4 OUDE RN NIEUWE f iIBOEKHANDEL^ 4 MARTIMUS NIJHOFF. f J 'sflkiwmljagc. £  GESCHIEDENIS DER HERVORMDE KERKE T E ANTWERPEN. EERSTE DEEL.   GESCHIEDENIS DER HERVORMDE KERKE T E ANTWERPEN, VAN DE TWAALFDE EEUW TOT DEN TEGENWOORDIGEN TYD J DOOR ADRIAAN UYTTENHOOVEN, Predikant te Aardenburg. EERSTE DEEL. Te AMSTELDAM, Bï M. SC HALEKAMP. MDCCXCIV, \ 6- :r:~:' ^^ \J   i AAN de edele achtbaare heeren, BURGEMEES TE REN, SCHEEPENEN, BAILLUW" en RAADEN DER STAD N A A R D E N, ZEER GETROUWE VERZORGERS EN BESCHERMERS VAN DERZELVER EURGERY EN GEMEENTE, WORDT DEEZE GESCHIEDENIS DER HERVORMDE KERKE TE ANTWERPEN,  TEN BLYRE VAN WAAR E HOOGACHTING EN VERKLEEFDHEID, ALS GEB OOR EN BURGER, MET HARTLYKEN WENSCH EN BEDE O M ZEGEN EN VOORSPOED VOOR HUN' EDEL ACHTBAARHEDEN, EERBIEDIG OPGEDRAAGEN DOOR ADRIAAN UYTTENIIOOVEN. VOOR-  VOORREDEN, Het doorbladeren der Kerker aads - Handelingen by de Hervormde Kerk te Antwerpen, welke ik als Predikant gediend heb 3 en het toevallig bekomen van het werkje van joannes caroltjs die-, ricxsens (*) gaven my de eerjle aanleiding tot de Ge/chiedenis, welke ik thands mynen Landgenoten aanbiede. By myne komst herwaar ds, nog meer in ftaat gefield, om de lotgevallen myner voor ige Kerke en Gemeente, van der zeiver eerfien oorfprong tot op den huldigen dag, natefpooren, werd ik hoe langer zoo meer overtuigd van het deel, het welk de ftad Antwerpen gehad heeft in de Nederlandfche hervorming. Genoeg; ik werd overreed tot dit werk, en de arbeid van den V/el Eerw. Heer w. te water (**), in "* algemeen zoo gun/lig ontvangen, boezemde my de Jioop in, om, ook met deeze bydrage tot de Ge[chiedenis der Hervorminge, eene niet ongunflige aanneeming te verwerven, te meer, daar ik de zaak, reeds van haar en eerfien oorfprong af, getragt heb te behandelen. Mag ik dit genoegen fmaaken, zoo veel te fierker zal ik my vinden aan- (+) Getyteld: antverpia christo nascens et crescens, SEU acta ecclesiam antverpiensium &C. concernentia — AntW. SpUd joan. franc. van soest. 8vO. Historie der Hervormde Kerke te Gent, enz.  n V O O R R E D E N.- aangefpoord m om het tweede deel ook 'tnet alk vip onder handen te neemen. Het gebrek alleen van Boekverzamelingen hier omjlreeks , waarin ik aW den nnodigen voorraad tot mynen arbeid konde vinden, doet my vermoeden, dat ik wdligt hier of daar nalatig zal geweest zyn in het meloen van gewigtige byzonderheden, of in my» oordeel over deeze en gent zaak zal hebben misgetast. Indien zulks het geval mogt zyn, verzoek ik ernftig des kundigen, myne misjlagen my befcheiden onder het oog te brengen, terwyl ik daarvan een dankbaar gebruik maaien, en het my ten hoogflen aangenaam zal zyn, ook voor het vervolg met eenige aanmerkingen en ophelderingen omtrend het nog overig zynde gedeelte der Gefchiedenis vereerd te worden. Ben ik, onder de behandeling deezer ftofe, hoe langer zoo meer overtuigd van het onwaardeerbaar gefchenk van Gods Voorzienigheid in de ' Vryheid des Gewéetens, welke ik, als Protestantsch Leer aar, ten hoogflen eerbiedige, ook de doorbladering deezer Gefchiedenis zal U. geëerde Lezer! zoo ik bid en vertrouw, tot dezelfde dankbaars gevoelens meer en meer opwekken en daarin verferken. Aardenburg, D"e schrijver, den 18 December, »793-    GESCHIEDENIS der HERVORMDE KERKE t e ANTWERPEN. EERSTE TYDPERK. antwerpen stelt zich,vanhet begin der twaalfde eeuw, tegen de leer van rome; OF, Kerkelyke Gefchiedenis, van de prediking van' tanchèlinus, aldaar, in de XHde Eeuw, tot dé Hervorming van luther m de XVIde Eeuw. Christendom, 't welk in de Vide I Eeuw zoo zeer verbasterde, „ dat oré- tydoorius de Groote de Kerk niet kwa- perk *M vergeleek by een verrot en lek Staat d' „ fchip t welk m gevaar van fchipbreuk wl/ „ is, (a) nam egter in de Landen van Kerkmde Europa niet weinig toe; maar verwyderde VIenVl1 zich, by dien aanwas, hoe langer zooEeuw" meer van deszelfs waare gefteldheid. De Kefk- (fl) J. H. S. FORMEY eh J. DE LA FONTAINE, kort begrip der Kerkelyke Hijlorie, I. D. i.St. bl. 291. A  s ï. K tyd- v< perk. d< g n n \ t 1 { ] t Amandus en eli- gius prediken bei Euangelit in dnt•werpen. GESCHIEDENIS der HERVORMDE erk-Gefchiedenis vertoont ons, al iri de deende Eeuw, een Volk, in ftede van )ór het Euangelie opgeklaard, zittende m i duisternisfen van het Ongeloof en By»loof welke van tyd tot tyd nog toenaten; 'Roomfche Bisfchoppen ftaarende — iet op den nederigen jesus, ten einde lem die de waereld verlochende, naai>volgen; — maar op den Mammon, blm'ende van goud en heerfchappy; een aanrroeiiende fchaar van bygeloovige en dwee>ende Monniken, yverig bezig met het varevuur te verdichten, en te werken aan den •roon, waar op de Bisfchoppen van Row, als Stedehouders van jesus chrisrus, zouden zitten, om te regeereii over de Koningen der Aarde, en alles hannen wille te onderwerpen; doch zy deeden dit niet, zonder denzelven in zulk eene kiefche orde te ftigten, dat zyne fchaduwe den dans hunner godvrugt verdraaglyK mogt maaken in de oogen der Geloovigenï Van dien tyd af was de Geestelykheid, of liever, waren de Kerkelyken althans, verbaazend yverig aan het reizen en prediken om zoo wel de paufelyke heerfchappy, als het Christendom, uit te breiden; docii onder deezen fchynt amandus, zedert •DCXXXVII Bisfchop te Utrecht (p}, «w (h\ traiectensis deinde Anno <$37- Episcopus  KERKE te ANTWERPEN. .3 cene byzonderc liefde tot den Chris,telyken Godsdienst,, de reis naar Vlaanderen ondernomen te hebben, om de Landzaaten van 'den dienst der Afgoden tot den dienst van den waaien God en de omhelzing van het Catholyk Geloof te brengen. Van daar kwam hy naar Braiand, en inzonderheid te Antwerpen, omtrent DCXLI, waar hy zich een geruimen tyd ophield; niet alleen in dat Godvrugtig werk bezig zynde, maar ftigtende ondertusfchen aldaar in de Burgt ook een Kerk ter eere van de Apostelen petrus en paulus (V). Na hem beyverde zich eligiüs, zedert DCXL Bi'sfchop van Doornik enz., die beroemd was wegens zyne milddadigheid, niet weinig, om de nieuw geftigte Gemeente in het Geloof op te bouwen. Wie het beftuur deezer Kerke na eligiüs gehad hebbe, fchynt onbekend; maar in de VIII Eeuw, en wel DCCXXV, hadt; firminus, Abt van OiiortolodraQd), der-i zeiver Herders-ftaf in Tianden : nogthans, toen willebrordus, Aartsbisfchop van Utrecht, te Antwerpen gekomen was, ftondt hy vrywillig zyn beftuur, en tevens alle recht, dat hy op dezelve hebben mogt af, ,00 Deeze Pieter- en Paulus-Kerk wrdt daarna St. IValburgs Kerk genoemd, om da: de Maagd w alUur gis onder den toren zich godvrugtig in een Kluis heeft opgehouden: doorgaans wordt zy de Burgt- Kerk genoemd. 00 Een Klooster, waarfchynlyk in den omtrek van Deume, een uur gaans ten oosten der Stad gelegen; zie j c. diericxsens, in zyn Anvw. Christonaseens ePcrescens ad Ann. 1140. p. 8. A 2 I. tydperk. 64.I0 Tligius. loor fiRaiNus;evolgd. 725.  ï. tydperk. WlLLE- BüORDUS komt aan het Kerkbejluur. Overgang tot de, ge Jchülen dier Kerke. 4. GESCHIEDENIS der HERVORMDE jf en beval de Kerk den Heere rAUchingus en deszelfs Gemalinne be belief a (S) aan. Het duurde niet lang, of deeze Heer en Vrouw fchonken haar aan w 11> lebrordus, dien zoo yverigen Apostel, met byvoeging van verfcheiden landen, wateren, huizen, en goederen, als mede van een derde deel van het Tolhuis; onder die voorwaarde evenwel, van daar uit het wyrook, de lichten, en de Ouderlingen, om den diénst waar te neemen, te bezorgen en te onderhouden. By uiterften wille maakte hy deeze Kerk, met alle haare goederen, verder aan de Abtdye van Eptemach, in het Luxemburgfche gelegen; en het is niet onwaarfchynfyk, dat het beftuur derzelve al een' vry langen tyd, na zynen dood, daar aan verbleven is. Hoe het verder met Antwerpen s Kerk gegaan zy, tot den jaare MXCVI, wanneej de Kampvegter van het H. Kruis — de nieuwe Koning van Jerufalem, Godfried van bouillon — een Kapittel van twaalf Kanoniken in dezelve oprigtte (ƒ), laat ik den onderzoekeren der algemeene Kerk - Ge- fchïe- O) Hy wordt Illuster vir, 'Princeps genoemd, en fchynt fouverain Heer of Burggraaf geweest te zyn; ald. p. 15, 16. rohingus, Heer van Antwerpen. M. smallegange, ibid I. D. i. B. Uadz. 91.(0) (ƒ) JSnamentlyk in de toen reeds geftigte ParochieKerk vnn St. Michaël, dier'icxsens l. c. p. 33, 35In 1124 (tonden zy hunne Kerk met een goed ftuk lands, dat daarby lag, enz., af aan de Norbertinen, benevens nog vier Praebenden, waardoor zy hun eigen getal op acht verminderden; zy verhuisden naar de Maria Kerk, die zy itigtten; waar thans dat Ka-  KERKE te ANTWERPEN. $ fchiedenis van Antwerpen over. Ik heb hier maar alleen, uit die algemeene Gefchiedenis, zoo veel aangevoerd, als nodig was, om te kunnen komen op de eerfte en berugte gefchillen dier Kerk, welke het volk al vroeg van Rome wendig maakten, en waarlyk zyn aantemerken, als de zaaden van het gewas der Zoogenoemde) Kettcry, dat wel kon vertrapt, maar niet uitgeroeid worden. Kwam het zomwylen eens wat wild en vreemd opfchieten, het haperde niet aan het zaad, maar was by toeval door de vertreeding, en zou maar duuren tot de vryheid der Hervorminge, welke het zelve eens naar zynen aart vrolyk zou doen opwasfen, — Met andere woorden: ik wilde gaarne myne Lezers tot de eerfte en berugte gefchillen dier Kerk brengen, om de vraag optelosfen: hoe was Antwerpen, inzonderheid, zoo dra luther het hoofd opftak, en de zugt naar vryheid des Gewetens begon lugt te krygen, al zoo haast bereid, om het oor naar de ftern der Hervormmge te neigen? Want, alhoewel de eer der Hervormmge (m 't gemeen) Gode in zyne Voorzienigheid alleen toekomt, zoo is nogthans de genoegzaame reden van dat werk, ten onzen opzigte, zoo veel mogelyk te zoeken in voorafgaande gebeurtenisfen en omftandigheden der waercld. De eerfte en berugte gefchillen, waarop ik doel, waren over de Tiend-heffing. Godfried van Bouillon fchonk aan "het Kapit- fittel nog beftnat, hebbende 23 Kanonikcn en éenen Peken, ald. p. 43, 73, 78. A3 t tydperk. Godf. 30üil- uon geefc  6 GESCHIEDENIS der HERVORMDE l tydperk. Tienden aan \ door hem op gerigt Kapittel. iopö. Zyne o volgers trokket de Tien den in. iioj. (g) diericxsens /. c. p. 40. en volg. (Ji) Abt millot, O. en Redend. Algem. Wae/eld* Qs/ch. VL D. bladz. 95. pittel, door hem opgerigt, zekere Tienden, vallende in den omtrek van Antwerpen eensdeels, en anderdeels van Sdndvliet to.t Olmeremuthen, nu gezegd Ordtren (g). Dceze Markgraaf was een, naar zyne wyze, zoo godvrugtig Prins, dat hy gaarne alles aan de ' Kerk wilde fchenken, indien hy maar verzekerd mogte zyn van zyne fpoedige verlosfing uit 'het nu wel geëtablisfeerde Vagevuur, en van zynen overgang tot de hemelfehe glorie. Hy zag met zulk een' heilige vreeze door de oogen der Kerkelyken, dat hy, op 't aanftaan van 's Paufen afgezant, Patriarch van Jerufalem geworden zynde, alles, wat hy met geweld van wapenen, in het Oosten, gewonnen hadt, aan de Kerk afftond; behalven een of twee plaatfen, die nogthans na zynen dood aan den Patriarch moesten 5. vervallen <7r). Van zulke denkbeelden was zyn opvolger hendrik, Graaf van Lim■ burg, geenzins. Hy was zoo dra, door gunfte van Keizer hendrik de IV, in MCI, niet tot het Markgraaffchap van Antwerpen gekomen, of hy trok de Tienden, die door het Kapittel, in den omtrek der Stad, geheven werden, in. Godfried met den Baart, Graaf van Lemen, die hem opvolgde, behield die. Tienden insgelyks aan zich; maar als deeze, om zyn recht te toonen, het Kapittel trotzeerde, door eenigen der Tienden aan zyne vrienden wegtefchenken, wer-  KERKE te ANTWERPEN. i werden de gefchillen over dezelven, nu al vast eenige jaaren geduurd hebbende, hoe langer zoo heviger en algemeener. De Kanoniken fchreeuwden over onrecht; maar de Markgraaven beweerden, dat de gift, dooi bouillon hunnen voorganger gedaan, eene onbehoorlyke vermindering der voordeelen van het Markgraaffchap was, welke zy niet verpligt waren te lyden (z). Tot de intrekking van dit Tiend'-recht. by het Kapittel, nu omtrent vyf of zes jaaren, genoten, gaf waarfchynlyk ook aanleiding °de vyandfehap, die tusfehen Keizei hendrik IV. en den Paus pa schal II. plaats hadt, welke, reeds in de voorige Eeuw. onder het Pausfchap van gregorius Vil begonnen, en onder dat van deszelfs opvolgers, v ictor III en urbanus II, heviglyk was voortgezet. De oorzaak deezer vyandfehap was de ftaatszugt van Paus gregorius, waar tegen hendrik zich dapper in de weer ftelde: inzonderheid wilde hy zich van de gemeenfehap met den Aartsbisfchop van Milaan en eenige andere Italiaanfche Bisfchoppen, die wegens Simonie in den Ban gedaan waren, niet affchei' den; verder, kwam er nog by de twist ovei de Investiture, of Inhuldiginge, en andere zaaken. De gemeenfehap van hendrik, met de in den Ban gedaane Bisfchoppen, haalde hem zeiven den Ban en de Paufelyke afzetting op den hals; maar hy deedt, op zyr. beurt, door eene Vergadering van Vorfter ei » r - Staat der _ Kerke in Jt Westen. 1 j l - In Itdien. f t  io GESCHIEDENIS der HERVORMDE l tydperk. In Frank r»i. met welgefneeden pennen ten voordeele van den gehuwden ftaat, en ter verdeediging van de oude onafhanglykheid der Kerk van Milaan. Sigebert, een Monnik te Gemblours, in Wakch- Br a-band, verdeedigde 's Keizers zaak tegen gregorius VII en paschal II, laatende zich met een zeer fterk uit tegen de Paufen, en tegen die, welke de Misfen van getrouwde Priesters lasterden (o). In Frankryk ftreed men, in deeze Eeuw, al vroeg tegen de zoogenoemde nieuwe Manicheen, welke door Schryvers van aanzien gehouden worden voor goede Christenen en braave lieden, die maar belasterd werden, om dat zy van de kerkplegtigheden en bygeloovigheden der Roomfchc Kerk een afkeer hadden (ƒ>). Het komt my niet onwaarfchynlyk voor, dat zy behoorden tot de Gemeente der IValdenzen, of eigenlyk Vallenzen, beftaande in het Prinsdom Piemont, inzonderheid in de dalen van St. Martin, Peroufe, Angrogne, Lucerne, Clufon en Pragelas (cf), zedert onheuglyke tyden; zynde voornaamentlyk in de VIII Eeuwe geftigt door klaudius, Bisfchop van Tnrin, die hun, onder anderen, voorhieldt: „ dat de waare Kerk uit deugdzaame men„ fchen beftaat, en geen ander Hoofd er- „ kent, (o) brandt, l. c. bladz. 16. (p~) formey enz. I. c. bladz. 112. de Schryvers daar in de aantek. aangehaald, bladz. 113. 00 0i) j. hubner, kort begrip der 0. en N. Gjogfr bkdz. 218, 219.  KERKE te ANTWERPEN. ïi a, kent, dan jesus chrïstus: dat men, „ uit Gods yrye genade, door 't Geloof gerechtvaardigd wordt: dat men voor de „ dooden niet bidden, en de Heiligen niet „ mag aanroepen, enz."; zedert welken tyd de Waldenzen, wegens hunnen afkeer van de dwaalingen der Roomfchc Kerk, meer en meer zyn bekend geworden (f). De, zich van de' Roomfche Kerk afgefcheiden hebbende, Milaanfche Broeders, die, naar de plaats hunner afzonderlyke Vergaderinge Patarea, Patarynen genoemd wierden, weken, van wegens de vervolgingen, byzonderlyk onder gregorius VII, naar de valeyen, van Piemont, onder de Waldenzen. Deeze vlugtclingen waren voor dezelven eene aanzienlyke en voordeelige aanwinst: want het komt my niet onwaarfchynlyk voor, dat de bekwaame en beroemde Leeraaren, die zy in de XII Ecuwe hadden, en onder hen, behalven de Godgeleerdheid, ook verfchei den andere nuttige Wetenfchappen leerden en aankweekten (f), uit deezen gefproten zyn. Na dit gebeurde, werdt de yver ter Hervormmge opgewekt; — van verlcheiden kanten ging toen de klagt op over het zedenbederf der Kerkelyken, en er werdt een luid verlangen naar eene betere Godsdienstwyze en zuiverer Kerk gehoord. Onder de beroemde Leeraars van de XII Eeuw, zoo even vermeld, was de berugte petrusde bruis, O) formey enz. /. c. bladz. 154, 155. aantek. fj) formey enz. /. c. bladz. 155. aantek. I, tyd- perk. Milaanee'che vervolging. Kweekt Leeraars onder de Waldenzen.  L tydperk. p. de BRUIS fpreekt de Room fche Lee tegen. Staat de Kerke ii 12 GESCHIEDENIS der HERVORMDE bruis, (V), die leerde: „ Dat men niemand moet doopen voor zyne jaaren „ van onderfcheid: — dat het bouwen van „ Kerken bygeloovigheid was: want dat 5, God, om de gebeden aan te neemen, aan „ geene plaats verbonden was; — dat de r„ Crucifixen, zoo wel als de Kerken, be„ hoorden te worden afgebroken en wegge„ daan: want dat ze maar dienden tot on„ derhouding des bygeloofs; — dat men „ het Lighaam en het Bloed van chris„ tus niet ontfing in het Sacrament des „ Avondmaals, nademaal ze in hetzelve „ niet anders, dan door zinnebeeldige te- „ kenen, werden vertoond; dat de of- „ ferhanden, gebeden, en goede werken der „ Levendigen van geen het minfte nut wa„ ren voor de Dooden" fa). Welke 1'choone gevoelens zyn in deeze Geloofsftellingen niet begreepen! Uit het geen ik boven van de leeringen des Bisfchops van Turin heb aangehaald, blykt, fchoon onvolledig, de overëenftemming van de Leer der Walck?izent met die van petrus de bruis. t Laat ons nu, met het geen verhaald is 1 in CO Hy was eigenlyk een Albigens; doch deAlbi. genfen mag men aanmerken als 'ten dien tyde byna eensgevoelende met de Waldenzen. Zy woonden in Opper-Languedocq, byzonder in het Bisdom van Albi, een ftad in 't landfchap AMgeois. j. h u b n e r /. e. p. 71. (w) j. r,. mosheim Hist. Eccl. Anc. £? Mod. trad. por a. maclaine, Tom. III. p. iiq, 120. h. venema, Injl. Hist. Eccl. V. et N. Test. Tam. VI. L CXI. p. 129, 130.  KERKE te ANTWERPEN. 13 in geheugenisfe, tot de Nederlanden, en Antwerpen in 't byzonder, terug gaan. Wie kan gelooven, daar al in de voorige Eeuw eenige Italiaanen het, zoo genoemd, Mant-, cheïsmus naar die Landen overbragten (v),i dat men aldaar ook zyne Item tegen del Roomfche Kerk, onder begunftiging van Oorlog en Burgertwisten raakende den Roomfchen - Stoel, waardoor de partyen tegen Rome veel lugt en moed kregen, niet zoude verheft hebben? — Op wat grond kan mep vastftellen, dat de gevoelens der Waldenzen en Albigenzen, die vast begonnen te yveren, om dè waereld te verlichten, uit 'het nabuurig Frankryk daar henen niet zouden overgebragt zyn; inzonderheid naar Antwerpen, dat, door zyne voordeelige ligging voor den koophandel, zeer veele vreemdelingen naar zich trok? — Zou men moeten oordeelen, dat de ftaatkunde van hendrik IV minder voedzel aan de partyen tegen Rome in zyne Landen, geduurende zyne gefchillen met den Paus, zoude gegeeven hebben, dan de Staatkunde van andere Vorften in laatere tyden ? — Zekerlyk neen: zyn voorverhaald gedrag omtrent gregorius VII bewyst dit overvloedig. Daarby was de flegte ftaat der Kerke van Antwerpen zeer onbekwaam, om den Roomfchen Stoel te fchraagen; maar byzonder welgefchikt, om bittere en voor haar gevaarlyke klagten over het zedenbederf onder de Kerkelyken, cn het verlangen naar Hervorming der Kerke (V) formey enz. I. c, bladz. H3« t tydperk. Ie Nederanden,>yzonier te éntwer>en. Kerk te Antwerpen in een flegten ftaat.  i tydï»erk. Gevol. gen van de ge- 14 GESCHIEDENIS der HERVORMDE ke in het Hoofd en in dc Leden te verwekken. Zy werdt alstoen nog maar door eenen Priester bediend, die, uit hoofde van haare uitgeftrektheid en merklyken aanwas , niet genoegzaam konde waaken tegen het indringen van nieuwe leeringen, maar die daarby ook van een zeer liegt eii fchandelyk gedrag was (V). Als men hier nu nog byvoegt de onëenigheid , die er waarfchynlyk onder de Kerkelyken, we-* gens de gefchillen over de Simonie, Investiture enz. plaats hadt, alzoo tancheLïnus, van wien wy haast fpreeken moeten, by zommigen gehouden wordt voor een Priester deezer Kerke, die zich van de Roomfche Kerk gemeenfchap hadt afgefcheiden, of ook wel afgezet en gebannen was (V), dan ontbreekt er niet veel aan, om volkomen te bevestigen, het geen ik gezegd heb; ja zelfs, om eene omwending in den ftaat der Godsdienst -leere te vermoeden, zoo dra er maar iet gebeuren mogt, dat de gemoederen kon in beweeging brengen, en een Man verwekte, zoo onderneemend, als bekwaam, om van den tyd gebruik te maaken. De Gefchillen over de Tienden waren het,' die dit uitwerkten, en wel onder de regeering (w) diericxsens l. c. p. 50; en h. venema l. c. §. CVIÏI. p. 125. O) f red. ad. lampe SytlOpf. Hifi. .v. fc? Eed. Lib. II cap. IX. §. XXXV. p. 262. a. m. cerisier Tafr. der Alg. Gefch. der Vereen. Nederl. I. D. blz. 212. v. van mastricht, Theol. Theor. Pra£t. Tom. II. Lib. VIII. c. 3. p. 1027. a.  KERKE te ANTWERPEN. 15 ring van den Graaf van Leuven? die, met verfcheiden van de voornaamften der Stad, en ook der Regeeringe (3') op zyne zyde, door wegichenking en yerdeeling der voor-, verhaalde Tienden? de 'Kerkelyken, op het, fterkfte, hoonde. Het kon niet misfen, of dit moest den grooten hoop,- als op eene wettige wyze, de vryheid doen neemen, om tegen de Kerkelyken los te breeken; hun eene ganfche zwarte lyst van plichtverzuimen, flegtheden en baatzugtige handelwy- zen onder het oog te werpen; ja, ook op het ganfche Kerkbertuur en den Stoel van Rome, met bondige redenen, waartoe zommigen, door den arbeid van liefhebbers der Waarheid en Vryheid al genoeg konden verlicht zyn, zoo wel als met kwinkflaagen, aantevallen. En wat konden die Kerkelyken, anders zoo geheel onbekwaam niet. om eenen aanhang te maaken, met eenig goed gevolg daar tegen uitrigten ? Niets: waren zwak in getal; waarfchynlyk verdeeld. hebbende het kwaad dus in hunnen eigen boezem-, hadden het minfte en onverraogendftt deel des volks op hunne zyde — misfchier ter verdeediging niet veel te antwoorden en, daar benevens, was het hun geraaden alles by woorden te laaten blyven, om mo gelyk "niet verdagt te worden van verftand houding met den Graaf van Vlaanderen-, te gen wien de Keizer toen juist in de wa penen was, — en van oproerigheid, waa doo (y) Zoo als optemaaken is uit het verhaal va diericxsens f, c. p. 44, vergel. met p. 54. ■ I. tydPERK. rchillen over de ! 'I lenden voordien Kerkftaat. i > r' > l •> l- tr ir in  i6 GESCHIEDENIS der HERVORMDE r. tyd- terk. Tanche l1nus, een Hervormer.li 06. door zy de vernietiging van hun Kapittel^ of perfoonlyke verbanning, konden te wagten hebben: want men paste toen, van des Keizers zyde , weinig op den Paus, of op de Roomfche Privilegiën. De gefchillen over de Tienden waren het* die t a n c h e l 1 n u s, een Man, zoo onderneemend, als bekwaam, om zich van den tyd te bedienen, in het jaar MCVI, of daaromtrent (V), deeden opftaan, en, door zyne welbelpraakte tong en onvermoeide prediking, eene omwenteling in den Godsdienst te weeg brengen, welke, by uitftek., merkwaardig is. Het is byzonder myn oogmerk, de gcichiedenis van dien grooten Man en Getuige der Waarheid hier te ontvouwen, en van allen laster, waar door vroeger en laater Schryvers zynen naam met fchande overlaaden hebben, te zuiveren. Hy verdient (z) Nader kan het niet bepaald worden j eii komt my uit hoofde van zyne reizen, van den tyd, dat de gewyde hostiën zyn verborgen geweest, en de komst van norbertus, ganscli niet onwaarfchynlyk voor. Ik volg hierin het verhaal van diericxsensj /. c. p. 45, die ftelt, dat hy in 1115 voor de tweede reize te Antwerpen geweest zy. Voor het overige zyn de Schryvers hieromtrent zeer verdeeld, moshei m (/ c. p. 121) bepaalt zyne komst in die Stad omtrent het jaar 1115. t-e sueur tekent aan, dat zommigen zeggen, dat hy in 't jaar itt-i in Vlaanderen opftond, (dat alleronwaarfchynlykst is) maar voegt er by; anderen zeggen, dat hy in 1115 al dood was; z'e zyne Hifl de TEgliJe & du Monde pour ferv &c, avecDisf. £f Reflex, crlt- par b. pictet, Tom. Vil. p. 182, 277. h. venema / c. p 125, ftelt zyne komst onbepaald in het begin der XII Eeuw.  KERKE te ANTWERPEN. 17 Óient in de Gedenkfchriften der Protestanten éene voomaarne plaats te bekleeden, en het bevreemdt my in de daad, dat het sog niemand in den zin gekomen is, zich tot een meer opzettelyk onderzoek, aangaande zyne herkomst, leer, navolgers, enz. te verledigen: want, waarlyk, hy is, als de eerfte en vcornaamlte kampvegter tegen den ftoel van Rome, en de Grondlegger der Heryorminge in de Nederlanden, aantemerken; en ik vleije my, met zyne gefchiedenis, zoo naauwkeurig en onpartydig my maar immer mogelyk zy, aan den dag te leggen, by myne Hervormde Landgenooten en Broeders geenen ondank te zullen behaalen. Zyn naam wordt elders opgegeeven, tanquelinus (V) geweest te zyn; doch dit doet niets ter zaake, zo hy maar niet verward wordt met dien van tandemus, onder welken een groot voorftander der Adamiten bekend was. 't Schynt nogthans twyffelagtig, of hy tanchelmus, of wel tanchelinus heette (7/), hoewel hy onder den laatften naam gewoonlyk voorkomt; waarom wy dien ook, als hem eigen, zullen houden. Wie, en van waar, hy geweest zy, is zeer raadzelagtig. De een houdt hem voor een Leek (c); de ander Voor een Priester van Antwerpen, die, of de Kerk hadt ver. (a) MiLLOTj /. C. Ikdz. 135. (6) dier1cxsens, /. C. p. 45. COcerisier, / c. bluiz. 212. brandt, I. f. bladz. 16, 17. millot ibid. h. venema, / c. p. 125, met de woorden van roeert de mo.ntïv B t tydperk* Zyri naam. Wie hfr jewee» sy. '  I. TYDPERK. 13 GESCHIEDENIS der HERVORMDE verhaten, of wel afgezet was (V). Het woord Priester moet hier noodzaaklyk in den zin van Kerkelyke, of Kanonik, genomen worden, aangezien er geen fchaduw van is, datde Parochie-Priester, de eenigfte in de Kerk van Antwerpen, als een Hervormer, zou ter baane gekomen zyn. De meesten zyn er voor, dat hy maar een Leek was: ik laat het in 't midden; doch het is zeer mogelyk, dat hy een Kerkelyke j en wel een Kanonik geweest zy, maar dat men dit met voordagt verdonkerd heeft, 't welk zeer ligt gefchieden kon; want het fchynt by zommige Schryvers van de Roomfche Kerk een zoort van ftaatkunde, om, indien het maar eenigzins mogelyk is, een afval te verheelen. Indien men niet mag aanneemen, dat hy een Kerkelyke of Kanonik van Antwerpen geweest zy, dan mag men het ook vryelyk opgeeven, om zyn hier of elders, met eenige zekerheid, te bepaalen. Er is geen bewys voor, dat hy een Vlaminger zou geweest zyn, dan alleen het getuigenis van le sueur (V). Uit zyn' naam fchynt men daartoe niet te mogen befluiten; volgens (d) Zie boven Hadz. 27, (e) ianchelme de Flandres fchryft hy, /. c. p. 481. Onder den naam van Vlaminger plagt men, voorheen, de Nederlanders, in het gemeen, ter we. derzyde der Schelde en naar beneden woonende, te verftaan. Men begreep het Hertogdom van Braband, meermaal, onder het woord Vlaanderen, gelyk dikwils in de Kerkel. Gefch. van mosheim voorkomt. Hy zou oek met den naam van Vlaaming kunnen benoemd zyn, uit de vooronderftelling, dat hy zich daar, het eerst, geopenbaard heeft.  KERKE te ANTWERPEN. • gens dien, kan by nok wel een Italiaan, een Pataryn, of een Franschman geweest zyn. Hoe dit zy, hy moet toch, lang genoeg, onder de Nederlanders verkeerd hebben, zo hy een uitlander geweest zy, om het werk der Hervorminge, dat hy ondernam, in de Landtaal, als nodig was, uittevoeren. Hy ving het eerst aan, langs dé zeekusten te prediken, waar het volk ruuw en onkundiger Was (f). Of men hieruit moet opmaaken, dat hy allereerst in Vlaanderen gepredikt heeft, is onzeker. Zyne prediking was niet zonder vrugt : weldra vloeide eene menigte volks toe, om zyn woord te hooren, en hing hem aan. Niet alleen bepaalde hy zich tot Antwerpen, maar trok geheel Braband, Vlaanderen, Zeeland en Holland, tot Utrecht toe, door. Zyne Voornaamfte volgelingen, en, naar het fchynt, ook zyne Apostelen of medehelpers, waren, onder anderen,een zekere everwacher, een gewezen Priester, en manasse, een < Smid (g). De groote opgang zyner Leere maakte hem de medehulp van anderen noodzaaklyk: everwacher ichynt, byzonder, in het Bisdom van Utrecht gearbeid te hebben (Ji). Zeer aanmerklyk is de reis, die men zegt, dat hy met denzelven naar (ƒ) diericxsens, i. c p. 46, 47. Uit het fchryven van de Kerk van Utrecht aan fredertcus, Aarts-Bisfchop van Keulen, omtrent 't jaar 11 is. Zie Dipl. Belg. Coll. Nov. p. Ir. cap. 9. (g) diericxsens, /. C. p. 48. (Ji) LE sueur, /. C. p. 304. B 2 t tydPERKi Predikt ie Afwerpenen elders. 5VEKWA- :nzk en WANASSE ?yne me-' ieftan- iers.  I. tydperk, Hy wordi gevangen te Keuicn, Hy ont. fnapt. 9© GESCHIEDENIS der HERVORMDË Rome zou ondernomen hebben (/); even of hy, door den goeaen voortgang zyner Hervorminge aangemoedigd en ftout - de fleutels van den H. petrus zelf uit de hand van den Paus wilde gaan rukken. Hoe het met die reize gegaan is, is onbekend; maar men weet. dat zyn tögt naar Keulen hem niet wel bekwam, en het Monniken gewaad, waarin hy zich verftoken hadt, niet in ftaat was, hem aan het befpiedend oog van den Aarts-Bisfchop te onttrekken die zich, zeer heftig, tegen hem en zyne volgelingen verzettede. Hy werdt aldaar, met everwacher en manasse beiden, gevangen genomen. De Kerk van Utrecht, dit verneemende, fchreef een brief , met veele bezwaaren tegens de gevangenen, aan den Aarts-Bisfchop, verzoekende en bezweerende denzelven, in den Naame des Heeren, hen toch niet te laaten ontfnappen (T); doch, dit niettegenftaande, ontfnapte tanchelinus uit den Kerker. Hy kwam weder in Vlaanderen, predikte te Brugge, maar werdt in MCXIII aldaar ter Stede uitgejaagd, en kwam vervolgens ook weder te Antwerpen, waar hy een grooten aanhang hadt, en dus het veiligfte was Zeer yverig moet hy aldaar, tot in den jaare MCXV, met het we k der Hervorminge bezig geweest (f) Ibid. Ql De brief aan den Aarts -Bisfehop van Keulen is gefchreven na de gevangenneeming van t/ihchbiinu! en bsgint aldus: „ Gratias, Reverende Pa,, ter, fanctitati vestrae agimus, quia paterna mifera. „ tione vicera aoftram doluisti —" enz.  KERKE te ANTWERPEN. 21 weest zyn; maar de tyden veranderende, door het bylcggen der gefchillen-, tusfchen Paus paschal en Keizer hendrik. V, begon hy de wraake der Kerkelyken ten doele te ftaan. De Markgraaf, nu ook gansch omgezet, zogt de Kerkelyken weder te believen (/;, en bande hem uit de itad en derzelver vryheid; maar, als hy onverzeld fcheep was gegaan, om aan ,p de Welde te Antwerpen vermoord. inj. i i y maakte door zyne Leer een grootert omgang.  I. tydperr. Veelen der voor naam Oen van Antwerpenwaren zyne Leer toe gedaan. •7.i r i i 4 i 4 i m GESCHIEDENIS der HERVORMDE nakende cn een onuitfpreeklyk zielgevaar Qn). Te Antwerpen waren, naar ften der, \ad zyne gevoelens toegedaan: ia, ■ i is bedenklyk, of men de Kanoniken zel ffS» W magvryfpreeken Tn zeker ichildery, vertoouende de inhaaling van ZlBfnKïVS' d0OT hGt KaPutd< hangende m den ommegang van het Choor der Kerke van de Abtdye des Aards-Engels m x- chasl aldaar, ten zuiden, ziet men toch den Overften of Bcftuurdei- afgebeeld met eene uitgeftrekte hand , die iJg^SL Sr- wyl hy ze norberïus aanbiedt, om hem tt ontfangen; om naamclyk te betekenen, met welk een valsch gemoed hy deeze pligtplee- gmg aflegde: ongeteld, gaf de bedenking, aue een ongenoemd Schryver opgeeft, S de: Kanoniken ook van de leeringen van tanchelinusi niet bel'met waren hier- Sfn aanIeidi»8- I" het Diploma j-n Bisfehop BURcfiARous wordt gelee- Z;;Wa!U de Venyt!i^ m'S ™n den Aartsketter t A n s z e l i N u S hadt hen aangeflo. few 00- ^ndien nu," zcgt de ongenoemde, m zy zelvcn (de Kanoniken) door tan- jj che- ^obis,, ét, fine omni ambiguitnte, at estamu" Zn •am irreparabilem EmWJ». noStras jranr ™ etïnfi* man Ferniaem ammaru.n. ^.Sï^ (»; Kam eos haereflarchae tanszelini veneno7 H f ^ 'N1KA EUS Ctó Oon- Pia Cal  KERKE te ANTWERPEN. 23 „ chelinus ook niet waren vervoerd geworden, dan weet ik waarlyk. met, wat bürchardüs in zYn ^f<* : ' met die woorden wil zeggen; want hy ' zegt) zoo wel hen, (fpreekende van de Fanoniken, die den H. norbertus geroepen hadden, om de Kettery mtteroeiien) als de ganfche Stad, (verfta er door " 3de ;inwoonders van de Stad en de Burgt " van Antwerpen) hadt de venynige tong Z van den Aarts-Ketter tanchelinus i aangekken' (ƒ>> t Is gansch met onwaarfchviilvk; — fchoon diericxsens df eetS voor geheel niet geloofwaardig t£om datd'e genoemde Bisfehop m het zelfde Diploma, het Kapittel en deszelfs Overften, wegens betoonden yver en waakzaamheid in die tyden, zoo ten aanzien van het inroepen van norbertus, als van het ftigten en begiftigen eener Abtdye op hunnen grond voor hem en de zyS, hooglyk verheft; doch hy gelieft met optemerken, dat al de roem, door den Bisfehop aan het Kapittel gegeeven, zich (kots bepaalt tot den tyd, waarin de gefchillen over de Tienden met den Markgraaf fö) Si non fint, inauit, ipfi (Canomci) ethra a Tanchelmo infeftl, eene nefeio, quid rn Diplomate lancne m u nam et eQS Ooquitur de"canonicis. qui haeref, exterrninandae iSaverant s. nokb ebtüm) « totam villam QbSi4 op'dnnos et Burgenfes Antwerpiae) venenofu fermoXerafiarchae als boven. D*^Schryver hiervan fchynt te wezen maca. iüï »»»£ m o Monnik derzelver Abtdye, naderhand m rife «lf Abt, tbid. B 4 I. tyd* ?erk.  t. 1ydjjerk. Kerke te heden, wdke door den Parochiepriester, het zy uit gebrek aan helpers in zyn werk, of door nalaatigheid, byzonder vergroot was; 0f\ om dat zy zdven deek, by het .volk geen geloof meer hadden, anderdeels in het heimdyk elkander tegenwerkten: het kwam zoo verre, dat zv genooQzaakt waren, by den Bisfehop den ftaat der Kerke te ontvouwen en hulpc te vraagen, die hun raadde, norbertus Praemonjïré (?), met zyne broeders S mgxxh W heïveik 00k gefc^dde m MLXXII. Niemand, dan deeze Man was beter in ftaat, om der Roomfche Kerk' 19 dit geval, eepëh treffdyker dienst te .\ ,-.".„ doent ig) la Champagne. 24 GESCHIEDENIS der HERVORMDE al waren bygelegd; waarin het van denzelven Bisichop de zielzorg, (cura animarum) parochiale rechten, enz., die het te ^V'V^' /^g, door medehulpe des Markgraafs, met wien zy vast verzoend waren; waarin tanchklinhJ al, eemge jaaren geleden, vermoord was, en zy , waarlchynlyk, door de verandering van tyden mede omwentelden. De voor- naamfte reden des opgangs van tanche^ LINnUrVn' g£lyk Wy êezeSd hebben, in de gefchillen van dien tyd en den flesten ftaat van de Kerk aldaar te zoeken. Het was den Kanoniken, na dat zy de zielenzorg der Gemeente hadden verkregen, onmogelyk, door hunne prediking de Leer van dien, zoogenoemden 'Ketter zelf* in ^  KERKE te ANTWERPEN. 25 doen, en dat niet alleen, om dat hy veel geloof verworven hadt, maar ook, om dat hy zeer wel van de leeringen van tanchelinus konde onderregt wezen; want ten tyde, als deeze te Keulen gevangen zat, was hy by den Bisfehop fredericus, als Onder diaken, ten Hove (r> Het is uit dit alles, wel overwogen zynde, ligtelyk te begrypen, hoe het bykwam, dat er, geduurende twaalf of vyftien jaaren, na dat tanch elinus zyn licht met vrugt begon te verfprciden, niet een gewyde hostie, of ouwel, in Antwerpen te vinden ware (f) De hoofd-ftellingen der Leere, welke hj predikte, worden dus opgegeeven: „ Dat men den Paus, Bisfchoppen, Pnes „ ters en verdere Kerkelyken, wegens hun ne ambten, geen' eerbied fchuldig ware „ want dat dezelven niet anders, dan va; „ menfehelyke injlellingen, hunnen oorfpron; 9, namen:" (f) „ Dat den Kerkelyken de Tienden m „ toekwamen:" (ti) „ Dat de bediening der Sacramenten, zo „ mc (r) diericxsens, /. C. p. 58. (x) norbertus herftelde liet zelve in 1122. ibid. p. 71, 72. brandt maakt flegts melding van tien jaaren, l. c. bladz. 17. (ï) diericxsens, /. C. p. 46. miliot, 1. {. bladz. 135. brandt, /. c. bladz. 17. venema, /. C. p. 125. cbrisier, l. C. MadZ. 212. l e sueur /. c. p. 304. w. goeree, Kerkel. en Waereldl. Hifi. bladz. 561. («) diericxsens, ibid. millot, le sueur, brandt, ibii. B 5 I. TYD* TERK, 'Zyne Leerfiel_ lingen. '•> 1 r t 3  £ TYD PERS Nar: m verdeet.igd tegen ver-ierlei befchuldifci"ge» ( l 1 26 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ menigmaal zy gefchiedde,-even zoo veele • „ heilig fchennisjen waren; nademaal van de . „ verdienftcn en zuiverheid der bedienaaren ,, derzelver kragt afhing:"' (V). t. Dat de Mis niets bvdroeg tot zatte* „ heid des Menfchen, waarom men er geen » de minfls Prys op te ftellen, noch dezel;) ve waarteneemen, hadt:1' , Dat de Mensch alken door 'het Geloof gerechtvaardigd en zalig wordt:" (xj. I Daf de waare Kerk niet onder de „ Roomfche belyders maar onder de zif„ nen, te zoeken ware:" (y).. „ Dat de Kerken plaatzen van Afgoden „ waren. ' (V). Jt> } t H5 3? ligt tc beöordeelen , dat zulke Leerltellmgen, by de Roomfche Kerk ten dien tyde, allerleije haatelyke naamen moesten draagcn, en de laster, meermaalen tot haaren dienst gereed, den Leeraar zeiven op het afzigtlykfte, moest bezwadderen; maar. het is te verwonderen, dat men haar hooglykst verdagt getuigenis, hem aangaande, Cv) Sacramenta esfe nominanda Polhtiones; ex merins et ianauate ministrorum vimitem facramentis ac cedere. d 1 r«rcx^fiNS, ibid. u S(J£H drukt dit int door profanations, en dependoit de la fainté des Misstres, ibid. (w) BRANDT, Hadz. 17. die ricxse N.5 , ibid. VEN MA, MILLOT, ibid. ( x) w. goèree, ibid. (y) DIERrcXSPNS, le sueur, ibid. 2} maar diericxsens fchryft (/. c. p. 45) met veel drift: prodit pejor hostis — Angelus Sathanae diftus t an ch e lmus, feu ta ncuei.inus, vlr — qui Adamiticam et alias haerefes in Belgio disfeminabat. Tegen welke opvatting fr. a. lampe (/. c. p. 262) ook waarfchouwt. (bj Zoo als diericxsens hier doet. (c ) Deeze befchuldiging komt voor in zekere broddelaars verkorting der Antwerpfche Chronyk, getyteld: de Chrmyke ofte Befchryving der S adt Antwerpen, gedrukt by j. F. de roveroy aldaar. Alle Ketters, in het gemeen, en zoo ook de Geuzen in 't byzonder, waren, als aan den Satan overgegeeven, verdagt van Tovery: ten minfte, men oordeelde, dat er onder hen zeer misfelyke Tovenaars waren. En waarlyk ,deeze belagchelyke verdenking fchynt nog niet op te honden; want zeker Kerkelyk perfoon vraagde, in deezen tyd zoo als my door eeu' zekeren Nederlmdfchen Heet ir L tydperk. 7an Adalitery.  L tydeerk, Vnn Bedtie-- gery,, 28 GESCHIEDENIS der HERVORMDE Dit verdient, als een getuigenis uit den mond van onkunde en bygeloof no- veel minder aandagt; want het is te overbekend, dat men, al van de omwandeling des Zahgmaakers op de waereld af, de* zulken, die, door hunne leer en wonder groote daaden, de menfchen deeden verbaasd ftaan, en aller oogen naar 1 L t 1 r tt e j. f. r, i-  I. TYDPERK. ] i ( 4 / 1 t t 1 30 GESCHIEDENIS der HERVORMDE Tanchelinus, zegt men, was een Bedrieger; want hy hadt het Volk tot zulk eene bygeloovigheid verleidt, dat het zyn Bad-water dronk, als in vast geloof van daarmede de zaligheid hunner zielen te bevorderen. (/) Eene fchoone reden! Waren paulus en barnabas ook bedriegers, om dat men hen te Lystren wilde vergoden <£)? Ik vooronderftel «aai de Leer, welke hy, zoo vreemd van alle bygeloovigheid, predikte, zo lang het te gendeel niet bewezen wordt, dat dit, of met gebeurd zy, of, buiten zyn weeten door zommigen gepleegd is. Hy moet toch een Bedrieger Wezen zoo men wil, om dat hy pragtig uitgeioscht, en van een aantal gewapende lieden, dat wel op 3000 Mannen begroot wordt, als van een Lyfwagt verzeld werdt, ra-haalde my, in de maand January l7So, dat ^1Zeï,J5>SEPH,US 11' al voor i^r, aan eene chandelyke ziekte was overleden; \_ dat men :venwel reden hadt, dit voor als nog te bedek!en; '— „dat ™ea a"e üsten te werk fïelde, )tn het volk te doen gelooven, dat Hy nos leef le, waarom Hy te menen, dan eens op een BaU on van het Keizerlyk verblyf, dan eens by den tour m een koets, in volmaakt gelykende leeldmts, vertoond werdt. Men zwoer te Antwerpen •yna op ae waarheid deezer gebeurtenis. Een Pa. J jfZ h« gezegd! — Ha! dagt ik, men moet e Weenen fchrander zyn O! fchoone vertel- ng en nog fchooner oogmerk! . Cf) DIERICXSENS, /. C. V. A7. ig) Hand. XIF. S—iS.  KERKE te ANTWERPEN. 3* Werdt, wanneer hy uitging om te prediken. Men voegt er nog by, dat hy dan ook een Standaard en Degen als tekenen van Vorftelyke waardigheid, voor zich het heenen draagen 5 dat hy veel geld onder de meenigte ftrooide, en met pluimitrykerven en beloften dezelve naar zich lokte, en aan zich verbondt <7/> Op dit verhaal is aantemeiken: dat misichieu het ftrooiien van geld enz. verzonnen is, om dat het toch zwaar valt te erkennen, du hy, door overtuigende woorden van waarheid, het Volk tot zich zoude getrokken hebben; dat men op 't verhaal zyner kleederpragt zoo min kan itaat maaken als op dat van zyn' optogt met Standaard en Degen. Daar is m zyne Leerftellingen wederom niets dat hiertoe aanleiding kan geeven; maar, dat hy zich van gewapenden deedt verzeilen, kan onmoeelvk meer bewyzen, dan dat hy zich anders voor de aanflagen der Paulelyken niet veilig achtte, 't Is ook nog de vraag: of hy wel een gewapende Ly> wagt hieldt; dan, of er veele Krygslieden , tot zyne volgelingen behoorende, hem flegts willekeuriglyk met hunne wapenen ter prceke volgden; of wel, hem, al was 't zoms tegen dank, alzoo begeleidden, om hem te vereeren, en hunne partyen te (li) DIERICXSENS, /. C. p. 47- LE SUEUR' l. C. p. 304. VENEMA, J. C. p. 136. BRANDT, l. c. bladz. 17. CERISIER, h c. bladz. 212. Aatw, Chron. t ty0- perk.  L tyd perk 82 GESCHIEDENIS der HERVORMDE te trotzeeren:. want uit den a^ften Kanon ■ ™1 r^"Ide ,.Co]?cilie van Lateraan, iö . MLLXXIX gehouden, blykt, dat er zekere ongeregelde Krygsbenden waren, dienaar het Land, waar zy zich onthielden, Brabantion es, Jragonenfes, enz., heetten. Van deezen bedienden zich de groote' Heeren, meenigmaal, in 't voeren van hunne binnenlandfche oorlogen, en misfchien waren de Brabantiones door den Markgraaf, in den tyd, als de Graaf van Vlaanderen tegen Luik (7) de wapenen opvattede, ter befcherminge der Stad en des lands van Ryen, in bezolding genomen. Deeze benden nu waren niet bekend voor vroom Pausgezind; want zy plunderden zoo wel de Kerken en Kloosters, als der Heeren floten, tegen welken zy optoogem Het komt my niet onwaari'chynlyk voor, dat deezen tanchelinus waren toegedaan, en dat zy hem uit eigen willekeur verzelden. En daarin vind ik dan ook de oplosfing der vraagen: hoe kwam hy aan die gewapende Mannen? hoe is het mogelyk, dat men, van de zyde der Regeenng, hem toeliet, met zulk een raagt te verfchynen? hoe komt het, dat hy naderhand, als de Investituur-oorlog geëindigd was, onverzeld van gewapenden reisde ? Q) Op het verhaal zyner pragrjge en geldfpülende levenswyze, fchynt dat van f O Zie bladz. 14. <£> fok mey enz. 1. c. bladz, 165,166. aantek. *,  KERKE te ANTWERPEN. 33 van het Huwelyk met mar ia gebouwd, om te verklaaren, hoe hy aan zulke fchatten gekomen zy. Hoe gezogt! —■ welk een verdagt voorkomen hebben niet alle die vertellingen, op het eerfte oogenblik, by iemand, die niet geheel, vreemd is in de gefchiedenisfen der Godsdien- ïlen! — ■ ■ . . j 4. Dat hy een grove Hoereerder ge--< weest zy; ja,, zoodaanig, dat het byna, te fchandelyk is, om te verhaalen. Aan de Zee-kusten predikende, heeft hy, zegt men, zyne dwaalingen het eerst beginneri te zaaijen, door Vrouwen en Meisjens, welker ongeoorloofde omhelzingen hy wist te genieten; wikkelende daarna, langs dezen weg, derzelver Mannen in de ftrikken zyner gevoelens. Zelfs, daar' hy leerde j dat Hoerery en Overfpel ligt te gedoogen waren, naardien het gébruik der Vrouwen gemeen was, zou hy zelfs Dogters, in tegenwoordigheid haaref Moeders, en Vrouwen, onder het oog haarer Mannen, gefchonden, en dezen, door eene bygeloovige drift, aan hun ingeboezemd, zouden dit voor zulk eene eer, en een zoo groot geluk, gerëekend hebben, dat zy hem fmeekten, om zyne heilige omhelzingen niet te fpaaren (/).* Welk eene heillooze vertelling, om zyne perCO DIERICXSENS, /. C. p. Atf. VENEMA, /. Ci p. 126. BRANDT, /. C. bladz.' 17. LE SUEURÏ l. C. p. 304. MOSHEIM, l. C. p. 122. GOEREEj l, (. bladz. 561. c ï. TYDPERKi ten loerery.  34 GESCHIEDENIS der HERVORMDE ï. tyd- £erk, Van Godslastering. perzoon en leer verdagt en gehaat te maaken! Trouwens, de Pharizeen en Schriftgeleerder, bedoelden ook dit zelfde, ten aanzien van den Heiland, door hem den fchendnaam van Vriend van Tollenaaren' en Zondaaren na te geeven. Ik kan dien laster niet beter tegenfpreeken ,• dan met de woorden van een' beroemd Roomschgezind Schryver: „ Kan men," fchryftj hy, „ gelooven, dat Mannen en „ Moeders hem gefmeekt zouden hebben, „ om, in hunne tegenwoordigheid, hunner „ Vrouwen en Dogters op 't fchendigst „ te gebruiken? De Geestdryvery, of het Bygeloof, kan, 't is waar, op eene „ verbaazende wyze, den geest verblin„ den: doch is het, in een {luk, zoo „ teder, en zoo kiesch, voor 's men„ fchen geest mogelyk, eensflags tot die „ maate dweepend en bygeloovjg te wor„ den?" (ot) 5, Eindelyk befchuldigt men hem van Godslastering. Hy zou gezegd hebben, dat hy God was : en wel byzonderlyk, de Zoon van God. Maar, als dit 'het bewys moet zyn , dat hy zoude gezegd hebben: „Zoo Christus daarom God „ is, dat Hy den H. Geest hadde, a, hy niet beneden Hem, noch Gode on„ gelykvormiger ware; want, dat hy de „ volheid des H. Geest es ontvangen „ hadt," zoo als diericxsens ons verhaalt («)> dan moet ik aanmerken t ' dat Qin) ce/risier, l. c. bladz. 213. C«) Ibid.  KERKE te ANTWERPEN. 35 dat dit te veel, en dus niets, bewyst, Immers, indien, hy . ftelde, dat Christus God was, om dat Hy met den H. geest gezalfd was, dan erkende hy, dat Hy daarom maar alleen den naam van God draagt, en , zoude dus voor een loochenaar der Drieëenheid moeten gehouden worden: hy heeft zich, by o-evolg, voor den Zoon van God, de tweede Perzoon der Drieëenheid, in het vleesch geopenbaard, niet kunnen uitgeeven: — indien hy niet minder, noch Godc ongelykvormiger, dan christus, wilde wezen, en hy zich den Zoon van God noemde, dan moest hy, nevens christus, de Zoon van God zyn; en zoo heeft hy zich voor den Perfoon des Middelaars niet willen uitgeeven. Wat dan? een tweede Zoon van God ? zou zulk eene ongerymdheid immer ingang hebben gevonden ? — Maar, zou dit ook als eene godlooze fpotterny zyn aantemerken? Neen, dit kan men van iemand} die althans een loochenaar der Drieëenheid fchynt geweest te zyn, nimmer gelooven. Abeillard maakt, in zyne. Inleiding tot de Godgeleerdheid', handelende over de Verborgenheid der Drieëenheid, gewag van hem, en van pieter de bruis, als lieden van ééne gezindheid, en de laatfte fchynt deeze . verborgenheid wel degelyk geloofd te hebben. De zynen, zegt men, hebben hem egter voorden Zoon van God gehouden. Vraagt men bewys; men andwoordt: zy hebben C 2 een i tyd- perk;  36 GESCHIEDENIS der HERVORMDE* t tydferk. Over der lof, die hem ge» geevea wordt. 1 i J een tempel ter zyner cere geftigt. Waar? dit wordt niet gemeld. Zoo dat 'er weinig meer overblyft, om den laster ganfchelyk te befchaamen. Doch, Iaat hier eindelyk gelden de lof, dien zyne partyen hem zelf mede toezwaaijen. Hy wordt zeer geprezen, om zyn vernuft en fchranderheid, (o} die, hoewel hy flegts een Leek was, de Kerkelyken in welfpreekendheid verre overtrof. (ƒ>) Hoe is het mogelyk, dat moshei m alleen hem voor eenen Weetniet, een Botterik, (cf) heeft kunnen houden 1 Misfchien heeft niemand ooit, beter en verftandiger, van de heerfchende denkwyze en tydsomftandigheden weeten gebruik te maaken — inzondeiheid geen der Hervormers, in het beftryden der vooroordeelen, en het zuiveren van den Godsdienst. Was 't het werk van eenDomkop, om het getuigenis der waarheid zoo fpoedig in de Bisfchoppelyke Steden zeiven te doen hooren?... Dit kan ik liet denken. — Men roemt hem verier, dat hy een by uitftek deugdzaam nan geweest, en onder de Getuigen der IVaarheid te reekenen zy (V); maar een fyand van het Roomsch - Priesterfchap en van Co) Gen. Antw. Chrott. (ƒ>) V ene MA, C. p. I25. brandt, /. f. ladz. 17. CO Un Certain ignorant, /. c. p. 12r. CO formey enz. I. D. 2. St. bladz. 157, 158. ?aar in geweezen wordt op boxhor ns Nederl. lift. I. D. bladz. 47, 49. en II. D. bladz. 159, 167v  KERKE te ANTWERPEN. 3? van de Leere, naderhand onder den naam van Tranfv.bjiantiatie bekend. (J) Daar is 'er wederom, die zegt, dat hy de gevoelens der Mystiken zoude toegedaan geweest zyn; . 4, verhaalende, dat deeze Bijfc'nop een en Predikheer te Gend was verfchéenen , fp'reekende: ,, nimia feveritas me calpabilem reddidit et pur„ gandum, fed in v'a ista, qua centra haereticos' „ pro expurganda Ecclefia avidius iuhiabam, poe„ nam nienm irhminüit et accelerabit gloriam nunc , dilatam." o Bygeloof!... (g) bollahdus en HENSCHÉNIUS !(j Praehtioné ad Tom, III. Februarti,  KERKE te ANTWERPEN. zulks de Zoogenoemde Kettery der Walden* ze;-, of Lionisten, geweest zy, van welke Veel gefproken is. (//) In de XlVde Eeuw, wel verre dat, döoï dé vermaaningen der Prédikheeren, en het woeden van Geloofsonderzoekers, de party tegen Rome gantfchéïyk zoude verbannen en uitgeroeid zyn, Was het té Amwerpen omtrend MC CC VI zoo min gerust, als elders: de goederen der Kerkelyken waren niet veilig; ja zelfs ftonden hunne perfoonen den laster' ën Vcelerleije haatclyklieden ten doel. (i) Zy klaagden daar over aan Paus clemens V.; die; wel dra, aan den Abt van 'Bh Bernards Klooster een driejaarigen last gaf, om de rüstverftoorders te vervolgen, (¥) Daar wordt niet gemeld, welk flag van iieden die rüstverftoorders waren; maar, zéér waarfchyhlyk, een, door de hitte der vervolgingen moede gewórden, eri misnoegde hoop, Waar onder zich , zoo wel vart het Roomschgezind graauw, als yverende Waldènzen, bevonden. Tot nu toe waren de Tanchelinisien; Péfïobruiftaanen, en Lionisten, in Vlaanderen: eu Brdband, allen met den haam van Waldenzen, óf Bulgaaren, gedoöpt; maar' daarna werden, onder dè gemeene naa • li] en van Btghardcn, Beghinen, eri Lollardcü; zoo wel de genoemden; als de Ca- tha- (h) D'i.Ê'RicxsÉNS, P, II p. iSr. (i) Ibid. p. 270, 271. IJ. III. (Ji) DIERICXSENS, /. Cf. 2?2. D ï. tydperk; kerkelyken te Antwerpen heb. ben veel te lyden; i3°6; Beghaflen en Beghineb :nz.  ï. TYDBER.K. 50 GESCHIEDENIS der HERVORMDE tharisten, Fratricetti, Broeders van den vryen Geest? en andere Secten, begrepen. (/) De vervolgingen „ van alle kanten tegen de Rechtzinnigen op het geweldigfte aangeftookt, (terwyl deezen, intuslchen, door hunne deugd, by de Kerkelyken, in waaren luister zeer veel afftaken, en het 00gelyn des Volks begonnen te worden) veroorzaakten eene algemeene beroering ïn de heerfchende Kerk zelve. Eenpaarig was de zucht tot herftel,. boete, en bekeering; ééne Item: „ laat ons uit Babel „ uitgaan!" werdt in aller mond gehoord; doch alles eindigde in werken des vleefches, en eene raazende dweepzucht, welke zich onder allerleije vreemde gedaanten van tyd tot tyd vertoonde. De mensch, naar de gelykenisfe Gods gefchapen, kan geene overheerfching des gewetens verdraagen; doch, niet gewoon, door eigen oogen het heilfpoor te ontdekken, door te veel onkunde nog verduisterd, en daarby van die kanten met vuur en zwaard bedreigd, geeft hy zich,, onder het opborrelen zyner oude Godsdienst-vooroordeelen en bygeloovigheid , ligtlyk, over aan de fpoorlooze drift eener verhitte verbeeldingkragt. De Nederlanden waren, in het begin deezer Eeuwe, overftroomd met Geestdry vers, die, onder de gezegde algemeene naamen, al vast voordCO Men vindt een volkomen berigt_ van deeze Sefte by den geleerden mosheim in. 't V. *>» zyner Kerkl, Gefchiedenis*  KERKE tb ANTWERPEN. 51 voorddweepten; fchoon men daarom egter niet moet waanen, dat de weldenkenden in deezen dweependen en tierenden hoop genoegen namen, naardien zy zeiven, om de buitenfpoorigheden dier onzinnigen, lyden moesten. Het gebrek aan een goed aantal bekwaame Leeraaren, om de dweepzucht in hunnen eigen boezem tegen te gaan ; ik laat ftaan, om de daaglyks aangroeijende, en nieuw opkomende, Se&en, met verftand en zagtmoedigheid, op den rechten weg te leiden, maakte van Rome's tegenparty een fchip zonder roer, dat, door de holle zee, den een of anderen tyd, noodwendig, op het ftrand moet geilaagen worden. De gevoelens der Bcgharden en Beghinen beftreeden wel allen den Paus en zynen Godsdienst; maar waren, over het geheel genomen, zeer buitenfpoorig. Hunne Godgeleerdheid hadt ten grondflag, naar 't my toefchynt, een ftelfel van zekere bedeelingen der tyden, waar in gefteld werdt „dat God de vader, zyne „ regeering niet verder uitftrekte, dan tot 9, de Mofaïfche Bedeeling; dat het Ryk van den zoon zich alleen ftaan„ de hield tot de XlIIde Eeuw; maar, „ dat van dien tyd de regeering des H. „ geestes zoude aanvangen; en dat te gelyk alle de bondtekens en uitwen„ dige eerdienst afgefchaft, en de zalig„ heid der Christenen alleen zoude be„ vorderd worden door inwendige werD 2 „ kin- Él tydperk. Hunne gevoelens.  Ir. tydterk. $a GESCHIEDENIS der HERVORMDE kingen van verlichtende genade." (ni) Hier uit fproot, verder, een verkeerd begrip van de Christelyke Vryheid, dat, naamenflyk, de waare kinderen Gods volkomen, vry waren van het gezag der Wet, — Vervolgends kwam hier by het gevoelen, dat :alle dingen by uitvloeijing van God voortkwamen : dat alle redenlyke zielen deelen waren van het Goddelyk Wezen: dat men, door aftrekking van het zinnelyke, en door befpiegelingen, zich, op eene onuitfpreeklyke wyze, met de Godheid verëenigen konde, ja één worden met den Oorfprong aller dingen: (n) dat men daar door de verhevenfte vryheid verkreeg, en ontheven werdt van 't geweld der zondige (m) Deeze gevoelens werden den navolgers vanalmericus, of ama-uili, toegefchreven, wiens beenderen, op bevel van innocentius III, in 1209 ontgraven en verbrand werden, mosh V. O'. I. c. p. 43. Verdeediging van amauri by f. spanhïim, Hist, EccleJ'. Saec. XIII. 00 Van daar waren er, die zeiden, dat zy God waren, zoo als zonir.iigen der Navolgers' van Hendrik niklaas, In 1555, die de Vader was van 't zogenoemde Huis der Liefde. Mogelyk heeft eene plaats van augustinus (die ik eens heb aangehaald gevonden, maar niet weer waar ergens in zyn werk voofkoomt) daar aanleiding toe gegeeven, luidende: „ de Mensch is wat „ zvne liefde omvat. Bemint gy Aarde, zoo zyt „ gy Aarde. Bemint gy God — wat zal ik zeg„ gen? — zoo zyt gy God."' Jt Is beklaaglyfcgenoeg, dat het voórmaalige beftaan deezer gevoelens, nog, uit de taal van zommigen onder dfr Hervormden, bewaarheid wordt! «—  KERKE te ANTWERPEN. £3 ge lusten, ja, zelfs van de gemeene aandriften der. natuure. ' Om zich zeiven dus te volmaaken, hielden zommigen hunner byëenkomlten, waar in beide Sexen moedernaakt t£ zamen waren. Daar waren 'er ook, die: zulke godlooze ftellingen hadden, dat de neigingen en driften des 1 lighaams geene betrekking tot de ziel hadden, die' met de Godheid verè'enigd . was; of, dat dceze, in de ziel van deir Mensch, .na zyne' verëeniging met de Godheid, neigingen' en driften van God zeiven waren. Onder deeze Geestdryvers bevonden zich , nogthans, lieden van eene uitfteekende godsvrugt, die de vryheid van den geest in den waaren zin begrepen, en niet verder uitftrekten, dan tot het juk van kerkelyke inzettingen, welke geboden van Menfchen waren. De Begharden, of Bo garden, zoo als zy nu genoemd worden, die te Antwerpen in MCCXXVIII zich reeds met weeven geneerden, (0) maar naderhand den derden Regel van St. francxscus hebben aangenomen, waar in zy nog heden ten dage leeven, moeten wel onderfchei- den (0) diericxsens, (volgends seribanius dl Orïg. Antw. Cap. XL) P II. p. 116. In den jaare 1290, namen zy den derden Regel van St. fbanciscus aan, en werden genoemd: Fratres de Poenitentia. Ibid. P. III. p 225 Zy namen den .gemelden Regel aan, om, ware het mogelyk, de vervolg.ngen te ontgaan, die hen overkwamen. MosHEiM /. c. bladz. tfo. D 3 I. tydperk. Te on. derfeheide,i van de tegenwoordrge Eogarden en Begynat,  I. tydperk. Zy worden vervolgd te Jntwerttn.1324. $4 GESCHIEDENIS der HERVORMDE den worden van die Begharden, van welken wy fpreeken, en even zoo is het ook met de Heghinen of Begynen gelegen, die in MCCXL reeds te Antwerpen beftonden, en aldaar een Hof, of Sion, buiten de muuren hadden, Maar, hoewel ik dit onderfcheid vastftelle, moet ik nogthans aanmerken, dat zy toch een Genootfchap van beide Sexen uitmaakten, het welk zich van den grooten hoop der bedorven Roomfche Kerk hadt afgefcheiden, fchoon uiterlyk daar in blyvende, en derzelver Godsdienstwyze volgende; en verder, dat zy, inzonderheid de Begynen, niet vreemd fchynen geweest te zyn, van met de toenmaalige partyen, tegen den Godsdienst van Rome gekant, ééne lyn te trekken; men fchryft, dat de Begynen, in deeze Eeuw, bedorven werden door de Broeders en Zusters van den fryen Geest, (q) Het een en ander kan ook blyken uit de vervolgingen, welken de Begharden en Beghinen, beiden in MCCCXXIV, en dat niettegenftaande ook de laatften de Orde van Augustinus hadden aangenomen, overal, maar inzonderheid te Antwerpen, moesten lyden; zynde dezelven voornaamlyk verwekt door de Clememina van MCCCXI, tegen de in (j>) De Begyn-Hoven plagten voorheen meermaalen Sion, of wel de Berg Sion, genoemd te worden. Het Begyn-Hof te Antwerpen werdt met den tyd in de ftad geftigt. (?) Mosheim, /. c. bladz. 35Ö.  KERKE te ANTWERPEN. 55 in alle landen omzwervende, beedelende, biddende, en getiermaakende Begharden.if) Zv wendden zich in hunnen nood tot den H. Stoel, en Paus johannes XXII hoorde hen, doch alle de verhgtmg, welke hy hun zogt toetebrengen, werdt door den Bisfehop van Kameryk verydeld, als die hen genoegzaam aan hun lot overliet 0) INiet voor den tyd der Hervorming zyn deeze vervolgingen geftaakt, welke, inzonderheid door de gierigheid der Overheden en Geestelyken, naar t fchynt, nog meer en meer waren aange- ftookt. (V) , * , 3 -n De Clemenüna hadt naauweryks de Begharden en Beghinen verftoord, en genoodzaakt, zich fchuil te houden, of, na de Pest, in MCCCXL1X, weêrgalmden de Nederlanden weder van het woest gefchreeuw der om genade roepende Geesfelaars. Nu fcheen alle waarheid door eene dubbele overheerfching van bygeloof verloren, maar God, die uit de duisternisfe het licht roept, deedt, ui het nabuurig Engeland, eene Ster opgaan, welker ftraalen tot de bedrukte waarheidsminnaars in de Nederlanden, en inzonderheid binnen Antwerpen, welhaast doorbraken. Ook moest, daarenboven, de groote We*terfche fcheurmg de uitzigten op de Her- vor- (r) Clemtntim, eene Bulle van Paus clemenï V(0 diericxsens, i. I P- 291 — »97- p- 111 (£> mosheim, i. c bladz. 3ö°' D 4 £ tyd" perk. Geesfelaars.1349»  tydperk. Johan. VvqCLEF. 56 GESCHIEDENIS der HERVORMDS vorming begunftigcn, en 4e gemoederen hoe langer zoo meer van Rome afkeerig maakeu. In Engeland was johannes wiclef, Hoog Leeraar in de Godgeleerdheid te Oxfort, opgedaan, en twistte met Paus urbanus V., die te Rome toen den Stoel vervulde, en met alle de BedelMonmken, en derzelver voorftandcrs." Hy was door het licht, dat zyne oeffeningerj hem gaven , in de hitte der gefchillen , zoo -verre gekomen, dat hy, in MCCCLXXX, reeds de hand lag aan eene vertaaling der H. Schriften uit de Latynlche in de Engelfche. taal, en het leedt geen jaar daar na, of hy ftelde zich, openlyk,- te weer tegen het Leerftuk der Transfubüantiatie, verspreidende Zyne gevoelens door het ganfche Ryk, het welk hem eenen talryken aanhang bezorgde. Unmogejyk, echter, kon hy de vervolging ontgaan. Op eene Synode, in MCCCLXXXII te Londen vergaderd, werden 'er vier-en-twintig zyncr "Hellingen veroordeeld, waar van de voórnaamfte waren: dat hy tegenfprak de Trans[ubflantiatie; de Bi egt, de Mis. den Eerdienst der Heiligen, het Vagevuur, het Stadhouderfchap van Rome, het tydelyk Eïi gendom, der. Kerkelyken, en andere Paur felyke Hellingen meer. ' (V) De' Neder- land- (u) Zie v ene ma, l c. p. 397 — 405. Hy wyst, op. lenfam, Bist. du Concil. de Conjl. Lib. IL eri \. lewys leven van ^v/iclsf.  KERKE te ANTWERPEN. 5? landfche Kooplieden bragten welhaast zyne gevoelens, met hunne koopmanfchappen, naar huis. (y) Eu wie kan er aan twyfelen, of het handcldryvend Antwer- 2 pen, dat nog niet opgehouden hadt, dev zaaden van geloofskennis aantekweeken,k en zekerlyk deeze gevoelens, zoo byzon-^ der rymende met het geen hun te voo— ren gepredikt was, mét veel graagte ontving, was de eerfte der Necjerlandjche Steden , waarheen deze.lven gebragt. werden, Het. is niet te verwonderen, als men, te Antwerpen, na zulk eene reeks van jaa-j ren der diüsternisfe, toch nog veele op-j rechten vinden mogt, , die in het verborgene, naar het geen hun tc vooren verkondigd was, God dijenden volgends het licht van hun geweten, en zich langzaam .nierhand van den eer-dienst der Roomfche Kerke, zo zy dien. al hadden moeten vieren, verwyderden , ja , derizelvcn geheel en al vaarwel zeiden. De groote vraag deezer eeuw, die het zonder paus nog niet ftellen kon, was: welke Paus, het zy van Rome, of .van Avknon, is het hoofd en de. beftuurdér der Kerk?-— De moeijeïykheid en onwaarfchynlykhcid, om deeze vraag wél te beandwoorden; de flegte, ja godlooze, levenswys van uRBANUS en cl e mens, waar van men allerwegen fprak; de heillooze gevolgen , welken het gelyk beftaau van twee M brandt, l. e. bladz. 27, 28. D 5 I. tyd» berk. yne ge- aelens omen ar.r de JedtrlW' .n. l'ester- ':l:e iheuring.  r. tydperk ] 1 ] 58 GESCHIEDENIS der HERVORMDE twee Paufen, of de groote Westeifche fcheuring voordbragt, konden niet anders, dan een bedaard gemoed met den uiterften afkeer voor de paufelyke heerfchappye vervullen, en, daar de ftaat der Kerke hoe langer zoo flegter werdt, den Godsdienst zelf, niet dan met weêrzin, doen befchouwen, en al verder aanleiding geven tot een ernftiger onderzoek. De gevolgen der genoemde fcheuring, wel rampfpoedig en heilloos in zich zelve, maar voor de zaak van waarheid en vryheid ten hoogften voordeelig, breidde zich ook uit tot in Vlaanderen en Braband. Dee-e twee Gewesten nu, aan één en denzelfden Graaf onderworpen, hielden, zoo lang lodewyk van male (V) leefde, de zyde van urbanus VI; doch; na zynen dood, werden de gemoederen door hevige twisten verdeeld. ~— 'Er ontftonden twee partyen, Urbanisten en Clementiaanen , naardien philippus van Bourgonje, genoemd de Stoute, de Schoonzoon en Opvolger van lodewyk, de zyde van clemens VII zeer fterk aankleefde. Hy was de Zoon van karel V, Koning van Frankryk, ïp Broeder van deszelfs opvolger karel VI, die de befchermers van den paufely?en Stoel van Avignon waren. De paryen, die voor de twee Paufen ftreeden, ïadden onderling niet meer gemeenfchap, dan 60 cerisier, II. D. jt. bladz. 24—26.  KERKE te ANTWERPEN. 59 dan voorheen de Jooden en de Samaritaanen. (#) Door het dry ven van philip, vluchtten 'er veele Urbanuten, onder menige andere kerkelyke peribonen, inzonderheid uit Vlaanderen. Antwerpen was ook gansch niet vry, van de haatelyke gevolgen des Roomfchen Oorlogs in haaren boezem te gevoelen. Zy heeft, ten minfte voor het uiterlyke, den Paus van Avignon aangehangen en gehoorzaamd; het was gevaarlyk, zich aldaar voor urbanus te laaten hooren , vermids zulks ligtlyk den ondergang der Stac had kunnen te weeg brengen, (j) Wai wonder dan, indien deeze twisten hier hei zelfde, als in Frankryk, uitwerkten: eenen tegenzin in de wyze van het Kerk beftuur, van den Godsdienst zeiven, o wel eene heimclyke afzondering van di a-emeenfchap der Kerke! Frankryk erken de, in MCCCXCVII, geheel geenei Paus meer, of liever, deedt eene poo ging, om, voor altyd, den paufelykei zetel om verre te werpen. Wy zyn thans' genaderd tot de XVd Eeuw; eene eeuw, waar in de wanoi den der voorige niet verminderden. Twe Paufen kweeken verdeeldheden aan; doe waar van zy zeiven de lydende partye worden. Benedictus XIII worat door den Koning van Frankryk, te Av, nnon belegerd; maar neemt, door zyn b Ka; (x) DIERICXSENS, /. C. p. 340. (31) DIERICXSENS, l. C. p. 351. I. tyd» perk. Antwerpen volgt den Paus van Avignon. i 1 2 Staat der . Roomfche „ Kerke. XVde * Eeuw. tl e  \i TYDPEC.k. 60 GESCHIEDENIS der HERVORMDE Kardinaalen verhaten, ecnc overhaaste vlucht & beide Paufen j worden welhaast te Pifa afgezet, door de befluiten eener Kerkvergaderinge, uit welke een ander, onder dan naam van johannes XXIII, te voorlchyn komt, zonder .dat nogthans de twee afgezetten, ,van. hun vermeend recht of hunne, waardigheid wilden afftand doen. De een plaatile zyn' Stoel te Auftria en de ander te Perpignan: dus drie Paufen te gelyk, Gregorius XII zat te Aufiria;.. benedxctus XIII te Perpignan, en johannes XXÏII te Rn, me. Deeze fcheuring werdt, in MCCCCXXIX, wel weder , geheeld , en m a r~ tinus V aan het hoofd der Kerke geplaatst; n-.;;ar deeze bleef niet tev min zugten onder de heerfchappy en het bederf, van Rome, verbasterd door de weelde van ongeregelde Kerkelyken, en hartelyk verlangende naar hervorming, in het Hoofd zoo wel, als in de Leden. Deeze gewenschte Kerkhervorming neemt, eindelyk, haaren aanvang , te Bafel, in MCCCCXXXIII, onder het Pausfchap van eugenius IV; doch alles, wat zy nog voordbrengt, is niets, dan eene vernieuwing der voorige icheuringe. EugeNiu-s roept eene andere Vergadering te Ferrara byëen, en doet daarop de Vaders , te Bafel vergaderd, in den ban. Deezen, echter, gefterkt door den Keizer en den Koning van Frankryk, daagen hem voor hunne Vergadering; verklaaren hem, in geval hy niet veffchynt, als  KERKE te ANTWERPEN. Ct als Wederfpanni^ zetten hem af, en verkiezen in zvne plaats eenen ander', on der den naam van felix V. Dus zaten, in MCCCCXXXIX, wederom twee Paufen , en fpraken over eikander de fchriklvkfte vervloekingen , tot dat de fcheuring, onder nicolaus V, eindelyk geheeld werdt. Men kan ligtelyk opmaakcn, welke, fchroomlyke verdeeldheden en zedenbederf, hieruit moesten geboren worden; doch men ziet tevens met blydfchap, hoe zeer zulks te gelyk verftrekte tot tentoonftelling en verzwakking der paufelyke heerfcliappy, en tot opwakkering en roem van den zugt der hervorming, die in de harten der oprechten gcilaakt werdt. . Het konde niet anders zyn, of misnoegen en twist moesten, ook in Braband en Vlaanderen, blyven voordduuren, tot dat de fcheuring, onder martinus V, geheeld was, dewyl het Hertogdom nog altyd bleef in het Huis van Bourgonje, het welk doorgaans de zyde van den Tegen-paus van' Rome fchynt gehouden te hebben. Het zedenbederf, uit deeze typen ontfproten, was in Antwerpen maar al te duidelyk: de Hoeren waren er in zulk een aantal toegenomen, dat haar, in MCCCCXV, eene afzonderlyke plaats der Stad, den Guldenberg geheeten, werdt toegewezen: f» het F looster der Pre- (2) DIERICXSENS, P. IV. I. C. p. 4°3- ï. tydferk. jederf.  I. tydferk Staat d< gezindh den tegi Home. De gezindheden had den nog geene fó GESCHIEDENIS der HERVORMDE dikheercn was eene fchuilplaats voor fchel; men en doodflagers geworden , die met Vrouwen, Kinderen, en Hoeren, zich aldaar onthielden. Ca) r In deezen tyd bleven niet alleen de •- Begharden, waar onder thans ook de Wie'■n lef ten behoorden, aanwezig in de Nederlanden, door de vervolgingen, welken men hen aandeedt; maar zelfs hadden de beroeringen en godsdienst-oorlogen, die elders waren, veel invloeds op den ftaat van den Godsdienst aldaar, en inzonderheid op dien te Antwerpen. De Kruisvaarten tegen de Husftten in Bohemen, door martinus V uitgeroepen, waartoe men ook veele Burgers en Edelen uit de Nederlanden wist te beweegen, hadden dit zonlerling gevolg, dat zy, tot kennis van de leer en den handel der Husftten geraakt zynde, na bekomen nederlaagen, met weêrzin tegen de Kerk, voor welke zy ge/ogten hadden, t'huis kwamen: CF) teiwyl de overwinningen der Husftten op nieuw gelegenheid gaven, dat de Walden zen en Begharden, byzonderst omtrent Douai in Vlaanderen, het hoofd durfden opbeuren uit hunne verdrukkingen. Cc) De oplettendheid en vervolgingen der Kerkelyken waren nogthans te fterk, om ' openlyk en met vrugt voor de waarheid en vryheid des gewetens uittekomen; ook was (a) Ibid. p. 472. (ft) brandt, l. c. bladz. 30. (c) brandt, ibid. bladz. 31.  KERKE te ANTWERPEN. 63 was 'er, daarenboven, gebrek aan bekwaame en dappere Voorftanders, om de zaak der Hervorminge onverfchrokken te onderneemen. , . 1 In den jaare MCCCCXI was 'er, t is( waar, te Brusfil een aanhang, die zich 1 Mannen van verftand noemde , en aan j het hoofd hadt zekeren egidius cantor, en een' Carmelüer Monnik, wil-' lem van hildenisse geheeten; maar, de Bisfehop van Kameryk, petrus de. alliaco, noodzaakte den laatstgenoemden tot afzweering zyner gevoelens, en ftelde zich, met vrugt voor zyne party, zonder geweld te fpaaren, tegen de opkomst van deezen aanhang. De Leerftellingen deezer Mannen van verftand verdienen kortelyk gemeld te worden; de voornaamften waren: %, dat „ christus alleen het eeuwige leven „ en de gelukzaligheid voor het Mensch„ dom verdiend hadt, en gevolglyk de „ Menfchen dit onfehatbaar voorrecht, " door hunne eigen daaden alleen, niet „ konden verkrygen : dat de Priesters, „ voor welken het Volk belydenis van „ zonden deedt, de magt niet bezaten, „ om dezelven te vergeven; maar dat „ deeze magt aan christus alleen toe„ kwam : dat vrywillige boetedoeningen „ en kwellingen des lighaams niet nodig „ waren tot zaligheid." — Verder: „ dat „ niemand tot eene volmaakte kennis der „ H. Schriften kon geraaken, zonder den „ buitengewoonen onderftand eener God- I. tydPEivK. aagt, oro eneHev vrming e ondereemen. klannen 'an verland te Erusfek 1411. Sunne Leerftellingen.  i. TYDFERK. Lollarden te Antwerpen.Aanmerking ove dezelVeri. 1488', 64. GESCHIEDENIS der HERVORMDË ,, delyke inlichting.'* Men voegt 'er by; dat zy de eindelyke gelukzaligheid aller' Menfchen, zelfs der Duivelen, leefden, en de gevoelens der Mystiken toegedaan waren. (V) Van Antwerpen valt voor de vólgende1 eeuw niets te zeggen: dan, het is buiten twyfel, dat geene Stad, iri het geheimj .zoo veele Weidenkenden kon voeden^ als zy, uit hoofde van den koophandel en de inwooniüg van menigvuldige vreemdelingen. In MCCCCLXXXVill vindt men aldaar gewag gemaakt van Loliarden; maar' het fchynt zekerheid genoeg te hebben, dat deezen wel moeten onderfcheiden worden van de Begharden, die tot de Roomfche Kerk behoorden. Zy bezogten vlytig alle kranken, vertroostende en bereidende dezelven tot een zalig fterven, én te gelyk zorg draagende, dat zy de Sacra* inenten tydig ontvingen. Men onderfcheidt ze ook van de Alexiaanen of Celliten -, dat is, Cellebroeders, die zich alleen tot het bezorgen der begraafenisfert, en het oppasfen van zieken en zinneloozen, bevlytigden. <ƒ) Deeze goede lieden geraak-* ten ook weldra verloren, door den haat van gemaklyke en weelderige Kerkelyken ^ Pries- t (?) mosheim, / c. bladz 479—481. Doch er is op de aantygingen van party niet vèel ftaat te naaaken (O diéhicx'eNs, / c. P VI. p, 794. mos- »eim, l c. bladz 324 329 j. b gram- maije, .Amwerpia Lib II. C. VI. p. 16. en zyii Lovanium in entiqq. Belgic.  KERKE te ANTWERPEN. 6\ Priesters, en Monniken, die, bemerken de, dat hunne achting, door de vroomc werken der Lollarden, van tyd tot tyd, begon te verminderen, het Volk diet maakten, dat dezelven met heillooze ge voelens omtrent den Godsdienst beimet wa ren, en zich heimelyk aan veelerleije on deugden fchuldig maakten, (f) Men kaï hieruit verder oordeelen over den bedor ven ftaat der Kerke, die zoo veel te mee: alle weidenkenden moest doen reikhalzen om eenmaal het juk der dienstbaarhek aftefchudden, en den Heere te dienen ii geest en in waarheid. In de volgend* eeuw zulleit wy al ras ontdekken, ho< gretig Antwerpen het oor aan de predi king leende, welke het reeds lang in he Verborgen gefmeekt hadt. Ten befluite moet ik nog aanmerken: i. Dat het doorlopen Tydperk on leert, dat men de gevoelens der Hervorm den, in deeze eeuwen, niet enkel vooi Geestdryvery moet uitkryten, even als oi alle leere der waarheid door lüthes en calvyn eerst aan den dag gebragt. en, overeenkomftig de Apostolische ichrif ten, zuiver en eenvoudiglyk geprediki werdt. 't Is misfchien nog in gefchil, oi zy by de Getuigen der Waarheid, ir. deeze vroeger eeuwen , niet nog vee] eenvoudiger en Apostolifcher geweest zy. Ik wil hier door, evenwel, de groote ver- Cf) 110sheiM, ibid. Ë » - I. ' tyd* l perk» t l l Befluit > van dit . Tydperk.  66 GESCHIEDENIS der HERVORMDE I. tydperk. verdienden van luther, calvyn, en andere Hervormers, geenzins verminderen, maar flechts den nadenkenden aanleiding geeven, om de vraag te beandvvoorden: waar de Hervormde Kerk vóór luther en calvyn geheerscht hebbe? Ik geef aan alle de hier genoemde Gezindheden, die tegen Rome, vóór de XVIde Eeuw, opftonden, of liever, aan alle weidenkenden , die, hoewel onder verfcheiden naamen, met dezelfde waapenen den paufelyken dienst beftreden, den naam van Hervormden, of Hervormde Kerk. Ik weet wel, dat deeze naam, eerst in de zoogenoemde eeuw, in Frankryk, geboren , van daar naar de Nederlanden overgebragt, en ook aldaar door de Calvinisten, \er onderfcheidinge van de Luiheraanen, werdt aangenomen; maar, wie geeft my een beter, toepastyker, woord en welverdiender benaaming voor Gezindheden, die het Christendom weder tot zyne eerfte zuiverheid poogden te rug te brengen. Indien ik, door dit woord-gebruik, wilde bewyzen, dat men in die Gezindheden onze tegenwoordige Hervormde Kerk, niet alleen in haaren oorfpronk, maar ook in haar beftaan, moest zoeken, dan zoude ik verre mistasten; nademaal zy haar beftaan eerst in de volgende eeuw gekreegen heeft. 2. Dat inzonderheid de laatfte eeuw als eene voorbereiding is aantemerken tot de volgende, waar in die groote omwenteling in Kerk en Godsdienst-leere door de  KERKE te ANTWERPEN. 67 de Hervorming gebeurde, in welke wy allen, die de teugels van Rome hebben afgefchud, groote reden hebben, ons nog te verheugen. Hadt de Weiterfche fcheuring den hoogen eerbied voor den H. Stoel niet zeer merklyk verminderd, deszelfs hemelfchen oorfpronk en onoverwinnelyke \astheid niet belachlyk gemaakt?— WTas het niet zoo wel by hef Volk, als by de Vorften, tot die hoogte gekomen, dat men zyne eigen waarde en rechten begon te gevoelen, en geneigd was, om die te verdeedigen? — Alles was, van deezen kant, gereed, om met kragt uittebreeken, wanneer de Voorzienigheid nu ook de Boekdruk-kunst ontdekte. Naauwlyks begon deze haaren leerzaamen aart, met eenige klaarheid, te vertoonen, of het leergierig oog, tuurende op haare voordbrengzelen, werdt verrukt, en zag in een bly verfchiet den ryken oogst a dien zy bezig was voor de waarheid in te zamelen. Zy was het juist, \ geen der vryheid en hervorminge, ten deezen tyde, voornaamentlyk, mangelde; en de volgende eeuwen tot heden, gelyk ook die nog aanftaande zyn, hebben reeds geleerd, leeren nog dagelyks, en zullen altyd leeren, dat het met de burgerlyke én godsdienftige vryheid ganfchelyk zou gedaan zyn, indien het mogelyk ware, haar met haare gewrogten te vernietigen* Ë & TWEE* I. tvd* perk.  68 GESCHIEDENIS der HERVORMDE II. tydperk. Staat de Roomfch Kerkt in d: XVI Eeuw. i TWEEDE TYDPERK. antwerpen gaat voort, de hervorming te voeden; OF' Kerkelyke Gefchiedenh van den invloed van luther's leeringen aldaar in de XVIde Eeuw, tot den byzonderen voortgang van het leerjlclzel der Hervormden in den jaare MDLXI. De Roomfche Stoel fmaakte nu rust en vrede. Door geene Ketters, by den aanvang der XVIde Eeuw, te veel geboord, droeg zy zagtlyk den gemaklyken . Bisfehop, en zag zich omringd van weelde, pragt en overdaad. De gierigheid, niet zelden eigen aan den driedubbel gekroonden Knegt der Knegten, berokkende nogthans een fpel, dat welhaast het geruste paleis van eene noodkreet deedt weêrgalmen , en den vrede ganfchelyk verjoeg. Tetzel, die der gierigheid van het Roomfche Hof ten doel ftondt, predikte den berugten koophandel van zond- en fchuld - vergiffenis, bekend onder den naam van dfiaaten; maar vondt eenen hevigen tegenftander in mar ten luther, die, voortrefiyk afgeregt op redentwisten, hem gansch en al ter neder- vel»  KERKE te ANTWERPEN. 69 velde, den Stoel des Roomfchen Bisfchops onzagt maakte, ja, deedt wankelen, en den geheelen Aflaat-kraam deerlyk fchondt. Wyd en zyd bazuinde de Faam den roem der dapperheid en bekwaamheid van luther, te gelyk met zyne gevoelens. Het oor der Nederlanders nam gaarn die klanken op, en was niet onbereid, om zyne meeningen aftel uisteren De Stoel van Rome, fchnon uiterlyk gerust, was, evenwel, niet algemeen gezien ïn de Nederlanden, waar de tegenkanting aan denzelven, hoewel niet meer openlyk, nogthans niet minder innerlyk, beftond. Antwerpen, dat door zynen uitgebreiden handel , van overal, met goederen werdt vervuld, zag zich ook niet zelden 0veriaaden met meenigerlei begrippen, die omtrent het ftuk van den Godsdienst in de waereld alonime gedreven werden. De gevoelens van luther konden ook niet rrvïsfen, door den Duitfchen handel aldaar ter markt te komen, en zoo wel gekogt, als geveild te worden. Zy maakten, evenwel, het meeste gerugt, door de leerredenen der Vaders van de Augustyner Orden, met welken luther zelf briefvvisfeling fchynt gehouden te hebben. Zommigen hebben zelfs gemeend, dat de drift van luther tegen de Aflaat-pvediking ontftaan was, uit eenen hevigen naaryver, dien de Augustynen tegen de Dominicanen voedden, omdat de Paus de fierften in die prediking was voorbygeE 3 gaan, II. tydperk. tiet Lu- thersch Jteljel wordt bekend 1 iu de Nederlanden. Byzonderlyk te Antwerpen.  II. tydPERK, Tacobus praepositus predikt het zelve aldaar. !5»9- De Ju- gustyner Monniken val 70 GESCHIEDENIS der HERVORMDE gaan, waar uit zy dan verklaarcn, hoe het bykwam, dat de orde de Obfervantia, tot welke ook die Hervormer zelf behoorde, zyne gevoelens beftendig aanhing en voorftond. In 't jaar MDXIX predikte jacoeus praepositus, genoemd spreng, toen Prior van het Augustyner Klooster (£) te Antwerpen, ai een geruimen tyd, zoo in als buiten het zelve, de leer van luther. Het duurde evenwel niet lang;- want in het tweede jaar daarna, werdt hy ter dier zaake gegrepen en te Brusfcl gevangen gezet; doch op heiroeping weder geflaakt. Qi) Het verbranden der boeken van luther, op den 13 Juty MDXXI, volgends bevel des Keizers,.zoo te Antwerpen, als elders, gegeeven, moest allen, die het met de Roomfche Kerk niet ééns waren, fchriklyk in de oogen flikkeren, en een voorbode van den brand - ftapel wezen; doch de Augustyner Monniken, door het licht der waarheid overwonnen, fchroomden niet, in weêrwil van dit akelig voorte... ken, (g) Der Obfervanten. (&) Na dit gedaan te hebben, werdt hy in een Klooster van die zelfde Orde, te Tperen, gedoken; doch, daar zyne herroeping louter uit vrees was, kon hy onrnogelyk de waarheid blyven ontveinzen , werdt weder gevangen; njaar ontihapt en komt' by luthf.h in Saxen, dienende vervolgends, twee jaaren lang, de Lutherfche Kerk te Bremen. diericxsens, t. c. Tam- II- T. f. f. I#>, 160,  KERKE te ANTWERPEN. 71 ken, een gezuiverder Evangelie te prediken. Het ^'Kapittel van Kamtryk, hier van onderrigt, overviel, hen, op eenen vroegen morgen, door eene Commisjrie,i waar onder zich de Graaf van Hoog. 1 ftraaten, en hieronymus van der1 noot, Kancelier van Braband, beneveus* een Onderzoeker van Geloofszaken, bevon-j den, en fleepten ze allen naar Vilvoorden, \ van waar ze nogthans fpoedig, ónderbeding van herroeping, gefiaakt werden. | Twee hunner, henricus voes, en, •ïohannes van essen, bleven zitten, om dat ze van geen herroeping wilden hoeren, en werden, op den 1 July MDXXIII, te Brunei- verbrand. (O De geOaakte Monniken, hunne herroeping m de Hoofdkerk te Antwerpen verrigt hebbende, vielen hunner verworpen leere, zoo haast zy in hun Klooster waren, weder met veel yver toe, en predikten zoo lang op verfcheiden byzondere plaat,fen der Stad, als onder anderen in de Munt, tot dat zy allen uit het Klooster gezet, en het zelve, nu agt jaaren geftaan hebbende, vernietigd werdt. Maar het bleef hier niet by, de vervolging ftrekte zich ook tot verfcheiden aanzienlyke Burgers uit, inzonderheid tot den geleerden corneliüs grapheus, anders Schryver, Secretaris der Stad, die ge- (q joh. sleydaan van den ftaat der Religie , B. III. bladz. 34. diericxsens, /. c. P. 1Ó2, Ï63, 176 I«2- E 4 II. TYDPERSC' en hem, vaar gorden evat; ;onvmi;en verrand;:indelyk iet Klusser verüetigd. Oo-ru }Uj rrW*»3 De Se- cn.-tari* CURNEL» GRAPHEUS om 't gt~ loof gevangen.  II. tydperk, Tweede verbranding vai Listherfche boe ken. 1522- Een Priester te MeU predikt de Hervorming.IJetzelv doen ge nige gweryep 72 GESCHIEDENIS der HERVORMDE gevangen werdt over zekere voorreden, al vóór eenige jaaren door hem gefchrcven vóór een werkjen , getyteld: jan van goch over de vryheid van de Christelyke Religie. Hy moest eene langduurige en geftrenge gevangenis uitftaan; maar, dat hy, volgends zommigen, ter zaake van den Godsdienst, ook zoude verbrand zyn, is my niet gebleken. (£) Het vuur, om ter eere Gods te branden en te blaaken, randde, op 's Kei- 1 zers bevel, den 6 May MDXXII, nog eens, de Lutherfche boeken en gefchrif- ' ten aan, die, zoo veel 'er maar te vinden waren , werden ten hoop gedraagen. Dit belachlyk bedryf, gepaard met het vatten en ftraffen van twee Burgers, kon veeleer de ontvolking te weeg brengen, en de onderdrukte waarheid gewigtiger maaken, dan de fchaade en den luister der Roomfche Kerke herftellen. Veele Burgers vluchtten uit de ftad. Doch het leedt geene twee jaaren, of de liefde tot de waarheid was zoo fterk, dat zeker Priester te Mels, omtrent twee uuren gaans van de ftad, haare eer in het open veld verdeedigde. Eenigen der ; verdreven Augustyner Monniken waren ook met zulk een' yver bezield, dat zy niet konden nalaaten, de leer, door hun eerst (k) Zie den brief van grapheus aan den Kancelier van Braband, bevattende het verhaal zy* «er droevige omftandigheid., by bkandt, {. t.  KERKE te ANTWERPEN. 73 eerst gepredikt, te bevestigen, en hunne geloovige Broeders en Zusters te vertroosten. Zonder zich aan plakaaten of nafpooringen te bekreunen, durfde men,, zoo in als buiten de ftad, ter preeke te^ komen. Twee deezer Monniken, nogthans, moesten het met den dood bekoopen; zy werden in een zak gebonden, en van de Werf in de Schelde gefmeeten: dit was ook het droevig lot van zekeren niklaas, wegens eene veraiaaning, (by agterblvven van zekeren Augustyner Monnik, die der Gemeente als Predikant diende) gehouden aan boord van een fchip, hetwelk op het Timmerzaat, of Scheepstimmer-werf, lag. Hendrik van zutphen, gewezen Prior van het gemelde vernietigde Klooster, was het gelukkig ontkomen, toen men de Monniken vervolgde 5 doch moest te Ditmanfen onder de handen der Boeren het leven laaten. Zoo min te Antwerpen, als elders, ' wist het Volk , door Leergefchülen verbysterd, of 't zich aan het woord der Dominikanen, of der Augustynen, moest houden; de eerften, echter, konden met al hun preeken, tegen de laatften, die nu vast omzwerfden, geen gezags genoeg verwerven, op weegende tegen dat, 't welk de onderdrukking gewoon is by te zetten, inzonderheid , wanneer ze vroomlyk gedrapgen wordt. Het ongelukkigfte van deezen tyd was alleen, dat het Volk, zoo wispeltuurig van zin, en tot nieuwigheden geE 5 neigd, Ui tydperk. ie Au\ustfienn de lad; 113 ar, roor iommi;en, met ;en droerig gewig. Te Antwerpenweet het gros des volks, nog in de Roomfche Kerk zynde, niet, wat het gelooven moet.  II. TYDffERK Wederdo • pers te Antwerpen. I5-5- Verbranding va: loeten c 74 GESCHIEDENIS der HERVORMDE negid, als de vryheid van geweten, welke het hernomen hadt, ongewoon, meenig, maal tot uiterften aan 't hollen floeg, en door ylhoofdigheid in een bereid verderf ftortte. j. In het jaar MDXXV kwamen 'er ook al eenige Weder doopers te Antwerpen, die met hunnen. driesten hoop , allerwegen, als een onzalige ftroom doorbraken, en de grootfte verwarringen, al dweepende, aanrigtten. In de maand van December, werdt één hunner, dolearius geheeten, aldaar, met den dood geflraft. Men hadt naderhand de behendigheid, om de meeste Protestanten, onder den naam van dien droevigen aanhang, ter dood te doemen. Zy, die in den naam des Heeren brandden, en koppen maaiden, beleefden nooit een voor hun wenfchelyket dag, dan dien, welke de oproerige Wederdonpers in deezen Lande bragt. Ook verdient het opmerking, dat de Rosmschgezinde Schryvers allen, die niet Luthersgezind waren, en heimelyke godsdienftige vergaderingen hielden, ten deezen tyde voor Wederdoopers fchynen gehouden te hebben, en dus ook hen, die de gevoelens van zwiNGLius omhelsden, daaronder begrepen; hoedaanigen 'er waarfchynlyk waren, nadien 'er reeds, vóór den jaare MDL, eene heimlyke Gemeente van Hervormden beftondt. Naauwlyks hadt men weder tien Bur, gers, die heimlyk leerden , gevat, en p hunne boeken op het Raadhuis verbrand, of  KERKE te ANTWERPEN. 75 of 'er werdt, van wegens den Keizer, weder een plakaat tegens de verboden vergaderingen, in welken men over de.: H. Schriftuur handelde, aangeflagen , h waar by de overtreeders op geldboeten h gefteld werden. Karel, echter, dieft zich niet herinnerde, dat men het ftei-^ gerend paard den toom eenpaarig en zoe-z telyk moet geeven, geraakte hierby in ^ verlegenheid, want - het gezegd plakaat i was van geene de minfte uitwerking,1 waarom men nogmaals oordeelde, van zy-1 nent wegen te moeten beveelen: „ dat „zy, die eenige boeken van luther •>} of van andere ■ Sectarisfen hadden, de- I, zeiven, binnen zekeren tyd, moesten , overleeveren in handen der Overheid, \, op verbeurte van 't leven : wordende „ hen, die, binnen zekeren tyd, hunne „ dwaalingen zouden afzweereri, alle ver,, giftenis toegezegd, uitgezonderd den ge3, nen, die weder afgevallen Warén, of, „ nog in de boeijen zaten." (7) Ingevolge hier van, werdt een zeker Man, otider de uitzondering begrepen, om zyne gevoelens, in zaaken van den Godsdienst, verbrand, (rn) Vrouw maugaretha van Oostenryk, Daster van Keizer maximiliaan, ftierf (O Dit Plakaat werdt den 14 Oétober 1529 afgekondigd, en is te vinden by brandt, /. c. lladz. 103. (ra) diericxsens, l. c. p. 235, houdt hem voor een Wederdooper. II. rYD- ?erk. st Raadlis , en renge lakaaten es Keiers te« en de 'etterfcha oeken, nz. Marga- retha van Oor-  II. tydfeiik tenryk, Land- voogc'e: fterit. 1530. Maria , weduwe van Bongaryen,Landvoogder. 1 76 GESCHIEDENIS der HERVORMDE ftierf in het jaar MDXXX, na omtrent agttien jaaren de Nederlanden, als Landvoogdes, geregeerd, en den roem van een goed ftaatkundig beleid te lïebbèn nagelaaten. Een trek van het zelve hier ,optegeeven, zal den Leezer niet onaangenaam wezen. By een Plakaat van den 27 September MDXXV, l'chreef zy de nieuwigheden in Godsdienst-zaaken, oorfpronglyk, aan de Kerkelyken zeiven toe, en wilde, dat men geene anderen, dan welgeöeffenden, zou laaten prediken, met geene fabeltjens voor den dag komen, en noch van luther, en zyne Leer, noch van eenige andere gevoelens, op den predikftoel reppen. Dat hier in een goed verftand te ontdekken zy, is zoo ontwyfelbaar, als het nuttig is, om haaren raad nog heden onder het oog te houden. Keizer karel fteldcin haare plaats Vrouw maria, weduwe van Koning lodewyk van Hongaryen, zyne Zuster. Zy was eene Vorffin van een goedertieren en zagtaartigen inborst, en zoo befcheiden in Geloofszaaken, dat Paus taulus III den Keizer in MDXXXIX liet aandienen, dat zy de Lutheraanen in 't geheim begunftigde, en met hun verftand hieldt. Tot welftand van het ganfche Land, en byzonderlyk, om het dierbaar bloed haarer onderdaanen te rpaaren, was het haar niet te moeiiyk, zelve _ in perfoon naar Angéurz te reizen, ;en einde den Keizer te' verbidden, om :och zyne geflrengheid te maatigen, door hem  KERKE te ANTWERPEN. 77 hem de nadeelen, die uit de handhaavening zyner Plakaaten zouden voortvloeijen, onder het oog te brengen. Zy beminde ook de wetenfchappen en geleerdheid dermaate , dat zy den naam eener wyze Vrouwe alzins verdient. Dan, welke goede Landvoogdesfen karel ook hadt, die hem de zagtfte, voorzigtigfte en wyste gevoelens zogten inteboezemen, hy wilde nogthans van geene maatiging zyner Plakaaten altoos hooren; en, fchoon hy in MDXXXTI de vryheid van Godsdienst aan de Protestanten in Duitschland moesi toeftaan, wilde hy, dat zyne Nederlanden, als ware het, om zich te wreeken ovei het geen aldaar gebeurd was, het ,kost< wat het wilde, by het Roomsch Geloof, zonder eenige uitzondering, zouden bly ven. Ten einde de zoogenoemde Ket teryen in dezelve te kunnen uitroeijen zonder dat deeze Landen de voorrechtei van het Interim, in MDXLVIII, aan d; Protestanten in Duitschland gegeeven, ei fchen, of, hunne toevlucht tot het Ka mergerecht te Spiers konden neemen meent men, dat hy den band, die di Nederlanden aan het Keizerryk hegtte, rriee of min, hadt losgemaakt. («) Ja, mei denkt niet ongegrond, dat hy den Godf dienst behendiglyk wist te gebruiken to een dekmantel van zyn plan, om de Ne dei 00 CBRisiER, l. c. JI. D. 2 St. bladz. 639. H. tydperk. KarelV wil geene vryheid van geweten in de Nederlandendulden, , en dat met een 1 Staathm' dig oog. merk. » > i 1 t  II. Tyd- PERK. ?3 GESCHIEDENIS der HERVORMDE Manden , in zyn Stamhuis, erflyk tot een Koningryk te maaken. De Kerkelyken, die, by de vermeerdering van magt en rykdom, dikwerf, voor alle inbreuk op 's Lmds privilegiën, dien fchutsmuur van den Burgerftaat, de oogen getrouwlyk weeten te fluiten, of, door eene verhitte verbeelding aan het dweepen flaan, wanneer de Staatkunde het masker van Godsdienst-y ver aanneemt, ftonden hem, bykans overal, ten dienst, om de zuilen van 's Lands voorrechten om verre te rukken, en de toebereidzelen te maaken, om hem, of zyne erven, eens met den H. Olie, in den naam des Heeren, te zalven. Ja, zy wisten, volgends de redeneerkunde van den Hoogenpriester cajaphas, in zyn Rechtsgeding tegen tesus christus, de zoogenoemde Ketters fchuldig te verklaaren aan fchennis der Goddelyke Majefteit, by gevolg, ook aan fchennis van de Keizerlyke Majefteit, waar door dan ook de gevangenen, zelfs overal buiten hun Land, voor 's Keizers vierfchaaren mogten te recht gefteld worden; gelyk deze wederrechtlyke handelwys aan den ongelukkiger), vroomen meRULa, Priester te Heenvliet, is te beurt gevallen. Na het eindigen van den Duit* Jchen kryg, openbaarde karel zyne oogmerken eenigermaate daar door, dat hy, op de grenzen der Nederlanden, vierduizend man Ruitery ten zynen dienfte hieldt, die geheel van hem afhingen, of-  KERKE te ANTWERPEN. 79 offchöon zy door de Staaten moesten betaald worden. — Doch keeren wy tot Antwerpen weder. In het jaar MDXXXIV werden 'er nog predikatiën gehouden; dan, de Regeeringl zogt de fchuldigen naarftiglyk, en veelen { werden 'er geftraft, onder anderen, twee> Lutherfchen, die buiten de Stad, in het 1 Begyn-Hof, gepredikt hadden. Dit is^ opmerkelyk, uit hoofde van het vermoe-j den, waar in de Begynen, reeds in de t XlVde eeuw, gevallen waren. — Voor-] iiaamlyk, waakte men tegen de Weder- j doopers, die ten dien tyde Munfter, Am-1 fterdam, en andere plaatfen, in rep en roer gefteld hadden. Beide in dit, en het voorgaande jaar, werden ook, om des geloofs wille, twee Mansperzoonen, op het fchavot, met den dood geftraft, en vier Vrouwsperfoonen, van de Werf, in de Schelde geworpen. In het volgende jaar ontftond in de Stad een hevig oproer : de Wederdoopers bemagtigden , den li den der maand van May, het Raadhuis; (0) doch werden door de Burgers, die in alleryl te waapen vloogen, afgeilaagen; veelen werden gevangen genomen , en op onderfcheiden wyzen ttr dood gebragt. Men befchuldigde hen, naderhand, ook van brandftigting, en dit was de oorzaak eener nieuwe vervolging; zoo zelfs, dat, nog een paar jaaren krater, (»} DIER J C X S E N S, /. C. Tm. II. P. II. p- 254. 255. II. tvdperk. 1534' )e Reeeringan An%/erpen/aakt telen de ■redikaten. — Seroeing dei Vedtfloopers.  II. tydperk. Wederdoopersgerefor meerd door MEN NO SIMOKS. De Over heid krygt een tegenzin in het uitvoeren van 's Kei zers Plakaaten,dat zeer flap was. So GESCHIEDENIS der HERVORMDE ter, twee Leeraars, niet om oproer, maar om dat zy eenige perzoonen herdoopt hadden, gedood werden. Ten grooten voordsele dier goeden en vroomen, die, in confeientie, omtrent eenige befpiegelende Geloofsftukken verfchilden, maar, tot nu toe, dien woesten hoop aan zich verkleefd zagen, ftondt omtrent deezen tyd men No si mo ns op, maakte een geregeld ftelzel van leer en tugt, en beftreed de onbezonnene dwaalingen. Voortaan kan men hen, die, in het ftuk des Doops inzonderheid, met ons en anderen verfchillen, niet meer tellen onder dien ouden driesten hoop, dien men Weder doopers noemde; maar men moet ze houden voor eene Vergadering van geheel anders, en veel zuiverer denkende, Geloovigen. De Stadsregeering ging eenpaarig met de Landsregeering voort, om te waaken tegen alle Ketteryen; doch, in ftede van overwinnaars te zyn, zag men, by aanhoudendheid, de boeken en gefchriften tegen den Roomfchen Godsdienst vermenigvuldigen, waarom, in MDXXXIX, van wege den Keizer, het leezen van Lutherfche en andere Ketterfche boeken, op lyfftraffen, verbooden werdt; en het was geen jaar laater, of men zag al weder een nieuw Plakaat, op 't ftuk van Ketter y, aangeflaagen; het welk in waarheid niet anders heeten konde, dan 's Lands Plakaatboek vermeerderen. De Overheid, intusfchen, werd afkeerig, om, onder den fchoonen tytel, van recht en gerechtigheid  KERKE te ANTWERPEN. 81 heid te handhavenen., en braave en ftille burgers, zoó wel als oproermaakers, met gelyke ftraffèn, en. dat alleen, om vryer j godsdiehftige gevoelens; met zwaard en Water te vervolgen, en .zogt, in 't gemeen; ruimfchoots, in den loop, van het onderzoek doortegaan', en het ftuk niet 'te fcherp te. neemen. Dit kon den Keizer, .evenwel; niet gevallen,,die,, geene middelen, ziende., om, langs'den gewoonen weg van rechten; zynen plakaaten meer klem te , geeven, en. dezelven naar den letter te doen. uitvoeren, het thands geraaden vond, om van. dit ontwerp in het ftuk van , Godsdienst, aftegaan , : en wederom, de fchoone benaamingen vari yver voor de goede, zaak van Gqd,, én het recht,, op eene andere wyze te misbruiken.. De waereldlyke of. burgerlyke Overheid; belast . met. het onderzoek der gevangenen, mogt geene. Kerkelyken, ■ om 'getuigenis , der waarheid , te .geeven, t voor haare jechtbank roepen. ..Hier m vondt de. vryheid des gewetens, by geval, . eeri bolwerk; niet alleen voor den Burger en Ingezeten in het gemeen; maart ook zelfs voor de perzoonen,, die de Overheids-ambten bekleedden. Werdt dit afgeworpen, dan brak de verderflyke magt der Kerkelyken,. .te gelyk met den banblikfetn, en dus ook met. vuur en zwaard, op hun in; Want al wat verbannen was, mogt, naar het heilig oordeel der Kerke, niét gefpaard, maar moest tot asfche verbrand, of aan dé F fcherp- II. tyd- >eb£«  82 GESCHIEDENIS der HERVORMDE II. TYDPÈRK. Om dit te verat deren, vraagt d Keizer den Pau om de Kerkely ken, al! getuigen ■voor de BurgerlykeRechtbank te mogen roepen. fcberpte des zwaards overgeleverd worden, en dat zonder eenige veifchooning van ouderdom of jeugd; nademaal alle nalaatigheid hierin eenen vloek over het Volk zoude brengen, waarom de Kerkelyken, als wachters, ten duurfte verpligt waren, in het ontdekken der Ketteryen niets onbeproefd te laaten, en niemand te fpaaren, of te ontzien, in het geeven van getuigenis der waarheid. Cpy De Keizer oor. deelde niets heilzaamer, om de Burgers en Ingezetenen vervaard te maaken, en ede Overheid zelve uit vrees te doen yve. ren, dan den Paus te bidden, dat hy 'den Kerkelyken de vryheid zou vergun•nen, om in zaaken, het Geloofs-onderzoek betreffende, getuigenis der waarheid ' voor den Burgerlyken Rechter te geeven. (jj) Men kan ligtelyk oordeelen, dat zyne Heiligheid dit, uit mededoogen over den deerlyken ftaat van 's Keizers Erflanden, als mede ter verdeediging der zaake Gods, met vaderlyke bermhartigheid en zegening, toeftondt. Hierin is de eerfte reden te vinden van klagten over inbreuk en fchending van vryheden en voorrechten, als ook de grond der Paufelyke Inquifitie, welke nimmer in de Nederlanden hadt plaats gehad, en met alle burgerlyke rechten ftreed. Naauw- Cp) Deeze manier van Procedeeren werdt zeer verkeerd beweezen uit de boeken van mos es eis JOSUA. (?) DIERICXSENS, l. t. p. 284, 285.  KERKE te ANTWERPEN. 83 Naauwlyks was dit plakaat uitgevaardigd, of 'er verfcheen, in MDXLVI, weder een ander tegen de Ketterfche boeken, behelzende onder anderen : -„ dat „ niemand zou mogen fchool houden, zonder verlof van den Officier en Pas* „ tor der plaats, op bepaalde ftraftèn* naar bevind van zaaken, met byvoe„ ging eener lyst van boeken, welken „ de jeügd mogt gebruiken." Voorts: s, dat niemand zou mogen drukken, zon„ der permisfie, en ondertekening van de Ordonnantiën, op de boeken geflagen* j, op poene van den lyve;"' (.) van Welk plakaat de Boekdrukker, ja cos liesveld.t, in het zelfde jaar, een offer werdt, moetende zyne uitgaaf van eenen Nederduitfchen Bybel, om de bygevoegde aantekening, dat de zaligheid der Menfchen alleen komt door christus, met den hals boeten. Ook werdt zekere elïgius schalidekker, in de wandeling Loy genoemd, en Burgei der Stad, op zyne, door luther aan den Magiftraat bekend gemaakte, te rug reis uit Duitschland, waar hy met melanchïon geredentwist hadt, dooi denzelven, voor de tweede maal ns 3V1DXL, gegreepen, en nu ook mej den mutzaard verbrand. (/) Zyne gevoelens (r) brandt, l. c. bladz. 151, 152» (f) Indien men dit voor goefde fflünt mag annneemen, dan zou luther, gewoon met den Duivel handgemeen te zyn, al vegtende iets van F a d«- II. tyd? perk. Nieuw Plakaat :egen de Ketterfcht boeken. 1546. Jacob liesvf.ldt, e. schalibekkër, ea anderen * verbrand en onu halst.  n. tydperk. Nieuw Plaknat, vermeerderd mei een lyst van verbodeti boeken. 84 GESCHIEDENIS der HERVORMDE lens zouden geweest zyn: , j. Dat 'er „ geene opftanding was. 2."Dat de nl„ tuurlyke dood de verreizing was; nade„ maal de ziel dan tot God keerde. 3. Dat de ziel niet kon zondigen. 4. Dat „ de lighaamlyke kwellingen — menfchelys, ke ellende; de verrotting des vleefches — „ de helle waren, en behalven deezen „ geene andere ftraffen zouden te wag- ten zyn." (?) Een aantal lieden, welken men voor ééns gevoelende met schalidekker hield, en Loyïsten noemde, vluchtten. Jan davion, en jermyn, een ryke Vischverkooper, werden gegreepen en onthalst: gelyk ook* in dat zelfde jaar, de plakaaten des Keizers, op de verboden boeken, met eene lyst derzelven vermeerderd en afgekondigd werden. («) Irr deszelfs verraaderlyfceii sart zyii aangekleefd. Te vooren behoorde de Man tot de heerfchends Kerk. Men zou met horatius kinnen aanmerken: Quo femel est imbuta recens, fervabit odorem Testa diu. (O dizricxskns, ;: *, ^ 2g9> £M> van meteren, Nederl. Hifi. I. D. I. B. hl. di O) Tot het jaar MDXLVIII vind ik niets, dat aantekening waardig is, of, het zou hier mogen vryftaan te melden, hoe Pastoor dieBICXsens met veel godvrugtigheid verhaalt, dat, op den 22 April MDXLVII, flïerf zuster josii na van werden, Abtdisfe van het Convent St. Clara, welke, ten tyde van eenen hongersnood, die de Stad drukte, op haar geloof een merkwaardig wonderwerk genoot. Een fchoone jongeling gaf haar eene. met geld welvoorziene-, beurs over, zeggende: „ deeze wordt- u van God »» ge-  KERKE te ANTWERPEN. 8$ In MDXLVIII, wanneer, het Concilie van Trente voor drie jaaren gefchorst zynde, het Keizerlyk Interim, door vermaarde Godgeleerden opgefteld, te Augs-] lurg werdt afgekondigd, om Duitschland\ te "bevredigen, hadden alle Protestanten: en vroome lieden een hoopend oog op1 het zelve geflaagen; doch, ongelukkig, had zulks geen' den minften invloed op de Nederlanden, terwyl dezen, naar 'sKeizers wil, by den Roomfchen Godsdienst, zonder eenige verdraagzaamheid, blyven moesten, en alle Ketteryen zorgvuldig werden uitgeroeid; waarvan zich wedeir om, in den volgenden tyd, de jammenlykfte tooneelen openden. In MDXLIX en MDL, naamlyk,, ftroomde het onfchuldig bloed van braa-i ve Burgers, als van johannes des< champs, van zekeren fchilder, adri-' aan, van henduik, een kledermaaker, van cornelÏs aelwyn, waarfchyrv-! lyk Hervormden, en van drie of vier Mennoniten. Wat kunnen valfche begrippen van den Godsdienst niet uitwerken! ! Hy, gezonden!" Daarop verdween hy. Al den leefiyd deezer Abtdisfe, en zelfs lang naderhand, kon deeze beurs niet geledigd worden, tot dat, ten laatfte, de genade Gods van het Klooster week, door de nieuwsgierigheid van eenige Zus-* ters, die gaarn het getal der daarin zynde pert-'' riingen wilden weeten. diericxsens, i. c. p. 296. Onze Eerw. josyntje hadt nog maar het Wenschhoedeken van noden, om zoo gelukkig, als ioütünatus, te wezen. IT. tydperk. ïoop op 'erdraag? ;aam« ieid; tfaar 'oort- luuring Ier ver- rolgin- ;en. 1549- I55«  H. TYDPERK. o :'■ <. kg r $6 GESCHIEDENIS der HERVORMDE Hy, die de maatfchappy liefiyk moest vereenigen, wordt dan een moordharpy! ö God! hoe fchriklyk is niet de praktyk van het Christendom, geduurende eenige eeuwen, geweest!.... zoo fchriklyk, dat ik geenen Heidenfchen Godsdienst ken, die zynen God met gruweJyker moorden heeft tragten te vergeren ! Waarlyk, het Christendom fchynt in de , plaats van het Joodendom ingevoerd ,. met onverdraagzaamheid en al; men wilde het aan elkander gelyk doen zyn, in bannen, hangen, verbranden, en alle zulke goddelyke zaaken meer; en dezen, welk een voorrecht! moesten juist de grootheid der Kerkelyken in waereldsch vermogen bevorderen! — Maar, Iaat ik dergclyke beklaaglyke aanmerkingen ter zyde ftellen, en liever aantoonen, hoe karel, die, gelyk een arglistige flang, het hoofd in de vastigheid van 's Lands voorrechten "hadt weeten te wikkelen, hu weldra het ganfche lyf daar in zogt te ileepen. Inquifme was .de brug, -die voor zyne heerschzugt over de vryheid des Volks moest worden henengeflaagen. De Bisfehop van Kameryk was, wat Antwerpen 1 aangaat, te verre buiten zyn Kerfpel. De Overheid was het vervolgen moede, en de Burgers warsch, om dour hun getuigenis hunne vrienden, en bekenden, om hals te helpen; ook hadt een groot deel der Stad van het Pausdom afgezien. Alles liep tegen: en, de brug in alleryl opteflaan, was on-  KERKE te ANTWERPEN. 8? onmogelyk. Hy begon daarom, rood» wy gezien hebben, met de Kerkelyken, zagtjens, in het fpel te brengen, dooi hun als getuigen te mogen roepen. Doen . ook deez^ myn, hoe fchrand^lyk tot ee ne dubbele werking aangelegd, lprong verkeerd De Kerkelyken waren flap mJ runnen yver. Zommigen ^ooITt1 „iet onduidelyk te kennen, dat ook net, gevreesde kwaad in hunnen eigen boezem fchuüde. De Keizer was zeer wel onderrigt hoe het met de Kerkelyken ftondt; en dat verfcheiden derzelven heimelyk anders gezind waren en leerden; maar, hoe zon hy aan hun de handen flaan, eer zy tegen elkander den oorlog begonnen? Het andwoord is gereed Hy wendde zich tot den Paus, en bekende dat het den Bisfchoppen toekwam. Geloofsonderzoek te doen; dan, naardien dezelven ten dien tyde met gewoone zaaken hunner Diocefen zoo overkropt waren, dat zy de buitengewoone onmooglyk konden behartigen, zoo verzogt hy, dat het ■hem mogt behaagen, eenige geëerde en beproefde mannen op te geeven, en met 4e magt te bekleeden, om, m de iVe%lanln, de ambten van Geloofsonderzoekers waarteneemen; met byvoeging, dat dit des te nodiger was, naardien er zich veele Kerkelyken bevonden, die het Volk van de gehoorzaamheid des Roomfchen Stoels afkeerig maakten, (vj IJlt . , — , n  KERKE te ANTWERPEN. 8$ Zonder by dit werk te ilaapen, lag men de hand aan het opfteüen eener lnBru&ie voor de aanftaande Geloofsonderzoekers ; doch, eer dezelve werdt afgekondigd, werden de voorige Plakaaten, 00 het ftuk van den Godsdienst, _ ver- nieuwd boden boeken hadden en lazen, wie heimlyke " vergaderingen hielden, en de voornaamften da.ru '•S' Hier uit blykt, zegt hy, hoe verre de Hruüie der Inquifiteurs zich mtftrekte: zy Sddén de van- Kettery befmette Kerkelyken « oordeelen,' te vonnisfen, en daar na aan den Bur eerlvken Rechter overtegeeven, maar niet rie Lee fen deezen werden niet om Kettery aan denze ven'overgegeeven, maar alleen onder zwaare ker kelyke boeten gebragt, uitgezonderd, als zy aai FchLdaal, vérleiding, of oproer fchuldjg fton den' In wélke bogt'en moet zich de Man me wringen! Welk we fchynfchoone rechtvaardigm: va" het geweld der Roomfche Kerke waar va de Schryver zelf met zoo veel /maak fpreekt Was 'er wel een Protestant, die zich van zyn g< weten zogt te kwyten, wien men niet aan ée van d.ezegdrie dingen, óf wel aan allen te gelyk fchuldig kon verklaaren!.... Eene Inquifitie,a die nu werdt ingevoerd, was nooit in de» linden geweest, maar werdt van Spaanfchen gro! hërtaafrovergebragt, en flreed met de vryheid e Voorrechten des Larids. —- Deeze i#« » eene waaragtige dwingelandy; zy had de onb paaldfte magt over het leven en goed de. Inge, tenen van den groptllen tot den kleenften, , ÏÏSchte-zelfs over de Overheden, en bragt h Land zoetvoerig onder eenen geheel nieuwen R geeringvorm. Met het grootfte recht verhiev fich de (temmen der Nederlanders, die, volgen hét Staats-grond-fluk, de Blyde-inkomst geheete hunnen Heer niet verpligt waren, als hy z.yn eed brak, en van geen herftel wilde weeten. — F 5 IL tydPERK. HunneInfïruü',wordt ■ opge- I t 1 1 1 LI S d u ■y et er iXl ds 1, en  II. TYDPEPvK.field.' Voorbe leidzelen , ter afkondi- J ging. De ' Kooplie- < den van y Antwer- ^ pen komen te- ^ gen die r voorbe- g reidzeien ^ é h >■> i> »» >3 5» >1 » *5 ij m ■ :> ü? »> po GESCHIEDENIS der HERVORMDE tlieuwd en afgeleezen, met eene bygevoegde lyst van verboden boeken, door 3e Hoögleeraars van Leuven byëengebragt. Dit, in fchyn, zoo geregeld en° billyk ,vcrk, eer men tot de geweldenary zelve werging, gefchiedde op den 19 April MDL. y . • 1 De Antwerpenaars, die ten aanzien van len Keizer, maar niet van de waarheid in vryheid, wat kittelagtig van gehoor varen, konden een bevelfchrift, dat de oorige Plakaaten vernieuwde, geenzins erdraagen. De gemoederen werden beoerd. De koophandel ftondt, voor eenie dagen, ten meesten deele ftft; want e Kooplieden, uitermaate geërgerd, belaagden zich zeer over het Sfte en 13de rtikel : en geen wonder, naardien in _t eerstgenoemde gezegd wordt: „ dat alle de genen, die het zelve zouden hebben overtreden, of in dwaalingen gevallen waren, van den dag, dat zulks gebeurd was, onbekwaam en ongefchikt werden verklaard, om over hunne zaaken te befchikken; en daarenboven zou alles, wat van dien dag af door hun was gedaan, het zy kooping, verkooping, vermaaking by uiterften wille, of anderzins, van nul en geener waarde gehouden worden." .En het laatfle ;ld in: „ dat niemand werdt toegelaaten, iri Steden of Dorpen 2ich ter inwooning nedertezetten, ten zy hy een voldoend getuigfehrift hadt van den Pastor der plaats, van waar hy kwam." De  KERKE te ANTWERPEN. 9* De Magiftraat, hier mede verlegen, brengt deeze klagten ten Hove, en vyf maanden daar na, den afi September, werdt, bv wyze van uitlegging des eerden, en2 verzagting des laatften Artikels, afgekon-c digd het navolgende: \ Wv verklaeren, dat onfe meynmge niet en is geweest, om (zoo eenige " dat hebben willen zeghen en uitgee" ven) eenigzints te beletten in onic voorfch. Landen de behoorlycke Coopmanfchappe ende Contractie tusfchen ' den vreemden Cooplieden ende onte „ Onderfaten; nochte dat zy met vryelvcken en zouden mogen disponeeren "van haren goeden na den gefchreven , Rechte ende Costumen van de plaatie \ refpeftivelicken: maer wel om te voorre ziene tegens 't gene, dat bedneghe„ licken zouden willen doen, ende om te fchuwen de peynen van onlen Ge,] boden, ende by welcken middelen te l vérliefen de vreefe, die zy behoorden 3 te hebben, om daer tegens yet te „ doene ende mesbruicken. „ Art. I3« n Ende aengaende den vreemden hooplieden ende andere, die in onfe voorlz Nederlanden zouden willen commen: \l onfe meyninge en es niet, defelye t< „ bedwijngen de voorfchreven Certincatii „ overtebrijngen ende exhiberen: behoude „ lick, dat zy aldaer leven naervolgendi „ onfe voorfch. Ordonnantiën, ende hen „ Ue II. TYD- perk. y wóH en ge^' ust geteld.  II. tydïerk. Het plan van Inquifitieuitgelekt zynde, brengt Antwerpen in oeweepng. | ■1 ] ( 1 t i t 1 \ f r c V s d Jan van h ostende, t pa GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ lieden dragen fonder fchandelifatie als „ vooren. QvJ Nogthans hieldt men te Antwerpen niet op, en met reden, zyne Item tegen de Inquifttie te verhenen. Het Volk fchreeuwde Jr geweldig tegen, vreezende, dat de Kooplieden de Stad zouden verlaaten, tn dus den handel ganfchelyk de bodem mgeflaagen worden. Het bragt daar meie by de Regeering zoo veel te wege, lat dezelve een Gezantfchap naar Brusfel sondt, om, ware zulks mooglyk, te veringen, dat de haatlyke Geloofsonderzoeung althans ten hunnent nog niet werdt ngevoerd, het geen zy ook voor hunne «ad verkregen. Intusfchen, werdt door lit bedryf het ganfche werk niet weinig 'eragterd, en Antwerpen hadt het ys geraken. Het fchynt, dat jacqb maas, oen Penfionaris der Stad, (V) door een choon vertoog ten Hove tegen de Inwifitie, de verklaaring en verzagting van iet Sfte en 13de Art. des gemelden beelfchnfts, ten voordeele der buitenlandse Kooplieden, verworven heeft. Doch, iet alle deeze verzagting, was nogthans ït tydperk met min vrugtbaar in ysfefkheden, door diericxsens aan den ver der Regeering toegefchreeven; zyn2 binnen kort twee Mennoniten, en,'ia et volgend jaar, zekeren jan van osende, de eerfte, dien Antwerpen'k Kruis.- (w) diericxsens, /. e. p. 312, 313. cerisier, l. c. II. D. 2. St. bladz. 64.  KERKE te ANTWERPEN, 93 Kruisgemeente met naame tellen mag, en die, in de nabuurfchap deezer Stad, eenigen zyner Geloofsgenoten met het woord der waarheid in het geheim geftigt hadt; voords zeker Goudfmid, een Mennoniet, onder de befchuldiging van oproermaakers, gevonnisd en' als Ketters verbrand geworden; terwyl nog een'.Vrouw, om dat zy niet naar de wyze der Roomfche Kerke getrouwd was, verdronken werdt. Onder de misflagen der ftaatkunde var Keizer karel mag men vrylyk tellen. dat hy, in MDLIV met Frankryk ir oorlog zynde, eenige Duitfche Regimenten, die meest Luthersgezind waren, ir de Nederlanden zond, en een' .ieder der zeiven een' eigen Predikant toeftond, niei alleen in het leger, maar ook in.de be zettingen. (y) Dit , in de daad, wai niet minder, dan het vuur aanftoken, da hy vastlyk befloten hadt te blusfchen. . De Landvoogdes, inzonderheid, koi geen grooter miflag begaan, dan he Regiment van lazarus swenh, .0 swendi, dat insgelyks Luthersgezim was, naar Antwerpen te laaten rukken om aldaar eenen opftand te dempen, di veroorzaakt was door de aangevangen mi litaire opfchryving ter goedmaaking vai oorlogskosten, en voornaamlyk door he verleggen der Brouweryen naar de Nieuw ftad, dewyl het Bier, aldaar gebrouwen, © d (y) brandt, h «f blad*. 170. ri.' tyd" perk; Leeraar der, zich daar na noemende, HervormdeKruisgemeente i omgebragt. ■ Misfla•gen des keizers en der Land- ■ voogd;s• fe, die ; der Her. vorming! 'en der . Vryheid 1 voordee. C lig wa-" [ren. 1 l W - ^ » 9  II. tydperk. 94 GESCHIEDENIS der HERVORMDE de Burgerye zeer tegenftondt, (2) welke, reeds van dien tyd af, zulk' een" fyne proef op de Bieren gehad, en denzelven tot den dag van heden zoo zuiver fchynt bewaard te hebben, dat deze gelykheid van finaak, by aanhoudendheid, de aandacht der Reizigers tot zich trekt. De misflag der Landvoogdesfe verminderde geenzins, door de vertooning haarer tegenwoordigheid geduurende eenige maanden. Men zag nu de grootfte zwakheid der willekeurige overheerfching, welke zich zelve nooit gelyk blyven, 'veel minder waarlyk groot kan weezen: men befpeurde de behoeftigheid van den grootften Monarch, die, fchoon als een God den fchepter zvvaaijende , dan echter, wanneer de nood aan den man komt, het Volk met goede woorden paaijen, en het hoofd in den fchoot moest leggen: — een onlochenbaar voorbeeld, dat de geest van godsdienfïige en burgerlyke vryheid, door rechtvaardigheid, eendragt en moed geleid, een Volk uit de onderdrukking verheft en vrymaakt, ja, den trotschten Dwingeland noodzaakt, deszelfs vermogen hulde te doen. Wie der vrytieidlievende Antwerpenaaren zag dit niet in deeze Duitfche Knegten, zonder ten gelyken tyde zynen eigen yver-gloed te nntfteeken ? Wie begreep nu niet, dat niet godvrugtigheid voor Roomfche Religie* (*) VAN METERBN, /. C. fel. t>  KERKE te ANTWERPEN. 95 gie - begrippen, maar heerschzugt, om de Nederlanden onder het juk te brengen, het hart des Hertogs bezielde? Wie hunner moest, ook nu niet, de Landvoogdes, als het werktuig der dwingelandy, met een verachtelyk oog, van ter zyde aanzien, als die, met de Bloed-plakaaten voor de Nederlanders, ter zaake van den Gods. dienst, in de hand, den Lutherfche Soldaaten veroorloofde, ,onder haar oog tei preek te komen, vleesch te koopen, er te eeten in de Vasten. Kon 'er ooidoor een moordharpij iet gefchikter wor den uitgevonden, om te verbitteren et oproer te verwekken, ten einde alleei het genoegen van ftraffen te hebben?... De Antwerpenfche Protestanten, zoo Lu iherfchen, als Hervormden, vervoegden ziel nu ook, om leering en vertroosting, to den Legerpredikant swendi, die hei gaarn ontving. Dit ging ongeftoord 'f zyn werk; want het was thans voorzeke de tyd, hierin bot te vieren, om he kwaad niet nog erger te maaken. Wai kerde de lust ten "fterkften aan tot he hooren van predikatiën, en het houde van vergaderingen; de Regeering w£ nogthans hier dapper tegen in de weer doch wie kan het werk Gods verbrei ken? De heimlyke Gemeente bleef ftanc houden, en wies in weêrwil van alle ve; volgingen. Gaspar van der he^ den, een Man, voor Neêrlands He vormde Kerk, in vervolg van tyd, va groote verdienften, was, omtrent het bt gi n. tyuperk. i t " De yvef 1 voor Get wetensj vryheid wast aan. 1 r t t i s _ •„ Gaspar ._ van der heyden, -1 Leeraar '■- der tl  $6 GESCHIEDENIS der HERVORMDE II. tyd- perk: Kruisgs■ ^neente. o / gin van MDXLIX, om des geloofs wille, van Mecheien, uit zyns Vaders -huis gevlucht, en had, offchoon uit een ade: lyk geflacht herkomftig; zich te Antwerpen tot het Schoenmaakers handwerk begeeven, om een eerlyk onderhoud te hebben. Zonderling was het, dat hy juist in zyn baas een lid der heimlyke Gemeente aantrof, het geetl zich op de Volgende merkwaardige wyze ontdekte. Van der heyden, boven op zolder flaapende, bemerkte van tyd tot tyd^ dat zyn baas alle nagten aldaar met een kaars kwam, een kist ontfloot, en daar Uit een boek nam, waar in hy een getuimen tyd bleef zitten leezen. Dit was genoeg, om zich openbaar, te maaken, èn zy ontdekten elkander. Eerlang werdt hy een lid der heimlyke Gemeente, en; fchoon nog maar 20 jaaren oud, tóen dè Predikant, jan van ostende, om het levën kwam, moet hy in bekwaamheid en godvrugt alzins hebben . uitgemunt, dewyl de Gemeente herri in deszelfs plaats verkoos; hy nam deze moeilyke, gewigtige, en gevaarlyke bediening , by voorraad, op zich, blyvende zyn ambagt oeffènen, om der Gemeen ie niet tot last te zyn.. By vervolg van tyd) byzonderlyk na MDLIV, fchynt zy 'er op gedrongen te hebben, dat hy zich geheel en al, met verlaating van zyn handwerk, aan het heilig dienstwerk zoude overgeeven; doch hy weigerde zulks ^ ten zy hy door de Kerk van Embden  KERKE te ANTWERPEN. of daartoe wettig verkooren en bevestigd werdt; waarom hy aan de Confiff.orie aldaar , op den 17 December MDLV, fchrcef, ■„ dat hy den last der bediening „ niet anders, dan door derzelver verkie„ zing en bevestiging, wilde aanueemen." Niet lang daarna ondernam hy zelf de reis naar Embden, om zich daar te haten bevestigen, ten einde hy al zynenarbeid en vlyt ten dienfte der Kerke mogt befteeden. (p) Diericxsens houdt van dér heyden, en de heimlyke Gemeente, voor Wederdoopers: QT) Dit is, by gebrek van onderzoek, zeer te mispryzen;' maar, aan den anderen kant, by gebrek van genoegzaamé boekenkennis en boekeryen, in den Man te verfchoonen. De gevoelens der Kerke van Embden, en de bezending van genoemden Leeraar, met twee Ouderlingen, in MDLXVI, naar de Kerk van Amfteldam, met last , (gelyk op zyn plaats zal verhaald worden) om met dezelve te raadpleegen, bevvyzen tert klaarften het tegendeel, en wel inzonderheid , dat, hoewel de Gemeente, teii dien tyde, nog geenen naam hadt; die twist en fcheuring in het lighaam van christus vooronderftelde, zy nogthans de gevoelens der Zwitzerfche en Frari- fche O") Men kan zyne Levens-befchryving in 'c breedè lèezeri by jona willeji té water* Reform, van Zeelnd, bl. 338 — 4:0. {bjh, c. p. 344. conf. 359. G II. tydperk; Zyri ver:rek naaf Embden . 1555 of I55Ó.  H; tvd- ferk Getteldheid da' Kruisgemeente. Keizer KAREL draagt di Nederlan den aan zyn zooi PHILIPS II. over, I55C pS GESCHIEDENIS der HERVORMDE fcbe Kerken was toegedaan. De Gemeente was toen nog niet zeer talryk, en werdt door eenen Predikant, aan onderfcheiden huizen der Leden , met het woord bediend , hoedaanige plaatfen en byëenkomiten telken reize werden bekend gemaakt, om niet ontdekt te worden, (c) Als men in overweeging neemt het gevaar, dat met het houden van heimlyke predikatiën verzeld ging, en de geheir me oefening der byzondere Leden, van welke wy een voorbeeld in van der. heyden's Meester hebben aangehaald, dan moet men zich verwonderen over de waarheid-liefde en yver deezer Gemeente, waar by ons tegenwoordig Hervormd Christendom op eene merkelyke wyze affteekt. — Eer het jaar MDLV was ten einde geloopen, waren 'er wederom . eenige Mennonhen ter dood gebragt, en, onder anderen, derzelver oudfte, of Bisfehop, aldaar, genoemd gillis van aaken. Keizer karel, het bewind moede, droeg zyne Nederlanden over op zynen 'Zoon Philip pus II, Koning van Spanje, en prees hem in zyne aanfpraak, op i'het Hof' te Brusfel, by deeze zoo merkwaardige overdragt gedaan, de onderhouding en handhavening van den Roomfchen Godsdienst, als de waare. zuil der Re- (O diericxsens l. e. pag. 343. Hy noemt de Predikanten voorman uit beleefdheid Praedictsiii, maar heeft de uitlegging 'er van vergectcn.  KERKE te ANTWERPEN. 97 Regeering, ten fterkfte aan. Gaarn hadt hy alle zyne Ryken en Staaten in Philips, onder een hoofd, verëenigd geZien, maar moest zich vergenoegen, aan fer dinand, den Roomsen. Koning j het Keizerryk te laaten. Op zyn geliefd plan i, om de I Nederlanden onder ééne Koninglyke Regeering te - brengen, tot in het" laatfte zyns levens, het hecrschzugtig oog houdende, befchouwde hy deezen Zoon als deszelfs bekwaamen uitvoerder, en zegende hem gaarn tot nieuwen Hertog in zyne plaats. Philips hadt, na Zyn Huwelyk met maria , Koningin van Engeland, Zuster van den overleden Koning ëduard VI, reeds in dat Koningiyk doen zien, met hoe veel drift hy den Roomfchen Godsdienst aankleefde, en van welken heerschzugtigen geest hy bezet was. Het duurde ook niet lang, of hy kreeg daarom den aanminnigen tytel van Duivel van het Zuvdem Zyn Vader hadt, naar zyn plan, hem, met het ftreelendst voorüitgezigt, anto- n ie dê perrenot de granvel- l e , Bisfehop van Atrecht, als een wys en doorkneed Staatsman, aangeprezen; de Nederlanders„ in tegendeel, beefden voor de daaruit makende vervolgingen, en Vrouw Maria legde haare Landvoogdyfchap, welke zy nu vyf en twintig jaaren bekleed hadt, neder. 2 Philips ving zyne gezagöeffening in de Nederlanden in MDLVI aan, toet eenen algemeenen Landvoogd te benoemen G a in II. tydperk. Maria Haat van ie Land-» yoogdyrchap af. Ei. PHI- UBÈRTj Hertog tfah Sa-  Ui tydperk voije, Landvoogd, Philips vernieuwtde Plakaat en; maar/ff; werpen komt 'e tegen o; en 't werk blyft ftecken, ioo GESCHIEDENIS der HERVORMDE in den perfoon van zynen Neef, e man-u el philibert, Hertog van Savoije, . één der grootfte Veldheeren zyner eeuwe. Om de genegenheid der Nederiandfche Heeren te winnen, vereerde hy aan veelen de Ridder-orde van het Gulden Vlies. In Zomermaand bevestigde hy den Heer maximiliaan van beveren, Markgraaf van l/eere, in het Stadhouderfchap van Holland, Zeeland en Utrecht. Geduurende zyn verblyf in de Nederlanden, hieldt hy den teugel des bewinds in eigen handen, en raadpleegde bykans met niemand, dan met den Bisfehop van Atrecht, met barlaimont, en viglius, welken laatften hy zelfs boven de Zoonen der Heeren van beveren en brederode gefteld hadt, in de keuze van eenen Medehelper {Coadjutor') der Abtdye van St. Bavo te Gendt. (d) Eindelyk, vernieuwde hy de voorige plakaaten, op het ftuk van den Godsdienst, weder met eene nieuwe bygevoegde lyst t van verboden boeken: dan, de Inwooners r van /intwerpen ?ich by herhaaling daar , tegen verzet hebbende, werdt het in alle 'Steden van Braband, waar het afgekondigd was, herroepen. Philips moest, om dat hy ten deezen tyde met Frankryk in oorlog was, en onderftand gelden nodig hadt, deeze Provintie, welke de voornaamfte was, inzonderheid Antwerpen, ont- (d) cerisibk, l. c. III. D. si Sc. bladz. 5.  KERKE te ANTWERPEN, ioï ontzien; en voedde daarby tevens den trots der Landzaaten. Onderwyl deeze nieuwe Regeering dus onëenpaarig werkte, ging Keizer karel, met beide zyne Zusters, eleonora en maria, naar Spanje onder zeil, waar hy zich in het Klooster van St. justüs, op de grenzen van Castiltett, by Placenta, opfloot. Dan, helaas! opende zich, alhier te Lande, wederom een rookend tooneel van vuur en bloed. In het zelfde jaar, als de nieuwe Hertog de teugels der Regeering in handen nam, werden 'er, te Antwerpen, twee Mennomten ter dood gebragt; gelyk ook, in het volgende jaar, veele JVederdoopers, volgends diericxsens, in de gevangenis het Steen, op onderfcheiden tyden gedood, als, den 24 May, vyf Mannen, wier lighaamen buiten de Stad op raderen gefteld, en, den 6 Juny, drie Vrouwen in wynkuipen vol waters verdronken, daarna in zakken genaaid, en in de Schelde geworpen werden. Het geen hy meldt wegens het ombrengen van zekeren Bisfehop der Wederdnopers, ziet zekerlyk op gilles van aa ken, van wien boven reeds gefproken is. Anderen verhaalen, dat 'er, in dit jaar, tien Mannen en vyf Vrouwen der Mennonitifche Gemeente werden omgebragt. (/) Onder dit alles verflaauwde egter de yver en moed der Geloo- vi- (f) BRANDT, /. c. bladz. 213. G 3 m tydperk. Vervolgingen.  ioi GESCHIEDENIS der HERVORMDE m tydperk Aanwai detKrw gemeent Aduiaa van haamstede , Prert kant. 1557. Van d IIEYDEt komt t rug. ' zyn tw Predi kanten, Vervol gingen vigcn niet. De Gemeente, zich naderhand Hervormden noemende, wies en , werdt zoo tahyk, dat derzelver Predikant, adriaan van haamstede, i-aan die van Embden , den 2.1 Juny MDLVII, fchreef, dat één huis voor n hunne zamenkomst niet genoegzaam was; dat hy in bedenking gaf, of men niet zoude onderneemen , in 't openbaar te prediken; dat hy de fpoedige te rug komst van van der heyden wenschte, om hem in het dienstwerk byteftaan. Verder verzogt hy, dat die Kerk eenige bekeerde Monniken wilde aanneemen en verzorgen, dewyl het in Jmwerpcn voor hun gevaarlyk was, en misfchieif te vreezen, dat zy anders tot den ouden zuurdeezem mogten wedcrkeeren; (ƒ) het welk voor de Gemeente zelve niet min ;R gevaarlyk kon worden. Hierop kwam 1 van der heyden weder te Antmr* e pen, en nam zynen dienst zeer zorgvuldig, voorzigtig, maar tevens met yver waar. De Gemeente hadt nu twee Predikanten. Het volgend jaar, dat zoo beroerend voor de Gemeente was, ving ook reeds met het fchavot aan; wordende den Boekdrukker, franciscus raat, als OVeitreeder der plakaaten, den 4 January, op de Markt ter dood gebragt. "Doch, mis- fchien (ƒ) E. metners, befchryving der Oostfriefche Kerken, ƒ. D. bladz, 373—375. by j. \y. te WATBr,  KERKE te ANTWERPEN. 103 fchien zou de vervolging nimmer hebben plaats gehad, zo niet adriaan van haamstede (ook wel genoemd adriaan cornelisz.) ach door eenen verkeerden en dweependen geest hadt laaten vervoeren, om in het openbaar, ten tyde van de Procesiie op Sacramentsdag, by het Kruis op de Meer ftaande, te prediken. Dit mishaagde veelen der Gemeente, vooral aan van der heyden, die zich daaiover by zekere gelegenheid dus uitdrukte: dat christus ons beveelt, ferpentifche voorzintighcia in ons doen te gebruiken, (g) Wat van haamstede" hierover wedervaaren is, wordt nergens gemeld; nnsfehien heeft hy zelf de Stad verlaaten. Niet lang hierna, werdt jan du champ, een tafelhouder, by zekeren onderlchepten brief over den Godsdienst, en houdende aan zynen Neef, zynde een Monmk, dien hy tot zyne gevoelens zogt overrehaalen, ontdekt en verbrand, (ff) Intusfchen hield de Landvoogd een waakend oog tege& de heimlyke vergaderingen, welken men buiten de Stad,'waarfchynlyk, in het open veld, begon te houden;, als blykt uit een brief, door den Landvoogd aan de Regeering van Antwerpen afgevaardigd den 17 December MDLVI1I. (0 Deez' brief werdt af- Cg) meikers, /. c. bladz. 366. (h) br*ndt, /. C. p. 215. (i) Woordelyk by diericxsens te vinden l. c. p. 361, 3^2- G 4 II. TIJDPERK. Dnbe;onnenyrver van mn haamstede. ■ |  II. tydperk. Commisjit van on derzoek op 't houden van heimlyke Vei ga de ringeiv. naar Antwerpen. 1558. V^N DEK heyden door den Mark grarf gezogt,maar wonder lyk bebaard i ( 104 GESCHIEDENIS der HERVORMDE afgezonden met eene Commufie van onderzoek, beftaande uit den Raadsheer, franciscus parys, en den Procureur-Generaal van Braband, henricus booms, beveelende, deezen allen bytfand, die nodig was en door hen zoude gevorderd worden, te verleenen. Het bevel behelsde, zeer goede wagt te houden, vooral des nagts, om alle dergelyke vergaderingen binnen de Stad te beletten. Aan de werkzaamheid van deeze Commisfte fchynt/ men het te moeten toefchryven, dat de Gemeente met de woonplaat/en van verfcheiden Leden, inzonderheid des Predikants, aan de Overheid ontdekt en verraaden werdt. (k~) De Markgraaf, die daarop ter huisbezoeking uitging, bezettede en onderzogt het eerst dat huis, waarin van der heyden woonde. De huiswaard werdt gevangen genomen; doch zonderling gered, akoo by zich op eene geheime plaats verfcholen, en de deur van binnen zoo vast had toegejmaakt, dat ze niet te openen was; waarom de Markgraaf één' zyner Dienaarcn op het dak zond, om de pannen afteneemen en toetezien Deeze zag van der heyden biddende nedergesnield, en, met deernis bewogen, bedapte hy hem niet. (/) Ten deezen (i) Verhaal van den marteldood van gilles 'erdiet, of verdikt, in de Hift. der Marïfairen, fol 2R8, Amft. druk 167,1. j. w. te \vatee, /. c. bladz. 393.  KERKE th ANTWERPEN. 105 tyde waren jan van immerzeel, Markgraaf, en hendrik van berchem, Burgemeester, bittere vervolgers der Gemeente; fchryvende de laatfte in zyne verdeedigintr, (ni) dat zy beiden, (bedoelende den Markgraaf) in MDLVIII de grouwelyke Conjuratie der Secreta„ risfen, mitsgaders heur Confiftorie en Republyke, die zy onder haerluiden ,, gemaekt hadden, en alle heure fecre„ ten alder eerst ontdekt en in 't licht gebragt hebben." Men wil, dat 'er, door dit onderzoek, eene meenigte perfoonen gevangen, ter dood gebragt, en gebannen werden, waardoor de Gemeente zeer merklyk verminderde: onder anderen, werdt anthony verdikt, of verd 1 et, Diaken der Antwerpenfehe Gemeente , te Brusfel geblakerd en gehangen. _ Den 19 December dcszelven jaars ftierf c or n el ius grapheus, van wieil boven is melding gemaakt, die, uit den Kerker verlost, en in zyn Ambt herfteld zynde, althans uiterlyk, goed Catholyk leefde tot den dag van zyn overlyden. In het naaste jaar, MDLIX, ftelde de Wcthouderfchap, welke thans de wyze van beftaan en het beftuur der Gemeente ontdekt had, op het hoofd van den Predikant de fomme van 300 guldens, op dat van een Ouderling, Diaken, of eenig ander Dienaar, 50 guld. ten voordeele van (#1) c. boe, Nederl, Oorl. 4 B, fol. 154. G 5' II. tyd- PERKf Antho» t(Y VER.1 DIKT, Diaken der Gemeente,oinger bragt. Cornel. grapheus averleden. De Kruis* Gemeente is in irroote zvvaarig. heid. 'Kr wordt %tld ge-  ioS GESCHIEDENIS der HERVORMDE II. tydperk. Jlcld op hethoofi van den Predi liant en Opzie ners der Gemeen te. 1559- Hendrik bobhilt Ouderling der Gemeen, te, ver brand. («) brandt, /. c. bladz. 327. van den aanbrenger. Van der heyden, het nu niet raadzaam oordeelende, langer te blyven, noch ook verder van nut kunnende wezen, week naar de \Paltz. Men verhaak, dat één der Scheepenen, kasper de re NI al me, als hy, omtrent deezen tyd in de Vierfchaar zittende, eenigen om 't Geloof had helpen verwy en, daar over zoo in 't hart geraakt werdt, dat hy wanhoopende werdt fhuis gebragt, en kort daarop ftierf, roepende en klaagende, dat hy V onfchuldig bloed hadt veroordeeld, (n) Ook anderen, misfchien, hebben eenen gelyken wederzin, in het ombrengen van goede Burgeren ter zaake des Geloofs, gehadt; doch de vrees voor philips deedt godsdienst en menschlykheid voor de bloed - plakaaten zwygen. Adriaan de 1 schilder en hendrik bobhalt, Kledermaaker en Ouderling der heimlyke Gemeente, werden, den 19 January, op de markt aan de paal geketend, om verbrand te worden; maar "er ontftond, by die gelegenheid, zulk een verbaazend oproer en gedrang, met het geroep „/laat ,, dood! /laat dood!'''' dat men elkander vertrapte, en Schout en Beul de vlucht namen v nogthans werdt de beroerte eindelyk geftild, en het vonnis uitgevoerd. Dit jaar telde ook agttien Mennoniten, die om het Geloof omgebragt werden, en  KERKE te ANTWERPEN. 107 en zag een plakaat, van 's Konings wege, ten v'oorfchyn komen, waarby de t fpeelen der Rethorykers, in welken maar 1 eenigzins van Godsdienst en Kerkelyke D perfoonen gerept werdt, verboden wer th den, en daarentegen bevolen, dat de w ftukken, die gelpeeld zouden worden," eerst door den Plebaan, Pastor, Om-£ cier, of Wethouders, der plaats moesten onderzogt worden. Men hadt maar al te wel opgemerkt, hoe deeze fpelen het Pausdom tegenwerkten. Zy ftreeken de Kerkelyken, daar het pas gaf, wel eens braaf door, en hoe meer deezen zulks kwaalyk namen, zoo veel verdagter waren zy by den gemeenen man, zoo als dit altyd pleegt te gaan. Het is bekend, dat de kamers der Rethorykcrs nog m de Oosienryk/che Nederlanden beflaan, en heur vernuft, in meest alle de Steden en Dorpen, naar heur vermogen fpülen. Ten befluite van dit Tydperk vordert de Geichiedenis, dat ik het oog van den Leezer wederom van de ongelukkige Kruisgemeente afwende, en het gordyn wcgneeme, om eenige gewigtige bcdryven van het Treurfpel te vcrtoonen, t welk de Staatkunde, agter het masker van Godsdienst, op het tooneel der Nederlanden fpeeldc. Dit is nodig tot het regte doorzigt in het werk der Hervorminge, vooral met betrekking tot Antwerpen, welks gefchicdenis vrylyk de eerfte plaats in de algemeene Gefclnedboeken van de Hervorminge der Nederlanden be- klee- II. :yd- ^ ERK. 5 Re- nykers orden 't 00$ :hou:n. Bejluü van dit Tydperk.  io8 GESCHIEDENIS der HERVORMDE n. tydperk. A rv'THOPJY PERRE NOT d< Granveile,Staatsminister. 1 ï ( ] \ Hy tragt 1 de Inqui- J Jitie, door < de ftig. ] rng van ' nieuwe 1 Bisdommen, be ' dektlyk ' intevoe- » ren. , kleeden raag": terwyl ook daarin de roemryke Staatkunde van den onfterflyken willem I, Prins van Oranje en Nas/au, zich in een helder licht vertoonen zal. 1 De Bisfehop van Atrech, die de ziel was der Staatkunde van philips in de Nederlanden, zogt al zyn vermogen aantcwenden, om het groote plan van Keizer karel te voltooijen, dat den regeerenden Hertog zoo beminlyk in de oogen ftraaldc. Het kon, zyns oordeels, niet worden uitgevoerd, behoudens de Rechten en Privilegiën des Lands, die, fchoon ze veel hadden moeten gedoogen, altyd onoverkomelyke hindernisfen in den weg waren. Om nu hier toe te geraaken, moest men noodzaaklyk de Nederlandfche Heeren uit de Regeering zoeken te dringen , gunftelingen des Konings "er in jrengen, anderen van laager ftand uit de Nederlanders, welken men toch niet geïeel konde voorbygaan, verheffen , en lus aan het Hof verpligten, de Nederandfche Heeren, ware het mogelyk, te 'erdeelen door naaryver, de Inquifitie, iy de Nederlanders zoo haatelyk, bedektyk invoeren, door nieuwe Bisdommen te tigten, voor welken de Koning de Bischoppen zou mogen benoemen , enz. Vaardoor, zoo het genoemd werdt, „de , vreeze Gods en de Catholyke Gods, dienst, de rechte zuilen der Regee, ring, mogten bewaard, en alle Kette, ryen uitgeroeid; maar, voornaamlyk, ,> de  KERKE te ANTWERPEN. 109 de Kerkelyken aan den Koning verpligt, en zyne party in der Staateri Vergadering door hen vermeerderd en verftcrkt mogt worden. Men wist, met welk eert gelukkig gevolg men zich vaak bediend had van ' den dekmantel van Godsdienst, om het Volk van deszelfs eerbied, eii vertrouwen op de aanzienlyke en dappere Voorftanders van deszelfs rechten en vryheden , die ook geeneri fmaak in het Ketterdooden hadden, aftetrekken, en tegen dezelven voorinteneemen : Of, zoö dit alles wilde tegenloopen, als dan, doof dit zelfde middel, het Land tot eenen openbaaren opftand te dwingen, om het met magt van waapenen de wet te komen voorfchryven. Hoe het plan ook uitviel, de heerschzugt, die noch goed', noch bloed ontziet, om tot haar oogmerk te komen, vóndt altyd haar belang by deeze ondernemingen. Dit ontwerp was zoo dra niet ge maakt, of het openbaarde zich weldra aan het ftaatkundig oog in de ganfche regeeringwyze van philips, inzonden heid, by het verheffen van baRLaimont en vigliUs boven de Zooneri der Heeren van beveren en brederode. De ftigting der nieuwe Bisdom men kon zoo fpoedig niet voortgaan: de Paus moest daaraan eerst zyn zegel hangen. Tot hier toe hadt men, in de M Serlandêftj niet meer, dan vier 'Bisfehop pen gekend, van Luik, Munfïer, Kame ryk en Utrecht, die onderworpen Waret 'aai II. TYDPERK. Philips begint zyn groot ontwerp uitrevoe-» ren. 1  ï io GESCHIEDENIS der HERVORMDE II. tydperk. aan de buiter.landfche Aarts-Bisfchoppen van Keulen en Rheims. Kameryk, Utrecht, en Mechelen werden by het nieuwe plan voorgefteld als Aarts - Bisdommen, en, als onderhoorige Bisdommen van het eerfte, Doornik, Atrecht, St Omer en Namen; van het tweede, Haarlem, Middelburg, Leeuwarden, Groningen en Deventer; van het derde , Antwerpen , 's Hertogenbosch „ Roermonde , Gent , Brugge en Iperen* Pranciscus sonnius, Doctor in de Godgeleerdheid, en Kanonik der Hoofdkeike te U-recht, als mede Apostolisch én Koninglyk Geloofsonderzoeker aldaar, werdt, reeds in .Maart van MDLVIII, met dit ontwerp naar Rome gezonden. Hy keerde met de Paufelyke Bulle, waardoor het werk zyn volle beflag kreeg, in de volgende maand van Augustus, met het grootfte genoegen terug", ' en fteldé dezelve den Koning, kolt vóór zyn vertrek naar Spanje, ter hand. Granvelle, op wiens hand de Koning fteunde, zogt roiddelerwyl, als een groot Minister, zyne eigen heerschzugt ryklyk te verzadigen : niet zonder eigen voordeel hadt hy het plan beraamd en aan den Paus gezonden. Op het voorftel van sonnius, door den geest van den Bisfehop vnn Atrecht, werden tot het verdeden der oude Bisdommen , en het ftigten van nieuwen, door den H. Vader benoemd, anthony perre- not de granvelle, Bisfehop Van Atrecht t. u. d., philippus nigrius, De-  ) KERKE te ANTWERPEN. ui Deken van St. Gudula te Brze$ë/,*J- tf« d. , VIGLIUS van zuiciiem, Voorzitter van St. Bavo te Gendt en van het H. Concilie, j. u. d., en michaël BRUiTius, Deken van St. Pieter ^ te Leuven-, als mede Hoogleeraar in 't Kerkelyk Recht aldaar; doch welke laatfte, na zyn kort daarop volgend overlyden, door pet.r.us curtius, Doctor in de Godgeleerdheid, werdt opgevolgd. ^ De Bisfehop van Atrecht. ontving welhaast van den Paus den Rooden Hoed; terwyl hem ook door den Koning het Aartsbisdom van Mechelen, dat het voornaamfte geworden was, toegelegd, cn nigrius tot Bisfehop van Antwerpen beftemd werdt. — Men behoeft geen fchrander doorzigt te hebben, om te ontdekken, hoe geweldig deez' heerschzugtige Kardinaal het gansch beftuur naar zich trok, en den tempel der Nederlandfche vryheid, met veele arbeiders, die van zynen wenk vlogen, onder het fchoon voorwendzel van de eere Gods te verdedigen, in de daad ondermynde. Door zyner, invloed wist hy ook te bewerken, dat. by de Vredesonderhandelingen te Chateau, in Camlref;;, tusfehen de Koningen vai Spanje en Frankryk, ook bedektlyk ge handeld werdt, hoe men, door de gan fche Christenheid, de (zoogenoemde) Ket teryen het best zoude uitroeijen. Tb wist, dat zyn vermogen met dat de Roomfchen Stoels moest aanwasfen, ei daarom was hy niet weinig yverig tege; a tt tydperk. By den i vrede . van Cha_ teau, worde ■gehsn' deld over 5 de nit- roeijing 1 der ge1 zuiveri-  112 GESCHIEDENIS der HERVORMDË II. tydperk. de gods. dien (ten. De Prins van Oran jê ontdekt het, De Land voogdyfchap de Nederlanden, en het Stad höuderfchap vai Holland enz. vatant. allen die immer inet den haatelykeri naam van Ketters konden . bellempeld Worden. Deeze handel werdt nogthans ontdekt door den Prins van Oranje j, die* met de Hertogen van Alm en Aarfthot en den Graaf van Egmond^ tot naarkoming van zekere verdragspunten, als Gyzeiaar van wegens den Koning van Spanje, in Frankryk was, en dat wel ui€ den mond van hendrik II zei ven, die, meenende, dat het geheim aan den Prins te vertrouwen was, zieh zulks onder het jaagen liet ontvallen. De Prins, met meest alle de Nederlandfche Heeren, zeer gebelgd over het beduur van philips en granvelle en den Spaanfchen aanhang, Ving dit nieuws greetig op, en lag het in zyn brein, om 'eiten eenigen dage een goed gebruik van te maaken. Men zegt $ dat hy toeri reeds het bëfluit nam, om dien aanilag te keer te gaan, en den Spanjaarden deri voet dwars i te zetten; • De Nederlanders, die zich % by het fluiten vart den vrede met ■ Frankryk ± 'thans met een zagter beftuur en meerder rust vleiden, bezeften de ftaatkundigé ■ ftreeken, die 'er omgingen, nog niet: zy waren voor het gros des Volks nog te 'veel omzwagteld, om agterdogt tè wekken. De dood van den Stadhouder vart Hólland, Zeeland en Utrecht, maxi miliaan van beveren, en het afftaafï der Landvoogdye van wegens den Hertog vau Savnye, die fehikkingen maakte, om1 zy-  KERKE tè ANTWERPEN. 113 zyne Erflanden in perzóon te gaan beftuuren, zou welhaast al die hoop verydelen, en een nieuw bedryf openen, waarin men den trotichen Kardinaal befchaamd ziet verdwynen, zynen aanhang verbleeken, en eenen raadeloozen Hertog en eene Landvoogdes tot de te. onder-*1 brenging van het Volk. fchoon niet zonder een daarop volgend verlies, van een goed en voornaam deel zyner Nederlandfche Provinciën, befluiten. De Landvoogdyfchap der Nederlanden thans openftaande, verlangde het Volk niets meer, dan tot Landvoogd te zien aan gefteld den Graaf van Egmondi zoo beroemd wegens zyne mènschlievehdheid en edelmoedigheid, als wegens zyne dapperheid, betoond in de twee berugte overwinningen by St. Qnintyn en Grevelingen, ten fteen des aanftoots voor den naaryverigen Hertog van Alva; of anders den Prins van Oranje, zoo verheven door zyne afkomst; als door zyn Verftand, door zyne ftaatkundige bekwaamheden, en door zyne dappeiheid, van wien ) alle kragt vernietigt, het ganfche werk in duigen werpt, en boven alles de goede Burgery in gevaar brengt, om het gebeurde met goed en bloed te betaalen: hoewel een onbereekenbaar werk der Voorzienigheid zomtyds, op hoop en ook wel tegen verwachting, uit dén nood het licht des heils doet daagen; gelyk de gcfclüedeuis van ons Vaderland ons met de doorflaandfce proeven leeren kan. Ik heb reeds te vooren gezegd, dat -de Ncderiandl'che Heeren geen' fmaak in het gruuwlyk Ketterdooden vonden. De Prins van On.n/e toonde dit; want, kort na het vertrek des Koriings naar Spanje, liet hy verfcheiden eerlyke lieden, wegens verfchillende religie ter dood gedoemd , fvoöbf waaifchuwen ; waardoor hy alzins- het vertrouwen won des Volks, dat zeer naar - vryheid van godsdienst neig- (ƒ>) Het vervolg de^aer Grefe!iipdenisre ?r\ dit toonen; ro'arr men 'mogt daarby onder het houden, dat deeze gevolgen meim;sfen ImÜ^W, als 'cr verdeeldheid is in de. Regeering , rils hat Volk, verdruk* en getergd, asngtjilookt -.wordt, en een riigfteun meent te vinden; g'v.;. ten dieri tyde, by de Fra.ifche party van coNin;.  KERKE te ANTWERPEN. 119 defecte De ^'ift tot vryheid c1es gewetens heimlyk vocdzel te geeven en voorteftaan, moest noodzaaklyk den yver des Volks opwekken tegen granvelle, de Landvoogdes, en alle Spanjaarden, die in het Ketrcrbranden behaagen venden, en in tegendeel deszelfs genegenheid tot hunne Edelen ten fterkften ontvonken. Hierin, nu, moesten de misnoegden hunnen -fteun vinden, om den Leeuw der Nederlandfchc vryheid op den Dwingeland met zynen geweldigen ftoet met ■2-oed gevolg .los te laaten. ° In het eerfte Tydperk, heb ik reeds aano-emerkt, welken invloed de beroennn-en°, lotgevallen, en ftaatsgefteldtemsfen van nabuurige Landen op de Nederlanden, en byzor/derlyk op de vermaarde Koopftad Antwerpen, gehadt hebben. Ook is daaruit gebleeken, hoe Braband en Vlaanderen, 'zoo na aan Frankryk paaiende, de toevlucht waren eener meemgte va'i menfchen, die, om godsdienftige gevoelens aldaar vervolgd, de wyk naar elders moesten neemen.- Thans zal ik overgaan, om hit de toenmaalige gefteldheid van dat Ryk, wederom kortlyk, het nodige licht over den voortgang der Hervorminge, byzonderlyk te Antwerpen, te verfpreiden. De Protestanten in Frankryk, der leere van jan calvin toegedaan, en zich Hervormden noemende, fchoon door hunne tegenparty , de Ronmschgezinden , met den fcheldnaam van Hugenooten begroet, H 4 wer" III. tydperk. De Hervormden, in Frankryk, der Leere v*n joh.  iso GESCHIEDENIS der HERVORMDE Hl. tydperk. pALVÏN toegedaan , worden door de GUISES zeer ver volgd, onder fr.iivcois H. Dit trekt veele. vluchtelingennaar Braband en Vlaanderen. Religieoorlogaldaar. condó pnderiteunt de Hervorm den tegen ttE gui- sis. Zainenzweering.' j560, werden door de guises, onder de Rer geering van francois II, zeer gedrukt, en met alle geftrengheid vervolgd ; waarom veelen hunner de wyk naar elders, vooral naar Vlaanderen, en vervolgends ook naar Braband, namen. De Ketterftraffen tegen anne du bourg, Raadsheer van het Parlement, een onberisplyk, eerwaardig, en aanzienlyk Hervormde; benevens de invoering van groote bygeloovigheden ten aanzien van den eerdienst aan mar ia, ten valftrik der Hervormden verzonnen, deeden dezelven in driftigen yver blaaken, en naar een hoofd uitzien, om zich te wreekcn. Dit openbaarde zich, eindelyk, in het jaar MDLX, wanneer de bekende zamenzweering te Amboife en Touraine, onder het 'Gouvernement van Orleans, ftand greep, van welke de Prins van Condé het onr zigtbaar beweegrad was, maar die beftuurd werdt door la renaudie, een hervormd Edelman. Een Advokaat, tot de party der Hervormden behoorende, ontdekte deeze zamenzwcering, waar door veelen door den fabel of beuls handen fneuvelden, door het beleid van den Hertog de guise, Lieutenant Generaal des Koningryks. Wanneer men in aanmerking neemt, dat dit vreeslyk lot omtrent ieoo Hervormden trof, kan men ligt begrypen, dat zulks geene geringe verflagenheid onder hen veroorzaakte, en niet weinigen, als aan opftand fchuldig, het koningryk deedt ruimen, irizondejfe  KERKE te ANTWERPEN. 121 hiid, als men vernam, dat condé zelf gevangen was. De Bisfehop van Vaknee, en de Aarts - Bisfehop van Vienne, fpraken wel voor de verdraagzaamheid; de Admiraal coligni fprak wel voor de Hervormden by den Koning, en de Staaten fchortten de ftrafoeflèningen om het Geloof wel op; maar, na den dood van Koning francois II, als carel IX,< deszelfs bloeder, nog maar tien jaaren oud, den throon beklom, en de Koninr! ginne Moeder, catiiarina de medicis, het fchip van Staat beftuurde, liep■ de zaak zoo fterk in ftaatstwisten voort,1 dat zy, riiettegenftaande een plakaat van January MDLXII, waarby den Protestanten het handhavenen van hunnen godsdienst buiten de Steden, met eenige * bepaalingen, werdt toegeftaan, tot eenen Burgerkryg uitbarstte, en wel door de flagting, "welke de gu 1 se , regtftreeks tegen het genoemd plakaat aan, onder de Hervormden, te Vasfy, in Champagne, verraaderlyk aanrigtte. De guise was niet alleen bitter tegen de Hervormden, maar ook misnoegd over het beftuur van catharina de medicis, die, den Godsdienst als een middel van ftaatkunde befchouwende , een tegenwigt gemaakt hadt voor de verbaazende magt der guises, door den Prins van Cendé te flaaken, den Koning van Navarre tot Lieutenant-Generaal des Ryks te benoemen, en den Ryks-Veldmaarschalk, montmoren cy, uit de ongenade, waarin hy, H 5 ze- III. tydperk, -AREL x. L^ath. ne ilEDIClS. Voede 'an de ÏUÏSE. 1562.  ïït. tydperk. Einde van den openhaa ren Religie-oorlog en vryheid van geweeten.1563 K67. , De NederlandfcheHeeren hellen tot de party va CONDé; 122 GESCHIEDENIS der HERVORMDE zedert den aanvang der voorige Regeeringe, gevallen was^ te herllellen. Deezen waren de bittere vyanden van de gihses, en, met den Admiraal coligni, de Kardinaals d'anbelot en de chatielon, deszelfs broeders , den Prins van Portkn, den Graaf van Rochefacauit, en met nog anderen van den Aclel vcreenigd, die der verdraagzaamheid, of liever, den Hervormden Godsdienst waren toegedaan, verdeedigden zy het bevelfchrift. De Opper - Veldoverfte des Ryks en de Maarfchalk de sa int andrö, waren, met den Hertog de guise, tegen hen verbonden. Het oorlog, door deeze twee aanhangen tegen eikanderen gevoerd, was hevig, bloedig en wreed: "men kan dus gemaklyk nagaan, hoe fchriklyk de nederlaagen voor de Hervormden en derzelver Leeraars moesten wezen. In het jaar MDLXIil, 'eindelyk, werdt het zwaard des oorlogs, .door een bevelfchrift van vrede en vergiffenis, met bevestiging van de vryheid des geweetens, veeleer in de fchede geftokcn, dan wel geheel afgelegd : het jaar MDLXVII zag hetzelve weder met woede uitrukken. Deeze is de voornaamfte buitenlandfche lleutel der gebeurtenisfen van dien tyd in de Nederlanden. De ftaatkunde, toch, der Nederlandfche Heeren neigde zoo veel naar de zyde van den Prins van \Condê, als die van granvelle naaide zyde der guises; zy floegen een even  KERKE te ANTWERPEN. 123 even min ongunftig oog op de Franfche vluchtelingen en zaaken, (q~) als conDé, die gaarn in die Landen ftookte, ten einde den Koning van Spanje, thands, reeds werks genoeg hebbende, om het< vuur van oproer in zyn eigen ryk' te blusfchen, buiten ftaat te ftellen, om j zich met denzei ven te bemoeijen. f>). De Prins van Oranje, nogthans, wiens ftaatkunde veel verder ging, en de gefteldheid van het Franfche Ryk zeer wel doorgrondde, begaf zich, nu, in het huwelyk met de Dogter des Keurvorften van Saxen, die der Luther fche belydenis was toegedaan, om een rugftenn in Duitschland te krygen, die hem , misfchien, vroeg of laat, meer zou te ftade komen. De ervaarnis leerde dit ook by vervolg van tyd, wanneer de Franfche zaaken te deerïyk verliepen. Itj het jaar' MDLXII begonnen de Franfche vluchtelingen van den Hervormden Godsdienst, die vol vuurs, en, dooide vervolgingen, byna fpoorloos in minnen yver waren, de gemoederen der Nederlandfche Protestanten aanteblaazen, en hen van hunnen geest medetedeelen: men be- (?) In het jaar 1562 wilde de Landvoogdes de guises met tweeduizend Ruiters onderlteunen, maar de Prins van Oranje en de 'Graaf van Egmond hielden dit tegen, c eri sier, / c. HL D. 1 St. bladz- 35. O) Vervolg op fleury, Hijï. Eccl. Tom. KXXIV.°Liv. 169. n. 43. diericxsens, /. c. p, 491. III. TYDperk. naar 1 rttArVfte rer rouwt liet op frankryk. De Fran- 1 fche vluchtelingeny- eren zeer voor de Hervorming  124 GESCHIEDENIS der HERVORMDE III. tydperk. in deA'e derlanden. Ajityttrpen yvert voor de vryheid, en weet zich van den, haai toege wezen, Eisfchop te ontflaan. begon te Doornik, Valenciennes, en elders, vergaderingen te houden ; zingende de Pfalmen in de Franfche taal, berymd door clement marot en theodo- rus beza: en het duurde niet lang, of die yver floeg ook tot Antwerpen, over. Antwerpen hadt, intusfchen, een naauw-. lettend oog op het ftuk der invoeringe van nieuwe Bisfchoppen geflagen : zy zag, met wederzin, den Kardinaal, een vreemdeling, tot het Aartsbisdom van Mechelen verheven: zy hoorde, opmerkzaam, de klagten der oude Bisfchoppen, der Abten van Affligem, van St. Bernard en Tongerion 5 behalven die van veele Geestelyke Ordens, over het befchikken en wegfehenken van een gedeelte van derzelver middelen, ten behoeve deezer Bisfchoppen, als ftrydende tegen de, by den Koning bezworen, - voorrechten: zy luisterde naar de ftem van den Adel, die, uit den invloed, welken deeze nieuwe Bisfchoppen, als afhangelingen van granvelle, op de Regeering des Lands moesten krygen, de fchaadelykheid daarvan, voor de vryheden en voorrechten des Volks, en "het heil des Lands, duidelyk aan het licht bragt: zelfs zag zy onder de mantels der Bisfchoppen, niet onduidlyk, de Inquifitie verborgen, welke by deeze nieuwe invoering onvermydlyk fcheen te wezen. Dit alles wekte ' haaren yver op ; zy hadts zich, immers, reeds zoo langen tyd tegen dep in-  KERKE te ANTWERPEN. 125 indrang der paufelyke Inquifttiè weeten te beveiligen, om, met het ganfche Land, } de ftem tegen al dit inconjiitutioneele en weaerrechtlyke te verheften, en hadt ook het genoegen, om, na veele moeilykheden, van haaren toegeweezen Bisfehop ontilagen te worden. Granvelle hiermede voor het hoofd geftooten zynde, was de heerschzugt zelve niet weinig geknakt geworden. Nogthans ging het Ketterdooden, vo\-^ gends de bloed -plakaaten, aldaar den ou-é den gang. In MDLX werden/er vyfaen^ Mennoniten ter dood gebragt; m MÜLA1,. den 28 February, jan de bosscher, Diaken der- Kruiskerke, en den 19 May jan de keizer, derzelver Ouderling, de.eerfte op het Steen doorftoken, de ander verdronken: vervolgends kostte de vryheid des geweetens nog aan agt Mennoniten het dierbaar leven. Al dit ombrengen, echter, deedt den moed der Hervormden niet zakken; want den 3 Augustus, als de Stad, door het fpeelen der Redenrykers, vol vreugde was, hadden zy zich in een bosch by Markfem verzameld, ten getale van vier- of vyf honderd; doch met dat ongelukkig gevolg, datzc van den Dtosfaard dier plaats overvallen, eenigen gevangen genomen, en onthalsd, anderen, gelyk zekere wouteroom, een Metzelaar, en jan van oudenaarden, op het Steen werden verdronken; de Predikant was het geluk- ki| Hi. ivd- 'erk. 'oord-i aande ervol;ingenldaar. 1560, 1562. 1  t&6 GESCHIEDENIS der HERVORMDE ni, tydperk. De naan van Gereformeerden,oïjtiervormden,koomt ii de Nederlanden. kig ontkomen; (f) drie geraakten 'er met behendigheid los, en een vierde werdt vrygekogt. In het volgend jaar, braken 'er veele gevangenen uit het Steen, waarover zich van meteren met reden zeer verwondert, dewyl de muuren van zeer zWaaren fteen, en vier tot vyf voeten dik, zouden wezen. Hy verhaalt, datze, onder anderen, door fterk water, gaten in dezelven braken, (f) i De naam van Gereformeerden, of Her» vormden, — in regenftelling van LutheTitanen, Mennoniten, en anderen, — was nu met de Franfche vluchtelingen in de Nederlanden overgekomen, en werdt ook by de Gemeente aangenomen, die tot heden de gevoelens der Zwitzerfche Kerken, ook in veele opzigten, naar de verklaaring van jan calvin, omhelsd hadt. De Roomschgezinden noemden ze Calvinisten, en in de Nederlanden, fpotsgewyze, Calffleer ten, Calvers: porthaise, een Franschman, dit niet kunnende uitfpreeken, noemde ze Calffliêrs. (u) By deeze gelegenheid zy het my geöorlofd aanteeg brandt, l. c. bladz. 244, 245. Wie die Predikant geweest is, vind ik niet aangetekend; Waarfchynlyk christofful smït of fabricius; van wien ftraks zal gefproken worden. CO L- c. fol 22. Ca) Par la fidelle diligence, zegt hy, de Mesjire guilliaume de Nasfau, Prince d'Orange, powtors Chef des Calffulrs au Pays-Bas. diericxsens, /. c. p. 560.  KERKE te ANTWERPEN. 127 temerken, dat de Hervormde Kerk, als zoodaanige, (y) gelyk de loop deezer Gelchiedenis heeft kunnen leeren, haaren oorlpronk niet verfchuldigd is . aan jan calvin, maar dat hy alleen is aantemerken als een voornaam voorganger in dezelve, die haar in uitgebreidheid, gezag, en aanzien, heeft doen toeneemen. De Nederduitlche Kerk in de Nederlanden mag, onder anderen, den naam van Calvinjche draagen, uit hoofde van het geen men, in haare Symbolifche Boeken, (Geloofsbelyd. Art. XXXV. en den Heidelb. Catechismus Zondagafd. XXVIII.~) wegens den aart en de natuur des HL Avondmaals leest; als waarin dezelfde bewoordingen voorkomen, als door de Luther/chen gebezigd worden, om hunne leer van de wezen lyke tegenwoordigheid van christus in het Avondmaal uittedrukken; doch welken calvin gebruikte, om het gevoelen van den grooten zwinglius te verzagten, en, ware het mogelyk, eene verééniging met de Lutherfchen te bewerken. Niet onwaarfchynlyk was calvin de vooroordeelen der Transfubllantiatie ook nog te weinig ontwasfen. 'Cw~) Om- O) Hec is eene groote misvatting van den geleerden mosheim, Kerkel. Gefchiedenis, PIL D. bladz. 178 en 179, dat de Nederlanders, die voortyds Lutheraanen genoemd werden, zedert 1571 den naam van Hervormden zouden hebben aangenomen. OO Hierover verdient ook naargeleezen te worden de Godsdienstvriend, IV. D. No. 19. ui, tydperk.  III. tydperk. Egmond oranje , en hoorn, doeö GRANVELLE uit het Lsnd vertrekken. I563-. (*) brandt, /. f. bhdz. 253.. ii# GESCHIEDENIS der HERVORMDE Omtrent MDLXII Helde guido de éres, met behulp vari adrianus sa- ra via , herman modet, gode- fridus van wingen, en nog één, of twee, andere Leeraaren, een Boekjen in hét Fransch op, dat, naderhand, in het Nederduitsch werdt uitgegeeven, onder den tytel: Bekentenisfe of Belydenisfe des Geloofs, in V gemeyn en eendraghte' lyk van de Gelovigen, die in de Nederlanden overal vèrftrooii zyn, ende na de fuiverheit des heyligen Eudngeliums ohzes Heeren jesü christi hegeeren te leven.(V) Deeze Geloofsbelydenis fchynt nogthans, éérst in MDLXIII, uitgegeeven te zyn. Het Driemanfchap van egmond, oranje, en hoorn, wegens hun misnoegen, hunne verdraagzaamheid in zaaken van Godsdienst, verdeediging van 's Volks rechten en vryhedèii, en hunne overhelling tot de party van c o n d é, in Frankryk, by de Landvoogdes meer en meer gevreesd, deedt, in MDLXIIÏ, den Kardinaal, na allen mogelyken haat en fmaad des Volks op zich gelaaden te hebben, met verlof des Konings, uit de Nederlanden verhuizen. De Landvoogdes leende hiertoe zelve de hand., en tragtte het aanzienlyk Driemanfchap, dat zich voor eenigen tyd, zoo lang granvelle niet vertrok, uit' den Raad gehouden hadt, aan zich te verbinden, liet-  KERKE te ANTWERPEN. 129 liet hetzelve weder tot den Raad nodigen, en dagt, zich thans van alle zoogenoemde yóogdyfchap ontflagen waanende, door hetzelve voortaan in veiligheid te wezen. Dit viel juist in het ontwerp deezer. Heeren. De verdraagzaamheid in den Godsdienst intevoeren, het Staaribëftuur te verbeteren, en zich op Spanje te wreeken, was hun oogmerk. In het volgende jaar ontftohd 'er, te Antwerpen, een verbaazend oproer. ChRISTOFFEB smit, of FABRI- e 1 u s } een gewezen Carmeliter - Monnik ^1 maar bekeerd tot den Hervormden Gods-, dienst-, en Leeraar in de Kruisgemeente] aldaar, was (niet onwaarfehynlyk) na zy-1 nê, ontvluchting te Markjèm, evenwel, gevangen en veroordeeld, om in het openbaar, ■ als ecu afvallig en kettersch Leeraar, volgends de plakaaten, leevendig verbrand , te worden;, doch, op het óogenblik, als het vonnis zou worden Uitgevoerd, terwyl hy reeds aan de ftaak gebonden, was, werdt eerst , hier en daar, onder het Volk, uit den ïopften ■Pfalm luidkeels gezongen, en daarna ontftond een geweldig geroep en gedrang. De Helbaardiers der Stad geraakten van het verbieden aan het liaan, en van dit flaan kwam het by 't Volk welhaast aart hét ftëehen fmytèn, zoodaanig, dat Markgraaf, Schepenen, Beul enz. de vlucht namen; doch fabricius was helaas! door den Beul, vóór zyne vlucht^ jmet een yzeren hamer op het hoofd ge~ I ïla- III. TYDi PERK: Dproer ,vegens 3e te ccbtfteiing van len Pre:ant famicius: 1564.  130 GESCHIEDENIS derHERVORMDE III. tydperk. Feter GASRIEIi Predikant. 33eweegingenaldaar ïn het breeken van zon mige leeldai 1565. flagen en met een ponjaard doorftotera. Men vondt, ter dier gelegenheid, een vaers, met bloed gefehreven, op de markt aangeplakt, van deezen inhoud: „ dat 'er te Antwerpen waren, die ge„ zworen hadden, den moord, aan fa„ bricius gepleegd, te zullen wree,, ken:" (3O waaruit derhal ven is optemaaken, in welke achting deez' man by de Kruiskerk geweest is. Te Brugge ging het, thans, ook niet vreedzaam toe; want peter gabriel, Predikant , by de Kruisgemeente aldaar, kwam in dit jaar naar Antwerpen vluchten; wiens dienst, echter, der Gemeente alhier zeer wel te ftade kwam. (2) De gemoederen, door zulke en andere gewelddaadigheden en onderdrukkingen nimmer in rust, werden nog meer gaande gemaakt door het vooruitzigt, dat de [.befluiten van het Concilie van Trente eerlang, zoo men verwagtte, ftonden afge- • kondigd te worden. Het daarin bepaald rechtsgebied der • Kerkelyken, eene vierfchaar, door Bisfchoppen en Inquifiteurs gefpannen, kon den Protestanten in 't gemeen, en den Hervormden in 't byzonder, even weinig fmaaken, als de eer- (j') brandt, l. C. bladz. 2Ö2 — 264. die- RICXSENS, /. C. p. 44O, 44I. (2) Misfchien diende aldaar, omtrent deezen tyd, of zekerlyk in het begin des volgenden _jaars„ ook, adrianus GORiNUS, Fransch Predikant„ daarna te Londen, en eindelyk te Embden. e. mei* ners, Kerk. Gefch. vm Oostfriesl. 2. D. Wad%, 405»  KERKE te ANTWERPEN. i§t eerdienst van de zoogenoemde Beelden der Heiligen, die in dat Concilie werdt vastgefteld. Roomfchen en Onroomfchen ftiet zulks geweldig tegen de borst. , Het was ook zoo draa niet afgekondigd, of fecnigen van het graauw verftoutten, zichjj öp den 28 Augustus van MDLXV, de Crtlcifix-Beelden, op de Engelfche beurs en het Faconsplein ftaande, te fchehden; terwyl de daaders zeiven niet ontdekt iverdert. (ei) De Gemeenten der Hervormden hamen thans ; gansch Braband en Vlaanderen door, zeer fterk toe in getal, in hoopj en moed. Maar granvelle; dien men wel van het Hof te Rrusjel$ en uit het Land , maar geenzins, uit de gunst en het vertrouwen des Konihgs, hadt weeten te bannen, werkte door zynen geest nog op barlaimont en deszelfs aanhangt waardoor hy alle gemaatigdheid in godsdienftige zaaken dwarsboomde, eh den Koningj om Gods.en des geweetehs wil, en om zyner ziele zaligheid * allé geftrengheid, en , tevens het 4. voof de heerschzugt zoo vïeijend; denkbeeld inboezemde, om, ingevolge van het bewuste ontwerp zyns Vaders * in gevalle van wederfpannigheid, de vryheid des Lands geheel te vernielen, zich te ontilaan van den eed der huldiging 5 vreemde troepen te doen aanrukken; en zich (a) diericxsens, e Papenb. Annal. M. $ tx Kegist. Civitatis, $ag. 455, 456. I 3, in. TYfls PERK* Ar&wt- ben vraagt, met andere Stëden, oni vryheid van godiüienst.  III. tydperk. Dit wordt den Koningovergebriefd , maar door Hem afgeflagen 13* GESCHIEDENIS der HERVORMDE zich over den hoon der Nederlandfche Heeren en Edelen met kragt te wreqken. Niettegenftaande dit alles, won het werk der Hervorminge zeer veel velds, en verwierf welhaast een zeker beftaan, dat, gelyk de uitkomst leerde, alle moeilykheden en gevaaren eindelyk te boven ftreefde. Waar misverftand en kwaalykgeplaatfte naaryver in het beftuur plaats heeft, daar wordt onëenparigheid, wanorde , eene mengeling van wreedheid en flapheid, met raadeloosheid gebooren, welke het Volk moed en kragt geeft, om den teugel van regeeringe in de handen der Overheid onbruikbaar te maaken, haar te ontrukken, en zyne gedugte, fchoon gevaarlyke, kragt daadelyk aan den dag te leggen. Gelukkig voor de nakomelingfchap was, in de uitkomst ten laatfte, die moed en kragt van het gedrukt en getergd Volk, waardoor • het van den tyd wist gebruik te maaken, en in verfcheiden Steden, inzonderheid te Antwerpen, om vryheid van Godsdienstoeffening vraagde, en eindelyk zich zeiven bezorgde. Het verzoek der Gemeenten werdt aan den Koning overgefchreven, die, om allen fchyn van gemaatigdheid., godvrugt, en eerbied voor de Kerk te toonen, de voornaamfte Godgeleerden van zyn Ryk daarover raadpleegde. Hun gevoelen kwam hierop neder, dat hy , om grooter kwaad voortekomen, zonder beleediging ' van God, de vryheid van godsdienst wel kon  KERKE te ANTWERPEN. 133 kon toeftaan. Deeze raad was verftandig. Maar, hoe kon men, met reden, de opvolging van denzelven wagten van eenen Vorst, by uitflek heerschzugtig, die de Nederlanden, in zyne verbeelding, gaarn tot een koningryk gevormd zag, en daarom zoo gaarn naar den kwaaden raad van granvelle en zynen aanhang luisterde; van een Vorst, ten uiterften bygeloovig en dweepziek; die Gode den besten dank meende toetebrengen, wanneer hy, van eene gevaarlyke zee-reis uit de Nederlanden in Spanje behouden overgevoerd, zyne gelofte, om alle Ketteryen te zullen uitroeijen, daardoor verzegelde, dat hy, kort daarna, te Seville, in Valladolid, een Auto-da-fé hield, waarby eene meenigte, en daaronder zeer aanzienlyke, Mannen en Vrouwen, om het Geloof, levendig verbrand werden?.... Wat kon men verwagten van zulk eenen Vorst, die deeze onmenschlyke ftraffen met het blydfte vergenoegen kon aanfchouwen? — De Koning andwoordde hen, dat hy hen niet geroepen hadt, om te zeggen, wat hy konde dosn, maar wat zy hem als noodzaaklyk zouden voorfchryven: dit niet gefchiedende, befloot hy, in de voetftappen zyner vroome Voorvaderen te treden, en, in hunne tegenwoordigheid, vóór Christus Beeld nederknielende, riep hy uit: „ Ik nogthans, ó God en Koning aller dingen! bidde en fmeeke uwe „ Goddelyke Majefteit, laat my deezen I 3 „ zin III. tydperk.  I $11. , tyd- i perk. t ! Strenge plakaaten daaromtrentafgekondigd. Gevolgen daarvan. 34 GESCHIEDENIS der HERVORMDE; , zin behouden, dat ik nooit gedooge, „ ergends Heer te zyn of genoemd te , worden van die genen, die U, Hee? „ re, hebben verworpen!" Het leedt niet lang, of 'er kwamen np nieuw geftrenge bevelen ten voor[chyn, waarby inzonderheid bevolen werdt, de plakaaten ftiptelyk te onderhouden, en den Inquifiteuren allen byftand te verleetien. Men kan ligt begrypen, welke be^ weegingen zulks te Antwerpen veroorzaakt te. Kooplieden en Burgers, ongerust over dit onchiïstlyk Geloofsonderzoek, doen vertoogen aan de Regeering; dreigende fchriften worden aangeplakt, onder anderen een papier, waarby men, als Burgers, de Wethouderfchap vermaande: „ den Koning, die zynen eed en 'sLands „ handvesten gefchonden hadt, voor het „ Kamergerecht te Spiers te doen dag„ den, dewyl Braband, als onder den „ vyfden Kreits des Duitfchen Ryks be„ hoorende, in den Geloofsvrede, te „ Pasfau en Augsburg gefloten, begrepen „was;" met byvoeging: „dat de Bur„ gers, geene vryheid van Godsdienst „ kunnende verwerven , hun heul by de ,, Staaten zouden moeten zoeken, wilden „ zy de wyt niet hebben van eenig op,. roer, 't welk over het invoeren der „ Inquifitie zou mogen ontitaan." Cb~) Men wist nogthans het Volk buiten vrees, CERisiER, l. c. bladz. 68, 69,  KERKE te ANTWERPEN. 135 vrees voor het Geloofsonderzoek of Bisdom te (tellen; doch dit hield weldra op, wanneer de Regeering de heimlyke Vergaderingen weder begon natefpeuren. In deezen tyd was de Gemeente reeds, in eenen bloeijenden ftaat; zynde gedeeld, in twee gemeenfchappen; de eene, be-' ftaande uit Franfchen of Waaien, en de andere uit Nederlanders. Wie in dit gemelde jaar by de laatften diende, behalven pieter carpentier, (Y) is my onbekend; by de eerften dienden ca rel NlëLL (V) eH franco-is du jon, beter bekend onder den naam van franciscus junius, die, naauwlyks twintig jaaren oud, uit Geneve gezonden was, op het verzoek der Antwerpenfche Broeders, omdat 'er zoo weinig Leeraars onder hen waren, om de Gemeente in de Franfche taal te bedienen, (e) Met een enkel woord dient hier aangemerkt, dat franciscus junius een man was van uitneemende gaven, niet minder verheven door moed, dan door verftand, van een befcheiden en vroom karakter. Niet zonder gevaar en moeite, bediende hy de Gemeente te Ant- (c) Naderhand 1581 —1591 Predikant te Schie. dam. w. te water, Hist. der Herv. Kerke u Cent, bladz. 16. (cQ Daarna onder het Kruis te Keulen; nog kater in de Walfche Kerk te Utrecht; eindelyk by de Remonjlranten te Amfteldam. brandt, /. c. bladz. 291. (?) BRANDT, l. C. bladZ. 2pO. I 4 III. tydperk. 3e ïruisgeneenten eenen jloeijenkn ftaat. P. CAR* ?entier , :arel «jiè'll, en ?. DO JON, Predikanten. Berigt wegens F. DU JON.  m, tyd 136 GESCHIEDENIS der HERVORMDE Antwerpen, te Gent, (waar hy in MD. LXVI Predikant was) te Brugge, en in i het Limburg fche, met veel getrouwheid en zegen, en zag zich eindelyk, omtrent MDXCIII, met de waardigheid van Hoogleeraar, op 's Lands Univerfiteit te Leiden, bekleed, (ƒ) Onder de aanmerklykfte byzonderhederi zyner bedieninge, te Antwerpen, koomt ons voor: dat hy te Brusfel, ten huize van den Graaf van Cuylenborch, den 3often van Slagtmaand, als het huwelyk van maria van Portugal met alexander farn.eze, Prins van Panna, aldaar ten Hove gevierd werdt, (ƒ) Ik heb thans het genoegen, het Album. Amicorum van anthonius walaeus, toebehoorende aan mynen waardigen Ambtgenoot, den Wel Eerw Heer petrus mobjns, vóór my te hebben, waarin deeze verdienstlyke Man, met eenen fraaijen letter, het volgende gefchreven heeft : Christus via, veritas et vfca. Christianus viator in veritate ad Vitam Contendens fide in Deum, Charicate in in proximum avv7T0KgiTa>.. (onderft.~) f r. junius, Scribebam in, gratiam pii et doiïi a. wal a e 1, Lugd. Bat. a. d, XXIiri Manii Cl3- ID- XCIX.. k Is byzonder, dat, in het zelfde Album, en. pok in dat van joh. ferdin. visschbr, jo. sephus scaliger, ju.l. caesar. F. tot, Sym- bplum heeft. fu.imus TRO.è's,.  KERKE te ANTWERPEN. 137 werdt, opontboden was, om voor de aldaar vergaderde Edelen, eer men overging • tot het ontwerpen van eene verbindtenis, 1 of onderling verbond, waardoor de Nederlanden eenmaal van de Inquifitie ganschlyk mogten verlost, en derzelver vryheid bevestigd worden, te prediken en het gebed te doen: dat hy zyne ledige uuren befteedde, met voor de Vryheid des Geweetens te fchryven; waardoor hy zich evenwel de Stad onveilig maakte, en veel vervolging op den hals haalde. Gelukkig was hy kort te vooren naar Breda gereisd, om de Gemeente te bezoeken , wanneer, zyne wooning eindelyk befpied, en zyn af beeldzel, door het verraad eens Schilders, die der Hervormde Leere waande toegedaan te zyn, aan de Landvoogdes ter hand gefteld zynde, de Markgraaf, op hooge order, ten zynent kwam, om hem te vatten: eindelyk, dat hy, met carel nicll, zich zoo ftoutmöedig gedroeg, „ dat hy ter zelfder uure, dat men op de markt doende was, met anderen ter zaake van de Gereformeerde Leere omtebren„ gen, predikte; en dat, ftaande ter ,, plaatze, van waarze door de glaze „ vengfteren de vuuren, daar men hunne „ Geloofsgenooten in brandde, zagen fliki» ren." (g) ' De Prins van Oranje hadt met denc Graaf (g) branbt, c. bladz, 291. I 5 III, rYD- 'erk.  III, TYDTER-K. en hoorn verlarten, na de vernieuwingder plar booten, het Hof. Verbond der Edelen aangenaamte Ant werpen. Gelteldheid van zaaken te Altwerpen. 1566- ik') CEBIS5ER, l. c, lladf, Gy, 13S GESCHIEDENIS der HERVORMDE Graaf van Hoorn het Hof verhaten, en onthield zich nu te Breda, en wel van dien tyd af, dat hy gedreigd hadt, zyne ambten nederteleggen, wanneer de Koning de Inquifitie niet affchafte. (A) Men begon, nu, by aanzienlyke Burgers en Kooplieden te Antwerpen, en elders, het Verbond der Edelen, op afzonderlyke affchriften, vast door ondertekening goedtekeuren , en zich aan dezelven ten naauwften te verbinden. Het een en ander bragt het Hof in bekommering. Te Antwerpen was het, by "t begin des jaars MD LX VI, gansch niet rustig: men vondt daar, niet zelden, de aller-* fterkfle, het Volk opruijende, gcfchriften aangeplakt, behelzende inzonderheid: r dat men het Volk maar wys maakte, dat de Inquifitie was afgefchaft, nade„ maal de plakaaten dezelfden bleeven; „ dat de wyze hoe verfcheelde, maar „ geenzins de Inquifitie, dan wel in „ naam, veranderd was" enz.:• men waarfchouwde daarin ook tegen viglius, hopperus, en anderen, om zich „door „ hunne fchoone woorden niet te laaten „ misleiden; verwytende den Magistraat „ en deszelfs afgevaardigden, dat zy be- loofd hadden, de plakaaten te zullen „ gehoorzaamen, zoo als de Apostiife des 9, Raads van Braband inhield; dat zy, „ zich aan deeze Apostilk houdende, en „ aan  KERKE te ANTWERPEN. 139 „ aan de plakaaten onderwerpende, zich „ zeiven den weg zouden fluiten, om •mof- nndorotl «WMl rlf>7f»1\7É>n tf> Hïlfl- „ gen; dat zy daarenboven geene Com„ misfie van de Gemeente gehadt had„ den." (z) Tot opheldering hiervan moet ik kortlyk aanmerken, dat de afgevaardigden der Stad, den 22 January, in den Raad van Braband een fmeekfchrift hadden ingeleverd, deels tot zuivering van hun beftuur, overëenkomftig de plakaaten, waaromtrent de Regeering, by een bevelfchrift, haar op eene ongewoone wyze, tegen de privilegiën toegezonden, (k~) jfcheen verdagt gehouden te worden, en reden hadt, van zeer te onvreden te wezen; want eerst hadden zy zich hierover met andere voornaame Steden al vereenigd, ftellende zich met dezelven, als vertegenwoordigers van den derden ftaat, tegen den Raad, en eifchende p> 470, III. TYD-  III tyd ïeri Het gemeen , te Antwerpen,ftoutmoedigop het Verbond der Edelen. (O DIERICXSENS, k C. p. 475. 140 GESCHIEDENIS der HERVORMDE , anders dan het Volk tot opftand zou - brengen: — deels, om op de drie gezegde pomten aantedringen, met aanwvzing van de werklyke, by aanvang plaats hebbende beroeringen. Hierop nu kwam een Apostil, waarin gerustftellende woorden gegeeven, maar de onderhouding der plakaaten aanbevolen werdt, met byvoeging: „achtervolgende haare (der Sup* ,, pliantenj prefentatie in deezen geroert." Hier waren de afgevaardigden fterk mede verleegen, meenende, en niet ten onrechte, dat zy door deeze woorden, waartoe zy geene de minde reden gegeeven hadden, zeer beleedigd waren; maar ook was het Volk hierover geweldig verftoord, waarom zy een nieuw fmeekfchrift, van denzelfden aandrang als het voonge, inleverden, met verzoek, dat gemelde woorden, als zynde tegen de waarheid , uit de Apouille mogten worden weggelaaten; doch, wat zy deeden, de zaak bleef in denzelfden ftaat. (7) De ftoutmoedigheid van veelen, die zich nu voortaan alles van het Verbond der Edelen beloofden, hadt ook, fpoedig genoeg mvloeds op het Gemeen, dat vast alle vrees begon afteleggen, om zich op het bygeloof te wreeken. Het herinnerde zich, hoe men lieden, om het geloof gegrepen, wel eens heimlyk in de gevangenisfen ombragt, en viel op het Stee%  KERKE te ANTWERPEN. 141 Steen aan-, in den nacht van den 26 Jamiary, verlosfende uit den kerker twee edele Dogters, gezusters, en een Uurwerkmaaker, alle drie om hunne belydenis gevangen. Het fchynt, nogthans , zonder veel geweld gefchied te zyn; van meteren zegt: „ zy werden er wonderbaar uitgeholpen;" en brandt gebruikt ook het woord geholpen, (ni) De Landvoogdes, door het Driemanfchap al eens onderrigt zynde, dat de Onroomfchen, in het gemeen, zulk een groot aantal uitmaakten, dat het onmogelyk ware, hen te ondertebrengen, en ook van het Verbond der Edelen verwittigd, was in de uiterfte ongerustheid, welke niet weinig vermeerderde door het gerugt, dat de Edelen, die by oranje, te Breda, een bezoek hadden afgelegd, daar zouden befloten hebben, een talryk Leger op de been te brengen, en de vryheid van geweeten met geweld intevoeren. De Graaf van Megen bevestigde het laatfte deel van dat gerugt, en voegde 'er by, dat 'er een aanflag was, om Brusfel gewaapender hand inteneemen, zich van haar perfoon te verzekeren, en dezelve te Vilvoorden in hegtenis te zetten; raadende dus, dat het wyslyk ware, de vryheid van O) Men moet onder het oog houden, dat 'er, ten deezen tyde, zelfs in dë Regeeringe, te Antwerpen zaten, die den Hervormden heimlyk waren toegedaan en hunne party onderfteunden: dit heldert5 veel op omtrent het geen voorviel. IIL tydperk* DeLantfvoogdes^bekommerd,wordt door den Graaf van Megen tot tolerantie geraden.,  142 GESCHIEDENIS der HERVORMDE III. tydperk, Zy ont biedt di Edelen enz. tei Hove. van geweeten den Onroomfchen te vergunnen. — Hierop ontbood zy onmiddellyk alle de Vlies-Ridders, de Stadhouders en Raadsheeren; maar, om oranje en hoorn . ten Hove te krygen, hadt zy verbaazend , veel werks. De Graaf van Egmnnd was ten Hove gebleven j om huishoudehlyke redenen, en trok nu met het Hof ééne lyn. O) Dit gedrag van dien Graaf is zeer opmerklyk; maar verheft weder de ftaatkunde van wille m I, die^ met en onder alle verbindtenisfen, altyd ohafhanglyk Zogt te zyn, waardoor hy zich zeiven konde gelyk blyven, en^ als het tyd was, kragtig doortasten, Zulks gaf eene majesteit aan alle zyne handelingen, en dwong alle waare liefhebbers der vryheid onweêrftaanbaar tot hem, terwyl hy zyne party in verlegenheid bragt, door agterdogt raadeloos maakte, en vrees in het harte joeg. De Landvoogdes, niet ontbloot van ftaatkundige beginzels , hadt deeze Vergadering veeleer belegd, om de gemoederen te doortasten, dan wel, in deeze omftandigheden, haaren raad, dien zy wel bereekende, te hooren. Zy toonde dit ook op het oogenblik; want zoo dra was, by meerderheid van ftemmen, hiet voor advis uitgebragt., „ dat men de „ ftrafdreigende wetten, op den Godsif dienst gemaakt, moest veranderen, en eene algemeene vergiffenis van het „ voor- C«) cerisier, /. c. bladz. 85.  KERKE te ANTWERPEN. 143 s, voorleedene toeftaan," of zy zogt de gemoederen tot bedaaren te brengen, en liet eene werving van Krygsvolk, op 's Konings naam in Kleefsland begonnen, fchorsfen; verzekerende, den Koning van alles te verwittigen, en het fmeekichrift der Edelen gunffig te willen ontfangen. Met een beevend hart, echter, zag zy het tydftip des bezoeks van een vyfhonderd tal Edelen, fchoon ongewaapend, te gemoet; en, als het 'er op aan begon te komen. was zy meenigmaal van gedagten, om de poorten te fluiten* Barlaimont, die haar jaagend hart zogt gerust te ftellen, gaf haar, gelyk men verzekert, in bedenking, of het wel kwaad zou wezen, gewaapende lieden in het Hof-Paleis te verbergen, en alle de Edelen, zoo ras zy kwamen, aftemaaken; poogende haar, Zelfs in het haglykst oogenblïk, nog te troosten met veele laffe fpotternyen; als onder anderen, door het aanzienlyk en doorlugtig gezelfchap met den naam van Geuzen te doopen. Den (n) Van hier is de oorfpfong van den hedendffagfchen fcheldnaam Geus, Geuzen , waarmede de Roomschgezinden, in de Nederlanden, — byz'onder, derzeiver flegt opgevoedde kinderen, ten aanhooren hunner Ouders, ja zelfs hunner Geestelyke Vaders, openlyk op 's Heeren ffraaten, alle Protestanten naroepen en befchimpen. diericxsens aegt: inde nomen Guefii quod fozderati fic celebrarunt, manfit in Belgio proprium omnibul 'Seetariis, quod illi tarnen aegre ferunt, /. c. p. 483. Zeker wy neemen dit kwaalyk, omdat wy van hun, als HL tydperk» Oorfprongdes naams Geuzen in de Nederlanden.  i44 GESCHIEDENIS der HERVORMDE iii tydperk. Verbon den Ede len ten Hove, en levéren een fmeekfchrift in Den 3 April reeden omtrent tweehonderd Edelen te paard, tegen het vaïleii van den avond, op eene ftaatige wyze, binnen Brusfel. Hendrik van bre. der ode, bekend voor het hoofd der verbonden Edelen, leidde den trein, als voorganger, op. Den tweeden dag daaraan, waren zy allen in het huis des Graave van Cuyknborch vergaderd, . en gingen van daar, vier aan vier, in plegtigen optogt, weder onder het geleide van brede rode, ten Hove, waar zy ten gehoore verwagt werden. By hunne intrede in het Hof-paleis, zagen zy alles wel befteld, hebbende geene reden om te vreezen: het was genoeg opgevuld met gewaapende lieden van hunnen aanhang, zoo dat zy, ingevalle men iet tegen hen wilde onderneemen, verdeedigers genoeg zouden vinden. Brederode deedt voor den throon, na eene diepe buiging, eene treflyke en klemmende aan- fpraak ,= als Christenen, befchéidenheid hebben ie eifchén; haar de vermaaning van den H, Apostel paulus, Philip. IV. 5.: omdat onze party ook' niet gaarn gefcholden is; en wy wel degelyk zorge draageu, dat dezelve by ons, op 's "Heeren frraaten, niet gefcholden wordt. Of dit moest ongelukkig bewyzen, dat wy niet van de waare Kerk zyn! Eheu! — Wat heb ik dan gefchreven! Te Utrecht vondt men St. Jacobs Geuzen, die het met duifhuis hielden, en Geuzen Confistorianien, of Gereformeerden. Gefchied. der Ra* monltr. en Contra-Remonft., onder de zinfpreuk: pro Aris et Focis, te Anifteldam, by j. kok, 1773 y I St. bladz.. 33.  . KERKE te ANTWERPEN. i44 fpfaak, waarna hy het fmeekfchrift overleverde , waarin zy vcrzogten, dat de Landvoogdes by den koning de vernietiging der plakaaten, op het ftuk van Godsdienst en de affchaffing der Inquifitie, met aandrang van noodzaaklykheid voor het gemeene Land* Wilde vraagen, en ondertusfchen het uitvoeren der Inquifitie en plakaaten doen ftaaken. De Landvoogdes gaf dit fmeekfchrift, des anderendaags, met een op den kant gefchreeveii andwoord te rug; doch, dewyl zy daarin niets meer beloofde, dan de Inquifiteuren en Ambtenaaren te zullen beveelen, hunne bediening met zagtheid vvaarteneemen, en te kennen gaf, dat het opfchorten van het volvoeren der beveifchriften des' Konings, zonder deszelfs toeftemming, aan haar niet, ftond, waren de verbonden Edelen gantsch niet voldaan. Naar alle recht, kon zy niet anders handelen, en konden de Edelen ook niet onvoldaan wezen; maar de aaneenfchakeling van zaaken, en de gevoelens des Konings, die bekend \varen, moesten de Edelen voet by ftek doen houden, noch konden zy zich ooit gerust ftellen op beloften, of zekefé maatigingen, welke allen, terwyl de zaaken niet vorderden, in eene des te grooter geftrengheid zouden eindigen. . Het was voor de Landvoogdes een allermoeilykfte tyd, ja zelfs ondraaglyk, zo zy zelve gewenscht hadt, den Landzaaten genoegen te geeven. Dit was zoo niet: met: Weerzin van den voornaamften Adel eh K dei IIT. TYDPERK» Hét and-; tvoord daarop roldoet liet.  i III. d tyd- £ perk. ( I i ( 1 1 < 1 Geheime verftandhoudingen der Edelen, pveral. 0 GESCHIEDENIS der HERVORMDE er Landzaaten in het bewind gefield? evoelde zy , onder den naam van ranvelle, ook het misnoegen tegen aar, en deedt haar meer werks van deselfs' aanhang maaken, onder welken zy >ok haare éénigfte vleijers vondt. Hierby :wam' nog het, by haar bekend, charaker des Konings, waarom zy nog meer >p haar hoede tegen de Edelen meende :e moeten wezen, (o) Na haar gegee/en andwoord, vielen 'er nog eenige randelingen voor : als, het overleveren ran een tweede verzoekfehrift, het betonde misnoegen, en de verontwaardiging 3er Edelen over de Landvoogdes, welke iltyd zoo eenftemmig met haaren last bleef andwoorden, als doenlyk was, maar daarby ook eenigermaate liet blyken, dat zy de Edelen niet te veel vertrouwde, Naderhand evenwel, bedugt voor de gevolgen, werdt zy reklyker, en het hen door den Graaf van Hoogftraaten verzekeringen betreklyk ( de Inquifitie doen, welke hen aangenaam waren. De Edelen hielden zich ook, omdat zy moesten, daar mede vergenoegd; maar zorgden, vóór hun vertrek van Brvsfef, vier perzoonen in elk gewest aanteflellen ter verftandhoudinge, en om toe te zien , dat de belofte der Landvoogdesfe werdt nageef De Edelen zogten haar gewis fn den ftrik ,te krygen, in de ongenade des Konings te doen vallen, en zoo uit de Nederlanden te dringen, om meesters van het fpel te worden.  ËËRKË te ANTWËRPËN. ttf gekomen, en nergends eenig oproer rees. Van deezen tjrd af, begon de Hervorming met grooter fehreeden veld te Winnen. De Edelen, die te veel ftaatkunde be-] Zaten. om zich met beloften en fraaije, Woorden te laaten paaijen, gingen vast! Voort met het voltooijen van hun plan: 1 waartoe inzonderheid, als de hoofdzaak, in aanmerkinge kwam het voorftaan der Hervorminge, het toelaaten en onderfteunen der openbaare predikatiën; verders, al hetgeen dienen konde, om de geestdrift des Volks voor Vryheid en Godsdienst meer optevvekken, als, liet befpotlyk en haatlyk maaken hunner party, door het aanneemen van leuzen^ doof fchimpichriften , fpotprenten, en dergclyken. al hetwelk een band maakt onder de Gemeente, en eene fierheid geeft, Welke voor eenen tyd meer kan uitwerken^ dan bevelfchnften en burgerlyke ftraffen , zoo dat het de tegenftanders doen beevcn, en den Monarch, op zynen throon, eenen fchrik in het harte kan jaagen. Dit alles, nogthans, kon niet uitgevoerd worden, zonder dat 'er eenigen der voornaamften, zoo vol moed, als welbefpraakt, door perfoonlyke hoedaanigheden en geboorte bekwaam, om aanhang te maaken, ten voorfchyn traden. Wie was hier, onder anderen, beter toe gefchikt, dan HENDRIK VAN BREDERODE, | K a dies tydperk. )e Her^ orming mderteund. RÈDÊ* ODE*  148 GESCHIEDENIS der HERVORMDE m. tyd perk. het hooft der Ede len , te Antwerpen. Veele ballingen komen it de Stad, (leunende op de Edelen. die zich door zynen * yver voor de zaak van Godsdienst en Vryheid, door zynen moed, om zich aan het hoofd van het i Verbonden Lighaam der Edelen te durven ftellen, door zyne treflyke aanfpraak voor den throon, zulk eenen roem reeds hadt verworven, en alle vertrouwen fcheen te verdienen ; die, in manlyke lyn, uit de oude Graaven van Holland afdamde, en, door zyne perfoonlyke hoedaanigheden, alle onderfcheiding verdiende ? Hy vertoonde zich, ook daarom, met een talryk gezehchap, op den 10 April, te Antwerpen, waar hy te paard binnenreedt. Allen liefhebberen der Vryheid was hy welkoom; maar de Landvoogdes, dit wel voorziende, was bedugt voor de gevolgen, en hadt aan den Magiftraat dier Stad bevolen, zyn gedrag gade te liaan. Het bleek weldra, dat zyne komst niet zonder uitwerking was; want daarna zag men de leuzen van Vryheid, gevormd naar het huishoudenlyk gereedfchap van een bedelaar, en ontleend van den fchimpnaam Geuzen, zoo wel daar, als te Brusfel, draagen. De Edelen hadden, intusfchen, niet verzuimd, de verzekeringen betreffende de Inquifitie, hun van wege der Landvoogdes door den Graaf van Hoogftraaten gegeeven, onder hunne vrienden te verfpreïden. Hierop kwamen verfcheiden uitgewekenen weder te rug, inzonderheid naar Antwerpen, als: gaspar van der hey-  KERKE te ANTWERPEN. 145 heyden, (/)) die zich nu weder by zyne oude Gemeente durfde vervoegen; doch hy bleef 'er niet lang. Wanneer het plakaat van Moderatie werdt afgekondigd, vertrok hy naar Vlaanderen, omdat het getal van Predikanten te Antwerpen nu groot genoeg was: — zoo ook herma- nus modet (q) en george sil- vain, welken hy, niet lang na zyne aankomst, aldaar tot medehelpers vondt Deezen nu maakten, met carpentier. NiëLL, en johannes taffin, die in de plaats van junius gekomen was. by het vertrek van van der heyden een vyftal uit, 't welk den bloeijendei ftaat der Gemeente te kennen geeft Deeze • wedergekeerde Leeraaren werdei gevolgd door zeer veelen, die om d< godsdienftige vryheid gevlucht of geban nen waren, fteunende op het vermogei der Edelen. Dit alles mishaagde de Land voogdesfe dermaate, dat zy, op den orderatie geheeten, volgde, zoo my voorkomt, op hetgeen verhaald is, en ontdekte weldra de oogmerken der Landvoogclesfe. In hetzelve werden „ de j, Leeraars, de Houders van Vergaderin■„ gen van den Onroomjchen Godsdienst, en 5, die de Hoofden der nieuwe Leere her„ bergden, met de galg, en , waar de „ handvesten zulks gedoogden, met ver„ beurdverklaaringe van goederen ge„ dreigd. Die hunne Kettery verzaakten, „ zouden het zwaard, en hunne erfge„ naamen hunne goederen , verkrygen. „..Gemeene en boetvaardige Ketters zou „ men genade bewyzen; doch de on„ boetvaardige.n met ballingfchap ftrafren. 5, De Herdoopers alleen, geen berouw „ toonende, zouden hunne goederen ver„ beuren, waar verbeurte kon plaats heb„ ben: daar het anders gelegen ware, „ zouden ze terftond aan hunne erfgeQ naamen vervallen. Hervallen Ketters, "m fnits op nieuw berouw toouen.de, zou- „ den  KERKE te ANTWERPEN. 151 „ den met ballingfchap geftraft worden ; „ doch de Herdüopers* in zulk een geval, .„ niet zagter, dan met den dood. (O Deeze Moderatie werdt door den Markgraaf van Bergen en den Heer van Montisaï, in gezantfchap, naar Spanje over gebragt, met de listig verkregen' goedkeunnge der Provinciën, Vlaanderen, Artoh en Henegouwen; wordende de meening der Staaten van Luxemburg, Namen en Doornik nagezonden. De overige Provinciën waren 'er tegen; maar Braband hadt zelfs geweigerd, wanneer haar gevoelen gevraagd werdt, te andwoorden, voor dat de Algemeene Staaten zouden vergaderd zyn. Het Volk kreeg hier welhaast de lucht van, en begon de fterkfte achterdogt te krygen. Het vangen van eenige terug-1 gekomen ballingen zettede dit nog meerj aan; de gemelde brief des Konings, en, eenige brieven, by byzondere perzoonen 1 uit Spanje ontvangen, fpeldcn eene aanftaande overkomst van den Monarch naar de Nederlanden, ja, verzekerden dezelve; maar gerugten van wervingen, opkoopmg van geweeren, uitrusting van fchepen, om den Koning te' gemoet te vaaren, en vooral het geen eenige nieuwe Bisfchoppen, Geloofsonderzoekers en Kerkelyken,' verbreidden, dat de Koning met fchoone, woorden flegts tyd zogt te winnen, tot, dat hy Volk en Geld hadt, om met geweld 1 (r) CERISIER, l c. bladz. 85, 86. L ; K 4 III. tyd- t>Eizegd, de Augsburgfche Confesfte te prediken, waarom hy. veel toeloop hadt: het geen oorzaak was, dat hem het prediken eerlang verboden werdt. De Hervormden hervatteden hunne openbaare veldpredikatien weder op den 13 van Juny, in het bosch van Beerfchot, zyn- (v") brandt, ƒ. c. bladz. 283 —2S5. (wj Dezelfde, /. c. bladz. 304.  KERKE te ANTWERPEN. 155 zynde daaromtrent vier-honderd menfchen tegenwoordig. Den 24, St. Jansdag, durfden zy niet alleen de bosfchen te verlaaten, en in het open veld te ko-, men, maar ook nader, by de Stad in. Burgerhout, op 't Laar, fterk omtrent* zes-honderd, meestal Waaien uit de Stad:; 'er werdt toen in de Franfche taal gepredikt door'een' Leeraar, die te vooren Advokaat te Parys geweest was. (v) Zommigen willen, dat, by deeze _ gelegenheid, al eenige gewaapende lieden, zoo wel te voet, als te paard, de toegangen bezet hielden. Den 29, St. pieter en paulus, zyn ook daar ter plaatze twee predikatiën gehouden, de eene in het Fransch, en de andere in het Nederduitsch. De Regeering hadt de wagt aan de poorten wel laaten verdubbelen ; maar een fchaar van omtrent twee-duizend menfchen, door godsdienstyver aangcblaazen, kreunt zich weinig aan zulk eene voorzorg. Zondags daaraan was de toeloop uit de Stad niet minder; ja, de lust, om het zuiver Euangelie Gods te hooren verklaaren, was zoo groot, ctót de meesten des morgens hunne fpys voor den middag met zich namen, opdat zy de namiddags-predikatie niet mogten verzuimen, wanneer 'er wederom ééne in het Nederduitsch en éé- r>) diericxsf.ns, /. c. p. 488. Wieii men daardoor moet verftaan, kan ik niet ontdekken. ITT. tydperk. ien, te 3eerfchot :n Burgerhout»  156 GESCHIEDENIS der HERVORMDE III. tydperk. Maatregelen tegen het prediken , by den Ma giftraat genomen. éénc in 't Fransch gehouden werdt. Op de toegangen waren 'er, naar gewoonte, zommigen gefteld, die allen, welken tot het gehoor kwamen, Pfalmboeken, ftigtlyke Gedichten, Liederen en Prenten tegen de Misfi, den Paus, en de Kerkelyken, voor geld aanboden; ook waren "er langs de wegen gefteld, die de onkundigen geleiden, en den genen, die hen gevallig te gemoet kwamen , ter preeke zouden nodigen, 't Is der moeite waardig, hier nog met een woord aanteteekenen, dat de predikftoel van latten, in alleryl opgeflagcn, op een wagen geplaatst weidt, gelykende zeer veel naar een Tooneel; tervvyl, een kind ten 'doop gehouden wordende, het water uit de naaste rivier of graft gefchcpt werdt. O) De Regeering, dit alles met verbaasdheid aanziende, en zich genoodzaakt achtende, volgends de plakaaten te handelen, liet weder de wagt der poorten verdubbelen, in alle wyken der Stad waaken, om het prediken binnen de muuren te beletten, en beval den Burgeren, op de eerfte waapenkreet, op hunne loopplaatzen te wezen: zy verzogt de Landvoogdes, om overtekomen, ten einde het Volk door haare tegenwoordigheid mogt in den band gehouden worden, en, inzonderheid , opdat zy ooggetuige mogt zyn Cy) Zie w. te water, {. c. lotgeval, va» BERM, MODET, bladz. 027.  KERKE te ANTWERPEN, 15? zyn van beroeringen, welken men, door eene billyke verdraagzaamheid, waarfchyn]yk zou hebben voorkomen; doch dat 3 zy wilde komen zonder krygsvolk. De Regeering fcheen by dit verzoek eene byzondere voorzigtigheid aanteneemen, om niets voor haare reekening te hebben in alle toelaating of ftraffe over oproer; fchoon de reden eigenlyk geene andere was, dan dat zy, over het algemeen, reeds lang van het Ketterdooden afkeprig, en eenigen haarer Leden niet weinig invloeds hadden op het beftuur, als: de Oud-Burgemeester van straal en, de Penfionaris wesembeek, en eenige anderen, die, tot den aanhang der verbonden Edelen behoorende, en dus der Hervorminge toegedaan, in het gemeld verzoek het gevaar tragtten te vergrooten, en der Landvoogdesfe verlegenheid inteboezemen; naardien zy zeer wel konden begrypen, dat zy zulks van de hand zoude Wyzen: zy veinsde, nogthans, het verzoek in overweeging te neemen. Omtrent deezen tyd was men, in dc Nederlanden, zeer afkeerig van de Franfchen; men befchouwdeze als derzelver erfvyanden. De omftandigheden nogthans en het byzonder belang der partyen, aldaar , maakten hierin eene verfchillende afwending. De verbonden Edelen hingen doorgaands de vryheidminnende party in Frankryk zoo zeer aan, als het Hof de party van geweld en overheerfching. De Franfchen, zich ten deezen tyde in de Ne- III. tyd•erk.  üi. tydperk. De Franfche Gemeenteverdagt by de LandVoogdes,en ge volgen daarvan. Openbaare prediking buiten de Stad. 153 GESCIÏÏEDËNLS öer HERVORMDE Nederlanden onthoudende, waren by de Landvoogdes zeer verdagt wegens de invoering van het Ctiïvinisrtius aan den eenen, en den overal werkzaamcn geest van vryheid aan den anderen kant: inzonderheid , hield zy de Franfche Gemeente van Antwerpen voor zeer gevaarlyk, en den Predikant junius voor den roervink in dezelve, waarom zy niet afliet, allerlei laagen tegen hem te werk te ftellen, ten einde hem daar, of elders, te doen vatten. Den s6 Juny kwam 'er een bevelfchrift, dat nu eerst aan de Regcering der Stad werdt toegezonden, inhoudende : dat zy alle vreemdelingen, die, niet uit hoofde van koophandel, aldaar waren, uit de Stad zoude doen vertrekken, en de overtreders der plakaaten ftraffen. Om dit de verëischte uitwerking te verfchaffen, werdt van wege der Regeering afgekondigd, dat een iegelyk de naamen en toenaamen zyner gasten of commenfaalen hadde optegeeven, daar het behoorde, op de boete van twaalf guldens; met byvoegïng van verbod aan alle Burgers, van niet ter preeke te loopen. Men ftoorde zich, evenwel, aan dat byvoegzel weinig, en ging den 2 July, meer dan duizend man fterk, weder ter Stad uit. Geduurende deeze vergadering, gebeurde 'er iet zonderlings; het fpringen, naamlyk, van eenige gevulde bomben in het Magazyn, (waarfchynlyk aan de Roo^ de poort) dat eenen geweldigen en ysfelyken flag van uitbarfting gaf, zoo dat de  KERKE te ANTWERPEN. 159 de Toehoorders uit elkander Hoven, eu met zoo veel angst vluchtten, dat veele mantels enz., in den loop gelaaten, hielen daar bleven liggen. Den 3 Jtily deeden de Hervormden eenen flap, die groote verbaazing verwekte; zy vraagden, by een ootmoedig, maar tevens manlyk, fmeekfchrift, niet alleen vryheid van Godsdienst - oeffening van de Regeering, maar zelfs, dat hun ook eene bekwaame plaats, binnen de Stad, mogt worden aangeweezen, om aldaar, op hunne kosten, ten Eedehuis te ftigten. Dit fmeekfchrift zonden zy , onder omflag, aan Wykmeesteren, dit? het. volgends hunnen eed, in de Vergadering bragten. Weetende, hoe het in den Magiftraat gefchapen ftond, gaven zy, fchooi zekerlyk in eenigzins ongefchikte bewoordingen, te kennen, dat zy zich, reed: eenige jaaren, van de Roomfche Kerl gefcheiden, in 't geheim hunne Prcdi kanten en de bediening der Sacramentei in de Stad gehad hadden; dat hun ge tal, zoo der Franfchen, als Nederduit fche Gemeente, van dag tot dag zoc daanig vermeerderde, dat het onmoogly ware, langer verborgen te blyven , « nogthans, naar het bevel Gods, de be lydenis en de oeffening van den waare: Godsdienst niet mogt worden agtergelaa ten: dat zy het daar voor hielden, dat door het toeftaan van hun verzoek, 3ÏÏ wanorden ophouden en de verboden Sec ten zouden worden geweerd; dat het be flaa III. TYDPERK. De Hervormdenvraagen vryheid van gods« diensto effening, en wel in de Sta«S. I z 1 *  iróo GESCHIEDENIS oer HERVORMDS IIL TYflperk. (laan van twee onderfcheiden Godsdiehfteii veeleer eendragt, dan twist, baarde $ zoo als veele voorbeelden uit Duitschland en Frankryk zouden kunnen tooneii; eindelyk, dat zys, ten aanzien van hunnen dienst, de prediking des Woords en de bediening der Sacramenten , by hunne Belydenis voor noodzaaklyk tot zaligheid Verklaard, wilden onderhouden, (z) En* naar- (è) DTERicxsENSj dit verhaalende 1. t. p: 496, zegt: „Tandem cum diftum exercitiumj notanter praedicationis et diftributionis Sacraj „ nientprum, in fua fidei confesfione declaretur necesfairiumj declarant ie id veile obfervare.' Maar brandt Verhaalt /. c. bladz. 308; hoe zy betuigden, dat „ zy zich hielden aan de punten' tt der Augsburgfclte Beiydehisfe, die medebragten j i, dat de openbaare predikatiën en 't gebruik der „ Sacramenten nodig was." Zonder nu op dë Schryvers; welken hy ■ aanhaalt , ftil te ftaan * moet ik aanmerken, dat hy hier eenen verbaalenden misiiag begaat, eh die geleerde Marl zyn eigen verhaal, bladz- 283, 285, tegenfpreektj naamlyk: ..dat de Belydenis des Geloofs* welkë ,1 de Gereformeerden in den jaare MDLXIII had„ den uitgegeeven, en nu door orden van een' j, Synode, te Antwerpen gehouden, in het begiri „ van Bloeimaand (1566), overzien én op nieuw „ gedrukt was, met een brief aan den Koning „ van Spanje — en een vertoog aan de Overheden der Nederlanden." Het is immers nieê té denken, dat de Hervormden nü al zouden gefchroomd hebben, om zich op hunne, onlangs Uitgegeeven, Belydenis te beroepen; ja, kan mert vooronderftellen, dat zy zoo belachlyk zouden gehandeld hebben, om zich by de Regeering op de Aügsburgfihe Geloofsbelydenis, en niet op dé hunne, waaragter zy zeiven een fchoon vertoog aan de Overheid gevoegd hadden, te beroepen. Die ge^  KERKE te ANTWERPEN. 16 i naardien het den Wethouderen, uit kragt hunner handvesten, by Hertog jan van Braband verleend, en der Bfyde InkomJIe, vryftond, hen hiermede te begunftigen, i zoo geleerde Marl, /. c. bladz. 254, 255, en Aiosj heim, in navolging van hem, (O. en Hedend. Kerkelyke Gefch. Vil. D. bladz. 178 — 180) zou ons gaarn willen wys maaken: „dat de Her.'orni„ den, bevreesd, om zich aan de ongenade des „ Konings blootteftellen, zoo lang zy onder het „ Spaanfche juk waren, hunnen naam vajmyd, „ maar zich Medegenoten der Broederen van da ,, Augsburgfche Geloofsbelydenis zouden genoemd hebben ,• naardien de Luiherfchen aan het „ Spaanfche Hof voor beter onderdaanen werden „ gehouden , dan de aanhangers van gal-vin," (indien iemand dit met bewyzen wilde ftaaven, ik houde my verzekerd, dat hy daardoor een nieuw licht over de Kerkelyke Gefchiedenisfen zou verfpreiden) „ die, uit hoofde van de on„ lusten, in Frankryk ontdaan,; geacht werden, „ meer tot muitery en opftand overtehellen. „ Dan, in den jaare MDLXXl, werdt NB. de „ zaak beilist, en het godgeleerd fieizel vail cal,, vin openlyk omhelsd; want de Nederlandfcha „ Geloofsbelydenis, die toen in het licht kwam, ,, was opgedeld in den fmaak en meestal in de- zelfde bewoordingen , als die de -Hervormd* „ Kerken in Frankryk hadden aangenomen." 't Is waar, 'er zyn twee Belydenisfen in de Nederlandfche Hervormde Kerk, in zommige zegswyzen en afdeeling van Artykelen verfchillende. De eene, welke by de Franfche Gemeente genoemd wordt, Confesfion de Fei, faite cFun Commun accord par les Eglifes Reformées du Royaume de France, is van laater tyd, dan de andere by de Nederduit. fche Gemeente, genoemd: de Belydenisfe des Gelooft der Gereformeerde Kerke in Nederland, welke, volgends het verhaal van brandt, in MDLXIII rjteds is opgedeld, en wel in de Franfche taal, L die- III, tydperk.  III. TYDPERK. Krygen geen an woord. ïf52 GESCHIEDENIS der HERVORMDE zoo waren zy, op zulk een goddelyk verzoek, gewenscht befcheid verwagtende. Op dit hun fmeekfchrift kreegen zy niet alleen geen andwoord, maat de Ret geering befloot, de wagten aan de poorten te verdubbelen, en 'er Schryvers by te Hellen, om de naamen der vreemdelingen optetekenen, als ook, om eene huiszoeking door de gantfche Stad te doen: verder vondt men goed, alle zwervende Soldaaten te doen vertrekken, den Officieren den eed afteneemen, en te onderzoeken, welk flag van volk binnen een myl in 't rond om de Stad nestelde. Den volgenden dag werdt eenftemmig met dit befluit afgekondigd, dat Soldaaten en andere zwervers volgends de dienende voor beide Gemeenfehappen , en in MDLXVI, door eene Synode openlyk aangenomen, zoo als gezegd is. Een ieder ziet, dat dit veel verfchilt, van het godgeleerd ftelzel van calvin niet openlyk omhelsd te hebben. Daar by komt nog: dat gaspar van der heyden van Antwerpen naar Amjleldam gezonden was, (als in ditzelfde Tydperk zal verhaald worden) om de Gemeente aldaar te beftraffen, dat zy, om zekere politieke redenen, van de Augsburgfche Belydenis hadt gebruik gemaakt, ora daar agter te fchuilen; (zie brandt, bladz. 387, /. c.) waarom ik niet kan begrypen, hoe die Mannen tot deeze gedagten hebben kunnen komen, of liever, hoe zy dezelven hebben dm> ven openbaaren. Ik wenschte wel, dat mosttEiM, inzonderheid, hier minder partydigheitl hadt laateu doorftraalen. , , (0) Waarfchyrtlyk Franfchen, zoo uitgeweekt nen, als Deferteurs, en dergelyken.  KËRKË te ANTWERPEN. dë keizerlyke- bevelfchriften, moesten Vertrekken. Men deedt ook onderzoek ten opzigte der Franfchen , die zich in de Stad ophielden , en verboodt aail allen en fiënen iegelyk met masques, trommel , of blaastuig langs de ftraaten te gaan* Van dit alles werdt der Landvoogdes by gezantfchap berigt gegeeven, en zy ten anderen maale verzogt, om övertekorhen , of iemand in haaren naam te zenden; doch zonder Krygsvolk. Maar zy weigerde dit, zoo lang de vreemdelingen niet Vertrokken Warerl, haare veiligheid hiet Vertrouwende op eene algemeene toezegging van befcherming döor de Burgery, en klaagende daarenboven over hef flegt öndërhouden der plakaaten 5 dan 5 dd afgevaardigden, Uit haaren mond onderwyl verftaan hebbende, dat zy Wel iemand wilde zenden, wisten het zoo te fchikken, dat haare aandagt viel op den Prins van Oranje, die, als Burggraaf der Stad, 'er niet alleen de naaste betrekking toe hadt, maar ook het Volk* zoo als zy onderrigt werdt, aangenaam zyn zou^ Inmiddels, kwam 'et een algemeen bevelfchrift voor den dag, waarby het gevangen nëemen van alle Predikanten bevolen werdt, met last, ofnze met de koorde te ftraffen, betreffende dit te gelyk allen en een iegelyk, die dezelVen onderhielden^ Wézembeek. zegt, dat dit aanleiding gaf, dat de Hervormden de waapens opvatteden, als zy ten Godsdienst gingen; want het verwekte veel verbittering, deL » wy iffi tydperk' Öérigc aan de Landvoogdesen herhaaldebede, oni overtekomen*of iemandvan haü* rent we* ge te zenderij Ëëil ftrengbé. velfchrifï doet de Hervormden de waapens opvatterj) maar wordt ia de Stad niet afg Openbaa»re predikatiën te Burgerhout. De Lanc voogdes wederei verzogt iemand V5>n , de niet van haaren last) niet alleen ; werdt aangenomen, maar ook, iuge, volge daarvan, den Gilden bevolen, , op dé markt in de waapenen te komen, , vóór elke poort 40 man, en voorts , naar alle bruggen en wyken der Stad „ behoorlyke manfchappen aftezenden.•, Op het vertrekken der vreemdelingen, en tiet uitgaan ter preeke, werdt wederom Één plakaat van 's Konings wege afgekonr digd. Hoe weinig, echter, dit alles komde uitwerken, bleek des anderen daags, zynde Zondag, wanneer 'er op nieuw veelen ter Stad uitgingen naar Burgerhout op "t Laar, alwaar, niettegenftaande een zwaaren regeii, des morgens in het Nederduitsch, en des namiddags in het Fransch, gepredikt werdt. By de namiddag-predikatie was het meeste Volk, en dat wel gewaapend, tegenwoordig. Het is gantsch niet te verwonderen, wanneer het graauw zich, in zulk een tyd, te buiten gaat, en men mag deszelfs baldaadigheid niet altyd fchuiven op de beftuurende hoofden, veel minder op de goede zaak, derhalven ook geenzins het gedrag van een dronken Snyder, die in de Minderbroeders Kerk, Vivant de Geuzen, riep, noch iet dergelyks, dat in St. Jacobs Kerk voorviel. - De Regeering was nu met de zaak hoe langer zoo meer verleegen, en ziennde, dat de Gilden den Geuzen meer ger ' negen waren, dan gezind, om aan de oog. merken van het Hof te voldoen, zond  KERKE te ANTWERPEN. 167 zy weder naar de Landvoogdes, niet opening van zaaken, verzoekende het terug roepen van den Graaf van Megen, en haare order, om brederode te doen vertrekken, als mede, om iemand te zenden, die der Burgerye aangenaam was, en, ware het mogelyk, oranje. Ondertusfchen, leverden de Hervormden weder een fmeekfchrift by de Wethouders in, waarby zy nu ook reden gaven van hunne gewaapende uittogten, verzoekende andermaal eene plaats in de Stad ter oeffening van hunnen Godsdienst, onder toezegging, van, dit verkrygende, de waapens nederteleggen. Hierop werdt niets geandwoord, maar men overlegde, of het niet mogelyk ware, de Hervormden te verdeelen, en men meende het gevonden te hebben. Het befluit werdt genomen, om den gevluchten Kapellaan van V Kiel, Ds. frans, weder terug te roepen, om met oogluiking het Lutheranismus te prediken. Men dagt, hy zou, als voorheen, veelen tot zyn gehoor trekken, waardoor de Hervormden meer verdeeld raaken, en het prediken in de Stad agterwege zou blyven. De gewaapende Vergaderingen buiten de Stad beliepen nu al tusfchen de dertiefi- en zestien-duizend perïbonen; de minfte waren vyf-duizend fterk QT); op het Kiel, echter, kwam men ongewaapend, als tot eene geöor- loof- («) BRANDT, l. C. bladZ. $10U L 4 III. tydperk. •entwe5e, byzonderdrafje, te zenden. De Her, vormden lederen sen tweede fmeekfchriftvan gelyken inhoud in. Plan der Regeeringe,orade Her. vormden te verdeelen.  III. tydperk. De Prins van Oran je door de Landvoogdesgezonden. («O Dit was weder een drangreden tot het z«nden van een Reprefentant »— vaa oranje. 168 GESCHIEDENIS der HERVORMDE Loofde Vergadering. Uit dit werk der Regeeringe ontftond nogthans de grootfte moeilykheid en verwarring. De Ingezetenen misduidden wel haast alles, wat de Regeering voornam: de Luther aanen, die nu het hoofd begonnen optebeuren, hadden kwaad vermoeden op de Hervormden, en deezen, de fterkften zynde, en het geweer in handen hebbende, hielden alles verdagt, wat 'er was, (V) De Landvoogdes, het laatfte -verzoek, om den Prins van Oranje, als haaren vertegenwoordiger, binnen de muuren te mogen hebben, om de nodige orders te {tellen, hebbende toegeftaan, deedt hy ook, op den 14 Ju/y, zyne intrede in die hoedaanigheid in de Stad, komende de St. Joris-poort ftaatig binnenryden. Brederode was hem, met eenige verbonden Edelen, te gemoet gereden, en eene menigte Volks was, zoo binnen, als buiten de Stad, te hoop geloopen, om zyne intrede te zien. Het wel-gelukken van het tot hier toe uitgewerkt plan, waardoor hy het welgelegen Antwerpen tot de gewensehte plaats zyner ftaatkundige werkzaamheid verkregen hadt, en de blyken van liefde en vertrouwen des Volks, fchoon hy hierop nooit te veel bouwde, moesten waarfchynlyk het gemoed van den Prins, by deeze gelegen-  KERKE te ANTWERPEN. 169 genheid, met vreugd vervullen; dan, het vreugdegeroep, dat veelen onder de meenigte aanhieven: lang keven de Geuzen! mishaagde hem met reden geweldig. Met<; alle eer door de Regeering ontvangen ii zynde, werdt hem, wanneer men tot de •* voorbereidzelen der raadflagen overging, £ op zyn verzoek, een Agent of Geheim-c fchryver toegeftaan, en in die hoedaanig-r heid de Penfwnaris wezembeek toege-^ wezen; maar, op het voorftel en ver-' zoek van Wykmeesteren, nam hy antonie van straaeen, die het voor-i gaande jaar Burgemeester was, tot zynen Stadhouder, of Vicaris. „ Aan de zulken „ (roept diericxsens /. c. p. 505 „ uit) was nu onze Stad overgegeeven, „ die tot dus verre alle poogingen der „ Sectarisfen zoo dapperlyk hadt tegen„ geftaan:" — en verhaalende het geen 'er nog , dien zelfden dag , tusfchen oranje, de Wethouderfchap, en andere leden der Gemeente voorviel, over het beletten der predikatiën, maar, byzonderlyk, over het nederleggen der waapenen by de Hervormden, zegt hy: „ dit „alles was niet anders, dan fpel; veel „ werdt 'er voorgellagen, doch niets uitgevoerd." Des anderen daags gingen de Hervormden weder ftoutmoedig, en in grooten getale, ten openbaaren Godsdienst op het Laar, en dat niet alleen gewaapend, maar voorziende ook het predikveld als eene Legerplaats, en fluitende alle de L 5 toe- III. tydperk. 'ranje 1 Anterpen./ezemf.ek zyn ecretais, en NT. VAK TRAA- -en zyn itadhouIer. De Het. wmden ïveder jewaasend ter sreek te Burgerhout.  m. TYDPERK. Beginne ook huwelykente bevei tigen. Betaaler een aan- zienlyk getal man- fchap- ifq GESCHIEDENIS der HERVORMDE toegangen met Wagens en Ruiters, opt dat zy niet mogten verhinderd worden, De Predikant, die het woord zoude voe^ ren, werdt met twaalf Ruiters tot den. predikftoel opgeleid. Des morgens en namiddags predikten 'er twee Predikanten, een in het Nederduitsch, en een jn het Fransen, en men zong een Pfalm, voor dat het gebed gefproken, en de predikatie begonnen werdt. Den volgenden dag hervatteden zy hunne Godsdienstoefening, zonder op de begeerte van oranje te pasfen, en bevestigden toen look, openlyk, een huwelyk, en doopten eenige kinderen, (e) Den 21 dier maand, gingen zy, hoewel door Wykmeesteren, " Gildenknegts enz. van wege den Prins was aangezegd, dat zy zich niet weder ter preeke zouden hebben te begeeven, nog meer gewaapend naar buiten , en flooten de Vergadering in eenen kring van gewaapende Mannen op, van welken ieder eiken preektyd met 10 of 12 Huivers betaald werden: zoo dat elke preek hun op vier- tot vyf-honderd guldens te ftaan kwam: wordende 'er wederom huwelyken bevestigd, kinderen gedoopt, en al- (e) De Landvoogdes beklaagde zich over het bevestigen van huwelyken, en met reden. Het was eene aantrekking van het burgerlyk gezag, en kon verwarring in de Maatfchappy baaren; doch men moet aan de omftandigheden wat toegeeven. De Hervorming moest noodzaaklyk dit, of groor te zedenloosheid, medebrengen. Een ander be» was ia dit geval ni?t megelyk,  KERKE te ANTWERPEN. ifï alles met het losbranden van het geweer , ten teelcen van blydfchap, befloten. Dit begon een weinig meer naar' opftand te zweemen, en moest niet weinig indruks, op hunne vyanden maaken. Des anderen ■ daags herhaalden zy nog eens het zelfde;: doch deeze Vergadering werdt door een Beurzenfnyder, of Zakkenrolder, zeer pntrust. (ƒ) De Prins deedt, onderwyl, van de gefteldheid Stad verflag aan de Land-: voogdes. Hy oordeelde het raadzaamst, de Hervormden met welvoegende zagtheid -en yriendlyke vermaaningen tot het afleggen van het geweer, in handen der Overheid, te brengen, en fprak ook met de voornaamften, inzonderheid, met deiv zeiver Predikanten: hun aantoonende, hoe kwaalyk het paste, zich met het geweer tot het gehoor van Gods Woord te begeeven ; raadende, dat zy hetzelve zouden afleggen. Zy namen hier genoeger in, zo men maar voldoende verzekerinc geeven wilde tegen allen geweld en overlast, dat hen dreigde. Voords werden in eene buitengewoone Vergaderinge, waartoe ook de Schutteryen, Broederfchappen Rhetorykers, en Kooplieden werden ge nodigd, twee zaaken voorgeflagen: eerst lyk, om 1200 Burgers in betaaling ei krygseed aanteneemep; daarna, om he pre (ƒ) DIERICXSENS, /. '(. p. S°7' AntW. Ckon,, bladz, 75 enz. III, tydperk, jen, om le Ver;ade■ing, des loods, te befcherraen.De Prins doet verflag aan de Landvoogdes.Beraamt middelen van rust. Wordt tot Gouverneuraangefteld, 1 I  Hï. tydperk Synode der Htrvormden. (g) Dat de Schutteryen enz , bovengemeld, in de Vergadering zaten, was zeker niet naar den lmaak der Hofsgezinden; want 'er bevondt zich een aanzienlyk getal Geuzen onder, doch zoo rt\e meer naar de" fmaak der Hervormden. X's™ WATER. Hm. der Herv. Kerkt u «ent, Wadz. 87. brandt, l. c. ilêdz. 337. 17* GESCHIEDENIS der HERVORMDE prediken natelaaten: alles nogthans onder die voorwaarde, tot dat by den Koning en de Algemeene Staaten nader order daarop zoude gefteld worden. Over deeze twee ftukken werdt Agterraad verzogt en gehouden, waarop het eerfte van de hand gewezen, maar het aanbod der Schutteryen, Broederfchappen, enz. om, in plaats der voorgeflagen Burger-Militie, alle dienften en wagten waarteneemen, gunftig aangenomen werdt. Ten aanzien van het tweede, was men van oordeel, zagtlyk daarin te werk te gaan, en niet dan met vermaanen en afraaden. (g) Dit befl uit werdt wederom d&r Landvoogdesfe toegezonden, en de Prins tot Overfte der Stad verkozen, die daarop zyne beveelen aan de wagt gaf, en het verbod, van ongewoon gewaapend langs de ftraaten te gaan, in alle wyken liet uitroepen Terwyl dit in het burgerlyke voorviel werdt 'er, op het einde van July, binnen de Stad, weder eene Synode gehouden, waarop franciscus junius, toen Predikant te Gendt, met peregrin de la grange, naderhand Predikant en Martelaar te Fakncyn, tegenwoordig waren, (Ji) 't I*  KERKE te ANTWERPEN. 173 'fc Is my niet mogelyk, in eenen volftrekten zin, te bepaalen, om welke redenen deeze Synode was byëengeroepen \ maar ik gisfe, dat zulks gefchied zy, om den toenmaaligen ftaat der Kerke in ernftige overweeging te neemen, en de beste middelen te beraamen, om de kudde des Heeren in goede orde en be. fcheidenheid te houden, als mede, om dezelve voor het verftrooijen te bewaaren: dat tot dit einde nodig geoordeeld werdt, eenigen uit hun midden aftezenden naar St. Trui/en, in het Land van Luik, waar de Verbonden Edelen toen vergaderd waren, om te overleggen, wat hun verder zoude te doen ftaan, indien de Koning eens gewaapend herwaards mogte afkomen; want, behalven dat zy alle hunne poogingen tot verdeediging der privilegiën in rook zagen verdWynen , en reden hadden, om voor de ftaatslisten des Spaanfchen Hofs te dugten, fcheen alles hen vrees daarvoor inteboezemen. — Men kon wel onderftand, van de Hvgenooten in Frankryk krygen, maar hoopende op een verdrag met de Landvoogdesfe, en het plan nog niet gevormd hebbende, om den ftandaard te planten, of daartoe ongenegen zynde, (het geen waarlyk ook wat voorbaarig zoude geweest zyn) begon men te fpreeken, om de vriendfchap van eenige Duitfche Vorften te zoeken, en, door eene verbindtenis met hun, zich te beveiligen vour het gevaar, dat hun mis- fchien in. tydperk,  III. TYDPERK. Zendt twee Ge magtigden tot ie Edelen te St Trüijen. (i) Het komt my voor, dat Jer ten dien tydö eenige verdeeldheid, zoo wel tusfchen de Edelen, als tusfchen het Volk, was veroorzaakt, door de verfchillende gevoelens over de keuze, by wien men hulp te zoeken hadt, hetzy by Frankrykt of hy de Duitfche Vorften. Oranje, en alle die hem aanhingen, waren voor het laatfte, maar de grootfte hoop des Volks zeker, en waarfchynlyfe brederode, voor het eerfte: van daar het wan* trouwen, dat zommigen naderhand op oranje hadden. i?4 GESCHIEDENIS der HER VORMDË fchierl dreigde., ten einde dus der zaak van het Verbond haare vastheid te geeven,, eri den Koning het hoofd te kunnen bieden. (?) De Afgevaardigden warren de twee zoö even genoemde Predikanten, die in last fchynen gehadt te hebben: den ftaat der Kerke en de b& roering der gemoederen onder de Gemeente den Verbonden Edelen te ontvouwen; dezelven te verzoeken, hun in alle hunne onderhandelingen te gedenken, en hen in hunne befcherming te willen iieemen, en om, ter blyke hunner gevoelens, dewyl de Vergadering der Edelen zoo wel uit Roomschgezindèn als uit: Onroomfchen beftond, eene korte Geloofsbelydenis van uitdruklyke fchriftuurwoorden, door junius zamengefteld, overtegeeven, met nevensgaande mondelinge beloften, Van zich alle moeite te geeven, dat de hunnen de waapens afleggen, en zich zouden onderwerpen aan het geert hun by de Algemeene Staaten, de Religie aangaande, zou .bevolen worden; mids  KERKE te ANTWERPEN. 175 mids dat de Regentes den Edelen van 't Verbond zou gebieden, hen in befcherming te neemen, tot op het befluit der Staaten, en eenigen der gemelde Bondgenooten verdeden in de Landen en Steden, om hen in orde en befcheidenheid te houden, in wier handen zy niet tvvyffelden, of de hunnen het geweer wel zouden afleggen; vreezende anderzins, dat zy, die zich uit nood, uit vreeze van overvallen te worden, in de waapenen begeeven hadden, hunne toevlucht tot anderen (denklyk de Franfche Hugenooten bedoelende) zouden moeten neemen. Ql) De beide Predikanten fchynen , tegen hunnen dank, de afvaardiging naar St. Trui jen te hebben aangenoomen, en junius inzonderheid kwaalyk te vrede geweest te zyn, omdat hy fchryft: „toen „ ze daar kwamen, zagen zy eerst, wat „ 'er te doen was, zonder iets uitte„ regten, doordien iemand zich daar „ t'ontyde tusfchen ftak, dien 't de Hee„ re vergeeve." (/) De (*) brandt, /. c. bladz. 337. (i) Het komt my niet onwaarfchynlyk voor, dat junius onder die genen was, die oordeelden , dat men den onderftand der Franfche Hugenooten moest aannoemen , en maar doorflaan, terwyl 'er nog geen Konings-troupen van belang in het Land waren : waarom hy, ziende dat men deezen onderftand by de Verbonden Edelen hadt van de hand gewezen, kwaalyk te vreden was. Het Synode fchynt ook andere gedagten van de onderhandeling der Edelen gevormd «n daarop gebouwd te hebben, IÏL tydperk.  m. tydperk. DeLant voogdes Haagt niet in eene on derhandelingmet de Edelen. Schryft aan den Koning. («O cerisibr, l. c. Uadz. 93, 94. 176 GESCHIEDENIS der HERVORMDE De Landvoogdes, die in deeze Vergadering der Edelen weinig zin hadt, wist dezelve te doen fcheiden, en met den .Prins van Oranje en den Graaf van Egmond, eerst te Aarfchot, en daarna te Duffel, in onderhandeling te brengen; doch deeze liep vrugtloos af. Zy fchreef nu ook over de ontvangen vertoogen en vernieuwde verzoeken der Edelen, inzonderheid, om verzekering tegen alle geweld, dat zy vermoedden, aan den Koning , en vertoonde hem , vrugtloos, de noodzaaklykheid van het vergaderen der Algemeene Staaten. En daar hy zich inmiddels fchikte, om in het aanftaande voorjaar naar de Nederlanden aftekomen, ,, hadt hy haar bevolen, de paufelyke Inquifitie optefchorten, en de gewoone bisfchoplyke haare kragt te „ laaten behouden; voords haar veroor,, loofd, den Bondgenooten vergifnis te „ mogen verleenen, onder zekere voor„ waarden ; als mede het opftellen van „ eene nieuwe maatiging der plakaaten, „ waarby 's Konings agtbaarheid en het „ Roomjche Geloof bewaard bleef: doch te- vens gelast, om het preeken en de ,, openbaare ergernisfen aftefchaffen, en „ hiertoe zich van het Krygsvolk, reeds in dienst, of zo dit niet genoeg ware, „ van nieuw geworven manfchap te be„ dienen." Qn) Ook andwoordde hy haar nu  KERKE tè ANTWERPEN. 177 nu maar alleen» „dat hy geld zondt, om „ drie-duizend Duitfche Ruiters en twee„ duizend Voetknegten , over welken hy „ de Hoofdlieden zelf benoemen zou, „ aantewerven, of voor twee maanden in waardgeld te houden. En kreeg men „ toen volzeker berigt, dat er ik, Her„ tog van Brunswyk, te Lingen Volk „ voor den Koning byëen verzamelde."(») Maar, om tot de Stad wedertekeeren; op den 10 Augustus, St. Laurensdag, viel 'er op het Kiel, na de predikatie van Ds. matthys, een wegens het Lutheranismus verdreven, maar nu terug geroepen Kapellaan van die Parochie, eene hevige beroerte voor, welke aan cunerus petri, s. t. d. en Plebaan vau Leuven, ook genoemd, peter van rithoven, (0) en zynen medgezel, byna het leven kostte. Deez' Doétor was, van kleeding veranderd, aldaar, ter preeke gekomen, en begon den Predikant, nadat hy zyne redenvoering geëindigd hadt, over zommige ftellingen aantevallen. Dit verbitterde de Gemeente zoodaanig, dat het geroep, finyt ze dood, die den Predikant durven ontrusten! van alle kanten opging, en zy beiden dapper afgerost werden. Doch gelukkig voor hen, dat 'er twee ftoutmoedige Burgers waren, die hen aan het gevaar ontrukten, waarna (n) CBRisiRK, l. c. bladz. 97» 9»> (*) BRANDT, /. t, bladS. 3Ifl- M m tydperk* 's Koningsandwoord. Voorval dp het Kiel.  i78 GESCHIEDENIS der HERVORMDE ïïï. tydperk, De Gemeentebefluit, voortaar in de Stad te prediken, 't geen men, voor als nog, wee tegen te houden. (?) DIEEICXS.EWï, l. f. f. 50f« **AN,DT, i. c. bladz. 31a. na zy door den Prins in fchyn gevat werden, en heimlyk te fcheep de Stad uitgeholpen, fj>) De yver van den Plebaan was-,zeer kwaalyk geplaatst, en die der Gemeente onbetaamlyk. De Prins was nu met de Hervormden zoo verre gevorderd, dat zy, voor een. groot gedeelte, het geweer begonnen afteleggen, ja, zy hadden het zonder twyffel allen gedaan, indien de flegte ftaat van zaaken niet ter kennisfe van het Volk gebragt was, inzonderheid, dat de Drosfaard van Braband zich met dienaars ten paarden verfterkt hadt, en door de Landvoogdesfe bevolen was, op hen te . pasfen; dat 'er zoo wel by de Stad, als by het Hof, een aanflag was, om het preeken met geweld te ftooren. Nu was alles weder in beweeging en onder de waapenen, en men befloot, uit hoofde van gevaar, voortaan binnen de Stad te prediken. Op den 15 derzelve maand, tragtten zy dit, ook werklyk, dooitezetten, en hadden daartoe het oog op. het tlesfenhuis. Hermannus modet, van ZW, zou den dienst verrigten. De Regeering, benevens den Prins, hiervan verwittigd, raadde hun dit op het ernftigfte af. Zy lieten zich, hoewel met veel moeite, te vrede ftellen; maar trokken wel-gewaapend weder naar buiten. Her-  KERKE te ANTWERPEN. 175 Hermannus predikte, niettegenrtaahde eenen zwaaren regen. Daags voor deezen 15, en ook op denzelven, zynde de gedenkdag van maRia's Hemelvaart, naar de Roomfche Wyze, was het in Vlaanderen overal ir fep en roer: een gantfche horde lier van plaats tot plaats met (tokken, by len, hamers, ladders, touwen, en ander< werktuigen, om de Beelden te breeken. en de Kerken te plunderen. ,, Onder „ weeg," zegt brandt zeer fraai, „wie; hun getal: gelyk een fneeuwbal, var „ eenen hoogen berg afrollende, en dooi de fneeuw wentelende, geduurig mee] „ fneeuws aanneemt en grooter wordt, „ dus ging het ook met dit Volk, hot „ zy verder kwamen, hoe zy meer na ,, fleeps kregen en fterker wierden." (r] Te Antwerpen was men niet weinig be dugt, dat die ftorm ook weldra derwaarc zou overilaan, en het leedt ook nie lang; want op den 18 werden 'er al eenigf beginzelen van befpeurd, wanneer hè Maria-beeld in vollen ommegang werdi rondgedraagen. „ Houten maria!" rie pen eenige Onroomfchen, al fportende, „ufi „ is de laatjle dag, dat men u eertf'Q] Oran (j) diericxsens, l. c. p. 508. en de Schryvers by hem aangehaald. Antw. Cliroh. p. 81. wezembeek, ftaat der Religie, bladz. 241. o) brandt, /. c. bladz. 342. Cs) cerisièr, l. c. bladz. 99. Deiparam M&> rinlam Fabri a jojïpho fabjio falutant, minan- M a tw Hl. tydperk. De Beelden ftorm begint in Vlaanderen. 1 i Beginze! len daarïvan te , Antwer[pen. r  180 GESCHIEDENIS der HERVORMDE III. tydperk. I Oranje was naar Brmfd ontboden, om over de klagten en beden der Verbonden Edelen te helpen befluiten, en ftond op zyn vertrek, naardien hy den go aldaar zyn moest, terwyl dit alles voorviel. Hy fchreef aan de Landvoogdes, hoe alles gefchapen ftond, en het te vreezen was, dat van zyne afwezigheid misbruik zou gemaakt, en de Beeldenftorm ook aangevangen worden, tenzy hy, op verzoek der Regeeringe, iemand, uit hun midden, of ten minften eenen Stadhouder, voor dien tyd aanftelde. Dit werdt goedgevonden, maar de zorg aan de geheele Regeering gelaaten, en den volgenden dag, den 19, ging hy vroegtydig op reis; den weg neemende langs Hoboken, om tevens een bezoek te geeven aan Thomas f hildt, van til, of th ie ld en, ,, om te vemeemen , „ naar men zeide, wat andwoord de „ Geuzen te Brusfel op hun Request „ zouden krygen." (7) Wy zullen deezen Eerw. Heer naderhand beter leeren kennen. Nadat oranje vertrokken was, en de beweegingen daags te vooren niet veel goeds voorlpeld hadden, durfde men bet Beeld, dat, geduurende de Octaaf, in het turque hanc ei ultimam fore festivitatem et brevi comburendain ejus ftatuam. diericxsens, I. e. p. 510. (O diericxsens, ibid. en w. te water, Hist. der Herv, Kerke te Gent. Lëvmsverb. van ra, van til, bladz. 255.  KERKE te ANTWERPEN, fff! het fchip der Kerke plagt ten toon te ftaan, aldaar niet betrouwen; maar werdt dienzelfden dag na den middag, volgends zommigen, (anderen zeggen daags daaraan) in zyn Kapel gebragt. Doch in plaats, dat dit wat goeds zoude uitwerken, deedt het der Kerke zoo veel te meer kwaad: het wekte de aandagt van het gemeens Volk, dat, de Overheid bevreesd ziende, des te ftoutmoediger werdt, en het Beeld fchamper kwam afvraagen: „ of de angst „ haar zoo vroeg in haar nest joeg, of zy ook vive k Geux! wilde roepen?"— (w) Daarop begonnen eenige jongens in de Kerk te fpeelen. Eén derzelven klom op den predikftoel, fpeelde voor Predikant, t en zeide den Kerkelyken allerlei zotternyen. Van jongens kwam het tot mannen, en trekken van ponjaarden. Een fchippers gast geraakte hierby gewond; hy werdt gevat, maar kwam weder los. Men kreeg het Volk eindlyk ter Kerke uit, en de deuren werden gefloten. Des volgenden daags werdt de Penfionaris wezembeek naar Brusfel gezonden, om oranje kennis te geeven en te raadpleegen; maar toen liep het erger af: het graauw drong ter Hoofdkerke in, zonder zich aan Markgraaf of Dienaars te kreunen, en viel, met het ondergaan der zon, aan het breeken, fchenden, en plunderen. zoo O) brandt, l. e. bladz. 343. d1ericx' 3ENS, l. t, f. 5IK M s III. tydperk. Beelden- ftorm aldaar.  III. tydperk. ï8a GESCHIEDENIS der HERVORMDE zoo dat, vóór middernagt een' Kerk zoo groot en pragtig, als'maar weinige in Luropa waren, voorzien van omtrent zeventig Altaaren, tot eene ydele en akelige romp gemaakt was. (y) Den ai vloog de woede langs ftraaten en wegen, iehendende en breekende alle Beelden, die 1™ 15 vooren kwamen, naar alle Parochie-Klooster-Kerken en Kapellen, zoo m, als buiten de Stad, waar alles, wat er ilegts in te vinden was, gefchonden, gebroken, bedorven en vernield werdt, De wyn en het bier der Klooster-kelders kwamen niet ten onpas, alzoo men zich daarmede dapper befchonk. En, hoewel de heilige Maagden voor haare ongereptheid beeiden, verheugde zich een Barrevoeter Monnik in al dien moedwil, naardien hy daardoor- uit zyne twaalfkarige gevangnis verlost werdt. Ik heb, van den Beeldenfïorm, zoo veel verhaald, als nodig was, om denzelven met gantsch onaangeroerd voorbytegaan. Een uitvoerig verhaal daarvan gedoogt raya ontwerp niet. De Leezer kan O) strada verhaalt eene uitgedagte aartige byzonderheid, welke diericxsens, /. ƒ p. 5'5.5iö. heeft nagefchreven: „ als men, zegt „ hy, het CHRüTos Beeld aan het Choor, „ tusfchen twee Moordeuaaren geplaatst, met to* „ wen hadt afgerukt en op den grond verbrv„ zeld, bleeven de Moordenaars ongefchonden, , "lllw vZSi by hun als genadige Godheden ge''w"rdte' ,g- W"en' 611 derzelver MSen ingewagc  KERKE te ANTWERPEN. 183 kan het by bor, brandt en andere goede Gefchiedichryvers van de .burgerlyke en kerklyke lotgevallen deezer Landen vinden. Alleen moet ik nog eenige aanmerkingen over dit wóest bedryf maa. ken. 't Is bekend, ddt het Beeldenbreeken ten deezen tyde niets nieuws konde zyn; want, in de VHIftc Eeuw, en ivel in het jaar DCCXXX, wierp Keizer leo II, bygenoemd Ifaürikus of Ifaiiru.s, de. Beelden ten cenenmaalê ter Kerke uit, met bygevoegde ftraffeiï tégen allen, die daaraan eenigen dienst bewyzen zouden: en . daarna, in DCCLIV, beriep zyn zoon constantyn, om deeze zaak, die veel beroerte baarde, volkomen aftedoen, te Cortflantdnopel, een Algemeen Goftcilie, waarin de Beeldendienst, met eenparige iremmén, plègtig veroordeeld werdt. Leo IV, de zoon van constantyn, volhardde in het zelfde gevoelen, tot dat 1r én e, zynfe Gemaalin, na zyne aflyvigheid, de Beelden en derzelver dienst wederom ter Kerke invoerde, en wel door een nieuw Algemeen Concilie, te Nicea in Bithymt in DCCLXXXVII byeengeroepen, alwaar het befluit des voorgaanden, ten aanzien dei geliefde Beelden, vernietigd werdt.(w) In de IXde eeuw, wierpen Keizer nioeeorüs, dë opvolger van iRéNE, leo V, en zyn opvolger michaêl, de (V) FORMET en DE LA F ON TA INE, l. C. g. D. 2. &. bladz. aö —29. M 4 III. tydperk. Het Beelden'breeken , op bevel der Overheid , niets nieuws.  III. tydperk. Het Bééldenbroeken,zonder bevel dei Overheid,eerst begonnente Wit temlerg- De Beeldenftorm,van daar, Jiaar de „ Nederlandm overgewaaid.Aanmerkingendaarover. ] i f84 GESCHIEDENIS der HERVORMDE de Stamelaar, door het befiuit eener Kerkvergaderinge, al dat werk van méne wederom omverre, en theophilus, zoon van MiciiAè'l, deedt den Beelden een vol Hagen oorlog aan. (*) Doch dit alles gefchiedde op eene ordenlyke en wettige wyze, door de hand der Overheid. De Beeldenftorm, of de onordenlyke en onwettige wyze, waaropmen den Beeldendienst thands den oorlog aandeedt, hadt het eerst plaats te Wittemberg, waar de Hoogleeraar carolostadius, by afwezigheid van luther, door de gewelddaadigheid eener toomlooze meenigte, de Beelden ter Kerke liet uitfmyten; doch dit was geenzins naar den fmaak van luther; ten minfte, het beviel hem niet (volgends het oordeel van zommigen), omdat hy zelf het niet hadt doen uitvoeren, (y) Dit ontwerp waaide ook, volgends zommiger zeggen, langs St. Trui/en, naar de Nederlanden over. Wat hiervan zy: Beeldenftorm en plundering zyn dezelfde dingen, die flechts verfchillen in. naam en gedaante, en nooit afzonderlyk kunnen beftaan. Het gaat 'er mede, als met de Leugen: om dat 'er een iegelyk een afgryzen van beeft en ze voor ongeoorloofd houdt, kan ze het meest uitwerken. Beeldenftorm f» formey en de LA f o n ta ine, ibid. >ladz. 48, 49. (y) mosheim, /. e. VI. D. bladz. 80, 00. levens de aaatek. van maclaine ald.  KERKE te ANTWERPEN. 185 ftorm en plundering, in het gemeen, hebben dezelfde regels en gebruiken, 't Is eene zoort van 'ftaatkunde, waartegen niets gelden kan, dan de Lex talionis (z), indien men aanhangs genoeg heeft, omze te werk te ftellen. De besten van die zoort zyn, welke, als een loopend vuur, algemeen zyn; zy voeren den meesten fchrik met zich, en maaken party raadloos. Zy kunnen alleen door het gemeen gefchieden: dit zyn troepen, die zich zeiven weeten te betaalen, en worden, door leugen, laster,..of alles wat verbitteren kan, onder anderen in beweeging gebragt, ook door afraaden van plans, welken zy niet bedagt hadden , maar die daardoor in het hoofd kunnen komen.(a) De beginzelen, of fchermutzelingen, gefchieden door zekere ligte corpfen van jongens en wyven, die voor onweerbaar gehouden worden, en daarom des te gevaarlyker zyn aantevallen. Men behoeft nooit te zorgen voor hulpbenden; want zy groeijen gaande weg aan, tot dat alle hoeken en winkels van het geboefte zyn uitgeput. Voor de betaaling van Officieren is het . gantsch onnodig te zorgen, naar- Cz) Met betrekking tot de voornaamften der tegenparty; maar veroorzaakte eene droevige beroerte. (a) Deeze manoeuvres vooronderftellea altyd eene verdrukte of onderliggende party, die haare toevlucht tot geweld uit wanhoop neemt, en, door eene verfchrikking op hunne party te laaten villen, de handen ruim ïoekt te krygen. M 5 III. TYDPERK.  m. TYDPERK. De Predikantenbefchul digd, den Beeldenftorm te hebben aangehitst. i ] i a \ V. 186 GESCHIEDENIS der HER VORMDE naardien deezen van onheuglyke, tyden onzigtbaar zyn: (£) nogthans hebben zy een zeker gemeenebest onder zich, en durven niet buiten hunne opzieners gaan. Eindelyk, om dezelven te bedwingen, kan men met goeden gemoede 'er een aantal uit ftraffën, buiten fchaade voor het gemeene welzyn. — Vergeeft my deezen uitflap, die niet zoo geheel onnut is, om overtegaan tot de befchuldigingen op zommige perzoonen toegepast, als of die de oorzaaken en aanftookers des Beeldenftorms waren. De Antw. Chrnnyk befchuldigt, in de eerfte plaats, de Predikanten der Hervormde Kerke, fchryvende, dat hermannus modet, met zommigen zyner aanhangers, kort na het oproer, ten tyde van het Lof in de Hoofdkerk voorgevallen, op den 20 Augustus, Is Bisjclwp-,....  KERKE te ANTWERPEN. 187 tragtten te verdeedigen : voegende daarby, dat zy zelfs geene fchaduw van uitvlucht zouden gehad hebben, zo de befehuldiging waaragtig ware geweest, (c) Maar (e) L, c. p. 514. Di: Adres werdt door de Predikanten, den 23 Augustus, in handen van den Burgemeester jac. van der heyden en den Penfionaris wezembeek overgeleverd, en was van deezen inhoud: „ A Mesfieurs les lourgemaiflers, Efchevins „ £f Confeil de la Ville (Convers. Messeigneurs! „ Nous protestons en verité, cornme devant „ Dieu, que ce, qui a esté faict, quant a i'a„ bolition des Images, a esté fans nostre fceu & „ adveu. Quant aulx larrecines, pillages, ïvrogne„ ries & aultres disfolutions & infolences, qui „ font enfuivies, nous les blamons & detestons. „ Et pour tant les Ministres de la Parole exbor. „ terom, comme ils ont deja faict, leurs auai„ teurs es predications, qu'on s'en abltienne en„ tierement, & qu'on reporte en vos mams ce. „ qui a esté pil.'é & desrobé." „ Ceulx de nostre Eglife font prets de rendre „ touts obeisfance a vos feigneuries pour s oppo. „ fer foubs vostre commandement a touts ïacca„ gement, violences, voleries & aultres mlo. „ lences." . „ Nous vous reconnoisfons estre etabhes par k Seigneur en office de Magistrat, & pour tan „ fommes obliges de vous obeir, non (eulemen pour crainte d'estre punis, mais ausfi pour ü „ confcience. Et par confequent devons & vou „ lons fidelement payer tailles, gabelles, ïmposts fubüdes, dismes & aultres charges, qui non; „ feront impofées ordinaires cc extraordinaire*, »> m. TYDPERK. 1  mi tydperk. 1 9 9 » 133 GESCHIEDENIS der HERVORMDE Maar, of deeze verdeediging hem al te fterk voorkwam, zoo geeft hy 'er hun toch op eene andere wyze de fchuld van. Hy zegt: „ de Predikanten (Mi„ nisters) voeren heftig uit tegen de Ca„ tholyke Kerk, den Paus, en andere „ Kerkelyken; tegen de Mis, de Sacra- » men- „ confesfsns que ceulx, qui refuferont ou feront „ fraude en c'est endroir, offenferonr Dieu & *, feront punisfables. par vos feigneuries *' „ Pour plus grande asfurance de ce que desfus „ les Ministres de la Parole et aultres Commies „ a la conduite de 1'Eglife font preis, s il est „ befoing, de faire ferment en vos mains de „ vous estre fideles & obei;fnns en toute chofes „ felon Dieu & fa' Parole, pour la confervation, „ bien & utilité des Bourgeois & manans de la ,, Ville, & d'y entretenir lc peuple en tant que „ leur fera posfible." „ Supplians au reste, que foubs vostre autorité „ & proteftiou puisfions nous asfembler en quel,, ques Temples propres & capables pour 1'exer„ cice de nostre Religion. Ft ne prendre de mau„ vaife part, fi nous nous fervons de quelques ., uns feion la nece. de, met bedaardheid voortgaan, om van alle omftandigheden tot hun voordeel gebruik te maaken. Deeze Beeldenftorm hadt- veel uitgewerkt, dat voor de liefhebbers der Vryheid van het grootfte nut kon geweest zyn, waren zy eensgezind gebleeven. Het .gantfche .Moderatie-ontwerp, en al wat. daartoe behoorde,, was nu ten eenenmaal den bodem ingeflaagen. De Edelen hadden een blyk gegeeven van het getal en vermogen hunner . aanhangers. Het Volk, met hunne Edelen, hadt zich nu irï CO BRANDT, /. C. bladz. 346. N III: tydperk: Voordee'. len des Beelden- ftorms. x  194 GESCHIEDENIS der HERVORMDE III. tvdperk. MODET predikt in de l V.Kerke in onverzoenbren haat by Spanje gebragt, en kon des te beter gebruikt worden; daar toch welhaast het masker fcheen te moeten afgeligt worden, om den {landaard des opflands te planten. De Landvoogdes en haare Vrienden, de Kerkelyken, en alle Roomschgezinden, beefden; zy nam zelfs in overweeging, om naar Bergen, in Henegouwen, te wyken, naardien geen der drie Heeren de waapenen wilde opvatten, om de fchennis, den Godsdienst aangedaan, te wreeken; doch de Leden van den Raad wisten haar dit voorneemen te doen flaaken. De fchrik maakte nu 'voor nieuwe onderhandelingen plaats, welke de vryheid van Godsdienstoeffening ten onderwerpe hadden; en de Landvoogdes, door den nood gedrongen, beloofde, onder beding van de beroerte te ftillen, en dat de Hervormden de waapenen zouden afleggen, aan de Verbonden Edelen meer, dan zy, offchoon zy ook wilde, konde nakomen. De Regeering ontdekte intusfchen, (om den draad der gebeurtenisfen weder optevatten) dat de Hervormden befloten hadden, om als overwinnaars in twee Kerken den dienst te veriïgten, en gaf daarop den Penfonaris, op den ziften, des morgens, al vfoegtydig, zodra hy verflag yan zyn wedervaarcn te Brusfel gedaan hadt, in last, om met de voornaamflen der Hervormden te fpreeken, en hun dit voorneemen uit het hoofd te brengen. Wezembeek, ontveinzende derzelver woon-  KERKE te ANTWERPEN. 195 woonplaats te weeten, gaat nogthans uit, maar vindt niemand hunner; doch onderricht wordende, dat modet, ten agt uuren, in de Hoofdkerk, en taf fin, twee uuren daarna, in de Sk Walburgs Kerke ftond te prediken, met oogmerk, om de gemoederen tot bedaaren te brengen , en de hunnen tot gehoorzaamheid te vermaanen, bragt dit ter kennisfe vart den Raad, die hem daarop naar de Hoofdkerk zondt, om te beproeven, of hy daar nog wat goeds zou kunnen uitrichten. Onderweg ontmoette hy taffin, dien hy den wcnsch der Regeering te verftaan gaf. Deeze antwoordde, dat het hem fpeet, dit niet eerder geweeten te hebben; doch, dat het oogmerk van den dienst niet anders mede ten oogmerk hadt, dan om de Gemeente tot bedaardheid, eensgezindheid en weder-teruggaave van het geen mogt geroofd zyn, te vermaanen, en dat hy vreesde, het nu reeds te laat zou weezen, dewyl zyn Ambtgenoot den ftoel in de Hoofdkerke al beklommen hadt, en zyne redenvoering zoo fchielyk niet zou kunnen afgebroken worden. Na over en weder de zaak befproken te hebben, haalde de Penfionam hem evenwel over, dat hy de preek in St Walburgs Kerke zou fchorten, en terftond met hem naar de Hoofdkerk gaan, om te zien, of zy modet niet zouden kunnen beweegen, de Vergadering te doen fcheiden. Dan, daar■gekomen zynde, antwoordde deeze, dat w N 2 mc ni TYD?ERK, *  III. tydperk. De RegeeringVerzoek de Pred kanten, de Gemeentetot rust enz. te vermaanen. Zj andwoorden by gefchrif te. 196 GESCHIEDENIS der HERVORMDË niet konde gefchieden-, zonder groote beroerte ; doch dat hy maar een kort woord ter vermaaninge zon fpreeken, en de Gemeente, na gebeden te hebben, laaten gaan. Hierop kan zeker niets te zeggen vallen; maar wel, dat hy dit gebed lang rekte, en nog de Gemeente opriep, om, tegen twee uuren in den namiddag, tot het gehoor des woords ter zelfde plaatze optekomen. Des volgenden daags, werdt de Peh~ finnaris naar de Landvoogdes en den t Prins afgevaardigd, met verzoek, dat het "hem mogt behaagen, toch fpoedig terug te komen, beloovende hem in alles, behoudens de privilegiën der Stad, genoegen te zullen geeven, en de werving van Waardgelders toeteftaan. Maar vóór zyn vertrek werdt hem Weder opgedragen, de Predikanten te verzoeken, om het Volk over den bedreeven moedwil en de plundering te beftrafïen, en te vermaanen ' tot gehoorzaamheid aan de Overheid, als mede, om het geroofde wedertegeeven; met kennis-geeving, dat 'er, ten zelfden dage, eene publicatie zou afgeleezen worden, waarby een iegelyk, die iets, dat by de plundering geftolen was, onder zich hadt, bevolen werdt, het zelve, binnen vierentwintig uuren, in handen der Overheid aftegeeven, op ftraffe van de galg voor hen, die weigeragtig bevonden werden, en met bedreiging van dezelfde ftraf voor hun, die verder in dien moedwil van plunderen en breeken zou-  KERKE te ANTWERPEN. 19? zouden voortvaaren. De Predikanten andwoordden, nog dien zelfden dag, den Raad, by gefchrifte, van den goeden wille des Confiserie te zullen verzekeren. Daarop werdt de Confistorie belegd, en het voorverhaalde Aires aan de Regeering ontworpen; nadat modet vooraf nog weder in de Hoofdkerk fchynt dienst gedaan , en een kind gedoopt te hebben. (*) Doch, onderwyl men hiermede bezig was, waren eenigen van het gemeen, na de preek, weder ter Kerke ingedrongen, om een groot kruis, dat nog was blyven ftaan, te vernielen, en begonnen, na dit gedaan te hebben, ook de waapenfchilden des Konings - en der Ridderen van het Gulden Vlies van boven neder te werpen, waarop de Dienaars des Gerechts 'et op. invielen, en. tien of twaalf gevangen namen; waarvan 'er, na de wederkomst van oranje op den. 28ften Augustus, drie op de markt werden opgehangen, drie gebannen, en de overigen op eene andere wyze geftrafk (7) Omtrent den avond leverden de Predikanten het wdl - opgefteld Adres des Confistorie aan de Regeering, in handen, van den Burgemeester jac. van der heyden, en den Penfionaris wezembeek; ontvangende van den laatstgemelden dit gunftig andwoord: dat zy hetzelve ter Vergaderinge zouden, brengen, maar hun etn~ (fe) DIERICXSENS, /. C p. 523* (O Ibid. I,, c. pag. 524 5.3<5.. N 3 m. TYDPERK,» 9 Beelden* (tormers geftraft. Hoe die bykwam. Andwoordder Regeeringeop het Aires des. ie.  III. TYDPERK (»0 Ibidem c. p. 526. Waar hy dien brief ■woördlyk laat volgen, gehaald uit zeker ongenoemd Protestantsch (lieterodoxus anonymus) fchryver, getyteld: ,, Receuil rdes chofes advenue en ,, Anvers touchant le fait de la Religion en Van MDLXVI, gevonden in de Bibliotheek van u. verdussen, Schepen van Antwerpen, en luidende : „ Messieurs! „ Apres avoir fait rapport de la bonne volonté nonftrée fur ce, qui vous a esté propofc, ,', enfemble de 1'esfcrit ce foir exhibé, comme jé fuz contraint incontinent me partir pour | la „ caufe que fcavez, ceus du Magiflrat pour cer,, tain respetfs & praignantes aventances depuis j, furvenues ' m'ont commandé, que outres les „ Temples de Nostre Dame & St. George Ie s, jour denommez, on fe veulle pareillemejit, „ pour le prefent, abftenir de deus autres , 1, a fcavoir de St. Jaques & St. Michel. La „ quelle obeisfance fera au Magiftrat tres agrea(, ble & montrera vostre bon vouloir. A tant me. 198 GESCHIEDENIS der HERVORMDE ernftig raadden, zich, zonder eenige acht te geeven, of de Regeering hun het gebruik van de eene of andere Kerk zou toeftaan, of gedoogen, vooral te wachten, om de Hoofd- of St. Joriskerk voor hunnen dienst inteneemen. Nadat het Adres ter Vergaderinge was geleezen en onderzogt, andwoordde de Penfionaris de Predikanten nader, by gefchrifte hen onder het oog brengende, dat zy, behalven van de genoemde Kerken, zich ook, inzonderheid, moesten onthouden van die van St. jaCob en St. MicHAëL. (m) Uit wel■ - ke  KERKE te ANTWERPEN. 199 fce andwoorden de Hervormden, begrypende, dat, terwyl hun door de Regeering vier Kerken werden ontzegd, zy van de overigen mogten gebruik maaken, ten minftcn, dat zulks oogluikende zou worden voorbygegaan, en uit dien hoofüe bepaalden zy, op den volgenden_ dag, voor de Nederduitfche Gemeente in de St. walburgs Kerke, en voor de Franfche by de Predikheeren, te prediken. Ondertusfchen was, te Brusfel, een1 verdrag, tusfchen de Landvoogdes en de^ verbonden Edelen gemaakt en bezworen^ het welk ook naar alle Gerechtshoven, der Landfchappen en naar alle goede Steden werdt gezonden, waarvan de inhoud 1 wasr „ dat niemand ter oorzaak der' „ preeke, op plaatzen, daar zy tegenwoordig ingevoerd was, gemoeid zou j worden, mits men zich onthieldt van ongeregeldheid en ergernis, de waapens , afleide, en de Roomfchen in derzelver Godsdienstoeffening ongeftoord liet: — ,„ dat de preek ook, zoo veel mogelyk ' ware, zou verhinderd worden, daar zy " „ niet me recommendant feray fin. En tres grande '* haste ce 23 d'Aoust 1566. Le tout vostra „Jaques de wezembeeke, „ Penfiomire d'Anvers." „In eo autem wezembeek totum «ffeftun ,, ftrew pandit, ut patet legend," voegt er DJ» ricxsems by. N 4 IIL tydperk, /erbod 'an den 'rins, om n deKer:en der loomsch\ezmdene prediken; msar :oege- * ilaan elders in de Nieuwftad.  III. tyd- i coo GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ niet aangevangen was. Eindelyk, dat „ den Edelen, mits zy voortaan hunnen , phgt van gehoorzaamheid betragtten, ter oorzaake van 't verbond en in<ïele?, verd fmeekfchrift, als ook van al 't voorledene nimmer eenig nadeel zou overkomen." (ti) Dit veroorzaakte, dat ten zelfden dage, vóór den middag, de Heeren van tholouse en hames, twee der Edelen, van wegens den Prins, uit Brusfel, naar de Stad kwamen, met bevel, dat de Hervormden zich van alle de Kerken moesten onthouden; maar hun door de Regeering kon worden toegeftaan, in de Nieuw-Stad te prediken. De Nederduitfchen waren , als dit verbod kwam, reeds in groot aantal in de walburgs Kerke, waarom, voorzigtigheidshalve, de predikatie aldaar niet werdt belet; onder beding nogthans, dat zy na den middag in de Nieuw-Stad zouden vergaderen. Maar de Waaien, die nog buiten vóór de Kerk der Predikheeren [tonden, naardien de deuren gefloten gehouden werden, hielden al, dien zelfden Dgtend, hunnen Godsdienst, gehoorzaam :er veroorloofde plaatze. Men verhaalt, kt 'er toen aldaar drie Predikanten gepredikt hebben,'maar dat de Stad, geluurende deeze dagen, altyd beroerd, en le Burgery in de waapenen was : als rne- (») CERISIER, l. C. bkdz. 1CÓ, 107. ta de chryvtrs by hem aangehaald. * - ™  KERKE te ANTWERPEN. aoi mede, dat de Magiftraat liet zeer zorglyk oordeelde, de Hervormden, in zulk een verbaazend aantal te laaten verzaamelen, tcrwyl de Lutherfchen buiten naar het Kiel liepen, en daarom den Parochiaan Ds. frans ontbood, om binnen de Stad in St. joris Kerke te prediken ; het geen zeer byzonder is , en doet denken, dat hy, ten minften by de Regeering, voor zoo kettersch nog niet gehouden werdt, fchoon hy den toeloop der Lutherfchen hadt. Dit alles aldians gefchiedde, om het voorgemelde ontwerp Van verdeeling en verzwakking der Religie-partyen, dat door de tegenftanders der Hervormden was uitgedagt en doorgedrongen, te volvoeren; doch dat naderhand zeer onaangenaame gevolgen gehad heeft. Ds. frans, intusfchen, een kind in dezelfde Kerke, niet naar de Roomfche wyze gedoopt hebbende, werdt aldaar de dienst ten eenenmaale ontzegd. O) Eindelyk, kwam oranje, den o.6fien deezer maand, tegen den avond, weder van Brusfel in de Stad terug. Hy was zoodra niet aangekomen, of hy ontving een verweerfchrift der Hervormden, waarby zy zich beklaagden, befchuldigd te worden van het laatst voorgevallen oproer beftookt, het gezag des Magi- ftraats (o) Zie hierover brandt, 1. c. bladz- 352. en diericxsens, l. c. p 527 en 547> 54$« N 5 m. TYDf berk. Oranje komt weder in de Stad. De Hervormdenverdeedigen zich by hem wegens  m, tydperk. het ge. beurde. 1 i ; I S02 GESCHIEDENIS der HERVORMDE ftraats verminderd, en het voorneemen gehad te hebben, om het Raadhuis inteneemen, en de Regeering ( aftezetten: terwyl 'er nog bygevoegd werdt, dat zy zouden befloten hebben , voortaan den Roomfchen dienst in de Stad niet langer te willen gedoogen: verklaarende zy voor God en menfchen hunne onfchuld, ter verdeediging van welke zy het vermogen en ge/ag van hem en de Regeering ter hulpe riepen, en betuigende ten allen tyde, wanneer zülks mogt gevorderd worden, den eed van getrouwheid' aan den Koning van Spanje, als Hertog van Braband, aan Zyne Excellentie, als Markgraaf, en de Achtb. Regeering te willen afleggen, enz. — De Prins, dit verweerfchrift geleezen hebbende, vorderde, dat zoo wel de Nederduitfche, als de Franfche Gemeente, elke uit haar midden, zouden benoemen vier van de aanzien-, lykfte en bekwaamfte perfoonen, die hooplieden waren,, waarmede hy, geduu:ig, ter bevrediging der gemoederen jou kunnen handelen. Dit was zoodra liet ter .kennisfe van het Confistorie gejragt, of "er werden van wegen de Nelerduitfchen benoemd: marcus perez, uarel van bombergen, herman /an der meere, en cornelis /an bombergen, en van wegens de ?ranfchen : francois godin, jean :arlier, nicolas du vivier, en micolas sellin. Dan, daar deezen Ue' afvaardiging niet wilden aanneemen, ten  KERKE te ANTWERPEN. 203 ■> dat WY» als Burgers, op de- j zeiven hebben; hetwelk wy 3 „ niet kunnen gehouden worden l „ verloren te hebben, door de „ omhelzing van, de leere des t „ Euaugeliums." 'jfpost. 1. „ Zyne Excell. neemt de „ belofte yan de Remonfiranteu. „ aan." „ 2. Maar kan voor het. tegen-. „ woordige, om verfcheiden re- ! „ denen, die noodzaaklyk hl „ aanmerkinge moeten genomen ia j, worden , den Supplianten niets „meer by voorraad toeftaan : : , „doch men zal hun in de „ Nieuw-Stad drie plaatzen aan„ wyzen en van ftonden aan „ leveren, welke zy gemaklyk • „ zullen kunnen in ftaat- ftellen, „ om hunne predikatie te hou-.. 0 • „ den en hunnen dienst te ver-, li: „ richten, tot dat men door het^ „ befluit van ' zyne Majefteit , » niet goedvinden der Staaten„ Generaal, weeten zal, waar' p zich naar te gediaagen. Art  KERKE te ANTWERPEN. 205 Art. III. „ Zy zullen niet meer > dan „ twee Predikanten hebben, inbbor,, Hngen van het Land." : And*. „ Wy verzoeken, dat het , getal der Predikanten geëvenredigd zy aan het aantal des *' Volks, en dat 'er ten. minfte, l in deeze omftandigheden van " tyd, aan de Nederduitfche „ Gemeente agt, en aan de „ Franfche drie mogen werden „ toegeftaan. Voor het overige „ ftaan wy toe, dat de Dienaa„ ren des Woords zullen wee„ zen inboorlingen des Lands, „ onderdaanen van onzen Ko- „ ning, of die, als Burgers, in „ deeze of geene goede Stad „ zullen Zyn erkend en aangenoo„ men. Verzoekende wyders ^ „ dat wy, voor zoo verre en 1. „ zoo lang het anderen zal ge- „ öorloofd wezen, zich ook van „ anderen te bedienen, dezelfde „ vryheid zullen mogen genie„ ten." Apost. „Men zal gedoogen, dat zy „ t'elken reize drie predikatiën „ op eenen dag mogen hebben, ,, twee in het Duitsch en eene „ in het Fransch, ten welken „ einde zy drie Predikanten zul„ len hebben, en ter hulpe van „ deezen nog drie anderen, om, „ in gevallen van ziekte, hunnen „ Ambt- III: rvD- ?ERKi  co6 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ Ambtgenooten in al het werk „ hunner bedieninge byteftaan, „ zonder nogthans, dat iemand „ hunner een vreemdeling zy: „ en behalven deezen kunnen zy zich, in gevallen van noodzaak„ lykheid, behelpen met ande„ re Dienaaren hunnes Confisto„ ne." (p) Art. IV. „ Zy zullen ongewaapend ter „ preeke moeten gaan, en alle ver„ boden geweer overleveren in han„ den van Zyne Excellentie." Andw. „ Wat het eerfte aangaat, wy „ gelooven, dat Z. Excell. daar „ onder niet verftaat, dat het „ een iegelyk niet vry zoude „ ftaan, een dolk of degen te „ draagen; en dat aan anderen „ ook geen meerder vryheid in „ deezen zal gegeeven worden. „ En terj opzigte van het twee„ de, om alle verboden geweer' „ in handen van Z. Excell. „ overteleveren, moeten wy den„ zeiven herinneren, dat zoodaa„ nig een voorftel, raakende de „ privilegiën van de Stad , in „ het algemeen aan alle Burgers •., en Cp) Door dit Artyk. vondt junius zich, op het einde van dit jaar, van Brugge naar AnWierfen terug komende, buiten den Kerkendienst gefloten, brandt, /. c. bladz, 377. • • UI. TYDPERK.  KERKË te ANTWERPEN» 20? „ en Inwooners derzelve ■ be„ hoort gedaan te worden." Apost. „ Dat zy niet zullen mogen „ gaan, of zich laaten vinden „ by hunne predikatiën, verga3, deringen, of godsdienstoeffeningen, met eenige vuurroers, „ pistoolen, hellebaarden, of an„ dere verboden waapenen; wel „ verftaande, dat men niemand „ zal hinderen, die alleen een „ degen of dolk draagen wilde." Art. V. „ Men zal een Naamlyst van „ alle de Leden der Hervormde Ge„ meente opftellen, en Z. Excell. „ deezen allen , volgends dezelve, „ by hem ontbieden, om te wee„ ten ^ of dezelve echt is." Andw. „ Naardien de vryheid,_ wel„ ke wy tegenwoordig genieten, „ niet bevestigd is door der „ Koning en de Staaten Gene„ raai, en veelen om die re„ den zwaarigheid zullen maaken< „ hunnen naam by gefchrift te te„ kenen, en daarenboven het zees „ moeilyk zou wezen, om, uii „ aanmerking van het groot aan „ tal der Leden ^ zulk eene lys „ te maaken, als Z. Excell. ver „ langt, zoo verzoeken wy oot „ moedig, ons niet kwaalyk. t< ,, neemen, dat wy hierin aai „ het verlangen Uwer 'Excell „ -nie m. TYDPERK. 1 l $  iü TYD' é fto3 Geschiedenis der hervormde- „ niet kunnen voldoen; doch „ om Uwe Excell. te gemoet té „ komen en te onderrichten van „ derzelver getal, zoo bidden „ wy, dat Uw Excell. eenigen „ van uwentwegen wil zenden,om de vergadering in oog„ fchouw 'te neemen.'* Apost. „ z. Excell. houdt zich té :, vreden, met de Supplianten „ hierin te toeven, en nog. „ voor eenigen tyd de overgaaf „ deezer Naamlyst, om genoem„ de redenen,- uitteftelW" Art. VI. „ Men zal de Regeering ge- „ hoorzaamen, en zich met alles,' dat ter bevorderinge van het al- „ gemeene welzyn zal bevolen wor- „ den, te vreden houden." Andw. „ Toegeftaan, behoudens dé „ privilegiën, en zonder nadeel „ van onze Godsdienstoeffening." Apost. „ z. Excell. neemt dit beding „ aan, maar gelast hun voorts,„ zich naar dat Art. te gedraa« gen." iit. VII. „ Dat de Predikanten, die zich' „ van oproerige uitdrukkingen tegeri „ de Regeering of anderen zouden „ bedienen, weggejaagd en uit de „ Stad zullen gebannen worden." Andw. „ Toegeftaan, mits het be„ ftraffen van den valfchen Gods- ' •• - „ dienst,'  KERKE te ANTWËRPË& aö? „ dienst, misbruik der Ceremomen, en het zedenbederf;, niet gehouden worden voor , oproerige redenert, en dat zoo >5 iets van dien aart werde aan,, gebragt, zulks deugdlyk moet ,3 bevestigd worden door geloofwaardige en onverdagte per,, foonen, en ook dat alle an„ dere Predikanten onder die zelfde wet gebragt werden." Apoit, „ Z. Excell. neemt insgelyks „ het andwoord op dit Art; „ gunftig aan, en verklaart, dat „ het zoo wel de bedoeling van „ hem, als der Regeeringe is$ jj dat alle Predikanten in 't gemeen, tot welke godsdienst„ gezindheid zy ook mogen be„ hnoren, zich onthouden^ van j, ,alle fcheldwoorden, beleedigende uitdrukkingen en lasteririgen; het geen men ook den Predikanten der Supplianten aanbeveelt, en ook, op gely• ke wyze, dien der andere „ Gezindheden aanbeveelen zal.'* Art. VTIL 4, Die Van den Hervormden „ Godsdienst mogen hunne Venfistortè niet veranderen, vermeerderen, of „ verminderen, buiten kennis van „ Z. Excell.; noch ook nieuwe Die^ „ naaren des Woords aanneemen," Andw. >, ïer meerdere verzekeringe O ü vari m TYDPERK»  sio GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ van Z. Excell. verzoeken wy „ ootmoedig, dat het hem behaage, iemand der Magiftraat, of „ een ander, doende belydenis „ onzes geloofs, en op welks „ trouw Uw Excell. volkomen „ ftaat kan maaken, te zenden, om tegenwoordig te zyn by het „ verkiezen van Predikanten, Ou„ derlingen en Diakenen, als me„ de by het verhandelen van al„ le voorvallende zaaken, ftrek„ kende tot bevordering van het „ welzyn der Gemeente." Apost. „ De aanbieding, op dit Art. „ gedaan, wordt aangenomen. Z. „ Excell. zal iemand der Regee„ ringe benoemen, en naar de „ Supplianten afvaardigen , ten „ eindè in dit verzoek begreepen." Art.' IX. „ Dat zy niemand zullen ver„ hinderen, of geweld aandoen, om „ verfchil van Godsdienst, maar zelfs „ helpen en verdeedigen, zo men „ deezen wilde verongelyken." Andw. ,, Toegeftaan, mits de anderen „ dit wederkeerig ten onzen opzigtc belooven." Apost- „ Z. Excell. keurt dit beding goed, en zal 'er met de Re„ geeringe in voorzien, dat dit „ zelfde by de Roomfchen onder„ houden worde, zynde reeds by III. TYD3?ERK.  KERKE te ANTWERPEN, ait „ publicatie op gisteren een be- „ gin gemaakt, om alle fchelden v en beleedigingen tegen te gaan „ en te verbieden." Art. X. „ Men zal den, loop des Ge„ rechts in geenen opzigte trachten „ te fluiten, inzonderheid niet by „ het ftraff n der Beeldenftormers." Andw. „ Toegeftaan, wel verftaande, dat de weg van rechten voor „ hun niet gefloten werde." Apost. „ Z. Excell. ftaat dit toe." Art. XI. Men zal niet met hoopen langs ,, de ftraaten loopen zingen, ook „ niet by het houden der predikatiën „ en oeft'eningen van hunnen Gods„ dienst." Andw. „ Toegeftaan, van niet met „ hoopen langs de ftraaten te loopen zingen." Apost. „ Het beding op dit Art. toe„ geftaan." Art. XII. „ Deeze Art. Zullen door een „ duizend-tal der Leden geteekend worden." Andw. „ Zoo lang de bevestiging „ van onzen Godsdienst afhangt ,. van het befluit der Staaten „ Generaal, oordeelen wy, dat „ de .meesten niet zullen kunnen „ befluiten te teekenen ; doch „ wanneer de anderen gereed O 2 „ zyn til tyd" perk.  III. TYDPERK. ki2 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ zyn het zelfde te doen, hoo„ pen wy van onzen kant niet „ in gebreken te blyven." Apost. „ Z. Excell. vindt het recht „ en billyk, dat de Predikanten, „ Ouderlingen, Diakenen, Be„ dienden en anderen des Con„ Jistorie, met een goed aantal „ der meest daartoe bevoegden ii van den Godsdienst der Sup„ plianten, teekenen, toeftaan en „ belooyen te doen onderhouden „ en uitvoeren deeze tegenwoor„ dige Aposiillen, met de Arty„ kelen en aanbiedingen, by dit gefchrift toegeftaan. Z. Excell. „ vindt 'er voor zich zeiven „ geene zwaarigheid in, dit ins„ gelyks _ met een Griffier der Stad uit naam der Regeeringe „ te onderfchryven, en hebbende „ het algemeen bevel over deeze „ Stad, ten einde alle ingeze„ tenen binnen de paaien van ,. hunnen pligt te helpen hou„ den, zal hy alles in, het werk „ ftellen, wat tot befcherming, „ verzekering en rust der Sup> plianten en hupner Vergade„ ringen kan verftrekken, ter„ wyl hy verzekert, dat nie„ mand der Supplianten, by ver„ volg van tyd, uit hoofde van „ deeze onderteekening, zal in „ het oog gehouden, gezogt of „ ee-  KERKE te ANTWERPEN. 213 „ eenige moeite aangedaan wor„ den." Art. KUL „ Dit alles wordt gehouden, „ by voorraad gefchied te zyn, tot „ de Staaten Generaal zullen verga„ derd wezen, denwelken men zich ' by eede zal moeten onderwerpen." Andw. „Toegeftaan, mits, wanneer „ 'er iets tegen ons geweeten en „ den godsdienst ftrydig bevolen „ wordt, ons behoorlyken tyd „ vergund werde, om met onze „ goederen te vertrekken, waar „ het ons zal goeddunken,? zon„ der eenige verhinderinge." Apost. „ Z. Excell. keurt dit beding „ goed, maar twyffelt geenzms, „ of de Supplianten zullen, dit „ gebeurende, die zelfde vryheid „ blyven genieten." Art. XIV. „ Men zal zich nu voortaan , gerust en verzekerd houden." Andw. „ Dat de anderen ook derge„ lyke Artykelen teekenen, als „ gezegd is, en Z. Excell. met ■ „ de Heeren der Regeeringe zoo „ wel den een als den ander in, „ hunne hoede en befcherminge „ neemen, en dit by eede en „ bekendmaaking op alle de hoe„ ken van Stads ftraaten." Apost. „'Men zal deezen Supplianten verzekering geeven, zoo by O 3 »> S*- III. tydperk.  III. tyd> peuk. ( ' '■ ! f214 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ gezegde onderteekening, als by ,i publicatie, dat men alle in„ woonders, levende in alle ge„ hoorzaamheid en burgerlyke „ vrede, zal in befcherminge „ neemen, zonder eenige acht op het onderi'cheid van Godsdienst „te geeven, hetzy Catholyken, „ hetzy die der Supplianten" Art. XV. „ Men zal alle oproerige Ac„ ten uitfchrabben en wegdoen." 4»dw. „ Toegeftaan, volgends de v verklaaring op het Vilde Art." *P°**- >i Z. Excell. neemt in dit and» woord genoegen." By deeze andwoorden voegden de afgevaardigden der Hervormden nog het volgende: VNn' ,M7n Heer' nademaal het Uwe „ Lxcell. behaagd heeft, ons de bovenge„ melde fchriftlyke verzekeringen afte„ yraagen, en wy, als getrouwe onder„ daanen en burgers, die niets vuuriger „ wenfehen, dan de welvaart, rust en „ vrede des Lands, en in het -byzonder , van_ deeze Stad Antwerpen, gewilliglvk * daann, hebben toegeftemd en toefteni» men by deeze> op de wyze, als bo- " lSuC en Zelfs ons by ons fmeekfchrift hebben aangeboden, zoo bidden wy , Uw Excell., te doen ophouden het ge, rucht van eene aanneeming van oorlogs, volk ter bewaaringe deezer Stede: kun- „ nen-  KERKE te ANTWERPEN. 215 ■1 nende in de gezegde werving niets an ders ontdekken, dan een tooneel van verderf en verwoesting, hoedaamg. voor " wéinige dagen vertoond geweest is aan "het oog van Uw Excell. door de trantfche Gemeente van Antwerpen, zoo " in 't gemeen, als in het byzonder; ' wel bewust zynde, hoe zeer de Burge' rv en Inwooners nog in dezelfde denk"wyze volharden, en ter oorzaake van " dat gerucht veele Vreemdelingen en Burgers zich liever van deeze Stad willen verwyderen." . „, "Apost. „De tegenwoordige .werving^ zal niet dienen, om iemand in de oeffenin* zynes Godsdiensts te verhinderen, " maar in het tegendeel tot verzekennge 3' en gerustheid, zoo der Supplianten, als "van alle anderen: te meer dewyl de'; zelve onder de Burgery gefchiedt, en de aangeworvenen zullen moeten zwee" ren, niets te onderneemen tegen de prw " vilegien, noch tegen eenigen der Ge^ zindheden, maar allen gelyklyk befchermen tegen alle geweld en overlast, ge" vk zy zullen kunnen zien m het bree!' de by den Artykel-brief, voor deezen Z vastgefteld, van welken Z Excell. geen dubbel zal weigeren; welke ook ganfchelvk niet zal {trekken, om de Ingezetenen te plaagen, of hunne verkee' ring te belemmeren, maar, om deeze " Staci te bewaaren voor alle beroerten "en moeilykheden, den Koopman je " O 4 » ver" III. TYDPERK.  III, tyd- FERK 2 if5 GESCHIEDENIS der HERVORMDE, „ verzekeren, en de onderlinge verkeering - „ en vertrouwen te herftellen." a « De Afgevaardigden: „ Myn Heer, na'* c uVï ne 3nduroorden hadden in „ gefghnft gefteld, hebben wy een be„ vel van wege den Magistraat, op de „ hoeken der ftraaten hooren afkondigen, waarby niet den dood gedreigd worden „ allen de genen, die den Priestercn of „ hunne Kerken, als anderzins, eenige „ beleedigmgen of leed zullen aandoen, „ zonder eemg gewag te maaken van ,, iets, dat wederkeerig tot onze yeilig« neid itreicken kan; waarover wy ons f>cl;/etroffen vinden, nademaal dit, uit „ hoofde van het eerfte Art. der voorftel„ hngen, welken het Uw Excell. behaagd „ heeft ons voorteleggen , en waaraan r wy gereed waren te voldoen, dat niet „ behoeft bewezen te worden, toch van „ zelve fpreekt. Naardien het Volk nu „ ook ten uiterften in beweeging en ont' „ rüerd is, komt het ons voor, dat er „ geen ander middel, om daarin te voor„ zien, overig is, dan van ftonden aan „ eene gelyke verdeediging en verzeke-' „ ring ten voordeele der onzen te laaten * afkondigen. Waartoe wy Uw Excell „ ook zeer ootmoediglyk verzoeken, ten' a, einde alle zwaarigheden te vermyden." Apost. „ Daarin is voorzien door ' de a, reeds gedaane publicatie." „Alles wordt toegeftaan, by oogluii. kmg en voorraad, tot dat by Z. Maj., » niet;  KERKE te ANTWERPEN. 217 a, met goedvinden zyner Algemeene Staaten anders zal verftaan zyn, welk hefluit een iegelyk zal gehouden zyn ij ^ volgen TeVyl Z. Excell. beveelt dat van alle deeze Artykelen, en den "aanklceven van dien, zal aanzegging gedaan worden aan die hunner Gods! dienstbelydenis, met last, om zich daar' na te ichikken en te gedraagen. < " ,, Gedaan te Antwerpen den Dertigften van Augustus 1566. t Uit alle deeze voorftellingen by Artykelen, Andwoorden, en AposttUen, moesten nu eenige Artykelen, by wyze van een gemeen befluit, worden zaamgefteld, om by den Prins en de Afgevaardigden der Hervormden geteekend te worden Dan, deeze vreezende voor de gevolgen , indien de zaaken eens kwamen te veranderen, beflooten vooraf, ook dezelfde zekerheid ' van de Regeering te vraagen. welke zy van den Prins ontvangen had den • gelyk zy ook dezelve, door tus Ihenfpraak van Z. Excell., op den 3I/fc dier maand behoorlyk geteekend, on vangen hebben, en daarmede hadt di werk welhaast zyn volle beflag. (O Te ra) Volgends myne veroaljng naar boven gemel Re)Ul enf. by Ut- «c «8. Zie ook brandt, /. c. °'.'f < 53Cr1 Die ftuk, volgends het Recml, ih* 1, «o luidt als volgt: . , J",53PuisQUE fon Hxcellence avoit reqms i« „ de la Religion iusdifte, qu'ils deusfent deput O 5 III. TYDPERK. Den gerolmagtigdender Hervormdentot de onderhandelingen , Cautie gegee* ven, i l d is ;r a-  m. tydperk. »» >» 3' >> M 3» f II J' 3» 3} 13 31 » < sis geschiedenis der hervormde zelfden dage werdt, zoo van wegens den Prins, al* der Regeeringe, het volgend bevelfchrift afgekondigd, dat naar het Fransch dus luidt: . Mandement en publicatie, gedaan door „ den Heere johan van immerzee. „ le, Ridder-Heer van Boudrie, Schout „ Burgemeesteren, Schepenen en Raaderï „ der Stad Antwerpen, den laatften Au„ gintus MDLXVI. ., Men verklaart en. doet weeten eenen „ iegelyk, van wegens Mynen Heere den „ Prins van Oranje, als Gouverneur en „ Chef deezer Stad Antwerpen, aangefteld ' Y Z' S11™- Mai*eft-/en ook van , wegens Myne Heeren in deezer Stede: ' i ï, j onze goedertieren Koning, , hebbende volgends zyne natuurlyke goedwilhgneid, in acht en aanmerking genomen al het geen tot rust, welvaart „ en aacujis rnarchans de renoms, avecqses les quels elle pourroit communlcqner a toutes heures & occurences; Mesfieurs fusdicïs ne trouvent pS mauva.s, ne inudle, que les fusdifts perfonnages acceptent la fusdifte charge. Declarën: davantage par cestes, qne ne h c'est heure, ne par cy apres, ilz ne fusperteront, noteront ne recercheront les fnsd.-fts deputez pour S ceptat.cn, exercice & execution de FeudMe commisfioni ne aufïï le prendront en male p t & ne leur fcauront mauvais grj en maniere & %on quelconque Ainfi (HA nu College ea e wT', de- Mo»föS»eur Ie Prince fuldift, e Sarnedy dernier jour d'Aous: 1'An i566. Pe- >3 Receuil ibid. p. 540.  KERKE te ANTWERPEN. 219 en heil zyner erflyke Nederlanden dienf ffig is, heeft ingewilligd, verklaard, en " ukdruklyk toegeftaan, dat de Ingezete- ] nen en Burgers deezer Stad, zoo wel, als des geheelen Lands, voor altyd zullen verlost zyn en bevryd blyven van 3 de Inquifitie, waarover men, geduuren'1 de eenigen tyd, in gezegde Nederlanl den, zoo veel gefproken en gemord ' heeft: en dat zy voortaan zullen vry, " en ontlast zyn en blyven van alle be„ velen en plakaaten, op 't ftuk van kettery en overtreedingen ter zaake van t Godsdienst, die ooit te vooren zullen , gemaakt of afgekondigd wezen: tot tyd en wyle, door nieuwe en algemeene ' plakaaten, (die gemaakt en vastgefteld , kunnen worden by Z. M., met goed! vinden der Staaten Generaal deezer Landen, op het ftuk van Godsdienst; " in het algemeen daarin anders zal zyn voorzien en bevolen: naar welke een ie, eelvk alsdan zich zal moeten gedraagen „en fchikken, en zich^ daarop veilig ', verhaten en vertrouwen." Qivas getf) a. grapheus. Deeze afkondiging gefchiedde ingevolge eener aanfehryving der Landvoogdesie . van den aóftea deezer zelfde maand, ot bekomen brieven van den Koning, tei voldoeninge van het verdrag met de Üde len, voorverhaald, gelloten; doch een ie der ziet, hoe weinig dit alles ter gerust III. tyd>erk.  13 ty pei De onderhandelinge ten ein gebragi en de^\ tykelen wederzyds ge teekend £20 GESCHIEDENIS1 der HERVORMDE l linge der Hervormden uitdeedt; want, bed- halven, dat alles op een losfen voet en .K. by voorraad beloofd werdt, zoo was men met onkundig van den onverzetlvken dweepzieken aart des Konings, en van de kwaade trouw der Spanjaarden in 't gemeen. Men hadt weinig reden, op eene vergadering der Algemeene Staaten te Hoopen, en misfchien ook daarvan, nu voortaan, weinig goeds te wachten. Deezen zelfden dag werdt, zoo men verHaalt, door een Fransch Predikant en gewezen Carmeliter Monnik, volgends de Augsbnrgfche Geloofsbelydenis gepredikt in een pakhuis agter de Abtdy van St.'iviichae l. Ct) Den aden van September, werden de n voorverhaalde XV Artykelen, met de ,e Andwoorden en Apostillen, by wyze van , een gemeen befluit, tot zekere Artykelen r- gebragt zynde, door den Prins van Oranje, de Afgevaardigden der Hervormden, en .van veelen der voornaamften onder de . zeiven geteekend. De inhoud daarvan is hgt optemaaken: alleen het 2 Art., waarby de plaatfen in de Nieuwllad, ter Godsdienstoeffening bdtemd, ukdruklyk vermeld worden, verdient aanteekening. L „ Zy zullen," dus luidt het, „ ook gee„ ne Kloosters, of andere gewyde plaatlen, mogen inneemen, noch hunne „ predikatiën of andere oeffeningen van „ hunCO Ibid. /. c. p. 542.  KERKE te ANTWERPEN. 221 hunnen Godsdienst mogen houden in ' eenTge Kerken: maar alleenlyk in eenigen § der drie plaatfen, hier onder genoemd: te weeten in de Raam Cu) " van paulüs van gemert agter V het Klooster op de Paardenmarkt; m * aI Raam van den Heer de lieker" fE hr de Wapper; en in den Bleekhof " der Gasthuisbeemden, by het Schutters" uf Wel verftaande, dat, byaldien zy ? geéne der gezegde plaatfen zouden kunnen bekomen, zy by goedvinden van Z Excell. dan in derzelver plaats " zich van andere van gelyke grootte en gelegenheid zouden mogen bedienen, en intusfchen van die plaatfen in de "Nieuwftad, waar zy «/ooren hunne predikatiën gehouden hadden, (v) Dan, de Landvoogdes nam het oranje zeer kwaalyk af, aantoonende, dat met alleen het prediken in de Stad, waar zulks nog met was ingevoerd, ftrydig was met deihem wel bekenden wille van haar en de: Konings, maar ook met het verdrag, da onlangs, in zyne tegenwoordigheid, me de Edelen was aangegaan en bezwooren beveelende zy, de preek binnen de muure te beletten, en op de Mennomten te pai fen Hierby verdient te worden aang< merkt, dat het gemelde verdrag den Pm niet raakte, maar wel den wil des K * mnj (U) Oud woord, om zekere erven in de Sta uittedrukken. (v) Ibid. I. c, p. 542» 543. III. TYDPERK. De Landvoogdes,over deeze onderhandelinggen ge- " i ltoord. '•> 11 s 1-. !s  m TYD PER] De Prins verandwoordtzich. tm GESCHIEDENIS der HERVORMDE nings en het bevel, dit- j ■ te geeven, *m£m^J°2^ , den volftrektften zin 11 ?h^f>. 1,1 was, naardien fcTp^Sg^ Stad niet ingevoerd, dat is, zedert ]an gewoon, fchoon echter eerst ten ZS des BeeldenfW begonnen ^s, " wdk s^s^of by bevd niet " - uitgezondeid, en nu niet meer verhinderd worden, zonder groote beiDei te te veroorzaaken, om wdk? te den £ Tast Vrt°me"' * een onbepïïl oen jast, die hem toeliet naar de om- &9i * hfdelen, ontvangen hadt. keoJl ff hem het verd4ï in ze«er opzigt dan is de vraag nog : of hv er aan gehouden was? dewyl de Linl voogdes de Hervormden van Brusfel ver hinderde, te Vilvoorde ter pfXtie te S' D dp ZdVe dat het eerst vS «ken hadt. De Pnns verandwoordde zich bv haar op de volgende wyze- Dat Z „ Hervormden nergens gepredikt" hadden „ zonder met een hunne£ Godsdienst te „oeffenen, \ Avondmaal te houden - kinderen te doopen, te trouwen, en e' „begraaven invoegen dat het een aan » t ander huig. Dat het prediken Wn nen de vesten ftrekte tot meerdere ver ' zekerdheld der Stad, die ligter van het ' faauw' dat zich by de buiten^ .den™, voegde, kon overvallen ?n ' geplunderd worden. Ook kon 'er in noch 1Z00 V£d 70lks "iet verleid ' noch omSezet worden, als in de bui- « ten-  KERKE te ANTWERPEN. 223 ~ tenpreeke; dewyl men by bevinding 93 geleerd en gezien hadt, dat, in plaats * van twintig of vierentwintig duizend, " die buiten tot de predikatiën plagten " te gaan, nu binnen de Stad flegts " twaalf of veertien duizend byëenkwa" men, die, onder zyne en der Wet" houderen cogen, zich meer onthielden " van ergernisfen en beroerten, dan zy, " buiten in 't veld in vryheid zynde, " wel doen zouden; gelyk zy ook ze" dert alle waapenen, wachten en geweld " hadden verhaten. En nademaal zy " hunnen Godsdienst wilden oeffenen, " wilde hy wel weeten, door wat mid- * del hen dat belet kon worden, daar *' hun getal zoo groot was, en niet één " Burger gevonden wierdt, die tegen " hen de waapenen zou willen gebruiken. 33 Wat de Wederdoopers en Vrygeesten 33 aanging, in gevalle het haare Hoog- heid niet goeddagt, die in 't algemeeii en alom te verbieden, dat in 't by " zonder, tot meer rust en vrede, t< Antwerpen te doen; 't welk hun groot ' lyks dagt te zullen ftrekken, ten dien * fte Gods, van zyne Majefteit, en haa „ re Hoogheid." f>) Maar verneemen de, hoe zy, en eenigen van haaren Raad het verdrag, door hem met de Hervorm den aangegaan, zeiden te ftryden met de: dien: (w) BRANDT, l. C. llad%, SENS, /. C. p. 545. DIER! C X» IIL tydperk. » I t  III TYE PÊRI Zy veinst, met die verand woording vo daan te wezen. 224 GESCHIEDENIS der HERVORMDE dienst Gods en des Konings, en by ge* - voltrekking ook met. het welzyn des ;. Vaderlands, als mede ten eenenmaal aanloopende tegen het genoemd verdrag met de Edelen, fchreef hy haar den uden eenen brief, waarin hy zich beklaagde, dat al wat hy gedaan hadt, kwaalyk werdt uitgelegd; en aantoonde, niets met het voornoemd verdrag, waarvan hy een affchrift zondt, ftrydende te hebben uit* gevoerd: verzoekende, fchoon de ftaat van zaaken binnen de Stad nog even hachlyk, als te vooren was, dat haare Hoogheid wilde goedvinden, hem te ontflaan en een ander in zyn plaats aanteftellen, die de zaaken beter beftuurde. De Landvoogdes, deezen brief ontvangen hebbende, bcfloot, hem een fchoon gelaat te toonen, tot de tyd voor de wraak des Konings geboren was , en andwoordde met veel beleefdheid, dat zy in de gedaane opening van zaaken berustte, en verzogt, dewyl van zyn verblyf in Antwerpen veel afhing, daar toch te willen blyven, en in het beftuur. te volharden, ten zy de Provincie Holland zyne tegenwoordigheid voor een tyd vorderde, het geen van dag tot dag noodzaaklyker fcheen te worden; doch, dat zy ook daarin niets, dan gemeenfchaplyk met hem doen wilde. Dat zy, wel is waar, den Graave van Hoorn, te Doornik, gefchreven hadt, zyn gedrag te Antwerpen niet te volgen; doch, op deeze wyze, zoo als hy aldaar was genoodzaakt gewordente  KERKE te ANTWERPEN. 205 te handelen, tegen haaren wille, opdat het voorbeeld van Antwerpen voor andere Steden niet in gevolg zoude getrokken worden, (x) Tot nog toe begroeven de Hervormden, met andere Protestanten, hunne dooden ook op de gewoone gewyde plaatfen: de Predikanten begeleidden altyd de overlede-i nen graf waards, en hielden eene lykpredikatie. Het was ook hun oogmerk, dit zelfde te doen omtrent de overledene huisvrouw van den Schepen theodorus van brecht, den Hervormden toegedaan; doch dit mishaagde der Regeering, welke weigerde, als naar gewoonte, ter uitvaart te komen, waarom die Heer van voorneemen veranderde, en liet lyk by de Minderbroeders, op de Roomfche wyze, liet ter aarde heitellen : het welk niet geheel zonder beroerte toeging, zoo dat zelfs de Kerkelyken, daarby tegenwoordig, in hunne gewoone klederen niet durfden voor den dag te komen, (v) Ik ga eenige andere beroerten van den iQden en it)den ftilzwygend voorby. Het gemeen, verbitterd en eens aan het woelen geraakt zynde, laat zich niet ligtlyk door ftrafdreigende publikatien wederhouden. Dus kon ook weinig baaten de afkondiging, welke den $den van wegens oranje cn de Regeering gedaan was; dat, terwyl de Ingezetenen, van welke Godsdienst* (jC) DIERICXSENS, /. C. p 54Ö". (y) Ibid. /. e. p. 547P HL tydperk. Beroerten. Na-_ deel en voordeel» 't welk andere Gezindhedenoverkwam.  226 GESCHIEDENIS der HERVORMDE III. tydperk. Menno, nhen. Lutherfchen. (z) De Zeeuwfche Chrtmyk- Almanach voor het jaar 1780, bladz, 291. tast dus grootlyks mis, alshy zegt: dat de Lutherfchen, door toelaating der Generaale Staaten, zoo wel, als des Prinfen van Oranje, en mede der hooge Overheid van Braband, in 1566, vryheid van Godsdienst in Antwerpen zouden gehad hebben. dienst-gezindheid ook, in befcherminge werden genomen, op lyfftraffe verbode» werdt, iemand in zynen godsdienst of deszelfs plegtigheden en gebruiken te ftooren, of met woorden of met daaden te beleedigcn. Liever teekene ik met- een woord aan, dat de Mennoniten, die op den i$den in een bosch, tusfchen Wilryk en Hoboken, hunne eerfte predikatie hielden, en den ziften dit onder de Stad hervatteden, door d. van berchem, toen Schout van 't Kiel, en Kapitein eener Compagnie Waardgelders, overvallen, en uit elkander gedreven werden, met verbod, om zich niet weder te verzamelen , of dat het anders zoo gemaklyk niet zou afloopen. Nog meer geluks hadden de Lutherfchen, die op den ziften dezelfde vryheid verkregen, welke de Hervormden hadden; nogthans op dezelfde voorwaarden en voorbehoudinge: (3) en, daar dit ook niet naar den fmaak der Landvoogdesfe wezen moest, was het van den Prins zeer fterk vol gehouden. De ftaat der Gezindheden van dien tyd, in Antwerpen, wordt dus opgegeeven: de Hervormden waren de fterkften in getal; daar-  KERKE te ANTWERPEN, èn? daaraan volgden de Mennontten, maar de Lutherfchen waren de minften, fchoon zy Veele aanzienlyken op hunne hand hadden j zoo dat dè Predikant spangenBEkGï, als hy rta zyne godgeleerde redentwist van daar terug keerde, aan een vriend te Keulen Verhaalde: „dat chris„ rus binnen Antwerpen tusfchen twee „ Moordenaars hing, de Papisten naam„ lyk en de Calvinisten." (a) Dewyl alles tot heden zoo wel gelukt Was, ftond de Gemeente niet in twyffel, om van de haat toegewezen plaatfen eene keus te doen, en alles in 't werk të ftellen, om aldaar hechte Kerken te bouwen. Die van de Franfche Verzameling hadden van zekeren francjis-. cus zielis een ftuk gronds* gelegen op de Wapper, agter den Schutters Gildéntuin, gekogt, en begonnen aldaar den ziften de grondflagen te leggen voor eene ronde Kerk. Die der Nederduitfche waren ten zelfden tyde ook yverig bezig, om eene langwerpige Kerk te ftichten, aan de Gasthuisbeemden tegen de Stads vesten, naby de Lluyvetters-Toren* met een uitgang in 't Hopland, op zekere plaats, gezegd Moltekens Raame. Dé eerfte fteen werdt hier gelegd door den Predikant b. isenbrant, die 'er ook het (a) Van déezê redentwist, in dit zelfde jaat gehouden, zal nader gefproken worden. — Antverpiae Christus psndct inter duns lattonés, Papista* et Calvinistas. ibid. p- 562. P a ut, tydperk'. De Gemeentebouwt twee Kerked in de Nieuii' ftad.  fisS GESCHIEDENIS der HERVORMDE III. tyd' perk (£) b. isenbrant, wasrfchyn'yk , isekbrant 8,ukius, Predikant te Antwerpen, in die qualiteit Asfesfor op de Synode van Middelburg 29 May 1581. w. te water, Reform, van Zeeland, bladz. 347. (C) Ibid. i. c. p. 550, 551. brandt» /. ff, fete. 370. het eerst in gepredikt heeft, (b) Dit bouwen gefchiedde met de ongelooflykfte naarftigheid; zelfs bevonden zich, onder de graavers, kalk- en fteen - draagers, ryke en deftige Burgers, ja, Vrouwen van aanzien, zoo van Antwerpen, als van Doornik, Armentieres en fralenchyn enz., die, opdat het werk fpoediger voortgang zou hebben, hun geld en fieraadien daaraan opofferden, (c) De Prins, dit bouwen vérneemende, deedt hun aanzeggen, dat zy hunne muuren niet boven de vyftig voeten ("de Antw. Chron. zegt, niet boven de vyf voeten, dat nogthans onwaarfchynlyk is) zouden optrekken, en den opflen verboodt hy hun, denklyk op bevel der Landvoogdesfe, met hun werk verder voorttevaaren; dan, dit was nier anders, dan den yver aanteblaazen: het werk ging zynen gang. Dit verbod,' evenwel, fchynt te weeggebragt te hebben, dat zy geene andere nieuwe Kerk op eene derde plaats, hun in de Stad toegeftaan, hebben begonnen te fhchten, en zich vergenoegden, een koeftal, by het Hesfenhuis, voor hunne vergaderingen te bekwaamen, die door de wande-  KERKE te ANTWERPEN. 229 deling genoemd werdt de oude Koeijenkerk, omdat zy aldaar, verfcheiden jaaren lang, by nacht, in 't verborgen gepredikt hadden. Cd~) De Lutheraanen, die zich Martinisten noemden, maakten nu ook] van. die zelfde vryheid gebruik, en waren niet minder dapper in de weer. Zy bouwden ook twee Kerken, de eene in 't Oudhaantje, tegen de Durick of EveradbaAt, ter plaatfe, waar nu de Augustynen zyn; de andere in den Reygersgtxng, op de Paardenmarkt, waar zy ook veelen hunner dooden begraaven hebben. In de eerfte predikte Ds. frans, die te vooren uit de St. Jorakerk verjaagd was. (e~) ■ Omtrent deezen tyd vaardigde het Con- i Qstorie hunnen Predikant gaspar vanJ der heyden, met twee Ouderlingen,; af naar die van Amfteldam, om dezelvenf te onderhouden over haar Syncretistischx gedrag, dat zy het 10de en \%de Artyk. < der Augsburgfche Geloofsbelydenisfe, hande-r lende van het Avondmaal, van den pre-t dikftoel hadden afgeleezen, met betuigin-^ ge, dat zy tegen het geen hierin gefteld» werdt, niets leerden. Dit bewyst ten overvloede, dat de Hervormden in de Nederlanden niet zogten te fchuilen agter. de Augsburgfche Belydenis; hoewel men, door de ftaatkunde van zommigen, die veel- (d) DIERICXSENS, /. «. p. 551 , 552. (e) Ibid. /. c. p. 552. P 3 in. tydperk. De Luherfchenloen het jelfde. Iet Con- Istorie ;endt !. v. D. EYDEN , iet twee )uder- ngen, aar de ^erk van imjlelam.  TYBJPERK, Oranje naar Ho land. Hoog- STRAA' TEN zyn Stadhou der. Nieuwe beroerte en Beel denbraai ü3o GESCHIEDENIS der HERVORMDE veeleer verwarring in plaatfe van eendracht zogten, daartoe op de een' of andere plaats verleid werdt. (ƒ) ft kan in dit gedrag des Confistorie niets berisplyks vinden, maar wel in de drift van genoemden Predikant, die de Broeders van Amfleldam, op eene hevige wyze, met excommunicatie dreigde: dan, dit ontdekt den haat en afkeer, die ten dien tyde tusfchen de Hervormden en Lutherfchen , te Antwerpen, plaats hadt, en dien wy, in het volgende jaar, zeer hevig zullen zien uitbariren. Oranje naar Holland moetende ■ver-: trekken, werdt de Graaf van Hoogftraaten, den $den van Oblober, door de Landvoogdes, in zyne plaats, tot Stadhouder aangefteld. Het leed niet lang, . of hy vondt in deeze waardigheid al werks genoeg. Wanneer den yden was afgekondigd, dat alle vreemdelingen bin. nen agt dagen de Stad moesten ruimen, :.veroorzaakte dit veel gemor, en op den 17den, of laatflen dag, een groot oproer, waarby weder eenige Beelden in de Hoofdkerke gebroken werden, het welk de Graaf verpligt was met geweld te fluiten, gelyk hy, den volgenden morgen vroeg, van de gevangenen, by deeze gelegenheid gemaakt, een Antwerpepsch Edelman en (ƒ) Om agter die Belydenis te Jdmilen, zonder algemeene overeenkomst, en eene behoorlyke Kerkverëeniging was niej anders, dan verwarring te brouwen..  KERKE te ANTWERPEN. 231 efl vyf anderen deedt ophangen. Nu was het gemeen woedend tegen de Waardgelders, welken zy voor Paapen-knegten icholden, waar-in de Regeering verphgt was te voorzien. Het doet my leed, zulke fchandelyke bedryven der Hervormden te moeten aan den dag leggen; doch iedere gezindheid heeft haar graauw, gelyk de beste wyn zynen droesfem. Uit Spanje kwamen thans de allerverontrustendfte tydingen: dat het maar al te waar was, dat de Koning het voorneemen hadt, om met een leger in de Nederlanden te komen, om de_ Kerkfchenm* te wreeken, en de oproengen te verftoorcn; terwyl de Landvoogdes ten oogmerke hadt, zich, by voorraad, dooi heimlyk verftand, van eenige fterke plaat fen te verzekeren. Dit alles bragt di Protestanten, inzonderheid de Hervormden in de grootfte verlegenheid, en was d oorzaak, dat zy zich met de Lutherfchen .relvk de nood, meermaalen, in de vei deediging eener gemeene zaak, vyandei tot vrienden maakt, verëenigden, om eei gemmenlyk fmeekfchrift aan den Komn te ontwerpen, om zyne vergiffenis, z niet door kracht van welgepaste redenen ten minfte door die van 't goud, t verwerven. Doch alvoorens vonden z goed, om nogmaals, ten gevalle van de nieuwen Gouverneur- Stadhouder , mzói derheid vernieuwing der zekerheids-^ van t 1 T ~> ) > e y II l'e11 % {-  rn. tydperk 23a GESCHIEDENIS der HERVORMDE Oranje gefloten, by den Graaf en de Regeering te vraagen: waarop zy ook, den z, houden wordende, zy oordeelden, alle „ lasteringen voor het oor der waereld n tc moeten verydelen; dat het Beelden,, ftormen door een onmaatigen yver van o h« gemecne Volk, waarby zich ande„ ren gevoegd hadden, om te fteelen en „ te rooven, gefchied was tot hun groot „ en onuitfpreeklyk verdriet — waartoe „ zy in het begin, noch ook daarna, » niet Cg) De Apmille luidt volgends 't Receuil ibid. t c p. 556: „ Monsieur le Comte de hoochstrate „ comme Gouverneur & les Seigneurs Marcerave, „ Bourgemaiftres, Efchevins & Confeil de la Ville ,, d'Anvers ayans veu la prefentë Requeste &; „ noté le contenu' en icelle declarent, que ce ,, que les Supplians. en vertu de leur precedentê „ commisfion, ont fait & befoignO jusques a main- tenant touchant le contrafl: fait avec eus le 2 „ Septembre dernierera?nt pasfé par Monfeigneur „ le Prirce & le Magifrrat, ett fait pour le re„ pos public & la paix de ceste Ville & habi„ tans d'iceile; & leur est agreable, & iera en„ core d'avantage, qu'ils continuent en leur char- ge, ainfi comme bon bourgeois & habitans „ defirans le bien public font tenu de faire. Ainii ,, fan.au College le Samedy ?<5 jour d'Oétobr-  KERKE te ANTWERPEN. 233 i niet alleen door de predikatiën nooit ' waren bewogen of opgewekt, maar in tegendeel door de Predikanten , zoo ] ' veel mogelyk, tegengegaan en belet n waren, en zy die daad te vooren met. bevolen, vooraf geweeten, of goedge[\ keurd hadden: dat zy nogthans, verneemende, hoe deeze twee van elkander zeer verfchillende zaaken, de predikatiën " en het breeken der Beelden, alzoo " aan den Koning waren overgedragen, | dat hy, daarover geftoord, vastlyk be, floten hadt, herwaards over te komen „ met geweld, om, zonder onderfcheid, den een met den ander uitteroenen,. II Z. M. baden, wel te bedenken, dat de Godsdienst, eenmaal in het verftand en 't hart der menfchen ingeprent zynde, door geweld zoo ligt niet was „ uitteroeijen, maar dat men door dit middel veeleer zommigen zwakken in ' het geloof eene geveinstheid kon opZ dwingen, welke, onder het momaarigezigt, van zich naar de heerfchende ''kerke te vleijen, zeer ligt een walg , van allen Godsdienst en toomloosheid van geweeten uitbroeide, daar geen ge„ trouwheid noch oprechtheid van kor , verwacht worden. En verder, dat „ zy, die, wegens hun geweeten, cte leei , en plegtigheden der Roomfche Kerke „ niet gantsch voor goed konden hou„ den, maar in alle andere zaaken Z, M getrouwe onderdaanen waren, vol' komen en zekere vryheid mogten heb" p 5 „ ben III. r\rD- 'ERK.  IÏL TYDPERK» 5 s 5 9 ? J »j I »: «I f 5: » »; > ) J5 »5 JJ d Ü34 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ ben, om openbaar te vergaderen, in „ zulke plaatfen, als by den Koning en „ de Overheden ter oeffening van hun„ nen Qodsdienst zouden aangewezen „ worden, in welken zy betuigden in „ waarheid, als voor God, te leeven en „ te fterven, als gegrond op de leer der „ Propheeten en Apostelen, begrepen in „ de Boeken des O. en N. Testaments, * kortlyk vervat in de Artykelen des , Apostolifchen Geloofs en in de vier , eerfte algemeene Conciliën; zich in alle , ftukken onderwerpende aan het geen , hierna by een vry en algemeen Concilie , zou worden beiloten, en verwachtende , van het zelve, 't geen door gemeen , verdrag der Euangelifche Kerken van , Dufrchland, Frankryk , Engeland, en , andere deelen der Christenheid, zou , worden goedgevonden. Voor 't ver■ gunnen van deeze genade werdt van , hun den Koning, behalven alle de ge, woonlyke tollen en lasten, aangeboden optebrengen de fomme van dertig tonnen gouds; beloovende daarenboven, geene Tempelen der Ronmschgezinden inteneemen, noch hen, by kracht, geweld, of eenige andere daad, in de oeffening van hunnen Godsdienst te ftooren of te beletten; verzekerende, van deeze vryheid geen misbruik te zullen maaken ten nadeele van den burgerlyken ftaat, maar in tegendeel alles ten dienfte des Konings te willen opofferen, en den eed van getrouw- „ heid  KERKE te ANTWERPEN. &35 heid te vernieuwen: en daarna aantoonende, dat het niets nieuws ware, zulk ' eene genade den onderdaanen te ver - , " gunnen : als bleek uit het voorbeeld "van den grooten Keizer alexander , severus, die, een Heiden zynde, de Christenen, welken hy voor Ketters " hieldt , vergunde , binnen Rome, de " hoofdftad zyns Keizerryks, Tempelen te hebben : en van constanti" nus, die den tytel van de Groote verkreeg, doordien hy, tegen den re" gel zyner Voorzaaten, toeliet, dat den " Christenen plaatfen toegefteld wérden,, om hunne vergaderingen te houden, gelyk de Heidenen ook hunne Tempé'' Len hadden: dus doende ftilde hy ontallyke klachten, belettede veel bloedftorting, bevredigde zyn ryk, en werdt door middel deezer eendragt voorfpoedis en magtig. Indien iemand, vervolgden zy, Vnu aan Uwe M. te ken, nen gave, dat het iets anders is, den " Christenen de oeffening van hunnen Godsdienst toetelaaten, dan den Ket" ters, zoo als zommigen ons noemen: "ten eerfte bewyzen onze predikatiën; " gebeden en godsdienstoeffeningen , da " wy Christenen zyn en geene Ketters ''noch Afgodendienaars: bereid zynde dit nog breeder te ftaaven, zo U m ''ons genadig gehoor zal geheven t 'verkenen. En boven dien, al ware* wy zoo groote Ketters, als de Jooden ',' Jriaanen en Novatiaanen, zoo is ^nt III. ra>- 'erk, » > i 'i  III. tydperk j j j > c r e 3< 236 GESCHIEDENIS der HERVORMDE » "OSAans, dat het tegenwoordig voor„ beeld van den Paus hier Vvel mag , „aangehaald worden, die, zeggende het ;, onfeilbaar hoofd der Kerke le wezen » met aIJeen ^ Joodcn, die gezwoo„ ren vyanden van onzen Heer je sus k christus, binnen #0W5 gedoogt, „ maar denzelven ook hunne Synagogen » <:n de oeffening van hunnen Gods„ dienst toelaat, als mede in andere Steden, hem onderworpen. Daarenboven „ zullen de voorbeelden der christlyke „ en rechtgeloovige Keizeren, die den e„ Anaanen en Nomiaanen Tempelen „ hebben toegclaaten, uw geweeten morgen te vrede ftellen: inzenderheid het „ voorbeeld des onverwinlyken Keizers » "we? Vadei's, hoogloflyker gedagtenis, ' „die insgelyks, by raade van de Staaten „ des Keizerryks, . in Bmtschland de " Protestanten heeft toegelaatcn, niette. , genftaande hy ze voor Ketters hieldf „ zoo als nu onlangs de Koning van , Frankryk .zynen onderdaanen ook «e, daan heeft. Al \ welk te zamen IJ , M. mag te vrede ftellen en gerust , maaken, om ons nu deeze genade te • vergunnen." - Men teekent aan, at dit fmeekfchrift, van zulk eenen lerkwaardigen inhoud, ontworpen is in 211e Vergadering, waartoe alle de Ne- der- 3 —3P5-Ïd* U °' P' 557' BRANDT> l- c-  KERKE te ANTWERPEN. 237 derlandfche Kerken befchreven waren, en alwaar ook gemachtigden van hunnentwege verfcheenen, en men verhaalt: dat petrus daTiienus aldaar her amot van voorzitter bekleedde , en voorgeflagen werdt dit imeeki'chrift der Regeennge van ieder Stad door elke Kerk te doen behandigen, met verzoek, om het zelve der Landvoogdesfe op de beste wyze fmaaklyk te maaken: dat dit by de gemachtigden was goedgevonden, by voorraad en op goedkeuring der genen, die hem gezonden hadden: deezen zonden zedert hunne toeftemming by gefchrifte naar Antwerpen,(j) alwaar ook overlegd werdt, hoe men de dertig tonnen gouds zou vinden. (O Tot het overleveren van cut fmeekfchrift, Volgends befluit der Vergad»ring, aan de Regeering der Stad, werdt benoemd, marcus perez, geholpen en verzeld van de volgende perzoenen: car el van bombergen. francois godin, cornelis vais bombergen, jea n carlier, nicolas ou vivier, en nicolaj sellin, Hervormden: gilles de gre ve gilles van der baanderY En', hendrik van den broek el thomas van geere, Laïheraanen die, den tijften, als afgevaardigden voo (j) De gemagtigden van Ampldam warei LAURENS REAEL en JAN JANSZOON IN ' HERT. BRANDT, l. C. UadZ. 395- (.*) Ibid. III. TYDPERK. 1 s I f.  m TYDFERKWordt ten Ho' niet gu: ftig ont. vangen. tfladeeligo gevol gen des Beeldenltormsvoor het Bondgenootfchap. 23s geschiedenis der Hervormde1 [. de Regeering verfcheenen , en hunnen > last volbragteil, Dit fmeekfchrift no? K. wans, werdt ten Hove gantsch niet trunt ftig omvangen. Men meldt het aanbod, ,yedaar by gedaan, voor vermetelheid, om ;t»-den ^ koning Vrees aantejaagen, en geu, ichieci, om, na verkregene vryheid tot het verzamelen van penningen, dat geld te befteeden, om volk te werven, en ftelL.tef/) K°ning in 'É harnas te i- Thans begöh de, korts zoo veel be^loovende, hoop der Hervormden inerklyk a. te verflaamven. Zy begonnen nu niet alleen den koning, maar zelfs de Roomscha gezinde Burgers te vreezen, zoo als, - naar men verhaalt, op den 6den Van November, byzonder blykbaar was f>) „ Zy ontdekten te laat, dat de Beeldeh„ ltorm, die hunne party een ontzaglvk „aanzien hadt bygezet, gelyk was aan „ eene hevige ftuiptrekkihg, alleen ge„ lchikt, om hunne eigen krachten uitte„ putten, en de eenftemmigheid, welke „ onder hun geheerscht hadt, te verban„ nen. («) Veele Roomfche Edelen onder de Bondgenooten, by de toeneeniende verwarring der zaaken rustende, koozen de party van het eigenbelang, en zogten zich met de Landvoogdesfe* en O) Ibid. I. c. p. 558. (ft) Ceiusibr, i. 4-, Uidz. 115.  KERKE te ANTWERPEN. 239 en door haar met Zyne Majefteit * te verzoenen, fo) Zy bediende zich weldra van deeze gelegenheid, welke de kracht van het Bondgenootfchap ten eenenmaal brak, en deszelfs werk geheel in duigen moest doen vallen. Zoo „ rasch zy vernam, dat verfcheiden hun„ ner, en bovenal de Graaf van^ Eg„ mond, die den fteun des Hofs minder, w dan oranje en hoorn, ontbeeren „ kon, de onmin der andere Edelen, „ en die der Hervormden, Zich op defi „ halze gelaaden hadden, door in haare maatregelen te treeden, en zich tegen „ het openbaar prediken der Onroomfchen „ aantekanten, gaf zy den Graaven van „ Aremberg en Megen bevel, om volk „ te werven, en daarover het bevel te „ voeren. Vyf Vaandels geliet zy zich „ aan den Prins van Oranje toetevertrou„ wen; doch onder de hand hadt de „ Colonel walderfinger last, om „ al zyn bedryf te befpieden." (ƒ>) Dit kon niet misfen, ter zyner kennisfe te komen, en zyne gevoeligheid optewekken. Eén ding kon nog in deezen reddeloozen ftaat ten hulpmiddel dienen, naamlyk, om de Hervormden met de Lutherfchen te verëenigen, den tytel van Augs- (0) Voor de Hervorming kan men evenwel nle« zeggen, dat de Beeldenftorm zoo nadeelig was. Zy hadt 'er merklyke vorderingen door gamaakt. Cp) Ibid. /. c, bladz. 115, 116. tydperk» Hef Bondgenootfchap gebroken  III. tydperk. zynde, fo'Met ar] en h : uniddel over om de Hervorm den met de Lutherfchente verëenigen,enz. ] 1 ] 1 J i i 240 GESCHIEDENIS der HERVORMDE Augsburgfche Belydenis algemeen aanteneemcn, en hulp by de Duitfche Vorften te zoeken. ( q) Graaf lodewyk van nassau deedt met eenigen der Edelen alle' moeite, om dit te bewerken en raadde te gelyk niet onduidlyk, om zorg te draagen, dat men de fomme, welke zy den Koning hadden toegezegd, in tyd en wyle gereed had. Maar het andwoord der Hervormden was: „dat de „ voorwaarden van het verdrag van hun„ ne zyde betragt wierden. Het verzaa„ melen van geld was verboden; doch „ te werk te ftellen, indien de Stadhou„ ders verftonden, de Gemeenten voor , alle zwaarigheid, die daaruit ryzen kon, " te.,Jvl-yen- Emdlyk, dat ze zich wel „ wilden begeeven onder de Augsburgfche » ,in al 't geen, dat met de „ Heilige Schrift, by de Propheeten en „ Apostelen agtergelaaten, overeen kwam„ maar, naardien het ftuk van 't Avond„ maal, daar 't gefchil met de Luther>t/chen m lag, van zeer groot gewto „ was, en meer bedenking vereischtl, u, moes- (?) Deeze raad wordt den Prinfe toegefcbre ren. De Protescantfche Ryksvorften, op het aanchryven van den Koning van Spanje, mede tot mlp verzogc zynde, verfchoonden zich hier zeer )eleefdlyk van, maar de beroemde Paltsgraaf fue>erik III gaf met brieven te kennen, dat hv ;ehouden was, zyue Broederen van de Awburl the Belydenis in het ftuk van Godsdienst bytetaan Chron. Van Vlaanderen, III. £). i Si. A loofdft. bladz. 308, a. * 3  KERKE te ANTWERPEN. -24* ij moesten zy zich daarop, met hunne ■„ Kerkendienaaren en Oudften der Ge^ meente ryplyk beraaden, eerze tot eë„ nig beïluit kwamen." (r) Dit andwoord was gantsch niet buiten reden. De hooge nood van het Land vorderde, wel is waar-, eene verëeniging der beide Protestantfehe Kerken, maar ook tevens, dat dezelve niet onvoorzigtig werdt aangegaan, ten einde de goede zaak niet verder aan de uiterfte verwarring bloóttéftellen. . . • Terwyl men hierover in alle Confistoriën handelde, werdt de twist tusfchen beide Gezindheden, door mond eri pen van driftige Leeraaren, zeer hevig aangevuurd. Anderen, echter, wendden yverig alle pdogingen aan ter bevrediging, _ Te Viamn was een werkje tot dat einde gedrukt ^ maar hadt het . ongeluk, iri de grooifte vervolging, te komen: belastende de Landvoogdes alle Steden, om daartegen te.Waakcn. En geen wonder; waril zy hadt "er het grootfte belang, by^ou deeze verëeniging te beletten , het ivelt haar bok, naar de voorziening van diei: tyd, volkomen gelukte. Viglius, de fchrandere Voorzitter van , haaren Raad, wist, naar het fchynt, het vuur dei tweefpalt heimlyk aanteblaazen , én de Lutherfché Oosterlingen O) te Antwerpen öp- (O brandt, I. c. bladz. 398. ,,\ 60 Oosterlingen, benanming der Handel - Conipa0' gi"« ■ IIL TYD* . FERki'. De Ilófparty ,. weet die verëeniging te verydeièo; doof redentwistentusfchen de Reli- j tyeri.  m. TYDPERK 242 GESCHIEDENIS der HERVORMDE optewekken, om eenigen hunner beroemdfte , maar hevigfte Leeraaren, op het redentwisten afgerecht, uit Duitsehland te ontbieden, en den Hervormden den heiligen twist-oorlog aantedoen. Deeze kampvechters waren, matthias flaccius illyrïcus-, johan spangenberg, Predikanten te Maagdenburg en Wittem- berg, johan fe lix Of saliger fV)« en herman hamelman Cu), die vooraf dienftig oordeelden, in tegenftelling der Hervormden, te ontwerpen en in het Nederduitsch, zoo wel als in het Latyn, uittegeeven, eene Belydenis van de Dienaar en der Kerke van je sus christus te Antwerpen, toegedaan de Augsburgfche Confesfie. Zö'odra het nu opeen twisten ging, werdt de ftryd door de verdervende hand' der Vyanden algemeener, en eindigde dus , natutrrlyker wyze, gelyk de uitkomst ook leerde, in verwarring, en onder woelzieke geesten in imaadfchriften en fcheldwoorden. Jo~ h a n ne s garetius, Kanonik van St. mar té n te Leuven, en jean por- gniefchap van de Hanze - Steden, Breinen r Lulek, Hamburg enz. (f) Naderhand Luthersch Predikant te Woerden* vanwaar hy om zyn oproerig twisten, by Refo~ lutie der Staaten van Holland, get. 4 April 1580, heeft moeten vertrekken. Kerkl. Plakaatb. M. Di iladz. 14. (») ln 1592 Superintendent en Leeraar dep Oldtnburgfche Kerke, een driftig mensch. m.e& »**», L c. H. D. 304»  KERKÊ te ANTWËRPË& zfö s>ortHaise, Minderbroeder en Leeraar der H. Godgeleerdheid te ' Pottier s, traden ook in het ftrydperk, en hielden den kleinen oorlog, dan eens met deeze, dan weder toet gene party gaande. Jo- hannes volsius Van Zurich, ise- brant van Frankfort (y), Jean taffin van MetZi, eri anthonius coranüs, een Spanjaard en Predikant van den Prins van Oranje te Breda, (vf) waren met de eerstgenoemden hunne tëgenftanders. Ëen iegelyk hunner roemde in de overwinninge, of verweet den ander zyne hardnekkigheid. Byzonder pöchtte por^ Hiér komt nog by j o h a flj nes. béatusj Predikant te Muremberg, waarfchynlyk Murbach. (1v) PORïHiisE in z^ne „ Parafceve generali de i'cxatt examen de l'inftitution de ÏÉucharistiè „ contre la particuliere inttrpret'ation des ReUgionaires de notre temps," geeft dit zoo op5 doch ande* ren, (zie brandt l. e. bladz 404) teekenën aarij dat cöranus, gezegd bellerive , als Predikatit by de Gemeente van Antwerpen, ten minllé by gelegenheid der ziekte van Ds. taffinj ge^ brüikt is ^ den 1 December: dat hy by de Hertogin van Ferrare in kerkdienst geweest is $ eri doof gemelde Gemeente uit Frankryk zou ontboden zyn. Het kan nogthans wezen, dat hy, vervolgends j door den Prins van Oranje, wegens zynë gemaatigdheid, by de Bredafche Gemeente töege» faaten zy. Wat hier yan zy: omtrent Ds. iseBrand" eri TAïFir* is het zeker, dat pokTHAisii niet kan gemeend hebben, dat de eerfté te Frankfort en de laatfte te Metz, toén ter tyd; Predikant was$ maar daarmede alleen hunne geboorteplaats aanduid; want beide waren ia Maarè 1567 nog Predikanten te Antwerpen. TYfi' pèrK>  S44 GESCHIEDENIS der HERVORMDE in. TYDPERK. Antho- HIUI coranus tracht di hoop daarop weêr te verleven *gen, dan, ▼rucht- toot. porthaise, dat de Protestantfche Geleerden zoo weinig met den mond vermogten, dat zy tot de pen hunne toevlucht namen, en dat het twistgeding hun kostte den Heer de pockox, een bejaard, ryk en bekwaam Lutheraan, die driemaal Burgemeester der Stad was geweest, en den Heer rubb-ens, eerften Raadsheer, den geleerdften Calvinist, die toen in de Nederlanden gevonden werdt: „ dat een doodwond was," zegt hy, „ voor hun Nachtmaal Ca la Céne noc9, turne, fpotsgewyze) en eene les, van „ met geene Roomfche Leeraaren ooit „ weder in 't perk te komen." (*) Terwyl nu inzonderheid de Hervormden en Lutherfchen, welke laatften toen, hier te Lande, al gantsch niet verdraagzaam waren, door het twistredenen, hoe langer zoo meer tegen elkander verbitterd werden, toonde anthonius coranus, boven allen, dat hem de christlyke broe;derfchap en liefde tot vrede te harte ging. Hy fchreef eenen brief aan de Herders van de Duitfche Gemeente der ■Augsburgfche Belydenis te Antwerpen, (die waardig is hier geplaatst te worden) hen noemende zyne zeer lieve beminde Broeders: „beklaagende zich, dat de ftoel der „ waar- (ar) Zie over het oogmerk der Iverkvereeniginge, en twist daardoor in Antwerpen, behalven brandt /. c. bladz. 429, 430. en diericxsens, /. C. p. 559 — 561, formey en la f o n- taikb, l. c. 2. D. 1, St. blad». 166. in de aaatelc  KERKE te ANTWERPEN. 245 & waarheid was verkeerd in een ftoel „ van tweedragt: in plaats dat men daar niet behoorde te prediken, dan het „ woord Gods, om christus te kennen en te winnen, tot eemgheid en " broederlyke liefde, tot afftervinge des „ ouden Adams, en der kwaade begeer, lvkheden, werdt die nu misbruikt, om " te lasteren, te befchimpen, en te veron1 gelyken, om redenen en woorden uitte,', werpen, ftrekkende tot haat en nyd , van den een' tegen den anderen. Dee„ den dit," zeide hy, „ eenige onbe„ fchaamde Monniken, werktuigen van „ den Antichrist, den Paus, dan zouden „ wy het zeer geduldiglyk kunnen verdraa„ gen; weetende, dat zulk een foort van „ Propheeten balaam's discipelen zyn, die hunne tongen verkoopen, om het „ Volk Gods te vloeken, en dat de . mond van zulke huichelaaren en ge* veinsden niet dan onreine ftmkende woorden kan voortbrengen: maar u aangaande, myne zeer eerwaardige en beminde Broeders, een woord, gekomen uit uwen monde, brengt ons zeer groote droefheid aan, vreezende, dat „christus kudde daardoor mogt_ wor" den geërgerd. Het middel, om in de " verfchillen des Godsdiensts overeentekomen, beftondt meer, in elkander broederlyk van de misverftanden te vermaanen, te waarfchouwen en lieflyk te „ handelen, dan in eikanderen te bevech„ ten met fcheuten van pennen. Lu- Q3 „ther, in. tydperk.  m. tyd?erk. i 3 9 3, j: j » ft4S GESCHIEDENIS DER HERVORMDE v "*lanchthon, en andere „ hunner gelyken, waren waarachtige Die- " h3^ G£ds geWeest » denwelken de Heilige Geest veele gaaven en genaW de hadt medegedeeld: ook hadden zv ü, zorgvuldiglyk gearbeid, om de misbruiken, dip ten Christelyken Godsdienfte waren ingebragt, uitteroeijen, en de „ waarheid des Euangeliums te openbaai, ren; doch het waren ook menfchen » geweest, en dienvolgends aan de on„ wetendhcid veeier dingen onderworpen. „ God wilde den menfchen zyne gaaven „ uitdeden, maar in diervoege, dat de /, voetltappen hunner onweetende natuure ii ons beweezen, datze geene Goden op aa^de waren. 't Gebeurde daarenboven „ dikwyls, dat de Dienaars Gods eene f, zekere voorzichtigheid wilden gebruiken, „ en niet tevens openbaaren al het geen 5 ze verftonden, vreezende, dat het den „ toehoorderen nog aan bekwaamheid ontu brak, om zulke leeringen te begrypen. , Dit hadt plaats in den Apostel pe„ trus, die den Heiligen Geest zicht, baar hadt ontvangen, en nogthans dacht • nem ,de nog niet zeer bekwaam, , om den Jooden de tenietdoening der •wette openbaaren; vreezende, dat . daardoor de predikatie des Euangeliums , gehaat en haare verkondiging belet . mogt worden: in tegendeel achtte paui lus, dat men in zaaken van zulken gewigte geen gevaar behoorde te ont■ ?ien,. roaar veeleer openbaare verklaa- v ring  KERKE te ANTWERPEN. £47 rins te doen van de vryheid, die de "Hefre jesus zyner Kerke hadt toege "'Sagt. JDus mogt men denken, dat "luther en melanchthon, zien- * de hoe zich al de waereld kantte te- * een de leer der Reformatie, raadzaamst "hadden gevonden, zulke razernyen wat " i wyken, en de harten der menfchen " a? loetvoerig te winnen, zonder die " te vervreemden met de leeringe der " Sacramenten; verwachtende, van dag tot " r ? hun bekwaamer gelegenheden " n Sgten voorkomen, om het waarachtig gebruik en verltand van zoo heihge pWtigheden wedertebrengen tot haare "Seg volkomenheid. In dit gevoelen werdt men bevestigd door den voorten trappen 'der leeringen, die '' .Sin hunne boeken zag. Luther, " dir kon niemand loochenen, hadt m t " h '^n ryner predikatiën veele dingen nil gSeeten! die hem de Heere na" maals"openbaarde; en zelf wel gezegd, . dat God hem zoo zeer j niet hadt gezonden, om christus Kerk te bou" wei en weêr opterechten, dan om het " rIk van den Antichrist te verwoesten 2 f ter nedertewerpen. By den eenen " was wel iet verzweegen, dat de ander verftond te moeten zeggen. Welaan " Sn " voer hy voort, „ of nu andere Mannend ton" zelfden tyde van luther en melanchthon, door ^Gods Geest gedreven, A\s die van den heiligen *aulUS, zul IIL tydperk.  III. tydperk» ♦ a48 GESCHIEDENIS der HERVORMDE kc bedektheid en ontvernzing (hebbenv de nogthans eene goede meening ter V Gods^ in bun aangezicht weêr- ftonden, is dat te zeggen, dat- wy „ altycf In de onderhoudinge van znlke v plegtigheden moeten blyven wentelen, „ altyd ziende op het gezag van pe„ trus? dat zy verre. Ik laat peter liever peter' blyven, en marten " MARTEN' dat is, eén mensch, die * "1,slen feflen kan. Maar kat de „ Geest Gods geloofd en ontvangen worden door zulke werktuigen, als die „verwekken zal, hy zy paulus, of » hy zy zwiNGEius,'of oecolam„ padius, ja, al ware 't iemand van „ mmder gezag. En, ons aangaande, ,?, zulke werktuigen Gods ontvangen wyA „ eeren wy, en houdenze in zonderlinge „ waarde; doch willen niet zeggen datze „ niet zondigen, feilen, en dwaalen kun„ nen, en dat hun niets onbekend zy „ geweest: maar gelooven, dat de Heer „ zulke werktuigen van dag tot dag ver„ wekken zou, om 't licht zyner heilige „ waarheid te vermeerderen, indien het on„ ze ondankbaarheid niet belettede. De ge}S melde Mannen hadden in een ongeluk». kigen tyd' geleefd, en meer bezig moek tón zyn in het uitkeeren van de vuilig» heid des Pausdoms, dan in 't bedenv ken, aanmerken, en aan den dag legv gen der zuivere waarheid; zy. moesten zich meest verledigen, om de razerny v; Xan, 9en Antichrist te wederftaan, las.- „ te-.  KERKE te ANTWERPEN, 249 „ teringen te wederleggen , verandwoor„ dingen te fchryver*, met Monniken en „ Paapen te redentwisten, en hadden wei„ nig gelegenheid, om, in rust, door , geftadige aandacht, de waarheid der „ Christlyke leere, geopenbaard in het „ woord Gods , te onderzoeken. Dit „ was de oorzaak, dat hunne fchriften „ met zoo veele bytende woorden, „ fchemp- en fcheldnaamen, en andere ,, ongefchikte redenen, die den waarachti„ gen Dienaaren Gods, en verkondigers „ van het Euangelie des Vredes met be„ jamden, vervuld waren. Des niette„ min verdraagen. wy," zegt hy, „zulke „ krankheden, ten aanzien van dien on„ gelukkigen tyd. Maar moeten wy te„ genwoordig , nu ons God zoo veele „ ilraalen van zyne klaarheid gezonden heeft, nog al blyven hangen aan 't „ licht, dat van de blikfems kwam, die „ nu al voorby zyn gegaan? Dit alles „ zeg ik, om te bewyzen, hoe weinig „ reden wy ter wederzyden hebben, om „ Goden of (om beter te zeggen) Af „ goden van onze Leeraars te maaken. en om hunnent wille altyd partydig l', heid, twist en ftryd, op het ftul onzer leere, te dry ven, tot ergerm der kranke gemoederen, en merklyl „ asrterfki van de vermeerdering de: , Christlyke Gemeente. Zyn die vai ,, Corinthen berispt, omdatze partyfeha] g, maakten voor den naam van den hei „, lis-en paulus, dat uitverkooren va Q 5 ^Gods IIÏ. TYD-PEPv^r l ) t  III. tydperk, 250 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ Gods, een Apostel des Heeren jesus, „ een Leeraar der Heidenen, een perfoon, met zeer uitneemende gaaven „ befchonken; hoe zeer zal God ons „ dan ftraffen, als wy, om zommiger „ gevoelens ftaande te houden, tegen el„ kanderen ftryden, en kryg voeren zon,, der ophouden; als wy elkander, om zoo te fpreeken, begrimmen als katten en „ honden, en zoo doende den band der „ liefde breeken, die ons christus „ zoo duur bevolen heeft. Als de Heere „ jesus zynen leerlingen en kinderen „ zyns Vaders een merkteeken wilde gee„ ven, begeerde hy niet, dat zy de „ Cnnfesfie van Augsburg zouden volgen, „ noch den Catechismus van martinus, of van johannes; maar hy zeide: „ hier aan zal mtn bekennen, dat gy ,, myne discipelen zyt, indien gy malkanderen lief hebt. Helaas! wat zyn wy „ blinde en ellendige menfchen, die, door „ het zintwisten over de waare of val„ fche uitlegginge der woorden van 't „ Sacrament der eenigheid, de eenigheid „ zelve fcheuren en breeken: die, door „ het knibbelen, of de onwaardigen „ christus lighaam, zoo wel, in 't „ Avondmaal ontvangen, als de kinderen „ Gods, ons in ftaat ftellen, om van „ hem niets te ontvangen: die, door het „ onderzoeken, of jesus christus in den vleefche, of in den geest, in „ zyn Sacrament komt, ons zeiven van „ christus waarachtige gemeenfchap be- ,. roo-  KERKE te ANTWERPEN. 251 „, rooven; want in den genen, die zy„ nen broeder haat, woont christus «, niet. Door al te naauwkeurig te on'dervraagen, of christus lighaam ons „ w, of onder, of met het brood, 1 wordt gegeeven, fnyden wy ons van „ christus waarachtig lighaam af, en ., maaken ons zelvcn leden van den Satan, den Vader van twist, gekyf en gevecht." Daarna verhaalde hy zyn gevoelen van het Avondmaal, eenen iegelyk „ zyne vryheid laatende, te volgen, het geen de Heere hem leeren v zou:" en aangeweezen hebbende, „dat £ men, ter oorzaake van de verdeeldheid, !' die 'cr onder de Lutherfchen was, be'j zwaarlyk wist, wien men volgen moest, " en datze zich nogthans allen op de „ Belydenis van Augsburg beriepen, even , of het een vyfde Euangelium ware, vraagde hy daarop: „ Wie den opfteller van deeze Belydenis in zulk een gezag '' gefteld hadt, dat hy 't vonnis der vcr" docmenisfe mogt ftryken tegen alle de genen, die de uitlegging der zynen over eenige fchriftuurplaats niet wilden " aanneemen. Wat verftandig mensch zal !! (dit hoorende) niet vreezen, uit de tyranny des Pausdoms te gaan, om m 1, eene andere, bykans dergelyke, te ko„ men? Ik zoude tot den Opfteller uwei ., Belydenisfe gaarn zeggen, 't geen d( „ Apostel zeide: Myn broeder, myr „ vriend, wie zyt gy, dat gy eens ante „ ren dienstknegt veroordeelt ? Wie heet 3i ^ III. tydperk, t t  III. TYD- j ( .4 , t i » ê >! Si * GESCHIEDENIS der HERVORMDS „ u zulk eene macht gegeeven? Zyt gy „ een Verlosfer? Zyt gy een Rechter? „ Zyt gy de geen, in wiens naam hy „ gedoopt is? Heeft hy geenen Meester? ,, Valt hy, zyn Meester zal hem weder oprechten; die heeft de macht, om dat te doen. De Kerken van de Paltz, „ de Godgeleerden des Landgraafs van „ Hes/en, de Hertog van Wirtenherg, „ johannes pincerus, faulus „ eb e rus, en anderen, namen deeze Belydenis wel aan; nogthans kwamenze „ niet overeen met alle de uitleggingen, ., die daarover gemaakt werden," Ook verhaalde hy verfcheiden befchuldigingen, waarmede de Hervormden, raakende de plegtigheden van het houden des Avondpiaals, belast werden: „ maar wilde," zeide hy daarby, „ dezelven niet eens „ beandwoorden, alzoo de tyd aan 't be, twisten van «ulke dingen kwaalyk be, ftecd werdt. In plaats van te andwoor• den, en in 't zelfde gebrek te vallen, , dat hy in anderen zag, die al hun , leven niet anders deeden, dan reden, twisten, vitten en knibbelen, badt hy , den goeden God, hun allen uit genade , zyn licht, 't welk alle duisternisfen , der dwaalinge en der onwetendheid , verdryft, deelachtig te maaken. Laat ons," zeide hy voorts, „ zulke wyzen van twisten verlaaten, om onze uitlegging te verweeren. Laat ons de {lichting van christus Gemeente zoeken, en niet onze eigen ydele glorie. Laat „ ons  KERKE te ANTWERPEN. a5S - ons naarftigheid befteeden, om de men• fchen door onze predikatie tot christus, onzen opperften Leeraar, te lei j " den; en niet, om de Belydenis van martinus, noch om de uitlegging van tan, of van peter te volgen. Tot befluit, badt hy deeze zyne lieve Broeders, » datze zynen brief toch m het goede zouden neemen, dewyl zyn doen voortkwam uit een goedwillig en ï t'hunwaards genegen hart: zyn voor' neemen was niet, om. daarmede met hun ter baan te komen, noch kryg i; met de pen tegen hen te voeren, " naardien hun allen van nooden ware, ' den tyd in beter dingen te befteeden, L £11, ach!" voegde hy 'er-nog by, „oir wy JtCttWa hadden van h geen ons nog ontbreekt, om Leeraars des Euan' geliums tc zyn: want dê kennis onzer onwetendheid zoude ons veeleer dry" ven, om het geen ons onbekend is, " te willen keren, dan om ons foqutjiteurs en Rechters te maaken van eens "anders geloof, en tyd doorbrengen .met bladeren en papieren te vullen, met gefchillen, die geene ftichting voortbrengen:" verzoekende hy eindelyk, '1 dat men dit gefchrift zou neemen, al; „ komende van zyn' perzoon in het by zonder, opdat men, iets ftichdyks daa ' in vindende, Gode, den oorfprong al I, les goeds, derhalven mogt danken «aar eenige feilen daarin befpeurende dezelven hem alleen toetefchryven, a „ eei IIL IYD-' 'E1U6* 1 •> 4 s i'  UI. tydperk, 254 GESCHIEDE MS der HÊRVORAffiË ,. een' mensch, die in veelen kon misfen en feilen." (y) - Deeze overfchoone en recht Christlyke brief, niet onwaarfchynlyk met kennis, of op aanraaden van oranje gefchreeven, was gedagteekend 22 Jauuary 1567. en werdt in het Fransch en Nederduitsch door den druk gemeen gemaakt. Den tyd, wanneer de Uitdaaging tot den redentwist gedaan, of dezelve gehouden is, vind ik niet aangeteekend, welligt in het laatst van December deezes, of het begin van January des volgenden jaars. (V) Strada (b) maakt gewag van eene derde Antwerpenfche Geloofsbelydenis « door béide Protestantfche partyen ontworpen, zeer gelyk aan die van Augsbtirg, om dezelve op den Ryksdag overtegeeven, met bede aan den Keizer om hulp en byftand; doch dat de Hervormden daar niet toe gekomen waren, dan op raad en toeftemming van theodorüs bèza van Ge- (y) brandt, /. C. blad». 4SO—434. Cz) Ibid. bladz. 434. ™ O) brandt fchynt het ook zoo te bépniten, en, indien volgends de dagtekening van co* fcANUS brief moet gegist worden,, dan ?ou 'É aiet verre gemist zyn. Diericxsens plaatst dit onder 20 November i566: doch dit is, ui: hoofde van de aaneenfchakeling van verfcheiden ?ebenrtenisfen onwaarfchynlyk; als mede, omdas :oranüs daartoe ook gebruikt is, van wien 'oor den 1 December nogthans geen gewag wordt jemaakt. (ZO) Bel. Belg. Tom. t. p. 256. Ckrm. van Vlaan^ UI. D. 1 St. bladz. 310. b.  KERKE té ANTWERPEN. 255 Genen. Maar het is 'er wel verre van af dat deeze toen zouden zyn overeengekomen, en zulk een ftuk ontworpen : hebben; eendragt, vrede en verdraagzaamheid waren geene vruchten van .die dagen, en lieten ook niet toe, dat of de bnel van coranus, of de redenen van anderen iets konden uitwerken. Daarenboven bleef het Hof geenzins in gebreke, om op alles, wat den vrede tusfcnen dezelven hinderen en weeren kon, naauwkeurig te letten. Het hadt hier ook te i meer reden voor, naardien het twisten, over zaaken van Godsdienst tyd ten zy-; nen voordeele fpüden, de macht der Hervormden brak, en te gelyk, door de Roomschgezinde Geleerden hier zoetvoerig intetrekken, een ieder in de waapens bragt, om de rechtzinnigheid zyner Kerke te befchermen en te verdeedigen ; want in de Roomfche Kerke, byzonder op de Hoogefchool van Leuven, was met weinig beroerte over de ftellingen van den Hoogleeraar in de uitlegkunde, michu baius of de bay, welke men zeide, dat hy uit de fchriften van. luther en calvyn hadt opgemaakt: zy kwamen voornaamlyk op de volgende hoofdzaaken neer: — „ op den ftaat da „ rechtheid, de erfzonde, de perfooneele ,, zonden (daadelyke zonde), de vryheid.. „ de liefde, de rechtvaardigmaakmg r er „ de verdienstlykheid der goede werken, (c, CO Histoire du Pelagianlsme, Tom. II. Chap. *8 II!, tydperk:. Jyzonlêre relenen'an 't rlof om:rent de •eden:wist met ie Roomrcben. i  h5'6 GESCHIEDENIS der HERVORMDS II t. TYDPERK. t)e Lanc voogdes zoekt ht prediker te doen ftaaken. IL-ept daartoe de Staaten wan Braband zamen. Dc verkeerde gevoelens hierover met de macht der heilige Moeder, de Kerki té beftryden, het anathema over het Bajanistnus te doen uitfpreeken, was in deeze om Handigheden van tyden^ waarin men de kettery wilde uitröeijen, ten hoog-ften rioodzaaklyk; Onrierwyl hadt de Landvoogdes i deri J$m en \\den van December 4 den Graaf ten de Regeéöhg ten fterkften aangeraaden, ■ onij op de gefchiktfte en voorzichtigfle wyze, het prediken en de oeffening der andere Godsdienstgezindheden te beletten, ten einde de ongenade des Konings te voorkomen. Ook befchreef zy* tegen den noften derzelve maand,' de Staaten van Braband, met derzelver bewilliging nogthans, om met hen over het fchorten der preeke, tot 's Konings overkomst en order', te handelen:, en eene genade, zonder uitzondering van eenige Ketters, aftekondigen. De Staaten,haar voorftel gehoord hebbende* waren van begrip, dat dit — „ by goeddunken 9, van de Algemeene Staaten Veiliglyk ge,, fchieden kon, zo haare Hoogheid van „ de ftemmen van die van Braband j ,, Vlaanderen en Holland, zich verzekerde^' ,. en bedongen, dat op hunne Vergadering. niet gehandeld zou worden, dan van „ een plakaat, op dit ftuk uittegeeven:; }, dat hiermede fpoed diende gemaakt te j, worden, om een fchot voor de aan-^ j, flagen der Hervormden te fchieten, wel„ ken geen ding meer verbaazen kon^ »" da$  KÉRKE te ANTWERPEN, a§? s> dan van deezen toeverlaat verfteeken te „ Wezen." Tot het befchryven der Algemeene Staaten kon zy, volgends 's Konings wil, niet befluiten, maar moest het van de hand wyzen;' geevende evenwel te kennen, dat zy Vlaanderen en Braband op dit ftuk wilde doortasten, en brengende een ontwerp voor een plakaat ter tafel, waarop zy het goedvinden der Staaten verzogt te mogen hoorem „Dan, „ deezen wraakten de ftukswyze toege„ ftaane vergiffenis, die toch veele men* „ fchen, uit vertwyffeling, tot erger dry„ ven konde; insgelyks het verbeurd ver„ klaaren van goederen, dat aan opfpraak „ en ergernis onderworpen was." (ƒ) Denklyk is in deeze Vergadering niets afgedaan ; doch , hoe dit ook zy, de Landvoogdes wist een befluit van den Raad van Braband, naar haar genoegen, op de fchorting der predikatiën te krygen, en hiermede dacht zy, de macht, welke zy nu beflooten hadt te gebruiken, meer gedekt te hebben. - Geduurende de dagvaart der Staaten, werdt by de Hervormden en Lutherfchen weder gezaamenlyk, naar 't fchynt, een verzoekfchrift aan die hooge Vergadering ontworpen, behelzende: dat dezelve zich zou gelieven te onthouden van iets, dat de Algemeene Staaten met eenig vooroordeel mogt m- nee (rf) BRANDT, L e. bladz. 4°4- DISRICXuns, Tom. III. F. i. c. p. 2, 3. R ÏIL TYÏ> PES.K. De Her. winden ?n Luherfcken.ontweraen eeix rmeek. "chrift jnn de Staaten»  Hl TYDPERK. Beroerend einde des jaars. Staat vai zaaken. 1567. ü58 GESCHIEDENIS der HERVORMDE neemen, tot nadeel van het verdrag, in September, met hun aangegaan. Zy baden, dat de Graaf, of die van de Regeering, dit den Staaten wilden overgeeven; doch liet werdt ten eenenmaal afge* flaagen. (e) Dit ftelde de Stad weder in rep en roer. Het gerucht liep ook, dat de Hervormden nu alle Kerklyke perfoonen van den Roomfchen Godsdienst ftonden den hals te breeken, en door zommige Edelen in de Stad heimlyk volk geworven werdt. Het een en ander maakte de Roomschgezinden zeer vervaard. Dit jaar liep met fchrik voor de laatften, doch ook met het droevigst uitzicht voor alle Onroomfchen, maar in het_ byzonder voor de Hervormden, ten einde. Het jaar MDLXVI was wederom een jaar van fchrik en beroerten. Valenchyn, waar de Hervormden zeer magtig waren, zedert den i^den December des voorigen jaars, vyand van den Koning, en alle goederen daarin verbeurd zynde verklaard, omdat zy geweigerd hadt krygsvolk inteneemen. 't welk de Landvoogdes haar toegefchikt hadt, m hoop van goeden uitflag, en met voorneemen, om ook in de andere Steden, vervolgends, dien zelfden (e) Ibid. p\ 3. brandt, t. c. bfadz. 404. waar hy voor reden van weigering, mede, fchynt optegeeven de geftoordheid van den Graaf en der Regeeringe, naardien men, tegen hunnen zin, Coranüs op den Walfchen predikftoel hadt gebragt; het geen ter» Hove zeer kwaalyk genomes werdt.  KERKE te ANTWERPEN. & '59 den weg inteflaan, vverdt nu, onder aanvoering van philips de noircaRMes van St. Aldegonde, Bevelhebber van Bergen in Henegouwen*, en cressonnierè, belegerd. De Koning van Frankryk hadt door geheel zyn gebied het verbod afgekondigd, dat geen zyner onderdaanen den Nederlandfche Bondgenooten eenige hulp of onderftand mogt verkenen, op verbeurte van lyf en goed (ƒ) — Het ontwerp, om, door Protestantfche leerboeken en vryheidademende gefchriften, Spanje zelve tot opftand te brengen,, mislukte. De hoop op eenen aanftaanden oorlog tusfchen Spanje en den Turkfchen Keizer, (waarover de Confistorie van Antwerpen brieven van Eekerett jan miches uit Conftantinopel zou ontvangen hebben (g)) en het ontwerp, om den Keizer tot hulp te beweegen, of, in gevalle van weigering, by de Keurvorfteit aantehouden, om aan Spanje hulptroepen te ontzeggen tegen den Turk, zoo lang de Koning de Nederlanden met troepen wilde bezetten vervloog in ydelen rook. De Landvoogdes voorkwam het doel van lodewyk van Nasjau op hulp van augustus van Saxen, door den iniandfehen oorlog aldaar (z) aanteftooken. De Bondgenooten mistrouwden el* (ƒ) Chrtm. van Maand. I. 'e. bladz. 3°& ** (?) Ibid. /. c. bladz. 3i°- a- &• (Ij _ ibid. 0) Ibid. I. c. bladz. Sis- <*R 3 iiL TYDPERK!.  III tydperk. Beroe ring te Antwerpen. D Hervorm den vermoedenverraad. 260 GESCHIEDENIS der HERVORMDE elkander: veelen hadden zich bevriend met het Hof, anderen zogten het nog. Egmond verraadt het plan van werving, dat de nog getrouwen onder de Bondgenooten gezamenlyk genomen hadden, terwyl "er nog een ander verzoekfchrift der Edelen en Ingezetenen aan de Landvoogdes zou aangeboden worden. — (P) Hier en daar werden al vast eenige Protestanten, en wel Hervormden, gegrepen, en, onder het voorwendzel, van aan den Beeldenftorm deel gehad te hebben, ftrenglyk geftraft. Zoo deerniswaardig ftonden nu de zaaken der Hervormden, en, of dit niet genoeg ware, werdt de hoop op hunne ;verëeniging met de Lutherfchen, in alle opzichten, van dag tot dag verydeld. Men verwondere zich niet, dat oranje in verlegenheid, de Edelen ontftcld, en de Gemeenten beroerd waren. De Predikanten, naar men zegt (/), riepen van de predikftoelen: „waakt Toehoorders! weest ,, by de hand ! wy zyn verkogt, maar ,, nog niet geleverd." Men verfpreidde, dat ■ vyftien of zestien uit de Heeren van de Wethouderfchap, Aelmoesfeniers en anderen der voornaamften, inzonderheid met naamen, hendrik van eerchem, eerfte Burgemeester, willem van im merseel, Kerkmeester der Hoofdkerke, vincent de smit, de oude, pau- lus (*) Ibid. f» O) DIERICXSENS, /. (. p. 3.  KERKE te ANTWERPEN. 26 lus van ge mer t, jo hannes d landmeeter, willem boel, etlZ overeengekomen waren, om een fmeek Ichrift by de Landvoogdes inteleveren waarin zy zouden betuigen, dat de Stat bereid was, krygsvolk inteneemen, ei eene fterkte te bouwen. Deeze Heerei wisten zich nogthans te verdeedigen. He een en ander bragt te weeg, dat veeier der Gemeente, den ganfchen nacht vai 23 J anti ary, in hunne huizen , gewaa pend, de wacht hielden, en ook, dal 'er de twee volgende nachten, omtreni St. and.ries en het Tapisficrs-pand', zamenrottirtgen waren, waarvan de . Roomschgezinden verluidden, dat het oogmerk was, hen allen om hals te brengen, Het verkoopen van allerlei flag van waapenen, tenzy ten diende des Konings. werdt daarop verboden. Qn) . De Landvoogdes maakte, by een briel van den . 23/fcs derzelve maand, aan de Rcgeeringe der Stad bekend, dat zy brieven van den Koning hadt, die zyne aanftaande overkomst in de Nederlanden te kennen gaven, met uitdrukkinge van zyn verlangen, dat alles zoo gefteld mogt wezen, dat hy niet noodig zoude hebben, met een ongewoon gevolg zich aldaar te vertoonen. Ten zelfden tyde, of daaromtrent, deedt zy ook aldaar het volgend bevelfchrift afkondigen: — „Dat zy die „ van (m) Ibid. c. p. 4. R3 i ?. ar. • tydr perk. > 1 Verbod, om die van Valenchynte onderfteunen,afgekondigd. De Landvoogdeswil, dat men den Koning ajenoejen gee- . /e.  f UL.j tv ij» i perk, Buitenjewoon ;6a GESCHIEDENIS der HERVORMDE . van Valenchyn menigmaal vermaand had, de, om, tegen haare overéénkomst „ met de verbonden Edelen, den Kette„ ren niet toetelaaten, binnen hunne Stad „ in de Catholyke Kerken te prediken: „dat zy de la grange, en andere oproerige Hoofden, over vyf jaaren te „ Doornik verwezen, niet langer zouden „ ophouden, en, zo zy zulks door ei„ gene magt niet konden te weeg bren,, gen, dan daartoe de krygsbezetting, welke zy hun met den Heere de ,, noircarmes zondt, wilden innee- men: doch dat zy, dit met verachting van de hand wyzende, door haar, uit „ naam des Konings, voor afvalligen ver„ klaard, en, om hunne trotschheid te ,, breeken, met een fterk Leger omringd waren. Doende naa dien een' ieder wee„ ten, dar alwie onderftaan zoude, die .,, van Faknchyn met raad, geld, waa„ penen, of andere middelen ter hulpe te komen; ook omtrent derzelver ge„ bied met waapenen te verfchynen, of ^ eenige Vergaderingen te maaken, voor 3, een afvallige des Konings en des Va„ derbnds zou' verklaard worden." («) De afkondiging van dit verbod vervulde de gemoederen der Hervormden met verontwaardiging beide en met fchrik. Den ïften van February werdt 'er Consistorie belegd, d.ie zeker zeer talryk moet (a) Ibid. /. «, p. $,  KERKE te ANTWERPEN. 263 snoet geweest zyn, dewyl 'er uit verfcheiden Gemeenten gemagtigden, beftaande uit één Predikant en eenige (mogelyk twee) Ouderlingen, derwaarts gezonden werden. Dat de omftandigheid der Broe-; deren van Valenchyn aanleiding _ tot deeze Vergadering gegeeven hebbe, is hoogstwaarfchynlyk; onder anderen werdt aldaar feeflooteu, naardien de Regeering geweigerd hadt, het jongfte fmeekfchrift, door hen en de Luthtrfchen gezamenlyk ontworpen, houdende aan de Staaten van Braband, als gezegd is, te aanvaarden, een ander te ontwerpen,' alleen op den naam van die des Hervormden Godsdiensts, en aan de- verbonden Edelen optedraagen; waarfchvnlyk houdende aan de Landvoogdes, dewyl brederode, thans in de Stad zyïide, om met eenigen der Verbondcling'eö te overleggen, wat hun in deeze omftandigheden te doen ftond, en te raade geworden zynde, nog eenmaal Haare Hoogheid een fmeek- en verweer -fchrift overrelevcren, hetzelve daaragter gevoegd h. eft. (4 Zonder twyffel werden uit deeze Vergadering ook tröostlyke en bemoedigende brieven naar de belegerde Broeders afgezonden. Q>) Den 4#6n deezer maand, kwam oranje uit Holland,- Zeeland en Utrecht, waar hy de rust bezorgd en de predikatiën ten plat- (0) Ibid. 1. c. p. 5—8. (1) Chron, van. Vlaand. 1. c. bladz. 217. a. R 4 III. tydperk. 'Jonfisto■ie, ter )ntwer« jinge i/an een "nieekfchrift,;nz. De Landvoogdeswil het predikea  in. tydperk. gefteakt hebben. Middelen daartoe be. raamd. S64 GESCHIEDENIS der HERVORMDE platten Lande bepaald hadt, weder in de Stad terug. Hoogstraaten berichtte den Prins van de brieven over het fchorten der predikatiën, welken hy van de Landvoogdesfe ontvangen hadt. Zich genoodzaakt vindende te gehoorzaamen, floeg de Prins voor, te zamen met de Regeering hierover te handelen; maar onder het oog te houden het verdrag, met de Hervormden en Lutherfchen plechtig aangegaan. Na verfcheiden byëeenkomften, kwam men tot het beiluit, den Protestanten volkomen zekerheid en genoegen te geeven, en gemagtigden naar Brusfel te zenden, om de Landvoogdesfe -te verzoeken, de gefchiktfte middelen te mogen weeten, waardoor het bevelfchrift kon worden nagekomen, zonder nadeel van party, zoo ten aanzien van derzelver perfoonen, als goederen. De Afgevaardigden kwamen weldra terug met andwoord, dat men ten Hove het voorftel dier gefchiktfte middelen van de Stad zelve verwachtte; en werden daarmede, in twee Artykelen ontworpen, omtrent den iaden der maand, weder terug gezonden, Deeze Artykelen waren: I. ,, Dat den Protestanten zou worden „ voorgellagen, en van wegens Haa. „ re Hoogheid beloofd, dat, de pre„ dikatiën en godsdienstoefteningen nagelaaten wordende, niemand om al „ het gebeurde zou worden gemoeid, „ vervolgd, of eenigzins in lyden » ge-  KERKE te ANTWERPEN. £65 „ gebragt, zoo in perfoon, als m „ goederen; maar een iegelyk zou „ kunnen blyven, of vertrekken naar „ willekeur, en vrylyk handel dry„ ven, en het zyne bezitten, totdat „ door den 'Koning en Algemeene „ Staaten in het ftuk van Godsdienst „ zou voorzien zyn." JI. „ Dat eenen ieder, die zich met de „ voornoemde bepaalingen niet konde „ verëenigen, vergund werdt _ de „ tyd van drie maanden, om binnen „ denzelven met vrouw, kinderen. „ huisraad en goederen te vertrek„ ken; mogende insgelyks de goederen verkoopen, aan anderen overdraagen of behouden, of de inkom„ ften daarvan trekken, laatende de „ • zeiven door anderen beheeren." (q] Dewyl de inhoud deezer Artykelen ftry dig was met het verdrag, zoo was he vom-ftel onbillyk: dan , de nooddwang maakte, dat men, van de zyde der Re geeringe, van twee kwaaden één moes kiezen. Oranje nogthans wist te wel dat deeze Artykelen ten Hove zoo min als in de Confntorien, zouden fmaaken maar dacht, misfchien, door onderhandelin gen voor de goede zaak tyd te winnen weetende, wat 'er omging. Hy beraamd me (3) DIERICXSENS, /■ 0. p. 9, IQ. R5 III. tydperk. > c r I t ■ » >  266 GESCHIEDENIS der HERVORMDE III. tydperk Het ge drag va oranje hierin. DeL'iid voogdes verwerpt het fmeekfchriftmet bedreigingen. mede in Antwerpen dit haatlyk voorftel, terwyl hy in Holland, in weerwil van , het aanfchryven der Landvoogdesfe, de . predikatiën niet deedt ophouden, maar i ten platten Lande bepaalde: eene vreemde handelwyze van een Man, die zich zeiven altyd zogt gelyk te blyven, en waarlyk der Protestantfche, zo niet deiHervormde, party was toegedaan; maar daarom denk ik, dat hy hier, wel weetende, hoe Hout en onderneemend inzonderheid de Hervormden waren, van alle deeze onderhandelingen een fpel maakte, terwyl hy zyne uitzichten zogt opteklaaren en zyn plan te bearbeiden. Met Spanje kon hy zich niet weder verzoenen; ook zogt hy dit niet: maar wie zal bcpaalcn, uit welk oogpunt hy Antwerpen in zyne ftaatkundige uitzichten befclïouwde, wanneer hy in deeze onlusten uitriep: „ daar is met het Volk niets uittcrechten!"....? Den opmerkzaamen Leezer zullen mogelyk hieromtrent, by het vervolg deezer gefchiedenis, van zelf eenige bedenkingen invallen. De Landvoogdes, ftoutmoedig op de verdeeldheid der verbonden Edelen, waarvan de meesten zich nog van dag tot dag aan de Hofparty overgaven, en de werving met een goed gevolg bekroond ziende, beaudwoordde het fmeek- en verweer-fchrift van brederode, en andere getrouwe Edelen, niet by Apostille, maar met eenen brief aan den Edelman, hoofdzaaklyk behelzende: „ dat zy geen' » lig-  KERKE te ANTWERPEN. a6? lighaam van verbonden Edelen meer ' kende, nadcmaal veelen derzelven, die, " in de maand Jpril des voorigen jaars, ", het fmeeklchrift hadden ingeleverd , V zich niet alleen voldaan hielden, maar " zelfs den Koning daaglyks hunnen l dienst kwamen aanbieden: dat zy de ''preek, ter plaatfe, waar zy ingevoerd , was, alleen uit nooddwang hadt toege*: laaten, en nooit van zin was geweest, " Confistorien of nieuwe Magiftraaten te '„ vefdraagen, die verzamelingen van pen'.' ningen zouden maaken, tot etlyke _mil'„ boenen toe, om oorlogsvolk te ligten „ tegen hunnen wettigen Heere, (gelyk men zich beroemde) de Sacramenten '1 aan zich te trekken, de leering en het ', kerkbeftuur in de war te brengen, de „ ongewoone wyze van echtbevestiging \\ tot verduistering van de wettigheid der erfenisfen te doen (trekken, enz.: dat *■ je voornaamften der Edelen hunnen J, plicht hadden vergeeten, de regeering zoeken te ondermynen , en fchuldig 'i waren aan alle wanorden, oproer, het" ïigfchennis en vyandelykheden, welker *' men openlyk tegen den Koning en det \ Godsdienst pleegde: dat zy zich zelve ', niet zoude vergeeten, noch het zwaard \ dat God den Overheden gegeeven hadt " althans ten deezen tyde, afleggen; hui 1 raadende, zich van de algemeene zaa '* ken te onthouden, en zich voorts me " hunne eigen dingen te. bemoeijen, op " dat zy den Koning niet noodzaakten III. tydperk» ! 1 t  III. tydperk Brederode e andere Edelen waapenen zie i l ] 1 4 £ 268 GESCHIEDENIS der HERVORMDE zyne aangebooren goedheid te vereee- „ ten, enz. f» Deeze brief ver- . oorzaakte eene groote verflaagenheid, en deedt nog deezen en genen afvalleni maar brederode, door egmond' te vergeefsch getracht hebbende, zich met het Hof te verzoenen, o) begon ,.met de batenburgen, tholouse en anderen, ernftig bedacht te zyn op middelen, om waapenen tegen waapenen te zetten en de vryheid met het ftaal te verdeedigen. Men begon fterk te werven en het oog op eenige voornaame Steden der Provinden te laaten vallen om er zich meester van te.maaken,. als' op Antwerpen, Amfleldam, Utrecht, 'sHertogenbosch en :andere. Marnix van ót A/degonde werdt tot algemeen ontvanger aangefteld van de penningen, die by de Hervormden verzameld werden: men wil ook, dat 'er, om middelen tot den oor log te vinden, meer Confistorien zvn £ houden , dan voorheen; dat 'er zeer drukke verftandhoudingen waren tusfchen de Edelen, Kooplieden en Confistorien en dat een zekere gilles de klerk ;en Rechtsgeleerde van Doornik, en ver' xouwd dienaar van lodewyk van Nassau, derzelver algemeene bode ee veest zy. (f) 6 Op 37, 43». thron. van Slaand. I. t. bladz. or, (O brandt, 1. £ bladz. 440. (O Chton. van Viaand. /, c. bladz. 31c. e randt, /. c. bladz. 4er e met leevendig afkomen! — Op de bede -van oranje trokken zy nogthans, op 1 den ipdett, af naar Oosterweel, een klein Dorp aan de Schelde, naby de Stad gelegen; (V) ua eenige landhuizen en woornmgen, zoo van Edelen, als Burgers der teenparty, ook van eenige Kerklyken in en omftreeks Merxtm, Wommelgem en uturne geplunderd te hebben. (» Terwyl dit alles voorviel, was men >ten Hove bezig, om met de Afgevaardigden der Stad over het fchorten der predikatiën te handelen; dan, de twee bovengenoemde Artykelen, den iaden overgeleverd, behaagden de Landvoogdesfe geenzins; waarom zy eenige anderen voorfloeg, welken zy, fchriftlyk, den Afgevaardigden ter hand ftelde, zynde van den volgenden inhoud: I. „ Alle de Dienaaren en Predikanten „ der Gezindheden zullen terftond „ met vry geleide, hebben te ver' „ trekken." II. „ Alle _ predikatiën en oeffem'ngen der Gezindheden, met alles wat daar„ toe betrekking heeft, als, Confisto-  KERKE te ANTWERPEN. 272 „ riën, Vergaderingen , Verzamelingen „ van penningen en dergelyken, zul„ len ophouden." III. 5, De verwoeste en geplunderde Ker- ken zullen in haaren voorigen ftaat „ herfteld worden." IV. „ De Godsdienst, nog niet herfteld 5, zynde, zal weder herfteld worden: „ de Catholyke predikatiën, en an„ dere kerklyke plegtigheden, zullen „ weder aangevangen worden, zonder „ eenige verhindering, het zy met „ woorden of daaden, den Kerkly„ ken in derzelver perfoonen of goe- deren toetebrengen." V. ,, Het bouwen van nieuwe Kerken „ zal worden geftaakt; en de reeds a, geftichtte zullen, de Koning zulks ., vorderende, worden afgebroken." o VI. „ Men zal onderwyl niets nieuws in „ den ouden Godsdienst invoeren." Vil. „ De Burgers, in de Stad blyven„ de, zullen zoodaanige gehoorzaam„ heid den Koning bewyzen , als „ goeden en getrouwen Onderdaa„ nen past ; en zullen zyne bevel,, fchriften, inzonderheid die, welke „ ter oorzaake der tegenwoordige „ beroerten gegeeven zyn, onder„ houden." , • . vm. in. tydperk.  nr. TYD■-RK 172 GESCHIEDENIS der HERVORMDE VIII. „ Geene zwervers , bannelingen, vluchtelingen, of vreemde fecfaris- „fen, gevluchte afvalligen, of an„ deren, fchaadelyk voor het gemee„ ne vvelzyn, zullen verdraagen wor„ den." IX. „ De achtbaarheid en het gezag der „ gerechtigheid zal worden herfteld.'" X. ,, De Soldaaten zullen, voor zoo lan„ gen tyd zy in bezoldinge der Stad „ blyven, den Koning trouw en de „ onderhouding der voorgaande pun,, ten en artykelen zweeren." XI. ,, Dit alles gefchiedende en herfteld „ wordende, belooft de Landvoog„ des, dat niemand zal onderzogt, „ gemoeid, gehinderd, of eenigzins, in de Stad Antwerpen en elders, , onder het gebied des Konings, on„ derdrukt of vervolgd worden om zyns Godsdiensts wille, het zy in „ perfoon of goed; tot tyd en wy„ le de Koning, by gedachten zy„ ner Raaden en Staaten, (zoo als „ zy verklaarde wel te verlangen) „ daarin zoude voorzien hebben: een „ iegelyk gehouden zynde die voor„ ziening alsdan, gelyk te vooren in „ deeze Landen plagt te gefchieden, „ te gehoorzaamen." XII. „DatoZy, die de geboden en be- „ vel-  KERKE te ANTWERPEN; 273 „ velfchriften des Konings, ter zaake „ van den Godsdienst, niet wilden gehoorzaamen, vry geleide zouden , verkrygen en moeten vertrekken, in zoodaanige bepaaling van tyd, „ als hun van wege den Koning eil „ zynen Raade zou worden voórge„ fehreven." XIII. „ Met uitzoncleringe nogthans van , allen, die fchuldig mogten bevonfi den worden aan gekwetfte Maje- Heit, verachting, verbreeldng : en „ beröoving der gewyde plaatfen 4 „aan manflag, opftand en zamen„ zweering tegen den Koning , en, „ aan andere 'zoortgelyke misdaaden." XIV. „ Dit alles onder beding èn voot„ behouding van 's Konings goedkeu., ring, aan wien de Landvoogdes' „ ten gunfb'gfte zal berichten.. . Eri „ ondertusfchen zullen de predikatiën „ en oeflfcnjngen van Godsdienst, met „ den aankleeve van dien, ophoü: „ den; terwyl voor dien tyd ook „ alle , ftratfen en boeten wegens „ Godsdienstzaaken zullen geftaakt „ worden, totdat by den Koning „ daarop zal belloten wezen , als „ boven. —" XV. „ De Landvoogdes vermaant hén', „ hoe eer zoo beter zich naar derf ,. inhoud deezes te fchikken, om den m tydpers.'  tydperk. Bevel raakende de werving. (y) Ibid. p. 17 — 15* 274 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ ning des te meer te gemoet te komen, en te behaagen: kunnende „ zy zich verzekerd houden, dat zy, „ wanneerze zich alzoo wilden ge„ draagen, des te ligter genade en „ vergiffenis van al het gebeurde „ zouden erlangen; waaromtrent de „ Landvoogdes zich ook gaarn tot „ Middelaares by den Koning aan„ boodt." „ Dus gedaan binnen Brusfel, den „ 20 Febr. '1566. Brabandfche ftyl. „ (dat is hedendaagfche ftyl 1567) „ Qwas onderteekend) berty." (f) De Afgevaardigden kwamen met deeze Artykelen weldra terug; waarop men o-ing overleggen, hoe dezelven den Protestanten best voortedraagen. Maar, terwyl men hiermede bezig was, -oordeelde de Regeering het noodig, een bevel aftekondigen, waarby allen, die zich te Dambrugge op de werfrol van den verhoren Hoop, thans door t hol o ijse en neufville ("t welk uitgelekt was) aangevoerd, hadden laaten fchryVen, gebannen, en ook verbeurt verklaard werden alle de goederen van het huis, waarin een tegen den Koning geworven perfoon zoude gevonden worden. Ook ontving de Regeering een briet  KERKE tè ANTWERPEN. 275 brief van het Hof, om, 200 by nacht, als by dag, goede wacht te houden, en de Soldaaten, niet in dienst van den Koning zynde, en echter op het grondgebied der Stad komende, te vatten öf met geweld te verjaagen enz. — Dan, op den 27(len, ontboodt de Regeering de gemachtigden der Hervormde en Luther/che Gemeenten, en hieldt hun de gezegde Artykelen voor, met eene gepaste aanfpraak en drangredenen, om dezelven aanteneemen. Zy verhaalde in die aanfpraak : met welk eene getrouwheid zy het verdrag van September, jongstleden, gehouden hadt, en wat moeite zy hadt aangewendt, om eene vergadering der Algemeene Staaten te bezorgen; doch dat dit Iaatfte van geen vrucht was geweest, en de zaaken thans zoo gefchaapen ftonden, dat men den Koning — en, naar maate de omftandigheden des Lands waren, misfchien wel met een leger — hadt tè wachten: waarom het nu noodzaaklyk was geworden,' op middelen bedacht te zyn; om den Koning genoegen te geeven en onderwerping te töonen, want, zo dit niet gefchiedde, en de Koning met een leger vreemdelingen mogt afkomen, dan was 'er niets anders te wachten, dan de ondergang van Stad en Vaderland, gepaard met een vreeslyk tooneel van' bloedvergieten'ven ellende, de ondergang van den koophandel in aMe takken, het verlies van vryheid en voorrechten, en eene naakende magerheid en armoede. — S a Uit Ilh TYfj- perk; Dè Re: geering houdt den Predikantender Hervormdeen LutherfcheGemeente de noodzaaklykheid vari het (taalt en der predikatiënvoprjbenevens' de Artykelen , daartoe by de Lnndvoogdèsfe voorgefl'ageri;  a76 GESCHIEDENIS der HERVORMDE III. tydperk. Uit dit voorftel maakte zy het befluit op: dat derhalven een iegelyk, ook in zyn geweeten, verplicht ware, alle middelen te gebruiken, die gefchikt mogteu wezen, om deeze onheilen voortekomen. En, dewyl deeze middelen, in de tegenwoordige tydsomftandigheden, waren, het fchorten der predikatiën en de oefteningen van Godsdienst, zoo in de Stad als in den omtrek, verzogt zy, daar ernftig op te letten, en dezelven ter hand te neemen: te meer, daar het voorbeeld van deeze Stad invloed zou hebben op de andere Steden, waaronder veele beflooten hadden, het prediken natelaaten, byaldien men hier daarin voorging: ware onverhoopt het tegendeel, zy zouden zich zeiven al het kwaad, daaruit 1'pruitende, te wyten, en inzonderheid te duchten hebben, met alle geftsengheid gehandeld, en op het ftuk van Godsdienst nooit gehoord te zullen worden. — Zy voegde 'er ook, tot gerustftelling en uitlokking , by: dat toch by deeze Artykelen niets nieuws op het ftuk van Godsdienst was vastgefteld; dat de Inquifitie en ftrengheid der plakaaten agterbleef, dat de Koning, zo zy zyne goedheid niet misbruikten, met goeddunken der Staaten, ongetwyffeld, nu eene billyke orde zou ftellen op de zaaken van den Godsdienst; dat toch alles Hechts voor eenigen tyd moest gefchieden, en onder zulke voorwaarden en verzekeringen, als de zaak thans gedoogde; ten welken einde oranje»  KERKE te ANTWERPEN. 277 je, hoogstraaten, en de gantfche Regeering bereid waren , hunne goede dienften by de Landvoogdes aantewenden. (V) De Regeering was gehouden, deezen weg te volgen; maar de Gemeenten waren niet onverlchillig, of kindeiachtig genoeg, om zich te laaten verfchalken, of hunne zaak, die geweeten en vryheid raakte, optegeeven: zy onderhielden, fchoon meenigmaal ouder veel bederf, zoo als het in beroerde tyden gewoon is te gaan, deezen regel: men moet Gode meer gehoorzaamen, dan den menfchen! De , Gemachtigden, in hunne Vergaderingen 1 met zulk eene ontftellende boodïchap we-' dergekeerd zynde, kreegen daarop last, \ der Regeeringe te andwoorden: ,, dat zy ( „als nog niet anders konden, dan zich 1 „ aan het verdrag van September, jongst-1 „ leden, houden, en gaarn wilden weei? ten, of men dit al, dan niet, begeerde „ te houden T" (a) Ook bragten zy voor wederandwoord: „dat deeze vraag ontydig, „ maar op de gedaane waarfchuwing te „, letten, en affcheid te vorderen was." (f) By deeze gelegenheid was 'er wederom eene groote beweeging onder het gemeen, waarby de Minderbroeders, inzonderheid, veel te vreezen hadden. Dc verloren Hoop, eenen vruchtloozen 1 aan- (2) Ibid. p. 20 — 22. brandt, l. c. biad%, 439- (a) Ibid. p. 23 —■ en bladz. 439, (20 Ibid. p, 23. S 3 III. tydperk. ind- iroord er Prelikanten,n we. lerandiroordIer Re;cerinure. )e y»jw  TYDPERK. lorenHooi te Oester weel verfchanst. (c) Ibid. j&. 25, 278 GESCHIEDENIS der HERVORMDE aanflag op Vlisfingen gewaagt hebbende, lag nu te Oosterweel verfchanst, onder bevel van Jonkheer tacobus marnix (van Tholoufè. De Hofparty, te Antwerpen, was hierover in duizend vreezen, en de andersgezinden onder de Regeering veinsden dit ook te wezen. Oranje, hoogstraaten, en de Regeering lieten door een Edelman, vergezeld van een Stads bode, die van Oosterweel aanzeggen, binnen den tyd van drie uuren optebreeken, of, dat men anders geweld tegen hen zou gebruiken. Tholouse floeg daarop den aftogt naar Vlaanderen; doch keerde den volgenden dag in zyne verfchanzing terug, en, op een herhaald bevel van gelyken inhoud, beloofde hy wel, te zullen opbreeken; dan, hy deedt het niet, omdat hy dien nacht eene aanmerklyke Verfterking gekreegen hadt. (c) Daarop werden by de Regeering alle mogelyke maatregelen genomen, om alle gemeenfchap, welke hy met die van binnen hadt, aftefnyden. Men nam ook in overweeging, om de Stadsmilitie te laaten uittrekken, en daarmede op hem aanteyallen; doch oranje en hoogstraaten oordeelden dit niet raadzaam, nademaal de Stad, daardoor van allen bedwang ontheven, welligt tot de maatregelen van den verloren Hoop mogt overüaan: waarom beflooten werdt, den laatst-  KERKE te ANTWERPEN. &79 «melden te verzoeken, ten Hove te gaan, om der Landvoogdesfe het ftuk te ontdekken, en het verjaagen van dien hoop haar overtelaaten. Cd) Dat deeze hoop door de troepen des Konings moest aangevallen worden, daar fpeelde een trek van ftaatkunde onder, want werdt dezelve geilaagen, "t was veel gewonnen, niet alleen, om moed inteboezemen, en aan de verbindtenis der vryheid kracht te geeven, maar ook tevens, om eene nieu* we afwending te maaken voor het benaauwde Valenchyn, waarop thans veele bekommerde oogen gevestigd waren. Tiiolouse fcheeu de man te zyn voor dit werk (O; dan, men vondt zich ellendig bedrogen. . . De Landvoogdes, voor zich gewigtige reden hebbende, die zaak te aanvaarden, gaf bevel aan philips van lannoy, Heer van Beauvais, om, met 300 Musquettiers uit de bezetting van Brusfel, met het Vlaamfche volk van pardieu, Heer van la Motte, dat van aremberg en barlaimont, en een detachement van haare eigene Lyfwacht Cf), naar Oostenveel te trekken, en alwie hem daar tegenftond, zonder genade, over den kling te doen fpringer*. Hoogs tra aten kwam, op 9 Maart, met deeze tyding naar Antwerpen terug. Ter- ftond (d) Ibid. p. 25, 16. Ce) brandt, X c. Uadz. 442. (i'S Chm> van Vlaand. I. c. bladz. 3'5' S 4 HL tydperk. Door VAN LANNOY geilaagen.  280 GESCHIEDENIS der HERVORMDE III tyi rERi . ftond liet de Prins, met verftand der Rei- geeringe , alle de bruggen buiten de i, 'blykpoort af breeken, en zoo deeze als de " Rondepoort, benevens alle anderen aan de Schelde, naar den kant van Oosterweel, fluiten. Dé Burgery wist niet, wat hiervan te oordeelen; doch hy gaf hier naderhand deeze reden van, dat hy dit hadt laaten doen, om te zórgen, dat de Hervormden ter hulpe van tholou'se niet uitrukten; maar anderen zeggen: dat hy daardoor den Cathlyken wilde verhinderen, lannoy, zo het nood was, te onderfteunen, en hem, in gevalle van nederlaag, den hertogt aftefnyden. (g) Onderwyl werdt tholouse van den aanmarsch der troepen onderricht, en zogt zich door yergraavingen, als anderzins, beter té verfterken; dan, hy liet zich, den i^den, door lannoy verrasfchen ; en éenen flechten ongeöeffenden hoop hebbende, 'werdt hy, na een kort gevecht , volkomen geflaagen, en zich zeiven in een fchuur geborgen hebbende, aldaar door het vuur verteerd. By deezen ongelukkigen kryg verloor de party der vryheid 1800 man, deels nedergehouwen, deels verdronken, of door het vuur verteerd, (h) Men verhaalt, dat 'er by die gelegenheid een voornaam Edel^ (g) Ibid. bladz. 315, 316. diericxsens, l..] c. p. 26. ' (/») Ibid. p. 28. brandt, l. c. bladz. 441, 442. Chntt. van Viaand. I. c. bladz. 315.  KERKE te ANTWERPEN. 281 Edelman gevangen werdt, die eenige papieren van belang by zich hadt, en, tot grQQt nadeel der Hervormden, veele zaaken van gewigt ontdekt heeft. (0 De Hervormden vernamen des morgens, tusfchen 7 en 8 uuren, door eenigen,< die op de wal geweest waren, den aantogt van 'sKonings troepen, en liepen te waapen, zich verzamelende op de Meerbrugge, eene ruime en aanzienlyke plaats der Stad, vanwaar zy boden naar de vesten zonden, om te verneemen, hoe 't buiten afliep : dan, flechte tyding krygende, en door het misbaar der Vrouwe van tholouse, of, raar zommigen, door het aanhitzen van den Predikant modet (k) bewogen en vol vuurs, om hunnen broederen ter hulpe te komen, trokken zy, onder geleide hunner Hoofdmannen, naar de Slykpoort; doch de bruggen afgebroken vindende, met verhaasting naar de Roodepoort, welke zy insgelyks gefloten vindende, meenden opteloopen. wanneer de Prins met hoog straat eis aankwam, om hen tot bedaar.cn _ t£ brengen. Dat eene verbitterde meenigtf zich niet gemaklyk laat zusfen, werdei die Heeren weldra gewaar : zy bragtei hen zoodra niet onder het oog, dat alk hun (O diericxsens, l. C. p. 29. (fe) brandt, /. c. bladz. 442. De Prtnfes van Oranje noemde hem, uit hoofde van zyn pharakter, immodest, w. te water, Hist. der Herv. Kerke te Gent, bladz. 222. S 5 III. tydperk, 3e Hervormden/atten de waapens op, en bouden ie Meerbrug bezet. t l  282 GESCHIEDENIS der HERVORMDE III tyi VER1 , hunne yver vruchtloos was, naardien tholouse reeds gcflaagen was, en zy, door gebrek aan krygskunde en paarden, de macht niet hadden, om de geleeden fchaade te herftellen, of zy werden gedreigd en voor verraaders gefcholden, ja zelfs, zettede een Droogscheerder den Prins een gelaaden roer op de borst, zeggende: „ Gy, eerlooze en fchelmfche verraader! „ zyt de oorzaak van dit fpel, en dat „ onze broeders daar buiten worden afge„ maakt en vermoord." ( de msrki en doen een bedenklykeneisch. (m) diericxsens, volgends p. bor, /. s. t' 3?» 31* 284 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ legien , inzondeiheid der Blyde in„ komfte" VJ. „ Al het bovenflaande zal zyn, zon^ der nadeel of vermindering toete„ brengen aan de verdragen ter zaa„ ke van den Godsdienst. En al „ wat dien dag gebeurd was, zou. „ gereekend worden gefchjed te zyn „ tot Stads welzyn." (m) Inmiddels werden eenige Compagnien der Stads militie op de markt gefchaard ter beveiliging der Regeering; dan, eenigen derzei ven wierpen de waapens weg, cn liepen tot de Hervormden over. Deeze fchikking hinderde die van de Meerbrug, welken, de twee Heeren, noch de Regeering meer vertrouwende, het verdrag verwierpen en riepen: naar de markt! naar de markt! doch, geduurende den nacht, kwam het nog zoo verre niet. Den volgenden dag, al vroegtydig, drongen eenigen in het Klooster der Minderbroeders , der Predikheeren en Carmelieten, helden een Minderbroeder ten toon, deeden een Capellaan der Hoofdkerke, in de Cammerftraat, vivant de Geuzen! roepen, en lieten alle gevangenen los uit de kerkers, welken zy opengebroken hadden; maar na den middag trokken zy gezamenlyk met,  KERKE te ANTWERPEN. 285 met ontrolde vaandels naar de markt, hunnen weg neemende door het Kipdorp: by de Moriaanjiraat hielden zy halte, en zonden eenige gemachtigden naar het Stadhuis, om met de Regeering te handelen, en het volgend voorftel, of eisch, te doen: I. „ Dat alle Kerklyke Perfoonen en „ Roomschgezinden ter Stede zouden „ uitgeleid worden." II. „ Dat het Stadhuis hun moest wor„ den overgegeeven, of dat zy het „ anders met geweld zouden innee„ men." III. „ Dat hun de fleutels van Stads „ poorten en waapenhuis moesten „ worden overgeleverd, en niemand „ in- noch uit-gaan, dan met ken- nis van den Predikant modet en „ hunner Gemachtigden: begeerende „ daarenboven, dat hun door de Stad kruid en lood zou verfchaft „ worden." IV. „ Dat zy begeerden, dat hun zou„ den overgeleverd worden, johan„ nes van immerseel, Mark„ graaf, de Heer Ambtman, hen„ drik van berchem, eerfte „ Burgemeester, lancelot van „ ursel, met zynen zoon den The„faurier, en theodorus brecht, „ ten III. tydperk »  III. TYDPERK. De Regeeringvoldoet hun eeni germaate, maar zoekt uitftel. s36 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ ten einde met dezelven naar goed„ vinden te handelen, en anderen in „ derzelver plaatfen aanteftellen." (») Op dit alles werdt door de Regeering geandwoord: dat zy het eerfte niet kon inwilligen, dewyl het ftrydig was met het "verdrag van September; ten aanzien van het tweede verhaalt men, dat oranje, wel ziende, hoe men het met ernst op 't Stadshuis gemunt hadt, de Regeering voorfloeg te fcheiden, de Stads militie-te laaten aftrekken, en het Stadshuis den Hervormden interuimen: (o) dan, dit komt my niet aanneemlyk voor; waarfchynlyker is het, dat hun op den Burger-eed werdt toegeftaan, dat zy met andere Burgers de wacht op de markt zouden mogen waarneemen, onder beding, om zich van het Stadshuis te onthouden, en de Regeering niet te kwellen. (j>) Dat zy op het derde beflooten hadt, Stads fleutels te geeven in handen van den Scheepen johannes de pape, ten gehruike der Hervormden. Eindlyk, werdt op het laatfte Artykel geandwoord: dat dit niet in het vermogen der Regeering was, zonder de toeftemming van oranje en den Breeden-Raad; verzoekende dus, dat men zich daarmede zou te vreden houden tot des anderendaags, wanneer' (ra) Ibid. p. 32. Co) ibid. volgends de Jntw. Chron. I. c. p. 33. (.p) Ibid. volgends p. bor. ead. p.  KERKE te ANTWERPEN. 287 neef daarover zou gehandeld worden. — De gemachtigden beloofden dit, en trokken met de hunnen weder naar de Meerbrug. Intusfchen hadt men, het gebruik van Stads fleutels hebbende, door de Roodepoort, de Bierhoofts- en Werf poorten, de ontkomenen van het gevecht te Oosterweel binnen gelaaten, en de gekwetften in het Gasthuis gebragt. Ook ontving men van de Stad het gevorderde kruid en lood. Maar, daar men den volgenden dag op zulke fterke vorderingen genoodzaakt was te andwoorden, en het wenfchelyk ware, zich aan het gevaar, zoo wel als aan den eisch, te mogen onttrekken, kwam het vernuftig brein van oranje, gefleepefl op onderhandelingen, hier wel te ftade: hy ontwierp een nieuw verdrag, dat door den Raad, hoewel niet eenpaarig, werdt aangenomen en geteekend, dus luidende: Art- I. „Dat alle Burgers en Ingezetenen „ deezer Stad, hoedaanigen of van „ welken Godsdienst, nu nog by voorraad toegelaaten , in handen „ van zyne Excell. en zyner genade „ den eed zullen afleggen, dat _ zy „ getrouw zullen blyven der Koning„ lyke Majefteit en deezer Stad: de„ zelve ten dienfte van de Ma'efteit, „ en tot gemeene rust en welvaart „ van de Stad voorz., en de Inge„ zetenen derzelve helpen bewaaren III. tyj> perk* Zy trekken weder af. Oranje (laat een ander ontwerp van ver- drsg voor.  in tydperk. Art. V. a38 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ en befchutten naar hun üiterfte „ vermogen." Art. II. „ Dat de GouVerneurs voorz.j „ noch de Magistraat, niet zullen „ binnen deeze Stad toelaaten eenig „ Guarniföen, noch' Volk van waa„ penen van buiten, dan by voor„ gaande confente van alle de Le„ den deezer Stad, met hunnen vol-; „ len Agterraad, zonder onderfcheid te maaken uit hoofde van Gods„ dienst." Art. III. „ Dat een iegelyk zich, naar „ zyn uirerfte vermogen, zal beyve3, ren ter onderhoudinge van de ou„ de vr^'heid en voorrechten deezer Stad , in 't byzonder , van de jj Biyde inkomfte" \xt. IV. „ Dat tot gemeene rust en wel„ vaart van deeze Stad, en bevorde„ ring van derzelver koophandel, de „ verdragen, met die der onderfcheiden Godsdienstgezindheden aange„ gaan in September jongstleden, zul„ len blyven van waarde en gevolgd' „ worden, zonder tegenfpraak, tot „■ den tyd toe, dat by Zyne Maje„ fteit en de Algemeene Staaten, op i, 't ftuk van Godsdienst, anders zat - «j feeflooten wezen."  KERKE te ANTWERPEN. ég Art. V. ,, Dat alle de Leden, insgelytós ,. die van de voorz. Gezindheden, i} gezamenlyk met de Geestlykhcid „ "deezer Stad, malkander en elk den „ anderen zullen belooven en toezegk gen, dat zy de een den ander niet het minfte zullen misdoen, „ maar in tegendeel elkander met al „ hunne macht helpen befchutten en „ befchermen, zo het mogte gebeui, ren, dat iemand geweld of over„ last aangedaan wierde." Art. VI. Dat, tot verzekerdheid eri „ meerdere rust van een iegelyk, dfc „ lleutelen der Stads poorten, van „ Honden aan, zullen gebragt en ge,i leverd worden in handen van Zy- ne Excell. en Z. Gen., ter or,3 donnantie van welke ftaan zal het op- en toedoen van dezelve poor- ten." Art. VII. „ Dat 'er voortaan zal gehouden „ worden eene groote fcherpe wacht ,, van een goed getal Burgers en Soldaaten te gelyk, zonder eenig onder,, fcheid van gezindheid te maakeri, „ zoo en gelyk hetzelve, ha de ge„ legenheid van den tyd, by de „ Gouverneurs voorz. zal worden bevolen, en welke wachten voort^ aan zullen worden gehouden op i, zulke ftraf, als door de Gouver„ neurs zal vastgefteld worden." T Art. VUL Hf. tyi3perks  2oo GESCHIEDENIS der HERVORMDE III. tydperk. Art. VIII. „ Het geen tot heden gebeurd „ is, zal gehouden worden gefchied „ te zyn tot bewaaringe der Stad, „ en niemand daarom, noch om an„ dere zaaken, gisteren of heden ge„ beurd, achterhaald worden: zoo'veel „ 't in hun vermogen is." Art. IX. „ Een iegelyk, de wacht niet „ hebbende, zal terftond naar huis „ vertrekken, en het werk zyns bej, roeps, als naar gewoonte, waar„ neemen." Art. X. „ Dat, tot meerdere verzekerdheid „ van de Stad, by de voorz. Gou„ verneurs, met raad van de Leden, zullen aangenoomen worden tot „ vierhonderd paarden, en de rivier „ ook bewaard worden met fchepen 5, van oorlog, zo wanneer de Gou„ verneurs voorz. hetzelve zullen „ noodig vinden, en dat onder zul.. ke Capiteinen, als by dezelven „ by gemeenen overdragte tot dien „ einde gekozen zullen worden." Art. XI. „ Dat alle Ingezetenen deezer „ Stad, zoo geestlyke als waereld„ lyke, niemand uitgezonderd, hun „ aandeel zullen moeten opbrengen „ in de lasten en ongelden, die ter „ zaake van deezen, en tot defenfie „ deezer Stad, noodzaaklyk zullen „ moeten gedraagen worden." Art. XIL  KERKE te ANTWERPEN. 291 Art. XII. „ Het gefchut zal gefteld worden op de vesten, en voorts we- j, zen ter betvaaringe en orden van j. „ de Gouverneurs voornoemd." Art XIII. ,j Wanneer eenige kwaadwilligen „ zich zouden mogen verftoutcn, om, „ onder den dekmantel van Gods„ dienst, iets voorteftellcn, dat ftrek- ken mogte tot verflooring van de „ gemeene ruste, vrede cn zekerheid, zoo zal een iegelyk, van welk een „ Godsdienst hy zy, naar zyn uiter- fle vermogen, hetzelve helpen be„ letten, en die kwaadwilligen hel„ pen achterhaal en." Art. XIV. „ En dat, tot meerder vastig„ heid en onderhouding van deezen,' „ de voorz. Gouverneurs cn de Ma„ gistraat op hun woord, insgelyks „ de Leden deezer Stad, en die „ der onderfcheiden Gezindheden, by ,, eede zullen belooven, alle de poin„ ten voorz. te onderhouden en te „ doen onderhouden, naar hun ver„ mogen, zonder eenigzins daartegen „ te ftryden, of te doen." Art. XV. ,. Bovendien, dat de Knechten „ en Capiteinen, nu in dienst wc„ zende, of, met gemeerie toeftem„ minge, nog aantencemen, dit tcgenwoordig verdrag, ook zullen moeten bezweeren." T 2 ,, Te» FYDgtilü  ni. tydperk. £92 GESCHIEDENIS der HERVORMDE „ Ter meerdere verzekeringe van dee„ zen algemeenen* vrede, zoo bidden alle ,, de Leden van deeze Stad, insgelyks die van de Religie, dat Zyne Excelb „ en Z. Gen., volgends hunne goedwil„ lige affectie en prefentatie, by dezelve „ gedaan, willen continueeren, en tot „ dienst van Z. M. en rust van deeze „ Stad blyven Volharden, hun hetzelve „ gantschlyk toebetrouwende, ten zeiven „ einde zich geheellyk onderwerpende aan „ de beveelen vart dezelve Heeren, die „ zy ook ootmoedlyk bidden, de pro„ tedlie van hun en van deeze Stad en „ Ingezetenen, ten dienfte van Z. M« „ en gemeene welvaart, te willen aan„ vaarden." Aldus gedaan, geflooten en geaccofdeerd op den veertienden Martii, An„ no 1566. Brabandfchen ftyl (dat is „ naar den hedendaagfchen 1567)." „ COnderfi.') guilliaume de nassaü. „ (Geteek.) anthonie de la lain. „ Ter ordonnantie van Myne Heeren? „ Markgraaf, Ambtman, Burgemeesteren, „ Scheepenen, oude Scheepenen, en Raad der Stad Antwerpen. „ (Onderti) polITES." (cf) Die (j) Ibid. volgends p. bok, /. c. p. 34 — 3S*  KERKE te ANTWERPEN. 293 Dit merkwaardig ftuk, waarin eene ont wikkeling van oranje's ftaatkunde ligt opgeflooten, werdt door beide Heeren en eenige Gemachtigden van de Regeering naar de Meerbrug gedraagen, om de aldaar vergaderden tot de aanneeming van, hetzelve uittenodigen: dan, het behaagde 1 der beroerde meenigte niet, die oranje| vast voor een verraader fcholdt, en hem, allerlei onaangenaamheden voor het hoofd j wierp; ja, hy ware het naauwlyks ont-< komen, zo hy niet beloofd hadt, denj volgenden morgen vergadering te beleggen, en op haar voorftel en gedaanen eisch te andwoorden. Men wil, dat de Predikant modet zich tegen den Prins met veel hevigheid uitliet. De Gouverneurs vertrokken, barftende van fpyt, dat, door het onverftand en de dolheid des Volks, een ontwerp mislukt was, dat een groote fteun voor het werk der vryheid zou geweest zyn. en een grondflag van onderhandelingen met de Duitfche Vorften. De Hervormden, na het verwerpen vanü het verdrag, en den hoon van oranje,^ gevoelende, dat zy verkeerdlyk haddenJ gehandeld, zogten, uit vreeze voor krygfrt4 volk, ook de Lutherfchen op hunne zydete overtehaalen: dan, dit wilde, noch doorne redenen van overtuiging, noch door be-^E dreigingen, gelukken. Zy dachten hierindc te wel: het zou niet anders geweesttej zyn, dan zich in eenen onverfchoonlykenty en vergeeffchen opftand inlaaten, daarW( T 3 riien III. tydperk. ^y tracht iit by de Hervorm(en in;ang te ioen vinlen en anneeaen:lan, zy oonen iem. e Herrmdeiiichten ! Luirfchenwinti; doch ezen >rden or de ;enpargemnen.  ÏII. TYDPERK. £94 GESCHIEDENIS der HERVORMDE men toch het heilzaamfte bcwerp niet wilde volgen. Het fchynt hun oogmerk geweest te zyn, onzydig te blyven; doch door de Rcgcering, die de onderhandelingen tusfchen hen en de Hervormden vernomen hadt, aangezogt, kozen zy in dat geval de harde party, om met de Roomschzezmden en die van de Vreemde Taaien, Hanzeatifche, Duitfche, Engelfchc, Italiaanfche en Spaanfche Kooplieden, daartoe mede aangezogt zynde, tegen die van de Meerhrugge, als oproerigen, optetrekken: — of echter ook de Sacramenteele drift tot het kiezen van party aanleiding hebbe gegeeven, kan ik niet befljsiën. Het komt my voor, dat het een misilag was, die alle hoop op verëeniging der Gezindheden nog onmooglykcr maakte, waarom ik dezelve liever foefchryf aan het werk der Hofparty, dan aau oranje, die zekerlyk ' van pordeel zyn moest, dat de omftandigheden hier van de Lutherfchen vorderden, de onzydigheid te bewaaren. (r~} Dit plan van vereen igden gewaapenden tegen Mand was Hechts ontworpen en vastgefteld, om pitgevoerd te worden, wanneer niets meer ter beviediging en rust zou kunnen baatcn. Oran? (r) bqr verhnalt, dat oranje de Luthers fifo\ hadt opgewekt, om party te kiezen: dan, "van berchem fclïiyft het zich zelven toe, in zyne 'yardeediginge, te vinden by' v. bok. Zie' diericxsens, /. c. p. 39, 40. brakdt ?Ó)|t JOR, L c. bladz. 442..  •KERKE te ANTWERPEN. 295 Orante, volgends zyne belofte, op den t$deh, den Breeden-Raad moetenoe zamenroepen, durfde zich met op het Stadshuis betrouwen, maar ontbood denzelven op het huis van Aaken, (het gewezen Profes/te - huis der Jefiiiten, zedert den jaare MDLXXIIL, maar nu, by verdeeling, door byzondere huisgezinnen, na de affchaffing hunner orden, bewoond,) en ftelde aldaar den eisch der Hervormden voor: doch terwyl men bezig was met raadpleegen, tradt hermannus modet, met twee zyner Ambtgenooten, taffin en ysenbrant, binnen, voegende den Prins en den andere Heeren. onder anderen, naar men zegt, (0 met een ftoutmoedig gelaat toe: „ Weet, dat , ik de onzen op de Meerbrugge met ' langer in den band kan houden, na" demaal eenige kwaalykgezinden, voor „ de tweede maal, in het naby gelegen *' Carmelieter-Klooster zyn gevallen; en ' dat zy op hun voorftel van gisteren " andwoord willen hebben, of voortgaan." Na alles wel gewikt en gewogen te hebben, werdt hem geandwoord, dat men hun den eisch niet konde toeftaan, en ter verdeediginge der Stad tegen hun het leeven zou waagen, Hierop was alles 111 beweeging, en weinig tyds daarna hoorde men, by trommelilag, op de hoeken dei ftraaten uitroepen: „ Hoort Burgers van Antwerpen: hoort! die de nieuwe Reh»' r gie Cl) DIERICXSENS, l. C. p. 4Q. v T 4 III. tydperk. Oranje. belegt den Bree. denRaad.De Hervormdenwillen hunnen eisch voldaan hebben. De Roomfchen , Lutherfchen , en Vreemde Taaien, te. gen hun in de wanpe* nen.  lil. tydPERK. List der fiervormflin, die riet gejukt. ! i PeHer- , s ormden J P ver won-' pen, ' , 196 GESCHIEDENIS der HERVORMDE; „ gie wil befchermen, kome terffond ge„ waapend op de Meerbrug, en laate. zynen naam by de Geuzen infchryven!" Deeze uitroep was, zoo men verhaalt, ter Confistone beüooten. (t) Van de andere zyde was men ook dapper in de weer: de Burgemeester van berchem fteeg te paard, en bragt uit de andersgezinde Burgers 10,000 man in 't geweer, dien hy voorhieldt, dat het nu niet te doen was om den Godsdienst, maar om lyf en goed te bewaaren, veiv maanende een iegelyk tot dapperheid. De Hervormden, dit verneemende, zogten door list hunne party te verwarren, doende wederom op dezelfde wyze uitroepen i „ dat, nademaal de Predikant hermant „ nus eene heilzaame verëeniging der „ Lutherfchen en Hervormden hadt te „ weeggebragt, een iegelyk, die het „ Euangehe wilde verdeedigen, tcrftond „ moest komen op de Meerbrugge, wej „gewaapend." Dit oogmerk, echter, imste, door middel eener tegen - pubiikatie ran den tweeden Burgemeester ja co bus ïan der heyden, en de Lutherfchen ïamen tegen de Hervormden de waapenen >p. Nu zag men niets anders, dan een ysvk bloedbad te gemoet: behalven het iezig geloop en den optogt van Burgers :n Ingezetenen tegen elkander, het geklank ("O Ibid, p. 41. («) Ibid. p. 41 , 42. BRANDT, /. C. UadZ. 443.  KERKE te ANTWERPEN. 297 klank der waapenen, en het geroep van woede en wraakzucht, was de Stad in de diepfte verflaagenheid en knellendften angst bcfloten, in duizend vreezen hygende van verlangen naar uitkomst: de wee-, dom van vrouwen en kinderen deedt de afgelegenfte wyken van jammerklagten weêrgalmen; terwyl meenig oude van dagen, in zyne gefloten wooning, al begevende luisterde naar de losbranding van het oorlogstuig, en tot God zuchtte om vrede. Alle winkels waren gefloten na het wyken van den vrede, en in het fchoonfte deel der Stad ftond alles gefchapcn tot moord en verwoesting. Schriklyk toonecl!.... De Hervormden, die de Abtdy van St. michaël al hadden ingenomen, werden door van berchem haar de Meerbrug terug gedreven, alwaar hy de Lutherfchen deedt post vatten (v) De Roomsch gezinden , door hem aanger voerd, fchaarde hy op den Oever en groote Marmt, maar die van de Vreemde Taaien ftonden in het Kipdorp: de Engelfchen alleen hielden hun huis bezet. Die van de Meerbrugge werden gereekend op 15,000 O) cKRisiER neemt, naar 't my voorkomt, zonder grond, op goed geloof aan de Chron. van Vlaand. (/. c. bladz 316,) aan, dat de Prins zelf de Lutherfchen heeft aangevoerd; zie zyn Tafereel l. e. bladz. 127. Genoemde Chronyk tait wel mis, als zy zegt: dat de Lutherfchen met de Roomfchen het Stadhuis heklommen, om het te befchermen tegen de Hervormden, die gereed wareq het te beltonnen. T 5 III. tyd?erk.  ÏII. tydperk. 298 GESCHIEDENIS der HERVORMDE 15000, maar de anderen nog een derde meer in getal geweest te zyn. De partyën waren door cocarden van verfehillende kleur, en wel de Roomschgezinden met hunne helpers door roode, de tiervormden door groene, onderfeheiden. De verbittering was zoo groot, dat de eerstger noemden den zoo lafhartigcn, als bloeddorftigen, raad durfden geeven, om heimlyk eenige fchuiten met buskruid onder de brug te brengen, en dezelve, met al wat 'er op was, te doen fpringen. Met moeite wecrhieldt men deezen en hunne hulpbenden, van op hunne party aanteval-? len. Brandende van ongeduld, riepen de Roomschgezinden: ,, Lang keven de Papis„ /ra/" de Vreemde Taaien: „Lang leeve ,, de Koning van Spanje!" de Lutherfchen: „ Lang leeve de Confesfic!" en allen te gelyk : „ Befchermen wy, volgends onzen ,, eed, Koning en Stad!'''' (w) Het maiv ren moede, eischten nu de eerstgemelden, die vast de omftandigheden van tyd ten hunnen voordeele zagen fchikken, en daarop des te ftouter werden, van den Prins, dat die van de Meerbrugge, ten teeken van berouw wegens gekwètfte Majefteit, de groene cocarden afdoen, en de rooden opzetten; „lang leeve philippus, „ Koning van Spanje!" roepen; de waapens nederleggeu; van de brug aftrekken , (w) diericxsens, /. e, p, 43. De Vreemde Taaien, of Nazien, werden waarfchynlyk door Bur* gemee.ter van der heyden aangevoerd.  KERKE te ANTWERPEN. £99 ken. en uit elkander zouden gaan, met bedreigingc, om hen zonder lang draalen met geweld daartoe te noodzaaken, en uit de Stad te zullen jaagen. — Oranje en hoogstraaten gingen daarop, ten anderen maale, met eenigen uit de Regeering, naar de brug, en boodfehapten aldaar den wil der Roomschgezinden, met uitnoodiging, om nog het jongfte verdrag aanteneemen. De Hervormden, hunne minderheid en hunnen droevigen ftaat bezettende, legden de waapens neder, en riepen: „ lang leeve de Koning!'" Zy namen ook het verdrag aan, en bezwooren het, dat daarna, op de Markt en den Oever, voor de Soldaaten cn Roomfche Burgers, by St. m 1 c h a ë l voor de Lutherfchen , en vervolgends ook voor de Vreemde kaaien, afgekondigd werdt,. (x) De vei> eenigde' Gezindheden werden, uit naam van "den Prins en der Regeeringe, vooi haare goede dienften bedankt. Die var den Oever trokken in krygsprde af, er deeden., vóór dat zy uit elkander gingen, eenige vreugde • fchooten voor de Hoofdkerk. De Hervormde., barftende van fpyt. fcheidden befchaamd en moedloos van dc Meerbrugge, wordende eenigen door vaï* der heyden genoodzaakt, uit elkande te gaan, de waapens nederteleggen , ei „ lang leeve de Koning van Spanjet< roe (x) Ibid. p. 43, 44. (y) stra da Bell. Belg. p. 275. Cfoon, va yiuand. I. c. bladz. $i6. a. III. tvdperk. Zy neemen het jongde verdrag aan. [ l 1  ra. tydperk. Het verdragwordt der Land voogdes- fe voor gelegd, en de Stad zoekt zich daarover by haar te verfehoonen. i ] 1 i É f n m n SI sco GESCHIEDENIS der HERVORMDE roepen. Men wil, dat zy met de Lutherfchen, op bekomen tyding der veroveringe van l'alenchyn, zamen weder te waapen zouden geloopen zyn, fchoon zulks van anderen in twyffel wordt getrokken, (z) Na het ftillen deezer beroerte, werdt 'er een gezantfchap naar Brusfel vastgefteld, om het jongfte verdrag der Landvoogdesfe voorteleggen, beftaande onder anderen uit den Graaf van Hoogftraaten, anthonie van straalen en van berchem; het welk den ifden op reis ging. De zaaken der Hervormden waren nu te verre verloopen, om aan dat verdrag eenigen klem en vastheid te geeven: de Prins hieldt 'er zich ook gewis van overtuigd; maar redenen van ftaatkunde, om de liefhebbers der vryheid niet te zeer te vernederen, — het geen hy in deeze beroerte tot zyne groote 'mart al genoeg hadt moeten toelaaten, ren weder aan zich te verplichten, en, vare het mogelyk, te verëenigen, dat icm misfehien tydig genoeg zoii te ftade :omen, hadden hem het verdrag wederom loen voorflaan, en nu bezweeren. Men ag ook weldra, als zy de waapenen ladden nedergelegd, hoe weinig dat verdrag O) Dit doet diericxsens! I. c. p 45. daar og by voegende: „ surius autem in Comment. p. 918. duit: Ex eo temport fracli funt arümi Lalvmianorui'i, nee quidquam grande dtinceps in e» loco aufi Junt atuntare,"  KÉRKE te ANTWERPEN. 30Ï drag by de Hofparty in _ aanmerking kwam. Van berchem, die het niet hadt willen onderfchryven , ten zy het door de Landvoogdes was goedgekeurd, liet, daar hv de handen ruim kreeg, donr de meerderheid zyner party* het gefchut van de Meerbrug weder naar den Eekhof voeren, waaruit het gehaald was, cn Hechts vier Hukken* om eenige vertooning te maaken, volgends het io.de art. des verdrags, op de wal plaatzen: hetgeen bykans fcheen te {trekken, om het geheele verdrag met deszelfs ontwerpers belachlyk te maaken. Zulk een Man, aan de Hofparty geheel toegedaan, en door den Prins meer dan eens gelast, zich over het fchorten der predikatiënniet meer uittelaaten, noch zich met zaaken van regeering te bemoeijen (a), nu m gezantfchap over het verdrag, dat hy zelf'verworpen hadt, gefteld te zien, gaf duidelyk te kennen, dat de zaaken flegt ftonden, en de Prins zyn gezag by de Regeering verloren hadt, welke hiermede niet anders zogt, dan zich wegens het gebeurde te verontfchuldigen, en de zaaken anders naar den fmaak des Hofs te beleggen. . De Landvoogdes, die over het gemaakte verdrag niet wel te vreden was, gevoelde wel, dat 'er, niettegenftaande alle; fchoone verdeedigingen, zoo omtrent het. ftellen van gelchut op de wallen, als ten, aan- («) Ibid. p. 45. tydperk.- ly is :eer te )nvrederi >ver het:eive,Iringt  tlt TYDPERK. weder f.erk aai op het flaaken der predikatiënen beraamt ee uen nieu wen eed 302 GESCHIEDENIS der HERVORMDE aanzien der werving van ruitery, het aanvoeren van fchepen, en van het weigeren Van koninglyke troepen, een adder in het gras fchuilde, wilde echter met ide Gemachtigden wel in onderhandeling komen over de gefchiktfte middelen, om de Stad in eenen ftaat van rust, en voor alle wanorden en beroering veilig te 'ftellen; maar drong daarby, wederom, zeer fterk aan op het inneemen van krygsbe- - zetting * het fchorten der predikatiën, het 'ftraflën der muitlingen enz. — Wegens de moeilykheid deezer onderhandelingen bleeven de Gemachtigden zeer lang te Brusfel. Dit Verwekte geene kleine vrees onder de Hervormden, die nu vast aan den goeden uitflag der onderhandelingen twyffelden, en groote fpyt hadden, dat zy de waapens nedergelegd, en van hun opzet hadden afgezien. Hunne vrees werdt nog vergroot door de zekere tyding, dat de Koninglyken Falenchyn veroverd, verfcheiden hunner Broederen onthalsd , en de Predikanten gtjido de bres en peregrin de la grange opgehangen hadden; als ook door het gerucht, dat de Hertog van Alva, als de voorlooper des Konings, met een leger van Spanjaarden naar de Neder!and-n in aaniogt was. Oranje was nu ook op zyne hoede, maar ' ftandvastig in deezen Wederfpoed, en, der party 'van vryheid getrouw, weigerde by den nieuwen eed, dien de Landvoogdes nu van de Edelen en Ambtenaaren vorderde, om haare party  KERKE te ANTWERPEN. 303 ty te onderkennen, naamlyk: „ dat zy den Koning akyd getrouw zouden diefi nen tegen allen, die, van wege den „ Koning, voor vyanden mogten worden „ verklaard, zonder iemand, God geevel „ wie hy ook mogt wezen, te verfchoo-1 „nen, of uitteneemen." (F) Brederode, hoogstraaten, en andere braa-^ ven, weigerden insgelyks te zweeren. De Hofparty, de overhand in het Stadsbeftuur krygende, en, waarfchynlyk door van berchem, van het ernib'g oogmerk der Landvoogdesfe onderricht, wat 'er te doen was, fchreef, zonder oranje, als middelaar, te gebruiken, onmiudellyk aan haar, met bede, dat zy toch de predikatiën wilde doen fchorten, noemende dezelven ook de oorzaak deiplaats gehad hebbende beroerte; dat zy een algemeene vergiffenis wilde doen afkondigen , zonder uitzondering van iemand, dan fchelmen, dieven en dergelyken; dat zy de Stad of omtrek derzelve niet wilde bezwaaren met krygsvolk (V), tot dat, volgends voorige verdragen, op de zaaken van Godsdienst zekere beflellingen zouden gemaakt zyn. Zy andwoordde daarop: dat het haar, uit hoofde van de brieven des Konings, ongeoorloofd (6) Chron. van Vlaand., I. c. bladz. 318. b. Breeder by brandt, /. c. bladz. 438,439. (c) Volgends Privilegie van Hertog jan, van 1422, houdt Antwerpen zich gerechtigd, alle krygsbezetting te mogen weigeren. III. tydperk. De IlofDa rty ) — Dit bewyst, hoe weinig vertrouwen het Volk, na de nederlaag van tholouse, op den Prins hadt, ei 0 hoi Co) CJiron. van Vladnd. I. c. bladz. 320. a. (p) DIERICXSENS, l. C. p. 5<5, 57' *"AHD1 I. c. bladz. 453 > 454- „ v s III. tydperk. Middeen van uitkomst by hem voorgeflaagen;maar niet aangenoomen. 1 l  ïïï. tydperk De Lutherfchetvraagen van dei Piïes e< getuigschriftvan. huigedrag i de laatf beroerte en verkrygenliet. gio GES. der HERV. KERKE teANTW. hoe verbysterd-van zin het was. Eindelyk, merken wy aan, dat de Prins binnen Breda . aan de Lttthcrjlhen, cfiè van Antwerpen gekomen waren, op hun verzoek, een getuigi fchrift gaf: „dat zy den Magistraat dier Stad met de daad hadden bygeftaan te,„„ gen degenen, die dezelve Stad in groote ., onrust en beroerte hadden gefteld (