I/1 BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS» ©EK. OMWENTELING i ■ 1787. WIT GE GE E VIN DOOR JM>: P. Ph. JU MAAN QUINT ONDAATJ& EERSTE STUKJE. TE DUINKERKEN sfJ*È& VAN SCHELLE & Com y> 5/V% MD CCXC1  Souventz i>ous~, Mtsfews! de et tems de disordre & dé trouble, oü l'esprit tenebreux de discorde confondoit U droit lavec la pasjïon, h davcir aycc 1'int fret, la bon*« cauje anc la mauvaije; ett les A'stres les plus brillants fguffrirent presyic. tous quelque eclipfe , C- lef flus fideles ' Sujets fe virent cntrainés malgré eitx par le torrmt des part is, comme ces P Holes , qui, fe trouvant fürpus de torage en pleine msr, fint coittraints de quitler la route, qu ils veulent tenir, & des'abandonncr pour un tems au gri des vents & de la tempéfe: Telh est lc justice de tiiew! teile tst tinfirmiti natt^ reik des hemmes f  jEehè eenvoudige opgave dér (lukken, m dit eerfle Deeltje yoorkoomende, 'zal genoegzaam zijn, om den Leezer een algemceft denkbeeld te gecven van het gchcele, onder handen zijnde JVerk, en van liet hoofdoogmerk des Uitgeevers. JVij zullen ons hier niet lang ophouden: elders zal 'er gelegenheid genoeg zijn, 'pmi ten gevalle der zulken, dien men tot nog toe voorbedagtelijk onkundig gelaat en heeft over den waar en toedragt der zaaken, raakende de jongfle Omwenteling in ons Vaderland', tènlgè voorlichtende Aantekeningen van dezeti en geenen mede te deelen^ Een werk van dezen aart is aanverfcheideh Critiques onderworpen. Evenwel, daar het * 2 ons  0 erp, : , \ -■ $1 43. f. De GENERAAL MAJQR van rijssel aan den rhijngraaf van salm, op den 53.23.24. Junij-, over liet zelvde Onderwerp. . . . til. 45 7, GENERAALE LIJST van de sterkte der troupes 7 formeerende het Cordon tusfehen de Maas en de Zuiderzee , mitsgaders het Guarnifoen 'van Neusden, zo als dezelve zich. bevond, prefent-dienstdoende, op den.' i: jiprii 1787. . . : til. 47, %; MJST der, stadhouderlitke troupes 1 -  vü 'zich bevonden hebbende in het Stichtfche en Gelderfche, en onder de Ordres der Amersfoortfche Staatsleden: bl. 50. 9. STERKTE der hollandsche armee, zo in het Cordon, ah te Utrecht, Jutphaas, en de Vaart dienstdoende, ten tijde der Revolutie. . - bi. 53. 10. BIJDRAGE IV. EXTRAIT des lettres du General Major van rijssel au rhingrave VanSALit, du 1. & -3- i?87- ihef origineel der gemelde Brieven, bl. 42.) £/. 72. %i. EXTRAIT des lettres du RiiiNfijRAVE^ van .salm a fon Ami a Amfier dam,du 13.16 & *o. >/« 1787. (W. bï. 43-) • i ' hL 73. ia. EX-TRAIT lettres du General Major van rijssel au rihngrave yan salm, du 21. 23. 24 fi^ 25 Juin 1787. (i«f. W. 45-) ■ ■ hL 7553. BIJDRAGE V. RAPPORT van den Colonel A. Baron van der capellen aan .de Commisfie te woerden, over de Situatie van gorcum, 15. Sept. - t 4 Ï78?*»  1787, *st morgens om 8 uur en. bl.*?®. J4. EXTRACT uit de cpriE van de eigenhandige memorie van den Colonel Alexander van der capel'len , over het geen Hem te gorcum en wezel overkoomen Is. . . bl. 80. *5. BIJDRAGE VI. MISSIVE van den Generaal Major Baron van der borch aan den rhijngrave van salm, over den /iaat van nieuwersluis — Nieuw.rfluis den 16 Sept. 1787. bl. 92. 16. BIJDRAGE VII. MISSIVE van eten Heer spoors aan den rhijngraaf van salm over de Situatie van woerden. , . . hL 9-5. '§?. MISSIVE van den Heer suljard aan den'riiijncraaf van salm,over het ztlvde Onderwerp. . hl. 97/. ;«3. BIJDRAGE VIII. NADER ONDERZOEK , of 'er misbruik gemaakt is van de Ordres, tot de Evacuatie gegeeven. . 98, k> EERSTE ORDRE tOt evacuatie van de Siad^ utrecht. . bl. 98, |a? MISSiyE tfn den rhijngraaf van  salm aan de commissie van woerden over den daadelijken aanmarschier pruissische troupes, in dato 14. September 1787. 's avonds om half acht uur en. . . . bl. 103, 21. MISSIVE van de staatscommissie van woerden aan den rhtjngraaf van salm , waar bij de aanmarsch der vijandelijke Troupes word in twijfel getrokken, Woerden den 15, Sept. 1787. . . bl. icó. 22, TWEEDE ORDRE tot evacutie van de Stad utrecht. bl. 109. 33. KORT JOURNAL der inrukking , van het pruissische leger in ^republiek. . . . bl. 113. 24. MISSIVE van burgkmeesteren en vroedschap der Stad utrecht aan den Generaal Major van rijssEls behelzende verzoek om het legioen van salm ter hunner adft'sten- 1 tiete doen marcheeren, &c. Utrecht 10. Maij 1787. . . hl. ij7, 25. EXTRACT uit het rsgistèr der rejclutien van de Heeren staaten  fan holland en westfriesland in Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering genoomen, op Dingsdag-, den 19. Junij 1787. waar bij Hoogst dezelve de aan/lelling van den rhijngraaf tot generaal eri chef , en van den Heer Baron van der borch 'tot generaal major , over de Militaire en Burger ' Corpfen te Utrecht, zich laaien welgevallen. . ' bl. 119* $.6. MISSIVE van den Heer de gijzelaar aan den rhijngraaf van salm ever de benoèming van één of meer perfoonen tot commandanten en chef over de troupes, '*s ïlage, den in. Sept. 1787. . • bl. 121, £7. MISSIVE van de staatscommissie van woerden aan den rhijngraaf ■ van salm , ten geleide tan zekere Ordre , door den Generaal Major van rijssel gezonden aan den Lieut. Colonel amaudruz , betreffende het commando te hagestein, .. hl. 122. «8. 'ORDRE van den Generaal Major van rijssel , &c. Woerden den 13. Sept. '1787. . • ■ bl. 123. 29, OR.  so. ORDRE van de staatscommissie van woerden tOt evacuatie VOU schoon-? hoven — Wier den, den 15. Sept. 1787. J\l ".V i. . . ,. , bl. 1=3. 30. ORDRE ora # houden, ge¬ zonden aan de naar Amfterdam op marsch zijnde Troupes—Amjlerdam 17. Sept. 1787. • • bl 124. ei.''ORDRE aan den Colonel dirks öt?2 P «df#r overtoom rtf» salm, aan den Colonel dirks, om met de brigade naar woerden te ■marcheeren, 18. Sept. 1787. bl. 125, 34. BPvIEF vtftf  fSÓUstttfk de carTeret , Lieut. tiu, Regiment roijaC liegeois, flir Feva~ cuation du vaart. . bl. 185» 46. BIJDRAGE XII. EXTRACT uit de Mis/ive van den Heer _ bourgoüin aan • den rhijngraaf vail salm , ■ over den toegezcgdèn bij* /land van Frankrijke bl. 187* D R U K F Ë ï L E R Bladz. in. Reg. 23. ftnat $ 3. - Iccs §. 1 nrt. —— 1. ■ den iö de 17—— den i6en if; « _ 12. (vergelykenz.^—(vergclyk hier mede Eladz: 145 tot 160.) 1 BTj  BIJDRAGEN BÉT REKKELIJK j)E GEVRAAGDE EN GE GES VEN)? O R D R E S TOT HET ONTRUIMEN V A ?t U T R E C II T? ÏN SEPTEMBER, I/S/*  Qae nt ftui en effacer m friste* enndes de la fiiite dt Fhistoire, & les derober a la connoisfance de r.os Nevcux! Maïs pttsqu'il est zmposj ble de pasfer fur des eaofes, que taut de fang' repandu a trop vivement mar* quées , montrorts-le du moins ayec tartifice de ce Ptinh tre, qüi poür cachet la dtffurmiti dunvifan, mventa. tart du profil. Daobons a notrc vue ce difaat de fumière & cette nuit funeste , qw,form^)J^n^wij;? "ingevolge ;,de authorifatic, door UEd. Groot Mog. op ons verleend, onder Approbatie van'UEd. Groot Mog. tot Commandant en Chef van de Ilollandfche Trocpes hadden aangefteld) binnen cje-Stad .Woerden, in abfentie van twee onzer medeleeden camermn'J1 èri 'VX'n kA fó'tr i?om 3,J '^efke in Commisfie waren ter mor.stering~der refpe^7vV'üïtï(^gcr^% mc;l;'óïfSï cotfferiréndlLover êe fcé$t^ir¥?ddtlen ter defetffie-vróv kles^eopfovintie ^jM^st^ Utrecht, 'geméldö' Rh^ngraaf.'ons .!>.:' A ken-  - C 3 ) •kennis. gaf'van de zekerheid der 'aarrmarsch ras Pruisfifchc Troepes, waar van vrij ook reeds verfckeiden berichte» ontfangen hadden, en ons te gelijk voor oogcn hield: $ 3. Dat de Stad Utrecht wel kon de verdedigd worden, tegen de Troep es,' welke -dezelve tot nog. toe-hadden aangevallen, maar dat 'dezelve nimmer beftand -Was-'■tegen1 zoodanige overmacht, als thans tcgeft Hczèltc wierdaangevoerd; < dat daarenboven-,• ingevolge de uitdrukkelijke verklaaring:'Vafl- zrne Majesteit, den Koning van Pruisfen 4 ö'mTatïsfactie wegens het arresteeren van haare Doorluclitige'Hoogheid MevromvG de Princesfe van Oranje te willen hebben-, deze Troepes ook 'wel inzonderheid tegen- dc-Provintie Holland fcheenen gerigt te zrn $ dat dus voornaamlijk ook voor de veiligheid deezer Provintic diende gezorgd te Worden; — dat hét intusfehen zeker zijnde, dat de Stad Utrecht maar weinige dagen tegen dusdaanige Overmacht konde beftand zijn \ en het Guarnïfoen dier Stad ■ dus krijgsgevangen gemaakt of docr een beleg Hechts ingeflotew zijnde, 'er'dan in de Provintie Holland bijna geene macht overbleef om dezelve te verdedigen; en dat egter hij Rhijngraave van oordeel zijnde, dat niet het verlies van'deeze Provintie,, A a oofe  C 4 > eok alles verlooren was, en begrijpende, dat het mindere voor het meerdere moest wijken, zich genoodzaakt vond ons te adviferen, van, ,zoo dra de Stad Utrecht met een zwaar beleg gedreigd wierd, en men de pasfage over de Vecht niet beletten konde, wanneer dezelve Stad bijna van geen defenfie was, en het Guarnifoen binnen dezelve dus gevaar liep van of krijgsgevangen gemaakt of afgefneden te worden, als dan de Stad Utrecht te verlaten, en met de Troepes en Auxiliairen, binnen dezelve in Guarnifoen, naar deeze Provintie te retireeren op die plaatfen, waar men -dezelven besc zoude kunnen verdedigen, ten einde het tegen den Vijand zo lang te kunnen fouteneren, tet dat men van onze Geallieerden de beloofde hulp, in geval van buitenlandfche attacque, zoude kunnen ontfangen. § 4 Hoe fmertelijkons deeze raad ook viel, en welk een innig medelijden Wij met den akeÜgen toeftand onzer Utrechtfche Bondgenooten gevoelden, die zo veel voor de Vrijheid hebben opgeofferd, en welker verdediging ook aan onze zorg was toebetrouwd , hebben Wij eindelijk, na eene lange deliberatie, op de herhaalde aanmerkingen van den Heere Rhijn- graave, die door zijne militaire kundigheden, na*  C 5 ) natuurlijker wijze, in ftaat moest zijn, om des Vijands kragten en de Onze, benevens alle onze resfources, juist te berekenen, ingevolge zijn verzoek, het befluit genoomen, om eene Authorifatie aan hem ter hand te Hellen, waar bij wij hem woordelijk qualificeerden, om, bij aannaadering van Pruisfifche Troepes, zo dra zulks naar zijn oordeel de' hoogde nood vorderen mogt, met de manfehappen, onder zijn Commando ftaandc, de Stad Utrecht te verhaten, en verder de Guarnifoenen van Vianen, Schoonhoven en Oudewater, benevens alle andere posten, naar zich te trekken, en zich met dezelven te begeeven naar de Provintie Holland op en in alle zodanige plaatzen als gemelde Rhijngrave ter beveiliging derzelver Provintie zoude nodig oordeelcn. § 5 Welke Authorifatie dan ook eigenlijk ter Inflxuétie van den Heere Rhijngraave moesc ftrekken, doch waar op hij, begrijpende, dat 'er fomtijds met de Gedeputeerde Staaten en de Regeering der Stad Utrecht verfchil zoude kunnen ontftaan, over de uitdrukking, wanneer de hoogfte nood zulks vorderen mogt, en dat juist' op een tijdftip, dat de Rhijngraave nodig oordeelde de Stad te verhaten, het geen groote vertraaging zoude hebben kunnen te weegbrenA. 3 gen  , ■ (O gen , pns vcrzogt, hem nog een andere Authoriratie ce willen verkenen, waar bij hem enkel gelast wierd, op ontvangst dcrzclve de, Stad Utrecht te verhaten., en van welke hij, zoo dra de nood daar . was, zoude gebruik maakcn; waar op Wij , ingevolge het verzoek van den Rhijngraave gerefolvcerd hebben, hem nog ter gclijker tijd eene generaalc qualificatie te geeven, enkel inhoudende eene eenvoudige order aan den Rhijngraave, om daadlijk met zijn onderhebbende iManfchappen uit Utrecht te mar-' checren, welke ordernictmoestflrekken tot Inflructie voorden Rhijngraave, maar alleen om aan de Gedeputeerde Staaten en de Regeering van Utrecht te vertooncn , in geval hij , volgens de bovenftaande qualificatie, oordeelde, dat de hoogde nood daar was, ten einde dus bij-gemelde Gedeputeerde Staaten, en die Rcgcering zich te kunnen dekken ,wcshalvcn de dagteekening in die tweede qualificatie is opengelaten, om te ■ kunnen ftrekken, zo dra de nood het vorderde. § 6 Waarop Wij, op den 16 daaraan volgenden, in den vroegen morgen, op het onverwagtst de tijding ontfmgen, dat de Stad Utrecht geëvacueerd was, en naderhand vernamen, dat gemelde Rhijngraave in twee Colonnes uit dezelve Stad was gemarcheerd, waar van  C * ) nm de eene onder zijn Commando sEJh naar den'Uithoorn, Ouderkerk, den Overtoom en Weespbegcevcn>id,cnde andere onder Commando van den Baron Fan der Borch zich naar de Nieuwerfluis, Locnen, Loenderfloot, Vreeland, Muijdcn en Naarden. had vervoegd, .% 7. En zijn Wij vervolgens, uit de overtuiging,- dat eene Commisfte, als de onze, zich net behoorde te exponeeren , om ingeflotcn te worden, dewijl daft tfpfo momento, alle expeditie op hield , van Woerden ruif r Amfterdam vertrokken. § 8. Waar op 'Wij vervolgens in onze cerfte Conferentie den Pvhijngraave hebbende afgevraagd, welke' de oorzaak was van het fpoedig verlaaten der Stad Utrecht, en of de hoogde nood daar war,, heeft dezelve ons te kennen gegeven, dat hij weder nieuwe berichten gekreegen hebbende van de aannadering der Pruisfifche Troepes, en verzekerd zijnde, dat de Stad waarfchijiiclijk des anderendaags, en misfehien wel van agteren, zoude geattaqueerd worden, wanneer dezelve van gcene defenfie was, begreepen had, dat, met betrekking tot de defenfie deezer Provintic gefprooken, de hoogde nood daar was, en dcrhalven nodig geoordeeld had, dezelve Stad, zo dra mogelijk, te moeien verlaaten, doch alvorens echter dieswegens A 4 eenen  CS) eenen Krijgsraad te aioeten beleggen, welke dan ook in prefentie van en met de Gedeputeerde Staaten geconfereerd heeft, en uit eenige hoofden van het Guarnifoen heeft beftaan, welke allen, zo wel als de Heeren Gedeputeerde Staaten, den Rhijngraave verklaarden, met hem van de noodzakelijkheid van de evacuatie van Utrecht te zijn geconvinceerd geweest. § 9 In deeze gefteldheid van zaaken hebben Wij op gisteren directelij-k met den Rhijngraaf de nodige fchikkingen gemaakt, om uit de Troepes, welke herwaards getrokken waaren, de Steeden Woerden, Oudewater, Schoonhoven en Gorinchem dadelijk de nodige verfterking te bezorgen, doch welke executie is verhinderd door de ingekomene ongelukkige tijding, dat de Stad Gorinchem in de handen des Vijands gevallen was. § 10. Terwijl Wij niet kunnen afzijn UEd. Groot Mog. bij deeze gelegenheid onder het oog te brengen, dat wij de verdeediging deezer Provintie en der Stad Utrecht, tegen de magt, met welke dezelve wierd gedreigd, wel op ons hebben genomen , en dat Wij vertrouwen dezelve ook op zodanige wijze te hebben aangelegd, dat Wij ons met het hoogde recht met eeöe goede reusfite mogten vleijen, doch, daf  (9 y dat Wij buiten de mooglijkheid waaren, en ook mmmer hadden kunnen verwagten, genoodzaakt te zullen worden, om met een geringe magtvan 4000 mannen, eene groote overmagt Troepes' Van eene vreemde mogendheid, en zulks op het onverwagtst, te refisteren, te meer, daar de kiage Rivieren, en nadeelige winden, de inundatiën ,■ waar toe Wij op Authorifatie van UEd. Groot Mog, dircóielijk orders hebben gegeven, niet na behooren reusfecrden, en Wij daarenboven den Vijand in onzen eigen boezem hebben, en met revolteerende Troepen moeten ageeren, waar van Wij nog op gisteren het facheuste gevolg gezien hebben, alzo twee Com» pagniën van Onderwater op eene verraai derlijke wijze zich van het Fort, de Uitenneer-ifche Schans genaamd, hebben meester gemaakt» en het zelve tot op heden toe inhouden. § 11. En het is uit dien hoofde, dat Wij nodig geoordeeld hebben aan UEd. Groot Mog. van deezen pericliteerenden toeftand van deeze Provintie te moeten kennis geeven, en ons onvermogen te betuigen, om zonder andere hulpe aan zodaanige overmagt met onze geringe forces, uithoofde der bijkomende omftandigheden, te kunnen weerflaan, weshalven Wij deezen toeftand der Provintie ten ferieustenaan.de attenA S tift  tie vamUEd. Groot Mog. moeten aanbevelen., en verzoeken, dat yEd, Gr. Mog. dieswegens de nodige en efficacieufe maatregelen gelieven te be•raamcn, terwijl Wij., hoe zeer Wij van de geringheid onzer macht, tegen die van den Vijand gerekend, geenen goeden uitflag verhoopen. kunnen, intusfchen cgter'zullen voortgaan , om al wat. mogelijk is tot behoud van het lieve Vaderland in het werk te (tellen, ten einde zo veel .mogelijk te beantwoorden aan de verplichting, welke, UEd. Groot Mog. ons hebben opgelegd, en het geen Wij aan het Vaderland en onze Medeburgers vcrfchuldigd zijn. $ 12 Wij kunnen voords niet afzijn UEd. Groot Mog. bij deezen kennisfc tegeeven, dat, bij de evacuatie van Utrecht, mede op ons Territoir zijn gemarcheerd een Regiment , van den Kolonel. P'an der BorcJi, en een Corps van 90 I JIaancn, welke thans niet meer door de Provintie van Utrecht kunnen worden betaald ,-. verzoekende Wij dieswegens UEd. Groot Mog. fhspaffrie t$ mogen eriangen , ten einde verwittigd te ziin , of U Ed. Gr. Mog. jjfeaafcÖKi het zij op-den voet van andere Corpfen het,zij prov'fioneel, hetzij in !t geheel niet , in foldij.' ran Holland gelieven' overteneemen. Nog hebben Wij de eer UEd. Groot Mog, 1 a te  ■( 11 % n -re verzoeken, c?at UEd.-Groot Mog. zo dra mooglijk gelieven te disponcereir omtrent ons verzoek nopens de Officieren der Zee-armade gedaan, gelijk ook, of UEd. Groot Mog. niet zouden kunnen goedvinden, A. J. D'Averhoult welke met het oprichten van een Corps Artilleristen is belast geweest, ingevolge zijne Capitulatie , tot Kolonel aan te Hellen. Waar mede Ed. Groot Mog. Heeren! beveien Wij UEd. Groot Mog. in de befcherminge Go des. ' i . Gefchrecven binnen Amftcldam, den 18 September 1787. BIJ*  BIJDRAGE II. VERANTWOORDING van den Heer en Mr. F, G. BLOK wegens de ge ge even ordre aan den RHIJNGRAAVE tot het ontruimen van UTRECHT den i4 September 17S7. § ''•Hoe onaangenaam over het algemeen de taak ook moge zijn om zich zei ven te moeten zuiveren van befchuldigingen of verdenkingen, die men overtuigd is niet verdiend te hebben, kan zij egter nooit een gevoelig har,? meer treffen, dan in de omftandigheden, waar in ik mij bevinde: ■— Inboorling van een Land, waar in federt een geruimen tijd het maak en van Apologiën voor het zeeker bewijs vanfchuld gehouden word mede-Agent van een Republiek, waar het gedrag van eiken VolksbefHerer ten naauwften werd ten toets gebragt; waar het mijne, zoo veel ik weete, nooit verdagt gemaakt was, dan misfehien door heimelijke Vijanden; ja waar de belangeloosheid mijner inzigten zelf erkend werd bij veelen, die in denken handelwijze verfchilden — openlijk voor- ftan-  ( 13 ) ftandcr van de Rechten en den Invloed dès Volks op zijne Regenten, en thans in den fterkften zin deelgenoot van de ongelukken, die de voorgevallene omwenteling in mijn Vaderland naar zich fleept vind ik mij, tegen alle vervvagting, gemoodzaakt om den weerzin tegen alle verdedigingen van dien aart op te offeren aan de zucht ter handhaving van mijne eer en goede trouwe. Lang Hond ik in beraad of de weerzin de overhand behouden moest boven de inwendige kalmte van een eerlijk'hart, die wel gevoeld, maar niet uitgedrukt Worden kan, en die mij en mijne Medebroederen alleen kan Haan de houden in het midden der menigvuldige onaangenaamheden en tegenkantingen van verfchillenden aart, welke wij geduurendeonze Commisfie ontmoet hebben. Mijn' hart Helde mij gerust, dat ik mij alleen nooit door beweegredenen van mij zeiven of anderen, die mij in den ónzekeren ukflag der Staatsgefchillen op eigen veiligheid fcheenen te moeten doen bedagtzijn, heb laaten aftrekken van iets, dat het algemeen welzijn mijns Vaderlands van mij vorderde, maar dat ifc daarenboven niets in mijne betrekking van Regent verrigt hebbe, dan het geene ik oog verrigten zoude, wanneer ik wederom in de-  C «4 ) .dezelfde | omdandigheden . geplaatst' wierd ; .dan,de befchouwing, dac ikverdagt wierd' wegens mijn gedrag in eenen post, die de gewigtigile was,, welke imiuer in ons Gemeenebesc aan. Leden van Rcgccring is opgedraagen, en met welkers, aanneeming ik bij de aanvaarding gevoelden aan vcelen betuigd heb, wel veel gevaar, maar weinig danks te zullen behaalen; dac die verdenking gebooren word door eene gebeurtenis ,' die de eerde vooriooper is geweest der onheilen, waar onder het Vaderland zucht; dat mijn dilzwijgen in zulk een geval wel ligt bij fommigen eéncn verkeerden „ fchoon kwalijkgeplaacden indruk ,maaken zoude: deeze.befchouwing haalde mij eindd- lijk over om mij te vcrlcedigcn tot eene verantwoording van mijne verrichtingen omtrent die gebeurtenis. Ik houde mij wel verzekerd, dalverre weg het grootde aantal van hun, die mij verdenken, daar toe gebragt.is.doorh.ee gewoone zwak der menfehen om de fchuld van hunnerampen te zoeken, meer bij hun, die zij oordee* len dezelven te kunnen afkeéren, dan bij hun, dre daar van de Bewerkers ca eerde oorzaaken zijn, of door eene niet min gewoone ligtgcloovigheid .en .volgzuchc over het geweeten van anderen ; en die verzeekering word te derkeiv om  e-Hvdat.ik het genoegen heb .om te ondervinden, da.t lie.dcn van doorzicht en die mij van naderbij kennen,, mij het recht doen, het geen.mij toekomt. D;.n , gelijk het vruchteloos zoude zijn mij-, re verdedigen- bij zulken, die.of-mij geen goed hart toediaagcn, ,of -zeer bevooröcr4eekl.zijn. oni met de. nodige onzijdigheid.te be* llisicri,- zoo zoude-het niet minder vrc.emd zijn, indien, ik.mij wilde verledigen om van, mij afteweepon-de befchuldigiirgen of verdenkingen .van willens en weeten:, en dus ter kwaader trouwe, de. gewigtiglk belangens eener. geheele Natie aan, ver keerde :mzi:ghtcii .van welken aart dan pokn^-.hebbenjopgepSerd. ':..< fffo § 9t Jk--oordeel „mij;-enfsel verplicht te zijn aaij «rijn-eigen eer:en;aan den prijs, c.ien ik ltelle op.de hoogachting- van duizendc mijner medcküldgenooten, m eikers ongelukken-;!; even geer als-de. mijne bctreure, om mij te reebtyaerdigen bij -zulken, die mij niet kennen,- Cn mij evenveel erkentenisfe zouden beweezen hebben,.zoo onze gemeene pogingen eenen gewensehten uitflag gehad hadden, als zij misfehien nu iets beris-. pelijks meenen in mijn gedrag aan te treffen, of bij 2ulken,die,getrofien door het deerlijk, noodlotvan heit weleer gelukkigfte Genieenebest, zich afpeinfeji om van agteren middelen uit te denken + waar  C i* ) Waar mede men de rampen des Vaderlands Ha3 kunnen afkeeren,en, gelijk het gewoonlijk gaat i bij die gelegenheid zich alleen bepaalen tot het üiterfle tijdftip, waarop die middelen hadden moeten worden aangewend, en in die overweging onkundig vah den gehcelen zamenloopvan zaaken, en hun plan ftceds van degunftigfte zijde befchouwende, zonder dtar bij te berekenen, welke hindcrnisfen de best beraamde fehikkingen kunnen benadeelen ï altijd Wegen genoeg meenen uit te denken, langs welke het onheil had kunnett ■ worden afgewend. Ik vleij mij het mcnfchelijk hart genoeg te kennen^ om zulke bedenkingen te kunnen tcegeeven aafl de edeimocdigfte en braaffte menfehen, vooral, wanneer zij zeiven op het onverwre'-'st en onverdiend in de onaangenaamfle cmftandïgheden zich bevinden, en van alle kanten Omnngd zij» van een aantal hunner Landsgcnooten,' die het beste noodlot waardig waaren en echter in dfldiepile elcnden gedompeld zijn; •— wanneer zij gebooren zi'n in een Land , warr in de grootfle on'wentelingen doorgaans aan plichtverzuim en kwaade trouw zijn toegefchreeven; —; zulke mi,ner Landgenootert derhalven, die maar een enkel ogenblik gelooven kunnen, dat ik, naa mij, geduurende al den tijd, dien ik deel ge-  c '7 5 gehad heb aan de Regeering, buiten alle verdenking van eigenbelang of kwaade trouw gefield te hebben, op eenmaal door de fchandelijkde drijfveeren de grootfte misdaad zoude begaan hebben, die men ooit tegen zijn Vaderland ondernemen kan , behoeven zich mijne verdediging niet aan te trekken; en ik agt het verre beneden mij' om eene befchuldiging óf agterdogt van mij te verwijderen, waar toe nóch waarfchijnlijkheid, noch aanleiding kan gebooreh worden , dan bij hun , die zicli weinig bekreunen aan hunne verplichting ter handhaving van den goeden naam hunner medemenfehett. I Iet zal mij genoeg zijn ^ wanneer ik mijrië agtingwaardige Landgenooten overtuigen kan, daè geene on-j voorzichtigheid, .geen verzuim, maar zwaarigheden,: die in den toertand van zaaken voor elk mensch onöverkoomelijk waaren , alleen oorzaak zijn van de rampzalige omwenteling üi ons Vaderland. § 3. Wanneer men ffcande houd, dat door een beeter beflier van zaaken die omwenteling had kunnen worden voórgekoomeri, heb ik niet anders kunnen bemerken, dan dac men zich verbeeld, dat de ofdre van de lleeren Gecommitteerdens van Hun Ed. Groot Mog. ter défenfie van Holland en de Stad Utrecht tot het oncruiü - mcr\  C ) men der laastgemeide Stad nier hadde bcfi Aoreö gcgeeven te worden, en dat deeze ordre .dlecn de oorzaak is van al het gebeurde na dien tijd. . 5 4- Om met grond te kunnen' bcöordeeleri of die:ordre al, dan niet, had behooren gegcevcn te worden, meet men o-verweegen, of de ilaat van zvaken op den-tijd, waarop dezelve .gegeeven is, zodaanig was, dat zij met recht, Jiiet tegenfl-aandc de bepaal-ngen,. welke bij die ordre vereiseht wierden 'om dezelve dnadelijk uitrevoeren, als cnvborzigtig of ontijdig kan gerekend worden , en of 'er omftandi a'heden • ,warcn, die hadden .moeten :afraaden dezelve, cf geheel niet , of voor als toen niet tegeeven. § 5. H er toe zal het nodig zijn den Haat dcf zaaken voor en in den. tijd, en te geluk de bepaalingen op te gecven, waar- aan de order ver • bonden was. § 6. Toen ik met vier Hollandfehe Regenten ter defenfie der Provintie van -Holland en de Stad Utrecht.gecommitteerd wierd, was verre weg het groertfte aantal der Troepen, door Holland betaald wordende, en zich op het grondgebied d er Pröv ntie bevonden hebben-; de, reeds op Utrechtfchen en "Gelderfchen bodem, onder de orders der Staaten van d e tweeProvinticn, en het aantal der Troepen, die of  ( 19) ih lierHolhndfch Cordon of ter verdediging der Stad Utrecht gebrudtt wierden, konde ongeveer Hechts ,5500 mannen bcloopen, het welk Dog door de dagelijkfcke dcfertic verminderde, en alle moögelijke voorzorgen om die te beletten noodzaakeljk maakte, terwijl de in aller ijl door ons in Werving gefielde nieuwe Corpfens niet tegengaande . den meest mogcliiken vlijt der Chefs, meest alle fechtès in de geboorte, half gewapend en óiigedresfaörd -waren, uitgezondert alleen het Corps van .den lieer Colonel Van Sternbach, dat juist op den tijd der Revolutie genoegzaam voltallig was.- § 7. Bit gebrek wierd wel ècnigcrmaatë verholpen door de bereklwiilgheid der gewaa* pende Burgerijc-n om hun Vaderland in dert nood bij te fpringen , maar , het gedutrrig ver* wisfelen dief manfehappen maakte den bij-' Hand altijd onzeker, en de op den duur al te ondraagelijke last voor vcclc huisgezinnen om hunne hoofden te moeten misfen, flremde den toevloed dier manfehappen dermaatc, dat men zich van het aantal der gelijktijdig dienstdoende gewaapende Burgers, hoe onbegrijpelijk veel en aanhoudend fommige deeden, over het al* gemeen al; te groote denkbeelden gevormd heeft; €Ji fchoon men het getal der te gelijk dienst B 3 doen*»  MètiM Burgers eens tegen alle waarfchïjnclij!^ heid op vier duizend wilde begrooten, zal eclü ter elk kundig m.lita.r moeten toeftemmen, dat dit aantal, gevoegd bij dat van 's Lands militie, op verre na niet toereikende was ter behoorlijks bezetting der menigvuldige posten, die gevaaf liepen van eencn aanval, zonder dat men bij mcogelijkheid weeten kondc, waarop het het eerst' zoude gemunt ara , en elk onpartijdig Nederlander, die zich ter verdediging der posten heeft laaten gebruiken, en zich herinnert, wat hij daar' van in dien tijd op zijnen post door des kundigen heeft verncomen, zal edelmoedig moeten erkennen ^ dat geen van alle die meenigvuldige posten'van gertoegzaame manfehappen ter aTkeering van -«en ernftigen aanval voorzien wrfs^ - § 8. De Stad Utrecht was wel naar evenredigheid het üerkiïc bezetten zodaanig aan èë Gelderfche zijde gedekt dooi' verfchanfingen',dat men zich vlei;en mogt,' dezelve tegen eeri aanval van dien kant eenigc daagen lang te kuii-: nen verdedigen, zoo lang men alleen met dó Troepen onder de orders der Staaten van Gelderland en Utrecht te doen had, Welke, hoe talrijk ook, nogthans niet fterk genoeg waaren om die verfchanfingen aan te tasten met hoop van goeden uitflag, en althans zonder de groot-" Rê  fte onvoorzichtigheid niet over de Vecht honden trekken om de Stad aan de Hollandfche zijde, fchoon zij daar zonder eenige roemen « waardige defenfie was, aan te tasten, om dat zij in dat geval, met verlaating van hunne voordeelige ftandplaatfen in de Holle Bild en aan de Bildfche'Straat, de onlangs aangelegde Batterij bij het Dorp Blaauw Kapel zouden hebben moeten vermeesteren, en het grootfte gevaar liepen om, Zelfs na vermeestering daar van, zich d.movertogt over de Vecht te zien betwisten 5 of, die zwarigheid al meede te boven gekomen, maar- denaanval op de Stad van de Hollandfehe zijde mis, lukt zïjnde, zich den terugtogt afgcfneeden , en tusfehen twee vüuréh, het Guarnifoen van U« trechten die der naast bij gelegene plaatfen, ingeflooten te zien; maar geheel anders lieten zich de omfhndigKeden aanzien, waar in men verkeerde op den tijd, toen de bewuste ordre van ons gevraagd wierd. § 9. De Rhijngraaf Van Salm komt; op Vrijdag den 14 September, des avonds omtrent 10 uuren op het Kasteel te Woerden —• bericht ons, dat hij op dien dag vijftien verfchillende tijdingen bekomen had, dat de Pruis* frfche troepen in drie Colonnes in aanmarsch ^aren, een op Gorinchem , een op Utrecht, B g m  en een op Overijsfel, en field ons voor, dac het ten hoogden onwaarfchijnlijk was, dac deeze tweede Colonne zich zoude bezig houden om de Stad Utrecht aan de Gelderfche zijde aan te vallen, maar zeer denkelijk de Vecht zoude trachten te pasfecren om den aanval op de Stad aan de Hollandfche zijde te doen 3 — dat wij wisten, dat dezelve daar zonder eenigc defenfie was, en dat hem tevens onmoogelijk was om. aan die. Colonne met dat gedeelte van het Ur trechtfche Guarnifoen, hetwelk van het bezetten der posten aan de Gelderfche zfde mo"t overfchicten, den overtogt over de Vecht te beletten, en dat, zo dra die overtogt gefchied Tyas, en de Stad aan de zwakfte zijde wierd aangetast, 'er geen middel zoude overfchicten otn die te verdedigen of het Guarnifoen te doen re, tireeren, en dat dus bij de overgaaf hec geheel Guarnifoen zoude krijgsgevangen gemaakc worden, waar door hec beste gedeelte der Holland» fche Troepen voor die Provintie ten onbruik geraaken zoude; daar anderszins, indien de Stad Utrecht in tijds wierd ontruimd, die Troepen en een aantal Auxiliairen, die,zich daarbinnen bevonden, zouden kunnen worden gebruikt ter verfterking van de-zwakke Guarnifoenen der Hollandfche Vestingen, bijzonder aan  (=3) aan den kant van AmlterAam, en verzocht ons derhalven hem nog den '• zelfden avond eene fchrLIcJi ke ordre te geeven:, om, in geval van nood, de Stad Utrecht te verlaaten, naardien het te ha-t r..id: ,::n de orders van 'ons te vraagen, als de nood daar was, vermits hem als dan de retraite naar Holland, die hij zeide in twee Colonnen te zullen doen, de eene langs de Vecht en de andere over Woerden, door de Pruisfifche Troepen konden worden afgefneeden. § 10. Dit onverwacht" voordel, gedaan o^ tijdingen van den aanraarsch der Pruisfifche Troepen, waar van Wij op dien zelfden dag ook de bevestiging bekoomen hadden, konde bij ons. in geen verdenking koomen, als of het zelve lrgtvaardig of ter kwaader trouwe gefchicden zoude, en dit bewoog ons om hem zonder fchropm die gevraagde fchriftelijke order te geeven, met die voorzorg nogthans, dat dezelve verbonden wierd aan den daadelijken aanmarsch der Pruisfifche Troepen en aan den uit. crflennood, en in de eerfle onderdelling, dat gemelde Heer Rlr ingraaf niet dan in die gevallen daar van gebruik manken zoude, en gelijk wij, in navolging van andere hooge Collegien gewoon waaren de fchriftelijke orders, door gen der Leeden van onze Conimisfie te doen  (M >; Rekenen, en vidimeeren, en ik mij wegens de pbfentie van den Heer Camerüng toen de ecrftc der Commisfie bevond, maakte ik even weinig zwarigheid om die ordre te teekenen en te vidimeeren, als om in het afgeeven van dezelve, toe tc- iremrncn. § u, -Zoo di-a had de Heer Rhijngraaf dezelve ordre niet bekoomen, die met behoorlijke dagteekening was voorzien, of hij gaf ons te kennen, dat hij. dezelve alleen konde befchouwen, als een Yoorfchriit, waar naar hij zich in z>ne hoedanigheid; .moest gedraagen; dan dac Inj bewust was, dat die van Utrecht niet gemakkelijk bcfluiténwouden om hem, 'nevens^ bezetting^ op Vertooning van dezelve te haten uittrekken, maar'altijd blijven ftaande houden, dat de omftandigheden, waar aan die order verbonden was, niet aanweezig' waren, en flelde ons verder voor om hem nog eene andere fchriftdvkc order te geeven, die zonder b'epaalïrig van omfl-andigheeden hem gelaste om de Stad Utrecht ten fpocdigften te verlaaten, en op vertó'Sh van welke order, Lij oordeelde, in tijd van nood, bevoegd te zijn die. Stad te ontruimen voegende hij daar bij, dat die laatfle order niet behoefdegedagteekend te worden, maar dac hij' Zelve de dagteekening zoude invullen, vraunecr hej  < *s > het geval, waar van de eerftc order fprak, daat' was; en wij vonden die tweede vooritel al mede zoo aanneemelijk, dat wij even weinig zwaarigheid maakten," orrt daar aan te voldoen, alsaan het cer&e, § ia. Ziet daar de gebeurtenis en omftandig-heden, die aanleiding gaven tot, en waar mede vcrzeld gingen de beide orders, door ons, op den 14 September tot ontruiming cafu duo der Stad Utrecht gegeeven, waar toe ik voor mij plechtig getuigen kap mijne toeftemming gegeeven te hebben, met zoo veel gerustheid, datdaar van niet dan in den uitcrflen nood gebruik zaude gemaakt worden; tot en in die gerustheid meende ik voor mij alle redenen te hebben, daar de Rhijngraaf van Salm een man was, die ons van den aanvang in den geheelen loop onzer Commisfie door de Burgerijen der aanzicnliikite Steeden van Holland, als het waardigfie voorwerp van ons vertrouwen in het Krijgsbeleid bij verfcheide gelegenheden op het ernfiigfie was aanbcvoolen, wiens Eer en geheele welvaart, zoo van iemand anders, voor altijd van eene ftandvastige verdediging der Stad Utrecht en Provintie van Holland afhing wien Wij rekenen konde, dat op dien zelfden dag, toen |Ü ons het bovengemelde vooritel deed, bij hun v> 5 Ed.  Ed. Groot Mog. was benoemd tot Comman* dant en Chef der Hollandfche Troepen, die ge-» dimrende onze Commisfie altijd g.infteerd'had op meerdere bezetting der Stad Utrecht en daarvan zelve het middelpunt der defenfie enKrijgsoperatie wilde gemaakt hebber, en wien Wij dus niet verdenken konde , als of hij de be-' langen der Stad Utrecht al te zeer aan die-van' liolk.nd zoude hebben w llch verwaar!oozenr wantroawen derhalven, dat hij van die ordre in cenig opzicht misbruikmaaken zoude, konde bij ons niet opkoomen. § 13. De Stad Utrecht en de Verfchanfin-' gen te Jutphaas, en aan de Vaart en aan de Blaaw Kapel waren wel fterke voormuuren voor de Provintie van Holland, zo lang zij in onze handen waren; maar , zo dra die te BlanuwKopel, welke nog'niet volkoomen was in order gebragt, en waarfchijnlijk den cerflen aar.val zoude ondergaan hebben, om langs dezelve in' Holland in te dringen, eens vermeesterd was, lag de laastgcnoemde Provintie, aan de zijde van het Gooiiland, om welke laatfie te dekken men een Corps bij na zo groot als onzegeheelc macht noodighad, bloot voor cenen mVaf, die niet dan door eene volledige verdediging van Woeiden, Nicuwerfmijs , den Uithoorn,' Naar-  Naaf den, Muiden, Weesp, den Hind n-dam en de Uitermecrfche fckans te beletten was — en zo derhalven de Stad Utrecht van agter overvallen was door de Pruisfifche Troepen, en van vooren door de Armee der Staaten van Gelderland en' Utrecht ingmooimn, eh de'bezetting van de Stad krijgsgevangen g- m.akt was, verdween te gelijk de moogiijkheid om een, vel min alle d. voorgem Ide posten tegen eenen ernfiigen aanval te verdedig n, en ailes was gelijktijdig met het inneem.m van Utrecht verlooren geweest; daar naderhand gebleeken is, van hoe yeele nuttigheid de Guarnifoenen van Utrecht en omliggende posten geweest zijn, ter verdediging der Sttd Amiterdam en der andere Steeden en posten daar omftreeks, eer dezelve order van Hun Ed. Groot Mog bekwamen om geene defenfie meer te doen, § 14. Maar, gefield eens voor een qogenblik, dat Wij de bew:iste orders niet gegeeven hadden —- gefield 'er bij, dat de Heer Rhijngraaf geen gebruik had g'maakt van de macht, welke bij zekere Refolutie van de maand Julij iaastleden door Hun Ed. Groot L\jog. aan den Heer Generaal Majoor van Rljsfel gegeeven Was over alle militaire ziaken, waarbij Hooa;st$2zelye onze macht had verklaard alleen te be- ftaim  C =§ } ftaan in een politiek .Departement van Defhv fies, _ en geileid eindelijk, dat de Stad Utrechttot het uiterfte toe was verdedigd; in dat geval \vas het immers volkomen zeker, dat de Stad Gor-, nichem, behoorende to.t den Rechter-vleugel, en alwaar uit hoofde van hetlaage rivierwaatergee* ne inundatie van den gemaakten dam in de Linge heeft kunnen geformeerd worden, zonder Welke inundatie en een grooter bezetting, die niet te bekoqmen was, de Stad onhoudbaar was, niet minder den 17 September zoude overge-* geeven, en daar door de Steden Dordrecht en Rotterdam, ja geheel Holland in vijandelijke handen gcvalf n zijn ■ dat de Pruisfifche Troepen , na het inneemen van Nieuwpoort en Schoonhoven de Lek zouden zijn overgetrokken cn Woerden van agtcr aangevallen en vermeesr terd hebben; — dat de derde Colonne van de Pruisfifche Troepen, die zich. in Overijsfel bevond, aan de andere zijde langs het Gooij HoK land had kunnen indringen, waar door de Stad Utrecht van zelve aan alle zijden van Holland zoude afgefnecden cn aan den algeraocnen aanval der Verè'onigde Pruisfifche, Gelderfche cn Utrechtfche Troepen blootgefield, en al was het maar door honger tot de overgaave gedwongen zijn, en in dit geval zo aden immers de ge*. : vo^.  C 29 ) Telgen dezelfde geweest Zijn , welke eéh onverwagt ingerukte vreemde magt veroorzaakt heeft, enflechts in de oinftandighédcnverfchildjiebbcn. § 15. Ik erkenne wel, dat de Order van dai "14 September nooit door ons gegeev. n is met ten oogmerk om dezelve zo ras uit te voeren, zónder dat ccnige daarbij verëenigdc omftandighecden plaats hadden, of'zonder dat de braavé irigezeetenen' en Bezettelingen van die Stad genoegzaam geleegenheid hadden om hunne voorfcaathfte goederen ende ontzaggelijke Ammunitie te bergen; en dat van agteren genoegzaam zeeker' is, dat de Rhijngraaf reeds op dien tijd, wanneer' hij om de twee bewuste orders vroeg, een voorheemen gehad moet hebben om de Stad zo dra mogelijk te verlaaten, cn onze orders alleen gevraagd heeft, om dat hij in de verbeelding was zich z'clvcn da'ar door te zullen kunnen dekken Voor het oog van onkundigen, cn dat wij even zomin, als iemand anders, eene Zo fpoéd;ge en overhaaste ontruiming vervvagten konden, te minder, vermits de Rhijngraaaf den namiddag Van den 15 September omtrent drie uuren lang op het Kasteel te Woerden met ons geconfereerd hebbende, eenen tijd ondertusfehen, waar óp Wij naderhand vernoomen hebben, dat men te Utrecht uit zijnen naam het vooxlïel ter ontruiming  ( 30 ) jjnng van de Stad, op voorwendfel van óvtzë gegeeven ordres, reeds bezig was te doen, ons niet alleen niets'van zijn voorneemen , noch van het geer. toen werkelijk gefchiede, heeft gemeid, maar 'er toen zelfs geen énkel woord over de bevoorens aan hem gegeeven order of iets, dat daar toe eenige betrekking konde hebben , gevallen is; waarom wij des Zondags morgens vroegtijdig, toen wij de evacuatie der Stad vernaamen, even verwondert en ncergefiag'en waaren, ever de gebeurtenis, als alle anderen, cn niets anders konden verwachten, dan dat de zaaken zedert van gedaante veranderd waaren, cn de nood die ontruiming ncodzaakelijk gemaakt had. 5 16. Maar het gebruik, het geen de Rhijngraaf van onze orders gemaakt heeft, hing even zoo weinig van ons of van iemand onzer af, als in alie andere gevallen, waar in orders gegeeven worden, welker uitvoering ecnig uitflel vorderde, en niet gefchicd in tegenwoordigheid of met voorkennis van hun, die dezelve geeven. § 17. Met een woord, onze cerfle order moest alleen dienen om in een zaak van dat gewigt den Heer Rhijngraaf bij Hun Ed. Groot Mog. te dekken, wanneerhij z'ch in 't voorgemelde geval bevend, cm de Stad te moeten ont  C 31 ) ontruimen de tweede ordre was volfirekt afhangelijk van de eerde, en in de daad niet anders dan een patent, op wei kers vercooning de Regcering der Stad het-Guarnifoen onverhinderd moest hiaten uittrekken; ma^r tiet oordeel, w arneer ec:i van die beide orders werken moest, ftond alleen aan den Heer Ilhi ngra.if, even als het aan hem, wanneer hij de orders niet gehad had,...zoude gedaan hebben, om als Commandant cn Chef, beide der Stad Utrecht cn Van de Troepen ter betaaling van Holland daande, dezelve Troepen, door die Provintie aan de Stad Utrecht geleend, zo nodig ter verdediging uit' die Provintie zelve in tijds te doen retireren om niet ingeflooten of afgcfneeden te worden. § 18. Het was ons, daar Wij van deszelfs Waarc oogmerk èn reeds gemaakte fchikkingeri voldrckt onkundig waaren, ook onmogelijk om de ontijdige uitvoering van onze orders voor te komen, en het een;g middel daartoe was zekerlijk geweest, dat men van Wegens de Stad Utrecht op het verneemen van het oogmerk des Rhijngraafs tot de ontruiming op de vertooning van onze order, ons ten fpoedigden eene Commisfie gezonden had, om ons daar over te onderhouden, en ik houde mij volkomen verzekerd  ( 32 ) kèrd, dat Wij in dat geval, gelijk de zaakeif toen ftönden, de ontruiming uit hoofde van önZe orders met den meesten nadruk zouden hebben verhinderd j maar het is ons niet te wijten £ dat men zich het zenden van zodanige Gommis^ iie beeft laaten ontraaden door lieden, waar op men met alle reden het grootftc vertrouwen' ftclde, en die verzekerden dat het uitftel,daar door veroorzaakt, de ontruiming voor altijd' zoude verhinderen. - ' § 19. Het is derhalven we! zeeker, dat de Rhijngraaf onze aan hem ter goeder trouw gegeeven order bij die van Utrecht heeft gebruikt tot een voorwtridzel om de Stad zo fpoedig té verlaaten; het is niet minder zeeker, dat hij dit geheele werk in zijne handen had, zo dra hij van ons had weeten te verkrijgen eene Heilige en onbepaalde order zonder dagteekening, wel-' ke hij konde invullen, wanneer het hem behaagde; doch gelijk boven beweezen is, dac Wij van vooren geene reden hadden om hem deswegens te Wantrouwen, en gelijk ik geloof, dat elk van onze Berispers in gelijk geval niet anders ' dan Wij, daar omtrent zoude gehandeld hebben 4 even zo vertrouw ik ook, dat de Rhijngraaf in het' geval, waarin hij zich oordeelde te bevinden, niet rehaderde Stad Utrecht zoude verlaaten hebben1,' feboon  < 33 ) fcnooii hij geen dër beide orders van ons bekoomen - had, dan hij nu gedaan en zijne ond.rhebbcndc manfehappen en het Com mando der Hollandfche Troepes twee dagen daar na geheel verlaaten, en het Land ontruimd heeft; hoedanig eene gebeurtenis ons wel buiten alle verdenking gefield, maar uogthans dezelfde gevolgen zoude gehad hebben. — Ik zoude nevens alle de hier boven aangevoerde redeneringen nog kunnen aanmerken , dat de orcres van Hun Ed. Groot Mog. tot het ontruimen der onderfcheide Steden en Plaatzen aan de Pruisfifche Troepes , even zo zeer zich zouden uitgeftrekt hebben tot de ont-i ruiming der Stad Utrecht,- en omliggende Posten, en dat derhalven die Stad fiechts weinige dagen Iaater zoude ontruimd geweest zijn: dart ik wil mij hier niet van bedienen, om dac ik bij mij zelvcn gcvoele, dat het onverwacht ■ontruimen van die Stad zeer veel aanleiding ge* geeven heeft om den moed der Hollandfche Steden te doen zakken, en om in tegendeel den moed op te wekken van die partij, aan welke de zonderlinge order om gecne wederftand te bieden aan den algemecnen Vijand des Vaderlands alleen moet toegefchreeven worden. § 2o,Verfcheiden maaien heb ik reeds, na de C on»  C34) önaangenname onwentcling in ons Vaderland* niet onderfcheiden lieden van oordeel, en die gewoon zijn zaaken te behandelen, over dit geVal geredeneerd, en hun gevraagd, of zij meenden, dat Wij op het voordel van den Rhijngraaf de verzogte orders al of niet hadden moeten geeven; en welke voorzorgen Wij in het eerde geval hadden moeten neemen; maar ik moet betuigen, dat, fchoon veclen in den cerilen opflag het een of ander daar omtrent meenden te kunnen aanvoeren, ik egter niemand heb aangetroffen, die, na bij de juiste omdandigheden, waar in wij ons bevonden, bepaald te zijn, itis beters wist aan de hand te geeven de «enige voorzorg, die fommigen oordeelden,dat wij omtrent de uitvoering van de bewuste order hadden kunnen en moeten in het werk dellen, bcdond, naar hunne gedagtcn ,hier in, dat men den Rhijngraaf had moeten gelasten, om, aivoorens zich daar van te bedienen, ons daar van kennis te geeven cn onze nadere orders te wagcen. Dan deze bedenking moet geheel vervallen , wanneer men in aanmerking neemt, dat wij, bij h*«t geeven van die ordre geen- wantrouwen konden hebben op eenig misbruik, het welk daar van gemaakt zoude worden, en dat het neemen van die voorzorg niet alleen zulk een al te derk * •• wan-  C 35 ) wantrouwen op den Rhijngraaf zoude hebben te kennen gegeeven , maar zelfs hebben kunnen veröorzaaken, dat de uitvoering der fchriftelijke order, in geval van noodzakelijkheid, door uitftcl onmogelijk geworden was, naar dien men altijd moet ondcrilellen, dat de gevreesde nood zich zeer onverwacht opdoen, en dus ds tijd om onze nadere orders te vraagen cn in te wachten, ontbreeken zouden, op welke onderHelling juist het zo vroegtijdig geeven van zulke fchriftelijke order alleen (leunde. § ar. En,- gelijk de Rhijngraaf heeft kunnen goedvinden, van een order, die zo Merk bepaald was aan den uiterftcn nood, zo rasch gebruik te maaken, zonder ons daar van eeivge kcnn's te geeven, of iets te doen blijken, op een lijd, waarop hij wk-t, dat daar toe reedsaanfhlte ge» maakt wierdt, waar uit men met alle reden mag opmaaken, dat hij zelve is overtuigd geweest van daar mede tegen ons oogmerk te handelen, en naderhand, zonder eenige voorkennis, het betel over zijn Legioen en alle de Hollandfcbe Troepes, te gelijk met het Land, in flilte te verlaaten; even zo. gemakkelijk zoude het hem geweest zijn, om, niet tcgenlhande zod..n;ge voorzorg, van zijne magt, ah algemeen Bevelhebber der Troepes, gebruik te maaken, cn de , C 3 Stad  ' C30 Stad Utrecht buiten onze order te doen Ofi£~: ruimen. §22. Wanneer men al het bovengemelde onzijdig overweegt, zal men geen redenen vinden, om Ons van onvoorzigtigheid , of verzuim te befchuldigen, maar in tegendeel erkennen moeten, dat niet Wij, door het geeven, maar alleen de Rhijngraaf van Salm, door het misbruik maaken van de bewuste order, oorzaak is, van het ontijdig verlaaten der Stad Utrecht — van de fchade, clie zo vecle braave Regenten en Ingezetenen van Utrecht geleeden hebben — van het agter.laaten van zulk een aenzienlijk aantal gefchuten krijgsvoorraad , en van de algemeene verflagenheid, die daar door bij alle braaven verwekt is; en dat daar en boven alle gebeurtenisfen na dien tijd cn de zo fchielijk daar op gevolgde omwenteling in ons Vaderland , geenzins van die fpoedige ontruiming hebben afgehangen; maar door dezelve flegts eenige dagen vervroegd Zijn. Antwerpen den 21 December 1787,. (was getekend) F. G. BLOK. P. S.  C 37 ) P. S. Na dat deeze reeds voltooid en hl Zommiger handen geweest was, vond ik by het doorbladeren mijner aantekeningen omtrent het gebeurde in de Commisfie, eene omfiandigheid, die mij, uit hoofde der mcenigvuldige bezigheden van verfchillenden aart, in dien tijd ontgaan, en mij zedert geheel niet meer te binnen gekomen was, om dat dezelve door toedoen van den RhijnGraaf van geen effect geweest is, maar die ecli ter al te aanmerkelijk en beflisfende is, om de zelve hier met ftilzwijgen voorbij te gaan, hier in beftaande; dat wij op Zaturdag na de middag den 55 September, en dus daags na het afgeven der twee meergemelde ordrcs, en des avonds voor het evacueren van Utrecht, na het eindigen der bovengemelde langduurige Conferentie met den Rhijngraaf, aan hem ons voorncemeii om onze refidentie des anderen daags voor eenigen tijd naar Amflerdam. te verplaatfen, te kennen gegeven, en uit hoofde der grooteren afftand tusfehen Utrecht cn Amflerdam, dan tusfchen de eerstgemelde Stad en Woerden, eene Authorifatie gegeven hebben, om, geduurende onze afwezigheid, in zaaken, welke eenigen fpocd vereischten, alles te doen en te verrichten, het geen ter defenfie der Provintie van Holland cn «er Stad Utrecht zoude nodig zijn; een onteer 3 §eK3  C3§5 genfpreeklijk blijk, deels dat ons oogmerk met het geeven der twee orders niet geweest is, om de Stad Utrecht zo fpoedig te verlaaten, deels dat de Rhijngraaf van dat ons oogmerk op nieuw door het bekomen van die laatfte Authorifatie ten vollen is overtuigd geweest, en voor ons ftudié'ufclijk verborgen heeft, het geen hij in dat zelfdé oogenblik pretenfclijk , ingevolge onz€ orders, deed uitvoeren, B 'V-  'C 39 > J3 IJ D R A G E HL NADER ONDERZOEK of Utrecht moest verlaaten worden, j£~j|Er. zal in 't geheel niet te onpas koomen , de drangredenen, in de twee voorloopige ftukken tot bewijs der nuttigheid en noodzaakelijkheid der bewuste Evacuatie bijgebragt, elk afzonder1 ijk en meer bepaald na te gaan, ten einde ons zeiven te beter in Haat te ftellen om over het geval in questie , of het geeven , dan of wel het misbruiken der ordres, oorzaak onzes ongel uk s geweest zij , onpartijdig te kunnen oordeelen. I. Verre weg het grootfte aantal troupes, door/ de Provintie Holland betaald wordende, en zich op derzelver grondgebied bevonden hebbende, Was, omtrent het midden van Junij — tijde deiaankomst van de Staatscommisfie te Woerden —■ drie maanden voor de Evacuatie — reeds op Stichtfchen en Gelderfchen bodem , onder de onmiddelijke ordres der misnoegde Staatsleden v;;ndeze twee Provinticn,teAmersfoort vergaderd, C 4 SS  ( 49 ) ffö atin inzn hoofd hebbende den , bij de Staaten van Holland gefnfpendeerdcn , Kapitain Generaal ; — terwijl het overfchot dier troupes , welke of in het cordon , of ter verdediging der Stad Utrecht gebruikt wierden, ongeveer flegts 5500 man beliep , en door dageliikfchcdcfertie als anderszins merkelijk npgverfmolt, zoo, dat even als het grootste gedeelte Hollandfche" foldaten volftrekt vijandig in onze zaak was, even zo ook het minste gedeelte natuurlijk te zwak was» om aan eene veréénigde buiten — en binnenhui dfchc macht het hoofd te kunnen bieden; ~ Vergelijk dit met de Memorie van den Heef Blok,'§ 6,pag 18. & 19. , Wat aanleiding gegeeven heeft tot het verdeden onzer krijgsmacht, in 'tgemeen, en tot het verzwakken der Hollandfche troepes , in 'e bizon der , zal-ik bij eene'andere gelegenheid aantoonen in eene mijner Bijdragen , opzettelijk handelende, over Ac Militaire partij- trekking, voor, bij, en na de Revolutie. Het zal genoeg zijn, ons hier terplaatzealleen te herinneren hoe de van tijd tot tijd gcreze- »e gefchillen tusfehen de HoogeBondgenooten, den Militair, ondanks zich zeiven, genoodzaakt hebben om partij te trekken , het zij ten voordcele van die weinige Staatsleden , welke de? zijde  ( 41 J iijde van den Stadhouder toegedaan waren , het zij tot het helpen doorzetten van alle de wettige Staatbefluiten dicrïiegeerings-collegien, welke openlijk voor de zaak des Volks waren uitgekomen ■ hoe vooral , zedert de plaats gehad hebbende cnéénigheuen in het Hoog Bewind over den M litairen Eed , zo aan de Generaliteit als aan den Territoriaalen Souverain en betaalsheer gedaan , en, zedert de hier op gevolgde' tegendrijdige ordres , aan de Hollandfche troupes gegeeven , 'er eene voklagen verwarring in het Cordon en elders ontftaan is, zoo verre zelfs, dat een aantal hoogere en laagere Officieren, die geweigerd hadden , aan de ordres van de Staaten van Holland , hunne eenige betaalsheeren en wettigen Souverain , te voldoen, in hunnen dienst daadelijk gefufpendcerd zijn geworden dat verfcheiden troupes openlijk gerevolteerd hebben, en,zo regimentswijze als bij hceJeen halve compagnien,gedefcrtcerd zijn—en hoe, van dit oogenblik af aan, de geest van losbandigheid, ongehoorzaamheid, en débauche, oorzaak geweest is, dat men zelfs op het meerendeel der overgeblevene Hollandfche foldaten met geen de minste zekerheid heeft kunnen ftaat maaken. Zie hier , onder anderen en als in 't voor bij gaan, hoe de Generaal van Rijs fel zich hier over bij  t 4* ) hij den Rhijngraaf, en deze wéér bij een'zijner Amfterdamfche Vrienden,geduiirende de maand Junij , hebben uitgelaaten: U IJ TTREKZELS uit de brieven van den Gcnraal van RIJSSEL fan den Rhijngraaf w.'iSALM, in dato i, en 3. ifunjj 1787. „ De omHandigheden verëisfchen alle mogeJjjke voorzorgen, uit hoofde van den zwakken Haat, waar in zich het Cordon bevind. Wat wil ik toch uitvoeren , mijn lieve Rhijngraaf ! met zoo weinig Volks als ik heb ? en ondertusfchen —, om te voorkoomen, dat men ons niet onverhoedsch op het lijf valle door onze linie heenbreeke, en tot in hec hart van Holland indfinge, heb ik het van 't uiterfle gewicht geoordeeld, nog een'postte zeccen aan den Uithoorn en te Ouderkerk Hoe zullen wij het Hellen om den Vijand het indringen in Holland ce beletten aan den kant van Schoonhoven? Allerwegen hindert ons het noodlottig geval , dat wij weinig of geen troupes hebben. Komt de nood aan den man , zo zullen wij 'er toe moeten koomen om de dijken te dcörfteckcn — het water mooge ons dan redden. Ds  < 43 ) De Colonel van der Duin heeft, uit kragc der genoomene refolutie bij H. H. Mog. het Commando op zich genoomen,en de Major Macheik heeft 'er van moeten afzien , als daar toe door den Colonel en de Officieren genoodzaakt , zo als hij 't mij zelfs verklaard heeft Zie daalden Vijand voor de deur , en wij te zwak om ons van hem te ontdoen r, of gij zoudt met mij van oordeel moeten zijn , dat uwe Husfaaren ze 2eer gevoegelijk zouden kunnen ontwapenen . . . . " Zb Rhijngraaf van SALM aan zijnen Vriend te Amflerdam op den 13, 16, en 10. funij. '„ De verwarring is thands op 't hoogst —. drie Compagnieën van Stuart aan de Wierickerfchans hebben gerevolteerd , en zijn reeds met haar Regiment op marsch naar Cuilenburg. Ik heb eenige detachementen afgezonden , om , zo 'er nog tijd toe was , dien rampzaligen de pas aftefnijden. Zo op 't oogenblik verneem ik , dat alle de Canoniers van Gorcum , met hunnen Capltain Lombach aan 't hoofdmaar 't Gelderfche gedeferteerd zijn. .... , Het  C 44 ) Het Regiment van Waldek is uit Gorcum getrokken , God weet waarheen .. . dat van Suljard zal het niet minder doen; en'er is geen mis op , of het mijne gaat mee den zelfden gang. De helft van het Regiment van Harderbroek > is ook weg de geest van revolte wint overal vele—en ik reken onze drie Regimenten Cavallerij zo goed als verlooren .... ftraks is de Stadhouderd twee derde fierker dan wij wat raakt Hem dan Utrecht ? hier alleen weet hij , dat 'er gevogten zal moeten worden Hij zal Utrecht daar laaten , en zich voor Naarden , Muiden, Weesop en de Nieuwerfluis, of op een maal te gelijk , of fuccesfievelijk vertoonen , en de troupes, die daar guarnifoen houden , flaan direclehjk aan het muiten — dit plan is op til en , eens ondernoomen , lukt het gewisfelijk zeker. Zo de gewapende Burgers van Amflerdam en elders zich niet op fïaanden voct,en wel in genoeg» zaamen getale , op marsch Hegeeven , om de foldaaten , die hier allen zeer kwalijkgezind zijn , in bedwang te houden , zo is Amflerdam verloeren, cn Utrecht van Holland afgefneeden ... . En, zo de Prins al geen kans ziet om zich van Amfierdam meester te maken , dan heeft hij maai- over Cuilenburg of-Uw&in naar Gor- CUJU  'C 45 ) £um te trekken, alwaar hij bepaald zeker de poóf* ten open zal vinden — cn van daar naar Rotterdam en 'sHage , alwaar hij de Guardes tot zijn' wil heeft— zie daar hoe het met ons gefield is! Het guarnifoen van Naarden gaat ook deferteeren — dat van Muiden, Weesop, en Nieuwerfluis zal het niet minder doen -— Ik heb bericht gekregen, dat de Regimenten Cavallerij van Philipsthall en Dragonders van ïlesfen dezelvde route zullen neemen &c. De Generaal Major van RIJSSEL aan den 'Rhijngraaf van SALM, op den 21, 23 , 24 en 2.5 jfunij. „ Wat ik U bidden mag, waak met mij om de Verraaders , die ons omringen , en die midden onder onze troupes zelve zich fchuil houden , te ontdekken, en, zo mogelijk, in hechtetenis te neemen. .■. . De gistende gemoederen onder het gemeen bij het Regiment van Hardenbroek Iaaten zich derwijze zien , dat , zo men het de rivier laat overtrekken, 'er niets van zal overblijven —even zo is het ook gefield met het eerfie Bataillon van Bijland te IJsfelftcin 't is wel droevig , in  m dier voege te fpreeken over onze troupes f maar gij weet het , lieve Vriend ! dat het niet anders is dan zoo . . . Loeveflein is voorzien van Auxiliairen, maar te Gorcum wil men 'er niet van hebben, en ondertusfchen bekennen zij, dat 'er hier noodzaakelijk een Merk guarnifoen moet wezen — Men fchreeuwt om troupes, en weet, dat ik 'er geen van kan misfen. . . . Word Utrechtaangevallen, zo twijffel ik geen zins of de Commisfie van Woerden zal 'er zeer gercedelijk toe koomen , om zich nog van dat Weinig aantal geregelde troupes , dat zij heeft om Uwe Stad bij té fpringen, te ontrieven..., „ De Staaten van Holland , die, op-den permanenten ftaat van oorlog; alleen bijna tweederde van de geheele landmacht der geünieerde prövintien betaald, en, in tijd van nood , over omtrent 36000 man op hun territoir vrijelijk te bevelen had , kenden , bij de aankomst van HoogstderzelverGecommitteerden teWoerden,cn dit was omtrent het midden van Jufiij 1787, niet meer dan 20, a 25,000 koppen in hunnen dienst, en flegts 8000 onder hunne ordres rekenen , op de trouw van ecu derde waar van men zich nof; 1 O bè-  C 47 3 bezwaarlijk heefc kunnen veriaaren, blij ken sela volgende GENERAALE LIJST van de fierhs. der Troupes ,form cerer.de hei Cor~ don tusfehen de Maas en de ZuiderZee , mitsgaders het guarnifoen van Neusden, zo als dezelve zich bevond prefent-dienstdoende, op den i. April 1787. Cantontif m. cooiLAND,Regim. Cavall. ffespn-PhUipstliall, z6(t. — Dragond. —> Gasfit, 264 Buiten woerDkw. — — Bijland, 254* •os.inchém. Eerste Bataill. i. Regim. Infant. Waldek , 279. Twedc — - — — — 284. Eerste — — Salm, 249. Twede - —. **• — , 24Ö. woudrtchei:"} & J> —j 2 —. — Waldek, 294. KLUNDERT. j vianen )? Eerste —< — Ilardsiiiraek,27Q* CANTONXEMJ jjssej.STEIN 1 & J» —. 1— Bijland, 271.* cantonnem. J £choo?ïHOV. ) & C .—, r— n- Saxen-Cotlia, 196. nieupoort. j onderwater) Derde— — Greniek, afej* wisrikers. j twede — — » -ó8- WOERDEN. Eerste *m « Pallardij,.^. WOERDEM  ( 48 ) WoÉMmïN. Twede Bitaill. — Regim. Infant. Pattardy, ~- — —•Saxsn-Gotka,lZSi MUIJDFN * >• Eerste — , Dundas otfi nieuwersluis. . j uunatts, 263, 'weesop 1 be schans. ƒ TWCdC "* -Ond^ater^, Naerden. Eerste _ ~ Stuari , 242, Eerste pcist % 2~6j heusden. Twede—. ' 'iardeniroekoS.è* Het total dezer manfehappen bedroeg toen. . . . 547!, terwijl de hier en daar verfprcide Atillerij •uitmakte In de maand Maij zijn vervoigends gedetacheerd naar de vaart. jÜTPilf\s j hct £crste 6n twedc eataiil- van °"nhr' 484- Utrecht, het legioen van Salm, beftaande in ligte ruiters, i bet nieuwe Corps van Meyern —het Corps Ca« vallery van Mattha — het Regiment van Salm—' het Corps Artillery van SAyerhoult, en bit geen 'er van nooden was tot augmentatie van 10 man per Compagnie, zo Infantery, Cavalr lery, als Artillery van Holland, en tot eene byzondere augmentatie van het Legioen van Salm— alle welke Corpfen, zo als de Heer Blok wel aangemerkt heeft § 6. meest allen flegts in de geboorte, half gewapend, en ongcdresfeerd waren, en dus zeer eigenaartig gefchikt,om in tyd van nood de verwarringen te vermeerderen, en onze, reeds te zwakke magt, in vergelyking van die des vyands, nog onein* dig zwakkerer te maken — terwyl, wat de gewapende Burgeryen betreft, derzelver getal en toevloed immer onzeker bleven, zynde, van de uitgetrokkene en te gelyk dienst doende Vrywilligers, buiten de Ucrechtfchen, 'er geen aooo koppen geweest; ten minften, op den dag der Evacuatie van Utrecht, bevonden zich hier, 299 Amfterdamfche Schutters—664 A'ixiliairen uit diverfe plaatfen—65 Campenfche en Gelderfche Jagers — 116 Artillerist' en — zamen 1144 man—;terwyl de Utrechfche Schuttery en Artillery met de Jagers alleen uitmaakten 1877 koppen in de wapens — omP 4 trens  C 56- )'• trent welke Bnrger-corpfen de Heer Blok te regt heeft aangetekend $7, dat men zich van derzelver aantal over het algemeen al te grootë denkbeelden gcvormt heeft, en dat elk kundig Militair zal moeten toeftemmen, dat het zelve , gevoegd by het getal van 'slands Militie, op verre na niet toereikende was ter behoorlyke bezetting der menigvuldige posten, die gevaar liepen van eenen aanval, zonder dat men by mogeJykheid kou weeten, waar het het'eerst op zou gemunt zyn; en dat elk onpartydige Nederlander, die zich ter verdediging, dier posten heeft laatcn gebruiken, en zich herinnert, wat hy daar van in dien tyd op zynen post door deskundigen heeft vernoomen,, edelmoedig zal moeten erkennen, dat geen van alle die menigvuldige posten van genoegzaame manfehappen ter afkeering van een ernfrigen aanval voorzien was. III. De ftad Utrecht was naar evenredigheid het ilerkst bezet, en zodaanig aan de Gelderfche zyue door verfchanfingen gedekt, dat men zich vlyën mogt,dezelve tegen een' aanval van die» kant eenige dagen lang te kunnen verdedigen, zo lang men alleen met de troupes der Gelderfche cnStichtfche Staatsleden te doen'had, welke, hoe talryk ook, nogehans niet fterk genoeg wa-  ( 57 ï waren, om die verfchanfingen aan de Gelderfche zyde met hoop van een goeden uitfiag aan te tasten. Aan 'de Hollandfche zyde was Utrecht wej Zonder eenige noemenswaardige defenfie, maar de vyand zou zich aan de grootfte onvoorzichtigheid hebben fchuldig gemaakt, zo hy over de Vecht getrokken ware, om de ftad aan dezen kant aan te tasten; immers zou hy in dit geval zyne voordeclige ftandplaats in de Holle Bild hebben moeten verlaaten — de battéry aan het dorp Blaauw-Kapel overmeesteren, en dan gevaar loopenvan, of aan de Vecht gefruit te worden, of zich de retraite afgefneden, en tusfchpn twee vuuren geplaatst te zien. Maar in eene geheel andere omfhmdighcid bevond zich Utrecht, 'sdags voor de Evacuatie , toen de Pruisfen reeds op het territoir van Gelderland waren (zie de Memorie $8.) Hier moeten wij een oogenblik ftilfiaan— de zaak was eenvoudig deze: Het bij één gebragte leger van den Stadhouder , onder de orders van de Gelderfche en Stichtfche Staatsleden, was, hoe talrijker ook dan onze troupes, even zoo min in ftaat geweest om de ftad Utrecht ftormenderhand in te neemen, als wij middelen genoeg hadden, om • D 5 dat  (58) éat leger, zedert men het zelve ongeitoord toe onder den rook van de ftad heeft laten nestelen» over den IJsfel te jaagen; waar over nader. Maar, zoo dra vernam men niet met zekerheid, dat drie Colonnes Pruisfifche troupes reeds in aantocht, en op het territoir der Republiek waren, of men begqn op de volgende wijze tc redeneeren, Gorcum is op zich zelve eene plaats, die, door derzelver ligging, eene goede defenfie kan maaken , zoo wanneer ze namcnlijk met eene fterke hezetting voorzien, en 'er eene behoorlijke inundatie om geformeerd is; maar, dit een en ander daaraan outbreekende, is dezelve tegens eene Pruisfifche macht van 6000 mannen onbefiand— (vergelijk dit een en ander met het Rapport, Bijdr. V, en bijgev. Extract) Vianen,met eene bezetting van 5, a 600 man kan het onmogelijk tegen 5000 Pruisfen, anders dan weinige oogenblikken lang,uithouden, vooral, daar de inundatie van de Lek en Lingo niet geformeerd is, en daar het Regiment, het welk daar guarnifoen houd, openlijk verklaard heeft, van aan den Prins geen tegenfiand te zul-, len bieden —(vergelijk dit laatfte met den brief van den Generaal van Rijsfel aan den Rhijngr. £3 Junij 1787. te vinden hier voor Bladz» 45 —  C 59 ) van het regitn. van Hardcnbroek lagen te Viantn, flegts 400 Mannen.) Maar, wat heeft de vijand, die de overmacht heeft, en door geen inundaticn word opgehouden, met Gorcum of Vianen van nooden ,om Holland in te dringen? door de Alblasferwaerd is de doortogt nog open — en hij is zeker, dat,noch de poorten der fteden, daar hij moet door trekken, noch de guarnifocnen, daar hij mede te doen moet hebben, hem zijne, ondcraecming beletten zullen — het grauw zelvi js hier in zijn voordeeh De Vaart is, ja, door eenige aangelegde werken in ftaat gefield, om zich aan den Geiderfchen kant eenigen tijd lang te kunnen verdedigen , vooral als de Lekkendijk op verfcheiden plaatfen doorgeflooken word; maar, door gebrek aan Arbeiders is dit nog niet gefchied, cn daarenboven — is zij niet, met Utrecht, in het zei vde geval, van aan den Hollandfchen kant ongedekt , en tegen den minflen aanval onbeftand te Zijn? Nieuwerfluis is,noch van behoorlijke inundatiën, noch van een genoegzaam en vertrouwd guarnifoen en amunitie voorzien —de pasfages tusfehen dit Fort en Muiden, als Loenen Vreeland, &c. zijn onbezet, en niet onbruikbaar  C 60 ) fcaar gemaakt, door water, coupures, als asderzins, zoo, dat de vijand hier ongeftoord doordringen, en, even ais hij door de bosfehen enplantagieën tot aan den voet van 't glacis «Nieuwerfluis kan kcomen,zonder eens gemerkt te worden , zoo ook tot onder de muurën van Amflerdam kan naderen, zonder eenige refistentie te vreezen — (vergel. hier mede Bijdr. VI.) , N2arden' de inundatie wei geformeerd, en de communicatie tusfchen dit Fort en Amflerdam open zijnde, is bijna onverwinnelijk; maar heeft, even als de Nieuwerfluis, aan bijna alles grootgebrek — Muiden en Weefop niet minder. Utrecht kan geene gefoutineerde attacque van 9000 man Pruisfifche troupes, gecombineerd met 's Prinfen legermacht, uitftaan: behalven aan den Hollandfchen kant, is zij reeds vanrondsomme als geblocqucerd — de buitenwerken zijn door geene genoegzaameinundatiën gedekt — het guarnifoen befraat 11^1855 man Reguliere troupes, 1144 Auxiliairen, 1877 Utrëchtfche Burgers, en ih5 nieuw aangeworven Soldaten en Waardgelden, zamen 599,, meest ongedresfeerde koppen, in plaats van meer dan j0,000 man troupes, die 'er van noden zijn , om alle de zoo uitgeflrekte buitenwerken te bezetten , en cenc gecombineerde vijandelijke macht van bij dc  ( 6i ) Se i  C H ) geeven heeft tof het vraagen en geeven der twee bewuste ordres tot de Evacuatie van U:rccht, waar over wij ons in 't vervoig nader onderhouden zullen. Uit de Asferticën van den Heer Blok, vergeleken met het geavanceerde bij het Staatsrapport, en* in aanmerkinggenoomen zijnde,al het geen Wij tot nadere bekragtiging en overtuiging van het een en ander hebben bij gebragt, blijkt het derhalven 1. Dat zelvs onze krijgsmacht, zo de Stad» houder alle zijne force had willen, niet tegen Utrecht, maar tegén Holland emploijeerens onbeftand tegen eene generaale attacque zou zijn geweest, zo als wij dit op zijne plaats na* der bewijzen zullen. 2. Dat wij weinig rekening hebben kunnen maaken op de nieuwe Regimenten en Corpfen $ die niet dan tegen het najaar konden compleet; raaken, en, zoo zij het al tegen dien tijd wierden, daarom nog niet volkoomen in' Haat konen zijn, om tegen gedisciplineerde troupes gebruikt te worden, even zoo min als de ongeorganifeerdé Burger-troupes, die daarenboven, door haare geduurige plaatsverwisfeling, den bijlland zoo 'onzeker mogelijk maakten. 3. Dat — Utrecht van alle kanten ingefiooten, E €18 I  én Holland zonder flag of ftoot ingencomen geweest zijnde, het natuurlijk te voorzien was, dat de Stadhouder de Utrechtfche bezetting,' uit Hollandfche troupes beftaande, uit naam der Staaten van deze Provintie zou hebben laa« ten opeisfeheri, en de flad zelve, uitnaam der Amersfoortfche Staatsleden, tot overgave fommeeren. (De Heer Blok merkt te regtaan, dat, ze* Utrecht door de Pruisfen van ;agteren, en varr" vooren door het Zeisterleger aangevallen, in-' genoomen, en de bezetting krijgsgevangen gemaakt was ,■ dat dan ook de mogelijkheid verdween , om een, veelmin alle de opgenoemde posten , als Woerden, de Sluis, den Uithoorn,» Naardcn, Muiden, Weesop, den Hinderdam en de Uicermeersche fcharis, tegen ',een ernftigen" aanval te verdedigen; en dat, met het verlies tan Utrecht, gelijktijdig alles zou zijn verloeren geweest — dat het daarentegen naderhand" geblecken is, van hoe veel nuttigheid de guarnifocnen van Utrecht en omliggende plaatfen* geweest zijn, ter verdediging der ftad Amflerdam en der andere ftederi' en posten daar omftreeks, eer dezelve ordres van H. Ed. Gr. Mog. bekomen hebben, om geene defenfie meer te coen. §..13 £3,  C 67 ) En, gefield, zege Hij in de volg. §. dat ÜJ trecht toe het uitterfte toe was verdedigd, dan' Was het in dat geval zeker, dat Gorcum, welke uit gebrek aan inundatie en troupes onhoudbaar was, niet minder 's dags na de Evacuatievan Utrecht zou zijn aan den vijand overgegeven geworden, en dat, daar door, de lieden Dord en Rotterdam, ja geheel Holland, in 's vijands handen zouden zijn geraakt — dat de PruisTen , na het inneemen van Nieupoort en Schoonhoven, de Lék zonden zijn overgetrokken , cn Woerden van agreren hebben aangevallen cn vermeesterd — én dat de derde Colonne, die zich in Ovcrijsfel bevond, aan de andere zijde, langs hét Gooi,Holland had kunnen indringen , Waardóór de ftad Utrecht van zelve aan alle zijden van die Provintie zou afgefneeden, aan den algemcenen' aanval der verëenigde Pruisfifche, Gelderfche en Stichtfche troupes blootgefleld, en, al was het maar door honger, tot de overgave gedwongen geweest zijn — in welk geval de gevolgen dezelvde zouden geweest zijn, welke eene onverwagt ingerukte vreemde macht veroorzaakt heeft, en flegrs in de omftandigheden verfchild hebben. Hij voegt 'er ook eindelijk bij (§ 19) dat de «rders van H. Ed. Gr. Mog. tot hec inruimen E 2 der  ( 68 ) éer ondcrfcheiden fteden en plaatsen aan dé Pruisfifche troupes, even zoo zeer zich zouden hebben uitgeftrekt tot- Utrecht en omliggende posten, en dat, derhalven, deze ftad flegts weinige dagen laater evenwel zou zijn ontruimd geWeet.) 4- Dar, niet met hét inneemen van de plaats' als plaats, maar met het laatcn krijgsgevangen maaken van de bezetting van Utrecht, alles zou zijn verlooren geweest. (Deze aanmerkelijke bezetting, uit meestal trouwe foldaaten en,aanzienlijke Burgers beftaande , was voor Holland hoog noodig, Utrecht had geene formeele at> tacque, maar eene affnijding aan den kant dezer Provintie te vreezen; en geene retraite zat 'er voor het guarnifoen op, anders,dan in de armen eens verbitterden vijands. Daarenboven was het niet te doen om het Patriotismus, maar om de fatisfactic van de Princes; Holland gered zijnde, kon Utrecht weer ongeftoord met het herftcllingswerk voortgaan, maar die Provintie, het fteunpunt der Patriottifche macht, in 'sPrins en handen gevallen zijnde, moest ook deze ongelukkige ftad onder het juk van het despo* lismus doorgaan.) 5. Dat het vooruitzicht op de beloofde hulp van Frankrijk, ingeval vreemde troupes het ter4. ' ri-  C*9) ritoïr der Republiek mogten invadeeren, niet weinig toegebragt heeft tot het voor een tijd abandonneeren van Utrecht, om Amflerdam te behouden, alwaar wij nog, des noods, het wa« ter tot ophouding van den vijand bij de hand hadden , iets het geen ons in Utrecht volkoo* men ontbrak. (De inundatie van de Had Utrecht kon niet geformeerd worden, dan door den krommen Rhijn, door de Sluis aan de Vaart, en door de Vecht. De kromme Rhijn levert weinig waters op, alzo dezelve, wanneer de vijand meester is van de Sluis te Wijk bij Duurflede, geen ander toevoer heeft, als eenige beekjes of weeteringen, die meestal in den zomer uitdroogen — reden, waarom men in 14. dagen t'ijds naauwlijks zoo veel waters heeft kunnen krijgen, om maar liegt» eenige laage landen tuslchen den krommen Rhijn en de Bildflraat dras te zetten. Om van het water uit de Lek door de Sluis aan de Vaart gebruik te maaken, zou men tot de zwaare onkosten hebben moeten vervallen om een kadijk tusfehen Utrecht en de Vaart aan te leggen, ten einde het overloopen van het water naar IJsfelflein en Woerden te beletten., en wel op do meeste plaatfen 435 voeten hoog;.' E 3 ct>  C 7C ) eer men Utrecht kon inundeereij — hier hoerde, bchaiven de moeite en kosten, nog veel tijd jtoe. "' De Vecht heeft geen toevoer als uit den krommen Rhijn, en uit eenige beekjes en weeteringen, die in den zomer weinig waters geeven — daarenboven, de inundatie gefchicdende, is het water van den krommen Rhijn reeds afgefneden. voor dat het in de Vecht koomt —de ondervinding heeft ook geleerd, hoe, na dat de Sluis yan de Vecht te Muiden reeds acht dagen lang gefiootcn bleef, de inundatie naauwiijks te Nieuwcrfluis remarquabel was, 'k laat üaan,te Utrecht, die zoo veel hooger ligt en,genoo« men, dat op zijn best de halve omtrek van deze plaats had kunnen geïnundeerd worden, dan nog heeft dit onmogelijk kunnen gefchieden aan den Hollandfchen kant —- (immers is het proefondervindelijk waar,, dat hier het terrain 10 a 12 voeten boven water ligt} en het was juist aan dezen kant dat U-recht zonder eenige noemenswaardige defenfie was.) 6. Dat het, eindelijk, om alle de aangehaalde redenen niet te verwonderen is, dat de Staatscommisfie van Woerden, hoe ook fmarte3ijk aangedaan over den akeligen toeftand va» fcaajre Utrechtfche Bondgenooten, niet te juin  C 7* % een vollen overtuigd van de noodzaakelij'kheid en nuttigheid ora de ftad zelve, in cas van Pruisfifche invafie, en de hoogde nood daaï zijnde , te evaeuëeren, tot het befluit gekoomen is, om hier toe aan den Rhijngraaf de bepaalds ■prders te gceypn. E 4' BIJ-  ( 72 ) B IJ D R A G E IV. ■EXTRAIT des Lettres du Oênêrat Major van Rijss e l au rhingrave van salm, du i & 3 Jui3 1787. JL^es circonftances exigent toutes les précautions imaginables dans 1'etat foible, ou fe trouve le Cordon - Que faire, mon cher Rhingrave! avcc fi pcu de monde, quej'ai? & cependanc, pour prevenir, que par un coup imprevu on ne coupe ma Jigne, &' perce jusque dans le coeur de Ia Hollande , j'ai cru, qu'il etoit de la dernière importance, de porter une poste a Uithoorn & Ouderkerk. Quelles mefures prendrons-nous pour defendre 1'entrée de la Hollande du cóté de Schoonhove? Par tout nous rencontrons le fatal obftacle: point de troupes .'-Encas de nécesfité abfolue,il faudra en venir a couper les digues & prendre les eaux pour refources. Le Collonel Van der Duin est venu freadrc le commandement, en venu de Ia refo-  C 73 ) lutïon de L. H. Puisfances, & le Major M**. eheik le lui aremis, ijaïantécéforcéjm'ac-ildit, par le Collonel & les Officiers. Me voiia ! 1'enneini a la porte , & trés peu de force pour m'en defaire, a moins, que vous fusfiez avec moi d'avis, que vos Husfards fe#aient trés propres a les desarmer, .... EXTRAIT dis Lei tres du ruin* gr ave van salm a fon ami i amsterdam, dU 13, l6 &Q.O Juin, 1787. jL/a- Confufion est parvenu au comble —■ Trois Compagnies de Stuart ontrévolté a Wirker, &ontfuivi leur Regiment a Cuilenburg.. J'aï envoijé des Détachements pour couper le che-, min , s'il étoit tems encore, a ces miferables. Dans ce moment j'apprends, que tous les Canoniers de Gorcum ont déferté avec le Capitaine Lorrïbach en Gueldre. Le Régiment de Waldek est parti dé Gorcum, on ne feait par oü. — Le Regiment de Suljard en fera autant — le mien Ie fuivra fans foute* 1— La moitié du Régiment de Hardenbroefea déferté. L'espri^ de revolte gagne par tout —. 1 £ 5 Je  C 74 ) Je compte nos trois Régiments de Cavallcrie perdus bientot le Stadhouder fe- ra de deux tiers plus fort, que nous puis il n'attaquera point Utrecht, par ce qu'il fcait, qu'il faudra fe battrc la & la feul; il fe préfentera a Naarden, Muiden, Wefop & Nieuërfluis, a la fois, ou fuccesfivement — & les Troupes, qui restent dans ces places, fe revolteront. II est question de ce desfein •— II ne peut manquer ?I on fentreprend. Si les Bourgeois armés d'Amfterdam & d'aöleurs ne fe rendent incesfamment dans ces places, & en asfez grand nombrc, pour renir les foldats, qui font tous mnl intentionés, en respect, Amflerdam est perdu, & Utrecht coupé Si Ie Prince d'Orange ne voit plus jour de s'emparer d'Amfterdam, il marchera fur Cuilemburg ou Leerdam a Gorcum, dont les Portes lui feront décidemment ouvertes •—■ de la a Rotterdam & a la Haye, oü les Guardes font k lui.—■ Teile est notre Situation. La Guarnifon de Naerden vient encore de défertcr — celle de Muiden, de Wefop & de 'ÏSncucrfluis en fera autant. Je fuis averti, que les Régiments de Cavalierie de Philipsthal & les Pragons de Hesfen fuivront la mémc route. —t  c n ) EXTRAIT des Lel tres dn Général Major van r ij s s e l au r h i n g r ave van salm, du 21 , 23, 24 & Je vous prie de veiller a la dccouverte, et, s'U ie peut a l'appréhenfion des traitres, quinouis environnent, et giscent méme en nos propres troupes Les Esprits dans le Régiment de Hardenbroek parmi le commun fe développent de facon,que, ii on les fait pasfer la riviere, il n'en restera pas H en est de même avec le premier Battaillon de Bij land a Ysfelllein. II estbien douloureux, de parler dans cegout de nos Troupes; mais yous favez , mon cher Rhingrave ! qu'il n'en est pas autrement. Louveftein est pourvu d'Auxilfaires, mais & Gornichem on n'en veutpas,et cependant, ils avouent la nécesfité d'avoir forte Guarnifon • me demandent a haute voix des Troupes et favent, que je n'en ai pas a leur donner.... Utrecht attaquée, je ne doute point, que les Mesfieurs de la Commisfion ne confentent trés volontiers a fe dépourvoir despeu de troupes regulieres, qu'ils ont pour lafoutenir-...  ( 7A J B IJ D R A G E V. RAPPORT van den Colonel a. Baron van der ca pellen aan de Commisfie te Woerden. Gorrum 15 Sept. 1787, 's morgens om 8 uur en. ]De Ondergetekende tot Commandant der ftad Gorcum, zonder daar over van te vooren op geeuerhande manier gekend te zijn geweest, op den 13. September 1787. aangemeld zijnde , Is op dien zei ven datum aldaar gearriveerd, 's avonds om 10 uuren heeft den volgenden dag, als mede 'smorgens vroeg van den 15 September, alles, wat tot de dcfeirfie van deze ftad betrekking heeft, geëxamineerd, en verMaart bij dezen, als een Officier van Eer, die zijn leven voor 't Vaderland en thans in 't bijzonder voor het behoud van deze ftad veil beeft, dat hij voornoemde ftad Gorcum in een volftrekf phijfique onmogelijkheid bevint, om ■met eenigen tegenitand en fucces tegen een fu•periëuren buitcnlandfcben vijand te kunnen verdedigen, en zulks wei, om deze navolgende redenen., .1. om  (77) 1. Om dat nog geen eene inundatie om dc ftad geformeerd is, of met apparentie van fuceca in de eerde dagen zal kunnen geformeerd worden _ het weifchiid derhalven hard van grond — wegen droog — 2. Een guarnifoen tot dus verre beftaande uit circa 500 Burgers of Auxiliairen, en het nieuwe nog ongedi'esfeerde gedeelte van het Corps van Sternbach, circa 400 man. 3. Circa 80 Hukken gefchut, zonder eenige de minde behoorlijke bediening, vermids ik niet meer vinde tot de Artillerij, als 1 Bombardier, 13 Canonniers, Militairen, s dito 37 dito Auxiliairen. e Subalterne Officiers. 2 Bombardiers, 56 Canonniers van Stcrnbach; — deeze laatfte ongedresfeerd om flukken op eene Batterij te kunnen bedienen. (.*). 4. Bijna alle de flukken geplaatst a Barbette, aonder met Gabions of fehanskorven tot dus verre voorzien te zijn, of iets, dat dezelve dekt, gelijk op 1 Het (*) In liet Rapport van Gapellen aan de Staaten van Holton d als Krijgsgevangen gefchreverfte Nijmegen,den 21 September, noemt de Colonel zekeren Stepits, als 'den ecnigftea gedresfeerden Canonnier.  ("8 J f. Hét oud Runmoolen Bolwerk 6 ftufckcrf en 4 mortieren. 2. Op 't Bastion, daar de Cavalier of Katflraat is, een dubbelde batterij, welke als de Gabions,geplaast waaren, veel van te wagten was, doch door de bijMaande hooge fleene koornmoolen direct wegens "t eclat der fteenen onbruikbaar zal worden. . 3- De Batterij op de Ruif 4 flukken van 2 pond, nog niet op hunne destinatie, 4- Op 't lijnbaan bolwerk 3 flukken van 12 .pd.' in orde doch 3 in 't geheel niet. 5- Het galge bolwerk 4 flukken van 12 pd. 6. Het bolwerk bij de ftopping der Linge, welke ftopping nog niet gereed is, 4 ■ flukken. 5 h de buiten' lagere werken geen een fluk gefchut. 6 Weinig water in de graften, 7 Alle de avenuën, bijzonder langs de Lingedij'k met hout bezet, dus de approches des vij-f ands mbeielijk te ontdekken. 8 De Artilleristen, hier boven opgegeeven, kunnen zelvs nu nog niet geëxerceerd worden, om dat zij moeten werken tot gereedbrenging der ammunitie. 9 De  (79 J 9 De meeste 'arbeiders zijn heden tot du| verre terug gebleven , en 't gantfche Guarnifo'ea kan niet tot 't werk der Arbeiders gemist worden. 10 Op Workum en Loeveftein zijn in 't geheel geene Artilleristen, alleenig op Loeveftein t Bombardier Militair, en eenige weinige Canonniers uit Dordrecht op Workum 24 (lukken gefchut, doch zonder bediening. 11 De Uitlegger kan met zijn Kanon gee::s adfistentie geeven. Voeg hier verder nog bij de moreele dispo» frtie van de meeste Inwooners om dus niet te concurreeren tot deszelfs defenfie. Kortom de fituatie van Gorcum, als haafe eigenlijke defenfie, namelijk die der inundatie toe dus verre geheel misfende — geen Guarnifoen om «enige defenfie, hoe genaamd, tegen eene ordinaire vijands attacque te kunnen uithouden, tot welke defenfie, zo de inundatie ontbreekt/ ten minfien 4000 gedresfeerde manfehappen zouden nodig zijn — geene bekwaame, ja bijna in 't geheel geene Artilleristen, om 't gefchut te bedienen — bijna al het gefchut bloot, vermits de fehanskorvcn, of iets dat behoorlijke dekking geeft,  £eefr, nice geplaatst zijn, en andere onêmcfige gebreeken meer — Zoo dat ik voor mij bij dezen verklaar, Waar toe ik God tot getuige neem, dat ik niet responfabel wil zijn of worden voor 't ongelukkig noodlot, dat bij een vijandelijken aanval of opè'isfching der ftad door eene temeraire en Volgens Militaire kunde tot hier toe onmogelijke defenfie' deze inwóoheren bloot zullen gefield worden —Ik zal de laatfte in de ftad blijven, doch ikhèbbe mij plichtshalven gedrongen gevonden om dit aan Heeren Commisfarisfen van de Commisfie tot defenfie van deze Provintie, thans alhier prefent, te moeten verkiaaren, tot mijne decharge ten eeuwigen dage; • ÉXTRACT uit de Copie van de eigenhandige memorie Van den Colonel alexander. vaw der capellen. Genoemde Heer was in de maand Julij 1787 door Hun Ed. Groot Mog. gevraagd, of hij het Commando over den linker vleugel van 't geformeerde Cordon zoude willen aanneemen; 'r welk zijn Ed. ogenblikkelijk declineerde, en fchriftelijke redenen voorgedragen heeft. Op  Op den 6 of 7 Sepc. 1787. kreeg zijn II, W Geb. bericht, dat zijn Ed. daags te vooren bij de Staten aan'gefteld was tot Collonci efFcccif over een Regiment Cavallerij zonder de minfte follicitatie te hebben gedaan. — Op den 10. September heeft Zijn H. W. Geb. den Eed varj -getrouwheid in handen van Gecommitteerde; Raden afgelegd, zonder eenige ftrijdigheid te behelzen tegen den Eed, aan de Generaliteit in handen van den Raad van Staten afgelegd—. Oneindig grooter was zijn H. Geb. verwonde* ring, wanneer hij op den 12 September ver-» nam, dat hij daags te voren reeds was aangc* field tot Commandant der ftad Gorcum —Zijn H. W. Geb. vloog ijlings naar den Haag om Zijn misnoegen' te kennen te geeven, niet voor af eerst geraadpleegd te zijn, cn 'er dierhalverï van af wilde; doch men zcide, dat zijn H. W. Geb. finaal benoemd zijnde, 'er nu niet wel af kon — dat die keuze op zijn H. W. Geb. een groote blijk van vertrouwen was; — dat Gorcum in eene fecure [taai van defenfie was, zo tyegens de reeds geformeerde inundatien, als wegens alle de verdere middelen. Zijn H. Geb. toonde aan, geene pracTheale kennis tot verdediging van eene vesting te hebben; ook •het locale der llad niet te kennen, en geen pose" F vm  c g2) Van. Zodanige confequentie op zich te kunnen neemen. Dan alles kon niet baten; — men zeide, dat men dan Gorcum direct voor den vijand zoude moeten open zetten, en, daar de defenfie fecuur en faciel was, bijzonder door de inundatie over her Weifchild tusfchen Dalem en Gorcum, moest, noch konde zijn H. W. Geb. wij geren tegen een nog oilverhoopten aanval van een buitenlandfchen vijand. Zijn H. W. Geb. protesteerde, dien avond en volgenden morgen, tegen alle nadeelige gevolgen, en gaf, Zelfs in 't Golleg'e van Gecommitteerde Raden bij het doen van den Eed, te kernen , dat hem die post was geobtrudeert. Zijn H. W. Geb. vertrok met veel tegenzin den 13 September 's namiddag? om 2 uuren uit den Haag en kwam des avonds ten 10 uuren te Gorcum. Den 14 September heeft zijn H. W. Geb'smorgens zeer vroeg de middelen, die tot defenfie moesten ftrekken, in 't werk gefield. Zijn H. W. Geb. bevond toen — Datergeen eene Inundatie om de Stad geformeert was en het Weischild zeer droog en hard — veel gefchut; doch by- na ge f. nee nu BaTTERY in order . geen Embrafure geformeert en die a Earbette zonder fchamkorven of iets dat 'er na ge- leejjt  C 53 ) 4'èek — geen Artilleristen,in ffaat vaiï eene Batterij naar behoorcn te bedienen. Hes Guarnifoen was negen hondert k duizend marl fterk, meest zeer brave Burgers, doch zonder militaire disciph'nc; en die van 't Corps vari Sternbach nog bez:g zich te recruteeren, dus ongcöeffend — geen order in 't waarncemcn vari den Güarnifoens dienst — geene adfistentie vari Groot Majoor, Plaats Majoor, Adjudant &c; Door die desperaate fituade was zijn H. V/; Geb. gerefolveert te rug te keeren; maar twéé Hecrcn uit dë Staats-Commisfie van Woerden op dien dag te Gorcum gekomen, perfuadecrden zijn H. W. Geb. zulks nbt te kunnen noch te moeten doen — Hij gaf echter fchriftelijtt Rapport derphijfiquc onmogelijkheid, de ftad aldus te defenderen , protesteerde tegen de gevolgen, en declareerde, dat mert rcsp'cnfabcl zoude zijn omtrent de facrirïce, die hem dreigde, eri het blccd, da: zonder nut zoude geftore Worden , enz. Zijn H. W. Geb. ftelde alles irt 't wérk, en had hoop, in 14 dagen de ftad in een weerbaaren ftaat te Hellen. Den 15 September verzogt zijn H. W. Geb. Krijgsraad, in bijzijn van eene Commisfie uit de Magistraat, in welke Hij van illes opening gaf. Er wierd teen eene refolufie •E 9 ^  C H J .sdhrmeerd'en mar de Staten van Holland gé* zonden. De copie van dezelve is door den Herrog van Brunswijk op den 17 September uit zijn H. W, Geb. papieren, doch met Hoogst deszelfs voorkennis, teruggehouden. Den Commandanten der Burger-Corpfen, bijzonder dien van Rotterdam, frappeerde al het geen zijn H. W. Geb. detailleerde, wegens de onmogelijkheid cener defenfie; zij declareerden echter te willen vechten tot den laatften man. Den ió September was 'er fecuur naricht van3 de nabijheid der Pruisfifche Troepes en Krijgsraad, waarin de onmogelijkheid der defenfie wierd vooroogen gefield,en geproponeerd, dat de Auxiliairen naar hunne ftcden zouden te rug trekken en aldaar ageeren; dan zij wilden blijven , cn, daar zij tot defenfie dier interesfante plaat? gekoomen waren, wilden zij ook goed en bloed' opofferen. (vergel. hier mede Bijdr. IX.) Zijn 11. \V. Geb. declareerde, hen niet te' zullen aanvoeren in dien dësperaaten en weerloozen fiaat, maar de ftad alleen defenderen de retraite formceren, en aan den Overften Stcrnbach opdragen; want zijn H. W. Geb. begreep niet, dat de Pruisfifche Armee het HolJandsch territoir zonder een nader declaratoir Goudss b&a-cdcn, ten minften, dat zij nooit de ftad  C*5 ) fel direct zoude attacqueeren, zonder dezelve, volgens krijgsgebruik, alvorens op te eisfehen. Zijn H. W. Geb. Helde inmiddels alles in het werk om niet gefurpreneerd te worden, cn belaste bij hcrhaaüng, dat aan man voor man moest aangezegd worden, niet te vuuren, als alleen op zijn fchriftelijke order of mondelijk bevel:, zoo ook aan allen, die de Batterijen moesten bedienen. Den 17. om 5 uuren , kwam de Officier van 'e Piquet, den Lieutenant Collonel Ceva, rapporteren, dat alle de orders exact nagekomen, téP. kens gerepeteerd wierden, en alles zeer ftij was» Wijnig tijd daar na kwam rapport, dat de Vijand zich bij Dalem vertoonde. Ijlings liep Z, Hl W. Geb. naar 't Dalemfche bolwerk, doch, na weinig pasfen voortgeloopcn te hebben, was het declaratoir of optisch der ftad een Bombe, Welke door nog anderen, als ook Brandkogels gevolgd wierd, en bij hem neervielen, terwijl huizen en een windmolen in de vlam gezet wierden Hij ftelde zich voor 't front der attac- que, en, daar'er bij continuatie met vuuren aan'» gehouden wierd, liet hij een Batterij vuur geven , en eenTamboer uit het Parapet de chamade flaan3 doch zonder vrucht. Zijn H. W. Geb» 'iep te voet de ftad in naar't ftadhuis, en gaf be* ..' F 3 riek  ' C 86" ) richt van zijne verrichtingen, en Wij kwamen over een, een vaandel uit den Toren te Heken, om dat het werpen der Bomben nog duurde. Zijn H. W. Geb. vond zijn paard bij den Doelen, reed naar de Dalemfche poort, terwijl hij geordonneerd had, dat alle Corpfen zouden retire, ren, was 'c mogelijk, naar Dord . Hij vond den Onder-Majoor Pijl!, en gaf dien order om met een Tamboer buiten te gaan, en te vragen wat men begeerde —- Hij kwam terug met antwoord, dat men de ftad Gorcum opeischte binnen den tijd van een half uur. Zijn H. W. Geb. was niet te vreden met dat antwoord, zond hem terug met verzoek, den Commandant der attacque zelve te mogen fpreken. Hij heeft het ant, wpord niet afgewagt, maar is Pijll na gereden . tot op de grcnsfcheidiiig van 't Hollandfche, alwaarde Pruisfifche Coilonel Romberg met eenige Husfaren hem te gemoet kwam, die hem zeide "• dat hij dien ochtend een brief van den 9} Hertog van Brunswijk had ontfangen, behel„ zende, dat hij een Officier, bij zich hebbende » oen Trompetter, tot bij de ftad gezonden had, jS dat op dcnzelven vuur gegeven was" Zijn H. W. Geb. verbaasde van verontwaardiging en verklaarde met dierbaaren Eede, dat noch jilcclaratoir des Konings, noch de brief des Herigs,  ( «7 ) togs, noch 't zenden van een Officier of Trompetter, veel min,, dat op denzelven zoude ge-fchoten zijn, bekend was, tot het ogenblik, dat de Colione! Romberg zulks zeide , enz. enz. De Collonel Homberg eisehte de Had in het moment op, volgens order van den Hertog, mt naam des Konings van Pruisfen. Zijn H. W. G. antwoorde, te voldoen, vcrzogt de ftad voor plunderingen en verdere fchade te beveiligen; dat het goed en bloed der brave Burgers mogte gefpaard worden ; dat de Burgers der andere Heden vijlig mogtcn wederkeeren, enz. dit laatfie wierd geweigerd; doch verzekert, dat aan de ftad, noch derzelver Inwooncrs, niets kwaads ■gefchieden zoude,mits zich geen gewapend pcrfoon uit de Had begaf; de wapens vrijwillig neerlijde, enz. Dit is exact naargekomcn, en zijn alle de gewapenden krijgsgevangen gemaakt. Zijn H. W. Geb. fehreef een brief aan den Hertog ; gaf hem dien in zijn kamer in den Doelen, daar de Hertog een groot half uur daarna in kwam — de brief behelsde een kort verflag van 't geen Zijn H. W. Geb. wedervaaren was, en een voorHel om op vrije voeten tot vrouw en kinderen terug te keeren, cn op woord van Eer krijgsgevangen te blijven. Doch Zijne Hoogheid repliceerde, dat zulks niet kende zijn; F 4 u&ï  C ss) iit hij mij als Oage zoude nemen, en aan nrl) Zoude doen verantwoorden al het leed, dat aan iemand, den Prrfice van Oranje of den Koning toegedaan, zoude wedervaaren — Hij konde zulks aan de Staten en andere Heden fchrijven, 't welk gcfchied is; de brieven zijn door Zijne Hoogheid per Estafette verzonden. Zijn H. W. Geb. kreeg hier na een Offic er en twee onder-Officieren in zijn kamer om hem te bewaaren — fprak mat Burgemeesteren Barneve ld, Dac ij en Blijswijk — leede zijn gehouden gedrag aan ijder onpart jdigen bloot, fommeerde den Magistraat, of'er iets te zeggen wa$ enz. en, daar hij zich vrijwil!:g hadde gefacrificerd tot behoud der Stad en Burgerij, verzogt hij interpoft.e cn cautie tot zjn ontflag enz. Den 17 September vertrekt Zijn H. W. Geb. naar Meerkerk in een koets Het Leger der Pruisfen leede dkar, . Den 18 dito volgt Zjn H. W. Geb. het Leger tot ageer Amerjde,van waar hij 'savonds ten 5 a 6 uuren is weggezonden, bij zich in de koets hebbende een Officier en gewapende onderOfficier, en nog een gewapende onder-Officier bij den koetzeer, over Gorcum, Thiêl, Nijmegen, in welke iaatfle plaats hij den 19 September, 'snamiddags circa 6 uuren, aankwam, on. . ~ der  C §9 ) aïer een toevloed van menfchen, fchddenég> fchreeuwende, en ijsldijk bedreigende; onder de vootnaamfte aanvoeiders, die hec volk ophullen , was eene Tsf&l-dijk , een kousfen koper. Den 21 September is Zijn 11. W. Geb. getransporteerd, onder dezelve escorte, doch met minder toevloed van meniehen, door Clecf, Xanten, tot in Weezei , en aldaar gcbragt op de. Citadel, en wel in eer gat naast de wagt: — Het gat was gewelfd en had é n fte-en n vloer, doch was zeer vogtig: — Het licht kwam door een enkel vengfler. Den 22 bevond zich Zijn H. W. Geb in dit affchuwelijk gat, daar nimmer eenig Officier van dien rang was geplaatst, ten.zij hij des doods fchuidig mogte geweesczfn, zonder behoorlijke ligging, ftoel, of tafel — Dun wierd zulks echter bezorgd door den Advocaat Garp, gelijk ook eenige boeken. Zijn H. W. Geb. heeft alzo acht dagen in het gat gezeten, zonder dat het hem gepermitteerd was, door zijn knegt bediend te worden — Dus van allen hulp beroofd , wierd Hij dag cn nagt gekweld door de wagt doende foldaaten vanCorbiere; maar of de hoon door woorden nog niet genoeg mogte zijn, F $ dec*  C 90 ) dceden zij hun gevoeg onder het vengfter, waar door de frisfche lucht moeste inkomen. Den 31 September kreeg Z. H. W. Geb. pcrmisfie om te wandelen, door den Generaal Eickman . doch alleen op het binnen plein van de Citadel. Het hól, zoo wel als de wandelplaats, zijn ZijnH. W. Geb. vermoedelijk daaiv om gegeven, om altoos het gczigt te hebben op zijne ongelukkige Landgenooten, welke in onderaardfche holen, tegen over hem, van gebrek vergingen 1— zijn geld was weggenomen, doch den 1 Octobcr terug gegeven zijnde, liet zijn H. W, Geb. alle dagen, zoo ver het toereiken konde, lbjp voor de or.gclukkigen kookt. u. Den 5 Octobcr ontöng hij de eerde brieven Van zijne Huisvrouw ~~ de anderen wierden allen opgehouden.. — Den 21 vocl.ie zich Zijn II. \\. Geb. onpasIjk kreeg den 23 een doorloop met bloed gemengd — den 56 violente loop cn fware koortzen — Den 28 wierd Zijn H. W. Geb. uit het vervaarlijk hol, dood zwak zijnde, in een ger fchikte kamer ovcrgebragt, doch een wagt voor de deur, cn ce deur altijd open, He Hertog van Brunswijk komt, na verloop vac  C 9i ) fan eenige dagen ce Wezel, fpreekt Hem voof % bed; verklaard Hem van alles onfchuldig, en 'zegt Hem Vrij te zijn, doch dat alleen moest gewagt worden naar de approbatie van den Koning, en dat die in driemaal vier en twintig uuren 'er zijn zoude, Eindelijk kwam de zogenaamde approbatie. Zijn H. W. Geb. wierd dan met veel moeite in een afgehuurd fchip overgebragt, en niet zonder gevaar naar Utrecht overgevoerd, daar hij den 12 December aangekomen en den 14 overleden is.  C n 3 13 IJ D R A G E VI. MISSIVE van den Generaal Major Baron van Ar borcii aan den rhijn gr ave van SALM ; NlEUWERSLUIS , den 16 Sept. 1787. Hoog Gebooren Heer! Jl_k heb de eer U Hoog Geb. bij' deezen ta melden, dac ik eer voldoening aan de oncfaneepe Orders deezen morgen om vijf uuren de Stad Utrecht verlaaten heb, en met de Troupes onder mijne ordres ftaande tusfehen elf ën twaalf Uür alhier ben aangekomen. Alles is in behoorlijke ordre ter executie gelegd, alléén uitgezonden, dat de Colonel de Win met zijn onderhebbende Regiment en de Kapitein Thierrij, leidende de twee Compagnien Amftcrdamfche Militie, hebben kunnen goedvinden, zonder ordre, ja zelfs zonder eenige kennis te geeven, weg te marcheeren, en wanneer ik den Colonel de Win te Nieuwerfluijs daar over mijne furprife te kennen gaf, zeide hij mij: daar toe yaa wegens 't defenfieweezen van Amflerdam  C 93 J gelast te zij;-?, en vertoonde mij naderhandee-n'é? ordre om naar Muijdente marcheren, waarop ik hein geantwoord heb, van 't een en ander rapport te zullen doen. Den Capitein Thierrij heb' ik in 't geheel niet gezien, én weet niet, waarhij gebleven is. Bij aldien daar omtrend in 'c vervolg geene verandering gemaakt word, verzoeke ik voortaan gedispenfeert te zijn eenige Troupes te Commanderen , alzo de gevolgen daarvan zo fchromclijk zijn, dat ik 'er mijn eer en reputatie niet aan opofferen wil. Te Nieuwerfluijs komende, vond ik aldaar 'e Bataillon Amflerdamfche Schutterij gelegert, 't welk 's nachts-van Utrecht vertrokken was. In 't voorbij rijden riepen mij verfcheide Burgerstoe : laat dat BUxeins kind maar te Amflerdam koorncn,- daar zullen wij hem den hals breeken: verfcheide Officiers, die bij mij waaren, hadden 't ook gehoord , maar niemand wist mij een van deeze Purgersaantewijzen; Ik Tiet mij dus daar over' niet verder uit, maar ik dagt, 't is goed te wceten , hoe de Amftcrdamfche Burgerij denkt, cn zal ik mij dus ter zijner tiid daar na weeten te rcgulecrcn. Zo dra ik te Nieuwerfluijs aangekomen wrs, liet ik 't Volk rus:en, cn zond inmiddels een vertrouwd perfoon naar HilveMam om te verneemen -  C 1onne van 10000 man, met zwaare Artillerij, hier den Diefdijk wil pasfeeren, waar van de Heer Generaal van RijsfeJ mede een rapport moet hebben ontfangen, Een twede van den Officier, commandecrende het vaartuig de Waakzaamheid, vopr Vianen, dat dezelve zo oogenblikkelijk door een klein vaartuig wierd onderricht, dat de zwarte Pruisfifche Husfbren te Cuilenburg waren aangekomen, en dat gemelde vaartuig om die reden van daar was gevlugt. Eindelijk heb ik een Expresfe van Nijmegen mede op het oogenblik ontvangen, dewelke mij meldt, gifter avond om elf uuren van Nijmegen, te zijn vertrokken, cn te hebben gezien, dat gifier morgen om 9 uuren de Pruisfifche Troupes begonnen zijn de rivier over te vaaren-^ dat zulks geduurd heeft tot zijn vertrek, wanneer men nog met vlambouwen daar mede bezig was — dat men rekende, 'er 6000 man gepasfeerd waren; zijnde Husfaaren, Scherpfchut* ters, Cavallerij, Infanterij en Artillerij, met Verfcheide zwaare flukken, &c. Dat het zelve Cprps zoude rnarcheeren den weg op naar Thicl, en voords naar Gorcum — dat men voords al, daar zeide, dat een ander Corps over Arnhem mar-  ( i°5 ) marcheerde naar Overijsfel, en een derde, om hec Camp van den Prins te verfterken. Ik wil mee afzijn, U Edel Mog. hier van een eerften ce berichten, en heb de Eer met allen fchuldigen eerbied te verblijven, Utrecht, 14. Sept. 1787, Edel mogende heerek!' des avonds om U Edel Mog. Onderdr half acht uuren, en Gehoorz, Dienaar Fr. Rh. v. Salm. De Heer Blok zegt, dat Hun Ed. Mog. op dien zelfden 14, Sept. de bevestiging der tijdingen van den aanmarsch der Pruisfifche troepes, bekoomen hadden, en dat zij dus geene zwa.irigheid hadden gemaakt, om, op het door Hoogstdenzelven alzins gebillijkt voordel van den Rhijngraaf, aan dezen de bovengem. Ordre tot evacuiitie van Utrechr ee geeven, zonder fchroom, en in de verzekering, dar het voordel noch ligt vaardig, noch ter kwaader trouw gedaan was. (zie Memorie § 10.) De voorwaarden, waar aan deze Ordre ver» bonden was, waren; de dadelijke aanmarsch der Pruisiilche troepes, en de hoogfte nood. Omtrent het eerde geval was geen twijffel ep den 14. Sept. — Hun Ed.Mog. en de RhijnG 5 gra2f>  C ioO graaf, om niet van andere Particulieren te fpreefeen, hadden op dien dag de bevestiging daar van bij verfchillende tijdingen bekoomen — offchoon H. Ed. Mog. 's dags daar aan 'er weer geen vol geloof aan geflagen hebben , blijkens Hoogstderzelver volgende Misfive , aan den Rhijngraaf gefchreeven. hoog gebooren heer! Op heden ontvangen wij eene Misfive van onze mede-Gecommitteerden, de Hecren Toulon en Camerling, zich- thans te Gorinchem bevindende, alwaar gemelde Heeren omtrent dezelfde tijdingen ontvangen hebben, als welke U Hoog Geb. ons gifieren heeft gecommuniceerd, en zich derhalven bekommerd maaken voor de ftad Gorcum, Woudrichem en het Fort Loevefiein, cn dus verzoeken om manfehappen voor de drie gem. plaatzen, cn vooral om Canoniers, dewijl zij ons kennis geeven, dat zij reeds naar Rotterdam om manfehappen hebben gefchreeven. Vermits, in cntïque omfiandigheden als de tegenwoordige, het beter is, dat de orders van cénc zijde koomen , ten einde dezelve niet ongelukkig tegen het een of ander plan, of tegen elkandren inloopen, hebben wij noodig geoordeeld  dceld, U Hoog Geb. hier van kcnnisfe te jee» ven, en zulks ter dispofitie van U Hoog GebT te moeten overlaatcn; terwijl wij echter in bedenking geeven, of het ten minircn niet noodig zoude zijn, eenige Canoniers naar Gorcum te zenden, alzo die plaats, wanneer de inundatie in gereedheid is, misfchien nog eenigen tijd zou kunnen gedefendeerd worden,- gelijk wij ook het Fort Loeveftein in U Hoog Geb, attentie aanbeveelen, dewijl ons van alle zijden bericht \vord, dat de twee Compagnien van Waldek, aldaar in guarnifoen, in 'tgeheel niet te betrouwen zijn — Gemelde onze mede-Gecommitr teerden hebben ordre gegeeven, om de inundatie van Ameijde op Gorcum ook daadelijk to doen werkftellig rnaaken. Heden morgen volftrekt geene tijdingen wegens den aanmarsch van Troepes gekregen heb-r bende, en daarentegen een Extract-brief van een vertrouwd perfoon uit Eken ontvangen hebbende, op woensdag gedateerd, en waar bij gemeld word, dat 'er twee a drie nieuwe Regimenten aangekomen waren, doch dat 'er een Camp wierd afgeilooken, beginnen wij fchier te gelooven, dat de tijdingen van gisteren door de geruchten eenigzins vergroot, of te rj)rêcipitant geweest zijn, het welk dan nog mee$  C ioS ) imeer tijd tot het formeeren der inundatien zoude verfchaffen. Waar mede, Hoog Gebooren Heer.' Bcveelen wij U Hoog Geb. in de be- fcherming Godes. Gefchreeven binnen Woerden den 15. Sept. 1787. De Gecoinmitteerdens van de Ed, Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en Weftfricsland, ter defenfie dezer Provintie cn de fiad Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelve H. Costerus, Secret. P. S. Op het oogenblik arriveert hier de Heer Bourgouin, van welken het nevensgaande briefje, bij welke U Hoog Geb. verzogt word ten fpoedigfren herwaards te koómen. Op dezen 15. Sept, toen Hun Ed. Mog. fchier begonden te gelooven, dat de tijdingen van den dag te voorcn eenigzins vergroot, of te prccipitant geweest waren, waren de Pruisfen reeds tot Amersfoort en te Wageningcn ge arrlveerd, en was Leerdam verlaaten, met verlies van een Onder - Officier en 5 Ruiters, die Krijgsgevangen gemaakt waren, zoo als wij dit uit het kort Journaal zullen zien. De  C 109 ) De daadelijke aanmarsch der Pruisfifche Troupes was zeker, en dus ook de ukerfte nood. De Rhijngraaf had de gemelde Ordre tot evacuatie naauwljks bekoomen, of Ilij begreep, dat die van Utrecht n et ligt befluiten zouden, om Hem met het Guarnifoen, op vertoon van zulk een voorfchrift, waar naar Hij zich in zijne hoedaanigheid moest gedraagen, te laaten uittrekken, maar blijven ftaande houden, dat de onhandigheden, waar aan die Ordre verbonden was, niet aanwezig waren; en dus Helde Hij aan de Commisfie voor, om Hem een open Patent te geeven, zonder bepaaling van omftandigheden, en zonder dagtekening, ten einde daarop, de cafus qua daar zijnde, Utrecht onverwijld te kunnen verlaaten: welk nader voorftel mede aan Hun Ed. Mog. zoo aanneemelijk was voorgekoomen, dat zij even weinig zwaarigheid gemaakt hebben, om daar aan te voldoen (zie Memorie §11.) door het geeven van de volgende Twede Ordre tot Evacuatie van de pad Utrecht. De Gecommitteerdens van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en Weftfriesland, ter defenfie van deze Provirtie en de Had Utrecht, authorifeeren en gelasten dén Rhijngra- v3  C no 3 ve van Salm, Commandant en Chef van de Hollandfche Troupes, omme zich, met de Troupes, onder zijn Commando ftaande, en ter repartitie van Holland zijnde, welke zich binnen de ftad Utrecht, of de Provintie bevinden, daadelijk te marcheeren naar de Provintie Holland, terplaatze, waar Hij zulks best zal oordeelen. 'Actmh ter Vergadering van Gecomm. voorn; binnen Woerden, den ... Sept. 1787. Ter ordonnantie van dezelve F. G. Blok vt. H> Costerus, Secrer, De eerfte Ordre, zegt deHee?Èkk < moest alleen dienen, om, in eene zaak van dat gewicht, den Rhijngraaf bij de Staaten van Holland te dekken, wanneer Hij zich in her voorgeftelde Cafus quo bevondt, óm Utrecht te moeten ontruimen - de twede Ordre was voïftrëkt afhanghjk van de eerfte, en inde daad niet anders dan een Patent, op welks vertoon die van Utrecht het Guarnifoen onverhinderd moesten laaten uittrekken, (zie Memorie § 17). Om nu te zien, in hoe verre de Rhijngraaf misbruik gemaakt heeft van de Hem gegevene Ordres tot Evacuatie van Utrecht, hebben wij de  ( ) de Memorie van den Heer Blok te volgen; M* waar Hij zege: , x I. Dac de ordre van den 14. Sept. door de Commisfie van Woerden nooit gegeeven was met een oogmerk, om dezelve zoo ras uit te Voeren, zonder dat eenige, daar bij verëenigde omfiandigheden, plaats hadden, § 15. Deze eenige, bij de Ordres verëenigde omfiandigheden waren: de aannadering van Pruisfifche Troupes, en de uiterfle nood; in welk geval de Rhijngraaf, als Generaal en Chef van de Hollandfche Troupes, mee de manfehappen onder zijn Commando ftaande, en zich binnen de flad of de Provintie bevindende, tutrecht verlaaten, de Guarnifoenen van Vianen, Schoonhoven en Oudewater, benevens alle andere Posten, naar zich trekken, en zich naaf Holland begecven moest. li Wat de aannadering van de Pruisfifche Troupes betreft, dit geloofde de Commisfie met den Rhijngraaf, op den dag der gevraagde Ordres, als hebbende, volgends haare eigen betuiging (zie 't Staats-rapp. § 3. en de Memorie §10.) daar van verfcheiden berichten, en de bevestiging, op den 14. bekoomen. Wij hebben wel hier boven gezien, dat diezelfde Commisfie 's dags daar aan nog twijffelde, of niet de  C "a ) de geruchten ecnigzins vergroot of te prêclpU tam geweest waren, om dat Hoogst dezelve op den 15. volprekt geene tijding wegens den aanmarsch van Troupes gekregen had, en in tegendeel door een vertrouwd perjoon uit Elten daar van was gedesabufeerd; (het geen zeer wel overeenkomt met het geen ons van goeder hand bericht is, dat de Heer Blok op den 15. Sept. eene diergelijke negative tijding aan wijlen den Raad in de Vroedfchap Egeling zou hebben toegezonden, die dezelve nog 's morgens aan H. Ed. Gr. Achtb. gecommuniceerd heeft) — Maar, wij hebben ook hier boven gezegd, en beloofd, het nader te zullen bewijzen, dat op dien zelvden dag, toen Hun Ed. Mog. de aannadering der Pruisfen in twijffel trokken, dezen reeds tot Amersfoort en te Wagériingen gearriveerd, en Leerdam reeds door den Vijand bezet waren. 1. Wat aangaat den uiterflen nood; hier omtrent hebbe men zich te herinneren, hoe de Commisfie van Woerden het met den Rhijngraaf eens was: dat Utrecht wel konde verdedigd worden tegen de Prinfche Troupes, welke dezelve tot voor de aannadering der Pruisfen hadden aangevallen; maar dat zij niet befiand was tegen zodaanig eene overmacht als  C ir3 ) «Is zedert den 14. tegen dezelve w'erd aangevoerd, zo als dit reeds uit het Staats-Rapport, de LYJemorie, en de verdere bijgebragte flukken, voorloopig bewezen is. Het raifonnement was kortelijk: koomen^ P ruissen, dan is devn- terste NOODtor,1 en, is deze 'er,to moet Utrecht GEë.vAeuëERD worden* want, tu=fchen het moment, dat de Evacuatie geleideden moet, en tusfehen dat , waar in de Stad kon worden van Holland afgefneden ( om deze Provintie toch te dekken moest Utrecht voor een tijd geabandonneerd worden) was niet veel tijds overig, en dit is bij ondervinding gebleken ; zie hier het Kort Juuknau der inruk' king van het Pruis s isch Leger /«^Republiek,. Qzo ah wij het zelve van den Vijand zeiven hebben , en zo als onze Nieuwspapieren het ook bevestigen.) De Pruisfen trokken bijéén in het Cleeffcas • en cantonneerden op den  C tit $ tr. tfn ia. September aan de grenzen va» Gelderland. Den 13. kwamen zy op het Geldersch terri* toir ih drje Divifien. > Twee pasfeerden den Rhijn, en {Joegen zich bij Arnhem neder .— deze waren aan her Weflervoorder Veen overbezet. De derde, onder geleide van den Hertog, te Nijmegen met de Gierbrug over de Waal gezet , arriveerde in het Camp bij Lent. In den nacht, tusfchen den ï.. en 14. kreeg de Hertog het dilatoirant* Woord van de Staaten van Holland. Den 14. brak het Camp op. De Hertog marcheerde in drie Divifiën tot aan het Dorp Tiandewaard, alwaar twee het Campnederfloegen, terwijl de derde over Thiel ging, en daar camp eerde. Inmiddels liet de Hertog uit Thiel een Detachement Huslaaren naar Leerdam gaan. Te Deijl koomende, ontdekte men, daï Leerdam door Hollandfche Troupes geoccupeerd was het Detachement fpoede zich daarop derwaWs, en de Stad was verlaaten. De vorm eidheid der paerden liet niet toe^ $e bezetting te vervolgen — men maakte ilechu  ( Ü5 3 (lichts i Onder-Officier cn 5 Ruiters krijgSgövangen. De twee Divifien, die zich bij Arnhem hadden neergeflagen, trokken, de cerfte Den 14. toe Lanteren, Den 15. tot Amersfoort) en Den i<5. tot Hilverjhm; de tweede, dwars over den Rhijn gaande, arriveerde, Den 15. te Wageningcn, cn trok, Den 12. naar Rijswijk, terwijl de voorhoede naar CuiUnhurg ging, ter zei ver tijd, ,dat, langs de andere zijde van den Rhijn, de Generaal Majoor Van Woldcek, van Rheenen tot aan Wijk bij Duur ft ede genaderd was, en de Generaal Major van Eb en bezit nam van Vianen, en het Fregat opëischtc. Ten zei ven dage marcheerde de Hertog naar Asderen—zond een Detachement naar Leerdam , om eene brug over de Lingetè leggen, daar dia de Husfaren over pasfeerden naar Meerkerk—liet Leerdam door het Corps Jaagersoccupeeren — ging den weg naar Gorcum op —• ontmoette bij Arkel de voorhoede der Hollandfche troupes , op 800 pasfen geavanceerd — Men' vuurde uit.de Stad — de Hertog keerde te rug naar Asperen — gaf ordre om den volgenden dag de Stad op te eisfehen. — Men trok H s '«Eag»  > n^gts nisfchen den 16 de 17. tot voor Gorcum en met het aanbreeken van den 17. kwam men «e Dalem , en werd vervolgens Gorcum dooiden Hertog ingenoomen. Ten zelvden dage was de Graaf van Kalckrueth naar Naar den afgezonden, die deze plaats toen opëischte. — Men veroverde de UitermeerSchans — deed een vergeefschen aanflagop den Hinderdam cn de Nieuwer-fluts. Den 18. 's avonds ging de Hinderdam over , en den 19. werden depasfages tot de Nieuwer* fluts geoccupeerd. &c. (vergelijk hier mede Bijdrage IX.) Uit dit kort Journal blijkt, hoe, ten tijde deruitgevoerde Ordres, de vijand niet alleen reeds op het Territoir der Republiek, en van Holland> maar ook digt bij Utrecht genaderd was , zoo dat de nood wel degelijk aan den man kwam , en, een weinig te laat , het geheel ontwerp om Holland in tijdsbij te liaan, door afsnijding, in duigen zou gefmeeten hebben. De Heer Blok zegt ook daarenboven § 14. dat, in dit laatste geval , Utrecht aan den algemeenen aanval der verëenigde Pruififche , Gelderfche en Utrechtfche .Troupes blootgeftelt, al was het maar door honger, tot de overgave zou zijn gedwongen, en dat & dit geval weer de gevolgen dezelvde zouden  'e «7) $ljn geweest , welke een onverwagt ingcrukto vreemde macht veroorzaakt had, en flegts in d© omfiandigheden verfchiid hebben. 3. Met opzicht tot het Generalat en Chef van den Rhijngraaf, dient het volgende te worden aangetekend. 'sDags na het gebeurde aan de Vaart, had de Regeering van Utrecht aan den Generaal van Rijs/el een' brief gezonden van den volgenden inhoud: Hoog Edel Gestrenge Heer! De voorgevallen attacque door een Corps Militie van het Regiment van den Heer Grave 'van Eferen,zandc hooge Heerlijkheid Vreeswijk, mitsgaders de continueele aanmarsch vanTroupes, zo Infanterie als Cavallcrie, verzeld met Artillerie, uit differente Provintiennaar onze Stad, verwekt alhier onder onze Burgeren en Ingezetenen eene vreezc, dat mogelijk het voornemen zoude zijn onze Stad onverwagt aan te vallen en te overrompelen; waar tegen Wij, zonder de hulp van een genoegzaam Corps Troupes uit Holland, niet beftand zouden zijn ; om welke reden Wij ons, door dezen , bij Uw HoogEd. Geflr. adresfeeren , met inflantelijk verzoek, zo ipoedig doenlijk ter onzer adfiftentie te willen doen marcheert 3 ren  C n8 ) ftn hec Legoen van den Heer Rhijngraaf van falm, of zodan'ge andere Troupes, als Uw Hoog Ed. Geftr. conyenabelst oordeelen cn goedvinden zal, mitsgaders, om een CorpsTrompesmet de noodige Artillerie ce wiilen detacheren naaide hooge Heerlijkheid Vreeswijk, anders genaamd de Vaart , om dezelve Heerlijkheid te dékken en voor allen aanval te fecureeren; waar jhede Uw Hoog Ed. Geftr. niet alleen ons zeer zoude verplichten, maar ook, onder Gods Zegen, kunnen vóorkoomen, dat onze Stad cn Provincie aan een fchroomlijk onheil en ruineufe defaltrc wierd bloorgcfteld; en hier méde blijven Wij, hoog edel gestrenge heer.' Uw Hoog Ed. Geflr. goede Vrienden, Burgemeefleren en Vroedfchap der Scad Utrecht. Utrecht den 10 Iiïaij 1787. Ter Ordonnantie van dezelven, Izaak Falck. P. S. Ook inzonderheidfolliciceeren Wijden Perfoon van den Heer Rhijngraaf van Salm zU hierce mogen hebben, om de Troupes ce Commanderen. Op deze misfive zond de Generaal vanRijsfel zonder eenig verwijl hec Legioen van den Rhijn-  C *!9 ) Rhijngraaf, toen in particulieren Eed van Hua Ed. Gr. Mog. ftaande, naar Utrecht af. Die van Utrecht , uit fmguliere confidentie en vertrouwen voor en op den perfoon van den Rhijngraaf van Salm , zo als hunne Refolutie luidt, droegen aan dezen op , den tijtel van Generaalen Chef over de Troupes, onder de bevelen van H. Ed. Gr. Achtb. flaande, als mede over de Schutters der Stad en de Vrijwillige Burger Corps/en, die zich diestijds ah daar bevonden - gelijk ook aan den Heer Baron van der Borch, den tijtel van General Major en Commandant en Second; in welke qualiteiten deze beide Hccren door die van Holland erkend zijn, blijkens het volgende EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Heeren Staaten van holland en westvriesland in Hun Ed. Mog. Vergadering genootnen op Dingsdag-, den 19 Junij 1787. Ontvangen eene misfive van den Rhijngrave van Salm , gefchreven te Utrecht den 16. dezer, waar bij kennis geeft, door de Staaten van Utrecht, thans aldaar vergaderd, aangefteld te h 4 ziin  C 120 ) Jdjn tot Generaal en Chef over de Militaire TrouV .jpes en Burgerlijke Corpfen , in Eed derzelver Provintie ftaande , en tot verdediging van dezelve overgekoomen, met verzoek van Hun Ed. Mog. Approbatie op die aanftelling en authorifatie, omdevoorfr.qualiteit te mogen aanneemen, en de fun&ien daar van onder behoorlijke Acte ^aarneemen. Als mede eene misfive van L. W. P. van der 'Borch, gefchreven , te Utrecht , den 16. dezer , ten gelijken einde tenderende, ten opzichte van zijne aanftelling door gemelde Heeren . Staaten tot General Major over dezelve Militaire Troupes en Burgerlijke Corpfen. ^ Waarop gedelibereerd zijnde, hebben Hua Ed. Mog. zich haten welgevallen , dat door. voorn. Officieren de op Hun geconfereerde posten werden geaccepteerd, en voorts derzelver. Misfives aangenoomen voor Notificatie, zullende Extract dezer aan den zei ven tot hunne informatie worden gegeeven. Accordeert met voorfchr. Register. C. Clottereooxe. Niet voor den 12. September daarna ontving £e Rhijngraaf, met op zichte tot het zogenaamds Generalat, den volgende brief uit 'sffag»  C 1" ) 'sHage, den 12. September 1787. ïk profiteer van een oogenblik, dat nog voorbet vertrek der post overig is , om Uw Hoog <3eb, te informeeren , dat de Heer van Rijs fel van dag is aangefteld tot Gouverneur van Naarden , terwijl de Commisfie te Woerden tevens is gequalificeerd, om een of meer perfoonen te defpiciëeren en te benoemen tot Commandanten en Chef over de Troupes, het geen ik heden nader bij een' brief naar Woerden expliceer. Zijt nu zoo goed, om alles naar Uw Hoog Geb. meeste genoegen met die Heeren te reguJeeren— Ik twijfel geenzins of Uw Hoog Geb. zult denzelven zeer redelijk en wel gedisponeerd vinden— &c. Ik blij ve fteeds met waare gevoelens van hoogachting, T. T. De Gyselaar. Voor het overige heeft de Rhijngraaf geen legaal bewijs, dat hij als Generaal en Chef van de Hollandfche Troupes bij Hun Ed. Gr. Mog. zo als hij in de Ordres genoemd word, was aangefteld, kunnen aan den dag leggen ; integendeel bewijzen de volgende ftukken, dat die vQornaame post door den Generaal Major van Rijsfel, H 5 ea  C 122 ) en de Commisfie van Woerden waargenoomea ss, dan eens, zonder den Rhijngraaf te kennen, dan eens tegen de afspraak aan , dan eens zelvs ter contradiceering van zijne , in die hem geadfcribeerde qualiteit gegeevene, Ordres. A. Hoog Gebooren Heer Wij begrijpen , het Commando over de Stad Vianen op onze authoriteit niet te kunnen geeven aan den Lietitenant Colonel Amaudruz , doch zenden hier nevens een Ordre van den Heer Generaal Major van Rijsfel, ten einde het Commando over de Troupes en de werken, welke tot dekking der inundatie gebruiktword.cn, aan den gemelden Lieutenant Colonel op te draagen. . . Ter beantwoording van de nadere Misfive van U Hoog Geb. zenden wij hier nevens twee Pateneen van den Generaal Major van Rijsfel; één aan het Detachement van het Guarnifoen van Vianen , thandste^fe^V/e, om zich naar Leerdam te b ego even .... en een twede Patent aan bet Detachement van Hesfen- Philipsthall om zich insgelijks naar Leerdam te bcgeeven — ékc. Waar mede, &c. De Gecommitt/tvXn de Ed; Gr. Mog. Hccrcn Staaten van Holl. en Westf. &c. Woerden 13 Ter ordonnantie van denzelven, Sept. 1707. H. Cosïerus , Secrt. R.  C i*3 ) 13. ALBEPvT van RIJSSEL , Generaal Major van de Infanterie , Commandeerend Chef, &c. Last en ordonneert hier mede den Lieut. Col. 'Amaudruz van het regim. van den Colonel van de Pol, omme zich ten fpoedigfteri te begeeven naar Hageftein aan den linker,-oever van de Lek, en aldaar het commando op zich tc neemen over het detachement, aan de doorfnijding post houdende. Gegeeven te woerden,den 13. Sept. 1787. A. VAN RVSSEL. C. Dfe Gecommiteerdens van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en Westfrieslan ltcr defenfie deezer Provintie en de Stad Utrecht , gelasten hier mede den Commandant van het guarnifoen der Stad Oudewater, omme met zyne onderhebbende Manfehappen , aldaar in guarnifoen, zich op vertoon dezes,zonder het minste verwijl daadelijk naar Woerden te begeeven , en aldaar guarnifoen te houden tot nadere prdre. Actum woerden den 15. Sept. 1787. Ter ordonnantie van denzclven, % G. Blok, «• H. Costerus, Secrr.-  t**4 ) D. De Gecommiteerdens van Hun Ed. Gr. Mog. &c. ordonneeren zodanige manfehappen, ais op marfch zouden zijn naar Amflerdam, direct halte tehouden, en nadereOrdres af te wagten. Actum binnen Amsterdam den 17 Sept. 1787. C. van PoRïest , vt. Jan de Witt. E. De Gecommitteerdens, &c ordonneeren den Heer Commandant van de Gelderfche Brir gade,om met dezeiyeBrigade re marcheren naar den Overtoom, om aldaar langs den Overtoom* fchen weg geinkwartierd ce worden. Aéïum binnen Amsterdam, den itf Sepc. 1787. D. v. Canter Camerling. C. v. Foreest. F. De Commisfie van &c ordonneert de Gelderfche Brigade en de Jagers van Campen om tot nader ordre halte te houden, en de Patenten, totuitmarsch naar ÏVoerden gegeeven, te mg te zenden. Actum binnen Amsterdam, den 18 Sept. 1787. Ter ordonnantie van den zeiven, C. v. Foreest. H. Costerus, Secret. ( Het Patenc, waar van in deze laacsce Ordre gefprooken word, was dac van den Rhijngraaf, gezonden aan den Colioncl Diriks commandeeraide de Gelderfche Brigade , om te gaan naar- IFoer-.  Woerden, zo als blijkt uit het volgende briefje, het welk het patent vergezelde: WEL ED. gestr. manhafte heer ! Op ontvangst dezer zal UEd. terflond zich ' met de ganfche Gelderfche Brigade op marsch begeeven naar Woerden , om aldaar guarnifoen te houden tot nadere ordres. &c. Den ig. Sept. 1787. Fr. Rhyngrave van Salm. Al wat men van het pretenfe Generalat zeggen kan, is, dat de Rhijngraaf wel flilzwijgende tot dien post door de Staaten van Holland gedispiciëerd, maar nimmer in den zeiven door de Commisfiie van Woerden uitdrukkelijk gefield is. 'Er waren door de Commisfie geen Ordres afgezonden, aan de Troupes van het Cordon, en die te Utrecht en aan de Vaart guarnifoen hielden, om den Rhijngraaf voor Generaal en Chef te erkennen. De Heer van Rijsfel deed geen afftandvan dien post, en bleef met de Commisfie op den voorigen voet ordonneeren. Die van Ameijde en Meerkerk weigerden ook daarom, de Ordres van den Rhijngraaf te obediëeren. De Commandant van Vianen wilde zijne Ordre ook niet nakoomen , zonder daar toe eerst door de Commisiie fpeciaal te zijn gelast. En gedunde  C 120* ) deConferenrien van Hun Ed. VTog. met den Rhrrigraaf, na de Evacuatie van Utrecht, tot den 18. Sept. is'er als ter loops mondeling over geraifonnecrd. Op den ig. waren de zaken zoo ver •gevorderd, dat'er , noch van den ecncn , noch van den anderen kant, eenige legale Ordres konden gegeeven worden, alzo Ynagts tusfchén den 18. en 19'. H. Èd. 3VL>g. uit 'sHage hunne demisfie bekwamen; zoo dat de fchaduw van 'sRhijngraaf Generalat, die flegts vier dagen in wezen was., tegelijk met de Commisfie verdwenen, en alles onder de onmiddclijke Ordres van die vari 'sHage, hoe onwettig ook en bij geringen gecale daar geiisfambleerd, geraakt is. 4. Eindelijk — de Rhijngraaf moest Utrecht verlaaten — de guarnifoenen van Vianen, Schoonhoven, Ojidewater, &c. naar ueh trekken, etf naar Holland retireeren. En ondemisfchen hadden Hun Ed. Mog. zonder den Generaal en Chef te kennen, Ordres gezonden naar Oude water, Schoonhoven, Nieuwpoort , &c. om naar Woerden te marcheeren. De ordre voor het guarnifoen van Oudewater is reeds boven medegedeeld (h'tt.C.pag. 123.) Vergelijken we nu hier mede de volgende twee verklaringen, BRIEF  C ™? ) BRIEF van een Officier uit hei Regiment van saxen - gotha. Ik aanzei geen oogenblik, Mijn Heer! om uw terfchil ce befiisfen mee uwen Vriend, overeen gebeurenis, daar ik zelve ooggetuige van geweest ben, om dac ik in dien tijd in Commisfie was te Oudewater. Hec was op den 15. Sept. ten elf uuren , dac bet Guarnifoen van Oudewater fjbeftaande uk het grootste gedeelte van het eerste Bataillon Van het Regiment van Saxen-Gotha , uit twee Bombardiers cn' vijv-entwintig Canonniers) Ordre ontving om zich naar Woerden te retireeren. Dichandje vol Volks verliet denzelvden nagt ten a. uuren Oudewater , en kwam niet voor 'sanderendags ten \i. noren te Woerden aan , om dat het een omweg van 6. uuren door Gouda heeft moeten maaken , om het Utrechtfche territoir te mijden. Het guarnifoen van Schoonhoven , befiaande Uic honderd Recruten ( die men kortelings aangeworven , en waar aan men den naam van Bataillon van Stuart gegeven heeft ) ontving ter zeiver tijd Ordre om zich naar Woerden te retireeren. P; S. Te Meerkerk was een detachement van  "150. man van het Regiment Saxen-Gotha — hes zelve moest bij Nieuwpoort over trekken * om zich bij zijn Regiment te voegen, en trok 'langs den kant, daar de Pruisfen waren. Verklaare ik Ondergefchreeven, uit liefde tot de waarheid, dat Zondag's morgens den 16. Sept. 1787. aan mij is ter hand gefield eene Misfive van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde ter Defenfie van de ProvintieHolIand en StadUtrecht, gedateerd, Woerden, getekend Blok, welke misfive was inhoudende eene Ordre aan den Commandeerenden Officier van het guarnifoen der Stad Nieuwpoort, om op zicht de Stad met het geheele guarnifoen te verlaaten, en zich te begeeven naar Woerden. ■— Dat ik voorts mij met het Garnifoen heb op marfch begeeven, mij in perfoon vooraf begeeven de naar den Burgermecfler der Stad Schoonhoven, omme den doortocht van het Guarnifoen van Nieuwpoort te verzoeken, alwaar de commandeerende Officier van het Guarnifoen aldaar zich met eene gelijke Ordre kwam prefenteeren. Ter waarheid oirconde hebbe deze eigenhandig ondertekend, te Rijfel den 10. October 1789. D. J. VAN DOCKUM. Ho©  C129 > Hoe of deze handelwijze van de Commisfie Van Woerden overééntebrengen is mee Hoogstderzelver betuiging bij den brief, hier boven bladz. 106, geplaatst,, dat, namelijk, in criiicque omfiandigheden als de tegenwoordigs het beter was, dat de orders van ééne zijde kwamen, teneinde dezelve niet ongelukkig tegen het een of ander Plan, of tegen eikanderen inloopen " willen wij hier niet onderzoeken. Eén {tukje willen wij hier nog laaten volgen, om te doen zien, hoe de Commisfie twee dagen daar na weer van dispofitie fchijnt veranderd fee zijn geweesti » EXTRACT uit de Registert van de Vergadering der pa- TRIOTISCHE CORPORATIEN te AMSTERDAM, zedert den 17. tot den  C i&5) Ktakelijk re zijn geweest om Holland daadelijk bij te fprrngen, en alzo, zo mogelijk, het Vaderland voor een tijd te redden? Maar, nu de Rhijngraaf, verre van de Hem toegekende authoriteit, als zogenaamde Commandant en Chef -, te misbruiken , en op eigen gezag Utrecht te ontruimen, in tegendeel openhartig in twee Conferentiën met de Commisfie van Woerden over de Cafus necesfitatis gefproken— met Hoogstdezelve de concert geageerd — van Haar, zonder eenig wantrouwen en na voorafgaande volledige overtuiging, zo als zij zelve getuigt, de twee bewuste Ordres ontvangen,en dezelve, even voor het te laat was, geëxecuteerd heeft, nu befchuldigt men Hem van, bij het vraagcn dier Ordres, geen ander oogmerk te hebben gehad, dan om zich daar door bij Onkundigen te dekken; en, om hier aan eenige waarfchijnelijkheid bij te zetten, meent men hec handtastelijk bedrog gevonden te hebben in de begeerde vrije datums- invulling der twede Ordre, die gelukkig ten huidigea dage nog ongedateerd ïig:, zoo als dezelve aan die van Utrecht op den avond van den 15. Sept. vertoond was!.... IV. Wij konden , vervolgt de Heer Blok (§ 15.) zo min als iemand anders, eene zo goedige en overhaaste ontruiming verwachten, L 3 W  C 16-5 ) tc minder, vermits dc Rhijngraaf den namiddag van den 15. Sept. omtrent drie uuren lang op het Kasteel te Woerden met ons geconfereerd hebbende, eenen tijd ondertusfchen, waar op Wij naderhand vernoomen hebben, dat men te Utrecht uit zijnen naam het voorftel ter ontruiming van de Stad , op voorwendzel van onze gegecvene Ordres, reeds bezig was te doen, ons niet alleen niets van zijn voorncemen, noch van het geen toen werkelijk gefchiede, heeft gemeld , maar 'er toen zdvs geen enkel woord over de bevoorens aan Hem gegeeven Ordre of iets, dat daar toe eenige betrekking konde hebben , gevallen is; waarom wij des Zondags 's morgens vroegtijdig, toen wij de Evacuatie der Stcd vernamen, even verwonderd en neergeflagen waren over de Geheimenis, als alle anderen, en niets anders konden verwachten, dan dat de zaaken zedert van gedaante veranderd waren en dc nood die ontruiming noodzakelijk gemaakt had. Dit Artijkel vereischt eene bizondere attentie. Wij hebben reeds aangetoond, hoe, geduurende de afwezigheid van den Rhijngraaf op den middag van den 15. Sept. de Heer Van der Boren cn de Franfche Ingenieurs Frccheviile, Pre-  C :«7 ) P^cvot en Dn Fresne , met de Gedeputeerde Staaten van Utrecht geconfereerd hebbende over de nuttigheid en noodzakelijkheid der Evacuatie van Utrecht, zij allen geconvenicerd waren om geen finaal befluit te neemen, voor darde Rhijngraaf uit Woerden g retoürneerd was, en hoe, niet dan na z jn arrivement 's avonds laat, door Dezen het vooritel ter daadelijke ontruiming bij de Staaten gefchied is, met vertoon der Ordres (Zie boven bLdz. 132 — t.,9-) dus het eene ongegronde befchuldigjng is, dat, ten tijde der Conferentie van den Rhijngraaf met de C mmisfie van Woerden, men te Utrecht uit zijn naam bezig zou zijn geweest met het doen van dat voor fel, en wel op voorwendzel. der ontvangen ordres van hun ed. mog. Deze befchüldiging wil eigenlijk op zich zelve niets zeggen; want, het voorflel had kunnen g-fchied zijn, zonder dat 'cr iets misdaadigs aan was; maar,de omfiandigheden maaken dezelve bezwaarend, te weren; geduurende eene drieüurige conferentie te Woerden, is 'er geen enkel woord, noch over de gegeeven Ordres, noch over iets, dat daar toe eenige betrekking had, gevallen — dit is de onbegrijpelijkheid zelve — laat ons zien! In het P. S. van de Memorie (zie bladz. 37.) L 4 f-.egc  C 16*5 ) zegt de Heer Blok de volgende woorden: dat de Commisfie op Zaturdag na middag den 15. September, en dus 's dags na het afgeeven der twee meergemelde Ordres, en des avonds voor het evacuëèrèn van Utrecht, na het eindigen der bovengemelde Iangduurige Conferentie met den Rhijngraaf,' aan Hem Haar voorneemen had te kennen gegeeven om Haare RefidentiePlaats voor eenigen tijd naar Amfterdam te verplaatzen , en dat zij, aan den Rhijngraaf eene Authorifatie gegeeven hebben, om, geduurende de afwezigheid van Hun Ed. Mog. in zaaken, Welke eenigen fpoed vereischteri, alles te doen cn te verrichten, het geen ter defenfie van Holland en Utrecht zou noodig zijn; een ontegenfpreekelijk blijk, voegt de Schrijver 'er bij, dat de Commisfie, met het geeven der Ordres, geen oogmerk gehad had, om Utrecht zoo fpoedig te verlaaten, en dat de Rhijngraaf voor Hoogstdezclve fiudieufelijk verborgen had, het geen Hij in dat zelvde oogenblik prctcnfelijk , ingevolge Haare Ordres, had doen uitvoeren. Het abufieve van dit laatfie gezegde is reeds aangefiipt, en, inhoeverreHunEd.Mog.de zoo fpoedige verlaating van Utrecht niet hadden beoogd, laaten wij in 't midden; ook, wat die nadere Authorifatie betreft, die even zoo wet- tj*  C 169 ) tig en kragtig was als her prétenfe Generalat:— maar, het zij ons gegund, hier eenige vraagen te doen! Wat heeft aan de Commisfie aanleiding gegeeven tot het verpbatzen van Haare RefidentiePlaats naar Amflerdam ? Was het niet de uitefflé nood, als een gevolg van den gerealifeerden marsch der Pruisfifche Troupes? Was het niet de Refolutie om Utrecht te verlaaten met derzelver gedetacheerde Posten, en het daar-uit proflueerend gevolg , dat Woerden daar door aan alle 'vijandelijke aanvallen volkoomcn bloot ftond? Had de Commisfie het recht, om, uit eigen beweeging, zonder noodzaak, en buiten eenige SouvcreineOrdre uit 's Hage,van Refidentic te veranderen? of, mag men verönderftellen, dac Zij zelve met de Staaten van Holland geconvergeerd was, om zamen te Amflerdam te vèrgad.ren, zo als gefchicd is? Hoe wist de Generaal Van Pujsfcl , dat Utrecht 's nachts verlaaten moest worden?of,is de volgende Anecdote niet waar: dat, toen de Rhijngraaf op den avond van den 15. Sept. Ordre naar den Commandant van de Vaart, den Collonel Van de Poll, had afgezonden om de Plaats te evaeuëeren, deze Heer den Lieutenant L 5 Le  C T7° ) Lc Prad mar Woerden geëxpedieerd licefr, om hier van kennis ce geeven aan den Generaal Van Rijsfel, als Commandant en Chef, of, in zijne afwezigheid, aan de Commisfie van HunEd. Gr. Mog. en Dezelven af te vraagen, of die Ordre van hoogerhand kwam ; en dat voorn. Le Prad, den Gc.eraal te Woerden a ngetroifen hebbende, do^r Dezen terug gezonden is naar dc Vaart, met amzegghg aan den Collonel Van de.Pol, dac de Ordre van den PJfingraaf Hem Generaal zo wel als aan dc Commisfie bekend was,en dac de Collonel die Ordre te volgen , en de Vaart te verlaaten had, om zich naar dj aan Hem door den Rh^ngraaf aangewezene destinatie te begeeven? (zie Bijdr. XI.; Tot wat einde had men den Rhijngraaf op den middag van d2n 15. gefchreeven om ten fpoedigficn te Woerden te koomen? (zie het P. S. van den Brief van Hun Ed, Mog. bladz. 108.) De I leer Bourgouin en de Commisfie moesten Hem fprceken — waar over "over zeer gewichtige zaaken , zekerlijk ; want de Conferentie duurde 3 uuren; en,in deze Conferentie zou'er, noch een woord gevallen zijn van den Rhijngraaf over zijn vooraecmen om Utrecht te evacuceren , noch van de Commisfie over de gegeevene Ordres daar toe! hoe is dit te begrijpen? Een  Een van beiden; of men was over en wier overtuigd v.n de aannadering der Pruisfifche Troupes,of ten minften,dit wierd aan den eenen kant bevestigd of regengefprooken: in dit Iaatfie geval verfeerden Hun Ed. Mog. blijkens Hoogstderzelver geüllegeerde Misfive, | bl. 106. ) en, zo als 's morgens nog aan den Heer Egeling door den Heer Blok gefchreven was.' hoe koomt het dan toch, dat de Commisfie den Rhijngraaf, geduurende eene drieuurige Conferentie hier geen woord van gefprooken, en Hem\ niet het gegeeven Patent terug gevraagd,of wel derzelver Executie vertraagd, of voor het minst daar omtrent eenige nadere dispofitie gemaakt heeft ? en inzonderheid , daar Hun Ed. Mog. 's mórgens nog volftxekt geene tijding wegens den aanmarsch van Troupes gekregen hadden, en op hun vertrouwd perfoon te Eken meer fchecne n te vertrouwen, dan op de, zo zij fchier geloofden, v rgroote of te precipi ante tijd'ngcn van den Rhijngraaf ( zie Mis I. blad. 107.) Wat reden hadden dan Hoogstdczelve, om op dicnzclvden dag de Ordres te expecliëeren tot Evacuatie van Schoonhoven, Oudewater en Nieuwpoort? en, wat reden hadden Zij althands, om hier van geen woord te melden aan den Rhijngraaf, aan Wien eigenlijk de Ordre tot Evacuatie dier plaatze» ge-  gegeeven, en die kort daar op nog nader in het %'aste denkbeeld gekten was , bij den meergem. Brief, dat, vermits in critique omfiandigheden, als de toenmaalige, het beter was, dat de Ordres van ééne zijde kwamen, ten einde dezelve niet ongelukkig tegen het een ef ander plan, of tegen eikanderen mogten inïoopen , Hij Rhijngrave , bij aannadering van Pruisfifche Troupes, eh, als de nood daar was, alleen die Ordres moest afzenden, en wel, als Commandant en Chef? Zo de Commisfie, geduurende de Conferentie, dat befluit genoomen, of dat voorneemen gehad had, waarom dat dan ook ftudieufclijk voor den Commandant en Chef verborgen ? of, zo dit na de Conferentie was voorgevallen, wat toch had hier toe aanleiding gegeeven, anders, dan de gewichtige onderhandelingen tusfehen drie Leden van de Commisfie met den Rhijngraaf voorgevallen , in tegenwoordigheid van de Heeren Bourgouin en Bellonct, welker eerstgcmelde nog te kennen had gegeeven , niet alleen, hoe het Hof van Frankrijk wenschte, dat de Patiottifche Partij zo larg zich mogt ftaande houden, tot dat de Koning, zijn Meester, eene Armee kon afzenden; maar ook, hoe men te Verfailies tevens wenschte, dac Utrecht, als onhoudbaar, verlaaten  C *?3 > wn , en voornamelijk Amflerdam en andere Hollandfche Piaarzen gedekt en behouden wierden ; (zo als dit op zijne plaats in den Brief aan Burgemeester Hooft nog eens zal voorkomen ) terwijl de Heer Beiionet nog zelve het ontwerp opperde , om met alle onze macht naar het Luikfche te recireeren ? In hoe verre nu deze en diergelijke gefprekken in een hoek van de kamer, of onder vier oogen hebben plaats gehad, zoo zelvs, dat het bloote Ja of Neen de Eer en het Charaéter van Parthijen ten flerkfien compromitteeren moet, willen wij niet onderzoeken; genoeg is het, dat, zo 'er geen woord over het evacueeren van Utrecht, aan den eenen, en van de opgenoemde Hollandfche plaatzen . aan den anderen kant, was voorgevallen ( het voorneemen daar geweest zijnde ) het aan weerskanten allerönvoorzichtigst gehandeld —. de goede zaak 'er gevaarlijk aan gewaagd, en de plaats gehad hebbende verwarring daar aan hoofdzaakelijk is toe te fchrijven geweest. En, zo men over en weer overtuigd was geweest van dc aannadering der Pruisfifche Troupes, zo als weer blijkt, uit de na de Conferentie gemaakte dispofitiën van Hun Ed. Mog. zo fppeekt het van zelve, dat, in eene Conferentie van drie uuren, men over de aanleidende ooizaak  C 174 ) «aak der 's d-igs te vooren gegeeven Ordres bezwaarlijk heeft kunnen fpreeken, zonder tevens te handelen over het Effect, dat zij al of niet moesten forteeren; ten ware men ftaande wilde houden, dat 'er geen woord over de aannadering van den Vijand gevallen was, cn dan zou het te bezien ftaan, of de Rhijngraaf mêer te befchuldigen was over het ftudieufelijk verzwijgen van zijn voorneemen, dan de Commisfie, óver het niet fcrupuleus onderzoeken van de Cafus quo der geprojecteerde en geaccordeerde Evacuatie. Eindelijk, da.ar Hun Ed. Mog. uit de omfiandigheden, deze Evacuatie verwachtende waren, zoo als uit het Staatsrapport, de Memorie, en de genoomene maatregelen omtretit het verleggen der Haagfche en Woerdenfche Refidentie- Plaatzen, en het evacuccren der meergem. Hollandfche Posten , bhjkt, zo bevreemen ons toch Hoogstdcrzelver verwondering en neerfiagWgheid op het hooren van de tijding 's Zondags vroeg; vooral, zedert Zij daar bij vernoomerT hadden, hoe de gerciilifeerde nabijheid van den Vijand de fpoedige ontruiming van Utrecht noodzaakelijk gemaakt had — deze bevreemding word fterker, wanneer men den Heer Blok in iet Staats Rapport hoort zeggen, dat, niet dan 9f  c m) op deze onverwachte tijding, Kun Ed. Mog van Woerd; n naar 'Amfterdam vertrekken waren, uit de overtuiging, dat eene Commisfie, als da Haare, zich niet behoorde te exponceren , ora ingefiooten te werden, dewijl dan ipfomomento alle expeditie ophield (§ 7) terwijl men diea zelvden Heer in het P. S. zijrer Memorie hoort zeggen, dat de Commisfie, na dc drieuunge Conferentie, en dus reeds 's dags te voeren dit voorneemen aan den Rhijngraaf had te kennen gegeeven; en dit zou gefchied zijn, zonder eene, op handen zijnde,Evacuatie, en het daar uit producerend gevaar om te Woerden te blijven rcfideeren, te verwagren cn te vreezen! — maar die bevreemding word op het hoogst, wanneer men in de Memorie nog het volgende vind aangetekend. V. Het was ons onmogelijk , om de ontijdige uitvoering van onze Ordres voor te koomen; en , zo die v n U recht ons nos in t jds eene Commisfie gezonden hadden, zo houde ik mij volkoomen verzekerd, zegt de Heer Blok, dac wij in dat geval, gekjk de zaaken toen ftonden, dc Ontruiming,uit hoofde van onze Ordres,mee den meestcn nadruk zouden hebben verhmderd. De Ondervinding heeft geleerd , wie van beiden, Hun Ed. Mog. of de Rhijngraaf, de naauw-  ( '7<5 ) naauwkeurigfte en cchtite tijding op den i£. September van de nabijheid des Vijands ontvangen had. Wij hebben, onder anderen, aangetoond, dat, toen Hun Ed. Mog.volftrckt geene tijding .kreegen van den aanmarsch der Troupes, cn daar en tegenverna men, dat 'er flegts aas nieuwe Regimenten in 't Cleeffche waren aangckoomen, en dat'er een Camp wierd afgeftooken, de Vijand reeds op het riollandsch Territoir, en in de nabijheid van Utrecht genaderd was; en, toen hier ter plaatze het voorhiel tot de Evacuatie gegefchiede , waren de Pruisfen reeds met 23000 Man omftreeks Gorcum, Vianen, Nieuwerfluis en Utrecht, geposteerd; en, niettemin, indien die van Utrecht 's nachts eene Expresfe of Commisfie naar Woerden hadden afgezonden ( even als de Colonel Van de Poli zulks uit dc Vaart gedaah had) zo houd de Heer Blok zich verzekerd, dat Hun Ed. Mog. in dat geval, gelijk de zaaken toen Honden, dc Evacuatie met den meesten nadruk zouden hebben verhinderd; • terwijl men intusfchen het zich had laaten welgevallen, dat de Generaal Van Rijsfel aan den Colonel Van de Pol had laaten aanzeggen, dat Hij de Vaart, op ontvangen Ordre van den Rhijngraaf, moest ontruimen, alzo Hij Generaal  '( m) faal, en de Commisfie kennis droegen van de Ordres. Maar de woorden, gelijk de zaaken toen flonden, fchijnen te verönderfiellen, alsöfTIun Ed. Mog. toen nog fchier bleeven gelooven, dat de tijdingen van den aanmarsch der Troupes door de geruchten eenigzins vergroot of te prêcipitant zijn geweest, en, dat uit dien hoofde de uiterfte nood nog niet daar was; doch, gelijk wij over deze laatfle verönderftellingbreed genoeg gefprooken, en de zaak voor afgedaan houden, zo willen wij ook , omtrent de verönderftelling, alsof de Commisfie van Woerden tusfehen den 15. en 16. Sept. nog in het denkbeeld zou geweest zijn, dat de Pruisfen in het Cleeffche een Camp betrokken , hier geen woord meer van zeggen. Ik zou mijn tijd voor verlooren achten, zoo ïk op alle de verdere infimulatiën van de Memorie de noodige refleétiën maakte één woord moet ik hier nog maar tot flot bijvoegen, en laaten Derdens oordeelen over de merités van het gantfche ftuk. Het is bekend, hoe de Commisfie van Woerden j te Amflerdam 's dags der Evacuatie, den  C 178 3 *<$. Sept. gearriveerd, dnnr verfcheide amizienlifke Regenten, Officieren en Burgers, ernftig over het geeven der bewuste Ordres aangefprooken iSj en meenige ongegronde verwijtingen heeft moeten aanhooren; inzonderheid de Heer Blok, het zij om dat Hij de Ordres getekend hc d, het zij om dat me» Hem-voor het voornaamfte beweegrad van dit Staats-Collegie hield, het zij om andere redenen, welker onderzoek thans tot de zaak niets doet. Van de opening van zaaken , door deze Commisfie in die tijdsömftandigheden gegeeven, hing middelijkerwijze alles af. De gemoederen der, van have, goed, en moed,'beroofde Uitgewekenen , en van al wat op dat oogenblik regt Patriottisch dagt, waren voor alle indrukken vatbaar. De kunst, om van deze gelegenheid tot de ongenade van den Rhijngraaf gebruik te maaken, viel zijnen Vijanden zoo gemakkelijk, als zijne Vrienden in tegendeel de grootfte moeite van dc waereld hadden, om den bezadigfien zelve zoo ver te brengen , dat hij één oogenblik zijne gedagten opfchortte. Bijaldien nu Hun Ed. Mog. zich diestijds bediend hadden van de* zelvde argumenten, die wij in het Staatsrapport en de Memorie voor de nuttigheid en noodzaakelijkheid der Evacuatie van Utrecht aangehaald vin-  C 179") yinden, en, omtrent het artijkel der te fpoedige ontruiming, zonder dat aan de voorwaardens der Ordres behoorlijk voldaan was, de noodige behoedzaamheid hadden in 't werk gefield, in plaats van openlijk den Rhijngraaf in het haatelijkfle wantrouwen , zelvs bij zijne intiemfle Vrienden, te brengen, zo begrijpt het bekrompenile vernuft, hoe zulk eene Conduite aan de zaak eene gantsch andere wending zou hebben kunnen bezorgen. Een van beide was waar de Staatscom- misfie mistrouwde het zedelijk en militair charactervan den Rhijngraaf, of Zij deed dit niet; in het laatfte geval, dan koom ik rondelijk 'er vooruit, dat, het verzuimen der middelen van . defenfie, door Hem bij moiade en gefchrifte aan de hand gegeeven, tot op het moment zijner retraite uit Holland , eene onverantwoordelijke daad is, zo van de Commisfie, als van die geenen, met wien Zij , zonder den zogenaamden Generaal en Chef te kennen , ja zelvs tegen zijne reeds gemaakte dispofitie aan , de concert geageerd heeft. ( Wij zullen de Hukken op zijn tijd voor den dag brengen.) En in het ander geval, zo 'er een gegrond, of zelvs vermoedelijk wantrouwen omtrent den Militairen Chef had plaats gehad, zodurfikmetevendezelvde rondborlligheid M 2 PPen-  C 180 ) openlijk verkJaaren, dat Hun Ed. Mog nog on^ verantvvoordelijker gehandeld hebben, van aan zulk een gevaarlijk werktuig het geheele werk ln handen te laaten, zonder zich van het zelve te verzekeren, en zijn gehouden trouwloos gedrag in een expres daar toe belegde Staats-en Krijgs-Raad ten rigourcusten te onderzoeken', en intusfehen niets, tot eventueele redding van den Staat, met deskundigen onbeproefd te laaten. Geheel anders had zich de zaak toegedraageri zo de Rhijngraaf, met Utrecht, te gelijk het Land verlaaten, of zich ten minften twee dagen daar na, zo als de Heer Blok zeer abufivelyk (§. 19 der Memorie) zegt , zich zoek gemaakt had; dan zou Hij al ons wantrouwen gebillijkt hebben, en wie zou fchaamteloos genoeg hebben kunnen zijn, om 's Mans gedrag, zelvs van de Menschlievende zijde, één oogen' blik te verdedigen? maar heeft Hij niet tot den 10 Sept. toe alle pogingen gedaan, om het Hem fchandelijk ontnoomen vertrouwen te herwinnen, cn aan het Land dienst te doen? dit zullen wij in ons tweede ftukje zien. BIL  ( i8i ) BIJDRAGE IX. JDe Heer MaJor Vonk in de Vergadering der Opper-en Onder-Officieren van het Detachement der Rotterdamfehe Schutterij, thans in Guarnifoen binnen Gorinchem, aan ons gerapporteerd hebbende , dat door den Heer Commandant Van der Capellen in onze Vergaderingder differente Corpfen, thans alhier in Guarnifoen, was voorgedeld, de phijfique onmogelijkheid om deze Stad tcgens een buitenlandfch Vijandelfken aanval te beveiligen, en, tot dat einde, het bloed van zoo vcelc brave ter hulpe toegefchootene Manfehappen niet voor zijne rekening willende neemen, deze vergaderinghad belegd, om deswegens de advijfen van de Chefs der respeeïive Departementen te hooren. Gemelde Voordracht^ in Deliberatie gebragt zijnde, is bij Dezelve gerefolveerd, namens het Departement Rotterdam te'declareeren, dit wij bereid zijn alle Posten, hoe gevaarlijk dezelve ook mogten zijn of fchijnen, te helpen bezetten en defendeeren, en onzen Coitimandant in het heetfle vuur te volgen , waar het ook m:> ;te gijn , protesteerenic tegens al het geene, wat M % uit  'i ï8ü ) uit eene retraite, ten onzen nadeele zoudekunfien proflaeeren,'en requireerende tot dat einde een declaratoir van den Heer Commandant dezer Vesting, dat wij dezelve niet verlaaten, dan op Sijne Ordre, als best overtuigd van de onmogelijkheid , om deze Stad in de tegenwoordige Situatie te kunnen beveiligen. In kennisfe van mij, Secretaris van gemelde Detachement, en uit derzelver naam. (was getekend') e\. GEVERS. bij-  c *;*3) BIJDRAGE X, LETTRE dun Officier du Regi' ment de saxen gotha. Cconf. pag. 127.) Je n'héfite pas un moment, Monfieur,^ dedder vötre different avec vótre Ami, au fujet d'un Evenement, dönt j'ai été temoin oculaire, puisque j'êtois en ce tems la en Commisfion a Ow dewater. II étoit a onze heures au foir da 15 Septembre 1787, que la Guarnifon d'Oudcwaccr ( compofée de la plus grande partie du premier Battaiilon du Regiment de Saxen Gotha, do deux Bombardiers, et vingt-cinq Canoniers) reeut 1'ordre de fe retirer a Woerden. Cette poignée de Troupes quitta la mêmenuita deux heures Oudewatcr,et n'arriva que 1'autre jour h ia heures k Woerden, puisqu'elle avoit fait un detour de 6 heures par Gouda, pour éviter le territolre d'Utrecht. La Guarnifon de Schoonhoven, confistanc d'une centaine de Recruè's (jqu'on avoit n'a: gucrres levés et nommésun Battaiilon de Stuart) y'ecut en même tems 1'ordre de fe retirer a Woerden, F. S.  C 184 ) P. S. II y avoit un Detachement de 15» hommes du Regiment de Saxen-Gotha a Mee kerk, qui pasfa du coté des Prusfiens , lórsqu'U devoit faire le trajet prés de Nieuwpoort, pour joindre le Regiment, BI>  « C 185 ) BIJDRAGE XI. jf je foufigné, ci-devant Lieutemmt au Regiment Wallonda General Major Grcnier. déeiare, que Ie foir du 15 Septetnhre 17S7. Mr. le Lieutenant Ze P.-^ a été envoijé par ordre le Mr. le Colonel Van de Pol a Woerden, pour donner connoisfancc a Mr. le General Van Rij'sfel, corame Commandant en Chef, et,en fonabfence, a Mrs. les Députés, de 1'ordre qu'il avoit recu de Mr. le Rhijn gr ave, de fe retirer le 16. et d'abandonncr le Vaart,et pour demander,fi eet ordre avoit été donné de 1'aveu et du feu de Mrs. les Députés. Mr. le Lieutenant Le Prad s'étant acquitté de cette Commisfion auprès de Mr. le General Van Rijs/el, a été renvoïé avec ordre, de dire a Mr. le Colonel Van de Pol, que Vordre de Mr. le Rhljv.grave lui étoit connu, ainfiqtda Mrs. les Députés, et quil falloit le fuivre et abafidonner le Vaart, pour fe rendre d ladeftitiation, que lui avoit été ordonné par Mr. le Rhijngrave. Je déclare en outre , que j'ai été prefent a JTenvoi de Mr. Le Prad, et a fon retour auprès de  ( '36 ) - ■ deMr. Ie Colonel Van de Pol, et Mr. Le Prad est trop honnête homme, pour jamais pouvoir me dementir , en foide quoi j'ai fignélaprefente Avesnes Ie 23. Oitobre 1789. DE CA5.TERET, Licut. au Regiment Roijal Liegeois.  c ï§7 ) BIJDRAGE XII. EXTRACT uit de Misfive van den Heer bourgouin aan den rhijngraaf van s ilm , over den .toegezegden bij (land van Frankrijk. Jk heb op black, 131. en 132. gewag gemaakt van zekeren Franfchen brief die, op den middag van den 15 September ontvangen, in het Plan van dm Rhijngraaf, om Utrecht te verlaaten, eene aanmerkclnke verandering heeft te weeg gebragt. Zie daar van het Extract hier beneden. (* ) {*) EXTRAIT is la Letln, icritf de WOERDEN, fe 15- Sept. 1787. par Mr ie nouBGOUlN & Mr. lc RHINGRAVE de SALM. WOERDEN, feli Sept. 1787, ' » CE ROT, MON MATTRE,ACONSENTI, DACCORDER AUX PATIUOTES TOUS LES SECOURS , QUE L'ON JUGEROIT NE. CESSA1R.ES & CONVENABLES. „ le reit» i* la Lctlre est UlU inviiatiou ie fi fin,!re tout ausfitdt a WOERDEN, pour ddlbe-. rer avec la Commhfwn, fur cc qu'il ij au,vit li faire, Saprèshs DE-rcciiES,«;vi)^«*VERSAiL- N * Ds  C 188 ) Dc inhoud was, dat de Koning van Frankrijk alle hulp aan de Patriotten had toegezegd, die men, overeenkom (lig de tijdsomfiandigheden, zou oor deden noodzaakelijk te zijn. — Voor hec overige behelsde de brief niets anders dan eene dringende uitnoodiging aan den Rhijngraaf, om zo fpoedig doenlijk te Woerden te hoornen, ten einde met Hun Ed. Mog. (en den Heer Bourgouin, Chargé d'affairës van het Hof van Frankrijk, den zender van bovengem. Brief) te delibereeren ever het geen ''er nog zou dienen verricht te worden, ingevolgen de uit Verfailles gearriveerde Depêches, en waar van wij reeds met een woord op bladz. 172. cn ,-3. den Inhoud hebben medegedeeld. * * * * * *  BIJDRAGEN T O T D E GESCHIEDENIS DER OMWENTELING I M Ï787. sSvj£ . UIT GE GEEVEN DOOR, Mr. P. Ph. JüllIAAN QU1NT ONDAATJE. TWEEDE STUKJE. TE DUINKERKEN Bij VAN SCHELLE & Comp. JVÏDCCXCIL  Per Ma tempora, qu'tcimque Rempublicam agitavere \ h'pnestis nominibus, alli, f.cutijura Populi dcfenderent t ■pars, quo fenatus Auêtoritas majcuma foret, Bontim Pitblicum fimulantes, pro Jita quisque Potentia certti-, bant. 5ALLUSTIUS.  STUKKE N VAN dit TWEEDE DEELTJE. N. i. BIJDRAGE I. EXTRACT uitdenk gisters van de vergadering der patriottische corporatien te amsterdam, zedert den 17. tot den 2.6. Sept. 1787» behelzende eene missive , bij dezelve ontvangen, van p. r. j. ondaatje, dato 25. Sept. 1787. waar bij Hij der vergadering opening geevtvan verfcheiden zaaken , het stil vertrek van den rhijngraaf, de aankomst der fran- sche troupes , en de defensie van Amsterdam, betreffende. . bladz. 1. 2. MISSIVE van den lieer j. c. de kock aan den Heer p. p. j. ondaatje, in entwoord op de voorgaande. bl. \\. 3. AANTEKENING I. Tot opheldering van den eerstgemelden Brief. bl. 13. 4. MEMORIE van den rhijngraaf van * a saui.  IV salm, gezonden uit den overtoom aan de commissie van woerden , te Amsterdam refideerende, over de defensie van 'deeze stad, dato 19. Sept. 1787. . ,J .• i bl. 15. N. 5. BILLET van ondaatje aan den rhijngraaf, om een mondgesprek aan den overtoom te. hebben met de commissie uit de patriotische corporatien. bl. eo. 6. ANTWOORD van den craaf de portes, overtoom, il-Sept. 1787. ib. 7. AANTEKENING II. ... bl. ar. 8. MISSIVE van den rhijngraaf van salm aan den Heer burgemeester hooft, over het verlaaten van utrecht, en om ordres van den magistraat te hebben omtrent het verleggen der troupes , uithoorn , 16. Sept. 1787. . . . fb. p. Van ófewOERDENSCHE staats¬ commissie aan den rhijngraaf, over de dispositie der troupes. Amsterdam, 17. Sept. 1787. . . bl. 17. 10. DECLARATOIR van den rhijngraaf aan de buPvGerij van 'Amsterdam, overtoom, 19. Sept. 1787. bl 29. 11. AANTEKENING III. ! bl. 32. 12.  ft N. 12. MISSIVE van den rhijngraaf aaiden generaal van rijssel, over de resolutie van staaten van holland, waar bij aan Hem het offensief handelen verbooden wierd, utrecht , ir8 Maij 1787. • • bl. 33. 13. FAMILIARE BRIEVEN van denzelven aan Zijne vrienden te Amsterdam, over den loop der publieke zaaken. . • bl. 36. 14. EXTRACT uit de notulen van de commissie ter directie der defensie der Stad utrecht, behelzende voorstellen van den rhijngraaf, om de noodige precautien te neemen omtrent het regim. cavallerie van thihjl, en om met meerder activiteit aan de defensie van de stad te werken — ook om het werk der inundatien metkragt door te zetten, utrecht , 1\. Jllilij 1787. ..... bl. 47. 15. . uit de notulen van dezelvde cOMüynssijE/j waar bij, blijkt, hoe, op iiigekoomen klagien van die van westbroek , men met de prepai:atien tot de inundatie heeft moeten sufirsedeersn, utrecht, 10 J tin ij 1787.., bl. 50 t 3 16.  VI N. 16. MISSIVE van de heeren staaten van holland en westfriesland aan de heeren eurgemeesteren en vroedschap der Stad utrecht, V hage 26. Junij J787. behelzende verzoek, om de Ingezetenen Hunner Provintie door geene inundatien te inquiëtteeren, &c ... bl. 52. 17. EXTRACT uit de resolutie van de ed. gr. agtb. heeren burgemeesteren en vroedschap der Stad utrecht,28. Junij 1787, waar bij gelast word, alle werken tot préparatie der inundatie te flaaken, &c. > . bl. 53. 18. uit de notulen der commissie ter directie der defensie der Stad utrecht, 16. Ma ij 1787. over het decerneeren van eene aparte commissie, op voorflel van den Generaal Major van der borch, ter fpoedigerexpeditie der militaire zaaken. . bl. 54. jo. MISSIVE van ^defensie wezen van utrecht aan de staatscommissie te woerden , verzoekende eene Commisfie van een of twee Leden, om zamen communicatief omtrent de maatregelen der generaale defensie te kunnen kan-  ■Ml handelen, &c. . '." >/• 55K.20. VRAAG POINTEN, door den rhijn, graaf gedaan aan de commissie van woerden y omf reeks het einde van Juni} 1787. oververfcheidenmtiomcvheden , zso tot defenfie van utrecht als van holland. . . bl. 58. ai. MISSIVE van den rhijngraaf aan dezelve, 6. Ju lij 1787. om meerderverfier'king, &c . . bl. 69. 22. EXTRACT uit de notulen van het defensie* wezen VÜU utrecht , 7- Juli] ï-87. behelzende een voorstel var, den rhijngraaf, om zonder verwijl den Vijand te attacqueerln, hl. 71. «3. MISSIVE van den rhijngraaf aan den Heer v. paulus, 13. Ju lij 1787. klagende over verfcheiden artijkelen. - . . hl. 72. 24. van den Generaal van rijssel aan den rhijngraaf, 28. Junij 1787. over het arrefieeren van de Princes van oranje , en het neemen van de noodige voorzorgen, ter v.oork$omi?ig van alle rencontres, bl. 81. 25. VRAAG POINTEN, door den-Rur^Gkaaf gedaan aan de commissie van * 4 woer\  rui woerden, 13. Juli] 1787. met de antwoorden op zommige Artijkels. bl. 82. N.26. PRO MEMORIA, om bij dezelvde commissie te dienen, 16. Julij 1787. bl. 91. %7. MISSIVE van deeze commissie aan den rhijngraaf , in antwoord op de gem. mkmorie, 17. Julij 1787. bl. 96. 28. — van de commissie van gewapende burger - corpsen aan den rhijngraaf, 21. Julij 1787. waar bij aan Deezen gcraaden word, om bij de staats-commissie van woerden eene uiteindelijke en nadrukkelijke demarche te doen, ter verkrijging van het zoo dikwijls verzogte. bl. 100. £9. ■ ■ ■■ " —- van den rhijngraaf aan de commissie van woerden, 21. Julij 3787. aandringende op antwoord op alle degedaane voordellen, cï?r. bl. 102. 30. EXTRACT uit de notulen van het defensie - wezen van utrecht, 22. Julij 1787. waar bij de Heer cordon gecommitteerd word, om naar leIjden te gaan, en aldaar aan de vergadering van de gewapende burgercorpsen opening van óV«gebrekkigenstaat der  n der Stad utrecht te geeven , &e. ...... . . bl. 105. N. 31. MISSIVE vau.de commissie der gewapende burger-corpsen aan den rhijn» graaf , 23. Julij i/V7. verzoekende, een gedetailleerd bericht van den staat der defensie van holland en utrecht te mogen hebben, &c. bl. 107. 32. De commissie ter directie der defensie van utrecht, aan. de commissie der gewapende burger • corpsen in holland, 1$. Julij 787. over den staat der defensie van utrecht , &e. bl. 109. 33. EXTRACT uit de notulen der algemeens vergadering Van den krijgsraad en de directie van de gel- dersche gewapende burger-brigade , te utrecht, 56. Julij 1787. klaagende over het gemis van paarden en andere vereischtens VOO? het kanon, en redres en voorziening bij het defensie- wezln begeerende. . bl. 116. 34- ——— uit de notulen van de algeMëENE extraordinaire vergadering van .gkwapende burger- corpsen in holland, aó July 1787 behelzende, authorisatie en ordre aan de burger, commissie te woerden , om, met die van * 5 utrecht,  utrecht, de concert te ageeren, en zamen op redres van zaaken aan te dringen, , . bl. 118. N. 35, MISSIVE van den rhijngraaf van salm aan de gewapende genoodschappen , te leyden vergaderd, dato 26 July 1707 over den politiken en militairen staat van utrecht en holland , berekend, naar dien van den Fyand, &c. . - . . . bl. 119. 36. MEMORIE van denzelven , ter gelykertyd over gegeeven aan de gewapende burgerijen , ÖVer hetzelvde onderwerp. . . . bl. 130. 37. EXi'RACT uit de notulen van het defensie-wezen te utrecht, 28 Ju- ly 1787. waar by gerefolveerd word, Otn mei de bur.ger-commissie te woerden in Conferentie te treeden, en met Dezelve in al het benoodigde te voor' zien. . . . bU i-,8 38. LYSTE van absolut benoodigde artillerie, &c. overgegeeve*> aan den rhijngraaf van salm, i8 July 17S7. , . b'. 14'. 39. EXTRACT uit de notulen van het defensie - weezen te utrecht , 29 July 1787. behelzende klagte van den Ge-  General Major van der Kovsmover de- weigering der amsterdamsche schutterij, en andere burger - officieren, cm buiten de stad of unie te dienen, ... . . iu 151- N. 40. MEMORIE van den rhijngraaf van salm, geprefenteerd aan de staatscommissie te woerden , 12 Augustus 1787 over den politiken en militairen staat van utrecht en holland , berekend naar dien van den Fyand, . .. . • . • H 15-341 ZAAKELYKE INHOUD der missive van den rhijngraaf aan dezelfde commissie, 13 Augustus 1787. behelzende verscheiden verzoeken omtrent de defensie van de stad , enter goedmaaking der kosten, &c. . . bl.162. 42. PRO MEMORIA , ten zeiven eindt dienende, . . hl. 164. 43. MISSIVE van de staatscommissie te woerden, aan den rhijngraaf van salm, verzoekende om een plan van mutucele defensie , fiffi l6- -^tlS' 1787. • . . . hl. 167. 44. ( gefingeerde) missive van den rhijngraaf aan de commissie, i6..Aug. 1787-  al 1787 ever de evacuatie van utrecht . 6te • % tfi . bh lpi N.45. (dito) EXTRACT uit d: resolutien van de staatscommissie van woerden, 17. Augustus 1787. waarby het voorgent, plan word goedgekeurd, bl. 178. 46. BEPJGT van deeze commissie aan de staaten van holland , 27 Augustus 1787. verklaar en de de voorgaande twee flukken voor louter valsch verdigt. • • ' . bl. 181. 47. EXTRACT uit de utrechtsciie cou¬ rant van den 27. Augustus, 1787. flrekkcnde ten zeiven einde, bl. 184. 48. MISSIVE van de staatscommissie te woerden aan den rhijngraaf van salm, 18 Augustus, i/Sy. Verzoekende geen uitgewerkte, maar een provisioneel plan van defensie en werkzaamheid , &>c. . ï bhiHg. 49. CONCEPT - ANTWOORD van den rhijngraaf bl. 187. 50. MEMORIE van den rhijngraaf, i. Sept. 1787. over de middelen van defensie, in cas van eene pruissische ïnvAsï* bl. 193. 51. MISSIVE van de staatscommissie aan den  xiii den rhijngraaf, over het Jrtijkel dsTinundatien, ii. Sept. i^Bj.bl. 204. N.52. MISSIVE van dezelve ów/zdenzelven in antwoord op eenige nader gedaane vraag-pointen, 13. Sept. 1787. bl. 205» 53. , van den Heer van helden aan denzelven , geevende bericht , hoe ver Hy met het werk der inundatie gevorderd is , 14. September bl. 20S. 54, EXTRACT der resolutien van het defensie-weezen van utrecht , 14 Sept. 1787, over het openen van de sluis buiten de waard, &c. bl. 210. 55, ORDRE van den rhijngraaf tot evacuatie van de vaart, 15. September. 17-87 bl. 2ii. 56. BYDRAGE II. behelzende de origineele fransche brieven. . bl. 217.   BIJDRAGEN be ïre kke l yk. de POLITIEKE en MILITAIRE VERRICHTINGEN van den RHIJNGRAAF FAN SALM, ZO VOOR. ALS NADE ONTRUIMING VAN UTRECHT.  " Nihil est, Anilpho ! Quin male narrando posjit deprayariet'. Tu, id qiwd boni est, excerpis, dtcis, quod mali est', TERENTIUS.  BIJDRAGEN betrekkelvk. de POLITIEKE sn MILITAIRE VERRICHTINGEN van den RHIJNGRAAF FAN SALM, ZO VOOR ALS NA DE ONTRUIMING VAU UTRECHT. B IJ D R A G E I. EXTRACT uit de Registers van, de Vergadering der patriotische corporatien te amsterdam, Zed£Y$ den 17 tot den 26. Sept. 1787. Dingsdag, den 25. Sept. 1787. 1 „ IJTervolgends werd geleezen de volgend* Brief, aan het Committé deezer Vergadering geaddresfeerd."  t jsr " r c2 y ri^/ï l ?i . (.;. ü -; wel edel gestrenge manhafte heeren! Toen ik de vrijheid gebruikt had , twee Heeren Leden uit ü Ed. Geftr. Manh. Vergadering vriendelijk aan te zoeken, om mij te willen convoijeeren naar den Overtoom, ten einde aldaar uit den mond van den Rhijngraaf van salm het appui te hoeren op de reeds door mij beantwoorde vraag-pointen: i °. Zijn 'er ■ reeds Franfche Troupes in aantocht? Zo ja; ao". Kan Ajnflerdavi het zoo lang uithouden, cot zij 'er zijn? "Toen' dagt ik weinig, dat onze reize zoo yrughteloos zou . afloopen: —■ in ons retour beloofde ik die Heeren , den volgenden dag kennis te zullen geeven , waar de Rhijngraaf 2 ch bevondt, en op wat uur wij onze Commisfie zouden kunnen hervatten, ' - ■ . '. . Ik fchreef aan den Rhijngraaf — floot die Misfive in eene andere, welke ik aan den Graaf de portes addresfeerde, met bijgevoegd verzoek, van dezelve eigenhandig aan haar Adres te bezorgen, ofwel, zo de Rhijngraaf nog afweczig was, van mij als dan te willen annoiv cceren, waar hij zich toch ophieldt. Ik. ontving den Brief te rug — de Graaf 4 A bb  C 30 de pórtès wist, fchrecf Hij mij, op zijn Woord en Eer niet, waar of de Rhijngraaf was. Daatelijk 'gaf ik hier van kennis aan het Committé van U Ed. Geftr. Manh.,met mijne bijgevoegde furprife over deeze mij zoo vreemde abferitie van den Rhijngraaf — ik vond mij verplicht, niet alleen eene nadere opening van zaaken aan het Commttté te geeven, met overhandiging van de daar toe betrekkelijke Papieren , maar ook mij zei ven in een. vrijwillig arrest te offereeren , tot tijd en wijle deeze zaak zich nader, het geen niet lang duuren kon, zou laaten ontwikkelen. Het vermoeden rees tegen mij op—dit/verwonderde mij geenzins: — vereerd met de vriendfchap en het vertrouwen van een Man, die als 't waare het onbepaaldst vertrouwen van alle waare Vaderlanders hadt, wist ik van nabij al wat bij Hem omging — ik correspondeerde voor Hem — ik was zijn generaale Adjudant, en bedelde voor Hem alles — voor mij kon, om zo te fpreeken, geen verraad van zulk eene uitgebreidheid lang verfchoolcn blijven ik moest 'er ten minften, zo ik 'cr geen direéle deel aan had, iets van vermoed hebben — hec was hier om, dat ik mij in een vrijwillig arrest heb willen begeeven, om gelegenheid te A 2 vin--  C 4) tinden van voor 's Mans eerlijke oogmerken, tvelke ik nog niet in twijfel kon trekken, borg te liaan, en, fchoon Hij mij ontrouw en niet voor de vuist behandeld heeft, met zich buiten mijn weeten te abfenteeren, des niettemin als Vriend voor Hem mijn laatften plicht te volbrengen. In 's Mans gedrag, zo lang ik Hem van nabij gekend heb, heb ik eene doorgaande eerlijkheid en goede trouw befpeurd —Hij werkte altijd fijstematiek: zelfs heb ikin den door mij geheel en al gedisaprobecrden uittocht uit Utrecht, den volgenden grond tot deszeivs defenfie, zö , die gedefendecrdmoest worden, gevonden: — 'Er was, namenlijk, geene qucstie, of Utrecht tegen de aanrukkende macht te defendeeren was, al, of niet; — Utrecht kon die macht wecrftaan — Utrecht kon dit wel tien dagen uit houden — maar, 'er was alle waarfchijnelijkhcid, dat Pruisfen, dïe alleen met Holland te doen hadt, en reeds een derdedeel van haar macht naaf Gorcum gedetacheerd hadt, voorneemens was, met dc twee andere gedeeltens van zijne Troupes, Utrecht aan den kant van Fianen, en, met het Leger van Zeist veréénigd, aan den kant van Utrecht aan te vallen, en ons Guarnifoen een poos lang te amufeeren ea  ( 5 ) en zoo lang op te houden, tot dat ze kans gezien hadt, om de Stad van rondsom te omringen, en, vooral, door het occupeeren van de Vecht, een voornaame Krijgsmacht van Holland, die binnen Utrecht gerukt was, zoodanig van Holland af te fnijden, dat zij, geene gelegenheid hebbende om in cas van nood te kunnen retireeren , zich zou hebben moeten overgeeven, en aan den Pruis het vermoogen laaten, om, door het occupeeren van de Lek, zonder flag of floot Holland, ontbloot van alles, in te dringen, cn in korten meester van alles te kunnen worden. De ftelligfle berichten van het aannaderen der Pruisfifche Troupes, van hier en daar vernoomen, liepen gezamenlijk hierop uit: de Pruis rukt in drie Colonnes aan, {lork boven de20,cco Man — een deel nadert reeds Vianen — het ander komt zich te Zeist veréénigen met het vijandelijk Leger — het derdedeel is voor Gorcum gearriveerd ~— een tgeforceerde marsch brengt ze welhaast over de Vecht — welhaast wordt aan het Utrechtfche Guarnifoen de pas op Holland afgefneeden — Utrecht kan wel esnen, maar geen langen weêrftand bieden, en in twee dagen is ze van rondsom ingellooten — aan den Hollandfchen kant was ze geheel en a} A 3 van  C 6 ) van defenfie ontbloot — het beste gedeelte van Hollands overfchietende macht moest zich niet voor Holland onbruikbaar maaken, door Utrecht te willen behouden — wat zou Utrecht zijn, zo Holland overmeesterd wierdt! — Frankryk kon Holland in dit verlegen moment zoo ras niet bijfpringen, als de Pruis haar overweldigen kon. — Frankryk hadt ook eenigen tijd te vooren aan de Commisfie te Woerden, door den Heer van bourgoing, Chargé d'Affaires van dat Hof, laaten te kennen geeven, dat ze wenschte , dat de Patriottifche partij het zoo lang fleepende"kon houden, tot dat de Koning eene Armee tot adfiftentie kon zenden —■ om die reden wenfehende, dat Utrecht, in geval van attacque, tijdig verlaaten wierdt, en dat men zorg droeg, dat. Naar den, Muyden, Weefop, de Nieuwer pluis, Woerden en voorn. Amflerdam gedekt en behouden bleeven — deeze te kennengeeving werdt, kort na den uittocht, door eene fchriftelijke en mondelinge tijding uit dac Hof, aan den «Rhijngraaf toegekoomen, vervangen, waar van nader—,zie daar, Wel £d. Gefir. Manhafte Heeren !' wat den Rhijngraaf kon bewoogen hehben, en het geen. Hem ook, volgends zijne betuiging, bewoogen heeft, Utrecht, eer het te laat was, te verhaten — het  <7) hst Guarnifoen in twee Colonnes naar H'olïanïl te geleiden, en, door het dekken van deeze Provintie , zo lang nog de Franfche Troupes weg hleeven , de eenïg- overfchietende hoop % om de goede zaak langs dien weg eerlang te doen triumpheeren , over te behouden , om, veréénigd met Frankryk , den Pruis eri Prins het Land te doen ontruimen. Dit had ik te zeggen tot defenfie van ccncii uittocht , die evenwel , wat de wijze betreft, bij mij onverdéedigbaar blijvt — men h:,d die wet anders kunnen overleggen —en die geenen, welke tegenwoordig geweest zijn, toch ik dcri Rhijngrave op de gevoeligfte wijze mijne disavouëcrende gedachten over die noodlottige ontruiming van Utrecht te kennen gaf, zullen mij Wel het recht willen doen,om te bekennen, dat ik, noch voor God, noch voor mijne ongelukkige Medeburgers immer over die zaak verantwoordelijk ben — ik ken mijn geweten vrij. • • Wat nu de defenfie van 's Mans Character, welke ik tot op het laatfre oogenblik op mij genoomen heb, betreft; zo heb ik 'er dit nog" bij te voegen c dat ik als nog van gedachten was, dat — zo de Rhijngraaf het Goddeloos ontwerp gefmeed had , ora de Republiek te' A 4 ver-  C 8 ) verraaden, Hij dan, mijns bedunkens, een van. deeze twee wegen zou hebben moeten inflaan: of Hij had in Utrecht moeten blijven, ofwel, met zijne uitgetrokken macht zich zoodaanig in Naar den, Muiden, Weefop, de Nieuwer/luis en Woerden verdcelen, dat Hij goed fchiks in Jlaat kon zijn, om zo dra de Pruis die Plaatzen opeiscke , zich met al zijne macht, na eene quafi verdeediging , op eene, voor Hem alleen voordeelige en vooraf bcfprooken Capitulatie, aan deti Vijand te kunnen overgeeven — Hij Iiad zich immers in de armen van hem, ten wiens behoeve Hij het Land zou hebben verraaden, kunnen overgeeven, om het Judas-loon te verwerven , en Hij had den rol van een omzichtigen Verraacler gefpceld; — maar neen — wat doet Hij ? Hij trekt uit Utrecht — fpaart zijne macht — dekt Holland, en, geevt aan Frankryk geleegenheid, om nog in tijds het Land in te dringen, en, zo moogclijk, alles te hertellen.. — De ondervinding leerde ook , hoe de Pruis, kort op den fameufen uittocht,zich daadelijk mucster van de Lek en de Vecht gemaakt, en Holland als van alle kanten heeft aangetast, en hoe de reeds hier en daar geposteerde macht van den Rhijngraaf den Vijand tot dus "Verre heeft opgehouden, dat hij nog geen meester  C 9 ) ter van alles is, en dat het nu alleen van de cordaatheid van Amflerdam, en van de Edelmoedigheid van Frankrijk afhangt, om alles nog, door Gods Zegen , eerlang herfleld te zien. Zelvs "s Mans onverwacht en ftil Vertrek deedt mij nog niets kwaads vermoeden — welligt, dagt ik, vreest Hij eene te laate aankomst van Franfche Troupes — Hem was zulks wel beloofd, zo als ik reeds boven gezegd heb, en wel , dat hec nog tien dagen zou aanloopen, eer zij hier konden zijn, maar dat zij, in agt Colonnes met de tête, reeds in aanmarsch waaren — dan echter, 'er kwam geene nadere tijding — de Couriers fcheenen opgehouden te worden — welligt vreesde Hij, dat hier een gepremediteerde oponthoud plaats had — dat de thands plaatshebbende fituatie in V Hage, door de daar gecompofeerde Staaten Vergadering , Frankrijk op eene quafi legaale wijze had kunnen haare Troupes doen te rug ontbieden «#* koftom, dat het meer dan tijd wierd, Frankrijk van alles te onderrichten — de Franfche Troupes in tijds te gemoet te gaan, en hen in perfoon alhier aan te voeren — hier toch had Hij reeds het plan van defenfie van Amflerdam in handen van den zulken, 's dags voor zijn A 5 Vet-  Vertrek, gegeeven, die het ter uivoer konden brengen — hier had Hij een. Declaratoir, ter zelver tijd, ter defenfie van zijn gedrag, en in fterke bewoordingen zoeken ruchtbaar te maaken — ook mij had Hij met hetzelve gechargeerd , en verzogt, om mij in perfoon naar Amper dam te begeeven — dc noodige opening van zaaken, daar het behoorde-, te doen , en toch het Volk te bewecgen , om met bedaardheid en cordaatheid de uitkomst der zaak af té Wachten..- •:• .. • - U Ed. Geur. Manh. is het bekend, in hoe ver ik mij hier in, als een trouwen Vriend van den Rhijngraaf, gedraagen heb — ik heb niet meer kunnen doen — ik heb, tot het uitgeeven van dit mijn gevoelen, tot op dit moment uitfrel verzogt — het moment is daar, en ik wil'woord houden, en ter geiijker tijd openlijk bekennen ^ dat, al wat ten laste van den Rfeijngraaf verfpreid is, zo Hij zich bij de uitkomst »aar mijne zoo lang gevoede verwachting beantwoord, mij , om 's Mans verdienften een önverkroplijken fpijt zal aandoen, maar ook, zo Hij ons te leur fielt, dat al het gefpargeerda nog veels tegccoloreerdis, om het vcrvloekingswaardige van 's Mans verraadcrlijk Characlcr in het waar daglicht te Hellen. Ik  - C » ) Ik verzoek U Ed. Geur. Manh. op het aller, demoedigst, om hier van met don eerden een openlijk gebruik te maaken, en beveel mij inuwe veelvermogende proteclie. . Wel Ed. Geftr. Manh. Heeren! " U'Wel Ed. Geflr. heilwcnfchcndè Dienaar, amsterdam, V. p. j. ondaatjei den 25. Sept. 1787. Welke Misfive voor Notificatie aangenomen en de Secretaris de kock verzocht is aan den Heer ondaatje" mondeling te antwoorden, dat deeze - Vergadering nimmer eenig blijk van verdenking ten opzichte van den Heer ondaatje gegeven hebbende , dus zich zélfs ook ohbévoegt cn het geheel onnodig acht, om den Heer ondaatje door eene Refolutie te justificeeren. MISSIVE van den Heer j. c. de kock aan den Heer r. p. j. ondaatje. amsterdam, 17 Sept. i r8~. wel edel gestrenge heer! Door veelvuldige occupatien geene gelegenheid hebbende U. W. E. G. van daag te zien, heb-  C w ) hebbe ik de Eer, U. W. E. G. te Commu- niceercn, dar uwe Misfive door de Vergadering voor Notificatie is aangenoomen, en dat ik, als Seerecaris, verzogt ben, U. W. E. G. mondeling te antwoorden, dat de Vergadering nimmer eenig blijk van verdenking ten uwen opzichte gegeeven hebbende , zich aldus ook onbevoegd, en her geheel onnoodig acht, om ü. W. E. G. door eene Refolutie te justificeeren — zo dra ik een oogenblik tijd heb, zal ik, in perfoon, U. W. E. G. mijne verfchooning maken, dat ik niet, dan door deeze, aan den last der Vergadering heb kunnen voldoen, terwijl ik met veel hoogachting mij noeme, WEL EDEL GESTRENGE HEER! U. W. E. G. D. W. Dienaar, JOANNES CONRADUS DE KOCK, AAN-  C -3 ) AANTEKENINGEN OP HET VOORGAANDE. i» Niet voor 's avonds den 20. Sept. kreeg, ïk van den Rhijngraaf, aan den Overtoom zijnde, verlof om naar Amflerdam te gaan, en aldaar eenige particuliere affaires te verrichten, onder belofte van 's dags daar aan te zullen retourneeren. Ik kwam te Amflerdam, en wierd daar vai> mijne familie en vrienden niet vriendelijk ontvangen, uit hoofde mijner rondborflige verklaaring, dat ik den Rhijngraaf voor geen' verrader konde of wilde houden, zo lang ik de klaarblijkelijkfle proeven van het tegendeel in handen had, en in flaat was, des gevorderd, dezelve voor den dag te brengen. Men vroeg mij, onder anderen, of er Franfche Troupes in aantocht waren, en, zo ja% of Amfterdam het zoo lang zou kunnen uithouden, tot zij 'er -waren. De fchriftelijke beloftens van wegens het Hof van Frankrijk, dat, ingeval buitenlandfcheMogendheden, en wel bepaaldelijk IVuisfen, ons mogten aanvallen, men ons op alle mogelijke wij-  Cm) wijze zou te hulp hoornen, niet, zo als zij'er bij voegden, door een ij del vertoon van een Cantonnement, - maar door een daadelijken aanmarsch van Troupes, daar zekerlijk de Heftög van Brunswijk geene rekening op ■ maa -.te —. de mondelinge bevestiging van die beloucns door een' Franfchen Officier, die op den 16 Sept. 's avonds aan den Uithoorn den Rhijngraaf, in mijne tegenwoordigheid, verzekerde , dat de hulptroupes in acht Colonnes met de tête in aanmarsch waren, en binnen io. dagen by ons zouden wezen — gevoegd bij de zedelijke zekerheid, dat het het belang van onzen Bondgenoot niet was, om ons langer door het hof van Berlin te laaten amuseeren (dit zijn de eigen termen in den Brief van den 13. Sept.) — Ziedaar wat mij volmondig ja heeft doen antwoorden op de vraag: zijn 'er Franfche Troupes in aantocht? cn, wat de tweede vraag betreft, of Amflerdam het nor al dien tijd zou kunnen uithouden, hier heb ik voorwaardelijk op geantwoord — zo men, zeide ik, de door den Rhijngraaf aan de hand gegeevene middelen , om den vijand allen mogelijken afbreuk te doen, wil in'c werk Hellen 7 'dan zeker kan de ftad het tot dien tijd toe volhoudend Welke middelen ? wa* natuurlijk 'de  ( *5 ) de vraag — deeze , antwoorde ik, en gaf toe» aan mijne vrienden kennis van de volgende MEMORIE va» den Rhijngraaf van salm , gezonden uit den, overtoom aan de commissie van woerden. Den 19. Sept. I7t$i (Van deze memorie, zo wet ah van den brief aan Burgem. hooft , en van een zeker declaratoir voor de Burgerij van Amflerdam , die beide op hunne plaats volgen zullen , heb ik niet anders dan de erouillons , zo als dezelve uit den mond van den rhijngraaf opgetekend, en volgens welke de origineele flukken vervaardigd en weggezonden zijn, doch waar van ik,uit hoofde der drukke tijdsomflandigheden geene woordelijke copijen heb kunnen houden. — Deze memorie behelsde dan zaakelijk het volgende :~) > „ Rijpelijk geëxamineerd hebbende de fituatie der Stad Amflerdam, en gevonden hebbende, dat 'er omtrent 10. wegen op toefchieten, die hoog genoeg zijn om den vijand een onbelemr merden toegang te laaten, in weêrwil der kleine Inundatie, die men begonnen heeft te formeeren, ben ik van oordeel, dat, alle deze. pos-  C w,5 posten met kleine detachementen te bezetten? zo goed is als den vijand flegts een illufoiren tegenftand te bieden — dat deze wel 6. valfche attacques kan maaken, die men, vooral'snagts, bezwaarlijk van de waare zou kunnen ondericheiden — dat men dus op geene moogelijke wijze in ftaat kan zijn, juist daar het fecours te brengen, waar het noodig zal zijn — en het is hierom, dat ik inftantelijk proponeer, om aooo werklieden met fchoppen en fpaden bijeen te brengen — dezelve onder een generaal hoofd, en zoo veele ondergefchikte opzieners te Hellen en verdcelen, als 'er wegen naar de ftad loopen — deze lieden , zo dra mogelijk naar de plaatzen hunner destinatie te zenden, en door perfoonen, die die wegen volkoomen kennen, de gefchiktfte plaatzen te laaten aanwijzen, waar men 5 a 6. Coupures, de eene agter de andere, *o voeten wijd, zou kunnen laaten maaken met de noodige cn met kanon bezette traverfes agter dezelve, geposteerd meteen evenredig getal Troupes; terwijl men het Corps de Referve zoodaanig zou kunnen verdeelen, dat hetzelve, zo wanneer de vijand eene reëele attacque mogt formeeren , het geen men bij eene diergelijke fchikking des te ligter zou kunnen ontdekken, een voordeeligen tegenftand kon bieden. Voords pr©-  O; ) proponeer ik, de Canaalen, die naaf de ftad leiden, met gearmeerde fchepen te bezetten en te defendeeren — dit alles, echter, onder die zekere verönderftelling, dat rondom de ftad alle landen en wegen, regts en links, door de inundatie zullen onbruikbaar gemaakt worden waar toe, mijns bedunkens, dit nog zou behooren, dat men den Zeedijk zoo verre afgraavde , dat zulks voor het moment geene fchade kon toebrengen, doch echter zoo, dat 'er de groote Zee-inundatie door zou kunnen geformeerd worden , zo de nood aan den man kwam, en wel in weinige uuren — en van deze dispofitiemoet met den eerften aan den Prins van Oranje op eene plegtige wijze kennis gegeeven worden, met bijgevoegde declaratie, dat, zo zijne Troupes eene zekere hoogte mogten pasfeeren, mea zonder uitftel tot dit landverdervelijk doch zeker middel zijne toevlucht zal neemen. Ik twijfel niet of de Prins zal 'er meer dan eens op bedagc zijn, hoe Hij langs dien weg zich den eeuwigen vloek van de Natie zou op den hals haaien, en dit zal Hem welligt niets doen durven onderneemen tegen eene Stad, die liever tot zoodaanig eenen ftap zou willen overgaan, dan Haare Vrijheid verliezen. Voeg hier bij de ftellige verzekering , dat de Franfche Arraée daadelijk in ^ sta*.  C i? ) aanmarsch is, en wij nog weinig tijds behoeven om behouden te blijven. Zeker, zo als het mij voorkomt, zouden wij als dan direér. met onze vijanden aan het negotieeren raaken, het geen ons middel genoeg aan de hand zou geeven,ora de zaak der vrijheid te redden. Dit, Edel Mog. Heeren! is het plan, dat ik U voor te ftellen heb ik zal het van dit uur af in 't werk ftellen, zo men mij daar toe de noodige Authorifatie en de middelen gelieve ter hand te ftellen. Ik verzoek ootmoedig een affirmatieve of negatieve refolutie, om dat de tijd kostbaar is, en een weinig te laat de beste middelen vruchte. loos zal doen worden." Bij deze gelegenheid gaf ik ook opening van zaaken over het artijkel der Ordres, tot de Evacuatie gegeeven , en wat 'er voor, op, en na dien tijd was voorgevallen, alles met overhandiging van alle zulke Documenten, als welke den Rhijngraaf, zelvs van allen fchijn van verraad of kwaade trouw, konden en moesten vrij fpreeken. Ik ontzag mij echter ook niet, om ter gelijker tijd over het zoo alzins raadzelagrg gedrag van de Commisfie van Woerden ten opzichte van den Rhijngraaf mijne gedagten vrij uit te zeggen, en openhartig te verklaaren, dat ik Hoogstdezeïve, of wel voornaamelijk den Heer Blok,  C 19 ) Êïok, vérdagt hield van het opzettelijk oogmerk, om den Rhijngraaf voor alles te doert op* draaijen ; en hier voor meende ik te meerder redenen te hebben * hoe menigvuldiger de bewijzen waren, die ik bij de hand had, om aan te toonen,* dat de Rhijngraaf, geduurende zijn' verblijf te Utrecht, eene aaneenfchakeliog van Verdrietelijke tegenkantingen van dit Collegie heeft moeten verduuren* zonder dat het Hem immer gelukt was, dezelve te hebben kunnert overwinnen, en dat het gedrag4 ten zijnen opzichte gehouden, na het verlaaten van Utrecht* in Hem openlijk als verraader te decriëeren, en Hem al het vertrouwen te beneemen > alle paaien van befcheidenheid en goede trouw te buiten ging — zo als ik dit op zijne plaats nader zal aantooncn. In 't kort ; ik bragt het op dien avond vart den 20. en 's dags daar aan zoo ver, dat ik met eene Commisfie uit de Gewapende en Ongewapende Genoodfchappen verëerd wierd, gelast, om mij naar den Overtoom tö vergezellen, ert aldaar uit den mond van den Rhijngraaf de nadere bevestiging te vernoemen der door mij opgegeeVene berichten. Hier vonden wij den Man niet — wij kearden onverrichter zaake te rug, en ik B 2 zond  C ) zond aan den Rhijngraaf, onder couvert va» den Graaf De Portes, hec volgende billetje: „ Mag ik eens per Brenger dezes weeten, op wat uur Zijne Excellentie het fchikkcn kan, om eene Commisfie van de Provintiale Vergaderingte fpreeken, ik zal dan ten eerften mat die Heeren overkoomen. Zo UEd. gisteren mijn briefje geleezen heeft, zo zult Ge gezien hebben, hoe het zich hier begint te fchikken. Ik verzoek fchriftelijk antwoord, en blijf uw trouwfle ondaatje." De Graaf De Port es antwoorde mij hier op; „ wel edel gestr. heer? Tot antwoord op U. W. Ed. G. Misfive dient, dat ik op mijne Eer en Woord niets hoegenaamd weete van den Heer Rhijngrave, en zcnde weer te rug den aan Hem geaddresfeerden brief. Ik ben mee veele achting U. W. Ed. Gefl-r. Dienaar, overtoom den gr. de portes." aft Sept. 1787. ' Het  («) Het was op den ontvangst dezes, dat ik alle mijne papieren aan het Committe derbovengem. Vergadering overgaf, en mij aan den Krijgsraad aanbood, om zoo lang in een vrijwillig arrest te blijven, tot dat deze netelige zaak zich zou ontwikkelen, het geen niet langer dan tot den 25. kon aanloopen, alzo die dag de tiende was, waarop, volgends belofte, de Franfche Troupes ons zouden hebben koomen adfifleeren. Deeze dag daar zijnde, zond ik den bewusten brief aan het Committé af, en verwierf daar op het reedsgem. antwoord. II. Onder die overhandigde papieren behoorden , behalven de reeds genoemde Memorie van den 19 Sept., de Brief aan Burgemeester Hooft in dato 16. Sept. ' een Declaratoir voor de Amfterdarafche Burgerij van den 19. Sept. ■ en eene Memorie en bijgevoegde Misfive aan de Gewapende Genoodfchappen van een veel vroeger dagteekening, en uit Utrecljr gezonden. 1. De Brief aan Burgem. Hooft was van den volgenden zaakelijken inhoud: „ WEL EDEL GEBQOREN GESTR. HEER ! De Heilige berichten van het aannaderen van een Pruisfich leger, het welk in drie Colonnes, boven de 20000 Manfterk, op Zeist, Vianen B 3 sa  C M ) en Gorcum marcheerde, en wel zoo, dat "hetzelve al daadelijk voor Gorcum arriveert, en dan de voortroupes, den pose van Vianen genaderd, op die, welke op Amersfoort en vervolgends naar Zeist en op Utrecht marcheeren, door cenc geforceerde marsch nog wel dezen nacht, of wel uiterlijk morgen, zouden kunnen over de Vecht gaan, en aan het guarnifoen van Utrecht alle pasfen op Amflerdam en Woerden affnijden, en op zoodaanige wijze, alleen door uithongering, eene, van Magazijnen ontbloote en zeer bevolkte ftad, tot overgave onweerftaanbaar zouden kunnen dwingen — gezweegen, dat Uitrecht aan den Hollandfchen kant geheel en al van defenfie ontbloot is, en wel beftaanbaarwas tegen de zwakke Oranje-Armée, die het nooit heeft durven onderneemen, de Vaart of de Vecht te pasfeeren , maar geenzins in ftaat, om een langen weerftand te bieden aan eene Armee, die, met de Oranje-Troupes veréénigd , meer dan 25000 Man rondom Utrecht kon verzamelen —- hebben H. Ed. Mog, de Heeren Gedeputeerden der Staaten van Holland en Westfriesland bewoogen, mij ce gelasten, zo als, bijgevoegde Copie het uitwijst, Utrecht daadelijk te verlaaten met alle de Troupes, aan de provintie Holland toebehoorende, en dezelve daar  C *3 ) daar te brengen, waar ze van 'c meeste nut kunnen zijn voor dac gedeelte van Holland, het welk wij met onze geringe macht, zo lang wij niet fterker zijn , dekken kunnen, tot dat de Franfche hulptroupes, die daadelij ke ordres hebben om zich op marsch te begeeven, onze gerechte zaak kragtdaadig zullen koomen onderileunen. Zeer kundige Franfche Ingenieurs zijn door de'Heeren van de Commisfie over den ftaat der defenfie geconfuleerd, en is door dezelven, zo als hec naar- waarheid is, bericht, dat Utrecht tegen een iterk leger onhoudbaar was, en dat het gantfche Guarnifoen, het beste gedeeltezijnde van alle de militaire macht, die ons overfchoot, binnen weinige dagen in 's Vijands han den zou vallen. Hier bij koomt nog, dat de Heer Dé Bourgouing, Chargé d'Affaires van het Hof van Frankrijk aan de Commisfie van Woerden heeft te kennen gegeeven, dat zijn Hof maar wenschtte , dat de Patriotifche partij zich zoo lang foutineerde, tot dat de Koning, zijn Meester, eene Armee kon zenden dat Utrecht, als onhoudbaar , verlaaten , en voornaamelijk Amflerdam, Naarden, Muijden, Weefop, de Nieuwerfluis en Woerden, gedekt en behouden wierden. B 4 Hoe  ( *4 ) Hoe fmartelijk het mij ook viel, eene Stad eu Burgerij te verlaaten, die al haar vertrouwen op mij gefield hadden, zo heb ik niettemin van de Souveraine ordres, op onwederfpreekbaare.redenen gegrond, niet durven, noch kunnen afgaan. Ik heb mij, met agterlaating van al het geen ik, zo voor mijn perfoon , als voor de onder mijn Commando ftaande Officiers en Soldaaten , in eene verhaaste retraite niet heb kunnen medeneemen, in twee Colonnes, circa 6000 Man fterk, het aangetrokken Guarnifoen van Vianen, de Vaart, en Jutphaas 'er onder gerekend, 's morgens om %. uuren op marsch begeeven, de eerfte Colonne, circa 350 Man fterk, op den Uithoorn, de andere, aan deezen kant van de Vecht, in de direétie van Nieuwerfluis, •om het Guarnifoen van deze plaats, en voords die van Muiden, Weefop, en Naarden te verfterken, alles met het grootfte doelwit om Amflerdam, hec bolwerk der Republicainfche Vrijheid , voor eene geweldige overmeestering te behoeden. Ik verwagt U .Ed. Geftr.. fchikking , en de ordres van den Magiftraat, of deze het ook zou noodig ooroeelcn, om een gedeelte dezer Troupes in Amflerdam zelve tot defenfie te gebruiken, of waar men oordeelen mogt, dat ze op eene  ( 25 ) eene voor het Gemeenebest en de Stad de nuttigde wijze, zouden kunnen verlegd en gebruikt worden. Ik neem de vrijheid, den Heer Matthias, Brigade-Major van mijn onderhebbcnd Corps, met dezen aan U Ed. Gedr. af te zenden, om, zo fpoedig mogelijk uwe gedagten te kunnen verneemen, ten einde mij daar na te reguleeren — ook neem ik de vrijheid, dezen Officier te laaten vergezellen door den Heer Bellonet, een doorkundig Franfchen Ingenieur, als die, in dit hachelijk tijddip, uit hoofde zijner bekwaamheid en reputatie, een zeer nuttig werktuig ter defenfie van Amderdam kan worden en heb de Eer met de uiterde hoogachting, in verwagting van een fpoedig antwoord, te zijn, &c. UITHOORN, FR. RH. V. SALM. 16. Sept. 1787. De Heer Matthias, die dien zelvden avond nog met dezen Brief naar Amderdam vertrok, vond den Burgemeester niet t'huis, liet echter den Brief daar liggen, en kwam den anderen dag 's morgen? om befcheid te rug. Hij wierd niet ontvangen, maar naar het Amderdamfche DefenB 5 fie-  06> He-Wezen gerenvoijeerd. — Hier koomende, vond Hij geen der Leden tegenwoordig, en, vervolgends naar den Heer Abbema gezonden, trof Hij dezen Heer aan, die zich bij die gelegenheid op de volgende wijze in fubflantie uitliet: „ Het verlaaten van Utrecht was niet noodzaakelij k -— Het is zonder grond, dat de Pruisfen in het Land getrokken zijn — zij bevinden zich nog op het Cleeflch« grondgebied, en zullen niet eens zoo fchielijk in de Republiek koomen, (let wel! dat op dac oogenblik Gorcum reeds over was, en dat het reeds 24 uuren geleden was, dat de Pruisfen, onder een escorte van Husfaaren, hun Veld-Post-Comptoir in Utrecht geëtablisfeerd hadden.) — Doch, de zaak is gefchied, en wij zuilen nu wel zoeken, het alleen te redden — De Brief van den Rhijngraaf is aan de Staats-Commisfie, die zichthands hier bevindt, overgegecven, en daar kunt Ge bet antwoord bekoomen. Wij hebben hier te Amflerdam geene Troupes noodig, alzo wij genoegzaam van gewapende Burgers voorzien zijn , om de Stad en de environs te defendceren." De Heer Matthias vervoegde zich vervolgends bij de Commisfie, alwaar Hij eenige Heeren aantrof, die Hij om een fpoedig antwoord Of  ( *7 > op den Brief verzogt — die Heer moest wagten, en na dat dit eenige uuren geleden had» wierd 'er mondeling geantwoord „ dat de Troupes, die naar Amflerdam in aanmarsch waren, halte moesten houden tot nadere ordres, en dat de Rhijngraaf te Ouderkerk moest koomen, alwaar zich de Staatscommisfie zou laaten vinden." Deze ordre, om halte te houden , heb ik reeds medegedeeld in het eerfte flukje der Bijdragen, bladz. 124. D. De brief aan den Rhijngraaf was van den volgenden inhoud: „ HOOG GEBOOREN HEER ! De Vroedfchap der Stad Amflerdam voor als nog niet kunnende befluiten, om Militie in Haare Stad te neemen, en zullende, indien zij zulks noodig oordeelde, als dan provifioneel daar toe Haare Waardgelders gebiaüken , hebben wij, na eenige deliberatien, alhier gehouden, noodig geoordeeld, U Hoog Geb. te verzoeken, van Een Detachement Cavallerie van 24. Man te doen leggen aan de Ankeveenfche Brug, om té patrouilleerea naar 's Graveland en Ankeveen, en  C 28 ) er> dos nóods te retireeren langs de Karnemelksüoot naar Naarden. Een Detachement van 50. Man in of beneden Kaarden. Een Detachem. van 24. Man Cavallerie in Muiden. Een Detachem. van 50. Man Cavallerie in Weefop, als mede in dezelve ftad een Detachem. van 50. Man infanterie. Een Detachem. Cavallerie van 50. Man te Ouderkerk. Een Detachem. Cavallerie van 24. Man te Amftelveen. Een Detachem. Cavallerie van 50. Man te Mijdrecht en Thamen, en den Uithoorn. Een Detachem. Cavallerie van 12. Man aan de Diemerbrug. Een Detachem. Cavallerie van 24. Man aan de Duivendrechtfche Brug. Een Detachem. Gavallerie van 24. Man op Halfwegen. En, eindelijk, een Detachem. Cavallerie van 24. Man te Slooten . koomcnde dit onspro- vifioneel voor als de beste wijze van verdeeling, cn zullende twee, of meer onzer op heden voor den middag bij U Hoog Geb. koo- men,  C »p > C}en, ten einde over verfcheidene poin&en nader te aboucheeren. Waar mede , hoog gebooren heer.' Beveelen wij U Hoog Geb. in debefcherming Godes. Gefchreeven binnen Amiterdani den 16. Sept. 1737. {eigenlijk den 17.} , De Gecommitteerden» van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, ter defenfie dezer Provintie en de Had Utrecht. Ter Ordonnantie van denzelven h. cos téru s, Secrer."* 2. Het Declaratoir , voor de Burgerij van Amflerdam gefchikt, en het geen men, uit vreeze yoor het volk, in de Sociëteiten niet heeft durven voorleezeir, was zaakelijk, als volgt: „ Het Project van den Prins van Oranje, om over Gorcum naar den Haag in te dringen, was den Rhijngraaf genoegzaam bekend. De daadelijke aanmarsch der Pruisfifche Troupes naar deeze Stad — de Declaratien en pogingen der Pruisfifche Ministers , &c. permitteerden aan geen denkend wezen om 'er langer aan te twijffelen. Wat fchoot 'er aan den Rhijngraaf, zo Hij van waa-  C 3^> Waare Vaderlandsch - liefde bezield was» ovef om te doen ? Moest Hij te Utrecht met alle zijne Macht blijven zitten? Den Prins vanOran» je zijn projedl gerust laaten uitvoeren? en, na de uitvoering hier van, Utrecht, van alle kanten omringd, door eene voor den Rhijngraaf alleen voordeelige Capitulatie , overgeeven ? Neen! dit was zijn gevoelen niet. In die akelige omftandigheid moest en wilde Hij , zelvs in het vooruitzicht van door zijne vijanden te zullen worden gecalumnieerd, en van zommigen zijher onkundige en onbillijke vrienden te zullen verliezen, dit alles-niets achten, om het Vaderland, was het mogelijk, te behouden. Hij trok uit Utrecht, met voorkennis en op Heilige ordres van de Commisfie ter Defenfie, in twee Colonnes — dekte met de eene de Vecht,onder aanvoering van den Generaal Major van de£ Borch, waar door het onbezette Naarden, Weefop , Muiden en de Nieuwerfluis ten eenenmaale gedekt zijn, en marcheerde zelve met de andere in de Directie van het zoo gewichtig Amflerdam, om deeze Stad, van alle Militie ontbloot, voor het naderend gevaar te dekken. Hoe dit laatlte gefchieden kan, toont Hij ih eene hief bij gevoegde Memorie aan, en proponeert het daadelijk in 't werk te ftellen. De goede Burgerij  C p ) gerij oordeele, of het doelwit van den Rhijngraaf eerlijk, of zijn project van defenfie voor uitvoering vatbaar is, en of men niet bij deeze fchikking tijds genoeg zou kunnen winnen, om de Franfche Armée, die tot ons fecours daadelijk op marsch is, af te wachten, en daar door alle onze rampen te boven te koomen! ** OVERTOOM, 19. Sept. 1787. Met dit brouillon , uit den mond van den Rhijngraaf zelve opgetekend , gelijk ook mee dat der meergem. Memorie van den 19. Sept, is de Major Kroff naar Amflerdam gegaan, met oogmerk om het onbedaardfte gedeelte der voorr naame Burgers, zo mogelijk tot reden te brengen; doch, men heeft dezen Heer de leélure daar van volftrekt afgeraaden — zoo ver heeft men den Rhijngraaf in den haat van't Volk weeten te brengen! Op de Memorie zelve is van wegens deCominisfie van Woerden geen antwoord ingekoomem Op den avond van den 19. vertrok de Rhijngraaf met mij uit den Overtoom naar Ouderkerk , en onder weg ontmoetten wij den Generaal Major van der Borch met deszelvs Adjudant, den Heer Sluiskens — wij arriveerden'zamen te Ouderkerk, en het was hier, dat men mcr  ( 3* ) met gemeen overleg nog eene nadere Memorie vervaardigde, en dat de Heer Sluiskens gelast Wierd, met dezelve naar Amflerdam te gaan, en aan de Heeren de verdere Explicatie en noodige illucidatien op de kaart te geeven, zo als dezelve Hem door den Rhijngraaf en den Heer "Van der Borch waren opgegeeven ; maar het duurde niet lang , of de Heer Sluiskens kwam te rug, de boodfchap medebrengende, dat de Heeren van de Commisfie zich door de Staaten van Holland van hunnen post ontflagen hielden—, dat de Rhijngraaf zoo veele coupures en verhakkingen konde maaken, als Hij wilde, en dat men Hem, zo Hij het waagen mogt, om te Amflerdam te koomcn, wel zou weeten te vinden. 3. Het vierde flukje, het welk ik mijne vrienden communiceerde , was zekere Memorie , door den Rhijngraaf te Utrecht vervaardigd, en met eene Misfive, gedateerd t><5. Julij 1787, aan de Gewapende Genoodfchappen, te Leijden vergaderd, toegezonden; doch hier van zal ik nader fprecken. III. Ik heb in mijnen Brief, boven opgegeeven , onder anderen gezegd, dat ik, met de vriendfehap en het vertrouwen van den Rhijngraaf vereerd, vap nabij wist al wat 'er omging — dat ik voor Hem correspondeerde, en dat voor mij»  £ 33 ) fiiij i om zoo te fpreeken, een verraad vari zulk eene uitgebreidheid niet lang kon verfchooleri blijven dat ik in 's Marts gedrag j zo lang ik Hem van nabij gekend heb, eene doorgaande eerlijkheid en goede trouw heb be'fpeürd , eii dat Hij altijd iïjstematiek handelde. Ik zal, ter verdere llaaving van dit gezegdé , de daar toe betrekkelijke papieren, volgends de* gebeurenis van den dag, aan mijne Landgenoo- ten medcdeelen. Men leerê den Man zelve Uit zijne verrichtingen en brieven kennen. i. Kort na de inrukking vart het Legioen van Salm te Utrecht, viel 'er op den 13. Maij eene Attacque voor op de hoogte vari Zeist bij den, hoogen weg, tusfehen eenigen ónzer' Huzaaren en Jagers, en de vijandelijke Ruiters van Tuil — he t is bekend, hoe de laatilen met verlies te rug gedreeven zijn , en hoe de Staaten van Holland," onze Bondgenooten^ ons daarop het offènfief' handelen volftrekt verboodert hebben. De Rhijngraaf fchreef hierop aan den Gene* faal van rijssel op den 18. eenert Brief, die den 19. naar ÏVoerden verzonden wierd; Zie hief* het uittrekzel (vertaald.) — „ Mag ik u bidden, om hoe eer hoe liever de noodige ordres naar Heüsden af te zenden, ten einde de twee Compagnien Curasfiers, die C 4*  ( 34 > ie Auditeur van die plaats van oordeel is, dW aldaar van groot nut zouden kunnen zijn , en die 'er echter volflrekt niets uitrichten, alhier te mogen hebben , daar wij den vijand voor do Poorten hebben. Wat heeft mij de Refolutie van de Staaten van Holland, in de zaak der voorgevallene fcherrnutzeiing tusfehen ao. onzer Husfaaren, en de 4. Comp. van Tuil, geweldig, getroffen ! te meer, daar de laatflen de onzen vijandelijk aangetast, en deezen, hoe klein ook in getal,nier dan dapper en verweerender wijze zich daar tegen verzet hebben, Hoe wil men toch, in *s Hemels naam.' dat deeze Stad verdedigd worde, zo lang de vijand ©ngeflraft onze kanonnen mag naderen , cn wij ons agter onze muuren, als in een ander Jericho, moeten laaten opfluiten. Mijne Eer en Trouw dulden het niet, dat ïk mij langer belast met het bewind over deeze Stad; 't en ware men eene verandering wil maaken in alle zulke losfe ordres,als men mijfchijnt te willen geeven, onder het quafi flellig toelaaten, van te mogen doen al wat ik redelijk vind tot dekking van deeze Stad tegen eene overrompeling, die zo wei fchandelijk voor ons, al» doodelijk voor de goede zaak zou kunnen uitvallen. Wat  ( 25 ) Wat toch, meent men, dat de vijand voor heeft met de kanonnen en mortieren, die hij uit Dord haalt en met zich voordflcept ? van dag verfchansfchen zij zich te Zeist, morgen misfchien aan de Bild, en wat wil 'er dan van onze verfterking aan de Gilbrug worden ? zij word ingenoomen, en, dunkt het den vijand goed, hij doet een aanval op Utrecht, jaagt ze eens uit hun nest, en zo 'er mogelijkheid toe is, behoud dan deeze plaats flegts een eenigen dag! Geef mij raad, mijn lieve Generaal! Zullen wij met de handen kruislings blijven zitten, of den vijand een mijlweegsch in 't rond van ons afïlaan? Een plan van operatie is ons noodig — dit plan moet naar alle mogelijke gebeurenisfen berekend worden— of, zo ons iets onverwagts overkoomc, zo loopen wij zeker gevaar, om in de ijsfelijkiie ongelegenheden te geraakem'* 2. Eer ik overgaa tot het Artijkel der doof den Rhijngraaf van tijd tot tijd gedaane demarches, zo ter defenfie van Holland, als van de Stad Utrecht, zal ik hier eenige uittrekzels laaten volgen uit de Brieven, door Hem aan zijneVrienden gezonden, (waar" van ik, zo wel als van het bovenftaande, de origineele (tukjes ju de volgende Bijdrage zal mededeelen.) — De aan* C s dag-  i 3*> dagtige Leezer zal 'er wel- de reden van begrip pen. d. utrecht, den fu maij 1787. „ Ik vlekje mij, dat, met dien ijver en dat Verftand,Uzoo natuurlijk eigen, Gij het heilzaam ontwerp zult doorzetten, het welk door U begonnen is, en daar verfcheide lieden U in zullen dwarsboomeny onder het ijdel voorwendzel van flaatkundig te handelen, en dit wel, om'er hun perfoneelen hoogmoed,, die vierkant ftrijdig is met het algemeen belang, des te beter onder ce verbergen." utrecht, den 9. j unit 1787. „ De tijd is gebooren, en het komt 'er nu' op aan, om vrij te zijn, of het alles op te geeven. Zeg mijnentwege aan vriend v. L. dat het draalen thands niet meer ts pas komt — dat men mij in Haat moet ftellen, om de Natie te dienen", en de zinkende Vrijheid te redden , of dat ik anders die Wezens, wier bekrompen ftaafszucht zich daar tegen durvt verzetten , openlijk befchuldigen en zonder eenige de minfte verlchooning ten toon aal ftellen, en, voeg 'er tevens bij, dat ik 'van d't mijn befluit niet af te brert- ge«  C 37 > gen ben, al zou het mij het leven kosten. Wij •worden van alle kanten gerugsteund, en de opperfte Wet, die de nood ons oplegt, zal den trotsch en de vermetelheid wel weeten te vernederen." c utrecht, den 13. jun.ij 1787. (Van deezen Brief heb ik een klein gedeelte medegedeeld in hei eerfte ftukje der bijdragen, bladz. 43. hier is dezelve nu in zijn geheel.) „ De verwarring is thands op het hoogst m drie Compagnien van Stuart aan de Wicrickerfchans hebben gerevolteerd, en zijn reeds met haar Regiment op marsch naar Cuilenburg. Deze Schansch ligt flegts drie quart uurs van Woerden , en niettemin heb ik 'er de tijdingniecanders van kunnen krijgen als bij openbaare geruchten, omtrent 5 uuren na de gcbeurenis. Goede God! hebt deernis met den tuimelgeest, die jn alle onze /fchikkingen voorzit! Ik heb eenige detachementen met de noodige kanonnen afgezonden Om, zo 'er nog tijd roe was, die rampzaligen de pas af te fhijden. Heden zijn 'er weer drie Bataillons uit Gelderland in onze nabuurfchap aangekoomen, en zij ztjn vervangen door Troupes, die uit de Generaliteitslanden zijn afgczojiC 3 den,  C 38 ) XÏen. Alles is verlöoren, zo men één oogenblifc verzuimt met het neemen van gefchikte maatregelen. Is het niet om dol en raazend te worden, eene gantfche Natie Yoor zijne oogen ta Zien ongelukkig worden, terwijl weetnieten intusfchen onderling omtrent het door wien en op wat wijze dezelve zal moeten gered worden, over hoop liggen. Eindelijk is de Commisfie van Woerden benoemd, en men verwagt daar de Leden alle oogenblikken. fier dam aan den Rhijngraaf was toegezonden , onder anderen van deezen merkwaardlgen inhoudt „ „ Voeg hier bij, dat ik geene reden langer heb om mij te vlijen, gelijk ik mij zulks zeker zou gedaan hebben, ingeval de Heer Fis fcher (tot de Commisfie van Woerden)benoemd was geweest, dat men U zal willen raadpleegen; ik vrees, in tegendeel, dat men op den ouden voet zal blijven voordwerken , en dan is het Vaderland zo goed als onherfielbaar verboren. Al wat 'er in het Cordon voorvalt, hetgeen Gij voorzien hebt, en het geen ik, hoe ook mar mijn gering inzien, met U voorzien heb, zedert O&ober laatsleden, dit alles, zeg ik, i« bij mij een bewijs, dat de zaak verlooren gaat. De Heer M die mij heden gefprooken heeft, is in ftaat om U een denkbeeld te geeven van de diepfte neêrflagtigheid, waar m ik mij bevind, cn dit wel te meer, om dat ik geen vooruitzicht langer heb, hoe men de onheilen, die ons treffen, zal kunnen voorkoomen, uit hoofde van het gebrek, dat 'er is, aan goede en ftoatmoedige befluiten. In weerwil echtef van de wanhoop , waar in ik mij gedompeld vind, durf ik niettemin U bidden, omalies t* C 4 doen  C 40 ) doen wat in uw vermogen is, ter voorkoomlng der hinderpaalen, die ons het meest in ongele, genheden zouden kunnen brengen, en te gelooven, dat ik met de uiterfte confideratie en alle mogelijkerefpecr ben, &c. ;" Hec «ïitfluiten van den eerlijken Visfcher uk de Commisfie van Woerden, is een der ze, kerfte voorfpooken van den geestdrift, die in dat Collegie zal heerfchem Zich fchootvrij te ftellen van alle verwijtingen — zich ongevoelig uit het gedrang te redden,als alles op de onver, geevelijkfte wijze in't riet geftuurd is, en immer door zijne creaturen het roer der regeering werktuigelijk in handen te houden, ziedaar, waar het geval ten naasten bij op uit zal draaijen, Loop het met de zaak ongelukkig af, dan fwijflei ik geen oogenblik, of men zal het wel pndershands weeten ruchtbaar te maaken, dat $ 'er de oorzaak van ben''' ft utrecht, den 16. junïj 1787. „ Ik ben tegenwoordig, zo als Gij duidelijk ziet, een verfchovelmg , en alzoo hebben de Heeren hun hoofd-oogmerk bereikt hetCol- -legie beftaat uit uitgeleezen Leden, en hoofd Voor hoofd gefchikt, om zich door die geeneu {g laaten leiden en bellieren, d.'e zich agter de  (4i ) Gordijnen fchuil houden. In Gods naam! zij' rnoogen te Woerden refideeren, raadplegen en ordres geeven, met en aan vvien het Hun lust, ik begeer 'er geen part of deel in te hebben, Niemand, wanneer alles verlooren is, zal dan immer zeggen kunnen, ook deeze is onder het getal dier geenen geweest, welke ons onzen ondergang berokkend hebben F* Het is tegenswoordig reeds 5 weeken geleden , dat men de Utrechtlihe Burgers door het Krijgsvolk op de verraaderlijkde wyze heeft laaten aanvallen aan de Vaart — 't is meer dan een maand, dat onze vijanden aan onze Vrijheid openlijk den oorlog aandoen heeft men na dien tijd wel eens gedagt, om ons op eenigerhande wijze in Haat te dellen, van hen te kunnen verdrijven ? Wat zou men ? men heefe ja eene Commisfie benoemd, cn refolutie op rcfolutie genoomen, ziedaar ook al waar die Heprenvcr.ftand van hebben! maar is 'er wel eens questie geweest, om ook maatregelen te neemen, gefchikt, ona het geen men gerefolvcerd heeft, Vol te houden en te handhaaven? Wij hebben een flaatsbejluit genoomen, is het zeggen, en dan denkt men dat alles gezegd js — voor het overige leevt men gerust en te yreden voord het gantfche Cordon defer- • • C 5 *Wft  C4* ) teert intusfchen, en zo de Commisfie niet haast te Woerden komt, zo kunnen die Heeren wel eens in 't geval geraaken om onderling het bevel over eikanderen te voeren, want, wat het krijgsvolk betreft, daar zal bitter weinig van overfchicten." (Het overig gedeelte van dezen Brief, waarbij de Rhijngraaf bizon der e berichten geevt van de plaatshebbende defertie onder de Troupes , en hoe Hij vreest, dat de Stadhouder 'een aanval, niet op Utrecht, maar op Holland zal waagen met bijvoeging, dat Hij de Gewapende Burgers gaerne in activiteit zou zien , &c. is te vinden in het Eerfte Stukje der Bijdragen, bladz. 44. & 45.) f. utrecht, den 20. junij 1787. „ Mijn lieve vriend! zo ik 'er na verlangd heb, zo ik het mijne 'er zelvs heb toegebragt, om Frankrijk als Middelaar in onze gefchillen te doen voqrkoomen, zo weet Gij wel, dat ik *er niets anders mee beoogd heb, dan het winnen van den noodigen tijd, om ons in zuik een* flaat van tegenweer te fieilen, dat wij door onze eigen magt de vijanden onzer Vrijheid aanvallen , en 'er de Republiek eindelijk geheel van zuiveren konden. MaaiS  C 43 ) Maar, eilieve! of wij al tijd winnen, cn'er In 't geheel geen gebruik van weeten te maaken, wat vorderen wij dan ? Ik heb gisteren te Woerden de Commisfie gefprookcn, en, meent Gij, dat z j zich flegrs verwaardigd heeft, om mij naar mijne gedagten te vraagen over den (laat onzer Zaaken ? Zij, en wel inzonderheid dé Heer Blok, bemoeide zich nérgens anders mede, dan met mi] te verzekeren, dat de zaaken in een zeer goeden ilaat Honden dat men den Prins van Oranje, zo Hij Holland dorst aanvallen, wel zou weeten weerlland te bieden dat men bij de Staa¬ ten van Holland eene geheime rcfolutle genoomen had, ten einde zich van vreemde Troupes te voorzien, en dat ik maar zeer gerust weer naar Utrecht kon keeren. Evenwel, de Commisfie wilde mij nog eene gunstbewijzing doen — zij brak de conferentie af met mij te vergunnen van mijn Legioen tot omtrent 600 Man te mogen vermeerderen. Hier antwoordde ik op , dat ik elke gelegenheid, welke mij wierd aangeboden om het Land van dienst te zijn, ongetwijffeld voor eene gunstbe* wijzing aanzag; maar, dat men zich deerlijk bedroog, zo men zulks als iets perfoneels ten mijnen opzichte befchouwde, gemerkt eene gunstbewijzing van dien aart gefchikt was om mij v , meer  C44> ■jueer arbeids en zorg op te leggen* als wel .om ser eenig het rainlle voordeel uit te doen genieten. Ik heb de waereld lang loeren kennen, mijn Vriend ! De ondervinding heeft veel toegebragt tot verfijning van mijn gevoe.1, en door dit gevoel weet ik, dat die Woerdenfche Commisfie ïfiets anders dan een ftaatswerktuig is van de Haagfche Penfionarisfen, die, het geen zoo klaar als de dag is, het ontwerp gemaakt .hebben, om mij uit hoegenaamd alle zaaken uit te fluiten. Een vriend van 't Volk te zijn — zich een verklaarden tegenftandcr te toonen van alle Ariftocraten — is, oen gevaarlijk mensch te zijn, daar men zich voor wagten moet, dien men moet ondermijnen, en op alle mogelijke wijze zoeken uit den weg te mimen. Wat moet er toch van dit ongelukkig land worden, in handen van zulke wezens? het Guarnifoen van Naarden gaat ook deferteeren — dat van Muiden, Weefop en Nieuwerfluis zal het -niet minder doen _ ik heb bericht gekregen, dat de Regimenten Cavallerij van Philipsthall en Dragonders van Hesfen dezelvde route zullen neemen. Men denkt er bezwaarlijk op , om ajle zulke verfchrikkelijke onheilen te voorkoomen, en nog minder, om ze te verhelpen. Wat  (45 ) Wat moet 'er nog van oiis worden? een* Staatscommissie , die welhaast over geen een Soldaat iets te zeggen zal hebben, zal die ons redden? eene Egijptifche duisternis bedekt dis ongelukkig land, en houdt ongetwijffeld alle de ongerechtigheden voor ons verborgen, welk® zich hierna ontdekken en den Nazaat verbaazen zullen. Tegenfpoeden maaken mij niet ncêrflagtig, mijn Vriend! ook ben ik de man niet, die aan de behoudenis van ons Gemcenebest wanhoop-. Middelen, om hetzelve te redden en tegen de partij van Oranje te verdedigen, zie ik 'er overvloedig genoeg op; maar, zo het volk, zo desfelvs Geconfiituëerden 'er niet prompt-genoeg bij zijn, om al wat tot Afiftocratie en haaren veragtelijken' aanhang behoort, te recht te ftellen ,• zo de Natie niet bij tijds de oogen opent,, eer het kanon Haar wakker maakc, dan voorzie ik nog ijslijke tooneelen, daar God alleen het einde van voorzien kam Is 't mogelijk, dat men zich langer verlaat op menfehen, die een geheele Armée hebben doen verloopen, en die 'er nog eene tweede bij zouden opofferen, zo zij maar talenten genoeg hadden om ze op de been te brengen ? Dan eens overftelpt van droefheid, dan weer woeden-  ( 4« ) dende van fpijt, ben ik in een' toeiland, daar ik U geen denkbeeld van kan geeven. Ik voel, dac ik ongelukkig ben, en welhaast word ik nog ongelukkiger, die voorgevoel heb ik, en duizenden Braaven zullen het met mij worden —• wij worden nog, of gruwelijke flagtöffers van het Despotismus, of bloóhartige llaaven der Ariftocrarie. Laat dezen brief zien aan alle onze waare Vrienden ! Zij moeten weeten, wat gevaar wij over en weer loopen — zeg Hun uic mijn' naam , dat, zo zij 'er niet toe kunnen koomen , om onverwijld hunne Regeering te noodzaaken van aan Haare Gedeputeerden in 's Hage te gelasten, een formeel voordel aan de Staaten te doen, ten einde de macht van den Staat op een gantsch anderen en beteren voet te gebruiken, dat zij dan maar hunne halzen te krommen hebben onder een juk, daar niemand ïlen van kan verlosfèn, en dat zij hunne braave medeburgers, die Soldaaten der vrijheid geworden zijn, en die men vruchteloos op de flagbank zal brengen, vrij te rug roepen en behouden kunnen. Te Woerden zal ik geen voet meer zetten. Ik wil 'er zelvs den fchijn niet van hebben, dat ik deel gehad heb in het neemen van maatregelen, die men daar in den zin heeft — maatregelen, die  (47) 41e in den hoogden graad de kentekenen draagen van blindheid cn hoogmoed, en die alle oogenblikken veranderen. Ik wil mij lievst binneö de muuren van Utrecht opüuiten , en hier fneuvelen met alle die Braaven, die hfcc kloekmoedig befluit genomen hebben, om de plaats re verdedigen — of, zo eene vijandeli.ke overmacht mij 'er toe noodznke, zal ik mij met Hun in Amderdam werpen , daar 6e Ik j Wfil zult willen ontvangen , zo'cr volks genoeg is, en men daar ook rnoeds genoeg bezie om het tegen de dwinglandij vol te houden. 3. Om nu meer bepaaldelijk over het geen de Rhijngraaf te Utrecht verricht heeft te kunnen laaten oordeelen, zal ik eenige authentieke flukken laaten volgen, die ik volgens de orde van den dag bij een verzameld heb. Zie hier dezelve. A. EXTRACT uit de Notulen van de Commisfie ter diretlie der defenfie der Stad Utrecht. Donderdag, ai. jfunij 1787. Is geproponeerd door den Hecre Rhijngraave van salm of in deza tijd en omftandigheden niet  C 48 ) fliet allernoodzakelijkst zoude zijn, dat omtrent hét Regiment Cavallerie van Thuijl , alhier' Guarrtizoen houdende, eenige prccautien wierden ter hand genomen, en dien volgende bij de Hèeten Staaten deezer Provintie mogte worden gerefolveerd, dat de twee bovengenoemde Escadrons zouden worden voorgefteld, op nieuws dert Eed van getrouwheid aan de Heeren Staaten en Vroedfchap te doen, de onwillige Officieren bij de weigering aan teaeggen , binnen weinige uuren deeze Stad te moeten verlaten > en door de geWilligen van de Ruiters den Eed voor te houden, de weigerenden te ontwapenen, en de gewilligen op nieuws in den dienst deezer Provintie te neemen, terftond nieuwe Officieren aan te ftellen, en het Regiment aan den tegenwoordigen Heer Colonel Commandant te offereeren ,in geval gemelde Heer mogte inclineeren het Zelve te accepteeren. De Heer Rhijngraaf ftelde wijders voor, dat het thans hoog tijd was, dat men met meerdere activiteit handen aan het werk floeg, om al dat geen, dat tot betere Defenfie der Stad zo zeer nodig was, in orde te brengen; — dat'er vooral diende zorge gedragen te worden, dat 'er meer' arbeidslieden in dienst der Stad wierden genomen $  C 49 ) Uien, door welker gebrek veele zeer noodwendige zaaken agterweegen bleven. Dat ook voor al het werk der Inundatie met kragt diende te worden doorgezet, en alle empechementen, welke beftendig daartegen wierden gemoveerd, eens eindelijk dienden te worden weggenomen, alzó het te vreezen was, dan men zich anderfints over de pernieieufe gevolgen , welke uit dit vertragen zeker in cas var* attaque zullen ontftaan, daar men met eene zo zwakke bezettinge onmogelijk in Maat zal zijn, een beleg te kunnen uithouden , te laat beklagen , en dus met allen goeden wille eindelijk? buiten Haat zal zijn, eenigen merkelijken wederftand te kunnen bieden, daar integendeel de inundatien, waarin onze grootfte force zal moeten beftaan, eens in ordre gebragt zijnde, hec gebrek aan nodige Troupes daar door fufficient zal kunnen worden vergoed. Waarop de Heer Gouverneur Eijck gedeclareerd heeft, daarinne niet te kunnen confenteeren , wijl de Vroedfchap ordre gegeven had, voor als nog met alle inundatien geen verderen voortgang te maken , om de fchade, welke noodwendig daar uit zoude moeten proflueeren. D Er*  C 50 ) En verzogte de Heer Rhijngrave dat dit ter zijner decharge mogte worden aangetekend. Accordeert zoo veel het geëxtraheerde aangaat y c. w. kelderman. Wat de ordre van de Vroedfchap betreft, •volgens het zeggen van den Heer Eijck, om Voor als nog met alle inundatien geen verderen voortgang te maaken, daar heb ik geen authentiek Huk voor: de volgende Hukken echter kunnen genoegzaam doen zien, welke verhinderingen het werk der inundatien reeds van den beginne af aan ontmoet heeft. EXTRACT uit de notulen van //e commissie ter directie der Defenfie der Stad utrecht. Woensdag, 20 jfunlj 1787. Zijn binnen geftaan de Heeren van Stoetwegen en van der Horst, als Gecommitteerden» van Watergraafen Heemraaden van Westbroek ; té kennen gevende, dat hetzelve Collegie heden de Schouwe voerende , had ontdekt, «at er pwparatien wierden gemaakt, om de Pol-  ( 5t ) Polders van Westbroek cn omleggende Polders te inundeeren, dat daar door die Polders, beflaande in meer als 5000 Morgen, Monden te worden onder water gezet, en die Landen, cn derzelver Eigenaaren en Bewoonders aan finaale ruïne zouden worden blootgefteld, en verzogten gem. Heeren dat die werk mogte worden geftaakt. Is gerefolveerd deeze zaak terftond te doen examineeren, waar toe de Heer Kelderman is verzogt en geauthorifeerd, en in geval 't zelve werk als nog konde geftaakt worden, en de voorgenomen arbeid niet werkelijk te verre geavanceerd was, immediaat ordres te geeven , om met alle preparatien ten dezen opzichte te fupercedeeren. Accordeert zo verre het geëxtraheerde» aangaat, C. W. KELDERMAN. D % MIS-  C 5a.) M I S SIV E van de Heeren Staaten van holland en westvriesland, aan de Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad utrecht- edele erntfeste hooggeleerde wijze voorzigtige heeren'! Bij ons ontfangen engelezen zijnde eene Misfive van Schout,Buurmeester en Schepenen van de Loosdrecht, gefchreven aldaar den 24 deezer, waar bij onder anderen onze voorziening verzoeken in de bij hun gevreesde gevolgen uit eene Inundatie, die hun verzekerd was, dat in de Provintie van Utrecht, aan de Oostzijde van de Vechtvliet, tusfehen de Stad Utrecht en het Dorp Zuijlen , op raad of ordre van den Rhijngraaf van Salm, door een gat in den Westbroekfen Dijk en Weg, zoude worden geformeert, en hebben wij na deliberatie goedgevonden, het eerfte lid der voorz. Misfive, concerneerende het point der Inundatie hier mede aan UEd. toe te zenden, met bijgevoegd verzoek, dat de Ingezetenen dezer Provintie daar door niet mogen worden geiuquiëtteerd, zo verre het zelve eenig-  C 53 ) eenigzints beflaanbaar zal worden bevonden met UEd. Stedelijke Defenfie. Waar mede &c. &c. Gefchrevenin 'sHage,den 26 Junij 1787. De Staaten van Holland en Westfriesland. Ter Ordonnantie van dezelve clotterboke. EXTRACT uit de resolutie van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burti gemeesteren en Vroedfchap der Stad utre.cht. Donderdag, den a8 Junij 1787. Door Heeren Burgemeesteren zijnde gedaan leezen een ingekomen Misfive van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland, van den 16 Junij laastleden, met eene ingeflotene van Schout Buurmeester en Schepenen van Loosdrecht, van den 24 daar te voren. Waar over gedelibereerd zijnde , heeft de Vroedfchap gedachte Misfive gefield in handen van de Heeren Gecommitteerden tot het Defenfie Weezen, ten einde daarop zo fpoedig mogelijk te rapporteeren, en word de Heer Eijck , als Gouverneur dezer Stad, verzogt en geauthoD 3 rifeeni  C 54 ) rifeerd, alle werken tot preparatie der Inundatie te ftaaken, en de Heeren Gecommitteerden tot het Defenfie-Weezen verzogt, geenen voortgang met het formeeren der Inundatie te doen maaken , dan met expres confent van den Heer Gouverneur, onder approbatie van,de Vroedfchap. Accordeert in kennisfe van mij, IS AAK falck. Nog twee fiukjes , eer ik mijn onderwerp vervolg — 't is om eenig bericht te geeven van het Defenfic-Wezen.te Utrecht. EXTRACT uit de notulen der Commisfie ter Direclie der Defenfie 'der Stad utrecht. Woensdag, den 16 Maij, 1787. Proponeerde de Heer Overfie Fan der Borch &c. Dat voorts omtrent het tweede poinét,makende de fpoediger expeditie der militaire zaaken eene aparte Commisfie uit deze Vergadering zoude worden gedecerneert, om met den Heere Rhijngraaf van Salm, en, bij deszelfs abfentie, met den Heer Colonel van der Borch zodanige fchikkingen te maaken, als tot het gecom- bi-  C 55 ) bineert werken in cas van attaque, als tot den dagclijkfchen dienst zullen nodig zijn, en welke Commisfie ten vollen gequalificeerd word, om daar omtrent alle nodige arrangementen te maaken , zonder gehouden te zijn, alvorens te befluiten, kennisfe aan deze Vergadering te geeven. En zijn daar toe gecommitteerd, neffens den Heere Rhijngrave en Colonel van der Borch, de Heeren d''Averhoult, Keer en Kelderman ? welke Commisfie volkomen geauthorifeerd word om pro re nata te handelen. Pro Vero Extractu, c. w. kf.lderman. Hoe zeer ook deeze Commisfie van 5 Heeren volkomen fcheen gequalificeerd te zijn geweest, hcefc dezelve echter van den kant van het Collegie zelve veel tegenfiands ontmoet. Men wil, dat de geest van jaloursheid hier doorgaands ïieefc voorgezeten. MISSIVE van het BefenRe-Wezcn van utrecht, aan de Staatsccmmisfie te woerden. edel mogende heeren.' Wij hebben de vrijheid genomen UEd. Mog. door eene Commisfie uit onze Vergadering,gcD 4 mu-  C56) munieert met eene inltructie van de Ed. Gr. Achtb. Vroedfchap dezer Stad te doen voordellen, de onvermijdelijke noodzakelijkheid omter voorkoming van nadelige gevolgen, van wegens deze Provintie en Stad, tot welker Defenfie de Commisfie van UEd. Mog. zig mede is uitflrekkende, eene Commisfie , 't zij van een of twee Heeren bij de Commisfie van UEd. Mog. toe te voegen, ten einde omtrent de Defenfie deezer Stad met UEd. Mog. de Concert te handelen, en Communicatief omtrent de maatregelen der generaale Defenfie te werk te gaan. Wij hebben door onze Heeren Gecommïtteerdens desaangaande geene bepaalde refolutie van UEd. Mog. kunnen verneeme'n , dewijl UEd. Mog. zig te dier tijd daarop niet finaal hebben geëxpliceerd , en daar wij meer en meer de noodzakelijkheid van het door ons geproponeerde ontwaar worden, en dus in onze idéé bevestigd , dat , zal immer de generaale Defenfie zo van UEd, Mog. Provintie als van onze Stad met gewenscbt fucces worden uitgevoerd, het voor al nuttig en nodig is, dat UEd. Mog. hoe eerder hoe beter 'refolveeren, omtrent de te formeeren plans en uitvoeringe derzelve , zo omtrent de Generaale Defenfie als het gebruik der troupes, daar toe te emploijeercn, met eene Gom-  ( 57 ') Commisfie van deeze Provintie en Stadbedendig de Concert te gaan, en vooral, dat omtrent zodanige fchikkingcn, welke ter Defenfie der Provintie van Holland, omtrent de troupes in het Cordon, dagelijks gemaakt worden, eenige kennisgeevinge moge gedaan, en daaromtrent Communicatief met den Heere Rhijngrave van Salm. als commandeerende de Troupes,zo militairen als burgerlijken tot de Defenfie deezer . Stad gebruikt wordende, moge worden gehan■delt. .. , ■ ' ' " ' Wij vertrouwen, dat UEd. Mog. even als wij geredelijk zullen inftemmen, dat in deeze omfiandigheden zodanige communicative handelingen ten uitterften noodzakelij k zijn, alzo anderzints, in cas het zij deeze Stad, of wel eene of andere plaats van UEd. Mog. Provintie, vijandelijk mogte geattaqueerd worden , omtrent het emploij der Troupes en Burger Corps, welke tot de Generaale Defenfie, daar zulks zal nodig zijn, zullen gebruikt worden, groote confufie, ten minden vertragingen zullen veroorzaakt worden, welke van de nadeeligde gevolgen zouden kunnen zijn, terwijl Wij declareeren, met onze propofitie en nadere indantie niets anders te buteeren, als het geen ten meesten nutte en bevordering der algemeene belangens zoude kunnen llrekken , waarom Wij O 5 eok  f 58) ook vrijheid vinden met alle gevoegelijke empresfement te folliciteeren, dat UEd. Mog. onze gedaane Propofitie gelieven te amplecleren. Na UEd. Mog. in de Befcherminge Godes &c. De Commisfie ter Diredtie der Defenfie der Stad Utrecht, In derzelver naam c. w. kelderman; Op deeze Misfive is nooit geantwoord, niettegenflaande het daar in verzogte meenigmaalen herhaald is. B. VRAAG-POINTEN, door den rhijngraaf gedaan aan de commissie van woerden, omftreeks het einde van Junij 1787. r. Tenten voor een Corps van 6. I 8000 Man, met het overige van de Veld-Equipagie. e. Een Veld- trein, beltaande in 2. Drieponders voor elk Bataillon, met een Zesponder en Haubitzer voor elk Regiment. 3. Een genoegzaam groot getal Artilleristen daar bij — ongerekend die, welken men op de posten en plaatzen gebruikt. 4. Het  C 59 ) 4. Het Magazijn van Woerden te voorzien mee Ammunitie en Oorlogs-tuig van allerhande zoort. 5. De noodige Trekpaarden voor het Vcldspark, met tuig, trein-knegten en een getal ammunitie-wagens , die 'er toe behooren,., , .. 6. Pontons, cn Pontonniers. 7. Ingenieurs, onder directie van van Helden. 8. Een Directeur voor d'Artillerie, die met eenen kan inftaan voor den Haat van 't Magazijn. 9. Een Man , die den Maat der Inundatien kent. 10. Een Quartier-mccstcr, met een aantal Guldes (Gitzen._) 11. Een Generaal Brigade-Major,om de Lijstert en Roosters te houden. ia. Een Officier voor het Departement der Spionnen. 13. Een Magazijn van Fourage; of Fouragiers, die zich verbinden, om, op de eerfte ordre de beste , zoo veel fourage op vaste prijzen en termijnen te bezorgen, sis men bepaalcn zal. 14. Aan de Officieren dc beloofde Gratificatie Uit te deelea, ter goedmaaking der hoog- loo-  C 60 ) loopende Marsch-kosten , die zij gedaan hebben, met de verdere Douceurs en appointementen te velde. 15. Den Soldaat aan te moedigen, door hec vermeerderen der leening van 12. St. die hij noodig heeft om te leeven , zonder Loonwagtcn te doen , te arbeiden , of met verlof uic ce gaan, dac niec ce pas kan koomen. 16. Eene premie uit te Ioovcn voor eiken Man, die zich, al was het maar voor één jaar, .in wat voor Corps of Regiment het ook zij, zal willen verbinden te dienen, zo als dit in Oorlogstijden plaats heeft bij de Marine , en zo als tegenwoordig de Gelderfchen ook doen. 17. In het tegenwoordig geval eene Gratificatie te geeven aan het klein getal Soldaaten, r die aan de Provintie trouw gebleeven zijn. 18. Bedagt te zijn op een Apotheek en Generaal Hospital. 19. Op ftaanden voet een aantal Hulpcroupes in Soldij te neemen. •o. Met den Koning van Zweden eene Capitulatie aan te gaan, over het in dienst neemen van een getal Troupes, om die altijd indeplaats derZwitzers te kunnen gebruiken. 21.  (6i ) ar. Eene generaale recruteering vast te ftellen in Duicschland en hec Luikfche, op den prijs der premien, en om als dan de manfehappen aan de Regimenten gratis te leveren. 22. De Compagnien van 10. Man tot 10. Man te vermeerderen , naar gelang men van derzelver completeering kennis krijgt. 23. Drie Capitains-citulair bij de Cavallerie, en cwee bij de Infancerie ce moogen hebben. — Eén Quartier-meester per Compagnie bij de Cavallerie met de Gagie van een Trompetter Eén Tambour per' Comp. bij de Scherp - Schutters, en één Trompetter per Comp. bij de Jagers. 44. Bij mijn Legioen eene Comp. Artillerie te voegen, en, wanneer het Legioen voltallig is , te vergunnen, dat ik 'er nieuwe Compagnien bij aanwerve , met nieuwe Officieren , op denzelvden voet, als bij mijne Capitulatie bepaald is. «5. Zonder verwijl de vacantie - gelden, die men afgekort heeft, zonder te denken, dat men buiten dezelve geene Corpfen voltallig kan maaken, te remboursfeeren. %6. Op den Pruisfifchen voet eenige Vrij-bataillons te ligten, van welke de Officieren,  in geval van reforme, niet meer dan op twee maanden Appointemenc kunnen rekening maaken. 27. Met den eeriien Utrecht te voorzien van Artillerie en Ammunitie, daar men vruch" teloos zedert zes weeken om verzogt heeft, moetende men deeze Stad befchouwen als de borstweering van dc Provintie van Holland. 28. Uitleggers op alle de rivieren te plaatzen, waar langs men in Holland eenige landingen kan doen. 29. Ook gewapende Schepen op dc Zuiderzee. 30. Arrest te leggen op de Tranfport-Schepen te Amflerdam, al was het maar alleen om die van Friesland en Gelderland te omruilen. 31. Die van Overijsfel over te haaien tot het overdoen voor dit moment van twee Bataillons Militie, onder verband van Hen ook op ons beurt te zullen bijfpringen, ingeval van vijandelijken aanval of aanmarsch. Zij hebben nog Troupes genoeg over, om hec klein getal militie, dat de Stadhouder in Gelderland heeft, en dat daarenboven nog gelladig ontrust word, in bedwang te < bonden. ,32.  C<*3 ) Ji. In Friesland heeft men ook pogingen gedaan , om 'er zo veel Soldaaten mogelijk uit te haaien. Die pogingen dienen agtervolgd, en door kragc van wat geld vol gehouden te worden. 33. 'Er dient niet meer om gedagt te worden, om de Troupes van ftaat hier en daar te verftrooijen, zo als men het tot nog toe gedaan heeft, in het verkeerd begrip, dat men zich maakt van een Cordon. In tegendeel dient men ze in één punt te Utrecht te vereenigen, cn het geen niet in de Stad geplaatst 3:an worden, daar omftreeks te doen Campeeren. '34. De Vaart, Jutphaas, Nieuwerfluis, Hinderdam , Weefop, Muiden, enNaarden, moeten gedekt worden, door alle de bruggen langs de Vecht af te breeken, uitgezonderd die, welke aan de gefortificcerde plaatzen liggen, om zoo doende allen vijandelijken inval te beletten, van Utrecht af tot op de Zuiderzee, langs den weg van Naarden, of langs die, welk agter de Vecht loopen. 35. Regtsaf, in de richting van de Vaart en Vianen, zal men Gorkum foutineeren, en de jpasfages der Rivieren defendeeren , van waai;  / t C waar men weer dieper de provintie vaat Holland zal indringen, overal daar de vijandelijke bewegingen het noodzaakelijk zullen maaken. 36. 'Er moet een vrij groot getal Ponten te Vreeswijk bij een gebragt worden, om in weinig tijds een aanmerkelijk Corps Troupes , met een trein Artillerie, te kunnen overzetten. 37. Deze doortocht moet gedefendeerd worden door een' Uitlegger, daar men zedert zes weeken vruchteloos om gevraagd heeft. 38. 'Er moeten ook Pontons gelegd worden te Vreeswijk, ofwat laager, en Vianen moet tegen eene overrompeling gefortificeerd worden. 39. De Auxiliaire. Burgers moeten te Woerden verzameld worden, en, zo dra het getal 300 fterk is, en, zo als het bij dezen gebruikelijk is, een Bataillon uitmaakt, moeten zij naar Utrecht marcheeren. 40. 'Er zal een doodvonnis uitgefprooken worden tegen eiken Officier of Soldaat, die met de tegenpartij in de minfte verftandhouding leevt. 41. Twee Gedeputeerden uit de Staatscommisfie te zenden naar Muiden, Naarden en "Wree«  C 05 ) Weefop, en de quartieren van Philipschall en Casfel, om den Militair den Eed van getrouwheid aan de Provintie van Holland te doen afleggen , en , even als deeze', de Wettigheid der Staaten van Utrecht te erkennen, ten einde op hunne Attachés te kunnen marcheeren — om deeze operatie door te zetten, dient men verëenigde maatregelen te neemen van voorzichtigheid en macht. 4a. Het Bataillon van Bijland, met het geen 'er nog overig is van den trein der Veld-Artillerie, is te Ysfelftein niet wel geplaatst; men moet ze hoe eer hoe liever naar Utrecht zenden, hier heeft men ze nodig. 43. Van Woerden moet niets meer dan een Wapenplaats gemaakt worden , daar men Magazijnen van allerhande zoort kan formeeren, gedekt met een zwak guarnifoen. 44. Het Artijkel der Inundatien is van het uitcr- fte gewicht zo men tot dit geweldig middel zijn toevlugt wil neemen, dan dient men bedagt te zijn, dat de hoogtens van Linfchooten, hoe volmaakt ook de Inundatie overal uitvallen moge, niettemin altijd ongedekt zullen blijven. Men dient hier alle handen aan 'c werk te ftellen, ora f* E de-  (66) dezelve dwars door te mijden , en deze doorfnijdingen metretranchemcnten te voorzien, en eene zwaare Artillerie, van agteren gedekt met gecampeerde Troupes, terwijl men gelijktijdig de Communicatie met Utrecht, Vreeswijk en Vianen, zal tragtcn te behouden. 45. In de omfiandigheden,- waar in wij ons tegenwoordig bevinden, koomt hét lang delibereer en niet te pas — weigeren, of befluiten , en beflooten hebbende, de zaak daatelijk werkilellig gemaakt, en, zonder dat, loopt alles in 't riet. 46, Wat doet het Bataillon van Pallardij te' Woerden, en dat van Saxen-Gotha te Oudewater? dat men toch dit naar Woerden, en het ander naar Utrecht zende! df. Artilleristen hebben wij hier te Utrecht,maar het getal is bizonder klein — 'er dienen zes Corapagnien van gevormd te worden, die alle dag te Woerden exerceeren en vuuren moeten. — De Provintie heeft Officieren genoeg, die de kunst verflaan. 40. Te verneemen bij de Commisfie , over welke fom omfrreeks zij disponeeren kan, ten einde eene mogelijke berekening op alles te kunnen maaken,  t *7> 49* Haare inftruclie te mogen weeten, om te kunnen oordeelen, wat men met en door Haar werken kan. 50. Aan Neef, die de beste Officier bij de Ar¬ tillerie is, de Compagnie van Lombach te geeven , om dat men aan Hem het behoud van ons klein getal Artilleristen te danken heeft. 51. De foldij der Militairen te vermeerderen, uit hoofde der hooge bezolding der Auxiliairen en Waardgelders", die de geheele Armée zouden corrompeeren. £a Het artijkel der Adjudanten voor alle de geëmploijeerde Generaals te herinneren. 53. AanFrankrijk te verzoeken, om daarwettig, of bij oogluiking, te mogen recrutecren. 54. Bij den Generaal van Rijsfcl manfehappen voor de Waardgelders te 'verzoeken. &c. Eens vooral dient men op te merken, dat de' Rhijngraaf doorgaands de gewoonte had, van, het geen Hij met de Staafscöm'mïsfie van Woerden moest of wilde verhandelen, Artikelsgcwij ze te laaten optekenen — dan eens maakte ik daar of Memories of Brieven van, zo als die hier na zullen volgen, dan eens zond Hij den eenen of anderen van zijne Officieren met die genoteerde E a poia-  ( «8 ) pointen naar Woerden , om daar over articu^ latim met Hun Ed. Mog. te befoigneeren, en dan eens nam Hij dezelve mede, en overlegde alles met de •Commisfie in perfoon. Daar men nu, bij eene oppervlakkige leezing van de reeds opgcgcevene Vraag-Pointen , in 'c denkbeeld zon kunnen vallen, aisöf de PJiijugraaf alles op een hoogen toon, en zonder de vereiscbte decentie omtrent Hun.Ed. Mog. in acht-te neemen, had afgevorderd, zo heb ik het uoodig geoordeeld, deze remarque hier agter te voegen. — Het zal ook,ter Zijner tijd dienen, om den Rhijngraaf" tegen eene der onrcdelfkfie hefchuldighigen, die men ten deezen opzichte tot zijn laste heeft zoeken in tê brengen,met allen grond van recht en billijkheid te.dekken. De Officier, die met dusdanig eene Notitie ..van Vraag - pointen naar JVoerden geëxpedieerd wierd ,, had doorgaands in last, om bij elk artikel de ontvangen antwoorden in. margine aan te tekeneu. Zo als wij 'er llraks eene proef van. zullen .zien. Ondertusfchen kan het zeer ligt gebeuren , dat ik hier cn daar mi? niet exact genoeg geuit heb. de reden, is eenvoudig, alles wierd zoo beknopt mogelijk uit den mond van den Rhijngraaf genoteerd , om tot eene pro memoria te dienen, het zij bij de fchriftelijke extenfie, te Utrecht,  ( «9 ) Utrecht, het zij bij de mondelijke conferentie te Woerden — in het eerde geval kan ik geene onnaauwkeurighedcn begaan, ik geef de Brieven en Memorien op , zo als die in orde gebragc zijn; maar in 't; ander geval kan ik met geene mogelijkheid zoo exact, zijn, alzo ik zelvs moei-r te gehad heb om den zin van zommige afge, brooken en onduidelijke pasfagien regt te vatten — over H geheel kan de Leezer klaar genoeg zien, wat de Rhijngraaf gewild, en hoe Hij over den loop der zaaken gedagt, géfchr v>en en gefprooken heeft. ■ C. MISSIVE van den Rhijngraaf % van salm, aan de Staats - Com■mis/ie, te woerden, edel mog. heeren! Zo even bekomen wij de tijding, dat het Regiment van Baden Durlach deezen nacht om 12 uuren was opgebrooken met 4 flukken Kanon, en een Detachement Dragonders — dat dezelve met het aanbreken van den dag voor Wijk te Duurftede zijn gekomen —dat men vervolgens eenige Canonfchooten heeft gehoord , en dat daarop alles wederom ftil geworden is , w^aar uit men vast veronderflelt, dat Wijk zal overgegaan zijn- — Langs dezen weg, Ed. Mog. Heeren E 3 zou*  c 70 y zou dan de vijand, reeds meester geworden zijnde van de inundatie, welligt een aanval op Utrecht kunnen waagen. — Wij beklagen de Wijkenaars te meer, daar wij geinformeert zijn, dat het bovengemelde Regiment reeds voor 2 dagen gemuit, en zieh openlijk tegen zijne Officieren verzet heeft, om dat zij in de cantoneering alles hadden willen plunderen. Uwe Ed. Mog. zullen nu van zelve begrijpen de noodzakelijkheid, die 'er is, om ons meerder verfterking te bezorgen. — Het Regiment van Hardenbroek, de Bataillons van Palardij en Bijland , en alle' de Artilcristen van IJsfelflijn en de Amunitie, zouden deeze verfterking proyifioneei kunnen uitmaken. — Ik verzoek UEd. Mog. om ons ten fpoedigften van Artileristen, en Amunitie te voorzien, en ordres te expedieeren naar Vianen aan Hardenbroek, en naar, IJsfelflijn aan Bijland, om op mijne requifitie, zich directelijk ter plaatze te begeven, daar ik naar de omfiandigheden het nodigst zal oordelen, gelijk ook aan het Bataillon van Pallardij te Woerden. Ik heb de Eer, Edel Mog. Heeren, om mij met zeer veel eerbied te noeihen, UEd. Mog. Onderdanigfte Dienaar, FR. RH. VAN SALM. . Utrecht, 6 Julij 17.87, D. EX-  C f* ) D. EXTRACT uit de notulen van de Commisfie ter Directie der Defenfie der Stad utrecht. Zaturdag, den 7. Julij 1787. De Heer Rhijngraaf van Salm flelde voor, dat de attaque, door den Prins van Orange op de Stad VVijck gefchied, en de vijandelijkheden,aldaar zoo door de geweldige attaque zelve, als door het moorden en kwetzen van onnozele Burgers gepleegd, thans ons in de volftrektenoodzaakelijkhcid brengen, om niet langer ftil te zitten; te meer, dewijl de ontevreedenheid van de Burgers en Auxiliairen door het ftil zitten hoe langer hoe meer aangroeit, en thans door het gebeurde te Wijck ten top gekomen is — dat om die redcri Hij van oordeel zoude zijn, hoe eerder hoe liever deezerzijds onze gedeclareerde vijanden te attaqueeren , en wel, dat daar toe geen tijd moge worden verzuimt. De Vergadering hier over rijpelijk gedelibereert hebbende, en in agting genomen zijnde de tegenwoordige fituatie, waarin deeze Stad zich thans bevind, zedert de innecminge van Wijck, is unaniem gerefolveerd, den Heere Rhijngraaf van Salm te verzoeken cn te qualificeeren, omme in den volgenden nagt een Detachement, zoo E 4 tterk  C 70 • fterk als de Heer Rhijngraaf zal noodig. oordeelen, uk deeze Stad te doen trekken, en den vijand op zodanige wijze te attaqueren, als volgens de bekende krijgskunde van zijne Excell. ten tneesten nutte en voordeeligst zal kunnen gefchiec'en. Accordeert pro vero Extraétu. c. w. kelderman". E. MISSIVE van den Rhijngraaf van salm , aan den Heer p. paulus, in 's hage. 13. Julij 1787. Q vertaald.^ .Ik zit hier rog te Woerden. Vruchteloos heb ik weer bij de leden van de Staatscommisfie eene herhaaling gedaan van oneindig veel dingen, die ik behoef, om Utrecht te verdedigen — ons tegen een mogelijken inval in Holland in ftaat te ftels len _ onze vijanden eindelijk op te zoeken — aan te vallen, en uit de Provintie van Utrecht te verdrijven, 't Is of ik met fpraakelooze beelden te doen heb — die Heeren, in weerwil van Hun uitgeftrekt gezag, vermogen echter niets in zaaken van de uiterfte aangelegenheid, en buiten welker afdoening wij geene der ons voorgedelde oogmerken bereiken kunnen. Wat  C 73 ) Wat 'er omtrent het oprichten vat? mijn regiment, en de nominatie der Officieren gebeurd is , is bekend. Men heeft alles opgefchort, niettegenflaande men klaarblijkelijk overtuigd is, dat, elke dag, dien wij verliezen zonder ons tegen den vijand te wapenen, een der wezenlij kfte verliezen is voor de goede zaak, die wij voorfiaan, en niettegenfiaande ik eene formeele Capitulatie gemaakt heb met de Commisfie, op wier gegeeven woord ik afgegaan ben, en reeds verfcheiden Officieren naar verfehillende oorden heb afgezonden, om bij honderden te recruteeren — Ik wagt ze hier, en wat wil ik'er meê uitrechten? nu moet ik nog daarenboven de verwijtingen hooren, dat ik aan meenig één mijn woord niet heb gehouden. En het fchijnt op mij alleen gemunt te zijn— ik alleen word zoo behandeld — &c Nota. I. De meeste dier Officieren hebben van hunne posten afgezien, rekening maakende op die, welke ik Hun beloofd heb op de trouw der gemaakte verbintenis met Hun Ed. Mog. e. De Jager-Compagnie, daar ik in de Capitulatie van mijn Regiment van fpreek, is onvergelijkelijk nuttiger dan Grenadiers. E;5 3- Wat  C74 ) 3- Wat wil ik nu doen met de 50. Jagers, die reeds ten dien einde in dienst zijn, die geene foldaaten weer zullen worden, en dien ik zeker kwijt raak ? 4. Wat zal 'er van Utrecht worden, zo men ons langer zonder Canon laat, daar wij zedert zes weeken vruchteloos om gevraagd hebben? 5. Waarom de Magazijnen van Delft en Dort niet aangefprooken ? 6. Waarom mij' van Pontius naar Pilatus verwezen, om levensonderhoud te hebben? 7. Waarom mag ik toch geene gequalificeerde Adjudanten hebben? 8. Geen'Brigade-Major, noch Quartiermeester, met hunne Aides? 9. Geene Tenten, geene Karren, noch al wat tot een Camp behoort ? ...10. Geene Pontons en Pontonniers, zonder welken wij voor eiken floot moeten blijven Haan ? 11. Waarom met mij niet te raade gegaan pver de gefchiktlle wijze om Troupes te hebben ? ik heb 'er immers kennis van — de proeven zijn daar. 12. Ternaauwernood kennen wij de Mineurs, Sappeurs en Pionniers bij naamc, en attaqueer, en defendeer ons zonder hun! 13. Waarom laat men mij zitten zonder In- ^ ge-  (75 ) genieurs, zonder Artilleristen? ik ben reeds twee Maanden te Utrecht. Het minde bagatel word mij geweigerd, of, dat op 't zelvde ukkoomt, men dek alles in het oneindige uit. 14. Wat vertrouwen is 'er te dellen op eene Staatscommisfie, zoo lang zij omtrent dien geenen, met welken zij verbindtenisfen aangaan,, geen woord houden, en ze voor alles blootdellen? 15. Zes weeken agteréén heeft de Staatscommisfie het buiten mij kunnen dellen — nu heeft: zij mij geraadpleegd, en, hetgeen ik met Haar. overlegd en beflooten heb te Woerden , ontmoet tegendand in 's Hage, 16. En nog durvt men na dit alles zeggen, dat men mij bezorgt, al wat ik behoef, om de. dad Utrecht te verdedigen , en de gantfche Provintie te onder te brengen. Ik heb flegts 300a Man, en de helvt bedaat nog uit Burgers — trek daar eens de dad meê uit, om een vijand aan te vallen, die in zeer weinig tijds 8000. Soldaaten kan bijeenbrengen. 17. Daarenboven is de vijand, van al wat hij. noodig heeft, voorzien, en wij hebben niets, yoldrekt niets, als 3000. Man, gewapend met Musquetten. Wat het Canon betreft, wij hebben noch Pi.e:den om het voord te trekken ?> noch  Cr*) noch geoeffende Artilleristen om het op open veld te behandelen. NB. Ik heb 'er 12, die geöeffend zijn — de rest beftaat uit Burgers, zonder Officieren, zonder genoegzaame kennis en krijgstucht. 18. Men werkt 'er op, om mij mijne Eer en reputatie te doen verliezen — men zoekt mij bet vertrouwen van de Natie te beneemen, door uitteflxooijeH, dat ik in Utrecht van alles voorzien ben, om den vijand met fucces aan te tasten , maar dat mij talenten ontbreeken. em courage. 19. Die ongereimde leugens, zo wel als zulke laffe lastertaal, zou ik wel eensklaps kunnen doen ophouden, door met den druk openlijk uit te geeven den ftaat van alles, waar in men, mij gefield heeft, en daar bij aan te toonen, welk een bèftier ons volkomen te gronde helpt, en welke de geheime drijfveeren zijn, die een zoo flrafbaar gedrag, als 'er gehouden word, veroorzaaken; maar zou dan ook gelijktijdig de «vijand niet van alles onderricht worden en weeten, hoe gemakkelijk het hem valt, ons te vernielen ! fip. Evenwel, zo men niet hoe eer hoe beier van gedrag veranderen wil, zo wel omtrent de publieke zaaken als omtrent mijn perfoon in *t  ( 77 ) 'c bizonder, zo zweer ik, dat niets ter waereld mij daar van zal weêrhouden — daar de Staat 'eraan gewaagd word, waag ik 'er mijne Eer ook bij, ik ga de gantfche Natie onderrichten op wat wijze men met haare dierbaarfte belangens omfpringt. 21. Ik zal 'er openlijk voor uitkoomen, dat ik met de middelen, die mij ter hand gefteld zijn, noch Utrecht defendeeren, noch Holland dekken, noch den vijand aanvallen kan, en dit zal ik zoo zeker bewijzen als tweemaal twes vier is. 22. Men maakt mij wanhoopig — ik wil alles voor alles opzetten, om den Haat te behouden, en mij zeiven ook, voor 't minst mijn goeden naam. 23. Ik voel te wel, dat men mij in een Haat van vernedering zoekt te houden dat men mij wel Armeën wil doen Commandeeren, zonder mij voor Generaal en Chef te erkennen, en dat men mij als eene Slet, zo niet erger, zoekt te behandelen, door wel van mij te willen gediend wezen, maar zonder mijne dienflen te willen beloonen. 24. Utrecht heeft mij tot Generaal benoemd, zegt men, de Provintie mooge mij dan ook betaalen, en men weet ondertusfchen, en elk een weet  c n) wéét dit ook , dat de ftad weekelijksch eené confiderabele fom uit Holland behoevt, om met behulp daar van haare onkosten goed te maaken. a.5. Men blijvt, tegen alle gezonde reden, 'er hardnekkig op ftaan, om een Cordori te hebben agter Utrecht, den Vaartfchen Rhijn m de Vecht J daar het hoegenaamd geen nut kan doen wij dekken ze immers ook. 26. Dc goede van Rijsfel moet daar te Woerden blijven zitten , en men verdeelt onze geringe macht derwijze, dat de eene helvt aan de andere volftrekt geen nut kan toebrengen. 27. Bijkans eene geheele Armee is tot den vijand overgeloopen, en men verandert nóch van beginzelen noch van maatregelen — alles gaat nog den ouden gang _ wat zal onze ongelukkige Natie zeggen? wat zal 'er nog eindelijk van worden? 28. Zo men mij 'er toe noodzaakt, zal ik *er eindelijk toe koomen, om alles aan de Natie te ontdekken, en dan zullen wij zien , öf Zij zal het zien, wat goede trouw is, wat talenten zijn , en wie het recht aan zijne zijde heeft. 29. Men legt mij Eerzucht te last, ja, die feezit ik, maar om gewigtige diensten te doen, Cu.  C 79 ) en welhaast, zo men met flinkfche wegen blijvt Omgaan, zal ik voor 't oog der gantfche Natie verklaaren, dat, zo zij mij wil laaten werken tot behoud der goede zaak, die in oogfchijnlijk gevaar is, ik 'er alles aan geeven zal. Mijne Eer en mijn leven zullen voor mijne goede trouw borg liaan , en ik ontrust mij 'er gcenzins ovei\ of dit zal indruk maaken. 30. Is het redelijk, is het langer te verdraagen, dat men mij met alle de Colonellen dei' Armée op een gelijken voet Helt, na zoo veele gewigtige diensten als ik gedaan heb, en wel op een oogenblik, dat ik daadelijk aan het hoofd der Troupes geplaatst ben, die alleen de wezenlijke magt vari de Provintie uitmaaken? 31. Telkens ondervind ik, dat men, en in het toeflaan, en in het weigeren van iets, niets anders zoekt, dan om mij niet als Generaal Officier te erkennen — de reden daar van is voor mij niet raadzelagtig. 32. Ik ken den Man , aan wien de flaat, aart wien ik dat alles verpligt ben — ik ken zijn fijftema, ik ken die geenen ook, daar Hij zich van bedient, om tot zijn but te geraaken — ik zal ze befchamen, en ze ten toon Hellen — ik veragt ze, ik vrees ze niet. 33. Men zal mij in Holland in dezelvde waar¬ dig-  ( 8o ) digheid erkennen, die ik te Utrecht heb — 'er zal met gemeen overleg een plan van operatie gemaakt worden. 34. Men zal mij niet langer in mijne beurs ruineeren, of ik zal mij zei ven wel weeten te redden. 35. Dat men zich geen oogenblik verbeelde, dat ik onder den Generaal van Rijsfel zal dienen? 36. Alle plooïjerijen, fchikkingen, uitflellen, uitvluchten, van wat aart ook,niets zal mij een oogenblik, weerhouden, te fpreeken, te fchrijven, te doen, al wat noodigis, om opening van alles aan de Natie te geeven, om Haar te behouden, cn mij te verdedigen tegen alle mijne laage en zwakke vijanden. ANECDOTES. ï. Toen de Commisfie te Woerden gearriveerd w?s, begaf ik mij derwaards, en ik wierd bij Hoogstdezclve vrij aartig ontvangen. De Heer Blok zond mij naar Utrecht te rug, onder verzekering, dat de Staaten van Holland geheime refolutien genoomen hadden, om alles te herftellen — dat Hij zelve het op zig nam om Hólland te defendeeren, en dat ik maar gerust en in vrede naar huis kon keeren. e. Vier  ( 8i ) ' 2. Vier weeken daar ha koom ik bij die Heeren weêroirt — ik bragt 800 Man mede, op 'e oogehblik, dat Mevrouw de Princes naar'sHager wilde — ik bood Hun mijne diensten aart, en die zelvde Heer Blok zogt mij onder 't oog té brengen, dat ik gezondigd had, met over Hollandsch territoir te marcheeren zonder Attachés van de Scaatscommisfie, en dat ik maar hoe eer hoe liever naar Utrecht moest gaan, alwaar mijne tegenwoordigheid noodzaakelijk was, en'erongetwijfeld naar verlangd wierd (Ik heb onder mijne collectie nog een' Brief liggen van den Generaal van Rijsfel, gefchreven aan den Rhijngraaf, den 28. Junij, cn die bij deeze twede Anecdote niet te onpas kan koomen. Zie hier denzelven, vertaald. „ Op het oogenblik ontvangen de Heeren van de Commisfie ter defenfie van Holland en de Stad Utrecht, de tijding, dat Mevrouw de Princes van Oranje, in Haare reize naar 't huis in 't Bosch, tusfehen Haasdrccht en Schoonhoven opgehouden en gearrefteèrd is. Ik geef u kennis van dat voorval, ten einde Gij de goedheid zult hebben van zommigc arrangementen te maaken, om, zo dit geval gevolgen mogt hebben , niet te kort te fchieten. Ik laat het Bataillon van Pallardij met dc Ruiters van Hesfen* F Phl*  C 8* ) imilipsthall, die ik hier heb, naar Hacsdfscht marcheeren, om alle rencontres aan den kam van Holland te voorkoomen. Heb de goedheid, en neem ook aan den anderen kant alle noodige Voorzorgen; Ik heb flegts één oogenbliköver om Ute fchrijven, en het zou mij ook daarenboven kwalijk liaan, U voortefchrijven, wat 'erin dit geval gedaan moet worden.") Dc overige Anecdoteszal ik tot een gelegener tijd bewaaren — ik zal voordgaan. F. VRAAG-POINTEN, gedaah aan de commissie van woerden. Utrecht, 13. Julij 178?. (Onder de meeste Artijkelen paan de in margine genoteerde antwoorden.') i. Het ongelukkig denkbeeld om een Cordori te formceren , heeft reeds ten gevolge gehad het verliés van eene Armee, en welhaast gaat de Republiek ook verlooren, zo men daar niet van afziet. Aan dit Artijkel is voldaan. Si Het komt 'er op aan, om Naarden, Muiden, Weefop en de Nieuwerfïuis te dekken, en zoo veele Troupes, als men met moogelijkheid bij een kan brengen , in Utrecht te werpen, met verlaating. van aüe die nutte- ioo-.  C 33 ) looze posten, die daar agter liggen, en door de voorn, plaatzen, en Jutphaas, de Vaart en Vianen beveiligd worden. Idem. 3. Een Departement voor de fpiorinen te benoemen , met een' kundig Man aan 't hoofd — en daar een fonds voor te befchikken. Idem. 4. Te zorgen, om, door dit middel, van alle de vijandelijke bewegingen kennis te krijgen. Idem. 5. Agter de Vecht óm te gaa*, met al wat uit Utrecht kan trekken, zo de vijand links op marcheert; de pasfage te defendeeren, en, in dit geval, op flaanden voet de Inundaüè te formeeren. Idem. 6. De Hoogtens van Linfchoten te doorfnijden 4 derwijze, dat men dezelve kan defendeeren * door derwaards alle macht bij een te brengen , wanneer onze voorposten mogten woiden gerepousfeerdi Het begrijpt zich, dat in dit geval Woerden in ftaat van defenfie zal moeten gebragt worden. Hier over zal gefprooken worden, zo& dra de Heer van hielden hier is. E %  C 84 ) 7. Zo de vijand zich regtsaf beweegt langs de Waard , zal men zich uit Utrecht naar de Vaart, of langs den kortst mogelijken weg« naar den Lekkendijk marcheeren, om de Pasfage tot aan Rotterdam te defendeeren. 8i Gorcum en Loeveftein te dekken met een Bataillon van Stürler. Dit kan niet gefchieden. 9. De Stad Dordrecht van een fterk Detachement te voorzien, zo de vijand langs deezen kant avanceert. 10. De Lekkendijk in den ulterften nood te doorfteeken, om de vijandelijke Troupes, zo zé tot de Alblasferwaard mogten genaderd zijn, ' in de uiterfte verlegenheid te brengen. ïi.De gevraagde Artillerie met zoo veel Canoniers mogelijk hier te bezorgen, om den veldtrein, die op march moet, te vergezellen. Hier aan is ook (zoo veel mogelijk) voldaan. 1c.Tenten voor 8000 Man — Karren, en de rest der Veldëquipage. 13. Eene voorloopige befchikking ter verkrijging der noodige Paerden tot alle zoorten. vast sranfporten. Dit arrangement kan gemaakt worden. 14. Za  ( H ) ï4- Zoo fpoedig mogelijk een Bataillon Artillerie op te richten volgens alle de op te geevene fchikkingen. Geaccordeerd. 15. Te zorgen voor het in orde brengen van een Magazijn te Woerden, voor alle zoorten van Oorlogs behoevtens gefchikt. Dit zal zoo veel mogelijk bevorderd ' •worden. i 16. Pontons te bezorgen en Pontonniers — ten dien einde het Magazijn te Dord te ïbrceeren, daar men Pontons heeft. Hier aan kannen wij nietsdoen, maar dit wel toelaaten. 17. Een Quartiermeester met 12. Guides, om de Armée te conduifeeren. Hier op word verzogt de noodige fchikkingen te maaken. 18. Twee Ingenieurs onder de directie van Van Helden. Deeze zijn "er niet, maar zullen deèkelijk uit Frankrijk gedepecheerd worden.' ip. Een Directeur van de Artillerie. Dit behoort tot het plan der Artillerie, F 3 se. Een  C M) a,o. Een Generaale Brigade-Majorvoorhethou» den der Lijsten en Roosters. Dit door de Adjudanten te verrichten. ai. Te zorgen voor het accoord der fouragie 'm allen mogelijk geval. Dit kan gefchieden. ::">. Eene premie uit te looven voor dc Deferteurs cn anderen, die zich in wat Corps ook; willen koomen engageeren ? zo als het ia, zeeoorlogen gebruikelijk is. Hier is over gejprooken. 23. Bedagt te zijn op een Apotheek en Generaal Hospital te Woerden. Hier over zal' gefprooken -worden, en. getragt, daar , toe eene andere plaats te vinden. 2,4. Uitleggers op aile dc rivieren, om de vaartuigen tenoodzaaken van vooral 's nagtslangs. ónzen kant te blijven liggen. Hier aan is voldaan. 25. Te zorgen, dat op de aan te wijzen plaatzen Ponten gereed liggen, om de rivieren te kunnen overtrekken, en traHfportfchepen, om Troupes over te voeren, daar heer noodig zal zhn. Hier toe konda geprocedeerd worden. *6. Pc ftraf des"doods uit te ipreeken tegen elk cea  '( 8.7 ) een, die met den vijand in veiftandhoud'.ng. leevt, en hem wat het ook zijn moge fourneert. PFord gedifficulteerd. 27.' Twee Gedeputeerden uit de StaatseommisGe te zenden naar Muijden, Naarden, Weefop, de Nieuwerfluis, en daar die van Philipsthall en Casfel gecantonneerd liggen , om den Militair den Eed van getrouwheid aan de Provintie van Holland te doen afleggen, en, even als deeze, de wettigheid der Staaten van Utrecht te erkennen, ten einde op Hunne Attachés te kunnen marcheeren. Hier aan is voldaan. aSi Het Artijkel der Inundatie in orde te brengen. Hier over met den Generaal van rijssel en Anderen te fpreeken,. tpa Met de Gedeputeerden tot de Burgercommisfie te Woerden de Concert te ageeren. Dit gefchied zoo veel m.ogelijk. 30. Niet minder dan twee Adjudanten voor mij, en één' voor den Generaal van der Borch. 'Er zijn twee Adjudanten aan den Heer Rhijngraaf geaccordeerd — de Gever, van der Borch is thands in dienst der Staaten van Utrecht. 1 F 4 3**  ( 88 ) g i. Bij Frankrijk te verzoeken om daar wettiglijk, of bij oogluiking, te moogcn rccruteeren. Dit is reeds gefchied. 32. Mij levensonderhoud te bezorgen, en voor mijne Paerden ook — zij moeten voédzel hebben. Hier over word de Rhijngraaf verzogt met den Generaal van rijssel; te concerteeren , en over het refyltaf zullen wij fchrijven. 53. Zo men ons te veld wd gebruiken, dienen wij de ge woonc Equipage-Gelden te hebben. -,. . Idem. ■ — l 34. Tc vcrneemen bij de Commisfie, hoedaanig het ten naasten .bij met de geldmiddelen gelegen is, om daar na gevolgelijk alle mor, gelijke berekening te maaken. 35. Eenige Vrij-Bataiilons op té rigten op den Pruisfifchen voet, wier Officieren, in cas . van reformc, op niet meer dan 2. maanden Appointement kunnen rekenen. 30'. Hoe eer hoe beter een getal Hulptroupes in foldij te neemen. Deeze twee pointen zouden kannen fuperfede eren tot het antwoord van Zweden komt. $y. Door gantsch Duitschland, op alle mogelijke wijze openlijk te verfpreiden , welk de -0 ;• . tol-.  £ 8; ) foldij,'premie ,wat in 't gemeen het engagement is vaneenl iöllandfchcn Soldaat, om hier zoo veel vreemdelingen mogelijk te lokken. 38. De Compagnien van 10 tot 10. Man te vermeerderen, na dat-men van derzelver voltalligheid zal worden geïnformeerd ; of, dat beter gaan zal, aan alle Regimenten het overcompleteeren toe te ftaan op den Prhsder Aanritsgeldcn. De augmentatie van 10 Man kan gefehieden. 39. Mij' over de Troupes te laaten Commmdec? j-en, en alle de Ordres der Commisfie te laaten uitvoeren; men zou die, zo men het wilde, door den Generaal van Rijs/el kunnen laaten cxpediccrcn, zonder immer' mij onmiddelijk doorDcczen te laaten Commandeeren, waar in het ook zijn moge, alzo ik het recht heb, en het vast bcflüit daar bij genoomen heb, om gcenzins onder dien Heer te dienen. 40. In de tegenwoordige omfiandigheden, komt het lang delibcreercn niet te pas — weigeren , of tot een befluit kobmen,en hetzelve llaandevoets uitvoeren. Alle deeze Artijkelen zijn op'den 23. Julij, F 5 on*  t ff } omtrent in dezelvde .bewoordingen hcrhaajd, met het volgende flot daar bij „ Nog eens — ik moet de vrije dispofitïe heb-r ben over alle de Troupes van het Cordon — zo dra ik kan Campeeren, zal ik van agteren alles met genoomene Pofitien dekken, en dan zou her. de ongerijmdheid zelve zijn, de Troupes nutteloos te laaten guarnifoen houden. De Heer van Rijsfel valt met mij niet in deeze gedagten, en ik verklaar plegtig , dat ik het voor mijne rekening niet neem, zo dc flaat, door eene verdeeling van haare macht,, zoo tegenftrijdig aan de gezonde rede en evidentie, 'es wezenlijk bij verliest. Aangevallen zullen wij worden , dit is zoo zeker als iets, en, zo men dan eerst maatregel Jen moet gaan neemen, die vooraf hadden behooren te gefchieden, zal het te Iaat zijn. Dit heb ik duizendmaalcn herhaald, en men heeft naar mij niet willen hooren. Ik zal mijn geweten en reputatie fchootvrij ftellen tegen alle verwijtingen, zo men voordgaat met mij met beuzelagtigheden en talmerijen op te houden — openlijk en bij den druk zal ik 'er voor uit koomen, dat het mijne fchuld niet is , dat wij in dien hopeloozen ftaat gebragt zijn, waar in wij ons bevinden, en dat het nog minder mijne fchuld - ■ ?ijn  <9* ) zijn zal, zo de ijsfelijkfte onheilen ons jammerlijk overvallen —alle aanzien van Perfoonen, alle bijzichten van Staatkundige menagementen, dienen op te houden, wanneer het Gemenebest in gevaar is. De tijd is al — geen renvoijeeren, maar zonder uitftel afdoen, is de zaak —- geld moet ik hebben, zoo veel ik wil, met eene onbepaalde vrijheid om 'er in onze nooden over te befchikken — dit kan alles niet gedetailleerd worden — ik zal 'er eene naauwkeurige verantwoording van doen — Men kan mij ftraffcn, zo ik hec flegt bedeed men kali een' ander in mijne plaats ftellen, zo men iemand in 't oog heeft — die mooge mij vervangen , ik zal 'er gce$ zucht om laaten." G. PRO ME M O R I A ont by de Staatscpmmisfie te Woerden te dienen. Utrecht, 16 Julij 1787. 1. Rapport van een Plan van oprichting van een Bataillon Artillerie onder Commandts van den Hr. tTAverhoulti • 2. Een dito van een Corps Guides. - ^. Eeae. aanftelling als Generaal Adjudant voor Joh.  Joh. Daniël Cappes, Lieutenant van dc Infanterie van het Legioen. 4- Dito voor Ph. August van Pappenheim, Capitein vau de Infanterie van hec Legioen. 5- Qualificatie voor P. Ph, Juriaan Ondaatje, Capitein van het Regiment van van der Borch voor de Directie van Corresponden. . tie en Ipionncn. 6, Op welke wijze ik de toegelegde tracrementen van voornd. Heeren — de geavenceerde .1000 Ducaaten aan den Heer Dela Prade — de ƒ 3000 , welke ik heden morgen aan den Hr. d Ocrolij naar Vianen 1 verzonden heb,, om de goedgekeurde fortificaties der plaatfen te beginnen, en daar van ik dc noodige quitanties zal opleveren, en het fonds voor fpionncn en Correspondentie, zal ontfangen. > De Heer van Helden, die wij zo noodzakelyk hier van noden hebben , koomc nog niet opdagen. 8. 160 Man zijn naar Gorkum gedetacheerd, . en op morgen zuilen nog 100 man naar Nieuvverflüis vertrekken. 9. De Papieren, die nodig zijn om deNegotiatic tot verkrijging van Zweedfcke Troupes te  C 93 ) te beginnen, zuilen morgen bier wezen* en ik zal als dan direct daar over het nodige rapporteeren; intusfchen heb ik den Zweedfchen Chargé d'Affaires de Graaf van Bongen gisteren doen hier koomen, en met Hem voorloopig deze zaak, welke Hij als zeer doenlyk befchouwd, gearrangeerd. 10. De Hertog van Liancourt is weêr by my geweest, en ik heb Hem gedetermineerd, wederom direct een Courier naar zyn HofF te zenden, om onze zaak zo veel doenlyk te bevorderen. 11. De Marquies de la Cote zal heden of morgen op aanzetting van genoemden Hertog, hier koomen, om verder middelen te benamen, waar van ik in den tyd aan de Heeren nodig rapport zal doen. Ia. Nog een bygevoegd Plan van oprichtingvan twee vrij Compagnien, dat ik ten fterkftcn recommandeer, en voor welker promte realifatie en nuttigheid ik inflaa —- de verhoogde prys van aanrits - gelden word door de byzondere kostbaare wapening van «it volk veroorzaakt, doch men zou 'eriets van kunnen afdoen, en de Heeren zouden onder welneemen dit oeconomique Artikel aan my kunnen overlaten, om den mogelyk- ften  C 9* ) flcn fpocd aan deze zaak by tezettem J3. Ik verzoek, het Plan van Generaale werving van den Colonel Maijern aan mij te willen toezenden, om te kunnen overleggen, , in hoe verre deszelfs Propofitie kan nuttig gemaakt worden* ,14. Het Plan of Memorie over de fortificatie van Vianen terug te verzoeken. 15. De gevraagde Artillerie met den grootftcn fpoed hier te bezorgen* 16. Alle Tenten, Karren en verdere VeldEquipagies, welke op ordres van Hun Ed. Mog. in het magazijn van Woerden afgelevert zyn, fuccesfivelijk en zonder uitfiel naar Utrecht te zenden , waar mede men zo dra mogelijk een Corps d' armee in beweging ftellen kan. 17. Of provifioncel 24 Artillerie paarden met de nodige kncgts op denzelven voet aangefchaft en onderhouden kunnen worden, zoo als de Stad Utrecht een gelyk getal onderhoud, voor ƒ 130 pr. paard en tuigagie, 6 Oppasfers, elk ƒ5 fweeks, 6 Canonniers cn Voerlui, a ƒ 5. — Dit getal zal genoeg wezen , tot dat men in ftaat is, grootere dingen te ondernemen, ï8. Eenbrigade Major is onöntbeerlyk; 2 Adjudanten  ( 95 ) ilahten kunnen het ontzaglyk Detail, daf tot organifatie van eene Armée behoort, volftrekt onmogelijk uitvoeren, en een Brigade Major heeft een afzonderlyken dienst, die gefchieden moet, als men dezaakenniet wil in de war laaten. _ Als men Troepes in kleine Deelen in guarnifoen laaten, of van het eene Guarnifoen na het andere trekken wil, heeft men geen Brigade Major van noden, maar als men wil marcheeren , campeeren, en expedities doen, dan moet men een man hebben, die den Veld dienst regelt en in orde houd. 19. Zo dra mogelyk de genomen refolutie omtrent de prannien te laten drukken,en een groot getal Exemplaren over te zenden, om dezelve al de oorden te kunnen uitftrooijen. ao. Dat men hooren mag, datde'nodige fchikkingen voor een flotille d'Embarquemenc by Vianen gemaakt zyn, volgens affpraak. 21. De Memorie van eene Zee-expeditie op Amersfoort, ten overleg van deHeeren toegezonden, kan myns bedunkens eerst ftand hebben, als wij ons met een Arméetje kunnen in beweging zetten, maar ons ontbreekt nog zo veel. 32. Voor het eventuëele fouragie - accoord zal  Cs>0 . ik zorgen, en verzoek de Heeren, daar toe ook Commisfie te geeven, doch ik kan niet zien 5 dat deze fchikking voor eerst zal nodig 'wezen. "PS. Het Plan van de Artillerie is nog niet klaar, morgen zal het over gezonden worden. H. MISSIVE van de staats-commissie te Woerden, aan den rhijn - grave van salm. hoog cebooren heer ! ' Wij hebben uit de eerde Misfive van U Hoog. Wel geb. gezien de hindernis, welke de Magtfiraat van Vianen heeft toegebracht aan het leggen van een Retranchement op de Pontwaartby Vianen —Wij fchrijven heden dieswegens aan de Magiïlraat van Vianen, en verzoeken U Hoog Wel Geb. den Lieutn. Colonel tPOcroly flechc* te ordonneeren, met het werk voort te gaan. Wat verder .U Hoog Wel Geb. twede Misfive belangd, kunnen wy niet afzyn U. Hoog Wel Geb. te rescribeeren. Dat, wat de Acle van den Heer Ondaatje betreft, Wij dezelve wel eenvoudig voor de Direftie van Correspondentie en Spionnen zouden kunnen geven; doch dewyl dezelve wel eenigzints gemotiveert diende te zijn, liefst wensch-* tm  C 97.0 tón , dat U Hoog Wel Geb. een idee overzond. Wat de duizend Ducaten aan de la Prade, en drie duizend guldens aan £ Ocrolij aangaa t, U Hoog Wel Geb. zult dezelve denkelijk m het laatst van deeze weck by ons kunnen ontvangen , gelijk ook het fonds voor de Correspondentie en Spionnen bij ons zal moeten betaald worden. De Heer van Pielden wagt enkel na het expediëeren zyner eofnmisfie, ingevolge zyne nieuwe qualitcit, waar na Hij terftond zal overkomen. De Baron de Maijern zal' ons met dc eerfte post de Capitulatie, met Hem gemaakt, terugzenden, wanneer wij Hem een Plan van Recrutagic zullen doen toekomen, dewijl wij Hem bij voorraad hebben aangefchreven, om in dien tusfehentijd zoo veel Recruten mogelijk aan te werven — indien U Hoog Wel Geb. rui midlerwijl ons gelievde te fuppediteeien, op welke wijze dusdanig Plan best konde gearrangeert worden, zoude zulks bij Zijne rescriptie eenigen tijd kunnen uitwinnen. Het Plan van Vianen gaat hier nevens terug, terwijl wij U Hoog Wel Geb. morgen perSchuit (alzo het paket te groot voor de post zoude zijn) een paar honderd Exemplaren der genomene Refolutie omtrent de Premicn zullen toezenden.  C9*) Voor de gevraagde Artillerie zullen wij, zo dra wij in de mogelijkheid gefield zijn, zorge dragen, en dc Tenten insgelijks fuccesfivelijk en met het minde uirftel overmaken. In het accordeeren van den Brigade Major kunnen wij als nog niet treden, om reeden, welke wij aan U Hoog Wel Geb. reeds hebben te kennen gegeven. Doch, wac het eventueeleaccoordnopens de fourage betreft, voegen wij de commisfie op ü Hoog Wel Geb. hier nevens, Wegens de Schepen tot de flottille d'embarquement bij Vianen, zijn wij reeds in onderhandeling, en zullen U Hoog Wel Geb. zoo dra mogelijk den üitflag melden. Wat voorts de oprchting van een Bataillon Artillerie , onder Commando van den Heer a" AverhoitU ; Het Corps Guides, en de daar bij gevoegde berekening —het Plan van oprichting voor twee vrij Compagnien, En eindelijk de 24 Artillerie paarden met de nodige Knegts en Canonniers betreft, kunnen wij, dewijl 'er thans verfcheide Leden der Commisfie om gewichtige zaken abfent zijn, niets finaal befluiten, doch zuilen morgen of over. morgen, wanneer wij meer compleet zullen zijn,  C 99 ) xijn, U Hoog Wel Geb. deswegens nader onze gedachten communiceeren, gelijk ook wegens de twee Generaal-Adjudanten, omtrent welke wij, voor zo veel namelijk dc modus quo belangt, nog met onze mede Leden moeten confereren. Dewijl wij intusfehen, het zenden der 450 man naar Gorkum, het overkomen dei Papieren wegens Zweeden , en de onderhandeling met den Graaf van Bongen,gelijk ookmètden -Hertog dc Lianceurt en den Marquk dï la Cote, En het Plan van eene Expeditie te Scheep op Amersfoort, Voor communicatie aanncemen , en verder aan het doorzicht van U Hoog Wel Geb. aanbeveelen. Waar mede hoog cebooren heer.! Wij U Hoog Gcb.bcvcelen indebefchcrming Godes. Gefchrceven binnen IVlerden, den 17. Julij 1787. U Hoog Wel Geb. bijzondere goede Vrienden, De Gccommitteerdens van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, ter defenfie dezer Provintie en de ftad Utrecht. Ter Ordonnantie van denzelven H. costerus, Secret." G 2 PS.Hoe  ( ioo ) P.S. Hoe zeer wij met genoegen vernomen hebben , dat i oo Auxiliairen aan de Nieuwerfluis zijn aangekomen, kunnen wij echter niet ontveinzen, zelve gefurpreneert te zyn, dat de gemelde Manfehappen, zondereenig blijk van ons confent, of'van den Gener. Major van Rysfel, derwaards zijn gemarcheert, waar omtrent wij vertrouwen, dat U Hoog Wel Geb. in 't vervolg de nodige voorziening wel zal willen doen, ten einde niet te hazardeeren, dat zodanige manfehappen worden afgewezen. I. MISSIVE van de commissie van gewapende burger - corpsen aan den Rhijngraaf van salm. hoog geb00ren heer! Gisteren avond hebben wij rapport gedaan van het verhandelde met Uwe Excellentie, en zijn nu afwagtende het ons toegezegde. Bij die gelegenheid vernam de.Commisfie met gevoeligheid de behandeling der Staats-Commisfie, en is meer dan ooit geperfuadeerd , dat 'er volflrekt redres in komen moet. Wij neemen de vrijheid Uw Excell. dus in bedenking te geeven of  ( 101 ) pf dezelve niet zoude goedvinden aan die Ileeren nog eens uiteindelijk en met nadruk derzelver behandeling onder het oog te brengen, cn dezelve een zeer kort termijn te ftellen, tot het dadelijk vervullen van al het geen Uw Excell, dezelve heeft afgevraagt, en aan Uw Exeell. is toegedaan, met declaratoir, dat Uw Excell. 'er anderzints kennis van zal geeven op. de aanftaande Provintiale Vergadering van Gewapende Burger-Corpfen, die Donderdag eerstkomende te Leijden gehouden zal worden. Wij vleijen ons, dat een zodanige Demarche effect zal doen, en zo 'er de daadelijke kennisgeeving. op. volgde op de Provintiale Vergadering, zijn wij verzekerd, dat het zeer veel en een zeer goede fenfatie zoude maaken. Wij hebben gemeend, Uw Excell. deeze gedachten ter overwceging te hebben moeten, voordragen, en hebben de Eer, &c. Dc Commisfie van gewapende Burger-Corpfen tot expeditie der Militaire zaken. En uit naam derzelve, pieter. vreede, Secret>_ Woerden ai Julij 1787. G 3 ' K.MIS.  ( IOÏ ) K. MISSIVE van den Rhijngraaf van salm aan de staats-commissie te woerden. edel mog. heeren'! De tegenwoordige omfiandigheden der zaaken noodzaaken mij, UEd.Mog.met alie mogelijke veneratie het volgende in gedagten te brengen: Dat ik, in h.:t begin van den Keizerlijken Oorlog de eer gehad heb, gechargeerd te zijn door Hunne Hoog Mog. om Zwcedfche en Duitfche Troupes te negotiëeren , volgens eene aan mij gegeevene inllruétie , welke thans ten grondflag zou kunnen verftrekken van eene, gelijk ik vertrouw, in den tegenwoordigen tijd nuttig te hervattene negotiatie met den Koning van Zweecfen. —— Ik ver wagt tot dit g:vaï UEd. Mog. gunftig bevel, zo dra mijne relatien en weinige talenten aan dc goede zaak van het Vaderland van eenig nut kunnen zijn. —- De fubfidiairc traétaten heb ik in dien tijd opgehouden , door een ander, en voor den Staat min kostbaar, plan, het welk aan de Keizerlijke Macht nog meer afbreuk gedaan heeft, dan een gantfche Arméc, door den Staat bezoldigd, ik meen den band der Duitfche Vorftën tegen den Keizer, onder aanvoering van wijlen den Koning vaö  C io3 ) van Pruisfen. — In dien tijd heb ik de eer gehad, 200,000/van den Staat te mogen ontfangen, tot uitvoering der fccretc negotiaties, daar ik mee gechargeerd was, cn welke penningen ik aan 's Lands fchatkïst terug bezorgd heb. Ik gebruik bij deezen andermaal de nederige Vrijheid, UEd. Mog. op het allerernfrigst en ferieust te verzoeken, op mijne, een en andermaal over dat ontwerp gedaane voorftellcn, gocdgunftiglijk te antwoorden — ik moet het nog eens herinneren, vergunt mij die vrijheid Ed. ..Mog. Heeren! dat de tegenswooraige omftandigheden van het lieve Vaderland fpocd vcrcifehen', dat 'er geen tijd verloorcn moet gaan, de tijd toch en de vijand mogten naar een gelukkig ■oo«enblik om voordeel te doen wachten, zij zullen naar ons niet wachten, naar ons, aan wien nog, gcloovt mij, om zo te fprcekcn, alles ontbreekt, wat volftrekt vereischt wordt, om den gemeenen Vijand allen mogelijken afbreuk te doen, 'k laat ftaan, om in de termen te verfeeren van een formidabel Armée in gereedheid te hebben. — Ik ,voor mij, ik wil bij de Eer, die ik begeer, cm een vrij Volk van wezenlijken dienst te kunnen zijn, ook daarenboven een zuiver ge weeten omdraagen, dat ik niets cnbeproefd gelaten heb, om daadclijke middelen G 4 tot  ( i°4 ) tot bereiking mijner eerlijke oogmerken in \ •werk te ftellen , en daar toe alten den zulken , aan wien het Volk van 'Nederland het on• bepaalts vertrouwen heeft opgedragen, in tijds op de dringendfte wijze ter mijner gereedelijke adfiftentie aan te zoeken. Voor het overige, Ed. Mog. Heeren! herinner ik mij zeiven deeze eene grondwaarheid, dat, zonder middelen, niets ter uitvoer gebragt kan worden — en over zulks, dat ik, die de eer zal hebben, eene Armée ten dienste van bet Land te commandecren, ook daar toe de noodige medewerkers van nooden heb , zonder welken het van geen fterveling, van wat conditie hij ook met opzigre tot zijne militaire kundighe-den en historicele ervaarenis zijn moge , gevergd kan worden, iets het minfte ten nutte van het Gemenebest te beproeven. Deeze Medewerkers heb ik nodig — van UEd. Mog. gunftige dispofitie hangt zulks geheel cn al af. - Alle uitftel is pernicieus — dc tijd eischt eene fpocdigftfi voorziening — cn de politie, waar in ik mij gefteld vind, en die mij op zwaare onkosten jaagen, duit niet, dat ik mij langer , zonder eenig uitzigt op eene fpoedige beredding van zaaken, in een woeligen en omflagtigen post ophoud, die, zo wanneer dezelve naar cvenrc-  C 105 ) digheid van deszclfs nuttige bediening, waarvan UEd. Mog. geen waar denkbeeld van maaken kunnen, niet eenigermate voor mij draagclijkcr gemaakt' wordt, mij ter ceniger tijd in de onaangenaamfte prédicamentcn zou moeten inwikkelen, waar voor ik hartelijk wensch,dat UEd. Mog. veelvermogende intercesfie en hoogst gevencreerde grootmoedigheid mij in korten daadelijk zullen trachten te bevrijden. Waar mede ik de eer heb , mij met alle behoorlijke refpect en waaren Eerbied te noemen, edel mogende heeren.' UEd. Mog. gchoorzaamflcn Dienaar, utrecht, fr. rh. van salm. 21 Julij 1787. L. EXTRACT uit de notulen van de commissie ter Direclie der defensie der Stad utrecht. Zondag, 2° Julij 1787. Is geleezen eene Misfive van de Vergadering van de gewapende Burger Corpfen in Holland, gedateerd op gisteren den 21 dezer. Fiat infertio. Is gerefolvcerd een Lid uit deeze Vergadering G 5 te  ( io6 ) te committeeren , ten einde mondeling' aan gemelde Commisfie, te Leijden Vergaderd, voor te dragen, hoe zeer wij buiten ftaat zijn, om , met eenige hoope van fticces, iets. weezendlijks te ondernemen, daar wij bij aanhoudenheid gebrek hebben aan de voornaamfte noodwendigheeden, welke wij, niettegenfiaande meenigvuldige aanzoeken, zo bij de Staten van Holland, als derzelver Gecommitteerdens te Woerden, tot heden toe niet hebben kunnen bekomen, daar de Magazijnen in Holland voor ons gefloten blijven. En word de Secretaris Kelderman verzogt, een gedetailleerden brief deswegens te fchrijven aan gemelde Commisfie, ten einde het mondeling voorflel zo veel mogelijk te apuiëeren. En is de Heer Gordon verzogt, zich met deeze commisfie naar Leijden te chargeeren ,welke zulks heeft aangenomen. Accordeert zo verre het geëxtraheerde aangaat. C. W. KELDERM A N. M. MIS-  C ïc7 ) JVï. MISSIVE ^ commissie gewapende burger-corpsen Clan (Utl rhijngraaf V(IU salm. hoog wel geb. gestr. heer! Wij zijn gelast van wegens de provinciale Vergadering van de gewapende Burger-Corps, onlangs re Leijden gehouden, en op reces tegen aanfbaande Donderdag gefchciden, als dan aan dezelve eenig verflag te doen van den Staat der Defenfie dezer Provintie, de Stad Utrecht daar ..onder begrepen, tegen het zaamen getrokken Leger van den Prins van Oranje en dezijnen. Wij weten geen beter en zekerer middel om in dezen aan dien last te voldoen,-dan door U Excell. te worden voorgelicht, daar wij ons verzekerd houden, dat 'er niemand is, aan wien de locale Pofitien deezer Provintie en der Stad Utrecht, het vermogen der Militairen en Burger Macht, de fterktens, dc voorraad van Ammunitie &c. en daar tegen de magt des vijands en zijne politie zoo volkomen bekend zijn als aan Uw Excellentie; om niet te fpreken van dc uitgeftrekte militaire cn andere kundigheden, welke bij Uw Excellentie gevonden worden. Het  ( W8 ) Het is om deeze reden , dat wij de Vrijheid gebruiken, Uw Excellentie te verzoeken, ons met eene rescriptie te verëeren, en daar bij eenigzints gedetailleerd te informeren, wat men van den Staat der Defenfie dezer Provintie en der Stad Utrecht te denken hebbe, en of men thans niet genoegzaam in die Stad van magt voorzien zij, om iets met vrugt tegen den Vijand te ondernemen , en denzclven met wezenlijk voordeel van zijne (kindplaats te verdrijven, i en alzo eerlang een einde te maaken aan die rampen, door welke reeds deeze Provintie zoo lang en zoo geweldig is gefchokt geworden. Hier meede &c. De Commisfie der gewapende Burger-Corps van Holland, ter Expeditie van Militaire zaaken. En uit Last van dezelven , th. van leeuwen, woerden, den Abf. Secretarie, 03 Julij 1787. N. De  C *°9 > N. De commissie ter directie der defensie van utrecht, Aan de commissie der gewapende burger - corpsen ïli holland. wel edele manhafte heeren ! Wij hebben uit dV Misfive van U Wel Ed. Manh. met genoegen al weder ontdekt den prijfelijken ijver van U Wel Ed. Manh. in hec behartigen van dat geene, wat niet alleen ten besten van 't Vaderland, maar ook tot behoud van zodanigen, welke het hunne tot voorfchreven einde hebben zoeken toe te brengen, zoude kunnen ftrekken. Het lot, aan onze ongelukkige meedc vaderlanders, de Heeren de Nijs en van der Kemp overgekomen, heeft ons alhier niet minder getroffen. Wij hebben bereids, zo veel in ons was, tragten gebruik te maken van die middelen, welke ons in onze fituatie bij der hand waren, en op verzoek der Burgerij bewerkt, dac reeds cwee Heeren geweezen Vroedfchappen, Voet van JVinsfen en Martens, in bewaring genomen zijn en ftrikt bewaard worden, teneinde aan dezelve zódanige reprefailies te gebruiken als de behan- do-  ! C "o ) deling aan bovengenoemde Heeren zal meede brengen — wij hebben gedacht, dit het gefchikfie middel te zijn, om daar door alle verdere mishandelingen aan dezelve zo veel mogelijk voortekomen; waartoe ons mede niet ongepast is voorgekomen, dat van wegens de Staten van Holland, of an ders, van wegens dc Regeering der Stad Leijden, eene reclame van den perfoon van den Heer van der Kemp, als een Burger, ten minfien als Invvooner van Leijden, gefchiede, 't welk wij aan de attentie van U Wel Ed. Manhafte bijzonder aanbevelen. Hoe zeer wij het, bij U Wel Ed. Manh. opgegeven middel, om eencn of meerder Officieren van eenigen rang in handen te krijgen,niet desapprobeeren, vinden wij ons, indcfituatie, waar in wij ons bevinden, voor als nog buiten de mogelijkheid, om met fucces te kunnen hopen, dat wij daar in na genoegen zullen kunnen reüsfcren,eu,tcn einde U Wel Ed. Manh. zelfs van de weinige apparentie om dat middel ten effecre te brengen, zullen kunnen oordelen , maaken wij van deeze gelegenheid gebruik, om U Wel Ed. Manh. een meerder ampel Detail van den .toeftand der defenfie van onze Stad cn Provintie onder het oog te brengen. Wij maken geene zwarigheid ,U Wel Ed. Manh.  < Mi ) Manh. te declareeren, dat,hoe zeer wij van de noodzakelijkheid van eene attaque op onzen vijand volkomen overtuigd zijn, wij als nog buiten de mogelijkheid geb ragt zijn, om zulks met eenig gefundeerd vooruitzigt van goed fucces te kunnen onderneemen , daar wijnauwlijksinftaat zouden zijn, tegen den fuperieuren magt van den vijand, welke in korten tijd tot 8000 Man te brengen is, eene Armee van omtrent 3500 Man in 't veld te brengen, welke gedeeltelijk uit geoeffende militairen en gedeeltlijk uit Burgercorpfen zouden bcflaan. En, daar tot zodanige attaque voor al een goede train Artillerie en Artilleristen, die wel gcoeffend zijn, vereischt worden, vinden wij ons grootelij ks daarvan verdoken , alzo ons zelfs veel Artillerie tot een enkele defenfie dezer ftad ontbreekt , niet tegenftaande wij reeds, maanden geleden, om dezelve zo inftantelijk verzogt, en van tijd tot tijd ook bij de Commisfie van hun Ed. Gr. Mog. dat verzoek hebben vernieuwd en aangedrongen, en dus buiten ftaat zijn, een genoegzaam trein Artillerie in het veld te brengen, daar wij tot de behandeling van dezelve Artillerie niet meer dan 12 geoeffendc Canonniers hebben, welke ons, op fterk aanhouden,van Hoiland zijn gezonden, en met welke wij principaal in 't veld zouden moe-  C "O nioeten agecrcn, daar dus voorts de Artillerie zoude moeten bediend worden door een getal min of meer geöcfiendc Burgers, waarvan altoos naauwlyks nog het benodigde getal gebrekkige Artilleristen zo voor de ftads Defenfie als bovengenoemde veldtrein zal te vinden zijn. Hier bij komt, dat onze vijanden zeer voordelig gelegerd zijn, en zodanig geretrancheert, dat het Leger op 3 a 4 wegen, die ten hoogden 40 voeten breed zijn, zouden moeten aangevallen worden. Hoe gebrekkig nu zodanige atta. que met onze geringe magt, en hoedanig dc gevolgen daar van voor ons en onze Bondgenoten zouden kunnen zijn, zal een ieder deskundig zó wel als wij begrijpen. Ingeval wij zo gelukkig zouden mogen zijn, den vijand te flaan, zouden wij naar deeze ftad moeten terug keeren, na dat wij ten minften een derde part van ons volk zullen verloren hebben, en dat misfchien met dat genoegen, dat wij eenigen onzer vijanden meer zullen hebben doen fneuvelen, daar het ous, hoe voordeelig zodanige attaque ook voor ons zoude mogen uitvallen, onmogelijk is, het veld te houden, wijl wij geene Tenten, noch eenige veldbehoeftens hoegenaamd hebben, ja zelfs geen paarden, om ons gefchut te vervoeren, nog nodige amunitie wagens voor deArtil- lc-  C MS ) lerie zo ruin als Bagagiewagens, om al *t welktt wij tot hier tot vruchteloos verzogt hebben» En daar wij in het ander geval, 't welk aan ieder kundig en verftandigmensch meer als waar* fchijnelijk moet voorkomen, namentlijk, dat wij bij zodanige attaque geflagen wierden, niet alleen het verlies dezer ftad, maar zelfs van Holland en de geheele Patriotifche Partij te voorzien hebben, zouden wij ons buiten degrootlle verantwoording voor de geheele Natie , aan zodanige gevolgen niet gaarne exponeeren. Vraagt men nu, waar deze rampzalige dispofitie van daan gekomen is ? kunnen wij in waarheid daarop antwoorden, dat wij zedert veele maanden, daar het behoord, de nodige verzoeken ter verkrijging der genoemde noodwendigheden hebben gedaan, zonder eenige ftukken gefchuts, uitgenomen iets, te hebben kunnen verkrijgen, waar van men denkelijk de nadeelige gevolgen tot nog toe niet heeft gepenetreerd, of heeft willen penetreeren, terwijl het zekef is, dat het in de Historie eene onbekende zaak is, eene groote ftad, zonder reè'ele fortificatie met 6000 man allerhande Militie op te proppen, zonder ter verdediging van dezelve en tot nodig gebruik van zodanig getal Manfehappen iets anders te willen belleden,als Mannen mltSnapH ha*  C i'4 ) fearten, zijnde de zaaken zodanig gefield, dat men aan die geen, welke het guarnifoen Commanderen zal, tot heden toe zelfs geene Adjudanten, hoe zeer ook nodig, heeft willen toevoegen, zonder te fprekcn van Ingenieurs, Artilleristen, Sappeurs , Mineurs , Pontonniers , Pionniers, Gidzen, een Brigade Major, Quartiermeester, Pontons, om kleine rivieren en flootcn tepasferen, en honderd andere zaken , wier naamen aan Lieden het metier niet grondig verflaande, niet bekend zijn* Ziet daar, Wel Ed. Manh. Heeren! de waare lituatie, waar in wij ons bevinden, en welke wij, zo ter verantwoording van ons, als van die geenen, aan welke de Defenfie alhier is • toevertrouwd , niet hebben willen verbergen, en in zodanige fituatie begeert men, fleden te defendeeren, te marcheeren, eampeeren, battailleeren t en wat dies meer is. Wij maaken te minder zwarigheid * UWel Ed. Manh. deeze opening te geeven, dewijl wij overtuigd zijn, dat het U Wel Ed. Manh. zo min aan genegenheid als gelegenheid ontbreekt, om in deeze tijdsomflandigheden in de voorgemelde gebreken nog te kunnen doen voorzien, dewijl al het voorgenoemde gebrek nog te verbeteren zoude zijn, indien aan Lieden des kundig gede- man-  ( "5 ) teandeerd wierd, de noodzakelijkheden op tsr geven, dezelve te doen opkoopen en aan fchaffen, op, de best mogelijke wijze, en aan dezelve daar toe het nodige geld en authorifatie te geven — in zodanig geval zouden drie weeken volkomen genoeg zijn,öm alles in orde te brengen. Befchouwt men met genoegzame attentie en doorzigt de gevolgen, welke uit al het voorgenoemde gebrek kunnen, en denkelijk zullen geboren worden, kan zulks waarlijk niet dan de grootfre bekommernis veroorzaken; te meer, daar men de magt, met welke de vijand nog zoude te» beteugelen zijn , zodanig verdeeld en gefchikc heeft, dat dezelve nooit te zamen daar toe zal kunnen worden gebruikt, en zelfs, indien de vijand mogte refolveren, de Provintie van Hol* land, 't zij over de Lek of Vecht in te dringen , jnen niet in Haat zal zijn, zulks te kunnen beletten, daar het Guarnifoen dezer Had, wegens gebrek aan alle Veld noodwendigheden, niet zoude kunnen marcheeren, indien daar in niet werde voorzien. En, alzo wij voor ons volkomen overtuigd zijn, dat,in geval de nodige Veldbehoeftensnog tijdig wierden aangefchaft, en alle de Troupes van Holland en Utrecht aan een beduur, waarop wij «ns ten vollen kunnen verlaaten, wierden toeH a veer.  ( n6 ) vertrouwd, men in (laat zoude zijn, in de tijd v:m drie weken met dezelve magt Utrecht genoegzaam bezet te laaten , en den Vijand te dwingen , te retireeren, en als dan dezelve te attaqueren , bcveelen wij deeze zaak aan U Wel Ed. Manh. ten einde in die zodanig te bandelen , en de zaaken aldaar te brengen, waar het noodig is, om daar in fpoedig en nodig redres ts bekomen. Wij hebben de Eer &c. &c. De Commisfie ter Directie der Defenfie der Stad en Provin. ne van Utrecht. Ter Ordonn. van dezelven, c. wv kelder ma nv ütrectit, den 25 Julij 1787. v O. EXTRACT uit de notulen der algemeene vergadering VUU dett krijgsraad en directie van de geldersche gewapende burger brigade , gehouden, binnen de Stad utrecht, den 26. Julij 1787. Be Heeren vanHockelum en verdere Officiejfen onzer Artillerie, hebben ter dezer Verga. dering klaaglijk voorgedragen, dat Hun WelEcb Man-  ( «7 ) Manh- eergisteren waren gecommandeerd, om met Kanon na buiten deze Stad uit te trekken, doch geene Paarden en andere vereischtens voor het Kanon hadden kunnen bekomen, en dus in de noodzakelijkheid waren gebragt, om het Kanon door de Kanonniers te laaten tranfporteren. Dat Zij in de Linie op de buiten Batterij, buiten de Tolfieegpoort, waren geposteerd, en bevonden hadden, dat de flukken aldaar, als maar Drieponders zijnde, te ligt waren, en niet laag genoeg konden worden garichr , en daar toe wierden vereischt Zesponders; boven en behalven dut de Schanskorven niet waren gevuld, en de Kanonniers niet behoorlijk gedekt, met verzoek, dat in zodanige inconvenienten mogte worden voorzien , en voor andere , nog deficiëerende noodwendigheeden, gezorgd, waarop gedelibereerd zijn» de, is gerefolveerd, welgcm. Heeren Officiereia der Artillerie te verzoeken, en, voor zo veel nodig, bij deezen te qualrficeeren, om, ten aanzien van al het geene voorfz. inilantien ten fine van redres en veorzieninge aan hetDefenfie-Weezen der Stad Utrecht te doen, en van het refultat ie Vergadering te rapporteren'. Accordeert met de Notulen. In kcniusfe van mij, c. FRANCKtN, Sscrer. H 3 P.EX-  6**m P. EXTRACT uit de notulen van de algemeene extraordinaire vergadering VCM gewapende burger-corpsen in holland, gehouden den 2.6. Julij 1787. binnen. leijden. Gedelibereerd zijnde op de Propofitien va» Leijerdorp, zijnde van deezen inhoud: Fiat infertio. Is op de eerfte van dezelve gerefolveerd, de Burger - Commisfie te Woerden te authorifeeren en tegelasten, met het Defenfie-Weezen te Utrecht in conferentie te treden, ten einde de middelen van Defenfie aan die Commisfie konden worden opgegeven ; wordende hier door het advijs van den Heer Rhijngrave van Salm, als Lid van het Defenfie-Weezen te Utrecht, in aanmerking genomen. En authorifeeren en gelasten verders de Commisfie te Woerden, om de concert te ageercn met het Defenfie-Wezen te Utrecht,en ter behoorlijker plaatfe, en langs de meest nadrukkelijkfte. en gevoeglijke wegen, aan te dringen, en te beproeven, dat aan de voorfz. middelen van redres met de meeste fpoed voldaan werde. De Wel Ed. Geftr. Manh. Heer Colonel Gorden in de Vergadering gekomen zijnde, voor- zk55  C "9 j zien van een behoorlijk credentiaal van 't Defenfie-Wezen te Utrecht, gaf te kennen, dat Zijn Ed. door het Defenfie-Wezen gezonden was met expresfe last, om dc door 't zelve afgezonden Misfive ten fterkfien te appuiëeren. Waarop gedelibereerd zijnde, is gerefolveerd aan zijn Wel Ed. Gefix. Manh. de hier bovenfiaande Refolutie voor te leezen, en de Commisfie te Woerden te verzoeken, van toch direct op de bezorging van Kanon en Ammunitie uit de Magazijnen van Holland aan te dringen. Accordeerd met de voorfchr. Notulen, steenwinkel, Secret. Q. MISSIVE, afgezonden van utrecht den 16 Julij 1787, Aan de gewapende genootschappen , te leijden vergaderd. wel edele gestr. manh. heeren ! Ter voldoening aan UEd. Geftr. Manh. Geëerde van gisteren, heb ik de Eer, bij deezen het volgende te refcribeeren. Uit het nevensgaande dagelijksch Rapport ziet men, dat ons Guarnifoen tegenwoordig onder 't geweer befiaat uit 5727 Man, van welken het getal, naar maate 'er van tijd tot tijd AuxiliaiH 4 ren  ( iso ) ren aankomen en afgaan, in evenredigheid vermeerdere of vermindert. Van de Schutterij en Artillerij deezer Stad kan men, van de eerfle op 300 Vrijwilligers, en van de laatfte op 150 Canoniers rekening maaken, in geval van uittocht; terwijl de overigen, tot defenfie van deeze uitgefirekte pIaats,moeten overblijven, te gelijk met de Schutterij van Amflerdam , alhier Guarnifoen houdende, en welke ook fpeciaal daar toe gedestineerd is, en den Eed gepresteerd heeft, om tot dienst van de Stad en Vrijheid van die geëmploijeerd te worden; niettegenftaande ik 'er zeker van ben, dat, des noods, een bekwaam aantal Vrijwilligers uit dit Corps zich bij de uittrekkende Manfehappen zal voegen. ■—■ Daarentegen reken ik 'er weer niet onder 105 Ruijters van Thuijl, die niet buiten de Stad willen dienen: — zo dat ik op zijn best uit het gantfche Guarnifoen ftaat kan maken op circa 3500 Man, (welk getal door zieken, onbekwaamen en ouden, en andere toevallen, zeker op 3000 Man verminderen zou,) die te velde zouden kunnen trekken tegen een' vijand, lec wel! fterk tusfehen de 7. en 8000 Man, en zodanig op Stichtfchen bodem verdeeld, dat zij, ingeval van Actie, waar van men zeer zeker de berichten voor af kan hebben, binnen den tijd van  (ö») Van weinige nuren konnen worden bij een getrokken, om ons het hoofd te bieden: — een vijand daar en boven , beftaande uit gereguleerde Troupes,en van alles, met één woord,voorzien, wat tot een formeel leger behoort, terwijl wij, in tegendeel, niet alleen ruim dehelvt zwakker in Manfehappen zijn, en op zijn hoogst Van 12. gedresfeerde Artilleristen voorzien, maar ook, en wat de Burger Schutterij en Artillerij betreft, Manfehappen in dienst hebben, die, met opzicht voor al tot het laatfte beroep, niet genoegzaam geöefFend zijn, om in 't veld tever- fchijnen behalven dat wij nog dc noodige Artillerij-paarden misfen — geene Treinkncgts hebben — noch Ingenieurs, een eenig jong Student van Leijden uitgezonderd — noch andere Gidszen dan Boeren, waar op men zich niet veilig genoeg verlaaten kan — noch Pontons, en Pontonniers , zoo dat men zoms genoodzaakt zou zijn om voor eene floot te moeten blijven ftaan — noch Mineurs , noch Sappeurs, noch Kwartiermeesters — zelvs geene gequaiificeerde Adjudanten , die ik zoo noodig van doen heb, en nog niet heb kunnen verkrijgen — en, het geen het ergfle nog van allen is, geene Tenten, noch iets, dat tot Veld - Equipagie , en diergelijke Krijgsbehoeftens behoord: — gezwegen van de H 5 on -  C 112 ) onbillijkheid, die 'er plaats heeft , in van mij langer te vergen, de zwaare onkosten, die 'er uit een Commando, zo als het mijne, op loopen, voor mijne reekening te neemen, zonder daarin eenigcrmate te worden te gemoet gekoomen — ziet daar, Ed. Geftr. Manh. Heeren !den tegenwoordigen ftaat van onze Krijgsmacht! ziet daar, hoedanig toegerust, ik eenen fuperieuren Vijand in Volk en Veldbehoeftens, waar van hij ruim voorzien is, en zulks wel op de voordeeligfte wijze geretrancheerd , zou moeten aantasten, verllaan, en de Provincie conquestreeren .' en, zoekt men de reeds misleide Natie niet zulks op de finisterlijkfte wijze te induceeren ? en is het mij langer mogelijk te zwijgen? dit vraag ik U Ed. Geftr. Manh. in allen ernst. — En, genoomen, men behaalde eens over de Troupes, die omftreeks Zeist liggen, eenig voordeel; wat winnen wij daar bij ? moet niet ons Volk geftadig in de Stad te rug?of zal men ze zonder Tenten onder den blooten hemel laaten vernachten? hoe zal men, zonder paarden, het Kanon op flagveld brengen? hoe het verder vervoeren, om den vijand te vervolgen? 't is waar, wij zouden den vijand meer en meer kunnen afmatten, en in eene geftadige ongerustheid en vreeze brengen, maar,kan dit met mogelijkheid gefchieden,zonder  C 1*3 ) der onze zwakke Troupes ook gelijktijdig te vermoeijen, en tot daagelijkfche dienften onbruikbaar te maaken ? kortom; zoo lang de opgenoemde rampzalige fchikkingcn voordduuren, en wij volftrekt onvermogend blijven, om voor het oog van den vijand te verfchijnen — zo goed alshij te campeeren — tegen hem te manoeuvreeren — zoo lang zou het de roekeloosheid zelve, en de volftrekfte dwaasheid zijn, hem ferieuslijk te willen aantasten. Niet alleen, dat ik over onze inferieure macht met reden te klaagen heb; maar ook, wat heil toch voorfpel ik mij van buiten ? heeft men niet de Troupes, die tot repartitie van Holland ftaan, en binnen die Provintie ingerukt zijn, op eene fchreeuwende wijze mishandeld, en zoodanig genegligeerd , dat zij zelvs hun plicht uit het oog verlooren hebben, en muitzieke overlopers tot den gemeenen Vijand geworden zijn? allewaarfchouwingen heeft men moedwillig in den wind geflaagen, zonder iets het minfle, als toen het te laat was, in 't werk te ftellen, om het fchadelijk en fchandelijk verloopen der Regimenten te voorkomen: wat nuttig en tijdig gebruik heeft men van alle mijne voorflagen, tot afweering van dat onheil voor den Staat, gemaakt? en wat zou het ellendig gevolg deezer veronagt- za-  C **4 ) zaming geweest zijn ? dit immers, dat men eene der aanzienlijkfte en in zich zelve anderszins magtigfle Provinciën zonder wapenen, zonder een bellaanbare tegenmacht tegen den zwakffen der Vijanden, geheel ten prooi der Dwinglandij, zou hebben gezien , zo niet het lighaam der Burgerij in tijds zelve de wapenen hadt opgevat, en de gefmeede aanflagen der verdervers onzer Republiek, gelukkiglijk tot nu toe verijdeld. Het zelvde bellier, het welk ons eengantfche Armée zonder flag of ftoot heeft doen verliezen, en ze naar den Vijand doen overloopen, heeft nooit iets willen in 't werk Hellen, wat tot herftelling der verloorene macht hadt kunnen ftrekken — het heeft zich op politieke middelen,die men alleen verflond, verlaaten — Gedeputeerden naar Woerden gezonden, die noch macht, noch militaire kunde hadden, en de uitöeffenin» overlieten, zo als voorheen, aan lieden, die geene andere hoedanigheden bezaten, dan obediënte afhangelingen van die geenen te weezen, die liever het geheele land zouden hebben doen verïooren gaan, dan, door van maatregelen te veranderen, te willen bekennen, dat de reeds genoomene verdervelijk voor den Staat geweest zijn. En, het geen alle paaien van befcheidenheid te buiten gaat, nu zoude men gaarne de fchande en  ( **5 ) en Verantwoording van zijn eigen hals op dien van anderen eerlijker cn misichien kundiger menfchen willen fchuijven, en ter gelijker tijd der verleide Natie voorpreêken, als of de zaaken zoodanig gefchikc waren , dat men maar van de middelen een daadelijk gebruik te maaken hadt, om langs dien weg hec vertrouwen des .volks aan den zulken te ontneemen, die zich daar van £er goeder uur hebben weeten te bedienen, om alle Ariftocratie reeds bij den aanvang te helpen nitroeijen, en de zoogenaamde vrienden van"t yolk openlijk ten toon te ftellen: ook voor- namentlijk, om langs dien weg de goede Burgerij en zich van die voorgewende middelen roe afmatcens toe te laaten bedienen, tot zij binnen kort van zelve zouden worden genoodzaakt, na alles vruchteloos beproefd te hebben, naar huis te keeren, en zich weder onder het juk eener lijdelijke gehoorzaamheid te begeeven, als de gefchiktfte gefteldheid van eenen vrijen Bur> ger,- geduurende welke de fnoode Ariftocratie de handen ruim kon hebben, om, door plooije?j a, ten koste van' 's Volks Vrijheid, en tot hua eigen voordeel en dat hunner famillien, de eene of ander Pacificatie in de Waereld ce brengen. Hoe anders is de tegenwoordige directie te be-  begrijpen.' is het wel te gelooven, darmen enbefehaamd genoeg kan zijn, de overfchietende macht van Holland zoodanig te verdeelen, dat het eene deel het andere hoegenaamd geen hulp kan geeven? Ligt niet het zoo genaamde Cordon ongebruikt en onbruikbaar agter Utrecht, de Vecht, en Vaartfchen- Rhijn? Kan niet elk verflandig man begrijpen, dat men de Troupes daar diende te vergaderen, daar ze den Vijand " in 't oog konden houden? Dat men leger tegen leger diende te zetten ? Dat, wanneer vestingen door een leger gedekt zijn, zij geen of weinig guarnifoen hoeven te hebben? Dat men den Vijand of voet voor voet betwisten, of hem voorkomen moet, wanneer hij iets wil onderneemen ? Dat men hem; noodzaaken moet, door genoomene pofitien, zijne posteeringen te verlaaten , die anderzins inattacquabel, of zeer voordeelig voor hem zijn? Dat, wanneer men met een Corps d' Armée op de hoogte van Zoest zoodanig legerde, dat de regter vleugel het leger van Zeist, en de linker vleugel Amersfoort bedreigde, de pretenfe Staaten van Amersfoort in allerijl hunne Troupes , die hier en daar verfpreid zijn, te rugroepen, en voor hun eigen veiligheid , voor Amersfoort zouden doen legeren , waar door deeze Stad zo wel te water als te,.  C i*7 ) te land met fucces zou kunnen worden aangetast, terwijl alle de Troupes uic de Hollandfche Guarnifoenen veilig daar omflreeks zouden worden bijeen getrokken? In tegendeel, men zoekt den onkundigen diets te maaken, dat het Cordon ongebruikt moet blijven liggen, om de oproeren van het Canaille in Holland te fluiten; maar, een Burger-legertje, hoe klein het ook zij, zo het maar gefchikt is, om in orde te kunnen marcheeren, waar de publieke veiligheid het vereischte, zou immers oneindig meer aan eene muitzuchtige hoop inponeeren, dan eene Militie, die toch nooit uit den hoek komt,daar men ze zonder reden in verflopt heeft: zoodanig een Burger-legertje zou voor de waare belangen van het Volk vrij grooter voordeden bezorgen , die ik niet behoef nader te detailleeren; en, wat de Veldbehoeftens betreft, daar het ons volflrekt aan ontbreekt , dezelve kunnen ons in weinige weeken bezorgd worden, wanneer men dezelve door trouwe en kundige lieden zonder verwijl wilde laaten bezorgen, in alle Hollandfche Heden, daar ze op de gemak- kelijkfle wijze verkrijgbaar zijn: Artillerij is 'er genoeg in het Magazijn te Dord, en, wil men meer, de Stadhouder heeft ons geleerd, hoe men, ingeval van nood, met de Generali- teits  ( »8 ) ieits Magazijnen handelen moet: 's Lands fchatkist levert gelds genoeg x>p; dit geld toch wordt op de onnuttigfle wijae verkwist, en, zo het land verloorcn gaat, zekerlijk verliezen wij 'er het geld ook bij: — De middelen, om onze Armée met reguliere Troupes,en wel in korten tijd, te verfterken, en ze van kundige Officieren te voorzien, kennen wij genoeg, en het was geene zaak, eene geheel nieuwe Armée, in plaats van de verloorene, reeds onder het geweer te hebben kunnen zien, zo men maar het opzicht daar van aan zulke lieden hadt willen toevei ttouwen, die het wel met ons meenden , en het werk verllonden; maar men heeft juist het contrarie van dien zien gebeuren; getuigè hier van het geen tot nog toe plaats gehad heeft: ondertusfehen ; zo men niet vei kiest, tot andere fchikkingen te koomen, zal ik mij genoodzaakt vinden, van deeze zaak kennis aan de Natie te geeven op eene wijze, die mij, cn voor Haar en voor de Nakomelingfchap, onverantwoordelijk zal Hellen. Daar dit nu, Ed. Geftr. Manh, Heeren .' zoo Is, als ik gedetailleerd heb, zo vind ik mij geweetenshalve verplicht, alle waare Vaderlanders hier van bij deezen te verwittigen, UEd. Geffr. Manh. inflantelijk verzoekende, om met alle  ( 129 ) Iftöögelijken fpoed het daar heenén te dirigee8*en, dat aan dit ongelooflijk wangedrag met 'er haast een krachtdaadig einde gemaakt worde, dia dat ik eiken dag voor verlooren acht, welke verzuimd wordt, om zodanige ernftige middelen in 't werk te Hellen, als in ftaat kunnen zijn, de gantfche Natie, en al wat haar in dit levenr het dierbaarfte is, nog in tijds te behouden; ïerwijl, zo wanneer men daar in in gebrekert blijvt, ik hier mede plechtig voor de gantfche Natie declareer, verfchoond te willen blijven, van Haar niet ter gepaster uur tegen al het onheil, uit het verzuim daar van profluëerende, als een oprechte vriend van 't Volk te hebbertgewaarfchouwd, als die hoegenaamd geen deel wil hebben aan alle de ongelukken, die mij zoo klaar als de dag voorkoomen, en welke voorzeker den gehe&Ien ondergang van ons Gemeenebest zullen na zich fleepen; in welk onverhooptgeval, ik, gaarne zou hebben gezien, dat men mij voor af die weldaad beweezen hadt, welk ik in dat geval vuuriglijk begeer, dat men mij ten minftert heeft willen verwittigen, dat men voorneemens> was, zich zelvs, en zijn waar belang uit het oog te hebben willen verliezen, ten einde ik daar door tijds genoeg voor mij had kunnen over behouden, om een Land te kunnen verlaaten, welk l ft  ( 13» ) ik trouw gediend heb, en wiens geluk mij tsttaS aan hec harte lag, om hec zelve met onverfchillige oogen te zien met de voeten fchoppen * en voor welk Land ik nog mijn leven veil heb, maar niet in diervoegen, dat ik, bij dat leven, mijne Eer en Reputatie nog daarenboven zou willen ten beste geeven, om, ten gevalle van eene Aristocratifche factie, het flagtoifer eener landverdervelijke directie te worden. Hier mede Ed. Geftr. Manh. Heeren! heb ik de Eer , mij met de uiterfte veneratie te noemen y U. Ed. Geftr. Manh. Dienstwillige* Vriend. f. rh. van salm. R. MEMORIE, ter gelyker ty dof gelegenheid bezorgd aan de gewapende bur gerijen. Daar men het aan den eenen kant voor eene beweezen waarheid moet houden , dac de Provincie van Utrecht zich tegenwoordig in eene fituatie bevindt, waar in het voor haar onvermijdelijk geworden is, partij te moeten kiezen, het zij, om den gemeenen Vijand, zonder langer te draalen, buiten de confinien van onzen ftaat.  C 13* ) ftaat te verdrijven, hetzij, om, door ïangtt werkeloos en onmachtig te blijven, zich, zo het den Vijand flegts gelievde, haar in korten aan te vallen, aan hem onder de vernederendfte voor* waarden over te geeven; daar is het ook aan den anderen kant niet minder waar, dat, zo het ons wezenlijk ernst is, eenmaal aan den euvelmoed der pretenfe Staaten van Amersfoort paal en perk te ftellen, wij op middelen dienen bedagc te zijn, welke ons de gezonde Krijgskunst aan de hand geeft, niet alleen, om op eene defenfieve Wijze den vijand verre buiten onze muuren te houden —- ons door eene asfiduëele vigilantie en ftoute contenance bij hem geducht ee maaken —- en,door retranchementen, fterktens en voordeelig genoomene pofitien, met een minder getal volks en minder geöeffend, den Vijand, fchoon van veele Articulen, die tot een leger behooren, voorzien, des niet te min wêerftand te kunnen bieden; — maar ook t em op eene offenfive wijze hem te beletten, zijne voorneemens ter uitvoer te brengen —wanneer 'er zich eene favorable kans op doet, hem door genoomene pofitien uit zijne retranchementen te kunnen forceeren — van het geabandonneerde land op eene gelukkige wijze te kunpenprofiteeren,en3 door zelvs Steden en Plaatzen  ( *32 ) in zijn gezigt weg te neemen, hem eindelijk in die engtens te jaagen, waar in het voor hen? onmoogelijk gemaakt kan worden , eene formeele attacque van onzen kant eenigermaate te kunnen verduuren. Dit nu zoo zijnde, zal de vraag weezen: welk van beide de middelen is in ons geval het beste ? Het middel van, defenfief te handelen, en, door dit te doen, het taaist geduld van de Natie nog larger te infulteeren?— Onze Burgerij do armoede en het verdriet op den hals te jaagen?—-De veerkragt van onzen gewapcnden arm te verlammen? — De Auxiliaire Schutterij, de eene voor, de andere na, te doen uit eikanderen gaan, om haar eigen haardfleden tegen het geweld der hier en daar woedende Oranje factie te beveiligen, liever, dan hier nutteloos en tijd en geld en kragt te verfpiilen? En, eindelijk, het daar heenen met onze ver' loorenc zaak te brengen, dat de fchande en getergde wraak van een misleide Volk op den kop van denzulken zullen moeten gevvrooken worden, die, onder alle deeze zichtbaar te voorziene onheilen, de flrafbaarfie flilzwiigendheid bewaard hebben? — Dan wel, is de vraag,of niet de gezonde Staatkunde en kennis van hetNationaal Character ons als om ftrijd noodzaa- ken  ( 133 ) Ken tot het emploi van alle zulke ofFenfieve middelen , als 'er noodig zijn, om eenmaal aan onze verdrietelijke zaak eene gelukkige einde te maaken?— Ik,voor mij, ben nog van gedagten.en elk, der zaaken kundig, zal mij gereedelijk gelijk geeven, dat 'er van onzen kant volftrekt tjfenfief gehandeld moet worden. Dan, het zal 'er maar op aankomen, in hoe verre wij reekening kunnen maaken op de macht, die wij hebben, in tegenöverftelling van die van onzen Vijand; en, moeten wij dan niet bekennen , dat zelvs aan het eerfte Artijkel van eene goede Krijgskunde veel ontbreekt, dat ons leert, hoe men onze fterkte in evenredigheid moet brengen met die van den Vijand, en hoe men voor al in acht moet neemen, om, niet alleen een goed plan te formeeren, maar ook, om de aanflagen en onderneemingen, die men tegen, den Vijand denkt in 't werk te ftellen, met orde en beleid te dirigeeren? —En, moeten wij niet nog meer bekennen, dat, zo men den Vijand in zijne verfchanfte legers wil attacqueeren, wij, tot het geen daar toe in zommigen opzichte van nood en is, niet alleen eene fterkere macht dan de zijne moeten hebben, en van alles even als hij voorzien zijn; maar ook,' in anderen opzichte , en in volk en in geöeffendheid, en in I 3 Krijgs-  C 134 ) Krijgsbehoeftens, verre boven den Vijand fuperreur moeten gemaakt worden, om ons nimmer met een te aanmerkelijk verlies in onze gepremediceerde desfeinen te kunnen laaten verhinderen ? Vergelijken wij nu eens onze wederzijdfche macht, om daar uit te kunnen befluiten tot het geen wij bij hem te kort koomen, en tot al hec geen wij behoeven, om hem onder de oogen te kunnen zien, en aan zijne geretrancheerde force een dapperen wêerftand te kunnen bieden. 't Is notoir, dat de vijandelijke macht omtrent 8000 man fterk is, en voorzien van alle Krijgsbehoeftens hoegenaamd, en in overvloed—■ dat ze gedeeltelijk in ons gezicht campeert, en gedeeltelijk hier en daar zodanig omftreeks het leger verfpreid ligt, dat ze niet meer als anderhalf,of 2. uuren van noodenheeft, om,op ontvangen bericht, dat wij in beweeging zijn (het welk, hoe zeer men getracht- heeft zulks te beletten , niet te min hun aanftonds eer ooren kan koomen) fpoedig te kunnen worden bij een getrokken, ofwel ten minften, om, in geval van furprife, geduurende de Actie, te kunnen bij partijen opkoomen* om het leger te verfterken : zulks het meer dan waarfchijnelijk is, dat de Commandanten der verfcheiden vijandelijke pos- tec-  C 135 ) teeringen voor af, in cas van attacque onzerzijdsch, de bepaalde ordres zullen hebben, om ons op de bekende weinige wegen, die wij onvermijdelijk moeten opmarcheeren, om de attacque te formeeren, in de flanken te vallen, en zodaanig van de avantage, die hun het terrein bezorgt, te profiteeren, dat wij, na op zijn best hen, met harceleeren als anderszins, voor een tijd te hebben geamufeerd, bij flot van rekening, met onze inferieure macht daadelijk kunnen worden gerepousfeerd, zonder met moogelijkheid veld te kunnen behouden^onze macht immers, die te velde getrokken kan worden, zo wanneer wij dat gedeelte 'er van uitgeteld hebben, welke ter defenfie van deeze uitgeftrekte plaats moet overblijven, beflaat circa uit 3500 Man, en zelfs dit klein getal moet, uit hoofde van ziekte, onbekwaamheid, ouderdom, en andere toévallen , zeer zeker tot op 3000 Man verminderen en hoe kan men met zulk eene macht ons voorgeftelde but bereiken ? Onze Armée dient voor het minst een derde part fterker gemaakt te worden dan die van den Vijand, niet alleen , om dat het eene notoire dwaasheid is, niet de fterkfte partij te willen zijn, om den Vijand in zijn verfchanfte leger te attacqueeren, maar ook voornamelijk, uit hoofI 4 de  de der mindere discipline onder de Auxiliaire—* en Schutter-Corpfen (zonder daar door even. wel aan hun beproefden moed en ijver te kort te doen) die natuurlijk in een veldflag hinderlijk kan zijn tegen réguliere en ftrikt gefubördineerdc Troupes. Hier bij koomt, dat, daar een Armée, die attacqueert en, Conquesten maakt, de ingenoomen posten , voornamelijk in een Burger-oorlog, moet bezetten, om veilig te kunnen voordgaan, en voet in 't vijandelijk land te krijgen, zonder welke het berst geraaden is, geen ofFenfieven Oorlog te entameeren, het even daarom van zelvs fprcekt, dat wij , zelvs in cas van fucces, ons notoir verzwakken moeten, te meer, wanneer men in acht wil neemen , dat ook, om de communicatie tusfehen ons voordrukkend Leger en de Stad of plaats, waar men 't laatst geweest is, open en onbelemmerd te houden, zo wel om toevoer te ontvangen , als om de geconcerteerde retraite te kunnen faciliteeren ,men posteeringen ih den weg van nooden heeft, die onze macht niet minder verzwakken, terwijl integendeel de Vijand de avantage heeft, van al zijne te rug gedreeven macht te kunnen bij een houden, en. des noods voord te brengen, om onze gedunde leger op het voor hem favorabel moment in eenea o?  ( 137 ) ■cp het lijf te vallen en te verdaan. Om niet te zeggen, hoe wij met geene moogelijkheid in ftaat zijn, de vijandelijke Armée van diflantie tot diflantie te kunnen vervolgen, zo lang. wij, uit hoofde van het gemis van Tenten, in de noodzakelijkheid zijn , telkens iladwaards te moeten te rug keeren: — en, veronderfteld, dat de Prins van Oranje met zijn leger door de Waarde , over de Lek,.of over de Vecht trok, zou men Hem dan niet in zulk een geval moeten zoeken of voor te koomen, of agter de hielen te volgen? maar , behooren daar dan niet toe de noodige Veldbehoeftens, die wij misfen, en waardoor .wij zouden genoodzaakt worden, onder den blooten Hemel te moeten vernachten ?— Befchouwen wij nu eens van nabij, waar in de zwakheid van onze macht, in vergelijking van die des Vijands befhat, en wat ons noodig zal zijn, om een leger op de been te brengen, gefchikt,tot to■taale verijdeling van 's Vijands geweldige oogmerken, en, om hem, zo als men het begeert, uit de Provintie te doen delogeeren, en over den ÏJsfel te jaagen. Het ontbreekt ons, volgends de reeds gecalculeerde proportie , aan 9000 Manfehappen, om de Provintie te conquestreeren — aan Tenm _ Karren — Treinpaarden — Veldpark — I 5 Be»  ( 138 > Relegerings-Park — Pontons — Pontonnier? -* Ingenieurs — Artilleristen — Mineurs — Sappeurs — een Generaale Staf — Gidzen — en aan tien zoorten van Officiers, die de verfcheiden ondergefchikte deelen der Krijgskunde verftaan, en deeze takken onder een Generaal Commando in behoorlijke orde kunnen houden. En, wordt dit alles niet te meer onontbeerlijk, daar de Vijand van alles voorzien is, en wij ons dus, met onze inferioriteit,in allen opzichte , bij een dusdanig toegeruste Armée zouden moeten exponeeren, om ons zelve de grootfte inconvenienten op den hals te haaien? Behalven dat het ons ook volflrekt onmogelijk is, de Stad zelve, ingeval van eene Attacque, te kunnen defendeeren, zoo lang wij niet meester worden vön het reeds zoo lang verzogte Canon , en de noodige Mortieren, buiten welke onze Batterijen en Buitenforten welligt ten prooi van den Vijand kunnen worden, die van dezelve een voor hem nuttig gebruik tegen ons maaken kan. Dan, vraagt men mij, waar, hoe, en in wac tijd, het mogelijk is, al het geene, waar van reeds gefprooken is, bij den anderen te kunnen hebben: — dit hangt alleen af van het bellier, welk men voornemens is, in 't vervolg te houden  C l39 > icn; aan het tegenwoordige immers heeft men het te danken, dat eene geheele Armée verloopen is — en boven dien, het ftaa mij vrij, dit onbewimpeld te vraagen,- weet men wel eens regt, wat 'er tot een geheele Armée behoort? hoe men het aan moet vatten, om het noodzakelijke te verkrijgen, en te zamen te brengen ? — zijn niet — de complicatie van onze Conftitutie — het conftitutioneel gezag der verfcheide Collegien en Commisfien van allerhande zoort — de geest van oppofitie, die in elk derzelve heerscht — het Egoïsmus, dat in alle (landen van het Menschdom, en dus ook hier plaats heeft — zijn het niet deeze opgenoemde hinderpaalen, die de veerkragt van ons Staatsmachine volkomen buiten werking houden ? dit bevestigt niet alleen de gebeurenis van den dag, maar ook zoo fpreeken zelvs die geenen, welke door de posten, welken zij bekleeden, eene groot» influentie op de zaaken van ons land hebben. Om hier niet te fpreeken van de verkeerde politieke vuës, die 'er plaats hebben, en die meestal oorzaak zijn, dat men, zelvs met de heilzaamfte intentie, vierkant tegen het belang van Land en Volk handelt. Ondertusfchen, alle deeze, en nog ontelbaar andere gebreeken, dienen, hoe eer hoe beter, , nii  C 14© 5 (ft den weg geruimd re worden , en 'er moet een hulpmiddel worden uitgedagt, om alle obftruétien, die tegenwoordig het lighaam van Staat doodelijk krank maken, tijdig te doen ophouden. Dit hulpmiddel, nu, is nergensanders in te vinden , a]s in den daadclijken wil van 't Volk, door lieden uit te voeren, die het met dat Volk, met in fchijn, maar in de daad, wel en oprecht meenen, begeerende eene dadelijke uitoefening van de allerftrengfte Juftitie tegen allen den zoodanigen, die vermetel genoeg zijn, om hun eigen wil of belang boven die van 't Volk te ftellen, door hun op de dugtigfte wijze voor oogen te houden, dan men het op hun eer , goederen, en leeven zal zoeken te vernaaien, die iets hoe genaamd zouden durven onderneemen, wat ftrijdig is met de Vrijheid van een onafhanglijk Volk, en aan mogt loopen tegen de heilzaam in 't werk gefielde devoiren tor defenfie van dit Gemeenebest, en wat ter eeniger tijd of in eenigerhande opzichte ftrekken kan tot heimelijke of meer openbaare begunftiging van den gcmeenen Vijand, die in de tegenwoordige Staatsverwarringen, door zulke omaarte Nederlanders ondershands levendig gehouden , den langs dien weg  ( 141 ) Weg onvermij dbaaren ondergang van ons Ge*' meenebest onophoudelijk bedoek. Men maake eenmaal een einde, van, tegen alle reden en Staatkunde aan , de Macht van den Staat te verdeelen, zonder ze tot één lig- haam zaamen te trekken ! men maake een onverwijld gebruik van de Generaliteits Magazijnen , door uit dezelve het noodige te neemen tot defenfie van den Staat, waar toe het alleen gedestineerd is, en niet, om het ten prooi van 's Lands Vijand te laaten, die 'er zich van mee geweld heeft weeten te bedienen — men fchaffe zich, bij publieke aanbefteeding, alle Veldbehoeftens aan, die ons ontbreeken, voor 12000 Man, en zoo veel Ammunitie, als 'er toteenLeger van dusdanig eene fterkte van nooden is, en dit wel, zonder eenen dag te verzuimen -—. de Provintie van Holland diende wel provifioneel vijf millioenen te negotieeren, tot formeering van eene Krijgskasfe — geene Commisfie van Staatsleden , die in alle Militaire zaaken volfirekt onkundig mogten zijn, maar een Krijgsraad moet geauthorifeerd worden, om Oorlog te voeren; en deeze Krijgsraad moet daar toe de noodige middelen beraamen , terwijl het ondeelbaar militair Commando aan één Mali moet overgelaten worden, die voor af verzekerd kan zijn, dat hij mej  C na ) tnet zijn kop voor alles zal moeten verantwooi1» den, wat menfehelijker wijze van zijne trouw» eerlijkheid, en kloekmoedige uitvoering, met moogelijkheid gevergd kan worden Het zij 'er verre af, dat men het zou willen toeleggen, om dit vrij Gemeenebest onder eene militaire Despotie te brengen — de Hemel bewaare 'er dit gezegend land voor! maar, eene bedorven Republiek, door een militair Bellier, in tijd van Oorlog, te ïielpen herllellen, dan wel, het zelve door eene Despotisme, van wat aart ook, 't zij militair, *t zij politiek , nog rampzaliger te maaken, fcheelt hemelsbreed van eikanderen: — de bedoeling is hier eenvoudig op het ne Sutor ultra Crepidam; onkunde toch kan nimmer kundig ge werk gaan; en het fpreekt hier van zelvs, dat zodanig een Krijgsraad, zodanig een militair Hoofd, wel degelijk gefubordineerd moet zijn aan het Generaale Staatsbeflier, zoo echter, dat dit bellier nimmer eene flrekking moet hebben , om het andere in de utivoering te kunnen beletten, neen maar om het zelve op alle moogelijke wijze ten nutte en heil van 't Gemeenebest te helpen bevorderen en, in zulk een geval, zou men Gedeputeerden te velde, die wel in de buitenlandfche Oorlogen bekend Zijn , maar die in burgeilijke One'enigheden niet  < 143 ) «iet te pas koomen, gemakkelijk misfen kunnen. . Raadzaamer daar en tegen zou het zijn, daar toch de Republiek in zeven Provinciën verdeeld js, en elk haare bizondere belangens heeft, en weec, langs welken weg zij op de gereedfte wijze tot het grooce plan moet meedewerken, dac 'er zeven Gedeputeerden , uit elke Provintie één, maar met algemeen genoegen van de Natie , verkoozen wierden, die de onbepaalde qualificatie hadden , om , in zamenftemming met meergem. Krijgsraad en militair Hoofd, zich een Sijftema vast te ftellen, ingericht, om, na eene algemeene omwenteling, dit Land eindelijk weder toe dien graad van rust, cranquiliteit, en vrijheid te herftellen, waar toe het noodzaakelijk gebragt moet worden, om het zelve eenmaal de waare vruchten van zijne onafhanglijkheid, tot dus verre flegts ideaal genooten, in eflëcte te doen genieten —- en,door zulke Gedeputeerden kan men de noodige influentie in de bizondere Provintien hebben, welke alleenig in ftaac kan zijn, in den haare dat geene te doen werkftellig maaken, wat tot de algemeene uitvoering van het plan van Oorlog behoort. Zie daar de middelen, om, het geen ons ontbreekt, op de eenvoudigfte en ligt yerkrijgbaare wijze, ter red-  C 144 5 redding van ons Gemeenebest, te bekoomen f — en , wil, of kan men tot zodanige eene inrichting van zaaken niet befluiten, zo hebbe men zich zeeker voor te ftellen, dat wij door dePrinfche, of door de Ariftocratifche, of door de combinatie van beide deeze landverwoestendeFaétien, eerlang de dupe eener ftrafbaare veronagtzaming zullen worden, en dat wij, in weerwil onzer goede intentie , en reeds aan de hand gegeevene middelen tot redres, het verdriet niet zullen kunnen overleevcn, van nog ten langen leste dit ongelukkig gefolterd land, door een asfidueelen Burger-oorlog inwendig op den duurgefcheurd, aan vreemde Mogenheden ten prooi te moeten i^en overlaaten. Om nu bij deeze politieke middelen nog iets militairs bij te voegen, zo zou men, onder anderen, nog aan de hand kunnen geeven, het provifioneel formeeren van een Corps d'Armée op de hoogte van Zoest, zodanig, dat dc regter vleujge! het leger van Zeist, cn de linker vleugel de Stad Amersfoort bedreigde, in welk geval de pretenfe Staaten van Amersfoort hunneTroupss, die hier en daar verfpreid zijn, in allerijl zouden moeten te rug roepen, om, voor hunne Stad te légeren, met dat gevolg voor ons, dat, wanneer onze agterposteeringen door een gedeelte  C H5 ) deelte vari het zogenaamde Cordon, waar van men als dan gebruik zou kunnen maaken, gedekt zijn, wij ook in (laat zullen kunnen zijn, Amersfoort zo wel ie water als te land met fucces te kunnen aantasten. En in dien tusfehentijd zou men ondershands kunnen voordgaan, mid* delen te beraamen, om onze verloopen Armée te verfterken —■ nadere voorzorgen tot circumvallatie der Confinien van Holland en Utrecht te neemen — de Magazijnen van het noodige te voorzien ; provifien van Veldbehoeftens, Paarden enz. op te doen, en ons niet te zeer te verlaaten op Regimenten en Corpfen, die niet voor 't najaar compleet kunnen raaken , of, zo ze 't al voor dien tijd wierden , evenwel niet in Haat kunnen zijn, om daadelijken dienstte prcer Heeren. Hadt men mij nu de eer aangedaan, om naar deeze mijne, reeds tot verveelens toe gedaane, mondelinge voordellen te hebben willen luisteren , ik zou de herhaling van dezelve in gefchrifte gemakkelijk hebben kunnen agterlaaten; dan het fchijnt, dat de tegenkantingen, die niet alleen ik, maar zelvs de Heeren Hun Ed. Gr. Mogendens Gedeputeerden te Woerden , hebben moeten ontmoeten, om in deeze zo delicaare poincten de noodige voorziening te mogen e* K \m>  C M6- ) langen, of wel, om het geen reeds voór'eeü gering gedeelte werkflellig gemaakt is, vroeger gearresteerd te zien, mij eindelijk hebben moeten noodzsaken,- meer openlijk voor deèze gewichtige zaak uit te koomen; en het is ook deeze gelegenheid, dre ik waarneem, om hier nog dit weinige per.(lot bij te voegen: —• datik rondelijk moet bekennen, dat de zaaken, zo als zij ■hier thans gefchaapen Haan, mijns bedunkens, zoo lang fleepcnde gehouden kunnen worden, zoo lang het den vijand niet mogt goeddunken, ons meer fpcls te veroorzaaken, maar ook, dat, ingeval dit overhoopt gebeurde, ik, in de behoevtige omfiandigheden, waarin deeze plaats" zich bevindt, geen middel voor oogen z''*e, orri den Vijr.ud buiten de Provintie te verjaagen • iets % het geen ik op de onwedcrfpreekelijküe wijze' bewijzen kan. Dat ik voords ffégts gedeeltelijk cn van ter zijde kennis heb van de aangegaané Capitulaties, en, om die reeden, geene generaale fupputatie maaken kan, welke macht men op een gegeeven tijd zal kunnen te zamen brengen; fe min-ook, daar ik vol (trekt onbewust ben, over welke Zom Hun Ed. Mog. disponeeren kunnen, en over zulks ook niet in Haat, iri *t geheel eene berekening te maaken van hetgeen relatief mogelijk en onmogelijk zij , en zonder een ba-  bafis kan geen calculeeren plaats hebben: Eri eindelijk, dat de Heeren Gedeputeerden mij wel toegcltaan hebben, Leger-behoevtens aan te fehafa fen, maar tot nog toe niet geadfigneerd hebben de fondfen, om uit dezelve aan de Leveranciers, naar gewoonte, op gemaakte accoorden,het noodige uit te reiken zulks ik in dit geval eene Uitgebreide Auctorifatie behoef, om met zulke inportante Hukken door te gaan. Voor het overige dient nien nog deeze eene maxime in 't oog te houden, dat, in ons geVal, het buitenlandfche politieke met dc binnenlandfchc militaire operatien in de naauwfle betrekking Haat, en het is even daarom, dat wij ons zeer bejammeren moeten over het gebrek aan dieskundige menfehen onder onze Partij , door dien zij nimmer buiten 's lands met dat inzicht geweest zijn , en dus ook geene gelegenheid gehad hebben, daar omtrent de noodige kennis te kunnen opdoen, terwijl men intusfehen niets onbeproefd laat,om onzen trouwen Geallieerden , het Hof van Frankrijk, dat ons alleen ten-en Pruisfen dekken kan, door alle finisterlijke wegen en fophisterijen te.induceeren, dar, onze Republiek gearistocratifeerd moet worden , wil men van dezelve een nuttige Bondgenoot voor Frankrijk maaken. Evenwel het K 4 kwaad.  C 148 ) kwaad, dat deeze zijdelingfche induéh'e zal te weeg brengen, is nog het minfte van allen te vreezen Frankrijk toch heeft te ,veel ver* itand, om geen waarheid te verftaan, zo Haaaf maar de waarheid wordt voorgelield, en daa? toe zijn de middelen wel voor handen, zo dra de voorgeftelde Nationaale Vergadering eerst gevestigd is, en den grondfl'ag zal uitleveren , om op den zeiven een volkomener Politiek Sijstema, dan tot nu toe plaats gehad heeft, te bouwen, en voordeel aan beide de Geallieerde Partijen te doen. f. rh. van salm, (Zie, van deeze Memorie en de daarvoorgaande Misfive, aantek. II. § 3. bl. 32.) S. EXTRACT mi de notulen van de commissie ter directie der defensie der Stad utrecht. Saturdag, den 28 Julij 1787. De Heer Gordon uit Leijden geretourneerd Zijnde, heeft rapport gedaan van zijn Ed. commisfie bij de Vergadering der gewapende Corps in Holland, en gaf over Extract, uit de Notulen van die Vergadering. Fiat infertio. De gemelde Heer Gordon voorzijn Ed. ge- daa«  ( 149 ) <3aane moeite en rapport bedankt zijnde, is gerefolveerd, met de Heeren Gecommitteerdens van de Directie in conferentie te treden, en verder in deezen zodanige arrangementen te maken , dat eens eindelijk de nodige Artillerie en Ammunitie, waarom reeds zo lang vruchteloos bij de Commisfie te Woerden en bij de Staten van Holland is verzogt, mogte worden bekomen. En zijn hier toe verzogt en gecommitteerd de Heeren Gordon en Kelderman , om met en beneffens den Heere Ilhijngrave van Salm daaromtrent alles te verrigten, wat ten voorfchreve» einde nodig zal zijn. Pro vero Extractu, o. w. kelderman. L IJ S T E van absolut benodigde artillerie &c. waar van. reeds mee-rmaaien Lijsten zoo aan de staten van holland als aan de commissie t* woerden zijn afgezonden. Voor de Fortificatiën buiten de Waardpoort, 20, Stukken van . 18. pd. 6. dito van . . 12. —. dito van . . .6. — K 3 8. Hau-  8. Haubitfers van 16 pond. Steen, met de nodige Gereedfchappen. De daartoe nodige Ammunitie. 2000. Cardoes - Sakken a 18. pd. 600. dito . . . . a 12. — 600. dito. , . . . a 6. — 600. Koogels. . . a 18. — 200. dito. , . . . a 12. — 200. dito. .... a 6. — 700. Druijven. . . a 18. — 200. dito. . . . . a 12. —' 200. dito a 6. — 700. Busfen. . . . a 18. — 200. dito a 12. — 200. dito. . . . a 6. — 200. Bomben tot de voorfchreve Haitbit- fers met de nodige Buijzcn, Voorts nog, 6. Mortieren van 24. — 6. Canonnen van 24. — 12. dito. . . van 18. — 10. dito. . . van 12. — 6. Haubitzers van ï6. —10. Mortieren van differente Calibers, waaronder zo moogclijk 4. Zee-Mortieren, die 25-  te of 30.' p. Kruit in de kamer houden, en den Bom op de grootfle diflantie werpen. Voorts nog eenige ijzere Spaanfche Ruijters, Amufetten, Walbusfen, Granaten, Koehoorns, menige Petarden; alles met dc nodige geproportioneerde Ammunitie en Uflenfile. Aldus deeze Lijst, ingevolge op mij gedecerneerdc commisfie, geformeerc, en aan den Heere Rhijngrave van Salm, overgegeven, den 28 julij ■ ^''\'f$fl • ' : ■ ' ■■ '• 7 no3 c. w. kelderman. T. EXTRACT uit de notulen van de commissie ter dïrectu der defensie der Stad utrecht. Zondag, den 29. Julij 1787. De Heer Generaal van der Borch eommunï: ceerde, geinformcert te zijn, dat het BurgerCorps Araflerdammer-Schutterij difficulteitcn maakte, om zich buiten de Stad of Linie te laten gebruiken, en dat zulks,ingeval 'er iets buiten de Stad voorviel, onder de Burger-Corpfen. veele discrepances en confuiie zoude kunnen veroorzaaken. . Dat ook meerder andere Officieren van BurK 4 ger-  c m) ger-Corps dezelve zwaarigheid maaken, zo als reeds gebleken is, ten tijde,-wanneer de Heer Rhijngrave de Expeditie op Soesdijkhadde willen onderneemen, waar door te dier tijd gemelde Expeditie moeste worden uitgefteld, cn eerst twee dagen daar na heeft kunnen ondernomen worden, waar door het geheim dier Expeditie door den Vijand ondekt, en die gantfche zaak daar door zeer ten onzen nadeele mislukt is, om welke redenen, en om zodanige kwade gevolgen voor te komen, gemelde Heer Generaal verzogt , dat de Commandant van de Amfterdamfche Schutterij mogte worden verzogt, opening van de inflructie en intentie van gemelde Corp* te geeven, en voorts generalijk zorge te dragen, dat zodanige wijgeringen in 't vervolg niet meer mogten voorkomen. Is gerefolveerd den Heere Wifelius , Commandant van 'tCorps Amflerdamfche Schutterij, te doen verzoeken, in deeze Vergadering te willen komen — Eh voorts zodanige mefures te neemen, ten einde zodanige wijgeringen in 't vervolg worden Voorgekomen. Accordeert zo Veel het geëxtraheerde aangaat," Gi W. KELDERMAN. U. ME-  C 153 5 ü. MEMORIE , afgezonden uit utrecht, den 12 Augiin'tir* 1787. en geprefenteerd aan de commissie van woerden. De omfiandigheden, waar in wij ons tegenwoordig , met opzichte tot deeze Stad cn Provincie bevinden, cn de verfchillcnde wijze, waar op men over derzelver tegen woord gen itaat van defenfie buiten af oordeelt, hebben den ondergeteekenden doen te raade wor.Lr., zich deswegens bij U Ed. Mog. onbewimpeld en met dien nadruk, dien de aart en Let belang der zaake vereisfehen, te verklaaren, en da..r bij de volgende hoofdzakelijke Confideraticn aan het hoog verlicht oordeel en bekende prudentie van U Ed. Mog. ter examinatie en fpocdige voorziening in de meest presfante Artijkelenvan defenfie, welke wij behoeven, eerbiedig voortedraagen, niet twyfFelende, of U Ed. Mog. zullen naar bevind van derzelver teneur , deeze mijne gedaane fchuldplichtige demarche ten hoogden billijken, en mij in korten in daat dellen, om mee meerder vrucht mij van mijn opgedraagen lasc te kunnen acquiteeren. Hec is dan, Ed. Mog. Heeren! onder anderen eene der eerde maximes van eene goede K 5 Krijg*  C 154. ) Krijgskunst, dat rr.en de fterkte 5 die -men heeft, in evenredigheid .moet brengen met de fterkte van den Vijand, cn dat, wanneer men defenfie f wii ageeren, 'er zulke retranchementenenfterktens gemaakt, en zulke voordelige pofitien genoomen moeten worden, die veroorzaakenkunnen , dat men, des noods, met een minder getal volks, en minder geöeffend, dcn.Vijand , fchoon van veele middelen van defenfie voorzien, een genoegzaamen wederftand kan bieden — dan, het is geen minder regel in de Krijgskunst, dat, wil men den Vijand attacqueeren, cn hem in verfchanfte legers aantasten, dat men dan ook niet alleen een fterker macht dan.' den Vijand moet hebben ,en,even als hij, van alle Oorlogsbehoevtens voorzien zijn; maar ook, dat men zelvs, en in macht en in geöcfTendheid, verre boven den Vijand fuperieurbehoorentezim, om, b;j eiken favorablen kans, die 'er zich op doet, hem, door genoomene .pofitien, uit zijne rctranchementen te kunnen forceeren ■— van het ger abandonneerde land op eene gelukkige wijze te kunnen profiteeren, en, door. zelvs Steden en Plaatzen in zijn gezicht weg te neemen, hem eindelijk in die engtens te jaagen, waar in het voor hem onmogelijk gemaakt kan worden, eene formeelc attacque onzerzijdsch eenigermaate te ■ kun-  ( i5S ) kunnen verduuren om nu te zwijgen, in hoe verre wij, door langer defenfief te handelen, het geduld van de Natie op een veels te gevaarlijke proef zouden brengen —- de goede Burgerij en Ingezeten deezer Stad^-dic reeds zoo veel gefoufreerd hebben, zo wel, a!s die der andere Steden en Plaatzen van de Provintie, die deerlijk door het Krijgsvolk gevexeerd worden, in de grootfte armoede en verdrietelijkheid zouden dompelen de vcerkragt van onzen gewapenden arm verlammen de Auxiliaire Schutterij, de eene voor, de andere na, zouden doen uit eikanderen gaan, om ergens elders van meer nut te kunnen zijn, dan hier werkeloos en hulpeloos al haar ti;d cn geld en kragt te verfpillen — en eindehj';, hoe w'j, door langer in dien Haat te blijven, ons in waarheid in de moeielijkfte predicamenten zouden zien ingewikkeld, die handtastelijk te voorzien zijn; zo willen wij eens een ogenblik nagaan, wat wij na eene exafte vergelijking van 's Vijands macht met die van de onze, behoeven, om met voordeel offenfief te kunnen handelen, cn den •Vijand buiten de Provintie binnen kort te jaagen. Omtrend 8000 Man is de Vijand'fterk, eh daar en boven' voorzien van alle Krljgsbehoevtens hoe genaamd en in overvloed. ■— Een  < 156- ) Een gedeehe campeert in. ons gezicht, terwijf het ander deel, omiireeks het zelve, zoodaanig geposteerd ligt, dat het niet meer dan anderhalf «pp zijn hoogst 2 uuren, van nooden heeft, om, ingevalie eener attacque m .onzenkant, te kunnen bij clkanieren koom.n; dus het meer dan w.arfc! j-d j'c ^ da* dc Commandanten der verfcheidui v^andlijke posteeringen, in zulk een geval, de bepaalde voorlopige ordres zullen heb.ben, om ons, op de weinige bekende wegen, welke wij onvermijdelijk op moeten, pm den Vijand te attacqueeren, in'de flanken te vallen., en zodanig van cleavantage, die hem het terrein aanbiedt, te profiteeren, dat wij, na op zijn best hem met harceleeren, als anderszins, voQr een tijd te hebben g-camufeerd,. bij flot van reekening, met onze inferieure macht daadelijk kunnen worden gerepousfeerd en verftrooid , zonder met moogeirkheid veld te künnen behouden. Immers, na aftrek van hetgeen 'er moet overblijven , om deeze uitgeflrekte, en hier en daar met zwaare Batterijen omringde plaats, te defenderen, kunnen wj ,op zJji hoogst, en aller bezwaarlijkst, op 3500, en, zo wij 'er de zieken, ouden en onbekwaamen, enz. uitzonderen, op zjn best op 3000 weerbaare Mannen (laat maaken. Zo wjnu, volgends den reeds gemel- den  ( *57 > den regel van de Krij jskunst, ingeval van ofTen* lief ageeren, zullen willen te werk gaan, zozon ons, naar eene wel gecalculeerde proportie, onthreeken nog qooo Man, om ons voorgemelde but te bereiken ; -behalven de noodige Tenten — Karren — Treinpaarden — Veld- en Eclegerings - perk — Pontons — Pontonniers — Ingenieurs — Artilleristen — Mineurs — Sappeurs — een Generaale Staf—Gidzen — en nog ticnërlij zoorten van Officieren, die de verfcheide ondergefchikte takken der Kr'j^kundeverdaan, en dezelve onder een Generaal Commando in orde weeten te houden. Ziet daar, Ed. Mog. Heeren! waar in wij bij den Vijand verre te kort koomen ik zwijg hier van de mindere discipline der Auxiliaireen Schutter - Corpfen (zonder daarom hun beproefden moed en ij/er te kort te doen) in tegenöverflelling van die der reguliere en flrikt gefubordineerde Troupes van den Staat — ook wil ik het hier voor een bcweezen zaak ver oude rfteld hebben, nat een Armée, dieattacqueert en Gonqüêstëri wil ftiaakën% volleedig dient gemuniëerd te z'j 1 met al cht geene, dat 'er vereischt word, om de genoomene posten te bezetten — om veilig te lumnen voordrukken, cn voet in 't vijandüjk land te krijgen, zonder zich zelvs  C 158 ) jefclvs, in cas van fuccess te verzwakken-, en de Communicatie, tusfehen ons voordrukkende leger en de Stad of plaats, waar men het laatst geweest is, zodanig ongeposteerd te laaten, dat men noch toevoer ontvangen , noch de geconcertetja v, wanneer die onverhoopt plaats Bloei vinden», Ikciliteerenkunnen; .vooral, wanneer dc Vijand de avantage heeft, van al zijn M rn jedrecvcj] macht te kunnen bij een honoordbrengen, om onze gedunde 1< :y: pp het voor hem favorabel moment in eenen op het lijf te vallen' en te verflaan ; terwijl wij de desavantage hebben, van den Vijand immer van distantie tot distantie te kunnen vervolgen, zoo lang wij, uit hoofde van het gemis van Tenten, in de noodzaakelijkheid zijn, telkens ftadwaards te moeten te rug keeren, om niet onder den blooten hemel te vernachten. Het is nu, om aan zulke esfentiëele gebreken van onzen kant te gemoct te koomen, datdeondergeteekende de vrijheid gebruikt, aan UEd. Mog. in allen eerbied voor te draagen — of men niet hoe eer hoe liever het daar heenen zou kunnen dirigeeren: vooreerst, om de Krijgsmacht van den Staat, tegenwoordig nog als 't waare wijden zijd verfpreid, onverdeeld tot één lighaam, in of bij deeze Provintie, te brengen, om reden, dat,  c 159 5 «at, wanneer wij eerscdags gereed kunnen zijn $ om mee het eene gedeelte van die Troupes bij de onze gevoegd, een Corps d' Armée provifioncel op de hoogte van Zoest,zoodaanig teformee'ren, dat de regtcrvleugel het Leger van Zeist cn dc linkervleugel de Stad Amersfoort bedreigen kon, in welk geval de pretenfe Staaten hunne Troupes, die nu hier en daar geposteerd Haan, in allerijl zouden moeten te rug roepen, om tot hun eigen veiligheid voor hunne Stad te légeren, dat als dan onze agterposteeringen door het ander gedeelte van de Krijgsmacht van Staat op eene favorable wijze zouden kunnen gedekt worden, met dat gevolg, dat men dan Amersfoort zo wel te water als te land met fücces zou kunnen aantasten, om den vijand uit de Provintie te doen delogeeren, en over den Ysfel te jaagen - Ten anderen , om onverwijld de Generaliteits Magazijnen aan te fpreeken, en uit dezelve het noodige te neemen; of wel, bij publieke aanbefteeding, ons zeiven alle de noodige veldbehoeftens voor 1 ïooo Man, bij de, tot een leger van dusdanige fterkte, vereischte Ammunitie aan te fchaffen — vervolgens, om vijfmillioenen te negotiëeren tot formecringvan een Krijgskasfe — En, eindelijk, om een Krijgsraad te creëeren, en denzelven , met een kundigen Generaal aan 't  C itfo ) 't hoofd, te authorifeeren, om, onder opzicht van U Ed. Mog. alle zulke middelen totvolvoer'n , van een offenficven Oorlog te helpen beraamen ,als 'er zal worden bevonden, nodig te zijn, cm dit gezegend Land, volgends een bepaald en fijstcmatisch Ontwerp, na eene generaale omwenteling, in dien graad van rust, tranquiliteit en geluk te herftellen, waar toe het zelve eenmaal noodzaaklijk gebragt moet worden , om aan desfelvs braave Ingezetenen de waare vruchten hunner vrijheid en onaf hanglijkheid, tot dus verre flechts ideaal genooten, in effeéte te doen genieten: -—; terwijl die zelve Krijgsraad, de concert met het Generaal Staatsbeftier handelende, op de facielfle wijze ondershands zou kunnen voordgaan, middelen in 't werk te ftellen, om onze verloopen Armée te verfterken nadere voorzorgen tot circumvallatie der confinien van Holland en Utrecht te neemen de Magazijnen van het noodige te voorzien — en provifien van VeJdbchoeftens, Paarden, enz. op te doen, ons niet te zeer veriaatende op Regimenten en Corpfen, die niet voor 't najaar compleet kunnen raaken, of, zo ze 'c al voor dien tijd wierden, evenwel niet in ftaat kunnen zijn, om daadelijken dienst te presteeren. Dit- een en ander, Ed. Mog. Heeren l ter Uwej  ( 1C1 ) tPwèr confidentie in allen ootmoedïgett fee»* feied voorgedragen hebbende, zal de ondergeïeekende zich van deeze gelegenheid bedienen, om ook rondborftig voor U Ed. Mog. open te leggen : dat de zaaken, zo als Zij hier thans gefchaapen flaan, zijns bedunkens, zoolang {kepende gehouden kunnen worden, zo lang het den Vijand niet mogt in 't hoofd koomen, om ons mêer fpels te veroorzaaken; maar ook, dat, ingeval dit onverhoopt voorviel, de ondergetekende, in de behoeftige omfiandigheden, waarin deeze plaats zich bevindt, geen middel voor oogen ziet, om den Vijand buiten de Provintie te verjaagem Dat hij voords flegts gedeeltelijk en van ter zijde kennis draagt van de aangegaane Capitulaties, en,, om die reden, geene generaale Supputatie maaken kan, welke macht: men op een gegeeven tijd zou kunnen 't zanten brengen; te min ook, daar hij volflrckt onbewust is, over welke zont U. Ed. Mog. disponeeren kunnen , en over zulks ook niet in flaat, in 't geheel eene berekening te maaken van het geen relatief moogelijk is en ottmoogelijk, en, Zonder een bafis, kan geen calculeer en plaats hebben. En eindelijk, dat U Ed, Mog. den ondergetekenden wel toegeflaan hebben, Legcrbehoevtens aan te fchaflen , maar tot nog niet gêadflgE neerd  ( 162 j neerd dc fondfcn, om uit dezelve aan de Leve-» ranciers, naar gewoonte , op gemaakte accooiden, het nodige uit te reiken — zulks de ondergetekende in dit geval eene uitgebreider Auftoriratie behocvt, om met zulke inportante ftukken door te gaan. En hier meede beveelt de ondergetekende zich, met allen Eerbied en uitcrile Refpeft, in de* hooge Proteétie van U. Ed. Mogende. f. Rh. van salm. V.ZAAKELIJKE INHOUD der missive van den rhijngraaf van salm aan de staatscommissie te Woerden, tri dato 13. Augustus 1787, volgends het brouillon, onder mijne Papieren berustende^ Dè Lieutenant Colonel van Gucrick, Brenger öeezes, is gechargeerd met eene Lijst der Veldèquipage voor circa 4000 Man — met de Nominatie voor mijn Regiment — met de Promotie in mijn Legioen — en verzogt, om het een cn ander in alle onderdaanigheid aan H. Ed» Mog. te prefenteeren, eene fpoeth'ge voorziening daar in, aan de gunfligite dispofitie van Hoog-  C # ) Hoogstdenzelvcn op de ernftigfïe wijze reconiimandeerende. Ook, om H. Ed. Mog. aan te zoeken tot het fpoedig bezorgen der noodige Artillerie . (De Heer Bellonot zal de Eer gehad hebben , van aan H. Ed. Mog. te hébben moogen opgeeven, al wat aan dit Ar tij kei tot defenfie deezer Stad ontbreekt) — der Aanritsgelden voor mijn Legioen, zoowel, als der Soldij, ingevolge de Capitulatie — van eene formeele Authorifatie tot aankoop van 60. Artillerie-paarden, en aanrchaffing van 20. Treinknegts en een' Meesterknegt, volgends het nevensgaande Plan. Om te declareeren , dat de overfchietende 3700 f. tot betaaling der Spionnen en Gidzen * ten ter goedmaaking der Correspondentie , ert Gagie van twee Adjudanten en eenen Directeur $ in lang na niet toereikend zijn ten voorfchreven einde. Dat ik, op de geflootene Capitulatie, de werving van mijn op te rigten Regiment begonnen, de Wervers uitgezonden, en reeds 100 Man geëngageerd hebbende, welken ik onderhouden moet, mij in de uiterfie finantieele verlegenheid bevind. Dat ik tot nu toe, voor hec Oprigten van dit Regiment, geene Penningen, om redenen bekend, ontvangen heb. Om verders te verzoeken van mij ih avance 20000 GulL 3 der«  C 164 ) deus te willen toevertrouwen, zonder welke ik mij buiten Maat bevind, om het begonnen werk te kunnen voordzetten — van op het Fonds te denken tot goedmaaking der dagelij kfche ongel den voor de Espionagie, en op de bepaalde dagelijkfche toelage aan de Commandanten van het Cordon, zedert den 10. Sept. van hetvoorl. tot op den 10. Maij deezes Jaars, wanneer ik het Commando alhier aanvaard heb. Laatende ik het verders aan de equiteit en edelmoedigheid van H. Ed. Mog. over, Wat Hoogstdezelve, tot goedmaaking mijner hooggaande kosten, zedert den 14 Maij tot heden toe, en zoo lang mijne tegenwoordige Charge hier ter plaatze zal duuren, aan mij zullen willen toeleggen. Waar mede, &c. Pro memoRia. 1. Te verzoeken, dat mijn Legioen, als meer gediend hebbende dan alle andere Corpfen, mag jouisfeeren van het effect der Refolutie, waar bij aan de Capitainen de Aanritsgelden voor de weer gecompleteerde Manfehappen, gerekend Van den 1. Julij, toegelegd worden, zo als die bij alle de andere Regimenten van de Provintie plaats heeft. a. Dat  C 165 ) 2. Dat', uit hoofde mijner Capitulatie, aan de Capitainen mag worden goed gedaan, hec geen zij aan Manfehappen en Paarden bij den Vijand verlooren hebben, waar van eene Lijst, ©nder Eede aan 't Land gedaan, zal worden geprocureerd. 3. Te doen weeten, dac hec geheele Regimenc Amfterdamfche Schutters op het punt haat om naar huis te marcheeren — dat men hetzelve flegt 24. uuren heefc kunnen ophouden, door hec niet te ontflaan uit Stads Eed — dat men voords, om het gewicht der zaake, een Expresfe naar het Defenfie wezen van Amfterdam heefc afgezonden, mee verzoek,om, was 't mogelijk, dit Corps, ten minsten een gedeelte daar van, hier langer te mogen behouden. 4. Dat het te voorzien is, dat in weinige dagen de Auxiliairen tot op 500. Man zullen verfmolten zijn, om dat zij dagelijksch af trekken, en verfcheiden Genootfchappen reeds verklaard hebben, dat zij zullen heen gaan; zoo, dac, deeze verzwakkingen plaats hebbende, ons Guarnifoen welhaast tot op 4000 en eenige honderd Man verminderen, en het ons onmoogelijk zal worden, de uitgellrekte Wallen en Buitenwerken te defendeeren, hetgeen men door deskundigen kan laaten onderzoeken. L 3 5. Dat,  C 166. ) §. Dac alle deeze en andere gewigtige redenen , mij verplichten, H. Ed. Mog. te verzoeken, van, zoo mogelijk, nog eenige reguliere Troupes hier te mogen hebben, of, voor 'c minst, bij alle gebeurelijke ongevallen, mij voor alle verantwoording te willen dekken, en mijn goeden naam bewaaren — het word toch waarfcliijnelijk, dat deeze plaats in weinige dagen Vijandelijk zal worden aangetast. Plettenberg, Sommerlatten en Baden-Dourlach koomen morgen in 't Camp bij Zcisc. iooo Man zijn daar reeds gekoomen van Amersfoort, zoo dat 's vijands macht, nu boven de 9000. man fterk ■word. Ook zijn daar eenige Morcieren van de zwaarite zoort aangekoomen, behalven de Ar-? tillerie en Ammunitie % die uk de Greb en Amersfoort gezonden zijn. Men is bezig met Bommen te vullen — Schanskorven, Zandzakken % en preparatien tot een Beleg te maaken. Ons zwak Guarnifoen zal niet in ft«at zijn,de zwaare Buitenwerken te bezetten, en de Bezettingen behoorlijk af te losfehen — in korten tijd neemt de Vijand de Werken weg, en hoe de Stacl dan'mee mogelijkheid gedcfendeerd?  ( io> ) W, MISSIVE van de staatscommissie te woerden aan den rhijngraaf van salm. hoog ge b o oren heer? Daar ons door U. Hoog Geb. reeds voor een geruimen tijd een Plan van algemeene Defenfie voor deeze Provintie en de Stad Utrecht is beloofd, en de omfiandigheden, waarin wij verfeeren, volgens de algemeene geruchten meer en meer criticq fchijnen te worden, hebben wijl nodig geoordeeld, U Hoog Geb. bij deezen aan te fchrijven en te verzoeken, om ons zo dra mogelijk in gefchrifte een zodanig plan te doen toekomen, waar uit ons blijke, op welke wijze U Hoog Geb, van gedachten zij, dat de algemeene verdediging van deze Provintie en Stad Utrecht moeten ingericht worden. Wat 'er van deeze zijde behoort gedaan te worden, wanneer de Stad Utrecht word aangevallen, en op welke wijze men dezelve als dan mee de meeste vrucht zoude kunnen te hulpe komen. h 4 Wa:  C 168 ) Wat U Hoog Geb. daarentegen voornemeTrsr is te doen , wanneer deze Provintie aan de eene ■of andere zijde word aangevallen — en, op welke wijze U Hoog Geb. begrijpt, dat wij gezamentlijk met U Hoog Geb. den Vijand, namaate der verfchiliende plaatzen van Attaque, als data op het kragtdadigst zouden kunnen tegen gaan ; en eindelijk, hoe de retraite zoude moeten gefehieden, indien men onverhoopt aan de eene of andere zijde voor eene overmagt moest bukken—wij begrijpen, dat de beraming van dusdanig een Plan van de hoogfte noodzakelijkheid is, ten einde 'er bij eenen onverhoedfchen aanval geene verwarring plaats hebbe, en men oogenbliklijk, zo wel van de zijde van Holland, als van Utrecht, weete, wat een' ieder te doen Haat, cn onze verfchiliende kragten dus als in één punt famenwerkende, daar door te gevreesder voor den Vijand worden 5 wij verwagten dus hetzelve plan, zo dra mogelijk, van U Hoog. Geb, ten einde hetzelve rijpelijk te overwegen , en dien volgende de nodige fchikkingen te b-raamen. Voorts verzoeken wij, dat U Hoog Geb, ons zoo dra mogelijk gelieve te melden, welke Onder-Officieren van het voorig Regiment 1 . ff Yat}  C x°9 5 van U Hoog Geb. thans op de Nominatie liaan. Waar mede, hoog gebooren heer ! Beveelen wij U Hoog Geb*. in de befcher- ming Godes. Gefchreeven binnen Woerden, den 16. Augustus 1787. De Gecommitteerdens &c. &c. Ter Ordonnantie van dezelve, h. costerus, Secret. P. S. Op 't afgaan der post, heb ik de Eer U Hoog Geb. te informecren, dat zo even de Refolutie genomen, is, om het Bataillon van Bijland, te IJsfehlein in Guarnifoen liggende, naar Utrecht te zenden, mits U Hoog Geb. volgens de Conventie , 40 Husfaren derwaarts zend, en dat insgelijks befloten is, het derde Bataillon Wallons van Schoonhoven naar Utrecht te doen marcheeren , zoo dra dezelve van Geweercn voorzien zijn, tcp welken einde reeds naar 's Hage is gefchreven, zijnde de ordres wegens dit alles reeds aan den Generaal Major van Rijmel gegeeven. De Commisfie verzoekt, dat U Hoog Geb. L 5 voor  f C ) voor de rramerr der Officieren, die op dis Nominatie ftaan, de voomaamen gelieft te doen pkatzen,als mede de qualiteit, in welke zij gediend hebben. ïk heb de Eer met waare Hoogachting te zijn, U Hoog Gebooren Onderd. Dienaar, n- costerus, Het antwoord op deeze Misfive bezit ik niet. Dat het evenwel 's dags daar aan is afgezonden geweest, blijkt uit den hier op gevolgden Brief van de Staatscommisfie aan den Rhijngraaf, Letter X Pag. 185. Ondertusfchen is het opmerkenswaardig, dat de Papieren, welke in de Republiek zoo veel. geruchts gemaakt hebben, over en ter zaake van zeker Secreet Plan, door den Rhijngraaf ontworpen, en door dc Commisfie goedgekeurd, en de Evacuatie van utrecht bedoelende, juist van dien zelvden datum zijn. Ik heb 'er mijne reden voor, om,al wat daar toe relatief is, hier tusfehen in te plaatzen . alles zal misfehien voor zommigen nograadzelagtiger worden — maar Doordenkenden zullen, in dc combinatie der omfuiiidigheden, wel de eene  eene of andere oplosfing vinden —- ter zijner tijd zal ik 'er ook eenige aanmerkingen op maaken — ik wil niemand vooruidoopcn. MISSIVE van Zijns excellentie , den Heer rhijngraaf van salm, dat. 16. Ree. 17. Aug. i?Z/- JiDEL MOGENDE HEEREN'! Het heeft UEd. Mog. behaagd, mijne confideratien en advis te requirercn, aangaande het geer ne UEd. Mog mij dc eer doet bij haare gevencreerde Misfive van den 16 deezer, te com-r municeeren , zoo kort doenlijk zal ik tragten aan het van mij gercquirecrde te voldoen, Indien , waar aan gccnzints meer te twijfelen is, het weezentlijke oogmerk van Pruisfen is, in Holland te vallen, zoude ik van gevoelen zijn, dat men van de nog overblijvende drie wceken, binnen welke het onmogelijk is , dat voorfz. Troupes iets vijandelijks regens dc Provincie van Holland onderncemen, gebruik maakte om Holland te verkerken, en daar toe alle dcMihtaircu in de Steeden en Sterktens te plaatsen, cn tusfehen de Stccden cn Forten, overal een genoegzaam . aantal Burger Militie liet Campeeren en Cantonpecreq , om de pasfages tusfehen dezelve zoo veel  < m y Veel doenlijk te beletten, en van de een na de andere plaats Secours te kunnen zenden. Dan, als men hier toe over gaat, dient men Utrecht té verlaaten, en bij tijds het Gefchut en Ammunitie te rug te ontbieden, het zelve gedeeltelijk na de Vaart doende transportecren , om verder te water de Lek af weeder in Holland te voeren, terwijl men het overige naar Woerden kan brengen. De Vaart, of Vreeswijk, moet aan Holland blijven en met alle magt gefortificeert worden, deeze post komt mij, aangezien de fluijzen , van zulk eene importantie voor Holland voor, dat al moest Holland daar voor alle de gemaakte kosten aan die van Utrecht quiteeren, ik die Provincie nog met de goede koop zoude moeten geluk wenfehen. Indien men zig hier toe bepaald, moet Vianen volftrekt, in allerdiligentie verflerkt worden , waar door de Lek niet alleen is geflooten, maar wij als dan meester blijven ("vooral met het aanilaande najaar j) om zoo veel water in de Provincie van Utrecht te houden als nodig is. Het zal in de eerfte opflag wel wat vreemd voorkomen deeze Stad te verlate», maar, wil men Holland beveiligen, is zulks aliernoodzaakelijkst, wijl ik voor mij gaarne wil declareeren, bui-  ( 173 ) buiten ftaat te zijn, indien de Prins van Orange in dit oogcnblik onderftond,ons met vigeur aan te tasten , dezelve langer te houden, als mogelijk nodig zijn zoude om het beste Canon en de Militairen in zeekerheid te brengen. Hoe veel te min dan Ed. Mog. Heeren, zoude deeze plaats te defendeeren zijn, bij aldien de Pruisfen in het Gooiland kwaamen , en om een diverfie te maaken op Naarden of een dier Steeden vielen. Utrecht moet dus volftrekt geabandonneert worden, en ik vertrouw ook, dat de Ingezeetenen zulks zelfs zullen begrijpen, dan in onverhoopt contrarie geval, en UEd. Mog. inclineerde om dit mijn advïs op te volgen, dan dunkt mij, zulks gevoeglijks! op deeze wijze te kunnen effectueren. Na alvoorens het grootlte gedeelte grof Gefchut en Ammunitie na de Vaart en Woerden gezonden te hebben, onder pretext van die beide plaatzen als meede Vianen,te beter te fecureeren, wij als dan op een bepaalde dag voorfloegen, Amersfoort te attaqueeren, waartoe ik als dan zal proponeeren geene dan Auxiliairen, Militairen en mijn Legioen teemploieeren, met verzoek aan de Burgerij de Stad te bewaaren. Ik zoude als dan de zwaare Artillerij eenige dagen te voren kunnen doen infcheepen in ligtew, en dezelve, onder pretext van die naaï.  C |?4 3 haar Vreeland te zenden om daar te losferi, fii Amflerdam doen tranfporteeren, en vervolgens op eene bepaalde nagt, in drie Colonnes uittrekken, een naar Hilverfum, de andere naar Zeist en de derde de wég op naar Wijck: die naar Hilverfum gedestilleerd, zoude kunnen afzakken naar Woerden, die na Zeist agter de Blauw Capel om, naar Nieuwerfluis, en die van Wijck na dc Vaart, als wanneer wij zonder merkelijke opfchudding in de Stad te vreezen en zonder de Vijand gelccgenheid re geeven , van die onze retraite gebruik te maaken, wij alle dc Troupes en Hollandfche Auxiliairens, beneven hetgefchut weedcrom in Holland zouden hebben. Dan Ed. Mog. Heeren, bijaldien men aan die mijn advis wii dcfereeren , zoo diende men prealabel de Troupes nog in Holland zijnde na het .Cordon te doen rukken, \^aarom ik van gedag. ten ben, dat men het Garnifoen van den Brie! en gedeeltelijk dat van den Haag, in het Cordon moest doen opmarcheeren, waar door men zonde prcvenïecren, dat bij aldien al de Pruisfifche Troupes in Holland vielen, die Troupes op welke men z?g dog niet kan verlaaten, de Pruisfifche Troupes niet behulpzaam wierden — de Zwitws uit drn Briel, diende men in Schoonhoven te plaatzeu, en uit den Haag doen mar- ch«*  ( '75 > «heren het Regiment Hollandfche Gardes te Voet, en het zelve doen Garnifocn houden te Gornichem , met en benevens iooo man goede Auxiliairen. Vervolgens neem ik de Vrijheid om aan UEd. Mog. in confideratie te geeven of het niet dienftig zoude zijn , hec nieuwe Regiment van van der Borch, in Eed en Soldij van Holland over te neemen, en naar Zwammerdam te zenden, , om zig aldaar verders te completeeren, wijl het zelve anders, bij het verlaten van Utrecht, zig zoude moeten debandeeren, cn de brave Officieren daar bij geplaatst zig vcrpligt zouden vinden na een goed heen koomen te zoeken. Hier mede aan de intentie van UEd. Mcg. boopende voldaan te hebben, zoude ik deeze kunnen fluiten, vom: ih mij niet gedrongen, Ed. Mog. Heeren, U mijne erkentenis te betuigen voor de goedgunfligheid, waar mcede UEd. Mog. mij overlaadt. Hoe zeer ik reeds gerefolveerd was, tot voorkoming van alle verdenking,als of ik alleenlijk mij had doen emploijeeren, om den Prins van Orange in de waardigheid van Capitain Generaal op te volgen, voor dezelve titul, wanneer die mij zoude werden aangeboden te bedanken, zoo vergt den dienst van 't Land echter dat 'er een Hooft van 't Militairs  C 17S > ïieaire is, ik wil mij daar toe dus wel laaten gebruiken, tot zoo lange Haar Ed. Gr. Mog. een kundiger en daar toe bekwamer Perfoon als ik zullen gevonden hebben, onder wiens orders ik met geen mindere vlijt en bereidwilligheid in den dienst van Hun Ed. Gr. Mog. goed en bloed, ter defenfie van haare goede zaak, zal opofferen, waarom ik verzoeke geene andere titul aan dien post te willen hechten, als die van Lieut. Capit. Generaal, — Hun Ed. Gr. Mog. blijven als dan altijd in 't geval een Capit. Gen. boven mij aan te ftellen, ja zelfs, bij ver- * andering van omfiandigheden, den Prins van Orange, onder het aanneemen van eene bepaalde Irtftructie in die qualiteic te continueeren, zonder dat ik in beide gevallen genoodzaakt worde, mij • uit den dienst te retireeren. Ik zal ook nimmer de ƒ 10000 's maands aanneemen, zoo als mij door een der Heeren Penfionarisfen gisteren, bcrigt is, dat het voornemen was, maar neeme de vrijheid UEd. Mog in confideratie te geeven of het niet beeterwas, daarvan ƒ 4000's maands uit te reiken aan de Generaale Vergadering der gewapende Burger-Corpfen van Holland totfoutien van dezelve; ƒ 2000 's maands in dat geval aan mij te offereeren, waar mede betuige groot genoegen ti zullen neemen; en de overige ƒ4000— '5 maands  C 177 ) % maands tc affecteeren voor een tracrement van de aan te ftellene Capitain Generaal. Konden Hun Ed. Gr. Mog. daar en boven goedvinden, den Heere Chevalier de Tcrnant aan te ftellen tot Lt. Capitain Generaal van de Cavallerie en den Gen. Majoor van Rijs/el, tot Lt. Capitain Generaal van dc Infanterie, zoo twijfel ik niet, of zulks zoude veel goed doen, en mogelijk veele kundige Officieren van 's Vijands zijde tot ons doen overkoomen, welke ,uitgelokt door de hoop van aanzienelijke bedieningen en prompte-betaling, zig wel van de Generalitelts dienst zouden ontflaan, om zig onder Hun Ed. Gr. Mog. Standaarten en Vaandels te begeeven. Na UEd. Mog. in dc befcherming Godes te hebben aanbevoolen, betuig ik met de meeste agting te zijn, edel mogende heeren! Uwer Edel Mog. Goede Vriend, fr. rh. van salm. Gefchreeven te utrecht den 16 Augustus 1787. (Dit ftuk en het volgende geef ik woordelijk op , zoo als het in de Republiek Openlijk verfpreid is.) M EX-  C 178 ) EXTRACT uit de resolutie* van de ed. mog. Heeren de gecommitteerden^ van de ed. groot mog. heeren staaten Van holland en wes t-friesland , ter defensie van de provintie van holland en de Stad utrecht. Veneris den 17 Augufïi 1787. Ter Vergadering voorgebragt en geleezen zijnde, eene Misfive van Zijne Excellentie den Heere Rhijngrave van Salm, gefchreven te Utrecht den 16 dezer, houdende deszelfs confideratien en advis op de Misfi ve, aan dezelve van weegens deeze Commisfie den 13 deezer toegezonden. Fiat infertiöi En daar over gedelibereert zijnde, is goedgevonden enverllaan, de confideratien en advis van meergemelde Heer Rhijngrave te amplecteeren, cn dien volgens te refolveeren, om alle dc Militairen Corpfen, die in de Provintie van Holland zig bevinden , (uitgenomen het Esquadron Gardes du Corps, het i.Batt. Gardes Zwitzers, en de tweede Battaillons van Pabst en Bijland, als mecde de'Detachementen Dragonders en Cavallerie van Hesfen Casfel, Bijland cn Hes- fe  ( m ) fe Philipsthal, in Garnifoen in den lïaag, als meedc het Garnifoen te Hoorn) te doen bij een trekken in de Steeden cn fterk'tens behoórénde tot het Cordon — en verders bij Circulaire Misfive de Gewapende Corpfen deezer Provincie aan te fchrijven, om eene verdecling van haare onderhebbende manfehap te maaken, zoodanig dat dezelve tusfehen dc Steeden en fterktens van het Cordon, ingevolge het daar van aan hitnEd. Manhaften den i deezer toegezondc plan, genoegzame de:achementen kunnen zenden, orrr aldaar, 't zij gecantonneerd te worden, of wel te campeeren. Gelijk m'eede om bij extract Refolutic dezes den Heere Rhijngrave te authorifeeren, zijn plan te volvoeren, en met de Ed. Mog. Heeren Staaten van Utrecht zoodanige fchikkingen te maaken, als ten'meeste nutte en profijte dezer Provintie zal kunnen gefchieden, om dc Heerlijkheid van Vreeswijk, genaamd dc Vaart, over te neemen; wordende gemelde Heere Rhijngrave ook nog bij deezen gcauthorifeerd, het Regiment van deit Collonel van der Borch, in dienst en foldij deezer Provincie over te neemen, is het mogelijk op den voet der ordinaris Hollandfche Infanterie , en anders op zoodanige Traktementen als dezelve als nu is genietende. M 2 En.  C 183 ) En wat aangaat het doen marcheeren der Hollandfche Garnizoenen naar het Cordon, is gerefolveerd, bij Misfive Heeren Gecomm. Raden te adverteeren, dat patent gezonden is aan de Z\v;'tzers, thans Guarnifoen houdende binnen den Briel, om, op ontvangst derzelver, zig na het Cordon te begeeven , authorifeerende en committerende verders den Heer de JVitt, onzen meede Gecomm. om zigna'sHage te begeeven , om aan Haar Ed. Mog. de Gecomm. Raaden van Holland door Extract dezes, zoo van. de Misfive van den Heer Rhijngrave, als van ons gerefolveerde kennis te geeven, en met.Hun Ed. Meg. te overleggen dc zeekerfte wijze en middelen om het Regiment Hollandfche Gardes te Voet, uit 's Hage na Gornichem te doen marcheeren, authorifeerende den Hr. Costerus, van deeze onze Refolutie en bijgevoegde Misfive van den Heere Rhijngrave, eenige exemplaaren feercet te doen drukken, om voor de daarbij belang hebbende te kunnen dienen tot naricht. - .. . . Accordeert met voorfz. Refolutie., BE-  ( i«i ) BERIGT van dre ed. mog. heeren gecommiteerden ter defensie 'van de provintie van holland en de Stad utrecht , aan hun ed groot mogende de heeren staten van holland en westvriesland , waarbij bovenstaande brief en resolutie, voor louters en vdlsch verdichte flukken worden verklaart &c., in dato 27 Augustus 1787» edele groot mog. heeren-! Bij Refolutie van UEd. Groot Mog. van den 25dezer, ih onze handen gefield zijnde een presens fecreet Extract uit onze Refolutien', van den \7den Augustus dezes jaars, waar agter een Misfive van den Rhijngraave van Salm, welke de Heer van Wasfenaar tot Wasfenaar zich volgens zijnen Eed verplicht gevonden heeft, ter tafel van U Ed. Groot Mogende te brengen, als zijnde door een onbekend perfoon aan deszelfs huis gebracht, en waar van de Heer van Rhoon een gelijkfoortig gedrukt ftuk, aan zijn Edelheid geaddresfeert , ter vergadering heeft getoond, ten einde, (hoe zeer U Ed. Groot Mog. verklaren, geene andere redenen te hebM 3 ben  C 182 ) ben, dan om bet yoofsz. ftuk te moeten houden voor gefingeerd en valsch) te dienen van onze confideratien en bericht; hebben wij de eer U Ed. Groot Mogende bij dezen te berichten, dat het voorsz. pretenfe Extracl, met de bijgevoegde Misfive van den Rhijngrave van Salm (welke ingevolge U Ed. Groot Mogende Refolutie hier nevens te rug gaat) geheel en in allen deele is een louter en valsch en verdicht Huk, gelijk ook, dat'er op den i$den dezer Maand geene Misfive van wegens deze Commisfie aan den Rhijngraave is afgezonden, weite met eenige mogelijkheid aanleiding tot deszelfs zogenaamd antwoord van den x6den zoude hebben kunnen geven, en dat dcrhalvcn het zelve ftuk eenvoudig moet befchouwd worden, als een voortbrengzel van de verregaand* fte kwaadaartigheid, en als een dierlaagc en oneerlijke middelen, welke eene verdervende Cabaal zich niet ontziet, bij aanhoudenheid, ter bereiking haarer oogmerken, te gebruiken, en alleenlijk aangewend, om (ware het mogelijk) binnen de Stad van Utrecht, en bij U Ed. Groot Mog. — ja bij de geheele Natie, zo tegen ons als tegen den Rhijngrave van %Salm,, een gevaarlijk mistrouwen te zaaijen , en daar uit eene, in de tegenwoordige omfiandigheden aller-  ( i83 ) lernadeligfte verdeeldheid te doen voortfpruitcn. Wij zullen, Edele Groot Mogende Heeren! op den inhoud van het ftuk zelve geene aanmerkingen maken, zo dat wij ons yleijen, dardcszélfs valsheid, behalven uit onze plechtige verzekering, ook uit onze bekende denkwijze van zelve blijkbaar genoeg is, als om dat wij te hoogen denkbeeld van de Vergadering van U Ed. Groot Mog. en derzelver gewichtige bezigheden voeden, dan dat wij derzelver pretieuie attentie niet, zo kort doenlijk,op zodanigfchandftuk zouden willen vestigen, ch wij het daar en boven beneden ons rekenen, om tegen diergelijke laage menées eene omftandige verantwoording te moeten doen. Wij kunnen alleenlijk niet afzijn , U Ed. Gr. Mogenden te betuigen, dat het ons ten hoogden aangenaam is geweest, uif U Ed. Groet Mogenden Refolutie te vernemen, dat Hoogst dezelve deze zaak reeds vooraf uit het ware oogpunt hebben befchouwd, en een rechtmatig vertrouwen hebben betoond op onze welmeenende pogingen tot welzijn des lieven Vaderlands, gelijk wij dan ook verwachten , dat U Ed. Groot Mogenden, thans voikomen overtuigd Zijnde van de fchaudelijke verdichting van het meergemelde ftuk, het zelve eenvoudig zuLen. M 4 8e-  C 184 ) gelieven te feponeeren, met die welverdiende verachting, weike wij betuigen voor alle die geenen te gevoelen, die het zij rechtftreeks, het zij zijdelings, eenig aandeel aan déze haatelijke trame hebben gehad. Waarmede &c. Edele Groot Mogende Heeren! Beveelen wij U Edele Groot Mogende in de befcherminge Godes. Gefchreven binnen Woerden den 27 Augus> tus 1787. U Ed. Groot Mogende dienst willigen,. De Gecommitteerden ter defenfie dezer Provintie en der Stad Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelven, h. costerus, Secret. EXTRACT uit de utrechtsche courant van Maandag, den 27 Augustus, 1787, utrecht den 22 Augustus. Wij zijn van goederhand verzogt, het Publiek te verzekeren, dat zeker onlangs in druk uitgegeven en ver fpreid zogenaamd Ext rail uit de Refolutie van dc Ed. Mog. Heeren Gecommitteerden van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en  C 185 ) 'en Westvriesland, ter Defenfie van de Provintie van Holland en de Stad Utrdckt; gedagtekend Veneris, den 17 Angnsti 1787, een even valsch en verdigt ftuk is, als de daar bij gevoegde Misfive, op naam van den Heer Rhijngrave van Salm: zulks men zich verplicht; rekent , alle weldenkende Vaderlanders te waarfchuwcn, om zich niet te laten wegfleepen door den bedriegelijken inhoud van dat ftuk, het geen niet anders dan door de kwade partij, en met de laagzieligfie oogmerken, verzonnen en in de waereld geftooten is. X.MISSIVE van de staatscommissie te woerden aan den rijngraaf van salm. hoog gebooren heer ! Uit de Memorie, welke U Hoog Geb. o«s gisteren heeft toegezonden , hebben wij opgemaakt , dat U Hoog Geb. onze intentie, vervat in de Misfive , waar bij wij U. Hoog Geb. verzogt hebben een Plan van mutuëele defenfie aan ons te willen, overzenden, niet regt heeft begrepen — uit al het geen U Hoog Geb. van ons verlangd te wee ten, moeten wij opmaken, dat U Hoog Geb. vangedagtenis, dat wij van U Hoog. Geb. een uitgewerkt Plan M 5 vor-  ( i88 ) de mogelijkheid, ja de waarfchijnelijkheid zelve, bij mij geheel buiten bedenking i». Zegt mij, vooraf, dit fmeek ik U met de rondborstigheid van een braaf Man en Soldaat, zegt mij voor de vuist uit, of de Heer van Rijs* fel bij Ü" de Man is, die de noodige kennis, talenten en kragten bezit, om eene Operatie van dien aart te onderneemen! Zo deeze Generaal zich zeiven 'er in ftaat toe kent — zo U. Ed, Mog. 'er ook van overtuigd zijn en blijven, dan zal ik alles op het geval laaten aankoomen; maar , zo Hoogstdezelve integendeel de zaak zoo dringende vinden, als ik het befchouw — zo Zij van oordeel zijn , dat 'er een grooter activiteit onvermijdelijk plaats moet hebben — zo het den Heer van Rijïfel aan kragten en gezondheid ontbreekt, om een' post van zulk een zorgelijken aart te durven aanvaarden , dan bied ik ook mijn leven, en, al wat in mijn vermogen is, aan, om dc Provintie te redden van de flavernij, daar zij mee gedreigd word, en die zoo aanftaande is. Ik durf U, ten dien einde , raaden, om zoo naauwkeurig mogelijk zorg te draagen , dat men de groote Inundatie te Naarden werkftef-r lig maake, die, gevoegd bij die van de Vaart,  ( 199 ) alle de toegangen op Holland, van de Lek af tot de Zuiderzee, voor den Vijand ongenaakbaar moet maaken — om zoo veele handen mogelijk aan 't werk te ftellen, ter voordzetting der Fortificatiën te Utrecht, ten einde hier een beleg, zo als 'tbehoort, te kunnen uithouden — om Ammunitie van allerhande zoort in 't Magazijn te Woerden bij de hand te hebben, en aldaar, al wat 'er te Geertruidenberg is, te laaten overbrengen — om bedagt tezijnopmid. delen, om de Oorlogs-Ammunitie en Artillerie uit Heusden te haaien, alwaar zij voor ons, in de tegenswoordige omfiandigheden , volftrekt onnut zijn — om door de gewapende Burgers de Generaliteits Magazijnen te Dordrecht en Delft te laaten forceeren — om zonder verwijl meer Kanon en Ammunitie, daar men om gevraagd heeft, naar Utrecht te zenden; (eene Pruisfifche Armée toch , die wij tegenswoordig te vreezen hebben, is geheel wat anders als die van Oranje) — om door het Corps van Sternbach een aantal geöeffende Dijkwerkers in den Alblasferwaard te laaten presfen , zo zij 'er zich niet goedfehiks toe willen laaten engageeren, om aan de Werken van Utrecht te arbeiden — om Pontons te bezorgen, daar Delft ea Dordrecht zeker van voorzien zijn — om N 4 een  C 100 ) een Generaalen Staf in behoorlijke orde te benoemen, .buiten welken men nooit over Troupes kan commandeeren, en waar toemendegéfchikite Perfooncn zal aanwijzen — om hec Corps van Sternbach naar Utrecht te doen marcheeren — Geertruidenberg te verlaaten, als die buiten onze Linie van defenfie ligt — om directeïijk het Regiment' van St'drler naar Gorcum ar te- zenden — en 'de' ZwitzerJ'che Guardes naar Dordrecht, of daar omftreeksch, want de Zwitzers zullen ons nooit verraaden; evenwel zóu men ze in allen geval den Eed van getrouwheid aan de Provintie van Holland, daar de refolutie van het Canton BemHen toe verplicht, kunnen laaten herhaalen — om de Guardes te voet naar den Br iel en Hellevoet te verleggen — de Haagfche Schutterij door de Genoodfchappen te laaten ontwapenen — de Bataillons van Bijland en Pabst te zenden, het eerste naar Utrecht, het andere naar de Nieuw'erfi'uis — de Detachementen van Philipsthall, Casfel, en Bijland, omfTreeksch Woerden — de Troupes van Noordholland omftreeksch dezelve plaats, ten einde daar heure nadere destinatie te kunnen verncemen, naar gelang der omfiandigheden —en nog een Bataillon voor 't minst naar Vianen — De Genoodfchappen moeten in genoeg- zaa-  C 201 ) zaamen getale bijéén zijn te foorfchoten, Rijswijk en andere ftreeken, nabij 's Hage, om de rust van deeze plaats te bewaaren — de gewapende Burger-Corpfen, die in Noordholland 'geformeerd worden, zijn genoeg in Haat om de Oproeren , die daar plaats hebben , te (lillen \ zelvs zijn zij 'er beter gefchikt toe dan Troupes. 'Er moet door de Burger - Commisfie van Woerden eene naauwkeurige Lijst worden opgegeeven van alle Manfehappen, die onder Haare direétie Haan en de Wapenen draagenkunnen;' en, wat de Schutterijen der bizondere Hollandfche Steden zouden kunnen buiten hunne muuren misfen, dient berekend en overlegd te worden met de refpeétive Krijgsraaden. 'Er moet een generaale rendez-vous bepaald worden te Alphen, ten einde aldaar op het eerfte fein te kunnen bij een koomen, en van daar te kunnen worden gedepecheerd, daar het noodig is. De drie Compagnien van Waldek "te Workum, die men, hoofd voor hoofd, den Eed van getrouwheid kan doen afleggen, moeten naar Loevejlein gezonden worden , over'welke plaats men een trouwen en ervaaren Bevelhebber dient aan te ftellen, zoo wel, als over Gorcum, Dordrecht, de Uitleggers, die men op de Lek , de Maas, de Waal, en Merwe , zou kunnen wapenen, N 5 en  ( 202 ) en op de Canoneer- Sloepen te Vianen en Gmv eum — zoo veele middelen om den Vijand te beletten, dat hij niet op de eene of andere wijze onze Dijken pasfeert, Bruggen aanlegt, en Rivieren overtrekt. Tusfehen Vianen en de Vaart dienen 'er Vaartuigen gereed te liggen, gefchikt om niet minder dan .2000 Man te kunnen infehepen, en de Troupesdaar het noodig zal zijn, fpoedig over te voeren. De Rivier de Linge moet met den eerden geflopt worden om van agtereh alles onder water te kunnen zetten, en, zo de Vijandin 't Gelderfche voet aan land zet, zit 'er niets anders op, dan de Dijken van de Lek regts en links te doorfteeken , zelvs eer dit; aan den kant van de Vaart en Vianen kan gefehieden, om daar door alle de Landen van Vianen, Arkel en Alblasferwaard te kunnen inundeeren — 'er moet van de nood eene deugd gemaakt worden — zo moet het ook met de Waal en Merwe gefehieden. Intusfchen koomt het *er vooral op aan, om hoe eer hoe beter te doen ©pneemen en bewerkftelligen al wat tot eene operatie behoort van dien ijsfelijken aart, maar die echter noodzaakelijk is, en daar Uwe Voorvaderen, die de waarde hunner Vrijheidgekendhebben, U in voorgegaan zijn. Men moet. in tijds de. ongelukkige fnwooners der te inun. i dee-  C 2°3 > deerene Landen kennis geeven van het onherroepelijk befluit, dat ten deezen opzichte, de nood daar zijnde, genoomen is* ten einde zij 'er op kunnen bedagt zijn, om hun leven en goederen te bergen, en vooral, om aan onze vervloekenswaardige Vijanden te doen zien,wat de verfchrikkelijke gevolgen zijn van hunne Vcrraaderij. ' Nota. Oflchoon de gevaarlijke hoogtens van linfchooten ) agter de bepaalde Linie van defenfie liggen, zo moeten'er niettemin noch Manfehappen noch Onkosten gefpaard worden, om dezelve zoo fpoedig mogelijk voor den Vijand Onbruikbaar te maaken, door dezelve meteen wijde Gravt te doorfnijden, en deeze met van difiantie tot diflantie geposteerde Redoutes te dekken, ten einde hier van een Point van Retraite te maaken in de verfchiliende gevallen, die de oorlog zou kunnen medebrengen. Ziet daar, Ed. Mog, Heeren! een ruw ont* ^rerp van het geen ik mij verbeeld, van hetgeen jk geloof, dat genoegzaam zal zijn, om de Provintie in zoo verre te redden, dat zij niet geheel te gronde kan gaan; maar, dit moet ik 'er bij aanmerken, ja dit verklaar ik zelvs op de piegtigfte wijze, dat, zo na eene rijpe overweging van de geavanceerde pointen, men één oogen-  C 204 ) oogenblik verliest met de uitvoering van het geen, met de noodige veranderingen, uitgevoerd moet worden, en, zo men verkiest voord te gaan, met de middelen van defenfie enkel te bepnalen rot de harsfenfchimmige hoop van niet te zn'ien worden aangevallen , ik mij van dk oogenblik af aan onfchuldig wil houden aan alle de onheilen , die ons overkoomen, en onze ong 1 fóge LVatie in de uiterile ellende dompelen «uilen, y • 'iö^vVi.d fr. rh. van salm. - h MISSIVE van de staatscommissie te woerden aan den rhijn* i . graaf van salm. hoog gebooren heer! ■ Ten opzichte van het fluiten der Sluis te Muijden, hebben wij op gisteren reeds onze Ordres aan den Colonel Baron de Mattha toegezonden, en zullen verder alles in 't werk ftellen , om de inundatien in den besten ftaat te brengen, en gereed, om, zo dra de nood zulks vorderd, oogenbliklijk te kunnen werken ; doch, daar wij aan die zijde van Cuilenburg, waar van U Hoog Geb. melding maakt, geene Sluis weten,welke ©p Hollands Territoir ligt, kunnen wij dieswegens  C 205 ) gens ook geene authorifatie aan U Hoog GebJ verkenen, begrijpende dat U Hoog Geb. dierhalven van de Staaten van Utrecht authorifatie zoude moeten erlangen, om dieswegens zodanig te disponeeren, als U Hoog Geb. na derzelver doorzigt best zal oordeelen. Waar mede, hoog gebooren HEEfc! Beveelen wij U Hoog Geb. in de be? fcherming Godes. Gefchreeven te Woerden, den 11.Sept. 1787. De Gecommitteerdens van deEd. Groot Mog. Heeren Staaten van v Holland en Westfriesland, ter defenfie dezer Provintie en de Stad Utrecht. Ter Ordonn. van dezelven, h. costerus, Secrct. B.B. MISSIVE van de staatscommissie te woerden , aan den rhijngraaf van salm. hoog gebooren heer! Wij keuren om redenen, in U Hoog Geb. Misfive vermeld, ten hoogften goed het fuper-  ( 206 ) fedéeren met het doorgraven van deti Lekken» dijk, gelijk wij insgelijks approbeeren het v»r« rigte te Ameijden. Wij approbeeren insgelijks het doorgraven van den Hagenfteinfche Dijk, onder die pra> cautien, in U Hoog Geb. eerfte Misfive vermeld, en voegen ten dien einde eene authorifatie hief nevens, terwijl wij de authorifatie, op gisteren gezonden, als nu vervallende , terug verzoeken. Wij begrijpen, het Commando over de Stad Vianen, op onze authoriteit, niet te kunnen geven aan den Lieut. Colonel Amaudruez, doch zenden hier nevens eene Ordre van den Heer Gen.. Major van Rijsfel, ten einde het Commando over de Troupes en de Werken , welke tot dekking der Inundatie gebruikt worden, aan den gemelden Lieut. Colonel op te dragen. Het Bataillon van Pallardij kunnen wij onmo-> gelijk op heden 'van hier doen marcheren, dewijl 'er dan flegts 50 man van Saxen-Gotha zouden over blijven, 't geen niet genoegzaam is^ om de Posten te bezetten, doch zullen, zo dra wij van artder Guarnifoen voorzien worden, terftond het gem, Bataillon naar Utrecht doen marcheeren, Ter beantwoording van de nadere Misfive van U Hoog Geb. zenden wij hier nevens twee Paten-  tenten Vatt den Gen. Major van Rijsfel, eeiïé aan het Detachement van het Guarnifoen van Vianen, thans te Ameiden, om zig naar Leerdam te begeven, kunnende dan de 50 Man van SaxenGo tha , te Ameiden geposteerd, aldaar verblijven , dewijl de Post aan de Arkelfche Sluis reeds bezet is, en een tweede Patent aan het Detachement van Hesfen-Philipfthal, om zig insgelijks tiaar Leerdam te begeven. Op het wegneemen van de Ponten en Vaartuigen op de Linge, van Asperen' af tot Gorinchem, is reeds ordre gefield. Voorts verzoeken wij, U Hoog Geb. van zig op morgen herwaarts te begeven, ten einde mondeling met U Hoog Geb. over eenige pointen te confereeren. Waar mede, hoog gebooren heer! Beveelen wij U Hoog Geb. in de b«- fcherming Godes. t Gefchreeven binnen Woerden den 13 Sept. 1787. De Gecommitteerdensvande Ed.Mog. Heeren Staaten van Holland en West1 friesland, ter Defenfie dezer Provintie en de Stad Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelven, h, costerus , Secret. MIS-  C 20S ) C. C. MIS SIV E van den Heer van hèldeic aan den rhijngraaf van salm. hoog gebooren graaf! Met onze coupuren van den Hagefteinfe Dijk ben ik zo verre gevordert, dat ik mij vleije,om dezelve dezen namiddag aan 't werken te zullen krijgen. En twijffel geenzins, of dezelve zal het bedoelde effecl daar ftellen, als hebbende ik bij het doen der waterpasfing, die ik voorzigtigheids halve gedaan heb, eer de plaats der doorr fnijding hebbe bepaald, bevonden, dat de binnen berm van den Dijk 22 duijmen onder de oppervlakte van het water en de Lek is leggende. Dan ik kan uwe Excellentie niet uitdrukken, wat voor moeite ik gehad heb om met die Boeren teregt te raken, hebbende ik gisteren den gcheelen dag, noch dezen nagt,niet van de been geweest. Het zal mij niet mogelijk zijn om dezen avond zoo tijdig aan de Vaart te wezen, dat ik eene convenabele plaats voor de doorftekingvan den Dijk kan bepaalen,en om zulks bij nagt te doen heeft mij de ondervinding nu geleerd ,dat geheel en al onmogelijk is. De Gelderfchen zijn wel zot, dat zij ons die Cou-  Coupure tot nog toe zo vreedzaam hebben laten doen, 't geen ik mij niet verbeeld had, te meer, daar men mij gisteren berigte,dat te Everdingen , een Dorp, een klein half uur van de Coupure gelegen , Troupes gewagt wierden, om welke reden ik dan ook twee wegen, waar langs men ons van agtereri konde tourneren , door eene doórfnijdirtg, het inflaan van een overwelfde brug, en het kappen van eenige bomen onbruikbaar heb doen maken; De Batterije agter de Coupure is reeds zo verre in ordre, dat de (lukken 'er dezen morgen ten 3 uuren op zijn geplaatst. Ik vreeze, dat het mij niet zal gelukken om het meeste deel mijner Arbeiders mede te neemen, doch zal zo veel mogelijk mijn best 'er toe doen, hoe zeer 'er weinig dienst van te wagten is, dewijl die Luijden llerk gefatigeerd zijn ^ en voor het grootfte gedeelte in vier of vijf nagten niet gerust hebben. Ik voor mij kan ter nauwer nood mijne oogeri open houdèn: Het is met de opregUe veneratie &c. &c. HAGESTEIN A. VAN HELDEN. 14 Sept: 1787.  C «'O ) D* EXTRAC1Vau plutót p.osfible les Ordres necesfaires, pour que les 3. Comp. Cur as fiers, que 1'Auditeur de Heusden a cru d'une grande utilité dans cecte Ville, & qui y font conplettement oifeufes, fe rendent ici, ou nous avons PEnnemi en tête. La Refolution de L. N. & Gr. P. relativemenc au petir combat, qui a eu Iieu entre une Patrouille de 20. de nos H11 s flirts, & 4. Comp. du Regim. de Tuyl, m'a d'autant plus al-eré, que ceux-ci ont attaqué notre petite Troupe, qui n'a fait que repousfer leurs infultes, en braves Gens. De grace! Commcnt veut on qu'on défende une Place, fi 1'Ennemi peut venir inpunément jufques fous notre Canon, tandis que nous ferions obligés, de nous renfermer dans des Ramparts, femblables a ceux de Jericho? ■Mon honneur & ma loyanré ne me permettent O 5 pas,  C 218 ) pas, de me charger plus longcems, de commander en cecce Ville, a moins qu'pn ne change les Ordres vagues, qu'on paroit vouloir me donner dans une permisfion pofitive , de faire touc ce qui efl: raifonnable , pour la garantir d'une furprife honteufe & letale pour la bonne caufe. Pour quel but, croit-on, que nos Ennemis ■trainent aprè's eux des Canons de Dordrecht, & des Mortiers? Ils fe rétranchent aujourd'hui a Zeist — demain peut-être ils en feront autant au Bild, ckpuis, notre Retranchement au Gil-hrug fera bientötpris, & puis, ils batteront la Ville , comme bon leur femblera , fans qu'il foit posfible, de les déloger, & de tenir la Place un feul jour feulement. Confeillez-moi, mon General! faut-il mettre les mains dans les pocbes, ou repousfer 1'Ennemi une lieue h la ronde ? II faut un Plan d'Operation, calculé fur tóusles événemens posfibles; ou, s'il en arrivé un inattendu, nous tomberons dans les inconveniens les plus affreux. Du méme a fes Amis d Amsterdam, utrecht, ii. Mai 1787. (Conf. Pag. 36.) Je me flatte, que vous pourfuivrez avec 1'ar- deur  ( 21? ) deur & 1'intelligence, qui vous eft naturelle, le Projet falutaire, que vous avez entamé, & que bien des Gens contrecarreront, fous le vainprétexte de Staatkunde, afin de mieux cacherleur vanité perfone'le, qui fe trouve eh contradiétion manifefle avec le bien public Du 9. Juin, 1787. Le tems efi né, oü il s'agit de vaincre ou de mourir — dites de ma pare a Mr. v. L qu'il ne s'agit plus de temporifer; qu'il faut me mettre cn état de fervir la Nation, & de fauver la Liberté mourante, ou, que je ferai connoitre les Ambitieux mal adroits, qui s'oppofent a ce but. Dites Lui, que je les accuferai publtquement? fans aucun ménagement, quej'y fuis imperturbablemcnt refolu comme a la mort. Nous fommes foutenus de toute part, & la Loi fupreme de la nécesfité humilicra 1'arrogance & la préfomption. Du 13. Juin, 1787. Ifonf. Pag. 37-) La Confufion efi parvenue au combi e. T rois Comp. de Stuart ont révolté a Wirker, & ont fuivi leur Regiment a Cuilenbuvg. Quoique ce Fort  Fort n'eft éloigné de Woerden que de troisquatt de Jieue, je n'ai recu eet te nouvelle que par le bruit public, a peu prés cinq heures après 1'événement. Bon Dieu! aiez pitié de 1 cfprit de Verrige, qui préfide a tous nos arrangemens ! j'ai envoyé d'ici 6c du Vaart des Detachcmeas d'Infanterfe & de Hm/arts, ayec des Canons vers Leerdam, poiir couper'Ie chemin, s'il êtoit tems encore, a ces miferablcs. Trois Bataillons font arrivés aujourd'hui de la Gueidre dans notre voifinage. Ils ont été remplacés par des Troupes, venapt du païs dc la Generalité. Tout eft perdu, fi on perd un feul momentpour prendre les mesfures convenables , jj y a de quoi prendre des convulfions de rage, quand .on voit devant fes yeux.perir une IMation entiere, en attcndant que des Fous fe disputent, par qui, & de quelle manicre elle doit écre fcuvée. Enfin la Commisfion de Woerden eft nom- mée, & ces Mesfieurs arrivent incesfament qooo Ducats ont été mis fur Ia te te du Lieut. Colon. Balneayis; jugez, eet homme a rodé pendant 8. jours devant les Barrières ff Oudewater , pour exciter la Guarnifon a Ia révolte, qu'on ne 1'a point arrêté, qu'on s'eft borné a en faire rapport a PFocrden, oü on n'a pas pris aucune mefure- Dans  ( 441 ) Dans ce moment j'apprends, que tous lesCa^ honiers de Gorcum ont déferté, avec te Capitaine Lombach en Gueldre* Dim MEMBRE du CONSEIL ó?'AMSTERDAM ,■ Cl MON3R. h RHINGRAVE VUU SALM, du 14. juny, 1787. (Cönf. Pag. 39.) i Ajontez a cela, que je n'ai plus Iieu de me flatter', comnle je 1'aurois fait, en cas qu'il (Monfr. Vifcher') eut été employé, qu'on confulte'ra votre Excellente ; mais je crains^ qn'on ira le train ordinaire, & alors la Patrie eft perdue fans resfource. Tout ce qui arrivé dans le Cordon, que vous avezprévu, & que moi, tout borné que je fuis, j'ai prévu de même, depuis le mois d'Oótob. pasfé, tout cela,• dis-je, me font des preuves de notre perte Mr. M , qui m'a vu aujourd'hui, eft a même d'informer V. E. de 1'aiaeantisfement, oü'je me trouve, d'autant plus, que je ne vois plus jour \ remedier aux maux, qui nous frappent, faute de bonnes & fermes réfolutions. Malgré le déféfpoir, oü je me trouve pion gé, j'ofe encore prier V. E. de faire tout ce qu'eften Elle, pour obviex aux obftacles les plus embrasfants, & de me  ( 222 ) mé croire, avec la confideration la plus diltinguée, & tout le refpecl posfible, De V. E. &c. &c. Du RHINGRAVE de SALM Ct fofï AMI „ k AMSTERDAM. UTRECHT , l^.Juhl 1787. (Conf. Pag. 40.) L'Exclufion de 1'honnête de Fifcher de la Commisfion de Woerden, eft un prognoflic des plus certains de 1'efprit, qui y regnera. Se mettre a couvert des reproches — tirer fon épin • gle du jeu, après tout avoir gaté de la maniere Ia plus inpardonable, & tenir toujours les renes du gouvernement par la main de fes créatures — voila a peu piés de quoi il tourne Si les affaires alloient mal, on ne manqueroic pas fans douti a repandre, fousmain, que j'en luis la caufe. Du \6. Juin 1787. Je fuis, commc vous voyez clairement, mis de cóté a préfent, & ainfi ces Mesfr. font parvenus a leur grand but (compofé* de membres cboifis, & tous propres a fe laisfer diriger par ceux, qui fe cachent derrière le rideau) — au nam  C 223 ) nom de Dieu,ils peuvenr refider a Woerden — confulter — commander, qu'ils voudront; jene prétends avojr aucune part h. tout cela — perfonne ne pourra dire un jour, quand tout fera perdu, eet homrrie a été parmi ceux, qui ont caufé notre mine. II y a cinq femaines a préfent, qu'on fit actaquer par des Soldats les Bonrgois ^Utrecht, de la maniere la plus traitreufe au Vaart — il y a plus d'un mois,'que nos EnnemisfontlaGuerre ouverte h la Liberté — a-t-on fongé depuis a faire la moindre des chofes pour nous raettre en é!at de les repousfer? ricn, que de nommer une Commisfion — de fabriquer desRefolutions, & voila tout aüffi ce que ces Mesfs. fcavent faire mais a-t il été queftion feulement des mesfures," propres a foutcnir ce qu'on a réfolu? Nous avons pris une refolution d'Etat, diton, & puis on efi tranquile & content, paree qu'on croit, que tout eft dit — en attendant le Cordon entier deferte, & ,fi la Commisfion n'arrive pas bien tot k Woerden, ces Mesfs. feront reduits k fe commander entre Eux-mêmes; car , pour des Soldats, il ne leur en reftera guerres. Du  C 224 3 • tlu 20. Juin 1787. d Menfr. v. L.....I ( Conf. Pag 42.) Mon cher V, L ! Si j'ai dcfiré fi j'ai coöperé, a faire paroicre la France Mediatriee dans nos differents, vousfcavez, que je n'y jamais vu autre chofe, que le tems nécelfaire a gagner, pour nous mettre en état, de repouffer par nos propres forees les Ennemis de la Liberté, & d'en purger enfin la Republique j . Mais, mon Ami.' a quoi bon gagner du tems, fi on ne veut point s'ert fervir?J'ai vü hier eette Commisfion de Woerden, qui n'a pas feulement daigné me démander mon opinion furl'état des affaires — Elie s'eft bórnée, Mr. Blok furtout, a m'afiuier, qu'elies étoïent en trés bon état; qu'on répousferoit le Prince d'Oranje, s'il ofoit attaquer la Hollande ; qu'on avoit pris un refolution fecreteauxEtats d''Hollande ^pour s'asfurer des Troupes Etrangers, & que je pourfois m'en retourner trés tranquillement a Utrecht. On a firn par me dire, que la Députation voulant me traiter favorablement, me chargoit, d'augmenter ma Legion de circa 600. Hommes — j'ai répondu, que chaque occafion offerte pouf fervir le Pays, étoit fans doUte une faveur pour moi; mais que, fi on régardoit celle ci comme perfonelle, on s'y trompoit de beaucoup, vü, qu'el- )  C 2*5 3 tm'elle ne pouvoit me donner qu'un furcfoit de travail & de fouci, fans aucune efpèce d'avan- tage' J'ai vécu longtems dans le monde —* j ai r*ftifié mon tact par 1'expérience, & ce tact me dit, que cette Commisfion n'eft autre chofe qu'une fabrique du Penfionnariat, qui a formé vifiblement le projet, de m'exclure de toute forte d'affaires. L'Ami du Peuple — PEnnemi déclarc del'ATifiotratie, efi un Etre dangereux, dont-il faut fe garder — qu'il faut miner — qu'il faut détruir de route? les manières. Que déviendra-t-il de cc malheuretix Pays, entre les mains de tous ces Gens-la? La Guarnifon de Naar den vient encore de deferter — celle de Muyden, de Wee fop, & de Nieuwerfuis en fera amant - Je fuis averti, que les Regimem de Cavallerie de Philipsthall & les Dragons de Hesfe, fuivronr la même route on ne concoit pas une idéé pour prévenir ces 'effraijables malheurs; on n'en a pas d'avantage pour les réparer. Que déviendrons-nous? Une Commisfion , qui bientöt ne pourra plus dispofer d'ürt Soldat, nous fouvera-t-Elle? Les tenébres d'Egijpte couvrent ce malheureux Pays, & cachent fans doup tf  te des mifteres d'iniquités, que 1'avenir dé voile* ra, & qui feront horreur a la Pofierité. Mon Ami! les revers n'abattent point mon ame. Je ne fuis pas homme, a défefpérer du falut de la Répubiique. Je Lui vois des resfources abondances conrre Ie parci d'Orange; mais, li le Peuple, fi fes Conllitués ne font pas prompte juftice des abominables fuppöts del'Ariftocratie; fi h Nation ne fe réveille pas, avant que Ie Canon le faftè, je prévois des fcènes d'horreurs, dont Dieu feul peut prévoir le tcrme. Eft-il posfible, qu'on fe confie plus longtcms a des Gens, qui ont perdu une Armée entière, qui en perdroient une feconde , s'ils avoient aifez de talcns pour la mettre fur pied? Des acces de trifteue & de fureur me tourmentent fuccesfivement — mon ame eft dans un état" inexprimable • je me fens maiheureux, & je presfens, que bientöt je le ferai encore bien d'avantage, avec des milliers de braves Gens,qui, comme moj, deviendront les fanglantes viétimes du Despotisme, ou timides efclaves de 1'Ariftocratie. Montrez ma lettre a tous nos veritables Amis - avertiflez-les du danger commun, que .nous courrons — dites leur de ma part, que, s'ils ne peuyeai fe refoudre, aforeerince.fameat leur  ( 227 f \ leur Magiftrat, a charger leurs Députés a la Haye, de propofer en forme aux Etats un autre maniment des armes de la Republique, ilsn'ont qua tendre le col aujoug, que rien ne peut les en fauver, qu'ils retirent leurs braves Concitoyens, qui fe font faits Soldats de la Liberté, & que 1'on livrera fans fruits a la Boucherie. Je ne mettrai plus le pied a Woerden — je ne veux pas feulement avoir Fair d'être le complice des mefures inconféquentes, que 1'ignorance la plus complette, & la préfomption la plus furprenante vont y prendre. Je me circonfcrirai dans les murs d'ütrecht, j'y perirai avec les braves Gens , qui font réfolus de les defendre; ou, je me retirerai avec Eux fous les murs .d'Amfterdam, fi la fupériorité des forces de nos Ennemis m'y néceflite. Vous me recevrez dans votrc Ville, s'il y a encore afiez de braves Gens, pour ofer lutter contre 1'opprefllon P a