NAAMLYST DER BOOM e n HEESTERGEWASSEN, DIENSTIG TOT HET AANLEGGEN VAN LUSTBOSCHJES OF ZOGENAAMDE 1 . HERMITAGIEN, door nicolaas meerburg h, ■Hortulanus van den Kruidtuin van 's Lands Univtrfitm Te LEYDEN. TE LÉT D E iV, By J. meerburg H, MDCCLXXXII.   VOORBERICHT, ifJi.il'P meea a!le Lusthoven, al zyn defel£&C\&* Vun nï"eczeeruitgeftrekt,zonderd men M U thans de eene of andere plaats af, om JfES% een z°genaarade Hennïiagie asatefe^ ^ " "» gen, en met veifeheidenheid van Gewaffen te verderen , elk is begeerig te weeten, weke daar toe beft gefchikt zyn , en de een zoekt den anderen in verfcheidenheden van Plant proffen te overtreffen, en, als het waare, den loef aftefteeken. Voor veelen is egter zeer moeijeJyk deeze kundigheid te verkrygen ; fommigen hebben wel verfcheide Gewaffen , hier toe dieniïig, befchreeven doch geenen genoegzaamen voorraad daar van aan de hand gegeeven en pleegt men de Naamlyfteii der Bloemilten raad, de zaak word veel eer moeijelyker, dan gemakkelyker. Ik dagt dan, dat het niet ondienfïig kan geoordeeld worden, een Jyft van alle Gewaflèn, welke tot dat oogmerk zouden konnen dienen, gemeen te maaken en dat wel volgens de Rangfchikking van den Alomberoemden L i nn * us, by wie j men dus omftandiger bengt van elk derzelven bekomen Kan, voor al indien men Desfelfs Natuurlykc His- 2 . v torie,  iv By den Drukker defer zyn mede nog weinige tè bekoomen , een getal van fo afgezette plaatenj welk zyn zeldzaame Gewaffen, alle naar 't leven zeer keurig afgebeeld , door N. MEERBUKGHj Hortulmus. NAAM- torie, door den Beroemden Houttuin uitgebreid , en verklaard, daar over raadpleegt. Daar nü Fommigen der öpgëgeeve Gewaffen 's Winters behooren gedekt te worden , andere "s Winters groen blyven , fommigen klimmende zyn, of zich om het een of ander flingeren , heb ik gemeent die van elkander te moeten onderfcheiden, en door het byvoegen van letters zulks aantewyzeri , betekende dus A. dié, welke 's Winters gedekt worden , A. B. die, welke 's Winters groen blyven en gedekt moeten worden, C. die groen blyven, en niet gedekt moeten worden , D; die klimmende, of flingerende zyn. Niet rfiöeljelyk waren het ge weeft, het getal veel grooter te maken , als ik op alle de kleyne verfcheidenheeden had gemeent te moeten letten ^ doch zulks oordeelde ik onnodig. VOORBERICHT  De eerfte Ciafljs van Lihnséü? , wiens Rangfchikking ik in deezc Naamlyft' volgen zal, bevat geene gewaffen, welke in deezen Lyft moeten begreopcn worden, dus ik terftond tot de tweede overgaa. Tweede Claffe, Diandria Moriogynia. JAS M Y N. . Usmikum* Gemeene, met grpaardc Vinbladen dc ófficmale. Blaadjes onderlcheiden. a. " " - - - èn goud bontéMactórj. A. - - - - • en filver bonté Bladen. Gtandifiorum. Grootbloemlge, Snaaiifche, met gea. paarde Vinbladen de uitterfte Blaadjes famengevoegd , de Bloeme wk van agtcre purper geftreept. Fruticans. Gecle, met overhoekie drievoudige en er.kelde Bladen, de Takken hoekig, humiléi Geele, fpitsachtigé, met overhoekie, A. b. ipitsachtige, drievoudige en Viabladen, dc Takken hoekig. LIGUSTER. LIGUSTRU&. Gêrheene, Mondhout, keelkruid. ^U|sare- met bonte Bk\feff, Sempcrvlro». alteos groen bly- A. b. vende. A STEÈN- NAAMLYST der BOOM- en HEESTER.GEWASSEN, Dien/lig tot het aanleggen van' Lujlbofchjes of zoogenaamde Hermitage i PAg. t  FHILLYREA. media. a. b. anguflifoüa. a. e. latifolia. a. b. CHIONANTHUS. virginica. SYRINGA vulgaris. PeiTica. laciniata. SALVIA. officinalis. Auguftifolio. Ci'ifoa. CNEORUM. c. c. c. c. c. c, a. b. tricocciim. STEENLINDE. aiSiaLYRM' Middelflag, me: lancetwyz' ovaale by- A> B na ongekartelde Bladen, anguflifoüa. Smalbladige, met inial lancetvormige a. e. effenrandige Bladen, latifolia. Breedblaadige , met Hartvormige ovaa- a. b. Ie gecoukurde Bhden. FRANJEBOOM, SNEEUWBOOM, CHIONANTHUS. Virginifche met de fteeltjes in drieën virginica. verdeeld en driebloemig. S Y R I N G , Fhiitebocm. SYRIKGA Met Hartvormige ovaale Bladen pur- pere Bloemen. vu,Saris- - - witte Bloemen. I'erflca- Perfifche met lancetvormige Bladen, laciniata. Perfiiche met Vinbladen. SALIE. SALVIA. Gemeene met Lancetwyz' ovaale on- cfficinalis. verdeelde , gekartelde Bladen , de e' Bloemen Aairwyze purper couleu. rig. c- ----- - met witte Bloemen. e. ----- - goud bonte Bladen. c. ----- - ziiver bonte Bladen. c« - - - - de Bladen drie kouleurig. Auguftifolio. Smalbladige Spaanfche met een goud r ;a c* couleunge linie over de. Bladen. c Mee gekruide Bladen. Derde ClalTe Triandria Monogynia. C H A M M L E A. CNEORUM. Drievrugtdragende, met fmalle Blaad- a. b. jes en geeje Bloempjes, tricocciim. vs .- Vier- ( 2 )  Vierde ClalTe TetrandriaMonogynia. KOGELBOOM, Knoopboom. CEPHALANTHUS. Met drie Bladen rondom de fteel ovaal aecidentalis. en gefpift tamelyk grooc# KORNOELJE. ÏÏ?ÜS' Bloemryke, die het omwindzel zeer groot heeft, van Hartvormige Blaadjes , de Bloeme wit. Sanguines. Roodtackige, met de Bloemtuiltjes bloot. bontbladige. mafcula. Gewoone, die de Blocmkroontjes van gelyke groote met hec omwindzel heeft, de Bloeme geel. ... -""*---- bontbladige. 5encea* Bloemryke, met groote ovaale fpitsach- tige Bladen vanondere zyachtig fterk geaderd witte Bloemen en Vmgten. vanegata. - - - - met zilver bonte Bidden. LEDERBLOEM. ÜSaA" Drieblaadige , met Zaadhuisjes' byna iniohata. ds de 0lmen. O L Y F Wilg. ELEAGNUS. Smalbladige met Lancetwyze Bladen; .«.guftlfolia. en groene Bloempjes. latifolia. Breedblaadige, met ronde Bladen. TOVERHASELAAR. SaMELIS- met brecde Hazelnooten, Bladen, een Bloem van vierblaadje» een vierbladige Kelk. HULST. ILEX. Europifche met fpits ovaale gedoomde C Bladen, .luifolium. A % £^ ( ? )  ( 4 1 c. Europifche met fpirs ovaale gedoomde goud bonte Bladen. c zilver bonte Bladen. Lsmco'.z. Met lauricrachtig Bladen dus weinig c. gedoomde, erifpus. . Mei gekrulde Bladen. c- - - bonte Bladen, Anguftifolia. Smalbladige goud gerande fterk ge- c' doornue. c- - - - - - - - zilver Bladige. Gaffme. Americaanfche, met langwerpig ovaa- A. b. Ie, zragswyze getande Bladen. Afetica. Ooft-Indifche', met breed Lancetwy- A. b. ze ftompe ongekartèlde Bladen. - De Vyfde Claife Pentandria Monogynia. 1 3a' AZALEA. AZALEA. Oorterfche, met glanzige, Lancetwy- Pp,'Jti-a- ze wederzyds gladde Bladen,en tras- a. fen aan het end der takken, imdifion. Naaktbioemige , met ovaale Bladen, de Bloem haairig j, dc Meeldraadjes uittermaate lang. vifcoia. Lymerige , die de Bladen ruuw van rand , eh de Bloemen lymerig ge- haaird heeft. Lsppcnka. Laplandfche, die de Bladen met uitge¬ holde flippen befprsngd hee 't. procuaibens. Hurkende, die de Takken wyd en zyd langs de grond neerhurkende heeft. KNOOPBOOM. SSSta^ Orientaalfche, die de Bladen tegen el¬ kander effen glad gelyk van rand ovaal met een punt. KAMP-  KAMPERFOELIE. Ï,GN;CERA. Italiaanfche met gekramde onbedeelde coprifohum. encl Bloemen f dc bovtT.fte Blader»' doorbl^dig famengegroeid. Scmpervirens. q. Groenblyvende , met bladerlooze Endkransjes , de bovenfte Bladen doorbladig zamengroeid, van qndcre wit, de Bloemen fchavlaken rood. ?hoic>' Tweehuizige , met Bladerlooze Endr kransjes alle de Bladen famengegroeid - doorboord hebbende roode Bloemen. Periclymenum. Gewuone, met Eironde End - knopjes, d. die als gel'chubd zyn de Bladen t'êenemaal onderfcheiden. nigra Hondsbeflën , zwarte, met tweebloe- mige deeltjes en afgezonderde Besfen j de Bladen ov.tal en niet gekarteld. Xylofteum. HondsbelTen , roodc , met twee bloe- mige fteeltjes, en afgezonderde Bladen niet gekarteld ruig. pyrenaica. Xeylofteum, Pyreneefche, met twee- bloemige fteeltjes, en afgezonderde Bellen, de Bladen langwerpig glad. Alpigena. Alpifche, met tweeblocmige fteeltjes én famengegroeide gepaarde Bellen, de Bladen Lancetwyze ovaal. Goerulea. Blaauwhondsbeffcn , Bcrgkers, met tweebloemige fteeltjes en famenge: groeide Beffen ; de ftylen onverdeeld.- Symphoricarpos. Karolinifche , Krakelbeffbn , met xt#A delingfche gefteelde Hoofdjes en gefteelde Bladen. & Diervilla- Acadifche , met zydelingfchc Trollen en getande Bladen. quercifoüa, s. Eykbladige, met uitgegulpte Bladen. * " - -- -- - bontbladige. A 5 DÜL- ( f )  D ULCAMARA, Bitterzoet. SOLANUM. Met een ongedoornde Hcefterachtige dukamara. bogtige fteng , de bovenfte Bladen D- Piekvormig', dc Trosjes gekroond. - - - met bonte' Bladen, Bonarienfe. Bonaires, Aardappel Boom, met een A> B- gedoomde Heefterachtige Meng, de Bladen langwerpig ovaal, diep uitgegulpt ruuw. BOKSDOÜRN. LYCIUM, Europifche , met fcheeve Bladen en Europeum. a. bogrige ronde takken. Barbarum. Bafarylche , met Lancetwyze Bla¬ den, de kelken meeft in tvveën gedeeld, de Bloemen rooze couleur. WEGEDOORN. RHAMNUS. Purgeerende, met endelinglle DoorCatharticus. neri) vicrdeeüge tweehuizige Bloe-" men , Eyvormige Bladen en regte Stengen. Oleoides. Olyfbladige, met endelingfchc Door-' a. b. nen; de Bladen langwerpig en effenrandig. Alpinus. Alpifche , met tweehuizige Bloemen en dubbeld gekartelde Bladen. Frangula. Vuiboom, Pylhout, die ongedoornd is met eenwyvige tweeflagtige Bloemen en effenrandige Bladen. Alaternus. Hottentotfche Kers , Alaternus , die C ongedoornd is , met tweehuizige Bloemen een drie dubbelde Stempel en Zaagswyze getande Bladen, c. - - - - - - met bonte Bladen. c- ------ - ronde Bladen. c. - - - bonte Bladen. Pa-  Americaanfche , met dricribbige Bladen, en witte Bloemen. Paliuru,. Paliurus, Griekfche, met dubbelde Ste¬ kels, den onderiten omgebogen dncwyvige Bloemen. 0,1 Z.zyphus. Jobenboom , met dubbelde Stekels A« den ecnen kiom: tweewyvi de Blikjes langer dan de Bloem. Cynosbatü Stekelbeffen , met Doornen onder de Oxels der Bladen , en ftekelige garille Beffen. KLIM. HEDERA. Europifche $ met oyaale Bladen die ge- c- kwabt zyn. hel!x' c. - goud bont. . . . Virginifche met kleine zilver bonte virginica. p° , c. Bladen. quinqucfolia. . Canadaafche , met vyfvoudige ovaale °- getande Bladen. W Y N G A A R D. VITES. Snipperbladige , met vvfvoudige Bla- lacmtofa. dcrl) dje fyn gcfojpptrd zyn. iabrufcula. Americaanfche , Vollcndruiven , met Hartvormige byna driekwabbige , gerande Bladen, van onderen wollig. Vulpina. Voffcndruivcn, met Hartvormige zaa&s - wyze getande , wederzyds naakte Bladen: Jieptaplrylla. Zevenbladige, met zevenvoudige Ey- vormige efFenrandige Bladen. BINGELKRUID, Slingerplant. PERIPLOCA. Met de Bloemen van binnen ruig gc'graeca. d. vederd pürperacfitig. W O R G K R U I D. CYNANCMUM. Met een regt opftaande gemikte fteng, . «eftum. de Biaden Hartvormig cn glad, en witte Bloemen, LOOG-  LOOG KR Uia SALSOLA. Dat Heefteracbtig is en fegt opftaat, ftuticüfa. o. met Draadwys' dunne itomachtigc Bladen. YPEN, BOOM, OLEMBOOM. Ca'mpeftriï Gemeene, met bonte Bladen dubbeld getand die by het Heekje ongelyk zyn. Americanus. Americaanfche, met egaal getande Bla¬ den, die by het Heekje ongelyk zyrr. pumiIa !met bonte Bladen. ^ • Laage, Sibenfche, met egaal getande A. s. Bladen dié by het ftecltje gelyk zyn. S U M A C K. fcSa. Èuropifche, met gevinde, ftomachtig getande, ovaalej van onderen wol- T .. , bge Bladen. 7P 'na' Virginifche, met Lancetvormige fcherp getande vindbladen, die van ondere wollig zyn. fiara' Gladbladige , met Lancetvormige, zaagswys, getande Vinbladen , die , wederzvds kaal zyn. ermz. Vcrnix met gevinde effenrandige Bla- Copallinum. r den' de flfeltJ" «l^rdeeidé'n gelyk. vrorn, copal, met gevinde efFenrandige Bladen, dc fteeltjes vliezig met radkan ' 8ewr*§tcn* Wortelranck , klimmende , met drievoudige Bladen, die elk in 't byfonder gefteeld, ovaal, glad en efFenrandig zyn. Wodendron, Virgiftboom, kanadaafche, met drievoudige Bladen, die gefteeld, hoekig zyn en wollig, met Wortelende Ranken. 8 Pluim» < 9 )  Cotinus^ Pluimboom, Leertouwerfchors, verf¬ loof , met enkeldc ipatelvormige Bladen. V 1 O R N E. VIBURNUM. Laurus TinuS) me£ oyaal e(fenrandige tinus- Bladen, de takmaakingc der Aderen Ct van onderen, haairig geklierd. ------ met bonte Bladen. Naaktbloemige , met effenrandigc Lancetswys' ovaale Bladen. PrunifoliiHH, Pruimbladige, met rondachtige, zaags- wys getande gladde Bladen, der.tatua. Tandbladige, met Eyronde, zaagswyj getande, geplooide Bladen. Iantana* Europifche, met Hartvormige, getan¬ de , geadelde , van ondere wollige Bladen. optilus. Watervlier, met gekwabde Bladen en geklierde Bltdfteelen. - ----- met bonte Bladert. globofusi Balroofen, Sneeuwballen. Caffinoides- Klynblaadige, Kaapfche, met Eyron- c' de getande gladde Bladen, de lteextjes ongeklierd gekield. VLIER. Laage die kruidig is met dnedeelige ■EbuIus* kioontjes en Bladerige ftoppeltjes. lacuniofa. Vinbladige, Pieterfely, vlier. ' lacemofc, Bergvlier, Takkige die famengeftelde Eyronde Troffen draagt, de bloeme geel. PIMPERNOOTE. STAPYLEA. xr. ,. v inbladige. pionata. Driebladigc. trifoliata. T A-  TAMARIX. TAM ARISCH. 8allica- Franfchc, met vyfmannige Bloemen, germanica. Duitfche, met ticnmannige Blo-men. AR AU A. Doorenachtige met Eflchen Bladen, dc Spinofa. &. ftam f() wd ds dc Bladen ^ gedoornd] DcSesde ClalTe Hexandria, Monogynia. J ü C C A. Pragtige , Veclbloemige met geheel glonoft. a. b. effenrandige degenvormige Bladen. P R I N O S. PRINOS. _ . „ Gekranste, met de Bladen in de langte vcrticülatï. zaagswyze getanden. filaber. Gladde, mee de Bladen aan de tippen . A. b. getand. rr BERBERISSE. Sr?18' Gemeene, met getrolle Bloemfteeltjes, De Sevende ClafTe Heptandria, Monogynia. PA ARDEN KARST ENGE. ^SCULTJS. De Bloeme wit van binne geel gevlekt» Hippocaftanum. de Blade bont. Favia- ' Roodbloemige die agtmannig zyn. iutea- Geelbloemige. Agtfte ClafTe OcTrandria Monogynia, BOSCHBESSEN, VACCri^iUM, Blaauwbeflêu, met eenbloemigc fleelMyrtUlus. tjes zaagswys' getande Eyronde Bla¬ den en een hoekige Heng. B 2, Spi|Sf ( li >  ( li ) Mucronstum. Spusbladige, met geheel enkelde eenblocmige fteeltjes, de Bladen Eyrond gefpits glad en cfTcnrandig. Liguflrinum. Ligufterachtige, met blootc Troffen, en Heefteracluige fteng en gekartelde langwerpige Bladen. Viüi idaea. Voflenbeflcn, met knik kende end Tros- a. b. fen, de Bladen (lomp ovaal, omgekruld, effenrandig van onderen gefrippeld. tiepidulum. Americaanfche, Braamen, Stekelige, a. b. niet cffenrandige omgekrulde Eyronde Bladen, en kruipende draadachtige ftekeligc takjes. HEIDE. ER1CA- Gemeene, met gebaarde Meelknopjes, vulgaris. de Bloempjes klokswys byna egaal, c. de keiken dubbcld, dc Blaadjes pyl. vormig tegen over elkander. c. Gemeene, met witte Bloemen, tt'tralis. Dop Heide, met —— Eyronde Bloe* c. men tot Hoofdjes vergaard den ftyï ingefloten, dc Blaadjes ruig. c. Dop Heide met witte Bloemen. Ariorea. Doornachtige met —— Bloeme , dc c. . takjes grys. GInerei. Afchgraauwe , met dc Bloemen c Eyrond met een geknopte ftempel. purpnrafcens. „ Paarsachtige met vier of meervoudige c« Blaadjes, de Bloemen klokvormig verftrooid. ITcrbacea. Kruidige de Bloeme lang- c- werpig over cenc zyde. Mediterranea. Middelandfche met vyfvoudigc uitger c* breide Blaadjes, Eyronde Bloemen die verfpreid zyn.  Miüiflora. Met vyfvoudige Blaadjes en veelvuldi- £• ge Bloemen Bolrond purperachtig. PEPERBOOMPJE DAPHNE. „ , , Met ongedeelde Bloemen drie by cTMizereum. kander aan de fteng, en Lancetvor¬ mige afvallende Blaadjes. . . t " • " " * met witte Bloemen.-» laureoia, Laurierachtige, zwarte peper, met £• vyfvoudige oxel Trollen , de Bladen Lancetvormig glad. Cneorun?, Berg? peper, met ongedeelde Bloem- hoofdjes aan 't eind der Takken, cri a. b. Lancetvormige kaalc gefpide Bladen. gnidium. Garou, Thymadea, met een einde- lingfe Bloem pluim en fmal Lancetvormige gcl'pitde Bladen. Negende ClafFe Enneandm Monqgynia. LAURIERBOOM. laurus. ' ; Koode , karolinfche $ met geaderde borborm. Lancetwyze Bladen , de kelk van a. b. dc vmgt a]s ecn be|-1Cj benzein. BcnzoinBoom, met ongeribde, ovaa¬ le, aan beide einde fpitfe, effenrandige afvallende Bladen. SalTafras. Saffafras Boom , met onverdeelde ea driekwabbige Bladen. Tiende ClafTe Decandria Mpnogynia< VLINDERBLOEM. fo«fdaJRIS' Stinkende , met de Bladen als water A. b. dneblad bleek groen, de Bloeme de Laburnum gelykende. B $ JU- ( M )  JUDAS. BOOM. CERCIS. Europifche, met Hartvormig ronde Siliquslïmm. Bladen glad. eanïdenfïs. Kanadaaiche , met Hartvormige wol¬ lige Bladen. B O N D U C. GUILANDINA. Kanadaaiche, die ongedoornd is, met "dioica. dubbcld gevinde Bladen , die van A. agteren en aan 't eind enkeld gevind zyn. W Y N R U I T. RUTA. Sterkruikende, met famengeftelde Bla- Graïcoiens. den, de zydelingfc Bloemen in vie¬ ren gedeeld. - - - - . - met Bonte bladen, chalepcnfis. Fynblaadige , met meerder famenge- A. B. Heide Bladen, de Bloemen blaadjes gehaaird. AZEDERACH, Folla - morgatje. MELTA. Effchenbladige, dubbeld gevind en ro- azederach. a. fe kouleurde bloemen. .ZYGOPHYLLUM. Haauwkappers , met gepaarde , gefabago. Heelde Bladen , de Blaadjes Homp Eyrond. LEPELBOOM. KALM IA. Breedbladige , met Eyrodde Bladen; latifolia. a. js. de Trosjes endelings. anguftifolia. Smalbladige, met Lancetvormige Bla- A. b. den , de Troffen op zyde de Bloemen Roofekleurig. R O S M A R Y N, LEDUM. Wilde ^ met blade gdykcnde na dc paluftrc. «. Rosrnaryn. Breed- ( H )  latifolia. Breedbladige met omgezoomde Blaad¬ jes van ondere wollig. RHODODENDRCii. * O Z £ L A A R. ferruSlnenm. Roeftkleurige, met gladde van ondere A- B- Schurfagtigc Bladen, de Bloemen Trechterachtig wit. dauricum. Gladde, met wederzyds kaak Bladen, A- B' de Bloemen Raderachtig, hirfutum. Bergroofcn , ruige , met kaale op de A- B- kant gehaairde Bladen en Trechterachtige Bloemen. Pont.cum. Levantlche , met glanzige , Lancet- • ' vormige, wederzyds gladde Bladen . en endelingfe Bloemtrolïen. Pamm. Berg laureola , met glanzige , ovaale ' ftompe geaderde Bladen die een fpitfen omgeboogen rand hebben , en eenblocmige Heekjes. ANDROMEDA. ANDROMEDA. tet»MW.,a Vierhoekige , met. enkelde zydelinefc tetragona. Bloemfteeltjes en klokwyze Bloe¬ men i de Blaadjes gepaard opleggende ftomp gekruld, matian». Marylandfche, met voorgaande Bloem- A- fteeltjes en Cylindrifche Bloemen de Bladen overhoeks , Eyroud en onverdeeld. ¥ . _ Rosmarynbladigc , met vergaarde • * Bloemfteeltjes, cn Eyronde Bloe¬ men de Bladen overhoeks, LancetKicii. vormig en omgekruld, uaboec». Ierlandfche , met hellende Trosjes j • ' vierdcelige Eyronde Bloemen, pur¬ perachtig en overhoekie Lancetvormige omgekrulde Bladen. Ge- C ir )  panicolatsi. Gepluimde, met hellende Trosjes, die Blikjes hebben, de Bloemen bultig rond , de Bladen overhoeks , langwerpig met tandjes. ealyculatt. Groot gckclkte , met hellende Tros» fen die Bladig zyn, de Bloemen Rolrondachtig, de bladen overhoeks, ftomp Lancetvormig geftippeld. Arborea. Boomachtige , met hellende naakte a. Trosjes, de Bloemen röndachtig Eyvormig. fempervirens. Groenblyvendc met blinkende Blaaden A- B* de Bloemen neerhangende wit uit de bxels der Blaaden. AARDBESIENBOÖM. wMdoTUS' Met glac!de zaagwys getande Bladen * en veelzadige Bellen, lanceohta. a. a. Smalbladige, vrugtdragendc. Andjachne. Syrifche , met gladde cfFcnrandige eri a. b. gekartelde Bladen, de BeiTen vcel- zaadig. uva urfi. Beerendruif, met hurkende ftengen en a. b. geheel ongekartelde Bladen. C L E T H R A. . tLETÖRA. Elsbladige, Lancetvormig gefteeld de fllmfülia' bovenfte brceder. STYRAXBOOM. offiïiïafcf" Hcelbaare , dc Bladen uit den ronde A ge'pift glanzig groen , van onderen wit en ruig , de Bloeme wat neerhangende. H Y- ( 16 5  H Y D R A N G E A. ËSSn?"*- HffteSdiriêe' .^vierhoekigeTakken^Hartvormig Zaagswys getande tiladen en witte bloemen. V E L D K A A R S. SÈt Hcefterachtig, Zeepkruid, met twee- a b Èel,ge ■»«*". een driedeelige • riuim breed Lancetvormige Bladen. , Elfde GlalTe Dodecandria MoniginiV H A L E S I A. HAtESlA, Vierwiekige, met Lancetwys, EVron^ de Bladen , de fteelen geklier], de Jintera ^ Bloemen fit neerhangende. P*«' Tweewiekige, met Eyronde Bladen4' de fteelen effen, de Bloemen wit. W I L D K R U I T. ™TM- Harmei, met fyn verdeelde Bladen, en witte bloemen. WOLFSMELK EUPHORB1A. r„A a fpiuofa. Gedoomde, met eenbyna vyfde kroon*' a. b. tje; dat enkel is; de bmwindzeltjes i^yrond, dc voofnaamfte driebladig, dc Bladen langwerpig effertrandigf - Twaalfde Clalfe Icofandria Monogynia. J A S M Y N. S^.LPHÜS- met eenigermaate getan- iuodorus. „ , B,ladfn en witte Bloemen. Reukeloofe, met geheel effenrandige Bladen. ° G AMAN- ( -7 )  amandel: yne Africaanfche" met aderachtig Putnüa- gerimpelde Bladen. - - - - - met dubbelde Bloemen. Nana- Naantjes, met de Bladen naar agteren fmallcr kleiner bloemen. GRANATUM. PUNICA. . Gewoone die Boomachtig is, metLanA cetvormige Bladen, dubbelde Bloemen. Naiia- Laage, die Heeftcrachtig is met faial- . A- le Blade en enkelde Roode Bloemen. VOGE'LKERSSEN* PRUNUS. Die de Bloemen aan trotfen heeft, dc Padus- Bladen afvallende,, van agtcrem om laag met twee kliertjes. Virginica. Virginifche, die de Bloemen aan Trot- fen-heeft,- de Bladen afvallende, by het fteekje van yooren geklierd. (fanadenfif. Kanadafche, kers,,die de Bloemen aan 'Troffen heeft, de Bladen, altoos groen en ongéklierd. luCtanica. Portugeefcbe Laurier, die de Bloemen c. aan Troffen heeft, de Bladen , altoos groen en ongéklierd. laurocerafuj. Laurocerafus, Launerkers, die de Bloe- c men aan Troffen heeft, de Bladen •altyd groen en op de Rug met twee klieren. ------ met bonte Bladen." mhaleb. Welriekende kers, die de Bloemen aan Tuiltjes, de Bladen Eyvormig. Avium. Kriekeboom, Groote wilde, kerfen- boom , met ongedeelde kroontjes, de Bladen Lancetwys , ovaal verdubbeld, van onderen wollig. Slec- ( i* )  c ;i9 ) Sptoofc. Sleedoorn, Slee-Pruim, met enkelde Heekjes, Lancetwyze gladde Bladen en ongedoornde Takken. Cerafus. Kerfcnbooni Dubbelde de Blade Lan* cccvormig. HAAGAPPEL-BOOM. «RATA2GUS. Italiaanfche , met ovaale ongelyke ge- ,P '. ,. tande> ™n ondere wollige Bladen. rormm.Ii,. Sorbenboom, wilde, met Hartvormi¬ ge zevenhoekige Bladen wier onderHen kwabben van elkander wyken. cocc.nea. Hoogrode, Hilligedoorn, met Eyvor- mige, uitgegulpt-koekige Bladen, die getand zyn en glad. Virldia. Groene, met Lancet wys , Eyvormi- ge, byna drie kwabbige getande gladden Bladen,enecnen ongedoornde Stam. crusgaHi. Haanepoot, met Lancetwys, Eyvor- mige, Zaagwys getande gladden Bladen > en gedoomde Takken. fomentofe. Wollige, met Wigachtig Eyvormige, getande, eenigermaate hoekige, van. onderen wollige fikden. m Indhche, met Lancetwyfe getande Bla¬ den , een ongedoornden Stam en fchubbige TroH'en. Azarolus. Azarolboom , met llompe, byna in drieën gedeelde eenigermaate getande Bladen. oxyacantfaa, Haagdoorn Gemeene met de Bladen Homp , byna in drieën gedeeld en zaagwyze getand. met dubbelde Bloemen. * - - - - met bonte Bladen. " , " ■ - " met witte Vrugten. GlaHenburry die tweemaal 's jaars bloeyt. C a Haag-  ( to ) Haagdoorn met fchoone roode Bloemen. LYSTERBEZIEN BOQ M, SOREUS. Met gevinde Bladen, die wederzyds. Aucupam. . ^ ^ ----- met groote Bloemtrosfe en Vrugten. hybrida»t Baftevtforbenboom., met half gevinde, van onderen wollige Bladen. M E S P I L. MESPILUS, Gedoomde Berendruif, met Lancet- ï>yra:aiuha. vvys* ftyvormige gekartelde Bladen en ftompe vrugt kelken. Arbutifolia. Virginifche , die ongedoornd is met Lancetwyze, gekartelde van ondere wollige Bladen, en roode vrugten. - - - - - met zwarte vrugten. Amelanchler. Ooftenrykfche, die ongedoornd is, en de Bladen ovaal, zaagwys', getand, van onderen ruig , de bloeme wit, de vrugte zwart. canadenfis. Canadaafchc, die ongedoornd is met Langwerpig Eyronde, gladde, getande, fpitsachtige Bladen. Cotoneafter. Ruigbladige, die ongedoornd is, met „. .. ., geheel effenrandige Eyronde Bladen. Chamem.fprlus. AJpilche j die ong?doornd is met ovaaIe fpits getande gladde Bladen en trosachtige Bloemhoofdjes. Americana. Americaanfche , met klyne ronde ge¬ tande Bladen, van ondere wollig cnkelde lange Doornen. OOFTBOOM. PYRUS, Americaanfche, me? gekartelde bonte amencana. Vir-  poronam. Virginifche , ooftboom , m=-t hoekig gekartelde Bladen en gefteelde Bloemtroffen. baccaja. Kersappel, met gekartelde Bladen en gefteelde Bloemtrosjes. DRUIFJES wilg. SPIREA. Wildbladige , met Homp Lancetvor- Sal.cifoka. inige zaagswys' getande Bladen, en , . dubbeld getrofte Bloemen. Lcevigata. Gladbladige , met Lancetvormige effenrandige ongefteelde Bladen en famengeftelde Troffen. Rofea. Rooscouleurige , met ronde Bladen zaagwys en famengeftelde Trollen tomemoia, WnlMirlicr/» ™,.r t vvoiDiaaige , met Lancct-ormige, ongelyk getande, van onderen wol„ 1'g en dubbeld getrofte Bloemen. Hypenc.folia, St Jans, kruidbladige met ftomp Ey ronde effenrandige Bladen en ongé- fteelde kroontjes, chamedryfolia. Gemanderlynbladige , met Eyronde diep zaagwys ingeiucedcn Bladen en gefteelde kroontjes, crenata. Gekartelde, met langwerpige aan de punt gekartelde Bladen en zydeling- fe Bloemtuiltjes. Triloba. Driekwabbige, met gekwabde ge¬ kartelde Bladen , en kroontjes aan 't end der Takken, opulifolia. Geld-Roosbladige , met gekwabde Bladen en Tuiltjes aan 't end der Takken- ROOSEBOOM. Ktria. Eglantier, met ronde gladde knoppen, Uglantena, BJoem ? en muwe Bladfteden^ ^ Vinbladen fpits, dc Heng dun bezet met regte doornen. c 3 k8. ( « )  cinnaniomea, Kaneel Roos, met ronde knoppen en Bloemfteelen glad, de fteng met Doornachtige ftoppeltjcs, de Bladfteelen byna ongedoornd. plinpinéllifolia. Pimpinelbladige, met de ronde knoppen en Bloemfteelen glad, de Bladfteelen ruuw , de Blaadjes ftomp; de fteng met verftrooide regte door■ nen. fpinofiffima. Veldroos, fterkgedoornde , met dc knoppen rond en glad , de Bloemfteelen ftekelig , de Takken en Bladfteelen uittermaaten fterk gedoomd. Cirolina. Karoiinfche , met de knoppen rond, en , zo wel als de Bloem fteelen , ftekelig ; de Bladfteele gedoomd, de fteng met Doornachtige ftop- peltjes. villofa. Ruigbladige , met ronde gedoomde knappen , de Bloemenfteeltjes ftekeiig , de Bladlleeltjes en Takken gedoomd, dc Bladen wollig ruig. fempervirens. Ahyd groene, met ronde knoppen , die zo wel als de Bloemfteeltjes ftekelig zyn } de fteng en Blad fteelen gedoomd j de Bloeme kroontjeswyze. Centifoiia. Provincie Roos, met Eyronde knop¬ pen , die zo wel als de Bloemfteelen itekelig zyn, de Takken gedoomdj de Bladfteelen ongedoord. - - - gcele met dubbelde Bloemen. - - - geele met enkelde Bloemen, phasnicea. ... r0ode met enkelde Bloemen. a'üa- Witte Roos , met' Eyronde gladde knoppen, de Bloemfteelen ftekelig, de Takken en Bladfteelen gedoomd. Mus- ( « )  Der- Mufchata. Muscus Roos ; met menigvuldige A. witte Bloemen, de Takken fterk gedoomd. Alpina,] Switzerfche, met de.knoppen Eyrosd, en Bloemen en Bladfteelen ftekelig de Takken ongedoornd. Ga!lica' Franfche, met de knoppen Eyrond, en zo wel als de Bloemfteelen, ftekelig , de Takken en Bladfteelen gedoomd. Canina. Hondroos, met Eyronde knoppen, die zo wel als de Bloemfteelen glad zyn, j ,. de Takken eri Bladfteelen gedoomd ï-endulma. Hangende, met Eyronde knoppen die glad zyn, de Bladfteelen en Takken ftekelig, ongedoornd Bladfteelen en hangende Vrugten, BRAAJVIBOOS. RÜBUS. Welriekende met enkelde gepalmde odoratus. Bladen . dfi T^en ong^omd , . , veelbladig en veelbloemig. fmticofus. Hefterachtige , met dubbelde witte bloemen de. fteng fterk gedoomd. V Y F B L A D. POTENTILLA. Heefterachtig , met gevinde B'aden . fnmeofa. de bloeme geel. ' HOUTBLOEM. €ALYCANTHüS. Floridaafche, met de Binnenfte BWmflöridus. blaadjes langft de Bloeme dubbeld rood. ( H )  Dertiende ClafTe Polyandria, Monogynia. . LINDEBOOM. eÏopcï Europifche, wiens Bloemen geen tto- ningbackje hebben met bonte Bladen. arheiicana. Americaanfche * wiens Bloemen een Honingbackje hebben. ROCKROOS. Ladanifenis. Die B°omachtig is met Lancctvormi- a. b. ëe van bovcn gladde Bladen, dé fteeltjes als een feheedje famenge* groeid, de Bloeme wit. itonüs. "Gr:ze" L r Bloe™>"e gevlakt. uryze, die Boomachug is, met fpa' telvormige wollige ruige Bladen, de onderfle onder tot een fcheede famengegroeid, de Bloeme rooskouleurig. albidus. Witachtige , die boomachtig is met Lancetwys Eyronde ongefteelde , wollig gryze byna drieribbige bladen. FOTHERGIL. Kn?RGILLA* Ëen geknokte niet ingefneeden of verdeelde kelk , zonder Bloemblaadjes het vrugt beginfel in tween gedeeld een tweehollig zaadhuisje , de Blade gelykende na jonge Elsblade, de Bloemtrosjes wit- TULPENBOOM. \S?™DKm Met gekwabde Bladen. MA- ( 24 )  MAGNOLIA. MAGNOLIA. Grootbloemige , met Lancetvormige grand flora. aanblyvende Bladen en fchoonegroo- A' ' te witte Bloemen. angufta. a. b fmalbladige. g'lauca. Blaauwachtige , Beverboom , met A- langwerpig Eyronde van ondere; blauwachtige Bladen 't winters afvallende. acuminata. Spitsbladigc , met langwerpige gc- fpitftc Blad-.n. OTpetHij Driebladige, met Laucetwys' Bladen, dc buitenlle bladen afhangende. A N N O N A. ANNONJL Driekwabbige, met Lancetwyze Bla- lrilol,a' den en in drieën gedeelde vrugten. Veertiende ClafTe Didynamia , Gymnofpermia. CHAMtEDRYS. WRItTM' «eefteragtig , met korte gëzaagde ^ Bladen, driebloemig. BERG, Satureja; SATUREJA. Bergkeulen , met Lancetvormige Blamoniana den, en witte bloemen. LAVENDEL. LAVANDULA. Gewoone , naet Lancetvormige effenfPica' randigc Bladen , dc Aairen naakt, c- de bloemen purper. de bloeme wit. T H Y M. Vw-aHs • Grmeene met klyne ongekrulde ronde • ° ' „ Blaadjes, purper Bloemen. C' D ( *r )  ( *<5 ) tlba: * - - - - met witte Bloemen. TROMPET Bloem. BiGNONIA. Catalpa, met enkelde, Hartvormige, CatalPa- drievoudige Bladen, den fteel regt- opftaande, de Bloem enl tweemart- nig. Crucigora. ^ Kruisdraagcnde, met gepaarde geklaauwierde Bladen, de Blaadjes Hartvormig, de Ranken gedoomd. radicans. Wortelende, met gevinde Bladen, de Blaadjes zaagwys gefneeden j de fteng met gewortelde knietjes. ftans- Regtftammigc, met gevinde Bladen, de Blaadjes zaagwys getand, de fteng regt opttaande cn ftevigj de Bloemen getroft. Capreolata. Geklaauwierde , met gepaarde Bladen A« B- de Blaadjes Hartwys' Lancetvormig de onderfte enkeld. pemviana. Peruviaanfche, met verdeelde Bladen, A' dc Blaadjes ingefneeden , de fteng $ met klaauwieren aan de knietjes. KU1SCHBOOM , Abrahamsboom. VITEX. Met gevingerde Zaagwys getande Bla- ignus Caftus. den en gekranfte Aairen. Vyftiende Clafle Tetradynamia Silicuiofa. PSEUDOCYTISUS. VELLA. Met enkelde ovale Bladen, Haairachtig dfeudocitifus. en geelc Bloemen. T H L A S P I. IBERIS. Grocnblvvende Heefterachtige , met ftmperfiorena dikke j Bkden £n ^e b1q A' B' men. Ses«  Sestiende ClafTe Monadelphia: M A L V A. HlcIEKA' Boomachtige met zevenhoekige wolliG gc geplooide Bladen, en getrofte eenblocmige fteeltjes in de oxelen. ALTHÉA. fyfiac"s- diep gekerfde Bladen, dc fteng Boomachtig. - - - met witte Bloemen. - - - met witte gevlakte Bloemen. - * - met filvcr bonte Bladen. M A L ,Ü W B O OM. SW^RTIA" ^et 1:lngwerpige ovaale gefpitfte toa.acodcndron. Zaagwys, > W t to dere wollig ruig. Seyentiende ClafTe Diadelphia. ? O L Y G A L A. SSut Larage./aLr?' met m^rdc vera. b. iP^'de Bloemen , dc kiel rond geftipt, de fteng Heefterachtig , de Bladen Lancetvormie. BREM. £82?* SPaan5hl? mct ««dc Takken , die c aan dc { oppen Bloem draagen tegen over elkander} de Blade Lancetvormig. Ccorpius. Priemkruid , Doornbladige , met uit- gefpreide gedoomde Takken, de Bladen Eyrond. fcorparium. Befem Brem, met ruuwe Takken, de bovenfte Bladen digt bycen en draadachtig. P 2 AK- ( *7 )  ( 28 ) AKKER. Brem.' GENISTA. Met Lancetvormige gladde Bladen en incloria. c. gelyke ronde regtopftaande Takken, tibhica. èiberitehe , met Lancetvormige gladde Bladen en gelyke ronde , regtop- ftaande Takken, pilosa. Haairigc, met Lancetvormige ftompe Bladen en cen leggende geknobbelde fteng w&fy' Engeiiche, met enkelde Doornen; dc Bioeiiende Takken ongedoornd, de BI .den Lancetvorrnig. ^Sermanica. Duitfche, met zamenpeftelde Door¬ nen , die blyvende Takken ongedoornd de Bladen Lancetvorrnig. H E Y B R E M. SreSus. Europifchc, met ruige fpitfche Bladen, ■ • en vcripreide Doornen. B A S T E R T, Iadigo. frSrA' Heeftcrachtige , met gevinde Bladen ais die van de Baitaart Acafia cn zeer kleine paarfche bloempjes. STALKRÜI D. QNONIS,. Hcefterachtig , met drievoudige Lan- cetvormige Zaagwys, getande Bladen ,fcheeachtige ftoppeltjcsenmeeft drie Bloemen op een fteng. BOONEBOOM, Phafeoloides. glycine. Klimmende , met gevinde Bladen, en sruucofa. ccn purper bloem. LABURNUM, GoudcKetting. èr^isfcfc Met enkelde hangende Trosjes cn Lang- fca>tf.?Aft! werpigc Eyronde bladen.  - - - met langer roïletjei. nigricans. Zwartachtige, met enkelde opftaande Troffen de Bladen langwerpig Eyrond. } feffi!ifo!i«s. Ongefteélde , met opftaande Troffen de kelken een drie dubbeld Blikje hebbende 5 de [Bladen by dc Bloemen ongeiteeld. , birfutus. Ruige, ^ enkelde Zydelingfe Bloem¬ fteeltjes de kelken ruig , Buikig fupinus langwerpig met drie ftompe punten. lupmus. Hurkende, met kroontjes Bloemen aan 't end zelden opftaande , de Bladen Eyrond. auanaw. Ooftenrykfche , met kroontjes Bloe¬ men aan het end de fteng opftaande de Bladen Lancetvorrnig. argentcus. Zilvercouleu.iige , met naauwlyks ge¬ fteelde meelt gepaarde Bloemen wollige Bladen met kleine ftoppcltjes, en leggende ftengen. A C A S I A. ROBINIA. Zoethoutboom , waar van de Troffen een bloemigc fteeltjes hebben, de Bladen oneffen gevind zyn, met doornachtige ftoppeltjes. h,spida. Stekelige, met Bladen , die oneffen gevind zyn , Troffen in de oxcls den ftam niet gedoomd maar ftekcljg- caragana. Caragaan , met enkelde Bloemfteeltjes afgebroken vinbladen, cn ongedoorn de Bladfteelen. frutescens, Hcefterachtige, met enkelde Bloem¬ fteeltjes de Bladen by vieren , kort gefteeld, en in een flappe doorn uitloopende. P 5 Dwers-. ( )  ( 3° ) pygmasa. Pwcrchagtigc , met enkelde Bloem¬ fteeltjes, dc Bladen by vieren onge-; fteeld. 5ENNEBOOM. COLTJTEA. Die Boomachtig is met ftomp hartvor- jrborefcens. mige Bladen.' fruticofa. Roodbloemige die Heefterachtig is met lange Eyronde Blaadjes. CORONILLA, dricbloemigc. CORONILLA» Gotlandfche, die Heefteragtig is,fomfmerust tyds drie Bloemen op een fteeltje, wier Nagels driemaal zo lang als de kelk, en dc fteng hoekig hebben. BOKS DOORN, Marfiliniaanfche. ASIRAGALUS. Met klcync witte Blaadjes en fterk gc« trasaenthos. doornd de Bloemen wit. SLAKBOOM, Roofenhout. MEDICAGO Met drie Blaadjes als klaver de Haauwarborea. tjes Maanvormig glad, de Bloemen a. e. geel. m?riana. Wolachtige met drie witaehtige Blaad- a. b. jes de takken gefprcid Huisachtigc gedoomde zaden. Achtiende Clafle Polyadelphia. St. J A N S - Kruid. HYPERICUM. Virginifche, met vyfwyvige Bloemen,' kaïmunura. Cn Heeftcrachtigc fteng, de Bladen frnal Lancetvorrnig. Afcyron. Grootbloemige, met vyfwyvige Bloe¬ men, een vierhoekige kruidige regtcpftaande enkelde fteng cn gladden tftenrandige Bladen. Mans-  Twin- Androfsaum. Mansbloed, Heefterachtige met drie* wyvige Bloemen welk aan 't end der takken voortkoomen , een kroontje makende en Belieachtige vrugten. - - - - met kleine Bloemen en bellen. h.rcinum. Bokkige, met driewyvige Bloemen, de fteng Heefterachtig tweefnyden. öionogynum. Ecnwyvige, de Bloeme, de eenigftc onder deeze welk een enkelde ftyl heeft de kelken gekleurd. Negentiende Clafle Syngenefia. VELDCYPRES. SANTOL1NA. W.*»~U* „ j m j • ■ chamxcypsriltiis. w ltacntIge de Bladen in vieren gedeeld zaagwys geheel wit de Bloemen op een enkelde ftecl. rosmarinifolia. Groenachtige, rosmarynbladige, met Mm werpige rondachtige getande Blaadjes de Bloeme op een enkele fteel. A V E R O O N. SSilA' Sterkruikende, met de Bladen zeer fyn verdeeld. arborefcens. ' BYv°et, Boomachtige, met Blaadjes c> die uit veele fmalle verdcelinge famengefteld zyn wit van couleur. Ciithmifolia: De bladc gevind ten gladachtig zonder e reuk. ROER KRUIT. Sul1?' Br-dbladige,met ftomp Eyronde BW • den die aan t end met uitrandig geA* kartcldzyn. öö ( 3» )  Twintigfte Gaffe Monoead. BERK, Laplandfche. BÏTÜLAi Laage, muizenberk, met Blaade rond- Mna- achtig gekarteld. nigra. Zwarte, met Ruitswys, ovaale gefpis- dubbeld getande Bladen, pumila. Kleine, met fpatelrormige gekartelde Bladen. A-lnus. Elfeboom, met takkige Bloem en vrugt- fteeltjes de Bladen van ondere wit. PALM. BUXUS. c. Grocnblyvende * met bonte bladcrii Simpervirens. J MOERBESIENBOOM. MORUS- Witte, met Hartvormige gladde Bla= aiba- den. papyriftrus. Papierboom, met gepalmde en onge* palmde Bladen. rubra. Roode , Virginifche, met Hartvor* mige, van ondere ruige Bladen cn rolronde Bloemtakken. HELICHRYSUM. Bafterd. frutefcens. Heefterachtige, met Lancetvormige Braden. EIKENBOOM, QUERCUS. Wilgenbladige, met Lancetwyze ef- Phellos* fenrandige gladde Bladen. Robur. Gemeene , Bontbladige , met lang¬ werpige Bladen naaar 't end verbreedende met de infnydinge fpitferende hoeken ftomp. Cercis. Stekelige , die de Bladen langwerpig Lierachtig vinwyzc verdeeld heeft, met de flippen dwars en fpits van onderen wollig zynde. Wit- ( 3* )  a!ba- Witte met de Bladen fcheef vinwyze verdeeld dc inhammen en hoeken ftomp dc fchors win Semperurens. Groene, Amcricaanf he met fterk in- c- gefneeden Bladen van ondere wollig, Lycomba. Lycombif'che, groehblyvcnde mst-zcer c dikke Bladen getand en glad. Gfomuncia. Gramontle, met Langwerpig ovaale gulpig gedoomde ongefteeide 'van' ondere wollige Bladen. JMülucca. Molukfè, met Lancetwys' ovaale ef- fenrandige gladde Bladen gei ykende veel na de Europifche. n'Sra- Zwarte , die de Bladen wigaehtig flaauw driekwabbig heeft, en zeer breed. rubra- Scharlakenachtige,die de Bladen ftomp uirgegulpt cn als met borftels gcfpift heeft. fcgüops. Ruige Mos Eik, die de Bladen lang¬ werpig ovaal,ghd heeft en zaagwys getand. IIe*' Huiftb.adige, gryzc, met langwerpig C. ovaale onverdeelde zaagwys' getande en gefteelde, van onderen de Bladen grys van boven groen weinig ftekeig. b Virginiaria. Virgirfifoh'e Groenhlyvende. Sub,r- Kurkboom, met Langwerpig 'ovaale c onverdeelde Zaagwys getande , van ondere Wollige Bladen , hebbende een fpongieufe barftigc fchors. VTinus' Kaftanj'ebladige, met fpatelvormige wederzyds fpits golfachtig g.:tan « Bladen, die de Tandjes rc'nd en eenvormig hebben. E WAL- ( 33 )  ( 34 ) WALNOOT. Okkerncoten. üUGLANS, Witte met zeven Lancetswyze getan- aiba> de vinbladcn het ongepaarde onae- fteeld. «foeiea. Aschgraauwc met elf Lancetswys' vin¬ bladen die van agteren aan de eenc zyde korter zyn. Eigra. Zwarte met vyftien Laneetwyze ge¬ tande vinbladen de buitenfle kleinft en knopjes boven de oxelen. CASTANJE Boom. FAGUS-. Met Lancetwyfe , fpits getande, vrvn ondere kaale Blaaden. bonte Bladen. jmmila. Virginifche, Dwerg kaftanje, met Lancetwyze ovaale , fpits getande van onderen wollige Bladen de katten Draadachtig en met knoppen. JUKBOOM. Beukeboom. oftryf.INüS" Italiaanfche met de fchubben der vrugt Aairen gefwollen. HA SE NOOT. S™S° Levantfche, met fmallc fpitfe ftoppel- tjes de fchors witachtig. PLATANUS. PLATANUS Ooftcrfche, met gevingerde Bladen °nentalls- van agtere bedekt , gelykends als meel dat ligt afituivend is. cccidemalis. Mct gckwabJc Bkden j niet vjngcr_ achtig kigefneeden van boven helder groen van ondere wat wollig tamclyk groot en breed. AM- met  AMBERBOOM, GuMenboom. SS™ER' DiheeScBladen Handpalmewysgehoekt Gomboom , met langwerpige overboeksgegolfde Bladen. " P Y N B O O M. IS. c. WWoret,n f ^^ige Bladen , de pinea. x wortclblaadjes enkeld en glad. lamme, met.tweevoudige Bladen, de wortelblaadjes enkeld en aan den rand gehaaïrd. teda- c Zwarte met drievoudige Bladen Cembra. Ceder pyn, met vyfvoudige Bladen die c. glad zyn. Cdrus. ^ ubWn, met gcbondeldcgefpitfte BI* *?? wSouts, Americaanfche ceder, met vyf Bladen, die aan den rand ruuw Larix, t 7^n' er>eene gladde fchors. Lorkenboom zwarte met gebondelde ftompe Bladen die de takken neerhangende heeft. - - - witte met de takken uitpfcea. gefpreid en de vrugten kleyn. c> Hartsboom, met enkelde Bladen, die aan de tippen uitgefneede zyn de vrugten zyn opwaarts en niet neerBalfamea. hangende. Balsm Gdeadenfis,mct enkelde ietsuitgerande Bladen van onderen ftreep, ttnadenO. *7*= dubbel geflipt. 'P c. K^wfchc^ met Enkelde linkale , ftompachtige eenigermaate vliezige Bladenden kleyne neerhangen^ ( 3f )  Abiei', Sparreboom, Denneboom, met enkel- c. de Els voimige gefpititc gladde Bladen , van iwceder'ly itrekking de vrugtc van dceze liaan niet overend als in de Taxis biadige maar bange needervvaarts en zyn een ipan lang. BOOM ces Levens. THUJ.A. Kanadaafche , die de vrugten effen óceidcntauf. c. n'eerC met oiituulb. Chmecfche, die de vrugten ruuw heeft r- - c" m t gefpilte omgeboogene lchub- beil; CYPRESSENBOOM. CüPREfSSyS; Lykcyprcflln met jfchtfbbige Bladen feuipt.r\ittn;. en vierkant Loof fyn en groen de c* vrugten rondachtigc. ddlicha. Virginifcbe, met gevinde Bladen, die breed zyn 's winters afvallende, thuyoid.s. Pcnfylvanilche, met fchubachtigeBla- c" den htt loof wederzyds fcherpen, • kieyncblaauwe bloempjes dc vrugten zyn van groote als gencverbeifen. luniperonks. Kaapfche, métkruislings gepaarde Els- c' vortnige Bladen die wyd van Elkani der fiaan. Eenentwintigde ClafTe Dioika. . W I L G. ': pfJSri Laurieibladige , met gladde getande pbyHdfolu, T .Bi'ldcr? ,e" vy)V™W]%e BlocölWfc. ? Ligiuierbiadige , met gladde getande i . ncetwyze Bkdcn wier tandjes ge- babylonica.: 8oifd *7fl< Oriënt galt ené,Jerufalemrche,mtt gladde getande, fmal Lancetvormige Bladen en neerhangende Takken. Roos ( 3* )  ( 37 ) peh> Roos wilg , met zaagwys , getande gladde imal Lancetvormige Bladen, de bgvenfte gepaaid en icheef. Myrtilloides. Met eff-nrandige, gladde, fpitseyron- dc B aden. êlauca* Zeegroen, met geheel cffenrandigc, van ondere zeer fyn gehaairde , langwerpig Eyronde Bladen. Inpponum, Laplandichc, met geheel efTenrandige 1 ruige Luncetvosrmge Bladen. arenaria. Dum wilg, kleyne wirf, met efTen¬ randige fpits Eyronde Bladen die van bovtn migachtig, van onderen wollig zyn. Caprea. Ruige met ovaal- rimpelige bonte Bla- d.n. KRAAI HEIDE. EM PETRUM. ;. . nigrum. c. Zwarte die nedeihurkende. album. c. Bei'cheide witte, die regt op Haat. MARENTAKKEN. VISCUIVI. Vogel lym, met ftomp lancetvormige album' dikke Bladen de bloem en vrugte in de oxels der Bladen. DUINBESSEN, Schytbefien. SldeV' P-y^oorn, met Lancetvormige Bladen en geele vrugten. G A L E. MYRICA. Ruikende, met Lancetvormige eeni-j Cnfera jgermaare getande Bladen. "Wa chdiaagende , met lancetvormige eenigermaate "getande Bladen. Cordifulia. Eikbla dige , met byra Hartvormige c. zaagwys' getande ongeftcelde Bladen. " - E \ PI-  ( 32 ) PISIACHE, Boom, fTSTACIA. Siciliaanfche, met fomtyds drievoudige trifolia. a. Bladen. HERCULES-Boom, Tandpynboom. 2ANTOXYLUM. Met gevinde Bladen de Bloeme Tros-" Ciava hcrculii. wy£e de takken gedoorndt STRUIK WINDEN. ifoe«AX' Europifche met een gedoomde hoeki- ge'fteng, de Bladen tandswys' gedoomd Hartvormig met negen ribben. - den. Vir-  Vlrgïnicua. Virginifch, met Schild wys, Hartvor- mige gekwabde Bladen. GENEVERBOOM. JÜNlPERüS. Gemeene, met drievoudige uitBefpreiüe geipilte Blaadjes, die langer dan <" de bezie zyn. c. Gemeene met breder Bladen en langer vrugten. ö L?ch' Franfche, met drievoudige, overal op c elkander leggende ovaale ftorftpc Blaaden. Barbadenlis. Barbadcnfis, met alle Bladen viervou- dlg °P elkander leggende de joneftc ovaal de oude fpits. Vfrginianmn. Virginifche, Roode Ceder, met driec voudige Bladen die by den Grond iteun aangegroeid zyn de jongfte o» op elkander leggende, de oudftc üitgefpreid. Bermuda. Bermudifcbe, met de onderfte Blader* c. drie de Bovenlle tweevoudig Els&Wn. e V°fm1^ uit8efPreid en puntig, fibina. gavel, leven Boom, met gepaarde c regtopftaande ofloopende Blaadjes dc paaringe famengekaft. - - - - met filver bonte Bladen, Z E E D R U 1 F; Ef"" c ET°pIfch,eV?1"J SePaardc Bloemftew c- ien en dubbelde katten. MUISDOORN aculeatus. Stekende palm, met de Bladen boven c naakt fterk geribt en uitlopende en een fpitle doorn. *acemofuS. Getackte, met een tweecagtige Tros c aan 't end der takken de Bladen gelykende na Myrthen, Twee- ( 3f )  ( 4° ) Tweecntwintigfte Ckfle Polygamia.' Monoecia. LOTUS - Boom. CELTlS Zuidelyke, die de Biaden Lancetwys j auftralis.' ovaal heeft. occidcntalis. Virginifche, die de Bladen fcheef ovaal zaagwyzc gekarteld en gefpilt heeft. ZEE- Porcelyn. ATRIPLEX. Zeer Melde, met ovaale dikke Bladen halimus. a. b. witblinken. AHORNBOOM. ACER. Tartarifche met Hartvormige ongelyk tataricum. getande Bladen flaauw gekwabt de Bloeme Troswyze. , Pfeudoplatauus. Esdoorn, met vyfkwabbige ongelyké getande Blade Goud Bont. Zilver Bont Bladige. lubrum. Roode met vyfkwabbige eenigermaate" getande van ondere Zilverkleurig van boven glanzig groen enkelde by een vergaarde Bloemlfeelrjes. Sacharinum. Suikergevende , met do Bladen Vin¬ ger wy ze in vyven gedeeld met lpitle Tanujcs. flatanoidcs. Sweedfche , met vyfrandige gefpifte, fpitsgetande gla 1de Bladen, de Bloemen in kroontjes fïënfylvaniuin. Gefhcepte, met driekw-abbige fpfesgekartelde Bladen en Troswyze Bloeme de Basrgeftreept. Monfpesfiilanum. Montfpellierf.bc ,' met driekwabbige, ongetande gladde Bladden. Negundo. Virginifche, EUWadigi? , drie en vyf- blaadig, de Bioeme Troswyze. . i CLE-  CLEDIT1A, Mclilobus. XdÏÏS' '^doornige, met drievoudige Doorv. . . «en a:,n de oxels der Bladen? V,rgwaM VirgunTchV< de bladen gevind; de 5um mee doornen, de oxels derBla- E S C H E N B O O M. 5A|fX,!rNUS' Gewoone, Bontbladige, de Bladen Pi ZiUSw>;s> g"tand Vinblaüige. Plu.meich. ItaliaanfchedieTvtnblade Zaagwyle getand heefe , de A-.rIc.nua. vSfch" Blocm«>Wi«. r> V,r' rC onSel^>tdde en ron^e iilaaftcelrjes. LOTUS, BOOM, Bafterd diospyros. K1'* \ °aueia. Lotus. ^'e de Bladzyde van verfchiilende k'eur ,r. . ... nceft. V'^. Met de Bladzyden even eens gekleurd WATERBOOM' H°nde Ho^ aquatica". Vccl M°emige, de Bladen aan de kan- te met groote hoeke onregelmatig. JAPAN SCHE, Noteboom? Mob\°' De Bla*if0' 4i Magnolia. • £,e,d,t,Ja: 41 Melia. £ Cniiland.na. ,4 Melilobus. *f Giyciae' »8 Menifpenmum. Jg „ Mefpitus. , , Myrica. 5* a'cf!a: 17 Myrline. 37 Hamamelis. 3 7 *"ï°d.era 8 N Helichryfurn. 3i uya. 30 R. Thymselea. RThymus. 2f hamnuj. 6 , Tilia. 24 Khododeiiifon. if 1 Kluis. 9 ! Tj. Ribes. 7 T T Robinia. 2y V^J Imus. 9 Roih. ai Ulex. 2S Rubus. 23 Rufcus. 39 V. Ruia. 14 TT V accinium. 11 S. Ve!b 26 SViburnum. 10 alir. 3) Vlfcum. 37 Sa.fol?. 9 Vites. g èialvia. a Viiex. 26 Sambucus. 10 SantolirMu 3 j y„ Satureja. if \7* Silene. 17 JL ucca. 11 Str.iiax. 3S Solarium. 6 z. Sorbus. 20 r~2r Spartuiü. 29 ^vantoxylum. 38 Stplrsa. 21 Zygophyilum. 14 itaphylia. 10  BLADfYZER VAN ONDERSCHEIDENE NA AMEN DER BOOM E N HEESTERGEWASSEN. AA. Berber'/Ten. n , , „ Berendrnif gedoomde. 21 ardappe! Boom. 6 Berendruif. ,/ Aardbczienboum. 16 Bergbeffen. Abrahams Boom. 26 Bergkcrs. Abeelboom. 38 Bergkerrlen, Z ■A^afia. x%J Barglaureola. lf Ahornboom. 4o Bergpeper. [i Akkerbrem. 28 BerKroofen. * \i Alaic.nus. 6 BergvlieZ * Altnaü. 27 Bcffenboom. 7 Amoerboom. 3f Besheiden. 3i Amandel. l8 Befem brem. 27 Andromeda. lf Beakcboom. al Annona. af Bingelkruid. *g ■?ralia- 11 Bitterzoet. a Arefoon^ 3i Blaauw houdsbeffen. <• Ala1"- 4 Blaaüw belTen. „ AwrolbDom. ,9 Boom des levens. ,6 Aiederach. 44 Boone Boom 28 Boksdoorra Marfiliaan. io Haauwkappers. 14 Coronilla. 30 rïaaienoot. 34 Cyprellenbaom. 36 Hcdrangea. 17 Heide, j 2 D. Helichrylüm. 32 DHercules boom. 3X enneboom. 36 Heybrem. 28 Druifjes, wilg. 21 Hiiligendoorn. 19 Duinbefïen. 37 Hondsbeflen. $■ Dulcamare. ó Honde hout. 41 Hóttentotle kers. 6 E. Houtbloern.. 2f EHullh. 3 iken boom. 32 Ellen boom. 32 I, Esdoorn. 40 T Efchendoorn. 41 Jasmyn. 1 Jasrryn gemeene. 17 F. Japanfche nooteboom. 41 FIndigo. 28 luiteboom. 2 Jobenboom, 7 Folla morgatje. 14 Itca. 7 Franje boom. 2 Juccs. n Fothergilla. 24 Judas boom. 14 Julcboom. 34 G. GE. alc 37 TT" Garou. 13 Avamperfoelje. f Geneverboom. 39 Keelkruid. 1 Glaflenburry. 19 Kersappel. 21 G^cditia. 41 Kerfieboom. 19 Gomboom. - Kers Hottentoïfche. 6 Goude ketting. >S Kers Welriekende. 18 Gom copal. 9 Klim. 8 Granaatboom. . 18 Kogelboom. 3 Knoop-  BLADWYZER. Hnoopboom. 4 t p^ Kornoelje. 3 Ty K rakel beffen. j 1 aliurus. Kriekeboom. 18 Palm. ,? Kraaibeideta. 37 Palm africaanfche. 7 Kurkboom. . 33 Palm laage. 27 Kuifchboora. 2-b Paapenhout. L Papierboom. aa Paarde karliangc. f t LPeperboompje. 1? aurier boom. 13 Punpenioote. ao Laurier portugeefche. 18 Platanus. ~. Laurier kers. 18 Pluïmboom- i„ Laurus tinus. 10 Fopelicr. 2* Laurocerafus. 18 Pfiemkruid. |7 Lavendel. 2 ƒ Pylhout. ^ Lederbloem. 3 Pynboum. .Lederbloem Ebropifche. 38 5 Lcpeiboom. 14 r_ Leertouwerfchors. 10 D ^-igüfter. j iXoodwortel. , Lindeboom. 24 Rocrkruid. aI Loogkruid. ' 9 Rofelaar. f!, Lorkenboom. 3J- Rotboom. Lotus boom 4o Rokroos. Lotus boom baftert. 4i Ro.smaryn wilde. Lyilcrbefienboom. 20 Koolenhouc. ' * Lykcyprelien. 36 Roos wilg. ^ Ryudoorn. jMLignolia. 2y O S' Malva. 27 OaÜe. _ Maluwboom. , 27 Saflafras. * Man.sbloed. 3, Savel boom. j Maarartakken. • 37 , Sehytbeiien. ^1 Mispel boom. 20 Senneboom. tL Mondhoud. 1 Sevenboom. ,3 Moerbedenboom. 32 Slakkeboom. Muisdoorn. 39 Sleedoorn. f° O. Sleepruim. j„ |\ Slingerplant. g V-/o(lboom. 26 Sneeuwboom. Okkemooten. 34 Sneeuwballen. Io Olmboom. 9 Sorbenboom. OJyf wilg. 3 Sorbenboom bartert. ,q Saflafras. Savel boom. Sehytberien. Senneboom. Sevenboom. Slakkeboom. Sleedoorn. Sleepruim. Slingerplant. Sneeuwboom. Sneeuwballen. Sorbenboom. Sorbenboom ba/lert. 3 n 39 37 30 3* 30 19 19 8 * 10 >9 20 Spar-  BLADWYZER* frcboom. 36 f Voflenbcflen. li S afhout. 7 Vuilboom. 6 1 28 Vyfblad. 23 fifeeiilinde. ; \V. § keligc Braamen. 12 ttt «ruikwinde 39 Walnoot. 34 ï>t- Jaüs kruid. 30 Waschboom. 37 fcyrax. j6 Waterboom. 41 Snikeres. 40 Watervlier. 10 Sumach. 9 Weegdoorn. 6 Syring. 2 Wildkruit. 17 Wilg. - 36 T. Wiif kleine. 27 T Wolfsmelk. I7 JL amarifch. it Worgkruid. 8 *andpynboom. 38 Wortelrr.nk. 9 Jhlaspi. 26 Wyneaard. 8 4/>ym. 2j- Wynruic. 14 Toverhatelaar. 3 X. Trompet bloem. 26 "V7" Tulpenboom. 24 .Zvylofteum. ƒ V. Y Veldeypres. 31 "Vpenboom. 9 Keldfcaars. 17 9 Vernir. « 9 2, Verwloof. 10 yifcr. 10 ^L>eedruif. 39 Vlinderbloem. 15 Zeemelde. AO Viorne. 10 Zeepkrüid. 17 Virgift Boom. 9 Zee Porcelyn. 40 Vogelkeriïen. 18 Zoethout Boom. 29 Vogel Lym. 37 Zygophyllum. ,4 Voirendruyvea. 8