\J\\ - ï ^ORRESPONDENTÏI TUSSCHEN DEKT HIERE dumouiieb.; iïiNISTER DER. BUITEKLANDSCHB ZAAKEN VAN FRAnKRYK, en DEN HEERS i> é no ahles; AMBASSADEUR VAN FRANKRYK AAN HET WEENERHOF; EENEVENS ALLE ^TUKKEN en DECREETEN, BETREKKELYK DE «5 0RL0GS-VERKLAARING BER. F3LANSCHE NATIE AA N DEN KONING VAN BOHEMEN en HÖNGARYEN. TE D U IN KB R KE At, By van SCHELLE, en Corap. MDCCXCU   CORRESPONDENTIE TUSSCHEN BEN HEERE DÜMOU.R.IER.' EN DEN HEERE BE N O A I L L E S# &c< &c. &c« BRIEFvan den Heer dumourier , Minijief der Buitenlandfche Zaaken , aan den Heef de noailles , Ambasfadeür van FRANKRYK, aan het Hof van WEENEN, in data dtn 18 en 19 Maart 1792. m y n heer! ICk heb uwe brieven van den zo january, en deS 1 en z Maart onder het oog des Konings gebrast De' zaaken moeten, door den dood van Uovold, eene gantsch andere wending krygen; uit dien hoofde verwagt de Koning, dat tiet antwoord op den Brief van den Heer Deiesfart, nog zoo fpoedig niet zal komen De' ongenade, waarin die Minister is gevallen, is grootendeels te wyten aan de zwakheid , welke hy m zyne Negotiatièn heeft getoond. Het is te bejammeren , dat gy den vertrouwelyken brief aan den Prins van Kauwt* hebt medegedeeld; een goed uittrekfel daar van zou aan dien Minister niet den weg hebben geopend, om in hevige declamatien tegen ons uittevaaren, welke' met anders dan nadeelig konden zyn aan de onderhandelingen , welke plaats hadden, om den vrede te be-waaren, en welke, zoo als men uit den brief van denHeer van Kauniu kan bemerken, juist met den frriaak cn de grondbeginfelen van den overleeden Keizer overcenftemden. Alle dubbelzinnigheid en omwegen zulletf in het vervolg uit de Negotiatièn geweerd worden. Dit is het voomeemen van den Koning, en dit is hetgeen hy my, by het aanvaarden van mynen post, heeft aanbevoolen : derhalven zult gv alle de brieven , welke gy i» het vervolg zult ontvangen, zonder ecnig gevaar,  ( 4 ) aan den Minister van den nieuwen Souvereki kunnen Vértoonen. De beflisfing van den Vrede of den Oorlog hangt alleen af van het Cabinet van WttHin. Het geen gy. my . fchryft . van het'caracter van den Komng van hohnmn en Han^nryer, doet hoopen, dat hy van tc vooren alle de ysfelykheden van eenen, oorlog zal bereekenen, aap. wélken geen eind is ' te voorzien, en V/aar van hy alleen de onkosten zoude betaalen en de verliezen' zoude draagen, al gelukte het hem zelf Trar.hryi te ruïneeren. Ik durf vermoeden, dat de opoffering van eene alliantie, welke van zoo veel voordeel is geweest aan het "Huis 'van Ö'osünryk, hem, na dien oorlog , van alle zyne Geallieerden - zoude beroofd ka$en, en hem des te, meer van de genade of ongenade zynef natuurlyke vyahden zoude doen afhangen, hoe minder voor.lpoed zyne wapenen zouden1 hebben gehad. Her is gewis i dat, indien hy de misdaad;ge woede der uitgeweekenen' beguuiiigde , die het vaderiyk hart ■van den Koning van een ryten, dit hem in eenen ifaat van zwakheid en onvermogen zoude brengen, die niet minder zoude zyn, dan die , waarin hy Frankryk zelf mwdc hebben ter neder geftort,' en hem al het over■ivigt zoude doen verliezen, welk- eene ruim tweehon* flcwP- jaarige bezitting var* de Keii.erlyke Kroon aan zyrie Voorouderen heeft bezorgd. Misfchien verloor hy wel deeze waardipheid zelve; èn indien hy, in het vervolg, door die Mogendheden wierd aangevallen-, die, Voor dit oogenblik, zyne Geallieerden zyn , dan zou het,niet in het uitgeputte en door eenen Burgerkryg ( die Üóg lang na den huitenlandfchen oorlog zoude blyven dwiren ,) verfcheurde Frankryk zyn , dat hy hulp zou vinden tegen zyne nieuwe vyanden. Zie daar een tafereel der gevaaren , waaraan hy zich, tri ?Lval van vooripoed zelf, blootftelt. Indien in tegendeel de oorlog, welken men ons fohynt te verklaaren , ten nadeele van de ons aanvallende Mogendheden uitviel, dan zouden de voordeden der Tranfchen allee» ri'adcëlï" zyn aan den Koning van Bokemen en Hongarycn,. om dat hy alléén de bezitter is van de aangrenzende Staaten , in welke onze overwinnende arniéen zig zouden uitbreiden. Het is mogeiyk, dat men dien Vont met eene fpóedige Krooning zoekt te verlokken, en ïfcffi ten voorwaarde Helt, dat hy den oorlog zal verrasten , welke hy zal geacht worden te voeren al* \ \ j. .J. van net X>:titf(k: Ryk. Maai deeze «nderfch<-s- ding  < s ) vlXf het m'"fche Ryk' cn ** Hoofd vluJr, üie vJl" zude oogenbliklyk 'ver¬ vallen. Alle verbmdtemsien zouden aanftonds oohou 5en Tedraa.en , *1 d-l" T a!)één door hem »'ortooni. ' a S lk rC£ds hier bt,ven hcb »"S<=- »dfin^nn»W^ daarenboven "ns zien , welke He beweee- £a,Sn vtfefrinH V°rften * Decze kan d°« i>c oaanen vtreftend worden, terwyl in teeerderl' den KoS en m\Xiï " °Thoorzaam omuent ivorm.g, en misdaadig omtrent hun Vaderland 7nu £ TrSaTvf,; " n^dz-kelyk gemaakt d^ mmêmm KSlaaS« houding heeft aangenomen g£ene dreiÊende oorlog. Indien deeze een| beweeg2 r&T e,encn den zyn dan zouden alle de Mo? ndheden LTr reeds zedert lang genoodzaakt 1^*^! ze COX?16 f™" tegen «W h? i i on /U» kent de Conftitutie, hy bemint Cr ™ f f A 2 den.  £en, welke men hem wil doen aangrypen. Aan her hoofd van eene magtige en vrye Natie geplaatst zyndc, zal de Koning alles doen , wat met tegen zyne waardigheid aanloopt, om eenen oorlog te vermyden , die eenen zoo beuzelachtigen grond heeft. Indien de omUandigheden of de verblindheden van de Hoofden der Volken hem dwingen, om zig te verdeedigen , dan zal ny voor het oog der Vranfche Natie de negduatien open leooen, welke hy heeft aangegaan , om den vrede te behouden, en dan zal hy by haar alle de refources en alle de energie vinden, welke noodigzynom den oorlog te voeren. ... Het Concert der zaamveibondeneMogendheden ïskiaar- blykelyk tegen hem gerigt. Dit Concert kan niet meer dan ooeenblikkelyk zyn, om dat het tegen de Orde en alle Staatsbelangen aanloopt. Het kan niet blyven duurén , en het zal noodzaakelyk ophouden , ot geduurende, of na den Oorlog. In beide gevallen zal het Opperhoofd van het Huis van Oostenryk aan zig zeiven overgelaaten blyven , en van volk en geld beroofd zyn Al dit gevaar kan van beide kanten voorgekomen worden, door eene ongeveinsde verklaaring van het Hof van menen en door eene wederzydfche ontwapening. Het voorvvendfel, dat 'er veele Troepen in de Nederlanden noodig zyn , om te beletten . dat de geest van omwenteling daar veld winne , is onvoldoende; hoe meer 1 roepen men in die fchoone Provinciën doet byéenuekken, hoe meer 'er het Volk zal gekweld, geruïneerd en tot den opftand geneigd gemaakt worden. De armeen kunnen de Volken niet in bedwang houden, wanneerzy willen vry zvn. Hoe meer magt men tegen hen aanvoert , hoe meer hunne energie toeneemt en ongeituimiger wordt. Genua levert 'daar van een treffend voorbeeld aan het Huis van Oostenryk. Deeze Stad , icnoon maar van eenen middelbaaren rang en magt, drcereer.e geheele armee buiten haare poorten. De- Franfi/te omwenteling dient tot een nog fierker fpreekend bewys. Dat men de Beken gelukkig maake, dat men hunne Conftitutie handhaave , en zy zullen zig ftü houden. Het Hof van feenen weet wel, wie de eerfte beroerders zyn van de Nederlanden. Het weet, dat de conftitueerende Vergadering hen heeft afgeweezen , om dat hunne theokratifche omwenteling het tegen overgehelde was van de onze. Het zyn de nieuwe Geallieerden van dit Hof, die aan hetzelve deezen ilechten dienst hebben keweezen, en wanneer deeze zig niet meer met de/.aa- kej) C 6 )  C 7 } ken der Oostenrykfcks Nederlanden zullen bemoeijen , en men aan deezen een wel ingerigt Gouvernement geeft dan zal men niet meer, dan de gewoone Garnüöenen noodig hebben, cm hen in bedwang te houden De vermindering der troepen in deeze Provinciën is dus één der noodige puimen , om ons van de gunftige bedoelingen van den Koning van Boimmn en Hojuame^ te overtuigen, zoo wel als de vérdfyvin'g van allé gewapende en zamengerotte Uitgeweekenen uit alle 'de Landen , die onder de heerfchappy van Qostmryk behooren Dit voorbeeld zoude;gevoIgd worden door de mindere Vorften, die Leden zyn van het< Buitfihe Rvk, en weldraa zouden alle zamenrotungen en alle ongunftipe vermoedens van beidé kanten weggenomen worden. Alle Bedreigingen en oorlogstoebereidfelen zouden van beide -z.yden ophouden, en "er zou verder niets te doen overig fchieten, dan de zaak der bu'ttfcht Vorften in het ynendelyke, te fchikken. Deeze zaak is niet te vereffenen te midden onder het,gedrtiisch der waperen. Wat het concert der verbondene.Mogendheden betreft, daar het alleen eene reden heeft, welke niet meer zoude Dellaan , daar het een politiek monfter is, zal het zich zelf vernietigen, en 'er zal niet van overblyven , dan een middel te meer, om Europa by den vrede te bewaaren. Deeze zyn de gronden, op welke de Koning u beveelt met het Hof van Weenen te handelen , om een one' veinsd en een beilisfend antwoord te hebben. Ik zal aan zyne Majefteit verflag doen van het gevola, welk uwe negotiatièn zullen hebben , en ik ben verzekerd , dat , wanneer gy deeze kragtige belangen, naar waarheid en met energie, aan het Hof van Weenen voordraagt, gy, binnen kort, deeze ftaatkundise crifis zu]{ tea einde brengen, welke niet lang kan duurer», *A 3  ( 8 ) BRIEF van den Heer de noait.les , aan den Heer dumourier , Minister der Buitenlandfche zaaken. 1vi y n heer! Cf":.' hebt my de eer aangedaan, van my te melden', dan men u heeft belast , met het Departement der Buitenlandfche zaaken. Het zoude zeer i'u reiend voor my geweest zyn , Myn Heer , indien ik in myne Correspondentie met u^ blyken van mynen yver _en van myne verkleefdheid had kunnen geeven, om datik daar door myne gehechtheid, aan myne -pligten , en de gevoelens zoude hebben kunnen aan 'den dag leggen, ■welke ik voor u voedde. Maar myn tyd is verloopen. Ik beu genoodzaakt, om de volftrckte- onmogciykheid .te bekennen, waar in.ik ben, om in het vervolg, hier myn Vaderland van eenigen dienst te zyn. Ik durf u derhalven, met den ernftigftcn nadruk , verzoeken , my de behulpzaame ,hand te willen binlen , ten einde my het verlof te doen'hekomen, welk ik aan den Koning heb verzocht, om den post te moogen vcrlaafen , welken ik thans bekleed. De Haat van myne gezondheid ïs zeer ongunftig, en alles wat ik daar van zoude kunnen zeggen, zou fterk. ten rnyncn voordecle pleiten. Ik vind my verpligt, het verzoek te onderfteunen, welk de Heer Gabar, Secretaris van Ambasfade alhier, eigenhandig u deezen dag laat toekomen. Hy verdient, . dat men het grootste belang in hem Helle, zo wel door de langduurendheid zyner dienden-, als door zyne per» foonlyke verdienften. "Men kan zig veilig op zyn Patrio^ tismus verlaaten. (gtcckend) de noaules , Ambasfadiur var. Frank ryk aan htt Hof va» Weenen. TWEEDE  TWEEBE BRIEF van den Heer de n o ail l è s aan den Heer d u M o u- MYN HEES! heb gisteren door den Courier Vut/os den brief ontvangen, welken gy my de. eer hebt aangedaan, van my. den 19 Maart te fchryven. Dicnzclven 'dag vertrok van hier het andwoord, op de laatfTe nou , welke ik ben, gelast geweest, aan het Ministerie alhier te overhandigen lk heb my ten vollen geconformeerd met het bcddxil welk den 1. Maart aan de Naüonaale Vergadering is gedaan. Gy zult gezien hebben, Myn Heer, welkeer het refuliaat van geweest zy. Het is jen vollen ontwyfielbaar,, dat de zaaken zedert den dood van den Keua Leopoid eene gantsch andere gedaante hebben -g'-l-rt-.-n £laar het verichilt zeer veel, "dat dccze verar.de.ir.  Ag 1 W E E T) E fchenkomst, Myn Heer, het verzoek, welk ik om dit gunstbewys heb gedaan, en ik herhaal het met alle drift van een dienaar, die van yver voor zyn Vaderland gloeit, die zo dra als hy, gelyk ik thans doe, de volJtrekte onmogelykheid gevoelt, om nuttig te zyn in oen post, waarin hy is geplaatst, dien moet overgeeven aan een ander. Zo als ik nu ben, kan ik my zeer wel tot aan het eind der maand, met de loopende zaaken blyven bezig houden, binnen welken tyd ik het andwoord van Z. M. zal afwachten. {gitttkendX BS kqmii.es,  TWEEDE BRIEF van «$$ Beer dumourier adn den Heer b£ NOAlLi.ES.- MYN HEER? „k heb uwe brieven van den 28 en 20 February, ett f JLk heb uwe brieven van den 28 en 29 February,. e» 12 en 13 Maart, nis mede dien, van .den Heet Gabar, insgelyks van den 13 Maart ontvangen. Ik zie uit uwen eerlten brief, dat uwe negotiatièn tot in het oneindige zouden gerekt worden , indien gy haaar niet voortzettedet op die wyze , welke ik u, in myncn eerften brief heb, opgegeeven ; dat de Koning geen voldoend andwoord aan de Natie zou kunnen geeven; en dat, indien het gevoelen van den Heer van Cobmtz.il boven dreef, wy r.og ver af zouden zyn, van een eind van zaaken te zien. Want het is onmogelyk, dat de Troepen t_ die ons van alle kanten als inüuiten , geene de minde bekommering, by ons moeten doen ontdaan. Het is onmogelyk, ons te doen gelooven, dat het Hof van Weenen , Troepen naar het Brisgawfche behoeft te zenden, de garnifoenen in het Mïlaneefche zo aanmerkelyk behoeve te verfterken, en eindelyk noodig hebbe, eene Armee, , voorzien van eenen grooten train battery-Hukken , op. de been te brengen, en groote Magazynen aanteleggen, om de rust in de Nederlanden te handhaaven. Daar de Lente nadert, daar het getal der Troepen a die ons omringen, van dag tot dag vermeerdert, daar wy geheel Europa bezig zien met het maaken van toebereidfelen, die alleen tegen ons zyn gerigt, is het onmogelyk , dat wy ons langer met deeze woorden laaten te vreden dellen. De redeneering van den Heer van Cobentid is niet min vaisch, wanneer hy u wil doen gelooven, dat "er geen reden zy, weike het concert der Hoven zoude doen ophouden te zyn, 't geen het tot dus ver is geweest, naamlyk eventueel. Ons Gouvernement , wat de Heer van Ccbtntzel 'er ook van zegge, heeft magt en eenen reeds vasten voet. 'Er wordt hier om geen Republikeinsch Systhema gedagt; de Koning is bekleed met eene Conftitutioneele magt, welke ver verheven is boven die van het despotismus. Het is ook met de yerstaaande kwaade trouw,  dat men- verfpreidt, dat wy.de onrust by de nsbufeiaé Mogendheden, kunnen doen geboren warden; wan indien men gelooft, dat wy de Regeeringioo-htid zyn gedompeld, dan kan men mets'van öns ie vieez.cn hebben en u dit geval kau men zich- alleen tegen ons verbinden, om. onze eigendommen onder zich te verdeden Jndieri wy jn tegendeel in eenen te dugten ilaat zyn, EIGENHANDIGE BRIEF van den koning //er Franfchen aan den koning van Hongaryen en van Bohemen. myn heer, myn broeder en neef ï I) e rust van Europa hangt af van dc wyze, waarop gy zult beandwoorden aan den Hap, welken ik thans doe, als welken ik verfchuldigd ben aan de groote belangen der Franfche Natie , aan mynen eigen roem en aan 't behoud der ongelukkigen, die flagtoffers ftonden te worden van den oorlog , waarmede de geconcerteerde Mogendheden Frankryk dreigen. Uwe Majefteit kan niet twyffelen, of het is uit eigen beweeging en in het vol genot der vryfieid geweest, dat ik de Franfche Conftituue heb aangenomen : ik heb gezworen haar te zullen handhaaven; myne eer en myne rust hangen van haar af: myn lot is verknocht aan dat van eene Natie , welker erffelyke Vertegenwoordiger ik ben., en welke de achting van alle Volken verdient en altyd zal behouden, in weerwil van alle de aantygingen, wehce men alom tegen haar uitftrooit. De Franfchen hebben gezworen vry te keven , of te zullen fterven; ik heb deezen eed g'edaan met hen. De Heer de Matdde, welken ik als mynen buitengewoonen Afgezant totu zend, zal u de middelen aanwyzen. welke ons ovetig fchicten , om de onheilen van eenen oorlog voortekomen, die geheel Europa dreigt, Het is in deeze gevoelens , &c. &c. (Geteekend) IODQW? KJ  CC iö j ÈRFEFvan den Heer de nöaillesaanden Heer dumourx.r, jn data van den < April. ° XJwe-depeche, Myn Heer, van den 27 Maart is my den morgen van den 4 April ter hand gefield door den Councr Dotvüle, Ik heb op hetzelve oogenbiik voldaan aan, uwe daarby toegezondene infhuctie, en den V.ee staats-e„ Hof -Kanielier, Graaft Coblazci gaai be.oekem Ik heb . hever verkoren my aan hem ie ad! dr^iecren, om dat hy lig'er te geuaaken is-, dan de Vrms yan Ka/initz., en ik langs deezen wee zeker was van aan den Mwi-areh fpoedig te doen toekomen 't geen ik verlangde , dat ter zyner kennisfe kwame. Ik heb aan den Vice-Kanfelier ailes gezegd, wat ons konae «den tot eene beflisfende verklaaringt zoo als «v die venangt. Ik heb hem onder het oog £ebrïn hoe onze ongerustheid van dag tot dag meer gewettigd wierd, door het zien van alle de toebereidfelen, welke er van alle kanten tegen ons gemaakt wierden ; dat men ons te vergeelsch oP onze eigene wapening zoude wyzen ; dat wy 'wenschte'n zoo veel vertrouwen te Hellen m het gedrag, welk.de vreemde Mogendheden ten onsen opz.gt houden , ais zy reden hebben om te Hellen in onze fch.kkmgen omtrent hen; dat,, indien de kwaad-' wmigheid min werkzaam ware geweest omtrent ons, wy ons herftelhngswerk vreedzaam zouden hebben oeeindigd; dat het Hof van Wmtrt had begonnen met het formeeren van eene fegue tegen ons, met eene fchuilplaats toetefhan aan onze Uirgeweekenen; door de grootfte belangneeming in derzelver Agenten te toonendat hetzelve tegenwoordig in het; BrhgauwfiAe eene Magt deed by een trekken , welke onze aeterdocht te Ilerker moest gaande maaken , daar dezelve niet noodig was om de rust in de Nederlanden te handhaaven; dat wy nood-? hadden o'p eene andere wyze gerust eefleld te worden, dan door woorden; dat alle enkele verzekeringen van geneigdheid tot den vrede ons, in de tegenwoordige gefteldheid van zaaken, zullen toefchvnen , alleen het winnen van tyd ten oogmerk te hebben emdelyK, dat de zaaken tot die hoogte waren bekomen, dat ik mtdrukkelyke orders hari ontvangen , om yan het Hof van Weenen eene declaratie te vraagen , by wel-  C 3 *rélke het afziet van zyne Wapeningen en. coalitie ,. of aan het zelve . aantekondigen, dat db Koning, ingeval het weigert declaratie te geeven, den Oorlog met 0 n'mgs Raad, op den 18 April 1792, het 4 de jaar der Vryheid, en'voorgeleezen in de Nationale Vergadering, den ao April 1792. SIRE; ■• ( ^É^oen gy iïebt gezworen, de 'Conftitutie te tullen luudhaaven , welke u uwe Kroon verzekert; toen uw hart zig opregtelyk heeft vereenigd met den wil vart eene gioote, vrye en Souvereine Natie, toen-zytgy het \oorwerp van de haat van alle vyanden der Vryheid geworden. De trotschheid en de dwingelandy hebben alle Hoven beroerd; geene banden der natuur; geen verbonden hebben den loop hunner onrechtvaardigheden kunnen fluiten. Uwe oude geallieerden hebben u gefchrabt van deri lyst der despooten ; maar de Franfchen hebben u verheven tot de roemryke en op onwrikbaare gronden rustende waardigheid van Opp'erfte hoofd eenei hérfehèpte Natie. Uwe pligten zyn er aangeweevcn door de wet, welke gy hebt aangenomen, en gy zult geene van dezelve onvervuld laaten. De FranfcheNa* tie is gelasterd ; haare Souvereiniteit is haar betwist; int» geweekene muitelingen hebben fchuilpïaatfen gevonden bv onze nabuuren; zy rotten zarhen op onze grenzen; zy dreigen openlyk in hun Vaderland, met het vuur en het ftaal in de hand, te zullen indringen. Hunne woede zoude kragteloos zyn , of misfehien zoude zy reeds plaats hebben gemaakt .voor het berouw , indien zy niet ware aangevuurd geworden door eene Mogendheid, die allé haare verbiiïdtenisfen met ons heett verbroken, zo dra zy heeft gezien, dat onze herfchepping eene andere gedaante zoude geeven aan onze verbintenisfen met haar, en deizelver vöordeelen noodzaaklyk meerwederkeerig Hond te maaken. . Zedert het jaar 1756, heeft Oostenryk misbruik gemaakt van een Alliantie - Traêtaat, welk door Frankryk altyd te zeer is geëerbiedigd geworden. Dit Tractaat heeft; zedert dien tyd , ons bloed en onze fchatten uitgeput in die onrechtvaardige Oorlogen , welke de heerschzugt heeft ioen uitberften , ei* welke bellooten zyn met Trae»  »7* zig om eene der mindere rollen te Wl™ nn had" ZKCSne ti>0D4k Van he" ^iin„s°fhde fvd »S i ge yk Semaakt van de altyd onrustige' al2n wee ^aha'fhce"chzugt van het Hul van ofev'ryl\ geöffS ZynC natuurly^ verbindtenisfen had op- hee^doInS SS™!? aan h* Huis van O*^ werltuis 7v^*h *Cautryk niet lanSer het «aafachtig her TS„ V hee"chzugt zoude kunnen zyn, heett he heefr , r°eSiing Van & werk der «den gezwo en „li, eft aIIen dle™ vergeeten, welke het daai van heeft fif K?n-; Zm korc te 8aan ' langer over de Fran He Natie kunnende heerfchên, is he? fczelver onver itoenbaare vyand geworden oerzener onver- De dood van Jofcph fch'een meer ruit van den kant yan zynen opvolger lecfold te voorfpelkn , die n zvn Gouvernement van r,/^ de wysbegeerte ter zvnycr hulpe had geroepen, en zig alleen feheen te moetende nnShP ^ ,met h£t her™len def onheilen? we ke de" W1,erk,te,he?r"«gt van zynen voorganger öve 7 vne SSSvte? Tró8nft0rtV ^ heeft even op\ka Keizerlyken Troon verfcheenen, en egter ishv het die Mogendheden van Europa tegen ons in het harnas te jaa- wdïcVS b0Êl£eeft °»r°!Pen: P'ann- S £l «n Y f Ck 5 met het vernederend voorwendsel van een niet gevoeld medelyden met Uwe Maieftrir tnwyl gy aan het gantsch geheel - al hebt geS dar* fmie'Lften3^ ^Vl^ • da' SY "e c'jnft ! eevig dieigende zamenfpannmg te wettigen. Het is Uo B 1 rM,  foli, die zedert langen tyd met mand vereehigd, or* den roof van PAm en van Turk.en ■ te dee en j van onze vcrbiüdtcnis dien Noordfchen Koning Hee t m sernaaSt , wiens onrustige werkzaamheid alleen heeft kunnen gefluit worden door den dood, die :hem heeft weggclleept op het ocgenbhl , dat ny ■her werktuig van de woede van hét Huis van Oouenryk ftoód te wordeVi. 1 . , m 1 Het is L>Md die tegen Frankryk den. opvolger van den crooten Frederjk heeft gewapend, tegen welken wy, door eene'al'te flipte getrouwheid aan' onvoomgnge 'TnéViaten , het Huis van OoMmyk 40 jaaren lang. rn> ■fchcrmd 'hebben. Het is Leopold, die zig aan het hoofd van' eene ligue heeft gefield , die alleen is ingengt, om aan onze Confh'ru'ie' den bodem Intëilaah. net is hy , die 'in-'officièele flnkkeri ,« welke E-tropa zal bcoordeelen , •één 'g.Sèelre dérWanjUe^ut uitnoocugt, om zig tegen het ander gedeelte te wapenen, póogendehy op «eezft 'wyze Fnn-ïyk 'het toètoftër te maaken-en van de onheilen van eenen bmtenkr.dfchen Oorlog, en van de ysfelykheden van een Burgerkrvg. : , . Deeze zvn de- -aantogen van -JmpM tegen eene edel;rtoedi<»e Nali- ,'"wél're zelfs zedert h-are. herfcheppm* 'haare ^Traétaaren • heeft , geëerbiedigd, hoe nadeelig , j> 'hoe vefdenfelyk zy zelf voor haat zyn geweest. . • Het is riocAi» , den. oar.dagt van Uwe MajeReit te verren ' dp -eene ofnriecle nota 'van. den Prins van KmMfz in dato den 18' Februari", om dat deeze nota het 'laatfte fluk is' van de negoratien tujfehcn den Keizer 'liopold eh Uwe'Majcftfit/ '.. . • ; Hct< is vooraf in deere nota ,yan den hebruary, -wiiir in hy zyne vyandelvke oo-inerke" aan den dag legt, -deeze nW, ^jffflfe 'eene wezenlyke Oorlogsverklaaring 'is', «verdient óp het allernaauwkcurigst nagegaan te wor-deh: 'De 'Prins' van Kaunitz, die het'werktuig is van zynen ' meestér, -begint met te zeggen , „ dat de Keizer „ nimmer een duidelyker bewys' van zyne vnendlchap- ,ï pelvke en-;vredelievende 'geneigdheid zoude hebben m mén «ree-en, drn hy heeft'gedaan in de zaak der „ 'verzamelirpen- 'in het land van den Keurvorst van ■■^"Trier." Hér is waar, het Hof v^JVetmn had'tea • dien tvde alle'dé gcwr.per.de uit gcwe'ckenén fut de TSt&trla d-n Aocü vemékken ',. vreczénde , dat 'dé Franfchen , ïfóB* hunne gevoeligheid gedreeveft, êërién inval zouden ■ <éon in' de •Belgrfch'é -Provinciën,- in welke deez'e verzamJmgen eerst1 hébben plaats gegreepen j in welke Ac ('2a.)  rebellen noch hunnen grooten Haf Cmt^Uam\ hou den beftaande uit Generaals Perfpqnen, diS £fc 'den T ^Ieed en «^wiwe^&^S tfe fefe^'^ ^toonen; in weike rnen , tegen a]le camtulanen en cartels aan , de talrvké horden, en zelf geheele Corps van over oopers m t ReiT4?Pfrfn' ba^ien, Omaeren, Va'ande s en inSe%ïlT °ntV°-1S P^JWÏ d^'-yksch ontvangt; Aeid aankopende befchermtng yeÖeenSe aan de defemi *elfs wanneer zy met dtefilaf en verraad g naid gmg™' wer ia"1Ven tyd ZOnd % # van Ö op f?o£ ïThe?landafanVa,f »8 Va" W "Cfarmtben net Jand van Voréhtf*, om zg op deeze wvze rerr te bv.zo.gen_, door het zenden van welk Garrufoeri ffëm Hof dusW alleen de grond -rechten van het cantor, van Sazel maar ook de Tractaaten fchond die het ]-nd svrs^f»*gmm' °™ bevel ft ^ °rd£i;' 0ll mcC de Troepen , die onder z n ken l"tVdn r" ^ inieruk- menroSï franfche.n. d-=a- vielen , om de zaiTroo ien S H.Van hunne u«§=weekchc rebellen te Verkeurvorst yansW fchecn te gebieden, van dez» za memotungenntet langer te dufeen: het ^00!? vaar dat deeze Keurvorst voor een oogenblik het voórèee rnen fcheen te hebben , om dezelve te verdrel": maar dit alles was flegts fchyn; men zogt nwehffi ter te W te misleiden door leugens, 'er1 t: b™n5£ door fmaadheden. De zamenrotting'enVyTwSfe gonnen te cto, en dat m een veel %holiï& |unne magazynen zyn in denzelven ftaat |el,l e ef n men heeft aaj, fa#yk, in deeze geheele- /aak niets getoond, dan een gedrag vol trouwloosheid, gaande met bedreigingen en gewelddaadighedén 0 F we?tfw bedoênn*^* V°,egt £r by' dat aa» ™ d* Ser -d«r a9i V' gcd'Un ' m dc maaild No" vtmbcr daar aan. vozende, met onbekend Umaen z>u B 3 (=3 )  fehleeven aan het Gouvernement van Frankryk. Deeze ekentenis van den Prins van Kaumtz, bevestigt de vyan ielyke oogmerken van het Hof van Weenen; het bewyst, dat dit Hof, met verachting zyner Alliantien, de andere Mogendheden van Europa heeft aangezogt tot het maaken van eene ofFeniïve ligue tegen Frankryk, welke door de circulaire Misfive van den Prins van Kaunitz, van den 11 November, alleen is opgefchort geweest: De Heer van Kaunitz, zegt verder, dat geheel Europa met den Keizer van oordeel is, „ dat die lieden, (i) v die bekend ftaan, onder den naam van de Party der ,, Jacobynen, de Natie hebben willen opzetten," eerst „ ,. om zig tegen den Keizer te wapenen, en vervolgens, „ tot eene vredebreuk met hem; dat zy om het eerfle oogmerk te bereiken , de verzamelingen in het „ Trierfche hebben voorgewend , en nu een voorwendftl ?, voor den Oorlog zoeken in de verklaaringen , tot welke zy den Keizer hebben gedwongen, op eene listige wyze , welke zy hebben doen vergezeld gaan ,, van orndandigheden , welke zigtbaarlyk alleen zyn in,, gengt geweest, om het deezen Vorst moeijelyk te. „ maaken , in zyn andwoord , zyne vreedzaame en vriendl'chappelyke oogmerken te paaren met het gevoel „ zyner gekwetfte waardigheid en zyner rust, welke beiden gecompromitteerd zyn , door hunne gedragingen." De duistere woorden behaizen eene valschheid, eene beleediging. Zy, welke de Heer van Kaunitz. hier betekent met het woord lieden, zyn de Nationaale Vergadering , zyn de geheele Narie , welke haaren wil uitdrukt door haare vertegenwoordigers. Het is geene Club, die om eene categorifche verklaaring heeft gevraagd ; men ziet ook in de onderfcbeiding , welke de Minister maakt, het haatelyk en trouwloos oogmerk , om Fr.mkryk te doen voorkomen, als ware het ver-' fcheurd, door inwendige factiën , welke alle middelen om met dit Ryk te negotieeren, onmogelyk maaken. In het overig gedeelte van deze nota viert de Minister den ruimen teugel aan zynen haat tegen het geen hvde party der Jacobynen noemt, welke hy bellempelt mes den naam van verderffelyke factie. De dood van den Keizer Leopold zou een ander grond» be- i) In het Fransen ftaat• gens, Vwelk doorgaans eenemiaierheid te kennen geeft; du.< zegt men: mes gons, wanneerjmn van zyne bedienden fpreekt. C H )  kegïnfel aan de onderhandelingen hebben moeten ge», ven; maar het fysthema van het Huis van Óostemyk blyft altyd hetzelve, en de verandering in de Vorften, die regeeren, brengt daar in geen het minst yerfchij. De Koning van Bongaryen en Bohemtn , verzogt zynde , om een categorisch andwoord te geven , ten einde de ongerustheid der beide Natiën te doen ophouden, en de rust van Europa, op eenen vasten voet te brengen, heeft zyne Iaatfte refolutie aan Uwe Majefteit doen kenden , by eene nota van den Prins van Kaunitz., gedateerd deu 18. Maart. Daar deze nota liet Ultimatum is van het Hof van Wetnm , daar zy van eenen nog tergender aart is, dan alle de andere ftukken, die tot deze negotiatièn behooren , verdient zy een niet min bedaard onderzoek, dan de voorgaande. Het eeifte woord van deze nota is eene zeer Kunstmaatige beleediging : Het Gouvernement rawFrankryk cm categorifche ophelderingen gevraagd hebbende, vc. wc.zrc. bire , er wordtdus niet meer gefproken van den Koning der ?<-an[chen. De Heer van Kaumtz. fcheidt 'u van de Natie at, om te doen gelooven , dat gy niet vry zyt, dat "y geen het minne deel hebt in deeze negotiatièn , datgy°er geen belang in ftelt. De eer van Uwe Majefteit vordert deeze kwaadaardige trouwloosheid te logenftraffÉ n. De Heer van Kaunitz, zegt vervolgens: „maar te meer „ itrookte het met de waardigheid van groote Natiën, te handelen met openhartigheid , en niet met vertrouw„ lylie infinuatkn, die konden ontkend worden in het andwoord op de imputatien en interpretatien , in „ welke de woorden van vrede of van Gar/w endergemengd „ waren, en die vergezeld gingen van terginWn van „ allerlyen aart." Het is zekerlyk jammer, dat de Minister der Buiten, hndfche zaaken zich , in onderhandelingen van eene zodanige aangelegenheid , heeft bediend van vertrouwlyke infinuatien; doch hy kon zich niet vooiliellen , dar de Prins van Kaunitz trouwloosheid genoeg zoude bezitten om dezelve te verminken en er eene valfehe beteekenis aan te geven, ten einde er naar welgevallen misbruik van te maaken. Zo ook de negotiatièn eenen vreedzaamen keqr namen , zou de eerfle flap van Uwe Majefteit behooren te zyn, om by den Koning van Bengai^n, en van Bohemen ftraf te voideren over eenen ongetióuwen eerften Minister, die, misbruik maakende van het in hem gefteld vertrouwen , alle pppgiflgep heeft te werk »efteld ' 9Jö liet hart van den jongen Monarch \aa or.sle verB 4. Vfeesj-, C »5 >  vreemden , en ëcnen onverzoenbaaren haatte brengen tas- ichen twee Natiën, die beitemd fckynen' te zyn, 01» elkander te beminnen. De Prins, van kaunitz fpreékt vervolgens,, van de biW ?,lykheid der beweegredenen, waarop de verklaartngen ?, rusten , die op order van wylen den overleeden Kei/.er zyn gegeeven;" er by voegende, ,,dat de Ko,,ning van Hongaryen de denkwyze van zynen Vader „ over dit ituk -ien vollen omhelst." Hy zegt ook verder , ,,dat men in de Staaven van Qéöenryk geene wa5, peningen of maatregelen kent, aan welke men den „n'am van Óorlogstoebereidfelen kan geven." Het tegendeel daar van is beweezen ; het concert der Mogendheden is"bekend , de Oo.'t-tirykfi/te Armeen trek"ken te zamen , de vestingen worden'in vollen ltaat van verdecdiging gebragt. De Lcgerplaatfen zyn afgeftooken , dfen Generaalen en der Armeen is hunne beftemming ■aangezegd, en de Prins van Kaunitz wederlegt alle deeze daaden met eene ontkenning die van allen grond van 'waarfchynlykheid is ontbloot. ,, Her is by ons, zegt ,, hy , dat de onlusten der Nederlan den zyn verwekt door ,,het voorbeeld van Fninkryk en de misdaadige aanhitfingen dér Jacobynen; " even. als lof de onlusten der Nederland.;/ niet de Franfche omwenteling ware voorafgegaan , even 'als of hy had kunnen vergeeten , dat de. •Conftitueerende Vergadering had'geweigerd , eenig dej te neemen in deeze onlusten, ,. De Heer van Kaunitz vervolgt : „ wat betreft het „ concert, welk- de overleden Keizer met de aanzienlykite Mogendheden van F.ur~fa heeft aangegaan , de. -•„ Koning van Hwaryoi en van Boh.men kan mets zeggen 5, vut derzelver denkwyze en onderlinge beilui'en; eg<- - „ ter gelooft hy , dat zy het niet geraden of mogelyk „ zullen vinden, dit concert te doen ophouden, voor Frar.kryi! de'gevvigtige beweegredenen wegneemt , wel,', ke hetzelve hebben nopdzaaklyk gemaakt, en doen ,, géboren worden." Zie 'daar dan den Koning van 1' "Hongaryen en van Bohemen toetredende tot de ligue, welke door zynen Vader tegen FrankryU is gefoimeerd , en declarerende, dat deze hgue moet duuren, tot dat wy onze Conftitutie aan zyn oordeel en aan zyne revihe hebben onderworpen; zie daar dan hem een Traclaat bekrachtigende, welk dat yan 1756 ten cenenmaal vernietigt. . ' ij,-, Maar al moesten hunne oogmerken en kunftena'ry-fi ^e overhand kehoaden., dan vleit Zyne Maj«' "' " ' " „ fteit  » f eit zich , dat het weldenkend en aanzienlet cedcelto „ de: Natie nog eenen grond van troost zal vifden in „het beftaan van een concert, welks ooam«k<ïï v haar vertrouwen en der belangrykfte crifis CaS wapeningen en de beIeedHn <» tds tem daad vaa rywdeiykhejd, 4" Dea  Den 35 January floeg dc Nationale Vergadering ee» decreet, beffaande in 5 Artikelen , by het derde van welke de tyd, welken men den Keizer had bepaald wierd mtgefteld, tot den t. Maart, verder behelzende, dut zyn 0zwygtn, zoo wel als alle ontwy kende andwoorden f welke zouden dienen, om tyd te winnen, zouden befekuwd worden als eene Oorlogsverklaaring. ' In aanmerking neemende ,' dat, de eer van den Koning der Franfchen en zyne goede trouw op het trouwloost zyn aangerand , door hem van de Natie aftefcheiden , in de officieele nota van den 18. Maart, die andwoordt aan het Gouvernement van frankryk, in plaats van te andwoorden aan den Koning der franschen. in aanmerking neemende, dat, zedert het oogenblik van onze herfcheppmg, de Franfche Natie door het Hof van menen en deszelfs Agenten op de ondraaglykfte wyze is getergd : dat zy by aanhoudendheid de grootfte imaadheden van hetzelve heeft ontvangen in den perfoon van den Heer Duveyrier, die door den Koning was afgezonden en onwaardiglyk in eenen ftaat van arrest is gehouden, in dien van een groot getal Franfche Burgeren, die, uit haat tegen onze Conftïtutie , tegen onze Nationale Uniform, en tegen de couleuren, die tot ken reekenen van onze Vryheid dienen , mishandeld of in de gevangemsfen zyn geworpen in de verfchillende Provinciën die tot de heerfehappye van het Huis van Oostenryk behooren. In aanmerking neemende, dat er in de geheele ConPEutie met een Artikel wordt gevonden, welk den Koning wettigt om te declareeren, dat de Natie in ftaat yan Oorlog is, dat daar en tegen m het li Artikel, I. Afdeeling, van het III. Hoofdft: van 'de uitoefeniw , ook door hem moetgefanaioneerd zyn;" dathetd-rW" 6een raad welken den Koning kan vraagen maar een plegtig voorftel, welk de Koning noodzaaklvk doen moet aan de Nationale Vergadenn» Etndelyk in aanmerking neemende, da°t het de uit"-drukte wil der Franfche Natie is, dat men geene fn adheden verdraage, of eene verandering toelaate in de Co„forut.e welke zy zich heeft gegeven; dat de Koning door den eed, welken hy heeft gedaan , van deeze Col* tfitutie :e zujlen h,andhaaven, de verdeediger is geworden v*a ( 29 \  .( 3® ) van de waardigheid en de veiligheid dér Franfche Natie»befluit ik , dat Zyne Majefteit, geftérkt door de rechtvaardigheid deezer beweegredenen en door de energie der Natie, -zich, vergezeld van Zyne Ministers, naar de Nationale Vergadering begeeve, oxn haar den Oorlog 'tegen Oostenryk voorteftellen. TWEEDE AANSPRAAK vaa den k o n i n g aan de Nationale Vergadering, koomt het Rapport te hooren', welk in myne» raad is gedaan. Het beft uit daar van is met eenpaarigheid van ftemmen goedgekeurd. Het is conform aan den reed- meermaalen uitgedrukten wensch der 'Nationale Vergadering, en aan dien, welken een groot aantal Burgeren van verfcbïllende Departementen hebben toegezonden. Ik heb vruchteloos alle middelen aangewend, om den vrede te behouden. Thans koom. ik, in de termen der Conftitutie, u plegtig den Oorlog tegen dea . jLaning van Hongaryen en van Bohtmen voorfteilen. ANTWOORD van den Preftdcni aan den k o m n g. JdJ/e Nationale Vergadering zal in zeer ernstige over-, weeging nemen het plegtig voorftel, welk gy haar hebt gedaan. Uwe Majefteit zal door een gezandfchap onderrigt- worden van het refultaat haarer deliberatien. Sire! 9 %  C 3i ) DECREET door de Nationale Vergadering géflaagen in haare Avond-Zitting van Pïydag den zo April ij^i. Nationale Vergadering, delibereerende over het plegtig voorftel van den Koning, en conlidereerende, dat het Hof van Weenen, met verachting der Traótaaten , ■niet heeft opgehouden, openlyk zyne befcherrning te -verkenen aan de Franfche , rebellen, dat het, tegen de onafhanglykheid en veiligheid der' Franfche Natie , ee« concert heeft., aangegaan met verickciden-Mogendheden van Europa, ■■, . ..; , ,, .. ' '■''' -f .Dit.Francais I, Koning van Bongaryen en van Bohemen;, ■by zyne nota's van den 18. Maa:t, en den 7, April laatstl. heeft geweigerd, van dit concert aftezien. - Dat hy , ongeacht het voorftel, welk hem is gedaas by de nota van den 11. Maart 1792, cm de Troepen op de 'grenzen van beide zyden op den.gewoonen voet .van vrede te brengen., heeft voortgegaan met het maaken van Oorlogs-dpebereidfekn, en die" zelfs heeft vermeerderd. Dat. hy de Souvereiniteit der Franfche Natie ónmiddelyk heeft aangerand, met te declareeren, dat hy, dc vorderingen der Duitfche Vorften wilde onderfteunen, aan ^ welke de Franfche Natie niet heeft opgehouden fchaêvergoeding aan te bieden; dat hy gepoogd heeft, de Franfche Burgeren onderling te verdeelen, en hen den een tegen den anderen de wapenen te doen opvatten met den ontevredenen, in het concert der Mogendheden," byftand aamebieden. ' _ Eindelyk in aanmerking neemende , dat zyne wei°e, ring , om op de laatfte depêches van den Koning der Franfchen te _ andwoorden , geen hoop meer laat, om deeze verfchillende bezwaaren , langs den weg van vriendfchappelyke onderhandelingen weg te neemen , en var» den zeiven aart is, als eene Oorlogsverklaring. Decreteert, dat er haast is. * De Nationale Vergadering declareert, dat de Franfche Natie , getrouw aan de geheiligde grondbeginfekn haarer Conftitutie , van nimmer eenigen Oorlog te ztultn ondernemen , met inzigt om ycrrover'mgm te maaken , en van nimmer haare magt te zulhn gebruiken te^en de V.rjhtid van eenig volk, • cle wapenen niet opneemt, dan ter verdeediging van haare Vryheid en haare onafhanglykheid; dat dc Oorlog, vrri-  kelken iy genoodzaakt is te beginnen, geen Oorlog ïs, tusfchen eene Natie en eene Natie, maar eene bitlyke Yerdeediging van een vry volk tegen de onwettige aanvallen van eenen Koning. Dat de Franfche nimmer hunne broedereh zullen vermengen met hunne waare vyandert; dat zy niets lullen verzuimen, wat in ftaat is om den geesfel des Oorlogs te verzagten , om de eigendommen der Inwooneren te fpaaren en te behouden , en om alle de onheilen , die noodwendig eenen Oorlog vergezellen , te doe» vallen op hen» die zig tegen hunne Vryheid zullen vertenigen. Dat zy, by voorraad ( alle vreemdelingen aanneemt, iie de zaak haarer vyanden afzweerende , zig onder haare Vaandelen zullen komen rangfchikken , en hunne verthogens aan de verdeediging haarer Vryheid zullen wyden, Dat zy hen zelfs met alle haare kragten zal onderileunen, om hun in Frankryk eenen ftaat te bezorgen- . 1 Delibereerende ovér het plegtig voorftel van den Koning , en gedecreteerd hebbende, dat 'er haast is, decreteert den Oorlog tegen den Koning van Hongarye» èö Iran btkemtn. C 3* J   I