GESCHIEDENIS van d « • -2-ZX—J-^fe*L" NOORD AMERIKAANSCHE STAATSOMWENTELING. door DAVID RAMSAY M. D. Tweede Deel. Uit het Engelsch vertaald. Te C A M P E N, Ter Drukkerye van J. A. de CHAIMOT, MD C CXC 11 I,   ZESDE HOOFDSTUK. De gevolgen, welke de voorverhaalde ParlementsBejluiten in Amerika te weeg brachten; met den aanvang der vyandelijkheden. $j M $et het afloopen van het jaar 1774, leefde ^J)^J) men in Amerika in de verwachting van binnen weinige maanden het her/lel der bezwaren te zullen zien opdagen; dan de waarfchijnlijkheid dier gebeurtenis werd van dag tot dag minder. De Volkplantelingen hadden zich gevleid met de hoop, dat het volk van Groot-Brittanje, uit aanmerking van het gevaar en de moeielijkheden van eenen oor» log' met de Volkplantingen, by de verkiezing van JI. Deel. . A , GESCHIEDENIS van de NOORD AMERIKAANSCHE STAATSOMWENTELING.  2 Hoofdft. VI. Den aanvang nieuwe Parlementsleden, aan dezulken den voorrang zoude gegeven hebben, die naar vrede en verzoening haakten; maar zoo dra zy zich met zekerheid in deze hopp bedrogen zagen, werden zy ernstig bedacht op de middelen ter zelfverdeediging. Velen hadden reeds het befluit genomen om nimmer te dulden dat de jongfte Pa-rlements-Akten ten uitvoer gebracht wierden. Hun getal werd dagelijks grooter, en naar mate Groot-Brittanje zich meer en meer bepaalde om dezelven met geweld doortedryven, werd hun befluit vaster om zich daar tegen te verzetten. De Volkplantelingen kregen, genoegzaam ten zelfden tyde, bericht van de verwerping van Lord Chathams voorflag, van het Adres der beide huizen van het Parlement aan den Koning op den negenden van Sprokkelmaand, en van de Bill rakende de visfcheryen; door alle welke tydingen het geringe overfchot der eerste hoop op een fpoedig vergelijk nog merkelijk verminderde. De Bill omtrent de visfcheryen verwekte menigerlei gemoedsbewegingen ; daar zy blijkbaar ftrekte om duizenden van gebrek te deen ilerven. Hare ftrafheid viel by eenen Engelschman minder in het oog; vermits hy dezelve aanzag als eene welverdiende ftraf voor de hooggaande misdryven dier gewesten; maar aan den Amerikaan vertoonde zy zich met de zwartfte kleuren; daar deze geene bewustheid van fchuld gevoelde, en zich veeleer verbeelde dat de hemel zelf hunnen yver in het voorilaan der vryheid met goedkeuring befchouwde. Dus verwyderde zy de goede gezindheid der Ame- ü-  der vyandelijkheden. « rikanen, en ontftak in de harten van duizenden eenen haat tegen Groot-Brittanje. De ftraf opleggende Parlementsbefluiten van het jaar 1774 waren alle alleen tegen Masfachufetts ingericht ; doch de Bill rakende de visfcheryen, ilrek-te zich tevens uit over Nieuw Hampshire, Conneclicut en Rhode-Eiland : waar van door Lord Nosth voor reden gegeven was, dat zy hare misdadige naburen geholpen en gerugfteund hadden, en zoo naby gelegen waren, dat liet Parlement zeker in zyne oogmerken zoude te leur gefield worden, ten zy ook deze Volkplantingen onder de voorgeftelde dwangmiddelen begrepen wierden. Maar de uitbreiding van deze ftrafwet, over nog drie gewesten meer, werd een krachtdadig middel ter bevordering van eene algemeene verbintenis, ea overtuigde zelfs de gematigften van de toenemende noodzakelijkheid voor alle de Volkplantingen, om van hare tegenkanting eene gemeene zaalc te maken: en welke ook de bedoelingen van het Parlement mogen geweest zijn, deszelfs befluiten hadden eene natuurlyke ftrekking om de eisfchea der Amerikanen te vermeerderen, en hunne verbintenis door vaste beginzelen van eensgezindheid te ftyven. In den beginne eischten zy alleen vrydom van binnenlandfche belasting; doch, door de zamenfpanning der Oost-Indifche Maatfchappy mee het Britfche Staatsbewind, had men eene buitenlandfche belasting uitgedacht, welke aan alle de oogmerken eener regelrechte inwendige fchatting beantwoorde. Derhalven werden zy gedwongen A 2 om  4 Hoofdfl. VI. Den aanvang om alle recht van fchatting ten profyte van GrootBrittanje, evenveel onder welke gedaante, tegen te fpreken; indien zy hunne grondflellingen wilden geftand doen; Ook was niets gefchikter om de Volkplahtelingen tot verder tegenfland en wederftreving van de aangematigde wetgevende macht des Parlements over hun inwendig bellier aan te zetten, dan de Wyze waar op het die macht oeffende, in hun van hunne handvesten te berooven, en in het maken van eene wet omtrent de lijfilraffelyke rechtspleging, welke aan moordenaren vryheid van flraf fcheen te beloven. Dit overtuigde hen , dat hunne veiligheid wezenlijk vorderde zulk een fchadelijk recht nadruklijk te wederfpreken. Toen echter bleven' zy nog erkennen dat het Parlement de macht had om hunnen handel aan banden te leggen : en dit was door het Congres nog uitdruklijk toegegeven, flechts weinige maanden voor dat 'er een befluit genomen wierd om hun allen buitenlandfchen handel en te gelijk de visfchery op hunne eigene kusten te verbieden. De Britfche Staatsdienaren dwongen dus, door hunne achtereenvolgende befluiten, de Volkplantelingen om tegeloven, dat zoo lang het Moederland eenig gezag oVer hun zoude behouden, dat gezag langs den eenen of anderen weg zoo zoude te werk gefield worden, dat het in alle opzichten volkomen beantwoorde aan de macht om hun belastingen op te leggen: en terwijl Groot-Brittanje dat gedeelte der oppermacht, het welk de Volkplantelingen wel gezind waren te erkennen, zoo verre wilde uitltrekken, dat het hen daar  der vyandelijkheden. • j daar docr even zwaar en in die mate k'onde onderdrukken, als zy niet wilden tqeftaan, werd daar door reeds de weg gebaand tot de volflagen ontkenning van deszelfs oppermacht. De dwangmiddelen door hét Moederland ter hand genomen, neigden dus de Volkplantingen om hare eisfchen te vergrooten; en deze verhoogde eisfchen zetteden het Britfche Rijk meer en meer aan om het juk der eersten te verzwaren; zoo dat de achterdocht der vryheid aan den eenen kant en de zucht naar het oppergezag aan den anderen, wederzijds, oorzaak en uitwerkzel waren en de beide partyen aandreven, de eene om hare eisfchen te doen ilygen, en de andere om op onderwerping aan te houden. In den twist tusfchen Groot-Brittanje en zyne Volkplantingen zag men een' ongelukkigen voortgang van geringe tot zwaarder gronden van tweefpalt. De zeer klei7 ne belasting van drie ftuivers op het pond Thee vervoerde de argwanende ingezetenen van Boston, om driehonderd en veertig kisten van die waar in zee te werpen. Dit bewoog het Parlement om de haven dier ilad te fluiten, én derzelyer handvest op eene nieuvye wyze in te richten.' ZulkeonflaatsWettige en fchrikbarende befluiten verwekten eene zamen{lemming van twaalf Volkplantingen, om allen handel met Groot-Brittanje, Yrland endeWestIndiën te fchorfchen. Deze zamenflemming gaf aanleiding tpt die dwangwetten de^ Parlements, waar by aan negen Volkplantingen alle handel buiten dien, van welken zy zich zeiven vrywillig hadden uitgefloten, ontzeid,'en vier van dezelve bo-  6 Hoofdft. VI. Den aanvang vendien tot hongersnood gedoemd werden , door haar dé visfchery op hare eigene kusten te verbieden. Elk nieuw befluit aan den eenen en elke nieuwe wet aan den anderen kant, deden wederzijds, by de tegenparty, het een of ander, nog tergender of nog onderdrukkender, geboren worden, dan het gene was voorgegaan. In den aanvang was het gefchil tusfchen hetMoe» derland en de Volkplantingen gelijk aan het doorfypelen van water, het welk van lieverlee toeneemt en eindelijk eene dijkbreuk veroorzaakt. Onaanmerkelyke oorzaken verwisfelden genegenheid in argwaan , welke allengskens tot kwaadwilligheid aanrijpte, en weldra in vyandfchap eindigde. Voorzigtigheid, ftaatkunde en wederkeerig belang betoogden het voegzame van toegevendheid; maar hoogmoed, valfche eer en eene kwalijk begrepcne waardigheid deden eenen tegenftrydigen weg inHaan. Onbefliste eisfchen en twijffelachtige rechten, welke onder den invloed van wijsheid en nederigheid gemaklijkhaddenkunnen overeengebracht worden, liepen onmerkbaar uit elkander, tot eene onheelbare verwydering. Haat kwam eindelijk in de plaats van goedwillige neigingen, en de rampen vart den oorlog vervingen de voordeelen van den koophandel. Zedert het jaar 1768, wanneer eenig krijgsvolk te Boston in bezetting geleid wierd, vernam men by aanhoudendheid niet dan fchampere woorden, gezichten en gebaarden. De ingezetenen waren verbitterd tegen de foldaten en deze tegen de inge- ze-  der vyeindelijkhed.n. 7 zetenen. De eersten befchouwden de laatsten als de werktuigen van dwinglandy, en deze wederom de eersten als oproerige muitelingen of bedrieglyke fmokkelaars. In dezen getergden ilaat, maakte elk toeval, hoe gering op zich zelf, eenen merklyken indruk. De burgers waren in gedurige vrees voor eene gewapende macht, tegen welke zy niet opkonden ; het krijgsvolk daarentegen befchouwde zich als in het midden der vyanden en blootgefteld voor aanvallen van binaen en van buiten: en naar mate de verwydering tusfchen Groot-Brittanje en de Volkplantingen grooter wierd , vermeerderde ook het wantrouwen en de wrok tusfchen het volk en het leger. Reeds tegen het einde des jaars 1774 deden vyandelyke verfchijnzelen daaglijks duchten , dat het vuur des oorlogs, door de zamenbotzing van zulke lichtontvlambare ftoffen, zoude ontiloken worden; daar alles wat eene van de beide partyen, by wyze van voorzorg en met oogmerken van zelfsverdeediging, in het werk Helde, door de andere werd aangezien als toebereidzelen tot een voorgenomen aanval. Ieder ontkende ten fterkften het voornemen om vyandelijkheden te beginnen, maar van weerszyden toonde men een wantrouwen op elkanders oprechtheid, en voorzoo verre zulks, zonder regelrechte vyandelijkheden, doenlijkwas, dwarsboomde de een alle de ontwerpen van den anderen: zoo dat het naar allen fchijn, van dag tot dag, baarblykelyker wierd dat de twist ophetlaatste met de wapenen zoude moeten beflist worden. Zommige driftige menfehen zagen het voor de A 4 hoog-  8 Hoofdft. VI. Den aanvang hoogfte dwaasheid aan, dat men eene krijgsmacht, welke binnen kort vyandig ftond te worden, zich ongeftoord zoude laten verfterken, terwijl de ingezetenen beide bereidwillig en in Haat waren om dezelve uittedelgen; maar het vooruitzicht en de gematigdheid van anderen, en inzonderheid de raad en aanbeveling van het Congres, beteugelden hunne drift. Ondertusfchen was het eene gelukkige omftandigheid voor de Volkplantingen, dat het koninglyke leger in Nieuw-Engeland geplaatst was; vermits het volk 'dier noordelyke landftreek zyne driften beter door rede en belang weet te bellieren, dan in de zuidelyke gewesten, waar een heeter zon gereeder tot toorn verwekt. Eene onbedachtzame vyandelijkheid tegen 's Konings leger, in dit eerste tijdperk, hoe voordeelig ook uitgevallen, had ligt veel kwaad gedaan aan de zaak der Amerikanen. Zy zouden 'er in Europa vrienden door verloren en de geneigdheid der andere Volkplantingen om hun by te ftaan verzwakt hebben. Maar de geduldige en ftaatkundige Nieuw-Engelanders, volkomen bewust van hunnen toeftand, verdroegen menige belediging, en beteugelden hunne wraaklust. In burger-oorlogen en ftaatsomwentelingen is het eene zaak van zeer veel aangelegenheid, wie den eersten ilag toebrengt. De ganfche wareld heeft medelyden met den aangevallenen, en alle brave mcnfchen zijn misnoegd op hun, die de eersten zijn om hunne handen met menfchenbloed te bezoedelen. Hieromtrent is het gedrag der inwooneren van Boston, gedurende den tijd van negen maanden na de aankomst  der vyandelijkheden. *} komst van den Generaal Gage, inzonderheid navolgenswaardig voor allen, die verandering in eene vastgeftelde regeering wenfchen te weeg te brengen. Zy beflookten hunne tegenkanting met de uitgezochtfte behendigheid, wisten alle verongelykingen en gewelddadigheden tevermyden, bewaarden onder zich zeiven rust en goede orde, haalden de andere Volkplantingen gelukkiglijk over om met hun eene gemeene zaak te maken, en werkten den Generaal Gage zoo krachtdadig tegen, dat zy hem verhinderden om iets voor zynenkoninglyken meester uittevoeren; terwijl zy zich, door geduld ea gematigdheid, voor alle verwij t bewaarden. Doch , fchoon zy befloten hadden, om zoo lang geduld te oeffenen, als voorzichtigheid en ftaatkunde dit zouden vereisfchen, bereidden zy zich midlerwijIvoor het laatste uiterfte, door zich van wapenen en krijgsvoorraad te voorzien, en hunne landmilitie qp de been te brengen en te oeffenen. Ook waren 'er levensmiddelen byëen vergaderd en in verfchillende plaatzen opgeleid, inzonderheid teConcord, omftreeks twintig mylen van Boston. Dan de Generaal Gage, by wien, hoe zeer ook gezind voor de belangen van den Koning zynen meester, echter een nog grooter zucht naar een vreedzaam vergelijk doorblonk, wenschte de vyandelijkheden yoor te komen door de ingezetenen van de noodwendige middelen tot het doorzetten van dezelve te berooven. Met dit oogmerk befloot hy de magazynen te vernielen, welke hy wist dat tot het onderhoud Y3n een Provinciaal leger waren A 5 op-  39 Hoofdfl:. VI. Den aanvang opgericht: en dit gaarn zonder bloedftovting willende volbrengen, gebruikte hy alle voorzorg om het uit te voeren by verrasfing, en zonder het land in rep en roer te brengen. Op den achttienden van Grasmaand, des nachts om elf uur, werden achthonderd man grenadiers en ligte voetknegten, de bloem van 's Konings leger, op de gemeene Weide ingefcheept, welke by de landhoeve van Phifps dan land traden, en onder het bevel van den Overfte-Luitenant SMiTHnaar Concord aanrukten. Maar noch de geheimhouding, waar mede deze onderneming ontworpen was, noch de bedekte uittocht van het krijgsvolk, noch het bevel om geen der ingezetenen uit de ftad te laten, waren voldoende geweest om te beletten, dat men aan de Landmilitie Icondfchap zond van het gene 'er gaande was. Reeds omftreeks twee uur 's morgens, waren honderd en dertig man van de Landmilitie van Lexington zamengetrokken om zich te weer te Hellen; doch, door het koude weder en het onzekere bericht omtrent de geregelde troepen, deed men hen uit een gaan, met bevel om, op het roeren der trom, weder op te komen. Ook kwamen zy, ten getale van zeventig, voor de tweedemaal byëen, des morgens tusfchen vier en vijf uur, en kort voor dat zich de Britfche benden vertoonden. Toen reed de Majoor Pitcairn, die de voorhoede geleide, op hun aan, en riep hun toe: ,, Gaat üit een Mui„ telingen, legt uwe wapens af en gaat uit een;" doch zy bleven nog by elkander; waar op hy nader kwam, zijn piftool loste en zyne foldaten bevel  der vyandelijkheden. SI vel gaf om te vuren. Dit gefchiede met een hoe* zée en had de verftrooijing der Landmilitie ten gevolge. Evenwel bleven de geregelde benden fchie* ten, en deze en gene ondervindende dat op hun gefchoten wierd, offchoon zy alleen waren, gaven wederom vuur. Drie of vier van de Landmilitie wérden op de verzamelplaats doodgefchoten, en nog eenige weinigen na dat zy zich uit elkander hadden gegeven. Vervolgens trokken des Konings troepen naar Concord en volvoerden hunnen last; zy m? akten twee vierentwintig ponders onbruikbaar * wierpen vijfhonderd centenaars kogels in beeken of putten, en floegen omtrent zestig oxhoofden met meel aan Hukken. Mr. John Butterick van Concord, Majoor van een Regiment minuutmannen, niet wetende wat 'er te Lexington was voorgevallen, beval zijn volk om niet het eerste te fchieten > ten einde niet voor de aanvallers gehouden te worden : en na de geregelde benden toetrekkende, fchoten deze het eerst op hem en doodden den Kapitein Isaac Davis en eenen gemeenen van de Provinciale minuutmannen. Deze gaven toen ook vuur en 'er volgde eene fchermutzeling: maar 's Konings troepen hun werk verricht hebbende, begonnen hunnen terugtocht naar Boston. Zy maakten daar by allen fpoed, vermits de omleggende ingezetenen onder de wapens gekomen waren, en hen aart alle zyden begonnen aantevallen. Inzonderheid werden zy by hunnen aftocht naar Lexington uittermaten gekweld, zoo wel door de genen, die hun Van achteren opkwamen, als door anderen, welke van  yi Hoofdft. VI. Den aanvang van alle zyden toefchietende, van achter fteenen muren en zoartgelyke bedekkingen, welke voor linten en verfchanfingen dienden, op hun vuurden. Te Lexington vereenigde zich met de geregelde benden eene andere hoop van negenhonderd man onder Lord Piergy, welken de Generaal Gage ter pnderfteuning van den Overften Luitenant Smith had afgezonden. Peze .verfterking met twee Hukken gefchutj daar by} hield de Provincialen in ontzag en op een grooter afftand; hoewel zy echter een aanhoudend, fchoon onregelmatig en yerftrooid, vuur onderhielden, het welk van zeer goede uitwerking was. .Maar fchoon ook het fchieten van naderby en van achter de muren door goede Schutters geen kleine verwarring onder de geregelde benden veroirzaakte, bleven deze echter al terugtrekkende een levendig vuur maken op de Landmilitie en Minuutmannen; tot dat zy kort na zonnen ondergang Bunkershill bereikten, geheel afgemat door overmaat van vermoeijing, als hebbende dien dag tusfchen de dertig en veertig mylen wegs afgeleid. Des anderendaags trokken zy over het veer van Charlestown en keerden zoo te Boston terug. Nimmer waren 'er meer dan vierhonderd Provincialen gelijktydig by het gevecht geweest, en meermalen zelfs niet zoo velen. Gelijk het zommigen verdroot en zy het opgaven, kwamen 'er ook wederom anderen opdagen, die hunne plaatzen vervulden. Byna geene krijgsorde werd onder hun in acht genomen. Officieren en Gemeenen vuurden, wanneer zy gereed waren en eene Konings monteering  der vyandelijkheden. 13 ring zagen, zonder op eenig bevel te wachten. Hunne kennis van het land ftelde hen in ftaat om zich van elke goede gelegenheid te bedienen, door zich op de akkers en over de heiningen te begeven, en 's Konings troepen, welke den grooten weghielp den, altijd op de zyde te blyven. De geregelde troepen hadden vijfenzestig dooden, honderdtachtig gekwetflen en achtentwintig gevangenen: van de Provincialen waren 'er vijftig gefneuveld en achtendertig gewond of vermist. Daar de twist nu toch door de wapenen moest beflecht worden, Was het een geluk voor de AmeT rikanen, dat het eerste bloed in Nieuw-Engeland vergoten wierd; vermits de ingezetenen van dat gewest, door afkomst, zeden, godsdienst, ftaatkunde en eene algemeene gelijkheid zoodaanig aan elkander verknocht zijn, dat het fneuvelen van een enkeldmensch hun allen aanging, en zy zulks als eene gemeene zaak befchouwden: zoo dat het bloed der gefneuvelden te Lexington en te Concord de fterkfte band wierd van eene uitgebreide vereeniging. . Om voortekomen dat het volk binnen Boston met zyne landslieden van buiten niet zamenfpande, in gevalle van eenen aanval, welken men nu alle dagverwachte, kwam de Generaal Gage met de hoofden der Burgery overeen, dat alle ingezetenen, welke daartoe genegen waren, met hunne huisgezinnen en goederen, de flad zouden mogen verlaten, mits zy hunne wapenen op de Faneuilhall of eene andere gefchikte plaats brachten en aan debe- wa.  $4 Hoofdft. VI. Ben aanvang waring van de Verkoren Mannen toebetrouwden: en vijf dagen na dat dit verdrag was goedgekeurd hadden de ingezetenen reeds zeventienhonderd en achtenzeventig fnaphanen, zeshonderd vierendertig piftolen, tweehonderd drieënzeventig bajonetten, en achtendertig donderbusfen opgebracht. In den beginne werd deze overeenkomst zeer wel gehouden, maar na verloop van een korten tijd, wer» den 'er aan derzelver volkomene vervulling eenige hinderpalen in den weg geworpen, op voorwenden dat lieden, die zich buiten Boston begaven om goederen van de genen, die in de ftad wilden blyven, te halen, niet behoorlijk behandeld wierden. HeiCongres klaagde wel over de fchending van het gellotene verdrag, doch zonder eenig gevolg; doordien de Generaal, by eene nadere overweging van de gevolgen van het verhuizen der Volksgezinden ■Kit Boston, zich bediende van uitvluchten, welke met de goede trouw onbeftaanbaar waren. Hoewei hy tot deze eerlooze handelwyze eenigermate gedwongen wierd door het gefchreeuw der Koningsgezinden, zeggende dat geene anderen dan vyanden der Britfche Regeering gezind waren om te vertrekken, en dat men de ftad zoude in brand fchieten, zoo dra deze met hunne huisgezinnen en goederen in veiligheid waren. Wyders, om te beletten dat de Provincialen niet zouden voorzien worden van die noodwendigheden, welke zy het meeste behoefden, maakte men gefchil over de beteeIcenis van het woord goederen (effefts) het welk de Generaal wilde verdaan hebben, als geene koop- wa-  der vyandelijkheden. ij waren influitende. Door deze opvatting, welke door geenen regel van eene gezonde uitlegkunde kan gebillijkt worden, werden velen, die de ftad verlaten hadden, van hunne gewoone middelen v?.n beftaan beroofd. Paspoorten werden niet algemeen geweigerd, maar zeer traaglijk uitgegeven, en het werk werd zoo beftoken dat de huisgezinnen van een gefcheiden wierden, de vrouwen afgezonderd van hare mannen; de kinderen van hunne ouders, de bejaarden en zwakken van hunne vrienden en goede bekenden. Vooral betoonde zich de Generaal ongenegen om de vrouwen en de kinderen te laten trekken, denkende dat de Provincialen, bunnenthalven, zouden aflaten van de ftad te beftormen. De Verkoren Mannen gaven herhaalde reizen verzekering, dat de ingezetenen hunne wapëns hadden afgegeven; echter liet de Generaal Gage, om het fchenden des verdrags daarmede te verfchonen, een afkondiging uitgaan, waar by hy verzekerde volledig bewijs van het tegendeel te hebben. Misfchien hebben eenige weinigen het een of ander geliefde geweer verborgen gehouden; doch de wapenen om mede optetrekken waren genoegzaam alle overgeleverd. Onder zulk een nietig voor-» wendzel offerde de Generaal zyne eer op aan d? ftaatkunde en het gefchreeuw der koningsgezinden. Strydig met de goede trouw, hield hy 'er velen te rug, die volgens het verdrag waarlijk berechtigd. waren om te vertrekken, en wanneer hy aan anderep het heengaan al toeftond, wilde hy niet toelaten dat  ïu Hoofdft. VI. Den aanvang dat zy hunne huisgezinnen en goederen met zicu voerden. Het Provinciale Congres van Masfachufetts, het welk juist vergaderd was ten tyde van het gevecht te Lexington, zond daarvan terftond een verhaal naar Groot-Brittanje, verzeld van velegetuigfchriften, om te bewyzen dat de Britfche troepen de aan» vallers geweest waren. Zy vervaardigden ook eene aanfpraak aan het volk van Groot-Brittanje, waar in zy na over. de hun aangedane verongelykingen geklaagd te hebben, vervolgens zeggen.' „ Deze 3, hebben ons echter niet losgemaakt van den Kos, ning onzen Regeerder; wy erkennen zyne getrou„ we en gehoórzame onderdanen te wezenen hoe „ hard wy ook gehandeld zijn, blyven Wy nog ge.„ reed om zijn. perfoon, kroon en .waardigheid met s, ons leven en onze bezittingen te verdeedigen. „ Met dit alles willen wy ons aan de'vervolging en a, onderdrukking zyner kwade: ftaatsdienaren niet 3, geduldig onderwerpen. Wy .roepen den hémel 33 tot getuigen van de rechtvaardigheid bnzerzaak, 33 en hebben befloten te fterven-:of vry te zijn." Zedert den aanvang der vyandelijkheden nam het gefchil tusfchen Groot-Brittanje. en de Volkplantingen eene nieuwe wending. Op de kondfehap van het landwaards intrekken der Britfche troepen uit Itoston met eenige vyandelijk oogmerk, welke, door byzondere boden van de eene kamer van verflandhouding aan de andere fchielijk verfpreid werd -y nam een groot deel der Landmilitie, niet alleen van Mas-  der vyandelijkliedat. j-^ Masfachufetts, maar ook van de aangrenzende Volkplantingen de wapens op en rukte aan om zich te» gen dezelve te verzetten: terwijl de Volkplanting gen in zulk' eenen üaat van ligtgeraaktheid waren* dat de minste fchok in eenig gedeelte- door eene krachtige en overeenitemmende aandoening, onmiddelijk van het geheel gevoeld wierd. De Ame, rikaaen, welke gefneuveld waren, werden dooï hunne landsgenooten geëerbiedigd als martelaren, welke voor de zaak der vryheid geftorven waren, De haat tegen de Britten ontbrandde fterkef dan ooit. Oorlogswoede vestigde zich in de harten Van duizenden. Men vcreenigde zich te zamen en on. derteekende verbintenisfen, waar by de ingezetenen zich, door de heiligfte banden van eer, godsdienst en vaderlandsliefde aan elkander verpanden s om alles te doen, wat hunne aangeftelde Vergaderingen hun zonden aan de hand geven ter behouding van hunne vryhedeh. Tot hier toe hadden ds Amerikanen geen regelmatig leger gehad,- hebbende dien maatregel uit beginzelen van ftaatkunde zorgvuldig vermijd, ren einde men hen niet'zoude kunnen bcfchuldigen van de eerste aanleggers ge? weest -te hebben. Alle hunne krijgsbeftellingen waren alleen door hunne Landmilitie volvoerd, vol* Igens de oude vastgeftelde wetten van het land; zijnde de ingezetenen, ter verdeediging der Volkplan» i tingen, van hunne vroege jeugd af, in Compagnien 1 afgedeeld, en in het behandelen der wapenen on\ derwezen. Maar nimmer waren de wetten hierom■ trent gemaakt beter naargekomen, dan eenige maan! II. Deel, £ deQ  ï8 Hoofdft. VI. Den aanvang den voor het gevecht te Lexington. Dezekrijgf* matige inftelliagen, welke men voorheen gemaakt had om de Volkplantingen tegen de vyandelijkheden derFra'nfchen en Indianen teverdeedigen, werden by deze gelegenheid tegen de troepen van het Moederland gericht. De fterkten, magazynen en tuighuizen waren wel, volgens de ftaatsgeiteldheid des lands, in de bewaring van den Koning; maar onmiddelijk na het gevecht te Lexington, werden zy in alle de Volkplantingen voor het grootste gedeelte, door de Provinciale Landmilitie, in bezit genomen. Ficonderoga, waarin eene kleine koninglyke bezetting lag, werd van eenige waaghal* 2en uit verfchillende Haten, verrascht en overmeesterd, 's Lands penningen, welke ingevolge vorige inwilligingen opgebracht waren, werden insgelijks ten gemeenen gebruike in beflag genomen. Voor den aanvang der vyandelijkheden zouden de gematigden, zelfs onder de Amerikanen, deze maatregelen hebben afgekeurd, maar die gebeurtenisrechtvaardigde een koener tegenftand, dan men zich tot daartoe had veroorloofd. Nu 'er verfcheiden burgers door de Britfche troepen gedood waren, vorderde het zelfbehoud maatregelen, welke, onder andere omftandigheden ter hand genomen, de, eenigheid tusfchen de Volkplantelingen zouden verbroken hebben. Eene der voornaamften van deze zoort was het op de been brengen van een leger; welks noodzakelijkheid reeds voor maanden betoogd was door de driftigfte lieden, wier moed hunne voorzichtigheid overtrof j doch die tot hier toe tye»  der vyandelijkheden. <%$ wederhouden waren door de gematigder die wensch. ten dat de Volkplantingen alle uiterften mochten vermyden of dat zy ten minsten geene aanleiding mochten geven om het daartoe te brengen. Maar nu befloot het Provinciale Congres van Masfachufetts, het welk op het tijdftip van het gevecht te Lexington, juist eene zitting hield, „ om terftond een leger van dertigduizend man op de been te „ brengen, en daaronder uit hun gewest alleen der- tienduizend zeshonderd man; en voorts om brie„ ven en afgevaardigden te zenden naar de Volk5, plantingen van Nieuw-Hampshire, Connedlicut ,, en Rhode-Eiland." Ingevolge van dit befluit nam de werving aaniïonds een aanvang, en men bracht in korten tijd, in de nabyheid van Boston, een Provinciaal leger in gereedheid, hetwelk, fchoon merkelijk zwakker dan door het Provinciale Congres befloten was, echter veel talryker was dan het leger des Konings. Het bevel over deze krijgsmacht werd aan den Generaal Ward opgedragen. Byaldien de Britfche troepen zich binnen Boston gehouden hadden, gelijk zy voor den achttienden van Grasmaand deden, zoude het oprichten vaneen Amerikaansch leger, hoe zeer met geene andere bedoeling dan om de Britten in het oog te houden en zich te kunnen verdeedigen, echter als eenezoort van uitdaging opgevat zijn, en velen minder gewillig gemaakt hebben om het volk van Masfachufetts te onderfteunen. Maar pa dat het Britfche krijgsvolk de vyandelijkheden begonnen had, kon men veilig in dien maatregel treden, zonder derB 2 zei-  Hoofdft. VI. Den aanvang zeiver bewerkers aan berisping blootteftellen, aan^ .ftoot te geven of de eensgezindheid 'er aan te wagen. Daarenboven gaf het gevecht te Lexington den Amerikanen niet flechts eene rechtvaardige rede tot het oprichten van een leger aan de'hand, maar bezielde hen ook met beter .denkbeelden van hun eigen dapperheid. Want midden onder de Ievendigfte verklaringen van hunne bezittingen te willen opofferen, en zelfs hun leven te willen wagen voor het behoud deï Amerikaanfche rechten, ontglipte aan derzelver verzekerdfte voorftanders menigwerf een heimelyke zucht, uit vreze van niet beftand te zullen zijn tegen de brave en veelgeoefr fende Britfche benden. Grijshairige wyzen fchudden de hoofden en zeiden: ,, uwe zaak is góed en j, wy wenfchen u den besten uitflag; maar wy vre„ zen dat uwe ongeoeffende dapperheid zal te kort „ fchieten in den ongelyken flrijd. Na dat 'er ee. „ nige duizenden van ulieden zullen gefneuveld ,, zijn, zullen deze gewesten in het einde toch „ moeten bukken voor die macht, welke Frankrijk „ en Spanje meermalen heeft vernederd." Ook fielden de Britten zoo veel vertrouwen op de voortreflijkheid hunner wapenen, dat zy verlangende fcheenen, om den twist aan de beflisfing van den oorlog te onderwerpen. Zommige aanzienly ke fprekers in het Parlement hadden zelfs openlijk beweerd dat 'er by de inboorlingen van Amerika niets krijgshaftig gevonden wierd, en dat zy in geenerhande opzichte gefchikt waren om aan een Britsch leger het hoofd te bieden. Ja de Europefehe Wijsgee- iei)  tier vyandelijkheden. ren hadden een ftelzel in het licht gegeven, inhoudende dat niet Hechts het groeiende rijk en de beesten, maarookdemenfchen, in het westelyke halfrond ontaarden. Van den geest der ware wijsbegeerte afwykende, zagen zy den toeftand dermaatfchappy in eene nieuwe wareld over het hoofd, en befchuldigden elk voortbrengzel van Amerika van eene minderheid in de vergejyking. De Volk-plantelingen zeiven hadden van hunne voorvaderen het gevoelen ingezogen, dat geen volk op aarde gelijk Hond met dat, waartegen zy nu zouden moeten ftryden. Doortrokken met hopge denkbeelden van de Britfche meerderheid, en wantrouwende van zich zeiven, vreesden hunne kundigfte burgers, fchoon gewillig om alles te wagen, echter voor de gevolgen van een beroep op de wapenen. Dan degoede uitflag, welke hunne eerste krijgsverrichting verzelde, verbande eenigermate deze gedachten. Mis. fchien ook maakten de Amerikanen in geen volgend gevecht eene voordeeliger vertooning, dan by hunne eerste proeve te Lexington, Want het is genoegzaam zonder weerga in de krijgsgefchiedenis dat de opgezetenen van het land, elk op zich zeiven en ongefchaard, opkomen, zonder orde, en meestal zonder bevelhebbers, en door een onregelmatig vuur troepen op de vlucht dry ven , welke zoo goed als eenige in de wareld geoeffend zijn. Dus leerde de ondervinding, in, tegenftelling van de ftoute verzekeringen van zommigen, en van de flaauwmoedige vreze van anderen, dat de Amerikanen, de Britfche troepen indedaad konden weder3 3 tfaan,  aa Hoafdft. VI. Den aanvang Haan. Dit maakte de kleinhartiger koener ter ver. deediging van de zaak huns lands, en deed hen de blyde hoop opvatten, dat de hemel hunnen arbeid op het einde met een goeden uitflag zoude bekroonen. Kort na het gevecht te Lexington, en ingevolge van die gebeurtenis, werden niet alleen de wapenen, de krijgsbehoeften, de fterkten en de vestingwerken der Volkplantingen ten behoeve der Provincialen verzekerd, maar ook eene geregelde krijgsmacht op de been gebracht en geld geflagen om dezelve te onderhouden: en deze krijgstoerustingen bepaalden zich niet Hechts tot de lïaten van Nieuw-Engeland, maar gingen algemeen door in alle de Volkplantingen. Het vastgenomene befluit van den Koning en het Parlement om hunne wetten met geweld te doen gehoorzamen, en de tyding van het gevecht te Lexington kwamen in de afgelegener Volkplantingen genoegzaam op den zelfden tijd aan: en velen onderftelden dat het laatste een gevolg geweest was van het eerste, en dat de Generaal Gage nieuwe bevelen gekregen had, om de weerfpannige Volkplantelingen onmiddelijk onder te brengen. Uit verfchillende omftandigheden hadden de Amerikanen groote reden om te befluiten, dat de vyandelijkheden in Masfachufetts weldra met kracht doorgezet zouden worden; en om te vrezen dat, vroeger of later, elk gewest het tooneel des oorlogs worden zoude. „ Hoe fpoediger wy derhalven 3, tot deze gebeurtenis zijn voorbereid, zeiden zy, s, hoe  der vyandelijkheden. 23 „ hoe beter kans wy zullen hebben om ons te kunnen verdeedigen." Voor dit tijdperk, of liever tot aan den negentienden van Grasmaand des jaars i775> werd 'er flechts met de pen getwist, of ten hoogften door verbintenisfen en wetgevende befluiten; maar zedert dien tijd werd het gefchil met het zwaard doorgezet. Het beflisfende tijdftip was daar , toen 'er voor de Volkplantingen niets anders overfchoot dan zich aan de genade van Groot-Brittanje te onderwerpen of aan deszelfs macht wederftand te bieden. Eene onoverwinnelyke liefde voor de vryheid kon het denkbeeld van zich te onderwerpen niet verdragen; terwijl de rede, meer gematigd in hare oordeelvellingen, het volk zijn onvermogen tot eenen voldoenden tegenftand deed bezeffen. Zy waren volledig overtuigd van de macht van GrootBrittanje, zy wisten dat deszelfs vlooten den Oceaan bedekten, en dat deszelfs vlag in zegepraal gewapperd had door de vier deelen der aarde; maar het levendige zeggen van dien tijd was: het is heter vry te Jlerven, dan als Slaven te leven. Hoe zeer de rechtvaardigheid hunner zaak en de aandrift der vryheid, naar het oordeel van belangelooze Rechters, eene meerderheid aan de gefchriften der Amerikanen gaven; erkenden echter de oprechtften, onder hun hunne minderheid, ten aanzien dezer laatste wyze van het voeren der tegenkanting. Hunne regeeringsvorm fchoot te kort in die zekerheid van befluit, vaardigheid van uitvoeringen dwangmiddelen tot gehoorzaamheid, welke zoo nood?a« kelijk zijn by ajle krijgsverrichtingen, B 4 De  24 Hoofdft. VI, Den aanvang De Europeanen, over het algemeen niet zoo be; k'end zijnde met het fchietgeweer, worden zekerlijk in het gebruik van hetzelve minder gemaklijk onderwezen dan de Amerikanen , die van hunne jeugd af met dit krijgstuig gemeenzaam omgaan; maar in andere opzichten zijn dezelve veel ligter aan het krijgsleven te gewennen. Vooreerst is het aantal van behoeftige lieden in de nieuwe wareld zeer gering in vergelyking van dat in -de oude. Zich een beftaan te bezorgen is eene krachtige drangrede voor een Europeaan om dienst te nemen, en het vooruitzicht van hetzelve te verliezen, maakt hem befchroomd om zynen plich: te verzuimen; doch deze fpoorflagen tot het flipte waarnemen van den krijgsdienst mist men in Amerika, Ten tweeden vindt men over het algemeen in de oude wareld onderfcheid van rangen en onderdanigheid van den minder voor den meerder; maar in de nieuwe wareld maakt een hooggaand gevoel van vryheid en gelijkheid de menfchen ongefchikt voor die ingewikkelde gehoorzaamheid welke de ziel is van een krijgsleger: zoo dat de zelfde oorzaken welke eenen geest van onafhankelijkheid in de Volkplantingen aankweekten, voor hun krijgswezen zeer nadeelig waren. Eindelijk, het was niet alleen de verfchillende toeftand der maatfchappy in de beide landen, maar bovendien eene menigte van plaatslyke oorzaken, welke de Amerikanen buiten itaat fielden om op eenen gelyken voet met het Moederland te oorlogen. Van de eerste oprichting de» Britfche Volkplantingen af, waren landbouw ca koop-  der vyandelijkheden. 2$ koophandel, doch byzonder de eerste, de meest geliefkoosde bezigheden van derzelver inwoonders. De oorlog was eene zaak waarvan zy, van wegen hunne gewoone levenswyze, eenen afkeer hadden. Nimmer hadden zy uit eigen beweging aan denzelvën deel genomen, en nooit op eene andere wyze, dan als een aanhangzel van de Britfche troepen en onder Britsch bellier: langs welke middelen de krijgsgeest der Volkplantingen geene gelegenheid had van zich te ontwikkelen. By den aanvang der vyandelijkheden, bezaten de Britfche troepen eene kundigheid in de wetenfchappen des oorlogs en in de krijgsorde, welke alleen door langdurige oef» fening en wezenlijk gevestigde inrichtingen kan verkregen worden. Hunne uitrustingen, hunne ar» tillery, en elk overig deel hunner oorlogstoerusting grensde aan de volkomenheid, By deze belangryke omftandigheden voege men eindelijk eenen hoogen nationalen geest van hoogmoed, welke door hunnen voorfpoed in den laatsten oorlog met Frank» rik en Spanje grootelijks was toegenomen. Daarentegen waren de Amerikanen ongeoeffend, zonder Officieren van ondervinding, en zonder de fchaduw zelve van een vastgefleld krijgswezen. In de oorlogen, welke voorheen in de Volkplantingen of derzelver nabuurfchap gevoerd waren, had zich de Landmilitie, op bevel der byzondere wetgevende Vergaderingen wel dikwijls by de Britfche) troepen gevoegd, doch deze waren altijd te trotschgeweest em de eersten, welke niet op eeneneenparigen voet gekleed waren, noch de ongedwongen moedige houB 5 ding  26" Hoofdft. VI. Den aanvang ding der krijgslieden bezaten, als hunsgelyken te erkennen. Weshalven de Provinciale benden meestendeels zoo gebruikt wierden, dat zy wel eenzwaren dienst deden, doch weinig eers konden beha» len. De onkunde der Britfche Generaals, welke in de bosfchen van Amerika het bevel voerden, wikkelde hen fomtijds in moeilijkheden, waaruit zy meer dan eens, door de meerder kundigheid der Provinciale troepen omtrent het plaatslyke, waren gered geworden. Maar deze diensten werden ras vergeten, en wanneer het volk, dat dezelve verricht had, kondc gemist worden, wierden die oogenbliklijk afgedankt. Dergelyke hinderpalen hadden tot hier toe de bekwaamheden der Amerikanen •voor het krijgswezen ondergehouden, maar thans werden dezelve door de hitte des volks uit den weg geruimd. In het jaar 1775, werden alle rangen van menfchen in de Volkplantingen met eenen krijgsgeest bezield. Zy geloofden dat hunne vryheden in gevaar waren, en zy werden algemeen geneigd om hunne levens voor derzelver bevestiging te wagen. Hunne onwetendheid in de krijgskunde belette hun de kanfen van den oorlog met die naauwkeurigheid van berekening te wegen, welke, zoo zy zich daar toe begeven hadden, alle hunne hoop zoude hebben neergeflagen. Zy meenden dat 'er niet veel meer te doen viel dan mannelijk voor hun land te ftryden. Zy troostten zich met het denkbeeld, dat, fchoon hunne eerste pooging ongelukkig zijn mocht.  der vyandelijkheden, %f mocht, zy door hunne talrijkheid de proefneming zouden kunnen hervatten, totzy hunne beftryders eindelijk zouden verdelgd hebben. Niet overwegende dat in de hedendaagfche oorlogen de ruimfte beurs dikwyler beilist dan hetlangfte zwaard, vreesden zy niet voor den rijkdom van Groot-Brittanje. Zy verwachteden en wenschten ook dat het ganfche gefchil maar fpoedig, in eenige beflisfende veldflagen, beflecht wierd. Het volk van Amerika, door vryheidsliefde aangevuurd, en door eenebrandende krijgshaftige geestdrift boven de vrees voor de gevolgen opgeboeid, niet ter neder geflagen door berekeningen van de uitgeftrektheid, de duurzaamheid of den waarfchijnlyken uitflag van den oorlog, onderfteunde de flem zyner leidslieden in een beroep op den hemel ter handhaving zyner rechten. Toen de Volkplantingen deze,moedige befluiten namen, hadden zy niet een enkeld oorlogfchip, zelfs niet het een of ander gewapende vaartuig. Men had hun dikwerf poogen inteboezemen , dat hunne zeelieden bloot lagen ter genade van de Engelfche zeemacht; dit wisten zy, geloofden het ook, maar floegen 'er geen acht op. Deliefdevoor hunne bezittingen werd door hunne vryheidsliefde verzwolgen. De vurige voorftanders van de gelijkheid der rechten voor alle menfchen troostten zich met het denkbeeld, dat, fchoon hunne ganfche zeekust in de asfche konde gelegd worden, zy zich in hunne westelyke woestynen zouden kunnen verfchuilen en daar de wellust van vry te zijn genieten. Op dit ftuk maakte Christopher Gads- cen,  Hoofdft. VI. Den aanvang cen, een der afgevaardigden uit Zuid-Karolina, ia het Congres deze aanmerking:. „ onze huizen van „ tichelen, fteen en hout gemaakt zijnde, kunnen vernield wordende wederom herbouwd worden, a, maar de vryheid eens verloren, is voor altijd ver„ "loren," ■ ' * Het zuinige toeverzicht van den hedendaagfehen tijd zal de brandende yver der Patriotten van het jaar 1775 eerder berispen dan bewonderen, doch kan dezelve nog veel geraaklyker bewonderen dan navolgen; daar zy hunne eigendommen in hunne verbeelding even geraaklijk voor de zaak der vryheid opofferden, als zy nu byna alle andere bedenking voor de vermeerdering hunner bezittingen opofferen,. De inkomflen van Groot-Brittanje waren verba* zende en deszelfs. ingezetenen gewoon groote zommen optebrengen, op allewyzen, langs welke eene regeering fchattingen kan heffen. Maar de Amerikaanfche Volkplantingen haddennocb geld noch fondzen, en derzelver ingezetenen waren niet gewoon aan fchattingen, welke voor de vereischten van eenen oorlog toereikende waren. Bovendien zoude het oaftaatkundig geweesPzaja, by wyze van fchatting geld te ligten tot het doorzetten van een gefchil, 't welk over het opleggen van fchattingen ontftaan was. Maar de denkwyze dier tyden maakte het ook onnoodig dit gevaarlyke middel te beproeven ; want zoo groot was toen de geestdrift der Volkplantingen, dat zy beide hunne perfaQuelyke dieasten en hunne bezittingen aanhe;  der vyandelijkheden. Zq algemeen ten besten gaven, op losfebeloften dat men hun ten eenigen tyde betaling zoude bezorgem Zonder tc onderzoeken naar de beftaanbaarheid der fondzen of eenen bepaalden tijd van aflosfing, beitelde .men over alles wat het land konde opleveren op de algemeene verzekering j dat alle de kpsten van den oorlog, by flot van zaken, gelykelijkzouden gedragen worden. Het Moederland had overvloed van ftaatsmannen en krijgsbevelhebbers van ondervinding, terwijl deondergefchikteregeeringsvorm der Volkplantingen de ingezetenen belette die werkdadige kennis te verkrygen, welke men alleen aan het hoofd der voorname takken van het Itaa:?bewind kan bekomen. In de Volkplantingen waren 'er zeer weinigen, die 'er zich op verftonden om een leger van het noodige te voorzien; ennoeh minder die eenige kennis en ondervinding hadden om deszelfs verrichtingen te bellieren. Het be, flelover de geldmiddelen van het land, en de kracht» dadigfte wyze om van deszelfs vermogens het meeste voordeel te trekken, waren zaken, waarvan by. na niemand der ingezetenen eenige kennis had. Daar was fchier volflagen gebrek aan wapenen en krijgsbehoeften, en fchoon het land overvloeide van de ruwe ftoffeh waaruit dezelve vervaardigd worden, had men noch tijd* noch werklieden genoeg om een leger van de middelen ter verdeediging te voorzien: en het land was zonder vestingwerken en zonder vestingbouwers. Onder zoo vele moedbenemende omftandigheden waren echter ook nog eenige vleiende uitzichten. Groot-Brit. tan-  go Hoofdft. VI. Den aanvang tanje kon den oorlog niet voeren, dan met groot nadeel en ontzachlyke kosten. Het maken van ontwerpen voor eenen veldtocht viel den ftaatsdienaren te-St. James ligt; maar het lot des bevelhebbers, van wien men de uitvoering in de bosfchen van Amerika verwachtte, was hachlijk. Het land was zoo uitgebreid en «oo vol enge doortochten, dat de Amerikanen, fchoon zy al niet konden overwinnen, echter altoos, door plaatzen te ontruimen en terug te trekken, konden zorgen dat zy niet overwonnen wierden. De bewerkers van de Parlejnents-befluiten ter beteugeling van den koophandel der Volkplantingen waren de beste werfofficieren voor het Congres ; daar zy duizenden in de noodzakelijkheid brachten van zoldaten te worden. Doordien elke andere bezigheid opgefchort was, werden alle de vermogens van het land aan het onderhoud van een leger te koste geleid. Schoon de Volkplantelingen niet in den krijg geoeffend waren, bezaten zy echter eene aangeboren dapperheid; fchoon zy goud'noch zilver hadden, vonden zy eene mijn in de geestdrift van hun volk; daar het papier hun, gedurende meer dan twee jaren, véél wezenlyker voordeden aanbracht, dan Spanje immer uit zynen overvloed van kostbare metalen getrokken had. Schoon zy geene fchepen hadden om hunnen koophandel en hunne zeelieden te befchermen, waren zy eenvoudig genoeg, om zonder den eersten televen, en hoog genoeg geftemd om liever de laatsten 'er aan te wagen, dan zich aan de macht van Groot-Brittanje te onderwerpen. Zy ge-  der vyandelijkheden. 31 geloofden dat hunne zaak rechtvaardig was, ea dat de hemel hunne poogingen ter handhaving van hunne rechten goedkeurde. Yver , uit zulke beweeggronden voortgefproten, vervulde de plaats van krijgsorde, en boezemde een vertrouwen en eenen krijgsmoed in, welke alle zwarigheden deed overkomen. Wanneer de Amerikanen befloten hadden dadelijk wederftand 'te bieden, werkten de kanzei, de drukpers, de rechtbank en de pleitzaal alle even zeer om hen te vereenigen en aan te moedigen. De Geestelijkheid van Nieuw-Engeland was een talrijk, geleerd en achtingwaardig lighaam, het welk veel vermogt op de harten zyner toehoorderen. Zy verbonden Godsdienst en Vaderlandsliefde, en Helden in hunne redevoeringen en gebeden de zaak van Amerika als de zaak des hemels voor. De Kerkvergadering van Nieuw-York en Philadelphia zond ook eenen herderlyken brief af, welke in alle hunne kerken openlijk werd voorgelezen, en waar by zulke gevoelens en gedrag werden aangeprezen, als met de toenmalige omftandigheden best overeenkwamen. Schryvers en drukkers volgden de leeraars op het fpoor: en hadden, naast dezen, de fterkfte hand in het aanvuren van hunne landslieden. De rechtskundigen uit de rechtbank en van de balie ontkenden de befchuldiging van muitery, en rechtvaardigden den wederftand der Volkplantelingen. Men voerde eene onderfcheiding in tusfchen den -Koning en zyne Staatsdienaren, welke op het recht gegrond was. Terwijl men beweerde, dat de eerste  $a Hoofdft. VI. Den aanvang te geen misdrijf kon begaan, befchuldigde men de laatsten over de misdaad van hoogverraad > als hebbende den naam des Konings misbruikt om hunne önftaats wettige handelingen te vernisfen. Defpreekwyze van eenen Ministerieelen oorlog werd gemeenzaam, en men bezigde die als een middel om we* derftand met getrouwheid overeentebrengen. Gelijktydig met de befluiten tot het oprichten eener krijgsmacht, werd ook'het befluit genomen om den twintigften van Höoimand aftezonderen tot een dag van verootmoediging , vasten en gebeden tot den Almachtigen God : om hunnen wettigen Op„ perheer, den Koning George, te zegenen, en „ hem te vervullen met wijsheid om de ware be„ langen zyner onderdanen te leeren kennén en na „ te jagen; om het Britfche volk een inzien te ge„ ven van de dingen, welke tot zynen vrede bc* hoorden, eer zy voor hunne'oogen verborgen 'i, wierden; om de Volkplantingen altijd onder de ,, zorg en befcherming zyner góede Voorzienig,, heid te houden en voorfpoedig te maken in alie „ haré belangen ; om Amerika eene genadige tus,, fchenkomst des hemels te1 doen erlangen, tot „ herftel zyner ; menigvuldige bezwaren ; om de vernieuwing hunner gefchondene rechten, en om ., verzoening met het Moederland op ftaatswettige ,, en voor beide eerlyke Voorwaarden." Midlerwijl was de krijgsmacht,-welke men in Masfachufetts byeen gebracht had , op gefchikte plaatzen gelegerd, om het land, tegen verder invallen der geregelde troepen uit Boston, te dekken*  der vyandelijkheden* ^ keiit, ook had men3 tot dat zelfde einde, aan ver» fchillende oorden borstvveeringen opgeworpen: en terwijl men wederzijds van alle de eilanden, welke de baai van Boston zo aangenaam vertieren 3 Voor* raad poogden te halen, vielen 'erverfcheidenefchef* mutzelingen voor. Deze Waren Voor de Amerikanen van wezenlyken dienst, om dat zy hen aan het gevaar leerden gewennen; daar misfehien de moed der oude foldaten grootendeels ontftaat uit de over. tüiging, welke zy by ondervinding verkregen heb* ben, dat 'er veel grooter kans is om onbefchadigd Uit een gevecht te komen, dan de nieuwelingen ge* meenlijk onderft ellen. Omftreeks het einde van Bloeimaand, fcwafn eer} groot gedeelte der verfterking, uit Groot-Brittan* je afgezonden, te Boston aan> en byna te gelijk met dezelve drie Britfche Veldoverften , Hówe* Burgoyne en Cxinton, Welke zich, door hun ge* drag in den voorgaanden oorlog, grooten roem Ver* Worven hadden. De Generaal Gage, dusveriterkt, maaKte zien nu ook' gereed om iets beffisfendef uittevoeren; doch eer hy tot het uiterfte overging» rekende hy het voegzaam, naar den ouden trimt. eene afkondiging te laten voorafgaan, Waarby aan oe ingezetenen de keuze van vrede of oorlog wierd Voorgehouden. Derhalven bood hy, in 's Konings naam, vergifnis aan allen, welke terftond de Wa* pens zouden afleggen, en elk tot hunne byzonder© bezigheden en vreedzame plichtsbetrachting terugkeeren,«fluitende van het voordeel dezer Vergifnis niemana uit, aan bAMUEx Adams ea John Ha»* JI. DfiEiv C G0C&i  34 Hoofdft. VI. Den aanvang cock. wier wanbedryven gezeid wierden van eenen al te misdadigen aart te zijn om op iets anders, dan derzelver verdiende ftraf, te kunnen bedacht wezen. Ook liet hy bekend maken, dat niet alleen de bovengenoemde en uitgezonderde perfoonen, maar ook alle derzelver aanhangeren , medeplichtigen, en die met hun in eenige verftandhouding ftonden, als fchuldig aan muitery en hoogverraad, aangemerkt, en als zoodanige geftraft zouden worden. Eindelijk werd by deze Afkondiging verklaard, dat vermits de gerechtshoven gefloten waren, hetkrijgsgerecht, zoo lang zoude ftandgrypen, tot dat de rechtspleging weder op eenen behoorlyken voet, zoude Tiei'fteld zijn. Deze Afkondiging werd, als een voorlooper der vyandelijkheden aangezien, en diensvolgens maakten de Amerikanen daartoe de noodige voorbereidzelen. Vlak aan het begin van het halfeiland van Charlestown, was eene aanmerkelyke hoogte, Bunkershill genaamd, in diervoegen gelegen, dat het bezit van dezelve voor de beide ftrydende partyen eene zaak van groot aanbelang was. Hierom fielden de Bevelhebbers der Provinciale troepen op den zestienden van Zomermaand order, dat eene bende van duizend man zich op deze hoogte zoude verfchanzen; doch door eene misvatting werden de verfchanzingen, niet op Bunkqrshill, maar op Breed'shill, afgeftoken, een heuvel van geJyke hoogteen omtrek als de eerste, maar nader by Boston gelegen. Dus trokken de Provincialen naar Breedshill en werkten daar met zoo veel vlijt, dat zy, tusfchen  der vyandelijkheden» «gjg fchen middernacht en het aanbreken van den mori geni eene kleine reduite van omtrent acht voeten ; in het vierkant hadden opgeworpen, én te gelijk zulk een diep ftilzwygen bewaard, dat men *ePj öp de Britfche fchepen, niets van gehoord had, fchoon dezelve 'er vry dicht by lagen. Deze kregén derhalven het eerste bericht van hét gene 'er gSandè was, door het aanfchouwen van het byna voltooide ; werk, ea maakten toen ook een aanhoudend vüüf i op hetzelve. De Provincialen verdroegen dit met i ftandvastigheid, en bleven, fchoon zy flechtsnieü* ' welingen waren, hunnen arbeid voortzetten, totzy nog eene kleine borstweering van de oostzyde def i reduite tot onder aan den heuvel hadden opgewor* i pen. Daar men nu van deze hoogte de ftad Boston konde beftryken, oordeelde de Generaal Gage het ■ noodzakelijk om de Provincialen van daar te vernes? telen. Derhalven zond hy, omftreeks den middag, i den Generaal-Majoor Howe en den Brigadier-Ge* i neraal Pigot met de bloem zijns legers af om dit ? werk te verrichten. De troepen beftonden uitvier ( battaillons, tien compagnien grenadiers, tiencöitti pagnien ligt voetvolk, en eene veld-artillery naar evenredigheid. Zy traden by den uithoek van MoI reton aan land en ftelden zich in flagorde; doch s vertoefden in die gefteldheidi tot dat zy door eene I tweede bezending van ligt voetvolk en grenadier1 i ■ compagnien, een battaillon landtroepen en een bat, i taillon zeezoldaten verfterkt waren, en nu met eli kander byna drieduizend man uitmaakten. In den . tusfchentijd dat de troepen, die het eerste geland I». . C 2 wa«  35 Hoofdi'L VI. Den aanvang v/aren. op deze verfterking wachteden, hadden dc Provincialen, tot meerder dekking, .-eenige daar omftreeks ftaande afrikkingen opgenomen en wederom in twee linien kort achter elkander nedergezet, waarna zy de tusfchenruimte opvulden met hooi, het welk niet lang geleden afgemaaid zijnde, daar dicht by was blyven liggen. Des Konings troepen fchaarden zich in twee linien en trokken langzaam voort, ten einde hun gefchut tijd te geven om de werken der Amerikanen te vernielen. Onder het aanrukken tot den aanval, kregen de Britten bevel om Charlestown in brand te Heken, niet om dat 'er op hun uit de huizen dezer ftad gefchoten was, maar volgens eene regel der krijgskunde om den vyand van alle bedekzelen te berooven, waar achter zy zich by zyne aannadering zoude kunnen verfchuilen. Kort daar op ftond deze oude ftad, waarin omtrent vijfhonderd, meestal houten huizen waren, in lichter laje vlam. De ryzige toren van het kerkgebouw der Disfenters vormde eene zuil van vuur boven al het overige , en trof de verbaasde oogen van talryke aanfchouwers, met eene grootfche doch fchrikbarende ver» tooning. In Boston waren alle de hooge plaatzen bedekt met de burgers en dat gedeelte van 's Konings troepen, welke niet onder de wapenen waren; terwijl de heuvels van het omliggende land, waarvan men een duidelijk en veilig gezicht had, door de Iandbewooners bezet waren. Duizenden, zoo wel binnen als buiten Boston. ivoren, das beangftigde toefchouweis van het bloedige  der vyandelijkheden'. ^ élge tooneel. De eer der Britfche troepen ging menigen zeer ter harten, terwijl het hart van anderen, met gevoeliger aandoening, floeg voordevryheden van een groot en opkomend land. Ondertusfchen bewogen de Britten zich zeer langzaam, het welk aan de Provincialen fchooner gelegenheid gaf om hen wel te mikken; daar deze laatsten zich. gemeenlijk ftil hielden, tot dat hunne vyandenbin. nen tien of twaalf roeden genaderd waren , doch . dan een verfchrikiijk vuur, uit het kleine geweer, I begonnen te maken , het welk zoo veel werking deed, dat 's Konings troepen, met overhaasting en jn wanorde, terug deinsden. Zy werden echter, door hunne Officieren, aan het ftaan gebracht, en met den degen, weder voorwaards gedreven, doch hervatteden den aanval met grooten wederzin. De -Amerikanen hielden wederom hun vuur in, tot dat hunne beftryders naby kwamen, en dreven hen anderwerf op de vlucht. Nu verdubbelden de Generaal Howe en zyne Officieren hunne poogingen, en ten tweedenmalemeteenengoedenuitflag, offchoon de foldaten zich zeer afkeerig betoonden om het gevecht door te zetten. Maar nu hadden de Amerikanen reeds in zoo verre hun kruid verfchoten, dat zy geen zoo hevig vuur konden maken, als te vooren; daarentegen hadden de Britten eenig grof gefchut zoo aangevoerd, dat het de binnenzydeder bostweering van het eene einde tot het andere beftreek: ook verdubbelden zy het vuur van hunne 1 fchepen, batteryen en veldflukken, terwijl de Ofbeieren de foldaten van achteren aandreven, en de C3  & Hoofdft. VI. Din aanvang tedulte nu aan drie kanten te gelijk befprongea wierd Ui deze omftandigheden werd 'er bevel tot den aftocht gegeven; doch de Provincialen aarzelden daarmede en verweerden zich, met hunne ongeladen fnaphanen, als met kneppels zoo lange, dat des Konings troepen, welken het nu gemakhjk viel om de wallen te beklimmen, reeds half meester van de reduite waren, eer men hun dezelve wilde overgeven. Terwijl de ftrljd voor het front der borstweermg cn by de reduite in diervoegen wierd doorgezet, poogde de ligte Infantery der Britten den linkervleugel van de eerste te overmeesteren, om zoo de Amerikanen ook van ter zyde te kunnen aantasten: doch fchoon zy den onverzaagdften moed betoonden, ontmoetten zy eene tegenkanting, welke hunne uiterfre poogiugen vorderde. De Provincialen bielden hier op gelyke wyze hun vuur in tot dat hunne vyanden kort op dezelven genaderd waren, en brandden 'er toen op los, met zulk eenen aanhoudenden ftroom en in zulk eene goede richting, dat derzelver gelederen als weggemaaid wierden. Het gevecht werd hier, aan beide zyden, metgroote hardnekkigheid voortgezet; en het aanhoudende geweld van 's Konings troepen, kon de Amerikanen niet tot den aftocht noodzaken, voor en aleer zy bemerkten, dat hunne macht den heuvel ontruimd hadt. Wanneer zy toen begonnen aftetrekken, werden zy aan een nieuw gevaar blootgefteld; vermits hun geen ander weg open was, dan over de landengte van Charlestown, welke in hare geheel* ° uit«  der vyandelijkheden, 3§ mtgeftrektheid, door het gefchut van het oorlogsfchip de Glasgow, en van twee vlottende batteryen, beftreken wierd; welker aanhoudend vuur het aanrukken van verfche troepen over deze landengte, ter verfterking hunner ftrydende landslieden, verhinderd had: offchoon het kleine getal der genen, die, by den aftocht over dien zelfden grond, fneuvelden, 'toonde dat de vreze dier Provinciale Officieren, welke geweigerd hadden ter onderfteuning hunner medgezellen over denzelven te trek* ken, genoegzaam ongegrond geweest was. Het getal der Amerikanen, welke deel aan het gevecht gehad hadden, bedroeg niet meer dan vijftienhonderd man. Voorts was men beducht dat de overwinnaars van het behaalde voordeel zouden gebruik maken, en onmiddelijk naar Cambridge, het hoofdkwartier der Amerikanen, voortrukken. Maar zy trokken niet verder dan tot Bunkershiil, alwaar zy eenige werken ter hunner beveiliging opwierpen; gelijk de Amerikanen insgelijks deden op Prosputhill, vlak tegen hun over. Beide zochten zy zich tegen eenen aanval te dekken, en beide waren ook in eenen Hechten ftaat om dien doorteftaan: daar het verliezen van het Halfeiland by de Amerikanen verflagenheid veroorzaakte , en het groot verlies van volk by de Britten het zelfde uitwerkzel te weeg bracht. Ook zijn 'er in hedendaagfche oorlogen maar zeer weinige veldflagen voorgevallen, waarin, alle omftandigheden in aanmerking genomen, meer menfchen gefneuveld zijn, dan in dit kortftondige gevecht. Het verlies der Britten, C 4 vol»  4w HoofoYh Vi'. Den aanvang volgens de eigen bekentenis van den Generaal Gace, beliep duizend vierenvijftig man. Zy hadden negentien doode en nog zeventig gekwetste Officieyen. 0e veldflag van Quebec in 1759, waar by Groot-Brittanje het gewest van Canada veroverde, maakte minder flachting onder de Britfche OfficieTen, dan dit nemen van eene zwakke verfchanzing, het werk flechts van eenige weinige uren. Dat echter de Officieren zoo veel geleden hadden, kwam daar van daan, dat 'er op hun gemikt wierd. Gec ne der Provincialen, welke aan dezen ftrijd deel hadden, waren busfchieterS, doch zy waren alle goede fchutters, welke alle hunne voorloopige kundigheden in het behandelen van het geweer, alleen op de jacht en door het gewoone tijdverdrijf der jagers verkregen hadden. De behendigheid, welke zy in het treffen van het wit, van beesten of vaa vogelen, door langdurige oeffening verkregen hadden, was nu ongelukkig in het werk gefield ter vernieling der Britfche Officieren, op welken men inzonderheid doelde, om dat zich van hunnen val vele verwarring beloofde. Ook waren de meestea van die, welke zich rondom den Generaal Howe bevonden hadden, gefneuveld of gewond, doch de Generaal zelf ongekwetst gebleven, hoewel hyzich seer had blootgefleld. De ligte Infantery en de Grenadiers hadden drievierde gedeelte van hunne manfchap verloren; van eene Compagnie waren 'erniet meer dan vijf, en van eene andere niet meer dan veertien overgebleven. Door dezen zoo lïerken en onverwachten tegen- lland,  der vyandelijkheden. 4r #and, werden alle verwy tingen van lafhartigheid, weggeveegd, waar mede de Amerikanen door hunne vyanden in Groot-Brittanje beklad waren. Het moedige gedrag der Britfche Officieren verdiende, en verwierf ook grooten lof. doch de Provincialen hadden eene rechtmatige aanfpraak op een groot gedeelte van denzelven, daar zy de uiterfte poogingen hunner vyanden noodzakelijk gemaakt hadden om hen uit eenige liniën te verdry ven, welke het Werk waren van eenen enkelen zomerfchen nacht. De Amerikanen verloren vijf Hukken kanon. Het getal hunner dooden beliep honderd negenendertig, dat der gekwetsten en vermistten driehonderd veertig, van welken 'er dertig in handen der overwinnaars vervielen. In het byzonder betreurden zy den dood van den Generaal Warren, Deze voegde by de zuiverfte vaderlandsliefde en de onverfchrokkenfle dapperheid, de deugden van het huislyke leven, de welfprekendheid van eenen geoeffenden redenaar, en de wijsheid vaneenen bekwamen ftaatsman. Geene andere inzichten, dan die van de vryheid zijns lands, hadden hem bewogen om de maatregelen der regeering te wederiTreven. Zijn doel was niet de fcheiding, maar eener naauwer verbintenis met het Moederland. Hy nam yverig deel aan de verdeediging zijns vaderlands, niet om wegens zynen Patriotfchen moed toegejuigd en beloond te worden, maar om dat hy, in de beste beteekenis van het woord, een wezenlijk Patriot was. Daar hy geene baatzuchtige, noch perfoonelyke bedoelingen had, Helden de vrienden Cj der  tfe Hoofdft. VI. Den aanvang der vryheid het grootfte vertrouwen in zyne oprechtheid. Zijn gezond oordeel en zyne bekwaamheden om in het openbaar te fpreken, fielden hem in ftaat om eene luisterryke vertooning in de Landsvergaderingen te maken, doch zyne onvertzaagdheid en werkzame yver noopten zyne medeburgeren om hem op het oorlogstooneel te plaatzen; alwaar hy, na vijf dagen te voren tot Generaal-Majoor te zijn aangefteld, als een edel flachtoffer viel voor eene zaaK, welke hy uit de zuiverfte beginzelen had aangekleefd. Hy leefde gelijk Hambden, en gelijk Hameden (*) ftierf hy ook, algemeen bemind en algemeen betreurd: en zyne veelvoudige deugden werden ten toon gefpreid in eene fierlyke lofrede, door Dr. Rush gefchreven in eene itijl, dit verhevene onderwerp waardig. Het (*) John Hambdeh was een man van een aanzlenelijk gedacht, groote middelen, verhevene talenten, en eene uitftekende zucht voor. de vryheid. Hy leefde onder de regeering van Karei, den eersten, en maakte zich het eerste bekend in het jaar 1636, door de belasting op de fchepen, welke die Vorst buiten toeltemming van het Parlement ondernam te heften, niet te willen betalen, en door de fchoone verdeediging van dit zijn gedrag, by bet pleitgeding voor het Gerechtshof van den Exchequer, welk echter ten zynen nadeete uitviel. By de opening van het lange Parlement, waren elks 00gen op hem gevestigd, als op den Vader des Vaderlands, en den ftuurman die het fchip van ftaat in het midden der dreigende ftormen en klippen aoude kunnen behoeden*  der vydndelijkheden* 42 Het verbranden van Charlestown, fchoon een plaats van grooten handel, maakte de Provincialen geenszins mismoedig. Het verwekte hunnen haat en vervloeking, maar niet de minste neiging om zich te onderwerpen. Zoo hoog was de geest des volks geftemd, en zoo groot was de onverfchilligheid aangaande de bezittingen in tegenftelling met de vryheid, dat dergelyke brandftichtingen, door het krijgsgeweld veroorzaakt, in het geheel niet flrekten om de Volkplantelingen tot onderwerping te brengen. Dit mocht voldoende zijn in de oude wareld, maar het was geheel niet gefchikt voor de nieuwe, waar men eenen oorlog had ondernomen, niet om van heer te verwisfelen, maar om wezen]yke rechten te beveiligen. Het gevecht by Breeds-hill, of gelijk men het doorgaans genoemd heeft by Bunkersbill, had vele en zeer gewichtige gevolgen. Het leerde de Britten om de Amerikanen, wanneer zy eenigszins verfchanst waren, zoo zeer te ontzien, en zoo vele omzichtigheid by hunne volgende ondernemingen aantewenden , dat deze daardoor vertraagd wierden, en een geheele veldtocht verliep, zonder iets van aanbelang uittevoeren: ook vermeerderde het Jt vertrouwen het welk de Amerikanen op hunne beden, Met het uitbarsten van den oorlog voerde hy het bevel over een Regiment Voetvolk, en bewees het Parlement goede diensten, doch werd reeds in 1643 in het gevecht tegen Prins Robert, in de vlakte van Chatgrave. doodelijk gewond en van allen betreurd. Vertaleb.  44 Hoofdft. VI. Den aanvang bekwaamheid begonnen te ftellen. Aan den ande, ren kant gaf het goede gedrag, der nieuw opgeworvene troepen op dien gedenkwaardigen dag aanleiding tot gevolgtrekkingen, welke voor de belangen van Amerika in het vervolg zeer nadeelig waren. Sommige der voornaamfte leden van het Congres kregen daardoor zulke hooge denkbeelden van het gene men door de Landmilitie, of door menfchen, welke maar voor een korten tijd wierden aangenomen , zoude kunnen uitvoeren , dat het zeer lang aanhield, eer datzy in een altoosblyvend leger wilden bewilligen. Zy maakten geen onderfcheid tusfchen de aanhoudende krijgsverrichtingen eens legers, gedurende eene reeks van jaren, en tusfchen de dappere poogingen der gewapende burgery, wanneer deze zaamvergaderd onmiddelijk ten ftryde geleid wierd; en dit maakte hun fchoorvoetend om de noodzakelijkheid eener ilaande legermacht te erkennen. Zy meenden dat het land, by elke voorkomende gelegenheid, door de dappere daden zyner zoonen wel zoude kunnen verdeedigd worden, buiten de onkosten en het gevaar van eene krijgsmacht, welke, voor zoo lang de oorlog duurde, . werd in dienst gefteld. Ondertusfchen verloor de Landmilitie, gedurende den loop der vyandelijkheden, gelijk in het vervolg zal blyken veel van hare eerste hitte; terwijl de voorgangeren in de raadsvergaderingen van Amerika, door op derzelver voortduring te vertrouwen, den rechten tijd om volk voor eenige jaren aantewerven, verzuimd had t  der vyandelijkheden. had: met dat gevolg dat doorliet gebrek aan volharding by de Landmilitie en door het gebrek aan eene welgeoeffende aanblyvende legermacht, de zaak, waar voor men in den beginne de wapenen had opgevat, meer dan eens op den oever van haren ondergang gebracht wierd. ZEVÊN.  4 Hoofdft. Vlï. Byeenkomst pen, welke aldaar Honden aanteland-sn, kregen Op den vijftienden van Bloeimaand tenantwoord: „ ora zich verweerender wyze te gedragen, zoo lang 5, zulks met hare veiligheid beftaanbaar zijn zou* 3, de; om de troepen in de barakken te laten bly» 3, ven, zoo lang zy zich vreedzaam gedroegen: maar niet toetelaten dat zy eenige verfchanzin* 3, gen opwierpen of eenige Happen deden om de 3, gemeenfchap tusfchen de Stad en het Graaffchap 5, aftefnyden." Op den zeventienden befloot het Congres, ,, dat de uitvoer naar alle gedeelten van „ het Britfche Amerika, welke niet in hunne ver* „ bintenis getreden waren, onmiddelijk zoüde ge* ,, Haakt worden." Als mede, „ dat men geener,, hande levensmiddelen of andere noodwendighe3, den tot de Britfche Visfcheryen op de kust van „ Amerika zoude mogen leveren." Gelijk ook, 3, dat niemand in Amerika eenige wisfel, asHgnatie 9, of ordonnantie van eenige Officier van de Brit„ fche vloot of landmacht, van derzelver bewinds„ lieden of leveranciers zoude mogen ontvangen of „ verhandelen of hun eenig geld fchieten; dat mea 3, geenerhande levensmiddelen of andere noodwen* digheden zoude mogen leveren aan of ten dienfte „ van het Britfche leger of van de Britfche zee» 3, macht inde Volkplanting van Masfachufetts; dat men geenerhande vaartuig, gebruikt tothetover- voeren van Britfche troepen naar Amerika,vof ,, van het eene gedeelte van Noord-Amerika naar. ,, het andere, of tot het overbrengen van krijgs- behoeften oflevensmiddelenvoorde gezeidetroe-  fan het tweede Ccngres ^ 'pen, zoude mogen bevrachten of Van Voorraad ,, of andere noodwendigheden voorzien." Men moet deze befluiten aanmerken als de wederga vaü de Britfche Parlements-Akten rakende hetftremmcn van den koophandel en het verbieden van de visfcheryen der Volkplantingen; als zijnde recht gefchikt om de Britfche; Eilanden in de Wést-Indien in groote verlegenheid te brengen, daar dezelve : voornamelijk beftaan moesten van de levensmiddelen, welke van het vaste land van Amerika werden ingevoerd. Daarenboven^ veroorzaakten dezelve Bieuwe zwarigheden in het onderhoud van het Britfche leger en van de visfcheryem Want vermits jde Volkplantelingen altijd veel ichuldig Waren in IGroot-Brittanje, kon men de foldy ordonnantiën janeestal gereedelijk aan hun flyten. Weshalven een oorlog in de Volkplantingen nuttig wierd voor den koophandel door de middelen van betaling te ver* meerderen, terwijl die tevens het Moederland in ftaat ftelde om de troepen grootendeels te kunnen onderhouden zonder eenig geld uit het rijk té verzenden. Maar door middel van de bovengemelde befluiten werden niet alleen alle die voordeden af* gefneden, maar ook het onderhoud der Britfche aijgsmacht beide wisfelvallig en kostbaar gemaakt, [n gevolge van het verbieden der visfchery aan dé Amerikanen, hadden de Britfche reeders in dat vak feich groote voordeelen beloofd en vonden het veel* al het voordeeligfte om zich van de noodwendigheden tot het voortzetten van hunne visfcheryen in Amerika te voorzien. Maar vermits Groot-Brittan* II, Deel, jD ;t  jo Hoofdft. VU. Byeenkomsl je zyne Volkplantelingen van alle voordeden dienaangaande beroofd had, verboden dezen op hunne beurt het leveren van alle die noodwendigheden aan de Britfche Visfchers. Dit veroorzaakte eene onverwachte verlegenheid, zoo datverfcheidenefchepen tot de visvangst beftemd, verplicht waren orn huiswaards tekeeren, en de noodige voorraad voor hunne medemakkers aantehalen. Nogthans waren deze befluiten niet zoo zeer het gevolg van wraakneming, als van ftaatkunde; als zijnde de Volkplantelingen van meening, dat zy, door het belemmeren van den Britfchen koophandel, meerder' menfehen zouden overhalen om zich hunne zaken. aantetrekken. Het nieuwe Congres was nog maar weinige da-> gen vergaderd geweest, toen de achtingwaardige: Voorzitter, Peyton Randolph, zich gedwongen' zag om naar huis te keeren; na wiens vertrek John i Hancock met eenparige Hemmen tot deszelfs opvolger werd gekoren. De onderwerpen, waaroven dit nieuwe Congres had te raadplegen, waren, indien het mogelijk zijn konde, nog gewichtiger dan die, welke in het vorige jaar de aandacht der oude leden had bezig gehouden. De Volkplantelingeni hadden nu ondervonden, dat de maatregelen, waar by zy voormaals heul vonden, thans onvoldoende waren. Zy zagen een nieuw Parlement geneigd orn ter hunner onderwerping alles te wagen; en wierv den ras ontwaar, dat de leden van het ftaatsbewind zich tegen hun vereenigd hadden, en zeer vast ge< zeten waren, De vyandelijkheden waren reeds beo goa-.  van het tweede Congres gonnen. Reeds was 'er verfterking gekomen, en daaglijks werd 'er meerder verwacht. Eindelijk, hadden zy bericht gekregen, dat hunne vyanden maatregelen genomen hadden om zich van de vriendfchap en de medewerking zoo van de Indianen als .van de Canadiërs te verzekeren. Het Britfche flaatsbewiud nu befloten hebbende, iom de Volkplantingen met geweld aantetasten, en .derzelver overheering onvermydelijk rekenende, was van oordeel, dat het belang der beide landen vorderde om het werk zoo krachtdadig doortezet. „ten, dat zy daardoor des te fpoediger hun oogjnerk konden bereiken. Door de Amerikanen aan alle zyden te prangen, hoopten zy hen van tegen,ftand aftefchrikken, en dus by de uitkomst, min,der menfchenbloed te doen vergieten. In dezen verfchriklyken en hachlyken toefrand had het Congres Hechts eene keuze van zwarigheden. De Staten van Nieuw-Engeland hadden jreeds eene krijgsmacht op de been gebracht, en Jhielden den Generaal Gage opgefloten. Hen te ' verlaten zouden tegen alle gegeven trouw en goede jiftaatkundegehandeld zijn: hen te onderfleunenwas i.den oorlog algemeen te maken, en alle de VolkI plantingen in eenen algemeenen ftaat van vyand~ :.fchap te wikkelen. Doch het befluit des volks was i jreeds ten voordeele van dit laatste genomen, en'er ontbrak Hechts de wettige toeftemming om het te kunnen uitvoeren. Gevolglijk befloot het Congres op den zesentwintigften van Bloeimaand: „ ;dat de , p Volkplantingen van ftonden aan in itaat .van teD z » gen-  5a Hoofdlt. VII. Èyeenkomsï 5, genweer zoudengefteld worden, met hetbepaals, de oogmerk om dezelve te verdeedigen, te ver- j 5, zekeren en te beveiligen tegen alle poogingen, ; om de jongfte befluiten des Parlements, door het i 3, geweld der wapenen, te doen uitvoeren; maar I dat-, vermits zy de te voren ftandgrypende over- . 3, eerjftemming tusfchen het Moederland en de Volk- . s, plantingengaarn herfleld zagen, 'er te gelijk een ,, nederig en plichtmatig verzoekfchrift aan zyne : „ Majefteit zoude worden aangeboden, ter bevor- L 3, dering van die zoo zeer gewenschte verzoening." E Dus werd 'er gelijktydig tot tegenftand en tót fme- [ kingen befloten. Als vrye lieden wilden zy zich I niet gedwee laten onderbrengen; maar als getrouwe I onderdanen, welke den vrede beminden, voor zoo verre die met hunne rechten beftaan könde, wilden tl zy in het karakter van nederige verzoekers, hunne bezwaren nog eens voor den algemeenen vader des ï rijks openleggen. Om de Canadiërs terug te hou- : den van zich niet aan de zyde der Britten te voe-1 gen, Werd 'er nogmaals aan dezelven gefchrcven, | de verdervelyke ftrekking der Quebec-Akte voor! hun opengeleid, en het innemen van Ticonderoga f en Crownpoint verantwoord, als maatregelen, wel-| ke door de groote wet van zelfsbehoud waren voor- jt gefchreven. Genoegzaam ten zelfden tydewas het* Congres ook bedacht op de afwending van het ge-jj vaar, het welk den bewoneren hunner grenzen vanïi wegen de Indianen boven het hoofd hing. Met diti I oogmerk werden 'er gevolmachtigden benoemd om| met dezelven in onderhandeling te treden, en dei; aatvll  van het tweede Congres 53 bankoop van de daartoe dienstige goederen bevolen. Ook deed het Congres een verhaal opftellen en aan dezelvèn toezenden» waarin het gefchil tusfchen Groot-Brittanje en de Volkplantingen in den ..gewoonen Indiaanfchen itijl ontvouwd wierd; en men hun poogde te beduiden, dat zy by dezen huis. Jyken twist geen belang hadden, maar door de ban. den van oude vriendfchap en van op den zelfden _grond geboren te zijn, gehouden waren om te huis te blyven, den ftrijdbijl diep begraven te laten, en zich by geene van beide partyen te voegen. u De nieuwe toeftand van Masfachufetts noodzaakte de hoofdbeftierderen van dat gewest, den raad van het Congres over een zeer gewichtig ftuk in te nemen; te weten het opvatten en uitoeffenen vau .het gezag der burgerlyke regeering. Men had daar, gedurende vele maanden, tamelyke rust en goede ^orde weten te houden, door de kracht van oude igebruiken, onder den eenvoudigen itijl van aanbeveling en raadgeving van wegens Vergaderingen, iwelke by het volk geacht, doch met geen wettig 1 gezag bekleed waren. Maar nu de oorlog aan hunne grenzen woedde en een talrijk leger werkelijk iwas op de been gebracht, oordeelde men eene redering, welke wat meerder krachts had, noodig te hebben. Het oprichten eener, van' Groot-Brittanje onafhanklyke regeeringe, ltrookte echter toen |noch met de wenfchen, ncch met de oogmerken, tóer Volkplantelingen ; waarom het Congres ook enkel zoodanige belrellingen aanried, welke geen uitfftel konden lydenj en nog werden deze, zoo veel P 3 «ioog^  5+ Hoofdft. VII. Byeenko-nst moogHjft géfchikt, overcenkomftig den geest ett het wezen hunner handvest; terwijl zy alleen zoo lan- zouden duren, tot dat een Landvoogd vatt 's Konings wegen aangefteld, zyne toeftemming gaf om de Volkplanting, overeenkomftig met derzelver handvest, te regeeren. Op den zelfden grond van noodzakelijkheid, kon men niet voorby zich ook andere nieuwe macht aan te matigen. De gemeenfchappelyke handelen groote briefwisfeling tusfchen alle de Volkplantingen, welke dagelijks plaats hadden, toonden de voeg. zaamhéid van een algemeen Postampt optenchten. Dit gefchiedde daarom ook; en Dr. Frankun, die, omtrent drie jaren geleden, op 's Konings eezag, van eene dergelyke bediening ontzet was, terd aan het hoofd van deze nieuwe inftelhng ge- PlTerwijl het Congres omtrent de voörgeftelde algemeene krijgsmacht de noodige fchikkingen be-# raamde-, oordeelde men het tevens nuttig, om zich no? eens tot de Inwoneren van Groot-Brittanje te wenden, en voor de gantfche wereld deredenen open te leggen, welke hen tot het opvatten van de wapenen genoopt hadden; om een vertoog te laten afgaan aan den Spreker en de leden der Algemeene Vergadering van Jamaica, en aan de ingezetenen van Yrland;~ alsmede om den Koning nog een tweede nederig verzoekfchrift aantebieden. In hunne aanfpraak aan de Inwoneren van Groot-Brittanje , verdedigden zy zich wederom tegen de befchuldigmg van naar de onafhanklijkheid te ftaan; betwgdcm  van het piveede Congres ö'c.' 55 hunne bereidwilligheid om zich aan alle de Parlements-Akten, rakende den handel en de zeevaart, welke voor het jaar 1763 doorgegaan waren, te onderwerpen ; herhaalden hunne redenen ter verwer. ping van den bemiddelenden voorflag van Lord North; toonden de hardigheden, welke zy van het koninglijk leger te Boston te lyden hadden, ea ] Helden hun voor oogen , hoe veel gevaars de ingezetenen van Groot-Brittanje loopen zouden van hunne vryheid te verliezen, wanneer derzelver 1 broederen in Amerika zouden zijn ondergebracht. In hunne verklaring van de oorzaken en de nood- ! zakelijkheid van het opvatten der Wapenen, maak- : ten zy eene optelling van de verongelykingen, welke zy ondergaan hadden, en van de middelen welke het Britfche Staatsbewind bezigde om hen tot ; onderwerping te dwingen; en zeiden vervolgens: „ wy zijn tot het punt gebracht van te moeten kie„ zen tusfchen eene onvoorwaardelyke ondèrwer- . „ ping aan de dwinglandy van wrokkende Staatsdienaren of eenen gewapenden tegenftand. De ,, laatste is onze keuze. Wy hebben welberekend hoe duur ons deze twist zal te Haan komen; doch „ wy vinden niets verfchriklyker dan eene vrywij3, lige flaverny." Zy verzekerden 'er by, dat zy ontwijffelbaar buitenlandfche hulp zouden vinden. I Dit laatste was echter niet gegrond op eenig byzonder bericht, maar alleen een gevoelen, rusten» de op hunne kennis van de ftaatkundige beginzelen, aaar welke de Mogendheden hun gedrag tegens el» ' kander gewooa zijn in te richten. D4 ÏQ  «5$-» Hoofdft. VII. Bysenkomü- In hun Vertoog aan den Spreker en tje Leden der Algemeene Vergadering van Jamaica, handelden zy breedvoerig over de willekeurige oogmerken en handelwyze der Britfche Staatsdienaren; zy gaven hun bericht hoe zy zich op de rechtvaardigheid, de bil. lijkheid en het belang van Groot-Brittanje beroepen hadden,.ten einde herftel van hunne bezwaren te verkrygen. Zy toonden hun aan datzyom hun ontwerp van niets te laten inkomen of uitvoeren, de bedoelde uitwerking te doen voortbrengen, verplicht geweest waren om hetzelve tot de Eilanden uit te ftrekken. „ Het is de noodzakelijkheid, en „ die alleen, zeiden zy, welke het richtfnoer van onze handelwyze geweest is; " en voegden zy 'er ten befluite by: „ de byzondere ligging van uw 3i Eiland verbiedt ulieden ons te hulp te komen; „ doch wy bezitten uwe toegenegenheid; en in de toegenegenheid van de vrienden der vryheid en des menschdoms zullen wy altijd vertroosting „ vinden.'' In het Vertoog aan het volk van Yrland, herhaalden zy alle hunne bezwaren, en vertoonden aan het zelve, welke nederige verzoekschriften zy ingele» verd hadden, en hoe weinig op dezelve was acht geflagen, ,, Wy hebben, zeiden zy, ter verdee„ diging van onze perfoonen en bezittingen, die „ werkelijk gefchonden wierden, de wapens opge„ vat. Wanneer die fchending zal ophouden en „ onze aanvallers hunne vyandelijkheden zullen fta„ ken, zullen wy die aan onze zyde oek wederoas « afleggen," Deze  van het tweede Congres &fe. 57 Deze ftukken waren alle op eenen meesterlyken trant uitgevoerd, en uittermate gefchikt om vrien-. den voor de Volkplantingen te winnen. Maar het Verzoekfchrift aan den Koning, hetwelk ten zelfden tyde werd opgefteld, deed meer wezenlyken dienst aan de zaak van Amerika, dan alle hunne andere gefchriften. Hetzelve was voornamelijk door den Heer Dickinson by het Congres doorgedreven. Vele der leden, de geweldige handelwyze van het Parlement met de Volkplantingen in aanfchouw nemende, waren van gevoelen, dat alle verdere verzoekfchriften , louter dwaasheid zijn #oude; doch deze waardige burger, een vriend der beide landen, en een yverig voorftander van eene verzoening op ftaatswettige grondbeginzelen, be? toogde de nuttigheid en de goede ftaatkunde om de uitwerking van een nederig en betamelijk, maar tevens gepast en ernftig verzoekfchrift aan het gexneene hoofd des rijks nog eenmaal te beproeven j en het hooge gevoelen, het welk de leden van zyne vaderlandsliefde en bekwaamheden hadden opgevat, haalde dezelven over om hunne toeftemming tot dien maatregel te geven, offchoon zy het verloren arbeid rekenden. Het verzoekfchrift, weflc op den achttienden van Hooimaand, de goedkeuring der Vergadering wegdroeg, was door de pen van den Heer Dickinson uitgewerkt; en daarin werd onder andere dingen, getoond: ,, dat niette„ genftaande het gene men bun deed lyden, zy „ echter nog te veel achting behouden hadden voor ti een koningrijk, waaruit zy oorfpronklijk waren, D 5 « om  55 Hoofd**. VIT. Syeenkomst „ om zulk eene verzoening te begeeren, welke met deszelfs waardigheid en welvaren op eenigerhan» „ de wyze onbeftaanbaar ware. Dat zy, met al„ len eerbied, welken beginzelen van plicht en liefde kunnen inboezemen aan zyner Majeileits „ perfoon, geflacht en regeering verknocht, door ,, de fterkfte banden, welke eene maatfchappykun- nen aaneenhechten, aan Groot-Brittanje verbon,, den, en elke gebeurtenis, waardoor dezelve ee,, nigermate konden verflapt worden, hartelijk be„ treurende, niet alleen op het vurigfte verlang» „ den, dat de vorige eensgezindheid tusfchen het3, zelve en de Volkplantingen weder herfteld wierd, 3, maar tevens een verbond van eendracht tusfchen dezelve.opgericht, op eenen zoo vasten grond„ flag, dat deszelfs zegeningen, door geene toe,, komende twisten konden geftoord , maar door „ het late nageflacht, in de beide landen, geno,, ten worden. Dat zy derhal ven ernftig baden, „ dat het zyner Majefteit behagen mochte eenig „ middel aan te wyzen, langs het welke de veree,, nigde verzoeken, welke zyne getrouwe Volkplan- telingen voor den troon brachten, overeenkom. 3, ftig de begeerte van alle hunne Vergaderingen, 3, eene gelukkige en duurzame verzoening moch3, ten uitwerken." Met dit laatste byvoegzel bedoelde het Congres, dat het Moederland een ontwerp zoude voorflaan, om, by wyze van verdrag, iets dergelijks als een Groot Charter voor de Volkplantingen vast te Hellen. Zy beoogden niet om zich in het geheel aan het gezag des Parlements te ont-  ian het tweede Congres 39 önttrekken, en waren ook niet onwillig om naat hun vermogen in de lasten der regeering te dragen; maar zy vreesden de yslijkheden van den oor. log minder, dan c]e onderwerping aan het onbepaalde oppergezag des Parlements. Zy wenschten naar eene minnelyke fchikking, waarby alle twijffelzinaige en onbepaalde punten werden uitgemaakt, zoo dat daarby die mate van gezag en van vryheid vastgefteld wierd, welke het algemeene welzijn van het ganfche rijk bevorderen zoude. Zy verbeeldenzich in den zelfden ftaat te zijn, als de Baronnen teRunnymede; alleen met dit onderfcheid, dat zy, behalven tegen den Koning, ook nog tegen het Parlement te worftelen hadden. Ondertusfchen was dit meer een verfchil by naam- dan in de daad; vermits in het laatste geval de Koning en het Parlement volkomen in de zelfde betrekking tot het Volk van Amerika ftonden, welke in het eerste geval tusfchen den Koning en het Volk van Engeland ftand greep; daar, in beide, de hoofden des volks, met de oppermacht twisteden over de voorrechten der onderzaten. Dit welmeenende verzoekfchrift, werd op den eersten van Herfstmaand 1775, door de Heeren Penn en Lee den Koning aangeboden; en op den vierden werd hun door Lord Dartmouth bericht: dat 'er geen antwoord op zoude gegeven worden. Deze kleinachtende behandeling bracht niet weinig toe tot de eenigheid en de volharding der Volkplantelingen. Toen zy door de rampen van den oorlog gedrukt wierdea3 wilde 'er in de harten van eenige fchroom-  óö Hoofdft. VIL Byeenkomsl fchroomvallige menfchen wel eens eene twijffeling opkomen, of men ook te haastig geweest ware om zich tegen het Moederland, onder wiens hoede zy geftaan hadden, aantekanten. Maar dan vertoonde men aan de zoodanigen dit tweede verzoekfchrift van het Congres aan den Koning, en merkte dan tevens daar op aan, dat al het bloed en de fchuld van den oorlog niet aan de raadsbefluiten van Amerika, maar aan die van Engeland moesten geweten worden. Alhoewel de Volkplantelingen, in eene aanfpraak van den troon, op den zesentwintigften van Wijnmaand, befchnldigd wierden, als bedoelende alleen om door losfe uitdrukkingen van hunne verkleefdheid aan het Moederland, en door de fterkfte betuigingen van getrouwheid aan hunnen Koning, deze beide op den tuil te houden, terwijl zy zich tot eenen algemeenen opftand gereed maakten; en dat hunne oproerige oorlog met geene andere bedoeling wierd doorgezet, dan om zich tot een onafhanklijk rijk te verheffen. Nogthans was op dien tijd en zelfs nog maanden daar na hun eenig doelwit het herftel van hunne bezwaren. Van dit voornemen by zich zeiven bewust, en met de onderdanige taal van hun verzoekfchrift, en de oprechtheid huns harten inftemmende, konden zy de kleinachting niet verduwen, waar mede men hun vereenigd fmeekfchrift behandeld hadt, en noch minder, datzy van den troon met voorbedachte dubbelhartigheid beticht waren. Niets brengt tot den goeden uitflag van omwentelingen meerder toe, dan gematigdheid, Dok  van het tweede Congres êrW ;cr Doldriftige yveraars werken zich zeiven voórby en verfpillen weldra hunne krachten; terwijl de bedaardenen koelzinnigen ten einde toe bly ven voortwerken. In burgerlyke beroerten, heeft niets meer invloed op den grooten hoop des volks, ten aanzien van het kiezen van party, dan de algemeene geaartheid der maatregelen, welke aan weerskanten gevolgd worden. Schynen deze door rechtvaardigheid en voorzichtigheid voorgefchreven en niet door drift, heerschzucbt of gierigheid gedreven te worden, dan £al ook het volk gezind zijn öm dezelve te begunftigen; en zoodanig was ook het geVolg Van dit tweede verzoekfchrift gedurende een lange en hachlyke oorlog, in welken menfehen van ernïtige nagedachten dikwerf aanleiding vonden om de rechtmatigheid van hunne gehoudene handelwyze te onderzoeken» Offchoon het Verweigeren Van een antwoord op dit vernieuwde aanzoek van het Congres by den Koning, in Groot-Brittanje zoo wel als in Amerika, een zeer groot aantal berispers vond, wisten echter de aanhangeren der ftaatsdienaren daar aan den glimp van eenen voegzamen en nuttigen maatregel te geven. Zy beweerden, dat het verzoekfchrift tot geenen grondflag van onderhandeling dienen konde, om dat hetzelve geene aanbiedingen van onderwerping bevatte. Ondertusfchen waren de gedachten van het Congres nergens verder af dan van zoodanige toegeeflijkheid, als men in GrootBrittanje verwachte. Zy befchouwden zich meer *ïs lieden tegen welken men zich vergrepen had* dan  $4 Hoofdft. VIL Byienkomst dan als lieden, welke gezondigd hadden. Zyeischten het herftel van hunne bezwaren, als een recht, en begrepen daar by, dat alle inwilligingen, welke daarhenen ftrekten, daden waren van rechtvaardigheid, en niet van vernedering, en dat zy dus nimmer onteerende zijn konden voor hun die dezelve pleegden. Om toekomende twisten te vermyden, haakten zy naar een minnelijk vergelijk, waar by de uitgeftrektheid van het gezag des Parlements zoude bepaald worden. Maar het Moederland begeerde volftrekte onderwerping aan zijn gezag, en de Volkplantelingen het intrekken van alle Parlements-Akten-, waar by men hun belastingen opgeleid of zich met hunne inwendige wetgeving bemoeid hadt. Het ftaatsbewind van Engeland was bepaald om deze Akten niet in te trekken, en het Congres was even vast bepaald om zich aan dezelve niet te onderwerpen. Dus liepen de eisfchen der beide landen te wijd uit elkander y om daaruit eenen redelyken grond en vergelijk te kunnen verwachten ; en hieruit befloot men, dat alle kennisneming van het verzoekfchrift, flechts gelegenheid zoude geven aan de Volkplantingen, om zich des te beter tot het laatste uiterfte voor te bereiden. ' Na dat de Volkplantingen befloten hadden, om zich met geweld van wapenen tegen de krijgsmacht van Groot-Brittanje te verzetten, werd het eene zaak van aanbelang, zich omtrent een gefchiktperfoon te bepalen, aan welke men het beleid dier zaken konde aanbetrouwen. Velen onder de Volk- plan-*  van het tweede Congres £ft. plantelingen bekleedden hooge rangen by de LandT militie, en verfcheidene hadden ook meer of mia iets van den wezenlyken dienst gezien, gedurende den laatsten oorlog tusfchen Frankrijk en Engeland ; maar 'er was niemand van zulk eene hooge ondervinding in krijgszaken, dat hy, op dien grond, buiten kijf boven anderen de voorkeuze verdiende, of maar konde gerekend worden in dien opzichte met de Britfche krijgskundigen gelijk te Haan. By de verheffing van één mensch, door de vrye keuze van een aangevallen land, om over duizenden van zijns gelyken en medeburgers het bevel te voeren, kon niets in aanmerking komen dan het belang der algemeene zaak. Om daar aan de niet aangevallene gewesten des te naauwer te'verbinden , wendde het Congres, uit eene wyze flaatkunde, de oogen naar de zuidelyke Volkplantingen, onder welke Virginie, van wegens zyne bevolking, rijkdommen en invloed, den eersten rang bekleedde. Zulk eene aanzienelyke Volkplanting, door het verkiezen van een Hoofdbevelhebber uit haren boezem., lot het onderfteunen van Masfachufetts te verbinden, werd echter niet alleen door eene gezonde ftaatkunde voorgefchreven, maar rustte bovendien op de groote krijgsmans eigenfchappen van eenen harer aanzienelijkfle burgeren. George Washing. ton, werd op den vijftienden van Zomermaand, met eenparige flemmen, Sangefteld tot Hoofdbevelhebber over alle de troepen welke reeds in dienst waren, of vervolgens nog aangeworven ftonden te -worden., ter verdeediging der Volkplantingen. By deze  54 Hoofdft. VII. Byeenkomst Öeze verkiezing had eene zeer gelukkige omftandig*1 heid plaats, dat dezelve van geene mededinging verzeld was, noch door afgünst gevolgd werd. Die zelfde algertieene aandrift in de ziel des volks, wel* ke de Volkplantelingen ten aanzien van Zoo menigö andere byzonderheden had doen overeenftemmen , duidde hem ook aan als den gefchikften man over het krijgswezen van Amerika het opperbeftier té hebben. Niet flechts het Congres, maar de Inge* zetenen van het Oosten en het Westen van het Zuiden en het Noorden, zoo wel voor de oprichting van een algemeen leger als ten tyde van dezelve, verklaarden zich meestendeels eenparig voor hem. Het karakter van dezen waarlijk grootèn man hieï te willen fchetzen , zoude naar vleijery gelykeni De Nakomelingfchap zal buiten twijffel aan hetzelve recht doen. Zyne daden, inzonderheid nu de* Zelve nog versch in het geheugen zijn, maken zyne beste lofreden uit. Laat het düs genoeg zijn. byzijn leven, alleen van die hoedanigheden eenig byzonder gewag te maken , welke meer gemeen* Zaam zijnde gemeld kunnen worden zonder het kiesfche gevoel van den zedigften der menfchen ts kwetzen. De Generaal Washington werd geboren op den elfden van Sprokkelmaand des jaars 1732. Zyne opvoeding Was recht ge'fchikt ter aankweeking vaft eenen Vasten geest en van een fterk lighaam. De zuivere lucht der bergen, veel oeffening in het open veld, de gezonde vermoeijingen van de jacht, en dft  van het tweede Congres ér¥, rj^ de vermakelyke bedryven van hei; landleven, ontwikkelden zyne geftalte tot eene buitengewoone, i doch echter behaaglyke en wel geëvenredigdegrootte. Zyne jeugd werd doorgebracht met het verkry'J gen van nuttige kundigheid en met zulke bejagingen, welke of ter verbetering van zyne bezittingen ' of ten voordeele van zijn land itrekten. Meer ge* fchikt voor het werkzame, dan Voor het befchöü* wende leven, befteedde hy echter het grootfte gedeelte van zynen tijd aan het laatlte; doch ditWerd ruim vergoed, doordien hy zich dikwerf in omftan* digheden bevond, welke het aanwenden van zynë zielsvermogens vorderden, en dezelve door her* haalde oeffehing verfterkten. Gehoorzaam aan de roeping van zijn vaderland, oeffendehy reeds vroeg* tydig het beroep des krijgsmans, en begon zynen roemvollen loopbaan met te ftryden tegen die Mo* gendheid, in gemeenfehap met welker troepen hy zyne laatste en luisterrijkfte lauweren plukte. In 1755 verzelde hy den Generaal Eraddock, töetf deze ongelukkige Officier, uit eene overmaat Van dapperheid, liever verkoos om zijn leger opteóffe* iren, dan zonder den Vyand gezien te hebben terug te trekken: en het was wornamelijk door de kunde en het goede beleid van den Overften Washington, dat het overfchot van die rampfpoedige bende van het flagveld werd terug gebracht. iNa den vrede van Parijs in 1763, keerde hy naar zyne land* goederen terug, en beoeffende daar, met groote naarftigheid en het best.e gevolg, de kunften vaiï het ftille en geruste leven. Wanneer de handelin* II. JDeel. Ë een  êcj Hoofdft. VII. Èyeenkomst gen van de Britfche Staatsdienaren de Volkplantelingen beducht maakten voor eenen zwaren fJag, welke op hunne vryheden gemikt fcheen, trad hy wederom op het tooneel, en werd verkoren tot af- , gevaardigde op het Congres, het welk in Herfst- i maand van het jaar 1774 byeenkwam. Begaafd met sen ruime mate natuurlijk verftand, door een gezond oordeel befherd, was hy voor de verhevene post, tot welke hy geroepen werd, beter gefchikt I dan vele anderen, welke by meer fchitterende hoedanigheden ook dikwijls de uitfpattende onregelma-1 tigheid der oorfpronkelyke genie voegen. Op de ;j woelige en bezige tooneelen des levens gewoon, ken-1 de hy demenfchelykenatuur, en de gefchikftewyze : om voorgenomen oogmerken ten uitvoer te brengen, i Hy was meester over zyne hartstochten en hield de- ■ zelve ondergefchikt aan de rede; zyne ziel boven 1 partydigheid, vooroordeelen en lage bedoelingen r' verheven, bewoog zich door geene andere drijf-1 veeren, dan welke een eerlijk hart, een fnedigver-fl iland, de gemeene bevatting en een gezond oor-Jt deel in werking brachten. Hy had de gewoonte om 1 dedingen aan alle zyden te befchouwen, alle der-I zeiver betrekkingen in overweging te nemen, en* de mooglyke en waarfchijnlyke gevolgen van voor-* gefielde maatregelen nategaan. Zeer genegen zijriJI de om bepaald te denken, verfchafte hy aanhouden--! de bezigheid aan zynen geest, en door deze menig-l vuldige oeffening, werd zijn verftand en oordeetil zoo zeer ontwikkeld, dat hy altijd in ftaat was omc| de ware gefchapenheid der zaken te ontdekken, en A ë geert i  68 HoofdiT. VII. Byeerikomst 3, geert, zal k my op die gewichtige post bege„ ven, en alle de vermogens welke ik bezitten mag, „ te werk Hellen in hunnen dienst, en ter onder„ fchraging van onze heerlyke zaak : en ik verzoe„ ke hetzelve myne hartelijkfte dankbetuigingen „ voor dit luisterryke getuigenis van deszelfs goed„ keuring te willen aannemen." ,, Maar, ten einde mijn goede naam niet door „ eenige ongelukkige gebeurtenis gekrenkt worde, „ bidde ik tevens dat alle de Heeren thans in de „ Vergadering tegenwoordig, willen gedachtig ,, zijn, dat ik dezen dag met de grootfte oprecht„ heid verklare, dat ik my zeiven niet bekwaam „ genoeg houde voor het opperbevel ,• waarmede j, ik vereerd ben." „ Wat myne foldy betreft, mijn Heer! het zy „ my vergunt het Congres te verzekeren, dat, ge,, lijk geen aanbod van geld my in verzoeking kon„ de gebracht hebben om deze hachlyke bediening „ te aanvaarden, ten kosten van myne huislyke ,, rust en genoegen, ik daar van ook geen voor„ deel begeer te trekken. Ik zalnaauwkeurigeaan„ te'ekening van myne uitgaven houden. Deze „ twijffele ik niet of zullen my terug gegeven wor„ den; en dit is alles wat ik verlange." Vervolgens werd zyne aanflelling byzonder op het papier gebracht en aan hem overhandigd; terwijl het Congres, op dien eigen ftond, het eenparige befluit nam om hem te handhaven, te onderIteunen en aantekleven, met hun leven en met hunne bezittingen, tot behoud van de vryheid van A- me-  van liet tweede Congres o"r merika. Ook werd hem een Berichtfchrift omtrent zijn bewind gegeven; waarby hem, na het optel: len van verfchillende byzonderheden, gelast werd: , „ cm allen, die tegen het goede" volk van de Volk„ plantingen de wapenen hadden opgevat of nader„ hand zouden opvatten, te vernielen of gevangen ,, te nemen; " doch het was alles opgefloten in hem i te gelasten: „ het leger onder zijn bevel in dier, „ voegen te richten en te gebruiken, als best ge„ fchikt was ter bereiking yan dat oogmerk, waar toe hetzelve op de been gebracht was, en voorts „ in het waarnemen van zyqe gewichtige bediening „ in byzonder zorg te dragen, dat devryheden van „ Amerika ongefchonden bleven." Ongeveer op dien zelfden tijd, werd 'er. bevel : gegeven om in Penfijlvanie, Maryland en Virginie, l twaalf Compagnien busfchieters of fcherpfchutters aantewerven; weiketen getale van veertienhonderd en dertig man met grooten fpoed voltallig gemaakt len uitgerust wierden. Zy hadden eenen tocht van :tusfchen de vier- en zevenhonderd uuren aftelegïgen, en echter was deze ganfche zaak ten einde gebracht, en zy by het Amerikaanfche leger te Cambridge aangekomen, binnen twee maanden, na dat het befluit om dezelven aantewerven was genomen. Te gelijk met het befluit om een leger op de been te brengen, werd ook nog een ander genomen, om leene fom ten bedrage van niet meer dan twee millioenen gemunte Spaanfche Dollars, aan fchuldbriefjes of papieren geld, in de wandeling te brenE 3 gen,  'Hoofdft. VII. Byeenkomst gen, voor de verdeediging van Amerika, onder verband van de Volkplantingen om dezelve intewisfe. len; welke fom van tijd tot tijd door nieuwe der» eelyke uitgaven vermeerderd werd. Daar de Volk, plantingen noch geld noch inkomften ter harer be» fchikking hadden, waren zy wel genoodzaakt zich van dit hulpmiddel te bedienen, als het eenige in bare macht om een leger te onderhouden. Ook was ' 'er onder alle de afgevaardigden niemand, welke de» zen maatregel tegenfprak: en het papieren geld» Voorheen in het groótfte gedeelte der Volkplantingen uitgegeven, had altijd zoo veel crediet gevonden, dat op dit tijdftip maar zeer weinige menfchen de gevolgen van het uitgeven van papieren geld. zonder een bepaald fonds, waarop hetzelve ruste, Voorzagen of vreesden. Maar al waren ook alle de gevolgen, welke in den loop des oorlogs uit dezen maatregel voortkwamen, voorzien geworden, had men dien evenwel moeten te werk ftellen: want eene algemeène fchade aan de bezittingen was gewis» felijk een veel geringer kwaad, dan dat de wezen, lYke rechten en vryheden van een opkomend land zouden verloren gaan. Zoo dat eene gelukkige onKunde van toekomende gebeurtenisfen, m zamenftemming met de hitte dier tyden, vele bedenkin, gen over dit onderwerp voorkwam, en het crediet en den loop van dit papieren geld begunfhgde. De Generaal Washington begaf zich trrftond na dat hem het bevel over het leger was opgedra. gen naar de legerplaats te Cambridge. Op zynen weg derwaards, werd hy van wegen het Provincia- le  van het tweede Congres SV- ^ ie Congres van Nieuw-York begroet met eene aan-=* fpraak, waarin zy hunne vreugde over zyne aanftelliag te kennen gaven, en voorts zeiden: „ wy hou„ den ons ten vollen verzekerd dat wanneer deze „ gewichtige ftrijd , volgens den hartelijkften j „ wensch van elke Amerikaanfche ziel, door een „ vergelijk met ons Moederland , zal zijn byge] „ leid, gy het u toevertrouwde gewichtige gezag , „ blymoedig zult afftaan, en het karakter van on,, „ zen waardigften burger wederom aannemen." De ! Generaal betuigde hun zyne dankbaarheid voor de \ hem betoonde achting, en voegde 'er by: ,, wees , ,, verzekerd dat alle myne poogingen en die van , ,, myne waardige amptgenooten zich zullen uit„ ftrekken tot het herftel van den vrede en de eensI „ gezindheid tusfchen het Moederland en deze ,, Volkplantingen. Wat het rampzalige maar nood„ zakelyke oorlogswerk betreft, toen wy het kaj „ rakter van krijgslieden aannamen,, hebben wy J „ dat van burgers niet afgeleid; en wy zullen ons, ,, in alle oprechtheid, met ulieden verblyden in ! „ dat heuglijk uur, waar het herftel derAmerikaan„ fche vryheid, op eenen vasten en beftendigen ,, grondflag, ons gelegenheid zal geven om tot on„ zen byzonderen ftand weder te keeren, in den ,] ,, fchoot van een vry , vreedzaam en gelukkig I >, volkOp zynen weg naar het leger, werd den Generaal op alle plaatzen, welke hy doortrok, de hoogfte 'i eer bewezen. Ganfche benden vrywilligers, uit : fatzoenelyke lieden zamengefteld, trokken overal E 4 Bift  ?a Hoofdft. VII. Byêenkomst uit om hem te geleiden. Eene Commisfie uit het" Provinciale Congres van Masfachufetts ontving hem omtrent honderd mylen van Boston, en begeleidde hem naar het leger. Kort daarop werd hy van wegens het Congres dezer Volkplanting op de toegenegenfte wyze begroet; in zijn antwoordzeide hy; t, Myne Heeren!, uwe vriendelyke gelukwenfchin3, gen oyer myne aanflelling en komst alhier vorde3, ren myne warmfte erkentenis, ook zal ik dezel- ve altijd met dankbaarheid in mijn geheugen be3, waren. In het verwisfelen van de, genietingen des huislyken levens tegens de plichtsbetrachting gen van myne tegenwoordige eervolle, doch te3, vens hachlyke bediening, volge ik Hechts de 3, braafheid en den yver voor het algemeene, wel3, zijn van het ganfche gewest van Masfacbufetts, „ het welk met eene onvoorbeeldige ftandvastigj, heid en vaderlandsliefde alle de geneugten van 3, het gezellige cn burgerlyke leven 'heeft opgeof„ ferd, tot onderfleuning van de rechten des mensch3, doms en van het welvaren onzes gemeenen vader3, lands. Myne hoogfle eerzucht is het gelukkige 33 werktuig te zijn ter handhaving van deze rech3, ten, en deze ten verderve gedoemde Provincie, ,, wederom herfteld te zien in vrede, vryheid en ,, veiligheid.". By zyne aankomst te Cambridge, op den derden yan Hooimaand, werd de Generaal Washington van het Amerikaanfche leger, metblyde toejuichingen ontvangen, en nu gaf hy aan het hoofd zyner traepsn eene verklaring uit, welke, reeds te voren door  ipn het tweede Congres Sc. 73 door het Congres in den trant van een Manifest was opgefteld, en de redenen behelsde, om welke men de wapenen had opgevat. In dezelve werden de verfchillende bezwaren der Volkplantingen opge» teld, en deze vervolgens vrygepleit van een opzettelijk oogmerk, om zich tot onafhanklyke flaten te vestigen; waar na 'er ten befluite werdbygevoegd: „ wy hebben binnen ons eigen vaderland, ter ver,, deediging van de vryheid, welke ons geboorte,, recht is, en welke wy tot dat dezelve nu laatste„ lijk gefchonden wierd, ook altijd genoten heb,, ben; en ter befcherming van onze eigendommen, ,, welke wy alleen door onze nyverheid of die on„ zer voorvaderen verkregen hebben, en tegen wel,, ke werkelijk geweld gepleegd wordt, de wapens opgenomen; zoo dra de vyandelijkheden aan de zyde onzer aanvalleren zullen ophouden, en alle ,, gevaar van dezelve op nieuw herhaald te zien zal verdwenen zijn, zullen wy dezelve wederom af„ leggen, maar ook niet eerder." Toen de Generaal Washington in het Amerikaanfche leger aankwam, vond hy de Britten op Bunkershill verfchanst, hebbende ook drie vlottende batteryen op het riviertje de Myftic en een oorlogsfchip. van twintig ftukken beneden het veer tusfchen Boston en Charlestown. Ook hadden zy eene battery op Copfishill en zware verfchanzingen qp de landengte. De Amerikanen lagen verfchanst op Winterhill, Profpeóthill en te Roxbury, en hadden gemeenfchap met elkander door kleiner posten, over eene uitgeftrektheid van tienmylen. Ooi E 5 Wa  «4 Hoofdfl. VII. Byeenkoms$ was 'er in alle de plaatzen langs de zeekust eenig ■volk geleid; maar zy hadden noch Ingenieurs om de vereischte werken aftefteken, noch de noodige werktuigen om dezelve optewerpen. - In de legerplaats der Amerikanen was eene groote menigte volks byeengebracht, doch zonder die geïijflijkhedeu, welke by oude welingerichte legers rot gemak der geregelde benden in gebruik zijn. In de plaats van tenten, bediende men 'er zich ter bedekking van zeilen, nu door de belemmering van de koophandel nutteloos geworden; maar zelfs van dezen had men geen' genoegzamen voorraad. De Ame-rikaanfche zolda.ten waren ook niet eenparig gekleed ; maar hadden zich, in alle de verfchillende kleedingen, welke zy in hunnen dagelijkfchen arbeid droegen, naar het leger begeven. Doch om de Provinciale onderfcheidingen wegtenemen had men het jachtgewaad in gebruik gebracht. Wyders haperde het hun ook nog aan zulke hoofden voor de byzondere beftellingen, gelijk Krijgs-Commisfarisfen en Kwartiermeesters, welke voor de huishouding en de geregelde verzorging der legers voltrekt noodzakelijk zijn. By de troepen van Connefticut waren byzondere Officieren aangefteld, om dezelven vair het noodige te voorzien; maar die, welke uit de andere Volkplantingen gekomen waren, werden niet zoo wel verzorgd. Ieder bracht zynen eigenen voorraad met zyne eigene paarden in de legerplaats. Aan zommige oorden werden gemachtigden tot het bezorgen van voorraad aangefteld, welke voor rekening van het algemeen nood- wen.  van het tweede Congres Sc, 75 wendigheden kochten, naar het leger zonden, en aldaar?onder de genen die gebrek hadden verdeel, den, doch met geene orde of regelmatigheid; het land bracht genoegzame levensmiddelen voort, en 'er was niets anders noodig om het leger te onder, houden, dan goede inrichtingen om dezelve byeen te zamelen en uit te deelen. Maat aan anderey of» fchoon even noodwendige zaken, was byna volflagcn gebrek, 't welk niet dan zeer bezwaarlijk konde verholpen worden. Op den vierden van Oogst» maand bedroeg de ganfche voorraad van buskruid, in het Amerikaanfche leger en in de landsmagazynen der vier landfchappen van Nieuw-Engeland, maar weinig meer dan negen fchooten voor eiken man; en in dezen- hulpeloozen toeftand verkeerde het algemeene leger meer dan veertien dagen. Ook was zulks niet alleen algemeen onder hetzelve bekend, maar het werd ook, door eenen overlooper, aan het Britfche leger overgedragen, waarmen hetzelve niet wilde geloven, maar eene krijgslist vermoedde. Het Committé van Elifabeth-town zond hun eenen geringen toevoer van eenige weinige tonnen, en nog wel in ftilte; ten einde de omliggende ingezetenen, die 'er even zeer om verlegen waren, dezelve niet voor hun eigen gebruik zouden aanhouden. De beftierderen der algemeene zaken in Masfachufetts deden ook eene raadgeving aan de ingezetenen afkondigen, oin geen geweer op eenig beest, vogel of teeken aftefchieten, maar hunnen geringen voorraad van buskruid te befparen tot een veel noodzakelyker einde, te weten om op men- fchen  ?6 Hoofdft. VII. Byeenkomst fchen te kunnen vuren. Dan kort daarna kregen zy eenen voorraad van verfcheidene duizend ponden fcuiskruid uit Afrika, in ruiling tegen Nieuw-Engelandfchen rum: welke handel met zoo veel beleids gedreven was, dat elk lood kruid in de Britfche fterkten op de kust van Afrika tot den verkoop beftemd, was opgekocht, en vervoerd ten diensteder Amerikanen. • De zamenftelling van een algemeen Statenrleger ontmoette aan alle kanten zwarigheden. De aanflelling der legerhoofden, door het Congres, was niet voldoende. By het uitbarsten der vyandelijkheden, waren 'er vele ondernemende hoofden met hunne volgers opgekomen, zonder juist fchroomvallig op den rang te letten. Maar toen deze alle tot één lighaam zouden gebracht worden, was het niet mooglijk om ieder Officier in dien rang te plaatzen, welke hem naar verdienste toekwam, of waartoe zyne verwaandheid hem bevoegd rekende. 'Er waren wel goede bouwftoffen tot het zamenflellen van een leger byeen gebracht. De Huislieden, die de wapens gretig hadden opgevat, waren werkzaam, yverig en buiten allen twijffel dapper; maar het invoeren van krijgstucht en ondergefchiktheid, onder vrye menfchen, die gewoon waren voor zich zeiven te denken, was een hoogst bezwaarlijk werk. Ih elke verdeeling van het krijgsbeflïer heerschte gebrek aan regelmatigheid, en aan vereeniging onder gefchikte hoofden. Dat de menfchen, die tot het verzorgen van de noodwendige behoeften voor  van het tweede Congres ($c. 77 voor het leger gebruikt wierden, geene gemeenfchap met elkander hadden j deed veel teleurgaan, en veroorzaakte menigvuldige en onnoodzakelyke vertragingen. De troepen der onderfcheidene Volkplantingen waren op geen gelyken voet in dienst gefield, en zommigen aangenomen op uitdruklyke voorwaarden van hunne eigen Officieren te zullen Jciezen. Ook verfchilden de toelagen, welke hun door de wetgevende Vergaderingen van elk byzon■der gewest beloofd waren, in hoeveelheid, hoedanigheid en waarde. Zoo dat het eene kiefehe en moeijelyke taak was, om uit deze zoo tegenflrydige bouwfloffen een goed en eenparig geheel te vormen, en de losbandigheid van onafhankelyke vrye lieden aan den teugel der krijgstucht te onderwerpen, a Het algemeene leger der Vereenigde Staten, waar over nu de Generaal Washington het bevel voerde, beflond uit ongeveer veertienduizend en vijfhonderd man, en deze waren met zoo veel oordeels rondom Boston geplaatst, dat de Britten binnen de ftad befloten en verftoken waren van alle voeragie en levensmiddelen, welke het omliggende land en de eilanden opleverden. De ganfche macht was in drie groote afdeelingen gefplitst. De Generaal Ward voerde het bevel over den rechter vleugel te Roxbury; de Generaal Lee over den linker te Prospecihill, en de Generaal Washington over den middentocht. By de bewerktuiging en inrichtingen van het leger, was de krijgskunde van den Adjudant-Generaal Gates van uitftekenden dienst.  ^8 Hoofdft. VII. Byeenkomst Hy voerde orde en naauwkeurigheid in: en de Officieren en gemeenen werden geleerd hunne byzon* dere plaatzing te kennen, en zoo wel het werktuig* 1yke en de bewegingen als den naam van een leger te hebben. Wanneer men echter reeds met e'enig goed gevolg gewerkt had om orde en krijgstucht by het leger intevoeren, bevond men dat het tijdsbeftek, waarvoor het volk dienst genomen had, reeds genoegzaam verloopen was. De troepen van Connecticut en Rhode-Eiland waren flechts tot den eersten van Wintermaand 1775 verbonden , en geen gedeelte van het leger langer dan tot den eersten van Louwmaand 1776. Zoo zeer bedroog men zich in Zyne opvattingen, omtrent het toekomende gedrag van Groot-Brittanje, dat velen in den waan waren, dat de vertooning van eenen algemeenen en bepaalden geest van tegenkanting voldoende zijn zoude om alle de bezwaren herfteld te krygen. Tegen het einde des jaars, zeilde ook de Gene« raai Gage naar Engeland, waardoor de Generaal Howe het bevel in handen kreeg. In Slachtmaand wierd by de Algemeene Vergadeting van Masfachufetts en ook by het Congres het befluit genomen, om eenige gewapende fchepen uitterusten; ten einde op de Amerikaanfche kust te kruisfen, en de krijgsbehoeften en anderen voorraad, welke voor het Britfche leger beftemd was, te onderfcheppen. Hiertoe was in den aanvang hun oogmerk bepaald, doch wanneer het vooruitzicht op een minnelijk vergelijk verdween, werd hetuit-  van het weede Congres Sc. 79 geftrekt tot allen Britfchen eigendom, welken men op de zee zoude aantreffen. De Amerikanen wantrouwden hunne vermogens om tegens de grootfte zeemacht van de wareld te water iets uitterichten; echter vielen hunne eerste poogingen , door een zamenloop van omftandigheden, byzondergelukkig uic 1 w*mb.vbvmi\-yts t «-.««sioovno oos ftaaofbi Het kaperfchip Lee, door Kapitein Manlï gevoerd , nam reeds op den negenentwintigften van die zelfde maand de brikNancy, met krijgsvoorraad uit Woolwich afgezonden, inhebbende een grooten metalen bomketel, verfcheidene ftukken metaalka» non, eene aanzienelykc menigte van wapenen, kruid en kogels, benevens allerhande gereedfchappen eu werktuigen, welke in een leger en tot de behandeling van het gefchut vereischt worden. In diervoe» gen, dat indien het Congres bevel tot den aankoop van krijgsvoorraad had willen geven, zy geene lijst van goederen hadden kunnen opmaken, welke voox hunnen toeftand beter te pas kwamen, dan die wel. ke dus door de Voorzienigheid in hunne handen ge» bracht wierden. Binnen omtrent negen dagen daar na, nam Kapitein Manly nog drie fchepen met allerhanden voorraad voor het Britfche leger, gelijk ook eene brik van Antigua met rum, en eer nog vijf dagen meer verloopen waren, werden :er nog verfcheidene andere voorraadfchepen genomen; langs welke wegen het gebrek der Britfche troepen in Boston aangroeide, en het leger der Amerikanen van allen voorraad voorzien werd. Deze geheel onverwachte buit ter  8o Hoofdft. VII. Byeenkomst ter zee gemaakt, gaf den Amerikanen ftof tot fcge» praal, en verbaasde de Britten; welke laatsten bezwaarlijk geloofden dat de eersten zich te land met eene geregelde krijgsmacht tegen hun zouden verzetten, maar althans niet vermoedden, dat een volk, van vele noodwendigheden tot het uitrusten van fchepen zoo onvoorzien, zich zoude durven onderwinden om ook te water iets tegen hun te ondernemen. Een onderheemzieke geest, door Patriotfchen yver aangevuurd, dreef de ftoute Nieuw-Engelanders tot dit hachlyke beftaan, en de behaalde voorfpoed moedigde hen tot verdere ondernemingen aan: in zoo verre dat het Congres, nog voor het einde van het jaar, een befluit nam, om vijf fchepen van tweeëndertig ftukken, vijf van achtentwintig en drie van vierentwintig te laten aanbouwen. Maar terwijl de Amerikanen methetuitrustenvan gewapende fchepen bezig waren, en voordat deze nog eenigen prijs genomen hadden , viel 'er iets voor, hetwelk een minder kloekhartig volk zoude hebben doen befluiten, om een opzet te laten varen het welk de wraak der Britfche zeemacht nog erger ftond aantehitzen. Dit was het verbranden van Falmouth j eenè ftad in het noordelyke gedeelte van Masfachufetts, welke Kapitein Mowat,voerende de Canceaux van zestien ftukken, op den achttienden van Wijnmaand, in brand fchoot, en honderd negenendertig huizenen tweehonderd achtenzeventig pakhuizen en andere gebouwen vernielde. Dit verfpreide een alarmkreet langs dekust,maar deed niet de minste neiging tot onderwerping geboren  van het tweede Qengres 6fc, || ï-en worden; en velen verlieten liever met have en huisgezin de zeeplaatzen, dan eenig aónstoek te doen om zich onder Britfche befcherming te begeven» Weinige dagen na het verbranden vanFalmouth, hamen de Britfche troupen het oude zuider kerkgebouw der Difenters te Boston tot hun gebruik, eü fee/temden hetzelve tot eene ryfchool ten dienste der Jigte Dragonders. Doch alle deze geweldige handelingen verwekten in de gemoederen der Volkplantelingen eenen meer onverzettelyken geest van tegenkanting, en eenen des te algemeenerhaat te, gen Groot-Brktanje.- tl» DsE£i p ACHT-  %i Hoofdft. VIII. Het innemen van Ticonderoga- ACHTSTE HOOFDSTUK. Het innemen van Ticonderoga en de inval in Canada. Het was velen reeds vroegtydig voorgekomen, 'dat ingevalle de twist tusfchen Groot-Brittanje en de Volkplantingen door het zwaard moest beflist worden, het bezit van Ticonderoga van wezenlijk belang zijn zoude voor de veiligheid derlaatsten: aangezien deze fterkte, op een voorgebergte by den zamenloop der wateren van het meir George met die van het meir Champlain gelegen, voor den fleutel van alle gemeenfchap tusfchen Nieuw-York en Canada te houden is. De Heeren Deane, Wöoster, Parsons, Stevens en eenige anderen uit Connecticut vormden daarom een ontwerp om zich van het bezit van die gewichtige post te verzekeren: en na achttienhonderd Dollars voor gemeenelands rekening opgenomen, en zich eenen genoegzamen voorraad van buskruid en kogels aangefchaft te hebben, vertrokken zy naar Bennington om den Overften Allen ter onderfteuning van hun voornemen overtehalen. Vervolgens bracht men fpoedig tweehonderd en zeventig man, meestal van die dappere en koene lieden, welke groene Berglieden (*) ge" naamd worden, byeen te Castleton, 't welk tot de verzamelplaats beftemd was. Hier voegde de Overfte Arnold, die flechts van eenen enkelen dienaar (*) èrten mmnfain iejf.  'en de inval in. Canada. . 83 Baar verzeld, het zelfde doel in het oog had, zich óp het onverwachtfte by hun. Hy was reeds in den beginne door de ingezetenen van Newhaven, waar hy zyne woonplaats hield, tot Kapitein van eene Compagnie Vrywilligers aangefteld; en, op de eerste tyding van het gevecht te Lexington, met dezelve naar den omtrek van Boston opgetrokken, en ttldaar ook binnen weinige dagen aangekomen, fchoon hy eenen weg van honderd en vijftig mylen moest afleggen. Onmiddelijk na zijn aankomst, Vervoegde hy zich by het Defenfie-wezen (*) van'Masfachufetts, om aan hetzelve kennis te geven, dat 'er te Ticonderoga -veel gefchuts en eene groote me* fiigte krijgsbehoeften van waarde voorhanden waren, terwijl de vesting in eenen vervallen ftaat en de bezetting flechts veertig man "fterk was; op welk bericht zy hem tot Overften aanftelden, en last gaven, om vierhonderd man aantewerven, en Ticonderoga intenemen. Nu werd hem van de hoofden der party, welke alreeds te Castleton verzameld was toegelaten, zich by dezelve te voegen, en zy kwamen overeen dat de Overfte Allen hec hoofdbevel over de onderneming zoude hebben, en daarin van den Overften Arnold onderfteund worden. Hierop trokken zy onverwijld voort, en kwamen des nachts aan het meir Champlain,. tegen óver Ticonderoga. Allen en Arnold ftaken terftond met drieëntachtig man over, en traden niec Verre van de vesting aan land. Zy twisten onderling (*) Cmmittet of Saftty. S 2  f4 Hoofdft. VIII. Het innemen van Ticonderoga ling wie van beiden 'er het eerste zoude intrekken* doch kwamen eindelijk overeen om met elkander te gaan. Zy trokken 'er dus nevens elkander recht oP aan, en met het krieken van den dag, zijnde den tienden van Bloeimaand, de fterkte in. Een fchildwacht fchoot zijn geweer op hun af, en vluchte toen door de bedekte weg naar de wachtplaats. De Amerikanen volgden hem, en rukten ylings binnen.. Zv verraschten den Bevelhebber op zijn bed, en eischten dat hy de fterkte zoude overgeven. Hy vroeg, door welk gezag? Waarop de Overfte AlLen hem ten antwoord gaf: Ik eisch dit, indennaam van dengrooten Jehovah en van het algemeene Congres. Men bood geen den minsten tegenftand, en zoo viel deze fterkte, met al den kostbaren voorraad, en achtenveertig gevangenen, den Amerikanen in handen: en het ganfche werk was verricht, eer dat de fchuiten, welke men ter afhaling van het ovenge volk' teruggezonden had, met hetzelve overkwamen. Vervolgens werd de Overfte Seth Warner met een gedeelte volks afgezonden om bezit te nemen van Crown-point, daar een onder-officier met twaalf man in bezetting lagen; welken last hy ook fpoedig ten uitvoer bracht. Vervolgens waren de Amerikanen bedacht om ook meesters te worden op het meir Champlain; dan om dit oogmerk te bereiken, was het noodzakelijk zich te verzekeren van eene oorlogsfloep, welke te S-t. John aan den Noorderhoek van . het meir voor anker lag. Om deze floep te bemachtigen, kwam men overeen, om een fchooner, in de Zuidbaai liggende, te bemannen en  en de inval in Canada. gj- «n te wapenen; waarover Arnold het bevel zoudevoeren; gelijk Allen over eenige fchuiten, teronderfteuning van die zelfde onderneming. Een gunftige wind voerde de fchooner ver voor de fchuiten uit, en Arnold maakte zich onmiddelijk meester van de floep by verrasfching; waar na hy, daar de wind hem wederom begunftigde, met zyne prijs na Ticonderoga terug keerde, en zich wederom by den Overften Allen vervoegde. Deze laatste keerde echter kort daarop naar huis, terwijl dc eerste bewilligde om aldaar met een zeker getal volks in bezetting te blyven. Op deze wyze verkreeg men het bezit van Ticonderoga en het meesterfchap op het meir Champlain, door middel van eenige weinige dappere menfchen , zonder eenig verlies; en de tyding van deze gebeurtenisfen kwam weinige dagen daar na by het Congres, het welk des morgens te tien uur op den zelfden dag, in welks ochtendftond Ticonderoga genomen was, zyne eerste zitting gehouden had. Zy verheugden zich in den onderneemzieken aart hunner landslieden, door deze gebeurtenis aan den dag gebracht; maar zy vreesden voor aanvallers te zullen gehouden worden; gelijk ook om iets te doen waardoor de fcheuring tusfchen Groot-Brittanje en de Volkplantingen grooter zoude kunnen worden: want op dat pas, was een vergelijk nog byna de eenparige wensch'van hun allen. Om deze ijedenen fchreven zy aan de Kamers van Verftandhouding van de Steden en Graaffchappen van Nieuw-York en Albany, met aanbeveling om het gefchut en den F 3 krijgs-i  85 Hoofdft. VIII. Het innemen van Ticonderoga krijgsvoorraad uit Ticonderoga naar het zuideinde van het meir Georgi te doen vervoeren, en eene naauwkeurige lijst van dezelve te houden, ten einde men dit alles in zijn geheel zoude kunnen terug geven, zoo dra^e herftelling der vorige eensgezindheid tusfchen Groot-Brittanje en de Volkplantingen, waar na de laatsten zoo vurig verlangden , zulks raadzaam en met de hoogfte wet van zelfsbehoud beftaanbaar zoude gemaakt hebben. Ondertusfchen werd de Overfte Arnold, die dus zynen krijgsmatigen loopbaan met eene reeks van gelukkig geflaagde verrichtingen begonnen had, door zyne aangeborene driften voortvarendheid aangezet, om uitgebreider ontwerpen te vormen. Ingevolge daar van fchreefhy, op den dertienden van Zomermaand, eenen brief aan het Congres, waarin hy ten fterl-ften aandrong op eene onderneming tegen Canada, en zich aanbood om dat ganfche gewest met tweeduizend man te overmeesteren. Zoo vurig was zijn yver om zich tegen Groot-Brittanje te verzetten, dat hy het voeren van eenen aanvallenden oorlog had aangeraden, zelfs voor dat het Congres eene geregelde krijgsmacht geformeerd of eenen enkelen Officier aangeiteld had. Hy flaagde echter ten laatsten in zijn ontydig aanzoek, gelijk flraks zal verhaald worden, doch niet dan na verloop van twee maanden na zynen eerften voorflag, om eenen krijgstocht tegen Canada te ondernemen. Zoo werd de denkwyze van het algemeen, gedurende het jaar 1775, 'van dag tot dag heviger; en iet gene in het voorjaar als te geweldig en te gevaar-  en de inval in Canada. 8y, vaarlijk was afgekeurd, hield men eenige maanden later voor gematigd en nuttig. Gui Carleton, 's Konings Landvoogd in Canada, hoorde niet zoo dra, dat de Amerikanen TiconT deroga en Crownpoint by verrasfching ingenomen, en zich op het meir Champlain meester gemaakt hadden, of hy fmeedde een ontwerp om deze plaatzen te hernemen. Slechts weinig geregeld krijgsvolk onderzijn bevel hebbende, poogde hy de Ca» nadiërs en de Indianen overtehalen, om hem hier in byteftaan; maar zy weigerden het beide. Ver. volgens Helde hy het gewest op den voet van oorlog, om de ingezetenen tot het opvatten der wapenen te kunnen noodzaken; doch met geen hetér gevolg. Zy verklaarden bereid te zijn om het landfchap te verdeedigen; maar weigerden om uit te trekken, of de vyandelijkheden tegen hunne naburen te beginnen. De Overfte Johnstön trad, ten zelfden tyde, herhaalde reizen in onderhandeling met de Indianen, en poogde hen tot het opvatten van de wapenen te overreden; maar zy bleven dit ftandvastig weigeren. Om hen echter tot het verleenen van byftand over te halen, noodigde hy hen om zich op eenen Bostonner te vergasten, en zijn bloed te drinken. Dit beteekent, in den Indiaanfchen ftijl, niets anders, dan dat zy onthaald zouden worden op een gebraden os en eene pype wijns, op een openbaar feestmaal, hetwelk gegeven werd met oogmerk om hen te overreden van zich by de Britfche troepen te voegen. Dan de Patriotten der Volkplantingen veinsden dit in eenen F 4 let-  SfT Heofdft. VUL Hei innemen van Ticonderoga letterlyken zin optevatten, en bedienden zich vaa hetzelve, op hunne wyze uitgelegd, tot een zeer gefchikt middel om de driften des volks gaande te maken, Midlerwijl hadden deze onderwindingen in Canada, offchoon zy voornamelijk de herovering van Ticonderoga en Crownpoint, en het wederverkrygen van de heerfchappy over het meir Champlain bedoelden, het Congres doen geloven, dat men, uit dien hoek, eenen geduchten aanval op hunne noord-westelyke grenzen in den zin had: welke meening door de duidelyke ftrekking der Quebec-Akte te meer verfterkt werd. Maar, in de vaste onderftelling dat het Britfche kabinet bepaaldelijk had voorgenomen om de vereenigde. Volkplantingen, aan die zyde, aantetasten, oordeelden zy zich niet te kunnen verantwoorden, byaldien zy de gepaste middelen, ter afweering van zulk eenen verfchriklykenflag, verzuimden; doch zy begrepen tevens, •dat dit laatstgemelde oogmerk, met geene mooglijkheid, langs eenen anderen weg, konde verkregen worden, dan door eenen welonderfteunden inval in Canada, terwijl men aldaar nog buiten Haat was om den onverwachten fchok te kunnen wederftaan. Door hun goed fortuin te Ticonderoga en te Crownpoint was reeds de weg tot deze floute onderneming gebaand, en de befchuttingen, Waardoor de ingang in dat gewest was afgefloten, ter nedergeworpen. Aan den anderen kant, ontglipte het hun ook geenszins, dat, door dezen flap, de oorlog eensklaps geheel van natuur veranderde, van tef*  en de inval in Canada. 8$ "Verdeedigende, aanvallende wierd, en hen voor de befchuldiging van aanvallers geweest te zijn bloot itelde. Zy waren 'er wel op bedacht, dat velen in Groot-Brittanje, die zich hunne zaak hadden aangetrokken, op hun zouden verftoord worden, en hun het vermeerderen der nadeelen, door dezen twist veroorzaakt, te laste leggen. Ook wisten zy wel dat de gronden hunner tegenkanting, voor zoo verre zy tot hiertoe naar dezelve gehandeld hadden , door eenen aanzienelyken aanhang in GrootBrittanje, verdeedigd wierden; en dat het verlie, een van deszelfs goede meening hun grooten ondienst konde toebrengen. Zulke gewichtige bedenkingen deden hun dezen gewichtigen ftap wel overwegen, voor dat zy tot tlenzelven durfden befluiten. Hier voor pleitte wederom de nagedachte, dat noch de welfprekende redevoeringen der minderheid in het Parlement, noch de verzoekfchriften en vertoogen der kooplieden van Groot-Brittanje, iets voordeeligs, ten hunnen behoeve, hadden uitgewerkt; en dat zy geen uitzicht op eenige verlichting hadden dan alleen van den zegen des hemels over hun éigen poogen. Ook was het gevaar dringende, en de oorlog niet flechts onvermydelijk, maar airede begonnen. Stil te zitten, tot d3t zy in hunne achterlanden, met eene geduchte macht, wierden aangetast, op hetzelfde oogenblik, wanneer hunne uiterfte krachten zouden vereischt worden, en misfchren niet toereikende zijn om hunne fteden en seekust, tegen eenen aanval van Groot-Brittanje, F 5 te  00 Hoofdft. VIII. Het innemen van Ticonderoga te befchermen, ware het toppunt van dwaasheid; ook was het naar'trecht des ooriogs en der volkeren geoorloofd zynen vyand voortekomsn. De Volkplantelingen beweerden dat het tegengaan van bekende voorgenomene vyandelijkheden voor zelfsverdeediging moest gehouden worden: en zy waren tevens wel overtuigd van reeds zoo ver gegaan te zijn, dat zy het alleen met de wapenen konden goedmaken, en dat, byaldien hunne tegenkanting niet eenigermate met eenen goeden uitflag bekroond wierd, zy van'de genade eener verftoorde regeering zouden afhangen, en hunne gematigdheid in het enkelde geval van Canada weinig zoude baten, om op dien grond op toegevendheid te hopen. Bovendien werden zy aangemoedigd om voorttegaan, door de zekere berichten, dat de Franfcheingeze, tenen van Canada, uitgezonderd de adel endegeestelijkheid, even weinig met hunne toenmalige regeeringswyze te vrede waren, als de Britfche Planters : waar uit het dus' waarfchynelijk wierd , dat zy de Provincialen eerder als vrienden dan als vyanden konden aanmerken. Dit alles deed hen dan tot eenen inval in dat gewest befluiten, mits men dezelve bevond mooglijk te zijn, en verzekerd was door de Canadiërs met geen kwaad oog befchouwd te zullen worden. Het beftier over de krijgszaken in dit Noordelyke gedeelte, was door het Congres, aan de Generaals Schuyler enMontgomery opgedragen. Terwijl de eerste te Albany vertoefde, in verwachting van eene verbintenis met de Indianen, werd de laatst©  en de inval in Canada. $\ laatste met een aantal troepen uit Nieuw-York en Nieuw-Engeland naar Ticonderoga voorafgezonden; van waar hy kort na zyne aankomst eene beweeging langs het. meir Champlain. benedenwaards maakte. De Generaal Schuyler haalde hem wederom in by Kaap la Motte, van waar zy te zamen naar Isleaux Noix voorttrokken. Omftreeks dien tijd deed de Generaal Schuyler eene verklaring uitgaan, waar by hy de ingezetenen kennis gaf: „ Dat het Con,, gres geene andere oogmerken had, dan hen te „ herftellen by die rechten, tot welke ieder onder3, daan van het Britfche Rijk, van welken Gods„ dienst hy dan ook wezen mogte, berechtigd is,, j, en dat ten aanzien van de uitvoering van dezen „ hem opgedragen last, hy deftelligfte bevelen had j, ontvangen, om alle de ingezetenen van Canada, ,, en alle de vrienden van de zaak der vryheid met „ liefde te behandelen, en derzelver eigendommen „ heilig te behoeden." Op den tienden van Herfstmaand , ondernamen de Amerikanen, ongeveer duizend man fterk', eene landing by St. Johns, het welk de eerste Britfche post in Canada is, en niet meer dan honderd en vijftig mylen ten noorden van Ticonderoga ligt. De Britfche buitenposten werden binnen dé vesting gedreven, en vervolgens haren omtrek in oogenfchijn genomen, wanneer de vestingwerken veel fterker bevonden wierden, dan men vermoed had. Dit noopte hen tot het houden van eenen krijgsraad, waarin raadzaam geoordeeld werd, naar Isle aux Noix, twaalf mylen zuidwaards van St. Johns, terug  pa Hoofd ft. VIII. . Het innemen van Ticonderoga rug te.trekken, het vaarwater met eenen boom te fluiten, en eenige werken tot deszelfs verdeediging optewerpen. Maar kort na dit voorval werd de Generaal Schuyler, door den Hechten ftaat zyner gezondheid genoodzaakt naar Ticonderoga terug te keeren, en het opperbevel aan den Generaal Montgomery overtegeven. Deze ondernemende Officier trok weinige dagen daar na wederom voor St. Johns, en wierp tegen hetzelve eene battery op; fchoon zyne krijgsvoorraad zoo gering was, dat het beleg met geen vooruitzicht van fchielijk te zullen flagen konde worden doorgezet. Hy zond echter een klein getal 'troepen naar het Fort Chamblee, niet meer dan zes mylen van hun gelegen, om eenen kans op hetzelve te wagen. Deze onderneming gelukte, en by de overgave vond men daar zes tonnen buskruid, welke den Generaal in ftaat fielden om het beleg van St. Johns met meerder nadruk doortezetten. Des» niettegenftaande volharde de bezetting in zich met ongekreukten moed te ver.deedigea, hoe zeer zy, ook met hunnen voorraad fchaarsch omkwamen. Terwijl de Generaal Montgomery dus dit beleg voortzette, verzamelde de Landvoogd van het gewest ongeveer achthonderd man, meestal van de landmilitie of Indianen teMontreal, en poogde vervolgens met deze macht, over de rivier St. Lauren3 te trekken, om byLonqueil te landen, en van daar voortterukken, en de belegeraars aantetasten. Maar de Overfte Warner, verhinderde hem in de uitvoering van dit opzet, met driehonderd groene berg-  en de inval in Canada. r y$ bergmannen en eene vierponder. Hy liet des Landvoogds volk ongeftoord tot dicht aan den oever komen , maar vuurde toen met zulk een goed gevolg op hetzelve, dat zy, na veel geleden te hebben, genoodzaakt waren aftetrekken. Na dat men een bericht van dit voorval aan de bezetting van St. Johns had medegedeeld, gaf de Majoor.Preston, die aldaar het bevel voerde, die i vesting by verdrag en onder eerlyke voorwaarden over. By deze was men overeengekomen, dat de bezetting met alle krijgseer zoude uittrekken, en dat de Officieren en gemeenen de wapens op de vlakte zouden afleggen, doch dat de Officieren hun zijdgeweer konden behouden, en dat hun fchietgeweer voor hun zoude bewaard worden ; alsmede dat het volk van de bezetting zyne pakkaadje zoude bly ven behouden. De Amerikanen kregen hier vijfhonderd man geregelde troepen en honderd Canadiërs gevangen, en vonden'er negenendertig ftuk. ken kanon, zeven mortieren, twee houwitzers en omtrent achthonderd ftel wapens: terwijl zich onder het kanon vele metalen veldftukken bevonden , 1 een artikel waar van de Amerikanen genoegzaam geheel onvoorzien waren. ; Gedurende de belegering van St. Johns, werd de Overfte Allen, die met omtrent tachtig man, van ! eenen tocht, dien hy op bevel van zynen Generaal 1 ondernomen had, door de Britten by Montreal, ge1 vangen genomen, in ketenen gefloten en in dien ftaat ' naar Engeland opgezonden. Dit geval had op deze : wyze plaats: de Majoor Brown floeg voor, dat de O- ver»  04 Hoofdft. VÏII. Het innemen van Ticonderoga verfte Allen naarLonqueil zoude terugkeeren, zich aldaar van kanoes voorzien, en dan een weinig noordwaards vanMontreal over de-rivier St.Laurens trekken; terwijl hy zelve met eene macht van omtrent tweehonderd man een weinig zuidwaards vandiellad zoude overfteken; ingevolge hiervan was de eerste des nachts over de rivier geraakt, doch dit was den laatsten langs den eenen of anderen weg mislukt; dus zag de Overfte Allen zich den volgenden morgen zonder rugfteun, en aan onmiddelijk gevaar blootgefteld, maar desniettegenftaande befJoot hy zich aldaar te handhaven; dan de Generaal Carleton, van deszelfs zwakheid bewust, trok met een veel grooter macht tegen hem uit; de Overfte verdeedigde zich met zyne gewoone dapperheid, maar, door velen van de zynen verlaten en 'er vijftien verloren hebbende, werd hy eindelijk genoodzaakt om zich met het overfchot, ten getale van achtendertig man, gevangen te geven. Na St. Johns veroverd te hebben, trok de Generaal Montgomery op Montreal aan. De weinige Britfche macht, welke zich aldaar bevond, niet in ftaat zijnde om dien post te houden, zocht hare veiligheid aan boord der fchepen, in hope van de rivier aftezakken en dus te ontkomen ; dit wierd haar echter belet door den Overften Easton , die met eenig volk van de algemeene krijgsmacht, eenige ftukken gefchut en eene gewapende gondel., op de punt van de rivier Sorel, had post gevat. Weshalven de Generaal Preston, die zich met verfcheiden Officieren en honderd en twintig gemee. oei  en de inval in Canada. «en aan boord bevond, geen kans ziende om 'er door te kómen, befluiten moest om zich by verdrag , krijgsgevangen te geven, waardoor elf fch'epen met alles-wat dezelve bevatten, krijgsvoorraad, levensmiddelen, en werktuigen tot het opwerpen van verfchanzingen, in handen van de Amerikanen geraakten; doch de Generaal Carleton ontkwam het met zich in eene boot met bewoelde riemen, heimelijk naar de Drie Rivieren, en van daar in weinige dagen,- naar Quebec te laten voeren. Toen de geregelde troepen Montreal ontruimd hadden, vervoegden zich de ingezetenen by den Generaal Montcomery- om een verdrag met denzelven te fluiten. Maar hy gaf hun te kennen, dat zy, geheel weerloos zijnde, niet konden verwachten dat hy daarin zoude bewilligen: hy wilde echter hun zijn woord van eer geven, dat hy de byzondere perfoonen en de geestelyke geftichten van de ftad in het vreedzaam bezit van hunnen eigendom en de vrye oeffeningvan hunnen Godsdienst zoude laten. In alle zyne handelingen fprak, fchreef en gedroeg hy zich met waardigheid en gefchiktheid, en in het byzonder behandelde "hy de ingezetenen met beleefdheid en edelmoedigheid. Toen Montreal aan de Provinciale troepen overging, dreef die ftad eenen uitgebreiden handel, en bevatte eene menigte dier koopwaren, welke, van •wegens de befluiten van het Congres, in geene der •zamenverbondene Volkplantingen mochten worden ingevoerd; doch uit weikeu voorraaddeAmerikaan- - ■ fchc  jd Hoofdfr. VIII. Het innemen van Ticonderoga fche foldaten, die tot hier toe by gebrek aan be* hoorlyke kleeding veel geleden haddenOvervloedig konden gerijfd worden. De Generaal Montgomery, na eenig krijgsvolk in Montreal achtergelaten, en eenige andere troepen naar verfchillende oorden van dit gewest afgezonden te hebben, om de Canadiërs aantemoedigen, en levensmiddelen' optezamelen, trok vervolgens naar de hoofdftad , Quebec , voor welke hy, met zyne kleine legermacht, ook fpoedig aankwam. Tot hier toe waren alle zyne ondernemin» gen met eenen gelukkigen uitflag bekroond geworden; en evenwel bevond hy zich in zeer bellommerende omftandigheden: gelijk een Officier altijd 'zeer te beklagen is, die, onder de ftrenge krijgstucht van eene geregelde krijgsmacht, in het beroep der wapenen onderwezen zijnde, vervolgen* geroepen wordt om het bevel te voeren over menfchen, die den geest van vryheid met zich te velde brengen. Het grootste gedeelte der Amerikanen .» zoo wel Officieren als Soldaten, had nimmer iets van den-krijgsdienst gezien, en was dus onkundig van zynen plicht, terwijl de hoofddenkbeelden van het krijgswezen , eenheid, ondergefchiktheid en krijgstucht Hechts een flaauwen indruk op hetzelve maakten. Hier kwam by dat het leger alleen in naam en in de betaling, maar in geenerlei ander opzicht, een algemeen leger van het Congres konde genoemd worden; vermits de troepen der verfchillende Volkplantingen zich niet alleen onafhanklijk van elkander rekenden, maar 'er ook getal»  'in de inval in Canada» £f I va-Hen geweest zijn, dat verfchillende regimenten ;j van eene en dezelfde Volkplanting, fchoorvoeten| de waren om aan de bevelen van Officieren van hoo* ger rang, doch by een ander regiment, te gehoori zamen. Eindelijk begon het foldaten leven hun al a fchielijk te verdrieten. Nieuwigheid en eeile eersj te opwelling van drift hadden hen naar het leger ge* Jvóerd; maar het aannaderende koude jaargetydej, i gevoegd by de moeilijkheden en de gevaren van deö l oorlog, deed eenen algemeenen wensch ontftaan> j om den dienst wederom te verlaten. Offchoön zy , 1 volgens de voorwaarden van hunne aanneming, bin» | nen weinige weken moesten ontflagenworden, kón* i den zy echter de afwezigheid van hunne huiêen * | gedurende dien korten tijd , niet verduren* Dé I denkbeelden van vryheid en onafhanklijkheid, wel* I ke de Volkplantelingen aanfpoorden om zich tegen de eisfchen van Groot-Brittanje te verzetten, waren niet beftaanbaar met die blinde gehoorzaamheid, welke in een welgeregeld leger zoo noodzakelijk is. In de Europifche Staten zelfs, waar de onderda*nigheid voor zijn meerder, door eene langdurige gewoonte, als eene der eerste plichten van het gemeenevolk, gevestigd is, blijft het regceren van nieuwlings aangeworven volk, wanneer dit van zyne burgerlyke beroepen voor de eerstemaal te Veld<$ gebracht wordt, eene moeilyke zaak: doch krijgstucht te oeffenen over vrye lieden, welke gewoon zijn alleen naar de infpraak van hun eigen hart te handelen, vereischte niet alleen raenfehenkennis, II. Deel, G maar  98 . Hoofdiï. VIII. Het innemen van Ticonderoga maar ook eenen geest van infchiklijkheid, en eene mate van geduld, welke by de Officieren van geregelde benden maar zeer zeldzaam gevonden worden. De benden nu, welke onder het onmiddelijk bevel van den Generaal Montgomery ftonden, j hadden uit hoofde van hunne gewoone hebbelijkhe- j den, eenen afkeer van alle denkbeelden van ondergefchiktheid, en waren van een vreedzaam en wel- j gefield leven te huis, eensklaps blootgefteld aan die tallöoze gevaren en het velerhande gebrek, welke eenen tocht door onbekende en woeste landen meest.al verzeilen. Deze zwarigheden werden nog vergroot door het korte tijdsbeftek waarvoor zy waren aangenomen. Boven dit alles moest de Amerikaanfche Generaal evenwel de lusten zyner foldaten beteugelen, en derzelver losbandigheid te keer gaan, om zich van de genegenheid der Canadiërs te verzekeren; hoe zeer alle fchijn van krijgsmatige ftrafheid gevaarlijk was, om den goeden wil van zijn eigen volk niet te verliezen. Onder alle deze moeilijkheden en menigvuldige hinderpalen wist de genie Van Montgomery zich echter te redden: en hy gedroeg zich, gedurende zyne korte docjiroemryke loopbaan, met zoo veel verfiands, dat het twiiffelachtig fcheen, of zyne goede hoedanigheden i als mensch, dan wel zyne bekwaamheid als Generaal de meeste bewondering verdiende. Genoegzaam ten zelfden tyde dat deze inval ini Canada, langs den gewoonlyken weg van NieuwYork, gefchiede, werd ook een aanzienelyke hoop: volks uit het Amerikaanfche leger te Cambridge, langs •  en de inval in Canada. jj£ langs eenen nieuwen en geheel niet vermoedden doortocht, in dat zelfde gewest gevoerd; waarhy de Generaal Arnold , onder wiens beleid deze ftoute onderneming gelukkig volbracht wierd, den naam van den Amerik-aanfchen Hannieal verwierf. Hy werd, namentlijk, op den dertienden van Herfstmaand , met duizend man van Cambridge afgezonden, om in Canada te dringen, door eerst de Ti vier Kennebeck op te varen, en dan wederom langs de Chaundiere, tot in de rivier St Laurens aftezakken. Op dezen onbetreden weg van driehonderd jnylen, door eene onbewoonde landftreek, had dit •volk met zeer groote zwarigheden te worftelen. In het opvaren van de Kennebeck, waren zy aanhoudend verplicht tegen eenen geweldigen ftroom op te werken, en dikwerf werden zy, door watervallen of andere beletzelen, gedwongen, om aan land te gaan, en hunne fchuiten tegen de fnelle ftroomen of over de vallen der rivier optetrekken. Noch was hunne tocht te lande meer verkieslijk dan die te water: daar zy dan eens door diepe moerasfen en '-dichte bosfchen, dan weder over moeilyke bergen en rotzige fteilten moesten heenen worstelen; en op zommige plaatzen, mylen achtereen, eenen weg hakken, door zulke dichtbegroeide bosfchen, dat zy niet meer dan vier of vijf mylen daags kondén voortkomen. De aanhoudende vermoeidheid maakte vele zieken, en een derde der uitgetrokkenen ■werd door gebrek aan noodwendigheden genoodzaakt terug te keeren; terwijl de anderen, metonrwankelbaren moed en ftandvastigheid, TIENDE HOOFDSTUK. Verrichtingen in Masfachufetts , benevens de onU ruiming van Boston. Wanneer het jaar 1775 byna ten einde fpoedde, bevonden de vrienden van het Congres zich in eene nieuwe en gansch geene geringe verlegenheid. Hun leger was niet bellendig maar flechts verbonden om tot het einde des jaars te dienen. Ondertusfchen was het oogmerk, waartoe zy de wapenen hadden opgenomen, noch niet bereikt; en elke rede, welke voorheen de Volkplantingen tot het aanwerven eener krijgsmacht had aangefpoord, hield nog Hand j en drong zelfs met meergewichts aan. Derhalven befloot men tot het oprichten van een nieuw leger; offchoon men wederom de vleijende hoop voedde dat eene krijgsmacht voor het volgende jaar aan alle hunne oogmerken voldoen zoude. Gevolglijk werden Dr. Franklin en de Heeren LijNCHen Harrington door het Congres gevolmachtigd om zich naar het Hoofdkwartier te Cambridge te begeven, en aldaar, met den Generaal Washington de noodige fchikkingen te maken tot het zamenitellen van een leger voor het jaar 1776. Men had onderfteld, dat de moedige y ver, welke tot hiertoe de opgezetenen van het land bezield had, de zelfde lieden meestal zoude aangefpoord hebben om zich anderwerf voor nog twaalf maanden te verbinden ; maar wanneer men dit beproefde, vond men hun-  'T44 Hoofdft. X. Verrichtingen in Masfachufetti t hunne krijgsdrift reeds merkelijk verkoeld/ Deeerste opwelling der drift en de nieuwigheid der vertooning, hadden 'er menigen in het veld gebracht, die 'er veel tegen hadden om langer een Icrijgsmans leven te leiden. Zy ondervonden dat foldaatte zijn opofferingen vereischte, van welke zy geen denkbeeld hadden, toen zy dat beroep aannamen; en het gros des volks was zoo onkundig van de hedendaagfche wyze van oorlogen, dat velen de wapenen hadden aangegrepen, in de bedrieglyke verwachting, dat het ganfche gefchil door eenige niets beduidende gevechten , welke onmiddelijk zouden voorvallen, ftond beflist te worden. Maar de ondervinding leerde hen weldra, dat het leven openlijk in den itrijd te wagen, flechts "een gedeelte van den plicht des krijgsmans uitmaakte. Gevolglijk namen vele der minder Officieren hun affcheid; het volk weigerde dikwerf dienst te nemen, ten zy men hun toeftond zeiven hunne Officieren te kiezen. Anderen wilden zich niet laten aannemen, of men moest hun eenigen tijd verlof geven, en zomtijds kwamen 'er vijftig te gelijk om verlof vragen; terwijl de toegevendheid daaromtrent minder nadeelige gevolgen dreigde, dan eene weigering naar allen fchijn zoude gehad hebben. Met dit alles ging de werving traaglijk voort; en fchoon de aangeworven manfchappen voor het nieuwe leger noch niet waren aangekomen, kon men echter het volk van Connecticut, welks tijd met den eersten van Wintermaand uit was, niet overhalen om langer in dienst te blyven; hoewel 'er  bsnevens de ontruiming v~an Boston-, ï^g er verfcheidene op de tehuisreis door het landvolk wierden tegengehouden, en gedwongen dm te rug te keeren. Toen men eindelijk zag dat alles ge* i vaar liep door het affcheid nemen van zulk een groot :) gedeelte des vorigen legers, werd de Landmilitie I opgeroepen om voor een poos in de bres te fprin| gen. Maar nu kwam 'er wederom eene nieutoè hin* b derpaal in den weg, welke zoo wel het aanwerven I van het leger, als het opkomen der Landmilitie te* Jgenhield. Men had namentlijk, verfcheidene lieden , welke van de kinderpokken aangetast wateri, uit Boston weggezonden, en te Shirlei Point aan land gezet; en de fchrik voor deze ziekte was zoo groot, dat de vreze voor het Britfche leger dien bezwaarlijk overtrof, Zoo vele zwarigheden verhinderden den voortgang der werving in diervoegen, dat het ganfche Amerikaanfche leger op den laatsten dag van het jaar 1775, niet meer dan negenduizend zeshonderd en vijftig man ft'erk was» Ondertusfchen was onder de merkwaardige gebeurtenisfen, welke dat jaar in overvloed opleverde, zekerlijk geene van de minste, dat binnen het bereik van een fnaphaanfehoot van twintig Britfche I regimenten, een leger wierd afgedankt en wederom een ander aangeworven. Gedurende al deze tijd, had het Britfche leger de ongemakken eener blokkeering moeten doörftaan.,-zijnde zederd den negentienden van Grasmaand . verdoken geweest van alle die ververfchingen v/elke deszelfs toeftand vorderde. De voor* jraadfehepen uit Groot-Brittanje kwamen veel latei? L II. Dee£, £ op  H6 Hoofdft. X. Verrichtingen in Masfachujetts , op de kust, dan men dezelve verwacht had; en van deze werden 'er verfcheidene door de Amerikaanfche kruisfers genomen, terwijl andere op zee verongelukten; welk lot in het byzonder vele van hunne koolfchepen trof. Hierdoor ontflond gebrek aan brandftof, het welk zich in een klimaat, waar de winter beide flreng en langdurig is, inzonderheid deed gevoelen; hoewel zy het ongemak, welk zy daarvan te lyden hadden, gedeeltelijk verminderde door de huizen omvertehalen, en het hout, waarvan dezelve getimmerd waren, te verbranden. Daar werden ook fchepen naar de West-Indiën gezonden om levensmiddelen van daar te halen, doch de eilanden waren zoo Hecht voorzien, dat zy niet wel byfland verleenen konden. Insgelijks werden 'er gewapende vaartuigen en transportfchepen naar Georgie afgevaardigd, met oogmerk om zich vandaar met rijst te voorzien; dan het volk van datgewest, door eenige hulptroepen uit Zuid-Carolina onderfieund, Helden zich zoo krachtdadig daartegen, dat 'er van elf fchepen niet meer dan twee met hunne ladigen behouden wegraakten. Weshalven al de voorraad der bezetting byna geheel was uitgeput, toen de transportfchepen uit Engeland teBoston binnen kwamen, en den nood der troepen deden ophouden. Maar terwijl de troepen, welke binnen de linien waren opgefloten, voor de ellende van gebrek aan mondbehoeften vreesden, waren de manfchappen, die buiten dezelve lagen, even zeer te onvreden, wegens gebrek aan bezigheden j vermits zy, 'op hurmr  benevens de ontruiming van Boston» t^f hunne boerderyen aan arbeid en beweging gewoon * de werkeloosheid en het opgefloten leven in eene legerplaats niet wel konden verduren. De driftig* ften onder hun fpraken fterk om eenen ftorm te wa* \ gen: zy hielden meer van de ftoutmoedigheid om I iets te ondernemen, dan van die lydelyke dapper* I heid, welke tegenwoordige rampen kloekhartig ver» draagt, terwijl zy naar gunstiger omftandigheden ■\ wacht. Om echter tot zulk eene onderneming geo i reed te zijn , werd omftreeks het midden van Louw* fl maand door een krijgsraad aanbevolen om nog ze* jj venduizend tweehonderd en tachtig man Landmili* i tie Uit Nieuw-Hampshire of Connecticut opteroe* i pen; wanneer zy met de geregelde troepen voof 1 jBoston, eene werkelyke macht van omtrent zeven» i tienduizend man zouden byeen hebben. • Ondertusfchen waren de Amerikaanfche troepen in groote verlegenheid, door gebrek aan wapenen en krijgsbehoeften. Reeds vroeg by den aanvang van het gefchil, had de Koning van Groot-Brittanje, den uitvoer van alle oorlogstuig naar de Volkplantingen, byeen Plakkaat, doen verbieden. Daarentegen had» men geene moeite gefpaard, om zelfs falpeter en buskruid te maken, doch dit ging langhaam voort, en leverde niet genoegzaam op. Men socht dus langs alle wegen dit gebrek te vervullen | het Congres had eene geheime Commisfie benoemd, met ruime macht om eenen voorraad van deze noodwendigheid optedoen; eenige fnelzeilcnde vaartuigen waren naar de kust van Afrika gezonden om al» lés op te koopen wat *er in die afgelegene gewesten K a te  T4-2 Hoofdft. X. Verrichtingen in Masfnbhufetiï, te bekomen was. Een hoop volks van Charlestowri haalde met geweld zeventien duizend ponden buskruid uit een fchip by de bank van St. Augustijn; kort daarna beroofde de Commandeur Hopkin sProvidence, eene der Bahama eilanden, insgelijks van eenig gefchut en krijgsbehoeften i maar alles, wat men van alle deze oorden had zamengebracht, was noch op verre na niet toereikende. Om het nieuwe leger voor Boston van de noodige middelen van .tegenweer te voorzien, deed men by den Staat van Masfachufetts aanzoek om wapenen; dan by onderzoek wierd bevonden dat 'er in de lands magazynen niet meer dan tweehonderd geweeren te krygen waren. Men gaf last om geweeren van byzondereperibonen optekoopen, maar weinige hadden 'er te verkoopen en nog weiniger wilden dezelve afftaan. In Sprokkelmaand, waren 'er onder het Amerikaanfche voetvolk nog wel tweeduizend, die geene wapenen hadden. Het buskruid was niet minder lchaarsch, en nogthans werd 'er dagelijks aanzoek gedaan, om de geringe hoeveelheid, welke voorhandenwas, nog te verdeelen, terverdeedigingvaa verfchillende oorden, welke met eenen aanval gedreigd werden. De oostelijkfte Volkplantingen maakten thans eene zeer ongewoone vertooning. Een machtige vy,and lag veilig verfchanst in hare voornaamfte ftad; terwijl eene vloot gereed was om dezelve naar een ander gedeelte van de kust overtevoeren: aan den .anderen kant eene talryke menigte huislieden, met het ftoujtmoedige opzet om dezelve te keer te gaan, doch  benevens de ontruiming van Boston. ïqy. doch zonder de noodzakelyke wapenen en krijgsbehoeften om zich zeiven te verdeedigen. Aller cogen waren nu op den Generaal Washington gevestigd, en men verwachte van hem, fchoon zeer onredelijk, dat hy, door eene ftoute pooging,'de. ftad Boston van de Britfche troepen zoude bevryden. Maar de hachlyke toeftand van 's lands zaken deed hem de wezenlyke fchaarschheid van wapenen, en krijgsvoorraad verborgen houden, en met die grootmoedigheid, welke groote zielen kenfchetst,. wilde hy liever lyden dat zyne eer wierd aangetast, dan om zich van allen blaam ontheffen, door zyne, menigvuldige behoeften bekend te maken: offchoon het aan geene menfchen ontbrak, die, naardegroote overmacht van volk in het Amerikaanfche leger oordeelende, zeggen durfden, dat indien de Op? perbevelhebber zijn eigen gezag en aanzien aan het hoofd van een leger niet zocht te verlengen, hy zich door eene wakkere poogi'ng, zeer wel meester van Boston konde maken. Zulke lasterlyke uitftrooizelen werden 'er verhaald en van velen ge» loofd, vermits zy door den Generaal niet werden tegengefproken, die liever verkoos zynen roem ig de waagfchaal te leggen, dan zijn leger en vader^ land in gevaar te brengen., Midlerwijl had men, ingevolge hefc verzoek van den krijgsraad, ongeveer zevenduizend man Landmilitie tegen Sprokkelmaand zamengetrokken: en nu gaf de Generaal Washington aan zyne Officieren te kennen, dat de troepen in de legerplaats, «liet de verfterkingen welke men gevraagd had, en K 3 die  3 50 Hoofdft, X. Verrichtingen in Masfachufetis , die dagelijks ftonden aantekomen, ten naasten bjfr zeventienduizend man zouden bedragen; doch dat de voorraad van buskruid niet genoegzaam was tot eene bombardeering: dat hy derhalven hunne gedachten vrieg of het niet raadzaam zijn zoude, daar de vyand dagelijks verfterking ftond te verwachten, voor dien tijd eenen ftorm op de Britfche lijnen te ondernemen. Het voorftel werd afgekeurd. maar goed geoordeeld om de hoogten van Dor-ches» ter te bezetten. Om dit voornemen te bedekken» en de aandacht der bezetting afteleiden, begon men de ftad aan eenen anderen hoek tebefchieten,waar. mede men drie dagen aanhield met zoo veel hevigheid, als de gebrekkige voorraad van buskruid toeliet. Maar by de eerste proef fprongen 'er drie van hunne mortieren, het zy dan door eenig gebrek in derzelver maakzel, het zy dan, en dit is waarfchynelyker, door gebrek aan kundigheid ora dezelve naar eisch te behandelen. De nacht van den vierden van Lentemaand was bepaald om de hoogten van Dorchester in bezit te nemen. Eene bende van achthonderd man tot dekking van de arbeiders had de voortocht; op dezen volgden de wagens met de gereedfchappen om zich te verfchanzen, en twaalfhonderd werklieden onder het bevel van den Generaal Thomas; en in de achterhoede waren nog ruim tweehonderd wagens met takkenbosfchen en zamengebonden hooy. Onder het gebulder van het kanon aan een ander oort, werkte deze bende met de grootfte ftilte; en, met het aanbreken van den morgen, hadden de Provincialen*  benevens de ontruiming van Boston. 152 cialen, door hunnen werkzamen yver, eene verfchanzing opgeworpen, welke de bezetting verbaasde: gelijk ook het onderfcheid tusfchen de hoogten van Dorchester in den avond van den vierden en op den morgen van den vijfden indedaad eene vertelling van den heldentijd fcheen daarteftellen. De Admiraal zond aanftonds bericht aan den Generaal Howe , dat indien de Amerikanen in het bezit van deze hoogten moesten blyven, hy niet in ftaat was om een zyner Majefteits fchepen in de haven te houden; waarop derhalven in eene krijgsraad befloten wierd om te zien of men hen wederom zoude kunnen verdryven. Dus verwachte men alle uur een gevecht; in welk geval de Generaal Washington voornemens was om met vierduizend man in Boston te dringen, welke men tot dat einde aan den mond van de river van Cambridge zoude infchepen» Intusfchen was de Landmilitie wakker opgekomen , en ieder had voor drie dagen levensmiddelen medegebracht, in verwachting dat zy onmiddelijk ten ftorm zouden gevoerd worden; wyders was al heq volk vol moed, en wachte met ongeduld op hetroeren van de trom. Zy herdachten dat het de vijfde van Lentemaand was, en dat zy nu geroepen wierden om den dood van hunne landslieden te wreeken, welke op dien dag waren omgebracht. De menigvuldige hoogten in en by Boston, van welke men den grond overzien konde, waarop men vermoede dat de beide partyen flaags zouden raken, waren opgepropt met «ene menigte van aanfchouweren. Maar de GeneK 4 raai  \yi Hoofyit. X. Verrichtingen in Masfachufetts 9' raai Howe was niet voornemens om hen voor dea volgden dag aantetasten, en tegens den avond deed hy de transportfchepen tot voor het kasteel afzakken om dezelve in gereedheid te hebben. Dan in den nacht ontftond 'er een zeer hevige ftorm, welke in. den morgen van een geweldigen regen gevolgd werd; waardoor het de Voorzienigheid behaagde eene flachting voortekomen, die naar allen fchijn die van den zeventienden van Zomermaand op Bunkershill geëvenaard, zoo niet overtroffen2 zoude hebben. In dezen toeftand van zaken, befloten de Britten na het houden eens krijgsraad, zoo dra mooglijk de ftad te ontruimen. Weinige dagen daarna zond men eene vlag uit Boston met een papier, door vier verkooren mannen geteekend,houdende: ,,da6 3, zy aanzoek gedaan hadden by den Generaal Ro„ eertson, en dat deze hier over met den Gene,, raai Howe gefproken hebbende, gemachtigd was 3., om hun te verzekeren, dat hy geen voornemen 3, had om de ftad te verbranden, tenzy de troepen 3, onder zijn bevel, by hunne infcheping of ver„ trek door de gewapende macht van buiten wier3, den lastig gevallen." Toen men dit aan den Generaal Washington vertoonde, gaf hy daarop ten antwoord: „ dat vermits dit papier geene blyken „ van gezag droeg en geen opfchrift had, noch den „ Generaal Howe verbond, hy hetzelve in geene 3, aanmerking konde nemen: doch ten zelfden tyde „ betuigde hy hartelijk te wenfchen dat de ftad aj mocht behouden blyven." Ver*.  benevens de ontruiming van Boston. 153 Vervolgens deed de Generaal Howe een bevel afkondigen, om alle linnen en wollen goederen te brengen by den Heer Crean Brush. Hierop werden de winkels geopend, en van hunne goederen beroofd, en op eene toomelooze wyze geplunderd; zoo dat 'er veele goederen vervoerd, maar nog meerder op eene dertele wyze vernield wierden. Deze ongeregeldheden waren wel in het bevelfchrift verboden, en de fchuldigen met deftraffe des doods gedreigd 1 maar des niettegenftaande bedreef men 'er al het kwaad, 't welfcde fpijtkondeingeven van teleurgefteld te zijn. Eindelijk op den zeventienden van Lentemaand, ontruimden de Britfche troepen, ten getale van meer .dan zevenduizend man, de ftad Boston, met achterlating van hunne getimmerde barakken, een aantal vernagelde kanonnen, viergrooteyzerenzeemortieren en anderen voorraad, ter waarde van wel dertigduizend Ponden. Maar zy hadden het kas. teel geflecht en de fchildtappen van het kanon afgeflagen. Voorts leed het door verfcheidene toevallen nog wel negen dagen na het verlaten der ftad, eer dat zy van de rede van Nantasketvertrokken. Deze ontruiming ging verzeld met menigvuldige jammerlyke en kommerlyke omftandigheden. By het vertrekken van 's Konings krijgsmacht uit Boston, oordeelden een groot aantal der inwoonderen het raadzaam, om tevens hun vaderland te verlaten, zoo uit verkleefdheid aan hunnen Koning als uit vreze voor de gevoeligheid des volks. Door de K 5 Sro°"  jtj4 Hoofdft. X. Verrichtingen in Masfachufetts, groote menigte der genen, welke op hun vertrek ftonden, was het onmooglijk om koopcrs voor hunne meubelen en verder inboedel te vinden, en daar waren geene fchepen genoeg om dezelve gefchikt medetevoeren. Een onderling misverftand heerschte tusfchen de vloot en het leger, welke elkander wederzijds befchuldigden als de oorzaak van het eene of ander gedeelte van hunne gemeene ellende. In het leger was groot misnoegen, om dat de langbeloofde verfterkingen niet waren aangekomen. Beide officieren en foldaten meenden dat zy verwaarloosd wierden; daar 'er vijf maanden verloopenwaren, zedert zy eenig naricht omtrent hunnebeftemming ontvangen hadden; en hunne behoeftigheid en ongemakken vermeerderden hunnen kwa? den luim. De voorgenomen tocht naar Halifax flelde hen aan groote gevaren bloot ; vermits de kust, ten allen tyde gevaarlijk, zulks byuitftekwas door het ftormachtige weder omftreeks denachtëvening. Zy hadden reden om te vrezen, dat zy van den wind naar de West-Indiën zouden worden afgedreven, en dat wel zonder eenen genoegzamen voorraad aan mondbehoeften. Voorts vertrokken zy naar een onvruchtbaar land; en, het gene hunnen onaangenamen toeftand nog verergerde, wanneer zy dezen gevaarlyken tocht wel volbracht hadden, was het nog fiechts eene verloren reis, en rechtsftreeks tegen hunnen weg; daar zy noordwaards op gingen, fchoon hunne aanftaande verlichtingen hen veeleer zuidwaards riepen. Onder alle deze moeijelijkheden en met alle deze donke-  ■benevens de ontruiming van Boston. 155- re uitzichten ging de vloot naar Halifax onder zeil; doch tegen allen fchijnwas de reis derwaards kort en voorfpoedig: en zy bleven zich aldaar eenige tijd ophouden, om verfterking en nader last uit Engeland aftewachten. Wanneer de koninglyke vloot en het leger van Boston vertrokken, hadden zy verfcheidene oorlogfchepen achtergelaten om de vaartuigen, welke nog uit Engeland mochten aankomen te befcher, men; maar de Amerikaanfche kapers waren 'er zoo wakker by, dat zy desniettegenftaande verfcheidene goede pryzen maakten, en onder andere ook eenige fchepen, welke met wapenen en oorlogsbehoeften geladen waren. Eenige transportfchepen, met troepen aan boord, vielen insgelijks in hunne handen; vermits zy de haven inliepen, zonder te Weten dat de plaats ontruimd was. Intusfchen hadden de booten, tot het mfcheoen der Britfche troepen gebruikt, naauwhjks hunnen dienst verricht, wanneer de Generaal Washington aan het hoofd zijns legers, binnen Boston trok, alwaar hy met blyken van goedkeuring ontvangen wierd, welke veel vleiender waren dan de pracht eens zegepraals. De inwoonderen, nu van den last en de hardigheden eener belegerde ftad en van de menigvuldige verongelykingen, welken zy ondergaan moesten, ontheven, zegenden hem als hunnen verlosfer; terwijl zy welke binnen de Britfche linien waren opgefloten geweest, en zy welke buiten dezelve gelegen had-  \$6 Hoofdfr. X. Verrichtingen in Masfachufetts ♦ den elkander onderling geluk wenschten met eene verrukking , welke geene pen kan afmalen. De Generaal Washington werd door het Congres met een befluit van dankerkentenis vereerd, en tevens door hetzelve befloten, om ter vereeuwiging van het aandenken aan deze groote gebeurtenis, een gedenkpenning met gepaste opfchriften te doen vervaardigen. De Raad en het Huis der Gemeenten van Masfachufetts begroeteden insgelijks den Generaal in eenparig addres, in het welke zy hunnen welmeenenden wensch in de volgende bewoordingen uitdrukten: „ Mocht gy fteeds zoo voort„ gaan , onder de goedkeuring des hemels, ge„ eerbiedigd van alle brave menfchen en gevreesd „ van die dwingelanden, welke hunne medefler„ velingen als hunnen eigendom befchouwen." Hy beantwoordde dit op eene zedige en gepaste wyze. Het ontruimen van Boston was echter reeds te voren by het Britfche Kabinet bepaald, op gronden van ftaatkundige nuttigheid; alzoo men in eenen oorlog, waartoe uit redenen, welke alle de Volkplantingen aangingen, befloten was, eenen ftand meer in het midden van dezelve boven Boston verkieslijk oordeelde. Maar hoewel dusdanige redenen tot dezen maatregel hadden doen befluiten ; werd nogthans deszelfs uitvoering door het aanleggen van de Amerikaanfche werken by Roxbury veel vervroegd. Dus verlieten de Britten hunne aanhangeren, en trokken hunne krijgsmacht  benevens de ontruiming van Bosten. ijy macht uit Boston; en men merkte dit aan als hec eerste bedrijf eens treurfpels, waarin ontruimingen en aftochten de meest voorkomende tooneelen waren, en het welk door eene geheelc ontruiming der Vereenigde Staten befloten wierd. ELF.  %$8 Hoofdlt. XI. Veldtocht in Canada ELFDE HOOFDSTUK. ffeldtocht in Canada gedurende het jaar 1776. De {boom van voorfpoed, welke» in den HerfsJ van het jaar 1775, den Generaal Montgomery toevloeide, vervoerde het Congres om het leger onder diens bevel te verfterken; daar het overgaan van Chamblie, St. John en Montreal aan de Amerikanen het fchoonfte vooruitzicht opleverde om de Britten uit Canada te verdry ven, en dit ganfche gewest met de vereenigde Volkplantingen te verbinden. Maar terwijl zyzfch.de2e gebeurtenisfen reeds te voren in hunne verbeelding affchilderden, was het leger waarop zy hun vertrouwen fielden, geflagen, en de Generaal dién zy zoo hoog waardeerden, gefneuveld. Het bericht van den Generaal Montgomery, voor den aanval op Quebec, overgezonden had het Congres aangemoedigd om, op den achtften van Louwmaand 1776, het befluit te nemen om in Canada negen Batailjons opterichten en te blyven onderhouden: en fchoon het afflaan van hun leger den moed der Amerikanen niet opwakkerde, werd daardoor echter hun yver niet uitgebluscht. Zoo dra hetzelve in het Hoofdkwartier te Cambridge bekend wierd, beriep de Generaal Washington eenen krijgsraad, waarin befloten werd , dat vermits men te Cambridge geene troepen misfen konde, de Volkplantingen van Masfachufetts,  gedurende het jaar 1770*. 159 fetts, Connicticut en Nieuw-Hampshire diendenverzocht te worden om drie regimenten in dienst ts Hellen en naar Canada te zenden. Het Congres be« floot insgelijks, op den negentienden van Louwmaand, om de reeds bepaalde verfterkingen ten. fpoedigflen in gereedheid té brengen en in NieuwYork vier Batailjons opterichten, ter verdeediging van deze Volkplanting; als ook om bezetting te leggen in Crown-Point en op alle de posten , welke ten zuiden van die fterkte lagen. Vervolgens werden'er Gemachtigden benoemd, om het leger tegen dezen winterveldtocht van dekens te voorzien en zich dezelve aantefchaffen van de huishoudende lieden, voor zoo verre zy die in hunne huisgezinnen konden misfen. Ook werden 'er bekwame perfoonen in het werk gefield om het Canadafche leger van geld te voorzien, en klinkende munt tegen papieren geld intewisfelen; terwijl de geestdrift dier tyden zoo groot was, dat 'er vele duizende MeXicaanf'che Dollars van byzondere perfoonen, vrywillig en zonder eenig opgeld, voor het papieren geld van het Congres verwisfeld wierden. Tevens werd 'er befloten om voor den dienst aldaar eene bende Kanonniers optewerven, en, behalven het Regiment Van den Overften Livingston, nog duizend Canadiërs in foldy van het Congres te nemen; over welke nieuwe bende het bevel werd opgedragen aan Mozes Hazen, die in Masfachufetts geboren was en vele jaren in Canada gewoond had. Op den vierentwintigften van de zelfde maand} fchreef het Congres ook eenen brief aan de inge- ze--  i6o Hoofdft. XI. Veldtocht in Canada, zetenen van Canada, Waarin zy onder anderen aanmerkten : ,, dat het lot der menfchelyke natuur me« „ de bracht, dat de beste zaken aan wisfelvalligheden waren blootgefteld; maar dat edelmoedige harten, welke door het vuur der vryheid verlicht ,, en gloeiende waren, oies te ftouter wierden, naar ,, mate de moeilijkheden vermeerderden»" Voorts verzekerden zyhun, dat 'er acht Batailjons aangeworven wierden, om naar hun gewest te trekken jen dat zy, indien het noodig ware, eene grooter macht zouden zenden. Eindelijk baden zy hun, om de gunftige gelegenheid, welke zich nu opdeed, gretig aantegrypen en tot de tegenwoordige roemryke onderneming de hand te lenen; hun aanradende om in hunne onderfcheiden kerspelen Kamers vau Verftandhouding opterichten en Afgevaardigden te verkiezen om eene Provinciale Vergadering te houden, en hen by het Congres te vertegenwoordigen. Wyders was dé zaak der Amerikanen zoo krachtdadig onderfteund geworden, door de menigvuldige patriotfche ftukjes, welke in hunne nieuwspapieren ingelascht wierden, en door de vurige vermaningen van volksbehagende Predikers, welke de zaak der vryheid met de zoo veel indruks makende beginzelen van den Godsdienst verbonden, dat men befloot om ook deze twee vermogende werktuigen ter daarftelling van omwentelingen , de drukpers en den skanzel, op dé gemoederen der Canadiëra te laten werken. Weshalven de volledige toeitel tot eene drukkery, benevens een drukker en een  gfdurende het jaar f7,76*. 16 i een prediker , naar Canada gezonden wierden. . Het Congres benoemde insgelijks deHeerenFRANklin, Chase en Carrol, van welken de beide aerften tot die vergadering behoorden, en de laatfte een eerbiedswaardige burger van den Roomsch Katholyken Godsdienst was, om zich naar Canada te begeven, met oogmerk om de inwoonders van die Volkplanting voor de zaak van Amerika te winnen; en met macht, om aan hetzelve van wegen de vereenigde Volkplantingen te beloven, dat men Canada op eenen gelyken voet in derzelver verbintenis zoude aannemen, en dat deszelfs ingezetenen de vryeóeffening van hunnen Godsdienst, benevens hetongeftoord bezit van hunne geestelyke eigendommen, zouden blyven genieten. , Het verlangen om in Canada iets beflisfends uittevoeren, voor dat de aankomende lente het opvaren van de rivier St. Laurens wederom zoude gedogen, gevoegd by de geestdrift van dien tijd, deed toen zwarigheden tarten, welke men in minder driftige dagen onoverkomelijk zoude gerekend hebben. Arthur St. Clair, die tot Overfte van een der Penfijlvanifche Regimenten was aangefteld, ontving het bevel tot werven op den tienden van Louwmaand, en niettegenftaande de tijd zoo kort was, werd zijn regiment niet flechts voltallig gemaakt, maar zes Compagnien van hetzelve volvoerden, in de ftrenge koude van dat jaarfaifoen, hunnen tocht van Penfijlvanie naar Canada, zijnde eene afftand van verfcheiden honderd mylen , en vereenigden zich met het Amerikaanfche leger voor Quebec, |I. DeeL. L op  f04 Hoofdft. XI. Veldtocht in Canada op den elfden van Grasmaand daar aan volgende. : Hoe zeer echter het Congres en de byzondere J Staten de grootfte poogingen aanwenden, om den I oorlog in Canada met kracht doortezetten , vervie» I len evenwel de zaken in die Volkplanting, zedert I het fneuvelen van Montgomery, van dag tot dag. | Het overmeesteren van Q^uebec was eene onderne- • ming, tot welke hunne vermogens niet toereikende tearen; en de ongelukkige uitflag van hunnen ftorm | op deze plaats had by de Canadiërs en de Indianen i feenen indruk gemaakt, welke voor hunne oogmerken vooral niet gunstig was. Daar was eehi vrouwsperfoon, met de kinderziekte befmet, uit: Quebec gezonden, of uit eigene beweging in het leger gekomen, welke, door haren omgang met de foldaten, dien geesfel der nieuwe wareld onder de- ■ zeiven verfpreidde tot groote vermindering van de: werkelyke fterkte des legers; daar ook de foldaten: zich zeiven inënteden, niettegenftaande hunne officieren dit ftellig verboden hadden. Op den eersten van Bloeimaand waren 'er reeds zoo vele verfche troepen aangekomen, dat het Amerikaanfche leger nu in naam drieduizend man fterk was, maar'^ wegens den voortgang der kinderziekte, waren 'et! Hechts negenhonderd in ftaat om hunnen dienst waar; te nemen Het fteeds toenemende getal van zieken, vertraagde dus hunne krijgsverrichtingen, en: deed hunnen vrienden den moed ontzinken; terwijl hunne tegenparty fteunde op de verwachting, dat! het vorderende jaargetyde hun fpoedig ontzet zoude,: aanbrengen. JByi  gedurende het jaar 1776. 10j By alle deze oorzaken van het vervallen deïAmeïikaanfche zaak in Canada, kwam nog, dat de genegenheid der Canadiërs van dezelve vervreemd wierd, door de menigvuldige en Welgegronde klachten over de Amerikaanfche foldaten; welke door den teugel der bürgerlyke wetten niet wederhouden, en aan de krijgswetten weigerende te gehoorzamen, tot velerhande dadelijkheden vervoerd wierden, welke voor hun zelvcn en voor het ganfche leger niet minder fchandelijk waren, dan nadeelig voor de zaak, voor welke zy de wapenen hadden opgevat» Niet alleen de gemeene foldaten, maat zelfs de officieren van het Amerikaanfche leger, 0vertraden in hunne handelwyze met de Canadiërs» de eerste grondregelen eeher gezonde ftaatkunde. Dan velen van hun, even te voren uit eenen lagen ftaat tot dien rang verkoren, waren van hunne verheffing dronken geworden, en wierden, ver vah huis zijnde, niet terug gehouden door die teugels. Welke anderszins gemeeUelijk des menfchen woestheid betoomen. Zoo dra het innemen van Chamblie, St. Johns en Montreal, en tevens de hachlyke toeftand van Canada in Engeland bekend Wierden, nam het Britfche kabinet terftond maatregelen by de hand, im zoo haast mooglijk eene genoegzame macht naat Canada te zenden, ter bereiking van het tweeledige oogmerk, om niet alleen het verlorene te herwinnen, maar ook van dien kant eenen aanvallen^ den oorlog tegen de muitende Volkplantingen te voeren. De voorhoede van deze krijgsmacht, baanL % de  i64 Hoofdft. XI. Veldtocht in Canada de zich reeds vroeg in de Lente eenen weg door het ys, en kwam de rivier St. Laurens op; terwijl dé belegeraars, door het vooruitzicht op derzelver aankomst, reeds voor eenigen tijd de hoop hadden opgegeven, en op hunnen aftocht waren bedacht geworden. Op den vierden van Bloeimaand en daags voor het aankomen van de eerste Britfche verfterking, werd daartoe in eenen gehouden krijgsraad befloten en de noodige fchikkingen gemaakt om dien te volvoeren. Maar de Landvoogd Carleton was te wel bedreven in de kunst des oorlogs, om niet zonder uitftel gebruik te maken van de voordeden, welke van de verlegenheid der belegeraars en van de aankomst eener verfterking te wachten waren. Zoo dra dus een kleine hoop landtroepen en zeefoldaten van de fchepen, welke juist op dat pas de rivier St. Laurens waren opgezeild, aan land gekomen waren, en zich met de bezetting vereenigd hadden, zette hy zich aan het hoofd en trok uit om de Amerikanen aan te tasten. By' zyne aannadering vond hy alles in verwarring, en de voormalige belegeraars, met achterlating van gefchut en krijgsbehoeften, in overhaasting afgetrokken: én op deze wyze eindigde, na verloop van vijf maanden de gemengelde belegering ea blokkeering van de ftad Quebec, welker bezetting, wegens de dapperheid en volftandigheid van officieren engemeenen, de grootfte lof verdiende. Dan de roem, welken de Generaal Carleton, in zijn karakter als krijgsman verkregen had, dooide  gedurende het jaar 1776. 165 de dappere en oordeelkundige verdeediging van het landfchap, aan zyne zorg toebetrouwd, werd nog verre overtroffen door den edeler lof, welken hy met het oeffenen der deugden van menschlievendheid en edelmoedigheid verdiende. Onder de menigvuldige zieken in de Amerikaanfche hospitalen waren 'er velen, die men niet kunnende vervoeren had moeten achterlaten; maar door de behandeling van deze ongelukkige menfchen, toonde de overwinnende Generaal zich zijns voorfpoeds waardig. Hy verzorgde hun niet alleen van voedzel en kleeding, maar ook de vryheid aan de herflelden om naar huis te keeren; en beducht zijnde dat zommigen zich liever uit vreze in de bosfchen zouden verfchuilen, dan zich door hulp te zoeken bekend maken, poogde hy hunne vreeze wegtenemen, door eene openbare afkondiging , by welke hy beloofde dat zy terflond na hunne herftelling volkomen vryheid zouden hebben om naar hunne byzondere Provinciën terug te keeren. Dit menschlievend gedrag was voor de oogmerken van de hoofden der Amerikaanfche Raadsvergaderingen veel nadeeliger, dan de geftrengheid, welke de andere Britfche Bevelhebbers oeffenden. Want de waarlijk flaatkundige, zoo wel als menschlievende Genel'aal Carleton, die deze gevangenen, wier behoeften hy mildelijkverzorgd had, vryelijk liet vertrekken, met eenewaarfchouwing, om naar hunne huizen te keeren, hunne boerderyen wel te behartigen, en zich zeivenen hunne naburen van alle aandeel in dezen ongelukkigen oorlog te onthouden, trof de harten van deze menfchen. L 3 De  3 66 Hopfdft. XI. Veldtocht in Canada De geringe macht, welke in het begin van Bloeimaand te Quebec was aangekomen, werd fpoedig gevolgd van verfcheidene Britfche Regimenten , alsmede yan de Brunswijkfche troepen, welke elkander zoo kort volgden, dat hunne ganfche macht binnen weinige weken op dertienduizend man konde berekend worden. Ondertusfchen waren de Amerikanen vijfenveertig mylen terug getrokken, zonder halte te houden, en vervolgens fpoedden zy zich, na eene korte rust, naar deSorel, by dewelke zy eenige lichte werken ter hunner verdeediging opwierpen, en waar zich eenige Batailjons, welke ter verfterking gezonden waren, met hun vereenigden. Op dit tijdftip werd de Generaal Thomas Opperbevelhebber der troepen in Canada,mede van de kinderziekte aangetast en ftierf, Hy had aan zijn volk de inenting verboden, en dewijl hy zich aan zijn eigen gebod wilde houden, geweigerd die voorzorg voor zich zclven te gebruiken. Na zijn overlyden, kwam het opperbevel eerst aan den Generaal Arnold, en naderhaud aan den Generaal Sullivan; doch het bleek ras dat de Amerikanen in de nooddwang kwamen om geheel Canada te ontruimen. Dewijl men op 't oog had om het een of ander uittevoeren, hetwelk den ongunftigen indruk, welke het verder terugtrekken zoude veroorzaken, in de gemoederen van de Canadiërs konde opwegen, vormde de Generaal Thomson het ontwerp , om den Britfchen post te Trois Rivieres aantetasten, welke plaats omtrent halfwegen tusfchen Quebec ea  gedurende het jaar ïïj6^ léf en Montreal ligt, en dus genoemd wordt wegens deszelfs ligging aan eene van de armen eener groote rivier, welke zyne wateren door drie monden in de St, Laurens ontlast. Met dit oogmerk werd een hoop van zeshonderd man onder het bevel van den Overften Sr- Clair gefteld, die aan het hoofd van dezelven tot het dorp Nicolette voortrukte. Maar wanneer alles tot de onderneming in gereedheid was, kreeg men bericht, dat 'er onder geleide van twee Fregatten, zes transportfchepen van Quebec waren aangekomen, welke by de vorige bezetting van Trois Rivieres eene aanzienelyke macht aangebracht hadden; het welk eenige nieuwe bewegingen ten gevolge had, en tevens een verwijl veroorzaakte, ter tijd toe dat 'er meerder troepen kondenaangevoerd worden. Wanneer vervolgens dezeverfterking met den Generaal Thomson was aangekomen, en deze het opperbevel over de onderneming had opgevat, werd 'er befloten, om het fleedje ten zelfden tyde, op vier verfchillende plaatzen, aan te tasten. De eerste afdeeling onder den Overften Wayne moest zich van het oosteinde der plaats trachten meester te maken; de tweede door den Overften Maxwell aangevoerd, zoude 'er van de noordzyde omtrent tegen het middenpunt inrukken en de beide anderen, welke de Overften St. Clair en Irwine aan het hoofd hadden, aan de westzyde aanvallen. De ganfche macht werd te middennacht ingefcheept, en flapte, omftreeks drie uur voor het aanbreken van den dag, by le PointduLac, wederom aan land- Op eenigen afftand. van dit punt L 4. heeft  i58 Hoofdft. XI. Veldtocht in Canada heeft men twee wegen, langs welken men te Trois Rivieres kan komen; den eenen langs de oevers van de St. Laurens en den anderen byna evenwydig met den eersten, doch op eenen merJfelyken afftandvan denzelven loopende: en dezen had men befloten in te flaan. Maar kort na de landing, werd den Generaal Thomson kondfchap gebracht dat 'er eene party vyanden van drie of vierhonderd man, omtrent drie mylen verder hadden postgevat; weshalven de troepen oogenbliklijk in beweging gebracht wierden, om dezelven aldaar te vernestelen. Het bleek echter dat het bericht valsch geweest was, maar ondertusfchen had hetzelve de troepen veel verder doen trekken dan het punt, waar de beide wegen uit elkander liepen; en terug te trekkenzoude meer tijds weggenomen hebben, dan men misfen konde, dewijl de dag ftond aan te breken. Zy befloten derhalven in eene fchuinfche richting op den weg, dien men verlaten had , aantetrekken; doch na door de moeilijkheid van den grond reeds veel te zijn opgehouden, kwamen zy eindelijk voor een moeras, het welk men geen kans zag door te komen; toen brak de dag door en men was nog zes mylen ver van de plaats. Hierop nam de Generaal Thomson zyne gidzen, welker getrouwheid hy begon te verdenken, in verzekering, veranderde de orde van den tocht, en bereikte wederom den weg langs de rivier. Dezen inflaande, was hy nog niet ver voortgetrokken, of hy wierd van twee gewapende fchepen befchoten. Alle hoop om by verrasflng te flagen was nu geheel verdweenen, en men be-  gedurende het jaar 1776. 163 bepaalde zich ook oogenblikiijk tot eenen openly. ken aanval, daar ook de zon reeds begon optekomen. Thans werd 'er bevel gegeven om de trom te roeren, en het volk rukte met de grootfte wakkerheid aan. Wanneer zy drie mylen verder voortgetrokken waren, begon men van de oorlogsfchepen op hun te vuren; waarop de Amerikaanfche Officier, welke de voorhoede geleide, eenen weg te* linker zyde infloeg, welke ook op de ftad aanliep, en voor het vuur van de fchepen gedekt was. Maar deze was een omweg, en ging bovendien door eene groote ftreek boschlanden, welke op dien tijd van het jaar genoegzaam ondoorkomelijk zijn. Evenwel trok hy het hout in en de overige bende volgde hem op het fpoor; tot dat zy eindelijk, na ongelooflyken arbeid uitgeftaan en eene beek ter diepte van de borst doorwaad te hebben, wederom het 0pene veld bereikten, aan de noordzyde van de plaats. Toen ontdekten zy ook ras eene bende Britten, op den afftand van eene mijl ter linkerzyde van de Amerikanen, tusfchen dezen en de ftad, en de Overfte Wayne , brandende om te vechten, greep hen zonder uitftel aan. De aanval gefchiedde met moed en wakkerheid; doch de kans was te ongelijk , en de Amerikanen werden weldra afgefiagen' en tot wyken gedwongen. By den aanvang van het gevecht verliet de Generaal Thomson den middentocht zyner bende, om zich by denftrydendenhoop" te voegen, maar doordien het hout zoo dicht was, dat het iemand die zich in beweging bevond moeilijk viel om eenig uit het oog verloren voorwerp weder in L 5 het  iT-o Hoofdir. XI. Veldtocht in Canada het gezicht te krygen, bleef het den Generaal ondoenlijk oin den weg weder te vinden. Hier doorgeraakte de Overfte St. Clair, die onder hem het bevel voerde, in netelige omftandigheden; vermits, naar zijn gevoelen, de aftocht noodzakelijk wierd, cn hy echter daartoe geen bevel wilde geven, om dat hy de waare omftandigheid van zynen Hoofdofficier niet wist, en denzelven alle oogenblikken terug verwachte. Eindelijk evenwel, toen men de Britten op den weg langs de rivier zag aanrukken, in eene richting, om de Amerikanen van achteren te omringden, gaf de Overfte St. Clair, in afwezigheid van den Generaal Thomson, bevel tot den aftocht, en deze gefchiede door het zelfde dichtbegroeide moeras, en langs het eigen fpoor, het welkzy by hunnen optocht gebaand hadden. De Britten trokken integendeel regelrecht aan op le Point du Lac, meenende zich van de daar liggende Amerikaanfche fchuiten meester te maken; dan dit mislukte, doordien de Majoor Woon, onder wiens opzicht zy aanbevolen waren, op hunne aannadering met dezelve naar de Sorel afdeinsde: weshalven de Britten by Ie Point du Lac halte hielden, en zich in eenen zeer voordeeligen ftand plaatsten. Zoo dra zy gewaar wierden dat de Amerikanen waren terug getrokken, zonden zy hun eenen hoop volks op de hielen; en wanneer nu de eersten dicht by deplaats kwamen, waar zy dachten overtefteken, vondenzy eene aanzienelyke vyandelyke bende vlak voor hun, ten zelfde tyde dat zy door eene andere, op den afftand van Hechts drie vierde van eene mijl, ge-  gedurende het jaar .1776, ■ 17I yolgd wierden. Hier was dus wederom goede raad duur, en geen tijd van bedenken; daar zy volftrekt gedwongen waren om hunne wapens neder te leggen, of eene pooging te doen, om door eenen gezwindeu tocht, de vyanden voor hun trekkende, te ontgaan, en op zyde van dezelven het land intetrekken; welk laatfte mooglijk geoordeeld wierd: terwijl de Overfte St. Clair, die in den vorigen oorlog gediend en daardoor eenige kunde van deze landftreek gekregen had, hun eenen weg aanwees, langs het Acadifche dorp, waar de rivier de Loups waadbaar is. Zy waren echter nog niet ver voortgetrokken , toen de Overfte St. Clair zich buiten ftaat bevond om verder te gaan, van wegen eene wonde aan zijn voet, door een wortel, welken hy door.de fchoen getreden had, veroorzaakt. Het volk bood aan hem te dragen, maar hy wees dien edelmoedigen voorflag van de hand, en bleef met twee of drie Officieren , die ook van vermoeidheid geheel afgemat waren , achter; doch zy vonden eene fcbuilplaats en bedekking onder een grooten boom, welke met de wortels uit den grond gewaaid was. In dezen toeftand waren zy niet lang geweest, toen zy de Brit*, ten byna aan alle kanten hoorden fchieten; nogthans bleven zy ftil liggen tot in den nacht, wanneer zy zich uit het midden hunner vyanden redden. Maar nu waren zy wederom in nood\door de ongelegen prikkelingen van den honger, daar thans de derde dag aanbrak, zonder datzy voedzel genoten hadden; eindelijk, na eenigen tijd omgezworven te hebben, ontmoeteden zy toevallig eenige boe-  172 Hoofdft. XI. Veldtocht in Canada boeren, die hen met de grootfte herbergzaamheid onthaalden, en na verloop van weinige dagen, kwamen zy wederom by hun leger teSorel, waar zy met genoegen vernamen, dat het grootfte gedeelte van hun volk voor hun behouden was aangekomen. Ondertusfchen is het opmerkelijk, dat zy op dezen tocht door het land niet de minste belediging of hinder ondergingen; fchoon zy by eiken ftap gevaar liepen om krijgsgevangen gemaakt te worden, en met reden moesten vrezen, dat de ingezetenen, door het vooruitzicht op eene goede belooning, zouden verlokt worden om hen aantehouden. De Generaal Thomson was evenwel zoo gelukkig niet. Na van zyne troepen afgedwaald te zijn, geraakte hy by den Overften Irwine en eenige andere Officieren, met welken hy den ganfchen nacht in het dicht bewasfene moeras omzworf, zonder eenen uitweg te kunnen vinden; eindelijk de rivier niet kunnende bereiken, namen zy eene wijkplaats in een huis, doch wierden aldaar krijgsgevangen gemaakt. Na dat de ganfche Britfche macht was aangekomen, en een aanmerkelijk gedeelte van dezelve zich te Trois Rivieres verzameld had, begon men het Amerikaanfche leger ernftig te vervolgen: en indien de Generaal Carleton niet bedacht geweest ware om hetzelve den terugtocht aftefnyden, maar terftond de post, of liever de verfchanschte legerplaats, te Sorel had aangetast, zoudehetzelve naar allen fchijn, in zyne handen zijn gevallen. Maar het zy dan dat de ftoute, hoewel kwalijk geflaagde aan-  gedurende het jaar 1776. 173 aanval te Trois Rivieres hem eenig ontzag voor de Amerikanen had ingeboezemd; het zy hy dezelven zonder bloedflorting wenschte te overmeesteren; hy verdeelde althans zijn leger in drie afdeelingen, en fchikte derzelver tocht in diervoegen, dat zy de geheele legerplaats der Amerikanen konden omringden, en dezelve van alle kanten beflryken. Dit gaf eenige vertraging, en echter hadden de Amerikanen hunnen terugtocht zoo lang uitgefield, dat zy Sorel Hechts twee uuren ontruimd hadden, voor dat de eerste afdeeling der Britten te dier plaats opdaagde. Gedurende de aftocht der Amerikanen, werden zy dagelijks befprongen metvertoogen van de ingezetenen van Canada, welke zich by hun gevoegd of hen begunftigd hadden. Een groot aantal Canadiërs hadden openlijk en Heilig hunne zyde gekozen, hun gewichtige diensten bewezen, en zich daardoor blootgefteld aan de zware flraffen, welke de onderfleuners van muitelingen te wachten hebben. Weinige weken geleden, had het Congres hen nog verzekerd, dat het hen nimmer aan de woede hunner gezamentlyke vyanden zoude overlaten: en nu werden zy echter, uit dringenden nood, aan de wraak van de beheerfchers hunner landfchap ten prooije gegeven. Geen wonder derhalven, dat velen van hun, zich met fchreiënde oogen by het terugtrekkende leger beklaagden, hun ongelukkig lot beweenden en omonderfleuningfmeekten. Maar al de hulp, welke de Amerikanen deze ongelukkigen konden toereiken, beftond in de verzekering, vaa  174 Hoofdft. XI. Veldtocht in Canada van hen te zullen blyven befchermen, indien zy rriede terug trokken. Dan dit was eene yslyke keuze voor menfchen, die vrouwen, kinderen en onroerende goederen achterlieten ; waarom Ook de meesten van begrip waren, dat van twee kwaden het minste zijn zoude, zich overtegeven aan de goedertierenheid der Regeering, tegen welke zyzichmisgrepen hadden*. Ondertüsfchen waren de hooden van het terugwykende leger ook gansch niet gering. De Britten volgden hu'n kort op de hielen, en dreigden hen geheel te verdelgen. De onvoorziene ftaat der Volkplantingen, ten aanzien van grof gefchut, maakte het noodzakelijk vooral hun kanon te behouden. Het volk was verplicht de zwaar beladen fchuiten, alleen door hunne kracht, tegen de fnelvlietendeftrooe men op te werken, terwijl zy zeiven tot aan den middel toe in het water ftonden. Bovendien was het leger belemmerd met zulk een groot aantal lyders aan de kinderpokken en andere ziekten, dat twee regimenten, op een pas, niet eenen gezonden man hadden, een derde ilechts zes en een vierde maar veertig; terwijl nog twee andere zich genoegzaam in den zelfden toeftand bevonden. Een aftocht onder het oog van den Vyand is altijd eene hachlyke zaak ; maar ter dezer gelegenheid was dezelve toch met een buitengewoonen famenloop van bekommerende omftandigheden verzeld. Desniettegenftaande gedroeg zich de Generaal Sullivan, onder wiens beftier de aftocht gefchiede, inet zoo veel oordeel en beleid, dat .de pakkaadje en  gedurende liet jaar 1776. 175 en de ganfche legertrein behouden gebleven, en geene der talryke zieken achtergelaten waren; wanneer het Amerikaanfche leger, op den-eersten van Hooimaand, Crown-Point bereikte, en aldaar voor de eerstemaal wederom ftand hield. Korten tijd voor dat de Amerikanen het Landfchap Canada ontruimden, liet de Generaal Arnold de Kooplieden van Montreal zamenkomen, en Helde hun voor, om eene zekere hoeveelheid van byzondere opgegeven waren ten dienste van het leger van het Congres, te leveren; maar terwijl zy bezig waren daarover te raadplegen, had hy aan de deuren van alle de winkels fchildwachten geplaatst, en meer andere fchikkingen gemaakt, waardoor het gene in den beginne ilechts een Verzoek was, de uitwerking van een bevel verkreeg. Op deze wyze werd 'er eene groote menigte goederen weggenomen, onder voorwepdzel, dat men dezelve ten ge-, bruikc van het Amerikaanfche leger noodig had; doch onder dat getal waren 'er vele, welke alleen voor vrouwen of in het burgerlyke leven dienen konden. Ook werden deze goederen, welke men te Montreal geplunderd had, niet lang daar na in een pakhuis te Albany opgeflagen, endoor eenen neef van Arnold openlijk verkocht. Het bezit van Canada was echter van zulk eene üitftekende nuttigheid voor de ontwerpen van verdeediging, welke het Congres zich gevormd had, dat dit gewest niet dan met grooten wederzin Wierd verlaten. Het viel den Amerikanen niet alleen fmertelijk, hun geliefdkoosd voornemen, om Canada, als  176 Hoofdft. XI. Veldtocht in Canada als een veertiende fchakel, aan den keten hunner verbintenis te hechten, dus in rook te zienverdvvy. nen; maar zy vreesden ook voor de ernftigfte gevolgen, indien de Britfche macht aldaar de overhand konde krygen. Hierom waren zy zeer bezorgd , om aldaar eenigen voet te houden, en hadden langen tijd alle poogingen blyven aanwenden, om het ty van ongelukkige gebeurtenisfen te Hoppen. Nóg op den zeventienden van Zomermaand was de Generaal Gates aangefteld om het bevel over de troepen in Canada op zich te nemen; maar toen hy bericht kreeg van de jongfte voorvallen in dat gewest, befloot hy terftond om binnen de grenzen van Nieuw-York te blyven; en van nu voortaan was het tooneel geheel omgekeerd. In de plaats van pp het hervatten van aanvallende maatregelen bedacht te zijn, had nu het zelfde leger, het welkte voren zoo veel fchriks in Canada verwekte, zich ftoffen voor eenige groote vaartuigen uit Engeland had medegebracht, maar het vervoeren en de arbeid, welke vereischt werd om dezelve in elkander te zetten, vorderden beide tijdengeduld. Dewak- ker-  ^^^^^^^^^^ gedurende het jaar 1776» f79 ) Icerlieid der Britfche Bevelhebbers groeide naar ma: te van de moeijelijkheden, welke zy moesten doorworftelen; en evenwel liep het nog aan tot in Wijnmaand, voor en aleer hunne vloot in ftaat was om aan de Amerikaanfche fcheepsmacht, op het meir Chamolain, het hoofd te bieden. De eerstgemelde beftond uit het oorlogfchip de Inflexible, welk achttien twaalfponders voerde, en met zoo veel fpoed opgebouwd Was, dat het binnen achtentwintig dagen na het aanleggen van de kiel, van St. Johns onder zeil ging; uit eene fchooner van veertien en eene andere van twaalf zesponders; voorts uit een platboomd vlot, het welk zes ftukken van vierentwintig pond en zes van twaalf pond, behalyen eenige houwitzers voerde, en eene gondel met zeven ftukken van negen pond. .Dan nog waren 'er twintig kleiner vaartuigen met metalen veldftukkek van negen tot vierentwintig ponders, of met hou- ■ witzers. Eenige floepen waren op de zelfde wyze t toegerust, terwijl een gelijk getal barkasfen den s dienst van Advijsjachten of kleiner vaartuigen ver- ■ richteden. Behalven deze fchepen van oorlog hadt den zy 'er nog een groot aantal, welke tot het over! voeren van het leger, de magazynen, het.gefchut, 1 de pakkaadje, en de mondbehoeften beftemd wa. ren, en nevens de eerstgemelden te zamen onder ■ het bevel van den Kapitein Pringle gefteld werI den. De fcheepsmacht.der Amerikanen, welken het aan meerder middelen mangelde, fchoot dus t ver te kort by die, welke tegen hun werd aangevoerd. Hun vooroaamfte oorlogfchip was een fchooM 2 ner,  ïSo Hoofdft. XI. Veldtocht in Canada ner, welke flechts twaalf Hukken van zes en Vier ponden voerde, en buiten hetzelve beftond hunne ganfche vloot uit vijftien vaartuigen van minder gewicht. Vermits de Britten öp het meir Champlain noodzakelijk meesters zijn moesten, voor dat zy den minsten ftap doen konden ter bereiking van hunne oogmerken op de noordelyke grenzen van NieuwYork, ftevende hunne vloot ten dien einde het meir op, en taste op den elfden van Wijnmaand, die der Amerikanen aan. De wind was den Britten zoo ongunftig , dat de Inflexible.en nog een hunner grootfte fchepen geen deel aan het gevecht konden nemen, het welk de ongelijkheid tusfchen de ftrydende vlooten in zoo verre Verminderde, dat de voornaamfte fchade der Amerikanen in het verlies van eene fchooner en eene gondel beftond. De aannaderende nacht maakte een einde van het gevecht, en de overwonnenen bedienden zich van het voordeel der duisternis om den vyand teontwyken, het welk de Generaal Arnold met zoo veel oordeel en behendigheid werkftellig maakte, dat de ganfche vloot onder zijn bevel, den volgenden morgen , buiten het gezicht was. Maar de Britten vervolgden dezelve met alle zeilen, welke zy konden byzetten, en de wind gunftiger geworden zijnde, haalden zy ook de Amerikanen op den dertienden wederom in, en noodzaakten dezelven andermaal tot een gevecht, niet verre van Crownpoint. De -itrijd was hevig en werd van beide zyden, tweeuu«n lang, wakker vol gehouden. Eindelijk namen ee-  gedurende het jaar 1776. 18,'ï eenige Amerikaanfche fchepen, welke genoegzaam vlak tegen over Ticonderoga waren, derwaards de wijk; doch twee galeijen en vijf gondels hielden Hand, en wederflonden eene ongelyke macht met eenen byna wanhopigen moed, tot dat eene der galeijen ftreek en genomen wierd. De Generaal Arnold toen ziende, dat 'er geene mooglijkheid was om zich te bergen^ en dat langer wederftand niets konde baten, wilde zich evenwel niet overgeven, maar nam het befluit, dat zijn volk geen krijgsgevangen, noch 's vyands macht door zyne fchepen verfterkt zoude worden; en hy voerde dit kloekhartige opzet uit, met een overleg, het welk de koenheid, waarmede hy het opvatte, evennaarde. Hy zette de galey, welke hem voerde en het Congres genaamd was, benevens de vijf gondels in diervoegen op het ftrand, dat hy in ftaat was om zijn volk te doen landen, en de fchepen te laten fpringen, By het volvoeren dezer zoo gevaarlyke onderneming, betoonde hy tevens eene romaneske oplettendheid op het punt van eer, daar hy zyne galey niet wilde verlaten voor dat zy in vlam flond; uit vreze dat de Britten dezelve zouden aanklampen en zyne vlag ftryken. Ook deed de uitflag van dezen ftrijd, fchoon nadeelig- voor de Amerikanen , de achting voor den Generaal Arnold hooger dan te voren ryzen, en by den roem van een dapperen krijgsman verwierf hy tevens die van een bekwamen vlootvoogd. Ondertusfchen was de Amerikaanfche fcheepsmacht ten naasten by geheel vernield, en hetmeesM 3  1S2 Hoofdft. XI. Veldtocht in Canada terfchap over het meir Champlain onbetwistbaar in de handen der Britten. Ook had dit voorval ten gevolge, dat eenige weinige troepen van het Congres, welke te Crownpoint gelegen hadden, naar het hoofdleger te Ticonderoga terug trokken; en dat de Generaal Carleton die door hun verlatene post in het bezit nam, en aldaar fpoedig van zijn gaufche leger gevolgd wierd. Vervolgens zond hy vele partyen op recognofceering, en deed op den zelfden tijd eene fterke bende aan de beide zyden van het meir voorwaards rukken, welke tot dicht by Ticonderoga naderde; terwijl eenige Britfche fchepen, op dat zelfde pas, zich binnen het bereik van het gefchut der werken van die plaatzevertoonde. Waarfchijnlijk, dat hy in den zin had om zich toen ook van die post meester te maken, indien de omftandigheden daartoe gunftiggeweestwaren; maar dat het fterk aanzien der werken hem van die onderneming terug hield, en tot den terugtocht naar Canada deed befluiten, Zoodanig wat de uitflag der krijgsverrichtingen van het jaar 1776, aan de noordelyke grenzen: en fchoon, na het overgaan van'Montreal, ontruimingen, nederlagen en aftochten, byna onafgebroken, het deel der Amerikanen geweest hadden, was echter ten aanzien van het groote doel van verdeediging aan den eenen en van verovering aan den anderen kant, de ganfche veldtocht voor hun gewonnen, en voor hunne vyanden verloren. Wantfchoon de Britten Canada van de ingevallen vyanden gezuiverd, en de Amerikaanfche vloot op de meiren ver-  gedurende het jaar 1776. i[> vernield hadden, waren zy echter, door de tegengeworpen beletzelen, in hunne verdere oogmerken teleur gefield. De hinderpalen, welke de Generaal Gates hun overal had weten in den weg te leggen, hadden de Britten gedurende een zoo groot gedeelte van den zomer, tegengehouden, dat zy, van wegen den aannaderenden winter, genoodzaakt waren terug te trekken, juist toen zy tot aan Ticonderoga genaderd waren. Aan de zyde der Amerikanen, had men eenig volk en eenige weinige gewapende vaartuigen verloren, maar daarentegen tijd gewonnen, het leger behouden en de grenzen der nabygelegen Staten tegen eenen voorgenomen aanval beveiligd. Aan de zyde der Britten, was het oogmerk van eenen geheelen veldtocht, waar toe men dertienduizend menfchen gebruikt, eneenmillioen Ponden Sterling verfpild had, voor het grootje gedeelte verydeld. M 4 TWAALF-  r34 HoofdU, XII, Handelingen en Be/luiten TWAALFDE HOOFDSTUK. Handelingen en Befluiten van het Parlement tegens, de Volkplantingen in de jaren 1775 en '1775. Krijgsbedryven in Zuid-Kar olina, NieuwTork en Nieuw-J erfey. De middelen, welke men, in het jaar 1775, tegen de Vereenigde Volkplantingen in het werk ftelde, waren op den zelfden leest gefchoeid, als in gevallen van misdadige zamenfpanningen tusfchen ongewapende onderdanen: waarom men danookhee krijgswezen, voor dat jaar, uitgenomen eene zeer geringe vermeerdering, op den gewoonen voefc als in tyden van vrede gelaten had. Men fcheen dus niet te weten dat het meerder deel der Amerikanen het befluit genomen had, om zich veeleer tegen de macht van Groot-Brittanje te verzetten, dan zich aan deszelfs ftrafwetten $e onderwerpen; of men wilde niet geloven dat zy kloekhartig genoeg zijn zouden om dat opzet te volvoeren. Degeneigdheid van het menfchelyke hart,.om voor waarheid te houden het gene men wenscht waarheid te zijn, had des Konings dienaars in Amerika en de hoofden van het Staatsbewind.in Engeland ook in zoo verre bedrogen, dat zy allen zich yastelijkovertuigd hielden, dat het met een rustig en ftandvastig befluit aan de zyde der Regeering en met eene krijgsmacht van eenige weinige duizenden om dat befluit te onderfchragén, gemakkelijk vallen zoude om de onlusten in  van het Parlement tegens de Volkplantingen Sc. 2 Sj? jn Amerika te dempen. Gevolglijk waren hunne krijgsverrichtingen in den jare 1775 alleen berekend naar de kleiner fchaal, om ilechts de burgerlyke macht te verfterken, en geenszine naar de grooter / om aan eene regelmatige krijgsmacht het hoofd te i bieden: want hoezeer het Parlement, inSprokkeltt maand van dat jaar, de Volkplanting van Masfaj chufetts reeds verklaard had, in eenen ftaat vanopj roer te zijn, had men echter niet geloofd dat de i Volkplantelingen hunne tegenkanting, door eene i gewapende macht, zouden hebben durven ftaande ] houden. Maar de wederftand, door de landmilitie j te Lexington geboden, de daarop gemaakte toebei leidzelen ten oorloge, eerst door de Volkplanting van Masfachufetts en vervolgens door het Congres, ij en eindelijk de wakkere verdeediging van BunkersI hill ftemden alle tezamen om aanteduiden dat het 'er ver afwas om de Amerikanen voor verachtelyke vyanden aantezien. De natie vond zich dus, dooiden noodlottigen loop des gefchil, in eenen burger oorlog gewikkeld en geraakte daardoor aan het nadenken. Vele gewettigde corporatien en een aantal byzondere perfoonen van aanzien in Groot-Brittanje verzetteden zich wel tegen alle geweldige maatregelen; nogthanswas de meerderheid 'ervoor om te volharden. . De trots der natie was 'er aangelegen dat de Volkplantelingen vernederd wierden, die ftout genoeg waren omzieh te durven verzetten tegen de macht, welke onlangs over de vereenigde krachten van Frankrijk en Spanje zegevierde. Het vooruitzicht, om hunne eigene bezittinM 'i gen  iScï Hoofdft. XII. Handelingen en Befluiten gen voor een gedeelte van de daarop liggende zware belastingen te bevryden, noopte vele landeigenaars in Groot-Brittanje om zich mede voor dien maatregel te verklaren: doordien zy de onderwerpingder Volkplantingen befchouwden, als het beste en regelrechte middel, om zich van derzelver medetoelage ter vermindering van de nationale fchuld te verzekeren. Terwijl zy, onder de beheerfching van dusdanige begrippen, niet alleen het gebruiken van geftrenge middelen billijkten, maar ook blymoedig toeftemden tot het opbrengen van meerder lasten, met dien zelfden geest, waardoor in het gemeene leven, pleitenden overgehaald worden om geld uittefchieten tot het voortzetten van een rechtsgeding, van welks uitflag zy zich groote voordeelen beloven. Lord North , de eerste Staatsdienaar van Engeland, zich door zulke, machtige belangen onderfteund ziende, werd daar door aangemoedigd om verder doortegaan. Hy had reeds eenen vermogenden aanhang in de ftad London ondergebracht en over de Oost-lndifche Maatfchappy gezegepraald; zoo dat 'er ter volmaking van den roem zijns bewinds alleen de onderwerping der Volkplantingen fcheen te ontbreken. Zijn vorig geluk maakte hem ftouter in het ondernemen dezer hachlyke zaak, en hy vleide zich met dezelve insgelijks tot ftand te brengen, niet alleen de rust in het rijk te zullen herftellen, maar tevens aan zynen naam eenen luister bytezetten, welke dien van alle zyne voorgangeren zeer verre overtrof. Op dezen toon waren de gemoederen van een groot ge-  van het Parlement Ugem de Volkplantingen êfc 187 gedeelte der Natie geftemd, en dusdanige waren de heerschzuchtige bedoelingen van haren eersten Staatsdienaar, toen het Parlement, op den vierentwintigften van Wijnmaand des jaars 1775 wederom byeen kwam. . In de aanlpraak van den troon beklaagde men zich ten hoogilen over de hoofdbeleiders in de Volkplantingen, welke men zeide, vooral de gemoederen der misleide menigte, door eenen valfchen voordracht van zaken, vervuld te hebben met gevoelens, welke tegen de Staatswettige ondergefchiktheid aanliepen, en vervolgens een ftap verder gegaan te zijn om de vyandelijkheden te beginnen, en zich zeiven het ganfche gezag der Regeering aantematigen. Ook befchuldigdezyne Majefteit zyne Amerikaanfche onderdanen, als bedoelden dezelve, om door losfe en onbepaalde uitdrukkingen van verkleefdheid aan het moederland alleen tijd te winnen, en zich midlerwijl tot eenen algemeenen opftand voortebereiden. Voorts verklaarde hy dat de oproerige oorlog, welken zy geftookt hadden, thans algemeener was geworden, en klaarblykelijk gevoerd wierd met het oogmerk, om eene onafhanklyke heerfchappy te vestigen, en dat men dus op het krachtdadigfte moest doortasten, en een fpoedig einde aan deze onlusten maken, als welke niet alleen de verftandigfte, maar ook in de gevolgen, de goedertierenfte handelwyze zijn zoude. Insgelijks werd aan het Parlement kennis gegeven, dat men zeer vriendelyke aanbiedingen van buitenlandfche hulp ontfangen had, en dat zyner Majefteits Keurvorflelyke troepen gezonden waren  183 Hoofdft. XII. Handelingen en Bejluiten ren om in Gibraltar en Port Mahon bezetting te houden , ten einde een ruim getal der geregelde krijgsbenden van het rijk ter handhaving van deszelfs gezag zouden kunnen gebruikt worden. Eindelijk werd de flrafheid van deze voqrflcllen eenigszins verzacht door eene verklaring, dat wanneer de ongelukkige cn misleide menigte, tegen welke deze krijgsmacht beftemd was, hare dwaling mochte bezeffen, zyne Majefteit ook bereidvaardig zijn zoude om de verdwaalden wederom in liefde en genade aantenemen; terwijl hy, om alle verhinderingen voortekomen, zekere perfoonen daar ter plaatszoude volmachtigen, om algemeene of byzondere vergiffenis en kwijtfchélding te verkenen aan de zulten, welke tot hunnen plicht en gehoorzaamheid zouden terug keeren. De gevoelens in deze aanfpraak uitgedrukt, en de zware befchutdigingen, welke dezelve tegen de Volkplantelingen bevatte, werden in de addresfen der beide Huizen van het Parlement aan den Koning wederom nagegalmd; hoewel niet zonder eene vinnige tegenverklaring in het Hoogerhuis, in dewelke negentien anders denkende leden den Amerikaanfchen oorlog voor onrechtvaardig en onflaatkundig in zyne beginzelen , en voor heilloos in zyne gevolgen zeiden te houden, en tevens te kennen gaven dat zy niet konden inflemmen met een addres, „ het welke zyne Ma„ jefteit en het publiek in den valfchen waan kon„ de brengen, als of hun Huis vertrouwen Helde „ in de tegenwoordige Staatsdienaren, diehetPar3, lement gefchandvlekt, de Natie bedrogen, de » Volk»  van hei Parlement tegens de Volkplantingen Sc. 189 i 'S) Volkplantingen verloren hadden, en tegen de j „, klaarblykelijkfte belangen en op de onverdeedigJ baarfte gronden hen in eenen burgeroorlog wik, i, keiden, en het bloed van duizenden hunner 1 „ medeburgeren op eene fchandelyke wyze verI £ fpilden." Na dat men dus de goedkeuring van hetParlement i verkregen had om den Amerikaanfch'en oorlog met ] alle kracht doortezetten, werden de opgaven van 1 het gene 'er tot 's lands dienst vereischt wierd toeI geftemd, als zoude men de Volkplantingen op den j voet van eene vyandelyke en gewapende buitenlandfche Mogendheid' beoorlogen. Ten dieneindewerden 'er achtentwintig duizend matrozen en vyfenvyftig duizend man landtroepen ingewilligd , en niet lang daarna bekrachtigde het Parlement insgelijks de genornene maatregelen om gehuurde zoldaten in dienst te nemen. Geene Staatsdienaren hadden, in eenigen Vöorgaanden buitenlandfchen oorlog, zich zoo zeer beyverd in het doorzetten der krijgsbedryven, dan de tegenwoordig^ om, in den volgenden veldtocht, het gefchil tusfchen het Moederland en de Volkplantingen op eenmaal te beflisfen. Ondertusfchen ontbrak 'er nög één befluit der wetgevende macht ten einde de voorgenomene vyandelijkheden met denvolften nadruk doortezetten. Dan ook dit werd, op den twintigften van Slachtmaand , in het Parlement voorgeiteld by eene Bill om allen handel en gemeenfchap met de dertien vereenigde Volkplantingen te verbieden. Naar inhoud van de- zel-  190 Hoofdft. XII. Handelingen en Befluiten zelve, werd alle Amerikaanfche eigendom, het zy fchepen of goederen, evenveel of die in volle zee of in eene haven genomen wierd, verbeurd verklaard ten profyte van de officieren en van het volk zyner Majefteits oorlogfchepen, die denzelven genomen hadden. . Voorts werd daarin bepaald t ,, dat alle fchippers, matrozen en an„ dere perfoonen , welke op de genomen Ame„ rikaanfche fchepen gevonden wierden, zouden „ worden gebracht aan boord van zyner Maje„ fteits fchepen van oorlog en aldaar aangemerkt ,, als waren zy in allen opzichte en op allerhande „ wyze, in dienst van zyne Majefteit, en als hadden zy zich vrywillig daarin begeven." -Eindelijk werd de Koning, door deze bil gemachtigd, tot het aanftellen van Corrtmisfarisfen, die, boven en behalven het verleenen van vergiffenis aan byzondere perfoonen, tevens de macht zouden hebben „ om de algemeene en byzondere bezwaren te 3, onderzoeken en te beilisfen of eenige Volkplan3, ting of eenig gedeelte eener Volkplanting tot dien 3, ftaat van gehoorzaamheid zoude zijn wederge„ keerd, als haar berechtigd konde maken om we3, derom in des Konings gunst en befcherming aan„ genomen te worden." In welk geval, na voorgaande verklaring der Commisfarisfen, de bepalingen van deze voorgeftelde bill zouden ophouden. Ter onderfteuning van deze bill, werd aangevoerd ; dat vermits de Amerikanen zich reeds in eenen ftaat van oorlog gefteld hadden, het ook nood-  van het Parlement tegens de Volkplantingen &c. i$t noodzakelijk geworden was, om de zelfde vyandelijkheden tegen hun in het werk te Hellen, welke tegen buitenlandfche vyanden gebruikelijk waren ; dat hoe uitgebreider de krijgsbedryven waren en hoe krachtdadiger dezelve doorgezet wierden, zoo veel fpoediger de vrede en orde herfteld zouden zijn ; en dat, vermits deCommisfarisfen optrokken, met het zwaard in de eene hand en met voorwaarden van verzoening in de andere, het volkomen aan de Volkplantelingen Hond om de dadelyke uitvoering van alle de waeenlyke of fchijnbare geftrengheden der voorgeftelde wet voortekomen. Aan de andere zyde voerde men hier tegen aan; dat het behandelen van de Amerikanen op den voet van eene vreemde natie juist gefchikt was om hun den weg ter onafhanklijkheid af te baken: en een der leden merkte aan, dat aangezien deze bill de plundering van allen eigendom, zonder uitzondering veroorloofde en dus de Volkplantelingen verplichte om zich als een eenig man te vereenigen, men dezelve behoorde te noemen eene Bill om de befluiten van het Congres des te krachtdadiger te doen uitvoeren. Ook keurde men het befluit om den eigendom der prijsgemaakte goederen aan de nemers toetekennen geheel af, als gefchikt om alle beginzelen van vaderlandsliefde, van nationale eer en, roem in de harten der zeelieden uitteblusfchen, en eene hebbelijkheid tot wreedheid, zeeroveryen plunderzugtin derzelver plaats te ftellen. Maar van alle de deelen dezer bill werd 'er geen zoo ftrengelijk veroordeeld als dat, waarby de menfchen, die aan boord  Ipz " Hoofdft. XII. Handelingen en Befluiten boord van Amerikaanfche fchepen genomen ftóriden te worden, zonder önderfcheid gedwongen wierden om als gemeene matrozen op de Engdfche oorlogfchepen te dienen» Dit Was, zeide men, eene verfyning van dwinglandy, erger dart de dood; en men voegde daarby, dat men niemand, als buitenlandfchen vyand, van zyne goederen konde berooven, en hem ten zelfden tyde, als burger, tot dert landsdienst verplichten; en dat het dwingen van gevangenen cm tegens hunne huisgezinnen, nabeftaanden, vrienden erf Vaderland de wapens te voeren, en na eerst zeiven geplunderd te zijn, aan de plundering hunner broederen medeplichtig te worden, een voorbeeldeloos bedrijf was, behalven onder de zeeroovers, het uitvaagzei en de vyanden der menfchelyke maatfchappy. Maar op zulke hooggaande befchuldigingen gaven de Staatsdienaren ten antwoord: ,, dat deze maatregel veeleer ee- ne daad was van genade en günstbetoóning."" 'Want, zeiden zy, in plaats van het volk der Amerikaanfche fchepen den dood te doen ondergaan,als de wettige ftraf hunner misdryven Van hoogverraad en muitery, ftaat hetzelve, volgens deze wet, in 's Konings rolle opgeteekend, en voorts behandeld te wotden, als ftond het op gelyken voet met eene groote menige van deszelfs nutttigfte en getrouwfte onderdanen. Zelfs werd 'er gezeid: „dat „ hunne foldy en toevallige voordeden in den „ dienst van hunnen wettigen Koning eene ver<* goeding zijn zouden voor alle naauwgezette bep denkingen, welke by hun uit de onderftelde o* ver.  van het Parlement tegens de Volkplantingen 103 vertreding van hunné gróhdbeginzelën móchten i 3, opryzen.", In den ioop der twistredenen over deze Bili, verklaarde Lord Mansfield : „ dat de vraag, wie oorw lpronkelijk gelijk of ongelijk had, niet langer in „ aanmerking moest komen. Dat zy thans in ee„ nen oorlog gewikkeld waren, en dus de uiterfte >, krachten moesten infpannen, om de daarby voor* s, gefielde doeleinden te bereiken; dat zy moester! „ -Vechten of gehoorzaamd worden, en dat de recht* „ vaardigheid van de zaak minder behoorde in aan3, merking te komen, dan hunne tegenwoordige „ omflandigheid." En misfehien was 'erin of bui* teahetParlementnietsgefproken, het Welk zulk eêüe uitgebreide werking deed op de getergde gemoederen der Volkplantelingen, dan dit gezegde. De groote bekwaamheden en de dooikneeddë rechtskunde van Lord Mansfield, waren in Amerika bekend en bewonderd. Dat dus dit orakel de£ 1 rechtsgeleerdheid, van den zetel der wetgeving., Verklaarde, dat de rechtvaardigheid van de zaak aaiet langer in aanfehouw moest genomen Wórden* trof de Volkplantelingen als een donderflag, enverfierkte den band van hunne vereeniging. GroótÊrittairje, zeiden zy, heeft den "oorlog tegen ons begonnen, om dat wy onze fiaatswettige vryheden Willen handhaven, en nu verklaren derzelver Wetgevers dat men daar mede moet voortgaan zonder ee* i nig aanzien op de verdiensten van dé oorfpronkelv* ke gronden des gefchüs. Onze vrede en ons geluk II» Deel, N moeë  $94 HoofufL XII. Handelingen en Befluiten moet dus opgeofferd worden aan de eerzucht der Britten, diezich zeiven willen gelijkblyven, en niet , aflaten om hunnen onrechtvaardigen aanval op onze rechten met geweld door te dryven. Een zeker aantal Lords, deed, gelijk gewoonlijk * , een fcherp protest tegen deze Bill aanteekenen, maat zy ging echter met eene groote meerderheid in de ,i beide Huizen van het Parlement, op den eenen* . twintigften van Wintermaand door, en werd kort t daarop door 's Konings toeftemming bekrachtigd. Deze nieuwe wet, kwam in Lentemaand des jaars j: 1776, in de Volkplantingen aan, en bracht juists die uitwerkzelen voort, welke door de leden des: tegenparty voorfpeld waren. Zy vereenigde niet: alleen alle de Volkplantingen om zich tegen GrootBrittanje te blyven verzetten, maar deed ook duizenden, die zulks tevoren hadden afgekeurd, een gunftiger denkbeeld omtrent het aannemen der onafhanklijkheid opvatten. Men befchouwde deze wet, van Nieuw-Hampshire af tot aan Georgië toe, als: een wettig ontflag van den ééd van getrouwheid aaa> hunnen oorfpronkelyken Souverein. Terwijl het gene 'er nog ontbrak, om aan de geneigdheid, wel* ke alle verbintenis met Groot-Brittanje wilde verbreken, eene voïflagene meerderheid te verfchaffen, al ras voltooid wierd door eene nieuwe gisting, welke het huuren van vreemde troepen om dtf: Volkplantingen te bevechten, veroorzaakte: daar deze maatregel genoegzaam zamenliep met de goedkeuring der zoo ftraks vermelde Bill, en de tydingj . . «au  van het Parlement tegens de Volkplantingen &? c. 't$A van beide omtrent op den zelfden tijd in de Volkplantingen aankwam. De verdragen, hamentlijk, welke men onlangs met den Landgraaf van Hesfen-Casfel, met den Hertog van Brunswijk en met den Erfprins van HesfenCasfel had ingegaan, over het verhuren van derzei* ver troepen aan den Koning van Groot-Brittanje» om in den oorlog tegen de Amerikanen gebruikt te Worden, werden, op den negenentwintigften van Sprokkelmaand, aan het Huis der Gemeenten voorgeleid, en daarop een voorfiel gedaan, om dezelve in handen van het Committé der Onderflanden te Hellen. Deze voorflag bracht eene belangryke twistreden te Wege over de voegzaamheid Van het gebruiken van vréémde troepen tegen de Amerikanen. Die dezen maatregel begunfiigden, grondden zich op de noodzakelijkheid Van den oorlog doortezetten, en op de onmooglijkheid om een toereikend aantal manfchappen binnen 's lands te werven; en Helden daarin veel gewichts, dat vreemde troepen, doortrokken met de krijgsregelen en met begrippen van ingewikkelde gehoorzaamheid, minder gefchikt waren, om zich door eene verkeerde zachtheid te laten wegflepen, tot welke inboorlingen gemakkelijk, ten kosten van het belang der Natie, konden overhellen. „ Moeten wy, " werd 'er by deze gelep■Leid gezeid, ftilzitten, en eenen opftand, wa,3r 5, toe wy geene aanleiding gegeven hebben, zoo „ maar geduldig laten uitloopen op het vestigen van „ een onafhanklijk en vyandig gebied ? Kunnen wy onze Volkplantingen, welke aan de Natie N a •» zon  ïoo" Hoofdft. XII. Handelingen en Bcjluiten „ zoo veel gelds en reeds daar by twee bloedige s, oorlogen gekost heeft, zoo maar laten verloren „ gaan, en in vreemde handen overgeven, uit lou,-, tere befchroomdheid omtrent het gebruiken van ,, vreemde troepen, ter handhaving van onze wet,, tige rechten op die Volkplantingen, welke wy tot zulk eenen duuren prijs verkregen hebben; Toen de Amerikanen, door de gehoorzaamheid en de „ bepaalde belastingen die Onderdanen verplicht ■„ zijn te-betalen weigerden, en niet langer voor s, een gedeelte van het Britfche rijk wilden aange„ merkt worden, en dus zich zeiven tot vreemy, delingen maakten, hadden zy ook geen reden om „ te klagen, dat 'er vreemdelingen tegen hen wer„ den aangevoerd." Maar by de tegenparty werd deze maatregel irrengelijk gègispt. Men ontkende de noodzakelijkheid van den oorlog, en men rekende het eene fchande voor de Natie, dat zy, tegens hunne oproerige onderdanen, by de kleine Prinjes vanDuitsclvland om hulp bedelde. Ook beweerde men ten krachtigften, dat dit voorbeeld zeer licht ftrekken konde, om ook de Amerikanen naar verbintenisfen met vreemde Mogendheden te doen uitzien. ,, Tot „ hier toe, zeide men, hebben de Volkplantelin„ gen in dezen hachlyken twist niemand dan zich „ zeiven alleen durven inlaten, en naar geene buiten- ,, landfche hulp omgezien; maar het lijdt geen twijf„ fel, ofzy zullen zich in het vervolg, zoo door ons ,,' voorbeeld als door de natuurlykewetten van zelf13 behoud, ten vollengerechtigdoordeelen, om bui- - -. - „ ten".  van het Parlement tegens de Volkplantingen &c. ro? *,, tenlandfche verbintenisfcn aantegaan , en hulp „ te zoeken tegen die huurlingen, welken wy op ,, het punt liaan om ter hunner verdelging over te s, voeren: en wy behoeven 'er niet. aan te twijffe3, len of'er zijn Europefche Mogendheden vanvry 3, wat hooger rang, dan die kleine Prinsjes, wel„ ken wy laag genoeg geweest zijn om byiland te ,, verzoeken, die, ingevalle zy 'er toe aangezocht „ worden, zich ook even zeer als dezen berechtigd „ zullen rekenen, om zich met het gefchil tusfchen ons en onze Volkplantingen te bemoeijen." Ondertusfchen lachte men, by deze zoo wel als by vele andere-gelegenheden , met de onderilelling, dat de Amerikanen van Frankrijk of Spanje eenige hulp zouden kunnen erlangen. Men was van gedachten dat deze Mogendheden zich wel. zouden wachten, om door het onderileunen der Britfche Volkplantingen tegen derzelver Souverein, zulk een gevaarlijk voorbeeld aan hunne eigene Amerikaanfche bezittingen te geven;, en men onderlfelde tevens, dat zy zich zouden laten weerhouden, uit aanmer^ king van het gevaar, welke hunne Volkplantingen, door het oprichten van eene onafhanklyke heer? fchappy in defzelver nabyheid, in toekomende tyden zouden kunnen ondergaan. Dus werd in deze zitting van het Parlement, tusfchen den zesentwintigften van Wijnmaand 1775, en den drieëntwintigffen van Bloeimaand des volgenden jaars, het ontwerp om de Volkplantingen met geweld onder te brengen, volledig vastgefteld. Men verklaarde de Amerikanen van 's Konings beN 3 " fcherv  ^p8 Hoofdft, XII. Handelingen en Befluiten fchermirig vervallen te zijn, en zestienduizend vreemde huurlingen werden door 's lands hooge machten in dienst gefield om derzelver onderwerping te helpen voltooijen. Terwijl deze zelfde maatregelen het Congres in den volgenden zomer deden befluiten, om zich zeiven onafhauklijk te verklaren, en naar hulp van andere Mogendheden omtezien; welke gebeurtenisfen wy vervolgens vollediger zullen ontvouwen. Na dus de goedkeuring des Parlements verkregen te hebben, om den oorlog tegen de Volkplantin. gen, even gelijk tegen vreemde vyanden te mogen voeren, was het noodzakelijk zich te bepalen omtrent den Opperbevelhebber der koninglyke troepen, welke tot dat einde zoude gebruikt worden. Deze post werd, in de eerste plaats, den Generaal Oglethorpe aangeboden; vermits men hem, als den oudflen op de lijst der Generaals, met recht niet konde voorbygaan; en deze eerwaardige grijsaard nam ook tot groote verwondering van den Staatsdienaar, het gebied op zich, onder voorwaarde, dat men hem naar eisch zoude onderfteunen, Maar toen deze hem een talrijk, wel voorzien leger, en eene geduchte vloot beloofde, gaf hy ten antwoord: dat hy het werk wilde aanvatten, zonder een enkeld man of oorlogfchjp, mits de Staatsdienaar hem volmachtigde om de Volkplantelingen by zyne aankomst, te mogen verzekeren, dat men hun recht wilde laten ervaren; en voegde hy 'er Verder by: „ ik ken het Amerikaanfche volk te j, recht, en houde my verzekerd dat zyne Maje-  van het Parlement tegens de Volkplantingen Sc. ï£3k 3, fteit, in geen gedeelte van zyne Staten , gehoor3, zamer en getrouwer onderdanen heeft. Gy kunt 3, op hunne gehoorzaamheid ftaat maken, zoo gy 3, hun fiechts recht wilt doen; maar nimmer zult gy hen door geweld van wapênen onderbrenj, gen." Zulke gunftige gevoelens omtrent de Amerikanen deden duidelijk zien, dat de Generaal ) Ogeethorpe in het geheel niet gefchikt was om aan het oogmerk der Staatsdienaren te voldoen. Weshalven men hem ook voorby ging, en het Opperbevel aan Sir William Howe opdroeg. Men had befloten om den veldtocht met zoodanig eene geduchte macht te openen, dat alle wederftand vruchteloos zoude zijn, en het land, zonder bloedvergieten, weder tot gehoorzaamheid gebracht wor! den; en om de krijgsbedryven zoo te regelen dat j men in denzelven een drievoudig oogmerk bereikte. Vooreerst het ontzet van Quebec en de herovering van Canada, het welk tevens infloot eenen daarop volgenden aanval op de noordwestelyke grenzen der naastgelegene Volkplantingen. Ten tweeden eenen fterken aanval op eene der zuidelyke gewesten. Ten derden en voornamelijk, zich meester te maken van Nieuw-York, met eene genoegzame macht, om de Hudfons rivier te bezetten, de ge* meenfchap tusfchen Nieuw-York en 's Konings leger in Canada open te houden, en het omliggende land te overftroomen. In hoe verre zy ten aanzien van het eerste gedeelte van dit ontwerp geflaagd zijn, hebben wy ïeeds in het voorgaande Hoofdftuk verhaald. De N 4 uit*  500' Hoofdfl;, SUIl Handelingen en Befluiten uitvoering van het tweede voorneemen was aan den Generaal Clinton en aan Sir Peter Parker opgedragen, De eerste, na zich met eene kleine macht voor Nieuw-York vertoond, en ook in Virginie een bezoekaanLordDuNMORE den laatsten koninglyken Landvoogd van deze Volkplantinggegeven, maar tevens bevonden te hebben dat hy op geene van beide plaatzen iets zoude kunnen uitrichten, ftevende men verder na de rivier van Kaap Fear in Zuid-Carolina. Aldaar liet den Generaal een Afkondiging doen, welke aan boord van het transportschip de Pallas geteekend was, en waarby aan allen, die de wapens zouden nederleggen , volkomen vergiffenis werd aangeboden , met uitzondering alleen van Corneliüs Hasnett en Robert Howe. Maar de pas geleden nederlaag der Regulators en Hooglanders, verhinderde zelfs hunne vrienden om op deze genadebetooning in het minste acht.te flaan. Midlerwijl had Sir Peter Parker, welke metzijn fmaldeel fchepen regelrecht uit Europa naar deze oorden gezeild was, zich by Kaap Fear met Sir Hen*y Ceikton vereenigd, en zy kwamen te zamen overeen om eene onderneming op Charles town te wagen, als zijnde van alle de plaatzen, in hun berichtfchrift vermeld, het punt, welk zy met het grootfte vooruitzicht op eenen goeden uitfiag konden aantasten. Zy hadden achtentwintighonderd man landtroepen by zich, welke zy dachten datten vollen toereikende zouden zijn, wanneer zy door hunne fcheepsmacht onderfteund wierden. Aan den anderen kant had men, gedurende eenige  van het Parlement tegens de Volkplantingen Sc. zot ge maanden, niets verzuimd, om de Volkplanting van Zuid-Carolina, en inzonderheid de hoofdftad Charlestown in eenen geduchten ftaat van tegenweer te ftellen; en 'er waren ten dien einde eenige vestingwerken aangeleid op Sullivans eiland, het welk door zyne ligging kort aan het kanaal, langs het welke men naar de ftad vaart, eene zeer gefchikte post maakt om de fchepen het naderen daar van te beletten. Op den achtentwintigften van Zomermaand, taste Sir Peter Parker de vesting op dit eiland aan, met twee fchepen van vijftig ftukken, de Bristolen de Experiment, vier fregatten, de Active, de Acteon, de Solebay en de Syrene, elk van achtentwintig ftukken, de Vriendfchap, een gewapend fchip van twintig ftukken, benevens de floepen de Ranger en de Donderbom, beide van acht ftukken: terwijl de vestingwerken bezet waren met zesentwintig ftukken, van zesentwintig, achttien en negen ponders. De aanval begon des morgens tusfchen tien en elf uuren, en duurde meer dan tien uuren lang. De bezetting, uit driehonderd vijfenzeventig man geregelde troepen, en eenige landmilitie beftaande, bood den dapperften wederftand, onder het bevel van den Overften Moultrie, Het volk vuurde met overleg en bedaardheid, de meesten fchoten op eenig bepaald doel, en mistten het maar zelden. Ook waren de fchepen genoegzaam aan flenters gefchoten, en hadden meer dan tweehonderd dooden en gekwetften bekomen. Daarentegen beftond het verlies der bezetting uit nietmeer N 5 dan  2or -Hoofdft. XII. Handelingen en Befluiten dan tien dooden en tweeëntwintig gekwetften; endê vestingwerken, van palmboomenhout vervaardigd , waren ilechts weinig befchadigd, vermits de fchoten, welke dezelve troffen, geene uitwerking deden, maar in het zachte hout fmoorden. De Generaal CuNTQN, was, eenige tijd voor dat het gevecht begon, met een aantal troepen op Long-Island aan land geflapt, en men had verwacht, dat hy den aanval van Sir Peter Parker zoude onderfleund hebben, door den engen doortocht tusfchen de beide eilanden overtefleken, en de vesting aan de onvoltooide achterzyde aantetasten. Maar het uiterfte gevaar, waaraan hy zijn volk onvermydeïijk moest blootflellen, deed hem van deze hachlyke onderneming afzien. Ook flond de Overfte Thomson met zeven- of achthonderd man aan den bostelyken hoek van het Sullivans eiland, om zich tegen dien overtocht te verzetten; doch men deed geene ernftige pooging om te landen, noch van de zyde der vloot, noch van die der troepen onder het bevel van Sir Henry, Clinton; tegen den avond hield het fchieten op, en de fchepen gingen kort daarop onder zeil, zoo dat zy zich voor den morgen omtrent twee mylen van het eiland, verwyderd hadden: terwijl binnen eenige weinige dagen ook de troepen wederom ingefcheept wierden, en de ganfche macht naar Nieuw-York afzakte. De Generaal Lee, die door het Congres was afgezonden, om het bevel in Carolina op zich te nemen, ontving van hetzelve eene plechtige dankbetuiging, gelijk ook de Overften Moultrie en Thomson, voo!'  ■>-an het Parlement tegens de Volkplantingen Sc. 203 voor derzelver braaf gedrag op dezengedenkwaardigcn dag gehouden: en de vesting werd zints dien tijd, ter eere van zynen dapperen verdeediger, het Fort Moultrie geheten. Gedurende het gevecht, ftonden de ingezetenen met de wapens in handen, en eik op zynen post,gereed om den vyand te ontvangen, waar hy ook voet aan land mocht zetten. Want zy waren met zeer hooge denkbeelden van der Britten macht en dapperheid ingenomen, en daarom beducht, dat dezelve de vesting tot zwygen zouden brengen of voorbyraken, en zy dus onmiddelijk tenftrydezouden geroepen worden. Ondertusfchen hadden zy hunne ftandplaats by de verfchillende landingplaat* zen in den omtrek vanCharlestown, en het was hun bepaald befluit, om hunne vyanden op den oever van het water te keer te gaan, hun elke duimbreed gronds te betwisten, en voorts de uitkomst van het Goddelijk Albeftier te verwachten. Door het verflaan van deze krijgsmacht, verwierven de zuidelyke Staten een uitftel van derdehalf jaar, eer zy de rampen van den oorlog ondervonden, en de nederlaag der Britten by Charlestown fclreen eenigermate optewegen tegen den nadeeligen indruk, welken hunne achtereenvolgende Voordeden ten noorden gemaakt hadden. Immers, gedurende de ganfche zomer, en tot aan het einde des jaars, had het Congres weinig anders, dan de overwinning op Sullivans eiland, om zich te vertroosten, onder alle de ontruimingen, aftochtenen nederlagen, waaraan zich de legers, gelijkwyftraks zul-  »4 Hoofdft. XII. Handelingen en Bejluiten zullen verhalen, in alle de overige gedeelten van de Vereenigde Volkplantingen, moesten onderwer. pen. Terwijl ook de uitflag van deze onderneming zeer veel toebracht ter inftandhouding van die zaak tot welker vernietiging dezelveanders beftemdwasvermis, niettegenftaande de Route verzekeringen van zommigen en de wanhopige vreze van anderen, de ondervinding geleerd had, dat Amerika in ftaat was om aan eene Britfche vloot en legers met vrucht wederftand te bieden; en die genen, welke uit baatzuchtige oogmerken de koninglyke regeering bcgunftigden, en de worftelingen van een nieuw volk om zyne dierbaarfte rechten wederftreefden, zich fchaamden en in het duistere wegfcholen. Ondertusfchen veroorzaakten de omftandigheden waarin dit gevecht voorviel, veel meer dan deszelfs wezenlyke voordeden, dat deze overwinning de hoop en den moed der Amerikanen toteenemeer dan gegronde hoogte opwakkerde. Daar deze de eerste aanval was, welke door de Britfche zeemacht gefchiedde, boezemde deszelfs ongelukkige uitflag hun een vertrouwen in, het welke eene meer grondige kennis in de kansrekening van den oorlog zoude hebben kunnen matigen: en de omftandigheid van het voorvallen dezer gebeurtenis in het begin van den oorlog, en in een der zwakfte gewesten had de gelukkige uitwerking, om de donkere wolken te doen verdry ven, welke de gemoederen van vele Volkplantelingen drukten, op de tyding der aanzienlyke vloten en talryke legers, welke tegen hun ftonden optetrekken. Beter  van liet Parlement tegens de Volkplantingen Sc 20 ƒ Beter Haagden de Britten in hunne onderneming cegen Nieuw-York. Het opperbevel over dekrijgsmacht, welke men daartoe in dezen veldtocht befiemd had, was aan den Admiraal Lord Howe en aan zynen broe'der Sir William opgedragen; dit waren twee Officieren, op welken de Britfche natie hethoogfle vertrouwen Helde., zoo wel wegens hunne perfooneele karakters ais uit hoofde van de bekende dapperheid van hun geflacht. Een machtig leger, uit omtrent dertigduizend man beftaande, was voor dezen dienst gefchikt: eene krijgsmacht, veel grooter dan de Amerikanen te voren gezien had. Deze troepen waren ruim voorzien van gefchut, ammunitie en allerhande krijgsbehoeften, en werden door eene talryke vloot onderfleund: en de Admiraal en Generaal waren by het opperbevelhebberfchap in krijgszaken, tevens bekleed met den last om was het doenlijk vrede in de Volkplantingen te heiftellen. Na dat de Generaal Howe zynen broeder en de verwachtte verfterking uit Engeland, twee maanden lang te vergeefsch, te Hallifax vertoefd had-, en langer dralens .moede geworden was, zeilde hy op den tienden van Zomermaand, met de macht, welke hy reeds te voren .te Boston onder zijn bevel had, uit die haven, en zynen koers naar NieuwYork richtende, kwamhyinbetlaatflevan diemaand op de hoogte van .Sandy-Hoofc. Midlerwijl kwam de Admiraal Lord Howe, met een gedeelte derverflerking uit Engeland, Hechts twee dagen na het vertrek van zynen broeder, te Halifax aan; wicn hy ook terftond, zonder het anke* te laten vallen, volg-  4üö Hoofdft. XII. Handelingen en Bejluitert volgde, en kort daar na by hetStaten-Eiland, ontmoette. By zyne aankomst, vond de Britfche Generaal het eiland van Nieuw-York, als mede de meest blootliggende gedeelten van Long-Eiland ver fterkt, en van gefchut tot goeden tegenweer wel voorzien. Maar by het Staten-Eiland, waaromtrent men minder oplettendheid gebruikt had, kwamen omtrent vijftig Britfche transportfchepen ten anker; en deszelfs ingezetenen, het zy uit vreze, uit ftaatkunde, of wel uit genegenheid, betoonden eene groote blijdfchap over de aankomst van 's Konings krijgsvolk» Tryon, de vorige Landvoogd Van dit gewest en Vele Koningsgezinden, welke met hem op een gewapend fchip geweken waren, voegden zich terftond by den Generaal Howe; tot wien insgelijks zestig ingezetenen uit Nieuw-Jerfey overliepen; terwijl tweehonderd ingezetenen van het Staten-Eiland, als koninglyke landmilitie, gewapend wierden» Ingevolge van deze verfchijnzelen, vleidde men zich fterk met de hoop, dat zoo dra het leger in ftaat zoude zijn om in het land door te dringen, de ingezetenen in zulk eene menigte zich onder 's Konings ftandaard zouden Voegen, dat zyde oogmerken van hunnen veldtocht daardoor des te gemaklyker zouden bereiken. Het Congres daarentegen, fchoon ten vollen bewust van het getal en de toerusting der krijgsmacht welke metterhaast tegen de Volkplantingen zoude -gebruikt worden, bekrachtigde evenwel de vermaarde verklaring van derzelver onafhanklijkheid, op den vierden dag na dat de Britfche transport- fche'»  van. het Parlement tegens de Volkplantingen Sc 2c- fchepen zich by Sandy-Hook vertoond hadden. Deze werd openlijk aan het Amerikaanfche legervoor* gelezen, en met ongeveinsde vreugdebetuigingen daar van ontvangen. En hoewel het zeer wel bekend was, dat Groot-Brittanje eene krijgsmacht van vijfenvijftigduizend man, ter beoorloging van de nieuwopgerichte Staten, in dienst gefteld had, en dat het leger der Vereenigde Staten op verre na niet de helft van dat getal bedroeg, en Hechts voor eenige weinige maanden verbonden was, alsmede dat het Congres geenerhande verzekering van buitenlandfche hulp had; gaven nogthans de Amerikanen, beide officieren en gemeenen, alle mooglyke blyken van hunne hartelyke goedkeuring omtrent het befluit, waardoor de Volkplantingen van GrootBrittanje werden afgefcheurd, en aan de beflisfing van den degen overgelaten, of dezelve vrye Staten of overheerde Wingewesten zijn zouden, „ Nuwe„ ten wy, riepen zy, op welken grond wy liaan. Nu zijn wy eene Natie, en men zal de fmadelyke benaming van muitelingen niet langer op ons „ toepasfen. Wanneer het fortuin van den oorlog 3, ons in de handen der vyanden mocht doen val3, len, kunnen wy nu verwachten, dat zy ons aja krijgsgevangenen zullen behandelen, en niet al" „ oproerigen Itraffen. De prijs, om welken wy „ nu ftryden, is zoo groot, dat wy 'er vryelijkons „ leven aan wagen mogen." Het was den Generaal Washington reeds vroegtydig in den zin gekomen, dat het bezit van NieuwYork door de Britten veellicht als eene wenfehdy-  c08 Hoofdit. XII. Handelingen en Befluiten ke zaak konde befchouwd worden. Hare ligging In het middenpunt der Volkplantingen en tevens aan den oceaan ftelde derzelver bezitters in ftaat om den oorlog met weinige moeite naar elk gedeelte van de zeekust overtebrengen: en het bezit van deze ftad was van des te meer gewicht, vermits dezelve zoo gemakkelijk was intehouden; daarzy, vanallekanten door het water omringd, met een klein getal Britfche fchepen konde verdeedigd worden, tegen eenen vyand, wiens ganfche zeemacht ilechts uit eenige weinige fregatten beftond. De Hudfons rivier , welke voor fchepen van de grootfte zoort tot eene aanmerkelyke hoogte bevaarbaar is, gaf hun bovendien gelegenheid om de oostelyke Staten van de zuidlyker aftefcheiden, en de gemeenfchap tusfchen dezelven genoegzaam geheel te ftremmen. üit debefchouwingvan alle deze voordeden, vermoedden de Amerikanen te recht, dat de Brittenfterke poogingen zouden doen omNieuw-Yorkinhunne macht te krygen. Waarom dan ook de Generaal Lee reeds van Cambridge gezonden was, om Long-Eiland en Nieuw-York in ftaat van tegenweer te ftellen, toen de Britfche macht de hoofdftad van Masfachufetts nog in bezit hield. Maar toen men meerder zekerheid verkreeg, dat de Britten Boston ftonden te ontruimen, en het waarfchynelijk was dat zy onmidddijk op Nieuw-York zouden losgaan; werd het ook noodzakelyker om eene krijgsmacht terverdeediging van deze ftad byeen te brengen. Derhalven werd in eenen krijgsraad, op den dertienden van Lentemaand befloten, om vijf Regimenten, benevens  van het Parlement tegens dè Volkpïanlïrigen&c. io$ nevens een battaillon fcherpfchutters, zonder uiti ftel naar Nieuw-York te doen optrekken, en aan dè Staten van Nieuw-York en van Nieuw-Jerfey te ver* zoeken, dat de eersten tweeduizend en de laatsten duizend man tot deszelfs onmiddëlykeverdeediging mochten leveren. De Generaal Washington volgde kort daarop in eigen perfoon , en vestigde reeds in het begin van Grasmaand, zijn hoofdkwartier in die ftad. Toen had öok eene nieuwe verdeeling van het Amerikaanfche leger plaats : daar 'er een geI deelte in Masfachufetts gelaten wierd, kregen tusj fchen de twee en drieduizend man bevel om naar Canada te trekken, en het grootfte gedeelte moest by i Nieuw-York zamen trekken. De ondervinding, had den Amerikanen reeds geileerd, hoe bezwaarlijk het valt een leger aantetas| ten, wanneer hetzelve tijd gehad heeft om zich te i verfchanzen; en zy waren dus yverig in de weer om j voortekomen dat de Britten niet wederom te Nieuwi York de zelfde voordeden verkregen, Welke zy te Boston genoten hadden, alwaar men hen onverhin! derd had laten landen en zich verfterken. De fchielyke en onverwachte aanvang der vyandelijkheden in Masfachufetts, zoo wel als de voorafgaande on! verhinderde landing van 's Konings leger, haddén Igeen tijd gelaten om Over de wyze van oorlogen te i raadplegen. Thands leerden de veranderde omftandigheden van zelfs de voegzaamheid om zich vooraf te bepalen, op welken trant men de verdeediging der nieuwsgevormde Staten zoude aanleggen: en het was by deze gelegenheid, dat de Generaal WasIL Deel. O hinc-  ai© Hoofdft. XII. Handelingen en Bejtuiten hington, na eene rype overweging, zich tot dett: postemoorlog, gelijk men het noemt, bepaalde\ aangezien de wyze waarop dezelve gevoerd Wordti en de daarin voorkomende krijgsbedryven best gefchikt Waren om den Amerikanen vertrouwen in te: boezemen, entevens den vyand optehoUden en ten ontrusten. De foldaten in het Amerikaanfche leger; waren meestal nieuwelingen, die nog niet geleerd: hadden om zich zonder bedekking, aan de bloedige werktuigen des oorlogs bloot te Hellen. Hen te geWennen aan het geluid der vuurwapenen, terwijl zy voor derzelver uitwerkzelen beveiligd waren, Was dus de eerste ftap om hun eenigen werktuiglyken moed in te boezemen; terwijl de Britten, zich het gevecht op Bunkershill herinnerende, zelfs de mins* te verfchanzingen, niet Weinig ontzagen, wanneer die door vrye lieden verdeedigd wierden. Met èulke inzichten Werden 'er in en ornftreèks Nieuw*' York, op Long-Eiland en op de hoogten van Haer*' lem verfchillende werken aangeleid, te Weten bat. teryen en verfchanzingen, van aarde opgeworpen, en met eene borstweering en gracht voorzien. De eersten Waren zomwylen ook met fchuinzeftormpa-, len en de laatsten metgewoonepalisfadenverfterkt\ doch in geenerlei geval ingericht om eene belegering te kunnen verduren. Evenwel, hoe flecht die ook zijn mochten, was echter de veldtocht genoegzaam ten einde geloopen, voor en aleer zyj in zoo verre overmeesterd waren, dat het leger des Konings in het land konde doordringen. Ondertusfchcn had de oorlog eenen veel ernrtigerjs; keenH  van 'het Parlement tegens ie Volkplantingen^'c\ art keer genomen, dan het zich in hetafgelöópefie jaar had iaten aanzien; indiervoegen dat by het openen Van den veldtocht, het Congres geene genoegzame macht bevond te hebben, om zich te kunnen verdeedigen. Weshalven 'er in Zomermaahd, eeh befluit genomen wierd, om te zien of men het algetneene leger konde verfterken, door eene nieuwe 'zoort van troepen in het veld te brengen, welke op eenen beftendiger voet dan de Landmilitie zijn zouden, en nogthans gemakkelyker dan de geregelde troepen kosten aangeworven worden* Met dit oogmerk Werd 'er een vliegend leger gevormd, het Welk een middenftand tusfchen de geregelde folda'ten en de gewoone Landrtiilitie zoude uitmaken, en Waartoe uit de Statén van Penfijlvanie, Maryland fcnDelaware, tienduizend man gevraagd wierden, tJie tot Wintermaand eerstkomende by aanhoudend* heid in dienst moesten blyven. Op dien zelfden 'tijd eischte bet Congres dertienduizend achthonderd man Landmilitie Uit de Staten van Masfachu^ fetts, Connecticut, Nieuw-York en Nieuw-Jerfey, 'De manfchap voor het vliegende leger werden In 'het algemeen bezorgd 5 maar aan de Landmilitie ontbrak een groot gedeelte, en velen Van de genen •die aan den eisch Van hun vaderland in zoo verrö gehoorzaamden dat zy mede uittrokken, betoonden grooten wederzin om-zich aan de noodwendige krijgs« tucht van een leger te onderwerpen; Voorts was het oneindig moeijelyker örrï de troëpen in hunne nieuwe ftandplaats van wapeheir té Voorzien, dan men te voren ondervonden had, toen O 55 de*  2ia Hoofdft. XII. Handelingen en Befluiten dezelve voor Boston ftonden. Volgens de opgaven van de bezetting van het Fort Montgomery, in de Hooglanden, waren 'er in Grasmaand, tweehonderd en acht foldaten , en niet meer dan eenenveertig bruikbare geweeren. De bezetting van het Fort Conftitution beftond uit honderd zesendertig man, en had flechts achtenzestig geweeren, welke van dienst konden zijn. Insgelijks was 'er eene groote fchaarsheid aan vuurfteenen, en het zoude hun even zeer aan lood ontbroken hebben, indien men het niet van de woonhuizen had afgenomen, om zich van kogels voor het kleine geweer te voorzien; Maar niets bracht den Generaal Washington meer in verlegenheid, dan de onzekerheid aangaande de plaats tegen welke de Britten het eerst hunne krijgsbedryven zouden richten. Niet alleen iedere Volkplanting, maar elke zeehaven, verbeelde zich dat zy het eerste doel der Britten was, en fmeekte den Opperbevelhebber op het vurigfte omzyne aandacht inzonderheid derwaards te wenden. Het volk van Masfachufetts Was ten fterkften ingenomen met het denkbeeld, dat de ontruiming van Boston enkel voor de leus gefchied was, en dat het Britfche leger weldra zoude terugkeeren: om welke reden zy ten fterkften aanhielden, dat de geregelde krijgsbenden toch niet uit hunnen Staat mochten getrokken worden. De ingezetenen van Rhode-Eiland beweerden in een wijdloopig verzoekfchrift, dat zy, door hunne ligging aan de zee, aan meer dan gemeen gevaar waren blootgefteld, en dat zy doori jjjuai  van'hit Parlement tegens 'de Volkplantingen Sc. 213 hunne groote werkzaamheid in het uitrusten van gewapende fchepen, zich bovendien van een groot getal hunner burgeren beroofd hadden; weshalven zy verzochten om een gedeelte der gemeene krijgsmacht by aanhoudendheid ter hunner byzondere verdeedigingte mogen hebben. In één woord, men riep van zoo vele kanten om troepen, en de verzoeken o» wapenen waren zoo talrijk, dat eene bepaalde en ftandvastige handelwyze noodzakelijk wierd om voortekomen dat de zwakke macht der Amerikanen en de gebrekkige voorraad van wapenen niet in zoo vele deelen en onderdeden gefplitst wierden, dat men 'er geene enkele plaats behoorlijk mede verdeedigen konde. In dit byzonder hachlijk tijdsgewricht, gedroeg het volk van Nieuw-York zich by uitftek moedig. Offchoon men wist dat deze Staat den eerstenfchok van het Britfche leger zoude moeten ontvangen, nam echter de Algemeene Vergadering het befluit: „ Dat een ieder, die in den Staat van Nieuw-York „ woonachtig was, en onder de befcherming van „ deszelfs wétten wilde leven, aan denzelven hulde „ en trouw fchuldig was, en dat ieder die huideen „ trouw fchuldig zijnde , den oorlog tegen den „ Staat voerde, of den Koning van Groot-Brittanje „ aankleefde, als fchuldig aan hoogverraad met den ,, dood zoude geftraft worden." Tevens werd befloten , dat het vierde gedeelte van de Landmilitie der Graaffchappen van Westchester, Dutches en Orange op ftaande voet zouden opgeroepen worden ter verdeediging van de. vxyheden, bezittingen, O 3 yrou-  £14 Hoofdft. XIL Handelingen en- Befluiten vrouwen en kinderen van de goede ingezetenen des lands, en in dienst blyven tot den laatsten dag van Wintermaand 3 en dat „ vermits de ingezetenen vana, bet Konings-Graaffchap befloten hadden, om den 9, vyand geenen wederftand te bieden, eene Coma, misöe zoude benoemd worden om onderzoek te? doen naar de echtheid van deze berichten, en 3, voorts om de kwalijkgezinden te ontwapenen en 3, in verzekering te ftellen, den voorraad van gras, nen van daar te vervoeren ofte vernielen, enin3, dien het noodzakelijk zijn mpchte, het ganfche „ land te verwoesten." De beide Gevolmachtigden des Konings de Ad^r rniraal en de Generaal Howe, oordeelden het intusfchen voegzaam, om, voor dat zy eenen aanvang met hunne krijgsverrichtingen maakten, eer&t nog te beproeven, wat zy in hunne bnrgerlykehoedanigheid zouden kunnen uitvoeren, om de Volkplantingen wederom met Groot-Brittanje te vereenigen. Gevolglijk was eene van de eerste verrichtingen van Lord Howe, het aan de wal zenden van eenen rondgaanden brief aan alle des Konings LandVoogden in Amerika, om hunberichttegevenvaBde jongfte Akte des Parlements teneinde de rustin de Volk* •plantingen te herflellen, en vergiffenis te verkenen aan dezulken, welke genade zouden verdienen, met verzoek om eene daarby gevoegde verklaring overal te doen afkondigen en bekend te maken. In deze gaf hy aan de Volkplantelingen kennis van de macht, waarmede zijn broeder en hy bekleed waren „ om 3, algemeene of byzondere vergifenis te fchenken v ¥3  van het Parkmem tegsns ds Volkplantingen 215 ,, aan alk de genen, die, fchoon zy hunne trouw en gehoorzaamheid verzaakt hadden, thans be,., reidwillig waren om tot hunnen plicht weder te „ keeren;" gelijk ook om te verklaaren: „ dat ee3, nige Volkplanting, Gewest, GraaffchapofS.tad,, Haven, Gerichtsban of Plaats onder 's Konings 3, befcherming ftond." Maar het Congres, volkomen overtuigd zijnde, dat de voorftellen der Gevolmachtigden, in plaats van het Volk onderling te verdeelen, eene geheel ftrydige uitwerking doen zouden, gaf aanftonds last om deze ftukken ten fpoedigften in alle de Amerikaanfche Nieuwstydingen te plaatzen. Was 'er, in dit uiterfte oogenblik, het herftel der bezwaren aangeboden, naar alle waarfchijnlijkheid en niettegenftaande de eer der Staten vorderde om de onlangs uitgegeven verklaring hunner Onafhanklijkheid geftand te doen, zou* den echter de liefde voor den vrede en de neiging van eene talryke menigte tot het Moederland, eenen machtigen aanhang gemaakt hebben, om heft befluit van affcheuring te vernietigen, en zich wederom met Groot-Brittanje te vereenigen. Maae toen het bleek, dat de macht van 's Konings Ge, volmachtigden zich niet veel verder uitftrekte dan om vergifnis te verkenen, beriep het Congres zich ten aanzien van de noodzakelijkheid om het befluit van Onafhanklijkheid te blyven aankleven, enkel op het natuurlijk oordeel des Volks. In het befluit om den rondgaanden brief en de verklaring van 5s Konings Gevolmachtigden te doen drukken, werd als eene reden daarvan opgegeven; „ op dat het O: \ x> goe^  216 Hoofdft, XII. Handelingen en Befluiten „ goede volk der Vereenigde Staten zoude onder. 3, richt worden, van welke natuur de Gevolmach,, tigden zijn en hoedanige de voorwaarden, met „ welker verwachting het listige hof van Groot„ Brittanje hen had trachten optehouden en teont- wapenen: als mede op dat die weinigen, welke rg^nog eenige hoop bleven voeden op de rechtvaar3, digheid of gematigdheid van hunnen gewezen i, Koning, nu eindelijk mochten overtuigd wor3, den, dat de macht en de dapperheid des lands „ de eenige middelen zijn om deszelfs vryheden te 3, behouden." Omflreeks dezen tijd zond Lord Howe insgelijks een boot, onder eene vrede-vlag, aan den wal, met een brief, onder het opfchrift: aan George Washington Esq., welken deze weigerde aantenemen, vermits het'opfchrift geene melding maakte van den tytel, welke hem ingevolge zynen rang toekwam; terwijl hy zich in zynen brief aan het Congres over dit onderwerp gefchreven, dus uitdrukte: „ Ik zoude in geen geval iets wezenlijks S} aan zulke kleinigheden willen opofferen, maar 3, in dit oogenblik meende ik aan mijn vaderland 3, en aan de my opgedragen post verfchuldigd te ,, zijn, om op die eerbetooning te moeten aandrin3, gen, welke ik, ten zy om redenen van Staat, ,, gaarne zoude hebben afgewezen." Ook keurde het Congres dit gedrag by een openbaar befluit, niet alleen volkomen goed, maar bepaalde tevens, dat de Opperbevelhebber of eenig ander gezagvoerend Officier van het Amerikaanfche leger, in gee~  van het Parlement tegens de Volkplantingen Sc 21? Oerhande geval, brieven of boodfchappen zouden mogen aannemen, dan welker opfchrift het karakj ter welk zy allen bekleedden, naar behoren vermeldde. Korte tijd daar na, werd de Adjudant-Generaal Patterson, door den Generaal Howe, naar NieuwYork afgevaardigd, met eenen brief, welks opfchrift . luidde s aan George Washington Sc Sc Sc l By Washington gebracht zijnde, betuigde de Adjudant-Generaal zyne hoogachting voor den perfoon en het karakter van den Amerikaanfchen Generaal, en verklaarde, dat men geenszins bedoelde pm het ontzag en aanzien aan zynen rang verfchuldigd, eenigermate te krenken, en dus hoopte dat de et ceteras alle de zwarigheden ten aanzien der briefwisfeling zouden uit den weg ruimen. Maar Washington gaf hem ten antwoord, dat een brief aan iemand in eenig openbaar karakter toegezonden, ten minsten eenige kenmerken daarvan behoorde te dragen, vermits dezelve anderszins ilechts j een byzondere brief konde fchynen : dat het wel waar was dat onder de et ceteras alle tytels konden verftaan worden", maar dat dezelve ook wel iets anders konden beteekenen; en dat hy derhalven weigerde om eenen brief te ontvangen, welke tot zynen openbaren post betrekking had, en echter aan hem, als een byzonder perfoon, werd toegezonden. Hierop volgde wyders een langdurig gefprek, in' het welke de Generaal-Adjudant aanmerkte, dat de Gevolmachtigden met eene zeer ruime macht voorden waren, en zich gelukkig zouden rekenen, wanO 5 • neer  2t8 Hoofdft. Xlï. Handelingen en Befluiten neer zy een vergelijk konden uitwerken ? doch hy kreeg daarop ten antwoord, dat het feheen dat derzelver macht zich ilechts uitflrekte om vergiffenis te kunnen verkenen; maar dat zy die nietsmisdaan hadden, ook geene vergiffenis behoefden, Kort na dit mondgefprek ontving men eenen brief van Howe, omtrent de krijgsgevangenen, welke op eene behoorlyke wyze aan Washington gericht was. Terwijl de Britten zich met hunne Manifesten en Verklaringen, veel werks gaven, om de genen die zich liever met Groot-Brittanje wilden verzoenen, van de voorftanders der onafhanklijkheid aftefcheiden; poogde ook het Congres, door eene gelyke ftaatkunde, de vreemdelingen, die met desKoninga troepen overgekomen waren, van den dienst zyner Brittannifche Majefteit aftetroonen. Eer nog de vyandelijkheden begonnen waren, werd hetvolgende befluit genomen, en onder hun op welke men hetzelve meende te laten werken, overvloedig verT fpreid. ,, Befloten, dat de Vereenigde Staten alle „ zoodanige vreemdelingen, welke de legers van „ zijn Groot-Brittannifche Majefteit in Amerika ,, zullen verlaten en medeleden van een dezer Sta,, ten verkiezen te wezen, zullen worden aangeno„ men; dat dezelve zich verzekerd kunnen houden van de vrye oeffening van elks byzonderen godsdienst; dat zy in het bezit zullen gefield worden van alk de rechten, voorrechten envryheden 3, der inboorlingen, zoo als die ingevolge de wet,, ten van deze Staten ftandgrypen; en dat het ^on5, gres, boyendien aap ieder man sal bezorgen vijf- 3» tig  va», het Parlement tegens de Volkplantingen Sc. 11$, j tig acres ontoegemaakt land, om door hem en3, zyne erfgenamen in vollen eigendom bezeten te 3j worden." De menigte, welke gereed ftand om de Britter» afteweeren, wanneer deze eene landing zouden willen ondernemen 3 maakte hen voor eenen geruimea tijd huiverig om met hunne voorgenomene krijgsverrichtingen te land een begin te maken; doch de overmacht hunner vloot ftelde hen in ftaat om zich te water te begeven, werwaards zy wilden. Op den twaalfden van Hooimaand, zeilde ee» Britscb oorlogsfchip van veertig ftukken, benevens eenige kleinere vaartuigen denoordelykeRivier op, zonder eenige fchade van aanbelang te lyden, offchoon 'er van de batteryen van Nieuw-York, PauÏus-Hoek, Red-Bank en Governors-Eiland fterk ge« fchoten was. Kort daarna deed men eene pooging om de Britfche fchepen in de noordelyke Rivier, door middel van twee branders, te vernielen; doch het verbranden van eene kaag was alles wat men met deze onderneming uitrichte. Men beproefde ook om dezelve met roeygaleyen aan te tasten, doek wederom met weinig vruchts. Na eenigen tijd kwamen de oorlogfchepen de Phcenix en de Roos de rivier af, en voegden zich by de vloot; en alle de poogingen der Amerikanen van hunne batteryen op het land, zoo wel als bet gene zy te water beftonden, waren vruchteloos. De Britfche fchepen kwamen 'er met geringer verlies door, dan men in het algemeen verwacht had, fchoon evenwel de febade, welke zy geleden hadden, belangrijk genoeg was. om  Sio Hoofdfl. XII. Handelingen en Befluiten om hun van het dikwijls hervatten dezer proef af te fchrikken. Twee of driemaal voeren zy de noor delyke, en in een of twee gevallen de oostelyke Rivier op; maar de fchepen, welke de eerste opzeilden, keerden fpoedig terug, en openden door hunnen aftocht de vrye gemeenfchap met het bovenfte gedeelte van den Staat. Het Amerikaanfche leger binnen en in den omtrek van Nieuw-York, was zeventienduizend tweehonderd vijfentwintig man flerk, meestal nieuwlings aangeworven troepen, die op eene menigte kleine posten verdeeld waren, welke niet aan elkander verbonden, maar waar van zommigen wel vijftien mylen van de anderen aflagen. Daarentegen werd de Britfche macht voor Nieuw-York, door herhaalde en achtereenvolgende aankomende verfterkingen uit Halifax, Zuid-Carolina, Florida, de West-Indiën en Europa, fteeds grooter; maar desniettegenftaande kwamen 'er zoo vele onvoorziene belemmeringen in den weg, dat de Oogstmaand reeds byna verftreken was, voor dat zy zich in ftaat bevonden om den veldtocht te openen. Wanneer ten laatften alles in gereedheid was, be. floten de Britfche Bevelhebbers om hunne eerste onderneming tegen Long-Eiland te richten, het welke zy boven Nieuw-York verkozen, om dat zy de noodwendigheden welke hunne krijgsmacht behoefde, aldaar in overvloed konden vinden. De Britten traden, zonder tegenftand, tusfchen de twee kleine plaatzen, Utrecht en Gravefend, aan de wak De werken der Amerikanen befcherm- den  van het Parlement tegens de Volkplantingen Sc. aai den een klein halfeiland, hebbende de baay van Wallabout ter linker zyde, en de oostelyke Rivier achter zich, en ter rechterhand zich uitftrekkende tot aan Redhook. Binnen deae werken lag de Generaal Sullivan met eene fterke macht te Brooklyne gelegerd. Van den oostkant der landengte loopt eene reeks van hoogten met dicht hout begroeit ter langte van tusfchen de vijf of zes mylen, welke dicht by Jamaica eindigt. Over deze hoogten waren drie doorgangen, een dicht by de landengte, een tweede langs den weg van Flatbush, en de derde langs den weg van Bedford, welke alle zeer wel te verdeedigen zijn: en deze waren de eenigite wegen, langs welke men van de zuidzyde der hoogten tot by de verfchanzing der Amerikanen konde komen, uitgezonderd nog een andere weg, welke langs het oostelyke eind der hoogten by Jamaica omliep. Op eiken der drie eerste wegen hadden de Amerikanen achthonderd man Haan; terwijl de Overfte Miles met zijn battailjon Scherpfchutters geposteerd was om den weg Van het zuiden der heuvels naar Jamaica te bewaren, en de bewegingen der Britten gadeteflaan. In den avond van den zesentwintigften van Oogstmaand, vatte de Generaal de Heister, met zyne Hesfen, post te Flatbush, Des nachts daaraan trok het grootfte gedeelte van het Britfche leger, onder bevel van den Generaal Clinton op, om den weg, welke langs het oosteinde der heuvels naar Jamaica leidt, te bereiken, en den linkervleugel van het Amerikaanfche leger van achteren optekomen, Om- Itreekt  Hoofdft. XII. Èandelingen en Befluiten ftreeks twee uuren voor het aanbreken Van den dag, kwam hy op den afftand van eene halve mijl tot aan dien weg; en een zyner voórafgezondene benden ontmoette eene ronde van Amerikaanfche Officieïen, en nam dezelven alle gevangen, het welk dea Amerikanen belette om tydige kennis Van den aantocht te bekomen. Met het eerste aanbreken vaa den dageraad rukte de Generaal Clïntön voort en bezette de hoogten, over welke de weg heenleiden 3>e Generaal Grant trok met den rechtervleugel langs de zeekust, over den westelyken weg naby de landengte; doch deze optocht was alleen beftemd tot eenen valfchen aanval. Evenwel nam de wacht, welke ter bewaring van dezen Weg gefchikt was, de vlucht, zonder den minsten wederftand te bieden. Een klein gedeelte Van dezelve Werd vervolgens nog tot ftaan gebracht, en Lord Stirlinc rukte met Vijftienhonderd man vooruit, en floeg zich neder op eene der hoogten, omtrent twee mylen van de Amerikaanfche legerplaats, èn Vlak tegen over den Generaal Grant. -Des anderen daags zeer vroeg in den morgen gefchiedde de aanval door de Hesfen, onder den Generaal be Heister uit Elatbush, en door den Generaal Grant langs de kust, en -het gevecht Werd aan beide zyden, gedurende een geruime tijd, zeer wel volgehouden. Maar de Amerikanen, welke aan den Generaal Heister wederftand boden, kregen 9iet eerfte bericht van de aannadering van den Gene•raai Clinton , die hunnen linker vleugel was om•gèt-rokken, en t^goanen *eröoad*aar-de ■legerpkaM af-  van het Parlement tegens de Volkplantingen Sc. 223 aftedeinZen. Zy werden hierin verhinderd door den rechter vleugel der Britten onder den Generaal Clinton, die hunnen linker vleugel van achteren opkwam, en hem in het terugkeéreö naar hunne linien, met zijn lichte Voetvolk en Dragonders aantaste en terugdreef, tot dat zy wederom tegen de Hesfen ftootten. Op deze wyze werden zy beurtelings gejaagd en opgevangen, tusfchen den Generaal ce Heister en den Generaal CLinton, hoewel eenige van hunne Regimenten zich desniettegenftaande eenen Weg naar de legerplaats wistten te banen. De Amerikanen onder Lord Stirling, die uit twee Battaiijons van den Overften Miles en mie de Regimenten van de Overften Ati.ee, Smalwoob en Hatche beftonden, en met den Generaal Grant handgemeen waren, ftreden met grootén moed en ftandvastigheid, gedurende byna zes uuren, en bleven geheel onkundig van de bewegingen van dea Generaal Clinton , tot dat een gedeelte der troepen onder zijn bevel de ganfche ftreek kinds, welke zy in den rug hadden, was overgetrokken. Dus werd ook aan dezen den hertocht afgefneden, maar echter braken *er verfcheiden door en ontkwamen in het hout. Velen wierpen zich in het moeras, alwaar zommigen verdronken, en anderen m het flijk omkwamen; doch een aanmerkelijk getal kwam, langs dezen weg, behouden binnen de ver» fchanzing. Des Konings troepen gedroegen zich, gedurende de ganfche dag ongemeen dapper. De verfcheidenheid van den grond veroorzaakte eene aanhoudende af.  Hoofdft. XII. Handelingen en Bejlüitèn ifwisfeling van fchermutzelingen, vervolging en flachting, welke vele uuren aanhield. Maar by alle gelegenheden zegepraalde de krijgstucht en geoeffendheid der Britten over de natuurlyke dapperheid van nieuwe benden, die nimmer in een gevecht geweest waren , en welker Officieren de listen en kunstgrepen van den Oorlog niet geleerd hadden; Het verlies der Britten en Hesfen beliep ongeveer vierhonderd en vijftig man; Maar de dobden, gekwetften en gevangenen der Amerikanen, met uitfluiting der genen, die verdronken of in de bosfchen en hetilijk omgekomen waren, gingen het getal van duizend merkelijk te boven. Onder derzelver gevangenen waren twee Generaalsperfoonen ,• SullivaN en Lórd Stirling, drie Overften, vier Overfte-Luitenants, drie Majoors, achttien Kapiteinen, drieënveertig Luitenants en elf Vaandrigs; Het Regiment van Smallwood, welks Officieren alle jonge lieden van de aanzienlijkfte geflaehten uit Maryland waren, had alleen tweehonderd negenenvijftig man verloren. Terwijl de Britten , door deze overwinning, zoo driftig geworden waren, datzy de Amerikaanfche linien terftond wilden aantasten, en niet dan met moeite van dit opzet wierden teruggehouden Ondertusfchen had de Generaal Washington, gedurende het gevecht en na hetzelve, het grootfte gedeelte zyner krijgsmacht naar Long-Eiland overgevoerd: en na aldaar zyne meeste macht zamengetrokken te hebben, hoopte en wenschte hy niets meer dan dat Sir William Howe eenen ftorm op de  van het Parlement tegens de Volkplantingen &'c. 225 de werken van Long-Eiland mochte ondernemen: vermits deze, fchoon niet genoegzaam om een geregeld beleg te verduren, echter fterk genoeg waren om eenen ongedekten aanval doortêftaan. Maar de herinnering van het gevecht op Bunkershill, en 1 het verlangen om zijn volk te fparen, wederhielden : den Britfchen Generaal om de liniën te beftormen. 1 Integendeel gaf hy zijn voornemen om dezelven te belegeren duidelijk te kennen, en begon zelfs aan > de loopgraven te werken op den afftand van drie* honderd Engelfche roeden (*), aan de linkerzyde 1 van Putmims redoute. Hoe zeer intusfehen de Generaal Washington naar eenen ftorm verlangde, was hy echter volkomen zeker, dat zyne werken het onmooglijk konden uithouden, wanneer de batteryen der Britten ten vollen gereed zijn zouden, en beriep dus op den dertigften van Oogstmaand, i eenen krijgsraad, om te raadplegen wat hun in deze omftandigheden best té doen ftond. Men kwam toen overeen, dat de voordeden in-geenen deele ; konden opwegen tegen de gevaren , waaraan zy .zich by een langduriger verblijf op het eiland, zou-, ;den blootftellen ; en ingevolge van dit befluit werjden terftond de noodige fchikkingen gemaakt tot eenen onverwijlden aftocht. Zoo dra het duister !geworden was, begon men met de uitvoering op twee verfchillende plaatzen, te weten aan het bovenveer, alwaar de Generaal Mac Doügal de infcheping beftierde, en aan het benedenveer, onder het (*) Yards. Eene maat van drie voeten. II. Deel. P  2 26 Hoofdft. XIL Handelingen en Befluiten bevel van den Overften Kuox. Te gelijk werd aec voornemen om bet eiland te ontruimen met zoo veel beleid voor de Amerikanen zeiven bedekt gehouden, dat zy niet eens wisten, werwaards zy geleid wierden, doch onderftelden dat zy den vyand gingen aantasten: en op deze wyze werd de veldartillery, de tenten, de pakkaadje en ongeveer negenduizend man over de oostelyke Rivier, een water van meer dan eene mijl breedte naar de ftad Nieuw-York overgevoerd, binnen den tijd van dertien uuren, en zonder dat de Britten zulks gewaar wierden, hoewel zy geene zeshonderd Efigelfche roeden van elkander ftonden.. Maar de Goddelyke Voorzienigheid begunftigde het terugwykende leger, op eene zeer merkwaardige wyze. Gedurende eene geruimen tijd na dat de Amerikanen hadden begonnen overtefteken, werden zy door den ftaat van het gety en door eenen fterken noord-oostelykenwind, volftrekt belet om zich van hunne zeik fchuiten te bedienen, en de ganfche menigte hunner roeibooten was niet toereikende om het werk in den loop van den nacht ten einde te brengen. Doch, omftreeks elf uur, ging de wind liggen, en ftond kort daaraan weder op uit het zuid-oosten, met eene frisfe koelte; waardoor zy van hunnezeilfchuiten een nuttig gebruik konden maken, en de overtocht van het eiland naar de ftad tevens voor dea wind, gemakkelijk en fchielijk konde gefchieden. Tegen den morgen kwam 'er eene zeer uittermaten dikke mist op, welke over Long-Eiland hong, en de Amerikanen zoo wel bedekte, dat zy hunnen aftocht ,  ïhn'hei ParlenteM legras de ytl-kplcziiinguntj'c. 227' tocht , zónder verhindering, konden Volvoeren j offchoon de dag reeds eenige tijd was aangebroken voor dat zy denzelven voleind hadden. Doör eens; vergisfing in het overbrengen der bevelen, werden de Amerikaanfche liniën ruim drie kwartier uurs vroeger ontruimd, dan het laatste volk ingefcheepc 'Was; doch fchoon de Britten zoo naby waren, dat men heu duidelijk konde hooren werken, zatch zy zoo zeer in den mist gedompeld, dat zy van het gebeurde niets ontwaarden, en de linien Weder bezet en tot 's morgens te «es unf ingehouden wierden. Eindelijk toen alles, behalven eenig zwaargefchut, weggeruimd was, verliet' de Generaal Mifflih, die over de achterhoede gebood, de verfchanzingen, en raakte door bedekking van de mist, ook behouden Van het eiland. Geen halfuur daar na, klaarde de mist op, en de Britten betrokken de werken, Welke de Amerikanen maar even te voren Verlaten hadden* Byaldien de wind niet gekeerd was, had niet de helft van het Amerikaanfche leger over de Rivier kunnen geweest zijn, maar Zelft dit zoo Zijnde, indien de mist niet ten dekkleed geftrekt had, was hunne achterhoede oftgetwijftel-d ontdekt geworden, die het alsdan bezwaarlijk zoude hebben kannen ontkomen* Onmiddelijk na het gevangen nemen van den Generaal StrLtivAN op Long-Èiland , werd dezelve j op zijn woord van eer^ door Lord Howë haat hes Congres gezondenj tnet dé vólgende mondelinge boodfchap: „ dat fchoon hy voor het tegemVööf di« „ ge met hetzelve ifl dat karakter niet kbndé haaP 2 » delen*  228 Hoof dit. XII. Handelingen en Bejluiten „ len, hy echter zeer verlangende was om een mond,, gefprek te houden met eenige van de leden, wel„ ke hy als byzondere perfoonen zoude kunnen aan„ merken: dat hy en zijn broeder de Generaal vol 3, komene macht hadden, om het gefchil tusfchen ,, Groot-Brittanje. en Amerika byteleggen, op voor„ waarden, welke voor beide partyen voordeelig ,, waren: — dat hy wenschte, dat 'er een verge„ lijk konde getroffen worden op een tijdftip, wan„ neer 'er nog geene beflisfende flag was yoorge„ vallen, en dus geene van beide partyen zeggen „ konde, dat zy tot zulk eene overeenkomst ge„ dwongen geweest was. Dat, byaldien zy Hee,, ren genegen waren om te handelen, 'er vele din„ gen, welke men niet geëischt had, konden en „ ook zouden ingewilligd.worden; en dat wanneer „ 'er by dit gefprek een waarfchynelyke grond tot „ een vergelijk opdeed, de wettigheid van het Con„ gres vervolgens ook zoude erkend worden, ten „ einde het verdrag volleedig tot ftandte brengen." Drie dagen na het ontvangen van deze boodfchap, werd de Generaal Süllivan verzocht om aan Lord Howe te willen berichten: „ Dat het Congres, als „ vertegenwoordigende de 'vrye en onafhanklyke: „ Staten van Amerika, met geene gevoeglijkheid ,, eenige leden konde afvaardigen, om in hunne by3, zondere karakters, met zyne Lordfchapinonder3, handeling te treden; maar dat 'hetzelve ten bly„ ke-van zyne geneigdheid om den vrede op billyke 3, voorwaarden te vestigen, eenige leden uit hun „ midden wilde benoemen en afzenden, om te yer- „ ftaan  van het Parlement tegens de Volkplantingen^ c. 229 „ Haan of zyne Lordfchap behoorlijk gemachtigd 3, was, omofer de zaak van Amerika in onderhande-. 3, ling te komen, met lieden, welke ten dien ein„ de door het Congres benoemd en gewettigd zijn, „ en hoe verre zich zyne macht uitftrekt; alsmede „ om zoodanige voorftellen aantehooren, als hy met betrekking tot die zaken, zoude goedvinden „ aan hun voortehóuden." Vervolgens verkozen zy Dr. Franklin, John Adams en Eduard Rutzedge tot gevolmachtigden in dezen; welke Heeren, korte dagen daarna, Lord Howe op het StatenEiland aantroffen, en van denzelven met beleefd- > heid ontvangen werden. By hunne terugkomst deden zy een verflag van het verhandelde, waarvan zy den zakelyken inhoud dus kortelijk opgaven: „ Het is aan uwe Afgevaardigden niet gebleken, „ dat het berichtfehrift van zyne Lordfchap eenige 3, meerder macht behelsde dan in de Parlements13, Akte is uitgedrukt; te weten om vergifnis te kun3, nen verleenen, met zoodanige uitzonderingen, „ als de Gevolmachtigden dienstig zouden oordee3, len, en om Amerika of eenig gedeelte van het.3, zelve ingevalle van onderwerping, als wederom ,, in 's Konings gunst en befcherming aangenomen „ te verklaren. Want wat betrof de macht, waar van zyne Lordfchap ook tegen ons gevraagde, om „ onderzoek te doen naar den toefland van Ameri3, ka, en om te fpreken en te raadplegen met alle „ zoodanige lieden als de Gevolmachtigden zouden 3, goedvinden, om vervolgens van het verhandeljj, de met dezelven aan de Staatsdienaren verflag te f 3, »i doenA  2.30 Hoofdft. XIL Handelingen en Bejluiten „ doen, welke alsdan, fchoon onder beding dat de Volkplantingen zich onderwierp*» , evenwel ^ naar hun welgevallen al of niet eenige yeranderingen in de hericbtfchriften der Landvoogden j Zouden maken, of eenige verbeteringen indeAk„ ten, waarover men zich bezwaarde, aanbetPar„ lement voorflaan ; wy vreesden dat alle verwach„ ting op het gene deze macht zoude kunnen nit„ werken, veel te onzeker en te los wezen zoude, ,, om zich daarop te vertrouwen, zelfs dan wanneer „ Amerika nog in den ftaat van afhanklijkheid ge„ bleven ware." Lord Howe had bet gefprek aart zynen kant beiloten, met betuiging van zyne achting voor Amerika, en dat het hem ten uiterften fmertelijk zoude vallen, wanneer hy verplicht wierd om die genen te bekommeren, welken hy zoo hoog achtte. Hierop had Dr. Frankun hem bedankt voor zyne welwillendheid, met verzekering, dat de Amerikanen hunne dankbaarheid daardoor zouden betoonen, dat zy alle hartzeer, welke hy hunaenthalven zoude kunnen gevoelen, op alle mooglykewyze, zouden trachten te verminderen, deer ajles te doen wat zy vermochten, om zeiven voor. hunne veiligheid en behoud te zorgen. De Afgevaardigden handhaafden dus in allen opzichte de waardigheid van het Congres, en gedroegen zich in hunnen handel en gefprekken, gelijk het in hun karakter betaamde» Terwijl de voor? ftanders van de Onafhanklijkheid wel te moede wa? ren, dat uit deze onderhandeling nietavoortfproot4 het welk de eensgezindheid van het Volk kondever» ■ • rrJa-  van'het Parlement tegens de Volkplantingen tjc. 231 minderen: daar hef Congres, met volkomen vertrouwen op het gezonde oordeel der Landzaten, bevel gaf, om al het verhandelde, tot derzelver naricht, met den druk gemeen te maken. Met dit alles zouden alle de Staten zich toen gaarn vergenoegd hebben met minder gunftige voorwaart', dan zy zeven jaren later bedongen. Maar GrootBrittanje rekende, op dat pas, met volkomen zekerheid op eene volftrekte overheering, of eeneonvoorwaardelyke onderwerping. Gevolglijk fhookten deszelfs aanbiedingen zoo weinig met de gevoelens van het Amerikaanfche Volk, dat zy geen oogenblik beraad , veel minder eene fcheuring tusfchen de nieuwopgerichte Staten, te weeg brat hten. Ondertusfchen waren de gevolgen van den ongelukkigen uitflag van het gevecht op den zevenentwintigften van het fchroomelijkfte uitzicht voor de Amerikanen, en veel fchadelyker dan het verlies aan manfchappen by hetzelve geleden. Het leger gaf algemeen den moed verloren. De Landmilitie verliet hetzelve by ganfche Compagnien,, en derzelver voorbeeld befmette ook de regelmatige benden. Wegens den losfen voet waarop de Landmilitie zich by het leger voegde, was het gevaarlijkdie krijgstucht over dezelve te oeffenen, zonder welke een leger flechts eqp- woeste hoop is; en het eene gedeelte van een leger onder een ftraffen teugel te houden, wanneer een ander gedeelte zich het recht aanmatigd en uitoeftent orn te doen wat P 4 hun  232 Hoofdft. XII. Handelingen en Befluiten hun behaagt, was niet minder onmooglijk dan ongerijmd. Een krijgsraad, op den zevenden van Herfstmaand gehouden, oordeelde het raadzaam om alleen verdeedigender wyze te werk te gaan, en het leger niet in de waagfchaal te ftellen, ter zake van NieuwYork. Terug te wyken ftelde den Opperbevelhebber bloot voor bedenkingen, welken het fmertelijk viel te verdragen, en welker oplosfing echter onftaatkundig zijn zoude. Stand te houden, zich te laten influiten en het lot van Amerika aan den uitflag van eenen enkelen beflisfenden veldflag te hangen, liep volfïrekt aan tegen alle redelyke ontwerpen ter verdeediging van de wijduitgeftrekte Staten, welke aan zyne zorge waren toevertrouwd. Om deze redenen ging hy voor een korten tijd, tusfchen beiden door, en nam maatregelen zoo wel ter ontruiming als ter verdeediging. De magazynen werden naar Dobbsveer, ongeveer zesentwintig mylen Van Nieuw-York, vervoerd; twaalf duizend man kregen bevel om zich naar het noordelijkfte einde van Nieuw-Yorks eiland te begeven, en vierduizend en vijfhonderd man om de ftad te blyven verdeedigen; terwijl het overfchot de tusfchenruimte bezet hield, met last, om naar vereisch van omstandigheden of de ftad of Kingsbridge bytefpringen. Zoo lang toch de'Btitten niet geland waren, kon men onmooglijk vooruitzien welke plaats zy zouden aantasten; en dit had het noodzakelijk gemaakt, om behalven voor Nieuw-York, ook neg voor  van het Parlement tegens de Volkplantingen &c. 233 - voor verfcheidene andere plaatzen verfchanzingen optewerpen: en fchoon deze alle ontruimd wierden, toen het beflisfende oogenblik naderde, waarin men of de ftad moest verlaten of het leger voor derzelI ver verdeediging in de waagfchaal ftellen; hadden ) echter deze redouten en andere werken, welke in 1 het denkbeeld van de Staten door eenen posten-oor1 log te verdeedigen, opgericht waren, zoo veelopj onthoud veroorzaakt, dat een ganfche veldtocht f voor de Britten verloren en voor de Amerikanen gei wonnen was. Immers had men zich by den aanvang ' van het jaar gevleid met de hoop, dat Groot-Briti tanje van zyne eisfchen zoude afftaan, en gevolg[ lijk waren alle de ontwerpen van tegenweer alleen i op eenen kortftondigen voet ingericht. Maar zedert de verklaring van Onafhanklijkheid, waartoe > de Volkplantingen, door de gewelddadige handel' wyze van Groot-Brittanje, in Hooymaand gedwonj gen waren, offchoon zy dezelve in het begin des ï jaars niet voorzien hadden noch bedoelden, be1 vroedde men de noodzakelijkheid om het leger op ■ 1 eenen nieuwen voet te brengen, overeenkomftig \ met de hooger bedoelingen naar welke zy thans be: paald waren te ftreven: en het Congres beflootdien 1 ten gevolge, op den zestienden van Herfstmaand, i tot het oprichten van achtentachtig battailjons, om gedurende de oorlog in dienst te blyven. Onder deze omftandigheden, was het voor de Amerikanen eene zaak van het uiterfte aanbelang, om den veldtocht met zoo weinig tegenfpoeden als men konde, ' te eindigen, en daardoor tijd te winnen tot het op P 5 de  234 Hoofdfr., XII. Handelingen en Esjluiten de been brengen van eene behendige krijgsmacht tegen bet volgende jaar, Hoe zeer dus deze werken, waaraan zoo veel tijd en arbeid hefteed was, eindelijk door den Opperbevelhebber verlaten wierden, was echter het voordeel van de daardoor veroorzaakte vertragingen oneindig grooter, dan de onkosten tot derzelver vervaardiging aangewend. . Desniettegenftasnde, verhieven de zelfde kortzichtige Staatkundigen, welke den Generaal Washington reeds te voren berispt hadden , wegens zijn voorzichtig gedrag in het niet beltonnen der Britfche liniën voor Boston, andermaal hun gefchreeuw tegen denzelven, over zijn aangenomen ftelzel van te ontruimen en terug te wyken. Hy daarentegen door de bewustheid van zijn eigen op. rechtheid gefchraagd, en volkomen overtuigd dat deze maatregelen best gefchikt waren om de onafhanklijkheid van Amerika te vestigen, wilde gaarne zynen roem, tot welzijn van het vaderland, door eene voorbydryvende wolk laten verduisteren. Wanneer de Generaal Howe al het noodige tot eene landing op het eiland van Nieuw-York in gereedheid gebracht had, begon hy op den vijftienden van Herfstmaand zijn volk te ontfchepen tusfchen Kepps-baay en Turtte-baay, onder bedekking van eenige oorlogfchepen. Niet ver daar van afwas ook eene borstweering opgeworpen, en eenig volk achter dezelve geplaatst om den Britten tegen te houden, ingevalle zy eene landing mochten ondernemen. Maar, op het eerste aanblik van gevaar, ylo-  van het Parlement tegens de Fcikpïantixgen&t. 235 . vloden de Amerikanen in wanorde weg, en de Opüerhevelhebber zelf daarop toefchietende, poogden, te vergeefs hen wederom byeen te brengen. Of-, fchoon de Britten, welken zy voor hun zagen, niet boven zestig man fterk waren, konde hy echter, door zijn voorbeeld, door fmeeken en bevelen, op eene veel fterker macht niet zoo veel verwinnen, dat zy ftand hielden, en aan deze handvol volk»; het hoofd boden. Zulk een lafhartig gedrag ver-, wekte eenen geweldigen hW in de anderszins kalme ziel van den Generaal Washington, die zko uit de auiverfte grondbeginselen in de Amerxkaan, fche zaken geftoken hebbende ^ deae fchandejyke vlucht met een oneindig verdriet befchouwde, daar dezelve het Vaderland den ondergang dreigde. Hy herinnerde zich de menigvuldigde verklaringen van het Congres, van het leger en van de ingezetenen, dat zy de vryheid boven het leven en den dood boven het verlies der eer fielden;, en vergeleek dezelve met hun tegenwoordig lafhartig vluchten. De vrees dat zijn Vaderland overheerd, deszelfs vryheden vernietigd en het leger met fchande bedekt zouden worden, ontroerde zyne ziel. Hy meende reeds, in zyne verbeelding vooruit te zien, hoe de Amerikanen by de nakomelingfchap zouden voorkomen als winderige blaaskaken, die veel getier» maakten, zoo lang het gevaar op eenen afflandblerf. doch die by den minsten fchijn van tegenfband ineenkrompen. Uitgebreide verbeurdverklaringen en tallooze terechtflellingen vertoonden zich met alle hare kleuren, aan zijn ontfleld gemoed. Zyne ver- peel-  'i3<5 Hoofdfr. XII. -Handelingen en Befluiten beelding fchilderde hem de nieuwgevormde Staten, met de middelen van verdeediging in de handen en het vooruitzicht op vryheid voor zich, tot den grond toe afgebroken, en aan zulk eene Staatsinrichting onderworpen, welke recht gefchikt was om het vuur van ?s menfchen ziel uittedooven en hare krachten te onderdrukken; terwijl de nakomeling, door den ongelukkigen-uitflag der tegenwoordige poogingen, van het ftoutmoedige opzet om hare rechten te handhaven, voor eeuwen zoude worden afgefchrikt. Met deze denkbeelden doordrongen, waagde hy zich voor eenen geruimen tijd, achter al zijn volk, vlak voor den vyand en met den kop van zijn paard derwaards gekeerd, als hoopte hy, om zich aan de fchande, welke hy van het lafhartige gedrag zyner troepen, waarop hy niet langer vertrouwen konde, te duchten had, door eenen eerlyken dood te onttrekken. Maar zyne Adjudanten en de vertrouwde vrienden, welke hem omringden, dwongen hem, door zydeliags geweld, om zich terug te begeven: en dus behielden zy, door hunne vlijt en aanhoudend dringen, een léven ten dienste van het algemeen, het welk anderszins, uit een gevoel van eer en eene opwelling van drift, aan eene onfeilbare vernietiging fcbeen overgegeven. Daags na deze fchandelyke vlucht van een ge deelte der Amerikaanfche krijgsmacht, viel'er eene fchermutzeling voor tusfchen twee battailjons licht Voetvolk en Hooglanders, onder het bevel van den Brigadier Leslje, en eenige afgezondene benden uit  van het Parlement tegens de Volkplantingen Sc. 237 uit het Amerikaanfche leger, waarover de OverfteLuitenant Knowleton uit Conneéticut en de Majoor Leitch uit Virginie het bevel voerden. In hetzelve werd de Overfte gedood en de Majoor erg gekwetst; doch hun volk gedroeg zich dapper , en deed de vyanden den voet flaken. Ondertusfchen beftonden zy voor het meeste gedeelte uit de zelfde menfchen, welke zich daags te voren door hunne fchandelyke vlucht onteerd hadden; doch door een gevoel van fchaamte over hun vorig wangedrag getroffen, zich als vrywilligers hadden aanboden en den Opperbevelhebber gebeden, hy mocht hun gelegenheid geven om hunne verlorene eer te kunnen herftellen: en hun goed gedrag in dit tweede gevecht ftrekte tot een heilzaam geneesmiddel tegen het fchadelyke voorbeeld van den vorigen dag. Het toonde althans dat het den Amerikanen ilechts aan kloekmoedigheid en goede Officieren haperde om de Britten te evenaren, en het gaf hun goede hoop, om door een weinig meer ondervinding, in ftaat te kunnen raken, om niet enkel de naam en de kleeding van krijgslieden te dragen, maar zich ook derzelver moed en ftandvastigheid eigen te maken. Na dat de Amerikanen de ftad van Nieuw-York ontruimd hadden, rukte eene brigade van het Britfche leger daarin, en had dezelve naauwlijks eenige weinige dagen bezet gehouden , toen 'er eene verfchrikkelyke brand, denkelijk veroorzaakt door het moedwillig gedrag van eenige Britfche matroo» zen, welken men verlof gegeven had om zich aan do  638 Hoófdft. XII. Handelingen en Befluiten '■ de wal te gaan verlustigen, uitbrak, en by de duizend huizen verteerde. Terwijl het drooge weder '■en een lievige wind het Vuur zoo wijd verfpreidde, dat, zonder de uiterfte poogingen van het krijgsvolk en de matroozen, de ganfche ftad in het zelfde lot had moeten deelen. Na het verlaten van Nieuw-York, weken de Amerikanen naar het Noordeinde van het eiland, waarop deze ftad gebouwd werd. Maar omtrent vier weken daarna, maakte de Generaal Howe een begin aan de Uitvoering van Zijn ontwerp om de getneenfchap Van den Generaal Washington met de Oostelyke Staten aftefnyden en denzelven indiervoegen inteflüiten, dat hy hem tot het leveren Van eenen algemeenen veldflag op het eiland zoude kunnen noodzaken. Met dit oogmerk voer het grootfte gedeelte Van 's Konings leger, op den twaalfden van Wijnmaand, door Hillgete in de baay, en landde op de landengte van Frog, in het Graaffchap West-Chester, Twee dagen na deze beweging der vyunden, kwam de Generaal Lee uit het Zuiden, alwaar hy met zülk eenen goeden uitflag het beVel gevoerd had, in het Amerikaanfche leger aan en vond de meeste Officieren van hetzelve geneigd, om hunne ftahdplaats op het eiland van Nieuw-York te behouden, böch hy gaf hun, in eenen krijgsraad, Welke op den Zestien* den gehouden werd, zulke overtuigende redenen voor het verlaten van hetzelve, dat 'et onmidde* tijk'befloten wierd, om het gros des legers van daar te voeren. Hy drong tevens op de noodzake* lijkheid van ook hef Fort Washington te ontruimen j maar  van het Parlement tegens de Volkplantingen Sc 239 maar werd hierin tegengefproken door den Generaal Greene, die beweerde, dat het bezit houden van dit Fort een aanzienelijk gedeelte der vyanden beletten zoude om zich by derzelver hoofdleger te voegen; als ook dat hetzelve, te zamen met het Fort Lee, van grooten dienst zijn konde tot dekking van de levensmiddelen en krijgsbehoeften, welke langs de Noordelyke rivier naar het Amerikaanfche leger moesten gevoerd worden: waarby hy verder voegde, dat de bezetting dan nog ten allen tyde, met booten van den Nieuw-Jerfeyfchen oever der rivier, was aftehalen. Ook had zijn gevoelen de overhand en fchoon het ftelzel van te ontruimen en terug te wyken algemeen omhelsd wierd, werd daarvan echter het Fort Washington uitgezonderd en ten naasten by drieduizend man totdeszelf» verdeediging beftemd. Op den achttienden van Wijnmaand, rukte het koninglyke leger, na eene rust van zes dagen op de landengte van Frog, voorwaards tot in den omtrek van Nieuw-Rochelle; op welken tocht zy een aanmerkelijk verlies leden door eenen hoop Amerikanen , die door den Generaal Lee achter eenen muur geplaatst waren. Drie dagen later, verplaatfte de Generaal Howe den rechtervleugel en het midden zijns legers twee mylen ten Noorden van Nieuw-Rochelle, op den weg naar White Plains, en kreeg aldaar eene aanzienelyke verfterkicg. De Generaal Washington, had echter by zynen aftocht van het eiland van Nieuw-York, byzonder gezorgd, om van Oost-Chestex af tot genoeg-  240 Hoofdfl. XII. ■ Handelingen en Bejluiten noegzaam aan White Plains toe, den vyand het fpits te kunnen bieden, ten einde den tocht der achternakomenden te beveiligeu en de zieken benevens het gefchut zijns legers met zekerheid te kunnen afvoeren. Hy had het indiervoegen gefchikt, dat zyne benden eene linie van kleine, afzonderlyke en verfchanfte legerplaatzen uitmaakten, op de onderfcheidene hoogten en andere fterke posten van Valentijns heuvel aan den rechter, tot in den omtrek van White Plains aan den linker vleugel. Het koninglyke leger was vervolgens in twee kolommen opgebroken, en had zich op den vijfentwintigften, achter de Brunx nedergeflagen; waarop de Amerikanen hunne voornaamile macht te White Plains byeentrokken en zich aldaar verfchanften. Nu zag men van uur tot uur eenen algemeenen veldflag te gemoet, en 'er had ook, op den achtentwintigften, een aanmerkelijk gevechtplaats, waarin vele honderden fneuvelden, onder aanvoering van den Generaal Macdougal aan de zyde der Amerikanen, en van den Generaal Leslie aan den kant der Britten. Gedurende dit gevecht, werd de Pakkaadje van de Amerikanen, vlak in het gezicht van den vyand, afgevoerd: en kort daarna veranderde de Generaal Washington zyne plaatzing in diervoegen, dat de linkervleugel liaan bleef en de rechter naar eenige heuvels afdeinsde. In dezen iland, welke in het oog van krijgskundigen bewondering verdiende, verlangde hy flaags te raken en verwachtte dit tevens. Maar de Generaal Howe weigerde zulks en liet zyne krijgsmacht naar Dobbs veer  yan het Parlèment tegens de Volkplantingen Sc. 241 veer aftrekken; waarna de Amerikanen naar North• Castle afdeinsden. Vervolgens trok de Generaai , Washington met een gedeelte zijns legers over dé noordelyke Rivier, en vatte post in den omtrek van het Fort Lee; met achterlating van ongeveer zevenduizend vijfhonderd mah te North-Castle, onjdèr het bevel van dert Generaal Lee1. Na dat dé Amërikanen terug geweken waren, befloot de Generaal Howe, op den twaalfden van i Slachtmaand, zich derzelver afwezigheid ten nutte te maken, om het Fort Washington te overmeesteren ; welke post, de eenigfte die de Amerikanen op het eiland van Nieuw-York hadden ingehouden, aan jBet bevel vah dén Overften Magaw was toevertrouwd. Zy werd aan vier zyden door het koninglyke leger aangevallen: te weten aan den noordkant, onder aanvoering van den Generaal Knipiausen, en ten oosten onder het beleid van deil jeneraal Mathews, die door Lord CornwaLlis mderfteund werd. De derde aanval ftond onder het j >eftier van dén Overften-Lüitenaht Stirling en .ord Pïercy voerde het bevel over den vierden. 3e manfchap onder Knïphausen, had op haren weg gat het Fort, door een dicht bosch te trekken, het i reik met het Regiment Scherpfchütters van den O-erften Rawling bezet was, en leed Veel van der* ;elver welgeregeld vuur; Gedurende dit gevecht, ukte ook een gedeelte van het ligte voetvolk der Jritten op eene bende Amerikanen in, welke aan letzelve van achter rotzen en boomen veel hinder oebracht, en joeg dezelve uit elkander. Lord IL Deel, Q Pier-  242 Hoofdft. XII. Handelingen en Befluiten Piercy nam aan zynen kant eene verfterkte voorpost in, en de Overfte-Luitenant Stirling drong door tot op een fteile hoogte, alwaar hy honderd en zeventig gevangenen bekwam. Na het wegnemen van alle de buitenwerken verlieten de Amerikanen hunne liniën, en Wierpen zich allen in het Fort, De Overfte Rahl , welke by den aanval van Knip-, haüsen de rechter kolom aanvoerde, drong voorwaards door, en nestelde zich opdenafftandvannog geen honderd Engelfche roeden van het Fort, alwaar de linker kolom zich weldra met hem vereenigde. Hierop gaf zich de bezetting by verdrag over; op voorwaarden, dat het volk als krijgsgevangenen zoude behandeld worden, en de Officieren hunne pakkaadje en zijdgeweer behouden. Het getal der gevangenen beliep zevenehtwintighonderd man, en de Britten hadden aan dooden en gekwetften, ongeveer twaalfhonderd man Verloren. Het Fort Washington had zich naauwlijks overgegeven , of Lord Cornwallis ftak met eene aan^ merkelyke macht over om het Fort Lee aantetasten, het welk aan den anderen oever in de Provincie van Jerfey gelegen was. De bezetting hier van, werd door eene onmiddelyke ontruiming behouden , hoeWe^ ten kosten van hun gefchut en magazynen. De Ge* neraal Washington week genoegzaam ten zelfden tyde naar NieuW-Ark; en wegens den toeftand deü zaken overvloedige redenen hebbende, om op de noodzakelijkheid van nog verder te wyken te kun* neö rekenen, vrieg hy den Overften Reèd, of zy van de Penfijlvaaiëis onderfteuning te.wachten hadi den*  van het Parlement tegens de Vükpïantingen &c-. 243 den, wanneer zy naar de achterlanden van Penïïjl; vanien zouden wyken. Deze antwoordde hem, dat i indien de benedenfteGraaffchappenoverheerd wierden en het opgaven, de hooger Graaffchappeh dit ! insgelijks wel zouden doen. Dan moeten wy," hernam de Generaal, ,, naar hetGraaffchapAugus,, ta, in Virginie, de wijk nemen; Menigen zul,, len verplicht zijn hun behoud by ons te zoeken, 3, en wy moeten alsdan beproeven wat wy verrichi, ten kunnen, met het voeren van eenen ftroopen,, den oorlog, en zoo wy overmand worden, kun„ nen wy nog het Alleganisch gebergte overtrek„ ken." Terwijl dus een gety van voorfpoed den Generaal Howe toevloeide, deed hy nevens zynen broe! der als 's Konings Gevolmachtigden, een Afkondiging uitgaan, waarby bevolen wierd: ,, dat allen „ die tegen zyner Majefteits Regeerihg de w'ape3, nen hadden opgevat, hunne vaandelen zouden ver3, laten, en datzoowel de algemeene als Provinciale 3, Congresfen hunne muitzuchtige handelingenzou3, den hebben te ftaken, en van de aangematigde 3, macht afftand te doen." Met Verder verklaring: 3, dat iedereen, die zich binnen den tijd van zes3, tig dagen by den Landvoogd, Onder-Landvoogd i, of Oppergezachhebber van eene zyner Majefteits 3, Volkplantingen of by den Generaal 'of bevelvoe* 3, renden Officier van 's Konings krijgsmacht zoude 3, vervoegen , het genot der Afkondiging inroe3, pen, en door het onderteekenen van eene zekere „ verklaring, zyne onderdanigheid aan de wetten de onrechtvaardige doch vastbepaalde bedoeling „ van het Britfche Hof om deze vrye Staten tot „ flaverny te brengen, welke by alle de bedriegly„ ke voorgevens van het tegendeel klaarblykelijk „ doorftraalt, de zaken tot dien ftaatgebrachtzijn, „ dat het gehele aanwezen der burgerlyke. vryheid S3 thans afhangt van eene goede uitvoering in alles .„ wat tot het krijgswezen behoort; en vermits het „ onmooglijk is dat talryke, raadplegende en zich 33 dikwijls op eenen afftand bevindende Vergade„ ringen deze zaken met de vereisch te wakkerheid , „ kracht en verzekerdheid kunnen bellieren; zoo 33 heeft het Congres naar eene rype overweging van „ den tegenwoordigen hachlyken toeftand, en met 3, een volmaakt vertrouwen op de wijsheid, de wak„ kerheid en de welmeenendheid van den Generaal „ Washington, befloten en vastgefteld: dat den „ gemelden Generaal Washington zal gegeven „ worden, gelijk hem gegeven wordt by dezen, ,, genoegzame ruime en volledige macht om nog „ zestien battailjons Voetvolk, behalven die gene „ tot welke het Congres alreeds befloten had, op s, de fpoedigfte en krachtdadigfte wyze uit eenigq >i Of  van het Parlement tegens de Volkplantingen Sc. i§§ „ óf alle de Vereënigde Staten optewerven, byeen te trekken, en de noodige Officieren daarby aan ,, te (lellen; om drieduizend ligte Ruiters, op de ,, been te brengen, uitterusten en van Officieren te voorzien, gelijk mede drie Regimenten Konfla,, pels, en een genoegzaam aantal Vestingbouwers, „ en om derzelver foldy te regelen; om van deby„ zondere Staten zoodanigen byiland van Landmi„ litie te verzoeken als hy noodzakelijk zal oordee», ,, len; om zoodanige magazynen van levensmidde„ len èn in zoodanige plaatzen als hem zal goed„ dunken, aanteleggen; om alle Officieren, bene,, den den rang van Brigadier-Generaal aftezetten ,, en aanteftellen, en alle openvallende plaatzen „ zonder onderfcheid by de Amerikaanfche legers „ te vervullen; om waar hy zich ook bevinden zoude 3, mogen, alles wat hy ten dienste van het leger moch3, te behoeven, na zich te nemen, wanneer de in,, gezetenen weigeren mochten om hetzelve tegens ,, betaling van eenen redelyken prijs teverkoopen; ,3 om alle de genen, welke het papieren geld der ,, Vereënigde Staten weigerden te ontvangen, of „ hunne kwade gezindheid jegens de Amerikaan3, fche zaak op eenige andere wyze aan den dag lei3, den, aan te houden en gevangen te nemen, met „ overzending van derzelver namen, den aart van „ derzelver misdrijf, en de getuignisfen ter flaving „ Van hetzelve aan de Staten, onder welke zy ge3, zeten waren. Voorts dat alle de voorgemelde macht by den Generaal Washington zal verbly,3 ven, gedurende de tijd van zes maanden, te re- „ kenen  254 Hoofdft. XII. Handelingen en Bejluiten „ kenen van den dag dezes befluits, ten ware het Congres daaromt eenige nadere bepaling mocht maken." Voorts was het Congres, in dit üüf van bangen nood, met ingefpannen aandacht bezig om middelen en wegen uittevinden, langs welke men de Staten zoude kunnen behoeden, Van niet te bezwyken onder den zwaren last hunner drukkende rampen. Kogthans is het opmerkelijk, dat het Congres, noch in dit uur van beproeving, hoe geftreng ook, noch op eenigen anderen tijd, zedert de verklaring der Onafhanklijkheid, het zy door geweld, verlegenheid, kunftenaryen öf overreding, bewogen wierd, om zelfs maar van verre het denkbeeld te koesteren van tot den ftaat van Britfche onderdanen terug te keeren, en daardoor den vrede te koopen. Evenwel waren zy tegen het einde van het jaar 1776 tot die laagte gebracht, dat zommige leden, welke beducht waren dat zy niet in ftaat zouden zijn om de macht van Groot-Brittanje het hoofd te bieden, het voorftel deden, om aan hunne Gevolmachtigden aan Jiet Franfche Hof, (van welker aanflelling Wy vervolgens verflag doen zullen) last en vryheid te geVen, om aan dat Rijk het zelfde uitfluitende recht op hunnen koophandel te geven, het welk GrootBrittanje tot hiertoe bezeten had. Doch by nader overweging bevond men, dat zoortgelyke afftanden vele der redenen, waarmede men tot nu toe met vrucht voor de Onafhanklijkheid gepleit had, zouden doen vervallen, en waarfchynelijk ook oneeHigheid onder de ingezetenen veroorzaken. Veri tok  van het Parlement tegens de Volkplantingen &c. 255 volgens werd 'er voorgeflagen om den uitfluitendea handel van zekere opgenoemde voortbrengzelen aantebieden; maar hierin vond men, wegens de ftrydige belangen der verfchillende Staten, zod Vele gegronde zwarigheden, dat men 'er fpoedig en bepaaldelijk van afzag. Anderen fielden voor om aan Frankrijk een aanvallend en.verweerend verbond aantebieden, ingevalle hetzelve de Onafhanklijkheid van Amerika met ernst wilde onderschragen; dan dit werd insgelijks verworpen, aangezien de verlichter leden Van het Congres beweerden, dat wel de vriendfchap van kleinere Staten, maar niet die van Frankrijk, konde gekocht worden. Indien dit Ryk, zeiden zy, zich onze zaak openlijk wilde aantrekken, en 'er eenen oorlog met Groot-Brittanje aan wagen, zal zulks niet zoo zeergefchiedeq om het vooruitzicht op eenige rechtflreekfche voordeden , als wel uit eene natuurlyke zucht om de al te groote macht eens medededingers te fnuiken. Waarom zy dan ook onderflelden, dat de eenige beweegrede, waardoor Frankrijk zoude kunnen overgehaald worden om zich mede in het fpel te mengen, gelegen was in eene verzekering, dat de Vereënigde Staten onherroepelijk befloten hadden om te volharden by hunne weigering, van nimmer tot hunne vorige gehoorzaamheid te zullen wederkeeren. In flede derhalven van te luisteren naar de voorflagen der koninglyke Gevolmachtigden, of naar eenige anderen, welke op het denkbeeld van tot den ftaat van Britfche onderdanen terug te keeren, gegrond waren; befloten zy opnieuwomftand- vastig  256 Hóofdft. XII. Handelingen en Befluiten Vastig te Blyven by hunne verklaarde Onafhanklijkheid ', en by het aanbod van de vryheid van handel Vóór alle vreemde Natiën, vertrouwende de uitkomst aan de Goddelyke Voorzienigheid, en gereed om zich alle de gevolgen te troosten. Van dit befluit werden affchriften naai' de Voornaamfte Hoven van Europa gezonden, eh gefchikte perfoonen benoemd om derzelver vriëndfchap voor de nieuw gevormde Staten te verzoeken. Deze brieven van Staat vielen in de handen der Britten, en werden van dezelven openlijk bekend gemaakt; volkomen övereenkomftig met het verlangen van het Congres: daar hetzelve zeer wel wist dat de vreeze voor het èindelyke byleggen Vart alle hunne verfchillen met Groot-Brittanje, de büitenlandfche Hoven voornamelijk wederhield , van zich in geen krakeel té mengen, het welk men hun als flechts huishoudelijk deed voorkomen. Weshalven het befluit van het Congres om naar geenerhande voorwaarden vaa eene hereeniging met het Moederland te luisteren, in de grootfte verlegenheid, en in de flechtfte tyden genomen, recht gefchikt was om de genen die naar eene verdeeling van het Britfche rijk wenschten, te overtuigen, dat eene gezonde ftaatkunde vereischte dat zy 'er zich in zoo verre mede bei moeiden, als noodig was om de overheering der Vereënigde Staten voor te komen. Deze verftandige beraadflagingen in het kabinet, gingen met wakkere toerustingen in het veld gepaard. In dit tijdftip van gevaar, werden vijftienhonderd man van de Landmilitie vanPenfijlvanieop de  van het Parlement tegens dè Volkplantingen Sc 2$'j de been gebracht om het Staten-leger te verfterken. iDe Koopman, de Landbouwer, de Handwerksman en de Daglöouer, verzaakten blymoedig de gerijfÜijkheden van hunnen haard om in eenen moeijelyken wiaterveldtocht, de plichten van gemeen folj daat te vervullen. Offchoon de meesten van hun ■aan de gemakken van het ftadsleven gewoon wasren, fliepen zy echter in de koude Wintermaand en iLoumaand onder tenten en fchuren, en zomtijds - onder den bloóten hemel. Desniettegenftaandehad men onder dezen grooten hoop volks, gedurende |de tijd van zes weken3 flechts twee gevallen van !ziekten, en niet meer dan eenen dooden. OnderI tusfchen verfchafte de langzame aftocht door den Staat van Jerfey, welken men met zoo veel beleids jtiad weten te rekken, aan deze vrywillige verfterj kingen den noodigen tijd om zich by den Generaal (Washington te kunnen voegen: terwijl het getal der troepen, welken hy op dat pas onder zijn bevel had, flechts tusfchen de twee en drieduizend man | beliep. Zich omtekeeren en eenen overwinnenden tn talryken vyand, met zulk eene onaanzienelyke j nacht het hoofd te bieden, was zekerlijk veel gewaagd ; en echter vereischten de dringende omftandigheden , dat 'er het een of ander Wierd ondernó:men. De werving voor het nieuw opterichten Stajten leger ftond geheel ftil, zoolang de Britten de 1 Amerikanen voor zich heenen dreVen; en de weri Ikelijk dienende geregelde foldaten, konden binnen den tijd van eene week, met recht hün affcheid ivragen; terwijl 'er zich naauwlijks een nieuwling II, DkeIj, R op-  258 Hoofdfl. XII. Handelingen en Bejluiten opdeed om derzelver plaats te vervullen. In dezen toeftand van zaken, nam men het ftoutmoedige be- , fluit, om wederom naar den Staat van Nieuw-Jerfey overtefteken, en dat gedeelte der vyanden welk te Trenton post gevat hadden, aantetasten. Wanneer de Amerikanen over de Delaware terug geweken waren, hadden zy alle de booten in den omtrek buiten het bereik van hunne vervolgers ge- . bracht, en daardoor derzelver voortgang gefluit. . Maar de Britfche Bevelhebbers hadden hun leger, \ met de veiligheid van overwinnaars , te Burling- 1 ton, Bordenton, Trenton en in de andere plaatzen van Nieuw-Jerfey geinkwartierd, van dag tot dag | verwachtende, dat zy door middel van het ys, het welk op dezen tijd van het jaar gewoonlijk de ri- i vier bedekt, in ftaat zouden geraken om in Penfijl- I vaniën te rukken. Onder alle gebeurtenisfen, fcheen hun althans I niets onwaarfchynelyker, dan dat hunne vluchten- I de en halfnakende vyanden, indittenuiterflenkou- : de faifoen, hun wederom het hoofd zouden bieden, en zelfs aanvallender wyze beginnen te oorlogen: I zoo dat zy zich eene zoo verregaande zorgeloosheid:! en onoplettendheid veroorloofden, dat zy eene ver-1 rasfing mooglijk maakten; het welk, in de baby* f heid van eenen, hoe gering ook geachten vyand,rl altijd onverfchoonlijk moet gerekend worden. Men i heeft verhaald dat de Overfte Rahl, die te TTeoJJ ton gebood, eenige vrees voor de zekerheid dezertl grensplaats opvatte, en den Generaal Grant om i verfterking had laten vragen; maar dat de Generaal |i Jl ten 1  van het Parkmem tegens de Volkplantingen Sc. 259 en antwoord had gegeven: zeg aan den Overften, ht hy volkomen veilig is, en dat ik wel wil aannemen P de rust in Nieuw-JerJey, met eene Corporaals wacht, | bewaren. Midlerwijl maakte de Generaal Washincton in Jen avond van den eersten Kersdag, de noodige Schikkingen, om in drie afdeelingen weder over de üelaware te trekken; aan het veer van Konkey, aan Kt van Trenton, en by of omftreeks Bordenton. De troepen welke op de beide laatstgenoemde plaatsen moesten overfleken, ftonden onder het gebied ivan de Generaals Ewing en Cadwallader, en lieten niets onbeproefd om over te komen, maar de ilfivier was aldaar zoo fterk met ys bezet, dat zy ItÖn oogmerk niet konden bereiken. De voornaam.fte macht, waarover de Generaal Washington zelf i»ebood, ftak aan het veer van Konkey over; offchoon het ys in de rivier den overtocht zoodanig Vertraagde, dat het reeds drie uur in den morgen Was, eer men het gefchut had kunnen overvoeren. tSToen zy in Nieuw-Jerfey aan land gekomen waren, werden zy in twee benden afgedeeld onder de bevelen van de Generaals Sullivan en Grêene, dié jde Brigadiers Lord Stirling , Mercer en St. iClair onder zich hadden. Eene dezer afdeelingen Jhad last om over den lagen weg, welke langs dé irlvier loopt, aanterukken, en de andere over den sflhoogen weg, welke naar Pennington leidt. Ook awérd den Overften Stark bevolen, om zich met ieenige ligte troepen langs den oever der rivier te jfpoeden, en zich meester te maken van het gedeelR 2 te  26b Hoofdft. X-IL Handelingen en Befluiten te der ftad, het welk aan de andere zyde van de■> brug ligt. Vermits de beide afdeelingen eenen ge-: noegzaam even verren weg hadden afteleggen, kre-: gen zy bevel, om na het vermeesteren der buiten-: wachten, zonder eenig vertoeven in de ftad te dringen, en den vyand aantetasten, zonder hem tijd teiji laten van zich byeen te fcharen: en fchoon zy langs I verfchillende wegen voorttrokken, kwamen zy eeh- f ter niet meer dan drie minuten na elkander aan del buitenfte post der vyanden. De buitenwachten derf Hesfhche troepen te Trenton weken hierop terftondl te rug, hoewel zy hunnen aftocht door een aanhou-1 dend vuur dekten. Maar hunne ganfche bende,! door de Amerikanen geweldig gedrongen wordende! en reeds de helft van het gefchut verloren hebben-1 de, poogde langs eenen Weg, welke naar Princeton J leidt, aftedeinzen; dochzy vond zich daarin verhin-'l derd door eenen hoop volks, welke hun ook daar: den weg affneed en zich toen ingefloten ziende, lei-1 den zy de wapens neder. Het getal der krijgsgevangen beliep driëntwintig Officieren en achthonderd zesentachtig gemeenen, en de Hesfen haddenj tusfchen de dertig en veertig dooden engekwetften., Onder de eersten was de Overfte Rahl, en zeven i zyner Officieren onder de laatóten. Aan de andere .' zyde waren de Kapitein Washington van de Vir-. ginifche troepen en vijf of zes Amerikanen gewond,, twee gefneuveld, en twee of drie doodgevroren.1 Het volk, welk te Trenton gelegen had, beftond"; uit de Regimenten van Rahl, Losberg en Knip- , iiausen, bedragende te zamen ongeveer vijftien-.' hon-1  yan het Parlement tegens de Volkplantingen Sc. 261 honderdman, behalven nog eenen hoop ligte Ruikers van de Britten: en deze werden alle omgebracht of gevangen genomen, uitgezonderd omtrent zeshonderd man, welke langs den weg van Bordenton ontkwamen. De Britten hadden tePrinceton nog een fterk bat-* tailjon ligt voetvolk, en hunne krijgsmacht langs de Delaware, was niettegenftaande dit verlies, nog yeel fterker dan het Amerikaanfche leger. Weshalven de Generaal Washington het raadzaam oordeelde, om nog op dien eigen dag des avonds, met zyne krijgsgevangenen wederom naar Penfijlvanie overtefteken. Men zag echter metterhaast de goede uitwerking van deze welgeflaagde onderneming in de wervingen voor het Amerikaanfche leger. Ten naasten by veertienhonderd geregelde foldaten, welke op het punt waren van hunnen tijd uitgediend te hebben, bewilligden om nog zes weken langer te dienen, op de toezegging van eene vereering van tien Dollars 'papieren geld aan ieder. Menfchen van invloed werden naar verfchillende oorden van het land uitgezonden om de Landmilitie in beweging te brengen. Terwijl de ingezetenen, door de plunderzucht en het onftaatkundige gedrag der Britten, zich veel gemaklyker lieten overhalen om dezelven uit het land te dryven, dan door vaderlandsliefde en overreding had kunnen gefchieden, om hen het afloopen van hetzelve te doen voorkomen. Zoo dra men de Hesfifchen, welke op den zesentwïntigflen krijgsgevangen geworden waren, ingoeR 3 de  26? Hoofdft. XII. Handelingen en Befluiten de verzekering gebracht had, trok de Generaal Washington anderwerf over de Delaware, en Helde zich in. het bezit van Trenton. Daarentegen verzamelden zich de uitgezonden benden der Engelfchen, welke voor het gevangen nemen der Hesfen door geheel Jerfey verfpreid waren, terftond na die gebeurtenis te Princeton, alwaar zich de legermacht, welke onder LordCoRNWAixisteBrunswijk gelegen had, met dezelven vereënigde. Uit dezen ftand rukten zy, op den tweeden van Louwmaand des jaars 1777, met eene groote macht voorwaards tegen Trenton, hopende door eenen wakkeren aanval het nadeel te herftellen, welk hunne, zaak door de vorige nederlaag geleden had. Nu was het zwakke Amerikaanfche leger in een waarlijk netelige omftandigheid. Met terug te wyken ftelden zy de ftad Philadelphia in groot gevaar, en braken tevens elke ftraal van hoop, welke wegens hunnen kortlings behaalden voorfpoed had beginnen door te breken. Maar eenen veldflag te wagen , met eene overmacht van voren en een rivier van achteren, was ook ten uiterftengevaarlijk. Gevolglijk rekende men het beter dan een van beiden , achter de voorwaards gerukte Britten om te trekken, zich dan om te keeren en de achtergeblevenen aan te tasten, umitreeks vier uur na den middag, tasten de Britten op hunnen aantocht van Princeton, eenen hoop Amerikanen aan, welke met vier veldftukken een weinig ten noorden van Trenton ftonden, en genoodzaakt werden om terug te wyken. De Britten vervolgden hen, maar werden by de brug  van het Parlement tegens de Volkplantingen Se. 263 brug over de Sarmink-kreek, welke door Trenton loopt, gefluit door middel van eenige veldftukken, aan den anderen oever van dat riviertje geplaatst; waarop zy tot buiten het bereik van het kanon terug trokken, en hunne vuren ontftaken. De Amerikanen ftelden zich toen in flagorde aan de overzyde van de kreek, en bleven in dien ftaat, tot dat de nacht aankwam, met hun grof gefchut op den vyand vuren, welke hun van zynen kant met gelyke munt betaalde. Dus ftonden twee legers, van welken de goede uitflag of het mislukken der Amerikaanfche omwenteling zakelijk afhingen , in dit hachlyke oogenblik, in het kleine vlek van Trenton opeengedrongen, en flechts door eene kreek, op vele plaatzen doorwaadbaar, van elkander gefcheiden. De Britten, wanende dat zy alle wenfchelijk voordeel aan hunne zyde hadden, en daarvan gebruik konden maken, wanneer het hun behaagde, ftaaktcn op dat pas alle verdere bedryven, en hielden zich gereed om op den volgenden morgen aan te vallen. Hoewel men verhaalt, dat Sir William Erskine zoude aangeraden hebben, rm den aanval niet uitteftellen, of ten minsten debr-g over de Sanpink-kreek op den weg, langs welken de Amerikanen naar Princeton trokken, ten fterkften te bezetten: voor reden gevende, dat Washington, indien hy een goed Generaal was, anderszins eene beweging naar de linker vleugel van 's Konings leger zoude maken, en de post te Princeton achter hetzelve aantasten. Hoe 't zy, de volgende morgen leverde eene vertooning op, even R 4 fchit-  *H Hoqfdfl-. XIJ. Handelingen en BejluitenSchitterende voor de eene, als onverwacht voor de andere zyde. Zoo dra het donker geworden was, deed de Generaal Washington de pakkaadje in al, le Stilte wegvoeren, en trok met zyne ganSche macht naar Princeton, alleen eenige wachten achterlatende om den vyand des te beter te bedriegen. Tot deze beweging had men in eenen krijgsraad befloten, uit overtuiging dat dezelve recht geSchikt was om den Schijn van eenen aStocht en tevens het gevaar van eenen veldflag op eene cadeelige Standplaats te vermyden, en te gelijk de beste weg Scheen om voor te komen dat de ftad Philadelphia niet in de handen der Britten verviel. Ook vermoedde de Generaal Washington, dat de BritSche Bevelhebbers 'er zeer Sterk qp gezet zouden zijn, om de nadeehge indrukzelen van het jongfte gevangen nemen der HesfiSchen te Trenton uittewisSchen, en dat zy dienshalyen hunne yoornaamfte macht wel yoorwaards zouden hebben doen rukken; zoo dat; het overfchot welk te Princeton gebleven was, de zyne althans niet zoude overtreffen; gelijk ook de uitkomst deze gisSing bewaarheid, Om den aftocht der Amerikanen van Trenton des te zekerder bedekt te houden, had men voorlangs hunne legerplaats overal vuren aaugeftoken; welke niet ilechts den Schijn gaven als oSmen zich te rust begaf, maar. Opk, vermits men door geene vlam heen zien kan, voor de oogen der Britten verborgen het gene achter dezelve omging: zoo dat zy in dezen betrekJyken ftand, voor het eene leger eene vuurkolom en. vpor het andere eene wolkkolom waren. £>e God- delyke.i  van het Parlement tegens de Volkplantingen è?c. 26? deJyke Voorzienigheid begunftigde ook deze beweging der Amerikanen. Het weder had zints eeni-, gen tijd zoo zoel en vochtig geweest, dat de grond zacht en de wegen zoo vuil geworden waren, dae 3er byna niet was door te komen; maar nu fchoot de wind eensklaps naar het noordwesten, en de grond raakte in korten tijd zoo hard bevrozen, dat de Amerikanen, reèds by den aanvang van hunnen tocht, geen meer vertraging ondervonden, dan zy op eenen goeden Heenweg zouden ontmoet hebben. Den volgenden dag, kwam de Generaal Washington reeds vroeg in den morgen by Princeton aan, en zoude de Britten aldaar volkomen verrast hebben, indien niet eene party, welke naar Trenton in aantocht was, zyne troepen ontdekt had, toen dezelve nog omtrent twee mylen van de plaats walen, en vervolgens boden had afgezonden om hare achtergeblevene en niets kwaads vermoedende fpitsbroeders voor het nakende onheil te waarfchouwen. Deze beftonden uit drie Regimenten Britsch Voetvolk, een gedeelte koninglyke Konftapels met twee veldftukken, drie benden ligte Dragonders. Gevolglijk werd de middernacht van het Amerikaan, fche leger, welke uit de Landmilitie van Penfijlvanie beftond, en nog in aantocht was, door eenen hoop Britten hevig en onverhoeds befchoten, zoo dat zy in wanorde begonnen te wyken. Het oogenblik was beflisfende, maar de Generaal Washington fnelde oogenbliklijk vooruit, en ftelde zich tusfchen de Britten en zijn eigen volk in, met den kop zijns paards naar de eersten gekeerd; en de AR 5 meri-  &5o Hóofüft. XIII. Over de Onafhanklijkheid een godsdienstig volk te werken, nam hy de Heilige Schrift te baat, en het gezag ja zelfs de naam eens Konings werden hatelijk gemaakt in de oogen van talryke Volkplantelingen, welke de gefchiedenis der Jooden, zoo als die in het Oude Verbond verhaald wordt, gelezen en beoeifend hadden. De dwaasheid van dat volk om tegen eene Regeenng, Welke door den hemel zeiven was ingevoerd, opteftaan, en de onderdrukkingen waaraan zy ingevolge hunne begeerte om door Koningen geregeerd te worden, onderworpen wierden, gaven hem de beste aanleiding om de Volkplantelingen ten voordeele der Republikeinfche Regeering voorintenemen, en hen tegen het koninglyke beftier optezetten^ De erfopvolging werd in een befpottelijk licht geplaatst. De ongerijmdheid om een groot vast land aan een klein eiland aan de andere zyde van den aardkloot te willen onderwerpen, werd 'er in zulk eehe treffende taal voorgedragen, dat de eer en de waardigheid der Volkplantelingen getroffen wierden, en de Vernietiging der Britfche Regeering vorderden. De noodzakelijkheid, de voordeden en de mooglijkheid om zich onafhanklijk te maken werden 'er vervolgens op de fterkfte wyze betoogd. Eindelijk kWam dit werkje op den rechten tijd in het licht. Het Was gericht aan vrye lieden, die juist op dat pas overtuigende bewyzen ontvangen hadden dat Groot-Brittanje hun alle befcherming had ontzeid, vreemde huurlingen aangenomen, om hen te beoorlogen, en het bepaalde voornemen opgevat om hen tot eene önvoorwaardeJyke onderwerping  en Regeeringsvorm der byzondere Staten Sc. 201 ping aan haar onbepaald gezag te dwingen. Hec vond de Volkplantelingen ten uiterften beducht j voor hunne vryheden, en geneigd om alles te doen ' ; en alles te lyden, wat ftrekken konde om deze te 5 behouden. Ook deed het in zamenftemming met I de gewaarwordingen, en de gevoelens van het volk J eene verbazende uitwerking. Vele duizenden werJ den door hetzelve overtuigd, en zoo verre gebracht, ] dat zy" eene affcheiding van het Moederland niet alleen goedkeurden, maar zelfs reikhalzende verlang- I den: en fchoon zy eenige weinige maanden vroe- ii ger dien maatregel niet wenschten, maar veeleer ij met afgryzen befchouwden, werd nu de ftroom ten J voordeele van denzelven eensklaps zoo fterk, dat 1 zy alle tegenkanting omverftootte. De menigte i werd met dien ftroom weggefleept; doch eenige d waardige mannen konden zich zoo gemaklijk niet 4 vereenigen met het denkbeeld van eene eeuwige' )] fcheuring met een land, waaraan zy, zulk een lanj ge tijd, met de tederfte banden waren verknocht | geweest. Zy zagen het zwaard uitgetogen, maar | zy konden niet voorfpellen, wanneer men het we:| derom zoude opfteken. Zy vreesden dat de verI fpreide ingezetenen van alle de Volkplantingen, I eens op zich zeiven ftaande, niet gemakkelijk on1 der eene krachtdadige Regeering zouden kunnen \ terug gebracht en vereenigd worden, en, dat na jl eene lange regeeringloosheid, eindelijk een nieuwe 3 Cjesar hunne vryheden zoude overweldigen, en J zich op eenen willekeurigen zetel vestigen. Zy ] twijffelden of hunne landslieden het wel zouden vol T a hou.  ji Hoofdft. XIII. Over de Onafhanklijkheid houden, tot dat zy zich van de onafhanklijkheid verzekerd hadden, en zy waren tevens beducht, dat zoo zy al flagen mochten, hunne ftaat in het toekomende minder gelukkig zijn zoude, dan voor het tegenwoordige. Enkelde eerwaardige lieden van de zuiverfte beginzelen, maar welker zielen niet van dat vaste weefzel waren, welk by omwentelingen vereischt wordt, beefden terug voor de ftoute maatregelen, welke door hunne ondernemender landsgenooten werden voorgeflagen. Zich te onderwerpen, zonder hunne zaak voor den rechterftoel des hemels te brengen, hoe zeer misfchien de heimelyke wensch van zommigen, was echter een gevoelen, waarvoor niemand openlijk uitkwam. Maar dat men behoorde te volharden met fmeekfchriften inteleveren, en tevens wederftand te bieden, was de ftelling van zommige verdwaalde eerlyke lieden. De voorftanderen van dit gevoelen behoorden over het algemeen onder die menfchen, welke niet befluiten kunnen om tot gewichtige ondernemingen te befluiten, en onder den invloed van die befchroomde Staatkunde liggen, welke haar werk ten halven Iaat fteken. De meesten hunner vreesden de macht van 'Groot-Brittanje. Eenige weinigen, welker eigenbelang zulks vorderde, of die eenige gunsten van de koninglyke Regeering te wachten hadden, weigerden hunne ftem by die van het algemeen te voegen. Zommigen , welke in het Moederland geboren, zich nog maar kortelings in de Volkplantingen nedergezet, en de Europifche denkbeelden noch niet tegen de Amerikaanfche verwis.  en Regeeringsvorm der byzondere Staten £fV. 293 wisfeld hadden, benevens een klein getal anderen, kanteden zich geweetenshalven tegen de maatregelen van het Congres; maar het groote gros des volks en inzonderheid het wakkerfte en onafhanklijkfte gedeelte der ingezetenen, Hemde met eene verbazende eensgezindheid in het ontwerp van onafhanklijkheid. Dit vurige verlangen naar onafhanklijkheid was , meer een gevolg van gevoel dan van bedaarde over> weging. De voordeden van eenen vryen en onbc3 lemmerden koophandel en het vooruitzicht op be! dieningen van eer en voordeel, by de inftellingee\ ner nieuwe Regeering, waren op zich zeiven gee1 ne genoegzame drangredenen om tot dezen ftoufen b maatregel te doen befluiten. Maar wat daaraan uit \ deze en zoortgelyke bedenkingen te kort fchoot, \ werd van Groot-Brittanje zelve aangevuld, door I hare ontwerpen van dwang en overheering vol te Ej houden. Het vast bepaalde befluit van het Moej derland, om de Volkplantelingen onder het juk te J brengen, benevens den voet en wyze op welken zy 1 befloten had dit einde te bereiken, en het even I vastbepaalde befluit der Volkplantelingen, om hunne zaak liever door den Hemel te laten beflisfen, dan zich te onderwerpen, maakten het verklaren der onafhanklijkheid even zoo noodzakelijk in het jaar 1776, als de onderlinge verbintenis om niets intevoeren Was in het jaar 1774, of het opvatten der wapenen in het jaar 1775. Want hetlaatstewas een natuurlijk gevolg van het voorgaande. Deom. wenteling werd het volk niet opgedrongen door eeT 3 nige  BP4 Hoofdft. XIII. Over de Onafhanklijkheid nige heerschzuchtige hoofden, welke naar het op. pergebied reikhalsden; maar elke ftap welke tot dezelve leide, werd het Congres afgedwongen, door de volftrekte noodzakelijkheid, en door de ftemme des volks. De verandering in de algemeene denkwyze van Amerika omtrent de betrekking met GrootBrittanje is geheel buiten voorbeeld. Binnen het korte tijdbeftek van twee jaren, verwisfelden byna drie millioenen menfchen, de liefde en plichtmatige verkleefdheid van getrouwe onderzaten, in den haat en de wraakzucht van vyanden. In het Congres gefchiedde het eerste voorftel om de Volkplantingen vry en onafhanklijk te verklaren, door Richard Henry Lee uit Virginie, op den zevenden van Zomermaand des jaars 1776. Hy Was tot dezen voorflag gemachtigd door den uitdrukkelyken wil zyner byzondere lastgeveren, en tevens door de algemeene ftemme des volks van alle de S taten. Wanneer vervolgens de dag verfcheen, waarop dit onderwerp, naar de orde der Vergadering in overweging moest genomen worden, werden 'er groote kundigheden, veel verftands en welfprekendheid, zoo voor als tegen het voorftel, ten toon gefpreid. De debatten duurden een geruime tijd, en werden met groote hevigheid gevoerd. In deze waren John Adams aan de eene en John DicKinson aan de andere zyde de voornaamfte fpreekers. De eerstgemelde begon eene van zyne redevoeringen met eene aanroeping van den God der Welfprekendheid om hem te onderfteunen, nu hy gereed ftond omderechtmatigecisfchenzynerlands- lie-  en Regeeringsvorm der byzondere Staten tjc. 295 lieden te verdeedigen, en dezelvcn tot het betrachten van hunnen plicht te vermanen. Vervolgens drong hy zeer fterk aan op het onmiddelyke verbreken van alle ftaatkundige betrekking tusfchen de Volkplantingen en Groot-Brittanje, zich grondende op de ftemme des volks, op de noodzakelijkheid van dezen maatregel ter verkryging van den byitandvan vreemde Mogendheden, op deszelfs gepastheid indien men zich zeiven wilde gelijk blyven, en op de roemryke en gelukkige vooruitzichten , welke, zich aan de andere zyde van den oorlog, voor een vry en onafhanklijk volk opdeden. Daar na vatte de Heer Dickinson het woord op. Hy begon met aantemerken dat het Lid uit Masfachufetts zyne verdeediging van de verklaring van onafhanklijkheid had aangevangen met het aanroepen van eene heidenfche Godheid; maar dat hy het voorftel zyne? tegenbedenkingen tegen dezelve zoude beginnen met den Beftierder van het Heelal op de plechtigfte wyze te fmeeken, dat indien de voorgeftelde maatregel tot heil van Amerika ftrekken zoude, hy de harten van de leden van het Congres door zynen invloed zoo wilde neigen, dat het gene hy daar tegen zeggen zoude, niet den minsten indruk maakte. Vervolgens poogde hy te betoogen, dat het thans geene gefchikte tijd was om de Volkplantingen onafhanklijk te verklaren, dat de oorlog buitendien met de zelfde kracht en wakkerheid konde worden doorgezet, dat integendeel de Amerikanen daardoor onderling konden verdeeld raken, terwijl het volk van Groot-Brittanje tegens hen vereenigen. T 4  ig6 Hoofdft. XIII. Over de Onafhanklijkheid zoude. Daar na floeg hy voor om de betrekking tot Groot-Brittanje niet eerder aftefnyden, voor dat men eenige verzekering aangaande den byftand eener buitenlandfche Mogendheid zoude verkregen hebben; maar, om by het vragen van dien byftand, de^verklaring hunner onafhanklijkheid als eene voorwaarde aantebieden. Eindelijk toonde, hy welke verfchillen 'er nog tusfchen de onderfcheidene Volkplantingen plaats hadden, en gaf in overweging, of men niet vooraf eenige middelen ter afdoening van dezelve behoorde te bepalen, eer men zich van die rechtbank ontdeed, voor welke tot hiertoe alle derzelver gefchillen beflist werden. Na een volledig onderzoek en rype overweging van zaken, werd het voorftel om de Volkplantingen vry en onafhanklijk te verklaren, met genoegzaam eenparige ftemmen goedgekeurd, op den vierden van Hooimaand; terwijl de verjaring van dezen dag, op welken die groote gebeurtenis tot ftand kwam, en de Amerikanen als den geboortedag van hunne vryheid befchouwen, zedert altijd is toegewijd aan godsdienstige dankbaarheid en gezellige vermaken. Het befluit, waarby de Vereënigde Volkplantingen zich aan de Regeering van Groot-Brittanje onttrokken, en voor eenen onafhanklyken Staat verklaarden, was in de volgende bewoordingen opgefteld. „ Wanneer een volk in den loop der wareldfche ,, gebeurtenisfen gedwongen wordt de Staatkundigs ge banden, waarmede het aan een ande» volk ge- hecht  en Regeeringsverm der byzondere Staten gPh 257 hecht was, los te maken, en onder de Mogend3y heden der aarde, met gelijkheid van recht, die „ afzonderlyke plaats intenemen, waartoe zy door „ de wetten en den God dernatuurbereehtigdzijn; „ is het betamelijk dat hetzelve uit eerbied vooi? „ de denkwyze van het overige menschdom, de „ 'oorzaken ontvouwe, welke die fcheiding nood. „ zakelijk gemaakt hebben." „ Het zijn by ons onbetwiste en uit zich zeiven „ baarblykelyke waarheden, dat alle menfchen in „ eenen ftaat van gelijkheid gefchapen zijn, en van „ hunnen Schepper zekere onvervreemdbare rech,, ten ontvangen hebben, waaronder het leven, de «,. vryheid en het ftreeven naar geluk; dat alle Re„ geering onder de menfchen is ingefteld om deze „ rechten te handhaven, en dat zy haar rechtmatig 3S gezag enkel ontleend van de bewilliging der ge„ nen, welke geregeerd worden ; dat, zoo haast een Regeeringsvorm deze rechten begint te fchenden, het volk recht bekoomt om dien te veranderen „ of aftefchaffen, en eene nieuwe Regeering op te „ richten, welker grondflag het op die beginzelen „ mag vestigen, en aan welker macht het die be„ werktuiging mag geven, welke aan hetzelve best „ gefchikt fchynen om zyne veiligheid en geluk „ uittewerken. De voorzichtigheid eischt buiten „ twijffel, dat men geene lang gevestigde Regee-' „ ringen, om beuzelachtige of kortftondige oor„ zaken, verandere; gelijk ook de ondervinding „ van alle tyden geleerd heeft, dat de menfchen. „ meer geneigd zijn om zich aan hunne rampen, T 5 „ zoo  3^8 Hoofdfl. XIII. Over de Onafhanklijkhsid „ zoo lang die nog draaglijk zijn, té onderwerpen, 3, dan zich zeiven recht te verfchaffen, en eene rej, geeringswyze waaraan zy gewoon zijn, tevernie. ,, tigen. Maar wanneer eene lange reeks van mis- bruiken en geweldenaryen, alle onveranderlijk 3, naar het zelfde doeleinde gericht, het zekere en 3, baarblykelyke oogmerk verraadt, om hen onder „ eene volftrekte willekeurige macht te brengen, 93 dan hebben zy het recht en dan zijn zy tevens 9, .verplicht om het juk eener dusdanige Regeering 0, aftewerpen, en zich nieuwe Opzienderstekiezen, 3J om vervolgens voor hunne veiligheid te waken. „ Zoodanig nu is het geduld dezer Volkplantingen a, in haar lyden geweest, en zoodanig is heden de ,', noodzakelijkheid, welke dezelven dringt om ha„ ren Regeeringsvorm te veranderen. De gefchie„ denis van den tegenwoordigen Koning van Groot- Brittanje is flechts eene gefchiedenis van aaneen„ gefchakelde beleedigingen en geweldenaryen, „ welke alle rechtftreeks ten doel hadden om eene „ volflagene dwingelandy over deze landen te ves3, tigen. Om dit te bewyzen, zal het ons genoeg „ zijn, de volgende zaken onder het oog eener on;„ zydige wareld te brengen." : „ Hy heeft geweigerd zyne toeftemming te ge.„ ven aan de heilzaamfte en voor het algemeene .3, welzijn noodzakelyke wetten." . „ Hy heeft zynen Landvoogden verboden wetten •„ van het uiterfte gewicht en van de dringendfte 3, noodzakelijkheid te laten doorgaan, ten zy der,, zeiver werkzaamheid opgefchort bleve tot dat « „ men  en Regeeringsvomn dar byzondere Staten &c. 2^ men zyne toeftëmming zoude verkregen hebben i en in dien ftaat van opfchorting heeft hy gansch, " en al verzuimd -om verder op dezelve te den- „ ken." \<: „ Hy heeft geweigerd om andere wetten ten be„ hoeve van aanmerkelyke landitreeken te bekrachZ tigen, ten zy het volk dezer landitreekenafftand „ deed van het recht om ook zyne vertegenwoordigers in de wetgevende Vergadering te hebben; « een recht onfchatbaar voor hetzelve en van niemand geducht, dan alleen van dwingelanden." „ Hy heeft de wetgevende Vergaderingen by„ eengeroepen op ongewoone plaatzen, alwaar de „ gerijflijkheden des levens ontbraken en welke op \\ eenen verren afftand van de bewaarplaatzen der ftaatspapieren gelegen waren, enkel met oog„ merk om die door alle deze verdrietelijkhe" den te vermoei jen , en naar zynen wil te buigen." „ Hy heeft meer dan eens Wetgevende Verga"deringen doen fcheiden, om dat zy zich tegens " zyne inbreuken op de rechten des Volks , met „ eene manlyke ftandvastigheid verzetteden." „ Na zulk eene ontbinding, heeft hy zeer lan,'gen tijd geweigerd, nieuwe verkiezingen te la* ten gefchieden, waardoor de wetgevende macht „ als niet vatbaar voor vernietiging, in den boezem „ des ganfchen volks is terug gekeerd, om door „ hetzelve uitgeoeffend te worden: terwijl in de„ zen tusfchentijd de ftaat blootgefteld bleef voor  300 Hoofdft. XIII. Over de Onafhanklijkheid „ alle de gevaren van buitenlandfche aanvallen of inwendige beroerten.'' • „ Hy heeft den aanwas van de bevolking dezer Staten getracht te beletten; en ten dien einde de ,, uitvoering der wetten omtrent het naturalizeeren „ van vreemdelingen belemmerd, zyne toeftem,, ming aan andere, ter bevordering van het ver„ huizen derwaards, geweigerd en de voorwaarden , „ waarop men nieuwe landen pleeg te aanvaarden, s, merkelijk bezwaard." „ Hy heeft den loop van de bediening des rechts „ gefluit, door zyne weigering om de wetten ra„ kende de beftelling van de richterlyke macht te „ bekrachtigen." „ Hy heeft de Richters van zijn welbehagen al„ leen afhanklijk gemaakt, door derzelver aanftelIing en afzetting aan zich te houden, en zich te„ vens meester te maken van het regelen en bèta„ len van derzelver jaarwedden." ,, Hy heeft eene menigte van nieuwe bedieningen ingefteld, en ganfche zwermen van amptenaren herwaards gezonden, om ons volk te pla„ gen en ons uit te zuigen." „ Hy heeft, in tyden van vrede en buiten toe„ ftemming van onze wetgevende Vergaderingen, „ ftaande legers in ons midden op de been gehon„ den" „ Hy heeft getracht om denkrijgsflandonafhank„ lijk van de Burgerlyke macht te maken, zelfs om 5? dien daar boven te verheffen." »Hy  en Regeeringsvorm der byzondere Staten £?Cs 301 ,, Hy heeft met anderen zamengefpannen om ons „ aan eenen rechtsdwang te onderwerpen, welke „ met onze Staatsinrichting niet te doen had, en „ welken onze wetten niet erkenden; door zyne toe„ ftemming te geven aan derzelver voorgewende „ wetgevende befluiten;" „ Om aanzienelyke benden gewapend krijgsvolk „ by ons in bezetting te leggen;" „ Om dezelve, door eene rechtspleging infchyn, „ ftraffeloosheid te bezorgen voor de moorden, welke zy aan de ingezetenen van deze Staten zou„ den gepleegd hebben; " „ Om ons allen koophandel met alle de deelen der wareld af te fnyden;" „ Om ons, zonder onze toeftemming, belaitin„ gen op te leggen;" „ Om ons, in vele gevallen, te berooven van het voorrecht om door Gezworen Goemannen gevon„ nisd te worden; " „ Om ons naar den anderen kant der zee over te „ voeren, ten einde ons daar wegens voorgewende „ misdryven te recht te ftellen; " „ Om in een aangrenzend gewest het vryezamen,, ftel der Engelfche wetten aftefchaffen, en in des„ zelfs plaats eenen willekeurigen Regeeringsvorm intevoeren, tevens met uitbreiding van deszelfs „ grenzen, ten einde'hetzelve tot een voorbeeld „ en te gelijk tot een gefchikt werktuig zoude kun„ nen ftrekken, om die zelfde willekeurige Regee- ringswyze ook in deze Volkplantingen te vesti» genj" s> Om  30i Hoofdlr. XIII.- Over de Oilafhanklijkheid „ Om ons van onze handvesten te berooven, on3, ze dierbaarfte wetten te vernietigen en onze 3, Staatsinrichtingen het onderfte boven te kee„ ren;" 3, Om de werkzaamheid van onze eigene wetge33 vende Vergaderingen op te fchorten, en zich 3, zeiven de macht te geven om in alle gevallen on3) ze Wetgevers te zijn." „ Hy heeft hier van de Regeering afftand gedaan, „ door te verklaren dat hy ons zyne befcherming }, onttrok, en door ons den oorlog aan te doen." 33 Hy heeft ons op zee geplunderd, onze kusten s, verwoest, onze fteden afgebrand, en het bloed S3' onzer ingezetenen doen frroomen. ' „ Hy laat, op dit oogenblik, eene groote legers, macht van vreemde huurlingen herwaards over« 3, voeren, om zyne werken des doods, der ver33 woesting en der dwingelandy te voltooijen, wel■33 ker eerfte aanleg airede verzeld ging met omftan9, digheden van Wreedheid en trouwloosheid, waar s, van de barbaarfte eeuwen fchaars een voorbeeld 3, opleveren, en welke althans geheel en al onwaar3, dig zijn, voor het hoofd eener befchaafde Na„ tie." „ Hy heeft onze medeburgers, welke op zee ge3J vangen genomen waren, gedwongen om de wa3, penen tegen hun eigen vaderland te voeren en de s, beulen hunner vrienden en broederen te worden, 3, of door derzelver handen om te komen." „ Hy heeft binnenlandfche opfchuddingen onder „ ons aangeftookt, en geene poogingen gefpaard, om „ de  en Regeer ingsvorm der byzondere Staten Se. 303 de onmedogenlooze wilden, tegen onze grensbe,-, wooneren optehitzen, fchoon hy weet op welke „ wreede wyze zy den oorlogvoeren, en alles zonsi der onderfcheid van jaren, kunne of ftaatvermoor„ den." ,, By elk tooneel dezer „onderdrukkingen, hebben wy hem in de eerbiedigde bewoordingen, om het herftel onzer grieven gefmeekt: maaronze herhaalde fmeekfchriften zijn niet dan met ^y nieuwe verongelyki.ngen beantwoord geworden." „ Een Vorst, wiens karakter dus met alle bedry» ven, welke eenen Dwingeland kenfchetzen, ge„ brandmerkt is, kan niet langer bevoegd zijn om M over een vry volk te heerfchen." „ Wy hebben ook niets verzuimd, met betrek„ king tot onze Britfche broederen. Wy hebben ,, hen van tijd tot tijd gewaarfchouwd wegens de „ poogingén hunner wetgevende Vergadering om „ haren reehtsdwang over ons wederrechtelijk uit ,, te breiden. Wy hebben hun de omftandigheden ,, herinnerd, onder welken wy herwaards verhuis„ den en ons hier vestigden. Wy hebben ons op „ hunne natuurlyke rechtvaardigheid en grootmoe„ digheid beroepen; en hen by de banden van on„- ze broederfchap bezworen, om die geweldena„ ryen en inbreuken aftekeuren, welke onvermy* „ delijk een einde zouden maken aan onze betrek*„ kingen en ouderlingen handel. Maar ook zy zijn „ doof geweest voor de ftemme des rechts en der natuur. Gevolglijk moeten wy berusten in de „ noodzakelijkheid, welke thans onze fcheiding >, vor«  304 Hoofdft. XIÏI. Over de Onafhanklijkheid ,, vordert, en hen even gelijk het overige mensen5, dom befchouwen als onze vyanden in oorlog en „ als onze vrienden in vrede." ,, Wy, derhalven de Vertegenwoordigers der ,, Vereënigde Staten van Amerika, ineen algemeen „ Congres byeen vergaderd, roepen den Opperften 5, Rechter van het Heelal, tot getuige van de op„ rechtheid onzer bedoelingen, en doen kond en ,, verklaren plechtiglijk by dezen, in den naam en „ van wegens het goede volk dezer Volkplantin- gen, dat deze Vereënigde Volkplantingen zijn 3, en recht hebben te zijn vrye en onafhanklyke Sta~ 3, ten; dat zy ontheven zijn van alle hulde en ge« 3, hoorzaamheid aan de kroon van Groot-Brittanje; „ dat alle Staatkundige betrekking tusfchen dezel3, ven en het Britfche Rijk van nu af aan ophoudt ,, en behoort op te houden; en dat zy als vrye en s, onafhanklyke Staten, volle macht hebben om ,, oorlog te Voeren, vrede te fluiten, Verbintenis3, fen aan te gaan, hunnen koophandel te regelen, 3, en voorts alles te doen en te verrichten, wat vrye 3, en onafhanklyke Staten van rechtswegen doen 3, en verrichten mogen. En ter bevestiging van deze verklaring, verpanden wy met een verzes, kerd vertrouwen op den byftand der Goddelyke 3, Voorzienigheid, onderling de een aan de ande,, ren ons leven, onze bezittingen en wat ons dier,, baarstis, onze eere." John Hancock, j-ïefldent. . Nieuw Hampshire Josiah Bartlktt, William Whip-  en Regeei ingsvorm der byzondere Siaten &e. goj Whipfle, Matthew Tborntqn. Maifac'hu' fetts-Baay Samuel Adams, John Adams, Robert Treat Paine, Eleridge Gerry. Rhoie-Eiland &c. Stephin Hopkins, Wïlliam Ellery Comefticut, Roger Sherman, Samuel huntington , WlLLIAM WlLLÏAMS , Olivir Wolcott. Nieuw-York, William Floyd, Philip Livingston, Francis Lewis, Lewis Morris. Nieuw-Jerfey, Richard Stockton , John Whiterspoon , Francis Hopkinson, John Hart, Abraham Clark. Pennfijlvanie., RoBert Morris , Benjamin Rush, Benjamin Frankun, John Morton, George Clymer , James Smith , Georgs Taylcr, James Wilson, George Ross. Delaware, Caesar Rodney, George Read. 'Maryland, Samuel Chase, William Paca, Thomas Stone, Charles Carroll of Carrollton. Virginie, George Wythe , Richard Henry Lee , Thomas Jefferson, Benjamin Harrison, Thomas Nelson Jun., Francis Lightfoot Leb, Carter Braxton. NoordCarolina, William Hooper, Joseph Hewes, John Penn. Zuid-Carolina, Edward Rüf3ledge , Thomas Heyward Jm., Thomas Lynch Jun., Arthur Middlkton. Georgië. Button Gwinnet, Lyman Hall, George Walton. Zedert het afkondigen van deze Verklaring verkregen alle dingen eene nieuwe gedaante. De AII. Deel. V meri-  306 Hoofdfl,. XIII. Over de Onafhanklijkheid merikanen vertoonden zich niet langer in het karakter van onderdanen, welke de wapens tegen hunnen Opperheer voerden, maar als een onafhanklijk volk, 't welk zich tegens eenen aanvallenden vyand verzet. De voorflagen en fmeekingen om zich met elkander te verzoenen waren nu ter zyde gefchoven, en het ganfche gefchil was thans tot een enkeld punt gebracht; namentlijk of de gewezene Volkplantingen van Groot-Brittanje overheerdelanden, of vrye en onafhanklyke Staten zijn zouden. De verklaring van de Onafhanklijkheid werd in alle de Staten openlijk afgekondigd, en overal met vele vreugdebedryven ontvangen. Het volk werd 'er door aangemoedigd om de rampen van den oorlog, zonder neerflachtigheid, te verduren, eh de onheilen, welke hun overkwamen, te befchouwen als de doornen, welke altijd de roos vergezellen. Het leger ontving dezelve met byzondere goedkeuring. Voor zoo verre dezelve gelden mocht, werden zy 'er door beveiligd om niet als'muitelingen geftraft te worden, en zy zagen 'er zich een doel in voqrgefteld, welks bereiking eene rechtmatige belooning voor alle de moeite en gevaren van den oorlog opleverde. Zy werden opgebeurd, wanneer zy bedachten, dat zy hun leven nu niet langer blootHelden, met het weinig beduidende oogmerk om eenige weinige onderdrukkende Parlements-Akten ingetrokken te krygen; maar dat het nu te doen was om eene nieuwe Regeering te vestigen, endaar door aan Groot-Brittanje voor altijd de macht te benemen om hen te kunnen onderdrukken. De ' .Ylei-  en Regeetïngsvorm der byzondere Staten #ei go? vïeijendë uitzichten op eeneü üïtgebreiden kööp* handel, welke voortaan van alle Britfche kluisters zoude ontheven zijn, en op het bekleedeh der eer* ampten en voordeeligë bedieningen van eenen onafhanklyken Staat begonnen nu den Volkplahtelingeü l in de oögen te fchitteren, en hen met de zwarighe* I den en de gevaren van hunnen toeftand te bevrediI gen. Maar het gene men in Groot-Brittanje alshec I voornaamfte doelwit befchouwde, had echter flechts 1 eenen ondergefchikten invloed. Terwijl zy bei fchuldigd wierden van enkel uit inzichten van gie» i righeid en ftaatszucht naar de onafhanklijkheid te I ftaan, Wenschten zy hartelijk naar eene verzoening;, I Maar na dat men hen gedwongen had om tot dien I maatregel te komen, werden deze veel vermogen» I de drijfveeren der menfchelyke daden de grootfte I hinderpalen om daar van terug te gaan, endefcherpI fte prikkels om dien te onderfteunen: en die fchei* ding, welke de Volkplantelingen eeïst gelijk een zwaren ramp vreesden, roemden zy weldra alseeiiG hunner nationale zegeningen. Wanneer de hoofden Van het Staatsbeftier in Gróót-Brittan je , om hec volk tot het wakker doorzetten van den Amerikaan^ fchen oorlog te bewegen, het denkbeeld aandron*gen dat de Volkplantelingeu naar de onafhanklijkheid ftonden, noodzaakten zy dezen om waarlijk tot dien ftap te komen; en Zy zijn het in de daad, die denzei ven hebben doorgedrongen. Door de A» merikanen keer op keer te befchuldigen dat zy eene nieuwe heerfchappy wilden oprichten, en door hen vervolgens op grond van dat. denkbeeld te willen onV 2 der-  308 Hoofdft. XIII. Over de Onafhanklijkheid derbrengen, werden voorgevens, welke oorfpronkelijk valsch waren,.door de uitkomst waar gemaakt. Toen de tyding in Groot-Brittanje aankwam dat de Volkplantingen zich onafhanklijk verklaard hadden, roemden de voorftanders der Staatsdienaren , met een zoort van zegepraal, derzelver doorzicht. „ De ftap zeiden zy, welken wy lang voor,, uit gezien hebben, is nu eindelijk gedaan." Ondertusfchen verdraaiden zy in de daad het natuurlyke beloop der zaken; en zonder te bedenken dat. zy tegen de oorfpronkelyke bedoeling der Volkplantelingen, door hunne eigene Staatkunde, eene omwenteling hadden te weeg gebracht, deden zy de verklaring van onafhanklijkheid by het volk van Groot-Brittanje voorkomen, als eene rechtvaardiging van die zelfde voorafgaande geweldenaryen, welke in waarheid derzelver bewerkende oorzaak waren. Het befluit van het Congres, waardoor de Volkplantingen van het Moederland werden afgefcheurd , was evenwel het onderwerp van veler berisping. De Volkplantelingen, zeidemen, waren te haastig geweest om in eenen maatregel te treden, van welken zy nimmer met eer konden terug komen. Maar zy antwoorden daarop, dat zy gedurende elf jaren niet opgehouden hadden by den troon om het herftel hunner bezwaren te fmeeken: daar zedert het jaar 1765 een algemeen Congres, op drie verfchillende tyden, de rechtmatigheid hunner eisfchen aangetoond, en om het genot van hunne ftaatswettige rechten gebeden had; terwijl de hooge Verga-  en Regeeringsvorm der byzondere Staten &c. 309 gaderingen der dertien Volkplantingen, elk op zich zeiven, insgelijks dien weg waren ingeflagen. Maar dat hun, wegens de onverzettelijkheid van GrootBrittanje om hen naar heuren wil te dwingen, geene andere keuze openftond, dan tusfchen eene lage onderwerping of eenen wakkeren wederftand: en dat, vermits de Britten werkelijk bezig waren om hunne kusten met eenen grooten hoop huurlingen aan te tasten, zy wel gedwongen waren om zich zeiven onafhanklijk te verklaren, ten einde van flonden aan in de mooglijkheid te zijn, om den byftand van buitenlandfche Mogendheden gevoeglijk te kunnen verzoeken. Ook werd de felle bitterheid van hun, die zich altijd tegen de eisfchen der Volkplantelingen verzet hadden, op nieuw gaande gemaakt en aangezet, door dezer ftout bedrijf van zich eensklaps aan alle gehoorzaamheid jegens het Moederland te onttrekken. Groot-Brittanje, riepen zy, had de Volkplantingen met groote kosten gefticht; zich diep in fchulden geftoken door de oorlogen, welke zy om derzelver wille gevoerd had; zy had derzelver koophandel befchermd, en dezelven tot dat vermogen en aanzien verheven, welke zy thans bezaten ; maar nu de Volkplantingen tot de volle kracht des levens waren opgegroeid, werden zy vermetel genoeg, om in de plaats van hun aandeel in de gemeene lasten van het Staatsbeftier te dragen, veeleer de voedfter harer jeugd en de befchermfter harer aankomende jaren op de ondankbaarfte wyze te verzaken, en alle betrekking op dezelve af te fryV 3 de^.  3io Hoofdft. XIII. Over de Onafhanklijkheid den. De Amerikanen erkenden wel dat zy aan GrootBrittanje groote verplichting hadden voor de befcherming, welke zy door hare zeemacht aan de kusten en den koophandel der Volkplantingen verleend had; maar beweerden tevens dat de laatsten daar voor ook vry wat betaald hadden, ingevolge van de bepalingen door de Britten op hunne koophandel geleid, „ De befchuldiging van ondanks, baarheid, zeiden zy, zoude gegrond geweest J3 zijn, indien wy trouw en gehoorzaamheid geweis, gerd hadden, terwijl wy befcherming genoten. 3, Maar wanneer dezeemacht, welke te voren den ,, koophandel en de zeefteden van Amerika bes, fchermde, aanving om den eersten te ontrusten 3, en de laatsten te verbranden, verloren alle vori3, ge verplichtingen tot gehoorzaamheid en. danks, baarheid oogenbliklijk hare kracht," Men verzekerde Heilig en rondborflig, dat de Amerikanen niets betaalden, en ook niets wilden betalen tot de uitgaven van den Staat; en men weigerde die fommen op hunne rekening te Hellen, welke zydelings op hun geheven wierden, ingevolge van hunne verplichting om geene andere goederen te gebruiken, dan welke in Groot-Brittanje gewerkt waren. Door zulke ongegronde aanmerkingen werd het volk van Groot-Brittanje tegen zyne Amerikaanfche medeburgeren opgezet. Men Helde de laatsten aan hetzelve voor als een ondankbaar volk, welk alle aandeel in de kosten van den Staat die hetzelve befchermde, weigerde te dragen, en evenmin tot de zware fchuld, waarin men ziel) zy- nent*  en Regeeringsvorm der byzondere Staten &c. 311 nenthalven geftoken had, naar evenredigheid wilde betalen. Velen der ingezetenen van Groot-Brittanje, ten aanzien van den toedracht van zaken misleid, befchouwden hunne Amerikaanfche broederen als lieden, welke door eene krijgsmacht verdienden getuchtigd te worden. Anderszins waren de beide landen zoo vast aan elkander geklonken , dat indien het volk van beide de rechte waarheid over het geheel gekend hadde, het naauwlijks moog<* lijk zoude geweest zijn om dezelven vaneen tefcheiden. Immers zoude elkuitvoerlijk ontwerp, 'twelk de veiligheid van Amerika met deszelfs ondergeschiktheid aan Groot-Brittanje had weten te vereenigen, voor het jaar 1776, ^tiid de goedkeuring der Volkplantelingen hebben weggedragen. Maar terwijl de dorst naar meerder gezag en ruimer inkomen de beftierderen van Groot-Brittanje blinddoekte, werd het volk door een verkeerd begrip van het voorgevallene en door onoprechte voorftellingen vervoerd, om derzelver dwaas beftaan te onderfteunen. Een klein getal eerlyke lieden, behoorlijk daar toe gemachtigd, hadden gemakkelijk middelen van vergelijk kunnen uitdenken, welke onder den invloed van waarheid, nederigheid en gematigdheid, de fcheuring des rijks zouden belet hebben; maar deze deugden hadden geenen invloed meer, en valschheid, trots en blinde yver bekleedden derzelver plaatzen. Had Groot-Brittanje, zelfs na de verklaring der onafhanklijkheid, het grootmoedige befluit genomen, om de Volkplantingen V 4 voor  312 Hoofdft. XIII. Over de Onafhanklijkheid voor vrye en onafhanklyke Staten te erkennen, zoo zouden zy 'er belang in gefield hebben en bereidwillig geweest zijn om eene zoodanige verbintenis in te gaan, welke aan het Moederland alle de voordeden van derzelver koophandel zoude verzekerd hebben; zonder dat hetzelve den last en de onkosten van derzelver Staatsbeftier behoefde te dragen. Maar eene verdwaasde Staatkunde deed hetzelve by het noodlottige ontwerp van dwang en overheering verblyven. Aan de beide zyden van den Oceaan , hebben velen de verklaring van onafhanklijkheid, eene ftoute, wisfelvallige en welgelukte befpiegeüng genoemd; doch de volgende gebeurtenisfen dienen ten bewyze dat zy eene wyze maatregel was^ Het kan niet ontkend worden dat eenige fchroomvallige vrienden daar door terug gehouden wierden om de Amerikanen in hunnen tegenftand tegen GrootBrittanje verder te onderfteunen; maar daarentegen vergrootte zy de wakkerheid en de eensgezindheid der genen, die meerder dapperheid en volftandigheid bezaten. Zonder dezelve, zouden de Amerikanen geen doel gehad hebben, geëvenredigd aan de gevaren, aan welke zy zich by het volharden in hunne tegenkanting tegen Groot-Brittanje, blootftelden. Indien ook de tusfchenkomst van Frankrijk een noodzakelijk vereischte was om den wederftand der Volkplantingen wel te doen uitvallen, was de verklaring van onafhanklijkheid tevens noodzakelijk; aangezien de Franfchen hunne bevoegdheid om eene verbintenis met het Congres in te gaan, uit-  m Regeeringsverm der byzondere Staten 313. aitdruklijk op deze omftandigheid gegrond hebben, dat zy de Vereënigde Staten in het bezit der onafhanklijkheid vonden. Na het verfcheuren van alle Staatkundige banden, welke Groot-Brittanje en de Volkplantingen aaneenverbonden, was de inftelling van nieuwe Regeetingsvormen onvermydelijk geworden. Zelfs was de noodzakelijkheid daar van zoo dringende, dat het Congres, reeds voor de verklaring van onaf. hanklijkheid, op den vijftienden van Bloeimaand, aan de Wetgevende Vergaderingen en de Conventien der byzondere Staten had aanbevolen, om zoodanigen Regeeringsvorm aan te nemen, als, naar hun inzien voor het geluk en de veiligheid der landzaten meest vorderlijkzijn zoude. Gedurendemeer dan twaalf maanden , was de burgermaatfchappy onder de Volkplantelingen ftaande gehouden, door de kracht van oude gebruiken en door wetten in den eenvoudigenftijl van aanbeveling. Deonvoegzaamheid om in de Gerichtshoven langer recht te doen, in naam en van wegen eenen Souverein, tegen wien men de wapens voerde, ftak elk in deoogen; en de onmooglijkheid om drie millioenen menfchen, op den duur, alleen door de banden der eer, zonder het gezag der wetten, te beftieren, was even tastbaar. Het verwerpen der Britfche heerfchappy had dus ten noodzakelyken gevolge, dat men de Regeering op eenen anderen grondflag moest vestigen. De inborst en denkwyze der Amerikanen, hunne gemeenebestgezinde gewoonten en begrippen deden hen natuurlykér wyze de Majefteit des* V 5 voiks'  314 HoofdiT:. XIII. Over ie Onafhanklijkheid yolks in de plaats Hellen van den afgedankten Koning. Doch fchoon het koninglyke gezag vernietigd wierd, bleef men echter in de meeste ondergefchikte verdeelingen van het Staatsbeftier de otkde inrichting en de vorige namen behouden. Het volk en zyne vertegenwoordigers hadden ook ten allen tyde zoo veel deels gehad in de uitoeffening .van macht, dat het verwisfelen van Opperheer naauwlijks gevoeld wierd, en de omwenteling zonder geweld of beroeringen tot Hand kwam. Door de verkiezing des volks werden byzonder burgers tot de zelfde bedieningen verheven, welke men tevoren door 's Konings aanflelling verkreeg. Het volk ontwaarde eene onafgebroken voortduring van de zegeningen der Wetten en der Regeering, onder de oude benamingen, offchoon dezelve uit den boezem eener nieuwe oppermacht voortvloeiden. De banden en tegenwichten, welke, onder de koninglyke Regeering, de macht der Volksvergaderingen beteugelden, werden gedeeltelijk vernietigd en gedeeltelijk behouden, door iets dergelijks in derzelver plaats te ftellen. De gemoedsgefteldheid van het volk gedoogde niet om aan een enkeld mensch, hoe verheven door zyne bediening of hoeuitftekend door zyne bekwaamheden hy ook zijn mochte, eene afkeurende Item te geven over het verklaarde gevoelen van de meerderheid van deszelfs vertegenwoordigers. Evenwel had hun de ondervinding van alle eeuwen ook geleerd, dat het gevaarlijk was de ganfche macht in den fchoot van eene eukelde Vergadering té vestigen. Hierom werd 'er, in elf van  en Regeeringsvorm der byzondere Staten Sc. 315 van de dertien Staten, een tweede tak van wetgeving opgericht, onder de benaming van Senaat of Raad, welke uit eenige weinigeuitgezochte mannen beftaan zoude, en welks toetreding tot een noodzakelijk vereischte gemaakt werd, om aan de befluiten van den talryker tak van Volksvertegenwoordigers de kracht van wetten te geven. De Staten van Nieuw-York en Masfachufetts gingen echter nog eenen flap verder. De eerste ftelde eenen Raadvan 'herziening (*) aan, uit den Landvoogd en de hoofden der Gerichtshoven beftaande, om tegens eene voorgeftelde wet hunne bedenkingen, in te brengen, in welk geval dezelve op nieuw in overweging zoude moeten genomen worden, en van geen gezag ziin ten zy de twee derde van de ftemmen in de beide huizen dezelve alsdan bevestigden. In Masfachufetts werd eene dergelyke macht aan den Landvoogd alleen gegeven. Georgië en Pennfijlvanie waren de beide eenigfte Staten, welker wetgevende macht flechts uit eene kamer beftond. Offchoon echter velen in deze Staten en de meerderheid in alle de anderen de voegzaamheid eener zamengeftelde wetgeving zagen en erkenden, was het evenwel zeer bezwaarlijk om eenen goeden voet uit te vinden, waarop men uit eene gelijkflachtige volksmenigte twee takken zoude mogen zamenftellen. In de Volkplantingen beftonden geene ouderfcheiden rangen, en niemand konde op eenige rechten «anfpraak maken, dan welke aan allen gemeen waren, Zommigen hadden wel ryker bezittingen dan an- (*) Council of revijten.  3i