GESCHIEDENIS van *f~rrr-&3&&f- NOORD AMERIKAANSCHE STAATSOMWENTELING. door DAVID RAMSAY M. D. Derde Deel. Uit het Engelsch vertaald. Te C A M P E N, Ter Drukkerye van J. A. de CHALMOT, M D C C X C I K   GESCHIEDENIS VAN t> E NOORD AMERIKAANSCHE STAATSOMWENTELING, veertiende hoofdstuk. De Veldtocht van het jaar 1777, inde middenjle Staten. § N f a dat het Congres de verklaring der Onaft' ÜÖ. ^anklijkheid had uitgevaardigd, bewillig, de hetzelve ook kort daar op in het oprichten vaa een leger, welks aanwezen beftendiger zijn zoude dan dat der kortftondige krijgsmacht, welke de A* merikanen tot hier toe te velde gebracht hadden. Men was eerst voornemens om hetzelve niet voor een bepaald tijdperk, maar voor zoo lang de oorlog duren zoude, aan te werven; doch toen de onder, vinding leerde, dat het volk geheel ongezind was* om zich voor zulk eenen onzekeren tijd, aan den, P. Dufc A krijgt  2 Hoofd/t. XIV De Vèldtocht van het jaar 1777 krijgsdienst te verbinden, gelaste men den werfofficieren om het aan 's volks keuze over te laten of zy zich voor den geheelenoorlog, dan alleen voor drie jaren, wilden laten aannemen; met toezegging evenwel , van eene belooning van honderd akkers land boven de zoldy en het handgeld, voor degenen die zich op de eerstgemelde voorwaarde wilden verbinden. De troepen, welke door het Congres ten dienste der Vereenigde Staten aangeworven wierden , werden vervolgens continentale , of Staten troepen , geheten. Maar offchoon 'er reeds in Herfstmaand des jaars 1776 befloten was om agten. tachtig Battaillons op de been te brengen, en de Generaal Washington, in Wintermaand daar aanvolgende, gemachtigd wierd om 'er nog zestien daarenboven in dienst teftellen, maakte echter de werving tragen voortgang tot na de gevechten te Trenton en te Princeton. Zelfs na dat tijdftip, verliep 'er door veele toevallen nog zoo veel tijds voor en aleer het nieuw aangeworven volk zich by den Opperbevelhebber konde vervoegen, dat deszelfs ganfche macht, te Morriftown en op de verfchillende voorposten, eene geheele poos, uit niet meer dan vijftienhonderd koppen beftond. Dat nogthans, byna ongelooflijk is, hielden deze vijftienhonderd man even zoo vele duizende Britten in Brunswijk opgefloten. Genoegzaam elke hoop3 welke door de laatften wierd uitgezonden, werd, met den besten uitflag, door de eerften afgeweerd, en het omliggende land op eene wyze die alle verwachting te boven ging van rust en veiligheid verzekerd. In.  in de middenfie Staten* *j Intusfchen verbaasde het iedereen dat de Brie» ten den hachlyken tusfchentijd tusfchen de ontbinding van het eene leger en de wederoprichting van een ander hadden laten voorbygaan, zonder tegen de overblyvende fchaduwe eener krijgsmacht iets van aanbelang te ondernemen. Tot hier toe wa» 'er ook geen minder gebrek geweest aan wapenen en krijgsvoorraad, dan aanmanfehappen; maar, in het voorjaar 1777, kwam 'er te Portsmouth en Nieuw Hampshire een fchip van vierentwintig Hukken uit Frankrijk aan, met meer dan elfduizend ftel wapenen en duizend vaten buskruid: terwijl 'er aan eenen anderen hoek der Vereenigde Staten» omftreeks dien zelfden tijd, ook nog tien duizend ftel wapens ontvangen wierden. Dan voor dat het koninglyke leger te velde kwam om het hoofdoogmerk van den veldtocht door te zetten, werden 'er twee ondernemingen in het werk gefteld om de Amerikaanfche magazynen te vernielen, en wel aan eenen geheel anderen oort, dan welke by de uitkomst bleek, door den Generaal HowE, tot het tooneel zyner krijgsbedryven be-ftemd te zijn. De eerfte gefchiede onder aanvoe« ring van den OverftenBiRD en de tweede onder den Generaal Majoor Fryon. De eerstgemeldelandde, op den drieëntwintigften van Lentemaand, met ongeveer vijfhonderd man * te Peekskill, omtrenc vijftig mylen van Nieuw-York. De Generaal Washington had, de krijgskommisjarisfen herbaalde reizen gewaarfchouwd, dat zy tochgeenen aanmerfcelyken voorraad van eenigerhande behoeften kort A 2 by  4 Hoofdft. XIV. De Veldtocht van]iet jaar 1777 by het water zouden laten blyven, op zulke plaatzen, waar men met fchepen konde aankomen: maar deze voorzichtige raad .was telkens in den wind geflagen. De weinige Amerikanen, welke te Peekskill lagen om aldaar de wacht te houden, Haken op de aannadering van den Overften Bird, de voornaamfte magazynen in den brand, en weken naar eene goede ftandplaats terug, op den afftand van twee of drie mylen. Doch het verlies van levensmiddelen, voeder en andere goederen van waarde was zeer aanzienlijk. De Generaal Majoor Fryon ging, met eene bende van tweeduizend man te Nieuw-York fcheep, zeilde de zeeëngte achter Long-Eiland langs, en lande tusfchen Fairfield en Norwalk op den zesentwintigften van Grasmaand. Zy trokken, vervolgens zonder eenige verhindering door het land, en kwamen binnen omtrent twintig uuren, te Danbury. Op derzelver aannadering, verlieten de weinige Staten troepen, welke daar lagen, de Stad; en de Britten begonnen vervolgens te branden en te vernielen; doch onthielden zich om aan de bezittingen der genen, welke als koningsgezinden bekend ftonden, eenig nadeel toetebrengen. Agttien huizen, agthonderd oxhoofden fpek en rundvleesch, agthonderd vaten meel, tweeduizend fchepels koorn t zeventienhonderd tenten, en eenige andere goederen , gingen by deze gelegenheid voor de Amerikanen verloren. De Generaals Wooster, Arnold en Silliman, in alleryl eenige honderd ingezetenen byeen gebracht hebbende, maakten echter fch'ik-  in de middenfte Staten. 5 fchikkingen om den tocht van 's Konings troepen te belemmeren; doch de geweeren van het volk, welke by deze gelegenheid optoog, waren door den zwaren regen byna onbruikbaar geworden, en de manfehappen, door eenen tocht van dertig mylen op eenen dag afgemat. Des niettegenftaande werden 'er zulke fchikkingen gemaakt, en het volk op zulke voordeelige posten gefield, dat zy zich ia fiaat bevonden om den vyandelyken hoop, by zynen terugtocht naar de fchepen, veel nadeels toe te brengen. Door eenen gezwinden aantocht kwam de Generaal Arnold met vijfhonderdman hen vooruit te Ridgefield, flopte en verfchanschte metterhaast den weg, maakte een aanhoudend vuur op hun en ftond hunnen aanval door, tot dat zy zich op eenige rotsachtige heuvels aan zyne linkerzyde genesteld fladdert Na dat de Britten deze hoogte bereikt hadden, vuurde een gansch pelotton te gelijk op den Generaal Arnold, op den afftand van noch geen honderd voeten. Zijn paard werd dood gefchoten maar hy kreeg geen letzel, en terwijl hy doende was om zich van het paard los te maken, liep een foldaat toe om hem met het bajonet overhoop te fteken, doch hy fchoot dezen met het pistool ter neder, en kwam 'er vervolgens behouden af. Midlerwijl vervolgden de Amerikanen, in verfchillende afgezonderde benden den vyand, en ontrusteden aanhoudend deszelfs achterhoede, door van eene menigte posten een ongeregeld en loopend vuur op denzelven temaken, tot dat hy wederom zyne landingplaats bereikt had. •A 3 D©  4 Hoafdft. XXV. De Veldtocht van het jaar 1777 De Britten hadden het oogmerk hunner onder, neming bereikt, doch zy kwam hun duur te ftaan, daar zy tusfchen de twee en drie honderd man aan dooden, gekwetften en gevangenen telden. Het verlies der Amerikanen bedroeg omtrent twintig dooden en veertig gekwetften. Onder de eerften was Dr. Atwater, een heer van een zeer achtingwaardig karakter en van grooten invloed. Onder de laatften was de Overfte Lamb. De Generaal Wooster, een grijsaard van zeventig jaren, gedroeg zich met de wakkerheid en den moed eens jongelings, en ontving eenedoodelykewonde, terwijl hy de vryheden zijns vaderlands roemruchtig verdeedigde. Het Congres befloot ter zyner gedachtenis een gedenkteekenop te richten, als eene erkentenis voor zyne deugden en bewezen dienften. Ook werd befloten om den Generaal Arnold, uit raam van het Congres, een paard met de volle rusting aan te bieden, tot een teeken van goedkeuring wegens zijn dapper gedrag. Noch geen maand na dezen ftroop op Danbyry, ftak de Overfte Meigs, een ondernemend Amerikaansch Officier, met eene bende van ongeveer honderd en zeventig Amerikanen, in fcheepslloepen, over de zeeëngte, welke Long-Eiland van Connecticut fcheidt; hy verbrande vervolgens twaalf brikken en floepen, welke den Britten toebehoorden en vernielde daar by eene aanzienelyke hoeveelheid voeder en andere goederen, welke zy tot hun gebruik op dat Eiland te Saggharbour byeen gebracht hadden. Tevens doodde hy 'er zes Britfche folda- ten  in de nriddenjle Staten* s,hing. ton tot eenen veldflag te beweegen, en lietgeenên kunstgreep onbeproefd, welke gefchiktzijn konde A * om  ito Hoofdft. XIV. De Veldtocht van het jaar 1777 om denzelven tot het verlaten zyner ftandplaatS uit te lokken. Dan eens maakte hy de vertooning als of hy voor had door te dringen, zonder zich te ftooren aan het leger, welk hem tegenftond. Op een ander tijd onderzocht hy met alle naauwkeurig. heid de gefteldheid der Amerikaanfche legerplaats, hopende hier of daar eene'kwalijk bezette plaats te vinden, waar op hy eenen aanval zoude kunnen doen , welke hem den weg tot eenen algemeenen veldflag konde banen. Maar hy vond zich in zynehoop bedrogen. De Generaal Washington kende de ganfche waarde van zyne ftandplaats. Hy had te veel doorzicht, om zich dezelve door bedrieglyke krijgsbewegingen te laten ontrooven, en te veel koelzinnigheid, om dezelve, op 's vyands tergende uitdagingen, te verlaten. Bovendien was hy volkomen overtuigd, dat het belang van zijn Vaderland geenszins medebracht om deszelfs lot aan eenen enkeldea veldflag te wagen. Op den vier- en- twintigften van Zomermaand, verliet de Generaal Howe eensklaps zyne ftandplaats vlak over de Amerikanen, en trok met zijn ganfche macht achteruit naar Amboy. De infehijn terugwykende Britten, werden door eene aanzienlyke bende van het Amerikaanfche leger vervolgd, en de Generaal Washington rukte van Middlebrook voorwaards naar Quebbletown, ten einde by de hand te zijn om zyne voorposten te kunnen onderfteunen. Onmiddelijk hier op deed de Britfche Generaal zijn leger vaD Amboy wederom aanrukken, mee  in de middenfte Staten^ jj met de grootfte vaardigheid, en in hoop van het nu, op eenen voor beide legers even voordeeligen grond, tot een treffen te zullen brengen. Doch hy zag zich ook ditmaal teleur gefield. De Generaal Washington trok insgelijks wederom terug, en plaatfte zijn leger in zulk eenen voordeeligen Itand, dat daar door zyne minderheid in manfehappen rykelijk vergoed wierd. Sir William Howe was nu ten vollen overtuigd van de onmogelijkheid, om de Amerikanen, met gelijk voordeel, tot een algemeen gevecht te kunnen noodzaken; en hy had tevens klaarblykelijk gezien dat het veel te gevaarlijk zijn zoude, om den overtocht over de Delaware te beproeven, terwijl het ganfche land onder de wapenen was, en hy het hoofdleger der Amenkanen in volle kracht achter den rug had. Gevolglijk keerde hy naar Amboy terug, en ftak van daar over op het Staten-Eiland, befloten hebbende om het doel van dezen veldtocht, langs eenen anderen weg, te bejagen. Ondertusfcheri waren de wezenlyke oogmerken van den Generaal Howe, gedurende al den tijd dezer bewegingen, met eene groote duisternis omgeven. Offchoon het jaargetyde voor de krijgsverrichtingen reeds verliep en tot Hooimaand gevorderd was, had men zijn bepaalde doelwit noch niet kunnen ontdekken; daar hy tot hier toe niets verricht had, dan heen en weder te trekken. De verlegenheid van den Generaal Washington ten dezen opzichte werd nog vermeerderd, door het ingekomene bericht, dat Burgoyne met eene groote macht, uit Canada naar Nieuw-York in aantocht  \-ï Hoofdft. XIV. De Veldtocht van het jaar 1777 tocht was. Vrezende deshalven, dat Howe ten laatften langs de Noord-Rivier zoude optrekken3 en dat deszelfs bewegingen , welke eene zuidelyke bedoeling fcheenen aan te duiden, enkel gefchikt waren om hem te misleiden, deed de Amerikaanfche Veldheer eene Brigade tot verfterking van de Noordelyke Afdeeling zijns legers optrekken. Achtereenvolgende berichten van het voortrukken van Burgoyne, begunftigden het vermoeden dat men eene vereeniging van de beide Koninglyke legers te Albany in den zin had. Weshalven de Generaal Washington eenige troepen naar den kant van Trenton liet trekken; terwijl het gros des legers zich by de Clove had nedergeflagen, gereed om Zuid- of Noordwaards aanterukken, na dat de bewegingen van Sir William Howe zulks zouden vereisfchen. Eindelijk vertrok het grootfte gedeelte van 's Konings leger, te weten zes- en- dertig Battaillons Britten en Hesfen met een Regiment ligte paarde en eene bende Koningsgezinde Provincialen, de Jagers van de Koningin genaamd, benevens eene machtige Artillery, bedragende in het geheel wel zestienduizend man, van Sandyhook, koers zettende, zoo men verhaalde, naar het Zuiden. Omftreeks den tijd dat dit volk wierd ingefcheept, onderfchepte men eenen brief van Howe aan den Generaal Burgoyne, behelzende-een bericht, dat de troepen naar Nieuw-Hampshire beftemd waren. Doch het bedoelde bedrog was zoo min bewimpeld, dat deze brief, gevoegd by het bericht van de infcheping des Britfchen legers juist ee*  in de middenfie Staten, !2 eene tegenftrydige uitwerking had: daar de Generaal Washington, nog binnen het uur na hét ontvangen van denzelven, bevel gaf om met het legeï Zuidwaards aan te trekken. Hy was echter by zich zeiven zoo zeer overtuigd, dat het ware belang van Howe vorderde om Burgoyne te gemoet te trekken, dat hy het Amerikaanfche leger, eenigentijd, by de Delaware liet vertoeven, in het vermoeden dat de fchijnbare tocht van 's Konings leger naar het zuiden flechts eene valfche beweging was, gefchikt om hem des te verder van de Noord-Rivier te verwyderen. Ondertusfchen was de Britfche Vloot, na haar vertrek van Sandyhook, eene ganfche week op zee, voor dat zykaap Hinlopen bereikte: maar toen zy op die hoogte gekomen was, Het de1 Generaal Howe, om redenen welke niet gemaklijk te gisfen zijn, het denkbeeld varen om de Delaware op tezeilen en zoo naarPhiladelphia door te dringen, en befloot liever eenen omweg te nemen, en de Cheafapeak in te lïevenen. Misfchien rekende hy aanzienelyke verwerkingen te zullen ontvangen van de talryke Koningsgezinden in Maryland en Delaware; of mooglijk vreesde hy voor de hinderpalen, welke door de Penfijlvaniers in de Delaware geleid waren. Doch byaldien deze zyne redenen geweest zijn, vond hy zich ten aanzien van beide bedrogen. Van de Koningsgezinden trok hy geen voordeel, en de hinderpalen in de rivier hadden zyne fchepen geen nadeel kunnen toebrengen, indien hy de troepen ontfcheept had te Newcastlea het welk veertien mylen dichter by Phi- h.  I4. Hoofdft. XIV. De Veldtocht van het jaar 1777 iadelphia gelegen is, dan het hoofd der Cheafapeak Na dat de Britfche vloot van de hoofden der Delaware den fteven afwende, had zy eene verdrietige en ongemaklyke reis van twintig dagen voor dat zy de kapen van Virginie bereikte; doch op den vijfentwintigften van Oogstmaand, zeilde zy, met eenen voordeeligen wind, de baay in, en landde te Turkey-point. Midlerwijl had de omftandigheid van het wederom in zee fteken der Britfche vloot Ba zich even in de Delaware vertoond te hebben, de vrees vermeerderd, welke men reeds te voren had opgevat, dat het alles fiechts eene krijgslist was, om het Amerikaanfche leger des te verder van de Noord-Rivier af te trekken, en zoo te maken dat hetzelve niet by der hand zijn konde om zich tegen de vereeniging van Howe met Burgoyne aan te kanten. Gevolglijk trok Washington wederom terug en plaatfte zich zoo wat tusfehen beiden, ten einde in ftaat te zijn óm'of met 'er haast naar de-NoordRivier terug te keeren of verder voorwaards te trekken om Philadelphia te onderfteunen. Van deBritfche vloot, wierd zedert zy van de hoofden der Delaware vertrokken was, in byna drie weeken niets vernomen, uitgezonderd dat zy eens of tweemalen dicht by de kust gezien was, koers houdende naar het Zuiden. Een krijgsraad, op den een en twintigften van Oogstmaand, te Neshaminy, niet ver van Philadelphia, byeengekomen, was eenparig van gevoelen, dat het naar alle waarfchynelijkheid op Charlestown in Zuid-Carolina gemunt was, en dat het  in de middenjle Staten. ij het leger met geene mooglijkheid tydig genoeg zoude kunnen aanrukken om hetzelve te hulp te komen. Men befloot derhalven te beproeven, om het verlies van Charlestown, het welk men onvermydelijk rekende, te vergoeden, het zy door eeneonderneming op het eiland van Nieuw-York, het zy door zich met het noordelijk leger te vereenigen eri Burgoyne met des te grooter macht het hoofd te bieden; overeenkomftig nu met dit nieuwe ontwerp, werd 'er eene kleine verandering in de ftandplaats van het leger gemaakt. Maar daags voor dat het gemelde befluit genomen werd, was de Britfche Vloot in de Cheafapeak gekomen, en de tyding daar van, welke in weinige dagen het Amerikaanfche leger bereikte, deed dien nevel van onzekerheid opklaren, welke de bewegingen van den Generaal Howe tot hier toe bedekt hadden. De Amerikaanfche krijgsmacht werd hier op terftond in beweging gebracht om den vyand tegen te trekken. Zy beftond op papier in veertien duizend man, doch de werkelyke macht, waar op men, als het op een vechten gaan zoude, rekenen konde, bedroeg niet veel meer dan agtduizend koppen. Ondertusfchen deed men die, op den tocht door Philadelphia, eene alleszins verzekerde houding aannemen, ten einde de burgers af te fchrikken van zich niet by de Britten te voegen: terwijl omftreeks den zelfden tijd eenige der voornaamfte ingezetenen dezer Stad, op vermoeden van kwalijk gezind te zijn, jegens de Amerikaanfche zaak, in verze- ke.  r$ HooFdft. XIV. De Veldtocht van het jaar 1777 leering genomen en naar Virginie gezonden wierden. Kort na dat de Generaal Howe zyne krijgsmacht in Maryland ontfeheept had, deed hy eene verklaring uitgaan, om de ingezetenen kennis te geven, dathyde ftrengfte bevelen had uitgevaardigd, „ ten „ einde zyne troepen goede orde en krijgstucht te doen onderhouden, en dat hy de voorbeeldigfte „ ftraf zoude oefFenen, over allen die zich verftou- ten durfden om den eigendom van zyner Maje„ fteits welgezinde onderdanen te plunderen, of „ dezelven in hunne perfoonen eenig letzel toe te M brengen." Het fcheen dus als of hy de gevolgen der plunderingen, welke zijn leger in den Staat van Nieuw-Jerfey zonder aanzien van perfoonen had aangericht, wel doorzien hebbende, befloten had een wyzer en Staatkundiger gedrag te houden; doch welke ook de oogmerken zyner Lordfchap mogen geweest zijn, zy werden althands in geenen deele door zyne troepen naargekomen» Vervolgens brak het Koninglyke leger, op den derden van Herfstmaand, van de oostelyke hoofden der Cheafapeak op, met eene wakkerheid, welke alle de verfchillende vertragingen, waar mede tot hier toe de veldtocht verfpild was, fcheen te sullen vergoeden. De tenten en de pakkaadje werden achtergelaten, en men liet het voor zijn toekomftige gerijf aankomen op de kwartieren, welke men zich met de wapenen zoude verfchaffen. Zy rukten met ftoutmoedigheid voort tot op den afftand  in de ndddenjte Staten* § j ftand van twee mylen van het Amerikaanfche le~ L ger, welk toen niet ver van Newport ftond. De Generaal Washington deed hier op terftónd ziin leger van ftandplaats veranderen, en floeg hetzelve neder op den hoogen grond by Cfiadds-doorvaart, s?an de Brandewine-kreek, met oogmerk om den vyand den overtocht te betwisten. Het was dö wehsch, doch geenszins het belang .der Amerikanen, om hunne krachten in een gevecht te beproeven. Hunne geregelde troepen waren niet alleen veel minder geoeffend, maar ook veel minder in getal dan 's Konings leger. Ondertusfchen bracht het gevoelen der ingezetenen, fchoon op geene gegrom der omftandigheden gevestigd dan op hunne Wufte wenfchen,den Generaal Washington in eenefoort van noodzakelijkheid, om den vyand het hoofd te bieden, en voor de zekerheid van Philadelphia eenen veldflag te wagen. Had hy, in ffede hiervan., zich op den reeks van hooge bergen ter rechte hand gehouden, de Britten zouden zyne macht ontzien hebben, en hem naar alle waarfchijnlijkheid landsaards in gevolgd zijn. Op deze wyze had de veldtocht een noodlottig einde voor den vyand kunnen nemen; maar het gros van het Amerikaanfche volk was zoo ongeduldig om de zaak ten einde te zien 4 :n had zulke overdrevene begrippen van de macht tn de dapperheid van het leger, dat het de wijsleid en de ftaatkunde der bewegingen, Welke gechikt waren om een algemeen treffen tevermyden, liet konde begrypen. In deze omftandigheid eischte de noödïakelijk* HL Dui. B Ui*  18 Hoofdft. XIV. Di Veldtocht van het jaar 1777 heid om eene offerhande te plengen op den altaar van het heerfchende gevoelen. Men waagde derhalven eenen.algemeenen veldflag; en deze had plaats, op den elfden van Herfstmaand, byChadds doorvaart, aan de Brandewine, eene kleine rivier, welke zich ontlast in de Christiana-kreek, niet verre boven den famonloop van deze met de Delaware. Met het aanbreken van den dag, rukte het Koninglyke leger in twee kolommen aan, onder het hevel van den Luitenant-Generaal Kniphauzen en van Lord Cornwallis. De eerste trok rechtftreeks op Chadds doorvaart aan, en maakte de vertooning om 'er over te willen trekken, in het gezicht van den middentocht des Amerikaanfchen legers. Ten zelfden tyde toog de andere kolom langs de westkant der Brandewine op, tot daar dezelve zich in tweeën verdeeld, trok die beide armen des achtermiddags te twee uuren over, en toen langs de oostzyde wederom naar beneden, met oogmerk om den rechter vleugel hunner vyanden te omcingelen. Dit gelukte hun, en zy noodzaakten de Amerikanen met groot verlies tot den aftocht. De Genexaal Kniphausen hield hen op, met de vertooning te maken als of hy den doorvaart wilde overtrekken, doch ondernam zulks niet voor datLord Corn. wallis de rivier boven overgetrokken, en langs de overzyde wederom benedenwaards gerukt zijnde, den aanval begonnen had. Toen trok Kniphausen insgelijks den doorvaart over, en taste de troepen aan, welke denzelven moesten verdeedigen, en na een zeer fcherp gevecht gedwongen & wier .  in de middetifie Staten. 15 wierden om te wyken. Hier op volgde Weldra daalgemeene aftocht der Amerikanen welke na Chester weken, onder bedekking der Brigade van den Ge» neraal Weeden, welke in de beste orde terugtrok» De eindelyke uitkomst van eenen veldflag hangt dikwijls af van omftandigheden, welke boven het bereik van alle menfehelyke voorzorg zijn. Zulk eene had ook hier plaats, en verhinderde den Generaal Washington in het volvoeren van eenen ftouten aanflag, waar toe de troepen reeds werkelijk in beweging gebracht waren: namentlijk om de Brandewine over te trekken en den Generaal Kniphausen öan te tasten; terwijl de Generaal Suttrvan en Lord Stirling den Graaf van .Cornwal;Lis in bedwang moesten houden. Maar juist op hetbeflisfende oógenblik, krijgt de Generaal Washington een bericht, waar aan hy geen geloof kon weigeren, dat de kolom van den Lord Cornwallis maar eene valfche beweging gemaakt had, en reeds terug keerde om zich met Kniphaüsen te vereenigen. Dit belette de uitvoering van een ontwerp., het welk werkftellig gemaakt zijnde, naastdenkelijk eenen geheel anderen draay aan de gebeurtenisfen van dien dag zoude gegeven hebben. De dooden en gekwetften van 's Konings leger bedroegen een. getal van ongeveer zeshonderd. Het verlies der Amerikanen was eens zoo veel; Onder hunne gejewetften werden twee Staf-Officieren geteld, de Marquis de la Fayette en de Generaal Woodford. De eerstgemelde was een Fransch Edelman faa hoogenrang, die met vryheidsliefde bezield, B 3 stijn  2ö Hoofdft. XIV. De Veldtocht van het jaar 1777 zrjn vaderland had verlaten en het Congres zyneft dienst aangeboden. Terwijl hy nog in Frankrijk efi flechts negentien jaren oud was, koos hy, mee d~n belangeloosten en edelmoedigftenyver, de party der Amerikanen. Wanneer hy het befluit genomen had om zich by hen te voegen, gaf hy kennis van zyne voornemens aan de Amerikaanfche Gevolmachtigden te Parijs, die te recht begrepen, dat een voorftander van zoo veel aangelegenheids voor hunne zaak van veel dienst zijn könde, en hem daarom in zijn befluit aanmoedigde. Maar voor dat hy uit Frankrijk fcheep ging, kwam 'er tyding in Europa, dat de Amerikaanfche muitelingen op tweeduizend man verfmolten waren, en voor eene Britfche krijgsmacht van dertigduizend man door NieuwJerfey vloden. In deze omftandigheden oordeelden de Amerikaanfche Gevolmachtigden te Parijs, dat de eerlijkheid vorderde om hem het voortzetten van zyne gevaarlyke onderneming Voor het tegenwoordige af te raden. Doch hunnen weimenenden raad vondt geen ingang byhem. Zijn yver om een onderdrukt land te dienen, Werd door deszelfsrampfpoedeneerder aangevuurd dan verkoeld. Hy ging dus fcheep in een vaartuig, 't welk hy tot dit oogmerk gekocht had , en kwam in het begin des jaars 1777 te Charlestown aan, van waar hy zich ten eersten by het leger voegde. Het Congres befloot om hem by het leger den rang van Generaal-Majoor te geven, ,, uit aanmer„ king van zynen yver, zijn doorluchtig geflacht ,, en zyne betrekkingen." Behalven het gevaar,1 welkhy liep als Amerikaansch Officier, waagde hy zyne  in de middenfte Staten* 2Ï ayne ryke bezittingen, ingevolge de Franfchewetten, en ftelde zijn perfoon bloot om in de gevangenis geworpen te worden, ingevalle hy op de reis naar de Vereenigde Staten genomen wierd, zonder door eenige Natie erkend te worden; dewijl zijn Hof hem verboden hebbende om naar Amerika te vertrekken, hevelen naar de West-Indiën had afgezonden, om hem in hechtenis te nemen, wanneer men hem daar mogte aantreffen. Deze dappere edelman, die niettegenfraande alle deze ongelegenheden zyne welmenendheid jegens de Vereenigde Staten aan den dag geleid had, kreeg in het gevecht aan de Brandewine, eene wonde indedye, doch Weef evenwel, by het leger, en deed zijn best om de Amerikanen door woorden en voorbeeld wederom tot ftaan te brengen. Meer andere vreemdelingen van aanzien hadden deel aan dit gevecht De Graaf Puxawski, een Poolsch edelman, en de zelfde die weinige jaren te voren den Koning Stahislaus., fchoon door eene talryke lyfwacht en een Rusfisch leger omringd, uit de hoofdftad had weg,gevoerd, ftreed aan de zyde der Amerikanen, by de Brandewine. Hy was een oorlogsheld, en zogt altijd naar de gevaarlijkfte post als de post van eer. Kort na dezen flag werd hem door het Congres het bevel over de Ruitery opgedragen, met den rang van Brigadier-Generaal. Monlieur do Condray een Fransch Officier van hoogen rang en groote bekwaamheden , verdronk omtrent dezen tijd in de rivier Schuylkill, terwijl hy op weg was om zich uit Philadelphia naar het leger te begeven. B 3 Hy  || Hopfdft, XIV. De Veldtocht van het jaar 1777 Hy had het ongeluk, op een driftig paard zittende| £e plathoomde pont in te ryden, en niet in ftaat zijnde om het in zynen loop tegen te houden, was het aan. deahderezyde derpont, met zynen ruiter op den in de rivier gefprongen. In den avond naar het gevecht aan deBrandewines toögen eenige Britfche manfehappen naar Wiiming. ï0n^ en kregen 'er den Voorzitter M. Kinley gevangen; zy maakten zich insgelijks meester van eeïie floep, met de kostbaarfte goederen der ingezetenen beladen. Howe volharde in zijn ontwerp omderechterzyde der Amerikanen te overwinnen; en dit werd met geen minder ftandvastigheid aan de eene zydegezogt, dan aan de andere zyde vermijd. Zelfs rukte de Generaal Washington na verloop van weinig dagen wederom voorwaards, met voornemen om eenen tweeden flag te wagen; en was dien ten gevolge reeds, tot aan de herberg de Warand, op den weg naar Lankaster, genaderd, Op den achttienden van Herfstmaand', ftonden de beide legers op het punt om"met alle hunne macht, in 'den omtrek van die plaüts, flaags te raken, doch werden daar in verhinderd door eenen geweldigen regen, welke gedurende eenen ganfehen dag en nacht voortduurde* Toen de regen ophield, bevonden de Amerikanen dat hun buskruid geheel en al bedorven was. Dit deed hen naar eene veilige wijkplaats aftrekken ; en eer zy van eenen genoegzamen voorraad op nieuw voorzien waren, hadden de Britten hunne ftandplaatsby de Tref berg "het Witte Paard verlaten, en r trok-  in de middenfte Staten* ^ trokken benedenwaards naar dén doorvaart Van Zwedes. De Amerikanen vatteden wederom post vlak tegen over hunnen vyand, maar deze in de plaats van hun tot een gevecht te noodzaken, begon we* derom hooger op te trekken, naar den kant- van Reading. Om de magazynen, welke in die plaats opgericht waren te beveiligen, zag Washington zich genoodzaakt van ftandplaats te veranderen en de Britten in het ongeftoord bezit te laten van de wegen welke naar Philadelphia leiden. Ook waren zyne troepen geheel afgemat door den aanhoudenden ftrengen dienst; en 'er bevonden zich meer dan duizend man in zijn leger welke barvoets gingen, en in dien ftaat alle dv. gemelde bewegingen mede hadden moeten doen.' Omftreeks dezen tijd leden de Amerikanen nog een aanmerkelijk verlies by eenen aanval in den nacht, onder het beleid van den Generaal Grey, op een gedeelte hunner troepen, welk by de herberg de Paoli gelegerd was. De buitenposten en veldwachten werden in flilte overweldigd, omtrent een uur na middernacht, Het volk had naauwlijks tijd om uit te rukken, en toen zy voor den dag kwamen, fchaarden zy zich ongelukkiglijk in het licht hunner vuren. Dit wees den Britten hoe en werwaards aan terukken, zoo dat zy op de Amerikanen invielen en 'er driehonderd afmaakten zonder veel geruchts te maken, en zonder zich van eenig ander geweer dan van het bajonet te ; bedienen. De onderneming was met zoo veel overlegs beftierd geworden, dat de aanvallers niet meer dan agt man verloren. B 4 Hei  $4 Hoofd ft. XIV..,, De JftMtachi van het jaar 1777 Het Congres, welk, na een kort verblif te Baki. more, wederom naar Philadelphia terug gekeerd" ■was, zag zich ten tweedenmaale verplicht om zyne veiligheid in de vlucht te zoeken. Het week dus in de eerste plaats naar Lankaster en vervolgens naar Yorktown. Sir William Howe , het gros des Britfchen legers te Germantown gelaten hebbende, deed met een klein gedeelte van hetzelve, op den zesentwintigften van Herfstmaand , zyne zegepralende intrede te Philadelphia; alwaar hy met hartelyke vreugde verwelkomt wierd door een groot aantal burgers., Welke uit hoofde van hun geweten, bloohartigheid, eigenbelang of grondbeginzelen, zich tot hier toe van de werkzame voorftanders der omwenteling hadden oaderfcheiden. Door het bemachtigen van de grootfte Stad der Vereenigde Staten, en tevens door het verftrooijen van die groote Vergadering, welke tot hier toe het hooge bewind van 's Hands zaken in handen had, was derzei ver lot, in de oogen der kortzichtige lieden , beilist. De onderwerping der landen is ook veelal het gevolg geweest van de overheering hunner hoofdlieden; maar in den grootften ftrijd om de Oppermacht der Vereenigde Staten, ruste het gefchil niet op een enkeld hoofd of op eene Vergadering van hoofden, en was ook niet af te doen door hel bemachtigen of verliezen van eenige byzondere plaats. Het was de geest des volks, de begrippen en de gevoelens van de vryheidlievende ingezetenen des lands, waar van de beflisfing afhing 5 offchoon deBrit- ten  in de mddsnfle Staten. ^ fche krijgsmacht haren zetel in Philadelphia gevestigd had, was echter het land niet ondergebracht» zoo lang het gros der ingezetenen van de Vereenigde Staten zich tegen hare regeering bleef verzetten Integendeel fielden de Staatkundigen van dieper doorzicht zich voor, dat de weelde en overdaad eener groote Stad de Britfche troepen zoodanig zouden verflappen, dat zy ongefchikt zouden worden voor die kloeke en moeijelyke bedryven , waar toe zy gemaklijk konden gebracht worden, zoo Jangzy, onder vele ongemakken, inhetopeneveld gelegerd waren. Om voor te komen dat de behaalde voordeden der Britten geenen nadeeligen indruk voor de zaken van Amerika in Frankrijk te weeg brachten, gaf Dr. Franklin daar aan eenen geestigen draai, door aan te merken, dat men in plaats van te zeggen dat Howe Philadelphia had ingenomen, veel gevoeglyker zeggen konde, dat Philadelphia S,ir Wixuam Howe genomen had, Na dat de Britten de Stad in bezit genomen hadden, was eene hunner eerste bezigheden het aanleggen van hatteryen, om de rivier te kunnen beftryken, en de Stad tegens eenen aanval van de waterkant in veiligheid te ftellen. Door de beletzelen welke hy Meed-eiland in de rivier gemaakt waren, en waar van wy henedeu eene befchry ving zullen geven, werd de Britfche fcheepsmacht verhinderd om de Delaware op te zeilen, en Philadelphia fchoon door het Britfche leger bezet, liep echter gevaar yan de Amerikaanfche fchepen, welke op de  ao" Hoofdft, XIV. De Veldtocht vm het jaar 1777 xivier waren. Ook kwam het Amerikaanfche Fregat de Delaware op eenen afftand van ruim honderd toeden voor de onvoltooide batteryen ten anker, en begon eene hevige kanonade tegen de batteryen en de Stad, waar in zy van eenige minder fchepen onderfteund wierd; maar met het vallend ty raakte het fchip de Delaware genaamd aan den grond, en in dien ftaatvinnig uit de Stad befchoten wordende, werd het ras genoodzaakt om zich over te geven ; waarop de overige Amerikaanfche fchepen afhielden, vermits zy fcdert het overmeesteren van het grootfte fchip , tegen het vuur der batteryen onbeftand waren. De Generaal Washington, eeneverfterkingvan vijfentwintig honderd man van Peekskil en uit Virginie gekregen hebbende, en daar by onderricht zijnde, dat de Generaal Howe een aanmerkelijk gedeelte zyner macht had afgezonden om de fterkten aan de Delaware te overmeesteren, vatte het voornemen op om de Britfche post te Germantown aan te tasten. De lijn hunner legering doorfneed de Stad met rechte hoeken, niet verre van het middenpunt. 'De linkervleugel ftootte tegen de Schuylkill in, werd in het fpits door de jagers te paard en te voet gedekt, De Amerikaanfche jagers der Koningin en een Battailjon ligt voetvolk dekten den rechtervleugel. Het veertigfte Regiment benevens nog een Battailjon ligte troepen ftonden op den weg van Chesnuthill, een kwartier uur voorwaards, en Lord Cornwaixis lag met vier Grenadier Battailjons te Philadelphia. Een klein getal Staf-Officieren van het Amerikaanfche leger, wier raad by deze gelegen-  in de mj.ddenfte Stateft. zi genheid werd ingenomen, keurde eenfremmig den aanval goed; en men kwam overeen om den vyand t>p onderfcheidene plaatzen aan te tasten, ten einde de verwarring grooter te maken, en te beletten dat de verfchillende afdeelingen der Britfche macht elkander onderfteunden. Uit vreze dat de Amerikanen , by gebrek aan genoegzame krijgstucht, in eenen aanval van langen duur geen ftand zouden 'houden, werd befloten om den vyand fchielijk en met kracht aan te tasten, en ingevalle zy niet Haagden, fpoedig op den aftocht te denken. Voorts, •moesten de afdeelingen van Sullivan en Wayne, op de zyden door de Brigade van Conway gedekt langs den weg van Chesnuthill in de Stad dringen, terwijl de Generaal Armstrong met de landmilitie van Philadelphia, den weg van Manatawny zoude afzakken om de Britten aan den linkervleugel- en van achteren op te komen. De afdeelingen van Greene en Stephens, onder bedekking van de Brigade van Macdougal, moesten langs den weg van de kalkovens indringen. De landmilitie van Maryland en Jerfey, onder het bevel van de Generaals Smallwood en Furman, kreeg bevel om langs den ouden weg van York aan te rukken, en den rechtervleugel van achteren aan te tasten. Eindelijk zoude Lord Stirling met de Brigaden van Nashe en Maxwell eene achterhoede uitmaken. Onder deze fchikkingen, begonnen de Amerikanen, op den vierden van Wijnmaand, met zonnen opgang, den aanval op het veertigfte Regiment en een  «B Hoofdft. XIV, De Veldtocht vqy het jaar 1777 een Battailjon Jigte troepen, welke beide aan het wyken gebracht en tot in de plaats vervolgd wier. den. Maar op dien aftocht wierp zich de OverfteLuitenant Musgrove, met zes Compagnien in het fterke fteenen huis van den Heer Chew, welk vlak in het fpits der Amerikanen lag: en men befloot dus om de bende in hetzelve aan, te tasten; uit achtervolging van den grondregel der krijgskunde, om nimmer eene verfterkte post achter zich te laten, Midlerwijl daagde ook de Generaal Greene met zyne kolom op, en viel op den rechtervleugel aan. De Overfte Matthews wierp eenen hoop Britten, welke hem tegenftonden, overhoop, doode'er velen, en kreeg honderd en tien gevangenen, doch door het donkere weder, de Brigade tot welke hy behoorde uit het oog verloren hebbende en van de. zelve afgeraakt zijnde, werd hy met zijn ganfche Regiment gevangen genomen, en zijn gemaakte gevangenen wederom verlost. Een gedeelte der troepen van Greens afdeeling, werden, door de bende welke zich by Chews huis ophield,, in hunnen tocht geftyit, en byna de helft van het Amerikaanfche leger ftond eenen geruimen tijd, op die plaats, werkeloos. Ondertusfchen voerde de Generaal Grey drie Battailjons van de derde Brigade aan, en deed eenen wakkeren aanval, waar op een fcherp gevecht volgde. Twee Britfche Regimenten greepen hun ten zelfden tyde aan den, anderen kant van de Stad aan; en de Generaal Grant ruk-h.HsY 'ir' 'tHva 33ê& tób m siaVïitóifiiS tint-  in de middsnjte Staten. <2$ te met het negenenveertigfte Regiment aan ter onderfteuning van de troepen, die met de kolom var} Greene handgemeen waren. Het weder was dien morgen buitengemeen mistig; het welk den rechten ftand der troepen belette te zien, en vele misvattingen veroorzaakte: zoo dat men met zoo vele omzichtigheid moest te werk gaan, dat de Britten daar door tijd kregen om zich Van hunne eerste verbaasdheid te herftellen. Door deze oorzaken werd het geluk, welk in den beginne den aanvalleren aanblikte, met 'er haast in tegenfpoed verkeerd. De Amerikanen weken met overyling terug, en alle poogingen om hen wederom aan te voeren Waren vruchteloos. Lord Cornwalris kwam toen ook aan met eenen hoop ligte paarden, en hielp de vluchtenden nazetten, welke eenige mylen ver vervolgd wierden. Het verlies van 's Konings leger waar onder de gekwetften en gevangenen gerekend, bedroeg vijfhonderd man; doch Onder de gefneuvelden waren de Brigadier-Generaal Agnéw en de Overfte-Luitenant Bird* De Amerikanen hadden duizend man verloren, vierhonderd gevangenen daar onder gerekend. Zy telden onder hunne dooden den Generaal Nash en deszelfs Adjudant den Majoor Whitherspoon. Kort na dit gevecht ontruimden de Britten Germantown, en wendden voornamelijk hunne aandacht op het openen der gemeenfchap tusfchen hun leger en de vloot. Men had groote vlijt en kunst aangewend om de Stad Philadelphia vaa dea kaat der rivier ia veiligheid  jo Hoofdft. XIV. De Veldloiht rtn hel jaar 1777 heid te Hellen. Dertien galeien, twee vlottende batteryen, twee chebecken, een brik> en nog een ander fchip j behalven een aantal gewapende booten , branders en vlotten waren tot dit einde getim- ' merd en gebruikt. De Amerikanen hadden insgelijks eene fterkte gebouwd op Meed-eiland, welke zy het Fort Mifflin genoemd hadden, en daar op. eene aanzienlyke battery aangeleid. Dit eiland is Wonder fchoon gelegen tot het aanleggen van werken om de fchepen het opvaren der Delaware moeilijk te maken. Het ligt byna midden in de rivier omtrent zeven mylen beneden Philadelphia^ en geene groote fchepen kunnen opzeilen dan dóör het groote fcheepskanaal, welk dicht langs het eiland, heen loopt. Tegen over het Fort Mifflin legt eene hoogtej Red-bank geheten, welke niet alleen de. ïivier maar ook het omliggende land beftrijkt, en op welke men insgelijks eene geduchte battery had opgeworpen. Tusfchen deze beide fterktenSj welke eene halve mijl van elkander liggen, bevond zich de haven, welke voor de Amerikaanfche fcheepsmaehr ter befcherming van de rivierj eene Veilige wijkplaats verftrekte. Bovendien had men twee ryen friesfche ruiters in het kanaal laten zinken* DeZ* waren zamengefteld uit zware balken, welke zeer fterk in malkander gewerkt waren, op de wyze waar op men gewoon is den grondflag van kaaijen ia een diep water te vervaardigen. Aan de opr pereinden van deze friesfche ruiters waren overal fcherpe en getakte yzeren ftaven geklonken, met 4e punten naar beneden gekeerdJ en vervolgens had  in de middmfte öiiUen, i*u had men het ganfche gevaarte met fteenen laten zinken; zo dat het by laag water vier voeten onder de oppervlakte was, en door deszelfs verbazende zwaarte, elk fchip welk 'er op raakte , met eene gewisfe vernieling gedreigd wierdt. Dertig dusdanige gevaarten had men omtrent negenhonderd voeten beneden het Fort Mifflin laten zinken, in diervoegen dat zy in eene fchuine richting dwars door het vaar» water Honden; zonder eenen anderen doortocht open te laten dan tusfehen twee jukken paalwerk , welke dicht aan he't Fort Honden, en met een zwaïen boom gefloten zynde, niet te naderen waren,, dan vlak onder het gefchut der batteryen. Voorts had men op eene hooge plaats aan den Jerfeyfchen oever, Billingsport geheten, mede eene yerfchanzing opgeworpen, en tegen over dezelve een ander dere ry friesfche ruiters laten zinken, zo dat 'er aan de eene zyde flechts een naauw en ondiep vaarwater openbleef Ook was 'er eene losfe battery van twee ftukken zwaar gefchut aangeleid aan den mond van deMantua-kreek, omtrent halfwegen tusfehen Redbank en Bellingsport. Ondertusfchen waren de Britten wel overtuigd, dat het bezit van Philadelphia hun van geen nut zijn konde, zo langzy geen meester waren van de Delaware. Gevolglijk fpanden zy alle hunne krachten in, om de vaart op die rivier vry te krygen. Tot dit einde had Lord Howe reeds by tijds kracht, dadige maatregelen genomen, om de vloot en de éransportfehepen uit de Chefapeak in de Delaware te brengen, ca dezelve aan dea Penfijlvaaifchen oe-  2'i Hoofdft. XIV. Be Veldtocht van het jaar 1777 Oever , Van Reedy-eiland tot aan Newcastle, in goede orde te fcharen. Vroeg in Wijnmaand waren ook eenige manfehappen uit het Britsch leger óver de Delaware getrokken, met oogmerk om de Amerikanen te Billingsport te vernestelen; doch deze plaats werd op derzelver aannadering ontruimd. Toen het jaargety verder Verliep werden 'er tusfehen den Generaal en den Admiraal fterker maatregelen betaamd, om de belemmering der rivier op te ruimen. Men wierp aan den Penfijlvanifchen oever batteryen Op, om daar mede de Amerikanen van Meed-eiland te Verdryven. Ten Zelfden tyde trok de Graaf van Dönop aan het hoofd Van tweeduizend man, by Philadelphia, over de Delaware in Nieuw-Jerfey, en voorts langs den oostelykec oever van die rivier benedenwaards, om de verfchanzing te Red-bank aan te tasten, welke door ongeveer vierhonderd man, Onder het bével van den Ovciften Green, verdeedigd wierd. De aanval begon onriiiddfelijk met een leyendig vuur uit het grof gefchut, oridér welks bedekking de Graaf de werken naderde. Deze waren voor eene fterker bezetting gd'chikt, dan 'er toen in lag, waarom het noodzaaklijk geworden was om midden door dezelve eene linie op te Werpen en het eeüé gedeelte te ontruimen, Dit gedeelte werd dus gemakkelijk door de 'uefpringeren ingenomen, welke daar op een luid hoezee aanheften wegens hunne vermeende Overwinning: doch de bezetting maakte Zulk een hevig en welgeregeld vuur op deZelven, dat zy ge» Noodzaakt wierden om het veroverde te ontruimea en  *■ p dé noordelykè grenzen. ■ ^ ï fieraal-Majoor van de Artilly Philips, die door zijh * goed gedrag gedurende den jóngften oorlog in Ij Duitschland eenen welgevestigden roem verworven |had, als mede door den Luitenant-Generaal Rei. J3ESEE en den Brigadier-Generaal Specht Van de J Du.tfche troepen, en de Britfche Generaals Fra^ zee, Powele en HaMilton, alle Officieren van '! uitftekende verdiensten. Voorts waren de Britten in het ongeftoorde bej ai't van de fcheepvaart op het meir Champlain, eö i: hunne fcheepsmacht óp hetzelve, waar inede zy in jhet vorige jaar de Amerikaanfche vloot op de meiren vernield hadden, was niet alleen in goeden itaat, maar had ook geene vyandelyke macht tegen $ Zich. In Canada werd ook nog ter verzekering van de «inwendige rust eene aanzrenelyke macht gelaten * Jen het krijgsbevel Van Sir Guy Carleton bleef ïbinnen de grenzen van dit gewest bepaald. Alhoe«Wel het Britfche Kabinet het behoud van Canada in de jaren 1775 en 1776 alleen aan zyne bekwaamheiden toefchreven, werd hy echter door de fchikkingen voor het jaar 1777, «echts geroepen om eené Itweéde rol te fpelen, oridergefchikt aan de groote londerneming, welker beleid men aan den Generaal IBurgoYne toevertrouwde. Des hiettegenftaande (was zijn gedrag ter dézer gelegenheid wederom volkomen overeenkomftig met de grootheid zyner zieHe. In de plaats van eene krijgsverrichting, welke hem in de daad uit de handen genomen Was, te dwarsboomen, of achter uit te zetten, bevlytigde ' HL Deel, D hy  50 Hoofdft. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 hy zich om dezelve in allen deele te onderfleunen en te bevorderen met den zelfden yver als of hy de fchikking zelf gemaakt had, en de uitvoering aan hem zeiven was toevertrouwd. Het ontwerp der Britten voor hunnen voorgenomen inval op de noordwestelyke grenzen van den Staat van Nieuw-York, beftond uit twee deelen. De Generaal Burgoyne moest met het hoofdleger langs het meir Champlain aanrukken, met ftellig bevel, naar men verhaald heeft, om door te dringen tot aan Albany, of ten minsten zoo verre dat hy zich met 's Konings legermacht van NieuwYork konde vereenigen; terwijl eene andere bende de rivier St. Laurens zoude opvaren, tot in het meir Ontario, en van daar door middel van den Mohawk-flroom, insgelijks tot Albany doordringen. Deze bende werd gefteld onder het bevel van den Overften-Luitenant St. Leger , en beftond uit tweehonderd man Britfche troepen, een Regiment Koningsgezinden uit Nieuw-York, door Sir John Johnson opgericht en geleid, en uit eene groote menigte Wilden. De Luitenant-GeneraalBurgoYne kwam op den zesden van Bloeimaand teQuebec aan, en Helde alle vlijt in 't werk om de oogmerken zyner krijgstocht by tijds te kunnen volvoeren. Hy zeilde vervolgens het meir Champlain op, en Hapte den eenëntwintigflen van Zomermaand niet ver van Crownpoint aan land. Ter dezer plaatfe ontmoette hy, daags daar aan volgende, de Indianen, gaf hun een oorlogsfeest, en hield een rede-1 voering tegea hun. Deze was wel ingericht om hef k aan f  pp de noordelyke grenzen* aan te fpopren van zich by 's Konings lege? te voe*. gen, doch tevens om hunne woestheid te beteügö* len. Hy verbood hun üitdruklijk bloed te Horten, waar zy geenen gewapenden tegenfiaQd Vöndeh, en beval daar by dat de oude lieden , vrouwen, kinderen en gevangenen Van het mes en den blji heilig zouden verfchoond blyven , zelfs in het heet» He van den flrijd. Men beloofde hun eene beloö* ning voor eiken gevangehen, en dreigde eenfcheip onderzoek te zullen doen naar het afligteö Van hoofd* fchedels, het welk men hun echter töèiiond ten aanzien van dezulken die vooraf in een rechtmatig gevecht gefneuveld Waren* Doch deze bepalingen waren niet genoegzaam, gelijk vervolgens blykett Zal, om derzelver wreedheden te beteugelen. Zoo dra de Indianen Heilig de zyde van 's Konings leger gekozen hadden, liet de Generaal BürgóykK eene verklaring uitgaan, welke ingericht Was om fchrik onder de ingezetenen te verfpreidem Hy gaf daar by zeer breed op van het getal zyner Indiaan* fche bondgenooten, en fchilderde derzelver vurig verlangen, om op den prooi losgelaten te Worden4 met hoogklinkende Woorden af. De macht der Britfche vlooten en legers, welke gereed Honden om de muitende Volkplantingen aan alle zyden te overweldigen } werd insgelijks met groote Woordenpraal uitgemeten. Voorts beloofde hy alle aanmoediging en bevordering aan allen. Welke zouden willen me* dewerken tot herflelling der wettige regeering, ëfl alle veiligheid aan de vreedzame en nyvete inge&e* «enen welke flil in hunne huizen zouden biyven 1 D ö teï*  52 Hoofdft. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 terwijl hy integendeel alle de rampen van den oorlog, met de zwartfte verwen afgefchilderd, over die genen dreigde te zullen brengen, welke zich gewapenderhand tegen 's Kouings krijgsmacht zouden 'blyven verzetten. Weinige dagen daar na kwam hy met zijn leger te Crownpoint aan, alwaar hy op den dertigften van Zomermaand zyne bevelen aan hetzelve uitdeelende, dezelve onder anderen in de volgende woorden aanfprak: ,, Het leger zal morgen ingefcheept wor,, den om op den vyand los te gaan. Deze onder„ neming eischt eenen gevaarlyken maar tevens „ luisterryken dienst. In den loop ónzerkrijgsver„ richtingen zullen zich gelegenheden opdoen , waar in wy noch moeijelijkheden, noch arbeid, „ noch ons leven te ontzien hebben. Dit leger „ moet niet terug wyken." Vervolgens trok het koninglyke leger van Crownpoint op om Ticonderoga aan te tasten: en toen zy hetzelve naby kwamen, naderden zy het met groote omzichtigheid en orde van de beide zyden van het meir, terwijl hunne fcheepsmacht op hetzelve, den middentocht uitmaakte. Na verloop van weinige dagen hadden zy de werken van Ticonderoga en van Mount Indepedence reeds voor drievierde gedeelte omcingeld,en waren met het aanleggen van een werk op SugarHill, van waar zy beide plaatfen konden beftryken, reeds zoo verre gevorderd, dat zy binnen vierentwintig uuren in ftaat zouden geweest zijn om de batteryen te laten werken. In deze omftandigheden, befloot de Generaal St, Guur, welke het opperbevel  op ae noordelyki grenzen. 5-j vel over de Amerikanen voerde, om die post te oncjuimen, wat 'er dan ook van komen mochte; offchoon hy het voorzichtig rekende om hetgevoelen zyner Staf-Officieren in te nemen, en vooraf nog eenen krijgsraad byeen teroepen. Aan dezen fteide hy voor oogen dat alle hunne manfehappen niet toereikende waren om de helft der werken te bezetten, en dat zy altijd zonder tusfehenpoozen dienst moetende doen, de noodwendige vermoeijing onmooglijk eenen geruimen tijd zoude kunnen uithouden; voorts dat de plaats binnen vierentwintig uurengeheel zoude zijn iageflolen, en dat dus eene onmiddelyke ontruiming het eenige middel zijn konde om de tronen te behouden. Ondeitusfchen bevond zich de Generaal St. Clair in eene hy uitftek netelige omftandigheid. fiet vertrouwen der Vereenigde Staten op de gewaande fterkte van deze post, en op de onderftelde overmacht der troepen , welke dezelve verdeedigden , was zoo groot,, dat eene aftocht, zonder een gevecht te wagen % hem ongetwijffeld de verachting en den vloek der natie flond op den hals te halen. Stand te houden, zich te laten influiten en zijn ganfche leger om eene enkele post in gevaar te brengen, ftreed daar en tegen met het waare belang der Staten. In dezen waarlijk hachlyken toefland, nam hy, met eenparige goedkeuring van zyne Staf-Officieren, het heldhaftige befluit om de plaats te ontruimen, en zijn *.i&<_u lucuj de noordelyke grenzvn. neiging om hun behoud in de onderwerping te zoe* ken. Men lag 'er. niet verzonken onder het befef van het gevaar, maar men gedroeg zich wakker en ftandvastig. Het koninglyke leger bleef zich na deze gemaakte vorderingen, eenige dagen ieSkenesborough ophouden, om zyne tenten, pakkaadje en levensmiddelen af te wachten. Midleiwijl liet de Generaal Burgoyne eene verklaring afkondigen, waar by de ingezetenen der omliggende plaatfen opgeroepen wierden, om eene bezending Van tien of méér perfoonen uit de byzondere kerfpelen af te vaardigen , om den Overften SkenE, op den Vijftienden van Hooimaand, te Castleton op te wachten. Intusfchen werden ook de troepen bezig gehouden met het vervaardigen van eenen weg en het opruimen van eene kreek om hunnen optocht gemaklyker te maken , en eenen doortocht te openen tot het vervoeren van hunne magazynen. Een gedeelte van 's Konings leger, welk men te Ticonderoga bad achtergelaten, was niet minder yverig om kanonneer-booten, levensmiddelen, fchepen en fchuiten over landinhet meir George te brengen. Overal vferd verbazende arbeid vereischt, maar het volk was door den jongst behaalden voorfpoed en eene groote verwachting op het aanftaande zoodanig opgewonden, dat het geene moeite of gevaren ontzag. Van Skenesborough richte de Generaal Burgoyne zynen koers dwars door het land op het Fort Eduard aan de Hudfons rivier. Schoon de afftand tusfehen de beide plaatfen in eene rechte lijn maar wei-  tj2 Hoofdft. XV, De Veldtocht van lat jaar 1777 weinige mylen bedraagt, was echter het land uit den aart zoo ontoeganglijk, en men had daar by zoo vele kunstige hinderpalen in zynen weg gefield, dat hy 'er genoegzaam zoo vele dagen over toebracht, üls de weg in eene rechte lijn gemeten, mylen lang zoude geweest zijn, De Amerikanen hadden, onder het opzicht van den Generaal Schuyler , zware boomen aan weerskanten van den weg omver gehakt, en zoo laten vallen, dat zy met de takken kruislings door elkander lagen. Voorts was het gebroken land in diervoegen met kreeken en moerasfen doorweven, dat zy niet minder dan veertig bruggen hadden moeten timmeren, en onder dezelve eene van balkwerk over een moeras ter lengte van twee mylen. Nogthans was deze bezwaarlyke tocht te vermyden geweest, byaldien de Generaal Burgoyne van Skenesborough wederom terug getrokken was naar Ticonderoga, en van daar zynen tocht over het meir George had voortgezet \ doch hy weigerde dezen weg te nemen, uit vreze dat hy door eene rugwaardfche beweging van zynen kant, veel van de fchrik en de ontfteltenis der vyanden zoude wegnemen. Ook vermoede hy dat de Amerikaanfche bezetting in het Fort George hem alsdan nog eenigen tijd zoude kunnen ophouden, vermits dezelve, wanneer hy dien weg nam, zich veilig tot het uiterfte zoude kunnen verdeedigen, aangezien zy in dat geval eene zekere wijkplaats achter zich had. Daarentegen was het te voorzien, dat dezelve door eene tydige ontruiming, voor baar behoud zoude poo*  op de noordelyke grenzen. Ö3 poogen te zorgen, zoo dra zy kennis kreeg, dat het koninglyke leger in znlk eene richting optrok* dat haar daardoor de aftocht geheel werd afgefnedeu. By alle deze redenen kwamen nog het gevoelen en de aanrading van den Overften Skene, die den Generaal als een byzonder gefchikt perfoon om te raadplegen was aanbevolen; doch wiens land zoodanig gelegen was, dat het door het banen van eenen weg tusfehen het Fort Eduard en Skenesborough, merkelijk in waarde moest toenemen. Deze omftandigheid zal hem zekerlijk dringender gemaakt hebben in zyne aanbeveling van dezen weg, inzonderheid daar deze de kortfte zijnde, eene fchoone gelegenheid aanbood, om het belang des Konings met zijn byzonder voordeel over een te brengen. Ondertusfchen werd het opgevatte vermoeden van den Generaal Burgoyne omtrent de uitwerking van eene rechtftreekfche beweging van Skenesborough naar Fort Eduard op de Amerikaanfche bezitting van het Fort George, door de uitkomst bewaarheid; daar dezelve, vrezende afgefneden te zullen worden, het Fort verliet en hare vaartuigen in brand ftak. Hier door verkregen zy de vrye vaart over het meir George, en begonnen nu met het vervoeren van mondbehoeften en krijgsvoorraad van het Fort George naar de Hudfons rivier, ter plaatfe daar dezelve bevaarbaar begint te worden : het welk een afftand was van vijftien mylen wegs, welke moeijelijk waren door te ko« anen. Het lastige van dit vervoeren, 't welk gedeeltelijk over land en gedeeltelijk te water moest ge-  iJ4 Hoofdft. XV; De.Feldtochi van hét jaar 1777 gefchieden, onder eenen geweldigen regen , enzoöder dat zy van den nöodigen toeftel voorzien waren, veroorzaakte zoo vele vertraging, dat 'er ha verloop van vijftien dagen niet meer dan voör vier dagen levensmiddelen was aangebracht, eh zy nóg niet meer dan tien fchuiten op de rivier gekregen hadden. Evenwel Was het koninglyke leger alle de zwarigheden van dit vervoeren, en tevens die van den tocht dóór de Wildèrnisfen tusfehen Skenesborough en het Fort Eduard doorgeworfteld en te bóven gekomen, door alles overtreffenden moed en wakkerheid. Zoo dat de Generaal Burgoyne methet leger onder zijn bevel na ongelooflyke vermoeijing en arbeid, eindelijk op den dertigften van Hooimaand, het Fort Eduard op deHudfohs rivier, bereikte, met eene buitengewoone vreugde over de verkryging eener zaak, welke zoo langen tijd het voorwerp hunner wenfehen geweest had. Maar terwijl de Britten op hunnen aantocht, door de vereenigde beletzelen van natuur en kunst werden opgehouden, vielen 'er dingen Voor, welke de wijsheid en Voegzaamheid van het ontruimen van Ticonderoga aantoonden. Het leger welk langs dezen weg behouden was, ftond nu tusfeheh de ingezetenen en den Generaal BurgOyNe, en deed daar door niet alleen den eersten fchrik van het volk bedaren, maar werd tevens een middenpunt van verzameling om zich by hetzelve te vereenigen. Daaf en tegen, byaldien zy te Ticonderoga ftand gehouden hadden, zouden zy, naar het gewoone beloop der dingen, binnen korten tijd in ftukken zijn ge*. hou-  op de noorddyke grenen. g# houwen, of zich krijgsgevangen hebben moeten ge. ven. In beide gevallen, gelijk de Generaal Sn Clair by zyne fraaije verdeediging aantoonde\ zouden angst en verfJagenheid de ingezetenen bevangen hebben, van wegens het verkeerde begrip, welke zy zich van de iïerkte dezer posten gevormd hadden; knagend hartzeer en ylende wanhoop zouden de wooningen vervuld hebben van hun, wier dierbaarfte panden zich in dat leger bevonden; een ongebonden heir van fielten zoude wijd en zijd door het weerlooze land hebben omgezworven , met vertreding van alle maatfchaplyke beginfelen; ter. wijl geheele benden van Wilden, fchrik, moord en verwoesting voor zich henen voerder. Een groot gedeelte van den Staat van Nieuw-York had zich aan den overwinnaar moeten onderwerpen, en hem de middelen verfchaffen om zynen voorfpoed te vervolgen. Hy zoude in ftaat geweest zijn om den Generaal Howe dadelijk in de hand te werken, en zich waarfchijnlijk met dezen weldra in de zelfde land* ftreek bevonden hebben; in die landftreek waar de doorluchtige Washington zoo roemrijk den grond verdeedigde, doch waar uit hy genoodzaakt zoude geworden zijn terug te trekken, wanneer de beide legers eensklaps tegen hem aangevoerd waren; of hy zoude tot een beflisfend en algemeen treffen ziin gedwongen geworden, onder ongunffige omftandigheden; waar door de hoop, de nu zoo wel gegronde hoop van Amerika, op vryheid, vrede en behou¬ denis, voor altoos had kunnen worden afgefne-' den. Zoodanig vreesde men, zouden de gevolgen IIL Deel. i£ g^  66 Hoofdft. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 geweest zijn, byaldien het noordelyke leger der Amerikaöen zyne posten te Ticonderoga met ontruimd had; maar het volgen van dien maatregel bragt geheel andere gebeurtenisfen voort. Weinige dagen na de ontruiming, liet de Generaal Schttïi.er eene Afkondiging uitgaan, waar by hy aan de ingezetenen de jongfte wreedheden en verwoeftmeen van 's Konings leger in Nieuw-Jerfey herinnerde, hun waarfchouwde, dat zy als verraders zouden gehandeld worden, byaldien zy zich by de Britten voegden, en hen gebood om de wapenen op te vatten, en zich onder den Amerikaanfchen Standaart te vereenigen. Ook ftelde hy eene menigte volks te werk om 's lands magazynen te vervoeren, boomen omver te houwen, en het aanrukkende Koninglyke leger alle mooglyke hinderpalen in den weg te werpen. In het eerst werden de ingezetenen door eenen algemeenen fchrik bevangen en terug gehouden; doch zy herftelden zich fchielijk, wanneer de wet'van zelfsbehoud in volle kracht begon te werken, en eenen algemeenen yver en werkzaamheid door de omliggende Staten verfpreide. De gewoone gebruikiijkheden om de Landmilitie op te roe- , pen, de geëischte manfehappen uit te trekken en 1 van de noodige Officieren te voorzien, werden in 1 vele gevallen achterwege gelaten: en honderden 1 namen den fnaphaan op fchouder, en trokken op de ; algemeene oproeping uit, zonder naar de bevelen! hunner byzondere Officieren te wachten. Een ieder* zag de noodzakelijkheid om voor een tijd foldaaW te worden. De fchrik, welken de Indianen ver*  oj) dc noordelyke grenzen. ■■ wekten s ?n de plaats van de ingezetenen aan te fpooren om by de Britten befcherming te zoeken, bad eene geheel ftrydige uitwerking: daar zoowel ; de voorftanders van de zaak des Konings, als die van de tcgenparty, zonder onderfcheid, de flachcoffers van derzelver wreedheid wierden. Onder an* dere gevallen veroorzaakte de moord van juffrouw M. Cree een algemeen afgryzen. Deze jonge maagd, in de onfchuld der jeugd en den bloei der fchoonheid, de dochter van eenen ieverigen Ko- i ningsgezinden, en verloofd aan eenen Officier der r Britten, werd op den zelfden dag, waar op het huwelijk flond voltrokken te worden, door de hulptroepen der Wilden, welke tot 's Konings leger behoorden , rampzalig omgebracht (*> Dit gaf gele- • (*) Dit voorval, fchoon waarachtig, was echter geene Toorbedachte wreedheid: en de zaak had zich dus toegeI dragen, Mr. Jones, haar minnaar, voor bare veiligheid j beducht, bad eenige Indianen overgehaald, om haar van I onder de Amerikanen te vervoeren, en een oxboofd runs beloofd aan den genen, die haar behouden zoude over| brengen. Twee der Indianen, welke haar reeds een goed I eind wegs gebracht hadden , kregen toen verfchiL, wia van beiden haar aan baren aanftaanden echtgenoot zouda : aanbieden. Zy waren beide zeer gezet op de belooning, en de een vermoorde haar met zynen tomahawk, alleen j om den anderen te beletten die te trekken. Bubgoïns : noodzaakte de Indianen om den moordenaar over te ge» Ten, en dreigde hem met de dood te zullen ftraffen. Ook. prerd hem het leven alleen gefchocken, vermits de wik £ js den  68 Hoofdft. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 legenheid om het gemeen op te zetten, en de party des Konings in een hatelijk Jicht te ftellen. Men verbond de wreedheden der Wilden met de zaak waar aan zy verknocht waren, en beide werden in de zelfde fchildery aan de ontroerde ingezetenen voorgehouden. Die 'er belang in ftelden óm de Landmilitie ter onderfteuning van de Onafhanklijk•heid van Amerika te doen optrekken, gaven in de fterkfte bewoordingen hunne verfoei]ing te kennen over een leger, 't welk van den byftand der Wilden wilde gebruik maken , en zy veroordeelden regtuit eene Regeering, die in eenen burger-oorlog zulke hulptroepen konde inroepen, welke gefchikt waren, niet om het volk, welk zy beweerden hunne onderdanen te zijn, oöder te brengen, maarwei om hetzelve uit te roeij en. Hunne wreedewyze van oorlogen, volgens welke zy, zoo wel het lagchende kindje en de weerlooze vrouw, als den gewapendcn enwederftand biedenden man, omhals brengen, verwekte eenen algemeenen geest van tegenkanting; en bracht, in famenftemming met andere omftandigheden, eene algemeene overtuiging in de harten der inwooneren voort, dat hun niets anders overfchoot dan een wakkere en hardnekkige tegenweer te bicden, wilden zy hunnen eigendom, kinderen en vrouwen behouden. Hadden zy eenigermate op veiligheid en befcherming kunnen hopen, wanneer zy ■■r Ü - 3fU4 .... , ;.u XiOk '^'yu8n den in zulke voorwaarden toeftemden, welke de Generaal meende, dat ter voorkoming van dergelyke wanbedryven, van meer uitwerking zijn zouden, dan «er.e ftrafoeffening.  op de r.oorddyke gr-enzm. $q rustig eu vreedzaam in hunne huizen bleven , het zoude velen aan gene uitvluchten gemangeld hebben, om zich van den krijgsdienst en het foldaten leven te verfchoonen; maar wanneer zy de gevaren van eenen manlyken tegenftand met die van eene lydelyke werkeloosheid vergeleken, kozen zy het eerste, als het minste van twee onvermydelyke kwaden. Zoo dat de geringe en zwakke hulp, welke des Konings leger van zyne Indiaanfche hulpbenden ontving, oneindig werd opgewogen door den haat, waar in zy 's Konings zaak bracht, en door den bepaalden geest van tegenkanting, welke door de vrees voor derzelver woeste wreedheden was opgewekt. Zoo lang het gevaar nog op eenen afftand was, waren de vermaningen van het Congres en van de Generaals aan de ingezetenen, om zich gereed te houden, ten einde zich tegens eenen vyand welke toen nog verwyderd was, te kunnen verdeedigen, of geheel vruchteloos of werden traaglijk achtervolgt; maar zoo dra zy zich van den eersten indruk der aïgemeene ontfteltenis herhaald hadden, kwamen zy op met eene voorbeeldelooze wakkerheid. De grondeigenaren trokken uit met die drift, welke de liefde voor zyne bezittingen en voor zyne dierbaarfte betrekkingen inboezemd. Met 'er haast daagde 'er uit de bosfehen en bergen een geheel leger op; en wanneer de manfehappen, welke den aftocht begonnen hadden, genoegzaam verfmolten waren, werd derzelver plaats door den vaderlandlievenden yver des volks, onmiddelijk, met een veel grooter en geduchter macht vervuld. E 3 Be*  ■p Hoofdft. XV, De Veldtocht van het jaar 1777 3ehalven de gemelde drangredenen, werden zyook siog aangevuurd door eene al vroeg gemaakte gisJJng, dat het koninglyke leger al voorwaards rukïende zich zelf zoodanig zoude verftrikken, dat het aonder groot nadeel, noch voorwaards noch achterwaardseenen uitweg zoude kunnen vinden; terwijl mannen van bekwaamheid enwelfprekendheid, welke door deze verwachting bezield waren, de ingezetenen der verfchillende plaatfen daar over onderhielden, en hun de wreedheden der Wilden, hulphenden van Groot-Brittanje, nevens het aanlokkelyke uitzicht op het gevangen nemen der geheele koninglyke krijgsmacht, met de fterkfte Metalen affchilderden. Ondertusfchen was het Amerikaanfche leger, door de vereenigde werking van alle deze drijfveeren, in korten tijd tot dertien duizend man aangegroeid. Terwijl de Generaal Burgoyne zyn best deed om naar Albany door te dringen, had ook de OverftcLuitenant St. Leger niet ftil gezeten, om hem van den kant der Mohawk in de hand te werken. Hy was de rivier St. Laurens opgetrokken, het meir Ontario overgeftoken en had de belegering van het FortSchuyler ondernomen. Daarentegen had de Generaal Harkimer op de aannadering van dit gedeelte van 's Konings leger, omtrent achthonderd man uit degemeenebestgezinde Landmilitie van die ftreeken byeen getrokken om daar mede de bezetting te hulp te komen. Maar St. Leger voor de gevolgen vreezende, wanneer hy in zyne loopgraven werd aangetast, had Sir John Johnson met eenige Indi43 anea  der nowdelfke grenzen. ^ tnen en Koningsgezinden vooruitgefchikt, om zich, in eene hinderlage te leggen, en de aanrukkende landmilitie te onderfcheppen. Deze krijgslist was van een goed gevolg. De, Generaal en zyne manfehappen, werden op den zesden van Oogstmaand onverhoeds overvallen, doch deden des niettegenftaande vele Wilden door hun vuur fneuvelen. Hier op volgde een. tooneel van verwarring, terwijl een gedeelte van Harkimers volk op de vlucht toog, doch de overigen plaatlten zich achter zware boomea, en bleven zich met dapperheid en eenen goeden uitflag verweeren. Het verlies aan de zyde der Amerikanen beftond uit honderd en zestig dooden, behalven de gekwetften. Onder de eerstenwashun brave aanvoerder de Generaal Harkimer , en velen der gefneuvelden en gekwetften waren van de aanzienelijkfte ingezetenen van deze landftreek. De Overfte Sr. Leger maakte terftond gebruik van den fchrik, welke dit voorval teweegbracht, en poogde de bezetting, door treffende voorftellingen van de wreedheid der Wilden, zoo veel vreeze aan te jagen, dat zy daar door mochten bewogen worden om zich zonder uitftel over te geven. Hy deed haar ten dien einde, by monde en gefchrifte, aanzeggen, dat zy de Sterkte moesten overgeven, want dat zy met geene mooglijkheid ontzet te wachten hadden, vermits hunne vrienden onder den Geneiaal Harkimer geheel en al afgefneden waren, en de Generaal Burgoyne in het land was doorgedrongen, en de inwooneren zich dagelijks aan den zelden kwamen onderwerpen. Voorts ftelde hy hun E 4 voor»  & Hoofqit. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 voor, hoe veel moeite het hem gekost had om de Indianen te betengelen, en te doen beloven, dat In gevalle van eene onmiddelyke overgave, aan niemand der bezetting leed zoude gefehieden. Daar en tegen gaf hy zeer breed op van het bepaalde voornemen der Indianen, om in gevalle men hun nog langer wederftand wilde bieden, niet alleen de bezetting, maar alle de ingezetenen der Mohawkfche landftreek, mannen, vrouwen en kinderen, omhals te zullen brengen. Dan de Overfte Gansevort, die in de fterkte het bevel voerde, liet daar op antwoorden : dat het Congres de fterkte en de bezetting aan zyne zorg had aanvertrouwd, en dat hy befioten had om dezelve tegens alle vyanden tot den laatften man te verdeedigen, en zynen plicht te betrachten, zonder zich in het minste over de gevolgen te bekommeren. Zoo dra 'er echter befioten was, om niettegen» ftaande de bedreigde wreede behandeling van den kant der Wilden, het Fort te verdeedigen, onderwond zich de Overfte Willet, om nevens den Luitenant Stockwell, van den toeftand der bezetting aan hunne mede-burgeren kennis te gaan geven : en deze beide ftoutmoedige Officieren raakten by nacht door de werken der belegeraars, en hadden moeds genoeg om vervolgens eenen weg van vijftig mylen, vol gevaren en moeilijkheden, en waar op zy ieder oogenblik blootgefteld waren om in de handen der Wilden te vallen, en van dezelven de yslijkfte folteringen te lyden, door te worftelen, ten einde hunne belegerde makkers hulp  op de noordelyke grenzen, ^ i.ulp te verfchaffen. Midlerwijl zetten de Britten hunne werken met onvermoeiden yver voort, zoo dat zy in minder dan drie weken tot binnen de honderd en vijftig Engelfche roeden van het Fort ge. naderd waren, . Maar de brave bezetting was in haren benaauwden toeftand niet vergeten. Reeds was de Generaal Arnold met eene Brigade geregelde troepen door den Generaal Schüyler tot onzet afgezonden, en op dit pas niet verre meer af. Hy had by zich eenen Tost Schüyler, wien de Amerikanen, op vermoeden dat hy een verfpieder was, gegrepen hadden, doch wien nu verzekering van zijn leven en van zyne goederen gegeven wierd, indien hy zich onder de Indianen wilde begeven, en dezelven door een verhaal van de groote -macht welke tegen hun in aantocht was, zoodanig bevreesd maken, dat hen zulks deed terug trekken, Deze trok hier op terftond naar de legerplaats der Indianen, en daar hy in ftaat was om in hunne taal met hun te fpreken, onderrichte hy hun, dat eene talryke menigte van vyandelyke Amerikanen in aantocht was, en hun elk oogenblik ftond op het lijf te vallen. Hier op bekroop hun de vrees, en zy befioten om -af te trekken. St. Leger liet wel geene kunstgreep onbeproefd, om hen by zich te houden, maar niets - was in ftaat om hen van befluit te doen veranderen. . Het is een der karaktertrekken van deze natie, dat zy, wanneer het geluk hun tegenloopt, zich zeer -wankelmoedig betoonen, en geheel en al ontbloot zijn van die ftandvastigheid, welke noodig is om F 5 ee-  Hoofdft. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 eenen geruimen tijd met moeijelijkheden te kunnest •worftelen. Nu hadden zy het Fort fterker en beter verdeedigd gevonden dan men vermoede, en zy hadden in hun gevecht met den Generaal Harkimer, velen van hunne voornaamfte voorvechterea verloren, en geen en buit bekomen. Deze omftandigheden , gevoegd by het zekere bericht van eene aannad-;rende verfterking voor hunne vy anden, welke zy veel aanzienlyker geloofden dan die in de daad was , maakten hen volftrekt onhandelbaar. Een gedeelte verliet op het eigen oogenblik de legerplaats, en de overigen dreigden den zelfden weg te zullen gaan, indien de Britten niet terftond terugtrokken. Men was dus gedwongen tot dat befluit te komen, en het beleg werd op den tweeëntwintigften van Oogstmaand opgebroken: doch door de wanorde, welke de overyling der Indianen te weeg bracht, vielen de tenten en een groot gedeelte van het gefchut en de krijgsbehoeften der belegeraren in de handen der bezetting; terwijl men verhaalt, dat de misnoegde Wilden door hunnen tegenfpoed verbitterd, de pakkaadje en de levensmiddelen hunner Britfche bondgenooten, gedurende dezen aftocht, geplunderd hebben. Terwijl het lot van het Fort Schüyler nog onbeflistwas, maar de Generaal Burgoyne bericht van de aangevangene belegering gekregen had, vermoede hy dat eene fpoedige en fnelle beweging voorwaards, veellicht van gewichtige gevolgen zijn konde. Daar de voornaamfte macht der vyanden tusfehen hem en Albany ftond, hoopte hy, met voorwaards  op de noordelyke grenzen. 7j waards te rukken, hen in de noodzakelijkheid te brengen van of fiag te leveren, of hem uit den weg te gaan, en naar Nieuw-Engeland te wyken. Wane byaldien zy, om eenen veldflag te ontgaan, lang* de Mohawk-rivier aftrokken, fielden zy zich tusfehen twee vuren, ingevalle St. Leger zijn oogmerk bereikte. Weken zy rugwaards naar Albany, dan maakten zy naar alle vermoeden hunnen toeftand nog erger, vermits men op eene krachtdadige medewerking van den kant van Nieuw-York ftaat maakte, en zy bovendien door die beweging den Generaal Burgoyne gelegenheid gaven om zich met St. Leger te vereenigen. Gevolglijk fcheen hun geen andere weg ter ontkoming over te blyven,dan zich van het tooneel des oorlogs te verwyderen, en raar Nieuw-Engeland af te deinzen. Met zulke uitzichten beloofde zich de Generaal Burgoyne de grootfte voordeden, van een fpoedig aanrukken op Albany; maar eene zeer voorname bedenking tegen dit andersfins zeer aannemelyke ontwerp, was de moeilijkheid om zyne troepen van levensmiddelen te voorzien; daar het volftrekt ondoenlijk was om de gemeenfehap met het Fort George in diervoegen open te houden, dat het leger, op eenen dagelijks toenemenden afftand, van daar regelmatigen toevoer konde krygen. Ondertusfchen waren de voordeelen, welke men van den voorgeftelden maatregel te gemoet zag, veel te fchitterende, omdiegemaklijk te laten varen, en fchoon men de onmooglijkheid zag en erkende, om dennoodigen voorraad te trekken uit de magazynen, welke men in den rug bad,  ^6 Hoofdft. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 had, leefde men in de hoop om zich van elders genoegzame mondbehoeften te zullen kunnen verfchaf» fen. Gevolglijk vormde men het ontwerp om zich daar van een nieuwe bron te openen, uit de welvoorziene boerderyen van Vermont. De dagelijkfche berichten en inzonderheid het naricht van den Overften Skene, deden den Generaal Burgoyne geloven, dat het eene gedeelte der inwooneren van die landftreek door fchrik en vreeze ter nedergeflagen was, en het andere en verreweg het talrijkfte welgezind was omtrent de Britten, en alleen op de verfchyning van eenige onderfteuning wachte, om zich openlijk te vertoonen. In vertrouwen op deze verzekering , zond hy niet meer dan vijfhonderd man, met honderd Indianen en twee veldftukken derwaards, onderftellende dat deze macht volkomen toereikende zijn zoude voor deze onderneming. Hy gaf het bevel over dit krijgsvolk aan den 0« verfte-Luitenant Baum, en meende dat hy daar mede in ftaat zoude zijn om zich meester te maken van een magazijn van levensmiddelen, welk dooide Amerikanen te Bennington was aangeleid,, en flechts Van Landmilitie bewaard wierd. Ook was het voornemen om de geaartheid der ingezetenen te toetfen, en te zien of men 'er zich paarden voor de Dragonders koude verfchaffen. Wyders werd den Overfte-Luitenant Baum bevolen, om zyne geregelde troepen gefchaard te houden, terwijl de ligte benden den weg zouden onderzoeken, en vooral te zorgen dat hy geen gevaar liep van omcingeld te worden, of zich den terugtocht, te laten affnyden. Dan  op de noordelyke grenzen, %« Dan de Overfte trok met minder omzichtigheid voort dan zijn gevaarlyke toeftand vereischte; en waagde zich te veel, in vertrouwen op de menigte en den beloofden byftand der genen, waar op men ftaat konde maken. Maar toen hy de plaats zyner beftemming naderde, vond hy de Amerikaanfche landmilitie fterker in getal, dan men vermoed had ;weshalven hy niet verre van daar post vatte, en zich verfchanschte, zendende oogenbliklijk een bode aan den Generaal Burgoyne om denzelven van zynen toeftand kennis te geven. Deze zond hier op den Overften Ereyman om hem te onderfteunen; maar fchoon alle poogingen aangewend wierden om deze verfterking aan te voeren, verliepen 'er echter wegens de moeilyke en ongebaande wegen, en gebrek aan voertuig en gereedfchappen, tweeëndertig uuren voor dat zy vierentwintig mylen wegs hadden afgeleid. Intusfchen had de Generaal Starke , die over deLandmilitie te Bennington het bevel voerde, zich reeds in een gevecht ingelaten voor dat zich de beide benden van 's Konings leger met elkander konden vereenigen. By welke gelegenheid achthonderd man ongeoeffende Landmilitie, zonder bajonetten of een enkeld ftuk gefchut, vijfhonderdman geregelde troepen aanvielen, en geheel uit elkander floegen, niettegenftaande de laatften voordeelig geplaatst en verfchanscht lagen, van de beste wapenen voorzien waren, en door twee ftukken gefchut gedekt wierden. Beide deze ftukken werden veroverd, en de meeste manfehappen van den OverfteLuitenant Baum in de pan gehakt of gevangen gena,  Hoofdft. XV. De Veldtocht van ha jaar 1777 nomen. De Overfte Breyman kwam nog op dien zelfden dag daar ter plaatfeaan, doch niet dan na het eindigen van den ftrijd; en in ftede van 'er zyne vrienden te ontmoeten, vond hy zich eensklaps aangevallen. Dit werd begonnen door den Overften Warner, die met zijn Regiment Staten-troepen, van Manchester afgezonden, op dit tijdftip juist ter fnede was aangekomen, en hy werd dapper onderfteund door de Landmilitie van Stark, welke pas te voren het volk van den Overften Baum geflagen had. De party van Breyman , fchoon door den voorafgaanden tocht vermoeid, gedroeg zich by uitftek manhaftig, doch werd ten laatften genoodzaakt terug te wyken, met achterlating van xijn gefchut. In deze beide gevechten veroverden de Amerikanen vier metalen veldftukken, twaalf koperen trommen, tweehonderd en vijftig dragonder fabels, benevens vier wagens met krijgsbehoeften ; en kregen omtrent zevenhonderd man gevangen; terwijl hun eigen verlies, de gekwetften daar onder gerekend , omtrent honderd man bedroeg. Het Congres befloot hier op zyne dankerkentenis te betuigen aan den Generaal der Landmilitie van Nieuw-Hampshire Stark, en aan de Officieren en manfehappen onder deszelfs bevel, wegens hunnen dapperen en gelukkigen-aanval, en treffelyke overwinning over den vyand in zynelinien by Bennington; en tevens om den welgemelden Generaal Stark aan te ftellen tot Brigadier-Generaal by het leger der Vereenigde Staten. Ook was'er munmer eene dankerkentenis meer naar ver diens ta toe»  op de noordelyke grenz-en. 73 toegewezen; daar het verflaan van deze beide vyan» delyke hoopen de eerste fchakel was in de groote keten der oorzaken, welke eindelijk den ondergang, van het geheele koninglyke leger na zich ileepte. Het vertrouwen, waarmede de Amerikanen bezield werden, op de ondervinding dat zy in ftaat waren om geregelde troepen overhoop tewerpen, was van verbazende gevolgen: het gaf nieuw vuur aan hunne verrichtingen en vervulde hen met de hoop op nieuwen voorfpoed. De moed der krijgslieden, welke de ziel eens legers uitmaakt, vond hier voedzel in het veroverde gefchut en de overige zegeteekencn; en naar mate de Amerikanen door dit alles werden opgebeurd, gaf het aan den anderen kant verflagenheid onder hunne vyanden, die gewoon aan den voorfpoed, welke hen in het vorige gedeelte van den veldtocht fteeds verzelde, van dezen onverwachten fchokeen buitengewoon verdriet gevoelden. 'Hun moed was daar door wel niet verminderd maar echter hun vertrouwen merkelijk gekrenkt. Het zoude bezwaarlijk vallen alle de nadeelige gevolgen op te tellen, welke, door het mislukken van den aanflag opBennington, het koninglyke leger overkwamen: maarzy waren zoo uitgebreid, dat het verlies aan manfehappen onder de minst aanmerkelyke konde geteld worden; en dat alle ontwerpen om de te voren behaalde voordeden verder door te zetten, door dezelve verydeld wierden. Onder andere beflommeringen, *verd de Generaal Burgoyne daar door genoodzaakt te kiezen, om of zoo lang ftil te zitten tot dat 'er voor-  êó Hoofdft. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 voorraad van levensiiiiddelén Uit het Fort George was aangebracht, of zonder dezelve voort te rukken met gevaar om van gebrek om te komen. Hy' verkoos het eerfte, en het leger werd dus van den zestienden van Oogstmaand tot den dertienden van Herfstmaand opgehouden, door welk onvermydelyk verwijl, de Amerikanen tijd en gelegenheidkre* gen-om in grooten getale byeen te trekken. De nederlaag van den Overften-Luitenant Baum was'de eerfte gebeurtenis, welke fints langen tijd ten voordeele van het Noordelyke leger der Amerikanen was uitgevallen; terwijl hetzelve van Wintermaand 1775 af niets dan nederlaag op nederlaag ondervonden had; de eene ramp de andere fteeds op de hielen gevolgd was; en 'er geene andere bewegingen gemaakt waren dan om terug te trekken of te ontruimen. Maar in de volgende gebeurtenisfen vertoonde zich een merkwaardig onderfcheid , en het geluk,'welk voor het gevecht by Bennington,-den Britfchen ftandaard geen oogenblik verlaten had, fcheen, na dat voorval, denzclven geheel te hebben begeven, en tot de andere party te zijruovergegaan. ' ■ Na het ontruimen van Ticonderoga, was het Amerikaanfche leger van de eene plaats op de andere terug getrokken, tot dat het eindelijk op Vanfchaicks-eiland ftand hield. Doch kort na het genomen befluit om terug te trekken, riep het Congres de Staf-Officieren byeen, en ftelde den Generaal Gates aan het hoofd des Noordelyken legers* Zyne aankomst by hetzelve, .op den'hegentienden 3 van  óp de noordelyke grenzen, 'gï Van Oogstmaand, dééd deh yver en de wakkerheid I der ingezetenen op nieuw herleven. De landmili» ti tie, door den behaalden zege te Bennifigton, Hout 1 geworden, verzamelde zich in grooten getale on* I der zynen Standaard. Zy begonnen zich Weldra ttt preelen met de hoop van het geheele Britfche Ie* | ger te zullen gevangen nemen, en 'er vertoonde zich j aan verfchillende oorden en op menigvuldige wyzen |eene zucht tot ftoute ondernemingen; Terwijl de Generaal Burgoyne zyne toebereid* jjfelen om naar Albany door te dringen, met alleny* :ver voortzette, onderwond zich de Generaal Lm* coln eenen aanflag tót herneming van Ticonderö* ^ga, en de overige posten agter 's Konings leger legJgende. Ten dien eindezöhdhy den Overften BRówür met vijfhonderd man nöar de landingplaats aan hee jmeir George, en deze beftierde Zyne Verrichtingen ^met zoo veel beleid, dat hy alle de buitenposten tusfehen de landingplaats aan hetnoordeindevanhet meir George en de hoofdvesting te Ticonderoga, by verrasfing overmeesterde. Hy nam insgelijks] Mount Defiance en Mount Hope, de Franfche li*, pienen een der blokhuizen, veroverde tweehonderd fchuiten, verfcheidene kanohneerboöten en eene) kewapende floep, maakte tweehonderd en negentig gevangenen, en verloste ten zelfden tyde honderd Amerikanen. Zijn eigen Verlies Was nietsbedüi* dend. Doch de Overfte Brown en de Overfte JoöN* 8on, welke laatfte insgelijks met vijfhonderd man was afgezonden óm Mount Independence aan te tas« ten, bevonden by onderzoek, dat het vermeeste» III. Dm, F yen  82 Hoofdft. XV. Dz Veldtocht van het jaar 1777 ren zoo wel van die post als van Ticonderoga hunne macht te boven ging. Wanneer eindelijk de noodige voorraad van levensmiddelen voor dertig dagen van het meir George was aangevoerd, zag de Generaal Burgoyne van alle verder,e gemeenfehap met de magazynen achter zich af, en trok op den dertienden en veertienden van Herfstmaand, met het leger over de Hudfons-rivier. Over deze beweging werd fterk getwist, en fommigen fchreven die toe aan de doldriftigheid van den Generaal, beweerende dat dezelve te voorbarig was, zoo lang men geene zekerheid had van den byftand der koninglyke krijgsmacht, welke in Nieuw-York ftond; doch hy beriep zich op de ftellige bevelen zyner meesteren. Hoe het zy, de fnelle voortgang van Burgoyne en inzonderheid het overtrekken van de Hudfons- of Noord-rivier, was eene der voornaamfte oorzaken, welke hem vervolgens den hertredonmooglijkmaakten, en gepaard met de volgende gebeurtenisfen, den onvermydelyken ondergang van het ganfche leger grootendeels te weeg brachten. Na dat de Generaal Burgoyne de Hudfons-rivier was overgetrokken, vervolgde hy zynen tochtlangs deszelfs oevers, cn fJoeg het leger vier dagen daarna, neder op de hoogten, omtrent twee mylen van de le¬ gerplaats van den Generaal Gates, die drie mylen boven Stilvvater ftond. De Amerikanen, door hunne overwinningen by Bennington enhet Fort Schüyler ftout geworden, dachtefc niet meer om terug te wyken, maar rukten uit pa "de aannaderende Britten,  vp de noordefyke grsiizen-0 E| ten op te zoeken , en bevochten dezeiveh met on. verfchrokken ftandvastigheid. De aanval begon 'eë& weinig voor den middag, op den negentienden vaa Herfstmaand, tusfehen de partyen dié öp reeog* cófceering uitgezonden waren , en van weerskanten door de Legerhoofden onderfteund enverfterkt Wier* den: Het gevecht, fchoon zeer fcherp, bleef ech* ter gedurende anderhalf uur ilechts gedeeltelijk | toaar werd toen, na eene korte tusfchenpoziög algemeen , en bleef zonder ophouden drie uureii voort» duren., Het vuur was al dien tijd Onafgebroken j en beide legers fchenen befioten te hebben óm të fterven of te overwinnen. De Britten en Amerika* nen dreven beurt óm beurt elkander terugj en ie* der óögenblik viel 'er aan weerskanten volk en inzonderheid Officieren, vermits verfcheidene Amerikanen in hooge boomen geklommen wareü, en zoo dikwerf zy een Officier aan de kleding ontdekten, dien neder velden, met opzettelijk op hun të mikkem Weinige gevechten waren door grooter hardnekkigheid, beide ten aanzien Van den aanval en de verweering, gekenmerkt geworden, en dë Britten beproefden herhaalde reizen hunne bajonet* ten, doch zonder als naar gewoonte, met het gebruik van dat geweer te flagen. Eindelijk maakte de nacht een einde aan het bloedvergieten» Dë Britten hadden meer dan vijfhonderd man Verlo& ren, zoo aan dooden en gekwetften als gevangenen j en de Amerikanen driehonderd en negentien, met de vermisten. Van achtenveertig Britfche Bom* bardierst warea'eizesendertig dood df gekwetst. Fa *a  84 Hoofdft. XV. De Veldiodit van het jaar 1777 en het tweeënzestigfte Britfche Regiment welk by het uittrekken uit Canada vijfhonderd man fterk was, was nu op zestig gemeenen en vier of vijf Ofeieren verfmolten. Ondertusfchen had dit hardnekkige gevecht niets beflist, en de eer was het voornaamfte voordeel welk de beide legers daar door behaalden; maar desniettegenftaande was hetzelve vaa zeer gewichtige gevolgen, waar onder men in de eerste plaats het verminderen van den yver en de wakkerheid der Indianen, welke tot het Britfche leger behoorden, te tellen hebbe. De gevaarvolle dienst, waar aan zy thans gebonden waren, ftrookte in geenen deele met hunne gewoonte van oorlogen. Zy werden te leur gefield in hunne verwachting op.roof en plundering, en zagen niets voor zich dan ongemakken en gevaren; terwijl de drangredenen van trouw en eer op de harten dezer Wilden te weinig vermochten om hen langer aan zulk eenen onvoordeeligen dienst te verbinden. Gevolglijk verlieten zy dan ook het leger, en wel op een tijdflip, waar in men hunnen byftand meest behoefde, gevende dus daar door een tweede bewijs van de flegte ftaatkunde om zich op hun te verlaten. Weinig meer ftandvastigheid betoonden de Canadiërs en de overige Britfche Provincialen, welke insgelijks den Britfchen Standaard verlieten, zoo dra zy ondervonden, niet meer eenen vliedenden en moedeloozen vyand, maar eene talryke en onverzaagde krijgsmacht tegen zich te hebben. Dit wegloopen der hulptroepen was echter niet de eenige noch de ergfte teleurftelling, welke de Generaal Burgoyne moest  op de noordelyke grenzen. g| Üioest ondervinden. Van den aanvang zyner krijgstocht, had hy zich eene fterke onderfteuning beloofd van dat gedeelte der Britfche krijgsmacht, welk in Nieuw-York ftond, en vastelijk vertrouwd dat hetzelve in ftaat was om tot Albany door te dringen, en zich aldaar of in den'omtrek met hem te vereenigen. — Maar deze medewerking, fchoon beproefd, mislukte by de uitvoering; terwijl het ftaat maken op dezelve veel toebracht om den Generaal in moeilijkheden te wikkelen, waaraan hy buitendien niet zou zijn blootgefteld geweest. Althans, op den eenëntwintigften van Herfstmaand, kreeg de Generaal Burgoyne een bericht in cijffer gefchreven, dat Sir Henry Clinton, die toen in Nieuw-York het bevel voerde, voorgenomen had om eene afwending ten zynen voordeelete maken, en de fterkten aan te tasten , welke de Amerikanen langs de Hudfons-rivier hadden opgeworpen, om de gemeenfehap tusfehen Nieuw-York en Albany te ftremmen. In antwoord op deze kennisgeving, zond hy eenige vertrouwde perfoonen aan Clinton met een volledig verfiag van zynen toeftand, en met last, om op de onverwijlde uitvoering der voorgeftelde medewerking aan te dringen* en hem daar by te verzekeren, dat hy ten aanzien der levensmiddelen in ftaat was en ook onveranderlijk befioten had om zyne tegenwoordigeftandplaats in te houden tot den twaalfden van Wijnmaand, in hope dat 'er intusfehen iets gunftigs zoude gebeuren. Wegens de redelyke verwachting op eene afwending aan den kant van Nieuw.York welke op, F 3 ke,t  $3 Hoofdft? XY°. De Veldtocht van het jaar 1777 itè? ge^eWe bericht gegrond was zoude het fehan* gelijk; geweest zijn terug te trekken, en niet voeg* aaaerjfton* voor dien tijd iets tegen den vyand te ondernemen j maar in dezen ftaat van zaken werd hee Eoodaakelijk twee of drie weken ftil te zitten, en de beloofde medewerking van het Nieuw-Yorkfche lege? af te wachten. Midlerwijl verminderde de voorraad in ss Konings leger; terwijl het AmeriJiaanfche van dag tot dag in moed en talrijkheid toeS^m, Het volk van Nieuw-Engeland bevroede zeer wel, dat ser thans alles van afhing, en was tevens vqI hoop, dat zy door wakkere en kloekmoedige poogingen den Generaal Burgoyne zoodanig zou-, den kunnen benaauwen , dat hy gedwongen zijn ^oude om zich over te geven. Ieder opgenblik werd dus de toeftand van het Britfche leger gevaarlykcr. Jfcepds op den eersten van Wijnmaand, verminderde de Generaal, wegens de onzekerheid van nieuwen toevoer, de rantzoenen der foldaten. Het bepaalde tijdftip van den twaalfden dezer maand, tot het welke Js Konings leger op den byftand van Nieuw-York zoude blyven wachten, fchoot ondertusfehen kort op handen, zonder dat men eenig bericht van de verwachte medewerking ontving. In dezen ontrustenden toeftand, werd het raadzaam geoordeeld, om eene beweging naar den linkervleugel der Amerikanen te maken. De troepen welke men daar toe gebruikte, beftonden uit vijftienhonderd uitgelczene manfehappen, onder de bevelen, yan de Generaals Bbrgoyne, Philips, Reidesee tn< Frazjsr. Zoo dra zy aanrukten., werden zy ter- ftond ■►■»'! I  op de mordvlyke grenzem g*? ftond gefluit door eenen fchielykén en hevigen aanval, welken echter de Majoor Ackland aan het hoofd der Britfche Grenadiers met groote dapperheid wederftond. Vervolgens grepen de Amerikanen ook de Duitfche troepen, welke ter rechterzyde van de Grenadiers geplaatst ftonden, in het fpits aan, en deden teffcns eenen grooten hoop van ter zyde aanrukken, ten einde aan dezelven den terugtocht af tefnyden. Om dit ftout beftaan te verydelen, kregen de ligte Britfche troepen nevens een gedeelte van het vierëntwintigfte Regiment bevel, om eene tweede linie te formeeren, en den aftocht der troepen' naar de legerplaats te dekken. Midlerwijl deden de Amerikanen eene talryke verfterking van verfche manfehappen aanrukken, om den aanval tegen den linkervleugel van Burgoyne te hervatten; waar op dit gedeelte zijns legers gedwongen werd te wyken; doch tevens door eene fchielyke beweging van de ligte troepen en van het vierëntwintigfte Regiment, welke aanftonds toefchoten, voor eene geheele nederlaag bewaard bleef. Maar nu waren de Britfche linien zelve in grootgevaar, waar op de troepen, Welke digtst by de hand' waren , tot derzelver verdeediging afzakten. De Generaal Arnold rukte met eene Brigade Statentrocpen, op de werken aan, welke door Lord Balcarras aan het hoofd der ligte Britfche troepen bezet waren; dan de Brigade door eene fterke verhakking en menigvuldige andere hinderpalen tegengehouden , werd gedwongen af te deinzen. Hier op verliet Arnold deze Brigade, en Helde zielvaan F 4 het  83 Hoofdft, XV, De Veldtocht van het jaar 1777 Jjet hoofd van Jacksons Regiment, gelastendeheci gelve om oogenbliklijk aan terukken, en de linien nevens eene veldfchans voor dezelve, aan te tasxen, welke door den Overfte-Luitenant Breyman gan het hoofd der Duitfche Grenadiers verdeedigd •werden. Zy vielen ylings aan, en bemachtigden de Werken ftormenderhand. Arnold zelf was een van de eersten 'er in. De Overfte-Luitenant Breyman fneuvelde, en het volk onder zijn bevel week al vechtende terug; maar toenzy hunne tenten, wel» Jke ongeveer dertig of veertig roeden achter de ver» ichanfing Honden, bereikt hadden, en zagen dat de aanval algemeen was, vuurden zy nog eens, tvaar op een gedeelte naar de Britfche legerplaats week, en de overigen het geweer nederleiden; waar na eindelijk de nacht een einde aan den ftrijd «naakte, Op dezen dag, den zevenden van Wijnmaand, hadden vele brave lieden het leven verloren; doch de Britfche Officieren naar evenredigheid wederom meer geleden dan de gemeenen. Onder hunne gesneuvelden werd de Generaal Frazer , wegens zyne uhfrekende verdiensten, inzonderheid betreurd, §ir James Clark, de Adjudant van Burgoyne, ■was doodelijk gewond, en de Generaal zelf ter naauwernood ontfnapt, hebbende eenen kogel door den hoed en eenen anderen door het onderkleed gehad, De Majoors Williams en Ackland werden gevangen genomen, zijnde de laatfte gekwetst. Het verlies der Amerikanen had niet veel te beduiden, alleen was de Generaal Arnold, aan wiens dol.  op de noordelyke grenzen, : doldriftigheid men het geluk van dien dag veelal te danken had, onder de gewondden. Daarentegen kregen zy meer dan tweehonderd gevangenen, en veroverden negen metalen veldftukken, benevens de legerplaats eener Duitfche Brigade, met derzelver ganfche uitrusting. Den volgenden dag ftonden de koninglyke troepen fteeds onder de wapenen, in verwachting van eenen nieuwen aanval; doch 'er viel niets voor dan eenige fchermutfelingen. Alleen ontving de Generaal Lincoln, terwijl hy op ontdekking uit was, eene gevaarlyke wond: dees' Veldheer werd zeer betreurd; vermits hy zich de achting en het vertrouwen van het gantfche Amerikaanfche leger verworven had. De ftand van het Britfche leger, na het gevecht van den zevenden, was zoo gevaarlijk, dat daar in eene onmiddelyke en geheele verandering behoorde gemaakt te worden; welke hachlyke onderneming zonder verlies of wanorde volvoerd, en de ganfche Britfche legerplaats met alle toebehoren, in eenen enkelden nacht opgeruimd werd. Desniettegenftaande meende de Amerikaanfche Generaal, dat' hem de kans fchoon ftond om de vyandelyke krijgsmacht te overmeesteren, zonder dat hy op nieuw, een' veldflag behoefde te wagen: waarom hy dan ook zyne maatregelen voornamelijk bepaalde om aan dezelven den terugtocht af te fnyden, en allen toevoer van levensmiddelen te beletten. Terwijl dus de Generaal Burgoyne zijn best deed Qtn naar Albany door te dringen, deed de Britfche F S Be,  jsrHoofdft. XV. De Veldtocht van het j\ar 1777 Bevelhebber van' Nieuw-York eene vruchtelooze pooging om denzelven de behulpzame hand te bieden. Met dit oogmerk, ondernam Sir Henry Clinton eene krijgstocht op de Hudfons rivier, op den rijfden van Wijnmaand, aan het hoofd van drieduizend man, en verzeld van eene geëvenredigdè fcheepsmacht. Na op verfchillende plaatfen den fchijn gemaakt te hebben, flapte hy by Stoneyïoint aan land, trok de bergen over naar het Fort Montgomery, en taste terftond de onderfcheidene fchanfen aan. De bezetting onder het bevel van den Landvoogd Clinton, een braaven en kundigen krijgsman, bood dapperen wederfland? maar vermits de post voornamelijk beftemd was om het opvaren van fchepen te beletten, waren de werken aan de landzyde onvolkomen en niet te houden: en met het vallen van den avond vermeesterden de Britten het Fort met gevelde bajonetten. Het verlies was aan geene van beide zyden groot, de Landvoogd Clinton, de Generaal James Clinton x ontkwamen het met de meeste Officieren en manfchappen, onder begunftiging van eenen zwaren damp en de duisternis, welke eensklaps opfteeg. Het overmeesteren van dezen post gaf de Britten gelegenheid om zich een open weg over de Hudfons rivier te banen, maar in de plaats van verder voorwaards te dringen naar de legerplaats van den Generaal Burgoyne of ten minsten naar Albany,. verfpilden zy verfcheidene dagen met de omliggende landflreek te verwoesten. Intusfchen werd het Fort Conftitution door de Amerikanen gefJechty wel-  op de noordelyke grenzen, ïsreifee insgelijks twee nieuwe fregatten ert eeniga andere vaartuigen in den brand ftaken. Ten zelfden tyde vernielde de Generaal- Fry.on een nieuwea *anleg, Continental Village geheten, waar eenige inagaz-ynen en barakken voor vijftienhonderdman gebouwd waren. Sir James Wallen met een vliegend,. Esquader van ligte fregatten, en de Generaal Vabgsan met eene bende landtroepen hielden zich verfcheidene dagen op en by de rivier bezig met het land aan derzelver boorden te verwoesten. Onder anderen verbrande de Generaal Vaughan , op den dertienden van Wijnmaand, het fchoone en bloeijende vlek Efopus teneenemaalen,,zoodat 'er niet ccn enkeldhuis ftaan bleef; niettegenftaande de ingezetenen op zyne aannadering de plaats verlaten hadden zonder den minsten tegenftand te bieden, Wy zouden weldenkenshalven dienen te onderftellen y dat deze verwoestingen ter bereiking, van zekere krijgsbedoelingen aangericht werden , en dat de bewerkers daar van de aandacht van den Generaal-' Gates derwaards hoopten te trekken,, om dus denGeneraal Burgoyne eene zydelingfche hulp toe tebrengen. Maar indien dit de bedoeling was deed de kunstgreep niet de minste uitwerking; Het beHoud: hunner bezittingen was by de Amerikanen Hechts onder de-voorwerpen van den tweeden rang; en van het gevangen nemen van Burgoyne beloofden zy zich zulke gewichtige gevolgen, datzydaarvan om lief noch leed zouden hebben afgezien. Ook maakte de Generaal Gates geene enkelde beweging,, weikle cas waarfchijnlijkheid van, dit groote doel  'p% Hoofdft. XV. . De Veldtocht van het jaar 1777 doel te zullen bereiken, eenigermate konde vermink deren: alleen fchreef hy een fcherpen brief aaa Vaughan, waar in hy zich onder anderen dus uitdrukte: „ Denken 's Konings Generaals op deze 3, wyze de ingezetenen voor de zaak des Konings „ te winnen ? Het is niet minder verbazend dan waarachtig, dat de maatregelen, welke zy by de „ hand vatten, om den Koning hunnen meester te „ dienen, eene geheel ftrydige uitwerking hebben: „ daar hunne wreedheid het roemryke befluit van „ Onafhanklijkheid op den breeden grondflag van volkshaat vestigen." Maar fchoon het onzeker is of men dit verwoesten der bezittingen aan ftaatkundige bedoelingen of aan wraakzucht hebbe toe te fchryven, lijdt het echter hoegenaamd geenen twijffei, of het was 'er verre af van het kraehtdadigfte middel te zija, om Burgoyne te ontzetten. Immers was de vaart op de Noord-rivier, door de behaalde voordeden op den zesden van Wijnmaand, in zoo verre geopend, dat Sir Henry Clinton met zyne ganfche macht, ten bedrage van drieduizend man, niet alleen Albany, maar zelfs de legerplaats van den Generaal Gates had kunnen bereiken, voo* den twaalfden dezer maand, den dag, tot welken de Generaal Burgoyne beloofd had op den byftand van Nieuw-York te zullen wachten. Indien derhalven de Britten, in de plaats van aan byzondere perfoonen fchade toe te brengen, zonder eenig voordeel voor de zaak van hunnen koninglyken meester, in den tijd van zes dagen, honderd zesendertig mylen voorwaards gerukt waren , hadden zy hee Ame-  op &e noordelyke grenzen. ^ Amerikaanfche leger tusfehen twee vuuren kunnen brengen , ten minsten vierentwintig uuren voor dat Burgoyne door nood gedrongen wierd om de voorwaarden van het verdrag te onderfchryven. Ondertusfehen is het tot hier toe nimmer voldoende gebleken , waarom zy deze gelegenheid verwaarloosden, en hunne broederen welke twaalf uuren ten Noorden van Albany Honden, geen ontzet toebrachten, toen zy zich niet meer dan ruim dertig uuren beneden die plaats bevonden. Midlerwijl plaatfte de Generaal Gates veertienhonderd man op de hoogten aan de overzyde van de doorvaart van Saratoga, en tweeduizend achter dezelve om den terugtocht naar het Fort Eduard te beletten, benevens nog vijftienhonderd man aan eene andere waadbare plaats, wat hooger op gelegen. Burgoyne bericht van deze bewegingen gekregen hebbende, maakte daar uit op, en inzonderheid uit de laatste, dat Gates voornemens was om zynen rechtervleugel te omcingelen, en hy begreep, dat zoo dra dit gelukte, de Britten geheel ingefloten waren. Om dit te vermyden, befloot hy zonder uitftel naar Saratoga terug te trekken, fchoon hy verplicht was om het ganfche hospitaal met de zieken en gekwetften achter te laten, welke echter aan de menschlievendheid van den Generaal Gates werden aanbevolen, en ook van dezen met alle de liefdadigheid welke hun toeftand vorderde behandeld. Wanneer de Generaal Burgoyne te Saratoga was aangekomen, vond hy dat de Amerikanen met eene fterke macht op de hoogten aan de overzyde  $4 Hoofdft. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 zyde post gevat hadden, om hem den overtocht aan dezen doorvaart te betwisten. Om zich dus den weg tot den terugtocht naar het meir George te banen, zond de Britfche Generaal eenen hoop werklieden, onder een fterk geleide van Britten en Provincialen af, om de bruggen te herftellen en de wegen derwaards te maken» Doch een gedeelte van dit geleide tot eenige andere verrichting gebruikt zijnde, werd het overige, na een ligten aanval van een handvol Amerikanen, op de vlucht gedreven, en dus de arbeiders buiten ftaat gefteld om het werk waar toe zy gezonden waren, te volvoeren. By nacht naar het Fort Eduard te trekken was thans de eenige overfchietende Weg om te ontkomen,, Maar eer men gereed was om zulks te ondernemen, kwamen 'er verfpieders terug, met het bericht, dat de Amerikanen aan de overzyde van de waadbare plaatfen , alwaar men voornemens was over de Hudfons ïivier te trekken, verfchanscht lagen, en dat 'er ook eene groote macht ftond op den hoogen grond tusfehen het Fort Eduard en het Fort George; ter•wijl zy insgelijks kleiner partyen en posten langs den ganfehen oever hadden, en wel zoo dicht by elkander, dat zy de minste beweging van het koninglyke leger konden gadeflaan. Zy ftonden dus genoegzaam rondom de Britten, en waren wegens de gefteldheid van den grond grootendeels voor alle aanvallen beveiligd. Het koninglyke leger daar en tegen kon niet langer vertoeven, daar het thans ftond, wegens gebrek aan de noodzakelijkfte middelen van beftaan> het. kon niet voorwaards rukken naar  op de noordelyke grenzen. q$ naar Albany, zonder eene veel fterker macht uic den weg te fiaan; en niet terug wyken dan met eene rivier over te trekken, in het gezicht van eenen fterke bende vyanden, welke aan de overzyde op de voordeeligfte wyze geplaatst ftonden. Maar bovendien, welken weg zy ook infloegen, de Amerikanen waren hun altijd zoo kort op de hielen, dat zy alle hunne bewegingen konden opmerken, en daar by doormiddel van eene brug in ftaat waren, om hunne ganfche macht daar het noodig was, byeen te trekken. Het koninglyke leger was dus in eenen waarlijk benaauwden toeftand; in het hachlijkfte oogenblik Van zyne Indiaanfche bondgenooten verlaten, niet onderfteund door zyne broederen van Nieuw-York, door de vreesachtigheid en het verloopen der Canadiërs verzwakt, door langdurigen en geftadigen arbeid afgemat, en door herhaalde gevechten merkelijk verfmolten, werd het thans beftookt door eene macht welke byna driemaal zoo fterk was, zonder mooglijkheid om terug te wyken of den uitgeputten voorraad van mondbehoeften aan te vullen» Daar by werd de legerplaats aanhoudend met grof gefchut befchoten, en men was binnen de linien op vele plaatfen, voor de druifkogels en busfchen niet veilig. Desniettegenftaande gedroegen zy zich nog zeer kloekmoedig. Ondertusfchen groeide het Amerikaanfche leger van uur tot uur aan. Van alle kanten kwamen 'er vrywilligers toefchieten, die gaarn wilden deelen ia den roem van hunne, zoo zy meenden, gevaarlift.  jwS Hoofdft. XV. De VeUtock van hst jaar 1777 iijkfte vyanden te vernielen of gevangen te nemen. Eindelijk brak de dag van den dertienden van Wiju. maand aan, en deze werd doorgebracht in de angstvallige verwachting van iets gewichtigs te zullen opleveren. Maar toen 'er zich geen vooruitzicht op byftand opdeed, en hunne voorraad byna ten einde was, konden zy met geenen redelyken grond hopen dien nog tydig genoeg te zullen ontvangen. Gevolglijk oordeelde de Generaal Burgoyne het des avonds raadzaam, om het overfchot van hunnen voorraad naauwkeurig te doen opnemen; wanneer 'er by onderzoek bleek,'dat zy nog amper voor drie dagen levensmiddelen overig hadden. In dezen zorgelyken toeftand werd 'er een algemeenen krijgsraad gehouden, daar alle de Hoofdofficieren en Kapiteins zitting in hadden. Zy waren eenftemmig van gevoelen, dat hun tegenwoordige toeftand volkomen vryheid gaf, om zich op eerlyke voorwaarden over te geven; en 'er werd daar op terftond iemand afgevaardigd om de onderhandelingen te openen. In het eerste oogenblik, eischte de Generaal Gates, dat 's Konings leger zich krijgsgevangen zoude geven, en tevens dat de Britten de wapens zouden nederleggen; maar de Generaal Burgoyne fchreef hier op ten antwoord :,, dit doe ik nimmer, en is voor my hoe het „ ookgaanmoge, onaannemelijk; eer het leger zou„ detoeftemmen om de wapens inde legerplaats af „ te leggen, zal het veel liever zich op den vyand ,, werpen, met het befluit om geen kwartier tene„ men." Doch na eenige boodfchappen over en we-  'op de noordelyke grenzen. hf i ■.. s fy v \ evaj y> aai&tiLvt *t f»?boèrj -Jt! weder kwam men eindelijk tot een verdrag, hoofd* zakelijk onder de volgende voorwaarden: „Detroe-i „ pen onder het bevel van den Generaal BurgoywiJ »> zul!en met aIle krijgseer en met het gefchut vaü „ de verfchanfingen uit de legerplaats trekken toe f> aan den oever der rivier, alwaar zy het gefchufi „ en de wapens moeten nederleggen, doch de laat* „ ften op het bevel van hun.eigene Officieren aan >*> hoopen zullen Hellen. Vervolgens wordt aanhef: „ leger onder denLuitenant-Generaal Burgoyne dt* „ vrye aftocht naar Groot-Brittan je toegeflaan, on* „ der beding, van gedurende de tegenwoordigeon* „ lusten in Amerika, niet wederom te zullen die» „ nen; en dat de transportfehepen de haven van „ Boston vryelijk zullen mogen inloopen om de ,, troepen in te riemen, wanneer het de Generaal i, Howe dus zal bevelen. Het leger onder den Lui-* tenant-Generaal Burgoyne, zal langs den ge* , voeglijkften weg naar Masfachufetts-baay trek, ken, en te Boston of in den omtrek, immers op , de gefchikfle wyze gcinkwartierd worden. Dë , troepen zullen op bevel van den Generaal Ga, tes, met levensmiddelen voorzien worden, in , gelijkheid met de rantzoenen van zijn eigen Iei ger. De Officieren zullen hunne wagens en pak, paarden behouden, en men zal gcene pakkaadjü , mogen aanhouden of onderzoeken» In zoo verra , de omftandigheden zulks toelaten, zullen de Of, ficieren niet van hunne manfehappen mogen af, gefcheiden worden. De Officieren zullen over, eenkomftig met hunnen rang geinkwartierd wor' III. Deel. G „ den, I  £8 Hoofdft. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 „ den. Alle krijgsbenden van het leger van den 3, Luitenant-Generaal Burgoyne zijn zonder on3, derfcheid onder de voorenftaande poincten be- ; 3, grepen; doch aan alle Canadiërs en aan de genen „ welke tot de Volkplanting van Canada behoren, ,3 mitsgaders aan de zulken, welke het leger van „ daar gevolgd zijn, zal het vryftaan om naar Ca-, nada terug te keeren, en men zal dezelven een 3, geleide medegeven tot aan de eerste Britfche post 3, aan het meir George, en gelijk de overige troe3J pen van levensmiddelen voorzien; terwijl zy ook „ zullen verbonden zijn aan dezelfde voorwaarde, „ van gedurende het tegenwoordige yerfchil niet „ wederom te dienen. Men zal vrygeleide verlee„ nen aan drie Officieren tot het overbrengen van 3, brieven aan Sir William Howe, aan Sir Guy „ CarLeton en naar Groot-Brittanje. Eindelijk „ zullen alle Officieren op hun woord van eer toe„ gelaten worden en het zal aan dezelven vryftaan „ om hunne zydgeweeren te dragen." Ondertusfchen bevond zich het koninglyke leger door de onmooglijkheid om in zyne tegenwoordige ftandplaats te blyven beftaan, of tot beter omftandigheden eene opening te vinden, in zulk eenen verlegenen toeftand, dat deze voorwaarden veel gunftigcr waren, dan hetzelve met reden had kun-j nen verwachten. Maar aan den anderen kant zoude de Amerikaanfche Generaal niet voorzichtig gehandeld hebben, indien hy aan het hoofd van een, leger, hetwelk, fchoon talrijk, meestal echter uit: Landmilitie of nicuwaangeworvea volk beftond, bel ge- ' "# I  op de noordelyke grenzen. gewaagd had om dappere en welgeoefende oude krijgsbenden, al waren zy nog zwakker in getalgeweest, tot een wanhopend befluit te vervoeren*4 eü de Generaal Gates oordeelde te recht, dat hetbess. te middel om zich van zyne voordeden te verzeker ren, daar in gelegen was, dat hy van dezelve me. gematigdheid gebruik maakte. Kort na het onderteekenen van dit verdrag trokken de Amerikanen binnen hunne linien, en Werden achter dezelve gehouden, tot dat 's Konings leger zyne wapenen ter beftemder plaats had neergeleid; en de kieschheid, waar mede deze ganfche 2fcakbe& handeld wierd, deed den Amerikaanfchen Generaal de grootfte eer. Ook was de befcheidenheid Van Gates hier mede niet ten einde; maar hyvermyde jfqpk elke omftandigheid, welke naar eene vertooning 'van zegepraal in het Amerikaanfche leger iêoüde kunnen gelyken. De gevangen Generaal werd Van den Overwinnaar met achting en beleefdheid ontvangen , en een aantal van de voornaamfte Officies, ren van beide legers kwamen' in het Amerikaanfche hoofdkwartier famen, en fcheenen Vooreenen tijd in de gezellige vermaken van de tafel, te vergeten, dat zy vyanden geweest waren. Hetgedragvandea Generaal Burgoyne in deze famenkomst met den Generaal Gates was ook in de daad vol Waardigheid, en deGefchiedfchryver is verlegen, watmeeif te bewonderen, de grootmoedigheid van den zegevierenden, of de heldhaftigheid van den overwon* nen Veldheer» Ga De  too lïoofdft. XV. De Veldtocht van het jaar 1777 Dc Britfche troepen deelden voorts rykelijk in den overvloed, welke in het Amerikaanfche leger ■ heerschte; en hun des te aangenamer was, daar zy reeds geen brood noch meel meer hadden , en Hechts zoo Veel vleesch als voor eenen enkelden dag toereikende konde geacht worden. Volgens het ftraksgemelde verdrag, gaven zich vijfduizend, zevenhonderd en negentig man krijgsgevangen. De zieken en gekwetften, welke, by den terug tocht der Britten naar Saratoga, in de legerplaats achterbleven, benevens het aantal der Britfche, Duitfche en Canadafche troepen, welke gefneuveld, gewond en gevangen genomen waren, of in het vroeger gedeelte van dezen tocht hunne vaandelen verlaten hadden, werden op vierduizend zeshonderd negenentachtig man gerekend. Hetgeheele koninglyke leger was, buiten de Indianen, ruim tienduizend man fterk geweest. De buit, welken de Amerikanen by deze gelegenheid behaalden, was niet minder aanmerkelijk. Het veroverde gefchut beftond uit vijfendertig metalen veldftukken , vierduizend zeshonderd zevenenveertig fnaphanen, benevens eene menigte andere goederen van veel gebruik, doch waar aan zy groot gebrek hadden, vielen mede in hunne handen. De Staten troepen in het leger van den Generaal Gates beliepen negenduizend drieënnegentig man, de Landmilitie vierduizend eenhonderd negenentwintig; doch van de eersten waren 'er tweeduizend eenhonderd en drie ziek of met verlof afwezig, en vijf. hofi-  op de noordelyM' grenzen.. Ior honderd tweeenzestig der laatften waren in hetzelfde geval. Het getal der Landmilitie liep echter altijd op en af, -De heuglyke tyding van het verdrag van Saratoga, gaf eene algemeene vreugde onder de Amerikanen, en ontwapende niet weinig hun misnoegen en hunne verbittering. Het brandftichten en de verwoeftmgen, wetke'er plaats gehad hadden, waren erg genoeg geweest om de gemoederen in vuur en. Vlam te zetten; maar elks byzondere gewaarwordingen werden thans grofgendeelsverzwolgen,door het algemeene befef vanH menigvuldige voordeelen, welke het gevangen nemen van zoo groot een leger aan de nieuwopgerichte Staten fcheen te beloven. Weinig tijds na de onderteekening van het meergemelde verdrag, rukte de Generaal Gates vooiv waards, om de verwoeftingen der Britten langs de Noord-rivier te fluiten; doch op het. hooren van Burgoynes lot, trokken Vaughan en Wallach van zelf naar Nieuw-York terug. Ten zelfden tyde, vernielden de Britten, welke in den rug van het leger gelaten waren, hun gefchut, ontruimden Ticonderoga, en weken rugwaards naar Canada. Weshalven het ganfche land, het welk verfcheidene maanden achter een de on, gelegenheden van den oorlog beproefd had, ge;nocgzaam op één oogenblik volkomen in rust herfleld wierd. i Maar in Groot-Brittanje baarde het nieuws van ' Burgoynes noodlot groot hartzeer en verflagenG 3 heid»  v02- Hoofdft, XV. De Veldtocht van het jaar 1777^ heid, De krijgstocht aan zijn beleid toevertrouwd, was met de verzekerdfte hoop op eenen goeden uitftag ondernomen. De hoedanigheid der troepen, waar over hy het bevel voerde, wds van dien aart, dat"men van hunne dapperheid, door zynen yver, bekwaamheden en moed beftierd, zich vastelijk vocrftelde, dat het ganfche Noordelyke gedeelte der Vereenigde Staten, voor het einde van dezen veldtocht, wederom zoude ondergebracht zijn, Het goede geluk, welk hun eenigen tijd volgde, jechtvaardigde ook dez§gverwachtingen; maar de ontknooping leerde, hoe dwaas het is op eenen verjen afftand ontwerpen van krijgsverrichtingen te maken, en wijdafgelegene landen te willen over- ^rjTgevolgen van deze groote gebeurtenisfen fchitterden de geheele wereld door, en het gevangen nemen van Burgoyne was de fpü waar op de omwenteling draaide. Terwijl het de Amerikanen tot volharding aanmoedigde, door de welgegronde hoop van eindelijk te zullen Hagen, vergrootte het de verlegenheid der Staatsdienaren, welke met zulk pen flecht gevolg geyverd hadden , om dezelven tot onderwerping te dwingen. De tegenkanting tegen hunne maatregelen kreeg daardoor nieuwe krachfen, en werd een ftruikelblok op den weg der overheering. Zy belette Groot-Brittanje om met die vereenigde macht te werk te gaan, welke men by taene eenftemmigheid van gevoelens en raadsbeflmten in ftaat geweest was te gebruiken. Tot hier toe hadden de meest kundige Amerikanen nog eenigen twijf-  op de noordelyke grenzen, 103 '{wijffel over eenen goeden uitflag, ten aanzien van het vestigen hunner Onafhanklijkheid; maar van nu af aan was hunne taal: „ dat welke ook de uit- komst van hunne tegenwoordige worfteling zijn „ mogte, zy gewisfelijk voor Groot-Brittanje voor „ altijd verloren waren." En hier in warenzy ook niet bedrogen. De roemruchtige gevangenneming van een aanzienlijk leger van geregelde Britfche en Duitfche troepen, verfchafte hun in Europa weldra zeer machtige vrienden. De troepen onder het bevel van den LuitenantGeneraal Burgoyne, werden onmiddelijk na de overgave, naar den omtrek van Boston vervoerd, en by hunne aankomst aldaar in de barakken op Winter-hill en Profpect-bill geinkwartierd. De Algemeene Raad van Masfachufetts nam cok terftond gepaste befluiten, om de Gevangenen op eene voegzame wyze te verzorgen; maar wegens de algemeene ongezindheid des Volks om dezelven wel te onthalen, en wegens het kleine gezag en de geringe macht welke de gemeenebestgezinde Regenten op dien tijd over de bezittingen hunner medeburgeren hadden, was het onmooglijk om voor zulk een groot getal Officieren en Soldaten, op een ogenblik, iffi. diervoegen te zorgen, als derzelver gerijf wel vereischte, en zy uit hoofde van de voorwaarden van het verdrag met rede konden verwachten. De Officieren beklaagden zich by den Generaal Burgoyne, dat zy zes en zeven fterk in één vertrek fameng'épakt wierden, zonder hunne onderfcheidene rangen in acht te nemen, 't welk ftrydig was tegen het G 4 ze-  194 Hoofdft. XV, De Veldtocht van het jaar 1777 zevende poinft van het verdrag. De Generaal Buiu coyne zond ditverflagop den veertienden van Wijnmaand aan den Generaal Gates, en voegde 'er by, flat de openbare trouw gefchonden was. Deze brief ■voor het Congres gebracht zijnde, baarde aldaar cntrustinjf, en verfterkte hetzelve in hef vermoeden, reeds te voren opgevat, dat de gevangen genomen troepen eens ingefcheept zijnde, zich wederom by de Britfche bezettingen in Amerika zoude voegen. Dat de Generaal, terwijl hy nog in de ynacht van het Congres was, de openbare trouw gefchonden en het gegeven woord verbroken verklaar'4?a vernietigde in hunne gedachten al het vertrouwen, welk zy te voren in zyne perfoonelyke eer gefteld hadden; vermits hy, wat 'er ook gebeurde, zich altijd ter rechtvaardiging van zijn gedrag, op deze voorloopige kennisgeving zoude kunnen beroepen. Gevolglijk werd 'er befioten: „ omdeins, fcheping van den Luitenant-Generaal Burgoyne 3, en van de troepen onder zijn bevel zoo lang op 33 tefchorten, tot dat het Hof van Groot-Brittanje j,, eene ronde en duidelyke goedkeuringen bekrach?3 tiging van het verdrag van Saratoga behoorlijk 3i aan het Congres zoude hebben doen toekomen." De Generaal Burgoyne verklaarde toen wel de ypeening en den famenhang van de zinfnede in zynen brief, waar op men gevallen was, en ftond 'er voor in, dat alle zyne Officieren nevens hem gereed Zijn.zouden om zoodanig gefchrift ter bevestiging van Saratoga te onderteekenen, als het Congres hun ipude voorleggen; maar het Congres wilde van het ge-  vp de noordelyke grenzen, ïoj genomen befluit niet afgaan, om reden dat hunne vyanden te dikwijls gezeid hadden, dat men aan muitelingen geen woord moest houden; en dat zy dus de belangen hunner Lastgeveren zeer Hecht zouden behartigen, indien zy geen onwederfprekelijk bewijs van de bekrachtiging des verdrags door de hooge Regeering van Groot-Brittanje bleven vorderen, voor dat zy de gevangen troepen lieten vertrekken: te meer nog, vermits men zeggen konde, dat volgens het recht der Volkeren, een verdrag in één punt verbroken, ook in alle de overige niet meer verbindende gerekend wierd. Zy maakten onderfcheid tusfehen eene ópfcho'rting en eene vernietiging van het verdrag, en beweerden, dat zy grond hebbende om te vermoeden, dat men voornemens was om hetzelve te fchenden, even daardoor volkomen berechtigd werden om met de uitvoering aan hunne zyde zoo lang te wachten, tot dat hetzelve behoorlijk zoude zijn bekrachtigd. Indien ook Groot-Brittanje ernftig daar toe gezind was, konde men de gëëischte bekrachtiging in weinige maan. den verkrygen, en het Congres verklaarde bereid te zijn om het verdrag in allen deele te houden en ten uitvoer te brengen, zoo dra het op behoorlijk .gezag van deszelfs. naleving aan de andere zyde verzekerd zijn konde. . Omtrent agt maanden daar na, deden zekere koninglyke Kommisfarisfen, welker eigenlyke bedoeling en verrichtingen wy vervolgens zullen ontvouwen, insgelijks aanzoek, betreffende deze troepen; aanbiedende om het verdrag te bekrachtigen, G 5 eo.  jo5 Iloofdft. XV. De Veldtocht van liet jaar 1777 én eisfchende daar op verlof om dezelve te doen jnfcheepen. Maar by onderzoek bevond men, dat %y geene volmacht hadden, om in dezen iets te doen, 't welk Groot-Brittanje zoude kunnen verplichten. Weshalven het Congres befloot om geenerhande bekrachtiging van het verdrag van Saratoga aan te nemen, welke men aan hetzelve mogte willen aanbieden, ingevolge eener volmacht, welke zich alleen by redeneering of gevolgtrekking'' tot dit geval uitfirekte, of welke het verhandelde daaromtrent zoude onderwerpen aan de t-oekomftige goedkeuring of afkeuring van het Parlement van Groot-Brittanje. Tot aan het gevangen nemen van Burgoyne, waren de Mogendheden van Europa enkeld aanfchouwers gebleven van den oorlog tusfehen GrootBrittanje en deszelfs voormalige Volkplantingen; maar kort na die gebeurtenis, kozen'er party, en werden rechtftreeks in denzelven betrokken. In ieder tijdperk echter van den twist, vonden de eisfchen der Amerikanen goedkeuring en onderfïeuning by een aantal achtingwaardige buitenlanders; terwijl de brieven, vertoogen en andere openbare handelingen van het Congres de bewondering van velen wegdroegen, welke voor hun zeiven by het gefchil geen belang hadden. Maar de vryheid is zoo baarblykelijk het onbetwistbaar recht van alle menfchen, dat zy zeiven, die haar nimmer bezaten, de rechtmatigheid van 'er om te ftryden, gevoelen, en dat een volk 't welk de wapens opvat om dezelve te verdeedigen of te herwinnen, zeker kan zijn  op de noordelyke grenzen. ïoy zijn van de aanmoediging en de welmeende wen» fchen van alle waare menfchenvrienden, over dg ganfche uitgeftrektheid der aarde. Door den invloed dezer grondbeginfelen, bezaten ook de Amerikanen de achting en de toegenegenheid van eene menigte menfchen, in elk gedeelte van Europa. Men achte hen kwalijk behandeld, en deed hen voorkomen als een moedig en braaf volk, het welk vast befioten had om zich tegen alle onderdrukking aan te kanten, Zy werden dus beklaagd en toegejuicht, en dit verwekte beide edelmoedige en meêwarige gevoelens ten hunnen voordeele. Deze omftandigheden zouden in elk geval hare werking gedaan hebben, maar in dit byzondere geval vond de zaak der Amerikanen ook nog voorftanders uit andere beweeggronden. 'Er heerschte thans eene algemeene jaloersheid over Groot-Brittanje. Hare zeemacht had fints lang eene dwinglandy geoeffend over de Natiën van Europa, en als een recht geëischt dat de fchepen van alle andere Mogendheden, voor haar, als de beheerfcheresfe van den Oceaan, de zeilen ftreken. Wegens hare doldriftigheid om allen toevoer naar hare muitende Volkplantelingen, gelijk zy de Amerikanen noemden, te beletten, waren de fchepen van andere Mogendheden, welke naar Amerika ftevenden, federt eenigen tijd, aan onderzoekingen en andere belemmeringenblootgefteldgeweest, hoedanige geene onafhanklyke Natie, anders dan met ongeduld konde verdragen. Eindelijk had haVe hoogmoed en ondraaglyke trotsheid, welke ook den  jq8 Hoofdft. XV. De Veldtocht van bet jaar 1777, den Amerikaanfchen oorlog veroorzaakte, reeds ;ang haren naburen in het oog geftokenj zoo daC fleze zich verheugden in haren tegenfpoed3 en in, zonderheid in het vooruitzicht op eene fcheuring van haar veel te machtig gebied. ZES-  ZESTIENDE HOOFDSTUK, Het Verbond tusfehen Frankrijk en de Ver* eenigde Staten3 benevens den Veldtocht van het jaar 1778. Kort na dat de tyding van het gevangen nemen van Burgoynes leger in Europa was aangekomen floot het Franfche Hof een Verbond van Vriendfchap en Koophandel met de Vereenigde Staten; en het zal der moeite Waardig zijn om de omftandigheden, welke tot deze groote gebeurtenis aanleiding gaven, wat meer byzonderlijk te ontvouwen. De Volkplantelingen hadden de wapens opgevat buiten allen invloed van de vyanden van GrootBrittanje, en bleven zich, verfcheidene maanden na dat zy reeds troepen aangeworven en geld gemunt hadden, tegen hetzelve verzetten, zonder de minfte tusfehenkomst van buitenlandfche Mogendheden. Nogthans was het hun niet onbekend, dat het belang van Europa vorderde om eene fcheuring ' tusfehen Groot-Brittanje en de Volkplantingen të helpen bewerken. Maar vermits zy den ftrijd met geen ander oogmerk aanvingen dan om hunne bezwaren herfteld te krygen, was het ook, in het eerfte tijdperk hunner tegenkanting, geenszins hun wensch om Groot-Brittanje in eenen oorlog te wikkelen of zich zeiven hulp te verfchaffen, door hun hof te maken by deszelfs vyanden. De ftaatkundige maatregel van Groot-Brittanje om den Amerikanen  X10 Hoofdfh XVI. Verbond tusfehen Frankrijk nen allen toevoer van wapenen te willen beletten, was de eerfte gebeurtenis, welke hen noodzaakte om buitenlandfche betrekkingen te zoeken. Want op den zelfden tijd toen Groot-Brittanje krijgstoebereidzelen maakte om de Volkplantingen tot onderwerping te dwingen, verbood zy tevens den uitvoer van wapenen, en verzocht aan de handeldryvende Mogendheden van Europa, om haar dóór een gelijk verbod, in de hand te willen werken. Maar het Congres, om Groot-Brittanje in deze oogmerken te leur te ftellen, fpoorde Vooreerst de ingezetenen aan om zich tot het aanleggen van binnenland* fche fabrieken van allerley oorlogstuig te beyveren, en benoemde voorts niet alleen eene geheime Commisfie, met macht, om zich voor 's Lands rekening wapenen en krijgsbehoeften aan te fchaffen, maar ftelde ook in andere landen ten zelfden einde bewindslieden aam Het.baarblykelyke voordeel, welke Frankrijk uit de voortduring van het gefchil konde trekken, en de onderfteuning, welke de Amerikanen dagelijks van byzondere menfehen uit dat rijk ontvingen, moedigde wyders het Congres aan om eenen bewindsman voor ftaats- en handelzaken naar dat rijk te zenden, met last om deszelfs vriendfehap te zoeken en krijgsbehoeften tekoopen* SilasDeane hier toe benoemd zijnde, zeildereeds vroeg in het jaar 1776 naar Frankrijk, en werdkort na zyne aankomst te Parijs geraden om den Grave 3de Vergennes, den toenmaligen Franfchen Staatsdienaar in het vak der buitenlandfche zaken, op het ftuk van den Amerikaanfchen twist te ondertas- téni  en de Vereenigde Staten enz.. as, ten. Terwijl dus de gezindheid der natie, om re-, denen welke wy te voren hebben .opgegeven, je» gens Groot-Brittanje afnam, zocht zy nieuwe betrekkingen by andere Volkeren. Op den elfden van Zomermaand van het jaar 1770» benoemde het Congres eene Commisfie om een ontwerp van eene verbintenis in gereedheid te brengen, welke men aan buitenlandfche Mogendheden zoude kunnen aanbieden. De overweging van die gewichtige en geheel nieuw onderwerp hield deszelfs aandacht tot in het laatfte van Herfstmaand onledig. Maar terwijl het Congres daar over raadpleegde, deed de Heer Deane reeds aanzoek om eenen onderftand van wapenen, krijgsbehoeften en krijgsmans kleeding voor deszelfs dienst, en kreeg metterhaast eene genoegzaame hoeveelheid om 'er drie fchepen mede te bevrachten. In hoe verre het Franfche bewind in het bezorgen van dezen onderftand de handen gehad had, en of dezelve betaald of als een gefchenk gegeven was, zijn vragen, welke meermalen gedaan, maar nimmer voldoende beantwoord zijn, aangezien dit werk zoo beftokenwas, dat het verrichte allerhande gedaanten konde aannemen, naar mate de omftandigheden zulks zouden vereisfehen. Het was baarblykelijk Frankrijks belang om de Amerikanen in derzelver tegenkanting tegen GrootBrittanje te onderfteunen, maar eene ware ftaatkunde eischte tevens, om dit van lieverlee en onder de hand werkftellig te maken, om Groot-Brittanje geen kwaad vermoeden te doen opvatten en niet in het  Uti Hoofdft. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk het harnas te jagen. Byzonder menfehen worden nu en dan door beweegredenen van vriendfehap en edelmoedigheid gedreven, maar eigenbelang is dé Noordftar, naar welke geheele natiën onveranderlijk, den koers richten. Het is althans zeker, dat Groot-Brittanje met verklaringen van de vredelievendfté gezindheid aan de zyde van Frankrijk om' den tuin geleid werd, terwijl de Amerikanen rykelijk van middelen ter verweering voorzien wierden; en het is even zeker, dat dit het ware ftaatkundige gedrag was om die fcheuring van het Britfche Rijk te bevorderen, welke Frankrijk belang had om tot ftand te brengen; Het Congres was wel overtuigd, dat eene inkorting van de te hoog opgefchoten macht van GrootBrittanje voor Frankrijk niet dan Zeer wenschlijk zijn konde. Gevoelig getroffen door het verlies der bezittingen öp de vaste kust van Noord-Amerika, door den vrede van Parijs in 1763, en niet minder door het gevangen nemen van vele düizende ma^ troozen in het jaar 1755, voor dat nog de oorlog verklaard was, zoude het meer dan menfchelijk geweest zijn, tóch niet te verheugen óver eene gelegenheid, om eene oude en geduchte mededingfter te vernederen. Behalven de fleeds toenemende meerderheid van Groot-Brittanjes Zeemacht, bezat dit Rijk een verbazend vermogen, niet alleen in zyne oude Staten, maar ook in Volkplantingen, welke fleeds in rijkdom en volkrijkheid aangroeiden; al het welke, gevoegd by de trotsheid der> Britfche vlag, dit Rijk tot een voorwerp van vreze en  en de Vereenigde Staten «52, ttj t en afgunst gemaakt hadden. Het was dus het be» i lang van het Congres om zich by Frankrijk te Ver» «voegen, en het was het belang van Frankrijk on% aan deszelfs aanzoek gehoor te geven» Zoo dra men het eens geworden was omttent eeii Iontwerp van het verbond, welk men voorhad aan zyne Ailerchristelijkfte Majefteit aan te bieden^ ging het Congres over tot het benoemen van Ge» volmachtigden, om over de aanneming van hetzel-» Ve in onderhandeling tetreden; wanneer Dr. Frank» tm, Silas Deane en Thomas Jefferson verkor zen wierden. Maar de laatstgemelde voor deze post bedankt hebbende, werd Arthük Lee, dia zich toen te Londen ophield en zijn vaderland op menigvuldige wyzen van dienst geweest was, in I deszelfs plaats aangefteld. Men befloot tevens dat i het aan geen der leden zoude vryftaan, om Van de» ze geheele zaak iets meer te openbaren > dan dat hef Congres zoodanige flappen gedaan had, als hetzel» Ve ter verkryging van verbintenisfen met andere (Mogendheden dienftig oordeelde: en voorts werd aan de geheime Commisfie gelast, om in Frankrijk ieen fonds van tienduizend ponden Sterling tebezor* ?en, waar over deze Gevolmachtigden zouden kun*, nen befchikken. Dr. Franklin, die tot een'medewerker in deze zaak gebruikt, en naderhand tot Minister Plenipo. tentiaris aan het Hof van Frankrijk benoemd werd3 had buitenflands een veel grooter naam, dan eenig mder inboorling van Amerika. Door de kracht van nitftekende bekwaamheden, en met maar mat'ige S III. Deel, H voor.  114 Hoofdfh XVI. Verhond tusfehen Frankrijk voordeelen in zijn vroeger leven, had hy, onder de Geleerden, den eerften rang verkregen, en in velerhande opzichten het rijk der wetenichappea uitgebreid. Zyne genie was groot en .veel bevattende : het nafpooren van de geheimen der natuur , en van de kronkelpaden der Staatkunde viel haar even gemaklijk. Zijn roem als Wijsgeer had de zelfde grenzen als de befchaving en de verlichting der menschlyke natuur; maar zyne menschlievendheid kende geen palen, en de welvaart en het geluk van het menschlijk geflacht waren de 'voorwerpen, weiketen allen tyde zyne aandacht bezighielden. Kwalijk te vrede over Groot-Brittanje, en brandende van de vurigfte liefde voor de vryheden van zijn onderdrukt vaderland, verliet hy Londen, alwaar hy zich eenige jaren, in het karakter van Bewindsman van verfcheidene Volkplantingen, had opgehouden, en keerde vroeg in het voorjaar van 1775 te Philadelphia terug: wanneer hy terftond daar op, door de wetgevende Vergadering van Pennfjjlvanie verkozen wierd, om als lid van het Congres in den opftand tegen Groot-Brittanje te deelen. Kort- na zyne benoeming om de belangen van het Congres aan het Franfche Hof voor teftaan, ging hy derwaards onder zeil, en kwam op den dertienden van Wintermaand des jaars 1776 in Frankrijk aan. By zyne aankomst werd hy terftond met algemeene vriendelijkheid ontvangen, en zijn roem had reeds den weg gebaand tot een gunftig onthaal in zijn openbaar karakter. Wanneer Di. Frankxin, Sixas Deane en Arthur, Lee te Parijs by elkari. . dei  en de Vereenigde Staten eau iijg der gekomen waren, openden zy weldra de ónder* handeling, in een afzonderlijk gehoor by den Gra* ve de Vergennes, op den achtentwintigfteh vaii Wintermaand. .Nimmer konde het Congres zich in gunftiger om* Handigheden by het Franfche Hof vervoegd hebben, dan in dit tijdsgewricht-. De troon werd bekleed door eenen Vorst in den bloei zyner jaren* eri brandende van begeerte om zyne regeering luister*, rijk te maken. De Graaf de Vergennes was niee minder aanzienelijk wegens zyne uitgebreide kennis van Staatszaken, dan wegens zyne ware grootheids van ziel. Hy was oud geworden in het Staatsb©*» wind en wel overtuigd, dat veroveringen te makea noch de zekerfte noch de kortfte weg is tot wezeniyken roem. Daarentegen was hy volkomen be-s. wust, dat zelfs het fchitterendfte geluk in ëenen oorlog op verre na zoo veel niet tot de zekerheid van Frankrijk zoude kunnen toebrengen, dan d® vrymaking der Volkplantingen van hare oude mede?, dingfter. Bovendien was hy verftandig genoeg om door te zien, dathy, byeen ongelijkmatig bedingt voor het tegenwoordige'geene voordeden kohdefapen, welke het duurzame nut zouden opwegen, heé welk uit een gunftig en edelmoedig begin fcheen ta moeten voortvloeijen. In de plaats derhalven van të Veel te begeeren of zich te willen bedienen van den zwakken toeftand der aangerande Volkplantingen j beoogde hy niets anders, dan, door eene günftigé en edelmoedige behandeling van een verlegen land 3. die fcheuring te vereeuwigen, welke airede plaats H St had  $16* Hoofdft. XVI. Verlond tusfehen Frankrijk had tusfehen de famenftellende deelen van een gebied, van welker vereenigde krachten zijn Vorst Zoo veel te vrezen had. Ondertusfchen was het voor de Staatsdienaren van zyne Aller-ChristelykeMajefteiteene waarlijkmoeijelyke taak, zich zoo te gedragen, ais het belang der Natie vorderde. Eene behandeling uit de hoogte en met te veel terughouding moest aan de Amerikanen den moed benemen: maar derzelver Gevolmachtigden openlijk te ontvangen, of als zoodanige te onderfteunen , konde het Britfche Kabinet wakker maken, en hetzelve doen befluiten om de zaak met de Volkplantingen by te leggen-, of ook wel eene onmiddelyke vredebreuk tusfehen Frankrijk en Engeland te weeg brengen. Zy oordeelden daarom best zich zoo wat tusfehen beiden te gedragen. De Franfche Regeering verbood, dreigde en ftrafte zelfs de Amerikanen; terwijl byzondereperfoonen dezelven aanmoedigden, onderfteunden en van alles voorzagen. De voorzichtigheid zoo wel als redenen van ftaat vorderden, dat Frankrijk niet te haastig was om zich openlijk hunne zaak aan te trekken. Het was geenszins in ftaat om eenen oorlog te voeren. Wegens den ftaat der zeemacht en de gefteldheid van den buitenlandfchen handel was hetzelve aan alk zyden gevoelig te kwetzen. Het handcldryvende gedeelte der natie beefde op de gedachte van eenen oorlog met Groot-Brittanje, vermits het daar dóór aan "geweldige verliezen ftond blootgefteld te worden. Deze bedenkingen werden ook neg uit eenea anderen hoek verfterkt: de rust  ■ en de Vereenigde Staten enz*, lij rust van Europa ftond, dacht men op eenen losfen voet; vermits men algemeen geloofde, dat deKeur» vorst van Beijeren binnen zeer korten tijd zoude komen te overlyden. Maar de voorname rede , Waarom men niet te fchielijk zijn wilde, was eigen» lijk gelegen in een vermoeden, dat het gefchil tusfehen het Moederland en de Volkplantelingen wel wederom zoude bygeleid worden. In de laats» ver3oopene dertien jaren hadden de ftrydige eisfehen der beide landen de zaken tweemaal tot het uiterfte gebracht; maar tweemaal was ook derzelver befchermengel tusfehen beiden gekomen, en had de banden van liefde en toegenegenheid wederom vastgeknoopt. Hierom vreesden de kloekzinnige Staatsdienaren van Frankrijk, dat de tegenwoordige onlusten ook nu op de zelfde wyze zouden afloopen, en deze verftandige waarnemers der menfehelyke natuur waren beducht, dat eene te vroegtydige tusfchenkomst ligtelijk eene verzoening zoude kunnen bewerken, en dat de beide partyen alsdan hunne vereenigde krachten zouden wenden tegens deFranfchen, als de verftoorders van hunne huislyke rust. Het was toen in de harten der Franfche Natie noch niet opgekomen dat het voor de Britfche Volkplantelingen van Noord-Amerika mooglijk zijn konde, de zyde hunner oude vyanden tegens hunne voormalige vrienden te kiezen. Op dit tijdftip, verwachte echter het Congres niet zoo zeer eenige rechtftreekfche onderfteuning van Frankrijk, dan wel eene zydelingfehe verlichting van eenen oorlog tusfehen dit Rijk en GrootH 3 Bris«  n$ Hoofdfh XVI. Verbond tusfehen Frankrijk ïjrïttanje. Om dit doeleinde te bevorderen, werd ^er befioten: „ om hunne Gevolmachtigden aan het 1, Franfche Hof van Brieven van Marqué en Commisfien te voorzien, en dezelven te machtigen 4, otn in de havens van Frankrijk een aantal fche^ pen (doch niet meer dan zes) uit te rusten en te 3, wapenen, op kosten van de Vereenigde Staten, ü) om op Britfchen eigendom te kruisfen; mits ech- 2, ter dat zy wel overtuigd waren, dat zulks aan a, het Franfche Hof niet onaangenaam zijn zoude." <)ok werd dit befluit ten uitvoer gebracht, en in het jaar 1777 zeilden Zee-Officieren,' met Amerikaanfche Commisfien uit de Franfche havens, en.brachten de pryzen op de Britten genomen insgelijks ^n dezelve op. Zy konden echter die by geene $er Franfche Gerechtshoven voor goeden prijs ver3claard krygen, en mochten die ook niet in het o-penbaar verkoopen ; maar vonden des niettegenstaande wegen en middelen genoeg om die te gelde te brengen. De Bevelhebbers dezer fchepen werden ■sfomtijds op hoog gezag geftraft, om deEngelfchen «genoegen te geven, maar ook veeltijds werden zy iaan eenen anderen kant begunftigd, om de Ameri-! kanen te behagen. t Terwijl dus byzondere Bewindslieden van we-j gen de Vereenigde Staten hun best deden, om h§t zaad van twist tusfehen de beide natiën te zaai-] Jen, drongen de Amerikaanfche Gevolmachtigden] py de Staatsdienaren van den Franfchen Koningf $an, op het aannemen van de voorgeilagene verbintenis met het Congres, Zy ontvingen verzeke- I  , en de Vereenigde Staten enz* 113 ringen van de goede geneigdheid van het Franfche Hof; maar hun werd tevens, van tijd toe tijd te Jfennen gegeven, dat deze gewichtige onderhandeling nader bedenking vereischte en men beval hun om de ftipfte geheimhouding in acht te nemen. In dezen wijffelenden toeftand bleven de zaken van Wintermaand des jaars 1775 tot Wintermaand daar aan volgende. Onderhandfche Aanmoediging en openlyke afkeuring volgden elkander beurt om beurt, maar beide verfchilden naar gelang der tydingen uit Amerika. De nederlaag op Long-Eiland, het overmeesteren van Nieuw-York, en de ganfche reeks der ongelukkige gebeurtenisfen van het jaar 1776, welken wy airede verhaald hebben, deden het aanzien der Amerikanen geweldig dalen, en de drift der Franfche Natie om hen te onderfteunen vry wat verminderen. Het daar op gevolgde behaalde voordeel te Trenton en te Princeton wischte deze indrukfelen wederom uit, en deed ook den yver om hen voort te helpen op nieuw ontbranden. Het gevangen nemen van Burgoyne, bepaalde eindelijk deze twijffelachtige ftaatkunde. De voorfpoed van de Amerikanen in den veldtocht van het jaar 1777, deed hen merkelijk ryzen. Zy hadden nu getoond dat hunne vyandfehap op zich zelve geducht was voor Groot-Brittanje. Gevolglijk werd hunne vriendfehap eene wenfehelyke zaak voor Frankrijk; en nu zy zich zeiven geholpen hadden, vonden zy het minder bezwaarlijk om hulp van anderen te verwerven. Het zelfde belang welk het Franfche Hof tot hier toe genoopt, had om de zaak op de lange H 4 baan  Isa Hoofdft, XVI, Verbond tusfehen Frankrijk ■baan te houden, vorderde thans eenen beflisfendef. ftap, Dat men dien voorheen verfchoof, had veel toegebracht tot de fcheuring van het Rijk; doch een verder uitftel ftond nu gefchapen om tusfehen de van een gefcheurde deelen van het Britfche gebied althans zulk eene verbintenis en bondgenootfchap te bevorderen, welk voor de belangen van frankrijk niet minder nadeelig zoude wezen, dan eene dadelyke hereeniging der afgefcheidene deelen, Althans de tyding van het verdrag van Saratoga, kwam reeds in het begin van Wintermaand in Frankrijk, en de Amerikaanfche Gevolmachtigden bedienden zich van deze gelegenheid om op jlieuws aan te dringen op het aannemen der verbintenis, welke nu reeds federt twaalf maanden in overweging geweest was. De Franfchen waren door het gevangen nemen van Borgoyne, nu ook ten vollen overtuigd, dat de opftand der Amerikanen tegen Groot-Brittanje niet flechts het werk was van eenige weinige menfehen, welke de macht in handen hadden, maar wel degelijk van het groote gros des volks; en dat dezelve dus, naar allen fchijn, een goed einde ftond te nemen. Gevolglijk bepaalde men zich om hen de hand te reiken en openlijk voor hunne zaak uit te komen. Op den zestienden van Wintermaand des jaars 1777, gaf de Heer Gerard, een der Geheimfchryveren van 's Konings Staatsraad, aan de Gevolmachtigden van het Congres bericht s dat 'er befioten was om de onafhankBjkheid der Vereenigde Staten te erkennen, en met dezelven eene verbintenis aan te gaan; dat men in die  en de Vereenigde Staten enz. die verbintenis zich geenszins van derzelver tegenwoordige toeftand wilde bedienen om voorwaarden te bedingen, welke zy anderszins niet gaarne zonden inwilligen; want dat zyne Aller-Christelijkfte Majefteit begeerde, dat het eenmaal gemaakte verbond duurzaam ware, en hunne vriendfchap voor eeuwig beftendig bleve; het welk men niet konde verwachten , indien de beide natiën niet zoo wel m derzelver voortduring, als begin, haar belang vonden. Dat men gevolglijk bedoelde om de voorwaarden van het verbond indiervoegen in te richten, als men meende dat de nieuws opgerichte Staten gaarne zouden willen inwilligen, wanneer zy reeds lang gevestigd geweest en tot volkomen fterkte enmacht gekomen waren, en welke zy zouden goedkeuren, wanneer die tijd zoude gekomen zijn. Dat voorn zyne Majefteit vastelijk befioten had, om niet alleen derzelver onafhanklijkheid te erkennen, maar ook te helpen befchermen en ftaande houden, en dathy daar door zeer waarfchijnlijk in eenen oorlog ftond gewikkeld te worden; maar dat hyuit dien hoofde geenerhande vergoeding van de Vereeniging Staten wilde verwachten, noch zich laten verluiden, dat hy alleen om hunnentwille dus te werk ging. Aangezien buiten zyne waarachtige toegenegenheid hunwaards, het belang van Frankrijk blijkbaar bevorderd wierd, in de vermindering van de macht van Groot-Brittanje, door de Volkplantingen aan deszelfs Staatsbeftier te ontrukken. Dat ingevolge hier van ook de eenige voorwaarde, welke hy eischte, en waar ophyook ftaat maakte, deze was, dat de VereenigH J de  122 Hoofdfis. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk de Staten geenen vrede zouden maken, by welken zy hunne onafhanklijkheid lieten varen en onder de gehoorzaamheid aan de Britfche Regeering terug Jceerden. Voor den zestienden van Wintermaand 17775 op welken dag de Heer Gerard de gemelde verklaring afgaf, had het ten allen tyde in de macht van het Britfche Staatsbewind geftaan, om van den Amerikaanfehen oorlog een einde te maken en met de Vereenigde Staten een bondgenootfehap op te richten, welk voor beide gewesten van uitftekend nut konde geweest hebben. Doch door de zelfde trotsheid, welke reeds eenige tijd over hunne raadplegingen heerschte, en hen omtrent hunne ware belangen verblinde, verzuimden zy insgelijks om zich van die gunftige gelegenheid te bedienen. Overeenkomftig met de voorloopige voorwaarden, door den Heer Gerard voorgefteld, floot Lodewijk de zestiende, op den zesden van Sprokkelmaand des jaars 1778, een verdrag van vriendfchap en koophandel, en tevens een bondgenootfehap met de Vereenigde Staten van NoordAmerika , op eenen voet van volkomen gelijkheid en wederzijdfche verplichting: en die Vorst werd door het laatstgemelde de handhaver van derzelver oppermacht, onafhanklijkheid en koophandel. Wanneer men de handelwyze van het Franfche Kabinet omtrent de Amerikanen gadeflaat, blijkt het dat hetzelve de belangen der natie daar by fteeds op eene verflandige wyze heeft in het oog gehou- r den£  en de Vereenigde Staten, den , en dat een tegenftrydig gedrag ligtelijk dat gene had kunnen vernielen, het gene men wenschte op te bouwen. Had hetzelve willen fchynen alleen uit het belangelooze beginzel van edelmoedigheid jegens onderdrukten te handelen, dit buitenipoorige voorgeven ware door de bekende eigenbatigheid der menschlyke natuur wederfproken geworden; maar het openlyke erkennen van den waren beweeggrond hunner daden verftrekte tot zulk een doorflaand blijk van oprechtheid, dat daar uit het grootfte vertrouwen geboren wierd. Dat men ook op gelijkmatige voorwaarden met de Vereenigde Staten in een Verbond trad, was niet minder volgens het ingeven eener verftandige Staatkunde, dan volgens het voorfchrift van ware grootmoedigheid. Aangezien het verdrag geenerhande uitfluiting in zich bevatte, werd voor GrootBrittanje de deur open gelaten, om ten allen tyde Jiaar goedvinden den'oorlog te kunnen eindigen, met verkryging van alle de voordeelen, ten aanzien van den koophandel in het vervolg, welke Frankrijk voor zich bedongen had. Door dezen oirdeelkundigen maatregel, werd het vestigen van de Onafhanklijkheid van Amerika een gemeenezaak voor alle de handeldryvende Mogendheden van Europa. Want toen werd het de vraag, of de koophandel der Vereenigde Staten, door het in duigen vallen hunner Onafhanklijkheid, wederom by uitfjuiting in de handen van Groot-Brittanje zoude komen; dan wel, door deze ftaande te houden, voor de  424 Hoofdft. XVI. Verbond tusfehen frankrijk, de ganfche weereld op eenen gelyken voet open gefteld worden ? By volksgebeurtenisfen is de aandacht van het al« gemeen bepaaldelijk gevestigd op de bewegingen der krijgslegers en oorlogsvlooten, en de menfehen fchieten nimmer te kort in hunne eerbewyzen, aan den bekwamen Veldheer of kundigen Vlootvoogd. Deze verdienen zy ook te recht; maar men is vooral geene minder fchatting verfchuldigd aan den Staatsdienaar, die van eenen verhevener ftand bellis t over maatregelen, waar van het behoud en de welvaart van ganfche ryken afhangen. Dezen roem verdiende inzonderheid de Graaf de Vergennes, die, als de Staatsdienaar van zyne Aller-Christelyke Majefteit in het vak der buitenlandfche zaken, de onderhandelingen beftierde, welke op de voorgemelde verbintenisfen uitliepen. Terwijl de Britfche Staatsdienaren zich kittelden met het vleiende denkbeeld van eenen duurzamen vrede in Europa, waren zy niet minder verbaasd dan verftoord op het hooren van het Verbond, welk tusfehen het Hof vanVerfailles en de Vereenigde Staten gefloten was. Offchoon deze gebeurtenis meermalen voorfpeld was, had dezelve nimmer geloof by hun gevonden. De yver der Britfche Staatsdienaren om de Volkplantelingen tot onderwerping te brengen, deed hen de oogen fluiten voor alle gevaar uit eenen anderen hoek. Vergetende dat een Staatsligchaam, misfchien meer dan byzondere perfoonen, door belang geregeerd wordt, onderftelden zy dat beweegredenen  en de Vereenigde Staten. I2~ nen van minder gewicht deszelfs albeheerfchendee invloed zouden kunnen opwegen. Alleen bedacht om het doeleinde hunner wenfchën te bereiken, verbeelden zy zich dat, vermits Frankrijk en Spanje insgelijks Volkplantingen hadden, deze fyken wel zouden terug gehouden worden, om openlyken byiïand of heimelyke onderfteuning aan de muitende Britfclje Volkplantingen te verkenen, uit vreze van een voorbeeld te zullen daarftellen, welk vroeg of laat tegen hun zeiven zoude kunnen werken. Door verontwaardiging tegens hunne gewezene medeonderdaanen vervoerd, waren zy op den Amerikaanfchen oorlog zoodanig yverig, dat zy waanden dat het Franfche Hof zich door een weinig beduidend onheil, *t welk bovendien nog verre af en onzeker was, zoude laten affchrikken en geen gebruik maken van de fchoonfte gelegenheid om zich gewichtige en onmiddelyke voordeden te verzekeren. Te beflisfen in hoe verre deze tusfchenkomst van het Franfche Hof volgens het recht der Volkeren kan verdeedigd worden, behoort niet tot de taak van den Gefchiedfchryver. Ook worden foortgelyke maatregelen door geene afgetrokkene redeneeringen bepaald; maar de tydelyke begrippeneener natie, benevens de waarfchijnlyke gevolgen van winst of verlies, zijn daaromtrent van meerder invloed dan de enkelde befchouwende uitfpraken van Geleerden. Het zy dus genoeg hier te melden, .dat de Franfchen de zware befchuldingen, welke men tegen hun aanvoerde, poogden af te keeren, door deze beknopte redekaveling: „Wyhebben, zeiden*y\ » de  I2t> Hoofdft. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk de voormalige Volkplantingen van Groot-Brit. ' tan je in het bezit der Onafhanklijkheid gevon" den en in de uitoeffening van de hooge voor" rechten der oppermacht. Het was onze zaak niet 4> om te onderzoeken, of zy, ja dan neen, genoeg- * zamen grond hadden om zich aan de regeering " van Groot-Brittanje te onttrekken, en tot eenen ' onafhanklyken Staat te verheffen. Wy moeten V ons gedrag jegens de natiën inrichten, overeen- * ' kómftig met den ftaatkundigen toeftand, waar in Wy dezelve aantreffen, zonder te onderzoeken, !, hoe zy daar toe gekomen zijn. Befpeurende dat zy metterdaad onafhanklijk waren, warenwyge- * houden om te onderftellen, dat zy het ook met " recht waren en wy hadden dus de zelfde vryheid J' om met hun verbintenisfen aan te gaan, als met r alle andere oppermachtige Volkeren." Wyders brachten zy by, dat Groot-Brittanje zich althans over hunne tusfehenkomst niet konde beklagen; daar het, nog maar weinige jaren geleden, zelf een voorbeeld gegeven had met de Korfikanen in derzelver opftand tegen Frankrijk te onderfleunen. Bovendien hadden zy vele klachten tegen de Britten, welker gewapende fchepen, zints vele maanden hunnen koopvaart ontrust hadden, onder voorwendzel van eenen ongeoorloofdeu handel met de muitende Volkplantingen te willen beletten. De Marquis de la Fayette, wiens brieven naar Frankrijk zoo veel toegebracht hadden, om de natie behagen te doen fcheppen in het onderfteunen der Vereenigde Staten, was een der eerften ia het " Ame-  en de Vereenigde Staten. 12 j Amerikaanfche leger, die de welkomene nieuwmare van het geflotene verbond ontving. In vervoering van vreugde en te gelijk met op zyne wangen rollende tranen, omhelsde hy den Generaal Washington, uitroepende: „ De Koning, mijn Meester, heeft uwe „ Onafhanklijkheid erkend, en een verbond met ülieden ingegaan om dezelve beftendig te maken." De hartelyke blijdfchap, welke ylinks iedereen bezielde, gaat alle befchryving te boven» Alle de Brigaden moesten op bevel des Veldheers zamenkomen; wanneer de Veldpredikers openlyke dankzeggingen tot den Almachtigen God opzonden, en ter gelegenheid pasfende redevoeringen hielden. Vervolgens werd 'er een vuurwerk afgeftoken, en op een daar toegegeven teeken, weergalmde de.lucht van het lang leve de Koning van Frankrijk, 't welk ieder, hoofd voor hoofd, welmeenend uitboezemde. De Amerikanen, den ftorm des oorlogs, driejaren lang, met eigen krachten doorgeworfteld hebbende , verbeelden zich thans de haven des vredes in het volle gezicht voor zich te hebben. Met al de drift eener jeugdige verwachting, waanden zy dat Groot-Brittanje, wiens Noordelyke legermacht door hunne poogingen alleen was ondergebracht, den ongelyken ftrijd tegen de vereenigde machtenvan Frankrijk en Amerika niet zoude verkiezen vol te houden. Hunne eigene krachten te zwaar en de vermogens hunner vyanden te gering achtende, kwamen zy in verzoeking om in een gevaarlijk vertrouwen weg té zinken. Maar om hen in geen en z®r~  Ï28 Hoofdft. XVL Verhond tusfehen Frankrijk zorgeloozen flaap te laten wiegen, deed het Congres eene treflyke aanfpraak aan het Amerikaanfche Volk uitgaan, waar in hetzelve, na eené beknopte befchouwing van de hoofdtrekken des óorlogs, te kennen gaf: „ dat zy nu nog eenen heeten ftfijd te „ wachten hadden, en dat, offchoon buitenlandS) fche verbindtenisfen hunne Onafhanklijkheid ver„ zekerden, deze echter niet in ftaat waren, om hun land voor verwoesting te beveiligen." Intusfchen was het verdrag tusfehen Frankrijk en de Vereenigde Staten nog geene drie dagen gefloten geweest, of het Britfche Kabinet was ook des. aangaande onderricht; en nog geene vijf weken daar na, te weten op den dertienden van Lentemaand , werd hetzelve van Staatswegen aan het Britfche Hof bekend gemaakt, in een antwoord van den Franfchen Gezant aan Lord Weymouth. In dezen nieuwen toeftand van zaken, was 'er in Groot-Brittanje die voor het maken van vrede met Amerika, op den voet van deszelfs Onafhanklijkheid, meenden te moeten pleiten. Maar het punt van eer, hetwelk de natie voorheen in den oorlog gedompelt had, verdoofde nu ook wederom de ftemme der voorzichtigheid en des belangs. De Koning en het Parlement van Groot-Brittanje befioten, om Frankrijk te. ftraffen voor het aangaan van verbintenisfen met hunne onderdaanen; het welk zy beftempelden rilet den naam van eenen ongetergden aanval op de eer der Kroon en op de Wezenlyke belangen van het Rijk. Ten zelfden tyde vleide men zich met de ydele hoop, van het Verbond tus-  en de Vereenigde Staan enz. tusfehen Frankrijken de Vereenigde Staten, 5twelk men onderfèelde in een oogenblik van drift gefloten te zijn, wel wederom te zullen kunnen verbreken. De nationale vooroordeelen tegen de Franfchen waren in .de harten der Engelfchen en derzelver Amerikaanfche afftammelingen wel zoo diep gewor* teld, meenden zy, dat men het vry mooglijk ftel* de, om de Vereenigde Staten, door middel van onderhandelingen en vergunningen van hunne nieuwe bondgenooten af te troonen en weder aan het Moederland te verbinden» Elf dagen na het fluiten van het Verbond tusfehen Frankrijk en Amerika, bracht de Britfche Staats, dienaar een ontwerp van verzoening in het Huis der Gemeenten, gegrond op het denkbeeld van de hereeniging der nieuwe Staten met het rijk van GrootBrittanje. Dit ontwerp beftond in twee Bills ofidet de volgende tytels: als eene Bill ter verklaring van de wezenlyke bedoeling van Groot-Èrittanje, ten aan* zien van het uitoeffenen •te. heffen in zyner Maiefleiti ATnnrJ ^™ 2. „„„/-.. , . *»^/«w muurtje na Volkplantingen, Landfchappenen Plantcgten, en eene Wil n**> immo TS/T/>„•„/!„..•* n rt „,„ VTC>»^,m m jtaai te jteilen, tot het be, ktoemen van Gevolmachtigden met genoegzame macht „ „.*„,«,» „urtuettn , raaapiegen en Jclnkkingen ma* ken, omtrent de middelen tot ftillingvan de onlusten, welke nu in zommiee der Vnlk-hlnmt^^m r^jr.t.^ teen en Plantagien van Noord.Amerika plaats vonden, iDeze Bills werden met de grootfte overhaasting in uc uciue nuisen van net farlement doorgedreven, en nog voor dat zy doorgegaan waren, werden 'et TTT T~\ V  - 3 Hoofdfh XVI. Verbond tusfehen Frankrijk - 'chriften van gemaakt en naar de overzyde van ïèn Oceaan aan Lord Howe toegezonden. Op den eenentwintigften van Grasmaand in Amerika aangeland zijnde, werden dezelve onmiddelijk, onder eene vrede-vlag, aan het Congres te Yorktown gezonden. Wanneer het Congres dezelve ontving, was 'er nog geen bericht ingeloopen van het verdrag, welk de Gevolmachtigden te Parijs gefloten hadden: zelfs was het meer dan een jaar geleden, dat'er geen letter fchrifts, evenveel over welke zaak, van hun was ingekomen. Een pak had men in dien tijd ontvangen, maar alle de brieven, welke hetzelve bevatte waren 'er uit genomen, voor dat men het aan boord van het fchip dat dezelve uit Frankrijk zoude overvoeren, bezorgde, en men had de ledige plaats met wit papier aangevuld. Terftond op het ontvangen van deze Bills, benoemde het Congres eene Commisfie om dezelve te onderzoeken, en daaromtrent te berichten. Deze bracht daags daaraanvolgende haar bericht in, en hetzelve werd met eenparige ftemmen goedgekeurd. Ingevolge van hetzelve werden de voorftellen van Groot-Brittanje afgeflagen: terwijl de krachtige en verzekerde taal, waar in het Congres het verwerpen van deze aanbiedingen uitdrukte, de fchitterendfte luister der dapperheid ten toonfpreid, vooral wanneer men daarhy in aanmerking neemt, dat men roen nog gansch en al onkundig was van het • ■met Frankrijk geflotene verbond. Voeg hier by, •wijl 's Konings Gevolmachtigden hun best de-  en de Vereenigde Staun enz, i deden om deze Bills op een eenzydige en heimei y« ! jee wyze te verfpreiden , even als of zy onderftél* ; den dat men bedoelde om dezelve Voor het volk be» ; dekt te houden; het Congres, met volkomen ver» ! trouwen op het gezonde verftand zynei* lastgevereri $ dezelve met allen fpoed, tot algemeen naricht, lier drukken en uitgeven. Tot hier toe de zaken Van het land met eene eerlyke oplettendheid op deszelfs Welvaren befderd hebbende, behoefden zy niet te fchroomen om het volk van alles te onderrichten», en zelf te laten oordeelen. Zy brachten dus de ganfche zaak aan het licht, en hun befluit na eeïiige algemeene aanmerkingen over de Bills, eindig» de als volgt. „ Uit al het welke aan de Commisfie ten duide- lijkften blijkt, dat de gezeide Bills geen andet „ doel hebben, dan de hoop en de vreze van de goede ingezetenen dezer Staten gaande temaken, ,, daar door verdeeldheid onder dezelven te zaaien, en hun de gemeene zaak te doen verlaten, nU dé» „ zelve door de gunst der Goddelyke Voorzienig» „ heid, naar een gelukkigen uitflag fchijnt te fpoe„ den: dat zy wederom een, gevolg zijn van dié ,, listige en verraderlyke handelwyze, welke Van ,, de dagen der ftempelakte af, tot op den tegen„ woordigen tijd toe, dit land in twist en bloedver* i, gieten gedompeld hebben: en zulks wel, gelijk in „ alle de andere gevallen zoo ook wederom in dit* Schoon de omftandigheden hen mogen dwingen t L om voor eenen tijd hunne onverdeedigbate els4, fchen te laten varen, men echter niet behoeft ts I 2 twijf*  Ï32 Hoofdft. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk twijffelen, of zy zullen, even gelijk te voren, by de eerfte gunftige gelegenheid, op nieuw die lust tot overheerfching laten blyken 3 welke thans 3) het machtige rijk van Groot-Brittanje in tweeën Si gefcheurd heeft." s, Over het geheel zy het aan de Commisfie veri5 gund, als haar gevoelen voor te dragen, dat ge„ lijk de Amerikanen zich in dezen moeijelyken ,, ftrijd, op gronden van gemeen belang, vereenigd 33 hebben, ter verdeediging van gemeene rechten en vryheden, welke vereeniging door gemeene 3, rampen j en door onderlinge goede dienften en 3S toegenegenheid vastgemaakt is; zoo ook degroo3, te zaak, waar voor zy ftryden, en waar by alle 9, menfchen belang hebben, alleen van de voortdu,, ring dezer vereeniging eenen goeden uitflagmoct 3, verwachten. Weshalven ieder mensch of lig- chaam van menfchen, welk zich zoude onder- winden om eenig afzonderlijk of gedeeltelijk ver,, drag of overeenkomst met de Gevolmachtigden j, van de kroon van Groot-Brittanje of met eenen 3, van dezelven te maken, als openlyke en erkende „ vyanden van deze .Vereenigde Staten behooren 3, gehandeld te worden." „ Wyders zy het nog aan de Commisfie vergund 3, als haar gevoelen voor te dragen, dat deze Ver- eenigde Staten, met geene voegzaamheid, in ,, eenige onderhandeling met Gevolmachtigden van wegens Groot-Brittanje kunnen treden; ten zy „ dezen, als eene voorloopige voorwaarde van de- zelve, of hunne vlooten en legers doen aftrek.- ken.  en de Vereenigde Staten em> 133 j, ken, of anders, inftellige enuitdruklykebewoor» - „ dingen, de onafhanklijkheid der gezeide Staten » erkennen." ,, Eindelijk, voor zoo verre de vyanden van de« „ ze Staten geen ander oogmerk fchynen te heb„ ben, dan dezelven in eenen rampzaligen fiaap „ van zorgeloosheid te wiegen, ten einde zy met „ eene gepaste overmacht en aandrang hun rolzouden kunnen fpelen; is de Commisfie van oordeel, ,, dat aan alle de Staten behoort aangefchreven te ,, worden, om de krachtdadigfte middelen en poo,, gingen in het werk te Hellen, om hunne byzon,, dere aandeelen in de Staten troepen, zoo dra „ mooglijk in het veld te brengen, en om de gan„ fche landmilitie in gereedheid te houden, ten ,, einde daar van gebruik te kunnen maken, wan„ neer de omftandigheden zulks zouden vereis„ fchen." De Bills van verzoening werden fpoedig gevolgd van Koninglyke Gevolmachtigden om derzelver aanneming te bewerken. De Landvoogd Johnstone, Lord Carlisle en de Heet Eden, tot deze verrichting benoemd, poogden weldra eene onderhandeling over dit onderwerp te openen. Op den negenden van Zomermaand, verzoqhten zy den Generaal Washington, om een vrygeleide te willen zenden voor hunnen Geheimfchryver Dr. Farguson, met eenen brief van hun aan het Congres; maar dit verzoek werd afgeflagen, en het weigeren van hetzelve in het Congres met eenparigheid goedgekeurd. Toen zonden zy, langs het gewoone kaI 3 naa)  ï34 Hoofdft. XVI, Verbond tusfehen Frankrijk paal van verzending, eenen brief met hetopfchrift, jm zyne Excellentie Henry Laurens Voorzitter en Mn é Qverige leden van het Congres , waar by zy een affchrift van hunne aanftelling en van de Parlemencs-Akten, waar op dezelve ruste, voegden, en zich aanboden om in alle voldoende en rechtmatige fchikkingen te treden, onder anderen tot de volgen* de einden. Om te bewilligen in het opfchorten der vyandelijkheden, beide ter zee en te land. Om de vrye gemeenfehap en verkeering te hertellen, de onderlinge genegenheid te doen herleven, en de gemeene voordeden der naturalifatie te Vernieuwen, door alle de deelen des Rijks. Om alle vryheid van koophandel zoo verre uit te itrekken, als onze byzondere belangen zullen vereisfehen. Om in te willigen dat in de yerfchillende Staten van Noord-Amerika geene krijgsmacht zal gehouden worden, dan met goedkeuring van het algemeene Congres of van de byzondere Vergaderin- Om maatregelen te helpen beramen ter aflosfing van de fchulden van Amerika, en om het vertrouwen en de waard? van het papieren geld te doen ry- Ten einde nu deze vereeniging voor altijd vast te maken door het wederzijdfche afvaardigen van eenen fcewindsman of van bewindslieden uit de verfchillende Staten, welke het voorrecht zullen genieten var zitting en flern te hebben in het Parlement va* ° Groot  m de Vereenigde Staten, j^- Groot-Erittanje; ofingevalle zy uit Groot-Brittan. je gezonden wierden, alsdan zitting en ftem'teheb, "ben in de Vergaderingen van de verfchüïcndc Staten, werwaards zy alsdan zouden zijn afgevaardigd: ten einde alle de belangen van derzelver lastgeveren te kunnen waarnemen. In het korte, om vast te ftellen en te bevestigen de macht der byzondere wetgevende Vergaderingen in eiken afzonderlyken Staat, om deszelfs inkomen, beide op den voet van vrede en van'oorlog, te regelen, en om in het maken van wetten en in hun inwendig beftier eene volkomen vryheid te oèfTvnen; indiervoegen, dat de Britfche Staten door de Kaiifche uitgeftrektheid van Noord-Amerika, metde.bewoo» ners daar van in vrede en oorlog onder eenen gemtenen Opperheer levende, het onherroepelyke genot k unnc a hebben van elk voorrecht, het welk geene geneele afzondering van belangen infkiit en beftaanbaar is met die vereeniging van krachten, waar van het be,. houd en de veiligheid van beide partyen gemeenen Godsdienst en vryheid afhangen. Maar, vermits'er omtrent de voorflagen, welke in de Bills van verzoening vervat waren , reeds voor de aankomst der Britfche Gevolmachtigdeneen weigerend befluit genomen was, en men in dien tusfehentijd ook bericht van het met Frankrijk geilotene verbond gekregen had, was 'er geen grond tot verder overweging overgebleven, Weshalven de Voorzitter Laurens, op last van het Congres, op den zeventienden van Zomermaand, het volgende antwoord terug zond. I 4 » Ik.  ï3$ Hoofdft, XVI, Verbond tusfehen Frankrijk „ Ik heb den brief van Uwe Excellentien van den „ negenden dezer, neffens de bygaande ftukken wel ontvangen, en ter tafel van het Congres ge- bracht, Alleen een ernftig verlangen omhetver„ der vergieten van menfchenbloed voor te komen, 3X konde hetzelve bewogen hebben om een ftuk te Jezen, het welk zulke oneerbiedige uitdrukkin.. gen tegen den Koning van Frankrijk, den goe. 43 den en grooten Bondgenoot dezer Vereenigde Sta- ten, behelsde; of voorftellingen in overweging te nemen, welke zoo weinig ftroken met de eer eener onafhanklyke Natie." Maar de Akten van het Britfche Parlement, ,a de lastbrief van uwen Koning en uwe brief, on„ derltellen de Ingezetenen dezer Staten als on- derdanen van de kroon van Groot-Brittanje, en afzijn gegrond op het denkbeeld van afhanklijk„ heid, het welk ten eenenmale onaannemelijk i» is," „ Voorts ben ik gemachtigd om aan Uwe Excel„ lentien te berichten, dat het Congres wel tot vrede genegen is, niettegenftaande de pnrechtv vaardige eisfehen, waar uit deze oorlog ontftaan „ is, en de barbaarfche wyze, waar op men goed- gevonden heeft denzelven te voeren. Het zal derhalven altijd gereed zijn om een verbond van ,, vrede en koophandel, mits niet ftrydig met reeds ftandgrypende verbonden, in overweging te ne,, men, zoo dra de Koning van Groot-Brittanje ee- ne oprechte geneigtheid daar toe zal laten bly>} ken, Terwijl eene duidelyke erkenning van de „ On-  en de Vereenigde Staten. 137' Onafhanklijkheid dezer Staten en het terug ont,, bieden van zyne vlooten en legers, heteenigezeJ} kere bewijs van die geneigdheid zijn kan." Offchoon het Congres, zonder kwetfing van de eer der Natie, in geen onderzoek van de voorhagen welke de Britfche Gevolmachtigden gedaan hadden, treden konde, was echter de voegzaamheid van het afflaan derzelven, door eenige leden uit deszelfs midden, met vele bekwaamheid in'topenbaar betoogd. Onder anderen toonden de Landvoogd Moris en W. H. Drayton, met groote kracht van redenen en met uitftekend veel vernuft aan, de rechtmatigheid der beflisfende befluiten, welke door hunne landslieden genomen waren. Daar het Britfche ontwerp van bevrediging geheel en al ruste op het denkbeeld dat de Staten onder de vorige gehoorzaamheid zouden terug keeren, werd hetzelve even ras verworpen als gekend. Behalven de geheiligde banden van trouw en nationale verbindtenisfen, hadden de hoofdleden van het Congres en van de Wetgevende Vergaderingen der Amerikaanfche Staten, nu ook de zoetigheden der Oppermacht gefmaakt, en waren in het volle bezit van derzelver voordeden, onder een goed vooruitzicht van die te zullen blyven behouden, zonder eenige buitenlandfche inzage. Gelijk de oorlog aan de zyde van Groot-Brittanje uit eenen lust om te heerfchen was voortgefproten, had dezelve in zynen voortgang de Amerikanen genoodzaakt, om ter hunner verdeediging insgelijks de hoogfte voorrechten der Oppermacht zich aan te I J ma.  J3& Hoofdft. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk matigen en uit te oeffenen, met dit gevolg, dat de driften der menfehelyke natuur, waar door de eersten werden aangedreven, om naar meerder macht teftaan, thans niet minder op de laatften werkten om hen van het wederom afftaan van dezelve terug te houden. Na dat de Volkplantingen zich zeiven tot onafhanklyke Staten verklaard, hunne, eer om by die verklaring te blyven herhaaldelijk verbonden, en dezelve onder 's hemels gunst en zonder vreemde hulp, gedurende drie veldtochten, ftaande gehouden hadden; na dat de grootfte Vorst van Europa met hun een verbond aangegaan, en hun de handhaving der Onafhanklijkheid toegezegd had; na dit alles te willen verwachten, dat de algemeene beminde hoofden des volks, midden in het genot der Oppermacht, vrywillig het roer van Staat zouden laten glippen, om tot de kwynende onverfchilligheid van het byzonder leven terug te keeren, was even ftrydig met de algemeene ondervinding, als met de voornaamfte fpringveeren van het menschlyke hart. De hooggeftemde drift des Burgers, nog in de jeugdelyke kracht der eer en waardigheid, onderzocht niet eens of'er grooter ftaatkundig geluk te wachten ftond uit het aanvaarden der voorflagen van Groot-Brittanje; dan wel uit het aankleven aan hunne nieuwe Bondgenooten, De eer verhood over dit onderwerp een oogenblik te twijffelen, en hare voorfchriften werden ook niet overtreden. Offchoon de vrede ten hoogften wenfchelijk, en de aanbiedingen van Groot-Brittanje zoo ruim waren, dat men dezelve, ten behoorly- ken'  en de Vereenigde Staten enz, 139 ken tyde voorgefteld, zoude hebben kunnen aannemen; zouden de Amerikanen nu wegens volflagen gebrek aan eer en dankbaarheid te befchuldigen zijn geweest, indien zy dezelve, na zich onaf hanklijk verklaard en op hun aanhouden den byftand van Frankrijk verworven tehebben,hunnenieuweBondgenooten hadden begeven, en dezelven bloodgefteld gelaten aan de gevoeligheid en de wraak der Britten, welke zy zich om hunnent wille op den hals haalden, Het aanbieden dezer voorflagen van bevrediging, fproot grootendeels voort uit een begrip, dat het Congres Hechts door eenen zekeren aanhang onderfteund wierd, maar dat het groote gros der Natie tegen de Onafhanklijkheid ftemde, en welgezind was om zich wederom met Groot-Brittanje te vereenigen. De laatfte dezer Hellingen was in de daad waar, tot op een zeker tijdperk van het gefchil; maar dat tijdperk was nu reeds voorby. Met hunnen nieuwen ftaat, hadden zy nieuwe gevoelens aangenomen en hunne oude verbindtenisfen hadden voor andere plaats gemaakt. De Staatsomwenteling in de regeering was minder ongemeen, dan die in den trant en denkenswyze der Vereenigde Staten. De onafhanklyke burgers van Amerika zagen uit andere oogen en hoorden met andere ooren, dan toen zy in den ftaat van Britfche onderdanen waren. Die bekrompenheid van gevoel, welke in Engeland ten aanzien van Frankrijk heerschte, had geen plaats meer onder de Amerikanen. De Britfche Gevolmachtigden, van deze dadelyke omwenteling in de alge-  140 Hoofdfr. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk algemeene denkenswyze onbewust, meenden nog «enigen ingang by de Burgers van de Vereenigde Staten te zullen vinden, door middel van die bes krompene begrippen, welke zy van hunne Voorvaderen hadden ingezogen. Wanende dat het verlangen naar vrede en de oude nationale haat tegens "Frankrijk fterker zijn zoude dan alle andere ban-, «den, vleiden zy zich met de hoop, van door aan xe houden, nog wederom eenen voor Groot-Brittanje gunftigen indruk op de gemoederen der Ametikanen te zullen kunnen maken. Zy vernieuwden derhalven hunne poogingen tot het openen der onderhandelingen, dooreenen brief aan het Congres van den elfden van Hooimaand. Maar vermits men hen by het antwoord op hun vorig fchryven van den tienden van Zomermaand onderricht had, dat eene uitdruklyke erkenning van de Onafhanklijkheid der Vereenigde Staten, of het vertrek der vlooten en legers moest voorafgaan, eer men een verdrag van vrede in overweging zoude nemen, en vermits tot hier toe geen van beiden gefchied was, befloot het Congres om derzelver herhaald aanzoek geheel onbeantwoord te laten. Behalven de poogingen, welke hy in zijn openbaar karakter als Gevolmachtigde in 't werk /relde, trachte ook de Landvoogd Johnstone de oogmerken waar toe hy gezonden was, te bereiken, door het aanvangen eener byzondere briefwisfeling met .eenige leden van het Congres, en andere Amerikanen van grooten invloed. Inzonderheid vervoegde hy zich in gefchrifte tot Henry Laurens*  en de Vereenigde Staten enz, 141 Joseph Reed en Roebert Moris. De brief aan Henry Laurens was in de volgende bewoordingen:. Waarde Heer! >, Ik bidde U, aan mynen vriend, Dr. Fergü,, son, in myne plaats die burgerlyke beleefdhe,, den te willen bewyzen, welke myne vrienden, „ de Heeren Manning en Oswald, U voor my verzoeken. Hy is een man van de grootfte op„ rechtheid, en zeer hoog geacht in het gemeene„ best der letteren." „ Indien Gyl. het voorbeeld van Groot-Brittanje ,, in de dagen van deszelfs trotsheid zoud willen ,, volgen, en ons ongehoord terug zenden; zal ik „ toch uit byzondere vriendfchap hopen, dat het j, my vergund zal worden om het land te zien, be,, nevens de waardige karakters, welke hetzelve „ voor de wereld ten toon fteld; wanneer ik zulks ,, zal verzoeken op zoodanige wyze, alsgydegoedheid zult hebben my aan te duiden." Op dezen brief werd onverwijld het volgende antwoord gegeven. Waarde Heer! ,, Gisteren vond ik my vereerd met Uwe aangename van den tienden dezer, en ik bedanke U „ voor de toezending der brieven van mynewaarde 3 en geëerde vrienden, de Heeren Oswald en „ Man-  144 Hoofdft. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk /, Manning. Indien Dr. Ferguson de brenger dé3, zer papieren geweest ware, zoude ik dien Heet, alle achting en oplettendheid bewezen hebben, welke tijd en omftandigheden toelieten." „ Het hangt aan Groot-Brittanje, Mijn Heer-„ of de Gevolmachtigden zullen terug keeren, zon,, der van de Vertegenwoordigers der Vereenigde Staten gehoord te zijn, dan of zy eene onbelem„ merde vriendfchap met onze Burgers willen doen „ herleven, en zoo lang onder ons vertoeven, als 3, hun zal goeddunken." 3, Gy zijt ongetwijffeld niet Onbewust van deeenige voorwaarden, waar op het Congres ter bereiking van dit goede einde, in onderhandeling 3, kan komen; van deze voorwaarden, fchoon Hechts als een byzonder perfoon fchryvende, durve ik s, U echter op de ftelligfte wyze verzekeren, dat het Congres nimmer zal terug komen; zelfs niet „ al was het dat by het voortduren uwer vyandelyke poogingen j en door het woeden van den oor,, log, het goede volk dezer Staten gedrongen wierd 3, om over een verdrag in onderhandeling te treden s, aan de westzyde van gindfche gebergte. Maar fta my toe 'er by te voegen, als mijn byzondet 3, gevoelen, dat het waare belang van Groot-Brit3, tanje, nu het gefchil tot de tegenwoordige hoogte geklommen is, zal blyken gelegen te zijn in het bevestigen van onZe Onafhanklijkheid." ,, Het Congres heeft geen oogenblik trots geweest 9 maar het zoude onredelijk zijn te onderftellen, „ dat hetzelve thans minder ftandvastigheid van geest »> be-  en de Vereenigde Staten enz. 143 ,3 bezat, dan toen men van alle vreemde hulp ver-3, ftoken en zelfs zonder de minste verwachting op eene buitenlandfche verbindtenis, op eenen al3, gemeenen dag van vasten en verootmoediging, 3, in hunne Godsdienftige famenkomst en in de te3, genwoordigheid van God befloot, om geene on3, derhandeling nog verdrag in te gaan met eenige „ Gevolmachtigden van de zyde van Groot-Brit„ tanje, ten zy hetzelve als eene voorloopige voor- waarde of de vlooten en legers zoude opontbie,, den, of in Heilige en uitdruklyke woorden de 3, Onafhanklijkheid dezer Staten erkennen." 3, Ter gelegener tijd, zal ik my altijd ten hoog- Hen vereerd achten door een perfoonlijk bezoek, ,, en door het myne te mogen toebrengen om U elk gedeelte dezer Staten aangenaam temaken; ,, maar zoo lang de grondflag van onderling ver- trouwen niet gevestigd is, geloof ik niet, Mijn „ Heer! dat het Congres zich door voormalige by,, zondere vriendfchap, noch door eenigerhande andere bedenkingen zal laten bewegen, om toe te ,, laten dat de Landvoogd Johnstone zelf , een 3, man die in Amerika zoo zeer naar verdienste ge,, acht wordt, het land zoude bezoeken. Ik zelf ,, hebbe maar eene Item, en die zal 'er tegen zijn. ,, Maar ik bidde U, mijn waarde Heer! hier uit niet te befluiten, dat ik myne genegenheid je- gens myne oude vrienden, aan wier goedgunftig„ heid ik de eer dezer briefwisfeling te danken heb, 3, zoude hebben laten vaaren, of dat ik niet met ,, zeer  144 Hoofdft. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk „ zeer groote eerbied in achting voor uwe perfooo „ zoude blyven Yorktown Uwen gehoorzamen en onderda« ï4 Hooimaand nigen Dienaar s 1778. (.ëet0 Henry Laurens. In een brief aan Joseph Reed van den elfden van Grasmaand, fchreef de Landvoogd Johnstone : 3, de man die het werktuig kan zijn om ons allen „ tot voorige eensgezindheid terug te brengen, en 4, de verfchillende machten, welke dit gefchil op ., de been gebracht heeft, met elkander te veree» nigen, zal grooter belooniug ontvangen van den „ Koning en van het Volk, van vaderlandsliefde, „ menfehenmin en van alle de tedere banden, wei,, ke door den twist en de wederverzoening zijnaan., gedaan, dan immermeer aan eenen fterveling té 3, beurte viel." Op den zestienden van Zomermaand fchreef hy aan Roeert Moris: „ Ik gelove dat de lieden, welke de zaken van Amerika 3, beftierd hebben, niet in ftaat zijnomuitverkeerde grondbeginfelen, te handelen, maar in alle dergelyke bedryven loopt men gevaar, en ik den» 3, ke dat allen die 'er in betrokken zijn, zich daar 3, van verzekerd houden; terwijl eer en voordeel natuurlyker wyze aan die genen zullen te beurt „ vallen, welke het fchip in den ftorm beftierd, 3, en behouden in den haven gebracht hebben. 3, Naar mijn oordeel hebben Washington en de 3, Voorzitter rechtmatigen aanfpraak op alle gun- „ ften,  en de Vereenigde Staten. .45 Sö iiét>> welke dankbare natiën kunnen bewyzen4 *, indien zy onze belangen wederom konden veree* « nisen, en de rampen en verwoestingen van den iis oorlog doen ophouden," Nog werd aan Joseph Reed, op den eënentwin» tjgfteo van Zomermaand, onder de hand bericht, dat het oogmerk van den Landvoogd JohnstokiS geweest was, om hem tienduizend ponden fterling, benevens een ampt in de Volkplantingen, ter bege» ving van zyne Majefteit ftjfentfe aan te bieden, indien hy zyne vermogens wilde aanwenden om de wedervereeniging der beide landen te bewerken, zoo zulks met zyne grondbeginzelen en begrippen begaanbaar ware. Maar deze*gaf hier op ten antwoord. „ Ik ben de koop niet waardig; doch Zoo 1, als ik ben, is de Koning van Grooc-Brittanjenie. si rijk genoeg om my om te koopen." Om hier aan eea einde te maken, beval het CönV gres, op den negenden van Hooimaand, dat alle _ brieven, welke de leden van het Congres van eenen der Britfche Gevolmachtigen, of van derzelver Bewindslieden of van eenig Onderdaan van den Kening yan Groot-Brittanje ontvangen hadden, en welker inhoud Staatszaken betrof, voor hetzelve zouden opengeleid worden: en toen de gemelde brieven en het bericht daar op ter tafel gebracht waren, werd 'er befioten. „ Dat men dezelve niet anders kon„ de aanmerken dan als rechtftreekfche poogingen „•om hunne eerlijkheid te bekuipen, en dat het 3, met de eer van het Congres niet ftrookte, om „ wyders op eenigerhande wyze briefwisfeling of III. Dm. % , ge.  146 floofdft. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk „ gemeenfehap te houden met den gemelden Geor* ,, gè Johnstone Esq., en inzonderheid niet om ,, metdenzelvenin onderhandeling te treden over za« ken, waarin 'slands vryheid betrokken was." Dit befluit, benevens de redenen van hetzelve, werden vervat in den vorm eener verklaring, van welke een affchrift, door den Voorzitter geteekend, onder eene vredevlag, aan de Gevolmachtigden teNieuwYork gezonden wierd. De Landvoogd Johnstone beantwoorde hetzelve in een bitter gefchrift, waar by hy het gene hem te laste geleid werd ontkende, of in een anderen zin uitleide: terwijl Lord Carlisle, Sir Henry Clinton en Mr. Eden verklaarden geene kennis *te hebben van dë zaak, waar mede men den Landvoogd Johnstone befchuldigde. Den Gevolmachtigden, hunne poogingen om met het Congres in onderhandeling te komen mislukt ziende, bleef nu geen andere weg open dan de ingezetenen over te halen, om het gedrag van hunne Vertegenwoordigers af te keuren en eene tegenftrydige handelwyze te houden. Met dit oogmerk gaven zy een Manifest en Verklaring uit, gericht aan het Congres, aan de wetgevende Vergaderingen en aan alle de overige vrye ingezetenen der Volkplantingen, en waar in zy zich dus uitlieten. ,, De „ ftaatkunde zoo wel als de goedertierenheid van „ Groot-Brittanje hebben tot hier toe het uiterfte „ geweld van den oorlog tegengehouden, wanneer ,, het gereed ftond uit te barften over een volk, j, 't welk wy nog als onze medeonderzaten be- fchouw---  en de Vereenigde Statin ent, ï^j fchouwden, en belet een land te verwoesten* ' het welk eerhng wederom de bron van Wèdeïa keerige voordeden ftond te worden. Maal* waQ« neer dat land openlijk belijdt het onnatüurlyke " voorneemen te hebben niet alleen om zich Van *, ons los te maken, maar zelfs om zich en zyne ' vermogens aan onze vyanden te verpanden, krijgt 3i de twist een gansch ander aanzien, en het Wordt * de vraag in hoe verre Groot-Brittanje dooï alle " middelen, welke in deszelfs macht zijn, eene '* verbintenis zal kunnen vernietigen of vruchteloos " maken, welke alleen beftoken is om hetzelve te ** verderven en Frankrijk groot te maken, Onder 3i zulke omftandigheden moet het gedrag van Groot* ! Brittanje naa-r de wetten van zelfsbehoud worden " ingericht; en indien de Britfche Volkplantingen " aan Frankrijk moeten komen, zullen deze wetten 3 aan hetzelve den wegwyzenom dien aanwas voot Z zijn vyanden van zoo weinig dienst te maken als 33 in deszelfs vermogen zijn zal." Het Congres, bericht gekregen hebbende, datdö Gevolmachtigden het voornemen hadden om deze ftukken te verfpreiden, verklaarde daar op dat de heden welke zich zouden laaten gebruiken tot hetiutdeden en gemeen maken van de Manifesten en Verklaringen der Gevolmachtigden, niet berechtigd wa» ren tot de befcherming van eene vredevlag, en wvders het bevel aan de byzondere Staten om zich van dezelven meester te maken en in goede bewa* ringe te houden. Maar op dat het niet fchynen ffiogt dat hetzelve zynen lastgeveren wilde .blind-  t4& Hoofdft. XVI. Verbond tusjlhen Frankrijk hokken, deed het de Manifesten en de Verklaringen in de openbare nieuwspapieren drukken. Ondertusfchen genoten de voorflagen van de Gevolmachtigden geen gunftiger onthaal by het volk, dan zy van het Congres ontvangen hadden. Op fommige plaatzen wilde men de vlaggen, onder welker bedekking zy gezonden werden niet ontvangen, maar deed die oogenblikkelijk terug keeren. Op anderen werden dezelve aangenomen en terftond aan het Congres verzonden als de eenige bevoegde rechtbank om daar van kennis te nemen. Maar op geene enkelde plaats, welke niet onder de onmiddelyke beheerfching van het Britfche leger lag, zag men de geringfte beweging om de aanbiedingen van Groot-Brittanje te aanvaarden, zelfs niet om over de voegzaamheid van het aannemen daar van te raadplegen. Om de Britten van het uitvoeren hunner bedreigingen om het land te verwoesten af te fchrikken, bracht het Congres, op den dertigften van Wijnmaand, een Manifest in de vreereld, het welk met de volgende woorden eindigde. „ Wy derhalven , ,, het Congres der Vereenigde Staten van Noord,, Amerika, doen kond en verklaren .plechtig by dezen; dat byaldien onze vyanden ftout genoeg ,,. zijn om hunne bedreigingen ten uitvoer te bren_ „ gen, of in hunnen tegenwoordigen loopbaan van onmenschlijkheid blyven voortgaan, wy daarvan „ zulk eene voorbeeldige wraak zullen nemen als: „ gefchikt zijn zal, om anderen van een dergelijk ., gedrag af te fchrikken. Wy roepen God, die" is de  en de Vereenigde Staten enz. „ de harten der menfchen doorziet, tot getuige w van de oprechtheid onzer voornemens, tr ,,. „ verklaren in zyne heilige tegenwoordigheid „ gelijk wy door geene lichtvaardige en onbezo. c „ inboezemingen van haat of wraakzucht gedreven worden, wyook door geene mooglyke wisiuvul- „ ligheden van het fortuin van deze onze verkla» ring en genomen befluit zullen afwyken." Deze was de laatfte poging van Groot-Brittanje om de Volkplantingen langs den weg van onderhandeling te herwinnen; en nog was dezelve aangevangen uit eene dwaze onkunde, betrekkelijk den wezenlyken toeftand van zaken in Amerika. GrootBrittanje had in den beginne verkeerde wegen ingeHagen; maar was thans het fpoorteneenenmalebijster. Door het gene by deze gelegenheid werd toegegeven, rechtvaardigde het ingewikkeld den tegenftand der Amerikanen; en erkende door het aanbod van alles in te willigen, wat dezen voorheen elschten, metterdaad, eenen onrechtvaardigen oorlog te hebben aangevangen. Ook was niets meer gefchikt om de vriendfchap tusfehen de nieuwe bondgenooten vaster te maken, dan deze kwalijk geflaagde onderhandeling. De Staten hadden daar door gelegenheid om een overtuigend blijk te geven, van de oprechtheid hunner verbintenisfen, en Frankrijk overvloedige reden om te geloven, dat het geliefde ontwerp om de macht van Groot-Brittanje te verminderen, thans door geenerhande toeval meer konde verydeld worden; wanneer maar de overheering van Amerika wierd voorgekomen, K 3 Na  Xp Hoofdft, XVI, Verbond tusJUien Frankrijk Na het afloopen van den veldtocht des jaars 1777, betrok het Britfghe leger zyne winterkwartieren in Philadelphia, en het Amerikaanfche leger te ValleyForge, Het eerfte genoot in dezelve al het gemak" j en de gerijflijkheden, welke eene vermogende Stad" 1 opleverde; terwijl het laatstgemelde pas half ge- > Meed, en meer dan eens op het punt om van gebrek | en ongemak om te komen, de ftrenge koude van eenen harden winter, in eene legerplaatsen opgeflageu hutten moest verduren. Gelukkig voor hetzelve, dat de Britten geene de minste pooging deden om hen te ontrusten, terwijl zy zich in dezen hulpeloozen toeftand bevonden. Dus verliepen de winter en de lente zonder dat ] »er by een van beide legers iets van aanbelang voorviel, behalven eenige weinige welgeflaagde ftrooppartyen uit Philadelphia in het omliggende land, om voeder en levensmiddelen op te halen, of de bezittingen der Amerikanen te vermelen, By eene van dezelve trokken eenige Britfche manfehappen Baar Bordenton, en verbranden aldaar vierpakhuizen met nuttige waren gevuld; en alvorens zy naar Philadelphia terugtrokken, verbranden zy nog twee fregatten, negen fchepen, zes floepen ter kaapvaarc beftemd, en drieëntwintig brikken, behalven een aantal floepen en fchooners. Niet lang daarna, deden vijfhonderd Britten enj Hesfen insgelijks eenen ftroop uit Newport, onder| het bevel van den Overften Luitenant CampeeixJ Zy flapten by nacht aan land, en trokken den voI«| eenden morgen in twee hoopen voort, de een naaa War-1  en de Vereenigde Staten enz. t*%* Warren, en de ander naar het begin van de rivier Kickemuct. Zy vernielden wel zeventig platboomde fchuiten, en verbranden een goed deel pik, teer cn planken. Ook ftaken zy den brand in het kerkhuis der Disfenters te Warren, en in zeven woonhuizen. Te Bristol werden insgelijks de kerk en tweeëntwintig huizen verbrand, verfcheiden anderen uitgeplunderd, en de vrouwen van hare fchoengespen, gouden ringen en zyden doeken beroofdOmtrent twee maanden na het fluiten van het verbond tusfehen de Vereenigde Staten en den Koning van Frankrijk, zeilde een Fransch Esquader van twaalf linie-fchepen en vier fregatten, onder den Grave d'Estaing, uit Toulon naar Amerika. Hy kwam op den negenden van Hooimaand, na eene reis van zevenentachtig dagen, in de mond der Delaware. Maar uit vreze voor eene dergelyke gebeurtenis en met het vooruitzicht op grooter zekerheid, was reeds in Groot-Brittanje befioten om Philadelphia te ontruimen, en de ganfche koninglyke macht in de Stad en haven van Nieuw-York byeen te trekken. Hier toe hadden 's Konings Gevolmachtigden de noodige bevelen mede gebracht , doch wisten 'er zeiven niets af. Ondertusfchen had deze beweging gansch geenen gunftigen invloed op de aangevangene onderhandeling; doch zy was onvermydelijk noodig: want byaldien de Delaware door de Franfche vloot was gefloten geworden, en de Amerikanen alsdan het beleg voor Philadelphia geflagen hadden* was het voor de Britten byna onK 4 moog-  Ijz Hoofdfl. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk. mooglijk geweest om uit eene van beiden te ontkomen. Het Konings leger, trok op den achttienden van Zomermaand, over de Delaware in de landftreek van Nieuw-Jerfey. Maar de Generaal Washington, het voornemen om Philadelphia te ontruimen bevroedende , bad reeds vooraf de Brigade van den Generaal Maxwell doen voortrukken om de landmilitie van Jerfy te onderfteunen, en den optocht dar Britten zoo veel mooglijk te dwarsboomen, tot dat het Amerikaanfche leger dezelven zoude kunnen inhalen: terwijl de Britten met eene verbazende pakkaadje belemmerd waren, welke nevens de hinderpalen die hun in den weg geworpen wierden, den tocht grootelijks vertraagde. Zoo dra het Ajnerikaanfche leger, in het nazetten der Britten, insgelijks over de Delaware getrokken was, werd de Overfte Morcan met zeshonderd man, tot verwerking aan den Generaal Maxwell gezonden; en wanneer hetzelve tot aan Princeton genaderd was , deed Washington halte houden, en ftelde aan de Staf-Officieren voor, of het raadzaam ware eenen algemeenen veldflag te wagen. Zy oordeelden van neen, en waren van begrip dat het beter was om terftond eene bende van vijftienhonderd man te doen aanrukken, om des vyands achterhoede of linkervleugel te ontrusten naar mate de gelegenheid zich Voordeed: en deze werden ook onmiddelijk vooregefchikt onder het bevel van den Generaal Scott. Maar toen Sir Henry Clinton te Allen-town ge» ko=  en de Vereenigde Stat&A inXi ^ Romen was, befloot by in de plaats van den rechte» wegnaar Staten-eiland te houden, naar de Zeekust af te deinzen, en op Sandyhook te trekken: en Washington bericht krygende, dat Clintoj^t iQ de gemelde richting op het Rechthuis van het Graaffchap Monmouth aantrok, zond daar op nog duizend man onderden Generaal Wayne vooruit, en gaf aan d Verbond tusfehen Frankrijk ©rn naar het noordeinde van het eiland te vertrek» ken, de legerplaats aldaar ts verfterken, de ge4neenfchap met het vaste land open te houden, en niet van daar te gaan voor dat men zeker wist dat •de Franfche vloot niet ter hunner onderfteuning •foude terug keeren. Hier op was de Marquis de tjyj. Fa vette > op aanzoek van zyne medegezellen naar Boston vertrokken, om op de fpoedige terug-fcemst der Franfche vloot 'aan te dringen, . Dan de 'Graaf jü'Estaing wilde daar toe niet overgaan, maar i,pod met veel vuurs aan om de troepen onder zijn hevel aan te voeren en daar mede de landmacht der Amerikanen tegens Rhode-Eiland te onderfteunen. Qndertusfchen was Süxeivan in de grootfte orde terug getrokken, maar hy had nog geen vijf uur èaa het noordeinde van het Eiland geweest, toen de Britten welke zynen aftocht ontdekt hadden en hem terftond gevolgd waren, reeds op zyne troepen begonnen te vuuren. De Britten vervolgden hen jmet twee hoopen, langs twee verfchillende wegen, waar van de eene bezet was door den Overften HenJRY Livïngston en de andere door John Laurens, «en Adjudant van den Generaal Washington , die heide eenige ligte troepen onder hun bevel hadden. ÏB het eerste oogenblik werden deze ligte troepen do.o.r overmacht gedwongen terug te deinzen, doch ^y weken al vechtende; vervolgensverfterking ontvangen hebbende, deden zy hunne vervolgers ftaan, p\\ flaegeo dezelyen eindelijk terug, Trapswyze ^erd het gevecht in fomm.ige. opzichten algemeen, en  en de Vereenigde Staten enz. jgg en byna twaalfhonderd Amerikanen hadden deel aan hetzelve. Het verlies beliep aan beide zyden, tusfehen de twee en driehonderd man. . De vloot van Lord Howe, met Sir Hènry Clinton en vierduizend man Landtroepen, vervolgens pp eenigen afftand van de kust gezien zijnde, befloot de Generaal Sullivan om Rhode-Eiland zon, der verzuim te ontruimen; waar toe echter de grootfte behoedzaamheid vereischt wierd, aangezien de veldwachten geen honderd Rhijnlandfche roeden van elkander ftonden. Om dus de voorgenomene ontruiming te bedekken, maakte mende vertooning van zich te willen verdeedigen, en op het Eiland te bly ven; terwijl de aftocht in den nacht van den dertigften van Oogstmaand gefchiedde, en omftreeks twaalf uur genoegzaam geheel volbracht was. Even voor deszelfs voleinding keerde de Marquis de la Eayette van Boston terug, zijnde van RhodcEi* land derwaards eenen afftand van zeventig engelfche mylen, gereden in zeven uuren, en weder terug gekomen in zes en een half uur. Hy was zeer bezorgd geweest om deel te hebben aan hetgevecht, en was dus niet weinig verdrietig van juist daags te voren afwezig geweest te zijn; maar hy kwam nog even tydig om de veldwachten en de overige .partyen, welke deze aftocht dekten, vervolgens af te brengen, het welk hy in de voortreffelijkfte orde volvoerde, zijnde 'er niet een enkeld man achtergelaten, noch de minste zaak verloren gegaan. De dapperheid en het goede beleid van JohnLau*ens, in deze gelegenheid betoond, werden echL £ ter *ens, in deze gelegenheid betoond, werden ech-  J70 Hcofuft. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk $er overtroffen door zyne gemeenebestgezinde grootmoedigheid, waar mede hy eenen hoogen rang, die de Vertegenwoordigers van zijn Vaderland hem aanboden, van de hand wees. Het Congres befloot hem tot Overfte-Luitenant by het Staten leger aan te ftellen, ten blyke dat hetzelve getroffen was door zyne vaderlandlievende en -wakkere diensten, en door zijn dapper gedrag in verfchillende gevechten, inzonderheid in dat van Rhode-Eiland op den negenëntwintigften van Oogstmaand. Maar" hy fchreef reeds den volgenden dag een brief aan het Congres, met betuiging van zyne dankbaarheid voor de onverwachte eer, welke het die hooge Vergadering behaagd had hem aan te doen; als mede van het genoegen welk hy zoude gefmaakt hebben, zoo hy de aangebodene post had kunnen aannemen , zonderderechten van de Officieren van het leger tebenadcelen, of eene blijkbare onrechtvaardigheid te begaan tegen zyne ambtgenooten in den dienst des Opperbevelhebbers. Dat hy eea aanfehóuwer geweest zijnde van de beroertens, welke door gefchillen o■vcr den rang in het leger veroorzaakt waren, de rust van hetzelve veel te dierbaar hield om een werktuig te zijn van derzelver flooring, en dat hy derhalven het Congres ernftig verzocht, het befluit waar by hem de post van Over-Luitenant werd opgedragen, wederom in te trekken, en zyne oprechte dankbetuigingen voor de aangeboden eer gunftig aan te nemen. De mislukte aanflag op Rhode-Eiland washetlaatfte ontwerp, welke de Bondgenooten van het Con- gtesj  en de Vereenigde Staten enz, gres, in dezen eersten veldtocht ter onderfteuning hunner vrienden ondernomen hadden; en de Amerikanen die zich met de hoop op de beflisfendfte voordeden gevleid hadden, vonden zich telkens in hunne verwachting bedrogen. Lord Howe , fchcon minder in macht, had niet alleen zijn eigen vloot behouden, maar ook alle de oogmerken en ondernemingen van den Grave d'Estaing tegengewerkt en verydeld, De Franfche vloot behaalde voor de Amerikanen geene rechtftreekfchevoordeden;maar echter was hare aankomst van groóten dienst voor hunne zaak. Behalven dat zy de Britten verhinderden in het uitvoeren van derzelver ontwerpen, was zy tevens een overtuigend blijk van de ernfüge en welmeenende voornemens van den Koning van Frankrijk, om de Amerikanen te onderfteunen. De goede wil hunner nieuwe bondgenooten was hun dadelijk gebleken, en fchoon zy daar van de verwachteuitwerkfelennietgenoten hadden, werd echter het mislukken der ondernemingen meestal aan wind en weder en andere onvermoedelyke gebeurtenisfen toegefchreven. Sommigen befchuldigden wel den Grave d'Estaing , maar terwijl zyzichzelven poogden vry te pleiten, met de blaam op hem te werpen, gevoelden en erkenden zy toch hunne verplichting aan de Franfche Natie, en vonden zich aangemoedigd om den oorlog door te zetten, in de hoop van de medewerking hunner bondgenooten in -het vervolg met meerder geluk te zullen zien bekroon en. Toén Sir Henry Clinton bevond, dat de Ame- ri-  '^73 Hoofdfi. XVI. Verband tuf eken Frankrijk jikanen Rhode-Eiland onruimd hadden, keerde hy naar Nieuw-York terug; doch gelaste den Generaal Grey om naar Bedford en dien omtrek te ftevenen, alwaar zich eene menigte Amerikaanfche kapers ophielden. Op den vijfden van Herfstmaand ter beftemder plaats gekomen zijnde, trad het volk van den Generaal aan land, en vernielde in weinige uuren meer dan zeventig fchepen, behalven een aantal kleinere Vaartuigen. Zy verbrandden insgelijks de magazynen, de werven, voorraad, pakhuizen, fchepen op ftapel, en een aanmerkelijk getal van woonhuizen. Men fchatte de waarde der verbrande gebouwen in Bedford op twintigduizend Ponden Sterling, en de vernielde goederen waren nog van veel meerder waarde. Vervolgens trokken 's Konings troepen naar St. Martha's Vineyard, alwaar zy eenige weinige fchepen vernielden, en de wapens der Landmilitie, 's Lands geld, driehonderd osfen en' tweeduizend fchapen opeischten, 't welk hun alles bezorgd wierd. Een dergelyke aanflag, onder het bevel van dea Kapitein Fergüson, werd omftreeks den zelfden tijd tegen klein Egg-Harbour ondernomen; op welke plaats de Amerikanen een aantal kapers en pryzen hadden liggen, en waar eenige zoutwerken waren. Verfcheidene fchepen ftaken nog in zee, maar alle die 'er gevonden werden, wierden verbrand; en voor dat de Britten te Egg-Harbour wederom fcheep gingen om naar Nieuw-York terug te keeren, overviel Kapitein Fergtjson met tweehonderd en vijftig man eene bende Amerikanen 3 welke in dien  tn de Vereenigde Staten ent. 'dien omtrek ftond, en waar van vijftig man omge*' bracht wierden, vermits de aanval by nacht ge-? fchiedende, 'er weinig of geen kwartier gegeven Wierd. Het verlies der Britten by alle deze onderneemin-* gen was van geen aanbelang, en de behaalde voor* deelen van groot gewicht, zoo wegens den voorraad van levensmiddelen welke zy opdeden als wegens den flag dien zy aan de Amerikaanfche koopVaart toebrachten. Maar eea der ongelükkigfte gebeurtenisfen, welke in dit gedeelte van den veldtocht voorviel, was het verrasfen en vernieling van een gantsch Amerikaansch Regiment ligte Dragonders, waar over de OverfteLuitenant Baylor het bevel voerde» Zy waren afgezonden om eene party Britten, welke voerageerde, in het oog te houden en op teligten, en hadden zich gelegerd in een fchuur te Taapan. De Officier, die de manfehappen welke hun verraschten gebood was de Generaal-Majoor Grey, dien men in de wandeling den Getier dal zonder vuurjleenen noemde, om dat hy gewoon was het volk onder zijn bevel te gelasten om de vuurfteenen van de geweeren te doen, ten einde zy zich blootelijk tot het gebruik der bajonetten zouden bepaalen. Eenige Landmilitie welke op den weg langs welken de Britten aantrokken geplaatst was, verliet hunné post zonder den den Overften Baylor daar van de minfte kennis te geven; door welk ongeregeld gedrag het daar op Vólgende ongeluk veroorzaakt wierd. Het volk van Grey trok in de grootfte ftilte en met zoo veel be_ leid  ff4 HoofdCt. XVI, Verbond lusfcher. Frankrijk leid voort, dat zy eene onderofficiers ronde zonde* gerucht te maken affneden en oud Taapan omcin* melden zonder datzy ontdekt wierden. Toen vielen zy opBavlors Regiment, hetwelk in diepen ilaap lag; en de Dragonders overompeld, en buiten ftaat gebrachtzijnde om zich te verdeedigenof wederftand te bieden en zonder het minfte vooruitzicht om hun Ieven duur te kunnen verkoopen, baden om kwartier, maar hunne vyanden ftoorden zich niet aan hun fmeeken, maar joegen hun het bajonet door het hart, en lieten niet af zoo lang zy voorwerpen konden vinden, die eenig teeken van leven gaven. Eenige weinigen borgen zich met de vlucht, en anderen na van vijf tot elf bajonetfteeken in hun lighaam bekomen te hebben, werden na verloop van tijd genezen en tot volkomen gezondheid herfteld. Baylor zelf werd ook gewond, doch niet gevaarlijk. Hy verloor van honderd en vier gemeenen aan dooden, gekwetften en gevangenen, zevenenzestig. Omtrent veertig werden 'er gevangen genomen, welke hun leven verfchuldigd waren aan demenschHevendhcid van eenen van Greys Kapiteinen, die aan de ganfche vierde Compagnie kwartier gaf, niettegenftaande de ftrydjge bevelen zyner Hoofdofficieren. • De omftandigheid dat deze aanval in den-nacht gefchiede, wanneer 'er geene orde of krijgstucht kan in acht genomen worden, mag, by een zeker foort van menfchen, dit bloedige tooneelkunnen verfchonen, en het moge onbetwistbaar zijn dat de wetten van den oorlog, het geven van lijfsgenade by dergelyke aanvallen niet vereisfchen; de  en de Vereenigde Staten enz, 173 de waare menfchenvrienden moeten toch altijd bly ven beweeren dat de wetten der menschlijkheid van hooger verplichting zijn dan die van den oorlog. De waarlijk dappere man zal altijd fparen wanneer de tegenftand ophoudt, en de veiligheid niet volftrekt het tegendeel vordert; terwijl zy, die zich dergelyke bedryven veroorloven, te recht de vyanden van de befchaving der burgermaatfchappy mogen genoemd worden; want voor zoo verre hun voorbeeld van kracht is, ftrekt hetzelve om dea voortgang der menschlievendheid in de hedendaagfche tyden te fluiten, en de onmenschlijkheid der Gothifche eeuwen te doen herleven. Opdezegronden, beklaagde men zich ten fterkften over dezen moord van Baylors Regiment; en daar van werd een verhaal opgemaakt, en bevestigd met den ééd van eene menigte geloofwaardige getuigen, die voor den Landvoogd van Jerfey Livingston afgehoord wierden; waar na men de ganfche zaak aan het oordeel van het algemeen overliet. In den Zomer van het jaar 1778 onderwond men zich ook eenen aanflag tegens Oost-Florida; waar toe befioten wierd met het tweeledige oogmerk om den Staat van Georgië van plundering en verwoesting te bevryden, en tevens eene afwending te maken. De Generaal Robert Howe voerde het bevel over denzelven, als mede over tweeduizend man, waar van eenige weinige honderden Statentroepen waren , en het overfchot uit Landmilitie van de Staten van Zuid-Carolina en Georgië beftond. Dezen rukten door tot aan de rivier van S:. Ma-  %f$ Hoofdft. XVI. Verbond tusfcheh Frankrijk Marie, zonder eenigen tegenftand van eenig belang tê Ontmoeten. Daar ter plaats hadden de Britten ee, re fterkte opgeworpen, welke zy ter eeren van ToÏstijn, den Landvoogd1 van dat gewest, naar diené naam genoemd hadden; doch ook deze wierd op de aannadering van den Generaal Howe geflecht, en de Britten weken na eene kleine fchermutfeling naar St. Augustijn. Dan het jaargetyde was voor de Amerikanen veel fchadelyker dan al de tegenftand3 Welken zy van hunne vyanden ondervonden; en ziektens en fterven namen zoodanig toe dat zy zich genoodzaakt vonden, om zonder verwijl, wederom terug te trekken, en eer zy dit konden ten uitvoef brengen, was 'er reeds een vierde gedeelte hunner ganfche macht verlorens Op de vruchtelooze poogingen van 's Konings Gevolmachtigden , om de Amerikanen tot het karakter Van Britfche Onderdanen te doen wederkeeren, en op het mislukken der daar op gevolgde ontwerpen van famenwerking tusfehen de nieuwe bondgenodten, volgde eene ftatige rust. Het fcheen als of de Gevolmachtigden nog hoop koesterden dat de burgers der Vereenigde Staten,- zich in hunne verwachting van de Franfchen te leur gefteld ziende, de aanbiedingen van Groot-Brittanje bp nieuw zouden óverwegen en aannemen. Zy gaven althands tijd genoeg om hunne uitgegevene Verklaring behoorlijk te doen rondgaan,, en derzelver uitwerkfelen op de gemoederen des volks te kunnen waarnemen ; doch zy kregen van geenen kant eenigethande aanzoek. Het jaar was dus byna verloopen, voor  en de Fereenigds Stam m. j^j Voor dat 'er eenige onderneming van belang in heg werk gefield wierd. Maar met dit nieuwe tijdperkwerd ook de wyze van oorlogen veranderdé Tot hier toe had men getracht de Staten te overheererj Adoor van het Noorden naar het Zuiden te dringen.? maar van dezen tijd af aan werd deze fchikking om* gekeerd, en de zuidelyke Staten waren vervolgens het voorname tooneei, waar op de Britten hunna aanvallende krijgsbedryven vertoonden. Georgië een der zwakfte Staten uit het bondge* nootfchap, en daar by wel voorzien van leevenjw middelen, werd om die beide redenen, uitgekipt tot het eerste voorwerp van den op nieuws hervat* ten krijg. De Overite-Luitenant Campbell een Of* ficier van bekende dapperheid en bekwaamheden 4 ging op den zevenëntwintigften van Slachtmaandj met eene legermacht van omftreeks tweeduizend mam, van Nieuw-York naar Savahnah onder zeil, onder geleide van eenige oorlogfchepen, waar over dé Commodore Hyde Parker het bevel voerde; en om van den goeden 'uitflag dezer onderneming des te zekerder te zijn, was den Generaal Prevost3 den Bevelhebber van 's Konings krijgsmacht in Oost-Florida gelast, om met dezelve aan de zuide» lyke grenzen in Georgië te vallen. Ruim drie weken na het uitzeilen der vloot uit Nieuw-York, de~ den de troepen eene landing by den mond van de iU vier Savannah. Van de landingplaats liep een fmah, Ie dijk van zeshonderd Engelfche roeden lengte,, door een moeras met eene gracht aan beide kanten, o* ver welke dijk de Engelfchen eene bende ligt voetvolk' III. Deel, M dede^ te zekerder te zijn, was den Generaal Prevost3 den Bevelhebber van 's Konings krirVsmaeht Ja ÏOost-Florida gelast, om met dezelve aan de zuide»  178 Hoofdft. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk deden voortrukken; doch deze een einde wegs gevorderd zijnde werden hevig befchoten van eenige weinige manfehappen, die aldaar onder den Kapitein Smith geplaatst waren , om de Engelfchenden weg te betwisten. De Hopman der Britten fneuvelde, maar zy drongen echter door, en noodzaakten den Kapitein Smith terug te wyken. Intusfchen bad de Generaal Howe wien de Amerikanen de verdeediging van Georgië had opgedragen, op de groote weg post gevat, en zyne kleine macht welke uit zeshonderd man Statentroepen en eenige weinige honderden Landmilitie beftond, tusfehen de landingplaats en de ftad Savannah neergeflagen, zijnde hy van voren door een moeras en zyne linkervleugel door de rivier gedekt. De fchikking kondigde groote zwarigheden aan, welke men zoude moeten te boven komen om de Amerikanen van daar te kunnen verdryven; maar terwijl de Overfte Campeell daar toe de noodigetoebereidfelen maakte, werd hem door een Neger kondfehap gegeven van een byzonder pad door het moeras, aanderechterzyde der Amerikanen, het welk in diervoegen liep, dat de Britten hetzelve konden volgen, zonder gezien te worden. Hier op werd Sir James Baird gelast, met de ligte troepen over dit pad en langs den rechtervleugel der Amerikanen om te trekken, en hen vervolgens van achteren aan te tasten; en zoo dra men onderftelde dat Baird ver genoeg gevorderd was, kregen de Britten, die voor de Amerikanen ftohden, insgelijks bevel om aan te tukken, en den ftrijd te beginnen. Howe zich dus zo»  en de Vereenigde Staten enz> mm zoo wel van voren als van achteren aangetast fcieade, gaf terftond bevel tot den aftochtj maar de" Britten vervolgden hem met veel voordeels, en behaalden eene volkomens overwinning, Meer daQ honderd Amerikanen waren 'er gefneuveld; aeht&a* dertig Officieren, vierhonderd en vijftien gerttee* nen, achtenveertig ftukken kanon, drieëntwintig mortieren, de fterkte met alle de krijgsbehoefteQ en magazynen, de fchepen welke op de rivier la* gen, een aanzienelyke voorraad van levensmidde. ien en de hoofdftad van Georgië vielen in den kor* ten tijd van eenige weinige uuren in de handen del? overwinnaars. Het zwakke overfchot van het A* merikaanfche leger week nog verfcheidene myleü langs de Savannah terug, en zocht eindelijk dooi? het overfteken daar van, eene fchuiiplaats ia Zuid-Carolina* Ondertusfchen was de Generaal Brevost, overeenkomftig met zynen last, uit Oost* Florida opgebroken, genoegzaam gelijktydig met het uitzeilen der vloot uit de haven van NieuwYork; en na vele moeijelijkheden doorgeWorfteld te hebben, waren 's Konings troepen van St* Augustijn tot aan de bewoonde ftreeken ian Georgië doorgedrongen, toen zy de heuglyke tyding Van ds aankomst en het goed geluk van den Overften Campbell ontvingen. Op het innemen van Savannaha volgde weldra de overgave van het Fort te Sunbury, waar op de Generaal Prevost naar Savannah trok, en het bevel over de vereenigde krijgsmacht van Nieuw-York en van St. Augustijn op zich nam, M 2 Reeds  1B0 Hoofdft. XVI. Verbond tusfehen Frankrijk Reeds voor zyne aankomst was 'er een Manifest afgekondigd, om de ingezetenen aan te moedigen van tot hunne huizen te rug te keeren, en zich aan hunne overwinnaars te onderwerpen, met toezegging van alle befcherming, maar tevens onder voorwaarde, dat zy hunne wapenen ter onderfteuning van de koninglyke regeering moesten gebruiken» De Overfte Luitenant CampeeLl gedroeg zich zeer ftaatkundig, om de ingezetenen tot onderwerping te brengen, en hen daar by te houden; en hy verrichte in korten tijd en in vergelyking met een hand vol volks meer tot herftel der Britfche zaken, dan alle de bevelvoerende Officieren voor hem gedaan hadden. Hy had niet alleen alle gewapende tegenkanting met wortel en tak uitgeroeid, maar zelfs voor eenigen tijd alle fpooren der ftaatsregee'ring uitgewischt, en den weg gebaand tot het herftel der Koninglyke Regeering. Georgië maakte kort na het overgaan der hoofdftad, eene zonderlinge vertooning, en was de eenigfte ftaat van het bondgenootfehap, waar na de verklaaring der Onafhanklijkheid, eene wetgevende vergadering werd zamengeroepen, onder het. gezag van de kroon van Groot-Brittanje, Ondertusfchen Haagde de Overfte Campbell door zyne gematigdheid en voorzichtig gedrag, veel beter om de gemoederen der ingezetenen met hunne voorige ftaatsgefteldheid te verzoenen, dan de overige Britfche Bevelhebbers'met de ftrenge maatregelen welke zy doorgaands in het -werk ftelden. De  en de Vereenigde Staten enz. ïgj ■' De misfiagen in de eerfte jaarea van den oorlog, noopten bet Congres in den jaare 1778 tot eenige nuttige verbeteringen. De gebrekkige voorziening ten aanzien van het onderhoud der Officieren van -het leger, had aanleiding gegeven, dat 'er tusfehen de twee en driehonderd hun affcheid namen, tot groot nadeel van den dienst. Gevolglijk befloot het Congres, uit overtuiging van de rechtmatigheid en de goede ftaatkunde om de Officiersplaatfen geacht te maken, en tevens uit achting voor het dringende en belangelooze aanzoek van den Generaal Washington, dat de Officieren na het eindigen van hunnen dienst, gedurende de tijd van zeven jaren, een penfioen zouden trekken, ten bedrage van hunne halve wedde. Vervolgens werd dit tot hun ganfche leven uitgeftrekt en eindelijk verwisfeld met de betaling der volle wedde voor den tijd van vijf jaren. Sedert namen 'er zeldzaam hun affcheid, en de Staaten genoten het voordeel van geoeffende Officieren in hunnen dienst te houden, tot aan het einde van den oorlog. Ook werden de krijgsoeffeningen en de krijgstucht in het Amerikaanfche leger op een veel geregelden voet gebracht, door de vlytigheid, de kundigheden en de oordeelkundige inrichtingen van den Baron de Stdeben, die den krijgsdienst voortreffelijk verftond, en zich daar in onderden Koning van Pruisfen geoeffendhad. Insgelijks werd 'er een zeer gewichtige verbetering tot ftand gebracht betrekkelijk de inrichting der hospitalen, door hetaanftellen van M 3 ver-  (§3 Hoofqft, XVI, Verbond tusfehen Frankrijk verfchiljende beambten voor de beftiering en voorde bezorging van dezelven; welke beide zaken te voren in de zelfde handen geweest hadden : en van dezen zeer voordeelige verandering was Di% Rush de groote beweegoorzaak. Eindelijk werden eenige fchikkingen 3 welke men gemaakt had ter bepaling van den prijs van zekere waren afgefchaft 5 vermits men bevond dat dezelve niet alleen ondoenlijk, maar zelfs nadeelig waren, Wy befluiteu wederom dit Hoofdfluk met eenige afgetrokkene gebeurtenisfen, welke wy op hunnen tijd niet konden vermelden, zonder den«draad der hoofdbedryven van dezen veldtocht af te breken, Op den negentienden van Sprokkelmaand, kwam James Willing, Kapitein ten dienfte der Vereenigde Staten, met eenige weinige manfehappen van het Fort Pitt, te Natches, eene Britfche Volkplanting aan de Misfisfipi in West-Florida, en maakte zich door eenige afgezondene benden zonder den minften tegenftand, meester van alle de ingezetenen. Vervolgens trad Kapitein Willing met hun In onderhandeling en floten een verdrag,-waar by sy beloofden, gedurenden de geheele oorlog de onszydigheid te zullen in acht nemen, waar tegen men zich aan de andere zyde verplichte om hunne bezittingen niet te befchadigen. De Randolph, een Amerikaansch Fregat van zesendertig ftukken en met drie honderd en vijfkoppen bemand j was onder het bevel van Kapitein Bidd- LEj  en de Vereenigde'Staten enz. ig*3 £e, uit Charlestown uitgeloopen om te kruisfen, en ontmoette op den zevenden van Lentemaand, de Yarmouth, een fchip van vierenzestig ftukken3 en taste hetzelve in den nacht aan; maar fprong na een kwartier uur vechtens in de lucht. 'Erkwamen Hechts vier zielen af, die op een ftuk van het wrak gebleven waren, en in vier dagen niets anders genuttigd hadden dan'regenwater, 't welk zy uit een ftuk van een deken zogen. Op den vijfden dag werden zy ontdekt door de Yarmouth, en fchoon de Kapitein Vincent een fchip nazette, deed hy de jacht ftaken om hen aan boord te kunnen nemen. De Kapitein Biddxe , die met de Randolph omkwam, werd algemeen betreurd. Hy was in den bloey des levens, en had groote verwachting gegeven van zyne toekomftige nuttigheid voor zijn Vaderland, als een ftout en ervaren zeeman. Op den negenëntwintigften van Wijnmaand, veroverde de Majoor Faleot de Pigot, een Britfche fchoner van agt twaalfponders, welke aan de oostzyde'van Rhode-Eiland ten anker lag, De Majoor trjid met eenige manfehappen aan boord van een klein vaartuig, en hield in den nacht regelrecht op de Pigot aan, verdurende het vuur van hare matrozen, zonder wederom te fchieten, tot dat hy zijn kluifhout door hare voorfte hoofdtouwen geworpen had. Toen vuurde hy met eenige ftukken , gaf haar de laag uit zijn klein geweer, met kogels en groven hagel geladen, en klampte haar onverfchrokken aan boord. De Kapitein bood dapperen weM 4 der*  ?-*§4 Hoofdft. X VL Verbond tusfehen Frankrijk enz* derftand s maar werd van zijn volk flegt byge-ï #3an, zoo dat de Majoor zeer fchielijk meester wierd, en zyne prijs behouden binnen bracht Het Congres verhief'hem ter belooning van deze dappere daad tot den rac-g van Oyerfte-Luitenant. ZE.  xSjf ZEVENTIENDE HOOFDSTUK, De Veldtocht van het jaar 1779. Gedurende het ganfche jaar zeventienhonderd negenenzeventig, fchynen de Britten, in de Staten benoorden Carolina, niet veel anders beoogd te hebben dan om dezelven in de uiterfte ellende te dompelen en uit te plunderen. 'Na opentlijk hun befluit 'aangekondigd te hebben, ,;, om de Volkplantingen is van zoo weinig dienst alsmooglijk was, voorder'a, zeiver nieuwe bondgenooten te maken, " beraamden zy eene menigte ondernemingen volgens dit grondbeginzel. Eene van dezelve, waar toe beide zee- en landmacht gebruikt wierden, werd aan Sir George ColLyer en aan den Generaal Mathews opgedragen, die eenen ftroop in Virginie deden. Zy ftevenden 'naar Portsmouth, en namen by hunne aankomst, op den tienden van Bloeimaand, terftond bezit van die weerlooze plaats. De overblijfzelen van Norfolk, aan de overzyde der James Rivier, vielen vervolgens ook in hunne handen: en alle de fchepen welke de Amerikanen zeiven niet hadden kunnen in brand fleken, werden van de vyanden buit gemaakt. De BritfcheGuardes deden daar op in den nacht eenen tocht van achttien mylen, en kwamen met den morgen te Suffolk, alwaar zy terftond de vaartuigen, fcheepsbehoeften, en een groot magazijn van 'levensmiddelen, welke daar ter plaatze opgeleid M 5 wa-  Hoofdlt. XVII, De Veldtocht waren, vernielden. Eene dergelyke verwoesting werd te Kemps-landing, Shepherds-gosport, Tanjners-kreek, en op andere plaatzen in dien omtrek, aangericht; terwijl de Fregatten en gewapende vaartuigen het zelfde helfche werk, langs de zoomen der rivieren, verrichteden, Drieduizend vaten tabak werden te Portsmouth buit gemaakt. In Suf» folk werden alle gebouwen verbrand, behalven de kerk en een enkeld woonhuis. Op het land, deelden verfcheidene wooningen van byzondere lieden in het zelfde lot. Meer dan honderd en dertig vaartuigen werden vernield of prijs gemaakt, en alles wat tot het bouwen of uitrusten van fchepen dienftigwas, werd medegevoerd of verdorven. Éindelijk na het Fort Nelfon geflechf», en de pakhuizen en andere openbare gebouwen van de werf te Gosport in brand geftoken te hebben, vertrok de vloot en het leger wederom uit Virginie, en keerden met hunne pryzen en gemaakte buit naar Nieuw-Yorfc terug, alwaar zy, binnen een maand naar hun vertrek, behouden aankwamen. Deze onderneming tegen Virginie dompelde een aantal ingezetenen in de jammerlijkfte ellende, en verrijkte het Bitfche krijgsvolk, maar de zaken des Konings werden 'er in de daad niet door bevorderd. Men Helde zich voor, om de ingezetenen, door verliezen en rampfpoeden, een inzicht te doen krygen van hunnen toeHand, en te doen begrypen dat het voordeeliger was zich te onderwerpen aan een macht tegen welke zy niet in Haat waren zich te verdeedigen. Maar de denkwyze dier tyden was niet gun- HiS  van het jaar 177$, * 18 ^ ftig voor dergelyke bedoelingen, De gemoederen der Amerikanen waren over het algemeen op dat pas zoo hoog geftemd, dat de eigendommen, ia vergelyking met het andere, hunne waarde verloren hadden. Het ftond fchoon, te lyden voor dé zaak der Onafhanklijkheid, enfommigeyverige gemeenebestgezinden roemden op hunne verliezen gelyfc anderen roem dragen op hunne bezittingen. Maar de Britten, in de onderftelling dat de Amerikanen door de zelfde bedenkingen gedreven wierden, welke de menfchen by de trage bedryven van een gerust leven beheerfchen; en zonder te overwegen tot welke offerhanden de tot vervoering opgeklommen vaderlandsliefde bereidwillig is, bleven by hunne ontwerpen van verwoesting volharden: doch hoe verder zy deze wyze van oorlogen uitftrekten, hoe bezwaarlyker zy het maakten om het gefcheurde rijk wederom aan een te hechten. Omtrent vijf weken na het aflopen van de onderneming tegen Virginie, werd 'er een dergelyke aanflag beraamd tegen de zoo zeer blootgeftelde kust van Connecricut. De Landvoogd Tryon werd aangefteld tot Bevelhebber over zesëntwintighonderd man landtroepen, welke tot deze verrichting beftemd waren, en onder hem de Generaal Garta. De transportfchepen, welke deze legermacht zouden overvoeren, werden gedekt door een genoegzaam aantal gewapende vaartuigen, onder het bevel van Sir George Collyer. Zy zeilden, den vijfden van Hooymaand, langs den weg van Hell-Gate en landden te East-Haven. Daar op zonden de koninglyke  .»8Sl floofdft. XVII. De Veldtocht lyke Bevelhebbers eene verklaring aan de ingezetenen, waar by zy dezelven uitnoodigden om tot hunnen-plicht en gehoorzaamheid terug te keeren, met belofte van befcherming aan allen die zich rustig en vredig in hunne gewoone verblijfplaatzen zouden ophouden, uitgezonderd de burgerlyke ambtenaren en de Officieren; en voorts behelsde het zelve: j, dat hunne bezittingen fteeds binnen het bereik a, lagen van die macht, welker goedertierenheid 0 zich altijd tot zachtmoedige en edele poogingea si bepaald had, fchoon dezelve met de onwaardig,., fte verwytingen gebrandmerkt wierd. Dat ieder s, huis welk op hunne weerlooze kust nog overeind 33 ftond, hun fteeds hunne ondankbaarheid konde 33 verwyten, Dat zy, die zoo bloot lagen voor de „ macht der Britten, een treffend gedenkteeken y, waren van derzelver genadige langmoedigheid en 33 derhalven ook het eerfte voorbeeld behoorden te „ geven van onderwerping en terugkeering tothun„ ne gehoorzaamheid." Een der menigvuldige verklaringen, waar uit wy het bovengemelde uittrekzel getrokken hebben , werd aan den Overften der Landmilitie Whiting, by Fairfield, onder bedekking eener vlag, toegezonden en hem een uur tijd gegeven om daar op te antwoorden. Maar hy had naauwlijks tijd gehad, om hetzelve te lezen, toen de Stad reeds in vlam ftond. Des niettegenftaande zond hy het volgende antwoord terug. „ Die van Conne&icut eens de „ edele ftoutheid gehad hebbende, om de wapens „ tegens de wrede overheerfching van Groot-Brit- 3, tanj$.  van het jaar 177^ tg^ „ tanje op te vatten, en de vlam reeds opgeftegea „ zijnde, eer gy antwoord had op uwe boodfchap, ,, zullen wy niet aflaten om ons met alle onze ver„ mogens te verzetten tegen het geweld, waar ,, mede gy de beledigde onfchuld aantast." De Britten trokken vervolgens van hunne landingplaats naarNewhaven, en by hunne intrede gaven zy de Stad ter algemeene plundering over, en verleenden flechts aan eenige weinige huizen de beloofde befcherming. De ingezetenen werden van hun huisraad en alle tilbare have beroofd. De haven en de ganfche waterkant lag bedekt, met vederen, welke uit de opgefnedene bedden gefchud waren. Een bejaard burger, wiens fpraak van natuure belemmerd was, werd door een van 's Konings leger de tong uit den hals gefneden: en na allerley gruwelen bedreven te hebben, behalven het verbranden der huizen, gingen de plunderaars inalleryl wederom fcheep, en fpoedden zich te water naai* Fairfield. De Landmilitie van die plaats, en van den omtrek vatte post op de opene plaats voor het rechthuis, en deed den vyand by deszelfs aantocht vry wat afbreuk, doch week wel dra terug naar de hoogte achter de Stad. Op de aannadering der Britten, werd de Stad van de meeste inwooners verlaten, en 'er bleven alleen eenige weinige vrouwen, met oogmerk om hare bezittingen te beveiligen, zich verbeeldende, dat zy in de zwakheid harer kunne befcherming zouden vinden. Ook ftelden zy vertrouwen in eenen vyand, welke te voren wegens zyne menschlievendheid en befchaafdheid be- .róerad  jpo Hoofdih XVIÏ. De Veldtocht roemd was; doch dit vertrouwen bekwam haar aller, bitterst. Het Koninglyke krijgsvolk ftoof met geheele benden in de verlatene huizen der ingezetenen , brak kisten, kasten, lesfenaren en kantoeren open, en nam alles weg wat hun voorkwam, en eenigszins van waarde was. Zy beroofden de vrouwen van hare gespen, ringen, mutzen, voorfchooten en halsdoeken; raasden en fcholden op hen in de vuilfte bewoordingen, dreigden haar tezullen ombrengen, zettende teffens haar het bajonet op de borst. Een zuigend kind werd grootendeels van zyne kleederea beroofd; terwijl het ftaal den boezem der moeder dreigde. Tegen den avond begonnen zy de huizen in brand te fteken, welke zy eerst hadden uitgeplunderd. De vrouwen fmeekten den LandvoogdTryon om de Stad te fparen; Mr. Sayre, de Predikant der Episcopaten, die wegens zyne koningsgezindheid veel had moeten lyden, voegde zyne fmeekingen nevens de4hare; maar hunne vereenigde gebeden vermochten niets. Toen baden zy dat men fiechts eenige weinige huizen mocht fparen, tot eene algemeene fchuilplaats. Ook dit werd in den beginne afgeflagen; maar eindelijk bewilligde Tryon om de huizen van Mr. Burr en van Mr. ElLiot te laten ftaan, en hy zeide tevens, dat de gebouwen Voor den openbaren Godsdienst gefchikt ook zouden behouden blyven. Maar na dat hy zelf den volgenden morgen met de meeste macht vertrokken was, ftak de achterhoede, welke uit Duitfche Jagers beftond den brand in alles, wat Tryon ongefchonden had laten ftaan j doch na dat dezen vertrokken waren, bluseh-  van het jaar 1779. lof Muschten de ingezetenen het vuur, en behielden nog eenige huizen. De Landmilitie werd intusfchen verfterkt door velen die van tijd tot tijd van buiten kwamen toefchieten, doch zy was niet talrijk genoeg, om met vruchteenigen wederfiand te kunnen bieden. De Britten verbrandden, by dezen ftroop, ins« gelijks East-Haven, het grootfte gedeelte der boerderyen van Green en de bloeijende Stad Norwalk. Een aanmerkelijk getal fchepen-, zoo voltooide als die nog op ftapel ftonden, met hunne booten en eene groote menigte van allerlei voorraad en koopgoederen. Na verloop van korten tijd werden 'er breedvoerige lijsten van alle deze vernielingen, op hoog gezag, opgemaakt en aan het Congres toegezonden; volgens welke het bleek, dat zy te Norwalk verbrand hadden, twee gebouwen voor den Godsdienst gefchikt, tachtig woonhuizen, zevenentachtig fchuren, tweeëntwintig pakhuizen, zeventien winkels, vier molens en vijf fchepen: en te Fairfield twee kerkgebouwen, vijftien woonhuiEen, elf fchuren en verfcheiden pakhuizen. Gelijktydig werden 'er een aantal getuigfchriften aan den Generaal Washington, gezonden, in welke eene meenigte geloofwaardige lieden op hunnen ééd verzekering gaven van onderfcheidene daden van beestachtigheid, roof en wreedheid, aan bejaarde menfchen, vrouwen en gevangenen gepleegd. Zoo dat het Congres, op het ontvangen van zulke overtifigende bewyzen van de verwoestingen, door de Britten op deze en foortgelyke tochten aangericht ^ op  X92, Hoof dit- XVII. De Veldtocht op den negentienden van Hooimaand befloot-,, dè „ Gecommitteerden tot dezeezaken te gelasten om „ krachtdadige maatregelen te nemen ter uitvoe„ ring van de verklaring van den dertigften van „ Wijnmaand des jaars 1778, om de Steden van „ den vyand in Groot-Brittanje of in de West-Indi„ en insgelijks te verbranden en te vernielen;" doch dit befluit werd echter nimmer ten uitvoer gebracht* Intusfchen ontwaarden de bejaarde burgers der Vereenigde Staten, die van hunne vroege jeugd gewoon waren de Britfche Natie te beminnen en aan tc kleven, de fcherpfte aandoeningen van rouw en leedwezen , wanneer zy de jaren 1759 en 1779 met elkander vergeleken. Het eerfte was hun roem wanneer zy in de dagen hunner jeugd genegen wa* ren om de eer van hun gemeene vaderland te verheffen. Het Iaatfte vervulde hunne harten met jammer wegens het diepe verval van een land, 't welk 7.y als den geboortegrond hunner voorvaderen eer. biedigden. Het eene flrekte der Britfche naam tot eer door de verovering van Crown-point, Oswego, Montreal, Quebec en het gantfche gewest van Canada. Het andere was alleen merkwaardig door het verbranden van magazynen, pakhuizen, fcheepsUmmerwerven, en de Steden van Fairfield en Norwalk, endoor den weerloozen landman van have en goed te berooven én in de uïterfte ellende te domjplen. De brandftichting en verwoestingen, waar mede deze krijgstochten verzeld gingen, wei-den van de Ame«  van het jaar 1775), t^ Amerikanen ftreng gegispt en door de Britten op eene zeer zoöere wyze verdeedigd; daar zy om de-, zeivete Verfchoonen, bybrachten, dat de huizen» welke zy in brand geftoken hadden, tot een fchuil* plaats dienden voor de Amerikanen die uit dezelve op hun vuurden; of by andere gelegenheden der* gelver aftocht gedekt hadden. Tryon, die de hoedanigheden van burgerlykes? Landvoogd en Generaal in een perfoon vereenigde, poogde dit gedrag op gronden van Staatkunde, t© rechtvaardigen. „ Het zoude my verbaasd fpyten, „ zeide hy, indien men dacht dat het vernielen vaa „ deze dorpen, niet zoo wel ftrookte met demensch» „ lijkheid ais met myne vaderlandsliefde, mee „ mynen plicht jegens den Koning, en met de wet-, „ ten van den oorlog. De muitelingen hebben, „ met het vermyden van beflisfende gevechten, ,, duidelijk te kennen gegeven, dat zy hunne hoop „ om het Britfche rijk van een te fcheuren vestigen „ pp het verfpillen der Britfche fchatten en het be* veiligen van hunne eigene bezittingen, geduren. ,, de eeneh langgerekten oorlog. Hunne machc „ wordt gefchraagd door de algemeene vrees voor „ hunne dwinglandy en bedreigingen, ingerichtorn „ het lichtgelovige volk, met een verwaten ver. „ trouwen óp onze langmoedigheid te Vervullen x „ en ik wenschte hun dezen blinddoek af te ne„ men." Aan den anderen kant werden deze ver» Goestingen het onderwerp van een fraai dicht* ftuk, niet lang daar na door den Overften HüMïhries op de plaats zelve gefchreven, III. Deel, N ^  194 Hoofdft. XVII. De Veldtocht Terwijl de Britten voortgingen met hunne vernielende maatregelen werkftellig te maken, werd de Generaal Washington fterk gedrongen om Statentroepen derwaards te zenden; doch hy kon 'er weinig misfen, en durfde althans geen volk van aanbelang wegzenden, vermits hy beducht was, dat de Britten met die bewegingen onder anderen en misfchien wel voornamelijk bedoelden, om een gedeelte van zijn leger van West-Point af te trekken, en daar door in eenen voorgenomen aanval op die gewichtige postdestegemakkelykerteflagen. Maar . de Generaal Parsons, fchoon hy de naauwfte betrekking had op den ftaat van Conneclicut, en zich niet in ftaat bevond om met zyne kleine macht de plunderaars met vrucht het hoofd te bieden, was'er echter zoo ver af, om by den Generaal Washington op eene groote verfterking van Staten troepen aan te houden, dat hy hem integendeel fchreef. „ De Britten zullen waarfchynelijk door hunne ge„ weldenaryen en plunderingen het land in hfcog,, gaanden kommer en ellende brengen, doch ik „ zag liever al de Steden langs de kust mijns vader„ lands in lichterlaai je vlam, dan den vyand in het „ bezit van West-Point." Met dit alles was de vrees der ingezetenen nog grooter dan hun dadelijk lyden. Zy ftelden vast, dat de ganfche zoom van hun gewest, eene uitgebreidheid van honderd en twintig Engelfche mylen het zelfde lot met Fairfield en Norwalk zoude on* dergaan; en het jaa'rgetyde vermeerderde niet wéinig hunnen angst, vermits de landlieden de zor- ge  van het jaar i;7p, I ge en den arbeid van het inoogften hunner Veïda jf vruchten niet konden laten varen, zonder hun lea vensonderhoüd in de waagfchaal te ftellen, Doch -deze vrees was van geen langen duur; daar de Britfche troepen, op den tienden dag na hunne landing, bevel ontvingen om zonder Uitftel naar Nieuw-York terug te keeren. Dit jdeden zy ook in korten tijd, en met zulk een gering verlies, dat hetzelve, irt deze ganfche onderneming, niet meer dan honderd en vijftig man bedroeg» Ondertusfchen was het Amerikaanfche leger bulten ftaat om het land te dekken tegen deze losfe ifla vallen'welke de Britten, met den besten Uitflag^ dan hier dan daar, ondernamen: daar deze laatften, wegens hunne groote overmacht ter zee, van de talryke rivieren, baaien en havens der Vereenigde Staten meester waren, en dus overal, waar het hüö behaagde, landingen konden doen, met eenen fpoed, 'waar tegen de Amerikaanfche landmacht niets Ver* mocht, De Generaal Washington had Wel zy* ne macht kunnen verdeelen, overeenkortiftig met de begeerte der ingezetenen; maar dan had hy die ook blootgefteld, om by gedeelten geflagen te Wor* den, en tot niet te verfmelten. Weshalvenhy zich, tot eenen vasten regel gemaakt had, om tot dekking van het land niets te wagen, het welk de groote en algemeene zaak in gevaar zoude kunnen bren* gen. Het leger ftond niet ver van het Britfche hóöfd* 'kwartier te Nieuw-Yorkx en van derzelver hoofdposten aan de beide zyden der Hudfon>ïivier» De N a voor?  ï06 Hoofdft. XVII. De Veldtocht voorhoede van hetzelve, uit drie honderd man voet. volk en honderd en vijftig paarden beftaande,enwaar over de Overfte Anthony Walton White het bevel voerde, zwierf maanden lang en onophoudelijk rondom de Britfche linien, en hield bepaaldelijk een wakend oog op den Zeeboezem en de Hudfons-rivier. Deze troepen ha.dden vele fchermutzelingen met de Britfche Partygangers, en deden ongemeen veel dienst zoo met derzelver ftrooperyen tegen te gaan en af 'te weren, als met de bewegingen der Britten gade te Haan en daar van bericht te geven. De Generaal Putnam , met eene aanzienelyke macht te Reading, in den ftaat van Conneclicut, ftaande, werd omftreeks dezen tijd van den Landvoogd Tryon met vijftienhonderd man aangevallen; terwijl hy zyne voorpost te Horfeneck in oogenfchijn nam, en niets by zich had dan honderdenvijftig man en twee 'yzeren -veldftukken, zonder paarden en trekreepen. Des niettegenftaande plaatfte hy dit gefchut op den ryZenden grond by het kerkgebouw der Kwakeren, deed hetzelve gezwind en dikwijls losfen, waar door vooreerst de aanrukkende vyand merkelijk vertraagd wierd; vervolgens bleef hy zich aldaar verweeren, tot dat hy zag dat de vyandelyke ruitery van het voetvolk onderfteund gereed ftond om aan te vallen. Toen beval Putnam aan zyne manfehappen om. zich te bergen achter een moeras, het welk voor geen paardevolk genaakbaar was, en hy begaf zich vervolgens van de fteilte naar de zyde van de kerk. Deze is zoodanig gefteld dat men  van het jaar 177$. . 107 men 'er tot gemak der voetgangeren eene fleenen trap van byna honderd treden gemaakt heeft. Ook bleven 'er de dragonders voor Haan, zonder deze fchie' lyke helling te durven afryden; en eer zy den Hei-, len kant van den heuvel waren omgereden, was Putnam reeds verre buiten hun bereik: terwijl geene der menigvuldige op hem gefchotenkogels raakten, behalven eene, die den rand van zynen hoed doorboorde. Hy trok vervolgens naar Stamford en verfierkte dldaar zyne manfehappen met eenige Landmilitie, waar na hy wederom post vatte, en zelfs den Landvoogd Tryon, by deszelfs terugtocht, vervolgde. Offchoon de veldtocht van het jaar 1779 onvruchtbaar was in gewichtige gebeurtenisfen, onderfcheidde dezelve zich echter door eene der dapperfte bedryven, welke gedurende den loop van dezen oorlog voorvielen: te weten.het bemachtigen van Stoney-Point, aan de Noord-Rivier. De Generaal Wayne , onder wiens aanvoering dezeroemryke onderneming gefchiede, vertrok op den vijftienden van Hooimaand tegen den middag, aan het hoofd van eene fierke bende van het beste voetvolk uit het Amerikaanfche leger, en had des avonds ten acht uuren eenen tocht van veertien mylen langs Hechte wegen afgeleid: wanneer hy de bende op den afftand Van een half uur van de plaats harer beflemming deed halte houden, en in kolommen afdeden; terwijl hy zelf, met eenige weinige officieren voorttrok, om de werken van naby te bezichtigen. Een half uur voor middernacht, rukte de N 3 gan-  Hoofdft. OTI. Dt Veldtocht ganfche bende voorwaards om aan te vallen.Da voorhoede der rechter kolom, beftaande uit honderdënvijftig vrywilligers, onder het bevel van den Overften-Luitenant Fleury, trok voort met ongeladen fnaphanen en allen de bajonetten op het geweer, hebbende voor zich twintig uitgelezen manfcen, welke byzonderlijk beftemd waren, om de verhakking en andere beletzelen op te ruimen. De voortocht van de linker kolom werd door den Majoor Stewart aangevoerd; derzelver geweeren waren ook ongeladen en alleen van bajonetten voorzien, en zy werd door eenen dergelyken moedvollen hoop voorgegaan, De Generaal plaatfte zich zeiven aan het hoofd van de rechter kolom, en gebood ten ftrengften, om vooral niet te fchieten, maar alles alleen op het bajonet te laten aankomen. Na deze fchikkingen richteden de beide kolommen hunnen aanval op twee tegen over elkander liggende punten der fterkte, terwijl eene derde bende de aandacht der bezetting, dooreenen valfchen aanval aan de voorzyde , zocht tot zich te trekken. Ondertusfchen viel het naderen veel moeijelyker dan men gedacht had; vermits de werken gedekt wierden door een diep moeras, 't welk bovendien op dit tijdftip door den vloed overftroomd werd. Maar noch het moeras, noch eene dubbele verhakking, noch de fterkte der werken konden de drift der befpringeren beteugelen; en niettegenftaande een zeer verfchrikkelijk vuur uit het kleine geweer en uit het gefchut met fchroot geladen, baanden zy zich met de punt des bajonets eenen weg door alle de be-  van kt jaar 1779, ^ Ifi beletzelen, en hielden niet af, voor dat de beide kolommen, byna op hetzelfde oogenblik, hetmid•denpunt der werken bereikt hadden. De Generaal ■Wayne werd met een fnaphaanskogel aan het hoofd gewond, toen hy door de laatfte verhakking henendrong; echter verzocht hy-voorwaards gedragen te worden, omreden, gelijk hy zeide, dat als hy fterven moest, hy wenschte dat zulks binnen de vesting zijn mocht. De Luitenants Gibbons en Knox, die de voorfte benden hadden aangevoerd kwamen 'er onbefchadigd af, fchoon de eerfte zeventien man van de twintig verloren had, en de laatfte niet veel minder. In het geneel beliep het getal der dooden en gekwetften by de Amerikanen achtennegentig man; en van de bezetting waren'er drieënzestig gefneuveld, en de overigen ten getale van vijfhonderd drieënveertig gevangen genomen, terwijl twee vaandelen, twee ftandaarden, vijftien ftukken zwaar gefchut, en eene aanzienelyke menigte van allerley krijgsbehoeften dén onverwinnaren in handen vielen. De Amerikanen hadden ftof tot zegepraal, wegens de wakkerheid en den moed, waar mede deze onderneming volvoerd werd. Het Congres betuigde deswegens zyne dankbaarheid aan den Generaal Washington „ voor de wakkerheid. „ wijsheid en grootmoedigheid, met welke hy de „ krijgsbedryven voor de Vereenigde Staten beftierdhad, en welke onder meerandere treffelyke „ voorbeelden, inzonderheid uitblonken in zyne », bevelen omtrent de' bovenverhaalde ondernew minS«" Hetzelve zond insgelijks eene dankzegN 4 ■ ging  '$o© Hqofdft, XVII. De Veldtocht ging aan den Generaal Wayne , en deed een gedenk, penning toepasfelijk op deze roemryke overwinning, Vervaardigen 3 en daar van een gouden aan denzelven 3 3nbieden; gelijk t wee zilveren aan den O verften-Luipenant Feeury en aan denMajoorSTEwART. Voorts pamen zy een algemeen befluit ter eeren van alle de Officieren en Manfehappen, en noemden daar by •jn bet byzonder den Overften-Luitenant Fleury, den Majoor Strewart, en de Luitenants Gibbons eq Knox; aan welke laatften, gelijk mede aan den lieer Archer, den vrywilligen Adjudant des Generaals, zy tevens den rang van Kapitein opdroegen. De menschlievende behandeling aan de overwonnenen betoond, werd ook algemeen toegejuigd; daar de overwinnaars in de gebruiken van den oorlog, en in de Jongstgepleegde yslijkheden te Fairfield en te Norwalk overvloedige redenen van verfchooning zouden gevonden hebben, indien zy de ganfche bezetting qver de kling hadden doen fpringen: maar de aanvalleren niet minder grootmoedig dan dapper, maakten een einde aan het doodflaan, zoo dra hunne vyanden ophielden wederftand te bieden. Na het innemen van Stoney-point, richteden de overwinnaars het gefchut dezer fterkte tegen Verplarjks-point en befchoten hetzelve met zoo veel vruchts dat de fchepen welke daar onder lagen de ankers kapten en de rivier afzakten. Dan zoo dra men van deze voorvallen te Nieuw-York bericht kreeg, maakten men 'er oogenbliklijk toeftel om de laatstgemelde post te ontzetten en de eerstgetnelde te hernemen. Maar vermits het met de bedacht-  van het jaar 177», dachtzame voorzichtigheid van den Generaal Was. Hincton geheel niet ftrookte om ter zake van eene of beide deze plaatzen eenen veldflag te wagen deed, hy het gefchut en al den voorraad vervoeren, de werken Hechten en vervolgens de bemachtigde post ontruimen, zoo dat Sir Henry Clinton op den der-» den dag na de verovering Stoney-point wederom be» machtigde en een fterke bezettin, daar in plaatfte. De welgelukte aanflag der Amerikanen opStoneypoint werd ras gevolgd van een tweeden, welke in koenheid van ontwerp den eerstgemelden evenaarde: te weten het verrasfen van de Britfche bezetting te Powles-Hook, het welk de Majoor Lee met drie honderd en vijftig man, op den negentienden van Hooimaand, gelukkig volvoerde. De Majoor Sütherland, die 'er het bevel voerde had het geluk zich met een aantal Hesfifchen te bergen in een blokhuis ter linkerzyde van de fterkte, doch van zijn volk werden 'er dertig gedood en honderd en zestig gevangen genomen. Het verlies der Ame, rikanen, was niet noemenswaardig; ook trok de Majoor Lee ingevolge zyne ontfangen bevelen, onmiddelijk wederom terug, zonder zich met het vernielen van de barakken of van het gefchut op te houden. Het Congres vereerde hem met eenen brief van dankbetuiging en tevens met eenen gouden gedenkpenning, welken zy op deze daad toepasfelijk deed vervaardigen, als eene belooning voor zyne voorzichtigheid, beleid en dapperheid. 'Er werden insgelijks befluiten genomen om zyne menschlievendheid te pryzen en de hooge goedkeuN 5 ring  jqï Hoofdft. XVII. De Veldtocht ïing van het Congres over het brave gedrag zyner troepen aan den dag te leggen, onder welken het Congres bovendien een goede vereering in geld liet pitdeelen. Dan deze voordeelen werden rykelijk opgewogen door eenen kwalijk gedaagden aanflag door den Staat van Masfchufetts op de Britfche post te Penobfcot ondernomen. De Overfte Macleane was, volgens bevel van Henry Clinton , op den zestienden van Zomermaand met eene bende van zes honderd en vijftig man van Halifax geland aan de oevers van den rivier Penobfcot, aan de Oostelyke grenzen van Nieuw-Engeland, en had aldaar eene fterkte beginnen aan te leggen op eenen welgekozen grond. Dit baarde vry wat ongerustheid te Boston, en men befloot de krachtdadigfte maatregelen in het werk te ftellen om het verder bevestigen van die post tegen te gaan. Gevolglijk werd 'er van wegen den Staat van Masfachufetts een embargo van veertig dagen op alle de fchepen geleid, ten einde ver. zekerd te zijn van gewapende vaartuigen, transportfchepen en matroozen, voor eene ondernemingwelke men onmiddelijk ten dien einde beraamde. Eene aanmerkelyke fcheepsmacht van achtien gewapende vaartuigen, behalven de transportfchepen, werd met ongemeen veel fpoed uitgerust en het bevel over dezelve aan den Commodore Saltonstal opgedragen. Het grootfte fchip van deze vloot was deWarïenvan tweeëndertig ftukken, achttien en twaalfponders, en de overigen waren met verfchillend kaliber \an vierentwintig tot twaalf ftukken gemonteerd. Voorts  van het jaar 1779, 203 Voors werd een aantal landtroepen onder het bevej van den Generaal Lovel tot deze onderneming inge. fcheept, en de ganfche Amerikaanfche vloot zevenendertig zeilen fterk, vertoonde zich op den vijf. entwintigften van Hooimaand voor Penobfcot. De Overfte Macleane had reeds vier dagen te vooren bericht gekregen van het gene 'er tegen hem gaande was, en hy werd daar door aangezet om zyne poogingen te verdubbelen en de verfterkingen van het Fort welke nog onvoltooid waren te volmaken. Want aan twee der bolwerken was noch geen hand geflagen en de twee overigen waren noch nergens boven de vier of vijf voeten hoog en de gracht niet meer dan drie voeten diep. Na dat de Amerikaanfche Generaal zyne troepen ontfcheepthad, liethy de fterkte opeisfchen, en toen hy van den Overften een weigerend antwoord bekwam, deed hyopden afftand van zevenhonderd en vijftig Engelfche roeden eene battery aanleggen, en de vesting veertien dagen lang, doch zonder veel vruchts befchieten. Intusfchen maakten de belegeraars de vereischte toebereidfelen tot eenen ftorm, welken zy onmid* delijk meenden aan te vangen; doch op dit pas kwam het Esquader van Sir George Collyer tot ontzet der belegerden in het volle gezicht. Hy was den derden van Oogstmaand, op de tyding van den voorgenomen aanval op de post van den Overften Macleane , van Sandy-Hook gezeild, en kwam in elf dagen in de rivier Penobfcot. Zyne fcheepsmacht beftond uit het oorlogfchip de Raifonable van vierenzestig ftukken en vijf fregat-  *0x Hoofdft. XVII. De Veldtocht gatten. De Amerikanen hielden zich in het eerfte als of zy zich daar tegen wilden verweeren, doch zy bedoelden Hechts om aan de transport, fchepen tijd te geven van de rivier te kunnen op. zeilen, ten einde de troepen aan land konden gaan en zich in zekerheid ftellen; want het was de Ame» ïikaanfche fchepen onmooglijk om. aan de grooter macht en het zwaarer gefchut van de Raifonnable wederftand te bieden, en even min om te kunnen, ontkomen; dus werd het aan de eene zyde eene algemeene vlucht en eene algemeene jacht aan de andere, waar by Sir George Collyer zeventien of achttien gewapende fchepen veroverde of 5n den grond hoorde: terwijl de Amerikaanfche foldaten en matroozien meestendeels over land moesten terug trekken, en zich door dichte bosfchen eenen weg banen. Terwijl echter de oorlog in het land, waar hy oorfpronkelijk ontftond, flaauwlijk gevoerd werd, en geene groote gebeurtenisfen opleverde, woedde dezelve op een nieuw element, en ftorte verafgelegene landen in zynen zich meer en meer verfpreiden brand* De vyandelijkheden tusfehen de Franfche en Britfche vlooten werden in de beide Indien en in de Europefche zeeën zoo wel doorgezet als op de kusten van Amerika; en de Koning van Spanje werd omftreeks dezen tijd insgelijks overgehaald om openlijk de zyde van Frankrijk tegen GrootBrittanje te kiezen. Het was op den zestienden, van Zomermaand, dat de Spaanfche Afgezant, de Marquis dAlmodo- var  van het jaar 1779. 2öj, var aan Lord Viscount Weymouth eenManifest ter handftelde,'t welk tot verbazing van velen, op eene oorlogsverklaring tegen Groot-Brittanje uitliep. De* ze gebeurtenis had de minderheid in het Britfche Parlement dikwijls voorfpeld, maar de Staatsdienaren wilden zulks nimmer geloven. Zy beweerden fleeds dat Spanje geen belang konde hebben om zich by hunne vyanden te voegen; dat dit rijk zelf Volkplantingen had, en aan dezelven door het onderfteunen der Amerikanen, geeh zoo kwaad voorbeeld zouden willen geven; en bovendien dat Spanje natuurlyker wyze aan de belangen van Groot-Brittanje gehecht Was, en ook buiten ftaat om eenen oorlog aan te vangen. Het Britfche Minifterie liet zich doof hunne drift om de Vereenigde Staten te overheeren in zooverre verblinden, dat zy indedaad geloofden waar te zijn, bet gene zy zoodanig wenschten. Dan de uitkomst leerde hun, dat de Staatkunde van oppermachtige Vorften tot geene vaste grondbeginzelen kan ge» bracht worden. Het eene belang ftrijdt fomtijds met het andere, en het gebeurt juist niet altijd dat het zwaarfte boven drijft. Men kan daarom ook met geene zekerheid beflisfen, of de invloed van Franfche raadgevingen of het vooruitzicht van Gibralter, Jamaica en de beide Floridas te herwinnen, of het drukkend gevoel van nieuwe beledigingen het Hof van Madrid tot dezen ftap bewogen hebbe; offchoon de omftandigheden het waarfchijnlijk maken, dat de hoop om Gibralter en Jamaica terug te krygen, wel de grootfte beweegrede zal geweest zijn, Of  go6 Hoofdft. XVII. De Veldtocht Ondertusfchen was Groot-Brittanje op dit tijdftip in eenen waarlijk kommerlyken toeftand. Eenhuislyke twist, waar in de overwinning geene voordeelen aanbracht, maar door de nederlaag van alle hare aatuurlykeuitwerkzelen gevolgd wierd, verzwakte hetzelve, en vereischte alle aandacht, In het midden van dezen verwoestenden ftrijd, in welken het twijffelachtig fcheen of het in ftaat zijn zoude om de opgeftane Volkplantingen wederom tot gehoorzaamheid te brengen, al wierden dezelve door geene vreemde macht onderfteund, werd hetzelve eensklaps in eenen nieuwen en veel ,gevaarlyker oorlog gewikkeld, met eene der grootfte Mogendheden van Europa: en op dit tijdftip terwijl het dus in eenen dubbelen oorlog tegens oude vrienden en oude wanden was ingewikkeld, voegde den Spaanfchen Koning zyne macht by die van Groot-Brittanjens talryke vyanden. In deze omftandigheden werd van fommige aanzienelyke hoofden der Britfche Natie ten fterkften aangeraden, om van den Amerikaanfchen oorlog af te zien; maar alle voorftellen van dien aart werden verworpen, en de beide huizen van het Parlement, gaven den Koning verzekering van hem te zullen onderfteunen tot het voortzetten van den oorlog tegens alle zyne vyanden. Van deze voorvallen, welke alleen in zooverre, de Vereenigde Staten aangingen, als zy ftrekten om de befiommeringen van Groot-Brittanje te vermeerderen, keeren wy terug tot het verhaal def cebeurtepisfen, welke binnen onze eigene grenzen voor-  van het jaar 1779. èoy voorvielen. In het jaar 1779 werd wel in de Noor- deJyke Staten de oorlog met geene andere bedoeling gevoerd, dan om te plunderen en te verwoesten\ doch in de Zuidelyke Gewesten, van Georgië en Carolina, werden ernftige poogingen in het werk; gefield, om de Britfche Regeering wederom te her. ftellen. Na de bemachtiging van Savannah, werd een groot gedeelte van den Staat van Georgië onder 's Konings gehoorzaamheid en befcherming gebracht en 's Konings leger in dien oord kreeg eene talryke verfterking uit Oost-FIorida, waar na de ganfche macht onder het bevel van den Generaal Majoor Prevost gefield werd. Ondertusfchen waren de naburige Staten niet weinig beducht voor de krijgsmacht, die zich toen in Georgië bevond. Oo die pas waren 'er in Georgië en Zuid-Carolina flechts weinige Staten troepen, en in Noord-Carolina byna geene, vermits dezelve, gedurende de rustige en vreedzame toeftand der Zuidelyke Staten, waren afgezonden om in het groote leger onder den Generaal Washington te dienen. De Staat van NóordCarolina bracht eenige Landmilitie op-de been en fchikte dezelve ter onderfteuning zyner naburen; doch zy konde zich met de Staten troepen niet eerder vereenigen, dan na dat dezen Georgië reeds ontruimd en in Zuid-Carolina post gevat hadden. De Generaal Lincoln was op het einde van het jaar 1778, op aanzoek der afgevaardigden van ZuidCarolina,. door het Congres aangefteld tot Bevelhebber over het zuidelyke leser. Dit beftond flechts Uit eenige weinige hondenden Staten troepen. Maar dra  jtefc Hoofdft. XVII. De Veldtocht om het gebrek aan regelmatig krijgsvolk te vergoeden, kreeg een aanmerkelyke hoop Landmilitie bevel om zich by hem te vervoegen; dan deze ftrek'te meer om het getal zyner benden te vergrooten, dan om zyne wezenlyke macht te vermeerderen. De Landmilitie had nog niet geleerd, dat eene ingewikkelde gehoorzaamheid volltrekt noodzakelijk is voor alle krijgsbedryven; op hunne landhoeven aan een arbeidzaam leven gewoon, kónden zy de-kwynende werkeloosheid eener legerplaats niet verdragen; en als vrye en onafhankiyke lieden opgevoed zijnde, onderwierpen zy zich met tegenzin aan de geftrenge tucht des krijgsraans. De Koninglyke krijgsmacht te Savannah, door dè aankomende troepen van St. Augustijn aanmerkelijk verfterkt zijnde, vond zich thans in ftaat om hare posten verder uit te breiden. Het eerfte wat zy beoogde, was het bezetten Van Port-Royal in ZuidCarolina: en de Majoor GArdiner, met tweehona~vA mpn tot dit oogmerk afgezonden zijnde, land¬ de op het eiland; maar hy werd door den Generaal Moultrié aan het hootü van een genjK getai Amerikanen, waar onder flechts negen eigentlyke zoldaten waren, aangetast, en wederom van hetzelve verdreven. Zy behaalden dit voordeel voornamelijk door middel van twee veldftukken, welke door eenige kanonniers van de Landmilitie van Charlestown voortreffelijk bediend werden. De Britten verloren byna alle hunne Officieren, en de Amerikanen hadden flegts acht dooden en tweeëntwintig gekwetften. Onder de eerften was de Luitenaat Benjamin WiL- kins,  v&n Met jaar 1779. 2CjJ kïns, een Artillery Officier van groote verdienden en een by uitftek deugdzaam burger . door wien3 vroegen val aan een talrijk huisgezin de voornaam. : fte fteun benomen wierd. Hy was de eerfte Officier van den Staat van Zuid-Carolina die voor de onaf» I hanklijkheid het leven verloor. Deze fchok weder] hield de Britten van alle verdere regelrechte onder, nemingen ten noorden van Savannah; maar zy be. zetteden de posten van Ebenezer en Augusta, ea I veripreideden zich over het grootfte gedeelte'vaa j Georgië» Ook poogden zy hunnemscht te vergroo. ten door verfterkingen van de Tories, die in de Westelijkfte plaatzen van Georgië en Carolina woon. ach tig waren. Onder die foortvan ingezetenen werden zendelia| gen verfpreid om hen tot eenen algemeenen opftand aan te moedigen. Men verzekerde hun, dat indien zy de wapenen wilden opvatten en hunne macht by het leger van den Koning in Georgië voegen, zy zulk eene beflisfende meerderheid zouden hebben dat zy binnen korten tijd, naar hun zin en welgej vallen, naar hunne huizen zouden kunnen terug kee* | *en. Ingevolge hier van fchoolden 'er vele honder) den te zamen, en floegen op weg om zich by de ) koninglyke macht te Augusta te voegen. Onder de ; genen, die zich koningsgezinden noemden, waren ■'er velen van de allerergfte karakters, en over het algemeen, flecht plunderziek volk, meer gezet op buit, dan op de eer en het belang van hunnen ko* ninglyken meester. Reeds voor den oorlog, Waren de woeste landen dezer Staten, welke zich aan de III. Deel, O west.  aiO Hoofdft. XVII. De Veldtocht westzyde tot aan de Misfisfippi uitftrekken, ten allen tyde een fchuilplaats geweest voor leegloopers en lieden van een flecht gedrag, welke in het bedwang van den burgermaatfchappy geenen fmaak j vonden. Onder het woeden van den oorlog, had- ■ den het oproepen der Landmilitie en het invorderen | van fchattingen veel toegebracht, om deze afgele- | gene plaatzen meer en meer te bevolken, door het ; vooruitzicht om aldaar bevrijd te zullen zijn van de 1 teugels der regeering. Onder deze menfchen had- I den 's Konings zendelingen met eenen goeden uit- I flag den ftandaard van koningsgezindheid geplant, | en tot dit flag van volk behoorde het grootfte ge- S deelte der genen, die zich in de bovenlanden van I Georgië en de Carolinas , vrienden des Konings | noemden. Zy hadden zich ook niet zoo dra by el- I iander gevoegd, en hunnen tocht -naar 's Konings- ; troepen te Augusta aangevangen, of zy begonnen I op de weerlooze plantagien, langs welken hun weg I liep, zulke tooneelen van plundering aan te richten, dat zy de welgezinde en gefchikte ingezetenen? daar door noodzaakten om uit te trekken, en zich tegens hen te verzetten. De Overfte Pickenszocht hen op aan het hoofd van driehonderd dezer laatstgemelde lieden, en vond hen niet ver van KettleCreek, waar op een gevecht van drie kwartier uurs volgde, in het welke de koningsgezinden geheelenal uit elkander geflagen wierden. Zy hadden omtrent veertig dooden, en onder dezelven hun hoofd ,den Overften Boijd ; die op Britsch gezag heime-» lijk gebruikt was, om hen zamea te trekken en aatf te-  van het jaar 1770» te voeren. Door dit gevecht werden de Britten ten eenenmale te leur gefield, en de koningsgezinde» geheel verftrooid. Sommigen van hun verliepen geheel en al, anderen trokken iiaar hunöe huigen tc rug, en gaven zich over aan de genade hunucr landslieden. Deze laatflen werden volgens de wetten van Zuid-Carolina te recht gefield, wegens het: overtreden eener A&e, genaamd de Acle ter beteugeling van oproer, welke na de omwenteling tot meerder vastigheid der nieuwe regeering was vast-, gefield. Zeventig Van hun werden dien ten gevolge ter dood gedoemd, doch het Vonnis werd flechts aan de vijf voornaamfte belhamels ten uitvoer gebracht. Vermits de Britten hunne posten langs den oever der Savannah aan de zyde van Georgië poogden uic ten breiden, vestigde de Generaal Lincoln zyne legerplaatzen te Black-Swamp, en byna tegen ovec Augusta aan de Carolinafche zyde, van welke poste hy voornam over de rivier in Georgië te trekken , met oogmerk Om de Britten tot de lage landenaan de zeekust te bepalen. By de uitvoering Van dit ontwerp trok de Generaal Ash met vijftienhonderd man Landmilitie van Noord-Carolina, en eenige weinige geregelde troepen over de Savannah ,3 en vatte 'post aan de Briar-kreek. Doch hy werd hier in het begin van Bloeimaand en weinige dagen na zyne aankomst, door den Overften-Luitenant Prkvost verrascht, die eenen omweg van vijftig Engelfche mylen genomen hebbende, hem onver» O 3 Waehts  Blfc Hoofdft. XVII. De Veldtocht wachts van achteren opkwam, en met negen honderd man aantaste. De Landmilitie geraakte terftond in wanorde, en met het eerfte fchieten op de vlucht. Honderd en vijftig Amerikanen bleven op de plaats, en honderd tweeënzestig werden 'er gevangen genomen. 'Er was weinig gelegenheid om te ontkomen, dan door de Savannah over te zwemmen , waar van de beproeving aan velen het leven koste. Wyders ging het grootfte gedeelte der genen die ontkomen waren naar huis en het getal der zulken, die zich wederom by het Amerikaanfche leger voegden, bedroegnietmeer dan vierhonderd en vijftig. Maar de weinige geregelde troepen, onder den Overften Elbert, boden dapperen wederftand; fchoon de overblyvende, benevens hunnen moedigen aanvoerder, eindelijk genoodzaakt wierden, om zich krijgsgevangen te geven. By dit voorval verloor de Generaal Lincoln het vierde gedeelte zyner macht: terwijl de Britten daar door de gemeenfehap met de Indianen en de Koningsgezinden uit de beide Carolinas open kregen. Door hunne onbedrevenheid in de kunst des oorlogs , waren de Amerikanen onderhevig aan die Hagen van het fortuin, welke veelal het lot zijn van jonge krijgslieden. Onbekend met de kunstgrepen en listen van den oorlog, niet genoegzaam geoeffend, en niet onderworpen genoeg om zich aan eene onbepaalde gehoorzaamheid te kunnen gewennen , Werden zy meermalen verrascht, en moesten door herhaalde tegenfpoeden de noodzakelijkheid van eene  van bet jaar 1770. 213 ! ne volftrekte ondergefchiktheid en de voordeden . der waakzaamheid en gedurige krijgsoeffeningen lee- ren kennen. Voor dezulken, die met de gefchiedenis der Euïopefche oorlogen bekend zijn, moet ook het getal der troepen, welke hier in het veld gebracht wierden, verbazend gering voorkomen; dan de Haat der maatfchappy en der bevolking in de oude en in de nieuwe wareld zijn zoo verfchillende, dat in Amerika door eenige honderden krijgslieden zaken van gelijk gewicht beflist werden, als waarom in Euro- • pa even zoo vele duizenden te velde zouden hebben moeten trekken. De prijs, om welken hier ge- • ftreden werd, was niets minder dan de opperheerfchappy over drie millioenen menfchen en over vijfmaal honderdduizend millioenen Acres Iands, Nogthans hing dit belangryke gefchil, door den verren afftand der aanvallende macht, en door de geringe volkrijkheid der aangevallen Staten, voornamelijk aan het zuideinde van het bondgenootfchap, inde. daad af van de uitkomsten gevolgen van veldflagen, waar in Hechts weinige honderde menfchen handgemeen waren. De reeks van tegenfpoeden, welke de Amerikaanfche wapenen, federt de landing der Britten by Savannah, verzeld hadden, deden met de grootfte rede beducht zijn voor het behoud der aangrenzende Staten. Weshalven de Landmilitie van Zuid-Carolina op een beter voet werd gebracht en een Regiment paarden aangeworven. Voorts werd John Ruteedge, een ingezeten van Carolina van uitfte0 3 ' ken.  m Hqpfdft, XVU. De Veldtocht fcende bekwaamheden, door genoegzaam algemeeaq itemmen aan het hoofd der regeering geplaatst, en in navolging van het oude Romeinfche Gemeenehest, alleen met byvoeging van eenen raad , meC j; eene diftatoriale macht bekleed. Uit kracht van dit ■peza",' verzamelde hy een aanzienelijk ligchaam Landmilitie in het middenpunt van den Staat, ten I einde altijd gereed te zijn om te kunnen optrekken, I werwaards de dienst van het land zulks zoude vorde-1 ïen, Het oorfpronglyke ontwerp om in Georgië door I te dringen, wef d ook wederom opgevat. Een gedeelte der Amerikaanfche krijgsmacht werd aan de noordzydevan de SavannahbyPurrijs-burg en Blacks gelegerd, terwijl de Generaal Lincoln met de grootfte macht, by Augusta over de rivier in Georgië trok. Daar en tegen maakte de Generaal Prevovt gebruik van het beflisfende oogenbhk , wanneer het Amerikaanfche leger een vijftig uur langs de Savannah, naar derzelver oorfprong was opgetrokken, om over die zelfde rivier, by haren mond, met vierentwintig honderd man, mCarolma over tefteken. Een aanmerkeiyke hoop Indianen, van welker vriendfchap de Britten zich reeds vooral verzekerd hadden, verzelde hun op dezen tocht, De overmacht der Britten, die over de Savannah retoogenwaren, noodzaakte wel ras den Generaal MóolTRIE , die met de verdeediging van Zuid Ca. roïina belast was, om achterwaards te wyken. Lm. coln , bericht van deze bewegingen gekregen heb-: bende, fchikte driehonderd man lichte troepen tel vetfterking aan Moültrïe , doch trok met het groo t  yan htt jaar 1779. te leger voort naar de Hoofdftad van Georgië. Hy oordeelde zijn oorfpronkiijk opzet niet te moeten Zaten varen ; alzoo hy zich verbeelde dat de Generaal Prevost alleen bedoelde om hem door eenen yalfchen aanval op Carolina daar van af te trekken a en hy tevens weinig meer tijds behoefde te verliepen , om hetzelve te hulp te komen, wanneer hy aan de zuidzyde der Savannah benedenwaards trok» Wanneer hy echter bevond dat Prevost het ernftig op Charleston gemunt had, trok hy wederom over de Savannah, om hem van achteren by te komen. Ondertusfchen vervolgden de Britten hunnen tocht, langs de zeekust over den grooten weg, met geringen tegenftand, alzoo de Amerikanen voor hun naar den kant van Charleston terug weken, en de Generaal Moültrie, onder wiens bevel deze aftocht met veel beleid gefchiedde, geen paardevolk had om den aanrukkenden vyand te kunnen fluiten. In de plaats zelfs dat hy, gedurende zijn tocht door het land, van de ingezetenen verfterking zoude ontvangen, werd hy van een goed deel Landmilitie verlaten , die naar hunne wooningen terug keerden, en welker huisgezinnen en eigendommen juist op den weg der invallende vyanden gelegen waren. De afwezigheid van het hoofdleger onder den Generaal Lincoln, het terug trekken van den Generaal Moultrie , en boven alles de vrees voor de Indiaanfche Wilden, die het Britfche leger verzelden, verfpreidden eenen algemeenen fchrik onder de ingezetenen. De angst en verlegenheid van ieder mensch werd een bron van angst voor een ander, en O 4 door  tl* Hoofdfr» XVII» De Veldtocht door alle deze oorzaken werden 'er velen bewogen} om zich onder de befcherming der Britten te begeven. Deze nieuwe bekerelingen tot de zaak des konings, poogden zich by hunne befehermers aangenaam te maken, door dezelven aan te moedigen om zich de bemachtiging van Charleston te onderwinden. Daar zy zich in derzelver macht bevonden, waren zy meer bezorgd om hun zoodanige berichten te geven, welke aangenaam waren dan wel die met de waarheid overeenftemden. Zy fchilderden de Ingezetenen af, als algemeen den oorlog moede en verlangende naar den vrede, hoe het ook mochte afloopen ; en zy verzekerden daar by, dat Charleston niet in ftaat was om veel tegenftand te kunnen bieden. Deze omftandigheden gepaard met de weinige hindernisfen, welke de Britten op hunnen tocht door het land ontmoeteden, bewogen den Generaal Prevost om aan zijn ontwerp eene grootere uitgebreidheid te geven, en zonder toeven op Charleston ■ aan terukken. Was dit van den beginne af aan zijn voornemen geweest, en had hy dan zynen tocht met denzelven fpoed voortgezet, waar mede hy dien aanving, de Stad zoude waarfchynelijk door een coup de mailt, zijn genomen geworden; maar hy had op de halffcheid van den weg een dag twee drie halte gehouden, en in dien tusfchentijd, hadden die van Zuid-Carolina allen mooglyken toeftel gemaakt ter verdediging van hunne hoofdftad. Alle de huizen in de voorfteden werden afgebrand; dwars over het fchiereiland tusfehen de Ashley en Coopers rivier werden in weinige dagen linien opgeworpen , ver-  van het jaar 1779. 217- verhakkingen gemaakt, en over de ganfche breedteop gefchikte tusfchenruimten met gefchut bezet. Schoon dit bezoek der Britten en inzonderheid een aanval aan de landzyde hun geheel onverwacht overkwam, werden 'er echter in weinige dagen groote toebereidzelen gemaakt, en eene krijgsmacht van drieëndertighonderd man ter verdeediging van de Stad in Charleston byeen gebracht. De grootfte macht en de pakkaadje van het Britfche leger aan de zuidzyde van de Ashley-rivier gelaten zijnde, trok alleen eene voorhoede van negenhonderd man over het veer, en vertoonde zich, op den elfden van Bloeimaand voor de Stad. Midlerwijl haaste zich de Generaal Lincoln met allen mooglyken fpoed, tot het ontzet van Charleston: doch vermits zyne aankomst onzeker was, en de zaak hachlijk ftond', was het van hetuiterfte belang om tijd te winnen. Gevolglijk brachten zy eenen ganfchen dag zoek met handelingen over en weder. Gevolmachtigden van de bezetting.kregen last, om eene onzydigheid voor te flaan, gedurende den oor¬ log tusfehen Groot-Brittanje en Amerika, in dier¬ voegen, dat de vraag of deze Staat onder GrootBrittanje zoude komen of een der Vereenigde Staten blyven, by het vredesverdrag tusfehen deze beide Mogendheden zoude beflist worden. Doch de Britfche Bevelhebbers floegen dit voordeelige aanbod vlak af, voor rede gevende, dat zy in geene betrekking kwamen, om zulk een verdrag te kunnen fluiten ; en zy ftonden 'er op, dat de ingezetenen, zoo wel als de overigen de wapens opgevat hebbende, O 5 zich  Si 8 Hoof dit. XVII. De Veldtocht. zich alle zouden krijgsgevangen geven. De bezetting wilde hier toenietverftaanen bereidde zich om eenen gedreigden ftorm manmoedig te gemoet te zien s doch deze werd niet ondernomen. Indezen toeftand van zaken werd de Majoor Benjamin Huger die over eenige manfehappen buiten de linien het bevel voerde , by vergisfing, van zyne eigene landgenoten doodgefchoten; en zulks was in de daad een groot verlies, Zyneedelaartigheid, grootmoedigheid en vurigen yver voor het algemene welzijn, benevens zyne groote bekwaamheid als krijgsman en ftaatkundige, deden zynen ontydigen dood algemeen betreuren. Door zijn fneu velen werd het Vaderland van een zyner ftandvas. tigfte ennuttigftevoorftandersberoofd, en het leger verloor aan hem een zyner luisterrijkfte cieraden. Prevost kort daar op uit een onderfchepten brief verwittigd geworden zijnde, dat Lincoln hem van achteren naderde, brak terftond van voor Charleston op en week met zyne ganfche macht van het vaste land naar de eilanden, welke kort aan zee liggen» ten einde om niet tusfehen twee vuuren te raken. Vervolgens bleven de beide armeen in den omtrek van Charleston gelegerd om elkanders bewegingen gadeflaan, tot op den twintigften van Zomermaand, wanneer de Amerikanen met twaalfhonderd man eenen aanval deden op zes of zevenhonderd Britten, die aan het veer van Stono zeer voordeelig geplaatst ftonden in redouten, welke door de linie aan elkander gehecht, in de tusfehenruimten met veldftukken voorzien en over het geheel door eene verhakking gedekt waren. Volgens een te voren gemaakt over-  van het jaar 1779, ai3 • overleg, zoude door eenige Landmilitie van Chatleston eenen valfchen aanval hebben moeten gefcbie» den van James-eiland, op hetzelfde oogenblik dat de •Generaal Lincoln zyne aanval van het vasteland begon, doch, door een verkeerd beftier, kwam dezelve niet voor na het eindigen van het gevecht, ter plaatze van hare beftemming, Ondertusfchen werd de aanval gedurende een uur en twintig minuten vol gehouden en het voordeel was reeds aan de zyde der befpringeren, toen 'er verfterking voor de vyanden opdaagde, om welke te verhinderen den valfchen aanval van James-Eiland eigenlijk beftemd was, doch die van den aftocht noodzakelijk maakte. Het verlies der Amerikanen by deze gelegenheid bedroeg aan dooden en gekwetften ongeveer honderd en vijftig man. Onder de eerften was de Overfte Roberts , een Artillery-Officier van uitftekende bekwaamheid; die in Engeland, van waar hy geboortig was, in het beroep der wapenen opgevoed zijnde, inzonderheid nuttig geweest was, om onder de minkundige Amerikaanfche Officieren eene grooten maat van krijgskundigheden te verfpreiden. In den korten tusfchentijd tusfehen het bekomen zyner wonde en zynen dood, werd hy op het flagveld bezocht van zynen zoon den Kapitein Roberts die onder zijn eigen Regiment diende. Aan dezen reikte de ftervende vader zijn degen over, met eene vermaning om van denzelven een waardig gebruik te maken ter verdeediging van de ' vryheid en van zijn vaderland, en na een kort gefprek verzocht hy denzelven om naar zyne post terug  "aac Hoofdft. XVII. De Veldtocht rug tekeeren, met byvoeging van deze Woorden: ?, dat by aldaar van nut en hem toch van geenen ,, dienst zijn konde". Terftond na dit gevecht, keerde de Amerikaan- I fche Landmilitie, uit ongeduld over hunneuithuizig- I heid naar hunne plantagien terug, en niet lang daar na verlieten de Britten insgelijks de eilanden in den I omtrek van Charleston, wykende van het eene op. I het andere, tot dat zy wederom te Port-royal en Savannah teruggekeerd waren. Op de eerstgemelde plaats wierd eene fterke bezetting onder den O- I verftenMAiTLAND gelaten, terwijl het gros des legers zich naar Savannah begaf. Deze inval in Zuid-Carolina was nogthans van wei- I nig vrucht, ter bevordering van de zaak des Konings ; doch ftrektezeer om den rijkdom der officieren, foldaten en andere volgers van het Britfche leger te vermeerderen, en nog meer om de ellende der ingezetenen te vergrooten. De krijgsmacht onder het bevel van den Generaal Prevost verfpreidde zich over een aanmerkelijk gedeelte van de rijkfte plaatzen van den ftaat en waar de minfte blanken zijn naar evenredigheid van de flaven. Daar was veel aanlokkelijks voor den vyand en geringen wederftand te vinden. By kleine benden doorfhuffelden zy meestal ieder huis en namen al wat hun aanftond zonder tegenftand met zich. Zy plunderden de ingezetenen niet alleen van hun huisraad maar ook van hunne kleederen, van geld, ringen en andere kostbaarheden tot hun lijf behorende. 'Er was geene plaats, welke zy moesten doortrekken, van de uitwerk-  van het jaar 1779. 22[ vrerkzelen hunner roofzucht verfchoond gebleven. Kort na het voorval te Stono, begaven zich de Staten troepen onder het bevel van den Generaal Lincoln naar Sheldon, eene gezonde plaatsin de nabuurfchap van Beaufort: en de beide legers bleven in hunne legerplaatzen, tot dat de aankomst eener Franfche vloot op de kust het ganfche land op eenmaal in werkzaamheid bracht. De Graaf d'Estaing zyne vloot te Boston herfteld en van levensmiddelen voorzién hebbende, vertrok op den derden van Slachtmaand des jaars 1778 naar de West-Indien. Op dien zelfden dag zeilde ook de Commodore Hotham met vijf Schepen van oorlog, een bombardier-Galjoot en eenige Fregatten uit Nieuw-York, ten geleide van een aantal transportfchepen, aan welker boord zich de Generaal Grant met vijfduizend man bevonden ; well;e macht naar het zelfde tooneel der krijgsverrichtia. gen ter zee beftemd was. De Britten namen toen St. Lucie, en de Graaf d'Estaing de Eilanden van St. Vincent en Grenada, en deze begaf zich kort na de verovering van het laatstgemeïde naar Kaap Francois. Hier ontving hy bevelen van den Koning zynen meester om met de krijgsmacht der Vereenigde Staten zamen te werken, en hier by fterk aangezocht zijnde van den Generaal Lincoln, den Prefident Lownds, den Landvoogd Rudledge en den Franfchen Conful te Charleston, den Heer Plomeard, zeilde hy in Hooimaand des jaars 1779 naar het vaste land van Amerika, ia verwachting om door zyne medewerking al.  223 Hoofdft. XVII. De Veldtocht aldaar, van wezenlykeh dienst te zullen zijn tegen»den gemeenen vyand. Hy bereikte de kust van Georgië op den eerften Van Herfstmaand, met een vloot van twintig fchepen Van linie, twee vijftigers en elf Fregatten, en verfcheen aldaar Zoo onverhoeds, dat de Experiment, een oorlogfchip van vijftig ftukken waar op Sir James Wallau het bevel voerde, benevens nog drie Fregatten, in zyne handen viel. Zoo dra men van zyne verfchyning op de kust bericht kreeg, trok de Generaal Lincoln, met het leger onder zijn bevel, in de nabyheid Van Savannah, en de Landmilitie van Georgië en Zuid-Carolina kreeg bevel om zich insgelijks niet Ver van die plaats te verzamelen. De Britten verzuimden aan hunnen zyde ook geene toebereidzelen om zich te verdeedigen, en zy waren in grooten getale dag en nacht bezig om hunne linien uit te breiden en te verfterken. De Amerikaanfche Landmilitie, in de: v-iste hoop van de Britten metterhaast uit hunne zuidelyke bezittingen te verdryven, kwam met eene on* gemeene vaardigheid en kloekheid op de been * die ook alle hare verrichtingen in den voorigen veldtocht verre overtroffen. Nog voor de aankomst van Lincoln, deed D'Estaing de Stad opeisfehen Om zich aan de wapens van Frankrijk over te geven, doch Prevost gaf hem ten antwoord, dat hy zich op suilk eene algemeene opeisfehing niet wilde overgeven, maar verzocht dat 'er bepaalde voorwaarden mogten voorgeflagen worden waar op hy dan zoude antwoorden. De Graaf liet hem daar op weten, dat het  van het jaar 1773. 1] het de zaak der belegerden was om de conditia en voor te Hellen; en toen verzocht Prevost om* ij eene opfchorting der vyandelijkheden voor vierënJ twintig uur, ten einde zich op de voorwaarden tebe: raden en die op te Hellen. Dit werd wat al te onI bedachtzaam toegeftaan, en voor dat de vierentwintig uuren verflreken waren, had de Overfle-Luite1 nant Maitland met eenige honderd man die te S Beaufort gelegen hadden middel gevonden, om alle ! hinderpalen op zynen weg te boven te komen, en 1 zich by 's Konings leger te Savannah te voegen. : Door de aankomst van zulk eene aanzienelyke veri flerking kreeg de bezitting wederom moed en befloot om zich te verdeedigen. Weshalven de Franfchen en de Amerikanen welke zich des avonds daar 1 aan met elkander vereenigd hadden, in de noodzakelijkheid gebracht wierden om Horm te loopen of : de Stad te belegeren.. Men befloot hier op, cm ; met het beleg voort te varen, en *er verliepen vele I dagen met het maken van de noodige toebereidzelen : daartoe, gedurende welken tijd, de werken der bele: gerden van uur tot uur verflerkt werden door den af! beid van vele honderd negers onder het opzicht vaa i den Majoor Moncrief, een ervaren vestingbouwer. Op den vierden van Wijnmaand, begonnen de belegeraars de Stad te befchieten uit negen mortieren en i zevenendertig Hukken kanon van de landzyde, en uit vijftien Hukken van den waterkant. Zy hadden noch niet lang met fchieten aangehouden, wanneer Prevost vryheid verzocht, om de vrouwen en de kinderen uit de Stad te zenden. Dan dit werd hem af»  o?4 Hoofdlij XVJ.L De Veldtocht afgeflagen, vermits het vereenigde leger vermoed4 de dat de zucht om den buit welken men onlangs ■ van de ingezetenen van Zuid-Carolina geplunderd! had te verbergen, zich onder den dekmantel van menschlievendheid zocht te verfchuilen j en insgelijks om dat men zich voorftelde dat een weigerend antwoord het overgaan der Stad zoude verhaasten. Op een bericht echter der vestingbouwkundigen, dat 'er een geruime tijd zoude vereischt worden, indien men de Stad op een regelmatige wyze wilde naderen en het beleg naar den eisch voortzetten, werd 'er befioten om de Stad te beltonnen: totwelken maatregel de Graaf d'Estaing fterk gedrongen wierd door zyne Zee-Officieren, die by hem vertoogen gedaan hadden tegen het langer wagen van eene zookostelyke vloot op eene gevaarlykekusten In het ftormachtige jaargetyde, endaar by op zulk eenen verren afftand van het ftrand dat zy zeer wel konden overvallen worden door de Britfche vloot, welke zich van de geledene fchade herfteld had en ten vollen bemand was. Binnen weinige dagen hadden de linien der beleggers tot in de werken der belegeraars kunnen gebracht worden; maar men vond deze omftandigheden zoo hachlijk, dat men zich geen langer uitftel konde veroorlooven, maar tusfehen den ftorm of het opbreken van het beleg te kiezen hadt, De voorzichtigheid zoude het laatfte hebben aangeraden, maar een zeker gevoel van eer deed de belegeraars tot het eerfte befluiten. Gevolglijk gefchiedden 'er op den negenden van Wijnmaand twee valfche aanvallen door de Landmilitie, en de ware  1P rm het jaar 1770, |g| ware ftorm Op de battery van Springhill, door drié» 1 duizendvijfhonderd Franfchen, zeshonderd manSta* Ij ten troepen, en driehonderd en vijftig ingezetenen van Charleston. peze rukten, vroeg in den irk>i> I gen, onder aanvoering van d'Estaing en Lincoln j ! onvejfcfarokken op de linien aan, rnaar een hevig eü wel beftierd vuur van de batteryen en het kruisvuur van de galeien, bracht de hoofden der kolommen irA ! wanorde, hoewel'erdesniettegenftaande twee vaan. delen op de Britfche redouten geplant wierder. Dan l na dat de befpringeren vijfenvijftig minuten hes I vyandelyke vuur hadden doorgeftaan, werd 'er bevel tot den aftocht gegeven. De Graaf d'Estainp 3 endeGraafPuLAwsKT, waren beide gewond De 1 eerfte ligt maar de tweede doodelijk. Zeshonderd J zevenendertig Franfchen, en meer dan tweehonderd I man der Staten troepen en Landmilitie waren gesneuveld en gekwetst. De Generaal Prevost dö Overfte-Luitenant Maitland en de Majoor Mongrief verwierven door deze gelukkige verdeediging ) eenen grooten en welverdienden roem. De beter I tingwas tusfehen de twee en drieduizend man fterk ' i waar onder eenhonderd en vijftig man Landmilitie3 j Zy had geen volk van eenig belang verloren, aan| gezien zy van achter de borstweeringen vuurden jen maar zeer weinigen onder de befpringeren diege! 1 bruik van hun fchietgeweer gemaakt hadden. Ter| ftond na het mislukken van dezen ftorm, keerde dJ Landmilitie byna geheelenal naar huis; terwijl de Graaf d'Estaing, zijn volk en gefchut insein. Deel. P f,heep£  iz6 Hoofdft. XVII. De Ktldtoét fcheept hebbende, insgelijks de vaste kust ver* liet. Hangende het beleg van Savannah, werd 'er een merkwaardige aanflag ten uitvoer gebracht door den Overften John White, die tot de Georgiefche troepen behoorde. Voor den aanvang van het beleg, had de Kapitein French met omtrent honderd man post gevat by de rivier Ogechee, alwaar zich insgelijks nog veertig matroozen bevonden aan boord van vijf Britfche fchepen, van welke 'er vier gewa» pend waren. Alle deze manfehappen, benevens de fchepen en honderd en dertig ftel wapenen, gaven zich in handen van den Overften White , den Ka» pitein Elholm en nog vier anderen, waar onder de knecht van den Overften. Deze kleine bende had in den voorgaanden nacht een aantal vuren op verfchillende plaatzen ontftoken, en den fchijn gemaakt als of 'er veel volks gelegerd was; door welke en andere fyne krijgslisten, zy den Kapitein French volkomen in den waan gebracht hadden, dat byaldien hy zich op hunne herhaalde opeisfehing, niet ■ terftond overgaf, zijn volk gewisfelijk door een groote overmacht ftond neergezabeld te worden: en dus liet hy zich zonder den geringften wederftands krijgsgevangen maken. Hoe zeer dit bezoek van de vloot des Konings van Frankrijk op de kusten van Amerika in de hoofdbedoeling mislukte, was het evenwel niet zonder nut voor de Vereenigde Staten. Het verydelde de maatregelen, welke de Britfche Bevelhebbers reed# met  Van het jaar %*ï met elkander öpgeftemd hadden, ea deedvrywae tijdS verloren gaan, voor en aleer zy zich tot een nieuw plan van krijgsverrichtingen konden bepalen;. Wyders veroorzaakte het de ontruiming van Rhode-Eiland; ofTchoon daar in voor de Vereenigde Staten weinig voordeels gelegen was> Want onder alle de misdagen, Welke de Britten, gedurende de loop van den Amerikaanfchen Oorlog, begingen was 'er gevvisfelijk geen grooter dan het bezit hou! den van dit eiland, gedürendeden tijd vah twee jaren en acht maanden, met omtrent zesduizend man, die dus voor alle andere krijgsverrichtingen verloren waren, en echter daar ter plaats weinig meerder dienst aan de zaak des Konings gedaan hadden, dan een paar Fregatten insgelijks hadden kunnen ven richten, met flechts in den omtrek te blyven kruis, fen. Na het opbreken Van het beleg, trokken de Staten troepen over de Savannah terug. Het Wankelbare weder van den Herfst, had veel nadeelige uit* werkzelen op de aandoenelyke zenuwen van menfchen, die van vermoeijing afgemat en door hunne nederlaag als moedeloos geworden waren. De verflagenheid en 't verdriet, wegens het mislukken Van dezen aanflag, was geëvenredigd aan de hoogvliegende verwachting, waar mede men denzelven ondernomen had. De Georgiefche ballingen, die van alle kanten toegevloeid waren, om zich wederom 'in het bezit hunner landen en huizen te ftèllen, zagen zich anderwerf verplicht, om hun vaderland en bezittingen te ontvlieden: terwijl de harten van al  2o8 Hoofdft. XVII. De Veldtocht * al het volk door de donkerfte uitzichten, omtrent het lot der Zuidelyke Staten, werden ingenomen. Dus eindigde deze veldtocht in het Zuiden, zonder dat 'er aan een van beide zyden iets beflisfends was voorgevallen. Na verloop van een geheel jaar, in het welke de Britten den Staat van Georgië tot op honderd en vijftig mylen van de zeekust hadden afgeloopen, en tot aan de linien van Charleston waren doorgedrongen, zagen zy zich wederom binnen hunne vorige palen te Savannah gebracht. Alle hunne ontwerpen van zamenwerking met de koningsgezinde ingezetenen, waren in rook vervlogen, en de moed dezer menfchen, was door hunne herhaalde teleurftellingen, geheel en al uitgebluscht. De veldtocht van bet jaar 1779 is inzonderheid opmerkelijk, wegens de flappe poogingen der Amerikanen. Toevallige oorzaken, waar door te voren hunne werkzaamheid was aangevuurd, hadden hare kracht en invloed verloren. Eene geestdrift voor de vryheid deed hen, in vergelyking met deze, het verlies van hunne bezittingen verachten, en alle gevaren trotzeeren, gedurende de eerfte jaren van den.oorlog. De voorfpoed hunner wapenen , by den aanvang van het jaar i777> e° de hooP om het leger van Burgoyne te zullen gevangen nemen, by het uiteinde derzelven, benevens den vluggen omloop van een goeddeel papieren geld met het beste vertrouwen, maakten den veldtocht van dat jaar werkzaam en beflisfende. De vleiendevoormtzichten, welke zich ia de verbintenis met Frankrijk, in  vfi* net jaar 1770. 22J fn den jare 17-78 opdeden, verbanden alk vreze omtrenc het welgelukken van de omwenteling; maar het kwalijk flagen van alle de gemaakte ontwerpen van zamenwerking, baarde eene moedeloosheid, welke te ongunftig was voor groote poogingen. In plaats van de Britten uit het land te dryven, gelijk de Amerikanen te ligtvaardiglijk waanden,'liep de veldtocht van de jaren i778eni77p ten êinde, zonder dat zy van de Franfche vloot, welke tot hunnen byftand gezonden was, eenig rechtftreekfche voordeel genoten. Integendeel, door dien zy te groote verwachting van hunne bondgenooten hadden, en toen in die verwachting te leur gefteldwerden, waren zy minder voorbereid, om den oorlog met eigen krachten door te zetten, danzy zouden geweest zijn, byaldien de Graaf d'Estaing hunne kust geheel niet had aangedaan. Hun leger was in getal gefmolten en flecht gekleed. In de eerfte jaren van den oorlog werd het koopmans karakter geheel verdoofd, door de zucht tot den wapenhandel en den knjgshaftigen geest der tyden; maar in het vervolg verkoelde de geestdrift der ingezetenen , en zy keerden allengskens tot hunne vorige en gewoone winstgevende bezigheden terug. Dit deed onderfcheid maken tusfehen het leger en de burgers, en benadeelde de krijgsverrichtingen. Terwijl vele buitenlandfche gebeurtenisfen de verlegenheid van GrootBrittanje vermeerderden, en fchoon niet rechtftreeks echter veel toebracht tot het vestigen der onafhanklijkheid; deden eene menigte inwendige oorzaken de poogingen der Amerikanen verfiaauwen, en P 3 maak-  £3o. Hoofdft. XVII, Aanhangsel. Over het »aa&en het twijfelachtig, of deze, by de ul# Vfye en opafhanklyke burgers, danwel over? heerde onderdanen zijn zonden, Onder deze oorzagen bekleedde de dagelijks toenemende verminde» ring van de waarde van het papieren geld haarblyfcelijk de eerfte plaats, en derzelver gevolgen waren 3qq zichtbaar, in elk vak van het beftier, dat zulks eene hyzoödere ontwikkeling verdient. Doch om den draad van het verhaal niet af te breken, zullen wy dit onderwerp, in het hier volgende Aanhangzel* afzonderlijk behandelen. AANHANGZEL, Over het Papieren Geld van het Congres., ïn den hedendaagfchen trant van oorlogen is geld geen minder wezenlijk vereischte, dan dapperheid in het veld of wijsheid in het kabinet; en de rijkfte beurs beflist het lot der ftrydende volkeren even dikwijls als de langfte degen. De grondleggers van het Amerikaanfche gebied bevroedden daarom reeds vroegtydig, dat de gevestigde inkomften van Groot, Brittanje eindelijk de overhand zouden behouden, over de haastige en geweldige fprongen van men, fchen, die om de vryheid ftreden, en door eene voorkomende gelegenheid aangeprikkeld werden, doch aan welken duurzame middelen van verdeediging zouden ontbreken: maar hoe dit gebrek te verhelpen, verbijsterde hunne doorzichtigfte Staatkundigen. Goud en zilver was 'er, zooveel men wist, b in  Papieren Geld van het 'Congres, 231 «fh geene genoegzame hoeveelheid in het land zelf te vinden om eenigmate de behoeften van den oor. log te kunnen vervullen; en van buitenslands kon •jnen hetzelve ook niet verkrygen, daar de kanalen van den koophandel reeds te voren geflopt waren, door de vrywillige verbintenis van het Congres om allen buitenlandfchen handel voor eenigen tijd te ftaken. Amerika nimmer te voren met eenige rechtftreekfche fchatting van eenig belang bezwaard geweest zijnde, en thans geene gevestigde regeering hebbende, maar integendeel tegen het geen nog onlangs wettig gezag was ftrijd voerende, kon nietaanftonds tot belastingen den toevlucht nemen. Bovendien, daar men over het ftuk van fchattingen twiste, zoude het opleggen van belastingen tot goedmaking va'n de kosten des oorlogs, zoo dit op zich zelfs al doenlijk geweest ware, toch eene flegte ftaatkunde geweest zijn. Het eenigfte aannemelijk middel, waar van zy zich konden bedienen, was het uitgeven van fchuldbriefjes in de plaats van geld, onder uitdrukkelijk verband om die in 't vervolg door gelijkmatige belastingen af te doen, of tegen goud of zilver in te wisfelen. Eene handelwyze, waar aan men van den eerften aanleg der Volkplantingen gewoon was, en welke, onder behoorlyke bepalingen, ten hoogften nuttig bevonden is. Gevolglijk werd het befluit van het Congres van Zomermaand des jaars 1775 0m een leger aan te werven terftond gevolgd van een tweede om dergelyke fchuldbriefjes of papieren geld, uit te geven, ten bedrage van twee millioenen dollars; by P 4 wej-  isy Hoofdft, XVII, Aanhangsel. Over het Welke fom men, op den vijfentwintigften der vol«' jende maand, befloot nog een derde millioen te Voegen, Terwijl zy voor deaflosfiug of inwisfeling de gezamentlyke Volkplantingen "verbonden , en ?.?.r> e]ke Volkplanting overlieten, om wegen en middelen te beramen, ter aflegging van haar geövenredigd aandeel in vier jaarlijkfche termynen, en wel de eerfte voor of op den laatften van Slachtmaand des jaars 1779. Dit tijdftip wierd bepaald', in de* verwachting, dat het gefchil voor dien tijd wel zonde zijn afgeloopen. Op den negenentwimigften yan Slachtmaand des zelfden jaars 1775, na het opmaken van den ftaat der onkosten, welke alreeds gemaakt waren of al nog ftonden gemaakt te worden, ter zake van het voortzetten van den oorlog, tot den tienden van Zomermaand des jaars 1776, .befloot het Congres tot eene nieuwe afgifte van nog drie millioenen dollars om gelijk de vorige afgelost te worden in vier jaarlijkfche termynen, waar van het eerfte vervallen zoude voor of op den laatften van Slachtmaand des jaars 1783 : en men bepaalde ten zelfden tyde, dat het aandeel, welk elke Volkplanting in de aflosfing van dit papieren geld zoude moeten dragen, zoude berekend worden naar gelang van het getal der ingezetenen. Men had deze overflag van onkosten berekend tot den tienden van Zomermaand des jaars 1776, in het denkbeeld, dat men voor dien tijd wel een vergelijk zoude getroffen hebben; gelijk men tot hier toe geene andere dan tydelyke voorzieningen, zoo ten aanzien van volk als van geld gemaakt had; het welk alles op de oa-  Papieren Geld van het Congres. 233 onderftelde waarfchijnlijkheid eener aanftaande verzoening gegrond was. Maar reeds vroeg in het jaar 1776, kreeg het Congres naricht, dat Groot-Brittanje verdragen had aangegaan, tot het leveren van zestienduizend vreemde huurlingen, die ter onderbrenging van Amerika ftonden overgevoerd te worden. Dit toonde de noodzakelijkheid om op verder middelen van tegenweer, dan tot den tienden van deaanftaande Zomermaand, bedacht te zijn. Weshalven het Congres, op den zeventienden van Sprokkelmaand, wederom vier millioenen. dollars befloot uit te geVen, en op den negentienden van Bloeimaand en den tweeëntwintigften van Hooimaand daaraanvolgende, nog tien millioenen, alle onder de zelfde zekerheid. Ondertusfchen waren de gemoederen in die dagen tot die hoogte opgewonden, dat al dit in de wandeling gebrachte papieren geld, ten bedrage van twintig millioenen dollars, verfcheidene maanden bleef omloopen, zonder eenige vermindering in waarde; en dat alles, wat het land opleverde en tot 's lands dienst noodig was, daar voor even goed gekocht wierd, als of men de zelfde fom in goud of zilver gehad had. Zoo dat de Vereenigde Staten van dit papieren geld van hun eigen maakzel en zonder eenig vastgeiTeld fonds ter onderfteuning of aflosfing-van hetzelve, gedurende een geruimen tijd het zelfde voordeel genoten, als zy van eene zuiver gefchenk van even zoo vele zilveren Mexicaanfche dollars zouden getrokken hebben: en terwijl de Engelfche Staatsdienaren hunne harsfens krenkten, om nieuwe belastingen en fond■P 5 ze»  £34 Hoofdft. XVII. Aanhangzel. Over het #en uit te denken, tot het vinden der noodige on* . derftandgelden, vond het Congres die in zyne be« ftuiten, waar door het papier van geene innerlyke waarde liet ftempelen in de gedaante van fchuldbe. kentenisfen. Daar was echter een punt, zoo ten i aanzien van den tijd als van de hoeveelheid, boven het welke deze alchymifche bewerking van het Con- I gres hare kracht begon te verliezen: en deze tijd I was ongeveer achttien maanden na de afgifte van het eerfte papieren geld, en die hoeveelheid onge* veer twintig millioenen dollars. Wanneer de Volkplantingen zich in het tweede jaar van dan oorlog, onafhanklijk verklaard hadden s en dus tot een geheel ander einde de wapens -voerden, dan waar toezy die in den beginne hadden opgevat, was het baarblykelijk, dat 'er voor meerder geld diende gezorgd te worden; en men zag niet minder klaar, dat het papieren geld in waarde zoude moeten dalen, wanneer men daar van eene grooter fom uitgaf, dan redelyker wyze konde omloopen. Gevolglijk befloot men op den derden van Wijnmaand 1776, tot eene leening van vijf millioenen dollars, en in de volgende maand werd 'er eene lotery opgericht, om daar door nog meerder gelds op rente te krygen. Maar de onkosten van den oorlog waren zoo groot, dat fchoon deze beide geldlichtingen eene vry aanmerkelyke fom aanbrachten, deze echter op verre na niet toereikende was. Ondertusfchen oordeelden de beftierderen van Amerika het nog ontydig, om op belastingen aan te dringen, en keerden daarom terug tot hun eerfte middel, het uit.  Papieren Geld van het Congres^ 235, uitgeven van nieuw papieren geld. Terwijl de ge*, inaklijkheid om door het ftempelen van fchuldbekentenisfen, telkens de noodige onderftandgelden te kunnen vinden, en de bereidwilligheid van het volk om dezelve aan te nemen het Congres aanporden, om dezelve buiten de palen der voorzichtigheid te vermenigvuldigen. De daling van derzelver waarde was hier van het onvermydelyke gevolg; en deze was in den beginne naauwlijks merkbaar, doch vermeerderde van dag tot dag. Evenwel behield de yver des volks, in zoo verre de overhand boven de juiste berekeningen en het eigenbelang des koopmans, dat de daling van het papieren geld geen invloed had op de veldtochten van 1776 en 1777. Het Congres voorzag echter zeer wel, dat dit niet lang het geval zoude zijn, en befloot daarom, op den tweeëntwintigften. van Wijnmaand des jaars 1777, de onderfcheiden Staten aan tefchryven, om eene fom van vijf millioenen dollars voor den dienst van het jaar 1778, by wyze van fchatting, te ligten. Voor dat dit gefchiede, was ook nog befioten om meerder fommen op te nemen, en men was overeen gekomen, tot aanmoediging dergeldfchieteren, om de renten, welke daar op vervallen zouden, te voldoen met wisfel brie ven, betaalbaar in Frankrijk uit de gelden welke aldaar voor rekening en ten dienste der Vereenigde Staten waren opgenomen. Ongelukkiglijk ftuitte de gemelde fchatting inverfcheidene Staten. Het was derhalven onmooglijk om door middel van geldleeningen of fchattingen zich de  $36 Hoofaffc XVIÏ. Aanliangzel. Over het de vereischte geldfommen aan tefchaffen, en mer» moest dus op nieuw tot het uitgeven van papieren geld zijn toevlucht nemen; doch dit daalde in waarde naar gelang van deszelfs toenemende vermeerdering. Het Congres dus ernftig bedacht wordende om den verderen aanwas van deze fchuldbriefjes te fluiten, en een fonds tot aflosfing der reeds afgegevene aan te leggen, vermaande de Staten, op den eerften van Louwmaand des jaars 1779, tothetbetalen van hunne aandeelen in vijftien millioenen dollars voor den dienst van dat jaar, en van zes millioenen jaarlijks, van het jaar 1779 af, en vervolgens, tot een fonds ter afdoening van het eerst uitgegevene papieren geld en de opgenomene penningen. Want zoo zeer had men zich te voren in zyne denkbeelden omtrent de langdurigheid der onlusten bedrogen, dat fchoon de oorlog nog woedde, en het gebrek aan geld fteeds toenam, echter het tijdperk reeds daar was, het welk menoorfpronkelijk tot de inwisfeling van de eerfte uitgegevens fchuldbriefjes beftemd had. Boven deze vijftien millioenen welke op den eerften van Louwmaand 1779 gevraagd waren, werden, de Staten op den eenëntwintigften van Bloeimaand daar aan volgende nog verzocht, om voos? den dienst Van het land over het loopende jaar, hunne aandeelen in vijfenveertig millioenen dollars op te brengen. Het Congres wilde gaarn de toenemende daling tegengaan, en vorderde daarom de toelage van zulke groote fommen, als geëvenredigd waren aan de behoeften van den ftaat en tevens ,aan de ver«  Popieren Geld van het Congres. ^37 verminderde waarde van het papieren geld. Evenwel was het gevraagde, hoe veel ook in naam, in geenen deele toereikende, vermits men wegens den wankelenden ftaat van het geld, het welk geene twee dagen dezelfde waarde bleef behouden, met geene mooglijkheid eenige wisfe berekeningen konde maken. Dus was eene fom, voor welke men, op het tijdftip der uitfchryving, het gene 'er tot den dienst van het land vereischt werd zeer wel had kunnen koopen, op verre na niet meer toereikende wanneer de inning gefchied en het geld in 's lands fchatkist gebracht was. De daling begon in de ohderfcheidene Staten niet op den zelfden tijd, maar echter, over het algemeen, omtrent het midden Van het jaar 1777, en nam gedurende drie of vier jaaren, hand over hand toe. Tegen het einde van het jaar 1777 was de daling als van twee of drie voor één, in 1778 liepdezelve van twee of drie voor één tot vijf of zes voor één, en 1779 van vijf of zes voor één tot zevenentwintig of achtentwintig voor één; in de eerfte vier of vijf maanden van 1780 van zevenentwintigof achtentwintig voor één, tot vijftig of zestig voor één. Na dien tijd had het geen algemeenen loop meer, maar waar het nog ging viel het fchielijk tot de waarde van honderdenvijftig voor één. Op eenige weinige plaatfen bleef het nog in de wandeling, gedurende de vier of vijf eerfte maanden van 1781; maar in dezen laatften tijd waren 'er velen, die hetzelve, tot geenen prijs hoegenaamd, wilden ontvangen, en zy die het aannames, deden zulks  1238 Hoofdft. XVIÏ. Aanhahgzel. ■Over hst zulks tegen de verminderde waarde van vele hoü« derden voor één. Daar 'er intusfchen eene algemeene klachte ontftond over de menigte van papieren geld, welke van tijd tot tijd de Vereenigde Staten overftroomde, werd 'er, in Wijnmaand des jaars 1779, een befluit genomen, om, uit geenerhanden hoofde eene fomma van deze munt uit te geven, dan die met de reeds in de wandeling zijnde zamen tweehonderd millioenen zoude uitmaken. 'Er werd ten zelfden tyde Vastgefteld, dat het Congres van defomme, welke nog aan de tweehonderd millioenen ontbrak, ■ fiechts zoo veel zoude uitgeven: ais volftrekt noodzakelijk was om de behoeften van den ftaat te Vervullen-, voor en aleer men op een andere wyze de vereischte onderftandgelden zoude kunüen vinden 5 waaromtrent het Congres ftaat maakte op de ernftig,fte poogingen van alle de byzondere Staten; Dit was door het Congres reeds op eene bondige Wyze aan hunne Lastgeveren voorgehouden, in eenen vondgaanden brief van den dertienden van Herfstmaand; Waar by de Staten dringend gebeden wierden om die zee van rampen afteweeren, welke een verder verzuim in het opbrengen van onderftandgelden , geëvenredigd aan de behoeften van het bondgenootfchap, noodwendig zoude na zich fleepen. In dien zelfden brief werd de mooglijkheid aangetoond, om alle de fchuldbriefjes van het Congres met goud en zilver, tegen de volle waarde af te losfen, en voorts het denkbeeld, dat de Staten immer hunnen goeden naam, door het fchen- den  f opteren Geld van het Congres. ^9 den der openbare trouw, zouden willen bevlekken met verontwaardiging verworpen. Door deze fter* ke verklaringen ten voordeele van hetpapierengeJd werden 'er velen verlokt, om tot hun eigen verder/ vertrouwen op hetzelve te ftellen. Aangezien vol! gende gebeurtenisfen het Congres noodzaakten, om m het jaar 1780, dien zelfden weg in te Haan, welken hetzelve, pas een jaar geleden, oprechtelijk had afgekeurd. i Want vermits dé Staten aan dit ernftig .verzoek niet voldeden, werd het Congres, reeds korten tijd na het afzenden van den roiidgaanden*t>rief, gedrongen om nog zoo veel papieren geld te doen vervaardigen, dat hetzelve, met het gene te voren in omloop gebracht was , de fom van tweehonderd millioenen uitmaakte. Behalven deze ontzachlyke fom, bedroeg het papieren geld der byzondere Staten ook nog vele millioenen, welke tusfehen dat van het Congres gemengt wordende, mede veel toebrachten om deszelfs waarde te verminderen. Het gene tevoren reeds weinig waarde had, daalde nu nog zoo veel te meer. Ondertusfchen was deze laatfte fom al ras uitgegeven, en echter hadden door de toenemende daling van hetzelve, zelfs de dringendfte behoeften van het leger noch niet kunnen vervuld worden. De bron, waar uit het Congres vijf jaren lang in ftaat geweest was, om eea leger in het veld te houden, was nu uitgeput; en de Generaal Washington zag zich daar door, voor eenigen tijd, tot de harde keuze gebracht, om of zyne troepen af te danken, of dezelven door krijgs-  a49 Hoofdft» XVII. Aanhangzel. Qver het geweld te onderhouden. Hy rekende echter heï laatfte verkieslijk, en offchoon de ingezetenen van Nieuw-York en Nieuw-Jerfey het ongelijk voelden, zagen zy echter de noodzakelijkheid daar van in» en verdroegen hetzelve met geduld. Vervolgens vorderde men van de Staten, om in ftede van geld eene bepaalde hoeveelheid rundvleesch, varkensvleesch, meel en andere dingen, ten dienfte van het leger op te brengen. Dit noemde men eene bede van foortelyke onderftanden of eene fchatting in natuur (+); doch de ondervinding toonde welhaast, dat zy in de uitvoering bezwaarlijk en te gelijk zeer ongefchikt, eenzydig en kostbaar was, waarom men dezelve ook fpoedig wederom varen liet. Omftreeks dien zelfden tijd befloot het Congres nog een ander middel te beproeven. Dit zoude beftaan in het maken en uitgeven van eene nieuwe foort van papieren geld, onder waarborg der byzondere Staten. Het oude papieren geld zoude door uit te fchryvene fchattingen wederom binnen komen , en by den ontvangst terftond worden verbrand, en het nieuwe wederom in de plaats van hetzelve uit te geven: te weten eene dollar van het nieuwe voor elke twintig dollars van het oude. Zoo dat wanneer de geheele tweehonderd millioenen zouden ingekomen en vernietigd zijn, 'erflechts tien millioenen van het nieuwe in derzelver plaats zouden worden uitgegeven ; van dewelke 'er vier ter befchikking van het Congres, en de overige zes (*) A Wjuïfitkn for fpedfic fuppliei tr a tax in hind.  Papieren Gdd fan hm Cm&U\ % ■ïer befchikkicg van de byzondere Staten ÖajÉ fcosj. den. Voorts zouden deze nieuwe briefjes binnerj den tijd van zes jaren, met bard geld moeten inge, wisfeld worden, en intusfchen eene rente geven vaa. vijf ten honderd, insgelijks te betalen in klinkende munt, by de inwisfeling der briefjes, of indien de houder-dit verkoos, jaarlijks, in wisfelbrieven op de Amerikaanfche Gevolmachtigden in Europa, de dollar gerekend tegen vier en een halven fchelling fterlingi Indien deze befluiten hun befiag kregen, dachfc men daar van te kunnen verwachten, dat het oudq papieren geld vernietigd zoude worden; dat men het nieuwe op eenen vasten koers Zoude mogen brengen; dat de Staten zich daar door in fiast ge, fleld zouden zien, om de foortelyke onderftanden aan te koopen, welke zy zouden moeten leverenen dat het Congres daar door de noodige penningen: zoude in handen krygen, om behoorlijk te kunnen voorzien in de behoeften van den oorlog. Het is echter zeer twijfelachtig of alle deze goede «J« werkzelen wel zouden gevolgd hebben, al waren zelfs deze befluiten Van het Congres ten vóllen uitgevoerd geworden: dan vermits de Staten dezelvö niet dan gedeeltelijk achtervolgden, wefd de-proef niet naar behoren genomen, en het nieuwe papiey was wederom van zeer geringen dienst, Men. had gehoopt, dat het vertrouwen op eenen nieuwen grondflag gevestigd zijnde, het Congres andermaal de voordeden zoude plukken, welken het de eerfte* maal van het papier getrokken had; maar deze hoon III. Oiu, Q w *  242 Hoofdft. XVII. Aanhangzel. Over het was flechts van korten duur. Om dezen tijd was de . geestdrift van het volk voor een groot gedeelte vervlogen , en het vertrouwen op de verbintenisfen van den Staat was byna geheel weg. Terwijl de uitkomst leerde, dat het openbare vertrouwen van eenen te tederen aart is, om daar mede te fpelen s en alleen kan ftaandegehouden worden door eerlijkheid en flipte voldoening. Wanneer dus fle verfchillende middelen, welke het Congres tot het byeen brengen der vereischte gèldfommen had voorgeflagen, het eene na het andere, mislukt waren, volgde daar op eene crifis, welke voor den uitflagvan de omwenteling ten hoog-' flen belangrijk was, en van welke wy de byzonderheden cnder de ftaatsgebeurtenisfen van het jaar 1781 zullen verhalen. Voor en aleer wy echter van ons tegenwoordige onderwerp afftappen, zullen wy hier nog eenige aanmerkingen byvoegen, omtrent het voorname werktuig der Onafhanklijkheid van Amerika; te weten het oude papieren geld van het Congres. Zonder het eene of andere dat de plaats van geld bekleedde, was het niet mooglijk geweest om den oorlog te voeren. Daar was moed en vaderlandsliefde genoeg in Amerika om zoo vele van zyne zoonen in het oorlogsveld te brengen, dat zy de legers van Groot-Brittanje in getal verre overtroffen, en die gaarne hun noodlot aan eenen algemeenen veldflag wilden wagen : maar dit was juist het gene men behoorde te vermyden; daar men zyne voornaamfte hoop Helde, in gedurige ontruimingen, aftochten enj  Papieren Geld van het Congres, 243 eil het gaande houden van eenen fleependen oorlog. De aanhoudende werkzaamheid, welke deze Wyze van verdeedigen vorderde, konde men van de te Ievendige drift der Landmilitie niet verwachten. Een regelmatig en aaublyvend leger was derhal ven noodzakelijk; en fchoon men hetzelve, wegens de geest» drift der tyden, wel zonder dadelyke betaling had kunnen houden, zoude toch ten weinigften by gebrek van zoo veel gelds, als noodig was om hetzelve in het veld te doen beftaan, het bestgezindfte en vaderlandslievendfte leger hebben moeten ver« loopen. Dat de Amerikanen volftrekt onvermogend waren om goud en zilver, zelfs blootelijk tot dat einde te kunnen bekomen, was ongetwijffeld eehe der redenen, welke de Britten aanmoedigden om-het gefchil door den degen te doen bellechten. Maar het gene Zy wisten dat met de gewoone middelen niet konde gedaan worden, gefchiedde evenwel door de zoodanige, die buitengewoon waren. Papier van geene inwendige waarde vervulde volledig de plaats van goud en zilver, en maakte de onkosten vanvijf veldtochten goed. Dit was men eenigermate verfchuldigd aan een reeds plaats vindend vertrouwen, het welke zynen grond had in de eerlijkheid en getrouwheid, waar mede de fchuldverbintenisfen der regeering, in vroeger tijd, waren afgedaan. Van NieuwYork tot Georgië was 'er, in zaken die tot geld betrekking hadden , geen voorbeeld van de minfte krenking van het openbare vertrouwen. Door de Ifchaarschheid van goud en zilver, was men in drmQ, 2 gen-  9.;4 Hoofdft. XVII. Aanhangzel. Over het gende gevallen menigwerf genoodzaakt geweest, om met papier te betalen; maar dit was altijd eerlijk ingewisfeld. Wanneer dus het papieren geld van het Congres in de wandeling gebracht wierd, werd hetzelve, ingevolge dpzen welgevestigden grond van het openbare vertrouwen, geredelijk ontvangen. De geestdrift van het volk werkte voorts mede tot het zelfde einde. Dat de gedreigde vry^ heden van Amerika moesten befchermd en verdee* digd worden, en dat het krediet van hun papier tot eene goede verdeediging volftrekt noodzakelijk was, waren begrippen, welke diep in de harten der meeste burgeren gefchreven ftonden. Het werd dus een punt van eer, en men befchouwde het als eenen plicht om dit papieren geld vrywillig tegen de volle waarde te ontvangen. Men floeg zoo weinig acht opeigen voordeel, dat de Gemeenebestgezinde burgers zich gaarn bloot ftelden aan al de fchade, welke door vele toevallen op deze fchuldbekentenisfen van het Congres konde loopen, veeleer dan de zaak van hun land te btmadeelen, door de waarde van deszelfs munt te doen dalen. Maar alle menfchelyke zaken hebben hare palen. Terwijl het krediet van het papieren geld, door het algemeene vertrouwen, en door vaderlandsliefde, behoorlijk onderfteund wierd, verminderde echter deszelfs waarde door de toenemende hoeveelheid. Herhaalde afgiften baarden die natuurlyke daling, welke eene te groote opeenhooping altijd veroirzaakt. Deze daling werd vervolgens bevorderd door verfcheidene oorzaken, die tot het krediet van het geld betrekking  Papieren Geld van het Congres; 245- icing hadden. De vyand deed dit papieren geld zeer kunstig namaken, en fpaarde geene moeke om zyne valfche briefjes door de Vereenigde Staten te verfpreiden. Het Congres betaalde zyne bewindslieden een zekeren penning ten honderd van het bedragen der gekochte goederen; en dus was het dezen hun belang, om alles ten duurften te betalen, in de plaats van zich te beyveren om tot eenen lagen prijs te fcoopen. Zoo groot was de kracht der vooringenomenheid , dat het een geruimen tijd aanhield eer het Congres konde befluiten in de wyze der Britten, om zich de legerbehoeften, byaanbefteding aan te fchaffen. Terwijl deze oorzaken hare werking deden, begon het openbare vertrouwen te verminderen, en te gelyker tijd verflapte die driftige vaderlandsliefde, welke op geen eigenbelang dacht, dagelijks meer en meer. Om de daling van het papieren geld voor te komen, of in haren voortgang te fluiten, trachte het Congres deszelfs krediet ftaande te houden, met middelen, door welke de byzondere bezittingen verloren gingen, en de zeden des volks bedorven wierden, zonder het bedoelde oogmerk te bereiken. In de eerfte plaats werd by de Staten aangedrongen, om wetten te maken, ter bepaling van den prijs der dagloonen, manufakturen en alle foort van waren; ter verbeurdverklaring en verkooping van de goederen en bezittingen der Koningsgezinden; en om de daar uit voortfpruitende gelden tegens obligatien op de kas der geldleeningen te verwisfelen. Daar ook velen der genen, die tegen de omwenteling waren, Q 3 reeds  s*tf Hoofdft, XVÏL Aanhangzel, Over het «eeds in het eerfte begin van den oorlog, de fchuldbekentenisfen van het Congres volftrekt weigerden te ontvangen, offchoon de daar in vermelde fom eis, de wezenlyke waarde van dezelven toen nog gelijk ftonden; had het Congres om derzelver kwaadwillige oogmerken tegen te gaan, reeds vroegtydig de S°aten aangemaand tot het maken van eene wet, volgens welke ieder een in het betalen van alle ter goeder trouw gemaakte fchulden zoude kunnen en mogen beftaan, met het papieren geld van het Congres, tegen de daar op uitgedrukte waarde, (nomiml valuej offchoon 'er verfproken was om in goud of zilver te voldoen. Met de zelfde bedoeling had wyders het Congres aangedrongen, dat in alle de Staten wetten mochten gemaakt worden, waar by alle de genen, die voor goud of zilver, of voor ee.nigerhande muntfpecien meer in papieren geld zouden vragen of ontvangen, dan de fom welke hetzelve in fpaanfche dollars vertegenwoordigde ; of die" voor eenigerhande waren eene grooter fom in papieren geld zouden vragen of ontvangen, dan 'waar voor men dezelve van den zelfden perfoon in goud of zilver zoude mogen koopen; of eindelijk die eenige waren wel voor goud en zilver maar niet voor het gemelde papieren geld zouden willen verkoopen, voor vyanden van de vryheden en voorrechten der Vereenigde Staten zouden verklaard worden, met verbeurtverklaring van de goederen, welke aldus verkocht of ter verkoop aangeboden waren. Dan de wetten, welke de Staten maakten, om den  Papieren Geld van het Congres. 'g^ den prijs van den arbeid en van de koopwaren te regelen, bleken by ondervinding herfchenfehimmig en onuitvoerlijk te zijn. Zy waren alleen van kracht by die weinige ware patriotten, die gezind waren om alles voor de zaak des vaderlands op te offeren, en aan alle de bevelen van deszelfs beftierderen zonder tegenkanting en met vertrouwen te gehoorzaamen. De anderen floegen dezelve in den wind, en weigerden hunne goederen af te ftaan, of eischten en kregen daar voor den prijs, dien zy 'er op ftelden. Deze wetten veroorzaakten in den eerften aanvang eene konstmatige fchaarsheid, en byaldien dezelve niet waren ingetrokken, zouden ze weldra eene wezenlyke fchaarschheid te weeg gebracht hebben, want de menfchen bevlytigen zich nimmer, ten zy ze van de vruchten van hunnen arbeid verzekerd zijn, en de vrye befchikking over dezelven hebben mogen. Van de verbeurdverklaringen en het verkoopen van de goederen der Koningsgezinden, kwam voor het grootfte gedeelte ook maar zeer weinig in 'slands fchatkist. De verkoop gefchiedde in het algemeen op tijd en het gene by de verkooping duur was werd door de toenemende daling van het papieren geld, zeer goedkoop op den tijd der betaling. Maar niets bewerkte meerder nadeel gedurende de voortgang en vooral tegen het einde van den oorlog, dan de wetten welke het voldoen derfchulden met papieren geld veroorloofden, offchoon 'er verfproken was om de betaling in goud of.zilyer te Q 4 doen.  34& Boofdft, XVII, Aanhangzel. Over het doen, Toen deze verordining gemaakt wierd , wa* "er weinige of geene onrechtvaardigheid in gelegen» want op dien tijd ftond het papieren geld gelijk of ten naasten by gelijk met dezelfde fom in goud of zilver. Dan in den loop des oorlogs, en wanneer de voorverhaalde daling plaats had, was het gansch anders met die zaak gefteld. Wetten welke oor* fprookelijk onfchuldig waren, gaven by deuitkomst aanleiding tot menigerhande onrechtvaardigheid. De ouden van dagen, die de tooneelen des bezigen levens verlaten hadden, om de vruchten van hunne naarftigheid in rust te genieten, zagen hun fceftaan verfmolten tot eene loutere beuzeling, met toereikende tot hun levensonderhoud. De wedur we die zagtjes leefde van een uitkeering, welke haar overleden echtgenoot haar by zyne uiterfte Wil gemaakt had, vond zich van de vruchten zyner Welmeenende en tedere zorg verftoken ; daar de Wetten des lands tusfehen beiden kwamen en haar noodzaakten een fchelling aan te nemen, waar zy een pond te goed had. De bloeijende maagd, met het onhetwistbaare recht op een rijk erfdeel opgegroeid, werd door deze wetten van alles beroofd uitgenomen van hare deugd en lighamelyke bekoorlijkheden. De hulpelooze wees, die uit de handen zyner voogden eene genoegzame fomme dacht te ontfangen om nu eigen zaken te kunnen beginnen, Was verplicht hun eenen volledigen kwijtbrief te geven, fchoon hy ter betaling van een Pond niet meer dan een halven fchelling onvangen had. In inenige gevallen, werd het gene in een langdurig le.  Papieren Geld van het Congres. 2^ leven, met zorge en naarfiigheid gewonnen en befpaard was, in den korten tijd van weinige jaaren in eene niets beduidende fom veranderd. Slechts eenige weinige menfchen ontdoken deze gevoelige rampen, door hunne fchuldvorderingen heimelijk aan anderen over te doen, of door de tegenwoordigheid en de nabuurfchap hunner fchuldenaren te ontvlieden. Ondertusfchen'waren deze kwade gevolgen, welke uit den gewettigden koers van dit papieren geld voortfproten, geheel en al buiten de bedoelingen van het Congres of van de wetgevende Vergaderingen der byzondere Staten, en het is niet meer dan billijk hier nog by te voegen, dat dezelve voor het grootfte gedeelte uit onkunde voortkwamen. Tot in het jaar 1780, toen het papieren geld tot op veertig voor één daalde, waren de meeste hoofden van Amerika van begrip, en dit werd ook van de groote meerderheid des Volks geloofd, dat de ganfche fom welke in dë wandeling was, door een gedurige vermindering van dezelve op prijs zoude blyven, en eindelijk met goud of zilver gelijk ftaan. In elk vak van het ftaatsbeftier begingen de Amerikanen misflagen uit onkunde, maar verre de meesten en grootften in het gene de geldzaken betrof. Deze waren de nadeelen, welke het papieren geld voortbracht: maar aan den anderen kant was hetzelve ook voor velen een ryke bron van voorfpoed. Het was ten allen tyde de vriend der armen. Zoo lang hetzelve gangbaar was, vond alle foort van werk Zeer gereede belooning. In de eerfte jaaren van den Q, 5 oor-  te de ondervinding dezer dagen om der jeugd twee heilzame lesfen in te prenten: de dwaasheid om zich van een ouderlijk erfdeel afhanklijk te maken, en de noodzakelijkheid van eigen vlijt en werkzaamheid. Zy die fchulden hadden, en tevens eenigerhande eigendom bezaten, kon-  Papieren Geld van het Congres. 25* konden de eerften gemaklijk afdoen door middel van het laatfte; daar alles wat van eenignutwas,ent te markt gebracht wierd, geredelijk konde verkocht worden. Dus was het voordelig voor hun een ge. kochte flaaf te betalen met een paar varkens, een goed huis met eenig vee en eene welbeteelde plantagie met een goed paard. Een klein gedeelte der voortbrengzelen eener boerdery was voldoende, ter vereffening van dezints langen tijd openftaande rekeningen ten lasten van den eigenaar. De droömen eener gouden eeuwe werden voorden armen en den fchuldenaar vervuld: jammer was het maar, dat alles wat dezen wonnen, volftrekt voor anderen verloren De nadeelen van deze daling namen met den oorlog geen einde; zy ftrekken zich uit tot op den huidigen dag. Dat het hulpelooze gedeelte der maatfehappy, door de wetten van zynen eigendom beroofd wierd, was nog eene der minfte rampen, welke uit den gedwongen koers van het in waarde dalende papieren geld voortvloeiden. De onbillijkheid dezer wetten, vervreemde de harten van menigen burger van de liefde tot rechtvaardigheid, en van de dadelyke betrekking van dezelve. De natuur der verplichtingen werd hier door zoo zeer veranderd, dat hy, die voorbedachtelijk verzuimde om zyne fchulden te betalen, de eerlyke man gerekend wierd. De beperkingen, welke de burgerlyke regeering had bepaalt, om in de dagelijkfche handelgemeenfchap tusfehen den man en zynen naasten de eerlijkheid te doen in acht nemen, wa-  952 HoofdlK XV|I. Aanhangzel. Over het enz. waren afgebroken. Waarheid, eer en rechtvaardig, heid werden door den alles overftroomenden vloed van wettelyke onrechtvaardigheid ter neder geworpen, en zyzijn noch niet weder ten vollen op hunne oude en gewoonelyke zetels verheven. Tijd en vlijt hebben reeds voer gen groot gedeelte de breuken geheeld, welke geoarendeden oorloginde bezittingen der burgers veroorzaakt waren; maar beiden zijn tot hier toe buiten ftaat gebleven om de fmet af te wisfchen, welke toen derzelver grondbeginfelen aankleefde : en men kan ook niet verwachten om die volkomen uitgewischt te zien, voordat 'er een nieuw geflacht opkome, 't welk de onrechtvaardigheden zyner Vaderen niet gekend heeft. ACHT'  253 ACHTTIENDE HOOFDSTUK, Handelingen der Indianen en Krijgs* tochten in derzelver Landen. Wanneer de Engelfehen Volkplantingen in NoordAmerika begonnen aan te leggen, werd het land bewoond van talryke IndiaanfcheStammen, welkehun voornaamfte beftaan trokken, uit de eigenwillige -voortbrengzelen der natuur. De kunften en de wa- g penen der Europeanen gaven dezen weldra eene meerderheid over zulke onwetende Wilden. Hadden deze laatften hun belang recht gekend, en waren zy door eenen geest van eensgezindheid beftierd geworden, zy zouden de indringende vreemdelingen, in korten tijd, hebben kunnen uitdryven, en in dat geval nu tot eenen bloeijenden ftaat mogen gevormd geweest zijn, door het bezit van hunne aloude landen en van hunne natuurlyke onafhanklijkheid. Maar deze oude inwoonders zijn, trapswyze, binnen naauwer grenzen bepaald, en hun getal isfedert door eene zonderlinge lotbefchikking van tijd tot tijd fteeds verminderd. De namen van verfcheidene natiën, welke in de afgelopene eeuw nog op vele duizenden mochten roemen, zijn thans niet meer bekend, dan by de beminnaren van zeldzame nafpooringen. Velen zijn geheel uitgeftorven , en anderen kunnen flechts nog maar eenige weinige hier en daar verfpreide hoofden opleveren, het overfchot van hare vervallene grootheid. Dat zoo yele Stammen, in zulk eenen korten tijd hun land ea  ^54 Hoofdft. XVIII. Handelingen der Indianen en tevens hun beftaan als natiën verloren hebben, is eene gebeurtenis, van welke de wederga bezwaarlijk in de gefchiedenis der wereld gevonden wordt. Geestryke dranken, de kinderziekte, het verkleinen van het grondgebied eener natie, die wegens hare levenswyze eene groote landftreek behoefde; alle welke rampen voornamelijk aan het verblijf der Europeanen zijn toe te fchryven, moeten onder de hoofdoorzaken van derzelver uitdelging geteld worden. Ondertusfchen worden de treurige bedenkingen, welke, op het befchouwen van deze verwoesting onder de oorfpronkelyke bezitteren der nieuwe wereld, mochten opkomen, eenigermate verlevendigd door de tegenzyde dezer fchildery. Immers, terwijl het eene geflacht van inwooneren ongevoelig verdween, zag men een ander, 't welk in de kunften van het burgerlyke'en maatfehappelyke leven meer en meer uitmuntte, in getal toenemen, en trapswyze de plaats van het eerfte vervullen. Dan naar mate de Europeefche aankomelingen en derzelver nazaten hunne bezittingen langs de zeekust uitbreidden, trokken de oorfpronkelyke ingezetenen van dezelve weg; en daar de eenen zich op deze wyze al verder verfpreidden, en de anderen al achterwaards weken, lagen de uitgeftrekte grenzen der eerften altijd open voor de invallen en ftrooperyen der laatften. DeEuropeefche Volkplantelingen, tuk opland, welks bézitting toch deeindelyke bedoeling des menfehelyken hebzucht is, waren fteeds geneigd om het grondgebied der Indianen tebenader'en, terwijl deze, volgens debekende grondbeginselen der men-  en Krijgstochten in derzelver Landen. 25$ xnenfchelyke natuur niet weerzin befchouwden, hoe de afftammelingen der oude landeigenaren in hun grondgebied beknibbeld en meer en meer bepaald wierden, door de nazaten dier vreemdelingen, aan welke hunne voorvaderen toegelaten hadden om onder hun te woonen. Uit deze oorzaken en inzonderheid door het losbandige gedrag van enkelde ongefchikte menfchen, zoowel onder de Indianen als onder de blanken, werd de vrede op hunne grenzen dikwijls verbroken. In den oorlog tusfehen Frankrijk en Engeland, welke in het jaar 1755 uitbrak, liet men zich aan weerskanten zeer veel gelegen liggen aan de oorfpronkelyke ingezetenen. Het gelukte aan de Franfchen om zich het grootfte getal te vriend te maken; maar de behaalde voordeelen der Engelfchen, gedurende de oorlog en byhetfluiten van den vrede, deed het by der Indiaanfche vriendfchap en eigenbelang ten voordeele der laatstgenoemden keeren. Wanneer het gefchil tusfehen Groot-Brittanje en de Volkplantingen van eenen ernftigen aart begon te worden werd de vriendfchap der Indiaanen een zaak van groot belang voor de beide partyen. Zy ftrekten zich vijftienhonderd mylen langs de noordwestelyke grenzen der Volkplantingen uit, en waren dus wenfehelyke vrienden en geduchte vyanden van dezelve. Daar fchrik een der werktuigen was, met welke Groot-Bittanje de Volkplantingen tot onderwerping meende te dwingen, kon zekerlijk niets gefchikter zijn om die hartstocht op te wekken, dan de medewerking der Indianen. Het was dus ftaatkunde, geene wreedheid, 1  25*5 Hoofdft. XVIII. Handelingen da Indianen heid, welke dit middel deed by de hand vatten; doch zy behoorde tot die alle vergezochte foort welke zich zelve tegenwerkt. Ondertusfchen hadden de Britten by het dingen naar de vriendfchap der Indianen, ten aanzien van de middelen veel voort, uit boven de Volkplantelingen. Het verdryven der Franfchen uit Canada, welke gebeurtenis nog maar dertien jaaren geleden, was voorgevallen, lag dus by vele Indianen nog versch in het geheugen en had hun hooge denkbeelden ingeboezemd van de meerdere krijgskunde en dapperheid der Britfche troepem Bovendien brachten de eerfte flappen, welke het Congres gedaan had om de Britten te keer te gaan, de Volkplantingen in de onmooglijkheid om de Indianen te behagen.' want dit was een natuurlijk gevolg van de overeenkomst om niets in te voeren , welke in den jaare 1774 werd aangegaan. Terwijl toch de Britten aan de noordzyde door Canada en ten zuiden door de beide Floridas tot de voornaamfte ftammen der Indianen toegang hadden, en over¬ vloedig in ftaat waren om alle derzelver menigvuldige behoeften te vervullen, hadden de Volkplantingen zich zeiven den weg toegefloten om die goederen in te voeren, welke tot den handel met de Indianen vereischt werden. Het was ook ongelukkig voor de Volkplantingen, dat federt den vrede van Parijs in het jaar 1763, meest alle de onderhandelingen met de Indianen gedreven waren onder het onziehc van menfchen. welke van den Koning van Groot-Brittanje aangefteld en betaald wierden; en die dus, onder verplicht  tn Krijgstochten in deYïelvéï LfMen\ plichting aan de kroon liggende^ en meerder gtiijfiten van dezelve verwachtende, hunnen invloed by de Indianen in het gemeen ten voordeele van h«e inoederiand,' en tegens de Volkplantingen gebruikten. Zy deden hun best om deze onkundige Wilden wijs te maken, dat de Koning hunnen natuurlyken beichermer was, tegen de inbreuken der Volkplart. telingen, en dat byaldien dezen in hunne tegenkanting tegen Groot-Brittanje Haagden, zy naar allen Schijn vervolgens hunne roodverwige naburen zöuden trachten uit te roeijen. Door zulke voorftel» len, met ruime en milde gefchenken gepaard, werd dus de genegenheid der Indianen ten voordeele van de Britfche belangen vooringenomen; Ondertusfchen waren de Amerikanen niet onoplettend omtrent de Wilden op hunne grenzen. Zy benoemden Afgevaardigden, om aan dezelven den grond van het gefchil te ontvouwen, en derzelve* vriendfchap door verdragen en gefchenken aan té kweeken; poogende de Indianen te overtuigen, dat het tegenwoordige gefchil hun geheel niet aanging 4 en dat zy dus aan geene van beide zydën party moesten kiezen; Om dé gemeenfehap en de ónderhandelingen tus, fchen de Volkplantingen en de Indianen met des te grooter gefcbiktheid te beleggen, waren de laatften in drie onderfeheidene vakken, als hetMoordelykei het Zuidelyke en het Midden-vak afgedeeld, en yoor ieder van dezelven afzonderlyke Afgevaardigden en Bewindslieden aangefteld. Ook befloot het Congres, in den aanvang van het jaar 177Ö, om UI, Deel, R voor  258 Hoofdft. XVIII. Handelingen der Indianen voor rekening der Vereenigde Staten eenen voorraad van daar toe gefchikte goederen, ten bedrage van veertigduizend ponden fterling, te doen inko- : men en onder dezelven te laten uitdeelen: doch dit , befluit werd nimmer ten uitvoer gebracht. . Ook waren alle de poogingen van het Congres niet toereikende, om de westelyke grenzen in ze- j kerheid te ftellen, en zoo lang de oorlog duurde, was I het grootfte gedeelte der Indianen byna altijd op de .; hand van Groot-Brittanje tegen de Amerikanen. Zuid- : Carolina was een der eerfte Staten, welke de uit- | werkzelen van den invloed der Britten op de Indianen ondervonden. De Cherokeezen en de KreekIndianen hebben hunne woonplaatzen niet ver van de westelij kfte plantagien van Carolina en Georgië. Het beftier over den handel met deze ftammen was verfcheidene jaren voor den Amerikaanfchen oorlog by uitfluiting toevertrouwd geweest aan John Stuart, eenen ambtenaar van de kroon en geheel verknocht aan de belangen van den Koning. Gevolglijk gebruikte hy den grooten invloed, welken hy op deze natiën had, geheelenal ten voordeele van Groot-Brittanje. Vervolgens beraamde hy met de Koninglyke Landvoogden en andere dienaren des Konings een ontwerp, om eene gewapende macht: naar Florida te voeren, met dezelve naar de westelyke grenzen der Zuidelyke Staten te trekken, en aldaar in vereeniging met de Koningsgezinden cn de Indianen, de voorftanders van het Congres op het lijf te vallen; terwijl dezelve op dat zelfde pas, door eene vloot en leger aan de zeekust zouden aan-  m Krijgstochten in dazeker Landen* 259 getast worden. Dan dit geheele ontwerp, werd door het bellier der Goddelyke Voorzienigheid, ontdekt, by hetgevangen nemen van MosesKirkland, eenen der eerde medeftanders om het gemaakte ont* Werp ten uitvoer te brengen, en die in de handen der Amerikanen verviel, terwijl hy met brieven voor den Generaal Gage op weg was, in welke alle de byzonderheden van den aanflag wierdenontvouwd en de noodige hulp tot het volvoeren van denzelven verzocht. Door dit achterhalen van Kirkland en Zyne papieren, werden de Amerikanen in ftaat gefield, om zoodanige maatregelen te nemen, dat de oogmerken der Koningsgezinden daar door grootendeels verydeld wierden; offchoon zy nog die uitwerking hadden, dat de Cherokeezen op den zelfden tijd hunnen moordlust begonnen te koelen4 wanneer de fterkte opSullivans-Eiland door de Britfche vloot werd aangetast. Vervolgens gaf de ongeftoorde rust, welke Zuid-Carolina en de aangrenzende Staten genoten, na dat de ondernemingen der Britten tegen dezelven in het voorjaar ett den zomer des jaars 1776 waren vlakgeflagen, gelegenheid, om den oorlog in dë landen der Indianen over te brengen: en dit gefchiede ook niet zoo zeer om over het gebeurde wraak te nemen, als wel om voor té komen, dat de Indianen zich in dien hoek Wederom by de Britten voegden. In het jaar 1776 zonden Virginie, de beide Caro» lina's en Georgië gelijktydig'elk eene aanmerkelyke macht over de Alleganifche bergen, welke het land der Indianen doortrokken, derzelver wooningen in R a braud  a6o Hoofdft» XVIII. Handelingen der Indianen brand ftaken, en de koornvelden verwoesteden. Meer > dan vijfhonderd Cherokeezen werden toen uit gebrek aan levensmiddelen, genoodzaakt, hunnen toevlucht naar West-FIorida te nemen, alwaar zy op kosten der Britfche regeering onderhouden wierden. Dit ongelukkige en misleide volk fmeekte op de onderdanigfte wyze om vrede, en ftemde kort daar na in een verdrag, by het welke zy een groot gedeelte van hun land aan den Staat van Zuid-Carolina afftonden; en door deze met kracht en nadruk doorgezette onderneming, werden de Cherokeezen gedurende eenige jaren, van alle vyandelijkheden afgefchrikt. Geheel anders was het gelegen met de Indianen, welke in den omtrek der Britfche posten woonden en aan de grenzen der noordelyke en in het midden liggende Staten paalden. De gefchenken, welke zy fteeds uit Engeland ontvingen, de vlijt derEngelfche zendelingen, en de invloed van een groot aantal uitgewekene Amerikanen, die onder dezelven eene fchuilplaats gezocht hadden, werkten alle op derzelver aangeborens plunderzucht, en fpoorden dezelven aan tot het ondernemen van menigvuldige ftroperyen. De Overfte John Butler eenKoningsgezinde uitConneëticut, en eenen zekeren Br and, een halve Indiaan van afkomst, waren de twee voornaamfte aanvoerders der Wilden by deze vyandelyke invallen. De groote uitgebreidheid der grenzen, de verre afftand der wooningen en plantagien van elkander, en de naauwkeurige kennis, welke de uitgewekene Amerikanen van de gefteldheid des lands  en Krijgstochten in derzelver Landen. 161 lands hadden, maakten het zelfs aan kleine ftropende benden gemaklijk, om veel kwaads uit te voelen. • Op den eerften van Hooimaand des jaars 1778, borst een ftorm van Indiaanfche en Koningsgezinde wraakoeffening met byzondere woede los op Wyoming, een nieuwen en bloeijenden aanleg aan de oostelyke tak der Susquehannah. Tot groot ongelijk, ten aanzien van de veiligheid der ingezetenen, maakten Conneóticut en Penfijlvanie beide aanfpraak op dezen grond; en daar elke Staat'zijn recht op eene Koninglyke handvest gegrond trachte te doen gelden, werd aan de wetten van geen van beiden, op eene krachtdadige wyze de hand gehouden. In deze afgelegene ftreek, waar de regeering dus flap was, waren gevolglijk de Koningsgezinden minder onder bedwang, en konden zonder ontdekt te worden gemaklijk by elkander komen. Eens werden 'er nogthans zevenendertig in hechtenis genomen, en naar Hartford in Conneéticut opgezonden; doch Inaderhand wederom ontflagen. Deze en anderen van dat zelfde flag, opgehitst door wraakzucht tegen de Amerikanen, die fommigen van dezelven in ballingfchap gezonden, en met verlos van have en erf geftraft hadden, maakten eene gemeene zaak met de wilde Indianen, en overvielen de Volkplanting van Weyoming met hunne vereenigde macht, welke op elfhonderd man gefchat wierd, en waar 1 onder negen honderd Indianen waren: terwijl de ganfche bende ftond onder het bevel van den Overften John Butler, een Koningsgezinde uit Coi> R 3 nee-  sói Hoofdft. XVIII. Handelingen dei- Indianen necticut. Eene der fterkten, welke ter beveiliging der ingezetenen was opgeworpen, werd wegens haren zeer zwakken toeftand, zonder tegenweer aan, dezen hoop overgegeven. Maar een gedeelte der bezetting was voor uit geweken naar de voornaamfte fterkte te Kingfton, ForyFort genaamd. Deze werd daags daar aan insgelijks door den Overften Butler opgeeischt; waar op de Overfte Zebulon Butler, een Officier van het Staten leger, die in dezelve gebood, aan den eerstgemelden een mondgefprek liet voorflaan, te houden by eene zekere brug buiten het Fort. Dit toegeftaan zijnde, begaven de Overfte Zeeulon Butler, Denmison en eenige andere Officieren zich naar de beftemde plaats; werwaardszy van de ganfche bezetting, uitgenomen eenige weinige ouden en verminkten, gevolgd wierden. 'Er kwam geen vyand te voorfchijn en het volk van Wyoming trok verder voor uit, in de onderftelling dat de vyanden teruggedeinst waren. Op deze wyze vervolgden zy geftadig hunnen tocht, tot zy omtrent een uur gaans van het Fort verwyderd waren; wanneer zy een klein getal vyanden zagen, met welken zy eenige fcheuten wisfelden, doch zich terftond daar op door de ganfche macht der Indianen en Koningsgezinden omringd zagen. Zy verweerden zich dapper, 'tot dat zy bevonden dat men hun den aftocht naar het Fort had afgefneden; maar toen werd de verwarring algemeen, en van de vier honderd en zeventien, die uit het Fort getogen waren, bleven'er omtrent drie honderd en zestig op de plaats liggen, alzoo 'er geen kwartier ge-  en Krijgstochten in derzelver Landen. 261 gegeven wierd. Vervolgens deed de Overfte John Butler de fterkte Forty-Fort wederom opeisfchen, en zy werd hem nu by verdrag overgegeven, volgens het welke de genen die zich in hetzelve bevonden hunne goederen zouden behouden, en de bezetting welke nog uit dertig mannen en .twee honderd vrouwen beftond, vryheid hebben om de Susquehannah over te trekken, en zich door de bosfchen naar het Graaffchap Northampton te begeven. De overige hier en daar verfpreide planters waren meestal reeds vooraf gevloden, fommigen door de bosfchen naar het Graaffchap Northampton, en anderen langs de rivier naar het Graaffchap Northumberland. Op deze vlucht bevielen eenige vrouwen in de bosfchen, en velen leden geweldig door gebrek aan levensmiddelen. Onder de planters van Wyoming, hadden 'er verfcheiden goede huizen en fchuren getimmerd, en reeds aanmerkelyke vorderingen gemaakt: dan deze en alle de overige huizen in dien omtrek, vijf of zes misfchien uitgezonderd, werden vernield, en de paarden, runderen, fchapen en varkens, voor het grootfte gedeelte door de vyanden geflecht of weggevoerd. De rampfpoeden van deze Volkplanting waren'ongemeen groot, een aanzienelijk gedeelte der mannelyke ingezetenen werd op eenen dag omgebracht, en een enkeld gevecht maakte byna twee honderd vrouwen tot weduwen , en een veel grooter aantal kinderen tot vaderlooze wezen. Niet lang na het verwoesten van Wyoming, werd 'er een krijgstocht tegen de Indianen ondernomen R 4 on «  ||1 Hóöfdft. XVIIIj Handelingen der Indianen onder het bevel van Butler, eenen Overften onder de troepen van den ftaat van Penfijlvanie. Deze met zyne onderhorige manfehappen, op den ) eerftea van Wijnmaand, het begin der Delaware fcerelfet hebbende, trok benedenwaards langs die riv'Jer, gedurende twee dagen en boorde toen dwars door het land tot aan de Susquehannah. Zy verbrandden of vernielden alle de Indiaanfche dorpen Jzöq in dien oort als op de andere plaatfen, doch deradver bewooners ontkwamen hunne handen. De verwoesting ftrekte zich verfcheidene mylen aan beide zyde van de Susquehannah uit: maar demoeir jelijkheden waar mede het volk van den Overften Butler op dezen tocht te worftelen had, waren ïiiet minder groot en alleen te verduren van menfchen, die beide naar lighaam en ziel vry wat onYertzaagdheids bezaten. Zy moesten zeiven hunnen voorraad op den rug nemen en met dien last menigwerf kreeken en ftroomén doorwaden; terwijl $y na eenen afmattenden tocht de koude nachten onder zwaren regen verplicht waren door te brengen, zonder zoo veel.dekzel als noodig was om hunT ne geweeren droog te houden; en deze tocht duurde zestien dagen. Omtrent vier weken na dat de Overfte Butler Was te huis gekomen, vielen eenige/honderd Indianea benevens eenen grooten hoojj Koningsgezinden en omtrent vijftig man regelmatige troepen in den ftaat van Nieuw-York in délaudftreekvanCherry. Valley. Zy ondernamen eene vergeeffche pooling tegea het Fort Alden, doch vermoordden en ont-  en Krijgstochten in derzelver Landen. 2Ö5 oötfchedelden tweeëndertig ingezetenen meest vrouwen en kinderen; gelijk ook den Overften Aldén nevens tien zyner foldaten. Een aanflag welke onder den Luitenant Landvoogd van Detroit, Henry Hamixton gebrouwen werd raakte door het kloeke beleid van den Overften Clarke in duigen, tot groot geluk voor de planters der achterlanden van Virginie, tegen welken dezelve voornamelijk gericht was. Het doel dezer krijgsonderneming was van grooten omvang en vele Indianen zouden in dezelve deelen. Hamilton had reeds in de winter post gevat te St. Vincent om des te beter alles in gereedheid te kunnen brengen en op de plantaadjen der Amerikanen aan te vallen, zoo dra het jaargetyde zulks zoude toelaten. Maar Clarke vernomen hebbende dat Hamilton zich zeiven verzwakt had, door een aanzienelyk gedeelte der Indianen tegen de grensbewooners af te zenden befloot hem aan te tasten, als zynde dit het gefchiktfte middel ter voorkoming van de rampen en onheilen'welke zijn Vaderland dreigde. Na vele zwarigheden doorgeworfteld te hebben, kwam hy op den tweeëntwintigften van Sprokkelmaand , met honderd en dertig man onverhoeds voor St. Vincent. De Stad gaf zich terftond over aan de Amerikanen en bood hun de behulpzame hand tot het innemen der fterkte, welke reeds den volgenden dag by verdrag overging, volgens het welke Hamilton met de zynen krijgsgevangen bleven; Olarke vervolgens ontwarende dat 'er eén geleide R 5 van  Hoofdft. XVIH, Handelingen der Indianen ■ van Britfche goederen en levensmiddelen van De. troit in aantocht was, zond eene bende van zestig man tegen hetzelve, welke zich ook geheel en al 'er van meester maakte: en dus werd door dezen kloeken en wel beftierden aanval, de ganfche aanfiag van Hamilton in de geboorte gefmcord. Wy. ders zond de Overfte Clarke aan den raad van Virginien de brieven en papieren, welke betrekking hadden.tot den Luitenant Gouverneur Hamilton, die Vrede-Rechter van Detroit Philip de Jean, en den Kapitein der VrywilligersWiLHAMLAMOTHE, alle drie zyne gevangenen. De Raad dezelve onderzocht hebbende, bracht voor bericht uit:'dat Hamilton de Indianen had opgezet om tegens de weerlooze ingezetenen der Vereenigde Staten hun. ne gewoone wreedheden te plegen, dat hy ten tydevan zyne gevangenneming aanzienelyke benden van Wilden tegen de grenzen had uitgezonden; eene groote raadsvergadering van derzelver hoofden beroepen om met hem te fpreken en de krijgsverrichtingen van den volgenden veldtocht te beramen; bepaalde belooningen voor elk ontfchedelde heeft gegeven en de krijgsgevangen Amerikanen met wreedheid behandeld. Ook berichte dezelve,, dat het blijkbaar was dat de Zean zich van Hamilton tot dit alles met yver en bereidwilligheid had laten gebruiken; en dat Lamothe Kapitein was van de vrywillige Indianen en Koningsgezinden, die hun werk van ontfchedelen maakten, en van tijd tot tijd liittogen, onder het algemeene bevel van noch mannen, noch vrouwen, noch kinderen te fparen. Wes- faa>  en Krijgstochten in derzelver Landen. aó^ halven de Raad dezelven befchouwende als gefchikte voorwerpen, op welken de wet van wedervergelding aanvanglijk zoude mogen in het werk gefield worden, den Landvoogd aanried om hen aan ketens te fluiten, in den onderaardfchen kerker der gemeene gevangenis te werpen, hun het gehruik van papier, pen en inkt te onthouden, en hen van allen omgang met menfchen af te fluiten, den cipieralleen 'uitgezonderd. Vervolgens vertrok ds Overfte Goose van Schaick, op den negentienden van Grasmaand, met vijfenvijftig man uit het Fort Schüyler, naar de wooningen langs de Onandago, alwaar zy alles, te weten vijftig huizen, benevens eenen aanzienelyken voorraad levensmiddelen, door den brand verwoesteden, de paarden en al het andere vee ombrachten, de wapenenen den krijgsvoorraad der Indianen vernielden of mede voerden, en derzelver plantagien verwoesteden. Twaalf Indianen raakten om hals en vierendertig wierden 'er gevangen genomen ; terwijl de ganfche tocht niet meer dan zes dagen duurde, en zonder verlies van een enkeld man volbracht wierd. Op deze wyze werd de oorlog in Amerika, ten aanzien van de Wilden , gevoerd. Verwoesting, fomtijds met wreedheid gepaard, werd aan weerskanten gepleegd en wederom vergolden, met eene oneindige verfcheidenheid van yslyke en afzichtige tooneelen: daar de eigenbatige driften der menfchelyke natuur, door geene maatfchappelyke banden beteugeld, alle de palen, van betamelijkheid en men- fche-  2<53 Hocfdffc. XVIIÏ. Handeling'.n der Indianen fchelijkheid te buiten gingen. De Amerikaanfche wegloopers, die in de Westelyke Woestynen eene fchuilplaats gezocht hadden, voldeden hunne roofzucht door zich als de Wilden te befchilderen en te klecden. Op andere tyden fpeelden zy voor gidzen en voerden deze onbarmhartige roovers naar zulke plaatfen, waar de rijkfte buit te halen was, en tevens de kans fchoon ftond om 'er heels huids af te komen. De Wilden, door Britfche zendelingen ea gefchenken aangemoedigd, en door weggeloopen Amerikanen, die het land door en door kenden, en met den fchijnfchoonen dekmantel van getrouwheid aan den Koning, de afgerichtfteboosheid bedekten, geleid, vervulden het land overal mèt moord en plunderingen. Een meer byzonder verhaal van het verwoesten en vernielen der bezittingen; van den kommer en de ellende eener groote menigte, die den moord niet . ontkomen waren, dan door in de bosfchen te vlieden, alwaar zy zonder dekzel van de vrywillige voortbrengzelen dés aardrijks moesten leven; en van de gmwelyke moorden aan lieden van allerhande ouderdom en kunne gepleegd, zoude genoegzaam zijn, om ieder mensch door fchrik- en yzing het bloed in de aderen te doen ftollen. In onderfcheidene ondernemingen y welke men tegen de Indianen in het werk ftelde, had men zich over fommigen van hun rykelijk gewroken; doch deze gedeeltelyke voordeden, waren van geene duurzame vrucht. De weinigen, die alsdan ontkwamen hadden het in hunne macht om duizenden on-  tn Krijgstochten in derzelver Landen. 26q ongelukkig te maken. Weshalven men, in den jare 1770, befloot eenen beflisfenden krijgstocht in het land der Indianen te ondernemen, en daardoor de grenzen van eene beftendige rust te verzekeren. Met dit oogmerk bracht men eene aanzienelyké macht van Staten troepen byeen, en ftelde dezelven onder het bevel van den Generaal Suixivan. De Indianen, die het bondgenootfchap der zes natiën uitmaken , en gemeenelijk de Mohawks geheten worden, waren het voorwerp van dezen krijgstocht. Zy bewoonen die uitgeftrekte en vruchtbare landftreek, welke tusfehen Nieuw-Engeland, de middenfte Staten en het Landfchap Canada inligt. Zy waren door het Congres vermaand, en hadden .ook beloofd, om in den oorlog onzydig te blyven; maar draalden niet lang om van gedrag te veranderen. De Oneidas en eenige weinige anderen waren vrienden van de Amerikanen; doch de groote meerderheid koos regelrecht party tegen dezelven. Door de gefchenken en beloften van Sir John Johnson en andere Britfche zendelingen, en teveps door hunne aangeboren plunderzucht overgehaald, deden zy vervolgens eenen inval op de grenzen, en voerden overal moord en verwoesting met zich, waar zy hunne fchreden zettedeu; terwijl zy, door de nabyheid hunner wooningen aan de bewoonde ftreeken der Vereenigde Staten; tevens de invallen van afgelegener Indianen begunftigden en gemaklijk maakten. Waarom men zich dan ook veel goeds van derzelver verdryving beloofde. Wanneer nn de Generaal Suluvaïj zynen tocht naar  270 Hoofdft. XVIII.' Handelingen der indianen naar het land der Indianen vervolgde, werd hy vaü den Amerikaanfchen Generaal Clinton met meer dan duizend man verfierkt. De laatstgemelde was de rivier Susquehannah, door een zonderling beleid afgezakt* Hy bevond dat het water in die rivier niet hoog genoeg was om zyne fchuiten te doen vlotten, en deed, om dit gebrek te verhelpen, meb groote naarftigheid eenen dam opwerpen, dwafs door den mond van het meir Otfego, eene der bronhen van de rivier Susquehannah. Het meir door zy» ne bronnen geftadig aangevuld wordende, liepfchieüjk op ter hoogte van den dam; en de Generaal Clinton, intusfchen zyne fchuiten gereed gemaakt hebbende, deed daar op den dam doorfteken, om het water op eens te laten Ioopen, het welk de rivier zoo zeer .deed ryzen, dat hy in ftaat was om alle zyne troepen in te fchepen, en met dezelven tot Tioga af te zakken: zoo dat zy zich, door dit middel, gemaklijk en fchielijk met Sullivan konden vereenigen. De Indianen vernemende, dat deze krijgstocht tegens hen gericht was, gedroegen zich met veel kloekmoedigheid. Zy brachten hunne macht byëen kozen eenen voordeeligen grond voor hunne legerplaats, en verfterkten dien met oordeel en beleid. Op den negenentwintigften van Oogstmaand, werden zy van den Generaal Sollivan in hunne werken aangetast, en verduurden eene kanonnade van meer dan twee uur eer zy den voet Haakten. Toen nam het gevecht eenen beflisfenden keer, daar de Indianen üa het overweldigen hunner Verfchanzingen op de  en Krijgstochten in derzelver Landen. 271 de vlucht floegen, zonder de geringfte pooging te doen om zich te herftellen. Zy werden eenige mylen ver vervólgd, doch zonder veel vruchts, wijl de verslagenheid, welke deze nederlaag onder hun veroorzaakte, zoo groot was, dat zy hoegenaamd op genen verderen tegenftand bedacht,waren; en naar mate de Amerikanen verder in de door hun bewoonde landen introkken, dreven zy de Indianen voor zich uit, zonder dat dezen hun eenige beletfelen in den weg wierpen. De Generaal Süixivan drong dus door tot in het hart des lands, het welke de Mohawks bewoonden, en hy verwoeste alles waar hy kwam. Vele woonplaatzen in den trant van Steden, werden 'er verwoest, behalven de hier en daar verfpreide wooningen. Alle de koornvelden en alles waar aan eenige kweeking was te koste geleid, ondergingen het zelfde lot. Naauwlijks bleef 'er iets, welk de "gedaante van een huis had, overeindé, en 'er was geen Wilde-meer te zien. Tot verbazing der Amerikanen, vonden zy het landomftreeks de Steden der Indianen wel bebouwd, en de huizen ruim en gemakkelijk. De menigte granen, welke zy vernielden, was ontzettende. In de boomgaarden welke zy nedefhieuwen, waren vele honderden vruchtboomen geplant, waar van 'er menige reeds lange jaren fcheenen geftaan te hebben. De tuinen, welke met eenen grooten voorraad van nuttige moeskruiden van onderfcheidene foorten verrijkt waren, werden insgelijks geflecht. Voorts waren de Amerikanen, wegens de menigvuldige beledigingen en gewelddadigheden, welke zy van de In-  2-J2 Hoofdfr. XVIII. Handelingen der Indianen Indianen geleden hadden, zoo zeer op dezelven gebeten , en 'er zoo fterk op gefteld, om dezen toeht .beflisfende te maken, dat de Officieren en Gemeenen met de uiterfte bereidwilligheid, hunne toeftemming gaven om zoo lang te vertoeven, tot dat zy de volkomene verwoesting van deze Indiaanfche woonplaatzen zouden voltooij d hebben: terwijl de levensmiddelen , welke het land opleverde hen bewaarden, datzy niet door fchaarsheid behoefden om te komen. De koornairen waren 'er zoo opmerkelijk groot, dat fommigen tweeëntwintig duimen in de lengte konden halen, en de nood leerde hier een nieuw middel uitvinden om het graan uit dezelve te malen. De foldaten boorden eenige hunner veldketels met hunne bajonetten vol gaten, waar door derzelver oppervlakte aan de eene zyde de gedaante eener rasp verkreeg, over welke zy deze, koornairen wreven, en zoo doende een grof meel verkregen, waar van Zy zich vervolgens met weinige moeite een aangenaam voedzel vervaardigden. Ongeveer drie maanden na zynen uittocht, bereikte de Generaal Sullivan de Stad Easton in Penfijlvanie, en vervoegde zich kort daar na wederom by het leger. Terwijl de Indianen, door' deze beflisfende onderneming op de gevoeligfte wyze die rampen geproefd hebberide, welke zy gewoon waren anderen te doen lyden, omzichtiger en vreesachtiger wierden. Het gene zy nu hadden moeten lyden, en de fchrik voor de herhaling van een dergelijk bezoek, wanneer zy de wraak der Aroerikanen op nieuws tergden, verdoofde den lust hun-  en krijgstochten m derzelyef Landen, ■ hunner oorlogslieden, om in de woonplaatfen der Amerikanen te gaan ftroopen: en fchoon de grenzeq geene volmaakte rust genoten , vonden dezelven zich echter grootendeels bevrijd van die onheilen^ waar in zy kortlings gedompeld waren» Maar fchoon de gemelde onderneming deze geze* gende gevolgen te weeg bracht, werden echter, by derzelver aanvang en voordat zy ten eindegebrache was, verfchillende ff reeken der Vereenigde Staten, door onderfcheidene hoopen Wilden overvallen en uitgeplunderd. In het laatfte van Hooimaand, viel eene bende van zestig Indianen en zevenentwintig blanken, onder aanvoering van Brand in de plantagien van Minifink, verbrandde 'er tien woonhui, zen, twaalf fchuren, eene fterkte, en twee molens, en voerde vele geroofde goederen, nevens verfcheidene gevangenen met zich, De Landmilitie van Goshen en den omtrek, ten bedrage van honderd en vijftig man, kwam hier op in 't geweer, en vervolgde dezelve, dochmet zoo luttel omzichtigheids, dat zy verrascht en geflagen wierden. Omftreekg dien zelfden tijd trokken de Generaal Wiluamson en de Overfte Pickens, beide uit Züid-Carolina, in het land der Indianen, welke aan de grenzen van dezen Staat paalden, en verbranden of vernielden het graan van acht Steden, en noodzaakten bovendien de Indianen om hunne tegenwoordige woon. plaatfen te verlaten, en zich naar afgelegcner wooflingen te begeven, In de volgende maand, ondernam de Overfte Broadhead eenen gelukkigen krijgstocht tegen de III. Desi. S Min.  274 Hoofd ft. XVIII. Handelingen der Indianen Mingo, Munfey en Seneka-Indianen. Hy vertrok van Pittsburg met ruim zes honderd man, en bleef ongeveer vijf weken uit: in welken tijd hy wel twee honderd mylen van het Fort doordrong, en een aantal Indiaanfche wooningen, benevens wel vijf honderd akkers met graan, vernielde. De Staat van Nieuw-York had echter by aanhoudendheid op de grenzen te lyden, van de Wilden en derzelver Koningsgezinde medegezellen. Deze verbrandden in den zomer van het jaar 1780, vijftig huizen en zevenenveertig fchuren, zijnde het voornaamfte gedeelte van Canijohary, eenen fchoonen nieuwen aanleg omtrent vijftig mylen van Albany. Insgelijks vernielden zy zevenëntwintig huizen te Schoharie, en twintig te Normanskreek. Niet wel twee maanden daar na, deden zy eenen tweeden ftroop, en vielen in de plantagien van Stone-Arabie, Canaiioraga en Schohavie: terwijl zy byna ten zelfden, tyde eene groote ftreek lands aan de Mohawk-rivier verwoesteden, een aantal planters om hals brachten, en 'er velen gevangen namen. De Cherokee Indianen, niet meer zoo't fcheen, gedachtig aan de nadeelige gevolgen van den inval in hunne landen, waar toe zy de Amerikanen in den jare 1776 getergd hadden, deden in het jaar 1781 eenen nieuwen ftroop in Zuid-Carolina, in het rechtsgebied van Ninety Six, vermoorden eenige huisgezinnen, en ftaken verfcheidene wooningen in brand. De Generaal Pickens bracht hier op een deel Landmilitie byeen," en deed wederom eenen in-  en Krijgstochten in derzelver Landen. ftf$ inval in derzelver land j welken hy in veertien da* gen ten einde bracht, aan het hoofd van omtrent vier honderd ruiters^ In dien korten tijd verbrandde hy dertien Indiaanfche Steden en Vlekken, doodde meer dan veertig Indianen, en kreeg 'er een goed deel gevangen, offchoon 'er van zijn volk geen en* keld man fneuvelde, en 'er flechts twee gewond wierden. Geene der krijgstochten tegen de Chero* Jceezen was zoo fnel Uitgevoerd en zoo beflisfende geweest als deze. De Amerikanen hadden hoofd voor hoofd geen drie patroonen verfchoten, en echter ontkwamen 'er niet meer dan drie Indianen vaö allen , die zy te zien gekregen hadden. Maar ook had men zich, by deze gelegenheid, van eene nieuwe wyze van ftryden, met den besten uitflag, tegens hun bediend ; daar men de Amerikaanfche Landmilitie thans had laten opzitten, en met uitgetogen zwaard op de Indianen aanvallen. De over° Wonnen Cherokeezen fmeekten anderwerf om vrede op eene zeer onderwerpelyke wyze, en verkregen dien ook, doch niet, dan na dat zy beloofd hadden > om in ftede van naar den raad van de Koningsgezin« deh, die hen tot oorlog wilden ophitzen, te luisteren, alle de genen, welke met die boodfchap zouden tot hen komen, aan de regeering van den Staat van Zuid-Carolina over te leveren. Tegen het einde van den oorlog, werd 'er eene barbaarfche en geheel onverdiende flachting aangerecht, onder eenige befchaafde Indianen, die zich aan den Muskingum-ftroom hadden neergeflagen, en onder den invloed van eenige godvruchtige zenS 2 de»  ni6 Hoofdft. XVIII.- Handelingen der Indianen delingen van de Moravifche kerkgezindte, eenigermate tot eenen ftaat van burgerlyke en godsdienftige befchaafdheid gebracht waren. Zy hadden eene afkeer van den oorlog, en wilden 'er geen deel in nemen, omreden, gelijk zy zeiden, dathetGroo. te Wezen de menfchen niet gefchapen had om elkander te vernielen, maar om zich onderling lief te hebben en behulpzaam te zijn. Uit zucht voor den vrede, rieden zy die van hunne kleur, welke tot den oorlog geneigd waren, daar van af te laten; en de menschlievendheid dreef hen aan, om de blanken van het gevaar te verwittigen, wanneer zy wisten dat derzelver plantagien ftonden aangetast te worden. Hier door vertoornden zy de vyandelyke Indianen dermaten, dat deze dit vreedzame volk geheel wegvoerden van de Muskingum na eene der oevers van de Sandusky-kreek. Maar deze menfchen, in hunne nieuwe wooningen het koorn duur en fchaarsch vindende, kregen vryheid om in den Herfst van het zelfde jaar, naar Muskingum terug te keeren, ten einde het gewas, welk zy voor hunne vervoering geplant hadden, te kunnen inzamelen. Wanneer nu de blanken te Monongahala en in dien omtrek vernamen, dat 'er zich in de Moravifche vlekken een aantal Indianen onthielden, ftrooiden zy uit, dat dezelve met vyandige oogmerken •gekomen waren. Geen verder onderzoek werd hieromtrent gedaan , maar honderd en zestig hunner ftaken over de Ohio, en brachten deze weerlooze en niemand Ieeddoende menfchen ter dood, fchoon zy geen wederftand boden. Want deze Moravifche broe-  •*••* • en Krijgstochten in derzelver Landen. 27} broederen onderwierpen zich, ingevolge van hunne godsdienftige begrippen, aan hun ongelukkig lot, zonder eenige pooging te doen om hunne moordenaren te fchaden. Dus werden 'er meer dan negentig van dit vredelievendegeflachtom hals gebra'cht, van menfchen die terwijl zy den naam van Christenen droegen, oneindig meer dien van Wilden verdienden, dan die genen, welken zy zoo onmenfchelijk vermoord hadden. Niet lang na dezen onverdienden en moedwilligen moord, trok een "hoop Amerikanen uit naar Sandusky, om de Indiaanfche vlekken in dien oord te vernielen, doch de Delawares, Wyandots en andere Indianen ftelden zich tegen hun te weer, het welk een gevecht tengevolge had, waarin fommigeblanken fneuvelden, en verfcheiden anderen gevangen genomen werden. Onder de laatften, was de Overfte Crawford , nevens zijn fchoonzoon. De Overfte werd opgeofferd aan de zielen der Indianen die in de Moravifche vlekken vermoord waren, en de andere gevangenen werden met den Tomahawk, of den ftrijdhamer der Wilden, ter dood gebracht. Ondertusfchen waren de verwoestingen en de ellende, welke gedurende de ganfche Amerikaanfche oorlog, door de Indianen over de grensplaatfen 'der Vereenigde Staten, en de door de Amerikanen over de Wilden gebracht werden, groot genoeg om de verhardfte zielen totmedelyden te verwekken. Niet alleen de mannen en de krijgslieden, maar ook de vrouwen en de kinderen, ja zelfs ganfche plaatzen, deelden in de algemeene verwoestingen. Ieder s 3 werd  Hqofdfk XVJII. Mandelingen der Indianen enz. werd eens anders geeszel, en de onvermydelyke, rampfpoeden van den oorlog werden dubbeld drukkende gemaakt, door het verftrooijen der huisgeïinnen, door het opbreken van ganfche nieuw aangeleide plaatfen, en door de barbaarfte wreedheden te voegen by de uitgeftrekfte vernieling van alle die dingen , welke tot het gemak, het onderhoud en de genoeglijkheid van het leven dienftigzijn. tam  NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Veldtocht van het jaar 1780 .in de Zuidelyke Staten. De met eene goede uitkomst bekroonde verdeediging van Savannah, en het daar op gevolgde vertrek des Graven d'Estaing van de kusten der Ver. eenigde Staten, deden alle zwarigheden, welke men te voren over de zekerheid van Nieuw-York mogte gehad hebben, ras verdwynen; terwijl Sir Henry Clinton uit deze omftandigheden tevens gemaklijk konde opmaken, dat het thans eene gefchikte tijd was om wederom aanvallender wyze te werk te gaan. In de twee voorgaande veldtochten niets van aanbelang uitgevoerd hebbende, wendde hy thans zyne aandacht naar het Zuiden, en ftreelde zich met de vleijendfte vooruitzichten op gemakkelyke veroveringen in de zwakker Staten. Degefchiktheid der luchtftreek voor eenen winter-veldtocht, de rijkdom van het land en deszelfs afgelegenheid om hulp te erlangen, beftemden ZuidCarolina tot een gefchikt voorwerp der aanftaande onderneming. Zoo dra derhalven het vertrek der Franfche vloot bekend en bevestigd was, gaf Sir Henry Clinton het bevel over de koninglyke macht in Nieuw-York over aan den Luitenant-Generaal Kniphaosen, en ging zelf fcheep naar het Zuiden, met vier battailjons ligte troepen, twaalf regimenten, en eenen hoop Britten, Hesfen en Provinciaal en, eeae fterke bende kanonniers,.en S 4 twee-  *8.<3ï HoQfdft, xix, Veldtocht van het jaar 1780 tweehonderd en vijftig ruiters, benevens eenen ruimen voorraad van krijgsbehoeften en levensmiddelen. De Vice-Admiraal Arbuthnot nam op zich om de troepen met eene behoorlykezeemacht, naar dc plaats hunner beftemming te geleiden. Op den z.(?;.ëntwintigflen van Wintermaand des jaars 1779 gingen zy gezamentlijk van Nieuw-York onder. Sëij, en de vloot kwam op den laatften van Louwmaand des volgenden jaars, te Tyber in Georgië ayn, na een verdrietige en gevaarlyke reize, waar Op zy een gedeelte van hun zwaar gefchut, hunne ïpeeste Artillery en alle hunne paarden verloren. Na korte dagen zeilden de transportfchepen, met bet leger aan boord, van Savannah naar Northfëdisto, en na eenen fpoedigen overtocht, traden, de troepen aan land op den afftand van dertig mylen van Charleston, en namen bezit van JohnsEiland en het Veer van Stono, en kort daar op van James Eiland en Wappoo-Cut. Vervolgens floegenfy eene brug over het kanaal, en een gedeelte van 's Konings leger vatte post aan de oevers van de rivier Ashley, vlak tegen over Charleston. Op het tijdftip van de landing der Britten, was de wetgevende Vergadering van den Staat byeen, doch zy fcheidde terftond, na aan den Gouverneur Kudledge en dezulken van zyne raad als hy daar toe gcfchikt zoude kunnen oordeelen te raadplegen, de raachtgegeven te hebben, om alles te doen wat het algemeene welzijn zoude vereisfchen, uitgezonderd beLter dood brengen van Burgers, zonder eenewettige rechtspleging. De Landvoogd gaf daar op on-. mid-  in de Zuidelyke Staten, middelijk bevel aan de Landmilitie, om zamen te trekken, maar fchoon de nood groot was, gehoorzaamden 'er maar weinigen aan het dringende bevel. Hier op deed de Landvoogd, uit hoofde van zyne buitengewoone macht, een Plakaat afkondigen, waar by alle de genen der Landmilitie, die naar den regel uitgetrokken waren benevens alle de ingezetenen van de Stad, en die eenigen eigendom in dezelve hadden, gelast wierden, zich onder den Amerikaanfchen Standaard te begeven, en zich onmiddelijk by de bezetting te voegen, op ftraffevan verbeurdverklaring hunner goederen. Maar ook deze geftrenge, hoewel noodzakelykemaatregel,deed weinig uitwerking; de moed der landzaten was te veel verflaauwd, door de mislukte belegering van Savannah. Ondertusfchen had de langwylige overtocht van Nieuw-York naar Tyber, den Amerikanen tijd gegeven om Charleston te verfterkén. Het welk benevens de fchade welke het koninglyke leger in het laatfte ftormachtige weder geleden had, den Generaal Clinton deed befluiten , om bevelen naar Nieuw-York te zenden om verfterking van manfehappen en krijgsbehoeften; en hy gelaste tevens den Generaal-Majoor Prevost om hem twaalfhonderd man van de bezetting van Savannah te zenden. De Brigadier-Generaal Patterson geleide deze manfehappen over de rivier Savannah , en baande zich eenen weg over het tusfehenbeiden gelegen land, en vereenigde zich kort daar na met Sir Henry Clinton aan de oevers der rivier Ashley. Toen onS 5 der-  a8a Hoofdft. XIX. Veldtocht van. het jaar 1780 dernam de koninglyke macht zonder verder uitftel het beleg. Te Wappoo op James-Eiland maakten zy hun magazijn en wapenplaats, en verfchansten zich beide op dat eilanden op het vaste land tegenover de westelyke en zuidelyke hoeken van Charleston. Op den negenëntwintigften van Lentemaand, trok een der voorposten over de Ashley rivier, en men opende kort daar na de loopgraven, op eenen afftand- van elf honderd Engelfche roeden van de werker/der Amerikanen, en daar na werden 'er by tusfchimpoozen vijf batteryen aangeleid op de landengte van Charleston. De bezetting was niet minder yverig om zich tot tegenweer te bereiden. De werken reeds te vorea opgeworpen, werden verfterkt en uitgeleid; tusfehen de Cooper en de Ashley, werden dwars over linien en redouten aangeleid, en deze verfchanzing werd van voren gedekt door eene fterke verhakking en eene met water gevulde gracht, gemaakt door het trekken van een kanaal van den aanvang der moerasfen, welke aldaar tegen elkander aan fchieten. Tusfehen de verhakking en de linien werden diepe kuilen dicht by elkander gegraven , en de linien inzonderheid fterk gemaakt aan de beide vleugels en zoo ingericht, datzy de gemelde gracht genoegzaam in hare ganfche uitgeftrektheid konden beftryken. Ter beveiliging van het middenpunt was een hoornwerk aangeleid, het welk gedurende het beleg van achteren gefloten zijnde een foort van kasteel uit. maakte. Ook werden 'er rondom de Stad werken opgeworpen, waar men dacht dat de vyand zoude kunnen landen. Of-  in de Zuidelyke Staten. 283 Offchoon nu deze linien niets anders dan in fpoed opgeworpene aardwerken waren, werden zy echter van SirHENRV Clinton geëerbiedigd, en met het maken van drie pararellen vereerd. Van den derden tot den tienden vanGrasmaand, was de eerfte pararel voltooid, en terftond daar op werd de Stad opgeëischt. Op den twaalfden begonnen de batteryen te fpelen, en federt dien dag werd 'er byna zonder ophouden gefchoteu. Omftreeks den tijd dat de vyandelyke batteryen begonnen te werken, werd 'er eene verfchanzingopgeworpen aan de Wando-rivier, negen mylen van de Stad, en eene andere aan de punt van Lempriere, om de gemeenfehap met het land te water open te houden. Ook werd 'er eene post geleid aan een veer over de Santie, om het inkomen van levensmiddelen, of den aftocht der bezetting, ingevalle dezelve noodzakelijk mocht worden, te begunftigen. Intusfchen was de Britfche zeemacht, beftaande uit een fchip van vijftig ftukken, twee van vierenveertig en vier van tweeëndertig, behalven het gewapende fchip de Sandwich, op den eenentwintigden van Lentemaand, over de bank gezeild, vlak tegen over de reede van Rebellion, en in de Vijf. vadem-kuil ten anker gekomen. De Amerikaanfche macht daar en tegen beftond uit de Bricole, welke fchoon voor vierenveertig ftukken geboord, echter niet de helft van datgetalkanon voerde, twee fchepen van tweeëndertig , een van achtentwintig, twee van zesentwintig en twee van twintig ftukken, benevens de brik Notre Dame, welke 'er zestien aan boord feadt. Het eerfte doel van derzelver bevelhebber, den  284 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 den Commodore Whipple, was om den Admiraal Arbuthnot te beletten, dat hy over de bank zeilde, doch by nader onderzoek werd dit ondoenlijk gevonden. Hy zakte derhalven terug naar het Fort Moultrie, en vervolgens tot onder Charleston, alwaar het gefchut en het volk van alle de fchepen, één uitgezonderd, aan de wal gezet wierd om de batteryen te verfterken. De Admiraal Arbuthnot ligte vervolgens, op den negenden van Grasmaand het anker, zeilde met een ftevige zuiden wind en fterkgaanden vloed, uit de Vijf-vadem-kuil voor by het Fort Moultrie, zonder zich op te houden met hetzelve te befchieten, en ankerde wederom by de overblijfzelen van het Fort Johnfon. De Overfte Pinckney, die op Sullivans-Eiland het bevel voerde, maakte een hevig en wel beftierd vuur op de fchepen, terwijl ze voorby zeilden, met die uitwerking welke men 'er van konde verwachten; en om aan des Konings fchepen het inloopen der Cooper-Rivier te beletten, deed men in het kanaal tegen over de beurs, elf fchepen zinken. De batteryen der belegeraren kregen weldra de overhand boven die van de Stad; hebbende de eerstgemelden eenëntwintig mortieren van die foort, welke men Koninglyke noemt, en de laatfte niet meer dan twee. De geregelde krijgsmacht binnen de plaats was ook veel zwakker dan die der beleggers , en men konde maar een klein getal Landmilitie overhalen, om hunne plantagien te verlaten en hunne broederen in de hoofdftad te hulp te komen. Men had echter een leger opgefiagen te Monks- hoek.  in de Zuidelyke Staten. 2P.5 hoek, om de gemeenfehap tusfehen de Stad en het Land open te houden, en de Landmilitie, welke buiten de linien te huis hoorde, was verzocht, zich aldaar te verzamelen. Dan deze werd verrascht en geheel uit elkander gejaagd, door den OverftenLuitenant Tarleton. De Britten nu minder te vrezen hebbende, breidden zich ook uit aan de oostzyde van de rivier de Cooper, werwaards zy twee honderd en vijftig paarden, en zes honderd voetknechten zonden, om aan dien kant het werk te verrichten. Evenwel oordeelde men in eenen krijgsraad, op den achttienden van Grasmaand gehouden, dat het wegens den zwakken ftaat der bezetting niet raadzaam ware, om met eene genoegzame macht, eenen uitval te doen, en dien zwakken hoop aan te tasten. Op dit pas ontving Sir Henry Clinton eene verfterking van drie duizend man uit Nieuw-York, en een tweede krijgsraad vier dagen na den eerften gehouden, kwam overeen : „ dat een aftocht, zoo al niet geheel onmooglijk ,, althans met vele ongemakken en rampfpoeden „ zoude verzeld gaan, en men was dus van gedach„ ten, dat men voor en aleer hunne zaken een erger „ keer namen, den Generaal Clinton moeste aanbie,,, den, om de Stad over te geven, op voorwaarden „ van eenen vryen aftocht voor het leger, en van „ zekerheid voor de ingezetenen beide voor hunne „ perfoonen en goederen." Deze voorwaarden voorgefteld zijnde, werden terftond afgeflagen ; doch de bezetting bleef 'er op ftaan, hoopende op de aankomst van hulp uit de naburige Staten. Onder  226 IToofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 dertusfchen verflapte het bloots aanbod van zich by verdrag te willen overgeven, den moed der belegerden, hoewel zy zich bleven verdeedigen in hoöpe, of'er iets gunftigs mochte gebeuren. Maar de Britten hadden metterhaast de Stad rondom ingefloten, zoo wel te water als te lande. Na dat de Admiraal Arbuthnot Sullivans Eiland voorby gezeild was, werd de Overfte Pinckney met honderd en vijftig man van zijn onderhoorig volk van die post binnen Charleston terug geroepen; en kort daar na werd de fterkte op dat eiland zonder flag of ftoot aan den Scheeps-Kapitein Hudson overgegeven. Op den zelfden dag, den zesden van Bloeimaand, werd het overfchot der Amerikaanfche Ruitery, welk by de overrompeling te Monsk-hoek, op den veertienden van Grasmaand ontkomen was, aan de Santie by het veer van Lanneau, anderwerf door den Overften-Luitenant Tarleton verrascht, ten deele in de pan gehakt, gevangen genomen, öf wel verftrooid. Terwijl het dus den Britten aan alle Zyden mede* liep, begon Sir Henry Clinton wederom eene onderhandeling met den Generaal Lincoln, en vernieuwde zyne vorige aanbiedingen aan de bezetting ingevalle van overgave. Lincoln was wel geneigd om dezelve toe te ftaan, voor zoo verre het zijn krijgsvolk betrof; doch hy hield zich nog wat terug met oogmerk om beter voorwaarden voor de burgers te verkrygen en hoopte diebycenmondgefprék te bedingen. Dit werd verzocht, maar Clinton wel verre van daar in te bewilligen, gaf ten antwoord  in de Zuidelyke Staten. 287 woord dat de vyandelijkheden ten acht uuren wederom zouden beginnen. Evenwel werd 'er voor negen uur aan weerskanten niet gefchoten, maar toen begonden de belegerden de vyandelijkheden, waar in zy door de belegeraars onmiddelijk gevolgd wierden, en men befchoot elkanderwederzijdsmet buitengewoone hevigheid. De Britfche batteryen vah de paralel begonnen by die gelegenheid tefpelen, en de bomben en karkasfen vielen aan alle kanten in de Stad, en ftaken verfcheidene huizen in brand. Het kanon en de mortieren fpeelden op de belegerden van eenen afftand van noch geen honderd Engelfche roeden. De Hesflfche Jagers ftonden zoo kort onder de Amerikaanfche linien, dat zy met hunne busfchen alles konden raken wat zy in het oog kregen. De Britten vervolgens door middel van ondergraving ook over de gracht gekomen zijnde, waren nu tot op eenen afftand van vijfentwintig Epgelfche Roeden aan de werken der Amerikanen genaderd, en hielden zich gereed om de Stad tewater en te lande te beftormen. Alle verwachting op ontzet was geheel verdweenen, en hun was geen hoop meer overig, dan dat negenduizend man, de bloem der Britfche legermacht en door eene Zeemacht onderfteund, by het beftormen van uitgebreide linien, welke door minder dan drieduizend man verdeedigd werden, zouden worden afgeflagen. Onder deze omftandigheden werd de belegering gerekt tot den elfden van Bloeimaand. Op dien dag vervoegden zich eene groote menigte burgers by den  ■288 Hoofdft. YIX. VaUioclit van ha jaar 1780 den Generaal Lincoln met een vérzöekfchrift, waar in zy betuigden in de voorwaarden door Sir Henry Clinton aangeboden, genoegen te nemen, en verzochten dat hy dezelven insgelijks wilde aanvaarden. Op het ontvangen van dit verzoek, fchreef de Generaal Lincoln aan Clinton met aanbod om de voorheen voorgeflagen voorwaarden aan te nemen. De Britfche bevelhebbers met hart en ziel het uiterfte van'eenen ftorm willende vermyden, en 'er ook niet opgefteld zijnde om eenen vyand, wiens vriendfchap zy begeerden te winnen, tot eene onvoorwaardelyke onderwerping te dwingen, gaven een gunftig antwoord. Het verdrag werd daar op geteekend en de Generaal-Majoor Leslie nam des 'anderen daags bezit van de Stad. Het verlies aan beide zyden gedurende het beleg geleden was genoegzaam gelijk, zijnde 'er van 's Konings troepen zesenzeventig gefneuveld en honderd negenentachtig gekwetst, en de Amerikanen hadden negenentachtig dooden en honderd en veertig gewondden. Meer dan vier honderd ftukken gefchut , vielen hier in vyands handen: terwijl de voorwaarden van het verdrag behelsden, dat de bezetting de Stad zoude uittrekken, en de geweeren voor de werken nederleggen; doch op de trommen mocht geen Britfche marsch geflagen, en de vaandelen niet ontrold worden. De Staten troepen en het zeevolk, zouden de pakkaadje behouden en krijgsgevangen blyven, tot dat zy uitgewisfeld wierden. De Landmilitie had vryheid om naarhuis te keeren, als gevangenen op hun woord van eer, en wanneer zy  in de Zuidelyke Statent zy dit woord niet verbraken, zouden zy door de Britten noch in hunne perfoonen noch in hunne goederen benadeeld worden. De ingezetenen zouden zonder onderfcheid van Handen, als gevangenen óp iïun woord van eer aangemerkt worden, en hunnen eigendom blyven behouden, op gelyke voorwaarde als de Landmilitie. De Officieren van het leger en van de vloot behielden hunne bedienden, degens en pistoolen, en hunne pakkaadje mocht niet onderzocht worden. Ook werd hun toegelaten om httnnè paarden te verkoopen, maar zy mochten dezelve niet vervoeren-. Eindelijk werd toegeftaan dat *er een fchip naar Philadelphia mocht vertrekken, met verzegelde brieven Van den Generaal Lincoln. Het getal der genen diezich krijgsgevangen moesten geven, de Landmilitie en alle de volwasfea mannelyke ingezetenen van de Stad, daar in begrepen , beliep over de vijf duizend; doch de elgenlyke bezetting was by de overgave niet boven de vijfentwintig honderd man fterk. Het juiste getal derGemeenen, van het Staten leger, bedroeg negentienhonderd zevenenzeventig man, waar van 'er vijfhonderd in de hospitalen lagen. De krijgsgevangene Officieren waren naar evenredigheid meerder in getal dan de Gemeenen, en beftonden uit een Generaal Majoor, zes Brigadiers, negen Collonels, veertien Luitenant-Collonels, vijftien Majoors, vierentachtig Kapiteinen, even zoo vele Luitenants, en tweeëndertig tweede Luitenants en Vaandrigs. De fatzoenelyke lieden van het land, die meestal als Officieren onder de Landmilitie dienden, waren eershal» III. Deel. T ven  fipo Hoofdft. XIX» Veldtocht van het jaar 1780 ven ter verdeediging van Charleston opgekomen, offchoon zy niet in ftaat geweest waren om Gemeenen naar gelang van hunne rangen mede te brengen. Ook waren de geregelde Regimenten voltallig in Officieren; terwijl 'er zeer veel Gemeenen ontbraken. Dit was het eerfte geval, waar in de Amerikanen eene Stad beftondente verdeedigen; de ongelukkige uitflag daarvan, benevens de gevolgen toonde, dat het ftaatkundiger was, om de Steden der Vereenigde Staten op te offeren, dan om alles in gevaar te brengen, door te veel aan derzelver verdeediging te wagen. Des niettegenftaande werd de Generaal LincolW onverdiend te ftreng gegispt, over zijn beftaan om Charleston te verdeedigen. Hoewel de tegengeftelde maatregel over het algemeen de beste was, had hy echter byzondere redenen, welke zyne afwyking, van het voorbeeld van den Kapitein-Generaal der Amerikaanfche legers in dit geval konden rechtvaardigen. Charleston was de eenige Stad van gewicht in het zuidelyke gedeelte van het bondgcnootfchap, en Zuid-Carolina benevens de aangrenzende Staten fchenen bereidwillig te zijn, om tot derzelver behoud de uiterfte poogingen aan te wenden. Hier by kwam dat de verfterkingen, welke hem toegezeid wierden, tot dat oogmerk ten vollen toereikende waren. Het Congres en de Staten van Zuid- en Noord-Carolina, gaven den Generaal Lincoln grond, om een leger van negen duizend en negen honderd man ter onderfteuning zyner krijgs. ver-  in de Zuidelyke Staten» aj)i verrichtingen te verwaenten, aocn coor vencnu- llende oorzaken kwam dit leger hier onder begjjeepep de Landmilitie, flechts tot een derde van datgetal4 Zoo lang het mooglijk Was om de Stad te ontruimen, kreeg hy zulke verzekeringen van onderftand , dat hy zulks met geene gefchiktheid konde ondernemen; en voor dat hy van de nietigheid dezer verzekeringen overtuigd was, hadden de Britten zich reeds in diervoegen geplaatst, dat naar het oordeel van bevoegde Rechters de aftocht niet meer met eenen goeden uitflag konde gefchieden. Na het overgaan van de Stad, begon de Opperbevelhebber terftond allerley middelen te gebruiken om de ingezetenen tot hunne vorige gehoorzaamheid te doen wederkeeren. Men gaf hun te kennen in een onderhands gefchrift, 'twelk fchoon onge= teekend echter van hooger hand fcheen te komen i » dat de helpende hand van ieder een vereischt wierd, om de rust en eene goede regeering te herftellen: dat de Opperbevelhebber hen in geen „ gevaar Wenschte te brengen, zoo lang 'er nog „ eenige twijffel zijn konde, of hy wel zoude flas, gen, maar dat vermits dit nu buiten allen kijf 5, was, hy ook vertrouwde dat elk en een iegelijk4) van halten zoude medewerken, en de noodzakès, lykë maatregelen tot dat einde helpen beVordes, ren." Hun die huisgezinnen hadden werd te kennen gegeven: „ dat men hun zoude toeftaan om 3, te huis te blyven, en zich tot eene Landmilitie „ te vormen ter bewaring van de rust en goede or,s der , maar dat men van de vrye gezellen VerTa » *aen*  2pü Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 „ wachte, dat zy bereidwillig zijn zouden, omr „ hunne onderdrukkeren, en alle de rampen van i ,, den oorlog van hunne grenzen te helpen verdry- • ,, ven." Terwijl den zoodanigen beloofd wierd: ,, dat men hun, zoo lang zy in dienst waren zoude „ betalen, en van krijgstuig en levensmiddelen • „ voorzien, op gelyken voet met de Koninglyke „ troepen." Ten zelfden tyde deed Sir Henry Clinton openlijk afkondigen: „ dat alle de ge„ nen die van nu voortaan in de wapenen zouden ge„ vonden worden, met oogmerk om de herftelling „ van de Koninglyke Regeering in dat land te ver„ hinderen, of evenveel onder welk voorwendfel „ of op welk gezag anderen zouden aanzetten om „ zulks te doen, of die 's Konings getrouwe onder„ danen zouden beletten om zich by deszelfs krijgs,, macht te vervoegen , of zich van de plichten „ van gehoorzame onderzaten te kwyten, met „ de uiterfte ftrengheid zouden worden gehan-, ,, deld, en hunne goederen onmiddelijk in beflag ,, genomen en verbeurd verklaard." Weinige dagen daar na vertoonden zich Sir Henry Clinton en de Admiraal Arbuthnot in het karakter van Gevolmachtigden tot herftelling van den vrede, en boden den ingezetenen, met eenige uitzonderingen, aan: „ vergiffenis voor alle hunne vorige misdaden van hoogverraad, en herfteld te worden in het „ bezit van alle de rechten en vryheden, welke.zy „ te voren onder eene vrye Britfche Regeering ge„ noten hadden, met vryheid van alle belastingen, ,, behalven die welke door hunne eigene Wetge--• * *■ * 5» ven-  in de Zuidelyke Staten. 293 r vende Vergaderingen zouden worden opgeleid." Na dat zich de hoofdftad had overgegeven, werd . het de hoofdbedoeling der Britten om zich van de onderwerping van het ganfche lighaam des volks te verzekeren. Tot dit einde leiden zy bezetting aan verfchillende oorden des lands, om de ingezetenen in ontzag te houden. Insgelijks deden zy meer dan twee duizend man naar Noord-Carolina trekken; het welk den onmiddelyken terugtocht veroorzaakte van eenige hoopen Amerikanen, die tot in het noordelyke gedeelte van Zuid-Carolina voortgerukt waren , in de hoop van Charleston te ontzetten. Een dezer benden van omftreeks drie honderd man Staten troepen onder het bevel van den Overften Büford, werd te Wacbaws van den Overften-Luitenant Tarleton achterhaald en volkomen geflagen. Vijf zesde gedeelten van den ganfchen hoop waren gefneuveld of zoo gevaarlijk gewond, dat zy buiten ftaat waren om van het flagveld vervoerd te kunnen worden; en dit had plaats offchoon zy zoo geringen wederftand boden , dat de Britten niet meer dan twaalf dooden en vijf gekwetften hadden. Maar dit groote verfchil in het getal der gefneuvelden aan beide zyden, werd veroorzaakt door de om. ftandigheid, dat het volk van Tarleton den Amerikanen geen kwartier wilde geven, na dat deze de wapens hadden neergefmeten, en ophielden wederftand te bieden. Sir Henry Clinton, ongeveer vier duizend man voor den dienst der Zuidelyke Gewesten achtergelaten hebbende, vertrok reeds in het begin van ZoT 3 mer-  |qa Hoofdit, XIX, Veldtocht van het jaar 1780 j mormaand met het gros deslegers naar Nieuw-York, | en door dit vertrek kreeg de Lnitenant-Generaal Cornwallis het bewind aldaar in handen. Deze, s door den tijd van het jaar, den toeftand des legers 1 €u den n°g kwalijk gevestigden ftaat der zaken in j £uid-Carolina verhinderd wordende om onmiddelijk; in Noord-Carolina te vallen, deed echter de voornaamfte Koningsgezinden in dien ftaat verwittigen, dat zy hem tegens den Oogst te verwachten hadden, en vermaande hun om voor levensmiddelen te zorgen, en voorts ftil te zitten tot het laatfte van Oogstmaand of het begin van Herfstmaand. Vervolgens beval zyne Lordfchap het toeverzicht langs de grensfchéiding aan Lord Rawdon, en begaf zich naar Charleston, alwaar hy zyne oplettendheid voornaamelijktot het regelen van den koophandel en het burgerlyke beftier van Zuid-Carolina befteedde. Midlerwijl deden de onmooglijkheid om met have en huisgezin het land te ontvlieden, en het gebrek aan een leger, tot het welke de Landmilitie' zich begeven konde, by de ingezetenen van hetland aUe gedachten op verderen tegenftand verdwynen, j TeBeauforfr, Camden enNinety-Six, leiden zyalge- 1 meen de wapens neder, en onderwierpen zich, hetj zy als krijgsgevangen, het zy als onderdanen: en Uitgezonderd op de uiterfte grenzen van den Staat 1 naar den kant van Noord-Carolina, verkozen alle I de ingezetenen, welke het land niet ontvloden, on- | derwerping boven wyder tegenftand. Hier opvolgde eene ongewoone ftille rust, en de Britten geloofden vastelij k, dat de Staat ten eenemalen was ondergebracht, I  in de Zuidelyke Staten. 20$ bracht. Men had. dus nu gelegenheid om eene proeve te nemen, waar van men zich veel voorftelde, en om welker verzuim Sir Henry Clintons voorganger, Lord William Howe , ftrengelijk gegispt was. 'Er was volmondig verzekerd, dat het meeste deel der Amerikanen wel gezind waren omtrent de Britfche regeering, en dat men de zaken aan de rechte zyde aanvattende, wezenlyken dienst van hun zoude mogen trekken, om het land tot vorige rust te herftellen. Op dit oogenblik was alles, wat de menfchen tot het Congres kon doen neigen, uit den weg geruimd. De legers in de Zuidelyke Staten waren gevangen genomen of geflagen. Ten zuiden van-Penfijlvanie was 'er geene geregelde krijgsmacht, toereikende om de vrienden van het Koninglyke bellier in ontzag te houden. Alle mooglyke aanmoediging werd aan die ingezetenen gegeven, die de oude.Staatsinrichting met hunne wapenen wilden helpen onderfchragen: terwijl zy, die derzelver herftel poogden tegen te gaan, met verlies van goederen en leven gedreigd wierden. De voorftanders der onafhanklijkheid, hadden in dén omtrek van vier honderd mylen geene geregelde krijgsmacht om hen te onderfteunen, en de Britten ftonden met eene voldoende macht door het ganfche land. Het volk was dus aan zich zeiven overgelaten , of liever, het werd krachtdadig aangedreven, om eene oogenfchynelijk zinkende zaak te laten varen , en zich aan de zyde zyner overheerfcheren te voegen. Onder deze gunftige omftandigheden werd de proef genomen, om de Britfche belangen door T 4 de  ÈPÖ HoofdfU XIX, Veldtocht van het jaar 1780 de dadelyke medewerking van gehoorzame ingezetepen , nu door geene Amerikaanfche legers of Gemeenebestgezinde Demagogen onder den duim gehouden , te doen fchragen. Maar het bleek wel dra, dat de fchijnvertooning, welke men uit vrees had aangenomen, terftond met het verdwynen van'tgevaar werd afgeworpen; en dat het volk, fchoon geheel overmand, echter in het hart dooreenen vyandigen geest gedreven wierd: aangezien, door de Uitvoering van het ontwerp om van de ingezetenen eenen gewapenden byftand te trekken, de rust door vorige overwinningen te weeg gebracht, geftoord Werd, en de invloed, door geweld van wapenen Verkregen, verloren ging. By velen was de hoop, om onder de befchutting der Britfche regeering, van de rampen des oorlogs verfchoond te wezen, een fterk lokaas geweest om zich te onderwerpen: en de zoodanigen ftonden niet minder verbaasd, dan verwonderd, toen zy zich metterdaad geroepen zagen om de wapenen op te vatten, ter onderfteuning van de Britfche regeering. Hier in ging men op de volgende wyze te werk. Ka dat de ingezetenen, door de fchijnfchoone beloften van befcherming en veiligheid, meestal overgehaald waren, om zich als onderdanen te onderwerpen of hun woord van eer als krijgsgevangen te geven, deed Sir Henry Clinton een plakaat afkondigen, waarin hy vooreerst te kennen gaf: ,, dat „ het alle menfchen betaamde, om ter bevestiging „ en verzekering der Koninglyke regeering metter3> daad werkzaam te zijn," en vervolgens verklaarde:  in de Zuidelyke Staten. 297. de: „ dat alle de ingezetenen van dat Gewest, „ welke toen op hun woord van eer krijgsgevange- nen warén (de. krijgsgevangenen van het Fort „ Moultrie en Charleston, benevens de genen die „ werkelijk in hechtenis zaten, uitgefloten) van en „ na den twintigften van Zomermaand van hun „ woord ontflagen waren, en herfleld werden in al,, le de rechten en verplichtingen, welke den bur- ger en ingezeten aangaan." Wyders werd in dat zelfde plakaat te verftaan gegeven: „ dat alle de 5, genen, welke onder de gemelde bepaling begre,, pen waren , en vervolgens nalatig bleven om tot hunnen plicht en onder zyner Majefleits re„ geering terug te keeren, als zyne vyanden en -„ weerfpannelingen zouden aangemerkt en behan„ deld worden." Door deze willekeurige verandering in den ftaatkundigen ftaat der ingezetenen van krijgsgevangenen en burgers, beoogde men hen in eenen tweeftrijd te brengen en daar door te dwingen om aan de vastftelling en de bevestiging van het koninglyke gezag metterdaad de hand te leerien: daar een groot gedeelte der ingezetenen op deze wyze genoodzaakt wierd om het land te ontruimen of zich onder eene Britfche Landmilitie te begeven. Maar van dit plakaat dagteekende het aanvanglyke verval des Britfchen gezags. Want offchoon de ingezetenen, door vreze of door inzichten van gemak en voordeel gedreven, meestal zich onderworpen hadden, behield echter het grootfte gedeelte de genegenheid voor zyne Amerikaanfche broederen, T 5 en  2p8 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 en ysden op de gedachte om tegens dezelven de wapenen te moeten opvatten. Onder dezen was de taal: „ indien wy vechten moeten, dat het dan zy aan de ,, zyde van Amerika, van onze vrienden en van on„ zelandgenooten." Een groot aantal, zich door dit plakaat van hun gegeven woord ontflagen achtende, wapenden zich ter zelfverdeediging; wordende daar toe genoopt door de koninglyke bedreigingen, dat zy die niet tot de gehoorzaamheid *an Britfche onderdanen terug keerden, verwachten moesten als muitelingen te zullen gehandeld worden. Nog grooter aantal, onder den dwang der Britfche macht gezeten, verwisfelde hun gegeven woord als krijgsgevangenen tegen de befcherming van onderzaten; doch dit gefchiede in meenig geval onder een ftilzwygend voorbehouden van den afgedwongen ééd te zullen breken, zoo dra 'er zich eene gefchikte gelegenheid zoude opdoen. 'Er was nog een ander gedeelte, 't welk ftaagverkleefd aan het Koninglyke beftier, fchoon het zich naar de wetten van den ftaat gevoegd had, zich verheugde in den voorfpoed van de wapenen des Konings: maar hun getal kwam niet in aanmerking by de menigte, welke of door nood gedwongen, of door gemaklijkheid of voordeel genoopt waren, om de befcherming der Britten aan te nemen. De voorzorgen welke genomen waren om voor te komen, dat de Koningsgezinden in Noord-Carolina zich niet te vroeg vertoonden, beantwoorden ook niet aan het oogmerk. Verfcheidene ingezetenen van het Graaffchap Tryon kwamen in het geweer, on-  in de Zuidelyke Staten, 299 onder het beftier, van den Overften Moore, en werden in eenige weinige dagen door de Gemeene. bestgezinde Landmilitie onder het bevel van den Generaal Rutherford, geheel uit het veld geflagen. De Overfte Bryan, ook een Koningsgezinde was gelukkiger , offchoon hy zynen tijd even kwalijk gekozen had, Hy bereikte het eenenzeventigfte Regiment, het welk in de Cheraws ftond, met acht honderd man, welke hy uit den omtrek van de rivier Yadkin had byeen verzameld. Terwijl de overwinnaars den aanhang der Koninglyke regeering poogden te verfterken, waren de Amerikanen ook niet zorgeloos omtrent hunne.belangen. De Landvoogd Rutledge, die gedurende het beleg van Charleston, op verzoek van den Generaal Lincoln, die Stad verlaten had, poogde niet te vergeefsch door vlytige onderhandelingen by Noord-Carolina, Virginie en het Congres eene krijgsmacht te verwerven, om den voortgang der Britfche wapenen te fluiten; ten welken einde de Generaal Lincoln ook reeds op zijn tijdvoorftellen gedaan had. Het Congres gaf bevel, om eenen aanmerkelyken hoop volks uit het groote leger naar het zuiden af te zenden. De Staat van Noord-Carolina deed insgelijks een goed deel zyner Landmilitie te velde trekken. Toen de Britten naar de Bovenlanden van Zuid-Carolina aanrukten, week een aanzienelijk getal onverzettelyke Vryheids Vrienden voor hun uit, en zocht eene fchuilplaats in Noord-Carolina. Hier onder behoorde ook de Overfte Sumter , • een vermaard partygauger, en recht gefchikt tot het  ' 300 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 ■ het beleid en de uitvoering van krijgsverrichtingen. • Een hoop vluchtelingen uit Zuid-Carolina verkoos hem ten leidsman, en hy keerde aan 't hoofd dezer kleine bende van vrymannen naar zijn eigen Staat terug, en hield het veld tegen de zegenpralende Brittep, na dat de ingezetenen over het algemeen alle denkbeelden van verderen tegenftand hadden laten varen. Deze onverhoedfche hinderpaal der Britten in het uitbreiden hunner veroveringen in den weg geworpen, bracht alle de driften, welke te leur gefielde ftaatzucht kan inboezemen, in beweging. Wegens de reeds gemaakte vorderingen hadden de Koninglyke Opperbevelhebbers zich gevleid, eenen uitftekenden rang onder de Overheerfchers-van Amerika te zullen bekleeden; maar het vernieuwen der vyandelijkheden benevelde het behaaglyke vooruitzicht. Trots op hunne behaalde overwinningen in hefbegin van den veldtocht, en alles voor goede munt aannemende, wat hun overeenkomftighunne wenfchen verhaald werd, waanden zy niets meer te vrezen te hebben, aan de zuidzyde van Virginie: en toen de ondervinding deze verwachtingen tegenfprak, lieten zy zich door hunne verontwaardiging tegen de ingezetenen vervoeren, en deden 'er velen In hechtenis nemen, op vermoeden, dat zy de hand geleend hadden, tot het wederom aanvangen der vyandelijkheden. De eerfte pooging by het hervatten van den krijg gefchiedde juist twee maanden na het overgaan van Charleston; wanneer honderd drieëndertig man van het volk van den Overften Stjmter, eenen hoop Ko-  in de Zuidelyke Staten. 301 Konings troepen en Landmilitie, welke in eene laan Op de plantagie van Williamson ftonden, aanvielen en op de vlucht floegen. Dit was het eerfte voordeel, welk federt de landing der Britten in het begin van het jaar op dezelve behaald werd. De fteeds volftandig blyvende vrienden van Amerika» die aan de noordwestelyke grenzen van Zuid-Carolina zeer talrijk waren, kwamen nu wakker op om zich by den Overften Sumter te voegen; offchoon, in alle de overige oorden van den Staat, de tegenkanting tegen de Britfche regeering had opgehouden. Zyne troepen groeiden in korte dagen tot zeshonderd man aan. Met deze vermeerderde macht, deed hy eenen moedigen aanval op eene bende Britten, die te Rocky Momt ftond; doch vermits hy geen gefchut by zich had, en zy door eene borstweering van zwaar hout met aarde aangevuld gedekt wierden, kon hy 'er niet aan verrichten, en was genoodzaakt af te trekken. Dan overtuigd van den invloed van wakkere ondernemingen op de gemoederen des volks, en wel wetende dat der Landmilitie bezigheid te geven," het beste middel is om dezelve by elkander te houden,«taste deze werkzame partyganger eene andere Koninglyke bende aan, welke uit het Regiment van den Prins van Wallis en een groot deel Koningsgezinden beftond, en by de Hanging-rots had post gevat. Het Regiment van den Prins van Wallis werd genoegzaam geheel vernield, zoo dat 'er van de tweehonderdachtenzeventig, maar negen man overbleven; en de Koningsgezinden, die tot de bende behoorden, welke onder  3C-2 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 der den Overften Bryant uit Noord-Carolina opgetrokken waren, werden verftrooid. De fchrik, door het innemen van Charleston veroorzaakt, werd nu dagelijks minder. De Gemeenebestgezinde Landmilitie aan de uiterfte grenzen van den Staat trok in onderfcheidene hoopen zamen, onder hoofden van hare eigene keuze, en overvielen fomtijds afgezondene benden van het Britfche leger, maar meermalen hunne eigene landsgenooten, die, als eene Koninglyke Landmilitie, onder de Britfche krijgsmacht dienden. Terwijl Sümter, door eene reeks van dappere bedryven den moed des volks ftaande hield, was 'er eene aanzienelyke macht Staten troepen, uit de middenfte Gewesten in aantocht, om hare zuidelyke broederen by te fpringen. Reeds in het laatfte van Lentemaand, was 'er bevel gegeven aan de troepen van Maryland en Delaware, om uit het hoofdkwartier van den Generaal Washington naar Zuid-Carolina te trekken, en zoo men hoopte, Char* leston te ontzetten. Maar de Generaal-Kwartiermeester was niet in ftaat geweest, om deze troepen zoo fpoedig in beweging te brengen, als men zich had voorgefteld. De handwerkslieden, die gebruikt werden om het leger te voorzien, wilden noch met hun werk voortvaren, noch de gereed zijnde goederen afleveren, verklarende, dat zy door de daling van het geld, zoo veel geleden hadden, dat zy hunne waren niet, dan tegens gereede betaling wil* den afftaan. Onder deze kommerlyke omftandigheden, vrie- gen  in de Zuidelyke Staten. ' 303 gen de Zuidelyke Staten om hulpbenden uit het noordelyke leger, welke eene tusfchenruimte van acht honderd mylen hadden door te trekken. De troepen van Maryland en Delaware werden eindelijk met groote moeite in ftaat gefteld om op te breken. Na Penfijlvanie en Jerfey doorgetrokken te zijn, werden zy aan het Hoofd der Elk ingefcheept, en traden kort daar na wederom aan land te Petersburg, van waar zy den tocht door het land naat Zuid-Carolina voortzetteden. Deze macht ftond eerst onder het bevel van den Generaal-Majoor Baron van Kalb, en naderhand onder den Generaal Gates; wiens voorfpoed gedurende de veldtochten van de jaren 1776 en 1777, velen had doen geloven, dat zyne tegenwoordigheid aan het hoofd des legers in Zuid Carolina den voorftanderen der onafhanklijkheid nieuwen moed zoude byzetten. Terwijl de Baron van Kalb nog het bevel voerde, was eene krijgsraad van oordeel geweest, dat men den rechten weg naar Camden behoorde te verlaten, en naar de welbebouwde ftreeken in den omtrek der Waxhaws afdeinzen, Maar wanneer de Generaal Gates het bevel in handen kreeg, oordeelde hy deze beweging niet noodzakelijk te zijn, en meende dat het belang der Staten vorderde, om met het leger, langs den kortften weg, onmiddelijk op de Britfche legerplaatzen aan te rukken. Dan deze liep door eene barre landftreek, gedurende het doortrekken van welke de Amerikanen veel moesten uitftaan, wegens de fchaarschheid van levensmiddelen. Ook begonnen zy  304 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar. 1780 zy luidkeels te morren, en 'er vertoonden zich fterke teekenen van muitery ; doch de Officieren die nevens de zoldaten in den gemeenen ramp deelden, kwamen tusfehen beiden en overreedden het volk om den kommerlyken toeftand met geduld te verdragen. Zy leefden voornamelijk van het fchrale vee, welk zy fchaars in de bosfchen opvingen; waar by het ganfche leger verplicht was om onrijp graan en perzikken in de plaats van brood te gebruiken; en zelfs hadden zy verfcheidene dagen lang niets dan het laatstgemelde te eeten. Door het gebruik van dusdanige fpyzen werd de buikloop zeer gemeen: en het heete jaargetyde, de ongezondheid der landftreek, benevens het gebrekkige en nadeelige voedzel, dreigden het ganfche leger te doen vergaan. Doch de gemeene zoldaten wel verre van den moed op te geven, begonnen na eenigen tijd met hunne rampen te lagchen. Zy fmeeden in hunne zoldatentaal een nieuw woord (Jiervation) om het fterven van honger en kommer uit te drukken, en zochten elkander den loef af te fteken, en hunnen toeftand boertig af te fchilderen: terwijl de luim en geestigheid op haren tijd te pas gebracht niet weinig toebrachten, om het volk met zyne rampen te bevredigen. Eindelijk, na zich door een land van fchrale dennenbosfehen, zandheuvelen en moerasfen den weg gebaand te hebben, kwam het Amerikaanfche leger te Glermont, dertien mylen van Camden, op den dertienden van Oogstmaand; en daags daar aan daagde ook de Generaal Stephens op, met eene groote bende VirginifcheLandmilitie. Wan-  in de Zuidelyke Siateiït Wanneer het Amerikaanfche leger Zuid-Oarolina naderde, trok Lord Rawdon zyne macht byeen te Camden. Doch het intrekken der Britfche voof« posten, de vorderingen van het Amerikaanfche Ieger en het onftaatkundige gedrag der overwinnaren omtrent hunne nieuwe onderdanen liepen op dit tijdsgewricht zamen, omeenen algemeenen opftand ten behoeve van het Congres te. bewerken. Het volk werd dagelijks meer en meer te onvrede omtrent zynen toeftand» Den oorlog moede geworden, had» den zy zich aan de Britfcheregeering onderworpen j in verwachting van hunnen ftaat te zullen verbeteren , doch zagen metterhaast hunne misvatting. Men had zich met veel beleid en de uiterfte omzichtigheid tegens de ingezetenen behoren te gedragen, indien men de oogmerken van het Moederland, in de mui» tende Volkplantingen weder onder deszelfs regee. ring te brengen, had willen onderfteunen? want om het volk tot den ftaat van onderdanen te doen we» derkeeren, moesten de harten en neigingen niet minder dan de legers overwonnen worden. Maar deze kiesfche taak werd naauwlijks ter hand genomen. De Officieren, de gemeenen en de overige aanhang van 's Konings leger, waren over het algemeen, meer bedacht om zich door plundering en roof te verryken, dan om de hereeniging tüsfchen de van een gefcheurde deelen van het rijk te helpen bevorderen. In de plaats van het getal der ware vrienden van de koninglyke regeering te vermeerderen , ftieten zy zelfs de genen die zy 'er vonden tegen de borst. De hooggevoelige burgers van III. Deel. V Zuid,  306 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 Zuid-Carolina, onverduldig over derzelver roofzucht en trots, verheugden zich in het vooruitzicht van het land van zyne ondrukkeren bevrijd te zien. Door deze beweegredenen, gevoegd by de heerfchende verknochtheid aan de zaak der onafhanklijkheid, werden 'er velen uitgelokt om alle banden los te fcheuren en zich by den Generaal Gates te voegen; en een nog grooter getal aangefpoord om hem den gelukkigften uitflag toe te wenfchen. De gelijkheid van taal in uitwendig aanzien tusfehen de Britfche en Amerikaanfche legers, gaf meermalen gelegenheid om de ingezetenen te misleiden. De Overfte Tarleton met een hoop volks, den naam en de kleeding van Amerikanen aangenomen hebbende, deed zich, onder anderen, by de zwarte rivier, doorgaan voor de voorhoede van het leger van den Generaal Gates. Een deel der Landmilitie van dien omtrek werd hier op metvuurs, door den Heer Bradley byeengebracht om hunne vermeende vrienden te onderfteunen: doch deze na eenige tijd het momaangezicht afgeworpen hebbende, werden Bradley en zyne vrywilligers naar Camden gevoerd en aldaar in de gevangenis geworpen. Wanneer de Generaal Gates op de grenzen van Zuid-Carolina gekomen was, deed hy eene verklaring uitgeven waar by de patriotfche burgers wierden uitgenoodigd,, om hartelijk mede te werken" en zich zeiven en hun vaderland te helpen verlosfen van de onderdrukking eener regeering, welke hun door het drieste geweld der overhee- 3) riag  in de Zuidelyke Stateth 307 ring was opgedrongen." Voorts gaf hy daar by „ verzekering van vergiffenis en volkomene veilig„ heid aan die ongelukkige burgers, die zich door angst voor bloedige ftraffen, door de bedreigde 3, verbeurdverklaring hunner goederen en door de 3, willekeurige maatregelen eener krijgsmatige o,, verheerfching hadden laten overhalen om in „ fchijn onder de Britfche regeering te berusten en 3, eene verklaring van gehoorzaamheid af te leggen „ en onderfleuning te beloven aan eene dwinglan,j dy, tegen welke de zielen van alle vryheidmin„ nende burgeren innerlijk met fchrik en afgryzeh vervuld waren." Hy zonderde Van dit aanbod van vergiffenis alleen die genen uit, ,, welke zich in het uur van verwoesting aan mishandeling van ,, de perfoonen hunner medeburgeren of plundering „ van derzelver goederen hadden fchuldig ge„ maakt." Het leger door den Generaal Gates aangevoerd, was door het bykomen der Landmilitie van den Generaal StEphens, tot omtrent vierduizend man aangegroeid, maar onder dit groote getal waren geene andere geregelde troepen dan negenhonderd man voetvolk en zeventig paarden. Op de aannadering van dit leger, fpoedde zich de Graaf vak Cornwallts naar Camden, alwaar hy den veertienden van Oogstmaand aankwam. De krijgsmacht welke zyne Lordfchap aldaar by een vond, bedroeg niet meer dan zeventienhonderd voetknechten en driehonderd Ruiters. Eene zoo veel zwakY a ker  308 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 ker macht zoude den terugtocht gerechtvaardigd hebben, doch hy verkoos liever zijn fortuin aan den uitkomst van eenen veldflag te wagen. Gevolglijk brak hy in den nacht van den vijftienden met zyne ganfche macht van Camden op, met oogmerk om de Amerikanen in hunne legerplaats te Clermont aan te tasten. In den zelfden nacht bracht Gates, na de pakkaadje naar de Waxhaws gefchikt te hebben, zijn leger in beweging, met opzet om hetzelve meer voorwaards eenen vooideeliger ftand te doen betrekken, ongeveer acht mylen van Camden. Het Amerikaanfche leger werd gelast om des avonds te tien uuren in de volgende orde op te breken. De voorhoede, des Overften Armands Ruitery; het ligte voetvolk van den Overften Potterfield op de rechterzyde van den Overften Armand, op de Indiaanfche wyze gefchaard , en tweehonderd roeden bezyden den weg. Het ligte voetvolk van den Majoor Armstrong , op den zelfden voet als dat van den Overften Potterfield ter linkerzyde van het voetvolk der voorhoede, uit de voorposten en legerwachten zamengefteld; voorts de eerfte Brigade vanMaryland, de tweede Brigade van Maryland, en de afdeeling van Noord-Carolina; dan de Virginiefche Landmilitie tot achterhoede en de vrywilligers te paard, in gelyke deelen op de beide Zyden der pakkaadje. Het ligte voetvolk van de beide zyden kreeg bevel om aan te rukken, en de ruitery te onderfteunen, wanneer deze door het Britfche paardevolk mocht aangetast worden, en den  in de Zuidelyke Staten. 309 den Overften Armand werd gelast, om in dat geval, hoe het ook gaan mochte, den vyand het hoofd te bieden. De voortochten van de beide legers, naderden in den nacht malkander, en raakten terftond handgemeen. Eenige Ruiters van Armands bende, met het eerfte vuur gekwetst wordende, deinsden terug* op de anderen, die met zoo veel overhaasting achterwaards weken, dat het eerfte Marylandfche Regiment gebroken werd , en de geheele linie van het leger in wanorde geraakte. Deze eerfte fchok maakte een diepen indruk en benam der Landmilitie den moed. Nogthans werd de orde in het Amerikaanfche leger metterhaast herfteld, en zy, zoo wel als hunne vyanden behielden elk zynen grond, en fchermutfelden genoegzaam den ganfchen nacht, rnet malkander. De Overfte Potterfield een zeer voortreffelijk krijgsman, op wiens bekwaamheid de Generaal Gates groot vertrouwen ftelde, werd reeds in den aanvang van dit nachtgevecht gewond. In den morgenftond werd het gevecht heviger en algemeen. De talrykeVirginiefche Landmilitie van'het Britfche voetvolk met gevelde bajonetten aangetast wordende, fmeet, reeds by den eerften aanval, de wapens neder, en vlood met de grootfte overyling van het flagveld. Een aanmerkelijk gedeelte van de Landmilitie van NoordCarolina volgde dit onwaardige voorbeeld; maar de Staten troepen, welke den rechtervleugel van het leger uitmaakten, fchoon merkelijk minder in getal dan de Britten, weeken geen voet, en bleven V 3 met  gio Hoofdft, XIX. Veldtocht van het jaar ii%a met onverzaagden moed den ftrijd volhouden. Nimmer kweet eenig volk zich beter; zelfs hadden zy een tijd lang baarblykelijk de overhand over hunne vyanden, en reeds eenen aanmerkelyken hoop krijgsgevangenen gemaakt: eindelijk door de menigte overmand, en op het punt om door den vyand in- gefloten te worden, werden zy met weerzin gedwongen om hetflagveld te ruimen. Men moet echter aan de Landmilitie van Noord-Carolina het recht laten wedervaren van hier by op te merken, dat een gedeelte der Brigade onder het bevel van den Generaal Gregory, zich insgelijks wel gekweeten had. Zy fchaarde zich onmiddelijk ter linkerzyde van de geregelde troepen, en flaakte geenen voet, voor dat zy al haar kruid en lood verfchoten had. De Generaal Gregory kreeg zelf twee fteeken met een bajonet, terwijl hy zyne manfehappen zocht af te voeren, en verfcheiden van zyne Brigade, die gevangengenomen werden, hadden geene andere wonden, dan welke met het bajonet toegebracht waren. Tweehonderdennegentig gekwetfte Amerikanen, werden, na dit gevecht,, als krijgsgevangenen naar Camden gevoerd. Onder dezen waren tweehonderd en zes man geregelde troepen, tweeëntachtig van de Landmilitie van Noord-Carolina en twee van die van Virginie; en men kan dus uit dit getal der gekwetften eenigermate opmaken, welken wederftand ieder van deze benden geboden had. Wyders verloren de Amerikanen al hun gefchut, acht veldftukken, meer dan tweehonderd wagens, en het grootfte gedeelte der pakkaadje: terwijl genoegzaam alle de  in de Zuidelyke Staten. 3H de Officieren van hunne onderhorige manfehappen afgeraakt, en alle de troepen in het gevecht overhoop geworpen en verftrooid waren. De vluchtelingen, die langs den gemeenen weg poogden te pntkomen, werden door het paardevolk van TarEETons legioen wel twintig mylen nagezet;,en de ganfche weg was bedekt met wapens, pakkaadje en wagens. De Baron van Kalb, de tweede in rang hy het leger, en een Officier van moed en ondervinding, werd gevangen genomen, en ftierf den volgenden dag aan zyne wonden. Hy was eenDuitfcher van afkomst, maar had lang in Franfchen dienst geweest, en omftreeks den tijd der Stempelakte eene reize gedaan door deBritfche Volkplantingen; wanneer hy by zyne terugkomst, aan zyne Hoofd-Officieren zoude bericht hebben , dat de Planters zoo algemeen en zoo vast gehecht waren, aan Groot-Brittanje, dat niets hunne trouw en gehoorzaamheid kon doen wankelen. Het Congres befloot ter zyner gedachtenis een gedenkteeken met een vereerend opfchrift te Annapolis op te richten. De Generaal Rutherford van Noord-Carolina werd insgelijks gewond, en gevangen genomen. Het Koninglyke leger ftreed met groote dapperheid. Evenwel was het zyne volkomene overwinning grootendeels verfchuldigd aan zyne groote o. vermacht van Ruitery, en aan de overylde vlucht der Amerikaanfche Landmilitie. Het ganfche verlies der Britten wordt op verfcheidene honderden gefchat. Wat de Amerikanen nog meer in de engte bracht, V 4 was  3« Hoofdft. XIX, Veldtocht van het jaar 1780 was het verrasfchen en verftrooijen van Sumters. legertje, kort na de nederlaag van Gates. Terwijl deze op het Britfche leger aanrukte, had Somter, die reeds te voren tusfehen Camden en Charleston post vatte, een aantal gevangenen bekomen, en een Britfche geleide met allerhande voorraad, benevens de bedekking, bemachtigd. Toen hy de nederlaag van den bevelvoerenden Officier vernam, was hy terftond bedacht, om met zyne krijgsgevangenen en bekomen voorraad af te trekken. Maar Tarleton zette hem met zijn legioen en eene bende voetknechten, zoo fpoedigen vaardig achter na, dat hy hem te Fishing Creek inhaalde en verraschte. De Britten vielen in de legerplaats eer het volk gereed was om zich te verdeedigen. De wykende Amerikanen, die in vier nachten weinig of geen ftaap genoten hadden, gehoorzaamden meer aan de behoeften der natuur, dan zy bedacht waren, op hare eerfte wet, het zelfbehoud. Sumter had wel alle bedenkelyke voorzorg in het werk gefield, om niet overvallen te worden, maar zyne veldposten, door vermoeidheid overmand, verzuimden hunnen plicht. Met groote moeite kreeg hy nog eenige weinige manfehappen voor eene korte poos aan 't ftaan, doch het grootfte gedeelte van zijn volk vlood naar de rivier of in de bosfchen. Hy verloor al zijn gefchut, zyne ganfche bende werd in de pan gehakt, gevangen genomen of verftrooid en de korts gemaakte krijgsgevangenen alle hernomen. Op den zeventienden en achtienden van Oogstmaand, verzamelden zich omtrent honderd en vijftig  in de Zuidelyke Staten. 313 tig man van het leger van Gates te Charloste. Zy hadden reden om te vrezen, dat zy aldaar onmiddelijk achtervolgd en in de pan gehakt zouden worden, daar 'er geen magazijn van levensmiddelen ia de Stad gevonden wierd en de plaats zelve zonder eenige verdeediging was. Er werd derhalven befioten om verder naar Salisbury te wyken. Dit in alle zyne omftandigheden te verhalen, ware eene fchildery van opeengeftapelde ellende. 'Er waren meer gewondden, dan men met eenigen fchik konde medevoeren. De ingezetenen van uur tot uur verwachtende dat de Britten in de plaats zouden inrukken , en algemeen van voornemen om te vluchten,, konden zich niet ophouden om de lydende krijgslieden te geryven. Waar men zich keerde zag men voorwerpen van ellende. Velen waren 'er die liefderyke hulp behoefden, en maar zeer weinigen die hen dezelve konden toereiken. Men zag 'er verfcheiden met flechts eenen arm en enkelden zonder armen. Angst, pijn en wanhoop, armoede, geraas, getier en wanorde onder eengemengd, kenfchetften dit akelige tooneel. Onder zulke omftan. Handigheden week het jammerlyke overfchot van een talrijk leger, 't welk nog kortlings de vrienden van Groot-Brittanje zoo veel fchriks aanjoeg, eerst naar Salisbury, en vervolgens'naar Hülsborough : naar welke laatfte plaats de Generaal Gates zich reeds vooraf begeven had, en waar hy zich, met overleg der regeeringe van Noord-Carolina, bezig hield, met het uitdenken van middelen om zich V 5 te  314 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 te verdeedigen, en de krijgsbedryven te hervatten. Hoewel 'er nu geen leger was om zich tegen Lord Cornwallis te verzetten, werd deze echter, door het jaargetyde en den ziekelyfcen ftaat zijns legers, verhinderd om zyne veroveringen uit te breiden! Ondertusfchen was het ganfche land, na de volkomene verftrooijing van de krijgsbenden der Staten, ten eenenmale in zyne macht: en het tegenwoordige oogenblik van zegepraal fcheén dus eene gunfti, ge gelegenheid, om de voorftanderen der onafhanklijkheid allen moed te benemen, en hen te beletten van in het toekomende met de legers van het Congres zamen te fpannen. Gevolglijk werd 'er van toen af, naar eene ftrenger Staatkunde te werk gegaan. Ongelukkig voor de ingezetenen, bouwde men deze op gronden, welke duizenden in ellende dom. pelden, en aan niet weinigen het leven kosteden. De Britten begrepen, in het bezit te zijn van de rechten der oppermacht over een overheerd land, en gevolglijk, dat de burgers, die hunne onaf hankhjkheid poogden te handhaven, zich daar door aan verraad en oproer fchuldig maakten, en de ftraf dezer misdaden verdienden. Naar deze begrippen te werk gaande, en door verontwaardiging tegen de ingezetenen vervoerd, vertrapten zy de rechten, welke tusfehen vyandelyke, maar onafhanklyke volkeren, heilig gehouden worden. Lord Cornwal. lis gaf bevel, ,, om alle de ingezetenen der Volk- « plan-  in de Zuidelyke Staten. 315 „ planting, die zich onderworpen, en vervolgens 3, in den opftand deel genomen hadden, met de ui, terfte geftrengheid te ftraffen, hen in de gevan„ genis te werpen , en alle hunne bezittingen te 3, ontnemen, of dezelve te vernielen." Insgelijks belaste hy op de uitdruklijkfte wyze, om een ieder der Landmilitie , welke onder de Britfche vaandelen het geweer, gedragen had, en daar na tot de Amerikanen was overgeloopen , met de dood te ftraffen; ookwierden vele ingezetenen, te Augusta, te Camden en elders, uit dien hoofde ter galg verwezen. De menfchen, die deze ftraf ondergingen , waren, door de behoeften hunner huisgezinnen, en door het vooruitzicht om 'er hunnen eigendom door te beveiligen, gedrongen geworden, om zich tegen hunnen zin, aan de koninglyke overwinnaars te onderwerpen: Maar de ondervinding leerde hen weldra, hoe weinig hun deze onderwerping baatte. Hierdoor werden zy, naar hunne meening ontflagen, van hunne verplichting en gegeven woord, om 's Konings belangen te onderfchragen, en hadden wederom vryheid gekregen om hunne eigene neiging te volgen. Menfchen, onder zulke omftandigheden, met de uiterfte geftrengheid te behandelen, en als overloopers en verraders te ftraffen, moge eene ftaatkundige ftrekking hebben, om verdere opftanden voor te komen; maar der onzydige wareldzalhet altijd fmerten, dat de onvermydelyke yslijkheden van den oorlog nog door zulk opzettelijk vergieten van menfchen bloed moesten vergroot worden. Niet-  3i5 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar i78o Niettegenftaande de befliste overmacht der Britfche legers in Zuid-Carolina. wederftondèn echter ■verfcheidene der aanzienelijkfte ingezetenen, hoe zeer in de macht hunner overheerfcheren, alle verzoeking om het karakter van Britfche onderdanen •wederom aan te nemen. Ten einde den ganfchen Staat tot onderwerping te dwingen, had Lord Cornwallis, terftond na zyne overwinning, bevel gegeven, om een aantal der voornaamfte burgers uit Zuid-Carolina te vervoeren. Ingevolge hier van werden de Luitenant Landvoogd Gadsden , de meeste burgerlyke Ambtenaren en Officieren der Landmilitie, benevens eenige anderen , die hun woord als krijgsgevangenen tegen de befcherming van Britfche onderdanen geweigerd hadden uit te wisfelen, opgeligt, aan boord van een vaartuig gebracht, en naar St. Augustijn vervoerd. De Generaal Moultrie leverde terftond een vertoog in, tegen het in hechtenis nemen en wegvoeren dezer lieden, als ftrydig met het gene zy by de overgave van Charleston bedongen hadden: en zy zeiven daagden tevens hunne vyanden uit, om te bewyzen, dat zy zich in het eene of andere in diervoegen gedragen hadden, dat zy daarom van hun vaderland en huisgezinnen verdienden verwyderd te worden. Zy kregen geene andere voldoening, dan het antwoord, „ dat men, uit redenen van ftaat, „ tot dien maatregel befioten had." Wyders, om de ingezetenen te overtuigen, dat deoverheerfchers ernftiglijk befioten hadden, om allen, die geene onderdanen zijn wilden, uit het land weg te zenden,  in de Zuidelyke Staten. 217 den, werden 'er bovendien nogruim dertig burgers van Zuid-Carolina, die op hun woord krijgsgevangenen bleven, in minder dan drie maanden, naar de zelfde plaats vervoerd. De Generaal Rutherford en de Overfte Isaacs , beide uit Noord-Carolina , die by Camden krijgsgevangen geraakt waren , deelden met hun in het zelfde lot. Om het herftel der Britfche Regeering met des te meer kracht door te dringen, deed Lord Cornwalris, omtrent vier weken na zyne overwinning een plakaat afkondigen, om alle de goederen van de dadelyke voorftanders der onafhanklijkheid in beflag te nemen. By hetzelve werd John Cruden benoemd en aangefteld, ,, met volkomen macht en „ gezag, om na het ontvangen van een bevel ofak,, te van arrest (Warrant) de hand te leggen op al,, le de roerende en onroerende goederen (niet be,, grepen zijnde in het verdrag van Charleston) van ,, de genen die in dienst van het oproerige Congres „ zijn, of iets op gezag van hetzelve verrichten; „ als mede de bezittingen, zoo roerende als onroe,, rende, van alle degenen, die door eene openfy„ ke belydenis van oproerige grondbeginzelen, of ,, door andere fprekende daden, eene boosaardige „ en onverzettelyke hardnekkigheid in het tegen,, houden en dwarsboomen van het herftel van „ zyner Majefteits rechtmatig en wettig gezag „ aan den dag leggen." Met verder verklaring : „ dat elk en een iegelijk, die den voorgemelden ,, gevolmachtigden, in de uitvoering van zynen ,, plicht zoude tegengaan of verhinderen, door het » ver-  31-8 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 verbergen en vervoeren van goederen, of op „ eenige andere wyze, daar van overtuigd worden„ de, als een medeplichtige onderfchragervan den ,, opftand geftraft zoude worden." Wie nu de onafhankelijkheid bleef aankleven, werd befchouwd als iemand, die ballingfchap, armoede en zijn geheel verderf te gemoet liep. Ook bezweken 'er velen onder deze verzoeking en .werden Britfche onderdanen. De fchadelyke uitwerkzelen der flaverny, in het bevorderen van de overheering des lands, werden nu ook zichtbaar. Daar de flaven niets te verliezen hadden, was de onderwerping van het land eene zaak, welke hun niet aanging. In 'de plaats van het zelve te helpen verdeedigen, wierpen zy zelfs, op allerhande wyzen, het gewicht van hunnen kleinen invloed aan de andere zyde op de fchaal. Maar offchoon eene meenigte de banden verbrak, met welken zy tot het onderfteunen van de zaak van Amerika verbonden was, werden 'eraan den anderen kant ook luisteryke offerhanden op den altaar der vryheid geplaatst. Een aantal der rijkfte Ingezetenen van den ftaat wilden hun vermogen liever in de machten het bezit der overheerfcheren laten, dan hunne eer bevlekken, met zich by de vyanden van hun vaderland te voegen. De vaderlandsliefde der aanzienelyke vrouwen, bevorderde niet weinig deze Standvastigheid. Zy begaven zich in menigte op de fchepen, en naar de plaatfen waar men de gevangenen bewaarde, om hunne lydende landgenooten te vertroosten. Wanneer de overwinnaars zich  in de Zuidelyke Staten. 319 zich met zang en dans of fpeelpartyen verlustigden , konden zy 'er maar zeer weinige van de fchoone fekfe overhalen om daar in met hun te deelen: maar zoo dra werd 'er geen Amerikaansch Officier als krijgsgevangen aangediend, of Zy zochten zijn gezelfchap en behandelden hem met alle mooglyke blyken van oplettendheid en hoogachting. By andere gelegenheden, zonderden zy zich byna van allen omgang af, weenden over de rampen van haar vaderland, en gaven alle blyken van de vurigfte verkleefdheid aan deszelfs lydende zaak. Onder het aantal der genen, die van hunne huisgezinnen verbannen werden, en op wier bezittingen deoverheerfchers de hand leiden, waren eene menigte voorbeelden van vrouwen op te noemen, die blymoedig van hare zoonen, echtgenooten en broederen affcheidden, dezelven aanmaanden om moedig en ftandvastig te blyven, en by'herhaling bezwoeren , om zich door hunne genachtsbetrekkingen toch nimmer te laten overhalen tot het verzaken der plichten, welke zy aan het vaderland verfchuldigd waren. Ja toen by het vervolg van den oorlog, ook zy onder het algemeene vonnis van verbanning begrepen wierden, verlieten zy met gelyke kloekmoedigheid haar vaderland met alles wat haar daar in lief en dierbaar was, en volgden hare echtgenooten op de gevangenis-fchepen, en naar afgelegene landen, alwaar zy tot de noodzakelijkheid gebracht werden van liefdegaven te moeten ontvangen. Door dusdanige voorbeelden, zoo wel als dnrr een  320 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 een innig gevoel van eer en liefde voor het vader, land, bleef een groot gedeelte der fatzoenelyke ingezetenen van Zuid-Carolina opzettelijk vasthouden aan het eens genomen befluit om lijf en goed voor het behoud hunner vryheden optezetten. Tot hier toe had eene byna onafgebroken voorfpoed de koninglyke krijgsmacht in Zuid-Carolina verzeldk Hare krijgsbenden waren over het ganfche land verfpreid, drongen door in alle hoeken, en zegepraal* den over alle tegenkanting. Het Britfche kabinet werd door dezen Vleijënden toeftand der zaken, op nieuw dronken gemaakt, met de hoop van Amerika te zullen onderbrengen. 'Er werden nieuwe ontwerpen gevormd, en men koesterde groote verwachtingen van de afgefcheurde leden fpoedig wederom aan het 'rijk te zullen hechten» Men verzekerde nu met een vertrouwen, het welke aan laatdunkendheid grensde, dat zulke benden als te Camden ftreden met een bevelhebber als Lord Cornwallis dan het hoofd, metterhaast den opftand zoo krachtdadig zouden dempen, dat 'er fpoor noch teeken van denzelven in Amerika zoude overblyven. Dan de Britfche ftaatsdienaars en het leger, werden dus door een ydel vertrouwen op hun eigen wijsheid en dapperheid, recht voorbereid, om in hunnen naderende val derwereld tot eene nuttige leering te verftrekken. De rampfpoedige nederlaag van het leger onder den Generaal Gate-s, gaf in het eerfte een naar en donker aanzien aan het gelaat der Amerikaanfche zakenj maar de dag van voorfpoed voor de Veree-  in de Zuidelyke Staten, . gaf higde Staten, begon, gelijk in het vervolg «al bly* ken, van dat eigen oogenblik aan te lichter). Hun* iie vooruitzichten werden helderer \ terwijl die Vaa hunne vyanden door fchande beneveld, door nederlagen Verbroken, en eindelijk door derzelver gg« heelen ondergang bedekt wierden. De overheer* fchers , door hunne overwinningen opgeblazen > werden trotfcher en roöfzuchtiger; terwijl de ware vrienden der onafhanklijkheid in kloekmoedigheid en onverzettelijkheid toenamen. Wy hebben Sümter in Zuid-Carolina zien doordringen, en den gewapenden tegenftand tegen de Britfche regeering vernieuwen. Niet lang daar h& Werd hy van den Landvoogd Rutledgè tot den rang Van Brigadier-Generaal verheven. Op dien zelfde» tijd werd MaRion tot den zelfden rafig bevorderd» terwijl hy aan de Noord-Oostelyke grenzen van dett Staat, op gelyke wyze en met een goed gevolg> werkzaam was. Deze waardige krijgsman was na het overgaan van Charleston na Noord-Carolina geWeken ; en toen de Generaal Gates in aantocht was, kreeg hy zestien man onder zijn bevel. Met dezen drong hy wederom in het land, en vatte post in den omtrek der Santie. Door de nederlaag van GATES, werd hy anderwerf genoodzaakt, pm den Staat të ontruimen, doch keerde naar eene afwezigheid van korte dagen wederom terug. Verfcheidehe Wekeö had hy echter niet meer dan zeventig man Onder zijn bevel. Eenmaal zelfs deden moeilijkheden en gevaren, dat getal öp vijfentwintig verfmelten j en nogthans wist hy zich met deze handvol Volks te III. Deel, X hand/  §22 Hoofdfï. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 handhaven in het midden der hem omringende vyanden. Men Helde allerhande middelen in het werk om het volk terug te houden, van hem de behulpzame hand te bieden. De Majoor Wernijs verbrandde menig huis aan dePedie, aan Lijnchs kreek en aan de Zwarte rivier, om dat derzelver eigenaren onderfteld werden onder Marion te dienen, of zyne oogmerken te begunftigen. Ondertusfchen deed dit eene ganfche andere uitwerking dan men bedoelde. Wraakzucht en wanhoop kwamen nu der vaderlandsliefde te hulp, om deze geheel te gronde gebrachte menfchen het veld te doen houden. Daar zy geene huizen meer hadden om tot hun verblijf te verftrekken, werden de legerplaatzen hunner landslieden ook hunne wooningen. Maanden lang, was Marion. met zyne bende genoodzaakt onder den blooten hemel te fiapen, en zich in de fchuilhoeken van diepe moerasfen te verbergen; terwijl hy uit deze wijkplaatzen te voorfchijn kwam, zoo dra 'er zich maar eene gelegenheid opdeed, om den .vyand afbreuk te doen, of het vaderland van dienst te zijn. De tegenkanting tegen de Britfche regeering bepaalde zich echter niet alleen tot de benden onder het bevel van Sümter en Marion. Zy had nimmer geheel en al opgehouden, aan de grenzen van den Staat, De geneigdheid totopfïand, welke het aannaderen van den Generaal Gates had opgewekt, was door deszelfs nederlaag niet uitgedoofd. De moed van het volk was overmand, maar niet ondergebracht; en de ftrengheid, waar mede de Britten de muitelingen, die in hunne handen vielen, behandel-  in de Zuidelyke Statutu gfi'gj delden, deed de genen die ontkwamen volhouden > en hunne veiligheid in de moerasfeö aoë=. ken. Sedert het tijdvak van de algemeene onderwerping der ingezetenen in het jaar 1780, was *er moeite gedaan, om de koninglyke krijgsmacht dóór de medewerking van de opgezetenen van het platte land , te verfterken. De Britten poogden het Volk te oVerreden, tot het vormen eener koninglyke Land» militie, door hun hetzelve voor te houden, dat al» ! Ie hunne vooruitzichten om in het ontwerp van on» afhanklijkheid te Hagen, in rook verdwenen waren» en dat alle verdere tegenkanting alleen dienen kónden , om hunne rampen te doen voortduren, of 1 misfchien hunnen geheelen ondergang te bewerken» i De Majoor Fergtjson van het eenënzeventigfte Re; giment, maakte hier van by uitftek zijn werk. Hy bezocht die plaatzen, waar men niet. recht Amerii kaansch gezind was, en verzamelde eene bende van ! zulk foort van menfchen, van welken men grootèa I dienst te gemoet zag. Vervolgens trok hy naar de noordwestelyke plantagien, om de gemeenfehap te ! kunnen open houden tusfehen de Koningsgezinden ;. van de beide Carolinas; en hoopte, zoo door zyne tegenwoordigheid, als door de verzekering dat het koninglyke leger eerlang in Noord-Carolina zoude rukken, de voorftanders der koninglyke regeerln&. tot het dadelijk opvatten der wapenen ten dienfte van hunnen Koning te bewegen; terwijl intusfehen alles in gereedheid gebracht wierd, om de krijgsverrichtingen verder door te zetten, «00 dra het X a jaar-  3-4 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1730 jaargetyde en de ftaat der magazynen zulks zouden toelaten. De geest van onderneming, welke wy reeds gezien hebben, dat omftreeks dezen tijd, wederom onder de Amerikaanfche Landmilitie begon te herleven, deed den Overften. Clarke eenen aanflag wagen, om de Britfche post te Augusta in Georgië op te ligten: maar hy flaagde daar in niet, en werd gedwongen terug te trekken. De Majoor Fergoson, hoopende deze bende te onderfcheppen, hield zich daarom dicht by het gebergte, waar hy dus op eenen aanmerkelyken afftand van alleonderftand erf middelen van beftaan verwyderd was. Deze omftandigheden, benevens de plunderingen der Koningsgezinden, bewogen deftoutmoedige Vryheidsvrienden, die aan dewestzyde der Alleganifche bergen woonen, om eene onderneming tegen dezen beroemden partyganger te beramen, en denzelven te overmeesteren. Zy beftonden dit uit eigen beweging, zonder eenigen last van de Amerikaanfche regeeringen of aandryven van Officieren van het Staten leger. 'Er was zonder eenig in het oogloopend opzet, eene machtige vereeniging van onderfcheidene bevelhebbers der Landmilitie uit verfchillende Staten, aan het hoofd hunner onderhoorige manfehappen. De Overften Camphell uit Virginie, Cleveeant)'t Sheley, Sevier en Mac Dowel uit Noord-Carolina, benevens de Overften Lacey, Hawthorn en Hill uit Zuid Carolina, voegden zich allen by elkander met een aantal volks, ten bedrage van wel zestien honderd man, hoewel zy onder geene ge meen-  in de Zuidelyke Staten. 325 meenfehappelijk bevel itonden , noch door eenig gemeen gezag geroepen waren om de wapenen op te vatten; of liever door geen gezag hoegenaamd, maar alleen door eene algemeene aandrift van hunne eigene harten. Ook hadden zy zoo weinig van het werktuiglyke eener geregelde krijgsmacht, dat de Overften der byzondere Staten, volgens onderlinge overeenkomst, beurtelings het bevel voerden en dagelijks afwisfeldèn. Voorts waren de ongemakken, welke deze vrywilligers doorftonden, niet van de geringften. Sommigen van hun leefden weken aan elkander, zonder brood of zout of fterken drank te proeven, en fliepen in de bosfchen zonder dekens. De ftroomende rivier leschte hunnen dorst. Des nachts verftrekte hun de aarde tot bed en de hemel alleen of op het meeste het loof der bomen tot dekzel. Koornairen of pompoenen in het vuur gaar gemaakt, met rundvleesch of wildbraad, by gunftige gelegenheden in de bosfchen geflacht en gebraden, waren hunne voornaamfte fpyzen. Zy hadden noch Krijgscommisfarisfen, noch Kwartiermeesters , noch eenigerhande magazynen ; maar zy kozen duizend hunner beste manfehappen uit, en voorzagen dezelyen van hunne fnelfte paarden. Met dit alles taste dit volk, op den zevenden van Wijnmaand , den Majoor Ferguson aan , die op den kruin des Koningsberg ftond, kort aan de grensscheiding tusfehen Zuid- en Noord-Carolina. De Amerikanen waren in drie hoopen afgedeeld. De Overfte Lacey van Zuid-Carolina voerde 'er eene X 3 a;an.  «zé Hoofdft, XIX, Veldtocht van het jaar 1780 aan, die aan de westzyde aanviel. De beide andeyen ftonden onder de bevelen van de Overften Campbeli, en Cleveland, van welken de eerfte van de oostzyde en de andere in het midden de Britten aantaste, Ferguson ontving de befpringeren met geveld geweer en groote koenheid, en noodzaakte den eenen na den anderen om af te houden. Maar zy deinsden flechts een weinig terug, plaatften zich achter boomen en rotzen, en begonnen op nieuws van alle kanten te vuuren. De Britten ongedekt ftaande ftrekten ten doel aan de Amerikaanfche Jagers, die 'er menige deden tuimelen. Onder de gefneuvelden vond men een ongemeen groot aantal, die in het hoofd gewond waren, en fcherpfchutters troffen fcherpfchutters met zoo veel naauwkeurigheid, dat zy elkander in het aanleggen plotzeling doodfchoten, in diervoegen dat na hunnen dood het eene oog open, en het andere gefloten bleef, naar de gewoone wyze der Jagers wanneer zy hun doel mikken. De Majoor Ferguson gedroeg zich zoo braaf als In zyne omftandigheden mooglijk was: maar zyne legering op den top des bergs, was kwalijk gekomen ; vermits dezelve aan de Amerikanen gelegenheid gaf, om zich by hunne aannadering te bedekken. Indien hy, by het afdeinzen van den eerften hoop der Landmilitie, denzelven had aangevallen en terug gedreven, en dan terftond zynen tocht vervolgd, zoude hy met het meeste gedeelte zyner manfehappen hebben kunnen ontkomen; maar zijn onkreukbare moed deed hem zoo wel de vlucht als de  in de Zuidelyke Staten. 327 de overgave verfmaden. Eindelijk ontving hy, na een hardnekkig gevecht, eene doodelyke wond; en de overgeblevene geen kans om te ontvluchten meer oyerig hebbende, en alle uitzichten om zich met goed gevolg te verweeren verdweenenzijnde, maak. ten toen door hunne overgave een einde aan den ftrijd. Meer dan acht honderd man werden krijgsgevangen gemaakt, en twee honderd vijfentwintig waren 'er gefneuveld of gekwetst. De aanvallers hadden zeer weinige dooden, maar onder dezelven was de Overfte Williams een uitmuntend Officier der Landmilitie van het rechtsgebied van NinetySix, die zich by uitftek bevlytigd had, om de herftelling der Britfche regeering te dwarsboomen. Tien man van de gevangen genomen koningsgezin, de Landmilitie, werden door de overwinnaars opgehangen. De ftrenge handelwyze der Britten, die onlangs verfcheidene gevangen genomen Amerikanen, in Zuid-Carolina en Georgië, hadden laten ophangen, fpoorde hen tot dezen maatregel aan, welken zy bovendien rechtvaardig hielden , om dat de dus geftrafte manfehappen reeds te voren zulke misdaden gepleegd hadden, welke hen, naar de wetten van het land » des doods fchuldig maakten. De val van Ferguson was op zich zelf een groot ver. lies voor de zaak des Konings. Als partyganger bezat hy uitftekende bekwaamheden, en eene ongemeene zucht om iets groots te ondernemen; teffens voegde hy by eene Uitmuntende vatbaarheid om gewichtige X 4 on-  ga? Hoofd-t, XIX, Veldtocht van het jaar 1780 ondernemingen te ontwerpen , tevens de vereischte werkdadige kundigheden om dezelve ten uitvoer te brengen. Het onverwachte voordeel, welk de Amerikanen op hem en zyne bende behaalden, very» delde grootendeels een welberaamd ontwerp om de Uritfebe legermacht door de onderfteuning der Koningsgezinde ingezetenen te verfterken, welke laatften hy begonnen had te oeftenen en tot den werkeJyken dienst voor te bereiden. De volkomen nederlaag van de ganfche bende, welke hy byeengebracht had, was gelijk een breidel, welke voor het vervolg alle dadelyke poogingen der Koningsgezinden beteugelde. De zelfde vreesachtige omzichtigheid, welke hen afkeerig maakte om zich by, hunne landslieden te voegen en de eisfchen der Britten tegen te gaan, hield hen federt ook terug om verder iets ter onderfteuning van de zaak des Konings te wagen. Van toen af aan zaten zy af te kyken, boe de fchaal waarfchynelijk ftond over te liaan en Zy hielden zich terug, tot dat het Britfche leger, aan zijn eigen krachten overgelaten, zonder hunnen byftand, eene verzekerde overmacht zoude verkrygen. Weinige weken na het algemeene treffen by Camden, liet Lord Cornwallis eene kleine macht in dje plaats en'trok met het hoofdleger naar Salisbury, met oogmerk om in die richting verder door te dringen. Terwijl hy derwaards toog, beyverde zich de Landmilitie van Noord-Carolina om de afgej-andefde benden afbreuk te doen, het welk dikwijle*  in de Zuidelyke Staten. 320 vrij Is gelukte. De fcherpfchutters drongen meermalen door tot by zyne legerplaats, hielden zich achter het geboomte fchuil en troffen wis hun doel. Het nog kortlings zegepralende leger bevond zich dus in ongelegen omftandigheden, daar het volk voor ongezien gevaar bloot ftond, zoo dra het zich maar eenige weinige honderd roeden van het hoofdleger verwyderde. De nederlaag van den Majoor Ferguson , by deze omftandigheden gevoegd, maakte Lord Cprnwallis ernftig beducht, en hy trok kort daar op naar Winnsborough terug. Op dezen aftocht, ontnam hun de Landmilitie verfcheidene wagens en enkelde manfehappen kwamen dikwijls tot binnen het bereik van een fnapbaanfchoot aan het Britfche leger, fchoten hun geweer af en maakten zich vervolgens weg. De fchrik welken de nederlaag van den Generaal Gates verfpreid had, was grootendeels afgefloten. De overwinning op den Majoor Ferguson behaald, en het daar op gevolgde terug trekken van Lord Cornwalus, bemoedigden de Amerikaanfche Landmilitie om zich in het veld te begeven, en de nood der tyden verplichte hen om zich aan ftrenger krijgstucht te onderwerpen. Sumter , verzamelde na het verftrooijen zyner bende op den achttienden van Oogstmaand, metterhaast wederom eenen hoop vrywilligers, deels uit nieuwe waaghalzen, deels uit dezulken welke op dien dag ontkomen waren. Met dezen hield hy zich in het veld ter onderfteuning van de Amerikaanfche OnafX 5 hank-  33° Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar i780 hanklijkheid, offchoon 'er, gedurende drie maanden, geen leger van het Congres in den Staat ge* vonden wierd. Hy verwisfelde van tijd tot tijd van ftand in den omtrek van de Evoree, de Breede en Tyger-Rivieren, en hield menigvuldige fchermutzelingen met den vyand. Zyne manfehappen van paarden voorzien hebbende, deed hy gedurige aanvallen op dé Britfche partyen, ligte hunne kwal tieren op, onderfchepte hunne geleiden, en matte hen zoodanig af door zyne gedurige ontrustingen, dat zy zich niet dan bezwaarlijk en met de grootfte omzichtigheid durfden bewegen. Door zynen ondernemenden geest deed hy den Britten zoo grooten afbreuk en was hun zoodanig ïn den weg, dat zy velerhande aanflagen fmeedden om zyne macht te vernielen, dochzy mislukten alle in de uitvoering. Op den twaalfden van Slachtmaand, werd hy aan de Breede Rivier van den Majoor Wernijs aan het het hoofd van eenig Voetvolk en Dragonders aangevallen; in welk gevecht de Britten te kort fchoten, met verlies van hunnen bevelhebber, die gevangen genomen werd. Acht dagen later taste de Overfte-Luitenant Tarleton hem aan teBlackftoks by de Tyger-Rivier. De aanval begon met honderd en zeventig dragonders en tachtig man van het drieënzestigfte Regiment. Sümter had een aanmerkelijk gedeelte zynermacht doen trekken in eene groote houtloots, door welker openingen zy veilig Vuurden en velen van het drieënzestigfte Regiment de-  in de Zuidelyke Staten, 331 deden fneuvelen. Tarleton deed vervolgens eenen aanval met zijn paardevolk; doch niet in ftaat zijnde om de Amerikanen uit hun voordeel te dry ven. trok hy terug en liet Sumter in het geruste bezit van 't flagveld. Het verlies der Britten by dit voorval was aanmerkelijk, en onder hunne gefneuvelden telde men drie Officieren, namelijk de Majoor Moncy en de Luitenants Gibson en Cope. De Amerikanen hadden.weinig volk verloren, maar de Generaal Sumter ontving 'er eene wonde, welke verfcheidene maanden zyne dappere ondernemingen ten nutte zijns Vaderlands verhinderde. Zyne yver en wakkerheid om de Landmilitie aan te moedigen, wanneer zy door herhaalde nederlagen neerflachtig geworden was, en de dapperheid en het goed beleid, welke hy in menige aanvallen op Britfche partyen aan den dag leide, verwierven hem de toejuiching zyner landgenoöten en de dankbetuiging van het Congres. Gedurende de drie maanden, welke op de nederlaag van het Amerikaanfche leger by Camden volgden, hield zich de Generaal Gates met , allen yver onledig in het maken van toebereidzelen, om wederom in het veld te kunnen verfchynen. Eene macht te Hillsborough byeen verzameld hebbende, rukte hy voorwaards naar Salisbury, en zeer kort daar op naar Charlotte-town. Hy had alles gedaan wat in zijn vermogen was om de fchade zyner nederlaag te herftellen, en was reeds wederom in ftaatgebracht om den vyand het hoofd te kunnen bieden; maar uit  332 Hoofdft. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 uit hoofde van den invloed der volksmeening op de zaken van den ftaat in een Gemeenebest, befloot het Congres-om hem van het bevel over het leger te verlaten, en zijn gedrag door eenen krijgsraad te doen onderzoeken. Dit was gegrond op een reeds te voren genomen befluit, dat alle de genen, die eene post verloren, hun gedrag voor eenen krijgsraad zouden moeten verantwoorden. Ondertusfchen waren de gevallen geenszins gelijk: hy had eenen veldflag, maar geene post verloren; en de eenige misdaad welke men den Generaal Gates konde te laste leggen, beftond daar in, dat hy geflagen was. Zyne vyanden konden hem van geenerhande wangedrag als krijgsman befchuldigen, ten zy men daar voor houden moest, dat het geluk hem niet gediend had ; maar de menigte , ten uiterften verdrietig overal het verlies, haakte naar verandering, cn het Congres vond het noodzakelijk aan dezelve genoegen te geven; fchoon ten kosten van de gevoeligheid van eenen der beste, en tot Oogstmaand van het jaar 1780, eenen der gelukkigfte krijgsbevelhebbers. Virginie kon echter Saratoga niet zoo ras vergeten. Wanneer de Generaal Gates op zyne te huis ïeize uit Carolina, zich te Richmond bevond, nam /de kamer der Gemeenten van dien Staat het eenpaïige befluit, ,, om vier harer leden te benoemen, 8, om by den Generaal Gates een bezoek af te leg- 9, gen, en hem van de hoogachting en den eerbied „. der kamer te verzekeren, en dat het geheugen s, zy-  in de Zuidelyke Staten, 333 „ zyner vorige roemryke dienften door geeneihan„ de wisfeling van hec fortuin konde uitgewischc ,, worden; maar dat zy fteeds gedachtig a^n zyne „ groote verdienden, geene gelegenheid wilden ,, laten voorbygaan, om voor de ganfche wereld te „ betuigen, welke dankbaarheid het vaderland aan „ hem , in zijn karakter als krijgsman fchuldig „ was." Met deze gebeurtenisfen, behalven eenige weinige min belangryke fchermutzelingen, welke geen byzonder verhaal verdienen, liep de veldtocht van het jaar 1780 in dezuidelyke Staten ten einde: enzy ftrekten tot voldoende bewyzen voor de dwaasheid van het doorzetten van den Amerikaanfchen oorlog. Schoon de Britten met groote fnelheid verovering op verovering gemaakt hadden, waren dezelve voor de overwinnaars van gering voordeel. De harten des volks waren niet overwonnen, of liever nog afkeeriger geworden Van het denkbeeld , om tot hunne vorige gehoorzaamheid weder te keeren; en het ftond met hunne geaardheid zoodanig gefchapen, dat de onkosten om hen in onderwerping te houden, alle de voordeden der overheering verre overtroffen zouden hebben. De Britfche bezettingen verhinderden wel den openlyken tegenftand, in den omtrek der plaatzen waar zy zich bevonden ; maar zoo dra zy 'er uitgenomen en het volk aan zich zeiven overgelaten wierd, zag men overal eenen geest van opftand en vyandfchap tegen GrootBrittaDje te voorfchijn komen, en wanneer ook 'de  334 Hoofdfl. XIX. Veldtocht van het jaar 1780 enz, } de ihndaard der Onafhanklijkheid met voorzichtigheid geplant werd, ontbrak het nimmer aan den toeloop van het wakkerfte en moedigfte gedeelte der ingezetenen om die hulde te doen.  •••wi