Sem. Rem. 6026   CATHOLYK fJWJDJEJR M JG T over de Vraag wat is be - JL iSL XJ jS> • volgens de grondstellingen der egte catholyke leere verklaard door 1 FERDINAND V. GEUS AU. Ite ad Jofeph. Uit het Hoogduitfch vertaalt na de Weener Druk. Te N T M E G E N, By A. van GOOR, Stads- en Quartiers - Drukker en Boekverkoper.   Pag. i. Zeer beminde in Chrifto Jefu. Catholyke Medebroederen en Medefirfteren! ÜJ/e Paus is aireets den 27. van de maand February laaftleden van den Stoel Petri opgeftaan, en heeft zich op Reis begeven, om Jofeph de II. den grooten Roomfchen Keifer te bezoeken. Dus is het dog waar, dat den heiligen Vader zich, verwaardigt, Duitfchland, ons Weenen, te zien, en den Keizer te bezoeken ? -— Ja, myne zeer beminde Medechriftenen, onfen grooten Keifer, die zyne hoogfte Waardigheid onmiddelyk van God heeft, verwaardigt zich, denzelven, als den eerften der Bisfchoppen, in zyne RefidentieStad op te neemen, en heeft aireets de Woningen voor hem laten gereed maken, Gylieden weet immers, dat Onfen met A Wc  Adelaars-ogen alles doorzoekende, en voor het Befte van zyne Kinderen' bezorgde Vader Jofeph ook in Romen geweeft is, en den vorigen waardigen Paus Ganganelli befogt heeft: den tegenwoordigen Paus geeft dus aan den Keifer een Tegen-viüte. De tyden derDuifternis zyn voorby, toen de roomfche Pausfen zich de magt aangematigt hebben, over Keiferen te beveelen, en zich in de Ryks-Zaaken te konnen inmengen. —- Het is waar, 't is iets byzonders, dat een Paus naar Wenen komt, maar gy hebt ook zulke byzondere begrippen van den Paus, dat het waarlyk nodig is, Uteregt te wyfen, en wel volgens de grondftellingen van de Catholyke Leer , welke gy als Catholyke Chriftenen voor waar houden moet. Ik weet wel, dat 'er, helaas! zelfs zommige Predikers zyn, die op opentlyke Predikftoeien, van de Verwe des Yvers, gy weet datze rood is, aangefpoort, tegens uwe Opheldering fchreeuwen: dogweetet, zywederftaan de erkende  3 de Waarheid, dewy 1 zy tegen haren Hoogmoed, enEigenbaatzugtftrydigis, endewyl zy daar toe aangezet worden. .—. Maar Wee dien Herder wiens Schaapen ruidig zyn, en hy wilze niet laten geneefen. — Acht zulke1 gehuurde Predikers niet, gelooft henlieden niet, Zy wilden U gaarne nog langer in de Duifternis, in de Dwaalinge, en in de Domheid laten. De Waarheid van dat geene wat ik U hier fchryf, is beproeft, en met de egte Geloofs-ftellingen van de Catholyke Religie overeenkomftig bevonden geworden; Maar hunne Reeden zynalleenlyknahaare geinteresfeerde Eigen-inbeelding, zonder voorafgaande goedkeuring, ingerigt. Zegt aan haar: Wy willen maar alleen de Uitlegging der egte Leere JefuChriftivau U weeten, daar toe zyt gy beroepen5 had gy ons reeds voor lange, zo als het uwen pligt geweeft was, van dwalingen bevryd, en ons met waarheid onderrigt, dan hadden wy niet nodig, dat wy tot onfe onderrigting en tot onfe opheldering, A 2 Boe-  4 Wé Eoekeri, die U een doorn in 't Oog zyn, voor ons gereed geld moeten koopen. Gy gelooft, zeer beminde Medechriftenen , dewyl den Paus Uwe Heiligheid genoemt word, dat hy een Heilige op de aarde is, dat gy hem als een Heiligen eere bewyzen, en voor hem op de knyën vallen moet, daar gy dog behoord te weeten, dat een Paus even zo wel, als een Bedelaar, wanneer hy fehandelyk leeft, en fterft, verdoemt, en dat een Bedelaar even zo wel als de Paus, wanneer hy daar na leeft, heilig word. Den Eeren-titul Uwe Heiligheid, word hem gegeven ten aanlien van de Heiligheid des Geloofs, en dewyl hy mei de overige BiiTchoppen de heilige Kerk regeert. Itt oude tyden wierden ook aan de andere Bisfchoppen de Eeren-tituls: Paus, Heiligfle leader, Uwe Heiligheid, hoogjle Priefier, Opvolgers van de Jpofielen fcfc. gegeven; tot in de negende Eeuw noemden de overige Bisfchoppen den Paus Brosder. De Paus Gregorius den Grooten,  ten, koude het zelfs niet lyden, dat de Bisfchoppen, wanneer zy aan hem fchreven, ofte met hem fpraken, de woorden: Beveelen en algemeene Bisfcbop, gebruikten, hy zelve noemde ieder Bisfchop Uwe Heiligheid. Eenigen geloven zelfs, zo als ik het dikwils zelve gehoord heb, dat de Paus, als hy op de Stoel van Petrus fit, met God kan fpreken. Ja hy kan alle uuren, alle minuten, hy mag zyn waarhy wil, hy mag gaan, vaaren, of ryden, met God fpreeken, gelyk wy allen, wanneer wy bidden, en ons herte en onfe ftemme tot onfen hemelfchen Vader verheffen, maar anders niet. En wat hebt gy dan vooreen verbeelding van den Stoel Petri? Gelooft gy wel, dat de Paus te Romen op dien zelfden Stoel of Zetel zit, waarop den heiligen Petrus gezeten heeft? en wanneer deeze Stoel, deeze Zetel noch voorhanden was, zo als het doch niet is, gelooft gy dan , dat deeze Stoel eene kragt heeft? A 3 Gy-  6 ^Jkï Gylieden gelooft dat den Paus alleen de Sleutelen des Hemelryks heeft oritfangen, en dat-hy alieen binden en ontbinden kan. Maar daar in dwaalt gy; Want niet den Paus alleen, maar alle Bisfchoppen hebben deze Magt. Den heiligen Evangelift Johannes verzekert ons'Cap. XX. f as. en 123., dat Jefus Chriftus niet tot Petrus alleen, maar tot alle de overige Apoftelen gezegd heeft: Ontfangt den heiligen Geeft. Zo gy iemand de Zonden vergeeft, dien fynze vergeeven, en den geenen die gy ze houd, dien fynze gehouden. Gy lieden zult dog de heilige Schrift, den heiligen Apoftel en de Evangehften geloven. Den heiligen Kerken-leeraar Hieronimus zegt ook van de Apoftelen: Alk ontfangen de Sleutelen des Hemelryks en de Kerk moord op den eenen zo als op den anderen even veel gegrond. Den heiligen Cyprianüs zegt: Voorzeeker zyn de overige Apoftelen Petrus gelyk geweeft, en hebben met hem defelfde waardigheid , en eenerley magt bekoomen. Zelfs Jefus Chriftus fpreekt tot alle Disei-  ' 7 cipelen, niet tot Petrus alleen: Ik Jende U lieden, wel gelet, U lieden niet U Petrus. Den heiligen Ambrofiuszegt: Den Bisfchop reprefenteert de Perfoon van Chriftus, by is de Stadhouder des Heeren; dit is te verftaan, ieder Bisfchop in zyn Kérkengebied. Den heiligen Auguftinus, den heiligen Bafilicus, en andere heilige Kerken-leeraren, zelfs de heilige Kerken-Vergaderingen zeggen het ons, dat ieder Bisfchop, en niet den Paus alleen Stadhouder van Chriitus is. Gy kunt, by gevolg, alle dagen aan uwen Bisfchop een Stadhouder Chrifti zien, die dezelfde magt te ontbinden en te binden heeft als de Paus, en deze magt hebben de Bisfchoppea niet van den Paus, maaronmiddelyk van God. . Maar men zal zeggen: Jefus Chriftus heeft maar tot Petrus alleen gezegt: Gy zyt Petrus, en op dezen Rotzjleen wil ik myne Kerke bouwen, en ik wil U de Sleutelen des Hemels geven.— Simon Jona bebt gy my liever dan deze ? Weidt myne Lammeren, weidt- myne Scbaapen. Maar hoord,  3 hoord, iieffteMedechriftenen, dezeText is alleenlyk door zulke Vleyers der roomfehe Pausfen, welke derzelver raagt verre buiten de behoorlyke Grenspalen uitrekten, maar nooit door de heilige Vaderen, nogte door de heilige Kerkenraaden, na de woorden zo als die hier leggen, verklaard geworden. Eenigeheil: Vaderen leren, dat onder de Steenrotz, waar öp Chriftus de Kerk gebouwt, niet Petrus, maar het Geloofs-belydenis, 't welke den heiligen Apoftel Petrus van de Godheid Chrifti gedaan heeft, verftaan word; Welke uitlegging zeer vee.1 Pausfen, die de Paaien van hunne wezentlyke Waardigheid en Magt erkenden, mede geloof gegeven hebben: Veele heilige Vaderen verftaan door de Steenrotze Chriftum zelve; en het overige aanzienlyke gedeelte der heilige Schryveren zegt: dat, gelyk als Petrus, in den Naam van alle de overige Apoftelen , van de Godheid Chrifti een opentlyke Getuigenis gegeven heeft, dus ook de woorden van Chriftus Jefus tot Pe- ' - ■ mis  9 trus, als Voortreder der overige Apoftelen en Kerkenhoofden, en by gevolg ook tot deze laatftgemelde gefprooken waren. Wanneer ook eenige Uitleggeren deeze woorden: De Poorten der Helle zullenze niet overweldigen, van Petrus verftaan , zo kan men met den Catholyken en geleerden Bisfchop Bosfuet egter daar tegen duizend andere aanbaalen, welke ze niet van Petrus alleen, maar van alle Apoftelen verftaan. Den heil: Ambrofius fchryft met klaare woorden: Driemaal beeft den Heiland deze woorden herbaalt: Weidt myne Scbaapen. En welke Schaopen, welke Kudde beeft wel toenmaals den heiligen Petrus overgenomen ? die, welke by met ons te gelyk, en welke wy alles met hem te gelyk overgenomen hebben. Wel gelet: welke hy met ons te gelyk, en welke wy alle met hem te gelyk hebben overgenomen: deze Reden, weidt myne Schaapen raakt alle. Ziet myn lieve Medechriftenen, wanneer de boven aangetogene woorden van den Verlosfer der Wereld maar Petrus alleen, niet ook de overige Apoftelen, en B ten  ten gevolge van dien maar den roomfchen Paus alleen en niet de gezamentlyke Bisfchoppen aangingen, zo volgde zekerlyk daar uit, dat maar den Paus alleen de Sleutelen des Hemelryks, en de Magt om te ontbinden en te binden hadde, dat hy onfylbaar zoude zyn, devvyl de Kerk op hem gegrond was, die de Poorten der Helle niet zullen overweldigen; maar gelyk als ik U boven aireets hebbe beweefen, en gelyk als ik verders onwederfpreekelyk bewyfen zal, zo is het geheel anders en omgekeert. De Paus kan misfen, dwaalen en is niet onfylbaar in Geloofs zaken, maar wel is de gezamentlyke Kerk, ook zyn de in den heiligen Geeft regtmatig Vergaderde, de gantfcheCatholyke Keik voorftellende Kerkenraaden, onfylbaar; aan deze, niet Petrus, niet de Paus alleen heeft Chriftus belooft dat de Poorten der Helle ze niet zullen overweldigen. Den Paus is aan derzelver Uitfpraaken en onderfcheidingen onderworpen. Ik wil het LJ lieden, om U volkomen te overtuigen, uit de GoddelykeSchrift, uit deKerken- Va-  Vaderen, uit de heilige Kérken-Vergaderingen , en door waardige Pausfen zelve bewyfen. Jefus Chriftus zegt, by den Evangelift Mattheus Cap. XVill. f 15. Die de Kerk niet boort, dien zult gy houden voor een Reiden en Publicaan; hyzegtniet, die U Petrus niet hoort, dien zult gy voor een Heyden en Publicaan houden. Den heiligen Paulus fchryft aan den Discipel Timotheus in zyn eerft Zendbrief Cap. III. f15. De Kerk, wel gelet, de Kerk des levenden Gods, is de Pilaar en vaftigbeid der Waarheid. Dezen zelfden Apoftel Paulus, heeft aan den heiligen Petrus zelve een verwyt gegeven, dewyl Petrus niet regt en wandelde na de Waarheid des Evangeliums, in den Zendbrief aan de Galaten Cap. II. f 11. Paulus en Barnabas twyffelden wat zy ten aanzien der Befnydenisfe zouden leeren; dierhalven namen zy Raad by de algemeene Kerk-Vergadering der Apoftelen en Priefteren te Jerufalem, niet by Petrus, en zy hebben ook niet van Petrus, maar van Ba de  12 de geheele Vergadering de Ontfcheiding ontfangen met de volgende Woorden: Het beeft den heiligen Geeft en ons goedgedagt, &c. Handel, der Apoft. Cap. XV. f 28. Den heiligen Bisfchop en Kerken-lêe'rraar Auguftinus fchryft: Alsdan verftaan ™y de Goddelyke Schriften waaragtig ah wy de herordeningen van een algemeene Kerk geboorfamen, aan welke wy door bet Gezag der Schrift zelve geweefen worden. En wydersOok ik zoude my niet onder (laan aan dat, wat de Paus Stepbanus ontfcbeiden beeft, geloof te geven wanneer my piet het eenparige Gezag van de Catholyke Kerk in zyne meening beveftigde, welk Gezag ook zonder twyffel Cyprianüs zoude hebben toegeftemt by aldien de Waarheid in zynentyd Uoot gelegt, en door een algemeenen Kerkenraad vaftgefteld geworden was, Ziet myne Jieftte Medechriftenen, den heiligen Cyprianüs heeft de Uitfpraak van den Paus Stephanus niet toegeftemt, en geen geloof gegeven, dewyl deze Uitfpraak niet onfylbaar, en niet door een algemeene Kerken-  13 ken-Vergadeiïng beveiligt was; en den heiligen Anguftinus, hadde het ook niet gedaan, wanneer niet de heilige algemeene Kerken - Vergaderinge dezelve hadde beveiligt. Hoord verders de heilige Kerken-Vergadering te Koftnitz, welke het U met duidelyke Woorden zegt: ,, Dat de in „ den heiligen Geeft regtmatig vergaderde „ algemeene, en den zamentlyken de Ca„ tholyke Kerke voorftellenden Kerken„ raad, onmiddelyk van Chrifto,niet van „ den Paus zyne Magt heeft, aan dewel„ een ieder Chriften, vanwatftaathyal-„ toos zy, ook wanneer by een Paus is, „ verpligt is te gehoorzamen, in alle dat „ geene, wat het Geloof de vernietiging „ der Kerkenfcheuringen, en dealgemee„ ne Kerken-reformatie aan Hoofd en Lee„ den aangaat, dat alleen eeniegelyk, „ van wat ftaat, bedryf en waardigheid „ zy zyn mogen, den Paus daar van niet „ .uitgezonden, welke aan de Geboden en „ Ordonnantiën van dezen heiligen, en B 3 » een  '4 „ een iegelyken anderen in den heiligen „ Geeft regtmatig vergaderden Kerken„ raad, te gehoorfamen hardnekkig zou„ den weigeren, by niet volgende Beter„ fchap, met de behoorlyke Kerkenftraf„ fen zullen belegt worden. V Nu verneemt ook de Pausfen zelve, Innocentius III. zegt: „ Ik mag wegens „ de zonden tegens het Geloof, door de „ Kerk geoórdeelt worden. Paus Eugenius: „ Dat hy de zamentlyke Ordon„ nantien van den Kostnitzer Kerken„ raad, zo als andere algemeeneKerken„ raaden geerne gehoorzaam was." Sylvefter II. „ Ik zegge het eens voor al„ lemaal, dat zelfs den roomfchen Bis„ fchop, wanneer hy aan zynen Broeder „ zondigde, en na herhaalde Vermaaning „ de Kerk niet hoorde, dat terftond een „ zulken roomfchen Bisfchop , volgens „ het Gebod des Heeren, voor een Hey„ den en Tollenaar moet gehouden wor< „ den.'' Benevens deze nog veele andere, dewelke alle aantehaalen hier te wei-  weinig plaats is. Wy hebben boven ook aireets gehoort, dat de Paus Gregorius den Grooten, zelve zegt: dat aan den Paus den Titel, algemeene Bisfchop niet toekomt, en dat alle Bisfchoppen met den Pausgelyke jfmptsbroederen zyn. Maar gy lieden hebt nog verder fwarigheid, myne Medechriftenen! Gy zegt: Waarom moeten dan de Bisfchoppen door den Paus beveiligt worden, wanneer zy, gelyk als hy, de Magt onmiddelyk van God ontfangen hebben ? •—■ Waarom moet men dan, wanneer eene Broedërfchap &c. om Aflaat verfoekt na Romen fchry ven ? —■ Waarom kan dan de Paus maar alleen heilig verklaaren? Waarom bekomen wy dan maar op zekere Tyden den Pausfelyken Zegen, en diergelyken. Maar hoord ook hier over de op de Catholyke Leere gegronde Antwoorden. - De Weyingen, en de Beveiliging der Bisfchoppen zyn in de voorgaande tyden te gelyk gefchied, en alleenlyk op de Aartzbisfchoppelyke Kérken-Vergaderingen. In de  . 16 t&te de veertiende Eeuw wierd eerft de Beveiliging van de Weying afgezonden, en het roomfche Hof trok de Weying, Beveiliging en Overzetting der Bisfchoppen, benevens de Taxen aan zich. Dit wierd alleenlyk door aanmatiging, maar niet door wettige gronden, tot de Pausfelyke Voorregten gemaakt, gelyk als het zelfs zo verre is gekomen, dat de Bisfchoppen, de Magt welke zy onbetwiltbaar, zo als den roomfche Bisfchop, den Paus, onmiddelyk van God ontfangen hebben, niet eerder durfden oefFenen, tot dat zy het Pat lium, 't welke eertyds een Eerenkleed was, dat hen door de Keiferen gegeven wierd, van de Pausfelyke Cancelary voorgereed' geld, en tegens een byzonderen Eed van getrouwigheid hebben bekomen. Niet alleen op de Inveftïturen van de Bisfchoppen en Abten, hebben de Keiferen een gegrond Regt, maar ook op de Beveiliging der Pausfen zelfs, en dit Regt heb. ben de Keileren ook werkelyk geoeffent, tot dat eindelyk de Pausfen in de Eeuwen der  der al te verre over de regtmatige Grenspalen uitgerekte Magt, dezelve door allerley onwettige Middelen en Kunftgreepen zich toegeeigent hebben. Deze Regten konnen door den Keifer altyd wederom na believen geoeffent en de Pausfen onttrokken worden, zonder dat men met grond iets daar tegen kan inbrengen. Ziet hier over verfcheide Schryvers, die dit door de Keileren geoeffende en aan hen toebehorende Regt beweefen hebben. Wat de Aflaten aanbelangt, is het insgelyks maar een aanmatiging tegens het onbetwiftbaare Regt der Bisfchoppen, en voor dezelve moet ook in Romen den Tax gereed betaald worden. Den Aflaat is niet anders, dan het ontflag van de Kerkenftraffen. Ieder Bisfchop kan vermogens de van God ontfangene Magt in fyn Kerkengebied op de een of andere groote Zonde een Kerkenftraf leggen, en dezelve uit deze Magt wederom opheffen. De Bisfchoppen hebben ook dit Regt geoeffent en Aflaat verleend, als by voorbeeld, denBisC fchop  *8 fchop te Paufau, tyde als Weenen nog buiten het Pasfaufche Bisdom behoorde, aan de Broederfchap op St. Stevens-freythof, alwaar de Magdalena Capelle geftaan heeft. En gy Heden kunt dit Regt nog tegenwoordig zien, wanneer gy het naaste befte Broederfchaps-boekje ter hand neemt, waar in het altyd ftaat, dat deze en geene Aflaten, welke wel door den een of andere Paus zyn gegeven, nogtans door de Bisfchoppen, die hun Regt, en hunne Magt niet geheel hebben willen laten finken , hebben moeten beveftigt worden. Het was onnodig en de Voorftanders van de Broederfchappen, ofte wie zy ooit waren, hadden niet verftandig gehandelt, het geld voor de Aflaats-bullen na Romen te zenden, vermits hunnen Opperften Zielenherder, hunnen Bisfchop dezelfde Magt hadde, henlieden op hunne vroomeOogmerken Aflaat te verkenen. De Heilig-verklaringen. waren eertyds niet anders bekent, dan dat het Volk met verlof van hunnen Bisfchop, dengeenen, die  die berugt was in groote Heiligheid en beproefde Deugd geftorven te zyn, opent* lyke Eere bewees. Paus Eugenius de IIL en Paus Urbanus de If. waren de eerftê die hebben wilden, dat het Heilig-verklaaren, den roomfchen Paus zoude voorbe^ houden zyn. En als men de Zaak nauwkeurig inziet, wie onderzoekt den Levensloop der Perfonen, die Heilig verklaart zullen worden? de daar toe aangefteldè Cardinalen, Bisfchoppen, Priefteren&c. Den Paus moet door deeze verzeekert zyn dat de Handelingen van den Zalig te verklaren zynde, dusdanig zyn bevonden geworden, dat de werkelyke Zalig- en Heilig verklaaringe kan gefchieden; en ieder Bisfchop heeft de Magt, eene zulke Heilig-verkl aaring te wederftaan, ofte dezelve niet aantenemen, en te verbieden, dat men een zulken niet voor heilig zal erkennen, wanneer hy gegronde redenen daar toè heeft, en uit den Levens-wandel van den. Heilig te verklareue authenticque Trekken weet, die met een heiligen Levenswandel ftrydig zyn. De  De Zegen van den Paus is niets anders, dan een uiterlyk Teeken, waar door hy te kennen geeft, dat hy ons den Goddelyken Zegen wenfcht en toebid. En zo als men niet kan bevvyfen, dat Jefus Chriftus aan den heiligen Petrus een andere Zegen-fpreeking, dan aan de overige Apoftelen verleend zoude hebben, zo kan men ook niet bewyfen, dat den Paus een kragtiger Zegen kan geven dan de overige Bisfchoppen. Toond niet uw lopen en beneerftigen om den Zegen van een nieuwgeweyde Prielter, dat gy gelooft, hy zy beter en kragtiger, als van een anderen Prieiter, daar gy dog dit zeer dolende eelooft , B Aldus is 't ook, wat de Beveiligingen Onderwerping der geeltelyke Orden betreft. De Monnikken Honden eertyds altoos onder de Bisfchoppen, zo als zy in 't toekomende wederom zullen Haan. De Kerk heeft aan de Pausfen de Beproeving van de Orden alleenlyk dieswegen overgelaten, dat het getal der Monnikken en der  21 der nieuwe Ordens vermindert, in plaats van vermeerdert zal worden; en heeft zig ook daar over beklaagt, enhetmisbillykt, dat Pausfen nieuwe Orden beveftigd hebben, 't welk zy egter niet hadden moeten doen. Eindelyk op de nog overige ongegronde aanmatigingen van een grootere Magt der Pausfen te komen, laat ik in myne plaats de Cardinalen, Bisfchoppen en Prelaten fpreeken, welke tot den Paus Faulus de III, onder welken de Tridentinifche KérkenVergadering haar begin genomen heeft, zeiden: „ Uwe Heiligheid heeft het wel „ ingezien, wat den oorfprong van alle „ kwaad geweeft is, te weeten, dewyl „ zommige van uwe Pausfelyke Voorza„ ten, volgens de uitdrukkingen van den „ Apoftel, een menigte Leerraaren na „ haren luft, en zo als haar de coren „ jeukten, gezogt hebben, niet zo zeer „ om van hen te verneemen, wat zy fe „ doen verpligt waaren, maar om door „ derzelver nadenken Scherpfinnigheid en C 3 Lis  42 * Liftigheid, alles dat geene voor geoor,, looft te verklaren, wat hen te doen be " ,,eft heeft- Dierhalven is het gefchied, » — dat 'er vervolgens Godgeleerden » opgekomen zyn, weike ,eerden, dat » de PauS Heer zy over alle geeftelyke " Frebenden,en vermits een Heer het zyne met Recht verkoopt, zo volgde daar „ uit noodzakelelyk, dat de Paus zich » niet geen Simonie konde verzondigen « dusdanig dat het onderneemen van den " Paus' het mag nu daar meede geftelc « zyn, zo als het wil, de Rigtfnoer van » aIle zy"e daaden word, en dat gevol. » gelyk geoorlooft zy te doen, wat hem » maar gelieft. Uit deeze dwaal leere „ Heiligfte Vader, hebben zich, zo als » eens uit het Trojaanfche Paard, Z09 „ veele misbruyken over de Kerke Gods 5, uitgeftort." Wat is dan nu de Paus?zult gy my thans vragen. Is hy dus maar den Bisfchopvan Romen, gelyk als onfe Cardinaal Bisfchop te Weenen is ? Als Bisfchop  =3 fchop te Romen, myne lieve Mede-broederen , is hy niet meer als onfen Bisfchop te Weenen, en heeft even dezelve Magt van God in zyn Kérken-gebied, als den onfen in het zyne, hy durft onfen Bisfchop in zyne Rechten geen inbreuk doen, gelyk als deeze hem ook niet te doen vermag. Dat juift den roomfchen Bisfchop, en niet eene andere Paus zy, is geen Godlyke, maar een menfchelyke Inrigting, en den Bisfchop van Weenen, ofte van Ceulen, of van Mayntz &c. konde zo wel Paus zyn, als den Bisfchop van Romen. Maar hier toe mag verkooren worden, ofte'het mag zyn, wien het wil, zo heeft den Paus zekere Voorregten, welke men erkennen, en hem daar na waardeeren moet. De van God geftigte Kerken-regeering, is in opzichte der opperrichterlyke Magt, welke by de gefamentlyke Kerk beftaat, republicaans. En by een zulke Regering is, ten befte van de Eendragt, een Prajfes. nood-  2* fes noodzakelyk, (zo alsdeRepubliecqvan Venerien haren Doge heeft) die offchoon hy eigentlyk ten aanzien van het Regeerings-beftuur geen byzondere Magt heeft, en den overigen Mede regenten niet alleen geen inbreuk durft te doen, maar aan alle te zamen moet onderworpen zyn, evenwel het voorregt heeft, de nalatige' de hen opgelegde Piigten, te doen waarneemen. Dieihalven heeft den Heiland niettegenftaande hy aan alle Apoftelen gelyke Magt gegeeven, en ook Petrus aan haar allen, de geheele Kerk, onderworpen heeft, dog hem vooral de zorg voor de behoudenisfe der Eendragt, daardoor aanbevolen, dat hy tot hem op zommige plaatzen, als den Plaats-bekleeder van de overige Apoftelen, gefproken heeft. Op zulke wyze verftaan en bekennen de heilige Kerken-Ieeraaren het Voorregt van den Paus. .Den heiligen Paus Leo bekent niet alleen, dat de Hemels-Sleutelen , en dezelve magt aan alle Hoofden van de Kerk. is gegeven geworden, maar  maar ook, dat aan den heiligen Petrus en zyne Opvolgers, deze met de overige Apoftelen en hunne Opvolgers de Bisfchoppen ontfangene gelyke Magt, alleen om deeze redenen afzonderlyk is aanbevolen, dat hy alle Kerken-Voorftanders een Voorbeeld zal zyn. De Paus heeft het Voorregt, dat geene te hertellen, wat de andere zomtyds in hunne Pligtén verzuimt hebben, en ze daar toe te vermaanen, dat hy voor de Eendragt der Kerke byzondere zorg drage, en daar omtrent onderzoek doen zal. Hy is die geene, welke in het geval, dat een ogenfchynlyk gevaar voor de Kerkelyke Eendragt een fpoedige bemiddeling vereifcbte, tot dat de uitfpraak van een Kérkenvergadering ontfangen, ofte de Sententiën en overeenftemming van. de Kerk ingewonnen kunnen worden, zodanige fchikkingen maakt , als tot behoudenis van de Eendragt dienftig zyn. Hy heeft by een Kerken vergadering, die hy, als de omftandigheden het vereifchen, verpligt ia D te  26 is te convoceeren, de Voorzittinge en de eerfte Stem. Maar niet allo, als of zyn Vonnis onfeilbaar was, en niet door de Stemmen en Vonniffen van de overige Bisfchoppen konde tegengefproken ende kragteloos gemaakt worden. Zo als ook na vereifch van de omftandigheden den Keizer, zelfs zonder den Paus eenen Kerkenraad kan tezamen roepen, ofte de Bisfchoppen van zelfs, uit toerykende en bet welzyn van de Kerk en Eendragt bedoelende gronden, te zamen komen, en een Kerkenraad houden konnen, gelyk onder meer andere, die te Brfxen, in welke de vergaderde Bisfchoppen van Duitfch, land, Frankryk, en Italien den kwaadaartigen Paus Hildebrand hebben afgezet.) Hy is die geene, die als den eerften der Bisfchoppen, en het voorbeeld van dezelve, ook den eerften, die deoudeKerken-wetten houden, de Kerken-tugt en herftelling der egte Leere en goede ordre na alle mogelykheid bevorderen, en alle overige tot een Voorbeeld dienen moet. Weet  Weet gy dan niet, dat den Bisfchop van Salzburg Primas Germanics, ofte den eerften der Bisfchoppen in Duitfchland is, die over hun en hunne Handelingen moet waken, zoo is ook de Pralaat van Salem of Salmansweiler den eerften, of Director van deRyks-prslaten, offchoon den eerften een Biffchop van Duitfchland, en den tweeden Pralaat van het heiligen roomfchen Ryk is, als de anderen. 'dat is de paus- BuigtU eerbiedig en met befcheidenheid voor hem, en ontfangt zynen Zegen met óotmoet, gelyk als gy dezelven van uwen Bisfchop te ohtfangen verpligt zyt.