VERHANDELING O F OÏTWE1.P TOT VEE.BEETE3R.INGE VAN KOOPHANDEL, EN ALLE ANDERE TA KK E N VAN INDUSTRI E INDE OOSTEN R IJ KS C H E NE D E R L A ND E N. IIISSP TE DUINKERKEN B*j van SCHELLE, & Comp. MDCCLXXXXI.   MEMORIE aan het KEIJZERLIJKE KONINGLIJKE GOUVERNEMENT der OOSTENRIJKSCHE NEDER LANDEN &c. &c. &c. resideerende te BRUSSEL." j Tot opdragt en voorberigt van het» hier nevensgaande ontwerp van industrie. Ieder menfeh, die de pligten nopens God en iijn evenmenfeh kend, en daar aan wil beantwoorden , vind zich als Menfchenvriend verpligc, toe al dat geene, welke dienstbaar is, om ter voldoeninge van de prijfelijke oogmerken van wijfe Vorsten , die niets dan het algemeen geluk der onderdaanen zoeken, mede te werken. Schoon een vreemdeling zijnde, is dit alleen het oogmerk van deze verhandeling. _ Op gronden van zuivere wijsbegeerte, ~ menfehlievde, _ verzaaking van alle dweepzucht in Godsdienst, of vleierij der ftaatkundc, is deze verhandeling gefcfareven j _ en meer van die na-  natuur zijner bekroonde arbeid, hebben de ondergeteekende de vrijmoedigheid doen neemen , om dezelve aan het roemrijk Gouvernement der Oostcnrijkfche Nederlanden op te dragen. Een Gouvernement, het welk op hoogwijze ordre van den, om zijn deugdzaame Regeeringe, bij het verftandigfte deel van Europa , I Iooggeachten Keizer Leopold thans werkzaam is tc arbeiden aan een te verbeeteren industrie dezes lands, dat ten grondflag heeft het algemeen geluk des volks. De groote Hemel - Koning van het uitgebreid heel-al, die niets anders zoekt dan het hoogst mogelijk geluk der volken, zijne weezens, — zegene die loffelijke onderneeminge van dien grooten Keizer, en deszelfs Gouvernement, op dat voorfpocd en welvaart in alle zijne Keizerlijk - Vorftelijke landen groeien , en bloeien tot aan het einde der ecuwen. Dit is de wenfeh van hem die zich met eerbied, hoogachting, en ootmoed teckend te zijn. Onder de Zinfpreuk Tot algemeen geluk des Volks.  VERHANDELING O F ONTWERP TOT VERBETERING VAN KOOPHAJTDEL, EN ALLE ANDERE TAKKEN VAN INDUSTRIE IN DE OOSTENRIJKSCHE NEDERLANDEN. Vyra regelmatig dit Onderwerp, te behande- Vertkeirng len; dien ik eerst te onderzoeken ert aantewijzen, h^deiisi door wat wegen en middelen de eertijds blocjende takken der Industrie en welvaard deezes Lands tot verval zijn gekomen. — En dan ten tweede, hoedanig deeze vervallen Industrie tot algemeenen bloei en welvaard des Lands, op hoog gezag aangemoedigd; en verbeterd zou kunnen worden. Het eerfte poincl belangende, zo is bekend Vlaamsen uit de gcfchiedenisfe van voorige eeuwen, m,^*" dat bijzonder Vlaanderen de kweekfchool {re- Fabl'iek<-"!i & geweest, A wee sc  C a ) weest is der Wolle Fabrieken, dat in die Provincie en veele dezer Landen, ten tijde, wanneer andere Natiën noch veiagtelijke denkbeelden van den Koophandel en Fabrieken hadden, dommige hunner Steden bloeiend, rijk en welvaarend wierden, door uittemunten in't kunib'g fabriceeren van allerhande figuuren op tapijten , wollen ftoile en Lijwatcn. — De meeste weverijen, verwen van lakenen en wolle ftoffe, hebben uit Vlaanderen, en bijzonder van de Steden IJperen en Kortrijk haar oorfprong genomen, van waar dezelve door ongelukkige tijdsomftandigheden zijn verfpreidt gewordea, door Duitschland, Frankrijk, maar bijzonder naar Holland , en Engeland. Hoedaanig de Stad Antwerpen over twee Eeuwen door den Koophandel op alle Waareld-doelen bloeide , is noch kenbaar aan de thans vervalle overblijfselen van een Oosters-Huis, gebouwen tot geriev des Koophandels, fchoonc leg. ging der Stad aan de 5 cheïde, ( de vaarbaarilc rivier van Europa ) gedempte en noch daar zijnde, maar thans helaas voor 't grootfte gedeelte onbruikbaare vlieten of havens. Een Stad [>m haar legging gefehikt tot alle koophandel en fabrieken, en waar van reële rijke fami- Iien Antwerpen eortf 'I. g. f) O ld door 1\i >< y.u.i-  ( 3 ) lita tót fpreekende bewijzen vertrekken VaÖ voorigen bloei en welvaard, door binnen ert buitenlandfchen koophandel verkregen. Een itad, aan welker verval van handel Amftcrdarri voofnamcntlijk zijn opkomst, bloei, en rijkdom veffchuldigd is. Gebeurtenisfen, waar van het na* denken, hoe onaangenaam, nogthans ter kering voor Staatkunde en Burgerftand, wel waardig is, ,de ooizaaken daar van aanteitippert. S 3- Met fchrik, ontroering, en veragtinge, IeesÊ en opent het tegenwoordig befchaafd Europa, het zwart register der gefchiedenisi'e van dweepzucht, bijgeloov , onkunde , gewetensdwang en vervolgzucht dier tijden, meest ontttaan om verfchillende godsdienst - begrippen, en invloed der Geestelijke op het Staats -enPolitiek beltuur. Het mefifchdom Was als toen niet verligt genoeg in kennis door godsdienst en reden, om als Waarheid vast te Hellen, dat de gewetensdwang in de Christelijke geloofsleere , den menich orttroovt van een vrijheid, die hij nimmer kan of vermag overtegeven aan het Politiek of Geestelijk gezag, als eenig en alleen behoorende tot den dienst aan het Opperwezen Verfchuldigd. — Een dienst, die A a den Vervolging Van geleerdheid, waaren noch in haar kindsheid. De Litteratuur, die bron van wijsheid en van gezond verhand, had het menfehdom poch niet befchaafd. De edele Drukkonsc was naauwlijks uitgevonden, of haare lettervruchten geraakten in de Roomfche landen pnder een ftrenge cenfuur. De Staatkunde zo wel als Geestelijkheid van die tijden, hadder» ten oogmerk het menfehdom blind en onweetend te houden, Engeland , en de tegen Spanjens dwingelandij zich verzettende Vereenigde Zeven Provinciën , en deeze en geene fteden van DuitfchJand, waaren de wijkplaatzen der vlugtelingen om de leere des geloofs uit andere landen. De fchoone gelegentheid van Engeland en Holland aan zee en rivieren. — de veragtelijke denkbeelden, welke de meeste volken, noch van den koophandel behielden, gaven aan hun, benevens de meer andere hier vooropgenoemde gunftjge omfhndigheden , .het voordeel , dat zij den voornaamften handel van Europa mt zich trokken. Hunne kielen bevoeren alle waereld-deelen, _ die twee natiën en bijzonder Holland , ontnamen Portugal en Spanje yeele hunner rijl^e bezittingen in Oost-  C 7 ) en West- Indien, veroverden haare rijkgelnadene fchepen op zee, dreeven een fluikhandel met haare vijanden, die koophandel cn zeevaart deed bloeien, en haar verrijkte, ten kosten dier volken, welke zich maar enkel en alleen toelagen op de voortzetting haaret goud en zilver mijnen in America, zonder op te merken, dat hier door haare landen ontvolkten, en zij geene genoegzaame werkende handen behielden om haare landen te hebouwen, koophandel, fabrieken en zeevaart te beoefTenen. S 4- ■ De tien Nederlandfche Provinciën toen mede ender het zwak Spaanfch ftaats-beduur Haande , zo deelden deeze landen in alle de oorlogsrampen , en oorzaaken tot verval van dit magtig rijk. Frankrijk, die deeze landen aan zijn kroon zogt te hegten, van tijd tot tijd met de wapens op dezelve aanviel; groote gedeeltcns dier landen overwon, en die de zeven Vereenigde Gewesten met Engeland heimelijk onderfteunde, tegen Spanje oorlogende, zo waaren deeze landen van rondsomme het tooneel des oorlogs. Geen ^wonder dat alle A 4 voorige Nadeeürre Oorlogen voor de ro Nederland. icheProv;n-- cien.  gchadc die ueest en anere vvcrkeJooze heilige dagen doen. Wig C 8 ) ^voorige takken van welvaard, hier moesten * vervallen. - Het bijgeloof dier tijden en de religieufe denkbeelden der Kerk, gaven verder een groote knak aan de Industrie des volks, door de meenigte van feest- en andere heilige dagen, die zonder ie werken waargenomen moesten worden. Een verlies! dat indien men voor dezelve maar twee dagen per week ftelt, alleraanmerkelijkst is voor een fïad of land. Bij voorbeeld ! indien men het daggeld van een ieder werkend burger maar op de geringe fom van 10 St. daags neemt, zo bedraagt dat vóór de honderd duizend werkende Ingezetenen , 's jaars ƒ5200000 Gis. dat meerder konde gewonnen worden, behalven het nadeel, dat die ledige tijd, en de meerdere verteeringe der Burgers veroorzaakt, door dien zij dezelve tijd gebruiken tot uitfpanninge in herbergen , zedelooze converfatien , en voedzel der luiheid, het welke de algemeene fom der werkzaamheid van een land zodanig vermindert, datze nimmer die welvaard kunnen genieten , als andere landen daar zulks geen plaats heeft: hier nu noch bij gerekend, de kunstenaarijen der Geestelijke van die tijden, en vervolgens, om namentfijk door voortplanting Schaden died - Rijkdommenfto Geestelijke doen.  C 9 ) ring van Baatzuchtige religieufe denkbeelden, van testamentaire dispofitien, of andere directe en indirecte wegen, meester te worden van een groot gedeelte der rijkdommen der Burgers , voor abtdijen, kloosters , of andere geestelijke gedichten , waar door het getal der geestelijke van beiderlei kunne aanmerkelijk vermeerderde rot verlies van werkzaamheid, en populatie, zo geraakten hier door onnoemelijke fchatten uit dc circulatie des koophandels : — omftandigheden, daar de andere activer natiën van Europa haar voorceel mede deeden. Eindelijk, door de ongunftigc omfandigheden van Spanje , dat rijk verplicht wordende de Vcreenigde gewesten bij dc vrede van Munster voor cene onafhanglijke vrije Republiek te verklaaren , met beding zelfs van gecnen handel Jangs de Schelde ter zee re mogen drijven, zo verboren deeze landen dc voornaamflen zeehandel, tot verder verval van binnenlandfchen koophandel , fabrieken, en zeevaart. Ja! naar maate her rijk van Spanje verzwakte, verzuimde Frankrijk niet om telkens door nieuwe voorwendzels tot oorlogen, op deeze Nederlanden aantevailen , en door welk een en ander, alle takken van voorigen A 5 bloei Schad? J^nrdoflui. ting der Munsterfche Vrette.  bloei en welvaard, tot het allerdiepst verval kwamen, zodanig zelvs dat men de gclegentheid van vaarbaare havens en andere inrigtingen tot gemak en geriev des koophandels verwaarloosde, en het land zodanig in welvaard Verviel, dat de deftige burgerftand, de voorraamfte fteunpilaaren des flaats, veramd, en de noch overgeblevene rijkdommen in handen der geeftelijken geraakten, of in zulke vermogende gedachten, die capitalisten wierden, en dit haar geld uit den omloop des koophandels en fabrieken trokken , tot groote fchade van een nooddruftig werkend gemeen. Zie daar maar even omtrekken geteckend van het verval des koophandels deezes lands, doch dat door den tijd zo niet geheel, ten nvnlten ten deele herfteld zoude kunnen worden , door verfhmdige maatregelen van een Gouvernement, dat op ordre van den om zijn deug len bij geheel Europa beminden Vorst, Ke'z-T Le-opold, bereid is, alles aantewenden, da tot bloei en welvaard dezes lands dienstbaar kan weezen, S 5  (II) Ss Volgens mijn voorgetelde orde hier me^ het eerde poinft afgehandeld hebbende kom ik dierhalve tot mijn tweede poincl:, naamentlijk, hoedaanig alle deeze vervallen takken van welvaard, door middel van het hoog gezag aangemoedigd en verbeterd zouden kujv pen worden, S 6. Doch alvoorens dat ik de middelen tot her•ftel opgeven vind ik mij verpligt , eerst eenige definitien omtrend den koophandel te bepaalen, die fchoon oppervlakkig bekend, en eenvoudig, in haar verfchillendezaamenfteüin^ voor-en - naadeelige uitwerkzelen opleveren, die voor een politiek bewind in de middelen tot herdel nimmer uit het oog kunnen verlooren worden. — waarheden, waar van men het naauwkeurig verband moet kennen, en verdaan, om grondig over den koophandel te kpnnen oordeelen. 5 7, De koophandel is te zaamengedeld; om bij < liet oppervlakkige van dien te blijven,— Nood- J druft * verbetering. :e ftdtca, ïoodig. ■an den Cooplwulet  drufc is de moeder ■ der werkzaamheid , erj vader van het eigenbelang. Leevde de menfch als de redelooze dieren, zijn kring van nooddruft zou eng beperkt, en hij met de voortbrengzelen der milde natuur te vreeden zijn, maar gefchikt voor hooger bedoelingen , heeft de menfch van zijn Schepper de wettige heerfchappij over de voortbrengzelen der aarde en wateren verkregen, en wierd als een redelijk weezen in een ftaat gefteld om door arbeid daar het noodig gebruik van te maaken. Gefchapcn met een inftinft der Natuur, om zijn ftaat op deeze aarde volkomcner te maaken , r.o itond het in 's menfehen macht, om in evenredigheid van zijne begeertens tot meerder genictingc van aardfehc zegeningen, ook teffens den kring van zijn nooddruft daar naar uit te breiden. Zie daar de bron van 's menfehen werkzaamheid geopend. In dc befchaafde landen itreefd ieder menfch naar de lauwer-krans, om door industrie het toppunt van zijn wezendlijk of ingebeeld geluk te bereiken. In de eeuwen der onkunde was de kring •rier werkzaamheid naauw bepaald, vermeerdering van kennis bij laatere tijden aan de voortijen-  C 13 ) brengzelen der Natuur, gav geboorte tot Zoe> king naar verfchillende onderwerpen, en het vindingrijk vernuft der menfehen hervormde die voortbrengzelen door kundige handwerken en fabrieken, tot verfchillende behoeftens, en van daar die fom van verfchcidentheden, tot meerdere genieting van de voortbrengzelen der eenvoudige Natuur en arbeid van vernuft. De keten dezer zamenfteliing geevt den natuuronderzoeker daadlijk het waare denkbeeld van 's menfehen werkzaamheid in de onbefchaafde zo wel als befchaafde eeuwen. Deeze onuitputbaare bron leid mi]( tot de voorwerpen des koophandels, die geoeffend kunnen worden, zijnde eerst onbewerkte voortbrengzelen, of koopwaaren , en dan ten tweeden , door arbeid bewerkte producten , tot fabrieken als anderzints. S 8. De onbewerkte koopwaaren zijn de producten of voortbrengzelen uit het dieren-planten- en. dclfftofFen- rijk der Natuur, en het gene de zééën, rivieren of binnenwateren opleveren, gelijk ook het wild, tam, pluim «f andere gediertens en visfehen, tot gebruik of Onbewerkte Koopwaaren wat zijn.  S-ir-rkte E '• 8 ■ wit C H) of fpijze van den menfch dienende — met een woord, al dat ue aarde of wateren in natura tot behoefte en gebruik, met of zonder arbeid opleverd. — $9. Bewerkte ftoffe of koopwaaren zijn de zulke, daar de onbewerkte op § 8 opgegeven op deeze of geene wijze bearbeid, van gedaante veranderd, tot verfchillende oogmerken en eindens gebruikt, dienstbaar worden tot voortzetting van fabrieken, handwerken, kunstenen wetenfehappert. Met alle d eeze onbewerkte producten, van § 8. en 9, kan een binnen -en buitenlandfche koophandel gedreven worden. Binnenlandfche koophandel kan zich bepaa* len tot binnen of buitenlandfche onbewerkte producten, gelijk ook tot binnen of buitenlandfche bewerkte koopwaaren , voor fabrieken , handwerken, kunsten en vvetenfehappen. % 14- pfanen en tttiteenland. fche Koophandel. BefchriiVing van binnenlandfche Kuujjhandel.  C *5 ) $ i». Buitenlandfche koophandel bedaar — door de inlandfche onbewerkte en bewerkte producten aan buitenlanders te verkoopen . of van buitenlanders bewerkte of onbewerkte koopwaaren voor geld te koopen, of tegen binnenlandfche waaren te verruilen, ter inlandfche confumptie en bewerking, of om met dezelve een voordeelige eige, of commisfie handel te drijven met andere volken, welke zulks benoodigd hebben. Met een woord, alle koophandel, die zich buiten de grenfen van 's lands gebied uitbreid , behoord tot een buitenlandfchen koophandel. Deeze koophandel is het eigentlijk, die de Landen in rijkdom van geld doet toeneemen , om datze daar door de rijkdommen der andere landen tot zich trekken: — daar de binncnlandfche koophandel wel oycrvloed van producten , maar de hoofd - fom des gelds niet kan doen aanwasfen, zonder de overvloedige producten aan buitenlanders te verkoopen. § 13- Schoon in een flrikte zin genomen de koop K en verkoop van landerijen, huifen, of andere 5 zo Êefcirij. ving van Buitenland» fche Kuop». ttandeL Koopha'n. del in vaste effecten.  Waarmede de. Km n- handel gedrevenword. C 16) 2te genaamde vaste goederen en obligatien, daar een geregtelijk of Notariaal transport toe noodig is, niet onder de eigentJijke voorwerpen van koophandel behooren, zo dienen dezelve nogthans aangeftipt te worden , in haare, tot dc aigemeene welvaard dienende voor-en-na-' dcclen — om datze onder een ftaatkundig" oogpunt befchouwd, de thermometer van Haat is, daar men met oen opfiag des oogs, de welvaard en rijkdom des lands naar kan afmeeten, gelijk ik op z*p plaats zal aanwijzen. § « 4- Alle deze opgenoemde takken van koophandel worden gedaan voor contant geld, of verruiling van goederen tegen goederen, gereekend naar een daar op bepaalde prijswaarde — en welke Iaarfïe voor al plaats had, en noch heeft, bij onbefchaafder volkeren, of Natiën, die noopens zommige producten een op § 18 te befchrijven actieven handel drijven. S 15. Het hoofd doelwit van allen koophandel is winst — zijnde in den landbouw het geene de landbouwer naar aftrek van pagt, huuren, en Befchrijviwr der particuliere winst.  C ijr| cti andere uicfchotten hoegenaamd tót belliton voor zijn huishouden overhoud, of anders gezegd, in een algemeener zin, betrekkelijk tot huurders en eigenaars, is het, 't zuivere falda van meerder ontvang dan uitgaavc. In de koophandel, fabrieken, handwerken, zeevaart en visfcherije heeft die dezelve bereekening plaats, en het omgekeerde van dien is> verlies. — Al het geene de menfch srafl roerende of onroerende goederen bezit, is vermogen. — Betaaling is wederom dat geene, Welk een ieder voor zijn eigendom en arbeid te zaamen of bijzonder van een ander bekomt, — Bezoldiging of loon-enkcl het geene iemand voor diensten' of arbeid verkrijgt. —« Rijkdom t al het geene de eigenaar bpvcu zijn behoefte bezit aan roerende en onroerend© goederen. $ 16. Deeze eenvoudige definitie' van winst § i r. bepaald zich alleen tot de particuliere winst, - maar dan is 'er behalven dat fioch een atgemeene Nationaale winst ~ zijnde de vergaaring van alle de particuliere winsten , "it allerhande zoorte van werkzaamheden vul flaande. r Befehrijving der at gemeene Winst,  Met welke Koophandel je Landen rijk worden. Bij voorbeeld, een Fabriekeuri kosten zij» Gis. onbewerkte waaren - -- -ƒ40: — : . Dagloonen en bewerking - - 30 ; — : —s Transport per as of Schip, met in en uitgaande 's Lands Rechten 20 : — : —. Uitgaave ƒ 90 : — : —. Indien de Fabrikeur nu 100 Gis. voor de bewerkte ftoffe zijner Fabriek ontvangt, — dan is de particuliere winst 10 Gis. — en de algemeene Nationaale winst 50 G!s. — (Bij veronderftelling, dat de onbewerkte ftoffe een uitlandfch produel: is, ~) doch dit een inlandfch zijnde, moeten de daggelden daar van verdiend meede tot de algemeene winst gebragt wor-> den. § 17» Uier uit volgt dan zo de fom der algemeene of Nationaale -winst ■ ontftaande uit een buitenlandfchen koophandel, meerder is dan de behoefte of vertecring van een Land, zodanig een Land bloeiende en welvaarend is. Ja ! rijker word , in evenredigheid dat de algemeene behoefte, afgetrokken van die algemeene winst r  C <9 ) ih zijn zuiver m0 0f overfchor toe* neemt. _ En omgekeerd verarmt een land, zo de fom der algemeens behoefte — die van de algemeene winst overtreft. De overwinst ontdekt zich aan de rijfing der vaste goederen, door vermeerdering van cóntani geld, levensmiddelen worden duurder, en de kring der behoefte uitgebreid in onnoodzaakehjke verteeringe., welke weelde en pragt invoeren, - en in hoe verre zulks uit de Wisfei-cours kenbaar is, zal ik op zijn plaats J22. toonen —. De verarming van een Land is kenbaar aan termindering van contant geld, daaling derVaste goederen , uitteering of vérmaagering van den Burgerfiand , noodzaakelijke inkrimping ge der huishoudelijke verteeringe , en een zichtbaar verval in huifen, meubilen, én kleeder* dracht, S 18, Den voordeelige buitenlandfche koophan- v ^1 § if. noemd men aSliev of werkend; h — dat is als buitenlanders van een volk meer goederen koopen , — dan ze aan het zelve terkoopen, en dus een naadeelig fiddo heb- Wat acr5e<* handel jrif  Wat Pasü. VS? < 20 ben. — ïn het zuiver faldo van dien nftiveti handel , dac in geld éoor de Buitenlanders betaald moet worden, beftaat eigendijk de toeneemende rijkdom van een land , welk over het algemeen een atlieven handel voert. Pasftev of lijdende noemd men den algemeenen koophandel , indien men van buitenlanders meer goederen voor binnenlandfche confumptic nodig heeft te koopen; dan men aan dezelve aan binnen en buitenlandfche koopwaaren kan verkoopen. — en in de .betaaling van het faldo der nadeelige balans aan uitlanders ontfhat de verarming van een land. Hier uit blijkt, dat door den algemeenen actieven koophandel de landen rijk, en omgekeerd door den pasfiyen arm moeten worden. In het afgetrokkene heeft dit a&ieve en Pas/ive ook plaats, omtrent dcezen of geenen tak van Koophandel ■ maar dit behoord niet tot mijn onderwerp , zijnde de algemeene koophandel van een land. Ook moet men wel degelijk in het opmaaken der algemeene balans , - de winst van de ingevoerde buitenlandfche, maar wederom bewerkt § 16. of onbewerkt aan_ mdere volken verkogte koopwaaren tot het t&ieve brengen, — want tot het aèlieve van. de  (») den buitenlandfchen algemeenen koophandel beAoort, de over het generaal genomen meerdere winden of ontvang dan uitgaaf. ■ In andere woorden, het meer wirnónde aan buitenlandfche negotie , dan binnenlandfche con- fumptie van dezelve: en noopens den pas- fiven buitenlandfchen koophandel i« alles het «mgekeerde van dien. $ -9- Doch om oordeelkundig over den particU' lieren en algemeenen rijkdom van een land «enig gegrond begrip te vormen, moet men alvoorens het geld in zijn bijzondere werkzaamheid in den koophandel onderzoeken. -~ Geld als een metaal befchouwd , zo is dit metaal mede een onderwerp van koophandel , dat een prijswaarde heeft, zo als de naarvraag die ik op § 20. zal befchrijven, daar aan geevt. Maar het geld als munt, be- dempeld met borstbeeld of wapen van den Souverain of Wetgever, verkrijgt een waarde ■— voor den Ingezeten of onderdaan, zo als de Souverain des Lands daar op gelieft te dellen, maar de Uitlander waardeerd in- Wis- M dit geld, naar het gehalte of zuiver- B 3 hcid Werkzaamheid van geld.  ffanvraag, als dc ocni£e rctrcl ter bepaling Mn Je prijs^ C 22 fieid van de prijs - cours des metaals, ~ De innerlijke waarde van geld is dierhalven niet bejlendig — maar onderworpen aan de prijs - cours van hen metaal, als een voorwerp van koophandel. Ieder Souverain of wetgever kan wel zo verre zijn bewind aangrat, aan die munt een verbeelde waarde bepaalen, ■— maar die bepaalde waarde ftrekt zig ook niet verder uit, dan de omkrlng van zijn bewind. Op binnenlandfchen handel de munt een weinig boven het wnare gehalte gefield zynde, zo geevt die geen verandering aan het zelve , in den binnenlandfchen koophandel s ■— maar in den buitenlandfchen handel is zulks mdeelïg} om dat daar ieder land zijn eige gangbaare munt heeft , men ongehouden is vreemde munt te ontvangen, dewijl in de wederzijdfche bereekening der waarde in betaaling van koopwaaren, die onderlinge bereeker ning zich enkel en alléén regeld , naar de prijs - cours van de innerlijke waarde der metaalen. § 20. Doch eer ik nu verder het geld in zijn werkt zaamheid van omloop befch'rijve, — moet ik, m  «in dat het geld, als metaal befchouwd, mede een onderwerp van,koophandel is, — eerst een algemeene grondregel opgeven , die het kroonrad der beweeging in den koophandel is. Een grondregel, die de waarde van alle voorwerpen des koophandels (zonder eenige uitzondering ) bepaald. De menfch, als een redelijk weezen befchouwd , heeft begeerten* naar de voorwerpen, welke hij in de Natuur ontmoet , om dezelve op deze of geene manier te verkrijgen. Aan deeze begeertens liegt de menfch een waarde, in evenredigheid dat de goederen, welke hij begeerd, fingulier, moeilijk of gemakkelijk te bekomen zijn. Hier uit entftaat een naarvraag door hem, en meer andere menfehen, die begeerte tot een en dezelve goederen hebben — en deeze meerdere of mindere naarvraag, in den koophandel, is het alléén die de prijswaarde der koopwaaren bepaald. Zijn die koopwaaren, overvloedig te bekomen, zo dat ieder koopman in zijn naarvraag kan voldaan worden, dan is dc prijswaarde dier koopwaaren, in evenredigheid van de Cours die de naarvraag daar aan bepaald, niet hoog. — maar zijn die koopwaaren fingulier of mociclijk te bekomen, dan rijst de B 4 prijs» waarde der Koopwaaren befchreven.  k 24 ) grijswaarde door dc naarvraag dezer koop waaren in evenredigheid van haar gebrek, fingulier-of moeilijkheid , ter bekoming van dien ■—. naarvraag is dierhalve de eenige en waare thermometer der prijswaarde van nllc koopwaaren — vermeerdering van naarrraag, of anders gezegd, veel koopers, doen de prijswaarde der goederen rijzen en omgekeerd, weinig naarvraag of koopers de prijswaarde der goederen daalen; om dat de yerkoopers hunne koopwaaren op prijs fiellen, in evenredigheid dat er veel naarvraag of koopers zich opdoen. Dit is een waarheid zo algemeen bekend, dat dezelve bij toepashng op alle voorwerpen van koophandel als een algemeene grondregel, fteunende op de ondervinding der eeuwen, voor waarheidmag gangenomen worden, even als de axiQ, rpata of grondftellingen in de Mathe/ïs. $ 21, Naarvraag dan vastficl.'cnde voor de waa, re thermometer der prijswaarde van alle koop, waaren, zo zal nu verder het geld zijn werking in den koophandel en zaamenlcving onderzoekpn. Geld is de algemeene maat , ■ er  C*5 ) of meetfïok van vergelijking, die men in deft koophandel gebruikt. Koopwaaren, zijn en blijven onveranderd koopwaaren. — Om dezelve magtig te worden, moet men er een meer of minder getal van tellende munt fpecien voorgeven, en wel naar dat de naarvraag de prijswaarde van dien bepaald heeft. Hietv om eigen ik aan de koopwaaren de zekere en onveranderlijke — maar aan het geld de onzekere en veranderlijke waarde toe. Bij . voorbeeld, toen men in de voorige eeuw voor 1 een en dezelve koopwaar JO Gis. gaf, en' thans 20 cis., was en bleef de koopwaar on, veranderd dezelve waarde behouden — om d.it ik daar de zekere en onveranderlijke waarde aantoeëigen — maar in die vergelijking is thans het geld de helft minder waardig, om dat men volgens veronderiïelllng tweemaal zo veel voor een en dezelve koopwaar moet be- raalen. vermogens of Rijkdom van ecu perfoon of Land , rcgeld zich naar die zelve bepaaling. Zo dat indien men de alge» meene behoefte van de voorige eeuw mét het hedendaagfche tijdvak vergeleken fteld als i, tot 2. zo is de rijkdom van iooooo Gis. in djen tijd , zo waardig geweest om van t0 ~ B 5 lec- Vcrnndering in de prijswaarde van geld.  ïeeven, als de tegenwoordige van 200000 Gis. om dat dc tellende waarde tot inkooping voor noodzaakelijke behoefte is verdubbeld, en men thans voor 2 Gis. maar kan koopen, het geene men ingevolge die veronderltelling voor 1 GI. bcvoorens kogt. De reden van die aanmerkelijke verandering moet men niet zoeken in een meerdere fchaarsheid van levensmiddelen , maar in dc algemeene vermeerdering en omloop van contant geld in Europa, liet geen men uit de Jaarlijkfche toevoer van goud er, zilver uit de goudmijnen in AmdTU ca en elders, gelijk ook uit den zederd een eeuw toegenomen Koophandel van Europa, inltaat zou Zijn te bewijzen. Die ver¬ meerdering van contant geld heeft de tiaar» vraag naar het zelve en dus deszelfs innerlijke waarde van dien doen daalcn, blijkens dc mir.dcre Interest, welke betaald word in landen , alwaar door den koophandel meerder contant geld rouleert , dan wel in landen daar minder contant geld in omloop is. Het is qïerhalvera een proefondervindelijke waarheid, dat men voor een en dezelve nooddruft meer tellende muntfperien betaald ia hnden daar veel,. dan wel diar weinig, geld omloopt,  ïoopt, eenig en alléén om dat het geld dan* Jiinder waardig is. § asGeld of Muntfpecien zich enkel en alléén bepaalende van gangbaar te zijn in die landen, welke onder een en dcnzelven Souverain of Wetgever behooren, om dat ieder Souverain zijn bijzondere geld of Muntfpecien heeft, zo is tot gemak van den koophandel al in de 6. eeuw door de Jooden in Frankrijk, dc wisfclhandel uitgevonden. Zijnde die handel, waardoor het eene land met het andere bij ovcrwijzing de koopmansfchulden verrekenen, en in betaaling aanneemen, waar door het gevaar, ongemak en transport van metaal of bij den anderen ongangbaare muntfpecien, voorgekomen wordt. Deze wisfelhan- del kan voor een land zijn voordeclig, _ gelijk, of pari, — en ook naadcelig. De naarvraag ftcld in deeze drie gevallen de prijs - cours , en deeze prijs - cours regcld zich naar de volgende pmftandigheden. r Voor eerst diend het geld zo naar mogelijk aan zijn waare ftaat van gehalte te weozen era dac niet de prijs, dien de Wetgever op het Wisf^KJIW. del.  ( v* ) het geld gefield heeft, maar alléén zijn innerlijke waarde bij verreekening per wisfel met Bidanders in aanmerking komt. Twee landen met elkandercn handelende , waar van het een een; aft leven en het ander een pasfiven handel voert, dan is de wisfel ( de gehalte van bet geld gelijk ftaaflde ) v^ordeelig in het .and van den aélivcn, en nadeelig in dat van de pasfiven handel , om reden dat de minder fcbulden bij het acïive Land een fchaarêhëid verwekken ter bckooming van wisfels op hec zelve , waar door de naarvraagers naar wisfel . de wisfel - cours doen Ireigcren in evenredigheid de wisfcls fchaars te bekomen zi,'n,en in herland van den pasfiven handel ontdekt men geheel het omgekeerde van dien de groo- tpre fchulden veroorzaken- dat men meerder wisfels kan krijgen dan dc naarvraag van doen heeft, en hier door daald de prijs cours in. reden, om dat den overvloed tot ycrkriiging van wisfels . ald.tar -grooter is (a). Dc Wisfel C«)D.bsVlnd:o3 I-Tt dit fn Bm.Mnd, aU de u'tvoer vin <*auncn vrij <.f verbalen is ' rij zijnde, »J - léWisfc] van Holtod dp Draband, in dit gevaj ten voordceje vsn Br», band, en den uityoer daar, van verboden zijnde, is deWisfelCours ten vdfcrdcele van Holland', bm'dat(de Graanen handel Vj,?,~> .nderdj alle verdere takken van Koophandel ten voor»  < 20 ) tel ■ tusfchen twee Landen pari of' gelijk- ziia. de — is het een blijk, (hunne muntfpecien van één gehalte zijnde) dat dan hunne wederzijdfche koophandel mede omtrent pari of gelijk daat. .— En de wisfel naadeeligzijnde ( het gehalte der munt als vooren gelijk delJende) zo toond zulks, dat de koophandel pasiiev is: $ »* .._ Voor des kundige is dierhalven uit de-wisfel - cours te bereekencn, welke Landen een acliven — en wie van dezelve een,Pasfiven handel drijven. — Daar de AQive handel bloeit, moet dierhalve de omloop des gclds — Zo de koophandel ten minden daar algemeen verfpreid is, deeds toeucemen, — en in die van den Pasfiven handel van rijd tot tijd verminderen , — om dat het faldo van dat het Pasfïve Lafid meerder fchuldig- is dan het Aiïive, eindelijk niet in wisfel, maar in contantgeid of metaalen betaald moet worden , om dat de wisfel maar verreckend een gelijke fom van fchuldcn , en de meerdere fchulden niet dan in geld verreekend kunnen woi-- dcele van Holland zij.i, dje ccn actievcn en Braband een pa* llvcn handel voert. Wat uit de Wisfel- .. G©urs tebereckenca%.  ffoe dc Munt msct zijn. C3°) «orden. Hier van daan dat al het goud e* Zilver, dat de Koningrijken van Spanje ert Portugal uit hunne goudmijnen van America en elders haaien , door hünnen aanhoudenden Pasfiven handel zich voor een groot gedeelte daadelijk door Europa verfpreid , tot die landen , welke met hun een voordecligen AStivet» handel drijven. § 4 Van § 19- tot 5 23 ingefïoten heb ik' zo k laaf mij moegelijk was opgegeeven de werkzaamheid van geld en wisfel, en waar uit te zien is het groote nadeel, dat alle Souverainen aan den koophandel hunnes lands toebrengen, indien zij hun geld veel boven het waare gehalta in omloop brengen. § 25. Hier meede oordcelende gronden genoeg gelegd te hebben voor een kundig Gouvernement, zal ik op dat voetfpoor mijne middelen tot herftel der vervalle Induftrie dezer landen aanwijzen. S 2& Gelijk het hoofddoelwit van alle Regeerin» ge is — het algemeen geluk des Volks —* 20 fferficL Êerfte grondfc&cl tot herftel.  C 31 ) iö ook moeten alle mededelen tot een ver* beeterde Indufhïe op die gronden gebouwd zijn, en niet deeze of geene ftand des volks bij voorkeur, maar alle rangen der menfehen, dienen zo naar mogelijk deelgeoooten van dit algemeen geluk te worden. § 2;. Deze grondregel behoord het fondament te zijn, waar op een verflandige Politie alle haare aanmoedigingen tot vermeerdcringe van Industrie inrigt. De Staatkunde kan alleen dc verflapte drijfveeren van kennis en werkzaamheid tot een genoegzaamc Vecrkragt brengen, maar het zou llrijden tegens haar rang zelve deel te neemen in cenige handeldrijvende takken. Neen ! het is genoegzaam, indien de Staatkunde haar waakzaam oog laat gaan over alles wat dienstbaar .kan weezen tot aankweeking of vermeerdering van den bloei en welvaard des lands. Op § 7, heb ik de bronnen der werkzaamheid aangeflipt. Vermeerdering van kennis in alle takken van bloei en welvaard , moet de grond leggen tot een uitgebreide» kring van werkzaamheid — en een welgeordende vrijheid in godsdienst en bur- ger- Noodzaa-kelijkheid'van de-Kze regel.  In hoeverre |cocrrojeer- de Maat- fchappijc en Gildcns naadcelig Cfjo. gerftand', geeft en leven aan dezelve ge*? Ven. . $ a8. Ik zal om regelmaatig voort te kunnen gaao eerst twee notable poinclen onderzoeken —■ bellaande ten eerfte, of geocïrojeerde handeldrijvende Maatfchappijen, of enkelde daartoe Beg'tmftlgde perfooncn, voor het algemeen belang voordcclig zijn; en ten tweede, in hoe verre dc gildens nadeelig zijn aan de Industrie, ■— en dan zal ik naar eenige voorbereidende aanmerkingen, mijne voorteftellen middelen tot verbeteringen inrigten , naar de öorzaaken van het aangeweeze verval, en opgegeeve grondregelen over den koophandel van § 7. tot ^ 23. ingefloote». S 29. Om over hef voor of naadeelige van geoctrojeerde Maatfchappijen grondig te kunnen oordeelert — moet ik eerst een algemeene in' den koophandel aangenomen grondregel vast- ftellcn. Al wat de algemeene Industrie bevorderd, is voordeelig ; — en omgekeerd, al wat de algemeene Industrie verhinderd j ii KadceTen der KcoctroS erde t Maatfchappije. (  ( 33i ) — is fchadelijk voor den koophandel, 13\i is een grondregel buiten tegenfpraak. • Door eclroi aan een Binnenlandfche Maai* fchdppij van koophandel te geven, verkrijgen de geoffroijeerde alleen het uitfluitend voorrecht om van die voordeden te profiteeren ten nadele der industrie en mededinging vöor andere burgers of ondërdaanen ; — en daar de koophandel éen vrijwillige daad is, fteünende op het recht van eigendom, word de koopcr tegen recht èn reden genoodzaakt , die geprivilegeêrde goederen al* leen te moeten koopeii van zodanige Maat* fchappij i of geprivilegeêrde perfoon, met gevolg , dat die geprivilegeêrde handelaars $ kwaliteit der goederen en marktprijs kunneil bepaalen naar goedvinden het gene té fcha* delijker voor het algemeen is, indien zich die bepaald tot ectwaaren, — Neen f een vrije ongeprivilegeerde koophandel heeft dit voor-« recht j dat door mededinging van veele verkopers de koopwaaren in prijs daalen — toe groot voordeel van de behoeftige ftand dei Volks, daar weinig, of geprivilegeêrde verkoopers de prijswaarden (door mindere mededinging ) doen vermeerderen ten fchade der» C Iii-  Nadeden der Gildons". C 34 ) Ingezetenen of ondërdaanen. — Waarheden blijkbaar uit het gene ik noopens de naarvraag § 20. heb beweczen. Is het algemeen belang § 26 •— de voornaamfte grondregel van alle Staatkunde , dan diend hier in alle omzichtigheid gebruikt te worden, Doch met uitzondering, dat wel degelijk privilegiën en oftroijen meriteeren , nieuwe uitvindingen , ar<* beid van vernuft en litteratuur, of ontdekkingen omtrent werktuigen, dienende ter bevo^ dering van de Industrie, zo in het algemeen, als tot volmaaking van deeze of geene kunsten en wetenfehappen, door dien anders het vuur van ambitie der uitvinders geen vergoeding of belooning erlangt in eevenreedigheid hunner uitfehotten en verdiensten, tot volmaaking van het algemeen belang des Lands* § 30. Om over het voor of nadeelige van Gilden» naauwkeurig te oordeelen, diend men eerst haa- ren oorfprong te onderzoeken. Dat men irj de onbefchaafde eeuwen min of meer noodig had ter vermeerdering der industrie deeze en gene werkzaame vernuften in handwerken of fabrieken te bevoorrechten , kan niet afgekeurt worden , om dat zulks de algemeene werk-  t 35) Werkzaamheid bevorderde. Het menfehdom waé onbefchaafd , en diende door een bijzonderebelooning , tot een uitgebreider Industrie opgeleid te worden. De Staatkunde van die tijden vorderde zulks, om' dat zij haare fondzen of gevraagde beden, uit die welvaarende Hand des volks meest onder conditie verkregen , en van daar alle die bijzondere Privilegiën der Gildens van die tijden. Privilegiën die niet ten doelwit hadden de algemeene welvaard des Volks, maar de bijzondere eige belangens der Gildebroérs. De Vorsten onkundig vari de waare' grondregelen der Industrie gaveri om Staatkundige oogmerken, die zogenaamde ocTxoijen aan deeze of geene Handen desVolksJ I doch zou het geen dwaasheid zijn vari het menfehdom in meer • befchaafder tijden , als zij het koud gebeente dier in de asfche begraven voorvaderen hier over zodanig huldö deeden, datze deeze in de toen op eigen belang gegronde, maar thans regens het algemeen belang ftrijdende verkregen voorrechten der Gildens, als godfpraaken goedkeurden, eerbiedigden, en hunne naarkoomelingfchap daar door flaven maakten van fchadelijke privilegiën, ftrijdig tegens de waare IndusC a triar  < 36* ) •trie, en voorrechten hunner andere medeburgeren. Ik zal maar eeniga vraagen doen om het onbillijke van dien aantewijzen. Zijn thans de Dekens der Gildens, ( daar veele ambagtcn door de laagfle hand der burgers geëxcrecert worden) zulke meer befchaafda en kundiger Ingezetenen, dat dezelve in zommige groote Steden de derde ftand des gantfeben Volks aldaar, en der verdere kleins fte.len, dorpen en platte land moeten verbeelden bij reprefentatie en uitoeffening van de rechten der overige burgers of ingezetenen ? zijn (chippers, flagters, weevers en meer andere van dat zoort des volks, de gefchikte voorwerpen om over ftaats, politieke en meer andere belangens der burgeren te advifeeren , en ftemmen ? menfehen van eert ftand, onder de welke men 'er veele vind, die naauwlijks leezen of fchrijven kunnen, en onbedreven zijn in de waare belangens des volks! wat verftandig Vorst , — befchaafd volk, of kundig menfch is 'er, die niet daadelijk met een opflag des oogs het ongerijmde van dien ziet ? — Hoedaanige gifte deeze Gildens aan Kerken gedaan moogen hebben, of bij procesHen van devotie of andere gelegenthede-n noch uit-  C 37 ) uitmunten, zij doen geen ander nut, als dat zij bij die folemneele plegtigheden door haar kfederdragt vertoonen, het gene zij wezendlijk zijn! — De Gildewctten met een naaukcung oog befchouwd, kunnen noch veei minder een oordeelkundig onderzoek uitftaan, als draagende geene andere kenteekens, als die van gewetensdwang en onkunde , dewijle zij tot haare Gildens niet permitteeren dan gcloofsgenooten , welke de publieke Kerk zijn toe- gedaan — in de Stad geboren zijn of een bepaald getal van jaaren in dezelve gewoond, en als knegt of leerjonge hun ambagt of handwerk aldaar geleerd hebben. Zijn dit nu roemwaardige inrigtingen ? .— heiligdommen der burgerlijke vrijheid? . voorrechten die verdienen gehandhaafd ? bezwooren en als onveranderlijke grondwetten van Staat befchouwd te worden ? Neen ! het kénfehetst de onkunde der volken omtrent hun waar belang; en is te bewonderen, dat het befchaafder deel onder hun niet al overlange tijden die zotheden der voorige eeuwen heeft tragten uitteroeien. Kan een verlichte Staatkunde dulden daar zij de gewetensdwang, ftrijdig tegen den aart en natuur van alle godsdiens-' c 3 ten  C 33 > jen, en het waar geluk der volken, laakt, (doemd, en uitroeit, dat dc Gildens alléén die fcepter der dwinglandij noch zullen blijven voeren onder voorwendzel, dat haare voorrechten of Privilegiën zulks di&eeren ? zo dat laatfle argument doorgaat — dan vermogen geen natiën om ecnige verbetering of befchaving des volks denken , die aanloopen tegens deeze of gene oudtijds ten onrechte verkrege Privilegiën. — Maar zijn alle aanyolgende geflachten gedwongen tot onderwerping aan die oude wetten, alfchoon zij in laater tijden ftrijdig werden • bevonden met de perite grondwet van Staat naamentlijk de algemeene welvaard des volks ? geen Wonder, dat in landen, daar men diergelijke barbaarfche grondftcllingen voed, — alle bloei pn welvaard des Volks verbannen geraakt. — ^ Een aandagtig Staats-onderzoeker heeft tot dat einde maar zijn oog te vestigen op andere |anden , daar men de tolerantie in godsdienst eerbiedigd , en alle Christelijke gezinnen tot Gildens toelaat, daar zal hij bevinden, dat juist die tolerantie den grond gelegen heeft, dat bekwaame vreemdelingen, fabrikeurs, pn handwerklieden , zich daar neergezet, en doqjp  C 39 ) door hunne medegebragte industrie en koophandel , die landen rijk , magtig en vermogend gemaakt hebben. Een verftandig volk zal dierhalve —- als een wijs Vorst of regiering deze of gene verbetering wil invoeren ■— zich niet behelpen met het dwaas argument . dat zulks inbreuken zijn op deeze of geene voorrechten. .— Maar noch eens, geeft de geboorte in deze of gene Stad — zeekere bepaalde jaaren van inwooning .—■ of om als knegt of leerjonge zijn beroep of handwerk aldaar geleerd te hebben — dan éengei alléén de bekwaamheid tot beocffe- ning dier beroepen of handwerken? dit zo zijnde is het te vergeefsch, dat lieden van ambitie vreemde landen bezoeken om daar kundiger bewerkingen te leeren, of nieuwe geheimen te ontdekken in beroepen van handwerken, kunsten of wetenfehappen. Alle landen en deden zouden dan reciproque indiervoegen de bij hun komende vreemdelingen kunnen behandelen, en een ieder in zijn land of flad bij de kring zijner werkzaamheid verpligt zijn te blijven. Doch het laakbaarde van dit alles is , dat ook burgers tot die Gildens niet behoorende zich mede aan C 4 • dia  C 4° ) die gildevvetten onderwerpen moeten — Want een arm of been breekende, of een andere zwaare wond of kwetzuur verkrijgende yermogen deeze geen bekwaam vreemd of puiten de Stad woonend Chirurgijn , die zijn kunst en ervaarendheid in andere landen geleerd en geoefend heeft, hier toe gebruiken. Neen ! 's menfehen leven , het dierbaarfte pand dat ieder flerveling op aarde heeft, moet hij ingevolge de privilegiën overgeven, en in handen Hellen van onkundige Itadgcnoten , nis de eenige geprivilegeêrde ter verminking, martelifatie, of zending der lijders naar de andere waereld. Ja! alle rijke en vermogende ingezetenen mqeten zich alleen behelpen met die noodwendigheden, welke de geprivilegeêrde inboorlingen hun gebrekkig met of tegen de heerfchende fmaak aanbieden . . of anders tot nadeel der algemeene industrie zulks van buiten 's lands ontbieden. Wat meer is ! door zulke gildewetten ontroofd men landen pn fteden van bekwaamc vverkzaame vreemde vernuften, die als nuttige burgers, de algemeene kring der werkzaamheid vergrooten, en dienstbaar zijn of kunnen worden, om door $aarijver inboorlingen op te wekken tot deej- ver.  C 4* ) verkrijging der vordering van andere volkcri in deeze of gene verbeterde industrie. Zie daar voor kundige maar even gefchetst, of r.an- geftipt het naadeelige der Gildens. Wijze ftaatkundige en verftandige volken hebben daarom , zommige de Gd deus geheel verworpen , — en andere dezelve zodanig gereformeerd dat 'er naauwlijks' meer dan de naam van dien is overgebleven. Indien men ook het goed en kwaad'van dezelve toets: aan de keurfteen, of cerfte grondwet van Stiat —- het algemeen geluk des volks en wijze grondregelen van industrie dm blijft 'er zo weinig goeds van over, dat feet restcerende van dien niet waardig is aan de posteriteit ovcrtelaaten. Moe verblind *ijn dierhalve noch dc volkenals zij deeze overblijffelen der eeuwen van onkunde willen blijven eerbiedigen ; als heiligdommen hunner burgerlijke vrijheid, en volks-voor^ rechten. — En waar van zij de in te voeren verbeteringen door wijze Vorsten of regecringeti befchouwen als inbreuken op hunne bezwoore voorrechten verbeteringen ! altoos prijfe- lijk, om dat ze ten doelwit hebben gebreken |e herliclien: — nochtans bij dit volk als inC £ breu-  Aanmefkinge omtrent de Godsdienftige enBurgerlijkeVrijheid. C40 breuken befchouwd wordende , oordeelden zij, dat tot handhaving hunner wanbegrippen omtrent dit een en ander, hunne opftandgegrond, en waardig was hun goed en bloed voor opSeofieren. § 3r- Op § 3. heb ik aangeweezen, hoe kennis en industrie aangemoedigt en vermeerderd word, door een welgeordende godsdienstige en burgerlijke vrijheid, en verbeterde handhaving des rechts en politiek befluur. Men zou de meeste verfhndige Vorsten in Europa thans hunne eer en roem bezwalken, indien tnen hun hier in niet de verdiende lof toezwaaide — Doch ten ongelukke van het menfehdom fchijnt het, dat zommige natiën onvatbaar willen zijn, en blijven, voor verbeteringen, hoe zeer dienende tot hun waar geluk ; Ja! verblind door dweepzucht, bijgeloov en aanhitzing hunner geestelijke en andere muit- zuchtige, verkoozen zij liever onder een voorgewend Patriottismus om godsdienst en vrijheid, hunnen vaderlandfchen grond met het bloed hunner burgeren te mesten en opteftaan tegens een Souverain, die in alle de landen ziy  (43) zijner uitgebreide hcerfchappij, niets anders dan yerbetering, in leerwijze van godsdienst, wijsbegeerte , industrie en uitoefening des rechts zogt, en bedoelde. — Liefst wil ik bij veranderde tijdsomftandigheden van regeering onder haaren wettigen Souverain , het gordijn van een onaangenaam en misleid yolks tafereel laaten vallen, en mij bepaalcn tot dat geene, welk dienstbaar is om der Volken geluk tot industrie in alle takken van welvaart aan te wijzen, — te meer daar het politiek beftuur in deezen door publieke daaden betoond hier in te willen medewerken door haar vermogen, invloed, en bijftand. § 3«. Maat om oordeelkundig over een algemeene welvaard des volks te kunnen oordeelen, alvoorens tot dc middelen van verbetering over tegaan, kan ik niet voorbij, om noch eene , vraag op te losfpn, Namentlijk of het nuttig ] en voordeelig is, dat deeze of gene ftanden j des volks de bezitters der vaste goederen en j rijkdommen des lands behooren te weezen ? verre zij het van mij dat ik zoude goedkeuren het plan van LIJCURGUS, om alle rijk- dora- Of het nut tig is, Jat deeze of gene ftanden de rijkdommenbezitten,  Dat dc geestelijke bezitters der rijk i mrncn zijn, Ésnaadcelig. C 44 ) dommen onderling te verdeelen , ten einde daar door de doodfteck te geven aan het fcha^ delijk eigebelang van deze of geene. Neen! dan wierden ook daadelijk alle bronnen van meerdere werkzaamheid geftojit, en verkreeg de luiaart en verkwister zo veel deel aan de zegeningen der natuur,' als die burger, die door arbeid en vernuft zogt uittcmun- ten boven andere. ■ Is 'er in dc gantfche natuur niets dan verfcheidentheid? zijn de geniën der menfehen zo onderfcheiden als hunne weczens? dan moet ook deftaaï hunner te zoeken volkomentheid zijn in evenredigheid van dc kring hunner werkzaamheden. ■ De onderfchcide ftanden des volks , of rijkdom en armoede, zijn dierhalven de vruchten van een meerdere of mindere industrie, en kunnen niet gevveert worden zonder de order der maatfehapprj omtekeeren — maar dat ik voornaamentlijk bedoel, is, of hetvoordeelig of naadeelig is, dat-de geestelijke ftand de bezitters der vaste goederen , en meeste rijkdommen des lands zijn? — dat zulks nimmer voordeelig kan weezen, is buiten alle tegenfpraak —indien men aanmerkt, dat tot de welvaart van een land behoort, — dat de rijk-  r 45) •rijkdommen algemeen en onderling verdeelt, onder alle de Handen des volks berusten want de ongelukkigite Haat van een land is, daar men niet dan rijke en arme ontmoet, aldaar word geen burgerlijke vrijheid gekend, maar is dc mindere een flaaf van den meerdere» Doch wat zal ik antwoorden op de vraag, of de rijkdommen der geefielijkc nadeelig voor de algemeene industrie des lands kunnen zijns — Het is opmerkelijk, dat bij deMofaifche wetten van het volk Gods, de Leviten onder de kinderen Israëls geen erfdeel verkregen in het land Kanaan gehjk de andere Hammen Jacobs, maar dat hun 'in plaatfc van dien, de thiendens der produétcn des lands tot hun onderhoud wierden toegelegd: zekerlijk om reden, dat de godsdienst , hemelfche, en geen aardfche gelukzaligheden ten doelwit hebbende, deszelfs bedienaars voor hun dienst wel een ruim onderhoud, maar geen bezitting van vaste goederen nodig hadden; en fchoon in de vierde eeuw al veele geestelijke gefligten zijn opgerigt , is nimmer het oogmerk van dien geweest, om dezelve te doen flrekken tot verzamelplaatzen van de rijkdommen des Volks. Neen ! dit ftrijd tegens de leere des Euan-  C40 Èuangeliums — maar de misbruiken, die var! tijd tot tijd in de kerk zijn ingeflopen, hebben daar den grond toe gelegd. Het overige menfehdom geraakte door deeze en meer andere misbruiken, in een meerdere of mindere afhangclijkheid der geestelijke, die door hunne vcrkrcge rijkdommen de bezitters der meeste vaste goederen wierden, welke zij om magtig te worden tot hooge prijzen inkogten; er* van daar, dat men in de Oostenrijkfche Nederlanden gehecle ftreeken lands vind, die eenig en alleen aan geestelijke conventen toebehooren. Hier door zijn de landen aldaar tot een aanmerkelijke hoogte van prijs gedegen ,te meer noch, naardien de vermogende Hand, aldaar hun geld uit den koophandel trekkende , meede zulks ten deele aan landerijen bedeed heeft, waar door het de boerendand fchier* onmoogclijk geworden is aan eigendommen van landerijen te komen , en zij verpligt werden die landen ten duurde in te huurën van de geestelijken en Noblesfe des lands, zeer tot nadeel van het algemeen, wijl daar door de produften van den landbouw in prijs zijn geflegen, —. niet door opkoopers, gelijk men) om de plundering te rechtvaardigen voorgeeft, maa*  <4?> • maar door heimelijkeafzendelingen, wef- ke bij verpagtinge der thiendens , dezelve op daar toe verkregen orders opjaagden. Doch of deeze mijne bewijzen noch niet genoeg voldoende geoordeeld mogten worden, behoeft men maar de landen, alwaar de vaste goederen meer algemeen verdeeld zijn, te vergelijken met de zulke, daar zij in geestelijke of vermogende handen zijn: dan zal men bevinden, dat bij de eerfle een bloeiende welvaart , en bij de laatde gebrek en armoede heerfcht. Wijlen Keizer Jofephus de II gl»rieufer gedagtenis , heeft wel begonnen de geestelijke goederen te verminderen, door het affchaffen van veele onnutte kloosters of conventen — doch is ook hier door, hoe zeer zulks iïrekte ten algemeene nutte, bij de geestelijke , en door deeze hun invloed bij een onkundige natie in een zodaanige haat gekomen , dat daar uit voor een groot gedeelte de beroertens in de Oostenrijkfche Nederlanden zijn ontdaan; doch het is ongetwijfeld te verWagten, dat Keizer LEOPOLD, naar zijn betoond wijzelijk beduur in de andere landen zijner uitgebreide heerfchappij, ook in de Oosxenrijkfche Nederlanden, zodaanige verbeteringen  C 4o ■) frotvwbeetcri.:;{ dor industrie behoort dc Oprigtjng WO Milt- ï h p ijcn, eu v.rbectering in hut Onderwijs der hooge en laa ;s fchüoi^n. t&\ invoeren, als toe 's volks geluk dienstbaar kunnen zijn, of worden. S 33- Dus kom ik dan eindelijk ordenlijfc tot dé middelen van herftel voor de vervalle industrie, en wel tot een zodanig herftel, daar het hoog wetgevend gezag door zijn vermogen en invloed behulpzaam in kan weezen. Dat tot vermeerdering van kennis de oprigtmg van verfcheide maatfchappijen in Europa, gepaart met de verbeteringe van Academiën en mindere fchoolen, veel nut gedaan hebben * is onwéderfprcekelijk ; en wel van daar die groore vorderingen van kennis in veele landen eedert deeze eeuw. Hier door word de ge- kerdheid opgewakkerd, . de bronnen üan naarijver geopend. Eer en belooning, die fterke prikkels tot werkzaamheid, ontwinden de vindingrijke vernuften tot den arbeid. Dc' geringe fchoolen zelfs leggen de eerfte jonden ter befchaving , voor al , indien delees eu fpeldc-boeken waarheden behelzen tot de industrie betrekkelijk , en waar door men ie kinderen van elke ftand des volks, de eerfte grondwaarheden van gefchiedkunde, industrie*' •I  C 49 ) «tf zuffce takken van wetènfchappeh, waar töé zij opgeleid worden , al leèzende ongemerké inprent. Tot deeze eenvoudige verbeetering kan het hoog- gezag veel toebrengen door aanmoedigingen en belooningen. Maatfchappijen van eerfte vernuften op Hoog Vorftelijke uit» noodiging aangelegd , kunnen door inttefchrijven vraagén over allerhande onderwerpen van kunsten, wetenfehappen en industrie hier toe grootelijks behulpzaam zijn. Door honorabele èn profitabele prasmien word het vuur der ambitie opgewekt, de less-lust wakkert aan, deze vermeerdert de kennis, en de kennis omwindt het vernuft, — wijl intusfehen de naarijver ook andere opwekt, om hunne kragten rot meerdere werkzaamheid te beproeven, en waar door de volks Maatfchappijen tot de grootfte trap van befchaving komen. Het aahftellen van allerbekwaamfte Profesfooren en Leeraareri in alle takken van ftudie, wijze inrigting omfrend de manier van ftudeefen , en fterke te doene examens voor de te £romoveerene Studenten , is van het hoogste gewigt voör de ftaatkunde, om dat daar uit ©ntfpringen de bronnen van kennis ia alle talc* ken van wetenfehappen en industrie. — Te beid jara»;  *an een eeconomiiclic Maat) feliappij, Cso) jfmfflerert is het, dat de prijselijke oögmer,» ken van wijlen Keizer Jofephus IL gl. ged # door het onkundige gedeelte' des volks, of aanhitzing der geestelijkheid zijn befchouwd geworden, als veranderingen in de leere des geloofs der Roomfche Kerk, het Welke aanleiding heeft gegeven tot een zogenaamd Patriottismus om de godsdienst en vrijheid. —• voorwendzels, die openbaarden voor Europa de onkunde der Belgifche Patriotten. § 34- Maar tot de voortzetting der industrie isi landbouw , koophandel, fabrieken , zeevaart en visfcherije is vooral noodig de oprigting van een ceconomifche Maatfchappij, in naarvolging van Engeland, Holland, Zwitzerland, en meer andere landen* Ik zal mij niet inlaatert over de inrigtiftg van dien, dewijl zulks alleen een bijzonder plan vereischt, daar deeze verhandeling niet gefchikt toe is, maai* dat ik offereere (_ des gerequireerd van het Gouvernement ) te zullen concipieeren en everhandigen,  S 35» "Doch tot alle verbetering in de industrie fcehoord ook voornaam.'ijk , een korte en onfcostbaare uitoefening des rechts , en het welk wijlen Keizer JOSEPHUS de II gï. ged. in deeze Janden heeft tragten intevoeren, maar met dat ongunstig gevolg, dat men 'talmede als inbreuken op daar zijnde privilegiën heeft be- fchouwt privilegiën in tijden van onkun- „de gegeven , en daar de bedienaars des rechts ten kosten der welvaard des volks, een dagelijks misbruik van maaken, om door langwijlige kostbaare procedures hunftc medeburgers uitteputten. Wenfchelijk is het dierhalven , — dat zonder acht te geven op dc klagten der Praótizijns in deeze, — op hoog gozag zodanige verbetering mogt ingevoerd worden, als dienstbaar is om de algemeene welvaard des volks te bevorderen. Behoord tot d? uitoefening des rechts dc befcherming van het leven en goed der burgers dan ver> dienen alle de zulke welke, die heiligerechtcri des menfehdoms overtreden, volgens dc wetten des lands geftraft te worden, bijzonder rustveriloorders, en die zich niet ontzieri ik openbaare veiligheid te fchenden, en daar' © a doori Korte «3fl onkostbaatre uitoefl'öl ning des' rechte.  Verbeetering in onbewerktekoopwai- C 5* ) door hun fehuldig maaken aan plundering # röof, en möord: waar omtrent wijlen Keizer Jofcphus de II, wiens gedachtenis niet genoeg kan herhaald worden, een allerwijste wet heeft uitgegeeven , riaamentlijk dat de lieden of dorpen daar geplunderd Word, de geplunderde fchadeloos zouden Hellen. Een goede Maatkunde vorderd zulks, wijl in landen,daar deeze rfiisdaaden plaats hebben, geen burger van zijne bezittingen, verzekerd zijnde, eenige Uitlanders aan dezelve in den koophandel crediet zullen Willen geven,- zo als ftaande het Patriottismns in deze landen is gebleken. Ja! niemand kan , daar mert onder voorwendzei van opkooping plunderd, het waagen, om Voor binnen en buitenlandfchen handel goederen op te flaafl, of op fpeculatie dezelve in te koopen. In Holland, Zeeland en andere Provinciën, als 's Bofch , hoe zeer men aldaar ter eere van het Oranje - huis geplunderd heeft, js men nogthans altoos fpaarzaam geweest , om de koopman s pakhuizen ongefclionden te laaten. § 3& Op § 8. heb ik een definitie gegeeven wat onbewerkte koopwaaren zijn. De landbouw, de  C 53 ) tuur der gronden te onderzoeken , en voof 'Welke voortbrengzelen zij ten grootjle profyt vatbaar kunnen Zijn. — Geen landen, hoe onbebouwd, of zij hebben en verkrijgen door bebouwing noch deeze en geene hoedaanigheden, die ten voordeele kunnen dienen. Tos de verbeetering in die notabele tak des welvaarcb kan een ceconomifche Maatfchappij van be* kwaame landbouwers, door het doen van vraat gen, proeven, en uitteioven praemien, op deeze ot geene voorgeiïelde verbetering, van het grootfle nut zijn , te meer, daar noch veele landen hier en daar onbebouwd leggen, die alfchoon met geen voordeel tot de landbouw gebruikt kunnende worden, nogthans dienstbaar zijn, met daar op te doene geringe verbeeteringen voor de fchaapen veehoederij, die juist zulk mager zoort van landen noodig hebben tot fijn der wol , dienstbaar voor de fabrieken , en omtrent welke fijne wolle men in Engeland zeer behoedzaam is , zelfs op ftraffe van de dopd, die uittevoeren. Een product allernoodzaakelijkst tot voortzetting der wolle weverijen. Ja ! een volk kan nimmer tb aftiev zijn om allq nodige hoofdHoffen voojr te  C 55 ) ■flbrieken deor landbouw in zijn eigen land aan:tekweeken. De landbouw is de beftendigfte rijkdom ! — de oorlog mag voor een tijd haar verwoesten, — deze vruchtbaare baarmoeder herfteld fpoedig door een hervatten artbeid alle geledene fchade. Meerder produften bouwende, dan binnen /s lands tot confumptie nodig zijn , zo levend het overvloedige van dien, verkogt aan Buitenlanders , eene voordeelige tak van koophandel op, en die meerder geld in omloop brengt tot voortzetting der verdere Industrie. Een handel, die men daarom actiev noemt. De Engelfche, de hun interest in deeze best verflaande natie van Europa, moedigen daarom de landbouw op de best mogelijke wijze aan, door zelfs bij overvloed van gewas uit 's lands kasfe premien op den uitvoer te Hellen. Alle wijze ftaatkundige zullen daarom nimmer .de uittevoeren producten met zwaare uitgaande rechten bezwaaren , als middelen dienende tot verderf van alle aéticven handel, Ja zullen zelvs geen uitvoer verbieden, als in de hoogfte noodzakelijkheid. Neen! den uitvoer •van het overvloedige moet altoos op allerhande wijze geëncourageert worden, D 4 MaSc  C 56) Maar mij dunkt, ik hoor hier een tege*. Werping maaken met opzicht tot de uitvoer Van graanen, die van zeer groot gewigt, en fot nadeel van het algemeen is. Naamlijk, indien men onbepaald den uitvoer van graanen permitteerd, dat dan de buitenlanders door ppkooping, en hooge prijzen voor dezelve graaien te geven, inftaat zijn een volk tot honger/nood re brengen, zodanig dat hetzelve geen graanen tot confumptie en bebouwiag des Jands pverig heeft. Wat meer is, men zou voorbeelden kunnen aanwijzen, dat ftaarkimdige Vorsten, om hunne ontwerpen van ftaatkunde uittevoeren , door opkooping zich hebben Weeten meester te maaken van het grootfte gedeelte der graanen van hunne nabuurige volken , ten einde dezelve buiten Haat te Hellen himnc gemaakte ontwerpen te keeren , met gevolg, dat die natie door gebrek aan graanen jen duurste prijzen hun eigen of andere graanen yerpligt waaren weder in te koopen. In Braband heeft het gemeen, onder voorvvendzel van Ongepermitteerde opkoopinge, en daar op geyolgde monteering der prijzen, zulks tot een voorSarendzel van plundering genomen. Om dit een PQ_ ander achten zommige itaatkundige het nopd*.  •oodzaakelijk- bij ongunstige omuundtghede*i, • .den uitvoer te verbieden, Dat het een van de hoofd-pjïgten der Üaatkunde is, om te zorgen voor het welzijn van het algemeen, en niet voor de verrijking van deeze of geene clasfis van menfehen , ten padeele van het overige gedeelte des volks, js onwederfprcekelijk ! Ja ik acht het zelfs de pligt yan eep voorzichtige Regccring te zijn, om zoo veel noodig te zorgen, dat de onontbeerlijke producten voor het gemeen niet aanmerkelijk in prijs monteeren: — en volgens die gronden zal ik onderneemen een plan pp te geeyen, dat altoos en in alle gevallen van nut en voordeel kan zijn , en dat ten deele in zommige (leden van Europa met vrucht geëxecuteerd word, hier in beftaande, dat eerst en vporal in alle lieden en dorpen behoord opgenomen te worden, hoe veel graaien 'er tot de binnenlandfche confumptie nodig zijn , . dan hoe veel bunders lands ieder bouman aan graanen jaarlijks bezaait. Uit welke opgave men kan hereekenen, wat bij ordinaire gevvasfehen voor de buitenlandfche koophandel ter uitvoer overfchiet, en hoe ygpl zulks per bunder bedraagt. Dit opg$D 5 tnaakc Plan omtrent den uitvoer va» graanen.  <5») Jfiaakt zijnde zou men in fraat zijn te bepair len , hoe veel een ieder bouman per bunder 'Verpligt was, volgens een vastgeftelde marktprijs , in de daar toe aan te leggen magazijnen te Ieeveren , en welke opgelegde graanen «Jan ter confumptie aan bakkers of particulieren uit de magazijnen konden worden verkogt, onder zodanige precautie en pcenaliteiten van met dezelve geen koophandel te mogen drijven , ten waare naar tijdsomftandigheden raadzaam bevonden wierd, geevende dan verder aan alle bouwlieden de onbepaalde vrijheid, om met het overfchot van dien zodanig een handel te drijven, als zij goed vinden. Hier •door voorkwam men een te hooge rijzingvan de prijswaarde der graanen, als een onontbeerlijk voedzel voor de gemcene man , . men behoedde de landen voor gebrek of hongerfnood, en indireére kunstfireeken der Maatkunde van andere volken Ja gaf gelegenheid om met het overvloedige van dien een voordecligen actieven handel te drijven, tot aanmoediging des landbonws , en verrijking van % lands ingezetenen. Een plan , niet vergesogt, maar zeer gemakkelijk uittevoeren, indien het, hoog wetgevend gezag^ -geholpen. door  t 59 ï #bor de oftderhoorige Politie , zulks nppro» lieerde , en ter executie itclde. Ik weet wel, men zal mij tegenwerpen, dat een huurman of pagter, dan niet altoos kunnende profitccrca van de hooge marktprijzen, ook minder huur 2al willen geven aan zijn eigenaars, en waar door de eigendommen in waarde zouden verminderen — maar wat moet hier voorgaan ? het particulier, of het algemeen belang? — het laatfte buiten tegenfpraak. Noch eens, wie verzekert den eigenaar of huurman, dat den tiitvoer niet verboden zal worden, vvi 1 de graanen op het veld liaan, of in,zijn fchuuren leggen, naardien de Souverain altoos waakzaam behoord te zijn voor een te voorzien gebrek, Svant zodanige landen, meer graanen bouwende, dan ter confumptie npdig zijn , hebben deEelve geen toevoer, en dierhalve moet 'er altoos, en in alle gevallen voor eerst gezorgd worden, dat'er zo veel graanen overblijven, als de binnenlandfche confumptie vercifcht , alvoorens men dit poinét betreffende , ecnigen uitlandfche® handel mag toelaaten. Dus voordeden en ingebeelde zwaarigheden tegen elkander wikkende en weegende , voldoed dit plan volkomen aan és. grondregelen van een gezonde ftaatkjunde.  Aanmoedt. ging van visfche- pjcn. C 60 ) Dat de vtsfcherijen voor dit land van het allergrootst belang zijn, zal een ieder toe- Hemmen; dezelve aantemoedigen, doch «onder oétroien, om reden § 29 opgegee- ven, is prijfelijk; maar om dat het zelve een zo allernoodzaakelij'tst product,, bijzonder voor de Roomfche landen, is , behooren de inkoomende rechten op de buitenlandfche invoer van >n'sch zodanig laag gefteld te worden, dat de brwtgnlandfche visfc'herijen maar even een zoort van preferentie hebben, door dien anders het gemeen die onontbeerlijke behoefte des te duurder moet betaalen, want het is een last, die wel ingezien de buitenlander maar uitfehiet, en door den burger bij inkoop der visch gerestitueerd word. Hoe noodzaakelijk het dierhalve is, ter binnclandfche industrie, om het buitenlandfche meerder te bezwaaren met inkomende rechten, zo moet men nogthans wel deegelijk in acht neemen, of het binnenlandfche aan de naar? vraag % 20 kan voldoen, en zo niet, dan behoort men ten voordeele van het algemeen belang, de inkomende rechten van de buitenlandfche nooddruft daar naar teregulen. Grondregelen, die de ftaatkunde ter bevordering der al-  algemeene industrie nimmer uit het oog diend! te verliezen. S 17- Tot de bewerkte koopwaaren $ 9, behoören bijzonder de binnenlandfche fabrieken en handwerken? takken van welvaard, die alle aanmoediging verd.enen, om dat een menigte van menfehen hier door hun beftaan tonden» Een oeconomifche Maatfchappij kan hier in van het grootlte nut zijn, wijl ieder Had of land deeze en geene natuurlijke voordeeieh heeft, daar men een nuttig gebruik van maaken kan. Landlieden daar men de levensmiddelen tot laage prijlèn kan bekoomen, zijn in Haat , door hunne onkostbaarder levenswijze en mindere daglooncn tot laager prijfen te werken, en welke bewerkte waaren en fabrieken, dan tot groote voordeden binnen 's lands geconfumeert, of naar buiten 's lands verzonden kunnen worden. Steden aan rivieren gelegen, daar een groot verval van water is, zija zeer dienstbaar om met behulp van mechanifche werktuigen, door middel van eb en vloed, ten minsten prijfen goederen te bewerken, voor fabrieken als anderzints: doch deaaiï- moë- Verfaecfa; ring in io bewerkte koopwaatf ren.  UsasAlgmg voor fabrieken diend zich alleefc te bepaalen tot de Heden, alwaar de ondërdaanen op meerdere lasten zitten, en geen ander befiaan hebben , daar het platte land voorhaamentlijk gefchikt is voor de landbouw. Maar daar alree gevestigde fabrieken Zijn, gelijk te Thurnhout, Arendonk , St. Nicolaas, Lokeren, en op andere plaatfen , moet me» nimmer orïderneemen op hoog bevel, dezelve naar de Heden te vervoeren, of beletten, dat deeze of geene in zijn keuze hier in bepaald wierd. Neen! dit zou ftrijden regens de vrijheid des koophandels, -asa maar de aanmoe* diging voor fabrieken diend zich oiri reden gemeld, alléén te bepaalen tot de Heden. In alle diergelijke gevallen diend men gebruik te maaken Van de voordeden die de natuur om niet aanbied, naardien tot een binnen erj buitenhndsch debiet, voor fabrieken en handwerken , voornaamlijk behoort, een onkostfcaare bewerking; en van daar, dat dc Engelfche, hoe zeer de levensmiddelen bij hun duurder zijn , dit gebrek vergoeden door behulp der Mechanica, bekwaamer werktuigen , en kunstiger vindingen van vernuft, om binnen cetfe zelve tijd meerdere kwantiteit van goe-  C*3> deren te bewerken, weetehde zelfs aan de) zelve goederen een uiterlijke fchoonheid bij te zetten, die hunne bewerkte waaren prefe* rent maaken boven die van andere natiën. Hoe meer een volk in kennis toeneemt „ des te vlugger zij worden om alles op te zoeken, dat tot hUn voordeel diensbtaar is» Het is dierhalven noodzaakelijk, wil een volk uitmunten in fabrieken en handwerken, dat «ij zich bedienen Van vreemde «rklicden, Of bekwaame voorwerpen van hunnentweegen zenden, bij vreemde volken, om het betere of volmaaktere van dezelve overteneemen Doch hier in zijn de gildens door haar bepaalingen aUerfchadelijkst aan de industrie, daai4 men vreemdelingen toe nodig heeft. De loopbaan ter volmaaking der industrie, moet nimmer belet worden door hinder doende bepaalingen aan de werkzaamheid. Neen.' de lauwerprijs moet zijn de meerdere bekwaamheid, voorbijflreeving. van andere hier in, en bekrooning van eer en belooning. Het is ook noodzaakelijk, dat bij vertier buiten 's lands alle deeze bewerkte waaren vrij ajn van uitgaande rechten* 38. De  ging voer don Viinucnnndfehenhandel. C^4> § 33. ' De binnenlandfche koophandel op 5 r f oéi fchreven, kan niet fterk genoeg aangemoedigd" worden. Hét politiek beduur diend voor a! te zorgen voor vaarbaare rivieren, bèkwaame binnevaar'ten, én bruiltbaare wegert , om daar" door het transport der góederen onkostbaar en gemakkelijk te maaken, én waar aan Hólland zijn voornaamste eertijds bloeiende, maar1 thans vervallende welvaard , voornaamelijk toe teTchrüven heeft. Verfchillende Provinciën' ónder een en de zelvé Souverain behoorende, dienen nis één land befchoüwd te worden , én egaale rechten in den koophandel te' beÜaalen. Betaalingen van Provinciale of dedefijke rechten aan tollen bij transport binnen 's lands ophouding en vifitatie vaii goederen bij binnenlandfche dóorpasfeering, al was het j:t kragce vaiï deeze of geéne bijzondere degelijke privilegiën, zijn hinderpaalen' allerfchaïelijk* vcbr de commercie ; om' dat bij vilt atie dikwijls de goedéren losgemaakt worden le, befmet geraaken, het oog verliezen door teli inhabiele inpakking, en in't transport veel rerlet van tijd veróorzaaken, doch dit alles onverminderd zodanige 's lands rechten als ieder  £65) kier Provincie voor zich Zelve inzaameld \ es die geen betrekking op de koophandel hebben. Het is ook zeet ongerijmd fteden te bevoorrechten met tolvrijheid, ten praejuditie van andere. Hier kan of vermag geen uitzondering te weezen ; ondërdaanen van een en denzelven Souverain moeten gelijke lasten bemalen en voorrechten in den koophandel genieten. Alle binnenlandfche koophandel diend onbelemmerd te gefchieden, en de confumable 's lands lasten betaald te worden ter plaatzen der confumptie, of alwaar dezelve opgeflageh worden, en, bij verzending naar buiten 's lands , de verzenders restitutie te genieten, even als in Engeland door een zoo.rt van Drawback. Voor landen van koophandel is tet ook zeer hinderlijk , dat men de Stedelijke poorten, vooral des winters, en Wel aan den waterkant, zo vroeg fluit, tot groot ongemak van fchippers en pasfagiers, die, hun tijd zijnde te vaaren, moeten blijven leggen naar het tij wagten, en om der poorts wille verpligt zijnde fcheep te gaan, daar door buiten ftaat werden gefield, nog eenige hunner verdere affaires te doen; daar men ten minsten de poorten, gelijk in Holland en andere landen, openhoud of voor E ee0  Verbectcrinf. tn den btiitenïandfchtnko 'i au del. «en geringe betaaling ten behoeve der fïad ê# armen tot 's avonds 10 a n uuren laaf openen , het welke ook alhier zoude kunnen ge~ fchieden , naardien men daar door het transport der koopwaaren zo te water als te land grootelijks zou faciliteeren. De verdere te verbeeteren middelen in den binnenlandfchen koophandel zouden door een ceconomifche Maatfchappij, ieder in zijn Departement, onderzogt, aangemoedigd , verbeeteringen, en voor het algemeen fchadelijke misbruiken in gildens als anderzints, aan de Hooge rcgeering voorgefteld, en des goedvindende gecorrigeert kunnen worden ; om dat ik mij in alles maar alleen bepaal e tot die verbeeteringen, welke tot hec politiek beltuur behooren. $ 39- Het geene een Souverain kan doen ter bevordering van den buitenlandfchen koophandel, beflaat voornaamclijk in het verflandig regelen van in en uitgaande rechten , zorge en toeverzigt over zeegaten, zeehavens , bekwaame lootzen in dezelve, vaarbaare rivieren, goede lcgplaatzen voor zee fchepen en andere in rtedelijkc havens. De buitenlandfche zeehan- deï  C ^7 ) f «Tel kan niet wel anders dan in Ostende sedreven worden, fchoon niet ontkend kan worden, dat Antwerpen een dergelegenfte lieden hier toe zou weczen , wanneer die Had de vrije vaart naar zee op de Schelde had, en indien de nodige verbeeteringen aan de legplaatzen der Schelde, en havens gemaakt wierden, het gene evenwel noodzaakelijk was voor den binnelandfchen koophandel, en verzending cn aanvoer van goederen uit Holland. Ik zal mij daarom betrekkelijk tot den buitenlandfchen : koophandel voornaamelijk bepaalen tot Ost- < ende; «een ftad grootelijks vermeerderd in koophandel bij de Iaatfte Engclfche oorlog tegen Frankrijk cn de Republiek. Wijlen zijne Keizerlijke Majefteit Jofephus de II. gl. ged. heeft gem. ftad ten dien tijde merkelijk verbeeterd, door het aanbouwen van pakhuizen , verdiepen der haven om voor de pakhuizen te losfen , cn het verkenen van een porto franco. Geduurende den oorlog was de koophandel zodanig fterk, dat voor kooplieden cn hunne koopgoederen plaats ontbrak ter berging, en alfchoon deeze handel bij den vrede weer gedeeltelijk is afgenomen, zo zijn nogthans naderhand zo veele vreemde huizen van E 3 Ne- Betrekke, lijk Ostcn de.  C ei > Negotie aldaar overgebleven, dat noch jaarV-kA tusfchen de elf a twaalf honderd fchepen daar binnen komen. Het porto franco d;erhalven trekt wel zeer veel koophandel, maar deze koophandel vind daadeli. k zijn belemmering, zo dra de goederen binnen Vlaanderen naar verfchillende plaatzen vervoerd worden; want vervolgens zijnze van plaats, toe plaats, aan de fterkire recherche onderheviV, en offehoon ze vorder naar buiten 's lands vervoerd wo dende met i per cent tranfito vrijkomen, zo is de opÖag te Ostende en 't vervoer der goederen van daar zodanigjjastig, om dat de part jen naar buiten *» lands, gebrooken, en in daartoe zijnde huizen moeten opgeflagen worden , waar door het gantfebe voordeel van het porto franco zich enkel bepaald tot de Stad Ostende, zonder dat dc andere fteden van dit voorrecht profireereu voor den buitenlandfchen koophandel4 dat nogthaus konde gevonden worden , door middel der Drawback of reftitutie Compto'r. De Östendifche zeehandel bellaar ook noch te veel in het confumptive binnen Ts lands, en is daarom voor het grootfte gedeelte pasfiev § 18, blijkens door dien de meeste fchepen genoegzaam ledig naar zee wegvaa- reg  C6p ) «en, zonder van belang eenige Duitfche of binnenlandfche , bewerkte of onbewerkte waaren bij retour mede te nemen; daar het generaal plan omtrend den zeehandel van Ostende moest zijn, om de ter zee binnen komende produéten naar Luik en Duitfchland ter commercie te vervoeren , en daar bij te voegen binnenlandfche bewerkte of onbewerkte waaren, en dan om, in plaats van geld, wederom van daar goederen in te koopen ter verzending naar zee, met binnen'slands bewerkte of onbewerkte produclen, waar door Gend, Brugge, Brurfel, Leuven en Antwer-, pen flapelplaatfen van buiten en binnenlandfche koopwaaren konden worden, vooral, als men een zogenaamde Drawback of restitutie Comptoir van betaalde rechten, bij uitvoer ter zee, of verzendig buiten 's lands oprigtcj ook kondc men den Duitfche handel, in plaats van te Qnilen, daar de goederen eerst moeten veribp'-len, over Cobhnn verleggen, een flad leggende op den hoek van de Moezel rivier, daar een lleencn, cn over den Rhijn een zogenaamde vliegende brug legt, en het geene de reis op Frankfort, dc voornaamfle handeldrijvende flad van Duitfchland, merkelijk zou Verkorten. Ook dienden de fchcpeu van OstE 3 ende  ende, en de karren of wagens, die koopgoederen naar alle plaatzen vervoeren, even als te Antwerpen, vicc verft in haar tijd van afvaaren rijden bepaald te zijn, wijl koopmans goederen nimmer opgehouden , en in haar- verzending onderworpen moeten worden aan den tijd, dien de fchippers, om met volle vragten te vaaren, hier op gelieven te Hellen. De koophandel moet gediend worden op haar wenk, fchippers , voerlieden , verwerkers cn al wat. daar toe behoord, dienen geen oogenblik te verzuimen haar ten dienden te Haan. Het voorbeeld van Holland daad de waarheid van dien, cn omtrend een wijs beduur hier in, munt Amderdam zodanig uit, dat alle landen, welke den koophandel willen doen bloeien , die dad wel als het beste daar zijnde voorbeeld ter naarvolging mogen gebruiken. Tot fchcepsbouw is Ostende, gelijk ook Brugge, allergefchikst, gelijk ook voor den Oostzecfchcn handel, en, de Oostenrijkfchc landen geen Oost of West- Indifche bezittingen hebbende, verdiend tie Amerikaanfche handel aldaar de grootde aanmoediging, met cn benevens de vaart op de vrije havens der Oost en West, blijkens de openbaare verkoopingen van Oost en West-In*- di-  C 7i ) tJïïche produftcn, welke noch dagelijks aldaar plaats hebben. De rederijen der fchepen, die op zee ter vragt vaaren, gelijk ook de visfcherijen, verdienen alle aanmoedigingc, protectie en belooning van den Souverain des lands, blijkens de premien die Engeland en Holland geven teronderfteuning van hunne grooteen kleine visfeherijen. Omtrent de in en uitgaande rechten , diend men deezen algemeenen regel te obferveeren, dat alle van buiten inkomende bewerkte ftoffen ter binnenlandfche confumptie zwaarder moeten belast zijn, dan het binnclandfche, ten minste in zo verre 'er mededinging van binnenlandfche producten plaats heeft, doch onbewerkte buitenlandfche waaren voor binnenlandfche fabrieken, dienen zo min moogclijk belast te worden , en alle betaalde rechten, van wat waaren hoe genaamd, het zij binnen of buitenlandfche, behoort men, bij uitvoer buiten 's lands te réstitueeren ; want hier door verkrijgen de kooplieden gelegenheid, om hunne Heden tot flapelplaatzcn te maaken, zonder door het betaalen van zwaare in en uitgaande rechten benadeeld te worden, om voor gelijke prijzen tegen andere volken te kunnen verkoopen. — En hier & 4 toe  Noodzaafcdijk-hcidvoor een nieuw Taait C ?* ) roe kan niets beter uirgedagt worden, danport*. francoos, of restitutie-comptoiren; gelijk hier voor heb opgegeevcn. § 40. Zeer noodzaakelijk is het voor den birmencn buitenlandfchen koophandel der Oostenrijkfche Nederlanden , dat 'er een nieuw Tarif voor de betaaling van 's lands in en uitgaande rechten gemaakt word , waar in men obierveerd, dc regelen hier voor opgegeeven. Omtrent het geld, door mij op § 14. ,9. 21, en 22 befchrevcn, kan de Souverain niet anders doen, als het bankgeld zo na aan deszclfs wcezcnlijke of intrinfique waarde te brengen, al? mogelijk is, en wel zodanig, dat het in de wisfel aan 's lands ondërdaanen met buitenlanders, geen nadeel kan doen, of door zijn te groote fijnte tot voordeel verfmolten, ©f buiten 's lands vervoerd word. Om den interest te willen bepaalen, of aan poenale wetten te enderwerper-, is ftrijdende tegens de vrijheid des koophandels, en ftremd den omloop des gelds, die enkel en alleen kan ver- fiWes- flet geld.  meerderen door eenenaftieven koophandel § rg, Met de wisfel op § 22 befchreven, is het van gelijke; deeze gedoogd geen bepaalinge, ge. lijk ik getoond heb. § 42. Hier ter plaatze zou ik diehen aan re wijeen, wat in ieder Provincie voor gebreken extceren , zo in rivieren , binnevaarten, als wegen, en hoe door verdieping, kleine doorgravingen tot verkrijging van meer vaarbaare en op elkander correspondeerende kanaalen, (allernoodzakelijkst tot het transport der koopwaaren, om dat de fcheepvaart onkostbaarder dan per as is ) aanmerkelijke verbeeterin-en zouden kunnen gemaakt worden ; te meer, cTair de Schelde, voor als noch de vaarbaarste rivier van Europa , mede hier en daar natuurlijke gebreken verkrijgende, die intijds door bekwaame hulp-middelen herteld zouden kunnen worden, even als de hoofden der havens, legplaatzen der fchepen, en vlieten of havens gebreken hebben uit onkunde in den aanleg, het geene niet te verwonderen is, als men aanmerkt, dat de hijdrometrie of rivierkunde *«ch een der minst bekende weetenfehappen E 5 is, Algemeetu aanmex* kiisg.  ïs, cn waar van ik in mijn twee daar over" bekroonde prijsverhandelingen in Holland de grondregelen hebbe opgegeeven. Doch om dit alles naauwkeurig op te geven , zo wel als alle de bijzondere verbeeteringen voor ieder Provincie en lieden, vereifchr een kostbaare infpectie in loco, met een behoorlijke qualificatte van hooger hand. Hier meede zo kort mij doenlijk was gefchetst, dat geene , 't welk een Politiek beftuur in Haat is, geheel, of ten deele te herftellen in de vervallen industrie deezes lands. OfFercert de ondergetcckende aan het Gouvernement , des gerequireerd, behulpzaam te willen weezen, deeze zijne verhandelïngc nader uit te breiden, cn bedenkingen, hier of daar op vallende , op te losfen, ten einde in allen opzichten , mede te werken aan de hoogst wijze cn loffelijke oogmerken van zijne Keizerlijke Koninglijke Majcflcit, en het Doorlugtig Gouvernement deezer landen, ter vcrheetering der industrie tot algemeen geluk des volks. Met welke zïnlpreuk eindige, en onderteekene te zijn. TOT ALGEMEEN GELUK DES VoLICS,