RYMELARY O F SMEEKING tot GOD voor de PRINS van ORAN GE, &c. &c. &c. door H. BimAn. getoetst, door. een BEDE tot GOD van den PATRIÖTTISCHEN BURGERVRIEND, in Dichtmaat opgedraagen aan onbevooroordeelde WESTVRIEZEN, door J. c. De Prys is drie ftuivers.  SMEEKING tot GOD, VOOR DE PRINS van ORANGE, Gliefde Erfftadbouder der Vereenigde Nederlanden, vagens zyn verdenkingen, in deezen tegenwoordige tyd. Wel zalig GOD en Opperheer, Ziet dog uit Uwen Zion neer, Op onze Erfftadhouder, o GOD neemt gy zyn zaak ter hand Ach fchenkt hem Hemels onderftant Door Uwe fterke fchouder. o GOD dat gy niet lang vertoeft. -Gy weet alleen wat hem behoeft, In dees' bedroefde daagen, Aan U klaag ik dat herte wee, Zyn Vyanden ftaan fteedts geree, Met Leugens, List en Laagen. o GOD dat gy hem dog oprecht, Gelyk als David Uwen knegt, Tot fpyt van zyn Vyanden: Weest gy hem tot een toeverlaat, o GOD die nimmer vaaren laat, De werken Uwer handen. Pag 4  BEDE tot GOD VAN DEN P ATRIÖTTISCHEN BURGERVRIEND. Re gtvaardig GOD en Majesteit! Die d' onfchuld hoed, wasneer zy pleit, Op uw beloftenisfen: Den Batavier door uwe hand, Verlost van Spanjens dwingeland, Kan tans uw hulp niet misfen. Want als ik uwe Wet waardeer, Den Naasten min, den Burger eer, s' Volks Vryheid, uwgefchenk, verdedig; Dan fcheld men my voor Loogenaar, Voor Valschaard, vol van Staatsgevaar, In Eed en Trouw, mein-eedig. En Hy, die kwazie biddend klaagt, My fcheld en haat en wrevel draagt, Hy is ó . . . . Alverzorger! Hy is het zelfs, wiens heil ik zoek, Om dat ik Slaaffche Keet'nen vloek, Hy is! . . . myn medeborger! Pag' 5  4 SMEEKING voor de PRINS. Het heeft o GOD U wil behaagt, Als hy wierd van ons afgevraagt, Aan ons een Prins te geven; Wel zou GY dan gedogen Heer, Dat Neer'lands Vorst zou valle neer In 't bloeijen van zyn leven. o Opper groote Majefteidt, o Koning vol van Heerlykheid, Spaart Willem van Orangie: o GOD wees gy zyn hulp getrouw, GY weet hoe Willem van Nasfouw Ons heeft verlost van Spanje. Zyn Voorvaders Helde tot pand, Haar leven voor het Vaderland, Zy gingen voor ons ftryden, Wat eer krygt hier ook Frifooszoon, Niet anders dan als fmaad en hoon, o GOD wilt hem verblyden. Ach zie hem aan in liefdemin. U Oog zy op zyn Gemalin En Vorst'lyke Kinderen; Neem weg Heer alle Ramp en Kruis Van 't Vorstelyk Orangb Huis, Niets kan haar dan meer hind'ren. Pag. 6  BEDE van den Burgervriend. 5 Myn God ! dat woord doorboord my 't hart! Moet hy, myn broeder tot myn fmart! De Vryheid! helpen knellen? Dat pand daar Grootvaar 't edel bloed, Voor ftorte met bataaffche moed, Zo in de waagfchaal .... ftellen. Doet hy, hy juist! dat dierbaar pand, De Vryheid Zugten, in dit land, En der Vooroud'ren Zegen, Is die by hem, zo weinig waard? Dat hy, hun Naneev, zo ontaard, Zig zelfs, en hun werkt tegen. Men kreunt zig aan geen wreed geweld, En of den Borger word gekweld, Dan als men huurelingen Gebruikt, tot fmooring van hun klagt, Daar men hun Regten flout verkragt, Om hun door 't Staal te dwingen. Dit onheil, dat den Borger leid, Verdiend geen mededoogenheid, In hun verftokte Harten, Maar dat de Prins niet zégenvierd, Hóe wel hy liegt s' Lands zaak befLierd, Dat kan hun lydloos fmarten. Pag. y  6 SMEEKING voor de PRINS- Ootmoedig fmeek ik van U af, o Heer weest GY zyn ftok en ftaf Om hem te onderfteunen, Schenk hen U gunst uit Uwen Troon Laat hem op Jelüs Godes Zoon En Zynen fterkte leunen. Komt Heer fchenk Willem kragt na kruis Al kwam 'er dan een Hels gefpuis Dat hem zou willen krenken, Al dryft men ftaag met hem de fpot, Wees GY zyn redder groote GOD Ach wilt hem dog gedenken. o God hier fchiet myn in de zin, Hoe Jefus op een Ezelin Jerufalem kwam binnen, De Schaaren waaren feer verblyd, Hun Kleed'ren op de weg gefpreid Zy wilden Jefus minnen. De Schaaren riepen overluit Met groot geroep Hofanna, uit,. Toe in den Hoogften Hemel, 't Geluit klonk felf tot in Gods Troon IVleri riep Hofanna Davids Zoon, De Aard was vol gewemel. Pag. 8  BEDE van den Burgervriend. 7 En zo zig Hollands Helden Kroost, Niet had verëent tot hulp en troost, Van d' overheerde Steeden; Dan lag den Vaderlyken tuin, Befmet met Burgerbloed in puin, Door willekeur vertreden. Dit hebt g' ö Neêrlands God verhoed, Het beste Volk is fteeds vol moedt, En fchuwt geen dwingelanden; Zy eeren vreede en 't heilig Regt, Word nimmer hunne hulp ontzegt; De Godheid, fterkt haar handen. Zie ik den deerelyTcen (tand, Van 't eertyds bloeijend Vaderland, D' ontroering doet my beeven, Hier roofd een trouwloos nagebuur, Der Burg'ren fchat door 't oorlogs vuur, Daar moet men landen geeven. Daar lacht men om zyn ondergang, Men noemt ons moedeloos en bang, Men klaagde, en't kon niet baaten; Had Neêrlands God ons niet behoed, Daar lag dan, der Bataven moed, Verfmoord van elk verlaaten. Pag. 9  9 SMEEKING voor de PRINS. De Dogteren Sions vol van vreugd Die zagen daar in waaren deugd, Haar hoog verheven Koning; Men zag hoe het beloofde Lam, Met vreugde daar zyn intrek nam, In haare Tempel wooning Maar ziet zeer kort na deeze tyd9 Was weg al haare vrolykheid, De Dogt're Sions treurde; De Joode met een wrede ftem, Riepen te zaam Kruist hem, Kruist hem, En dit ook zoo gebeurde. o God ruim achtendertig Jaar, Toe kwam ons Neer'lans Volk te gaar Aan U ootmoedig vragen, Zy fraeekte voor d' Orange fïam, Dat daar een Man'lyk zaat uit kwam, Het was U welbehagen. o Hemel Koning groote God, Gy fchonk aan Neer'lands Volk dit lot Gy kwam een Prins te geven, Men riep met ftemme overluit, Wy hebben een Orange Spruit' God Ipaart hem lang het leeven, Pag. ïo  BEDE van den Burgervriend. 9 Maar neen, door uwe zorg alleen, Ik fpreek regt uiten vyns niet, neen, Herleeft den moed der braaven, De doodflaap wykt, wy zien den glans, Der Vryheids - Zon reeds aan den trans! Van Neêrlands Staatshulk draaven. Leer gy den Burger zyn belang, Voor koom zyn wisfen ondergang, In 't barnen der gevaaren: Myn God! ik weene over 't leêd! Dat Tweedragt deeze Vest betreêd, Doet Deugd en Eendragt paaren. Ay! geev dat Hollands AcbtVren Staat, (Daar wreedheid word gevloekt, gehaat, D' Arristocraat verweezen, En daar des Burgers klagt en ftem, Gehandhaaft word met ernst en klem,) Geëerd word en gepreezen. Dan word de Tuin-Maagd weêrherfteld, De Tieranny verjaagd, geveld, Naar 't Monarchaale duister, Dan klimt weêr d" Eendragt op den Throon, Dan pronkt de Vryheid met haar kroon, By Neêrlands Volk in luister. Pag. 11  10 SMEEKING voor de PRINS. Ja Neer'lands Volk was zeer verblyd Maar wat beleeft men nu een tyd Vol angst, vol fchrik en vrefen, Veel Nederlanders zyn vart zints, Om weg te werpen onze Piins, Zy zeggen weg met deezen. o Alvermogend Hemels Heer, Siet op ons Erfïladhouder neer, Met oogen vol genaden; Ach fterk hem dog in al zyn druk, Verlost hem van het fwaare juk, Daar hy mee word belaaden. Ag Heer verfterk hem door U Geeft En laat hem dog op 't aldermeest Loove U Heil'ge Naamen: Laat hem hier na in heerlykheid, ^ Met alle Eng'len zyn verblyd, By Koning Jefus amen Uit achting voor 't Huis van Orange. Hendrik Biman. Een gtdrukt Exemplaar, Letterlyk gevolgt.  BEDE van den Burgervriend, ss Hou moed Westvriezen, God regeerd, En gy word nimmer overheerd; Uw Vyand zal zich fchaamen, Staa in de Bresfe, fchroom geen leet, De Glorie is voor uw gereet, Ik zeg blymoedig Aamen. Uit ivaare Achting, tot alle waare Vryheids- Zoonen en Liefhebbers van onze zo duurge~ kogte Republycainfc Conflitutie, door J. C  Te HOORN, By JAN van OPHEM, Boekverkooper, mdcclxxxvi,