HEDENDAAGSCHE HISTORIE O F TEGENWOORDIGE STAAT VAN ALLE VOLKEREN; Behelzende de Befchryving der VEREENIGDE NEDERLANDEN, En wel in 't byzonder van O V E R Y S S E L. Met Printverbeeldingen verilerd. IV. DEEL, Ijle S TU IC Te LEIDEN, DORDRECHT en AMSTERDAM, By S. en J. JLuchtmans, P. en A. Blusse', en G. Warnars. mdccciii. Met Privilege.  D E PRENTEN MOETEN GEPLAATST WORDEN: 1. Hasfelt van over 't Water te zien. tegen over bladz. 206 2. Zwartfluis van den Dyk te zien. ■ 220 3. Kampen van den Dyk te zien tegen over bladz. 386. in het 3de d. 3d8 ftuk.  TEGENWOORDIGE STAAT VAN OVERYSSEL. VIERDE DEEL. DERTIGSTE HOOFDSTUK. Verdeeling der Provincie. Kwartier van Zalland. Hoe de byzondere gedeelten der Provincie van Overysfel, van tyd tot tyd, onder het gebied der ütrechtfche Bisfchoppen geraakt' en langzamerhand tot één gewest zamengefmolten zyn, kan in de Gedenk/lukken van den Heer J. W. Racer uitvoerig gelezen worden: en daar wy het* ter volvoering van ons beftek, niet noo-' dig agten dit onderwerp aan te roeren, zullen wy ons blootelyk tot de tegenwoordige deeling en on  van OVERYSSEL. 7 Het laatfte gedeelte der dertiende eeuwK is inzonderheid bekend door de menigte2 van zware overftroomingen, die zo dit als andere gewesten van ons Vaderland in kommer bragten : en wy kunnen de inleiding van dit dykregt niet verlaten , dan na nog aangemerkt te hebben, dat fchoon wy ten aanzien van Overysfel in de jaarboeken geene_ uitdruklyke melding dan van twee zware watervloeden in dat tydperk, te weten in de jaren 1285. en 1290, aangetroffen hebben (jj), deze Provincie nogthans meermalen, misfchien egter niet in 1 de zelfde hooge mate, door het van bo-1 ven komende water moet hebben geleden. Dit dykregt van Bisfchop Guy, welks invoering wy ter zyner plaatze verhaalden (h), goldt voor den geheelen dyk tusfchen ter Honnepe en de zee: en ten gevolge hier van is het, dat de Brikskampfche dykftoel, hier vqor (i) befchreven, die de fchouw over een gedeelte van dezen dyk doet, nog hedendaags het Zallandfche dykregt volgt. Fredrik van Blankenheim, dugtende dat de onderling verfchillende affchriften, welken van dezen Guyen dykbrief gemaakt waren , aanleiding tot twist en twyffeling geven zouden, deed een nieuw affchrift naar den oorfpronglyken vervaardigen , en beval dat men zig daar naar en naar den oorfpronglyken alleen zoude rigten : e*n ten zelfden tyde werden A 4 nog a Deel van 't Grim. Genootfchap pro exc. jur: patr. II. 49S. WART. alland. Ï12 I. ucci tl. 79. en io« (I') Aid. bL 81. CO [II. Dee 292*  Kwart. Zalland, rio P' Hattum Zwolle, I. UW. 56S. 1 I < i i t I c i l 4 li § t V 8 Tegenwoordige Staat nog ettelyke nieuwe punten het dyk'regt betreffende vastgefteld (5). De landdag , dien Rudolf van Diephout in 't jaar Ï437, gelyk ons verhaald wordt, over dykzaken uitfchreef, fchynt alleen eenige verordeningen omtrent het leggen van kribben voortgebragt te hebben (k). In Bisfchop "Davids eerften landbrief van 't jaar 1457. vindt men iets omtrent de daggelden van den Dykgraaf bepaald (6) : en geduurende het beftier van dezen kwamen in de jaren 1485. en 1494. meer andere verordeningen in 't licht, van welken wy reeds elders gewag gemaakt hebben (7). Fredrik van BaCs) Zie I. Deel, 11. 120. De Heer van Hattum, daar aangehaald , die den brief van Fredrik tot het jaar 1400. brengt, drukt zig niet naauwkeurig uit, met te zeggen dat hy een verbeterd affchrift uitgaf, dewyl uit het Transfix by Ru/end. Obf. jur. TJniv. torn. IV. p. 408. blykt dat hy zig tot affchryven bepaalde. Ondertusfchen heeft de zorg van Bisfchop Fredrik niet kunnen uitwerken, dat wy ons op een volkomen zuiver affchrift mogen beroemen, Dumbar, die eerst den Guyen dyk-brief uitgaf, had verfcheiden In lezing verfchillende handfchriftcn gezien. Anal. torn. II. p. 233. De twee artikels, welken Huydeeoper, in onze voorgaande aanteekening aangehaald, heeft medegedeeld , toonen, dat zyn handfchrift met dat van Dumbar niet eenftemmig was. De getransfigeerde brief by Pufendorf verfchilt van beiden : en in een fraai affchrift van 't jaar 1567 , 'in ons eigen bezit, hebben wy mede van de anderen verfchillenje lezingen aangetroffen. (6) Zie I. Deel, bl. 144. Na dat dit was in 't icbt gekomen is deze landbrief nog tweemaal uitgegeven : namelyk in 't II. Deel van Dumbars K. en W. Deventer bl. 160. en in 't III. Stuk der Geienkft. >an Mr. J. IV. Racer bl. 128. (71 Zie I. D. bl. J48. üit van Hattum, Zmllt II.  van OVERYSSEL. 9 Baden bevestigde de voorgaande dykregten en ten zynen tyde werd nog iets met be. trekking tot het panden vastgefteld (1) Uit een' brief, waarby de Stadhoudei Schenck in 't jaar 1530. Ridderfchap er Steden zamen riep , blykt dat de Ysfeldyken toen in kommerlyken ftaat waren (m): en daar zyn verfcheide verordeningen vooi handen , die ten zynen tyde over zaker zo de rivier als de dyken betreffende wer den beraamd, en waar by men de oude dyk regten in verfcheiden punten verander, de (8;. Dan de wetgeving op dit fluk fchynt ITeeds gebrekkig te zyn gebleven : want de Gedeputeerden van den Stadhouder Hierges klaagden in den jare 1573: „ dat by tyden der noot des hoegen waeters ende anders die huysluyden in gie„ ner manieren op die dyken, daer die „ noot voerhanden is, gebracht konnen „ worden, watt ordinantie offce boete j, oeck daerop geftalt finnen geweeft, meer j, foekende hairen eygenen nutt vnd ge5, gemack dan die gemeyne weluaert,- enn A 5 dat II. D. II. fit. zoude men verkeerdelyk befluiren ,' dat de dykbrief van 1494. in eene volle Vergadering van Ri&derfcbap en Steden gemaakt was. Ook brengt by dien tot 1493. Wie tot de invoering van de dykregten oudtyds medewerkten, is in 't I. Deel, bl. 193. volgg. aangewezen. (8) Zie Pufend. Obf. jur. Univ. torn. IV. app. p. 436—449. alwaar men , volgens onze handfchrift, art. 86. voor MCCCC. lezen moet 1535. art. 104. (f «iet 1532. maar 1530. Art. 105. is met verfchillende | dagteekening ook te vindon by Raczr Qidenkfi. Hl, St. bl. 241. KVVAE.T, 1 Zajlland* ' CD Zie I. D, 154. , Cm) , Korte Ver- H N. 36. |flater de heduct. voor de , lieger. van Hasfelt. N. 2.  Kwart. Zallane Pufeml. Obf. J. Univ. app t. IV, y, 451. ' Re/- v. R. en St 18. Dcc. 1581 (0) By Puftnd. I. I. p. 450. 30 veel noodjg nit onze eigen 'iiaiidföhüfc verbeterd. 10 Tegenwoordige Staat j, dat oeck fommige tott die vermetelheyt • ',, gecommen fyn, datt iie fich domen lae- ten verfden, wanneer die dyken doer„ breken , datt fy alsdan geldt vnd loen „ vanden Gedyckten krygen konden, om„ me oire pachten daermedde te betaelen : „ waerdurch die gemeyne landen in gronde ,. en gewafs, durch inondatie ende beloe„ pinge bedoruen , en voele goeder luy„ den t oeck alfoe grofFelicken foe an dy„ ken , weteringen enn anders befchediget „ worden , datt fy niet machtich fyn die fchaede to repareren, dan die landen i, veriaeten moeten : daerby dan oeck die „ dyken i lange open ende onbeheert tott meerder perykell van fchaede blyuen lig„ gen (9)." Ook poogden zy deze misbruiken door eene ordonnantie te verhelpen-:--terwyl Ridderfchap en Steden in 't zelfde jaar op hunne voordragt nog verfcheiden andere punten, tot het dykregt behoorende , beraamden (n). Ligt valt het ondertusfehen te berekenen , dat de opgevolgde beroerten voor het onderhoud der dyken niet gunltig zyn konden: en daar wy aangeteekend vinden , dat de Staten in den jare 1581. door de flegtheid der wegen verhinderd werden zamen te komen (o) , mag men daar uit veilig tot den toeftand der dyken befiuiten ; terwyl de ■ onderfcheiden ordonnantiën, welken men zedert tot aan het einde der zestiende eeuw tel-  van OVERYSSEL n telkens by voorraad invoerde , te kennen* geven , dat men niets beftendigs wist te maken (p). Kort na het fluiten van den2 Munfterfchen vrede begon men wel over? het opftellen van een nieuw Dykregt te* raadpleegen (q): doch het werk bleef fte-, ken. Het voorftel van een ontwerp ter) verbetering , in den jare 1695. door het, Rid van Zalland gedaan, liep even vrug-i teloos af (r): en van de in den jare 1719.1 hervatte raadpleegingen is het zelfde te zeggen (s). Ettelyke jaren daar na egter namj men de zaak nogmaals onderhanden (t),1 met dit gelukkiger gevolg, dat men in 't jaar 1730. dat Dyk-regt van Zalland vast-s ftelde en door den druk gemeen maakte,, welk wy nog heden gebruiken (10). Te-\ gen het einde van den Spaanfchen kryg befloot men ook tot eene nieuwe metingvan de dyken (u), die omtrent eene eeuw! later nogmaals werd herhaald (v). ; Het Rid of de Dykftoel van Zalland beftaat uit eenen Dykgraaf en vyf Heemraden : te weten eenen namens Deventer, eenen namens Zwolle, welken altyd leden van de Magiilraat dier Steden zyn, en eenen namens ieder der drie Kerfpelen van Olst, (10) Zie Refol. van Ridd. en St. 2i. Apr. 1730. Eenige byzondere verordeniegen, die inmiddels mogen gemaakt zyn , zo als die over de noo.lfchouwen, te vinden Md. 22. Jpr. 1708 was het bier de plaats niet om by te brengen: even min eenige ophelderende befluiten door de Staten zedert genomen. Alleen melden wy, dat nog op den 15. Apr. 17Ó1. eene Publikatie tegen het dryven van verkens aan ds dyken vastgefteld is. WART, AU,AND> Cp) ie AU. ;. Febr. 584. 3ov.1587.%. Mei 553Cr) m. 15. laart 695. co iU, 13, 7. Maart, 2. Oct. 719. 19, laart 720. ft) m. 15. Ipr. 10. slov. 1728. 5 Apr.23. lept. 1729» Cu) AU. 22. «aart [Ö44. Cv) AU. 25. |un. 1744. EX. Apr. 1749-  ItWAET. Zalland, (w) Hv Racer t Ged. VI. bi. 200. (x) Dykr. van Sall.TU.i. Sit. 21, 22, Cv) V. Hattum Zvoll. II. bl. 65. co Dumbar -dnal. III, P- 558. CO Ref. vattR. en St. 9. Nov. 1579. •R6. Cc) Ref '. van R. en St. 26". Maart, 15. Apr. 1707. 1 12 Teginwoordige Staat Olst, Wyhe en Zwolle , welken door de Erfgenamen benoemd worden. Deze optelling is reeds in eenen ouden brief van den jare 14.61. te vinden (w). De Heemraden moeten , zo wel als de Dykfchryver, den eed in handen van den Dykgrave afleggen (ar). De verdeeling, voormaals tusfchen de Ridderfchap en de Steden omtrent de ampten gemaakt, heeft ten gevolge gehad, dat het Dykgraaffchap thans altops door eenen uit de Ridderfchap bekleed wordt. Nopens de oude aanftelling is ons weinig voorgekomen : niets ouder dan het jaar 1497 , toen een Schout van Zwolle dit ampt aanvaardde (y). In 't jaar 1579. hielden de Overysfelfche afgevaardigden aan by den Grave van Rennenberg', ten einde hetzelve aan de Steden Deventer en Zwolle mogt toegekend worden (z) : maar nog in 't zelfde jaar veranderde men van begrip , en floeg den Prinfe eenen uit de Edelen ter aanftelling voor (a); en wy meenen , dat zedert , ook voor dat de gemelde verdeeling plaats had , altyd een uit de Ridderfchap daar mede bekleed is geweest. Ondertusfchen brengt eene oude gewoonte mede, dat de Heemraad uit Deventer by openvalling van dit ampt hetzelve waarneemt, tot dat 'er een nieuwe Dykgraaf is aangefteld (b). In 't jaar 1707. jeraamde men een Berigtfchrift voor den Dykgrave (c) : doch hetzelve bevat niets ayzonders , en men mag het Dykregt als ieszelfs eigenlyke Berigtfchrift aanmerken. De  van OVERYSSEL. 13 De Zallandfche fehouw gaat over dyken, |' wegen , weteringen en hoofden. Zy begint op den dyk waar de Brikskampfche ichouw ophoudt, dat is aan de Randerzyl (d) > en eindigt beneden den zogenaamden Kolk van Uterwyk tusfchen hetz lleedje Wilfem en Kampen. De gewone 3 fchouwen gefchieden door het geheele Rid: maar ten aanzien der noodfchouwen is de dyk in twee deelen gedeeld, tusfchen welke de Windesheimer zyl de fcheiding maakt j moetende de Dykgraaf het bovenfte eind met de Heemraden van Deventer> Olst en Wyhe, het benedenfte met de overigen fchouwen. De zelfde affcheiding heeft tusfchen de ingezetenen plaats ten aanzien van het herftel der waden (11). Als eene byzonderheid meenen wy te moeten aanteekenen, dat de Dykgraaf met zyne Heemraden op geene andere plaats rigten mag dan op den dyk. Zeer ,onderfcheiden van dezen dykftoel is de regtbank der Zevens, welken over byftcre, dat is verlaten of onbeheerde, einden dyks uitfpraak moeten doen. Om deze zamen te ftellen moet de Dykgraaf de zeven naafte landgenoten, te weten vier boven en drie beneden het byfter, oproepen: en dezen zyn gehouden zeiven, of (indien het vrouwen zyn of andere perfonen die wettige redenen van ontfchuldiging heb- (11) Over een voorregt van het fteedie Genemn:deu , waar op by 't opftellen van 't nieuwe Dykregt tit. 3. art.' 14. geen aftt geflagen is, zie Racer Ceienkfi. VI. II. 19. WART* ALLANB. !ie III, )eel bl. ,00.  Kwart. Zauani Ce) I. Deel, b 13- "I. Deel, bl. 5l4.en55< 14 Tegenwoordige Staat ( hebben) door anderen, het vonnis te wy- 'zen (12). Deze Schouw gaat tevens over de vier Weteringen, van welken wy reeds eemen ander maal gelegenheid vonden te fpre- 1 ken (e) : te weten over de twee oofte. lykften , de Oude en Nieuwe, geheel, en , over de beide weitelykften , de Zand- en Zoestweteringen ten deele, beginnende , even als ten aanzien van den dyk, waar de Brikskampfche fchouw ophoudt (13). Het (ia) In de Hollandfche regten wordt dit Zeventuig genoemd, waar van voorbeelden te zien zyn in de Vaderl. Hifi. 2. D. IX. B. bl. 112, not. Het getal van zeven, hier en in zo vele andere zaken verei,scht, fproot zeker uit het oude bygeloof welk eene byzondere kragt aan hetzelve toefchreef, en zo in de midden-eeuwen , als onder de oude Grieken en Romeinen heerschte. Zie 't aangehaalde by Van Alphen over den eed der Utr. Bisfch. in de Werk. der Maatfch. der Ned. Lett. te Leyd. II. D. bl. 207. By alle oude volkeren fchynt dit getal heilig geweest te zyn; inzonderheid ook by de Joden en vroeger onder de Aartsvaderen. Zie Beaujobre ei Lenfant Pref. gen. fur le N. Teft. p. 139. die 'er met Philo eene herinnering aan de fchepping in vinden; terwyl anderen den oorfprong by de Egyptenaren zoeken , die zeven planeten ontdekt en ook hunne week van zeven dagen gemaakt hadden. De Pauw, Befp. over de Egypt. en Chin. I. D. bl. 533. Recenfent, III. D. bl. 510. (13) Toen wy in 't III. D. bl. 299. volgg. van de Brikskampfche Schouw handelden , bleven ons eenige onzekerheden over die wy hier zullen tragten op te helderen. Wy zeiden , niet te weten , waar Brikskaup moest gezogt worden. Zedert vonden wy in een Uyk-regiiter der Buurfchap Olst van 't jaar 1455. deze woorden. ,, Bricxkamp Geert van Buc,, horft, nu genoempt Buskamp."' Zy nu, dien de ligging van het oude adelyke goed Boskamp bekend is j  vna OVERYSSEL. 15 Het opzigt over de wegen en zee-gravens (14) langs deze weteringen lopende, rs met dat over de weteringen zeiven verbonden. Ter is, zullen hier uit bemerken , dat wy het niet te onregt voor waarfchynlyk hielden , dat de Brikskampfche Schouw in later tyd zo wel benedenwaards als naar boven was uitgebreid. Deze fchouw, die in vroeger dagen alleen over de Zandwetering fiep, ontving haren naam van de plaats daar zy aanvang nam, —— Wy zeiden daar ook, van den oorfproDg der Brikskampfche Schouw over de Zoestwetering onkundig te zyn. Dezen ontmoet men in ettelyke artikelen, welken door de Gedeputeerden van den Stadhouder Hierges in 't jaar 1573. beraamd werden, by Fufend. Obf, Univ. torn. IV. App. p. 452. waar zy, na gezegd te hebben , dat de fchouw over de weteringen voor eer groot gedeelte verwaarloosd werd, om dat de Dyk graaf van Zalland dezelve op eenen dag niet kon af doen, dus voortvaren. ,, Derenthaluen voer raettfan „ erachtett, datt die Sallandtfche Landtfchouwe van „ der weteringen, van beneden upwartz, tott ar „ waninges brugge gaen fall: alwaer die Brixcauip* ,, Schouwe wedder anfangen, vnd van daeraff bydei „ Dyckgreue van Brixcamp bes ten einde gereden fa „ worden." De Waninges brug wordt ook nog ii feet nieuwe dykregt *•<■> genoemd, doch wordt than: de Bruinsbrug geheten. By deze gelegenheic zullen wy mede aanteekenen, dat, volgens den in houd eener Refolut. van Ridd. en Sted. van den 15 Maart 1695, zeker erve, het Zand geheten, eer uur gaans boven Zwolle gelegen en thans eene bui tenplaats, de naam heeft gegeven aan de Zand-wete ling, lopende de floot of grift, door welke dezel ve zig van haar water ontlast, van dit Zand naa: de Zoest-wetering. Over het fchouwen dezer grif zie Ref. v. R. en St. 10. Apr. 1697. 18. Apr. 1699 12. Apr. 1708. (14) Het woord graven, in Holland alleen als eei Verbum bekend, wordt in Overysfel ook als eei Subftantivum gebruikt, en beteekent het zelfde al Sloot Kwart. Zalland. I 1 . 1  Kwart. Zalland Sloot. Zie Kilaan op Gratie. Zee-graven in het Dyk' regt is, volgens de afleiding van L. ten Kate op Zyg in Pr. I. bl. 557, het zelfde als zeeg-graven of* zyggraven, werwaards het water van de landen afzygt. Deze zee-gravens hebben de zelfde (trekking met de weteringen, zynde alleen door de wegen van dezelven afgefcheiden, en zy ontlasten zie van tyd totin dezelven. 16 Tegenwoordige Staat Ter plaatze waar de Zallandfche Schouw ' eindigt, begint die van Maftebroek: doch beneden zal gevoeglyker gelegenheid voorkomen om van deze te handelen. Het Kwartier van Zalland beftaat uit de drie Hoofdlieden met derzelver vryheden en de ampten onder Deventer en Zwolle behoorende , van welken wy reeds verflag gegeven hebben ; en is voor het overige, met betrekking tot het hooge regtsgebied, verdeeld in drie Hukken; namelyk het Drostampt van Zalland, het Drostampt van Ysfelmuiden , en het Hoogfchoutampt van Hasfelt. Deze verdeeling zullen wy in onze geographifche befchryving volgen. EEN-  van OVERYSSEL EENENDERTIGSTE HOOFDSTUK. Befchryving van het Drostampt van Zalland. Het Drostampt van Zalldnd bëvat verre het grootite gedeelte van het Kwar-, tier, waar van alleen de rtoórd-weftelykfté hoek door het Drostampt van Ysfelmuideri en 't Hoogfchoutanïpt van Hasfelt wordt bêflagen. Men weet, dat de landen, die onder geeftelyke Heefen Honden , oudtyds tèri aanzien vin de wefeldlyke zaken door amptènaren, welken den naam van Advokateri droegen , werden beftierd. Zo vindt men ook eenen W'enemarus advocatus de Sallandt als getuige in eenen brief van 't jaar ' 1233 (*)• Die amptenaren werden naderhand door anderen, onder de benaming van B Schout,5 (1) By Van Hattum Zwolle I. Deel, hl. 126. Verkeerdelyk fprakén wy boven in de Hiftorie op 'tjaar 1225. mede, tegen den duidelyken inhoud der brieven, van het Advokaatfcbap van Zalland , /. Deel, bl. 69. en 71. daar wy alleen van 't Advokaitfchap1 over de goederen der Kerk van Esfen in Zalland hadden moeten fpreken. Wy verzuimden teven» daar te doen opmerken , dat de .Graaf van Gelder, niet blootelyk goederen , maar een graaffchap in Zalland bezat. Dit ftuk wordt met opzet behandeld in Racers Cedenkjl. II. bl. 71 volgg. en VII. bl, 183. volgg.. De misdag van Wagenaar is nog grooter, tiaar hy Vad. Hiji. II. D. i). B. §. 20. niet alleen ook van' Zalland in 't gemeen (preekt, maar van den Advokaat een' Drost maakt, welke benaming ten dien' tyde nog niet in gebruik was,  Zallani co TSvDumh A,ial. II. p. 256. (b) Ref. van R. en St. 27. Mei 1611. CO Aid. 15. M'iart 1705. 18 Tegenwoordige Staat •Schout, Amptman, of Drost, vervangen. In eenen brief van 't jaar 1330". leest men van de Schoutambagten van Vollenhove, „Zalland en Twente (a) ; in verfcheiden anderen van de zelfde eeuw vindt men van eenen Schout van Zslland gewaagd (2); doch in den amptbrief of, gelyk wy nu fpreken zouden, de Inftructie , op welke Dirk van Dort in den aanvang der volgende deze bediening verkreeg, wordt hy Amptman van Zalland geheten C3). Dit ftuk kan met de aanftelling tot Drost van Henrik Bentink in den jare 1611. (b) en met de tegenwoordig nog in gebruik zyn. de, doch in verfcheiden opzigten niet meer gevolgd wordende, Inftructie van den jare 1705. (c) vergeleken worden. In de laatfte vindt men, zo wel als in het eerfle, de bewaring van het Slot Arkelftein aanbevolen , hoewel dit, toen dezelve gemaakt wierd, van geenen dienst meer zyn konde. Dan de befchryving des kerfpels van Bathmen zal ons nader gelegenheid geven hier van te fpreken. Het Drostampt van Zalland bevat negen Schoutampten, welken wy in de volgende orde, met het zuidelykfte beginnende, zullen (2) Namelyk van 13^3 . 1356. en 1365, aangehaald by Racer Gei. II. bl. 87. en van 1392. by Dumbar Deventer I. bl 623. not. waar de woorden Amptman en Schout met elkander verwisfeld ivorden. Evenwel was het woord Drost in 't midden dier eeuw ten minfben reeds in gebruik, als te zien is uit den brief by Racer, Gei. III. bl. 107. (3) Brief van 1412. by Racer, Ged. IV. bl. 107. Zie ook den brief van 1401. boven II. Deel j bl. 87'.  van OVERYSSEL. 19 leh befchryven. ï. Bathmen en Holten , 2. Hellendoorn , 3. Raalte, 4. Olst, 5. Wye, 6. Heino, 7. Dalffen, 8. Ommen, 9. Hardenberg. Van de kleine Steden zullen wy, zo hier als in \ vervolg, té gelyk met de Schoutampten in welker omtrek zy gelegen zyn , verflag geven. Schout ampt van Bathmen en Holten. De grenzen van dit Schoutampt, hetWelke oudtyds met Kolmefchate onder het zogenaamde Land van Deventer behoorde (d) , zyn ; ten westen Kolmefchate 3 ten noorden het fchoutampt van Hellendoorn , ten ooften Twente en wel bepaal delyk het Gerigt van Kedingen , ten zuiden de Heerlykheid van Dorth, behooren de tot de Graaffchap Zutphen : en hetzel ve is , gelyk de naam aanduidt, verdeela in twee Kerfpelen, die noch in 't kerkelyke noch in 't wereldlyke iets met elkan. der gemeen hebben , dan dat zy onder den zelfden Schout ftaan , welke egter verpligl is in beiden afzonderlyk zyne regtdagen te houden. Bathmen , het weftelykfte dezer kerfpelen , bevat twee Marken, waar van de noordelyke , Bathmen en Loo geheten , door de Schipbeek doorfneden is, en van de andere , Dort en Zuidloo, met grenspalen , ten zuiden dier beek op eenigen afftand van dezelve geplant 4 wordt afgefabelden j Zalland'. CO , , Racer,C-ctfi VII. St. bl. VJ'ji ÜuUéëtii  20 Tegenwoordige Std&S CO III. I). bl. 289, . Cf) H. i). bl. 10.). rs) fJn,lebornÈpise. Dav 6ip 2. §.2 Dumbar JbsvetiU I. b. bl 350 (4) Mém kan fiter uit' zien , dat het verflag hfar emtrent in Bachieves Kerk. Geogr. IV. St. bl. 9. gegeven , bijna zo vele misdagen als zaken behelst'. Dat over déze Kollatie voormaals verfchil geweest is, blykt uit de Befol. van Deveiit. 1. en 13. iV«>v' 1675- I. De Marke van Bathmen en Loay waar van het Erfmarkenrigterfchap aan hefc Stift van ter Honnepe, elders door ons befchreven (e), toekomt, beftaat uit drie buurfehappen. I. In de westelykfte buurfchap, Bathmen , ligt, kleine twee uuren van Deventer, het Dorp van den zelfden naam, uiteen goed aantal van huizen zamengefteld , welken egter te onregelmatig liggen om iets dat maar eene ftraat gelykt te vormen. De kerk , van welker pastoryen-goederen wy te voren gewaagden (f), was aan de HMaagd toegewyd. Het Kapittel van Deventer had de aanftelling van den priefter, die het regt had van met den Heer van Dorth ééne der beide vikaryen , daar by behoorende, te begeven (g). Misfcfoien is hier uit ontftaan , dat na de Kerkhervorming de halve kollatie van de predikants en kosters plaatzen aan de Hearen van Dorth gebleven is , tot dat zy door verkoop van de overige regten dezer heerlykheid is afgefcheiden. Tegenwoordig Haar. deze helft aan den Heer A. H. van Markel Bouwer, en de andere helft aan het Stift van ter Honnepe (4). Niet verre van het dorp ten noorden ftaat de Bathmenfche koornmolen op Kolmefchater grond. 2,  veen O VER YSSEL. ix i. Ooftelyker ligt de buurfchap Loo, waar in voormaals het Slot Arkelftein (5) te zien was, van 't welke thans niets, behalven de gragten, is overgebleven. De fligting van dit vermaarde kafteel in, den jare 1360, de verpanding van hetzelve door den Bisfchop tegen zyne gedane bebelofte , en de kwade gevolgen die daar uit voortfproten tot dat by het in den jare '1380. wederom in zyne magt kreeg , hebben wy ter zyner plaatze aangeteekend (6), Het febynt al vroeg tot een vast verblyf voor de Drosten van Zalland gefchikt geweest te zyn: want wy vinden, dat Dirk van Dorrete in den jare 1412. door Fredrik van Blankenheirn tot Amptman in Zalland werd aangefteld , op voorwaarde , dat hy daar zoude wonen; en uit den brief, welke deze aanftelling beB 3 vaj • (s) De onverfchoonlyke florzigheid door den Gelderfchen Hiftoriefchryver Pontanus begaan, roet dit flot te gelyk in Overysfel en digt by de Betuwe te plaatzen, is reeds opgemerkt door A. Moonen, Poëzy, Aentek. bl. 833- " (6) Zie I. D. II. 94. (waar op den rand not. a pag. 291. niet 281. moet gelezen wprden) en bi. 108. De brieven, op de daar aangehaalde plaatzen te vinden, treft men ook aan by van Hattum, Zwolle I. D. hl. 169, 211, 218. Dumbar, Dweilt. I. D. bl. 561. Volgens Heda, moet de ftreek , waar men het bouwde , toen met uirgeftrekte bosfehen zyn bezet geweest. Volgens het Chran. Auct. J. de Beka op. Matth. Anal. torn. III. p. 254. 4{o werd het eerst vin hout en naderhand van fteen opgetrokken , cn daar, wordt ook van eenen aanval, door den Heer van Netelhorst reeds in 't jaar 1360. op hetzelve ge. daan, gewag gemaakt. ZALLAN»,  Zalland Bv RflciT G** IV. 5c. bl. 107 CO J)umhar fievent. II hl. 41. HO Reyii Om', p. ü85> . co ïljocnen Cliron vat Dcy. bl «2 (m") Tïv Racer Gei IV. bl. 301. C») lïv Racer ali. bl. 91, Co) j>. 3u6. Cp) Rficer,Gcd, 1. bl. not. ' Cq^ Zie /J ff» vSf 2y. Mc 22 [Tegenwoordige Staal •vat, is op te maken, dat Dirks voorzaat, Henrik van Gramsberge, daar inrgelyks zyne huisvesting had gehad (h) , het welke ook nog van elders bevestigd kan worden (i). In de onlusten met de Gelderfchen leed het dikmaals aanftoot. Immers, fchoon 'wy niet gevonden hebben, wanneer het door dezen was ingenomen , blykt het dat de Bisfchop het in den jare 1510. heroverde (k). In 't jaar 1521. viel het nogmaals in Gelderfche handen (1). Tien jaren later zien wy , dat het reeds in verval begon te geraken (m) : en in of kort* na het jaar 1539. werd de wal geheel geflegt (n), ingevolge van welke oraftandigheid dan ook de eed, dien de Drosten van Zalland aan de drie Steden wegens de bewaring van deze fterkte plagten af te leggen , in den jare 1554 , toen Unico Ripperda denzelven doen moest , eenige verandering onderging (o). Het huis zelf was in 't jaar 1576. reeds dermate vervallen , dat het niet langer ter woning voor zulk eenen amptenaar konde dienen (p) ; en hoewel die van Deventer eenigen tyd daar na voorftelden , dat de Drost daar of binnen hunne ftad zyn verblyf moest houden , (q), was dit van geen gevolg. Onderwyl behielden die Drosten het genot van de opkomllen der landeryen , by den Arkelftein behorende , tot in het vroeger gedeelte der onlangs geëindigde eeuw, wanneer hun in plaats van dezelven eene jprlykfche fornme van. 350. gulden werd toe-  van OVERYSSEL. 23 toegelegd (7). Naderhand zyn huis en landdoor de Staten verkogt. 3. De derde buurfchap is Apenhuizen, ten noordooften van Bathmen gelegen. Eene oude overlevering wil, dat deze voormaals onder het ampt van Kolmefchate behoort heeft, en tegen Oxe (r), toen onder dit Schoutampt behoorende , verruild is. Ook blykt in der daad uit de marken-boeken van Dorth en Zuidloo, dat Oxe eertyds eene buurfchap van deze marke geweest is, en zig in of omtrent den jare 1650. van dezelve heeft afgefcheiden: doch ten aanzien van Apenhuizen is van het gezegde geen bewys voor handen, ten zy men daar voor die omftandigheid houden wilde, dat de erven, daar in gelegen, nog heden gewaard zyn in de Gooier marke (s), en in dezelve het regt van heiden en weiden genieten. II. De Marke van Dort en Zuidloo beHaat, zedert de ftraks gemelde affcheidine van Oxe , uit niet meer dan twee buur fchappen. 1. De eerflre dezer buurfchappen , de Kring van Dort of de Dorterhoek geheten , bevat tegenwoordig tien boeren wo ningen , eene van welken, den naam var B 4 Hoi (7) Zie Ref. v. R. en Sted. 15. Jun. 1718. De ze landeryen worden opgeteld in 't Rapport der Ge eommitteerden tot het onderzoek van den ftaat d& Provinciale Domeinen van den 18. Apr. 1659. Zi< ook Racer, Ged. IV. St. II. 95. by wien ook no; een Stuk over de dienden en de jagt van 't huil Akclftein gevonden wordt Aid. bl. 89. 'AXLAMD. Zie III. D, )l. 292. Cs) Zie III. E bl. 285- V ' \  Zalland 24 Tegenwoordige Staat Hof te Dort dragende, als eene havezate dezer Provincie te boek ftaat en het erfmarkenrigterfchap van deze marke aan zig verbonden heeft. Alle deze erven behoorden voormaals aan de Heeren van Dort, doch zyn in later tyd by verkoop in onderfcheiden handen gekomen. Nademaal ons nopens de oude hiftorie van het Huis te Dort, in de Graaffchap Zutphen op de grenzen van Overysfel gelegen , en" van de daar onder behoorende Heerlykheid ,' ook de Kring van Dort genaamd , geenerhande berigt is voorgekomen, het welke van dienst kan zyn om aan de gefchillen, daar over in later tyden ontitaan, eenige opheldering by te zetten (8): zullen wy ons vergenoegen met een kort verflag van dezen öp te geven, ten einde voor anderen, die beter gelegenheid tot een nader onderzoek mogten vinden, het werk , zo veel in ons is, te verligten. Het voorname verfchil hing tusfchen het Hof van Gelderland en de Staten van Overysfel : en de vraag was, of die boeren van (8) Alleen wordfn ons door den Heer Racer twee brieven medegedeeld : één van 't jaar 1320. (Ged. V~I, St. bl. 295.) waar by Seino van Dort zyne vesting van 't Stigt van Utrecht ter leen ontvangt en tot een openhuis voor hetzelve ftelt; en één van 1512. {Aid. III. St. bl. 320.), waar by de Heer van Dort als leenman wordt opgeroepen. Het is vreemd . dat noch de Heer J. Wagen aar in zyn Tegenwoordige Staat van Gelderland, noch de Profesfor Bachiene in de befchryving van die Provincie, welke jn Bufchings Gengraphie is ingevoegd , ons eeJiig vet/lag van dezen Dortfehen-Kringhebbengegeven.  van OVERYSSEL. 25 van Dort , welken de buurfchap , waar2 over wy hier handelen , befloegen , in de eerst of in de laatst genoemde Provincie gezeten waren ; en gevolglyk of dezelven in deze of in gene de fchattingen hadden te betalen. Dit gefchil, welk tot menigvuldige briefwisfeling en onderhandelingen aanleiding gaf, was zeker al voor den jare 1594. begonnen , en duurde eenen geruimen tyd in de volgende eeuw, wanneer de Gelderfchen hetzelve fchynen te hebben opgegeven (9). Aan hetzelve hing een ander vast, welk meer regtftreeks met den Heer van Dort, die zig egter ook met het andere bemoeide , gevoerd werd. Deze namelyk wilde zig het zelfde regtsgebied , welk hy in zynen Gelderfchen Kring oeffende , over zyne meierlieden in den Óverysfelfchen aanmatigen. Dan ook hier tegen hebben zig Ridderfchap en Ste-; den met den zelfden uitflag verzet (t).> Gelukkiger was de Heer van Dort ten aan-' zien van het regt tot de jagt in Overysfel;, want, alhoewel hem dit in vorige dagen B 5 mede Co) Zie Ref al. van R. en St. 13. Maart, 30. Oct. 23, 27. Nov. 1594. 17. Mei 1595- 13» 16. Febr. 1596. 4. Mei 1601. 8- Maart 1604- n- Sfpt. Iöio. 23. Oct. 1618. 16. Maart 1619- en Refol. der Gedep. 8, 17, 29. Apr. 22, 25. Mei, 15. Aug. 4.' Nov. 1601. Zeker is het, dat de Hertog van Gelder in den jare 1523, toen hy deze ftreken in zyn geweld had , dé ingezetenen van dezen kring als onder 't keifpel van Bathmen gezeten en hunne fchattingen aan den Rentmeefter van Zalland lietatenéft aanmerkte. Zie den biief by Racer, Ged: \V. Ss. M. 97. fO 'ieful. van i. en St. I. Maart 60-). 16, 7. Sepc. 6{z. ü. Jaart 616.  Zalland. Cu) JU. 14. Maait ïfal. ii. Met, 21. Sept. 1647, fv) JU. 31. Jan. 1785, O) By llncer Gtd. III. bl. 322. volgg. (O III. I). bl. 2öö. Cy} /J./: r. K, £/; SJ. 25. Apr. 1650. •ij ■26 Tegenwoordige Staat mede betwist werd (u) , blyft hy hetzelve tot heden toe, zo wy meenen ongeftoord, oeffenen. Toen in den jare 1785. de ingezetenen ter wapening werden opgefchreven, meende die Heer, dat dit in den Kring door hem, en niet door den Schout van Bathmen, moest gefchieden (v): en men kan niet ontkennen , dat de voorbeelden van de jaren 1581. en 1638. die meening begunftigden (w_). In 't begin der voorgaande eeuw vonden wy elders (x) den Heer van Dort in misverïtand met Deventer over de vislchery in de Dortfche beek: en wat later wilde hy aan de zelfde Stad het regt betwiften van zyne Bathmenfche mcierlieden tot arbaid aan de Schipbeek op te roepen (y) ; doch wy weten niet, dat hy immer iets tot bewys van derzelver ongehoudenheid heeft bygebragt (10). In 't kerkelyke behoort de geheele Zutphenfche Kring van Dorth mede onder het kerfpel van Bathmen : doch hoe , en wanneer het daar onder gekomen zy , hebben wy niet kunnen vernemen. Dit alleen weet men , dat de laatfte predikant, die de kerk van Dort afzonderlyk bediende, Adolf Mark geheten , in 't jaar 1652. nog leefde. Een der boeren erven , in den Dorterhoek gelegen, draagt de naam van Rat- tink, (icO By Racer, Gei; IV. St. bl. 80. vindt men een kondfchap van 1574, waarin van het dienen der meiers van Dorth gefprokeij wordt, en in de Refol. van. R. en St. 12, 15. Jpr. 1768. ziet men iets over derzeiver vryheid van de Droiren-dienlten.  van O VER Y SS EL. 27 tink, waar in fommigen de overbiyfzels van een oud kafteel meenen gevonden te hebben, welk in den bekenden brief van Keizer Hendrik den III, onder de benaming van Rathnon, en in eenen anderen van°Reinoud den I, Hertog van Gelder, onder dien van domus lapidea in Rathnon zoude voorkomen, en in den jare 1332. door die van Deventer geflegt zyn 00- 2. Nopens de tweede buurfchap, Zuidloo, is ons niets aanmerkenswaardig voorgekomen. De grondsgefteldheid van dit Kerfpel, het getal van welks huisgezinnen op ruim twee honderd mag aangeflagen worden, is ns genoeg de zelfde met die van Kolmefchate. uitgezonderd dat hier meer en beter weide, en hooi-landen gevonden worden , waai van het gevolg is, dat die van Bathmer ook meer boter ter markt brengen. Dt gemeene velden zyn hier, vooral in d( marke van Bathmen en Loo, ook grazige; ei (n) Zie Dumbar Devent. I. D. bl. 443. en , di< het gevoelen van dezen nader aandringt, Racer Gei. VI. bl. 379. Beiden plaatz-en zy het erve t< onregt in Zuidloo. Wat de eenzelvigheid van Rathno: en Rattink betreffe , bekennen wy dat dezelve vee •waarfchyrilyks heeft; maar deze onderfteld zynde kan men bezwaarlyk deze Schryvers byvallen, wan neer zy het Hunne in den keizerlyken brief voo Honnepe nemen: want Rattink liet tuifchen ter Hou riepe en Weggeftapelen , en derhalven kon men, oi: de grenzen te bepalen , niet wel van Rattink te wellen op ter Honnepe, en van daar wederom oosi waards op Weggeftapelen wyzen. Toen wy or. I. D. bl. 10. en III. D. bl. 2813. fchreven, hadJa wy dit nog niet opgemerkt. Zalland. l ! r 1 r 1 1 s 1  Zallani Holten. 28 Tegenwoordige Staat ^en minder met heide bezet. Schapen worden 'er weinig gehouden. In het kerlpel van Holten , welk veel uitgeilrekter is dan dat van Bathmen , en waar in men een derde half honderd huizen tellen zal , is de grond van zeer onderfcheiden foorten. In de Borkelt is dezelve, hoog en fteenagtig , en dit heeft vooral mede plaats in den omtrek van het dorp , by het welke de Holterberg, wiens fteenen in de omliggende plaatzen tot de ftraten gebruikt worden , en die ten noorden aan den Haarler-berg in Helléndoorn aanfchiet, een einde neemt. In Efpelo, Holterdyk , en in een gedeelte van 't Neerdorp treft men eene zwarte aarde aan. Ten westen van het gebergte heeft men eene groote gemeente, het Holterhroek genaamd, beftaande uit eenen meestal lagen grasgrond, die 's winters dikwyls onder water ftaat * maar by zomertyd goede weide geeft, het welke de vee.fokkery hier min kostbaar en dus overvloediger maakt ; terwyl de bergagtige ftreken, gezonde heide voor de fchapen opleverende , uitwerken, dat hier overal, uitgezonderd in de Holterdykfche buurfchap, velen van die dieren gevoed worden. Onderwyl is het hooiland hier doorgaans fcbaars. Het Holter.veen , ten ooiten van den berg, is genoegzaam ora de ingezetenen van turf te voorzien; doch deze brandftof is daar niet zo overvloedig als in het Rysfenfche veen , welk aan hetzelve paalt. Dit Kerfpel beftaat uit niet meer dan ' céne  nn OVERYSSEL. 29 déne Marke, welke in de zes volgende buurfcbappen is afgedeeld; 1. Het Dorp, 2. INeêrdorp, en 3. Efpeloo (12) ten noorden; 4. Holterdyk ten westen; 5. Looke en Borkelt (twee ftreken die voor eene buurfchap geteld worden) ten ooften; en 6. Beuzeberg, of Langeftraat, ten zuiden. Allen leveren zy te weinig byzonderheden op, om afzonderlyk van ieder te fpreken. In de Borkelt ftaat eene pannebakkery, welker pannen, in Twente zeer getrokken , de Woerdenfchen evenaren , zo niet overtreffen, zouden, indien het maakzel * aan de ftoffe beantwoordende , niet te ongelyk en flegt gebogen ware, om dezelven naar vereisch op elkander te doen fluiten. De klei moet van onder eene zandlaag worden Uitgegraven. De buurfchap Holterdyk, die men ook wel HoU terbroek genoemd vindt , ontleent hare benaming van den dyk , wélks fchouwe röeds te voren is befchreven (z). Hier omtrent lag eertyds het in den meer aangehaalden keizerlyken brief van 't jaar 1045. reeds genoemde kalreel Weggeftapelen, welks naam thans nog in een boeren huis bewaard wordt, en van hetwelke men elders uitvoeriger verflag kan aantreffen (13). Het (12) Deize naam wordt reedé gevonden in een ftuk van 't jaar ii28. by Racer Geil. Vil. St. bl. 64. (13) Zie Dumbar Devenf. I. D. bl. 443. nut. h, waar wy lezen, dat het in een' brief van 1728. arx in IVeggellapelon geheten wordt. Dit jaartal is een kauïblykflyke drukfeil. Denkèlyk moest 'er 1278'. ftadlT, Zalland, [38.  ZALk&ND CO Eumfar Anal. II. p. 393. O) Dumbar Derent. II. M. a«. noc. Cc) Aid. I, bl. 5 ftaan. Behalven in het gene men daar vindt, is 'er. nog melding van dit flot gemaakt in een' brief van 1361 , uitgegeven door den zelfden fchryver Alê. bl. $23. en Anal. tem. II. p. 291.  van OVERYSSEL. 31 ren , tegen betaling van 70. Zallandfche; ponden 's jaars. Borre verkreeg deze gunst uit hoofde van de groote dienften, welken hy aan 't Stigt door 't verbeteren en verHerken , zo van den Arkelftein en van 't Huis te Vollenhove , als van dit flot, had bewezen. Dit laatfte bleef ondertusfchen nog in eenen zeer onvolkomen toeftand. Immers zegt de Kerkvoogd, in den merkwaardigen brief, waar uit wy dit trekken, „ hebben wy befonnen , dat die landweer „ en dat huis te Holten om groeten noet „ onfs lande van Zallant gemaecktfyn, en„ de dat die by onfen tiden merkelic tot „ groten ftaden ende orbar fyn gecomen, ende dat bedacht ende aengefien dat onfe „ huis te Holten alfo ftarke niet en is, „ noch fulke veften heeft, dat men eeni„ ge fwaer laft van volke, die daer onj, verflens mochten comen, wederftaen „ mach;" en ten gevolge daar van vinden, wy onder de voorwaarden van de verpagting, dat de Kaftelein nog duizend oude fchilden tot verder verbetering mogt hefteden ; terwyl hy het huis fteeds op eigen koften met „ drie weeraftige man, mit „ hernaflche ende weren als dair toebe„ hoert," moest bewaren, en de Bisfchop verpligt bleef de overige bezetting, die de omftandigheden mogten vorderen, te betalen (d). Naderhand raakte dit Huis, zynde in handen van Gerrit Borres erfgenamen, hl wederom in zo flegten ftaat, dat de Stad * Deventer den toenmaligen Bisfchop Rudolf van Diephout met geld moest byftaan om het- Iallanü. Cd) 'U. II.D. • 27.  2 2 Tegenwoordige Staat ZXLLAN] Cc) Aid. bl. CO Aid. bi. 14:. Cs) II D. b!. 4«. II f. I 1.1. 188. nee. ' f' tO €/;<.'*. .«» Gi/?. »'«« lïisdom vi Devent. I U. ui. 34 '•hetzelve ter herftellen. Ook lofte die Stad hetzelve in , en verkreeg het daarop, in 't jaar 1444, zelve met den tol en 't gerigte in pandfehap voor 1500. oude fcbildén (e) ; 't welke ten gevolge had , daü zy , drie jaren da;ir na , 't huis , met twee daar by behoorende erven en 't gerigte aan eenen harer burgeren , Henrik ter Bruggen , verpagtte , op voorwaarden , onder anderen, dat hy als Schout de ingezetenen by hunne oude regten zoude bewaren, dat hy twee rypaarden met ten minften eenen knegt en eenen wagter of portier houden zoude, en dat hy Stads tollenaar, die mede zyne woning binnen de ringmuuren had, ongemoeid daar zoude laten (f). Wy hebben in een vorig ftuk dezes werks gezien,' dat deze pandfehap , by 't aflopen der volgende eeuw nog in handen des geflagts van ter Bruggen was (g), en weten, behal■ven 't gene daar gezegd is, van dit Huis, waar van thans niets meer beftaat, geen verder berigt te geven. Het gene 'er overfchiet is een woord te zeggen van het Dorp Holten, twee uuren gaans van Bathmen , en vier van Deventer afgelegen. Hetzelve maakt eene aanzienlyker vertooning dan Bathmen en de huizen zyn ten deele ook regelmatiger geplaatst , zo dat zy eene ftraat vertoonen; .Aan 't westeind van hetzelve ftaat de eenige koornmolen , die in dit kerfpel wordt •tgevonden. In 't midden ftaat de kerk, van »welke wy lezen , dat zy voormaals onder [.de parochie-kerk van Rysfen ftond (h) 1 en  van OVERYSSËL. 33 éri van welker paftory- en vikary-gdederen wy elders gewaagden (i). Gelyk van ouds de priefter (k) zo wordt nog thans de predikant door de goedsheeren benoemd (14); De weinige Roomschgezinden , die ih 't kerfpel van Bathmen, en in de buurfehappen Elpelo en Holterdyk van 't kerfpel Holten wonen, verrigten hunne godsdienst-oefening in Kolmefchate. In dit geheele Schoutampt is geene Statie; Sehoutampt Helhndoorn, Dit Schoutampt, welks naam wy in eenen brief van 't jaar 1442 (1) , en ook by Lindebom, (m), Helendoern, gefpeld vinden , grenst ten zuiden aan 't kerfpel van Holten , ten westen aan 't fchoutampt van Raalte, noordwaards aan dat van Ommen en den Ham, en eindelyk ten Oofter aan 't kwartier van ÏWente , en wel daat aan de Heerlykheid Almelo en 't Rigterampt van Kedingen (15). Het gebergte, welk hetzelve byna geheel doorfnydt, heefi drie byzondere benamingen; te weten , van Haarler-berg waar het ten zuiden te. G gei: (14) De gefchillen, welken over dit beroep plaats fcehad hebben, zyn uit de Rcfol, van Ridd. enSt. 17 Jan. 19. Maart, 27. Jun. 1, 19- I7»7- K? Apr. 1728. te vernemen. (15) In 't beain dezer eeuw lag men hier in ge fcliil met die Tan Notter, onder 't Gerigte van Ke dingen, over' de grensfcheiding en over 't bez'aafer van de venen. Zie Re/tl. vdrt R. en St. 14. Maar 1711. 16. Apr. 1717. Zallanp. fi) tl. O. b!. i04.en 10S. fk) , Undci EJ. üav. p. t75. CU . By Racer Ced. VI. St.bl. 32Ó. Episc. Dav. cap. 7. [O* f  Zal'lantj 34 Tegenwoordige Staat •gen den Hol ter-berg aanfluit, van NoeN zeler-berg meer oostwaards , en van Hel. lendoornfchen-berg ten noorden, met welken de keten afbreekt, en door eene vlakte afgewisfeld wordt, die zig tot aan den Lemeler-berg uititrekt. . De fchraalheid dezer bergagtige ftreken heerscht mede in het grootfte .gedeelte der landeryen, en het gevolg daar van is, dat de voortbrengzelen zig meestal tot rogge en boekweit bepalen ; terwyl de overvloed van heidegronden de fchaapskudden vermenigvuldigt, welken men hier op alle erven bykans kan aantreffen. Langs de Regge, welke ten ooften van 't gebergte ftroomt, heeft men beter gronden , en daar onder goed hooiland. Het gebrek aan weiden wordt voor 't overige hier, gelyk elders, zo veel doenlyk door de fpurrie.teelt vergoedt. De ooftelyke grenzen beltaan uit gemeene venen , die boekweit en turf geven , doch welken , voor zo verre zy tot de marke van Noetzele behooren reeds meeftendeels zyn uitgeveend. Het weinige vlas, welk hier verbouwd wordt , dient alleen tot eigen gebruik der huislieden. In den jare 1743. vonden de Staten goed eenige verórdening te maken tot ftuiting van de zo fchadelyke zandltuiven (16;; maar tot heden toe zyn dezelven nog niet overwonnen. De Marken, waar uit dit Schoutampt is zamengefteld , zyn de zes volgenden !. (16) Zie Ref. van R. en St. ig. Apr. 24. No*. 1743. Wy zagen diergelyken ia Kolmefchate III. D. èl. 296.  van O V E R Y S S È L; 3$ I. Ilaarle , aan de westzyde van den daar haar genoemden berg. II. Noetzele, aan den westkant van den berg , waar van het erfmarkenrigterfchap by het erve Helmerink behoort. lil. Ten noorden van Noetzele het Kerkdorpj, waar door niet alleen de weinige huizen , die de kerk omringen en de vertooning maken van 't gene men een dorp gewoon: is te noemen, moeten verftaan wordenmaar waar onder ook vele van de daar omliggende boeren erven begrepen zyn. Ook behoort hier onder de Dam,eene havezate , welke met een driedubbeld leen van de Provincie afhangt, en zelve eene leenkamer heeft, waar onder nog dertien of vyftien leenen geteld worden. Aan deze havezate en aan twee anderen , die' ons ftraks zullen voorkomen, Schulenburg naraelyk en Rhaan , ftaat behalven de begeving van het kosters-ampt ook de kollatie van de predikantsplaats; een regt welk in de Roomfche tyden door 't Kapittel van Deventer genoten werd , toen de kerk zig onder de befcherming van den H. Sebaftiaan bevond (n). Deze is in den jare 174b'. bykans geheel van nieuws opgetrokken ,j zynde by den vermaarden ftorm van de daar voorgaande wintermaand byna geheel verwoest (17). Het erfmarkenrigterfchap dezer marke ligt op een erve , den Hof te Hellendoorn , ook wel Hofman, geheten, zynde leenroerig aan het huis te Almelo. C 2 IV. (17) Over de paftgry-goederai 2ie //. Deelbh 104. .hdtmti ■ 1.  ÏAILAND f Co) Zie I. U. bl. 61. Cp) bl. 105* CO Rtyii Oaveuir, p. 243' Cr) Zie den lasibik-f van den Grave vai Nieuwe, nnar art. 18. in dolf van Diephout verpagtte in 't jaar 1442 de novale tiende van zeker hier geleget heideveld, de Ekede genaamd, aan Lude ken Zuzeler , die hetzelve aanbreken en be teelen wilde , voor den tyd van vyftig js ren (y). De Graaf van Rechteren to Rechteren is in het perfoonlyke bezit van ' erfmarkenrigterfchap, hebbende in 't gehe« geen land in eigendom binnen de Marke. Nadien de ingezetenen van Egede ei Daarle , hoewel zy hunne dooden te Hel lendoorn begraven, gewoon zyn in d< kerk van den Ham, als naast gelegen hunne godsdienst-oeffening te verrigten en dus daar hunne aalmoezen mededeelen heeft dit aanleiding gegeven tot eene fchik king, volgens welke de armen dezer twe buurten voor drie vierdedeelen door di Diakony van Hellendoorn en voor het o verige vierdedeel door die van den Han onderhouden worden (z): en niet lang n dat deze was ingevoerd verkregen die buur ten ook ieder eenen* afzonderlyken fchool meefter, wordende aan eiken derzelven d voor de byfchoolen gèbruikelyke ' weddi van 25. gulden 's jaars door de Staten toe gelegd (a). In den jare 1764. telde men in de on derfcheiden ftreken van dit , ampt ten naas C 4 tei i Recer,G.e& tVI. St. bl. 1 1 » > \ Ref. v. R. en Si. 12. " 12 Apr. - 173Ö. ï ro , JUl. 23. ' Maart ■ «737. i  Zallaks I J 40 Tegenwoordige Staat •ten by def volgende getalen van huisgezinnen. Haarle • . . - 72 Noetzele - * - - 29 Kerkdorp - - • 85 Hulfen - 22 Dam-marke, en daar in Marle - - 48^ Eelen en Rhaan - 62 J> - - 136* Egede - - 26J Daarle - - * - 26 Te zamen - - 370 De Roomschgezinden hebben hier eene Statie. Hunne kerk, die in den jare 1793. vernieuwd en verfraaid is, ftaat in de Marke Haarle , en by de kerk ftaat eene woning voor den priefter, die mede gehouden is eenmaal in de veertien dagen in een boeren huis, onder de marke van het Kerk. dorp gelegen > den dienst te verrigten. Schoutampt Raait e. Dit Schoutampt ligt tusfchen zes anderen , met name Heino v Wye, Olst, Kolmefchate, Holten en Hellendoorn, ingeflo:en , en is verdeeld in vyf Marken. I. Wy beginnen met de voornaamfte , Raalterwoold, welke drie Buurfchappen bezat. 1. Linderte, ten Noorden, waar in :wee Havezaten gevonden worden, het ieeler en de Vellener. 2, Boetele , de zuidelykfte.  van OVERYSSEL 4.1 3. Tyenraan , in 't midden, welke ook* eene Havezate bevat , de Hofftede geheten en digt by het Kerkdorp gelegen. Dit dorp , in deze ftreken vooral bekend door de menigvuldige paarde- en veemarkten die 'er gehouden worden, is in eenen bloeienden ftaat en men telt 'er ruim zeventig huizen. De ftraat is aanvanglyk op koften van het ganfche kerfpel gelegd, doch moet alleen door de dorpelingen onderhouden worden. Dezen hebben het regt van heiden en weiden, gelyk men dit Uitdrukt, 'dat is het regt om fchadden en plaggen te halen en hun vee te dryven in 't veld van Tyenraan ; doch zy hebben geene ftem in de Marken vergadering. Aanrnerkelyk is de brief van 1580, welke van andere oude regten tot dit dorp betrekkelyk getuigenis draagt en hier op nederkomt: dat het Kerkdorp verbonden was het geregt in 't vangen en bewaren van misdadigers ten dienfte te ftaan ; op de kerk te wagten en te waren ; het wapengerugt in vier buurfchappen des kerfpels over te brengen, en alle bevelen, den kerfpellieden door de Overheid opgelegd, aan dezelven bekend te maken ; doch dat het daar tegen vry was van pionieren en wagendienften, en van 't betalen tot die of andere onkoften, en volftaan kon met in de Heeren Schattingen édnen gulden van de honderd op te brengen, die dan ten voordeele moest komen van de buurfchappen Luttenberg, Linderte, Tyenraan en BoeC 5 tele  Zalland. oo Tieduct. yoar de llidi. napens Citptllen en de Djnlindienjl. Cyl H. -H. J. j *do en |- |. °f kort daar voor , viel de toren dezer kerk in , en de grondflagen werden te zwak gekeurd om denzelven te herbouwen : doch de fchade aan de kerk zelve toegebragt werd herfteld (c). Het beroep van den Predikant wordt door den ouden en werkelyk dienenden kerkenraad verrigt. II. De Marke Luttenberg ligt ten ooften van Linderte aan den kant van Hellendoorn. Jan van Arkel verpandede in 't jaar 1363. den (2c) Deze brief, eerst door Lindebom, Hifi. Episc. J)av. cap. 2. 5- 6. aan 't licht gebragt, is ook te vinden by Dumbar Devevt. I. D. bl. 350, en by verzinning nog eens bl 44.6". als mede by P. Bondam, Chartcrb. I. D. 2. Afd bl. 171, welke laatite een' misflag zo in het hoofd als in de jaarteekening opmerkt , doch egter van oordeel is dat de inhojjd alle kenteekenen van egtheid draagt. De vertaler van Lindebom, H van Ryn, had daar op ook reeds ast geffasen , Oudh. en Geji. van 't Bisd.- van Devent. I. D. hL 343.  van OVERYSSEL. 43 den Hof te Luttenberg , met de tienden' en met de lieden daar in woonagtig , aan Fredrik van Heker, doch deze pandfehap werd onder Johan van Vernenburg in 't jaar 1367. wederom afgedaan (21). Aan dezen hof werd naderhand het regt van havezate toegeftaan (d). III. Hceten is van allen de zuidelykfte. Binnen deze Marke ligt de Havezate Schoonrjeeten , die in 't. midden der zeventiende eeuw tot een Leen van de Provincie werd aangenomen (e). Ook vinden wy melding gemaakt van eenen hier gelegen Hof tei Wormger (f). IV. Pleegst is tusfchen Heeten en 't Kerfpel van Wefepe ingelegen. V7. Ramele ftoot tegen het Schoutampt van Wyhe. Men vindt-den naam Engelbertus de Rarnelo onder eenen brief van 't jaar 1165 (g). Een gedeelte dezer Marke j wordt Broekland geheten, en komt in fommige ftukken van de twaalfde eeuw voor onder de benaming van Vofterbroek of Vor.' fterbroek (h). De kerfpels lallen worden door de buurfchappen opgebragt quotes-wyze, of, zo als men het gewoon is te noemen , naar het Honderdtal. De opgave hier van kan teCs 1) Zie de beide brieven , die we! eenen iiitgever verdiend hadden welke oude fehriften lezen en verftaan kon , agter de Deduct. van de regt. der Heerl. Almelo Byl. H. zdo. bl. 183. en C. bl. 164. In de rekening des Amptman? van Kolmefchate heeft men nog een' post van thinfen der luiden gehaprende in den Haf te Luttenberg , gaande uit drie erven. GALLAND. Cd) Hov. 1(7,33. Ce) Aid. 15. Vpr. iööi. Cf) 'ld. 8. iow.1633. CcO tacer,Ged. I. bl.274. Ch) lid. vil. J. 148.  2jixu.fiD, 44 Tegenwoordige Staat tevens dienen om eenigermate van derzelver betreklyke aangelegenheid te oordeelen. In ieder 100 gulden betaalt Raalterwoold - - ƒ 46 - : - : Heeten - _ ƒ 22 - : - : Luttenberg _ ƒ12-:-: Pleegst - . ƒ8-:-: Ramele - - ƒ6-:-: Broekland - ƒ6'-:-: ƒ700 - : - : Indien men eene vergelyking begeerde te maken tusfchen het getal der geftorvenen en dat der inwoners van eenig gedeelte van 't platte land dezer Provincie, zoude men van de lyften der begraafnisfen, die hier gehouden en op de algemeaene kerfpels vergaderingen ingebragt worden, 'boven anderen kunnen gebruik maken : om dat in dit Schoutampt alle de dooden die onder hetzelve behooren, en ook geene anderen, ter aarde befteld worden; en men deze omftandigheden in weinige andere ftreken van ons Gewest zal aantreffen. Wy vernamen uit ééne dier lyften , dat hier overleden waren in de jaren 1778 —- 114 1779 105 i?8o —— 71 i78r _8o_ in de 4 jaren 370, en dus jaar door jaar ruim 92 perfonen. De Roomschgezinden, wier getal dat der Hervormden verre overtreft, hebben in dit Ampt maar eene Statie, doch drie / ker-  van OVERYSSEL. 45 Berken, welken door éénen Paftoor met zyne Kapellanen worden bediend. De voornaamfte ftaat met de paftory in Tyenraan; de tweede, die eerst in 't jaar 1750. of 1751. gebouwd is (i) in Linderte; de derde , die van nog later oorfprong is, van 't jaar 1791. namelyk, in Heeten. Lindebom zegt, een teftament van't jaar 1380. gezien te hebben waar by een legaat aan Nonnen te Raalte was nagelaten (k): doch wy hebben nergens elders eenige melding van een kloofter, dat hier zoude geftaa/i hebben, aangetroffen. Schoutampt yan Olst. Het Schoutampt van Olst wordt ingefloten ten Zuiden door dat van Kolmefchate, ten Westen door de Veluwe , ten Noorden door 't Schoutampt van Wyhe, en ten Ooften door dat van Raalte. In de vyf Marken, waar in hetzelve verdeeld . is, en waar van Welfum alleen aan de flinker, de overigen aan de regterzyde des Ysfelftrooms gelegen zyn, telde men in den jare 1764.' omftreeks vyfdehalf hon- • derd huisgezinnen en van de betrek- lyke aangelegenheid dezer Marken weten wy geen beter begrip te geven, dan door by de opnoeming van dezelven tevens, zo na (42) Wy zeggen huisgezinnen, en niet huizen, : fominigcn van welken wel twee huisgezinnen betat1 .ten. Zalland. CO Re/ol van R. en Se. 23. Apr. «751. r .fk) Episc, Dav, «p.«.  Zallaxi 46 Tegenwoordige Staat ij na doenlyk , het getal der huisgezinnen, daar in bevonden , aan te teekenen. L Welfum - 95 II. Hengvorden -; - 71 lil. Olst - - ioi~l 6 en O ver weteringen 35 J IV. Middel - - 3«] . M en Duur - - 70J V. Wezepe .... . 41 45i Wy zullen van dezelven ftukswyze eenig verflag mededeelen. I. Welfum ftrekt zig ter lengte van anderhalf uur gaans langs den Ysfel uit, en wordt aan de landzyde door de Veluwe, en wel door het kerfpel van Terwolde* .het rigter-ampt van 't Nieuwe Broek en 't kerfpel van Oene ingefloten. Deszelfs breedte is gering, bedragende doorgaans' niet boven een vierdedeel, uurs , afgerekend van den Ysfel-dyk, tusfchen welken en de rivier zig egter ook nog aanmerkelyke landeryen bevinden. De binnendykfche grond is ook koftelyk, beftaande meest uit klei-landen, en dezen zyn, voor 'c grootfte gedeelte althans, door nyverheid tot die waarde gebragt; hebbende men de klei, die oorfpronglyk onder eene laag zand lag, boven gedolven en het zand laten zinken : een arbeid die ook door overvloedige voortbrengzelen wordt beloond. Dezen beftaan voornamelyk in tarwe, gerst, haver, graauwe , groene ert geele erweten , en boonen ; want rogge en boekweit worden hier maar in eene kleine hoeveelheid  van OVERYSSEL. 47 Aeid vertrouwd. Ook vallen hier vele booravrugten , pruimen, noten , peren , en inzonderheid appelen, allen best in • foort, zo dat zy tot hooger prys verkogt worden dan die aan de overzyde der rivier groeien. Tot houtgewas wordt de grond te kostbaar geagt, en deshalven ontmoet men 'er byna niets van dien aart dan geknotte wilgen, welken de landman tot zyn jaarlyks gebruik noodig heeft. Onderwyl fmert het ons hier eene uitzondering te moeten by voegen , daar in beftaande, dat de dyk veelal aan den voet met eiken- of ; ypen-boomen bepoot is, die aan de eigenaren geen voordeel kunnen geven hetwelke geëvenredigd is aan het nadeel hier door 1 aan 't algemeen toegebragt. Die boomen 1 namelyk beletten het opdroogen van den dyk , welke hier tevens de eenige groote i weg is, dermate, dat deszelfs gebruik by | regenagtige dagen, zelfs'*in den zomer, ! zeer moeilyk , en des winters dikwerf by^ I kans onmogelyk wordt. De Marke wordt beftierd door eenen i Buurrigter, wiens aanftelling van ouds aan t de erfgenamen ftond, doch thans, daar hier in lange jaren geene erfgenamen vergaderingen gehouden zyn, op eene wyza gefcbiedt waar van wy geene regte rekenfchap weten te geven. By een reglement (23), in de jaren J621. en 1624. tloor de erfgenamen beraamd, wordt deze j Buurrigter gemagtigd, om de opgelegde en (23) Dit reglement, op francyn gcfchisYen berust •nder den tydelyken iuufrigter. ZALLANB'  48 Tegenwoordige Staat Zalland. (O I Deel, bl. 31. Cm 5 JRactr, Cetlenkfl. IV. St. 34. JWt. £. en verbeurde breuken zelve uit te regteh en daar voor panden te halen: eene omftandigheid welken wy daarom bybrengen, om dat deze regtsdwang hier nog geoeffend wordt, terwyl dezelve elders, gelyk wy te voren (1) aanteekenden buiten gebruik is geraakt. Nog lezen wy in 't zelfde reglement: j, Ook zal de Buurrigter geholden wezen „ den Welfemerdyk en dwarsdyk art te ne„ men fchadeloos te holden op St. Geer„ truit fchouwe, wie van oldes gebruik„ lyk is (24)." De huislieden betalen hier ook nog jaarlyks aan den Dykgraaf van de Veluwe zekere keurhaver, maar niet allen in de zelfde hoeveelheid (25). Wy voegen hier nog eene byzonderheid by, betreffende de Heeren-dienften: te weten , dat, volgens een getuigfchrift van den jaare 1672 , „ d'ingefetenen van Buyr„ fchap Welfem altoos van laften der wa- gendienfren zyn gefryet, waer tegens „ fy moeten opmennen de fchepen , foo met eenige militie of bagagie geladen , i, ende opwaerts an willen (rn)." Een (14) Dit'wordt opgehelderd door het hier voor bygehragte nopens de Veluwfche dykfchouw , 11. 2. Dit kan (trekken ter gedeeltelyke ophelderin? der volgende Ref el. van Ridd. en Sted. van den 16. Maan 1596. Otto Roeck gedeputeert om te rey„ fen aan die Stathen van Gelderlandt van wegen „ den keurhaver, foe. den Dyckgreve van Veluwen „ van den geërfden aldaer is vorderende. Ende vari „ wegen dex boete der gene die uitte befate gaen.",  van OVER YSSEL. 49 Een gedeelte van Welfum, en wel het zuidelyke, wordt Grapendal geheten, en behoort in het kerkelyke onder het Veluwfche dorp Ter Wolde, zo dat deszelfs ingezetenen hier hunne kinderen lateh doopen, by 't beroepen van eenen predikant mede ftem hebben, en dikwerf in den kerkenraad zitting krygen. De armen van Grapendal worden evenwel maar voor de helft uit den armenftaat van Ter Wolde, en voor de wederhelft uit dien van Olst onderhouden. Dit fteunt op eene oude overeenkomst, waar van nu geen fchrift, zo het ooit beftaan hebbe , meer voorhanden is, en welke , zo het fehynt, alleen door de wederzydfche kerkenraden is aangegaan , zonder dat de Staten van den eenen of den anderen kant daar in zyn gekend: waar uit dan ook zal voortgevloeid zyn, dat men de huwlyksbeveftiging buiten het verdrag gelaten heeft, en deshalven die plegtigheid voor de Grapendalers' nog te Olst wordt verrigt. Den tyd, waar in deze overeenkomst getroffen is , zal men met veel waarfchynlykheid kunnen opmaken , zp dra men weet, dat tusfchen Olst en Welfum voormaals eene kombinatie plaats had, welke den kerkendienaar verpligtte op elke plaats des zondags eens te prediken, en dat dit met het vertrek vanj den predikant Jakob Tichler, die in den\ }are 1634. van hier verplaatst werd (n),1 heeft opgehouden. De oude Welfumer kapel (o) zal ten dien tyde geheel onbruik-' baar geworden zyn: want wy weten, dat D de- ÏALI.AXD. C.n) Woont/i Veemket. an Preaik. 1. 16. ..Co) Andciorn, ïpisc Du-i. :ap.a.§3'.  Zalland fp) Iï. ü. bl. 106. RefoLv.R sn St. 11, Jul. 1621. 50 Tegenwoordige Staat •dezelve ettelyke jaren te voren reeds zeer in verval was, en dat de overkerkmeefte. ren van Olst toen vergeefsch by de Staten aanhielden , om de opkomften der Vikary van Welfum, die wy boven (p) onder de Zallandfche Vikar jangoederen aantroffen, tot herftel van hunne kerk en van deze kapel te mogen genieten (q). Tegenwoordig is van deze niets overig behalven de toren, voorzien met eene klok , welke nu alleen dient om de overleden Welfumers tot de- 1 graven te roepen, welken in den grond, voormaals door dat gebouw beflagen, en in dien van den kerkhof, op hen wagten. Digt by dien toren ftaat een huis voor den fchoolmeefter van de buurt. In het eigenlyk gezegde Welfum , als van Grapendal onderfcheiden, ligt ééne Ha. vezate , Hoogenhof (26) genaamd. Voor weinige jaren zag men hier ook nog een gedeelte van een oud aanzienlyk huis, thans' Stoltenberg geheten , hetwelke zedert in zo verre geflegt is, -dat het overgeblevene alleen voor eene boeren-woning kan dienen , en waar by eene leenkamer behoort, die egter niet meer dan twee leenen onder zig heeft. Wy agten het voor genoeg bewezen , dat men noch in dit huis het aloude Agaftaldaburg , noch in het dorp Wezepe het oude Wefterfle, beiden in den brief van Keizer Henrik den III. gemeld, kan (26) De gefdhillen, nopens dit regt van havezate voorgevallen , Kan men zien in de Refol. van R. en Sted. v. d. lp. Apr. 1661. 1, 14. Apr. 1603. 20. Apr. 1664.  van OVERYSSEL. 51 kan wedervinden (r) : doch hebben verder nopens deszelfs oudheid niets weten op te fpooren , dan dat het in overdragten van de jaren 1469. en 1491. met de namen van Stollen-goed en Stollenberg, en elders (s) met dien van Winkels alias Stellen-goed wordt beftempeld (27). By dit huis behoort het regt van een Veerftal (t) over den Ysfel , waar van, by wyze van uitgang, of waarfchynlyker van erfpagt, jaarlyks drie goudgulden aan de Amptmanny van Kolmefchate wordt betaalt. Ui Van de drie marken, welken den fegter oever des Ysfels bezoomen, is Hengvorden de zuidelykfte, wordende door eenen breeden weg , de Randerftraat geheten, van de Kolmefchater'*"Marke Rande afgefcheiden. Het Diepen vener veld behoort gedeeltelyk tot deze twee genoemde marken en voor een ander gedeelte tot dë mede in Kolmefchate gelegen marke Tioene, en wel zonder eenige zigtbare affcheiding^ waarom dan ook het vee uit de drie mar. ken hier door malkander graast. Dat gedeelte van het Wezeper veld , welk mede onder Hengvorden begrepen wordt ,>• is të gering en voor de meefte huislieden te verre van de hand, dan dat zy daar van eenig noemens waardig gebruik zouden kunD 2 nerf (27) Die nader onderzoek hieromtrent doen wilde zoude zig moeten wagten, van dit huis met het bij Amersfoort gelegen Stoutenborch of Stoutenbercb, waar van wy onder anderen in brieven varrde jaren 1326. en 1328. by Mieris, - Cliarterb. II. D. bl. 410. in 45e. lezen , te verwarren. Zalland. Cr) Zie Racer, Overvsf. Getl'VLSt. bl. 380. CO In de Re. iteningeiT van de Ampnninny van Kolmefchate. CO . Zie II. D. bl.43.  Zalland Sz Tegenwoordige Staat •nen maken. Het Diepenvener veld zelf dient voor de meeften blootelyk om plaggen te maaien; groot vee ziet men 'er maar in klein getal, en in deze geheele Marke vindt men thans niet meer dan drie of vier boeren die fchapen houden. De beteeJde landen beftaan meest uit zandgrond , die hier en daar zeer fchraal is ; doch in 't noordweftelyke gedeelte vindt men ook zeer goede gemengelde aarde en eenige klei. gronden. Naar den aart der landeryen zyn ook de voortbrengzelen meer gelyk aan die van de aangrenzende ftreken van Kolmefchate, of aan die van Welfum; en wy hebben daaromtrent niets byzonders aan te teekenen, dan dat hier zeer vele akkermaals bosfchen worden aangetroffen. De natuur van den grond en de bekwame afftand van de ftad Deventer hebben uitgewerkt, dat hier geduurende deze eeuw verfcheiden buitenplaatzen zyn aangelecd welken dit oord zeer behaaglyk .maken! By eenen derzelven, de Eikelhof genaamd, ziet men nog één dier weinige overblyfzelen van het oude bygeloof welken de woede der beelden-ftormers heeft gefpaard; betraande in een zwaar fteenen kruis met sen opfchrift van den jare 1493 >' welk den voorbyganger te kennen geeft, dat jen zeker man toen op die plek was gekorven , en vermaant voor deszelfs ziel :e bidden (28). Een ander buiten goed , de (28) Men vindt ook nog een brok van een d°r-eyk krius.by een niet ver van daartegen landgoed  van OVERYSSEL 53 | de Haar geheten, moeten wy ook niet onaangeroerd voorbygaan , dewyl eertyds 3 by hetzelve eene agterleenkamer van de Provincie behoorde , welke met de overblyfzelen van het oude onlangs grootendeels van nieuws opgetrokken huis van deszelfs voormalige aanzienlykheid kan getuigen. * Onder deze leenkamer , die afzonderlyk van het goed verkogt is, Haan nog om- b ftreeks twintig leenen, zynde fommigen afgekogt, Onder eene der twee Havezaten, welken deze marke bevat, te weten Hoenloo, of Honlo (29) , behoorde te voren eene ; foortgelyke leenkamer; maar by de verkoping van vele goederen , daar oudtyds onder begrepen , is dezelve in handen der j Heeren van Almelo geraakt, die dezelve 1 ook nog bevitten. De voormalige eigenaren der andere haD 3 ve- I het Vriezewyk geheten, waarvan hier voor UI. I Deel, bl. 294. melding gemaakt is. Zie over de1 ze foort van kruisfen Tegemv. Staat van Gelderland, i bl. 501. (29) In een' brief van 1233. by van Hattum, Zml\ lp , I. D. bl. 126. kan men onder de getuigen reeds eenen Albertus de Honlo aantreffen. Revius, de Edelen optellende die in 1411. ten landdage geroepen werden , begaat twee misdagen , welken , vooral de eerfte, uit hoofde der nabyheid zyner woonI plaats by deze ftreek , kwalyk zyn te verfchoonen, hoe zeer hy zig ook op de onleesbaarheid van Toe Boecops fcbrift, waar van hy gebruik maakte, moge beroepen. Ily geeft aan Hengvorden den naam van Herwerde, en plaatst Frsdericus ab Honlo Ojtadus nomine in de marke van Olst in plaats vaüTin deze. ! Zie Daventr. ill. p. 94. Zauamt,  Zalland. Frtfmga ap. Dumbar. Anal. mi. p. 4(^1. fv) ReytfOa. Vtntr, p. : 1 i i : 54 Tegenwoordige Staat vezafe, Boksbergen , aan den huize Dorth leenroerig, bezaten by dezelve mede zeer aanzienlyke goederen, die dus insgelyks meerendeels van dezelve zyn afgefcheiden. Wy lezen , dat dit huis tweemaal gewapenderhand is ingenomen : eerst in 't jaar 1581. door den Grave van Rennenberg(u), en vervolgens in den jare 1585. door eenige burgers uit onze drie hoofdfteden, uit Hattem en uit Hasfelt, welken de bezetting , die maar tweeëntwintig koppen fterk was doch het omliggende land met groote baldadigheid gekweld had, gevanglyk naar Deventer voerde (v). Men toont daar nog, lehuins tegen over het huis, het overblyfzel eener battery, welke by deze gelegenheid tegen hetzelve zoude gebruikt zyn. Verder verhaalt men, dat zekere Ripperda, bezitter van dit huis, op zekeren tyd veriogt zynde in derf Hage te komen en dit, ïit vrees dat zyn afzyn.de verwoefting van hetzelve ten gevolge zoude krygen, geweigerd hebbende , van de Staten Generaal de belofte ontving, dat hem in zulk jen geval een nieuw zoude gebouwd worden ; met byvoeging, dat het huis ook verkelyk verbrand werd , dat toen , volgens de belofte* een ander met zeven gezeis in de plaats gefteld werd, en dat de souwmeefter hetzelve met zo vele venfters voorzag als men dagen in een jaar telt. Wat van deze overlevering zy durven wy liet verzekeren ; maar wel, dat hier in 't /roeger gedeelte dezer eeuw een groot luis ftond, welk zedert ten deele afge- bro-  van O VERYSSË L. 55 broken en vertimmerd is, en dat men in* den voorgevel nog het wapen van Ripperda met het jaartal 1653. kap aanfchouwen. Van de kapel, die eertyds in deze marke ftond , is by vroeger gelegenheid gefproken (w) : maar wy moeten niet tot de volgende overgaan , zonder nog een woord te zeggen van de buitendykfche waarden , die voor den landman, hier doorgaans fchraal met goede grasgronden bedeeld, van zo veel belang zyn. Een klein gedeelte derzelven behoort aan byzondere perfonen. Het overige , in 25^ waren of aandeelen verdeeld , wordt op de zelfde wyze bezeten en befüerd , als wy boven (x) by de Rander waarden gezien hebben , met die uitzondering alleen, dat het gras en de naweide hier in 't openbaar telkens voor vier jaren worden verpagt. III. De volgende Marke, die wy te befchryven hebben , ten Noorden aan Hengvorden palende , is , gelyk de naam aanwyst, in twee buurfchappen verdeeld , welken door de Zand-wetering worden gefcheiden. Die van Olst is tusfchen den Ysfel en deze wetering ingefloten , en die van Overweteringen, zig ten ooften van deze bevindende, heeft daar van haren naam ontleend, dat zy ten opzigte van de andere over de wetering is gelegen. 1. Olst, welk Menfo Alting (y) , mei geen meer regt dan anderen den Stoltenberg (z) , voor het oude Agaftaldaburj hield, heeft zynen naam , in 't kerkelykt aan het geheele kerfpel, en in het wereld D 4 iyki ;aixa.nd. O), 1. n. 01. :oö. III. D. bl. 295- Cv) In Notit. t Germ \nf. \ .CO Zie boven ■bU 50.  J.mdeborn Xpisc. Dar cap. i. §.3 Dumbar Dev.-nt. I. 1' UI. 244, rot. f. en bJ- 350. 1 i i 56 Tegenwoordige Staat •lyke aan 't geheele fchoutampt, het kerfpel van Wezepe daar onder begrepen, medegedeeld. Binnen deze bnurfchap trouwens ftaat de kerk, oudtyds aan den H. Willebrord toegewyd, welker priefter door het Kapittel van Deventer werd benoemd (a): leene omftandigheid, die alleen voldoende is om te bewyzen , dat de vyf huizen, welken by de laatfte beroepingen de benoeming van den predikant gedaan hebben, het regt daar toe niet uit hoofde van een oud patronaatfchap bezitten kunnen. Ondertusfchen weten wy niet, dat dezelven, by alle de daar overgevoerde gefchillen, ooit eenigen anderen titel hebben bygebragt (30). De vyf huizen zyn Hoogenhof, de Haar, en Hoenloo, van welken reeds gefproken is, en Averbergen en Dingshof, waar van ftraks gefproken zal worden. Des leeraars gewone wedde van 550. gulden wordt uit het rentampt van Sipkelo betaald , en dezelve kan uit de pagt van eenige landeryen en andere toevallige inkomften nog omftreeks 100. gulden daar boven maken. By de kerk ftaan eenige huizen, onder anderen ook een zogenaamd gasthuis, in et- C30) Nopens deze gefchillen, in onderfcheiden yden plaats gehad hebbende, kan men zien , Rejol. m Dcver.ter, 12. Jan. 5. Apr. 26. Aug. 1665. Rrfol. van R. en Sted. 21. Apr. 1665. t. Mei 1667. ia. iVev. 1668. Refol. van Devent. 2. Jun. 7. Sept, 1697. li- Apr. 1698. Ref. van R. en St. 9. Apr. i6o3. 23. Apr. 1699. 17. Apr. 1771, waar uit jlykt, dat de Stad Deventer ileeds beweerde, da$ ie be;otpln'g aan alle de goedshèeren des kerfpeis :ond.  van OVERYSSEL. 57 i ettelyke kleine woningen afgedeeld, waai ■ in aan oude en onvermogende menfchen, op koften van den arraenftaat, huisvesting ■i benevens eenige levens noodwendigheden wordt gegeven C30« Die huizen maken het dorp uit, doch zyn zo weinig in ge1 tal, en liggen zo veripreid en onregelma ] tig , dat zy naauwlyks dien naam kunnen \ dragen. Digt daar by aan den Ysfel-dyk l Haan meer huizen by elkander, dié eerder | zouden kunnen gezegd worden de vertooi ning van een dorp te maken. Ook vindt 1 men hier eenen koren- en eenen pel- en i olie-molen. Ten ooften van het dorp ligt de Havei zate Averbergen, die waarfchynlyk haren i naam zal ontleend hebben van het gellagt ! van dien Henricus ultra montem , welke in brieven van de jaren 1226. en 1260. als » een dienstman des Bisfchops voorkomt (b): 1 want hieromtrent is niets te zien , hetwel! ke naar een berg geïykt en dus regtftreeks i dien naam aan het huis zoude kunnen gej ven (32). De grond dezer buurfchap is zo verfcheiD 5 den (31) Volgens berigt is dit gasthuis, met goedkeun ring van Koning Philips, door de eigenaren der ha1 vezate Averbergen geftigt, die nog heden een geI deel te der plaatzen daar in begeven. (32) Op de kaarten vindt, men ook hier de Pal geteekend. Dit huis, waar van niets meer overig is, ftond digt by dat van Averbergen, en deszelfs naam is nog in een boeren huis bewaard. Het was eene adelyke zaalftede of havezate , doch of deszeifs regt vin havezate naderhand op Averbergen verlegd zy, kunnen wy niet bepalen. ZALLAW3. . OO Zie Racer, Ov. Gtil. II. St. bl. 124, tü5. ;n 191.  58 . Tegenwoordige Staat ZALLAND. Cc) bl. 14. nOt ia¬ den als die van Hengvorden. De klei-landen en gemengde gronden treft men voornamelyk aan, waar zy tegen die marke en tegen de ftraks te melden buurfchap Duur aanfchiet, als mede buiten dyks, waar men, even als in Rande en Hengvorden, gemeenfchappelyke waarden heeft, die omtrent op de zelfde wyze als die genoemden worden beheerd. De binnendykfche klei is veelal, gelyk in Welfum, van onder het zand opgedolven. 2. In de buurfchap O ver weteringen is niets merkwaardigs aan te wyzen, behalven de havezate Dingshof, aan de Zoestwetering gelegen , en een ander oud adelyk goed, de Boskamp; welk laatfte, reeds boven vermeld (c), wy vooral noemen, om dat in het daarby ftaande bouwhuis de kerkdienst der Roomschgezinden verrigt wordt, die in dit gerigt eene Statie hebben , en voor het grootfte gedeelte in deze buurfchap , en in die van Middel, ftraks te melden , wonen. In Welfum vond men onlangs maar één huisgezin van deze belydenis. Langs de Zand-wetering ontmoet men hier fchoone weidelanden op kleigrond voor het overige ziet men hier niets dan zand. De voortbrengzelen van deze geheele Marke willende opnoemen , zouden wy niets anders doen' kunnen , dan het gene omtrent die van Hengvorden gezegd, is herhalen. IV. De Marke Middel en Duur, tegen het  van OVERYSSEL. 59 het Schoutampt van Wyhe aanfchietende, is even als de voorgaande, uit twee buur. fchappen zamengefteld , waar van de eene gemeenlyk met de benaming van den Middeler hoek, en de laatfte met die van den Duurfchen hoek beftempeld wordt. 1. De eerstgenoemde, oostwaards van de andere gelegen , is van verre het minfte aanbelang , beftaande voor het grootfte gedeelte uit woeften grond, zynde een ftuk van het Wezenberger veld , het welke voor 't overige tot andere Marken behoort , terwyl de bebouwde landen ook meestal van eenen fchraler aart zyn. Aan een boeren-huis , Klein-Middel geheten, wordt de vergadering van de goedsheeren dezer Marke gehouden, en by hetzelve toont men een klein oud gebouw, welk gezegd wordt voormaals tot eene kapel gebruikt te zyn, doch waar van wy nooit in eenig gefchrift melding aangetroffen hebben. 2. Nopens de grondsgesteldheid van Duui moeten wy een geheel ander berigt geven, bevattende deze buurfchap , gelyk meest alle ftreken die naby den Ysfel liggen, de befte landeryen die in deze Provincie zyn te vinden. In derzelver noordweftelyke gedeelte maakt die rivier eene zeer groote bogt, naar de Gelderfche zyde uitfpringende, en de hoek gronds, binnen deze bogt ingefloten, draagt den naam van Fortmond, misfchien naar een fort of fchans, welke gezegd wordt hier voormaals, ter beveiliging van den ftroom, opgeworpen te Zalland.,  Zalland. r.n Oudhei. en Ge ft. van Devent. I. D. bl. 340. 6"o Tegenwoordige Staat zyn , doch waar van nu geen fpoor meer is te vinden (33). Voor twintig of dertig jaren heeft men hier een tigchelwerk aangelegd , en het gevolg daar van is geweest , dat deze eertyds onbewoonde ilreek met eenige hutten, ten getale van ruim twintig, beflagen is, wier bewoners meestendeels van hunnen arbeid by die fabriek moeten leven. V. Wezepe, de ooilelykfte Marke van dit Schoutampt, heeft den naam ontleend van een klein dorp, twee uuren gaans 'ten noordoollen van Deventer gelegen, welks kerk, aan den H. Nikolaas gewyd, even als die van Olst, haren priefter van 't Kapittel van Deventer ontving (d). In 't kerkelyke maakt dezelve een afzonderlyk kerfpel uit (34) , onder het welke daar boven nog vele andere huisgezinnen , die niet binnen de Marke gelegen zyn, behooren, en in geval van armoede door de Wezeper Diakony onderfteund worden. Hier onder tellen wy, in de eerfte plaats, de ooftelyke gedeelten der buurfchappen Mid^ (33) Wy glsfeu, dac deze eene van die drie febansfen of vyf halve fchansïen was, welken H. Hoog Mog. in 't jaar 1618 befloten op den Ysfel aan te leggen, volgens de Gedenkfchriften van Alex. van der Capellen, l. D. bl. 464. die ook nog elders, •ld. bl. 176. van deze ftreek fchynt te fpreken. (34) Door geen onderfcheid tusfchen 't kerfpel en 't fchoutatnpt te maken, heeft men wel eens de bedenking geopperd , of Wezepe in 't geval van aanplakking van weten volgens Landregt I. D. tit. 21. art. 12. voor eene van de drie naefte Kerf pels Kerken mogt gehouden worden; doch de gewoonte heeft dit te regt toe-Hemmende beflist.  van OVERYSSEL; 6t Middel en O verweteringen benevens drie c of vier naastgelegen huizen van de Hengvorder Marke, uit het Kerfpel van Olst: ten anderen, ettelyke huizen van Heeten, Pleegst en Broekland uit het Schoutampt van Raalte: en eindelyk de geheele Kolmenfchater Marke Averlo; omtrent welke laatfte is aan te merken, dat derzelver 1 Goedsheeren te zamen met die van Wezepe beregtigd zyn tot het aanftellen van den t Kerkmeefter en het beroep van den Predi1 kant (35); gelyk mede de onkoften toe onderhoud van kerk en paftory eenparig door die twee marken worden gedragen. Men beeft boven kunnen opmerken, dat deze marke de minst bewoonde van het Schoutampt is. Zy beftaat voor een groot deel uit onbeteelden veld-grond. Op het 1 Wezeper-veld, ten zuiden van het dorp, ! ftaat een koren-molen. Schoutampt van Wye* In later tyd heeft men in den naam van ; dit ampt, zo als in fommige andere woor) den meer, een h ingevoegd, en Wyht \ gefchreven: doch in het oudfte ftuk waar in wy met zekerheid zeggen kunnen den| zeiven ontmoet te hebben, eenen brief na- mefa 5) In 't laatfte der voorgaande eeuw is hier ovet eenig gefchil geweest, dryvende fommigen , dat het beroep door de Gemeente en niet door de Goedsheeren behoorde te gefchieden. Zie Rtfol. van Devent. 3. Apr. 1C97. ReJ'tk van R. en Stei. i±. Air. ZALLAN9.  62 Tegenwoordige Staat i^ALLAXDi Ce) By Racer, Ge,!. U. bl, 201. Cf) Dumbar Anal. II, p. 228. co Jiackiene Kerk. GeogT.bl.4f). rrielyk van het jaar 1133. (3(5), fpelt mèn Wye (e) 't welke ook met de hedendaagfche uitfpraak overeenftemt. Op de zelfde wyze wordt ■ Rodolphus de Wia als getuige in eenen brief van den jare 1145. (37) en Jordaen a Wije op de lyst der in 1227; verflagen edelen (f) aangetroffen. Dit ampt grenst aan het ftraks befchreven Olst, als mede aan de Schoutampten van Raalte ,. Heino en Zwolle en eindelyk aan de Veluwe. De agt Marken of Buurfcliappen, waar uit het beftaat, zyn de volgenden. 1J. Het Kerkdorp Wye , veel geregelder aangelegd dan doorgaans de dorpen in deze Provincie, vertoont pp 't aanzien een welvaren, waar toe deszelfs ligging aan den Ysfel niet weinig bevorderlyk is. Ook pronkt de Kerk met het ongewone fieraad van drie graftomben, allen in 't begin der nu onlangs afgelopen eeuw opgerigc, van welken men elders eenig verflag kan aantreffen (g). Dezelve ftond oudtyds onder het patronaatfchap des Kapittels van den H. (36) Alting. Not. Germ. Inf. part. ft p. 204. verzekert op 't getuigenis van Heda (niet van Beka! gelyk verkeerdelyk gedrukt ftaat) dat Bisfchop Ludgex in 't jaar 850. het vrugtgebraik van Wye aan zekeren Baldrik toeftond: doch in den brief by jf. a Leidis Chron. lib. V. cap. 26. leest men una , niet ivia. Deze brief komt over 't geheel in de namen niet zeer met het verhaal van Heda overeen , en 't is vreemd dat Buchelius ad Hed. p. 54. die ons zegt ook een affchrift van de«zelven te bezitten, dit niet met dat van J. a Leidis heeft vergeleken. (37) Heda p. 167. In de aanteekening fpreekt Buchelius p. 169. Hst. ook van 't geüagt dér Wil».  van O VERYS SE L. 63 H. Lebuinus te Deventer (h). Na de hervorming ftond het predikants beroep aan : de Erfgenamen des Kerfpels (i): doch ; vervolgens wierd hun dit regt betwist door ; de bezitters der zeven havezaten, daar onder gelegen , welken wy ftraks zullen noe ■ ; men (k) , en aan welken hetzelve ook in den jare 1736. by verdrag werd toegekend, terwyl de Erfgenamen de aanftelling van 1 den kofter behielden. Van de paftory.goederen en eene der Vikaryen van deze kerk i is boven gewag gemaakt (1). In deze Buurfchap liggen twee dier Havezaten, die ) de namen van den Gelder en den Krytenberg dragen, en by het dorp is een veer / over den Ysfel, het welke door het reeds j bóven befchreven Stift ter Honnepe fchynt I aangelegd te zyn (m). Een ftuk lands, ten ) noorden by het dorp gelegen en leenroerig aan de Provincie , draagt nog den naam 3 van den Hof te Wye , onder welken hof i te voren verfcheiden tinsgoederen behoori den (38). II. Marle is de eenige onder deze Buur! fchappen welke aan den flinker oever van 3 den Ysfel moet gezogt worden. III. Wynvoorden , ten noorden van het II Kerkdorp, grenst aan den Ysfel, en bei-vat de Havezate Anem, waar voor men I in eenen brief van 't jaar 1677. Aenha3 I gefpeld vindt (n). IV. ■ Hr;"''- ' •<. •'; ■ .r ■■■ •• „■ ■'~fr? ,v, •(38) In den ontvangst der rekening des Amptman* van Kolmefchate vindt men nog een' post van Thir.r Jen der luiden gehaorer.de in den Hof Se Wyht. Zalland. Oumiar , fjevent. I. ). bl. 3;o; O) icfoi. v.n. •n St. 25. Maart iö38. no Aid. 10. Ipr. 1Ö85. [i. Maart [686. Re* rol. van Oevent. n. [ui. 1694. CO II. D. bl. 169. eni7o: Cm) Refol. vam üevent. a^. Maart [693. C'O By Rattr, Ged. IV. bl. Hl,  6 4 Tegenwoordige Staat Zalland fo) By van Hattum > -Zwotó V. b. bi.lclï. * fT° Boek van - 2*;W. e» Comm. tei Griffie op 1451. en 1479. . CO /S«y Hat. turn Aid, bl. 196. CO Ref. vanR. en St. 23. Apr. 17Ö3. IV. Herxen, welker naam in eenen brief | van 't jaar 1440. voorkomt Co) , ligt ten | ooften van Wynvoorden. De hierin gele- 1 gen Havezate wordt nu ook Herxen, maar j werd voormaals Hoogerbeke geheten (p). , Het Ryke Fraterhuis te Zwolle was een goed deel zyner rykdommen aan den Heer [1 Diderik van Herxen verfehuldigd (q). Een tj gedeelte van deze Marke behoort in 't kerke- \ lyke onder Windesheim, gelyk elders is gezegd. L; V. Insgelyks behoort een gedeelte der h Marke Wegterholt in 't kerkelyke onder 1 het daar aan palende kerfpel van Heino. j In dit Wegterholt, de noordelykfte dezer | buurfchappen, is eene Havezate, het Nyenhuis geheten. VI. Tongeren, ten zuiden van Wegter- j holt, fchiet tegen het Schoutampt van 1 Raalte aan. Hier word de meefter van ee- i ne byfchool door de Provincie betaald (r), en men telt 'er twee havezaten, Hagen- V voorde en Langeveldsloo, welke laatfte : leenhoorig is aan den huize de Haar onder p Olst (39). VII. Hengevelde , ten zuiden van Ton- • geren, ftoot zo wel als dit tegen Raalte. 1, De eenige Statie, welke de Roomschge- ij zinden in dit Schoutampt hebben, heeft in | deze marke hare kerk op een erve de Vos 1 geheten. Ten tyde van Hugo van Heus- i| fen (39") Wy zien niet welke aanleiding 'er zy, om 5n een' eenvouwdigen pagtlmef van twee hoeven Iands met een huis en een' berg, van 't jaar 1447. by'| Racer Gei. VIL Si. bl. 293- hier ter plaatze eene [; fterkte of bergvrede te zoeken.  van O VERYSSEL. 65 fe'n was 'er nop; niet meer dan ééne Statie' voor Olst en VVyhe te zamen (s). Het oude kafteel de Weezenberg , welks ver- j nieling wy by vroeger gelegenheid aanteekenden (t), ftond niet op de zelfde plaats j met het tegenwoordige huis van dien naam, maar niet verre van daar aan de andere zyde van den gemeenen weg. De leenkamer' van dit huis is nog in wezen. Hieromftreeks ftond voormaals eene kapel, die in Lindeborns tyd reeds was afgebroken (u). VIIL Wengelo ligt ten zuiden van het kerkdorp en ftrekt zig uit langs den Ysfel. Men kan elders betoogd zien , dat de villa Waganlofe in pago Hamalanclo , in oude ftukken voorkomende, niet het zelfde met Wengelo is, en dat dit reeds in 't jaar 1040. dien naam heeft gedragen (v). In een ftuk van 't midden der zeventiende eeuw leest men , ter plaatze waar van deze marke gehandeld wordt, Weechele alias Wengelo (w); te regt dan by verzinning durven wy niet bepalen. Men kan dit Schoutampt, zonder vrees van tegenfpraak bet beste en vrugtbaarfte van de geheele Provincie noemen. Ook treft men 'er geen gemeen veld aan , uitgezonderd in Tongeren, waar hetzelve nog ten deele uit goeden groengrond beftaat. Voor 't overige is de natuur der gronden zeer verfchiilende. In Marle is alles klei, en de voornaamfte voortbrengzelen zyn' daar tarwe en gerst. Klei vindt men mede wel aan de andere zyde langs den Ysfel,' waar ook twee tigchel-ovens te zien zyn, E de Galland. Cs) ")udh. en 7cji. van^t )isd. van ')event. II. ). hl. 2y6. ; fo II. Ü. bl. ,0. C") Episc.Dav. :ap. 7. §.o. Cv) Racer Ged. VII. bl.. '57. O) Rapport Ier Ext'raat d. Gede9«f. v. d. i«. Apr.  Schoutampt Heino. Het kleine Schoutampt van Heino, welk ook wel ter Heine genoemd wordt, door die van Zwolle , Wyhe, Raalte en Dalffen ingefloten , beftaat uit eene enkele Marke en bevat niet meer dan eene Havezate, den Breedenhorst geheten. Een goed gedeelte van deszelfs bodem beftaat uit heideveld, en geeft aanleiding tot fchapenfokkery , terwyl de aart van den grond, zand zynde, de koorn teelt vooral tot rogge en boekweit bepaalt. Het kerkdorp beftaat ook maar uit een klein getal van huizen: doch in 't kerkelyke ftrekt zig dit kerfpel veel verder uit dan het ampt, daar geheele ftreken van Wyhe en Dalffen, 66 Tegenwoordige Staat •de eene onder het dorp, de andere in Herxen: maar verder op heerscht eene uitnemende gemengde grond, die egter fchraler wordt naar mate men de Nieuwe Wetering nadert; en aan de oostzyde van deze heeft men zand. Met de grondsgefteldheid verandert de teelt der veldvrugten. Erweten, rogge, gerst en haver zyri hier de overvloedigften. Boekweit wordt hier weinig verbouwd, behalven in de zandagtiger ftreken langs beide zyden van de Nieuwe Wetering ; waar ook de meeste graslanden zyn te vinden, welken over 't geheel in hoeveelheid niet tegen het bouwland opwegen , en vooral in Marle minst overvloedig zyn.  van OVERYSSEL. 67 te verre van de kerken dier Schoutampten verwyderd liggende, onder de gemeente van Heino behooren. Het beroep van den Predikant ftaat voor de eene helfte aan de goedsheeren en voor de andere aan de Ieden van den werkelyk dienenden en af. getreden kerkenraad, welke twee vergaderingen daar over ieder afzonderlyk ftemmen. Ieder vergadering brengt twee per. fonen op de Nominatie, en uit deze doet ieder eene keuze , over welken , indien zy verfchillen, het lot moet beflisTen. Van de paftory-goederen hebben wy elders gefproken (x). De Roomschgezinden verrigten hunnen godsdienst op eene plaats . het Lierder-holthuis genaamd, gelegen in den westlyken hoek van dit ampt ; en Hugo van Heusfen vertelt ons, dat deze Statie ten zynen tyde was opgeregt Qy). Onder de plaatzen , waar voormaals wel buitengewone vergaderingen van Ridderfchap en Steden gehouden werden , hebben wy ook Heino genoemd (z). Mer vond zelfs de ligging van hetzelve tot dii oogmerk zo gevoeglyk , dat in 't laatfte der zeventiende eeuw, op koften der Provincie , èene kamer daar toe aan het huis v?.n den toenmaligen Schout werd getimmer^. Naderhand, toen de gewoonte var ten platten lande zamen te komen was afgefleten , heeft men ook het regt der Provincie op die kamer laten varen (a). E 2 Schout» Zalland. II. Deel, bl. 104. fy) Oudh. en Geft. van't Bisd. van Devent. b!« 206. co I. Deel, bl. 277. not. CÖ Ref.vanR. en St. 23. Apr. röo2.' 17, Maart  Saixani « O) Dumbar Jiti II. p, Cc) By v Hai turn Zw. i bi. 126. 68 Tegenwoordige Staat Schoutampt van Dalffen. Dit Schoutampt wordt door die van Heino , Raalte , Hellendoorn en Ommen , voorts door 't Hoogfchoutampt van Hasfelt (40) en Zwoller.kerfpel ingefloten. De wyze , waar op men deszelfs naam gefpeld vindt, is verfchillende. Op de lyst der in den jare 1227. by Koeverden gefneuvelde Edelen ftaan Bern. h Daiffen en Juno de Dalfshem (b). In een' brief van het" zelfde tydperk , te weten van 't jaar '•1233, leest men van Godefcalcus de Dalffen (c). Deze fpelling mogen wy dan, als ;door de oudfte ftukken geftaafd, veilig behouden. In eenen jonger brief, van 't jaar 1328. vindt men Dalfiem en ook Dalvefum. In dezen laatften, waarby de Graaf van Benthem zyn regt als leenheer op verfcheiden goederen aan Bisfchop Jan van Diest overdraagt, zien wy fommige plaatzen , . in dit ampt gelegen , met eenig onderfcheid in de fpelling van de hedendaagfche opgenoemd: zo als caflrum de Rutenbergh , quandam curtim dictam JVeJlerhof, quandam domum in Luefne quam poffidet Albertus Koech, quandam domum in Welfne3 quandam domum apud Heffem (4O. Te- (40) Een gefcbil over de grenspalen, tusfchen dis van Dalffen en die van Rouveen eertijds beftaan hebbende , is , zo wy meenen , befllst. Zie Refol. van R. en St. 20. Maart 1610. 16. Maart 1615. (41) Zie dezen brief naar de vorige uitgaven gevolgd by Mieris Charterb. II. D. bl. 453. en by Racer Cedenkjl. VI. bl. 291. In 't affchrift van Ru. che-  van OVERYSSEL. 69 Tegenwoordig beftaat het Schoutampt ■ van Dalffen uit de navolgende Marken en Buurfchappen. I. De Roozengaarder Marke, onder welke nog behooren de Rutenhuizen, die ten aanzien van het regtsgebied onder de Vryheid der Stad Zwolle gerekend worden (d) en „ dat alinge veen , geheten die Hute „ mit die groeten Hermeien," welk in den jare 1434. van dit Schoutampt afgeno! men en onder dat van Zwolle gebragt \ werd (e). Men noemt dit thans de Rute j en Ruteveen, terwyl die van den Grooten ! Hermelyn gegeven wordt aan eene groote \ waterleiding , over welker Schouw elders j het noodige gezegd is (f). Deze Marke1 i bevat vyf Buurfchappen. 1. Het Kerk dorp Dalffen, groot en van ; goed aanzien, ligt aan de Noordzyde van ; de Vegt, over welke de reizende man hier i met eene pont wordt overgezet. De aan: ftelling van den Paftoor der Parochie-kerk, aan den H. Cyriacus gewyd, gefchiedde; ■ voormaals door den Heer van den Lan 1 ' de (g> Van de Paftory.goederen is elders ! gewaagd (^h). Tegenwoordig ftaat het be : roep van den Predikant aart twaalf ftemge-1 E 3 reg- i chelius ad lied p. 241. ftaat terram dictam IVefterlwf. | Hoe men leze, liet is thans niets meer dan een ge\ meen hoeren erf in de Buurfchap' Gerner, en was I ook niets meer by het aflopen der veertiende eeuw, 1 toen men daar op een klootter wilde ftigten . 't welke niet volvoerd werd. Zie Van Hattum Zwolle L £>. bl. 256. Lussne is het tegenwoordiae Leusfen, Wtlsmt de buurfchap die men nu Welfen heet. Zalland. Cd) Zie III. Oeel, bl. 53*- ~ Ce) Dumbar Au. II. p. \u- Van Hattum Zwolle, I. >1. 164. Cf) II. Deel, »!. 5'3. Ce) llnieb. ïpisc.Dav, :ap. 7. $. 4- H\ I. I eel, il. 104. .  70 Tegenwoordige Staat Zalland m i Jieiuct. den Ridd no- ! S>fns Capelïen en de Drojlend. hl. '266. flÓ G«/. VIL bl. EJ5. CD TI. Deel, bl. 6f. I regtigden: de bezitters namelyk der zes Havezaten dezes Ampts, die vervolgens zullen voorkomen , den Ouderling en de twee Diakenen van den regerenden , en even zo veel van den ouden Kerkenraad. Eene dier Havezaten, de Leemkuil genaamd , behoort onder het dorp. Alle de ingezetenen van het Schoutampt gaan hier ter kerk, met nitzondering van Nieuw Leusfen en een gedeelte van Lente. 2. Qofter-Dalfïen. Wy vinden aangeteekend dat deze buurfchap van ouds onder de verpligting lag, om de misdadigen naar en van de ftrafplaats te brengen , gelyk die van het kerkdorp om denzei ven mede te verzeilen en by de ftrafoeffening den kring te fluiten , als mede dat deze twee buurfchappen daar voor, zo wel als de timmerlieden van het geheele Ampt voor het naken en planten van geesfelpalen of dier^elyke werktuigen, van de droftendienften werden vrygehouden (i). 3. Welfen , of, gelyk in een' brief van 't jaar 13x5. gefpeld wordt, Welfem (k). 4. Ankum en de Vos, waar in gelegen is de havezate Rutenberg, van welke wy, Dver den Konings accys handelende, eenige. melding maakten (1). In den ftraks aan;c haalden brief van 't jaar 1328. komt HaEte van den Rutenberg knape voor, als den borg van dien naam, met andere daaromflrecks gelegen goederen, ter leen houdende van den Grave van Bentheim, welke fyn. iecnheerfchaplyk regt toen aan Bis- • fchop  van OVERYSSEL. 71 fchop Jan van Diest overdroeg (42). In: eenen anderen van het jaar 1336. vindt ! men Steven van Rutenberg (m). Over dej verfterking van dit kafïeel, in de jaren1389. en 1442» en van de beloften, den! eigenaren by die gelegenheid afgevorderd , is boven gefproken (n). David van BourI gondie verpagtte aan de bezitters van den Huize ten Rutenberge in 't jaar 1489, , ,, een deel wildes landes , onbruycbair lig, gende, wefende omtrynt hondert vyffen„ twyntich margen lants , gelegen by der 1 „ Rute aen die oeftzyde van der graf te enz." : en wel voor den tyd van 90. jaren tegen I betaling eener pagt van 11. oude fchilden (o) : eene zaak die wy vooral aanteekenen , dewyl daar uit fchynt te blyken , 1 dat de Groote Hermelyn , zo even ge1 meld , welke wy meenen met deze grafie j bedoeld te worden , toen reeds beftond. Aan het bezit van dit huis is ook dat van 't Erfmarkenrigterfchap dezer Marke ver. bonden. 5. Gerner , bevattende eene Havezate van den zelfden naam , welke zo wel als 1 de Rutenberg voor 1328. reeds fchynt be! ftaan te hebben : nadien in den meerge! melden brief van dat jaar Henskens Erff£ 4 „ g«- (42) Wy drukten ons in 't II. D. bl. 87. hieromtrent kwalyk uit. Men leze daar: ,, gelyk hy drie „ jaren vroeger her regt van leenheerfchap op hei „ kafteel van den Rutenberg en op verfcheiden an,, dere enz."— Deze Hake komt ook vroeger vooi in een' brief van 1315. ftraks by *t verflag wegem Rechteren aan te halen. Ialianb (tn) ijDumt* 4l.lL p. 64. C») [. Deel, >1. ltS. Co) By Rettf Ged VII. bl. 322.  Zalland , £ï) li Deel, W; 105. B «y Racer Qtd. Vil, i'« 235. Cr) Ref. v. R. tn St. 20. Maart ■ co ; Mccneit jSaemket. < ter Prid. \ ff* f' I 72 Tegenwoordige Staat „ genamen van Gbernere" genoemd worden : en dat men 'er in 1380. een fterk flot vond, blykt uit de berigten, dat het toen , met meer anderen van dien aart, werd om ver geworpen (p). De overige Marken bettaan ieder uit niet meer dan eene buurfchap. II. Üud-Leusfen, noordvvaards van de voorgaande marke gelegen, komt voor in den dikwerf aangetogen brief van 1328. met de fpelling van Luesne, en in eenen vroeger van 1315. met die van Lustien (q). III. Nieuw-Leusfen , een gedeelte van 'f welke den naam van de Hulst draagt. De Erfgenamen van Leusfen, nu OudLeusfen geheten ter oqderfcheiding van dit Nieuwe , verzogten in 't jaar 1635. van de Staten vryheid van alle belafting over de wilde woefteny, gelyk zy het noemden , of het agterfte veen met zyn toebehppren, het welke zy meenden tot vrugtbaar land te kunnen maken ; zo egter dat het overige van de Buurfchap of Marke , hetwelke reeds vrugtdragend was, onder dien vrydom niet zoude zyn begrepen. Het verzoek werd, met uitzondering van de middelen van vertier, toegeftaan voorden :yd van twintig jaren CV). Dit bragt deze ft reek lands in bloei , en de vermeerdering der ingezetenen veroorzaakte dat men 'er vervolgens eene kerk bouwde, om wélke te bédienen de eerfte Predikant in iet jaar 1662. beroepen werd (s). Het /eroep Haat aan de mans-ledematen der Geneente, doch bepaaldelyk aan die van Nieuw-  van OVERYSSEL. 73 Nieuw-Leusfen , terwyl die van de Rute 3 fchoon hier mede ter kerk gaande , in dit regt niet deelen. Na 't verloop der twin. tig jaren bleef de verleende vryheid van fchattingen niet alleen voortdimren, maai werd nog uitgebreid, zo dat die van NieuwLeiufen ook van de middelen van Konfumtie ontheven wierden (t). Nog heden betalen zy geene lasten dan het hoofdgeld s dienstboden-geld en vuurftede-geld; en de tweehonderd gulden , die zy ter gedeeltelyke betaling van den Predikant zamenbren. gen, worden geagt de plaats van de middelen op de Konfumtie te vertreden. Ten opzigte van .de Verponding en Kontributie heeft men wel eens beweerd , dat de landen van Nieuw-Leusfen oudtyds onder die van Oud-Leusfen begrepen en dus daar onder mede in die belaftingen aangeflagen zouden zyn: doch hoe ongegrond dit voorwendzel zy , kan, alle andere redenen ter zyde gefteld , alleen uit het ftraks bygebragte van den jare 1635. blyken. Wy zagen boven welke raadpleegingen op dit ftuk door de Staten zyn gehouden (u). Eertyds vond men hier eene havezate, Oofterveen geheten, doch het regt van verfchryving is daar van naar Junne onder Ommen verlegd , en ter dezer plaatze is niets meer dan eene boeren-woning te zien. IV. Hesfem , ten ooften van het dorp Dalffen , ligt met alle de volgenden ten zuiden van de Vegt. V. Emme, van 't welke een gedeelte de Marschhoek genoemd wordt, grenst aan E 5 Zwol. Zalland. ft) Ref v. R. en St. f. Fd.r ■677. 12. Ma 1032. Cu) II. Deel, 292.  ZaUano. Xe?.- v. R, en Si. 7. Sepl. 1640 Ify fXacer Gei. 1l bl. aai. CO By M'umha. Hevint. J. W. «50. Onüh. en Gcjl. v*h' JSf'sd van Jlevtnt. II 11. b!.29S CO, Zie Ref-1 11% St. IJ, Apr. ld 48. 11 Uzi t«4J 7. Ocu 74 Tegenwoordige Staat ZwoIIer-kerfpel. Eertyds was hier eene havezate, Deefe genaamd, doch het regt daar van is naar een andere plaats in dit Schoutampt, wy weten niet welke , verlegd (v). VI. Lente, waarfchynlyk de zelfde die in eenen giftbrief van 't jaar 1133. onder de benaming van Lenethe voorkomt (w), en die men in Necrologio Capituli S. Lebuini verkeerdelyk Lenre gefpeld vindt (x), .grenst aan het Schoutampt van Heino, waar onder ook een gedeelte der ingezetenen in 't kerkelyke behooren. Hier is , op eene plaats de Hoonhorst gebeten, de eenige Roomschkatholyke kerk van dit ampt; en van deze maken alle deszelfs ingezetenen gebruik, uitgenomen die van Welfen en Rechteren , welken ta Villieren onder 't Schoutampt van Ommen hunnen godsdienst verrigten. Voormaals werden de ingezetenen van deze gezindheid door de .Zwolfche Paftoren bediend, tot dat zy in 't midden der zeventiende eeuw eenen af• zonderlyken Prieftar verkregen (y). Aler- dink , in deze buurfchap liggende, is in 't raidden der zeventiende eeuw voor eene 'Havezate erkend,, en toen nog werd deszelfs regt als twyfelagrig aangezien (z). De twee volgende Buurfchappen worden niet op de gewone wyze als Marken beftierd, en hebben noch Markenrigters noch Marken-vergaderingen. VII. De Baurfchap Rechteren behoort geheel , met uitzondering alleen van een enkel erve , onder de Havezate van dien naam,  ïAB OVERYSSEL 75 naam , zo dat derzelver Heeren daar over 2 alles het beitel hebben. Weinige havezaten leverden zo veel Itoffe voor de jaarboeken van Overysfel als deze. Men vindt aangeteekend , dat het kafteel te Rechteren reeds in 't begin der dertiende eeuw onder de roof huizen geteld werd, van welken reizigers en ingezetenen grooten overlast te lyden hadden (a): doch door wien, het toen bezeten werd is onbekend. Het, oudfte Heilige berigt, welk men nopens' dit bezit aantreft, is van den jare 1315» toen de Graaf van Bentheim de Hofftede Rechteren genaamd (curtim dictam Rechteren ,) welke Haken van den Rutenberg te voren van hem ter leen gehouden had, by ruiling tegen andere goederen, overgaf aan Herman van Voorst O). Kort daar] na, in 1320, droegen Roderik en Herman< van Voorst dezelve op aan Bisfchop Fre-' drik van Zyrik , welke hun die wederom ter leen gaf, onder voorwaarde, dat zy ten allen tyde een open huis van de Utrechtfche Kerk blyven zoude , ter welker verdediging het, de nood dit eifchende, moeite verfterkt worden (43) : en deze voorwaar- (43) Zie Dtimliar Anal. II. p. 249- en een ?e" brekkig affchrift van den brief by Racer Ced. VIL p. 235. een beter, fchoon ook, zo 't fchynt, niet volkomen zuiver, by Mieris Charterb. II. bl. 247. waar men ook leest confanguineus Rodericus & Harmanus, het welke niet verkeerd is, indien mea onderftelt dat Roderik alleen aan den Bisfchop vermaagdfchap was. In plaats van legis vindt men bj| Mieris beter legii; in plaats van aperiendwn te on? iregt , ("O ",1 Hatim Zwolle bl. 123. O) ly Rater Ui. VII. 1. 234*  Zalland re") By Dumbai Devent. I. bl. 517. 76 Tegenwoordige Staat waarde zal denkelyk veel toe gebragt hebben om „ de borghe to Voerst ende to „ Rechteren" te doen uitzonderen, toen Jan van Arkel in 't jaar 1325. zig met de Steden tegen het verfterken van de adelyke .huizen verbond (c). Dat dit huis ook lang daar na een fterk kafteel gebleven is , kan uit verfcheiden omfiandigheden , weiken wy in de gedenkfehriften ontmoeten , blyken. In 't jaar 1483. namens de Zwolfchen, vertoornd op Fredrik van Rechteren om dat hy hunner Stads vyand, Derk van Keppel, op zyn Slot huisvestte, hetzelve in, en fielden het niet weder in zyne handen, dan na dat hy en zyn broeder Johan by gezegelden brieve beloofd hadden ; in de eerfte plaats (om de eigen woorden des briefs , die de zeden dier tyden en de le.venswyze van de magtige edelen zo wel fchildert, te gebruiken) „ dat wy, noch „ onze erffgenamen, noch beiïtter des hu„ fes voirfcreven, tot gene tyden wt noch ,, van den voirgemelde huyfe , gheen arch „ myet vengenfehap , roeff, brant, noch „ name kieren noch doen en foelen, noch laten doen in enigher wys op noch aen die Erfame Scepenen ende Raet voirge„ melt, oeren Burgeren, Inwoenre, oeren „ Mey- regt camperiendum j en qtiod is daar geheel weggelaten. —- Roderik van Voorst ontmoet men ook in een' brief van 13315. te gelyk met Sweder van Rechteren , by Dumbar Anal. II. p. 264. De verbindtenis die eerty.ls tusfchen de Heeren van Voorst en Van Rechteren plaats had , is by de befchryving van Voorst aangemerkt. Zie ook I. Deel, bl. £6, 96. en 101.  van OVERYSSEL. 77 „ Meyren, noch aen den ghenen hem ten „ rechte te verdedyngen ftaen;" voorts dat zy Stads vyanden of ballingen niet zouden huisveften, en dat de ftad het kafteel als een open huis tegen hare vyanden zoude mogen gebruiken, met voorbehouding van het regt des Bisfchops (d), voor wien hetzelve, gelyk wy zo even zeiden, ook een open huis moest blyven. Hier boven zagen wy, hoe Hertog Karei van Gelder dit kafteel in den jare 1524. in handen had, hoe de Bisfchop het vergeefsch poogde in te nemen , hoe het eindelyk by verdrag in 's Hertogs handen bleef, tot dat zekere aan hem beloofde fomme betaald zoude wezen (44), en hoe hy het in den volgenden jare , na het voldoen der penningen , aan den Kerkvoogd wederom inruimde (45). In 't jaar 1526. werden by de Staten en by de Stad Deventer afzonderlyk geraadpleegd , om hetzelve geheel te ontmantelen (e; : doch het fchynt niet dat hier iets van geworden is, nadien wy lezen dat de Gelderfchen het kafteel te Rechteren in 't jaar 1527. wederom in bezit hadden en uit hetzelve aan Zwolle niet weinig nadeel toebragten (f). Zelfs beftond zyne fterkte nog ten tyde van deni Spaanfchen kryg: want het blykt dat de Span- (44) I. Deel, bl. 170. en 180. breeder by vsn Hattum, Zwolle II. D. bl. 268, 271, 299. «72301. (45) I. Deel hl. 18ï- breeder by van Hattum, Zmlle II D. bl 306. Over het byeenbrengcn dezer penningen zie ook onze II. Deel, bl. 310. en Rivü Daventr. f. 231. Zallanö. Cd) By van Hattum Zwolle It, D.M.45. m C -° Revu üav. '• 232- Mooncn shron. bl» ij>. CO lieyii Dav. > 243, & '44.  Zailanii Cr) Van HetHl. 240. co Revii Da) P- SW? CO Ref, van R en St. 30. Jnn. 20. jDec. 1591 fk) Lindebom Episc, Dai cap. 7. g. H. l>c ven II. deel, bl. 105. co Ref. v. I en St. 19 Jan. if.76 78 Tegenwoordige Staat • Spanjaarden hetzelve in den jare 1590 (g) in handen hadden, als mede in 1591, toen , Verdugo den Prinfe aanbood zyne benden daar uit te trekken , indien deze het wilde flegten (h). Dan ftraks daar op werd het ■ door de Staatfchen ingenomen, en de Prins verdroeg zig met den eigenaar derwyze, dat de graften, wallen en vesten toegedamd en afgebroken zouden worden (i). Dit zal ' ongetwyffeld zo veel, noodig ter uitvoer gebragt zyn, dewyl wy zedert van Rechteren als van eene veiling niet wederom gewaagd vinden , fchoon de gedaante van !het huis nog van deszelfs voormalige fterkte getuigt. By dit huis behoorde oüdtyds eene kapel, van welker Vikaryen wy boven gelegenheid hadden melding te maken (k). VIII. In de Buurfchap Millingen telt men niet meer dan drie goedsheeren, te weten den bezitter van de havezate Rechteren buiten , en die van den Berg, eene havezate , en van den Aalshorst, een aanzienlyk buitengoed, binnen dezelve gelegen, door welken de algemeene belangens gemeenfchaplyk waargenomen worden. Van de havezate den Berg vindt men aangetee- t.kend , dat dezelve zo laat als 't jaar 1676". ; nog tot een leen der Provincie werd aangenomen (1_). In 't noordweftetyke gedeelte van dit Schoutampt ligt nog een uitgebreid veld, onder geene der gemelde afdeelingen begrepen , en uit heide en groengrond beftaande, 't welke onder den naam van Dalmsholt bekend is. De buurfchappen Hesfem, Len-  ym OVERYSSEL. 79 Lente, Rechteren en Millingen hebben het regt van hier haar vee te dryven en haren brand te halen: doch zy deelen hetzelve met verfcheiden buurfchappen die tot andere Schoutampten , aan dit Dalmsholt palende , behooren ; te wef,en met Vilftej ren, Giethem , Archem en Lemele onder I 't Schoutampt van Ommen, en met fomj migen onder die van Hellendoorn en 1 Raalte. De andere Marken hebben ook hare velI den tot het zelfde gebruik, en dit verj oorzaakt, dat men hier vele fchapen houdt I en jong rundvee aanfokt , welk daar ge. I genoegzaam voedzel kan vinden. Uit de I weidelanden, aan byzondere perfonen toe■ behorende, wordt ook van hier een goed I getal van vette runderen ter markt gebragt. I In Oud-Leusfen treft men nog eenigoveri fchot van veen aan: doch dit verdient e1 ven zo weinig als de hier te vinden kleij grond genoemd te worden. Men kan in 't 1 algemeen zeggen , dat hier alles zandgrond 1 is ; en ten gevolge daar van beftaat dt» 1 koorn teelt voornamelyk in rogge en boek1 weit. Tarwe, haver en gerst ziet men 'ei I weinig groeien. Stad Ommen en Schoutampt van Ommin en den Ham. In dit Schoutampt, het welke oudtyds onder de Marken aan de Vegt geteld werd (m) , ligt aan den regter oever van deze rivier het fteedje Ommen, dat in den - <*i Racer, O» bU 147.  Zallani CO Ap. Dumbar Anal. li. |>. 103. ro) Dumbar lh. p, 317. Van Hattum. Zwollt l.bl.iói. 80 Tegenwoordige Staat ••den jare 1248. (46) door Bisfchop Ottó den III. met Stads geregtigheid werd befchonken (47). Bruéïaö voegt 'er by, dat het ten zelfden tyde met vesten werd omgeven (n). Wat hier van zy, zeker is het, volgens oude berïgten, dat 'er vesten waren , toen bet door de woefte bezitters der huizen Voorst-en Rechteren in 't jaar 1330. werd in brand geftoken: want men leest dat dezelven niet aftrokken voor dat zy ook de vesten hadden afgworpen (o). Jan van' Arkel bevestigde Stads voorregren in den jare 1343. (48), en herhaaldelyk in 't jaar 1346 , met byvoeging van een nieuw voorregt betreffende het vredeloos leggen van (46) Vroeger melding van hetzelve hebben wy niet gevonden; maar wel den naam van lingelbertus de Umme in een' brief van 't jaar 1133. by Racer Ged. II. bl. 201. (47) Revii Daver.tr. p. 25. De Heer Racer geeft in 't Voorbericht van 't Ijle Deel dtr Ov. Gedenkjl. dat gedeelte van den oorfpronglyken giftbrief, welk het wezen der zaak vervat. Dat hy dien niet geheel gaf, is misfehien daar aan te wyten, dat hy een even gebreklyk affchrift daar van onder 't oog gehad heeft, als dat welk aan ons is medegedeeld. Dit affchrift was door een' Sekretaris als egt onderteekend, fchoon 'er duidelyk uit bleek, dat hy niet in ftaat geweest was het oorfpronglyke re lezen. Wy zouden dit ongemerkt hebben voorbygeftapt, indien wy niet dikwerf ondervonden hadden hoe florzig onkundige Sckretarisfen en Schouten met het authentiferen omfpringen , en oordeelden hen, die op hunne affebriften regt zullen fpreken, te moeten waarfchuwen. Wy kunnen 'er eater uit zien, dat de brief was afgegeven in crajlino Bartholomei, dat is oen 25. Augustus. (48; By een' brief van Dingsdag na Allerheiligen Jag, nog te Ommen voor handen.  van OVERYSSEL. Sr I van Burgers uit hoofde van doodflag of I wonden Floris van Wevelikhoven ' liet het op 't nieuw verfterkert, en wel ] volgens fomraige aanteekeningen in 't jaar | 1382 , volgens anderen in 't jaar 1380". (49). Het vroegfte berigt, welk wy van Stads i regering hebben, toont dat dezelve uit i Schepenen en Raden belfond , en is vervat in eenen brief van Rudolf vart Diepi hout van 't jaar 1447. By denzelven zegt 1 de Kerkvoogd, voor zijn leven lang en zes j jaren daar na aan de Stad te verpagten ( „ onfe. Veerftal voir Ommen precariebyn, „ nen derfelver onfer ftat van Ommen en| de die cyze overall bynnen den kerfpel \ „ ende gerichte van Ommen daer dat kerlpel van den Hamme mede in hoert, 1 jaerlix omme hondert ende tyen heren 1 ,i pont :" en het is waarfchynlyk , dat ; deze pagt ten opzigte van 't veerftal en ; de precarie van dien tyd af tot heden toe : onafgebroken heeft voortgeduurd (50}. F Uit C49) In 1382. volgens Lindehom Episc. Dav. cap. I 7- 5- 3- P- en Dumbar Anal. II. p. 232. in. ! 1386. volgens de Chronycke by Dumbar Ih. p. 317. I Uit Heda p. 260. zoude men opmaken, dat de Bisi fcbop hier een kafteel gtftigt had. Hy zegt: ccnj Jlruxit arces in oppido Dwomonte ( Hardenberch) atl i[iie in Vmma munitisjtmas : doch dit is waarfchyn; lyk onnaauwkeurig , dewyl alle later berigten van ' vestingen fpreken, en te Ommen zelf geenerhande fpoor of mondelinge overlevering van een flot te vinden is. Maar wat is dan het Huis te Ommen, welks Vikary wy onder die van 't rentampt der Paftoryen en Vikaryen goederen II. D. bl. 105. aantroffen? (;o) De brief ftaat geheel by Racer Gedenkji. VII. II. 294'. Dat het fteedje dit veerfkd ouder David van I 1382 , volgens anderen in 't jaar 1380". (49). Zalland. ?y Racer led. V. ). 191. >• 191»  Zalland, CO By Dumbar Devent. ii. JJ.bl. 166. CO Zie III. D. W. 355- 82 Tegenwoordige Staat Uit een ftuk welk ettelyke jaren jongef is , te weten uit de uitfpraak over eenige gefchilpunten betreffende het beftier der geldmiddeleu , tusfchen Schepenen en Raad en de Meente hangende, in den jare 1460. 's daags voor Peters banden door de Magiftraat van Deventer gedaan (q) , zien wy niet alleen, dat 'er toen ook eene Gezworen Meente te Ommen was ; maar tevens, dat zes leden uit die Gezworen Meente de Magiftraat verkoren , en dat 'er behalven die Gezworen nog eene Meente was , die inzage in het bewind had of begeerde. Welke overeenkomst deze twee Meenten gehad hebben met de Groote en Kleine Gemeenten die omtrent den zelfden tyd te Kampen plaats hadden (r) , en of door Meente hier alleen de gezamentlyke burgery te verftaan zy , kunnen wy niet beflisfen: doch uit" dit ftuk blykt genoeg , dat de Raad der Stad Deventer alleen aan de Gezworen Meente het regt toekende om met Schepenen en Raad over Stads geld- van Bourgondie behield, hebben wy hier voor ÏI. D. bl. 49. getoond met des Bisfchops brief zeiven, zonder toen op te merken , dat David in 1406. geftorven zynde, hst jaartal 1499. niet egt kon zyn. Wy dagten toen dat zulke oplettendheden ten aanzien van geauthentifeerde (tukken overtollig waren ; maaf hebben zedert beter geleerd. Hoe dit behoore veranderd te worden kunnen wy niet zeggen. Met betrekking tot de gemelde voortduuring'ïn later tyd zie II. D. bl. 48. en 56. en RefoUv. Ridd. en St. 17. Mei 1690. Zie ook over zekere overeenkomst tusfchen 't fteedje en die van den Ham, betreffende de betaling van den brug-tol door deze laatftan met rogge, Aid. 17. Maart 1752.  van OVERYSSEL. 83 geldmiddelen te befluiten en de rekening 2 deswege van de afgaande Schepenen te hooren (51). Eene brandfchatting , die Ommen in t i jaar 1513. onderging , is elders door ons aangeteekend (s) : doch hier moeten wy. : doen opmerken , dat Arnold Moonen in 1 .1 één zyner fchriften verhaalt, dat het in I den jare 1518. verbrand is (t) en in een( ; ander, dat het in dit zelfde jaar ontves- j I tigd werd (u), zonder op de eerfte plaats J van 't ontvestigen of op de tweede van 't. ] verbranden te gewagen. Dit toch kan ver-; i moeden geven, dat hier een misflag fchuilt. \ Wat de vesten betreffe , is uit de jaarboeI ken van Arend toe Boecop genoeg te zien, \ dat dezelven althans ten zynen tyde, dat l is in 't midden der zelfde eeuw , niet ] meer in wezen waren. Uit dien hoofde \ hadden in 't jaar 1622. de agt- of negenhonderd Spanjaarden , die hier door de l Staatfchen omcingeld en tot overgave ge] dwongen werden , zig in de kerk gewor\ pen (v). Deze kerk werd kort daar na 1 eene prooi der vlammen , toen het ganI fche fteedje tevens door eenen zwaren 3 brand zo veel fchade leed , dat de Staten' I hetzelve geduurende twee jaren van fomJ mige belaftingen vrykenden, en daar hoF 2 ven (S1) vermoeden dat Moonen in de Chron. van Devent. op 't jaar 1461. verhalende, dat in die ftad I een gefchil over 't aangraven van ftads marien is bygdegd , zig vergist, door van de beflisfing een gefchil te maken ; 'te meer dewy! by 'er byvoegt, dat het 's I daags voor Peters banden is bygelegd. A LLAND • ro D. bl. 54. CO 'hron. van )tv. bl.74. ro.) 4entek op i.e Poizy, .1. 822. fV) Revii Dav. P f>34. Moonen Viron. op [622.  ZALLAND. Ref. van R.enSt. 29. Apr. 1624. 18. Maart 1628. (x) Moonen, l'oïzyj bl. Ü22. cr) Ref. van R. en St. ti. ly.Oct. 17(58. en 12. Apr. I7tïg. CO Epnc Dav. cap. 7. § 9» i 'a) • ReJ. van | /(.«z St. 17. Mdart ! 1786. 84 Tegenwoordige Staat ven 300. daler toeftonden om onder de minst vermogenden uitgedeeld te worden, en 150. gulden tot opbouw van dekerk(w)» die egter thans geenen toren heeft, maar met een daar byftaand klokken-huis voorzien is (x> Het beroep van den Predikant, waar over ruim dertig jaren geleden een proces gevoerd is (y) , ftaat aan de eigenaren van drie Havezaten, met name Eerde , Beerze en Arenshorst, benevens de Magiftraat en den Kerkenraad ier Stad. Lindebom maakt ook gewag van eena Kapel, die aan het H. Geests Gasthuis, voor oude lieden beftemd, verIcnogt was (z). De Regering van dit Steedje beftaat uit 3gt Burgemeefteren , vier Schepenen en vier Raden, die door eenen Sekretaris beiiend worden; en uit agt Gemeentslieden. t\m de Magiftraat is, ettelyke jaren geleien , het regt van maten en gewigten bm)en haar regtsgebied te yken, by een ftaatsbefluit toegekend (a). Een goed aantal der burgers geneert zig met den akkerbouw, en onder de handwerken, die hier gedreven worden, moer, men eene voorname plaats aan het knoopmaken toekennen. Jaarlyks in Hooimaand wordt in dit Steedje een marktdag gehouden, die den zonderlingen naam van Om- ■ mer Biszing draagt en van rondsom grooicn toeloop heeft, nadien daar niet alleen allerlei foorten van vee, maar ook allerlande werktuigen en gerieflykheden , die n eens landïmans huishouding kunnen te pas  van O V E R Y S S E L. 85 pas komen , worden geveild. Voor 't o- z verige is van hetzelve weinig merkwaardigs te zeggen. Arnold Moonen noemde het reeds ,, veroudert vlek of ltadt" in zyn loi'digt op Juffrouw Machtelt Bosfier, dogter van Antonius Bosfier, Predikant te Ommen, welke hy in dat en verfcheiden anderen zyner gedigten als eene jongvrouw van meer dan gemeene gaven , en inzonderheid als eene uitmuntende Poëtes , befchryft. Uit één dier Hukken blykt , dat zy in 't jaar 1648. geboren was, en uit een ander, in 16Ó8. opgefteld, dat zy tot dien tyd toe vergeefsch was aangezogt om hare verzen in 't licht te geven (b).' Of naderhand van dezen iets zy uitgeko-' men , is ons onbekend. Het Schoutampt van Ommen en den Ham , wiens Schout verpligt is binnen het Steedje , en wel op zekere plaats by den kerkhof, zyne regtbank te fpannen (c) , beftaat uit drie kerfpelen, dat van Ommen zelf, dat van Avereest, en dat van den Ham. Onder de kerk van Ommen behooren negen Marken. I. De Ommer Marke, tusfchen de Vegt en de Regge, waar in de ftad gewaard is, en die men als Stads Marke kan befchouwen, op de zelfde wyze als wy elders zagen dat Deventer eene Marke had die zig verder dan ftads vryheid ukftrekte (d). Hier in telt men vier Buurfchappen. 1. Bestmen , waar in de havezate het Laar gelegen is, juist in den hoek waar F 3 de ALLAWD. co °o?zy, bl. 16,, 520, tor, 823. 'O Ref. van R. en St. 18. Maart [619. Cd) III. Deel, bl. 93, npt.  Zallane re) I. Deel, 1)1. IC5. ff) T.y ILacrr Ged. VI. bl. 291/. 86 Tegenwoordige Staat • de Regge en de Vegt zig met elkander vereenigen. Wy hebben by vroeger gelegenheid ter loops melding gemaakt van het vernederend verdrag, welk Jigbert van Salve, die dit flot toen bezat, gedrongen was in den jare 1380. met Floris van Wevelikhoven benevens de Steden Deventer en Zwolle te fluiten , onder anderen behelzende dat hy het op geenerhande wyze in andere handen Zoude mogen brengen (e). Uit later in 't licht verfchenen flukken zien wy, dat zyne onderwerping in 't jaar 1384. nog grooter werd, dewyl hy toen moest toeftaan , dat de Bisfchop of eene der drie Steden , Deventer , Kampen en Zwolle , „ die hoffftede tot Laer ende „ voirborchfte mit hoeren vellen ende be„ grepe daar by te wonen plag , ten allen tyde, des goedvindende, zouden mogen flegten , en dat hy aan de zelfde zyde van de Vegt geene andere vest zoude mogen timmeren , noch ook aan de andere zyde van deze rivier, dan voor zo verre de Bisfchop en de Steden, benevens Jonkheer Reinoud van Koeverden, hem dit wilden vergunnen : eene overeenkomst die ook door zynen zoon Henrik van Laar in den jare 1395. werd bevestigd (f). Van eenen Oorlog die Rudolf van Laar , in 'C midden der volgende eeuw, den Heden Deventer en Kampen verklaarde, hebben wy ook boven gefproken (52). 2, (Sa) Zie I. Deel, 11. 141. Ten einde dit Slot in 't lezen der gefchiedenisfen niét voor anderen te ne-  van OVERYSSEL. 87 2. Zieze , gelegen boven Bestmen aan5 de Vegt. 3. Jurine, mede aan de Vegt boven Zieze. In 't jaar 1759. is het regt der Havezate Oofterveen by Nieuwleusfen op een erve in deze buurfchap, Hoijers, ook; wel Nyenhuis, genaamd , verlegd , het: welke uit dien hoofde nu ook Oofterveen wordt geheten (g). 4. Beerze, nog hooger aan de Vegt, i en grenzende aan het Schoutampt Dalfzen. Hier van wordt melding gemaakt in eenen : brief des Graven van Bentheim van 't jaar 1 1328. (h). Men vindt 'er eene Havezate 1 van Sen zelfden naam, en Warnerus k I Beerfe ftaat op de lyst der in 't jaar 1227. ! by Koevorden gefneuvelde Edelen (i). II. Eerde, tusfchen Zieze en de Regge, bevat mede eene havezate van den zelfden naam , waar op een zeer aanzienlyk huis ftaat, welk men vertelt uit de fchatten , die de veroverde Spaanfche Zilvervloot bragt , te zyn gebouwd. Het oude kaI fteel, wiens plaats het tegenwoordige ver. ' vangt , beftond reeds, zo niet vroeger, F 4 in nemen , is het noodig in 't oog te houden, dat 'er ook een Huis te Laar in het Drentfche Dingfpil Oostermoer, en eene Havezate Laar in de Graaffchap Bentheim gevonden worden. In de Chron. by Dumbar Anal. II. p. 425. leest men , dat het Huis te Laar in 1439, wederom zoude opgetimmerd zyn: doch wy twyffelen of bier ook een misflag fchuile , en men hier in plaats van Laar te lezen hebbe Lage, waar van het zelfde verhaald wordt door Bruman 'Aid. p. 181. en Moonen, Chron. bl. ,50. overeeakomftig met Heda p. 286. Ialland. (g) lef. van l. en St. ;l, 23» Haart 759' CO By Racer, Ged VI. ui. 292. Zie nok Bushel, ai Hed. p. 241. CO By Bumiar Anal. II. p. 299.  Zalland CIO Pan HatI bl.134. fl) T. Deel. bl. 105. (rrO Van HalttimZwol'e,IJ. bi.203. fn"> Refil van A. en St. 24. Aug. 1719. 24. JSov. 1738. 88 Tegenwoordige Staat •in 't begin der dertiende eeuw, en diende tot eene fchuiiplaats voor een' dier ridderlyke barbaren, weiken in die tyden met rooven en pionderen roem en levens onderhoud zogten te behalen (k). Evert van Esfen , die het in 't later gedeelte der volgende eeuw bezat en het nog merkelyk fchynt verfterkt te hebben, moest het ten gronde toe voor zyne oogen zien vernielen (1> Wanneer het toen wederom opgebouwd werd vinden wy niet aangeteekend : maar wel dat het in den jare 1521. nogmaals door de Zwolfchen is geflegt (m> De eigenaar van deze havezate is tevens grondheer van de geheele Marke. III. De Marke Varsfen , of Versfen ligt aan den regter oever van de Vegt, ten westen van 't fteedje Ommen, en heeft eene havezate , Arendshorst geheten. IV. Arrien aan den zelfden oever, ligt ten ooften van het Steedje. Hier ligt het erfmarkenrigterfchap op 't erve Ridderink, welks naam reeds in den zo even genoemBentheimfchen brief van 't jaar 1328. voorkomt. V. Stegeren vindt men mede aan den zelfden oever tusfchen Arrien en 't Schoutampt van den Hardenberg. Deze Marke tusfchen welke en de nabuurige meer dan eens verfchil over de grensfcheiding beftaan heeft Cn) , komt in den ftraks aangetogen Bentheimfchen brief mede voor. VI. Vilfteren , insgelyks in dien zelfden brief voorkomende, is gelegen aan den [linker oever van de Regge, ter plaatje daar  van OVERYSSEL. 89 daar deze in de Vegt valt. Binnen deze: Marke ftaat de eenige Roorafche Kerk die in dit ampt wordt gevonden. VII. Gietmen of Giethem ligt aan den zelfden oever boven Villieren. VIII. Archem, nog hooger dan Gietmen aan den zelfden kant van de Regge, heeft binnen zynen omtrek den Hof van Esfen-de, of, gelyk men thans fchryft, van Esfen , dien wy niet ftilzwygende mogen verbygaan. Evenwel is het ons oogmerk niet hier in hiftorie en oudheidkunde uit te weiden , het welke uitvoerig voor ons ] is gefchied (o): maar wy vergenoegen ons I met kortelyk den aart van dezen Hof te :| doen kennen , en aan te wyzen, wat ons ten aanzien van de regten , by denzelven j plaats hebbende, is voorgekomen. De Abtdy Esfen , welker oorfprong tot het jaar jj 877. gebragt wordt, is een wereldlyk Stift behoorende onder het Bisdom van Keulen (p). Eene menigte van Zallandfche ingezetenen ftonden van ouds onder deze 1 abtdy in hoedanigheid van tinslieden en : hofhoorigen, of bastaard leenmannen , en 1 waren bekend onder de benaming van heilige lieden van de Kerk van Esfen. De 1 leenkamer, of hof, waar dezen te regt ftaan, is hier te Archem. De aloude regten van dezen hof zyn te lezen jn eenen bisfchoplyken brief van den jare 1324. (53;; en F 5 in (5.i) Dumbar Anal. II. p%. 249. Eenige ophelflerifigen van dit ftuk zyn te vinden by Racer Ged. i IV. bl. 252. en 253. lALLAN'b, .O) Zia Lacer Gei. II. >)■ 71. VU, )1 1S2191. Cp"> Sufch'wg 'Jeogr. III. ).ra li. bl. S80."  Zalland. Cq) Obf. Jur. Univ. 10 in i \f. app. V- 354' 3 90 Tegenwoordige Staat in het zogenaamde Oude Landregt van O. verysfel, door Fr. E. Pufendorf uitgege. ven, vindt men eenen gewigtigen artikel; „ Woe een Tynsguedt der Abdiffe van „ Eflende eruet (q);" doch zonder eenige aanwyzing van tyd in welken dezelve is beraamd. Een derde ftuk , ons onder tet oog gekomen , laten wy hier, als iog niet uitgegeven , woordelyk volgen. „ Anno MCCCCC ende XXVI. Op „ fanct Martens dach is gekomen die „ Landt Commenduer Henrich Beltzingen , by mynder Vrouwe van Effende in den , hoff thoe Archem byder nyer bruggen , in den Kerfpel van Ommen en heffe , dair mit fynen luyden in den haeue hoi, rende hoffrecht geholden. Soe heeft , des Commenduers Amptman in der tytt , een ordell gheuraecht hoemen mynder , Vrouwe van Effende oiren Tbyns fchul. , dich is toe betalen. Dat ordell is be, ftaet an Gheert ten Hamme Bofgemey, fter van Oldenzaall dye daerop mit ry, pen vollen beraede weefs. Datmen myn, re vrouwe van Effende oiren Thyns , fchuldich is toe betaelen binnen jaer en , dach. Doch fterue die man offte vrou, we die mynder Vrouwen thvns fchuldich i weer binnen den jare , ende hadde op , fyn termyn nyett betaelt, folde dat , Tbynsguedt mynder vrouwen toe haeue , ledich fyn. Anders mach hy datt bin, nen jaer ende dach mit den fimpelen , gelde betaelen by ennige verboirtenisfe ; dan woe voirfz. Dan foe wie fyn Thyns jj j^r  van OVERYSSEL. 91 „ jaer ende dach omme gekoemen fynde2 „ niet betaelt en hadde mach myn Vrou„ we daerna voort alle daeghe dubbelt „ geldt affnemmenn. (54)." In later tyd , toen zodanige imperia in imperio minder met de heerfchende denkwyze begonnen te ftrooken , ontving de Amptman der Abtdisfe van Esfen eene aanfchryving van Ridderfchap en Steden , inhoudende dat hy zig vervolgens niet onderwinden zoude den ingezetenen van Overysfel voor thins of beleening meer af te vorderen dan van ouds , op verbeurte van 25. oude fchilden boven terug gave van het te veel betaalde; en dat hy voor den ouden Frankifchen fchild niet meer 56. ftuiver en voor eenen goudgulden 44 ftuiver zoude mogen nemen , maar, even als de Provincie , voor de eerfte dezer fpecien 42. en voor de laatfte 28. ftuiver (55). Ook werd in den jare 1635. verliaan, dat; van een vonnis, door den Amptman uitge-. fproken , appel in Klaringe zoude aangenomen worden, tot dat de Abtdis haan regt tot het tegendeel zoude doen blyken (r). IX. Lemele grenst aan 't Schoutampt van Hellendoorn, en deze Marke geeft ha- (54) Dit is getrokken uit eene Verzameling , waar van verfcheiden affchriften onder den titel van Nye Av-erthaehten van Zwolle door de liefhebbers- bewaard worden. (55) Deze brief van 't jaar 1584. is III. D. bl. 502. daar wy yan den ouden, fchild fpraken, meds aangehaald. LIXAVD. CO lef. v. R. ■n St. 7. un 1633. :j. Maart 634. en igter 'c Lanir. So. 5.  ZALLAND CO Sak yan Staat, l. I). W. 298. J v. tn St. 14. . ï'elir. irtor. y. Maan j 93 Tegenwoordige Staat haren naam aan den berg die het grootfte gedeelte van dezelve beflaat. Op den afftand van anderhalf uur gaans ten Noorden van het fteedje Ommen ligt in 't midden der veenen de Ommerfchans, die uit hoofde der ontoeganglykheid voor fterk gehouden wordt, doch nimmer, voor zo verre wy weten, eenen aanval heeft verduurd. De wyze, waar op dezelve in ,C jaar 1672. werd verlaten , is breedvoerig by L. Sylvius (s) te lezen. Binnen deze fchans vindt men geene andere woningen , dan die ten gebruike der bezetting zyn aangelegd. Nog noordelyker dan de Schans is Avereest gelegen , dus buiten twyffel geheten om dat het ten aanzien van Drente , waar aan het paalt, aan de overzyde van het riviertje de Reest geplaatst is. Dit kleine kerfpel, welk niet meer dan omftreeks veertig huizen binnen zynen omtrek telt, beftaat uit verfcheiden buurten , waar van wy hier de namen zullen opgeven. De Veldhoek, Oofrerhuizen, Ten Kate, Ten guizen, Ten Oever en Wefterhuizen. De veenen, welken tusfchen A vereest en het kerfpel van Ommen liggen, hebben neer dan eens aanleiding tot gefchillen over le grensfcheiding gegeven (t). In 't kerïelyke behooren onder dit kerfpel de Schans in eenige naast by gelegen huizen in dc Landfchap Drente. In den jare 1030. maakte men van de Avereest en de Ommerchans eene kombirfatie; en in 'tjaar 1638. cwam het zelfs in aanmerking om de kerk van  van OVERYSSEL. 931 Van Avereerst geheel naar de Schans te'> verplaatzen : doch deze voorflag kwam niet tot ftand, en men gaf in tegendeel aan ieder plaats in 't jaar 16Ó5. eenen afzonderlyken Leeraar; eene inrigting die egter niet langer duurde dan tot in 't jaar 1685, toen de kombinatie wederom werd ingevoerd (u). Van de paftory- en vikarygoederen van de Avereest hebben wy elders gewag gemaakt (v). De kollatie ftaat aan de Ridderfchap van Overysfel, namens het Zwarte-waters kloofter. De Oeconomifche Tak der Haarlemfche Maatfchappy heefc in 't jaar 1781. aan Jan Alberts, hier woonagtig , eenen eerprys toegewezen voor de befte vluizen wolle aan dezelve uit Overysfel toegezonden. Het zuidooftelykfte gedeelte van dit Schoutampt wordt beflagen door het Kerfpel van den Ham, tusfchen het welke en de Marke Beerze in den jare 1760. eene overeenkomst over de fchapendrift getroffen werd , die door een befluit der ftaatsvergadering is bekragtigd (w). Het beftaat uit vier buurfchappen ; Noordmeer en Magele noord waards, Liiide en Meer ten zuiden. De laatstgenoemde behoort, met be. trekking tot gewaardheid en gebruik van den gemeente-grond, onder de Dammarke van Hellendoorn. In 't midden ftaat de kerk, van welker goederen elders gewag is gemaakt (x). By 't beroepen van eenen Predikant ftemmcn de gewaarde goedsheeren en de ledematen der gemeente van de manlyke kunne. Niet verre van de kerk ter wek lAIXAND. dn te/", van' R." en St. !?. Maart Woonen Naemket. >i\. 4*- Cv) II. Deel, til. 104.cn log. (vr~S Ref. van R. en St. ai. oct. 1760. Cx) \\. beet» bl. 104. ,  Galland, Cy5 h Deel, bl. 150. Stsd Hardenberg e Nyenfteüf CO Beka, p.7; Ca) Altïng. JVot.Gem Juf. P. L p.81. 00 Boven I.r bl. 73. t> 'CO Dumbar Jn. 11. | 28:. p. 24Ö. 94. Tegenwoordige Staat wellen ftaat de Havezate Mennigeshave, en niet verre van deze ftond oudtyds het kas. teel Azoelen, welks vernieling, in 't laatst der veertiende eeuw, wy ter zyner plaatze hebben aangeteekend (y). Belangende den aart der gronden in dit Schoutampt , kunnen wy zeggen dat alles zand is. Van de bergagtigheid van Lemele is reeds gefproken. Het zelfde heeft plaats in Junne. Aan den voet dier bergen vindt men egter zeer goed koorn-land , hoewel de aarde 'er met kleine keifteentjes vermengd is. Rogge en Boekweit maken heÊ voornaamfte gedeelte uit van den oogst. Stad en Gerigt van den Har denher g. De Stad Hardenberg is haren oorfprong i vérfchuldigd aan een kafteel, welk door ' Bisfchop Willebrand van Oldenburg , ter beveiliging van het Stigt tegen de Dren■ ters, volgens fommigen in den jare 1227. (z) volgens anderen in den jare 1228, vooral uit de afbraak van het huis te Schulen- • burg (a), op eene hoogte by het riviert'je de Vegt, werd gebouwd (b). Ruim een eeuw later liet Bisfchop Jan van Arkel • hetzelve met nieuwe vellen omgeven , en wel in dier voege dat de ruimte binnen dezelven voor behuizing gefchikt was C<0, • tot welke dan ook die van Nyenftede , "hunne oude en voor den vyand open liggende woonplaatzen verlatende , toevlugt namen. Van hier is het dat men de namen van Hardenberg en Nyenftede niet zelden ver-  van OVERYSSEL. 95 verwardelyk, als of zy de zelfde plaats 2 waren, gebruikt vindt. Nyenftede digt by ten ooften van Hardenberg gelegen, wordt in eenen brief van den jare 1240. onder de kerfpelen aan de Vegt geteld, waar in Bisfchop Otto de tienden der nieuwe landen aan het Kapittel van Deventer fchonk (d) : en in 't, verbond van 't jaar 1352. tuslchen Jam van Arkel en de drie Steden als „ in Zal„ landisfchen rychte" gelegen befchreven (e). Thans zyn 'er geene overblyfzelen van te vinden , behalven den kerkhof , waar de Hardenbergers nog heden ten dage hunne dooden ter aarde beftellen, en de grondflagen van het kerkje , welks fteenen in den jare 1653, na dat het afgebroken of omgevallen was, tot het timmeren van eene fchool binnen het fteedje Hardenberg zyn aangewend (56}. Dit kerkje was zeker lang te onbruik geweest; daar de brief van den jare 1362. (57}» by welken de laatst genoemde Kerkvoogd aan dit {56) Lindelorn, Episc. Dav. cap. 8. g. 4. fpreekt van dit kerkje onder den naam van de Kapel van den Hardenberg , en wil hetzelve op 't gezag van Picardts gisfchingen voor een der oudften in dez« landen doen doorgaan : doch even te voren verhaalt hy op diergelyken grond, dat 'de ingewanden van Biflchop Radboud, die in 't jaar 917. geftorven is, in de Kerfpels Kerk van den Hardenberg, ruim vier eeuwen later geftigt, begraven waren. (57) Deze brief, op Zondag na S. Lamberta dag gegeven, is nergens uitgegeven dan als bijlage van een gedrukt Requeft in 1781. door de Regering van de Stad over 't fluk van jagt aan de Staten overgegeven. Cd) taSnueh. iy Racer' -)v. Ged.U. it- bl. 80. /II. Sc. bl. 47' co Dumbar Devent. t. J. hl. 517. lanHattuni Zwolle I. >l. 166.  Zalla ni CO II. Qeel, bl. 104. ci 106. Cg) Ref. v. R en-St. 2(5. Apr. 1667 Ch) Lindeb. Episc, Dav cap. VII. 96 Tegenwoordige Staat • fteedje ftads regten verleende, reeds inhoudt, dat die kerfpelkerke mit hoeren tobeho„ ren, die te Nienfteden was, voert meer „ binnen den Herdenbereh wefen" zoude. Uit deze woorden fchynt men ook te mogen befluiten , dat de kerk van den Hardenberg omtrent dezen zelfden tyd zal gebouwd zyn; hoewel alle ftellig bewys ontbreekt. Men weet egter , uit oude aanteekeningen , dat dezelve aan den H. Stephanus was toegewyd, wiens beeldtenis ook het wapen der ftad uitmaakt. Van de paiiory-goederen , en de Vikary, tót die kerk behorende, hebben wy elders gewaagd (f). De woning van den Predikant wordt door de Erfgenamen , die tot het Kerfpel behooren , onderhouden Cg).' Gelyk voormaals de Proost van 't Zwartewaters kloofter hier eenen Paftoor Helde (h); zo heeft thans de Ridderfchap uit hoofde van het bezit dezes kloofters dé Kollatie van de Predikants-plaats.r Nadien het gemelde Nyenftede, volgens de overlevering en alle blyken , nimmer uit meer dan een kerkje met eenige daar rondsom verfpreide huizen beftaan heeft , valt het moeilyk te bezeffen welke regten 1 de voorgaande Utrechtfche Bisfchoppen aan de bewoners zouden hebben toegeftaan , j en waarop Jan van Arkel in den aangeto- . gen brief het oog gehad hebbe, als. hy Zegt „ alfulc vriheit ende ftat recht als on- fe voeruadere Bilfcope Tutrecht fi tot I „ Nienfleden ghegheuen ende gheleghet I hadden" te hebben „ vernuwet ende „ ver-  van OVERYSSEL. 97 „ verleghet ten Herdenberch binnen der „ Vefte." Duidelyker behelst de brief, dat de Burgers van den Hardenberg alle zodanige regten en vryheden zouden genieten als tot hier toe aan die van Zwolle waren toegeftaan; als medé een voorfchrift nopens de wyze op welke de Schepenen zouden verkoren worden, met bepaling van het gezag het welke zp aan dezen als aan des Bisfchops Rigter werd toegekend; de vergunning van eene weekmarkt en vier jaarmarkten; en, nadien, gelyk de brief fpreekt, alle de burgers by erfpagt op des Kerkvoogds grond woonden, gewaardheid in alle de marken aan de Vegt, of daar by, in welken hy zelve gewaard was. Twee jaar na dat Hardenberg tot een flad gemaakt was , dat is in 1364, leide de zelfde Bisfchop hier, zo wel als op eenige andere plaatzen, eenen tol., met toeftemming van Keizer Karei den IV; en dit werd in 't jaar 1374. door den Paus, eh in 't jaar 13^8. door Keizer Wenceflaus bevestigd (f): doch den Edelén van Twente verleende hy vryheid van denzei ven; een voorregt welk naderhand door Floris van Wevelikhoven werd vernieuwd (k). Het is deze tol welken wy elders zagen dat de Stad van de Provincie in pagt heeft (1) ; eene zaak , die , zo als uit de Registers blykbaar is, zedert meer dan twee eeuwen plaats had. De laatstgenoemde Bisfchop verbeterde het kasteel in den jare 1386, zo ten aanZién van fterkte als van byzonder gerief, G Ook JALLANP. cn Moonen Ckr.v.Dey., op 1364.cn 1398. dO Roven I. ü. bl. 113, CI5 II. D.bl.45.  Zalland. v Cm) J. a Leiais Ckr. Belg. L. XXXI. c.45. Hoven I. D. bl. 112. en 114. Cn) Moonen Chron. van Devent. bl. C3 Dumbar Anal. 11. p. 449. Co) IrcHnga by Dumbar An II. p. 2.-,3- leqquit hem vat. Meieren Ned. Hifi. B X. fol. 183. Cp < Nae;:iket. der Predik. in de Voorrede. 98 Tegenwoordige Staat Ook blykt uit de teekening van verfcheiden brieven en uit andere omftandigheden, dat de Bisfchoppen op hetzelve dikwerf hun verblyf hadden; en men weet dat Floris zelve daar zyn leven heeft geëindigd (m). De volgende gefchiedenisfen van dit fteedje zyn met weinige woorden te verhalen. In 't jaar 149?. is het verbrand (n). In 't jaar 1515. was het onder die genen, welken, Filips van Bourgondie ontman* telde C58) » waar van het gevolg geweest is, dat langzamerhand alle oveiblyfzelen van muuren, poorten en gragten zodanig zyn verdweenen, dat 'er geen fpoor meer van is te vinden. De grond, waar op het kafteel geftaan heeft, en die nog heden ten dage de Hofïtede geheten wordt, is in 't jaar 1756. door de Staten des Gewests verkogt. In 't jaar 1580. viel onder de Stad een gevegt voor tusfchen Schenk en Hohenlo , in 't welke de laatfte werd geflagen (o). Arnold Moonen , die hier eenige jaren als Predikant geftaan had, ver. haalt, dat de Stad in 't jaar 1708. door eenen onverwagten brand verflonden was, doch nu (hy fchreef dit in 1709) uit de asch en puinhoopen met nieuwen glans verrees CP) > en van elders weten wy dat de woe- (58) Zie I. Deel, 11. 160. In Moonens Oiren. van Devent. vindt men dit op 't jaar 15-19. gefield; een misdag, dien hy egter niet begaan heeft in zyne Aenteken. op de Poëzy, bl. 822. waar hy deze ontveftiging mede op 1518 , op 't gezag van gefchrevtn aantekeningen, verhaalt.  van OVERYSSEL. 99 woede van het vuur toen zo hevig was , dat de geheele plaats , ook met het Raadhuis , uitgenomen alleen de kerk en de fchool benevens ettelyke buitenaf ftaande huizen, hetzelve ten prooi wierd. De Regering beftaat uit agt Burgemeesters, en wel vier Schepenen en vier Raden, welken door éenen Sekretaris bediend worden; alsmede uit twaalf Gemeentsüeden. De oorfprong der Schepenen is in den gemelden brief van.'t jaar 1362. te vinden: die der Raden is onzeker; doch,, volgens ons medegedeelde berigten, zoude reeds in fchriften van het laatfte der veertiende eeuwvan Schepenen en Raden gefproken worden. Jaarlyks op den dag Petri ad Cathcdram "(den 22. February) vergadert de Burgery , in Voorftraat en Agterftraat verdeeld in de Kerk: de eerfte Straat kiest twee burgers uit de laatfte , en deze twee uit de eerfte tot Keumoten : en deze vier Keurnoten kiezen vier Schepenen , in agt nemende, dat zy noch iemand uit hun midden , noch uit de Schepenen van het afgelopen jaar, mogen benoemen (q). De afgaande Schepenen dienen een jaar lang, zonder eenige keuze of nieuwen eed, als Raden , en zyn ten einde van hetzelve wederom als Schepenen kiesbaar. De Sche penen behandelen de regtszaken , en vat hunne vonnisfen valt het Appel aan de Ma. giftraat van Zwolle; ook bellieren zj ftads goederen : alle andere zaken worder afgedaan door Schepenen en Raden te za men , wélke laatften , by afwezigheid var G 2 Sche- Lil, LAND. Refol. V. Raad en Skente 54 Nov. 1720  ioo Tegenwoordige Stdat Zalland CO Fleardt Chrcrn. va Drente, li S3fJ. CO By Raeer Ged. VII. bl.314. Z' ook Ref. 1 en St. 50. Apr. H58y. Schepenen , ook tot de regtbank worden geroepen (59). De leden der Gezworen Gemeente, waar van de oorfprong onbekend is, zitten voor hun leven , en by *t openvallen eener plaats wordt dezelve door Raad en Meente op ééne hunner twee jaarlykfche vergaderingen, waar van de eerfre op den dag van Johannes den Dooper, of den 24. Juny, de tweede op dien van Johannes den Euangelist, of den 27. December , invalt, vervuld. In deze vergaderingen worden de zaken , die de Stad in 't gemeen aangaan , door beide Kollegien overwogen. Tot het afhooren van ftads rekeningen worden de Keurnoten te gelyk met de Gemeentslieden geroepen. Een Keurnoot mag in de twee eerstvolgende jaren niet wederom in de zelfde bediening gefteld worden. Stads Vryheid flrekt zig zuidwaards zeer verre uit tot aan de grenzen van de Graaffchap Bentheim , omvangende de hier by gelegen oude fchans, zo men zegt door jVerdugo opgeworpen (r), maar zedert lang 'onbezet liggende , alsmede de Havezate de Venebrugge, welke egter niet tot derzelver regtsgebied , maar onder het Schout= ampt, behoort. Uit eenen brief van 't *'t jaar 1500 (s), waar by Fredrik van Baden „ den borchvrede ter Venebrugghe" aan Jacob van Uterwyck tot een erfleen geeft, (59) Ook oeffent de Magiftraat het regt van Yken , na een lang verfchil met de Drollen aan dezeen andere kleine Steden toegekend by Refal. van Jiitld. en Sted. 17. Maart 17S6.  van OVERYSSEL. 10: geeft, onder voorwaarde dat hy denzelven in eenen weerbaren ftaat en tot een open huis van het Stigt onderhouden zoude , blykt ten vollen, dat deze burgt reeds onder zynen voorzaad David van Bourgondie , 'en waarfchynlyk veel langer, had beftaan: en volgens Alting (t), du den naam van Venebrugge in de twaalfde Of dertiende eeuw had aangetroffen , zoude dezelve daar uit ontftaan zyn , dat hiei ter plaatze in oude tyden werkelyk eene brug in het veen had gelegen. In zekere Ordonnancie van 't jaar 1578. vindt men ook nog van den Kaftelein van Venebrugge gewag gemaakt (u): doch naderhand verzogten de Staten den Stadhouder, dat dit fiot van bezetting ontbloot en geflegt mogte worden (v) ; 't welke ook moet ter Uitvoering gebragt zyn, dewyl de door zyne fchriften vermaarde Rabo Herman Sche. Ie, na bewezen te hebben dat het van ouds eene Havezate geweest was, daar van in den jare 1647. in de Ridderfchap werd verfchreven, onder voorwaarde dat hy daar wederom een adelyk huis zoude timmeren (w). Door de eigenaren van dit Huis wordt hier een tol of weggeld geheven. Hooger dan Hardenberg, mede ten oosten van de Vegt, naar den kant' van Koevorden , ligt de Havezate Gramsbergen, en by dezelve een plaatsje van den zelfden naam , welk voor een fteedje doorgaat, doch , gelyk Lindebom (x) zig uitdrukt, naauwlyks de vertooning van een goed dorp maakt. De eerfte duidelyke melding,1 G 3 die ; . Zallanb. ! CO Net. Germ Juf. r. li. p. i83. Cu) Ref. v. R, en St. 54. Oct. 1578. Cv) Aid. 9. Scpt. 1626, Cw) Aid. 14. Mei 1647. ïranisber;en, Havezate ea Steedje. co Wfl. Ep. vn. i. 5.  Zalland. By Dumbar Bfvent. II. L>. bl. aó'. CO Hv F.<:ctr Dy. (Hé va. st, :>!. 102 Tegenwoordige Staat die wy van beiden aantreffen , is niet ouder dan van den jare 1442; in eenen brief namelyk , waar by de drie Steden verklaren, gededingd te hebben „ tuffchen Henrie „ van Gramsbergen ende Frederic vander „ Eze van den huys, ftedeken ende heer„ licheit van. Gramsbergen in maniren hyr „ nae befcreven. Int yrfte foe en fal Hen, ric van Gramsberge huys, ftedeken en }, hcerlicheit, die oelde Hoff ende all an9, der guet , dat onder der klodken van Gramsberge leget ende dair to behoirt, „ niet brenghen an uytheemfche Heren of Jonckers, ten fy by willen ons Heren ,, nuier tyt , ende by confente der drie ,% Stede Deventer, Campen ende Zwol'„ 1c, enz. (60)." Van beiden is de ftigting ons onbekend. Indien de woorden eens briefs van den jare 1402 , waar in van alfulck wechaelt, als die Gramsber- ge van den koepiuyden pleget te nemen" gefproken wordt (y), al lyden konden , 't welke ons onwaarfchynlyk voorkomt, dat zy van het Steedje opgevat wierden : zullen die van eenen ouder , te weten van 't jaar 1385 , by welken aan Egbert van Gramsberge „ dat lant dat op dye fyt des ,, waters leecht daer dye Gramsberch ynne leecht" wordt toegekend (z), toch, zo liet ons toefchynt, niet wel anders kunnen toegepast worden dan op'het Huis; hj$ welke pok veilig pnderfteld mag worden (60) Zie den Brief by Dumbar, Devent. II. D. tl. 135. Waar uit blykt dat Moonen Chron. van Devent. u, 52. djt yerkeerëejyfei pp 't jaar 1447. plaatst.  van OVERYSSEL. 103 den ouder te zyn dan het Steedje. ZeerZi waarfchynlyk zelfs komt ons de gisfching voor , dat Jan van Arkel en de drie Steden inzonderheid het oog op den Heer van Gramsberge hadden, toen zy zig by den brief van 't jaar 1352 , dien wy ftraks aanhaalden (a), verbonden , dat niemand, en wel uitdruklyk niet die genen , welken 13 „ tuflchen Holthoen , Nyenfteden, of ,, Ermelwerden" gezeten waren, nieuwe burgten of fteden zoude mogen maken of de ouden meer verfterken : dewyl die aanduiding van plaats zig op niets zo wel als op het Huis Gramsbergen laat toepasfen. Ondertusfchen agten wy het niet minder waarfchynlyk , dat dit Huis in de dertiende eeuw nog geen beftaan gehad hebbe. Menfo Alting toch , die alle de gedenkftukken , ouder dan de veertiende eeuw, opzettelyk om de ligging der daar in voorkomende plaatzen te bepalen, zo naarftig onderzogt, heeft daar in geene melding van Gramsbergen aangetroffen, fchoon hem het fiergene, waar van een oud fcbryver op het/ jaar 1225. gewag maakt (b) , niet was' ontflipt (c). Dit Bergene nu, welks naam thans niet meer gehoord wordt, doch welk J dien van Gramsbergen wel zal hebben doen< doen geboren worden , was , volgens ou-1 de aanteekeningen , gelyk men ons berigt heeft, voormaals eene buurfchap ten westen van het tegenswoordige Gramsbergen gelegen, en binnen dezelve ftond het Heeren-huis, welk naderhand naar den grond die het thans beflaat verplaatst is, op eene G 4 plek XLANB. C«) . 95. incm, ap. latth de tbi Ullrij. . zi. Cc) lltitifï 'erm. Juf, . II. p.43.  Ï04 ' Tegenwoordige Staat Zaixanjj ry Racet Ov. Gedenhjl. VII. D. bl. 290. vindt men nog eenige andere ftukken , tot de Hegren van Gramsbergen betrekking hebbende, aangeV/ezi*:i. ' ' ' •  van O V ER YSS E L. '105 zonderlyken Ontvanger van de perfonele middelen. Aan den gemelden Heer ftaat mede de Kollatie van de Predikants plaats. Over 't beftier der paftory-goederen is boven gefproken (f). 'Het ilot moet ongetwyffeld in later da. gen, na dat de redenen, die de overeenkomst van 't jaar 1352. hadden doen fluiten , ophielden, merkelyk verfterkt zyn geworden; dewyl wy het verfcheiden malen als eene vesting gebruikt vinden. In 1521. was het door de Gelderfchen bezet, welken van Fredrik van Twickelo , Drost van Koeverden daar werden uitgedreven , doch het in den volgenden jare hernamen (g). In 1593, toen Verdugo 'er volk had ingeworpen, werd het door Grave Willem van Nasfau met veel volks en zes ftukken gefchut belegerd en gewon-, nen (h). In Bloeimaand des jaars 1673. kwamen de Munfterfchen hetzelve met agt of negen honderd man te voet , en elf; kornetten paarden, van kanon en mortie- > ren voorzien , aantallen , terwyl de bezet-' ting niet fterker was dan van eenen vaandrig met v}'ftig musketiers, die geen ander gefchut hadden dan haken, en egter twee ftormen van den vyand vrugteloos uitvallen en denzelven met verlies deden te rug wyken. Zyne magt egter te gering ziende om het lang uit te houden, bedong de. vaandrig, het kafteel overgevende, met alle krygseer te mogen uittrekken: maar toen de„ Munfterfchen dit kleine getal zagen ontftak hun toorn ©ver den ge. G 5 bo- Zallano, CO II. D. Dl. 104. f?) Oumtar /ln. II. p. \f7- V. Hattum, Zwolle, II. >1. 222. CM letit, Gr. Miron. om. II. p. 21.  ] ZALLAND. 1 & I Sjlv'us 4 Sak. van St. X. B. bl, 43> oo Moonen J>oczy, Asnt. bl. 8it. in Ref.v.R. enSt. 27. Apr. 1^58 ij. Apr. if>5y. y. Apr. 1660 ar. Apr. 1661. Cm) AU. 25, Mei'2766. Cn) AW. 21. Oct. 17(1; o(5 ) Tegenwoordige Staat »oden tegenftand , en het verdrag fchenlende hielden zy de bezetting gevangen (62). n Grasmaand des volgenden jaars werd het lot door de Munfterfchen wederom veria-. ;en (i); en kort daar na liet de Gouverneur van Koevorden, Rabenhaupt, hetzelve met buskruid fpringen (k). * Vervolgens werd het geheel afgebroken en een nieuw huis op eene andere plaats gebouwd, het welke nog in wezen is. In het midden der zeventiende eeuw gaf Derk Statius van Haeften , toen Heer van Gramsbergen , aan de Staten een vertoog over, waar in hy beweerde , dat hem de burgerlyke regtsdwang over Gramsbergen toegekend behoorde te worden (1); doch zonder gevolg. Een volle eeu,w later, de zelfde eisch door den toennialigen .bezitter, Grave van Rechteren, herhaald zynde , verftonden Ridderfchap en Steden eerst, dat de Havezate Gramsbergen niet voor eene Heerlykheid zoude erkend worden (m) , en vervolgens , op nader aanhouden , dat de eifcber des wegens zyne Aktie voor het Droftengerigt van Zalland •zoude mogen inftellen (n): dan van dit ge- (6iy Zie Franf. Eng. Kfulf. Munjt. en Nederl. Oorloge, /. D. bl. 4.25- Anderen brengen de manfchap tot het nog kleiner getal van zesendertig. Zie Sylvkis Sak. van St. on Qorl. 8 73. bl. 600. De naam des Vaandrigs was Gerrit van Riemsdyk , wiens afftammelingen , van welken wy dit vernomen hebben, nog heden in wezen zijn. Welk onderfcheid maakt het, of men als Vaandrig of als Veldheer, met vyftig of met vyftigduizend man , beleid of dapperheid aan den dag legtje?  van OVERYSSEL. 107 fl^winn inn on 01 nnir nnnnnnRn i« Tlitïi_ m mer een einde gekomen. Nopens de gronden , op welken de eisch fteunde, zyn ons geene voldoende berigten in de hand gevallen C^3)« Het Schoutampt van den Hardenberg beftaat verder uit vyftien Buurfchappen, fommigen van welken alleen , anderen vereenigd, eene Marke uitmaken. Elf van dezelven behooren in 't kerkelyke onder de ftad Hardenberg, de overigen onder Heemiê. Wy zullen dezelven hier opnoemen en met de laatften, allen aan den westkant der Vegt gelegen , beginnen. HeemCes) Wy bezitten egter affchriften van vier gerigtelyke brieven , hier toe betreklyk , uit welken wy het gene ter zaak fchynt te doen zullen mededeelen. De eerfte, gedagteekeiid in 't jaar 1539. des anderen daags na Petri ad Vincula begint met deze woorden. ,, lek Lamberth Odynck een ghefworen Rich,, ter tho Gramsberghe van weghenn der Erfgenamen „ bekenne ende betuighe meth deffen open befeghel„ den richterfchyne , dat vor my , dair ick fadt tho gherichte mit mynen coernoten hyr nae be,, fchreven, als ick met rechte folde, ghecomen ,, is enz." De tweede geteekend op Zondag Cantate *len 29. Apr; 1548. begint dus. ,, Ick Lambert Odynck defer tyt vth fonderlinge befeel vnd van „ wegen der Erfgenamen Richter tot Gramsberge doe kundt vnd uiige apenbaerlick myt der waerheit „ certificerende, Dat vor my dair ick fath tho gerichte myt gefpanner banck oirkonde kornoten des „ gerichts hyr nae bc-fchr. erfchennen enz." In de beide anderen van Maandag Quafimodo 1539 . en van den 19. Novemb. 1560. komt Bruin Blankvordt als Rigter ten Hardenberg voor. Te zamen heeft men:'er, zo het fchynt, uit willen toonen, dat'er te gelyk Rigters van den Hardenberg en van Gramsbergen beftaan hebben. Schoutimpt. ' 7.T » 1 Ml*  &4UAND. Co) Re.eer.Ged II. 61. 80. VII. bl. X47. Cp") ap. Dimiar ait. IJ p. 53- Cq) p. 45». Cr) p. 162. CO By Racer Ged. VH. bl. 230. O' «p. Lindcl £p Dav. c»p.8 $.1 p. Cu) TI D. bl. 104. 108 Tegenwoordige Staat Heemze en Kollendoorn maken te zaman eene Marke uit. I. Heemze behoort tot die landen, welken oudtyds, onder de benaming van de Marken aan de Vegt, van Zalland onderfcheiden waren (o). Bruman verhaalt, dat de ingezetenen hier reeds in de agtfte eeuw eene kapel ter oeffening van den Chriftelyken Godsdienst geftigt hadden (p). In 't midden der twaalfde eeuw komt het by Beka (q) voor onder den naam van Hemfchem, en by Heda (r) onder dien van Heemsheim. In eenen brief van 't jaar 1379. heet het Heemisfe (s) in eenen anderen van 1398. Hemys (64) , en eindelyk in de Pauslyke Bulle van 1561 , in welke de plaatzen, onder het Bisdom van Deventer gelegd, op eene wonderlyk ver• warde wyze opgeteld worden, Heimis (t). .In deze Buurichap ligt een Dorpje , met eene kerk, aan welker goederen wy boven reeds gedagt hebben (u), en onder welke de eerstvolgende Buurfchappen mede behooren. De Predikant wordt door de Goedsheeren aangefteld, die in 't jaar 1633, toen J°annes Vokking van daar naar Hardenberg beroepen was, befloten zig met de kerk van 't fteedje te vereenigen , maar , na des- Ctf+I „ In den Kerfpel toe Hemys ende in die „ boetfchap toe Redeze" ftaat in den Brief by van Hattum Zwolle V. D. bl. 150. die niet fchynt bedagt te hebben, dat Redeze de buurfchap was, welke thans Reeze geheten wordt en onder de Kerk van Heemze, hier Hemys, behoort. De fchryver maakt hier ook 't woordje alst, eene verkorting van ztali het, tot den naam van een erve.  tan OVER Y SS Ë L. iöo deszelfs affterven , hunne kerk in 't jaar 1663. wederom openden en eenen afzonderlyken Leeraar beriepen , aan welken ook ettelyke jaren later eene wedde door. de Staten werd toegelegd (v). De toren van deze kerk werd in Grasmaand des jaars 1786. door eene blixem-ftraal getroffen (w); doch de brand, daar door veroorzaakt, deed j geringe fchade. Een hier gelegen Haveza1 te , van den zelfden naam met de Buur-: fchap , werd onlangs door hare eigenares1 fe bezongen II. Ten noorden van Heemze ligt de I Buurfchap Kollendoorn , en in dezelve 1 vindt men , behalven eene Havezate van i den zelfden naam, twee Heeren-huizen : i het Hoogeholt, waar van het regt van i Havezate , in den jare 1659. erkend (x), 1 niet lang daar na, zo wy meenen, verlegd i is op het Hoogehuis onder Ysfelmuiden; j en de Hofftede , aan welke dit regt niet i werd toegekend (y) en waar by in 't jaar « 1379. eene kapel werd ingewyd (z) , van i welke geene overblyfzelen heden te zien zyn. \ Een enkel huis van deze Buurfchap Qop het a Holt) behoort onder de Hardenberger Kerk. III. Reeze , ten zuiden van Heemze, i in den ftraks aan gehaalden brief van 1398. i Redeze gefpeld (a) , bevattede in 't jaar 1 1780. dertig huisgezinnen. Deze drie opgenoemde Buurfchappen \ worden Noordwestwaards beperkt door de IReest (65) Heemfe. Hef-Bofch- en Veldzang. In vier Zangen; door Clara Feyoena van Raesfelit geboren, Tan Sytzama, Utrecht 1783. Zalla.vl» O)! Veenen Waemk. bl. i3, 39' ïer. v. R. •n St. 28. \pr. loVia. 18. Maart [681. Cw) Ref. v. R. :n St. 16, 12. Maarc [787. C*) AM. 6, S. Apr. 4. Oct. 1654. 11. Sept. 1657. 12, 15. Apr. 5. Oct. 1Ö59. Cy) Aid. ii, 26. Jan. 1676. 7. Febr.1677. 3. Mei l6Sc. co Racer,GeSt VU. bl. 139« Ca) jl.Io8.tHK,,  Zaixani O) Ref. v. /■ e.n St. 15. Maart, I780. 110 Tegmv;oordige Staat • Reest of Lutter-beek, die by de ftraks te noemen Lutten haar begin neemt, en eerlang Drente intredende naar Meppelt loopt (66). IV. In 't zelfde jaar 1780. telde men drie-, ëntwintig huisgezinnen te Diffelen ; welke •buurfchap aan de zuidzyde van Reeze fluit en aan 5t Schoutampt van Ommen grenst. In dezelve vindt men eene fchool (b). Van dé elf volgende Buurfchappen , die onder de Kerk van Hardenberg behooren, liggen de vier eerften, even als de voorgaanden , ten westen van de Vegt (67). V. Holthone , of Holthoen, volgens de fpelling in bovengemelden brief van 't jaar 1352 , de noordelykfte van allen, grenst aan Drente en aan eene beek , welke van Koevorden komt, zig hier met de Vegt vereenigt, en de Oude of Koevorder Vegt geheten wordt. Zy bevat in haren omtrek een Heeren-huis, de Scheere, ook wel de groote Scheere geheten, waar van verhaalt (66) Alting, die dezelve onder de benaming va.i Refta of Refca by den Auctor incertus de Rel). Ultr. Matthaei zegt aangetroffen te hebben, doet deze beek verkeerdelyk in de Vegt lopen , en tot grensfcheiding tusfchen Zalland en Drente dienen. Not. Gem. Int. P. ft. p. 143. (67) De venen, by die vier Buurfchappen behoorende , ftooten tegen de Drentfche venen ; hetwelke, gelyk ook al in vroeger dagen, zo als boven I. D. bl. 1. gezegd is , zo ook onlangs wederom in 't jaar 1785, op klagte van die van Lutten een gefchil over de grensfeheiding tusfchen deze Provincie en de Landlchap veroorzaakte. Zie Ref. v. R. en St. 21. Mei, 19. Oct. 1785- 19- Oct. 1786. 22. Maart 1787. Na ingegaan Compromis is hier over door twee gekommitteerden uit den Hove van Utrecht uitfpraak gedaan den 26. Maart 1792.  van O VER YSSEL. m haait wordt dat het oudtyds een vast kafteel geweest is (c), en dat Rabenhaupt hetzelve zo wel als dat van Gramsbergen heeft doen fpringen. In deze Buurfchap is ook eene fchool geveftigd (d). Ane en 'Anewede maken te zamen ééne Marke uit, waar van het Erfmarkenrigterfchap by het Huis Gramsbergen behoort; en eene verdeeling van landeryen, binnen dezelve in den jare 1385. gefchied, is nog heden voor handen (e). VI. Ane is vermaard door de nederlage en den dood van Bisfchop Otto den II. in 't jaar 1227. door de handen der Drenters, welken gezegd worden door den volgenden Bisfciiop genoodzaakt geweest te zyn op de plaats zelve , waar hy fneuvelde, een | vrouwenkloofter te ftigten, dat vervolgens i naar Asfen zoude overgebragt zyn (f) De weg van hier naar Koevorden was ter tyde van Fredrik van Blankenheim, wegens de laagte en veenagtigen aart van dei grond , nog zo liegt, dat men dien, hei zy met paarden, het zy te voet, dikwer niet dan met levens gevaar kon gebruiken het welke dien Bisfchop met de drie Ste den deed befluiten om denzelven in bete ftaat te brengen (g). VII. Anewede , ook Anevelde geheten welk met het voorgaande Ane in een' ftul van den jare 1328. gemeld wordt (h), lig tusfchen Ane en Kollendoorn, en ii den kring van deze Buurfchap ziet men he huis den Pothof, aan het welke, na mee dan vyftig jaren raadpleegens, eindelyk in ' jaa; Zalland. CO Picardt Chr. van Drente bl. 237- Ref. v. R. en St. 2. Maart CO Ey Raeer Ged, VII. bl. 24J. ■ CO V. Alting. 1 Not. Gem. juf. t. a. LJI. IO. I > CO Dumbar ' Decent. II. r bi. i* LDy Racer 1 Ged. VI. |.bl. aj/4. e  li Zalland CO Ry Racer Ged. VII. bl* 345- 112 Tegenwooïdige Stdat jaar ; 17r2. het regt van Havezate is toe- ij gekend (68> VIII. Lutten is de laatfte Buurfchap aan p den westkant der Vegt, van welke zy ver- L der dan de overigen is verwyderd. De zeven overige Buurfchappen zyn aan f de flinker zyde van de Vegt te vinden. L Van de noordelykften beginnende en zo fc zuid waards afdalende, ontmoeten wy in de p eerfte plaats Holtheme, welke met den p Velde in eene Marke vereenigd is. Bei- t den grenzen zy aan de Graaffchap Bent- L heim , en pleegden daar van gefcheiden te p zyn door eene Landeweer, de Rouwe 6 Slinge geheten , van welke in 't verdrag E van grensfcheiding , in den jare 1548. tus- V fchen Keizer Karei en den Grave van Bent- b heim gefloten, melding wordt gemaakt (i). I( Volgens dit verdrag heeft deze Marke dit li byzondere, dat haar regt zig over een ge- l deelte van het veen , welk tot den Bent- h heimfchen grond behoort, uitftrekt. IX. Holtheme, omtrent welke wy eeni- I ge uitzondering van het ftraks gezegde moe- [ ten maken ; daar in beftaande, dat een klein p gedeelte van dezelve zig aan den regter 1 oever van de Vegt bevindt. X. Den Velde, of Ten Velde. De hier ge- (68) Dit bïykt uit de Ref. van R en St. van 12, |; 15. Apr. 5. Oct. 1659. 19- A^- 1661. 17- Maart 1681. 5. Jan. 1. Nov- 1682. 28. Maart 1683. 23. Oef. 1684. 25. Apr. 27. Jun. 1705. 20. Maart h 1711. 12, 16, 17. Maart 1712. Dit Pothof moet niet verward worden met een ander, in de vryheid van den Hardenberg gelegen, waar van de Ref. van | R. en St. van den 19. Apr. 1659- fpieekt.  van OVERYSSEL. 113 gelegen Borgvrede de Slinge, die den naam ontleent van het beekje .de Slinge uit de veenen die op de fcheiding van Overysfel en 't Bentheimfche gevonden worden vlietende, en waar van het Kafteleinfchap in't jaar 1446. door Rudolf van Diephout aan Gerit van Tuyll werd opgedragen (k) , wordt thans Slingenberg of Slingenborg geheten , en is. in den jare 1741. aan den Heer van Gramsbergen wegens de Provincie verkogt ,• onder voorwaarde dat de daar gevorderd wordende tol of weggeld aan deze in ei. gendom zoude blyven (1). Nog blykt het dat Lutkéveld of Jonkeren en het Lennips; twee hier mede gelegen goederen, in vroeger dagen Havemans zaten waren (69). De twee volgende Buurfchappen , Loo. zen en Radewyk, maken met het fteedje Gramsbergen eene onverdeelde Marke uit, van welke het Huis Gramsbergen zig het Erfmarkenrigterfchap toefchryft: een regl dat egter niet algemeeen is erkend. XI. Loozen paalt aan de Vegt, én uit zeker vonnis, in 't jaar 1556. tüsfcherj Reyner van Aefswyn Heer tot Brakel, die toen ook Heer tot Gramsbergen was , en Geert de Wyfe geveld, is te vernemen , dat dezelve toen ook Gramsberger Wueftt geheten werd, en ten deele uit een bösch 8 H be. (69) Dit blykt uit de Scbattitigs Registers van dil Gerikt, en uit een' brief van Koninü Filips van der 24. Sept. 1561. als te zien in bet Erfgenamen Boel des' Kerfpels Èardenlerg op den 25. Nov. 178$ veenen die op de fcheiding van Overysfel en Zalland. ' w AU. VI. bl. 33'« Refol. der Ord.Gedep. la. ]au. 1741".  U4 Tegenwoordige Staat Zaliand Cm) Ref. v. R enSt. 18. Maart, V55« Cn) By Hace.r Ged. VII. bl. 291. beftond , het welke aan de goedsheeren toebehoorde (70). XII. Radewyk grenst aan de Graaffchap Bentheim. Hier is in den jare 1755. een afzonderlyk fchoolmeefter aangefteld (m). XIII. Baaider, aan de Vegt gelegen , tusfchen Loozen en de Vryheid der Stad Hardenberg, van welke het door een beekje , uit het Bentheimfche naar die rivier lopende, gefcheiden wordt, heeft eene met deze ftad gemeene Marke, Welke door de Burgemeefters in der tyd namens de Stad, en door een' daartoe verkoren goedsheer uit de Buurfchap, als Markenrigters beftierd wordt. Uit eene kaart van deze vereenigde Marke , in den jare 1776. geteekend, blykt, dat dezelve 1985. en een half Zallandfcbe Morgen gronds beflaat , het Morgen gerekend zynde op 450. vierkante roeden. In dezelve zyn 36. en een vierde waren, van welken de ftad 'er 21. en een vierde bezit (71). XIV. De Marke Brucht ligt beneden de ftad Hardenberg , tusfchen de Vegt en de Graaffchap Bentheim, en paalt zuidwaards ook aan de Heerlykhcid Almelo. XV. De Buurfchap Bergentheim eindelyk , van welke in eene bisfchoplyke uitfpraak des jaars 1447. gewag voorkomt (n^ ligt (jó*) Uit ilcze Sententie beftaat de Bylage C. agter 't Request boven bl. 95. not 57. aangehaald Zie noa een vonnis van 't jaar 1561. by Racer Gedenk/}. VIII. bl. 79. (71) Uit de Bylagen A. me A. ido en B. by 't Reqnest 11. 95. mt. 57. aangehaald.  van OVERYSSEL, 115 ligt mede aan de Vegt, en paalt zo wel aan de gemelde Graaffchap als aan 't Gei rigte van Ommen. Aan het hier gelegen ;• Huis van den zelfden naam is in 't jaar 1 1649. het regt van Havezate gegeven (o), 1 Eén huis (Martünk) in deze Buurfchap I behoort in 't kerkelyke onder de ftad Hari denberg. Hier vindt men het Marienborch. ! waar van wy elders opzettelyk hebben ge fproken (p}. Behalven de hier opgetelde Buurfchapper behooren mede onder dit Schoutampt , er tevens onder de Kerk van den Hardenberg de opgezetenen van Sipkelo , eene buur die uit agt boeren huizen en des fchool meefters woning beftaat, welken nog d< voorregten van het voormalige kloofter ii zo verre genieten, dat zy geenerhandi Lands Schattingen , tollen of weggeldei betalen. Ter begraafplaats dient hun ooi nog de kerkhof van dit kloofter, Welk opkomst en afbraak wy te voren, over d< Domeinen handelende, uitvoerig hebbei verhaald (q). Egter maakten wy daar nie dan in 't voorbygaan melding van de ge I fchillen, tot welken de onzekerheid, o wiens grond het kloofter gebouwd ware j in later dagen aanleiding had gegeven. D I Heeren van Almelo , vermaard door hun | ne als by erfiyke opvolging voortgaand I eifchen op, en twistgedingen jrjet alles wa I hen omringt, begonnen , doch niet da I lang na dat deze goederen namens de Pre 1 vincie in beheering genomen waren , t | dryven dat de wildernisfe van Sipkel ! Ha w« Zalland. ro) Ref. v. R. en St. 15. Sept. 1649. Cp) II. D. bl. 19c. [ 1 > l L 5 1 - II. D. bi; pM. i 2 2 t ï e 5  ii6 Tegenwoordige Staat Zalland. C.O „ Ref. V. R. en St. 20. Apr. 1649- 7- Jan' 1651. H. Wei irtss. 25» Apr. xC()2. 1 ] 1 1 1 ( ( 1 1 ' ] < 1 1 wederom aan hun vervallen moest. De | Staten Helden den gewonen weg van regts- j pleeging open en het oogmerk dier Heeren /erdween in rook (r). Dus den eigendom niet kunnende magtig worden zogten zy, jmftreeks eene eeuw later , ten minften bet regtsgebied, zo 't hooge als 't lage, over die van Sipkelo aan zig te trekken : Joch met geenen beter uitflag, dewyl de Staten het eerfte aan den Drost van Zaland en het tweede aan den Schout Van den hardenberg toewezen (72). Noch in de Stad , noch in het Schoutimpt van den Hardenberg , vindt men eeïige andere dan hervormde kerken. De veinige daar gezeten Roomschgezinden , liet boven zeven of agt huishoudingen uitnakende , behooren tot de gemeente van ^ilfteren onder 't Schoutampt van Ommen, loch gaan doorgaans, om de nabyheid, op 'c pVolda in 't Bentheimfche , of te Koevor(en , ter kerke. Verre het kleinfte gedeelte van dit Schoutampt beftaat uit bewoonden en bedelden grond ; en< deze wordt aan alle zyien , vooral naar den kant van Drente, mee (72) Om den aart dezer gefchillen, welke het té jreed zoude vallen hier te ontvouwen , nader te ;ennen,, kan men de Refolutien van Ridderfchap en ïteden raadpleegen : en wel over den eigendom van len grond op den 20. Apr. 1649. 7. Jun. 1651. :i. Mei 1652. 25. Apr. 1662 ; over het hooge rgisgebied op den n. Apr. 19, 29. Nov. 1748. 18. Nov. 1750. 12. Apr. 1753; over 't lacje regtslebied op den 29. Jul. 1761. 19. Apfi 1765. 15^' Jet. 17Ö6. 25. Maart, 14. Apr. 1768.  van O VER YSSEL. 117 met wyduitgeftrekte veenen en moerasfen; omgeven. De buurfchap Lutten en Sipkelo zyn zelfs geheel door veengronden van de overigen afgefcheiden. Heerlykheid Zallik en Vekaten. Behalven de negen ftraks befchreven Schoutampten bevat dit Drostampt nog eene Heerlykheid, te weten die van Zallik en Vekaten , welker befchryving deze afdeeling zal voltooien. Trouwens, hoewel wy ftellig bewys ontmoeten, dat Zallik in 't jaar 1577. onder 't regtsgebied van den Drost van Ysfelmuiden geteld werd (s), hebben wy tevens 'kunnen opmerken , dat hetzelve in den lastbrief dezes Drosts van den jare,i6ii, waar in de plaatzen tot dat regtsgebied behoorende , opgeteld worden , niet meer genoemd ftaat (73) , en het is zeker dat het heden ook als een gedeelte van 't Drostampt van Zalland wordt aangemerkt. Indien men deze Heerlykheid, die door den Ysfel in twee ftukken gefneden wordt, van het ooften beginnende en volgens den loop der zon voortgaande, rondwandelde, H 3 zou- (73) Zie III. Deel], 11. 371. Evenwel komt *er nog later eene betrekking tusfchen Zallik en Ysfelmuiden voor in de Rejol. van Ridd. en St. van den go. Maart 1617 , waar de Weduwe van Borchard van Ohr tot Bukhorst verzoekt „ dat de Erfgenamen '„ en Ingezetenen van Sa!k van de extraordinaris on- koften des Ampts van Ysfelmuiden mogten worden ,i geëximcert." 5ALLAND. CO Bondam Onuitg. Stukk. IV. D. bl. 27.  Zaixam „ (p By Racer Ged. li. bl.201 . (u> By Heda, •p 1(57- uh vid. Ënze Provincie ftrekt, daar in wordt aangewezen ; :ii daar is nog een brief van Hertog Arnoud van jdder, gedagteekend op Saterdag na H. Sakramentslag 1430. voor lianden', waar in wy lezen, dat die gra^'t  van OVERYSSÉL. 12$ " Wanneer men nu , na alle deze befchei-2 I den , welken wy naar de orde des tyds, ] de eenige orde die over duiftere oudheden j licht verfpreiden kan , voorbragten, te 4 hebben ingezien, nog het oog flaat op' 3 eenen brief van 't jaar 1418, by welken 1 eenig land wordt overgedragen, en in ] welks hoofd zekere Herman ter Barkhorst ^ 1 anders geheten Onraedt, zig zeiven noemt 1 „ Amptman in der tyd myns liefs genedi1 „ gen heeren van Utrecht in den Carfpel I ,, van Ysfelmuiden , Wilfum ende Cam]„ pervene (b);" wanneer men, zeggen I wy, alle deze Hukken in verband heeft' i nagegaan, zal men geen gevaar lopen van > i misleid te worden door eenen brief van' J Rudolf van Diephout, die, op zig zeiven i alleen befchouwd, als een ftellig bewys van 3 eenen reeds van de voorouderen afgedaala den regtsdwang der Heeren van Bukhorst i over geheel Kamperveen zoude kunnen bed fchouwd worden. Wy bedoelen eene uit■ 1442. gedaan over een gefchil tusfchen Zwenne van Bukhorst en de erfgenamen van Kamperveen , die hem tot fcheidsman hadden verkoren: en de woorden, waar op het hier aankomt, zyn dezen; ,, Item 5, foelen wy geven Zwenne voerif. IIC. „ rynfche gulden voer 't gericht dat fe ^eeft ende hoer voervaderen gehadt heben op Camperveen (c)." Immers kon . die regtsdwang niet in 't jaar 1418. aan den Utrechtfchen ftoel toebehooren , en maar vierentwintig jaren later , te weten in 't jaar 1442, gezegd worden reeds van de voorvaderen op deze Vrouw overgeërfd te zyn : en men zal dus mogen aannemen, dat de Heeren van Bukhorst hier van ouds het regtsgebied hadden alleen over de goederen die hun ook in eigendom toebehoorden. Dit regtsgebied dan zien wy hier overgaan in de handen der Bisfchoppen, en zedert fchynt Kamperveen onder eenen afzonderlyken Schout geftaan te hebben (82), tot dat het naderhand (wanneer weten wy niet) in het Schoutampt van Kampen is ingefmolten , gelyk. wy by eene vroeger gelegenheid aanmerkten Cd). Dit alleen valt hier nog by te voegen, dat de bovengemelde vryheden van Kamperveen by een' brief van Keizer Karei, die in den jare 1549 is afgegeven, en waar (82) Het bewys hier voor trekken wy uit het affchrift van eenen brief, in 't Boek van Dykregten ter Griffie te vinden, welke maar twee jaren later, te weten in r444 > afgegeven is door Herman Neve, die zig blootc-lyk ,, Schulte op Campervene" noemt.  van OVERYSSEL. . 127 waar in de ouder voorregtsbrieven opge-z teld worden, wederom beveftigd zyn (83): en daar mede keeren wy tot de Heeren van Bukhorst te rug. Dat de wereldlyke regtsdwang, van welken in den ftraks bygebragten koopbrief gefproken wordt, hier, meer dan in het ftuk van den jare 1213, zo wel den hoogen als den lagen regtsdwang beteekent, zoude alleen daar uit onwaarichynlyk worden , dat die Heeren in veelvuldige zo onuitgegeven (84) als gedrukte (85) Hukken van de volgende veertiende en vyftiende eeuwen fteeds blootelyk als Heeren van (83) By Dumbar Anal. torn. II. p. 482. vindt men dezen brief, waar in p. 483. voor reppelen gelezen moet worden coppclen, zo als uit den aangebaalden ouder brief by Racer, Ged. II. St. bl. 191. blykt, en zo als ook gelezen wordt in een affchrift te vinden in 't Boek van Dykregten ter Griffie. (84) Verfcheiden affchriften van zulke (lukken van de jaren 1340, 1431, 1447. en 1481. vindt men in 't Boek van Dykregten ter Griffie. In dezelven komen de Regering van Kampen en de Heeren van Bukhorst voor als voorname geërfden in de Zalliker Marke, uit weiken hoofde zy de brieven bezegelden en bewaarden. (85) Zie 't verdrag tusfchen Joh. van Bukhorst en den Abt van Staveren van 1345. by Racer, Ged. II. St. bl. igd. den brief door Johan van Bukhorst in 1301. afgegeven ter gelegenheid dat hy zyn huis te Bukhorst, volgens een aan hem voorgefchreven bedek, optimmerde, en waar by hy belooft hetzelve buiten toeflemming des Bisfehops en der 3. Ste- • den niet verder te zullen verderken ; by Dumbar, Anal. torn. ÏL p. 337. K. en W. Devent. I. D. bl. 622 van Hattum Zmlle I. D. bl. 238. en die van 1450. en 1492. by Racer Ged. VII. St. bl. 302. «j ALLAND.  fO Bondam Verzamvan onuiti, Slukk. IV D. bl, 23. rot. \ fO Revii Daventr. p. ïfip van Hattum, Zwolle, II D. bl. 79. (O Bondam AM. CIO Jievi Da ventr. p. 183. #28 Tegenwoordige Staat • Bukhorst, en nimmer als Heeren Van Zallik, voorkomen. Dan het is onnoodig ons hier met waarfchynlykheid te vergenoegen ; nademaal de Leenregisters der Provincie een volledig bewys op dit ftuk aan de hand geven. In denzelven narnelyk Vindt men op den 4. December des jaars 1496. dit aangeteekend. „ Item beleent *, Heern Willem van Bukhorst, Ridder, •„ dat Gerichte van Zallicker Kerfpel, uytj, gefecht dat aen 't Lyff drecht Ce)." Na 't overlyden van Heer Willem bleef het kafteel in 't bezit van zynen zoon Johan : maar een twist, tusfchen dezen erï zyne broeders en zusters over de verdeeling van den ouderlyken boedel ontftaan, liep zo hoog, dat een dier broeders, Arnold geheten , in den iare 1505. hetzelve, ter gelegenheid dat Johah afwezig was, met geweld overmeefterde, en 'er op de baldadigfte wyze huis hield. Dit was egter van korten duur: want de Bisfchop en de drie Steden , vreezende dat de Hertog van Gelder deze gelegenheid mogt aangrypen om in troebel water te visfchen, mengden zig wel dra in de zaak, en herftelden Johan^in het bezit CO» welke, volgens het zelfde Leenregifter, op den 17. October ■des jaars 1517. met het Gerigt op de zelfde wyze als zyn vader werd beleend (g). Dat deze beleening zo laat gefchiedde, zal denkelyk door de onluften met den Hertog van Gelder veroorzaakt zyn , die , geduui rende dezelven, ih den jare 1510. Kamperveen met roof en brand vernielde (h); hoe~t  van OVERYSSEL. 120 hoewel die van Zallik ten dien tyde, naar 't verhaal van toe Boecop , met die Ureken van de Veluwe , welken onder het Drostampt van Hattem behoorden , een verdrag gefloten hadden, volgens hetwelke zy elkander onbefchadigd lieten (i). In den loop der onlusten over den tol op 't Zwarte-water werd Johan van Bukhorst in den iare 1521. Verraderlyk gevangen door de Zwollenaren , die zyn kafteel ook innamen (k); een lot welk hetzelve vier jaren daar na nog eens van de Gelderfchen moest ondergaan (1)- ZestiS ïaren latet werd dit huis nog eeniger mate als eene fterkte aangemerkt, want wy vinden dat het toen met tien of elf foldaten bezet was (m). In 'e midden der eeuw, in welke wy ons met de Hiftorie van Bukhorst en Zallik bevinden, en wel in 't jaar 1547, verpagtede Willem van Bukhorst voor den tyd van zes jaren aan Zweer Hylbrink „ dat Schuit ampt tho Zillick , myt den „ olden Schylden, als namentlicken van „ pantkyringe , duefïïlage (8ó), bloedlaI st la- (86) Dit woord komt met verfchiüende fpelling meermalen voor ; als DuuftUag , Duflflag , Dufs(la*, Duefflag , Dof jlag. 7Ae H. von IVichts aantekeningen op Das ÖJlfnefifche Land-Recht Lib. 111. cap. 55. ei? 65. P- 717. £ƒ 742- De betcekerus is een gemeene flag i in tegenftelling met eenen zodanigen die bloedllorting veroorzaakt. Zie de aanteekening op de Oude Friefche Wetten (onlangs te Kampen en Leeuwaarden uitgegeven) //. .ftuk, bl. 340. Deze uitlegging wordt nog door dit ftuk bevestigd , daar het woord blosdlaiinge hier onmiddelyk volgt. Zalland, CO Uittreksel uit toe Goecop. Ck) yan Hattum,Zwol!iII. D. bl. 203. CO Dumbar, Anal. tons.' IX. p. 4Ö8. C m) ReJol.v.R.. tn St. 6. Maart 1685.  Zailanl 130 Tegenwoordige Staat •„ tinge niet koerbaar, van geleyde tge„ ven met myns Junckeren confente oer. „ loff ende opfcggen , then were dat y„ mant die noet dronge , ende van feger3, larie , ende daer tho noch dryffgyet ind „ verlaren beeften dat ener olden Schylt „ weert is , off daer beneden fal Zweer „ ock beholden, ende is dat beter dan een 3} olden fchylt fall myn Juncker vurf. be„ holden. Ende weert fake dat daer broe„ ken ghevellen , die dat hoegefte , off „ die rechter handt androgen , fall Zweer „ ock dat fine daeraff hebben gelyck ander „ Schuiten in Zallant, die die olde fchylde 5, mit gelde belacht hebben." Wy verkoren deze woorden ' hier in hunnen geheelen zamenhang uit te fchryven, op dat ieder voor zig zeiven zoude kunnen oordeelen, of daar in een blyk gevonden worde, dat de Heeren van Bukhorst ten dezen tyde met den hoogften regtsdwang zyn bekleed geweest, het gene ons niet is voorgekomen (87). Dat zy denzelven in 1577. even (87) Boven is getoond, dat deze Heeren tot op 't jaar 1512. toe niet meer dan het laue gerigt gehad hebben. Daar is niets voor handen , "waar uit blykt dat dezelven tusfchen dien tyd en het jaar 1*47. ook het hooge verkregen hebben. Indien men derhal ven zoude kunnen aannemen , dat zy het in dit jaar bezeten hadden, moest het uit dezen brief dtiidelyk te bewyzen zyn. De Heer Racer , die ons denzelven in zyne Gedenk/lukken (21. St. bl. 198.) heeft medegedeeld, verklaart elders (Aid. bl. 29.) de woorden broeken, die dat hoegefte, off die rechter handt androgen derwyze , als of het hoegfle hier het lyf beteekenen moest en van dat gene wtik de 1 egter hand  van O VERYSSEL. 131 1 even weinig bezaten , bewyst een reeds 1 aangetogen oorfpronglyk berigt van dat jaar, waar in gezegd wordt, dat Kamperveen en Zailik beiden onder het regtsgebied van den Drost van Ysfelmuiden waren gelegen (n). Ook herinneren wy ons niet, eenig ftuk aangetroffen te hebben , waar uit zoude te toonen zyn 3 dat die Heeren immer daar na dezen regtsdwang hebben geoeffend (88). Dan fchoon wy, onzes oordeels, volI 2 ledig hand aandroeg onderfcheiden ware, en meent vervolgens (bl. 189.) daar uit het hooge regtsgebied te kunnen afleiden. Ons fchynt het woordje off, 't welke hy met en verwisfeit, aan te duiden, dat de woorden die rechter handt eene verklaringe behelzen van het gene hier door 't woord hoog/ie verdaan wordt, te weten het hoogfte regtsgebied , welk de Heer bezat. In der daad zoude het ook vreemd zyn , dat zulk een hoogfte regtsdwang juist op dit tydftip en niet te voren of daarna zoude beftaan hebben : en de gevangen-kelder, van welken de Heer Racer op de laatst aangehaalde plaats gewag maakt, kan zeker geen bewys voor eenigen , veel min voor den hoogften , regtsdwang opleveren , want dezen vond men denkelyk in alle frerke huizen der Edelen; en wanneer men by van Hattum, Zwolle 1. D. hl. 396. leest, dat de Heer van Bukhorst in 't jaar 1448. twee Zwollenaren in de boeien wierp, zal niemand dit voor eene daad van wettigen regtsdwang houden1. (88) Indien men , 't gene niet onmogelyk is, ftukken mogt aantreffen die toonden dat Borchard Joost van Welevelde den hoogen regtsdwang geoeffend had, moet men daar by in 't oog houden, dat dezelve tevens Heer van Zallik en Drost van Ysfelmuiden was. Zie Racer, Gedenkjl. VI. St. hl. 233- en 236. In de aanteeketiingen van Nesfink over 't Landr. van Overysf. I. D. Tit. 1. art. 1. bl. 5. leest men Wel, dat de Heer van Zallik het hooge gerigte houdt, doen zonder cenig bewys. Zaliand. f") Bondam Verz. van omtitQ. Stuk!:. IV D. bl. 27.  132 Tegenwoordige Staat Zalland ledig getoond hebben, dat 'er geen grondflag beftaat, op welken men zoude kunnen beweeren , dat de Heeren van Bukhorst in Zallik bet regt toekwam om, in gelyk- I heid met de Droften, den lyfftraflyken regtsdwang te oeffenen: is het egter zeker \ dat dezelven in hunne Heerlykheid vele I uitftekende regten genieten. Niemand trou- I wens betwist, dat dezelven in 't bezit zyn van in alle zaken die tot het bezitregt en de huwlyken behooren , of, gelyk de regtsgeleerden het uitdrukken , in 't posfesibre en matrimoniele , de bank te fpannen (89) , en voorts van den Ontvanger van 's lands middelen (90) , den Schout en Onderfchout, als mede den Predikant (91) en (89) Dewyl de regtsdwang in 't posfesfore en matrimoniele nimmer by een uitdruklyke wet aan de Droften gegeven is, mag men derzelver bezit daar van aan eene gewoonte, uit derzelver invloed geboren , toefchryven; en dan is 't niet vreemd , dat da Heeren van Zallik hunne regten ten aanzien van 't posfesfore kunnen bewaard, en zig, by 't veranderen van den heerfchenden godsdienst, het matrimoniele ook aangetrokken hebben. (90) Omtrent derden Ontvanger verdient deze byzonderheid aangeteekend te worden, dat hy de Kontributie aan den Ontvanger van Maftebroek overtelt' en de Verponding aan den Ontvanger van Zalland , aan welken laatften ook de perfoneie middelen moeten betaald worden. Eene andere betrekking tusfchen Zallik en Ysfelmuiden komt voor in de Refol. van Ridd. en St. van den 20. Maart 1617, waar de Weduwe van Borchard van Ohr tot Bukhorst verzoekt, „ dat de Erfgenamen en Ingezetenen van Salk van de extraordinaris onkoften des Ampts van Ysfel- i muiden mogten worden geëximeert." (91) Reeds voor de hervorming bad de Heer de bc-  van OVERYSSEL. 133 en den Kofter of Schoolmeefter aan te Hellen. Ook ligt op het huis Bukhorst het regt van Havezate (92), en onder dezelve behooren verfcheiden boeren erven en andere landeryen, waar onder ook de Zalliker waard, de tienden grof en fraai (o), vrye jagt, visfchery f93), en het regt van 't veer over den Ysfel. Belangende de Schouw over den Zalliker dyk langs den Ysfel, welke haren aanvang neemt daar de Veluwfche Schouw, waar over boven (p) gehandeld is, ophoudt, weet men , dat de Magiftraat van Kampen al van overlang het regt geoeffend heeft om eenen uit haar midden tot Dykgraaf te benoemen, die na verloop van twee jaren door eenen anderen wordt vervangen. I 3 Dan begeving van de Paftory. Lindtb. Episc. Dav. cap. 6. §. 8. De aanftelling van den Predikant gefchiedt zelfs buiten klasfikale approbatie. De paftory- en vikary-goederen van Zallik, die te voren in het Rentampt der paftory- en vikary-goederen ingelyfd waren, zyn naderhand aan den Predikant terug gegeven , wordende het daar aan te kort komende, ten belope van het gewone traktement van 550. gl:, aan denzelven goedgedaan. Zie Ref. van R. en St. v. d. 12; Apr". 1753. Dit traktement was aan denzelven toegelegd by Ref. v. R. en St. v. d. 6. Dec. 1749. (92) By Refol. van R. en St. v. d. 14. Maart 1640. is Bukhorst tot een leengoed van de Provincie aangenomen ,, die Stadt van Campen , ten opzigte van „ accoorden en tractaten met de heimeren van Bukm horft gemaakt, en een ieder zyn recht voorbe- houden." (93) Deze heeft de Heer van Bukhorst half in eigendom en half in erfpagt van de Provincie. Zie Racer, Ged. VII. St. bl. 303. Zalland. Co) Brief liy Racer Ged. II. bl. 1Ü9. bl 2.  (94) Zie Refol. van R. en St. 18. Jul. 1767. 13. Apr. 1768. 16. Oct. 1770. _De uitfprrak der Gedeputeerden is van den'9. April 1771. op ad vis vande Raadsheeren Goris en Gaymans. (95) I. Deel, bl. 128. Ter Griffie berust de kaart yan euien dyk onder deze Schouw behoorende. Zift Reful. van i£. en §t. 16. Apr. 1765. 134 Tegenwoordige Staat Dan in onzen tyd ontftond 'er een gefchil ovxr 't regt van dezen Dykgraaf tusfchen den toenmaligen Heer van Zallik en de gemelde Stad , het welke door 't Kollegie der Gedeputeerden , daar toe door een flaatsbefluit gemagtigd, aan twee Raden uit den Hove van. Gelderland ter beflisfing verzonden zynde , deze uitfpraak ten gevolge had : dat de Magiftraat van Kampen zoude worden gehandhaafd in 't bezit van het regt om eenen Dykgraaf van Zallik aan ie ftellen, gelyk ook deze Dykgraaf in het regt om alleen en met uitfluiting van den Heer van Zallik eene Erfgenamen vergaderring over dykzaken te mogen uitfehryven;: blyvende egter beide partyen gehandhaafd in 't bezit van het regt, om over alle an« ■ dere zaken, welken zy aan de Erfgenamen' mogten hebben voor te dragen , buiten de dykzaken en 't gene daar toe betrekking heeft, eene vergadering uit te fchryven (94), ] De Heimraden dezer Schouw zyn vyf in I getal, van welken drie uit de Erfgenamen i en twee uit de binnens Kerfpels wonende, fchoon niet geërfde, huislieden worden gekoren. Van het Dykregt, hier in den iare 1413. ingevoerd , hebben wy elders reeds gewag gemaakt (95). Deze  van OVERYSSEL. 135 Deze Heerlykheid beftaat, gelyk de z. naam, in later tyd door de Heeren derzelve aangenomen, te kennen geeft, uit twee deelen , welken door den Ysfel van elkander gefcheiden worden. Aan den flinker oever ligt Zallik, bet voornaamfte van beiden , het welke, behalven de havezate Bukhorst, ook hét kerk-dorp bevat, waar by de rivier eene groote bogt maakt, die waarfchynlyk, geholpen door den waan dat geheel Overysfel met betrekking tot het Nederftigt aan den overkant moest gelegen zyn (q), aanleiding tot het vermoeden, heeft gegeven , dat deszelfs bed voormaalsj aan de andere zyde van dit dorp zoude ge-: legen hebben ; een vermoeden waar aan egter , voor zo verre wy weten , alle hiftorifche grond onbreekt (96). Vekaten, binnen welks omtrek men omftreeks de dertig huizen telt, ligt aan den regter oever en fchiet tegen 's Heerenbroek aan , makende een gedeelte van Maftebroek uit. Het gene wy zo even van de Zalliker dyI 4 ken (96) Indien wy niet gezien hadden , dat de eerwaarde Moonen , Jentek. op de Tolzy hl. 838. mede in dit vermoeden gtftaan had', zoude de ellendige befchryving van Overysfel, die de nederduitfche vertaling van Bitfchings Geqgraphie ontzien, ons niet bewogen hebben , 'er melding van te maken. In deze befchryving leest men ook , dat de Kerk van Zallik door eenen der Utrechtfche Bisfchoppen aan 't Kapittel» van S. Lebuinus gefchonken was, waar voor wy geenerhande gezag weten te vinden , het welke , de Schryver , indien het beltond, ruim zo wel had mogen mededeelen als de titels van den tydelyken Heer, die meer dan een derde van 't ge1haele verflag nopens Zallik uitmaken. au.No. lie III. )eel, bl.- ,03.  t3^ Tegenwoordige Staat ZaLLA.VD. ro Public 7Apr. 1762. CO Refnl. van R. en St. 10. Apr. 1764., JnBruct. J V. cl. 13' Apr. 1707.1 .ï i i 3 < co t By Racer : Gei., VU ] bl. 325. ( 1 ( l f dyken gezegd hebben heeft geene betrekking op den dyk van deze buurfchap, die onder de Zallandfche Schouw behoort. Volgens eene verordening van den jare 1762. is het niet geoorloofd eenig huis aan dezen dyk te zetten (r). Een opmeting sn verdeeling van denzelven is in den jare 1764. gefchied (s). rWEEÊNDERTIGSTE HOOFDSTUK. Van het Drostampt van Ysfelmuiden* en den Polder van Maftebroek. [n het drostampt van Ysfelmuiden heeft deze byzonderheid plaats, dat den Drost le aanftelling toekomt van alle de onder lem ftaande Schouten (a). Onder de Landsleeren was 'er niets dat naar een algemeen egt van Amptlieden , Schouten en dier. ;elyken geleek : ieders regt hing af van le voorwaarden op welken hem zyn post vas gegeven of verpand. Doorgaans werd len Droften de begeving der fchoutampten liet overgelaten. Somtyds egter gebeurde lit, gelyk uit eenen amptbrief van Twen* e van den jare 1425. kan blyken (b). iet was natuurlyk dat de Staten ten tyde Ier beroerten eiken amptenaar by die regen bewaarden in welker bezit zy denzelven bevonden ; en het komt ons waarbhynlyk voor , dat de Drost van Ysfeltiuiden toen de eenige zal geweest zyn, ie de Schouten aanftelde, en daar door de  van OVERYSSEL. 137 de eenige die dit regt by vervolg heeft] ! verkregen. Deze Schouten worden dooide Ordinaris Gedeputeerden, op vertoon , van des Drosts Akte, in eed genomen. Volgens den lastbrief van 't jaar ióii , ] dien wy elders aanvoerden (c), had de i drost niet alleen de aanftelling, maar ook het regt van afzetten; doch toen hy dit laatfte vervolgens wilde oeffenen en eenen ! Schout van Kamperveen zyne bediening | ontnemen , werd hem dit door de Staten 1 belet (d). De Ysfel-ftroom doorfnydt dit Ampt in dier voege, dat men aan den regter oever f van denzelven de Schoutampten van Ysfel1 muiden, Wilfum en Genemuiden vindt, en aan den flinker het Schoutampt van Kamperveen. Ook behoort hier onder het Overysfelfche aandeel van 't eiland Schokland , Ens geheten. Wy gaan over tot de byzondere befchryving van elke dezer ftrej ken. Schoutampt van Ysfelmuiden en Steedje Grafhorst. Wy maken een begin met dit Schouti ampt, om dat het geheele Drostampt zyn I naam daar van ontleend heeft. Een adelyk I geflagt van den zelfden naam, welk nog ] heden in wezen is, wordt in verfcheiden I brieven van de dertiende eeuw aangetroffen Ci)« Het is gelegen tegen over KamI 5 Per» (i) De oudfte is van 1213. by Racer Geil. II. bl 190. Zie de overigen by Buchel. ad Hei. p. 20 r. Duin: rsSELMWIEN. Cc) !IL U. bl. Cd) Ref. v. R. '.n St. 30. Mei 1020.  138 Tegenwoordige Staat YSSELMUIBJUV. Ce) Lindeb.Ep, Dav. cap. 6. §. 2. CO II. O. bl. 104. CsO III. U. bl. 382. pen en ftrekt zig uit tot bykans aan de brug der Stad (2), waar van ook het Kerkdorp niet boven een kwartier uur gaans verwyderd is. De goederen der kerk, die aan de H. H. Crifpinus en Crifpinianus toegewyd was en onder 't patronaatfchap des Kapittels van Deventer ftond (e), zyn onder provinciale beheering (f). De nominatie van een drietal, waar uit de Predikant moet beroepen worden, Haat beurtelings aan de Buiten-erfgenamen , dat is aan de eigenaren van goederen binnen 't kerfpel gelegen die buiten hetzelve wonen, en aan de Binnen erfgenamen, die tevens daar huisvesten. Het beroep Haat aan de leden van den werkelyken kerkenraad en alle de ingezeten welken ooit leden des kerkenraads geweest zvn (3)- Eene havezate, het Hoogehuis geheten, ligt binnen het dorp , waar voormaals ook een kloofter geftigt was, van 't welke by vroeger gelegenheid is gefproken (g). Eene buurfchap, een half uur gaans-van Kampen gelegen en aan't Maftebroek palende , is onder de benaming van Oofterhout bekend. In 't geheel telt men in dit Ampt omftreeks honderd en veertig huizen. Die Dumbar, Anal. II. p. 224, 226, 229, 230. ' Van Hattum Zwolle, I. bl. 128, en 129. (2) Evenwel kan de juifte bepaling der grensfcheiding^hier niet gegeven worden, dewyl dezelve nog eenigermate in gefchil ligt, inzonderheid ten aanzien van den grond waar voor eenige jaren een. zaagmolen getimmerd is. (3) Wat over dit beroep voorgevallen is, kan men 2ien in de Reful. van Ridd. en Sted. van den 7. Apr. \66o. 24. Apr. 1661. 27. Apr. 1662. 31. Jul. 1661. 25. Apr. 1705. 8. Apr. 1752.  van OVERYSSÊL 139 Die omftandigheid alleen , dat het Steedje Grafhorst in 't kerkelyke onder Ysfelmuiden behoort, en dat 'er niets voor handen is, waar uit men zoude kunnen vermoeden dat hetzelve ooit met eene kerk is- voorzien geweest, fchynt ons voldoende , om alles , wat van deszelfs grooter aanzien in vroeger tyden verteld wordt, op de lyst der fabelen te fchryven ; en fchoon al Toe Boecop ons niet verzekerd had, dat het nooit bemuurd geweest is (h) , zoude de bloote bezigtiging ons overtuigd hebben, dat het niet bemuurd konde worden. Dit toont niet alleen de omgelegen lage grond, maar ook de plaatzing var het Steedje zelf, zynde de huizen meesi allen in eene lange ry aan beide zyden lang; den Ysfel-dyk gebouwd, in dier voege dai deze de ftraat maakt welke dezelven var elkander fcheidt. Bisfchop Jan van Dies moet derhalven, gelyk wy by vroeger ge legenheid aanmerkten , byzondere redener gehad hebben , die hem noopten om di plaatsje tot een Stad te verheffen: want de nabyheid van Kampen, welk niet mee: dan een klein uur gaans boven hetzelve aan de rivier ligt en ten zynen tyde ït merkelyken bloei was„, moest genoeg zyr om hem te doen begrypen dat Grafhors nimmer tot eenig vermogen kon geraken De brief des genoemden Bisfchops is ge dagteekend in den jare 1333, en houdt in dat hy zynen goeden lieden van Grafhors geeft ,, vryheit ende Stadtcecht toe fettei 3, Scepen, ënde mit onfer Schuiten rech „ to 1 YSSELMUIDEN. cio Hifi. m. s. op 't jsar 14..c. 1 t 1 t  YSSELMC BEN. Racer Gei. VI. bUijj Aid. W. =34. 140 Tegenwoordige Staat. r-„ toe richten in allen manieren alfe onfe „ ftede van Zwolle, Hasfelt ende Gene„ muiden hebben. Welcke vryheit wefen „ fall tuiTchen den Oerde ende Grafhorfter „ vonder toe ; beholdelicken ons onfer „ lude die wy daer hebben ende noch j, koemen mogen, ende onfe dienfte die „ fie ons van rechte fchuldich fint, ge,, lycke den Steden voerfcreuen ; voertan „ fo fall ons de ftede van Grafhorft jaer„ lycx geuen fes fwaere tournoys op St. „ Adolphus dach van hoere ftadtrecht (4). , Op 't jaar 1417. vinden wy Schepenen en ;Raad en Gemeente van Grafhorst, willekeuren en Statuten voor hunne ftad vast Hellende (i), waar in de woorden „ Sche„ pen end Sworen" voorkomen (k), welken W) Wy volgen hier den brief by Dimibar, Anal. IL p. 253. dien wy ook by dit ftuk I. Dul, LI. 87. aanhaalden: doch vinden ons verpligt te zeggen, dat wy, by nader befchouwing, van deszelfs egtheid niet volledig overtuigd zyn. Onze twyffeling komt niet zo zeer voort uit eenige verfchillende lezingen, die tusfchen dit ftuk en een ander affchrift van hetzelve by Racer GedenkJI. VI. bl, 266. befpeurd worden ; als wel uit den brief van Jan van Verneuburg van *t jaar 1365. Aid. bl. 268. aan welks egtheid niet kan getwyffeld worden, en die het aanzien heeft van eene oorfpronglyise gifte en geenzinta van eene beveiliging van eene vorige , gelyk die der daar op volgenden van Rudolf van Diephout enz. — Nopens de zes tournoifche ponden , in alle deze brieven genoemd , denken wy, dat zy de zelfden zyn met de Precarie, welke Grafhorst aan de Provincie betaalt, zo als wy II. Deel, bl. 56. aanteekenden. Immers komen 6 ponden, volgen^ de tegenwoordige gewoonte tegen 14. ftuiver het ftuk gerekend, ui.t op de daar gefielde fomme van ƒ 4 - 4 - o.  yan OVERYSSEL. r4r ken aan eene Gezworen Gemeente zouden ] doen dénken, indien uit eene andere plaats niet bleek , dat de Schepenen met de Burgers de willekeuren maakten (5) ; waarin deze byzonderheid is op te merken , dat het beliuit met eene meerderheid van twee derden der Remmen werd genomen (1). Het verder merkwaardige, in dit ftuk voor-i komende , beftaat hier in: dat het hout, welk op Stads voorfiagen groeide, onder de burgers, die binnen Grafhorst vuur en licht hielden, verdeeld werd, en dat hetzelve door dezen niet aan anderen mogt worden verkogt (m): dat de Schepenen twee aan twee eene maand lang, onder de: benaming van Burgemeefters, de bank moeiten fpannen (n) : en dat het appel nietalleen naar Zwolle ging, maar dat vreemde: perfonen , binnen Grafhorst misdryvende, ook naar 't Zwolfche Stadregt moeiten in boete worden verwezen (o). Uit deze ftukken is op te maken , dat de Regering van dit 'fteedje voormaals talryker is geweest dan tegenwoordig : want zy beftaat thans uit niet meer dan vier Burgemeefters met eenen Sekretaris, zonder dat de onderfcheiding van Schepenen en Raden wordt in agt genomen. Het Stadhuis, waar dezelven de bank fpannen, is in 't jaar 1767. van nieuws opgetimmerd. In den jare 1776. zyn de Burgemeefters door (s) Vergelyk ten r.snzien dezer Sworen of Gezworens het aangehaalde uit de willekeuren van Gene«miden , III. Deel, hl. 07. nat. 'SSELMUI'EN. CO lid. bl. 37. Cm) m. bi. 185. Cn) 4ld. bl. ,85. Co> AU. b(. iü7.  YSSELMU BEN. Cfj Keft*. ?<; Oct. AU, bl. 272. AM. 1)1. 573. v'olg; Cr) I. Deel, bl. 77. 142 Tegenwoordige Staat '-door Ridderfchap en Steden bevoegd verklaard , om over misdaden, binnen hun regtsgebied begaan , te zamen met den Drost van Ysfelmuiden te vonnisfen (p) 5 en het fchynt dat zy mede in 't bezit van den regtsdwang in posiesfore zaken zyn gebleven (q). Steedje en Schoutampt Wilfem. In eenen brief van den iare 1213. wordt de eerfte melding aangetroffen van het kerfpel van Wilfem ; en in eenen anderen , door Bisfchop Henrik van Vianden in 't jaar 1260. afgegeven, wordt verhaald, dat eenige Friezen zig vroeger in de zelfde eeuw by zeker dorp Wilsfem geheten, hadden nedergezet (6). Waarfchynlyk was het aan de fcheepsvaart zynen oorfprong verfchuldigd, waar toe deszelfs ligging aan den Ysfel, een uur gaans boven Kampen, wel gefchikt was. Immers wordt het onder die fteden en dorpen geteld, aan welker kooplieden Graaf Floris van Holland in den jare 127Ö. voorregten verleende (r). Thans wordt het, alhoewel men 'er fchaars veertig , en dat nog zeer gemeene huizen, tellen kan , zonder tegenfpraak, onder de kleine Steden van Overysfel geteld; fchoon het onbekend is wanneer en door wien het ftadregt is gegeven. By gelegenheid van deze gifte misfchien werd Wilfem aan de be- (6) Zie de Brieven, die wy boven, over de Heerlykheid Zallik handelende, breeder ontvoud hebben , by Racer Gedenkji. II. bl. 187. volgg.  van OVERYSSEL. 143 •betaling der elders gemelde precarie (s) on-^ derworpen ; op de zelfde wyze als wy dit zo even omtrent Grafhorst aanmerkten.. Met dit fteedje heeft Wilfem veel overeen-1 komst ten aanzien van zyne ligging aan den Ysfel-dyk, die ook hier het zeggen van Toe Boecop , dat het nooit bemuurd geweest is (t), kan bevestigen. Evenwel hadden de Gelderfchen in 't jaar 1527. zighier genefteld, en zo wel verfchanst, dat de drie lieden hen vergeefs zogten te verdryven (7). De Regering van het fteedje beftaat uit drie Burgemeefters met eenen Sekretaris. De kerk, die aan hetzelve met het Schoutampt gemeen is, werd in 't jaar 1722. uit de penningen eenér kollekte , die door de geheele Provincie gefchiedde, wederom opgebouwd (u) ; en eene halve eeuw later nam men insgelyks toevlugt tot de Staatsvergadering om het predikants huis, welk ingevallen was, vernieuwd te krygen, nadien de ftad en de burgery in te behoeftigen ftaat waren om dit te volvoeren. De paftory-goederen worden aan de Provincie verantwoord (v). De beroeping van den Predikant ftaat aan de Leden van den dienst doenden en afgetreden Kerkenraad. Lindebom gewaagt van een Gasthuis, welk in 't jaar 1575. nog in wezen was, maar zedert is vervallen (w). Te voren over de Heer- 1 (7) Zie Van Hattum Zwolle, II. U. 330. Indien liet verhaal van dezen gegrond is, heeft Revius DaviKtr. p. 244- het voorgevallene te Windeshem en te Willem met elkander verward. "SSELMÜI>EN. CO l Deel, I. 5(5. co Hifl. M. S. >p 1410. Cu) Kefol van II. en St. 2c Nov. 1722. Cv) II. Deel. bl. 104. Cw) Episc.Dav. cap. ö. §. 4-  YasEim « Fan Hattam Zivot V. bl. i. £11 229. Cy) Geim. An Lib. 3. p, 71. CO Gernt. ?«, part. 1. j yo. Ca) ƒ£. p. 101 & part. 1 P- 34. CO Dweilt. 1. D. b\.'. 144 Tegenwoordige Staat '"Heerlykheid Zallik handelende hebben wy gezien, dat het Schoutampt van Wilfem in vroeger dagen met dat van Zallik onder 't regtsgebied der Heeren van Bukhorst ftond : dan dit had geene plaats meer in den jare 1397 ; want men treft brieven van dien tyd aan , waar in een afzonderlyfeke Rigter van Wilfem voorkomt (x). In "dit Schoutampt vindt men niet meer dan zeven huizen. Sf.ad tn Schoutampt van Genemuiden. Het gevoelen van Philippus Cluverius, die de haven, by Ptolemseus onder de benaming van Manarmanis voorkomende, in 'het fteedje Genemuiden meende weder te vinden (y) , .wordt wederlegd door Menfo Alting (z) , welke het Navalia, by den 'zelfden ouden landbefchryver gemeld, voor 'het zelfde met Genemuiden houdt (a), en op zyne beurt door Gerhard Dumbar is • tegengefproken (b). De groote verande' ringen , die onze vaderlandfche grond in den loop der eeuwen ondergaan heeft ("8), maakt het onderzoek , wat men in dit ftuk 'hebbe aan te nemen, te moeilyk, dan dat wy ons daar hier ter plaatze zouden inlaten ; vooral daar de ligging van eene byzondere plaats niet te bepalen is, zonder dat (8) Men kan hier van eene fchets vinden in de redevoering des Hoogleeraars A. Brugmans, de mo- | numentis variarum mutationum quas Belgii foed. folum | aliquando pasfum fuit, geplaatst in de Verhand, van 'i Cenootfch. te Groningen pro excol. jus patr. I. D. bl. 497-  van O VER YSS;E L. 145 i dat men zig tevens omtrent die van vele-! andereh verzekere. Veel minder verdient1 ! dé wilde gisfching van fommigen (c), dat I de oude profetes Velleda hier hare woon-, plaats zoude gehad hebben, en dat uit dezer naam die van Genemuiden zoude ge fproten zyn , eenige aandagt. Bekend ge-! i noeg is het , dat muiden de bereekenis van 1 inend heeft: en dus is de oorfprong der benaming van Ysfelmuiden, aan den mond ; des Ysfels gelegen, geredelyk gevonden. ! Genemuiden ligt aan den mond van 't Zwarte- water: maar hoe het gene daar voori aan gekomen zy, geeft aanleiding tot meer dan eene onderftelling, waar van men el. ders verflag kan aantreffen (d). Alle deze gisfchingen daarlatende, zulI len wy aanmerken , dat ons de naam van '1 dit Steedje in geen vroeger gedenkftuk is 1 voorgekomen , dan de brief van Bisfchop i Jan van Nasfau , by welken hy in den jare 1 1275. aan hetzelve Stadregt verleende, met alle de vryheden die Deventer, Zwolle 1 en de overige Zallandfche Steden van hem I óf zyne voorzaten hadden verkregen (y); i en dat wy dan ruim zeventig jaren moeten I overfpringen om hetzelve andermaal aan te K tref-; (o) Zie den brief met eene vertaling; by Racer, i Ged. VI. bl. 54. waar, en by Van Hattum, door $ ons I. Deel, bl. 75. aangehaald, men zien kan, dat onze meefte gefchiedfchryvers denzelven tot het jaar 1272. brengen. Over 't lot van den oorfprongi lyken brief zie Racer ald. V bl. 228. waar ook van esnen brief van Jan van Zyrik , den opvolger van Jan van Nasfau üefproken wordt, welke niet meef i dan eene beveiliging kan geweest 2yn. 'SSELMUI' IEN. Cc) lamcon. v/7 lol. 5: lom. de Hooge Spieg. van Maat, V. }. bl. 134. Cd) Racer,Ged. /I. bl. 2.  Yssei. MUIDEN. co V>y Racer Ged. VI. bl. urt. en V. bl. 229. CO AU. bi. 117. CO Aid. bl. I2U. 146 Tegenwoordige Staat treffen} in eenen brief namelyk des jaars 1346. van Jan van Arkel, welke nog niets behelst buiten eene bloote beveiliging van Stads voorregten , doch waar uit wy zien dat derzelver regering toen al beilond uit Schepenen en Kaden (e). Een andere brief, door den zelfden Kerkvoogd in 't volgende jaar afgegeven , is van meer belang , nademaal hy daar by die van Genemuiden beregtigd verklaarde tot de visfchery in al het water dat gelegen was binnen zyn land ,, van Wateritey„ ne nederwaert tot aen die Voerft, ende „ dwers over in alle den water van den enen lande tot den anderen (10)," en hun tevens zyn veerftal by de ftad afElond, waar tegen zy hem jaarlyks 6b pond wasch op zyn huis te Vollenhove zouden moeten leveren (f); boven het welke Floris van Wevelikhoven in zynen bevestigings brief van 't jaar 1393. nog bedong, dat men hem en zyne amptenaren en gezin ten allen tyde zonder loop zoude moeten overzetten (g). Zonderling waren de voorregten die zy nog op 't einde van zyn bewind , in 't jaar 1363 , van hem ontvingen , behelzende; „ dat men niemand „ van hoeren Borgheren o verroepen, noch „ vre- (10) Men vindt nader plaatzelyke bepalingen In verfcheiden Hukken geboren ter gelegenheid van ge"chillen , welken die van Genemuiden met die van 4fchet, Kampen en den Rentmeefter van Voilenho/e naderhand over deze visfchery gehad hebben', >y Racer Ged. VI. bl. 122—.139. die ook ald. bl. 7. een Rsfolutie der Ord. Gedep. van den 18. Dec. C45. aanhaalt, waar by dit regt wordt beveiligd.  van OVERYSSEL. 147 vredeloes leggen zal van doetflaghen dier.** }, oer Scholte en Schepenen van der ftadtM „ voerfchr. ontfchuldigen willen mit oeren 5, eede , dat fy weges ende veldes rades ,, ende dades ontfchuldich fint;" als mede „ dat men ghine huyfe houwen en fal bien„ nen oere vriheit van doetflagen Cu)-" Ook verkregen zy in 't jaar 1382. van^ Floris van Wevèlikhoven drie vrye jaar- lS markten (h). Met het jaar 1383. beginnen de oude willekeuren van Genemuiden die nog voor handen zyn (12), en daar wordt reeds in den beginne van eene Meente gewaagd, die ook Gezworen Meente geheten wordt, en die met Schepenen en Raad de willekeuren maakte (13). Ook vinden wy daar K 2 by (11) Zie Racer, Ged. V. bl. 193. tut. en 230." en 234-, °P welke laatfte plaats te zien is, dat men in 't ja'ar 1579, ftads regtsdwang in criminalibus hier uit wilde afleiden. Ons komt het voor, dat deze voorregt-brief juist het tegendeel onderftel.le: daar zulk een regtsdwang deze voorregten onnoodig zoude gemaakt hebben. (12) Dezen komen in het ftuk zelf voor onder de benaming van Stads Boek ; zie Racer Ged. Vl. bl. 78. en in 1447. werd bepaald, dat men hetzelve jaarlyks op St. Mathias dag aan de meente zoude voorlezen , zo verre als zy dat begeerde, Aki. bl. 79. Ondertusfchen is uit de groote verwarring, die in dit ftuk heerscht, duidelyk te zien, dat het niet het eijienlyke oorfpronglyke ftads Boek of een geregeld affchrift daarvan zyn kan. (13) Zie Racer, Ged. VI. bl. 56, 62, 72. en verder bl. 75. en 76, waar op de jaren 1437. «1 1438. gefproken wordt van de meente meente, die orgctwyiTeld de geheele burgery bsteekende, aan welke iselmui- :n. Ch) ld. bl. I9.  DEN. CO Racer,Ged VI. bl. 73 CO Racer,Ged V. 1)1.229 148 Tegenwoordige Staat -by vastgefteld, dat niemand die in den Raad zat zyn Burgerregt mogt opzeggen (i). In 't jaar 1423. vergunde Fredrik van Blankenheim aan die der Stad Genemuiden dat zy even vry als de burgers der andere Steden met hunne osfen en goederen alle de ftraten van den lande mogten gebruiken (k) : en weinige dagen daar na gaf hy hun „ heure grute en chyns met alle be„ hoirten voir acht olde Vrancryxe fchil„ den" in erfpagt (r4> Welke nog heden Stads voorregten jaarlyks volgens het aangehaalde befluit van r447. worden voorgelezen. Ook vindt men nog Alti. bl. 80. eene keur', misfchien ook van 1447, van dezen inhoud. ,, Item „ ghewilkort myt den ghemenen Schepenen ende „ Rads' ende rnytter meenre miente op fancte mathias ., dach wat zake dat onze ghemene Schepenen ende ,, Raed myt der zworen meente over dracht daer „ fa> al ding mede doer ghaen ende daer fa! de ,, mene meynte mede to vreden fyn." Zie ook bl. 103- Cï4.) Boven, II. Deel bl. 54. van de Gruit handelende , hebben wy dit reeds aangehaald. In een' brief van 1433 , ftrekkende ter beveiliging van dit en andere voorregten, by Racer Ged. VI. bl. 191. wordt de tyd en wyze van betaling nader bepaald. Dat in deze ftukken met het woord Accys mede de wyn-accys gemeend wordt, blykt uit den brief van Bisfchop David van 't jaar 1460, Aid. bl. 194. en uit het meer aangetogen Huk by Racer, Ged. V. bl. 232. is te zien , dat de Stad ten minllen zeden het jaar 1498. tot op dien tyd toe jaarlyks deii accys van wyn en bier in 't openbaar had verpagt. In den selfden brief van David worden de ftraks gemelde 60 pond wasch en deze 8 fchilde'n te zamen verwisfeld voor 80 pond, zo als die aan den Rentmeefter van Zalland betaald werden, terwyl de Bisfchop zig daar boven de 5 pond, die by jaarlyks vaa ' de  van O VER YSSEL. 149 Welke de onlusten en oneenigheden geweest zyn, die hier ter ftede omtrent den jare 146Ö. heerschten , is ons niet gebleken ; doch dat dezelven van eene ernftige natuur geweest zyn , blykt uit de ftraks genoemde wiilekeuren (1), tot welken wy wederkeeren om daar uit nog dat gene . welk tot de regeringswyze der ftad betrekking heeft, mede te deelen. Van dien aart is , dat men 'er op 't jaar 1487. het eerst den titel van Burgemeefter aantreft, en die' van Burgemeefteren, Schepenen en Raden , welke in dit gewest doorgaans is aangenomen; dat de Schepenen op St, Peters dag werden verkoren (m) , gelyi dit nog plaats heeft; en dat op dezen dag, zo wel als op dien van St. Mathias, gastmalei op 't Stadhuis gehouden werden (n). In de zestiende eeuw had dit Steedje K 3 ' meei de ftad ontving , voorbehield , doch daar tegen beloofde voor 't gebruik van 't veer, als het verdiend wierd , 2 tnudde rogge te geven. Deze 5 pond , het ftuk tegen een halven goudgulden gerekend, beantwoorden juist aan de precarien, welken Genemuiden aan 't Landrentampt- van Zalland betaalt. Zie II. Deel, 62. 56. Naderhand, en ten minften al ten tyde van Keizer Karei, zyn die 80 ponden ook met 40 goudgulden voldaan : doch de ftad geniet 1 hier van zeden vele jaren vrydom tegen het onderhouden van zekeren weg. Zie Racer, Ged. II. hl. 319. Refol. van R. en St. 25. Maart 1755, 15. Maart 1780. Van den wederftand, welken die van Genemuiden , uit hoofde van dit voorregt, in 3593 aan 't heffen van den opaccys deden, is in 't II. Deel, hl. 437. en 461. gefproken, en het hier gezegde kan dienen, om het daar nopens den wynaccys geopperde te verbeteren. yssELiwyi- DEN. CD Racer,Ged. VI. bl.104. en IC5. Cm) Aid. bl. üs. en 8-5. 1 Cn) l Aid. bl 06.  YiSELMUI VEN. O') I. Dei.1, w. 159. Cp) Aid. hl. J74 en fan tum Zwolle. II 217. Cq) ï. Deel, M. 180. itofer -4». II. p. 470. Cr) Dumbar Ib. p. 474. l'an Hattum, Aid. bl. 3<-6. Cs) I. Deel, W. 182. l-'a/i Hattum AiJ. bl, $22. 150 Tegenwoordige Staat meer dan eenen fchok door te ftaan. In 't jaar 1509. werd het door de zwervende bende onder Henrik de Groote ingenomen Co). In 1522. werd het door Schenk belegerd, doch door den Hertog van Gel-" der ontzet (p), die het, volgens 't ver- j drag twee jaar daar na tusfchen hem en t cn den Bisfchop getroffen , by voorraad in bezit hield (q) , en wel tot dat het in f den jare 1525. werd ingelost (r), waar na de Staten yan Overysfel in 't volgende jaar befloten om het te doen ontmantelen (15). Dan de Hertog maakte zig in 't jaar 1527. wederom meefter van de plaats (s), en verfterkte dezelve op nieuws door het ilig- \ ten van een blokhuis (16) , het welke egter niet belettede dat het in den volgenden r jare (i.O Zie Revii Daventr. p. 232. Moonen Chron. van Dev. bl. 89. Tot; Boccop zegt, volgens onze Uittrekzel op 't jaar 141 o. ,, Gellemuden is vafb ,, geweft docli niet bemuurd dan hadde fteenen poor,, ten en torens." Een ander ons uit de plaats zeive medegedeeld berigt houdt in , dat 'er twee poorten geweest zyn , fraande de eene , de middelpoort genaamd, aan den zee-dyk die naar Kampen leidt, en de andere, de fteene-poort geheten, op den weg naar Hasfelt boven de Sluis die het water uit Maftebrsek afvoert. (16) Immers meent Moonen Aent. op de Peè'zy bl: 821. dat deze ftigting tot dit jaar moet gebragt worden; en dit komt wel overeen met het algemeener berigt by Fan Hattum, Zwolle , II. bl. 330. en met het algemeene beloop der hiftorie. Van dit Blokhuis fchynt ook gefproken te worden in een verzoekfehrift aan den''Keizer by Racer, Ged. II. bl. 319. Uit het verhaal van R. Frefmga by Dumbar,. An. III. p. 234. ' fchynt opgemaakt te moeten worden , dat het uit de afbraak van een flat aan de.Kainder werd opsitiianierd.  yan OVERYSSEL. 151 jare aan Schenk overging (t). Van de; meerder bevestiging der Stad , waar op de Staten in 't jaar 1531. by den Keizer aandrongen (u) fchynt niets te zyn gekomen: maar onder koning Filips is in den jare 1.563. aan de verfterking der llad , of ten miniten van het Blokhuis, gearbeid Cv). Na het innemen van Kampen in 't jaar 1572. gaf Genemuiden zig, op 't voorbeeld van Zwolle , mede over aan den Grave van den Berg, die het waarfchynlyk in 'c zelfde jaar , zo wel als andere omgelegen plaatzen , wederom zal hebben verlaten (w). Eenige jaren daarna beklaagde zig de Regering eerst aan de Algemeene Staten (x), vervolgens ook aan den Aartshertog Mathias, over den Drost van Ysfelmuiden. wegens inbreuk op ftads privilegiën: en dit had ten gevolge, dat de Raad van State by voorraad in den jare 1579. verftond dat die van Genemuiden zouden blyvei „ in alle de rechten preeminentien vryhe „ den gerechticheden ende hoocheyden va! „ gefloten Steden , ende dat daeromme al „ le delinquanten ende quaet doenders to „ Genemuyden geuangen wefende aldae „ fullen by den Drosfard beticht moetei 5, worden, ende by die van de weth al „ ordinariffe richters gevonnift ende voirt binnen de vryheyt ende voirf. ftadt ge executeert ende gerecht, Ende dat oii die van Genemuyden voirfz. fullen ge „ ftaen, mits draegende fulcke laften, fel tingen ende contributien als befiotei K 4 „ Ste fSSELMUI>£!*. CO [. Deel, >1. 188. Cu) Racer,Ged. II. bl. 301. CO Revii Dav. p zt,\.Van Hattum Zwolle, III. bl. li. Cw) Van Hattum -/Std. bl. 12 k. 128. CO Bondam onuitg.Stuik.IV. D. bl. 175- > l 1 L l 3 3 i 1  Ysselmu: den. 152 Tegenwoordige Staat -„ Steden geldende en draegende fyn, fon„ der dat fy gehouden fullen wefen eenige „ dienften , fettingen oft contributien van „ den platten lande te dragen;'' terwyl den Drost nog zes maanden vergund werden om zyn befcheid.in te brengen, waar op dan nader befluit zoude worden genomen ; waar van ons verder niets is voorgekomen. Dan het duurde niet lang of het gefchil werd wederom levende; en toen, te weten in 't jaar 1583 , werd door Gekommitteerden uit Kampen en Zwolle , aan wien de zaak verbleven was. verftaan: dat die van Genemuiden den Drost als hunnen Landdrost behoorlyke eerbiedigheid zouden bewyzen, en dat deze daar tegen hen in alle hunne regten zoude handhaven, en inzonderheid helpen bearbeiden, ,, dat ,, zy mit ghyenne ruflique lallen, oder andere extra ordinarife contributyen an„ ders als by Ridderfchap ende Steden uth„ gefadt worden, ende befwaerert wor„ den," en voorts belangende den lyfftraflyken regtsdwang „ zullen de van Genemuy„ den de gevangens in oere ftadt ende „ vryheit geapprehendyert na gefchyenen „ apprehenfie anden derden dach den Dros„ ten eder des zeluen Scholten laeten vol„ ghen , in zyne E. cuftodye ende bewae„ ringhe, mits dat daer en tegens de „ Drofl voirf. zal ende wil, de gevangens 5, zo zyn Edele Dodes plictich te zyne , „ beuinden mach, in prefentie van twee s, Schepenen van Genemuyden als coerno3, ten des criminelen Gerechtes de zyn ede?  van O VERYSSEL 153 $ le daer thoe vorderen zal verwyfen zal „ ende volgens ter begeerte ende verfoecke „ van de van Genemuyden in oere E. 3, Stadt vryheyt doen executyeren:" waar van het eerfte punt kort daar op 'nog nader zo werd uitgelegd, „ dat de Stadt van „ Genemuyden tot gheyene andre extra „ ofte ordinarie laften folden contribueren „ dan daer Steenwick ende Oldenzyel ple,, gen tho te contribueren (17)-" Hier by bleef het tot in onze dagen , toen nogmaals gefchillen over onderfcheiden ftukken van regtsdwang tusfchen den Drost en dit fteedje ontftonden , die door een minnelyk verdrag, in den jare 1757door Ridderfchap en Steden bekragtid, zyn ten einde gebragt. Dit verdrag behelst: dat aan den Drost wordt afgeftaan: „ eerftelyk „ het poiTesfoire, daar onder dan nog niet ,, zal behooren een verbod van nieuw ge„ timmer, fchoon daar by eenig bezit zou„ de mogen worden geallegeerd; ten tvvee„ den het matrimoniele , behoudentlyk dat „ wederzyds parthyen eens zynde zich wel „ aen de Magiftraat van Genemuyden daar ,, over zullen mogen fubmitteren; tender„ den het criminele aan lyf en leven gaan„ de tot bannilfement en confinement in 5, het tugthuis incluys , mits dat daar in „ gevolgt zal worden de Conventie . van „ den 12. Febr. 1583 ; dat wanneer uit K 5 » de (17) Dit laatfte wordt nog herhaald in eene Refol. van R. en St. 3. Mei 1589. Zie ook de ftukken bj Racer, Ged. VI U. 183. en 186. t'SSEI.MKI3 EN,  YSSELMUJ VEN. Cy) Raeerfita V. hl. 2ï2 /o? 267. Zi ook Refo, yan R. en St. 21. Maart, 2c Jun. 1752 15» Apr. «756. 154 Tegenwoordige Staat • „ de genornene informatien van de Magiftraat komt te blyken dat het delict van die „ fwaarte is , dat het den Heere Drofte „ concerneert, tot het aanbrengen of be„ kent maken aan denzelven de Magiftraat „ fal mogen de tyd hebben van vyf dagen, „ dat de boeten echter van overfpel en „ keurbare wonden half en half genoten „ zullen worden, en de procedures dies„ wegens gehouden of gevoert voor de Magiftraat; dat alle andere delicten e„ venveel hoe genaamt niet gaande aan het „ lyf, of daar geen keurbaare wonde con„ curreert, aan" de Magiftraat fullen ver„ blyven , ook die van fimpele fornicatie „ of ontydige byflaap , en die der mom„ beren negligent zynde in het doen van ,s rekeninge ; dat de Magiftraat behouden „ zal het recht van den yk , met den ge„ volge van dien; dat de Drost de boeten „ van ongebungelde honden , in ftads ju„ risdictie te huys hoorende , aan de Ma- giftraat van Genemuyden afftaat; dat j, den Heere Drofte de infpectie der Stads protocollen en de recherche over het niet uittellen van defolate boedel pennin;„ gen zal competeren volgens de ordre van den lande;" terwyl tevens verftaan .werd, dat het dryfgoed, binnen ftads regts- • gebied vallende , aan de Burgemeefteren zoude worden gelaten (y). Het verband van zaken noopte ons het regtsgebied , welk de Regering van Genemuiden heden oeftent , ter dezer plaatze op te geven , op dat men de oude regten met  ran OVERYSSEL 155 met de nieuwen mogte kunnen vergelyken." Thans keeren wy tot Stads lotgevallen terug. ■ • Wy vinden het Blokhuis in den aanvang des jaars 1580. in Spaanfche handen met eenen Drost die over de bezetting het bevel voerde : dan deze gaf het op den agtften van Grasmaand by verdrag over aan Gekommitteerden uit de Staten , die het aanvanglyk door eenige burgers uit Kampen en Zwolle lieten bezetten, terwyl Ridderfchap en Steden terftond aan Zyne Hoogheid en de Algemeene Staten voorfloeger om hetzelve te doen flegten. Dit gefchied. de ten deele, en kort daar na werd eer ander gedeelte door een hoop ftaatsgezinder in brand geftoken; maar een gedeelte bleei nog ftaan tot in den jare 1584, toen hei waarfchynlyk geheellyk is geflegt (18). Ir der (18) Zie Refol. van R. en St. 12 , 13. m $r. I58o. 13. Aug. 1582. 25- Febr. 1584. Van Hattum, Zwolle, III. bl. 202. Een albeeldzel van di Blokhuis is nog op 't Stadhuis te zien. Guicciardm zegt, dat het een vry fraai kafteel was, en dat e altyd eene koninglyke bezetting lag, Belg. dejmpt P. III. p. m. 222. en dit ftrookt wal met het beng van Toe Boecop , die 'er volgens Revii Daventr. p 471. zelve gevanucn gezeten had, welk ons teven leeren zal, wat "de Drost was waar van wy hie melding maakten, als mede van welke foort van regts gebied de Magiftraat voor de uitfpraak van den jar 1579. in bezit was. ,, Nog is hier in 't land , zeg „ hy, een Droft van Gellemuden , dan heeft geei '„ jurisdictie dan alleen op 't blokhuis van Gellemu ,, den over zyne foldaten tusfchen die homeie, da ,, binnen die ftad hebben de Eurgeineefte-rs de dage „ lykfchs, en de hooge juftitie de Droft van Ys „ fe fsSELfflur. t l L : c t 1 ! 1-  YSSELMUIBEN. Van HatmmZwolle,III. bl.277. fa) 7ï«j>>2 Dav. p. 625. (b) Aug. IÓ25- Cc) Sylvius S.-.k van l^aat I. Deel, bl. 2$3. 155 ; Tegenwoordige Staat den jare 1606. fmeedde Spinola nag eenen aanflag om dit fteedje in te nemen , doch dezelve werd gelukkig gefluit (z). Het blykt dat die van Genemuiden in 't jaar 1619. de zyde der Remonftranten hielden, in zo verre zelfs , dat zy hunnen Predikant om zyne tegengeftelde gevoelens de flad deden ruimen (a). In 't jaar 1625. ontftond hier een brand , welke van zo veel belang was, dat de Staten onderftand toeleiden aan de burgers wier huizen daar door waren verteerd (b). De overlevering luidt, dat alle de inwoners, uitgezonderd eene oude vrouw , in 't jaar 1672. op 't naderen van den vyand de Stad verlieten , en niet dan op de bedreiging van 'er anders den brand in te zullen fteken , terug keerden. Zeker is het, dat zy toen door Munftersch volk bezet werd (c), doch men verneemt niet dat zy van hetzelve befchadigd is geworden. Zwaarder ramp trof Genemuiden in den jare 1698, te weten een brand die het grootfte gedeelte der flad , en wel 80 huizen en 51 fchuuren, benevens eenige pakhuizen in de asch leide; en ruim veertig jaren later viel nog een diergelyke voor , die felmuden, die van Gellemuden hebben ook den ,, aantast." Van den Drost van Genemuiden vindt men ook gewag gemaakt op de jaren 1534- en J53öby Van Hattum, Aid. II. bl. 361,, 37'. en op 't jaar 1578. by de Ordonnantie van de'Capitaal Impqfitie in de Refol. van R. en St. 24. Oct. 1578. en laatfteJyk na de flegting Aid. 8. Jul. 1596. toen hem bevolen werd met zyne huisvrouw de Provincie te verlaten.  van OVERYSSEL, 157 die egter het andere einde van de ftraat] trof. In beide gevallen werd door Ridderfchap en Steden aan elk die een huis verloren had , 30 gulden en drie jaar vrydom van 't vuurftedegeld toegelegd (d). Deze elkander zo dra opvolgende toevallen, gev voegd by de omftandigheid dat bykans alle; de huizen met riet of ftroo gedekt zyn *. heeft de verordening veroorzaakt, dat niemand met eene brandende pyp mag op ftraat komen, welke ook nog heden ftiptelyk wordt onderhouden. Tevens heeft men verboden nieuws te bouwen huizen anders dan met pannen te dekken. Uit het gezegde nopens den brand zal men reeds opgemaakt hebben , dat Genemuiden , gelyk meer kleine Reden van Overysfel , niet meer dan ééne ftraat heeft. Het Stadhuis, voor weinige jaren geheel nieuw opgetrokken, maakt veel aanzienlyker vertooning , dan men , naar evenredigheid van die welken de buizen maken , zoude verwagten : en dit moet by eiken aanfchouwer verwondering baren, tot dat hy onderrigt; wordt, dat de openbare kas van dit fteedje beter voorzien is, dan waarfchynlyk die van eenige andere Stad dezer Provincie. De rykdom dezer kas is yoornamelyk toe te fchryven aan het veer over 't Zwarte-water , welk de Stad , gelyk gezegd is, zedert de veertiende eeuw in bezit had, en aan de Stads weiden , op welken ieder groot-burger , tegen zekere betaling , vier of vyf koeien mag dryven. Nadien deze betaling in evenredigheid met het 'SSELMUr* >XN< Vefol. V. I. en St. II. Oct. «<;3. I9« ful. 1741*  YSSELMUl DEN. I I ] J 1 ] ( 158 Tegenwoordige Staat ■ het genot gering is, maakt dit dat velen uit het rundvee een gedeelte van hun onderhoud trekken; vooral dewyl deze weide , zo wel als een aantal landen van byzonderen eigendom hieromftreeks, buiten dyks liggen en door de klei , welke de aflopende zee agterlaat, zeer veel vrugtbaarheid ontvangen, waar van het uitmuntende hooi, welk jaarlyks van hier naar Holland en elders verbragt wordt, getuigenis kan geven. Het veer geeft ook eenig vertier , uit hoofde dat het fteedje in den gewonen weg ligt die van Vollenhove zo naar Kampen als naar Zwolle gaat, met welke twee laatstgemelde plaatzen hetzelve, van ieder drie uuren gaans afgelegen , eenen bykans gelykzydigen driehoek vormt. Dok heeft het met beiden eene gereede 2[emeenfchap door middel der trekvaarten dië bot Maftebroek doorfnyden. Van Stads ïerieflykheden fprekende , moeten wy ook sene 'zeer bekwame haven niet verbyzien, lie in het Zwarte-water uitloopt; nog minier dat hare ligging aan den mond van desen ftroom zeer gefchikt is tot de visfche•y, welke haar meermaals met nabuurige )laatzenin gefchillen heeft ingewikkeld (19). Alle (19) Zie over deze'gefchiüe!) met Zwartfluis, Real. van R. en St. ix. Oct. 1779. 9. Maart, 5. Apr. [780. met die van Barsbeke, Aid. 18. Maart 1636. EN. Ce"> lacer.Ged.' fl. bl. 12 3> 33, 138. Cf) /an 18. Ipr. ipjo»1  i6z Tegenwoordige Staat YSSELMU. DEN. -ne andere, Waterftein geheten, ten noordwesten van 't fteedje ligt; en wy vinden aangeteekend , dat een verfchil over de grensfcheiding tusfchen dezelven en dat fteedje in 't jaar 1691. is ten einde gebragt (21). Eene derde noordwaards aan Asfchet grenzende buurfchap is onder den naam van de Veneryte bekend, dien zy van eene kleine uitwatering, welke naar de zee loopt , ontleent. Buiten den Ysfel-dyk, die den Polder van Maftebroek helpt influiten, en wel tusfchen de Veneryter-zyl en Genemuiden, vindt men nog een klein poldertje, Ooftermate geheten, het welke , volgens de Regifters der Uitzetting, niet meer dan 167 en een' hal ven margen bedraagt en alleen door eene kade of zomer-dyk voor 't water befchut wordt. Deze dyk ftaat egter ook onder eene fchouw , tot welke de Magiftraat van Kampen uit haar midden eenen Dykgraaf noemt , terwyl de Erfgenamen drie Heimraden kiezen, en wel, volgens de gewoonte, eenen binnen en twee buiten de ftad woonagtig. Ma- (21) Zie Refol. van R. en St. t. Oct. 1691. Ter gelegenheid eener merkwaardige regtspleeging, door den Drost van Ysfelmuiden in 1602. te Genemuiden met Schepenen gehouden, vind: men de volgende aanteekening. „ Nota de Schulte van Iffel„ muiden ende huyfluyden hebben 't gerichte helpen „ ftarcken: Dan de huyfluiden van Alfchet ende " Waterfteyn alleen 't gerichte opgerichte!;" Racer Ged. VI. bl. 174.  van OVERYSSEL. 163 Majlebroeh De tot hier toe befchreven Schoutampten van 't Drostampt van Ysfelmuiden , een gedeelte van de Vryheid (22) en van 't Kerfpel van Zwolle , waar van in een voorgaand deel (g), als mede Vekaten waar vart hier boven (h) is gefproken, en een gedeelte van 't Hoogfchoutampt van Hasfelt, welk ons naderhand zal bezig houden , behooreh allen onder dezen Polder, welke, fchoon ten aanzien van den regtsdwang verdeeld , als een enkel ligchaam zyne byzondere huishouding heeft, en in die hoedanigheid in dit werk eene afzonderlyke plaats vordert, die wy oordeelen niet gevoeglyker dan hier te kunnen kiezem Welke de ftaat van deze ftreek lands voor de indyking geweest zy, is in de oudheid bedolven. Zelfs is het niet voor het jaaf 1330, ter gelegenheid van eenen twist die over het bedyken ontftond , dat wy voor de eerfte maal den naam van Maftebroek (23) ontmoeten (i); en deze is ons, voor dat de indyking werkelyk voortgang had, nog maar eens daar boven voorgekoL % men, (?2) Plet gene onder de Vryheid behoort bepaalt zig tot ettelyke huizen aan den Zwarte-watersdyk. (23) Bruman wil, dat het dus zoude genaamd zyn naar een bosch van mast hoornen, welk daar in oude tyden zoude gedaan hebben ; Dumbar Anal. II. f>. 133. doch wy weten niet of hy hier eenig gezag voor had. Als men aan de verbeelding in 't gisfen den teugel viert, kan men afleidingen van alle eigen namen vinden, fSSELMUTJEN. CiO [II. Deel, H. 537» . CO bl. i3S' , (V I. Deel , bl. 86.  164 Tegenwoordige Staat YSSELMUl DEN. CO III. Deelj M. 543. -men , te weten op 't jaar 1349, toeri de Heeren van Voorst daar , gelyk elders verhaalt is, zulke aanzienlyke voorregten bedongen (k). Over de omftandigheden welken deze indyking, die in 't jaar 1364. volbragt werd , verzelden , is boven , by meer dan eene gelegenheid, genoeg gezegd. Alleenlyk voegen wy 'er hier by, dat de bedykte grond, volgens eene meting in 't zelfde jaar gedaan, bevonden werd groot te zyn 6927 margen , 1 hont, en 59 roeden (24). Naderhand zyn 'er herhaatdelyk nieuwe opmetingen gedaan , by welken een kleiner aantal van margens is uitgekomen ; het welke niet voor vreemd behoeft gehouden te worden , als men in aanmerking neemt, dat alleen de grond zonder het water gemeten werd , dat het doorbreken van dyken van tyd tot tyd nieuwe kolken voortbrengt, en dat een grond die uit veen beftaat, hoe zeer ook het uitvenen moge verboden zyn, egter zonder twyffel door de bewoners zeiven tot brand wordt aangewend. Toen de ïaat- (24^ Zie I. Deel, bl. 99. II. Deel, bl. 4*. en III. Deel, bl. 415. In de eerfte dezer plaatzeu volgden wy in de begrooting van 't bsdykte land de aanteekening van Buchelius ad Hed. p. 256". wiens misflag met die van anderen opgemerkt is door Meunen Aentek. op de Poè'zy bl. 819 , die 'er vervolgens byvoegt, dat hein uit een oud gefchreven boek, eertyds den Monniken van het Kloofter der Regulieren van Auguftyn te Albergen toebehoorende , gebleken was, dat de Maftebroeker weiden in 43 Blokken ofKavelingen gedeeld waren, en die ook in de begrooting van 't margen-tal na genoeg overeenftemt met Dumbar Anal. II. p. 300. dien wy hier gevolgd hebben.  van OVERYSSEL. i6$ laatfte meting gefchiedde was het uitvenen van de Koekkoekslanden al eenigen tyd aan de gang geweest. By de eerfte en tweede dezer nader metingen die in de jaren 1533. en 1651. voorvielen, vond men maar ruim 6638. margen (25). De laatfte, in 't jaar 1774. gedaan , zullen wy ftukswyze opgeven , na vooraf aangemerkt te hebben, dat de Polder hedendaagsch buiter 's Heerenbroek in 17 Blokken of Slagen verdeeld is, welker namen men hier zal vinden. Margen Hont Roed. ï. Voorfter Slag - 602 4 62i 2. Millinger-bruggen Slag met het Stads broek - - 333 5 5 3. Jutjes Ryte - 317 5 25 4. Hooge-bruggen Slag 277 1 50 5. Kamper - wetering Slag - - 332 3 5° 6. Diezer Slag - - 297 1 50 7. Hasfeler Slag - 267 4 8. Ysfelmuider Slag - 335 2 9. Lammigjes huis - 339 ï 3103 4~| 87Ï L 3 10 (25) In een fraai ouder ons berustend handfchrift, ten titel voerende. ,, Dat Roedental van Maften,, broick," vindt men bet volgende verflag van de maten by de meting in 1533. en om dien tyd gebruikt , bet welke wy bier ter opheldering mede deelen : ir Duim maken een' Voet; 16 voet eene Roede , ico roeden een Hont; 6 hont een Margen : een Schagt, daar men wegen en weteringen mede meet, is 19 voet. r"SSELMUIBEN.  166 Tegenwoordige Staat VKN. } }'rtfwga by Dumbar, An. III. p *3I« Margen Hont Roed, 3103 4 87§ 10. Hasfeler Blok - - 318 11. Marcelis Slag » 323 1 12. Zwynleger - - 350 3 75 13. Groote Blok of Koekkoek - - 586 3 75 14. Kromme-ftegen Slag 471 2 15. Harenloër Slag - 323 3 50 1 f5. Laramigjes brug - 159 3 75 17. Het Midden-blok - 300 2 18. 's Heeren-broek of Zyne Keizerlyke Majefteits landen - 672 1 42 [n 't geheel - - 6609 2 41 De dyken, door welken al dit land wordt ingefloten , zyn , ten ooften de Zwartewaters-dyk , ten zuiden de Stouw-dyk , fchietende van 't Frankhuis tot aan 't Zalliker veer , ten westen de Ysfeldyk, ten noorden de Zeedyk. Wy kunnen niet zeggen hoe fterk het bewoond geweest zy voor en in den jare 1580, toen zo de Steedjes ais de byzondere hoeven meestal door het itaatfche krygsvolk werden afgebrand , om dat de boeren den Spanjaard begunftigden en een' burgemeefters zoon met verfcheiden andere burgers van Kampen , die van de tegenftelde party waren, vermoord hadden (1) : maar tegenwoordig telt men ser omftreeks vierhonderd huizen, de geheele Stad Wilfem mede daar onder gerekend zynde, doch zonder te letten op de  van OVERYSSEL. 167 de hutten der turftrekkers, die inzonder-1 heid in het Blok van de Koekkoek , ze-1 dert dat het uitvenen daar begonnen is, de bevolking van dezen Polder raerkelyk hebben vermeerderd. Het begin dier uitvening is nog niet van oude dagteekening. In 't midden der nu gefloten eeuw is dezelve nog uitdruklyk by Publikatie, zo voor het Maftebroek als voor Kamperveen, verboden (m~): dan niet lang daar na, en wel in 't jaar 1756, is dezelve ten opzigte van de Koekkoeks landen , maar niet verder , toegeftaan , en na verloop van tien jaren werd de uitvoer van de hier gemaakte turf, op den zelfden voet als die van andere ftreken der Provincie , met eenen tol of impost belast (26). Na verloop van eenigen tyd zogten ettelyke ingelanden nog van de Staten oorlof te verwerven, om de flooten door geheel Maftebroek, voor zo verre het veen bevattede , te mogen verbreeden en het afgegravene tot turf te maken: een ontwerp , waar van wy, dewyl het van de hand gewezen werd , geene melding zouden maken, indien het niet aanleiding gegeven had tot een omftandig berigt van Steden en Vroeden , waar by het verderflyke daar van wordt aangetoond , en het welke niemand , die in dezen Polder belang ftelt, zonder vrugt zal lezen (n). L 4 No- (26) Zie Refol. van R. en St. 8. Apr. 1755. Puhlik. 16. Aug. 1766. Van deze Koekkoekslanden is eene byzondere kaart voor handen. Zie Rej'rf. van R. en St. 14. Apr. 1766. 'SSELMUtlEN. /an tl. afi» Maart '751. .Cr,) Zie Refol. van R. en Sf. 25, 29. Oct. 1785.  YSSELMUL DEN. 168 Tegenwoordige Staat Nopens de bewerking van het veen hier ter plaatze valt niets byzonders te zeggen, nademaal zy de zelfde is met die welke in h Kwartier van Vollenhove en in de Provinciën van Holland en Friesland wordt in agt genomen : doch wat de hoeveelheid van de turf, die 'er gemaakt wordt, betreffe , is ons voor ettelyke jaren van goederhand berigt toegekomen , volgens het welke men rekenen mag , dat 'er jaar door jaar van 34 tot 38 duizend roeden turf gegraven worden, en dat ieder roede van 8 tot 12, honderd fponturven, naar mate dezelven meer of minder groot zyn, uitlevert. Het grootfte gedeelte wordt naar Holland uitgevoerd. De ftreken die behalven het aangeftoken Koekkoeks blok veen bevatten zyn vocrnamelyk de daar naast gelegen Marcelis en Kromme-ftegen Slagen. De grond van Maftebroek is doorgaans laag, en vele byzondere ingelanden gebruiken kleine water-molentjes om hunne landen droog te malen; want algemeene molens, hoedanigen in andere'polders door de gezamentlyke ingelanden onderhouden worden , zyn hier thans niet meer te vinden. In vroeger dagen egter zyn 'er zulken geweest : maar dewyl zy , gelyk men verhaalt , kwalyk ingerigt en daar door van geene genoegzame uitwerking waren, heeft men dezelven afgebroken of laten vervallen. Laag zynde beftaat het dan ook byna geheel uit weide-land. In 's Heeren-broek ziet men nog eenig bouwland ; als mede in 't Kerfpel van Ysfelmuiden ; doch hier is  van OVERYSSEL. 169 És een groot gedeelte tot moestuinen aangelegd, velen van welken aan burgers van Kampen toebehooren, terwyl ook de overigen vooral dienen om die Stad te fpyzen. Op zulken grond wordt behalven koorn ook hier en daar eenige hennip geteeld. De hoogfte en tevens de beste weidelanden moet men in de Voorfter en Millinger-bruggen Slagen zoeken, en dezen worden vooral tot het vet weiden van rundvee aangewend. De huislieden leggen zig fterk toe op 't kernen van boter , die hier eenen voornamen tak van uitvoer geeft: en dit heeft ten gevolge dat men er velt verkens mest, om zig de kernemelk ter nutte te maken , terwyl men weinig kal veren ter markt brengt, aan welken mer niet verkiest de zoete melk te hefteden Het fterk beweiden is de oorzaak, da uit de binnenlanden weinig hooi naar elder: vervoerd wordt. Alleen verdient 's Hee ren-broek in dit opzigt eenige uitzondering De flegtfte gronden , die men hier rusch landen noemt, blyven onbeteeld en onbe weid liggen. Zy dragen dezen naam on dat zy rufchen of biezen voortbrengen , dn om het andere jaar afgemaaid , en niet al leen door de boeren , maar ook door d ingezetenen van Rampen en de omgelegei kleine Steden , tot matten verwerkt wor den. Deze matten , waar onder ook fyn matten te rekenen zyn, houden vele han den bezig. Het huishoudelyke beftier van den Pol der is in handen der Vergadering van üt« L 5 dc ITSSEÏ.MUI; 3EN. 1 [ | 1  YSSEtMUI DIN. Ziel.Deel bl. 195' Cf) Ref- van h in St. 10. Apr. 173: 170 Tegenwoordige Staat den en Vroeden , beftaande uit den Landrentmeefter van Zalland , die dezelve uitfchryft en daarby voorzit, vier Burgemeesters van Kampen, vier Burgemeefters van Zwolle, den Schout van Zwolle en Zwoller-kerfpel, twee Burgemeefters van Hasfelt, twee Burgemeefters van Genemuiden, en vier Sekretarisfen , eenen uit ieder der vier genoemde Steden. Deze optelling geeft niets aan de hand welk aan de benaming van Vroeden kan beantwoorden, maar toont duidelyk genoeg , dat die .Vergadering eertyds op eene andere wyze was zamengefteld. Dit was zy niet alleen oorfpronglyk en by de invoering van het Dykregt (o), maar nog wel twee eeuwen daar 'na, want in ettelyke van derzelver aan ons medegedeelde oude Refolutim vonden wy op den 1. Mei 1587 , gewaagd van eene Vergadering van den „ Rentmeefter „ van Zalland , Gedeputeerden der Steden „ Kampen en Zwolle , fampt de gemeine „ Erfgenamen en Osfeweiders 's lands van „ Maftebroek:" doch by mangel van meer ftukken, die in dit onderwerp zouden kunnen toelichten , zyn wy buiten ftaat om nopens het hoe en het wanneer der ingevoerde verandering eenig berigt te geven. Dit weten wy, dat de Heer van Werkeren nog in later tyd aanfpraak gemaakt heeft op zitting in deze Vergadering (p), 'maar dat men geweigerd heeft hem toe te •laten. Uit de zelfde oude Refolutim vernemen wy, dat de fchattingen hier voormaals door ver-  yan OVERYSSEL. 171 verfcheiden ontvangers werden opgebeurd :J want men leest daar op den 6. en 7. April 1591. eerst, dat de ontvangers van de fchansgelden (q) van ;eder Kwartier, als van Kampen, Zwolle én Hasfelt, rekening;gedaan\ hadden; en vervolgens , by de bepaling van: de uitzetting, „dat die ontvangers der Ste„ den Campen, Zwolle , Hasfelt en Gene„ muiden die bluckinge der landen eentfa„ mentlyk" zouden doen. Tegenwoordig is 3ér niet meer dan één Ontvanger van Maftebroek , die door Steden en Vroeden wordt aangefteld (27), en dieeenafzonderlyk komptoir heeft, waar uit de penningen niet in dat van eenen der Generale Ontvangers overgaan (28): doch deszelfs ampt is, zo wy meenen , niet ouder dan van 't jaar 1600, toen Frans Jorriens daar toe werd aangefteld ; en wy vinden aangeteekend , dat dezelve in den beginne niet anders dan de Verponding ontving , terwyl de Kontributie aan den Ontvanger van Zalland betaald werd, en niet voor 't jaar 1636. mede in handen van dien van Maftebroek is gekomen (r). Het berigtfchrift, waar op deze wordt aangefteld, is niet ouder dan van het jaar 1752. (>9> tiet (27) Dit was reeds aangemerkt III- Deel, bl. 39en is ook nu wederom in gebruik, fchoon de Prinfesfe Gouvernante in 't jaar 1752- eenü aanltelltng gedaan had, die ook was geëerbiedigd. (38) Zie III. D. bl. 18. en over de Kontnbutie van Zallik boven bl. 232. not. 90. (29) De Inftructie is vastgefteld by Refol. van R. en St. 12 Apr. 175?. en te vinden in de iV»f«/. W Gedep. 5. Apr. 1752.- SSELMVI. EN. :ie II. >eel, bl. 43- Cr) Rapport in de Refol. v. li. en St. 19.Oct.  YiJELMUI 11 SS. CO Zie RefiA yan R- en til. 5- Aug 172 Tegenwoordige Staat Het onmiddelyk toezigt over den Polder ftaat aan den Bewaarder van Maftebroek , die eenen Vice-bewaarder onder zig heeft; en daar boven is over ieder Blok of Slag een BJokgreve gefteld, wiens post het is met twee door hem zeiven te kiezen Heimraden de flooten te fchouwen. In 's Heerenbroek , waar geen Blokgreve is, gefchiedt deze fchouw door den Landrentmeefter. In handen van dezen Rentmeefter, die hier in vele opzigten den Heer van den Lande fchynt te vertegenwoordigen, werd ai van ouds de eed afgelegd door den Dyk? graaf van Maftebroek, die met vier Heimraden en eenen Dykfchryver, welken laatften hy, doch alleen voor den tyd zyner eigen bediening, zelve aanftelt, den dykftoel uitmaakt. De begeving van het Dykgraaffchap ftond ook van ouds aan de Steden Kampen en Zwolle (s) , en ten gevolge daarvan wordt hetzelve beurtelings van twee 'tot twee jaren door eenen Burgemeefter , dan van Kampen, en dan van Zwolle, bekleed. De Magiftraten dezer twee Steden zenden ook ieder eenen Heimraad , en de gewoonte brengt mede , dat men te Kampen daar toe altyd den jongften Burgemeester , en te Zwolle den jongften der Raden benoemt. Ook ftaat de aanftelling der twee ftalmeefters, of boden die den ftoel bedienen , aan beide Steden. De derde Heimraad komt namens 't Kerfpel van Zwolle, en wordt door en uit de Gezworen Gemeente om de twee jaren gekoren. De vier-  van OVERYSSEL. 173 vierde eindelyk is een uit de Erfgenamenvan Ysfelmuiden , die voor zyn leven in1 bediening blyft. Allen worden zy door den Dykgraaf, by den aanvang der Schouw, op den dyk in eed genomen. Deze Dykftoel doet de Schouw over de dyken , ftegen of wegen (30), weteringen en zeegravens, gelyk wy dit mede omtrent de Zallandfche Schouw nebben aangemerkt. Wat de dyken aanga, neemt de Maftebroeker Schouw haren aanvang waar de Zallandfche eindigt , dat is beneden den Kolk van Uterwyk tusfchen Wilfem en Kampen. By deze ftad wordt zy , gelyk by een vroeger gelegenheid gezegd is (t), 1 voor een klein eind weegs afgebroken ,| maar loopt vervolgens over den Ysfeldyk' tot aan de zee en verder over alle de dy-j ken die den Polder influiten en ftraks reeds zyn opgenoemd. De weteringen zyn vier in getal, de Oude en de Nieuwe , die uit de nabuurfchap van Zwolle in evenwydige lynen naar den zee-kant zig uitftrekken, de Bisfchops Wetering, en eene dwarswetering, welke de vorigen doorfnydt en in onderfcheiden ftreken verfchillende be- na- (30) Onzes wetens gebruikt men het woord Steeg in Holland thans alleen van enge ftraatjes binnen de Steden of dorpen, In Overysfel is dit woord ook zeer gemeen ten .platten lande, en beteekent daar niet anders dan een' weg: doorgaans egter een' weg die tusfchen beteelde landeryen doorloopt, en niet die door 't epen' veld gaat In Maftebroek dragen alle wegen dien naam. Over de oorfpronglyke beteekenis van Steeg en Straat 21e L. ten Kate Atnleid, I, Deel, bl. 229. 'SSELMUT. >EN. co It. Deel, 1. 412. tot. 16. en lefol. van X,mSt.%i. •lei 1703.  VsSEI.MU. BEN. „- rO 7.k IH. ■l>eti, b). c-o T!v Racer Ged. Vil. W. 240. 174 Tegenwoordige Staat ■namingen aanneemt. Allen zyn zy voor trekfchuiten , die egter in groote de Hollandfchen op verre na niet evennaren, en voor andere kleine vaartuigen bruikbaar, en zy loozen haar water door zes groote zylen of fluizen: de Oude, de middenite der drie eerstgenoemden, ten noorden door de Veneryter-zyl in zee, en ten zuiden door de Rademakers-zyl in 't Zwarte-water: de Nieuwe, ten ooften der voorgaande , door de Genemuider-zyl, by 't fteedje van dien naam , in 't Zwarte-water: de Bisfchops-wetering, ten westen van de Oude, door de Lutter-zyl in de ooftelykfte der uitwateringen van den Ysfel, het Grafhoriter diep (u) : de dwars-wetering aan den oostkant door de Hasfeler-zyl, by de Stad Hasfelt, in 't Zwarte-water, en aan de west-zyde door de Kamper-zyl, regt tegen over de Stad Kampen, in den Ysfel. Het is deze wetering die het onderwerp uitmaakt van zekeren verdrags brief tusfchen Bisfchop Floris en laatstgemelde ftad van den jare 138r. Cv), doch waar van het affchrift te gebrekkig is, om 'er veel lichts uit te trekken. Alleen ziet men 'er uit, dat de Kamper-zyl toen nog niet in wezen was , en dat die van Kaïnpen geene opening daar ter plaatze in den dyk maken mogten, buiten toeftemming, en van den Utrechtfchen Kerkvoogd , en van de Marckgenoten, gelyk de Erfgenamen daar gebeten worden (31), van den Polder. Wy zeiden dat (31) Pufendorf Obf. jur. Univ. tem. II. obf. 60.  II Mn OVERYSSEL; 17S ; dat de onderfcheiden deelen dezer dwars-' ; wetering onderfcheiden namen dragen : zy' I heet namelyk van Kampen tot aan de brug van Oofterhout, de Trekvaart , van daar tot aan de Bisfchops-wetering noemt men haar Kamper-wetering , verder tot aan de Nieuwe-wetering heeft zy, om dat ze langs de kerk loopt, den naam van Kerk-wetei ring, en eindelyk van daar tot aan den Hasfeler-dyk dien van Hasfeler-wetering. 1 Behalven deze weteringen is 'er nog eene J uitwatering , die niet door den Dykftoel, i maar alleen door eenen Kameraar van Zwolij le, gefchouwd wordt, en de Stads graven i geheten wordt. Zy loopt lang ftads broek I door het Millinger.bruggen Slag en ontdoet 4 zig van haar water in twee Weteringen, I de Oude en de Nieuwe. Tusfchen de twee I groote Sluizen by Genemuiden en Hasfelt 1 ligt ook nog eene kleine , onder de benai ming van 't Stikkendregts-zyltje bekend: 1 dan dit dient blootelyk tot eene waterlooI zing voor ettelyke landen in het Kromme1 ftegen Slag, en wordt door de eigenaren I dier landen afzonderlyk onderhouden, zo | dat het tot de algemeene huishouding gee1 ne betrekking heeft. Tot de visfchery in i alle deze wateren is ieder beregtigd die ten t minften vier margen lands bezit, mits deI zelve gefchiede met eene zegen, want alle ander vischtuig is 'er verboden. Het j. 2. & 3. zoekt deze woorden van elkander te ondeifcheiden, fchoon hy zelve dü onzekerheid van aulks ouderfcheidingen erkent. fSSELMUl-,  17Ó Tegenwoordige Staat YSSELMUI DEft- rw) Ziel Deel bl. 113. fx5 Om^A. 'tbis/l yai Verent. !I D.bl.58. Cy) III. Deel, bl. 538. CO II. Deel, bl. 105. Ca) Refel. van A. en St. ai« Apr. 1648. 18 Apr. i(34y - Het Dyk-regt van 't welke men zig by deze Schouw bedient (w), is eene verzameling van keuren in onderfcheiden tyden 'beraamd, waar van de oudfte met dagteekening voorzien 't jaartal 1390. aan "t hoofd draagt, en welken in den jare 1567 , zonder dat men weet door wien óf op welk gezag , zyn verzameld , eh wel zonder dat de verzamelaar eenige orde, het zy ten aanzien van den tyd het zy ten aanzien van de ftoffe, heeft in agt genomen. Een affchrift hier van berust ter Griffie van de Provincie , en vele anderen zyn in byzondere handen, één van welken ruim dertig jaar verleden , in handen geraakte van Fr. E. a Pufendorf, die er zyne Obfervationes juris Univerfi mede heeft verdikt , zonder 'er eenige opheldering by te voegen , of 'er in zyne opmerkingen , zo 't ons voorkwam, eenig gebruik van te maken. Wanneer dit Dykregt zwygt , neemt men toevlugt tot het Zallandfche. CKTer de Kerk van Maftebroek , die in den ,hoek ftaat, welken de oude en de dwarswetering te zamen vormen, en wier oude töeftand elders befchreven is (x), hadden wy al vroeger gelegenheid het voornaamfte te zeggen (y). Hare inkomften zyn onder 't Rentampt der Paftory- goederen gebragt (z~), en toen dezelve in den jare 1648. groote verbetering behoefde, gefchiedde dezelve grootendeels ten koste van de Provincie Ca). Men vindt 'er wel ettelyke Roomsch katholyken ; doch zy hebben geene Statie : en .andere gezindheden zyn hier niet. Schout*  van O VERYSSËL. 177 Y Schoutampt van Kamperveen. u Thans naar den flinker oever des Ysfels overftekende bevinden wy ons in Kamper, veen , het welke tusfchen de Vryheid van Kampen, de Heerlykheid Zallik en de Veluwe ligt ingefloten. De oudheden van dit ampt zyn dermate met die der genoemde Heerlykheid, welke het onderwerp van een gedeelte des voorgaanden Hoofdftuks uitmaken , verbonden, dat wy, om in geene herhaling te vervallen, het nodig oordeelden daar ter plaatze beiden tevens te behandelen. Wy zagen daar, dat het in 't midden der vyftiende eeuw onder eenen afzonderlyken Schout ftond (b), en reeds „ vroeger hadden wy opgemerkt, dat heti vervolgens by het Schoutampt der ftad Kampen werd ingelyfd, doch dat het in den jare 1613. daar van wederom is afgefcheiden (c). Het eenige derhalven, welk hier voor ons te doen overfchiet, beftaatl daar in, dat wy beknopte-lyk den huidigens toeftand dezes Schoutampts opgeven. De grond van hetzelve is doorgaans zeer laag en ten deele veenagtig. Men ziet 'er bykans niets dan weideland, en geene huislieden dan die uit het rundvee hun beftaan trekken. De overtollige mest, welke dat vee geeft , ftrekt hun tot brandftoffe, dewyl het hout bier zeer fchaars is, en op het uitveenen gelyk wy by Maftebroek zeiden , verbod ligt. Zy doormengen dezelve met lagen van riet, welk hier overvloedig groeit, en vereischt wordt om de geM droog- ;sïtitiui-„ is, oven bit [I. DeeJ, !. 37°- en  ysnttMui- c«v. Voyage en Esp. Jai ten 17-7. & Ï778. (par Mr. Peyron) tom. Lp. 140. Ce) Boven bl. 124.not.81. cn Dumbar Devent. I. bl. f,53. Lindebom Episc. Dav. tap. 6. §.6. (32) Aan deze kerk zyn de paffory- en vikary-goederen te gelyk met aan die van Zallik terug gegeven. 17 & Tegenwoordige Staat droogde mest, in de gedaante van turven geftoken, te doen zamen hegten. Het selfde gebruik vindt men in andere buurten hieromftreeks, en daar de zelfde behoeften , gepaard met de zelfde foort van middelen , natuurlyker wyze de zelfde uitwerkzelen voortbrengen, behoeft men het niet vreemd te agten , dat het mede op verfcheiden plaatzen in Spanje wordt aangetroffen (d). Op het hoogfte gedeelte des ampts ligt de Havezate Wittenftein , by de elders gemelde (e) Gelderfche gragt. Van de oude kerk, die aan den -H. Nikolaas toegewyd was en onder het Kapittel van Deventer ftond (J7) is niets meer in wezen dan de muuren met den toren. Toen dezelve in 't midden der nu afgelopen eeuw ingeftort was , bouwde men eene nieuwe óp eenigen afftand van daar by het huis van den Predikant. Deze wordt door den ouden en tydelyken Kerkenraad beroepen, uit een drietal, welk alleen door den laatften wordt gemaakt (32). De dykftoel van Kamperveen, door welken de dyken en ook de wegen en weteringen gefchouwd worden, beftaat uit een' Burgemeefter van Kampen als Dykgraaf, die thans om de twee jaren door de Magiftraat wordt aangefteld, en vyf Heimraden uit de Erfgenamen , drie van welken in de Stad en de twee anderen in het fchoutampt moeten woonagtig zyn. In een oud ftuk,  vm O VERYSSEL. 179 ftuk, doch welks jaartal onbekend Is, vindt men den oorfprong dezer inrigting met de volgende woorden opgegeven. „ In manieren nabefchreven fyn overdragen die Erfgenamen van Campervene, dat fie in 't eerfte bidden die Raedt van „ Campen dat fie hem fetten jairlix eenen „ Dyckgreve uth den Raede die op ten „ vene geërvet is en dat jair ghien Sche„ pen en is, en dat hem die Raedt fette „ en kiefe vyff heymraeden, drie van den „ Erffgen. binnen Campen, unde twee die „ geërvet finnen op het Vene buiten Carn„ pen wonende , ende die Schepen fullen „ den Dyckgreve eeden, ende die Dyck„ greve voirt den heymraeden in fulckei „ formen als in 't laafte des bueks befchre„ ven ftaet. „ Item t' eindes een. jair fullen die Sche„ penen eenen nyen Dyckgreve fetten uth „ den Raedt als voorf. Ende die nyen „ Dyckgreve mit den olden Dyckgreven „ ende heymraeden fullen kiefen ende fet, „ ten vyf nye heymraeden , drie van den „ Erfgen. binnen Campen ende twee bui„ ten Campen die op 't vene geërvet fin„ nen, unde die fal men eden ais voorf 3, is. Deffe averdracht twee jairen te duu„ ren op der Erfgen. verzoek en verbe» teren (33). M 2 l'i (33)-Dit ftuk voert den volgenden titel. „ Dat Dvckrecht van Campervene unde fyn toebehoir " uvth den Principael Dyckboek ghefchreven unt famengebracht Ao. Dni 15S2." Htt berust ter UEN.  ito Tegenwoordige Staat yssslmui' i>en. By deze gelegenheid teekenen wy aan, dat hier, volgens 't verhaal van Toe Boecop, in den jare 1478. over den enk door dc kolken een dyk gelegd is, die tot aan den zogenaamden zwarten dyk fchiet, en waar van de onkofren half door de Stad Kampen en half door de Erfgenamen van Kamperveen zyn betaald. Beneden Kamperveen behoort alles onder den regtsdwang der Stad Kampen, en ten gevolge daar van gefchieden 'er alle dé Schouwen door leden uit Stads Regering. Deze Schouwen zyn te menigvuldig in getal om hier opgenoemd te worden. Doorgaans is de Dykgraaf een Raadsperfoon en zyn de Heimraden Leden der Gezworen Gemeente. Ens. Hy , die den Ysfel of het Zwarte-water afzakkende deze. plaats begeerde te bezoe- ' ken, Sskretary van Kampen en is ook te lezen in liet Roek van Dykregten ter provinciale Griffie. Uit den inhoud van iets, welk op het medegedeelde volgt, blykt zeker dat het ouder is dan 1567: doch wy denken dat het nieikelyk ouder zyn moet, om dat 'er de boeten by olde vleemfchen berekend worden. Zonder te durven bepalen wanneer men in deze ftreken, met die munt hebbe begonnen en opgehouden terekenen , zullen wy aanmerken , dat in de Willekeuren van Grafhorst van 't jaar 1417. by Racer Ge~ denkfl. VI. bl. 287. het Pond op drie olde vleemjcbe grote gefchat wordt, en dat men in eenen Zwolfchen brief van 1440. by van Hattum Zwolle V bl. 112. aan de Priefters voor zekeren dienst eenen halven vlemjchen groeten toeleide.  van OVERYSSEL. 181 ken, kon zyne bevelen aan den Huurman**" met de woorden van den Romeinfchen dig-D1" ter geven. Pone me pigris ubi nulla campis Arbor seftiva recreatur aura: want zy ftaat te zeer onder de overheerfching van Neptunus en iEolus, dan dat de rustminnende Pomona verkiezen zoude zig daar te onthouden. Men vindt naauwlyks een heefter, veel min opgefchoten boomen, in dit onzalig oord. Onzalig ? Neen 1 De vereeniging van wysheid en goedheid , die de inrigting van al het gefchapene kenmerkt , fchynt ons vooral daarin des menfehen aandagt en dankbaarheid te mogen opwekken > dat geen oord onzalig voor den inboorling op de oppervlakte van onzen aardbol is te vinden. De Groenlander zal niet zo zeer de langduurige afwezigheid der zonneftralen voor zig zeiven beklagen , als het ondraaglyk lot van hun op wier hoofden dezelven loodregt nederfenieten, weinig vermoedende dat de verzengde bewoner van Loango niet zonder afgryzen zyne berookte hut zoude hooren befchryven. Beiden zyn onkundig nopens de mengeling van verdrietelykheden en genietingen aan des anderen toeftand verbonden : maar de bewoner van Schokland is niet genoeg van het vaste land afgezonderd , om niet telkens zynen toeftand met dien van anderen te kunnen vergelyken; hy veilt wyd en zyd zyne visch , en voorziet zig te Kampen van zyne Behoeften ; hy befchouwt van naby de le? M 3 vens- ELMUI-  Y«SELMU Oen. . 182 Tegenwoordige Staat -venswyze der zulken die zynen ftaat als een ballingfchap buiten 'de wereld aanmerken ; en egter, zegt men, is hy ten fterkften gehegt aan eenen geboorte - grond , die eeuwen herwaards zyn beftaan met de Elementen betwist heeft, en nog niet dan met groote moeite tegen derzelver woede wordt befcherrnd. De oude hiftorie van Schokland is duifter. Dit komt ons hoogstwaarfchynlyk voor, dat het te voren met Urk, niet meer dan één eiland heeft uitgemaakt , en dat dit eiland in nog vroeger tyden aan Overysfel heeft vastgezeten. De visfchers vertellen, dat 'er nog tusfchen de twee genoemde eilandjes een plaats in zee is, welke zy vermyden moeten, om dat 'er de netten vastraken ; deze plaats noemen zy de nagel, en een oude overlevering voegt 'er by, dat het water hier eene oude Stad bedekt. Indien wy nog eenige gi?fing by de menigvuldigen, die voor ons gemaakt zyn, voegen wilden, Zouden wy vragen, of dit woord nagel niet wel eene verbastering van den naam van 't oude Navalia zyn konde, welk toch doorgaans door de geleerden hieromftreeks wordt geplaatst. Wat hier van zy , de oude eenheid van Urk en Schokland fchynt ook daar uit te blyken , dat het laatfte niet dan in jonger tyd een' afzonderlyken naam heeft gekregen. Wy doelen hier niet op den naam van Schokland, die nog jonger is, maar op die van Emelwairde, thans in Emmeloord ^erwandeid, welke, fchoon thans maar het Hol-  yan OVER Y SS EL. 183 Hcllandfche gedeelte alleen aanduidende, te^ voren , onzes inziens, die van 't geheele1 tegenwoordige eilandje geweest is. Dezen naam weten wy niet vroeger gevonden te hebben, dan in de veertiende eeuw, toen Zweder van Voerst gezegd wordt Urk en Emel waarde van de Graaflykheid van Hol. land ter leen gehouden te hebben (g).; In ouder dagen fchynt alles onder de en-' kele benaming van Urk begrepen te zyn5 geweest. Dit wordt in eenen brief van 't jaar 968 befchreven als liggende in pago Salo , het welke niet wel op iets anders dan onze Zalland toegepast kan worden CJi):, en hier uit mag men opmaken, dat hettoen nog daar aan vast was, een gevoelen1 welk door de meening van die genen gefcbraagd wordt , welken denken , dat de affcheiding door den vloed des jaars 1170. is veroorzaakt (34). Hoe de Heerlykheid van Urk en Emmeloord in handen van verfcheiden geflagten, onder anderen ook in die der Heeren van de Kuinder, geweest is, en vervolgens in die der Stad Amfterdam geraakte, wordt elders in 't breede verhaald (i): en wy; agten het onnoodig dat over te nemen , dewyl het weinig , of liever geen licht} over den voormaligen toeftand van 't O-a verysfelfche gedeelte des Eilands Schokland verfpreidt. Dit alleen kunnen wy niet nalaten daar uit aan te teekenen, dat Hertog M 4 Ka. (34) Zie- Racer Gedenkfl. TL bl. 79. VIL bl 148. en 151. not. en 't aangehaalde hier voor 1. D. bl. 81. SSELWii. EN. :ie Ui. )ecl, ut 43- OO ip. Matth, inul. JU. • 455'4to« f'3 Hagenaar ivijleidam. il. M. 5. ' ». 2. rs. bi, 5. fpi.  DEN. . rk) van R ff St. rj. Oct. 178-, liiiö voortaan tot geene wagendienften gelden zouden , mits dat zy hunne kontributien betaalden. In 1601. befloten de Staten dat zy vry zouden zyn „ van wagen„ dienften en andere ruftique laften;"doch dat zy in de andere latten des ampts van Ysfelmuiden agt in het honderd zouden betalen. Evenwel fchynt hier maar van 't betalen , niet van 't doen van wagendienften gefproken te worden : immers kent men daar thans noch wagens noch paarden, en waarfchynlyk waren die daar toen reeds van geen nut meer; hoewel uit deze ftukken, met volgende vergeleken, genoeg blykt, dat het eiland toen nog veel aanmerkiyker was, en van tyd tot tyd tot den hedendaagfehen flegten ftaat is gezonken (35-). In C35) Men vindt die Refolutien met zeer onderfcheiden oogmerken aangehaald in de Deduct. voor de Ridd., 184 Tegenwoordige Staat '-Karei van Bourgondie deze Heerlykheid omtrent den jare 1470, fchonk aan Gerrit Entszoon, Burgemeefter van Enkhuizen; om dat wy het vermoeden opgevat hebben, dat de naam van Ents ,of, zo als men nu gewoon is te fchryven, Ens, wel Van dien Heer zoude kunnen afkomftig zijn. Zeker is het dat wy dien naam, die thans dat Overysfelfche gedeelte van dit eilandje aanduit, in geene vroeger ftukken hebben gelezen , en zelfs in geen ouder dan in een ftaatsbefluit van den jare 1585, waar by de ingezetenen ten aanzien der , Ichattingen verligt worden Ck). In een ander van 1593 > wordt gezegd, dat die van  van OVERYSSEL. 185 In 't begin der zeventiende eeuw dien-^ de de kerk met den toren nog voor de fchippers als eene baak in zee (1) , doch . 't is waarfchynlyk dat die toren in 't jaar 5 1618. niet meer tot dat gebruik dienen; kon, dewyl men omtrent dien tyd de vuurbaak opregtte (m), welke naderhand op eene andere plaats fchynt gezet te zyn (n), i en waar op het vuur tot heden toe met? zware kosten wordt onderhouden (36). 1 In 't jaar 1620. verzogten die van Ens reeds om ook in de verponding afflag te; mogen genieten, hoewel zonder vrugt (V): J doch naderhand onderging dit eiland zo ve-. le rampen , dat men geduurig aflag aan de 1 ingezetenen geven (37)» en eindelyk de-' zeiven geheel van alle fchattingen vry kennen moest. Dit gaat zo verre, dat zy zelfs van de fterke dranken geenerhanden impost betalen, en blootelyk onder 't verband liggen van dezelven te moeten halen uit de monopolie-kelder te Kampen , en niet M 5 meer Ridd. nopens Capellen en de Droflcndienjl. bl. 267- en Racer Gedenkfl. IV. bl. 57- By Refol. van 14 Apr. 1598. ontvingen zy ook nog kwvtfchelding van Kontributie, en by Refol. van ï. Jun. 1598. waren zy op 20. gulden ter maand aangefiagen. (36) Men plag te rekenen dat 'er jaarlijks 1500. waag fchotfche kolen toe verbruikt v/erden : maar in later tyd heeft men zig ook wel van andere kolen bediend. (37) Zie by voorbeeld tri de Refolutien van Ridderfchap en Steden wegfpoeüng van landeryen 22. Mei 1629. kwytfchelding van eenige middelen 20. Maart 1635. doorbraken 18. Maart 1636. verloop van dyken , 20. Maart 1639. dykbreuk en vermindering van fchattingen 19. Apr. 1650. enz. 'eïELMur- EN. , ;ie Jif/el. ,R.en St. o. Ai^, 61.3. iU. 3°. • Lil. l6lS. 8. Maarc C)ic. vei-el. wetvi. lei 161». Cn) 4U. 18. daart G3Ö. co «e II. )eel« l»U 81.  l86 Tegenwoordige Staat yssiiMui- Cp) Refol. ven U. (f St. B/. Maart 23. Apr. J733; Re. fol dsrGidsp aö jul. (.*) Puolie. 3. Stept. 2634. CO Public. 23. Jul. 1651. rs; AW- raa yerpagt, 1675. „CD Cu) Public, 17. Apr. i/fafi. Refol. van R. en St. i> Apr. 1761. ö. Apr. i7ö2. 18. Apr. 17ó3. Cv) Ref yanR. en St. zo. Maarc 1635- Cw) MJ. at. Apr. I(J4717. Apr. 1678. i3. Mei iriSs. 8. Apr. 1(191. enz.  YMELMUl den. Ca). AU. i7. .Apr.i<ï,ir Jul. 1737. 11. Maart, iq. Apr. 17S8. 1(5 Maart, 2», Apr, 1730. <5. Aj>r. 17, Kov.1740. CO -rf«7.Aug, 2i, s3, 24TSiov. 1710. IVagenaar -dmjt. ald. „ Cc) Sr. 18. Nov. Cd) -rf/rf. ic. M?arc 1729. „ Ce) Dumbar Devent. I, W. 353. CO ' ü. #» St. . lf>. Maart ' Mis. j ï8fl Tegenwoordige Staat •jaar 1737. drong Holland aan, dat de befde andere Provinciën insgelyks het hare zouden bydragen tor de onkosten van Emmeloord; doch dit is van geen gevolg geweest Ca). Nog wordt zedert den jare 1710. ten behoeve van Friesland en Overysfel een Ankergeld geheven van 30. ftuiver voor ieder ichip, in geene der drie Provinciën te huis behoorende, welk by Ens ankert: en zedert het jaar 17 rr. vordert Amfterdara de zelfde belasting voor 't ankeren byErnrneloord (b). i Van ouds , betalen die van Emmeloord jaarlyks zeven gulden aan de Landrentmeefters van Zalland en Vollenhove onder den naam van Proclamatie-geld , en zy hebben in den jare 1757. eene vergeeffche pooging gedaan om daar van ontheven te worden (c). Aan den anderen kant egter weigerden onze Staten niet aan dezelven onderftand tot het herbouwen hunner huizen te verleenen toen in 't jaar 1729. verfcheiden derzelven door brand waren verteerd Cd> Amfterdam, geeft ook jaarlyks ico. gulden tot de wedde les Predikants van Ens, by wien de weinige hervormden, die zig te Emmeloord bevinden , moeten ter kerke gaan. In oude tyden ïond de begeving van deze kerk aan 'f Kapittel van Deventer Ce). ' Na de kerkhervorming vinden wy een voorbeeld, dat le Kerkenraad van Kampen de kollatie geëffend heeft Cf) ; doch naderhand is de, :elve aan de Klasfis van Kampen gekomen, iet huis van den Predikant is in 't jaar l647>  van OVERYSSEL. 189 1647, afgebrand zynde, voor een gedeelte ten koste van de Provincie wederom opgebouwd (g) en ruim eene eeuw daar na heeft dezelve daar een geheel nieuw doen zetten (h). Nopens de geographie van Ens valt weinig te zeggen. Het beftaat uit twee buurten ; de Zuiderbuurt, niet verre van welke , aan de zuidelykfte punt des eilands, de vuurbaak ftaat; en de Moolenbuurt, welke in 't jaar 1776. uit 28. huizen beftond, die door 45. huishoudingen werden bewoond. De huizen ftaan ftraatswyze langs den zee-dyk gefchaard. Men verhaalt als iets zonderlings, dat de vrouwen op dit eiland de hairen met fmeeren en bleeken eene geele kleur tragten te doen aannemen: doch deze gewoonte is niet alleen tot deze plaats bepaald 5 want men verzekert het zelfde ten aanzien van fommige ftreken in Friesland (i) , en Eduard van Zurck zegt, dat dezelve ten zynen tyde ook nog in Noord-Holland in zwang ging (1). Tot vroeger dagen opklimmende vindt men eene menigte van gezegden in de oude fchry vers, waar uit blykt, dat niet alleen by "de Batavieren en in 't algemeen by de Duitfchers, maar ook by de Schotten en Galliërs dit gebruik plaats had (39^ : en Plinius fchryft dat de laatstgenoemden , toen reeds t zo het fchynt, zo f39) Zie verfcheiden van deze gezegden aangehaald by Lig. ad Tacit. de M. G. not. 18. voeg 'er b] Tach, Agrie. cap, a. Lucan. Phaif. K. verf, 131. Jwev.al. Sat. 8. >EN. AU. i'. C» 3 AU. 25. Maarc I75<5. C» Tig. Staat van Friesl. I. ü. bl. 105. rif) Ai- IJurat. Carm. II, Ou1. 4. not.  Y.MELMUI XXVIII. 13. I < < ] J 1 < < l ] ] ■\ r j ips Tegenwoordige Staat zo wel als in onze dagen, de groote voorgangers in 't ftuk der mode, de zeep die men hier toe aanwendde , hadden uitgevonden (1). ündertusfchen kunnen wy ter verbreiding van den roem onze* vaderlands niet nalaten aan te merken, dat de Batavieren het bereiden van die zeep zo wel hadden nagevolgd, ja misfchien verbeterd , dat zy ten tyde van Martialis de leverancie daar van hadden aan de Italiaanfche dames (40), welken reeds lang te voren den fmaak daarvan gekregen hadden , in zo verre zelfs dat die, welken het hair uitviel, toevlugt namen tot pruiken, waar toe de duitfche flavinnen hare bewonderde tokken moeften leenen (41). Ens wordt op de zelfde wyze beftierd ils het geheele platte land van Overysfel, :n ftaat onder eenen afzonderlyken Schout: loch men heeft 'er ook Burgemeefters, lie voor onbepaalden tyd in hunne posten jlagten te biyven en dan anderen in hunje plaats aanftelden; en die zig in het >eflegten der twistzaken, onder de inge:etenen ontftaande, meer gezags aanmatigen dan de Drost van Ysfelmuiden oordeelIe hun te kunnen toeftaan. Dit, en ver- fchei- (40) Martial. VUL Epigr. 33. Et mutent Latias puma Batava comas. (41) Ibid. Öviiius Amor. I. Eleg. 14. Paul ïsntzner, een Duitfcher die in 't jaar 1582. in tngland reisde en Koningin Elizabeth zag, getuigt an dezelve, dat zy valsch hair droeg en dat dit ood was. A Journey into England, p. 273. Het ; niet onwaarfchynlyk dat deze geleerde Voilïin de tmores met aandagt had gelezen.  van OVERYSSEL. i$t fcheiden andere misbruiken , vooral in dejj beheering der goederen van onmondigen, ingeflopen, gaf oorzaak dat Ridderfchap en Steden in den jare 1756, om de oneenigheden daar uit voortkomende te weeren en tevens aan 't gezag van den Drost en den Schout behoorlyke klem te geven, by een ftaatsbefluit vastflelden : dat, fchoon deze eilanders niet gewoon waren zig in alles naar het Landregt en de nader plakaten en reglementen, den ingezeten der Provincie in 't gemeen voorgefchreven, te gedragen, en zy dit ook niet konden doen , nogtans de volgende verordeningen voortaan onder hen nagekomen zouden moeten worden ; te weten: 1. Dat een tweede huwlyk geen voortgang zoude hebben voor dat de hertrouwende vader of moeder twee momberen over de voorkinderen benoemd, en dan ten overftaan van den Schout en Keurnoten aan dezelven behoorlyke erfuiting gedaan had van het goed , den kinderen van hunnen overleden vader of moeder aanbeftorven : 2. Dat die voogden binnen veertien dagen eenen inventaris van dat goed aan den Schout zouden overgeven , om door denzei ven in het prothocol gebragt te worden: 3. Dat dezelven alle twee jaren, of zo de boedel niet over de honderd gulden bedroeg alle vier jaren, rekening zouden doen voor Schout en Keurnoten in tegenwoordigheid van twee der naafte bloedverwanten hunner pleegkinderen : 4. Dat de Schout zoude moeten zorg dragen, dat kinderen uit huwlyken van 'StELMUIEN.  VSSELMI BEN. 192 Tegenwoordige Staat "•van hervormden en roomschgezinden, daar dikwyls voorvallende, geboren, ingeval van hertrouwen met ten minften eenen voogd van de hervormde belydenis voorzien wierden , en dat zulk een voogd dan verpligt zoude zyn daar voor te waken, dat die kinderen niet in het roomsch-katbolyk geloof wierden onderwezen : y. Dat de eilanders zouden mogen voortvaren met hunne beweeglyke goederen naar welgevallen, ook in 't openbaar, zonder tusfchenkomst van het geregt te veilen : 6. Dat egter de beweeglyke goederen van minderjarigen door de voogden niet dan ten overftaan van Schout en keurnoten zouden verkogt worden , en derzelver onroerende goederen niet dan na verkregen toeftemming van den Drost: 7. Dat van alle vafte goederen , boven de 50. gulden waard, ingeval van vermangeling , gerigtelyke overdragt zoude moeten gefchieden : 8. Dat alle jaren op eenen bepaalden dag de keur van nieuwe Burgemeefters door de afgaanden zoude gedaan worden, op goedkeuring van den Drost : 9. Dat de voorvallende twistzaken door den Schout met twee Burgemeefters , of andere bekwame keurnoten , daar toe door denzelven verzogt, het zy tb der minne , het zy by uitfpraak , zouden befligt worden; zo nogthans dat iemand , die zig mogt bezwaard agten , zig zoude kunnen beroepen op den Drost , welke dan , na mondelyk verhoor van partyen zoude regtfpreken , ten zy de zaak van dat gewigt geoordeeld wierde, dat de- zel-  van OVERYSSEL. 193 zelve fchriftelyk behandeld en op advys van regtsgeleerden daar in gewezen behoorde te worden: io. Dat alle uiterfte willen voortaan gerigtelyk , naar voorfchrift van 't Landregt , zouden moeten gemaakt worden: 11. Dat de gefchillen, tusfchen den Schout en de ingezetenen, over boeten of gerigtsgelden, ontftaande, door den Drost zouden worden afgedaan: 12. en eindelyk, dat by voorraad en tot nadet befchikking van Ridderfchap en Steden, de ingezetenen ten aanzien van gevonden en in zee opgevischte driftgoederen of verbyfterde goederen , en andere byzondere zaken , zouden worden gelaten by de gewoonten , die tot nu toe op het eiland waren in gebruik geweest (m). DRIEËNDERTIGSTE HOOFDSTUK. Van de Stad en 't Hoogfchoutampt van Hasfelt. Op de meer dafi eens gemelde lyst dei in 1226. verflagen Edelen vindt men drie fratres de Hasfelt en nog eenen Rycwynus de Hasfelt (a) : doch de plaats'zelve wordt in geen ons bekend egt gedenkftuk genoemd ouder dan den brief, by welken Jan van Diest in 't jaar 1328. aan de Burgeren van de drie groote Steden en Hasfelt vryheid vergunde om met hunne goederen , zonder tol of weggeld te betalen , door het „ Landt van Twente enN „ do YSSELMUIDEN. Re], van R. St. 15. Maart 1756* 'Ry Dumbar Anal. li. P. 229.  ip4- Tegenwoordige Staat Hasselt. „ de doer alle die llalle die daer fyn , te s, mogen varen (i)." Evenwel oordeelen wy aan het gebrekkige affchrift van een' oud ftuk , of, gelyk wy misfchien liever zeggen rhogten , aan een x'erward uittrekzel uit twee byzondere brieven , in een zogenaamd JBoeck van Privilegiën der Stad Hasfelt voor handen , wel zo veel geloof te mogen toekennen , dat wy 'er uit aannemen. ; dat Henrik van Vianden in den jare 1252. deze plaats met Stads regt befchonken heeft ; en dat de Stad Deventer daarop , volgens begeerte des Bisfchops , die de inzettingen der Stigtfche Steden zo veel doenlyk gelykvormig wenschte , aan die nieuwe Stad hare regten en gewoonten heeft medegedeeld (^2) : en wy kunnen dit met te meer vertrouwen doen, om dat de bevertigings brieven van Jan van Arkel en verfcheiden zyner opvolgers, die nog voor handen zyn , allen van Bisfchop Hen- (1) By Dumbar Anal. II. p. 251. waar wy , in plaats van die doerne apenen , liever zouden lezen , die boeme (flagboomen) apenen , zo als men vindt in 't Oude Landregt by Pufend. Obf. Jur. Univ. torn. IV. App. p. 364.. waar het jaartal van den brief kwa]yk gedrukt is. (2) Tweemaal bevond zig de Regering van Hasfelt in ömftaridigheden , die haar noopten een vertoog over Stads voorregten uit te geven. Van liet eerfte onder den titel van Korte Verklaringe enz. hebben wy in • 'r I. Deel, bl. 273. verflag gegeven: het tweede, peneten Deductie voor de Regeringe der. Stad enz te Hasfelt in 1786. en onder de Bylagen van dit laatfte is het eerfte onder No. 2. herdrukt. Wy melden dit hier om deze ftukken elders maur met een enkel woord aan te halen. — Met gebrekkige bewysfluk hier bedoeld ftaat in de Deduct. bl.&ï.  van OVERYSSEL. 195 Henrik als den eerften gever van dat regt gewagen (b). Wat de vergunning van Jan van Diest betreffe , blykt het, dat men te Rysfen en in andere Twentfche Steedjes, niet tegenitaande dezelve, voort, ging den burgeren van Hasfelt tol en fluisgeld af te vorderen zonder de penningen aan den Bisfchop te verantwoorden, en dat Jan van Arkel hier door bewogen werd dat voorregt in den jare 1348. te vernieuwen (c). Ook vinden wy verhaald-, dat laatstgenoemde Kerkvoogd in den jare 1357. aan deze Stad eene weekmarkt en drie vrye jaarmarkten op den zelfden voet als de Zwolfchen verleend heeft (d) ; doch het bewys daar van fchynt niet meer voor handen te zyn: en de geheele veertiende eeuw geeft ons verder geene byzonderheid nopens Hasfelt aan de hand, dan dat wy reeds boven ter loops aanteekenden , dat het na* melyk in eenen brief des Deenfchen Konings Waldenar van den jare 1376. ouder de Hanze-fteden wordt opgeteld (3). Het begin der vyftiende eeuw was rampfpoedig voor dit Steedje wegens eenen zwaren brand, dien Fredrik van Blankenheim in 't jaar 1403, zogt te vergoeden met de erfpagt van Gruit eri Cyns (e). Een anN 2 deCs) I. Deel, bl. 77. en 102. Het fchynt ondertusfehen, volgens de aanmerkingen van Mr. J. W. Racer Ov. Ged. I. Voorber. §. 11 , dat Hasfdt en andere kleine Steden zeiven de vergaderingen der Hanze niet hywoonden , en dat de grooier fteden derzelver belangen waarnamen. De brief van 1540. daar bygcbrsgt is ook te vinden in de Korte Verklaf. II. 40. Hasselt. Deduct. hl. 83. volgg. Deduct. bl. 213. C<1> Kurte Vetkl. ül. 0. CO Zie II Deel, bl. 53-  Hasselt. cn I. Peel, bl. 125. CS) Korte VerJet. bl. 7. 7'tm Batturn, Zwol 11. bl. 18? 204 , 20S £11. 196 Tegenwoordige Staat deren brief van den zelfden Kerkvoogd, twintig jaren later, en kort voor zyn verfcheiden afgegeven , en den vryen doortogt door zyne landen vergunnende , hebben wy reeds elders gemeld (f). Ook verhaalt men dat deze aan Hasfelt tolvryheid aan de Kuinder zoude verleend hebben (g). Bisfchop Fredrik overleed in 't jaar 1423; en van dien tyd af kan men bykans honderd jaren van de jaarboeken dezes Gewests nagaan , zonder dit fteedje eens genoemd te zien , behalven alleen op 't jaar 1486 , toen David van Bourgondie aan hetzelve de vryheid gaf om eene brug over 't Zwarte-water te ftaan , welke eenen twist met Zwolle veroorzaakte , waar van wy den voortgang en het einde by vroeger gelegenheid uitvoerig genoeg hebben befchreven (4). Deze twist , veroorzakende dat Hasfelt geduurende de Gelderfche onlusten fteeds de tegengeftelde zyde van die van Zwolle koos , kostede aan hetzelve alleen in 't jaar 1521. eenen aanval, waar by men het poogde te verrasfen, en twee belegeringen «van den kant der Gelderfchen en Zwol'fchen, welken egter allen mislukten (h). Men wil dat Philips van Bourgondie daarop in (4) III. D. hl. 428. en 447. Die uitvoeriger beriat verlangt zie Revii Daventr. p. 248. £ƒ 4I§Van Hattum, Zwolle II. D. hl. 343—8, 35*—3 , 385, 390. III. D. hl. 11 , 67 — 79- Men bedient zig, oin over te komen, van eene pont, en tegenwoordig zoude het leggen van zulk een brug te zeer boven de vermogens van dit Steedje gaan dan dat iemand daar aan zoude kunnen denkea.  van O VERYSSEL 197 in 't volgende jaar ter belooning van der' burgeren getrouwheid de gunst van David nog verder uitbreidde, zo dat alle fehepen het Zwarte-water opvarende te Hasfelt zouden moeten aanleggen , en niet mogen voorby varen zonder bekomen verlof (jfij maar hoe dit zy, dapperheid en waakzaam- • heid hadden de Hasfeltfchen in deze gevallen gered ; onbehoedzaamheid veroorzaakte, dat Hertog Karei zig in 't faar 1527, zon i der flag of iloot van hetzelve meefter maakte (k) , en het inhield tot dat het in: 't volgende jaar door Scnenk werd herno-1 men Q). Dat de hervorming hier ter ftede in den jare \$(6 reeds merkelyken voortgang gemaakt had, blykt uit de door de Regering aangewende pooging om vryheid te verwerven dat de nieuwe leer ook by haar gepredikt mogte worden. Egter is de uitlüag derzelve niet aan ons voorgekomen (nV). Na dat de Graaf van den Berg Kampen in den jare 1572. namens den Prins van Oranje vermeefterd had , gaf Hasfelt zig , op 't voorbeeld van Zwolle , mede by verdrag aan denzei ven over (n) : doch zo dra de mare der verovering van Zutphen door den Hertog van Al va zig verfpreidde, werd het door deszelfs benden wederom . verlaten (o). Toen Ridderfchap en Steden in den jare 1577. een affbeiatie met de Algemeene Staten aangegaan hadden , voegden die van Hasfelt zig gereedelyk daar by (p) : ook veinsden zy in den jare 1580 , na RenN 3 nen- [ASSELT, CO Corte 'erkl b!.8. cio m. bi. ;22 I. jeel, bl, CO . Deal , J. 188. Cm") Rcvii Dav. P- 35'Fan Hattum, Zwolle UI, bl. 25. f n) Rcvii Dar P- 4^7Fan Hattum,ZwolleIK. bl.124. OO Fan Hattum AU, b\. I2d. KoiUcim onuitg fluWt' lil. bl.aii.  198 Tegenwoordige Staat Hasselt Cfl) Hel ianR en St. 30. j >tc. J587 >3. Maarc 17. «Ui »595. ^/rf. iö. f)< T5<;l /''«ff ƒƒ«;-' 1u::;Zwol! Hl. nenbergs afval, als of zy het met de Staten wilden blyven houden ; maar zy weigerden van dezen bezetting in te nemen en waren in der daad op des Graven hand (5), Welke de reden geweest zy, waarom de Algemeene Staten in 't jaar 1587. eenen Burgemeefter, Lefert Scholte geheten , dadelyker hand buiten de ftad deden zetten • is ons onbekend: dit alleen weten wy, .dat deze zaak jaren lang een onderwerp van raadpleegingen by Ridderfchap en Steden is gebleven (q). In de eerfte dagen des jaars 1590. floten die van Hasfelt een verdrag met de Staten van Friesland, en beloofden daar by geene bezetting in of uit de ftad te zullen Isten trekken , cn zig in geenen vredes handel met andere Provinciën te zullen inlaten , zonder toeftemming van de genoemde' Staten , welken van hunnen kant aannamen aan de bezetting die in de ftad mogt gelegd worden, maandelyks de leening en het fervicie-geld te betalen (Y). Dit fmaak- • te flegt aan de Staten van Overysfel, wel.ken Gedeputeerden uit de Regering van ■ Hasfelt verfchreven om dezelven daar over te hooren: doch die Regering verkoos liever eenen fcherpen brief te zenden , waar in zy niet onduidelyk te kennen gaf het zenden van afgevaardigden niet volkomen vei- (5) Zie Frefinga hy Dumbar Anal III. p. 211. In 'r. volgende jaar bleven zy nog by die weigering , ten zy de burger? wegens hare verfchotten te vrede gefield vierde; Refvï. van Ruil. en St. 24, 25. Aug. 15S1.  van OVERYSSEL. 199 veilig te agten , en zeide, tot dat verdrag 1 niet gekomen te zyn, dan uit hoogen nood-, dewyl Ridderfchap en Steden haar zedert eenigen tyd meer fchade dan byftand toegebragt en haar met kleinagting geheel van de behandeling der gemeene lands zaken uitgefloten hadden, gelyk dezelven haar nu by de hooge Overheid poogden verdagt te maken , hoewel zy niets gedaan had, welk niet door andere Steden nog fterker gepleegd was , en geenzins bedoelde zig van deze Landfchap te fcheiden (s). INa verloop van eenigen tyd vervoegden de Staten zig by Prins Maurits als Stadhouder, met verzoek , dat die de ftad Hasfelt wederom onder hunne gehoorzaamheid brengen en bezetting daar in leggen mogte (t): doch vernemende , dat deze eene vrugtelooze vermaning aan die van Hasfelt gedaan had , en niet gezind fcheen voor eerst kragtiger maatregelen te nemen , zonden zy zeiven Gedeputeerden uit de drie Steden derwaards, om de zaak in der minne af te doen : en toen deze onderhandeling van geene beter uitwerking was, bragten zy hunne klagten by de Algemeene Staten 00 >' &e den Prins met den Raad van State magtigden , om het gefchil te onderzoeken en uit den weg te ruimen. Hier op zond de Raad Gedeputeerden af om met de Stadhouders en gemagtigden uit beide Provinciën te handelen , en deed , na dezer verilag gehoord te hebben , uitfpraak, inhoudende ; dat de overeenkomst der Friezen met die van Hasfelt zoude 3, cefferen N 4 » en [ASSELT. Cs) Refo. van R.ihSU (, 4. Apr. 1590. co AU. 12. Oct. 1. Dec. i5;o. fnj AU. 23. Allg 20,22. Dec-159'-  Hasselt. Cv) JU. '..Tul. 19, 26. Sepc. 155:. fw) JU 1. Mei 159:. CO -^tf. 15. Jun. 6. Au.?- i". Nov. 1593. 200 Tegenwoordige Staat „ en affwefen, het garnifon von Vrieflant „ daer wt getrocken worden , en die be* „ fettinge voortaen ftaen ter difpofitie van „ fyn Excellencie als Gouverneur van O„ veryffcl, en voorts in alles die voorfz. „ fladt blvven als een Lidt van Overyffel (v)." Dan die van Hasfelt, welken geduurende den loop des gefchils verfcheiden bezwaren , inzonderheid over inbreuken op hunne voorregten , by Ridderfchap en Steden ingebragt hadden (w), en by alle deze onderhandelingen in 't geheel niet gehoord waren , aarzelden om aan die uitfpraak te voldoen ; te meer, dewyl men hun omtrent het ftuk der fervicie-gelden geene voldoening had gegeven. Men raakte dus andermaal aan 'c handelen (x) tot dat de Raad van State op den drieëntwintigften van wintermaand des jaars 1593. met toeftemming van de ftad Hasfelt eene nieuwe overeenkomst tot itand bragt, die vervolgens mede door Ridderfchap en Steden , fchoon Deventer daar in niet volkomen toeftemde, werd bekragtigd (6). Die overeenkomst liep hoofzakelyk hier op uit: dat al het voorgaande misverftand voor gedood en vernietigd-gehouden en niemand des wegens in of buiten regten bekommerd zoude worden : (6) Zie het verdrag agter de Deductie van Hasfelt No. 47. bl. 179- en het zelfde inet de bekragtiging in de Refol. van Ridd. en Sted. 2. Mei 1594, waar uit blykt, dat Deventer en Hasfelt toen reeds over 't Appel in gefchil lagen , het welke wy te voren , IJL D. bl. 607. over dit ftuk handelende,. niet aa^eteekend hebben.  van OVERYSSEL. aor aen : uac ue iiau ric^icu m ane heden en voorregten , voor zo verre zy deed blyken daar in verkort te zyn, zoude worden herfteld : dat noch de Prins noch de Staten der Provincie in Stads policie verandering van Msgiftraten, Gezworen Gemeente enz. meer gezags zouden hebben dan in de Hoofdfteden, dat de Prins onder zyn patent de ftad met bezetting van eene kompagnie voetvolks voorzien zoude, en dat deze den eed zoude afleggen op de zelfde wyze als dit in de nabuurige fteden gefchiedde: dat aan de Stad tot behoef der fervicie- gelden toegeftaan werden de vyftig dalers die zy ter maand voor haar konfent in de kontributie tegenwoordig opbragt, terwyl de Stadhouder zorgen zoude dat nog van elders eene gelyke fomme daar toe wierde bygebragt : en einde!yk , ter wegruiming van een gefchil over agt morgen lands in Maftebroek tusfchen de Stad en de Provincie , dat deze laatfte dat land zoude behouden, doch daar tegen, tot onderhoud van kerk en fchool, zo veel aan de Stad zouden toevoegen als aan de opkomften uit derzelver geeftelyke goederen daartoe te kort mogte komen. Hier op volgde het gefchil over de verfchryving ten Landdage, waar van wy boven genoegzaam verflag gegeven hebben (y)j en daarop het aanhouden der visLcnepen die naar Zwolle voeren , van het welke wy ook elders eenige melding maakten (z). Men dreef te Hasfelt, dat die fchepen eerst daar moesten markt houden, en grondde N 5 dit CO, II. Deel )1.459. Cr) I tieel, 1.1  Hajselt. tam>Zwoll II!. 281, 283, 317- CO Z'e 111. Deel, bl. 83. CO ji iot-10; fan Hattum, Zwoi 111. bl. 2tf 8£» 202 Tegenwoordige Staat dit op het ftraks gemelde voorregt van Filips van Bourgondie , het welke drie jaren later door Henrik van Beieren bevestigd was: doch de Zwolfchen verzetteden zig daar tegen , beweerende dat zulk een voorregt , tegen hunne regten ftrydende, aan Hasfelt niet had mogen gegeven worden ; en fchoon de Staten , noch nu, noch naderhand omtrent den jare 1635» toen die van Hasfelt op nieuws dit regt wilden doen gelden, het gefchil bellegte; den , werd de zaak egter zo belegd dat dezen daar van langzamerhand afzagen (a). In 't jaar 1617. zond dit Steedje te gelyk met Deventer (b) gezanten nasr de vergadering van de Algemcene Staten, om zyne geneigdheid voor het byeenroepen der Nationale Synode te kennen te geven, ;en hield zig vervolgens beftendig by die \ party , welke , de magtigfte zynde , ook i'den naam van de regtzinnige heeft verkregen (c). Niet lang daarna ontftond hier een hevig misverftand tusfchen de Regering en de Burgery over de verkiezing van Gemeentslieden en de burger krygstugt , welk zo verre liep, dat Ridderfchap en Steden, by welken de Burgery zig vervoegd had , afgevaardigden derwaards zonden, en op derzelver verflag, in Bloeimaand des jaars 1620 , eene uitfpraak deden , die ingerigt was om de misbruiken te herfte'llen, en byzonderlyk inhield , dat de cenfure en verkiezing van de Gezworen Gemeente „ gedaan zoude worden op den Rekendag, „ naar  van OVERYSSEL. 203 '„ naar ouder gewoonte , gelyk voor hetH s, jaar 1613. gebruiklyk geweest was:" terwyl zy tevens ftrekte om de burgers fcherpelyk tegen ongehoorzaamheid aan de£ bevelen hunner overheden , en tegen op-i roerighe-den te vermanen (d). De aanleiding tot de belegering van deze Stad door de Zwolfchen in den iare 1657. in welks aanvang zy de Korte Verklaringe harer regten -had uitgegeven (e) , ' is by r eene vroeger gelegenheid door ons aange-1 wezen (f). Zy was.- toen met krygsvolk uit Deventer gezonden bezet, en gaf zig,i na twee of drie dagen befchoten geweest te zyn , in het laatfte van bloeimaand over by een verdrag welk inhield ; dat die van Hasfelt zig voortaan met het beftier van 's lands geldmiddelen niet bemoeien en , de agterftallige fchattingen aan de Provincie betalen zouden ; dat zy de Zwoifche fchepen onverhindei d zouden laten zeilen , tot dat zy hun vermeende voorregt op eene wettige wyze hadde bewezen ; dat zy in alle hunne oude geregtigheden zouden befchermd worden ; en dat de bezetting afgedankt en naar elders verzonden zoude worden (7). \ In (7) Zie van Hattum , Zwolle III. D. bl. 367. en 375. Het verdrag is ook in de Deduct. van Hasfelt bl. 96. Wy hebben deze zaak , als eigenlyk tot de algemcene hiftorie der Provincie behooremle, hier maar aangevoerd. Die dezelve in 't breede begeert, zie Aitzema Sak. van Staet, IV. D bl. 168. Keu gefchil tusfchen Hasfelt en Zwolle over het heffen van tollen op de Vegt is te zien by V4* Hattum * AULbl. 384. iSSEI.T. . ■f. yanR.* St. 27. ei 1620. Ce) oven 1)1. ,14. r.ot.2. CO Deel, l 273.  Hasselt. CO Sylvius Sak van Slaat IV. D. bl. 298 Van BattumZwolliIV. bl. 6; CO Sylvius Aid. X b bl. 54' r.n Refol va R. en Si 0, 12. l iy. M*a: 1*5. '7, 1 Ap'. I7< Deduct « ,W a /éö. Byi N. iö-22 a 04 Tegenwoórdige Staat In Zomermaand des jaars 1672. volgdeHasfelt, van de bezetting verlaten , het. voorbeeld van Zwolle, en gaf zig by verdrag over aan den vyand (g) , die het op .den zestienden van Bloeimaand des jaars 1674. wederom van bezetting ontblootte (h). ! Op den keurdag van den jare ijoó. zag men hier wederom eene inwendige tweefpalt uitberften. Vier Gemeentslieden wisten het uitboonen of uitloten der genen , die de Magiftraats verkiezing naar gewoonte verrigten zouden,. te beletten , en deden de Gilden zamenkomen , die ieder eenen Gekommitteerden, waar onder twee van die vier waren , aanftelden. Hier op trok men troepswyze naar het Raadhuis, dwong de Gezworen Gemeente hetzelve te verlaten, zettede twee van dezelven af, en verkoor de Magiftraat als mede eenen nieuwen Sekretaris. De twee afgezetten beklaagden zig aan Ridderfchap en Steden doch de nieuwe Regering beweerde dat niemand regt had om aan de Stad de vryheid van keur , volgens hare voorregten te betwisten : en hoewel de Staten te regt , begrepen , dat die vryheid alleen behoorde . gehandhaafd te worden, zo lang als men op ^eene wettige wyze en niet met gewelddadigheid te werk ging, en tevens zeer ge£ matigde bemiddelingen voorftelden , hield •f- die Regering het zo' lang vol tot dat alles ' aan den fpyker bleef hangen (i). Het Reglement van Tutele in den jare 1755. door de Prinfesfe Weduwe den Staten voorgelegd werd te Hasfelt , zo wel als  van O V ER Y SS EL. ioy als overal, door de Magiftraat volledig' goedgekeurd, doch de Gezworen Gemeente begreep eenparig dat de keur in geval van minderjarigheid volgens de oude voorregten der ftad vryelyk behoorde te gefchieden. By dat Reglement was tusfchen de groote Steden en Hasfelt en Steenwyk dit onderfcheid gemaakt , dat wel de keuren van allen aan de ftaatsvergadering ter goedkeuring moeiten gezonden worden, maar dat die der beide laatften en niet die der eerften insgelyks aan afkeuring zouden onderworpen zyn. De Magiftraat fioeg dan vervolgens een' midden weg in, en keurde het Reglement goed, mits dat hare Stad met de Hoofdlieden in dit punt gelyk geileld wierde; doch fchoon fommigen der Gemeentslieden afvielen bleef de meerderheid by haar ituk ; en de Magiftraat ziende dat by dezelven niets te winnen was, en ook bemerkende dat de Prinfes even weinig gezind was eenige verandering in het ontwerp te maken, gaf, voor zo verre het haar aanging , volgens haar eerfte befluit, eene gave toeftemming (k). Het Reglement kreeg zyn beflag, zonder dat men zig aan 't gevoelen der Gezworen Gemeente ftoorde. Zie hier alles wat ons van eenig belang is voorgekomen wegens de gefchiedenisfen eener plaats, die in een berigtfchrift der Zwolfche Regering van den jare 1570. befchreven wordt als een „ zeer klein, wei„ nig bevolkt fteedje, welk door een ge. ring getal kooplieden , in hout en osfer „ al- 1A5SEI.Ï. CO Deduct dar Stad Basfeil-. Dvl. N. 35-*u  2o6 Tegenwoordige Staat Hasselt. m Van HattumZwolh111. bl. 74 O) In zynUi/i op 1410. W. b. fn) liavle, Dit tion. art. Fr. Guicigetal. uit de Gezworen Gemeente word uitgehoond dat is door middel van verfchil lend gekleurde boonen uitgeloot, en aai dezen eenige perfonen uit de burgery toe gevoegd, welke hier toe worden opgeklóp of opgeroepen. Zy die de keur verrig hebben mogen in het naast volgende jaa niet wederom deel daar aan hebben. Di Raad en de Gezworen Gemeente raadplee gen ieder in een afzonderlyk vertrek. Da der laatstgenoemde draagt den naam van ' Meente-huis. Van de twee paar Schepenei neemt één het prelidentfchap waar, eikan der van maand tot maand vervangende. Wy zullen niet herhalen het gene Braai de verfchyning van Hasfeltfche Afgevaar digden in lommige gevallen ten Landdage boven is aangeteekend (v); maar ons hier to het inwendige beftier beperken : waar om trent dient gezegd te worden, dat Ridder fchap en Steden by de aanneming van 'i Landregt in 't jaar 1629 , waar toe ooi? die van Hasfelt en Steenwyk vèrfchreven wa ren, verklaarden dat deze twee Steden dooi hetzelve }i in privilegiën plebifciten ende Ö 5) Cou- 9 r Hasselt. 1 1 > r t 1 | ï i '. rvl 'Ij Deel, 1.1. 1 2^8 voipg. 4<)0. H. Deel, bl. :*7«.  Hasselt. (w) Ref. v. R. en St. 7. J11I. irl2g. by Racer Ged. V. Voorr. bl. IX. not. 9. OO 2ie UI. Deel, bl. 607. <-y) Rff v. R. en St. 13. Apr. 1758. CO Ala. 27. Ski 1ÖÏO. CO Aid. 5. Aug. 6, i«. Occ. 16 >g. 27.31. Mei 1630. 210 Tegenwoordige Staat „ Couftuymen niet gederogeert" zouden zyn; doch dat haar verzoek, ten einde hare burgeren de zelfde vryheid van arrest genieten mogten als die der Groote Steden, werd van de hand gewezen (w). Van de vonnisfen der Magiftraat valt, in zaken die niet uitgezonderd zyn , beroep aan de Stad Deventer (x). Nopens het fchouwen van lyken is een geding tusfchen den Hoogfchout en Stads Regering derwyze beliegt, dat ieder' in zynen eigen regtsdwang hetzelve zoude verrigten (y). Een ander befluit der Staten, meer dan eene eeuw vroeger genomen , was voor de laatstgenoemde minder gunftig. Dezelve namelyk had zig aangematigd op fehepen , aan ftads wal vastgemaakt, en op alle by hare burgers beruftende goederen van vreemde perfonen door hunne dienaars arresten te laten gefchieden , en tevens willen beletten , dat een burger, in 't Schoutampt iemand kwetzende of eenig ander misdryf begaande door den Schout van wege de Hoogheid wierde geboet: doch het regt des Hoogfchouts werd ten aanzien van het een en ander gehandhaafd (z). Omtrent ten zelfden tyde was 'er tusfchen dezen en de Magiftraat gefchil ontftaan over den lyfftraflyken regtsdwang binnen de Stad. De Staten begrepen , dat de Magiftraat met de door baar bygebragte ftukken haar regt daar toe niet had bewezen ; tevens egter toeftaande dat de zaak door haar en den Schout voor hun zoude worden voldongen : doch dezelve is nimmer ten einde gebragt (a) ;. en toen men  van OVERYSSEL. 211 men ruim honderd en veertig jaar daar na zig van eenen manflagtigen binnen de Stad verzekerd had, werd aan de Regering töegeftaan het proces voort te zetten ,. met byvoeging egter dat dit niet ten gevolge getrokken zoude mogen worden, en dat over dit . ftuk nader zoude worden geraadpleegd (b). Ondertusfchen weten wy, dat drie Burgemeefteren van Hasfelt, in den jare J579. door Gekommitteerden van den Stadhouder Rennenberg op dit ftuk ondervraagd wordende , plegtig verklaard hadden „ den „ Scholtis der ftadt HaiTelt van Go. Mat. „ wegen gelycke autoriteit te hebben in j, die felue ftadt', als die Drolten van Vol,, lenhoe van tsfelmuyden ende andere re- fpective hebben in de fteden van hetju- risdictie , Ende zoo .wanneer eenen mis„ dadigen bynnen Haffeit geapprehendeert is ende bevonden wordt met crimen be„ fwaert dat als dan Burgemeefters ende „ Raedt fulcken misdadigen bynnen dcïi ,9 derden dach den fcholtis ouerlevercn , hem die toeficht ende bewaerniffe daer „ van (in Stadts gevankeniffe nochtans) beuelende welcke Scholtis die felue gej, vangenen waarneemt unde doet ónder„ houden op die Mats. coft ende van fco„ ninx wegen dair tegen procedeert, rnaef die niet en mach examineren torturei en „ abfolueren oft verwyfen dan in prefentie, „ ende gelyckelyk met twee Burgemeefters1 oft Schepenen der feluer Stadt (c)." In den jare 144.3. verleende Bisfchop Ü 2 Ru- Hasselt. CO AU. g. Apr. 176Ï. fo lacer Gei. '. bl. 24a.  Hasselt. Cd) Racer Gcc VI. bl.227 , fe> Aid. II. li bl.ayi. CO II. Heel, bl. 561. bl. 7. 212 Tegenwoordige Staat Rudolf het fchoutampt, huis en rentampt van Vollenhoven met het ampt van Hasfelt aan Gerit van Yfelmueden (d) ; maar •in een ftuk van 't jaar 1527. komt Lubbert Mulert voor als Schout van Hasfelt en opperfte bevelhebber te Genemuiden (e), zo dat deze twee ampten toen van een gefcheiden waren, gelyk zy ook heden ten dage zyn. Toe Boecop fchryft in het meer door ons aangehaalde berigt van de verdeeling dezer Provincie met opzigt tot den regtsdwang: „ in 't land van Vollenhove v „ heeft niemand hooge heerlykheid dan de „ Droft van Vollenhove en de Schulte van „ Hasfelt, doch is gelegen onder Zalland , „ dan contribueert onder Vollenhove: " ook zagen wy elders, dat Hssfelerampt van ouds een vierde in de Kontributie van Vollenhove betaalde (f) : en dit zal aan die voormalige vereeniging van regtsdwang zyn toe te fchryven. Indien het ftraks bygebragte voorbeeld Van Bisfchop Rudolf het al niet bewees, kon het, aan geene twyffeling onderworpen zyn , dat de Schout van Hasfelt zo wel als die der andere Steden door de Bisfchoppen aangefteld werd. Het kan dus , Iioewel het bewys ontbreekt, Waar zyn, het gene de Magiftraat van Hasfelt in hare Korte Verklaringè van den jare 1655. (g) verhaalt dat Fredrik van Blankenheim een' voorregt brief heeft. afgegeven , volgens welken dit Schoutampt niet dan aan eenen burger van de Stad , en wel binnen dezelve' woonagtig, zoude mogen toebetrouwd wor-  van OVERYSSEL. 213 worden : ook kan het waar zyn , dat do* Aartshertog Matthias op aanbeveling der Regering eenen burgemeefter daar toe benoemd heeft: doch het gene de Magiftraat verder laat volgen , dat zonder zodanige aanbeveling het fchoutampt aan niemand wettig begeven zoude kunnen worden, is niet alleen onbewezen, maar ook, volgens den aart der zaak, onbewyslyk. Niets was dan natuurlyker , dan dat de Staten der Provincie, volgens den aangenomen regel dat de regten der Landsheeren by de afzweering op hen vervallen waren , de aanftelling deden , en dezelve , toen ftads Regering in 1628. eenen verwalter benoemd had , handhaafde ; als mede , dat de klagten deswege door die van Hasfelt by de Algemeene Staten gebragt geenerhande gevolg hadden (h). Weinige jaren daarna egter deden Ridderfchap en Steden' eene aanftelling op aanbeveling van de Ma-1 giftraat (i) : doch dezer vermeende regt Werd by 't verdrag ter gelegenheid van de; belegering der Stad in den jare 1657. enj ook by de daarop gevolgde Hollandfche uitfpraak (k) in 't midden gelaten , met, de algemeene uitdrukking, dat zy zoudei worden bewaard „ by alfulcke gerechtighe-1 den, als haar dien aangaende van oudts „ ende achtervolgens haer privilegiën ende obfervantie zyn competerende." Schoon nu die van Hasfelt naderhand hunnen eisch wel een en andermaal vernieuwd hebben 'Cg)t O 3 we- (9) Onder anderen in 1711. en 1723. a!s ;e zien in 'asszlt. lef y. R, n St. 21 Hei 5, f, ff. *ov. i6'',l. , pi'. !o, SJjv. 173B C) By lisfol. V. R- en St, U). . A;>r. 214 Tegenwoordige Staat weten wy niet dat ooit wederom op hunne aanbeveling is gelet. Evenwel verftonden de Staten in den jare 1712 , dat de Magiftraat niet verpligt was iemand tot Hoogfchout toe te laten ten zy hy burger der ftad ware (1); waar op eerlang een befluit volgde dat dit ampt door een lid der Ridderfchap zoude bekleed worden (m). Het eene en andere wordt nog heden in agt genomen, zo wel als eene verordening van den jare 1733 , volgens welke de Hoogfchout binnen de ftad ten overftaan van de Magiftraat door Gekommitteerden uit Ridderfchap en Steden moet in eed genomen worden ,(n)- Gelyk het Reglement op de Regering van 't jaar 1675. alle gefchillen nopens de begeving had doen flapen , heeft de vernieuwing van hetzelve in 't jaat 1748. het zelfde te wege gebragt, wordende dit ampt thans, even als de Drostampten , door den Erfftadhouder, willekeurig begeven. Het berigtfchrift, voor den Hoogfchout beraamd (o) , geeft niet het geringfte denkbeeld van de verrigtingen aan deszelfs bediening gehegt : en fchoon hy wel in 't algemeen op de zelfde wyze befchouwd v/ordt als een Drost in andere ampten, houdt de vergelyking in alle opzigten geen fteek. Immers heeft de Hoogfchout niet alleen , even als de Droften, den hoogen regtsdwang; maar ook, even als elders de Rigters of Schouten , den lagen; doch ook in db Refol. van R. en St. 10, it, 12- Maart, 16. Api. 1711. I3i 14» *?• Apr. 11, 14- Sun. 1723-  van OVERYSSEL. 215 ook dit niet in de twee kringen, waar in! het ampt gedeeld is , op de zelfde wyze. In 't Hasfeler-kerfpel oeffent hy den geheelen regtsdwang in alle deszelfs takken in eigen perfoon : terwyl in Hasfelerampt een ondergefchikte en ook door hem zei ven aangeftelde Schout huisvest, voor wien de akten van vryvvilligen regtsdwang gepleegd worden ; doch die dezelven noch te boek brengt noch uitgeeft. Hy doet alleen van het gehandelde verflag aan den Hoogfchout, die dan de akten teekent, uitgeeft en ten prothocolle doet brengen , in het hoofd van dezelven meldende, dat de Schout van Staphorst, Rouveen, Yhorst en Huitenkwartieren aan hem heeft verklaard , dat die volgende uiterfte wil , kondfchap, overdragt of andere handeling van dien aart voor hem was verrigt. Binnen de Stad behoort aan den Hoogfchout , zo wel als op 't platte land de regtsdwang in geval van arrest op vreemde perfonen en derzelver goederen (10). Ook heeft hy daar vergunde aarde , na dat hy 'er alles wat tot zyne bediening behoort, fchoon ook de zaken alleen het platte land betreffen, mag verrigten. 'Het Hoogfchoutampt van Hasfelt ligt tusfchen het Drostampt van Zalland, het Schoutampt van Zwolle, de Drostampten van YsfelO 4 mui- (10) Wy teekenden ftraks een gefchil aan, hier o ver voorgevallen. Een ander is te zien in de Refol. van Ridd. en St. 17. Nov. 1740. toen de Magiftraat zig tevens daar over geftoord toonde, dat de Verwalter Hoogfchout zig in de kerk in hate bank rdaatfte. 1/ ssttr. \  &ASSZLT. AJihs. Uerm.Juf. pare. 2. p. 148. Ref. v. R. e'nSt 31. jan. lö/O. ft) AU. 10. Apr. i?f<3. 216 Tegenwoordige Staat muiden en Vollenhove en de Landfchap Drente ingefloten, en wordt, gelyk ftraks reeds is te kennen gegeven, verdeeld in twee hoofddeelen, met welker befchouwing wy ons nu zullen bezig houden , namelyk Hasfeler-ampt ten oosten en Hasfeler-kerfpel ten westen. Hasfeler-ampt wordt aan zyne Noordzyde van Drente afgefcheiden door het riviertje de Reest, uit de Hardenberger veenen ontftaande, en in de oude latynfche fchriften onder den naam van Refta en Ref ca voorkomende Cp> Dikwerf doen de landlieden wederz.yds van hetzelve wonende , door deszelfs loop te ftremmen, het water over hunne bygelegen landen vloeien, 't welke zy door 't wegnemen van het beletzei wederom zeer gemaklyk kunnen loozen. liet ampt beftaat uit vier Kerfpelen : de Yhorst, de Buiten kwartieren , Staphorst, Roveen. I. De Yhorst ligt langs de Reest en ftrekt zig oostwaards uit tot aan het Schoutampt van den Hardenberg. Binnen deszelfs qmtrek vindt men den Pol, eene plaats die 'eertyds eenen anderen naam droeg, doch onder den tegenwoordigen in 't jaar 1670. tot eene Havezate verklaard werd (q). Men vindt 'er geen ander huis meer dan eene boeren woning. In. 't jaar 1764, kjreeg men hier van de Staten verlof tot het zetten van eenen windmolen Cr). Onder de Kerk van Yhorst behoort mede een gedeelte van de Buiten-kwartieren , en tusfchen deze beide kerfpels is in den jare  van OVERYSSEL. 217 1696. eene beflisfing over het predikant! beroep gevallen, volgens welke de kerkenraad, ledematen en hervormde binnen erfgenamen van de Yhorst, met uitfluiter van die der Buitenkwartieren , daar toe be regtigd zyn verklaard (s). De Drentfehc buurfchap de Wyk, daar onder begreper het Stift Dikkeninge, ftaat in 't kerkelyke ook onder de Yhorst, en uit dezelve wordl een gedeelte der leden van den Kerkenraad genomen (t). In 't jaar 1767. werd tusfchen die van de Wyk en van de Yhorst eene overeenkomst getroffen over de ver. deeling der diakeny-penningen (u). II. De Buitenkwartieren, beftaande allen uit lage groenlanden , westwaards van de Yhorst zig langs de Reest en het daar uit ontftaande Meppeler Diep uitftrekkende, worden afgedeeld in vyf Kluften, met namen Werkhorst, Hesfelingen, Oud-Staphorst, de Gaste en Hamingen. III. Staphorst grenst aan beide de voorgaande Kerfpelen en ligt meer zuidwaards. Deszelfs noordzyde, tegen de Buitenkwartieren aanfchietende , beftaat insgelyks uit lage groenlanden; maar aan den zuidkant vindt men zaai-landen , veldgrond en ook hoog veen. Dat gedeelte der Buitenkwartieren , welk niet de gemeente van de Yhorst helpt uitmaken , en wel de Kluften Hasfelingen en Hamingen , behooren onder de kerk van Staphorst, waar de gemeente vry aanzienlyk is. De kerk, welke oudtyds onder 't Kapittel van Deventer ftond (v), werd in 't midden der onlangs' Q $ af- HASSEI/f. ' i co Aid. al. I Apr. 1696. . co Tegei.v. ! Staat van Drenthe I. St. bl. icfi. aeChalmots Perzam. van Stukk. X. D. N. 914. ra) Ref. v. R. en St. 8. Apr. lyfij. r.co lindeli.Ep. )av cap. 'II § 6.  Hasielt. Cw) Ref v. R. e» St. 2y. Oct. if>3t, 17. Maart iö37.' 22' Oct. 1644, CO Boven bl. d'i. not.40 fy) Ref. v. R, en St. 21. Sept.1647. 218 Tegenwoordige Staat afgelopen eeuw op nieuws, en wel op eene andere plaats dan daar dezelve te voren geftaan had opgebouwd (11). Het kerkdorp maakt met het volgende van Roveen eene zeer lange ftraat uit, derwyze dat een vreemdeling niet weet te onderfcheiden waar het eene ophoudt of het andere begint. IV. Roveen of Rouveen (wy weten niet welke dezer fpellingen voor de egte te houden is) heeft ongetwyffeld een gedeelte van zyne benaming te danken aan de lage venen die met andere lage groenlanden deszelfs weftelyke gedeelte byna geheel uitmaken , terwyl het ooftelyke door eenig teelland , doch meest door hooge veengronden , beflagen wordt. Het ligt zuidelyker dan Staphorst, en over de grenspalen dezer beide kerfpelen is meer dan eens gefchil geweest (w), gelyk wy reeds gezien hebben ook het geval geweest te zyn met Dalffen (x) , waar het ten zuiden tegen ftoot, zo als ook meer westwaards tegen 't kerfpel van Zwolle. Te Roveen is ook eene nieuwe kerk gebouwd ; doch veel vroeger dan te Staphorst, en wel in , of liever nog voor, den jare 1647. (y)- Ruim (n) Over 't verplaatzen dezer Kerk vinden we dat al in den jare 1678. gehandeld is. In 1751. begon men er emftiger aan te denken, en in 1754. was htr werk voltooid. Die omftandiger nopens dezen opbouw , inzonderheid nopens de toen gedane inzameling van penningen daar toe te hefteden, onderrigt begeert te zyn, raadplege de Refol. van Ridd. en Stelt. v. d. 7. Ar»v. 1670'. 20. Apr. 1751. 15. Maart, 10. Apr. 1752. 21. Maart 1753. 18. Maart, o. Apr. 1754. 14. Maart 1757. 22. Apr. 1763.  van OVERYSSEL. 219 Ruim een halve eeuw verleden werden de paftory-goederen , uit koorn en landpagten beftaande , onder beheering der Provincie getrokken en aan den Predikant voor 't gemis de gewone 550. gulden traktement toegelegd (z): doch ettelyke jaren daar na bragt men alles wederom op den ouden voer. (a). Reeds in den jare 1666. had men in overweging genomen om ergens in dit kerfpel eene verfchansfing aan te leggen (b), zonder dat 'er hand aan 't werk geflagen was. By de berugte onderhandeling des jaars 1674, over het wederom aannemen van dit en andere Gewesten in de Unie , werd bedongen , dat Friesland en Stad en Lande zoude vermogen hier omftreeks op hunne kosten eene fterkte aan te leggen en te onderhouden (c). Dit gefchiedde , de plaats daar toe werd uitgekoren by de grensfcheiding van het Schoutampt van Dalffen, en de Schans kreeg den naam van de Friefche Kaai. Thans is dezelve geheel vervallen, doch de overblyfzelen zyn nog te zien. Ten aanzien van Staphorst en Roveen beiden vallen nog twee verordeningen der Staten aan te teekenen : de eerfte van den jare 1747 , waarby voorzien werd tegen het fplitzen van erven voor dat de eigenaren genoegzame zekerheid zouden gegeven hebben voor de onverdeelde betaling van verponding en kontributie (d): de andere eenigen tyd jonger, waarby het timmeren van nieuwe huizen werd verboden (e). Hasfeler- kerfpel, welk geheel uit lage gras- gron- ■ÏASSE1T. co dU. 3. f\pr. 1748. C^ AU 13. Al>r. i?53. CO AU. 4. Apr. 16C6. St. Jan1670. 30. Apr. 1672. Cc) SylviusSak. van Staat 111. D. bl. 3^. of Van Hattum Zwolle, IV. bl. 90. Cd) Publ c. I. Jul. 1727. Ce) Ref. v. R. en St. 17. Apr. I7.,y.  Hasselt. ff) Ref v. R. en St. lq. J"I- 13' A'ie. 3. Sept. 1S21. 220 Tegenwoordige Staat gronden beftaat deelt zig in vier buurfchappen of Kluften , van welken de drie eerIten aan de zelfde zyde van 't Zwarte water liggen met Hasfeler-ampt. 1. De noordelykfte, die zig langs het Meppeler-diep uitftrekt en aan hare andere zyde aan Staphorst en Roveen paalt , is thans bekend onder de benaming van Baarlo en de Nieuwefluis. In den jare ió'i.decd zig eene Maatfchappy op ,' welke oktroi verzogt om digt by Zwartfluis in het Meppeler-diep , tegen genot van zekere regten , in plaats van eene houte fluis, die 'er toen lag, eene nieuwe fteenen fchutfluis te mogen leggen , dit werd hun door de Staten toegeftaan , onder voorwaarde r dat dezelve wyder zoude zyn dan de oude, en even als deze onderworpen blyven aan de Hasfeler Schouw, en dat een peil vast gefteld zoude worden boven het welke men niet zoude mogen fchutten, terwyl tevens het fiuizegeld voor de daar door af te voeren turf werd bepaald (f). Zedert dien tyd heeft neering en welvaart hier zodanig toegenomen , dat de plaats, waar voormaals maar eenige weinige huizen ftonden , heden de vertöoning van een aanzienlyk dorp maakt, en dat nu,de naam van Nieuwe Sluis overal bekend is , terwyl die van Baarlo, voormaals die van de geheele kluft, naauwlyks gehoord wordt. Ook zal het getal der huizen van die ftreek welke nu nog Baarlo blyft heeten, hoe zeer vroeger ook de voornaamfte, hu naauwlyks een agtfte gedeelte der bevolking van de Kluft bevatten. Even-  SWAHTSIilTIS VAN DEN DYK TE ZIBU.  L  van O VERYSSEL 221 Evenwel heeft de Nieuwe Sluis geene kerk, en dezelve is ook onnoodig, dewyl deze buurt zodanig met Zwartfluis verbonden is, dat men beiden voor een dorp zoude aanzien, en dus de kerk van Zwartfluis voor beiden kan dienen. De gemaklyke toevoer van turf heeft aanleiding gegeven dat hier vele kalk ovens aangelegd zyn. De Sluis, van welke wy hier fpraken, is onder de tweederlei benaming van Nieuwe Sluis en Staphorfter Sluis bekend. 2. De tweede Kluft, de Velden geheten , ligt tusfchen de voorgaande, Roveen * het Zwarte-water, en de volgende Kluft ingefloten. Binnen den omtrek van deze Buurfchap vindt men de overblyfzelen van het Zwarte-waters kloofter , ook Marienberg geheten , welks bezittingen by de verdeeling der geeftelyke goederen aan de Ridderfchap verbleven zyn. Het was een Benediktynei Nonnen-kloofter, en de ftigtingsbrief var den jare 1233 , door Lindebom voor om bewaard, geeft te kennen dat Bisfchop Willebrand hetzelve had opgeregt tot behouc der zielen van zynen voorzaat Otto en die met denzelven in 't veen by Koevorden ge fneuveld waren, van allen die met Konraac den Schout by Steenwyk waren gedood en van alle de Friezen die te Bakkevien oi rvlirfpete hun leven voor de kerk en d< geregtigheid hadden opgeofferd (12). 3 (.12") Zie Episc Dav. cap. 5. f. 12. Nog is 'ei een brief van 1393, door den Proost, (dat is dei mori \ Hasselt* [ l 1  HASSELT CO ap. Mattli Anal III. p. 20Ö. 4to monnik die 'er 't geeftelyke beftier had) afgegeven, voorhanden by Racer , Gedenkfi. VI. M. 120. (13) Zie Refol. v. R. en St. 19. Jan. 9. Apr. 1676". Zie ook het Boek van Dykregten ter Griffie. 222 Tegenwoordige Staat 3. Strekel en Hombroek maken onder deze dubbelde benaming maar eene Kluft of Buurfchap uit, welke, ten noorden tegen de laatst voorgaande, aanfchietende, ten ooften Roveen, ten zuiden het Schoutampt van Zwolle en ten westen het Zwarte-water tot grenzen heeft. Zy bevat eene Havezate , ter Wede, of wel de Groote Wede genoemd , op welke tegenwoordig, zo wel als op den Pol, geene andere dan eene boeren woning is te zien. 4. Hasfelerdyk, de laatfte Kluft van welke wy te fpreken hebben , ligt aan de andere, dat is de weftelyke, zyde van het Zwarte-water, en wordt ten noorden door het Schoutampt van Genemuiden, ten zuiden en westen door het Maftebroek ingefloten. Uit een papier van den jare 1313, , waar in deze buurfchap genoemd wordt (g), kan men opmaken , dat ten dien tyde het 'grootfte gedeelte van het tegenwoordige Hoogfchoutampt in 't geeftelyke onder de parochie-kerken van Steenwyk of Ysfelham behoorde. Het Dyk-regt van Hasfeler Kerfpel is in 't jaar 1676. door Ridderfchap en Steden vastgefteld (13). De Dykftoel wordt alleen uit Stads Regering zamengefteld. Een der Burgemeefteren is Dykgraaf, een ander en  yan ÖVERYSSEL. 223 en een Gemeensman zyn Heimraden , en«' de Sekretaris is Dykfchryver (14). Van de Hasfeler Kerfpel-fchouw is onderfcheiden de Hasfeler Mark-fchouw, welke zig tor Stads Marke bepaalt en omtrent op de zelfde wyze door Leden uit ftads Regering wordt waargenomen. In 't kerkelyke behoort Hasfeler Kerfpel geheel onder de Stad, met uitzondering alleen van die van INieuwefluis, gelyk ftraks is gezegd. Roomschgezinde Statiën zyn noch hier noch in 't overige gedeelte van dit Ampt te vinden; zelfs is het getal der zig daar bevindende Roomschgezinden , indien 'er hier of daar een wonen moge , niet noemens waardig. Aan de zelfde zyde van 't Zwarte-water, maar- veel lager dan Hasfelerdyk , en wel op de grenzen van Genemuiden , ligt nog een Poldertje niet meer dan 48. margen lands beflaande, het welke even als Hasfeler kerfpel geheel onder den onmiddelyken regtsdwang van den Hoogfchout ftaat. Deszelfs plaatzing tusfchen den dyk van 't Maftebroek en den gemelden ftroom geeft genoeg te kennen dat het later is ingedykt: maar wanneer dit gebeurd zy is ons onbekend. Wy vinden aangeteekend, dat het oudtyds Zedemuden genoemd werd (h): doch herinneren ons niet, of dien naam, of dien van^ Zelmuiden, welke tegenwoordig gangbaar is, ooit (14) Zie de aanftelling van eenen Dykgraaf door de Staten in de Refol. v. R. en St. 15. Nov. 1730. en nopens 't gefchil, welk naderhand over de benrteming van den gtheelsn Dykftotl plaats had, Aid. 23. Maart 1736". ssar. cm 1. bl. 2.  Hasselt. 224 Tegenwoordige Staat ooit in een oud ftuk aangetroffen te hebben. De dyk , waar mede het voor 't Zwarte-water befchut wordt, fluit boven en beneden aan den Maftebroeker dyk, maar is veel lager, zo dat Zelmuiden, wanneer ftorm eene ovorftrooming veroorzaakt, geheel kan onderlopen , zonder dat de groote polder aan eenigen overlast worde blootgefteld; en ongelukkig zyn 'er niet meer dan twee huizen in dit poldertje, die op genoegzaam hoogen grond gebouwd zyn, om in zulk een geval van 't water bevryd te bly ven. De Schouw wordt verrigt door eenen Dykgraaf en twee Heimraden, die twee jaren in dienst bly ven} en niemand, die by keuze of lot in eenen dezer posten gefteld wordt, mag weigeren denzelven te aanvaarden j terwyl ook niemand daar toe mag benoemd worden, die niet als eigenaar of huurder by den Polder belang heeft. In geval van byfters neemt deze Dykftoel twee boven en twee beneden geërfden tot zig om dezelven te begeven; het welke egter gefchiedt onder voorbehoud, dat zy, welken zig door die begeving bezwaard vinden, hun regt ten petitoiren naar Landregte mogen vervolgen. Wy trokken deze byzonderheden uit het Dykregt zelf, hetwelke op den 22. Juny 1706. door de tegenwoordig zynde eigenaren en belanghebbenden op nieuws is gewillekeurd, en den 17. October daar aan volgende j;door dert toenmaligen Hoogfchout bekragtigt. Wanneer dit Dykregt zwygt moet dat van Maftebroek geraadpleegd wordem Uit het gezegde blykt dat 'er ouder dykregten beftaan hebben: dan dezen zyn ons niet onder 't oog gekomen.  BE STAD KAKPiN, TAN DEN DYK TE ZIÏ.-N • -"'s'7/c"^ i