A L M A ff- A C 11 TC) ï N 11 T V *A N % A L "'O E Al E E tó;     ALMANACH TOT' NUT VAN'T ALGEMEEN, Foor het Jaar 1794. BOOR G. BRENDER h BRANDIS, Mathematicus enz. te Amfieldam. TE AMSTELDAMj Bij MATTHIJS SCH.AI*£KA&P'   VERDUISTERINGEN ia hei jaar 1794. Er zullen in die Jaar zes Eclipfen plaats hebben, als vier aan de Zon en twee aan de Maan; zullende van dezelve maar één Zen- en één Maan. Eclips namelijk de eerften, in Eurtpa gezien kunnen worden. De eerfte Zon-Eclips zal zijn op den 3iftea Jannavij, voormiddag omtrent n uuren, tot namiddag, om half 2 uuren. Dezelve zal in de Noordwestelijke deelen van Europa gezien kunnen worden, zullende de verduistering in Gr0#«land het grootlle zijn• evenwel zal de Zon daar niet meer dan 4* duim aan haare Noordzijde verduisteren. , De tweede is een totale Maan-Eclips, zullende m geheel Europa en Africa, het grootfte gedeelte van Aften, Qn de oostelijke gewesten van ZuidAmertka zigtbaar zijn. . Het begin van deeze Jiciipi zal te Amfterdamzijn den^den Februari]" savonds ten 8 uur 25 mm., het midden ten 10 uur 24 mm., en het'einde den i^Ien Feb, smorg. ten o uur 22 min. De totale verduistering welke ruim 21 duim, en dus 9 duim groo- de ^?an zcIve za] zin, duurt ï uur 47 min. namelijk van 10 uur 30 min. tot 11 uur 17 mm., op den avond van 14 Febr, De  VERDUISTERINGEN. De derde is een Zon-Eclips, het begin i Maart *s avonds ten 8 uur 38 min., het midden ten ïo uur, en het einde ten 11 uur 23 min. — De vierde is mede een Zon-Eclips, het begin 26 Julij, 'savonds ten 9 uur, 5 min. het midden ton 10 uur 36 min., en het einde 27 Julij, 'smorg. ten o uur 7 uur. — De vijfde is weder een totals Maan - Eclips, beginnende 11 Aug. 'smorg. ten T5 uur 56 min., het midden ten 7 uur 44 min., het einde ten 9 uur 32. — De zesde is een kleine jZon - Eclips, beginnende 25 Aug. des voorm, ten 11 uur 19 Win. het midden, ten 12 uur 23 min. en het einde namidd. ten 1 uur 30 min. — Dcezc laatite vijf Eclipfsn zullen allen buiten ons gezicht zijn. NB. De op- en ondergang: der Maan, benevens haare plaatfe, of het Hemelteken daar zij des nachts in is, ftaat op eiken dag aangetekend.  Met dit Jaar telt men: Van de Schepping der Waereld 5-743- Taaren. Van den Zondvloed . „ 4087 - ,., Van de jüodfche Jaartelling, beginnende 25 September. . ^555 JaM Van de Tmkiche )aartelling3 begin-" nende 2o*|ulii . . I200 Van de Unie van Utrecht in 1579 215 .. Van de Oprichting der Oostindifche Compagnie in 1602 192 Van het Synode van Dordrecht, in 1618 . . I76 „ Van den Munfterfchen Vreedein 1648. 146 — Van de Oprichting der Maatfchappij: tot nut van 't. algemeen in 1784. , . IO De Zonnencalcel is . . , 11 liet Guldengetal . , q De Epaéia . r , 03. De Zondagsletter . . ^. Septj'agefima . . f$ Febr.1 Vastenavond . . 4 Maaru I-uaslchen ; , go ApriL • Hemelvaartsdag . . 2p Maij„ ... 8 föniji Advent • * • 30 Nov. De JLente begint . . 20 Maait. De Zomer begmt . . 2I ]l!nij. De Herfst begint . . 23 gept. De Winter begint . . 2a ry£.' De Eerfle Quatertemper 12 14 en 15 Maart. De Tzveede Qjtatertemp. 11 13 en 14 Tuhij'. Je Derde Qjuitertemp. 17 19 en 20 Sept De VitrcU Qjiatsrtev.p. 14 uj en 20 Dcc.'  JANUARIUS, Louwmaand, heeft 31 dagen. m 1 ■ 1 ■ 1 TANUS, een Romeinfche afgod met twee hoofden, welken men wilde, dat het voorgaande jaar en het teg^woordige te gelijk befchouwde, gaf den naam aan deeze maand; Voorheen, en op fom«nige plaatlen in ons Vaderl md nog heden, de wetten in deexe maand gleezen en beiwooren wordende, wil men , dat dezelve daarna Cvolgenf het Engelsch woord Law of lVet) Eo^wWgeheeöm «J. 1 Woensd. Nieuwjaarsdag. ft Nieuwe Maan, Woensd. d. 1, 's av. 1.1 1. u. 59 ™. 2. Dond. Buiak. Leipz 3 Vrijd. Doesb. Oudenaard. tó*6. 3-*-^ 4 Saturd. Eisdhoven CÖ" 7* l9 «*■ < Zond. Thelesphorus. . 38< X Roomfcbe K. Luc. 11. en Lutberfde KerUn , voorin. mlttb. II: i-W. Luttb.K. namidd. Mat*. Ifc I3__18 's avonds vs T9 —13. Gcrcform K, ïtte Zond ig der H'idelbergfche Katecbismus. 6 Maand. ZM* Koningen.- 9.58. X 7 Dingsd. Kasfel (ÉT 3 Eerfte quart. Woens.J. den 8, 's av. t. 5 f&ja Woensd. St. Orner Roomfcbt en iTé?r*, voorm.M««A.VIII. 1—13. Nam. Luth. K. 1 C«r. V. 7. Gcref^de Zond. 27 Maand. Tilburg o& 3.28.4* 28 Dingsd. Herenthals & 4'33^WV» 29 Woensd. Emmerik <£r 5'3^»*> 30 Geersbergen r^t 6.31. ivs #Nieuwe Maan, Vrijd. den 31, voorm. ten n u. 39 min Zon-Eclips, Den 3iften, de Zon op ten 7 uur. 36 min. onder ten 4 uur. 24 min. 31 Vrijd. Luik ^ fav.on4*.  FEBRUARIUS, Sprokkelmaand, heeft 28 dagen. De Reinigingen der Romeinen , welke Februa geheeccn wierden , cn door Pari's Priesters, in cieeze Maand binnen Rome verbeeld werden, door liet omloopen met een Geitenvacht: gaven din naam am dceze Maand , zo als het vergaderen van Hout of SprcJtke.l?n , dit bij ons gedaan beeft. Zij zou echter beter Schrikkclmaand hecten, om dat men 'er oin de 4 jaaren, in het Schrikkeijaar, een Schrikkeldag invult. 1 Saturd. Gelder <Ö* fav. ond. 2 Zond. Maria Lichtmis. 7. 28. X Roomfcbe en Lu tb. K. voorm. Matb. VUL 23 — 27. J\Tam. hutb. K. Rem. XIII. 8—10. Geref. 5de Zond. 3 Maand. Rouaan. Qeldorp^C 8.51. X 4 Dingsd. Arnemuiden $5 10. 11. T 5 Woensd. St. Agatha. 11.28. V 6 Dond. St. Dorothea. faa. ond. 3' Eeiile quarc. Vrijd. den ?. 'smorg.ten 3 u. 9 m. 7 Vrijd. Nioort df 0.42. U 8 Saturd. Gent 1.54. u Den 9. de Zon op ten 7 uur. 20 min., onder ten 4 uur. 40 min. 9 Zond. St.Apolonia. 3. o, h Roomfcbe en Ltttb. K. voorm. Matb. XIII. 24—30. NsLm.Lutb.K. Coll. III. 12—17* Geref. 6de Zond. 10 Maand. Breemen (fr 4. o. sb 11 Dingsd. Roermond cCT 4. 53* & 12 Woensd. Eulalia. 5-38. & 1% Donderd. Gregorius» 6\i7» £fc  24 min. Maaw-Echps. H Vrijd. Valentijn. fav op 15 Saturd IJperen. 5.4I 16 ZonarSqmiagcfima. 6.44.'»^ Rsowfche en Lutb. K. voorm. Math. XX r—Sfi f& K. nam. 1 Cor. IX. 24- X- 5. Geref. ?dc Zor-d." 1/ Maand. Rees (fr 7. 4g. % Den 18. de Zon inPwox (X) of de Visfchen, op ten 7. onder ten 5 uuren. 18 Dingsd. Simeon. 8.51 ■&= 19 Woensd. St. Bonifacius. 9 56.^ 20 Maastricht :*« £1 t?I 21 Vrijd Pipinus. fraf op. 22 Saturd. St. Pieterftoel. o. 8. i (§| Laatfte quart.Zond. den 23. 's na. ten au. n m. 23 Zond. Sexage/tma. I.I3.-WRoomfcbe on Lutb. K. voorm.. Luc. VIII. 4-15. ISanud. £«,4. at. aC«r. XI. i9.~JüI. 9. Geref. 8fte Zond. 24 Maand. Matihijs. 2 17 25 Dingsd. Gouda. (Cr q 10 ^ Woensd. Nestor. 1 |£w£ 27 Donderd. Hereathafs. j. 5.\r Den ü3. de Zon op ten 6 uur. 40 mi», onder ten 5 uur. 20 min. s8 Vrijd. Lupicinus. 5.48.:^  MAART, Lentemaand, heeft si dagen. Romnlus , de (lichter van Rome , en Kemus ziin broeder, zich aelven oorfpronglijk achtende, van den Krijgs - god Mars en Rhea ; heef: d?ze Maand , met welke het Jaar eertijds begon , aan z jncn Vader Mars gewijd: zijnde die naam, door verbastering bij ons Maart geworden. {jf§5 Nieuwe Maan, Sat. den i. 'sav.ten iou. 13 m. 1 Saturd. Bourdeaux (£f fav. ond. 2 Zond. Quixquagefima. 6.21. X Roowfche en Lutb. K. voorm. Luc. XVIII. 31 —43. Nam. Lutb. K. t Cor. XIII. 1- 13. Geref. 9de Zond. 3 Maand. Gouda Ka. Haarl. fN* 7.45. "V 4 Dingsd. Vastenavond 9. 9. T 5 Woensd. Asdag. Eintn. y€ 10.30. w 6 Donderd. Zwol Leerm. 11.44. W 7 Vrijd. Bommel fm. ond. ^1 Eerft quart. Sat. r. de Zon in .T) of den Ram, op en onder ten 6 uuren. 20 Donderd. Grave m£ IO, * « 21 Vnjd St Benediéhis. x^'ii £ 7 tuj^bosch halfvast m. fm. op. Wam. Luth K Epb v G ref> I2deZ>)nd> ^ LAatllc ^'iarf- M«nH. den 24! nam. ten 3 u 30 m 24 Maand. Willemft Kuilenb.^ , l6 ^ 2J öfngsd. ytf^ Boodfchap. 2. u v£ 26 Woe.-sd. Ludgerus. 3 ó - 28 V„,d. Goudriaan I £ 29 Sarurd. Eu lafius. V ' C 30 Z*»rf * e? & voorm. VI. «-!.« Nan G«/. IV. 2z^3i. Geref. isdeZonï Der^^zn"13311"- 3I' 'Sm°rg- te"7u.4om> Uin 3X de Zo« «P ten 5 uur. 36 min. 1 °rn,ier ten 6 uur- 24 min. 31 Maand. Lei jd. Ie. Amersf. fay. 0nd,  APRIL, Grasmaand, heeft 30 dagen. Komulus. wijdde deezc Maand aan Venus^ die hij meende dat' hem in maagichap beftond. Venus hcete in h.tgrjfkscli ooi; Afrodita, of Schuimgodin: van weiken naam die van April afftamc. 1 Dingsd. Muiden 8. 8. V 2 Woensd. IJsfelft. Wijk m 9. 30- V 3 Donderd. Dev le.Zwol. #$10.51. n 4 Vrijd. Hildebercus. n.53* n 5 Snurd. Vincemius. fm. ond. 6 Zond. Judica. 0.55. es Raomfche en iT. voorm. $ah. VIII. 46— 59» Nam. ia/A. tf. XI. u- 15; Geref. 13de Zoiui. 3' £e ftc quart. Maand, den 7. 's morg. t. 5 u. 40 .n. 7 Maand. Naard. Knil. Gro.^f 1.49. 25 8 Dingsd. Wagetsingen r^€ 2.33..^ 9 Woensd. Loen. Arnh. 3. 9. Q. Den io. de Z >n op ten 5 nur. iö min. ouder ten 6 uur. 44 min, 10 Donderd. Haarl. 1. Naard. 4flf 3.38. ey 11 Vrijd. Vianen 4. 5. »? 12 Saturd. Bosch "Wj* 4 29. uy 13 Z(9»^. Palm - Zmdag. 4 50. JbL Reoiïifcbe K. voorm ^oi. XII. I2<—I6. Lutb. K. voorm. Maiti. XXI 1—9.Nam. Ltttb.K. PhiL H. 1 —11. Geref. 14de Zond. 14 Maand. Wijk (fr Utr. fltf 5. 12. m fik Volle Maan,. Din9sj. deu 15. 'smorg. ten ^rf jo uur. 24 min..  15 Dingsd. Weesp. *F TJcr. Ie. fav. op itf Woensd» Hoorn. Wiik Sch. g. 5# „ * 1/ Donderd. IVitten- Donderd. o. i0. n[ ïB Vrijd. Goede- Vrijdag. ïo ic ip Saturd. Wijk. Veif. Kaft. ** u. if. fc. Den 20. de Zon in [ V) of den S'ier op ten 5. onder teii 7 uur. ' ' 20 .ZW. Paasfchev. fm. op. Roewfche cn AT. voorm. Mrffr. XVJ. Kg, Lutb K. nam. 1 C9r. V.7.8. Geref. 15de Zond. 21 Maand, safe Paaschdag. o. 18 ^ 22^ Dingsd. Weesp. Montf. # Nieuwe Maan, Dingsd. 29. nam ten4'u.23rn. 29 Dingsd. Weesp. Montf. «p fav. ond. Den 30, de Zon op ren 4 uur. 38 min. onder ten 7 uur. 22 min. 30 Woensd. Munfi. Hoorn, #p $.27. y  MAY, Bloeimaand, heeft 31 dagen. 3iaija, de Moeder van Merciirius en de Aarde, was wiarfchijnlijk de Godin, aan welke deze Maand was toegewijd: ten minlle dit heeft meer fchijn , dan dat Romnlus dezelve np.ar de iflayores , of Mannen uit den Oudraad van Rome, zo genoemd zoude hebben. 1 Dond.. St. Philipp.en Jacob. 9.41. fit 2 Vrijd. Hulst tf? Bensfch. 10.47. n 3 Saturd. Kruhvind. Amer.K n. 45 25 4 Zond. Mifericordia Haag. K. fm. ond. Roomfcbt en Lutb K. voorm. Job. X. I2_i6. Nam. Lutb.l{. 1 Petr. II 21— 25- Geref. 17de Zond. 5 Maand. Purm. Bod. *t 0.34. SI 3' Eerfte quart. Dingsd. den ó.'sav ten 9. uw 57 m. 6 Dingsd. St. Jan. Lat. Hag.^K" 1VT4. SI 7 Woensd. Purmerent 1.46 SI 8 Donderd. Hoorn le. Lis 2.14- 9 Vrijd. Wijk ftf 2.38. m Den 10. de Zon op ten 4 uur. ao tniu. onder ten 7 uur. 40 min. 10 Saturd. Leerd. Zwol ftt 2.59. <&* 11 Zoni. Juhilate. IJsfelft. K. 3. 19, Roomfcbe en Lutb.K. voorm. Job. XVI. ió-23. Nam. La tb. K. iPetr. II. 11 -17. Geref. iSdeZond. 12 Maand. Embden cö* 3. 41. «a= 13 Dingsd. Weesp. fl^ 4. 3. Ht 14 Woensd. Sneek cö" 4. 26. at @ Volk Maan,Dond. den is.'smorg. ten 1 uur. o m. 15 Donderd. GeUter, Nijm. fff fav. op.  16 Vrijd. Ubaldus. 0. ï($ ^ 17 Saturd. Torpes. u> l8 V 18 Zond. Cantate. 11.13."*)» Roomfcbe en X»/*. K. voorm. Job.XVI. 5 Ais Nam k. j. I?_<21< èeref. i9d| Zond. 19 Maand. Prudentiana. n. r9 20 Dingsd. Bernardinus, fm. 'op. Den ar. de Zon in Gemini (H) 0f de r^eUngen, op ten 4. onder ten 8 uuren. si Woensd. Zevcnb. Weesp. ^< 0.39 n~ Alt. Laatfte quart. Dond. 22. 'smorg. ten 7 uur. 46 m 22 Dond. Heenvl. Zoelm. It |3é x" 23 Vrijd. Philippus Nerius. 1.4.2. x 24 Saturd. Joanaa. 2.io. Vrijd. Wasfenaar 9.32. 22 Den 31. de Zon op ten 3 uur 52 min. onder ten 8 uur 8 min. 31 Saturd. Pet.ron.eJlg, 19t2S% ^  JUNY» Zomermaand, heeft 3° dagen. De naam van deeze Maand is zijne af kpmfte veïfchuöfjgt kan funius Brtitus , eerfte Burgemeester van E?ome, welke den dringenden Koning Tarauinius uit die ftad verdreef. Met minder grond heeft men" aan Junö , ais ook aan de Eci*drart, in 't Latijn Unic?is, als naamsoorfprongen deezer maand gtdar^r. i Zettd. Êxaudt. Warm. K. n. 9. SI Roomfcbe en Lutb. K. voorm. Joh. XV. 26-XVI. 4. Nam, Lutb.K. iPet.1V. 8—11. Geref. aifte Zond. * Maand. Utr. Gron. 0pm3*C 11.46. SI 3 Dingsd. Brïel. Laren. ^ fm. ond. 4 Woensd. Delft. Gore. 3pC o. 16". r* Jff| Eerfte quart. Dond. den 5. 's morg. ten 3 u. 13 m. 5 Dond. Gron. Oudew. 15 'Zrti. H. Drievuid. Delfs K. p.54'>  J«b. UI. Nam. Lutb. K. Rom. XL Geref. 23fte Zond. 33 3Ö* 16 Maand. Wijk. Puttersh.^C 10. — 17 Dingsd. Schag. Bom. u,fj ~ 18 Woensd. Loosdr. ,i lo ^ 19 Donderd. H. Sacrament, 's mo'rg.op (E ^tftequart. Vrijd den ao. nam. ten o u. 3o m no Vrijd. y Grav. VJy o. i2 r Den aj. dc Zon in Cancer Woensd. Geertruid. y*€ 1.16 ,+» Den 10, de Zon op ten 3 uur 52 min., onder ten 8 tUii , 8 min. 10 Donierd. Leijden (fj Dev. K.i 48 11 Vrijd. Soelmont 2.29 *)o @) Volle Maan Saturd. den la.'sav.ten KJ u.'SStn. 12 Saturd. Edam Kermis. 'sav p. 13 Zond. Vlisfingen » Kermis. 8. 28 Roomfc >e K. voorm. Matb V. 20— ^6 Lutb.it. Luc. VI 36 42. Namidd K Ram. VIII. 18 -23 Gerei. 27iïe Zo d. 14 Maand. Leijden. Le. Utr. K. 9. 8. aa: 15 Dingsd, Apoftelfcheiding. 9.41,X  16" Woensd. Reijnildis. 10.2.X 17 Donderd. Alexius. I0 qóVV» 18 Vrijd. Edam ^< u.i.v ©Laatftequart. Saturd. den 19.nam. ten4u. 52ra. 19 Saturd. Bernulphus. 11.57.» 20 Zond. Hondsdagen beg. 11.55;« RoomfcbêK. voorm. Mare, VIII. 9 L«»i.K* £*c V. 1 n. Namidd. Lutb. K. 1 P*r. ill. 8-Ï5, Geref. Zond. 21 Maand. Breuk. Gron. 'fmór. óp. 22 Dingsd: St. .'vlaria Mgdalena. 0.25.1? Den 23. de Zon in Leo (Q ) of den Leeuw , op ten 4, onder «en 8 uureu. 23 Woensd. Deventer 1. 2. n: 24 Donderd. Vastendag Gron. CÖ" ï.4s.es 25 Vrijd. St. Jacob.A\b\. 2.34.33 © Nieuwe Maand; Sat. den 26 's av. ten 10 u. 22 26 Saturd. St. Anna. Hoorn Le. 'sav. on. 27 Zond. Gouda j Delfsb. K. 8. 9. > Roomfcbe K. voorm. Mat tb Vil. 15-23. ƒ,»;<&. K. Mattb.V. 20-2ó. namidd. K. ■R"»». V 3-i 1. Geref. :911e ZW. 28, Maand. Voorfch. WijkKe. 8 38 > 29 Dingsd, Martha. 9. 2 ,1» 30 Woensd. Grol. ^< 9.25. m; Den 31, de Zoniop ten 4 uur 20 min. onder ten 7 uur 40 sain 31 St. Aga.Zwol. Beemsc Kerm. 9.45, a  AUGUSTUS, Oogstmaand, heeft 31 dagen. t)eezc raaand werd: in den Almanacb v.m A'uma Pomilhis, Koning van Rome ySexiillis of de Zesde gcheeten; beginnende het Konieiülehe j.iar me: Maart. Naderhand weixk hij aan den Keizer Augustus gewijd, cii naar denzelvcn genoemd. j Vrijd. Sr. Piet. band. Huif. K. 10. 5. 2 Saturd. Portiuncula. 10.26 a 3 Zond. St. Stev. vind. 10.48. v\ Roomfcbe K. voorm. Luc. XVI. 19. Lutb. K Mare. VIII. 1-9. namidd. K« /lo;». VI. 19-23. Geref. 31 ft e Zcwrf. ^ Eerfte Quart. Maand, den 4- 'smorg. ten 11 u. 4 m. 4 Maand. Utrecht u. 13. m 5 Dingsd. Maria ter Sneeuw. 11.43. 6 Woensd. Transfig. Ckrist. 'sm. ond. 7 Dond. Wijk lo. 0.20.^0 8 Vrijd. Domburg, Wijk 1. 5. "V 9 Saturd. Vastendag. 2. o. ^ Den 10, de iTon op tën 4'u. 36 m. onder te.0" 7 u,'2401. jo 07. Laiirens. Hoorn K. 3. 8. \xz Roomfcbe K. vóohnl XlX. 41 46. Luth. K. Mat tb. VIL 15-23. namidd. L«*/> K. Rom. Vilt. 12-17. Geref. 32ftc Volle Maan, Maand, den 11, 'morg. ten 7 u 45 ra. Maan • Eclips. 11 Maand. Utr. Ie. Leeuw. fav. op. 12 Dingsd. Bolsw. en 8.13. X 13 Woensd, Rotrerd. ie. Hagc Ka. 8.41. X 14 Donderd. Vastendag. 9. 7. V 15 Vrijd. Maria lizmelvaa-1. 9.32. V  16; Saturd. Monnikendam. ï0 0 v % Lnatfte quan.Zcnd. den i^av. ten icunVWm ■ 17 Zond. 's Gravel. Zaand. K. *]TM* &*emfcb« Ki voorin. Luc. XVUl o-m t „'*■}> io Dingsd. Lif.3« lï'J f Woensd Einde der Hondsd. fmorlSo? 2i Donnerd. Rotterdam io. 0 « ^ Vrijd. Rotterdam, lo. , 3J' ® licn .3. de Zon in Virgo (af )of de Maagd, 0p 23 Saturd. Vastend. Vianen :*< 2.27 O " ' ^««/fif K. voorm. Mare. VII u/t -Mi.i-ii. Oeref. 34fte ,z««rf. <^ Nieuwe Maan, Maaad. den i5. mm. ten o n/r ^ 3* min. Zid:,gcïL ° °* 25 Maand. St. Lod. Lexm -w* r„ 26 Dingsd. Bommel k! ' ob: 27 Woensd, Loenen ^< Ver' *9 Vnjd.StJansOnt.Dev. Ie 8 Jk 1 : So Saturd. Harlingen leerm. 8" ,7 %  SEPTEMBER, Herfstmaand, heeft 30 dagen. Dc naam van deze Maand is nog geheel naar den oud;n Aimanach van Nu;i;a Pofftpitiüs eefehikt ; gecvende het latijniche n-oord September, eigeaHJk de Zeve;;de maand te kennen. 1 Maand. Alkm. Muid.3*£ 9.48 +■> ^ Eerfte quart.Dingsd.dena ,nam.ten4U. 49m. 2 Dingsd. Gent. 10.02. 0 Woensd. Blok. K. Alkm. c& 11. 2. +* 1 Donderd. Blok. (T> Zwol.1. u.5i.> * Vrijd. Schoon. ^< Delft. Z. fm, ond. 6 Saiurd. Eleutherius. o. Ö.sss 7 Zond. Weesp. Montf. Abc. K. 0.51.:^ Roomfcbe K. voorm. Lr.'c. XVIf. ll-iy. Ltitb. K. j Mörc. Vil. 31-37. namidd. Lw»&. K. aCor. Hl. 4-11. Geref. 36fte Zo»i. 8 Maand. Afar/* geboorte. 2. 2. X ® Volle Maan, Dingsd. den 9, nam. ten 4U.nm. 9 Dingsd. Workum CÖ* 3«3o- X Den 10, de Zon.op ten 5 uur35min., onder ten 6 uur 25 min. 10 Woensd. Tertolen cfr fav. op 11 Donderd. Uofendaal :i. 29 Maand. St. Mich. Gore. y€ 8.30. +» Den 30, de Zon op ten 6 uur 16 min., ..nder ten s uur 42 min. 33 Dingsd. Kampen Wf 9. 6.  OCTOBER, Wijnmaand, heeft 50dagen. De latijnfche naam deezer maand wijst aan, dat het de A<-tHe van het oude,aar der Romeinen was. _ rjje Wijooost Twe^ 4 deeze maand plaats heeft, gaf'er den nederduitfehen nlam Ztt~ 1 Woensd. St.Bavo.Thiel** 9. 51. > *t Eerfte quarc Dond. den 2. 's m. ten 6 uur. 53 m. 2 Donderd. Goerêe 3 "rijd. Leiden ontzet. ir. 40. ut 4 Saturd St. Franc fa. op. 5 Zond. Edam. Am (rel v. ke. 1. 1. f voorm. JH*/*.XXII. 34.-46 K. VII. 11-17, Namidd. K. 1*A III. 13—21. Geref. 40 Zona'. 6 Maand. Bruno. 2. 2I x 7 Dingsd. Weefp. tk 3. 43' x 8 Woensd. Alkm, ontz. Mon. ^ 6. 34. v © Voile Maan , Dond. den 9. 's morg. ten o. u. 49 m. 9 Donderd. Schagen ^Dord.le fa. op. Demo. de Zon op ten óu. 36 m. onder ten 5 11. 2 ; m. 10 Vrijd. St. Viftbr. Ed. ^ 6. 44. y 11 Saturd. Boere Sat. Leerd. 4Wf 7. 17. h 12 Ztó Vian. Ooscz. Voorb. k. 7.56. n Roomfcbe K. voorm. itfrt^è. IX. 1—8. Lttib.K, L.*c. XIV. i—ii. namidd. Lutb.K. £j>bAV. 1—6. Geref. 4ifte Z CP Eeifte quart. Vrijd.den 31, 'sav. ten 7u 7m. Den 31. de Zon op ten 7 n. 18 m. ord< tei 411.4-m. 30 Donderd. Delft, Gouda fff 9, 42,^ 31 Vrijd. Vastend, Loosd. fff 10,49.:^  NOVEMBER, Slagtmaand, heeft so da,en M« wordt/ I oHanSnat ifJ f°* hc 6 Donderd. Gouda fff Hoorn Ia. 6 55 v © VolleMaan, Vrijd. den 7.'sm. ten ro u.i5m 7 VvYiï.St.milebrord.Enk. *f fav.op 8 Saturd. Purmer. Grol (fj 5.48. n 9 Ze»^. Salvatoris. g \B jj to'«M' f. voorm ^/è.xxii.(is-oo l«/A.K. Job. IV. 47-54. Namidd. l«,i. K. Epb. vi 10-17. Gevef. 45fte W, Denro de Zon op ten 711. Sóm. ond. r.4„ 2,m 10 Maand. H»orn , Arnh. fff 7 16 © 11 Oïngs-d.^.il/^r/. Weefp ff?» 8* 12' ss 12 Woensd Monn. fff Ror. Je. 9." «5. ft 13 Donderd. Lis. fff ^ 2f ^ C Laafft«^art, Vrijd. 14. voorm. ten iru.4i m. \+ ^}d'/^d- 3°sch fff n. 28.Q 15 Saturd. Macutus. fm. 0p.  16* Zond. Sparend, Uitg. ke. o. 32. Ro"mfc},e K. yoorm Mittb. (X. ï8-n<5 Lutb K Mattb.TXlW. 23-33 Namidd. K pw/ I. i-S- Geref. 4Ófte Zö^. 17 Maand. Gor. ?«f Arnh. fff 1. 37 ^ 18 Dingsd. Gore. ff* Huif.-a< o. 4o' ^ 19 Woensd. St. Elif. Alkm. fff 3, 48 X 20 Donderd. Delft, Utr. fff 4 m 21 Vrijd. Mar. Pref. Leijd. fff 6. o" ?x Den 22, de Zon in Sagittariu; of den Schutter, op ten 8, onder ten 4 uuren Nieuwe Maan. Sat. den 22. nam. ten 4 u.39H!. 22 Saturd. St lec Alkm. la. fav.ond! 23 Zond. Clemens. 5. 10 +* RoomfcU. K. voorm xm. a4_30, rfl^. K> XXII. 15 22 qajnidd. zï*. K. pa//. UI. 17 21. Geref. 47fte £;■» 26 Woensd. Vüim Viis. 7 29 -v» 27 honderd. Hoogst- Li, fff 933 & «8 Vrijd. Bosch fff Alm. la. o 44 — 29 Saturd. Vastendag. n'.o.X 3|> Eerfte qum Zond. dep 30 'sra. ten 5 u. ipm. 30 ^y^/. ^ Andries. fm.on.> *^%*!rVoomV ^ XX5- Luth- K. i««*.XXl 8—9. Namidd L«^.K. Rom. XIII. 11-14. Geref. 48fte Zo»//.  DECEMBER, Wintermaand, heeft 31 dagen. Occze maand iu onze Jnaren Je laatfte zijnde, was bij de Romeinen, de 10de, om welke reden zij nog heden December, 0f de tierde gehecteii wordt.- eindigende het onde Jaar der Romeinen mee den Isatften Februari), waar uit tevens de reden blijkt - wa?io-i» men den Schrikkeldag in Februari] invult. 1 Maand. St. Eloij o. 17. «v 2 Dingsd. Boch (Ér 1.26. v 3 Woensd. St. Franciscus. 2,56. v 4 Donderd. St. Barbara. 4/18.'v 5 Vrijd. Sabbas. 5-39. n Volle Maan, Saturd den6'sav.ter 9uur 5 min. 6 Saturd. St. Nicol. Boekh. & 'sav.op.' 7 Zond. 2 Adv. Sr. Ambrof.w 4. -t^.hb Rtsmfcbt K. voorm. 37atté. XI. 2-10. Lutb~K. Luc. XXI. 25 30". Naraidd,/Z,«/A. ü^. XV.' 4-r3. Geref. Mfte Ze»//. 8 Maand. Maria mtvangenh. 5.47,23 $ Dingsd. Lions cfr 11 Donderd. Rodenburg (fr 9. 2. SI 12 Vrijd. Joachimsdal. 10* 10: w 13 Saturd. St. Lucia. 11.16. C Lwtf e quarr. Zond. den 14'smorg. ten 7 u 36 m. 14 Zond. 3 /fVy. Rjjsfel ^ 'smorg. op. &™>»Mf R. voorm. I. 19-28. Lutb. K. Matto. IX 2-10. namifcd. Lutb. K. I Cor. IV. i-5 Geref. softe Z«»A 15 Maand. Tongelveen aj* o. 19.^  ió Dingsd. Helmont. 1.27. =o= 17 Woeud. Qtiat. Berg. Nam. 'crj 2.20. iti 18 Donderd. Wunibaidus. 3«35.«t lp Prijd. Q11 at er temp er. 4.39/-^ go Zaturd. Quatertemper Past. 5,45,4-» 21 Zont. 4 Adv. St. Thomas. 6.50,+* Roomfcbe K. voorm. Z«f. UI. 2-5 Lutb K I. 19 28. Namidd. Luth. K. P/è/7. IV. * 4-7 Geref. sifte Zond. (f| NieuweMaan,Maand. den 22. 'sm. tenpu. 23. m. 22 Maand. Halie bedevaart. fav. ond. 23 Dingsd, IJverde vullem. 5.'ii.> ^en2r?.en.de ZoninC^nV^ »»^^) ofden Steen- bok, maakt alhier den kortftendag, van 8 uur ib min. smorg. tot 3 uur, 4a min. 'savonds. 24 Woensd. Pastendag. 6". 13.^ 25 Donderd. Kersdag. 7! o3\~ sö Vrijd. 2de Kersd- St. Stev. 8."3Ö *X 27 Saturd. St. Jan Euangelist. 9.52! X 28 Zond. Onnozele Kinderen, n.io. X Rooxfclt K. voorm. Luc. rj. 1-9. Lutb. K. II- 3» 4°- Namidd. Lutb. K. GW. IV. 1-7 Geref. safte 3P Eerfte quan. Maand, den 29. nam. ten 1 u. 45.m. 29 Maand. Thomas Cantelb. fm. ond. 30 Dingsd. Savinus. 0.28.*V Den31.deZonopt.en 8 u. 15 m. onder téi 3 u. 45. ra. 31 Woecsd. St, SiJvester, 1.48*  HET LUIDEN DER POORTKLOKKEN. Van Amfterdam. *t Verlangen der dagen. '/ Verkorten der dagen. ,'smo. 'sav. 'smo. \sav. Den 22 Jan. ' half 7 halï"5 Den 8 Aug. , hak 5 :< half'8 -— 8 Febr. 6 5 — 25 j 5 j 7 -—24— hall 6 half6 — 9 Sep. half6 half7 — 14 Maart 5. 6—21 - half 6 6 28 5 haif7 _ 30ft. 1 6. half6 10 April half5 7 —2.1 half 7 , 5 22. half 5 half 8 6Nov. 7 ' halfs /Maij 48 | s Van 7 Meij tot 8 Aug. blijven de Poorten, tot savonds halt 10 uuren, open. Van HAARLEM en ENKBUIZEN. t Verlangen der dagen. '/Verkorten der dagen. "smo.'sav. , 'smo. sa v. Den 8 Tan. half 7 half 5 Den 26 Julij I 4I 8 1 Pebr. 6 g — 14 Aug. } 4 half8 — j8 6 half 6 — 22 : halfs half 8 — 23 half 6 half 6 — 29 ! half 5 7 —~ 4 Maart haU'6 6—12 Sep. j 5' half7 r3 5 6—26 5 6 . 18 5 half? — 1 Ocl. halfCr 6 1 April halfs 7 *— K> half6 half'6 half5 half8 — 18 — . 6 half6 —— 16 4 half8 25 —m. 6 5 —-20 , 4 8 10 Nov. half7 halfs «*■— 1 Maij ; half 4 half9 — x2 —— half 7 halfs — 30 ,7 liaIf5 4 Dec. j 7 4 HET  HET LUIDEN DER POORTKLOKKEN. Van GOUDA en LEIJDEN. '.Verlangen der dagen. ', Verkorten \ 'smo, 'sav. ;» r Den 15 Jan. h.6 6 « rv.„ T * smo- s«v. = i.^WfIlralf76ri,5Sei,,-|iIialf4baM 5 a' 9- iDec h.6,6, balff 2dz op Leijden, m^^X^' Van ROTTERDAM. . _ ■ 'smo. j 's av. »„ ■ Den 1 Fefar. 4 * tv.* *a LS!r-«>-.'sav, iMaart' 1 J "~ 15half4 8 " xApril halfJi ÏZ^ISS ^ïl, ,/  KLEIN ZEGEL, met dé vijfde Verbooging. i Zeff. van 3 ft. kost/- 5: 1 Zes. van 4 gl. kost ƒ 5 -1 1 —— 6 ft, /-o: 1—■— 6el. ƒ7'-12 ï 1— 12 ft. ƒ-16: 1 8gl. ƒ io -1 ï i5ft.—ƒ1-:-: 1 5gl. /n-7 1 24ft. — fi-u-: i' 12gl. ƒ15-:- 1 soft. /j-r8-: 1 -i6gl. — f20-:- 1 48 ft.—/3-2-: 1 iSgl.— /22-xo- 1 — ƒ3-: ƒ 5-17-: 1 24 gl. — ƒ 29-18- HUURCJCDULLEN, van Huizen, Landen? Schepen, enz, Alle de Jaaren Huur bij een gerekend. Beneden de 50 gl. op een 3 ft. Zegel /: - 6van 50 gl. tot 100 gl. op een 6 ft. Zegel jf: - 10- 100 ■ 200 gl. -12ft. Zegel/: - 17- 200—— 600 gl. 24ft. Zegel/1 -12- , 600 1000 gl. —— 3 gl. Zegel / 3 - 18- —— ioco • 20C0 gl. . 6 gl. Zegel / 7 - 14- _ 2000 3000 gi. ——. 8 gl. Zegel f io- 4- 3000 4000 gl. —7- 12 gl. Zegel/15 - 4- , 4000 6000 gl. 16 gl. Zegel ƒ20- Ö- —— 6000 12000 gl. 18gl. Zegel/22-14- «——~ J2000 en daar boven 24gl.Zegel/29-19- De Huurders moeten Copijen hebben op een 6 ft. Zegel; doch zo de Huurcedul op-een 3 ft. Zegel is, dan behoeft de Copij niet hooger dan op ecu 3 rt. te zijn. ,  ONDERWIJS IN DEN A L M A N A C H. EEN GE5PREKi ■ \ X T SCHRIJVER- zu»k JL21^'- m hec v°o^aande jaar, ftl eln «e»I'»e; "ld, te famen in gel dat ,"ge i d3C ik vo"oronderftfl, dêngAJi "U Tds aHes vetfta". wat ia «en Almanach voorkomt. de li;ezer. Dat zou ik niet durven zeggen. Gij hc*t u zeker veel moeic Zle7 Sacfvolrïf Z8a,?en'die MS manach volkomen, voor onkundigen als oen daarom met eigen wij. genoeg, om A té  [2] • te waatien dat ik die zaaken reeds verlïa. de sc h r ij v e r. Oefening leert. Derhalven de leezer. wilt gij zeggen , dat ik mij in de Sterrekunde moet oefenen ? de schrijver. Neen ; want daar hebt gij mogelijk tijd noch gelegenheid toe. ik wilde alleen dit zeggen, dat gij de Gefprekken , welken wij, federt twee jaaren. over den Almanacrr te famen gehouden hebben, ter uwer herinnering nog eens zoudt doorleszen: om dus de voorgedragene zaaken vokomen te begrijpen. de leezer. Ik heb zulks reeds meermaalen gedaan en wezenlijk daar door gevonden, dat mij verfcheidene zaaken duidelijker dan voorheen zijn geworden. Maar, in eenige anderen heeft dat noch niet willen vlotten. de s ch rij v e R. De Aanhouder wint. de  [3] BB LEEZER. Zeer wel gezegt. Maar ten opzichte van zooamge zaaken, van welken sii mij noch niets gezegt hebt, zal vnU aanhoudend- beoefenen weinig beteke- DE SCHRIJVER. Tot deeze moesten wij ons nu bemalen en Jaaten de reeds behandelde, ais bekend,-geheel agter. , DE LEEZER, Ik ben te vreeden. „ DE SCHRIJVER. Waarzullen wij dan eerst van fpreeken? - D^E LEEZER von L geene' daar ik het mintfe van begrijp. . DE SCHRIJVER. En wat is dat? D E r. E E Z E R. va?uw''SNTnIij^het laaI1!e Veelte Y** u.w NB. op de tweede bladzijde «i nachts in is, A 2 DE  [4] DE SCHRIJVER. Is die plaats u onbekend? DE LEEZER. Geheel en al. *t Is zo goed of 'er de Egyptifche duifternis voor mij nog op ruste. ö BE SCHRIJVER Gij kent toch den Dierenriem reeds? DE LEEZER. Ja! die riem daar gij voorleden jaar zoo veel van gezegt hebt — daar ook Maagden mede onder loopen. DE SCHRIJVER- Gij verziiu u; daar loopt eigenlijk maar één Maagd onder; dus geene Maagden. Doch dit zegt niets: hei is mij genoeg dat gij u dien riem herinnert ! DE LEEZER. Dat doe ik volkomen. DE S C H R IJ V E R. Gij zult 'er u dan nog wel bij herinneren, dat di'> Riem 36ograaden groot is? Dat de Zon denzdven in 365 of 366 dagen, zijnde die van één jaar, door-  15] doorloopt? en dat denzelven met dries (yj begint, en met Pisces (x) eindigt. DE LEEZER. Dit alles weet ik , maar. . . . DE S C H Rij V E R. Gij weet niet, dat dezelve zo wel van de Maan als van de Zon doorloopen wordt; en wel binnen den tijd van één maand, in piaatfe dat de Zon zulks doet in den tijd van één Jaar. DE LEEZER. Neen, dat wist ik niet^ Ik begrijp nu aanvanglijk reeds, wat gij verder zult zeggen. D E S C H RIJ V E R . Dat is fopedlg. Laat eens booren. DELEEZER Wel, dat m Jfies (Y>Taurys (v), en die overige vrienden , of vriendinnen , eigenlijk de plaats aanwijzen , waar de Maan 'eiken nacht in is. Even gelijk gij op elke maand van de Zon aantekent, waar zij is.  I* ] DE schrijver. ©at is juist gevat. Maar zotidt gij die pteats zelfs wel kunnen berekenen, en aanwijzen? de leezer. Hoe zou ik daar aan komen? — Nu ziet gij mij weêr voor veel te kundig aan; dat al dikmaals het gebrek der fehrijvers is. de schrijver. Gij zijt kundig genoeg om trapswijs ze op te klimmen, tot eene berekening die gansch niet moeijelijk is, wanneer men de beweeging der Hemellichten, vooral die van Zon en Maan maar weet. de l e ez e r. "' Vooraf uwe onderrichting, als 'c u belieft. de sc h r ij ver. Drie zaaken op de Natuur of Sterrenkunde gegrond, moet gij volftrekt eerst weeten : Eerftetijk : dat in elksNieuwe Maan, de Maan het digtst bij de Zon-, of met de Zon in een zelfde teken is. Ten  [7] /Ten tweeden : dat in elke VolkMaan^ de Maan over de Zon ftaat; dat zij dan zes tekens, of een halven omloop, van elkander zi;n. En ei»deliik, ten derden: dat de Maan dagelijks 12 Graadeu en ruim 11 minuten fneller dan de Zon loopt. DE LEEZER. Gaarne zie ik de Proef op de fom , om dat de voorbeelden mi] dan duidelijker worden. Dat Zon en Maan, bij elkeiWwwtf Maan, in één teken moeten zijn, wil ik gelocven; maar om het te kunnen beproeven , eischt mogelijk meer kunde. DE SCHRIJVER. Natuurkundig zulien wij, tot eene proeve, wel eens betere gelegenheid vinden. Maar wiskunftig kunt gij 'er heden over fpreken. DE LEEZER. Ik neem uwen nieuwen Almanach zelfs eens ter Proeve. Ik vind de Zon den 23 ften van Lowwmand in Aquarius ïss:) ot den fVaterman — hier blijft zij immers een gencele maand in? A 4 de  E s ] > FjE schrijve r. Tot 18 Februarij toe. os leezp. r„ En de Nieuwe Maan Haat 30 Janua, rij, of Louwmaand. ....... Hier taat geen M.anspiaats bij. d K schrijyer. Dat is ook onnoodig, want zij is het zelfde met de plaatfe der Zon. Om u daar van te overtuigen, behoeft gij de plaats der Maan van den volenden dag friaar te zien Wat ftaat daar? de leezer. Waarlijk het zelfde teken van Aq.;arius^-— Dut'u een goede Proef, ~. Lasten wij er nog eer.s een noemen* d e s chrij ve Rl Dan omgekeerd. ÖE LEEZER, Wat is dat te zeggea? de schrijver. Dat gij eerst de plaatfe der Maan moet zoeken, en dan zien of de Zonsplaatfe daar gelijknamig aju-1 is* c 2;  [ 9 Jj D E L e E Z e r. Wc! aan. Ik lues de nieuwe Maan eens in Augustus. Dat is op den 25 flen van die maand. Nu. .... de volgende dag is den 26 ften. Dan —* is de Maan in Virgo (W). DE schrijver. En waar is de Zou dan? DE LEEZER. Die ging den 23ften Augustus in Firgo w», of de Maagd. En daar blijft zij een geheele maand in — der hal vent zijn Maan en Zon in een zelfde teken.-— of ik het gevosden neb! DE s c h-r ij v E R. Het fchijnt dat de Proef u bevalt! Dt LEEZER. Bij -uitftek. — Maar nu, uw tweede hes. DE schrijver,. Nu niet al te driftig. — Laat iku vooraf een klein tafelrjen mededeelen, van de XH tekenen in den Dierenriem; hunnen rsng in denzelven, en de Graaden die z,ij van elkander liggen. A 5 Aria:  C io] ï. 2. 3. Artes Taurus (v). Gemini (n}« o 30. 60. 4. 5. 6. Ca neer (s). Leerhalven is Zon en Maan 5 volle tekens en 16 graaden van elkander-, dat is in het zesde teken. de leezer. Deeze opheldering doet iets af: maar 2ij moet mij nog klaarer worden. Ik vind de Maan , op den i/den van, Louwmaand, zijnde de dag na dat zij Vol geweest is, in Leo £); en deZon is, volgens deezen Aluianach van i793r den aiftfn December in Capricorms I ")o) getreden. — Als ik nu tel Leo, Virgo, Libra t Sccrpius, Sagitta» rius  [ 13 ] rins en Capricornus; dan heb ik we* der 6 tekens „ met de eerfte en laatfte ingeiloten. - de s ch rij ver. Dus weder geen volkomen ïHo graaden. Juist zo als ik u daar even zeide, maar 6 tekens; dat voor deeze be"fchouwing na genoeg is. de leezer. Na genoeg! ik moest het tot een hair breedte weeten. Dat is eigenlijk het waare. de schrijver, En dat was juist het geene waar ik u toe zoude opleiden; door het mededeelen van een juister berekening, of het verfchil in tijd tusfchen Zon en Maan. de leezer. Dat dan zekerlijk uw derde les zal opleveren? de schrijver» Gij hebt het begreepen. — Wanneer gij u, volgens ons eerfte gefprek herinnert: dat elke Maanefchijn sp| dag duurt j  E 14 1 duurt; en volgens die gefprek, dat de Maan,, in dien tijd, alle de. twaalf hemeltekenen moet doorlopen: dan zuit gij door een weinigien rekenkunde gewaar kunnen worden, dat de Maan dagelijks meer dan 12 graaden rasfer dan de- Zon loopt. Want in 29^ dag, doorloopt zij 300 graaden', dusain elke dag meer dan 12 graaden. DE LEEZER. Laat ik dit eens uitrekenen Ja wel meer dan 12 graaden; 'er fchiet. nog eene aanmerkelijke breuk over. DE SCHRIJVER. Wij moeten derhalven nog beter berekening hebben. Om daar toe te komen, moet ik u iets melden van de waarneemingen, die men omtrend den ftand van Zon en Maan gedaan heeft: en de berekeningen die men 'er op grondvest. Zoudt gij wel gelooven ,.. dat de Chaldeën hier nog van dienst moeten zijn, in hunne flerrekundige waarneemingen? DE  f 15 3 de leezer. Dat geloof ik zeer wel, want ik hebfc meer dan eens gelezen, dat die lieden* groote fterrenkijkers waren. d3 schrijver. Volgens de aantekeningen van zekeren Pt o lom eu s, hebben de Chaldeen , te Babel, 720 jaaren vóör de geboorte van Christus, op den 19 Maart, ten 6 uuren 48 rainuuten. naa den middag, een Maan - Eclips waargenomen, in den jaare 1717 werdt 'er eene andere Maan-Eclips', namentlij'k te Parijs gezien , vallende op den 2often September, ten 6 uuren 2 minuuten. de leezer. 1 Mag ik u vraagen, om wat reden gij hier van Maan-Eclipfen fpreekt? de s c h r ij v e r. Om dat Zon- en Maan - Eclipfen juist gefchikt zijn, om door gepaste waarneemingen , de waare plaats van de Maan ten opzichte van de Zon, aan te wijzen. Gij weet zekerlijk, dat de Masn- E clips  [ 16 ] Eclips alieen veroorzaakt wordt, oer dien de Aarde dan tusfehen de Zon en de Maan doorgaat, en dus eene verduiftenng op de Maan veroorzaakt: wiens midden of groötfte duisternis, eigenlijk het juiste oogenbük aanwijst, in het welk de Maan in cp» pofitie , of tegen ftand mct de Zon ; dac is zes tekens, of juist 180 graaden, van dezelve verwijderd is. df LEEZER. Dit is eene fêhoone aanmerking voor mij* om dat ik ze volkomen bevat» Maar de rekening? b E S CII.R IJ VE R. De Rekening van die twee Waarneedingen, wordt door êen Sterrekuüdigeri .Cassini dus opgemaakt: van 720 faaren 2X6 dagen 17 uuren en 12 minuutea vóór Christus, tot 1716 jaaren 252 dagen 6 uuren en 2 minuuten, naa chui stus, verliepen 24.^7 jsaren 173 dagen 23 uuren en 14 minuuten , Juliaanfchen tijd; onder welken derhalven óoo fchrikkeljaaeen vaa $66, en de overige gemee-  C17] meene Jaaren van 365 (Jagen gerekend moeten worden. Het geheel verfchil in tijd tusfchen deeze beide Waarneemingen, was dus maar 46 minuuten minder dan 890288 dagen; in welken tusichentijd de Maan 32585 maaien haar geheelen weg (den Dierenriem) heeft dooi> geloopen, en nog 6 tekens, 6 grasden en 7 minuuten. Wanneer men nu (lelt: 32585 volle omloopen, 6 tekens, 6 graaden, en 7 minuuten, geeven 980288 dagen, min 46 minuuten; wat geeft een geheele omloop: dan krijgt meu 27 dagen, 7 uuren , 43 minuuten en 5 Seconden, voor één omloopstijd der Maan: het welk men den Periodieken omloopstijd ,o£ kringswij ze maand, noemt. D li LEEZER. Loopt de Maan dan maar 27 dagen en ruim 7 uuren, over haaren weg? Gij hebt mij eerst gezegd, dat zij 'er 29 en een halven dag over liep. DE SCHRIJVER. Gij hebt gelijk, — en ik ook. Dit is zeker ecne wonderfpreuk voor u, masr B ik  C 18 ] ik zal u dezelve oplosfen. Wanneer de Zon, op haaren weg ftil bleef ftaan, dan zou de Maan in 27 dagen en 7 uuren, den Dierenriem doorloopen hebbende, haar weder aantreffen, daar zij haar verlaaten had. Doch dit gefchied niet. De Zon intusfchen ook voordgaande , heeft in denzelfden tijd, dat de Maan haar Periodieken omloop doet, ook ruim 27' graaden in den Dierenriem , of Zons weg, voordgefpoedt; welke 27 graaden de Maan dan nog moet afloopen, om weder bij de Zon te komen: waar toe zij twee dagen, 5 uuren, en 55 minuuten moet bededen. En dus heeft zij, bij «Je Zon komende, haar Sijnodicke of Verzameling Maand, of emloop afgelegd , in,den tijd van 29 dagen, 12 uuren, en ruim 44 minuuten. Dus ziet gij, dat beide gezegdens met de waarheid flrooken. DE LEEZER. %Qg liever: dus ziet gij, hoe ik u in al die Periodieke en Sijnodieke omkopen kan verwarren. Mijn hoofd doet 'er waarlijk al zeer van» DE  [Ip-] DE SCHRIJVER . Mag ik deeze zaak door één voorbeeld ophelderen? DELE E Z SR. Voorbeelden leeren mij altijd heibeste. . DE SCHRIJVER. Herinner u flegis een Uurwerk^ mes een .Minuutwijzer. De Uurwijzer kan u de zagtjens voordgaande Zon , de Minuutwijzer, de veelraafer voordfpoedeude Maan verbeelden. Te 12 uuren ?Jjn beide als in Conjunctie y dat is bij elkander, juist als Zon en Maan, bi? eene Nieuwe Maan. Nu beginnen zij hunnen weg, en één uur daarna ftaat de Minuutwijzer weder op 12 uuren, of op 60 minuuten , en heeft dus; zijn Periodieken, omlooo verricht. Maar is hij nu ook in Conjunctie, of bij den Uurwijzer ? DE LEEZER. Neen: die ftaat nu reeds op één uur? .la dus, vijf minuuten verder,  BE SCHRIJVER. Derhalven moet de Minuutwijzer nog meer d;>n vijf minuuten voordfpoeden , eer zij met den Uurwijzer in Conjunctie of zarnenftand is. Dus is de Periodieke omloopstijd van den Minuutwijzer,« jaist i uur; en de Sijnodieke omloop, i uur en ruim 5 minuuten. — Past dit nu op de Maan en haare beweeging, ten op-zichte van de Zon, toe. DE LEEZER. Dit voorbeeld bevalt mij, en maakt de zaak duidelijk genoeg, om u gelegenheid te geeven,'om ons gefprek te varvolgen. DE SC HR IJ VER. Zal ik u de Maansplaats nu zelfs leeren berekenen? DE LEEZER. Ik bedank U , indien 'er zo veel werk aan is, als gij mij daar even hebt doen merken. DE SCHRIJVER. Er moet zekerlijk iets aan gerekend werdej,  [21 ] de leezer. Denk, dat ik nimmer een cassini zal worden; derhalven hoe minder rekenen hoe liever. de schrijver. Laaten wij ons dan tot eene eenvoö" dige verklaaring bepaalen. de leezer. Ik ben te vreeden. de schrijver. Ik heb u gezegt, dat de Maan in 27 dagen 7 uur 43 min. en 5 Sec. den géheelen Hemel,of 360 graaden doorloopt: dus fpoed zij eiken dag 13 graaden, 10 min. 35 Secon. en 45 tertiën, het welk raen haare dagelijkfche beweeging noenat. Daar nu de Zon, dezelfde 300 graaden , in een rond jaar van 365 of 366 dagen doorloopt, zo is derzei ver dagelijkfche heweeging nog geen graad: maar net 59 minuuten 8 Secon. en 33 tertiën. Als gij nu deze dagelijkfche beweeging deiZon, van de dagelijkfche beweeging der Maan aftrekt, dan zult gij bevinden, dat de Maan eiken dag 12 graaden, B'3 u  j>] ii min., 27 Seconden en 42 tertiëis fneller loopt dan de zon. D E LEEZER. Msrar waar dient die berekening toe? DE SCHRIJVER. Die leert ons den tijd eener PeriO' dieke Maand, of Maanenfchijn vinden. JDE LEEZER. Ik heb altijd wel begrepen, dat 'er eene nette berekening om trend de, Maan moest'plaats hebbben, om dat dezelve al • tijd zo net uitkwam: maar nu begrijp ik, dat de Maansplaats ook iets tot die juistheid doet: en wel te meer, om dat gij mij gezegt hebt, dat bij elke Nieuwe Maan, Zon en Maan dan bij elkander, of in één teken zijn; en bij elke Folie Maan% 6 tekens elk van 30 graaden, dat is 180 graaden, van elkander; zo dat deeze Hemellichten dan, op de helft van een kring van elkander zijnde, regt over elkander ftaan. D E SCHRIJVER. Ik zal u nog meer zeggen. Wanneer gij den fpoedigen voordgang van de Mïfeii ten  [23 3 ten Oosten van de Zon, op bijna 13 graaden daags Helt, dan zal zij, zeven dagen na haare Conjunclie, of zamcnkomst met de Zon, of na de Nieuwe Maan , juist 90 graaden, of een vierde gedeelte des Hemels, van de Zon af ftaan, 'c welk men dan haar eerfte Quartier noemt. Op dat tijdftip keert zij ons de helft van haare verlichte zijde toe. Verder naar het Oosten voordgaande, neemt zij ook verder in licht toe, ca ftaat dan , na verloop van andere zeven dagen, regt over de Zon, vertoonende •haar geheel verlicht halfrond. Dan zegt iren , dat de Maan vol is. Zeven dagen na deezen haaren tegenftand met de Zon , is zij weder 90 graaden verder van de Zon verwijderd, bedraagende dus 9 tekens, elk van 30 graaden. Zij draait dan ook weder haare half verlichte zijde naar de Aarde, welken ftand wij het/astfte Quartier noemen» En op deeze wijze kan men een geheelen Maanenfchijn berekenen,- en natuurkundig leeren verftaan, B 4  [ H] DE LEEZER, Ik zal weder eens met uwen Almajiach de Proef neemèn. De eerfte Nieuwe Maan is reeds op den iften Januarij. Ik zie in December, dat de 2on dan in Capricornus (*)o > is. De Maan is dan in Conjunctie, of zamenftand mei de Zon, dus is zij ook in Capricornus. ^o) Dit blijkt op den aden Januarij. Nu ga ik 7 dagen verder, en vind op 8 Januarij, eerfte Quartier aangetekend. Deeze plaats moet nu, volgens uw gezegde , 90 graaden, of drie tekens van Capricornus frjo) zijn. Tellen wij derhalven, van Capricorfius (>) voord, Aquarius Pistes (x> en Artes (r). Dit kan zeer goed zijn, want op den oden Januari] 'iiebt gij de Maan in Taurus (*) aangetekend: zo dat zij zekerlijk den dag te v o oren nog in Aries ^r) zal geweest zijn. . . . D E S CH R Ij 7 E R„ Gaa maar zoo woon. Be  f^3 , de lee2 er. De Volle Maan vind ik den ïóden Januarij genoemd: ik tel derhalven weder drie tekens van Artes (y) voord, namenlijk, Taurus Genimi (n) en canckr (ts ). Op den i/den vind ik bi) U de Zon in Lee (Gl), dus juist zes tekens van Capricornus C")e>^, zo veel als 'er tot een tegenftand, of Folie Maansplaatfe vereischt wordt. Eindelijk tel ik van Leo (£}), weder drie tekens, namelijk Firgo (ny) , Libra en Scorpius (rn,) voord, in welk laatfte teken, het laatfte Quartier, op den 24(l:en Januari], dan moet plaats hebben: en zie daar, ik vind de Maan den sjften juist in Scorpius (ni). de s CURIJ ver. Gij ziet derhalven dat alles heel net uit komt? de LEEZER. Zeer net. Maar ik h-ïb u eene vraag tp. doen. Gif tegt , dat bii elke Nieuwe < Maan, de Maan bij de Zon is; en als hei Nieuwe Maan is, zien wij haar nooir.. 13 5 DE  [*0 DE SCHRIJVER. Nooit! dit is te veel gezegt. Zeker ] t jan- In rt geheel niet. Maar een Zandkorrel is waarlijk geen Berg! JASPER. En een Kolfbal geen Aardkloot! Waarlijk , als gij hier eenige vergelijking wilt roaaken, zult gij fpoedig gewaar worden, dat een Zandkorrel, ten opzichte van den Bal, veel grooter is dan de hoogfte Berg, ten opzichte van onze Aarde. pieter. Dat geloof ik reeds, maar. . . * jan. De Aarde een ronde kloot! waarlijk,... ja sper. Eigenlijk niet volkomen rond, maar, zo als men hst noemt, knolrond: dat is eenigzins gedrukt aan de Zuid en NoordZijden; even als een Knol, of Raap, van boven gedrukt is. j a n. Is daar bewijs van? jasper. Zeer zeker. De Fransche Academie  [5i] Parijs beeft verfcheidene wiskundigen uitgevonden om de Aarde te laaten meeten, op een enklen graad; en deeze hebben zulks zoo gevonden. jan. . Hoe gevonden? jasper. Dat de Aarde knolrond is. Dat metr een fpil, door dezelve fteekende van he: Oosten naar het Westen, dan 179 dee len zoude vinden, terwijl men van heZuiden naar het Noorden maar i7g zul ke deelen zoude aantreffen. h a n. Ha! ha! ha! een fpil door de Aardete fteeken. . „ . . jasper. Bij vooronderftelling. j a n; Ja, bij vooronderfteliing; dat valt makkelijk. Maar die deelen, wat zim dat? ' jasper. _AI wat gij v/Ht ; maar voornamelijk ge* HJke, of evenlange deelen, d 2 jan,  t 5*1 jan. Daar zullen mogelijk ia-bet •Noorden en ZüTden, minder Bergen zijn , dan m het Oosten en Westen. JASPER. Ik heb u reeds gezegt, dat de Bergen niets tot de groote of gedaante van de Aarde toebrengen. p.ibte r. Xaaten wij dan maar weêr gelooven, dat de Aarde rond is. j a n. Als het bij dat geloof maar bleef! pieter. ,Zou 'er dan nog iets bij komen? jan. Wel onze Buurman zal zekerlijk ook wel willen, dat wi] gelooven dat de Aarde draait! jasper. Waar toe zou zij anders rond zijn., indien ze niet draaide. Maar dat ik eigenlijk zou willen dat gij gelooft dat ze draait, hier in misrekent ge u al "zeer' jan.  O 53 ] JAN-. Ihtusfchen begri p ik vooraf wel, dat gij alles daar toe weêr zoud kunnen aanwenden-, indien de Bijbel het draaijen van de Aarde maar niet tegen fprak. j a SP'E R. Over den Bijbel zullen wij nader fpreekon, na. dat wij over de zaak zelve iets gezegd hebben. Ik geloof niet dat de Bijbel het draaijen der Aarde tegenfpreekt. J a N. Nier! welkeAntichristifche gevoelens! JASPER. Zagt! zagt! ge,ef mijn geloof toch geen kwaaden naam , vóór dat gij weet of het dien verdiend. pieter, tegen j A N. Waarom laat gif onzen Buurman zijn gevoelen niet' eerft verkiaaren ? J a n. GH hebt gelijk. — Wat gelooft mijn Buurman dan van de beweeging der Aarde ? D 3 j As«  [ 54] JASPER. Dat zij tweederlei is, namelijk eene dagelijkfche, en eene jaarlijkfche. En dat de Jaarlijkfche het best te zien is, in het tegenwoordig Zonneftelzel, dat in den Almanach tot nut van V Algemeen, voor den jaare 1792, gevonden wordt. jan. . , Maar die dïrpeliikfche beweeging der Aarde, hoe gefchied die? jasper. Om haar eigen as, in 24 uuren. JAN, Dus zou Aarde zich omwentelen, en de Zon Uil ftaan ? JASP'iR. Zeer zeker. j a n. Wat is het gelukkig, dat wij het tegendeel zo duidelijk zien. jaspgr. Zeg liever, gelooven te zien. Als gij in een fchip zit, dat zagtjens voordzerit, dan fchijnt het, ais of de Landen, boo- men,  [ 55 3 men, en Dorpen u voorbij zeilen, nadien gij alles voor u ziet verdwijnen. Verbeek u dan eens, ook in zul* een fchip te zitten, het welk door zijne grootte, en geheel onmerkbaare beweeging, u volftrekt belet om deszelfs beweeging op te merken: Zo dat Zon, .Maan en Sterren zich altijd fchiinen te beweegen, en rond te draajen: fchoon de Aarde wezenlijk rond draait. j a n. Maar de Aarde is te groot om ziek zo fnel te beweegen. JASPER. De Zon is teu minften twee honderd maal grooter dan de Aarde; en fommgen van de vaste Sperren zijn duizendmaal grooter. ïs het nu niet veel waarfchijnlijker, dat de Aarde rondsom haar eigen as, met eene gemakkelijke en natuurlijke beweeging draait, dan dat zuike uitermaate groote ligchaamen, met eene ongelooflijke fnelheid, van de eene plaatfe naar de andere zouden vervoerd worden?, D-4 . JAN.  [ 56 J JA N. Dat Iaat zich alles mooi zeggen. Maar begrijpt gij niet, dat Huizen, Kerken, en zelfs wij Menfchen, om verre en van de Aarde moeiten vallen , wanneer de Aarde draaide, en zich zo fchielï> omwentelde ? J A s r E R. Dat zou ik begrijpen,. indien ik niet wist, dat.de geheele Aarde met eene,n dampkring omtogen \v«s, welke alles naar het middenpunt van den Aardkloot dt ingt. Hier door weet ik , dat de lucht dire mij, en de Huizen en Kerken drukt, altijd zo zwaar op ons ligt, eiaï het ons onmogelijk is, om van de Aarde af te vallen. p I E*T E K. Mij dunkt, als de Aarde zich zofpoedig omwentelde, dan zou een lieen,vaa een Tooren afgeworpen, niet j-uift aan den voet van dien Tooreu kunnen vaiJen; nadien men in dien tusfehentijd om draait. JASPER. Herhaalde Pro&ven hebben dit anders be-  C 57; ] .bewezet?. Bij voorbeeld, als gij eeii fteen,op een inelzeilend ichip boven van den mast afwerpr, dan zal dezelve aan Het beneden einde van den mast nedervallen, Intusfchen beweegt zich bet fchip ook. Een kogel loodrecht, van beneden naar boven gefchoten, op een fnekellend fchip, valt op dezelfde plaats weêr neder» De reden is , dat kogel en Heen, de beweeging van het fchip mede aanneemen. En even zo neemen alle voorwerpen op Aarde, dezelfde aardfche beweegingen mede aan. JA Pt» Maar hoe beweegt zich de Aarde-: dat is te zeggen in welk een- flreek? JASPER, Van het Westen naar het Oosten , waar door de Zon zich van het Oosten naar Westen fckij.nt te beweegen» JAN. Mij dunkt dat onse beweeging van het Oosten naar het Westen , dan ook 20 veel te gemakkelijker moest gaan * £>m dat or_>o dan de beweeging dar D 5 Wae-  [58] Waereld mede heeft, die anders tegen ons is. jaspkr. Gij moogt hier mede fpotten, maar het is zeker , dat het zeilen van het Westen naar het Oosten veel gemakkelijker is , dan van het Oosten naar het Westen. Dus kan men uit Europa, tot in Oost indien, in een tijd van vier maanden zeilen; maar uit Indien kan men naauweiijks in zes maanden weder in Eufopa zijn. — Doeh ik fta hier niet op. JAN. Ik zou over die beweeging nog al vrij wat vraagen kunnen doen, doch gij zoud dezelve mogelijk vooral te eenvoudig houden , om ze te beantwoorden: doch dit is zeker, dat ik ze noch niet genoeg verfta. j a s per. Mogelijk losfen de volgende Proeven, alle uwe zwarigheden op. Sluit u zeiven eens met uw broeder, in de groote kajuit van een fchip op, daar een -groot getal Muggen vliegt. Neem een Tobbe met water, en doet 'er visfchen in  I 59 ] in. Hang een Fles met water op, en zet een andere fles, met een naauwen bals, zodanig'onder den eersten, dat bet water uit de hooghangende Fles, drops wijze, in de laatste kan vallen, iseichouw oplettend, ais het fchip fttl ligt, hoe de Muggen, met gelijke fneln id, naar alle zijden van de kajuit vliegen; hoe de Visfchen, even gemakkelijk, naar alle de zijden van de Watertobbe zwemmensen hoe de nederdaalende druppekjens in het orderitenVsjeti vallen. Dit opgemerkt hebbende , werpt \ iets naar uwen broeder , op verfchillende ftreeken, doch op gelijken afdand , en gij zult bevinden , dat de worp naar het Oosten 11 niet meerder moeite zd kosten, dan naar het Westen ; ook zult gn even zo ver, en zo gemakkelijk, naar alle zijden van het fchip kunnen ipnngen. Laat danr op het fchip onder zeil gaan, zo langzaam of fnel als gW wilt, mits het niet fl.ngere; en gij zult geene veranderingen in alle bovengemelde uitwerkingen gewaar worden. Gij  [ Oo ] Gl] zult juift zo ver kunnen fpnngea als te vooren , uw Muggen zullen voordgaan , met naar alle kanten zonder ondeifcheid te vliegen; uwe Visfchen zullen eveneens en ligt in de Tobbe zwemmen; en de Waterdruppels zullen alle loodlijnig in de onderlte fles vallen, al ware het dat uw fchip% verfcheidene voeren voordzeiide, . in dezelfden tijd dat een waterdruppeltjen- uit de eene ges in tie ander valt. Zelfs zal de rook van uw pijp, door den fnelftea voordgang van het fchip, niets in ftrekking veranderen ; zij zal om hoog rijzen, en gelijk een wolk blijven drij«ven, zonder van den (treek die . het fchip zeilt,, iets- aangedaan te worden.. JAN. -/ • Maar als ik die proeven nu buiten het fchip neem? JAS P£ R> Dan valt onze vergelijking geheel weg* want dan is het hetzelfde, of gü ubur* ten de, waereld plaatst, om. er de be» wee*  weeging van te zien; fchoon dit laatïre met zo gemakkelijk kan gefchieden. • J A N. Niet zo gemakkelijk! Ik zal n alleen herinneren,, wat voor eenige Jaaren, voigeRs de nieuwspapieren , gebeurd is. JASPER. Wat was dat? J A H. Toen de luchtbol/en eerft uitgevonden waren , waagde men zich veel meer dan nu, om er mede op te ftijgen. Nu was 'er een Waaghals te Parijs, die tevens een goed fterrenkundige moet geweest zijn, want hij wist de beweeging en de ronde gedaante van de Aarde, op zijn duim. Deeze ging ook in een "luchtbol , doch fteeg 'er zo ontzaglijk hoog mede, dat hij den geheelen dampkring of de lucht dóórdrong, zo dat hij buiten de Aardiche beweeging raakte. Hier hield hij ftil; liet de Aardkloot draaijen , tot dat Pekin, de hoofdftafd van China, onder hem was. Op datoogenblik daajde hij neder, en ftreek juist voor het Paleis van den  [ & 1 den Keizer van China neder. De geheeie • flad. vvas in oproer over zijne komst, en de Keizer zelve verzogt h^m te fpreeken, weike hem ook daadelijk, na dat hij alles verteld had, op zijn verzoek een getuiiïfchrift gaf, door hem en zijne Mandaripis gerekend; bij het welk bleek op wat wat oogenb;ik hij daar gekomen , en met den Keizer gefproken had. Hier zich ververscht hebbende, vulde hij zijn luchtbol weder; (keg, in hes gezicht van mülioenen verwonderde Chinee^en, weêr naar boven; boorde we- > der door den dampkring heen, en wagte naar het oogenblik, dat Parijs, volgens de berekening van de beweeging der Aarde», regt onder hem moest zijn. Dit oogenblik gekomen zijnde ftreek hij ie Parijs in het Veld van Mars neder: vertoonde aan alle menfchen zijne Chisieesfche geloofsbrieven, en had, tot verwondering van allen, deeze reiz in juist vier en twintig uuren afgelegd. J A SPER Het is mij lief dat uw geheugen zo fterk  [ 6z ] fèrfc is, dat gij een vertelzel onthouden hebt, dat de beweeging der Aarde te gelijk zo befpotteiijk tracht te maaken als de uitvinding der Luchtbollen. Maar weet gij niet welk een perfoon die verre en tevens voorfpoedige reize gedaa© heeft. JAN. Neen dat weet ik niet ? JASPER. Nu, dan zal ik het u zeggen. Het was een natuuronderzoekend D&or te Parijs, welke zich voomamenliik bezig hield met het bereiden en beproeven van Kunstluchten, daar men de Luchtballen mede vuld , om die tot den geringflen prijs te kunnen maaken. Deeze Do&or haa verfcheidene zodanige luchten in klis-teerfpuiten, op zijne kamer hangen, met oogmerk om er kleine ballen mede te vullen. Dan, wat wH het ongeluk ! Op zekeren middag , met zijne vrienden wat veel gedronken hebbende, raakte hij met «enigen van dezel ven tin -een zwaar -gefchil, «toer zijne uit-  C M 1 «.windingen. Zijne gramfchap kioni, benevens de damp van den Wijn, zo noog; dat hij geheel in zwijm geraakte , zo dat men voor zijn leven begon te vreezen. Men bragt hem naar zijne kamer, en lag hem op een rustbed neder. Een Doftor tegenwoordig zijnde, begreep dat een lavement hem goed zoude doen; en, daar men zo veel klisteerfpuiten vond, dia alle gevuld waren, werdt 'er eer* atm hem te koste gelegd. Dan, wat ge • beurd er. Naauwelijks was de klisteerfpuit ledig, en de gemaakte kunstlucht in den man geblazen, of onze goede Doctor begon te vliegen. Deed eerft eenige ftreeken in zijne kamer-, en, zo als nooit een ongeluk alleen komt, een fchuifraam bij verzuim open gelaaten zijnde, vloog hij, tot verbaazing van alle zijne vrienden, 'er uit, en was in één ogenblik uit hun gezicht. Twee dagen was hij weg, zonder dat men, volgens den eigenliiken zin van het woord, wist waar hij geftoven of gevloogen was. Eindelijk vondt men hem  [ 6$ ] in een Land flaapen, waarna hij, wak* ker gemaakt zijnde, een verhaal van zijne reize naar China deedt : op dezelfde wijze als gij het zo daadelijk verteld hebt. jan. Dus zou die luchsreize eerder de droom vaneen dronken Dodor, dan van een Luchtreiziger mogen heeten. jasper. Gij moogt die heeten zo als gij goed- IZell d°Ch ^ heeC bdde VerteIzels> jan en pieter. Ik ook. jasper. Die derhalven voor eene aartigheid en fpotternij wel verhaald mogen worden? maar die niets toebrengen f om de be' weegmg van de Aarde te bewijzen Denk , wat ik u, ten opzichte van die bewee^ng, reeds gezegc heb. ■tn wat ik u bewees.' e jan,  {66 ] Ta, maar de Bijbel ! De Bijbel! j j a s p & R. leeSt* „„„ jasper. tb weet wel plaatfen in den Bijbel 9 ,n weTke «te Zon gefproken wordt, rnaaT ik weet niet of gij die bedoelt, Ik meen die, 'daïr' josua Zon en Maan geboodt ftil te ftaan. Wagt. hier ï^l^ Daar' leeS Josua X. ia. — 15* Wel nu: daar zegT josu a immers Jl Zon en de ^ e„, volgens uw gevoelen, ftaan cue tijd ftil. jas-  „ , JAS PEK. . Zeer zeker. Maar josua fpreektcfra- maar ts |*fPpen ,,Wi,dfi inboezemen ; maar a,s een verrukt veldoverfte die volgens, het gevoelen va dat haare pijlaren fchudden. E 3 jan.  JAN. "Nu zegt gil immers zeifs. dat de Aarde pijlaaren heeft* ^ J A S P E R. Dit erken ik , maar in welken zin ik die pijlaaren moet neemen, heeft mij een Hoogleeraar geleeid, Deeze verftaat, door die pijlaaren; ten deele de inwendige vast<- deelen, op welken het TJO« v-eime raad van on^en Aardkloot rost; ten deele, die altoos evenredige, onzen Aarkkloot omringende, èn alle deszehs deelen te famen hoo'deüde, en tot tian middenpunt perkende Zwaartekragt: ten deele ook. het eveuwigt der wederkeerige persfing van den geheeTeri Aardkloot, tegen de overige Hemelbollen; en van deeze tegen geenen. Als mede de beftendige onbeweegbaarheid van de Aspunten des Aardkloots. J A N. . Nu (preekt gij mij, in verfcheidene opzichten, te geleerd, ik ' we*schte waarlijk, dat ik u verlTónd. Intusfehsti zo veel merk ik 'er uit, dat gij yer- fchéi-  f7i ] fcheidene bewijzen voor uw gevoelen hebt, van welken ik nimmer iets hoorde. PI ETER. Slaat de Chamade maar, Wij kunnen nu nog met alle krijgseer aftrekken* J A SPER. ^ Neemt alle uwe wapens mede, want zij kunnen ons rdet dienen. — Maar, fpotternlj ter zijde: die niet veel leest, en niets hoort dan de vertek-'ls van zijne medepen.«chen, die nog onkundiger zijn dan hij, die flrekt het tot eere, dat hii zich wil lasten on Verrichten. Ik be:ci-niwJe u altijd' als zulke Lieden, en dërfcslven zou het gansch niet fraai ftaan, indien, ift eenigen roem vyilde ftebei, in u, in deeze zaaken, te boven te Ure even. J A V. Gij weet dat ik mij altijd laat overtuigen \ en daar ik zeer wel voel, dat de ronde gedaante, en de beweeging der Aarde, op uwe wijze zich zeer wel laaten ver.deedigen, en zelfs natuurlijker zijn , dan eene andere gedaante en het E 4 ftil*  ftilflaan van de Zon; zo kan ik mij zeer wel met uw gevoelen vereenigen: vooral nu gij zegt, dat de woaderen in den Bijbel voorkomende, er niet door verminderd worden. j A SPER. Dit verzeker ik ü. Hoe meer gij den Bi-bel, op 'eeoe'j verftandige en bedaarde wijze onderzoekt, hoe belangrijker en nuttiger dat boek voor u zal worden. Doch dit kau ik ti er bij verzekeren, dat des-zelfs doeleinde meer is om u Godvruchtiger te maaken, dan om u een natuurkundige of wijsgeer te doen worden. Daar zijn andere Boeken toe, met welk zo min als die van  [ 89 ] van een-en Saint-Pierre verftaan kunnen: en nog te minder daar die fchrijvers' zeer fterk in gevoelens met elkander ve/fchiüen. Incusfchen wordt de Eb en Vloed der binnen Pvivieren en ftroomen , niet regtftreeks' door de Aantrekking der Maan veroorzaakt, welke met deeze verbonden zijn, en'er baaren uitloop in hebben. Dus is de Vloed in onze Rivieren, een gevolg van de opwelling van de Oceaan, ontrend het Kanaal en Hitland; welke opwelling deer de gemelde Aantrekking veroorzaakt wordt. Elk immers begriipt, dat hec water het Kanaal zal inloopen, wanneer het.'er h»og voor ftaat. Dat hec van daar door de zogenaamde Hoofden zal heen vloeijen, tot op onze kusten, voor Texel, de Helder, het ./7/é?, enz. en vervolgens de ZuiderZee en het Y zal doen rijzen, zo zijnde , veel fterker aantrekkingskragt cp de Aarde zal kunnen oefenen, dan wan. eer zij in A of fn O is, zijnde de ^osrtierftaööen der Maan. De fp.ingvioeden zijn dus niet anders dan een gevolg der fterkere Aantrekking van de Maan, ten opzichte van de Aarde, en het water. Met een enkel woord behooren wij nu nog te fpreeken van de berekening der Watergetijden , welke uit de voorgaande opgave reeds blij!*naar genoeg is. Door wanrneemingen of un^ervnding, weet n-.eu van de meeste pl'atlV?, hoe l^at dezelve bij lXiemve en" Volle Maan hoog water hebben. Dus hêeft mén het  [ p2 b;eï, bij voorb: te Amjlerdam, Lond&n en Gibralter, ten 3 uuren; te Dordrecht ten 5 uuren 15 min. te Enkhuizen en Westkapel, ten 12 uuren. te Edam , Goeré, Brouwershaven, Wisfingcn en ita/»mckens ten 1 uur 30 minuuten. Te Goud'è.* ter Gö«, en Geertruidenberg, ten 6 uur. Te Hearii ten 12 uuren 45 minuuten , te Monnickendam , den flr/W en Helvoet/luis., ten 2 uur, 15 minuuten. Te Medenblik ten 10 uur 30 minuuten, in Texel ten 7 uuren 30 min; en in 't Vlie ten 8 uuren 15 minuuten. Om bet Hoog en %ak& water, of de. Eb en Z7"^ van alle deze plaatfen , ten allen tijden te kunnen vinden , heeft men de volgen dé Regels ter berekening, 1. Multipliceer de dagen na de Nieuwe of Volle Maan met 48 minuuten; komt de oagelijufche verschtering van het getii in minuuten, die men door 60 deelt , om uuren te kriigen : telt daar het uur bij, op welke het op eene gegevene plaatfe, bij Nieuwe of Vol»  C 93 ] Volle Maan hoog water maakt, kom het begeerde uur van den Vloed. — Of korter: tel voor de eerlte dag, na de Nieuwe of Volle Maan, 43 min., voor de 2de dag, i uur 36 min., voor de derde dag 2 uur 24 min., voor de vierde dag, 2 uur 12 min., voor de 5de dag 4 uur, voor de 6de dag 4 uur 48 min, voor de 7de 5 uur 36* min, voorde8£le, 6 uur 24 min., voor de 9de 7 uur 12 min., voor de iodedagS uuren, voor de elfde 8 uur, 43 min. , voor de 12Je 9 uur36 min., voor de 13de 10 uur 24 min; en voor de 14de , 11 uur 12 min., bi] den gegeeventijd, op welke het Hoog of laag water op' een gegeeven plaatfe is: het komende zal den vloed op eea gegeeven dag aanwijzen. voonsEsLD. Men begeert den i5den Oftober 1791, ï «eeJen» hoe k'at het h0°S water te Rotterdam zal zijn. De  [ 94 1 De volle Ma?n. valt op 9 Ocïober, dus de 15de Oétober is 6 dagen laater. Si el voor 6 dagen, 4 uur 48 mm. te Rotterdam hoog water .^Oét. ten 3 — 45 Komt, ten 8 uur 33 min. Ho-g water te Rotterdam, dfen 15 Jen O ét ber ;794« Dit Ran imusfchen vóór den muidag en naar den middag zijn, net welk men ztomtijds meer bepaald wil weeten. Hier uit ontfbat ie t w e ed r regel. 1. Trek zo vreel maal 2 minuuten af, als 'er nog uuren vóórdemiddag zijn; de rest is de rijd van het Hoog water vó r den midda' . 2. Tel zo veel m^al 2 minuuten bij, ais 'er uuren na den middag zijn, het komende is de tijd van het boog water na den middag. Het  [95 ] Het voorgaande voorbeeld. Voormiddag. Namiddag. 8 uur 33 min. 8 uur 33 min. I af voor3 | uur. 7 min. bij voor 8| uur. 17 min. i Komi- 8 uur., 26 mm. Koint 8 uur 50 min. I voormiddag,hoog water NainidYajj, hoog wtte Rotterdam 15 Octüb. ter te Rotterdam. Het verfchil is derhalven net 24 min. i in een half Etmaal. Zo wel als het Hoog water beregend wordt, kan het Laag water, of de \Eb, mede berekent worden : en wel volgens het gezegde op bl. 8 I en den volgenden derden regel. ' 1. Tel 6 uuren en 12 minuuten , bij iden tijd van het Hoog water, zo deeze iminder is dan die foui , of 2 Trek 6 uuren en 12 minuuten van den tijd van het Hoog water af. indien die tijd meerder is: de uitkomst is den tijd van de Eb of laag water. VOOR-  [9«] VOORTJEELD. Men begeert te weeren, hoe laat het voor en na den middag Eb en Hoed te Atnfterdam zal zijn, op den io Januarij 1794. De nieuwe Maan valt 1 Januari], dus is 10 Januarij de 9de dag, welke 7 uur 12 min. veragtering geeft: Dus 7 uur 12 min. Springvloed te. Amfierdatn ten 3 — —' Komt 10 uur 12 min. Hoog water* Dit genomen voormiddag Nademiddag iouur 12 min. 10 uur 12 min. af. 4 min. bij 20 min. 10 uur 8 min. Hoogwater. 10uur32min. Hoog | af 6 uur 12 min. | getij, af 6 uur 12 min. ten 3 uur 56 min. Laag water Ten 4 uur 20 miu. 1 te Amftèrdam , 10 Januarij Laag water, na1794, voormiddag. demid^ag. Wij laaten het aan onze Leezers over»! om verder eenige voorbeelden te kïe- ji zen : genoeg dat wij aan ons oogmerk I voldaan hebben. Hoe I  197 1 DE GOUDSCHE GAAPERS. Er heerschr in ons Vaderland eene kwaade gewoonte, onder den gememen burger, welke onze Natie, zelfs buitens lanos, oneere aandoet; wij bedoelen het ge-ven van fcheldnaamen , 't welk de inr?°n5re,n van b'iz°ndere Hollandiche fteden elkanderen doen, om elkander belagchelijk te maaken. Dus is het bi] fommige Lieden eeee hebbelijkheid geworden, de ingezetenen van Amfteraam voor Koekeden-, die var Haarlem voor Muggen -9 üfe van Leijden voor G Hm-  [S>3 ] Mondenhangers; die van Delft voor Kalvenfchietets ; en die van Gouda voor Gaapers uit te fchelden; zonder dar men weet waar die naamen eigenlijk van daan kp« xsen.of te onderzoeken welke gevolgen die verwijtingen kunnen hebben Voorgeiomen hebbende om de kwaade gewoonten, zo wel als de vooröordeelen onzer Landgenootan, op- eene befcheidene wiize in onzen A! nanach tegen te gaan; bepaalen wi ons hoeden alleen tot de laasrgenoemden . of tot de Burgers en inwooueren van Gouda, wier aangewreeven fcheldnatm wij, ten nadeefe van hen die hun dezelve geeven , zullen oplosfen. Wsarö'.n noemt men de ingezetenen van Gouda, Gaapers ?— IVordt 'er iets in de .^tfchied.eniifen dier Scad aangetroffen, dat aanleiding tot die benaaming gegeëven heeft! — Of is 'er iets bijzonders m het gedrag of de houding der Goudfche Burgers, 'c welk hen deezen naam heeft doen verkrijgen ? — Het laatfte gelooven wij dat be« gevaihier zal wezen. Dq  C 99 ] De oudheidkundige junius heeft aangetoond, dat de bijnaam vznGaapers, eertijds die van Oud-water werd aangewreeven: Z\\ oudtond derhalven in do nabuurfchap van Gouda, want beide fteden liggen maar drie uuren van elkander. Hij geeft intusfehen weinige redenen op, waarom zij zo genoemd wierden; en geheel niet, waarom die b.jnaan toe de Gouwenaars is overgegaan. Andere hebben in de handteeringen en kostwinningen der GoudTch- Ambagtslieden , eene reden trachten te vinden, die bij gebrek van meer duidelijker, aanmerking zoude verdienen. Daar in Gouda zo wel vrouw-a?s raansperfboneh , zelfs kinderen, in menigte nuane kóst winnen, met heekelen van Vlas en Hennip; met fpmnen, lijndraaiien en pottenbakken; zo vult dit ftuivend werk de luebt vol fime (toffe, welke hunne klederen , keel en borst bezet. Dit maakt hen aan kortborftigheid en den kugonderheevig, waa> door zii, om een vrijen ademtogt te hebben, zo dra zij in de open lnchckomen, G_a neus  [ io® 1 neus en mond, als 't waare, openzetten; en daar door den naam van Gaapers verkreegen hebben. Er is echter eene andere reden, welke ons duidelijker voorkomt, en daarom alleen voor de waare oorzaak dier naamgeevinge gehouden moet worden: deeze beftaat in de eenvoudige lavenswijze en boersche zeeden der inwooneren van Gouda-, welke in die Stad veel langer, dan in andere Steden van ons Vaderland, plaats vonden. De oude Holla^dfche eenvoudigheid was daar voor deezen zo uitmuntend dat men niet alleen in den gemeenen omgang en huishouding , maar ook in de kleedi»g der Burgeren, eene onnozele oprechtheid, boven andere ftedeliiigen , ontdekte. Dit ging zelfs zo verre, dat denaam van Jufrouw voorheen in Gouda bijna onbekend was, zijnde er flegts twee Heeren in die ftad, wier vrouwen met dien naam genoemd wierden. De eenvoudigheid der Goudenaaren beantwoordde volmaakt aan dco toeftand  C ioi } hunner ftad in dien tijd. Omtrend- den jaare 1440, bad die ftad nog zeer veel van een Dorp, of Landlied. De Markt zag men met gras bewasfchen, waarvan de naam van Marktveld naderhand behouden is. De Groenendaal, (trekkende zich van het Marktveld tot AeGoiuM, was een' wijden weg, zonder huizen. De zogenaamde Vogelzang was onbewoond, en verfchai'te, door de menigte van boomen, aan het gevogelte vriiheid van nestelen en zingen. De Groeneweg had den naam en de daad, zijnde een groen bewasfchen pad, aan het zuideinde nog onbetlmmerd. De Burgerhuizen , eenigen op de Haven en Gouwe uitgezonderd, hadden meest al houten gevels en rieten daken, zelfs zag men in de jFïjdftraat, een opgefiapelde Hooiberg. Ook de grootfche Levenswijze eti verfpillinge was toen zeldzaam bij Gouda's ingezetenen. Nog in deeze Eeuw vondt men, als eene blijk van hunne zuinigheid, in zekere Herberg, G 3 lUi'  C 102 ] tusfchen Bodegraven en Woerden, VQQt ie Schoo-rfteen gefchreven: Veertien Gouwenaars klein en groot, Hebben hier verteerd zamen negen groot, En was dat niet nog grooter wonder? •Er was nog wel een Bruigom onder. De eenvoudigfte Menfchen zijn meestal de nieuwsgierigfte, vooral als zij iets zien dat ongewoon bij hen is. Dus moesten de ingezetenen van Gouda, in andere fteden komende. daar men winder boerfch leefde , natuurlijker wij» 2e, op veele dingen hunne candaebt vestigen ; en , zo als men zegt, met oo pen mond en ooren , de meer hoofsche Burgerijen aangaapen. Dit heeft hen derhaUen in andere fteden, wsarfehijnlijk den naam van Goudfche Gaapers doen verkrijgen; welke naam hen tot heden is bijgebleeven. Indien helechter waar is, dat de eenvoudige levenswijze en de Zeden onzer Voorvaderen , boven die van onzen tijd te ach-  t 103 1 achten zijn. zo als de meesten gelooven ; dan waare het te wenfcben, dat de Goudfche Burgers den naam van Gaapers feeeden nog verdienden , want dan zouden zij onbefm'et zijn gebleven van de misbruiken onzer Feuwe, en niet ontaart van de Zeden hunner Voorvaderen. Intusfcben zijn de Weelde %óe Mode zo wel als de benaaming van Juffrouw, thans geene zeldzaame zaaker» meer ra Gouda, en dus verdienen derzelvet Burger don naam van Gaapers ook niet meer te draagen; zijnde dit een naam die, in de daad , hunne Voorvaderen eer aan deedt, G4 STEE-  E 104 l STEENEN ROELAND ^Vemrgjaaren geleeden, Hond in de» floep van zeker oud gebouw , 0p den Mieuweztjdsvoorèurgwal, over de Kolk te Amfierdam, een geharnast beeld \ welk waarCchijnlijk te vooren een opgeheven Zwaard in de hand had ; zijnde du beeld zo ais het huis, doorgaans bekend onder den naam van Stecnen Rne. land. Daar intusfchen de meeste voorbn/angerj niet wisten wat die Steenên K rlanddivêeedt, of wat hij bekkende ; kan het voor veeie niet onaangenaam zijn, eenig* opheldering daar van hier aan te treffen ; fchoon het beeld zelve daar niet meer te vinden is. Roe-  STEKXEN" ROETiAXD.   Roeland was eigenlijk een Graaf van Mainem Frankrijk, wtlke zich door zijne dapperheid, bij Keizer ka re l den. grooien , in de agtfte en negende Eeuw , beroemd maakte. Strijdende tegen de Saracenen of Heidenen ontmoette hij zekerenreus frrracutus , uit het gedachte van goliath, komends uis Sijriën, kunnende alleen omtrend zijnen navel gekwetst worden. Met deezen hield hij een mondgefprek over den Christeüjken Godsdienst, doch nadien' hetzelve zonder vrucht afliep, velde hl» den reus ter neder. Naadat meesterlluk verricht te hebben, kwam het in den jaare 809., op het pijrerteefche gebergte, digt bij Ronccval* tot een veldllag, tusfehen de Christenen en Saracenen. Rok land Inhaalde hier ook de overwinning, doch hij werdt tevens zwaar gekwetst, en ftierf van dorst. Doch eer hij den geest gaf, blies hij op zijn Trompet, het welk ke'zer karel de gróete, fchoon • deeze wel agt mijlen van daar was, zeer goed koude hooren. G 5 In-  I lo6 ] ïntusfchen bad hij ook zo geblazen, dat alle de aderen in zijwen hals daar door geborsten waren, en de Trompet zelve in tweën gefprongen. Het aanmerkelijkst gedeelte van zijne wapenrusting, was zijn zwaard, durenda geheeten, reet het welk hij een grooten msrmerfteen kliefde , zonder dat het zwaard eenige fehaaren verkreeg. Wij daan niet in voor alles wat van hem gezegt word, want dan zou hij wel 60 maal moeten geftorven ziin, en de Franfchen en Turken zijn wonderzwa rd geërfd moeten hebhen , want oeide meenen her. zedert ziin' dood, te bezitten. Ondei.tujfcben wordt zijn graf in het dal Ronceval nog getoond, zijnde 'er een fraai Klooster en Kapel naast gebouwd. De Heidenen hadden de gewoonte, om op hur.ne Markten, zekere afbeeldze's van mprcurius, den God der Kooplieden, tt plaatfen . welke i\] MerktJJc; //- es noc» d en, VV 1 l l k b r o r d , door deu Franfèhen Koning te pijn van  [ re* 3 van Herftal, naar Friesland gezonden zijnde, om b-t volk aldaar te bekeeren, >vondt te JVejlkapelle, in Zeeland, zultke Mercurius beelden , welke hij verbrijzelde; het welk de wagrers deezer beelIden hem zo kwalijk namen, dst zij ihem öeerlijk floegen en het hoofd wondjtden. in 't vervol/ van tijd Pelue men |op veele plaatfen , daar IViarkt gehouden iwierdt, in plaatfe van een Markt - Hermnes, een gewapem RoelandsbevAA kunnenIde, men van den laatften even zo veel I hulp a^s ven den eerft^n verwsgren. in het nabuurig Duitschland had dee| ze gewM); te vooral plaats ; wordende «bij gelegenheid van vrije Mark ren, al< litoos houten of iteenen Reelandsbeeldcn «geplaatst, zodanig als 'er r-og een op |d<* Ma'rkt te Brtcmen gevonden wordt. ■ Dear 'er nu langs de westzijde van den mJSHeuweztjdiVoorburgwal. van de Moljleeg Itot aan de Dirk van Hasfeltikvugge^ voorheen eene Markt geweest is welke zich mogelijk, tot aan de plaats daar het beeld ftond, uhftrekte: en er boven-  [ io8 ] vendien op de Kolk,regt over dat beeld, een Veemarkt was, op welk een en ander dit beeld zijne betrekking konde hebben ; zo ziet men daar uit, en uit ons gezegde duidelijk, wat Steenen Roeland eigenlijk betekende: wat hij daar ter plaatfe deed:,- en van welken oorfprong hij was: namelijk een Merktbeeld , cac de plaats van de Heidenfche Mercm imbeelden moest vervangen. OPEN-  OPENBAARE GEDENKTEKENS wegens Het ONTZET van LEIJDEN. VV anneer men in vreemde plaatzea komt, vraagt men, diksmis te vergeefsch, aan de inwooners wat 'er bet aanmerkelijkfte gevonden wordt, om dat deeze het eensdeels zelfs niet weeten, en anderdeels aan de daar zijnde bijzonderheden zo gewoon zijn geworden, dat dezelve voor hen niets bijzonders meer bezitten , en daar door uit hun geheugen geraakt zijn. Niemand zal dit ontkennen, die  [ "° 3 die immer in Leijden geweest is; ia een ftad daar men jaarlijks en met recht, eene plechtige gedachtenis viert van hec vreesliik beleg, de zwaare hongersnood , de uitmestende heldenmoed der Burgeren, en het gelukkig ontzet, ia den ]aare 1574. ^e "penbaare gedenktekenen daar van, meenen wij dus de volgende aanwiizing wel te verdienen, z-elfs voor zommig^ ingezetenen van Leijden. die den oorfprong 'er naauwe1 ijks van w>. ete-i. Van de Belegering of het ontzet van Leijaen zelve kunnen wij hier niets zeggen. Genoeg is het, dat men we.'te: dar de ftad, na dat Haarlem, 12 Julij' 1573, was ingenomen door baldeus, op den Iaatüten 0her van dat zelfde jaar belegerd, doen *p den 21 Maart 1574, weder v riaaten werd;, om Gra-if lodew.ijk van I\'asfainv, Broedtr van wi' l* m den £cr/ïe>: onvrend Maaft. icht met een Leger genaderd /iinde teg *n te gaan. Dat bu;)Eüs tuslchen djngsdag en woensdag, den 25 e 26  [ iii ] I Meij, 1574, van Amfterdam en Haér± tem te Leiderdorp te rug gekomen zijnde, de ftad Leijden andermaal heeft belegerd, en tot het uhterfte gebragC tot Zondag den 3den Oftober, wanneer de Spanjaarden dezelve geheel onverswagt verlieten: en den Admiraal Bot sor gelegenheid gaven, om met zijne fcheepsvloot, dien eigen morgen in de ftad te komen, en de uitgehongerde ingezetenen te fpijzigen. Daar her oogmerk van baldeus of val de z voornamelijk fchijnt geweest te zijn , om tie ftad uit te hongeren zo vindt men maar een enkelen kogel, als e<"n gedenkteken bewaard, op de Sint Ja* eobs gragt op den hoek van de Raam* fteeg, in den 0 üür van net hoekhuis; fchimend uit de Schans van Lammen gefciooten te zijn. Een meeider zigtbaar gedenkteken, werdt op hst van de Re^eering in den jaar^ 1577 op her Raapenburg ïsn de Vlietzbrug, in fteen uitrehou?en, JSÏaa dat zekere jongen, op de Stads  [ 112 ] Stads muuren des nachts voor den der» den October 1574 had opgemerkt, dat er veele lonten uit de fchans van Lammen gegaan, doch niet weder ingekomen waren, verzogt en 'verkreeg hij verlof, met belofte van zes gulden, om naar de fchans te gaan, welke hij ook volgens vermoeden, ledig vondt. Hier zijnde wenkte hij met zijnen hosd, doch men geloofde dit wenken in de Stad noch niet, tot dat men zag, dat gij s- bert corneliszoon schaak, den jongen gevolgd zijnde, de fchansfen voor bij iiep naar den Admiraal, «Jie hij tot de kniën in het water te gemoet liep.; om kern het verlaaten der fchansfen bekend te maaken. Boisot zond dandslijk twee galeijen vooruit •om het verhaalde te onderzoeken, welke den Leijdfchen Kapitein ge r rit van der laan bij de fchans van Lammen aantroffen. Nu ftelde men al« les in het werk om met de fcheepen naar de Stad te komen , wordende door. de Stads Timmerlieden de paaien uic 50!  C 113 1 de Vliet en andere wateren gehaald. Dit alles gefchïedde zo fpoedig , dat s o isot met de voortogt reeds des morgens om agt uuren in Leijden was. Onuiifpreeklijk was het gewoel, het gejuich en de vreugde toenmaals in Luiden, vooral op de Vliet, en het Rapenburg, waar de victualie fcheepea het eetsc doorvoeren. Ouden en Jongen , van welken de meesten in zevea weeken geen brood geproefd hadden, liepen hier tot hunne halzen in het water; fprongen tot aan de Schepea en zwommen er verder naar toe, om, uit dezelve Brooft, Haring, Kaas en andere fpijzen, voor zich en hunne vrouwen en kinderen te verkrijgen, welke alle van honger rammelden. Veele verloorenhier, door gulzigheid, herleven; wordende hen door het Bootsvolk langsde Vliet en het Rapenburg, Brood, Kaas, Haring, en andere eetwaren toegeworpen, rot dat de viftualiefchepea voor het Sint Jacobs Gasthuis, nu de Ssaihal, gekomen zijnde, in hetzelve H c«-  C 114] «ene geregelder uitdeeling van levensmiddelen gefchiedde. Deeze" provian-deering is hec, welke men op dien Heen, door de volgende regels vereeuwigd vindr. Men was in groot verdriet, 1 Want eet en was *er niet, En '/ Folk van honger fcJireiden. Ten laatst Godt nederziet , En zondt deur deze vliet, Brood, Spijs en Drank in leijden. Niet verre van die plaat?, en mede Op het Rapenburg, fchuins over de Vlietibrug,, vindt men het wapen van die van Duivenbode, in een " gevel van zeker huis, denkelijk wel eer door hen bewoot'd. Geduurende de belegering hadden drie Broeders, met naame ülrik CORNEL1SZ, willem CORNliLISZ en jan cornelisz, agt Duiven gehad, welken van tijd tot tijd in het Leger van den Prins gebragt zijnde, inet briefjens aan hunne halzen te rug keer-  [ H5 ] keerden, en dus nis vliegende Boden» of Briefdraagers, dienst deeden. De eerfte van deeze vliegende Boden , kwam^ den 28 September 1574 met een brief in Leijden. Tot vergeldinge van deezen dienst werdt in "den jaare 1578, aan deeze Broeders, voor zich en hunne nakomelingen, door de Regeering van Leijden, met open brieven toege» ftaan , dat zij zich voordaan zouden mogen noemen : die van Dirivenbode ; en totfchild of Wapen raogten voeren; het Wapen der Stad Leijden, (zijnde twee rooden Sleutelen, kiuiswijze over elkander gelegdx in een zilver veld,) en tusfchen elk kwartier een blaauwe Duif; omringd door een Romeinfche Burgerkroon, of krans van eikenbiaeren. Dit Wapen hangt nog in de Pieterskerk te Leijden, agter den Predikftoel, en heeft, op gemelde plaatfe, over de Vliet. de volgende woorden tot onderfchrift: Doe. God. tot Boden. Duiven, fchlkte. Ontzet» voor* Leijdms. Jiad. aanblikte. H 2 Bo-  [ li* ] Boven, ter wederzijden van het Wapen , Haat Door Ooi Die. va cluive- Gewrocht. bvede. Het laatste en grootfte openbaar gedenkftuk van de belegering en het ontzet van Leijden, vindt men voor het Raadnuis dier ftad zeiven. Boven de eerste Poort, door welke men onder de tooren doorgaat naar de Fischmarkt, is een groote blaauwe toetsfteen gefteld, met de volgende verzen. V Rijk van Spanjen -hem verblijden In V beleggen ah zij zagen Met geduld mij dragen V lijden Zo veel letters zo. veel dagen. Na fVVarte hVnger noot GebraCht had de ter doot BI naest fes dVlfënt MenfChen: ALst God den Heer Verdroot Gaf hl Vs ^Veöer nroot ZokVeeL Wij CVsten VVenfChen. Zoekt  Zoekt en vindt UJaar „ van lijden zu>aar " Dat niet en was te herden: De H ere maar,, vrijd ons daar naar'''* Der jthienden Maand den derden. Dit Tijdvers, dat zeker niet keurig is is, om da er verfcheidene letters in overgeOagen worden, die anders ook'getalmerken zijn, namelijk de D, welke 500 betekend; leert echter het Jaarge» tal van Leijdens belegering vinden, wanneer men, volgens gewoonte, de M cis jooo, de C a's 100 de V als 5, en de ï, als 1 aanmerkt. Het getal der Letteren geeft de dagen der beleegering te kennen, wordende het getal der Menfchen die aan Honger en Pest üorven, benevens de dag van het ontzet, duidelijk genoeg uitgedrukt. Wij laateu de ontcijffering verder aan den Leezer en Befchouwer, tot eene uilfpanning, over. Dit openbaar gedenkftuk heeft nog eene andere bijzonderheid, welke minder bekend, en derhalven de aanwijzing H 3 z«e*T  [ "8 ] zeer wel waardig is. De blaauwe tostifleen , in welken dit vers gefneden is, benevens nog een even groote toetsfteen , welke over den ingang van de Vlee schal ftaat, bevattende eene vermaaning hoe i men zich in weelde, of armoede en ongeluk, behoord te gedraagen; deeze beide fïeenen zijn van de volgende afkomfte. in of omtrend den jaare 1227 werdt te Leijden op 's Gravehflot, willem de XVIII Graaf van Holland geboren, naderhand meer bekend,onder de naam van willem de tweede, Roomsch Koning. Dit flot van den Graaf lag toenmaals, niet verre van het Huis 's Grayenftein, aan de Noordwestzijde van de St. Pieterskerk', zijnde naderhand bewoond door de Heeren van Lookhorst, naar welke de Lockhorsftraat, die langs dit huis heen litp, nog heden genoemd wordt. Deeze jonge vorst, met veel pracht in de Pieterskerk gedoopt zijnde, gedacht dit in zijn twaalfde jaar, bij gelegenheid dat het Choor van de , Pie-  [ "9 1 Pieterskerk toen gebouwd, en de Pie> terfkerkgêagt gedempt werdc, loopende de zo genaWle donkere Gragt toenmaals van de Pppengragt onder de kerk van de Falijde Bagijnen door tot m het Rapenburg, immers- de Graaf fchon* m dat nieuwe choor der kerk , A°. een hoog Autaar, Gerll.k van toetsfteen opgetrokken, en deze toe;sfteen was het,'van weiken de twee gemelde ftukken, naderhand den Beeldftormers ontrukt, en voor het Stadhuis van Leijden geplaatst wiesden. 'Dit laatlte gedenkteken is derhalven zo veel te merkwaardiger, daar het, behalven «ti de belegering en het ontzet van Leijden, ons herinnert aan de kerkgi te van eenen Koning, wiens Vader door de minnenHd van den Graaf van Clermenf den i8^..Juïij 1234, in een Tournooijof fleekfpel vermoord werdt; en wien zelfs nogllegter lot te beurte viel, wordende van deFriefen, si Januari] 1256, nabij Hoogtwoude, in het ijs,door hunne werpfpietfen van het leven beroofd^aar H. 4  [ 120 ] Daar wij ons alleen tot openbaare Gedenktekens bepaald hebben, fpreken wij niets van den metaalen pot welken voorgemelden s ch a a k , op den 3den. October 1574, un de Schans van Lammen bragt; hebbende de Spanjaarden in denzelven zogenaamde Hu spot met Wortelen gekookt. Deeze Pot, benevens een Turf en Almanach van den jaare 1574, berusten nogheeden, ten huize van Mevrouw N o l then 1 u s, weduwe van den Burgemeester v a n A sjbnoelft, te Leijden. Men pleeg er jaarlijks, op den Feestdag, Huspot in te kooken, en den Pot met het eeten tegelijk op tafel te zetten. Dan , men heeft dit eenige jaaren nagelaaten , om dat 'er een gaatjeninden pot gekomen is. — Zekerlijk was het Ontzet van Leijden zo gewigtig in de gevolgen , dat men het als een ontzet van ons Vaderland konde aanzien; en is derhalven alle nadenking waardig. DE  ■A   [ 121 3 D E VERZOENDE GEESTER ]\/feri verbaalt, dat christiaan, Hertog van Saxen Ifenburg, inden jaare 1705 ,zicb des namiddags in zijn Kabinet te ruste begeeven hebbende, inden beginne zich met verfcheidene geestelijke overdenkingen bezig hield. Dat hij in deeze, door het kloppen aan de deur van zirn Kabinet, geftoord wordende, zich zeer daar over verwonderde , nadien de Aagten andere Bedienden, voor de Kamer waren.j doch dat hij, ondanks die verwonH 5 de"  [ 122 ] dering, riep: kom binnen! Hier op trad eene vrouwe — of zo men wil, — de geest van anna, dochter van een Keurvorst van Saxen, in een ouderwetsch vorftelijk gewaad, in de kamer. De Hertog, eenigzins verfchrikt, zonder geheel van zijn (iel te zijn, richte zich op. en vroeg haar: wat zij begeerde? — Wees niet bevreest, was het antwoord , ik ben geen kwaade geest. U zal geen. leed gefchieden., Deeze woorden Helden den Hertog volkomen gerust, zo dat hij, onbefchroomd , verder vroeg: wie ze was? Waarop zij antwoordde? ik ben ééne van uwe voorouders, en mijn Gemaal is zodanig een geweest als Gij thans ziji; nam e lij k johannej casimir: Hertog van Saxen Coburg; doch wij zijn beiden reeds voor eene Eeuw overleden, j De Hertog vraagde, wat zij hem te zeggen had? Zij antwoordde: ik heb een verzoek aan u te doen, namelijk mij en mijn Gemaal op deezen, van God beftemden tijd , . met elkander te verzoenen. Wij zijn9 wegens een onder-  E 123 ] Ung ver-fchil, niet verzoend , fchoon wij beiden op de verdien/ie van j e s u s zijn geftorven. Ik bevind mij zekerlijk reeds in de zaligheid, doch ik geniet het volkomen aanfchouwen van God f? och niet; maar ben, tot heden, in eene ftille en aangenaamë ruste geweest. Maar mijn Gemaal, welke zich, bii mijn dooi, niet met mij wilde verzoenen doch *er na der ~ hand berouw over gehad heeft. en in een waar, hoewel zwak geloof aan j e s u s Christus, van de Waereld'ge/c heiden is; heeft zich, tot dus verre, tuf'c rr n tijd en eeuwigheid in du ijlernis en koude bevonden, doch niet zonder hoope, van tot de zaligheid te geraaken. Toen de Hertog veele tegenwerpingen daar tegen maakte, wederlelcie de Geest dezelve, als baar niet aangaande, ot tot de zaak niet beboerende; voegende daar nog bij: dat zij, zo dra zij in de esuwifheid gekomen ware, zij zeer wel hadt gewseten, dat één van haare nakomelingen beftemd was, om hen beide te helpen ver-  [ 04 ] verzoenen; zijnde ?ij nog meer verblijd geworden, toen zij hem (den Hertog) als een werktuig van God ; daar toe erkend hadt. Hierop gaf de Geest den Hertog agt dagen tijd van beraad, naa v, ier verloop hij, pp hetzelfde uur weder wilde konïcn, en Zijne verklaaring afwagten ; verdwijnende hierop voor zijne oogen. Een der bijzo'-derüe vrienden en vertrouwden van den Hertog, was da Superintendent ii o f k u Ni, te Torgau , welken I hij zo wel in waareldlijke aJs geeste- j lijke en ftaatszaaken, gemeenlijk raad- \ pleegden. Deezen zond' hij daadelijk met een bode een brief, behelzende de gemelde verfchijning, verzoekende j tevens zijnen«raad te mogen weeten , in 't bijzonder , of hij de begeerte van dien Geest, al of niet moeste inwilligen, peezen Godgeleerden kwam de zaak, in het begin, verdacht voor, doch het godvruchtig karakter van den Vorst, en eenige andere osnftandigheden nagaande , gaf hij den Hertog den volgen.  [ 125 1 eenden raad: bifaldien de Geest geene bijgeloovige, noch met Gods woord fifüdende plechtigheden, of andere tegen de verplichting aaaloopende dingen eiscbte; en de Hertog raoeds geBoeg bezat; dat hij hem dan met wilde ïfraadw, om dien Geest zijne bede in te willigen: doch dat hij daar bij met een vuurig gebed moest aanhouden, en ter verboeding van alle bedrog, den toegang tot zime kamer, ■ door de Wagt en Bedienden wel laaten bewaaken. - De Hertog Het de . Taarboeken naarzien, en bevond alles met de waarheid overeenkomllig te zijn, wat de Geest gezegd had, zo zelfs, dat de kleeding van de begraven Vorftin, en die van den verfchenen Geest, zeer naauw met elkander overeenkwamen. . 't Beftemde uur naderendeen den dag met vasten, bidden en zingen doorgebragt hebbende, ging de Herrog weder te bed liggen, bevelende voo.af de Wagt om niemand in de kamer te  [ 1.26* ] laaten komen. Onder aanhoudend* geestelijke befpiegeiingen, en het lee2en van den Bijbel, vervvagtte hij den Geest, welke ook op het zelfde uur, als agt dagen te vooren , aanklopte' en op des Hertogs zeggen: Koiê binnen! in het vojrig gewaad" in de kamer trad. Reeds in den beginne vroeg de Geesr aan den Hertog, of hij 6eflooten hadt, om aan zijne begeerte te voldoen? De Hertog antwoordde volgends den raad hem door hofkunz gegeeven; eindigende met te zeggen, dm hij het in Gods naam doen wilde' indien de Geest hem maar wilde zeggen*, hoe hij zich daar bij zoude gedraagen. Op deeze verklaaring antwoordde oe Geest: daar is niets (irijdigs met Gods wóórd th\ en de zaak is dus gelegen: mijn Gemaal hieldt mij bij mijn leven - op eene on/'chuidige wijze, wegens trouwloosheid verdacfit; om dit ik, met een vroomen Edelman aikmaals heimelijk over geestelijke zaaken fprak. Hij vattede daarop een onverzoenelijken haai j te*  C i*7 ] tegen mij op, welke zo hevig was, dat,, offchoon ik mijne onfchuld volkomen bewees, ja, op mijn doodbed hem ter verzoeninge liet bidden, hii evenwel niet wilde befiuit, n, noch zijnen haat noch argwaan wilde laaten vaaren, noch bij mij komen. Daar ik nu alles, in deeze zaak gedaan heb wat ik konde ; zo jlierf ik wel in het waare geloof op mijnen Heiland; kwam ook - in de eeuwige rust en ftilte; maar genoot het ^volkomen aanfehouwen van God noch niet. ,Doch nu is de tijd van onze verzoening en van volkomen zaligheid gekomen — (Maar wat moét ik hier bij doen? en hoe zal ik mij, in deeze zaak gedraagen ? vroeg de Hertog: waar op de i Geest antwoordde; houd u in den aan* i ftaanden nacht gereed, dan zal ik en i mijn gemaal bij u komen. Want fchoon i ik over dag bij u kome, zo kan mijn \ Gemaal zulks toch niet doen. , Beiden .zullen, wij u dan, de on-i'er ons plaats , gehad hebbende oneenightid ' ver haaien. ' Dan zult gij het oordeel vellen, wie yan  [ 123 1 van ofts gelijk hebbe; de handen van §ns beiden , ten teken der verzoeninge\ in elkander leggen; de zegen des Heer en over ons uit/preken; en hierop God met ons verheerlijken. — De Hertog beloofd hebbende, dit te doen, veriiec hem de Geest , maar de Hertog bleef in zijne Devotie aanhouden tot tegen den arond, wanneer hij zijne Wagt mdrukkeliik beval, zowel om niemand binnen te laaten komen; als om achtte geven, of ze iets zouden hooren fpreeken. Hier op liet hij twee Waschkaarsfen aanfteeken, en op de tafel zetten, als mede den*Bijbel en een Gezangboek brengen: verwagtende na deeze toebereiding de Geesten. Deeze kwamen ook naa.elf uuren, komende de Geest van de Vorften , even als te vooren, in eene ligchaamlijke geftalte, het eerst binnen treden; verhaalende andermaal aan den Hertog de oorzaak van hunne oneenigheid. Daarop kwam ook de Geest van den Vorst, in zijn gewoon Vorftelijk gewaad$ hoewel zeer bleek  [ 129 ] bleek, en met een doodfcbe kleur; gee-: vendede overleden Hertog een geheel ander bericht van hunne voorige onësnigbeid. De Hertog velde hierop het oordeel , dat 'sVorsten Geest ongelijk hadt; het welk deeze ook zelfs bekende, zeggende: Gijhebtwelgeoordeeld!— Hier op vatte de Hertog de ijsko. de hand van den Vorst, lag die in de hand van de Vorstin, welke zeer 'natuui Si ik warm was; en fprak des Heeren -zegen over hen uit, waartoe zij beiden het Juten zeiden. Hierop %eïte de Hertog, hec Luihersch gezang aan: Heere God!, u loven wij; en het kwam 'hom voor, als of hij beide Geesten mede hoorde zingen. Dit lied geéindigt zij .de, zeide de Vorstin tor den Hertog: deti ■'.Loon zult gij van 'God ontvangen, en weidra bij ons zijn! waaröo zij beiden verdweenen. < Van dit gefprek heelt echter de Wagt alleen des Hcrtogs woorden gehoord. Mogelijk heefr onze Leezer, met gene huivering door de leden? d^ezë I Ceestz  [ 130 1 Geestverzoening gelezen 9 zonder tö weeten waar wij dezelve voor houden, of waar hij dezelve voor houden moet. Wij zullen hem deihalven op het fpoor van een geleerd man, eemge •wenken ter verklaaring geeven; naa welke men zekerlijk mede zal oordeelen, dat men het geheel verhaal veilig voor eene hersenfcbim van den Hertog kan houden. Wij weeten, over 't geheel genomen, zeer weinig van het beftaan en de werking der Geesten; dan, indien men daarom aan hun beftaan niet wilde gelooven, zou men dwaaslijk handelen.. Sedert de uitvinding van het Microscoop heeft men duizenden voorwerpen oatdekt, welke men te vooren niet wist dat beftonden. Intusfchen moet snen, ten opzichte van bovennatuurlijke of foortgeli ke verbaalen, als wij zo even medegedeeld hebben, altijd de volgende dri» regelen in acht neemen. I. Men moet het *at<;urli;ke zoo lang •«Ktap«to,.Wt fait w$«BdeeJi een volleg  E '31 ] bewezen is. 2. Men moet de Vernaaien geen geloof vergunnen , wanneer de zaaken die 'er in voorkomen, met elkander, en met het gezond venland en de Reden ftrijden. 3 Men moet dezelve door geloofwaardige getuigen bevestigd zien, - Deeze Geestvervoering aan deeze Regelen getoest wordende, zal nieti fpoedig het onredelijke eu: onwaarfchijnlijke in dezelve ontdekken. 1. Zon men kunnen vraagen: waarom die Vorstin eerst naa honderd jaaren verfcheen, om zich met haar Gemaal te verzoenen? W*aröm deedt zijdat niet eerder? j 2. Leert de Bijbel niet : dat naa deré dood geene bekeering meer plaars hebbe? En weet hij iets van eene bemiddeling,, door hierop Aarde levende menfchen ? 3« Wat moet men verdaan, wanneer de eerst voorgewende Geest verhaalt, dat de Hertog johannês castmir zich, tot op zijne verfcbijning bij den Hertog, (A°. 1705) tusfcbentijd' en eeuwigheid, tusfchen duisternis en  [ 132 ] koude heeft bevonden? Meent men daar mede' tuslchen Zaligheid en Verdomme nis? of tusfchen Hemell en Hel. ~ De rno.t te hier vrn onduidelijk, l l oe "i« de overleden Vorftin, ba r Sec Volkomen aanfchóuwe» S éérder toeftaan, voor dat iemand cf deeze Aaide, den Zegen over beide Krfoonen „itSefprooke" en hunne handen in elkander gelegd fcadt? I Hoe kon Hertog casijiis, een ?(v.t Inricht sreeven van de öoeenig^ d met Seggeweezene EchtgenooE,, hoe kon tó , na dat de tog cu n is n aan hetn dienaangaande hadt teaenaefprookeni denzclven daadlnk *i*J oeftemming geeven? vooral daar toca deszeifs doemerk was om zich te ver . /oenen'. Ware het, volgens de gronden : £ Christendom, en volgens het ïoelwit der beide perfoouen, om z^ch  E m ] dat de overleden Hertog daadelijk zijn. misflag had beleden? 6 Is het geene ondeugd , die verftorvenen nietkunnen begaan, dat beide Geesten , zo.fterk in de Eeuwigheid durven liegen, als men bewijzen kan, dat zij gedaan hebben? 7. Waarom hoort de Wagt alleen den leevenden Hertog fpreeken, en de Geesten niet? Is dit niet zeer Verdacht? En ftrijdhetniet met alle de gewaarwordingen van ons gehoor, dat daar er drie zingen, en beurtelings fpreeken , 'er maar ééa gehoord zoude worden? 8. Is het niet belagchelijk, wanneer 'er in dit verhaal gezegd wordt* dat de Hertog de Jaarboeken liet nazien, en zelfs het gewaad der begravene en nu verfcheene Vórstin, daar in overeenstemmende vondt? Stond het gewaad in die Jaarboeken? Dezelve waren dan zekeyiiet gewigtig; niet zeer vorstelijk. Een Burger zou die niet eens in zijn Huishoudboek aantekenen. — Dan wij zullen geene verdere vraagen doen , daar I 3 die  [ 134 1 die Jaarboeken juist het tegendeel moesten ^oouen, van het geen de beide Geesten , of een van beiden; den Hertog voorloogen. De voornaame vraag is deeze: welk een man was de Hertog ? - Het antwoord. uit zijne Gefchiedenis ontleend, lost alles op. Hij was een anders zeer roemwaardig Vorst, doch hield zich, met alle infpannirig van zijnen geest, en met een uitgeftrckt verlangen naar een gelukkigen uitflag, met de Alchij- , ?;»ëst deed, om met de eene hand den anderen, waar in hij een aandoenelijke pijn gevoelde, geftadig te wrijven. Ik vroeg hem toen, op mijn beurt, wat hem aan zijn hand deerde dat hij die zo onophoudelijk zat te wrijven? wel was zi,n antwoord, wanneer het fronagtig liegt wéér wil worden, of dat de Noorden wind waait, of dat 'erfueeuw of hagel in de lugt is , dan doet mij die hand a'tijd zo zeen Dat is een Almanak, gaf ik ten antwoord: ja maar Waar komt dat van daan, daar ik. mijn hand altijd zo warm zoek te houden als ik kan ? — hoor, gaf ik ten antwoord , ik zal o eens vertellen wat ik daarover vin  I 147 I van onzen Dorp Chirurgijn gehoord heb» be. Veele menfchen , zeide hij, hebben een foort van ongemakken, waar aan zij een toekomend (legt of koud en guur weêr, vooraf kunnen voelen. Ik ken er die dan eene gevoelige pijn in de punten van den een of anderen elleboog, in de knieën, in de toppen der vingeren de beenen, in de palmen der handen, of onder het plat der voeten, krijgen; zelfs heb ik er aangetroffen die het in de nek, het agterhoofd, de lellen der ooren, of aan de punt der neus, ook zelfs in de wangen gewaar wierden, doch deeze vind men zeldzaamer dan de eersten, fchoon alle uit een en dezelfde oorzaak ontdaan, en dit zijn niet anders dan verpoppingen m de watervaten aan die deelen. Het vogt dat daar is blijven ftil ftaaa krijgt eene zekere trap van fcherpte, zolang het weder nog zasrt en goed blijft;, met eene mam* drooge, ook Zomtijdszelfs vogtige Ingt , dan waasfemt dat ongevoelig door de huid uit, maar eer K 2. étt  [ H3 ] dat het guure weêr er i*. veranderd het luchtgeftel en belet deeze uitwaasfeming. Dan prikkelt die rtof de zenuwen, welke de watervaten overal ver• p^zellen-, en dit is de oorzaak van die verfchiliende pijnen, van Gcheuten maar éénmaal in. — Een dier, van „ wat  [ is? I „ wat féort ook, dat gebeten is, geeft „ men, twee agtereenvolgende dagen, telkens een dubbelde do fis van dit middel in ; moetende hetzelve mede zes uuren vóór en na het innemen, alle „ fpijzcn onthouden worden" Men weet dat aan de Bilt, boven Utrecht, een onfeilbaar middel tegen de gevolgen der Hondsdolheid, of Watervrees te bekomen is; indien men maar Biet te laat komt^, zijnde wanneer men de Watervrees réeds heeft. Doch het is minder bekend, dat men te Amflerdam in het Gasthuis, altoos flesfen met dat geneesmiddel, aan de Bilt gereed gemaakt, in voorraad heeft, zo dat bevreesde lieden, welke gebeten ziin, daar altijd te regt kunnen komen, zonder naar de Bilt te behoeven te reizen. Over 't geheel genomen, is de Boom'die een uitmuntend middel, tegen den dollen Hondsbeet, maar ook tegen dien van Ad«iers, en foortgelijke vergiftige dieren, wanneer men de wouden met warm gemaakte Oiie fmecrt. — Pe een-  I W-} eenvoudigheid en het onkostbsare van bovengaande Middel, gevoegd bij de uitmuntende gevolgen die het in die betrekking heeft, maaken alle verdere aanprijzingen overbodig: zijnde deze mededeeling alleen tot behoud en welvaart van het Menfchdoie, en van ohze Lezers en Lezeresfen gefchied. MD-  [ 15» 3 MIDDEL, OM SCHURFT gFOEDIG TE GENEEZÏ» BEREIDING. Neem witte Vitriool Bloem van Zwavel enzepulverifeerde Boontjcm bakelaar, van elk even veel; C*) hcVei?, met zo veel Lijn- of Olijvenohe, dat tiet iQ dikte van een zalfjen heeft. Ca» E" (?) R. Vitrhï. alb. Fhr. Stdfb. Fttlv. Baecar, Laur»  ^ [ W ] G EB R U I K. Neem van dit zalfjen, een ftukjen ter grootte van een Hazenoot, wrijf hetzelve 's morgens en 's avonds in de Handpalmen; doch wees bedacht, dac het Schurft, na de eerste inwrijving, onder eene hevige jeukte, fterk ten voorfchijn komt.. Tót meerdere voorzorg kan men alle avonden, een Poeder gebruiken; van Spiesglas, Zuivere Salpeter, en Fle> ■'entijnfche Liswortel (*), van elk 6 jreinen. (*) R. Flor. Sulph* Stutimon. Crud, IV'er. depnrat. Rad. iteros fier ent.  De RECHTEN en FLICHTEN van een JNEÊRLANDSCH BURGER. J3e Burgers kregen waarfchijnhtk kunne» naam van de Burgenfes. welke in vroeger jaaren de Ingezetenen der Butgi, of Burchten waren. Ge*vn-jenlijk onaerfcheid men dezelve I. in Burgers, die, het zij door geboorte, cf gifte-, of andere wettige wijze, het Burger* recht verkreegen hebben, a in Ingezetenen, die zonder het Burgerecht te /bezitten, eene vaste woorp aatle in de Stad hebben, en a. in Inwoners^  [ w ] die maar eenigen tijd hun verblijf ia eene Stad houden, Alle-hebben hunne bijzondere Rechten , en verplichtingen. Men onderfcheid de Burgers nog in volgende Clasfen. In gehoor en Burgen, zjnde dezulken, weiken uit ouders geboren zijn, die Burgers waren; onverfchiilg waar die geboren waren, of waar zij zich, ten tijde van de geboorte hunner kinderen, bevonden. i" gezwooren Burgers, of'Poorters, welke elders geboren zijnde, door kooping of fchenking, het Burgerrecht verkrijgen. De mam van Poorter, komt eigenlijk van Poortc, 't weik in oude tijden eene Stad betekende. 3. la Grootburgers, welke in.de bijzondere Steden ook bijzondere voorrechten grieten. Dus beftaat . het Grootburger fchap te Amfterdam , in vrijën Kooplu ndel Winkeïneeringe, genietinge van Vi ij beid, der Tollen na jaar en ifag, en alle andere vrijheden van de Stad, en /jedaallijh mede om na zevenjaarh L ' ge  [ 1621 ge eonllnueele Domicilie, of imfooninz-. "capabel te wezen tot alle ambten vande Reegeeringe, midsgdders van niet meer te mogen verbeuren, in cas van delicten, dan zijn lijf, en honderd gulden aan geld; volgens de oude Privilegiën, den Burgeren vergund. 4. In Kleiniurgers , wier voorrechten ia Amfterdam beftaan in vrijen Handel en alle winkelneeringe; genietinge van vrijheid der Tollen, na jaar en dag; en worden de zodanige ah Burgers, tn alle Gilden erkend, zinder nochtans, dat zij tot het Schout - Burgemeester of Schepenambt» Vroe'ifchap, Weesmeester en, en andere ambten van JufiitU of eenige der Steden aanzienelijke 'Charges of funfaen gcadmiteerd worden; noch ook genieten het Privilegie, fprerkende, dat in cas van delict niet meer en mag worden verbeurd dan het lijf , en honderd guldens aan geld 5. In inmonende Burgers, welke met hun geheele Huishouden in eene Stad wooneo. 6, in Grastuigen, welke in de naDij&eid der Stad^  C #3 ] ©fin derzelver omtrek woonen, zo als de Bleekers, da Molenaars, enz. Over 't algemeen genomen, kan men de Voorrechten der Nederlandfche Burgers, fchoon dezelve in ane Steden niet even eens zijn, tot de volgende brengen, i. Dat zij een wettig gebruik mogen maaken van die Privilegiën en Rechten welke aan de Steden, van welken zij Burgers zijn, gefchonken ■ wierden. Nadien de Regeeringen die niet enkei voor zich, maar volgens den gewoonen inhoud der Privilegiën, voor hun, en hunne Burgers verkregen. Deze beftaan iri eene eigen regsering en een eigen rechtbank te hebben, welk? Jaatfte tot zekere fommen bij arreste; dat is te zeggen, zonder hooger beroep toe te laaten , uitfpraak doet. Dit is] een voornaam voorrecht, dat voorheen geene plaatfe vondt, nadien de Graaf en zijne Mannen,' toenmaals van tijd tot tijd, dan hier dan daar, te recht kwamen zitten, om uitfpraak te doen noopens de verfchillen. 2. Vrijdom van L 2 Tol»  c 164 3 . » Tollen. *i Dat zij in hunne huizen eê* Ie volkomene veiligheid genieten1, geene huiszoekingen in dezetoeft behoeven te gedoogen, noch ui dez«v« mogen gehaald worden, andefs,, dan ia de tegenwoordigheid van de Magiftrut, of eene Commi.üe van dezelve Zetts #j;n de Burgers, in zommige b.eaui veiligtegen% perfooneele arrnten om ?chufdeii?zo ifng zij zich binnen hunne huizen houden: 4 Mag n»em*°d,^nwe^ Burger tot de Gilden toegelaaiet SS? 5, Hebben ril'h* eBfs^techt^ ot> de weekelijkfche en laarhikiche harkten ,Wmet hunne goederen voor t* ftaan. 6. Dat zij-i m gewoonerec ts Ldelin/en riet anders, dan voor den dagelijklhen Rechter van hunne. ftad geroepen mogen worden. 7. Dat z 1, tot frmoede vervallende, den toe*WJ» h bben tot de openbaare Armenhuizen , Vn hunne kinderL , bij overlijden, v« de ouders, tot de zogenaamde Bu>gelees Zien!- Dit zijnde voornaamfte voorrechten der Nedeilandfche Bur6er*J;an  1165 ] ; Ban, zij hebben ook hunne verplichtingen , die uit het bezit van deeze voorrechten voordvioeijen. D2 eerste en voornaamfte wordt altoos in hunne Eeden, of Burgercedullen uitgedrukt* door; den fteden houw en getrouw te. moeten wezen Dit behelst niet alleen, dat zij niets,mogen onderneemen, waar door aan den algemeenen welvaart van hunne Stad, eenig nadeel kan worden toegebragt; maar zells, dat zij alle zodauïge onderneemingen, wanneer zij tot hunne kennisfe komen* oogenbliklijk moeten brengen ter k-n* ntsfe van Burgemeesteren. 2. Dat zij aan de wettige Regeering hunner S ad9 allen behoorlijken eerbied, en brugergehoorzaamhsii moeren bewiuen* 2 Dat zii aan alle ftedeiijke Keuren en Ordonnantiën onderworpen ziirj * Da ftedeüjke imoofinën moeten 'betialen? 5, De (redelijke Ambten, die hun opgelegd worden, moeten waarneemen indien ztj geene wettige verfchoomW daar tegen kunnen inbrengen. En óf ' L 3 dat  [ 166 ] dat zij zodanige tochten en wachten moeten doen en waarneemen, als tot bewaaring van de inwendige rust en veiligheid, en tot verdeediging vin de Stad, in 't algemeen, noodig zijn. Uit het geftelde ziet men, dat alle Burgers, over 't algemeen genomen , ook tot het doen van Wachten en tochten verbonden zijn-, doch dit geld alleen in buiten gewoone gevallen: wanneer ieder, zo veel in zijn vermogen is , tot verdediging; van de gemeene zaak moet toebrengen. Doch in gewoone tijden, is het doen van Wachten en tochten aan de ftedelijke fchutterijen bevolen, welke op de meeste pbatfen hunne bepaalde Reglementen, en bijzondere voorrechten hebben. Men leid den corfprong der Schut terijen , van het gedrag van Keizer n ê ndrik den I'den af, welke in den jaare 5)26, toen dirk de ÉJde Graaf van Hol* fmaf Was, zich vooral toeleide op het verfterken van ce Grenzen des Rijks, es? op het oefenen van's lands ingeze-  I &7 1 tenen - in den Wapenhandel; richtende daar toe Schutterijen in de fteden op. Deeze Schutter ijcn hadden oudtijds veeIe voorrechten. In gewigtige zaaken, vooral in tijden van onrust, wierden zij dikwijls, wegens de belangen der Steden geraadpleegt, even als de Gilden en Broeder Tc happen', doch het wettig gezsg der Staaten zich meer en meer vestigende, en door den tijd in alle Steden vaste Collegiën van Vroedfchsppen komende, zo zijn ook die voornaame voorrechten van de Schutterijen, Gilden en Broederfchappen', zo door uitdrukkelijke Siaatsrefolutien , a's door onbruik, verlooren geraakt. De nog in gebruik zijnde voorrechten der Sebjutterijen, zijn in de meeste Reglementen van dezelve te vinden. De Amrter. amfche fchutterij pleeg de haare, gemeenlijk door de volgende verben, op haare Wachibriefjens, te kennen te geeven: V Gewceten vrij, Geen Bwinglandij, t L 4 . . Maar  [iM] Maar recht en vrijheid Der Burgren blijheid. Dat is de zaak; Waar ik voor waak. En zo lang men deeze Regels, mee hart en mond, kan en mag belijden, zullen de Burgers en ingezetenen van Ne Ierland, eei ?rooc voorrecht boven veel* anderen bezitten.  E 169 3 Het DWAALLICHT en WANDELAAR. Een Dwaalicht ging doo«- 't Veld s z& als hec veeltijds deedt. Een VVaidiiaar volgde hst, — ea gleed, Al volgende in een floot, en barstte uit in vloeken: „ Verfoeilijk licht! wtar toe «niJne „ oogen dus te doeken?" — „ Hoe Vriend!" hervar. het Licht „ wrijft gij nie uw feilen aan ? „ Ik zei u immers hier, iu g j mij<$ n weg aijest gaaa! " —- Vloek andren niet, als h een ongefufc weervaart-, Uwe Onkunde is bérispenswaard. l 5 oio-  C ] DIOGENES, Wijze: Cocurs Scvf.lUs > Coeurs Fideïes. All' de ftraatcn van Athei**, Piep dio-genes in t rond, , Door de middagzen befcheenen, Of zijn bmnlidit ook iMenfcben vond, Die van Beesten onderfcbeiden, Door bimn' kunde, deugd of Imaak, Een wel voegli.k loven leit.cn, Tusfchen kwelling en vermaak. f Aan de Tempeldeur gekomen , Trad een Priester hem vooruit: Dien hij toeriep, zonder icbreomen: Geef mij, arme rtfaïl! een Duit! OnderUetm mijn kwellend zwoegen: „ Meéii' is uw Tcmpclwoord." Laat mijn zegen V vernoegen: Zei de Priester — en gin£ voord. Aa«  D IO G E ü"E S .   C «* 3 Aan de Markt ontmoet de wijze Voor een Kraam, een rijke Vrouw, Die men fierfèls aan ging prijzen: Die zij gaarne koopen zou.' g „ Ach 1 "Mevrouw! wilt u eibarmen, >Zei oio gene s, «iet kragt. „ Wat gij doet, bedenk den armen, e, Die van honger fijhter verfmagi." Zei de juffer: „ ik zie uw nood. „ Laat dit u ter laafnis ftrekken; >? Ga— en koop een oortjens-brood. Blijdfchap die baar hart Vervukle. Toen zij zich ontfiagen vordt, Gaf den Kramer twintig gakten, Voor den halsband van haar' Hond. 'i' iTnoi mïïn liMi-t- fnt «W-lil wekken"., Met de hand nog in de bairen, Dat bedïoelde tekens zijn ; Zag de Wijsgeer, bij het Ihmren, ft Rijtuig van Prins salamyn. Hij vloog naar den gouden wagen, Riep:,, o Goden Zoon! ach! hoor! — { „ Pak Ui — zei de Vorst ~ of Hagen, „ Stellen a meer eerbied voer." ( In  — ïn *t verfehicr. ftond een der flaaverij Die verlegen voor den man, Yling-s toelchoot, en den braaven^ Uit den weg trok voor 't £efpaft.. Hü, fchoon antt> wou toet) iets geeven ? .Wierp in 'jsWijsgeers muts één Duit. Doze riep: dit- 'mensch tftost leeven ! —r En blies vooit zijn Lampiaarn uit.  De SOLDAAT GEWORDEN BOER, Wijze: Nous pltunns tont fetriste etats. D e aanfïaande Kermis is *t drie jaar Dat ik, in Had, eens vrolijk waar. Men moet ééns vrolijk wezen./, 'k Zag daar de kraamen, f pullen liaan, En was bezweet en moê van 't gaan, Dat komt van *t vrolijk wezen./. ■Geheel vermoeid van al 'f plaifier, Nam 'k in den Bek een glaasjen Bieiij Die dorst heeft mag weldrinken./. Daar voegde zich verheugd en büj Een Heer in 't groen naast mijne Die dorst heeft mag wel drinken./. Hij fprak van honger en van dorst, Schonk mij Augurken, Wijn en Worst: lk at en dronk met vreugde./. Straks voegde zich, ook even blij, Nog een paar Heeren nevens mij. Dit gai" oas nog meer vreugde./.  t ml Straks dronk men Bier en Brandewijs, Om nu eens regt verheugd te zijn. 't Uoefél klonk door de kamer./. Het glas was naauwlijks uit de hand Elk dronk: bet beil van *tVaderland ï 't Hoefé l klonk door de kamer./. fk wierd heel warm en vol van moed* Men at en dronk voor niet, en goed. Mijn dorst kwam telkens weder./. He fchreeuwdc raeê tot 'k niets meer zag* Viel van de bank met eene flag: Toen kwam mijn dorst niet weder./. *k Ontwaakte, dwaalde en bevond /Mij zelf berooid op vreemden grond . Mijn hoofd deed me alles vreczen./. 'k Ontmoette nu mijn Officier, Die fchoflk me een blaauwe Rok, voor Bier? Zei: dat 'k Soldaat moest wezen./. Ik zwoer en vloekte: kris en krat. E>'at zulks gangen tegen teden was.. ^  E 175 ] De ftok werdt opgeheven./. Men klopte en ichópte mij vj/tj huk , Bond me op de Brits — een harde bank* Om dus bewijs te geeveu./. Hier lag ik, heigende van dorst, Kreeg Water en hard brood voor Worst*'k Wierd moedloos en vol vreezen./. rk Verfoeide nu den Brandewijn, En wat mij eerst tot lust kon zijn.. *k Nam dienst oni vrij te wezen./* Die vrijheid brak mij fpoedig op, Zij voert mijn ramp ten hoogden top; Eerst moest ik Exerceereti.}. Daar na moest ik in 't Oorlogsveld, Vondt mij aan alle zijd' bekneld. Mijn voorbeeld kan elk leeren, Gegeeven ctrank te weeien./*  D E KWALIJK BELOONDE LANDMAN. 'Len Landman vondt eens aan de wegen, Een Grijsaart in d' uiterften nood. Door honger ter nedergezegen Bood nipniand hei» bhftand noch brood. Maar Krslis greep toe,v droeg den ziekt ia itraks naar zijne wöohirïg", Verfchafte hem fpijs en doorwarmde al zijne leen, Door zo veel gunst en hulpbctooning Kwam hij in "t eind weêr op de been./- Ras hoorde de Schout zrne daaden, En daagde hem voor het gerielic. Durft gij, fprak hij, weiten veifmaaden, Voor Bedelaars hier gefticht. '■ De Landman fprak itout: geene wet zal mij t weldoen beletten. De Schout gansch verlloord, riep zijn dienaars ihaks voor den dag. En heette hen, hem vast te zetten, iVaar bij geen Zon nog Maan meer zag./' Toen  Toen raakte de Landman in Woede Hij fchold ftraks den Schout braaf uit. Böch deeze' wou dit ras vergoeden, Door ftokflagen op de huid. Hij greep naar-zijn-ftok: maar Kreüs was raster van handen; En vatte in zijn' drift, den inktkoker vlie-gend aan , En wierp den Schout dien voor zijn tanden. En vlood verbaast daar voord van daan./* Dus moest hij voor ahijd vluchten, Die armen voedzel gaf. Zijn drift baarde hem veele zuchten En d' armoê wierdt zijne ftraf «*Zijn deugd' zo geroemd, was i» fcbij* door di wetten verboden. De Schout had dien fchijn naauwkeurig reed* onderzogt. . En waar' de Man niet weggevloden Was hij met roe» naar hnis gebrogt.  [ IJ* ] DE FRANSCHE TIJDREKENING VERGELEKEN MET DE GEWOONE TIJDREKENING, voor den jaare 1/p4- Op den Oclober 170.3, heefc de Nationale Conventie te Parijs gedecreteerd: dat de Franfche Tijdrekening een aanvang zoude neemen, met de grondlegging der Republiek, welke men fielt gefchied te zijn, den 22 September 1792, 's morgens te 9 j"";en 18 min : 30 Seconden, naar het Objervettorium van Parijs 5 zijnde het juiste  Fransche tijdrekening. ï/p oogenblik in bet welk de Zon in Libm (a), of de Balans getreden, en de, waare t Herfst evening doorgegaan ' is. De gewoons' lijdrekening, voor alle' burgerlijke zaaken van Frankrijk afgefcfeaft zijnde, heeft men bet begin van ieder Jaar bepaalt, op den middernacht vöèr de Herfstfnede, volgens gemolde Qhfervdtvrinm. . Dus is bet' eerfle Jaar der Franfche; Republiek begonnen op rnid.l^Vacht van aa Septb.' 1792, en gei Ti digd '\ U p mi dd. 5 vyfde L ^25 Woensd óZvSde f Ö'-óDmui. yzevende l&VrUd^ 8 1 ,tftc r-2oSatu 9 negende J c". Z 10 tiende go M-.ar ï 11 eerfte 31 Db'gs.i. i2L>cécfe tfï'ftiri 1794 ïSrle-rtte ^ ~i)ondI4vi'.rde | & 5'Vrijd. « vyf'dê Lf 4 Saturd. 16 fctësde |'H Zond. J7 ".eve'rtde 3 §Maa%0. 18 a ;ifte £ 7 Dingsd. 19 negende r 8 Woensd 20 tiende 9 Dond. ai eerfte , ~ 10 Vrijd. 43 tweede Hl 1 Saturd. 23 derde S 12 Zond 24 vierde 03 M and. 25 vyfle I S^TOngMt 26 zestfe r 5 15 W©.önsd 27 zevende 2 16 Dond. 28 agtrte fri7 Vrijd. 29 negende 18 Saturd. 30 tiende " 19 Z*nd. Fyfde Jawuetry Maand. "l794« Plïsvios. yfoegVbvt. 1 eerfte *| 20 Mi.an'1. 2 tweede Wak Dinpd, 3 derde j|2|VV6ensi 4 vierde n 23 Dond. 5 vvfde L. ^24Vrijd. . 6 zesde f .g'25 Saturd. 7/.eve-'de g267.ond. ffagtfte r-27 Mshnd. 9 negendeJ 28 Dirifesd. 10 tiende 29Woènsi i ï eerfte 1 30 Dond. 12 tweede ^31 Vrijd. 13 derde ü fcflfïr. 14vierde ü iZond. Jvyfde 3 Maand, Ï6 zesde f d 4"ln'gsd 17 zevende g sWoèns i8.ïg;fte 3 6 Dond. ;i) r.esende * 7 Vrijd. 20 tien !e 8 Saturd. 21'eerfte . 22 tweede aio Maand 2vierde f ri ÏÏIVV4 24 vierde g-iaW'.em '25 vvfde 1 j'i3l>on«. 20 zesde f^HVri'd27 zevende 5 IS SmirJ. 28agtfte &!~i6ZW. 7 zevende . ='7 Maand, g agtfte 2.18 Dingsd. 6rreg«ftde 19 Woensd o tiende 20 Dond, 1-3 derde lo tiende r eerfte 2 twede 3 derde Li vierde 5 viifde 6 zesde 7 zevende 8 agtfte 9 negende 0 tiende IeerRe 12 twede i*5 der 'e 14 vierde 5 vi *de 6 zesde 7 zevertdé 8 agtfte 9 negende otiende Zevende Maand. Maart1. Germinal. Spruitmaand, i 1 eerfte *ï 21 Vrijd. 2 twede; w2i Saturd. 3 derde 3 23 Zond. 4 vierde J S24 Maand. 5 viifde \n 25 Dingsd. 6 zesde f ^.26 Woensd 7 zevende S27Dond« 8 agtfte 3,28 Vrijd. 9 negende * 29 Saturd. ïo.iende zo Zend. 11 eerfte *\ 31 Maand. I2t>ve'.ie . 1 April. 13 derde 2 Woeos. 14 vierde n 3 Dond. 15 vijfde 1 o- 4 Vriid. 16zesde 5 Sarard. 17 zevende ! 2 6 Zond. 18 agtfte 3 7 Maand. 19 negende S. 8 Dingsd. 20tiende * 9 Woensd J 21 eerfte « 10 Dond. 22twtde Cu Vrijd. 23 derde j» 12 Saturd. 24 vierde Js-isZuk^. 25 vijfde 14 Maand. 2ó zesde p 7715 Dingsd. 27zeven.lt' 4'6Woens4 iSa-.ifte 2.17 Dond. 29 negende 18 Vrijd. 50 tiende 19  Agtfie Maand. April. Wiertal. Blotmtxaand. . 1 eerfte *\ ao Zond. 2 twede &z 1 Maand. 3 derde £,23 Dingsd. 4 vierde « 23 Woensd 5 vijfde L_324Dond^ 6 *es<ïe I «25-Vrijd. 7 zevende I |i6 Saturd. '*5 agtfte r-2.7 Z-Hl3 Zond. I< 26 zesde » ei4Maand. si27zevende £i5 Dingsd. i 128 agtfte "16 Woensc 129 negende i7Dond. i 30 tiende « • 18 Vrijd. Slfd*. Maand. Juli}. Vérvidor. Hittemaand. 1 eerfte *\ 19 Saturd. 2 twede. ,^20 Zond. 3 derde '^21 Maand. 4 vierde. f122 Dingsd. 5 vijfde I ^13 Woensd 6 zesde Dond; 7 zevende 2 25 Vrijd, 8 agtfte r 26 Saturd. 9 negende 27 Zond. 10 tiende J 28 Maand, 11 eerfte 29 Dingsd. 12 twede '^30 Woensd 13 derde ?|3iDond. I4vierde 1 August. 15vijfde Lfï «Saturd. 16 zesde f H zZend. 17 zevende g' 4 Maand, 18 agtfte s 5 Dingsd, 19 negende ; 6 Woensd 2o:iende J 7 Dond. *) 21 eerfte 8 Vrijd. 22 twede ö 9 Saturd. 23 derde Zond. 24,yierde Maand, 05 vijfde > Hi-Dingsd. 26.zesde * S'13 Woensd 27 zevende Si4Dond. 28 agtfte r-15 Vriid. ;29negende 16 Saturd,. 30tiende. •» ifZwd,  ïïwaalfd Maand. August. FruStidor. Vruchtmaand. i eerfte ") 18 Maand, j -2tweede R19Dingsd. ( 3 derde | £20 Woensd 4 vierde 021 Dond. 5 vijfde L .322 Vrijd. 6 zesde [ 123 Saturd. , 7 zevende ^i^Zond. , 8 agtfte ^2.5 Maand, o negende J '26 Dingsd. 10 tiende 27 Woensd 11 eerfte ^ 28 Dond. 12 tweede h29M2i 13 derde ^30 saturd. 4vieide tt vijfde u 16 zesde f h 2 Din^d. 17zcver.de ö- ^Uoensu io negende P 5 Vfijd. S-tiende J öSatard. 21 eerfte *\ 7 Zond. zaïweede a 8 MöW; 23dwde is 24 Vierde '1= 10 Wöirtsd vijfde L i^'iid. .f™uV*id 07 ^eVernde : i?t^ SfktOTO • oBagtftè &f4;f^. 20 negende 15 Maand. 3otiende 16 Dingsd. InvuJdagtn. Septtmb 1 D..u;rd - Feest. 17 Wueiisd. 2 Vernufts - Feest. i3 Donderd 3 Bezigheid. 19 Vrijd. iAlgem: gevoelen, 20 !»MunJ. 5 VerSeldillSs-F» 31 ZowJ- Edffte Maimd. Séptertiber findemaire. Wijnmaat Nieuwe j" aai 22 Maand- 2 tweede w 23 D'ng.d. 3 derde o 24 Woensd. 4 vierde 5> 25 Donder. 1 5 viifde aéVnjd. 6 zesde f H 27 Saturd. 7 zevende 3 2« 3a«fte 3 29 Maand. 9 negende J - 3° D invloeiende *o»o*. n eerfte a Donderd; ia tweede 1 H sVr.jd. % derde ? 4&«$14 vierde . S 5 I7zevende f 8^oe^i «vijfde ■l" itDondéfc i7'^wnde \ - i«S4EurJ. »8agtftó I 2 19 ''\oud; > aoiKüende 1 • 2oMaiiiC.  Ttveedè Maand. O cl oh er Btumaire Nevelmaand. iceifte *\ 22 Woensd 2 tweede j W23 Dond. 3derde | g.24Vrijd. 4 vierde «25 Saturd. 5 vijfde L<-i2.6Z«nd. { 6 zesde | §27 Maand. 7 zevendé | g-23 Dingsd. Sagifte. j r^Woensd 9 negende J 30 Dond. iqtfendé 31 Vrijd. ti eerfte ") „ iNovk. i-2t*#è8e g 2. Zond. i3ttoüde : g 3 Maand. [4 vierde 4f>ingsd. •S vijlde L 5 Woensd w zev&ïde' §.<7VH$. •8agtfte E. 8 Saturd. !9 negendeJ ' tfta&fjj o tiende iorVfcana. | :i eerfte 11 Dingsd., 2 tweede o12 Woevsd SfiéPdfe 213 Dond. j 4. vierde • 0^4-Vrijd. ' |vijfde h L $3 Satlird. j (5 zesde 16 Zond. 7 zevejide, t M.X7 Maand, ëaeiftë Pi8f)ing|d. ! pnegdiide ipWoeftsd : d tiende J 20 Dond, I: , Derde Maand. Novemb. Frimaire Rijpmaand. . 1 eerfte *\ 21 Vrijd. 2 tweede £22 Saturd. 3 derde j E.23 Zond. 4vierde I '« 24 Maaud. 5 vijfde uh25,)inSsd- J 6 zesde J 5^6 Woensd i 7 zevende 1 §27 Dond. 8 agtfte r-28 Vrijd. I 9 negendeJ apSaiurd. 10 tiende ó'o Zond. f II eerfte *\ \Decen»b. 112 tweede h 2 Dingsd. i 13 derde '% 3 Woensd j4vicWfe ?4»>ond. ■15 viifde Is" 5 v'1''jd. jl<5'^eSde f h 6 Saturd. f 17 zevende 8* 7 ï&agtfté | 8>ïf Watergetijden, natuur en wiskun ftig befcnouwd. De Goudfche Gaapers. 90"* Steen en Roeland. I°5< Gedenktekens van Lei]dens ontzet, uo. Verzoende Geesten. &én SpooK- •. historie. 'OorzaakeM der Lichtende Vlammen. 13»2/;» Almanakken jJ4°£  INHOUD -■Middel om brand in een Schoorfleen te dempen. 14^, Een .Schoorfleen die niet rookt, 151. Middel tegen den Hondsbeet- 153. het Schurft, 158; Zte Rechten en Plichten van een landsch Burger. i6q. Het Dwaallicht en de Wandelaar. 164. Diogenes. 165. ../)