twééde deel zesde stuk VAN 'T Z E E M A N S HANDBOEK, O F TRACTAAT d e ft VUURWERKEN BEPROEVD, IlOOK DEN WÈL ED; GES TÉ. HEER J. H. van KINSBERGEN, kapitein ter zee, Êy het Edel Mogend Collegie fan Friesland^ Te AMSTERDAM, By GERARD HULST van KEULEN* Boek- en Zcctaartverkooper, Compas-, Sextant-1 Odtant-, Graadboog- en Mathematifcbe Inftrumentmaaker, aan de Oostzyde van de Nieuwebrug. M D C C X C. Met Privilegie.   TRACTAAT DER VUURWERKEN BEPROEVD. VOORBERIGT. Het Gewigt daar in dit werk van gefprooken word moet verftaan worden, dat een Pond is 16 Oneen, en het Once in agt deelen verdeelt word, welk zo een deel, een Gros zal genoemd worden. De Voetmaat, daar de Proportien in dit werk ca gereguleerd zyn , bevat twaalf Duim Franfche maat, waar van ieder Duim in twaalf deelen gedeelt is, welk zo een deel een Linie zal genoemd worden. De groote der Franfche maat blykt uit de onderftaande Figuur , zynde een half Voet of zes Duim Franfche maat. i 1 3 3 4 s s 1 i 1 1 h 1 A 2 VAN  ( 4) VAN HET GESWINDE LONT. Het Catoen moet zeer egaal weezen, en var? een fyne zoort. Men neemt 5 Kluwens Catoen van enkelde draaden, dewelke men te faamen wind op een Kluwen, opdat men daar door een diaad van 5 dubbeld verkrygt. Men moet wel agt geven, dat de draaden der gemelde Kluwens niet en breeken, en blekkende, dat men' dezelve weder aan een knoope Dit Kluwen alzo geprepareerd zynde, raoet men hetzelve op een tweede Kluwen winden, (en windende) hetzelve een weinig omdraaijen , op dat het daar door een ronde figuur bekomt; dog egter moet agt gegeeven worden, dat men den draad niet ter Éerk in een draaid. De Compolitie om deeze Lont van te r&aaken is de volgende: Meélhuït . 2 pond. Arabifche Gom I^onc. Voorloop . . 1 pint. Deeze Compofitie word met de helft van de voorfz.-Voorloop tot een Deeg gemaakt; van dit Deeg legt men de helft op een Schotel, en van de andere helft maakt men met de rest van de Voorloop, in een vlakke aarde Pot, een lelag,- ter  ( s ) ter dikte als dat om Pannekoeken van te bakken. In d'.t Beflag doopt men het gemelde Ca~ toen, en hetzelve op een in de rondte fchikkende, op dat het niet verward, vei volgens wind men hetzelve op een Raam, laatende het door de eene hand tusfchen den vinger en duim pasfeeren, iri welke men moet houden, zoo veel als men 'er in kan doen, van die Pap die dik gebleeven is wryft men fterk op^tCatoen, dat door de vingere pasfeert, — en op dat het Catoen op de Raam kan gewonden worden, laat men het door twee pe:foonen in de rondte draaijen. De proportie der gioote deezes Raams is, als 't volgende Figuur verbeeld: De lengte Tan dit Raam is 4 voet 11 duim, rn de breedte 4 voet. De Stylen, dair dit Riam var> gei» .1. kt word, moeien yder 2 duim breed ea 1 duim dik ijo. A 3 VAN  ( 6 ) VAN DE COMMUNICATIE BUISSEN. Deeze worden gerold op een yzer Stokje, lang ?8 yoeten, en in zyn diameter zyn 2f linie. Dezelve worden gerold van ordinair Sc hryfpapier; de Streepels, daar dezelve van gerold worden, moeten yder breed zyn 4? duim; dezelve op 't Yzeidraad gerold zynde, worden alleen maar be? plakt aan de kant, om ze te doen vasthouden. VAN DE CARDOUSSEN. Daar zyn drieerhande Cardousfen , te weeten 5 Die der Kamer Vuurwerken. Die der Lugt Vuurwerken, ■ Die der- Theater Vuurwerken. Pe Cardousfen der Theater Vuunverken vier-? derhande loorten, te weeten: I. Voor de vaste Figuuren. %. Voor de draaijende Figuuren. 3» Voor de draaijende Sonnen, draaijend Vlamvmir en middelmaatige Chinee- fche Fontynen. 4. Voor de groote Chineefche Fontynen. Deeze Cardousfen voor de vaste Figuuren van het Theater, moeten in haar inwendige diame-  ( 7 ) ter wyd zyn 5 linies, en in haar uitwendige diameter 10 linies. Zy moeten lang zyn met hoofd en al 6 duim. Dezelve worden gerold heel dioog, als alleenelyk op de kant een weinig btplakt. Het Papier, daar dezelve van gemaakt worden, moet goed Mediaan Papier zyn, en gevouwen op de wys als de .volgende de Figuur verbeeld, In 't midden van deeze ■ "~~ >—- vouwen moet een ftuk Bortpapier, dat drie vel dik is, en van 't zelfde a's de Cardous ingelegt worden. De Rol, daar deeze mede gerold word, moet van hard hout zyn; en de Stamper, daar dezelve mede gevuld word, moet van yzer zyn, met een houte hegt, op de wyze als een Bytel. De Caidouifen voor de Draaivuuren van het Theater zyn van het zelfde maakzel als de voorgaande, uitgezondert, dat haar diameter verfchild; v/ant de inwendige van deeze moet zyn 5§ linien en de uitwendige io£ linien en lang 6 duim. De Cardousfen voor de draaijende Sonnen , draaijend Vlamvuur en middelmaat ge Chineefche Fontynen van het Theater, zyn op dezelve wys gemaakt als de voorgaande, uitf gezondert, dat haar inwendige diameter i duim is; zy moeten lang zyn 6 duim; het Bortpapier dat in het midden van de Cardous komt, moet A 4 kng  ( 8 ) lang zyn de helft van de lengte van het gevou* Wene Papier van de Cardous. De Cardousfen der Kamer Vuurwerken, zoo vaste als draaijende, zyn gemaakt op dezelfde manier als de voorgaande, uitgezondert, dat haare diameters verfchillen, en moeten een klein ftukje Bordpapier van 's gelyken in het midden hebben; de diameters van deeze Cardousfen zyn inwendig 4 linies en uitwendig 7$ linies lang, met het hoofd te zaamen° 4| duim. De Rollen, daar ze op gerold worden, moeten van hard hout zyn, en de Stampers van yzer met houte hegten. De Cardousfen der draaijende Sonnen voor de Kamer zyn meede van 't zelfde maakfel als de voorgaande, uitgenoomen, dat haar inwendige diameter is 4^ linies en haar uitwendige diameter 8 linies, en zyn lang met het hoofd 4§ duim. De Cardousfen van de Chineefe Fontynen voor de Kamer, zyn al mede op de zelfde manier als de voorgaande, maar haar diameter is 5 linies inwendig, en uitwendig 9 linies, en zyn Jang Piet het hoofd 4$ duim.  ( 9 ) De Chineefche Fontynen voor de Theaters zyn al mede op de zelfde wys als de voorige, haar inwendige diameter is 9 linies en haare uitwendige is 14' linies, en zyn lang met het hoofd 6 duim. De Cardousfen voor hetLugt Vuurwerk zyn in verfcheide foorten, dog yder zal op zyn plaats in het byzonder befchreeven worden. De Cardousfen der groote Draaifonnen voor Lugtwerk zyn geheel van Bordpapier geplakt: haare inwendige diameter is 8£ linies en haare uitwendige 14 linies, en zyn lang met het hoofd .6 duim. NB Deeze Cardousfen dienen niet alleen voor Draaifonnen, maar voor allerly foort van groote Raderen en zwaar weegende draaijen* de Figuuren. — Alle Cardousfen worden gerold op een Plank, daar een Handvat aan is, gelyk de onderftaande Figuur verbeeld. Men rold dezelve op een Bank, geproportioneerd gelyk op de volgende Pag'1113, verbeeld word. pf lengte deezer Plank is 1 voet 10 duim, breed 7I duim en dik z duim. As Om  ( io ) Bank 6m Cardousfen té rollen, lang o voet, breed 10 dui en dik 2 duim. De hoogie van de gtond is i voet 2 duim Om alle deeze Cardousfen te vullen heeft men niet noodig houte Vormen, maar alleen houte Vostftukken, met yzere Pennetjes daarop, dewelke dienen, om in het Hoofd der Cardous/en het Lugtgat te maaken. De lengte van alle deeze Pennetjes moet zyn 6 linies, en de proportie van haare diameters is voor alle de bovengemelde Cardousfen een en de zelve, te weeten: Een Vierdendeel van de inwendige diameter der Cardousfen. De yzere Pennen der Vuurpylen en draaijende Vlamvuuren zullen yder op haar plaats befchreeven worden. De Voeten, hier booven befchreeven, zyn verbeeld door de onderftaande Figuur met haare proportie; Deeze Figuur heeft s| duim dianieter, eu 2 duim 3 linien hoogte» Di  (II) De Hamers, daar de vorengemelde Cardousfen mede geflagen moeten worden, zyn volgens de proportie van 't onderftaande Figuur. Om de gemelde Cardousfen te vullen, heeft men noodig kleine Wikke Leepeltjes, voor ieder Cardous een, en in diervoegen gemaakt, met een houte Steel, gelyk in het groot, zyndé^. Leepels voor een Stuk Canon, zo dat de Steel zoo dun moet zyn, dat men 't Leepeltje tot onder in de Cardous kan fteeken. Deeze Leepeltjes moeten zoo groot zyn, dat zy een twaalfde gedeelte van de Compofitie, die in de Cardous gaat, bevatten kunnen ; wanneer men een Cardous vuld, zoo moet men ieder reis een van deeze Leepeltjes, gelyk afgeftrecken zynde, in de Cardous doen, en dan op ieder Leepeltje, die men 'er in doet, een zeeker getal flagen met de Hamer geeven. Het getal Hagen dat op ieder Leepel gegeeven word, beftaat in de volgende proportie, te weeten: op de kleinfte Cardousfen 6 (lagen, op de daarop volgende io ilagen, op de daar wederom op volgende 15 flagen, en zoo TOr- De lengte der Hamer is 41 duim , breed 5 duim. De lengte det Steel is jl duim, diameter 13 linies.  ( ia ) vervolgens naar maate dat de diameter der Cardousfen grooter worden, de (lagen op ieder Leepel van 5 tot 5 vermeerderd worden. VAN DE VERSCHEIDE SIFTEN EN MATERIËN, NODIG OM DE COMPOSITIEN TE BEREIDEN. Men moet hebben vyfderhande foorten van Siften, die genommert moeten zyn van i tot 5, N°. I. Moet zyn van de aller fynfte Syde Gaas die gevonden kan worden, a. Moet zyn van de zelfde ftoflie, maar wat grorTer als N°. I. 3. Moet zyn van Paardekair en wat groffer als N° 2. 4 en 5 Moeten beide van Paardehair zyn, en elkander volgen in grofte. Men kan deeze Siften alle laaten maaken ter groote van oi duim diameter, op dat zy alle op een en dezelfde Tiommel pasfen. Het Kruit moet geflamt of gewreeven worden met een houte Stamper in een marmere Mortier, en vervolgens zoo fyn gemaakt we den, dat het pasfeert door de Sift N°. 1, en dit fyne Kruit word genaamd Meelktuiu Pc  ( 33 ) De Salpeter moet van dat foort zyn, dat driemaal geraffineerd is; men kan dezelve fyn maaken op tweedeihande manieren. De eerfle en gemeenfte manier om ze fyn te maaken, is van die te ftampen in een marmere Mortier, en vervolgens door de Sift N°. 2. te laaten pasfeeren. De andere manier, dewelke de beste is, beftaat dat men de Salpeter in een kopere Ketel doet, en ichoon Water 'er op giet, ter hoogte dat het Water een vinger breed boven de Salpeter ftaat, laatende dezelve vervolgens zo lang kooken, tot dat dezelve, gefmolten zyn;!e, dik word en eindelyk in Poeder valt, agt gevende dat men altyd fterk dezelve omroerd, daarna pasfeert men het door de Sift N°. 2. De Zwavel moet goede leevendige of Bloem "tan Zwavel zyn; men floot dezelve in een marmere Mortier, en laat ze pasfeeren door de Sift N°. 2. De Aarde moet zyn Kly of'Vulaarde, gedroogt, geftooten en gefift door N°. 2. De Smeltkroefen moete zyn van dat foort welk uitDuitschland komt, die zwart zyn, daardeZ'ïverfmits zig van bedienen ; men Oampt dezelve in een Mortier en laatze pasfeeren door de Sift N°. 2. NB.  ( 14 ) NB. By gebrek van Smelthoefen neemt rnerf Engeheh Potloot, en behandeld het op dezelfde manier als de Smelthoefen. Ferfikojleenen, deeze worden onder heete Asch gecalcineerd, vervolgens geftampt en genTt door Sift N°. 2. Gecalcineerd Tin, dit vind men by de Apotheekers of Tinnegieters; hetzelve moet gefift worden door de Sift N°. 2. Marcafita is een Bergftof, dewelke men by dë Drogisten vind; deeze moet geftooten worden in een metaale Mortier en gefift door de Sift N°. a. De Vylfels. Daar zyn driederhande foorten van Vylfels, te weeten Tzervylfel, Koperyyifel en Staalvylfel. Van yder foort prepareerd men driederhande, te weeten: Heel.Fyn, Middelmaatig en Grof Het fyne verkrygt men, wanneer men he! Vylfel laat pasfeeren door Sift N° r. Het tweede, dat het middelmaatige is, verkrygt men , wanneer het fyne uitgetrokken zy nde, men het Vylfel laat pasfeeren door de Sift N° %. Het  ( 15 ) Het derde is de groffe, en verkrygt men, wanneer het fyne en het middelmaatige 'er uitgetrokken zynde, het Vylfel pasfeert door de Sift N°. 3. Geftooten Tzer^ Daar zyn tweederhande foorten, te weeten: Staal en Materie van Bommen of Handgranaten, dewelke {tukken geflagen zynde zilver blank moeten zyn; want als zy grys zyn, deugd de Materie niet. Deeze twee foorten worden geftampt in yzere Mortieren, dat zy zo fyn zyn als ordinair Vylfel, en vervolgens word daar mede gehandeld, als met de Vylfels hier boven gemeld; dezelve pasfeeren door de Siften als vooren, om daar door het fyne, middelmaatige en grove foort tc verkrygen. De Styfzel daar men zig van bediend , moet gemaakt worden van goed Bloem van Meel. Arabifche Gom. Deeze moet geftampt en gefift worden door de Sift N°. 2. Het Bordpapier, daar de Cardoufen van gemaakt wo den , moet geplakt worden van 3 Vellen goed gelymd Paper, VAN  ( ï6) VAN HET VULLEN DER. CARDOÜSSEN, De Cardous gezet zynde op zyn Voet en Pen, gelyk boven gemeld is, moet men in dezelve liaan een halve Leepel Vul of Klyaarde, en op' die Aarde twee Leepels van de gemeene Compofitie, vermits verfcheide Cardousfen die Aarde moeten hebben, zonder gemeene Compofitie, en andere die gemeene Compofitie zonder Aarde moeten hebben; zoo volgt hier een Lyst van alle de Cardousfen die Aarde of gemeene Compofitie moeten hebben of niet behoeven. De Chineefche Fontynen moeten gemeene Compofitie zonder Aarde hebben. De Swerwers hebben nog Aarde nog gemeene Compofitie nodig. De Vuurpylen hebben nodig Aarde, maar geett gemeene Compofitie. Het draaijend Vlamvuur moet Aarde zonder gemeene Compoütie hebben. De draaijende Vuurpylen moeten Aarde hebben f zonder gemeene Compofitie. VAN  ( 17 ) VAN DE COMPOSITIES. Vermits de Compofitien der Kamer Vuurwerken en der groote Vuurwerken een en dezelfde zyn, en dat zy alleen maar verfchillen in de quantiteit, die geobferveert moet worden in de proportien der Brandfloffen; zoo zullen wy hier Jaaten volgen alle de Compofitien, geproportioneert, yder in 't byzonder, voor de groote van hunne Cardousfen. DE GEMEENE COMPOSITIES. N°. i. Voor de Calibers van 3 en 4 linies inwendige diameter: Meelkruit . 1 pond. Kooien . . t once. NB. Indien het Kruit te zwak is, moet mert i once Salpeter by deeze Compofitie voegen. N°. 2 Voor 5 en 6 linies. Meelkruit . I pond. Kooien . . a oneen. N°. 3. Voor 7 en 8 linies. Meelkruit . 1 pond. Kooien , . 3 ónGed, B K-9. 4  I 18 ) N. 4. Voor 9, | 12 linies inwendige diameter. Meelkruit . 1 pond. Kooien . . 4 oneen,. COMPOSITIE VAN FYN STAALVYLSEL. N°. 1. Voor de Calibers van 3, 4, 5, 6 en 7 linies inwendige diameter. Meelkruit . I pond. Fyn Staalvylfel Iionce. NB. De Cardouifen van 3, 4 en 5 linies worden geheel vol gevuld met deeze bovenftaande Compofitie; maar van 6, 7 en 8 linies worden met de bovenftaande Compofitien maar half gevuld. N°. 2. Van 8 linies inwendige diameter. Medkruk 4 I pond. Fyn Staalvylfel 2 oneen. N°. 3. Van 9 en 10 linies inwendige diameter. Meelkruit . 1 pond. Fyn Staalvyljel 3 oneen. NB. Indien het Kruit te zwak is, moet men 'er 1 once Salpeter, eri te fterk zynde, 1 once Zwavel by doen. N°. 4.  ( i9 > . M° 4. Voor de Cafibers van 6 linies iflwfcndige diameter, diénende alleen voor de Raderen Giliochet. Meelkruit . 12 oneen. Fyn Staalvylfel 4 oneen. COMPOSITIE VAN MIDDELMAATÏÖ STAALVYLSEL. De Compofities van 3' , 4, $ linies inwendige diameter, móet men dezelfde proportie in öbferveefen, als in de voorgaande van dat foort; maar de Compofitie van 6, 7 en 8 linies inwendige diameter is de volgende. Meelkruit . . . . 1 pond. Middelmaatig Staalvylfel 4 oncèn. COMPOSITIE VAN GROF STAALVYLSEL N°. i. Voor de Calibèrs van 3 en 4 linies inwendige diameter. Meelkruit . I pönd. Grof Staalvylfel 2 oneen. N°. 2. Van 5 en 6 linies inwendige diameter, Meelkruit . t pond. Grof Staalvylfel 3 oneen. B 2 §.  ( 30 ) N°. 3. Van 7, 8 en 9 linies. Meelkruit . I pond. Grof Staalvylfel 4 oneen. N°. 4. Zeer Brillant en van 8, 9, 10, iienis linies. Meelkruit . I pond. Salpeter . . 1 once. Zwavel . . 1 once. Grof Staalvylfel 4 oncee. N°. 5. Van I, 2 en 3 duim. Meelkruit . 1 pond. Zwavel . . 1 once. Salpeter . . 1 once. Grof Staaïvylfel 6|oncen. N°. 6. Tot het zelfde gebruik als N°. 5. Meelkruit . I pond. Grof Staalvylfel 3 oneen. Salpeter . . 4 oneen. Zwavel . . 2 oneen. COM-  ( 21 ) COMPOSITIE VAN DE CALTBERS EN VERANDERINGEN DER. DRAAIJENDE ZONNEN. Voor de Calibers van 7, 8 en 9 linies inwendige diameter. N°. 1. Sterk of gemeen, hier van word de Cardous tot op de 2 gevuld. Meelkruit . I pond. Salpeter . . 4 oneen. Kooien . . 1 once. N°. 2. Getaand Vuur en gemeen , £ gevuld als boven NB. 't Is het zelfde te vullen, van alle deeze Compofitien} daaiop de eerfte of de laatfte helft. Meelkruit . 1 pond. Salpeter . . 8 oneen. Zwavel . . 4 oneen. N°. 3. Getaand Brillant Vuur, de £ als boven. Meelkruit . . . . 8 oneen. Salpeter 4 oneen. Zivavel 1 once. Middelmaatig Staalvylfel I once. B 3 N°- 4-  ( 22 ) $1. 4- Brillant in Marcafita, f als voren. Meelkruit . i ppnd. Marcafita . 3 oneen, of MW dip men overal in plaats van Mareafita kan gebruiken. $. ©etaand Vuur van Smeltkroefgn, £ al? boven. Meelkruit . 1 pond. Smeltkroejen 3 oneen , of wel 77>f ^ Gkry?, in plaats van Smeltkroes fen. U°. 6. Ghineesch Brillant, £ als boven. Meelkruit ..... j pond. Middelmaatig gefloten Fier 4 oneen. Zwavel £ once. 7. Wolke Vuur, $ als boven. Meelkruit . ï once. Zwavel . . | onceiïcw&a . . \ once. If°. 8. Rood Vuur, iLeepelopeenCWw. Meelkruit . 3 oneen. Salpeter . . 4 oneen.  ( *3 ) N°. 9. Donker Rood Vuur, 4 Leepels op een Cardous. Meelkruit ... I pond. Gecalcineerd Tin . 3 oneen. N°. 10. Witte Vlam, met klaareStraalen, iCdrdous vol. Meelkruit . . I pond. Fyn geftoote Yzer 3-§oncen. Zwavel . . . £ once. N°. II. Chasfemyn Vuur} £ als voorgaande. . Meelkruit I pond. MiddelmaatigVylfel van Blik 3 oneen, of wel j in plaats van Blik, Tin. N°. \z. Rood Vuur, £ als böven. Meelkruit . I pond. Ferfiko Steenen % enêerfc N°. 13- Mistig Vuur, £ als boven. Mêélkfuit •. * t t i . ï fbüd. dseh, gepasfeerddoorN0.2. 3 ënëen. B 4 N°. 14.  ( 24 ) M9. 14 Geel Vuur, £ als vooreri. Meelkruit .... 24 oneen. Salpeter .... 2 0nceu. Middelmaatig Kopervylfel 2 oneen. dito Staalvylfel 2 oneen. M°. 15. Witte fkauwe Vlam, 1 Leepel op eer Cardous. Salpeter . . 1 pond. Zwavel . . 8 oneen. Meelkruit . 4 oneen. N°. 16. Een Witte fterke Vlam, 1 Leepel op een Cardous. Salpeter . . j p0nd. Zwavel . . 8 oneen, of om fter- ker te maaken 4 oneen. Meelkruit . 8 oneen. N°. 17. Een fchoon Rood als Carmyn Vuur. NB. Nergens te vinden als by de Vuurwerkers te Bologne. Meelkruit 1 pondt Carbone Pagano3dooïN°. 2. 3 oneen. Salpeter ...... 1 once. Zmvel pnee. N°. 18  ( 25 ) N°. 18. Een zwak Vlamvuur, i Leepel op een Cardous. Salpeter , , i pond. Zwavel . ' . 8 oneen. Meelkruit . 4 oneen, of 6 oneen naar goedvinden. N°. 19. Een Rood Vuur, 2 Leepels op een Cardous. Meelkruit , . .12 oneen. Salpeter .... 7 oneen, Zwavel .... 3 oneen, Koelen .... 73oneen, Fyn Greene Saagmeel 1 £ gros; N°. 20. Een Wit Chineesch Vlamvuur, 2 Leepels op een Cardous. Meelkruit'- I pon(jt Salpeter j pon(j. Zwjvel ..... 8 oneen, of 4 oneen met 3 oneen Kooien. GeftooteFzer, door 14 oneen. N°. 21 Rood Vuur. Meelkruit . 1 pond. Goudglid. . 3 oneen. B 5 COM.  ( 26 ) COMPOSITIE VOOR HET DRAAIJEND VLAMVUUR. De Pen, daar dezelve op geflagen word, moet S inwendige diameters van de Cardous lang zyn , en de diameter in zyn bafis moet zyn f- van de inwendige diameter der Cardous. Dezelve Pen moet boven aan fpits toeloopen, en in zyn diameter zyn \ van de inwéndige diameter der Cardous Het Masfif dat boven de Pen gevuld word, moet alleenlyk maar beflaan in een Leepel Compofitie. De Cardousfen moeten van Bord* ■paper gemaakt en geheel geftyfzeld zyn. Eerfte Compöfitië en de beste. Salpeter . . I pond. Meelkruit . 6 oneen. Zwavel . . 8 oneen. Tweede Compofitie en heel fterk, Salpeter . . i pond. Meelkruit . 8 oneen. Zwavel . . 8 oneen. NB. Tot de tweede Compofitie moet de Pen, daar dezelve op geflagen word, in de bafis zyn | van de inwendige diameter der Cardous, en aan zyn Punt ~ van de gelegde diameter, CQM'  ( > COMPOSITIE VOOR DE CHINEESCHE FONTYNEN. Nota. Het Yzer, dat men hier in gebruikt, moet eerst op een Schop of ander Yzer tot gloeijend toe, gemaakt worden, als dan moet hetzelve ter deeg met Spyköly gemengt wor- , den, welke zig aan het Yzer door de hitte van hetzelve als een Vernis aanzet, en dus voor bederf bewaard. ND. i. Voor de Calibers van 4, 5 en 6 linies inwendige diameter. Salpeter 16 oneen, Zwavel . . , , . 3 oneen. Kooien ...... a oqceu. Meelkruit ..... 8 oneen. GeJtootenYzer door 1. 8 oneen. N°. 2 Van 7, 8 en 9 linies. Salpeter 20 oneen. Zwavel 4 oneen. Kooien ...... 4 oneen. GeJtootenYzer door W0.2. 9 oneen. N°. 3.  ( 28 ) N°. 3. Van 10 linies. Salpeter 20 oneen. Zwavel 4i0nc. of 5 dito. Kooien 4ionc. — 5 dito. Ge/haten Yzer door N°. 3. 10 oneen N°. 4. Van 11, 12 en 15 linies. Salpeter 20oncof20onc.8grein. Zwavel 5 onc.— 5onc 4 grein. Kooien 5 onc. — 5 dito 4 dito. Geftooten Yzer door N°. 4. 12 onc.—10 oneen. N°. 5. Voor allerlei foort van Calibers 3 groot en klein. Meelkruit 1 pond, Zwavel 1 once. Koo'en 1 once. Ge/iootenYzer aoorN0. 2. 7 oneen. NB. Men moet obferveeren, dat het ge op't fterkfte moefi het Papier een linie dik zyn. Het Peperhuisje, daar de Kast mede bedekt Word , moet van fterk Cardous papier zyn, en de hoogte van een uitwendige diameter hebben. De Stok moet lang zyn , 9 maal de lengte van de Pyl, zonder de Speelvverkspot, en na dat men dezelve aan de Pyl heeft vast gebonden, moet de Pyl en de Stok te zaamen in£ evenwigt ballanceeren, wanneer men op 3 a 4 vingers diftaritie van het hoofd der Pyl, de' Stok met de Pyl, op de kant van een Mes legt. Om het Peperhuisje te maaken, voor de Speel» wei kskas, zo moet men met de Pasfer een ronde Cirkel trekken, dewelke in zyn diameter moet zyn drie diameters der Speelwerkskas, en deze Cirkel fnyd men midden door, waar door men twee halve Ronden krygt, die yder een Peperhuis  ( 3i ) huis zyn; het Speelwerk moet weegen de helft van de Compofitie, dat is, de helft der zwaarte die in de Pyl gegaan is. De fraaifte Vuurpylen, door my ondervonden, zyn de Calipers die hier volgen. N°. I. Voor de Calibers van 8 linies inwendige diameter. De Pen moet zyn van de eerfte proportie, hier vooren gemeld. De Compofitie is de volgende: Meelkruit . . .22 oneen. Salpeter .... 6 oneen. Kooien door N°. 2. 6 oneen. NB Het masfif moet hoog zyn i uitwendige diameter, de Pyl draagt I once Speelwerk. N°. 2. Van io linies. Salpeter .... 7 oneen. Zwavel . . . . j once. Kooien door N°. 3. 3 oneen. NB. Het masfif moet hoog zyn § van de uitwendige diameter, de Pyl draagt i£ once Speelwerk, de Pen is van de tweede proportie. N°. 3. Is van t duim. De Pen is van de eerfte proportie. Dezelve Compofitie als N°. 2. NB.  ( 3* J NB Het masfif is hoog \ van de uitwendig* diameter,, draagt 3 oneen Speelwerk. N°. 4. Van 15 en 18 linies. De Pen is van de eerfte proportie. De Compofitie is de volgende: Salpeter . . , , 6 oneen. Zwavel ... . 1 once. Kooien door N°. 3. 3 oneen. NB. Het masfif is hoog * van de uitwendige diameter, de Pyl draagt 5 oneen Speelwerk. N°. 5. Van 2, 3 en 4 duim. De Pen is van de eerfte proportie. Dezelve Compofitie als N°. 4. NB. Het masfif is £ van de uitwendige diameter,- draagt 9 oneen Speelwerk. N°. 6. Voor de kleine Calibers van 6 tot 8 linies inwendige diameter. De Pen is van de tweede proportie. De Compofitie is de volgende: Salpeter ... 8 oneen. Meelkruit . . . 2 oneen. Zwavel .... 2 oneen. Kooien door N°. 2. 4 oneen. COM-  ( 33 ) COMPOSITIE DER DRAAIJËNDË VUURPYLEN. De Cardous moet van Bordpapier ± dit van" 3 Vel goed gelymd Papier gemaakt is, ge-* geheel beplakt worden. Het Papier der Caraoui is dik | der uitwendige diameter. Dë Cardous gevuld zynde, moet zoo wel boven als onder toe gewurgt warden, en in deeze flaat lang Zyn 6 uitwendige diameters tüsfchen de twee wurgingen; de vier gaten, dewelke regt perpendiculair onder de Cardous komen, en de twee aan de (wee zyden, zyn ieder in haar diameter i van de inwendige diameter. De vier gaten! ónder de Cardous moeten op eene egaale diftantie van eikanderen afzitten, in diervoegen', dat de twee oridenle gaten, die aan de twee einden zyn, ter diftantie van i linies, van de twee zygaten aftlaan. Het kleine Stokje móet een ftuk van een Hoepel zyn, middelmaatig dun, en van dezelfde lengte als de Cardous, en word gebonden kruislings op de Cardous, zo als deeze Figuur verbeeld; in diervoegen, dat de vier gaten regt perpendiculair onder komen. C Df  ( 34 ) De dubbelde Tafelpyl word gevuld met dezelfde Compofitie als de enkelde; egter moeten de Cardousfen niet langer zyn als 5 uitwendige diameters, en yder moet niet meer hebben als 3 van de voornoemde gaten van onderen, op een egaale afftand de een van den anderen, en moeten alleen aan een end gewurgt worden, aan 't andere end word alleen een prop op de Compofitie geflagen, en boven de prop laat men de Cardous nog 2 uitwendige diameters uitfteeken welke dienen om dezelve daar mede aan de ronde houte pennen van haar kloot vast te lymen, De Kloot om deeze Pyl teformeeren, is niet anders als een rond hout van 2 duim diameter, en 2 duim lang, aan het eene end rond gedraaid gelyk een kloot, welk end beneden moet zyn, om op te draaijen, en het andere end plat, welk boven is Om de Circumfêrentie van dit hout, in rt midden van zyn lengte, moeten 4 rondhoute Pennen gemaakt worden, op een egaale afftand den eenen van den anderen; aan deeze Pennen worden 4 Cardousfen, van dat foort hier vooren gemeld, vast gelymd, in diervoegen, dat zy alle met haar gaten perpendiculair na beneden zitten; ieder Cardous van; deeze moet op zyn uitterfte einde maar een zygat hebben, gepro- - 'por-  ( 35 ) portioneerd als de voorige; vervolgens wordéri alle de gaten der 4 Cardousfen, die van onderen zyn, den een aan den anderen met gezwinde Lont gecommuniceerd, zoo als van 's gelyken de zygaten den een aan den andeten gecommuniceei t moeten worden, boven op 't plat van voornoemde hout. In 't Centrum van de Pyl lymt men een klein Speelwerkskasje van Bordpapier vast, waar in een Communicatie geplakt word, die men communiceerd in een van de enden der gemelde Pylen. In dit Speelwerkskasje kan men 1 oneen Speelwerk doen. De Gilibers der Cardousfen, tot dit foort van Pylen het meest bekwaam, zyn die van 9 li¬ nies inwendige diameter. De Conftruclie van deeze Pyl, hier vooren befch reeven, word gemakkelyk begreepen door de nevensftaande Figuur. De Compofitie voor de Calibers van 4, 5, 6 en 7 linies inwendige diameter: Salpeter 8 oneen. Meelkruit Sfoncen. Zwavel . . . , . a oneen. Kooien door N°. 1. . 3 oneen. Geftooten Yzer door N°. 1. 1 £once. Ca pc  ( 36- ) De Compofitie van 8, 9, ïo, 12 en 18 linies: Salpeter 8 oncm. Meelkruit 2 oneen. Zwavel 2 oneen. Kooien door N°. '3. . 4 oneen. Gejtoofen Yzer door N°. 2. 2 oneen. VAN DE LUGTBALLEN-POMPEN, Daar zyn driederhande foorten van grootens3 dewelke ik ondervonden heb dat het beste effect doen, te weeten die van 7, 10 en n linies inwendige diameter. De Cardousfen wordèn gemaakt van Bordpapier, dat van 3 Vel Papier geplakt is, en moeten geheel geftyfzeld worden. Het Papier der Cardous moet dik zyn j der uitwendige diameter; de Cardousfen van 7 linies inwendige diameter moeten lang zyn 11 duim, die van 10 linies inwendige diameter 18 duim, en die van 12 linies inwendige diameter 2 voeten. De manier om deeze Cardousfen te vullen, beftaat hier in , zo dikwils als men 3 Leepels in de Cardous geflagen heeft, men 'er 1 Leepel Koorn- kru'it  ( 3? ) kruit op laat loopen, zonder hetzelve te flaan, en dan op dit Kruit laat men een Lugtbal loopen, vervolgens op deeze Lugtbal 3 Leepels met Compofitie geflagen, obferveerende dat men de eerfte Leepel en ook de tweede niet heel fterk flaat, en de derde als ordinair, en deeze operatie moet men al vervolgen tot de Lugtpomp vol is. 'Er zyn tweederhande foorten van Compofitien, dewelke alle beide dienen, zonder onderfcheid, om alle de gemelde Calibers te vullen. N°. I. Een Vlam met Roode Vonken. Sulpeter .... 5 oneen. Meelkruit ... 6 oneen. Kookn door N°. 3. 2 oneen. Zwavel , . . . 3 oneen. N°. 2. Zonder Vlam, maar veel Vonken. Meelkruit . . . 1 pond. Kooien door N°. 3. 6 once. C 3 VAN  ( S8 ) VAN DE LU-G TB ALLEN EN STER-, REN VOOR DE SPEELWERKSKASTEN DER VUURPYLEN EN POTTEN. Np. i. Van de Lugtballen. Salpeter . . . i pond. Zwavel .... 5 oneen. Meelkruit ... 7 oneen. Antimonium Qudum I onee. > Van deeze Compofitie maakt men een Deeg met Voorloop, zoo dik als Taartendeeg, in welke if once Arabifche Gom gedisfolveerd is; van dit Deeg maakt men met de vingers Kogeltjes of Balletjes, ter grapte van de inwendige diameter der Cardous,. N°. %. Voor de Sterren, der Speelwerkskas^ ten. . Salpeter , „ 8 oneen. Zwavel . . 3 oneen. Meelkruit . i|once. en handeld hier meede als boven, maakende Balletjes van omtrent 6 linies diameter.  ( 39 ) N° 3. Tot het zelfde gebruik als N°. 2. Salpeter . . 1 pond. Zwavel . . 8 oneen. Meelkruit . l^once. en handeld 'er meede als N°. 1 en 2 gemeld is. VOOR. DE VASTE STERREN. Deeze zyn niet anders als {tukkende Loopen van Snaphaanen, ter lengte van 4 duim, en inwendige diameter 8 linien, dewelke aan 't eene end met een {tukje Yzer toegefoldeerd zyn, en in den omtrek van haare Circomferentie maakt men 5 gaten, digt by het toegefoldeerde end, op een egaale afftand den een van den anderen. Deeze gaten moeten in haar diameter zyn i van de inwendige diameter van de Loop. In deezen ftaat vuld men de Loop met de onderftaande Compofitie , en op de Compofitie flaat men een Leepel Kleyaarde, vervolgens gevuld zynde, communiceerd men de 5 gaten den een aan den anderen, met gezwinde Lont t dezelve bedekkende met Papier. De Compofitie is de volgende: Salpeter . . 1 pond. Zwavel . . 8 oneen. Meelkruit . 8 oneen. C 4 VAN  ( 4P ) •VAN DE SINDERS. Daar zyn driederhande foorten van Sinders: 1. Om Illuminatie te maaken. 2. Om zeeker foort van Vuurwerken by tusfchenpoofing van tyd aan te fteeken. S- Voor de Illuminatie van draaijend Vuurwerk , alsmeede om Vuur te geeven aan allerly foort van Vuurwerk. De inwendige diameter van alle deeze Sinders moet zyn 5 linies; men maakt dezelve van goed Schryfpapier, het welk mpn in Strooken fnyd, van 14 duim lang en 9 duim breed. Men rold dezelve op een glad Yzer Stokje, alleen maar beplakkende de randen, op dat het Papier niet los en gaat. Compofitie voor de Sinders van 't eerfte foort: Salpeter . . 1 pond. Zwavel . . 8 oneen. Meelkruit . 4 oneen. De  ( 4ï ) De Sinders van 't tweede foort zyn in alles gelyk aan die van 't eerfte foort, uitgezonderd dat dezelve 18 duim lang moeten zyn. Haar Compofitie is: Salpeter . .12 oneen. Zwavel . . 6 oneen. Meelkruit . . 4 oneen. De Sinders van 't derde foort zyn in alles jsgaal aan die van het tweede foort, uitgezonderd dat zy 4 duim lang moeten zyn, Haar Compofitie is: Salpeter . . 1 pond. Zwavel . . 8 oneen. Meelkruit . . 8 oneen. NB. Men moet aanmerken , dat in alle Sinders, als men dezelve vuld , een Leepel Kleyaarde moet geflagen worden. Alle Sindera worden gevuld met een yzer Stampertje; de Cardous in een houte Vorm fteekende, en pp yder Leepeltje Compofitie een flag of drie, met een hout Hamertje geeven, C 5 VAN  ( 42 ) VAN DE SPEELWERKEN DER VUURPYLEN, BOMMEN, VUURPOTTEM EN BATTERYEN. Vermits 'er verfcheide foorten van Speelwerken zyn, zoo zullen wy ze ieder in het byzonder befchryven, en met de Swerwers of Voetzoekers beginnen. 'Er zyn tweederhande foorten gemeenlyk in 't gebruik; de eerfte heeft a$ linie diameter, en is lang 3 duim. Het tweede foort heeft 5 linies inwendige diameter, en is lang 6 duim. Men vuld dezelve tot op twee vinger breed na met de Compofitie , vervolgens laat men een gedroogde Erwet op de Compofitie loopen, op welke men vervolgens een paar Leepels Koornkruit doet, en boven op het Koornkruit Haat men een papiere Fr op, de Cardous boven de Frop toebindende. De Cardousfen moeien gemaakt zyn van goed gelymd Papier, en het Papier der Cardousfen moet dik zyn een zesde deel der inwendige diameter. De  ( 43 ) De Compofitien tot deeze twee foorten zyn de volgende: Compofitie voor 't eerfte foort. Meelkruit i p0nd. Kooien gepasfeert door N°. 2. i once. Compofitie voor de tweede foort. Meelkruit . . i pond. Kooien door N°. 2. 2 oneen Andere Compofitie voor de tweede foort. Meelkruit ... i pond. Salpeter ... 4 oneen. Kooien door N°. 2. I once. Andere Compofitie voor 't zelfde tweede foort. Meelkruit . . . 1 pond. Staalvylfeldoor N°. I. 2 oneen. De Klappers zyn te gemeen om te befchryven , zynde niet anders als een half Vel Papier, in elkander gevouwen, ter breedte van 4 linies, waarvan in de eerfte Vouw geftrooid word Koornkruit halfftukken geftooten, en vervolgens word  ( 44 ) word dit Papier het eene op het andere gevouwen met plooijen, maakende de Figuur van een f\J\f yder Plooi moet lang zyn lè duim , om alle de plooijen te zaamen te houden, moet men dezelve in 't midden met een Bindgaaren twee of driemaal omwinden. De Conftruaie blvkt uit de neven* {taande Figuur. Aan 't eene end moei een klein i\vk]e gezwinde Lont m de Plooi l daar het Kruit in is, vast gemaakt worden, zoo als de Figuur vertoond. VAN DE GOUDE EN ZILVERE REEGENS. Haare Cardousfen en manier van vullen zyn dezelve als die der Tafelraadjes, dewelke hier na zullen befchrëeven worden. Als ze gevuld zyn fnyd men dezelve in (tukken, yder lang 3 duim , dezelve toewurgende en aan 't een end plakkende. Haare Compofitien zyn de volgende. Eerfte en ordinaire Compofitie voorGoudeReegen i Meelkruit . . i pond. Kooien door N°.2. 3 oneen. N°. 3.  ( 45 ) N°. 2, Tot het zelfde gebruik als de voorgaande: Meelkruit 24 oneen. Magere Smits Kooien door N°.2. 6 oneen. N°. 3. Als boven. Meelkruit ... 24 oneen. Kooien door N°. 2. 4 oneen. Zwavel .... 2 oneen. Salpeter .... 4 oneen. , N°. 4 Compofitien voor de Zilvere Reegen- Salpeter 17 oneen. Meelkruit ..... 6|oncen. Zwavel 5 oneen. Fyn Saagfel van Greenen Hout £ once. De kleine Moordflagen worden gemaakt van een Speelkaart, met een Pasfer en Potloot, in 5 deelen in de langte en 3 deelen in de breedte afdeelende, vervolgens handeld men 'er meede zoo, dat het Kaartenblad een Dobbelüeen verbeeld. Deeze gewaande Dobbelfteen word beplakt met dun Papier aan alle zyde, dog in diervoegen,  (46) gen, dat de eene zyde open blyft; vervolgens vuld men deeze met Koornkruit, en plakt de open zyde toe;, daar na bewoeld men de gemelde Dobbelfteen met Bindgaaren, dat met Pik beftreeken is, tweemaal 't een op 't andere, vervolgens {leekt men een klein gaatje door 't Bindgauren en Papier tot in het Kruit. In dit gaatje doet men een weinig Meelkruit, en boven op dit Meelkruit doet men een klein {tukje Deeg van Meelkruit met Brandewyn gemaakt. De groote Moordflagen worden op dezelfde wyze gemaakt als deeze, uitgezonderd dat dezelve van Bordpapier moeten zyn, en dat ieder deel 2 duimen breed is, waar door men een Dobbelfteen van 2 duimen dik zal bekomen, en dus een vierkante Dobbelfteen; vervolgens vuld, plakt en bewoeld men dezelve als boven, dog het Touw moet fterk Sakkeband zyn, en beteerd met weeke Teer, dat de Schoenmaakers gebrui» ken. Dit laatfte foort van Moordflagen moeten Buizen op zyn, en worden vast gemaakt met een Pennefchagt, die geftooken word in 't gat, dat met een Priem in het Koornkruit geboord is; dan neemt men een SwermCardous, en fteekt het end der Pennefchagt, dat boven de Moordflag uitfteekt, in het hoofd der gemelde Cardous, dat men ten dien einde open boord  ( 47 ) boord met een Priem, en vervolgens beplakt men gemelde Moordflag op het gepikte Touw geheel en al met wit Papier, op dat 't Vuur van de Buis nergens kan doordringen. NB. Het blykt dan dat de Buis, wanneer dezelve aangeftooken word, niet brand door 't hoofd, gelyk een ordinaire Cardous, maar door 't opene end of ftaart. De Compofitie, daar de Buis meede gevuld word, m Salpeter . . 8 oneen. Zwavel . . 4 oneen. Meelkruit . . 4 oneen. VAN DE SWERMPOTTEN EN STERREPOTTEN. 'Er zyn tweederhande foorten van Potten, te weeten , welke 6 duim inwendige diameter en 18 duim lang zyn, zonder de Culas te reekenen, die van hard Hout moet zyn, van welke de proportie in de onderftaande Figuur te zien is. Het bovenftuk is hoog 4} duim. Het onderfhik is hoog 3i duim. De  (4* ) De Pot moet tan Bordpapier ter diktê va'ü linies met Touw beWonden en heel en al gelymd zyn, het beste foort is 4f duim diameter en li duim lang, op dezelfde Wys als de voorige. Het Kruit, daar deeze Potten meede ge'aaden worden, moet half geftooten zyn, men Wind hetzelve in een Papier, ter zwaarte van 6 oneen voor 't eerfte foort, en 3 oneen voor 't tweede foort. Dit Papier word gelegt in de Pot, op den bodem, fteekende met een Priem kleine gaatjes tot in het Kruit; op dit Papier word gelegt een ronde Schyf van Bordpapier, zoo groot als de Pot; deeze Scbyf word befmeerd met Meelkruit en Brandewyn. Vervolgens zet men op deeze Schyf alle de Swerwefs of Sterren die in de Pot gaan kunnen, in diervoegen , dat indien het Swerwers zyn, de hoofden op de gemelde Schyven moeten ftaan, in het midden der zelve laat men pasfeeren een Lugtpomp, die met zyn end ook op de gemelde Schyf ftaat, en met het andere end boven dë Pot uitfteekt; vervolgens plakt men de Pot met een Dekzel van Bordpapier toe, in diervoegen, dat de Lugtpomp in het centrum, doof een gat daar toe gemaakt, in het genoemde Dekzel uitfteekt. VAN  ( 49 ) VAN DE POSTAMENTEN. Deeze zyn niet anders als een groote meenigte Swermpotten, het zy 12, of 20 a 30, zoo veel als men wil, op dezelfde manier geprepareerd als de vooren gemelde, egter zonder Lugtpomp, en van boven toegeplakt, hebbende in het Centrum van haare Bodems een houte Buis, die Communicatie geeft in het Kruit der Pot, door middel van gezwinde Lont. Deeze Potten, alzo geprepareerd, worden gezet met de genoemde Buizen op een lange Plank, daar in 't midden der breedte van het eene end tot het andere, gaten ter diftantie van een voet, gemaakt zyn; van onderen in deeze Plank is een groef gemaakt, van 't eene end tot het andere, zo dat alle de gaten zig in de genoemde groef communiceeren. De Potten worden in deeze gaten met haare Buisfen gelymd , die dan alle in de voornoemde groef uitkomen, in dewelke van 't eene end tot het andere een gezwinde Lont gelegt word, over welke men Papier plakt, op 't end der Plank zet men een Lugtpomp, welke communiceerd in de voornoemde groef; dit alles blykt uit de volgende Figuur. D VAN  ( 50 ) VAN DE POSTAMENTEN, WAAR VAN DE POTTEN DEN EEN NA DEN ANDERE AFGAAN. Deeze zyn dezelve als de voorgaande, uitgezonderd dat zy geen Buisfen in den bodem hebben , maar aan de zyden, gelyks den bodem moet een klein Buisje van 3 linies diameter wezen, door welke de gezwinde Lont pasfeerd; vervolgens prepareerd men een Plank, geproportioneerd in diervoegen dat na maate men Potten heeft, yder Pot een voet van den anderen moet Haan; in het midden van deeze Plank, van 't eene end tot het andere, plakt men Sinders, den een aan den andere vast, en vervolgens fpykerd men de gemelde Potten tegens de zyde van de Plank, in diervoegen dat de gemelde Buisfen komen te zitten op de voornoemde Sinders, in welke men ten dien einde een klein gaatje fteekt, om ze met de genoemde Buisfen te communiceeren. Om de Potten des te beter te kunnen vast nagelen,, moet 'er een keep in weezen, gelyk uit de Figuur A B  ( SI ) A B blykt; vervolgens blykt de geheele Conftitutie van dit Vuurwerk uit de Figuur B. VAN DE BOMMEN. 'Er zyn drieërhande foorten van Bommen, dewelke ik ondervonden heb dat de fraaifte zyn,' te weeten, die van 4 duim diameter en 4 duim' Jangte. Die van 6 duim diameter en 6 duim Jangte, en die van 9 duim diameter en 9 duim langte. De Cardousfen van deeze Bommen worden alle op een en dezelve wyze gemaakt, te weeten, men rold Bordpapier op een houte Rol ter dikte van 2 linies, die van onderen rond gemaakt is, daar na laat men ze droogen , en d.oog zynde, maakt men den bodem, dezelve fchuivende op de voornoemde Rol, en aan 't eene end rond om buigende en plakkende, zo dat de Bom een ronde bodem zal bekomen. In 't midden van deeze bodem lymd men een houte D 2 Buis-  (52 ) Buisje, van dezelve propo-tie als hier onder vertoont word; vervolgens ftroolt men op den bodem van binnen, ter dikte van een vinger breed, Koornkruit, op dewelke men Swermers, Sterren en ander Speelwerk, hier vooren befchreeven, zet, tot zo veel dat de ganfche Bom vol is; vervolgens plakt men dezelve met een Bordpapiere Bodem toe, en daar na bewoeld men de geheele Bom van alle zyde aas maal, het een op het andere, met fterk Touw dat gepikt is, agt geevende dat de Buis niet bewonden of bedekt word; vervolgens neemt men een metaale Mortier tot de caliber der Bom, dewelke een cilindrice kamer moet hebben; deeze Mortier ■word gelaaden met het agttiende gedeelte der geheele zwaarte van de Bom. 5 linies diameter, VAN DE DRAAIJENDE TAFELRAADJES, PASTIELJES GENAAMT. Het Stokje, daar dezelve op gerold word , moet van Koperdraad, ter dikte van 2 linies diame-  (53 ) meter en 14 duim lang weezen. De ftrooken Papier, daar dezelve van gemaakt worden, zyn 2 duim 3 linies breed en 11 duim lang. Men vuld dezelve door een Tïegter, met een dun yzer Stokje, vervolgens worden dezelve gerold op een rond Bordpapier Schyf je, dat 1 duim in zyn diameter inoet hebben. Men vuld dezelve met driederhande foort van Compofitie, zo dat het Pypje in 3 deelen in zyn langte moet verdeeld zyn; in 't eerfte deel word gevuld de Compofitie N°. 1, in 't tweede die van N°. 2, en in 't derde die van N°. 3. N°. 1 Geeft Roode Straalen met Sterren. Meelkruit 8 oneen. Geftooten Yzer door N°. I. I once. N°. 2. Een Sonneblom. Meelkruit ... 8 oneen. Kooien door N°. I. £ once. Salpeter .... 2 oneen. N°. 3. Een Pasfieblom. Meelkruit ... 6 oneen. Salpeter .... 4 oneen. Zwavel .... 2 oneen. D 3 N°. 4.  ( 54 ) N°. 4. Een Son. Meelkruit ... 8 oneen. Marcafita . . . 1 once. N°. 5. Limaille d^Epaingles I once. Vind zig het beste te Touhufe aux Foubourg, St. Chrisflian en Sortant de la Ville d Maingauche dam la Fabrique. Meelkruit ... 8 oneen. N°. 6. Meelkruit .... 8 oneen. Ferfiko/ieenen ... 6 gros. N°. 7 Meelkruit .... i|once />cn/# een G7fli« . 1 gros, of anders harde Borax geftampt en gefift door N°. I, ofwel in plaats zo veel Amber. VAN DE WATERSWERMEN. Deeze zyn in alles gelyk aan de Swermers hier boven belchreeven , alleen verfchülende in de navolgende Compofitie: Salpeter .... 4 oneen. Zwavel •.... 1 oneen. Kooien door N°. 1. 1 once. De geheele Cardous moet dunnetjes bepikt worden. VAN  ( 55 ) VAN DE WATERKAARSSEN. Deeze moeten 9 linies inwendige diameter hebben, en gemaakt zynde 8£ diameter, en lang zyn £ diameter, dienende voor het hoofd; 5 dito voor de Compofitie, en 2 dito voor de flag, beftaande in Koornkruit, dewelke men op de Compofitie laat loopen, zonder ze aan té flaan; boven op 't gemelde Kruit flaat men een Prop van Papier, en boven op de Prop laat men een Hagel loopen, ter zwaarte van i£ once; boven op deeze Hagel flaat men een andere Prop, en boven de Prop wind men de Cardous toe; vervolgens bepikt men dezelve zeer dunnetjes; drie vingeren breed van 't hoofd af, wind men een Knods van Biefen om de Cardous heen, in diervoegen en zo veel, dat zy een duim breed buiten de Cardous heen fteeken; het Lugtgat moet geproportioneerd zyn ieder na zyn Compofitie. Alle Compofities, die hier volgen, kunnen ieder voor een Waterkaars dienen, verfchillende alleen in de couleuren van Vuur, want ieder Kaars moet geheel en al gevuld worden met eenerleye Compofitie. D 4 Np. 1.  ( 56 ) N\ i. Wit Vuur, met Roode Vonken. Salpeter ... 8 oneen. Zwavel .... 4 oneen. Rooien door N°. 3. d oneen. Het Lugtgat moet wyd zyn \ van de uitwendige diameter der Cardous. N°. 2. Een Wit Vlamvuur. Salpeter . . .12 oneen. Zwavel . . . . 8 oneen. Meelkruit . . . 10 oneen. Het Lugtgat wyd £ diameter. N°. 3. Een fraaye Vuurftraal. Meelkruit ... 6 oneen. Salpeter ... 2 oneen. Zwavel .... 1 once. Kooien door N°. 3. I once Het Lugtgat wyd 5 diameter. N°. 4. Een fterk Vuur, met veel Vonken. Salpeter .... 8 oneen. Zwavel .... 4 oneen. Kooien door N°. 3. 6 oneen. Gr eene Saagmeel . 4 oneen. Het Lugtgat als N°. 3. NB Het Saagmeel moet met Water gekookt worden , daar Salpeter in gedisfolveerd is, laa- ten-  ( 57 ) tcnde hetzelve zo lang kooken, tot dat het Water ten eenemaal is afgekookt, en vervolgens laaten droogen. VAN DE WATER-DUIKELAARS. Deeze zyn in alles gelyk aan de Waterkaarsfen, uitgezonderd de manier van vullen, die beftaat, dat iedermaal, wanneer men 4 Leepels Compofitie 'er ingeflagen heeft, 'er een halve vingerhoed Koornkruit, zonder aan te flaan, laat oploopen, en dit moet, zo dikwils als men 4 Leepels Compofitie 'er opgeflagen heeft, herhaald worden. De Compofitie is een en dezelfde. Meelkruit . . . 1 pond. Kooien door N°. 3. 3 oneen. NB. Men moet aanmerken, dat nog in de Waterkaarsfen, nog in deeze Duikelaars, Aarde geflagen word, maar in ieder, eer dat men de Compofitie 'er in flaat, a Leepels van het Stetk Gemeen moet gevuld worden. D S VAN  ( 58 ) VAN DE WATER-BOMMEN. Deeze worden gemaakt op de volgende wyze: Men neemt een houte Bak, in het centrum van deeze Bak zaagt men een rond gat van 4 duim diameter; in het midden van dit gat lymd men een Swermpot van 't tweede foort; onder in deeze Swermpot doet men zo veel Lood tot dat dezelve met de Bak regt op en neer in 't water dryft; dan vuld men dezelve met Waterfwermers en een Lugtpomp, op de ordinaire wys, zo als in 't Articul van Swermpotten befchreeven is; dan neemt men 6 Cardousfen, van dezelfde Caliber als die der Duikelaars, dewelke gevuld moeten worden met de Compofitie der ordinaire Fontynen, volgens de Calibers vereischt; deeze Fontynen bind men boven om de boorden van den Bak heen in diervoegen, dat het hoofd van den eenen komt te zitten tegens de {taart van den anderen, vervolgens communiceerd men dezelve den een aan den anderen, leggende insgelyks eene Communicatie van het hoofd der Lugtpomp tot in het hoofd van de vierde Cardous; dan dekt men de wydte, die tusfchen de Pot en de rand der Bak is, met Bordpapier toe, en bepikt deeze geheele Maclrne, aan alle zyden, dunnetjes met gefmohe Pik. VAN  ( 59 ) VAN DE DOLPHYNEN. Men moet een Kruis maaken van houte Riggels, dewelke breed moeten zyn 2 duim, en dik £ duim. Dit Kruis alzo gemaakt, moet 15 duim in zyn diameter hebben; dwars door het centrum van dit Kruis moet een houte ronde Stok gemaakt worden, lang i\ voet; op de twee enden deezer Stok maakt men twee Knoesten van Bief en, ter dikte van 3 duim diameter; vervolgens bind men op ieder end van 't voornoemde Kruis een Cardous vast, in diervoegen dat zy twee aan twee aan eikanderen communiceeren, dat is te zeggen , dat de eerfte en tweede aan een gecommuniceerd zyn, maar dat de tweede zyn ftaart toe is, en by gevolg niet communiceerd aan de derde, maar dat de derde en vierde weder aan een gecommuniceerd zyn; vervolgens legt men een Communicatie aan 't hoofd van den eerften tot aan 't hoofd van den derden, op dat de eerfte en derde te zaamen aangaan ; deeze Machine aangeftooken zynde fmyt men in 't water. VAN DE WASCH KAARSSEN. Men neemt een Cardous der Chineefche Fontynen, hier vooren befchreeven, van 5 linies inwendige diameter; deeze Cardous, gevuld zynde  ( 6o ) de als een ordinaire Chineefche Fontyn, fteekt men in het Lugtgat een ftukje gezwinde Lont, m diervoegen, dat dezelve door een kleine Str-oohalm, dewelke aan de bovenfte zyde toe moet zyn, bedekt word; daar na neemt men een Pe- j-'Cmuii,je, gemaakt van Catoen, zo als de Figuur B verbeeld; dit Peperhuisje word gemaakt op een Rolletje, ge lyk de Figuur A ■ beeld, her welk boven fpits moet toeloopen, en van onderen zo groot in zyn diameter zyn, als de uitwendige diameter der Cardous; vervolgens doopt men dit Peperhuisje in wit gefmolten Wasch, en daarna plakt men dit Peperhuisje boven op de Cardous, in diervoegen, dat de Stroohalm, dewelke i duim boven de Cardous uitfteekt, komt te zitten met zyn boven end in de punt van het Peperhuisje; daarna doopt men de geheele Cardous 2 a 3 maalen iD 't geCmohe Wasch, en terwyl dezelve nog warm is, rold men die met een ligte houte Plank op een Bank, daar een weinig water op gegooten is, om dezelve daar door den glans van een Waschkaars te doen verkrygen. OM  ( 6i ) OM ILLUMINATIE-LONT TE MA AKEN. Men neemt ordinaire Lont, welke in de onderftaande Compofitie, nog warm zynde, moet gedoopt worden, en maar vast gemaakt of gefpykerd op een Plank, kunnende men naar goedvinden hier van Figuuren of Letters förmeeren. Compofitie. Zwavel . . i pond. Salpeter . . 4 oneen. Meelkruit . 4 01 een. Koornkruit . 3 oneen. NB. Eerst moet de Zwavel wel gefmolten worden , en daarna roerd men de overige Compofitie door dezelve heen. COMPOSITIE OF DEEG, OM BRANDENDE FIGUUREN TE VERBEELDEN. Neemt zo veel Zwavel en Styfzel als men noodig denkt te hebben, om het gemaakte Figuur ter dikte van een vinger breed te kunnen bedekken ; kneed het tot een Deeg, plakt hetzelve op 't Figuur j neemt daarna Pap, gemaakt van Meelkruit en Brandewyn, beftrykt het weder daar me-  (te) mede ter dikte van 3 linies, beplakt het verbolgens met heel dun Papier, laat het wel droogen; daarna in brand fteekende, zal't zo lang een brandend Figuur vertoonen, tot de ftof geconfumeerd is. Nota. Alvorens men het Figuur met het voornoemde Deeg beftrykt, moet eerst het Figuur ter deeg beftreeken worden met een Pap, gemaakt van gefmolte Lym en Potaarde, die hard geworden zynde, belet dat het Figuur niet door de brand verteerd word. COMPOSITIE OMSTERREKOEKJES TE MAAKEN. Meelkruit . . 2 oneen. Zwavel . . 1 once. Mengt dit met het Wit van Eijeren tot een Deeg, daar men dunne Koekjes als Chocolaad van maakt, en droog geworden zynde, kan gebruikt worden door die geene die zulks weet. OM 2 pond. 1 pond. Men moet de Lynóly, het Pek, het Schaap Vet en de Zfonr, te zaamen fmelten in een yzere Pot, en als 't gefmolten is van 't vuur neemen, roerende de Salpeter, 't Meel-, Koornkruit en E 3 Zwa-  ( "O ) Zwavel daar in; vervolgens neemt men 't voornoemde Werk, het welk in kleine ftukjes gefneeden moet zyn, en doet hetzelve in deeze Pap, wel omroerende, op dat het zig dooreen vermengt, en daarna, terwyi het deeg nog warm is, moet men hetzelve met de handen, die eerst in de Lyrióly gedoopt moeten zyn, in de vóorfchreeven Kast in {luwen zo als men 't best kan, in diervoegen, dat de Kast wel vol geflopt is met voornoemde deeg, egter oWerveerende, dat dezelve niet buiten de yzere Stengen moet heen fteeken , maar met dezelve in de heele Circumferentie egaal zyn. De Kast alzo gevuld zynde, rold men dezelve in grof Linnen, het welk men met fterke Engelfche Lym beftrykt, in diervoegen, dat het Linnen aan alle zyden twee dubbeld is , en vervolgens onder en boven rond toeplakt ; daar na laat men de voornoemde Kogel alzo geproportioneerd koud worden, en vervolgens koud zynde, boord men een gat in't bovenfte Ringetje, zo als by B; dit gat moet geboord worden van boven in 't Ringetje tot op de Kogel beneden, door 't midden van de geheele Compofitie; welk gat in zyn diameter moet zyn i duim, en gevuld worden met de volgende Compofitie , dezelve vullende en flaande als een Vuurpyl, geevemde 30 flagen op ieder Leepeltje. De  ( 71 > De Compofitie hier toe is: Meelkruit . . I lood. Salpeter . . . f lood. Zwavel ... 4 l°och Eindelyk maakt men een houte Buis, lang i| duim, en duim in zyn diameter; in 't midden deezer Buis bootd men een gat door en door van 5 linies diameter. Dit gat vuld men met de bovenftaande Compofitie, dezelve vullende en flaande als een Vuurpyl , met heele kleine Leepeltjes. Aan het boven end der Buis moet een hoofd zyn dat dikker is als de Buis; dit hoofd moet £ duim breeder in zyn diameter zyn als de Buis, en £ duim hoog. Deeze Buis kan men klaar zien in de onderftaande Figuur. Derde Figuur. Deeze Buis flaat men in de voornoemde Kas , in het gat by de Ring B; daar na neemt men twee Communicatie-Buisfen, met gezwinde Lont, dezelve plakkende en com- municeerende met haar twee enden boven op de Buis, en dezelve buigende ieder aan een geoppofeerde zyde van de Kogel na beneeden, zo dat dezelve onder de Kogel zaamen komen. Men  ( 72 ) Men moet dezelve vast plakken tegen het Linnen der Kogel met Papier, gelyk te zien is by de Letter D in de eerfte Figuur; daar na rold men de geheele Kogel in Cardouspapier, in diervoegen, dat het Papier van boven de Kogel by de Buis egaal zit, en in 't rond overheen geplakt is, en van onderen de Kogel 3 diameters van de ziel van 't Stuk overfteekt, zo dat daar door een Papiere Cardous van onder de Kogel geformeerd word, doet in de Cardous de helft van de zwaarte van de Caliber van 't Stuk aan Koornkruit; daar na bind de voornoemde Cardous boven het Koornkruit toe, en plakt de binding aan alle zyden met Papier digt. Deeze Kogel alzo bereid zynde, ziet dezelve by de Letters D en E in de eerfte Figuur, als men dezelve wil gebruiken , fteekt men die in 't Canon, met dat end daar het Koornkruit in is, en zet dezelve met de Aanzetter aan.