ANTWOORD op de V R A A G E des (ECONOMISCHEN TAKS van de HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYE der WEETENSCHAPPEN, te HAARLEM, over eene ftieuwe vaste Couleur uit Planten , Infetten of Mineraalen, in ons Vaderland vallende, te vinden Prysvr. 1779- bl. 83. N. 186. door MATTHEUS HESSELINGH, Leeraar der Doopsgezinden te Huizen in 't Gooyland. te haarlem, • By J. van WALRE, Boekverkooper. Drukker van de Holl. Maatfchappy der Weetenfchappen en derzelver (Economifchen Tak. N°. 2. Werktuig en Scheikunde.  ■ EXTRACT uit de Refolutien van ie Zesde Jlgemeene Vergaderinge des Oeconomijchcn Taks van de Hollandfche Maatfcbappye der Weetenfchappen te Haarlem , gehouden den j8. Juny 1783. en volgende dagen. Refol. bladz. 324. i. Ten aanzien van Art. 13. ipreekende van een „ Nieuwe vaste Couleur , medegedeeld , onder het n Teken van S. G. is op gunftig advis van de dnar„ over geconfuleerde Departementen , geoordeeld , „ dat de Zender daarvan eene remuneratie verdiende » „ en derhalven beflooten om aan denzelven te offe„ reeren de tweede Goude Medaille ; hier op door „ de Heeren Gedeputeerden van het Departement te „ Huizen in 'f Cooyland, van wegens den Zencbr „ dier Verwftof vryheid verleend zynde, ter openinge „ van deszelven Billet , is bevonden , dat dezelve was de Wel Ecrw. Heer Ma tt heus Hesselingh , , Leer aar der Doopsgezinden te Huizen voorn.'}*, >  C 3 ) aan den loflyken OECONOMISCHEN TAK van de HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYE der WEETENSCHAPPEN te HAARLEM; Geaddresfeerd aan destt.elfs Departement te Huizbn in 't Gooyland , ter beantwoordinge van deszelfs Prysvraage Num. i8ó. bladz. 83. WEL EDELE HEEREN! Ik heb de Eer Uw Ed. by deezen te doen toekomen , eenige Staaltjes Baai en Sajet, geverwd met het Aftrekfel van het in ons Vaderland zoo gemeenzaame Wilde PTirmkruid; eene Plant, welke, myns weetens, in ons Land nergens toe gebruikt, maar geheel verwaarloosd wordt; en echter , zo myne ontdekking de toets van een kundig onderzoek en naauwkeurige Proeven kan doorftaan , lichtelyk de plaats van Buitenlandfche Verwftoffen zou kunnen vervullen, en van zeer groot nut zyn voor onze Vaderlandfche Manufaótuuren. A a Yer-  C 4 ) Vermids ik byna ten eenenmaale onbedreeven ben in de kunst van Verwen, verwagt ik van de bekende befcheidenheid des Genootfchaps, dat het my niet kwalyk afgenomen worde, dat ik geene vollediger Proeven te berde gebragt, en zelfs noch in de weinige , die ik voordraage , zoo zeer, gelyk ik vrees , tegen de gewoone regels dier Kunst gezondigd hebbe. Doch , daar ik dit gebrek zelf niet konde Vervullen , en geene gelegenheid badde , om van de kennis van anderen in deezen gebruik te maaken , heb ik liever , door myne wyze van mededeeling , LJwlieden , Wel Edele tleeren , ten vollen willen in ftaat Hellen , om door des kundiger luiden volledigere Proeven te kunnen laaten doen. ïerwyl ik echter noch al niet buiten alle hoope ben, dat myne handelwyze , in deezen gehouden , hoe kunstloos ook anderfints , evenwel aan den meer ervarenen iets nieuws aan de hand geeven, of ten minlten Hof tot naadenking en onderzoek mooge verleenen. Ziet hier dan , Wel Edele Heeren , een kort verflag myner eenvoudige Proeven. Een linnen zakje vol van deeze Planten , liet ik , in een' aarde pan , met zoo veel waters , dat het zelve bedekt was, ruim een uur fterk doorkooken. Dit  C 5 ) Dit vogt i zagtjes afgegooten zynde, gebruikte ik op de volgende wyze. Het vogt in eene kleine hoeveelheid , in een aerden pannetje aan 't koken gebragt, deed ik 'er een brokje Aluin by , ftak 'er de Baai en Sajet, zoo droog en befmuld, als dezelve uit de witjkel kwamen , in , en) liet het zamen een kwartier uurs door kooken , waarnaa ik 'er het goed uitnam » in koud water affpoelde , en te droogen hing. Op deeze wyze zyn alle de Staakjes behandeld, welke ik de eer heb Uw Ed. thans toe te zenden ; en de couleur , welke als dan te voorfchyn komt, is te zien aan het lapje , getekend A. Doch toevallig eene merkelyke verbetering deezer couleur ontdekkende, liet ik eenige lapjes, naa dat dezelven op de voorfchreevene wyze geverwd waren , een half uur lang in heet Zeepwater liaan , waardoor derzelver couleur veranderde tot die der Staaltjes B, welke op deeze wyze zyn behandeld. Het zelfde met een Loog van Haardafch , beftaande uit Hout • en Turf - Afch , beproevende , kreeg ik de couleur der Staakjes C. Loogen van Potafch en Schulpkalk , hadden dezelfde uitwerking , fchoon telkens met eenige verandering in de couleuren. A 3 Ver-  C 6 ) Verfcheidene Proeven hebben my getoond, dat de Couleur (leeds hooger word , in even. redigheid met de fcherpheid dier verfchillende Loogen. Ik kan niet voorby , hier met één woord te melden , dat ik door deeze ontdekking het middel meenende gevonden te hebben , om de Couleuren B en C in eens voor te brengen , te gelyk met de Aluin, een weinigje Zeep , Afch , Potafch of Kalk , in het afkookfel deedt, doch dat alle deeze Proeven ongelukkig uitvielen , vermids Ier als dan niets dan eene zeer flaauwe en morfige couleur te voorfchyn komt. Nu het middel gevonden hebbende , om de couleur te verbeteren en te verhoogen , beproefde ik derzelver ftandvastigheid , en bevond , dat ze niet beftand was tegen de kracht van Azyn ; maar aan den anderen kant, de hitte der Zonneftraalen , en aanhoudende wasfchingen volkomelyk kon verduuren. Verfcheidene Proeven1 hebben my aangeweezen , dat de couleur verfpreid is door alle de deelen der Plant, de Bloem , Bladen , Steelen , en Wortels; en dus de gantfche Plant gebruikt kan worden. Dit  C 7 ) Die Gewas, het welk den gamfchen Zomer door , tot laat in den Herfst, zelfs in de dortfte Landftreeken , in overvloed gevonden word, behoeft daarenboven geene naauwkeurige of oplettende inzameling. Althans in de menigvuldige Proeven , met het zelve genomen, 't zy noch groen zynde , 't zy naauwkeurig binnens huis, of anders in de opene lucht, aan fterke Zon en regen blootgefteld , gedroogd , heb ik geen het minfte verfchil in de couleuren kunnen ontdekken. Dus is dit Monftertje , 't welk ik hier nevens zende , om Uw Ed. in ftaat te ftellen tot het haten doen van nadere Proeven, in den Maand Augustus ingezameld , en , naa verfcheidene dagen , aan regen en wind bloot gelegen te hebben , in eene fterke Zon , buitens huis gedroogd. Ik zal Uw Eds. aandacht niet lastig vallen , met eenige berekening van het fchynbaare voordeel deezer VerwftofFe , vermids myne geringe Proeven hieromtrent niet- kunnen betoogen , en derzelver deugdelykheid , myns bedunkens, eerst volkomelyk bevestigd dient te weezen , wanneer het voordeel een ieder ligtelyk in het oog zal loopen. In  C « ) In hoope , dat deeze geringe poogingen iet ten nutte van het lieve Vaderland , en ten bloei van den loflyken Oeconomifchen Tak , moogen toebrengen , heb ik de Eer my met alle hoogachtinge te noemen, WEL EDELE HEEREN! ÜwEds. ontmoedigen Dienaar S. G.