PHILIPS DE TWEEDE.   L EV El PHILIPS ÖfiNTWBEDB^ DOOK J. IOISz. TE AMSTERDAM, Bij W.HQLTRQP, J?86.   LEVEN van PHILIPS DEN TWEEDEN. Eer wij tot de befchrijving van het leven dezes monarchs overgaan, moeten ■wij den lezer verlof verzoeken hem tot een voorbijzijnd tijdperk te rug te lei«len. Twee zaken zijn hem dienftig te weten, eet wij philips den ï weeden ten tooneele voeren. De eerde is dat men bewust zij, wat da gevolgen waren van keizer Kareis regee» ring; het tweede is, dat men wete hoerianfg alles in Europa ftond, toen koning Philips wierd geboren. ^ Wij hebben* in het leven van Karei gezien dat, fedeft de dood van Karei den A grop.  Ö LEVEN VAU grooten, geen vorst, zo veele en zulke Uitgebreide landen bezat, dan Karei de vijf» de, en dat hij dus de magtigfte en geduchtfte vorst was der gantfche Christenheid. In het begin zijner regeering waren de vorften van Europa als op'zichzelven; de kunst van onderhandelingen was Weinig gevorderd, en de onderlinge betrekking had weinig plaats. Het geen men in Europa in onze dagen Evenwigt noemt, cn waarin de vorften den fteun hunner onaf hangkelijkheid, en de volken dien van hunne vrijheid ftcllen , was weinig of niet bekend. De kunften en wetenfehappen waren in weinig handen, en wierden door de meesten dier weinigen noch op verre na derwijze niet beöeffend, als vereisclit word om groote vorderingen te maken ï .waartoe Rome, altijd belanghebbende bij de onkunde der menfehen, de weinige vrijheid van denken , cn de bijgelovigheid fcict weinig toebragten. Koningen, gelecr* den en kunftenaars waren als in een' diepen flaap gedompeld , toen éénflags de onrustige regcering van Karei, zijn magtj zijne groote en veelvuldige ontwerpen, be-  PIItLIPS DEN TWEEIHX. J benevens zijne bloedige en voor de vrijheid van Europa gevaarlijke aanflagen, de vorften deden ontwaken , en de algemeene verwarring en den nood , den geest der mcnfchen aanzetten- en gelegenheid gaf om zich te befchaven. De koningen, ziende in het midden van hun ligchaatn een' Colosfus zich verheffen, wiens val doodlijk zou zijn voor den geen* waarop hij zou kunnen vallen, wierden genoodzaakt onderling een tegenftelling te vormen, die den val van een zo geducht gevaarte ten miufte minder fchroomelijlt maakte, wanneer het hier of daar op mogt ter nederftorten. Het gevaar wekte hen op, en bragt een naauwer verkeering tusfchen hen te weeg, en eene grooter kennismaking , dan tot heden had beftaan. Kareis geluk in Italiën bragt daar het eerst dat cvcnvvigt in ftand, dat welhaast door het overige van Europa wierd aangenomen , en op welks inftandhouding men fints altijd met de grootfte zorg bedacht was, cn noch is. Dit was eene vrucht van Kareis woelige regeering. Dc zucht tot kunfteu, en het vermogen A a van  4 LEVEN VAN van den geest, beiden den mensch aangeboren , lagen met fmart aan banden, gelijk alle natuurlijke neigingen nooit dan met pijnelijkheid worden bedwongen. De menigte der verrichtingen van Karei, bragten de geesten in beweging ; de denkbeelden wierden menigvuldiger door dc vermeerdering der voorwerpen ; dc aangroeijende hervorming in den Godsdienst, In Duitschland begonnen , verfloutte dt: geesten ; zij dachten flerker, en welhaast uitten de menfehen hunne gedachten onbefchroomder; de ketens die de gedachten en neigingen bepaalden, waren weldra gebroken , en de uitvinding der drukkunst, die het verfpreiden der gedachten verbazend verfnelde, bragt de dwinglandij van het zielendwingend Rome den laatften ilag toe. Men vorderde in de kunst van onderhandelingen, in de kunst van oorlogen, in klaarder denken over den Godsdienst, en ren, en te vergrooten. Deze zucht had bij de Franfcben de plaats van den dol. len geest der ridderfchap ingenomen, die hen weleer onderling tegen elkander wapende. Hendrik de tweede , die dit ontzaglijk volk behcerschte, had reeds doea zien dat hij in ftaatzucht en vurigheid van zijn' vader weinig verfchilde. Hij bezat met dit alles de krijgshoedanigheden niet van Francois; maar dat gemis wierd hem vergoed door het bezit der uitmuntcndfle veldheeren, als een' Brifac, overwinnaar van Piemont, een' Slontmorcncy , zo eerlijk , en fiandvastig, als kundig cn dapper, een' Guize, onfterfiVk geworden door zijne heldendaden, floutheid en beleid. Eebalve dat, was Hcmik geducht om zijne* in-  philips den tweeden. si invloed, en verbindccnisfen met Solinnn, cn de vrindfehap der Zwitfers. Zodanig was de vorst en het volk , dat alleen in Europa in ftaat was den magtigen philips te dvvarsboomen en te befchadigen; en zodanig was alles in Europa gefield, toen een onvoorzien voorval , waaraan het geluk der volken maar al te dikwijls is bloot gefield, op éénmaal de krachten van dit volk tegen philips in beweging bragt, en dat van een' kant waarvan men hetzelve minst zoude verwachten. Faulns de vierde was , in den oudere dom van tachtig jaren, op den floel van Petrus geklommen. Hij was de kardinaal Johannes Petrus CarafFa. Zijne voorgaande levenswijze was tot alles minder gefchikt dan om hem in ftaat te ftellen tot behandelen van groote zaken, een noodzakelijk vereisehte in een' paus van die eeuw, die toen een man was van grooter en uïtgeftrekter invloed en magt, dan nu. Zijn opvoeding was flordig, zijn aart meinier* achtig en geftreng. Hij beijverde zich bijster in de monnikken geleerdheid van dien tijd, dat was in de kunde van beuBel-  s ê £4 V E N V A M zelachtige fpiwyöBdfêhèdéB. Zou men zich kunnen verbeelden dat zulk een fchepfel, cn dat op den ouderdom van tachtig jaren , een' oorlog in Eurcpa zou kunnen ontdeken , enkel aangezet door eerzucht? Welk een i.ivloed heeft de ftaatsverhooging op fommige caracters! Zijn ijver, en geItrengè zeden, gevoegd bij den roem zijner clendige geleerdheid, hadden hem van de overige domme monnikken onderfcheiden. Verfcheidenc pausfen , of niet veel wijzer dan hij , of genoodzaakt de beste keuzen te doen, hadden hem gebruikt als Nuntius. Doch, uit den aart een dwepende monnik, en dus wars van de hovelin. gen , liet hij op eenmaal alle wacrcldfchs grootheid varen, cn floot zich in een kloos. tercel , zich vergenoegende met de ordeder Thertijncn te dichten. Hij had reeds Vcrfchcidcne jaren in eene afzondering van rlc menfehen doorgebragt , toen Paulus de derde van de groote heiligheid dezes mans hoorende fpreken , hem ontbood, cn een* kardinaals hoed opdrong. Zijne levenswijze bleef, ondanks zijne onvoorziene verheffing , even gedreng , tot verbazing der lts-  PHILIPS DEN TWEEDEN. Cj Italianen. Bij alle gelegenheden fjprak hij, tnet de bittcrllc woede, tegen alles wat zweemde naar nieuwigheden in de kerk, en hij voer hevig uit tegen alle waereldfche grootheid. Andermaal, zou men van dezen man ,naauwlijks paus geworden ,kunnen denken dat hij {maak zou krijgen in eene grootheid, waartegen hij kort te voren was uitgevaren? dat hij oorlogszuchtig, en hcerschzuchtig zou worden ? en dat hij met Vrankrijk zou famenfpannen tot vernedering van philips, die hem niet had beledigd , en dat alles in den ouderdom vari tachtig jaren ? Zie hier de ware fpringveren zijner zonderlinge handelwijze. Hij had twee neven , ongelukkig zo heerschzuchtig als hijzelf. Deze twee knapen waren zo heethoofdig, als een jeugd aangezet door de ftaatzueht bij mogelijkheid wezen kan. Ilün óom tot het pausfchap verheven ziende , was de natuurlijke hoogmoed niet verminderd; in tegendeel, die verheffing boezemde hen hoogef gedachten in dan ooit te voren, en open. de hen een ruim veld van ontwerpen , te* voldoening van hunne ftaatzueht. Allerön» ge-  »4 leven v a n gelukkigst droeg de oude paus hen een* blinde liefde toe. Hij maakte den één' ftadvoogd van Rome , en den andren, opgevoed nu ééns in de Franfche legers en dan ééns in de Spaanfchen, maakte hij kardinaal , en legaat van Bologne. Zij hadden weleer het huis van Medicis' door de pausfen zien verheffen tot eene onafhangkelijke vorftelijke waardigheid ; dus oordeelden zij dat ook hun oom hen tot den zelfden graad van hoogte moest en kon verheffen. Dw* daar was niet uit te declen, 't en ware hun oom eenige Hukken van den kerklijken ftaat fcheurde, ■waartoe zij hem niet durfden aanzetten! Zij wisten dat de paus philips haatte, omdat zijn vader weleer tegen hem gekuipt had; zij zagen een* jong onbedreven vorst op den troon van Spanje, en zij wisten dat die vorst geen krijgsman was: dus drongen zij hunnen oom om met Vrankrijk een verbond aan te gaan tegen Spanje. Hun afzigt Was om phi. i-ips in Italiën eenige landen af te nemen, en zich in het bezit van dezelven te doen ftellen. Zij ftookten van tijd tot tijd  philips den tweeden. 55 tijd den paus op tegen philips,, dat heilniet bezwaarlijk viel, omdat 'er in het hart van den paus een oude wrok tegen Spanje was, en daar die kerkvoogd argwanend en geweldig van aart was. Zij kwamen , als verl'chrikt, bij hem , en maakten hem diets, dat philips een' aanflag tegen zijn leven had gemaakt; en de oude paus viel ongelukkig in den ftrik. De twee jongelingen , wel wetende dat het gelukken van hun ontwerp afhing van de vaardigheid waarmede men moest doorzetten , uit hoofde van 's pausfcn hoogen ouderdom , ijverden bijster om hunnen oom een verbond met Vrankrijk te doen fluiten. Ten dien einde vertrok de kardinaal naar Parijs , met den ongemeen(ten fpocd , en ftelde den Franfchen vorst het verbond voor , als aanvallend en verwerend. Men zou, met vereende magten, Toscanen en Napels aanvallen: het eerfle zou, dit was zijn voorgeven , tot eene volksregcering worden gemaakt; en het laatlle zou één' der zonen van koning Henrik ten deel vallen. De koning, verlokt door zulk een prachtig voorftel, trad heimelijk in onderB haa-  SÖ J-. tV EN VAN handeling, zonder zich te laten wederhonden door de bedenking- van 's pausfen ouderdom , en wiens dagelijks te wachten dood alles kon doen tc niet loopen; en toen de voorzigtige Montmorency hem dit onder het oog bragt, en met Caraffa deswegens fprak, wist deze die zwarigheid ras. uit den weg te ruimen, door de verzekering van de Franfche partij , ingevalle de paus mogt komen te overlijden voor dat alles zijn beflag had, een' paus te zullen bezorgen , niet min genegen dan Paulus om de magt van Spanje in Italiën te verzwakken. Van! zo veel vinding was CaralFa, en van zo verre uitzigten koning Henrik. Bij dit ah les kwam dat Guize, zich door den oorlog Boekende te verheffen, het vormen van dat ontworpen verbond met al zijn' invloed aanftookte; dc koning was 'er zelf toe genegen. Dus wierd het verbond met aile geheimhouding gefloten. Maar de geweldige paus was geen ftaatsnun; het enkel vernemen dat alles befloten was, maakte hem zo vermetel, alsof alles reeds ter uitvoering gebragt ware, en alsof alles reeds volmaakt ware gelukt; Bo-  PHILIPS DEN TWEEDEN* l? BivBttdien wierd hij verhit door de gedurige aanftooking zijner neven ; zodat hij, met eene onvoorzigtige ftoutheid , ontijdig het memSangezigt afwierp. Hij begon met de kardinalen die aan Spanje waren toegedaan, in hechtenis te nemen, en nevens hen den afgezant van philips aan het hof van Rome. Dit alles kon bemanteld worden met eene ftoutheid die haar' grond had in noodzakelijkheid en voorzigtigheid: had Paulus zich alleen tot deze maatregelen bepaald , onder voorwendfel dat men van de zijde van Spanje toelag op zijn leven, en dat hij, door de verdach* ten in verzekering te nemen, zijn eigene veiligheid op het oog had , en daarna den tijd met onderzoeken gerekt, tot de Franfehen bij de hand waren , ingevolge het heimelijk verbond met koning Henrik gemaakt; dan had die geveinsde vrees voor 's pausfen leven , ten minfte in de oogen van het grootfte gedeelte der menfehen, den ftouten ftap van Paulus eenigermate gewettigd : en hoe licht ware 'er, zodra de Franfchen in Italiën zouden aangekomen zijn , eenige fchijngronden van den zogenaam den E 3 Spaan-  4 2 leven va w Spaanfchen aanflag tegen 's pausfen leven te vormen geweest , die de inroeping dor Franrclicn niet als ten éénemale heersen-! zuchtig zou hebben doen befchouwen ? Maar zo veel fijnheid van geest, zo veel zclfbezitting was niet eigen aan Paulus. Hij haatte den koning van Spanje te veel, en was te vol van zijn vleijend ontwerp, om zich te vermommen. Hij moest doen zien, dat Petrus plaatsbekleder boven de koningen was verheven. Karei de Vijfde had weleer de Colonnaas befchermd, toen zij door de vorige pausfen waren in den ban gedaan ; dierhalve begreep de paus, dat hij de misdaad des vaders op den zoon moest verhalen. Hij beging de onbegrijpelijke dwaasheid van koning philips opentlijk voor zijn' rechterlloel te dagvaarden, als nazaat van een* man , die een familie door den paus in den ban gedaan , op«ntlijk had befchermd , vernieuwende tevens dien ban. Een onbegrijpelijke geest van dwaling ftortte de kerkelijke vergadering in , 's pausfen gedrag goed te keuren; men ging noch ver' der: men fprak een vonnis uit tegen den  rllIL^PS DEN TW3EDEN. S 9 koning, ora dat hij niet te Rome verfcheen , zich zottelijk verbeeldende dat het zo gemaklijk is een vonnis van dien aart, en dat tegen een' magtig' monarch, uit te voeren , als uit te fpreken. In dat vonnis maakte men gewag van verbeurdverklaring der Spaanfche ftaten in Italiën, die men noch eerst moest overweldigen , en waartoe men niet de geringde magt had. Is zo veel dwaasheid wel te geloven van een hof ten allen tijde bekend voor één der listigde van Europa ï Welk een zeldfame tuimelgeest bevangt fonv tijds de volken ! Philips, in vvien de voorzigtigheid .uitliep in fchroomachtigheid, en de Godvrucht in de dweepachtigfte bijgelovig.heid, vernam, 's pausfen handelwijze met verbaasdheid. Zijn fchroom, die hem argwanend maakte , deed hem peinzen of niet wel de paus door heimelijke verbonden gederkt, en aangeftookt, zo ftout te werk ging; maar daar hij kort te voren in vrede met Vrankrijk was geraakt, kon hij van Henrik geen trek van dien aart verwachten. Zijne bijgelovigheid deed hem aarzelen, om. Christus deJehouder te beöorloB 3 gen.  30 LEVEN VAN jen. Hij wilde dus tijd winnen, om te zien op wat bijftand de paus zich zo veel veroorloofde. In het hevigst van zijn' zelfflrijd, pijnigde hem niets meer dan de bedenking, of hij , door het hoofd der moederkerk te beoorlogen, zich niet zwaarlijk zoude bezondigen; want hij was met een* alles te bovengaanden eerbied voor den paus opgevoed; aan de andere zijde fprak de hooghartigheid niet minder in zijne trotfe ziel. Om uit dien maalltroom van peinsingen te geraken , vergaderde hij zijn' raad en eenige geestelijken: deze allen kenden t'et trotfe caracter van den vorst, en begrepen dat een antwoord dat den hoogmoed vleide , zonder de Godvrucht te beleedigen , den koning aangenaamst zou zijn. Men zeidc hen , dat hij een monarch was , door God op den troon verheven, dat hij geen aanvaller was, en dat het een' koning , als vader van zijn volk, vrij ftond de blaam van moordenaar van zich af te kceren , en zichzelven , des noods, met de magt, door God hem verleend, recht te verfchaflen. Deze taal mishaagde den koning niet; maar de bijgelovigheid kantte 'er  PHILIPS DEN TWEEDEN. 3 t 'er zich niet weinig tegen : de vorst borst uit, en beklaagde zich bitterlijk , als ware hem het grootlbe ongeluk naderende , dat hij zich genoodzaakt zag zijne regeering te beginnen met den opperften dienaar Gods te beoorlogen; cn hij bleef befluiteloos , tot dat de heitog van Alva, die veel ophem vermogt, en die in trotsheid van aart veel overéénkomst met hem had , hem overhaalde om zijne eer te herftellen, en. ziclizelven recht te doen. De koning gaf hem , met grooten tegen» zin , bevel om den paus tot reden te brengen ; hem' bevelende vooraf de ouderhandelingen te beproeven. Die veldheer verzamelde teritond twaalfduizend oude , en beste foldaten in Italiën, en hij zag zijn leger welhaast verfterkt door een groot getal Roomfche edellieden, die, allen door den geweldigen paus, of zijne neven mishandeld, niets ademden dan wraak. Alva zond intusfehen een' gezant aan den paus, om te beproeven wat men met onderhandelingen zou kunnen uitrechten. Ondercusfchen kwam 'er noch geen Franfche hulp te. Rome opdagen, en de paus hield da B- 4( on-  52 LEVEN VAM onderhandelingen dus dralende. Alva ", ziende dat hij met onderhandelen niet ■vorderde, fteldc teritond zijn leger in beweging , en overdroomde welhaast den kerkdijken flaat; maar om niet voor een* ongodsdienftig man door te gaan , nam bij van geen ftaten bezit dan in naam van het Sacrnm Collegium, betuigende tevens allen veri'cimldigden 'eerbied te hebben voor de kcike Gods; doch dat hij , uit naam van zijn' meester, den paus reden kwam vragen van de mishandelingen die dat hoofd der kerk een* koning had aangedaan, die een getrouw zoon der kerke was, en hem nimmer had beleedigd. Hij verklaarde tevens alles teritond te zullen wedergeven , ■zodra de paus eervergoeding aan den beleedigden koning gaf. Hoe bijgelovig de Spanjaarden ook waren , men ziet echter dat de hovelingen ltilzwijgende erkenden ■dat de paus misdagen kon begaan , en dus niet onfeilbaar was ; terwijl zij ten zelfden tijde de ketters verbrandden, die aan die onfeilbaarheid twijfelden. Zo eigen is het aan den mensen zichzelven voorbij te zien, en anderen te veröordcelen om ba-  PHILIPS DEN TWEEDEN. 3'3 bedrijven waaraan hijzelf zich fchuld.ij» maakt. Dc lloomfche opperherder, hoe geweldig van aart, hoe ook ingenomen met bc* blinkend Kclfel van zich boven de kui.ingen verheven te zien , hoe wraak- en heerschzuchtig , en hoe ftijfhoofdig tevens , kon evenwel het voor agt- en twintig jaren gebeurde , niet uit zijn' geest verbannen. Toen had een fehaap uit de lloomfche kudde den opperherder in het hok gevangen genomen , en de (lal beroofd; Alva kende hij voor een wolf , die de kooi en den herder jammerlijker kon handelen dan Bourbon weleer had gedaan, en de fchapen die hij mede bragt, waren niet mak. De nood deed dat denkbeeld maar al te drukkend en akelig voor den geest komen, en dit ieenigdc de koppigheid van den herder niet weinig. Hierbij kwam de drang van het Sacrum Collegium, dat te laat de begane zotheid van het uitgefproken vonnis inzag , en voor de wraak van den ftrengen en geweldigen Alva beefde. De kerkvoogd bedoot dan een wapenfehorfmg van veertig dagen voor te (laan; doch B 5 met  S4 eeven van met een bedrieglijk en dubbel oogmerk t hij zocht den angst van Rome te verdrijven , en tijd te winnen tot de Franfchen opkwamen. De Spaanfche hertog, die wél •wist hoedanig deze oorlog den koning tegen de borst was , beüoot in de wapenfchorsfing te Hemmen. Men begon opnieuw te handelen; doch van 's pausfen zijde met eene moedwillige traagheid, ten diende van een Godloos oogmerk. In 't midden der onderhandelingen , fcrecg de kardinaal, neef van den paus , eene groote fomme gelds uit Vrankrijk , en tevens bericht dat de hertog van Guize een leger f'amcn trok. De paus draalde toen noch meer, en, niets dan wraak ademende , zocht hij nu meer dan ooit den oorlog. Het verbond met Vrankrijk, met de uiterfte geheimhouding gefloten, was toen geen geheim meer, en kon het niet meer zijnr zodra men Guize met een leger naar Italiën zag opbreken. Teritond brak de paus de ónderhandelingen af, en vierde zijne woede met eene verdubbelde heftigheid den teugel iegen philips. ■ Icmsfchen kwam Guize opdagen; manr de  de JffMC P-i»s was geen krijgsman : in Rome was alles minder dan in g«ee* Beid om Guize te onderfteunen. Dit misnoegde dien bevelliebber, en verwekte 011éonigheid. Toen zocht de heerschzuchtige paus Venetien, door een bedricgli,ke trek, in den oorlog te wikkelen ; mandeze handeldrijvende republiek was te fchrander , om haar belangen te wate.i ter gunst van een' divazen paus. Toen zoel* men de Italiaanfche mogendheden op te rokkenen; maar de je waren Spanje genegen, en wenschten den paus eene kastijding toe, naardien zijne dwaasheid Italiën op nieuw onvoorzigtig tot het toetert des oorlogs had gemaakt. De opperpriester van Rotne , trö*> op Guize en twintigduizend Franfchen , en brandende van verlangen om aan den gang te komen , drong Guize oai tegen Napels op te trekken, en deze bewilligde daartoe. De Spaanfche veldheer , een man die den oorlog altijd voerde als ftaats- en kriigsman, had niet zodra de aankomst van Guize vernomen, of hij nam zijne maatregelen. Waar de FraiiVhen zich bij 8WB 6 B«-  y6 LEVEN VAN gelijkheid konden verwonen, had hij bezettingen gelegd, die alle door uitmuntende overften wierden geboden. Zijn leger was niet zo talrijk als dat van Guize ; maar het beftond uit mannen in den ooi log opgevoed. Dat van Guize was in haast famengeraapt, en beftond uit de beste benden van Vrankrijk niet. Waar Guize aanviel , wierd hij overal dapper omfangen, en met groot verlies afgeilagen. Eindeljjjk zag hij zich genoodzaakt het beleg van Civitella, een fterke plaats op de grenzen van Napels, te ondernemen. Maar de dapperheid des bevelhebbers van Spanje , dwong hem fchandelijk en met groot verlies af te trekken. Guize , hoogst beroemd in Vrankrijk , wilde zijn' roem ftaande houden , en jiiet te rug trekken, zonder zich door eene ftoute daad te hebben onderfcheiden van de overige bevelhebbers van Vrankrijk. ■Hij rukte dan al zijne magten famen, en ging Alva opzoeken. Doch deze krijgsman had zich ongenaakbaar verfchanst, en toonde dat hij alle de krijgsverrichtingen van den veldtogt , en alle derzclycr gevol.  PHILIPS DEN TWEEDEN. 3 7 volgen, had geraden, overwogen en voorzien. Zijn groote Helling was altijd: „Lever „ nooit een' veldflag, voor dat gij bere„ kend hebt, of de vrucht der winst de „ moeite , de kosten , en het bloed van ,, uw volk waardig zij. " Wat dus Guize beftond om hem tot een gevecht te brengen , dc hertog dreef zijn geliefd ftelfel, cn bleef uil leggen. Meer dan ééns tergde Guize de Spanjaarden, met binnen de vcrfchanflngen te i'chieten; maar de hertog was geen man om zich door diergelijke kunstftukken te laten verleiden : een koiingkrijk te wagen aan een' veldflag , was bij hem dwaasheid. Midlcrwijl verzwakte het Franfche leger dagelijks, en eindelijk openbaarden 'er zich aanlïeckende ziektens, gevolgen van een' togt, gedaan in het ruuwfte jaargetijde over de Alpen. Het leger was reeds afgemat op het tooneel des oorlogs gevoerd. In Rome was men onéénig, en de flechte toeltand des legers vergramde Guize , die nu niets roemrijks kon beftaan. Dit veroorzaakte een' openbaren twist tusfehen de Franfche en Italiaanfchc .legerhoofden, ü 7 eH  38" Itvsr; van on verwekte eene algemeene feheuriii& Alva , die van alle oveiften tut dien tijd toe Hannib.il meest volgde in voordcel te doen met allo de gefteldliedcn dei vijaiv» den , was van dit alles niet zodra onder, richt, of hij zond ogenbliklijk aan zijne bezettingen bevel om te ftropen in de landen van den kerkdijken ftaat. Dc Heilige vader, ziende dat, in plaats van de bij het vonnis verbeurd gemaakte landen van p n t» Mps, die nu in een' ftouten zoon fcheen veranderd , iets te winnen , gelijk hij zich dwaaslijk had gevleid, hij gevaar liep om het flagtöTer zijner woeste dolheid te worden , begon Vrankrijk te vervloeken, en van vrede te fpreken. Ctiize, Icenig geworden door het dreigend gevaar, fmeekte den paus om voldoening zijner belofte , bij het verbond bepaald. Toen dit undoenelijk was , wierd zijn hooghartigheid' heviger opgewekt door het befef van zich zonder vrucht te hebben vernederd tot' fmeeken. Hij fchold den kardinaal Caraffa, r.eff v.n Pnulu', cn weleer afgezant y»n dien paus in Vrankrijk, den huid vol, noemende hem een guit, een ccrloozc be. drie-  philips den tweeden. 3 V driegcr, cn een openbare fchender der heiligde verbonden , die den koning van Vrankrijk fchelraiichtig had misleid. Hij was razende van fpijt, dewijl hij zich te leur geftcld zag in zijn ontwerp om ongemeenen roem te behalen. Een onvoorzien toeval redde hem uit dan nood , gelijk men welhaast zal zien. Philips vernam- nier zodra de gefteldheid der zaken in Italiën, of hij l,efloot zijne maatregelen te nemen. liet fchandelijk verbreken des konings van Vrankrijk van het bedand met Karei den Vijfden gemaakt, ftak hem geweldig in den Ur0p ; daarbij wist hij dat de Franfche lichtzinnigheid den fpot had gedreven met den afdand van den keizer, ten behoeve vau een' jong', onërvaren en in den oorlog onbedreven vorst ; dit had zijn trotsheid lang gebelgd; en daar het beftand van Vrankrijk met den keizer , zijn' vader, tegen zijn genoegen was gefloten, drong nu belang en wraak hem aan, om Vrankrijk te toonen r dat de keizer geen kwade keuze had ge'.aan , -met dien verachten jongeling op den troon te piaatfen. Als een  40 LEVEN VAN een man van nafporing, als een man van jongs af gewoon den toeliand der mogendheden grondig na te vorfchcn , ton hem niet ontgaan dat Vrankrijk uitgeput was. Dus begreep hij dat de krijgsverrichtingen onmogelijk de gewone hevigheid, ten min, fte r.iet de bcnocdigde langdurigheid zouden hebben, vooral aan den kant der Nederlanden. Hij befloot dan Alva de Franfchen in Italiën te laten afmatten, cn hen te doen verfmelten , of verloopen , cn hen aan te vallen daar zij zwakst waren. In 't korr, hij befloot den oorlog, in Italiën begonnen , tegen Vrankrijk aan den kant der Nederlanden met kracht voorc te zetten. Met een' fpoed hem anders weinig eigen vertamelJe hij vijftig duizend mannen : zijne Vlamingen betoonden hem een' ijver, die ieder jong' monarch van eene andere gcaarthcid dan hij was, ten alle tijde ter hunner gunfte zoude hebben vooringenomen. Maar terwijl hij dit leger deed famen trekken , had hij ten zelfden tijde ee:l ander ontwerp gefmeed: hij trachtte Engelan 1 in den oorlog te wikkelen tegen koning lienrik. Het  PHILIPS den tweeden. 4I ! Het fchijnt in den eerden opflag vreemd , dat de koning dit ontwerp vormde ; naar» dien hij met koningin Maria, zijne tegenwoordige gemalin , gantsch niet had geleefd op eene wijze , waarvan de natuur geen vorden ontflaat. Zij leefde in Londen , en hij te Brusfel; maar hij wist dat zij hem genegen was. Hij kende haar voor eene vrouw die geen vermaak fchepte in zijne tegenwoordigheid, maar hij wist dat zij behoorde tot die vrouwen die naar de omhelzing var. een' man verlangen in zijn afwezen. Hij befloot dus door het -ftreelen der hartstogten te verkrijgen , 't geen dikwijls door onderhandelingen niet verkregen word , ten minde niet dan langfaam. Hij dak zelf over naar Engeland. Maria, verrukt door weder te zien het geen zij verlangde, wist alles zodanig te beleggen, en om te koopen, dat, na eenige dagen famenwoning met philips, Engeland befloot deel te nemen aan den oorlog. Men begundigde den koning , en dat ten koste der natie, met ngt duizend mannen. De looze koning, wél wetende dat een lang verblijf de driften, van Maria zou  43 1 b V £ N' V A- M zou verkoelen, en dat die verkoeling- etne gevaarlijke omwenteling zou kunnen veroorzaken , vertrok met den uitenten fpoed » onder voorwendfel, waaraan het hem nooit ontbrak , van drang zijner belangen , en van die der koninginne en hare natie. Hij was, gelijk zijn vader, aan het kabinet gewoon , dus gaf hij het bevel over zijn leger aan den beroemden Emanuël van Savoijen, die zijn' vader, Karei, zo luisterrijk had gediend. Deze veldöverfte billijkte door zijn gedrag, bij het openen van den veldtogt, de keuze van den koning. Hij trok verre 'van de grenzen zijn legei famen, en hield dus de Franfchen in het onzekere waar het onweer zou ter nederltorten. Hij lokte de Franfchen naar een' anderen kant, cn Hortte zich met verhaaste togten op St. Quintijn, dat toenmaals eene aanzienlijke fterkte was. Coligny, beroemd door beleid en dapperheid, en noch roemwaardiger door zijn ftandvastigheid in een ongelukkige dood r verweerde zich gelijk men van een Coligny moest verwachten, dat was koelzinBig, en verhit op zijn' tijd. Dc Franfchen y.  fUILIPS D15-N TWEEIXES. 4 3 fchen, zich misleid ziende, ijlden de fterkte ter hulpe. Men kwam teritond tot den flag. Het Franfche leger wierd aangevoerd door den beroemden Montmorency. Ata beide zijden wierd geïtreden met eene voorbeeldelooze dapperheid. Het lot had noch weinig bepaald ten voordeele van één of andere partij, wanneer de dappere graaf van Egmond de kans ten voordeele van phi> x,ips deed overllaan, en de Franfchen tene verfchrikkelijke nederlaag toebragt, wier gevolg voor het verlies van Parijs deed vreezen. De te verre gaande voorzigtigheid van philips was het behoud van Vrankrijk. Keeren wij voor één oogenblik weder naar Italién. Het oogfchijnlijk gevaar van Vrankrijk , deed Henrik Guize en het overfchot zijner legers teritond te rug roepen, dat Guize uit den nood redde. De paus, van alles verlaten, en nu ter genade van Alva ftaande, fchreeuwde jammerlijk om hulp. Die opperherder waande airede de fchaapkooi in brand; hij fmeektc , en bad erbarmelijk Cosmus de Medicis , en de Ve-  4 ♦ LEVEN VAN Venetiancn om lmlp , of bemiddeling. Phjj. lips, altijd behecrscht met. eerbied voor Konie, floot een verdrag; maar de paus, die, uit de gereede toeflemming van pui> lips , zijne bijgelovigheid bevroedde , durfde eifchen , dat Alva, na alles weder te hebben gegeven wat hij genomen had, 'vergifuis moest komen verzoeken , in 's konings naam , voor de betreding van het heilige grondgebied ; en de domme bijr gelovigheid ging vetre genoeg bij den Spaanfchcn monarch, om Alva die vernedering te bevelen, cn die veldheer was Jaag genoeg om dat bevel met eene vernedering die ontëerende was te voldoen, en 'er. eene eere in te Hellen. Keeren wij . weder tot St. Quintijn. De Spaanfche koning vertrok naar zijn leger, en vertoonde zich voor de eerfte en laatile maal zijns levens in volle wapenrusting ,aan zijne beuden. Hij bedankte EmanuëJ, cn Egmond in de vlcjjendfte uitdrukkingen voor alle bewezen dienden, cn vergaderde een' krijgsraad , om de verdere verrichtingen te beramen. Egmond , een ondernemend en doorzing krijgsman , drong 'qz-  PÏ1 IMP* l'EÜ TWE'EDEN. 43 ter op om regelrecht naar Parijs te trekken , en zich van den fchrik en onraagt van Vrankrijk te bedienen. Maar, behalvedat de koning geen krijgsman was, (tond hem zijn' vaders ongeluk op den Franfchen bodem te veel voor den geest. Hij drong 'er op om de belegering van St. Qüinsiju voort te zetten. Dc legerhoofden kenden zijne ftijfzinnigheid, waarin hij zijn' vader, Karei, niet had te wijken, en Itemden 'er in. Die dad bleef zich onvoorbeeldelijk ftandvastig verwceren, en de hardnekkigheid van Coligny deed welhaast philips zien, dat hij een' misdag had begaan; naardien die verdediging koning Henrik tijd gaf om zich te herdellen, en alles bijéén te rukken. Zo dat, toen de ftad moest buigen, het gevaar voorbij was. Intusfehen bedoot de Spaanfche koning, ter gedachtenisfe van deze doorluchtige overwinning , het beroemde Escuriaal te bouwen , ter eere van St. Laurentius, welk gebouw in grondplan de gedaante van een rooster heeft, het tuig waarop die martelaar zoude gefolterd zijn. Inmiddels was het  41 ut vat * van het Spaanfche leger, na dc verovering van St. Quintijn , in de winterlegering getrokken. Guize, in Vrankrijk aangekomen, wierd daar ontfangen met eene eerc die de mensch nimmer aan den mensch geven moet. Het was in den winter ; maar diezelfde uitfpoorige eerbewijzen boezemden dien hooghartigen man eene zucht in, om zich, in dit ruwe jaargetijde, te doen uitmunten, door eene daad die Vrankrijk , cn tevens Europa verbaasden. Hij zag zich niet zo haast aan het hoofd van een leger , of hij, wel verre van tot het voorjaar wcr» keloos te blijven, befloot teiftond tot eene onderneming, die, ware hij niet doorkundig geweest in alle de omftandigheden die 'er famenliepen, om alles te kunnen doen gelukken, mei recht vermetelheid en dwaasheid zoude kunnen worden genoemd. Zij beïtond in niet minder dan Calais den Engelfcheu, Londgcnooten van philips, te ontnemen. Deze plaats , van het lüterfie belang voor Engeland, dewijl zij altijd eene gelegenheid ten intogt van Vrankrijk aan de hand  fillLirS DEN TWEEDEN. 47 hand geeft, ftreelde boven dit den Britfchen hoogmoed, door het bezitten van xulk eene fterkte op den Franfchen bo> dem. Ten allen tijde, tot op da regeering van koningin Maria toe , had die hoogmoedige natie voor deze fterkte gewaakt , en dezelve zodanig onverwinlijk gemaakt, dat niemant der Franfche koningen , in eenigen oorlog met Engeland, daarop had durven aanvallen. Dit was de fterkte die Guize in den winter befloot aan te tasten; maar deze veldheer kende de gefleldheid van Engeland in den grond. Hij wist dat de dweepüchtige koningin geen* raad pleegde dan met geestelijken, die niets van den oorlog verftonden. Naardien Calais in den herfst meest door overflroomingen word beveiligd voor allen aanval , cn alsdan Hechts één' doortogt heeft die eene aannadering toelaat, eit deze noch beftrekcn word door de aanzienlijke ftcrktens van St. Agatha en Newhambridge , was het bij de Engclfchcn een gebruik geworden, om des winters meer dan twee derde deelen der bezetting af te danken, als nutloos; en in het voorjaar  *8 LT. TEN VAN jaar maakte men de bezetting weder vol-' tallis. Een dwaze fpaar/.aamheid , den handeldrijvende volken, zelden vrinden van krijgsvolk en uitgaven , maar al te eigen! Lord Wentworth was thans bevelhebber der bezetting , en was een kundig krijgsman. De verkeerde fpaarzaamheid der natie ergerde hem geweldig. Hij deed 'er vertogen tegen , en beklaagde zich , dat men zich dwaaslijk te veel op de fterkte der plaats verliet , naardien de ftcrkfte plaats niets is zonder genoegzame werktuigen van verdediging. De domme raadslieden der dwepende koningin , die meest den tijd met bidden, cn het fmeeden van ontwerpen ter uitroeijing der ketters doorbragt , verwierpen den wijzen raad des bevelhebbers, met eene verachting die fpaarzame en vredelievende kooplieden , cn inhalige geestelijken doorgaans tegen den krijgslieden voeden. Deze geestelijke heeren duwden den bevelhebber toe, dat zij, om Calais te verdedigen, zich alleenlijk met hunne witte roeden hadden te vertoonen. Philips had, in Engeland zijnde , den raad dezer oniichtfaam-  fVarahcid reeds onder het oog gebragtj maar alles wat van hem kwam, was ver, dacht. , Van dit alles was Ouize volmaakt onderricht, en hierop bouwde hij eziin ontwerp. Daar hij wel wist dat het weiflagen der onderneming afhing van eene vurige vaardigheid: maakte hij bewegingen die de Engelfchen op alles minder konden doen bedacht zijn, dan op eene onderneming op het derke Calais; wanneer hij zich censflags, met het aanbreken van den dag, met alle zijne magtcn te getók, op dc fterkte St. Agatha Hortte, hebbende gedurende de duisterheid de overftrooming kundig, cn met eene verwonderlijke vaardigheid , doen afleiden. Zodra zijn volk kon naderen, gebood hr) onverwacht den aanval , en de verzwakte bezetting, ongereed om hem te wederftaan, gaf zich over. Toen viel hij, met dezelfde vaardigheid , op Newhambridge , cn nam die fterkte oogenbliklijk weg , met den degen in de vuist ; waarna de ongelukkige bezetting, die uit niet mees dan vijfhonderd mannen beftond , zich C krijgs-  SO LEVEN VAM krijgsgevangen gaf. Zodanig kwam deze gewigtige bezitting , die verfcheidene eeuwen de vijanden tot ontzag had gedwongen , in handen der Franfchen. Guize, wél wetende dat zulk een onverwacht en aanzienlijk verlies de Engelfchen met fchrik zou flaan, befloot terftond met dien fchrik meerder voordeel te doen. In' 't kort, in flechts weinig dagen ontnam hij hen alles, en zij hadden geen duim breed lands meer op den Franfchen bodem. Zodanig was de vrucht van het Engelfche bondgenootfehap met philips, en1 zodanig kwamen de Franfchen, door de wakkerheid van één' man , in de gewlgtigfte bezittingen die zij eeuwen achteréén met naijver in de handen hunrcr natuurlijke vijanden hadden moeten .ien. Op deze wijze vergoedde Guize het verlies van St. Quintijn , en herflelde zijn vaderland. Na deze doorluchtige verrichtingen , fcheidde Guize zijn leger, onl ui! te rusten, na eene ontzaglijke bezetting in Calais te hebben geworpen. Men kan zich' licht verbeelden hoedanig deze overwinnaar in Parijs wierd ontfangen, ter-  PHILIPS DEN TWEEDEN. S t terwijl men aan de zijde van Spanje alles vreesde van zulk een' veldövertten. Gedurende den wintc'r was koning phiUps een' anderen fchok in Italiën befchoren, die hem van ééne zijner aanzienlijkfte landen beroofde , zonder dat 'er één druppel bloeds om wierd vergooten. Wij hebben in het leven van Karei gezien , dat Cosmus dc Medieis, één der fchranderltc vortlen van Italiën , toeleg maakte om Siëna, en alle de omleggende landen magtig te worden. Ten dien einde had hij den keizer, in verlegenheid, een aanzienlijke fom gelds op die landen gefchotcn. Thans wist Cosmus dat philips in verlegenheid was, en hem in ooi> iog met Vrankrijk ziende, eischte hij die fom te rug, wel wetende dat het dien vorst onmogelijk was te betalen, of hem met de wapenen te deeren. De Spaanrchc koning, te hoogmoedig om zijn onvermogen te bekennen , zocht den eisch door' uitvlugten te ontleggen. Teritond nam Cosmus toevlugt tot zijne Italiaanfche ftaatkunde. Hij geliet zich uiterst te onvrede over de uitvlugten des koC s cings;  f3 LSVE'N' TAS nings; en, om dat ongenoegen zigtbaar te doen worden , zond hij een' afgezant aatr den .paus, dien wij hebben lecren kenuen, en fioeg een onderhandeling voor. Paulus hoorde niet zo haast het ongenoegen van Cosmus, of zijn wraakzucht wierd opgewekt tegen Spanje. Hij hield het ongenoegen van Cosmus voor waarachtigen ensst, cn was zo heet om in onderhandeling te komen , dat hij teritond voorfloeg, om zich te famen met Cosmus aan Vrankrijk te verbinden , en dat men dat verbond zou veiücrken door een huwelijk van den oudflen zoon van Cosmus, met eene der dochtcren van koning Heniik. Dit alles deed de doortrapte Cqsmus zo opentlijk, en zijne dankbetuigingen aan den paus waren in zulke ilerke uitdrukkingen, dat de Franfche gezant te Rome geen geheim maakte van in 't openbaar van den magtigen bondgenoot te fpreken, die de paus aan Vrankrijk had bezorgd. De doorliepen Toscaan wist wel dat deze zaak voor den nafporenden philips niet lang een geheim zau blijven, en hij was verzekerd hoe al-  nriLlPï DEN i :de.\", sy files door dien fchroom.ïchtigen en ergdenkenden vorst zou worden opgenomen. Om hem benaauwder te maken , had hij, eer alles tot de kennis van den koning kon komen, hem zijn' neef als gezant, toegezonden, zijnde deze een doortrapt man, en dien alleen het geheim was toevertrouwd. Het was Lodewijk van Toledo , een hoveling, in de kunst der hoven volleerd, en wien niets verborgen was van 't geen 'er aan het hef te Brusfel omging. Zodra Toledo onderricht was van den fchrik des konings wegens dit gewaande bondgenootfehap, begaf hij zich ten hove. Hij eischte, in vrij nadrukkelijke bewoordingen, het opgefchoten geld te rug, en liet zich eenige ingewikkelde bedreigingen ontvallen , alsöf , zo men zijn' meester niet voldeed, deze zich tot da fmartelijke noodzakelijkheid zou zien gebragt, om maatregelen te nemen, die Spanje meerder zouden kunnen kosten dan de geëischte vordering beliep. Deze taal had de verwachte uitwerking. De koning, vooringenomen met vrees voor het bondgenootfehap dat tot zijn kennis was C 3 ge-  J4 LEVEN VAN gekomen, vergeleek die ftoute taal met het gerucht van het geen 'er tusfchen den paus, Cosmus en Henrik te Rome en Parijs was voorgevallen; en, door zijne natuurlijke fchroomvalligheid op het denkbeeld gébiagt, dat Cosmus , een vorst zo verre beneden hem , zulk een ftoute taal niet zou voeren, ware hij niet verzekerd van eene magtige onderftcuning, bood terftond den afftand der bezwaarde landen aan, ter voldoening van de fchuld; onder voorwaarde dat Cosmus een verbond zoude aangaan met de Spaanfche kroon, waarbij Toscanen zich verbond om een getal krijgsbenden te leveren , indien Spanje wierd aangevallen in Italiën. Zodra Cosmus zag dat zijn toeleg was geflaagd, wachtte hij zich wel om de zaak te rekken; hij deed terftond den koning het verdrag onderfchrijvcn. Hem ontbraken geen voorwendfels om een' zotten paus te blinddoeken. Op deze wijze Verloor philips een bezitting die zijn' vader fchatten en bloed had gekost, en dat door zijne Schroomachtige geaartheid , richtende ■ tevens een evenwigt in Italiën op , dat hij naderhand gaarne in Europa had zien  philips DEJi TWÊÏOÜ5. s S' Zien verbreken. Dus deed de hebzucht', belust alles te behouden , en door den tijd meer te winnen, een offer dat voor geen klein verlies moest gerekend worden. Thansmocten wij weder tot den hertog van Gui2e keereu. Deze veldheer opende den veldtogt vroegtijdig, nadat de Franfchen , uit den aart groothartig in den voorfpoed , verhit waren door de luisterrijke verrichtingen van hun leger , en, ongevergd, hunnen koning eene ontzaglijke fomine gekls hadden gefchonken , om de krijgsverrichtingen , met nadruk, voort te zetten. Bij koning philips was het anders geltéld: hij worftelde met gebrek, zijn vader had hem een uitgeputte fchatkist nagelaten, de oorlog had hem veel gekost, uit de nieuwe waereld kreeg hij niets, dewijl daar alles in de uitertte verwarring was , door de Hechte regeering , en de fchraapzucht der legerhoofden. Guize kende alle zijne voordeden op den vijand grondig, en was een navolger van Alva in zijn voordeel daarmede te doen. Hij viel aanftonds in Luxemburg, C 4 be-  Só LEVEN VAJ«, berende Thionville, en nam het, voor de oogen der vijanden , weg. Deze fchok maakte een' diepen indruk op koning p h il i p s. Aan de ééne zijde worltelde hij niet geldgebrek , en aan de andere zijde fpeelde hem de ftoutmoedigheid en het. zeldfaam geluk van den overwinnaar van Calais voor den geest,. waarvan hij waande alles te duchten te hebben. Die vrees wa$ gedeeltelijk niet ongegrond. Guize gaf het Spaanfche leger genoeg te doen , en hij dreigde het met de ergfte flagen ; wanneer de ijverzucht ééns maps hem onverhoeds in zijnen loop ftuitte. De maarfchalk De Thermes, belust om zich , gelijk de hertog van Guize , door eene groote daad te doen uitmunten, ber ■floot een' krijgstogt in Vlaanderen te on, derncmen. Hij was aangefteld tot bevel, hebber, in het onlangs veroverd Calais. Moede van daar niets te hebben te vcrrich. ten, en afgunftig van Guizes roem, deed hij een' inval- in Vlaanderen , berende Duinkerken , en nam het in. Terftond rukte hij voor r\ieuwpoort, en die ftad had voorzeker moeten buigen; zo niet de graaf van  PHILIPS DEN TWEEDEN. 5 T van Egmond, Oen der groottle krijgslieden van zijne eeuw, terftond op het liooren dier onverwachte onderneming , zonder eenjg. be-, vel af te wachten, met eene groote krijgs. bende ware toegefchotcn, en De ïliermestot opbreking van het beleg had genoodzaakt. De ïliermes week met fpoed naar Grevelingen , van voornemen zijnde om zijn', onmeetlijken buit langs ftrand in Calais te Hepen. Maar Egmo.id bcza: een' vurïr gen aart, doorgaans den Nederlauderen weinig eigen , en volgde met geen minder, fpoed De ïliermes op de hielen, waardoor de Franfche bevelhebber wel ras gewaar wierd dat hij zonder (lag Calais bezwaarlijk zou kunnen bereiken. Zijne foldaten waren beladen met den buit van Duinkerr ken en het afgeftroopte land , evenwel dreef hij hen voort; maar omtrent de AS gekomen, zag hij gene mogelijkheid om een' (lag te ontwijken. Dus hield hij ftand, en fchaarde zijn leger in eene vuordeelige vlakte , waarin de vijanden hem niet konden aantasten dm van voren, en waar hunne overmagt hen van weinig dienst kon zijn. Zijn legerwagens ,. en die ge.C 5 wild  S'S t 2'VE U VA !f vuld waren met den roof , plaatfte hij zuidwaarts , houdende de zee ten noorden , en de rivier AS achter zich. In die gclteldheid befloot hij de vijanden af te wachten. Zodra hij hen zag naderen, deed hij zijn gefchut fpelen,en met veel vrucht; maar de ontwijking dier flagting , drong de Vlamingen aan om hunne fchreden te verhaasten , en handgemeen te worden. De Franfchen wierden geflagen , gebroken1 en uitéén gejaagd, Dc Thermes gevangen, mant zo fterk voor dat heilzame werk dan. Montmorency , die daardoor de verdere-, roembehaling van Guize zocht voor te komen. Hij wist de hertoginne van Valenrinois, Henriks meesteresfe, in zijn belang te brengen , en deze vrouw, de vrede: begeerende , begon men welhaast te handelen , komende men te Circompa bijéén ,. van de zijde van Spanje , de hertog vanAlva , Willem , prins van Oranje , naderhand met recht zo beroeni;! onder den. naam  philips den tweede n. 6* naam van Willem den Eetftcn , de prins van Eboli, Granvcllc , en Viglius, voorzitter in den raad van ftaten te Brusfel;. en van de Franfche zijde Montmorency r de kardinaal van Lotharingen , de maarfchalk van St. Andté, de bisfehop Morvilliers, en dc geheimfchrijver van ftaat Aubefpine. Een onvoorzien toeval deed de onderhandelingen voor eenigen tijd ophouden. Koningin Maria , gemalinne van p n ilips, overleed kort na het openen der onderhandelingen. Zij eindigde hare rocmlooze regeering op den zeventienden van November ; zij wieri opgevolgd door de doorluchtige en alom beroemde Elizabeth* Deze vorftin bekrachtigde terftond de volmagten harer zendelingen- tot dc vredehandelingen, en men hervatte die in het begin van 't jaar vijftienhonderd negen en vijftig. Men kende de fchranderheid deinieuwe koningin, en daar elk der vorlten hare vrindfehap zocht, was door haar' invloed alles eerlang vereffend ; maar niemant beijverde zich meer om die vorftin te believen dan koning philips. Door C ? de  62 LEVEN VAN dc dood van Maria was al zijna betrekking op Engeland te niet; hij fmeedde dus een ontwerp om met haar een hmvcli k aan te gaan, cn deed het zelfs, door zin' gezant , den hertog van Turin , voordellen, met belofte van den paus tot een' verlofbrief te noodzaken. De koningin wist hoedanig dat huwelijk met hare zus» ter aangegaan, de natie met wantrouw en afkeer had ingenomen , en daar zij de liefde der natie in eene hooge mate bezat, en die noodig oordeelde om hare groote hervorming - ontwerpen uit te voeren, wil» de zij aan dat huwelijk niet denken; doch een meesteres zijnde in zich te vermommen , floeg zij niets af; maar gaf fchoone woorden; die door hare handelwijze zodanig binnen kort wierden wederfproken, dat philips goed vond om van dat huwelijk niet meer te fpreken. Bij de vrede was bepaald dat 'er een huwelijk zou plaats hebben tusfehen de prinsfes Elizabeth, oudfte dochter van Henrik en koning philips; een vorttii) die weleer aan Don Carlos , zoon van p u t1.1 i's , was toegelegd. Door de vrede  PHILIPS PEN TWEEDEN. 65 vere-cnigd, gaven de koningen , door één oogmerk omtrent den Godsdienst gedreven , elkander blijken van vertrouwen, omtrent hunne voornemens tegen de kef ters. Doch eer Henrik de hand aan het zuiveren der kerk kon (laan, verloor hij zijn leven in een fteekfpel, door een fplinter van een lans in het rechte oog te krijgen, waaruit zware koortfen ontftonden, die hem binnen weinig dagen uit het leven rukten. Deze droevige gebeurtenis maakte in het nakomen van het verdrag geen verandering. Dc bekende hertog van Alva had kort te voren de prinfes Elizabeth van Vrankrijk, in naam van zijn' meester, getrouwd. Koning Henrik wierd opgevolgd door Francois den Tweeden, een prins zo zwak van geest als ligchaam , en die volflrekt als een kind geregeerd wierd door zijne gcmalinne , Maria, koningin der Schotten, en deze wierd wederom geregeerd door haar twee oomen , den kardinaal van Lotharingen , en den hertog van Guize; zodat die twee hovelingen Vrankrijk beheerschten. Zij vernederden alles wat hun aanzien eenige zins  Ö4> £ B-VEN VAN zins kon hinderlijk zijn, de koningin moe* der, de prins van Condé, en andere voorname prinsfen, die zij waanden te vreezen te hebben. Hieruit omftonden kuiperijen, en geweldige partijfchappen. Terwijl het hof dus tegen elkander woelde r was het koningrijk inwendig deerlijk beroerd door Godgeleerde twisten, die nooit nalaten de onverzoenlijkfte bitterheden te weeg. te brengen. Onder Henriks regecring waren de protestanten gedurig vervolgd. De prins van Condé cn de admiraal van Coligny waren de voornaamtlcj hoofden der hervormden: de Cuizcn , om de partij dezer geduchte mannen te verr zwakken, hielden , uit fchijnijver voor het geloof, het vuur der vervolging, op naam van den kindfehen koning, levendig. Condé , van eene levendige gcaarthcid, zou opentlijk zich tegen de Guizes in de wapenen hebben vertoond, ware hij niet met moeite door Coligny, een man van bezadigde beginfelen, wederhouden, cn ingeboezemd dat men eene guntligcr gelegenheid moest afwachten dan die van ieden. Doch, fchoon dc voorzigsige a oenisvC u ï n» 6 ) tllo Leder opvolger moest bezweren heilig in zij» geheel te laten; waardoor de^ei landen welhaast de gedaante kregen v.vi een gemecflebest, in plaats va t die vart lan.leu, behecrsc'.it door vorlten. Het hoo* gezag was eerlang 'gevestigd in den bociterh der ftaten, die zo dikwijls konden fafaetfl komen , als het de lcdej goed dieht. Zonder t jeltemaiing dier ftaten - vergadering, konden *cr geen fehattingen op het volk worden gelegd , geen : oorlogen ondernomen , geen verandering in de munten gemaakt worden, en geen vreemdelingen in de regecringen komen. Inttisfchen daalde noch in dien toefta.id de oppefmag: ^ettiijk neder op den wettigen opvolger van den vorigen vorst; maar het was dezen taiet geoorloofd zijn gezag te oefenen, zonder vooraf door een' plegtigen eed zich verbonden te hebben, de vergunde voorrechten ong'efchonden te laten , en niets van de grondwetten te veranderen. Verfchcidene eeuwen bleven deze lan. den in deze gelteldhcid, tot zij, door getrek aan manlijke erven , door verlui'welijking , en andere toevallen , eindelijk on-  10 L EVEN VAN onder dc Bjagt van het huis van llourgon.- j dien kwamen. De voiftcn uit dat huis lieten meest de regeering zo als zij die vonden, en cenigen vergrootten zelfs de voorrechten, gevende de beftiering langs hoe meer den vorm van een gemeenebest. Onder de beftiering der Bourgondifchc vorftcn biociden de koophandel , en de handwerken, meer dan ergens in Europa; hiertoe bragt de laag. van 't land , dienftig aan de zeevaart, en dc nijverheid der bewoonders oneindig veel bij. Doch hoeveel ook de gunftige landlage en de ijver des volks' tot den bloei des lands had mogen toedragen , alles ware niets geweest, zo niet de vorftcn overtuigd waren gc» weest dat zij deze landen vrijheid moester) laten , wilden zij in tijden van oorlog 'eï fchatten uit trekken. De geestigfte , de ijve» rigfte volken , in de beste gelegenheid ge? zeten , zullen weinig nut trekken uit alle fchenkingen der natuur, zo de regeering zich niet toelegd om hen onbelemmerd te laten werken. Immers leert de ondervinding , dat geen volken onder wie de perfoncn , cn dc perfoncele bezittingen in on-  r I! I L I P S DFS TWEEDEN. 71 onveiligheid zijn, ooit zich toeleggen op den koophandel inet eenig goed gevolg. Want waar de nijverheid bloot ftaat voor de belemmerende hand van geweld of fchraapzucht, dooft men haar uit: natuur kan haar den volken fchenken; maar vrijheid is dc moeder die de nijverheid moet onderhouden. De vorftcn van Bourgondiën fchccncn dit ten opzigte der Nedeilanders te begrijpen, want zij vergrootten de voor» rechten des volks, dikwijls ten nadeele van hun eigen gezag; maar offerden zij iets van dat gezag in deze landen op, het geen zij 'er uit trokken was genoegfaam t>m hun gezag door veroveringen buiten 's lands uit te breiden, of zich tegen humia Vijanden ftaande te houden. Na langen tijd onder de heerfchappij Van het huis van Bourgondiën te hebben ^gedaan, kwamen deze landen onder dat van Oostenrijk , en eindelijk onder de heerfchappij van Karei den vijfden. Deze vorst was in de Nederlanden geboren, en gaf voor het volk lief te hebben, ten minde hij fchikte zich naar hunne levenswijze en gebruiken. Hij bevorderde zijne landslieden tot  \t ■' i. r. r ü?i -v a 1* tct dc hoogde waardigheden van (laaf. ! Zijn leermeester Adriaan van Utrecht wierd door zijn' invloed paus van Rome , en wij hebben gezien dat hij Lanoy tot onderkoning van Napcis verhefte. Ten allen tijde (lelde hij zi n meeste vertrouwen in den oorlog op zijr.e Vlamingen. Het volk eikende die vertrouwelijke wijze van handelen ten allen tijde dankbaarlijk , cn over het geheel zag men Kareis afflnnd in deze landen, n.et gausch geen vrolijke harten. Zodanig (lord het in deze lar.clcn ge. fchapen , toen piiilif-s 'er aan de regeering kvra'ro. Het volk had hem , larg vcor dat hij hun vorst was, lecren kernen voor een' rechten Spanjaard , dat is als een groothartig, cn met zichzelvcn ingenomen mtusch. Het beminde hem dus gamseft tiiè-t teen hij ar.n het hoofd der zaken kwam ; doch het flcr.d ar.n den verst cn tle liefde des volks, dat uit den aart niet hapt'ragend is, weder te' wir.ncn , ware hij daartr-e den rechten weg irgefagen. Blaar ruiups bleef ctn Spanjaard, als te tokt; : zijn hetuirg, zijn hof, zijn kleeding ,  tUIlUPS den TWEEDEN, 7% tflng, Zij" tMl > aIlcs W;1S Spaansch.. ven dit was hij zo achterhoudend als zij.i ■vader openhartig was geweest. Karei was inderdaad hcerschzuchtig; maar zijn heerschzucht wierd door waereldkennis geleid; in philips was zij ontdoken, cn bedoiwen door eene opvoeding van bijgelovige en onkundige menfehen , die zijne begeerte -vleiden. Zijne groote gunftelingen waren de Spanjaarden; Karei gaf ook eenige voorkeur aan de Vlamingen, maar hij bezat de kunst van dit niet te doen, met teekenen van verachting voor andere landaarten die hij belticrde , en niemant kwetde dit ooit dan dc hooghartige Spaanfche edellieden ; Fhilips verwaardigde zich naauwlijks een bijzonder gehoor te vergunnen aan den JNedetlandfchen adel, daar de Spanjaarden hem altijd welkom waren. Wel verre van dus de liefde der Nederlanders te herwinnen, vervreemde hij de harten'langs hoe meer, en, dat erger was, hij volhardde in die levenswijze, na de uitftcekende dienden die de getrouwe Vlamingen hem in den oorlog hadden bewezen.- Men voege hierbij, dat het niet misfen kon of D de  ft leven van dc gemcenfte Nederlander moest den zoon bij den vader vergelijken, en dat die vergelijking bij niet één' eenig mensch ten voordeele van koning philips kon uitkomen. Dusdanig fmeulde het ongenoegen onder de asfche , toen dc koning op het punt Hond om naar Spanje te vertrekken. Alles wat 'er vercischt wierd om in zijne afwezendheid verricht te Worden, zo voor kerk als ftaat, ■was bepaald; alleen was hij het omtrent ééne zaak met zichzelven onééns; en daar hij door zijne fchroomachtigheid, en argwaan noodzakelijk traag in .zijne betluiteit moest worden , wist hij noch kort voor zijn Vertrek de zaak niet te beflisfen waarover hij met zichzelven raadpleegde. Dit voof hem zo bijster zwaarwigtig -ftuk, was het Verkiezen van een' landvoogd , op wien bij Szieh gerust zou kunnen vertrouwen. Eindelijk kwamen hem twee voorwerpen in gedachte : het ééne was zijne nicht, Chfistina van Lotharingen, cn zijn natuuriijke halve zuster van vaders zijde , dé beruchte Margaretha van Parma. De hertogin van Lotharingen was een vorftin van kennis en deugd ; zij had onder dc hand niet  philips dén IWE3BÏK, 75 niet weinig tocgebragt tot het bevorderen der laatfte vrede; waarvan de Vlamingen, die dit bekend was, de vruchten fmaakten , en haar deswegens teder beminden, wenfehende haar de landvoogdij toe. Zij had, behalve dit, uitgemunt door voorzigtigheid in de beftiering van haar' gemaals ftaten na zijn overlijden. Maar juist die openbare liefde der Nederlanders, en die groote kunst van te regeeien , waren de beweegoorzaken voor een' argwanend' en wantrouwend* vorst, om zulk een voorwerp niet te verkiezen. Hierbij deed zich noch een ander denkbeeld aan den jaloerfchen geest des konings op: .de ftaten dier vorftin waren bloeijend, nabij het land gelegen en door rh'e nabijheid min of meer afhangkelijk van ■Vrankrijk. De hertogin van Parma was zo> geducht niet : haar ftaten lagen in Italiën ten allen tijde voor philips open. Zij was ten éénemale aan zijn genegenheden verknocht, en haar' zoon , den vermaarden Alexander Farnefe, zou philips aan zijn hof opvoeden, of liever die jongeling kon gijzelaar zijn voor de getrouwheid zijner moeder. Na veel dralen en overwegen, D s be-  76 LEVEN VAS befloot hij eindcliik de hertogin van Parm» te verkiezena die zich ook blindelings het nakomen van 's konings bevelen onder* wierp. Deze keuze, ruchtbaar geworden, vond alles minder dan eene algemccne goedkeuring. Eenige der voornaamfte hecrcn der Nederlanden hadden zich met den rang van oppcrbeftierder gevleid. Onder dezen onderftelt dc gefchicdenis Willem van Nasfau , cn den 'graaf van Egmönd. Wat hiervan zij, indien iemant uit den Nederlandfehen adel recht had zich te vleijen met dien hoogen rang, het waren voorzeker deze twee groote mannen. Het fchijnt echter niet dat de koning hen tot op dezen tijd toe wantrouwde, gelijk welhaast zal blijken. Alleen uit één' trek vermoedde Willem dat de koning hem flnts niet vertrouwelijk handelde. Toen de prins , als gijzelaar des konings, wegens eenige voorwaarden bij de laatfte vrede bepaald, zich bij de Franfchen ophield, ontdekte hij toevallig het heimelijk beraamd ontwerp der beide koningen , om de ketters uit te rocijen. Willem gaf daarvan kennis aan eenige . Q Z'3'  FIIILIP3- DEN TWSEDEN. 77 lijner vrinden in 't land , en hij wist dat de koning hiervan was verwittigd; fints verbeeldde hij, en anderen, die dit wisten , zich, dat de koning hem niet meer vertrouwlijk handelde ; doch tot op dezen tijd toe komt ons niets voor in de gefchiedenisfen, dat ons eenige gegronde aanleiding geeft j om dit vast te Hellen; want de vorst benoemde hem na dien tijd tot de eeifte waardigheden ; cn wegens Egmond komt geen zweem voor van ongenoegen, of wantrouw des konings, en echter verhefte hem de vorst niet tot landyoogd. ., De koning , befloten hebbende in lang niet weder in zijne Nederlanden te keeren, wilde even zo prachtig affcheid nemen van de vergadering der ftaten, als zijn vader weleer afftand had gedaan van het hoog gezag. Hij vergaderde dus de ftaten der Nederlanden binnen Gent. Hij was bij de opening der vergadering tegenwoordig, vcrzeld van de hertoginne van Panna. De taal van 't land, die hij te hooghartig was om te leeren, verftond hij niet, gelijk zijn vader ; dus beval hij Granvelle, berucht D 3 ge-  *5 iïïïs vjs «enoeg in de Vaderlandfché gcfehicdenisfen, om voor hem tot de vergadering t# Jprcken. De bisfchop van Arras begon met het bcfluit van den koning te verklaren, en van de reden die den vorst bewogen om naaf het Spaanfche rijk te vertrekken , wijdende fterk uit over de noodzakelijkheid en wijsheid dezer voorgenomene reizc ; hij mcette de genegenheid des konings voor zijne Nederlanden breed uit. Hij hoopte dat de zaken van Spanje hem niet lang zouden ophouden; doch in gevalle dit al tnogt komen te gebeuren, dan zou hij hert Zün' zoon zenden om hier verblijf te houden Toen vermaande hij dc ftaten allerernftigst het bewaren van de onJerlingè vrele, cn prees hen daartoe, als het beste* middel, de uitroeijing der rustverftorende ketterij aan , die de gemoederen verdeelt en de menfehen opruit tegen God en den wettigen opperheer. Hierin voornamelijk verzocht hij hen vrindelijk dc handen in één te (laan met mevrouwe van Panna, door den kojiinï tot opperlandvoogdesfe benoemd f  PHILIP S DEN TWEEDEN. "ij noemd , zolang zijn belang hem van dB Nederlanden verwijderen zoude. De hoging , betuigde hij , verliet in dat vertrouwen de Nederlanden, met eene diepe ett gevoelige erkentenis voor alle bewezcne trouwe en genegenheid. Hij zou ten eerde de vreemde benden die noch in het land waren, te rug ontbieden, en overleggen waarin hij de goede gemeente kon verlichten omtrent de belastingen. Wanneer men deze aanfpraak vergelijkt met des konings volgend gedrag , alsdan zal men de valsheid van dien vorst maar al te klaar ontdekken. Hij beloofde fpoe» dig weder te keeren, en het bleek dat hij Biet voornemens was om het land ooit weder te zien. Zijne heilig betuigde genegenheid is maar al te klaar gebleken, in het vermoorden van eenige duizend onnoo■zele menfehen. Zijn iterke aandrang om de ketters uit te roeijen, wist hij wel dat niet doenlijk was zonder het land te verderven , en dat de ftaten dan daartoe nooit zouden overgaan. De terugroeping der troepen had hij niet in den zin , en hij kwam 'er niet toe , dan door den nood geD 4 dron-  LEVEN VAN drongen. En de ontlasting van fchatting bleef achter. ■ De ftaten antwoordden beleefd , maar vrij, cn durfden den vorst aanmanen om terftond de vreemde benden weg te zenden, als zijnde ten koste van den lande , en hier voor het volk nutteloos en verncderende. Zij mengden onder hun antwoord ingewikkeld 's volks afgrijzen voor de Inquifitie , en fchetftcn die af als hoogst verderfiijk voor 's konings belang in deze vrije landen. De koning, van de jeugd af aan gewoon aan eene eigendunkelijke beftiering, achtte zijne waardigheid door die Ncderlandfche rondheid gekwetst ; en daar hij alles minder dan die ftoute vertogen had verwacht, werkten die des te fterker op zijn' geest. De Godsdienst, hem als de eenige zaligmakende van kindsbeen ingedrukt, die Godsdienst , de onverdraagfaamfte van alle Godsdienden, fprak gevoelig in zijn hart. Hij verliet de raadzaal met ontftoken oogen , gebiedende te waken voor de zuiverheid der Roomfche leere, en vragende of de ftaten , die hem dwingen wilden de vreemde-  PHILIPS DEN TWEEDEN. 8 1 delingen te verzenden, ook nier, hem, die ook een vreemdeling \v.us , wilden verzenden ? Het ontbrak den koning niet aan gematigde mannen , die ftoutmoeJig genoeg waren , om hem onder het oog te brengen , dat indien hij op het uitvoeren der bloed■plakatcn bleef aandringen, hij een vreeslik vuur van, oproer zoude ontflckcn, ca eindelijk gevaar loopen om deze landen te verliezen; maar philips was geen monarch die vatbaar was voor gematigden raad : hij had alle dc ftijfhoofdigheid van zijn' vader , met eindeloos minder bekwaamheden ; en,, vervoerd door gram> fchap, die hem evenwel zelden beheerschte i antwoordde hij , met veel gevoeligheid: „ Ik wil liever geen koning zijn,, dan ketters tot onderdanen hebben. " Om te toonen dat hij door den eisch der ftaten wegens de fpoedige verzending van het krijgsvolk, en hun ingewikkelde vrees voor de Inquifidc niet ontzet was,, befloot hij terftond twee wegen in te flaan. Hij ontbood den prins van Oranje en den graaf van Egmond , de meest beminde edelD 5, üe-  3i Ut ft* fAir lieden der Nederlanders. Den eerflcn had hij benoemd tot ftedehonder van Holland, Zeeland en Utrecht; en den anderen tot ftedehouder van Vlaanderen en Artois. Aan deze doorluchtige mannen droeg hij liet opperbevel der vreemde benden op, die de ftaten het land wilden doen ruimen; doch dit edel heldcnpaar weigerde dien aangeboden rang beleefd, cn rustig. Zij hadden moeds genoeg om ruiterlijk te verklaren, dat , daar het gantfche volk het verblijf dier benden aanzag als eene openbare fchcndiiig der grondwetten tfan het land, de vorst hen niet kwali.k kon nemen , dat zij een' rang moesten %veigeren, die hen bij het gantfche vo.'k tot belangzieke en oneerlijke luiden zoude waken. De koning ontveinsde zijne verftoordheid; maar naauwlijks waren zij vertrokken , of hij beval het invoeren van nieuwe bisdommen werkftellig te maken. In alles was zijn grootfte vertrouweling dc alom beruchte Anthony Pet enot, naderhand berucht onder den naam van kardinaal van Granvelle, doch tot noch toe bisfehop van Arras, wien wij tier ter loops met een' wek  flIILTPS DEN TWEEDEN. &3 trek zullen teckenen, op dat de lezer befpeure, dat de teugels der regeering, want hij behecrschte de landvoogdes, in zulke" gehate handen, na het vertrek des konings, volltrekt kwalijk waren vertrouwd, fchoori men die daarin duldde , zolang de monarch , door zijne tegenwoordigheid, het misnoegen tegen dezen ftaatsdicnaar en vertrouweling noch in toom hield. Deze man verdiende eene bijzondere Ievensbcfchrijving. Zijne hecthoofdigheid, cn eene baldadige trotsheid, geftijfd door vorftelijke gunst, als een bron van verderf voor de volken , ter waarfchouwing der vorllen , en hunne ftaatsdienarcn , zijn ten minfte hier eenige affchildering waardig. Deze Andwny Perenot was de zoon van den vermaarden kanfelier van dien naam , een man die den keizer vele jaren in degewigtigüe zaken had gediend. Anthony was, van zijne eerlte jeugd af aan, opgeleid tot het behandelen van zaken van ftaat; en zö gelukkig als zeUlfaam, üxookte die opleiding met de fchikkiug die de na'uur in dc! vorming des jongelings met hem fcheen bedoeld te hebben. Hij gaf noch jong zijnD 6 d*  leven van de zulke ongemene blijken van bekwaamheden in het behandelen van zaken van gewigt, dat keizer Karei , die de zonderlinge bekwaamheid had van groote mannen voor zijnen dienst te kunnen kiezen, een bekwaamheid die alle mannen van regeeling, tot ongeluk fomtijds der volken , niet bezitten, dezen jongeling terftond onder de hovelingen onderfclieiddc , en hem welhaast, nevens Willem van Nasfau , it} de gewigtiglte zaken raadpleegde. Hij was , bij die bekwaamheden , bovengewoon welfprekend , zódat philips hem bij de Nederlanders, en toen hij de regeering aanvaardde , en toen hij affchcid van de ftaten nam , voor zijn' fpreker gebruikte ; verder was hij doorzigtig , listig , een meester in zich te vermommen omtrent zijne meerderen, uiterst werkfaam, en behendig; maar alle die goede hoedanigheden , die , wél gebruikt, hem tot een nuttig en beroemd man zouden hebben kunnen maken , wierden ontluisterd door twee ilechte hoedanigheden , die hem in plaats van nuttig gevaarlijk, en in plaats van beroemd Hechts berucht maakten. Deze ficch-  philips den tweeden. 83 Hechte hoedanigheden waren een alles te bovengaandcn hoogmoed , en een onver» zoenlijkc wraakzucht ; en daar het bij menfehen van dien ftempel nooit mist dat de wraak geboren word uit den hoogmoed , word die gevaarlijke dochter fcaielijker geboren , en word rasfer geweldig , naarmate haar vader vatbaar is om fpoedig gekwetst te worden , cn dit was het grootlle ongeluk van Anthony. Wee den man waarover hij magt had , of dien hij door zijn' invloed kon bcfchadigen, die hem de minde tcgenfpraak deed! De ontdoken wraak wierd niet gebluscht dan in het bloed, of in den ondergang, des beleedigers. Hoe groot een meester hij in de kunst van vermomming was bij zijn meerderen, hij verdond die zo weinig omtrent zijne gewaande minleten, dat hij welhaast voor een' gevaarlijk man wierd gehouden, en hierdoor verwijderde hij zijne beste vrinden van zich. Hij vleide de grooten die hem konden vernederen, en verachtte de minderen die hij kon verkleinen; hij beheerschte den geest van philips, en door D 7 1 zijn'  8(Sf LEVEN VAN zijn' haat tegen de Nederlandfche edellieden aangeftookt, hield hij dc grimmigheid des konings tegen hen gaande , cn deed kwaads genoeg om den vorst zijne Nederlanden te doen verwoesten cn eindelijk te verliezen. Behoeft men zich té verwonderen dat zulk een ftaatsdicnaar die alles beneden zich vernederd waant, en zich opentlijk baldadig beroemd boven alles verheven te zijn, en bekend is voor een' man die alles wat heilig is onder de voeten treed, om die grootheid te behouden , en zich te wreken, van alles met verachting, haat en afgrijzen word aangezien ? en dat alles famenfpande om h.'m te vernederen, cn zich op hem te wreken ? Is het wonder dat zijne partijen , die ook menfehen waren, zich, om hun oogmerk ter zijner fchade te bereiken , ook iets veroorloofden dat in allen opzigtc niet ftrookt met menschlievendheid, en eene ftrikte eerlijkheid? Zodanig was evenwel dc man dien koning philips met zijn vertrouwen vereerde , en wien hij bijna meer gezags toevoegde dan aan de landvoogdesfe zelve. In  philips den tweeden. 87 la zulke handen liet dc voorzigtige philips, gelijk eenige Spaanfchc fchrijvers dien vorst noemen, onvoorzigtig den teugel der regeering over een land waarin het misnoegen reeds onder de asfche fmeulde, en dat hij ging begeven, waarFchjjnelijk met een oogmerk om het nooit weder te zien. In dien toeftand waren de zaken, toen de koning den twintigftcn van Augustus in het jaar vijftienhonderd, negen en vijftig, uit de Nederlanden vertrok. Hij kwam reeds deii negen cn uvintigften der zelfde maand behouden te Loredo , in Biscayen, aan. Maar naauvvlijks was hij aan land geflapt, of een ftorm vernielde een gedeelte zijner vloot voor zijn gezigt, verliezende hij vele kostbaarheden , waar onder fchilderijën en ftandbeclden, die door zijn' vader gedurende veertig jaren, men oneindige moeite en kosten, waren verzameld. De koning zag met eene verbazende koelheid meer dam duizend zijner onderdanen verdrinken, cn zijne fchepen en fchatten vernielen; waarna hij zich op het ftrand ter neder wierp, den Hemel en de heilige maagd voor zij-  LEVEN V A N' zijne ontkoming drinkende , en plegtig zwoer, dat, hij ter erkentenis zijner ontr koming, een leven zo zonderling bewaard alleen zou bededen ter zuivering der kerk., cn tot uitdelging der ketters , dat is-, hij zou God zijne dankbaarheid bewonen, door het vermoorden van eenige duizcr.den onfchuldige menfehen, die. alleen misdadig waren door anders te denken dan liij. Men moet dezen vorst het recht doen van te bekennen, dat hij een man was die in dit geval blijken gaf dat zijn eed hem dierbaar was. De liefde waarmede hij ontfangen wierd , gaat alle befchrijving te boven , en behoeft or.s niet te verwonderen : men wist dat hij . van ziel en ligchaam een Spanjaard was, behalve dat de gelukkig geëindigde oor» log met Vrankrijk de hoogmoedige Spanjaarden vleide, en hen hunnen koning met verwondering deed aanfehouwen. De Nederlanden konden philips die bekoorlijkheden niet opleveren: men bezag hem .daar met andere oogen: zijne Spaanfche .levenswijze kwam niet met die van het volk overéén, men wist, dat niet hij, maar  PHILIPS DEN TWEEDE N. RQ ie graaf Van Egmond Vrankrijk had doen buigen , hij kende de taal van 't land niet , de Nederlanders durfden hem tcgenfpreken, hunne halzen waren geen juk gewoon, en het land bad grondwetten, die den vorst bepaalden, daar hij in Spanje volftrekt door niets wierd bepaald. Wat wonder dat een trots monarch " als philips naar een Vaderland verlangde, dat zo veel ten zijnen voordeele verfchilde met de Nederlanden? Doch 't geen den koning Spanje allerbekoorlijkst moest doen voorkomen , was dat hij daar het middel gereed had om zijn geliefd ontwerp uit te voeren; dat was het heilige InquiQtiehof ter uitdelging der ketters. Dit God- en menschonteerend gerechtshof is elders genoeg befchreven, dus zullen wij 'er alleen van zeggen, dat het honderd jaren te voren, onder Ferdinand en Izabella, was opgericht; dat dweperij deszclfs vader , en bloeddorst, hebzucht, onkunde, bijgeloof, en wantrouw in de famcnleving deszelfs monfterlijke telgen waren. Een zoon kan een' vader, een vader eeu' zoon gerust be-  gjo LEVEN VAN betichten; en de befchuldiger word r»cM genoemd, noch gehoord tegen den befchuldigden. Men km op enkel vermoeden opgelicht, gepijnigd, gehangen, of verbrand worden, naar den fmaak der geheiligde rechters. In 't kort, lijf, leven, en goederen ftaan volleedig in dc magt van deze heilige mannen, verdedigers, befchermers , C'n wrekers van een' God die noch verdediging, noch befcherming nodig heeft, cn eischt dat de wraak Hem zal bevolenbliiven. Ondertusfchen moet men dezeheilige rechtbank zo veel recht laten wedervaren , dar men bekenne dat zij hare offers niet naargeestig, of oneerlijk weg zend: men vereert hen met een kleect met vlammen en een muts met duivelen, cn verbrand hen onder het zingen van liederen. In Goa deed men eertijds de tot het vuur gedoemden fchilderen , en het gefchilderdc hoofd wierd, met vlammen, en den naam des veroordeelden, aan de muren dc-r kerken geplaatst. Dit door koning philips geliefde gerechtshof, was ongetwijfeld volmaakt gcfchikt om eene uiterlijke eenheid van formu-  PUlLIPS DUN TWEEDEN. 9 t- fiaulieren te weeg te brengen ; maar Bet voorzag de landen daar men het handhaafde , tevens van fchurken , en fchijnheiligen, en de volken veranderden verbazend van caracter. Het bcdorf de zoetheid des menfchelijken levens ten ééneniaal, wam de wantrouw groeide aan , naarmaate dat hof ijverde, en het kon niet misfen of de menfehen wierden onkun» digen en (laven. Diergelijke bedenkingen konden in geen Philips opkomen, en al waren die heirt \'oor den geest gebragt, het zou vruchtloos zijn geweest, naardien die vorst eert dweper was , en niets dan (laven tot onderdanen begeerde. Hem was geleerd de ketters als de verdoemelijkfte beesten te befchouwen, en zijn hoogmoed vond belang bij dat ingeplante vooroordeel. Hij öndcrfteunde dus terftond bij zijne aankomst het heilige gerechtshof, dat ijveriger moest worden door 's konings ijver, en dat, vet geworden door de verbeurtverklaringen, noch ijveriger wierd, naarmate het voelde dat de ijver het belang in de hand werkte. Toen  £2 LtVEN VAN- Toen de koning te Valladolid aankwam, was zijne eeriie vraag, hoeveel ketters men in de gevangenis had? Men antwoord» de hem , dat men, even voor zijne aankomst, een groot getal protestanten aan dc vlammen had opgeofferd; en dat men 'er leden dertig bij den kop had gevat. De koning, zijn' eed op flrand gedaan indachtig , befloot, om tevens terftond een blijk van afgrijzen voor dc ketters te geven , en dat hij de belangen der kerk en die van het heilige gerechtshof ter harte nam , het bloedig fchouvvfpel te openen. Hij verzocht, met de grootfle ootmoedigheid, de Inquifiteurcn een' dag te bepalen tot de te rcclnftelïing der gevangenen. Men deed het terftond. De dag gekomen zijnde , hadden de rechters alle plegtigheden uitgedacht om dat feest luisterrijk , en treffend te maken. De koning, Don Carlos, zijn zoon, en.hetgeheele hof, waren op verheven zetels bit het moordtooneel geplaatst. Dc bisfehop van Zamora deed toen eene prachtige redevoering , waarin de ijver van ruiLirs niet weinig wierd verheven. Hierna ftond de  PHILIPS DEN TWEEDEN. de vorst van zijn' zetel op , en trok zijn' degen, te kennen willende geven, dat hij éien ter verdediging van het heilige gerechtshof zoude gebruiken. ' 'Toen deed hij den bisfchop een' eed' voor hom als koning opltellen , waarin hij zich verbond de InquiGtie en kerk te befchermen, en overal waar hij kon' de ketters uit te del, gen, en eindelijk dat hij alle zijne onderdanen , zonder ondcrfcheid, zou dwingen zich aan het heilige > gerechtshof te onderwerpen, gelijk hij zichzelven daaraitl onderwierp; deze eed bezworen zijnde, begon men het treurtooneel te openen. - De eerfte perfoonaadje die daarop verfcheen, was Don Carlos di Sufa, een braaf edelman, maar een protestant. Toen hij voorbij den koning naar den bran.lftapel Wierd gefloept, hield hij éen oogenblik ftand, en riep: „ 6 koning ! vader van „ uw volk! kunt gij uwe getrouwe kin5, deren zo koelzinnig zien pijnigen cn „ lijden? Wat is onze misdaad? " De koning, verre van de geringde blijken van medelijden te toonen, graauwde , in tegendeel, den ongelukkigen , met een' koe»  5i icvis v*j koelen, doch barfchen toon, toe: „ Ik„ zelf zou het hout aanfteken, om mijn' „ zoon te verbranden , indien hij uwe „ gevoelens omhelsde." Waarna de vorst, met eene vernoegdheid, cn ongevoeligheid die alle de omttanders in het oog liep, een fchouwfpel zag afioopen , op welke enkele bedenking wij ons genoodzaakt vinden de pen neder te leggen. Men begrijpt lichtelijk dat noch eenige van zulke treuitooneelen, en de herinnering van 's konings ge Irag bij deze gelegenheid , de protestanten dedqn verdwijnen in Spanje. De koning, in zijn rijk zijn geliefdst oogmerk bereikt hebbende, gaf zich toen .over aan het bellier der waereldlijke re» geerirgszaken. Men moet bekennen dat hij in het kiezen zijner aroptenaren een' loflijken fchroom had, en een loflijk gebruik in acht nam , om zo min mogelijk bedrogen te worden in zijne keur. Ieder zijner Spaanfche onderdanen kon zich om ecnig ampt bij hem vervoegen; hij beproefde hunne bekwaamheden, en waren die voldoende , alsdan vorschte hij heimelijk naar hunne deugden en gebreken.  PHILIPS BEN TWEEDEN. Si- ken. Zo liet gebeurde dat hij het verzochte ampt reeds had begeven , des niet te min hield hij den gemelden weg met den man die hem 'er om verzocht; en alsdan teekende hij den man, zijne bekwaamheden , zijne deugden en gebreken aan , in een journaal; om bij andere gelegenheid aan hem te gedenken. Wat jammer dat deze vorst zodanig niet had gehandeld omtrent Granvelle ! >Hij zou voor> zeker meer goede fchikkingen voor Spanje gemaakt hebben. Ten dien tijde wierden zijne gedachten ëthisllags afgeleid door toevallen , die zijn geloofsijver aan den gang hielpen. Hij vernam de vijanrilijke oogmerken der Turken tegen hem. Zekerlijk konden de Mohammedanen .geen' vorst beminnen, die alles wat Hechts .verdacht was van hun geloof toegedaan ste zijn verbrandde ; het is denkelijk dat de Mooren de Lcvantfche Turken geweldig tegen Spanje aanhitften , gedreven door Godsdienftigen ijver, en de wraak wegens de uitdrijving hunner medebroederen uit dat rijk. Philips, niet min op zijn' Godsdienst gezet, dan de Mo. ham?  g ö l.tVfN VAN hatnméaaneh op den hunnen, vernam met zodra de vijandlijke oogmerken der Ottomannifche Porte en die der Afrikaanfche mogendheden, of zijn Godsdienftige ijver Wies hem in dat het Kén zijner groo.fte pligten was, om zijne handen in het bloed der ongeloovigen te verwen. De hoofden dezer Onchristënen waren inmsfehen geené luiden die te verachten waren De Ottomannifche Porte werd beuierd door den fleren, dapperen, ondernemenden, en gelukkigen Soliman , wiens naam alleen voor de Christenen verfchnküjk was. Hij was overwinnaar van Perfen, Hongarijën, Afrika , Rhodes, en had de Venetianen verfcheiden aanzienlijke landen ontnomen; de kusten van Italiën en Spanje hadden zijn vermogen ondervonden , cn Europa beefde voor zijne waper.cn. Deze vont was dus geen vijand di'êü ïh.lip. moest Verachten. Op de kusten van Afrika had hij 'er een die in zijn foort niet minder vreeslijk voor hetn Was en die zich met Soliman had verééni'd. Het was de alom beruchte Dragut Rais. Deze man verdient ' gekend te  rlIILIFS BEN TWEEDEN. 97 worden, omdat hij alles aan zichzelven te danken had. Hij was van zeer geringe ouders geboren, in een arm dorp van Natoliën. Moede van den landarbeid, liep hij weg, en wierd gemeen matroos op een Turkfche galei. Hij deed zich welhaast van het overige volk onderfcheiden, door gezwindheid, itoutheid en onderneemZucht. Door bekomen buit eene fomme gelds btfpaard hebbende, kocht hij eene galei, wapende die , en verkoos het gevaarlijk handwerk van een' zeefchuimer. Zijn geluk, zijn dapperheid, en ondernemende geest , deden hem weldra kennen van Hirardijn Barbarosfa, dien vermaarden behcerfcher van Algiers. Deze nam, met de grootfte blijdfehap , Dragttt in zijn* dienst , cn maakte hem onderadmiraal , gevende hem bevel over twaalf kloeke oorlogfchepen, en eenige lichten vaartuigen. Zo fterk gewapend, durfde hij meer beftaan; welhaast was hij verfchrikkelijk voor alle de Christenmogendheden der Middelandfche zee, behalve voor de Franfchen , wier monarch bondgenoot was van Soliman. Geen Spaansch. fchip inzonderE heid  l f. v e n v a ft heid durfde zich meer verwonen. Somtijds deed hij de gelukkigfle ftroopen in de ftaten van philips, dien hij , aangedookt door de mishandelde Moorcn , doodelijk haatte. Deze man , wiens leven elders breedvoerig befchreven is, had Cprfica veroverd , en aan Vrankrijk geleverd , en daarna vermeesterde hij Tripoli. Zulke blinkende verrichtingen liepen in het oog, bijzonder bij een volk als de Turken , die veel houden van perfoneele verdienden. Hij regeerde welhaast door zijn' invloed de geheele Barbaarfche kust. Dit was de tweede vijand dien philips te vreezeri had. De koning van Spanje, onderricht Van eenigen vijandlijkcn aanflag der gemelde twee vijanden, Wilde hen voorkomen. Philips, noch in de Nederlanden zijnde, was reeds door den grootmeester" Van Maltha , cn den hertog van Medina Cceli, landvoogd van Siviliën verzocht , om te waken tegen het naderende kwaad , en een einde te maken aan de verdervende roverijen der Barbaren. Philips had toen bevelen gegeeven, die in het vervolg nuttig waren. De paus , en de meeste vor-  PIUIIPS DEN TWEEDEN. 09 Vorften van Italiën, verfpniken liem aanzienlijken bijftand. Men rustte honderd vaartuigen toe, en fcheeptc veertien duizend foldaten in. Medina was opperhoofd dezer magten. Hij zeilde terftond naat Syracuza. Doch-hier verfcheidene weken door tegenwind opgehouden wordende , rukte een aanftekende ziekte omtrent vierduizend foldaten weg. Dit ongehik doeg hem niet terneder: hij zette bij gelegenheid den togt rustig voort, cn denkelijk zou Tripoli verloren zijn geweest voor Dragut, die binnen 's lands toenmaals oorloogde , had Medina het onverhoeds aangevallen. Maar die bevelhebber, duchtende dat Dragut maatregelen had genomen om riigen hoop , en verjoeg dien. W'aarfcliij'nlijk zou dc ondernemiug op dc fterkte  P II1 L I r S DEN TWEEDE N. I ï S te zelve veel bloeds hebben gekost, ware Muitapha, die dapper cn kiiiidig was, daar tegenwoordig geweest ; maar deze roover te veel vertrouwende op de ongenaakbaarheid der plaats, was bedacht om zijne fchepen te bergen, en was daarmede naar een fchuilplaats op de kust gezeild, latende het bevel der fterkte aan Ferret , een' renegaat, die niet meer dan twee honderd Mooren bij zich had; maar \-an meer voorzien dan 'er noodig was, .om een beleg van één jaar uit te houden. Maar Muftapha had zich bedrogen in de keuze des bevelhebbers. Deze, zo groot een magt ziende, die hem van ■alle zijde omringelde, verfchrikte zodanig dat alles in wanorder wierd beftierd. Even voor zonne - ondergang gelukte het de Spanjaarden eenige ftukken reddeloos te fchic•ten; terftond verdubbelde de fchrik , en zodra de duisterheid het aardrijk bedekte , zwom hij , benevens de bezetting, naar het vaste land, eenige weinige, die niet te water durfden gaan, uitgezonderd, en deze arme menfehen gaven , zodra het dag wierd, dc fterkte aan de Spanjaarden over. Kier-  11 6 LEVEN VAN Hiermede was deze Turkfche oorlog geëindigd. Dragut, en de verdere roovers, fcheenen geen' lust te hebben , om, na de verovering van het onverwinnelijk Pennon de Velez de zeemagten van Spanje cn Italiën te bevechten , en de huislijke zaken van Soliman hielden hem te bezig, om fchikkingen ter vernieling van zulk eene geduchte zeemagt te maken. . In het midden dezer oorlogen, waren de gedachten des konings onophoudelijk g;keerd naar den kant van den Godsdienst. In de Nederlanden , waarvan wij ftraks breedvoerig zullen fpreken , ftond alles uiterst verward; doch de ftijfzinnige koning, alleen toenmaals tegen de Oiichris» tenen in het harnas, liet de landvoogdes ■zuchten , en Granvelle woeden op het volk; evenwel zag de vorst dc voortgangen der ketterijen met oogen van gramfchap. Nu ruime handen hebbende , befloot .hij de ketterijen te beteugelen door een kerkvergadering. Dit fcheen hem toe het beste middel te zijn; de kerkvergadering kon nimmer de protestanten in hunne leertakken begunttigen, de wij zij met de Room-  f h t l ip s d F n tweeden. i i J Roomfchen verdeeld waren wegens grondwaarheden van den Godsdienst, en, dat noch meer toedraagt om de fcheuringeu duurzamer te doen zijn , onderfcheidene kerkgebruiken hielden de twistende pari tijen van elkander afgezonderd. Weigerden dan de protestanten zich te onderwerpen aan de uitfpraak der kerkvergadering, alsdan had men voorwendl'el genoeg om hen te beoorlogen; ten muitte had de koning in zijne Nederlanden een voorwcndfel, om zijne onderdanen onder het juk te brengen; want altijd was het zijn ftelfel dat vrijheid van denken, gevaarlijk was voor het gezag van een' opperheer. Trotsheid, belang en bijgeloof veréeuigden zich in eene hooge mate in dezen monarch, en maakten hem inderdaad den naam waardig van }, Duivel van het zuiden. " Daar nu een kerkvergadering nooit kom misfen dicnflig te zijn aan de hoofdoogmerken van koning philips , die niet minder onverzettelijk'dan bijgelovig, trots cn belangziek was, is het licn te begrijpen , dat hij alles wat moge li,k was infpaude om de Roomfchc vorlten aan te zetten  111 I. E V E N V A N ten den pms , die , gelijk alle pausfen , nooit aan kerkvergaderingen een welgevallen bad , te dringen om zulk eene vergadering te beleggen. Pitis was 'er , ondanks dat het de Spaanfche kuiperijen gelukten de vorftcn tot dien aandrang op te zctien , uiterst afkeerig van. De pausfen , aan wie in vroeger tijden de magt niet had geftaan om kerkvergaderingen te beleggen, zijnde dit door de keizeren gefchicd , hadden begrepen , dat op die bijéénkomften licht iets kon bctloten worden ter beperking van hun uitgeftrekt gezag ; dus ftelde de list van het hof van Rome alles in het werk, om het voorrecht van het bijéén roepen van zulke vergade» ringen aan de pausfen te brengen, en dit oogmerk wierd bereikt. Dus waren de pausfen uiterst traag om vergaderingen ta beleggen , die uitfpraken deden , die zij gaarne aan zich behielden. Pius was dus even afkeerig om den drang der Roomfehe vorflen te hooren, dan de vorige pausfen t die door Karei den vijfden niet dan met -moeite waren overgehaald, tot het toeftaan ■der Trentlche vergadering. Maar  philips den tweeden. 110 Maar koning philips was een man Tan doorzetting en niet te verbluffen , waac irccr hij ééns befloten had een gefmeci ontwerp door te drijven. '- Hij wist tot alles raad. Het kon hem niet onbekend zijn dat het 's pausfen belang was dc voortgangen der ketterijen te fluiten, en dat Pius den Lutheranen en Calvinisten even zulk een vijandig hart toedroeg als hijzelf. Hij greep hem dan van de zwakke zijde aan, en fchetfte hem Engeland , Schotland cn het grootfte gedeelte van Duitsch'anJ af, hebbende het gezag van Rome reeds vernietigd , en ftelde hem verdere kwade gevolgen voor de oogen; hij fchetfte hem Vrankrijk af als vol van verwarringen en «kcttciijen, en deed hem begrijpen dat men •tiaar , niet al te onderworpen aan Rome, 'mompelde om de rust te herftellcn door ■een Nationaal Synode. De paus getroffen, "cn bevreesd , bewilligde , cn befloot te Trente, tegen de maand September , des jaars vijftienhonderd en zestig, eene kerkelijke vergadering bijéén te roepen. Doch de wijze van Wjéénroeplng was ■Vliet zonder zwarigheden. Het moest doof een»  J '.O L E V E It VAN ccre pausfeliike bn) gefchieden; maar lioe die op te Hellen ? Wij hebben in het leven van Karei gezien op wat wijze de toenmalige vergadering van Trente was afgebroken , door den voorfpoed van den loozen Maurits van Saxen. Moest men nu de aan te leggene vergadering in de bul voordellen als eene nieuwe vergadering, of als eene hervatting der afgebrol.cne ? In het Iaatfte geval, dan zouden alle de vorige reeds vastgeftelde befluiten, die alle tegen de protestanten waren , voor bekrachtigd worden verklaard in de bul van bijéénroepirg; en de protestanten , zich kunnende aanmerken als veroordeeld , zouden zekerlijk weigeren om te verfchijren % cn dan zou de bul een nutloos werk zijn. In tegendeel, noemde men de vergadering r.ieuw, alsdan konde men zich vleiien dat men de befluiten tegen hen reeds gemaakt ;oude onderzoeken, en veranderen; en in t'at geval zouden zij de bul aanremen; maar dat zou v, einig naar den fmaak van den l eerschzuchtigen cn bijgelovigen philips zijn geweest , wien men , als den voorvechter van Rome , vooral moest tot vrind hou»  philips ben tweeden. l?t houden 5 imusfcheo »»e« mcn Y*mkrijk ook ontzien. Ongelukkig begreep dat magtige koningrijk de zaken gantsch anders dan philips, en had andere belangen. De protestanten waren 'er magtig , de groottte prinsfen waren hunne gevoelens toegedaan, en alles was daar in verwarring. Men begreep dat men den protestanten geen rechtmatige reden moest geven , om den Roomfchen te verwijten dat men hen trouwlooshjk tot wederftand zocht aan te zetten. Men wilde dus dat Rome van de voorgaande vergadering in de bul zou zwijgen. Maar koning philips was veel te hevig tegen de protestantcn ingenomen , om zelfs een' zweem van toegevendheid ten hunnen opzigte te doen blijken. Hij beweerde dat de kerk^ vergadering minder het oog moest hebben om menfehen die God hadden verlaten, en reeds moesten worden aangemerkt als verdoemelingcn, weder tot God te brengen , dan om .anderen te beletten tot het ongeluk te komen van God te verlaten , en ook verdocmclingcn te worden. In 't kort, het ware oogmerk des konings was om de projj tes-  I 12 LEVEN V A S testanten te doen weigeren de vergadering bij te woonen. Hij drong dus dat 'er ver* klaard zou worden, dat de vergadering die men meende te beleggen, alleen een weÖcr-opvatting zou zijn van de voorgaande afgebrokene. De keizer was het dê'ns met bet hof van Vrankrijk , om de Duitfche vorflen niet te mishagen, die hij noodig had in geval van oorlog met Soliman, dien hij wantrouwde. De ketterhatende paus was het ééns met Spanje; maar hij durfde Vrankrijk en den keizer niet voor het hoofd ftooten, dus Was hij niet weinig in verlegenheid. Eindelijk nam hij zijne tocvltigt tot eene dubbelzinnigheid: hij deed de bul opftellen in uitdrukkingen, tvaarvan hij de uitlegging aan zich behield, en waaruit niemant kon., opmaken of het eene nieuwe vergadering , of eene hervatting van de oude zoude zijn. Die kunsttrek had eene gelukkige uitwer. king: 't is waar, geen der partijen was volkomen te vrede ) maar zij zouden oneindig minder vernoegd zijn geweest, wanneer zij een uitlegging hadden kunnen maken van het geen de patis waarlijk meende.  Ï1ULSPS 1IIÜ TWEEDEN. lij 5e. Eindelijk, de paitiiën naaien de bat »an, en gaven hunne kerkelijken bevel om zich naar Trente te begeven. Doch lieten Spanje , de keizer , en Vrankrijk zich door den paus verfchalken, dc protestanten zagen de zaken door, en koningin Elizabeth , benevens de koning van Denemarken, die geen belang hadden om die fraaije vergadering aan te moedigen , ftookten hen heimelijk op geene uitnoodigingen tot het bijwonen der kerkelijke bijéénkomst aan te nemen. Argwanende , door die twee tnagten onderfleund, en ftout op hun veréénigd vermogen, gaven zij de uitnoodiging ongeopend te rug, verklarende reeds te weten wat die bevatte , en dat zij niets te maken hadden met den bisfehop van Rome, wiens gezag zij voor lang niet meer erkenden. De Deenfche vorst en Elizabeth gingen verder, en toonden opentlijk dat zij met de Trentfche kerkvaderen even zo weinig wilden te maken hebben, als de protestantfehc vorlten van Duitschland; want vernomen hebbende dat 'er Nuntiusfcn van den paus op weg Waren naar Denemarken en Engeland, deed Fa ko-  154 t e v e n van koning Fiedrik Commcndone , en Elizabeth Martinengo, vast houden op de reis , hen verbiedende om hunnen weg te vervorderen. Het bleek welhaast dat de protestanten niet bedrogen waren in hunnen argwaan. Bij de cerfte zitting der vergadering, fielden dc pauslijke legaten voor , en men ftemde daarin , dat zij alleen de punten waarover men zou handelen, zouden voorftellen. Dit was een Godlooze trek; want dus zorgden zij dat 'er niets ter baan kon komen, dat den hoogmoed van den paus kon kwetfen , en zij hadden het in hunne niagt, om de hervorming van tallooze misbruiken ter kerke ingeflopcn , buiten de oterweging der vergadering te houden. Dit ergerde de koningen geweldig , en zelfs nu ups was 'er gevoelig over; want nu was alles in de magt der legaten , cn die van hunnen aanhang, cn zij 'konden toezien, daar zij evenwel vorften , en oorzaken waren der bijéénkomst. Hieruit ontfiond misnoegen en verwarring. De tcgenftribbeling der vorftcn beangftigde Fius , die zich verbeeldde dat men voorhad om «ijn gezag te  FillLIÏS DEN TWEEDEN. Ï-S te befnoeijen; de vorlten daar tegen ver» beeldden zich dat de paus zijn gezag zocht te vermeerderen. Men klaagde over en weder over elkander. De vorlten bemerkten weldra dat des pausfen invloed onmogelijk was te bedwingen; zij wierden ver? drictig, en de paus, die niets zocht dan ben dc zaak moede maken, toen hij waande dat men minder de uitroeijing der ketters dan het verkorten van zijn gezag op het oog had , drong zijne legaten om, zó« dra mogelijk, dc vergadering af te breken. Het laatlte befluit dat zij deden doorgaan, was eene bepaling van onderwerping aan den itoel van den heiligen Petrus. De paus was onbefchrijflijk verheugd , toen hij de vergadering zag opbreken. Hij bekrachtigde de befluiten der bijéénkomst, welke meest ongunftig waren voor de protestanten ; weshalve Pius zijn bul van bekrachtiging alleen aan de Roomfche vorften zond ,' en niet aan de Duitfchen , wél wetende dat zij voor de bul van bekrachtiging niet meer achting zouden hebben , dan voor de uitnoodiging ter bijéénkomst. De paus had reden om verbeurd te zi n-: l? j de  I3f LEVIN VAN de oude Godsdienst was nn vastgcfteld , en 't pauslijk gezag had niets geleden. De koningin - moeder van Vrankrijk , ea de keizer waren niet zo wel te vrede. De «erfte verwierp opentlijk de genomen beIluiten der vergadering. Dit was uiterst r.aar den fmaak der Franfche protestanten. De keizer verborg zijn misnoegen, en de Kuntiusfcn waren gelukkig genoeg, om de meeste Roomfche vorflen de bul van bekrachtiging fmakelijk te maken. Koning jp n i l i p s , altijd verknocht aan Rome , ondanks zijn misnoegen over eenige zaken in de vergadering voorgevallen , verklaarde opentlijk het gezag der vergadering t« zullen verdedigen. Denkelijk onderfteunele de verklaring van dien magtigen monarch , de listen en werkfaamheid der Kuntiusfen. Men kan, uit de verklaring van philips ter dezer gelegenheid , 's konings dwepende geaartheid , en de gevolgen zijner opvoeding, die zijn geitel in de hand werkten, opmaken. Geen opperheer was naijveriger wegens zijn gezag, geen vorst meer hardnekkig in het voorftaan zijner ingc-  philips den tweeden. i»? geboeide of wezentlijke rechten , die inderdaad door de kerkvergadering voor een gedeelte waren verkort , niemant kon 'er meer over klagen dan hij deed ; gebelgd wegens de fchielijke ontbinding der vergadering , waarover hij niet ééns was geraadpleegd, het verzoek van zijn' gezant om zijn meester kennis van zaken te geven , afgeflagen, en andere beleedigingen , niets van dit alles wederhield dien vorst om de kerk bij te ftaan. Het geen meest verbazend moet voorkomen, is dat die monarch eene beleediging van den paus ontfing, die noch alles overtrof: 'er ontftond gefclül te Rome , over den voorrang der Spaanfche en Franfche gezanten bij den heiligen ftoel, en de paus befloot opendijk het gefchil ten voordeele des laatften te beflisfen. De koning verzwolg ook noch deze beleediging. Zou men niet rechtmatig kunnen befluiten dat philips , het kostte ook wat het wilde, befloten had een' flaaf van Rome te zijn, en dat alleen om dat de belangen en neigingen der pausfen met de zijnen ftrookten, omtrent de uitdclging der zogenaamde ketters ? 1"4 T«"  LEVEN VAN Terwijl de koning zich dusdanig door Rome liet vernederen, en alles in zijne Nederlanden gereed ftond tegen hem uit te barften, en hij alleen bedacht was om de ketters te verdelgen in zijne ftaten, wierd zijn aandacht onverhoeds naar eenen anderen kant getrokken. Soliman , van zijne huislijke zwarigheden ontlast , was niet weinig ongerust , na de verovering van Pennon de Velez, wegens philips. Dragut en de Barbaren voedden die ongerustheid , cn hoopten, met zijn' bijftand, die fterkte , van zo veel aanbelang voor hen , te herwinnen. Zij kwamen hem opentlijk om hulp fmeeken , en vleiden hem met den prachtigen tijtel van befchcrjnen van het Mohamedaansch geloof. Zijne eigene onderdanen fmeekten hem om wraak te nemen op Maltha, waarvan de ridders vele hunner fchepen gedurig wegnamen , «n de Spanjaarden in alle ondernemingen tegen de gelovigen bijfprongen. Dc fultan was uit den aart ontdoken tegen Maltha en Spanje, dus bewilligde hij Ita de aanzoeking. Maar hij was onzeker of hij »erst Spanje , of eerst Maltha moest aan-  PHILIPS BEN TWBSWEN. 129 aantasten. De vcrftandigftcn raadden licm zich naar Spanje te wenden; hem voordellende dat Maltha meer moeite zou kosten Om te vermeesteren dan Rhodes , omdat Maltha digter aan Italiën en Spanje gelegen was, en dus meer en fpocdiger hulp kon ontfangen , dan Rhodes; men zou den tijd verlpillen , met een' onzekeren uit» flag», en de kosten zouden onnoemlijk zijn* TVIen raadde hem Siciliën aan te vallen. Maar Soliman, trots wegens zijn geluk in Azicn , en op de verovering van Rhodes, beval Maltha aan te tasten. Hij rustte alles toe wat vaarbaar was, deed alle zijne benden naar de havens van Morea trekken, om zich daar in te fchepen, en verzocht alle de Barbaarfche prinsfen om zich, met alle mogelijke magt, bij zijn vloot te vervoegen voor Maltha. Piali kreeg het bevël der zeemagt, en Muftapha , een beproefd basfa, een dapper, en kundig krijgsman, wierd verklaard voor opperhoofd der landmagt. De tijding dezer toerusting, en het oog* merk daarvan, was welhaast te Maltin bekend. De grootmeester Valettc, een dap» F 5 »er  t3* leven ïa:* per en bekwaam man, drong de Christen mogendheden om hem bij te ftaan. Allen waren zij gered; maar niemant meer daarin lip s. Twintig duizend mannen wiertien te Mesfina ingefchecpt, en aan den enderkoning, Don Garcias dc Toledo , bevel gezonden om een wakend oog te houden op het eiland Maltha. De grootmeester was zo werkfaam, alsöf hij geen' ontlerfland had te wachten, en maakte ontzaglijke toebereidfels om zich te verdedigen. Welhaast verfchenen de Turken, de belegering nam een' aanvang , en Maltha was, ondanks eene voorbeeldelooze flandvastigheid en dapperheid, op het punt gebragt van te bezwijken, toen Toledo het jelnkkig kwam ontzetten , en de Turken, met groot verlies, en onëere, dwong zich weder in te fchepen en te vertrekken. De koning verkreeg , als verlosfcr der dapperfte ridders van de Christenheid, geen' kleinen roem in Europa; daar hij evenwel , om dien roem alleen te verwerven , niet toefchoot, dan toen Maltha op het uiterst was van verloren te gaan; zoekende, door é!e vreugd die eene onverwachte verlosfing te  PII[L,IPS DEN TWEEDEN. I.gil te weeg bragt , grooter roep dan zijn hulp anders zoude gemaakt heb cn. Thans moeten wij ons tot de Nederlanden teeren. De koning, nu ontflagen van vrees voor | een' inval der Turken, was nu alleen bedacht om den voortgang der ketterijen te fluiten , door de ketters in zijne ftaten allerbloedigst te vervolgen, en het Trentiche kerkbefluit overal te doen eerbiedigen. Ia alle zijne ftaten ging die onderneming zonder veel tegenflands volmaakt wél haar* gang, uitgezonderd in zijne Nederlanden. Bij zijn vertrek waren de zaden van onvergenoegdheid in den grond geltrooid, na zijn vertrek bevorderde Granvelle de groeizaamheid , thans was de tijd daar dat zij begonnen te rijpen. Alles was daar in rep en roer, alles klaagde; doch geen menfehen fchreeuwden fterker, dan de abten , die zich verkort achtten , door het oprechten van nieuwe bisdommen. Zij riepen éénparig , dat 'er, zonder toeilemming der ftaten geene veranderingen konden of mogten ge3-aaM worden in ie kerk; dat dierhalve de nieuF ö we  LEVEN VAN we oprichting een openbare fchending was der grondwetten, en te minder te dulden , nadcmaal zij, abten , inboorlingen waren , die belang hadden bij den bloei des lands, en dat echter die nieuwe bisdommen, ter hunner fchade , zouden bekleed worden, en wierden door vreemdelingen , die afhingen van Rome en Spanje. De landvoogdes voelde al de bondigheid dezer redenen ; maar zij had Granvelle op den hals, en deze was meer gelegen aan dc bevelen des konings, dan aan de klagtcn der abten, en bet volk. De hertogin ging voort met het vestigen der nieuwe bisdommen, en Granvelle herinnerde haar tevens ten nadruklijkfte 's konings plakatcn tegen de ketters. Dezen wierden ook uitgevoerd , .met de onbarmhartigfte ftrengheid, tegen alles wat adem fchepte, zonder jaren , kunne , of ge(lachten in ecsige bedenking , of aanmerking te nemen; bij fommige en zelfs bij maar al te veel gelegenheden , doeg men zo weinig acht op de rechten der natuur en die der menfchelijkheid , als op dc rechten des .lands. Uit  PHILIPS DEN'TWEEDEN. 133 Uit eigen aart was de hertogin vatt Panna niet genegen tot deze afgrijsfelijke handelwijze; maar zij was aan haar' last gebonden , en bezat te weinig moeds om Granvelle , den vrind des konings , het hoofd te bieden. Deze zonderlinge man was van bisfehop van Arras, bisfehop van Mcchelen, en kortelings kardinaal geworden; dit zette zijn' natuurlijken hoogmoed en dweperij geweldig aan; en daar. de laatlte volmaakt ftrooktc met zijn belang om zich bij den koning langs hoe meer aangenaam te maken, ftuitte hij nergens voor, en hield nergens mate in. Zijne eigendunkelijke trotsheid, cn zijne koele wreedheid mishaagde de goede hertogin niet weinig; maar zij was goed genoeg om, ter liefde van haar' natuurlijken broeder, alles in te fchikken, en zich te bedwingen. Het bleef niet bij de vervolging: Granvelle wilde den adel doen voelen dat hij boven de edelen des lands verheven was, zo door het vertrouwen van den opperheer, als door het purper waartoe hij verheven was. Wanneer hij iets in den raad bragt, was het niet in den ; F 7 fmaak.  134 tEVEN VAi? fmaak van iets dat voorftellig, maar dat kennisgevend was. Hij behandelde afzonderlijk de landvoogdes even zo: dit is mijn beflnit, was zijn taal, en vroeg nooit hare mening. Het kon onmogelijk misfen of zodanige handelwijze moest de edelen des lands, leden van den raad , fluiten. Deze hecrea hadden niet alle de neigingen der hertoginne om zo maar blind een' vreemdeling, uit het ftof boven hen, tegen de grondwetten, verheven, te gehoorzamen, als waren zij nietsbeduidendc wezens in den raad. OnJer de voornaamfle edeliieden die in den raad plaats hadden, en die meest recht hadden om zich door dezen man niet eigendunkelijk te laten handelen , en het land door hem te zien. in den grond helpen, daar zij oneindig meer te verliezen hadden dan deze vreemdeling, waren Willem van Nasfau, prins van Oranje, Lamoraal van Egmond, prins van Gavere, en de graaf van Hoornc de magtigften en aanzicnlijkiren. Hun geboorte, hun rang, het vertrouwen dat de- overleden keizer ia hen had festid, hunne »- - fH . be-  PHILIPS DEN TWEEDEN. ISS. bezittingen , hun invloed op het volk, verheften hen boven den kardinaal, er* gaf hen recht om te cifchcn dat hij hen niet fmadelijk handelde. Zij deden vertogen , cn eischten bij de raadflagen der hertoginnc tegenwoordig te zijn. Men kon, na zulk eenen nadruklijkeit eisch, niet vast Hellen, dat deze heerert ooit zouden treden in de landverdervende maatregelen van den kardinaal. In tegendeel , om hem te dwarsboomen , moedig? den zij in de plaatfen daar zij het gezag in handen hadden , de protestanten onder de hand aan. Hierdoor wonnen dezen veld; en Granvelle, dol van fpijt dat hij zo kwalijk Haagde in de uitdel. ging der ketters, voer opentlijk uit tegen de fiapheid der magiftraten. .Aan de andere zijde, vatten de gemelde Ncdcrlandfche heeren de partij op voor de magiftraten , en wierpen Houtelijk dc fchuld van alles op den kardinaal. Zij gingen verder , zij verweten hem, in het bijzijn der hertoginne , dat hij, door maatregelen te volgen waaraan dit volk ongewoon was: het land in verwarring bragt, en de Iandvoog-  T-3* LEVEN VAN voogdes hatelijk maakte. Deze goede vorftin, gedrukt door het misnoegen van 't volk, dc klagten des voornaamften adels de drangbcvelen van den koning, liet gezag van Granvelle, en de vrees voor gevaarlijke gevolgen, kon niets doen dan cic klagers zagte woorden geven. Maar deze waren geen luiden die met fraaije woorden te blinddoeken waren. Dc hertogin wierd deerlijk verlegen toen Willem opentli;k voorfloeg, dat zij, óm de kwalen te genezen die het land drukten , dc ftaten ' moest bijeen roepen , dewijl zij wist dat dit Granvelle geweldig zou fluiten. Zij -nam, in hare verlegenheid, tocvlugt tot den koning, en verzocht verlof orn de (laten te doen bijeen komen; de Godlooze kardinaal, wetende dat alsdan zijn gezag een fchok zou krijgen , en clen trotfen koning kennende, ham toevlugt tot een middel dat hem bij den vorst des te aangenamer zou maken. Hij fchrcef heimelijk naar Madrid , dat niets rioodclijlier voor 's konings gezag kon ziïi , dan een vergadering der ftaten; dewijl daar niets uit te wachten flocd , dan een* 'l' w in-  PHILIPS DSX T'.VüS'JiS, llfr indrang des volks op de rechten van dan.,, vorst, te meer daar alles misnoegd en ia verwarring was; de abten, onvergenoegd wegens de vermindering hunner inkomften, Honden daarbij tegenwoordig te zijn ; de adel en de afgevaardigden der Heden zouden , opgeftookt door den prins van Oranje , en verdere misnoegden, worden overgehaald om den koning in zijn' wil perken te ftellen. Zulk eene taal kwam volmaakt overéén met de hooghartige neigingen des dwependen monarchs. Hij antwoordde de hertogin niets op haar dringend voorflel: maar zond haar nieuwe en ftrenger bevelen. De prins van Oranje en dc edelen zagen toen klaarlijk, dat het 'er verre van af was dat de koning de ftaten zou doen vergaderen , en dat men niets te hoopen had ter vcrzagting van de rampen der zogenaamde ketters. Men begon toen heviger dan ooit te vervolgen; maar dit verergerde het kwaad. Het mededoogen is eene onaffcheidelijke eigenfchap der menfehen over het algemeen genomen. Het fchuldcloos vermoor. den  138 LEVEN VAN den van onbefproken , en weldoende meafchen, deed een' afgrijslijkcn haat geboren worden tegen de regeering. De magidraten begonnen onoverkomelijke zwarigheden te ontmoeten in het ter uitvoer brengen der bloedige bevelen van het hof. Het volk bemerkte dit, en de protestanten namen toe. Ee kardinaal fehrecf alles ten ergfie over naar Madrid, en boezemde den koning in, dat de onverwachte voortgang der ketterijen in zijne Nederlanden, alleen toe te fchrijvcn was aan de flapheid der beftierders van zijné landfchappen. Die kunstgreep om de beftierders te bekladden, lekte, ongelukkig voor den kardinaal , toevallig uit. Deze hceren , nu meer dan ooit ontdoken tegen den lasteraar, befloten hem de uitwerkfels van hunne gebelgdheid ten nadrukkclijkde te doen voelen. Men kan niet ontkennen dat hun fpijt en wraak gegrond waren. Willem, Egmond en Hoorne fchreven een' vrijen brief aan den koning, om zich van den laster des kardinaals te zuiveren, cn hem af te fchiMeren als de bron van alle de onécnigbe» c'cn  t IIIXIPtS DEN TWEEDEN. 1 3 y den die het land fchokten. Zij fmeekten den vorst een' man te verwijderen, die zo onftuimig, bloeddorftig, hovaardig en lasterziek betoonde te zijn; en verzekerden dat zij dit, in goeden gemoede , den koning aanraadden, als het beste middel voor zijnen dienst, en voor het heil der kerke, die zij oprechter waren toegedaan, dan de onmenschlijkc Granvelle. Eenige maanden verliepen, eer dc heeren een antwoord ontfingen. Zij kregen het eindelijk, in de zagtfle bewoordingen; maar de koning verklaarde, zonder bewimpeling, dat hem niet eigen was zijne dienaren , zonder wigtige bewijzen van hunne misdaden, hunne ampten te ontnemen, en uit zijnen dienst te jagen; dat het niet meer dan billijk was, dat men wezentlijke en bewezen bcfchuldigingen, en wangedragcn moest aan den dag brengen; en indien zij niet goedvonden om dit in gefchriften te doen, één hunner naar Madrid kon komen, om hem de bezwaren mondeling voor te dellen: hij zou hem, met alle teekenen van achting, on:fangcn, en trachten genoegen te geven. De  ÏJ)0 LEVEN VAN De drie herten waren door dien brief „ hoe zagt opgefteld, niet weinig geërgerd. Zij fchreven een' tweeden , cn noch veel nadrukkelijker brief, die hier op uitkwam : dat het hen fmarte dat men hunnen goeden raad in den wind floeg; dat zij het beneden zich achtten om voor bcfchnldigcrs des kardinaals uit te komen, daar het gantfche land van zijn wangedrag fprak , cn dat zij hem zo veel niet achtten, om zijnenthalve eene reizc naar Madrid te ondernemen; dat zij den koning met hadden opgedrongen den kardinaal te befchadigen , veel min te verjagen ; dat zij wenschten dat de vorst hem buiren dc Neder? landen in den hoogflen rang plaatfle , en hem allen zegen gunden; maar dat zij hem in dit land voor een' gevaarlijk werktuig voor den dienst des konings hielden; hun hoop was veder dat de koning hen gur.ftig zoude gelieven te vcrfchoonen van met een' man in den raad te zitten, wiens handelwijze hen ergerde , en dcor wiens omgang zij hunne waardigheid , als eerlijke dienaars des konings , zouden verkorten. Op dezen brief . kwam  philips den tweeden. i |i kwam geen ander antwoord, d-tn dat de koning hun gezegde in overweging zou nemen, en hen ernftig verzocht in den raad hunne plaatfen te behouden. Willem was te fchrander om niet te zien , dat de koning geen voornemen had om hen genoegen te geven, en hij deed dit de anderen ras begrijpen ; evenwel, om geen reden van ongenoegen te ge. ven, verfchenen zij weder in den raad; maar de verachting waarmede zij den kardinaal, die de koelheid van Willem niet bezat, behandelden , en de f.naad die zij hem overal lieten aandoen, maak» te dien troifon kerklijken afkeerig van een langer verblijf. Hij drong den koning om hem te ontflaan, én vertrok. De landvoogdes cn de adel zagen hem met büjdfchap vertrekken; maar het bleek welhaast dat zij door zijn vertrek meerder hadden verloren , dan gewonnen. Tent, zelfden tijde dat de kardinaal zi,n entflag bekwam, deed philips zijn aanzien overgaan op Bairlamont en Viglius, twee ijverige aanhangers van Rome , en gevaarlijker menfehen dan de kardinaal, omdat zij  I Al tEVENVAN zij zichzelven meerder bezaten. Dus hadden zij twee tegenftrevers en één' ftookê» brand aan het hof van Spanje gekregen, in plaats van één' trotfen ftaatsdienaar. Intusfchen waren de Trentfche befluiten in het licht gekomen. De koning, befloten hebbende de gehoorzaamheid aan die befluiten, het kostte wat het wilde, zijne ftaten op te dringen, zond, in het hevigst der verwarringen, zijn bevel ter afkondiging naar de Nederlanden. Dit was vol* maakt olij in de vlammen geworpen. De landvoogdes bragt dat bevel in den raad; de prins van Oranje hield ftaande : dat hare hoogheid de Nederlanders onmogelijk kon' vergen die befluiten aan te nemen, dewijl dezelven meest ftreden met de grondwet» ten des lands. Verfcheidene beeren be« weerden het zelfde, wanneer Viglius ten flerkfte beweerde : dat het belang dep kerk, en de pligt jegens den koning vorderden , dat men die befluiten aanzag als de beste middelen om dc kwalen van Nederland te fluiten. Deze rede , volmaakt ftrookende met den last der hertogin, tnaakte een diepen indruk op haar hart. i Zij  ?tHLIPS DEN TWEEDEN. 143 Zij beval onmidlijk de afkondiging der kerkbefluiten. Het getal der protestanten was onder» tusfehen geweldig toegenomen , door dc Franfche vlugtelingen, die de burgerlijke beroerte van hun vaderland waren ontwe» ken in de Nederlanden, en door den toe'loop der Dukfchers, die, om den koop» handel , hun geluk kwamen zoeken. De regeeringen der Heden waren flaamv geneigd hunne fteden te ontvolken, en op eenige plaatfen luisterden niemant naar de afkondiging, en in andere rukten men de offers uit de magt der vervolgers. Dus* danig waren de gevolgen dezer afkondiging ; 't welk de landvoogdes in eene doodelijke verlegenheid bragt. Zij befloot Egmond naar Spanje te zenden , en vleide den graaf met de vooruitzigten dat die reis, zo hij zich van de omftandighedën Van het hof wél wist te bedienen, hem in 't vervolg groot zou doen zijn bij den koning. De graaf, een eerzuchtig man, en die het ongeluk had van gaarne ge» vleid te willen wezen, nam onmidlijk de reis aan. ? O;  1,14 I. EVEN VAN De koning oiuftr.g den graaf met groote achting, befchonk hem met eene aanzienlijke fom gelds, en beloofde hem zijne dochters te zullen uithuwelijken , naar de ^aardigheid van zulk een' vader; verder drukte hij zich ingewikkeld uit over de verandering die hij voor had in zijne maatregelen te nemen, cn betuigde zo veel liefde yoor de Nederlanders te hebben, dat de graaf die een oprecht Nederlandsch hart in den boezem had, niet twijfelde of dc koning zou voorzeker van maatregels veranderen. Hij kwam dus uiterst voldaan in de Nederlanden te rug, en prees den koring hemelhoog, wegens zijn goedheid cn de liefde tot zijn volk. Willem van Oranje was zo gcmaklijk niet te bedriegen; deze kende de Spanjaarden, cn zeide tegen -ijnc vrinden, dat Egmond zich door de Spaanfche listigheid had laten blinddoeken ; cn dat de koning hem , door het flrelcn yan bijzondere huislijke belangen , had afgeleid van zich te verzekeren van het wélzijn der algemeene zaak. . Die zo verre niet zagen, waren beter te vrede, en de landvoogdes zelve was zo vol.  PHILIPS DEN TWEEDE ft. 1 4 " Voldaan, dat zij terftond in den raad voor(loeg, een getal brave Gods- en rechtsgeleerden te Brusfel famcn te roepen, om te beramen, hoedanig men bést de eere der ke.-k zou kunnen bewaren. Dit ging door; en de wakkere mannen die ter beraming van de beste middelen tot het gemelde oogmerk waren verkoren, befloten dit 'er in alle landfchappen fchoolen zouden worden opgerecht, om de jeugd in den Röomfchen Godsdienst verftandig te onderwijzen; dat men bijzonder , tot weering van alle ergernislcn , zou acht flaan op dc zeden der kerkdijken ; en dat men voortaan zagte ftranën tegen de ketters zou gebruiken, in plaats van ge» weldige kastijdingen , die men gezien had vruchteloos, en zelfs tot nadeel der kerke , te zijn geweest. De goede landvoogdes was buitengewoon in haar' fchik met die raadgevingen , en oordeelde den koning die te moeten mcdedeelen. Zij fchreef hem met den ijver van iemant die zich verzekerd houd van een goede tijding te zullen melden ; maar hoe verbaasd ftond zij, toeft G zij  3 4* LEVEN VAN zij een gemelijk antwoord omilng, waarin zij bekeven wierd , wegens die bijéénkomst van geleerden, en het toeftaan van zagtc middelen tegen dc ketters ; cn waarbij liaar belast wierd , de ketterij tot den wortel uit te roeijen , met de uiterfte gcilrenghcid; en verder dat dc flapheid der regeering het hatelijk ketterrot, in welks vernieling hij alleen eerc en zijn belang ftelde , aanmoedigde ; wordende haar bevolen om ieder amptenaar die zich hier omtrent flaauw gedroeg, terftond af te zetten ! De hertogin was altijd bedacht geweest om den koning te believen : nooit zou zij dus aan die bijéénkomst gedacht hebben, ware het niet op dc ftclligê verzekering van Egmond geweest , van 's konings befloten gematigdheid. MidlerWijl ziet men in het antwoord van dc!> koning aan de landvoogdes, den géést van Granvelle, cn het zelfde verwijt van dien gecftelijken tiran , wegens de flapheid der regeering. Zodra de hertogin haar' misflag befpeurde , beval zij alle de bloedplakaten terftond, met meerder ijver dan voorheen , ter uitvoer je brengejj. Deze  PlIILIPS DEN TWEEDEN, 14? Deze afkondiging , die niemant had Verwacht, trof dus tc dieper, en bragt verontwaardiging en verbaasdheid te weeg. Men had zich gevleid met het bericht ■des graven van Egmond ; zich dus te leur tc zien gefield , floeg in alle harten eene gevoelige wonde. De adel laakte den graaf niet; maar beklaagde hem, als een flagtöffer zijner Nederlandfche oprechtheid; alles verfoeide imusfehen de vuige dubbelhartigheid, en kunstnarij des konings, en die van zijn hof. Egmond zelfwas een te gevoelig en te groothartig man, om niet dodelijk getroffen te zijn door telk een' lagen trek, waardoor men hem had kunnen aanzien als een man , bekwaam liet vaderland op të offeren aan zijna bijzondere belangen. De prins had, gelijk wij hebben ge* eien , de zaak, bij Egnionds aankomst reeds, in den grond begrepen; hij kenda den koning te wel, om te geloven dat die vorst zo cénsflags van maatregelen zou veranderen; doch hij had zich deswegens alleen tegen vertrouwde vrinden geuit-, doch nu die vernieuwing van de bevelen G s ter  l4!} LEVEN VAN ter vervolging voor den dag kwamen, fprak hij nadruklijk- Hij verklaarde ronduit dat het niet mogelijk was hieraan heden te gehoorzamen , en dat hij , zo hij het moest doen, verzocht dat men bekwamer man in zijne aropten zette, waarvan hij ontflag verzocht; want dat geen dienaar van den koning dit kon ter uitvoer brengen, zonder een' ijslijken burgeroorlog te wagen, die niet kon eindigen dan met volflagen bederf van 't land. Dit alles deed hij echter in den fmaak van beklag; Egmond cn Hoornc, die beftendig zijne zijde hielden, gaven insgelijks hunne misnoegdheid niet te kennen, dan in den fmaak van beklagclijk vertoog. Zij oordeelden den koning niet tc moeten vergrammen. Hun gantsch gedrag was lïaatkundig. Het misnoegen van de meeste andere edelen was niet zo fijn bedwongen, cn hun gedrag dus alles minder dan gematigd, of naauwgezet, gevolglijk was het niet vrij van onvoorzigtigheid. Zij liepen ijver* met hoopen te famen , en verbonden, zich eindelijk onderling om elkander  PII!!lr-S DEN TWEEDEN. 1 4.» êcr bij te daan in het weeren der Inquit ötie. De man die de eerde hevigheid der verbondelingen wist te leenigen, en de driften een' geregelden loop te doen nemen, was de beroemde Philips van I\larEix, hccre van St. Aldegonde, een edelman van het eerde aanzien, behendig, fchrander, en, naast den prins van Oranje , de d.iatkundigde geest; een man dis uiterst veel heeft toegebragt tot die gelukkige omwenteling, door welke deze ge» westen van het Spaanfche juk zijn ontheven. Door hem wierd het vermaards Compromis, genoeg in de gefchiedenisfen der Nederlanden bekend , ontworpen. Daarin verbinden de edelen zich om met veréénde magt de Godlooze Inquifitie te weeren, en eerlooze raadflagen van lieden die den koning, hunnen heer, misleidden , tegen te gaan. Dit is het hoofdzakelijke ; en daar dit geféhiedde onder de benaming van den koning te dienen, had deze trek eene ongemcene bevalligheid : Roomsch en Onroomsch onderfchrecf dit verbond. Ten zelfden tijde droeg men. zorg om alom boeken te verfpreiG a den,.  J 50 LEVEN VAN den, waarin voor de vrijheid van gebeten wierd gepleit, en waarin de Inquïfitie allerhatelijkst wierd afgefchilderd. Het kon niet misten of de landvoog» des moest door zo veel opemlijk misnoegen, en famenvoeging van veele edelen, ontrust worden. Zij erkende toen de wijsheid van Willem van Oranje, cn beklaagde zich dat zij bijna zonder magt was; want de vreemde benden, waren , na bet voorgevallene op Gcrba, uit de Nederlanden te rug geroepen. De prins, Egmond en Hoorne hadden zich, na het afkondigen der nieuwe vervolging , den raad onttrokken; de hertogin bad hen om weder te kecren, en- haar niet in verlegenheid te laten. Zij voldeden haar terftond.' De prins fchetfte de hatelijkheid cn kwade gevolgen van geloofs • dwang levendig af, en beriep zich op de ondervinding der landvoogdes zelve. Zij wasdoor zijn tafreel getroffen; maar zag niet dan twee wegen tot uitkomst over , dat was de wapenen aan te grijpen , om wanorder te weren , of de misnoegden te vieren. Tot bet eerfte neigde zij meer dan  PHILIPS DEN TWEEDEN. 151 dan tot het laatfte, om den koning te believen; zij floeg Egmond voor cm het bevel te voeren over eenige benden, die zij wilde werven ; doch de graaf verfchoonde zich heuslijk , onder voorgeven, dat men die bende ten diende der Iuquifitie zou kunnen doen (trekken. De hertogin moest toen den anderen weg inflaan, en wilde een pooging doen om het algemeene misnoegen te verzagten, door het matigen der bloedplakaten. Doch eer zij dit kon bewerkltelligen-, Waren de verbondelingen zodanig toegenomen, dat zij zich fterk genoeg oordcel' ideu om iets te ondernemen. Zij kwamen alle te Brusfel, en zonden de hertogin een gezantfehap om gehoor. De hertogin wierd beangdigd , en de raatl was verdeeld. Evenwel wierd men het edns dat het onvoorzigtig zou zijn , in deze omdandigheden het misnoegen te verdubbelen. Men befloot hen te hooren; maar daar waren 'er vierhonderd te paard in Brusfel gekomen, en aan hun hoofd bevonden zich de bekende Bredcrode , Montigny , Calemberg , bodewijk G 4, van  j j . tll'ES V.U vim Nasfau , broeder van prins Willem, en meer aanzienlijke edelen. Zij trokken twee aan twee , uit het huis van Calemberg, ten hove. Daar betuigden zij hun-. jic verkleefdheid aan den koning, en Ieverden het overal bekende fmeekfchrift ia. De landvoogdes antwoordde in weinig voldoende woorden, fchoon die veel gematigdheid wat haar betrof te kennen gaven. Zij drongen toen cn.ftiger op een bellisfend antwoord. Eindelijk gelukte- het de jaertoginne hen eenigzins bevredigd te verzenden. Uiterst gedrongen door 't gevaar , en de bevelen van den koning , befloot zij den Markgraaf van Bergen en den vrijheer van Montigny, met het fmeekfchrift naar Spanje af te vaardigen. Deze goede edellieden namen den togt blijmoedig aan; doch philips bcfchouw.de hen ongelukkig niet als afgezondenen van de landvoogdes, maar als zendelingen van een' oproerigen hoop. Hun gezantfehap liep dus jammerlijk af. Het voornemen der hertoginne van gematigder te gaan met de vervolging , deed ter,-  PHILIPS DEN TWEEDEN. 133 terwijl de gemelde heëren op reis naar Rluirid waren, ongelukkig een gerucht outftaan dal de landvoogdes de vrije Godidienstöefening had vergund. De menfehen, altijd genegen te geloven het geen zij wen» fdien waarheid te zijn, wenschten el\ander hiermede opentlijk geluk. Het gemeen zocht in die gewaande vergunning een' fchrik van de hertogin, en, ftouc geworden door dat denkbeeld, drong het de leeraren om opentlijk te prediken; men wantrouwde de Roomfchen, du5 kwam de gemeente gewapend onder het gehoor. Men durfde zich tegen de menigte niet verzetten, en het graanw, overal gevaarlijk als het de klem der regeering in- zijn geweld waant te zijn, ftoeg over tot baldadigheid tegen de Roomfchen. Het viel op de kerken aan, verbrijzelde de beelden; en de roofzuchc zich bij de baldadigheid voegende, vergrootte den hoop verbazend : men begon de heiligdommen te plunderen . en do dieven verdeelden onbefchaamd den buit. De beklagenswaardige hertogin achtte zich te Brusfel niet meer zeker, en beG 5 ö-001  !S4 ttViVt van floot naar Bergen in Henegouwen te vlugten ; maar de prins van Oranje, cn Egmond drongen haar te blijven, haar voor kaar perfoon inftaande, biedende haar hunleven en bezittingen aan. Inderdaad de prms, die burggraaf van Antwerpen was f en Egmond, die in Vlaanderen gebood, dempten, als brave mannen, het oproer, itralTende eenige belhamels geftrengelijk. Hoome deed insgelijks in Doornik. Hun handelwijze bekoorde de hertogin , en moest den koning ook behaagd hebben; maar hun weigering om over het vreemde krijgsvolk te gebieden, hunne brieven, en da verdrijving van Granvelle, die dat misnoegen in den geest Van philips levendig hield, had hen hatelijk gemaakt bij dien vorst, die nooit iemant kwijt ('chold waarvan hij blijken had , dat hij zich niet blindlings aan hem gezind was te onderwerpen. Toen het beroven der kerken tot de •oren des konings kwam, verloor hij alle gematigdheid: hij zwoer de duurfte wraak over deze heïligfchcnnis te nemen: en zond geld en bevelen- naar Brusfel., om volk  PHILIPS DSM TWEE DUN. 155 volk te werven. De landvoogdes haastte zich om aan dit bevel te voldoen. Zij ivorf dadcli.k vijf regimenten voetvolk, en eene bende ruiterij, gevende daarover liet bevel aan lieden ten ëenemale aan haar verknocht. De prins en Egmond ontraadden haar geweld te plegen, als een middel om grooter onheilen te vcroorza* ken. Ondertusfchcn had de looze Willem vrinden in Spanje, die hem allesoverbriefden, en door dezen onderricht van 's konings ware oogmerken met die geworven benden, en dat 'er uit Spanje een groote magt flond te komen, twijfelde hij niet of het zou hem gelden, wanneer hij het onweér niet ontweek. Hij verzocht dus zijn ontflng aan de hertogin; deze weigerde het hem; toen verzocht hij het zelfde aan den koning, die hem het zelve mede weigerde , met verzekering van hoogachting en vertrouwen. Maar Willem, van de geheimfle oogmerken des konings onderricht, wist wel dar. die betuigingen Hechts woorden waren. Niet lang hierna oniftng hij bericht van de benoeming van Alva tot veldheer in G 0 de  j,5Ö LEVEN VAN de Nederlanden. Willem nam toen zija befluit. Hij drong met allen ernst Egmond aait om den ftorm te ontwijken; maar bij ftond als voor het hoofd geflagcn, toen hij den graaf hoorde verklaren , dat hij zich verpligt achtte den koning bij tc ftaan ; en dat als ieder Stadhouder zo deed, hij geloofde, dat men van geen venden van Spaanfche benden meer zou hooren; en dat, wanneer hij herdacht wat «ie koning hem te Madrid had gezegd, hij onmogelijk zich kon verbeelden , dat die vorst het land van vrijheden zou willen beroovcn. De prins wcdcrlcide hem alles, en bragt verfcheidene uren door, om hem van zijn dwaas vertrouwen te doen te rug komen; maar ziende dat alles vergeefs was , vertrok hij , zijn aanftaand ongelukkig lot beklagende. De prins week naar Dillenburg. Zodra de Nederlandfche heeren den groonen man misten waarop al hun vertrouwen was gevestigd, en verzekerd waren van de komst van Alva, aan bet hoofd van een leger, -bevlijtigden zij zich allen op het flerkst om baar  PÜILIP-S DFN JWSEDSS' I'S ? haar hof te maken bij de landvoogdes. Deze was nu gewapend, en alles haar van de hand vliegende, bragt zij het eerlang zo yerre dal, rm een vreeslijk bloedbad, alles in rust kwam, cn men bijna nergens jnccr van protestanten hoorde. Alles in dien ftaat ziende, kwam haar dc hertog van Alva voor den geest. Zij kende zijn wrevel en hoogmoed , cn wcnschte den koning de komst van den hertog uit het hoofd te brengen. Ten dien einde zond zij , met allen mogelijken fpoed, een' brief aan den vorst; waarin zij hem geluk wenschte met de volmaakte hcrftclling der rust in zijne Nederlanden, en hoopte dat nu het leger, dat zij niet noodig had, te rug zoude blijven. Maar de koning was geen man die zich zo licht liet afleiden van een vast gefield ontwerp. Hij lag dien brief ter zijde, en liet Alva den togt vervorderen; die welhaast kwam opdagen, en ras genoeg blijken gaf van wat aart zijne bevelen waren. Zijne eerfte flap was het gevangen nemen van Egmond en Hoorne, elders genoeg bcfchrcvcn. Zodanig een treurigs G z opa-  I 3 S LEVEN VAM 6pcning van tooneel voorfpclde eene bloedige omknooping. Men bedroog zich niet. De barbaarfche regeering van dezen man, de moord aan Egmond en Hoorne gepleegd, zijn harde afpersling van den tienden penning, de ijslijke bloedbaden doop hem aangericht, zijn te overbekend , om •hier breedvoerig te worden befchreven ; clit alles zullen wij in het leven van Willem den Eerden wat omflandiger verhalen. Wij zullen in het leven van philips noch verfcheidene malen van den ftrengen hertog moeten (preken. De deerniswaardige ftaat der Nederlanden , fchuldeloos op nieuw door hunnen vorst beroerd, is boven alle befchrijving; en 't geen alles noch verfchrikkelijker maakte , was het gerucht dat de koning zijn' eigen zoon, Don Carlos, had omgebragt. De beklagenswaardige Nederlanders, overgelaten aan de willekeurige behandeling van een' man die geen barmhartigheid kende, wanneer hij de gewaande beleejigde eer zijns konings moest tvreken, hadden de hertogin van Parata , op de aankomst van Alva , zien uit het land tr.-';ker. ,  philips den tweeden. 1;^. kïn; en , wat zij ook tegen dc protestanten ondernomen had, alles wat 'er onder hare regeering was voorgevallen , waren kleinigheden bij het geen hen nu overkwam. In 't midden dezer onderdrukkingen wierd dit ongelukkig volk de hoop Voor ecuwig benomen, op één enkele lotverzagting van den kant van een' monarch die koelzinuig zijn' zoon, volgens het gerucht, had opgeofferd. De meeste fchrijvers van dien tijd hebben deze treurige gefchiedenis te verfchillende geboekt, om 'er zeker over te be. flisfen. Wij moeten ons dus vergenoegen, met de omftandigheden des gevals te vergelijken met de caracters der hoofdperfonaadjen, en daaruit onzijdig beflisfen volgens onze overtuiging. Het blijkt uit alles Wat wij van Don Carlos geboekt vinden , dat hij oploopend en heftig van aars was. Zijn jeugdig leven was niet gcfchikt om gnnliige denkbeelden van hem te kunnen voeden. AI vroeg deed hij een ftaatzuchtig hart zien, en ontzag zich niet opentlijk te beweeren , dat zijn vader hem, even alj. keizer Karei aan pkilip» ge-  jco ieven vam gedaan bad , aandeel behoorde te geve'»' aan het bewind. Met dat alles fchijnt hij niet ontbloot geweest te zijn van een grootmoedig medelijden met de Nederlanders, wier heer hij gaarne zoude zijn geweest, om dat hun land het vaderland va», ziju' grootvader en naamgenoot was. Hij was hevig genoeg om dit niet te verbergen , en op het hooren dat Alva derwaarts ging , en aan liet hoofd van zaken gefield was, waarmede hij zich had gevleid, beklaagde hij zich niet alleen deswegens opentlijk; maar deed in perfoon een pooging om Alva te vermoorden. Hij fprak opentlijk van den markgraaf van Bergen en den vrijheer van Momigny , als mishandelde afgezanten , en fchold op de gunftelingen van zijn' vader. Het kon niet wel misfen of een trots , naijverig en wraakzuchtig caracter als dat van koning i? h i l i p s , moet zich aan zulk een jongeling ergeren, en hem wantrouwen. Hij kon duchten dat de prins éénmaal naar de Nederlanden kouvlugten , of naar cenig ander gedeelte zijner ftaten, en groote verwarring aanrichten ; maar 't geen den koning meest moes* vcs-  PHILIPS DEN TWEEDEN. I f> I vergrammen was de openbaare voorfpraak van den prins voor de Nederlandfche ketters. Hij kon hem eenigermate zeiven voor een' ketter houden, en dit zou niets vreemds zijn voor een' bijgelovig vorst. Maar 't geen alles verdorf, was, dat men den koning te kennen gaf dat de prins inderdaad toebereidfelen in 't heimlijk deed maken, om naar de Nederlanden te vlugten, zekerlijk om zich aan 't hoofd der misnoegden te ftellen. Men verbeelde zich Wat uitwerking zulk eene tijding , waar« van de geloof baarheid door waarfchijnlijkheid van omftandigheden reeds in het hart was gevestigd van den koning, op het argwanende hart van den vader moet gehad hebben. Bijgeloof deed dien vorst den prios voor een' aanhanger der ketters, en argwaan voor een' mededinger naar zijne ftaten aanzien; en. daar de gedurige bloedtooneelen der Inquifitie den vorst, uit. den aart koel, eene barbaarfche koelheid hadden bijgezet, zou het bcfluit van zijn* zoon op te offeren juist niet vreemd zijn geweest. Hoe dit zij, dc gefchiedfchrijV vers die men minst, reden heeft om te wan»  JÖ2 1. EVEN VAN wantrouwen, komen meest overdén in 3e' volgende omftandigheden van dit treurig geval, dat eenige fchrijvers in een gantsch tegenovergefteld licht plaatfen. De ko» ning had , op de gemelde tijding , den. prins doen in verzekering nemen. De op» loopende jongman was toen geen meester van zichzelven te bedwingen. Zijn vader kwam in dezen toefland bij hem, en overlaadde hem met bloedige verwijten , en. handelde hem als. ketter en verrader van flaat; de prins, dol van fprjt, braakte alles uit wat toorne een hoogmoedig hart. kan initortcn, cn wat de onvoorzigtigheid de tong kan doen ontflippen, en bad eindelijk dat zijn. vader hem zou doordeken. Hierna beving hem eene razernij , waarin hij zich op het vuur wierp, en , waren de wachten niet toegefchooten , hij zou ontwijfelbaar zichzelven hebben omgebragt. De vader vertrok koelzinnig, 't welk de dolheid des jongmans niet veaminderde. Hij wilde zich daarna dood hongeren, eh dan eens weder te barden ceten. Ver'fchcidene vorden en hovelingen fmeekte-n den koning voor den prins ; maar men heeft  TH.lL.irS UÜN 'iWtült.ï. 163 heeft gezien, dat de koning geen man wasvan vergiffenis, of om van befluit te veranderen. Hij beval de Inquifitie des prinfen vonnis op te maken, en deze kon hem. niet gunftig zijn. Men verwees hem ter dood , en maakte door vergif een einde van zijn leven, in den ouderdom van drie Jen twintig jaren. Wanneer men deze omftandigheden vergelijkt met de caracters van den koning en den prins, komt daarin niets onwaarschijnlijks voor. Doch wat 'er ook van ■de daad zij, *t is zeker dat de zaak voor ■waarheid in de Nederlanden wierd aangenomen , en dat de tijding daarvan een* vreeslijken indruk maakte op- de ongelukkige Nederlanders. Alles zou misfchien in de flavernij des konings zijn gebleven, had Alva zich ntt te vrede gehouden; maar de wraak op het voorname offer , den prins van Oranje , waarop men het voornamelijk had gemunt, en dat den ftrik ontdoken was , fprak te fterk in den koning cn in den landvoogd. Hem niet hebbende kunnen bedriegen cn vermoorden, befloot men hem te kwellen. Men  ««4 L & V E N V AH KTcn véikfitsrdc zijne goederen verbcui'd, daagde hem voor den rechterftoel van Air va , cn lichtte zijn' zoen van de hooge fchool te Leuven. De prins was geen man om dat koelzinnig te verdragen. Hem entbrak noch hooghartigheid, noch gevoel. Hij was ondernemend , bij uitnemendl.eid listig , ftoutmoedig en geduldig. Zijn geesi vermaakte zich meest in bet vormen van diepe aanflagen, en niemant kon die beter dan hij van verre vooraf bereiden, vermommen , cn de belemmeringen die on'voorzien de volvoering kwamen hinderen , uit den weg ruimen; niemant in de waereld verlïond ooit beter de onbegrijpelijke kunst van met aanflagen tegen hem gericht, voordcelen te doen , tegen dc fmecders 'dier aanflagen , door die behendig tegen hen tc doen kecren; niemant wist de men» ichen beter te winnen , cn naar zijne oogmerken te leiden ; niemant verflond zich beter dan hij de kunst om zaken op haar rechte tijdftip te verwarren , de ingewikkeldfie zaken te ontwinden, en verfehiUondc belangen te vcrdënigen. Bij alle die yoordcclca was hij , céns aan den ging gsl.fd-  PHILIPS 'DES TWEEDEN'. lS$ holpeii , onrustig , voorzigtig , en loos, zonder dwaze onderneemzucht, zonder vermetelheid, en onrechtvaardigheid; hij was minzaam , (prekende met levendigheid en bevalligheid , en ernftig en ftilztvijgcnl wau- het dienftig was. Zijn voorkomen was innemend, en zijn lichaam fterk , en, 't geen hem gevaarlijkst maakte , hij was wantrouwend , zonder dat hij h?t dee.1 zien, doorgrondende anderen, zonder dat 'er mogelijkheid was om hem tc doorgronden. Behalve dat, was hij beroemd, in de Nederlanden hoogst bemind, en in Duitschland hoog vermaagdfehapt. Zulk een man had men voorzigtig moeten ondericheiden van een' lichtgelovigen Egmond, van een' HoogOraten , Cuilenburg , Brederoode en anderen , en hem niet in de beroerte betrekken. De koning had {tem behoren tc kennen, en te begrijpen dat een man die zulke voordeden bezat, en bovendien aan het flaatkuncligtle hof van Europa was opgevoed , en daar reeds eene luisterrijke rol had gefpecld , een allergevaarlijkst perfonaadje was, veel te gevaarlijk om hem op het tooneel te lokken  rtJd leven vas ken in een land , dat alleen zulk een' man noodig had om de hoornen op te ftcken, tegen een' landvoogd dien het volk moest vervloeken in het hart; te meer daar Granvelle den koning waarfchouwde om den prins ongemoeid te laten in deze omfian. dighetlcn, fehoon de kardinaal hem haatte; hij zeide onbewimpeld tegen philips: gij waant door de dood van Egmond en Hoorne alles gewonnen te hebben ; maar gij zijt noch niets gevorderd, nu de Zwijger u ontfnapt is. Maar de koning, enkel beftierd door ftijfhoofdigheid , wraak , dweepcrij en hoogmoed , was onvatbaar voor allen raad; en Alva, een blinde naaf zijner bevelen, en niet min ketterhatendj koppig , wraakzuchtig , cn hovaardig dan zijn meester , fteunde op zijne magt ea krijgskunde. Welhaast ondervond men met geen' flaauwhartig' of onmagtig' vijand te doen (eV hebben. De cerfte flap van Willem was eene floute verklaring van de wetteloosheid der indaging , in bewoordingen die Alva Jiiet tot ecre verflrektcn, cn de Duitfche keizer wierp zich onmidlijk op tot zijn' voor-  rhilirs t£s iv.'£ïiiïi, g6$ va»rij»raak. Maar de koning flocg de verklaring van Willem in den wind, en gaf den keizer een trots en zelfs dreigend antwoord. Willem was niet verbluft door Alvaas indaging , noch bevreesd voor de onbefchoftheid van den koning. Zijn aanhang in 't land ftak de hoofden op , en drong hem tot de wapenen. Elizabeth Van Engeland , en het Franfche hof, ge'fard door philips in het onderdcunen der beruchte Liguc , begundigde hem heimelijk. De Duitfche prinsfen , door belang van Godsdienst en vrijheid aangezet, -gaven hem opentlijk onderdand. Hij kwam welhaast gewapend in de Nederlanden , en verklaarde , niet den koning , maar Alva en de Spanjaarden den oorlog , een trek van voorzigtigheid en loosheid. De Spanjaarden zagen weldra , dat zij met mannen te doen hadden ; des prinsfen benden vernoegen hen in de eerde ontmoeting; maar met dat alles, geldgebrek, en mangel aan krijgstucht, deed den togt van Willem ongelukkig uitvallen. Hij was vcrpligt zijn leger te fchciden , cn zich naar Vrankrijk te begeven. Naardien hes vol-  103 LEVENVAN volvoeren van ons bellek ons afeischt, de regeering van philips te befchrijven, moeten wij den lezer verlof verzoeken den prins en Alva voor een wijl te verlaten , en hem voor een' tijd op een ander tooneel te voeren. De gcfclnedcnisfen van vorflen die overal te gelijk werkfaam zijn , eifclicn in dcrzelver verfcheidenheid eer.e bepaalde orde. Daar de hoofdperfoon op dcnzclfdcn tijd op twee plaatfen werkfaam is, dient men' hem op twee plaatfen regelmatig te volgen. < Toen de domme Codsdienstijvcr van philips, veréénigd met de hcerschzucht, het vuur hevig in de Nederlanden had ontdoken , bragten dezelfde oorzaken ia Granada dezelfde nitwerkfelen voort. Het is over bekend dat de Mooren, federt verfchéidene eeuwen , in Spanje waren ge« huisvest ; de Inquifitic die voornamelijk tegen hen was opgerecht, had hen van tijd tot tijd wel verminderd , maar niet uit het lard gedreven. In Granada waren zij talrijk , maar onder den naam van Christenen, Men had hen ongemoeid gelaten op dien Saam, tot dezen tijd toe, en zelden iemant  PHILIPS DEN T V E £ U E N*. 1 C « mant hunner door de Inquifitie doen aantasten , dan die duidelijke blijken gaven in fchijn Hechts ter mis en ten avondmaal te gaan als Christenen. Deze ftrafte men als heiligfchenders en fpotters. Dus waren die lieden, Morescos genaamd, onder de Spanjaarden vermengd als Christenen, en alles Was in rust. De koning kreeg éénsflags in den zin om onder deze menfehen een bloedbad aan té rechten. Hij raadpleegde deswegens de monnikken , en deze luiden , wél Wetende wat antwoord aangenaamst zou zijn, fchetften de Morescos af als Godlooze ontbeiligers van Christus ligchaam, en als menfehen die zich niet ontzagen in hunne kledingen noch een' zweem van het Moorfche te houden , zelfs gingen de vrouwen noch met fluijers, en zij hadden baden , op de Turkfche wijze. Terftond beval de vorst dat niemant, op doodllraf, meer één woord tnoorsch in Spanje zott fprekén , dat niemant eenigen zweem van een Moorfche kleeding zou hebben ; dat geen vrouw met een' (luijer zou gaan, dat niemant een' naam zou hebben te dragen H die  jj-D LEVEN VAM die een Moorfche klank had, dat niemant eenig gebruik , in huis of gewone famcnleving, mogt doen zien, (*) dat naar het Moor- (*~) Was de koning een zot? of was hij een dwingeland? Of was hij het beiden te gfehjk ? Men raakt in verwarring b:j deze bepaling. Hoe < op doodftrat' te verbieden één gebruik te laten zien, dat naer dat van een ander volk zwemt , en tot rechter aan te fte.len ecu rechtbank die de vrijheid had, om de goede, ren van den misdadigen zich toe te eigenen 1 Dit is zekerlijk bet toppunt van zotternij! Men mdeiftelle eens het vokende: de TUfkSB heb. hen het bijgeloovig leerftuk der belcherm- en vetderfengelen ; ieder Muzulman heeft één roeden en één' kwaden engel, die hem overal, tot op her gemak toe, verzeilen ; de goede engel is aitijd aan de rechte en de kwade aan de linker hand. Deze engelen blijven , wanneer een gelovige zich op de gewone wijze van het overtollige ontlast, aan den ingang der plaats tot deze verriclumg bepaald , (laan ; dus zal een Tuik altijd de rechte voet vooruit zetten, wanneer hij uit die plaats bintentouns treed; wanneer nu iemant, m bijzijn van een veikhkker der luquilitie, ééns, at ware hii de beste Christen ter waereld, bij toeval in zulk eene gelegenheid naar buiten trad met de rechte voet vooruit, «Isdan was 'er ftof genoeg om hein te verklikken, als fchuldi" aan een moorsch gebruik. Moest men van een rechtbank die door offers wierd ver-  UHILIPfl DEN TWEEDEN. t»| Moorfche zweemde, dat niemant zich zott mogen baden, dat alle baden moesten worden uitgebroken en vernield , dat niemant mogt trouwen, zonder verlof van een' bevoegden rechter, dat niemant zou hebben te verhuizen zonder verlof , en eindelijk dat niemant eenig wapentuig mogt dragen, of in huis houden. De Morescos begrepen terftond het afzigt van dat bevel , ert dit veréénigde hen in één ligchaam, gelijk alle onder* drukkelingen, door de eenzelvigheid van het gevaar dat hen drukt, tot elkander gedreven worden. Zij hielden in hunne ee'rfte bewegingen den Weg der Nederlanders , dat is den weg van klagen en vertogen doen. Zij toonden zonneklaar da on- fijkt, niet met reden verwachten, dat zij geen gelegenheid zou voorbij laten gaan om offers te bekomen? En gaf de koning door zulke dwaze bevelen , zijne onderdanen niet onvoórzigtig , op deze wijze, ter prooije vati eene gewijde moord- en roofzucht ? Door zulk een' vorst wierden de Nederlanders beftierd, en aan zulk een fchepfel was de weiVaart van eenige milliöenen verttouwd! H a  I7« LEVEN VAN onmogelijkheid aan van op die wijze de vervolging te kunnen ontgaan , en baden den koning dit in overweging te nemen; de veifiandigfte mannen aan het hof des konings waren, geleerd door het geen dagelijks in de Nederlanden voorviel , van gevoelen dat men eenige bezwaren moest wegnemen; maar de koning kon het denkbeeld niet verdragen, van iets toe te geven aan menfehen bij hem verdacht niet onderworpen te zijn aan den paus. Zijn antwoord op al het bondig fmceken der arme Morescos was een onbefchoft ant. woord, dat eindigde met „ ik wil ge„ hoorzaamd zijn". , De beklagenswaardige afgewezenen zagen ten zelfden tijde hunne baden weg* breken, en de vervolging nam onmidlijk een' begin, met dezelfde woede als in de Nederlanden. Tot wanhoop gebragt, door het befef dat het om hun bloed en goed te doen was, befloten zij de huid ten minnen duur tc verkopen. Zij wapenden zich, en fielden over hunne berde eenen Don Ferdinand de Volor, afkomftig van hunne oude koningen, tot opperhoofd aan; de-  PHILIP* DEN TWEEDEN. ï?3 deze was de Willem de eerfte der Mo. rescos, en even ongelukkig. Hij wierd door eenige booswigten vermoord, en de arme Morescos, van hunnen dapperen voor» ganger beroofd, bezweken weldra. Alles wat gegrepen wierd onder de wapenen wierd dood geflagen, alles wat onder de elf jaren was, wierd overal in het land verdeeld en gedwongen Christen te wor« den , of flaaf te zijn. Veelen vloden in de ontoeganglijke rotfen, daar men hen niet kon aantasten, behoudende afgrijzen «n wraak in het hart. Dus liep deze eerfte oorlog af. - Men zoude denken dat de koning nu voldaan zou zijn geweest; maar alles minder dan dat. Hij zag met vermaak de enmenschlijkfte wreedheden plegen aan alles wat zich uit het gebergte aan hem kwam onderwerpen. Dit verlevendigde de Wraak der menigte. De Afrikanen zonden verfterking, en ziedaar een' nieuwen oorlog. Het fchijnt dat deze vorst zich in bloedige tooneelcn vermaakte. Hij deed Don Jan van Oostenrijk, en Lodewijk de Rcquefen», de eerfte zijn basterdbroedcr H 3 en  3 74 LEVEN VAN «n de laatfte grootcommandeur van Kas» tilje tegen de Morescos optrekken, met greoter aantal benden dan men in den ecrftcn oorlog tegen ben had gebruikt. Twee jaren hielden de Morescos het ftaande; maar door overmagt, en door de trouwloosheid van Requefens misleid met genade , zo men zich onderwierp , kwam deze oorlog ten einde; doch de mishandelingen waren noch beestachtiger «lan de vorigen ; waardoor Requefens inzonderheid geen' kleinen roem verwierf bij den koning. Gantfche ftreken wier. den omgekeerd, nadat men alles bad ver* moord, en galgen en raden waren opgc» propt van lijken. Men vergunne ons alle barbaarschheden niet over te fehrijveli; •nder het aauteekenen van het voorgaande , is ons de pen meer dan eens ontvallen. De Morescos dus uitgedelgd zijnde , zou men zich verbeelden dat de geest des konings bezig zou geweest zijn met de zaken van Nederland; verre van daar! Hij liet daar Alva woeden naar eigen goeddunken, cn dorstte naar het bloed der t li on-  PilILirS EEN ÏWEEUEN. 17» ongelovigen in het oosten. Soliman wat overleden , en Selira was. op den troon geklommen; van dezen vorst had hij Hechte verwachting, dierhalve befloot hij een verbond met den paus en Venetiën tegen hem te maken. Dit gelukte hem; maar bij dc andere Europeefche vorften vond zijn aanzoek geen' ingang: de ijverige tijden der kruistogten waren voorbij. Ka dit verbond zijn beflag had, moest mea oorlog beginnen. Men wapende zich. Tweehonderd cn vijftig fchepen, beladen met vijftig duizend mannen, wierden te Meslina vergaderd. Het bevel wierd opgedragen aan Don Jan van Oostenrijk, die? getoond had een krijgsman te zijn , en hij verwierf den tijtel van Generalisfimus, die bij deze gelegenheid in de waereld, kwam. Selim, verwittigd van het gevaar dat hem dreigde , wapende een vloot, die de vloot der bondgenooten overtrof; en dé twee vloten kwamen , door den ongemeencn ijver der wederzijdfche opperhoofden, die even flrijdbegeerig waren, welhaast nabij dQ golf van Lepanto in elkanders gezigt, 11 4 co  1/5 LEVEN VAN en wierden handgemeen. Van beide zijden wierd bloedig en hardnekkig gevochten; doch de Spaanfche zeelieden, beter geoefend dan de Turkfchen, deden de overwinning naar de zijde van Don Jan overflaan. De Turken wierden ten ééuemaal verflagen; maar de overwinning wierd duur betaald: meer dan tien duizend Christenen kwamen om , nevens een menigte brave bevelhebbers. Honderd en dertig vijandlijke fchepen wierden veroverd, en vijftien duizend flaven verlost. Deze overwinning, die alléén aan Don Jan wierd toegefchreven, gaf groot gerucht , en aan den bevelhebber den naam van den grootflen krijgsman zijner eeuwe. Een algemeene blijdfehap verfpreidde zich in Europa; doch de koning ontfmg de tijding dier overwinning en de dapperheid van Don Jan met ccne koele onverfchilligheid, die de hovelingen verwonderde. Het bleek welhaast dat de roem van Don Jan in koning philips dc grootheid der zege overwoog: hij liet zich ontvallen, dat zijn roem al te groot was, naardien hij gewaagd had, daar hij had kunne» ver-  PHILIPS DEN TWEEDEN. J ? 7 Tcrliczen. De paus was vergenoegder; deze fproiig op , toen hem de tijding wierd gebragt, en borst uit in een uitroep van een verdraaide fchriftuürplaats: ,, Endë daar was een man van God ge» „ zonden, wiens naam was jan!" Maar na de overwinning rees 'er twist on.ler dc bevelhebbers van Spanje , cn die der bondgenooten, wegens het gebruik dezer overwinning; cn uit dien twist wierd geboren dat men niets deed. De bondgenooten zeilden naar huis, en de Span» jaarden waren het niet ééns onder elkander ; dus 'volgden zij het voorbeeld der bondgenooten. Zodanig was de vrucht eener overwinning, die tien duizend Chris» tenen, en twintig duizend Turken het leven had gekost; dus waren 'er dertig duizend menfehen aan de dolle trotsheid van één' Spaanfchen koning, want hij had den oorlog begonnen , opgeofferd , voor een wezentlijk niets. Gedurende den winter ftelde Ulucciali , opperhoofd der Turltfche zeemagt, na de dood van Hali, het vorige opperhoofd, Au gcfncuveld. was, alles in het werk. om Hl de  lyS" LEVEN Vtift de vloot in ectien ontzaglijken ftaat te Hellen; cn zodanig waren de omftandigheden van het Turkfche rijk toenmaals, dat de bevelhebber, al vroeg in het voorjaar, het overfchot der vloot, met twee honderd fchepen had vermeerderd. Met deze magt hield hij het langs de kusten van Negroponto , Morea en Espirc , ftranende cveial met groote geftrengheid de Christenen , die den Spanjaarden in het gevecht ©nvoorzigtig hadden onderfteund. • Hij had tot alle zijne verrichtingen tijds genoeg, omdat de bondgenooten in hunne havens twistten wegens de wijze van den veldtogt te openen ; en eindelijk toen men het ééns was geworden, zond niiLirs in aller ijl bevel aan Don Jan, om tot nader last werkeloos te blijven in Mes£na. De reden van dit bevel was, dat de koning, die een verbond van Vrankrijk met Selim vreesde, duchtte dat de Franfchen in de Nederlanden zouden vallen. Alles bleef dus in dien ftaat , tot na den ongclukkigen en voor Vrankrijk eeuwig ontëerenden dag van St. Bartholorufus , die vïiilips van zijne vrees ver-  PHILrPS BEN TWEEDEN. I?f> verlcste , en aan Don Jan het bevel deed z;r.den, om den togt voort te zetten. Het was reeds diep in den herfst eer men bij Griekenland kwam , dat Uluccia'i tijd had gehad overal verbazend te w.-ïterken. Zodra deze vlootvoogd de aankomst van de vloot der Christenen vernam , zeilde hij op dezelve aan, als zocht hij den (lag; maar, censflags wendende, ankerde hij onder de vestingwerken van Modon ,. dat zodanig was in ftaat gefteld, dat de bevelhebber van Spanje oordeelde niets te kunnen ondernemen, zonder de vloot aan een zeker verlies bloot te ftclien. Ondertusfchen had de Turk maatregelen genomen om de vijanden, zo zij landden, deerlijk te teisteren , of te belemmeren , weigerende met veel beleid ftandvastig den flag. De Spaanfche krijgsraad nam toen in overweging wat men moest ondernemen: men befloot Modon aan te tasten; maar toen men de werken had opgenomen , vond men de plaats onwinnelijk. Toen befloot men zich o? Navarino te ftorten , een ftad op dc Westkust van Morea, op wciH ö aifi  i ?.s leven va» nig afftands van lModon. Den naderhand met recht beroemden Alexander Farnefe, prins van Parma, zoon der Ncderlandfche landvoogdesfe , wierd dat beleg opgedragén ; maar de onderneming was boven men. feitelijke krachten. De Had was uit zichzelve fterk , was noch fterker gemaakt door kunst, had een talrijke bezetting, tvierd alle dagen verttejkt door die van Modon, dat niet te beletten was, cn meer dan veertig duizend Turken en inwoners rukten aan om op Farnefe aan te vallen. Dit beleg moest dan worden opgebroken , en de bevelhebber deed een' fchoonen aftogt. Toen was de winter naderende, de zee begon ftormachtig te worden, en men moest dus naar Me.sfina ïecren. Dit vertoornde de Venetianen, die, buiten dat, door het dralen van philips verftoord waren. Zij zagen nu dat zij vruchteloos verbazende geldfommen iadden verfpild, voor vleijende belofte van den kant van Spanje, en dus fcheurAcn zij zich af van de bondgenooten, wakende, door bemiddeling van Vrankrijk. »  riJ.II.IJfS DEN TWEEDEN. Lil tijk, vrede met den fultan. De paus cn Don Jan gaven den Venetianen blijken van verachting en ongenoegen ; maar p n iiips was te hovaardig om toorne te laten blijken tegen een gemecnebcst, dat hem niet onderworpen was, en zei, op eene koele wijze, dat hij om de kerk, en niet om Venetiën, in een verbond was getreden, en dat hij met het opperhoofd der Christenheid alleen de eere zoude hebben de ongelovigen te vernederen , en de veiligheid van Europa te verzekeren. Ten dien einde deed hij Don Jan aanzeggen , onmidlijk de vloot te verzorgen, en te maken dat alles vaardig was, om tegen liet voorjaar eene gewi^tige onderneming te doen. Dit alles wierd ftriktelijk ter uitvoer gebragt. Ulucciali kwam op de kusten van Espirc, in bet gezigt der vijanden ; maar Don Jan, had zijn' vijand aan de_ vorige maatregel len leeren kennen, en deze, alleen bedacht om verwerende te handelen, en zijne magten te fparen, bleef zonder iets te ondernemen, dus verliep de zomer. Op het naderen \;an het ruwe jaargeti'dj, H 7 wtek  Il)2 leven van week Don Jan af, en Ulitcciali , na èveral verfterkingen tc hebben gelegd fa dc fterktens, keerde naar Conftaminopolen. Maar Don Jan had bevelen om niet onverrichter zaken tc rug te komen. Hij had de verovering van Tunis voergenomen. Tunis wierd toen bcheerscht door He der Basfa. Deze man , verfchrokkea door ceti vloot van twee honderd fchepen , nam de vlugt naar het binnenland , en Don Jan vermeesterde de ftad, zonder verlies van één' man. De kening had zijn' broeder bevolen, Tunis tot den grond te Hechten; maar deze was ftaatzuchtig, en, zich vleijende daar een koningkrijk voor de Christenen te nichten, waarvan hij hoopte opperheer te zijn , floeg hij zijne bevelen niet alleen in den wind; maar verfterkte de ftad, en bouwde een nieuw kasteel. Hij deed dit zijn' broeder philipï voordellen, als ccn zeker middel om de Turken in bedwang te houden; hij haalde den paus over om het den koning fmakoitik te maken; maar die vorst had geen lust orn een nieuw koningkrijk te dichten, daar hij de handen vol had in de Ne-  F tl I 111' S DEN TWEEDEN. 1 fi 3 Nederlanden, die hem reeds millioenen kostten, en daar hij de bezitting van Tunis niet verzekerd achtte. Dit laatfle was een welgegronde fchroom; de uitkomst bewees het. Reeds vroeg in het jaar, greep Uluccia» ii Tunis aan, met drie honderd fchepen, en veertig duizend mannen. De fterktens Waren niet voltooid , en- de bezetting niet fterk genoeg tegen zulk eene ïr.agt , die noch uit het land wierd ondeiftennd. Dus moest dc ftad zich overgeven. Don Jan was uiterst aangedaan wegens het verlies van een ftad, en grondgebied , waarvan hij eens had gehoopt koning te zijn. Dit verdriet wierd verzwaard door de vruchteloosheid zijner pogingen, die door aanhoudende ftormen , tegenwinden en ziek» tens wierden verijdeld. Bit maakte den koning niet weinig ongerust , dewijl hij een' inval in Siciliën vreesde ; maar de dood van Selim onthefte hem van die vrees; naardien de zoon en opvolger van dien vorst , Amurath de derde , befloot zijne regeering luisterrijk te maken door den bloei der kunflen, die telgen zijn van de  18+ LEVEN VA ff de vrede. Thans is het tijd om naar de Nederlanden, te keeren. Het- geluk had Alva gediend in het verdrijven van Willem ; hij had zijne voorzigtighcid dit voor een groot gedeelte tav vens te danken: maar na dc wegwijkSng van den prins, en het fchciden van deszelfs leger , was Alva zo voorzigtig nier. Hij waande nu alles zich onderworpen, cn niets meer te vreeze-n te hebben. Hij dankte zijne Duitfche ruiterij af, begaf zich naar llrusfel, en zond het volk in de winterlegering. Toen liet hij zich een ftandbeeld oprechten te Antwerpen , een daad die den koning zo wel mishaagde als de Nederlanders. Terwijl men hiermede beSng was, verfleet hij den tijd met het lot der krijgsgevangenen te bepalen. Alle die geen onderdanen waren van den koning , fchudde hij nakend uit , cn joeg hen weg; maar de anderen deed hij, als wederfpannelingen, onbarmhartig ophangen. Voorts richtte hij zijne woede tegen de burgers: wat verdacht was van den prins toegedaan te zijn, wierd omgebragt. Hij richtte rechtbanken op , waarvoor de in* ge-  PHILIPS DEN TWEEDEN. l3S gezetenen moesten te recht, geteld \\or.L".i, ten fpijt der wettige rechters, De gevaa. genisfen waren zo vo!, dat men de menfehen bij hopen ter dood moest brengen"', en zich naauwlijks tijd gaf de zaken te onderzoeken ; waardoor ééns een man wierd opgehangen , die noch niet in het verhoor had geweest; de voorzitter dezer rechters betuigde blijde te zijn , dat die man onfchuldig geftorven was, dewijl dit zijne arme ziel tot voordeel zou vertrekken. In het kort, de bloeddorst en onderdrukking was zo onverdraaglijk, dat alles ontvlugtte wat Hechts eenige uitzigten had buitens lands , waardoor het fcheen dat de fteden en dorpen onbewoond zouden worden. De hertog, verre van door diergelijke bedenkingen zich te laten wederhouden , deed zijn best om de vlugtelingcn het wederkomen te beletten. De hoogmoed van dezen man wierd noch heftiger aangeftoken, door het pauslijke gezantfehap aan hem gericht , 't welk hem een' gewijden hoed cn degen bragt, eene eere alleen voor koningen bewaard. Dus was de hertog nu iu zij-  ïSÓ levenvan zijne oogen noch grooter man dan ooit voorheen, cn inderdaad alles was in de Nederlanden voliTrckt onder zijn juk zuchtende. Blaar die voorfpoed maakte hem eene naijverige vijandin ; het was koningin Elizabeth. Deze fchranderc vorftin , wél wetende dat, zo philips de Nederlanden met een onbepaald gezag ééns kon bellieren , het voor haar koningrijk uiterst* fchariclijk kon zijn , wist dat dc koning haar haatte : zij befloot dus geen gelegenheid te laten voorbij gaan, om zijne ontwerpen te dwarsboomen. Eerlang deed zich die gelegenheid op , zij greep die aan , -en Alva wierd daardoor tot een uiterfle gebragt, dat zijne zaken ten éénemale in den grond hielp. De hertog van Alva worftelde met geldgebrek , en de koning was , „door zijne dwaze Godsdienflige ondernemingen tegen de Turken en Mooren , geweldig uitgeput , Zódat hij niet in ftaat was veel te geven , waardoor Alva in dc noodzakelijkheid kwam brandbrief op brandbrief naar Madrid te fchrijven. De koning nam nu en dan zijn* aandrang kwalijk, omdat die met de vrijheid  philips den tweeden. 1 " 7 heid van een' ouden krijgsman wierd ge» daan, 't welk alleen zijn' hoogmoed in de oogen liep ; de welmenende dienaap ontflipte zijne bedenking; want, wie Alva ook wezen mogt, de koning had geen' man in zijn' dienst die met blinder gehoorzaamheid en meer ijver voor hem bezield was ; had die ijver de reden ter leidsvrouw gehad, ware in dezen man de eerzucht niet uitgeloopen op hoogmoed , en de rechtvaardigheid op tirannij , voorzeker had hij zo veel genoegen niet gegeven aan den koning , maar hij had hem beter gediend, naar alle waarfchijnlijkheid. Philips, op dezen tijd ten fterklten door Zijn' bevelhebber gedrongen om onderttand, dien hij onvermogend was te ge. ven, wendde zich tot eenige Genuezen, die hem vijfmaal honderd duizend kroonen fchooten, en voor hem ter zee naar Antwerpen overmaakten. De vaartuigen hiermede beladen, wierden genomen door dekapers van den prins van Condé , en deze liepen met hunne prijzen in Engeland binnen. Elizabeth , bevreesd dat die kapers zich door de Spanjaarden zouden laten omka-  I.êS LEVEN VAK Jwspcn , of dat zij , op buniien overtogt " konden hernomen worden , nam die vaartuigen in beflag. De Spaanfche gezant te Londen deed deswegens vertogen, en vorderde het ontilag. De looze koningin veinsde daartoe eene groote bereidwilligheid ; maar naderhand gaf zij bevel om den afgezant te zeggen, dat dit geld, aan eenige Italianen toebehoorde , dat zij het zou bewaren , de zaken onderzoeken , en zorgen dat het in handen des eigenaars kwam. i De afgezant deed zijn best om te bewijzen dat het geld zijn' meester toebehoorde , cn hij vertoonde tevens de brieven van Alva. Doch de koningin gaf op eén noch ander antwoord, en liet duidlijk blijken , dat zij dat geld zou behouden. De hertog begreep licht dat dit alleen gefchiedde om de hoofden der misnoegden te ontJerdeunen, en daar hij in foortgclijke gevallen niet zo veel geduld bezat als aan het hoofd van een leger, befloot hij. de koningin te doen voelen dat hij Alva was. Hij wierp onvoorzigtig alle de Engclfche kooplieden te Antwerpen in de gevangenis, en  PUILirS HEN TWEEDEN. Igj en verklaarde hunne goederen verbeurd. Hij dacht 'er niet aan, dat de Vlamingen meer. fchatten in Engeland hadden , dan de Engelfchen in de Nederlanden. Elizabeth deed door haar' gezant den koning klagen , wegens den baldadigen hoon haar door zijnen dienaar aangedaan; en, geen antwoord naar haren zin krijgende , nam zij alles wat zij magtig kon worden van de Vlamingen , dat de waarde van 't geen Alva geno» men had oneindig te boven ging. Alva bemerkte toen zijn' misdag. Hij zond Asfonville als gezant naar koudon , om de zaak uit de waereld te helpen. De koningin, die vermaak fchepte in den hoog* moedigen hertog te vernederen, weigerde Asfonville te hooren, en deed hem vragen of hij geloofsbrieven had van den koning; hij antwoordde: neen! Toen deed de koningin hem weten , dat zij ge voon was afgezanten te ontfangen van heeren , en niet van knechts. Alva, dol van fpüt wegens deze vernederende behandeling, verbood allen handel met Engeland; maar ein* delijk, ondervindende dat de zaken voor hem verergerden, vond hij goed tc plooien}  100 LEVEN VA f» jen; cn eindelijk kwam alles Weder o*J den ouden voet, maar de vijfmaalhonderd duizend kroonen behield de koningin. Dc hertog, hierdoor in de grootfte verlegenheid gebragt , deed toen noch on» voorzigtiger ftap. Hij cischte den beruchte tienden penning, en waande de Nederlanders te veel gekortwiekt, om hem iets te durven weigeren. Maar hij bedroog zich : de ftaten kantten zich tegen een* eisch die zo woest als ongerijmd was : Viglius zelf onderfteunde de rechtmatigheid dier weigering; maar de hertog wierd 'er hardnekkig en grimmig tegen aan, cn eisch» te op eencn bulderenden toon de" invorder ring. Zolang de vervolging woedde, ver* droeg het volk zijne rampen zuchtende ; de vervolging betrof alleen bijzondere perfo* nen, maar het invoeren van een* tiende» penning betrof het gehcele volk , en Wel op dc tederfte plaats ; want handeldrijvende volken kennen de waarde van geld be» ter dan andere volken; dus wapende AlVa Roomsch en onroomsch tegen zich. De ftaten , die de gevolgen voorzagen die het misnoegen van het geheele volk, ééns  riilLIFS DEN TWEEDEN. ÏQf ij*cns uitgeborften, zouden kunnen hebben, en de magt van den hertog vreezende , beflootcn hem een fomme gelds te fchenken, cn baden hem van zijnen eisch af tazien, om een bloedbad voor te komen 5 doch de hertog zag dat gefchenk aan als een verfchuldigde fchatting , en fpeclde flechts: „ Alles is het mijne, en ik ben 9, uw koning." En het fmeekeii der ftaten zag hij aan als een vermetel dreigement : hij bleef dus op zijn' eisch aan» dringen met de grootfte onbefchoftheid, het beneden zich achtende iets aan getemde onderdanen toe te geven. Het duurde evenwel niet lang, of d* hertog voelde dat hij door gewelddadige middelen de zaken deerlijk zou verwarren.. or de flapheid van den koning, en het uitzigt op een' ketterfchen opvolger, dat was Henrik van Navatre. Verfcheirien grooten hadden belang bij Guizes verheffing, en de menigte, bcftierd door dommen ijver, en verleid door Guizes innemende bekwaamheden, viel het heilige verbond driftig toe. Alles kwam daar welhaast in eene deerlijke verwarring. Koning philips was - geen ledig toefchou-  PHILIPS DEN TWEEDEN. 223 fchouwer dezer gebeurtenisen. een liefhebber zijnde van verfcheidene zaken te gelijk over hoop te halen , mengde hij zich. fchielijk in den twist der partijen, en omhelsde de partij van het verbond tegen den koning. Godsdienstijver , en ftaatkunde drongen hem hiertoe aan. Het was zijn belang niet dat een ketter, zo als de koning van Navarre was, op den troon zou klimmen; en door in Vrankrüfc binnenlandfchcn twist tc voeden, belette hij de Franfchen zich met zijne Nederlandfche onderdanen te bemoeijen. Weleer was dat verbond noch ééus opgericht geweest, en toen had hij het onderfteund. Thans was hij meer dan ooit bedacht, om hetzelve te onderfchragen, gedeeltelijk door gemelde drijfveren aangezet, en waarfchijnelijk om dat koningkrijk uit te putten, het doodlijk te verarmen en te ontvolken , om zelf de kroon in zijn magt te krijgen. Hij deed Parma tot hulp der eedgenooten trekken , en ftuitte dus den loop ziiner overwinningen, waardoor de zaken welhaast in de Nederlanden deerlijk voor den koning te rug liepen. £ 4 Mzm  H4 LEVEN VAN Men denke niet dat de koning voldaan •was met den oorlog in de Nederlanden, en de onderfteuning der bondgenooten in Vrankrijk in het beltrijden van hunnen eigen natuurlijken vorst; gantsch niet ! de werkfaaniheid des konings bepaalde zich lieden niet aan twee zulke beuzelingen. Hij fmeeddc een vérreuitziend en blinkend ontwerp. Het was niet minder dan de verovering van Engeland. Daar men de geheime fpringveren dezer gelijktijdige cn hoogvliegende voornemens geboekltaafd vind, door geloofwaardige mannen, komt men bijna in verzoeking , om te twijffelen aan het verftand van dezen zonder, lingen vorst. Van bijna het begin zijner regecriug had hij magtige vloten moeten faambrengen om de Turken en Barbaren in -ontzag te houden en te beteugelen , of tc ftraffen. Door de verovering van Portugal waren de vloten van dat rijk, magtiger dan ooit ; de zijnen , en zijne rijkdommen waren toegenomen. Thans befloot hij de bijl aan den wortel des booms te leggen in de wederfpaiihige Nederlanden,  PHILIPS DEN TWEEDEN. IlS den, daar alles van dag tot dag achterlijker ging, en daar men hem had afgezet. Dus befloot hij met eene vloot grooter dan ooit Europa in eenige zee had gezien, dat land op éénmaal ouder zijne gehoorzaamheid te brengen. Doch daar dit niet wél was te doen, voor dat hij de Nederlanders van hunnen grootften toeverlaat had beroofd, oordeelde hij eerst Eli* zabeth te moeten onttroonen. Vrankrijks vorst had hij werks genoeg verfchaft, om zijn kroon tegen zijne eigen onderdanen te berchermen. Zijne verftandigfte raadslieden ontraadden hem de onderneming, en toonden hem de onmogelijkheid daarvan aan. Men vertoonde hem Engeland als gelegen in een' ftormachtigen oceaan, als een land dat te weinig havens- had op dezelfde kust, om zo groot een vloot te bergen, als een rijk dat volkrijk, en vol menfehen was genegen de zaken der vrijheid moedig te verdedigen , en als hebbende dappere zeelieden en groote vlooten. Men vertoonde hem dat de fcheepsmagt der weêrfpiunclingcn geducht wis, ca zich bij die der Engelfchcn zoude K 5 v»e-  fkld . J.B Vliïl VAN voegen; maar de koning, hoe fchroomvallig anderszins, was , éénmaal een bcfluic hebbende genomen , onvatbaar voor *llen raad. De paus, dien hij raadpleeg dc , en die : Elizabeth haatte, prees terftond zijn ontwerp en maatregelen. Hij zette dan de uitrusting met wakkerheid voort; maar en hij en de paus, dat thans de looze Sextus de vijfde was, kenden de fchrandcrheid der koninginne. De uitrusting van zo eene ontzaglijke vloot kon niet heimelijk gefchieden. Men moest dus Elizabeth iets diets maken. Hij deed haar dan weten , dat die groote toebercidfeleit haar niet moesten ontrusten r dewijl hij. die tegen de Nederlanden en zijne Amerikaanfche Haten alleenlijk ge» fchikt had.' De koningin, die niet dwaas genoeg was om niet te begrijpen , dat omdie beide landen te bevredigen , zulke verbazende toerustingen niet behoefden , veel min zo veel ongemeene zware fchepeTi, bevroedde het oogmerk van den koning in den grond; maar veinsde hem te geloven. Toen de uitrusting reeds tamelijk was : . ge-  philips- den tweeden, 21? gevorderd, had zij zich mirilcrwijl in ftaat geftcld van tegenweer , onder een ander -voorwendfel ; en terftond maakte zij een igezocht-gefchil met Spanje , en zond La u' -vlootvoogd Drake naar dat rijk, om den voortgang dier geduchte toerusting te belemmeren. Deze dappere zeevoogd vernielde de fchepen die tegen hem uitgezonden waren, en vermeesterde in de baai van Cadix honderd vaartuigen , met monden krijgsbehoeften , benevens twee li.ikgeladene -galjoenen; verder ftelde hij philips buiten ftaat om iu dit jaar iets te ondernemen. De koning, ziende dat Elizabeth hem doorgrond had, en hem veel tc gaatiw was, wendde toen voor naar niets meer te verlangen , dan naar een verdrag met de koningin. Ten dien einde belastte hij den loozen Parma met de onderhandeling. De listige koningin veinsde weder hem te geloven. Zij nam de bemiddeling van Denemarken zelfs openlijk aan , zelfs drong zij de ftaten der Nederlanden om ook gezanten tc zendennaar Bourbourg.. In Holland befefte men de list der koningin niet ; men vreesde K 6, dat  LEVEN VAN dat zij, om hare belangen, het bondgenootfchap met de Nederlanden zonde opofferen. Om de ftaten van deze vrees te ontflaan , verpligtte zij zieh, om nooit tot eenig befluit te komen, waarbij hun belang zou lijden. Men trad dan in onderhandeling; maar de looze koningin bemerkte dra dat het Spanje flechts te doen was om tijd te winnen ; zij geliet zich alle de verzekeringen van philips. te geloven, doch Sust» zich ontzaglijk toe ten zelfden tijd. Zij deed een leger van tachtig duizend mannen derwijze famcn trekken , dat zij zich overal heen konden bewegen waar de nood het eischte. Haar vloot was in ecu' geduchten ftaat gebragt, en in dit alles had zij niemant dan hare eigene oogen vertrouwd. Zulk een vrouw was een gecsfel voor philips. De Hollanders zaten ook niet ftil: de grootte van de Spaanfche fchepen vernemende , oordeelden zij dat deze onmogeïi.k hunne kusten, veel min de zeegaten durfden aandoen. Dus hielden zij een vloot van tachtig fchepen gereed, ter hul-  l-HIEIPS DEN TWEEDEN. S2t> pe harer bondgenoote. Deze verzocht hen om tusfchen Calais en Douvres te kruisfen; zij zonden 'er dertig: en zodra men vernam dat Parma met een leger zou overHeken, zonden zij 'er vijf- en dertig, om zich te verëénigen met den Etagclfcheii vlootvoogd , ten einde , met vereende magten, de havens van Vlaanderen , waaruit Parma moest vertrekken, ingefloten te houden. De groote Britfche vloot kruiste , onder bevel van Howird , Drake , Hawkins, en Frobisher bij PJymouth. De vloot van Spanje was eindelijk gereed, en beftond in honderd en vijftig fchepen, waarvan de mecsten in grootheid alles overtrof wat tot heden op de zeen gezien was. Aan derzelver boord waren ruim twintig duizend foldaten, agiduizend matrozen , cn twee duizend vrijwilligers , alle van de voornaamfte huizen , of den aanzienlijkften adel van Spanje. De vloot voerde tweeduizend, zeshonderd en vijftig Hukken kanon , was voor zes maanden van levensmiddelen voorzien, en was opgepropt met krijgstuigen van allerhande foort. De koning K 7 had  2jO LEVEN VAN laad aan het uitrusten dezer fchcep^magt alle de aangebragtc fchatten der Indien en> der nieuwe waereld bedeed, en dc hqog-i moedige aart tier Kastiljauen vau dien tijd boezem je hen zulk een verzekering in van het vermogen dezer vloot, dat zij die den fnorkenden naam gaven van „ De Onverwinnelijke'". De koning liet het bij die Spaanfche toerusting niet:: in de Nederlanden, werwaarts Parma gekeerd was, deed hij, waar hij meester was, alles wapenen wat hij kon. Behalve dertig duizend voetknechten, en vier duizend ruiters, had Parma een groot getal platboomde vaartuigen gereed , bekwaam om paarden eri menfehen te voeren , en hij had die bemand met de ervarenfte zeelieden die hij in. de Oostzee; had kunnen doen werven , waarna hij die vaartuigen, met ongelovelijke moeite , gevaar en kosten naar Nieuwpoort had doen zeilen, uit de haven van Antwerpen , door de gegraven binnevaarten. De hertog wachtte alleen naar het opdagen der groote vloot, om zich bij, dezelve tevoegen. Voor  PHILITS DEN TWEEDEN. 2SI- Voor den aftogE der vloot van Lisfabon, leed dezelve reeds een zwaar verlies, door de ontijdige dood van den bekwamen bevelhebber Santa Croce, en de koning vervulde onvoorzigtig zijn plaats, met den hertog van Medina Sedonia, een' man uiterst onbedreven in zeezaken. Men vertrok eindelijk van den Taag, en bereikte de hoogte van de Corunha , daar de vloot noch door eenige fchepen, troepen , en oorlogshehoeftens wierd verlterkt. Toen wierd die ontzaglijke zeemagt dooT een' ijslijken ïiorm overvallen , die de fchepen uiterst befchadigde, en de vloot geheel verltrooide. Alle de fchepen be» reikten echter de Corunha, en herftelden zich. daar met allen fpoed. Vier fchepen kwamen nooit weder opdagen. De tijding van liet verttek en den flortn kwam midlerwijl in Engeland. , De Britfche bevelhebber nam een' noordenwind te baat, en liep tot nabij de Corunha, om naricht hoeveel de Spaanfche vloot had geleden. Zijne uitgezondene jagers bragten hem bericht van de waarheid des ftorms, maar tevens dat de Spanjaarden bij-  LEVEN VAN bijna gereed waren om den togt voort te zetten. De wind liep toen zuidelijk, waarop de Engelfchen beflooten naar hunne ftandplaats bij Hymouth te rug te keercn. Welhaast kreeg men de Spaanfche vloot in het gezigt. Dezelve zette het rechtsftreeks op de Engelfche vloot toe, en kwam af in de gedaante van een halve maan. De Engelfchen waren niet zo fterk , maar beter bemand, en van ervarener zeelieden en bevelhebbers voor» zien, dan hunne vijanden. Medina had bevel het kanaal af te loopen, de Hollanders van voor de havens van Vlaanderen te verjagen, en zich met Parma te vcrcénigen. Overeénkomftig dit bevel zeilde Medina de Engelfchen voorbij , die het op hunne kust hielden, om hem daar te ontfangen. Maar Howard begreep dat een gelijk gevecht met eene overmagt onzeker was, en dierhalve befloot hij de vijanden te volgen , en hen een kans af te zien.' Het lot bood hem welhaast cere gelegenheid aan: de Spaanfche onderadmiraal hield het te achterlijk, en de Engelfche  PHILIPS DEN TWEEDEN. 133 fche hevelhebber, hem te verre van den voortogt ziende, viel hem zo behendig ea gelukkig met al zijn magt op het lijf, dat hij hem deerlijk havende , zodat hij het ten naauvven nood bij den voortogt outfnapte, na twee groote fchepen te hebben moeten opofferen, om de rest te bewaren. De Spanjaarden hielden na dit voorval zich dichter bijéén, en zeilden tot voor Calais. Hier wierpen zij het anker, en Medina deed den prins van Parma weten dat hij daar was, en fmeekte hem de infcheping zijner bende te verhaasten, en de vloot met die vaartuigea te komen verfterken. Parmi liet hem antwoorden wel last gehad te hebben om fchepen te maken tot overvoering van volk, maar niet tot een zeegevecht; dat dus de vloot tot voor Nieuwpoort moest komen, om te doen dat zijne vaartuigen onmogelijk was, namelijk het verjagen der geduchte Hollanders en Zeeuwen. HU kon, voegde hij 'er bij, niet uit zijn ftandplaats komen, zonder een fchok te wagen , die het verlies der Nederlanden onfeilbaar na zich zoude liepen. Om  234 LEVEN VAN .Om deze zwarigheden op te ruimen, ,■ zeilde men nader aan de kust ; maat toen men omtrent Duinkerken kwam, bevond men zich beklemd tusfehen de Engelfcbe en Hollandfche vloten , cn eene op éénmaal opkomende kalmte belette alle bewegingen. In dezen ftaat dreven de vloten één' gantfehen dag. Omtrent middernacht wakkerde de wind een weinig, en-, lloward bediende zich toen van een middel , door hem den vorigen dag uitgedacht: hij (pilde aanftonds agt kloeke branders, en dreef die brandende op de verfcheidene fmaldeelen der vijanden aan, recht voor den wind af. Zodra de Spanjaarden die branders op hen zagen afkomen , bragten 3iJ zich de ïjshiire ü.ig-.-ng te binnen die het gerucht hen ter ooren had gebragt, en waarvan cenigen ooggetuigen waren geweest, bij de brug van Antwerpen, door diergelijke brandwerktuigen veroorzaakt. De duisterheid vergrootte de akeligheid. Alles waande zich aireede vernield. Sommige bevelhebbers kapten hunne ankers , en lieten hunne fchepen , waarop alies in verwarring was ,  PHILIPS DEN TWEEDEN. 235 op genade van den wind drijven ; zij raakten elkander aan boord, eenige zonken , andere iïraudden , en anderen wierden onbruikbaar. . Zodra het licht aanbrak, bemerkte de Engelfehe zeevoogd dat zijn' aanflag was gelukt. Hij zag alles in verwarring, en van één gcfcheiden , bemerkende behalve dat aan de werking der vijanden, dat hij met onbedreven bevelhebbers te doen had. Hij nam het niet in beraad hen in dien toefrand aan te tasten. Het gevecht 'begon 's morgens ten vier- en eindigde des avonds ten zqs uren , en wel met eene nederlaag, die den naam van Onverwinlijke des te bcfpottclijker maakte in Ktiropa: tien groote fchepen wierden op U-rand gejaagd, eenige in den grond geboord , en eenige moesten ftrijken. Aan boord van één genomen fchip vond men vijftig duizend gouden ducaten. Verfcheidene hooge bevelhebbers waren gefneuveld. Medina, bevreesd van geheel vernield te zullen worden door de Engelfchen en Hollanders, die het ongeluk der vijanden ziende, waren toegefchooten, bewust dat Parma  2 3 6 LEVEN VAN Parma nu niet durfde uitloopens beducht van op de kust van Vlaanderen te zulJen vervallen , nam de vlugt, die hem duur te ftaan kwam, en zeilde naar Spanje ie rug, durvende het kanaal r.iet doorzeilen ; dus moest hij Noordwaarts om, 't welk hem noch eenige fchepen kostte. Het verlies der Spanjaarden btitond uit twee cn dertig hunner kloekfte fchepen, en twintig duizend zielen ; de meeste adel, aan een gemaklijk leven gewoon, was door ziekten vergaan. Het gantfche koningrijk voelde den flag: geen huis, of het was in den rouw. De koning, beducht voor de wanhopige gevolgen dier treurigheid, volgde het gedrag van den raad van Rome, ééns in diergelijke gelegenheid gehouden, dat is, hij verbood het rouwdragen. Maar terwijl Spanje weende , juichten Engeland cn Holland. Europa , dat de heersebzuchtige oogmerken van ■den koning doorgrondde, en dat gebeefd had voor Engeland , Vrankrijk en de Nederlanden , die men waande in het uiterst gevaar te zijn , wanneer de vloot de Engelfchen en Hollanders had overwonnen ; in  PHILIPS DEN TWEEDEN. 437 in welk geval de overmagt onbetwistbaar aan de zijde van Spanje ware geweest, was niet minder verblijd. De koning ontiing die verfchriklijke tijding met eene onbcfchrijflijke koelheid, zeggende dat hij wel een vloot had uitgerust tegen zijne vijanden; maar niet tc« gen den Hemel. Hi j fchreef een' vcrpligtenden brief aan Medina, om hem te troosten, en een' aan Parma, o:u hem te danken voor zijn' betoonden ijver. War, de reden van zodanig een gedrag was , is beter te gisfen dan te weten. Mis* fchien had het zijn grond in den hoogmoed: licht wilde die vorst de eerc hebben van een cara eter te bezitten, d it op eene bovengewoone wijze den tegenfpoed kon verduren. Misfchien had het zijn* grond in Godsdientfige begrippen , die even trots waren-, zoekende die vorst de waereld te overtuigen, dat hij zich volHagen aan Gods welbehagen onderwierp. Tot noch toe had de zoon van Willem, Maurits, niet dan gedwongen kunnen werken; maar na den aftogt van Leicester, zo bekend in de Ncderlandfchc gefchiede* nis*  038 leven van nisfen, en na dc vernieling der Spaanfche vloot, kreeg hij ruimer magt; en de Nederlanders hadden geen reden zich wegens hun vertrouwen op hem te beklagen, naardien hij oneindig veel afbreuk deed aan de vijanden van zijn vaderland, zijnde zijn leven een reeks van doorluchtige ovenvinnirgen, waarvan1 wij in zijn leven breder zullen fpreken. De voorfpoed van Maurits, cn het ongeluk der Spaanfche vloot, had intusrehen twee zeer verfchillcnde uitwerkingen op philips. De rampen van zijne zeemagt hadden hem, tegen zijne gewoonte, doen afzien van zijn ontwerp om Engeland te veroveren; men zou gedacht hebben , dat de groote voortgangen van Maurits, die Parma dubbeld opwoog, hem insgelijks leeniger zou gemaakt hebben omtrent het ontwerp der Nederlanden; doch verre van daar: hij befleot daar de zaken door te zetten. Zijn' aanflag op Vrankrijk dreef hij niet minder : in hoop van dat rijk door het rijk te vernielen, had hij de fedgenooten tegen hunnen vorst onder■fieund, en deed het noch. Hen-  riIILIPS DEN TWEEDEN. 2.£} Henrik de Derde, van alles verlaten, had zicli in de armen geworpen van Henrik den Vierden , koning van Navarrc , naderhand bekend onder den naam van Henrik den Grooten. Deze dappere Vorst vergaderde een leger , en prangde de eedgenooten tot zo verre , dat hij hen in Parijs belegerde , en waarfchijnclijk zou ten ondergebragt hebben, ware niet de geweldige dood van Henrik den Derden intusfchen voorgevallen. Die monarch wierd vermoord door een' monnik , nadat hij het hoofd der eedgenooten , Guize , binnen Blois, had doen vermoorden. Hij had dcszclfs overheerfching lafhartig geleden, cn wreekte zich even lafhartig op Guize. Maar het eedgenootfehap had niets verloren door de dood van Guize ", naardien hij opgevolgd wierd, door zijn* broeder, den beruchten hertog van Mayenne, een man niet min ondernemend en gevaarlijk. Twee beroemde perfonaadjen Waren dus van het beroerde tooneel van Vrankrijk verdwenen , om plaats te makerj voor twee anderen niet minder 'opmerkelijk. Philips (lijfde Mayenne . gelijk hij  6+0 leven VAN bij Guize had geftijfd; maar het leger liep Hemik den Vierden voor koning uit. Guize had zich ficchts vernoegd met regent van Vrankrijk te zijn ; maar Mayer.ne wist wel dat een onderdaan die tegen zijn' oppeiheer den degen trekt, al. les heeft te vreczen , zo hij niet alles doet zwichten. Hij zocht dus de kroon 5 maar philips en zijne afzigten waren hem bekend. Hij vermomde dus zijne oogmerken met ijver voor den Godsdienst. De nieuwe koning, door een aankomst van Spanjaarden ,zich te zwak vindende om Parijs te dwingen , week naar Kormandijën , om den onderftand te wachten , dien Elizabeth hem had toegezegd. Hij vcifchanste zich daar onaantastbaar. Ma» yerne , fleunende op zijne overmagt, greep hem aan; maar hij wierd met groot ver» ■lies afgewezen. Kort hierna ontfing Henrik eene veiflerking van Engeland, en toen vcifloeg hij Mayer.ne bij Ivry ten eenemaal ; waarop die hertog zich in Parijs wierp. De vrees van daar belegerd te zullen worden, deed hem naar Pikardiën wijken, daar hij eerlang verflerkt wierd deor  philips den tweeden. 1.4,1 door Panna met zijne Spanjaarden. Parma was tot den togt uiterst ongenegen , en ftelde den koning het gevaar der Nederlanden voor oogen , wanneer hij hem liet wegtrekken, en zijne legers daar verzwakte ; maar philips was onverzettelijk. Hij had Mayenne doorgrond, en vreesde niets meer dan dat Henrik Parijs zou vermeesteren , als wanneer alle zijne uitzigten en kosten waren verloren geweest. Hij moest dan Mayenne verfterken , om hem in ftaat te ftellen van Henrik te dwarsboomen ; maar niet om hem te vernielen. Zijn ware afzigt was de oorlogvoerende partijen door elkander af te matten. Henrik wierd welhaast door de wijze fchikkingen van Parma in het naauw gebragt , en philips, hoorende hoe de zaken ftonden, wilde Mayenne niet laten zegepralen. Dus zond hij bevel aan Parma om naar de Nederlanden te keeren, welken togt hij bij de eedgenooten toefchreef aan onvermijdelijken nood. Dit gaf Henrik tijd om zich te herftellen. Dc zaken der Nederlanden hadden geL, du-  2., j LEVEN VAN durende Parmaas afzijn een' Hechten keer genomen voor den koning : de Spanjaarden vond hij muitende in de meeste plaatfen, en Maurits bad zich meester gemaakt van de meeste grensfteden, en was daardoor in ftaat gefteld groote aanflagen tc wagen in het toekomende. Parma was buiten dit alles door noch onaangenamer bevel belemmerd t de koning , onverzetlijk in in zijne ftaatzuchtige uitzigtcn op Vrankrijk, drong hem om een groot getal benden 'in Artois en Henegouwen te plaatfen , ten einde daarmede naar omftandigheden des tijds tc werken. De verbondene Nederlanders waren te fchrander om alle die misflagen niet te zien, en 'er geen voordeel mede te doen. Maurits verilocg eerlang een groot gedeelte Spaanfche ruiterij , cn nam Zutphen, Deventer en andere plaatfen weg. Eindelijk vermeesterde hij Hulst en Nimwegen, vervullende alles met fchrik. Intusfchcn waren de zaken in Vrankrijk uiterst veranderd. Henrik had , door zijne minzaamheid, velen der eedgenooten gewonnen, cn zich merkelijk vcrflerkt,  PÏHLIPS BEN TWEEDEN, ü4$ en Mayenne was, naarmate de koning in magt was toegenomen , verzwakt. De koningin van Engeland nam meer dan ooit deel in zijne lotgevallen, en verfterkte hem op nieuw tegen dc aanflagen van Spanje. Henrik doeg onverhoeds het beleg voor Rouaan. Mayenne beefde op die tijding: hij zond in haast een' postlooper naar Spanje, met bericht dat zo men hem niet onderfleunde , en een plaats van zo veel aangelegenheid liet verloren gaan , het alsdan met het Catholijk verbond gedaan was. Teritond kreeg Parma op nieuw bevel om zich naar Vrankrijk te begeven. Deze veldheer deed het beleg van Rouaan opbreken, en leverde verfcheidene gevechten , waarin hij nu eens de overhand, cn dan de nederlaag kreeg, altijd zorgende dat de partijen der eedgenooten en die des konings van Vrankrijk in eenige ge» lijkheid bleven; maar terwijl de Spaanfche vorst dus bezig was met een magtig koningkrijk te verzwakken , onder fchijn van met meer recht dan ooit het te willen redden uit de handen van een* ketCerfchen koning, viel 'er iets te Madrid L t voor,  ■2.J.4- LEVEN VAN voor, dat ons een klaar denkbeeld geeft van welk een aart het caracïer des Spaanfchen konings was. Die ernflige vorst leefde fints een' geruimen tijd in openbaar overfpel met Donna Anna de Mendoza , gemalinne van Don Rui Gcmez de Sylva, prins van Eboli. Zijn groote vertrouweling in dezen minnehandel was zijn geheimfchrijver, Don Anthonio Perez. Deze man had dus dagelijks gelegenheid om de prinfes te zien en te onderhouden. Niet minder op haar verliefd geworden dan zijn meester, begon hij voor eigen rekening te werken, en flaagde niet dan te wel. Ondertusfchen liep dit in 't oog; want verliefden zijn zelden magtig zich lang te vermommen. Perez kreeg eerlang verfchil met een' anderen geheimfchrijver, genaamd Escovedo, die, uit hoofde dat hij in de Nederlanden diende , en zich nu wegens llaatszakcn te Madrid onthield, dagelijks met den koning ("prak. Deze man befloot zich aan Perez te wreken , en tot dat einde ontdekte hij aan den koning, alles, wat hij verfpied had van de levenswijze van  PHILIPS DEN TWEEDEN. 245 Van zijn' vertrouweling me: de prinfes. ■ De koning was van eene achterdochtige geiiartheid, dus geloofde hij alles terftond; en bovengemeen wraakzuchtig zijnde , befloot hij Perez te doen vermoorden; maar, als liefhebber van in alles eenige ftaat. kundige trekken te mengen, befloot hij Escovedo van kant te helpen , door de hand van Perez. Het oogmerk des ko,nings was zichzelven van allen . opfpraak te zuiveren, door de bloedverwanten van den vermoorden met allen fchijnijver bij te ftaan in het vervolgen van den moorder, die alsdan ten minde voor altijd een ongelukkige balling was. Zodanig was de liefhebberij des konings tot ftaatkundige handelingen. Doch eene ontrustende vrees ging hiermede gepaard: Perez wilde niets ondernemen zonder een gefchreven bevel. Dit gaf hij Perez, onder beding van dat te verbergen, hem verzekerende alles zo te zullen beleggen, dat de zaken binnen kort zouden aflooj»pn. Perez vermoordde dan Escovedo, en ae koning zag hem met vermaak vervolgen j verbiedende hem het hof. De L 3 ver.  140 LEVEN VAN vervolging wierd flaauwer voortgezet dart de koning had verwacht; dus liet hij Perez het hof weder open ; maar toen betichtte hij hem van ontrouw, en verwees hem in eene boete van dertig duizend ducaten , doende hem met ketenen beladen en in de gevangenis werpen. Daarna bood men hem de vrijheid aan, onder voorwaarde van de brieven over te geven, benevens het bevel des konings. Perez gaf de brieven, maar verklaarde het bevel verlegd te hebben. Men ontfloeg hem; maar de koning, altijd vreezende dat Perez het bevel verborgen hield, dat ook waarachtig was, deed hem op nieuw kerkeren, en pijnigen. De ongeIrkkige befpeurde toen dat het op zijn leven was gemunt. Door omkooping zijner vrouw ontfnapte hij , en vlugtte naar Arragon , zijn geboorteland, wanende daar veilig te zijn door de voorrechten van zijn vaderland. Maar de koning kende geen voorrechten; hij deed hem op nieuw vast houden, en naar Sarragosfa voeren. In die ftad beriep de gevangene zich op de Juftitie,. Hij wierd toen in de ftads- ge-  PJIILll'S-BEN TWEEDEN. 2.47 gevangenis gevoerd , cn verhoord , doch in zijnen angst had hij het bevel des konings vertoond. Toen wist die vorst hem, in handen der Inqtiifitie te bezorgen* maar het volk, zijne voorrechten gefchonden wanende, ontfloeg hem uit de gevanr genis. Na noch ééns weder in hechtenis tc zijn geweest, verloste het volk hem andermaal , en hij vlugtte naar Vrankrijk, daar hij , uit wraak de geheimite oogmerken van den Spjanfchen monarch aas koning Henrik ontdekte. De koning wreekte zich, volgens zijne gewoonte, bloedig op dc Arragonezen, wegens het voorftaaa hunner vrijheden. ' Midlcrwijl de koning hiermede bezig was, had Parma zich naar de Nederlanden begeven; doch de Hechte ftaat zijner gezondheid vorderde eene reize naar Spa. bij zijne wederkomst vond hij de gewigtige fteden Koeverden en Steenwijk door Maurits bemagtigd. De fmarten dezer tijding verergerden zijne kwaal, die hem welhaast uit het leven rukte, in den onderdo, n van zeven en trtefllg jaar, en  e+g LEVEN VAN in het veertiende zijner landvoogdij in de Nederlanden. Na zijn* dood , ftelde de koning in zijne plaats aan den graaf Pieter Ernst van Mansveld, wien hij terftond last gaf een bende, onder bevel van zijn' zoon, naar Vrankrijk te zenden. Deze troep veréenigde zich met Mayenne , die toen ten leger van vijftien duizend koppen bijéén had. Met dit leger floeg hij zich neder voor Noyon. Deze vesting moest zwichten; men itroopte toen Pikardiën af, cn zou zekerlijk groote voordelen hebben behaald, bad niet een ander inzigt ral? LIP! éénsflags doen befluiten, den jongen Mansveld cn zijn volk naar de Nederlanden te rug te roepen. Hij had nu reeds jaren achteréén het i.loed ziincr volken en zijne fchattcn vruchteloos, :er verkrijging van Vrankrijk, verf'pild; hij wierd moede van het langer zonder voordeden te genieten te doen. Dus veinsde hij als ware hij bewogen met de Pranfchen, daar hij alleen echter dc oorlogsvlammen had aangeblazen, en deed < Ma-  rHILIÏS den tweeden, Mayenne aanzeggen, dat, om een einde te maken aan de rampen van Vrankrijk, hij gaarne zoude zien, dat men de ftaten van het koningkrijk bijéén riep, om te hoorcn welk een' Catholijk vorst zij voor hunnen koning begeerden. Mayenne , die gaarne zelf op den troon was genegen , zag door dien voorflag zich van zijne hoop verdoken; dus draalde hij eenige maanden met de ftaten bijéén te roepen, om- tijd te winnen, en te zien of men philips dit niet kon uit het hoofd brengen. Hij kende dien vorst kwalijk: de koning , uit den aart ftijfhoofdig, cn nu ftijfhoofdiger dan ooit, omdat zijn voorflag geboren was uit zijr» flaatzuchtig afzigt , bleef hardnekkig en met dreigementen, aandringen. Men moest hem dus gehoor geven. De ftaten wierden bijéén vergaderd, Philips zond op die vergadering Feria en Mendoza; de laatftc was een uitmun» tend rechtsgeleerde , de eerfte is genoeg bekend door zijne ftaatkunde. De legaat van den paus, de kardinaal Piacenza, was van invloed, en gewonnen door beloften I. 5. v.1l3  LZVEN VAN van den koning. De ware afzigten des konings bcflondcn in de ftaten ora te ko» pen, om de keuze op Iicm uit te brengen, daarna de Salifche wet, die de vrouwen van den troon van Vrankrijk uitfluit , te vernietigen ; en alsdan meende hij zijne dochter de infante Izabclla op den troon te piaatfen. Tot dien einde ontzag hij geen fchatten, om ftemmen te kopen. Mayenne, van alle kunftenarijën onderricht, vormde eene tegenpartij, cn deze beduidde de leden, hoe afgrijsfelijk het voor Vrankrijk zou zijn, een wingewest van Spanje tc worden, en hoe onedel de Spaanfche vorst, wiens gantsch oogmerk nu ontdekt was, een' burger - oorlog gaande hield om hen tegen een' ketterfchen koning tc beveiligen, daar het hem te doen was om hunne halzen in het Spaanfche juk te knellen. Dit wekte de Franfche trotsheid op; een menigte leden begonnen te aarzelen. De edelen van het verbond gruwden van het Spaanfche juk, en het volk noch meer. De fchraudere Henrik, van alles onderricht, deed toen, door eenige Roomfche hee-  mnips üest tw eeuB.v. -j- hecren van zijn' aanhang., verfprcidén da: hij eerlang den Roomfchcn Godsdienst zonde aannemen. Dit deed eene verbazende uitwerking. De Franfche hoeren begrepen dat zij Henrik niet konden overwinnen , zonder bijftand van Spanje , allen waren zij afkeerig van Spanje,, cn de bekecring van Henrik nam alle die zwarigheden weg. Henrik verbon.1 'er zich toe onder voorwaarden. Wat 'er van Henriks overtuicing bij zijne geloofsverandering zij, het was niet alleen de ftaatzucht, die hem den Roomfchen Godsdiens: deed omhelzen. Hij bevond zich in de fmartelijke omftandigheden van te moeten kiezen, dien ftap re doen, of zijn vaderland voor eeuwig aan het bijgelovigfte hof te zien verhaven, dat zijne protestantfche vaderlanders eerlang door de Inquüitievlammen voorzeker zoude opofferen; deze bedenkingen , gevoegd bij het denkbeeld van, zo voor zich als zijne nakomelingen, een der niagtigfic err blocijendfte koningrijken te verliezen, ma» ien Henrik , bij alle wéldenkende menfehen , verfchoonelijk wegens zijne geloofsverandering. Henrik bezondigde zich nviuI. 6 der  251 LEVEN VAN der door de mis bij te wonen, dan door eenige duizenden ongelukkige menfehen te wagen aan de martelvuren van Spanje. Om zich evenwel zo terftond voor overtuigd te verklaren , hiertoe was de Franfche monarch te fchrander; hij kende de menfehen, wier zwakheid men te gemoet dient te komen. Hij ombood dus de verftandigfte geestelijken van het koningkrijk bij zich, en na eenigen tijd met hen wegens de gefchilftukken van de protestanten en de Roomfchcn te hebben gefproken, keurde hij hunne redekavelingen voor den Roomfchen Godsdienst goed. Weinig dagen daarna woonde de koning de mis bij te St. Dcnis. Vrankrijk voor het grootfte gedeelte erkende hem , en Parijs öntfloot hem de muren. Philips was benevens Mayenne niet weinig bedremmeld, toen zij dit vernamen, en noch meer toen men zag hoe uitgelaten blijde bet uitgeputte volk was met hunnen nieuwen koning , dien zij tevens befchouwden als hunnen verlosfer. Zij zochten in de belijdenis van Henrik niets dan eene ftaatkundigc ftreek , uitgedacht om de verkie-  PHILIPS DEN TWEEDEN. -S I kiezing van een ander Roomsen vorst te beletten. Dus deed Mayenne de meeste der bij hem gebleven verbondelingen zwoeren , Henrik niet te zullen erkennen voor koning , dan na dat men zijn bekeering door den paus zag goedgekeurd. Zo vermogend was Mayenne bij zijne eedgenooten. Men zal zich verwonderen hoe deze man, na alles wat 'er voorgevallen was, en na de ontdekking van de oogmerken des konings van Spanje , noch durfde voortwerken tegen koning Henrik ; maar de grond zijner verrichting legt in dc kunstgrepen van den koning van Spanje. Die onbegrijplijk hardnekkige vorst, om den oorlog in Vrankrijk gaande te houden , befloot Mayenne te vlcijen met een huwelijk tusfehen zijn' zoon , en de Infante van Spanje Izabella, philips dochter , die koningin van Vrankr^k zou worden , naar hun voornemen; en de koning zou midlerwijl zorgen , dat des paufen goedkeuring wegens de bekeering van Henrik achterbleef. Dit verbond Mayenne meer dan ooit voorheen aan den koning van Spanje. Doch daar was heden minde? L 7 dan  «S + LEVEN VAN dun ooit waarfchijnlijkheid, dat cic ton mg zijne oogmerken immer zoude bereiken, in dc Nederlanden waren hem door Maurits, na liet overlijden van Parma, Hagen op (lagen toegebragt; en Mansveld zag zich gedwongen om niet don verwcreuder wijze te handelen. In deze omftandigheden trachtte hij een poging te doen om de (laten te doen wederkceren. Hij befloot hen als landvo >gd te zenden Ernst , aartshertog van Oo>tenrijk, een zagtaartig en zedig vorst, en dierhalve oordeelde de koning dat hij best gefchikt was om de Nederlanders te verlokken Hij noodigde de ftaten om eene vredebevorderende bijéénkomst met hem en den aartshertog te beramen ; maar de ftaten vftout op hunne magt, en de uitgeputheid des konings, weigerden met hem te handelen. Hij had dus al zijn magtert daar noodig , om Maurits het hoofd tc bieden , en was ■ dus onvermogend een gejioegfame hulp fpoedig genoeg aan Mayenne te zenden. De toeftand der Spaanfche zaken ia Vrankrijk was imttsfehen van dag tot dag OE-  rilILIPS DEN TWEEDEN. Ï-5S ongunstiger geworden. De omkcering des konings was van groote gevolgen. Henrik was door de natuur begunftigd, met alles wat een mensen kan bezitten om harten te winnen , en wist 'er zich verwonderlijk van te bedienen. Allen hoon had hij" vergeten: zijne bitterfte vijanden wist hij aangenaam te verrasfen, door onvoorziene dienden, die altijd gevoeligst treffen. Hij verfoeide allen wrok , en ademde niets dan vergiffenis en weldaden. Zulk een zeldfaam man moest voorzeker alles weldra aan zich verbinden. Wat wonder dat hij binnen kort het eedgenootfehap won , en zelfs Mayenne en zijne bloedverwanten 1 waar door de koning van Spanje alleen wierd gelaten , en niets van zijn twistlloking , woelen , kuipen , bloedvergieten cn fchatverfpilling trok dan afkeer en verachting. Men bedriegt zich zo men zich verbeeld dat die hardnekkige vorst, die nu immers zijn dwaasheid moest bemerken , zijn opzet varen liet : zijn wrok bleef woeden tegen den edelmoedigen Henrik , maar dit vergrootte alleen zijn fchade en fchaude. On-  25 G LEVEN VAN' Ondertusfchcn fchcurde Maurits in de Nederlanden hem de aanzienlijkfte Hukken af. Groningen wierd venneesterd, en trad tot het bondgenootfehap. De Spaanfche cn Italiaanfche foldaten floegen aai* 't muiten, en vonden aan Maurits een' befchermer. De Vlaamfche edelen warerf op den koning misnoegd, en alles ftonderbarmelijk voor dien vorst gefchapen. In het midden dezer drukkende omltandigheden , ging zijn dwaze wrok zo verre , dat hij den koning van Vrankrijk, door zijne aanhoudende vijandlijkheden, dwong hein den oorlog te verklaren. Zijn wraakzucht verblindue hem tc zien , diit hij , door dien vorst daartoe te noodzaken, hem een' wezentlijken dienst deed. Die koning had een' oorlog noodig huiten 's lands, ■om de zaden des binncr.krijgs , die noch niet in de harten geflorven waren , te verflikken. Henrik verbood allen handel met Spanje, cn gaf zijne onderdanen last cn vrijheid , om overal de Spanjaarden te beroo'vén en afbreuk te doen. En voor die verklaring had iknrik Zich reeds ten oor*  philips den tweeden. tl7 log toegerust. Philips raapte zo veel hwBcn als hij kou, en beantwoordde de verklaring van zijn' vijand, met leugens en onbefchoftheid; alles was in dien vorst bedrog, heerschzucht en wraak. De gantfche waereld had de oogmerken van zijne ftookerijën in Vrankrijk doorgrond ; en evenwel fchaamde die monarch zich niet, voor God te verklaren dit hij om de zake Gods en zijne kerk, Vrankrijk had trachten te verlosfen van de onderdrukkingen van den kettcrfchen prins van Bearn, en zijnen aanhang. Doch hij wierd door den ketter van Bearn, die een verbond met de Nederlanders had aangegaaff, en door de Engelfchen, die hem mede op het lijf vielen, en hem Cadix wegnamen en uitplunderden , en in Amerika hem onnoemelijke fchadens toebragten , zodanig geteisterd, dat hij den paus fmceken moest om bemiddelaar te zijn tusfchen hem en zijne vijanden, die eindelijk de vrede troffen, maar alies minder dan tot zi n eere. en voordeel. Na dezen oorlog fcheen hij wn Ieeniger geworden, 't zij dat de vcrvlicging zij-  3fg LEVEN V A-N zijner (Ireelende en hooggaande omwerpen êcnen diepen indruk op hem maakten , het zij de toenemende zwakheden van zijn ligchaam, zijne hitte uitdoofden. Hij begon, gelijk zijn vader, die ook na de gehele waereld lang beroerd te hebben door zijne ftaatzucht, een walg van den troon kreeg, nu te praten van de ijdele grootheid des levens, en het vergangkelijke der waereldfche hoogheid, bekrachtigende dus het oude waarachtige fpreekwoord, dat oude zondaars, die niet meer kunnen zondigen, naastbij zijn om aan vroomworden te denken. Om van dat Godzalig voornemen, bij wijze van boetrfoening aan zichzelven voor zijne beganene menigvuldige ongerechtigheden , een' aanvang te maken, begon hij niet aan zijne dochter Izabella, die hij hu niet in eens anders onwettig geftolen goed kon zetten, en die hij nu aan den aartshertog Albertus ter vrouwe had toegefchikt, af te ftaan het geen hij maar gedeeltelijk meer had weg te geven, dat waren de beroerde Nederlanden. Een lchoone huwlijksgift! Deze jonge gehuwde men-  PHILIPS DEN TWEEDEN. 259 menfehen mogten toezien , hoedanig zij den brand konden blusfen die vader en fchoonvader aan den gang had geholpen. Hij ftelde zijn menschlievend voornemen den graaf Dc Fuentes voor , die beter dan iemant Maurits en (je Nederlanders had lecren kennen, en nevens hem van den graaf van Castel Rodrigo, in wien hij met reden vertrouwen ftelde , en welke mannen hij wel wat vroeger had mogen raadplegen, en hunnen raad opvol» gen. De rede dezes laatstgenoemden ftaatsdienaars verdient hier een plaats: hij toonde de Nederlanders te kennen ; en het toont tevens aan , dat het koning philips aan geen brave mannen ontbrak; maar dat alles voor dien ftijfzinnigen trotsaart gebogen lag, en dat alle de onheilen , die Europa onder zijne onrustige en bloedige regeering overkwamen, hem alleen tc wijten zijn. Zie hier de rede van den doorluchtigen Kastiliaan. ,, De Nederlanden, ó koning! zijn te ,, verre van Spanje gelegen, om fpoedig, „ bij beroertens daar legers heen te zen„ den. En vreemde benden daar te hou» den,  LEVEN VAN „ den , ftrijd met de grondwetten , die lan. „ den door uwe voorouderen gefchonken, „ die gij niet breken kunt, zonder hunne „ asfche te ontheiligen. De wetten van „ het land, de taal, de levenswijze, de „ natuurlijke geaartheid , verfchillen zo „ veel niet die van Spanje, dat het on„ doenlijk is dat volk met ons tc verëc» „ nigen in wijze van denken. Hun af,, keer tegen eigendunkelijke hcerfchap„ pij, tegen eene vreemde regeering, in,, zonderheid tegen die van Spanje , is „ onverwinlijk. De nfïtand van den kei,, zer, en uwe afwezendheid, ó koning! , waren de eerfte bronnen van weder„ fpannigheid, moeder van ingewortclden „ baat;-een haat die nu veertig jaren „ heeft gewoed, en van ouders op kin„ deren is overgegaan. Uwe legers heb„ ben alles verergerd , en zullen alles M noch meer verergeren. Had men hen „ een opperhoofd uit hun eigen landaart „ gegeven , men had voorzigtiger gehan» .„ deld. 't Is waar, zonder den bijftand „ van Engeland, en de ftookerijën van „ Vrankiijk , had men de wederfpannelin? » gen  T-TTILIP-S OEN T W t F. I) E \T. 2f>l „ ge:i kunnen teu ónderbrcfljen ; rnaar dan noch heeft men niets aan een handel. ,, drijvend land dat zonder vrijheid is. (*) Doch, behalve dit, konden zij met de zwakke hulp van Engeland ons zo vele „ jaren wedcrftaan , hoeveel heeft men ,, van dat moedige en getergde volk te „ wachten , als Engeland en Vrankrijk, nu bi Haat grooter bijftanden te doen, „ hen met alle magt onderlteunen ? En ,, is dit niet te verwachten , daar die „ twee mogendheden op u misnoegd , „ en jaloers wegens uwe magt zijn ? In„ dien de Nederlanden van de kroon van „ Spanje zijn afgefeheiden, hebt gij hoop ,, dat het belang hen ééns tot uwe bond,, genootcn make , en een groot ftrui» ,, kelblok van jaloerschheid is ten minde „ weg geruimd. 'Er kan een tijd komen ,, dat de Nederlandfche provintién, door „ omftandigheden genoopt, tot verbindte„ nis- f*) Schranderen onzer eeuw! die om zelfbelang , of uit dwaasheid, beweert, dit een éénhoofdige regeering ons niet ÖngfelultfcTg zou maken; hoort' dezen Spanjaard — en bloost!  töï LEVEN VAN „ nisfen met de zuidelijke landfchappen wedcrkeeren; en in dat geval kunnen „ die provintiën ons rijk van meer dienst zijn als bondgenooten , dan wij im„ mer door -oorlog van bun halen kun„ nen , al konden wij hen overweldigen. " Ziedaar de taal van een' Spanjaard van de zestiende eeuw. Spanje heeft in later tijd de waarheid van een gedeelte dezer rede ondervonden. Koning philips dankte Rodrigo met eene genegenheid, die hem vereerde, en ftond oogenbliklijk de Nederlanden af aan zijn' fchoonzoon AIbertus en zijne gemalinne Izabella. Maar die afftand maakte geen verandering in de ftaatsbefluiten der onderling verbondene Nederlanden, die den koning zijn recht hebbende verbeurd verklaard, begrepen dat iemant die zijn recht van eigendom heeft verloren , tevens het recht mist van ovec het gewezene eigendom te befchikken. Kort na dien afftand, namen de jichtkwalen en koortfen des konings zodanig toe, dat hij het bedde moest houden. Hij befpeurde weldra dat zijn einde naderde ; maar begeerende op het Escuriaal, eert  PHILIPS DEN T WC EDEN. 0.6 3 een gebouw door hem gefticht, gelijk wij gezien hebben, te derven, beval hij dat men hem derwaarts zoude brengen. Zijne gencesheeren ontraadden hem de reis, als gevaarlijk, wegens zijne zwakheid; maar dc koning, misfehien zinfpelendc op het gedrag van zijn* vader kort voor zijn dood gehouden, zeide : „ Ik heb befloo,, ten mijne lijkftatic naar het graf te ,, verzeilen". Hij bereikte het Escuriaal; maar terdond vermeerderden zijne fmartcn; hij kreeg kort daarna vreeslijke gezwellen en zweeren over het gantfche ligchaam,die hem ondragelijke pijnen veroorzaakten. Hij krabde deze gezwellen open, en vond toen verlichting van fmarten; maar toen volgde 'er iets ergers. De vloeiftof dier builen was een etter van een' onverdragelijken flank; en, het ligchaam , geen reiniging meer kunnende lijden, grimmelde het welhaast van het walgchelijkfte ongedierte. Ongelooflijk is het, en het is waarachtig, dat die vorst in dien jammerlijken ftaat vijfdg achteréén volgende dagen, in eene achterovcrleggende houding, leggen bleef; gedurende welken  2Ö4 EEVENVAH ken tijd hij eene voorbceldelooze lijdfaamheid toonde. Hij boezemde ongeveinsde zuchten tot God uit, en erkende de rechtvaardigheid van de hand die hem bezocht. Hij beval een menigte gevangen op vrije voeten te Hellen, en onder dezelven de vrouw van Don Anthonio Perez. Twee dagen voor zijn 'dood , deed hij zijne kinderen bij zich -komen , fprak niet hen over de ijdelheid der menfchclijke grootheid, gaf hen raad in het beilieren hunner ftaten , en vermaarde hen toch ilandvr.stig den Roomfchcn Codsdierst aan te kweeken , en te handhaven. Toen zij vertrokken waren, gaf hij , met groote bedaardheid, bevelen betreklijk zijn ligchaam cn begrafnis, cn deed zijn doodkist nevens Zijn legplaats brengen. Miaiuvlijks was dit verricht, of de fpraak bigaf hem, cn na cenigen tijd ftil gelegen tc hebben, gaf deze zeldfame vorst den geest , in den ouderdom van twee cn zeventig jaren, cn in het drie en veertiglle zijner rustelooze cn bloedige regceriiig. - Ons 'ftaat nu , uit alles wat van hem gezegd is , zijn Caiócicr onzijdig op te ma-ken.  ïltlLIÏS BEN TWEEDEN. -65 ken. Dit is door anderen met grooten oniflag , en veel tegenltrijdigheden gcdaau ; wat ons betreft, ons dunkt, dat liet eenvouwdig , en gemaklijk kan worden bepaald. Zijn geitel ernftig, peinzende etl zwaarmoedig zijnde , en door eene dweep' aehtige opvoeding van bijgeloovige monuik» ken geleid zijnde, was oorzaak van zijnen alles te bovengaanden ijver voor zijne kerkleere, en van zijne bijgelovigheid. Als eenige zoon van een magtigen vader, die hem teder beminde , en al vroeg in het bewint ftelde onder een trotfe en verflaafde natie, die hem vleide, cn beminde als hunnen landgenoot, kon het niet misfen of hij moest hoogmoedig worden. Gewoon aan zich te doen gehoorzamen, en dol van rechtzinnigheid voor zijne kerk , zag hij de Nederlanders als . wederfpannelingen ann tegen God en hem , hunnen vorst. De ketters in Spanje zag hij met dezelfde oogen ; van daar die koele wreedheid waar« meede hij hen vermoordde en vervolgde , ten zelfde tijde dat belang en Godsdienstijver zich in hem veréénigden. Zulk een tnensch zet lichtelijk de grenzen van zelfM ver-  S{56 leven van veröorioviag uit , cn redekavelt valsch ', ten minfte niet kiesch over het geoorloofde en ongeoorloofde , bijzonder als hij magt heeft om het ftralloos te doen. Dweepachtig en hoogmoedig zijnde, volgde de ftaatzucht ras, om dat een dweeper en een ftaatzuchtige bijna ééne gefteldheid van geest vereifchen, getuigen Mohammed , Jan van Leiden, en andere dweepers. Mislukte hem iets door toedoen van een' vijand, alsdan wierd de wraak , en met haar de trouwloosheid uit den beleedigden hoogmoed ras geboren. Alles , behalve de Godsdienst-ijver, was in dien vorst niets dan bijkomende hoedanigheden. Dit bleek op zijn fterfbed ; wanneer de mensch, geen belangen meer te bejagen hebbende , zich vertoont gelijk hij is. De ftaatzucht was im nutloos geworden , deze begaf hem , en met haar de monfterlijke telgen, die zij gemeenlijk 1 in een bedorven verbeelding voortbrengt; hij fprak over de nietigheid der waereldfche grootheid; maar zijn ijver voor zijnen Godsdienst bleef hem bij. Zodanig was het algemeen caraïter van koning philips als mensch. Als  PHILIPS DEN TWEEBEN. 2&7 Als koning had hij , en dat kon niet misfen, meer kwade dan goede hoedanigheden. Hij beroerde de waereld, die hij in rust en bloei had kunnen houden, offerende eenige duizende zielen aan zijne ftaatzucht, en dwecperij op; hij beroerde de landen zijner naburen, alleen om zich te vergrooten, of om zich te wreken, en was een geesfel voor Europa. Zijn regecring leert ons dat het beter is, dat een koning onverfchillig is voor alle Godsdienften, dan te veel gehecht te zijn aan eén' enkelden, omdat hij met het eerfte zelden ongelukkigen, maar met het laatfte duizenden elendig maakt. Als ftaatkundige had hij het gebrek van te veel te gelijk over hoop te halen, en niet genoeg te denken op de belemmeringen die zijne onderwerpen zouden kunnen hinderen, en hij had te veel ftijfhoofdigheid, doorgaans eigen aan hoogmoedige caradters, om bij mislukking eener onderneming in tijds wijslijk daarvan af te zien, wanneer hij ondervond dat de onderneming ondoenlijk was. Zijn ftelling fchijnt geweest te zijn, door ftaatkunde het lot voor zich te moeten doen bukken. Als M 2 kiiigs-  IÖ3 LEVEN VAN krijgsman had hij geene de minfte bekwaamheid; hij regelde veldtogten in zijn kabinet , en dwong zijne bevelhebbers , reinst echter Alva, zich daarna te fchik» ken, waardoor verfcheldcn zijner ontwerpen tot niet liepen. In 't kort, hij had; al de eigenzinnigheid van zijn' vader , zonder zijne infchiklijliheid , hij had al zijn ftaatzucht, zonder dat behoorlijk nadenken; al zijn geveinsdheid, zonder zij» kunst van vermomming, en al zijn trouwloosheid , zender zijn voorzorg en kunst van verglimping; al zijn kuipzucht, zonder zijn fijnheid van beleid , en een hooger mate van Godsdicnstigen ijver , met eindeloos minder overdenking en matiging; en daar hij met meerder magt bekleed was, moest hij met zulk eene gefteldheid van geest , een onrustiger cn bloediger regeering hebben. Zijn leven kan de koningen cn ftaatslieden leeren dat eigcndunklijkheid in waereldlijke en Godsdienflige zaken, te veel toegegeven, het menschdom elendig, en hen zeiven tot wonders maakt; en het gtos der ftervelingen kan 'er uit zien, dat hoogmoed en Kijf  PHILIPS DEN TWEEDEN. a<50, «ijlzinnigheid verachting en fchade ten gevolgen hebben ; dat de gruwlen daaraan nader vermaagdfchapt zijn , dan men in 't algemeen denkt, en dat de menfchelijke natuur, onder zekere gedaante, de helfche is. Maar de Nederlanders kunnen 'er bovenal deze vreeslijke les uit leeren, dat koningen, en eigendunkelijke vorlten in 't algemeen, ten minde gevaarlijke wezens zijn; en dat zij, ééns onder dezen vorst de vruchten der eigendunklijkheid hebbende ge fmaak t, hunne voorrechten van vrijheid nooit hoog genoeg, doch met gematigdheid, kunnen waardeeren. Zij late* toch nimmer zich verbluffen door de tegenwerping , dat een goed vorst gelukkige onderdanen maakt, en een land buiten verwarring houd. Heden kunnen wij een' Titus hebben , maar wie kan borg zijn , dat wij morgen, na hem, niet onÜer een* Nero, of C.aligula zullen zuchten ï