelfde hier „ te Lande plaats hebbende, en door U Ed. „ Gr Mogenden geagnofceerde Regeer ings„ vorm by Reprefentatie, aan het Folk „ toekomt, en deszelfs notoir en onver- vreemdbaar Eigendom is , zouden be„ hooren te worden vastgefteld ; mitsga„ ders aan welke billyke Bepaalingen, „ die alle twyfel en regtmaatigen argwaan ., kunnen ailhyden, dat een en ander zou „ kunnen worden onderheevig gemaakt. — „ Dan dat zylieden zich in die hunne ver- wagting jammerlyk te leur gefteld vort„ den: naardemaal de ondervinding hadt „ doen zien, dat, hoe zeer 'er in gevolge „ dier Propofide der Stad Haarlem, en de „ daar op gevallene Conclufie van Ü Ed. „ Gr. Mog. Vergadering wel is gedecerneerd ,, eene Commisfie van negentien Heeren „ het zelve ncgthans, door de handelwyze „ der Ridderfchap , en negen Steden (alzo „ te zamen uitmaakende de geringe Meei,, d ;heid van éêne Stem, waar onder die .., d r Gedeputeerden van de Stad AmflerM dam, welke geheel en al deviëerde van^ XIV. DÊSL. R ?> ** xxxix- BOEK. 1707,  25&* VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. I737. 3 3 3 3 3, 3 3 3 | 9 9 9 ♦ » 3 9 9 » 3, en inliep tegen den gemanifesteerdénWil en 3, Intentie van derzei ver Committenten, de „ Vroedfchap der Stad, en tegen de büJy„ ke en uitgedrukte begeerte van derzelver „ Burgerye,) zodanig is gedirigeerd, dat ,, tót die gewigtige Commisfie is benoemd 33 geworden eene groote Meerderheid van ,, zodanige Regenten, welker dikmaalsgemanifesteerde denkwyze, niet alleen een „ onverzettelyk Systema hadt doen blyken „ om zich tegen alle verbeteringen van Ne* 1, derlands vervallen Staatsweezen te ver,, zetten, en alle Poogingen ten dien einde , door de Vaderlandfche Regenten en ver, lichte Burgeryen in het werk gefteld, te, gen te gaan; maar die ook daarenboven , te meermaalen en by herhaaling, de bil, lykheid en wettigheid van eenen redely, ken Volksinvloed op de Regeering had, den ontkend; zulks dat het de grootfte , ongerymdheid zou zyn, wanneer het op; geeven en bepaalen van eenige Maximes , , nopens dien Invloed, aan zodanige Re, genten, de Meerderheid dier Commisfie , uitmaakende, zou zyn toevertrouwd ee, worden. „ Buiten en behalven dat, alwaar het , dat tot dit einde een getal andere Com, misfarisfen, en wel alleen beftaande uit , bekende Vaderland- en Burgerminnende , Regenten, ware benoemd geworden, die , Benoeming ook dan nog, zodanig als de, zelve ten deezen gefchied is, (om naam- lyk alleen en zonder Concurrentie met de , Natie zelve, toe te treeden tot het on- 33 der-  HISTORIE. 259 t, derzoeker) niet alleen, maar ook tot het arrefteeren ven die generaale Maximes » omtrent den Volksinvloed, mitsgaders van die billyke Bepa'alingen, aan welken dezelj, ven zouden kunnen worden onderheevig », gemaakt,) geheel en al zou zyn incom. » patibel met, en aanloopen tegen de erkende Volksregeering by Reprefentatie; >, naardemaal uit den aart der zaak zelve ,, voortvloeit, dat die Maximes en de wyze •», van dien Invloed, welke notoirlyk aan het Volk toekomt, geenzins door deszelfs Re„ prefentanten, wier magt enkel en alleen *> gegrond is in, en haare Source heeft uit t, den boezem van het Volk, het welk door »» hun gereprefenteerd wordt, kunnen eti 1, vermogen te yvorden bepaald, zonder Con„ currentie en uitdrukkelyke, immers daad», lyke Toeflemming van dat Volk, het welk daar van alleen Eigenaar is. „ Dat wel was waar, nog onlangs wederom door U Ed. Gr. Mog. was kenbaar „ gemaakt, dat aan het Volk zou worden „ verleend zodanigen Invloed als billyk en met de Conftitutie en Belangens van het », Vaderland zou overeenkomftig zyn; dan „ dat, gelyk de Natie, door zodanige „ Toezegging geenzins kan worden ge„ rust gefteld, de Bepaaling daar van niet ,t zal worden gemaakt anders dan met hunm ne Medewerking en fpeciaale Toeftemming, zo ook, aan den anderen kant, zy van Opinie waren, dat, zal aan de tot hier toe gefubfifleerd hebbende Staats?> woeling een einde worden gefteld, het Ra 3, dan XXXIX. BOEK. I787-  26o VADERLAND SC HÉ XXXIX. boek. 1787. 3 9 > j j 3 5 1 9 , 3 » dan allernoodzaakïykst is, dat 'er ten ai» lerfpoedigften worde gevestigd en vastge»> field eene zodanige en behoorlyke Staats» Commisfie, als door UEd. Gr. Mog.,by » Hoogst derzelver Refolutien is geadvoueerd » aan de geheele Natie, en zulks zo wel aan » de Ingezetenen van het Platteland als aan » de Inwooners van de Steden te competee- * ren, en aan dezelve plegtige beloofd 1 » immers, in allen gevalle, dat ten fpoedig» flen mogen daargefleld worden die voor» bereidende Middelen, welke tot dat ge- * wenschte einde flrekken kunnen en ge- * fchikt zyn om aan het Volk niet alleen » Genoegen te geeven; maar ook van het» zelve allen Argwaan en Vreeze weg te » neemen, datdeszelfs Vryheidlievende Po' gingen, door de Mediatie van vreemde » en magtige Mogenheden, zelfs tegen den > gedeclareerden Wil van U Ed. Gr. Mog, - zouden kunnen verydeld worden en op > niet uitloopen. „ Dat onder die Middelen, naar hun in3 zien, vooral behooren de Vryheid van de 3 Drukpers — en het conflareeren en be, vestigen van eene Permanente Burzer, Militie. b „ Dat immers, wat het eerde aangaat, . de noodzaaklykheid , billykheid en nut. tigheid daar van niet breedvoerig onder > het oog van U Ed. Gr. Mog. behoeft . te worden betoogd; daar het niet flegts > zeker is, dat de Vrye Drukpers is het . éénige gefchikfte Middel om de geheele » Natie, zo als in deze tyden ten vollen >3 ge*.  HISTORIE, s6i * gebleeken is, nopens haare Regten zo wel „, als nopens die haarer Vertegenwoordigers, », te onderregien, te verlichten, en te beves„, tigsn; maar dat ook dezelve ftrekt tot jj een geftrenge Geesfel der Tyrannen, zo s, wel als tot een Waarborg der eere van „ Hun, die zich betoonen de waare Volks„ en Vryheidsvrienden, de Beminnaars van „ hun Vaderland te zyn; terwyl 'er ook tef„ fens niets billyker, en met de Conftitutie „ van eene Vrye Republiek overeenkomtli„ ger is, dan dat een Vry Volk geregtigd zy om „ zyne denkbeelden niet flegts door den Mond „ maar ook door de Penne en Druk aan zyne Medelandgenooten openbaar en be,, kend te maaken, „ En dat, wat betreft de invoering eenei ?, Befiendige Burger - Militie, ook de nood„ zaaklykheid en nuttigheid daar van geen betoog noodig zal hebben , wanneer U ,« Ed. Gr. Mog. gelieven te confidereeren, „ dat de Gewapende Burger buiten alle be„ denk'wg is het vaste Bolwerk eener duurzaame Vryheid, de Beveiliger en Befcher,» mer zyner braave Regenten en Vertegenwoordigers , de Schrik der Onrust, dt v Temmer, van allen Geweld, en in ftaat om » zyn Vaderland, des noods zynde, teger. 55 alle in- en uitwendige Vyanden en Belaa „ gers van Volksvoorregten, op eene gepas v te wyze, te verdeedigen ; terwyl ook zqdanige Burger-Militie overeenkomt me' ?, de Conititutie eener waare Volksregee >> ring, en gegrond is op het vierde Arty » kei der Unie vm Utrecht, R 3 s» R$ XXXIX. boek;.  afSa VADERLANDSCHE XXXIX. BOE is „ Redenen, waarom Zy zich keerden tot „ U Ed. Gr. Mog. met gepasten Eerbied, „ doch teffens met zodanigen Ernst en Na„ druk als het Belang der Volkszaak vor„ derde; daar op infteerende, dat U Ed. , Gr. Mog. met allen fpoed, gelieven te f benoemen eene Staats-Commisfie, be, ftaande uk zodanige Perfoonen ,. die zich , het vertrouwen der Natie nimmer-hebben , onwaardig gemaakt, en hetzelve nog in , volle kragt bezitten; en dat deeze door - U Ed. Gr. Mog. alzo te benoemen , Commisfie moge worden geauthorifeerd , om met en benevens eene Commisfie, te benoemen uit een door de Belangneemende, Vaderlandsgezinde , Vryheidbeminnende en Weldenkende Burgers der Stemmende Steden — der kleine Steden — en van het Platteland, te onderzoeken en te ontwerpen het Plan en de lnrigting van eene geregelde Reprefentatie, en behoorelyken Volksinvloed. „ Dat voorts daadlyk mogen worden ingetrokken en buiten effeft gefteld alle Placaaten en Refolutien tot Bepaaling van de Drukpers , en dat dezelve van mt af aan, by eene Staatswet, voor alt cos vsorde vry verklaard; met bygevoegde bepaaling, dat allen die geenen, welken immer iets tegen die te emaneere Staatswet zouden mogen attenteeren, eo ipja zullen zyn vervallen van, en gerekend worden inhabiel tot eenige Posten van Regeering of Ampten, hoe ook genaamd, welke Zylieden zouden mogen bekleeden, „ of  HT S T O R I E. 263 „ of waar toe zy anderzins admisfibel zou„ den kunnen zyn; onverminderd nogthans 1 „ zodanige Civile Actie , als die geenen, „ welken zouden meenen geïnjuneerd te „ zyn, tegen den Schryver, Drukker of ■» Uitgeever van zodanig gedrukte Papier, „ als waar by hy zouoordeelen geïujuneerd » te zyn , zou mogen willen fustineeren en vorderen. „ Dat, wyders by eenegelyke Staatswet, „ als eene eeuwigduurende Sanctie, door U Ed. Gr. Mog. zal worden ingevoerd Z en vastgefteld de Buger-wapenhandel^ en eene vaste, doch vrywiilige, Land-militie, „ zodanig en op dien voet zulks door de „ Schutter yen en de Geprotegeerde Gewa„ pende Corps, Leden deezer Vergadering „ of derzelver Gedeputeerden, in concur" rentie met de bovengemelde Staats ComZ misfia, zal worden ontworpen en vast, gefteld: zodanig en ten dien effefte, dat „ geene Leden tot de Regeering zullen „worden toegelaaten, dan die geenen, „ welken zich tot de meeste bevordering van „ denzelven Wapenhandel verbinden en aan„ neemen te zullen concurreeren tot het in „ trein brengen en in ftand houden van zo„ danige Burger-militie, en dat voorts eer „ vast Fonds ten dien einde uit 's Landi „ Kas zal worden aangeweezen. „ Eindelyk infteeren Zy nog daar] op. „ dat, op dit Adres, binnen den tyd vat veertien dagen, door U Ed. Gr. Mog worde gedisponeerd, vermits zy, in ca; „, U Ed. Gr. Mog. hier op, binnen dier R 4 » Wd SXXIX. , OEK. 1787. I 1  XXXIX. BOEK. Dit Adres wordt over ge: j a < t Ver• fchei- f denlyk . beoor- " imd. I ti *j e E b V; d k rt Ü\ h< areeken, dat zy zich zei ven als Souverain, 1 de Staaten flegts als Uitvoerders hunner evelen aanzaagen; dat op deeze wyze leek , hoe de Staaten niet weinig de klem m Regeeringen der Souvérainitèii uit han;n verlooren; en die wel haast geheel vyt zouden geraaken. — Van den anden kant zag men het aan als een Meester)k van welberaadene en doortastende koen:id — Vonden eenigen onder de Patriot- tètt  HISTORIE. 265 ten zeiven het Slot eens al te nadruklyjk, die huivering poogde men hun te ontneemen, door aan te merken, dat het Adres niets behelsde, dan zaaken, reeds zodanig vastgefteld, dat 'er de plegtige Staatswyze Bekragtigingalleen aan ontbrak: en het daarom ten uiterften billyk en regtvaardig was op derzelver onverwylde ftaaving aan te dringen; dat, zo men ter Hollandfche Staatsvergadering, hoedanig die thans gefteld was, nu nog zou kunnen aarfelen, om het Staatsgevoelen over deeze Stukken aan het Volk gereedlyk, en tot deszelfs genoegen, te doenblyken, men dan billyk zou mogen twyfelen, of 'er wel immer eene Grondwettige Her {lelling zou ftand grypen, ter duurzaame bevordering der Bargerlyke Vryheid. Op deezen grond verwagtte men , binnen zeer korten tyd, een gunftig Staatsbefluit; dan het daagde, daar de Omwenteling tus fchen beiden kwam, niet op. De Vergaring, uit welker boezem dit Adres ontftondt, hervatte, volgens affpraak, de Byeenkomst op den zeventienden van Herfstmaand; doch de toen reeds voorgevallene Verandering in den Lande, maakte het getal der Leden veel kleinder; ja het beftondt uit flegts eenige weinige Departementen, en deedt de zamenkomst, waar verlegenheid en verwarring heerschte, vrugteloos afloopen. Terwyl men 'er Stukken van dien aart opftelde en overgaf, werden in veele Nieuw papieren dezelve niet alleen toegejuichd; fnaar de Schryvers veroorloofden zich ook R 5 de XXXIX. boek. Hervatte Vergaderingeder uenootfchappenden 17 Sepc Veelvuldige schriften :n Spqtaremen.  265 VADERLANDSCHE XXXIX. BOEK. Verzoekichriften j ten voordeele van Zyne Hooghtij. > i i I ] 1 de reeds zwaare trekken nog eens te verdikken. Men zag een Acte van Verbintenis door de Burgeryen, Schutteryen, Gewawende Corpfen en Genootfchappen in Nederland zzn te gaan, voordraagen; als mede een Circulaire Mis/ive aan de geheele Natie, naamloos mededeeJen , en zo inrigten als. of dezelve uit den fchoot kwarae van de Commisfie der Gewapende BurgerCorplèn, welke het geraaden vondt, zonder over de verdienden van dat Stuk zich uit te laaten, openlyk te verkfaaren, dar die Brief uit den boezem der Commisfie niet was voortgekomen, en dat niemand der Leien iets van dien Brief geweeten hadt, vóór ^at dezelve in de openbaare Nieuwspapieren was geplaatst. — Daarenboven regende iet als 't ware Spotfchriften en Spotprenalle ingerigt om zyne Hoogheid, zvn hluis, en Aanhang, in het veragüykst licht :e,plaatzen Üan ontbrak het niet aan Gefchriften, en Poogingen ten voordeele van zyne Hoogïeid in dit eigende tydsgewricht. De Heeren (*) Wy verzenden onzeLeezers, die deeze Couanten-brokken willen leezen na de N. Nederl. ïaarb. 1787. bl. 1828, 1919. en elders. Ook vindc nen aldaar bl. 1367. de bovengemelde Acte, oorpronglyk in de Politieke Kruier N 463. geplaatst; :n b!. 2282. den gewraakten rondgaanden Brief aait k geheele Natie. Deeze Schiyver geeft ook eene .yst vnn de Spotfchriften bl. 4Ó55, die, hoe 011■o'.komen, tot een Haal kan dienen, van een vee! ;roottr aantal Gefchriften van dien aart, toen zie lgeuieen verfpreid als greetig geleezeu,  HISTORIE. 267 ren J. C. Graave van Bentinck , van der Hoek , Drognat en Krevelt , de drie laatstgenoemde Capiteins der Schutterye in 's Graveniïaage-,en den Heer Oud-Schepen Hartsinck. van Amflerdam, vervoegden zich, op den tweeden van Zomermaand, by den Raadpenfionarls om hem te overhandigen de Verzoekfchriften van een aantal Burgers en Ingezetenen in 'f Gravenhaage, Amflerdam, Leyden, Delft, Gorinchem, Overfchie, Rhoon en Pendrecht, Ryswyk en Foorhout, alle (trekkende tot Handbaaving der Conftirutie en Herftelling van zyne Hoogheid den Prins Erfftadhouder. De Ondertekenaars van het 's Gravenhaagfche Verzoekfchrift 3161 in getale verklaarden „ dat 9, zy volmaakt tevreede waren met de Con„ ftitucie der Regeering, en met het Erf„ ftadhouderlyke Huis, die zy oordeelden, „ dat niet kon noch mogt veranderd wor„ den. Zy betuigden hunne Liefde vooi „ het Stadhouderlyke Huis, en te vermee„ r.en, dat men met geene kleine tempo„ reële Meerderheid van Hemmen denStad„ houder kon aantasten, zonder hem te hoo„ ren. Zy verzogten dat aan den Prins hei „ Commando wedergegeeven, zyne Sufpen„ fie ongeheeven, en de feitlyke Afzetting „ van Leden der Regeering te niete gedaar „ mogt worden." Behalven het Haagfche Verzoekfchrifi werden ze alle door de Leden der Staats vergadering overgenomen; doch het eerst gemelde aan Gecommitteerde Raaden over- ge' xxxiX- BOEK. I7S7. IToe men me: het. Haagfche handelde.  a6S VADERLANDSCHE £XXIX. JROEK. Meerdere Verzoekfchriftenvan dien aart, gekeverd, „ om te onderzoeken na de Qua-» »» llteic der Ondertekenaaren, en de wyze „ op welke hetzelve in de wereld gebragt „ was, benevens de Beweegingen, door „ 't zelve veroorzaakt, welke Heeren Ge~ „ eommicteerde Raaden hadden genood„ zaakt, om fterkere Patrouilles, even als in tyden van Tumult, te doen omgaan." Zy Helden het in handen van den Fiscaal Luiken; en gaven vervolgens last, dat eeq derKamerbewaarderen van hun Ed. Gr. Mog, zich zou vervoegen ten Huize van den Heere J. C. Graave van Bentinck, een der Geconftitueerden van dit Request, en denzeiven te infinueeren het Origineele Request, met derzelver Ondertekenaars, waarvan zy Copie gegeeven hadden, op de Secretary van Holland te bezorgen, en deszelfs wedervaaren in gefchrift over te brengen. Deeze oorfpronglyke Handtekeningen kwamen eerlang in handen van hun Ed* Gr. Mogenden (*). Het hielde deeze maand niet op met Verzoekfchriften van deezen aart, zo uk aapzienlyke Dorpen als uit kleindere Gehugten in Zuidholland. De Steden Rotterdam, Gouda en Brielle, traden onder deezen voor. Het Verzoekfchrift der eerstgemelde Stad, onderfchreeven door Johannes Hoog,Dirk L. van Cattenburgh, Abraham Verstolk^ Mr. Jan Cornets oe Groot, Mr. Jan Daniël <"*) Re/, H U. 2 Juny 1787, N, Ne van deeze Provintie is gefufpendeerd ge, worden, ten fpoedigften op te heffen, en , voorts met Hoogstdenzelven te concur, reeren, tot het beraamen der middelen , om de Rust en Eendragt algemeen te her1 ftellen,en alzo den totaalen ondergang van > het lieve Vaderland, onder den Zegen van , GooAlmagtig, daadlyk voor te komen , en te verhinderen (*). Overal nogthans, waar men bezig was iet het opftellen, aanbieden en tekenen van usdanige Verzoekfchriften, ging zulks niet ven vlot en onverhinderd toe. Althans Buremeesters van Schiedam, als Ambagtshee;n van Hoogvliet, Pernis en Portugal, vonen zich door de Vroedfchap gevolmagtigd m Schout en Geregte dier Heerlykheden, p het vriendelykst te verzoeken, hunnen in- (*) Refol, van HolL 6,7, en 15 Juny 1787.  HISTORIE. a?3 mvloed re befleeden, en op het kragtigst aan te wenden,dat de onderfchryving van het daar ter Tekening leggend Verzoekfchrift geen verdere voortgang mogt hebben, en de Ondertekenaars , die hunne Naamen of Merken daar op gefield hadden, aan te maanen en over te haaien om dezelve te vernietigen; met verzoek om berigt hoe zy daar in gefiaagd waaren, en welke middelen en poogingen men, hadt aangewend om Ondertekenaaren te winnen. — Zy hielden de Staatsbefluiten tegen zyne Hoogheid, welker intrekking men verzogt, „ als om wyze en $, voorzigtige redenen genomen;" en lieten daarenboven dit Verbod Meunen op dé overweeging, „ dat dergelyke onderneemingen „ welke doorgaans gepaard gingen met on„ geoorloofde misleidingen, op niets anders „ konden uidoopen dan om de Rust en Eendragt onder de In- en Opgezetener te flooren, de gemoederen te Verhitten j „ en tegen elkander op te zetten." — Hier van hadt men te zwarts Waal de proeve in een daadlyk losgebrooken tweefpalt tusfehen de Tekenaars van dus een Verzoekfchrift en de Yveraaren der tegengeflelde Partye. — Van wegen Gornichem were ter StaatsVergaderinge vöorgefteld, om eer zogenaamd Oranje Request, te Hoornaat getekend, en waar op elfmaal een en dezelfde naam zou gevonden worden in handen des Bailjuws van Arkel te Rellen, et te onderzoeken, op welk eene wyze 't me die tekening was toegegaan: men befloo XIV. deel. S 'ei XXXIX, BOEK; 1787, i [  274 VADERLANDSCHE xxxix. BOEK. I787. Tegen elkander overgefteldeConceptDeclaratoirender Ingezetenenvan Holland. 'er toe,en op voordragt van Dordrecht, wierd die Bailjuw gelast, in deeze zaak noch den Stadhouder van Diepenbrugge , noch den Advocaat van Lom, te gebruiken, als beiden onder het vermoeden liggende van de Oranje Party toegedaan te zyn (*). Een Stuk, getyteld Concept-Declaratoir der Ingezetenen van Holland en Westfriesland , zo in de Steden als ten Plattenlande, tot Herftelling van zyne Doorlugtige Hoogheid Willem den V. ingerigt tegen een in Holland uhgegeeven Concept-Declaratoir van alle de Ingezetenen van Holland, zo in de Steden als ten Plattenlande, tegen Willem den_ V. ter bewerking van zyne geheele Ontzetting van alle zyne Waardigheden, doen misfen van alle Voordeden hoe ook genaamd; Confiscatie en Verbeurdverklaring van alle zy»e Goederen, zo hier als elders in de Provincie liggende, ten einde daar uit vergoed worde alle de Schadens door Hem aan den Lande en deszelfs Ingezetenen veroorzaakt, werd door den Drukker der Gelder fche Hiftorifche Courant Johannes Olivier te ZaltBommel, in grooten getale, nevens dat Dagblad, herwaards gezonden, en te Rotterdam dooreen onvoorzien tusfehen beiden komend voorval aangehouden. Gecommitteerde Raaden, door de Heeren van de Wet te Rotterdam deswegen aangefchreeven, gaven 'er de (*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 1414. jpS*,  HISTORIÉ. 275 de Staaten van Holland kennis van, die daar op dit Nieuwspapier, waarin het geplaatst was, in hun Gewest verboden (*). Zints eenigen tyd hadt men, in tegenoverftelling der veelvuldige Vaderlandfche \ Sociëteiten, ook dergelyke Byeenkomiteo 1 opgerigt van hun die dier andere Partye wa- 3 •ren toegedaan, doorgaans mer den naam van j Oranje Sociëteiten beftempcld ; doch die t zich de Opregte Vaderlandfche Sociëteiten j noemden. Uit eenige deezer Sociëteiten,' op verfcheidene plaatzen, verfcheen ter tafel voor hun Ed. Gr. Mogenden een Verzoekfchrift, by 't welk zy verklaarden , de Declaratoiren der Gewapende Burger-Corpfen in Hooi- en Oogstmaand ingeleverd (f) geleezen, en uit die beide de waare Gevoelens en Oogmerken van die Corpfen ontdekt te hebben; dat zy, en veele andere Ingezetenen van Holland nevens hun, ook gaarne onder het oog van hun Ed. Gr. Mog. zouden brengen die Aanmerkingen, welke op de Inhouden van die beide Declaratoiren zamengevoegd , aan hunne zyde, hadden moeten vallen, en hun Ed. Gr. Mog. waare het mogelyk, doen begrypen het akelige en gevaarlyke, het welk in dezelve, voor het meerder getal van hun Ed. Gr. Mog. Ingezetenen, onder eene gemaak- (*) liet gebeurde dair omtrent geeft de Schryvar der N. Nederl. -aarb., met de Stukken zeWe. ïn'tbreede op bl. 1805-1831. (f) Zie hier boven bl. C35. en 239. S i- XXXIX. BOEK. 1787. /erzoek- chrift ran eeni;e Op- egte Va'er/and''che Soieteiten.  st?6 VADERLANDSCHE xxxix. BOEK. 1787. maakte gemaatigdheid en fchoonfchynende woorden, was ingevloeid; en voorts ook, van hunne zyde, daar benevens voegen een zodanig Declaratoir, als de opregte gevoelens van hunne harten, tot maintien van welke zy hun Goed en Bloed, ten allen tyde, onverfchrokken zouden opzetten, hun zouden, voorfchryven. „ Dan," laaten zy hier op woordlykvol„ gen, „ Ed. Gr. Mog. Heeren! moeten „ wy, die door het Minder getal hunner „ Mede-Ingezetenen, als de affcouwelyk„ fte van alle Stervelingen, in Publieke „ Schriften en by circuleerende MisfiVes, „ worden afgemaald , niet huiverig zyn „ om eenige Demarche te doen ? ,, Moeten wy niet te meer huiverig zyn om ,, daar toe te komen, r,aa dat wy onze Ge- voelens reeds by eene voorige gelegen„ heid, aan U Ed. Gr. Mog. hebben ge„ manifefteerd, zonder dat wy, even ge„ lyk het Mindertal der Ingezetenen, zich „ kunnen beroemen, dat zulks by U Ed. „ Gr. Mog. eenigzins met een gunflig oog „ zou zyn befchouwd? (*). — Ja, Ed. „ Gr. Mog. Heeren! moeten wy niet wel „ voornaamlyk huiverig zyn, om voorge„ gemelde Demarche by U Ed. Gr. Mog. „ te doen; naa de Publicatie van den vier„ den July laatstleeden, en naa dat de Pe„ riode daar in voorkomende, nopens Re- „ ques- (*} Pit ziet ongetwyfeld op de Requesten'tec Hooge Staatsvergaderinge ingeieeve-id. Zie hier bo» ven bl. 238.  HISTORIE. 277 5, questen ftrydende met den gemanifefleer„ den Wille van U Ed. Gr. Mog., aan U „ Ed. Gr. Mog. Hof van Junkie is voor„ gekomen eene nadere Elucidatie van de „ Intentie van U Ed. Gr. Mog. te verei„ fchen ? — Zullen, ja kunnen wy, zo lang „ wy niet verzekerd zyn van de Intentie „ van U Ed. Gr. Mogenden, dien aangaan„ de ,• ons aan eene mogeiyke Overtreeding „ van de geheiligde Wetten van U Ed. Gr. „ Mog. bloot dellen?" „ Het past een Vry Volk wel met den „ vereischten eerbied; maar ook erndig en openhartig aan zyn Souverain mede te ,, deelen de Gevoelens van zyn hart, zo „ lang men zeker zyn kan, dat zulks niet „ aanloopt tegen eene Wet. Wy zyn ten „ dien aangaande in deezen niet zeker,, en „ dien volgende verzoeken wy, dat U Ed. „ Gr. Mog. Gelief te zyn mogt aan Ons „ hoogstderzelver, Intentie by de voorfch. „ Periode te kennen te geeven: ten einde „ wy ons daar na zullen kunnen regulee„ ren (*)." Men zogt, ondertusfchen, de Vergadering van hun Ed. Gr. Mog., zo als dezelve toen gedeld was, in kleinagting te brengen. In V Gravenkaage vondt men op ftraat geftrooid verfcheide Afdruk fels van een Gefchrift, ten opfchrift voerende Waarschuwingen aan het Publiek, om de Vef~ gaderingen, en fpeciaal de Staatsvergadering van Holland, niet voor wettig ie erkennen (•f) N. Nederl Jaarb, 1787, bl. 140. § 3 XXXIX. BOEK. J7Ö7- Geftrooide waar» fc huwing te ■ gen Staaten van Holland.  XXXIX. B OEK. J787. Publicatie daar -tegen. Men dreigt de AlgemeeneStaatsvergaderingna een ander Gewest te verleggen, (*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 4450. 468. 4477' 278 VADERLANDSCHE tien, en zich in geene Geldleeningen, /fanneemingen, of'andere Verbintenis]en,met dezelve in te laaten, als welke alle, by vervolg , zekerlyk zouden gehouden worden voor nul en van onwaarde; ieder hadt ziek te •wagten voor fchade, cn zou het voort zeggen. Dezelve waarfchuwingen waren gegrond op de verklaaring, dat de Vergadering van hun Ed. Gr. Mog, onwettig, en geheel by overweldiging gevormd was, voor zo verre zy uit Leden beftondt, die in eenige Steden, de plaats der afgezette bekleedden. Gecommitteerde Raaden, hier van kennis bekomen hebbende, gebelgd, over ce te toondelling van het Staatkundig Beduur, en dat der Geldmiddelen van Staaten van Holland, lieten, in derzelver afweezen, eene Publicatie doen, by welke aan den Ondekker en Aanbrenger van den Steller of Uitdrooijer van dat Blad, honderd Gouden Ryders beloofd worden (*) Wanneer Staaten van Holland, ter gelegenheid, van het verfchil ter Algemeene Staats vergaderinge , over de Zitting der Utrechtfche Staatsleden, (waar van wy onder Utrecht breeder zullen moeten handelen,) hunne Afgevaardigden gelast hadden te verklaaren, dat zy de Heeren Gedeputeerden wegens de Staaten van Utrecht by hun Hoog Mogenden , uit de Stad Utrecht de betwiste Zitting hebbende, zouden er, ken-  HISTORIE. V9 kennen en houden als wettige Gedeputeerden niet alleen,maar ook als zodanigen zouden befchermen en handhaaven, en, indien men dezelve wilde weeren uit de Vergadering van hun Hoog Mogenden, men daar tegen derke maatregelen zou neemen, en de Amersfoort fche Staatsleden zelfs het Hollandsch Grondgebied ontzeggen, verfpreidde zich zeer algemen het gerugt, dat de Staaten 's Lands van Utrecht te Amersfoort vergaderende, beflooten hadden de Staaten vmGelderland, Zeeland, Friesland, Overysfel en Groningen, byeen te roepen, om te midden van Oogstmaand te Nymeger, te vergaderen, ter beraaminge van de bekwaamde middelen tot Bewaaring van de Unie. De Afgevaardigden van Zeeland delden , met de daad, voor, om de Vergadering van hun Hoog Mogenden op een veilige Plaats te verleggen, en kwam 'er eerlang ter Staatsvergadering van Holland een Briei van de Algemeene Staaten , waar by zj zich beklaagden over de gedaane Aanzeggingen van Holland, betreffende de Amersfoortfche Staatsleden; met verzoek van dezelve te willen intrekken en bedreiging van anderzins de Algemeene Staatsvergadering na een ander Gewest te zullen ver plaatzen (*). In deezer vpege ftondt het met de twistende (*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 1787. 1835 1874. 3°72' S°77' 5 4 XXXIX; BOEK,. 1787. i  XXXIX, BOEK. 1787, VA- s8o VADERLANDSCHE &c, tende Partyen in den Lande gefchaapen, die, in ons volgend Boek, ais ilrydende zullen te voorrchyn treeden, in den Burgeroorlog, welke met'de daad uitboist.  VADERLANDSCHE HISTORIE, VEERTIGSTE BOEK. INHOUD, Stofe van dit Boek. Opening van het hevel door den Generaal van Ryssel gegeeven, wegens het trekken op Utrechts Grondgebied. Bevel van kun Hoog Mog. aan het Krygsvolk om zich aan den Eed der Algemeene Staaten gedaan te houden. Dit Befluit door vyf Gewesten goedgekeurd. Van Ryssel door hun Ed. Gr. Mog. aangefchreeven over de Officieren , die opening gedaan hadden aan den Raad van Staaten. Van Ryssel door hun Hoog Mog. ter verantwoording opgeroepen. Verlegenheid des Generaals van Ryssel. Hy befluit Staaten van Holland te gehoorzaamen. Die Staaten van Holland niet gehoorzaamden buiten dienst gefield. Voorflag om die Staaten van Holland niet gehoorzaamden in Befcherming te neemen, en fchadeloos te feilen. Befluit by hun Hoog Mogenden hier^medê overeenkom(lig. Verzoekfchriften van door van Ryssel "gefchorte Officieren. Hoe men te raade werd de S < Scka- XL, n OE K,  s8a VADERLANDSCHE XL. boek. Schadeloosftelling te bewerken. Nader bevel aan de Krygs - Officieren om zich aan den Eed aan de Algemeene Staaten gedaan te houden. Wat Staaten van Holland deswegen verklaaren. Last aan van Ryssel om onderzoek te doen op de Officieren. Ingekomene berigten van welgezinde Officieren en Gemeenen. Verloop en verzwakking van het Hollandsch Cordon. Middelen ter voorkoming in 't werk gefteld. ' Te Woerden de niet ge'ioorzaamejide aan Staaten van Holland ontwapend. Balneavis weet het Krygsvolk te Oudewater en elders aan Holland te onttrekken. Zyn vertrek uit Oudewater na Gelderland. Ongeregeld en Baldaadigheden door deezen onder den weg gepleegd. Belooning op het vatten van Balneavis gefteld. Afkondiging ten voordeek der wederkeerenden, die met Balneavis waren weggeloopen. Balneavis in befcherming der Staaten van Utrecht genomen. De Willemjlad door het Krygsvolk verlaaten. Vertrek van V zelve na Gelderland, en het verrigtte daar omtretit, Gelderland de gewoone Wykplaats der zodanigen, die zich aan den Eed der Generaliteit hielden. Hoe daar ontvangen en bezoldigd. Strydige Bevelen. Vborftel by hun Hoog Mog. om de Officieren, die den Eed aan de Generaliteit gedaan niet hielden te fufpendeeren en die het gedaan hadden in hunne Posten te kerft'ellen. Hier toe bef uit de Meerderheid van hun Hoog Mogenden. Brief van Staaten van Holland , een tegenovergefteld bevel bevattende. Hun Hoog Mogenden neemen de hun gehoorzaamen in Befcherming. Staaten van Holland alleen, die zich aan hvn onderwierpen. Van Rys-  HISTORIE. 283 RySSEL door hun Hoog Mog. gefufpendeerd cn alle gehoorzaamheid aan hem verboden. Tegenover gefteld Bevel van Staaten van Holland. Vcrfchillende gevoelens hier over. Hoe men de Handelwyze van hun Hoog Mog. by Holland inzag. Raadpleegingen by hun Hoog Mog. op de. Vraag des Collonels Minnigerode. Bedenking van van Haarsma hier op. Bezending van Holland aan hun Hoog Mogenden. De Befluiten der Algemeene Staaten van één en tien Juny ingetrokken. De Raad fan Staaten weigert de Bevelen, hier uit voortvloeiende, te verzenden. Aandrang van Holland hier op. Dit Stuk Commisforiaal gemaakt. De Collonel van der Duyn met een Regtsgeding gedreigd, en door hun Hoog Mog. in befcherming genomen. Voorflag der Ridderfchap om hei Corps des Rhyngraafs van Salm af te danken. Intekening te Amflerdam geopend ter betaaling van dat Corps. Van hoe veel belangs de Amfterdamfche Krygsraad, het in ftandhouden van dat Corps oordeelde, in een Adres ontvouwd. De Afdanking gaat niet voort. De Rhyngraaf hoog gefchat. De Werving voor dat Corps te Dordrecht aan eene andere Wervingvoorgetrokken. Wat Staaten van Holland deeden on; hunne verzwakte Krygsmagt te verfterken. Uur, werven in de Generaliieits Landen door hut, Hoog Mogenden tegen gegaan. Het voorgevallene wegens het overkomen van Fransch Krygsvolk. Veele Gewapende Genootfchappen in Be fchsrming van hun Ed. Gr. Mog. genomen Andere die Befcherming geweigerd. Het voorgevallene wegens een Genootfchap te Voorburg Verdere tegenkantingen van Genootfchappa nic, XL. BuEK> t >  JTL. SOE K. j < J J J f, £84 VADERLANDSCHE «ütf 0«dfer tófe Befcherming begreepen. Wat deswegen te Overfckie voornel. Geldbehoefte der Gewapende Genootfchappen. Een Nieuw Programma van het Vaderlandfche Fonds ter vervulling hier van ftrekkende. Byzondere Geldinzamelingen. Gewigtig Voorftcl van Amflerdam wegens de verdecdiging van Holland. Hoe ter Staatsvergadering opgenomen. Heeren tottot de Commisfie ter verdeediging van Holland en de Stad Utrecht benoemd. Komst der Commisfie te Woerden. Verzoeken der Gewapende, Burgercorpfen om onderftand. Voor/lagen van Rotterdam, met de daarop ingediende bedenkingen. De Commisfie te Woerden looft Beloaningen uit. Zorg tegen het verkopen desKrygsyolks gedraagen. Bezending der Genootfchappen cn Schutteryen aan de Commisfie. Veranderingen in Krygsposten door de Commisfie bewerkt en Bepaaling eeniger Daggelden. Gefchil der Commisfie met Gecommitteerde Raaien over de afteeveringvan tweeftukkenGefchut. Sterke taal deswegen gevoerd. Vcrfchillende oorleelveüingen over dit voorval. Verfcheide vervylingen in de Verzoeken door de Commisfie gelaan. Voorflelkn der Commisfie ten baate der jewapende Burgeren. Adres der Burgercorpren ter onderfteuninge daar van. Gunflig verlag over het voorftcl. Opmerkenswaardig Behit hier op gevallen. Toegezegde SchavergoeUng aan Verminkten, Weduwen en Kinderen an Gefneuvclden. Gefchil over de Magtsverleiwg aan de Commisfie. Wat 'er voorviel ver hun bedryf tot vermeerdering der Krygslagt. Uitgebragt verflag deswegen hun die Magt lekennende. Verklaaring der Ridderfchap hier te  HISTORIE. £85 tegen ingerigt. Twist tusfehen Wassenaar. Starrenberg en van Berckel. Gefchil ever kt aanftctten van Ingenieurs en over het betaalen van het Douceur voor de Werving. Bet groot Gefchil over de Aanwerving van Krygsvolk door de Commisfie ten voordeele van dezelve bepaald. Wederfpraak der Ridder' fchappe. Derzelver Tegenverklaaring. Verdeeldheid over het geeven van Patenten door dé Commisfie. Adres der Gewapende Burgercorpfen ten voordeele van de Commisfie. Werkzaamheden der Commisfie tot verdeediging U lande. Uitleggers op de Rivieren. Gefchn deswegen met Gelderland. Het voorgevallen ot den Uitlegger by Loeveftcin. Scheepswapetiing op de Zuiderzee. 'Klaagbrief van zym Hoogheid deswegen. Opbrengingen van Schepen , en klagten daar over. Klagten der Staaten van Friesland. Capitein van Pelt vooi de Admiraliteit van Amflerdam ontboden Antwoord diens Capiteins. Hun Hoog Mog willen hem dat Bevel ontzegd hebben. Verflag van V geen de Admiraliteit te Amfterdam to die Wapening gedaan hadt. Hun Hoog Mc genden bevelen het opontbieden der Amflerdam fche Kanonneerbootcn. Het bevel om Vaartm gen van het Defenfieweezen op de Zuiderzee i. den grond te fchieten wederfprooken. Fria lands Raadflag daaromtrent. Voorflag 01 "s Lands Zeemagt alleen tot befcherming va de buitenlandfche Zeevaard te gebruiken. Bt fluit deswegen genomen. Zeeofficieren op 1 Melder in hegtenis. Twee Schepen aan andei Capiteins gegeeven, en Gecommitteerde Raadt van het Noor der - Kwartier gemagt-igd tut o> dei b OEKé r t 'i 1 't 'e e n 1-  m VADERLANDSCHE XL. boek. 1787. Stoffe van d ic Boek. \ i 3 k t i OpeGing van 1 het bevel ( door van . Ryssel j gegee- I ven, we-c gens het : trekken op U- € de f zoek deezer zaake. Deeze Handelwyze* en de keuze 'van Vitringa tot Fifcaal van vee/en gewraakt. Regtshandeling. Van Braam onder handtasting ontflaagen. Capitein Dekker in een gewoon Proces ontvangen. Criminee/e eisch tegen Tulleken gedaan. Schikkingen in het Noorder-Kwartier ter beveiliging van de Zuiderzee. Commisfie aan een en ander Zee- Capitein te geeven goedgekeurd. Raadflag der Afgevaardigden tot de zaaken van de Zee in deeze omflandigheden. De voor lang gefpelde, en uit de genomene maatregelen en aangevangene werkzaamheden, zo zeer gevreesde Burgerkryg , 3e veroorzaaking van welk aller jammeren ammer de eene Party in den Lande de anlere ten laste kg, brak eindelyk met volle voede uit, en is het deeze gruwel dervervoestinge, die ons, in dit Boek, algemeen iaat te ontvouwen, terwyl wy de meer byondere Gebeurtenisfen, welke hier mede ;epaard gingen, zullen befchryven als wy ik Gewest, volgens ons gemaakte plan, n treeden. De Generaal van Ry.=sel , wien het Op>erbevel over het Hollandfche Krygsvolk >pgedraagen, en aangefchreeven was, om, n gevalle de Stad Utrecht door een Krygsnagt uit Gelderland mogt gedreigd en in ;evaar gebragt worden, die Veste" te hulp e fchfeteri, naar vermogen te verdeedlgen, n alle gewelddaadige aanflagen daar tegen, zo  HISTORIE. 287 zoveel doenlyk, te verydelen; die, wegens het uitvoeren der bevelen van hun Ed. Gr. Mogenden, daar toe ftrekkende, met de Officieren en Soldaaten, hem daar in aan hun Ed. Gr. Mogenden, gehoorzaam , in de byzondere Befcherming van Staaten van Holland ftondt (*), — deeze Generaal hadt, volgens een Verflag ter Algemeene Staatsvergadering, naa het fcheiden op den zeven en twintigften van Grasmaand, ten fpoedigften weder byeengekomen, door den Raad van Staaten ingebragt, bevel gegeeven om met het Krygsvolk , ter betaalinge van Holland ftaande, op bepaalde Seinen, op het Grondgebied van Utrecht te trekken. — De Berigters erkenden van ter zyde onderrigt te zyn, wegens deezen nieuwen flap. Hun Hoog Mogenden, met eene zo algemeene Aanbrenging, niet te vrede, drongen aan om te weeten wie zulks gezegd hadt? Zy betuigden dat uit den Heer Aylva te hebben vernomen, die in 't zekere kundfchap hadt bekomen, dat den Heer van Ryssel dusdanige bevelen, op den vyf en twintigften van Grasmaand, zou gegeeven hebben: de Heer Pesters bevestigde dit; doch de Afgevaardigden van Holland bragten in,hier van geene kennis te draagen, en het niet te kunnen gelooven. Nadere kennisneeming werd den Raad van Staaten opgelegd. (•) Zie onze Fadtrl. Hifi. XI. D. bl. -67. «277, «n 284» XL. 30EK. I787. 'rechts Srond* rebied.  a88 VADERLANDSCHE XL. ii O EK. I787. Bevel van hun lï. M. aan het Krygsvolk om zich aan den Eed der AlgemeeneStaaten gedaan te houden. Onverwyld vondt de Raad van Staaten goed, dien eigen dag de Collonels en bevelvoerende Officieren der Regimenten in dienst van den Staat, by aanfchryving, te herinneren, dat zy zich zorgvuldiglyk zouden hebben te wagten, van zonder toeftemming des Territoriaalen Souverains, met hunne Manfchappen te trekken op het Grondgebied van eene der Provinciën, en aan geenerhande Bevelen, hoe genaamd, het tegendeel gebiedende, te gehoorzaamen. Dit droeg de goedkeuring van hun Hoog LVIogenden weg, en gaf aanleiding tot het volgende merkwaardige Befluit; „ om den „ Raad van Staaten te magtigen, uit naam „ van hun Hoog Mog., aan de Bevelvoer» ders der Regimenten thans in dienst „ van den Lande zich bevindende, nader „ te bevelen, dat zy, door de byzondere „ Claufule, in hunnen Eed voorkomende, „ niet anders onderworpen waren, of zich „ onderworpen konden agten aan de byzon„ dere Bevelen, het zy direct van wegen 0 de Staaten van- Holland en Westfriesland, „ het zy van wegen de Regeering der Ste„ den en Plaatzen, waar zy in Garnifoen „ of Gecampeerd lagen, met hunne Regi„ menten en Manfchappen, of van andere „ Heeren Staaten of Magiftraaten, dan in „ zo verre die Bevelen zich bepaalden tot „ het Grondgebied van die Provincie, waar „ zy Garnifoen hielden; maar dat, voor „ zo verre gemelde-Bevelen, zich, tegen , alle verwagting, mogten uitftrekken, om * met hunne Regimenten te marcheeren, „ zon-  HISTORIE* »8o g zonder alvoorens gevraagde en, door den „ wettigen Souverain der Provincie in wel- ] „ ke zy bevel zouden hebben met hun Volk iy in te trekken, verleende Attaché op het „ Patent of de Patenten tot dat einde aan „ hun afgevaardigd en vertoond, het hun „ niet geoorloofd zou zyn, met hunne Re„ gimenten, te marcheeren van de Provin„ cie, waar in zy zich geplaatst vonden. „ En dat, by aldien, tegen alle verwagting, eenigen van hun zich verftouten of „ ondernamen het nogthans te doen , of „ ten dien einde eenige bevelen te gee,, ven, of aan zodanige bevelen te gehoorj, zaamen, de zulken, als Ongetrouwen aan hunnen Eed, door hun aan den Lan,, de gedaan, aangemerkt, en ter behoor,, lyke Plaatzen, ter verantwoording des„ wegen zouden geroepen worden. Dat „ vervolgens alle de bevelvoerende Officieren gelast en gehouden zouden zyn, „ oogenbliklyk en zonder tydsverzuim, vart „ deeze Aanfchryving aan hunne onderheb„ bende Officieren en Gemeenen daadlyk „ kennis te geeven, met last aan een iege„ lyk van dezelven om zich insgelyks, naat » deeze Aanfchryving ftiptelyk te gedraa„ gen." Zodanig een Befluit kon by Holland, mi aanmerking van de reeds gedaane flappen, niet dan gewraakt worden. Zeeland nair het over, terwyl het de goedkeuring dei overige vyf Gewesten weg droeg4 óaxOverysfel zich onder deeze laatstgemelde be XIV. deel. T vondt. XL. ! O E Ki Dit Befluit door vyf Gewesten1 goedgekeurd.  290 VADERLANDSCHE XL. BOEK. I787. VAN Ryssel «ioor hun Ed. Gr. Mog. aange- fchree- Ten. Van Ryssel ] door hun| Hoog Mog. ter verantwoor- 1 ding ge- . roepen. ( 1 < j 1 j I < i ( * vondt, baarde by veelen geene geringe verwondering (*). Niet vreemd was het dat Staaten van Holland den Generaal van Ryssel by aanfchryving last gaven het naauwkeuriast onderzoek te doen, of, en welke Officieren ter betaaling van huns Gewests (taande, tegen het Befluit van hunnen Souverain en Betaalsheeren (f) aan den Raad van Staaten opening gedaan hadden van de Bevelen, hun door hun Ed. Gr. Mog. gegeeven, en om dezelve, uit hoofde van deeze Ongehoorzaamheid , by voorraad , buiten dienst :e (tellen. De Afgevaardigden wegens Utrecht drongen by hun Hoog Mog. aan, dat ten fpoeiigften , eereOnderhandeling, door. deezen net den Raad van Staaten mogt gehouden worden, tot onderzoek na de zodanigen, iie aanleiding gegeeven hadden tot zulke 'nconflitutioneele en met de Unie ftrydende Orders als door den Generaal van Ryssel varen afgevaardigd; en dat vervolgens die Generaal ter verantwoording zou worden ;eroepen, en op zodanig eene wyze gecorigeerd als de Wetten van den Lande, en 'ereisch van zaaken, vorderden. — Hun loog Mogenden beflooten den Raad van itaate te verzoeken om dit Onderzoek werkheilig te maaken; en, tot dat einde, den ïeneraal van Ryssel aan te fchryven van 'zich C) Ref. Gen. 27 en 30 April 1787. (t) Men zie dit Befluit in onze Failerl. Hifi* 11. D. bl. 282. enz.  HISTORIE* 291 tlch ten fpoedigften herwaards te begeeven, om deswegen gehoord, en vervolgens, naar bevind van zaaken verder gedisponeerd te worden, zo als men oordeelde te behooren (*). Nieuwe verlegenheid greep den Heer van Ryssel aan. Hy bevondt zich in meer bedenkelyke omftandigheden dan in zyn geheele leeven. Aan de eene zyde doordrongen van de bewustheid zyner verpligtinge omtrent den Eed aan de Algemeene Staaten gedaan; en, aan den anderen kant, vol zorge dat hy te kort zou fchieten aan de verpligiingen die op hem lagen, uit hoofde van den dubbelden Eed aan hun Ed. Gr. Mog. als zyne Betaalsheeren, Territoriaale Souverainen, en fpeciaale Committenten gedaan op de Inftruftie van Wynmaand des voorleden Jaars. Aan deeze laatfte hieldt hy zich, gedagtig der Befcherminge hem van hun Ed. Gr. Mogenden beloofd (f). In deezen Tweeftryd tusfehen het gehoorzaamen aan den Eed, den Algemeenen Staaten en aan Staaten van een byzonder Gewest gedaan, met de gevolgen ©p het te houdene gedrag, in deezen neteligen tyd, daar uit voortvloeijende , bevonden zich 's Lands Officieren en Krygsvolk. — Buiten het hier boven vermeld Verbod des Raads van Staaten , gefchraagd door hei Be- " O Refil. Gen. 7 Mey 1787. (f) Verzameling van Stukken, raakende eten L* nsraal-Majcr A. Van RyssSl, bl. 98. T 2 XL. BOEK. I787. Verlegenheiddes Gen. van Ryssel. Hy befluit Staaten van HoU land te gehoorzamen. Die Sta» ten van Holland niet ge- hoor- zaamden# buiten dienst gefteld»  «92 VADERLANDSCHE XL. Boe k.' 1787. Voorflag om die aan Holland niet gehoorzaamdenin Befcherming te neemen en fchadeloos te ftelleu. Befluit der Algemeene Staaten (*) hadden reeds te vooren de Heeren van der Duin van Maasdam en van Rechteren geweigerd aan de Bevelen des Generaals van Ryssel om, zonder Patent der Staaten van eenig Gewest, op deszelfs bodem trekken. Zy werden, diensvolgens, door Staaten van Holland gedispenfeerd. Zich des by de Algemeene Staaten beklaagende ontving hun gedrag de goedkeuring van dezelve, als mede van den Raad van Staate (f). Eene Befoigne van hun Hoog Mogenden met den Raad van Staaten, bragt een Verflag uit van den volgenden woordlyken inhoud. „ Rapport, tendeerende om eene „ inftantelyke en exortatore Misfive te fchry„ ven aan de Heeren Staaten van Holland, „ om mét de Vervulling der Officiers-plaat„ fen te fuperfedeeren; en dat voorts, in „ afwagting van het fucces der voorfchree„ ven reprefentatien, de Raad van Staaten „ zou verzogt worden, aan de Officieren, „ welke reeds hebben verklaard, en aan die „ geenen, welke nog verder mogten ver„ klaaren, zich te hebben ofte zullen ge„ draagen aan de Orders van hun Hoog Mo„ genden, en van den Raad van Staaten van „ den dertigften der gepasfeerde en den „ achtten deezer Maand, aan te fchryven, „ dat hun Hoog Mog. derzelver Conduite „ ten deezen opzigte gehouden volkomen „ lau- £*) Zie hier over bl. 288. Ct) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 8874  HISTORIE. 293 laudeeren en approbeeren, en vastlykVer„ trouwen dat zy daar in conform hun pligt, ] ,', zullen perfevereeren; in welk geval zy „ buiten twyfel, van hun Hoog Mog. en „ de refpeftiveHooge Bondgenooten, kun„ nen en mogen verwagten, de ProteBieen „ Schadeloosfleüing, wegens 't geen hun „ ter voorfchreeve zaake mogt overko- „ men." , , In eene daar op buitengewoon belegde Vergadering der Algemeene Staaten, kreeg dit Verflag de kragt van een Befluit, dooide toeftemming van Gelderland, Zeeland en Overysfèl; Friesland, als mede Stad en Lande, nam het over. Een der Zeeuwjche Afgevaardigden, de Heer van Borsselen wilde het met de twee laatstgemelde Gewesten overneemen; doch werd door zyne Medeafgevaardigden Cau en van Citters; overftemd. Byde Herleezing voegde zich de Heer Cau bv van Borsselen ; maar de Heer van Citters nam het voor zyne rekening, en oordeelde dat de Heer Cau niet te rug kon treeden. De Afgevaardigden van Overysfèl kwamen, toen, by nader bedenken ook tot het begrip om de vlot gegeevene toeftemming te herroepen , en de zaak over te neemen : dan de Meerderheid begreep dat zulks niet meer te pasfe kwam ( * > Reeds waren, by hun Hoog Mogenden, verfcheide Verzoekfchriften ingediend van Officieren, byzonder van het Regiment van Palardy, die geweigerd hadden, zon- dei O Ref Gen. 13 en 14 May 1787*. T 3 XL. SOEK. i?37. Befluit by huu Hoog Mog. hier mede overeenkomftig- Verzoek* fchriften van door van Ryssel gefchorfte Officieren.  so4 VADERLANDSCHE XL. boek. i i i i 1 { s t der Patent van Staaten van Utrecht, op dat Grondgebied te trekken , met klagten dat zy deswegen door den Generaal van Ryssel gefchort waren. Op de vordering diens Generaals gaven .de Hoofd-Officier, Ritmeester, en Subalterne Officieren van het Regiment Ruitery van den Prins van Hessen-Philipsthal eenpaarig, by eene Verklaaring te kennen, dat zy, zich geenzins durvende inlaaten in de tegenwoordige gefchillen in de Republiek plaats hebbende, van begrip waren zich te moeten houden aan den Eed den Algemeene Staaten gezwooren, van welken zy door niemand , dan door die Staaten zelve, konden ontflaagen worden , en zich verpligt rekenden Hoogscderzelver Bevelen in alle opzigten te gejioorzaamen. Ten vollen waren zy bereid om de Bevelen van hun tegenwoordigen Territoriaalen Souverain , de Staaten van Holland, na te komen, zo lang zy zich op derzelver Grondgebied bevonden. Zy verzogen dat hun Ed. Gr. Mog. zo veele braave Dfficieren, wier eenige misdaad in deezen vas, aan hun Eed en Pligt getrouw geblee/en te zyn, niet onverhoord zouden verDordeelen, en hun allen op één maal in de rrootfte verlegenheid brengen. — Te Geer■ruidenberg weigerde het geheele Regiment 'an den Collonel Suljard de Leefdaal, lit den Eed van de Algemeene Staaten, :onderHoogstderzelver Ontflag, in dien der »taaten van Holland over te treeden, behalen twee Officieren, die deeze Stad verlieen. F. J. de Beyer , Capitein Titulair, by dat  HISTORIE. a95 dat Regiment, op de voorfpraak, van den Overften Suljard i>e Leefdaal, met eene Compagnie onder het Regiment van den Generaal Pallardy, door hun Ed. Gr. Mog. begunftigd, bedankte voor die bevordering; dewyl hy zich gebonden rekende aan den Eed hun Hoog Mog. gezworen ( > Om de beloofde Schadeloosftelling aan die Officieren te bezorgen, kwam hun Hoog Mog. geen ander, of gefchikter,.middel voor, dan den Raad van Staaten, zo het met Holland niet kon gevonden worden, te verzoeken „om, op de best mogeiyke wyze, derzelver gewoone Traftementen en bol" dyen, te doen betaalen uit de Penningen, welke tot dat einde ten Comptoire Generaal door de refpective Provinciën zul, len worden gefourneerd, of ook op fpeciaale qualifkatie van zommige derzelyen ' zouden mogen worden genegocieerd. Dit Befluit werd door de Afgevaardigden van Holland, Overysfel, als mede van btaa en Lande wederfprooken (t> Eenigen der door den Generaal van Ryssel gefchorte Krygsbevelhebbers droegen hun Hoog Mog. by brieven voor, dat z> van hun Beftaan beroofd waren, dat hunm Regimenten voor den Dienst van hun Hoog Mogenden onnut zouden worden, en in ge vaar gebragt van te eenemaal te verloopen Men ftelde daar op vast om, onverminderc de verdere Raadpleegingen van hun Hooj (*> 2V. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 800. 8p7- 8?8 (f) Kef. Gen. 23 Mey 1787. T 4 XL. BOEK. 1787. Hoe men te raade werd hun Schadeloosftelling te bezorgen. Nader bevel aan deKrygsofficierenom zich aan den Eed der Algem. Staaten gedaan te houden.  XL. BOE JC. 1787. 5 3 3 > Wat Staaten van v Holland- j deswegen ver- v klaar en. V d r< j> 35 33 33 1 25*5 VADERLANDSCHE Mogenden, deezen aan te fchryven, „ dat„ dewyl de Sufpenfie, om foortgelyke re„ denen, by den Staat, zo min als by hun » Hoog Mogenden, voor .wettig kon ge„ houden worden, die Officieren, ten aan» zien van de Generaliteit, uit hoofde van „ den by hun gedaanen Eed, verpligtwaren „ om zorge te dragen voor de goede Dis„ cipline, en tegen het verloopen van hun„ ne onderhebbende Manfchappen; waar„ om het door hun verrigte geapprobeerd „ werd. Terwyl men den Raad van Staa, ten zou verzoeken , om dezelfde Aan, fchryving ten fpoedigften te doen aan , die Officieren, welken zich in even ge, lyk geval bevindende, zich daar over , mogten addresfeeren; met iterative in, ftantie, dat by gemelden Raad, met alle , vigeur, zorg werd gedraagen , dat de , Armée van den Staat in geen verder ver, loop, ten ruïne van den Lande, mogt , geraaken (*). 0 Staaten van Holland hadden geraaden geonden, om, met betrekking tot de Beve;n, door den Raad van Staaten, op lasc an hun Hoog Mogenden, aan de Beveloerende Officieren van de Regimenten in ienst van den Lande gegeeven, te verklaan „ het in zo verre met hun Hoog Mog. ééns te weezen, dat, in gewoone gevallen, geene Troupen op het Grondgebied van eene der Provinciën mogen komen, zonder Bewilliging van den Souverain 33 dier Refol. Gen. 23 May 1787  HISTORIE. 297 dier Provincie; dan dat zulks het geval „ niet meer was, dat een Lid van de Sou„ verainieteit door deszelfs Medeleden geV, welddaadig wordende aangevallen, de „ Unie in zo verre gebrooken was, en dus „ de Generaliteits Eed niet te pasfe kwam, 9, en dat diensvolgens aan den Generaal van „ Ryssel zou worden aangefchreeven om „ de Officieren van het Cordon af te vraa„ gen, of zy bereid waren de Orders van „ Holland te executeeren? en zo zy ver„ klaarden daar omtrent nog zwaarigheid te „ maaken, hun als dan te fufpendeeren in „ hunne Posten, onverminderd de nadere „ Dispofitien van hun Ed. Gr. Mogen- Op de tyding van het Gevegt tusfehen Burgers van Utrecht met het Regiment van van Efferen (f), beflooten hun Ed. Gr. Mog, den Generaal van Ryssel aan te fchryven om naauwkeurig onderzoek op alles te doen, en indien de Officieren zich kwalyk mogten gedraagen hebben, de noodige maatregelen neemen (§). Veelvuldige berigten van Gehoorzaamheid aan Staaten van Holland weigerende zo Officieren alsGemeenen , en Brieven van zich des bezwaarende Bevelhebbers, kwamen ter tafel van hun Ed. Gr. Mog. die goedvonden, „ om f*) Kef. Huil. 9 May 1787. Cf) Van dit Gevegt zuilen wy, de zaaken van Utrecht beichryvende , een nader verflag moeten geeven. £§) Ref. Holl. 10 May 1787. T 5 XL. li O lï K.' rlun las? am" onderzoeke doen jp de Oficieren. Ingekomen Be•igten/an weirerendaJfflcic'en en jem celen.  298 VADERLANDSCHE XL. BOEK. 1787. 1 1 t 1 1 Verloop en ver- ] zwak- , king in ; Let Hol- '■ landsCor- 3 don. ( 1 ] < 1 X om, daar, op drie na, alle de Officieren van het Regiment van Pallardy geweigerd hadden aan het genomen Staatsbefluit te voldoen , alle de ongehoorzaame Officieren van derzelver Posten daadlyk aftezetten , en, op een beftemden dag, anderen in derzelver plaats aan te ftellen. Onaangezien de verzoeken van verfcheide Officieren, en het fchryven van hun Hoog Mog., dat zy van die Afzetting wilden afzien, volvoerden zy dit. Gelyk zy ook, op ingekomen berigt dat een Detachement van Gardes Dragonders, op Patent na Amersfoort was opgetrokken, beflooten deeze Gardes buiten Soldy te ftellen; vermids dezelve nu tegen twee Staatsbefluiten gehandeld hadden , als het bemoeijen met Burgergefchillen , en het erkennen van het Patent van den CapiteinSeneraal: onverminderd nogthans het onlerzoek wie in 't zelve Regiment zich lier aan niet fchuldig gemaakt mogten hebben (*> Hoe zeer het Cordon, dat ter borstweeing moest ftrekken van Holland tegen 't reen die van Utrecht en Gelderland in den chiid mogten voeren, hier door verzwakte tan men uit dit verflag afneemen, en verder ipmaaken uit de van tyd tot tyd inkomende >erigten des Generaals van Ryssêl , als dat iet Regiment van Pallardy te Woerden mtwapend was geworden; dat veelen der >oldaaten te rug kwamen, en zich aan Staaen van Holland wilden onderwerpen; doch dat (*) Refol. Holl. 12 en i  HISTORIE. 3oï en Haagfche Vrycorporisten, op dat pas in Woerden, kwamen toen allen in 't Geweer, met fcherp gelaaden, ook een aahtal HuS* faaren van Salm en vervoegden zich digt by de Parade. De Soldaaten, het Geweer by den voet gelegd hebbende , moesten rechtsom maaken en uit het zelve marcheeren. Hier op werd eerst den aanweezenden Officieren en Onderofficieren, voorts aan de Gemeenen voorgehouden, het Befluit der Staaten van Holland, en of dezelve ook tevens zouden gehoorzaamen aan de Bevelen des Generaals van Ryssel, en van de Officieren, zo ja, dat zy dan in dienst zouden aanblyyen; zc neen, moesten zy, Patroontas en Sabel afgelegd hebbende na hunne Kwartieren keeren. Vóóraf hadden zy een Bevel hoorer leezen om zich ftil te gedraagén, met be dreiging, dat, wanneer iemand bevondei werd zich aan buitenfpoorigheden, of op roerige beweegingen, fchuldig te maaken hy daadlyk met den dood zou geflraft wor den. Allen, die de gevorderde gehoorzaam heid beloofden kreegen hun Geweeren we der, en zy plaatflen zich, met fcherp ge laaden, Voor de nedergelegde. De afgeno mene Geweeren der weigeraaren voerde me met wagens van de Parade na het Magazyn onder het geleide der Grenadieren van he Haagfche Wapencorps. Een gedeelte de Vrycorporisten zo Leydfche als Haagfch bezette de Poorten en Posten ; naa dat d opfchudding dreigend voorval op den mie dag begonnen, 's naamiddags ten vyf uure volvoerd en in rust geëindigd was. — Ee Se: boe ic , t l 1 I f t r e x 1nn  XL. boek 1787. Balneavisweet het Krygsvolk te Qudewa* ter en elders aan Holland te onttrekken. i ] \ 1 « 1 c < \ 30a VADERLANDSCHE Serjant, die de Soldaaten had afgeraadetl . den Eed der Algemeene Staaten te verhaten, en den byzonderen Eed aan de Staaten van Holland te doen, werd weggejaagd, naa dat hem het hair en de kleppen van den rok waren afgefneeden. Oudewater leeverde een tooneel van eenen anderen aart op. Henry Balneavis , Luitenant-Collonel by het Regiment van Stuart, een Krygsman ruim zeventig jaaren oud, door Staaten vm. Holland buiten dienst gefteld, om dat hy weigerde zich aan derzelver bevelen te gedraagen, voor zo verre zy tegen zynen Eed den Algemeenen Staaten gedaan aanliepen , beftondt eene daad, door deezen als een betoon van kloekmoedigheid aangezien, door anderen voor verraad uitgekreeten. Hy hadt Oudewater verlaaten, en zich na 's Gravenhaage begeeven. Derwaards wederkeerende, om, volgens 't Befluit van den Raad van Staaten, iet voorige Bevelhebberfchap weder op :ich te neemen, werd hy afgeweezen, en noest met zyn rydtuig te rug keeren. Men iroeg te Oudewater allen voorzorg om ïem, dien men vastftelde dat voor hadt met >yftand van Volk daar binnen te komen, 'er' tuiten te houden. Verftandhouding met de Soldaaten binnen de Stad, ftelde hem in laat om den tyd der verasfing te beraamen, n dezelve te volvoeren, 's Morgens tusfehen wf en zes uuren naderde hy de Poort, werd loor die zyne zyde hielden gekend, die, ip een door hem gegeeven teken, met geveld , de wagt aanvielen, en hem den in-  HISTORIE. 3Ö3 gang bezorgden, de gereedftaande geweeren afhaalden, en hem vergezelden na het verblyf desCollonels van Citters, daar thans bevelvoerende. Men brak de deur openhaalde hem en den Capitein May, op 't onzagtfte, ten bedde uit, en zette deeze beiden, met nog twee Officieren, een Adjudant en een Commandant der Vrycorporisten in hegtenis. Een gedeelte zyner Manfchap ging de Poort fluiten, een ander gedeelte het Ge fchut op de wal vernagelen , een derde maakte zich meester van hetKruidmagazyn, om 'er patroonen uit te haaien, gelyk zy ook de Vaandels, en de Bataillons kas in handen kreegen. — Vervolgens, een wagen geprest en zyn Volk in orde gefchaarc hebbende, trok hy ter Poorte uit met vliegende Vaandels en flaande Trommen, me vier Compagnien van Stuart , het geheek derde Bataillon van Grenier, vyf Dragonders van Byland , en één man van SaxenGotha. — Een gedeelte van het Bataillot van Hardenbroek uit Neusden na Vianet trekkende, by Vianen te Meerkerk zynde vervoegde zich by deezen. De drie Com pagnien van Stuart, in deWierikerfchans onderrigt van het voorneemen van Balnea vis, wagtten den uitflag van den toeleg t( Oudewater af. Deezen vernomen hebbend< verlieten zy, onder het aanvoeren eens Cor poraals, die van den Bevelvoerenden Of ficier de Sleutels gevorderd , en, op he dreigen van geweld , bekomen hadt, dit Schans, waar, behalven de Officieren et eenigf XL B Q£K» 1787. • Zyn vef. trek uit Oudcxoter na Gelderland. ! 1 » l  xl. •boek. ' < < < ] ] ï f i ti ti b v E K B G Si d< 01 v£ di s« K Belooning op het vat- -~ ten van Oi iH VADERLANDSCHE eenige Sergeanten, flegts twintig Soldaatelf ;JS7f' ^ volgden den weg na Gelderland door Balneavis opgeflaagen. De Bevelhebber van Citters werd, nevens de andere Heeren, uit den Gevangen tooren, waar zy ingeflooten waren, naa het vertrek der Krygsbezetting uit Oudewater, los ge- laaten. : De Drosfaart van Vianen lee- ferde klagten in by Gecommitteerde Raaen, over de geweldaadigheden gepleegd loor deeze weggaande Soldaaten, die met Jranje vercierd waren, en zeiden voor den rins te gaan vegten; onder andere dat zy Joctor Ihevens van Vianen agter een waen gebonden en een end wegs medegeeept, en op den Predikant van het Dorp leycoop, om dat hy een Patriot was, gefchoom hadden. -Deeze gaf ook te kennen, dat : Vianen een Voerman gevat was, die zich ezig hadt gehouden met beftellen vanBriem en het verfpreiden van Afdrukken des efluits van hun Hoog Mogenden, om het rygsvolk aldaar tot wederflreeven van het sfluit by Holland genomen over te haaien ecommitteerde Raaden kreegen Jast van aaten van Holland, om orde te ftellen, dat eze Voerman na V Gravenhaage 'zon 'ergebragt, en op de Gevangenpoort in rzekering gefteld worden. Veelvul- 5e klagten werden gehoord, wegens de Geregeldheden , door ander verloopend •ygsvolk onder den weg gepleegd. Dit bedryf van Balneavis merkten Staa1 van Holland aan als eene verraadlyke uweldiging van het Krygsvolk, 't geen  HISTORIE, 305 pj, ter Verdediging van hun Souverain Grondgebied, aldaar in Bezetting hadden. Om dit Hoogverraad te ftraffeh, en hun Souverain Gezag over het Krygsvolk, binnen Holland gelegerd, te handhaaven, beloofden zy den geenen, die Balneavis op de Voorpootte in 'f Gravenhaage zou keveren , of daar toe aan den Advocaat Fiscaal by het Collegie van Gecommitteerde Raaden gewisfe aanwyzing wist te doen, zodanig dat hy daadlyk op de Voorpoorte in hegtems geraakte, eene Belooning van twee duizend Gouden Ducaaten , met volmagt aan allen en een iegelyk, wie hy ook zou mogen weezen, deezen Balneavis , waar hy te bekomen mogt zyn^ daadlyk te vatten , en na 's Gravenhaage over te brengen: gelastende de Officieren en Geregten, om, des verzogt, de behulpzaame hand te bieden; Aan de Soldaateh, die, onder het geleide van Balneavis , waren mede gegaan, deeden zy, by eene openbaare Afkondiging, weeten, dat zy de misleiden en tot inkeer komenden, vóór den eerden van Hooimaand, volkomen kwytfcholden van alle Straffen, waar in zy door de gepleegde Euveldaaden mogten vervallen weezen; terwyl zy, allen, die deeze Kwytfchelding van Straffe verfmaaden, als Verraaders en Wegloopers, met de doodftraffe dreigden. Balneavis , in de Afkondigingen van hun Ed. Gr. Mog. een Verraadergenoemd, werd met zyn Volk in de Befcherming gesomen der Staaten van Utrecht te Amers- XIV. deel. Y fari BOEK. 1787. Balnea», vis gefteld. Afkondiging,ten voordeele der wederkeerenden, die met Bal. neavh waren wegge- loopen. BaLnka-i vis in befcherming des Staaten yan  XL. boek. 178;. trecht geenoomen.De Willemfiaddoor het Krygsvolk verlaaten. 3 So5 VADERLANDSCHE vergaderd. Hier van gaven deezen de weeteaan hun Hoog Mogenden: met aandrang dat Hoogstdezelven dit mede geliefden te doen. De Gewesten namen deezen Brief over Een derde voorbeeld, van eenen geheel anderen aart, verfchaft ons de Wilkmftad. By het eerfte Bataillon des tweeden Regiments van Waldek, daar Bezetting houdende, oneenig zynde met de Officieren, befpeurde men, in 't laatst van Hooimaand , eenige beweeging. Tegen het gedaane verbod begonnen zommige Soldaaten Oranje boven! te roepen. Op het ernftig vermaan der Officieren om dit geroep te ftaaken, gingen zy na de Cafernen te rug; doch hieven welhaast 'c zelve wederom in hunne Kwartieren aan. De Vaandrig van Klenke, die het Piquer hadt, hun daar van niet te rugge kunnende houden, deedt des verflag aan den Collonel Commandant van Meuueb, die zich terftond, met alle Officieren, die hy ontmoette na de Cafernen fpoedde, en de Soldaaten beval geen wanorde aart te rigten. Zy weigerden dit eerst; doch gaven daar op, voor een korten tyd, gehoor lan die vermaaningen en zich gewillig na binnen, behalven één , dien de Collonel met ftokflagen daar toe noodzaakte. Hier op verklaard de Collonel, dat, in gevalle zy over iets te klaagen hadden, één man (*) Refol. Holl. 12 en 16 Tuny. Refol. Gen, inny 1787. N Nederl. Jaarb. 1787. bl. iW Ï244. I246\ 1254. I255. 1430. 1451.  H i S T O R I Ë. 3°7 fclan uit ieder Compagnie zou voortreeden om de oorzaak van hun bezwaar te melden, dat hy gereed was hunne klagten te hooren. Geen verfcheen 'er. Hy beval aan alle de Officiers in de Compagnien te gaan om rust en orde te houden , en deedt verflag van het gebeurde aan den Bevelhebber der Bezettinge. Welke poogingen de Officieren aanwenden om de Soldaaten tot rust te brengen , deeze waren vrugtloos. Zy gaven tot befcheid, dat zy voor Dertien Stuivers, waar mede zy gehoord hadden dat hunTractement zou verhoogd worden, zich niet aan Holland en Utrecht wilden laaten verkoopen, dat zy wel wisten, hoe hunne Officiers, die verbintenis met de Staaten van Holland, vermidseen ontvangen Douceur, hadden aangegaan; dat de Schepen om hun tia Utrecht te vervoeren reeds in de Haven gereed lagen; dat zy in deezer voege dooi? hunne eigene Officieren verraaden en verkogt warén. — Wat ook de Officiers in 't midden bragten om hun van de ongegrondheid deezer verdenkingen te overtuigen, zy wilden 'er geen oor aan leenen. De misnoegden, door deeze wederfpraak «er verbitterd dan te neder gezet, lieten Alarm flaan, om de Vaandels van den Collonel af te haaien. De Vaandrig van Klenkb gaf des onverwyld kennis aan den Collonel , die terftond de hulp van de naby liggende Wagt deedt vorderen : maar deezft weigerde byftand te verkenen, zeggende niet tegen hunne Makkers te willen vegten* Onder al dit bedryf vertoonden zich vyfV s *£ XL, BOEK. I787»  3oS VADERLANDSCHE XL. soek, I787. tig Man, met gelaadene Geweeren voor her Huis van den Collonel, en drongen in zyn kamer, waar eenige Officieren de Vaandels, welke zy wilden wegneemen, met den Degen tot het uicerfte verdeedigden. De Vaandrig van Klenke liet niet af eer dat drie wonden hem noodzaakten den Degen te laaten vallen: twee vingers zyner rechte hand werden afgefchooten, en hy aan beide zyne beenen gekwetst. De Vaandrig van Roemer , die insgelyks een houw met een Sabel in zyn been ontving, verzogt den Collonel de Vaandels liever aan deeze woedende luiden over te geeven, dan langer het leeven tegen zulk eene overmagt te waagen. Dit verzoek werd toegedaan. Inwilliging maakte hun ftouter. Met de Vaandels, niet te vrede wilden zy desgelyks de Battaillons Kas hebben. Deeze werd ook aan hunnen dwingenden overmoed afgedaan. Met de Vaandels en de Bataillons Kas trokken zy, zegepraalende na de Cafernen, riepen hunne Medefoldaaten zamen, om zich desgelyks te wapenen, in gelederen te fchikken 3 en dus de Willemflad te verhaten. Eene laatfle pooging, niet zonder leevensgevaar, waagden de Officieren, met door de Gelederen te gaan, en de Soldaaten te vermaanen om in de Plaats hunner Bezetting te blyven; doch het baatte niets. Zelfs moesten verfcheide Officieren, die zy voor Prinsgezinden hielden, en waar op zy eenig vertrouwen Helden, hun by de hand belooven, dat, indien zy niet terftond wilden Enedegaan, zy ten minjlen 's anderen daags zoui  HISTORIE. 3°i> zooien volgen. Hier op presten zy Karren en Paarden om de Bactaillons Kas, en de ] Equipage te vervoeren, en toogen, door een Onderofficier geleid, de Poort uit; met vliegende Vaandels en flaandenTrom om na Nymegen, zo zy zeiden, te vertrekken. In deeze vlugt verliep meest het geheele Battaillon, behalven één Sergeant, één Tambour en vyf en twintig Gemeenen, die zich in de huizen verborgen hadden. — De Officiers, die allen bleeven, alles.gedaan hebbende om dit verloop te {lukten, moesten, door gewapende overmagt gedwongen, de verlaating aanfchouwen der Veste, om welke te befchermen en te verdeedigen, zy met eene ftrafwaardig ongehoorzaame Manfchap gezonden waren. Wanneer Staaten van Holland tyding yan dit verhaten der Wilkmflad kreegen, hielden zy dit in overweeging, afwagtende wat de Capitein Generaal en de Raad van Staaten daar in doen zouden: dewyl de Wilkmflad onder de Generaliteits plaatzen behoort. Zyne Hoogheid hadt uit de Bezetting yan Nymegen, twee Capiteins, en zes Officiers van het eerfte Regiment van Waldek daar in Bezetting , gezonden om dit verloopen Battaillon op te zoeken, alle ongelukken en ongeregeldheden voor te komen, en na Bommel te geleiden, om tot nader bevel, daar te toeven; het niet geraaden oordeelende, 't zelve na Nymegen, werwaards zy heen wilden, te laaten trekken. en dus mee het eerfte Regiment in één Garnifoen te komen; of ook na';Hertogenbosch voor 't V 3 zelve XL. SOEK. Vertrek van 't zelve sna Gelder'and, en het ver-' rigte da»r omtrent-  3io VADERLANDSCHE BuEK. 1787. Celdérland de wykp laats der zodanigen, die zich aan den Eed der Generaliteithielden, zelve Parent te geeven, het beter keurende 't zelve eerst eenigen tyd te Bommel te houden , om het te doen bedaaren; dewyl daar het^ reeds bepaald onderzoek even goed als in V Hertogenbosch kon gefchieden. De Vorst van Waldek keurde, by eenen ingekomen Brieve, het geval deezer Krygsbende seer af. Op last van den Raad van Staaten werd eerlang Mr. J. G. van Oldenbarne/eld, genaamd Tulling, Fiscaal van de Generaliteit, na de Wilkmflad gezonden , 3m de oorzaak van het uittrekken van daar na Gelders Grondgebied, zonder Officieren, :e onderzoeken (*). In een Befogne met den Raad van S taaien gehouden, wegens de Bevelen aan het Krygsvolk van den Staat, deedt deZeeuwfchs Etaadpenfionaris van der Spiegel het voortel, „ om de geheele Armée aan te fchry„ ven niet offenfief te ageeren tegen andere 1, Troepen van den Staat, welke getrouw „ bleeven aan den Eed van de Generaliteit, „ op poene van Indignatie, en, des noods, „ Casfarie, en liever te marcheeren na een , Territoir, waar zy van allen dwang be„ vryd waren." — Op voordragt van den Raad van Staaten hadden de Algemeene Staaten beflooten, dat'sLands Krygsvolk, 't geen door de bevelen der Staaten van Holland zou genoodzaakt worden, om tegen de Bevelen en den Eed aan de Alge- mee- (*) IV, Nederl. Jaarb. 1787. bl. 1873. 3153, 5160. 4317. 4319.  HISTORIE. 311 «leene Staaten gedaan, te handelen, Hollands Bodem zou verlaaten, en zich op het naastaangrenzend en veiligst Grondgebied begeeven. Dit maakte Gelderland ter algemeene wykplaats van Officieren en Volk, die oordeelden zich in dit geval te bevinden; en eenige Officieren daar gekomen verdeedigden den door hun gedaanen flap ('). Het in Gelderland overgeloopene en in Holland buiten dienst gefielde Krygsvolk namen de Staaten van het eerst gemelde Gewest in derzelver Soldy over; bedraagende deeze 'sjaarlyksruim 467580 Guldens; terwyl zj aan ieder Man, boven de gewoone Soldy, nog twaalf Stuivers in de week toelagen (t> Alle deeze Beweegenisfen onder de Officieren en het Krygsvolk van den Staat, waar van wy, kortheids hal ven, flegts eemge ten voorbedde gemeld hebben, {leunden op het verfchillend begrip, wegens de gehoudenheid aan den Eed den Algemeenen Staaten gedaan, en de reeds gemelde flrydige Befluiten van hun Hoog Mogenden er de Staaten van Holland. Die ftrydigheic bleef, te midden van het voorgevallene . voortduuren, en gaf aanleiding tot eenigt , y y. 3: 3: deezer bedryven. Dit blykt uit de tegen elkander inloopende Befluiten; waar van ons, om 't gewigt derzaake, nog het een en ander ftaat op te tekenen. Een Afgevaardigde van Utrecht oordeelde zich, den eerften van Zomermaand, verpligt ter Vergadering der Algemeene Staaten voor te draagen, ,, dat zou behooren te „ worden gerefolveerd om den Raad van „ Staaten te authorifeeren en te verzoeken, », ingevolge van voorgaande Refolutien, „ dien aangaande genomen, om ten fpoe„ digften aan alle de Officieren, welke door „ of uit naam van Staaten van Holland in „ hunnen dienst, ter zaake der Obfervatie „ van de onderfcheidene en met hunnen pri>, mitivenEedovereenkomrtigeorders, door 1, hun van wegen de Generaliteit ontvangen „ en naagekomen zyn, werden gefufpen* * deert of gedispenfeerd, en welke by de , onderfcheidene Regimenten door de Hee, ren Staaten Holland niet zyn gerenpla, ceerd geworden, te doen gelasten, dat , zy zich moesten aanmerken, als by , deezen in hunne Posten herfteld te zyn, , en dienvolgens, ieder in zyne refpeftive , Qualiteit, het Commando weder op zich 1 te neemen; met byvoeging en last aan , de verdere onderhebbende Officieren ,On, derofficieren en Gemeenen van hun in , die Posten , in welke zy thans werden geconfirmeerd, te erkennen en te gehoorzaamen. Dat vervolgens alle Officieren, welke zich aan overtreedinge van den Eed aan de Generaliteit gedaan, hebben „ fchul-  HISTORIE. 813 fchuldig gemaakt, provifionèel, Genera„ liteits wege, worden gefufpendeerd in ] „ alle de Posten, welke zy bekleeden, en „ waar in zy van wegen de Generaliteit zyn „ beëedigdj en Commisfie hebben ontvan- „ gen. Dat daar van aan de overi- „ ge Officieren, Onderofficieren en Ge* „ meenen kennis zal worden gegeeven, ,, met last om aan derzelver Orders niet te „ obediëeren, tot tyd en wyle, dat het ge„ drag van verfcheide fchuldige Officieren „ nader zal weezen onderzogt, en daar om- „ trent gedisponeerd. Eindelyk, dat „ alle de refpective Regimenten, thans in „ de Provincie van Holland gecantonneerd , „ zal worden aangefchreeven, en geordon„ neerd van zich, op de Orders van niemand, „ hoe genaamd, dan op last van hun Hoog ,, Mogenden, of den Raad van Staaten, te „ laaten ontwapenen, en dat zy gehouden „ zullen zyn, ingevalle zodanige Orders „ aan hun mogten gegeeven worden, daar „ van terftond aan den Raad van Staaten ,, rapport te doen." Met vier tegen drie Gewesten werd dit Voorftel by hun Hoog Mogenden terftond in een Befluit veranderd, en door den Raad van Staaten ten uitvoer gebragt: zo dat nog dien zelfden avond dusdanige Orders naa Geertruidenberg, en den volgenden dag naa alle Regimenten van hetCantonneraent werden afgevaardigd; waar tegen da Raadpenfionaris van Bleiswyk te vergeefsch zich op 't fterkfte verzette. Want dien zelfden dag was by Staaten V 5 van XL. tOEK, 1787. Befluit hier toe by de meerderheid van Hun Hoog Mogenden. Brief van Staaten  3»4 VADERLANDSCHE Boe k, ▼art ü/ö/. X«&a? een tegenoverge»field bevel vervattende. Hun Hoog Mog. neemen die hun gehoorzaamen.in befchernjiiig. 1 van Holland beflooten, aan alle de Bevelvoerende Officieren der Regimenten , > ter Betaalinge van dat Gewest ftaande, deezen Brief af te zenden. „ Wy hebben, by onze „ Refolutie van heden, goedgevonden, U,, lieden, door deezen, aan te fchryven, ,, om geene Orders van hun Hoog Mogen,, den te obferveeren: maar alleenlyk te „ obedieeren de Bevelen, welke Ulieden „ door ons, den Terrhoriaalen Souverain i „ zullen worden gegeeven, op poene van „ onze hoogde Indignatie, en van rigoreus„ lyk te zullen worden geftraft, als Weder„ ftreevers van onze Souveraine Bevelen, „ geevende daar van mede behoorlyk ken„ nis aan Ulieder onderhoorigen."— Ook bepaalde men te onderzoeken , of het Grondgebied van dit Gewest gefchikt was om langer het houden van dergelyke Vergaderingen , als dusdanige Bevelen uitbragten , :oe te ftaan (*). Tot verfterking van het Jaatsrgemelde BeHuk hunner Hoog Mogenden diende de Vast[telling by Gelderland, Zeeland, Utrecht ;n Friesland, op den achtften van Zomernaand,gemaakt, „dat alle Officieren, wel, ke zich aan den Eed en Orders van hun „ Hoog Mogenden zouden gedraagen heb, ben, en bleeven gedraagen, ftaat konden , maaken op de Protectie van hun Hoog , Mogenden, en op de Continuatien der , Betaalingen van derzelver Tractementen en „ Sol- (*) Refol. Gen. i Juny» Refol. ven Holl, i Juny  HISTORIE. 3*5 v Soldyen, op de gewoone vervaldagen, , voor rekening van de Generaliteit; en 1 dat 'er eene Negotiatie van tweemaal ', honderd duizend Guldens, voor rekening by provifie van Gelderland, Utrecht en Friesland, onder Guarantie van hun ' Hoog Mogenden, zou worden gedaan, „ en dus buiten last of bezwaar van Zee- „ land (*). Staaten van HollandfxeUen, daar en tegen, den volgenden dag vast, „ dat, indien de Troepen, op Repartitie Holland fcan„ de, en thans in Gelderland Garnifoen „ houdende, niet, op behoorlyk Patent, „ met het einde der loopende Heeremaand, „ welke den zeventienden verviel, in de ,, Generaliteits Landen waren, of wel in „ de Provincie vanHolland, als dan zouden 11 gehouden worden voor gelicentieerd; " als mede dat die geenen, die maakter „ dat zy als dan in de Provincie van Hd „ land waren, in de byzondere Protectit „ van hun Ed. Gr. Mogenden zouden ge „ nomen worden." ■ Amflerdam fteldf voor, om alle Officieren ter Betaalinge vai JHolland in Gelderland in Bezetting aan tv fchryven, dat indien zy geen Patent kon den krygen, zy zich, op de best mogelyk wyze, met hunne Manfchappen, naa Hol land moesten begeeven, en zy daar op i Befcherming van hun Ed. Gr. Mog. zou den genoomen worden. En Helde men, o het voorftel van Leyden, vast alle degehooi zat CO Rcfol- Gen. 3 Juny 1787, XL. iOEKi -7-73 Staaten van HoU land allen die zich aao hun onderwierpen, J  XL. boek. I787. VAN Ryssel door hun Hoog Mog. geiufpendeerd en ■alle ge boorZ.iamheïdaan hem Verboden. 1 Tegen overge. , field Be. , vel van ] Staaten ' van Hol < land. ^ ( c h d %\6 VADERLANDSCHE zaame Officieren , door Holland betaald wordende onder de Befcherming der Staaten diens Gewests te neemen (*). De Meerderheid derzelfde vier Gewesten , die de voorige tegen Holland aangekanre Befluiten genomen hadden, kwamen op een vroegtydig aangelegde Vergadering van hun Hoog Mogenden, den tienden van Zomermaand, overeen, „ om den Generaal „ Major van Ryssel te fufpendeeren, en „ de Commandanten der Troepen in 't Cor„ don te ordonneeren , om, wanneer zy „ Orders tot voortmarcheeren mogten kry» gen j daar aan niet te voldoen; maar zich „ te retireeren na zulke Plaatzen, waar zy „ voor allen bedwang tegen den Eed aan >, de Generaliteit veilig waren; alsmede, „ terftond van hunne komst aldaar kennis te , geeven aan den Territoriaalen Souverain , , en waar het verder behoorde, onder af, wagting van nadere bevelen." Gecommitteerde Raaden van Holland 'aardigden daar tegen, zo aan den Heere van Iyssel, als aan de verdere Krygsmagt in iet Cordon, Booden af, met lastgeeving >m de Orders van de Generaliteit niet te ehoorzaamen, en alle de Orders van den ïeneraal van Ryssel, als Opper-Commanant,ftipt na te komen. Ook waren Gecomïitteerde Raaden gelast geene Betaaling te oen, aan de niet gehoorzaamenden (f). Deeze (*") Ref. van Holland 0 Juny 1787. flO Refol. Gen. 10 Juny. Refol. van HilL ie ny 1787.  HISTORIE. 31? Deeze ftrydige Befluiten en Bevelen gaven aanleiding tot veel gefpreks en fchry- : vens, waar in zich dezelfde ftrydigheid opdeedt, naar dat Spreekers en Schryvers onderfcheidene Partyen in den Lande waren toegedaan. Deeze betytelden de Befluiten, van de zich zo noemende Hoog Mogende Staaten Generaal Arrogant en Gewelddaadtg: geenen befchreeven de Befluiten van hun Ed. Gr. Mogenden, als het uitwerkzel der Omkooping door Fransch Goud (*). De Leden van het Perfoneel Befogne hielden de verrigtingen van hun Hoog Mogenden, gelyk zy zich uitdrukten, „voor , eene zaak van het verfle uitzigt, waar " mede niet minder dan de geheele Onaf han" gelykheid deezer Provincie gemelleerd ! was: naardien het Systema, in dezelve " opgeflooten, niet alleen eene verbreeking van alle Banden van vereeniging tusfehen " de Provinciën zou aan den dag leggen; " maar teffens zou indiceeren een geest vaii " Overheerfching, even of deeze Provin" cie voor een Wingewest van de Vergade" ring van hun Hoog Mogenden te houdei ware, en daadlyk gehouden wierd." Ontelbaar veelvuldig waren deaanmeldin gen der Krygfbevelhebberen , wegens d< onderfcheide Partyen, welke zy koozen, o de bezwaardheid, waarin zy zich bevonden Byzondere opmerking verdient de Brief vai den Collonel van Minmgerooe, bevelvoe ren di C) Zie onder andere dea Pest van de Nedet gjbsn XI. D. bl g67.4 XL, SOEK. »7°7- Hoe men den handel van hun H. Mog. by ttolland inzag. r • Raad- » pleeging p by hun Hoog Mog. I op de Vraag , des Col' lonels - MlNNI-  XL. boek Ir-/. Van II Aarsma's Be denking llier op. 318 VADE R LANDSCïïfi rende over het Regiment van Waldek té . Gornichem, by welken hy hun Hoog Mogenden te verftaan gaf, dat hy de Orders van den Generaal van Ryssel, als door hun Hoog Mog. gefufpendeerd, niet zou gehoorzaamen, gelyk hy reeds geweigerd hadt, op diens Patent, van Gornichem na Vianen te trekken; dan verzogt te mogen weeten, of hy, wanneer dit hem door Staaten van Holland mogt worden bevolen, daar aan zou moeten gehoorzaamen ? Deeze Vraag werd door Gelderland, Zeelanden Utrecht commisforiaal gemaakt met ' den Raad van Staaten (*_). Men wil dat de Heer van Haarsma , eerfte Afgevaardigde van Friesland, aanmerkte, „dat deeze zaak ,, niet ter Deliberaüe van hun Hoog Mog. „ behoorde te worden gebragt; doch daar „ dezelve thans een Object van derzelver De3, liberatie uitmaakte, hy wegens de Provin„ cie Friesland zou advifeeren, dat hun Hoog „ Mog. den Raad van Staaten als nog dienden te advifeeren, om eene Aanfchryving „ te doen aan alle de Troepen van den Staat, „ en fpeciaal aan die van het Hollandfche „ Cordon, om de Staaten van Holland, of „ die geene door Hoogstdezelven daar «oe „ zynde of zullende worden gecommitteerd, „ als hunTerritoriaalen Souverain punctue„ lyk te gehoorzaamen, mits niet peccee„ rende tegen den Eed aan de Generaliteit ,, gedaan; protefteerende tegen het decer„ neeren van het Commisforiaal; als nooit » z»> C*) RffiA Gen. 12 Juny 1787.  HISTORIE.., 5*9 „ zullende dulden, dat zodanig eene Propofuie, zo die onverhooptlyk door een " Officier binnen Friesland Garnifoen hou" dende, aan hun Hoog Mog. mog wor' denvoorgedraagen, daar op by Hoogst' dezelven zou worden gedisponeerd: want , dat hy hun Hoog Mog. wel durfde verzekeren, dat de Heeren Staaten zyne " Principaalen, geen het minfte voorneemen hadden om hun Regt, als Ternto, riaale Souverain, ooit ter Deafie van hun ; Hoog Mog. veel min aan die van den „ Raad van Staate, over te laaten. De Voorzitter vondt zich verleegen hiei over een Befluit op te maaken, althans ne bleef agter wege, en dus moest de Heei van Haarsma, tot het Commisforiaal ver volgens toeftemmen, om deeze zaak ten ge noegen van Holland te doen afloopen, roit dat het Befoigne nog, ftaande de Vergade ring , werd gehouden. Dit viel in de: fmaak der meeste Gewesten. Doch hier va kwam niets, en dus bleef eene zaak van z veel aanbelangs fteeken, die, wanneer ze volgens den Raadflag des Heeren van Ha ars ma , ten befluit hadt kunnen gebragt worden naar zommiger oordeel, Staaten van land bet vermogen zou gegeeven hebber om, binnen zeer korten tyd, zich vo!K< men van het hun, ongehoorzaam Krygsvo. te kunnen verzekeren. Zo ftrydige Befluiten, als wy hier bov< vermeld hebben, konden intusfchen gei ftand houden, of blyven werken, zonder i reeds heerfchende groote verwarring & grc XL. 3 o e iSi 1787. 3 ï 1 * •> >- k :n Bezeum ding vaü 1 Holland aan hun >g Hoog 0 Mogenden.  32o VADER LAND SGHË XL. BOEI< I787. De Befluitenvan hun Hoog Mog. van den 1 en 10 Juny ingetrokken» groorer te maaken. De Afgevaardigden ;. van Leyden fielden by Holland voor „Eene , „ Deputatie aan de Vergadering der Staa« ten Generaal te zenden, ten einde de„ zelve te fommeeren , om , binnen den >, tyd van vier en twintig uuren, in te trek„ ken alle de Refolutien, welke zedert drie „ weeken, ten nadeele van de Souveraini„ teit van Holland, genomen waren; en, „ by gebreke van dien, ten plegtigften te " ZeTT\™rea> dat de Provincie van Holland „ de Unie met de Provinciën, welke open„ lyk een Systema, ftrydig met de Repu„ bhcainfche Conftitutie, hadden aangeno„ men, voor verbrooken hielde."— In gevolge hier van drongen de Afgevaardigden van Holland ter Algemeene Staatsvergadering aan op het intrekken en buiten krass ftellen der Staatsbefluiten by hun Hoog Mogenden , op de eerften en tienden van Zomermaand genomen (*). De Voorzitter zwaarigheid gevonden hebbende om het Befluit op te maaken, hervatte men die Zamenkomst den avond van dien zelfden dag, en werden deeze twee Sraatsbefluiten niet zonder heftige tegenkanting ingetrokken. —Waarop de Troepen in de Generaliteit hst kreegen, om zonder Order van hun Hoog Mogenden van daar niet te marcheeren ; die reeds op marsch waren ontvingen tegen overgeftelde Orders; de Raad van Staaten werd gelast geen Ammunitie meer uit de Generaliteits Magazy- nen (*) Zie hier boven bl. 312 en 316,  HISTORIÉ» g*t m re laaten volgen; van het een en. ander izou men den Capitein - Generaal kenms geeven en aanfchryven om geen Krygsvolk van de eene plaats na de andere te doen trekken, i . , De Raad van Staaten toonde zich ongereed om deeze nieuwe Orders te verzenden; hunne weigering daar op grondende, dat dezelve met de voorgaande ftrydig en hun Hoog Mogenden zichzelven met gelyk waren. - Staaten van Holland, van deeze wederftreeving onderrigt, gaven de Afgevaardigden ter Algemeene Staatsvergadering last, om, od een buitengewoon belegde Vergadering van hun Hoog Mogenden, aan te houden, dat de Raad van Staaten ge noodzaakt zou worden, de gegeevene Orders uit te voeren. Deeze Zamenkomst liep, dooi een ontftaane hoog loopende twist tusfehen de Afgevaardigden van Utrecht (*) af, zonder iets te beflisfen. De Voorzitter wilde, over den weigerenden Brieve des Raads var Staaten, nieuwe Raadpleegingen aanvangen; doch Holland en Overysfel begreepen, daj zulks overboodig was: dewyl de Befluiter wel en wettig genomen waren, en 'er niet! meer te doen viel, dan den Raad van Staa ten te dwingen tot het volvoeren der gegee vene Bevelen. De Voorzitter oordeeld» geei (*) De een was wegens Staaten van Utrecht t Utrecht; de ander wegens de Staaten vmUtrech te Amersfoort vergaderd, hier tegenwoordig.. Wy zul ten, de zaaken van Utrecht byzonder behandeld de, hier over nadere meldjng doen; XIV. deei». %• XL. BOEK. 1737. De Raad van Staaten weigert de Orders daar uic voortvloeijende te verzenden.Aandrang van Hottend hiee op. t i t  32* VADERLANDSCHE XL. boek. I787. Dit Stuk Commisforiaalgemaakt. i 1 ] i De Collonel van ] der. j DtJYN, , met een 1 Regtsge- l ding ge- ] dreigd.en ( door hun . Hoog J Mog. in i befcher- j ming ge- j «omen. l geen Befluit te kunnen opmaaken, en ftelde de Vergadering uk tot den volgenden dag. In deeze begonnen de zaaken een keer te neemen, door de aankomst eens buitengewoonen Afgevaardigden uit Friesland, mee Jast om het gedrag der iW^te Afgevaardigden, die de Afgezondenen uit de Stad Utrecht erkend hadden, af te keuren, en geen verdere van daar ter Algemeene Staatsvergaderinge te erkennen. Waar op deezen met toegelaaten werden, en die der Staaten te Amersfoort vergaderd de meerderheid bekwamen, 't Welk ten gevolge hadt, dat men de ingebragte Zwaarigheden des Raads van Staaten met denzelven Commisforiaal maakte. In tusfehen hadt die Raad vastgeteld rondgaande Brieven aan de Bondgeïooten te fchryven, met klagten, dat hun loog Mogenden thans de zaaken op zo on;elyk een voet behandelden (*). ^ Onder de veelvuldige handelingen met ^rygsoverften , ontftaande uit deeze ftrydigleid der Bevelen verdient byzondere opmer:ing, 't geen voorviel met den Heer vaw >er Duyn, Collonel-Commandant van het legiment Dragonders des Generaal-Majors 3raave van Byland. Deeze gaf hun Hoog vlog. te verftaan, dat hy zich, volgens Beluit des Raads van Staaten van den eerten van Zomermaand, gevoegd had by zyn legiment, om het Bevel weder te aanvaarlen; doch daar op een Brief van den Generaal C) Refol, Gen. 14, 15, 16, 17 en 18 Tunyi7g7, UJol van Huif yau die zelfde Dagtekeningen.  HISTORIÉ. S£S faal van Ryssel ontving, dien hy mededeelde, met by voeging, dat Hopgstdezelve daar uit zouden kunnen zien, in welk geval dit Regiment zich binnen kort zou. kunnen bevinden; het welk hunner Hoog Mogenden vaardige Orders eischte , tot ondorfteuning en byftand in zyn gedrag, waar van hy, en zyn onderhebbende Officieren en Dragonders niet zouden veranderen; maar, integendeel, hun Eed en Pligt verdeedigen tot den laatften druppel van hun bloed. — Doch Gecommitteerde Raaden fchreeven dien Collonel aan dat Bevel neder te leggen , met last om zich in perfoon te komen verantwoorden. Ook begreepen hun Hoog Mo°-., dat het Befluit van den eerden var Zomermaand geene betrekking tot dien Col ïonel hadt, als niet gefufpendeerd; maar ge dispenfeerd zynde, weshalven zy wel lydei mogten, dat hy zich hier over aan Hollaht vervoegde. Doch vier Gewesten namei hem in befcherming. De Advocaat-Fiscaa Luyken kreeg bevel van hun Ed. Gr. Mog om voor Gecommitteerde Raaden, een lyf ftraffelyk Geding tegen dien Colonel te voe ten: dewyl hv, volgens berigr van Gecora initieerde Raaden in 's Gravenhaage gewees was, zonder zich by hun te komen veraw woorden. Hier van deedt hy hun Hoo Mogenden de weete, die het Conimisforia: maakren met den Raad van Staaten, 't gee Holland, Overysfel en Stad en Lande ovei ' nam. Ook leeverd hy by Staaten van Ho land een Verzoekfchrift in, om Stateetin der tegen hem te onderneenien Gedingen 6 X s vei XL. boek. i t r i i c I J a L i  XL. po ek. -787. f j < < I I é v v k E Ic Voorflag der Rid- /. derfchap £ om het " Corps K des {J; Rhyngraafs ^ vanSalm ö af te dan- ft* ken. ' A b. h( ra W; Ss4 VADERLANDSCHE vermids hy nog niet in ftaat was om eenig* Remonftrantie te kunnen doen; doch men wees dit Verzoek van de hand.-By een naier Verzoek gaf hy te kennen, dat hy nier aadt kunnen verfchynen voor Gecommitteerde Raaden, aleer hy van die Orders aan Je naad van Staaten kennis hadt gegeeven. >taaten van Holland weezen dit Verzoek veder af, en gelasteden den Heer Lüyken »p nieuw zyn post als Fiscaal tegen den .oJIonel van der Duyn waar te neemen. lun Hoog Mog. ftelden zich, by eenen •rieve aan Staaten van Holland, voor den en Heer van der Doyn in de bresfe, en erzogtendat het Geding tegen hem geen oortgang mogt hebben; met bekendmaamg, dat hun Hoog Mog. hem in hunne efcnermmg hadden genomen. Doch Holwrf volhardde by het genomene Befluit (*).' Met veel moeite wisten Staaten van Holm het in dienst houden van het Corps des nyngraafs van Salm in den voorleden iaa- te bewerken (f> De Ridderfchap deedt ans m Lentemaand den voorflag om das: t deszelfs Afdanking te ftellen f doch d! :eden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Amirdam, Gouda, Schiedam, Schoonhoven, Ikmaar Monnikendam en Purmerendl willigden met in dien Voorflag. — Bv it begeeven van Krygsposten vondt deRid- der- [p Zie onze Vadert, ffi/l. XI. D bl. 164. enz, de grootheid vaa dit Corps fien,ejd wordt    HISTORIE. 325 derfchap goed, als voorheen zich daar over niet uit te laaten; egter vcrklaarende, dat, indien men de opengevallene Posten by het Corps van den Rhyngraaf wilde vervullen, zyzich daar tegen zou moeten verzetten; uit kraste van het gedaane Voorftel ter Vernietiging van dat Corps. Deeze Verklaaring hadt ten gevolge , dat de Penfionaris van Dordrecht betuigde dan ook niet te kunnen ftemmen tot de benoeming der openftaande Posten by de Gardes du Corps, als zynde een Corps van Pragt, te meer daar men fteeds van bezuiniging fprak. De vervulling der Posten by beide die Corpfen bleef toen agterwege. <■ . . . , , Onder de middelen van Bezuiniging hadt men te Amflerdam ook de Afdanking van hetCorps van Salm voorgeflaagen docheen groot aantal Burger-Officieren, met den Collonel van Goudoever aan 't hoofd, drong by monde en gefchrifte in 's Burgemeesters kamer aan op het in dienst houden van dn Corps (*)• De Vraag van Burgemeester Dedel, wie dat Corps betaalen zou? werd be antwoord door eenen uit den kring? Wv Om dit geftand te doen opende men een< Intekening, die, in minder dan twee dagen meer dan 92000 Guldens, en naa even z( veel dagen 148200 guldeus bedroeg. Uit welk een oogpunt de Leden des Am (lerdamfchen Krygsraads, die deeze Mc^T (*> Wy zullen, vervolgens de Gebcurtenisfe van Amflerdam vermeldende, over het te dier gc iegeaheid voorgevallene ons breeder uitlaaten. X 3 XL. soek. I787. Inteke. nlng te Amflerdam geopend ter Betaaling van dat Corps. > ■ Van hoe _ veel be- langs de ) A'müer- damfche . Krygs raad het in ftand  %z6 VAD-E R LAN DSCHE XL. BOEK. i787. .houden van dat Corps oordeelen. y : 9 ving openden , en voortzetten, dit Corps befchouwden kan best blyken uit de taal, welke zy, ten aandrang voerden, in een Adres aan Burgeraeesteren en de zes en der* tig Raaden der Stad Amflerdam; waar in zy hun duchten voor het affchaffen van dit Corps voorgefteld hebbende, betuigen, om de eigen woorden te bezigen „ dat het by „ de goede en welraeenende Burgery, bydén „ B'oem derzelve, zo wel als by hun en „ hunne Committenten, ontwyfelbaar wns, „ dac de Afichaffiog van dat Corps tot niets „ anders was geproponeerd, of ftrekken i, kon, dan om, op eene meer faciele wy„ ze, in ftaat gefteld te kunnen worden om „ de Burgerlyke Vryheid, niet flegts te- on„ dermynen; maar zelfs geheel en al den ,, doodfteek te geeven, en des Volks In„ vloed, ( welke . naar den aart en volgens „ de originaire Conftitutie van deeze Rei, publiek, zekeriyk op derzelver Vertegen, woordigers behoort plaats te hebben, ja , in welke dat vertrouwen, het welk een , Vry Volk en deszelfs Regenten, alleen, lyk ftrekken kan tot de heilzaamfte Rust , en wederzydfche Veiligheid van beiden, , eeniglyk gegrond is,) op eene willekeu, nge wyze tegen te gaan, en, was het , mogelyk, ganschlyk te fmooren en te , onder te brengen: naardemaal het zeer , klaar te voorzien was: dat, wanneer, , door het affchaffen van het Corps van , den Rhyngraaf van Salm, ftaande in , particulieren Dienst en Soldy van deeze , Provincie, de band van veiligheid zo der , 3j bxaave  HISTORIE. 32? braave Regenten, als -des Volks verbroo* ken werd, (het geen buiten twyfel. in ! dat geval, te dugten en vast te ftellen was,) als den zeer ras gelegenheid zal gegeeven worden worden aan Hem , die " metzynen Aanhang, in de nabuurigeProvinden getoond heeft, tot welke geweldige " flappen men in ftaat is, wanneer de mid l delen van tegenftand ontbreeken, om ooi ' in deeze Provincie deszelfs woedende ro te fpeelen, en een weldenkend Volk " het welk jalours is op zyne Vryheden ei Voorregten, en veel eer den dood ziel o-etroost dan de berooving van die zyn 5 dierbaarfte panden, welke het verphgt j volkomen ongefchonden aan zyne naakc " melingen over te brengen, niet minde dan deszelfs braave Vertegenwoordigd " en Voorftanders te maaken, tot deerlyfc " Slachtoffers van zyne ontembaare heersc! '* zugt, waar toe Hem en de zynen, door « " Affchaffing van. dit Corps, in de hand zc " worden gewerkt; wanneer men in aa ' fchouw neemt, dat, (hoe zeer wel i overige Troupes van den Staat mede g " fchikt zyn ter Beveiliginge van de Ing " zetenen deezer Provincie, en derzelv " Reprefentanten, en zy ook, ten opzig " van hunne bereidvaardigheid daar toe v " des Volks vertrouwen jouïsfeeren,) t " noffthans niet kan worden tegengefpro ' ken dat door de Affchaffing van c r Corps niet alleen de Zekerheid van dee ' Provincie zou worden verzwakt: rm » ook, dat even daar door, aan Hem X 4 ' xl, boek. s «787.' i » 1 1 s E 'S e |- u 1lee- S' er te xn et 3iatze ar de i6"  328 VADERLANDSCHE XL. BOEK 1787. 3 v s, 3 3 i i C e 1; d v d P » gelegenheid zou worden gebooren, om, ,», zo niet alle, ten minden een groot aantaj 3, der Militairen, aan zyne belangen te kun- ,, nen verbinden, en alzo hun, die thans verbonden zyn ter Stuitinge des Gewelds, 9, te maaken tot Werktuigen van zyne Woede en Uitvoerders van zyne willekeurige ,, Wraakzugt. 33 Zy meenden " dus gaan zy voort „ ook te mogen vastftellen, dat, wanneer dee„ ze fataak Propo/itie der Ridderfchap9 ,, in eene Refolutie van Staat wierd veran3, derd, men ras de Propofïtie zou zien „ doen , en misfchien met eene geringe „ Meerderheid van Staatsleden doordrin„ gen, om en het Cordon Troepen, tot „ Veiligheid deezer Provincie, op derzel,, ver grenzen byeengebragt, wederom in te » trekken, en om de zo billyke Sufpenfie , van den Heer Capitein Generaal te an, nulleeren en op te heffen, als wanneer , de Vryheid des Volks, voor eeuwig aan , banden geklonken, en al wat weldenkt , in den Lande , zou worden de bloedige , Victimes van Geweld en trotfche Dwing, landy." b Het denkbeeld, als of de Geldmiddelen an Holland het langer in den dienst houen yan dit Corps niet zouden gedoogen,' n dit 's Lands Schatkist te zeer zou druk.en, gingen zy te keer door aan te voeren, at het welzyn en heil des Volks in alle ge»allen de hoogfle wet behoorde te zyn; en, it meer betekende, dat zy niet alleen niet ageneegea vsiaren om,, wanneer de nQ.od> zaak-.  HISTORIE. 329 saaklykheid zulks vorderde, en het Fonds, tot beftaan van dit Corps, niet anders mogt kunnen gevonden worden, het hunne toe te brengen tot in diensthouding van 't zelve; doch daar toe reeds eene Infchryving geopend hadden. Van de vordering in minder dan twee dagen verflag gegeeven hebbende luidt hunne taal. „ Wy verzoeken „ dus, in den naam van Ons en onze Com„ nuttenten, als Hoofd - Officieren der Bur„ gery deezer Stad, ja infteeren daar op „ ten allerfterkften , dat , wanneer tegen „ alle gegronde verwagdng, by de Verga„ dering van de Ed. Gr Mog. Heeren Staa- ten van Holland of wel by het Meeren„ deel van dien, mogt worden beflooten, s, om het Corps van den Rhyngraaf van „ Salm af te danken, U Ed. Gr. Agtb. „ als dan, van wegen deeze Stad, ter Staats„ vergadering van hun Ed. Gr. Mog. zul„ len gelieven te declareeren, dat hetzelf„ de Corps van den voornoemden Rhyn„ graaf, ten koste van deeze Stad, provi„ fioneellyk voor den tyd van één jaar, ten s. minften van zes Maanden , zal worden in v ftand gehouden, en in dienst deezer Pro„ vincie zal blyven continueeren, en dat '„ U Ed. Gr. Agtbaaren, ter Effectfortee„ ring van deeze Inftandhouding van het„ zelve Corps, zullen in het werk ftellen „ alle zodanige middelen, als daar toe zul„ len bevonden worden genoegzaam te zyn : „ zynde zy voorts bereid, zo dra zulks door U Ed. Gr. Agtb. in dien gevalle zal zyn „ geëffectueerd, de reeds ingetekende Pen- X 5 » XL. boek. 1787»  XL. B O 2 IC. -1787. De AfdankinggaRt niet voort. D« Rhyngraafboog gelteld, 1 i 1 330 VADERLANDSCHE, „ ningen te ftellen en over te brengen, onder „ zodanige fecuure Cuftodie ep Bewaaring, „ als U Ed. Gr. Agtb. daar toe zullen ge„ lieven te defpicieeren (*)." Dit was van gevolg: want wanneer ter Staatsvergadering van Holland het Voorftel der Ridderfchappe tot Afdanking van dit Corps in overweeging gebragt werd, verklaarde Dordrecht, Haarlem, Leyden, Gouda , Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikendam en Purmei-ende ongereed te zyn; dan Afgevaardigden van Amflerdam, bragten voor hunnen last uit, dat eenige Ingezetenen hunner Stad , de Bekrompenheid der Geldmiddelen gehoord hebbende , aangeboden hadden dat Corps te betaalen: immers om naa Bloeimaand hetzelve Corps nog vier Heerenmaanden in Dienst te, houden, waar voor zy reeds eene fom van 160,000 Guldens in gereedheid hadden, ea dus, op dien voet, het voorftel van Afdanking afweezen (f). De Rhyngraaf, die zich, kort daar op, eenige dagen in Amflerdam onthieldt, bleef niet in gebreke, om zyne dankbetuiging af te leggen, over 't geen, te deezer Stede, tot het in dienst houden van zyn Corps verrigt was. Hoe zeer veelen op hem fchrolden, en hem, ter waarfchuwinge, befchreeven als ;en Gelukzoeker, die alleen zyn beurs zogt te (*) Dat Adres, toen in Nieuwspapieren bekend ;emaakt, werd den 6 van Maart overgeleeverd, 'inde men geheel in de N. Nederl. Jaarb. 17%7> )i. 447- (t) Refol. van Holl. 5 April '1787.  HISTORIE. 33t £e maaken, en in plaats van den Prins, Capitein Generaal te worden: terwyl anderen het vreemd vonden dat men op Hem, die, 20 wel als degeweezene Veldmarlchalk, een Vreemdeling was, zo veel vertrouwen Helde, wist hy veeier blaakende gunst te winnen; fchoon 'er nooit eene fchaduw van waarheid aan geweest heeft, dat de Stad Biarlem, gelyk men te Parys vertelde, en in de Engeljche Nieuwstydingen fchreef, dien Rhyngraaf tot haaren Stadhouder benoemd hadt. Een doorflaand blyk van de begunftiging des Rhyngraafs, zag men te Dordrecht. Een Sergeant van Houstouns Regiment ter betaalinge van Holland ftaande, lag daar ter wervinge en Daagde zeer in zyn oogmerk; ten zelfden tyde was 'er een Officier des Rhyngraafs van Salm tot dat eigende einde gekomen; en de eerfte den laatften zeer in den weg. De Krygsraaden der drie Schutteryen benoemden terftond eenigen uit hun midden, om by den voorzittenden Burgemeester M. Onderwater te bewerken, dat de Heeren van den Geregte den Werver van Houstoun het werven-geliefden te beletten, op dat deeze de poogingen van den Officier des Rhyngraafs niet vrugtloos zoude maaken ; ten aandrang zeggende, „ dat de Natie de grootfte verpligting aan „ dat Legioen hadt, en het derhalven van „ het hoogfte aanbelang ware, 't zelve zo ', fterk mogelyk te maaken." De voorzittende Burgemeester keurde het verzoek dei Schutteryen goed , droeg het gunftig aar bet Geregt voor , met dat gevolg dat de xt. Li o EK. 'IJS?, De Wer. ving voor dat Corps te Dordrecht aan eene andereWervingvoorgetrokken.  BOEI I787 Wat 1 Staaten van Ho land de den om hun ve zwakte Krygsrnagt te lerftellen. Ilünwei ven in d Generali ïeits Lan den doo hunHoo, Mog. te gen gegaan. 332 VADERLANDSCHE Officier des Rhyngraafs alleen vryheid kreeg u om te mogen werven (*). Staaten van Holland ftelden alles te . werk om hun verzwakkende Krygsmagt te }e herftellen. Hier toe behoorde de last aan de Solliciteurs, om aan de Hollanéfche Troe- - pen, die ongehoorzaam zouden kunnen worden geene Betaaling te doen, dan van acht r- tot acht dagen ; de fchadeloosftelling der Officieren voor het aanwerven der weggeloopen Battaillons ; de bepaaling om alle Officieren, van den hoogden tot den laagflen Rang, die ongehoorzaam waren gebleeven, om op Hollandsch Grondgebied te komen, voor gedimitteerd te houden, en anderen in hunne plaatzen aan te ftellen. Boven al zogten zy de aanvulling van ; Volk door eene aangevangene Werving in ; de Generaliteits Landen ; welke uit hoofde rder daar ftandgrypende Wapenhandel Getnootfchappen, zo fterk toeging, dat de - Fiscaal Witte Tulling by hun Hoog Mogenden een verflag in bragt, dat, zonder hulp van Krygsvolk, en hier van was de Generaliteit zeer ontbloot (f), het doortrekken van aangeworven Manfchap na Hol* land niet kon beletten: alzo eenige Drosten in de Meyery hem gemeld hadden, dat zy thans by benden van tachtig en negentigMan te gelyk kwamen: en op de vraage^ wie zy waren antwoorden; dat zy Menfchen wa- n(*) M Nederl. Jaarb. 1787. bl. 769 f,74, (t) Blykens dsRefil, Gen. itfjujyeni Aug, 1787*  HISTORIE. 333 waren; en waar zy heenen gingen ? Na Holland; om wat te doen? Om te gaan kyken; dat zy gewapend waren met Sabels en Pittoolen, en in de Herbergen de gezondheid der Patriotten dronken. (*). — Tegen deeze Wervingen in de Generaliteits Landen hadden hunne Hoog Mogenden wederhoudende bevelen gegeeven, en Staaten van Holland aangefchreeven, dat geene Werving in de Generaliteits Landen en Plaatzen, zonder Voorweeten en Toeftemming van hun Hoog Mog. kon gefchieden, en dat deeze voor particuliere Corpfen gedaan wordende, zulks -/eer ten nadeele voor de Aanwerving der Krygsmagt van den Staat zou ftrekken, aanleiding geeven om de kragt der Unie te verbreeken, en de Provinciën tegen elkander in een Staat van wantrouwen te houden (t). ; • De Gouverneur van 's Hertogenbosch, de Luitenant-Generaal van der Dussen, ver zeekerde, in eene Brieve, dat 'er zeer veele Franfche Soldaaten door trokken, by tien of twaalf Man te gelyk, voorzien met goede Pasfen van den Graave Esterhazy , Generaal van de Franfche Artillery, verlof hebbende om zich, geduurende de tyd van een jaar, buiten 'sLands te mogen begeeven, en die allen na Gornichem vertrokken _ Hier op kreeg de Raad van Staaten last, om aan de Gouverneurs en Com- man- (*) N. Nederl. Jaarb. I/87. bl. 1260. 1299, Xf) N. Nederl. Japrk' W7> 3195- XLV SOEK. 1787. Wat *eï voorviel wegens tiet overkomenvan Frar.scb Krygsvolk.  §34 VADERLANDSCHE XL BOEK. mandeurs, van alle Steden en Plaatzen , gelegen op Staaten Grondgebied, mitsgaders aan Officieren in het Diftrict van de Generaliteit, aan te fchryven, dat zy zorgvuldig agt moesten geeven op het doortrekken en inkomen van vreemde Militairen, hoe zeer ook met Verlofpasfen voorzien; deezen de» doortocht niet te vergunnen, maar dezelve aan te houden, en naa een verhoor, aangaande de redenen van hun komst, en dö plaats van waar en werwaards zy zich begaven , daar van ten fpoedigften aan den Raad van Staaten kennis te doen toekomen. Van dit Befluit kreegen , behalven de Heer van der Dussen , der Staaten Afgezanten aan het Hof van Verfailks kennis, met last om daar van, op de meest voegelyke wyze, de weete te doen aan het Minifterie van Frankryk; ten einde, zo veel tnogelyk , te verneemen of hetzelve hier van aldaar eenige kennis droeg; dan wel of die Verlofpasfen voor onegt of vervalscht moesten gehouden worden. Ook ontving ie Agent Slicher bevel om des den Fran(chen Gezant de Verac te verftendigen, met verzoek om daar omtrent hun Hoog Mogenden, die onderrigtingen te geeven, welke te zyner kennisfe mogten gekomen' zyn. Tot narigt zondt men ook dit Staatsbefluit aan den Capitein Generaal Veel viel 'er naa de Omwenteling te doen „' wegens Manfchappen, en boven al Kanonniers , uit Frankryk herwaards gezonden. Mm C) Refol. Gen. 17 Aug. 1787.  HISTORIE. 335 TAen bragc Papieren te voorfchyn uk welken men oordeelde te kunnen bewyzen, dat de Generaal Esterhasy aan den Ridder de la Barrière een Lastbrief gep-eeve hadt, en deeze voorzien was van een zeker Gefchrift, zynde een Cepy va» Engagement voor de ■ Kanonniers, Bombardiers en Sappeurs, met de Staaten van Holland, en het Tractement, dat hun door dezelven was toegelegd. Terwyl andere Papieren uitweezen, dat een gedeelte van die Kanonniers, zich over Luik, Tongeren en *s Hertogenbosch moesten begeeven na Gornichem, en anderen over Eindhoven, Oostenvyk en Tilburg na Geertruidenberg (*> Hun Ed. Gr. Mog. hadden, in Herfstmaand des vérftreeken Jaars, alle Gewapende Schutteryen en Gelegalifeerde Genootfchappen , die de befcherming der Vryheid , de behoudenis van de algemeene Veiligheid, en afweering van allen Geweld, ten doel hadden, in hunne byzondere Befcherming genomen (f). De Wapenhandel, allerwegen ten Plattenlande voortgezet, bragt te wege, dat ook de daar opgeregte Genootfchappen zogten in die Befcherming genomen te worden. Uil Hollandsch Zuider en Noorderdeel vervoegden zich een aantal Dorpen van meerder en minder aanziens, en Volkrykheids, ten dien einde by Staaten van Holland, en ontvingen alle, die in de gevoelens Honden dei in (*) Refol. Gen. 18 Oct. en 20 Nov 1787.. (t) -Zie onze Vadert. Hifi. XI. D. bl. 196, XL* boek. I787. Veele Gewaa- pende Genootfchappenin befcherming' by hun Ed.Gr. Mog* genomen*.  XL. Boek 1787. Andere die Befchermingoat£egd. Wit 'er ter Staatsvergadering voorviel omtrent een Genootfchap te Voor- ' turg. i 33?> VADERLANDSCHE in den voorleden Jaare gewettigde Genoot fchappen, naa des gedaan onderzoek, dit gunstbetoon. — Niet minder dan zes eh dertig Genootfchappen van Wapenhandel ten Plattenlande, die zulks vóór den zeven en twintigften van Sprokkelmaand verzogt hadden, viel dit ten deele op den zesden van Lentemaand. En kreeg dat van Oostzaandam , reeds vóór dien tyd, op gedaan verzoek, fchoon nog niet in befcherming genomen, volmagt om, in geval van Oproerige Beweegingen, waar voor zy betuigden bedugt te zyn, geweld met geweld te keeren. Vervolgens zette men deeze Befcherming verleening voort tot in Herfstmaand (*). Alle zich in den Wapenhandel oefenende Landzaaten waren egter niet van dien ftempel, datzyby dit Onderzoek,op de proeve,goed bevonden werden; ja men hadt ten Plattenlande op veele Plaatzen, Genootfchappen, blykbaarvan de tegenpartye, toen onder den naam van Oranje-Corpfen bekend: deezer aanzoek kon niet dan afgeflaagen worden. Reeds in Louwmaand deezes Jaars hadden Gecommitteerde Raaden te Foorburg dus een Genootfchap, waar in Haagenaars , die tot het vernietigd Corps , waar in de berugte Moukand lid geweest was, behoord ladden, deel namen , en ter gelegenheid van velks eerfte openbaare Wapenhandeling, reële balddaadigheden gepleegd waren, den (*) IV. Neder/. Jaarb. 1787. bl. 386. en 388. iS- U94' 1789- 1796. 1839. 4527. '  HISTORIE. 337 den verderen Wapenhandel doen verbieden, cot dat door hun Ed. Gr. Mogenden, daar op anders zou mogen verdaan worden. Dit ter tafel van Staaten van Holland gebragt zynde werd het verrigtte van Gecommitteerde Raaden ten vollen goedgekeurd, en die Heeren gemagtigd, „ geene andere Exer„ citie-Genootfchappen ten Plattenlande toe ,, te ftaan, dan die fpeciaal onder hun Ed. ,, Gr. Mog. Refolutie van den zevenden „ van Herfstmaand laatstleden waren, of „ zouden worden begreepen." —- De Ridderfchap wederfprak dit Befluit; de Steden Delft, Brielle, Enkhulzen, Edam en Medemblik desgelyks. Deeze wilden Schout en Geregte van Voorburg aangefchreeven, en om berigt, binnen korten tyd, verzogt hebben: zo ook Hoorn, en oordeelden de Afgevaardigden dier Stad, terwyl zy zich hielden aan hunne Verklaaring op het Staatsbefluit van den zevenden van Herfstmaand des jaars mdcclxxxvi, „ ook nu, dat over „ een punt van zo veel delicatesfe, niet ,, zonder voorkennisfeen order van de Hee,, ren Principaalen behoorde te worden ge,, refolveerd; te meer . daar, volgens hunne „ gedagten, alle In-en Opgezetenen, ten dee„ zen gelyk Regt hadden en dus niemand, „ in den zo nuttig geroemden Wapenhan„ del, moest worden verhinderd, vóór dat ,, het klaar bleek, dat hy daar van, ten na„ deele van den Lande, of van de Publieke ,, Rust, poogde misbruik te maaken, in „ welk geval alleen het, naar de tegen„ woordige gefteldheid van zaaken, zou kunXIV. deel. Y „ neö Xhi BOEK. 1787.  -338 VADERLANDSCHE XL. BOE K. 1787. Verdere tegenkan tin- , gen van Genootfchappen , niet onder de Befcherming begreepen. , 1 ] c 3 \ 1 i c c j i f 1 d liet voorge- ^ » nen te pasfe komen, den zodanigen, onder wat naam die zich ook mogte voor„ doen, de Wapenoefening daadlyk te be„ letten (*)." J Dan, hoe zeer deeze Stad met deRidderichap zich tegen dit Staatsbefluit, 't zelve partydig oordeelende , aangekant hadden, Staaten. van Holland hielden zich daar aan in het aanneemen of afwyzen der veelvuldige WapenhandelendeGenootfchappen, weite zich, van tyd tot tyd, aanboden. — Zy ;ingen op zommige Plaatzen, een flap verier. Gecommitteerde Raaden beflooten een Dfficier met vierentwintig Man, na 't Land 'an Voorne te zenden; ah mede om Aanchryving.te doen aan alle Schouten en Geegren ten Plattenlande, om de Wapenen lie ter gelegenheid der verfchillen met den ^eizer aan de Landlieden waren afgegee'en, wederom in 's Lands Magazynen te noeten bezorgen , voor zo verre dezelve iet gebruikt werden door Genootfchappen 1 de Befcherming van hun Ed. Gr. Mogenen genoomen. Op het ontvangene berii-c at er, op verfcheide Plaatzen omftreeks losduinen, op nieuw Oranje-Corpfen zich 1 den Wapenhandel begonnen te oefenen, :hreeven zy, de Geregten aan zulks te flaaen, en beflooten Ruitery derwaards te zenen (f). Dit alles veroorzaakte onvermydelyk veel roelens en tegenwytings in den Lande, en klagen) Refol. van Hol!, n Jon. 1737. Cf) N. Nederl. Jaarb/178?. bl. 1301. 1302,  HISTORIE. 339 tóagten over veröngelyking. Te Overfchie, een volkryk Dorp, zeer bekend in deeze dagen, als ten fterkfte gehegt aan het Huis van Orarje, oordeelden een groot getal der Dorpelingen, dat het hun, even zeer als aun andere Ingezetenen van veele Dorpen en Steden in het Vaderland, vry ftondt om zich in den Wapenhandel te oefenen, en hadden, met voorkennis en goedvinden van het Geregt, een Genoo-fchap opgerigt, als eene Schuitery dier Plaatze. De Baljuw en Geiegte van Overfchie Aanfchryvens van Gecommi;teerde Raaden bekomen hebbende, om het daar opgerigte Genootfchap van Wapenhandel re vernietigen, hadt het Geregt die aanfehryven aan het Genootfchap in handen gefteld om 'er op te bengten. Gecommitteerde Raaden verzogten het nader goedvinden van hunEd. Gr. Mog; te mogen weeten. Inmiddels verfcheen het Berigt der Overfchienaaren ter Vergaderinge van Staaten van Holland; inhoudende, „ dat het Genoo tfchap te Overfchie wel „ niet begreepen was in de gunftige Refo„ lutie van hun Ed. Gr. Mog. van den ze„ venden van Herfstmaand laatstleden; docr „ dat hetzelve ook geen Genootfchap, maai een Schuttery op dat Dorp was." De Meerderheid der Staaten van Holland hieldt dit voor eene loutere uitvlugt, er fchreeven den Baljuw en Geregte aan orr dat Genootfchap van Wapenhandel, zon dei «enig verzuim van tyd, en niet te pasfe komende Uitvlugten, te doen ophouden« er 4§ Wapens te doen nederleggen. 't Welk, bj Y a QjMJii XL. boek:. 1787. vallen© deswegen te Over» : : i  34o VADERLANDSCHE XL BOEK. Geldbehoefteder GewapendeGenootfchap.pen, 1 i l i < ï a 9 5 1 y y y. y y y 1 openbaare afkondiging, kort daar op, gelchiedde Ook was aan de Officieren van velft en Rotterdam, als mede aan Dykgraaven van Delfland en Schieland aangefchreeven om op de uitvoering der bevoiene Ontwapening ten fterkften te waaken (*> De Leden der in hooge Befcherming genome Genootfchappen trokken, gelyk wy reeds vernield hebben, in grooten getale int. Niet gering waren de Gelden, nodig om ie kosten goed te maaken. Om hier in te /oorzien ftrekte ten deele het Vaderlandfche. tonds, t geen zo veel opziens gebaard als >pgangs genomen hadt (f). De Hollandche Departementen van het Fonds, ter be'ordering van de gewigtigfle belangens des Veaerlandfchen Volks, geiyk zy zich tytellen, hielden in Sprokkelmaand deezes Jaars ene Vergadering in 's Gravenhaage , en ;aven, m een openbaar gemaakten Brievc, Is den uitftag hunner Raadpleegingen op; , dat zy, in overweeging genomen hebben, de den Staat van dit Fonds , in deeze , aanzienlykfle Provincie van het Bondge, nootfehap, en daar tegen vergelykende , den Nood, welke nog daadlyk in de ver, fcheide Gewesten, plaats hadt, en dien welken men voorzag dat nog verder ont, ftaan kon , en zeer waarfchynlyk vol, gen zou, het van hunnen onvermydely- ken pligt vonden , wilden zy aan het oog- „ merk P u,t/bJ' HolL 20 Jan' '787. N. Nederl. Jaarb. 7 07. bi. 04. 93. (t) Zie onze Vadert. Hifi. XI. D. bl. 309—^$.  HISTORIE. 34* „ merk deezer Inrigtinge voldoen, deMild„ daadigheid en Vaderlandsliefde der Ne„ derianderen op nieuws op te wekken, „ door het uicfchryven en bekendmaaken „ van een nieuw Programma , gefchikt „ naar de tegenwoordige tydsomftandighe„ den: ten einde, vervolgens, zo fpoedig „ mogelyk,tót eene nieuwe Inzameling over „ te gaan, in die billyke hoop en verwag„ ting, dat niet alleen het aantal der Deel„ neemeren in de jaarlykfche Contributie „ van één tot vyf Gulden, merklyk zou toe„ neemen; maar dat ook het groot aantal „ meer en min vermogenden in ons Vader„ land, door aanzienlyke, en naar hun by„ zonder vermogen geëvenredigde Dona„ tien, dit Fonds meer kragtdaadig zullen „ onderfteunen, en daar door die belang,, looze Vaderlanders, die alomme den last „ der Inzamelingen en van het Beduur dier „ Penningen, op zich genomen hebben, in „ ftaat te ftellen, om niet alleengedeeltlyk, „ gelyk tot hier toe het geval veelal geweest „ was, en dus meer of min gebrekkig aan „ het oogmerk te kunnen voldoen; maar in„ tegendeel met een ruimer hand alomme, " waar zulks vereischt werdt de goede zaak „ óesNederlandfchenVolks te onderfteunen." Dan laaten wy, zonder deezen Brief, tot geleide van het Programma gezonden, verder af te fchryven, liever het geheele Programma woordlyk overneemen, wy zullen daar uit verftaan, en den Staat van dat Fonds, en de einden waartoe het gebruikt werd, ais mede eene onbewimpelde ontvouwing Y 3 van XL. BOEK. I787. Nieuw Programma van het FaderlandfcbeFonds*  34* VADERLANDSCHE xl, boek. 5 5 | 5 ) 9 9 3 3 3! 9! 3! van de denkwyze der Voorftanderen en Bezorgeren. 't Zelve luidt. „ In het voorle39 den Jaar mdcclxxxvi. hebben in meese « alle de Steden van ons lieve Vaderland, „ zich eenige weldenkende Vaderlanders „ aangeboden, ter Inzameling van Pennin„ gen tot een Fonds, 'c geen ftrekken zou " u-n kraStdaad'ge Onderfteüning van de 39 billyke en bedaarde poogingen der Voor„ ftanderen van de Vryheid en Burgerlyke 5, Regten des Nederlandfchen Volks, ■ n Zy hebben het genoegen gehad, niet al„ leen de Goedkeuring hunner braave Me„ deburgeren weg te draagen; maar bo„ venal derzelver Medewerking te ondern vinden ; zo door een merkelyk aantal „ Contribuanten tot hetzelve Fonds, als , door verfoheide aanzienlyke Donatien aan 3 t zelve, en zyn daar door in fiaat gefteld , geworden, om, ten minften gedeeltlyk, , het heilzaam oogmerk deezer InftelhW , te bereiken. ° 3, De onderfcheide Departementen in , deeze Provincie hebben, op den ne, genden van Sprokkelmaand deezes Taats , eene Algeméene Vergadering gehouden , in s Gravenhaage , alwaar de Gemag, tigden van meest alle de Stedelyke De, parlementen, benevens die van eenige , andere Plaatzen, binnen deeze Provincie, , eikanderen opening gegeeven, en geza, menlyk de noodige fchikkingen beraamd , hebben tot eene Provinciaale Directie, terwyl zy thans het genoegen hebben aan hunne Vaderlandlievende Medeburgers .jj ken-  HISTORIE. 343 „ kennis te geeven, dat daar door deeze „ heilzaame Inrigting eene nieuwe Vastig„ heid en Confidentie heeft gekreegen. „ Onder de veelvuldige ontwerpen, door „ eene belanglooze Vaderlandsliefde, ter s, kragtdaadige bevordering van de zaak der „ Vryheid uitgedagt, kan men, voorze- ker, aan de oprigring van dit Naüonaal„ Fonds, de eerfte plaats niet weigeren: „ immers, daar de Belaagers der Volksvrys, heid, onmagtig om hunne verderflyke „ oogmerken door wettige middelen te be„ reiken, niets anders overig hebben, dan, „ ware het mogelijk, om het edel vuur van „ Vaderlandsliefde in 't eerlyk burgerhart, „ door misbruikt geweld, fchreeuwende „ verdrukkingen laage knevelaryen, uit te „ dooven; daar hunne laatfte wanhoopiga „ poogingen, klaarblyklyk ftrekten, om, „ door eenen misleiden hoop van Oproeri„ gen, vrye Burgers, ftrafloos van hunne „ bezittingen te berooven, en aan de bit„ terfte elenden van eene onverdiende ar- 5, moede over te laaten was 'er niets „ natuurlyker, niets meer pligtmatig, dan „ dat de braave Voorftanders derVaderland„ fche zaak bedagt wierden, om die onge„ lukkigen, eenen gemeenfchaplyken By„ ftand gulhartig aan te bieden, en op eene „ edele wyze, te toonen, dat het der goe„ de zaake aan geene middelen zou ontbree„ ken, om, door eene cordaate tegenwer„ king, de onnatuurlyke poogingen van „ haare Vyanden te verydelen; terwyl door .« eene gulle Deelneeming der braave VaY 4 der- BOEK. 1787.  XL. BOEK. 1787. j 5 s J 5 n j X f. 5i 5) »J 3» 3> 344 VADERLANDSCHE „ derlanderen, aan deeze Inrigting, niet „ alleen de Burgerwapening, de zekerfle „ en natuurlykfte Waarborg der Vryheid, „ werklyk konde worden uitgebreid, (ter « bevordering van welken de Directeuren der onderfcheidene Departementen, door „ deeze Vergadering, ten ernftigsten worden aangemaand,) en daar door aan de „ ongelukkige Slachtoffers der Dwinglan» dy de veilige toevlugt voor eene ont„ menschte Vervolging aangeweezen; maar „ waar in te gelyk, voor elk weldenkend „ en verdienstlyk Vaderlander, eene wisfe „ en bemoedigende verzekering opgeflobten „ lag, dat, indien het derHeerschzugt aan » geene middelen van geweld ontbreekt, de „ onfchatbaare Vryheid daar tegen haare „ vervolgde Voorftanders van geen edel„ moedigen Byfland beroofd zal laaten. „ Gelyk dan het voordellen deezer heil, zaame doeleindens tot de Oprigting van , dit Fonds aanleiding gaf, zo hebben , reeas de Ontwerpers en Beftuurders van , t zelve het zoetfte genoegen mogen fmaa, ken, m eene ondervindelyke overtuiging. dat zy zich, in de berekening der voor- . , deelen, welke zyzich daar mede voor de , goede zaak hadden voorgefleld, niet bedrogen gevonden hebben: immers het Geweld en de Overheerfching, welke in Gelderland hunne fnooderol gefpeeld hebben, en waar van de ongelukkige Slachtoffers nog inden bangflen nood zugten, zouden hoogstwaarfchynlyk de eigene fchrikbaarende tooneelen in Oyerysfel geopend „ heb-  HISTORIE. 345 ^, hebben, zo niec het cordaatfte gedeelte ,, van derzelver Ingezetenen^ (doch wier vermogen veel al hunne edele Vryheids „ min niet evenaart,) tydig was in Haat ge„ (leid geworden, om het aangrimmende „ geweld, des noods, het hoofd te bie„ den, en tegen eene overweldiging te ,, waaken, waardoor die Vryheid, welke thans in dat Gewest, zo heerlyk is door„ gebrooken, in haare eerfte opluiking zou „ gefmoord zyn.—— De Stad Utrecht, ca. „ een aanmerklyk gedeelte dier Provincie ,, zyn mede niet weinig door deezen edel„ moedigen Byftand gerugfteund. En wie kan de doodlyke gevolgen bepaalen, ,, welke de nederlaag der Vryheid aldaar op „ de algemeene zaak des lieven Vaderlands „ zou gehad hebben? Het zou derhalven „ overtollig zyn de gewenSchte Werking „ van dit Fonds in 't algemeen te willen be„ toogen; daar ook de openbaare Tegen„ kanting, welke hetzelve van den kant der „ Vryheidhaateren ontmoet, op de over„ tuigendfte wyze aan den dag legt, hoe „ gevaariyk zy 't zelve voor hunne verderf„ lyke oogmerken rekenen , en alzo het be„ lang daar van boven allen twyfel ftellen. „ Dan, de Uitgaven gelyktydig met de „ Inzameling begonnen zynde, en, voor „ een aanmerklyk gedeelte, nog voortduu,, rende, maaken, by aanhoudenheid, de „ Deelneeming in dit Fonds noodig, welks „ nuttigheid voor het lieve Vaderland aan- groeit naar maate deeze Deelneeming aiY 5 » ge- XL. BOEK. 17,87.  346* VADERLANDSCHE XL. BOEK. j;87. 3 1 3 5 5 3 s: 3 3! 3! 33 33 33 53 33 »9 s3 5) 33 gemeener, onder alle Weidenkenden sj wordr. ,, De Commisfien ter Directie in de byzondere Departementen kunnen dan niet 33 afzyn hunne braave Landgenooten uit te 3, noodigen, om, ieder naar zyn vermogen, mede te werken tot inflandhouding », en uitbreiding van eene Inrigting, welker ,, heilzaame uitwerking door eene overtui„ gende ondervinding zo treffend betoogd » is. Elk waardig Vaderlander voelt zyne „ verpligting om het zyne toe te brengen „ ter bevordering van dat algemeene wel„ zyn, waar in zyn eigen volftrekt ligt op, geflooten, en zal zich gelukkig agtena , indien hy, door het afftaan van een ge, ring gedeelte van zyn Vermogen, de lof, lyke poogingen kan onderflerfnen van , hun, die meteenen belangloozen en on, vermoeiden arbeid, ten algemeenennutte3 , werkzaam zyn: terwyl het geen geringe , blaam zou opleggen op bun, die gehouden willen zyn de waarde der Vryheid te , kunnen gevoelen, indien 's Lands goede zaak, in een zo zeer van Middelen gezegend Land, wel braave en moedige Vaderlanders vondt, die hun Leeven voor het behoud van hetzelve veil hebben; maar geene edelmoedige en milde Deelneemt rs öm de poogingen van die braaven, uit hunnen overvloed, te onderfteuren, en daar door het onfchatbaarst genoegen te fmaaken in de zelfsbewustheid van ook iets te hebben toegebragt, 35 to*  HISTORIE. 347 tot vestiging van eene duurzaame Vry„ heid, welke zy, zonder zodanig eene „ medewerking, zouden toonen onwaardig „ te zyn (*)." Dit Programma, vastgefteld op de Algemeene Vergadering der Departementen van het Nationaals Fonds, in de Provincie van Holland mWestfriesland, op den veertienden van Lentemaand gehouden, werd, kort daar op, Wereldkundig gemaakt. Hy ontving geen minder maat van lof en laster dan de eerfte Bekendmaaking; het vondta zo als de zaaken thans voor die Party gefchaapen ftonden, openbaare toejuiching en aanpryzing, terwyl het niet ontbrak aan afkeuring en tegenwerking (f)- Onderftandgelden uit dit Fonds ftrekter zeer om de Gewapend uitgetoogene Burgers te gemoet te komen, doch men Hei het hier by niet berusten, In eenige Steder en Dorpen onzes Vaderlands, waar mer Gewapende Genootfchappen vondt, en gevolglyk ook Mannen, die uittoogen, fteldf men, by in de Nieuwspapieren gedaimt Aankondigingen, de behoeften der Uitge trokkenen, by hernaaling, voor, en noodigdc de Burgeryen uit, om, ter beftemde ptaat; en tyd, hunne Giften daartoe by tcdraagen De gelykheid van den toon op wel ken die veelvuldige Aanzoeken gefteme Waren, zou het opnaaien daar van een ver veelend en noodloos werk maaken. Wy ver g* (*) Post van den NeJer-Rbjn XL P. M. ?55(f) Post van den Neder.Rbjn XI. D, bl. 863. XL. BOEK. 17*71 ByzondereGeldinzamelingen. ■ Aanmna[ ning daar toe te Haarlem»  S4Ö VADERLANDSCHE XL,. BOEK. I/S/. 5 o 13 S, B rc Vt IV Si M genoegen ons met een vernieuwd Aanzoek iq Haarlem, in 't voorst van Zomermaand gedaan, ten, voorbedde, by te brengen.— „ Op nieuws vindt zich de Commisfie tot „ het Defenfieweezen van den Grooten„ krygsraad deezer Stad, en Commisfarte„ fen der Burgerfocieteit, die de Inzamej, ling der Liefdegiften hunner Stadgenoos, ten, ter onderfteuning van de uitgetrok>, ken Manfchap op zich genomen heeft, „ verpligc by deezen zich tot hunne gegoe,, de en welmeenende Medeburgers te ver„ voegen. Het aanzienlyk getal Schutters, , nu ter Bezetting van een der Frontieren , onzer eigene Provincie, onder bet gelei, de van alle de in de Stad prefent zynde , Officieren van het Battaillon der Schutte, rye Pro Aris et Focis uitgetoogen (*), , vernieuwt niet alleen het gebrek aan Pen, ningen, tot zulke Uittochten en Bezet, tingen benoodigd, maar verdubbelt de, zelve. Men is overtuigd van de Mild, daadigheid der braave Burgery deezer , Stad, zy heeft 'er dikwerf fpreekende en , treffende bewyzen van gegeeven; maar „ was (*) Ten dien dage waren omtrent 150 Mart, ider welken men een aantal zeer welgezetene urgers telde, van dat Battaillon na de Nieuwer'uis getrokken, onder 't Bevel van den Heer Ik. D. j. Canter Camerung Collonel, de Heen Mr. j. ENscHEDé Luitenant Collonel, A. de aal Malefyt Majoor; P. H. Klaarenbeeic, r. C A. van Sypestevn, H. Horstman, j, C Ef.k, j. van Walrc Capiteinen, j. de Waal (Ilefyt en j. Scholting Luitenanten.  HISTORIE*. 349 n was 'er ooit een oogenblik, dat de hand '„ onbekrompen geopend moest worden, i „ het is zeker dit tegenwoordig, 's Lands „ nood kan niet wel hooger klimmen, en „ nimmer kan 'er eene gelegenheid geboo„ ren worden, waar by 'er, met lüïme „ Liefdegaaven, zo veel nuts voor 't Va„ derland kan uitgewerkt worden; en, zo „ die mogten ontbreeken is mogelyk niet „ alleen de kwyning ■ en het verderf der „ Republiek, maar ook misfchien het lot ,, beflist van zo veele braave Vaderlanders, „ en zo hartlyk beminde Stadgenooten, die „ gereed zyn, meer dan Goud voor het „ Vaderland te fpillen, die alle betrekkin„ gen van Vriendfchap en Bloedverwant„ fchap overkappende, met agterftellingvan „ hun dagelyks Handwerk en Bedryf, het „' lieve Leeven, zo getrouw als kloekmoe„ dig, voor den Lande opzettefi. Zouden „ onze beste Vrienden, onze dierbaare Me„ deburgers hunne poogingen, uit gebrek „ aan Penningen moeten ftaaken, ja moge„ lyk, uit hoofde van dat gebrek, de eer„ fte Slachtoffers worden van eene Heersch„ zugt, die het op alles, wat zyne Vry„ heid bemint, gemunt heeft. Hoe veel „ onaangenaams zullen zy dan, die, t'hui; „ gebleeven, hunne Schatten geflooter „ hielden, waanende, dat zy met eene klef „ ne handvol uit hunnen overvloed, ziel „ genoeg van hunnen pligt gek weeten heb „ ben, in hunne harten, tot op hunner „ fterfdag gevoelen! Hier in verder t< 3, treeden zou eene verdenking aanduiden „ di< XL. 10 E IC. 1787. 1 t 1  35° VABERLANDSCHE XL. BOEK. 1787. Gewigtig Voorftel van Amflerdam omtrent de Verdeedigingin Holland, i ! 3 S ik die de zo menigmaal gebleekene Mild* „ daadigheid zou beledigen. Men ver„ trouwde dan, dat de Liefdegiften zo ruim „ zullen zyn als de nood groot is, daar de „ pligt van Burger, van Mensch, en voor5, naamlyk van Christen, zulks ten fterk„ ften vordert (*)."— Het ontbrak daar ter Stede zo min als elders, waar men de Burgery tot deeze Giften opwekte, aan milde Geevers; 't geen te minder bevreemdings zal verwekken,als men in aanmerking neemt hoe een aanzienlyk deel van 's Lands gegoedfte Ingezetenen zich deezer zaak aantrok. Om dezelve ten kragtdaadigften voort te zetten diende de Voorflag der Stad Amflerdam ter Hollandfche Staats vergaderinge in den aanvange van Zomermaand gedaan, en vervolgens in gefchnfee overgegeeven. *Een Voorflag, die zo veel opziens verwekte, en 10 veel ten gevolge hadt, dat wy dezelve ;eheel moeten plaars geeven. De Afgevaardigden lieten zich woordlyk in deezer voege hooren. „ De Heeren' Gedeputeer, den der Stad Amflerdam hebben, op ex, presfe last van de Heeren hunne Princi, paaien, ter Vergaderinge van hun Ed. , Gr. Mog. voor te draagen, dat gemelde , Heeren hunne Principaalen, in ferieufe , overweeging genomen hebbende den cri, tiqaen toefland van het lieve Vaderland, , en fpeciaal van deeze Provincie, ver* , meend hebben niet langer te moeten uit* » ftel- (*) Haarltmfche Courant vari 9 Juny 1787,  HISTORIE* 3St % ftellen U Ed. Gr. Mog. onder het oog te „ brengen en te herinneren; „ Dat de Provincie van Holland , die „ onophoudelyk blyken heeft gegeeven van ,, haare zugt en verlangen om het Verbond „ der Unie, gevestigd in het Bloed der „ Voorvaderen, en tot hiertoe, door het „ fpendeeren van onnoemelyke Schaten, „ voor eene totaale disfolutie bewaard, on„ gefchonden aan het laatfte Naageflachi „ over te brengen, zedert eenigen tyd, hei „ voorwerp geworden zynde van de jaloufti „ en haat van eenige weinigen, die onde: „ den naam van Staaten van Gelderland er „ Utrecht, aan hun hoofd hebbende Prin „ Willem den V, openlyk betoonen ziel „ op haare ruïne en ondergang toe te leg „ gen, onder voorwendzel van elkanderei „ behulpzaam te zyn, tot het te rug dry „ ven van de Militie deezer Provincie, de „ welke, op het verzoek van de Regee 5, ring der Stad Utrecht, en op bevel de „ Staaten deezer Provincie, alleenlyk is toe „ gefchooten om haar, als een Medelid va „ het Bondgenootfchap, en uit hoofde va „ de verpligting, door de Unie op haar g< „ legdf, tegen het geweld en de overhee „ fching van eenige weinige Staatsleden i „ defendeeren. „Dat, om van het zo even gepofeerde t< „ vollen overtuigd te zyn , de Agtbaa „ Raad alleen maar noodig heeft gehi „ zich te rem oreeren, in de Eerfte plaat „ den vyandlyken Aanval van de Militi onder bevel van den Graaf van Eff XL. boek. l ( l 1 r a n & n :e td f, *y E-  XL. b dek, i i 5 9 5 ? 3 5: 9! 9! 9! 3: 9: 9: 9) 95 99 99 99 93 93 93 99 93 39 33 93 33 95 33 '3$a V Ai) ERLANDSCHË ,9 ren, tegen de Burgery der Stad Utrecht, „ welke daad dan ook de Regeering der voornoemde Stad heeft doen reclameeren , die Hulp en Protectie, welke haar, van , wegen hun Ed. Gr. Mog. was beloofd , en toegezegd; terwyl de preftatie van , die belofte het pretext heeft aan de hand » gegeeven, aan de Staaten van Gelderland , tot het doen aanmarcheeren van een aan, zienlyk getal Troepes, ryklyk voorzien , van\Gefchut, Mortieren, Ammunitien, , en met één woord van al zodanig Oorlogstuig als tot Belegeringen en Verwoêftingen van Steden en Vestingen, door eenen openbaaren buitenlandfchen Vyand zouden kunnen aangevoerd worden. Terwyl evengemelde Staaten daarenboven van zich hebben kunnen verkrygen niet alleen zich door geweld meester te maaken van de Arzenaalen van het Gemeeneland, en dus van het Gefchut en Ammunitie voor het grootfte gedeelte aan Holland toebehoorende ; maar ook tot het doen deezer Expeditie te dwingen zodanige Troepes als op deeze Provincie gerepartitiëerd, door dezelve betaald, en door eenen particulieren Eed aan dezelve verbonden waren. „ Ten anderen, dat deeze Expeditie is gepaard geweest of is voorafgegaan door Declaratoiren of Misfives, zo van Gelderland als van Staatsleden van de Pre vincie van Utrecht, te Amersfoort vergaderd, welke nimmer kunnen gezegd worden de geheele Provincie van Utrecht te 39 re-  HISTORIE. 353 reprefenteeren, die niet duister te kennen v geeven, dat hun waar oogmenc is daad- Ivkheden tegen de Militie van Holl I^X&^r^g der Stad Utrecht toegefchooten, en niet anders dan d - fenfiêf ageerende, in 't werk te ftellen, l en zich Övan de genoemde Stad meester ! te maaken. Dat meergedagte Staatsie- den , welke dus, met de Gedeputeerden ' Zeeland en Friesland,nQz.mav op zyn ' hoogst zouden kunnen worden geconh" dereerd, drie en een halve Stem uit te l maaken, egter ter Vergadering van hun Hoog Mogenden , en van den Raad van ' Staaten , zodanige onwettige Befluiten weeten te etTectueeren , waar door- de * hoogstgaande tefie aan de Onaf hangelykheid en Souverainiteit van Holland wordt toegebragt, en waar door de Officieren * en Gemeenen, in den Eed van deeze Provincie ftaande, worden in gevaar ge- !' bragt van zich aan Pligtverzoim, Disobe. ' diende, en Meineed fchuldig, en dus ten „ hoogften ftrafwaardig te maaken. Ten derden, dat de Stadhouder deezei * Provincie, vergeetendezyne diere verphg' ting aan Hollands Ingezetenen, ondankbaai wegens de voordeden welkeHy en zynHun " van dezelve heeft genooten, en meer ga hoofs geevende aan kwaade Raadslieden !! dewelken als Vyanden des Vaderlands be ' hooren te worden aangezien, dan aan d< " vermaaningen van zulken, welken bezielc zyn met waare Liefde voor t zelve Va ' derland , zich mede niet ontfieu beeft XIV. DEEL. i °« LX. BOEK. i i  XL. BOEK. t?H7. 3 3 9 3 3 9 a 5 9 3 3 9 9 9 9 3 9 3 3 9 3 9 9 354 VADERLANDSCHE ,, om, by een opénlyk Declaratoir of Ma,3 nifest, als ware hy een Souverain Vorst, ,3 en onder eenige frivole en vague befchul)3 digingen, tegen eenige weinige (doch ,, ongenoemde ) Leden en Ministers van ,, de Regeering, een gedeelte van voor,, noemde Ingezetenen,tegen 's LandsHoo, ge Overheid op te zetten, en door de , Beiluiten van den Souverain voor over3 haast, onwettig en van onwaarde te ver, klaaren, deeze verblinde Yveraars voor , het Huis van Oranje, tot ongehoorzaam, heid en oproer op te rokkenen, en zich , als een Hoofd en Voorganger in disre, fpect, ongehoorzaamheid en weerfpam» , nigheid van Zynen en Hunnen wettigen , Souverain te gedraagen. „ Dat eene bedaarde befchouwing en , overweeging van dat alles, vergeleeken , met de aanhoudende Modfcratie, welke , zich nog in alle deRefolutien van hunEd. , Gr. Mog. heeft gemanifeileerd, het emi, nent gevaar, waar aan deeze Provincie ,fgeëxponeerd wordt, zo evident heeft doen , voorkomen, dat zy geen oogenblik lan, ger hebben willen uitbellen, om, tot , voorkoming van alle onheilen, waar me, de ons lieve Vaderland wordt gedreigd , van deezer Stads wege, de Gedeputeerj den ter Vergadering van Holland te qua, lificeeren en te gelasten , om hun Ed. , Gr. Mog. te proponeeren: ,, Om eene Commisfie te benoemen, be, ftaande uit eenige weinige Leden uit het , midden van de Vergadering deezer Pro- 3» vi«-  HISTORI E. 355 vincie, niet excedeerende het getal van „ vyf, mee Adjunctie van twee Heeren uit „ Gecommitteerde Raaden, in 'sHage re,, fideerende, en één bekwaam Perfoon, 9, behoorelyk gefalarieerd, tot Secretaris, ,, ter keuze van die Heeren; en dezelve Commisfie te voorzien met zodanige atn„ pele Magt, waar door dezelve in ftaat ,, werd gefteld om zulke en voldoende maat3, regelen te neemen, en ten uitvoer te doem „ brengen, als, naar hun inzien, best ge,, fchikt zullen zyn, om alle Aanvallen te- gen deeze Provincie en de Stad Utrecht^ 9, efficacieuslyk te keer te gaan, alle gehei- me of openbaare Machinatien, van Haa,, re of Haarer Bondgenooten Vyanden te 3, verydelen , met verdere Qualificatie,om. 5, tot kragtdaadige en onverwylde uitvoe,, ringe van dit alles zodanige Perfoonen te 3, falarieeren, en Middelen te emploijeeren. 3, als zy ter bereiking van dien dienftig zul3, len oordeeleh , en daar toe gebruik te 3, maaken van 'sLands Penningen; als me* 3, de om zulken onder de Militairen, die 9, boven anderen in yver en gehoorzaam3, heid aan de bevelen van den Souve9, rain,envan deeze te benoemene Gommis* fie, uitmunten, te beloonen; en, einde- lyk, tot het in dienst brengen en befol5, digen van zodanige Corpfen van Vrywil3, ligen uit de Schutteryen en Genootfchap5, pen uit de Steden en het Platteland var 3, Holland, als zich ten dienfte van het Va,, derlaüd eh Defenfie van haare Bondge' ,s nooten willen laaten emploijeeren. % a n Da XL. ÏOEK. I787»  XL. boek. 1787. : l 1 t 356" VADERLANDSCHE „ Dat meergemelde Commisfie, ten ein* „ de van het meest mogeiyke nut voor den „ dienst des Vaderlands te kunnen zyn, en „ de fpoedigfte expeditien aan derzelver ,, Orders te kunnen doen erlangen, haare ,, Refidentie zou dienen te houden in hec Cordon,of wel zo na by de Plaats, waar „ de Commandant en Chef van de Militie „ deezer Provincie zyn verblyf houdt, als „ eenigzins doenlyk is. „ Dat dezelve, alwyders, zo veel moge5, lyk Correspondentie zal behooren te hou,, den met de Perfoneele Commisfie by Re3, folutie van hun Ed. Gr. Mog. van den „ zesden van Herfstmaand mdcclxxxvi. ge» „ crecerd en in 's Haage refideerende , ,, en met dezelve de Concert werkzaam zyn. „ En dat, laastlyk , deeze benoemde „ Commisfie ongehouden zal zyn, voorloo>, pig opening te moeten geeven van hunne „ Raadpleegingen en Befluiten; maar zal 1, kunnen volftaan, naa derzelver te werk,, ftelling, wanneer de geheimhouding zulks >, zal toelaaten, daar van ter Vergadering „ van hun Ed. Gr. Mog. Rapport te doen. Authorifeerende de Agtbaare Raad der, zeiver Gedeputeerden van Stadswege, de , voorfchreevene Propofitien hoe eer zo ,, beter te doen, en op eene fpoedige Con, clulle ten fterkllen aan te dringen; met , Declaratoir dat dezelve buiten verant, woording wil gehouden worden , voor , de nadeelige en funeste gevolgen, welke j uit het traineeren van de Deliberatien „ over  HISTORIE. 35'? over deeze Propofïtie, of het rejectee„ ren of verzwakken van dezelve, voor het j „ lieve Vaderland, deszelfs Vryheid en }, Overheidlievende Ingezetenen en Mede„ burgeren, zouden kunnen proflueeren." Zo veel byvals vondt dit Voorftel, dat negen Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden, Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikendam en Purmerende, met dankzegging zich terftond daar by voegden, Dordrecht gaf in overweeging, dat de Plaats des Verblyfs aan de Commisfie zou worden gelaaten, en dat dezelve niet verpligt zou weezen met de Perjoneele Commisfie te handelen; maar om dit belemmerende te ontgaan uit eigen volmagt. Amflerdam hadt hier niet tegen. Deeze Steden drongen aan om nog in de loopende week, op 't een en an< der, een Befluit te neemen. De Ridderfchap, nevens de Steden Delft, Gouda, Gornichem., Briette, Hoorn, Enkhuizen , Edam en Medemblik namen he Voorftel over, met toezegging, dat zy zich ten fpoedigften, op 't zelve zouden bekwaa men, onder deeze overneemende Stedei bedankte Gouda,even. als de toeftemmende Amflerdam (*). Niet langer dan tot den dertienden leed het of men nam, op dit Voorftel van Am fier dam, een Befluit, by 't welke, in ge volge van Dordrechts voorflag, met aflaatin| der twee Gecommitteerde Raaden , tot d Commisfie terDefenfie van de Provincie Hol Urn. c) Refol. van Eoll. 7 Juny 1787» Z 3 XL. 5 O E K. 1787. Hoe ter Staatsvergadering opgenomen. 1 t » : Heerei - tot de , Cornmis» fie ter j Defenfie ! van Hol■ land en ^ dc Stad  .? 35» VADERLANDSCHE XL» boek. 17 7. Utrechts ie- ÏQijmd. f Komst der Comjnisfie te Werden land en //e Stad Utrecht, benoemd werden, de vyf Heeren Daniël Jacobus Canter Camerling, Raad in de Vroedfchap der Stad Haarlem, Franciscus Gualterus Blok, Schepen der Stad Leyden; Jan de Wit , Schepen der Stad Amflerdam; Martinus van Toulon , Raad in de Vroedfchap der Stad Gouda; en Cornelis vakt Foreest , Heer van Schoorl en Camp, Raad in de Vroedfchap der Stad Alkmaar. — De Ridderfchap, met de Steden Delft en Br lelie, verklaarden zich hier mede niet te zullen inlaaten Gemelde Heeren aanvaardden deeze gewigtige en verre uitziende Post. Zy fielden tot hunnen Secretaris aan Hendrik. Costerus, Zoon eens Burgemeesters van Woerden , Advocaat in V Gravenhage. — Woerden ter plaatze huns verblyfs gekóozen hebbende , begaven zy zich reeds den achtienden van Zomermaand met eert binnen Jacht derwaards. De Generaal Majoor van Ryssel en de Collonel Suljaro, vergezeld door vyf en twintig Dragonders, verwelkomden deeze Commisfie aan de Goudfche Sluis. By hunne aankomst te Woerden, werden zy begroet door de Officieren der Bezetting, en een Bezending uit de Gewapende Burgercorpfen. De ganfche Krygsbezetting en de Burgery was in 't geweer. Elf Hukken gefchut brandden, te hunner verwelkoming, los. De Castelein van Woerden ruimde daar aan . (*) Refol. van Holk 12 Juny 17 8 ff. N> Ncdert    HISTORIE. 359 aan, volgens aanfchryven der Staaten van Holland, het Kasteel in. Op verzoek om b ook het Dykgraafshuis te dier Stede te . mogen betrekken , werd zulks toegeftaan.-- j Zy bevonden zich in de zamelplaats der fteeds aantrekkende Leden uit de Gewapende Genootfchappen en Schutteryen van zeer veele Steden en Dorpen, die gedeeltlyk van daar weder vertrokken na omliggende Steden en Plaatzen, voornaamlyk ter bezetting van die, door 't verloop des Krygsvolks geheel verlaaten, of ten uiterften verzwakt, waren. Te Woerdenbleef het Gewapend Corps der Leydfche Studenten byzonderlyk om tot een Wagt te dienen der Heeren Gecommitteerden tot het Defenfieweezen. Eene algemeene Vergadering der Gewapende Burgercorpfen in Holland binnen Dordrecht deedt by hun Ed. Gr. Mog. verzoek, om, uit aanmerking van de nuttigheid der Burgercorpfen, tot verdeediging deezes Gewests, eenige Penningen uit 's Lands Kas toe te ftaan, zo tot belooning als tot onderftand der Auxiliairen, buiten hunne plaatzen, en ten dienften van den Lande uitgetrokken, en verder om dezelve uit de Arfenaalen te voorzien van de noodige Veld-ammunitie, ten einde, ingeval van nood, dezelve te gebruiken. Verzoekfchriften uit Haarlem en meer Steden onderfteunden deeze begeerte der Gewapende Burgercorpfen. Het laatfte werd dezelve toegeftaan (*). ö Af- £*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 952, 958. 95J? Z 4 xl. OSK. 787. Verzot ken der Gewapende] urgercorpfenom onderftand»  3'6o VADERLANDSCHE XL. » oek. Voorflagen van Rotterdam, me de daar op ingediendeBedenkingen. Afgevaardigden van Rotterdam deeden een reeks van Voordellen, die wy met de bedenkingen daar op ingediend zullen voordraagen. Vooreerst om alle Gefufpendeerde Officieren het Grondgebied van Holland te ontzeggen,en binnen tweemaal vier ent win. tig uuren de zodanigen, die bleeven, in Arrest te neemen, en met den dood te ftraffen ; mitsgaders alle Verdagte Perfoonen aan te houden. — Men begreep vry algemeen, dat deeze Ontzegging eëne Onbillykheid zou irifluiten, ten aanzien der zulken, welken in de daad , wegens hunne bezwaaren omtrent den Generaliteits Eed, zwaarigheid gemaakt hadden: die dus onverhoord by Publicatie, iuet de daad zouden gebannen worden. Dat het aanhouden van verdagte Lieden veele welgezinden in verlegenheid zou brengen. Men oordeelde dat het oogmerk deezes Voorflels was het voorkomen van het verleiden des Krygsvolks, en dat daar aan kon voldaan worden, door een flreng Placaat tegen hét debaücheeren van Militairen, met last aan alle Geregten om byzonder een waakend oog te houden op de gedifpenfeerde , gefufpendeerde en disobediente Officieren , met belofte van Premie en Impuniteit op de ontdekking. ■— Ten tweede wilden die van Rotterdam Amnestie verkenen aan alle de gedeferteerde Soldaaten,' op den voet ars men deeze aan die van Stuart en Grenier. verleend hadt. — Men was hier op van ge* dagten, dat de Gemeene Soldaaten, op het bevel hunner Officieren uit de Provincie ge- tp,Q*  HISTORIE. 361 ïoogen, konden aangemerkt worden als niet misdreeven te hebben , en dat dus ten hunnen opzigte geen Amnestie te pasfe kwam, dat best aan dit oogmerk voldaan kon worden door het aankondigen van een algemeen Pardon vooralle Deferteurs. - Ha torte Voorftel, om de Commisfie van het Defenfieweezen te authorifeeren om onder Commando van de getrouw gebleevene Officieren, Regimenten in plaatze van de verloopene aan te werven; hieldt men voor vervallen. —En hetvierde, om ten fpoediglten, Tolftrekt te befluiten op de Communicatie van het voorgevallene ter Generaliteit den tienden van Zomermaand, door negen Leden overgenomen en daar toe dag te ftellen; dit bleef in Advys. - Ten vyfde wilden zy de Rivieren van Holland met gewapende Vaartuigen bezet hebben. Dit keurde men in handen van Gecommitteerden te Woerden te moeten gefteld worden, om daar m te doen wat de verdeediging deezer Provincie vereischte. - Ten zesden wilden die van Rotterdam de Afgevaardigden ter Algemeene Staatsvergadering gelast hebben om mei hun eigen Systema, maar dat van deProvm- ■eie te volgen op ftraffe van Opontbod. Dit werd omhelsd (*). Welhaast betoonde de Commisfie tot Ver deedigmg van Holland en de Stad Utrech zich werkzaam. In overweeging genomei hebbende, dat de Armée van den Staat, ei onder die ook de Krygslieden, ter Betaa lmg f*) Refol, Holl. 20 Juny 1787. • J z 5 XL. ' 15 O EK. • I787. De Ccrm- > misfie te Woerden 1 looft Be1 loonin- • gen uit. I  362 VADERLANDSCHE XL. 3 0EK. I7S7. 1 1 1 i | ) | 1 ) ï linge van die Gewest ftaande , zedert een geruimen tyd, in verfcheide opzigten, zeer aanmerklyke fchadens hadden moeten ondergaan , waar door de Regimenten zich met zwaare fchulden overlaaden vonden, en de Soldaaten veel al verftooken geweest waren om zich boven de Soldyen, hun van '5 Lands wege betaald, door yver en naartligheid, een ruimer beftaan te verfchaffen , begreepen zy, dat eene geëvenredigdeSchavergoeding , hoe billyk ook de aanfpraak dier Troepen daar op zou weezen, het vermogen van 's Lands Kasfe verre te boven ;ing. Dan dat, aan de andere zyde, de veiligheid deezer Provincie en van de Stad Utrecht, hun Ed. Gr. Mogenden, zedert eenige Maanden, genoodzaakt hebbende een Cordon te formeeren op de Grenzen van Holland , zy wel eenigzins waren te gemoet gekomen aan het gemis van de voordeden der 3nder-0fficieren en Gemeenen, 'r welk een wvermydelyk gevolg van dit Cantonnement veezen moest, zonder dat 'er tot nog toe ;ene behoorlyke Schadeloosflelling hadkunlen worden bepaald. — Uit overweeging kezer fchadens, als mede van den byzonkren yver, trouw en werkzaamheid deezer Krygslieden hadden de Leden der Con> nisfie, in gevolge van de breede Magt hun verleend, en ter voldoeninge aan het oognerk van hun Ed. Gr. Mog. om onder tnderen zulken der Krygslieden , die bo'en anderen in yver en gehoorzaamheid aan Ie bevelen van den Souverain, en van deeze >enoemde Commune hadden uitgemunt, te be-  HISTORIE, 363 feeloonen, met overleg van den Generaal Major van Ryssel, als Commandant en ] Chef van het Cordon, goedgevonden „om „ aan alle de Officieren, behoorende tot „ het gemelde Cordon, of tot de daar uit „ gedetacheerde Battaillons , Compagnien „ en Detachementen, daar onder begree„ pen die Troepen, welke ter Defenfie van „ de Stad Utrecht zyn uitgemarcheerd, en „ dus van alle de zodanigen, die zich obe„ dient verklaard hebben aan de laatstge„ nomen Orders van den Generaal Major „ van Ryssel , tot een Dedomagement van „ hunne geledene fchaden, eene Remune„ ratie voor hunnen betoonden yver, en ge„ hoorzaamheid, te accordeeren voor één„ maal een jaar Tractement Extra boven „ hunne gewoone Tractementen, welke zj „ in hunne respective Posten van den Lan„ de genieten; en , wyders, tot gelyke „ Remunerade aan alle de Onder-Officie„ ren en Gemeenen, boven de Twaalf Stut„ vers in de week, hun reeds in den Jaare „ mdcclxxxvi. door hun Ed. Gr. Mog ?, geaccordeerd, weeklyks, nog eene fom „ ma van Tien Stuivers, toe te ftaan." Di laatfte zou in gaan met den zeventienden de loopende Maand, en aanhouden zo lang he Cordon ftand greep, en zy zich in 't zelv bevonden, of 'er uit afgezonden wierden De Officieren zouden acht dagen naa deez' Bekendmaaking, de helft hunner Beloonin ge te Woerden kunnen af haaien , en d wederhelft met den aanvang van Slacht maand. —— Zy vonden noodig daar aa vei XL. $ O E E, I787. ï 1  S64 VADERLANDSCHE XL. ï OüK. 1/87. Zorg tegen her. Verloop des hrygsvolks gedraagen. j 1 j < j ! ■ # ; 5 J 5 ) » vervolgens eene opheldering toe te voegen , om te bepaalen, tot welke Officieren zich deeze Schadeloosfielling uitftrekte, te weeten tot de Ritmeesters, Capiteins Proprietaïr", Luitenants. Cornets, Vaandrigs en Adjudanten, in het Cordon of daar uit afgezonden , en gcenzins wegens hoogere dan de gemelde Krygsbedieningen; noch ook aan zulke Officieren, welke by de Armee geplaatst ; doch niet in daadlyken dienst by de Regimenten waren. Zogt de Commisfie dus, door Belooningen de Landsknegten aan zich te verbinden en te verpligten; het zo deerlyk Verloop, meende zy best te keer te kunnen gaan, door deh kragtdaadigaante kanten tegen de pooïingen, zedert eenige dagen aangewend, >m de Troepen van het Cordon tot Ontrouw tan de Souveraine Bevelen van hun Ed. Gr. Vlog. aan te zetten; of ook tot eene daadyke Defertie of Verloop behulpzaam te :yn. Hier om vonden zy, ten eigen dage Ier uitgeloofde Belooningen, goed, „om , alle Gouverneurs en Commandanten, der , Steden en Forten binnen Holland, als , mede aan de Commandeerende Officieren , der Regimenten, Battaillons, of Deta, chementen binnen de gemelde Provincie, , ernitig te gelasten, op hunnen Eed den , Lande gedaan, om naauwkeurig toezigt te , houden op alle Perfoonen, weiken zich, , door hunne daaden of andere omftandig, heden, verdagt mogten maaken, van zich , met diergelyke verraaderlyke oogmerken , binnen die Steden, Forten of andere „ Plaat-  HISTORIE. ?<5 ,, Plaatzen, bezig te houden of Militairen „ tot ontrouw te willen ophitfen en aanzet- ] „ ten, zodanige Perfoonen, op gegronde „ vermoedens, aan te houden,en daar van , „ daadlyk naa de aanhouding aan Gecom„ mitteerdens, of den Generaal Major vat» „ R.ysskl, kennis te geeven; ten einde „ tegen dezelve naar behooren zou kunnen „ worden geprocedeerd. Beloovende Ge„ committeerden, wyders, aan de aanbren„ gers van zodanige zich verdagt of daad„ lyk fchuldig gemaakt hebbende Perfoo„ nen, dermaate dat zy van die verderflyke „ poogingen worden overtuigd, zodanige „ Belooningen, als, naar vereisch der om„ Handigheden, en het gewigt der gedaane „ ontdekkingen, bevonden zal worden te ,, behooren." Om dit hun tweeledig Befluit allen dien het betrof bekend te doen worden, zonden zy daar van Afdrukken, aan de Bevelhebbers , met last om 't zelve niet alleen, terftond naa het ontvangen, aan hunne Onderhoorige Manfchappen voor te leezen; maar een Afdruk daar van op te hangen in de Hoofdwagten, ter plaatze waar zy in Bezecting lagen (*). Eene Commisfie, zo zeer in den fmaak vallende der Gewettigde Genootfchappen, en der Burgerkrygsraaden in veele Holland- fche (*) Extract uit de Refolutien der Gecommitteerden van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Hottend en ïVestfriesIand, ter Defenfte deezer Provmtte «« der Stad Utrecht, 20 en 27 Juny 1787. XL. SOEK. 1707. Bezending der Genootfchappenen Schut-  366 VADERLANDSCHE XL BOEK. I787. teryen aan de Commisfie. Veranderingen in Krygspostendoor de Commisfie bewerkt, en bepaaliiig eeniger Daggelden. Gefchil der Commisfiemet GecommitteerdeRaaden ever de fche Steden, was naauwlyks in haare werkzaamheid, of zy ontving uit dezelve eené ftaatlyke Bezending. Te welker gelegenheid, zo op uitdruklyken last hunner Afvaardigeren, als uit naam van nog andere Steden deezes Gewests, aan die Heeren s verfcheide Voordellen ter overweeginge werden ter hand gefteld. De Bezigheden deezer Commisfie, nu het middelpunt der Verdeediginge, hoopten zich op elkander. Wy kunnen flegts de voornaamfte aanflippen. Zy deeden by hun Ed. Gr. Mog. den Voorflag om de openftaande plaatzen, onder Hessenphilipsthal, en Hardenbroek, ten fpoedigften, te ver-, vullen, om een Bevelhebber van den Slinker Vleugel, in plaats van den Collonel vanPabst, te benoemen. Men beflooc tot vervulling dier plaatzen, als mede om den gemelden Collonel zyn ontflag te geeven, en den Collonel Mattha, in diens [lede aan te ftellen. Op voorflag der Commisfie werd het Daggeld voor den Commandant en Chef van Ryssel, op Vyf- erj :wintig , dat voor den Commandant van Woerden , Naarden op Tien, en dat voor de Generaal-Adjudanten op Drie Guldens bepaald. De Leden der Commisfie oordeelden, dar,1 daar de Zekerheid van dit Gewest, en eene goede Verdeediging van 't zelve, voornaamlyk ifhingenvande goede Orde, waar in zich de Krygsmagt bevondr,en van derzelver gefchiktbeidom fpoedig en kragtdaadig werkzaam te kunnen weezen, zich verpligt eenige punte» daar  HISTORIE. 367 daar toe betreklyk, aan hun Ed. Gr. Mog. te moeten voordraagen, welke hun voorkwa- ; men den meesten fpoed te vorderen. Zy betuigden in eene onaangenaame noodzaaklykheid te verkeeren, van iets ter kennisfe 1 van hun Ed. Gr. Mog. te moeten brengen,1 't welk de volvoering van hunnen last onmiddelyk betrof. — Te weeten Gecommitteerde Raaden hadden kunnen goedvinden , op de Aanfchryving door hun aan een der Commifen van 't Lands Magazyn gedaan, om op het eerfte aanzoek, aan het Detachement van Rotterdam, door hun ter bezettinge van het Krimpener Veer beftemd, twee ftukken Geichut, drie Ponders , tegen behoorlyk handfchrijt, te laaten volgen, niet alleen deeze Stukken te weigeren , maar tevens zich uitgelaater» dat, huns oordeels, de Commisfie, door het geeven van dit bevel, haar last verre was te buiten gegaan. — Zy wilden de aandagt van hun Ed. Gr. Mog. niet ophouden met de nutheid en noodzaaklykheid van het bezetten dier post aan te toonen: zo om dat dit van zelve tastbaar genoeg was, als om dat hun Ed. Gr. Mog. hun de eer aangedaan hebbende van het geheele Plan der Verdeediginge, en de Middelen tot volvoering van 't zelve, toe te vertrouwen , zeker geen naauwkeurig Vertoog van de nutheid of noodzaaklykheid van elk gedeelte van dat groot geheel van hun zouden vorderen. „ Maar," dus vervolgen zy woordlyk; I) wy kunnen niet afzyn onze verwonde- « ring XL; iOEK. 1787. ifleveiiig van wee Geldstukken StefTra taal wé ke zy  3<58 VADERLANDSCHE XL* BOEK. 1787. deswege Voeren. „ ring, over het gedrag van de Ed. Mog; „ Heeren Gecommitteerde Raaden, in dee* „ zen, te betuigen; wy verbeelden ons, „ dat, daar de geheele Defenfie van onze „ Provincie in onze handen was gefteld, « wy insgelyks volkomen disponeeren kon„ den, over de Middelen, welke ter be-: „ reikinge van dat oogmerk hoogst noodig » waren. — UEd. Gr. Mog. zyn zeker„ lyk volkomen overtuigd van het groore „ onderfcheid dat 'er is tusfehen een Staat „ van Oorlog, wanneer men zyne bewys„ redenen met het Zwaard onderfteunen „ moeten tusfehen Politique Gefchillen; — „ In critique omftandigheden, Ed. Gr. „ Mog. Heeren.' gelyk die in welke wy ,, thans verfeeren, moet, naa eene bedaar„ de overweeging, het oordeel naauwlyks (, juiste middelen beraamd, hebben , of de „ daadlyke Executie moet 'er het zegel op „ drukken. — Hoe zullen wy nu Ed. Gr. „ Mog. Heeren! aan dit groote vereischta „ voldoen, wanneer wy, in de Uitvoering „ onzer beraamde Schikkingen, hinderpaal „ op hinderpaal ontmoeten, zal dan, het „ welzyn van het lieve Vaderland van eene> „ enkele Pointille afhangen ? — Nu reeds „ zien wy de nadeelige uitwerking, welke „ het kragcloos maaken van Orders gehad „ hebbe. Het Detachement der Rotter„ damfche Burgery, 'r welk zy ter beveili,, ging van het Krimpener Veer hadden ge,, despicieerd, weigert thans om uit te trek, ken; — zy begrypen volkomen, dat, , in de tegenwoordige manier van Oorlo- » gen,  HISTORIÉ» 369 fe gen, byna alles van de decifie van het Grof Gefchut afhangt, en dat zy, zonder „ 't zelve, aan het grootfte gevaar bloot„ gefteld zouden zyn; — zy willen alles; ,, hun leeven zelf, voor 't Vaderland vrywillig opofferen; maar zy begeeren niet „ in een gewisfen dóód te gaan, zonder „ dat het dierbaar Burgerbloed, het geen „ dit Vaderland zo heilig moet zyn, iets „ ten nutte van hetzelve hébbe uitgewerkt* " „ Ziet daar Ed. Gr. Mog. Heeren! het nadeel, 't welk uit dit voorval reeds is gefprooten; en is het te vreezen, dat, „ wanneer dit algemeen bekend wórdt, hei „ de braave Burgery moedloos zal maal, ken, en minder vertrouwen in uwe Or „ ders zal doen ftellen, en dat deeze Commhfie infructueus zal worden, en buiter. " mooglykheid zyn om het oogmerk te be. ,, reiken, 't geen UEd. Gr. Mog. zich méi ,, het benoemen derzelve hadden voorga » fteld? ■; Wy willen zeerwel gelooveh, Ed. Gt Mog. Heeren! dat de Ed. Mog. Heé ,, ren Gecommitteerde Raaden deeze nadeé lige gevolgen niet voorzien, en dat hul Ed. Mog. enkel begeerd hebberi, dat W ons by hun Ed. Mog. adiresfeerden tën einde de Orders tot aflevering van Gé H fchut, en andere Ammunitie van Oorlog te doen depecheeren. — Maar kan zUlfe H Ed. Gir. Mog. Héeren! in deeze omftar » digheden, wel mogelyk zyn? Is het w< XIV. deel» Aa s, vi xl' roek. i 1 f h m i s i S*.  3?o VADERLANDSCHE XL. boek. ? ? 5: 5! j: j; ff X 5" ?j 39 m jj » » 5> » 55 » » „veilig voor het behoud deezer Provin, cie ? Eén uur verwyls kan zomtyds de , geheele Provincie doen verlooren gaan. , Expeditie en Geheimhouding zyn de twee , eenige middelen , welke ons, in de tegenwoordige omftandigheden, behouden, , ja de overwinning verzekeren kunnen; en , UEd. Gr. Mog. hebben zulks zekerlyk , begreepen, door aan ons zulk een ample , magt en tegelyk het vermogen van Ge, heimhouding, wanneer het belang van hét Vaderland zulks vereischte, te ver- leenen. „ En, daar wy overtuigd zyn, dat UEd. Gr. Mog. in die gevoelens verfeeren, hebben wy nog heden aan de Commifen der Magazynen aangefchreeven, om ons eene fpecifique Opgave te doen van alle de Ammunitie van Oorlog, welke zich in dezelve bevindt — en, in dat zelfde vertrouwen neemen wy de vryheid UEd. Gr. Mog. te verzoeken, dat UEd. Gr. Mog. ten fpoedigften, en zonder refumptie, aan alle Commifen van 's Lands Magazynen gelieven aan te fchryven, en des noods te gelasten, om, op onze Requifitie, zodanige Ammunitie van Oorlog te laaten volgen, als wy ten dienste van den Lande noodig zullen oordeelen; op dat wy dus in ftaat gefteld worden, om ook die zaaken te effectueeren, die niet anders dan natuurlyke gevolgen, en ondergefchikte middelen zyn, om het groote oogmerk te bereiken, met welker Uitvoering UEd. »Gr.  HISTORIE. 37* Gr. Mog. ons wel hebben gelieven te "S° Staaten van Holland beflooten dat aan deCommafie eene Lyst van den ftaat der Magazynen behoorde gegeeven te wor den, « zagen eenigen dit geval aan als een beginzel van werkloosheid en traagheid, en meenden hier eene kenbaare oorzaak van tegenwerking te vinden, die voor den Land. van de gevaarlykfte gevolgen kon zyn, en wilden daarom, dat ieder in zyne Stadje wege bragt, dat de Leden van Gecommitteerde Raaden, die aanleiding gaven tot de klagten in den Brieve der Commisfie uitge ftort, terftond te rug geroepen, en etendver plaatzen vervuld wierden door Mannen wier deugd en trouw men met behoefde ir Twyfel teg trekken. — Terwyl anderen daar uit het gevolg trokken, hoe gevaarly het was de Collegien van 's Lands beftuu te vermenigvuldigen; en hoe veel aanle. dings zulks gaf tot Oneemgheid en Tegen W"Satfit^n Oneenigheid, enTegenwer king, uit de Aanftelling deezer Commisü gefloten, met ombrooken hebbe getu gen eene menigte van voorvallen, diejl (**) Extract uit ecu Misfive den H Juny i/B? tlnnr Ed. Mog. Heeren Gecommitteerden van de £. Gr Mog. Hoeren Staaten van Holland enWffrte land tot Defenfie van de Provincie van Holland , dc Stad Utrecht, aan hun Ld. fef. mog. (■ + •) Post van dm Neder-Rbpi XT. D. bl. ïtt N, Nederl. Jaarb. I7«7- bl. 1294. Aa 2 XL.' BOEK» 1787. Verfchillendeoordeelvellingenover dit geval. l - Verlc-hei; de ver- ' wyüngen indeVer- - zoeken ,- door d$ > s» 3,  r XL. boek. •1787. Commisfie gedaan. i l < v r ( \ I \ e F i fi h 'J n z 2 g 37* VADERLANDSCHE kander als verdrongen j en welker voor* naamfte wy met mogen nalaaten op te haaien. Verwylde Befluiten, gedeehjyke Toestemmingen betwiste Vorderingen, deeden zien in menigte op. Verzogten Gecommitteerden tot het Defrrfieweezen hun Ed. Gr. Mog. om aan de Lommandanten der Regimenten te bevelen, 3f dne maandlykfche Lysten aan hun Ed! £r. Mog. zelve te zenden , en niet aan den Kaadvan Staaten, of aan de Hoofden der Regimenten, die zich niet in bet Can on jevonden. - Men zou 'er zich nader op f»- - Gaven zy berigt, dat vercheide Commandanten de Verhooging van rwaalf Stuivers afkorteden. en o,k weigeren de nadere Verhooging van Tien sluiers uit te deelen, met verzoek dat de Commandanten mogten aangefchreeven worden, m, zonder korting, dat meerder toegezegde >eld, aan het Volk te geeven. —_ Het rerd gefteld in handen van Gecommitteerde .aaden om, in gevolge de bevelen van en Lande, daarover te befchikken. • . orderden zy eene fpoedige aanft,lling van en Commandant van Geertruidenberg, m laats van Grenier Het werd in ^dvys gehouden to- dat het Perfooneel Be)gne haar Verflag deswegen zou uitgebragt ebtien. — Schreeven zy over gebrek aan enten , indien men zomvvylen mogt geoodzaaktzyn te veld te trekken, hadden 1 daar toe Gecommi teerde Raaden ver?gt, en deeze daar op wel eenige, maar -enegenoegzaame, voorzieninge gedaan; biel-  HISTORIE. 373 Hielden zy daarom aan by hun Ed. Groot Moa- • dac d~ Commandanten, die niet in het Cordon waren mogten aangefchreeven worden hunne Tenten te (Voerden ia hetMagazyn te brengen — Gecommitteerde Raaden. des om berigt gevraagd, keverden als hun Raadflag in, dat de Tenten een eigendom waren der Regimenten , waar over hun Ed. Gr. Mog. dus niet te bevelen hadden, en dat derhal ven de Heeren Gecommitteerden ter Dvferfk behoorden gelasc te worden om de noodLe Tenten , ten minfte koste , te laaten maaken : waar toe zy ook door Sraaten van Holland gemagtigd werden (*). Van verder uitzigt was een Brief door deze Commisfie aan Staaten van Holland., by welken zy m bedenking gaven; „ of „ Hoogstdezelven niet zouden kunnen goedvinden, om, by expre&fe Refolutie, te „ laudeeren en te approbeeren de poogin„ gen der Schutteryen en Gewapende Ge M nootfchappen in de Steden en op 't Platje te land van Holland, ter verdeediging er w beveiliging van deeze Provincie, en haar< „Bondgenooten, tot dusverre beweezen; „ met verklaaring, dat hun Ed. Gr. Mog „daar aan , ne«/ens de Adfillentie der braa 5, ve en getrouwe Militairen, onder Gods „ Zegen , toefchreeven , dat het Vader lan 1 . deeze Provincie, en de Stac mUirecht, toe nog toe, voor allen gewei di. » Ul (*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 1294» }76$ !799> l838- Aa 3 XW BOEK, 1787. Voordellen der Commisfie ten haate der GewapendeBurgeren. .  374 VADERLANDSCHE XL. Boek. .1787. 1 ! 3 } Adres derBur- t gercorp- j v z s „ digen aanval was bevryd gebleeven. —— „Als mede om aan de Manfchappen, die, „ ten dienste van het Vaderland, uitgetrokken zyn, of verder zullen uittrekken, „en te dier gelegenheid mogten verminkt „worden, of fneuvelen, als mede aan dery zeiver naatelatene Weduwen en Kindeoren, toe te zeggen eene Schadeloosftel„Iing, overeenkomftig met een Ontwerp ö by deezen breeder gevoegd, en het geen 9 voor een gedeelte, in tyden van Oorlog, „ aan de Militie van den Staat wordt geac„ cordeerd. — En eindelyk om aan de Ingezetenen deezer Provincie toe te zeg9 Sen » dat nim Ed. Gr. Mog. geen ander , oogmerk hebben dan om, naa het afkee, ren van het gevaar, 't geen deeze Pro, vintie thans dreigt, en het byleggen der , gereezene Gefchillen in andere Provinci, en, den Invloed van de Burgeryen op der, zeiver Regenten, in deeze Provincie, zoda, nig vast te ftellen, als het. beste gedeelte , der Ingezetenen thans algemeen verlangt, , en meest dienstig kan zyn, ter herftelling ,van de Rust, Eendragt en Vertrouwen , tusfehen Regenten en Burgers (*\ De Gewapende Burger-corpfen in Holand waren reeds bedagt geweest om hunne lekommernisfen , wegens de beletzelen , wel- C*) Het zwaarwigtig fhijt over den Volksinloed op de Regeeringsbefreliinge hier aangeroerd, , "rl" wy.v°lledig behandelen a!s wy de Staatsefchiedemsfe van Holland meer in byzonder fe.  HISTORIE. 375 welke zy, in het voortzetten h™»» Paringen van tyd tot tyd, aantroffen, en me S dgaadlyk reeds ongunstig werkten of welhgt, voor het vervolg, van eenen heüloo zfn invloed zouden kunnen worden op den geest en van hun Ed! G, Agtb tejjerpen^ Hoogstdezelven de ontdekte bezwaaren eer biedig onder het oog te brengen; doch z zagen zich gelukkig voorgekomen door d< loflyke werkzaamheid der Heeren Gecom mitteerden, die het bovengemeldeStuk te Tafel van hun Ed. Gr. _ Mog. °«g«n. ei hadden zy derhalven niets anders te doen dan dit Voorftel met hun Adres, t welk z Haarlem, ^fe»?^ koven en Alkmaar goedkeorden «rwjM Ridderfchap, met de StedenDdft, Ee den, Gouda, Gornichem, Schiedam ,Bn Z Enkhuizen, Edam ^denblik ^ werende, aannamen zich nader te zulle ^Se'Suit hier op gevallen is, om me darVeene rede, merkwaardig, en woordh Z den volgenden inhoud. „In agting g nomen zynde den yver en zéle, waar m " de"s Lands Ingezetenen zyn aangedaa, ?0t onderfieuning ter Dfnfted^t vincie en haar er Bondgenooten, mitsg Aa 4 v ö£ BOEK. I787. fen tot onderfteuningdaar vau. t 1 ► f 1 Gunftig t Verflag over het ' Voorftel. e I- u n :r Opmer■fc kens3 waardig " Befluit deswe1, gen ge0. nomen. ars  XL. BOEK. '}7*7, i 5 5 » 5 9 5! 5) 95 95 59 55 35 59 35 55 99 55 55 55 55 55 55 ! »j ; 576- VADERLANDSCHE 5» dersi tot Confervatie der algemeene Rust; 55 en daar by ook geconfidereerd, dat uit 55 den aart der alhier geëcablisfeerde Regee5, nngsvorm aan het Folk een billyken In~ >5 vloed op zyne Regenten competeert, 55 is goedgevonden en verftaan, by deezen » te laudeeren en te approbeeren, de poogingen der Schutteryen en Gewapende Ge» nootjchappen in de Steden en op 't PJat, teland van Holland, ter Verdeediging en , Beveiliging van deeze Provincie en haare , Uondgenooten, tot dus verre beweezen r > met verklaaring, dat hun Ed. Gr. Mog. , daar aan, nevens de Adfijlentieder braa• % en ^rouwe Militairen, onder Gons i Aegen, toefchryven, dat het Vaderland, deeze Provincie en de Stad Utrecht, tot nog toe, voor allen geweldigen Aanval, zyn bevryd gebleeven. -— Wyders, dat aan alle Manfchappen van gemelde Schutteryen en Gewapende Genootfchappen, die ten dienden van het Vaderland uitgetrokken zyn, of verder uittrekken zullen, en zich onder de Orders van den Commandeerenden Officier (lellen, en te dier gelegenheid mogten vermikt worden or ineuvelen, als mede aan derzelver raatelaatene Weduwen en Kinderen, by deezen, toe te zeggen een Dedomagement, op den voet van den Voorflag der Heeren bun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden ter Defenfle En verder te verklaaren, iat gelyk hun Ed. Gr. Mog. by hun' ie Kefolutie laatstleden reeds openlyk Jfkend hebben, uit hoofde der Regee- n ringt-  HISTORIE. 377 v, ringsvorm by Reprefentatie , notoirlyk zekere Invloed aan het Volk toekomt, en: H dat hier omtrent billyke bepaalingen, die „ alle twyfeling en regtmaatige argwaan „ affnyden kunnen, noodig zyn, Hoogst, dezelve in die Gevoelens niet alleen volharden; maar ook volkomen gezind zyn „ en blyven, overeenkomftig den aart der „ Conflitutie, en 's Lands waare belangens, „ dezelve te realifeeren," Op dit Befluit nam de Ridderfchap, met de Steden Delft, Gouda, Gornichem, Schiedam, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Edam en Medemblik aan, zich vervolgens nader te zullen verklaaren. — By het volftrekt bepaalen van dit Staatsbefluit ftelde men ook vast, naa dat deswegens, in een groot Befogne met Heeren Gecommitteerde Raaden onderzoek gedaan was, welk een Scha vergoeding aan de Verminkten, als mede aan de Weduwen en Kinderen der Gefneuvelden, zou worden toegezegd (*), Hoe- C*) Refol van Heil. 17 .cn 24 July 11 en 14 Aug. 1787. Het Plan van Schavergoeding was van deezen Inhoud. Dat alle die Burgers, die in den Dienst zulleo verminkt worden, in zo verre, dat dezelve onbekwaam zuilen zyn, zich te kunnen geneeren, zal worden toegelegd. A. Of in ééns eene fomme by Uitkoop. B. Of eene weeklykfche Gratificatie. A. Dat de fomme by Uitkoop, in ééns te geeven , zou dienen te worden bepaald op den volgenden voet. #. Voor het verlies van beide Oogen , , ƒ2000:0:0. Aa 5 Vos* XL. 5 OEK. 1787.  378 VADERLANDSCHE XL. BOEK. I787. Gefchil over de Magtsverleening aan de Commisfie. Voor het verlies van één Oog . . . ƒ450:0:0. En voor andere Accidenten of verminkingen aan dezelve , beneden de voorfchreven refpective fommen, ter Discretie van het Collegie van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden, elk in zyn Kwartier. b. Voor het verlies van beide Armen of Handen . ƒ1600:0:0. Voor het verlies van de Rechter Hand of Arm . ƒ 600: o : o. Voor het verlies van de Slinker Hand of Arm . ƒ 450: o: o. - En voor andere Verminkin. gen ter Discretie als boven. ■ c. Voor het verlies van beide Beenen of Voeten . ƒ1000:0:0. Voor het verlies van één Been of Voet . . ƒ600:0:0. En voor andere Verminkingen ter Discretie als boven. B. 1. Dat aan alle die Burgers, die in den Dienst als boven zodanig Hoewel deeze gegeevene Goedkeuring en Loffpraake, als mede de aanmoedigende Toezegging, den Gewapenden Burgeren, op 'c Voorftel der Commisfie, en volgens hunne eigene begeerte gefchonken, op verre na geene algemeene Toeftemming wegdroeg, rees 'er, omtrent gelyktydig, een ander gefchil tusfehen eenige der Staatsleden , wegens de Gezagbetooning der Commisfie , in het oprigten van geregeld en ander  HISTORIE. Z79 der Krygsvolk. De twist ter Staatsvergaderinge liep zeer hoog. De Commisfie hadt niet alleen, om de vermindering des Krygsvolks ter betaalinge vati Holland ftaande, door het bovengemelde verloop van zommige Regimenten, zo veel mogelyk, met den meesten fpoed, te verhelpen, aan eiken Deferteur, die over zou loopen uit de Troepen, welke tegen deeze Provincie en de Stad Utrecht by een ge- trok- nig zullen verminkt worden, datzy onbekwaam zyn zichzel' ven te geneereu, of iets tot hun eigen onderhoud en alimentatie te contribueeren, hun leeven lang geduurende. zal worden toegelegd weeklyks . ƒ 4:0:0. 2. Dat aan de overgebleeyene Weduwen zonder Kinderen van de in preftatie om denzelfdenDienst gefneuvelde Burgers 's weeklyks zal worden toegelegd de fomma van . . . f 3:3 °- Tot zo lange zy weder ko. men te hertrouwen ; doeh langer niet. 3. Dat ieder Weduwe der invoege als vooren gefneuvelde Burgers, dewelke met Kinderen blyft zitten , 's weeklyks zr.1 ontvangen . . • ƒ 3:3: °- En daarenboven voor ieder Kind beneden de 14 Jaaren . ƒ 0:10:0 Alles flegts tot zo lang, dat de gemelde Weduwe komt te hertrouwen, of te overlyden: dewyl in dit laatfle geval, de Kinderen tot laste der publieke Godshuizen kunnen komen. XL. BOEK* T-87. Wat ^er voorviel over huu bedryf tot vermeerdering der Krygsmagt?  XL. boek. mr. i i i i i \ I e c I g n /, E vl ïi m te ni: gi> zu SSo VADERLANDSCHE trokken waren, of byeen getrokken zouden W° r\V\ Zich in het een ander Regiment of Militair Corps, ten dienfte van die Gewest zou laaten aanneemen, en aan't zelve alleen den Eed doen, eene Belooningvan zes Jukaaten uitgeloofd, en deeze zelfde toezegging gedaan aan eiken Vreemdeling, die zich, op dezelfde wyze en gelvke voorwaarde ten dienfte deezer Provincie verbondt (*); maar ook den Collonel van sTKRRfcNBACti last gegeeven een Corps op « ngten, beilaande ui, een Regiment Voetvolk, eenige Uragonders en Artilleristen. .eertruidenberg zou ter Verzamelpaats van c*;lve dienen. - Ue Magiftraat van Geerruidenberg fchreef hier over aan Gecommtteerde Raaden, die deezen Brief ter tael van hun Ed. Gr. Mog. bragten met erzoek om te mogen weeten, hoe zy zich lier m gedraagen zouden. indien men hun m betaaling daar voor vroeg — De Riderfchap wilde hier op de Commbfle ter Jefenfie aangefchreeven hebben . om , hanende de Raadpleegingen op dit ftuk ^ hier lede niet voort te gaan; doch de Meer- der- (*) Extract uit de Refolutie» der Gecommitteerm van de Edele Gro t Mog. Heeren Staaten van ollajid en IVestfriesland, ter Defenfie deezer Pronae en de Stad Utrecht. 14 July 1787 _ Op ieslands voorftel beflooten vervolgens de Alge'.ene Staaten Holland eenen aanmaanenden Brief fchryven, zo wegens het belooven van Belooïgen ran de Üverloopers, als wegens de verhooig van de Soldy des Urygsvolks, verwagtende dat ik een Befluit, als de geheele Militie bederven, , zou worden ingetrokken.  Historié. $u «lerheid der Vergaderinge verftond, dat aan de Commi-fie breede Magi gegeeven was, en zy, van wegen het verloop des Krygsvolks, zorge moest draagen tot het te wtrkllellen van middelen die haar voorkwamen ten meeste nutte van den Lande te ftrekken; dat uit ditn hoofde Gecommitteerde Raaden dienden gemngrigd te worden, der Regeeringe van Geertruidenber^ aan te fchryven, om de Bevelen der Com misfie van hun Ed Gr. Mog. te gehoor zaamen; waar op de Ridderfchap en de me haar inllemmende Staatsleden dien Brief over namen (*). Het teder ftuk, hoe verre de Heeren Ge committeerden tot de Verdeediging van Hol land en de Stad Utrecht. uit kragte van he Staatsbefluit van den twaalfden van Zomer maand, bevoegd waren tot het oprigten vai Nieuwe Corpfen geregelde en ligte Troe pen, kwam in Oogsrmaand ter gezette overweeginge De Afgevaardigden derSte den Dordrecht, Haarlem, Leyden , Am fterdam. Gouda, Rotterdam, en Alkmaar de Meerderheid uitmaakende der Leden i het groot Befogne daar over gehouden, wa ren van oordeel, dat en de Letter en he Oogmerk des gemelden Staatsbefluits klas uitweeden, „dat, daar by, aan die Heeren g« ju geenen was de volkomen Magt en Facu 3, teit om alle zodanige Middelen te beraj w men en Maatregelen te neemen en ten ui w voer te brengen als best gefchikt zoude zyn CO Mol* van Holh 29 July 1787. Xt* E O E 1787. • Uïtge* . bragt . Verflag ' dewege, ■ bun dit 1 toeken. . nende- r » a t r n  38a VADERLANDSCHE XL. boek Verklaaring der Ridderfchappehier tegen ingerigt. » zyn> om alle Anvallen tegen deeze Prö* , „vincie, en de Stad Utrecht efficacijeus te n keer te gaan; en dat zy Heeren Gecommitteerden diens volgens van Advys waren, „dat geperfideerd wordende by de voor„fchree^en Refoiutie, de gemelde Heeren, „ uit dien hoofde, bevoegd waren, tot hec „oprigten van zodanige Nieuwe Corpfen „ reguliere en ligte Troepen , als dezelve „ tot de noodige Defenfie deezer Provincie n en de S/ad Utrecht, zouden oordeelen niet „ gemist te kunnen worden; en dat van 'c „ voorfchreevene aan de Heeren Gecom„ mitteerden te Woerden kennis zou be„ hooren te worden gegeeven, tot derzelver n narigt." De Afgevaardigden der Steden Delft, Brielle, Hoorn Enkhuizen, Edam en Medemblik, wilden hier op nader verftaan het oogmerk van hunne Zenderen; zy verzogten met de Ridderfchap een Affchrift van het gedaan Verflag , terwyl het, volftrekt Bef uit, tot nadere Raadpleegiog werd, uit— gefleld, „ Dan, voegde de Ridderfchap 'er „nevens dat zy zich verpligt gevonden „ hebbende tot het voorflaan en bepaalen „van een Commisforiaal Befogne, om te „ onderzoeken in hoe verre, de Heeren Ge„ committeerden tot de Defenfie deezer Proff vincie en de Stad Utrecht, uit kragte van „de Commisfie, door de Pluraliteit der „ Vergaderinge aan hun verleend, bevoegd „ kunnen zyn tot eenige Augmentatie van „de Militie hoegenaamd, gelyk thans door ft die Commisfie ipfo facto ondernomen werd; » al-  HISTORIE. 383 w alles gedaan hadden onder inhefie, van de Advyzen en Aantekeningen van de, " Orde, nopens de Benoeming deezer ComW misfie, en thans in dit Befogne moe" tende dienen van Advis, zy van geil dagten zyn zouden, dat, offchoon men niet kan ontveinzen, dat de Heeren van de Commisfie te Woerden, van eene zeer „ ample en exclufive Magt zyn voorzien, (eene Magt grooter dan die van hun Ed. II Gr. Mog. zelve, en alzo a priori inconftitutioneel en onbeftaanbaar,) die Magt zich egter nooit kon uitftrekken, " tot zodanige Handelingen en Contracten ' die ftrydig zouden zyn , met de Grond„ wetten en Voorregten eeniger Ingezetenen, dus ook met de Regten van de f, Leden van hun Ed. Groot Mog. Vergadering, waar van de inbreuk zonneklaar n daar gefteld zou zyn, wanneer men aan de " fustenue van de voornoemde Commisfie M zou willen toekennen zodanige Magt als in I? dit Commisforiaal wordt overwoogen. „ Dat die Magt direct aanloopt tegen de „Grondwetten van den Lande; dat allePun„ ten van Bezwaar niet dan met eenpaarig- „ heid geconcludeerd kunnen worden. Dat het aanwerven van Nieuwe Corpfen, „hetaugmenteeren van Compagnien wel de„ gelyk Punten van Bezwaar zyn, onaffchei„ delyk van het Finantieweezen der Provincie; dat Gecommitteerde Raaden nien.be„ voegd zyn, om eenige Belastingen te doen, „dan op Authorifatie van hun Ed. Groot „Mog., en zelfs'niet per confequentie van " 0 „ VOO" XL. 5 O E K. I787.  3§4 VADERLANDSCHË XL. Koek .1787. Verrchil tusfehen Wassenaar, en Van BfiRCKEL' '„ voorige Refolutien hoegenaamd 5 maar . » dat Gecommitteerde Raaden als dan vern pl'gt zYn j om nog eene ad Mum actum „ ce vraagen." Op welke gronden de Heeren van de Ridderfchap zich verpligt vonden, om, wegens dit Befogne hun Ed. Gr. Mog. te advifeeren. „ Aan de Commisfie te Woerden aan »te fchryven , om geene Capitulatien of „ Contracten van Oprigting van Nieuwe Militaire Corpfen, onder welke Benaaming „ die ook mogen zyn, aan te gaan, of ook „eenige Augmentatien in de iierkte van „ Compagnien te onderneemen, zonder al„ voorens daar van aan hun Ed; Gn Mog* „ kennis te geeven, en derzelver Orders af té » wagten. En om, wyders het Gedrag „ van Gecommitteerde Raaden te laudeeren „en te approbeeren, hun verzoekende op „ zodanige, ten Bezwaar van den Lande ftrek„ kende, onderneemingen, een wakend oog „ te houden; en wanneer dezelve tot hun „ kennis mogt komen, hun Ed. Gr. Mog, „ daar van te prevenieeren (*)•'* Hoe zeer men gewoon was aan heftige tegenfpraak, en met veel drifts gepaarde woordwisfdjng tusfehen deLeden terHolland* fche Staatsvergadering, in gevoelens verre van een en dikwyls lynrecht tegen elkandef in loopende, klom zulks te deezer byeenkomst verre boven den gewoonen peil. De Amfierdamfche Penfionaris van Berckéi; de Aantekening van de Ridderfchap ontlee- dende (*) Refol* van Holh 4 Aug. 1787,;  HISTORIE. 3^5 ifende cn 'er eenige gevolgen uittrekkende, viel de Heer van Wassenaar StarrenBerg, van wegen de Ridderfchap het woord voerende, hem in de reden; deeze gaf hem daar op, met veel drifts, te verftaan, „ dat „ hy vóór zyne beurt fprak, alle orde en 9, wetten der Vergadering fchondt, met „ verzekering dat hy van zulk eene incons, ftitutioneele en ongeoorloofde wyze van „ raadpleegen verflag aan zyn Principaalen 3, zou doen , en de Vergadering verlaa- 9, ten." Waar op de Ridder , niet min in drift ontftooken antwoordde „dat foort„ gelyke uitvallen noch aan zyn Ed. noch „ aan iemand voegden , en dat hy geen „ Man was om 't zelve zo min binnen als „ buiten de Vergadering te dulden! ' De Penfionaris beklaagde zich hier over, ah een hoon hem aangedaan, en werd vervolgens door Afgevaardigden van Amflerdam voorgefteld om het Reglement van mdlxxï op de Orde van de Vergadering te herzien Zy drongen aan om voldoening wegens hei onlangs voorgevallene tusfehen den Heer vak Starrenberg en hunnen Penfionaris, waai over zich diens Zenders beledigd vonden en deswegen eene Verklaaring inleeverden om in de Staatspapieren te plaatzen. Hier tegen verzette zich de Pvidderfchap Heevige twisten vielen 'er by voor, en wen 'er eene Tegenverklaaring uit gebooren waar in deeze Heeren, betuigen „ dat he „ eerder zou ftaan aan de Heeren van di „Ridderfchap van zich te beklaagen ove iP het Gedrag van den Penfionaris van Berc XIV. deel, Bb „ke; b o e Ka i 1 1 » > f Sr  38Ó VADERLANDSCHE XL, BOEK. ickl dan wel aan de Regeering van Amvfterdam over het Gezegde van den Heer „van Wassenaar, aan dien Minister." — Zy voegden 'er by, tot verdeediging van hunne Orde, „ dat de Heeren van de Rid„ derfchap, zedert lang, hadden moeten on„ dervinden , de verregaande uitdrukkingen „ en hoonenden toon, welke men zich her„ haalde keeren veroorlofd hadt te houden „ tegen hun Corps, wanneer het Advys van „ dezelve niet overeenkwam met het thans „ heerfchende Systema: ja waren de on„ geregeldheden van dien kant zo verre ge„ gaan, dat de Ridderfchap daar over geen „ Satisfactie kunnende erlangen,noch eenig „ redres te wege brengen, zich verpligt „ hadden gevonden de Refolutie te neemen, a (wilden zy zich niet aan de fpot en min„agting van een ieder blootftellen,) cm u voortaan zeer cordaat op dien zelfden voet ö alszy bejegend werden rereciproceeren, en Q dien onbetaamenden toon en beledigende , taal, welke dagelyks ten hunnen opzigte t} plaats hadt, te beantwoorden op eene wyze „ overeenkomftig 't geen zy aan hun Eer en e Geboorte verfchuldigd waren."—Dit hadt de Heer van Wassenaar Staruenberg in het tegenwoordige geval, huns oordeels, gedaan; „ hier toe," fchreeven zy „ was „ hy bevoegd, zo wel als integreerend Lid „ der Souveraine Vergadering, als uit hoof„ de van zyne eigene Qualiteit, welke hem niet kon permitteeren injurieufe uitdruk, kingen onbeantwoord voorby te laaten , gaan." Weshalven zy diens gedrag in alles  historie. 387 les moesten goedkeuren , en zyn zaak de hunne maaken „ welverzekerd, dat de Re„ gering van Amflerdam, indien dezelven „ van het waare onderrigt was geweest, wel „ verre van een dergelyk Declaratoir in te „leveren, en het geen met zo veel regts „aan haaren Penfionaris gezegd was, als „ eene ladie te coniidereeren, en ad animum „ te revoceeren , gemelde Heer Penfionaris „ geïnjungeerd zouden hebben, zich met „ meer Befcheidenheids te gedraagen, en niet „ door zyne verregaande Uitdrukkingen,zelfs „aanleiding te geeven, dat de Deliberatien „ met die decentie, als het behoort, niet „ konden voortgezet worden." Deeze Aantekening bleef van de zyde der Amflerdamfche Regeering niet onbeantwoord, waar tegen de Ridderfchap, zich weder een Tegenaantekening voorbehield (*). Om het wydgaapend verfchil, wegens de Magt der Commisfie, af te doen kon men eerst niet overeenkomen dag te ftellen, en viel'er, tot dit ftuk betreklyk, inmiddels het een en ander voor. Eenige Staatsleden van Holland fpraaken , op voorgang van Dordrecht van de noodzaaklykheid om vyf of zes Officieren Ingenieurs, ten dienfte van Holland, onder de Orders van den Generaal van Rysskl, aan te ftellen, en, ten dien einde de Commisfie te Woerden te volmagtigen tot de opgave der daar toe bekwaame Perfoonen, om by Heeren Gecommitteerde Raa- (*) Refol. Holt. 8 en 15 Aug. 1787. ,2V, Nederl %éurb, 1787,/bl. 3136. en 4538. Bb * XL. HOEK. 1787. Gefchil over het aan.ftellen van lngeni» eurs,  383 VADERLANDSCHE XL. BOEK, Raaden de Commisfie te ontvangen, naa dat dezelve byhun Ed.Gr. Mog. zou zyn goedgekeurd. DitVoorftel vondt fterken tegenftand by de Ridderfchap, als mede by de Steden Delft, Erielle, Hoorn, Edam en Medemblik,^ boven al uit hoofde van het bezwaar van s Lands Kas: en dat zy daar in niet zouden toeftemmen, noch in de Betaaling uit 's Lands Kas bewilligen. Men bepaalde egter een kort aanmaanden dag om deeze Ingenieurs aan te ftellen; en dat, indien men de Betaaling uit 's Lands Kas wilde weigeren, men dan de voldoening zou vinden by deComptoiren in de Steden, uit die penningen, welke men anders gewoon was in s Lands Kas over te brengen. De Ridderfchap nam dit over. Op den dag ter volvoeringe van dit Voorftel beftemd werd het in een Befluit veranderd, en de Commisfie te Woerden daar toe gevolmagtigd. De Ridderfchap ftemde toen wel in hetaanneemen van eenige Ingenieurs: doch om zich deswegen by den Raad van Staaten te vervoegen ; maar ingevalle de Raad van Staaten daar aan niet mogt voldoen, Heeren Gecommitteerde Raaden te volmagtigen, die Officieren een Daggeld toe te leggen; mits niet hooger loopende dan de jaarlykfche Wedden; en daar toe geene Vreemdelingen te gebruiken, om dat zy te veel plaatfelyke kundigheden zouden verkrygen. Delft liet zich niet verder in dan dat, zo men mogt begrypen eenige Ingenieurs noodig te hebben, als dan vooral geen Vreemdelingen aan te ftellen, zich ver-  HISTORIE. 389 vereenigende met het Voorftel in voorige Jaaren door Schoonhoven gedaan , om, zo min mogelyk, Vreemden in 's Lands dienst te gebruiken. Die werd door Schoonhoven en door alle de Steden begreepen eene ftilzwygende voorwaarde te zyn, indien men onder de Landzaaten daar toe kundige Perfoonen kon vinden (*). De Commisfie onderrigt, dat Heeren Ge committeerde Raaden zwarigheid maakten om het beloofde Douceur aan de Ritmeesters en Capiteinen voor de Werving te betaalen , zonder daar toe gelast te zyn van hun Ed. Gr. Mog., verzogten, dat, ftaande de Vergadering , daar op mogt beflooten worden. Het Befluit viel om, des noods, Heeren Gecommitteerde Raaden hier op te gelasten (f). Om van mindere tegenftribbelingen niet tegewaagen, en weder tot de nog hangende groote zaak, de Magt der Commisfie ter Verdeediging te komen. De vyftiende van Oogstmaand was bepaald om dit gewigtig ftuk af te doen, en gefchiedde zulks overeenkomftig met het Verflag der Meerder heid (§), tegen den zin der Ridderfchappe. Die, ten deezen dage, een breedvoerig Advys inleeverde om tegen te gaan, verfcheide Stellingen door de anders denkende Staatsleden, in de hitte des gefchils, ftaande gehouden, en welke hun van dien aart voorkwamen, dat zy een byzondere weder- „ fpraak (*) Refol. van Holh 3 en 8 Ang. 1787, '(f) Refol. van Holl. 15 Aug. 1787. <3) Zie hier hoven bl. 38.1. Bb 3 , XL. BOEK.. 1787. Gefchil over de Betaaling van het Douceur voor de Werving. Het groot Gefchil over de Aanwerving des Krygsvolksdoor de Commisfie, ten voordeele van dezelve bepaald.Wederfpraakder Ridderfchap*p.e.  XL. Boek. 1 ) 390 VADERLANDSCHE fpraak vorderden, „ zo ten opzigte van den » daadlyken zin, als ten opzigte van de II„latien en Confequentien, welk daar uit, „ fpeciaal ten opzigte van de Denkwyze van „de Ridderfchap zouden kunnen voort„ vloeijen." Jn 't byzonder verzetten zy zich tegen het gefielde aan Dordrecht toegefchreeven. „ Dat men niet moest treeden j,in 't geen de Conftitutie, of het Regt van ?, Overftemming raakte; maar zich bepaalen „ tot de eenvoudige Vraag, wat is de Refo„ lutie ? " — Als mede tegen het beweerde van Haarlem, uit het Oogmerk dier Refolutie, en den daar uit vastgeilelden „ Algew meenen Regel, dat men zich houden moest n aan den bepaalden voet." Verder oordeelde de Ridderfchap te moeten waaken tegen alles, 't welk, in eeniger voege, haare Denkwyze in een ander licht kon doen voorkomen dan dezelve weezenlyk was. Zy hadt bemerkt, dat wanneer zy niet onmiddelyk zamenftemde in alle uitgeftrektheid tot maatregelen, welke op onderfcheide tyden en wyzen voorgefteld, altoos als onontbeerelyk voor de Verdeedi5ing „van Holland befchouwd werden, door iie dezelve voordroegen, en wanneer de Kidderfchap van die onontbeerelykheid niet wertuigd was, of wanneer dezelve door iet gewigt der Voorwerpen, of inzigt der gevolgen, zich niet in ftaat bevondt, zich aogenbliklyk te verklaaren . en in alles mede eftemmen, men haare handel wyze fcheen toe e fchryven, „ aan eene bepaalde Intentie > van de zaaken maar te willen delaijeeren , » ja  HISTORIE. 391 ~ ja zelfs van zich de Defenfie deezer Provin„ cie niet genoegzaam ter harte te neemen. „ Dit denkbeeld," luidt hunne taal, „is „ voor lieden van Eer allergevoeligst! —-„En daar thans alles, wat in de Vergadering van U Ed. Gr. Mog. omgaat, publiek is, en in veele Nieuwspapieren „ word voorgedraagen, op eene wyze, die, „ of geheel verdraaid is, of geheel onecht 1 in de omftandigheden, zo volgt daar uit, „dat de Ridderfchap het voorwerp moet „worden van de Kleinagting, ja zelfs van „ den Haat van dat j^deelte der goede In„ gezetenen, die zodanige (tukken met een blind vertrouwen komen te leezen ; en „ de Ridderfchap behoeft zich niet te elar"•eeren over de onaangenaamheden en het ' onreet , waar aan zy daar door wordt ' bloo? gefteld. De Ridderfchap wykt voor „ niemand in oprechten en vuungen yver „voor de noodige Verdeediging deezer Pro„vince, en zal daar voor Goed en Bloed "opofferen. Doch, vermids de Maatregelen tot Defenfie vast involveeren, dat 'er bekende Vyanden zyn, die een Attac„que in den zin hebben, zo meent de „Ridderfchap, dat 'er wel alle middelen „ van precautie en voorzorg in t werk geil (leid moeten worden, en daar toe heef c„zy altoos geconcurreerd: maar zy verbeent teffens, dat, om die maatregelen „ uittebreiden op eene wyze die s Lands „Kas zigtbaar uitput, ja haar Financieel „Vermogen te boven gaat, 'er vooraf deeBb 4 »>ze XL. E O E K. I707.  392 VADERLANDSCHE XL. Boek. .1787. i „ ze drie Objecten, door grondige bewyzeta „ geconftateerd moeten zyn. Foor eerst „ Dat de Provincie werklyk, in den vol„ i- K. 1-87. Tegenverklaaring der Ridder, fchappe. 1 1 I •» 1 e ft £  XL. koek. i;87. Verdeeldheid over het geeven van Patenten door de Commisfie. i i I f 1 c • t I C h (*) RcfoL van Iloll. 15 Aug. 1787. 304 VADERLANDSCHE daar door de Provincie van Holland, en de StadUtrecht, genoegzaam befchermd waren, en dat over zulks de Commisfie diende aangefchreeven te worden geene verdere Corpfen aan te neemen. — Dan de Steden Dordrecht , Haarlem , Leyden , Amflerdam, Gouda, Rotterdam , Schoonhoven, Alkmaar , Monnikendam en Purmerende, hielde aan zich eene Tegenverklaaring (*). Onmiddelyk hier op, reezen 'er Verdeeldheden over de Patenten door de Commisfie uitgegeeven; waar aan een en ander weigerde te voldoen. Hun Ed. Gr. Mog. begreepen, dat de Krygsbezetting te Helvoetftuis en in den Brielle, waar aan de Commisfie Patent tot uittrekken gegeeven hadt, niet wel konden verminderd worden; zy keurden dus het gedrag van Gecommitteerde Raaden in deezen goed; doch wilden dat nen de Officieren, uit hoofde van de bygeiragte reden hunner Weigeringe, hun geroelens omtrent de Staatsbefluiten der Staaen van Holland als Territoriaale Souverain, f moest vraagen. By het verder raadplee;en hier over zou men aan de Commisfie te Voerden hier van kennis geeven, op dat ie het gegeeven Patent zoude kunnen inrekken. Dan de Ridderfchap wilde dieReimenten aangefchreeven hebben aan die levelen niet te gehoorzaamen; dewyl de Commisfie niet bevoegd was Patent aan dat xygsvolk te geeven: daar de Commisfie oor-  HISTORIE. 395 oordeelde bevoegd te zyn om over alle Troepen, de Bezetting in 'j Gravenhaage alleen uitgezonderd, bedel te doen,en verzogt dat dit Stuk fpoedig mogt worden afgedaan (*). De Algemeene Vergadering der Gewapende Burgercorpfen van de Steden en het Platteland in Holland, die, ten zelfden tyde, toen het Stuk van de Magt der Woer■denfche Staats-commisfie in zo ernftige overweeging kwam , en flofie tot zulke verwyderende Voordellen opleeverde , eene allerfterkile Verklaaring by hun Ed. Gr. Mog. hadt ingediend ({), tradt wederom te voorfchyn mee een Adres, tot Handhaaving der Commisfie, waar in zy, naa betuigd genoegen over de Aanfielling dier Staats-commisfie, en in de Leden waar uit dezelve beftondt, als mede wegens de bree de Magt daar aan verleend, verklaaren, „ tot ^hun grievende fmarte, te hebben moeten „ondervinden, dat de falutaire poogingen „ van die loflyke Staats-commisfie, voor een „groot gedeelte, waren verydeld, immers „ gedwarsboomd en verwyld, door de „ Meerderheid van het Collegie Uwer Ed. „ Gr. Mog. Gecommitteerde Raaden, en „anderen, zelfs particuliere Ingezetenen, „ welke reeds by den aanvang dier respecta,„ble Commisfie, (welke zo verre haare s, last betrof, niet minder dan U Ed. Gr, „Mog, (*) Refol. van Holl. i ff en 24 Aug. 1787. (t) Wy hebben dezelven hier boven bl. S3< gegeeven. XL. BOE K. i787. Aires der GewapendeBurgercorpfen , ten voordeelevande Commisfie.  39* VADERLANDS CHE XL. BOEK, Ï787. J 3 5 J 5 5 » » n a »Mog. zelfs reprefenteerde,) geweigerd „hebben haare Bevelen te gehoorzaamen; „ maar daar tegen allerlei frivole voorwendsels en uitvlugten te al legeeren, alleen „ gefchikt om , 't zy nayverige oogmerken, „ t zy andere bedoelingen, te beguniligen, „en te gebruiken, althans zeker om de „ heilzaame poogingen van UEd. Gr. Mog. „ Commisfie, ware het doenlyk, infructueus „ te maaken, gelyk daar van ten overtuig„ lyken blyke rtrekt de weigering van Atta„ che op het Patent van Uitmarsch van het „ Garnifoen der Stede Brielk en der For„ tresfe Helvoetjluis. „Datzy, confidereerende, dat gemelde „ Staats-commisfie is eene expresfe Dele„gatie, ter wier verantwoordinge, zo by 9 u Ed. Gr. Mog. als by alle braave Jnge, zetenen deezer Provincie moet komen de , Defenfie van derzelver Provincie en dat dezelve ook, wil zy, immers in dit eminene , gevaar, van eenig nut zyn, en niet flegts ,eene ydele vertooning maaken, volgens , den uitdruklyken Inhoud haarer Inftructie, , nimmer de Magt moet ontbeeren, om' ,zonder eenige provifioneele Rekenfchap , verfchuldigd te zyn, over alle de Troepen , van den Staat, 't zy binnen, 't zy buiten ,het Cordon, te kunnen befchikken, ge, lyk welgemelde Commisfie zulks noodig , zou oordeelen, zonder eenige bepaaling, voor zo verre de Defenfie deezer Provincie en de Stad Utrecht betreft, dezelve dan ook geenzins moet gefubordineerd zyn aan, of gecontradiceerd kan worden door „an-  HISTORIE. 39? „andere Collegien of Perfoonen, wie zy „ook zyn mogen: dewyl hier door het „ voornaam oogmerk haarer destinatie, ge„ lyk tot dusverre, tot treffend harteleed van „alle welgezinde Nederlanderen, meer dan „ te dikwerf gefchied is, geheel te niet kan „ loopen." Op deeze gronden verzogten zy hun Ed. Gr.Mog.nogmaals,betuigende, dat zy zich vasthielden aan de even aangewezene Verklaaring , om de Commisfie te Woerden in derzelver volle Magt en wettig Gezag te handhaaven, en de reeds toegebragte verhinderingen aan haare gegeevene Orders daadlyk uit den weg te ruimen (*). Zommigen willen het duiden als of de Commisfie, tot ftaaving van de uitgeftrektheid en onbeperktheid haarer werkinge, de toevlugt tot de Gewapende Burgercorpfen genomen, en dezelve tot het indienen van zodanig eer Adres zou opgewekt hebben; doch deeze verdenking moet vervallen by elk, die wee van welk een yvervuur de Leden dier Ge wapende Genootfchappen gloeiden. Onder dit veelvuldig woelen was de Commisfie onleedig geweest om de Verdeediging haar aanbevolen werkftellig te maaken. Tot dekking van Gouda en Hollanc in dien oord, waren twee gewigtige Postel aan den Tsfel bezet, en fchikkingen gemaak om eenige Polders onder water te zetten indien eenig Krygsvolk van Gelderland o Amersfoort, door de Alblasjer of Krimpt ne, (*) Refol. van Holl. 23 Aug. 1787, XL* ÏOEKi 1787. . Werk. zaamh&< den der Commis* ■ fie tot l verdee• diging te ' Lande. > f r  398 VADERLANDSCHE XL. boek. i?87. I j c d a W u S d d G di C ri o: A ner Waard, zouden tragten in Holland intedringen. De reeds in Bloeimaand gedaanen voorflag des Generaals van Ryssel, om te Vianen eenige nieuwe Werken te maaken, werd door de Commisfie in Zomermaand herhaald, by aanfchryvens aan hun Ed. Gr. Mog. dat zy het van de uiterfle noodzaaklykheid oordeelden, tot dekking iran de Vaard, een Retranchement aan te ^ggen ■> waar van men de kosten op 7000 Suldens begrootte. De laatfte veranderingen door deeze Comnisfie bewerkfteiligd , beftonden in den Geleraal Major van Ryssel, thans Bevellebber van de Troepen in het Cordon, tot Commandant van Naarden te benoemen, n het Gouvernement van die gewigtige festinghem op te draagen , in ftede van den oog bejaarden en zieklyken Generaal Majr Ghekl van Spanbroek; den Rhynraaf van Salm tot Commandant en Chef ver de Troepen, en tot tweeden Commanant L. W. P. Baron van der Borcii , is mede tot Kwartiermeester Generaal den lajor A. van Helden aan te ftellen; en, it hoofde van de aangelegenheid van de tad en het Land van Vianen tot Commanmt over dezelven te verkiezen den Luire- int Collonel S. Amoüdruz. Hun Ed. r. Mog. verzoekende de Commisfien van :n Rhyngraaf van Salm, en den Collonel ommandant van der Borch zodanig in te jten, dat de Officieren, welken hoogeren 7 ouderen Rang mogten hebben, daar )or zich niet benadeeld rekenden, en wilden  HISTORIE. $99 denzy, om dit gemaklyker te vinden, het Cordon,het welk thans, uit hoofde der omftandigheden, geheel van-Natuur veranderd was, voor vernietigd verklaard hebben ( > By deeze fchikkingen tot verdeediging te Land voegde men die te Water, zo op de Rivieren als in de Zuiderzee, 'c Welk aanleiding gaf tot nieuwe onaangenaamheden, en de twisten deedt vermenigvuldigen. Twee Gelderfche Heeren, met het Provinciaale Tacht na Nymegen te rug keerende, werden eerst by Gornichem, vervolgens by Loevefiein, door de daar geplaatfte Uitleggers aangehouden en onderzogt. Het Hof cn de Rekenkamer van Gelderland deeden deswegen hun beklag by hun Hoog Mogenden, vraagende Voldoening over het ongelyk hun Tacht aangedaan, onder betuiging dat zy anders daar tegen de nadruklykflre maatregel? zouden neemen, en hun beleedigde Souve- rainiteit wreeken. De Afgevaardigder van dit Gewest deeden door den Raad var Staaten aanzoek om Kanon tegen de Gewa pende Vaartuigen, uit het Generaliteus Ma gazyn. De Raad van Staaten was 'er zee voor:'maar Holland, Overysfel en Stad ei Lande namen het over, .Friesland zou ziel nader verklaaren: terwyl de overige op he neemen van een Befluit aandrongen. Daadlyke vyandlykheden, werden doo het Gelderfche Krygsvolk van den Dalem fchen Dyk, tegen; den Uitlegger voor Loe £*} Refol. van BeU. 15 Sept. 1787. XL. BOEK. 1787. Uitleggers op de Rivieren. Gefchil deswegenmet Gelderland. 1 r l 1 t p Het _ voorgevalleneop den  40o VADERLANDSCHE XL. Boek. 1787. Uitlegger by Loeveflein. 1 : vefïem gepleegd, en op denzelven gefchoöten, 't welk deeze niet onbeantwoord liet. Men zogt vervolgens, zo men wil, door Verraad van den Luitenant Smit, te Dalem liggende, met den Commandant des Uitleggers Witte van Dam , dit Vaartuig meester te worden; doch deeze toeleg werd verydeld door den Luitenant Pieter van Aardenburg, die, het oogmerk ontdekt hebbende, met veel beleids en moeds , de Bewerkers van deezen toeleg, naa den Commandant zwaar gewond te hebben meester werd , en gevangen opbragt (*).' Van (*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bh 1599.' 1761* X792. 3040. 4541. 48oo. Wanneer de Heer Witte van Dam , 111 de Rottcrdamfche Courant van 17N0V. 1787 een Verflag van dat voorval gegeeven hadt, met zeer gunstig voor den Heer van Aardenburg,, vondt diens Vader goedt in 't licht re geeven, een Exact Relaas van bet voorgevallene op den 12 Sept. 1787 aan boord van den Uit legger de Spion, geankerd voor bet Slot Loeveflein , tusfehen den Commandant Witte van Dam en deszelfs eerften Luitenant Pieper van Aardenburg. In eenen Brieve den veerenden van September door de Commisfie ter Verdediging aan hun Ed. Gr. Mog. gefchreeven, vin. .len wy woordlyk.ten opzigte van dit Iaatfte geval, i'enneld; „Wy hebben op heden Rapport"beko.,meu van den tweeden Luitenant op 's Lands Uit^ „ legger de Spion, P. van AartjEimburg, lisgen. „de voor Loeveflein, dat op eergisteren, de Com. „ mandant van voorsz. Uitlegger Witte van Daw, .met behulp van H. \V. Smit, Luitenant ter Zee voor de Admiraliteit op de Maaze, welke daar , toe zich op dien Uitlegger hadt doen transporteer „ ren, zich met openlyke fchending van de:i Eed* , aan Ons, in naam van U Ed. Gr- Mo?, g'd-.an^ » en yan de Trouw aan zyn Vaderland, hadt"ichul-  HISTORIE. 401 Van meerder naafleeps was de Scheepswapening op de Zuiderzee, waar in zich het Defenfieweezen der Stad Amflerdam, de Zeeraad aan den Amflel en de Commisfie ter Verdediging te Woerden gemengd vondt. Op last van het Defenfieweezen te Amflerdam zeilden reeds vroeg in Zomermaand twee Kaagen en twee Jachten, met Draaibasfen gewapend, en ieder bemand met vyf en „ dig gemaakt aan het verfoeilyk Desfein om den „ voornoemden Uitlegger na Bommel te doen opzeilen, en alzo over te brengen op het Territoir der Staaten van Gelde: land, en om den Lui,', tenant van Aardenburg , op belofte van een ', brillant Fortuin, daar toe mede te verleiden en ,, over te haaien; en wy kunnen U Ed. Gr. Mog. verzekeren, dat de Conduiten door den Luite. I', nant yan Aardenburg, by die gelegenheid gehouden, zo voorbeeldig in Trouw, Promptitude en Bravoere geweest zyn, dat wy deszelfs Per„ foon in de Speciale Protectie en Gunst van U Ed. Gr. Mog. durven aanbevelen. „ !n gevolge van de door hem gemaakte fchik, kingen zyn de voornoemde Luitenants Witte l, van Dam en Smit, beiden in Arrest genomen, en terwyl de eerfte te Gornichem wordt bewaard, en door Ons aan de Judicature van den Scheeps11 Krygsraad der respec'iive 's Lands Uitleggers, in „ gevolge van den Artykelbrief, zal worden over' gegeeven, is de laatstgemelde heden morgen al" hier te IFoerden, nevens eenige bedenkelyke Pa„ pieren en Brieven by hem gevonden, gevanglyk ,, binnen gebragt, en heeft bereids zyne Misdaad „ «ls mede die van den Luitenant Witte van Dam „ volledig bekend. Weshalven wy U EcL Gr. „ Mog. verzoeken , om de noodige Refolutie te , neemen, voor welkrGeregtshof ofVierfchaar hy, „ wegens dit commune Delict zal moeten worden „ te regt gefteld." Refol. -van Holl. 15 Septerab, J787. XIV. DEEL. CC XL. BOEK. '787. Scheepswapening op de Zui' derzee.  492 VADERLANDSCHE XL. boek 1787. Klaagbrief van zyne Hoogheid deswegen. en twintig Koppen, onder het bevel van den Schout des Watergeregts Nobbe, na de Zuiderzee, om de vervoering van Oorlogsbehoeften en Volk, welke van de eene plaats na de andere mogt ondernomen worden , te beletten. Op het einde dier Maand ftevende een Kanonneerboot van Amflerdam na Hasfelt, om ter beletting van aanvoer des Krygsvolks van daar op Amflerdam aan het Zwarte Water te gaan leggen. De Gecommitteerden van het Defenfieweezen lieten twee Kanonneerfloepen in de Zuiderzee kruisfen, om het oog te houden op de kusten van Gelderland en Friesland. De Griffier Fagel ontving een Brief van zyn Hoogheid, waar in hy fchreef zich verpligt geagt te hebben, als Admiraal Generaal, aan hun Hoog Mog. kennis te geeven, dat 'er zich een Vaartuig bevondt met een Wimpel, Vlag en Geus van den Staat, 't welk het inkomen van de Rivier de Eem aan Schepen belaaden mst Haver, Hooi, of Ammunitie, verhinderde, terwyl hy onbewust was of hetzelve verderen aanvoer kwam beletten. — Dat hy gehoord had, dat de Zee-capitein van Pelt , over dit Vaartuig het bevel voerde, doch bezwaarlyk kon denken, dat deeze dergelyk eene Commisfie, buiten zyne kennis, zou hebben aangenomen. Dat ook het kleine Jacht van de Admiraliteit op deMaaze, 't welk de Heer van Wassenaar tot :atwyk, na Amersfoort bragt, genoodïaakt was geworden by te draaijen, door :en fchoot met Scherp van dit Vaartuig gedaan;  HISTORIE. 403 daan; 't welk niet anders kon worden aangemerkt dan als een hoon van 's Lands Vlag. Dat hy het gemelde Vaartuig met geene Commisfie hadt voorzien, en niet wist op wiens last gemelde Capitein dergelyke zaaken deedt op de kusten van Utrecht. 'Er werden met de daad zeven Schepen met Hooi en Stoo, die de Rivier de Eem wilden opvaaren, en denklyk na Amersfoort, opgebragt. Een der Uicleggeren op de Zuiderzee hieldt aan, en zondt na Amfterdam op, een Schip van Hasfelt komende, der wil hebbende na Elburg, waar op ziet vieren twintig Soldaaten bevonden, uit ver fcheide Regimenten, meest uit het Cordot verloopen, en de Hasfelfche Burgemeestei Bode, die op zyn woord van eer. door he -Defenfieweezen der Stad Amferdam, zyr ontllag kreeg. — By Staaten van Hollanc hoorde men het beklag van den Raad var Staaten, over het doen byleggen en laater onderzoeken van hun Buitenjacht van der Moerdyk te rug komende door een der Uit leggeren; waar tegen zy voorziening ver zogten. Staaten van Friesland beklaagden zich b] eenen Brieve aan hun Ed. Gr. Mog. dat eer Uitlegger op het Y het Friefche Jacht, d« Gecommitteerden van dat Gewest tot he Defenfieweezen en de Quotas voerende, had doen bydraaijen , en verfcheide beledigingen aangedaan. Burgemeesters van Ani' fiirdam beweerden, dat hun Commisfari: Abbesïa en de Secretaris Hasselaar meer re Cc % deï XL 'i boek. I787. Ópbre* gingen van Sché • pen en klagten daar over. - Klagten 1 der Staa[ ten van Fries■ land»  404 VADERLANDSCHE XL. BOEK. I787. Capitein Van Peli voor de Admiraliteit van Amper, dam opontboden. Antwoordvan Capitein l van Pelt. . "5 J 5 9 5 » j 1 den hadden om zich over het gedrag van het Jachtvolk en de Bedienden der Friefche Heeren, en over den hoogen toon dier Heeren zelve te beklaagen; dat de Uitlegger niets anders gedaan hadt dan zyn last 'gevolgd, gelyk zy vermeenden dat bleek uit een daar by gevoegd Verhaal van het gebeurde. Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit te Amflerdam, deeden herhaalde aanfehryvingen aan den Capitein van Pelt, hem voor zich ontbiedende om mondeling te antwoorden op de Vraagen. „Hoe veel Vaar„ tuigen hy onder zyn Bevel hadt?— Waar „dezelve gelegen waren? en hoe zich de „ onderfcheide gevallen, hem ten lasten ge5, legd, hadden toegedraagen ? Doch ver„ zogten by hun laatlïe fchryven, hoe eer n hoe liever, fchrifclykAntwoord te mogen „ ontvangen." Dit antwoord was in de volgende bewoordingen begreepen. ., Uwe Éd. Mog. (, geëerde Order van den veertienden Julv is ,,doormy wel ontvangen, en den >nhoud ,, daar van, (onder reverentie gezegd) zeer , wel begreepen; maar Ed. Mog. Heeren! ?gelieft te begryp'en, dat ik thans, (en , wel met permisiïe van U Ed. Mog.) in , dienst ben van deeze Stad en verder on, der de Orders van hun Ed. Gr. Mog. , de Heeren Staaten van Holland en West, friesland, en vervolgens verpligt om aan , de Ed. Agtb. Gecommitteerdens tot het , Defenfieweezen, refideerende te Woer, den, myne Verantwoording te doen. „ Dus  HISTORIE. 4°5 „ Dus zullen U Ed. Mog. my gelieven te in excufeeren, dat ik my niet inlaate tot „eenige Ouverture van myne Commisfie; „maar ik moet de vryheid gebruiken om SU Ed. Mog. te renvoyeeren aan myne „Heerenen Meesters,de Ed. Agrb. Hee„ren Gecommitteerden van het Defenfie„ weezen (*)." Ter Algemeene Staatsvergaderinge" ftelde men vast de Regeering van Amflerdam te verzoeken het Schip onder Capitein van Pelt uit de Zuiderzee te doen opkomen, en de Admiraliteit aan te fchryven dien Capitein te verbieden langer bevel over 't zelve te voeren: waar tegen de Afgevaardigden van Holland zich aankantten. Met het gegeeven Antwoord des Capiteins van Pelt vondt zich Amftels Zeeraad niet voldaan, en fchreef hun Hoog Mog. hem nader te zullen onderhouden. By welke gelegenheid dezelve oordeelde een aaneengefchakelde opgave te moeten voegen van het geen by het Admiraliteits-Collegie was voorgevallen, met betrekking tot dc onderfcheidene verzoeken aan 't zelve gedaan door de Ed. Agtb. Heeren uit den Raad der Stad Amflerdam tot het Defenfieweezen derzelver Stad, wegens het wapenen van twee Kanonneerbooten, en het Bevel over dezelve, en wat door het Colleg ie daar in was verrigt. Zy gaven te kennen, dat gemelde Heeren. . (*) Men vindt de gewisfelde Brieven deswege» in de N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 1796 enz. C C 3 XL. is o e K. 1787. Hun Hoog Mog. willen hem dit bevel ontzegd hebben. Verflag van 't geen de Admiraliteit te Amflerdam , tot die Wapeninggedaan hadt.  406* VADERLANDSCHE XL. 10ES. 1787. ren, in 't begin van Zomermaand, eene onderhandeling met de Admiraliteits leden verzogt hebbende, daarin te verftaan gaven, dat de veiligheid der Stad, en de gerustftelling der Burgery, ten hoogften vorderden, dat aan den kant van het Y en wel te Water, eenige Wapening gefchiedde, tegen overrompeling, welke van die zyde zou kannen aankomen; dat zy derhalven meenden, uit de wydftrekkende Magt hun door den Agtbaaren Raad gegeeven, om by de hand te neemen en zich te verzekeren, van alles wat daar toe kon ftrekken, aan het Collegie ter Admiraliteit, in deeze Stad, met eenigen aandrang te mogen verzoeken, het gebruik van de twee Kanonneerbooïen, behoorlyk gewapend, onder het bevel van bekwaame Officieren. Het gewigt deezer vraagen en de onvoltalligheid der Vergaderinge, deeden eene nadere onderhandeling, tot den volgenden dag, verzoeken en bepaalen, met by voeging, dat de Heeren het nu mondeling gedaane Voorftel fchriftlyk zouden inleeveren. Het eerfte Lid des Voorftels hieldt in: „ Om , ter verzekeringe van deeze Stad 5, en Provincie vzw Holland, hoe eerder zo. „ beter, te doen equipeeren twee meest be„ kwaame Vaartuigen , om te dienen tot » Uitleggers, en zodanig te worden geëm„ ploijeerd als met gemeenzaam overleg „ van de Admiraliteit en de Commisfie tot !? het Defenfieweezen zal worden bepaald; ?, dat die Vaartuigen mogen worden gev comrnandeerd door twee meest vertrouw- «4*  HISTORIE. 407 wde Officieren, en fpeciaal door Capitein „Sels en den Luitenant Molenaar, en ??dat aan dezelve, ten dien einde, eene „ fpeciaale Commisfie wierd verleend." Dit eerfte Lid, in ryp beraad genomen zynde, oordeelde men van de uiterfte bedenklykheid, en niet tot het Collegie behoorende , waarom men bepaalde het volftrekc van de hand te moeten wyzen. Het tweede Lid des Voorftels „dat het „Collegie ter Admiraliteit aan de Stad „ gelieve toe te ftaan en te vergunnen het „ Emplooi van de twee Kanonneerbooten. „La Levrette en La Mefiante, elk voor „zien van twee Kanonnades, en acht kor „ te achtponders Kanon , en de daar toe „ vereischte Ammunitie, ten einde daar var „ zodanig Employ te maaken als de Com n misfie ter Defenfie deezer Stad ten mees „ ten dienste noodig zal oordeelen; en dat z^ „ tevens aan den Capitein Sels en den Lui n tenant Molenaar gelieven te permittee „ren, om, ongeprejudicieerd hunne ver n bintenisfen aan den dienst van het Ed „ Mogend Collegie, onder welkers Gebie< „gemelde Officieren reforteeren, zich ti „ laaten emploijeeren tot het Commandi „van gemelde Kanonneerbooten, ter Be „veiliging der Stad Amflerdam, of van d „ Provincie van Holland, zo als de gemel „ de Officieren by Particuliere Inftructie za „worden voorgefchreeven." Dit tweed Lid merkten zy aan als een Verzoek va wegen de Stad der Refidentie van het Col legie der Admiraliteit, en ter Beveiliging Cc 4 va. XL, boek 1787. 1 1 3 a  4o8 VADERLANDSCHE XL. boek. 1787. van dezelve: waarom de tegenwoordig zynde Heeren Hollandfche Raaden en Ministers (*_) oordeelden daar in te moeten bewilligen; in dit geval, afgaande op menigvuldige voorbeelden van Leeningen van Gefchut en Ammunitie aan onderfcheidene Steden , in de Admiraliteit voorhanden; dat ook in den Jaare mdclxxiii, op verzoek der Burgemeesteren van Amflerdam, zonder eenige voorafgaande volmagtiging daar toe van hun Hoog Mog. aan dezelven gegeeven waren, Gewapende Vaartuigen om op 't Y te leggen;dat desgelyks,in het ongelukkig jaar mdcl, fchoon het Collegie zich niet wilde mengen en onpartydig blyven in de Binnenlandfche oneenigheden, toen plaats hebbende, egter, begreepen was, dat de Magazynen, zodanig in de magt der Stad waren, dat alles met geweld daar uit zou kunnen worden genomen. Door Capitein Sels was de Admiraliteit, by eenen Brieve, verwittigd, dat hy, by het Defenfieweezen, zich van het bevelvoeren over de Kanonneerbooten verfchoond hadt: waar op Capitein van Pelt in diens plaats getreeden was; en hadt de Zeeraad, met betrekking tot de verzoeken door dien Capitein en door den Luitenant Molenaar gedaan, gemeend eenig- (*) Die Heeren waren, Beelpsnyder, Hur- ckonje, van BoETZELAAR , HuiGENS , vanrooyen, tn Blydenburg Fiscaal en Secretaris. De Heeren !V. P. van Leyden en B. E. Abbema deeden de roorftellen.  > HISTORIE. 4°9 eeniglyk te moeten toeftaan het abfenteeren en treèden in Stads dienst. Welhaast gaven hun Hoog Mog. te verHaan, dat zy, op de ingenomene Advyfen der Gecommitteerden uit de AdmirahteitsCollegien, en op verfcheide Berigten der Admiraliteiten, omtrent de gepleegde vyand lykheden der Kanonneerbooten op de Zuiderzee, geraadpleegd hebbende, goedge vonden hadden, dat, ten einde daadlyk, en zo veel mogelyk, te fluiten en vervolgens voor te komen de ongeregeldheden, door die Vaartuigen gepleegd, daar dezelve alleenlyk door het Collegie ter Admiraliteit te Amflerdam waren verleend om gebruikt te worden, tot beveiliging van hunne Werf en de Stad huns verblyfs, en tot geen ander en verder einde, de Zeeraad te gemelder Stede zou aangefchreeven en gelast worden, om daadlyk, en zonder tydverzuim, die twee Kanonneerbooten van de Heeren uitmaakende het Defenfieweezen van de Stad Amflerdam, te rug te verzoeken, en te ftellen onder Orders van dat Collegie, en dezelve alzo, is het nood, te doen' dienen tot beveiliging der Admiraliteits-Bezittingen en die der Stad; en anderzins den Capitein van Pelt, en der Luitenant Molenaar te gelasten, van ziel met die Kanonneerbooten daadlyk na Am flerdem te vervoegen, en zich onder d( Orders van het Admiraliteits - Collegie K ftellen. De Dagpapieren gewaagden van Order; door den Admiraal Generaal, als mede dooi Cc 5 der XL. BOLK'. I7S7. Hun Hoog Mog. Schryven over de. Kanonneerbooten van Amflerdam. ; Van het . bevel om die Vaar. 1 tuigen in  4io VADERLANDSCHE XL. BOEK. I787. dengrond te fchie\en,Fricslandsjaudflag. Voorflag om 's Lands Zeemagt allen tot befcherming van de buitenlandfche Zeevaard te ' gebrui- ( ten. j I 1 i Befluit deswe- , gen geBomen. j den Raad van Staaten, van wegen de Algemeene Staaten gezonden, om de Vaartuigen, die ter beveiliging van Holland op de Zuiderzee kruisten, in den grond te booren ; doch dit werd ftellig wederfprooken. — Geen wederfpraak leedt het, dat Staaten van Friesland bepaalden by hun Hoog Mog. voor te draagen, de Admiraliteiten te gelasten , eenige welgewapende Schepen in zee te zenden, om de Amfterdamfthe Kanonneerbooten te vervolgen, en de Zuiderzee wederom veilig te maaken. — Staaten van Gelderland drongen ook by hun Hoog Mog. lan om, door '3 Lands Schepen, „ de Zui>, derzee van dergelyke Zeeroovers en Zee„ rooveryen te zuiveren (*)." De Afgevaardigden van Rotterdam dee3en, in Hooimaand, ter Vergadering van bun Ed. Groot Mog., het veel behelzend Voorftel, om de drie HoUandfche Admiraliteits Collegien aan te fchryven, geene Schepen van Oorlog, door den Admiraal Generaal te laaten gebruiken, dan alleen :ot befcherming der buitenlandfche Zeepaard; geene Betaaling meer te doen aan 3e Zeeofficieren, die hier in anders mogten landelen; en de Goederen der Admiralieiten, die hier in weigerden toe te ftemnen, in beflag te neemen. Men ftelde dat n handen van het Perfoneel Befogne. ■—- Het vaardig uitgebragt Verflag diende ten ;rond van het Staatsbefluit van hun Ed. Gr. £*) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 1844, 2153, lefol. Gen, js Aug 1787,  HISTORIE. 411 Gr. Mog., om de Admiraliteits Collegien in Holland te gelasten geen hunner Oorlogfchepen, Gewapende Vaartuigen, of iets van hunne Ammunitie, rechtftreeks of zydelings, te laaten gebruiken, dan tot Beveiliging van den Buitenlandfchen Vaart en Handerder Ingezetenen , en tot dat einde waar toe dezelve uitgerust zyn en betaald worden; fchoon de Admiraal Generaal of wie het ook mogt zyn, andere Bevelei mogt geeven, op ftraffe van geene Beiaa linge meer te zullen genieten. Wordend de Admiraliteiten van Amflerdam en he Noorderkwartier gelast, zorg te draagen dat de Schepen, beftemd om uit te zede fpoedig aan die beltemming zouden vol doen, en Gecommitteerde Raaden aanbe volen op dit alles een waakend oog te hou d" Het "was 'er verre af, dat alle Zeeoffi eieren in de begrippen Honden door de Zee raaden van Holland omhelsd, die betuigde geene zwaarigheid te maaken om te vo doen aan de Aanfchryving van hun Ed. G Mog. — Een fpreekend geval deedt zich, on trent gelyktydig op aan de Texeljche Reed Immers GecommitteerdeRaaden van hetiVóo der kwartier, gaaven door eenen Brieve Sta ten van Holland de weete , dat zy , onderri van eenige oproerige beweegingen op > Helder, uit hun midden een Commisfi' vergezeld van Ruitery, derwaards hadd eezonden. De Commisfie werd bekte £0 Refol. van HoIL 17 en 18 ]uly 1787. XL. BOEK. I787. I t 1 . Zeeofficieren o,p " de BeU 3 der in .- hegtenis.» r. 1e.1* a- g« ie -» :n ;d Mf  4i2 VADERLANDSCHE XL. B OSK, 1787. ; : < t door de Heeren Kloek, Claus en Koel, benevens den Secretaris Blok. By gedaan onderzoek was hun gebleeken, dat de Capitein Dekker , op 's Landsfchip Medemblik, en de Capitein Tulleken , op de Kotter de Salamander bevel voerende, van hunne Schepen aan den wal gekomen zynde , zich derwyze hadden fchuldig gemaakt aan oproerige Gefprekken, en Gedraagingen, dat zy, ter handhaavmg van de rust, het noodig geoordeeld hadden , deeze Officieren in verzekerde Bewaaring te neemen; en dit ook te doen ten opzigte van den Luitenant van Braam: dewyl deeze, op eene zeer brutaale wyze, Satisfaclie, over het m hegtenis neemen der twee gemelde Heeren gevorderd hadt. Zy voegden 'er nevens, dat de Heer Dekker, door Gobius gevraagd, of hy zich, op Order van hun Hoog Mogenden , of den Admiraal Generaal, zou laaten gebruiken, om van Pelt te verjaagen, of in den grond te booren? Ja geantwoord hadt. Zy ver- sogten, wyders, of de Kennisneeming deezer zaake aan Gecommitteerde Raaden zou avergegeevenworden, en , in dat geval, om ie toevoeging van een bekwaam Perfoon :ot het waarneemen van het Officie-Fis- :aal. De Commisfie ter verdeediging :e Woerden van deeze zaak, door Gecómnitteerde Raaden in het Noorderkwar'ter onderrigt, betuigden hunne voldoening eswegen, met byvoeging hunner hoope, lat dezelve ten genoegen van alle weldenken-  HISTORIE. 413 kenden, en naarftrengheid der wetten, zou worden behandeld (*). Het groot Befogne bragt met de Admiraliteiteneen Verflag op deeze netelige zaak uit, om de Admiraliteiten te Amflerdam en in het Noorderkwartier aan te fchryven, die tweeSchepen terltond te laaten uitzeilen onder het bevel van andere Officieren, en de vast gezette door de Ordinarisjuflitie te laatenbeoordeelen; te weeten door de Regters van de Plaats. Overeenkomftig hier mede werd, zonder herziening, beflooten, en Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier gevolmagtigd, deeze zaak te onderzoeken, en een bekwaam Perfoon tot het laaten waarneemen van het Officie Fiscaal aanteflellen (f). Ingevolge hier van werd, door Amflels Zeeraad de Salamander onder het gebied gefteid van den Luitenant van Hamel; en het bevel over het Fregat Medemblik, door dien van het Noorderkwartier aan den Luitenant J. A. B. Bloys van Treslong; met last aan beiden om ten fpoedigften in zee te fteeken. Hier mede namen zy weg de zwaarigheid door den Admiraal Generaal by de Algemeene Staaten in 't midden gebragt, hoe hy het Fregat Medemblik, daar men den Capitein gevangen genomen hadt, zou doen uitloopen, en gaven kennis van deeze hunne verrigting aan zyne Hoogheid; met by voeging „ dat de Ex'e- cutien by hun aan de Aanfchry vingen van hun (*) Verzameling by Ciialmot, V. D, bl. 200. lf) Refol. van HotU 20 en 21 July 1737. XL. BOEK. I7S7. Begeving van twee Schepen en volmagtiging van Gecommitteerde Raaden.  4H VADERLANDSCHE xi. boek. I787. Deeze riandelwyze, en dc keuze van Vi- TRINGA tot Fiscaal by veelen gewraakt „ hun Ed. Gr. Mog. gegeeven genoegzaarri „alle genomen waren, conform de één„paarige Affpraak by Heeren Gecommit„ teerde Raaden van de Admiraliteits Col„ legien binnen deeze Provincie, in hunne „ Onderhandelingen, nu kortling in 'i Gra„venhaage gehouden, zich vleiende, dat „ook het een en ander de goedkeuring „ van zyne Hoogheid zou wegdraagen (*). Zo min deeze te wagten was, zo min kon men zich voordellen, dat de Handehwyze hier gehouden allen finaakte. 't Geeri de Heeren uit Gecommitteerde Raaden na de Helder afgevaardigd oproerige taal noemden , beweerden anderen, dat de woorden waren van lieden van Eer, gereed om dé Bevelen van hun Hoog Mog. en den Admiraal Generaal te gehoorzaamen en bereidvaardig om de Zuiderzee van Gewapende Vaartuigen , die dezelven onveilig maakten, te zuiveren; dat de fchuld des Luitenants van Braam, enkel beftondt in het met vry wat ernst te rug vorderen zyns gevangen Capiteins. De zodanigen oordeelden desgelyks, dat het Onderzoek dier zaake aan Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier opgedraagen, uit haaren aart, nergens dan by de Admiraliteit kon behooren. Wanneer deeze Heeren, volgens de hun gegeevene magt den Heer Mr. H. H. Vitringa tot Fiscaal benoemden ontging het der berispende aan- mer- (*) Ni Nederl. Jaarb. 1787. bl, 1854. ^60. en 4"75<  HISTORIE. 415 merking niet, dat deeze Post werd opgedraagen aan een Heer, die te Elhurg Se- e cretaris geweest van daar gevlugt, ingedaagd, en in een ftaat van befchuldiging was. Alle deeze aanmerkingen baarden geene verandering in de zaak. Op Verklaaring des ' Advocaat Fiscaals werdt de Luitenant van ] Braam ontflaagen by handtasting, en onder , belofte van zich niet van 't Hollandsch 1 Grondgebied te zullen verwyderen. Terwyl den Heer Vitringa volmagt verleend werd om de Capiteins Tulleken en Dekker in beflootene Hegtenis te doen brengen. Eene Commisfie uit Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier, van twee Leden, met den Advocaat Fiscaal Vitringa , vervoegden zich na de Helder, om een aantal getuigen, met opzigt tot de zaak der Zeeofficieren, te hooren. Te welker gelegenheid zy eene aanroerkelyke hoeveelheid Oranje Lind aan de Helder deeden ophaaien, met zulk Lind opgepronkt hadt zich de Capitein Tulleken aldaar vertoond. Vervolgens werden eenige Getuigen van daar na Hoorn opontboden, om tegen de Zeeofficieren gehoord, om met hun vergeleeken te worden. Capitein Dekker werd, by mangel van eene volledige bekentenis, in een gewoon Regtsgeding ontvangen, en uit zyne Gevangenis , onder handtasting ontftagen; mits blyvende in de Stad Hoorn of Medemblik. Tegen zyn Lotgenoot Tullek&n werd te Hoorn, met opene deuren, door den Heer Vi- XLt OE K« *7%7- Regtsandelin;eu. vam 3RAAM >nder ïandtasing ontlaagen. Dekker in een gewoon Proces ontvangen. Cri* mineele eisch tegen Tul* leken.  416 VADERLANDSCHE XL. boek. J?H7. Schik, kin gen in het Koorderkwartierop de beveiligingder Zuiitcrzee. Vitringa , wegens verfcheide oproerige daaden, gefprekken, en overcreedingen van 's Lands Plakaaten, deezen crimineelen eisch gedaan „ dat hy vervallen zou worden ver„ klaard van alle zyne Militaire posten. —■ „ Onbekwaam om het Land in die hoeda„ nigheid immer weder te kunnen dienen.— „ Voor vyf jaaren, ten zynen kosten, op „ eene verzekerde plaats binnen deeze Provincie te worden opgeflooten, — en naa „ het verloop van dien tyd, voor tien jaa„ ren, gebannen uit Holland en Westfries,i land, en voorts verweezen in de kosten „ en mifen der Jufticie." —- Een dergelyken eisch, met verwyzing in de kosten des Regtsgedings, werd vervolgens gedaan tegen den Capitein Dekker, en de Luitenant van Braam in perlbon gedagvaard , op Artykelen gehoord (*). . De Commisfie ter Verdeediging van Holland en de Stad Utrecht, van alle zyden, gerugten gehoord hebbende, van een voorgenomen Inval uit Gelderland in Noordholl land, (*) ^\ 'aatfte gefchtedde naby het Tydftip der Omwendmge, en 't zelve daar zynde, werden Ge:ommitteerde Raaden, van wegen de Staaten aange"ehreeven, om zonder den minden ui titel, den Ca3itein Dekker en den Luitenant van Braam van ille Procedures en Vervolgingen te ontheffen, het Tonnis over dezelve en Tulleken geflreeken te roieeren,,^ hun in volkoraene vryheid, kost cn fchaleloosjte ftellen: dat zy ook den benoemden Fisraai terllond zouden hebben af te zetten en te doen wederkeeren na die plaats, vanwaar zy denzelven, hadden doe'n komen. N. Nederl. Jaarb, 1787.! bl„ H7Z- 413o. 4846". 4850,  HISTORIE. 417 land, en dat zich veele Inwoonders des bevreesd maakten, gaf Gecommitteerde Raaden van dat Kwartier in overweeging, of zy geen middelen zouden weeten uit te denken , om zich op de eene of andere wyze Vaartuigen aan te fchaffen, om die oogmerken, indien dezelve beftaan mogten, tegen te gaan. Dus opgewekt verzogten zy Gecommitteerde Raaden om éón Fregat en Advysjacht. Dit werd afgeflaageti, uit hoofde van het Befluit der Hollandfche Zeeraaden om zich te gedraagen aan de aanfchryving der Staaten van Holland om alleen de Schepen en Vaartuigen te gebruiken tot befcherming van den Zeehandel en Scheepvaard na buiten (*). Waarop zy te raade werden om met de Commisfie van het Defenfieweezen te Amflerdam over het koopen of huuren van eenige Schepen te handelen, en voorts met deeze als mede met de Commisfie te Woerden en met de Commisfie van het Defenfieweezen in Overysfd, vereenigd te werk te gaan over de Wapening te water, voor de Zuiderzee gefchikt. Hier toe werden, van wegen Gecommitteerde Raaden van hei Noorderkwartier, de Heer Claus, wegens Monnikendam te dier Vergaderinge Zitting hebbende, met de Secretaris Blok benoemd, en de Capitein van Braam voor dit Noord' hollandsch gedeelte tot Bevelhebber aam gefield, onder wien twee Fregatten, éér Tjalk en twee kleine Smakken,zouden worden uitgerust, gelyk met de daad gefchied- de. - (*) Zie hier boven, bl. 410* XIV. deel. Dd XL. BOEK. 1787*  4*8 VADERLANDSCHE XL. BOEK. i?a7. Goedgekeurd Raadflag der Afgevaardigde tot de zaaken van de zee, in d^eze omflandigheden. de. Terwyl Gecommitteerde Raaden een aantal Snaphaanen , volgens fchriftlyken last, van de Commisfie te Woerden, aan de Deferfie te Amflerdam op verzoek der Defenfie in Overysfel Metaalen en Yzeren Stukken Gefchuts leenden, en niet agierlyk waren, om uit het Arfenaal, op aanvraage, Verdeedigmiddelen te verfchaffen (*). De Voorflag van de Commisfie ter Verdeediging te Woerden aan hun Ed. Groot Mog. om Commi-fie te geeven aan de Bevelhebbers van Pr.lt, Braak, Sels, en anderen, alsmede om aan gemelde drie Heeren een Lyfpenfioen toe te leggen, droeg der Staaten goedkeuring weg (f). Aan dit alles moeten wy nog toevoegen een Raadflag van de Afgevaardigden hunner Hoog Mogenden tot de zaaken van de Zee, naa ingenomene Bedenkingen der Gecommitteerden uit de Collegien ter Admiraliteit, die door een Befluit der Algemeene Staaten van den derden van Oogstmaand, gelast waren een Plan aan de hand te geeven, om de Zuiderzee en Binnenlandfche Stroomen tegen alle vexatien te beveiligen. — Deeze bewyzen voor de klagten, wegens de Uitleggers op de Rivieren en de Kanonneerbooten op de Zuiderzee, in overweeging genomen hebbende , oordeelden dezelve niet voeldoende om genoegzaanie gron- (*) Alle deeze en meerdere byzonderheden blyken uit de Bjlaagen op de Refol. van H'oll. 15 Febr. 1788. Men vindt dezelve in Verzameling van Chal« mot, v. Deel, bl. 52—80. (t) N. Nederl. Jaarb. 1787. bl. 4549,  HISTORIE. • 41* gronden op te leeveren tot betoog van de noodzaaklykheid van al dat geene, waar toe ze worden bygebragt. Maar dat eens de volle blykbaarheid daar van gefteld zynde het wel onbetwistbaar zeker zyn zou, dat het op zich zei ven, en in 't afgetrokkene befchouwd, zeer Extraordinair , en zelfs te eenemaal Inconflitütioneel zou moeten gerekend worden, dat door deeze of geene Provincie, gelyk, in het tegenwoordige geval, van wegen de Provincie van Holland en Westfriesland Gewapende Vaartuigen op de Zuiderzee of elders zouden worden gelegd, ten einde alle voorbygaande Vaartuigen zouden worden onderzogt, vooral indien men by dat onderzoek niet zeer betaamelyk te werk ging: en dat zulks, derhal ven, genoegzaamen grond zou oplêeveren om daar tegen de ernftigfte Vertoogen te doen, en kragtdaadige maatregelen te neemen. — Dat van gelyken, uit het zelfde gezigtpunt - zou moeten worden'befchouwd, het gebruiken der Kanonneerbooten , door of van wegen de Prbvincie van Holland en Westfriesland, en vooral de weigering van dezelve, die buiten allen tWyffel Generaliteits goederen waren, by een Staatsbefluit van dat Gewest. Doch kon dit een en ander, huns oordeels, niet wel op zich zeiven, en in 't afgetrokkène, befchouwd worden: wel degelyk moést men daar en tegen opmerken 5, dat men," om hunne eigene woorden te gebruiken, „ niet kon ontveinzen, dat Dd a „de XL. BOEK.  42o VADERLANDSCHE XL. BOEK. » de Provincie Gelderland geene zwaarig„ heid hadt gemaakt zich van 's gelyken „van verfcheide Generaliteits Goederen „ uit de Generaliteits Magazynen, als Ka„non, Ammunitie van Oorlog, meester te „ maaken, en zich daar van afzonderlyk te „ bedienen. . Dat hetzelfde gefchied „was, en nog gefchiedde door de Heeren „ Staaten van Utrecht te Amersfoort ver„ gaderende, die zelfs misfchien wel haast „ van een groot gedeelte van de Armée „ van den Staat zouden disponeeren, met „al het geen daar toe behoort, en zelf „van den Heer Capitein Generaal van de ?j Unie. Dat de Provincie van Zee- 5> land mede geene zwaarigheid maakte om n de Schepen, Goederen en Officieren van » de Admiraliteit in Zeeland, te gebruiken „ tot executie van Provinciaale Orders en » Refolutien. „ Dat alle deeze Handelwyzen, wanneer „ men dezelve, met behoorlyke onparty„digheid, gade floeg, even Extraordinair „en Inconflitutioneel waren, a's die De„marches, waar over anderzins, niet zon„ der reden, ten opzigte van de Heeren „ Staaten van Holland en Westfriesland „wordt geklaagd, en dat, derhalven, de „ billykheid zou vorderen, dat, als men „ het eene wilde beletten, ook het andere, „op dezelfde wyze, zou moeten worden „ te keer gegaan, en ten dien reguarde „ mede alle redenen van klaagen van den „ anderen kant worden weggenomen." Om hier toe te komen was hun Raadflag,  HISTORIE. 42* flag, dat de zaaken, van alle kanten, zouden behooren te worden gebragt op den voet, waar op zy waren vóór de tegenwoordig plaats hebbende omftandigheden, welke in de daad niet anders konden aangemerkt worden dan als een Staat van Oorlog van den eenen Bondgenoot tegen den ander, welke de Republiek, reeds op den oever van haaren ondergang hadt gebragt, en die, door eene gedeeltelyke Voorziening met geene mogelykheid kon worden weggenomen. Naa eene vry breede opgave van 't geen Staaten van Gelderland, Zeeland en die van Utrecht, te Amersfoort vergaderd, ten deezen einde behoorden te doen, en waar toe als dan die van Holland moesten verzogt en aangemaand worden, waren zy van gevoelen „ dat dit gefchied zynde alle Vexes, „alle Ongeregeldheden, en Inconftitutio„ neele Handelingen, van den eenen kam „ zo wel als den anderen, zouden ophou„ den, en den Staat van Oorlog, zo vreemd „en onbeftaanbaar onder Bondgenooten, „worden weggenómen: en dat daar uil „zelf zou gebooren worden zodanig eer „ Staat en Orde van zaaken, waar uit met „gelegenheid zou kunnen neemen tot h& „daar ftellen van Negotiatien en Media„tien, met naame tusfehen de Staatsie „ den van de Provincie 's Lands van Utrecht „die alleen gefchikt en in ftaat konder „ zyn om 's Lands Ondergang te voorko „ men, en den Staat der Fereenigde Neder „ landen te bewaaren by den Band der Unie Dd 3 di XLBOEK. 1?87. I t »  XL. Boek. 1787. BLAD- 42a VADERLANDSCHE enz. „die dezelve nu meer dan twee honderd „jaaren hadt by een gehouden; doch die „ thans op het punt ftondt om van de eene „ zyde zo wel als de andere, zonder de „ tusfchenkomst der voorgeflaagene Maatregelen, onherftelbaar te worden ver„woest (*)." Alle de Gewesten naamen deezen Raadflag over. Hoe weinig agt men 'er op floeg, zal het vervolg onzer Gefchiedenisfe uitwyzen. Terwyl wy, ter verademinge, dit Boek af breeken, om , in een volgend, de befchryving van den Staat van Oorlog tusfehen de Bondgenooten, voort te zetten, (*) Refol. Gen. 3 Aug. en 54 Aug. 1787.  BLADWYZER DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. A. Aardenbuuc; (P. v.) diens Gedrag op den Uitlegger by Louveflein, tegen Witte van Dam, 400. Hoezeer by Staaten van Holland gepreezen, 401. America (Gefteldheid onzes Koophandels op) 28. Brief des Afgezants van Bekckel over den Handel der Ammcaanen op de Oost- en West - Indien, 29. Reden van het welllaagen hunner Zeevaard, 30. Raadflagen by den Staat tegen den Sluikhandel der Americaanen genomen. Aid. Sluikhandel der Americaanen op onze West-Indien voortgezet, 33. Handelbepaalingen in den eenen en anderen Staat van Noord-America verwekken ongerustheid , 34. Wat hun Hoog Mogenden in dit geyal deeden, 35. Amoudruz (S.) tot Commandant van de Stad en 't Land van Vianen aangefteld, 398. Amflerdam ( Verzoek fchrift der Geconftitueerde te) tegen den Voorflag der Be¬ middeling door den Raad van Staaten voorgeflaagen, 172. Men wil 'er de '1 ractementen en ILmoiumenten des gefchortten Stadhouders voor de Gewapende Burgercorps doen dienen, 227. Uitnoodiging tot eene Provinciaale Vergadering der Gewapende en Ongewapende Genootfchappen, daar te houden op den 24. Aug., 250. Wat 'er op die Vergadering voorviel, 251. Punten daar verhandeld, 252. Befluit op het Punt der Medewerking van de Gewapende en Ongewapende Schuttery, 252. Adres dezer Vergaderinge aan Staaten van Holland, 254. Overgenomen, 264Verfcheidenlyk beoordeeld. Aid. Hervatte en te leur loopende Vergadering dier Genootfchappen, 265. Intekening op het in Mandhouding van het Corps des Rhyngraafs van Salm, 323. Van hoe veel aanbelangs de Krygsraad dezer Stad zulks oordeelde, 325. De Afdanking daar door belet, 336. Gewigtig VoorDd 4 ftel  BLADWYZER. ftel van die Stad omtrent de verdeedigjng van Holland, 350 Hoe ter Staatsvergadering opgenomen , 357- Verdeediging van . den Penfionaris vanBercxel, 365. Verflag van 't 't geen de Admiraliteit te Amflerdam tot de Wapening van Schepen op de Zuiderzee gedaan hadt, 405. De Kanonneerbooten by aanfehryvens aan die van • Amflerdam, door hun Hoog Mog. opontboden, 407. B. üalneavis ( H.) weet het Krygsvolk Ondewater en elders aan Staaten van Holland te onttrekken, 302. Zyn Vertrek uit Oudewater na Gelderland, 303. Bclooning op het vatten van hen gefield, 304. Afkondiging, ten voordeele der geenen , die met Balneavis waren weg geloopen, 305. Balneavis in befcherming der Staaten van Utrecht genomen Aid. Barbeftein. (Opttand op het Oost-Indisch Schip), 115. De Muitelingen in Engeland gevangen gezet. Aid. De Gevangenen van Engeland te rug verzogt en verkreegen, 116. Zwaarigheden in Zeeland wegens de te regtfteiling., 117. De Admiraliteit op de Maaze neemt deeze zaak op zich, ii;. Strafoefening, 11S. Bienvenuen in de Generaliteit volftrekt verboden, 27. Berckel (de Penfionaris van) in heftig gefchil met den Graaf van Wassenaar Starrenberg , 384. Verklaaring der Ridderfchap deswegen, 385. Berbite (Ongelegenheid, waar in zich veele .Planters op) bevonden, 143. Bosch (R. van den) opent te Amflerdam de Proviriciaale Vergadering der Gennotfehappen &c. , 250. Wordt tot Voorzitter, nevens Aleertus van Nxeveld verkooren, 252. Braam (De Zeeiuitenant van) op de Helder in hegtenis genomen , 412. Onder handtasting ontflaagen, 415. In perfoon gedagvaard, 416. Ontflaagen, Aid. Breda (De Burgerwapen handel in) geweerd, 26. Het verzoete Bienvenu des Gouverneurs aan de Mailleeois toegeftaan, 26. Burgercorpfen ( Gewapende ) Verklaaring van dezelve op den 4 July, 235. Verklaaring op den 4 Aug. te'r Staatsvergadering ingediend, 239. .Geldbehoefte dier Corpfen , 340. Nieuw Programma van het Vaderlandscb Fonds, 341. Byzondere Inzamelingen, 347. Aanmaaning daar toe te Haarlem. Aid. Verzoeken om onderftand, 359. Hun Adres tot onderfteuning  BLADWYZER. ning van het Voorftel, ten baat der Burgercorpfen, 374. Plan van Schavergoeding voor verminkte Burgeren, en de Weduwen der Gefneuvelden , 377. Adres ten voordeele van de uitgebreidheid der Magt aan de Commisfie ter Verdeediginge, '395. Burgerkryg (Gevreesde), 150. Bezwaarlykheid om denzelven te befchryven , 151. Wat men in 't werk ftelde om dien te voorkomen, 169- C. Capellen tot de Marsch zyn verklaard vertrouwen op de hulp van Frankryk, 205. Zyne vrees voor de tusfch'enkomst der Pruis/en uitgelachen, 205. Commisfie tot verdeediging van Holland en de Stad Utrecht, in gevolge van hetAmfterdamfcbeVoorftel benoemd, 357. Komst dier Heeren te Woerden, 359. Looft Belooningen uit, 361. Zorg tegen het verloop des Krygsvolks gedraagen , 36~4' Bezending der Genootfchappen en Scbutteryen aan de Commisfie, 365. Veranderingen in de Krygsposten door dc Commisfie bewerkt, en bepaaling eeniger Daggelden,366. Gefchil der Commisfie met Gecommitteerde Raaden over de Afleevering van twee Veldftukken. Aid. Verfchillende Oordeelvelling en over dit geval, 371. Verfcheidc verwytingen in de Verzoeken door de Commisfie gedaan, 371. Voorftellen der Commisfie ten baate der Gewaapende Burgeren, 373. Adres der Burgercorpfen ter onderfteuning daar van, 374. Gunftig Verflag over dit Voorftel , en opmerkenswaardig Befluit deswegen, 375. Gefchil over de Magtverleening aan de Commisfie, 378, Wat 'er voorviel over hun bedryf tot vermeerdering der Krygsmagt, 379. Uitgebragt Verflag deswegen, hun die magt toekennende, 381. Verklaaring der Ridderfchappe hier tegen ingebragt , 382. Gefchil over het aanftellen van Ingenieurs, 387. Hoe beflist, 388. Gefchil over dc Betaaling van het Douceur voor de Werving, 389- Het groot gefchil over de Aanwerving des Krygsvolks, door de Commisfie ten voordeden van dezelve bepaald, 389. Wederfpraak der Ridderfchappe. Aid. Tegenverklaaring der K idderfchap , 393. Verdeeldheid over het geeven van Patenten door de Commisfie, 394. Werkzaamheden der Commisfie tot verdeediging te Lande, 397. Dezelve plaatst Uitleggers op de Rivieren. Gefchil deswegen met Gelderland, 399. Dd 5 Coh-  BLADWYZER. Cènfuls ( Nederlandfche ) in America doen eenige Verzoeken, 37, Dezelve vinden geenen gunftigen ingang by hun Hoog Mogenden, 39. Papieren hun toegezonden om zich naar te regelen, 41 fc- (Lastbrief voor de) in Frankryk, Spanje, Italië en in de Havens van de Ms-iielandjche2.ee, 43. Voor die by de Barbaryjche Mogenheden, 45. — —— tc Smirna , Tripoli en Tunis, verlof gegeeven oin de zaaken van *s Keizers Onderdaanen, als voorheen, waar te neemen , 48. Conful Generaal (Voorflag om een) in de Middelandjche Zee aan te ftellen , verworpen, 49. Courant {Gelderfche Hist.) in Holland verboden, 274. D Dekker (De Zeecapitein) op de Helder in hegtenis, 411. In een gewoon Regtsgeding ontvangen , 415. Ontflaagen, 416. Demerary Sluikhandel daarop door de Ameticaanen, 34. Zie verder Esfequebo. Dordrecht hoe zeer men daar de Werving voor het Corps des Rhyngraafs begunftigt, 331- Drente (Beraaming in) op de Exercitie-Genootfchappen , die dezelve als 't waTe vernietigde, 8. Duin (De Collonel van dkr) met een Regtsgeding gedreigd, en door hun Hoog Mog. in Befcherming genomen, 422. r K J^ngeland (De Koning van) biedt zyn Bemiddeling aan , 202. Enkhuizen (Adres uit) tegen de voorgeflaagene Bemiddeling van den Raad van Staaten, 175. Esfequebo en Demerary, Staaten van Holland dringen aan op de vrye vaart op die Volkplantingen, 131. Zeeland neemt die Vaart byzonder ter harte, 136. Misnoegen op deeze Volkplantingen, 137. Euftatius (St.) Een Americaansch Schip van Bengalen gezeild, onderftaat daar de Laading te verkoopen , 33. Ook verfchynt 'er een Americaansch S1 aaven han deIaar, 34. Hevige Storm aldaar, 145- Fonis (Faderlandsch) Nieuw Programma van 't zelve, 341. Byzondere Geldinzamelingen voor 't zelve, 347. Aanmaaningen daar toe, te Haarlem Aid. Frankryk (Het Regt onzer Kooplieden in) verkort door de Bedienden der Generaale Pagten, en gehandhaafd, 64, Verzoekfchrift om in dat Ryk onthef-  BLADWYZER. heffing van de Bezwaaren onzer Visfcheryen te verwerven, 65. Voorftel om den Koning van Frankryk twee Oorlogfchepen ten gefchenken te zenden, 71. Van de volvoering komt niets, 75. Frankryk (De Voorflag van Amflerdam om de Bemiddedeling van) in te roepen gaat by Holland door, 181. Verflag deswegen ter Algemeene Staatsvergaderinge, 182. Vertoog des Afgezants de Verac over 's Konings gereedheid, 184. Overysfel ftemt hier in met Holland, 185- Friesland wil Frankryk niet alleen ten Middelaar hebben , 186. Eenigen in Holland geeven de Punten op, waar over de Bemiddeling met Frankryk moest loopen, 200. Hoe zeer zy zich misnomen vonden, 201. Verzekering van Franfche hulp aan Holland, in gevalle van buitenlandsch geweld, 202. Onderhoud van den Heer de Verac over het Plan der Patriotten, 203. Sterk vertrouwen op T'rankryk, 204. Hoe men van een Hulpleger fprak. Aid. Friesland ( Staaten van ) willen Frankryk niet alleen ten Middelaar hebben, 186Eenige Volmagten in dat Gewest van een en ander gevoelen , 189- Hunne Tegenverklaaringen. Aid. Die Volmagten desvvegen als in regten vervolgbaar geoordeeld, 192. Willen by Frankryk, Engeland en Pruisfen als Middelaars gevoegd hebben , 193. Klaagen over de ophouding van hun Jacht op de Zuiderzee, 403. Willen de gewapende Schepen daar in den grond geboord hebben, 410, G. Gelderland (Staaten van) hun voorflag omtrent de WestIndifche zaaken, 135. Schryven aan Holland over het opontbod des Krygsvolks, 162. Als mede aan de andere Bondgenooten , 163. Hollandsch Krygsvolk in Gelderland opgehouden,165. Willen by Frankryk, Engeland en Pruisfen als Middelaars gevoegd hebben, 193. Dit Gewest de wykplaats der zodanigen onder de Krygslieden, die zich aan den Eed ter Generaliteit gedaan hielden, 310. Hoe daar ontvangen en bezoldigd, 311. Eifch en voldoening wegens het aanhouden en onderzoeken van het Staaten Jacht by Louveflein, 399. Willen de Zuiderzee van de Gewa ■ pende Schepen gezuiverd hebben, 410. Givet (Van welk een Hulpleger te ) men fprak, 204. Goudoever , Collonel te Amflerdam, dringt op het in liand houden van het Corps  BLADWYZER. Corps des Rhyngraafs aan, 325- '3 Gravenhaage Voorftel van het Wapencorps aldaar, wegens den Stadhouder, 233. Verflag van dit Voorftel, 234. Verzoekfchrift aldaar ten voordeele van zyne Hoogheid ingelecverd, 267. Hoe men niet hetzelve handelde, AU. Haarlem (Adres uit ) tegsn de voorgeflaagene Bemiddeling van de Raad van Staaten , 173. Eenigzins agterlyk in de Raadsbefluiten tegen den Stadhouder, 227. Sterke Aanmaaning aldaar tot onderfieuning van het Vaderlandse]', Fonds, 347. Manfchap van daar na de Nieu■werfluis getrokken, 348. Haarsma (van) diens bedenking op een vraag van den Collonel Menningbode, 318- Helden (A. van) tot Kwartiermeester' Generaal aangefteld, 398. Herftelling (Grondwettige Algemeenheid van hec bewerken des) 6- 'sHertogenbosch hoe zeer men aldaar op eene Gronftellige Herftelling bedagt was, 10. Men vorderd 'er vergeefsch voldoening , wfegens het indringen van Soldaaten in Burgerhuizen, u. Verzoek om de Patenten te mogen zien, 13. Aan¬ drang op het bepaalen der Militaire Jurisdictie in dc Generaliteits Landen. Aid. Verfchil met den Gouververneur van der Dussen over het betaalen der Lasten op eenen Straatweg, 14. De Magiftraat vordert de betaaling der agterftallige Servicie gelden. Aid. Kooplieden in Zout doen hun beklag over eene Knevelaary, 15. Dit ftuk aangebooden, 16. Wat'er in gedaan werd, 18. Een Genootfchap voor Stad en Meyerye aldaar opgerigt, 22. Viert den Verjaardag der Verbintenisfe met Frankryk, 22- Wapenhandel te dier Stede, ondanks den Gouverneur voortgezet , Hertogenbosch {Meyerye van 's) De Dorpen daar in tot het 'opgeeven der Bezwaaren opgeroepen, 18. Wat men over die Oproeping oordeelde, 19. Hoe het op zommige Dorpen daar mede gefteld was, 20. Hoe men meende dat deeze zaak beter zou ingerigt geweest hebben, 21. Weinig beduidende Afloop derzeive. Aid. De wyze, waar op men met die Bezwaaren handelde , gewraakt , 22. Twee voorbeelden van knevelaary der Boeren in de Meyerye, 25. Kruyskensgeld aldaar gevorderd. AU. Slegte ftaat der Schooien. Aid, Wapenhaa-  BLADWYZER. Handel in de Meyerye, 26. Holland (Staaten van) doen een voorliel om den Koning van Frankryk twee Oorlogfchepen ten gcfchenke te geven, art. Twee Schepen by de Admiraliteit in Friesland daar toe als de gefchiklte aangepreezen,en verder voorgeflaagene Schikkingen, 73. Friesland, Stadt en Lande , als mede Zeeland, Hemmen hier in, 74. Heeft geen voortgang, 75. De Schepen verrotten in de Haven van Hadingen, 76. Aanmerkc'yk Staatsbefluit ten opzigte van de OostIndifche Maatlchappy, 77. Nader Plan by de Staaten van Holland voorgefteld, en de tegenwerkingen van Zeeland. Zie Oost-Indifche Maatfchappy. Gefchillen van Hollanden Zeeland over Esfequebo en Demerary, 13Ï. Oordeel der Algemeene Staaten over Holland ten aanzien der Petitiën, 159, Geeft toeftemming tot betaaling onder zeker beding, 161. Gelderland fchryftaan Holland, 162. Dit brengt geene verandering te wege, 165. Voorflag eener Onderhandelinge van den Raad van Staate, hoe in Holland beoordeeld, 171Gelasügden by Holland hellen over 0111 dien Voorflag grootendeels aan te neemen, 178. Verwekt groo- ten opfpraak tegen vaiï Zf.ebergh. Aid. De Voorflag van Amflerdam om de Bemiddeling van Frankryk in te roepen gaat by Holland door, 181. Verflag deswegen ter Algemeene Staatsvergadering , 182. Vertoog des Franfchen Afgezants over 'sKoningsgereedheid , 184- Overysfel Hemt met Holland, 185Friesland wij Frankryk niet alleen ten Middelaar hebben , 186. Verzekering van Franfche Hulp in gevalle van buitenlandse!) geweld, 202. Sterk vertrouwen op Frankryk , 204. Geen vrees voor Engeland oïPruisfen, 205. Neemen de verklaaring van den Stadhouder voor Notificatie aan, 218 Adres der Gewapende Corpfen van hun Ed. Gr. Mog., 239. Drie verzoeken daar ingedaan , 223. Welke Sreden in de fchorting des Stadhouders ftemden , 227. Sterke Publicatie van 4 July, 238. Verklaaring der Gewaapende Burgercorpfen den 4 Aug. ingediend, 239- Holland, ( Staaten van ) Adres der Patriottifche' Vergadering te Amflerdam by da Staaten den 30 Aug. ingeleeverd, 254. 't Zelve, overgenomen, 264. Verzoekfehrift eeniger Opiegte Vaderlandfche Sociëteiten ,375- Geftrooide Waar-  BLADWYZER. fchouwing tegen Staaten van Holland, 277. Publicatie daar tegen , 278. Schryven den Generaal van Ryssel aan, 290. Deeze belltüt om hun te gehoorzaamen, 291. Stellen, die hun niet gehoorzaamen buiten dienst, 291. Verklaaring wegens het verlasten van den Eed door het Krygsvolk aan de Algemeene Staaten gedaan , 297. Hun last. Aid. Brief aan het Krygsvolk ter hunner Betaaling (taande, om alleen Orders van hunnen ïerritoriaalen Souverain te ge. hoorzaamen , 314. Neemen , die zich aan hun onderwerpen in Befcherming, 315. Holland (Staaten van) bevelen het gehoorzaamen aan van Ryssel, 316. Hoe men de handehvyze van hun Hoog Mog. in zag, 317. Bezending aan hun Hoog Mog. aandringende op het intrekken van eenige Staatsbefluiten , 319. Die Befluiten ingetroKken. Aid. De weigering van den Raad ■ van Staaten om de daar uit voortvloeijcnde Orders te volvoeren. Aandrang van Holland hier op, 321. Dit ftuk Commisforiaal gemaakt, 322. Wat Staaten van Holland deeden om hunne verzwakte Krygsmagt te heiftellen, 332. Hunne Werving in. Generaliteitslanden door hun Hoog Mog. tegengegaan. Aid. Wat 'er voorviel wegens het overkomen van Fransch Krygsvolk , 333. Neemen veele Gewapende Genootfchappen in Befcherming, 335. Andere de Befcherming ontzegd, 336. Hoe zy handelen met een Wapengenootfchap te Voorburg, 336 Gewigtig voorftel van Amflerdam omtrent de Verdeediging in Holland, 250. Befluit daar °P> 357- Zie verder Commisfie tot Verdeediging. Wederfpraak der Ridderfchap en verdeediging van haar gedrag ter Staatsvergaderinge, 389. I. Ingenieurs ( Gefchil over het aanftelteri van) door da Commisfie te Woerden, 387- cv J- Jooden (Ongelegenheid, waar in de Armen onder de) zich bevonden door het agterblyven der Uitdeelingen van de Oost-Indifche Maatjehappy, ii% Hoe voor Willem den V. te gemoet gekomen, 114. K. JVaap de Goede Hoop (De Noord-Amerlcêafien befchuldigd van op de) Sluikhandel te dryven, 30. Wat deswegen tot opheldering ingebragt en bepaald wordt, .32. Verbintenis eeniger Burgeren aldaar, wegens de  BLADWYZER. «Ie Bezwaaren, 121. Drie Afgevaardigden leveren by hun Hoog Mogenden een Verzoekfchrift in , 122. Zorgdraagend Voorftel dier Kaapfche Burgeren, 124. Hoe veel ingangs hun verzoek vondt, 125 Verwyl en hangen blyven deezer zaake, 126. Krygsvolk (Bevel van hun Hoog Mogenden aan het) om zich aan den Eed aan de Algemeene Staaten gedaan te houden, 288. Dit Befluit door vyf Gewesten goedgekeurd , 289. Militairen , die Staaten van Holland niet gehoorzaamden buiten dienst gefteld, 291. Voorflag om die aan Holland niet gehoorzaamden , in befcherming te neemen en fchadeloos te ftellen, 292. Befluit by hun Hoog Mog. hier mede overeenkomftig, 293. Verzoekfchriften der door van Ryssel gefchorte Officieren , 293.' Hoe men te raade werd hunne fchadeloosftelling te bezorgen , 295. Nader bevel aan de Krygsofficieren om zich aan den Eed der Algemeenen Staaten gedaan te houden , 295. Aid. Verklaaring van Staaten van Holland deswegen. 296.Verloop in 'tHollandsch Cordon, 298. Middelen ter voorkoming in 't werk gefteld, 299. Leyden (Verzoekfchrift der Geconftitueerde te) tegen den Voorflag van de Bemiddeling door den Raad van Staaten, 172. Voorftel wegens de maatregelen welke men daar oordeelde tegen de Stadhouder te moeten te werkftellen, 224. Loosduinen. Hoe het Wapenhandelen der Oranje Corpfen daar belet, 338. M. Maatjehappy (Oost-Indifche') derzelver hoogklimmende Geldbehoefte , 76. Poogingen tot Herftel en Verbetering aangewend, 77. Aanmerkelyk Staatsbefluit by IlJ.land. Aid. Nader Plan wegens een vyfde Departement by Hollamd voorgefteld, 82. Goedgekeurd door Staaten van Holland, en de Geldleening daaraan verbonden, 92. Met welk een aandrang by hun Hoog Mogenden ingeleeverd, 92. Door de Meerderheid omhelsd, 95. Zeeland kant 'er zich tegen. Aid. Zes Heeren tot het door Zeeland betwiste vyfdeDepartemenc voor en aangefteld, 96. Betoond misnoegen der Staaten van Zeeland, 97. Zy verklaaren de Befluiten, ten opzigte van dit Nieuwe Plan genomen voor van geener waarde, 99. Geeven hunne Tegenverklaring daar op in. Aid. Zenden dit Staatsbefluit aan de andere Gewesten,  BLADWYZER. ten, 105. Dit brengt geene Verandering in bet Befluit der Algemeene Staaten te wege, 105. Zierikzees en Vlisfmgens gevoelen over deeze rondgezonden Brieven. Aid. Verbod van Zeeland aan Bewindhebberen om te verfchynen in eene Vergadering niet op den ouden voet belegd , ic6. Verlegenheid hier uit gebooren ter Vergadering van XVII. Aid. De Vergadering uitgefteld en hun Hoog Mogenden deswegen befchreeven , 107. Befluit van hun Hoog Mogenden, dat de Vergadering zou voortgaan, 108. . Zeelands Tegenverklaaring. Aid. Staaten van Holland beantwoorden den Brief van Zeeland, 109. De zaak by Zeeland nader in overweeginge genomen, 113. Maillebois (De Graaf de) verzoekt als Gouverneur van Breda het Bienvenu te mogen genieten, 29. Aan hem toegeftaan, en voor het vervolg volftrekt verboden, 27. Mandrillon. Diens vergeeffche poogingen by zyne Hoogheid, 180. Marocco (Verfchil met den Keizer van ) over een Handelplaats, 58. Nieuwe Gefchenken hem geweigerd, 59. Eisch diens Keizers om Stuurlieden en Matroozen van de Christen Mo genheden, 60. Antwoord van hun Hoog Mogenden eisch, 61. Martini (A.) diens werkzaamheid om de Regten van de Stad 's Hertogenbosch en der Meyerye, te handhaaven, 10. 11. 15. Minnigerode Raadpleeging by hun Hoog Mog. op diens voorftel, 317. Monaca (Raadflag wegens den Tol door den Prins van) gevorderd, 63. TV N- INlEVELD (A. van) tot Voorzitter verkooren op' de Provinciaale Vergadering der Gewapende en Ongewapende Genootfchappen te Amflerdam, 252. '1 O. Uost- Indien. Zie Oost - Indifche Maatjehappy. Oudewater (Balneavis weet te) het Krygsvolk van Holland te ontrekken, 302. Overfchie (Het voorgevallene te ) met een Oranjecorj.s, 338. Hoe geweerd, 339. Overysfel ftemt met Holland om de Bemiddeling des Konings van Frankryk in te roepen, ias^ P. Pasfen (Turkfche) Nadere bepaaling aan welke Schepen dezelve zouden verleend worden, 49. Zeelands misnoegen deswegen, Si. Te gemoetkoming van Zeeland, 52. Reden van  ■BLADWYZER. i fle nadere bepaaling uit bet verval van onzen Scheepsbouw ontleend, 53. Zeeland wil zich aan die nadere bepaaling niet onderwerpen, 55. Dezelve gaat egter door, 58. Partyfchappen(Ilevigheid der) hier te Lande, en-hoe hier billyk te oordeelen, 154. Pelt (Capitein van) voor de Admiraliteit van Amflerdam opontboden, 404. Zyn Antwoord. Aid. Hun Hoog Mog. willen hem dit bevel ontzegd hebben, 405. Verllag van 't geen de Admiraliteit te Amflerdam tot ■ die Wapening gedaan hadt, 405. Zie verder Amflerdam. £etitien (Hoe liegt het met de opbrenging der) gelteld was, 166. Welke wraakbaare grondregels men volgde in die Opbrenging, J67. ivaad van Staaten hoe deeze over Petitiën fprak, 158. Doet het voorftel eener Onderhandeling, 169. Hoe men daar aan het oor leende, 170. Verfchillend in Holland beoordeeld, 171. Raadflag der Stad Schoonhoven. Aid. Verzoekfchrift der Geconftitueerden te Leyden en Amflerdam daar tegen, 172. Adres van Haarlem hier over, 173. Adres uit Enkhuizen deswegen, 175. Gelastigden by Holland hellen over om dien Voorflag grootendeels over te neemen, 176. Dit verllag wekt groote Opfpraak tegen van Zeeiergh, 178. Die Bemiddeling afgebrooken, 180. ■Rotterdam Verzoekfchrift van daar ten voordeele van zyne Hoogheid, 2fi8. inhoud van 't zelve, 269. Verfcheide Voorflagen van wegen die Stad gedaan, en daar op ingekomene bedenkingen, 360. Ryssel (Opening van het Bevel door van) gegeeven, wegens het trekken op Utrechts Grondgebied, 286. Door hun Ed. Gr. Mog aangefchreeven, 290. Door hun Hoog Mog. ter verantwoording opgeroepen, 290. Zyne verlegenheid en befluit om Staaten van Holland te gehoorzaamen, 291. Verzoekfchriften der door hem gefchorte Officieten, 293. Door hun Hoog Mog. gefufpendeerd, en alle gehoorzaamheid aan hem verboden, 316. Tegenovergefteld Bevel van Staaten van Holland. Aid. Tot Commandant van Haarden benoemd, ' 398- S. Salm (Voorflag der Ridderfehappe om het Corps des Rhyngraafs van) af te danken , 324. Intekening te Amflerdam ter Cetaaling van E e • dat  BLADWYZER; dat Corps, 325. Van hoe veel aanbelangs de Krygsraad te Amflerdam het in Itandhouden deezes Corps oordeelden. Aid. De Afdanking gaat niet voort, 330. De Rhyngraaf hoog gefteld. Aid. De Werving voor dat Corps te Dotdrecht aan eene andere Werving voorgetrokken, 331. Tot Commandant en Chef over de Troepen aangefteld, 398. Sclieepsbou-.v ( Het verval van den ) geeft aanleiding om eene nadere bepaaling op het uitgeeven van Turkfche Pasfen te maaken, 52. Schiedams Raadflag wegens den Stadhouder, 225. Schoonhoven (Raadflag van ) over de Bemiddeling door den Raad van Staaten voorgeflaagen, 171. Slaavenhandel ( Boogingen om den ) te begunftigen, 138. Smissaert (Capitein) na de West-Indien gezonden, met ■welk een Last, 127. Spotfchriften en Spotprenten tegen den Stadhouder, 265. Staaten (Algemeene) Bedreiging om derzelver Vergadering na elders te verleggen, 278. Voorftel aldaar om de Officieren, die den Eed aan de Generaliteit niet hielden , te fufpendeeren , en die het gedaan hadden in hunne Posten teherftellen, 312. Befluit hier toe by meerderheid fieuoaen, 313. Neemen die hun gehoorzaamden in befcherming, 314. Sufpendeeren van Ryssel, en verbieden alle gehoorzaamheid aan hem, 315. Hoe men hunne Handelwyze by Staaten van Holland inzag, 317. Bezending van Holland hy hun Hoog Mog. , 319. Zy trekken de Befluiten van 1 en 10Juny in, 320. Schryven aan Holland eenen aanmaanennen Brief over het Ksygsweezen, 380. Surinamen (De Noord- Americaanen befcbuldigd van Sluikhandel op) te dryven , 29. Klagten over de weggeloopeneSlaaven, die zich op Fransch Grondgebied onthielden, 140. Bedrukte ftaat dier Volkplantinge, 142. Plans ter reddinge uitgedagt. Aid. T. Tol ( Het af koopen van den ) te Villa Franca by het Hof van Turin gewraakt, 61. —— (Raadflag wegens den) door den Prins van Monaco gevorderd, 63. Tulleken (De Zeecapitein) in hegtenis genomen, 411. Crimineele Eisch tegen hem, 415. Zyn Ontflag, 416. U. Uitfchryving van den DankVast- en Bededag des Jaars 1787, en hoe deeze over 's Lands toeftand fprak, 157. Utrecla  BLADWYZER. Utrecht (Staaten van) te Amersfoort vergaderd, derzelver Raadflag wegens eene Bemiddeling met Holland, 195. Neemen Balneavis in befcherming, 305- V. Verac (De) diens Vertoog over Frankryks gereedheid om Middelaar te weezen in de Gefchillen, 184Verzekert Staaten van Holland van Franfche hulpe, in gevalle van buitenJandsch geweld, 202 Onderhoud van hem meteeninige Heeren over het Plan der Patriotten, 203. Villa Franca ( Tol te ) het afkoopen daar van gewraakt, 6T. Visfchery (Om de) te bevoordeelen wendt men poogingen aan om den Invoer van Zoutevisch in de Oestenrykjcke Nederlanden te bewerken , doch te vergeefsch , 65- Verzoekfchrift van de Visfcheryen hier te lande en in Frankryk ontheffing van Bezwaaren te bewerken, 65. Verbod aan de Ingezetenen van den Staat om zich ter Visfchelye buiten 's Lands te verhuuren, 66. De Haaringvisfchery van Lasten, als voorheen, ontheeven, 67- Vitringa (H.H.) tot Advocaat-Fiscaal by het Noorderkwartier aangelteld, 414. Wat men daar. op te zeg¬ gen hadt. Aid. Hoe hy die post waarnam, 4K. Vlaardingen ( Adres van ) wegens den Stadhouder, 219. Voorburg ( Hoe de Staaten van Holland te werk gaan mtt een Wapengenootfchapte), 336- ' J Voorne (Hoe in 't Land van) de Oranje gezinden beteugeld, 338. W. West-Indien (Onderzoek op dtn ftaat der verdeediging van de) vastgefteld, 127. Geldbehoeften en verzoeken der West - Indifche Maatfchappy, 128. Gunftig Verflag op hun verzoek, 130. Op welke voorwaatden 'er Holland in wil treeden, 131. Bewindhebbers ter Kamer Amflerdam verdeedigen hun gedrag, 132, Op welke voorwaarden de vryheid verleend om eene Vergadering van Tienen te Middelburg te houden, van welke niets kwam, 134. Nadere pooging om hulpe. Aid. Deeze blyft agterwege, 135. Voorflag van Gelderland, omtrent de IVestIndifche zaaken, 136. Zeeland neemt Esfequebo en Demerary byzonder ter harte. Aid. Misnoegen in deeze Volkplantingen, 137. Poogingen om den Slaaven handel te begunftigen, 138- Willem de V. komt, weie 2 gen*  B L A D W Y Z E 11 gens de uitdeelingen der Oost-Indifche Maatjehappy, den Ai men te gemoet, 114.. Zyne Verklaaring en Voorflag van Bemiddeling, 206, Hoe ter Algemeene Staatsvergadering overgenomen, 21S. Hoe in Holland beoordeeld. 4ld. Schied ams Raadflag ten zynen opzigte, 225. Welke HollandJche Steden voor zyne .Schorting Itemden , 227. Adres van Vlaardingen ten zynen opzigten , 229. Voorftel van het Haagfche Wapencorps , 233. Veelvuldige Schriften en Spotprenten tegen hem, 265. Verzoekfchriften ten voordeele van zyne Hoogheid, 26O. Hoe men met het Haagfche handelt , 267. Meerdere Verzoekfchriften van dien aart, 266. Inhoud van het Rotterdamfche, 2.69. Poogingen tegen het tekenen van zodanige Verzoekfchriften aangewend, 272. Klaagt over de Gewapende Schepen op da, Zuiderzee, 402 Wilmftad (De) door het Krygsvolk vcrlaaten, 306. Vertrek van 't zelve na, Gelderland, en het vertigtte daar omtrent, 109. Witte van Dam. diens geval op den Uitlegger oy Louveflein, 400. Woerden De aan Staaten van Holland niet gehoorzaamd hebbende krygslieden aldaar ontwapend, 300. V f /.EEBEitGii. (A.v.) Opfpraab tegen hem gaande gemaakt. 178. Hoe hy zich daar tegen verdeedigde, 179. Aan hem de agterlykheid van Haarlem in het uitbrengen van een Raadsbefluit toegefchreeven, 228. Zeeland (Staaten van) misnoegd over de nadere bepaaliug wegens deTurkfche Easfen gemaakt, 51, Tegemoetkoming , 52. Opgave van de reden Jer nadere bepaaling. Aid. ,Wil zig daar aan niet onderwerpen, 55. Hun Hoog Mogenden houden zich egter aan het Befluit, 58. Kant zich aan tegen de oprigting van het vyfde Departement by dc Oost-Indifche Compagnie. Zie verdqr Oost - Indijche Maatfclwppy. Neemt Esfequebo en Demerary byzondsr ter harte, 136. Voorflag wegens het Krygsvolk in het Hollandsch. Cordon, 176. — Willen by Frankryk , Engeland , I'ruisfen en den Keizer als Middelaars gevoegd hebben , 194. Gefchil tusfehen de Zeeuwfche Afgegevaardigden ter Algemeene Staatsvergadering, 293. Zeemagt (Sterkte van 's Lands) 68. Verzoekfchrift ten aanzien van dezelve,69-Petitie tot de Zeemagt, 165. Voorftel om dezelve alleen tot Befcherming der Buitenlandfche Zwaard te gebrui,-  BLAD WYZER. bruiken, 410. Beiluit deswegen genomen. Aid. Comrnisfien aan een en ander Zeecapitein goedgekeurd, 418. Raadflag van de Afgevaardigden tot de Zee, Aid. geevaard (Befcherming aan de) verleend, 68. Ifcuiderzee (Scheepswapening op ije) 401. Klaagbrief van zyne Hoogheid daar over, 402. Opbrengen van Schepen en klagten deswegen , 403. Van 't geen met van der Pelt en den Zeeraad van Amflerdam voorviel, 404. enz. Over de bedoelde in den grondbooring dier Vaartuigen, 410. Schikkingen in het Noorderkwartier op de Beveililiging der Zuiderzee, 416. Ee 3 BE-  BERICHT voor den BINDER. De Plaaten moeten tegen over de volgende Bladzyden ingevoegd worden. Portrait van A. Martini, tegen Blz. 10. Goudoever . . 324. ■ Canter Camerling. 358.