G 53  SUATSCH. DER NEDERL. LETTERK. TE LEIDEN. Gatal. bi. Geschenk van Tooneelstukken , 1841,  D E TWEE BRIEFJES, KLUGTSPEL, IN ÉÉN BEDRYF.   D E TWEE BRIEFJES, KL U G T S P E L; IN ÉÉN BEDRYF. UIT 'T HOOGDUITSCH VAN DEN BURGER, ANTON WALL, DOOR p. W. STOOPENDAAL, Te AMSTELBJM. by G. ROOS, Boekverkooper, M.DCCXCVIl.   BERICHT. Door ecnige myner Vrienden aange/poord zynde'i tot het vertalen der beide Billets, heb ik eindelek de flouiheid j>enomcn , en aan hun begeerte voldaan : hoopende dat de vertoning van dit Stukje, de aanfehouweren tot vermaak verftrekken zal; hier door zal ik de moeite en tyd, aan deze vertaling te koste gelegd, rykelyk beloond achten. Verzoekende tevens dat een iegelyk, de feilen die in het zelve voorkomen , broederlyk over V hoofd zal zien.- BE VER TAAI/ER, i* 3 PEIt'.  PERSOONEN. jurriaan, een Jongeling* roosje, een jong Meisje. sn aps, een Dorpbarlitr. Het toneel verbeeldt een open plaats, ter zyde Jlaat 't huis yan Roosje, niet verre van 't Dorp»  i) è twee briefjes, KLUGTSPEL. EERSTE T O O N E E L. jürriaan; ff ringend opkomende. II oezé, Jurriaan! Hoez<5! — ik joude wel van vreugde in 't water fpringen — Roosje! allerlieffie fchoone Roosje! — nu bedank ik u lieve fchool» meester, dat je my 7.0 lang gaflagen hebt, tot ik heb leeren leezen; neen nu is 't zeker dat 't tot myn best geweest is — ach daar is het' — dat zy met haar twee allerlieffle ronden handjes gefchreeven heeft — kom, ik moet het nu nog eens leezen — lieve Vriend I Jemenie, men ziet terftond aan 't begin, dat zy in de ftad geweest is {leest verder) Op 't oogcnblik heeft myn Vader my gezegt, dat ■ hy my de vryheid gaf, of ik voor myn Vryert den Barbier Snaps, of Jurriaan wilde hebben. Ik heb 't uw aanjlonds wille fhryven, op dat gy 'i voort zoude weeten — gy kund nu doen wat gy wild, lieve Vriend. niets dan lieve Vriend! (hy wischt zyn traanen af.) A 4 Ws  8 DE TWEE BRIEFJES, nu, zo ik 't overleeven, weet ik wat ik doen wil; en aan u, Monsjeu Snaps, door ik my niet meer, Je hebt my lang genoeg bevreest gemaakt: zyn mond gaat altyd als een lazarusklap, en by zulke lieden ïyn wy niet goed. Maar nu wat my betreft, wit ik my teiftont na myn Schoonvader begeeven, en vraagen hem, wanneer de vereeniging en bruiloft zyn 2al, — neen, ik val in onmacht, wanneer ik aan de bruiloft met Roosje denk. — (hy gaat heen en weder) doch daar komt my nog iers in de gedachte ■ Roosje heeft zeer veel goed, den fchoonfte'ftal in 't dorp, vol koeijen, zolders vol graanen, en 1500 Guldens aan Geld, en ik heb — niets, als een vervallen huisje, met een tuintje — ik wilde, — de Hemel vergeeve my, myne zonden liever, dat zy zo arm als ik, of ik zoryk als zy was; waarlyk, wanneer my de Lotery gelukt — ik heb my door de School, meester bepraaten laten, en voor een Daalder een lot gekogt. Ik heb toch het briefje nog? (hy zoekt het en brengt 't te voorfchyn) ja daar is 't, 27. 19. en48 ja, ja, ik denk de Heeren Colledeuis zullen het wel 7.0 maaken, dat zy myn daalder behouden , doch ik weet — wat ik doe,; winne ik niets, zo koop ik alle de Nummers by malkanderen: en wanneer ik 'er dan nog niet uitkoomen, zo zeg ik, datdegantfche Lotery een beurzen fnyery is — nu wil ik voort na Roosje gaan — (hy ziet Snaps) altyd komt my die hazenvoet in de weg , laat ik nu fchielyli myn papieren verbergen. TWE E-  KLUOTSPEL. 9 TWEEDE T O O N E EL. JURRIAAN, SNAPS. SNAPS. VToeden dag, lieve Jurriaan, goeden dag. JÜRRIAAN. *k Dankje zeer. snaps: na eenig Jlil zwygen, terwyl Jurriaan in gedachten Jlaat. Hoe gaan de zaaken ? JURRIAAN. Wat my betreft? SNAPS. Wat my betreft) ik vraag u hoe de zaken gaan? JURRIAAN. En ik verftond, je wilde aan uw zaaken gaan. en daarom zeide. ik, wat iny betreft. SNA PS. Maar, zeg my tog lieve Jurriaan ? (hy vat kern by de hand) waarom, je altyd zo ftuurs zyt, als ik met u fpreek, wat fcheelt er aan? JURRIAAN» Daar heb ik reeden toe. A s SNAPS.  io DE TWEE BRIEFJESj SNAPS. Wel nu Jurriaan, ik heb die zelvde reden, maar ik, ben immers zo niet? JURRIAAN. Er is ook onderfcheid, tusfchen u en my. SNAPS. Zyt geen zot — om dat wy nu beiden na een Meisje verkeeren, moeten wy daarom op malkander verftoort zyn ? 't Is de moeite niet waart, dat twee eerlyke lieden , om zo een meisje in tweedragt zouden komen. JURRIAAN. Wanneer twee eerlyke in tweedracht zullen komen, moeten er ook twee eerlyke lieden zyn* SNAPS. Monfieur Jurriaan? JURRIAAN* Monfieur Snaps? SNAPS. Ik bidde uw, verfchoon my? JURRIAAN. Met een woord, ik kan uw1 niet lyden j en daar rnede wel. SNAPS. Ik beklaag uw, arme Jurriaan, gy zyt een braaf, jong, mooi en bevallig jongman t 't is waar, 'er zyn Lieden, die zig niet aanraaden laaten. Maar, gy zm  KLÜGTSPEL. n fcoude echter wel doen, dat ge u van een goede, fuffi« ciante drop voorzag. JURRIAAN. Ik zal'er my Tan zo een voorzien, daar ik my weder uithelpen kan. SNAPS. Nu, nu Jurriaan, gy zult my te minde tot aan 't School vergezellen? ik heb voor den Schoolmeester, de loterylysten, uit de ftad mede gebracht. JURRIAAN. De loterylysten } Snaps. Ja, hebt gy 'er ook wat ingelegt ? JURRIAAN. Laat hooren ! welken nummers zyn 'er uitgekomen ? SNAPS. Aandonds, aandonds, 27. 20. 4S. 12. lp* JC) RRIAAN. Wat — wat? wagt tog een weinigie: (hy knet zyn Briefje.) is de 27; 'er by ? SNA F Si Jt. ,; JURRIAAN. De 19? SNAPSj Ja. jur*  ia DE TWEE BRIEFJES, _ jurriaan, De 48. ook ? snaps. Ja de 48. ook, jurriaan. Og Monfieur Snaps, gy houdt my voor de gek.— snaps, toornig. Waarom zoude ik uw begekken? dm,zie't zelfs. jurriaan. Ja 't is (de Hemel ver geve my myne zonden,) waar. (hy valt hem om de hals) Snaps , ik heb een prys — allerlieffte Snapje , een prys — een prys, allerlieffte fchoone Snapje — hoor, nn wil ik uw een half douzyn fcheermesfen koopen, zo groot £ls de fcherprechter zyn zwaart, en een fcharlaaKen barbierszak , waar in je twee fchepels koorn van de moolen kan draagen, en loopen dan, als hef jrrootlte koetspaart, van onre Graaf — allerlieffte bnapsje, een prys, een prys. snaps. Nu, wurg my tog niet. (ter zyde) ik zal van ergernis zwart worden. jurriaan. Hoezé, nu ben ik de gelukkigfte Kaerel, in Europa ach, wat wil ik zeggen, in Europa; de gelukK'gfte Kaerel in 't gantfche Roomfche Ryk, snaps, (ter zyde.) Laat ik nu zien, of % hem öp een behendige wys net briefje ontknarpe kan. jür-  KL U G T S P E L. 13 jurriaan. Nu , leef ondertusfchen wel Monfieur Snaps , (pekt zyn briefje weg.) nu wil ik terftond na de Stad gaan, om myn Geld te haaien; en 't dan voor de voeten, voor de lieffte voetjes neerleggen, die'er van de zondvloed , tot hceden op 't Aardryk geweest zyn. snapps. De vreugde maakt uw verwart. Jurriaan , wagt tog wat. weet je dan wel waar je 't geld haald? jurriaan. Sapperloot neen, dat weet ik niet. SNAPS. Nu, ik wil 'tuw zeggen, (hy zoekt hem het briefje te ontknarpen, dog Jurriaan Jloort hem door zyn bewegingen) Zie je — waar die lange ftraat is, dat weetje wel? jurriaan. Ja, ja, die lange ftraat weet ik. snaps. Nu, daar word 't geld afgehaald. jurriaan. Goed, goed, ik ga in die lange ftraat, geef myn Briefje, en kryge myn Geld. snapps. • J^."~ maar noor gy moet my nu recht verftaan: zie hier — als je nu in die lange ftraat komt, dan iieb je aan uw rechterhand — een groot plyn — kyk luer — per exempel, hier was die langen ftraat — zo  ï4 DE TWEE BRIEFJES, zo is hier, een weinigje rechts , een groot Plyn , met Ganfendrek coleur, gefchilderde Uithangborden, na de aldernieuwfte mode-. JURRIAAN. Goed, goed, een plein met Ganfendrek. SNAPS. Het valt uw voort in de oogen — dan gaat gy agter in 't Hof, aan de linkerhand, is een optrapte Scoep — en aan uw rechter, is een grauwe marmere zaaldeur, en een bel met een rheevoet — gy fchelt, daar komt een Bediende, in 't blaauw met zilver. — ik wilde gaarne met den Hoog Eerwaarde Heer Collecteur fpreeken. — kom nu maar in, goede Vriend! men lyd uw in 't Comptoir s gy geeft uw Briefje, en gezwind, toe fchielyk, zo veel duizend Ducaten voor de eerlyke man,"en alles in llagters gewicht — (hy ontknerp hem 't briefje) men neemt uw 't Briefje af, en alle vreugde heeft een eynde. J O R R IA A N. -"Goed, goed, 20 is 't recht — een plein, een ge-i marmerde rheevoet *Ö haar Hoog Eerwaarde, en dat in llagters gewigt —» ja ja — nu wil ik maake dat ik voort koome — ik bedanke uw duizendmaal, allerlieffte Monfieur Snaps, ag, ik Zoude zo dom, geweest zyn, als een Os. • Leev onderiusfchen wel., ik bedanke uw duyzendmaal. SNAPPS. Gy hebt het begreepen jtsrrlaan? vaarwel — v28^ W-el — vergeet het pa niet. JUR-  KLUGTSPEL. ij JI1HRUAK. Neen, neen, by zyn Hoog Eerwaarde, op dat groote Plyu, snaps alleen. VV anneer men voor zig zelfs geen middel flaagt, komt 'er niemand tot fonuyn, als zulke domkopen. Het geluk is waarlyk blind, maar de blinden moet men lyden. Wel dertigmaal, heb ik myn glimmende fpecie , na die vervloekte Collefteurs gedraagen, maar van myn daagen, geen eenige Ducaat van hun gekreegen; nu, de Hemel zy prys en dank , dat ik tog eindelyk nu eens gewonnen heb. iaat zien, uit welke clasfe zyt gy? (hy beziet 'ï briefje) ter duivel, daar heb ik my vergreep°n, ik ben geheel verlooren — nu , ten hcnker 't is tog ongelukkig, niet eens te winnen, zelfs wanneer men 't briefje fteelt, van die geene die gewonnen heeft. (Hy leest) Lieve vriend, op 't ogenblik — den Barbier Snaps, of Jurriaan — doe wat gy wild, lieve Vriend — die Kaerel heeft de duivel in 't jyf — de Lnefis van Roosje, wanneer dat olyk Meisje nu al lchryven kan, daar 't kwalyk een jaar in de Stad geweest is - zo is geen eerlyk Man, zyn leeve niet zeker •- neen, Monsfienr jurriaan, dat gaat bymyn A-eel niet aan — een Lot en een ryk meisje op een tyd. Jk moet my als een goed Burger een middel Haagen. — ftil _ ha , die vervloekte Brief, ken my hier in van dienst zyn (klept aan 't luis van Roosje) Roosje J Roosje 1 VIER. DERDE T O O jy E E L.  i« DE TWEE BRIEFJES, VIERDE T O O N E E L. snaps, roosje. ; roosje (van binnen.) -Aanftonds, wat is 't? (zy komt uit, gramjtorig) ach, zyt gy 't Monfieur Snaps? snaps» Om u te dienen, allerlieffte Roosje, ik kom, om myn hart voor een ogenblik te verfterken. roo sje. Het wynhuis is niet ver van hier. snaps. Klein , aartig fchelmpje — myn hartfterking ftaat reeds voor my; zo waar ik leeve, wanneer ik zo een allerliefst meisje zie, dat zulke fchoone bruine oogen, zo veel verftand , zo een voortreflyk aanzicht, zulke kleine voetjes, en zulke geestige invallen heefc, dan — dan weet ik terftond, waar ik myn kuuftig Juffrouwtje zoeken moet. — geloof my myn engel, ik ben een oprechte aanbidder van uw.... roosje. Ga by den avond in de ftad, Monfieur Snaps, en treed by een burger meisje voor de deur, daar keme zulke liefdeus verklaaringen beter te pas. snaps. / Beken 't maar! myn Zuikerpopje, gy moet my do^ ia uw hart beminnen» ROOS-?  KLUGTSPEL. 17 ROOSJE. Och Monfieur Snapps, houd uw gemak , wy zyn Zo gemeen niet met elkander* SNAPS. Neen, ik weet 't wel, Jurriaan en Roosje die zyn met elkander gemeen. ROOSJE. Dat gaat niemand aan, en zo je niets anders té zeggen hebt, wensch ik u gelukkige reis. SNAPS. Hoe men u aanfpreekt, gy blyfe altyd norsch: daar kwam ik uit een goed hart , u een Briefje brengen, dat in 't Dorp rond loopt... ROOSJE. Een Briefje? — dat m 't Dorp rondloopt? — wat gaat my 't Briefje in 't Dorp aan ? SNAPS. . 't Is wel geen Brief aan u, maar 't is een Brief aan Jurriaan; doch als men hem aaheenkwaadlpreeker geeft, zo zegt het gatufche Dorp, hy is van dat goede Roosje gefchreeven. Uit achting voor uw goede naam, wilde ik u de Brief zelf laaten leezen, doch , wyl ik voor myn eerlykheid zo flecht bejegend word, zo kan ik hem wel brengen, van waar ik hem gekreegen heb. (Hy wil heen gaan.) ROOSJE. Maar, Monfieur Snaps,van waaf hebt gy'tdan? zeg 't my tog ?  ig DE da< >'k ook naRoosj'e verkeer, op dat het nu een einde hebbe. SNAPS. Ja ja, op dat 't een einde hebbe: hm, bm' wt heeft ? ^efchieden , waarmede het een einde JURRIAAN. Hoor hier, wy zyn nu beide hier tegenwoordig, en Roosje is er ook , nu zullen wy haar vraagen* wie van ons beiden haar het meest behaagd heeft, iy zal ons ft, waarheid de eer aandoen, met openhartig te antwoorden, en daarna zal een onzer, d'e J>aar met behaagt, zeer ftil, zondereen luid wóórd Kf"'. vertrekken, en notabene, den anderen {hy.fpuwt m de hand)niet weder in de wegkomen: benje daar mede te vreede Monfieur Snaps? snaps. Met één woord, Jurriaan! ik top *t: kom aan, 't blyft daarby -- deze fchone Roosje zal zich eert onder ons verkiezen, en den anderen zal daar na geen luid woord meer ëarvetrfpreeken, zo meen ie't immers x jur-  KLUGTSPEL. 53 jurriaan (innerlyk lagchende.) Ja, ja ! zo meen ik het {ter zyde) o ou gek Schaapshoofd. snaps. Nu fchoone Roosje, gy hebt gehoord wat wy met malkanderen bellooten hebben — zyt tog zo barmhartig en fpreekt gy 't vonnis uit, maitel ons niet langer, fuikerpopjeI jurriaan. Ja ja Roosje, doe ons het genoegen, en zeg het [ter zyde) de kaerel is zo dom als een gans. roosje (ter zyde ) Ik zal barften van boosheid. snaps. Nu lieve Roosje, wie is 't van ons beiden? roosje (met een flauwe Jlem.) Die een Briefje van my aantoonen kan , die is 't jurriaan. Nu, dat is klaar en duidelyk (zy ziet naar Snaps, die in zyn zakken zoekt) ja zeek jy, zoek jy , zoek iy eeuwig en drie dagen, je zult het niet vinden (liy voelt in zyn zak) hier zittenze die de Carmagnolen danfen; nu Monfieur Snaps uw dienaar, ik wensch u een lang leeven, goed weêr op je reis, en veel aangenaame Feestdaggen : daar lieve Roosje daar. (Hy geeft haar een Briefje ) roosje. Wat is dat tog! (zy wèrpt 't hem voor de voeten.) dat is een Loterybriefje. B4 jor-  54 DE TWEE BRIEFJES, JURRIAAN. Ach ter duivel daar heb ik niet eens aan gedagt — je weet tog nog niets — het geluk heeft my heden geheel gek gemaakt — ik heb in de Lotery — maar fakkerloot waar heb ik dan het Briefje gelaaten — 't is my tog duizendmaal liever dan dit — ik 'hoop tog niet, dat ik 't verlooren heb. SNAPS. Dat was eeuwig jammer, zo een fchoone Minnebrief—ik heb den mynen beter bewaard —zie fchoöne Roosje , of dit nw hand is? roosje Qzy leest.) Lieve Vriend ! op 't ogenblik. JURRIAAN. Dat is myn Briefje, dat is myn Briefje, dat is. geen eerlyke zaak , dat moet my ontdooien zyn. ROOSJE. Geftoolen hebben? neen bedrieger, wilje my nog op't laastc oogenblik voorliegen? neen — ik ken u, ga by uwe Regine, en toon haar myn Briefje, dat zy niet eens leezen kan; ga, zeg haar, dat ge mets om my geeft, en kom daar na weder by my, en zeg dat gy zonder my niet leeven kunt booswicht' geveinsde boef! onderneem het niet weder onder myn oogen te koomen — gy hebt een eerlyk Meisje bedroogen — befchimpt — by de Lieden rondgebragt — maar, gy zult Iniet ongewrooken. heengaan — ik zal 't myn Vader zeggen, zo voort hy t'huis komt, en dan zult gy zien, hoe men zo een, boef betaald — en gy Monfieur Snaps, behoud gy  KLUGTSPEL. gy 't Briefje, ik heb ééns gezegt, wie het toonen kan »al myn man worden, en ik zal myn woord houden. ZESDE T O O N E E L. 1urriaan, snaps. jurriaan (na eenftilte, waarin zy beide elkander aangezien hebben, weemoedig.) A eh lieve Monfieur Snaps, voel my tog eens de pols. s n a ps (hy voelt hem de pok zeer a&ndagtig.) Ter duivel Jurriaan! — hm! — ik dacht dat gy naar "huis gingt , en wilde u nakoomen , om door ee» lalf douzyn aderlatingen , de dingen ten einde te maaken. jurriaan (hy wischt zyn traanen af,) Maar zeg my , heb ik recht gezien? heb ik wel recht gchoort? snaps. Hm! — ik fta zelfs verdomd, ik begryp van de «ehee'.e zaak niet met al. jurriaan. Maar hoe zyt gy tog aan myn Briefje gekoomen? hoe beu ik 't kwyt geraakt? snaps. Nog eens gezegt; ik begryp niets van dit gehele voorval, Roosje heeft my tc vooren zelf het B 5 Brief-  25 DE TWEE BRIEFJES, Briefje gegeeveti, en daar by gezegt, niemand tot man te willen hebben, dan my. jurriaan. Ja, maar het Briefje heb ik gehad , ik ken 't nog duidelyk aan de kronkels, die ik 'er uit liefde in gemaakt heb — hoe heeft Roosje het weder kunnen krygen? en de Hemel weet wat zy met Regine zeggen wil • ik heb zo oud ik ben geen Meisje zo die? in de ogen gezien, als Roosje; ik heb 't wel gedacht, dat myn vreugde van geen lange duur zoude zyn, 't was te veel geluk op één reis.; gy wilt haar dan trouwen? in alle ernst trouwen? snaps. Ja wanneer ik haar trouw , trouw ik haar in alle ernst. Jurriaan (driftig.y Hoor hier, ik wil u een goede raad geven , te weeten, dat gy Wel en voorzigtig deed, dat gy uw fchielyk wegpakte, want ik ftaa 'er u niet voor in, dat myn vuisten niet zullen beginnen te jeuken, en dan zoudet gy _ gevaar lopen , van zo afgeklopt te worden, dat gy in geen Jaar aan trouwen denken zulten apropos,'r komt my voor, dat dit alles een fpitsboevery van u is! hé? dat ik 't Briefje in myn zak gehad heb, weet ik zeer wel, doch wie 't 'er uitgeftQolen heeft ? he! snaps. Kom kom! gy praat of gy zot waart, wanneer ik u had willen belleden, had ik het loterybriefjewel genoomen, want men kan een meisje duizendmaal eerder krygen, dan een lot. jur-  KLUGTSPEL. 47 jüriuaam. Ach! de Hemel gave, de fpitsboef had het lot genoomen, en my het briefje gelaaten ! want wat zal 'er nu van den armen Jurriaan worden, dewyl zy boos op my is, en een ander tot man begeert — (hy weent) ach! 'er zal zo lang ik leeve, geen vreugde meer voor my zyn, een ieder zal my ontvluchten , ja ik wil maaken dat ik fterf, voor en al eer de bruiloft voortgaat. snaps. Eerlyke Jurriaan, ik beklaag u, gy kunt begrypen, dat ik u wegens u goede|geaartheeden , altyd byzonder lief gehad heb, waarachtig, ik wéét niet wat ik uit vriendfchap voor u doen zal — doch hoor eens, Roosje heeft gezegt, d:e ge;ne tot taan te neemen, die het brietje aantonen Lan, gy weet £e briefis in myn handen, maar, kom aan, geef my het lot, en ik zal u het briefje geeven, he? jurriaan. Wat? allerlieffte, beste Snaps, is 't ernst? snaps. Ja 't is ernst, dóch ik zeg, dat ik meer voor'o doe, dan een eerlyk man voor zyn broeder. jurriaan (verheugd.) Daar, daar is 't lot, toe fchielyk geef hier, fuiker Snapje, het is 't dubbeld waardig (231 verwisjelen de briefjes)h\ daar heb ik uw weder, allerliefst briefje! zeg my tog eens kleine fchelm , waarom zyt gy wég geloopen, jou- vlyertje ? — doe 't niet weder jou aapje, want nu heb ik in myn leeve niets meer dan u! voor deez' keer, j zal ik u de fout nog vergec» ven,  28 DE TWEE BRIEFJES, ven: kom hier myn hartje! een kus, nog een, en no" een , nu rs alles vergeeten en vergeeven. ° SNAPS. Dat lot is immers nu. geheel en al 't myne? JURRIAAN. Geheel en al, Snapje! met huid en hair, gy hebt het loterybnetje, en ik 'c briefje van Roosje. De Hemel gee?e dar ik zó fchielyk betaald worde als gy — maar waarachtig, ik vertrouw die kleine fchelm hier niet, hy mpgt my nog eens wegloopen; weetje wat Monfieur Snaps ] gaat gy nu weg, op dat ik met Koosje alleen fpreeke. SNAPS. Zeker zeker, dat is niet meer als bilfyk, vaarwel Jurriaan, vaarwel yhy omarmt hem) het verheugd my dat ife u zo een goede dienst gedaan heb; kyk zo ben ik, ik ben zo teer van hart, dat ik alles zonde geven, zo dra ik iemand fchryen zie. JURRI AAN. Gy zyt een braaf man Monfieur Snaps, wanneer ik uw weder van dienst kan zyn, zo kom maar by my, maar ga nu tog heen, op dat ik met Koosje ongeftoord fpreeken kan — vaarwel — de groetenis aan de hoogeerwaarde. SNAPS. Ik hoop het waar te nemen, ik hoop het waar te nemen (ter zyde) wy zullen nog een ogenblik achter die hoornen loeren, en zien hoe Jurriaan ontfangen fcal worden.  KLÜGTSPEL. 29 ZEVENDE T O O N E E L. jurriaan, roosje, snaps, verfchoelen. jurriaan, klopt aan Roosjes huisdeur. Is er niemand t'huis ? roosje, uit 't venfier. Wat? zyt gy 't, onderneemt gy 't u nog h'et te koomen ? kunt gy nog gelooven een voet in myn huis te zetten, zeg ? beeld ge u dat in ? j [t r r i a a n. Neen, neen, Roosje ik wil niet in huis, ik zal buiten blyven, maar wat ik u bidden mag, laat ik nog een woordje met u fpreeken, het is voort gedaan; toon my die gunst, en kom voor een paar ogen-; blikken beneden, dan zult gy zien dat.... roosje. Ik wil niets zien, niets hooren. of niets weeten, laat my met vreeden, en kom nimmer onder myn oogen. (231 doet het venjier diht.) snaps, _/ïi7 opkoomende, ter zyde. Bravo! exelent! nu wil ik myn geld haaien, en heb ik dat, dan kom ik weder hier en haal het Meisje. AGT°  3o DE TWEE BRIEFJES, J GTS TE TO O N E E L. jcbeiaaKj daarna roosje. jurriaan, alleen. J-At is tog wat te erg _ haar niet eens 't briefje te kunnen toonen» - en wanneer ik deez' tyd verlooren Iaat gaan, zo helpt 'er by den hemel geen b.dden meer - dan is alles verlooren, want Suaps vertrouw ik nimmer weder hier, dewyl, zo hy eens weder hier komt, alle hoop voor my verlooren is^kom, * moet nog eens de ftoutheid gebruiken: in.shemels naam! het gaat dan zo 't wil; ik zal met eerder te vrede zyn , voor en al eer ik nog één verzoek gedaan heb. (hy klopt nog eens aan.) Nu Wacht wat — courage Jurriaan! »v roosje, aan 't venfier. Wat, nog geen rust? Moet ik na 't Gerecht gaan ? jdrriaan. Ach lieve Roosje, verfoor u tog niet! ik kom niet om met u te praaten ; want dat wilt gy ?mmers niet hebben? Neen, ik kom alleen om o iiw brief weder te brengen. Roosje. Myn brief! Hebt gy die? - Ach lieve hemel, die verwenschte brief loopt de geheele waereld rond. — Wacht een weinig, ik zal hem aauneemen. (Zy doet het venfier digt.) jurriaan, alleen. Nü haal ik weder een weinigje adem; myn gewee-  c KLUGTSPEL. 31 weeten is zuiver, ik heb baar lief, ja ik heb haar altoos lief gehad, en zy my ook;zy moet, de hemd vergeeve my myne zonden, met kwaade lieden omgaan , indien zy my geen gehoor vergund. roosje, hemt uit 't huis. Maar, dat zeg ik vooraf, van het geen 'er gefchied is, wil ik, niets hooren of weeten, myn vraag is Hechts, hoe gy myn brief hebt weder bekomen. • jürriaaN) geeft haar 't briefje. Daar Roosje! hier is hy, neem hem nu weder, hy is nu weder aan my, ik had.'er al myu hoop op gezet,myn geheele geluk op gebouwd, maar (hy weent) zo gy my de brief niet behouden laat — zal. ik nimmer gelukkig zyn... Roosje. Neen , ik zeg dat gy hem my weder geeven moet — op dat gy hem niet weder in een wynhuis voorleest ? — Foei! zig met myn brief, die ik met een goed hart gefchreven heb, met een ander meisje te vermaaken } foei! jurriaan. Roosje, allerlieffte fchoone Roosje! wat brengt gy tog voor taal te voorfchyn? als of ik met een ander meisje dan uw ga! wilt gy my nu nog begekken» roosje. Heden vroeg gaf ik u dit briefje, én een paar naren daarna bragt Snaps het my weder? Hoe komt dat dan, als gy geheel onfchuldig zyt? jür.  32 DE TWEE BRIEFJES, jurriaan. Heeft Snaps het u wedergebragt, dan is hy eert fchürk, want tegen my zegt hy, gy hebt 't hem gegeven, nu is 't zeker, dat hy 'c my omdolen heeft. roosje, ter zyde. De hemel gaf dat 't waarheid was! dat de' barbier Snaps daartoe in daat was — ach ! ik gaf alles wat ik had dat Jurriaan onfchuldig was. jurriaan. Maar fpreek lieve Roosje, fpreek toch eens: wy hebben nu reeds twee jaaren met malkander verkeerd, hebt gy my ooit in die gehsele tyd op zo een verfoeilyke daad betrapt? — Hoor lieve Roosje! vergeeft my, dat ik my heb haten bedeelen: het zal nimmer gefchieden;ach! vergeef't my lieveRoosje! zyt tog zo barmhartig, ik zal het nooit weder doen. roosje. Hoe komt gy dan wederman dit briefje? Wie heeft 't u gegeven? jurriaan. i Het lot. roosj e. Het lot? — Ik geloof gy weet niet wat ge zegt — op 't oögenblik had Snaps den brief; heeft die hem u dan weder gegeven ? jurriaan. Ik heb 't van Snaps gekocht, en toen heeft hy 't my weder gegeven. ÏOOS"  KLUCTSPËL. 33 ROOSJE. • Afgekocht! hoe dan ? waar voor ? JURRIAAN. Ik zal 't u zeggen, lieve Roosje. Gy moet weeten, dat ik heden vroeg een prys gewonuen heb, die ik voor een daalder gekocht had. ROOSJE. Gy! een prys ? — Jemeni dat moet wat groots tyn als men een Lot wint. JUR R IA AN. Ja het is omtrent 8000 Daa'ders, ROOSJE. Een Lot van 8000 Daalders , heden Jurriaan, jwat.zult gy met al dat geld doen? JURRIA AN. Wel hoor, by groot geluk had ik het geld nog niet ontvangen, en Snaps ziende dat ik over het briefje zeer droevig was, vroeg my eindelyk of hy de briefjes wilde verwisfelen. ROOSJE. En hebt gy dat gedaan? JURRIAAN. Wel zeker, ik zou hem myn huis er nog by ge'geven hebben, zo hy 't begeerd had, ROOSJE Goede lieve Jurriaan, (zy omarmt hem) vergeef 't my! zyt niet boos! zo lang ik leef, zal ik de uwe 2yn. G JUR-  34 DE TWEE BRIEFJES, jurriaan. Sakkerloot Roosje, gy moet tog veel van braave menichen houden. roosje. Vergeef 't my lieve Jurriaan, dat ik u onrecht gedaan heb, behoud myn brief, 'als 't u gelieft ik zweer t u dat ik u ];ef ^ daf nkmand ^ u hebben wil, en nog heden avond 20 't u behaagt en gy n,et meer kwaad op my zyt, my met uw wil laaten verbinden. jurriaan. Zeker! hebt gy my weder lief? ach! ik ben byna dood van vreugde! - hoor lieve Roosje? zeg niet weder dat gy my bemint, want er kon my weder «en ongeluk overkomen. Laat ik u eens aanzien: ik wil uw gedachten in uwe lieve bruine oogen leezen, zonder dat gy ze my zegt. roosje. Nu, vergeef 't my lieve Jurriaan, dat ik u zo bejegend heb. jur riaan. Ik weet niet wat ik u van vreugde zeggen zal: ach! doe my eens het plaiVer en zeg my 'wat die twee eerue woorden zyn. (Hy geeft kaar den brief ) roosje, leest. Lieve vriend! jurriaan. Wat wat? ik heb 't niet recht verftaan. t. . roosje. Lieve vriend! jur-  KLUGTSPEL. 35 JURRIAAN. Wat! laat my 't zelf eens leezen, — 1. i. e. lie. v. e. lieve — v. r. i. e. n. d. vriend, lieve vriend! — ach! dat ze zo alle waaren, ja de Hemel gaf dat deze twee woorden zo lang waren, als het dikke historieboek van onzen Schoolmeester. ROOSJE. Ach! troost u lieve Jurriaan, zo 't u niet ver* veelt, zult gy 't nog duizendmaal hooren. Maar wy moeten den barbier zo niet laaien gaan. JURRIAAN. Waarom niet ? ROOSJE. Om dat hy u bedrogen heeft, zal hy het briefje wedergeven. JURRIAAN. Welk briefje? ROOSJE. Het Loterybriefje. JURRIAAN Neen, lieve Roosje! neen, de ruiling is gedaan, wy zullen er niet weder over fpreeken, — want hy mogt zich bedenken en de brief weder willen hebben — neen — neen! — 't is zo goed, gy hebt my lief, niet waar? en anders verlang ik niets, ROOSJE. Stil — (lil — daar zie ik hem komen, ga fchielyk in huis, en kom er niet eerder uit, als ik u roep. C 2 JUR-  gf DE; TWEE B RIEFJES, jürriaan. Roep my wat fchidyk, hoort gy? koosje. , Ja, ja, kom, haast u op dat hy u niet zie NEGENDE T O O N E E L. 'roosje, snaps. snaps, by zig zeiven. tl nf5t di£ verv,oekte Schoolmeester nu juist heden u.tgaan : en 7.0 Hecht als de vent is ka r l tnê heden zonder hem niets uitvoeren. - (SiS&S engel, ik w.lde op 't ogenblik naar u toe gaan. roosje. 't Is my lief dat ik u zie Monfieur Snaps: weetie wat er tusfehen my en Jurriaan voorgevallen is? J snaps. Och neen, wat is er dan voorgevallen? roosje. .Denk eens; die bedrieger, die [urriaan vürrWi J-ch weder onder myn^ogen « ZLn ^t ^it^ll^ ^ ^1-en lang n:5 snaps. Dat is voortreffelyk: ha ha hal ja ik heb 't wel •-ge-  KLUGTSPEL. 37 gedacht: ha ha ha! — ik heb my daar vei flooken, en toen heb ik gezien: ha ha ha! — hoe je hem het venlier voor de neus toefloot: ha ha ha! — maar, laatcn wy. de domme Jurriaan ter zyde (lellen, myn engeltje, je weet immers wel wat je my belooft hebt ? roosje, ter zyde. Ha ha! daar heb ik u, (overluid) ja ja Monfieur Snaps, dat weet ik zeer wel, en ik beloof 't u, maar er is iets dat gy my eerst openoaarcn moet. snaps. Openbaaren, refolveeren, disfolveeren, onderwyzen, uitleggen, ja alles wat gy wilt, myn hartje! roosjf. Waarlyk Snaps, ik neem een man die my bem'nt, en wanneer je 't eerlyk meent tVlonfieur Snaps, maar — je moet het eerlyk meenet)t dan denk ik dat wy een goed paar zyn, ik heb wel wat vermogen, maar begeer echter niet dat myn man het heeft, —> doch ik begeer dat hy my boven alle andere meisjes liefheeft, zeg my openhartig Monfieur Snaps, hebt gy buiten my geen ander? snaps. Nu de Hemel gaf, dat ik al de eeden en vlorken wist, die er in den geheele franfehen armee zyn, om u , alleilieflte Roosje! te bezweeten dat ik roosje. Hoor hier, ik heb een fout aan my, dat is dat ik verfchrikkeiyk wantrouwig ben, — tojsti gy hier 'kwamt, had gy een papier in uw hand't welk gy zo C q dra  38 DE TWEE BRIEFJES, dra gy my .gewaar wierd vertok, wat was dat? indien gy wilt dat ik uw vertrouw, zo moet gy 't my laaien zien, heeft misfchien Regine of een ander meisje u een briefje gefchreven? snaps» Neen waarachtig, fchoone Roosje! ik mag fterven, als ik een briefje zoude aanneemen — want in myn gantfche leven heeft geen vrouw aan my geichrcven. ; roos je, Neen neen, dat zyn maar bloode uïtvlu°ten en wanneer je hebben wilt dat ik u geloof, en voor een eerlyk man houde, zo moet gy my het papier Jaaten zien — en in myn handen geeven. 1 snaps. * Myn getrouwe ik wil dat gy myn liefde beproeft: ha ha ha! gy zult verwonderd ftaan: ha haJia' — ais gy ziet dar het rret anders is, (hy geeft haar het Loterybnefje,) dan een Loterybrierje: ha ha'ha! roosje, neemt het en verbergt het. Nu heb ik 't — nu heb ik 't — zie nu Monfieur Fnaps,dat het alierè\nvoudiglte meisje,een fchelmder fchclmen bedrogen heeft. Jurriaan! — Jurriaan! TIENDE TO O N E E L. roosje, snaps, jurriaan. Wjurriaan. at is 't ? wat is 't ? heeft hy weêr wat geltolen ? roos-  KLÜGTSPEL. 29 roosje. Neen, neen, ik heb het weder 't geen hy genoten heeft, — daar is 't — daar! — gy wilt my immers nog hebben Jurriaan? alhoewel gy nu 20 ryk zyt? — en u Monfieur Snaps wensch ik alle dagen 20 een fchoone winst als heden, maar laat u niet weder bedotten, vat je 't ? jurriaan. Die arme duivel! ik beklaag hem — hoor hier Monfieur Snaps, wanneer ik eens een koetzier van noden heb, en het behaagt u , zo kom maar op myn ridder hoflteê. roosje. Neen, neen jurriaan, hy zoude wanneer hy onze paerden na het wet bracht, niet weder komen, daar zullen wy eens nader over zingen. ELFDE T O O N E E L. snaps, alleen. Daaruit wil ik my twee dingen noteeren; ten eerllen: er is geen erger ketel-lappers volk, dan een paar verliefde: ten andere: blykt het dat alle voor;genomen listen niet gelukken ; doch wanneer alle lieden tot fortuin kwamen, zoude er waarlyk geen behoefcigen zyn. EINDE.