SPION, OF*ÜE SCHADELYKE HUISHOU DIN GE EN STAATKUNDIGE GEHEIMEN AAN lj E T H O F VAN E E N E N -KT O 2T Z JT Q; EIHDELYK NA WAASHEID ONTDEKT EN ALGEMEEN BEKEND C E M A A K T« ' Vit het Franseh vertaalt, naar een origineel Hmdjdmft. GEDRI'kx VOOR staatkundigen, & Prys is f l:ï0}-,   Aan den LEEZER. Hoopende onzen Nederlanderen eenen aangenaamen dienst te zullen doen, heb. ben wy dit Stukje getrokken uit zeker Fransch Werk van groot&r uitgebreidheid (*) ,* wy hebben ons deeze moeite ge* troost, uit aanmerking van het gewigtdes onderwerpszin naamelyk ieder Burger van cnze Republyk te doen zien de leevenswyze der Grooten, en de geheime roer zeis , waardoor zo veele daaden noorden be* dreeven, welke zomiyds het geluk, zom* tyds het ongeluk, van eene geheele Clasfe van menfchen medejleepen. Op te gêringen prys zou men het JVerk fchatten 't geen wy thans mededeelen, indien men bet in den zelfden rang /lelde met de engefatzoeneerde zamenraapzeis van kleine voorvalletjes , welke de openbaare Nieuwspapieren aankondigen, en die zo ras vergeeten ah geleezen worden. Onze * Spion (*) Vie privée Louis XVLondres, i;8is 4 voLs.  ii Aan den LEEZER. Spion befcbryft hel dagebjkfche of burger~ lyke keven van een Monarch , bekend door de goedheid van zyn hart, door de gelykmoedigheid zyner ziele, en wiens lan den zelve menigmaal een fpeelpop zyn van de Eerzucht der Grooten, ontmoeten wy in dit verneur beweerde , den voorrang te moeten af» ftaan,. alleen aan den Eerden Prins van den bloe> A. 5: de.-  iö de FRANSCHE SPION. de. Dewyl deeze zvvnarighdd niet zo fpoedig kon weggeruimd worden, wierdt de Koning van zyn bedoeld vermaak beroofd, en vondt zich genoodzaakt in het Kafleel te blyven. Omtrent deezen tyd verfcheen Czaar peter de ï , op zyne reize door Europa, te Parys. Hy wierdt als een Monarch, en met een luister, den Koning waardig, behandeld. Eerst ontving hy een bezoek van den Regent, en vervolgens van den Koring zeiven, dien hy voorfpelde , dat hy, ten eenigen dage , zynen Grootvader in wysheid , roem en magt zou overtreffen: eene voorzegging, welke toonde dat de Czaar, onder zyne grooie begaafdheden , niet die van een Profeet bezat. Byzondcr genoegen fchepte de Rusfifcbe Monarch in een voorval, welk hem in de Munt bejegende, en hy naderhand dikwyls heeft verhaald. De Medailje, welke in zyne tegenwoordigheid wierdt ge-' flagen, vertoonde hem zeiven. Dit verwekte zyne verwondering, welke nog grooter wierdt, wanneer hy rondom zyn Borstbeeld dit opfchtifr las: Petrus Jlexiowitz Czar, Magn. Rus. en aan de iegenzyde een Faam, met deeze woorden : lires dcquirit eundo. Elk weet, hoe veele onlusten dit Regentfchap ontrust hebben, hoe veele misnoegden, heimelyk en in 't openbaar, tegen den Hertog hunne Hemmen verhefcen. Geen wonder was het, derhalven, dat  de FRANSCHE SPION". n dat den een of anderen tyd een ontwerp gefmeed wierdt, om hem van zyne aanzienlyke waardigheid te berooven. Eén aanflag van deezen aart niaakté bovenal veel gerugn. Doch he: zonder» lingfie was, dat dezelve kwam van eenen Koning, nog naatiwlyks op den throon gevestigd, en die van zynen mededinger als een Ryksoverweldiger wierdt aangezien. Zodanig was de toefrand des Konings van Spanje , wanneer de zara enz weering des Prinsfen van cellamare , zynen Gezant aan het Franfche Hof, ontdekt en voorkoomen wierdt door een gering voorval. De za .!t is onzer op» merkinge waardig, en verdient hier verhaald te worden. De Hertog- Regent hadt van deezen aanflag eenige opening ontvangen uit Londen, doch zo duister en ingewikkeld, dat zy hem flegts ontrustte, zonder dat de Heer D'ARGEtNSON, zyn vertrouweling, agter de waarheid van dit geheim konde koomen. Alles was gereed tot den aanflag; menwagtteflegts op de laatfle bevelen van het Spa.anfche Hof. De Abt porto - carrero , Agent van den Prinfe de cellamare , moest dezelve overbrengen. Hy reedt te post; in het doorvvaaden van eene rivier by Poiliers, trof hem het ongeluk dat zyn rytuig omviel. Zo groot was zyne vreeze dat hy zyne Maale zou verliezen, dat hy om dezelve zyn leeven waagde. Dit baarde eenigen agterdogt, of A 6 niet  ,a DE FRANSCHE SPION. niet mistenten de Maale gewigtige papieren mogs bevatten. Men verzekerde zich van zyn perfoon, en zonde zyn Valies aan den Regent. Men vondt 'er in alle de papieren, tot dit ft uk betrekkelyk. De Hertog beefde op de overweeging van het gevaar, welk hem dreigde. De Gezant , nevens eenige Ryksgrooten, wierdt in verzekering genomen; andere zamengezworenen namen de vlugtOnder deeze bevonden zich eenigen, welke aan den Regent hun geluk verfchuldigd waren. Hy hadt de grootmoedigheid , het openbaar voorkezen van hume naamen in het Parlement te verbieden, en vergaf hen hunne misdaad. Het voornaam oogmerk deezer zamenzweeringe was, zich te verzekeren van den perfoon des Konings en van den Hertog -Regent,onder voorwendzeldat het leeven zyner Majefteit niet veilig was,zo lang een Prins het in zyne hand hadt, wiens belang medebragt, dat het verkort wierdt • en vervolgens te vernietigen 't geen zedert den dood van lodewyk den xiv vastgefteld en verrigt was. Een ander, en het voornaamst oogmerk van deezen aanflag,was,naa het overlyden van LODi-wyk oen xv, de Franfche Kroon eenen der kinderen van zyne Katholyke Majefteit op het hoofd te zetten, Het omvallen van een Postchais deedc alle deeze ontwerpen in rook verdwynen. Onder de verwarringen,, welke het heilloos out, wen:  d-e FE.ANSCHE srrON. ra werp van den waereldberugten jan law, geduurende het Regentfchap, veroorzaakte, klom deKoning in janren. Zynen ouderdom in aanmerking genomen zynde, vertoonde hy eene zeer gelukkige geaartheid. Hoewel hy, om de zwakheid' van zyn gefbl, niet veel tyds aan de LetteroefFeningen kon belteeden, kwam 'er, egter, in den jaare 1718, een Boek in het licht, tot tytel voerende : Loop der voomaamfte rivieren van Europa , welk op zynen naam gedrukt wierdt, en waarvan men 50 Afdrukzels verfpreidde. Men zegt, dat de Heer de lisle, 's Konings Leermeester in de Aardrykskunde, hem van merkelykendienst geweest is in het opflellen van deeze Ver* handelingev Zeker fchynt het, nogthans, dat de jonge Vorst zelve meer deels dan den blooten naam aan dit Werk gehad hebbe. Want de Heer de voltaire merkt aan , in zyne Lofrede, dat de Koning' in de Starrekunde en Natuurlyke Historie eenige vorderingen hadt gemaakt. Ook was hy van uitwendige lichaamsbevalligheden niet ontbloot. Opden ouderdom van tien jaaren danste hy in een Blyfpel, de Onbekende genaamd, nevens verfcheiden jonge Heeren- van zyn Hof, daar hy, door zyne vlugheid in deeze lichaamsoefFening, grooten roem behaalde. Omtrent den zelfden tyd wierdt, ïwee mylen van Ferfailles., eene Legerplaats op. A 7 ge-  i4 de FRANSCHE SPION. geflagen. Groot vermaak fchepte de Vorst rn deeze krygsverrigtingen. Hy gedroeg zich niet flegts als een bloot aanfchouwer; hy (lelde zich aan het hoofd der benden, en vertoonde eene dapperheid, uit welke veelen zich een oorlogzuchtigea Monarch voorfpelden. Thans begon hy ook zyne Koninklyke waardigheid te vertoonen , in eene Gehoorverieening aan mehemet EFFKKDr, Gezant van de Porte, Eene gepaste gelegenheid was deeze om zyne kindsheid te vermaaken; dit, ongetwyfeld, was de voornaame bedoeling deezer plegtigheid, meer dan 't geen men der waereid wilde doen gelooven, om naamlyk den Koning re verzekeren, dat uit byzondere genegenheid voor zyne Alkrchristelykfte Majesteit, zyn Hoogheid van de Porte de Geestelyken te Jeruzalem onder zyne befcherming genomen , en bevelen hadt gegeeven om het Klooster en de Kerk van 't H. Graf te herbouwen. Minder indruks maakten deeze verzekeringen op zyne Majefteit, dan de Paarlen en Edelgefteenten, van welke het gewaat des Mufulmans fc'nitterde. 't Is bekend,dat de Koning,al van zyne vroege jeugd, met een gezond oordeel was begaafd. In den jaare 1720 nam hy 'c eerst zitting in den Regemfchaps • Tvaad , en hadt de voorzigtigheid van te zwygen. Hy (prak 'er voor de eerfte maal in  de FRANSCHE SPION. 15 in hst volgende jaar. De Heer d'ARMEKOKviLLE las toen een brief van den Koning van Spanje, in welken die Monarch betuigde genoegen te neemen in het voorgeflagen huwelyk tusfchen de Infante zyne Dochter, en lodewyk den xv. De Regent verzogt daarop des Konings welgevallen te verftam, Hy antwoordde , dat hy met genoegen zyne toestemming gaf, en voldaan was over dit huwelyk. Des Konings antwoord aan den Regent op den dag als hy meerderjaarig wierdt, vertoonde een blyk van zynen afkeer van geftrengheid en van de goedheid van zyn harr. De Regent, hem de k'em der regeeriuge van zyn Koninkryk in handen geevende , en gevraagd hebbende , welke bevelen het zyner Majefteit behaagde ten aanzien van de zulkeu zyner Onderdaanen te geeven, die om Kerkelyke gefchillen in ballingfchap waren gezonden, gaf hy tot antwoord, dat hy niemand hadt gebannen. Om de ftrenge Banvonnisfen, egter, welke , onder deeze regeering, menigvuldiger dan ooit, wierden afgekonJigl, zoir, veelligt, dit zeggen voor een geestigen inval kun. nen doorgaan. Zeer aangedaan en gevoelig getroffen was de Koning over de ongenade , in welke de Maarfciialk Hertog de villeroi, zyn Gouverneur, geiaakte. Zes maanden voor zyne meerderjaarigheid hadt de Re-  tö de FRANSCHE SPION. Regent openlyk verklaard, dat het tyd wierdt zy ne Majefteit over de geheimen van den Staat en zyn Koninkryk te onderhouden, en dat hy zelve deeze zorge op zich nam. Met den Gouverneur haJt hy in 't byzonder hier over gefproken, en hem aangezegd, dat hy alle morgens met den jongen Monarch zou arbeiden. Op den tweeden van Oogstmaand des jaars 1722, den Koning verzogt hebbende om met hem in zyn Kabinet te gaan, wilde de Ma?rfchalk de villeroi zynen Voedfterling volgen, zeggende, dat hy een zo dierbaar pand geen oogenblik uit het oog kon verliezen. Di: blyk van wantrouwen nam de Regent zo euvel, dat hy den Gouvernjur met ballingfchap flrafre, en den Hertog de charost in zyne plaats aanftelde. Op den eerden dag nam de Oud-Bisfchop van Frejus,zeer onverwagt, en, naar het fcheen vrywülig, zyn affcheid. De Koning fchreide om deeze gebeurtenisfen 'zyn misnoegen liep zo hoog, dat hy de glazen in ftukken brak, en niet eeten noch fiaapen wilde, dewyl hy dus beroofd wierdt van het gezelfchap van twee perfoonen, aan welke hy gewoon was. Dit bewoog den Hertog-Regent om. den Oud-Bisfchop wederom ten Hove te ontbieden , en hem te bevcelen zynen post te hervatten. Een kenbaar blyk van zyn Karakter vertoonde de.  de FRANSCHE SPION. if de Koning op den dag, ais hy gezalfd en gekroond wierdt. Voor het aangaan dier plegtigheid, welke zeer lang duurt, wierdt hem, in den morgen , volgens een aloud gtbruik, op eene ontflagverleening van den Paus gegrond, een fchotel met vleeschnat aangebooden, hoewel hy het Nachtmaal moest vieren, en de Kerk gebiedt het. zelve met een nugtere maag te gebruiken. Ondanks het aanhoudend verzoek, welk hem gedaan wierdt, en het voorbeeld zyner voorzaaten, weigerde de Koning dit voedzel te neemen. Hy verklaarde te wenfchen , dat in *t vetvolg van hem wierdt verhaald, dat hy verkoozen hadt de gewyde tafel te naderen, zonder alvoorens eenige fpyze genooten te hebben. Dit toont hoe de Koning reeds zo vroeg meer werks maakte van de letter > dan van het weezen van den Godsdienst. Naadat den Koning, ten zelfden dage, de Kroon op het hoofd gezet was, lloeg hy de hand aan dezelve en zette ze op het Altaar neder. Toen hem gezegd wierdt, dat hy die den geheelen dag moest draagen, gaf hy tot antwoord, dat hy liever voor de Kroon hulde wilde doen aan hem, van .wien hy dezelve hadt ontvangen. Veelligt hadt lodewyk de xv toen reeds den ftelregel ingezoogen, dien hy naderhand , met zo veel geflrengheid, in eene zitting van het Parlement, op den  i8 de FRANSCHE SPION. den derden van Lentemaand des Jaars I/Cjö, beweer, de, dat by de Kroon van niemand dan van God hadt omvangen. Op zyne te rug rei?e van Rbcims, vertoefde de Koning eenige dagen tt Fitters Colerels, daar hem de Hertog-Regent op een pragtig feest onthaalde. De zelfde eere genot vervolgens de Hertog van bourbon te Chantilly. By deeze gelegenheid nam de Koning voor de eerftemaal het vermaak van de Jagt, in welke hy zo veel fmaak vondt, dat dezelve vervolgens in hem eene heerfchende drift wierdt, welke zelf zyn klimmende ouderdom niet kon beteugelen. Koning lodewyk , op den zestienden van Sprokkelmaand des jaars 1723, in het veertiende jaarzyns ouderdoms getreeden zynde, maakte de Regent by hem zyne opwagting in den voormiddag, om hem van zynen eerbied en onderdaar-igheid te verzekeren, en zyne bevelen ten aanzien der zaaken van Regeeringe te verneemen. Op den zelfden dag verfcheen de Koning in het Parlement, en verklaarde aldaar, dat hy, volgens de Wenen van zyn Koninkryk, den meerderjaarigen ouderdom bereikt hebbende, voortaan de klem der Regi-eringe zou in handen neemen. Vervolgens bedankte hy den Herrog van orleans voorde zorge, geduurende zyn Regentfchap , voor hetalgemeene welzynbetoond, verzogthem daarin te volharden, cn zynen wyzjn raad voortaan mede te  jje FRANSCHE SPION. i9 te deelén. De plegtigé verrigtingen van dien dag wierden beflooten rnec de bevestiging van den berugten Kardinaal dubo.s in de waardigheid van Eerden Staatsdienaar. Al in een hoog geklommen ouderdom was deeze Kerkvoogd tot dien hoogen trap van cere gefteegen. Eerst in den Jaare i?i6, het zestigde zyns ouderdoms, wierdt hy Raad van Staate. In het volgende Jaar tekende hy, in de hoedanigheid van Gevolmagtigden Afgezant, in den Haage, het Drievoudig Verbond, en wierdt kort daarnaa met het Ampt van Geheimfchryver van 's Konings Raad beltleed. In den Jaare 1741 floot hy te Londen het vermaarde Verbond, 't welk Europa bevredigde. Kort naa zyne te rugkomst in Frankryk kreeg hy het bewind over de Buitenlandfche zaaken. Twee jaaren laater wierdt hy tot Aardsbifchop van Kameryk verheven. Men verhaalt dat hy, vóór zyne Inwyding tot die hooge waardigheid, eerst het Priefterfchap, vervolgens het Diaken - en Onder -Diakenfchap, en eindelyk de vier Orden en het Scheerzel verzogt hebbende, de Kerkelyke, welke aan hem de plegtigheid zou bedienen, hem vraagde, Of by ook niet verzogt gedoopt te worden ? Men voegt 'er nevens, dathy op deezen dag voor de eerde reize het Nagtmaal gebruikte. Paus inmocentius de rn. bekleedde hem het volgende Jaar met het Purper. Dezoon eens Apothekers klom dus op tot de hoogde waardigheden, welke een Onderdaan in eene Monarchie  ao de FRANSCHE SPION. narchie kan bekleeden. Eerst was hy de Leer. meester geweest van den Hertog van orleans, en wierdt vervolgens deszelfs vertrouweling en medgezei in zyne wellustige en ongeregelde verraaaken. Ook was zyn Karakter, zo weinig aan zynen rang voegende, niet onbekend. De Hertog-Regent, op zekeren avond , verfcheiden Heeren ten zynen Hove onthaalende, viel het gefprek op den Kardinaal. De Graaf de Nozé zeide, by deeze gelegenheid, tot den Hertog van orleans : Uwe Koninklyke Hoogheid moge van hem maaken al wat zy wil; doch zy zal 'er nimmeer een fatzoenlyk man van maaken, De Kardinaal dubois hadt niet lang het genot van deeze hooge waardigheden. Al lang was hy gekweld geweest met een ongemak in de blaas, 't welk gehouden wierdt voor een gevolg van zyne oumaatigheid en ongeregelde leevenswyze. Dit bragt te wege dat hy eene zo pynlyke kunstbewerking ondergaan moest, dat zyne gewoone kloekmoedigheid, op het zien van den toettel der Wondheeleren, hem begaf. De Hertog van orleans was genoodzaakt hem daartoe over te haaien. Doch de Staatsdienaar llierf 's anderen daags, in den ouderdom van zesenzestig. Jaaren. Een of twee dagen voor zyn overlyden,hadt hy gebiegt aan een Monnik van de Orde der Rekollekten > niet langer dan een half kwartier van een uur duurde deeze plegtigheid. Hieruit zou men mogen befluiten, dat hy alleen ten oogmerke hadtzich naar de ge- woonte  de FRANSCHE SPION. 2i woon te te voegen,en voor't laatsteen bewys tegee. ven van zyne onderdaanigheid aan zynen Meester; de Hertog van orleans hadt hem onder'toog gebragt, dat de eer van hun beiden vorderde dit gebruik in agt te neemen. Hoe weinig gewigts hy ftelde inde geestlykehulpmiddelen, kan hier uit blyken, dat hy het laaide Oliezei weigerde te ontvangen. Hy flierf met deeze betuiging, zyne verknogtheid aan het Huis van Orleans aanwyzende, dathy wel vergenoegd dit leeven zou verlaaten hebben, indien hy vooraf de vyanden van zyne Koninklyke Hoogheid hadt kunnen verpletteren. Aan zyne Erfgenaamen liet hy twee rnillioenen livres in baaren gelde na. Niet lang overleefde de Hertog Regent zynen gunsteling. Naa het overlyden van deezen, keerden vcrfcheiden Staatsverrigtingen tot hem weder, van welke hem de Kardinaal ontlast hadt. Onder deeze bezweek eerlang zyn geitel, door bezigheden en vermaaken uitgeput. In het laatst van het jaar 1723 gehoor verleend hebbende, ging hy in zyn Kabinet, daar hyde Hertogin de phalaris, zyne Minnaares, ontmoette. Tree binnen, dus fprak hy haar aan, ikbenblyde u hier te ontmoeten; gyzult my vermaaken met uwe vertellingen: ik heb zwaare hoofdpyn. Naauwlyks waren zy alleen, of zyne ongefteldheid verergerde; hy viel in eene flaauwte en raakte buiten kenuis. De Hertogin, van fchrik bevangen, riep om hulp; doch die men den ziel- toogen-  22 de FRANSCHE SPION. toogcndentoebragt, was vrugtloo?. Hyftierfio.de armen zyner Minnaaresfe ; dit deedt zommigen fchryven, dat da Hertog van Orleans geftervcnivat in de armen van zynen gewoonen Bicgtvader. Hem gaat den naam naa , van een der grooifte Mannen geweest te zyn, die immer Franhyk be>. ftuurJ hebben. De voordeelen, onder zyn Regent, fchap den Staat aangebiagt, in zeer hachelyke omHandigheden, leveren een fpreekend bewys op van zyne bekwaamheid en verdiende. Hy fchafte veele overtollige belastingen af, en bragt het getal der Troepen op een geregelden voet. Door het bevolken der Provinciën, door zyne fchikkingen ten voordeele van den Koophandel, den Akkerbouw, de Kunften en Weetenfchappen, behaalde hy den dank van veelen onder de Franfche Natie. Twee gebreken in het Staatsbeftuur worden hem ten laste gelegd. Het eeifte was, dathy eenen inbreuk maakte op den ftokregel, dat het woord der Koningen heilig zyn moet: een ftokregel, welken loue-ayk de xiv, onder de groente onheilen van den Staat, nimmer hadt uit het oog verlooren; als mede dat hy als een beginzel van Staatkunde hadt aangenomen, de bedriegelykehandelwyze dier eer. looze Kooplieden , die het vertrouwen hunner Schuldeifcbers misbruikende, zich door ongeoorlofde middelen van hunne fchulden zoeken te ont» lasten en door Bankeroeten ryk worden. Het  de FRANSCHE SPION. 23 Het ander gebrek is, zyn verregaand zedenbederf, en de aanmoediging, welke hy aan hetzelve in anderen verleende. In het vermaarde fchimp. dicht, Pbilippiques genaamd, wordt hem dit ten laste gelegd. Uit dit Gedicht biykt, dat hy zich met Bloedfchande heeft bevlekt. In de daad, indien zyne liefde-voorde AbtdisfeDEchelles, zy ne dochter, niet volkomen geloof verdiene, bezwaarlyk is het, nogthans, de toeflc-mming te weigeren , dat hy zeer verflingerd was op de bevalligheden van de Hertoginne de berri , eene andere dochter, wier handen, de fchoon(te welke immer eene vrouw hadt, hem bovenal betoverd hadden. Haaren dood beweende hy niet zo zeer als eene doorbedroefde Vader, dan als een wanhoopig Minnaar. Welk ook het oogmerk of de reden moge geweest zyn van de Wet, welke de Koningen van Frankryk meerderjaatig verklaart, zo dra zy den ouderdom van dertien jaaren bereikt hebben, zeker is het, dat deeze Wet de Natuur niet kan dwingen , noch hun verfland vroeger dan dat van andere menfehen doen ontwikkelen. De wysfïe Monarch op deezen ouderdom is hy, wel. ke zo geleidelyk van aart is, dat hy zich laate regeeren. Zodanig was lodewïk de xv. Zedert den tyd, dat hy het regt van meerderjarigheid hadt genooten, maakte hy daarvan geen gebruik ,  £4 de FRANSCHE SPION. bruik, dan in zaaken van een huislyken aar:, welke gecnen invloed hebben op bet algemeene welzyn. Dus liet hy uit zyne kamer het bed van zynen Gouverneur wegneemen, doch verklaarde tevens te begeeren dat de Hettog de ch/rost, of, by deszelfs afweezigheid, zyn Onder-Gouverneur, geduurende de drie eerstvolgende jaareu, in zyne kamer fliep. Hy volgde hierin het voorbeeld van zynen Over-Grootvader lodewyk den xiv. Alle avonden wierdt in het vertrek van zyne Majefteit een Paviljoen geplaatst, en 's morgens weggenomen. Het overlyden van den Hertoge van orleans, Eeiften Staatsdienaar , bragt lodewttk den xv in de noodzaakelykheid om over eene zaak van meerder aangelegenheid zyn gevoelen te verklaaren. Zich zeiven te jong oordeelende om de klem der regeeringe te aanvaarden , viel zyue keuze op den Hertog van coNDé, hoofd van dat doorluchtig Huis. Indien deeze keuze niet de heüzaamftewas, zy kwam volmaakt overeen met de regels van welvoegelykheid. De wyze, welke hy, in weerwil van zyne jonkheid, op zyne eigen zaaken ftelde, gaf een gunflig vermoeden omtrent zyn beftuur van 's Lands middelen; en vei mits hy zeer ryk was, verbeeldde men zich, dat hy zich niet zou bekommeren om nog ryker te worden. De vérwarde ftaat van 's Lands penningen vorderde  de FRANSCHE SPION. as eenen vredelievender! en fpaarzaainen Staatsdienaar. In weerwil van het gunstig vermoeden, welk men ven den Hertog vancondü hadt opgevat, verydelde hy, egter, de verwagting van zommigen, door het eerfte bevel, welk hy in zyne nieuwe waardigheid afkondigde. Ik bedoel het hard Bevekchrifc tegen de Protestanten , hun, op bedreiging van de zwaarfle (haffen, verbiedende de oeffening van hunnen Godsdienst, en daarentegen gebiedende hunne kinders in de Roomsch .KatMyke Kerke op te voeden, met de bedreiging van verbeurdverklaring van de goederen der Afvalligen, en van Eerloosheid aandegeenen, welke flerven zonderde SakramentenderKcike te hebben onderhouden. Het afkondigen van eene zo wreede Wet, naadatdeProtes. tenten, geduureude den tyd van achtjaaren, eene volkomene rust hadden genooten, moest noodwendig een zeer ongunstig denkbeeld geeven wegens de bekrompeneinzigten des Eersten Staatsdienaars, en van zyne overgegeevenheid aan de Priesters. Men hadt nog in leevende geheugenisfe het voorbeeld des Hertogs van orleans, die, te midden der zwervende onlusten, de woede der Geestlyklieid beteugelde, de ftrengheid van het Parlement van Bourdeaux afkeurde, en achtenzestig ougelukki*en van de Galeien verloste; hun voorts verlof geeB vende  =5 de FRANSCHE SPION. vende om buiten het Koninkryk te gaan, wervvaarts zy wilden. Ter goeder unre en eer de vervolgingen, tot welke dit Bevelfchtift aanleiding zou hebben kun ■ ren gceven, eenen aanvang haddervgenoomen, hadden de Siaaten der Vereenigde Nederlanden aan den Koning eene Memorie doen overhandigen, ten voordcele van eenige UoUandfche Kooplieden, in Frank'rik woonagtig. Om de fchande niet te ondergaan, vaneen Bevelfchtift, weinige maanden naadathet was afgekondigd, te herroepen, nam men het befluit om de bewooners van den Elfas van de ftreng. heid der Wet uit te zonderen : te meer, dewyl hunne voorregten gegrond waren op de uitdrukkende voorwaarden, by de Verbonden van Vrede bedongen. Koe heilloos de gevolgen zyn konden van deeze ftrengheden tegen de Protestanten, indien de bedreigingen der Wet naar de letter wierden uitgevoerd, bleek, onder andere, uit den yver van zommige Mogendheden , om met deezen flap , zo flrydig tegen de waare Staatkunde, haar voordeel te doen Het leedt niet lang of de Zweden kondigden een Manifest af, waarby zy de Franfche Protestamen nodigden om zich in hun Koninkryk met detwoontevestigen. Aldushebben, zedertdeherroeping van het Edikt van Nantes, de nabuuren. rin frankryk, ten zynen koste, zich verrekt met  de FRANSCHE SPION. 2? eene menigte van ingezeetenen, met verfcheiden kimften, weetenfchappen en handwerken, van welke zy dus lang ontbloot geweest waren. Men was dwaas genoeg om zich te verbeelden, dat het ophou. den van burgeroorlogen, en de herftelling der binnenlandfche ruste eene genoegzaame vergoeding was voor het verlies van eene menigte onderdaanen en van den koophandel. Alle nieuwe belastingen maaken eenen Staatsdienaar ligt gehaat by eene Natie, vooral wanneer zy van dezelve, by wyze van vergoedinge, op de eene ofanderewyze, gen voordeel trekt. Niet dan ondank kon daarom de Hertog behaalen met eene belasting , van den vyfïigften penning van de inkomften van alle vaste goederen, geduurende het tydverloop van twaalf jaaren. Het volk morde reeds over het regt van de blyde komst tot de kroon, welk de Koningen van Frankryk zich aanmatigen, hoe be. iachelyk het ook zy, dewyl het Parlement weigerde, hetzelve, door aantekening in de Staats, fchriften, te bekragtigen. Voor drieëntwintig millioenen livres was deeze belasting verpagt. Aan deMaatfchappy, welke dezelve inpagt hadtgeno. men, bragt zy niet minder dan eenenveertig millioenen op. Algemeen was daarom het misnoegen, dat de onderdaanen, in "t midden van den Vrede, dus buitengewoon bezwaard wierden. De Leden van het Parlement weigerden daarin te bewilligen; en B a om  a.8 pe FRANSCHE SPION. om hetfhik door te dryven , moest mende toevJugt ncemen tot de geduchte plegtigheid van een Lit de Jasiice, waarvan de voorbeelden nu meer en meer algemeen begonaen te worden. In zyne tegenwoordigheid en op den throon gezeeten, deedt de Koning het Bevelfchrift, raakende den vyfiigften panning, aantekenen, en nog een ander, wegens de vorregten en vergunningen aan de Oostindifche Maatfcbappy verleend. Deeze en eenige andere foorrge'.yke verrigtingen baanden den weg tot de onlusten, wel« ke eerlang den Staat beroerden. Het te rug zenden van de Infante vrn Spanje, is eene andere gebeurtenis van het bewind des Hertogs, welke niet kan goedgekeurd worden. Deeze hoon, een magtigen Monarch, den Oom des Konings, aangedaan, in eenen tyd, in welken het Staatsbelang vorderde hem tot vriend tehouden, was te onver» fchoonlyker, dewyl dezelve ten oogmerk e hadt, den jongen Koning met de dochter van een ontthroonden Vors t in het huwelyk te doen treeden. Te vargeefs gaf men voor aat de kleine Prinsfes, nog geene zeven jaaren oud, te jong was; dathethuwelyk, eerst naa verloop van vetfeheiden jaaren, kon voltrokken worden, en dat men moest voldoen aan den wensen der Natie, die met ongeduld verlangde, uit de lendenen des Konings eenen erfgenaam zyner Kroone te zien voortkoomen. Niet alleen was dit onverduldigverlangeu der Natie gewaand en verzonnen, maar zy  de FRANSCHE SPION. ^ Zy was'erreeds aan gewoon om de toekoomendeKo. ningin onder haareoogen te zien opwasfen; zy begon baar te beminnen en zag haar met leed veezen ver. trekken. Men befchouwde als eene zeer fiegte Staatkunde, eene verbintenis, welke geen voordeel kon aanbrengen, maar noodwendig nadeelige gevolgen moest hebben. Gewisfelyk, wanneer de Regent, ten tyde als Koning swkijlaus eene fchuilplaats hadt gezogt in den Franfcben Elfas, aan den Heera «mi, Gezant van Koning augustus , welke daarover klaagde, tot antwoord gaf: Myn Heer, ze» aan den Koning, uwen Meester, dat Frankryk ten allen tyde de Schuilplaats gezveest is van ongelukkigeTorsten, hadt hy geringe gedagten dat de dochter van dien zelfden stanislaus der Infante den voet zou ligten, wier huwelyk hy zelve hadt vastgefteld. En wanneer stanislaus , naa zyne vlugt uit Fooien, zyne dochter verhooienvondt ineen heestenkrib in den ftal van een Dorp , kon hy nog minder vermoeden dat dit kind immer een zo hoogen trap van eere en voorfpoed zou beklimmen, Hoe meer wy de Gefchiedenisfen beoeffenen, hoè meer wy zullen overtuigd worden van de onzekerheid der menschlyke vooruitzigten. Zie hier den oorfprong en voortgang van deeze buitengewoone verhefïïnge der Poolfche Prinsfesfe. Koning stanislaus, ^Weisfenburgm^nEiras gevvecken zynde, leefde aldaar onder de befcherming B 3 van  3o de FRANSCHE SPION. van Frankryk. Orn hem eenige eere te bewyzen, hadt men in deezeftad eenige Regementen in bezetting gelegd, wier bevelhebbers eene foort van Hofhouding voor den ongelukkigen Koning uitmaakten. Onder deeze bevondt zich de Graaf, naderhand Maarfchalk d'etrees. Hy was jong, welgemaakt, welleevende en zeer gefchikt om aan de vrouwen te behaagen. Stanislaus hadt gemerkt dat hy aan zyne dochter niet onverfchülig was. Op zekeren dag hem terzyde trekkende, fprak hy hem daarover aan, en verklaarde, dat hoewel hy geene hoop hadt om op den throon van Poolen herfteld te worden, hy, nogthans, niet twyfelde of hem zou regt gefchieden, en by in het bezit zyner goederen , in dat Ryk gelegen . heifleWwordeu ; dat dit hem zou in ft jat (lellen om aan zyne dochter een aanzienlyken Biuidfchat te geeven , om haar zelf aan den eenen of anderen kleinen Prins uit te huvvelyken; doch dat hy het geluk van dit geliefd, kind boven zyne eigen eerzuchc waardeerde; dat hy hadt opgemerkt, hoezeer hy, de Graaf, haar behaagde; dat hy niet ongenegen was om haar aan hem ten huwelyk te geeven, indien hy, by zyne reeds aanzienlyke geboorte, voor zyne naakoomelingfchap, de Hertoglyke waardigheid konde voegen. Op deeze ontdekking draalde d'etrees niet lang met zich de aangeboodene gelegenheid ten nutte te maaken. Hy bekende dat eene tedere en eerbiedige drift voor de Prinsfesfe ia zynen  de FRANSCHE SPION. 31 zynen boezem blaakte, dpch dat hy nimmer na eene zohoogeeerhadt durven ftreeven ; maar dat hy, thans door de goedheid van zyne Majesteit aangemoedigd, zich dezelve zou zoeken waardig te maaken. Straks vervoegt hyzich ten Koninklyken Hove, en verzoekt den Regent om de gevorderde waardigheid. Doch zyne Koninklyke Hoogheid droeg des Graavert geflagt geen goed hart toe; diensvolgens wees hy dusdanig een voordel wel verre van de hand, onder voorwendzel dat het d'etrees niet voegde met de dochter eens Konings, zelf naa dat by van den throon was geflooten, in bet hu.velyk te treeden. Kort hiernaa kwam de Hertog by zyne Koninklyke Hoogheid. De Regent, nog het hoofd vel hebbende van den Houten voorflag des Graaven d'etrees , gaf hem daarvan kennis, en in den loop des gefpreks te kennen, dat deeze verbintenis hem volmaakt voegen zoude, inzonderheid uit aanmerking der groote goederen, in het bezit van welke stanislaus, waarfchynlyk, ten eenigen dage, zou herfteld worden. De Hertog, geldgierig van aart, was niet afkeerig van deezen voorflag; doch eer hy verder ging, oordeelde hy het geraa. den af te wagten, hoedanig een keer de zaaken de» vootvlugu'gen Morarchs zouden neemen. Daarenboven wierdt hy op deezen tyd gebonden door de wrikken van de Marquizinne de prie , zyne Minnaaresfe, welke, om deezen dootluchtigen flaaf te B 4 vaster  32 de FRANSCHE SPION. vaster aan den band te houden, zo veel zy koude hem van het huvvelyk afkeerig maakte. Midlerwyl ftierf de Regent, en de Hertog wierdt bekleed met den post van Eerften Staatsdienaar. Deeze nieuwe waardigheid prikkelde de eerzucht der Marquizinne, die wel begreep op zynen naam het bewind te zullen voeren. Des Konings jeugd en vreesagtigheid deeden haar hoopen, dat haar ryk van langen duur zyn zou. m Doch de eerzucht is altyd ongerust en vreesagtig. Mevrouw de prie vreesde dat het huvvelyk van lodewyk den xv met de Spaanfche Infante den Hertog zyn gezag zou doen verliezen. Hierom kreeg zy den inval om de Prinsfes te doen te rug zenden. Om den Staatsdienaar te eerder dasr u>2 te doen befiuiten, deedt zy hem den voorflag om den Koning met eene zyner Zustere» te doen trouwen; dit zou hemonveranderlyk in het Staatsbewind bevestigen, enden Koning en de Koningin voor altoos van hem afhanklyk maaken. De Hertog vondt fmaak in deezen inval, doch begeerde vooraf zyne Moeder te raadpleegen. Daarenboven hoopte hy dat deeze raad, zo voordeeüg voor zyn geflagt, aan de hand gegeeven door Mevrouw d;ï prie, haar de gunst zou doen winnen van zyne Moeder, welke haar niet kon du'den. De Hertogin van bourbon, insgelyks van een heetschzuehtigen aart, verre van dit ontwerp af te keuren,.  de FRANSCHE SPION* 33 Keuren, vondt 'er een welgevallen in ; alleenlylr. verweet zy haaren zoon dat dit plan kwam van eene vrouwe, en hy zelve geene genoegzaame grootheid van ziel bezat om het te verzinnen. Nogthans beloofde zy Mevrouw de prie vriendlyker :e zullen behandelen. Haar oogmerk was, haaren' zoon ten hoogden toppunte van eere te verheffen, door het verbreeken van's Konings huwelyk met de Infante. Zo dra zy hierin haar oogmerk hadt bereikt, en aan het huwelyk haarer dochter niet meer twyfelde, hervatte zy haar voorgaand kleinagtend en verfmaadend gedrag omtrent de Marquizinne. Een hevig misnoegen vatte deeze hierover op; zy zwoor zich te zullen wreeken. Zie hier hoe zy de zuakbeleidde. „ Myn Heer de Hertog," dus fprak zyhem aan,, in eene dier vertrouwelykezamenkomfren, in welke zyhetlotvan F/afikrykbeühten, „ wy hebben dit „ alles kwalyk beleid. Het huwelyk van uwe zus„ ter met den Koning, zal, ongetwyfeld , groot „ aanzien geeven aan uw Huis; doch uw eigen ge„ zag zal 'er by lyden. Gy hebt eene Moeder, „ die gewisfelyk den meesten invloed zal hebben „ op de Koninginne, indien deeze haare dochter ,» zy;en gy kunt daaraan te minder tvvyfelen, dewyl „ gyhet gezag gevoelt, welk zy over uoeffent, en „ waaraan gy u niet kunt onttrekken. Ik ben dan „ van gevoelen, dat indien gy uwe raagt wilt bo, B 5 j, waarea,  u DE FRANSCHE SPION. waaren, deeze doorluchtige verbintenis opga* " offerd , en aan den jongen Monarch eene " Prinsfes zonder aanzien moet gegeeven worden , "i welke haar geluk aan u geheel verfchuldigd zyn"de u voor altoos daarvoor dankbaar zyn zal." Dit was zo veel als eene flilzwygende aanwyzing van de dochter van Koning stanislaus. In tweederlei opzigt bereikte dus deeze listige Kuiptter baare oogmerken; Vooreerst vernederde zy Me. vrouw de Hertogin van bourbon, en verydelde alle haar heerschzuchtige maatregels. Vervolgens verzekerde zy haar eigen aanzien, door het verwylen van het huwelyk haars Minnaars. Ligt begreep de Hertog haare meening; hy zag de vuurigheid van haaren yver, om hem de waardigheid vanEerften Staatsdienaar, in derzelver volle uitgeftrektheid, te doen behouden. Te gereeder „adthy in dit ontwerp, naargelange het zagtzin. nig, goedaartig, en niet zeer vertTandig karakter der Prinsfesfe beter met zyne belangen flrookte. Hy fteldedan dit huwelyk voor in den Raad, en deedt 'er den Koning in bewilligen. Het is waarfchynlyk dat zyne Majesteit, die toen reeds heimelyk beftuurd wierdt door den Oud-Bifchop van ïrejus, daaraan zyne toeftemming gaf, alleen op aanraaden diens Kerkvoogds, die, doorfleepener dan de Hertog, hem van verre den voet zogt te Ugten, en hem als een mededinger liet werkzaam ° zyn»  be FRANSCHE SPION. f3 zyn, door hem te doen gelooven dat hy dns zyn eigen aanzien bevestigde. Des wierdt Maria eerst gefchikt voor een Kolonel, naderhand aan' eenen Prins van den bloede toegelegd, de Koningin van het fchooufle Kcninkryk der geheele waereld. In het vervolg zal het blyken, dat lodewyk de xv gelukkiger echtverbintenis zou hebben kunnen aangaan. Doch geene menscMyke voorzigtigheid zou dit hebben kunnen voorzien. Van de zyde der Staatsbelangen aangemerkt, was dit kuvelvk vol. «rekt ongcraaden. De ontwerpen des Staatsdie«aars en zyner Minnaaresfe wierden geheel very. deld, en het onweder kwam uit eenen hoek, van waar het minst verwagt wierdt. Eer dit blyke moeten wy vooraf eenige voorvallen deezer regee! nnge aantekenen. Hoe veel gewigts men ook zogt te geeven aan de redenen, welke het te rug zenden der lnfmé hadden aangeraaden, kon, nogthans, de Koning van Spanje in dezelve geen genoegen neemen. Hv mst dat het uitwendig voorkoomen eener verftandige Staatkunde het voorwendzel was van delis ue •reken eener verngtlyke en laage Kuiperye ; de hennelyke, de haatlyke fpringveeren van dezelve waren hembekend. Zodra hy de tyding hadt ontvangen van het befluit, hieromtrent genomen, ontboodt hy zyne Cemagtigden van Kamryk te' B 6 mg*  36 de FRANSCHE SPION- rug i en dewyl de belangen van dien Vorst het voornaamst onderwerp waren van deeze zamenkomfte, wierdt dezelve eensklaps afgebroken. Hy zondt bevel aan den Baron van p.ipperda , zynen Gezant te IVeenen, om met den Keizer te fluiten, en zag zich genoodzaakt tot een wanfchapen verdrag met zynen mededinger. Diensvolgens wierden te IVeenen, op éénen dag, vier Verbonden in zynen'naam geflooten, één met het Keizerryk cn drie met den Keizer. Al lang hadt men over deeze Verbonden heimelyk gehandeld, terwyl de Staatsdienaars der beide Hoven te IVeenen zeer verdeeld fcheenen. Doch, veehigt, zouden zy nimmer, tot (tand zyn gekoomen , indien het misverftand, thans ontflaan, het fluiten en tekenen niet verhaast hadt. Want één oogenblik van gemefykheid of welvoldaanheid veroorzaakt dikmaals meer fpoeds in. het afdoen van Staatszaaken, dan alle de bekwaamheid van een Staatsman. Of, liever, de voornaamfte weetenfchap van deezen is daarin gelegen,, dathy zich behendig bediene van de werkinge der driften, om ze ten zynen voordeeie te doenuitloopen. Eene verklaaring des Konings , ten aanzien van de bedelaars en landloopers, in het begin van het Staatsbewind des Hertogs afgekondigd, gaf een gunstig vermoeden omtrent zyne wysheid en mensclilievendheid. Men bedoelde met deeze wet, geenen behoeftige in het Koninkryk te dulden, de-  de FRANSCHE SPION. 37 dezulken, welke tot den arbeid onbekwaam waren, van lyftogt te verzorgen, en de gezonden en flcrken van werk te voorzien. Eene fchikking was deeze, na welke men al lang verlangd hadt, en de uitvoering van welke zo wel eene eer voor de Regeering, als heilzaam voor den Staat zou geweest zyn -r eene fchikking, welke men memgmaalen, doch dus lang telkens vrugtloos, ondernomen heeft, dewyl men altoos de groote hoofdzaak heeft vergeeten,. het byeenbrengen van een toereikendFonds; ofliever, omdat 's Lands Kas, altoosgeplonderd door geldgierige Staatsdienaars, nimmer de noodige penningen heeft kunnen uitleveren, om de fchikkingen , ten deezen opzigte beraamd , van. langen duur te doen zyn.. Allengskens begon lodew.k de xv van kleine tot grooter Staatsverrigtingen op te klimmen. Zedert den dood desRegents, hadt hy eenigzins het vermaak genooten van niet meer onder voogdyfchap te Haan. Den Maarfchalk de villars hadt hy in den Raad gebragt ; by het leeven van zyne Koninklyke Hoogheid zou hy nooit die waardigheid bereikt hebben. Aan den Graave de toulouse, heimelyk getrouwd met de Marquizinue de gon! duin , Zuster des Hertogs de noailles, gaf hy verlof om zyn huwelyk openlyk te verklaaren. Maar eene zaak, beter gefchikt om een kind van vxfdea jaaren te vermaaken, was de aanftelling van. •B ? zeven-  3-g de FRANSCHE SPION.' zevenenvyftig Ridders van den H. Geest, o£ eenen dag gefchied. Ten zelfden tyde benoemde hy zeven Maarfchalken van Frankryk, onder welke de Graf te broglio alleen, in't vervolg, eenigen naam maakte. Eindelyk gaf hy eene allerdoorflaandfte proeve van zyne Koninklyke Opper* magt, door het befluit, welk hy nam, om den klem der Regeeringe in eigen handen te neemen, den Hertog voor zyne gedaane dienflen te bedanken, en hem, tot loon van dezelve, na CBantiUi te bannen. De Marquizin de prie , 's Hertogs geliefde Minnaares, wierdt tevens in ballingichap gezonden. De goede burgers bedroefden zich niet over 's Prinsfen verdryving van het Hof, onder welken de Vrouwen alles vermogt hadden. Maar men befpeurde, by deeze gelegenheid, in's Konings gedrag, eene geveinsdheid, boven zyne jaaren, en die toen reeds eene zwakke ziel aankondigde. De Banbrief was reeds afgevaardigd den zelfden morgen, op welken de Staatsdienaar, volgens gewoonte, zyne opwagting maakte by den Koning, die gereed ftondt om na Rambouillet te vertrekken. Zyne Majesteit, in weerwil van't geen 'er gaande was, ontving zynen Eerften Staatsdienaar met de gewoone beleefdheid; hy vraagde hem, of hy hem niet zou koomen bezoeken op een plaizietreisje, 't welk eenige dagen zou duuren ? Of hy hem tikt op de Jagt zou verzeilen ? Naa zulk eene  de FRANSCHE SPION. S9 eene bejegening, moest de tyding der ongenade den Hertoge gantsch vreemd en onverwagt te vooren koomen. Ondertussen zyn 'er genoegzaame verfcliooningen voorhanden voor dit gedrag van lodewyk den xv, die flegts zestien jaaren oud was, en nog niet uit eigen oogen zag. Waarfchynlyk wierdt hy geleid door zynen Leermeester, dieallengskens een vermogenden invloed kreeg op zynen Koninklyken Voedflerling. Deeze Kerkvoogd, onder een eenvoudig en zedig voorkoomen de verregaandfte eerzucht, en onder den. fehyn van de grootfie oprechtheid het fynfle bedrog bedekkende, zou den Eerden Staatsdienaar niet openlyk hebben durven tegendaan. Hy kende daarenboven den Koning onbekwaam om den Hertoge van bootbon zy„e ongenade in het aangezigt aan te kondigen, en deszelfs verontfchuldigingen te wederftaan. Dit is de beste verfchooning van dit gedrag des Konings, meer eenen Slaaf, dan een groot' Monarch voegende. De omzigtigheid van den Mentor des jongen Konings gedoogde niet, dat hy eensklaps in het bezit kwam van de eere, na welke hy flreefde. Zyne waare oogmerken wist hy kundig te bedekken. Hy bewoog den Koning om het Ampt van Eerden Staatsdienaar te vernietigen; hy deedc kern aan zyne onderdaanen verklaaren, dat hy de Regee-  4o de FHANSCHE SPION. Regecringvan zyn Koninkryk aanvaardende, geeft ydel vertrouwen (lelde op zyne eigen kragten, maar zich op den byfland des hemels verliet. Diens, volgens zondt lodewvk een brief aan den Kardinaai de koaili.es, hem beveelende om openbaare Gebeden tot God te doen opzenden, dat het hem mogtbehaagen, den Koning de noodige kragten te fcher,ken tot het beduur van zyne Staaten. De Aardsbisfchopvoldeedtaan dit bevel, door het be. raamen van de gepaste fchikkingen in alle de Kerken van Parji. Alle de Bifchoppen des Koninkryks volgden dit voorbeeld; allen roemden dit bewys van de godsvrugt en wysheid van den hedendaagfehen joas. Thans neemt het tweede tydperk der Regcennge van lodewyk den xv eenen aanvang. Het Staatsbewind des Hertogs van iourbon was nie's anders dan een vervolg van het Regentfchap des Hettogs van orleans. De Kardinaal de fleury voerde het bewind, zintsde ongenade des eerstgenoemden , voordat hy nog tot Eerden Staatsdienaar was aangedeld. Onder zyn bewind braken de gelukkige dagen van Frankryk aan. Men ziet dit Koninkryk, zo geducht, zo gehaat onder de voorgaande Regeering, en zo vernederd omtrent het laatde gedeelte van dezelve, den Zegsman van Europa worden, zyne regtvaardigheid doen bewonderen , zyne gemaatigdheid doen beminnen* Men  be FRANSCHE SPION. 4, Men ziet deszelfs Koning zynen mededingeren, hykaus tegen hunnen wil, den Vrede aanbrengen, welks zoetigheden hy zelve genoot en gevoelde. Naauvviyks is de Kardinaal aan het roer van den Staat gezeeten , of deeze ktygt eene nieuwe gedaante. De geldmiddelen worden op een beter voet gebragt. De overvloed heerscht allerwegen. De Provinciën, die nog onlangs zo veele woestenyen waren, worden ryker dan zy, misfchien, ooit ge. weest waren. Zodanig was de bloeiende ftsat van Franiryfr, wanneer de verkiezing van eenen Koning van Poolen de algemeene rust verftoorde. Dit noodzaakte de Franfcben de wapens, op te vatten, die, ' byltans altoos zrgepraalende, eenen Prins uit het Huis van bourbon op de throonen van Napels en Sicilië plaatflen, en onder de Franfche Kroon bragten twee landfchappen , welke lodewvk de xiv nimmer met dezelve hadt kunnen vereenigen, de Hertogdommen van Lotharingen en Bar. Toen lodewyk de xv zich aan de voogdydes Hertogs van bourbon onttrok, bereikte hy den ouderdom van ruim zestien jaaren. Hy was welgemaakt, hadt een edel voorkoomen , groote oogen, een meer zagtzinnig dan moedig aanrien bruine weukbraauwen. Hy vertoonde nog voor 't uitwendige de blyken van een teder gefiel, welkhy zedert door lichaamsoefeningen verflerkee, die hem gehard  An de FRANSCHE SPION. gehard maakten tegen allerlei vermoeijenisfen. Aan deeze agterlykheid zyner natuur e moet, ongetwyfeld, worden toegefchreeveu de koelheid zyner driften, zo werkzaam op deezen ouderdom in de meeste welgeftelde jongelingen, voornaamlyk de Prinsfen, by welke alles zamenloopt om dezelve al vroeg op te wekken. Hy was toen nog onverfchiL lig omtrent de Vrcuwen, het Spel en de Tafel, van welke hy naderhand zo veel vverfcs maakte, De Jaat was zyn eenig vermaak, waarfchynlyk als een tegengift tegen de tydverveeling. Want, gelyk men hem, om zyne zwakheid,met lesfenniet zeer overhuden hadt, dus bezat hy weinige kundigheden, en ook luttel fmaaks voor de Letteroefeningen. Een onverwir.nelyken afkeer hadt hy van Staatsbezigheden , van welke hy zelf niet mogt hooren fpree. ken. Zonder eenige zucht tot roem, ontbrak hem die aandrang der ziele, welke in zynen Grootvader het geb:ek der opvoedinge en zyne onkunde hadt vergoed. In één woord, van een geleidelyk, loom en vreesagtig karakter zynde , was hy gefchikt om befluurd te worden door hem, die 't eerst zich van hem kon verzekeren. Dit ontfnapte het verziend oog niet van 's Konings Leermeester, en hy bouwde daarop zyne grootheid. In veele opzichten was het karakter diens Leermeesters gelykfoortigmet dat van zynen Koninklyken Voeduerlhig. Van hier die wederzydfche betrekking ,  de FRANSCHE SPION. 43 king, welke hen zo naauw aan elkander vetbondr. De eerwaardigheid , zedigheid, wysheid en behoedzaamheid waren, in zekeren zin, de lyfwagten der eerzucht van den Oud-Bisfchop van frejus. Een grooten weg hadt, ongetwyfeld, deeze eerzucht, hoewel met langzaarae fchreden, afgelegd. Den ouderdom van drieënzeventig jaaren hadt hy reeds bereikt, toen hy tot het Staatsbewind ge. roepen wierdt. Gebooren in eene zuidelyke provincie van Frankrjk, van onaanzienlyke, althans nie; zeer bekende ouderen, was hy tot den Geestlyken Staat gefchikt, en onderweezen in alle de weetenfehappen aan dat beroep voegende, 'twelk hy al vroeg aanvaardde. De Abt de fleury brandde van verlangen om ten Hove te verkeeren hy hieldt zich verzekerd dat zyne jonkheid en geihlte hem aldaar van een uitfleekenden dienst zouden weezen. 't Gelukte hem zyn doel te bereiken ; hy verfcheen ten Hove, voorzien van de beste aanbeveeiingen, welke hy deedt gelden door den ingang , dien hy by de Vrouwen hadt. Hy wierdt Aalmoezenier, en ee> nige jaaren laater Bisfchop. Hier door wierdt hy van nieuws na het land gebannen , verre van het Tooneel, waarop hy zich flegts vertoond hadt. Doch de geveinsdheid moest het voornaame werktuig van zyne verheffinge zyn. Zyne naauwkeurig. heid in het waarneemen van zyne pligten deedt het oog  44 de FRANSCHE SPION, oog van lodewyk den xiv op hem vallen, en hem tot Leermester van lodewyk den xv verkiezen. Wel dra vleide hy zich, in zyn perfoon te zullen vervuld zien de veelbeloovende voorzeggingen der Starrewichelaaren, in welke hy veel vertrouwen (lelde: want, Cchon hy veel verftand bezat, ontbrak hem dat vernuft, 't welk boven & voorvallende gebeurtenisfen verheven , zich be» kwaatn vind: om dezelve onder te brengen , en zyn geluk alleen van zich z;lven verwagt. Met dit alles was hem deeze zwakheid van uittleekenden dienst, dewyl hy zich verlaatende op diegelukkige noodlottigheid, in welke hy geloofde, zich al vroeg aan zyne verheffing gewende en aan dezelve niet twyfelde; en daarenboven de overtuiging van een goeden uiiflag, zonder hem ooit tot onbezonnenheid te doen vervallen, hem die flandvastige volharding inboezemde, welke het gebrek der derkte van ziel vervult. Zyn invloed op zynen Voedfterling, naargelang hy deszelfs hart en hoedanigheden leerde kennen, deedt hem gelooven dat hy door den tyd alles zou kunnen bedoelen. De dood des Regents opende een ruim veld voor zyne eerzucht. De omftandigheden waren hem gunstig. In den Raad hadt hy geenen mededinger , welke hem, in gunst by den Vorst of in bekwaamheden, evenaarde. De Eerde Prins van den Bloede was flegts drieëntwintig jaaren oud. Van zyne zucht tot  FRANSCHE SPION, tot godsdienstigheid en afzonderinge gaf deeze toen reeds doorflaande bl.yken. Het ontbrak hem niet aan ve.ftand;-doch dit w.ydde hyalleenlyk aan de weetenfchappen: weinig bemoeide hyzich met Staatszaaken. Zyn eigen Vader befchouwde hem als onbekwaam om inde Staatkundige waereld een hoofdrol te fpeelen ; en zy, die den Regent van misdaadige inzigten op den Throon befcbuldigen, beweeren dat hy van dezelve niet heeft afgezien, voor dat hy overtuigd was van de onbekwaamheid zyns eenigen zoons om hem te onderfteunen en zyne plaats te vervangen. Voor de fchouderen van de Maarfchalken de villars, d'uxeixes en tjllard ïouhetRyksbeffluureen te zwaare last geweest zyn. De eerfte, .hoewel aan bet hoofd der Heirbenden met huren bedekt, hadt, egter nog geringe kennis van het Staatsbewind. De Graaf de morville alleen, eerde Geheimfchryver van Staat, zouden Oud-Bislchop van FSEJus eenige belemmering hebben kunnen baaren. Hy bezat veel verftand, wierdc bemind van de Natie, en van de vreemdelingen geëerbiedigd. Hy was'een groot Staatkundige, een eerlykman, en bekleedde zynen post yverig en getrouw. Doch deeze ge. vaarlyke mededinger verliet eerlang het Hof, en ftierf van hartzeer, omdat hy zynen Vader ia de waardigheid van Zegelbewaarder niet hadt kunnen todhaaven. Alle de overige Staatsdienaars vIdo. gen  46 DEFRANSCHE SPION. gen van de hand des Oud-Bisfchors, ofdo-.fJen zich niet tegen hem verzetten. Alle de hinderpalen tegen zyne verheffing dus nitden weg geruimd zynde, leedt het niet lang dat hy tot het Purper wierdt verheven, op de beroeming van lodewvk den *v. In gevolge van de aanmatigingen van deeze Prinsfen der Kerke, moest dit ten gevolge hebben de bevordering tot de waardigheid van Eerften Staatsdienaar. Dewyl hy zich niet begaafd vondt met de nooöige bekwaamheden tot den Oorlog, en, zich ook ten deezen opzigte naar de neigingen des rongen Monarchs wist te voegen; en vermits Franferyk, daarenboven, door kostbaare oorlogen uitgeput, niet op zyn verhaal zou kunnen koomen , dan door middel van een laugduungen vrede, was de eerfle zorge des Kardinaals, om denzelven, het koste wat het wilde, te handhaaven. Ten dien e.nde leide hy zich toe, om de vriendfchap en het goed verftand met Engeland te onderhouden. Hy was de voornaame oorzaak dat de Spanjaarden en Engelfchen. in het jaar 17 26, niet tot eene openbaare Vredebreuk kwamen. Het misverftand, tusfchen den Keizer en den Koning van Groot-Britamv.e gereezen, gaf hem eene gunstige gelegenheid, om zyne bekwaamheid, tot het vereenigen van zo veele ftrydise belangen, te doen blyken. De Heer palm, Keizerlyke Gezant te honden, hadt  de FRANSCHE SPION. 47 hadt eene hoonende Memorie ingeleverd by den Koning van Engeland, welken hy van openbaare leugentaale befchnldigde, in't geen hy.aan zyn Parlement hadt voorgedraagen in zyne jongfte Aanfpraake, waarin hy, onder andere, hadt beweerd dat hunne Keizerlyke en Koninklyke Majesteiten hadden voorgenomen den Pretendent te bentellen, 's Anderen daags ontving hy bevel, om binnen den tyd van acht dagen Groot - Britannie te verlaaten. Tot wederwraake hadt de Keizer aan den Engeljchen Staatsdienaar bevolen, binnen vierentwintig uuren uit de Stad menen, en zo dra mogelyk uit zyne Staaten te vertrekken. Niet zo dra hadt de Kardinaal de FlEÜRy hiervan de lucht gekreegen, of hy bevlytigde zich om dit gefchil by te leggen. Om de bemiddeling van zy. uenMeester zo veel te kragtdaadiger te doen zyn, zondt hy eene Vloot van achttien fchepen na de Middelandfche Zee. De vreeze van een zo mag. tigen vyand zich te zullen zien verklaaren tegen hem, welke zich tegen zyne inzigten aankantte, baande den weg ter bevrediginge j de Graaf de morville, de Baron de fonzeca, de Heer horatiüs walpole en de Hollandfche Gezant boreel, tekenden, op den laatften van Bloeimaand des jaars' ï 72 7, de voorafgande voorwaarden van den Vrede. Doch het leedt nog lang eer dezelve zyn volle beflag kreeg. Aken wierdt eerst verkoozen tot eene Han-  ^8 ee FRANSCHE SPION. Handelplaat* over een Verdrag, vervolgens Kaint* ryk, en eindelyk Soifons. Vyftien maanden hadt men hier gehandeld, zonder dat men nog ietsgevor. derd was. De Keizer wilde geenen afiland doen van zyne Ocstindifche Maatfchappy vaff Ostcnde, noch de regtenvan Spanje op de To,kaanfibe Staaren bekragtigen. De Franfche Staatsdienaar bediende zich van deeze gelegenheid om den Koning van Spanje te doen opmerken, hoe zeer hy zynewaare belangen hadt uit het oog verloeren, door zich e Kardinaal de fleuky, niet kunnende nalaalen deel te neemen in deeze zaak, hadt zich verbeeld te kunnen volftaan metryklyk geld te fpi]ie„ onder de Poolfcbe Ryhgroolen, doch zondt vervolgens ee-i klein Eskader met vyftienhonderd man Landtroepen na de Oostzee. Deeze napheid deedt het geheelontwerp mislukken. Stanislaus, gelyfc Wv " zegd hebben , bevondt zich binnen DamL Hy kende den toeftand dier flad, en begreep dat zy eerlang de poorten voor den vyand zou moeten openen. Hierom oordeelde hy het lot D  « de FRANSCHE SPION. te moeten voorkoomen ,'t welk over hem befchooreu was. Zyn hoofd was op prys gefteld. In den nacht verliet hy heimelyk de ftad, twee dagen voor de overgaave, verzeld van een getrouwen Gids, die het land volmaakt kende. Naa veele omwegen, vermommingen , vermoeijenisfen en gevaaren, van welke de Vorst eene aandoenlyke befchry ving heeft gegeeven, in eenen Brief aan de Koninginne van Frankryk, kwam hy te Koningsbergen op Pruisftfcben bodem, daar hem de eere wierdt beweezen aan zynen rang verfchuldigd. Hy vertoefde 'er eenigen tyd, en keerde vervolgens te rug na Frankryk. Aldus wierdt stanislaus andermaal van den Poolfcbcn throon geftooten , en misfchien tot zyn geluk. Deeze Vorst, zeer goedaartig en weinig oorlogzuchtig,.was niet gefchikt voor eeneNatie, die nog de overhyfzels hadt van haare Sarmatifcbt af komfte, en niets dan onafhanklyklieid en wapens ademde. Waarfchynlyk is het, dat hy de Staats, omwenteling en vetdeeling van Poolen verhaast heeft , welke wy , dertig jaaren laater, hebben zien voorvallen onder poniatowski, een klein' Peolfcï Edelman, even gelykhy op den throon ver^ heven , even gelyk by zonder vastigheid van binnen, en zonder hulpe van buiten, even grootmoedig, menschlievend, weldaadig, volksbehaagend, een vootftander van kunflen en weetenfchappen, maar  de FRANSCHE SPION. 75 maar ombloot van dat werkzaam, onverzaagd en zelf woest karakter, dat alleen bekwaam is om oproerige benden in bedwang te honden en derzei ver muiteryen te beteugelen. 't Is bekend dat augustus niet krygzuchtiger was dan zyn mededinger , dat hy niet meer kloekmoedigheid en dapperheid bezat; maar de zoon zynde van den overleeden' Koning, en reeds de bezitter van een magtigen aangrenzenden Staat, was hy Lid van het Keizerryk, neef van Keizer karel den vi, en bondgenoot van Rusland. Thans hadt men alle hoop ver'ooren op de herftelling van den ongelukkigenstanislaus; doch de eer van lod.wvk den xv gedoogde - dee_ zen hoon, zynen Schoonvader aangedaan, engeflraft te laaten. De Kardinaal, i„ weerwi! va„ zynen vredelievenden aart , zag zich genoodzaakt deel te neemen in een ernllig gefcbil. Om te beletten dat dit algemeen wierdt, verzekerde hy z.ch vooraf van Engeland en Holland. De Franfche. Gezant ,e Londen leverde aldaar eene Memorie in, behelzende bezwaarnisfen regenden Ke.zer; de Engelfchen befchouwden dezelve als den grond van een regtvaardigen Oorlog. De Algemeene Staaten dagten 'er even eens over in Saa8e> alwaar> OP den vierden van WinterLnaand des >'aars '733, een verbond van Onzv-  76 df. FRANSCHE SPION. digheid voor de Fereenigde Nederlanden wierdt getekend. Om hunne afgelegenheid waren de Ruifen veilig voor de Franfche wapens; hierom deedt men den gantfchsn last des Oorlogs op den Keizer nederdaalen. De Koning nam Duiiscbland voor zyne rekening en om den Koning van Sardinië in Lomhardye te huipe te koomen, terwyl het Spaanjcbe Leger de beide Sicilicn zou bemagtigen. De Graaf van Saxen gaf hier de eerfte proeve van zyne krygsbekwaamheden , in de hoedanigheid van Veld-Maarfchalk. Naa veifcheiden verltandige optogten, die den Prins eugenius, den bekwaamden Veldheer, welken de Keizer in dienst hadt, misleidden, doeg men het beleg om Philipsburg ,het bolwerk en de fleutel van Duitsch' land. De Franfche foldaaten, gemoedigd door het voorbeeld van den Veldoverfte, Maarfchalk van berwick, verrigtten hier wonderen van dapperheid. Doch, terwyl deeze reeds meester was van het grootfte gedeelte der buitenwerken, fneuvdde hy door een kanonkogel, omringd van zyne kinderen en eenige Hoofdbevelhebbers. De Marquis d'ansfeld volgde hem op in het bewind, en genoot de eer van de bemagtiginge der Stad. De Hertog de noailles , zyn Amptgenoot, deelde in deeze eere. Dewyl deeze Legerhoofden elkander niet ver- fton«  ■de FRANSCHE SPION. ?J VervinS' op Koninklyken hst, de Maar. rchal nE coiGMvden,aatstgenoernden9die„a/je w'erdt gezonden. Doe, Prias EUGEMüs ^ door zyn Krygsbekw,aamhedei) ^ ^ 7: ™apenen-fiy verrigtte h- »uk, dat hy, fa den wanboopigenftaac.iVweJke. de zaaken des Keizers zien bevonden, ^Franfcben noodzaakte om aileen op tegenweer en de bewaanng hunner veroveringen bedagt te zyn. De KeiJ» wierdt te laat overtuigd van de wysheid van ZVTTVS'tegcn wiens raad h? dee^oor. og hadt, begonnen, zich verbeeldende dat by aJ. leenlykmet een kind en met een grysaart hadt te Zeer duur kwam k,rel dhn vi fn ^ ( de onvrugtbaare wraake, welke hy fa het m^ hadt genomen. Het Franfche Leger , ^ van den Maarfchalk de vILL,as, hadt last om zich niet den Koning van Sardinië te vereenigen en L0II, hardye te veroveren. Hetgeluk verzelde deezen Generaal tot m zynen ouderdom; doch, terwyl hy deezen gew.gt.gen post aanvaardde, was hy meer metz, eerzucht dan met zyne gezondheiden hooge ^ eraade gegaan. Weldra bezwceken zy e kr3ff « 1de het opperbevel in handen van den Marcis weiZT'6" mir0k "a^^aarhy,naa Ê1USe da*e»> olythus te temmen. Zy was noch jong, noch fehoon, noch bevallig. Bykans vyfendertig jaaren oud, bezat zy niets merkwaardigs in haar gelaat dan twee groore zwarte . os*  83 de FRANSCHE SPION. oogen, tameïyk leevendig en van een natuurlyk ftreng uitzigt, doch, 't geen in des Konings tegenwoordigheid zagter trekken aanneemende, niets dan de domheid behieldt, welke ten kenmerk van de vuurigheid van haar geitel, en voor den nieuweling tot een prikkel ter minnekoozinge diende. Ten zelfden oogmerke werkte ook mede haare ftem, en de dartele gang haars voets. Met dusdaanig een voorkoomen overtrof zy, egter, veele fchoonheden in de kunst orn zich te tooien, en in haaren uitgezogten fmaak , weiken veele van haare mededingftcrs vrugtloos poogden naa te bootzen. 'Eindelyk, 't geen de Natuur haar sen aanzien van de uitwendige gedalte hadt geweigerd, ihadt zy ryklyk- vergoed door de hoedanigheden van haaren geest en hait. Zy was vrolyk, gelykmoedig , .eene llandvastige, edelmoedige, medelydende en gedienftige vriendin. Ongelukkig was zy, tot op den tyd haarer verheffinge, verpligt zich van zydelingfche middelen te bedienen-, door eigen kragten en bewerking kon zy hier in niet flaagen, zonder gevaar te loopen om de gunst en genegenheid van aanzienlyke mannen te verliezen, aan welke zy dezelve verfchuldigd was, bovenal het fteunzel van den Kardinaal, die haar alleen hadt verkoozen om een lydelyken rol te fpeelen. Zodta men het eens was over de noodige voorwaar.  DE FRANSCHE SPION. gp waarden, belaste de Staatsdienaar den Hertog de kichelieu om Mevrouw de mailly aan den Koning voor te draagen. Deez' doorfleeepene en indringende Hoveling bezat het vertrouwen van zyne Majefteit. De Kardinaal twyfelde niet, of men zou hem, door ander werk te verfchaffen aan zyne bekwaamheden, zo wel in eenen Minnehandel als in Staatszaaken kunnen gebruiken, Ir» de daad, de gunfteling, gebruik maakende van zyne gemeenzaamheid met den Koning, wist behendig het gefprek te leiden op de hoedanigheden, der Koninginne, en het ledige, *t welk zy in zyn hart overliet; hy deedt hem erkennen de noodzaaklykheid om deeze drift door eene andere te vervangen •, hy vertoonde de liefde als de vertroosting van alle menfchen en bovenal van groots Vorften ,, verpligt om nu en dan de zorgen van den throon te verpoozen. In deezer voege haalde hy den Monarch over tot eene zamenkomst met Mevrouw de mailly. In weerwil van het vuur zynerjeugd, en van de langduurige onthoudinge, in welke ^hy geleefd hadt, zedett zyn misverftand met de Koningin, liep deeze byeenkomst vrugtloos af. Zyne natuurlyke befchroomdheid hadt zyne zinnen óom verflyven : zodat de Graavin vvanhoopig klaagde over den geringen kdruk, dien zy verwekt hadt. Bezwaarlyk was zy tot eene tweede zamenkomst te beweegen. Men bragt haar onder 't oog, dat zy ,  po de FRANSCHE SPION. zy den Monarch vergeeten, en alleen den Man moest in gedagten houden. De gezeggelykheid van den jongen Vorst gaf haar moed. Zy verkreeg haaren wer.sch, en te geiyk met haar de aanraaders van dit boos ontwerp. Naa deezen eerden ftap, gevoelde de Koning niet meer zyne gemoedsontrustiug; zonder wroeging pleegde hy dit tweevoudig Oyerfpel. Nogthans wierden deeze zamenkörnften nog eenigen tyd geheim gehouden ; doch welhaast fchudde hy dit juk af en maakte geen geheim van deeze veroveringe. De Hovelingen fpraken 'er over; de Koningin wierdt 'er van verwittigd, en in ftede van te tragten om op haaren Gemaal den invloed te herwinnen , dien zy altoos op hem hadt gehad, om hem te rug te brengen tot het echte huwelyksbed , vergenoegde zy zich met ftille zuchten aan den voet der Altaaren. De Graaf de mailly , fehoon hy voorheen weinig werks van zyne vrouw hadt gemaakt, kreeg, egter, thans den inval om deeze trouwloosheid kwa. Iyk te neemen. Doch by ontving geen ander antwoord, dan een gebod om voortaan met haar geene gemeenfehsp te hebben. De Marquis de nesle , Vader der Minnaaresfe, uit een der doorluchtigfte Geflagten des Koninkryks gefprooten , berispte insgelyks haar gedrag. Men befchouwde dit als een trek om geld te krygen , waar-  de FRANSCUE SPION. 9S waarom hy , uit hoofde van den ontredderden flaat zyner zaaken, zeer verlegen was; men gaf het hem ryklyk om hem den mond te Hoppen. De Kardinaal was de man, die 't meest verlegen was over den rol, dien hy, in den aanvang van 's Konings minnaaryen, hadt te fpeelen. Van ter zyden de ongeregeldheden van zynen doorluchtigen Pupil begunftigende, ginghy, om de Natie te misleiden, zo verre in zyne huichelaarye, dat hy het ondernam om hem daarover te beflraffen. Ik heb het befluur van myn Koninkryk aan u overgelaaten, gaf hierop zyne Majefteit, met eenige fcherpheid , tot antwoord , ik hoop dat gy my meester zult laaten ever '/ myne. Woorden, die, ondanks hunne platheid, hem tot zwygen bragten. Zyne zendelingen, hem verontfchuldigende, verbreidden in de gezelfchappen des Konings ant. woord. Bezwaarlyk zal men zich een denkbeeld vormen, hoe zeer de Paryzenaars daarover geërgerd waren. De Volken in 't algemeen, en byzonderiyk de Franfcben, zyn op verandering gefteld, in de hoop van 'er door bevoordeeld te zullen worden. Men hadt zich gevleid dat eene Ma. tres eenige omwenteling in het Staatsbeftuur zou te wege brengen; doch, toen het bleek dat het gezag des Eerlten Staatsdienaars 'er door bevestigd wierdt, befchouwden zy, welke des Konings üel'de hadden toegejuicht, dezelve niet meer ma> het  p2 de FRANSCHE SPION. het zelfde oog. Men deedt dezelve by het Algemeen doorgaan voor eene doemwaardige gemeenfcbap,die de gramfchap des hemels gewisfelyk op het Koninkryk zou doen nederdaaleu. Men maakte fchimpdichten, men zong ontuchtige liedtjes, in welke de Minnaar even weinig als de Minnaares gefpaard wierdt. 't Geen eenigermaate kan (trekken ter verontfchuldiginge van den zonderlingen rol der Matte* fe, tot welken zy niet was gebooren, en dien zy ongetwyfeld voor de eerde maalfpeekle, en die,in eenige andere vrouwe , eerloos en doemwaardig zou geweest zyn, is, dat zy door haar hart tot denzelven genoopt wierdt ; dat zy altoos meer verknogt was aan den perfoon dan aan de Koninklyke waardigheid; dat zy lodewyk den xv oprecht beminde; dat zy nimmer eenige weldaad verzogt, noch voor haar zelve, noch voor haare bloedverwanten; dat zy in geenerhanden opzigte den Staat tot last was; da: zy, naar het voorbeeld van Madame de valliere , naa deezen Minnaar, niemand haars waardig oordeelde dan God; dat zy, eindelyk, in traaneti en boetedoeningen, het ove-rfchot haarer dagen, de gegeevene ergernis verzoende, de eenige misdaad , altoos zwaar en groot in de zamenleeving, gepleegd in het bevlekken van het Hu.velyksbedde. He-  de FRANSCHE SPION. 93 Helaas .' fehoon tot het 'hoogfle toppunt van aardsch vermaak verheven, leedt het niet lang, of zy vondt haare flraffe in haare liefde zelve. Meer dan eens berouwde het haar, dat zy den Koning een heilzaamen breidelhadtonfnomen. De Vorst, die haar meer hoogagte dan beminde, door geenerlei fchaamte wederhouden wordende, vierde den ruimen teugel aan alle zyne begeerten. Bloedfchande fchrikte hem niet af. De Minnaares hadt eene zuster, Mevrouw de viivtimille genaamd , onlangs gehuwd. Boven haare oudfte zuster, bezat deeze geene aantrekkelykheden dan den bloei der jeugd; maar zy bezat meer verftand , en het leedt niet lang of zy deedr hetzelve dienen ter bevorderiuge van haar ontwerp , ora Mevrouw de mailly den voet te ligten, en.den Monarch in haare ftrikken te vangen. Allen,welke haar kenden, zidderden wel haast vóórhaar vermogen. Zy was hooghartig, vol van onderneemingen , nydig , wraakgierig, eerzuchtig en 'er opgeileld om zich te doen vreezen; zy hadt weinige vrienden, en was ook niet zeer gefchikt om vrienden te maaken. Zy was eeniglyk bedagt op haare belangen; zy hadt geene andere bedoeling dan haar voordeel te doen met de zwakheid van haaren (laaf. Gewisfelyk zou zy gedaagd hebben, indien niet de dood haar in 't begin van haaren loop hadt weggenomen. Zy Hierf in het kraara- bedde,  94. de FRANSCHE SPION. bedde, niet zonder vermoeden van vergif. Haar dood deedt den Koning etlyke dagen traanen (tor. ten. Haare zuster, welke hy 'fteeds behouden hadt, om te dienen tot een handlangfter voor hunnen minnehandel, dïe nog een geheim was, ftortte insgelyks traanen en betreurde niet minder haare mededingfter. Deeze liet een zoon naa, nog heden bekend by den naam van Graave du luc ; hy is het levendig beeld des Konings, dien hy altoos teder bemind, en ten Hove den halven • lodewyk genaamd heeft. Gelukkig was de aandoenlykheid zyner Majefteit , op deezen ouderdom, in welken zy gemeenlyk zo kragtig werkt, merkelyk verzwakt, of liever geheel verdweenen. Slegts gevoelde de Koning die aandoening vanrasuitflytende droefenisfe, welke de dood onzer Naasten in ons verwekt, door de heimelyke overdenking van ons eigen gewisaanflaande noodlot. De opgefchorte vermaaklykheden wierden hervat; de jagt, de geftadige plai. ziertogten, welke de Monarch, tot de vereischte lichaamsbeweeging , fteeds noodig hadt, en die, in den tegenwoordigen toeftand van zaaken, nog noodzaaklyker waren, deeden Mevrouw de vintimille vergeeten. De eerfte Minnaaresfe bemagdgde haare voorgaande plaats ;zy verzelde denKoning overal. Mademoifelle de charolois en de Graavin de toulouse waren onder haar gevolg. zy  de FRANSCHE SPION. 9S Zy waren het, welke die verrukkelyke Avondmaaltyden hadden uitgedagt, welke aangericht wierden in die bekoorlyke kleine vertrekken, in weike de vertrouwelingen alleen wierden toegelaaten, en om die reden met den naam van kleine Apartementen benoemd wierden. In alle zyne Paleizen deedt lodewyk de xv dezelve vervaardigen. Zonder volflrekt afgefcheiden te zyn van degroote kamers, was 'er, egter, niet meer gemeenfchap tusfchen dezelve, dan tot de bediening volflrekt noódzaaklyk wierdt vereischt. Eene verborgene deur in des Konings ilaapvertrek gaf hem gelegenheid om zich derwaarts te begeeven, met de aangweezene gasten, wanneer hem zulks behaagde. Alle hunne bekwaamheden hadden de Kunftenaars hier uitgeput , in de fraaiheid , de fchikking en verdeeling der huisgewaden. Tot een beter begrip zullen wy hier mededeelen eene zinnebeeldige befchryving, overgenomen uit de Anecdotes de Perfe, van wier echtheid de Leezer zich volkomen mag verzekerd houden. „ Men zag een kleinen Tempel, in welken dik„ maals Nachtfeesten wierden gevierd, ter eere van »» bacchus en vejnus. De sophi was 'er Opper„ priester, retima Opperpriesteres-; de rest van „ de gewyde bende beftondt uit beminnelyke „ vrouwen en galante hovelingen, waardig om in » deeze verborgenheden te worden ingewyd. Door ■„ eene  jtf de FRANSCHE SPION. „ eene menigte van deuitgeleezenfteplengingen, „ en door onderfcheidene liederen ter eere van „ bacchus, tragtte men zyne gunst te verwerven „ by de Godin venus, aan welke, van tyd tot „ tyd, kostbaare offeranden wierden toegebragt. „ De plengingen gefcbiedden met de zeldzaamite „ wynen. De uitgezogtile fchotels waren de „ flagtonvrs. Dikmaals, en op de plegtigfte da„ gen, wierden deeze fchotels toebereid door de „ handen des Opperpriesters. Comus maakte de „ ontwerpen van deeze Feesten, momüs zat in „ dezelve voor. Geen flaaf mogt deeze door„ Jachtige plegtigheden ftooren, noch in het bin„ ncnfte van den Tempel koomen, dan in het „ oogenblik als de Priesters en Priesteresfen, „ ten langen laattle van de godlyke gunstbewy„ zen overlaaden, in eene zinsveirukking vielen, wier volkomenheid ten bewyze van de „ grootheid van hunnen yver diende, en de tegen„ woordigheid der Goden aankondigde. Dan „ was alles volbragt; met eerbied nam men deeze „ gunflelingen der Goden weg, en de deuren van „ den Tempel wierden geflooten. Zekere dagen „ van het jaar waren aan den God bacchus al„ leen gewyd , wiens eerbetooningen insgelyks „ door comus ontworpen en verrigt wierden. „ Het waren deeze dagen, welke men kleine „feesten zoa mogen noemen, op welke de Op- » per-  de FRANSCHE SPION. 9? „ perpriester in den Tempel toeliet sevagi , fati. „ me , zf.le.de en eenige .anderen, in wier tegen„ woordigheid, als onheiligen, de kleine verbor„ genheden gevierd wierden." Uit dit geheimzinnig verhaal, in 't welk lodewyk de xv wordt aangeweezen onder den naam van sophi, en de Matres by dien van retima, en welks getrouwheid wordt bevestigd door zommige Heeren, nog in leeven, en die deel gehad hebben aan deeze feesten, mogen wy belluiten, dat de kleine Apar. tementen even zeer aan de vermaaken der liefde als van de tafel gewyd waren. Geene anderen wierden tot de eerften toegelaaten dan de Hovelingen , bedorven genoeg om deeigenooten, of laag genoeg om bloote getuigen te zyn van 's Konings buitenfpoorigheden. De andere be« floegen een uitgebreider en deftiger kring. De Graaf en de Graavin de toulouse, Mademoifelle de charolois , in de bovenltaande ziunebeeldige befchry ving sevaci, zelide en fatime genoemd, fpeelden 'er den voornaamften rol. Alles gefchiedde 'er met betaamelykheid. Men dronk 'er een lus» tigen jteug, alleen om jok en boert te vlugger te doen voortkoomen, en om den ruimen teugel te vieren aan die deftige en mannelyke kwinkflagen, door welke, onder den fchyn van eene luchtige vrolykheid, een la tremouille, een d'ayen, een maurefas, een coigny, eensouvRé, en anderen, E den  98 de FRANSCHE SPION. den Kouiug heilzaame waarheden aankondigden, die ongelukkig verlooren gingen. Naa het vertrek, of in de afweezigheid der Prinsfesfen, wierden het rechtfchapen Baccbusfeesten-, Mevrouw de mailly, waardig om eene halve Eeuw vroeger gebooren geweest te zyn, die den Champagne -wyn be* minde,hadt 'er den Koning fmaak in doen krygen. Men venieuwde hier de uitdaagingen der aloude drinkers; men leide het 'er op toe om zyn party van den bank te drinken : naa een langen tegenfland, kwamen 'er eenige vertrouwde knegts binnen, om alle de gasten, zo wel de overwinnaars als de overwonnenen, weg teneemen. Hoewel de Minnaares den Koning tot deeze drinkpartyen aanfpoorde, fchynt hy uit den sart van dezelve niet af keerig te zyn geweest. Dit befluiten wy uit eene andere omftandigheid in het bovengemelde verhaal : te weeten, dat lodewyk de xv vermaak vondt in keukenbezigheden, en in het toebereiden van zekere Ragouts; een onedel vermaak, ten kenmerke dienende van eene zie!, ongewoon aan de groote en verhevene denkbeelden, met welke een magtig Vorst zich geduurig moet onledig houden. 't Wordt tyd dat wy weder keeren tot de hooffche kuiperyen, van welke de Heer de chauvelin een doorluchtig flagtoffer wierdt. Den Heere d'ARMENONViLLE en deszelfs zojn den Graave de mor-  de FRANSCHE SPION. $9 morville was deeze Staatsdienaar opgevolgd ia de waardigheid van Zegelbewaarder en in het bewind der btiitenlandfche zaaken. Hy bezat daartoe de noodige bekwaamheden; zyne kundigheid in Regts- en Staatszaaken, zyne eerlykheid, kloekmoedigheid en langduurige ondervinding, fielden hem in (laat om de geregtigheid te handhaaven. Een volmaakt Staatsman zou hy geweest zyn, in. dien hy minder Eerzucht hadt bezeeten. Hoewel de Kardinaal, zyne eigen minderheid erkennende, hem met zyn vertrouwen hadt vereerd, gevoelde hy, egter, een heimelyk misnoegen, omdat hy voor hem moest onderdoen. Dewyl hy, daaren. boven, een vcrtrouwlyken omgang hadt met de aanzieniykflo Heereu van het Hof, en wel gezien was by vrouwen van rang, zelf by de Prmslêsfen, hadt hy een magtigen Aanhang verworven. Het was de Aanhang van den Hertog van bourbon. Des Hertogs moeder, eene hooghartige, eigendunbelyke, oploopende, wraakzuchtige vrouw, was 'er de ziel van. By ongeluk was deeze parry niet de magtigfte; die van Ratnbouilkt, byw.1* ke zich de Hertogen van orleans en du maine gevoegd hadden, evenaarde, of liever overtrof' dezelve. Te doorfleepen was de Heer de chauvelin om zyn geluk te waagen, zonder defcbynbaare hoop op een gelukkigen uitflag; hy vergenoegde 'er zich mede om met zyne befchermers iri E 3 goed  loo de FRANSCHE SPION. goed verftand te leeven en de ontwerpen zyner vyanden te verydelen. Hy bevlytigde zich om zich aangenaam te maaken by de geheele wae« reld; niets weigerde hy dan 't geen hy onmogelyk kon toeftaan; en hy weigerde altoos met eene befchaafdheid, welke bykans de zelfde uitwerking deedt, alsof hy de verzogte gunst hadt toegeftaan. Hy was een vooiftander van mannen van verdienfte en van de fraaie Kunfter. Hy.was geducht by de vreemde Mogendheden, wier Staatsgeheimen hy, door zyne listen en briefwisselingen, wist te doorgronden. Hy hadt reden om te hoopen, eerlang den Eerflen Staatsdienaar te zullen vervangen, wanneer hy in eene ongenade viel, welke hy niet voorzien hadt. Hy wierdt befchuldigd, door het Verdrag van IVeenen, de belangen der Bondgenooten van Frankryk aan die des Keizers te hebben opgeofferd, door dien Vorst den Vrede niet te hebben doen koopen op voorwaarden, oneindig harder, dan zyn veilegene toefland hem zou genoodzaakt hebben aan te neemen. Hem wierdt, daarenboven, te laste gelegd,dat hy voor deeze eerlooze zamenfpanning geld hadt getrokken. De Koning zelve,zich by deeze gelegenheidgedraagende,ge. lyk hy zedert bykans altoos gedaan heeft,als een ampteloos burger, als een vriend van den Kardinaal,verklaagdeby deezen den Heer de chauvelin, en  de FRANSCHE SPION. 101 en raadde hem deszelfs gedrag te onderzoeken. De Koning gaf hem te verftaan , in het zekere onderrigt te zyn dat chauvelin zyn vertrouwen misbruikte. Doch zyn befchermer, in zynehooge jaaren zich niet willende ontdoen van een afhangeling, welke hem noodzaakiyk was geworden, verontfchuldigde hem onophoudelyk, en fchreef aan den Nyd toe de pylen, welke op hem gefchooten wierden. Ten laatfte gaf men den Eerften Staatsdienaar kennis van de heimelyke aanflagen des Zegelbewaarders met het huis van Condé. Dit was een onvergeevelyk bezwaar. Als een misdaadige van Staat wierdt hy gevoerd na een fterk Kasteel, alwaar niemand, zelf niet van zyne bloedverwanten, by hem wierdt toegelaaten. Waarfchynlyk hadt men ten zynen laste niets meer dan bloote vermoedens; althans wierdt zyne gevangenis eerlang veranderd in eene ballingfchap na Bourgesi alwaar hy bezoeken gaf en ontving, en vtyheid van briefwisfelinge hadt. Voor de derde maal kreeg de Heer de aguesseau , de Oude, de Zegels in handen. De Heer amelot, Intendant der Finantien, wierdt Geheimfchryver van Staat in het departement van buiteniandfche zaaken. 't Leedt niet lang of de Kardinaal hadt gevoel van het nadeel, 't welk hy zich zeiven hadt toegebragt, door zich van de hulpe van den Heere de chauvelin te berooven. Hy kreeg een tegenE 3 zin  102 de FRANSCHE SPION. zin in hei Staatsbewind , en voelde zich genegen om den klem der zaaken in andere handen te vertrouwen. Hy liet hit oog vallen op den Graaf de toulouse om hem op te volgen. Van nau:urevan een werkeloozen aart, hadt deeze Prins weinig lust om te regeeren; maar door het aanzoek des Eerflen Staatsdienaars en des jongen Konings,dien hy teder beminde, doch bovenal door hetaanhouden der Graavinne, wierdt hy overgehaald. De noodige maatregels waren reeds genomen om hem aan te Hellen tot Eerden Staatsdienaar te Ramboitillet, alwaar lodewyk de xv een gedeelte van den herfst zou vetoeven, wanneer de dood hem weg. nam. Voor de tweede reize van denfteen gefnee. den, doorflondt hy, tweeëntwintig daren lang, zyne fmarten met eene heldhaftige kloekmoedigheid. Eer hy den geest gaf, ontboodt hy den Hertog de penthievre, zyn eenigen zoon, en gaf hem de heilzaamfle lesfen. Algemeen en metrcgt wierdt zyn verlies betreurd , voomaamlyk van de Graavinne. Alle de ontwerpen des Konings en des Kardinaals wierden door dit voorval verydeld. De laatfleHelde zyn ontwerp van afzonderinge ter zyde; doch zyne benyders arbeidden heimelyk om hem den voet te ligten. Toen brak de zogenaamde Kabou ■ termannetjes - Oorlog uit; dat wil zeggen, eene zamenzweering van eenige jonge Hovelingen met Me-  de FRANSCHE SPION. 103 Mevrouw De mailly, van welke men het oogmerk nimmer te recht ontdekt heeft. Waarfchynlyk was dit Eedgenootfchap aangelegd, door den Aanhang van Condé, in het vooruitzigt om de chauvelin te herftellen. De Hertog d'anttn, die daartoe be. hoorde, hoewel een zoon van de Gravinne de toulouse, wierdt in ballingfchap gezonden. By deeze gelegenheid vertoonde zich het karakter.van lodewyk den xv, zyne zwakheid, en de weinige zorge , welke hy droeg voor zyne vertrouwdfte guuftelingen. Toen de Hertog de la tremoille, Edelman van 's Konings kamer en deszelfs ge* meenzaame vriend, het onweder zag opkoomen, fmeekte hy zyne Majefteit, hem niet te willen melden by den Kardinaal als iemand, welke tot het Eedgenootfchap behoorde , uit vreeze van een voorwerp van deszelfs misnoegen te zullen worden. De Koning beloofde het hem; en, nogthaus, was zyn eerfte werk, zyn woord te breeken. Zeer fterk wierdt de Hertog van Zyne Eminentie doorgehaald; en toen hy zich wildeontfchuldigen,ftondt hy als voor het hoofd geflagen, wanneer de Kar* dinaal hem ontriedt het ontkennen van iets,'t welk hy uit den mond van den Koning zeiven hadt gehoord. In het eerfte mondgefprek , welk hierop de vertoornde Hertog met den Koning hieldt, gaf hy hem te verftaan , dat hy in de hoedanigheid van onderdaan en dienaar zich van zynen tweevou. E 4 digen  104 de FRANSCHE SPION. digen pligt zou kwyteu, doch hy fmeekte hem tevens , zynen naam op de lysc zyner vrienden te willen doorhaalen; 'er nevens voegende, met ronde woorden, dat hy niet meer zyn vriend zyn konde : woorden, welke de ziel van eenen Philofooph aankondigen. Zints dit oogenblik verfcheen de Hertog eb la tremoille niet meer op de zo genaamde kleine Apartemcnten ; en welke moeite de Koning deedt, hy bleef ftandvastig by zyn befluit, en bepaalde zich naauwkeurig aan de verrigtingen van Kamerdienaar. Wanneer hy, op zekeren tyd, op een Bal verfcheen , 't welk ten vermaake van den Daufyn wierdt gegeeven , wierdt hy uitgenodigd om door zyn fraai dansfen, waarin hy uitmuntte, zich van den Throonserfgenaam te doen bewonderen. Hy gehoorzaamde. Het hand. geklap duurde nog wanneer de Monarch binnen tradr. Na de reden gevraagd hebbende, zeide men hem die. Hy verzogt hierop den Hertog om nog eens te dansfen; doch deeze verontfchuldigde zich met te zeggen dat hy zich bezeerd hadt, en aan zyne Majefteit geen genoegen zou kunnen geeven. De bovenvermelde aanflag was de Jaatfte tegen het aanzien des Kardinaals. Het vervolg van zyn Staatsbewind liep vreedzaam af. Hoe zyn Koninklyke Pupil meer in jaaren toenam, hoe hy hem onderwerpelyker wierdt. Op den luister van den Throon  de FRANSCHE SPION. 105 Throon na, zou men hem aangezien hebben voor den eerden onderdaan van zyne Eminentie, die zelve beduurd wierdt door twee zeer onaanzienlyke mannen. De eerde was de Abt couturieur , Op. perde van het kweekfchool van st.stJLPiTiusjhoe' wel hy den tytel niet voerde van Biegtvader des Kardinaals, befluurde hy, nogthans, deszelfs geweeten , en hadt het bewind over alle Kerkelyke zaaken, zonder daartoe aangedeld te Zyn. Deeze onbefchaafde mensch, zonder op/oeding,met het voorkoqjnen van een Botterik, bezat, nogthans, de bekwaamheid om het gemoed van zynen Boeteling te leiden, en onder hem de uitdeeler te worden van alle Kerkelyke waardigheden. Dagelyks krielde zyn fpreekvertrek van da aanzienlykfle Heeren van 't Koninkryk. Zyn huis was het kweekfchool van alle de Abten van aan. zien, die na de Bisfchoplyke waardigheid donden. Barjac was de andere, Kamerdienaar van den Kardinaal, en gevolglyk de dienaar zy. ner vermaaken en de vertrouweling zyner finarten. Wonder wel kende hy de zwakheden van zynen Meester, en wist zich naar dezelve te voegen. Hy was het, die, kort voor het overlyden van deezen negentigjaarigen Grysaaart, den geestigen inval hadt, om hem, op Drie ■ Koningen-dag, een maaltyd te doen houden met twaalf Gasten van het Hof, zo mannen a's vrouwen, allen oüE 5 der  ioc5 de FRANSCHE SPION. der dan hy. Met zulk een gedrag kon het niet misfen, of barjac moest zeer diep in de gunst van zyne Eminentie deelen. Hy was het kanaal der heimelyke gunften, die in geld wierden uitgedeeld , van welke het grootfte gedeelte tot hem wederkeerde. Van hier dat hy by het overlyden van zynen weldoener fchatryk was. Deeze twee lieden waren het, welke, zonder daarvan de uitwendige vertooning te hebben, zedert de ongenade van den Heer de chauvelin , 't meeste ge ■ zag hadden. «> Wat den Koning aanbelangt, binnen den kring van byzondere bezigheden en vermaaken beflooten, de eenige weezenlyke verrigting van den Throon, welke hy waarnam,omdat hy zich daarvan niet kon ontflaan, was, het bywoonen der gewigtige raadpleegiogen van Staat. Hier begon hy dat fyn en bondig oordeel te ontwikkelen, welks voortreffelykheid toen minder in 't oog liep, dewyl de Raad, uit eerlyke en kundige Staatsdienaars beftaande,zyn gevoelen eenigermaate onder dat van anderen verdween, en zyne zedigheid, dus lang lofwaardig, hem zich deedt gedraagen aan den Kardinaal, wiens hooge jaaren en vermogende invloed hem de oogen deeden verblinden. Doch de juistheid van dit gezond verftand kon den Leermeester niet onbekend zyn; onverfchoonlyk is hy deswegen in de oogen der Natie.  de FRANSCHE SPION. Ic7 Natie. Hoe gelukkig ware Frankryk geweest, iti. dien hy deeze begaafdheid in den Monarch aangekweekt , en hem eene hebbelyke werkzaamheid hadt ingeprent ( Maar zyne opvoeding was verwaarloosd; den longen Vorst hadt hy in de jaaren van werkzaamheid derrnaate ondergehouden, dat alle lieden van kunde en doorzigt toen reeds zuchtende voorzagen de heillooze gevolgen, welke in het vervolg zyner regeeringe daaruit moestin voort» koomen. De Koning gaf zich over aan de bloedi. ge vermaaken van de Jagt, en krenkte zyne gezondheid door de Tafelweelde. Met Mevrouw de mailly volgde hy den vieeschlyken wellust in. Zich, egter , niet geheel kunnende onttrekken aan die wet welke aile menfchen meer of min beheerscht, om eenig werk by de hand te neemen, arbeidde hy in de keuken, gelyk wy reeds gezien hebben. Ook werkte hy op den Draaibank. In den jaare 1739 bragt hy eene foort van Snuifdoozen in gebruik, waarvan hy het ontwerp hadt uitgedagt. Het was een ftuk hout, met den fchors bedekt, van binnen uitgehold; een kunftenaar zou 'er zich over gefebaamd hebben. Hy draai Je eenigen, welke hy aan zyne Hovelingen vereerde; iedereen wilde ze hebben. Voorts deedt hy eene menigte vraagen, kenmerken van een leergierigen aart. By ongeluk waren het dikmaals beuzelagtige vraagen, of die geene betrekking hadden tot zyn Koninklyk beroep. E 6 Vee'  io8 de FRANSCHE SPION. Veel fprak hy over de Natuur- Starre- en Kruidkus de. Wanneer hy met eenen Bisfchop of Abt in gefprek was, onderhieldt hy hem over het Latyn, of over den Kerkdienst, waarin hy zeer bedreeven fcheen. Dit was een gevolg van de opvoedinge, hem door zynen Leermeester gegeeven;deeze befchouwde den Godsdienst als een heilzaamen teu. gel voor de Koningen, maar indenfmaakvanzyne Orde; dat wil zeggen, als een middel ter beteugelinge van de aanflagen der Oppermogendheid, niet op de rust, de eigendommen en de vryheidhaarer Onderdaanen, maar op de gewaande regten, vry. dommen, voorregten en bezittingen der Kerke. Veel van deezen aart hadt hy hem ingeprent. Van hier dat lodewyk de xv alle flaatelyke kleinigheden naauwkeurig waarnam. Te midden van zyne verregaandfte losbandigheden verzuimde hy nimmer zyne. Morgen-en Avondgebeden; dagelyks hoorde hy de Mis; hy hadt een Getyboek voor zich, waarvan hy de oogeu niet afwendde, en de beweeging zyner lippen wees aan dathy elk woord overlas; hy was tegenwoordig by den Vesper, het Sermoen, en het Ave. Vol van eerbied voor de Dienaars van den Godsdienst, wilde hy dat zeiu hoogagting wierden gehouden. Hy hadt een afkeer van de Ongodsdienftigen. Van hier dat hy den Heer de voltaire , in weerwil van den lof, hem  bz FRANSCHE SPION. 109 hem toegezwaaid , nooit heeft kunnen verdraagen. 't Was, ongetwyfeld, deeze gemoedsgeftalte , welke den jongen Koning twee in 't oogloopende werken van Godsdienftigheid deedt verrigten , geduurende het tydperk, waarvan wy thans fpreeken. Op den eerften van Herfstmaand des jaars 1735 begaf hy zich na St. Denys, en was tegenwoordig by den plegtigen Lykdienst van lodewsk den7 xiv. Dit was de eerftemaal dat deKo* ning deezen pligt aan zynen Over • Grootvader heeft beweezen. De Generaal der Ber.ediktyncn , die eene Redevoering deedt, bleef niet in gebreke om hem aan te kondigen, dathy, volgens Gods belofte, een lang leeven en eene bloeiende regeering zou genieten. Deeze voorzegging, welke nietbev ter vervuld is dan die van Czaar peter den i,bewyst dat de Monnik even onkundig was van het toekoomende als de ketterfche Vorst. In den jaare 1738, het bonderdftezedertdege. lofte, aan welke lodewyk de xrn de geboorte van lodewyk den xiv meende verfchuldigd te zyn, beval de agter ■ kleinzoon van deezen , dat de jaarlykfche Ommegang, te Parys, in de Kerk van onze lieve Vrouwe, op den dag van Maria-Hemelvaart vastgeileld, met meer plegtigheids dan naar gewoonte zou gevierd worden, en met een E 7 grooten  110 de FRANSCHE SPION. grooten toeloop van de drie booge Geregtshoren, de Geestlyltheid en den R.aad. De bygeioovige Monarch vleide zich , door deeze rinaden van uitwendige Godsdieuftigheid, den hexel te zullen bevredigen, en zyne huwelyks- en blóedfchennisfcn verzoenen. Zedert den dood des Graaven van toulouse, leide lodevvïk de xv , twee jaaren agter een, een bezoek af te Rambauillet, en zou 'er, misfchien, langer zyn gebleeven, indien de Abt de saldgerrie , hoofd van den Raad der Graavinne de toulouse, volflrekt meester in h?ar buis,doorzyne vrekheid tegen het gevolg des Konings, de voornaamfle hofbedienden van zyne Majefteit niet afkeerig hadt gemaakt; ongevoelig trokken zy den Koning van daar. Daarenboven kogt hy van den Hertog de la valliere het kasteel de Cboify, Een uitfteekend welgevallen vondt hy in dit verblyf ,en hy Helde alles in 't werk om het zyns waardig te maaken. Hy vergrootte het gebouw, welk voor hem niet uitgeftrekt genoeg was. Bovenal bewonderde men in hetzelve een klein vertrek, overkostbaar en kunstig verfierd, boven des Koning flaspkamer,waarmede het, door middel van eengehei. men trap , gemeenfchap hadt. Dit was het flaap. vertrek der Matresfj. In dit Paleis verlustigde zic'a de Monarch met Mevrouw de mailly, en met  de FRANSCHE SPION. ui met zyne gunfteüngen,- daar heen begaf hy zich menigmaalen, om dat hy te Verfailles van te veele verfpieders wierdt omringd. De bekoorlyke legging van Cboify verlokte daarenboven den Monarch: als zynde gelegen aan de Seine, tegenover een bosch , welks fombere eenzaamheid zynen fmaak fireelde. Hier bouwde hy het zogenaamde kleine Kasteel, het innigfre Heiligdom zyner Bacchus* feesten, alwaar men een Tafel vindt, een wonder der werkïuigkunde: een Tafel, welke, naar het believen der Gasten , daalt , met nieuwe fchotels belaaden; als mede de zogenaamde Stomme hnegtcn, welke ever. eens verdween en en ten voorfchyn kwamen. Dus wierdt men bediend, zonder dat 'cr eenige bedienden in de Eetzaal tegenwoorcig waren. Elk fcbreef flegts op een kaartje wat hy begeerde. Daarenboven hadt de Koning te Cboify een klein doch fraai Tooneel. Op zekeren dag wierdt op hetzelve vertoond Efopus aan bet Hof, De Koning vondt geen behaagen in dit Huk en verboodt het. Men moet weeten dat in dit Blyfpel, welks zedekunde voortrelfelyk is, een Bedryf voorkoomt, waarin de Vorst van zyne Hovelingen zich zyne gebroken laat onder het oog brengen. Allen zwaaijen hem overbodigen lof toe. Doch één durfc hem verwyten dat hy veel van den wyn houdt. Mevrouw de mailly hadt lodewtk den xvaanhet drin-  112 de FRANSCHE SPION, drinken gebragt. Hy geloofde dat de Koningin, om hem eene les te geeven, Efopus aan bet Hof hadt doen ten Tooneele voeren. Den Edelman van zyne kamer nam hy het zeer kwalyk , en hy toonde dus dat hy de waarheid vreesde. Tot eere van lodewyk den xvi moeten wy aanmerken , dat hy in dit veroordeeld Tooueelftuk veel genoegen vindt ;hy befchouwt he: als vol geest enverfland, en voor de Koningen gefchikt; hy heeft bevolen om het dikmaa's ten Tooneele te voeren. En, in de daad, het is reeds verfcheiden maaien te Verfailles vertoond. De Koning was een goed Vader; hy beminde zyne kinderen met eene burgerlyke tederheid, welke men zelden ouder de Vorften ontmoet. Ligt vermoedt men dat de Daufyn als zodanig hem zeer dierbaar was. Hy zag hem dikwyls en deedt hem menigmaalen in zyne kamer brengen. Die gunnen hebben te verzoeken, zyn doorgaans vernuftig omtrent de middelen om dezelve te verwerven. Zommigen bedienden zich van 's Konings bekende kinderliefde. Op zekeren dag vondt hy, in het vertrek van het Vorstlyk kind , deeze regels : Si le fis du Roi, notre Maitre, Par fon credit faifoit renaitre En fon entier ma penfion : {Cbofe dont faurois grande envie') Je  de FRANSCHE SPION. 1x3 Je chanterois comme Arion : Un Dauphin nïa fauvé la vie. Waarvan de zin hierop uitkomt: „ Indien de zoon „ van den Koning, onzen Meester, door zyn ge„ zag, myn jaargeld geheel herftelde: (iets, waar„ toe ik zeer begeerig ben ,) ik zou als Arion zin„ gen : Een Daufyn heeft myn leven behouden". Het fmeekfebrift was ingeleverd door een arm' Officier, wiens Jaarwedde verminderd was. De Koning bewilligde in zyn verzoek. Op een anderen tyd overleide de ongelukkige vrouw van een perfoon,die omfchuldengevangen zat , deszelfs flaabing van den Throonserfgenaam te verwerven. De zwaarigheid was, het Huk zodanig te beleggen, dat zy hem, in zyne jonge jaaren, kon doen agt geeven ophaarfraeekfchrift.Zy omwondt het Gefchrift met een krans van bloemen, en liet het voor zyne oogen in deluchtvlisgen,in het Park van Ferfailles, daar de Prins eene wandeling deedt. Hy kreeg het in 't oog en liet het zich brengen. Hy beziet het van alle kanten, en vertoont het by zyne terugkomst aan zyne Majefteit. De vond behaagde en gelukte. Hoewel, volgens een oud gebruik, de Koninklyke kinderen in Frankryk, tot op hun zevende jaar in de handen van vrouwen worden gelaaten, oordeelde men, egter, den Daufyn verre genoeg ge-  p|4 de FRANSCHE SPION. gevorderd in vermogens van lichaam en geest, om hem vroeger aan de zorge der mannen te beveelen. Dit gefchiedde in Slagtinaand des jaars 1735. Doch de Koning daagde niet zeer gelukkig in de keuze der perfoonen , wien hy bet opzigt over een zo dierbaar pand vertrouwde. Nogthans is het gevoelen der zulken gantsch niet aanneemelyk, die willen, dat lodewyk de xv met voordagt zyne keuze bepaalde tot onbevoegde voorwerpen, opdat zyn Opvolger hem niet ten eenigen dage zou overtreffen. Met dit alles gedroeg zich de Koning zeer onderwerpelyk aan de Opzieners over den jongen Prins. Zormyds verzogt by van hun eenige gunften voor zynen zoon, en liet het zich welgeval, len, wanneer zy hem geweigerd wierden. Hy vermaakte zich met hem nu en dan zyne kleine misnoegdheden te hooren verhaalen; deeze ontllonden voornaamlyk uit zyn trotsch karakter, 't welk de bewustheid van zynen rang in hem al vroeg ontwikkelde, door de uitwendige eerbetooningen, welke aan de Koninklyke kinderen ryklyb werden toegezwaaid, door allen welke hen omringen, zelf door hunne Leermeesters. Al vroeg liep dit den Daufyn in 't oog; hy kon niet begrypen, dat onder deeze algemeeue onderdaanigheid, zommige lieden zich hei gezag aanmatigden om zyne geliefdlte neigingen geduurig te wederltreeven. Die M-jn Heer de saint cie (deeze was zyn Onder- meester)  de FRANSCHE SPION. 115 meester) zeide hy, op zeiseren tyd, tot den Koning, is een man, die geene reden verffaat. Ik begryp wel, antwoordde zyne Majesteit, dat uwe reden bet niet altoos eens is met de zyne. Doch doo? den tyd zullen zy elkander beter verflaan. Op deezen toon van vriendfchap en vertrouwelykheid fprak de doorluchtige Vader met zynen zoon. Grocter genoegen kon men hem niet geeven , dan met hem den eenen of anderen geestigen inval van den Daufyn te verhaalen. De Kardinaal, op zekeren middag, met hem aan tafel zittende, ondernam het om hem eene les van gemaatigheid , of liever van volflagene ;onderwerpelybheid te geeven. Ten dien einde deedt hy eene optelling van alles 't geen hem omringde, en voeg> de 'er telkens by : Dit, Myn lieer, behoort den Koning; dat koomt van den Koning; niets van dit alles behoort u. De Daufyn, met ongeduld deeze les aanhoorende, riep ten laatlte : IVel nu, laat alle het overige den Koning bebooren; myn hart en myne gedagten zyn ten minfle de myne. Maar, indien de Kening veel belang Helde in den Daufyn , zynen eenigen zoon, nog meer llondt, egter, zyn hart open voor zyne Dochters,inzonderheid de oudfte. Met vermaak bezorgde hy haar het uitzigt op eene kroon, door haar uit te huwen aan Don philips, Infant van Spanje. De Prinsfes bereikte flegts den onderdom van dertien, de  il6 de FRANSCHE SPION. de Infant dien van twintig jaarenbeide muntten u'.t in licliaamsbevaliigheden. De band van vereeniginge tusfcben de beide Hoven wierdt hierdoor vaster toegehaald. De geheels Natie nam deel in des Konings genoegen in dit huwelyk. De Kardinaal was, misfchien, de eenige perfoon, welke het huwelyk niet goedkeurde. Hy voorzag dat het Ryk, door de naauwe verbintenis tusfchen de twee Kroonen, in een Oorlog zou worden ingewikkeld. Deeze brak uit tusfchen Spanje en Engeland, lu weerwil van zyne vredelievende neigingen, een eigenaartig gevolg van zyne hooge jaaren, vondt zich de Staatsdienaar genoodzaakt party te kiezen, en zich tegen Engeland te verklaaren. Even zeer tegen zynen dank vondt hy zich ingewikkeld In eenen Land. kryg, terwyl het Oorlogsvuur ter zee nog blaakte. De aanleiding hiertoe was deeze. Gantsch onverwagt ftief Keizer karel de vi, in den jaare 1740. Hy hadt gehoopt de onverdeelbaarheid van de Erfopvolginge in zyne Staaten te kunnen verzekeren in den perfoon van zyne oudfle dochter. Terwyl hy bezig was met het beraamen der noodige middelen, overviel hem de dood. Deeze bragt het Ryk en zyne geliefde dochter op den oever des verderfs. Terftond vereenigden zich de flemmen der On derdaanen ten behoeve van hunne nieuwe Var- flin-  de FRANSCHE SPION. u7 flinne. Zy ontving de hulde der Staaten van Oos. tenryk te IVeenen. De Italiaanfche provinciën, Bobemen en Hungarye verklaarden zich vóórhaar. De guust der Hungaaren won zy, door zich te onderwerpen aan den ouden Eed van Koning andries, in den jaare 12522 gedaan : Indün ik of iemand myner Opvolgeren eenen aanflag doe op uwe voorregten, laat bet dan geoorloofd zyn , uit kragt deezer belofte , aan ulleden en uwe naakoomelingen, u te mogen verdeedigen, zonder als oproerigen te mogen behandeld worden. De eerfte daad van Oppermogendheid van maria theses ia wa3, dat zy haaren Gemaal, den Groothertog van Toskane, deel gaf aan het Staatsbewind, onder den tytel van Mede - Regent. Zy bedoelde hier mede niet, eenige hulp in het beftuur van haare Staaten te genieten van een Prins, wiens onbekwaomheid haar bekend was,maar om hem aan de Keurvorften als der Keizerlyke Kroone te waardiger te doen voorkoomen. Doch zy bedroog zich. De Keurvorst van Beyeren was de eerfte, die een Protest liet aantekenen tegen de bezitneeming der Aardshertoginne. Hy beweerde regt te hebben op den Keizerlyken throon. De Koning van Pruisfen, zich niet vergenoegende met deeze papieren middelen, beweerde zyn regt op Silefte, met een Leger van dertigduizend man; voorts der Keizerinne zynen dienst aanbiedende, in het  H3 de FRANSCHE SPION. het verheffen vau den Groothertog, indien zy het Hertogdom Silefie aan hem wilde affiaan,-'tgeen, egter , grootmoedig wierdt afgeflagen. VeCle andere Vorften zetteden der ongelukkige mama THEREfiA den voet dwars. Onder dit alles was de Kardinaal de fleury onzeker, welk eene zyde hy kiezen zoude. De eerzuchtige Graaf de belle isle verloste hem van zyne befluiteloosheid. Hy deelde hem een Ontwerp mede, niet alleen om de Keizerlyke Kroon op het hoofd van den Keurvorst van Beyeren te zetten, maar ook om een doodlyken llag toe te brengen aan het Huis van Oosienryk, door hetzelve zyne beste Staaten te ontneemen, om dezelve tot eene bezitting te maaken onder de befcherming van Frankryk. Van den uitflag deezes Ontwerps kon men, zyns agtens, verzekerd zyn, indien men flegts een bekwaam' Staatsdienaar hadde op d en Ryksdag te Frankfort, Noodwendig moesten dee. ze onderhandelingen onderfteund worden door een geducht Leger, 't welk, onder den naam van hulpbenden, met de Beyerfche Troepen vereeuigd, zich zou verzekeren van Oostenryk , Bohème en de bes» te Provinciën van de Koninginne van Hungarye, Daarenboven moest 'er een Leger in West falen trekken, tot byftand van den Keurvorst van Beyeren, broeder van den overleedenen Keizer, dien men in deszelfs plaats wilde doen verkiezen. Ook drong  de FRANSCHE- SPION. 119 drong de opfteller van het Ontwerp op de noodzaatóybheid om zich van den IConmgvan Pruisfen te verzekeren. En indien de Koning van Spanje en zyn zoon Don carlos gelykerhand de Oosten, fykfcbe Staaten in Italië aantastten , zou 'er, zyns oordeels, binnen den tyd van zes maanden , een aigemeene vrede volgen. De belofte van een algemeenen vrede deedt den Kardinaal ernfu'ger Iuisteren.Hy vleide zich, binnen den genoemden tyd van zes maanden , het Huis van Oostenryk te zullen vernederen, en alzo een werk voltooien, waaraan anderhalve Eeuw vrugtloos gearbeid was. Hierom ontving de Graaf de belle- isle bevel om het Ontwerp in orde te brengen. In den tyd van acht dagen kreeg het zyn volle beflag. De uit. vinder wierdt benoemd tot 's Konings Buitenge* woonen en Gevolmagtigden Afgezant op den Ryksdag te Frankfort, om eenen Keizer te verkiezen. Kort daarnaa wierdt hy Maarfchalk van Frankryk, en Opperbevelhebber van het Leger. Eeneluisterryke vertooning maakte hy op deRyksvergadering. Om een denkbeeld te hebben van zyne verteeringen, zullen wy alleenlyk aanmerken, dat, een jaarlang, ieder week, twee wagens met leevensmiddelenbelaaden van Parys na Frankfort wierden gezonden, alwaar zy, door middel van een aantal wisfelpaerden , binnen weinige dagen aankwamen. De Maar-  lao de FRANSCHE SPION. Maarfchalk hadt den Kardinaal diets gemaakt, dat de Duitfchers, die veel van goeden fier houden, dus kragtdaadigst konden gewonnen worden. En, in de daad, hy bereikte zyn oogmetk. Kakel albert wierdt, in Louwmaand des jaars 1742,101 Keizer verkoozen, en flaatelyk uitgeroepen. Terwyl karel de vu den hoogden trap van 'eere beklom,riep zynemededingderMARiATHEREsiA, in haare vernedering, welke haar, egter, den moed niet deedt verliezen, de vierStendeu van het Ryk te Presburg byeen. De kloekmoedige Vorftin verfcheen in de Vergadering, houdende op haare armen haaren oudflen zoon, den tegenwoordigen Keizer, nog een teder zuigkind. Zy deedt hem van rang tot rang overreiken. Ik ftelin uwe banden, óns fprak zy, de dochter en den zoon uwer Koningen, die van ulieden hun heil verwagten. Alle de Hungaarfcbe Palatynen, door zulk een treffend tooneel bewoogen, trekken hunne fabels uit, onder het geroep: Moriamur pro Rege noflro Maria 'Therejia: „Laaten wy derven voor onzen Koning (*) „ maria thresia." Nog aandoenlyker wierdt dit tooneel, door de overweeging dat de Vorftin zwanger was. Weinig tyds geleeden hadt zy aandeHertoginne van Lotharingen, haare Schoonmoeder, ge- (*•) De Hungaaren geeven altoos den naam van K%ning aan hunne Koninginnen,  de FRANSCHE SPION. I2r gefcbreeven : „ Ik weet tegenwoordig niet, of my „ eene flad zal overgelaaten worden, daar ik myn „ kraambedde zal kunnen houden." In de daad, nit hoofde van het aanvallend verbond , door haaren mededinger met Frankryk en Sp.inje geüoo • ten, in hetwelk de Koningen van Pruis/en, Polen, en Sardinië insgelyks getreeden waren; verhaten van haare vrienden, vervolgd van haare vyanden , geweldig aangetast van haare naaste bloedverwanten, vondt zy geene andere toevlugt dan in de getrouwheid, ftandvastigheid en dapperheid haarer onderdaanen. De Engelfcben alleen onderfteunden haar openlyk met geld, en de Hollanders zondert het haar heimelyk. Maria theresia liet, midierwyl, een Manifest uirgaan, waarin zy aandrong op de onregtvaardige aanflagen haarer vyanden, en de wettigheid vare haare regten en eifchen. Doch zy ondertreunde dit Manifest door een geducht Leger, weik zy met de penningen haarer bondgenooten, en onder: anderen met Hollandscb geld betaalde. Toen veranderde het gelaat der dingen. Het geluk, welk eerst den nieuwen Keizer gunftig was geweest, begon hem nu tegen te loopen. De Graaf van segur, het hoofd niet kunnende bieden aan den Graave van kevenhuller, Generaal der Koninginne van Hungarye, trok na Lintz, eene fterke ftad aan den Donauy daar hem, eerlang, hoewel tegen  122 de FRANSCHE SPION. zyne venvagting, de toevoer van leevensmidde'en wierdt afgefneeden. De Maarfcbalk de belle-isle hadt dit voorzien. Hy lag ziek te Frankfort, daar hy de tyding ontving dat de Koning zyn land. goed Gifors tot een Hertogdom hadt verheven. Ten zelfden tyde wierdt hy door karel den vii tot Prins van het Ryk verklaard. De Groothertog, in eigen perfoon voor Lintz verfcheenen, eischte van de Franjeben, dat zy zich gevangen zouden geeven. Op hunne weigering, flak hy den brand in zyne eigen flad, om alle de vyanden onder de puinhoopen te begraaven. Toen de Luitenant du chatel aan hem gezondeD was, en hy op een fchandelyk verdrag bleef aandringen, antwoordde de Franschman: JVel nu dan \ begin gy wederom te branden, en wy zul.'en van nieuws beginnen ie febieten. Toen fchonk de Prins aan de Bezetting de gewoone Kiygseere , onder voorwaarde dat zy binnen 't jaar geen dienst zou doen. Qoitenryk wierdt weldra herwonnen, en de verovering van Scbarding (lelde Beijeren voor den vyaüd open; dit was de bron van alle de rampen diens Keurvorflendoms. De Kolenel steins viel in hetzelve, uit het Tirolfcbe, en de flad Mum tben gaf zich eerlang by verdrag over. Terwyl dus de Keurvorst,in fchyn, eene Kroon verwierf, verloor hy, in de daad, zyne eigen Staaten. De Koningin v»n Hungarye, de noodzaaklykheid be-  de FRANSCHE SPION. l23 bcgrypende om zich te ontdoen van een zo geduchten vyand, als de Koning van Pruisfen in alle opzigten was,nam het befluit om hem voorflagen van Vrede te doeD, en deedt hem aanbieden om zyne veroveringen aan hem af te' (laan. Voorziende dat de Oorlogslast, zeer waarfchynlyk, eerlang op hem alleen zou rusten, leende hy greetig het oor aan dezelve. De Maarfchalk de broglio hadt van deeze onderhandelingen de lucht gekreegen, en 'er kennis van gegeeven aan zyn Hof, met by voeging, dat men den Koning van Pruisfen niet kon vertrouwen. Doch dit alles vondt geen geloof t-a Fcrfailks, alzo de Maarfchalk de belle-isle, door de fchranderheid van den Pruisftfchen Monarch misleid, het tegendeel verzekerde. Doch hy veranderde eerlang van gedagten. De ongelukkige uitflag van het gevegt by Moldau, die gedeeltlyk moest ge weeten wor* den aan de zuinigheid des Kardinaals, haalde den Koning van Pruisfen over, om met de Koningin van Hungarye een verbond te fluiten. -Geheel Sikfte en het Graaffchap Glatz wierden daaiby aan hem afgeftaan. De Saxen, mede deel neemende in dit Verbond, verlieten daarop het Franfche Leger. Dit beftondt thans uit flegts 3o,qoo man, in een vreemd gewest, zonder hu'pmiddelen, ejj gebrek Jydende aan alles, gehaat ia Fa de  124 de FRANSCHE SPION. de (leden , wier taal het zelf niet verdondt, om zy ne behoeften te kennen te geeven. De Maarfchalk de bsxle-isle kwam van Dies. den in het Leger te rug. Tusfchen hem en den Maarfchalk de broglio was merkelyke nay ver ontdaan : belle- isle hadt een Patent van Generaal van Bohème ; doch broglio , als ouder in dienst, begeerde het opperbevel te bly ven voeren. De Kardinaal wist in die gefchil geene andere keuze te doen, dan den laatden thuis te ontbieden. Deeze hadt een gedeelte gyner benden binnen Praag doen trekken, en de overige zich onder de muuren der dad verfchanzen. Belle -isle deedt den voordag aan den Graave van konigsek om de (ladaan de Koninginne over te leveren; mids het Franfche leger, nevens de Bezetting.de vryheid hadt om te trekken werwaarts zy wilden. Doch dit wierdt afgeflagen. Men eischte dat het Leger zich krygsgevangen zou geeven. Veel leeden de Franfcben. Een Hospitaal met ongeveer achthonderd zieken wierdt bemagtigd, en zy allen over den kling gejaagd. De Koningin van Hungarye, welke debejnagtiging deezer dad na aan 't harte lag , gaf bevel tot een geregeld beleg. Zy liet de paerden van haare eigen dal gebruiken, om de krygsbehceften aan te voeren. Haare Hovelingen volgden dit voorbeeld : etn duidelyk bewys zo wel van ar- moe.  DE FRANSCHE SPION. 125 moede als van genegenheid. Groot was het gebrek, welk eerlang in de flad ontftondc. Al in het einde van Hooimaand, at men paerdenvleesch aan de tafels der vermogendfte Ingezeetenen; het pond wierdt voor een kroon verkogt. De Kardinaal. Staatsdienaar, onbekwaam om in de rampen van het Leger in Bohème te voorzien, hadt de dwaasheid, den dringenden nood voor den Koning te willen verbergen. Men weet niet hoe verre hy deeze gevaarlykebcfcheidenheid zou getrokken hebben. Gelukkig nam men de toevlugt tot een welflaagenden list. Men deedt Mevrouw de mailly een brief ter hand koomen, behelzende eene fchildery van den akeügen toefland der Koninklyke troepen. Dit was ,misfchien, de eerfte reize, dat de Matres van Staatszaaken hoorde fpreeken. Zy begreep de noodzaaklykheid om zyne Majefteit daarvan te onderrig. ten. A!s zonder erg liet zy den brief op de ta. fel leggen, wel voorziende, dat haar Minnaar niet zou nalaaten dien in te zien. Hy las den brief en wierdt getroffen van verbaasdheid. Hy fcheen misnoegd op zynen Mentor, die hem nog als zyn Pupil behandelde; maar zo groot was zyne onderdaanigheid, dat hy niet de geringde blyken van 't onvredenbeid durfde vertoonen. Alleenlyk ber;ep hy den Raad, en deedt 'er beraadfhagen of men de Troepen binnen Praag zou tehulpekooF 3 men.  >-26 D! FRANSCHE SPION, men. De Kardinaal verklaarde 'er zich tegen, uit hoofde van de zwaare kosten; doch de meeste Staatsdienaars,en bovenal de Heer ürry,Coh« trarolleur-Generaal, was van een ander gevoelen. Van den roem des Konings en de eere der Natie ontleenden zy hun voornaamfte bewys. Zy waren van verftand, dat de Maarfchalk de mulledois in allery! aan het hoofd der benden na Bobcu?e moest gezonden worden. De Heer orry verzekerde.dat liet aan geen geld zou ontbreeken, en dat hy zeventig millioenen Livres tot den tojt gereed hadt. Eéne tegenwerping bleef 'er over : indien men het Leger langs de oevers van den Rbyn deedt trekken, zcu het Ryk opengelaaten worden. Op de befcheidenheid zelf der Hollanders zou men zich dus moeten verlaaten. Doch van deezen kant hadt men niets te vreezen. In Herfstmaand des jaars 1741 hadt men met hun een Verbond van Koophandel en Scheepvaart geflooten, waaiby den Ingezeetenen der Vcrccnigde Nederlanden de zelfde regten, vryheden en voor* segten als aan de Onderdaanen des Konings, in alle de zeeën en havens van Frankryk, waren toegeflaan; en hoewel dit zelfde wierdt vergund aan èe Franfcben in de zeeën en havens van Holland, blykt het, egter, duidelyk, dat, uit aanmerking van de uitgebreidheid van hunnen handel, het voordeel niet even grcot was. De Marquis de fe- ME"  cf. FRANSCHE SPION. I2? nelon , 's Konings Gezant in den FIaage,b.adt aan de Algemeene Staaten verklaard , dat zyne Majefteit , den Keurvorst van Bcijeren hulptroepen zendende , geen oogmerk hadt gehad om zyne magt uit te breiden, maar alleen om zyne Bondgenooten te onderfteunen en het Keizerryk te be. fchermen. Eindelyk ftondt de zelfde |fenelon in voor hunne onzydigheid. Het befluit wierdt eindelyk genomen, om den Maarfchalk de maillebois in alleryl niet het Leger na Bohème te zenden. Op de tyding hiervan ontftondt 'er groote blydfchap onder de Franfcben binnen Praag. De vyand Het den moed zakken. Hy vernieuwde de verworpene vredehandelingen; doch de Maarfchalk de belle-isle wees thans de aanbieding van de hand. De Koningin, die een Amazoonengewaat hadt doen vervaardigen, om aan het hoofd haarer zegepraalende troepen haare intrede binnen Praag te doen, moest het beleg der ftad opbreeken, en haare benden na de grenzen van het Ryk doen trekken. Dit niettegenftaande deedt de optogt van den Maarfchalk geen gelukkige uitwerking; door zyn gebrek aan beleid en dcor verkeerde maatregels mislukte deeze gewigtige onderneeming, van welke men zich zo veelgo»ds hadt voorgefteld. Algemeen was he: misnoegen te V«nt, 't welk eenigzins bedaarde, toen men vernam , dat de Maarfchalk opontbooden en van alle F 4 zyne  128 di FRANSCHE SPION. zyne waardigheden was verlaa:en. De Maarfchalk de broglio wierdt in zyne plaats gefteld. De belle-isle wierdt andermaal door Prins lob. kowitz binnen J>raag opgeflooten. Nog drukkender waren nu de onheilen van 't beleg dan de eerfte reize. Nogthans boodt de Generaal aan, om de Bezetting ter belegerde flad uit, en na Egra te geleiden. De guurheid van het faifoen , de verwoeste landen, welke hy moest doortrekken, gebrek aan oorlogs-en mondbehoeften, het vyandlyk Leger, niets van dit alles kon hem affchrikken. Hy zelve was de eenige bewaarder van dit geheim ; hy gaf bevel tot de toebereidzels, ouder een ander voorwendzel, misleidde den Prins lobkowitz , de burgers der ftad, en zelfs zyne eigen Spions. Inden nacht tusfchen 16 en 17 van VViuterrnaar.d, trekt hy uit met elfduizend knegten en 3250 paerden, neemt Gyzelaars uit de voornaamften der ftad met zich, dertig flukken gefchut en leevensmiddelen voor twaalf dagen. Met dit gevolg neemt hy den togt aan over befneeuwde velden, hebbende te ftryden met de koude en eene menigteHusfaaren,Kroaten en Pandonren.1 Zo ftreng was de koude, dat door dezelve ruim achthonderd Soldaaten fneuvelden , en een der Gyzelaars in de koets van den Maarfchalk llierf. De Generaal zelve, hoewel krank en onbekwaam om te paerd teryden, verliet ,efe;er,zyn klein Leger niet, maar liet zich overaj draagen, daar  de FRANSCHE SPION. ,S9 daar zyne tegenwoordigheid vereischt wierdt. Aldus kwam hy eindelyk behouden te Egra aan. De Oostenrykfcbe Generaal, mismoedig om dat by zu'k een prooi zich hadt laaten ontvliegen, keerde te rug na Praag, en eischte de ftad op. De Heer de chevert', welken de Maarfchalk met ongeveer zesdtfzend man binnen de flad hadt gelaaten , dreigde de zelve aan kooien te zullen leggen en zich zeiven onder haare puinhoopen te begraaven, indien men hem niet de gewoose krygseere en de vryheid verleende, om zich met de geheele Bezetting by het Leger te voegen. Hy verkreeg zynen wensch en trok na Egra. D. eze was de eenige ftad in Bohème, welke de Keizer nog hadt; doch hy verliet ze ook in h;c volgende jaar. Hy was in gevaar om voor de derdemaal alle zyne Staaten te verliezen, en rekende zich nog gelukkig, dat hy, onder de befcherming van lodewyk den xv, een vergulden tytel hadt behouden De Koningin van Hangarye, zich in Bloeimaand des jaars 1743 te Praag hebbende doen kroonen , ontving in Herfstmaand de hulde van de Beijerfcbe Staaten. Zy vierde te Weenen de overgave der hoofdftad van Bobemen door een pragtig feest. Het beftondt uit een trein van paerden en wagens, in naavotging der aloude Grieken , te zonderlinger omdat men 'er niets dan vrouwen s noodwendig naauw verbonden met de Mttresfe , ten m'nfleu zo zy niet de belangloosheid der Graavinne de mailly bezitten. Doch deeze was een voorbeeld, eenig in haire foort. Haare zuster, daarentegen , was een liefbebfter van geld, en Z3g diensvolgens met vermaak dat de perfoon, welke de Schatkist van den Staat naar haar believen opende, zyn hof by haar maakte. Daarenboven was hy niet van bekwaamheden ontbloot, inzondcrbeid tot den post dien hy bekleedde, in welken hy, geduurende eene reeks van twaalf jaaren, de vereischte kundigheden hadt verkreegen. Nooit ontbraken hem de middelen om in de dringendfle behoeften te voorzien. Maar hem wierdt te laste gelegd, dat hy deeze hulpmiddelen voudtin zyne geflrengheid tegen de onderdaanen, wier belangen ly altoos aan die van den Souverein opof-  de FRANSCHE SPION. 149 offerde. Ia één woord, ïiy was een man naar het hart der nieuwe Alinnaaresfe. Al vroeg wierdt zy hiervan ovenuigd, door eene daad van gedienflige beleefdheid. Zy was zeer gefield op Cboify, en om haar te behaagen, fpaarde de Koning geene kosten om deeze Lustplaats t: verfieren. Op zekeren tyd hierovergefprokenhebbende met den Heer orry, liet hy hem gaan, zonder hem eenige opening gedaan te hebben van eens fomme van dén millioen tweemaa'.honderJJuizend Livres, welke hy ten dien einde noodig hadt. 's Konings aangeboorene febroomagtigheid hadt hera wederhuden om hem in eigen perfoon daarover te onderhouden; hy gevoelde dat de ickomflen van den Staat niet gefchikt waren tot byzondere vermaaken. Naauwlyks was orry vertrokken, of zyne Majefleit zondt hem het gefebrift, onder voor. wendzel dat by hadt vergeeten hem daarover te fpreeken. De Staatsdienaar las het en keerde te rug. „ Sire, dus fprak hy , ik llaa verwonderd „ over de geringheid dier fomme; ik had verwagt ,, dat zy veel grooter zou geweest zyn .-1,500,000 „ Livres zyn, ten dien einde, ten dienfle van uwe „ Majefleir." D; Koning, vooreenigen tegenfland bedugt', was zeer in zynen fchik over denyvervan den Contrarclleur • Generaal; hy gaf 'er kennis van aan de Marquizin, en door deeze kleinigheid won hy de gunst van telden. G s Voor  ,50 de FRANSCHE SPION. Voor *c overige paarde by met deeze vleiery hulpmiddelen, die hem decden aanzien als een man van belang in de tegenwoordige omftandigheden , in welke de uitgaaven dag aan dag grooter wier. den. Men moest de fcheepsmagt en buitenland, fchen handel, dus lang zeer verwaarloosd, op beter voet, en de volkplantingen in (Iaat van tegenweer brengen. Men moest de oude Legers door nieuwe troepen aanvullen. Men moest de hantl bieden aan een z« genaamden Keizer, die van zyne Staaten beroofd was, zyne eigen troepenen huisbedienden niet kon betaalen, en geheel op kosten van Frankryk leefde. Men moest den Oorlog ten diende van het Huis van Oostenryk, en nog een anderen tegen Mogendheden voeren, wier verbond dagely!;s nieuwe (lerkte kreeg. Ten aanzien van den veldtogt van den jaare 1743, hieldt lodewyk de xv zich aan de reeds genomene maatregels , niet verflandiger dan de voorgaande, en die de zelfde nadeelige gevolgen hadden. Hoewel de Keizer en de Koningin van Hurigarye ', de Koning van Spanje en van Enge. land alleen iu openbaaren Oorlog waren, maakten, nogthans, bykans alle Mogendheden van Europa ongemeene krygstoefustingen In Duitschland en Italië alleen Honden tien groote Legers. Zy werkten niets anders uit dan den (lag van Campo-SanciQ, Vyf van deeze Legers verwoestten het  uiï FRANSCHE SPION. 151 'ae: ongelukkig; Diiitscblani, twee Franfche Legers , éé Oostenrykscb, geleid door Prins karel, één Engelsch, waarover da Koning in eigen perfoon het bevel voerde, en eindelyk een HoUandieb Leger. In den aanvang des jaars 1743, was de Maar. fchalb de belle-islb, met zyn Leger,'t welk hy zo gelukkig uit Praag hadt gered, by Egra opgebroken, en leidde het na Frankfort. Hier wierdt hy, door den Prins van Beijeren, uit naam des Konings van Spanje, met de. Ridderorde van het Gulden Vlies omhangen. Doch deeze eer was eene armoedige vergoeding voor de bejegening, welk* hy ontmoette by zyne wederkomst aan het Hof van lodewyk den xv. De Vorst ontving hem zeer koel; eene flegte vergelding, in de daad,voorzo veele doorgeflaane krygsgevaaren, doch die, eg. .ter, het lot behoorde te zyn van allen, welke eene geheele Natie aan hunne eigen eerzucht opofferen. De Maarfchalk vertrok na het land, om 'er nieuwe ontwerpen te fmeeden. Een gedeelte van zyn Leger verfmolt onder dat van den Maarfchalk de broslio, een ander onder de troepen van den Maarfchalk de noülles. Bsoglio, die al vóór den véldtogt hadt gefchreeven, dat hy Beijeren niet kon dekken, lag by Donawert, en wagtte met ongeduld op 's Konings bevelen ora over den Rbyn te trekken, Doch zyne Majefteit zondt hem den MaarG 4 fchalk  iSa öe FRANSCHE SPION. fchalk de noailles met 40,000 man. Deeze Velduverfle trekt over den Rbyn, vaardigt den Graaf de stcoit af aan het hoofd van 12,000 man,en neemt zynen weg na de Main, om het oog te houden op het Engelfcbe, Hesfifcbe en Uanovcrfcbe Leger, onder bevel van den Graave stairs , en om lotba. ■ringen of Beijeren te kunnen dekken. Hy vondt het vyand.'yk Leger aan den rechter oever der riviere , tusfchen Dctdnghen en Asfcbaffenburg, alwaar de Koning van Engeland zich hadtnedergeHagen in eenen toeftand, in welken hy ingeflooten, door het gefchut der Franfcben befchooten, .en genoodzaakt kon worden om zich krygsgevangtri te geeven. Hy maakt daartoe de noodige toe. bereidzels, bemagtigt Asfcbaffenburg, en bezet den weg na Dettingbcn. Ily verbiedt dien post te verlaaten ; doch zyne bevelen wierden niet ge. hoorzaamd; in zyn afweezen levert men llag, met eene bende van 12,000, tegen een Leger van 40,000 man. Men is genoodzaakt te wyken, en de Engelfcben worden dus verlost uit eene engte , in welke zy zouden hebben moeten fneuvelen of zich overgeeven. In deezen (lag, welke ruim vier uuren aanhieldt, verlooren de Franjeben een groot getal lieden van aanzien en veele dappere bevelhebbers; hunne Regementen den rug ziende wenden, hadden zy zich op eene rye geplaatst, liever vetkiezende eerlyk te derven dan in eeue fchande- lyke  óe FRANSCHE. SPION. i53 lybe vlugt hun hei! te zoeken. Den Hertoge d'! chartp.es wierdt een paerd onder 't lichaam dood gefchooten. De Graaf van clermont, hoewel reeds met de waardigheid van Abt van Jt. Cer. main bekleed , verrigtte wonderen van dapper, heid. Geen klein getal fneuvelde 'er insgelyks aan de zyde der Engelfchen. De Koning (treedt nu eens te voet , dan te paerd. De Hertog van cumberlanu wierdt naast hem gekwetst. Hy hielde het middagmaal op het (lagveld, en trok af zonder zich den tyd te gunnen om zyne gekwetflen mede te voeren; hy liet ongeveer zeshonderd agter, welke Milord stairs beval aan de edelmoedigheid van den Maarfchalk de koailles. De Franfcben behandelden hen als hunne landgenooten. Zo wel aan de zyde der Engclfcben als aan den kant der Franfcben waren groote misdagen be. gaan. Naa deezen flag, begaven zich veele Engelfcbe en Franfcbe Krygsbevelhebbers na Frankfort, eene onzydige ftad, en betoonden elkander over en wedor de zelfde beleefdheden als hunne Generaals. Zy volgden het voorbeeld des Keizers, by welken betden hun hof maakten, en die hen even minzaam, ontving. Niemand was'er, misfehien , onderalle 'deeze Krygsoverften, wier lot hy niet benydde; by kon zyn eigen gezin niet handbaaven; niemand G 5 ui ld*  15+ be FRANSCHE SPION. v» ilde hem geld verfchieten.behalven den Maarfchalk be noailles, die hem, tegen behoorlyke fchuldbekentenis, 40,000 kroonen leende. Hy was genoodzaakt de toevlugt te neemen tot de Koningin van Hutigarye, welke hy bykans van den throon hadt gefiooten; hy boodt haar aan, te zullen af« zien van alle zyne eisfchen op het Huis van Oostenryk. De Eif-Prins van. Hes/en nam den last óp zich, en bragt des Keizers voorflagen by den Koning van- Engelard, die zich toenmaals te Harover onthieldt. De Koning antwoordde, dat hy de zaak met zyn Parlement zou overleggen. Deeze onderhandeling overtuigde karei, ben vu, dat zyne vyanden het ontwerp hadden beraamd om hem van 't Keizerryk te berooven. Hy r.am het befluit om zich onzydig te vetklaaren in zyne eigen zaak, en verzogt de Koningin van Huvgarye, dat men het overfchot zyner troepen in Zwaben wilde laaien, daar zy als troepen van het Keizerryk zouden worden aangemerkt. De Koningin gaf tot antwoord, „ Dat zy niet in oorlog was met het hoofd des „ Keizerryks , dewyl zy , volgens de fchikking van „ de Gouden Bulle,doorzyue verkiezing gefchon„ den, hem niet voor Keizer hadt erkend; dat zy, „ diensvolgens, zyne troepen zou doen aantasten „ overal daar zy dezelve zou ontmoeten; datzy, „ egter, niet zou beletten, dat hy zynen perfoon berg- i  be FR ANSCHE SRION. tSf '., bergdeopbet grondgebied des Keizerryks, Letje„ ten aileen uitgezonderd. Het gevegt by Dettingben verhsastte den aftogt van deu Maarfchalk de broglïo. Te Wimpfen aan den Nikker^ (lelde by zyn Leger in handen van den Graave van saxen, onder bevel van den Maarfchalk de noailles. Van de 130,000man, welke men, van tyd tot tyd, na het Keizerryk hadt gezonden, bragt hy flegts 25,000 mau te rug, en, volgens zommigen, nog minder. Mcn: rekent, dat deeze beide Veidtogten Frankryk ten minden tachtigduizend man gekost hadden, niet door de wapens, maar door koud en gebrek gefneuveld, en meer dan driehonderd millioenen Livres. By zyne -komst ten flóve wierdt de Maarfchalk koel ontvangen. Hy kreeg bevel om na zyne Landgoeda en te vertrekken. Niemand durfde voor hem Ipreeken. Eene groote hardigheid was deeze tegen een Veldheer van vyfenzevemig jaaren. Men wil dat de Keizer deeza voldoening hadt geëeischr. Doch hy vondt hier luttel-biat by; hy was verhaten van all'; zyne onderdaanen, van welke de Ko>ringin van Hungarye den Eed vaa getrouwheid ontving , in Oogstmaand des jaars 1743 Kort daarnaa overhandigde de Raad van Oostenryk aan de Keizerlyke Kamer te Frankfort eene Memorie, in welke «Je verkiezing van kakel den vu voor »»>stg en van geene waarde wierdt verklaard. Hy G 6 be«  I5ö de FRANSCHS SPION. beklaagde zich deswegen'■> doch de Koning van Engeland, ais Keurvorst van Hanover , fchreef hem dat de Koningin van Hungarye gelyk haat. Men fprak 'er van, om hem te noodzaaken afftand te doen van het Keizerryk en het aan den Groot" hertog van Toskanen over te draagen. Lodewyk de xv deedt geene poogingen om dit te beletten. Zyn Gezant op den Ryksdag verklaarde, dat zyn Meester bevel hadt gezonden aan zyne troepen om weder te keeren na de grenzen van zyn Koninkryk. In gevolge van 's Konings verklaaringe, was de Maarfchalk de noailles over den Rbyn geweeken, en hadt den Graave van saxen last gegeeven, den Maarfchalk de coigny te onderfleunen, die in den Elfas geboodt, om Prins karel te beletten, dat hy niet over dien ftroom trok. Thans was het dat lodewyk de xv , eenige llerkte van geest ontvangende van zyne Minnaaresfe, die met veele laage gebreken zekere verhevenheid van gemoed paarde, het befluit nam om zich aan het hoofd van zyn Leger in den Elfas te flellen. Hy deedt de noodige toebereidzels vervaardigen , en gaf 'er kennis van aan den Maar., fchalk de noailles. Deeze antwoordde hem mer ronde woorden : „ Uwe zaaken, Sire, liaan thans „ niet goed noch liegt genoeg, dat uwe Majesi, teit tegenwoordig dien flap kan doen." In de daad, Prins karel hadt eenen kans ge, waagd  de FRANSCHE SPION. 137 waagd om in Frankryk te vallen , en de Prins va-» waldek, die onder hem het bevel voerde, hadt, den zelfden dag, een anderen togt ondernomen. Doch deeze liep ongelukkig af; en Prins kasee, te grooten tegenfland onmoetende, vondt het niet geraaden, de kiygseere, in deezen veldtogt reeds behaald, aan een onzekeren uitllag op te offeren. „ Van alle de landen, door Frankryk ten behoeve des Keizers veroverd, bleef'er nu geen voet gronds meer over. De Koning van Sardinië, den flegten uitllag der Franfche wapenen verneemende, verklaarde zich voor de Koninginne van Hungarye. De Koning van Poolen, Keurvorst van Saxen, ging nog verder; hy floot met die Vorftin een verbond van vriendfchap, waardoor de beide Mogendheden over en weder borg u ierden voor haare Staaten. De Hollanders verklaarden zich eindelyk, als in het denkbeeld zynde, dat Frankryk van roanfchap en geld ontbloot was. Een der voornaamfte leden van het Gemeenebest hadt verzekerd, dat lodewyk de xv niet in (iaat was om meer dan honderddui. zend man op de been te brengen. De Heer van hoey, Gezant der Staaten aan het Franfche Hof, de dingen meer vannaby ziende, vettoonde hun vergeefs dat de rol van Vredemaakers hun alleen voegde. Zyne vermaaningen vermogten niets tegen den geest des tweedragts: de Engelfcbgezinde Aap. G Z bang  158 de FRANSCHE SPION. hang hadt de overhand, en het Gemeenebest leverde twintig duizend Man. De Heer van hoet bleef nogthans aan het Franfche Hof, daar men met hem den fpot dreef, door zyne vertoogen te Iaaten drukken, dewyl zy meer naar de vermaaningen van een Philofooph, dan naar de brieven van een Staatsman geleefcen.. Men deedt hem bet ongehoord verbod, om 'er vcortaan eenige . aanmerkiugen nevens te voegen. Eene der merkwaardigfte gebeurtenisfen van dit Tydpetk, was het ontwerp wegens de herdellmg van den Pretendent. De gelooftvsardigde gedeukfcbriften fchryven het toe aan den Kardinaal de tekcin. Zyne eerzucht deedt hem dit middei by de hand neeraen om tot de waardigheid van Eerden Staatsdienaar te geraaken; waarfchynlyk zou hy zyn oogmerk bereikt hebben, indien dit middel wel geflaagd ware. Weetende dat de Koning voorneemens was om aan Groot-Rritaiinie den Oorlog te verklaaren en hetzelve wilde voorkomen, veruieuwHe.hy in den Raad betbedryf van mithridates me; zyne kinderen ; hy beweerde dat het beste middel om de Engelfchen te overwin» ren,was,het doen van eene Iaödïng in hun eigen Ryk, en hen alzo voor eigen i iligheid te doen beeven. Hy wees in den Pretendent het fpaokzel aan, waar mede men hen moe& ban-; maaken; hy' zeide zeker te .wecteK. - temaand; de voorwendzels waren, dat de Koning van Groot • Britannie het Verbond van onzydigheid, in den jaare 1741, te Hanover geflooten, hadt verbroken; dat by geen regt hadt doen wedetvaaren wegens de geuomene fchepen ; dat hy, in den voorgaanden jaare , in eigen perfoon den Oorlog hadt gevoerd ; dat hy, naa zo veele onregtvaardigheden , hem nog na de reden vraagde 1 vaa  de FRANSCHE SPION. 161 van de aankomst van Prins eduard in Frankryk. De Pretendent bevondt zieh op het zelfde fchip met den Graave van saxen. Voor de eerfte maal zag hy de oevers van zyn Vaderland; maar een hevige ftorm dreef de Vloot na de Franfche Kust, Voor de tweede reize wilde hy den overtogtwaagen, flegts met één vaartuig ; zyne groote ziel fcheen hem te voorfpellen, dat hy zich flegts hadt te vertoonen om onderdaanen te vinden ; doch men raade hem af, een zo dierbaar hoofd bloot te ftellen, niet alleen aan de onbeftendigheid dei Elementen , maar ook aan de woede der vyanden , die, van den toeleg onderrigt, den tyd hadden om hunne kusten te verzorgen. Zie hier een gefprek tnsfeben den jongen held, en Milord Marechal, dien getrouwen onderdaan van het Huis van Stuart, welke, zedert de verdry. ving van jacobus den ji, alle gunstaanbiedin» gen van den kant des overwinnaars van de hand geweezen, alle zyne waardigheden hadt nederge" legd, zeggende dat hy wel eenen Koning, maar niet eenen Overweldiger wilde erkennen, en dathy alle Hoven van Europa hadt bezogt om hulpe voor zynen Meefter te zoeken. In deeze gewenschte omftandigheden hadt hy zich vervoegd by Prins eduard ; met een dapperen moed eene voorzigtige behoedzaamheid cn ondervinding paarende,wedei> hieldt hy des Prinfen drift, die hem omhelzende > ge  16a B2 FRANSCHE SPION. gezegd had : U alleen heb ik noodig; met myne getrouwe Schotten zal ik overwinnen of fterven. „ Zulk eene dapperheid, hernam Miiord, verwag. „ ten wy van u; maar gy moet 'er geen nutteloos „ gebiuik van maaken in uwe zaak , zodat gy „ flegts uwe vrienden aan uwe vyanden zoudrop- offeren." Toen-, de jonge Held by zyn beüuit volharde, voer Müord dus voort : „ Welaan dan; „ maar op het oogenbiik ais wy voet aan land ,, zetten, zal ik my gi noodzaakt virden aan uwe „ onderdaanen te verkiaaren , cat wy te gader,gy en ik , twee dappere gelukzoekers zyn , die van „ alle hulpe ontbloot ten tooneele verfchynen. Zo „ ze my willen gelooven, zullen zy zich wel wag„ ten, om den geringften flap ten uwen voordeele ,, te doen. Dus zouden ze u en zich zeiven be„ derven. Hun bloed en leeven zyn zy u niet », verfchuldigd , dan in gevalle zy 'er ten min,, iten een goeden uitflag voor u van kunnen ver„ wagten." Wy merken hier aan, dat deeze aanflag zo behendig was ondernomen, dat Koning george nimmer de aanvoerders der zamenzweeringe heefc kunnen ontdekken. Zy,die te Landen ia verzekering wierden genomen, gaven geene opening van zaaken; de Monarch bleef in eenen fiaat van on» gerustheid en wantrouwen. 't Was toenmaals, en het is nog een raadzel , of  de FRANSCHE SPION. itfs of men in oprechtheid begeerde den Pretendent op den throon te herftellen; of de toeleg weezenlyk of geveinsd ware. Indien men oordeele uit de gereedheid,waarmede men 'er van afzag, zou men kunnen denken , dat men zich aan een ^eiukk-igen nitflag niet veel liet gelegen zyn, Maar, van den anderen kant, kan men gelooven dat men zo verbaazende kosten heeft willen doen, als aan dit ontwei p vast waren ,om alleen den fchyn van eene landinge te vertoonen? Indien men vervolgens* let op het ongelegen en {tormagiig jaargety, waarin de landing wierdt ondernomen,kan zy niet anders dan dwaas en ongeraaden worden aangemerkt. Buiten eenige tegenfpoeden, nogthans, die verfchei• den Transportfchepen verhinderden om zich ten beftemden tyde op de algemeene verzamelplaats te vervoegen, zou men zicb van etlyke dagen gunilig wéér hebben kunnen bedienen, en meer dan tyds genoeg gehad hebben om den toeleg ■uit te voeren, 't Schynt dan zeker, dat de toerusting een bepaald oogmerk hadt; maar dat de goede uitllag van geheimhouding en fpoed , dat wil zeggen, van een oogenblik af hangende, men, naa het verloop van dit oogenblik , eene dierge lyke magt andermaal niet wilde'waagen, omdat het gevaar alsdan nog grooter en het verlies onherftelbaarder zou geweest zyn. Lodewyk de xv zou met philippus dek 11 hebben kunnen zeggen: m  164. de FRANSCHE SPION. Ik bad myne Vloot niet uitgezonden om tegen dt Elementen te ftiyden. Naa den mislukten aanflag keerde Prins eduard na Parys, in de hoop op 's Konings edelmoedigheid en nieuwe middelen , om zyne eifchen te doen gelden. De .Graaf van saxen verfcheen insgelyks ten Hove; de Koning vereerde hem met den Maarfchalksffaf van Frankryk, dien hy zo wel verdiend hadt. Dit was voar hem het zein tot nieuwe krygsverrigtingen. Zyne Majefteit ruimde de hinderpaalen weg, welke het verfchil van Godsdienst veroorzaakte : want, volgens eene redenlooze wet, moet iemand in Frankrykv&n den Roomsch • Katbolyken Godsdienst belydenisdoen, om het regt te hebben om des vyands bloed of zyn eigen te kunnen ftorten. Thans vertoonde zich in den Raad eene kloekmoedigheid, waarvan men, geduurende het Re* gentfchap des Kardinaals de fleurt, geen weergaa hadt gezien. Deeze wierdt gevolgd van een ftouter befluit en was de waare oorzaak van den voorfpoed van des Konings wapenen, geduurende de twee veldtogten, van welke wy nu zullen fpreeken. Mevrouw de la tournelle, 's Konings Matres , tot Hertogin de chateaux-roux verheven, welke wy vervolgens dus zullen noemen, gellerkt door den Graaf d'ARGENsoN, hadt lodewyk den xv overgehaald om zich aan het hoofd zy-  du FRANSCHE SPION. 165 zyner Legers te (lellen. De eerzucht was de (pr'ngveer, welke haar deedt werken. Zy verbeelde zich hierdoor de hulde van het Leger en de verwondering der uitlanderen te zullen verdienen. In haare verhitte verbeeldmj haaren Minnaar zich als een jongen held voorftellende, kiom zy nevens hem op den zegewagen, en bedekte door haaren roem de fchande .van haaren (land. De Koning liet zich gezeggen. Het befluit wierdt genomen, dat hy zich na Rysfsl zou begeeven, dewyl men zich het Oorlogstooneel in Vlaanderen, daar men een aanvallenden kryg voerde,alsluisterrykervoor* Helde, dan in den Elfas, alwaar men flegts verwee' render wyze handelde. Vooraf verklaarde de Koning den oorlog aan de Koningin van Uungarye. Terftond daarnaa verklaarde lodewyk de xv zyn heldhaftig befluit. De Natie ftondt opgetoogen, en brandde van yver voor haaren Koning. De Daufyn, flegts veertien jaaren oud, fmeektezynen Vader om hem te mogen verzeilen,. Doch deeze oordeelde daarin niet te moeten bewilligen , omdat hy nog niet gehuwd was. Zyn Majefteit zette hem af met de belofte, dat zy een volgenden veldtogt te gader doen zouden. Behalven deeze reden van Staat, welke verboodt twee zo dierbaare hoofden tevens te waagen > was 'er nog eene andere, van de betaamelykheid ontkend. Wy hebben gezegd, dat de Hertogin de cha"  (66 de FRANSCHE SPIO N. chate-,ux-roux den Koning zou verzeilen ; zy was Staatjuffer der Koninginnne , die te Verjailles bleef; pligtshalven moest zy derhalven by haare Meesteres blyven. De onfchuid des Daufyns zou dus in gevaar geweest zyn, door hetaanfchouwen van deeze oveifpeelige gemeenfchap. De Hertogin was met den Koning niet onder één dak ge. huisvest; maar 'er waren heimelyke bevelen gezonden aan alle lieden , om haar een huis te be. reiden naast dat des Konings. Men zag de werklieden deuren maaken in de muuren der beide huizen , en elk wist tot wat einde zy moesten dienen. De Koning vertrok den derden vanBloeimaand des jaars t744, en kwam den twaalfden te Rjsfel, naa al. voorens zyne voornaamfte grensftedea te hebben bezigtigd. Zyne Generaal s waren de Maarfchalk de noailles aan het hoofd van 80,000 man, en de Maarfchalk van saxen, die het bevel voerde over een Leger van 40.000 man. Veel verfchilde de tegen, woor-'ige gefteldheid van zaaken van die des voorgaanden jaars. Toen zouden de Engelfcben met voordeel over de grenzen hebben kunnen doordringen. Zy draalden hier mede, en te Hollanders vereenigden zich te laat met hun. Wel dra hadden deeze 'er berouw van;de AlgemeeneStaaten , van 's Konings optogt verwittigd, en voor hun eigfn land beducht, vaardigden den Graaf van wassenaar aan hem af. Men oordeelde dat dee  de FRANSCHE SPION. i67 deeze Edelman, die met de rondheid zyner Natie de Franfche vvelleevendheid paarde, den Koning aangenaamst zou zyn, als die by hem de waardigheid van Staatfchen Gezant bekleed en ten zynen Hove veele vrienden hadt gemaakt. Wassenaar hadt last ontvangen ," den Koning te , verzoeken om zyne overwinningen niet verder uit te breiden. De Koning antwoordde hem : ,, De „ keuze der Algemeeue Staaten , om u, Myn „ Heer, aan my te zenden, is my zeer aangenaam, „ uit hoofde der ondervindinge , welke ik „ van uwe perfoonlyke hoedanigheden heb. Alle ,, myne maatregels omtrent uw Gemeenebeet, ,, zedert myne komst tot den throon, hebben het„ zelve mouten overtuigen van myne begeerte tot „ eene oprechte vriendfchap. Al zints lang heb „ ik myne geneigdheid tot den vrede doen blyken. „ Maar hoe ik langer gedraald heb met den Oor„ log te verklaaren, hoe ik my tegen de gevolgen „ van dien minder zal verzetten- Myne Staatsdie„ naars zullen my verflag doen van uwen Last, „ en naa denzelven te hebben medegedeeld ain „ myne Bondgenooten, zal ik uwe Meesters myne „ laatfte befltiiten doen weeten." Voordat de Koning eenen aanvang maakte van zyne krygsverrigtingen, liet hy eene Mis van den H. Geeft vieren, en hieldt in de Abtdy vanCifoing een Kapittel van d» Orde. Twee dagen daarnaa wierdt la  :63 de FRANSCHE SPION. wierdt Kortryk bemagtigd- s' Anderendaags zsgcn de Hollanders het'beleg fiaan om Menin, eene der Barrière ■ ft eden , waarin hetGemeenebest bezetting hadt. Voltaiue verbaalt dat de Koning hier groote dapperheid betoonde, met zyn geheel hofgezin de palisfadeu binnen het bereik van een piftoolfchoot naderde,en óootzynemilddaadigheid de werklieden aanmoedigde. Zeven dagen naadat de loopgraaven waren geopend, gaf de ftad z;ch over, Deeze was de eerfte verovering in's Konings tegenwoordigheid. Hy beval de vestingwerken te 13 gten, fehoon een meesterftuk van den vermaarden vauban. Hy wilde zich dus op de Algemeene Staaten der Nederlanden wreeken, door het vernielen van een fiunuer bolwerken, en hun tevens zyne gemaatigdheid doen blyken, door zich de gelegenheid te beneemen om 'er zich tegen hen van te bedienen, De Koning bleef niet in gebreeke den hemel te danken voor deeze overwinning. Te Rysfel was hy tegenwoordig by het zingen van een TeDeum, hoedanig men nog nimmer op de grenzen hadt gezien. Drie Prinfesfen van den bloede, wier echtgenooten , broeders , kinders of fchoonzoonen , op onderfcheidene plaatzen, des Konings wapens voerden , dienden ten fieraade van deeze plegtigheid. Midlerwyl wierdt Tperen belegerd, 't welk zich, ne-  de FRANSCHE SPION. i6> nevens het Fort de Knokke, wel dra overgaf. Het leger der Boadgenooten zag deezen voorfpoed, zonder dien te knnnen beletten. Drie Legerhoofden van zsldzaameverdienfte voerden het bevel over hetzelve. De Generaal wate , een voedsterling des Hertogs van marlborough , geboodt over de y Engelfchen; de Hertog van arenberg, een kweekeiing van Prins eugenius, geleidde de Duitfchersi Graaf maürits van nassau, in wiens boezem de zucht tot roem en vryheid zyner voorouderen blaakte, voerde de Hollanders aan. 't Is onzeker tot hoe verre lodewyk de xv den voortgang zyner wapenen zou hebben uitgeftrekt, wanneer eene ] kwaade tyding hem noodzaakte ftand te houden. Hy vernam dat Prins karel over den Rbyn was getrokken , en zich meester hadt gemaakt van de Li» I uien van Lautenburg, IFeisfemburg en Lauter; ; dat de Maarfchalk de coigny uit deeze drie posten de Oostenrykers te vergeefs verdreeven, dat hun Generaal dezelve van nieuws bemagtïgd, en eeni- • ge benden hadt afgevaardigd om in den Elfas te I flroopen. De Koning van Pruisfen, die eenigen tyd hadt i ftil gezeeten, verklaarde zich openlyk. Te Frank' ! fort wierdt een Verbond geflooten tusfchen karel den vu, den Koning van Pruisfen, den Keurvorst I van de Paltz en de Regeering van Hesfen - Kasfel, t met oogmerk om de Komngin van Hungarye te H nood-  l7o i) e FRANSCHE SPION. noodzaaken om den Keizer in deeze hoedaanigheid te erkennen en hem zyne Erflanden weder te geeven. Diensvolgens zondt de Monarch een Leger van 8o,oco man in Bohemen, en een ander Leger van 22,000 man in Moravie. Hy deedt dus meer dan hy vólgens het verbond van Frank' fort was verpligt; doch hy hadt dit iwFrankryk beloofd. Men rekende 'er op , dat deeze afwending dat Ryk verlosfen , en Prins karel zou noodzaaken om in alleryl wederom over den Rbyn te trekken. Lodewïk zelve nam het befluit om met den Maarfchalk de noailles tot hulp van den Elfas op te trekken. Den Maarfchalk van saxen liet hy in Vlaanderen , alwaar hy aan de inzigten vau zynen Meester volmaakt beantwoordde. De Koning flelde Metz tot de verzamelplaats zyner troepen. Op den vierden van Oogstmaand kwam hy zelve in de ftad. Hy gaf aldaar gehoor aan den Baron vanschmettau, Gevolmagtigde des Koning van Pruisfen, die hem kennis gaf van de aankomst diens nieuwen bondgenoots in Bohème. Van alle zyden ontving men de voordeeligfte tydingen, wanneer een ongelukkig voorval geheel Frankryk met fchrik en droefheid ver. vulde. De Koning, wiens geftel door beweegingfterker was geworden, genoot eene fchynbaare volmaak. te  de FRANSCHE SPION. t7, te gezondheid ; doch de welgefteljfte menfchen zyn, van tyd tot tyd, aan de zwaarte total en bloorgefteld. Door het onmaatig gebruik van wyn en (Kerke dranken , was, zcdert etlyke jaaren, zyn bloed verdroogd; buitenfpoorigheden vaneen anderen aart, welke hy hadt opgevolgd, hadden het nog meer aangezet; de vermoeijenisfen van den veldtogt; de brandende hitte der zonne,aan welke hy, geduurende den optogt, hadt blootgeftaan:al!e deeze oorzaaken vezwaarden de koorts van welke hy, oP den achttien van Oogstmaand,' wierdt aangetast, en deeden dezelve veraarten in eene kwaadaartige Rotkoorts, 's Nachts van den veertienden wierdt hy geoordeeld op 't uiterfle te leggen. . In dien zelfden nacht ontving de Koningin de tyding van het Ieevensgevaar haars doorluchtigen Gemaals. Op 't oogenblik zou zy de reize na Metz hebben aangenomen, indien zy niet om geld hadde moeten vraagen by den Generaal. Ontvanger van Parys, die haar duizend Louizen verfchoot. De liefde voor den Vorst, vooral in de tegen" woordige omfiandigheden, vervulde het hart der Franfcben met ontroering. De Generaals droegen alleeniyk. zorge om zich zo wel te verfchansfen, dat de vyand met hunne bedremmeüng g^en voordeel konde doen. Men b.fchouwde den Konmg als .iu lyfsgevaar; men befloot hem de laat. H 2 fte  17a de FRANSCHE s'PION. fte Kerkgeregten toe te dienen en de Hertogin de chateaux-roux van hem te verwyderen. De Hertog vanciiartres, in de hoedanigheid van Eerden Prins van den bloede, met geweld in de kamer gedrongen zynde, verwittigde hem van zyn gevaar, en fpoorde hem aan tot deeze daad van Godsdienfligheid. De Hertog d e n i c n rtnu, Kamerdienaar, hadt geen moeds genoeg tot deeze boodfchap, uit vreeze van de gunst des Konings en zyner Minnaaresfe te zullen verliezen. Door een wonderwerk der uatuure kon de kranke herdeld worden. Zo lang hy kon, was hy 'er te. gen om het geweeten des zieltoogenden te ontrusten. De eerbied alleen, dien hy aan den Hertoge van chartres fchuldig was, deedt hem wyken. Zelf wil men dat deeze genoodzaakt was ge. weid te gebruiken. „ Hoe! dus fprak hy, een „ bediende als gy, zal den toegang weigeren aan „ den naasten bloedverwant van uwen Meester!" Straks loopt hy de deur open. Het gerugt, hierdoor ontdaan, des Konings nieuwsgierigheid hebbende opgewekt, beklaagde zich zyne Koninïlyke Hoogheid over den Hertog de RicHELiEu,die bevel kreeg om te vertrekken. Eene kortduurende vernedering, welke eerlang door de blaakendile gunst vergoed wierdt. Zedert het begin van 's Konings ziekte, was de Minnaaies niet van deszelfs bed'ponde geweeken ; haar  de FRANSCHE SPION. ,;J haar Minnaar, nog dronken van liefde,zwoer dat hy niemand behalven haar en zyne onderdaanen beklaagde. De kornst van den Eisfchop van Soifom, Eerften Aalmoezenier, verzeld van den Hertog van chartres, deedt de Minnaares beOuiten dat haar ryk een einde hadt genomenzy vertrok, en de Kerkvoogd kweet zich geftren' gelyk van zynen pligt. Hy beval den Koning, eer hy hem de laatffe kerbgeregten wilde toedienen, met alleen een perfoon.zo dierbaar aan zyn hart, ie verwyderen , maar ook de openbaare fchandê weg te neemen.door boetvaardigheid jegens God «n de tegenwoordigheid der Punsfen, hovelingen en van het volk. De Koninklyke boeteling, wiens geest, uit den aart kleinmoedig, nog weeker wierdt m deeze oogenblikken, in welke de itoutmoed.gften verzaagd worden, getroffen door godsdien. flfge verfchrikkingen, fpeelde letterlyk den rol die hem wierdt opgegeeven. De Graaf d'Angen' ïon, die de Minnaares flegts uit ftaatkunde ontzag, doch in het hart verfoeide, kreeg h« ora haar het bevel aa„ te kondigen, en kweet zich ▼an dien last met groote ftrengheid. De Hertogu>, m dit oogenblik grooter dan haar Koninklyke Minnaar, vernam haare ongenade met kloekmoedigheid. Zy tradt in de koets met de Hertogin J* i-AURAGUAis, haare zuster, en vertrok, i^auwlyks was zy buiten de flad gekoomen, of 11 3 het  174- ce FRANSCHE SPION. het volk, van haare ongunst verwittigd, overlaadde haar met fpotternyen en fcheidnaamen. De boe. ren ten platten lande vervolgden haar zo lang zy konden; zy vervingen elkander in het weik om haar te vloeken en te fchelden. Een wonderwerk bykans was het, dat zy niet leevendig verfcheurd wierdt. Aldus moest zy een weg van meer dan tachtig mylen afleggen. Haare aankomst te Parys zou de verflagenheid vergroot hebben, indien dezelve niet reeds ten hoogften toppunte ware gefteegen. De Paryzcnaars zouden haar niet beter behandeld hebben; doch zy waren te zeer bezet met het opzenden van hunne fmeekingen in de kerken om 's Konings herftelling, en aan het Postkomptoir, aan het Paleis en aan de Hotellen der voornaamlTe Ryksgrooten, naar den toeftand van_ hunnen geliefden Monarch te verneemen. De Daufyn was vertrokken, het hofgezin en alle de Prinsfen waren by den Koning; geheel Parys was eenzaam en doodsch. De Hertog va nouleans was 'er alleen gebleeven. In de Kerk van st. geneveve geweeken, riep hy aldaar onophoudelyk de Schutsheilige der hoofdflad aan; hy juich'e de godvrugtige kloekmoedighedi zyns zoons toe, .velke hy, door zyne brieven, hadt opgewekt. Hier wil men dat lodewyk de xv eenftemmig, en in gevolge van eene algemeene wanhoop, als LODEWYK de welb E m in DE Wierdt uit'  de FRANSCHE SPION, ï75 uitgeroepen. Dit was niet de flemme der hove. lingen, maar van het gemeene volk. De burgers elkander op ftraat ontmoetende, naa overdenoodlottige gebeurtenis te hebben gefproken, fcheidden van elkander met de betuiging: Indiende Koning fterve, is bet omdst by ter mzer befcber. minge te velde is getrokken. De Daufyn zelve hadt, in zyne tedere jaaren, zich deeze aandoen < lyke woorden Iaaten ontvallen : „ Ach! ongeluk,, k.ge volken, wat zal 'er van u worden! wat » hulpmiddel is u overig! Ik! ... een kind!.... >, O God! ontferm u over dit Koninkryk! ont„ ferm u over ons!" De Koningin ontmoette te St. Dizier haaren vader, Koning stanislaus, welke 's Konings kamer hadt verlaaten op het oogenblik, als men aan zyn leeven wanhoopte. 'Eene gelukkige ont. toting op den eigenlten dag als haare Majefteit te Metz aankwam, gaf eindelyk eenige hoope ten eeven; en hoewel zy, om haare godsdienftige boetedoenmgen en hartskwellingen, gev0egd by haaren reeds eenigzins gevorderden leeftyd, minder bekoorlyk was dan voorheen, haare opp3sfi„. gen en lieffcoozingen vermogten , egter, zo veel OP het hart van haaren Gemaal, 't welk van natuure goedaartig en dankbaar was, dat by zwoer zynTou8!'"" V00naa" V°0rWCrP 2yDer 'iefde' 13 4 Niet  176 be FRANSCHE SPION. Niet zo wel gezind was de Koning jegens den Daufyn. Thans begon hy hem zyne genegenheid te onttrekken. De tyding van zyn vertrek ont. vangen hebbende, zondt hy hem bevel om weder te keeren na Verfailles. De zoige voor de gezondheid diens eenigen zoons was het voorwendzcl, doch de tegenzin, om thans zynen throonsopvolger te zien, de waare reden. De Prins bevondt zich reeds te Verdun, wanneer hy den Renbode ontmoette , die hem 's Konings begeette aankondigde, 't Geen hem in alle andere omftandigheden zou weerhouden hebben, befchouwde hy thans niet als een hindernis; meer met zyn hart dan met zynen Gouverneur te raade gaande, meende hy zich in het geval te bevinden,waarin de kiuderpligt hem van gehoorzaamheid ontfloeg. By zyne aankomst te Metz, ontveinsde de vader zyn misnoegen; doch vermids daar te lande veele ziekten heerschten, en de Daufyn eenige vermaaningen van koorts gevoeld hadt, zondt hy hem> weinige dagen daarna, te rug. 's Konings misnoegen daalde neder op den Gouverneur, den Hertog van chat illon, die bevel kreeg om na zyne Landgoederen te vertrekken. Omtrent de waare beweegreden deezer ongenade worden wy bevestigd door een gefprek tusfchen lodewyk ben xv en een beer, die aantekening hieldt van de  DB FRANSCHE SPION. iJ? de Hofbyzonderheden. De Koning vraagde hem of hy zich kon herinneren, wat 'er nu vier jaaren geleeden, op zekeren dag, dien hy noemde, was voorgevallen. Vermids des Hovelings geheugen thans niet vlug was, zeide de Koning : „Zie uw „ Dagboek in, en gy zult aldaar vinden de onge. ,, nade van den Hertog de chatillon. In de ,, daad, voegde hy 'er nevens, hy meende dathy „ reeds Groothofmeester was." Men wil dat hy aan den dood van lodewyk den xv niet twy. felende, zich voor den Daufyn op de knieën geworpen en hem als Koning hadt begroet. Thans otving Parys een nieuw leeven. De eerflff Renbode, welke aldaar de tyding bragt van de gelukbige fcheidinge der ziekte, wierdt van het volk bykans dood gedrongen. Men kuste zyn paerd, en zelfs zyne laarzen; men voerde hein in zege. praal rond; men riep elkander, onder gelnkwen. fchingen en omhelzingen, toe : De Koning is herfield^. Zeker Gild liet een plegtig Te Deum zingen. Twee maanden lang zag men in Frankryk niets dan vreugdebedryven, die zo kostbaar vielen, dat men dezelve, by openbaar gezag, moest verbieden. Op eene verftandiger wyze vertoonden de Staaten van Bretagne hunne blydfchap; zy beflooten een koperen Gedenkfhik op te rechten , op de gebeurtenis flaande. Het wierdt vervaardigd door nmug voor Frankryk, gaf voor de eerflemaal blyfeen van zyne dapperheid in deeze ondernee. mmg. Naa een beleg van eene maand gaf zich de had over. Even als te Menin, deedt de Koning de vestingwerken flegten. De Koning, wilfende voldoen aan het ongeduld der Paryzenaaren, kwam, op oen dertienden van Siagtmaand, in de hoofdfad te rug. Zyie piegtige intrede was een zegepraal. Minder hadt de Koning het voorkoomen van een overWinnaar, wiens zegewagen het volk omringde dan van een vader, wiens knieën het omhelsde' Hy vertoefde drie dagen te Parys, verfcheen dikwyls in het openbaar, en verleende elk eenen vryen toegang. Om te meer aan de onderdaanen te behaagen, hieldt hy het middagmaal op het S«d ui, Dit was een bewys van zyne dank. t^theid aan de inwooners, in den perfoon van H 6 fco.  ,8o de FRANSCHE SPION, hunne wethouders. Naar gewoonte hadden zy de eer om den Koning te bedienen. De Provoost der Kooplieden ftondt agter den Koning , de Eerfte Schepen agter den Daufyn. Te midden van alle deeze vreugdebetooningen , was 'er een ydel in het hart van l o d e w v k den xv; het beeld der Hertoginne de chateausoux vertoonde 'er zich van nieuws; zy was de eenige, aan welke zyne ziekte heilloos was geweest. Door haaren Minnaar zeiven veroordeeld om in afzondering te leeven, kon zy geen deel neemen in de algemeene blydfchap. Hy befchuldtgde zich zeiven over zyne zwakheid, dat hy haar het Hof hadt doen verlaaten; hy was misnoegd op den Kerkvoogd, die zulks geëischt hadt; gaarne zou hy de ftrengheid zyner boelen hebben willen vergoeden, door haar met nieuwen luister ten Hove te doen verfchynen ; doch by wierdt door indoe gevoelens beftreeden. Menschlyk ontzag wedetbieldt hetn; van de Keninginne hatlt hy de ueffendfte blyken van liefde ondervonden ; zy begeerde geene andere dankerkentenis dan het genot van haare regten. Maar, helaas! de natuur was het niet eens met den buwelykspligt, en onder voorwendzel van zyne uitgeputte kragten te herftellen , ftelde hy het van tyd tot tyd uit om haar te voldoen. Zy, die de heerfchappy der driften kennen, voorzagen de gevolgen. De Hertog de  de FRANSCHE SPION. ,8l eichelieu, wien de Monarch van nieuws met zyn vertrouwen hadt vereerd, hadt het meest belang om de vrugten daarvan te plukken, door de herroeping der Minnaaresfe. Hy was ongeveer vyftig jaaren oud, welgemaakt en zeer welleevende. Schoon vóór den tyd oud geworden en door vermaaken uitgeput, was hy nog verzot op dezelve. Hy was zeer gezien by de vrouwen, en roemde op zyne overwinningen by dezelve. Hy was boven zynen ftaat getrouwd met eene Prlnsfes uit het Huis van Lotharingen; dit huwelyk hadt aan. leiding gegeeven tot een tweegevegt, waarin hy de overwinning hadt behaald. Tot Luitenant-Generaal van Languedok verheven, hadt hy de Staaten dier Provimie overgehaald om op hunne kosten , geduurende den Oorlog, een Regement Dra. gonders te werven, van alles te voorzien en te onderhouden. Ter belooninge van deezen dienst vereerde de Koning den Hertog met de waardig! heid van Eerften Edelman van 's Konings Kamer opengevallen door den dood van den Hertoge de' rochechoua r X. Deez' Hoveling , wiens eerzucht nog hooger zag, oordeelde zyn doelwit niet beter te kunnen bereiken, dan door de herftelling van de Hertoginne de chateaüx-roüx. Hy ruimde 's Konings zwaarigheden uit den weg ;hy bezorgde bem }*g«paityen, op welke hy de verdreevene MinnaaH 7 resfe  i8a de FRANSCHE SPION. resfe gelegenheid bezorgde om den Koning te zien en op hem haare heerichappy ie hervatten. De Vorst beklaagde zieh eindelyk, dat men zynen toeHand hadt misbruikt om hem te noodzaaken eene vrouw onbetaamelyk te behandelen , die eeere andere misdad hadt, dan dat zy hem te zeer beminde. Hy r.am het befluit,haar in den voorbaanden rang te herftellen ; de ballingfchap van den Bisfchop van Soifons na zyn fticht moest daartoe den weg baanenDe Graaf d'a r ge ns ó n kreeg bevel om haar tyding te brengen van haare herflelliuge; uit 's Ko. nings naam vraagde hy haar om eene lyst der perfoonen, welke zy begeerde geClraft te hebben. Men wil dat zy des Hertogs naam boven aan gefield hadt; doch dat de Staatsdienaar, geen middel ziende om zich met deeze vrouwe te verzoenen, het befluit nam om zich voor altoos van haar te ontdaan. Doch waarfchyrlyker is het, dat de overmaat van vreugde op de Hertogin eene doodlyke uitwerking hadt; of, gelyk anderen willen, was haar dood een gevolg van haar onverduldig verlangen na de omhelzingen des Konings. Dit verlies dompelde lodewyk pen xv in de allerdicpfle zwaarmoedigheid. Zo groot was de invloed, dien de Hertogin van nieuws op haaren doorluchtigen Minnaar hadt gekreegen, dat zy hem andermaal de wet Helde. Behalven de reeds gemelde vergoeding, hadt zy nog eene treffender ge-  db FRANSCHE SPION. l83 geëischt, de benoeming tot Opperbewindhebberesfe over het Huis van de toekomende Daufine; de Koning hadt in zyne verblindheid daarin bewilligd. Het opdraagen van deeze aanzienlyke waardigheid, welke een onbedorven hart, een geregeld gedrag,en een onbevlekten naam vordert, zou zo veel geweest zyn als de ondeugd tekroo. nen, met de goede zeden, met de openbaare eerbaarheid en het Spaanjcbe Hof den draak neeken , welks flrengheid verontwaardigd zou geweest zyn over een zo eerlooze keuze. De dood voorkwam alle deeze onheilen 5 doch de verzoeo'Dg des Konings met zyne Minnaares maakte een ongelukbigen indruk op het volk, wiens lief de allengskens ar„am. Wie herinnert ^ ^ ^ nadruklyk zeggen der vischvrouwen, wier geroep altoos dat dat van het algemeen is : Dewyl hy zy„e Hoer herroept, zal hy geen Pater meer op de fttaaten van Parys vinden. Met ernst begon men nu te denken aan het huwelyk van den Daufyn; dit verzette des Konings droefheid, die zich nu met Staatszaaken minder , bemoeide. Hy ontdeedt zich van het bewind der buitenlandfche zaaken. Eerst wierdt deeze post aangebooden aan den Heere de ville-neuve voormaals Gezant by de Porte; doch, door een' zeldzaam voorbeeld ten Hove , verontfchuldigde deeze, van wegens zynen ouderdom en lichaams-  184 de FRANSCHE SPION. chaamszwakheden. De Marqm's d'ARGEKsoN aanvaardde die waardigheid. Het bovengemelde huwelyk was de eerfte zaak, waarover hy in onderhandeling moest treeden.De Bisfchop van Rennes , Gezant te Madrid zedert eenige jaaren, betreffen de de ontwerpen tegen bet Huis van Oostenryk, hadt tevens deswegen last ontvangen. Hoewel hy niet gezien was by de Ryksgrooten , wierdt hy nogthans van den Koning gunflig omvangen. Te zeer waren de belangen van Frankryk en Spanje aan een verbonden, dan dat men veele zwaarigheden kon ontmoeten, en hst huwelyk was te voordeelig om niet te worden aangenomen. Aan de voorwaardai moest flegts de laatfte hand gelegd, en het plegtig verzoek gedaan worden, wanneer de Geheimfchryver der buitenlandfche zaaken in dienst tradr. Verfcheiden Prinsfesfen dienden Verfailles ihans tot fieraaden; zy waren beftemd tot metgezellinnen der toekoomer.de Daufine. De Hertog van ch ar tres hadt de zuster van den Prinfe de conti getrouwd. Zy was tusfchen de achttien en negentien jaaren oud , fehoon , welgemaakt , bevallig en zeer gefield op de Hofvermaaken. Zy deedt zich reeds beminnen door de gefpraakzaamheid en omganklykheid, die het onderfcheidend kenmerk van haar geflagi fchynen te weezen. Even  Br. FRANSCHE SPION. 135 Even goedaartig en menschlievende was haar Gemaal ; maar hy was van een anderen aart als de Hertogin, niet zo gefield op pragt en vermaakeu als zy wel gèwenscht hadt. De Graavin de toulouse hadt onlangs den Hertog de pentiiievre, haaren zoon, uitgehuwd aan de Prinsfesfe van Modena, wiens vader, toenmaals een Prins zonder land, en een flagtoffer van zyne verknogtheid aan Frankryk, tot de laagte was gedaald, dat hy het bevel voerde over de troepen des Konings van Spanje. Zy was fehoon, en een gefchikt voorwerp om haaren Echtgenoot gelukkig te maaken. De Hertogin, zyne moeder, zuster van den Hertoge van orleans,hoopte eenmaal haare dochter met haaren neeve in 't hnwelyk te doen treeden, en de Prinsfesfe de conti den voet te ligten; doch deeze, niet minder loos, hadt, meteen goeden uitflag, nieuwe fpringveeren doen werken. Di vernederde flaat des Henogs van Modena was de eenige reden deezer veranderinge van verbintenisfe. Zyne doch. ter was genoodzaakt haare hand te geeven aan een gewettigden Prins, 't Is waar, dat, ten voordeele van dit huwelyk, de Graavin detoulouse hoop hadt, dat de Koning haaren zoon, en gevolglyk ook de zoonen van de Hertoginne du maine, den Prins de dombes en den Graaf d'eu, in hunne oude waardigheden en voorregten zou herdel- letl,  186 de FRANSCHE SPION. len, van welke zy, geduurende het Regemfchap, beroofd waren. Doch het vreemJfte is dat deopllookfler hiervan geweest was de eigen zuster van den Hertog du maiüe en den Graave de t o uLousE,de Hertogin van bourbon, die , zelve gewettigd zynde, hen niet kon vernederen, of de fchande moest op haar zelve nederdaalen. Een nieuw bewys dat de Grooten dikmaals weinig agt geeven op de banden der Namure. Sedert, egter, herftelde de Koning den bovengemelden Gjaaf en Hertog in de waardigheden hunner vaderéi, doch flegts in hun perfoon en voor hun leeven. In deeze omftandigheden kwam den Daufine in Frankryk. De Prins van Asturie hadt zyne zuster maria theresia in naam van den Daufyn getrouwd , en de Patriarch der Indien het huwelyk ingezegend. Drie weeken laater wierdt zy, op het Faifanten - Eiland, door de Spaanfche Hofgrooten, uit 's Konings naam, gefield in handen van den Hertoge delauraguais, fchoonbroeder der geweezene Minnaaresfe de Hertogin de ciiateaux-roux . een bewys, hoe zeer haare naagedagtenisnogby lodewyk den xv in hoogagting ware. In Sprokkelmaand des jaars 1745 kwam zy te Verfa'üles. In weerwil der Oorlogsrampen , wierdt de bruiloft van den vermoedelyken erfgenaam der krooue met ongemeene pragt en kostbaarheid gevierdi Parys  de FRANSCHE SPION. ,g7 Parys vertoonde de in 't oogloopendfte blyken van zynen yver voor het Koninkiyk geflagt. Bernage, Provoost der Kooplieden, liet, in twaalf van de aangenaamfce oorden der flad, zo veele •zaaien ftigten, met ieevendige bloemen en groene bladeren behangen, te midden van het barre faifoen de bekoorlykfle Lente vertoonende. Grooten en kleinen hadden hier een vryen toegang. De ververfchingen wierden 'er rykëlyk uitgedeeld. Onder het geruis ,van, fonteinen, die den wyn met groote flroomen uitflortten, wierdt het oor bekoord door een lieflyk gezang en fnaarenfpel. De vreemdelingen, uit de verfte oorden gelokt om deel te neemen aan de bruiloftsvermaaken , konden zich naauwlyks verbeelden, dat het Koninkryk thans in een kostbaaren en bloedigen oorlog was. • Het oogmerk van alle deeze vermaaklykheden , was niet alleen om een bewys van hoogagtinge te geeven aan het Koninkiyk Gezin, maar ook om lodewyk den xv zyne droefheid te doen verzetten. Zedert den dood der Iaatfle Matrejfe, hadden de fchoonfte vrouwen zich vrugtloos aan. gebooden. Onder dezelve muntte inzonderheid uit de Hertogin de roche chou a rt, zedert een jaar weduw.een allerbekodrlykst fchepzel.Op. gevoed met den Monarch, met wien zy te Rambouilkt in eene foort van gemeenzaamheid hadt geleefd, ftekie zy alle haare i>oogingen, hoewel vrugt-  iSS de FRANSCHE SPION. vrugtloos, te werk om den Vorst te beh.iagen. Zedert hertrouwde zy, uit enkelen fpyt, met den Graaf de brinke, doch ovetleedt achttien maanden naa het huweiyk. Men vleide zich dat onder de vrouwen van den tweeden raug , of zelf uit den burgerflaat, de liefde een nieuwe gelegenheid zou vinden om deezen gekroomden Haaf in boeijens te fluiten. Ten dien einde wierdt op bet Stadhuis een Bal! gegeeven, 't welk de Ko. ning met zyne tegenwoordigheid vereerde. Om het oogmerk te beter te bereiken, wierdt ieder een hier gemaskerd toegelaaten. Met eene aangenaame verwondering zag de Koning hier zo veele fchoonheden byeen : Schoonheden, welke , niet gelyk ten Hove, van de kunst, maar van de natuur zelve haare bekoorlykheden ontleenden. Be. toverd door een zo luisterryk gezigt , liet de Monarch zyne oogen weiden zonder zich te kunnen bepaalen, wanneet' eene jonge Blonde eensklaps zyne aandagt trok. Zy was gekleed als eene Amazone, met haaren koker en pylen over de fchouders; haar hoofdnair, in krullen langs de fchouders zwierende, was doorzaaid met edelge. neen ten; een bekoorlyke halfontbloote boezem prikkelde den lust, Scboone Jatigerin, dus fprak haar de Koning aan, gelukkig hy, dien gy met uwe pylen kwetst! . ... De wonden, door dezelve toegebragt, zyn doodlyk. Dit was her ge. luk-  de FRANSCHE SPION, i8r> jultkig oogenblik om des Konings hart te kwetzen. IVIaar, 't zy ze niet wist wie haar aanipraak, 't zy om eene andere reden,zy antwoorddeniet, en verdween onder de menigte: zodat men nooit heeft geweeten wie zy ware. Eeu EngcIJcbe dam , toen in algemeen gebruik, door twintig jonge dochters uitgevoerd, waar van de eene de andere in fchoonheid overtrof, verdreef welhaast het beeld van deeze hedendaagfche diana. Het vuur der liefde fpeelde door zyne aders. Gaarne zou hy haar allen hebben willen bezitten; de eerfte, welke zich hadt ontmaskerd, zou gewonnen fpel gehad hebben. Doch, dewyl geen van allen zich ontbloott.j, bleef 's Konings keuze ongevestigd. Hy begaf zich dan in een der verfte hoeken van de zaal, daar de vrouwen van minderen rang zaten. In opfehik weeken zy niet voor de aanzienlykflen; voor het oog vertoonden zy eene vrolykheid, welke men alleen in den middelbaarenftaat aantreft. Eene van deeze vrouwen trof hem bovenal; het was de bekoorlyke Mevrouw d'e t i o l e s. In eenen hagen flaat gebooren, was zy de dochter van zekeren poisson, een man van een laag karakter, doch niet van vernuft ontbloot; hy was zeer flekelagtig, en fpaarde zich zeiven niet. Hy was de Slager der Invaliden , en hadt in dat beroep veel gelds gewonnen. Zyne vrouw waseenmensch van alle eer en fchaamte ontbloot. Naa alvoorens met  jpo de FRANSCHE SPION. met baare eigen bekoorlykheden handel te hebben gedreeven, verliet zy zich op die van haare dochter, en door haar dikwyls te zeggen, dat 231 een recht brokje voor den Koning was, hadt zy haat; den lust ingeboezemd om de Matres van den Monarch te worden. Door den tyd was deeze wensch zodanig verfterkt, dat zy niet verzuimde om dien te vervullen; zy liet zich vinden op alle jagtpartyen van lodewyk den xv,en deedt zich by alle gelegenheden door hem op. merken- Naadat zy.door haare geestige redenen, des Konings nieuwsgierigheid hadt opgewekt, voldeedt zy aan zyn verzoek; zy ontmaskerde zich, doch begaf zich voorts onder de menigte, zonder zich, egter, uit het oog te laaten verliezen. Zy hadt op dat oogenblik een Neusdoek in haare hand, en, 't zy met voordagt, of toevallig, liet denzelven vallen. Lodewyk de xv raapte dien op, en haar niet kunnende bereiken, wierp hy haar denzelven beleefjfyk toe. Dit was de eerfte zegepraal van Mevrouwe d'ETioLEs. Een verward gedruis wierdt door de gantfche zaal gehoord, met de woorden: De Neusdoek is geworpen. De Koning, welke in deeze vrouw de fchoonheid befchouwde, welke hy dikmaals op zyne jagtpartyen hadt bewonderd, wierdt te meer op haar verliefd. Twee perfoonen van minderen rang, de neef van Mevrouw d'Eholes en haar vriend,  de FRANSCHE SPION. ,9I vriend, voedden dSeze drift. De Koning was derroaate verliefd, dat hy de eenzaamheid en een vertrouweling zogt. DeHertogDE richelieu deelde meer en meer in het vertrouwen van zynen Meester ten deezen opzigte ,• hy nam de zorge op zich om hem zo dra mogelyk te helpen. Mevrouw d'ETiOLEs was niet van dien rang, dat zy voorwaarden kon bedingen , gelyk de vrouwen, welke haar waren voorgegaan; om te flaagen, was zy genoodzaakt zich in alles naar dej Konings wil te voegen; maar zy deedt het met eene iugeto. genheid, bekwaam om haar gebied uit te breiden.Daarenboven bezat zy in haar vernuft en bekwaamheden de noodige hulpmiddelen, om het ledige van eene fpoedig voldaane drift aan te vullen. Welhaast wierdt zy voor 's Konings Matresfe verklaard en erkend. Het befluit wierdt genomen, dat zy haaren doorluchtigen Minnaar zou verzeilen op den veldtogt, dien hy nog dit jaar zou ondernee-, men, maar in eene foort van Incognito. Juffrouw de poisson lag doodkrank tentyde van de eerfte zamenkomfte haarer dochter met den Koning. Zodra zy verzekerd was van haar geluk, verklaarde zy niets meer te wenfchen en ftierf. Wat aangaat den Heer d'Etioles , hy was te zeer ingenomen met eene bekoorlyke vrouwe , welke hy nog maar weinig tyds hadt bezeeten, dan dat hem zyn verlies niet gevoelig zou treffen; hoop op  iou de FRANSCHE SPION. op gunstbetooningen was niet in ftaat om zyne lief. de te verdryven. Toornig, verwoed, wanhoopig nam hy de toevlugt tot traanen en verwenfchiagen. Dewyl zyne trouwlooze echtgenoote reden hadt om te duchten, dat hy in de vervoeringen van wanhoop een doodelyken aanflag zou onderneemen, was hy het eerfle voorwerp, tegen 'twelkzy haare magt betoonde, door hem in ballingfchap te zenden. Deeze wreedheid ftortte hem in eene zwaare ziekte, welke hem op den oever van het graf bragt, doch tevens de gelukkige uuwerking hadt, dat zy hem de oogen opende; hy kreeg zyne gezondheid te gader met den vrede desgemoeds weder. Van zulk een aart waren de bedryven aan het Hof van Fcrfailles, geduurende den winter , terwyl de Staatkunde elders andere voorwerpen hadt. Tot het voeren van den Oorlog, worden twee dingen vereischt, volk en geld. In Frankryk begon men te bemerken dat men gebrek hadt aan beiden. Zeker is het dat in den Raad een onfeilbaar middel wierdt voorgefteld om ze beiden te erlangen, de vrye oeffening van den Profestantfehen Godsdienst 'mFrankryk,of althans eene gedeeltlyke vernietiging der herroepinge van het Edikt van Nantes. Een raad van dien aart, op zulk eene plaats gegeeven, was het eerfte bewys van den invloed der wysbegeerte op alle de Leden van  de FRANSCHE SPION. ' m van den Staat, en ten aanzien van voorwerpen, van welke dezelve dus lang verbannen was. Tot deeze omwenteling hadt de Heer demontesQüieu 't eerst den weg gebaand in zyne Perfiaanfche Brieven. Hoe uitgebreid en volkryk Frankryk ook zyn moge, door den ruim driejaarigen Oorlog, egter, was het merkelyk van manfchap ontbloot. Bezwaarlyk hadt men de nieuwe wervingen kunnen doen;by gebrek van jongelingen, was men genoodzaakt geweest getrouwde mannen te doen optrekken. De oude Regimenten waren verfmolten. NaauwJyks telde ieder Regiment honderd foldaaten , welke den bryg gezien hadden, en in ftaat waren de nieuwgeworvenen in den wapenhandel te onderwyzen. Nogthans moesten de troepen aangevuld worden. De boeren, uit welke deeze aanvulling gefchiedde, verminderden op de dorpen; de onmogelykhejd, om de belastingen tebetaalen, hadt veelen genoodzaakt den akkerbauw en zelf hun vaderland te veilaaten; noodzaaklyk waren hierdoor des Konings inkomften verminderd. Hoogstdienftig was het deeze onheilen te verhelpen • het zekerfte middel ten dien einde was, den Staat van nieuwe inwooners te voorzien; eigenaartig moest de keuze op de zulken vallen, welke door hunne geboorte of afkomst naauw verknogt waren aan het Vaderland. In 't algemeen bezaten de Protestanten * dee«  io4 DE FRANSCHE SPION. deeze hoedanigheden; door hun verblyf in vreemde landen waren zy naarftiger, ervarener in den Koophandel, ryker en gevolglyk bekwaamer geworden om het Koninkryk te doen bloeien. Men zou dus onderdaanen aan den Koning bezorgen, en dezelve ontrooveu aan nabuurige Mogendheden , die 'er zig mede verrykt hadden, voornaamlyk de Engelfcben en Hollanders, ten dien tyde onze vyanden. Nog andere beweegredenen pleitten voor het geopperde ontwerp. Ten aanzien der vlugtelingen, welke niet verkoozen weder te keeren.was het'ten minnen van dienst, hunnen haat te verminderen tegen een Vaderland, welk hen zo hard hadt behandeld, in gevalle van eenen inval, 't zy m Groot -Britatmie door den Pretendent, of in de Vereenigde Provinciën door de Franfche wapens. Eindelyk raadde de voorzigtigheid , de gunst te winnen van dezulken, die, heimelyk in Frankryk gebleeven, en door de vyanden onder de hand opgetlookt, ten getale van eenige mii. lioenen,onlusten en,mi.fchien,een binnenlandfchen oorlog konden verwekken. Alle deeze volwigtige beweegredenen waren, eger niet benand tegen de vreeze voor de Geest, ljkheid , wier Geestdryvery toenmaals zeer gexaarlyk en geducht was. Verfcheiden maaten «oest dusdanig een Ontwerp voorgeflagen wor- den,  de FRANSCHE SPION. 195 den, en 't was veel dat men het durfde opperen. Tot ongeluk van Frankryk, is het oogenblik van deszelfs daadlyke volvoeringe nog niet aange. broken. Keizer karel de vii, alleen ongelukkig zedert zyne verheffing, fiierf onder dit alles, inden aanvang des jaars 1745. Aan Frankryk was hy, nevens de Keizerlyke Kroon, zyne rampen verfchuldigd. Volgens de gewoonte, door karel den v ingevoerd, wierdt zyn Lyk ten toon gefield, op het oud ópaanscb gekleed. By zyne plegtige begraavenis, wierdt de Aardglobe hem vooruit gedraagen; hem , die, geduurende zyne korte regeering, niet eene enkele provincie hadt bezeeten; in de Bevelfchriften, door den jongen Keurvorst zynen zoon afgekondigd, gafmenhemden tytel van de Onoperwinnelyke : een tytel, welke de nietigheid van hem, welke dien hadt gevoerd, te duidelyker deedt opmerken, en hem dus te belachelyker maakte. Met den dood van karel den vii,verdween de vrugt der poogingeD, door Frankryk aangewend; te meer, dewyl men zich niet kon vleien om de opvolging te bezorgen aan zynen zoon in den ouderdom van zeventien jaaren. Door zyn gedrag, egter, toonde hy de Keizerlyke waardigheid beter te verdienen dan zyn vader. Zonder zich te laaten verleiden door eene ydelegrootheid, I 2 was  ï96 de FRANSCHE SPION. was hy voorzigtig bedagt om zyn Keurvorftendom te bewaaren en aan zyne onderdaanen den vrtd.'te bezorgen. Men wil dat de Graaf van sec ken. dokff, die over zyn Leger het bevel voerde, hem hadt aangeraaden zich met het Huis van Oss. tenryk wederom te vereenigen; dat deeze Veld" heer, geldgierig van aart,die degoude k'einoodien van wylen zynen Meester in pand genomen, en van Frankryk onnoemelyke fommen hadt ontvangen , misnoegd was toen men hem niet meer konde geeven. Nogthans volhardden de Franfcben met de Beijerfcben hunne foldy te betaalen, en zonden hun daarenboven 6,coo Hesfen, 3,000 Paltzers en hunne Duitfcbe Regimenten. Met dit alles was de jonge Keurvorst genoodzaakt, zyne hoofdftad te ruimen. Hy begaf zich na Augsburg. Van hier zondt hy berigt aan lodewyk den xv van een Verdrag, door hem geflooten , waarby hy afzag van zyne eisfehen op het Huis van Oosienryk, zich verbondt tot eene volkomene onzydigheid en om de vreemde troepen zyue Staaten te doen ontruimen, In zekeren zin moest dit befluit den Franfcben Koning fmaaken; hy vondt zich daardoor ontflagen van een bondgenoot, die hem flegts tot last was. Niet zo aangenaam, egter, waren hem eenige heimelyke voorwaarden van het verdrag. Strydig met de inzigten van Frankryk, 't welk hy zo veel gelds gekost hadt, hadt de Keurvorst zy-  de FRANSCHE SPION. i97 zyne Item aan den Groothertog beloofd, en,daarenboven, zich verbonden, aan de Koningin van fïungarye troepen te leveren en van de Engelfcben geld aan te neemen. Naa verloop van tvree jaaren vatte dus de zoon de wapens op tegen een Monarch , die zynen vader de Keizerlyke Kroon bezorgd hadt. Met den dood van karel den vii,fcheende Oorlog een einde te zullen neemen. Maar in Frankryk hadt men nu, als toekoomenden Keizer, het oog Iaaten vallen op den Koning van Poolen, Keurvorst, van Saxen; de grondbeginzels der Regeeringe waren dertnaate veranderd, dat zy den Keizeriyken Schepter aanboodt aan een Monarch,ryk geworden door den prooi des Schoonvaders van 1 od e w y k d en xv, dien zy zints lang als een Ryks. overweldiger hadt befchouwd. In de daad, op den achtflen van Louwmaand des jaars 1745, was 'er een verdeedigeud verbondgeflooten tusfchen de Ko. ningin van Hungarye, de Koningen van Poolen en Engeland en het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, waarby deeze Mogendheden elkander over en weder in (tonden voor haare Staaten. Wien zogt den Koning van Po,len te misleiden, niet alleen door den luister deezer waardigheid, maar ook door het regt, welk zy hem gaf, om een gedeelte der Oostenryk/cbe erflanden in zyn Huis te doen vvederkeeren, Het heimelyk oogmerk van dit alles 1 3 was,  19? de FRANSCHE SPION. was, hem af te trekken van zyne nieuwe verbintaiisfe, en alzo meer invloeds te bezorgen aan den Koning van Pruisfen, en de Koningin van ƒƒ»»garye tot bet aanneeraen van den Vrede te noodzaaken. De Saxifche Regeering merkte denftrik, cn boette haaien meester om in denzelven te vallen; zy deedt hem opmerken, dat hy de Keizerlyke waardigheid aanvaardende, zyne eigen Kroon be• zwaarlyk zou kunnen handhaaven. De Koning van Poolen, niet eerzuchtig van aart, leende het oor aan deeze bedenkingen, en wees de voorflagen van Frankryk van de hand. Hy verbondt zich met de Koningin van Hungarye, en gaf baar zyne ftem voor haaren Gemaal, terverkryginge der Keizerlyke waardigheid. Midlerwyl kreeg hy ook den Koning van Pruisfen tot vyand, die van party wisfelde zo dikmaals zulks met zyne belangen overeenkwam. Terwyl hy zelve Prins karel in 't oog hieldt,zondt hy een zyner Gencraalen tegen den Koning van Poolen,die naa den flag by Kesfelsdorp te hebben verlooren, Dresden hadt verlaaten en met een gedeelte van het Koninkiyk gezin na Praag was geweeken. De Koning van Pruisfen, van Prins karel niets meer te vreezen hebbende , trok na Dresden, daar hy zyne inttede deedt op den zelfden dag als de K.-urvorst de ftad hadt verlaaten. Kort daarnaa wierdt de Groothertog van Toskaane tot Roomsen- Ko-  de FRANSCHE SPION. 199 Koning cn vervolgens tot Keizer verkoren, onder den naam van franciscus den r, Frankryk wierdt hierdoor in den Oorlog ingewikkeld. De Prins de conti kreeg bevel om in Duitscbland een verweerenden kryg te voeren. Ue Koning zelve nam op zich om in eigen perfoon da veroveringen in Vlaanderen voort te zette n,'t jaar te vooreu afgebroken. In weerwil van het onlangs voltrokken huweiyk,was hy genoodzaakt den Daufyn zyn woord te houden , en hem vryheid te geeven tot het bywoonen van de aanflaande veldtogten. De Maarfchalk van saxen voerde het bevel over het Koninkiyk Leger. Naa het vereenigde Leger der Bondgenooten lang in onzekerheid te hebben gehouden, doeg hy het beleg om Doornik; dit was de fterkfte Barrière-plaats, eenmeesterftuk van vaüban. De Algemeene Staaten hadden hier van de tydingniet ontvangen, of zy namen het moedig befluit om hunne Generaals te beveelen flag te leveren. In deezen toefland van zaaken begaven zich de Koning en de Daufyn opreize. Geheel Parys beefde op de gedagte van het gevaar, welk twee zo dierbaare hoofden te gemoete trokken. By ontftentenis van hun moest de Kroon koomen op den Hertog van ohlea ns, die met de Monniken van st. geneveva de handen ten hemel hief, terwyl anderen I 4 ftree.  ico de FRANSCHE SPION. flreeden. Hy was een Heilige, maar men hadt een Held noodig. ■ De Koning, op den zevenden van Bloeimaand te Beuay gekoomen, ontving 's avonds, zo als hy zich zou nederieggen, een Renbode van den Maarfchalk, hemboodfchappende dat de vyand in aan tqgten naby was, Myne Heercn , fprak hierop de Koning tot zyne Krygsoverif en, men moet geen tydverliezen; ik vertek morgen vroeg ten vyf uuren: men laat e den Daufyn flaapen. Doch de Prins, des verwittigd , bevondt zich genoegzaam te gelyk met den Koning in de Legerplaats voor Doornik; tezamen verkondfchapten zy de plaats, welke tot het flag. veld moest dienen. De Soldaaten hadden den Dau. fyn nog niet gezien. Hy was reeds vry hoog opgefchooten en gehard tegen de vermoeijenisfen van een veldtogt. Hy behoefde zich flegts te vertoonen om de genegenheid van 't Leger te winnen. Door de tegenwoordigheid van twee zo doorluchtige perfoonaadjen aangemoedigd, brandde een ieder van vegtlust. Op Dingsdag den elfden van Bloeimaand, wierdt lodewyk de xv vroeg in de morgen opgewekt; hy zelve wekte den Graaf d'a rgenson, Geheimfchryver van Oorlog. Welhaast kreegen zy de tyding, dat de vyand in flagorde gefchaard in aantogt was. Straks begaven zich de Koning en de Daufyn over  be FRANSCHE SPION. 50i over de Schelde ,en fielden zich aan het hoofd van 't Leger by Fontenoi. De Ivlaarfchnlk verzogt hen, dat zy wederom over den ftroom wilden trekken ; doch zy weigerden het, en plaatften zich zo naby het flagveld, dat zy konden gezegd worden in het gevaar te deelen , hoewel met de omzigtigheid aan bunnen rang voegende. Het gewigt van deezen veldfiag noopt ons om 'er een omfiandigerberigt van mede te deelen, dan van diergeiyke voorvallen, welke ons in *t vervolg zullen voorkoomen. Ten vyf uuren in den ogtent kwamen de Legers aan elkander. De rechter vleugel der Franfcben ftrekte zich uit tot aan het dorp Antoin, de (linkervleugel tot aan het bosch van Barri, de middelhoede lTondt by Fontenoi. De vyand vertoonde zich in drie hoopen ; de Graaf vankonigzek geboodt over de rechter, de Prins van waldek over de flinker vleugel, de Hertog van kumber. land over de middelhoede. Ten zes uuren dee.' den zy een kanonfehoot, zynde het zein van het gevegt. By ieder losbranding, wierdt de grond met lyken bedekt. De Maaifcbalk v a n s a x en , die in perfoon alle posten bezogt, en van de zyde der Hollanderen aan een aanhoudend vuur bloot ftondt, ontveinsde aan de zynen het gevaar nier. Myne Heeren, fprak hy tot zyn gevolg, uw leeven is heden noodzaaklyk. Hy verbeeldde zich, een tyd lang, dat de vyand het Franfche Leger dus zogt J5 ,e  20a de FRANSCHE SPION. te ontrusten, en- aldus de verovering van Doornik te veitraagen of onmogelyk te maaken. In de daad, zy waren zodanig gelegerd, dat zy met geen voordeel konden aangetast worden, en het Leger der belegerden geduurig ontrusten. Dit was betgevoelen van den ouden Generaal van kohi g zek, maar de Hertog vankumberland wilde naar geenen raad luisteren. Naa dit bloedig voorfpel, trokken de Bondgenooten in de fchoonfte orde aan. Zy maakten de vertooniiig als wilden zy de drie vyandlyke hoopen te gelyk aanvallen; doch eensklaps zwenkende, vielen zy op de middelhoede aan. Dit hadt men' verwagt, en zy wierden dapper afgeflagen. In weerwil van deeze woede, hadt men met zeer veel befchaafdheid en bedaardheid den flag begonnen. Van weerskanten hadt men de Krygsbevelhebbers elkander zien groeten door het afneemen van hunne hoeden. Milord charles hay, Kapitein van de Engelfche Lyfwagt, tradt buiten de gelederen; de Graaf d'ANTKitocHE, Luitenant van de Gra« nadiers van het Regiment Franfche Guur des, tradt hem te gemoet, Myne Heeren van de Franfche Guarde , riep de Engelfche Kapitein, fchiet. Neen, Mi lord, hernam de andere, wy fcbieten nooit eerst. De Hertog vak kumberland, den geringen uitllag van deezen aanval ziende, viel op de flinker vleu.  be FRANSCHE. SPION. 203 vleugel der Frarfcïen aan; deezen verloeren "er veel volks. De Hertog van grammont fneu. velde hier door een kanonkogel. Nog dien zeilden morgen hadt de Maarfchalk de noailles tot hem gezegd : Myn neef, op den dag van een gevegt moeten wy elkander omhelzen; misfehien zullen W) elkander niet meer zien. Hy ftierf met veel bedaardheid. Geef egt op u zeiven , zeide hem de Graaf van lowendhal, uw paerd is dood. En ik ook, gaf hy tot antwoord. Ongevoelig hadden de Franfcben grond verlooren en bevonden zich driehonderd fchreden beneden Fontenoi. By de uitkomst wierdt de ftand na. deeüg voor den vyand, die dus aan een dubbel vuur was blootgefleld. Thans (lelde de Hertog van kumberl'and kunstgreepen tewerk, die hem eene plaats deeden verdienen onder de grootfte Kapiteinen zyner Eeuwe. Midierwyl vertoon, de zich de Maarfchalk van saxen overal, daar het gevaar 'c dreïgendfte was ; nu eens was hy te voet, dan reedt by te paerd, zom. tyds wierdt hy in een Rosbaar georaagen : want uit eene zwaare krankte was hy nog niet herfteld. Indien wy al het grootmoedige en heldhaftige van deezeu dag wilden verhaalen, zouden wy geen einde vinden. Luttaux , Eerfte Luitenant- Generaal van bet Leger, opderrigtvanbet gevaar der middelhoede, vloog ha Fontenoi, daar by gevaatlyk wierdt gekwetst. Zyn Aide de Camp I 6 v hem  aoA de FRANSCHE SPION. hem verzogt hebbende, zyne wonde te laaten verbinden , riep hy uit: De dienst des Konings is my dierbaarder dan het leeven. Hy week niet voordat hy van nieuws twee doodlyke wonden hadt ontvangen. Hy behieldt zyne gelykmoedigheid tot aan zyn uiterfte, en eenige foldaaten van het Regiment Guardes ontmoetende, zeide zy: Myne vrienden, vereenigt u met uwe fpitsbroeders, die de brug van Calonne bewaaren. Deeze brug wierdt meer en meer van gewigt-, men was reeds op des Konings aftogt bedagt, en hy moest over denzelven trekken. Zyn gevolg fmeekte hem voor zyne eigen veiligheid en die van den Daufyn te zorgen. In 't begin van den flag Honden zy op eene kleine hoogte, daar het vyandlyk gefchut geduurig opfpeelde. Een kogel viel neder voor de voeten van zynen zoon. Myn Heer de Daufyn, riep hy hem we, geef dien kogel den vyand weder; ik wil niets van hem hebben. Een bediende van den Graave cI'akouhson, die verre agter den Koning flondt, wierdt in het vooihoofd van een Musketkogel getroffen. Lodewyk de xv gaf naauwkeurig agt op alles, maakte zeer oordeelkundige aanmerkingen , en gaf diensvolgens zyne bevelen, dech altoos met zyne gewoonebezadigheid en in gevolge van den raad van den Veldoverfle. Hy zeide dat hy deezen flag by. woonde om onderrigting te ontvangen en zynen zoon  de FRANSCHE SPION. 205 zoon te onderwyzen. Om de zelfde reden verliet hy deezen post, en week na Antoin. Hier kwam hem de Marquis de meuse, uit naam van den Maarfchalk van saxen, fmeeken, dat hy over den brug wilde trekken, met de verzekering van de wanorde zo goed mogelyk te zullen herflellen. O, hernam de Monarch, daarvan ben ik wel verzekerd ; doch ik zal blyven daar ik ben. Midlerwyl kon de Daufyn bezwaarlyk bedwongen worden; hy liep reeds met den degen in den vuist,en nep : Laaien wy aanrukken, Franfcben; waar is dan de eer der Natie. De vyand, zich reeds van de overwinning ver zekerd houdende , maakte een luid vreugdege'fchal. Het weergalmde tot Doornik toe. De foldaaten, die van de bolwerken den flag aanfchouwden, maakten zich gereed om de nederlaag derbeIegeraaren te voltooien. De bezetting maakte toebereidzels tot een uitval; doch dit wierdt haar van buiten belet. Thans befloot men tot eene laatffe pooging. Het huis des Konings, 't welk nog niet gevuurd hadt, wierdt thans aangevoerd. Door het voorbeeld van deeze nieuwe Troepen aangemoedigd, kreegen de overige mannenmoed. Eislyk was de flagting aan weerskanten. De Hertog van Kumberland bedekte zyn verlies; dat der Franfcben was openbaar. Men begon nu nog meer dan voorheen op den 1 7 af.  2o5 de FR ANSCHE SPION. aftogt te denken. Zv, die naby den Koning waren, rekenden de;i ÜV- verlooren ; te Fontenoi en in de vr-rfchansflv: van Hét bo-ch van Barri hadt men geene kogels meer. D» meesten, die het grof gefchut hadden bidïend, waren gefneuveld; de Maarfchalk van saxen hadt bevel gegeeven om den post van Ar.toin te ruimen; hy was nu alleen bedagt om eene algemeene hèderlaag te voorkoomen. De fchrik was onder de Franfcben geflagen; een groot getal Ridders waren reeds in wanorde gedreeven na de plaats, daar de Koning nrt zynen zoon zich bevondt. Deeze beide Prinsfen waren door de menigte vaneen sefcheiden. De Koning veranderde niet van gelast; het vertoonde de gedaante der droefheid, doch niet van gram • fchap of verlegenheid. Thans hieldt men een vry oproerigen Krygsnad by den Koning; men drong hem, in den naam van 't vaderland, om zyn perfoon niet meer te waagen; hy wederftondt dien raad; hy gevoelde, welke nadeelige gevolgen thans zyn aftogt zou hebben. De Maarfchalk van saxen kwam op dit oogenblik; de Koning ondethieldt hem over dit onderwerp der raadpleegingen. Wie is de bloodaart, riep hy uit, die uwe Majefteit deezen raad geef tl Vóór den flag was het ook myn gevoelen. Nu is bet te laat; de dingen ftaan niet wanhoopigge* tioeg. Kort daarna verfcheen de Hertog de ri- ch£'  ' de FRANSCHE SPION. i0? chelieu; deeze (lelde de gemoederen gerust;hy verzekerde, dat 'er nieuwe voorraad van kogels wasgekoomen,en dat Fontenai het nog hielde- hy verklaarde de kolom, door den Hertog vak kom. herland, met zo veel krygabeleid geformeerd, verkondfchapt te hebben,en dat dezelve met eenige Hukken gefchut kon gebroken worden. Dit was de inval van een Onderbevelhebber van het Gefchut. Gelukkig waren 'er drie (tukken kanon ten dien einde by de hand. De Koning beval den Herrog de pe-. Q u ignv om dezelve aan te voeren. Straks vliegt hy na de plaats, daar ze lagen, roepende: Wykt niet : de Koning wil , dat deeze /lukken ge. febut de overwinning zullen aanbrengen. Men richt ze tegen het Leger desvyands, die zich reeds vleide meester te zyn van de Franfche Legerplaat?. In alleryl lost men dezelve verfcheiden maaien. Door dit middel wierdt de kolom, dus lang oudoordring. baar, verbroken. Des Konings huis dringt 'er in* en wordt welhaast gevolgd van andere Regimen. ten. Men ftrydt man tegen man met blanken fabel. Eislyk was de verwarring; de Franfche Karabiniers, de Ieren voor Engelfchen aanziende, doen hen Uitroepen : Lang leeve Frankryk! doch ongeluk, kig naadat 'er reeds eenigen gefneuvela waren. De Franfcben,door den eerften tegenfland verbitterd, gaven geen kwartier, en hieuwen alles neder wat hun voorkwam. Die het zwaard ontkwamen, wierden  ao8 de FRANSCHE SPION. den te mortelen getrapt door de paerden , die bykans tot aan den buik in het bloed zwommen, en zich naauwlyhs een weg over den Lykenkonden baanen. Het vreemdfte is, dat de algemeene nederlaag van een Leger,weinige uuren geleeden nog zo onverzaagd, het werk was van een oogenblik. De overigen namen de vlugt. De Fransman , zich verwonderende dat hy niet dan Franfcben ontmoette,haalt eindelyk adem, en fmaakt het zoet van eene zo lang betwiste overwiuninge. Elk redeneerde op zyne wyze over de oorzaak van deeze zege. Zommigen fchreeven dezelve toe aan de tegenwoordigheid des Konings en des Daufyns, andere aan de bekwaamheid des Maarfchalks van saxen; deezen aan den wakkeren aanval van *t Koninkiyk Huis, geenen aan den vond des Hertogs de richelieü; eenigen, eindeiyk, aan de dapperheid der Troepen. Alle deeze omflandigheden deeden , ongetwyfeld , het baare, doch de misdagen der vyanden waren de voornaamfle oorzaak. De eerfle misdag was, dat zy de verfchansfing van het bosch van Bafri en van Fontenoi agter zich hadden gelaaten, waarvan zy het gefchut tegen de Franfcben zelve hadden kunnen wenden. De tweede, dat zy zonder Ruitery waren aangerukt. De derde, dat zy zich niet bedienden van het oogenblik, toen men uit Fon-  de FRANSCHE SPION. aop Fontenoi flegts met los kruid fchoot. De voornaamfte misflag was die der Hollanderen, die, in ftede van aan te dringen op den post van Antoin en de verfchansfingen, welke denzelven van Fontenoi af. fcheidden , en door dat middel den Engelfchen te hulpe te koomen, nuttelooze aanfchouwers van het gevegt bleeven. Zo dra het flagveld ruim was, bragt de Koning den Daufyn op hetzelve, om hem alzo den afkeer in te boezemen, welken hy zelve altoos hadt gehad, zelfvan de regtvaardigfle oorlogen. Thans zag de jonge Prins met eigen oogen, 't geen by dus lang flegts door het oog der Gefchiedverhaalen hadt gezien: een wyd veld ftroomende van bloed, ledemaaten van hunnen romp afgefcheiden, geknotte lyben, duizenden zieltoogenden, vrngtloos tragtende den dood te ontgaan. Hy verhaalde 'er gevonden te hebben, die, vergeeteude dat zy vyanden waren, de kwetzuuren verbonden , welke zy elkander hadden toegebragt; anderen met den dood worftelende, en het overfcuot hunner bregten verzamelende om te roepen .- Lange leeve de Koning en de Daufyn ! waarmede zy den geest gaven; veelen, over de behoudenis hunner ziele bekommerd, by gebrek van Priesters, hunne zonden aan god belydende en zyne bermhartigheid aanroepende. Op dit akelig fchouwfpel, zo aandoenlyk voor een jong' Prins, flortte hy een vloed van traanen. De  aio de FRANSCHE SPION. De Koning, dit verneeuiende, zeida tot hem: Leer bier, myn zoon , tot welk een prys de overwinningen pekogt worden. De Daufyn antwoordde alleen met zyne traanen. Op dit oogenblik kwam men des Konings welbehaagen verneemen, hoe by de gebwetfte Engelfcben begeerde behandeld te hebben. Ah onze land genoot en, was het antwoord: zy zyn niet meer onze vyanden. In de daad, zy wierden met alle mogelyke omzigtigheid behandeld; een groot gedeelte wierdt vervoerd na Rysfel, alwaar de Kloosters voor Hospitaalen dienden. De juf. frouwen dier ftad verlieten haare Tooitafels en ver. maaklykheden voor eenige dagen; zy verfcheurden haare hembden, om 'er plukzel van te maaken. De vyanden verlooren achtduizend man en veertig ftuk. ken gefchut. Aan de zyde der Franfcben was het verlies insgelyks niet gering, vooral aan Bevelhebbers. Den dienst des Maarfchalk van saxen beloonde de Koning, door hem ten gefchenke te geeven het Park en Kasteel van Chambord, en zyne jaarwedde met 40,000 Livres te vermeerderen. Tien dagen naa de overwinning , gaf zich de ftad Doornik over. De Koning deedt 'er eerlang zyne openbaare intrede, te gader met zynen zoon. Zy waren tegenwoordig by een plegtigen omme. gang. De inwooners waren geftigt over hunne godsvrugtj zy zyu zeer bygeloovig. Zy zeiden Men  de FRANSCHE SPION. 211 ,, Men hadde zich niet te verwonderen, dat de he> „ mei zich hadt verklaard voor een Leger, 'twelk „ twee zo godsdienftige Prinsfen aan het hoofd ■„ hadt." Maar zy bedagten niet, dat het wierdt aangevoerd door een Veldheer, die de Mis niet bywoonde, weinig aan god geloofde, en opdien tyd het flagtoffer was van de vrugt zyner ongebondenheden. De Vorst, wiens Gods vrugt zy zozeer bewonderden, leefde toenmaals in een dubbel Overfpel. Zonder door te dringen in de befluiten der Voorzienigheid , de waare oorzaak van deezen roemryken Veldtogt en van de volgende, was Fa». ttmi. Het Leger der bondgenooten, verzwakt en verftrooid, kon niets onderneemen. Lodewyk de xv, fteeds verzeld van den Daufyn, trok op aan het hoofd zyner benden, om nieuwe overwinningen te behaalen. Oudenaarde, Brugge en Cent vielen hem in handen; indelaatfle ftad deedt hy eene plegtige intrede. Bendermondey Ostende ,Nieuwpoort en Aaib, wierden door hem zeiven, of door zyne Bevelhebbers veroverd. Nimmer hadt lodewyk dexv zo treffende proeven van zyne grootheid gegeeven als in deezen veldtogt. Hy ftelde de wet aan zyne vyanden zelve. Terwyl de Hollanders tegen hem vogten, wierdt hy fleeds verzeld van een Gezant van dat Gemeenebest. In zynen naam deedt hy, in den Haage, twee Ichepen van de0M/;W//^MaatfchaPpyeop. eifchen,  ais de FRANSCHE SPION. eifchen, door de Engelfchen genomen en door den Gouverneur-Generaal te Batavia gekogt. De Abt deu v i l l e , zyn Gezant, bragt de twee verbonden tevoorfchyn tusfchen de beide Natiën, verbiedende het verleenen vanfchuilplaatsindewederzydfcbe navens.aan dezulken, welke pryzen opelkander veroverd hebben , verre van dezelve temogen koopen. De Algemeene Staaten gaven last tot de wedergaave. De Abt, om te beter met zynen Koning een Gemeenebest te verzoenen, 't welk meer uit partyzucht dan uit eigen beweeging deel hadt genomen « den Oorlog, verzogt deszelts bemiddelingen deedt den voorflag om op deszelfs bodem eenever. gadering te beleggen , om een einde te maaken aan den Oorlog. Dit wierdt gevolgd van eenen eisch, dat het Gemeenebest zich zou onthouden van na Groot ■ Britannie te zenden de 6,000 man van de Bezettingen van Doornik en Oudenaarde, die zich verbonden hadden, vóór den 1 January 1747 geenen Krygsdienst te zullen verrigten. De Hollanders waren verpligt hunne troepen te rug te ontbieden, gemerkt de Koning Engeland kon aantasten en de Engelfcben tegen hem geene tröepen konden aanvoeren, die haaren-Eed hadden gefchonden. De Koning van Engeland ,van zynen kant ,hadt deeze veifterking geè'ischt, in gevolge der verbon-  de FRANSCHE SPION. 213 bonden tusfchen zyne Natie en Holland, 't welk hem deeze verfterking moest leveren, in alle ge. vallen van een vyandlyken inval. Zulk een inval hadt nu met 'er daad plaats. De Pretendent hadt, in 't laatst van Oogstmaand, eene landing gedaan in Schotland. Een Manifest, welk hy afkondigde, deedt eenige vrienden van het huis van Staart zich openlyk verklaaren ; welhaast bevondt hy zich aan het hoofd van tien of twaalf duizend man; doch dit was het eenige gevolg van eene eerfte gemoedsdrift, welke hem in het bezit ftel« de van de ftad Edinburg ,en eenige andere plaatzen. By Preston floeg hy 4,000 Engelfchen, viel in Engeland en drong door tot aan Lankaster, zonder vyanden te ontmoeten, die hem we» derftonden, doch ook zonder vrienden die hem te hulpe kwamen. Hy trok tot aan Maclcsfield, 43 mylen van Londen, zonder dat iemand zich voor hem verklaarde. De Hertog van kumeer land, hem een vyand zyns waardig oor. deelende,kwam eindelyk in zyn vaderland terug; hy trok den Prinfe te gemoet, die na Schotland week. Zyne agterhoede wotdt by Clinton geflagen, en verzamelt zich in wanorde by Carlisle; doch hy nam wederwraake te Falkirk, en won aldaar een veldflag, die zyne zaaken fcheen te herftellen, en aan Frankryk eenige hoop gaf op eene  ai4 de FRANSCHE SPION. eene gelukkige kanswenteling ten voordeele van de jongen held. De winter van de jaaren 1745 en 1/46 wierdt in hof-en ftads • vermaaken doorgebragt. By zyne wederkomst te Parys, genoot de Maarfchalk van saxen een nieuwen zegepraal, de eerfte maalais hy in de Opera verfcheen. Terwyl hy zyne zitplaats hadt dicht by het Tooneel, zette juffrouw metz, die den rol van de Oorlogsroem fpeelde, dien Held een Lauwerkrans op het hoofd. De menigte gaf haare goedkeuring te kennen aan deeze eerbetooninge, door haare toejuiching en handge. klap. Om den roem, dien lodewyk de x v te Fontenoi, en in den geheelen veldtogt hadt behaald, vergaf men hem de misdaad, dat hy zyne Matres hadt medegevoerd : te meer dewyl zy zich meestal te fchuil hadt gehouden; veelen wisten zelf niet, dat zy in het Leger was. Het voegde, voor de oogeii van den Daufyn te verbergen, eenen minnenhandel van een te heilloos voorbeeld in het begin van zyn huwelyk : gelukkig ware het indien dit geheim altoos ware verholen gebleeven. Maar de drift des Monarchs groeide onder de lustopvolging derwyze aan, en de eerzucht der Matresfe fteeg zo hoog, dat zy door het gantfche Koninkryk het eenig voorwerp des gefpreUs wierdt. Zy wierdt het  de FE.ANSCHE SPION. 215 het kanaal der gunstuitdeelingen ;de Legerhoofden en Staatsdienaars benoemde en zette zy af; zy was de zegsvrouw van Vrede en Oorlog; doch bovenal hadt zy het bewind over de hofvermaaken, de eenige bezigheid, waartoe zy oevoegd was. Mevrouw d'e tioles hadt zich van haaren Man doen fcheiden; en het voegde haar nu niet meer dien naam te draagen. De Koning fchonk haar den tytel van Marquizinne de p ompadour, de naam van een aloud uitgeftorven geflagt. Inden aanvang gaf deeze nieuwe hoedanigheid aanleiding tot een grappig voorval. De Heer d'e r 101. e s, uit Parys gebannen, doorreisde het Konink. ryk, ter hcrftellinge van zyne gezondheid, en om zyne zwaarmoedigheid te verzetten. Van mannen en vrouwen wierdt hy gevleid en geliefkoosd; de eerfte zogten zyne befcherming te winnen, dean. dere met hem haaren lust te boeten. Mentwyfelde niet of hy zou te Parys wederkeeren en aldaar in aanzien geraaken; dus -dagt men de betoonde gunften ryklyk te zullen vergoed vinden. Op zeker feestmaal, waarop hy ten platten lande wierdt onthaald, ontmoette hy een oud' Landjonker, gelukkig genoeg van noch het Hof, noch den Koning, noch de Minnaares te kennen; hy wist zelf niet dat de Vorst eene Matres hieldt. Nogthans viel zyne aandagt op den eerbied, met welken de reizï. ger wierdt behandeld , en wilde dien navolgen. Aan  aiö de FRANSCHE SPION. Aan iemand, die naast hem zat, vraagt hy den naam des vreemdelings. Men antwoordt hem, dat het de man was van de Marquizinne de fompadour. Hy onthieldt dien naam, en by den eerst volgenden dronk een glas wyns neemende en hem aanziende, rorpt hy : Myn Heer de Marquisnz pompadour, ftaa tnytoe,dat ik de eer bebbe van uwe. gezondheid te drinken,: Elk fchaterde hierop van lachen, uitgezonderd de held, die het voorwerp van deezen miszet was. Mevrouw de pompadour beminde de kun-; ften en weetenfchappen. Terwyl zy nog flegts Mevrouw d'ETioLEs was, wierdt zy opgevvagt van fraaie vernuften en geleerden; de Heer devoltaiee was een van dezelven. Zy gebrniktehem tot haare vermaaken; hy gelegenheid van het hu. welyk van den Daufyn fchreef hy de Prinsfes van Navarre,een Ballet met zang en dans. Hy wierdt hiervoor beloond ,rmet den post van gewoonenKa. merdienaar. Dit gefcheuk was zestigduizend livres waardig, en te aangenaamer, dewyl hy kort daarna de zonderlinge gunst verwierf, van deeze waardigheid te mogen verkoopeu, met behoudenis van den rang, voorregtenen bedieningen. Vo Lt air e zelve boert met zyn dichtftukje en met de overbodige belooning, in de volgende regels, voor de vuist gedicht, en weinig bekend: Mon  de FR ANSCHE SPION, si? Mon Henri Quatre et ma Zaire, Et mon Américaine Alzire, Ne niont jamais valu un feul regarddu Rot; J'avois mille enne mis, avec trèspettdegloire: Les honneurs et les bienspleuvent enfin fur mei t Pour une farce de la foire. In weerwil van den flegten uitllag der Prinsfesfe van Navarre, bleef de Marquizin de pomPADoua niet in gebreke om den Heer de voltaire, by 's Konings wederkomst, aan nieuw werk te helpen. De overwinningen diens Monarchs moesten ftaatelyk gevierd en hy als een Held gekroond worden. De Dichter bedagt eene Opera, de Tempel der glorie genaamd. Lodewyk de xv wierdt hier aangeweezen onder den naam van trajaan. Dit Huk wierdt uitgevoerd, door de Heeren en Juffrouwen van het Hof; de Matres muntte uit onder de laatfte; zy fpeelde den voornaamften rol. Ligt is het te denken, hoe aangenaam het den Monarch ware, door de Glorie en de Liefde tevens gekroond te worden. Een zonderling voorval gebeurde op dit feest. Vol» taire bevondt zich in 's Konings Logie, agter zyne Majefteit. Op het einde van het ftuk, zy. ne blydfchap niet langer kunnende beteugelen, vat hy den Monarch in de armen, en roept in verrukking uit: IVel nu, trajaan, gy berkent K «zei-  aiS de FRANSCHE SPION. u zeiven ! 's Konings Lyfwagt wilde hem over deeze oneerbiedigheid ftraffen; doch de goedhartige geestdry very, daarin doordraaiende, deedt hem vergiffenis erlangen. Ter goedmaakinge der kosten van deeze vermaaklykheden, waartoe de Minnaares niets (paarde, en die het eenig middel waren om de betovering van haaren Koninklyken flaaf te doen duuren, moest het beftuur der geldmiddelen berusten op een per{bon, die volftrekc-vau haare hand vloog. De Heer orry, welke dien post bekleed-de, kon bezwaar, lyk befluiten om aan haare buitenfpoorigheden te wyden, de fchatten ter befcherminge van den Staat 'beftemd. Nevens het ampt van Contrarolleur - Generaal , bezat hy dat van Opziener over 's Konings gebouwen , welk zy in haar geflagt wilde brengen. Zy vondt hiertoe geen ander middei.dandesStaatsdienaars ongenade. Hy wierdt eerlang 3fgezet, en flierf, twee jaaren laater, van hartzeer. De Heer de MACHAULT d'ARNON V ILLE VOlgde hem op in het Staatsbewind; in 't vervolg zullen wy, hem nader leeren kennen. Le nor mant de toubnehem, Oom der Marquizinne de pomrADOUR, kreeg het opzigt over de gebouwen, tot ten tyd toe dat de Heer poisson, zyn broeder, dien post kon bekleeden. Hy was herfchapcn inMarquis oEvANDiEREs;de fpottersnoemden hem den Marquis van cergister. Op een man van laage  de FRANSCHE SPION. aio laage afkomfte, kwam dus een ampt weleer bekleed door den Hertog d'^uTiN, zoon van da Graavinne van toulouse. Midlerwyl waren de Mogendheden bedagt op dj herftelling van de rust van Europa. In de hoop van;een bondgenoot in het Noorden te zullen winnen, hadt Koning lodewyk de Czaarin voor Keizerin van Rusland erkend, 't welk hy tot nog toe niet gedaan hadr. Het verbond van Dresden, nu openbaar geworden, te gader met de verkiezing van een nieuwen Keizer, noodzaakte de Hoven van Verfailles en Madrid zich naauwer te verbinden. De Maarfchalk de noailles wierdt na Spanje gezonden , om den veldtogt van den volgenden jaare 1746 te regelen. Looewyk de xv reikhalsde na Vrede; fehoon hy niets eischte en niets begeerde te behouden, wantrouwde men , nogthans, zyne voorflagen-; men dre;-fhem tot nieuwe veroveringen. Twee groote onwverpen hielden thans den Raad onledig. De Pretendent behieldt het veld in Schotland. Zyne aanhangers, om Frankryk te zyner hulpe te beweegen, vertoonden zynen toefland in het voordeeligst licht. Een eenig perfoon, niet minder verknogt aan zynen Meester, maar beter vooruitziende of oprechter, Milord m a r e c h a l , wilde de Staatsdienaars misleiden. Hy verklaarde bun, dat men, zonder cea kragtdaadigen ondsrK a fland  ïïo be FRANSCHE SPION. fland in manfchap en geld, geenen goeden uitllag hadt te hoopen; dat, zonder dusdanig een hulp,, voor Frankryk niets dan nadeel was te wagten. De rondheid van deeze taal deedt de Regeering befluiten, eenen middelweg te kiezen, hierin gelegen, orn den aanflag des Pretendents niet verder té begunftifeen, dan met de voorzigtigheid be. flaanbaar was, en door het maaken van eene afwending,hem zeiven en den vyand te misleiden. Te Calais maakte men denoodige toebereidzels tot eene landing. Men (lelde een Manifest op, welk in alle voorvallen kon dienen; men zal hieraan niet twyfelen , wanneer wy gezegd hebben, dat de Heer de voltaire daaraan zyne vrugtbaar vernuft befleedde. De Hertog de richelieu bevoudt zich in die haven aan het hoofd van 30,000 man, gereed om op het eerfte bevel fcheep te gaan. Eene vloot kiuiste in bet Kanaal, en bieldt de Engelfchen in geftadige onrust. Het gevolg van deeze voorzorga was, dat men op de kusten van Engeland troepen moest zenden, die den Pretendent uit Schotland zouden hebben kuntien verdryven. Midlerwyl was de Maarfchalk van saxen wedergekeerd in Vlaanderen, daar hy zich aan de wintervermaaken geheel fcheen over te geeven. Op een fchoonen nacht, terwyl hy een Bal gaf aan de juflerfchap te Rysfel, liet by het beleg Haan  de FRANSCHE SPION. aai flaan om Brusfel; in weerwil der ftrengheid van 't faifoen, moest zich de ftad binnen veertien dagen overgeeven. De Koning kreeg eene bezet, ting van negenduizend man krygsgevangen. Dit was het voordel van nieuwe overwinningen. De Hollanders , de Franfche wapens meer en meer hunne grenzen ziende naderen, hadden berouw, dat zy zich niet onzydig hadden gehouden; zy vreesden, dat de gemaatigdheid van lodewyk den xv flegts in fchyn beftondt, en dat zy zeiven het flagtoffer zouden worden van eengefchil, waarby, hoe 't afliep, niets te winnen was. Vergeefs hadden zy, door hunne bondgenooten, voorflagen van vrede laaten doen. Ongerust over de vroegtydige opening van den veldtogt, en voorziende dat de bemagüging van Brusfel weldra van andere voordeden zou gevolgd worden, namen zy de toevlugt tot de gewoone verzoeken. De Algemeene Staaten zonden den Graaf van wassinaar na Ferfaillesfm de hoedanigheid van Gevolmagtigden Afgezant, om aan zyne Majefteit vertoogen te doen van hunne fmarte, droefheid en vertrouwen. Men gaf hem nieuwe verzekeringen van de vreedzaame inzigten des overwinnaars, doch hy verwierf geene veranderingen in het ontwerp van den Veldtogt. Niet meer vermogt de Heer g t ll*s , Raadpenfionaris van Holland, in April van dit zelfde jaar 1746 by den Koning ten gehoor toegelaaten. K 3 Lo-  2i!2 de FRANSCHE SPION. Lodewyk de xv,befloo:en hebbende een derden Veldtogt by te wooren, vertrol; eenige dagen daamaa. De Daufyn verzogt verlof om hem te mogen verzeilen; te gerecder vleide hy zich dit te zullen verwerven, dewyl de Daufïne zwanger was; doch de Staatsdienaars, den flrengen aart en de kloekmoedigheid van den jongen Prime vreezende, rieden zulks den Monarch af; zy verbergden de waare reden onder het voorwendzel van deszelfs ligtvaajfdigheid, in den flag by Fontenoi gebieeken. De Koning was verheugd dus een voorwendzel van weigeringe te hebben gevonden. Hy koos zyne Matres boven zynen zoon. De Marquizin hadt den Monarch geheel in haare magt; dit deedt de genegenheid der Natie voor haaren Vorst eanigzins verkoelen; doch haare verwondering groeide met den luister van nieuwe veroveringen. De Franfcben onderzogten niet wie ze behaalde; de Koning was •er by tegenwoordig. In febyn volvoerde by den eerden plig; van vader zyner onderdaanen; by waagde zich ter hunner befcherminge, om hun den Vrede aan te brengen. Op den 4 May deedt de Koning zyne intrede binnen Brusfel; de Graaf v an lo wend.1 h l, tot Gouverneur aangefleld, boodt hem defhutels aan. Zich voorts aan het hoofd van zyn Leger gefleld hebbende, nam hy, een maand daarna, bezit van Antwerpen. In Juny moest hy het Leger  ttr FRANSCHE SPION. 223 g-r vetiaaien, om teFetfat'lies tegenwoordig te zyn by de bevalling der Daufine. Prins karet. voerde rttatrs het bevel over het Leger der'bond* genooten, maar was niet in ftaat om 'hét verlies van zo veele gewesten te beletten. De Maar* fetratt van saxen, die zyne troepen beminde, en zorge voor dezelve 'droeg, medelyden hebbende met haare vermoeijenisfeu, in den langduurigen veldtogt geleeden,liet, in October, aan dien -Prinfe, door een Trompetter, den voorflag doen, om de krygsbenden de Winterkwartieren te doen betrekken, hem tevens zyne beweegredenen meldende. Prins ka rel antwoordde.dat hydaar 'toe geen order hadt, en het ook niet geraaden vóndt. JVèl dan, hernam de Maarfchalk, ik zal ■hem -daartoe wel noodzaaken. In de daad, by gaf bevel om tegen den tweeden dag zich ten flryde gereed te maaken. 's Daags te voorea wierdt nog in het Leger op den Schouwburg gefpeeld, en juffrouw favart, toenmaals Ma. tres van den Maarfchalk, verfcheen, naadat het ftuk geëindigd was, op het Tooneel, en fprak : Myne Heer en, ntorgtii zullen wy rustdag houden ■uit hoofde van den veldfag ;overmorgm zullen uy de eere hebben te vertimen, enz. Dit was een blyk van het vertrouwen der troepen in haaren Veldheer, en van haare verzekerdheid van de over. Winninge. Deeze volgde in de daad; de vyanden K 4 lie.  224 de FRANSCHE SPION. lieten 32,000 man op het flagveld, en 3,000 gevangenen -• de Franfcben verlooren flegts 1000 man. Naa den flag, die van Raucoux genaamd, wierdt de Ridder d'aubeterre zeer getroffen , door het krygshaftig voorkoomen van eenen gevangen Engelsman, en fprak tot hem : Ik geloof dat indien 'er, 50,000 [oldaatcn, als gy in het Leger geweest waren, wy veel werk zouden gehad hebben om het te flaan. Zonder zich te bedenken , gaf de Soldaat tot antwoord : Wy had. den genoeg myns gelyken; maar het ontbrak ons aan eenen Maarfchalk van Saxen. Niet zo voorfpoedig als des Konings wapens, flsagden die van den Pretendent. Naa ruim een jaar tegen zyn noodlot in Schotland te hebben geworfteld, ftak hy over na Frankryk. Het ver. lies van den flag by Culloden tegen den Hertog van kumbebland noodzaakte hem, om den rol van Vlugteling te fpeelen. Naa verfcheiden maanden zwervens in het gebergte, rekende hy zich gelukkig, de vetvolging en woede zyner vyanden te zyn ontkoomen. Parys ontving den ongelukkigen held met medelyden. Zy, die onkundig waren van de geheime redenen van zyn ongelukkig flaagen , fchreeven het toe aan de flaauwe poogingen, door Frankryk ten zyne behoeve aangewend, en waren des wegen te onvrede op de Staatsdienaars , die hem tot een fpeel- pop  be FRANSCHE SPION. 225 pop hunner Staatkunde hadden doen dienen; doch de wyze, op welke hy zich eeilang gedroeg, maakte hem veragt en gehaat; terwyl zyne aanhangers na het Schavot gefleept wierden, zag men hem deel neemen aan alle de wintervermaaken, Bals, Opera's en Schouwfpelen. Hy nam tot Maires de Prinsfes de talmont, eene der zotfle vrouwen van het Hof, allerbekwaamst, om hem zynen roem en agting te doen verliezen. Eindelyk wierdt hy een (laaf van den wyn en allerlei losbandigheden. Een zy. ner vertrouwelingen waagde het om hem de oiibetaamelykheed van zyn gedrag onder het oog te bren. gen, en hoe zo veele aanzienlyke geflagten, om dat zy zyne zyde hadden gekcozen, in diepen rouwe gedompeld waren. Her antwoord, welk hy daarop gaf, leverde een bewys op van zyne ondankbaarheid en onmeedogenheid. Zyn wantrouwen op Milord makechal was de oorzaak van zyn verderf. Het merkwaardigfle voorval van den Winter des jaars 1747, was bet tweede huwelyk van den Daufyn. In Hooimaand des voorgaanden jaars hadt hy zyne Gemaalin in het kraambedde verlooren. Groot was zyne droefheid over het verlies eener Prinsfesfe, welke hy teder beminde. Dewyl hy flegts Vader van eene dochter was , gefchiedde het alleen om te voldoen aan d»n wenfeh der Natie, dat hy in een tweede huwelyk bewilligde. Alle Mogendheden en geheel Europa verwonderdenziefi over de keuze, toen zy K 5 ver-  226 -de FRANSCHE SPION. vernamen dat dezelve was gevallen op eene Prinsfesfe van Saxen, de dochter eens Konings, die op den throon des Schoonvaders van lodewyk den xv zat, eens Konings, die met deszelfs vyanden naauw verbonden w as. Doch de misnoegdheden derVortten laaten geene diepe fpooren naa. Daarenboven, was Poolen thans het eenige Ryk, welk aan den Daofyu gevoegelyk eene Echtgenootekon leveren. Hierby kwam nog dat de Maarfchalk van saxen, Natuurlyke Oom der Prinsfesfe , door zynen invloed ten Hove, dit huwelyk kragtdaadig doordreef. De Hertog de richelieu deedt het plegtig huwelyksverzoek te Drcschn, in't begin van het jaar 1747. By die gelegenheid herinnerde zish de Prinsfes een zonderling voorval, welk zy naderhand te Ferfailles, aan den Abt soldiki, haaren Biegtvader, heeft verhaald. Op den ouderdom van dertien jaaren, dreef haar de nieuwsgierigheid om het Vrouwenklooster van het St. Sakrament te Warfchauw te bezoeken. Eene oude Non, de hand der Prinsfesfe aangevat hebbende, fprak haar dus aan: Kent gy my F" ■ 1 Ja, was het antwoord, ,', gyzvt Moeder St. Jan. Zy wederom: wel , gezegd, maar myn naam is ook Daufine, en ik „ verzeker u, denk hieraan ten eenigen dage, dat „ de eene Daufine thans eene andere Daufine by de „ handhoudt." Kort naa het plegtig verzoek, wierdt ket huwlyk inge-  de FRANSCHE SPI ON. 22? fn^üé^ertd te Dreven, door den Pauslyken Nun. cii!5. De nitwisfeling gefcbiedde op een fchiereiland in den Rhyn ; de Prins lubomirski (relde de Prinsfesin handen van den 'Maarfchalk de la pare en de Hertoginne de brancas. Twee dagen voor haare aankomst ten Hove, reeden de Koning en de Daufyn de Ko::in!;lyke Bruid tegemoete; zy ontvingen haar te Brie-Comte - Robert. De Prinsfes tradt eerst uit haare koets, en zich aan's Konings voeten nederwerpende, verzogt zy om zyne vriendfchap. Zyne Majesteit boodt baar den Daufyn aan. De verlokkendflebekoorlykheden moest deeze nieuwe Gemaalin bezitten, om hem zyne eerfte Echtgenoote te doen vergeeten. Men verbaalt dat de Daufyn, den eerfien^avond van zyn huwelyk in het (laapvertrek gekoomèn zynde, en verfcheiden tooizels ziende, 'welke hem een zo dierbaar voorwerp herinnerden, zyne boezemfmart niet kon beteugelen, en een vloed van traanen Hortte. De Daufine, zulks bemerkende, wierdt Insgelyfrs bewoogc-n, en fprak bem indeezer voege aan: Fier den teugel aan uwe droefheid, myn Heer, tri vrees niet das ik zulks kwalyk z.üneemen; uwe traanen dienen my tot een waarborg van 't ■ geen ik zelve reèt heb te hoepen, indien ik gelukkig genoeg zy om uwe agting te verdienen. Zy verdien", 'de dezelve, doch wierdt nimmer Meesteres van zyn bsrt in die maate, als de eerfte Daufine het bezeetc-nbadt. Voor 't overige bezat zy ongelyk meer K 6 bekoor-  Sa8 de FRANSCHE SPION. bekoorlykheden van vernuft. Gelyk alleNoordfche Prinsfesfen, was zy zeer zorgvuldig opgevoed. Be • halven haare Moederfpraake, fprak zy het Latyn, Franjch en Italiaanfcb; zy was bedreeven in de Gefchiedenisfen en in de Tekenkunde, nevens an. dere Weetenfchappen, in welke zy geene geringe vorderingen hadt gemaakt. Dit gaf den Heere de voltaire, dien doorfleepenen Hoveling, de aanleiding om haar eenige dichtregels toe te wyden, in welke hy, opeeneflekelagtigewyze, het werkzaam en letteroefenend leeven der Daufine vergeleek met de verveelende werkeloosheid der Koninginne. De Prinsfes was minder voldaan overden lof, dien hy haar toezwaaide, dan gebelgd omdat hy haar be. kwaam agtte genoegen te neemen in bet befpottelyk licht, waarin haare Majesteit geplaatst wierdt. Zeer belemmerende was de toeftand, in welken de Daufine zich ten aanzien der Koninginne bevondt. Met angst verfcheen zy in de tegenwoordigheid van eene Schooumoeder, wier Vader door den haaren was van den throon geftoottn. De Godsdienst ver. dreef door den tyd de gevoelens van afkeerigheid uit het hart van haare Majefteit. Doch de Prinsfes deedt 'er ook bet haare toe. Op den derden dag naa haar huwelyk, moest zy, naar Hofgebruik, aan een Brazelet, hetpourtret van den Koning haaren Vader draagen. Hoewel men over en weder hadt beloofd, bet gebeurde te zullen vergeeven, is het, nogthans,  be FRANSCHE SPION. 229 ligt te denken, hoe fmartlyk het voor de dochter van stanislaus moest vallen , het pourtret van augustus den in, in haar eigen paleis, als In zegepraal te zien fchitteren. Een gedeelte van den dag was reeds verloopen , eer iemand het hadt durven waagen het oog te vestigen op het fchitterend armtooizel. De Koningin was de eerfte, die'er het oog op vestigde en 'er van fprak. Is dit, myne dochter, het pourtret van den Koning uwen Vader? vraagde zy. Ja, Mama, antwordde de Daufine, haare Majefteit haaren arm aanbiedende; zie eens, koe weibet gefykeX Het was het pourtret van stak is laos. Zints deezen dag was de vriendfchap volkomen ; zy leefden te gader in het beste verftand. Het geheele Koninkryk nam deel aan de bruilof», vermaaken van den Daufyn, door openbaare vreugde, bedry ven. Een gemaskeerd Bal wierdt 'er gegeeven, waarop ieder een wierdt toegelaaten. De Marquizhi depompadour wasbedugt dat men zich van dit feest zou bedienen om haar den Koning af te troonen. Zy was op haare hoede, en wierdt door haare zendelingen zowel bediend, dat alle de Bandagen', welke de vrouwen op het hart van den Monarch deeden, mislukten. Een aartig voorval trok de aandagt van den Monarch af en vermaakte hem. In een der vertrekken ftondt een Bufet met allerlei ververfchin. gen gereed. Een geele Domino rigtte de fchroom. £ 7 lykfte  33o de FRANSCHE SPION. lykfle verwoestingen aan in dekeurigfle wynen eti lekkersen. Indien hy een oogerblik verdween, 't was om ftraks nog hongeriger en dorstiger weder te keeren. Dit wierdt van zommigen opgemerkt. De geele Domino trok de algemeene nieuwsgierigheid. De Koning begeerenJe hem te kennen, deedt hem volgen; men bevondt dat de Cent-Suifes deezen Domino gemeen hadden, die, de een den anderen deeze vermomming mededeelende, elkander beurtelings vervingen. Men weet dat één Cent'Sutf, in lyvigheid drie of vier menfehen evenaarende, alleen zo veel kan zwelgen als tien Franfcben te zamen. De aanzienlykfle gast op den bruiloft des Daufyns, was de Maarfchalk van saxen. De krygsroera vanaeezenheld bedekte te welde fchandvlekzyner geboorte, dan datde Prinsfes zulk een bloedverwant zou lochenen. Het berouwde Frankryk dathy niet op zynen bodem was gebooren; hy zelve, een Fransman in zyn hart, hadt brieven van inboorlingfchap verzogt en verkreegen. Naa den flag van Rai/coux, hadt de Koning hem zes (lukken gefchut, op den vyandjbemagtigd, ten gefchenke gegesven , en htm vervolgens verheven tot den rang van MaarfchalkGeneraal der Franfche Legers. Zo veele eerbetooningen wekten den nayver der Hovelingen er:S:aats. dieuaaren. Dit deeut hen bifluiten, met ernst ?an den  be FRANSCHE SPION. 231 den Vrede te arbeiden, om dus zyne zegepraalen ea den groei zyner magt te beteugelen. Diensvolgens wierdt de Vredehandel te Breda begonncn, door den Marquis de puysieux, te ga. der met de Afgevaardigden van Engeland'en de Algemeene Staaten. Doch de Engelfchen waren nogniet gezind tot den Vrede; vooraf wilden zy den Fran • fcbendenfchrik betaald zetten, dien de Pretendent, door hunne opftooking, Groot■ Britannte badt veroorzaakt. Zy deeden eene landing op de Franfche Kust; doch, door misverfland, liep dezelve vrugt. joos af. Niet beter ten vrede geneigd waren de inwoonersdtr Vereenigde Gewesten ; of liever, hit Gemeenebest was in twee Aanhangen verdeeld. De Kooplieden wetuchteu oprechte'yk om den Vrede • doch de Adel, opgeftookt door den Aanhang van het Huis van Oranje, die zich vleide, door het voortzetten van den Oorlog, eene Staatsomwenteling te zullen zien gebeuren, en door de onlusten bevoordeeld worden, kantte zich tegen deeerstge. melden ea kreeg de overhand. Om hun een heilzaaroen fchrik aan te jaagen, befloot men hun het vuur nader voor defcheenen teieggen. De Abt de la ville, 's Konings Gezant in den Haage, leverde, in Grasmaand des jaars 1747, uit naam van zynen Meester, eene Memorie over aan deAlgemeene Staaten, boofdzaaklyk behelzende , dat zy,even als in 1744,111 de vlakten van Iiy, Hy is Koning in de gevangenis; maar watzyt „ gy op den throon ?" De gretigheid, met welke het Algemeen deeze vaerzen las, van buiten leerde en verfpreidde,dien. de ten bevvyze, dat de Leezers genoegen namen in de gevoelens des Dichters. Mevrouw de pompado ur wierdt 'er niet in gefpaard. Menmaakte eene vernederende vergelyking ufsfehen haar en agnes soRéL,Matres van hendrik den iv, en men toonde haare minderheid. Zy liet een ftreng onderzoek doen na de maakers en verfpreiders vaa deeze fchimpdichten , en de Bastilje was welhaast vol gevangenen. Eenige wierden zelf gezonden na Mont - Sint - Micbiel, in de berugte yzeren kooi. Dit is een allerakeligst verblyf, alwaar een mensen noch ftaan noch leggen kan. De Heer d es f o rges, die voor den maaker van deeze vaerzen wierdt gehouden , wierdt 'er onder anderen opge. flooten. De Heer de sroglio, Abt dierpiaat. ze,  24o de FRANSCHE SPION. ze, over zyn lot met medelyden begaan, verwierf, naa verloop van etlyke jaaren, zyn ontflag, en bezorgde hem het ampt van Geheimfchryver, by zynen broeder den Hertog de broglio, die tot Maarfchalk van Frankryk verheven, hem tot Commisfaris van Oorlog bevorderde. Nog verfcheiden andere perfoonen van aanzien wierden hier en elders opgeflooten, doch verwierven eerlang hunne vryheid. Een Staatsdienaar, een vriend des Konings, die zich van zyne onveranderlyke gunst moest verzekerd hebben, indien immer een Hoveling zich daarmede heeft kunnen vleien, indien een Iuisterryke afkomst, langduurige dienften, verknogtheid aan zynen Meefter, verftand, vrolykheid, de gaave van te behaagen, voor ongenade kunnen behoeden : zulk eene Staatsdienaar wierdt eerlang het voorwerp van de wraakzucht der Ivlatresfe. Ik bedoel den Graaf de maurepas; hy hadt zynen fchertzenden geest bot gevierd, ten koste van de Matquizinne, en de Koning hadt 'er om gelachen. Op zekeren dag vondt zy te Marly, onder haar Servet, dit vierregelig vaers: La Marquife a bien des appas; Ses traits font vifs, fes gr aces francbes, Et les fleurs naisfent fous fes pas: Mats, belas! cejont des fleurs Manches. Een  de FRANSCHE SPION. 241 Een bitze hoon was, ongetwyfeld, deeze,-geene vrouw zou dien vergeeven hebben. Te gevoeliger wierdt de Matres daardoor aangetast, dewyl gantsch Frankryk hier door kennis kreeg van een heiraelyk gebrek, 't welk zelf voor haaren Minnaar verholen was. Maar 't bleek niet dat de Graaf inde daad fchuldig was. Een bloot vermoeden was genoeg; hy kreeg bevel om alle zyne ampten neer te leggen. Terwyl Mevrouw depompadour haare heer • fchappy, geduurende den Vrede, bevestigde en uitbreide, gevoelde zy wel dra de zwaarte van den last, dien zy zich zelve hadt opgelegd. Lodewïk de xv, wiens geest door het reizen en trekken, door verfcheidenheid van oorden, den omflag der Legerplaatzen en de optogten der Legers, wierdt afgetrokken, verviel in eene kwyning, uit welke hy door zwaare fchokken moest worden opgewekt. De Matres beminde de kunflen , nam dezelve te baate, en deedt haaren Koninklyken Minnaar onbe. .kende genietingen uitvinden. Zedert eenigen tyd hadt de Regeering proeven laaten doen om in Frankryk porcelein te maaken, gelyk aan het Saxifcbe. Dit was gelukt. De Mar quizin bewoog den Koning om een Porcelein fa» briek op te rechten in het Kasteel van Fïncennes, en het van daar te verplaatzen na Sevo, alwaar een pragtig gebouw wierdt geftigt in het gezigt L vaii  94* be FRANSCHE SPION. van Verfailhs. De twee gelieven begaven zich dikwyls derwaarts, moedigden den arbeid aan door hunne tegenwoordigheid, en deeden alzo meestérHukken der kunfle ten voorfchyn koomen. Om aan deeze waare, die zeer duur was, aftrek te bezorgen, liet de Koning, jaar op jaar, verfcheiden ftukken in zyn paleis brengen, daar zy geveild,en de Hovelingen, om dezelve te koopen, genodigd wierden. Hy onderhieldt deeze gewoonte , zelf naa den dood der Marquizinne, en de geheele waereld weet de volgende byzonderheid. De Abt de pernon, een jong Raadsheer in het Parlement, befchouwde en bewonderde de fraatfe Hukken in de Gallery van Verfailhs, wanneer de Koning h»m voorbygaande tot hem zeide : Wel nu, Abt, neem dat, bet is fraai, en toonde hem tevens, een der pragtigfte ftukken, Sire, antwoordde de Abt, i* ben zulk een groot Heer niet, en daartoe niet ryk genoeg. Neem bet evenwel, was des Konings wederantwoord, eene groote Abtdy zal alles betaalen. En, in de daad, zyne Majefteit derGroot-Aalmoezenier ootbooden hebbende, beval hem de vetfte openftaande Prebende aan den Abt de per non te fchenken. Boven hebben wy aangemerkt, dat Mevrouw be pom?adoür op het Tooneel zeer wel haaren rol fpeelde. Dikmaals wierden 'er Tooneelftukken gefpeeld in de kleine Apartsmenten, alwaar  de FRANSCHE SPION. 243 waar de aanzienlykfte en agtbaarfte Hofgrooten zich met deeze oefFening onledig hielden om den Koning te vermaaken. Aan haar is men verfchuldigd die Tooneeldrift , welke i» geheel Frankryk, tot de Prinsfen, de Grooten en de burgers, zelf tot in de kloosters is doorgedrongen, en de zeden der jeugd vergiftigende, door de menigte van kweekelingen, tot zo veele fchouwfpelen noodig, het zedenbederf ten hoogden toppunte heeft doen klimmen. Daarenboven boezemde de Matres den Koning eene dwaaze bouwzucht in. Wy hebben gezien, dat hy daarvoor reeds eenigen firuak hadt, doch door de kosten wed.-rhouden wierdt. Zy deedt hem deeze bedenking oyerflappen; alle Contrarolleurs-Generaal moesten voortaan niets meer onmogelyk vinden, o;u te voldoen aan de grilligheden van den Monarch ten deezen opzigte. Welhaast zag men eene menigte kostbaare gebouwen ten voorfchyn koomen , minder gefcliikt om de grootheid dan de dwaasheid van den Eigenaar te doen in 't oog loopen. Eehalven de hoofdtogten van Compiegne een Fontaimbleau, verfchafte zy dus aan lodewyk den xv herbergen voor zyne tydverveeling, welke hy ovsral mede voerde. Zy raadde den Koning tot eene reize na llavre, een van zyne Scheepsmagazynen. Van dienst zou deeze inval hebben kunnen weezen, door hem kenL 2 nis  144 »E FRANSCHE SPION. nis te doen verkrygen van dat zwakke gedeelte des Staatsbewinds, waar aan men zich in goeden ernst begon te laaien gelegen zyn. Maar deeze reize was even beuzelagüg, als zy, welke dezelve hadt aangeraaden. Dit mag ook gezegd worden van het kampement van Cimpiegne, in Hooimaand des jaars J750 opgeflagen, onder voorwendzel om aan den Vorst eene nieuwe bende te vertoonen, onder den naam van Franfche Granadiers. Deeze warsn de bloem van de afgedankte of verminderde Regimenten. Mevronw de pompadour befckouwde dit wapenvertoon, als eene plaizierparty voor den Koning en voor haar zelve. Het diende alleenlyk om den Koning voor een oogenblik den tyd te helpen verdryven zonder hem te vermaaken, om zondereenig nut veel gelds te verfpilien , en om Frankryk te beter te overtuigen van de magt, de weelde en verkwisting deezer vrouwe, die by de Natie meer en meer gehaat wierdt. De meeste Staatsdienaars vioogen van haare hand, en zy, die niet by haar in gunst Honden , door de ongenade van den Graave de maurepas gewaarfchuwd, gebruikten ten haaren opzigte alle mogelyke omzigtigheid. Onder deeze behoorde de Graaf d'a «gen son, die ver. dagt wierdt gehouden, dat hy haar by den Koning den voet zogt te ligten, en zyne Matres de Marquizin d'estkades in haare plaats te Hellen. Doch  de FRANSCHE SPION. 245 Doch , tot zyn geluk, maakten zyne groote be. kwaadheden hem noodzaaklyk. De Koning eerbiedigde in hem den laatstaangeflelden Staatsdienaar van den Kardinaal de fleury, die hem als een der ftevigtle fleunzels van het Ryk befchouwde. Zyne wellustige leevenswyze hinderde zynen Staatsarbeid niet. Geëerbiedigd van hetkrygsvolk,zogt hy zich by hetzelve bemind te maaken. Den hoogden eerbied bezat hy voor dat pragtig Gedenkfhik van lodewyk den xiv, de vryplaats van afgeleefde, verminkte of zwakke krygslieden. Dewyl de armoede dikmaals het deel was van de hoogde geboorte, en zelf van de hoogde krygswaardigueden, voegde by nevens het Hospitaal der Invaliden eene huisvesting voor de Staf• Officieren, die aldaar hun verblyf wilden neemen. Meer aantrtkke. lykheids en vermaaks wilde hy geeven aan dat Hospitaal, door middel van aangenaame wandelplaatzen, Elizeefche velden in deeze waereld; alwaar men zou zien waaren de fcbimm?n deezer Krygshelden, by voorraad in den dienst des Vaderlands gedorven. In deeze plaats verleende hy zomtyds gehoor; hy verbeeldde zich, dat hy aan dezelve meer aanziens geevende, de grootheid daarvan op zyn Staatsbewind zou doen nederdaalen. Niet minder beroemd maakte hy zynen naam door andere inrigtmgen. Volgens een averechtser» gebruik, van overoude tyden herkomltig, moest een I- 3 krygs-  346 de FRANSCHE SPION. krygsbevelhebber, die aan zyne verdienden zyne bevordering was veifchuldigd, in den Oorlog grys geworden , met eere en wonden bedekt, in den rang van den geoieenen burgerfland wederkeeren, terwyl het zedenbederf aan den Pagter, door het bloed der onderdaanen ryk geworden, voor geld den Adelfland bezorgde. De Adel alleen hieldtzich oudtyds in Frankryk mei den wapenhandel onledig i en indien een gemeen burger, door een onweer* ilaanbaaren drang genoopt , zich aan dat beroep overgaf, verdiende hy welhaast, door de eene of andere dappere daad, om in die orde te worden aangenomen. Het was een prys des naayvers, die wonderen moest baaren ; en, veelligt, heeft de Gi aaf ó'a r g e n s o n , indien wy de zaak uit dit oogpunt befchouwen , eene fchynbaare onregtvaardigheid wegneemende, de krygsdapperheid ontzenuwd. Wat hier van zy, eene algemeene goedkeuring vondt het Bevelfchrift, welk hy den Koning deedt afkondigen, als moetende de dankbaarheid van het riaageQagt verdienen, en zyne regeering voor altoos gedenkwaardig maaken. Door deeze wet flelde de Koning een Krygs • Adel in, welke van regtswegen wierdt verkreegen , niet alleen door de zulken , die tot den rang van Staf - Officieren zouden klimmen , maar ook door die geenen, welke in de hoedanigheid van Kapiteinen zouden dienen, en wier Vader en Grootvader in de zelf-  de FRANSCHE SPION. 247 zelfde hoedanigheid gediend hadden: Faire et Ave miliiibus, In gevolge van deeze wet, kwam eerlang eene andere in 't licht, welke, met eenwys. geerig oog befchouwd, misfchien meer blonk dan vastigheid bezat. Een krygsfchool wierdt 'er gefligt, huisvesting, onderhoud en onderwys in do Oorlogskunde bezorgende aan vyfhonderd Fran. Jche Edellieden, voornaamlyk de zulke, wier vaders, van geene middelen voorzien, in don dienst des Konings zouden geftorvcn zyn, of hem in zyne Legers overleeven. Onder de Staatsdienaars,welke thans het bewind in handen hadden, zou de Marquizin de pompadoup. gaarne gezien hebben den Marquis de vaüdiebes, haaren broeder-, doch zybegreep, vermids hy geene fchitterende bekwaamheden bezat, en zyne onbedrevenheid in het Staatsbewind niet door den luister zyner geboorte, noch door weezentyke of fchynbaare dienden vergoed wierdt, dat het voor hem best zou zyn, te blyven daar hy was. Door het overlyden van den Heere de MORMANT de T O U R N e H e M Verviel Op hem het ampt van Direkteur Generaal van 's Konings gebouwen, tuinen, kunden en handwerken. Dit was in zyne foort een eigenlyk Staatsdienaarfchap; hy arbeide onmiddelyk met den Koning ;hy deelde ampten en jaargelden uit. Toen deeze jongeling eerst aan het bewind kwam, het fchoolftof naauw l 4 Jyks  4« B! FR ANSCHE SPION. lybs hebbende afgefchud, bloosde hy over de onderfcbeiding, met welke by behandeld wierdt,zo weinig aan zyne geboorte voegende. Zedig erkende hy zyne beteuterdheid in de Gallery van Ferfailles, daar hy niet kon verfchynen, of hy wierdt telkens omringd van een drom van Heeren. „ Naauwlyks, zeide hy, ban ik myn Zakdoek laa„ ten vallen, of eenige geordende Heeren bui„ gen zich om elkander de eer te betwisten om „ dien op te raapen." Welhaast wierdt hy toegtlaaten tot de kleine Avondmaalen; de Koning noemde hem zynen kleinen broeder. Wanneer zyne zuster, op zekeren dag, met hem alleen bet middagmaal zou houden, kwam de Koning onverwagt in haare kamer; vernomen hebbende dat zy haaren gast wilde laaten gaan, riep hy uit .• Dit zal ■niet gefcbleden ! uw broeder behoort tot bet gezin; in ftede van het Bord weg te neemen, V welk voor ban gefchikt was, wil ik dat 'er een derde Bord op tafel gezet worde : wy zullen met ons drieën ecten. Hoe zou hy niet van hoogmoed duizelhoofdig worden ? Hoe 't zy, hy bezat de edele eerzucht om in zyn beroep uit te munten. Met nut bediende hy zich van zyne blaakende gunst by den Koning, en van den fmaak zyner zuster voor de fraaie kunften. Twee Akademiën bragt by in aanzien. Die der Eou.vkunde, welke in den jaare 1671 was opgerecht,"  de FRANSCHE SPION. 249 recht, zedert ctlyke jaaren haare vergaderingen hielde in het Kasteel de Louvre, en in den jaare 1717 door opene brieven was bevestigd, hadt kiagtdaadige aanmoedigingen noodig. De Matres deedt hier het haare toe. De Heer de marigny beloofde Pryzen, die den naayver der jongelingen wekten } de gekroonden wierden, op 's Konings kosten,na Rome gezonden, om aldaar de oude gedenkftukken te zien en te beftudeeren. Hy kreeg den grootfehen inval om de Louvre te voltooien, dat pragtig gebouw, een fpreekend bewys zowel van de grootheid der Franfche Monarchen, als van hunnen kwaaden fmaak dat zy het niet bewoonen of van hunne onmagt om het te voleindigen. Een ongeloofiyken opgang maakte de Bouwkunde on. der deezen nieuwen Mecenas. De verdeeling der kamers was eene der voornaamfte uitvindingen. Dus lang kende men niets anders dan lange Galleryen en ruime zaaien. Wy hebben gezien, hoezeermen de vorderingen deezer kunst bewonderde te Choify, ten vennaake van 's Konings eerfte Matresfen; doch de Marquis demaeigny bragt dezelve tot hooger volmaaktheid , ten aanzien van de fchikking en verdeeiing der verfierzelenen huisgeraaden, een gedeelte van de Bouwkunde. Petrohics zou hem genoemd hebben Elegantiarum arbi» ter. Niit minder is hem de Akademie der Schilder, L 5 ea  s5o be FRANSCHE SPION. en Beeldhouwkunde verpligt; geene mindere vorderhig-'ii hebben deeze onder zyn beftuur gemaakt. In den jaare 1740 was het gebruik ingevoerd om de werkftukken der Leden van de Akademie, in de groote zaal van de Ls«w£,openlyk ten toon te ftellen. Maiucny moedigde deeze gewoonte aan , doch, om 'er te meer aanziens aan te geeven, wilde hy dat zulks flegts om het tweede jaar zou gebeuren. Tot opwekkinge van den nayver dier kunfteuaaren, welke niet gereisd hadden, deedt hy voor het Algemeen open zetten diepragtigeGallery van rubens, welke aan het paleis Luxemburg ten fieraade dienr. Hier zag men, in den jaare 1751, de fchüdery van andries del sarto, door ouderdom bykans onzigtbaar, herleeven door de handgreep van picot, uitvinder van het geheim om een fchilderfluk, zonder het te belchadigen, van bet eene doek op het ander over te brengen, en alzo deszelfs beftaanlykheid te doen voortduuren. Van deeze zelfde kunstbewerkinge nam hy eene proeve op het af beeldzei van den h. michacl, door RAPHAëLop houtgefchilderd, en voerde zyn werk zo gelukkig uit, dat het de verwondering trok van den Koning en van het geheele Hof. Terwyl dus de broeder der Matresfe, onder den invloed deezer Franfche minerva, de kunftes deedt bloeien , gebeurden 'er ook, in andere takken va» bet Staatsbewind, niet min fpoedige omwen-  ïi FRANSCHE SPION. 251 wentelingen. Geduurende den jongden Oorlog, hadt men het nadeel en de miskwaamigheid be. merkt, dat men buitenlands, en zelfs onder de vyanden, die ftoute onderneemers moest zoeken , welke, tegen eene belooning, evenredig aan het gevaar, den Eigenaaren borg blyven voor hunne bezittingen , aan de onbeftendigheid der Elemes. ten, of aan den kans dergevegten blootgefteld. Een gedeelte der rykdommen van het Koninkryk wierdt dus ten landen uit gevoerd. Om dit nadeel te voorkomen, richtte, in den jaare 1750, eene Maat. fchappy van Kooplieden eene Kamer van Asfuran. tie op te Parys, waarvan de eerfte inlaag beftondt uit elf millioenen Livres. Onder opzigt van den Heer de toudaine, vvierden de groote wegen door het Koninkryk mer. kelyk verbeterd; doch hy wierdt befchuldigd.dat hy ze te breed maakte, en hierdoor den Landbouw te veel gronds ontroofde. Ook leide hy, hier en daar, bywegen aan, welke geen ander nut deeden, dan dat zy aan de groote Heeren een kwartier uur rydens, en hunne paerden eenige vermoeidheid uitwonnen. Dusdanig een byweg wierdt ten deezen tyde.ten dienfte van lodewyk oen xvfaange« Jegd. De gelegenheid, by welke dit gebeurde, verdient bier verhaald te worden. In Bloeimaand des jaars 1750, hoorde men van verfcheiden Linderdieveryen te Parys, 't welk als L 6 de  35» de FRANSCHE SPION. de zamelplaats van alle flegte onderdaanen van het Koninkryk, van tyd tot tyd van dit geboefte moet gezuiverd vvordtn. Dienaars van hetgeregt,veelal uit de heffe des volks gekoozen, pleegden deeze rooveryen. Zeker Exerapt, gebrek aan geld hebbende, en op ftraffeloosheid hoopende, roofde een kind: hy vleide zich dat de Moeder, om het kind te rug te krygen, een goed losgeld zou bieden, 't Is bekend, hoe kragtigdemoederlykeliefde op de fexe werkt. De vrouw, door geene vreeze weerhouden, deedt allerwege haare weeklagten hooren; andere moeders voegden zich by haar. Wel ■ haast vetfpreide men, dat 'er niet één of twee, maar duizenden kinderen geftolen waren. Een kwaadfpellend gemompel verfpreidde zich; men noemde lodewyk den x v een tweeden herodes; men luisterde elkander in het oor, dat een aanzienlyke kranke, om den dood te ontgaan, op bevel der Artzen, zich in zuiver menfchenbloed moest baaden. Meer was 'er niet noodig om de woede te doen ontfteeken. De fexe begon den opftand iu de voorftad St» Antoni; de mannen voegden zich nevens haar; firaks drong bet kwaad door tot in de ftad. Ongelukkig hy die het teken van een Exempt droeg; één wierdt'er vermoord, Bernier, ten dien tyde Luitenant der Politie, was een gunfteling der Matresfe , en vloog geheel van haare feand: hierom was by by het volk te meer gehaat.  de FRANSCHE.SPION. 253 Oproerig trok het graauw na zyne wooning, en floeg 'er de glazen uit. Dewyl hy even lafhartig als wreed was, vlugtte hy door de tuinen, om het dreigende gevaar te ontkoomen. Midfenvyl kwam het krygsvolk op de been 5 dit was genoeg om den woesten hoop te verjaagen, die uit meer vrouwen dan mannen beftondr. Binnen weinige uuren keerde elk weder tot zynen pligt. De eerst gegreepene wierden, anderen tot een fpiegel,opgehangen. Om eene fchynbaare voldoening te geeven aan het volk, beftrafte het Parlement deu Luitenant fcr Politie, en beval hem omzigtiger te zyn in het toekoomende. Het Hof vergoedde hem deeze vernedering, door hem te benoemen tot Raad van Staate. Hy wierdt daar door te dierbaarder aan de Matresfe, die hem met waardigheden en fchatten deedt overlaaden. Eenige maanden naa deezen opftand moest het Hof na Compiegne trekken. Gewoonlyk nam de Koning zynen weg derwaarts over Parys. Men gaf hem te verftaan, dat het niet voegde, eene oproerige ftad met zyne tegenwoordigheid te ver. eeren. In haast leide men eenen weg aan van Ferfailks na St. Denys; men gaf daaraan den naam van den mg des opftands, als 't ware om het geheugen van eene ingebeelde misdaad, en van de fchandelyke zwakheid des Monarchs te ver«euwigen. Zints dit tydftip begonnen de banden L 7 dv  254 FRANSCHE SPION. der iiefde tusfchen den Vorst en de O iderda&nen re verflappen. Men zag lodewy k den xv niet meer binnen Parys verfcbynen, dan met den toeflei van ftrengheid en gramfchap, noch het volle hetn zegenen door toejuichingen, zo ftreelende voor het oor en het hart van goede Koningen. Onder de gedenktekens der wysheid van de thans regeerende Staatsdienaaren .behoort ook het befluit, waardoor de binnenlandfche Koornhandel wierdt opengezet, en de provinciën Langaedok en Aucb de vryheid kreegen , om buitenlands te mogen handeien. Be Heer Quesnay, Ly fartz der Marquizinne de pompadour, was de eerfte, die deezen raad aan de hand gaf. Eene Maatfchapfy van Economifche Wysgeeren verkoos hem eenpaarig tot haaren voorzitter. Door zyne geleerdheid wierdt hy in 't vervolg als de behouder van het Ko. ninkryk aangemerkt. Geene kleine vorderingen maakten ook de Genees-en Heelkunde, onderden invloed van la peyronnie, 'sKoningseerften wondheeler. Maar, helaas! alle deeze vorderingen inkunften en weetenfehappen konden het grievendfte onheil van Frankryk niet voorkoomen. Dit was het overlyden van den Maarfchalk van saxen, op den 30 November 1750, te Chambord voorgevallen, in het vierenvyftigfte jaar zyns ouderdoms. Hy ftierf aan de gevolgen zyner wellustige ongebonden-  be FRANSCHE SPION. 255 denheden. Geduurende de twee laatfte jaaren zyns lf evens, was hy niets meer dan een wandelend Lyk. Met regt wordt hem verweetea, dat hy niet kiesch was in zyne vermaaken, dewyl zy hem onrydig in het graf gefleept hebben. Indien zyne overgegeevenheid aan de vrouwen zyne gezond» heid benadeelde,zy deedt geen hinder aan zynen geest. De verregaande verknogtheid van eene Tooneelfpeelfter aan zyn perfoon dient ten bewyze, dat vtouwen van dat ilag niet altoos onbekwaam zyn tot de heldhaftigfte opofferingen. Wien is onbekend,dat JufFrouw le couvreurhaareDi> auianten hadt verkogt, om hem in ftaat te flellen tot het formeeren van zynen ftoet, toen hy tot Hertog van courland wierdt verheven? Zy hadt tot medemiunaarts de Hertogin de bouillon, die de Actrice haare woede deedt dreigen, indien zy den Maarfchalk niet volkomen aan baar afftoudt. Jtiffrouw le couvreur ftierf kort daarnaa aan vergif. Met eene ongemeene lichaamsfterkte begaafd, was hy tevens van een fterk geftel. De liefde was voor hem eene behoefte, en niet eene drift, en hy gaf alleen dat geen aan de Natuur, 't geen hy haar niet kon onthouden. Even eens dagt by «ver andere menfcben; de voldoening van deeze dierlyke drift, was een gedeelte van zyn ontwerp van Krygstucht. Te Brusfel hadt by openbaare Hoer-  256 de FRANSCHE SPION. Hoerhuizen voor de Soldaaten geopend. Een fchildwagt flondt aan de deur, om de Officieren van daar te vveeren. Zyne beweegreden was, om gc-fchiüen voor te koomen; hy onderflelde, dat de krygsbevelbebbers elders konden te rechte koomen. Niet kiefcher was de Maarfchalk van saxen in zyne vriendfchapsverbintenisfen. Hy maakte veel werks van zekeren Pagter ,la poupelinie. re genaamd. Wanneer, op zekerendag.de MarquizinDE pompa dou r hem vraagde, welke hoedanigheden deeze Pagter bezat, om welke hy hem zo dikmaals bezogt, gaf hy tot antwoord: Mevrouw, hy bezit éène boedanigheid, welke voor my van groot nut is: want, wanneer ik honderdduizend Livres noodig heb, vind ik die in zyne Geldkas ; terwyl in tegendeel de Contrarolleur-Generaal, wanneer ik hem om geld vraag, telkens tot antwoord geeft, dat by geen geld beeft. De Maarfchalk was geldzuchtig; hy was alleen groot in den Oorlog ; in andere opzigten bezat hy de laagheid van gemeene lieden. Hy bevestigde het zeggen van de la eruyere, dat'er geen Held is in de oogen van zyn Kamerdienaar. Hy vloekte als een Granadier, bezat geen den minden fmaak voor de Letterkunde, en kon zelf niet goed fpelden. In de Gedenkfehriften van Noailles vindt men een brief van hem aan dien ouden Maarfchalkv, in  'de FRANSCHE SPION. 257 in welken hy hem raadpleegt ter gelegenheid van eene plaats in de Franfche Akademie, die hem wierdt aangebooden; hy bezat verftands genoeg om deeze eer van de hand te wyzen. Het boek, tot tytel voerende, Myne draomen, naa zynen dood in het licht gegeeven, is niet van hem,maar uit zyne denkbeelden opgemaakt. Dit werk heeft in onze Oorlogskunde eene omwenteling uitgewerkt, reeds begonnen door den Ridder foll ard, vertaaier en uitlegger van polybius, kort naa den Maarfchalk van saxen overleeden. Gantsch Frankryk, welk dien Held als zyn fchild en beukelaar befchouwde, wierdt over zynen dood in rouwe gedompeld. Een leevendiger gevoel dan iemand zyner onderdaanen, hadt lodewykde xv van dit verlies; zyn woord was: Ikbebgeenen Generaal meer; 'er zyn myflegts eenige Kapiteincn evergebleeven. Dewyl hy bem, ter oorzaake van zynen Godsdienst, geene plaats kon bezorgen te St. Denys in de Grafflede der Koningen,beval hy, dat de kosten zyner overbrenginge na, en begraafenisfe te Straatsburg door den Staat zouden gedraagen worden. Pigal, een vermaard Beeldhouwer , kreeg last om voor hem eene marmeren Tombe te vervaardigen, een gedenkteken en de laatfte belooning van des Maarfchalks dienden. Het overlyden vanden Maarfchalk van lowe» » a h l , eenige j aaren laater, te weeten in den jaare 1755»  *58 be FRANSCHE SPION. •T5S» voorgevallen, beroofde de Natie van baaren- tweeden befchermer, den eeuigen kweekeling des Maarfchalk* van sax en, bekwaam om diens plaats te vervangen, in weerwil van het zeggen eens Hovelings,die, naa den dood van den krygsdapperen Saxer, hadt uitgeroepen : Lowendahl zal nuts meer van gewigt in den Oorlog verrigten : want zyn Raad is dood. De Koning fchonk een jaarwedde van uo,coo Livres aan zyne weduwe, en san zynen zoon zyn Regiment Duitscb Voetvolk. Zulk eene edelmoedige behandeling hadt de buitenlanders niet van den dienst des Konings moeten affchrikken; doch de jalouzy der Hofgrooten en St'aatsdienaaren hielde hen buiten den dienst en was de oorzaak der volgende onheilen. • Indien iets in ftaat ware het geleeden verlies te vergoeden, het was de zo lang gewenschte geboorte van den Hertog van bourgonbie; dcch de Natuur brengt duizend Prinsfen tegen éénen Held voort. Geheel Frankryk bedreef hierover vreugde. Doch de doorluchtigfte mannen betoonden hunne blydfchap op eene wysgeeriger wyze. De Provoost der Kooplieden en de Scbepens van Parys kreegen bevel, om het geld, welk doorgaans aan vuurwerken wordt verfpild, te befteeden om behoeftige dochters uit te huwen. De Koning fchonk daartoe vier miliioeuen Livres : eene be-  de FRANSCHE SPION. 359 begochelende weldaadigheid, dewyl het ledige, hierdoor in 's Lands Kas onftaan, niet wierdt vergoed door eenige bezuiniging in zyne uitgaven of verkwistingen, en dus,vroeg of laat, doornieuwebelastingan , moest worden aangevuld. Zeshonderd dochters wierden diensvolgens uitgehuwd, en haare bruiloften , in onderfcheiden wyken van Parys, met veel ftaatlykheids gevierd. Eenige Gilden en byzondere perfoonen , aapen van hunnen Meester, volgden dit voorbeeld. De Marquizin d e p o m« p a d o v r deedt het zelfde op haare Landgoederen. Kort naa de geboorte van den jongen Prins wierdt het geheele Hof over hem ontrust. Onder de vrouwen van den tweeden rang, hem toegevoegd; bevondt zich zekere Juffrouw s a u v é, eertyds een vischverkoopfter, doch die thans tot Matres van den Graave d'argenson verheven, zeer eerzuchtig was, en door allerlei middelen een naam zogt te maaken. Op zekeren dag kwam zy zeer verbaasd by de Hertogin detaillard, Gouvernante van den jongen Hertog; zy zeide, dat zy eene hand gezien hadt iets in zyne wieg werpende. Welhaast kwam dit ter ooren van den Koning. Men vondt een pakje met een zeker poeder, 't welk by onderzoek bleek niets dan asch te zyn. Men vermoedde ee« nig bedrog; men ondervraagt de aanbrengfter, die eindelyk belydt dit verzonnen te hebben om van te meer  n6o de FRANSCHE SPION. meer gewigts te worden. Haar Minnaar, die haar de hand boven 't hoofd hielde , moest eindelyk zien dat zy in de Bastilje wierdt gezet , daar zy eenige jaaren naauw opgedooten bleef. Naauwiyks was het Hof van deezen fchrikbekoomen, of het wierdt in weezenlyken rouwe gedompeld door den dood van madame oEsmèTTi, in den ouderdom van 24 jaaren; zy bragt de liefde en hoogagting van allen, welke haar kenden, met zich ten grave. De Koning in 't byzonder betreurde dit verlies. Mevrouw d e p.ompadour verdubbelde haaren yver om hem zyn leed te doen verzetten. Het pragtigBellevue, door haaren Minnaar , ten haaren vermaake , aan de oevers van de Seine gedigt, diende . vooral ten deezen oogmerke. Hier deedt zy kleine Tooueelftukken uitvoeren, in welke zy zelve eenen rol fpeelde. Een fluk, op de geboorte van den Hertog van bourgohdie flaande, wierdt hier vertoond, waardoor zy haar Hof zogt te maaken by den Daufyn; doch zy daagde hierin niet beter dan met het feeft, welk zy gaf by gelegenheid van des Daufyns hetdel. linge. Hy was van de Kinderziekte aangetast, in Augustus van het Jaar 1752 , en dus in een faifoen , welk het gevaar deezer Ziekte vermeerderde. Zy openbaarde zich door fchroomlyke toevallen, Zyne doorluchtige Gemaalin, weetende hoe zeer de Prins deeze Ziekte  de FRANSCHE SPION. 261 Ziekte vreesde , en den aart zyner ongefteldheid voor hem willende verbergen, deedt voordagtiyk eene Franfche Courant nitgeeven , in welke van tyd tot tyd berigt wierdt gegeeven van zyne ongefteldheid, met verzwyging van haaren naam. Zy vergenoeg* de zich hier mede nietjby dag verliet zy nooit het bed van den kranke,en zyne kamer niet dan diep in den nacht. Zy bewees hem zelfde kleinftedienften, zodat Dokter pousse, een vermaard Artz, doch een (legt Hoveling, haar voor eene oppasfter hieldt. Zie daar , zeide hy tot iemand, op haar wyzende , eene onbetaalbaare PVaakfier ! boe is haar naam? Toen men hem antwoordde dat het de Daufine was, betuigde hy zyn leedweezen dat hy haar niet den verfchuldigden eerbied hadt betoond; 'er nevens voegende dat hy de Paryfcbe Vrouwen in dit fchool zou zenden. Wanneer men deezer Prins, fesfe onder 't oog bragt, dat zy zich te veel bloot gaf, riep zy uit: fVat is 'er aan verbeurd of ik fterve, tnids by leeve. 't Zal Frankryk nooit aan ccne Daufine ontbreeken. De Daufyn, naa zyne herftelling nog duidelyker begrypende, wat hy aan zyne deugdzaame echtgenoote was verfehuldigd, bevlytigde zich om het beeld der eerde in zyn nart uit te wisfehen, daar het ftteds gevestigd bleef. Hy hadt de zwakheid gehad opzy ie tegenwoordige Gemaalin te begeeren,da: zy hetPounet der eerfte in  904 be FRANSCHE SPION. in een Brazelet droeg. Dankbaarheid begon by hem de plaats der liefde te bekleeden. De Koning, zich ditmaal niet kunnende ontdaan ▼an eene wet, welke hy zich zelve hadt voorgefchreeven, om zich niet meer aan de Paryzenaars te vertoonen, begaf zich, verzeld van de Koninginne , den Daufyn en het geheele Koninkiyk Gezin, na de Kerk van onze lieve Vrouwe, om aldaar God te danken voor de herftelling van den vermoedelyken Throonsopvolger; zy waren tegenwoordig by het zingen van een plegtig Te Deum. Met dit alles was de Daufyn in gering aanzien by de Natie. Geduurende zyne kindfche jaaren, was zyn verftand het onderwerp van het algemeen gefprek. Naaderhand,en vooral zedert zyn tweede huweiyk, hoorde men niets van hem. Hy bragt den dag door met het fpeelen op de Luit. Hy ergerde zich wanneer by een biooten boezem zag, en als een tweede Tarstiffe, wilde hy dat, door een kuifchen aalsdeek, dit aanftootelyk fchouwfpel aan zyn oog onttrokken wierdt. Duizend kinderagtigheden worden hiervan verhaald. Des niettegenftaandefcheenen de Franfcben ,in wien de liefde voor hunne Vorften een aangeboorene drift is, verrukt van vreugde by zyne herftelling. De Hertog van orleans, die 't meest kon winnen by den dood des Daulyns, was, nogthans, doorfleepen genoeg om zyne blyd* fcbap door kostbaare feesten te vertoonen. De Ma-  dj FRANSCHE SPION. a<53 Matres, die wist hoe zeer zy van hem gehaat wierdt, en die wederkeerig hem uit den grond haarer ziele verfoeide , bleef insgelyks niet in gebreke om haaren fchynbaaren yver re vertoonen. Het misverftand tusfchen den Daufyn en de Ma. tres was nog hóoger gereezen , door eene belee. diging, gelyk zy het opvatte, haar onlangs aange« daar/. Silvesteu, zyn ïekenmeeiler, hadt verzogt om het ampt van Opziener over het Koninkiyk Kabinet van Tekeningen , onlangs opengevallen; doch alzo c och in, de gunfteiing van den Maiquis de vaudieres, broeder der Matresfe, daar mede begiftigd wierdt, zondt hem silvester een fcherpen brief om hem zyne keuze te verwyten. liy vertoonde den brief aan zyne Zuster, en deeze wederom aan den Koning , die den mijnoegden Tekenmees ter hierop met de gevangenis ftraite. 't Was alieen op de herhaalde voorfpraake van zynen doorluchtigen leerling, dat hy zyna vryheid verwierf. Dcor nieuwe weldaaden vergoedde de Koning der Marquizinne de veragtiug, haar door zynen Zoon aangedaan } hy verhefte haat tot de waardigheid van Hertoginne. Ligt begrypt men hoe zeer dit den Daufyn mishaagde. Men wil dat hy haar voor de eerfte reizein de nieuwe waardigheid erkennende, onder het omhelzen, de tong uitftak; een hoon, welke niet van haar zelve , «aar van alle  2ó4 de FRANSCHE SPION. alle de omflanders wierdt opgemerkt. Den Prints wierdt hierom , voor eenigeu tyd , zyns Vaders tegenwoordigheid ontzegd. Leerzaamer, dat wil zeggen , laager ktuipende waren de Prinsfen van den bloede ; zy Honden in haare tegenwoordigheid. De Prins de conti alleen bon nooit bewoogen worden om voor de Afgodin te knielen ; veeleer behandelde hy haar met veragting. Als zy hem, op zekeren dag, als een fmeekeling liet liaan, ging hy op zyn bed zitten en zeide: Zie daar, Mevrouw, eene voortreffelyke rustplaats, 't Is ligt te denken, hoe zeer dit haar vernederde , en den Koning mishaagde. Reeds hieldt hy niet veel van den Ptins , doch zedert verfoeide hy hem ; hy verfcheen niet meer te Verfailles, dan by buitengewoone plegtige gelegenheden. Laager kroop de Prins van c o n d é , die, hoewel nog zeer jong, reeds van eerzucht wierdt ver. Honden. Hy fchonk zyne hand aan Mademoifelle de soubise, dochter van den Prins van dien naam, vriend van zynen meefter, en gevolglyk den laagften van de Hovelingen der Matresfe. Zeer te onvrede waren de Prinsfen van den bloede over dit huwelyk. In 's Konings Kabinet vergaderd, om het huwelyksverdrag te tekenen , weigerden zy het, dewyl zy door hunne ondertekening niet konden goedkeuren eene hoedanigheid, door het regt van ge?  df. FRANSCHE SPION. ns5 geboorre hun alleen eigen. Tevens verzogten zy den Koning, indien hy hun zulks beval, dat hy hun wilde toeftaan orn vooraf daartegen te protesteeren; dit wierdt hun ingewilligd. Ten zelfden tyde verwier. ven zy een uhfle! van drie maanden, om de gronden van hunnen uitfluitenden eisch voort te brengen. Zedert haare verheffing tot den rang van Hertoginne, hadt de Matres nog een hoogervlugt genomen. Om te beter gehuisvest te zyn, hadt zy het Ho:él dTEvreux voor 600,000 Livres gekogt. Een Rid • der van S/. Louis diende haar tot fchildknaap ;eene Juffer van aanzien was haare kamenier. Omhaaren broeder haar te meer te doen evenaaren, zou zy dien van toen af wel met het blaauwe lint wil. len hebben doen omhangen. De Koning, welke haar niets weigerde, was hier toe niet ongenegen; doch zeker Heer, dien hy daar over raadpleegde, zynen Meester flegts met fleekenden kwinkflaggeantwoord hebbende , door te zeggen , dat * viscb niet groot genoeg was om in 't blaanw geMen te worden, begreep lodewyk de xvdea heimelyken zin daarvan, en dagt 'er niet meer aan dan naa verloop van eenige jaaren, wanneer de Marquis de va ud ier es, zyne tweede gedaanteverwisfeling ondergaan hebbende, en tot Marquis de marigny bevorderd, begiftigd wierdt met het Ampt van Geheimfchryver van de Orde,'t welk geene bewyzen vordert. Om hem tot deeze waardigheid M voor  266 de FRANSCHE SPION. voor te beteiden, hadt de Koning verklaard te verdaan, dat deeze nieuweling de eerbetooningeu zou genieten, aan den grooten Adel en aan lieden van aanzien verbonden; onder deezen laatden tytel verfcheen hy ten Hove. Doch het tederst geliefde voorwerp van dezor. gen der Matresfe, was haare eenige dochter, Mademoifelle of Madame alexandrine geheeten; zy evenaarde dus in naam de dochters van den hoogden rang, zelf der Oppervortlen. Zy was zeer fehoon, en bezat alle de bevalligheden van haare moeder; in he: klooster Asfomption wierdt zy als eene Prinsfes opgevoed. Zy bereikte nu den huwbaaren ouderdom. Mevrouw de pompabo u r liet het oog vallen op den Hertog de fkossac zoon van den Maarfchalk de richelieu. Te minder tegenftands verwagtte zy van dien kant, vermdis de vader by haar fteeds zyn hof maakte, en een byzonder gunfteling van den Koning was. Doch de Maarfchalk, nog niet laag genoeg van geest zynde, om zich met dit voordel te ftreelen, maar tevens te gevoelig voor gunstbetooningen om het voldrekt van de hand te wyzen, bedagt eenen uitweg, door te anrwoorden, dat hy zeer erkentelyk was voor de keuze van Mevrouw n e p ompadour, en die met dankbaarheid aannam; doch dat zyn zoon de eer hadt, van moeders zyde vermaagfehapt te zyn aan de Prinsfen uit het  de FRANSCHE SPION. 267 het Huis van Lotharingen ; dat by geen befluit kon .neemen buiten derzelver bewilliging; en dathy om dezelve zou verzoeken. De Matres begreep het fyne van deeze uitvlugt; zy was overtuigd van de.Schande, welke op haar zou nederdaalen, indien haar voorflag wierdt van de hand geweezen. Zy verkoos dan te veinzen en tyd te winnen. Dit zogt de Maarfchalk, in de hoop dat het verloop des tyds hem uit deeze belemmering zou redden. Hy verkreeg zynen wensch en Mademoifelle a l e. xandrihe ftierf kort daarnaa. Haar dood dom• pelde de moeder in de diepgaandfte droefheid. Een ander flerfgeval, kort daarnaa voorgevallen, moest, volgens het gewoone beloop der dingen, de Matres niet minder getroffen hebben; doch byhaar deedt het eene andere uitwerking, dewyl het haar van een ondraaglyken last bevrydde. Zy verloor haaren vader, den Heer poisson. Deez'perfoon, zonder opvoeding, zonder befchaafdheid, zondereenig menschlyk ontzag, wis /oor haar eene aanhoudende bron van vernederingen. Zy durfde hem niet by zich laaten koomen , om zynen ongezelligen aart; ook durfde zy hem niet van zich verwyderen, omdat het tegen haar gemoed ftreedc, voor den oorfprong haars levens haare deur te flaiten ; zy vreesde dat hy dus haare fcbande nog meer zou rugtbaar maaken. Hierom hadt zy het befluit genomen om voor zyne lompheden de oogen Ma te  563 de FRANSCHE SPION. te fljiten. Niets weigerde zy hem; altoos hadthy een vtyen toegang. Wanneer, op zekeren tyd, een nieuwe Kamerdienaar, die hem niet kende , door zyn boersch voorkoomen genoopt, hem den toegang weigerde, riep hy uit: Schurk, weet dat ik de vader van des Konings Hoer ben. Niet meer fpaarde hy zynen zcon, dien hy als een lompert ber 1'chouwde, van wien hy, gelyk hy zich uitdrukte, niet wist wat by maaken zoude. Op zekeren middag met verfcheiden Financiers aan tafel zittende , naadat zy een pragtig middagmaal gehouden en den beker lustig hadden doen rond gaan, borstte hyuit in een fchaterend gelach. Weet gy, myne Heeren, vraagde hy vervolgens, wat my doet lachen? Het ontjiaat uit de befcbouwing van denpragt en luis. ter, welke ons omringt. Indien hier een vreemdeling binnen tradt, hy sou ons aanzien voor een gezelfchap van Prinsfen. En gy, myn Heer de montmartel, gy zjf de zoon van een Herbergier; gy , wyn Heer de savalette, zyt de zoon van een Azynverkooper; gy, bouret, de zoon van een Lakei . . . En ik, wie weet niet wiens zoon ik ben? Dus het gezelfchap doorloopen hebbende, bleek het, dat niet flegts niemand der Gasten van burgerlyke afkomst was, maar dat veelen aan de ongeoorloofdfle en eerloosfte middelen hun fortuin verfchuldigd waren. Eenige Hovelingen hebben aangemerkt,datMa- vrou  £>e FRANSCHE SPION. s69 vrouw de pompadour het verlies van haare dochter te dieper griefde, omdat zy dus verydeld wierdt in haare hoope, dat zy haare Moeder by den Koning zou vervangen. Zy wist dat bloedfchennis den Monarch niet affchrikte, en hem zelf ten prikkel tot wellust diende. Een prooi zynde van een walgelyk ongemak,'c welk haaren Minnaar hadt genoodzaakt zich van haare omhelzingen te fpeenen, zou haare eerzucht weinig geleeden hebben, indien zy dus zich zelve ten Hove hadde kunnen overleeven. Tot haar geluk behoefde zy dit hulpmiddel niet; zo groot was haar vetmogen op lodewyk den xv, dat hy niet te minder haar Haaf bleef. Eene aanhoudende oplettendheid vorderde, in de daad, haare toefland. Van de kleine Jpartementen des Konings moest zy (leeds verwyderen alle vrouwen van aanzien, die op hem een leevendigen indruk maaken ,en haare misdaad, omdat zy te veel wilden behaagen, zomtyds met ballingfchap (IrafFen; van tyd tot tyd moest zy het Koninkryk voorzien van nieuwe en onbekende fchoonheden, bekwaam om het ferrail te vernieuwen , 't welk zy naar goeddunken beftuurde. Zodanig was de oorfprong van het zogenaamde Hertekamp , een afgrond der onfchuld en braafheid, in welken verzonken die menigte van (lagtoffers, die, vervolgens in de zamenleeving wedergekeerd, derwaarts met zich voerden het zedenbederf, den M 3 fmaak  9/0 de FRANSCHE SPION. fmaak voor ongebondenheid en allerlei ondeugden, met weiben zy noodzaaklyk moesten befmet worden , door de gemeenzaamheid met de eerlooze bewindslieden van dusdanig eene plaatze. Het nadeel, welk deeze verfoeielyke inftelling san de zeden heeft gedaan, ter zyde gefteld zynde, fchrikt de mensen op het denkbeeld van de onnoemelyke fommen,welke zy aan den Staatgekost heeft. In de daad, wie kan de kosten berekenen van die reeks van allerlei flag van Koppe'aars,elkander de hand biedende door hetgantfche Koninkryk om voorwerpen op te fpooren, dezelve na de plaats hnnner beflemminge over te brengen, dezelve te reinigen, te kleeden, te bereukwerken, hun alle middelen van verleidinge te bezorgen, welke de kunst kan verzinnen ? Men voege hier nevens de fommen,welke gefchonkeu wierden aan de zuiken,die bet geluk niet hebbende om de verftyfde zinnen van den Sultan op ie wekken, nogthans eene gepaste vergoeding moesten ontvangen voor haare flaavemy, haare onbefebeidenheid en bovenal haare veragting; de belooningen , aan de gelukkige Nimfen verfehuldigd, welke den Monarch eenige oogenblikken in haare armen omhelsd, en het vuur der liefde in zyne aderen hadden ontftooken;eindelyk, de on. fchendbaare belofte aan de Sultanen, die in haaren fchoot de dierbaare vrugten haarer vrugtbaarheid * droe-  de FRANSCHE SPION. 271 droegen: en men oordeele hieruit, of de eene door de andere gerekend niet een millioen Livres aan *s Lands kas;gekost hebbe. Laaten 'er flegts twee ter weeke, dat is, duizend in den tyd van tien. jaaren, zich in dit Bad gebaad hebben, en men zal een kapitaal hebben van duizend millioënen. On. der deeze fomme begrypen wy nog niet het onderhoud van alle de kinderen , van deeze heimelyke zamenkoppelingen voortgekoomen. Het Herte. kamp kan , derhalven, aangemerkt worden, als de voornaamfte bron van denflegten ftaat der Finantien. Het Parlement verweet den Koning, dat de heimc» lyke uitgaaven , welke onder lodewyk den xiv nimmer hooger waren gelcopen dan tien millioënen, nu reeds meer dan honderd milüoenen beliepen. De Marquizin, want dus wierdt zy by uitfteekend heid ten Hove genoemd, thans onbekwaam geworden om de zinnen haars Minnaars door haare bevalligheden te betoveren, was genoodzaakt haare poogingen te verdubbelen om zynen geest gevangen te neemen, en zich zelve dus by hem noodzaaklyk te maaken. Zy floeg den weg in van vleierye, niet door de hoedanigheden van zyn lichaam of geest te verheffen, maar door van hem te verwyderen de Staatszorgen, beflommeringen en ongerustheden, en hem op den throon te doen leiden dat nietsdoend en amptloos leeven, waarnaa hy haakte. Welk eene pyniging! hoe duur kwam haar te ftaan haare fchynM 4 baare  272 de FRANSCHE SPION. baare grootheid! Doch de eerzuchtige fmaakt ge» noegens, van welke de Philofooph geen denkbeeld heeft. Zulk een genoegen ondervondt Mevrouw de pompadoub, door het ontvangen van een brief van de Hertogin de chatillon, in wel» ken zy haar verzogt den Koning te willen kennis geeven van het leedweezen haars echtgenoots, omdat hy het ongeluk hadt gehad van zyner Majefteit te mishaagen, en in derzelver ongenade te fterven. Aan haare voeten te zien den Gouverneur van den vcrmoedelyken erfgenaam der Kroone, meer van haaren invloed verwagtende,dan van zynen doorluchtigen Pupil, dit was een ftreelende zegepraal, niet flegts op den gunfteling van den Daufyn,maar ook op den Meester zeiven, die, hoewel haar verfoeiende, door zyne ftilzwygende erkentenis, van ter zyden hulde deedt aan haar vermogen en goedwilligheid: want,het is tedenken.dat deeze ftap niet zonder des Prinsfen toe. ftemming was gedaan. Uit naam van zyne Mnjefteit antwo rdde zy.dat de toeftand vandenkranke den Koning leed was; dat by geloofde, dat hy geen oogmerk hadt gehad om zynen Vorst te mishaagen,dat hy hem wederom in gunst aannam, en verlangde hem, in voorgaande gezondheid herfteld, ten hove te ontvangen. Doch de Hertog ftierf eenige dagen daarnaa,en zyn geflagt genoot de vrugten van 's Konings wedetkeerende gunfte. Hoe-  de FRANSCHE SPION. 273 Hoewel wy ois inzonderheid bepaalen tot het befpieden van het huislyke leeven van l o d ew y k den xv, koomen, nogthans, in dit tydperk zyner Regeeringe, eenige Staatsgebeurtenisfenvoor, te merkwaardig om niet met een vlugtig penzeel gefchetst te worden. In den jaare 1752 openbaarden de Staaten van Bretagne hunne misnoegdheid, om dat de belasting van den twintigften penning, ondanks den Vrede, by aanhoudenheid gevorderd wierdt. De drie denden verzogten ten minden eenigen afflag, doch vrugt. loos. De Geestlykheid en de Burgerdand wierden welhaast, door de bedreigingen van het Hof, tot zwygen gebragt. Doch de Adelftand, talryker en meer gedeld op het regt vau vrye ftemniinge, was niet zo gezeggelyk. De Hertog de cb aolnes, die de vergadering hadt belegd , om deeze byeenroeping voor zich zeiven eenig onheil ten Hove vreezende, maalde eenige leden als dookers van den wederfland. Negen der leden , nevens de Echtgenoote van eenen hunner, wierden in balling, fchap gezonden, vyf in kasteelen opgeflooten. Om eenig genoegen te eeeven aan Bretagne, wierden de Intendant en de Gouverneur van hunne ampten verlaaten. Om den Koning, die op het minltegerugt van onlusten zidderde, in het denkbeeld te brengen, dat de provincie volkomen bevredigd '*as, deedt Mevrouw de pompadouk, door M 5 den  a74 de FRANSCHE SPION. den nieuwen Land voogd, Hertog cTjuguillon, in de eerfte vergadering der Staaten, de plegtige inwyding verrigten van het pragtig koperen Gedenkteken , 't welk zy, in den jaare 1741', hadden beflooten op te rechten,ter gedagtenisfe van 's Konings herftelünge en overwinningen; het beftaat uit drie ftandbeelden, door den vermaarden Beeldhouwer le moine vervaardigd. Het eerfte vertoont den Koning, in Remeinsch gewant gekleed, met den Bevelhebbersftaf in de hand, en op een vpetftuk rustende,- het tweede de Godin der gezondheid, op een altaar offerende; het derde de provincie Bretagne, knielende en de ingezeetenen op het voorwerp haarer blydfchap wyzende. Zo wel voldaan was hierover de Koning, dathy den Bisfchop van Rennes beval, van zynentwege daarover zyn genoegen te betuigen aan de Staaten > en vervolgens hun de benoeming fchonk van de twee eerstopenvallende Abtdyen,tweeKompagnien Ruiters en brieven van Adeldom voor twee perfoonen, naar hun goedvinden. De Hertog de richklteo, Gouverneur van Languedok, hadt,in den jaare 1754, het geluk om de zaak der Protestanten van de Cevennes ten einde te brengen. In weerwil van het gunftigberigt, wegens hen ingekoomen , wierdt het in beraad gelegd om op nieuw Dragonders derwaarts te zenden. Men nam ttwaiyk dat deeze on gelukkigen, wel-  de FRANSCHE SPION. 375 welke men niet buiten het Ryk wilde laaten trek. ken, noch in Frankryk vryheid van openbaaren Eerdienst vergunnen, klagtig vielen , omdat de gewoone burgerregten hun geweigerd wierden. Tot hun geluk tradt de Bisfchop van Monlpellier, een yverig Molinht , een man met de Euangelifche zagtmoedigheid begaafd, in de maatregels van eenige Stsatsdienaaren, welke omtrent deeze zaak em wysgeerig inzigt hadden. In weerwil van den bloedigen raad der Bisfchoppen van AlaiseaUzes, wierdt de bekragtiging van de huweiyken der Protestanten toegeftaan,- men dulde oogluikende hunne godsdienfdge zamenkomflen. De troepen, die reeds in optogt waren, pleegden geene. vyandlyk. heden. Het is buiten ons ontwerp, bier een berigt ta geeven van de Oorlogen tusfchen Frankrykeu Engeland , en de andere Mogendheden, in en omtrent het jaar j-756 gevoerd. Hoewel Mevrouw de poMPi dou Rover haaren doorluch'igen Min. naar niet meer door de verleiding der zinnen heerfebte , was, nogthans,baar gezag niet verminderd ; het nam veeleer dag aan dag toe; zy was het, die onder de fchaduw van het Koninkiyk gezagregeerde. Lodewyk de xv verheugde zich, iemand -te hebben gevonden, op wien hy den Jast der Kroone kon «verdraagen; de Matquizin, om hem tjjt kragtdaadiger te verligten, had* zich, zedert eeM 6 uU  s?6 de FRANSCHE SPION. nigen tyd, uit al haar vermogen op de S aatkunde toegelegd. De Abt Graaf de beu nis hadt haar in deeze weetenfehap onderweezen. Deeze Abt, een man van aanzien, doch arm ,hadt zich al vroeg in de Letterkunde geocffend. t. Al vroeg was by Lid der Franfche Akademie geworden, doch hadt geen Kakelyk ampt kunnen magtig worden. Daarenboven was hy een (laaf van zinnelyk vermaak. Wanneer by, op zekeren dag, by den Oud - Kis.febop van Mirepoix om bevorderingaanhieldt, gaf hem de Ketkvoogd dit antwoord: Te vergeefs, myn Heer de Abt, valt gy my lastig; zolang gy vaerzen maakt en niet van leevemwyze verandert, zult gy niets krygen : — Wel dan, myn Heer, was zyn wederantwoord, ik zal dan wagten. Hy was een beminnelyk en befchaafd perfoon, die zich inzonderheid wist aangenaam te maaken by de vrouwen; hy was bovenal zeer gezien by Mevrouw d'e ti o les, van welKe hy, volgens 't algemeen gerugt, de laatfte gunst hadtgenooten.Hy hieldt haar gezelfchap geduurende de -veldtogten van lodewyk den xv: want zy verzeldedien Vorst niet altoos. Het voorbeeld van Mevrouwe. de chateaux-ROUX fchrikte haar af; en, in. dien de nieuwsgierigheid, ot de noodzaaklyheid om aan des Konings begeerte te voldoen, haar zomtyds verpligtte, met de grootlte geheimhouding  de FRANSCHE SPION. 277 ding haare plaats te verlaaten , keerde zy wel haast tot haare afzondering weder. De omflandigheden, in welke de Abt de ber. nis zich bevondr, wekten zyne eerzucht op. Dewyl een Gezantfchap eene waardigheid was, welke meest aan zynen (laat voegde, lerde hy zich toe op het naafpooren van de belangen der Vorften en gaf lesfen aan de Matresfe» Naadat zyhern gezonden hadt na verfcheiden Hoven, alwaar hy, volgens ontvangenen last, het karakter der vrouwe ten breedfta moest uitmeeten, deedt zy hem na Ferfailles te rug ontbieden , bezorgde hem vervolgens zitting in den Raad en de benoeming tot Geheimfchryver der bnitenlandfche zaaken. Op den hoogen trap van grootheid, tot welken Mevrouw de pompadour was gefleegen, op welken zy, den rol van Mevrouwe de ma in tenon fpeelende, de Staatsdienaars en Legerhoofden aanflelde, de Gezanten ontving, en briefwisfeling hieldt met de vreemde Mogendheden, oordeelde de Koning zelve het welvoegelyk ,met meet betaameiykheids te wérk te gaan in eene gemeenfchap, aan welke de zinnen geen deel meer hadden.' Diensvolgens wierden alle heimelyke toegangen in haar vertrek te Ferfailhs, en in de andere kastee» len, toegemetzeld;zy wierdt tot Staatjuffer der Koninginne benoemd, en in die hoedanigheid voorM 7 ge.  273 de FRANSCHE SPION. gefield door de Hertogin de LucNEs,denaauwgezetfle vrouw van het Hof en de gunfteling der Matresfe. ■ , | , Om deeze veinzery te handhaaven,bewoog Me> vrouw de pompadour den Koning, die den Oorlog niet kon beginnen zonder zyne onderdaanen te bezwaaren,om een voorbeeld te geeven van de vermindering zyner huislyke uitgaaven. Hyontdeedt zich van een menigte jagtpaerden. 'Er wierden fchikkingen gemaakt ten aanzien van de kleine reistogten, om dezelve minder kostbaar te maaken;, 'er wierdt biflooten dat ten Hove geene fchouwfpelen zouden gegeeven worden, en het bouwen aan de Louvre wierdt opgefchort. By ongeluk was in dit alles meer fcbyn dan weezenlykheid; de Staatsdienaars lachten met deeze geveinsdheid; de Graaf d'ARGENsoN zeide, dat deeze bezuinigingen zo weinig betekenden, dat zy naauwlyks toereikende waren om een bezorger der leevensmiddelen, ge» duurende den Oorlog, te verryken. 't Leedt niet lang of alles kwam op den ouden voet; de zaaken vervielen van kwaad tot erger -• want de wanorde wordt altyd grooter naa eene hervorming. Door middel,nogthans, van deeze opofferingen, oordeelde men den Koning geregtigd om nieuwe onderftandgelden te eifchen, welke de Oorlog nood • zaaklyk maakte. Eene vrywillige'gifte van de Geest- lyk-  be FRANSCHE SPION. 279 Jykheid van zestien millioenen was flegts een drup. pel water geweest;eene buitengewoone fomme vnn zestig millioenen, wellte de verpagting der tollen hadt opgebragt, was niet meer. Nieuwe belastingen moesten dan den Onderdaanen worden afgeperst. Onder deezen last, die nog verzwaard wierdt, doordien eene vrouw aan het roer zat, 't welk de Monarch zelve moest vasthouden, zuchtten zy, wanneer den Staat een gantsch onverwagt en fchroomlyk onheil overkwam. Op den vyfden van Louwmaand des jaars 1757, wierdt lodewyk de xv, door eene moorddaadige hand, gewond in zyn eigen paleis, omringd van zyne Lyfwagt en Hofgrooten, en in tegenwoordigheid van zynen zoon. Hy ilondt gereed om in zyne koets te treeden , met oogmerk om dien nacht izTrianon teflaapen, wanneerhyylingseenen fleek gevoelde in zyne rechter zyde tusfchen de ribben. Het was zes uuren enzeetduister; eeneme. nigte Hovelingen en ledigloopers, altoos nieuwsgierig om den Monarch te zien, ftondt ender de Gallery, die niet zeer verlicht was; eene ftrenge koude noodzaakte de aanfchouwers zich in hunne mantels te bedekken; de Koningsmoorder was ook in een mantel berold. Naa zyne misdaad gepleegd, en zyn mes in zyn zak te hebben geftooken, begaf hy zich onder de menigte, en onder de algemeene vermomming zou hy ontvlugt hebben, indien hy, gelyk alle de overige, de voorzorge hadt gebruikt om zyn hoofd  68o de FRANSCHE SPION. hoofd te ontblooten. Aan het gudzend bloed ontdekte de Koning dat hy gekwetst was;op het zien van eenen onbekende,met gedekten hoofdeeneen verwilderd gezigt, fprak hy met de uitterfle bedaardheid : Die man is het, welke my gekwetst heeft; dat men zich van hem verzekere en hem geen kwaad doe. Midlerwyl wierdt de Koning van fchrik bevangen. De wonde kon doodlyk, en,hoewel gering, het moordgeweer vergiftigd zyn. Hy wordt te bedde geholpen; men ontbiedt de Wondheelers; de Koningin en het geheele Hofgezin omringen hem; hy ziet zyn' Matres niet; hy verbeeldt zich dat men haar vah het Hof gejaagd, of zyn gevaar ontveinsd heeft ; dat zyn jongfte ftond gekoomen was , en hy begeert te biegten. Zyn Biegtvader cn zyne Aalmoezeniers waren niet by de hand; men roept flegts een Kapellaan om dit netelig dienstwerk te verrigten. Vergeefs tragt hy zich te verontfchuldigen, onder voorwendzel van zyne onkunde; hy zegt dat hy aan de Koningen geene zond - en fchuldvergiflenis kan fchenken; met ge. weid brengt men hem by zyneMajefleit, en noodzaakt hem,dien dootluchtigen boeteling aan zyne voeten te doen knielen. Schrik, verwarring en ongerustheid heetschten dus in het Kasteel tot 's anderendaags; toen fchouwden lieden van de kunst de kwetzuitre , en vonden, in plaats van eene won*  de FRANSCHE SPION. 28l wende, eene enkele bloedftorting , welke een gemeen man niet zou belet hebben om zyne zaaken waar te neemen. In deezen tusfehentyd, hadt men uit den Moordenaar de noodige narigten zoeken te krygen wegens eene zo eislyke gruweldaad. Zyne eerfte woorden, op het oogenblik als hy gevat wierdt, verdubbelden het vermoeden omtrent eene zeer inge%vikkelde zamenzweering tegen het geheele Koninkiyk Gezin; als een mensch, die van wroeging was doordrongen en diepe gebeimenisfen hadt te ontdekken , riep hy uit: Men draage zorge voor den Daufyn, dat hy beden niet uitgaa. 's Konings lyfwagt, door welke de Koningsmoorder was doorgedrongen, was verwoed, en de Her» tog d'ayen, Kapitein dier bende, aan wien de bewaaring van den geheiligden perfoon des Konings was aanbevolen, wanhoopig omdat deeze aanflag in zyne tegenwoordigheid gefehied was. Op 't oogenblik gaf hy bevel om den boosdoener te ondervraagen en tot belydenis van zyn geheim en gruwelftuk te brengen. Een blinde en woedende yver deedt het krygsvolk de fchroomlykfte middelen te werk Hellen om hem tot fpreeken te noopen: zy neepen hem met gloeijende tangen in de bee. nen, en zouden hem, misfehien, even als clement, door een verhaasten dood, aan de flrafoeifeningen en naafpooringen van het Geregt onttrok.  232 de FRANSCHE SPION. trokken hebben, zo niet de Hoofd. Provoost Via het Kasteel zich van zyn perfoon verzekerd hadde. Het bleek eerlang, dat de Koningsraoorder, ro. bert frans dam i ek s genaamd, in Artois gebooren uit de heffe des volks en een Lakei van beroep, door geenerlei vooruitzigt op belooning, door oprtooking noch aanraaden genoopt , het gruwelftuk beftaan hadt; dat hy zelf niet een Godsdienitig dweeper was, gelyk clement en ravailjac, maar een patriottifche dweeper , of liever, een mensch zyner zinnen byster, een verwoede zot ,die, in weerwil van zich zelveh, tot zyne misdaad genoopt, dezelve hadt willen voorkoomeu door de gisting van zyn bloed, door de gewoone middelen, tot bedaaren te brengen. Eene aderlaating, gelyk hy zelve betuigde, en welke hy vergeefs begeerd hadt, zou de misdaad voorkoomen hebben. Zo dra het gerugt van den Koningsmoord zich door de fjoofdftad verfpreidde, wierdt alles van fchrik bevangen; de Prinsfen van den bloede, de Ryksgrooten , de voornaamfte Amptenaaren , 't vliegt alles na Vetfailles; de Aardsbisfchop laat veertigunrige gebeden doen , de fehouwburgen worden geflooten. Maar, welk een ondetfcheid tusfchen het tegenwoordig tydftip en dat van 's Konings ziekte vtMetzX Men verfoeide, in de daad, het MonCter,'t welk eene moorddaadige hand hadt durven Üaan aan den Gezalfden des Heeren; men vraag-  de FRANSCHE SPION. 283 vraagde na den toefiand van den Monarch; doch dit was bloote nieuwsgierigheid, en geene belangneeming;men was meer ontfteld dan bedroefd;het hart nam geen deel in de zaak; de traanen liepen niet langs de wangen ; de Kerken ftonden ledig. Welk eene les voor lodewyk den xv , in» dien hy dit hadde kunnen hooren , indien de vleiery de waare aandoeningen zyner onderdaanen niet voor hem verborgen hadden! Trouwens, dam 1 e n s verbergde die niet voor hem. Hy hadt de ftoutbeid om den Koning eenen brief te doen te* hand koomen ,in welken een denkend Philofooph, te midden door zyne onbefchaafde wartaal,de aan» eenfchakeling der denkbeelden van den bysterzinnigen fchryver ontdekt, en ,zonder eenigen naderen leiddraad, zou opgefpoord hebben,de wyze, op welke hy tot zyn gruwelyk ontwerp gebragt was. D a m 1 e n s hadt in verfcheiden aanzienlyke huizen, onder de Jezuiten, de Janzenisten en by aanzienlyke Ampteuaars, als Lakei gediend. Hier hadt hy dikmaals zyne Heeren en derzei ver. Gas» ten , terwyl hy dezelven over tafel bediende, over de tegenwoordige rampen van den Staat hooren fpreeken, en tegen derzelver veroorzaakers uitvaaren. Schuldig aan dievery, mandag en ver. gifmenging, was by niet een van die lieden, welke uit yver voor den Godsdienst of den Staat, zowel  584 de FRANSCHE SPI0N. wd voor heldendeugden a!s gruweldaaden vatbïaf zyn. Verraids de klagten, welke hy dagelyks hoorde, altoos tegen een verkeerd Ryksbeftunr gerigt waren , kon hy, door zyne onkunde, den Vorst van de S aatsdienaars niet onderfcheiden; op den Koning deedt hy , in zyne onkunde, de fchuld van alle het verkeerde en gebrekkige nederdaalen. Zy^ ne aanhoudende verklaating, dat hy geene medepligtigen hadt , verdient derhalven volkomen geloof ; Priesters en lieden van den tabbert hadden , door hun geduurig uitvaaren, tegen hunnen wil, hem het gruwelyk beflaan ingeboezemd. Eene merkwaardige byzonderheid van deezen aanflag was, dat de Moordenaar in zyn hart geenen haat tegen den Koning voedde; dat hy, zints het eerfte oogenblik, en vervolgens in zyn regtsgeding, eenpaarig betuigde nimmer een voorneemen te hebben gehad om den Koning te dooden, maar alleen om hem te kwetzen , om hem alzo tot God en de Natie te doen wederkeeren. By onderzoek van het moordgeweer bleek de waarheid van zyn voorgeeven; het was een dubbel kniefmes, hebbende aan de eene zyde een lang en fcherppuntig lemmet, in de gedaante van een dolk, aan de andere zyde een pennemes. Indien dam ie ns een doodlyken flag hadt willen toebrangen, zou hy zich van het eerfte mes bediend hebben. Naa  de FRANSCHE SPION. 285 Naa verloop van eenige dagen, wierdt da te regeltelling van den boosdoener aanbevolen aan de Leden van de groote Kamer , of het Opperst Geregishof; de Koning deedt hun, uit zynen naam, ten dien einde Opene Brieven ter hand Rellen, van deezen merkwaardigen inhoud : „Gyliedenzyt „ onderregt van den toeleg op myn perfoon, op „ den vyfden deezer maand, 's avonds tusfchen ,, vyf. en zes uuren gefchied, en gy hebt my, ,, by die gelegenheid, proeven van uwe getrouw„ heid en liefde gegeeven. De aandoeningen van „ ons hart en de beginzels van onzen Godsdienst „ noopten ons tot goedertierenheid-, doch,aange„ zien ons leeven ons niet meer toebehoort dan „ aan onze onderdaanen, en zy van onze Regt„ vaardigheid eene in *t oogloopende wraake vor< „ deren , om een leeven in veiligheid te Hellen, „ 't welk wy alleenlyk tot hun geluk willen be„ fteeden , zo laaten wy door deeze letteren aan „ ulieden over de regtspleeging, door den Provoost „ van het Kasteel begonnen. i Verbiedende „ aan alle anderen Geregtshoven om zich daar „ mede te bemoeien." Diensvolgens wierdt damiens, in den nacht tusfchen 17 en 18 January , overgebragt in de gevangenis van het Paleis, alwaar hem een vertrek was opgeruimd in den Toren van Montgommeri. Met een ongemeenen toeftel en ongehoorde om- zig  28S de FRANSCHE SPION. zïgtigheid wierdc hy overgebragt. De donkerheid van den nacht hadt men verkoozen, ais meest gefchikt om oproer te voorkoomen. Niemand mogt zich aan de venflers of deuren vertoonen, om den Moordenaar te zien voorbygaan; en 'er was bevel gegeeven om te fchieten op eenen ieder, die dit gebod zou overtreed en. Men wist tot nog toe niet den grond der zamenzweeringe , en of 'er met 'er daad eene zamenzweering ware ; een Kogel, op damiens net gemikt, zou dit een ondoorgrondelyk geheim hebben kunnen doen blyven. Niet minder was de voorzorge om hem te bewaa. ren. Aan eeue bende van negentig man van 's Ko. nings lyfwagt was .deeze post aanbevolen. De kosten van deeze bewaaringe beiiepen dageiyks ruim zeshonderd Livres. De Regtspleeging gefchïedde op den 26 Maart; de Zitting duurde van 's morgens ten acht tot 's avonds ten half acht uuren. Hy wierdt tot de zelfde flraffe als k a v a i l j a c verwzeen, en tevens bevolen dat hy twee uuren lang, in (lede van naar gewoonte een half uur, ter gewoone en buitengewoone pyniginge zou gebragt worden. De booswigt handhaafde zyn Karakter tot aan het laaide toe; vyf uuren en een half duurde zyne ondervraagiugi hy autwoorde met de zelfde bedaardheid, onbefchaamdheid, en, indien men bet moge zeggen , kloekmoedigheid,, welke 1 v dus lang  de FRANSCHE SPION. 287 lang vertoond hadt 5 mengende onder zyne antwoorden eene bykans fchertzende vrolykheid; hy volhardde by zyne verklaaring dat hy geheel op zich zeiven ftondt; dat hy al voor drie jaaren zyn (bood befluit hadt genomen , dat hy het aan niemand, hoe genaamd,, hadt medegedeeld, en zo hy een vermoeden hadt gehad dat zyn hoed'er zelf aan twyfelde, hy dien ten vuure zou verweezen hebben. Wat aangaat zyne beweegredenen van deeze gruweldaad, hy verklaarde dar hymetinwen. digen tegenzin liet Koninkiyk gezag hadt zien hoonen, door de gefchilien tusfchen de Geestlykheid en het Parlement, en dat de Koning zo wei' nig agt hadt geflagen op de Vertoogen by hem ingeleverd ; hy befloot met eene Lofrede op de welfpreekendheid van den Heere pasquier, zynen Advokaat,(die hem dikwyls, en nóg op het eigen oogenblik, in tegenwoordigheid der Vergaderinge, vermaand hadt om de waarheid te fpreeken en zyne medepligtigen te noemen, ) en by badt alle de Heeren om aan den Koning te berigten, dat by een goed werk zou doen door hem tot zynen Kanzelier te benoemen. Onder de pyniging , in het Stadhuis en op het fchavot,fprak damiïüs niets meer. Een kwartier voor vyf uuren in den naamiddag van den 28 Maart begon zyn ftrafoeffening. Eerst wierdt hem (Je rechterhand afgebrand, vervolgens het lichaam met  283 de FRANSCHE SPION, met gloeiende tangen geneepen en geimolten lood in de wonden gégooten, en hy eindelyk gevierendeeld. Onder dit alles hieldi hy een uur en een kwartier lang het leeven , met eene onverzaagde kloekmoedigheid; alleen gaf hy blyken vanfmane, aan de menschlykheid verknogt, en tegen welke het fterkfle geitel niet beftand is. Het gevieren, deelde lyk wierdt verbranden de asch in de lucht geftrooid. Ongelooflyk was de toevloed te Parys, om deeze ftrafoefFening te aanfehouwen, niet alleen uit de voorlieden, maar ook uit de Provinciën, zelfs uit vreemde landen. De daken der huizen waren verhuurd.en krielden van aanfehouwers. Volgens eene barbaarfche gewoonte, welke de Wysbegeerte, de menfehlykheid en de regtvaardigheid afkeuren, wierden de vader.de vrouw en de dochter van damiens, hoewel onfchuldig verklaard, buiten het Koninkryk gebannen , met verbod om 'er nimmer weder te keeren, onder bedreiging van den galg. Op de eerde tyding van 's Konings gevaar, en in de algemeene verwarring, bleeven alle zaaken, zo wel buiten-als binnenlandfche, flil daan; doch dit duurde flegts een oogenblik, tot dat men aan. gaande den toefland van zyne Majedeit was gerust gedeld. Toen paarde zich troost met de droefheid der Franfcben; zy befchouwden deeze gebeurtenis als een heiizaame waarfchuwing der Voorzienigheid j zy  de FRANSCHE SPION. 2§J> Zy vleiden zich dat lodewyk de xv de aangelegenheid daarvan bemerken en zich zou bekeeren. Dat Mevrouw de pompadour uit's Konings tegenwoordigheid wierdt gehouden, en de Daufyn zitting in den Raad hadt genomen, befchouwde men als voorboden eener gelukkige veranderings.' Doch de Matres hervatte [weldra haaren post, met grooter magt dan te vooren, en de jonge Prins deelde niet meer in het vertrouwen van zynen vader. Zy hadt te veel belang om hem dit te beneemen, en om agterdogt, wantrouwen en jaloersheid in het hart des Konings te zaaien, Dus vervielen de dingen van kwaad tot erger, en de' wederfpoeden meer en meer de ziel des Monarchs beftormende, was zyn eenige toevlugt, om door de Matres zyne begeerten te doen volbrengen. Eenige leden van het Parlement, onlangs, op 's Vorflen bevel,van hunneampten verlaaten, zich van de tegenwoordige gefleldheid van zaaken bedienende, om den Koning van hunne getrouwheid te verzekeren,hadden te vergeefs verzogt om hun. nen dienst te mogen hervatten: de hand der-wraake viel te zwaarder op hen neder; zestien leden wiér-. den gebannen na afgelegene en ongezonde oorden; en wanneer de leden van de Groote J&mér, die nog gebteeven waren, deswegen verteogen deeden deedt men den Koning antwoorden, dat hy hen ftrajte om redenen > bun £erfoon!yk eigen. VervolN gens,  2po de FRANSCHE SPION. gens deedt men hem de klugtfpeelen dathy zich hielde als of by hen aanmerkte als vrywillig or.tflagen, hun vergoeding van penningen aanboodt, en hen noodzaakte dezelve aan te neemen. Men deedt eindelyk, door een nog onvoegzaamergedrag, hem terug deinzen, het Parlement in zyne bedieningen herüellen, en de ballingen op de eeriyklle en de vleijendfte wyze herroepen. Twee Staatsdienaars, van welke de eene aan Me» vrouwe de pompadour zyn fortuin verfchuldigd was, en die haar te flaauw onderfteund hadt, ten tyde van den acnflag op des Konings leeven, haat voor verlooren houdende, en de andere, haar beftendige, doch eerbiedige en heimelyke vyand, by deeze gelegenheid eene hoonende blydfchap hadt betooud : deeze Staatsdienaars ondervonden wel haast haare gramfchap , op eene wyze evenredig aan hunne misdaad. Men oordeele hierover uit hunnen Banbrief. In dien aan den Graave d'a rgenson gerigt, febreef hem de Koning aldus : „ Uwen dienst heb ik niet meer noodig; ik be. „ veel u my uw ontflag van het Ampt van Ge« „ heimfchryver van Oorlog te zenden,en van al„ le bedieningen daaraan verknogt , en na uw „ Landgoed Orr.ies te vertrekken." Daarentegen maakte de Koning eenigermaate zyne .verontfchuldiging by den Heer de machault : „ De tegenwoordige omftandigheden »(dus  de FRANSCHE SPION. T, fdus fchreef hy) noodzaaken my, de zegels van „ u te rug te eifchen , nevens uw ontflag van uwe „ bediening van Geheimfchryver van Staat over de „ Zeemagt. Wees altoos verzekerd van myne be„ fcherming en hoogagting. Indien gy eenige „ guiiSen voor uwe kinderen hebt te verzoekeH, „ kunt gy het ten bekwaamen tyde djen. 't Is ., oorbaar, dat gy eenigen tyd te ArnonvilleV.^. „ I!: Iaat u uw jaargeld van 30,000 Livres behou„ den, benevens den rang van Zegelbewaarder." Gelyk deeze mildheid ten voorbeeld diende voor anderen ,dus ftrekten de afgezette Staatsdienaars vervolgens tot een ondraaglyken en haatlyken last voor den Staat. De twee gebannen Staatsdienaars waren de beste, welke lödewyk de xv ooit in dienst gehad heeft; hunne afzetting was niet eene der kleinfte onregtvaardigheden , welke Mevrouw be pompadowr hem heeft doen pleegen. Zy wierden opgevolgd door perfoonen, hunne verhevene posten onwaardig. De Koning, egter, behieldt aan zich de zegels en vermaakte zich etlyke jaaren daarmede. De kinderagtige verrigting van papieren te zegelen .diende neta tot een tydkorting, en bo:> digde duidelyk aan de laagheid van zynen Geest. Men telt voor 't minst 800 Bevelfchriften, in zyne tegenwoordigheid gezegeld. Naa het overlyden van den Kanzelier eeguier, in den jaare 1672, hadt lodewyk d* xiv elfmaal den pjst van N 2 Ze-  2Qï de FRANSCHE SPION. Zegelbewaarder waargenomen; doch di; belette hem niet om zich aan het hoofd zyner Legerbenden te ftellen en de Nederlanden te veroveren;daarenbo. ven deedt hy deinkomften van dit voordeeligampt ten voordeele van 's Lands Kas verftrekken; tervvyl lodewyk de xv, door eene laage inhaaligheid, daar mede zyne eigen beurs verrykte. Behalven den Oorlog met Engeland, van welken de bezittingen in de Oostindiën tot het voornaamfle tooneel verftrekten, waren de .Franfcben ,'m den jaare 1757, ingewikkeld in een kryg tegen den Ko« uing van Pruisfen. Van den Oostenrykfcben Maar* fchalk daun, hadt deeze Monarch eene merk. waardige nederlaag ontvangen, met verlies van 12,000 man. De oorzaak deezernederlaage fchreef hy edelmoedig toe san zyne eigen ligtvaardlgheid, en omdat hy zich te veel hadt bloot gegeeven: „ Ik .heb geen reden", dus fchreef de Vorst aan eenen zyner vertrouwelingen, „ vanteklaagen over „ het gedrag myner troepen, of over de onervaren. „ beid myner Legerhoofden; ik zelve alleen heb „ den misilag begaan, en hoop dien te vergoe„ den". . Hy hieldt zyn woord. De Franfcben , welke hem befchouwden als tot de uiterile engten gebragt, en geene toevlugt meer hebbende dan in een luifterryken dood , verfcbaften hem daartoe de gelegniheid, door de fchaudelyke nederlaag by Rosbacb, op den 5 No.  De FRANSCHE SPION. 29 5 November des jaars 1757. De brief van den 'Prins db sou bi se, Bevelhebber van 't Franfche Leger, aan Koning lodewyk, fchetst naar 't leeven den wederfpoed en de fchande van dien dag: ,, Ik fchryf aan uwe Majesteit.uit de vol. „ heid myner wanhoppe. Uw Leger is geheel „ verflagen. Ik kan u niet melden, hoe veele „ Officieren gefneuveld , gewond of gevangen zyn, „ enz." De eerfte reize was, misfehien, deeze dat een Hoveling, zonder eenige veromfchuldigingen voor te wenden,in dusdanig eentoeftand, zynen Meester onbewimpeld de waarheid meldde. Te fchandelyker was deeze nederlaag, omdat het Franfche Leger-bykans twee derde deelen fterker was dan het Pruisfifche, en door een geveinsden aftogt des Monarchs in eene hinderlaage wierdr gelokt. Onder de volgende merkwaardigheden en rampen van deezen Oorlog, was de nederlaag van het Franfche Leger in den flag by KrcvcIt. Eene verbaazende ontfteltenis baarde dit verlies te Verfailles. De Daufyn inzonderheid was gevoelig van den vlek .welke hierdoor den naam van Bear* bon wierdt aangewreeven. Zonder een oogenblik tydverzuim , neemt hy het moedig befluit om dien uit te wisfehen. Hy fchryft den Koning en verzoekt verlof om zich aan het hoofd van het geflagen Leger te mogen ftellen. Om den Vorst N 3 te  994 de FRANSCHE SPION. te beweegen, gebruikt hy in den brief de vermo gendfte drangredenen; hy belooft niets te zullen doen zonder kennis der Legerhoofden. „ Ik ben verzekerd", dus eindigt hy zynen brief, „dat'er „ geen Fransman zyn zal, wiens moed niet zal , herleeven, en onverwinnelyk worden op hetge. ,, zigt van uwen eenigen zoon , hen ten ftrydt „ aanvoerende". Dit antwoord ontving hy van zynen doorluchiigen vader :„Uw brief,myn zoon, „ heeft my de traanen uit de oogen geperst. Men ,, moet onder den rampfpoed niet bezwyken. Zwaa* ,. re ongefteldheden hebben kragtigegeneesmidde. „ len noodig. Dit is flegts eene onbezonnenheid. „ Met vreugde befpeur ik in u de gevoelens onzer „ vaderen; maar 't is nog de tyd niet om van u ,, te fcheiden". Uit dit merkwaardig fchryven blykt het, hoe zeer men den Koning hadt om den tuin geleid. Men hadt hem als een onbezonnen aanflag befchreeven ccne volkomen nederlaag, welke, op <;énen dag, deedt verliezen meer dsn tachtigmylen gronds en alle de voordeden, zints den aanvang des Oorlogs behaald. Voor 't overige, hoewel de Dau. fyn zyn verzoek niet erlangde , hy bewerkte , nogthans, dat het Legerbewind den Graave van clermont ontnomen, en vervolgens opgedraagen wierdt aan den Marquis de contades, dien de Maites wyders deedt begiftigen met den Maar- fchalks-  de FRANSCHE SPION. 395 fchalksftaf; niet als een belooning van hetgeen hy hadt gedaan, maar in de hoop, ongetwyfeld. op hetgeen hy zou verrigten; of liever, om den Priufe d e soubis e, zynen oudften zoon, tebegunfligen, wien zy de zelfde waardigheid wilde bezorgen. De flag van Lutzetberg, in het land van Kas/el, dien hy van het vereenigde Leger der Hanoverfchen, Hes/en en Engelfchen won, gaf daartoe een gelukkig voorwendzel. Naa de veldflagen van Corbach en Rbynberg ,in den jaare 1760 voorgevallen, wierden de Manrfchal. ken soubise en broglio, in het volgende jaar, handgemeen met Prins ferdinand ,by het dorp F/isfingbaufen. Hunne overmagt fcheen hun de overwinning te verzekeren; doch een ongeluk, kig misverlland was 's Prinsfen behoudenis, 't Is twyfelagtig, aan wien de fchuld der nederlaage moet geweeten worden. Een te veel vermogende vooripraak hadt de Maarfchalk de soubise aan's Konings Minnaaresfe , om openlyk voor fchuldig verklaard te worden. Broglio wierdt opontboo* den en na zyne Landgoederen gebannen. Het ge. meen,altoos genegen oin den ongelukkigente be» klaagen, bewees hem eene eer, overbckwaam om zyne ongenade te verzoeten? Daags naa zyne ballingfehap wierdt in de Franfche Komedie Tancrcde vertoond,* juffrouw clairon fpeelde den rol van Amenaïde. Terwyl zy deeze regels uitfprak: N 4 On  sf>6 de FRANSCHE SPION. On depouille Ternerede, on l'exile, on foutrage Cest le fort eTun heros d'étre perfecutê .. . Tout fon parti fe tait; qui fera fon appuil Sa gloire. .... Un heros qu'on opprime ,attendrütouslescceurs. Waarvan de zin hierop uitkomt : „ Men be„ rooft Ternerede, men zendt hem in ballingfchap, „ men mishandelt hem. ... 'c Is het iot van ee,, nen Held, vervolgd te worden. . . . Zyn ge„ heele Aanhang zwygt: wie zal zyn fteunzel zyn? „ Zyn roem. . . . Een verdrukt Held vertedert de „ gemoederen;" terwyl de welipreekende Actrice deeze woorden uitfprak, verhefte zy haare Hem. me , mee een zo aandoenlyken doordringenden toon, dat alle de aanfehouwers, van het versch gebeurde doordrongen , de meening begreepen. Denaam van broglio vloog van mond tot mond; verfcheiden maaien wierden de Tooneelfpeelers ge. ftoord door een herhaald handgeklap. 'c Wordt ,tyd dat wy wederkeeren tot lodewyk den xv,het voornaame onderwerp van die Werk, om zyn hart te doorgronden, in zyne Raadsvergaderingen te verfebynen en zyn Hof te fchetzen. Ze-  de FRANSCHE SPTON. 297 Zedert den aanflag op zyn leeven,was de Mo. narch, in fiede dat htm zulks tot beterfchap ge. dyde , nog droefgeestiger en kleinmoediger dan voorheen geworden. Die hem omringden, belang hebbende dat dusdaanig een ongeluk niet wederom gebeurde , voedden zyn wantrouwen door eene overbodige zorgvuldigheid. Wanneer hy op de jagt ging, liet men niet flegts niemand hemgenaa. ken, maar agt geevende op e'ken aanfehouwer, wie hy ook ware, wiens houding mishaagde, wierdt hy des verwittigd en hy moest vertrekken. Bouc, de dikke Zwitzer met Osfeoogen,nam de vryheid om eenen iegelyk tegen te houden, die het ongeluk hadt van hem te mishaagen; hy ondervraagde hem, en indien hy geen voldoend antwoord ontving, belette hy hem verder te gaan en zondt hem te rug. Van wyn bevangen, hoonde hy dikmaals lieden van aanzien. Dit alles moest men verdraagen om den wille van zynen y ver voor zynen Mee. fier, aan welken, zo wel als aan de voornanmfte Bevelhebbers der Lyfwagt, hy zelf dierbaar was. Wanneer de Koning, op zekeren dag, een kamerdienaar beftrafte over zyne ruwheid van woorden cn zeden, gaf deeze tot antwoord : Sire, 't zal myne fchuld, niet zyn, indien gy andermaal gekwetst wordt. Eigenaartig moest de Monarch agterdogtig wor«' den; hy zag zich vertaaden door zyne meest beN 5 • gun.  25g de FRANSCHE SPION. gunftigde, gemeenzaamue en meest geliefde Hovelingen , door maillkbois, door ric heli eu, door zyn eigen bloed. Het pleidooi van den Maarfchalk d'e s t a é e s tegen den eerstgenoemden, by zyne wederkomst uit het Leger, liet hem deswegen geenen twyfel over. Het wierdt algemeen en met regt geloofd, dat, indien in den flag by Hastenbeck, de bevelen van den Generaal gevolgd, en hy niet misleid ware door een verkeerd berigt, 't welk men hem, te midden van 't gevegt, kwaadaartiglyk hadt doen aanbrengen , de overwinning van dien dag allerluifterrykst zou geweest zyn. De Graaf de m aillebois wierdt openlykgenoemd als de veroorzaaker van dien ramp; zyne eerzucht en jaloersheid wierdt openlyk ver. foeid. Nog duidelyker verklaarde men zich, toen de Marquis de taulmy, 's Graaven Schoonvader, begunftiger van den toeleg, eenige maanden daarnaa, voor zyne dienften bedankt, en de Schoonzoon niet alleen ongeftraft bleef, maar met nieuwe gunften wierdt begiftigd. Onder een anderen Koning en in andere tyden,zou dit eeoegenoegzaaine verdeediging geweest zyn; doch men deedt hem de noodzaaklykheid bemerken, om den blaam der beschuldigingen van zich te weeren. Dit deedt hy in eene Memorie , die in gefchrifte verfpreid wierdt, en veel gerugts maakte. DeMaarfchalkd'ESTRéEï kreeg 'er een affchrift van, en verwierf verlof van den  de FRANSCHE SPION.' 299 den Koning om dezelve te beantwoorden. Zyne Ophelderingen nevens de Memorie wierden ter hand gefield aan een krygsraad, beflaande uit alle Maar» fehalken van Frankryk, die hun gevoelen verze. geld inleverden. Het wierdt aan den Koning gebragt; hoewel het nimmer openlyk is bekend geworden, heeft men,nogthans, reden om te denken dat het zeer geflreng was, en den fchuldigen tet halsftraffe doemde. Onder dit alles bevondt zich de Graaf zelve, het voorwerp deezer regtspleegin. ge, in Vlaanderen; hy wierdt te Duinkerken ia verzekering genomen, na het Kasteel Dourles gevoerd en voorts van alle zyne waardigheden verlaaten. De Maarlchaïk zyn vader wierdt, in zyne plaats, Bevelhebber van Douay, en bet arapt van Opziener over de kleerkamer wierdt voor zynen zoou bewaard. In weerwil van dit alles, in weerwil van de kiaarblykelykheid zyner misdaad, zag men dien doorluchtigen gevangene, eenige jaaren daarnaa, zyne gevangenis verlaaten, en met nieuwen luister ten Hove verfchynen. Een fpreekend bewys levert deeze handelwyze op van de verwarringe en regeering! oosheid van een Hof, welks Oppervorst alzo min het vermogen badt cm eenen fchuldigen volkomen vry ta fpreeken, als om zyn lotaandeuirfpraakenvanzyns gelyken over te laaten. Alles was hier tegenfltydigbttid. De Maarfchalk de richeliei:, die in N 6 fchys  3©o de FRANSCHE SPION. fchyn minder misdaadig was dan de Graaf de Mail» Lebois, nogthans een grooter, weezenlyker en duurzaamer onheil hadt veroorzaakt, door het verflappen der krygstucbt, doorhetinvoeren van weelde en losbandigheid in de Legers, door by de on* vermydelyke rampen des Oorlogs de knevelaaryen en barbaarsheden van een woesten Overwinnaar te voegen, wierdt eerlang benoemd om bet bevel te voeren in Guyenne. Aan den Graavede langeron, die, door zyne wakkerheid en goede fchikkingen, den Engelfchen onlangs eene landing belet , en hierdoor eene goede bclooning hadt verdiend , wierdt deeze post benomen, en vervolgens of gedraagen aan een voorwerp van 's Konings wei verdiende ongenade. De Maarfchalk de soubise» met wien de hoofdflad den fpot dreef, wierdt te Verfailles geliefkoosd. Hy was een (legt Gene. raai, maar een voortreffelyk Hoveling. Nog be" laaden met de fchande van den flag by Roibach, tradt hy af te Cbamp by Mevrouw de pompadour, die zich derwaarts hadt begeevenomhem* te ontvangen. Van daar trok hy na Cboify, om 'er met den Koning te fpyzigen. De Heer de paulmy, van het bewind van den Oorlog verlaaten, wierdt, egter, bekwaam genoeg geoordeeld om eene plaats in 's Konings Raad te bekleeden. Hy behieldt den rang van Staatsdienaar, zynen inrek in het Tuighuis, de een Jaargeld van 50,000 Li* vres  oe FRANSCHE SPION. 301 vres , van welke 18,000 op zyne vrouw en kinderen moesten verderven. Wie zou tot zulk een prys 's Konings ongenade vreezen? In ftede van den Graaf van clermont te bannen na zyne Abtdy de Saint Germain de-pres, om aldaar te betreuren de onheilen van Frankryk, vermeerderd door zyne zorgeloosheid, zyne on. bedrevenheid en zyne ongebondene leevenswyzj in het Leger, wierdt hy niet minder ten Hove geduld; door eene verborgene overeenliemming bleef hy de vriend en de medgezel van 's Konings wellustigheden. Onder dit alles was 's Lands Kas zo zeer van penningen ontbloot,dat men in EngelandHA feti honderd beimelyk hadt iaaten aanbieden aan da zulkeu , die eenig geld wilden verfchieten. De Lords der Thefaurie beloofden eene belooning van 200 ponden Sterlings aan eenen iegelyk, welke eenen burger kon aanwyzen , die aan deeze Geldleening deel hadt : dewyl het eene misdaad van hoog verraad is, aan de vyanden van den Staat, ten tyde van een openbaaren Oorlog,geld te verfchieten. Ter zee ontvingen ae Franfcben-, in deezen tyd, gevoelige neepen van de Engel fcben, zo in Europa als in de nieuwe waereld. De Zeemagt was in een flegten flaat, en hadÊ beter beftuur noodig. De Heer d e m a s s i a e wierdt daartoe benoemd. Dit gebeurde op de vol. N 7 gea.  3o2 de FRANSCHE SPION. gende wyze .• want deeze inwendige tooneelenbe. hooren inzonderheid tot onze taak ; zy kunnen een tafereel fchetzen van de zeden en den fmaak van ieder tydperk der regeeringe van Koning lode> w yk. Tot nog toe hadt de Heer mor as het bewind gehad over de zeezaaken; toen men, hoewel te laat, overtuigd was van zyne onbekwaamheid, vergaderde men by Mevrouw de pompadour om hem eenen opvolger te verkiezen. Dewyl roenbeflooten hadt dien uit het midden der Zee-Bevel, hebberen te neemen, doorbladerde men een Ko» ninklyk Almanacb, en zogt daarin bet voegzaamfte voorwerp. V/at aangaat de twee Vice-Admiraals, de een, een negen tigjaarige grysaart, wenschte niets dan rust; de andere, die eengrooten naam, maar een klein verftand bezat, zeer onkundig was, en naauwlyks leezen en fchryven kon, was te zeer ingenomen met zyne hooge geboorte, om niet eene pernebediening, zelfde waardigheid van Geheimfchryver van Staat, als te gering te befchonwen. In het doorloopen van de lyst der Generaals, ontmoette men geene minder zwaatigheid. Zommigen hadden nooit gediend, en waten alleen op de lysten bekend; anderen waren afweezig, of zaten gevangen. Deeze was fyn, die was niet hoog genoeg van geboorte, en een derde hadt geene kennis van zaaken. In deeze verIe.  de FRANSCHE SPION. 303 fegenheid, wien men moest kiezen,fprak een van de vergaderinge de Marquizin aldus aan : „ Me„ vrouw, zonder u meer te pyningen, gy hebt „ hier een man by de hand, die u wonder wel „ voegt; het is een oud Luitenant • Generaal; hy „ is ryk, en heeft lang ten Hove verkeerd- Eige„ naar van groote goederen, heeft hy eenige kennis „ van het beftuur van zaaken ;hy is wys,bedaard, n niet vermetel; hy zal zeer gezeggelyk zyn; „ men zal 'er alles van maaken wat men wil. Het „ is de Heer de massiac. Daarenboven, voegde„ hy 'er nevens,dewyl de Maarfchalk de belle„ isle om een Sekonde heeft verzogt, zou men „ hem eenen kunnen toevoegen in den perfoon ,, van le noemamt de mery, een man van „ groote verdiende, en die de eer heeft aan u ver„ maagfehapt te zyn. Hy is van bekende eerlyk„ heid en zeer fpraakzaam; hy is het bevoegde j, voorwerp om het Fonds van de Scheepsmagt, „ 't welk thans verfpild wordt, te bezuinigen." De Matres wierdt hierdoor aanbaare zwakkezy« de aangetast, en den tegenfpreekeren den mond ge» ftopt. Zyftelde den Heer de massiac aan den Koning voor, en ftraks wierdt hy, nevens den Heer lenormant, goedgekeurd. In (Jegter handen kou de Scheepsmagt niet vallen. Massiac wyde den geheelen morgen aan den opfchik en aan zyne gezondheid, Hy was getrouwd met eene Mevrouw  304 öe FRANSCHE SPION. vrouw gourdan, weduwe van een Eerflen Com • mis, eene dobbelaarfler van-beroep, die geen ander gezelfchap zag, dan die van eene goede goudbeurs voorzien waren. Zyn bewind was van korten duur, flegts van vyf maanden. Indien korten tyd verloor Frankryk niet alleen Louisburg, nevens de Eilanden Kaap Breton en S*. Jan,mat ook, op Minor ka , het Fort Frontenac, en, in Afrika, Senegal en het Eiland Goeree. ; Meer dan ééne landing deedin de Engelfcben , in den jaare 1758 , op de Franfche Kust. De eerfte gefchiedde onder beleid van Lord anson, in de Baai van Cancalle naby St. Malo, met vyftien Batailjons ligte troepen. Zy floegen zich neder naby de flad, verbrandden drie Koninklyke Fregatten, 24 Kaperfchepen, 70 Koopvaardyfchepen, 40 kleine vaartuigen, nevens eenige Hennip magazynen, en vertrokken, naa verloop van acht dagen , zonder eenigen tegenftand ontmoet te hebben. Nog nadeeliger voor Frankryk liep eene tweede landing af. Zy gefchiedde onder het beleid van den Kommardeur howe, en den Generaal bligh. Ter meerdere aanmoediginge der troepen , hadt Prins eduard, naderhand Hertog van york, verzeld van een menigte jonge Edellieden, zich op de vloot begeeven. Cherburg was de plaats, op welke men het gemunt hadt. Voor Groot • Britatinie kon deeze haven, ten eenigen tyde , een gees-  d2 fransche:spion. 30$ geesfel worden aan het Kanaal. Op den achtften van Oogstmaand vertoonden zich de Engelfchen, ftraks trok de bezetting uit en liet de plaats zonder tegenweer. De vyand (lak den brank in 27 Schepen , vernagelde 73 (lukken gefchut en 3 yzeren Mortieren, Tweeëntwintig fraaie (lukken gefchut en twee gegootene Mortieren wierden na Engeland gezonden, nevens de ftandaarten in deezen togt veroverd, Men was thans bezig om Chcrburg tot eene bekwaame haven aan te leggen. Op eene der Sluizen, las men een Opfchrift, welk toont dat de Zeemagt den Kardinaal de fleur* niet onverfchillig was. Ludovici XP'jusfu> Floria confilio , Asfeldi duclu, In aevum flat baec mo/es. Ars, natura vleïrix, aquarum impetum Refranat, facilem navibus tempestate aclis Aditnm dat, tutelam asferit, copiam invebit, Gloriam perpetuat. Jimulque Principem, Sapientem, heroa, pasteritati commendat. j, Op bevel van lodewyk d e n xv, op raad van „ fleury,onder het opzigt van asfeld, (laat 53 deeze Sluis om de Eeuwigheid te verduuren. De kunst,  3o6 de FRANSCHE SPION. „ kunst, op de Natuur zegepraalde, beteugelt „ de woede der wateren, verleent aan defcb pen, „ door ftormwinden gellingerd, eme zekere toej, vlugt, brengt de veiligheid aan nevens den „ overvloed, vereeuwigt den roem, en wydt den „ Vorst, den Wyze, den Held, aan de Eeuwig„ heid." Een Krygsbevelhebber te lande breidde dit Op. fchrift aldus uit, en deedt 'er het zyne onder fchry ven : „ Lodewyk en fiedrt met asfïldmos» „ ten thans voor george, pitt, b ligh en „ howe zwigten. Een adem des monds heeft het „ werk van eeae Eeuw verdelgd. De vloed der „ zee heeft thans een vryen loop, en de woede der baaren heerscht. Hunne rykdommen en hunne „ veiligheid zyn «erloo'en. Hun roem is ver„ dweenen, midpgaders de hoogmoed des Konings, „ des Staatsdienaars en des Helds." Niet zo gelukkig flaagde eene derde onderneeming van den Generaal bligh. De Hertog ö'aigüillon noodzaakte de Engelfcbeu in alleryl hunne fchepen op te zoeken, nam 700 gevangen, en bragt hun een verlies toe van 4000 man, zo gefneuvelden als verdronken. In de plaats van den HeereDE massiac kreeg nu de Heer berrier het bewind ozer de Zeemagt. Ieder een flondt verbaasd over deeze keu. ze*  be FRANSCHE SPION. 307 ze; men vraagde elkander, of men, met dusdanig een Staatsdienaar, in den tegenwoordigen neteligen toettand van zaaken, het verderf van Frank' ryk wilde voltooien. Hy bezat geene bekwaamheden , evenredig aan zynen verhevenen post; hy was ongezellig,hardvogtig, wreedaartig;hy wierdt algemeen verfoeid en bezat geene andere verdien. fte dan die van eene llaaffche onderdaanigheid aan de Matres. Zy hadt hem in den Raad van Staat gebragt, om aldaar eene item te meer te hebben, en vooral eenen Spion, bekwaam om haar alles aan te brengen wat 'er omging. Schoon de nieuwe Staatsdienaar eenige kleine misbruiben in het Zeebewind affchafte, het weezen der zaak zelve, nogthans, bleef onaangeroerd;de Engelfchen üoegen de Franfche Vlooten, veroverden Guadeloupe, Quehec, Martinique, geheel Canada, Ptndichery, en ontrustten de kusten van Frankryk. 't Is buiten ons bellek, bet beloop deezer krygsverrigtingen breedvoerig te fchetzen. Veele en groote omwentelingen veroorzaakt doorgaans een ongelukkige Oorlog aan'de Hoven. Altoos hoopen de onderdaanen te zullen winnen by de verandering van Staatsdienaars, en de Vorst is wel voldaan , „de verkeerde maatregels, door den Raad genomen, aan de verdreevene Staatsdienaars te kunnen toefchryven. Geduurende het tegenwoordig ongelukkig tydperk, gebeurden 'er versheide»  308 de FRANSCHE SPION. den veranderingen van deezen aart te Ferfaillcs. De eerfte ongelukkige omwenteling was ,egter, het werk niet van het Nationaal misnoegen, noch van den Monarch; zy was het gewrogt van de wraakzucht eener jaloerfche en iveragte vrouwe. Zeer ipoedig hadt Mevrouw de pompadourden Abt de b er nis uit een middelbaaren ftaat het hoogfte toppunt van eere doen beklimmen; zints eenigen tyd was hy tot het purper verheven. Eene zo in.'t oogloopende gunstbetooning oordeelde zy, dat eene onbepaalde dankerkentenis vorderde. Zy verbeeldde zich, dat haare bekoorlykheden, in het oog van den Monarch verwelkt, op zyne Eminentie den zelfden invloed moesten behouden. Zy bedroog zich; dit maakte haare woedegaande. Alvoorens, egter, des Kardinaals bederf te bewerken , vondt zy het geraaden, in eene laatfte zamenkomst, hem van (haare tederfte liefde te overtuigen en tot het uiterfte hulpmiddel de toevlugt te neemen. Doch zy vondt hem koelzinnig en onaandoenlyk. Toen kende haare woede geene paaien meer; zy berfte uit in verwytingen, en verklaarde hem te zullen doen wederkeeren tot den laagen ftaat, uit welken zy hem hadt opgebeurd, 's Daags voor zyne ongenade hieldt hy nog het avondmaal met den Koning. Lodewyk de xv, bedremmeld en be. fcbaamd over het bevel, 't welk hy tegen een getrouwen Staatsdienaar zou tekenen, doch te onder ge'  de FRANSCHE SPION. 309 gebragt door den wil eenerheerschzuchtige Matres. Te, zag hem van tyd tot tyd aan, doch wendde zyn gezigt na een anderen kant, zo dra de oogen des Kardinaals de zyne ontmoetten : zo treffende is het gezigt der onfchuld voor de ongeregtigheid. De Hovelingen, verfpieders van de geringde merktekenen , kenden te wel het karakter van den Monarch om niet te kunnen gisfen wat'er gaande was. Hec gerugt verfpreidde zich reeds den zelfden avond, en *s anderendaags wierdt de Kardinaal de b e r n 1 s na zyne Abtdy van Medard gebannen. Geduurende zyne afzondering', hadt hy den tyd om zyne gedagten te laaten gaan over de onbedendigheid en trouwloosheid der hooffche gun» den. Hy erkende het ydele der grootheden en het bykans altoos heilloos einde van menfchen, welke te fpoedig uit de laagte ten top van eere dygen. Hy keerde weder tot de kerk, wier waardigheden bedendiger zyn; hy ontving de orde van hetPriesterfchap, en baande zich dus den weg tot de Bis. fchoplyke waardigheid; doch hy kon daartoe niet geraaken voor den dood der Matresfe. Hy wierdt op den Aardsbisfchoplyken doel van Aiby verheven, daar hy zich geheel aan den heiligen dienst toewyde, tot dat hy zyne wysbegeerte en godsdienflige beginzels vergeetende, zich wederom in deu draaikolk der Staatsbezigheden dompelde, doch met omzigtigheid, verte van het Hof, en op eene plaats  3io de FRANSCHE SPION. , plaats en in een kring van werkzaamheden, met zynen rang ftrookende; hy weigerde een luisterryker post, van welken iiy vreesde andermaal te zullen nederftorten. De Kardinaal hadt tot opvolger, in den Raad en in het Departement van Oorlog, den Graaf de stainville, naderhand tot Hertog de choiseul verheven. Den kryg , in welken hy zich eerst had begeeven, verliet hy eerlang om zich toe te leggen op het Staatsbewind, waartoe hy beter gefchikt was. Zyn Gezantfchap te Rome verfchafte hem de middelen om zyne aangeboorene bekwaamheid tot hooffche kuiperyen verder uit te breiden. Vervolgens na Weenen gezonden zynde, oordeelde het Huis van Oostenryk, waaraan hy vermaagfchapt was,in hem een getrouwen dienaar te hebben gevonden aan het Franfche Hof; het fmeedde ten zynen behoeve een vermogenden aanhang. Aldus leide hy den grond van zyne grootheid. Misfchieu zou hy nog niet geflaagd hebben, indien hy, ten nadeele van zyne oprechtheid en grootheid van ziele, zich geene trouwloosheid hadt veroorloofd , welke hy hoopte te zullen begraaven in de tluisternisfe, in welke zy gefmeed wierdt. Eene Hofjuffer, zyne bloedverwante, begon den Koning te behaagen ; hunne verbintenis wierdt uaauwer: zy ontving reeds blieven van den Ko> ning  de FRANSCHE SPION. 311 ning over eene heimelykc z.imenkomsr; Een min dootlleepen Hoveling dan oe Hertog de choiseul zou dit voorval befchouwd hebben alsdebe* kwaamfte gelegenheid om zyn ooel te bereiken. Hy zou niet in gebreke zyn gebie^ven om de nieuw opgekoomene drift des doorlucütigen Minnaars te voeden, en der tegenwoordige Matresie den voet te ligten door deeze vrouwe , die o^wedeiliaan, baarder en onmiddelyker middelt-n fcheen te bezitten om te zegepraaten. De Hertog w as van een ander verftand; hy verkoos het zekerrtemiddel,en wilde liever zyne bloedverwante, wier ryk weiligt van korten duur zyn zou, opofferen aan Me» vrouwe de fompadour, die van tyd tot tyd een beter gevestigden invloed verwierf. Hy bezat het vertrouwen der eerstgenoemde, die hem over de dienftigfte maatregelen raadpleegde. Op zekeren dag, als de liefde van lodewyk den xv,ten hoogden top gefteegen, eene afdoende zamenkomsk vorderde door een dringenden minnebrief, hieldt, zich de Hertog, die zyner bloedvriendinne, in het opftellen van antwoorden, de band leendde, alsof hy zich daarover wilde bedenken; hy neemt den brief mede, en met dit bewys gewapend vervoegt hy zich by de Marquizin. „ Mevrouw, dus fprak „ hy haar aan, gy befchouwt my als eenen uwer » vyandeii; gy doet my het onregt van u te ver„ beelden, dat ik met hun in heimelyke ontwer- „ pen  312 de FRANSCHE SPION. „ pen zamenfpanne om u de goede gunst des „ Konings te doen verliezen. Zie daar, lees en „ oordeel over my." Met een toont hy haar den tederen brief van zyne Majefteit; hy doet haar opmerken , aan welke gevaaren hy zich zeiven bloot Helle om haar te behouden. Doch hy fchat bet welzyn van den Staat en het geluk van zynen Meefler boven zyne eigen grootheid, en hy befchouwt haar als noodzaaklyker dan iemand anders om deeze beide oogmerken te bereiken. Te wel kende Mevrouw de pompa dour KoningLODEWYK, om hem niet te rug te kunnen brengen, zo dikmaals zy in tyds gewaarfchuwd wierdt. Van dee. zen heimelyken toeleg onderrigt, deedt zy dien fpoedig vervallen en op haare mededingfter nederdaalen al het haatlyke der ontdekkinge, en de rtraffe door den trouwloozen vertrouweling verdiend. Van dien tyd af wierdt de Hertog dechoiseul de vertrouwde gunfleling der Matresfe. Hy was jong, minnezuchtig en on verzaagd; hy vergoedde de afkeerigheden van den Kardinaal de bernis, en verzegelde zyne verzoening met de Marquizin op eene wyze, welke haar deedt gelooven, dat haare bekoorlykheden niets van haare kragt hadden verlooren; hy baanoe zich aldus den weg tot de hoogfte magt, welke hy naa haar verkreeg. Onder de regeering van lode w y k den x v was niets gemeener dan eene geduurigeafwisfeling van  de FRANSCHE SPION. 313 van Staatsdienaaren. Het arnpt van ContrarolleurGeneraal wierdt, in één jaar, door drie onderfcheiden perfoonen bekleed. In den Heere db sithouette meende men een gepast voorwerp te hebben gevonden. Hy hadt gereisd; hy hadt over de Zedekunde, de Wysbegeerte, de Finantien en het Staatsbewind gefchreeven; hy was Raad in her Parlement van Metz, Kauzelier van den Hertog vanokleans, Commisfaris van de Oostindifche Maatfchappye, en bekleedde nog veele andere ampten. Algemeen was de blydfchap over zyne aanltelling. De billykheid en geflrengheid beftuurden zyne eerde maatregels. Naa verfcheiden misbruiken in de pagteryen te hebben afgefchaft, fchreef hy zeventigduizend Aktien uit, ieder van duizend Livres. Deeze onderneeming, welke, in den tyd van vierentwintig uuren, tweeënzeventig millioenen opbragt, wierdt al. gemeen goedgekeurd, dewyl zy den Staat niet tot last was, en alleen de Pagters, die van het bloed der onderdaanen waren vet geworden, bezwaarde. De Landlieden befchouwden hem als hunnen vader. De affchaffing van veele jaarwedden, waardoor hy veelè Hovelingen van zich vervreemde, toonde dat hy geene vyanden vreesde. Het Hof delde in hem een blind vertrouwen. De Maar. fchalk debel.i-e.isle onderfteunde hem met al0 lo  3H de FRANSCHE SPION. Ie zyne magt. Van toen af zag men, in (rede van heilzaame ontwerpen, tot heil van Frankryk, niets dan dwingelandifche onderneemingen ten voorfchyn koomen. Een Lit de Justice, te Ferfailles gehouden, om het berugt bevelfchtift ter fchattingheffinge te doen aantekenen, maakte de ontfteltenis algemeen. De Geregtshoven verklaarden zich tegen de hoedanigheid en wyze van hetzelve, en bet bleef onuitgevoerd. Dewyl het algemeen Credit daardoor wierdt gekrenkt, kon men op de gewoone wyze aan geene penningen koomen, ter vervullinge der dringende behoeften. De Heer desilhouette gebruikte een gewelddaadig en ongehoord middel om de geldkasfen der burgeren te pionderen en de betaal ing der pagtbtieven een jaar lang op te fchorten. Te. vens vermaande hy de onderdaanen des Konings, al,hun zilverwerk in de Munt te brengen, om tot geld geflagen te worden ter vervullinge der Staatsbehoeften. De Koning gaf het eerlte voorbeeld. Dit was zo veel als den gruwel der dwingelandye met eene belachelykekinderagtigheid te paaren. S il1*0 u et te wierdt de verfoeijing van het zelfde volk, waarvan hy nog onlangs de Afgod was geweest. Zommigen fcholden zynen naam, anderen dreeven'erden fpotmede. Men maaktePourtretten a la Silbeuttte, Broeken a la Silhouettc. Een perfoon, dus algemeen verfo.id, kon niet in het  de FRANSCHE SPION. 315 bewind gehandhaafd worden ; zyne ongenade droeg hy met eene hoonende onbefchaamdheid. In ftede van na het land te vertrekken, en aldaar zyne fchande te begraaven, huurde hy eenpragtig huis in een der aanzienlykfte wyken der flad; hy hielde een talryken ftoet; hy liet zich opdisfchen in gouden vaatwerk, daar de grootfte Heeren zich met porcelein vergenoegden. In naavolging van den Monarch, bragt een ieder zyn zilverwerk na Munt; de Geestlyken durf. den het niet nalaaten. Die van de Kerk van onze Lieve Vrouwe aan den Koning gevraagd hebbende, wat zy van het hunne zouden zenden, kreegen tot antwoord : Alles, behahen de gewy de vaten. Om den nayver op te wekken, wierden 'er Lysten gedrukt van zulke burgers, die zich vlytigst gekweeten hadden, 't Kon niet mis. fen, of dusdanig een gebod moest zommigen op nitvlugten doen bedagt zyn. Eenigen vergenoegden zich, met het zilverwerk van hunne tafel te houden; anderen bragten flegts een gedeelte. Thans begonnen de vyanden van Frankryk den Oorlog moede te worden. In wintermaand des jaars 1759 gaf Hertog Lo dewykm Srunswyk, Gouverneur van den jongen PrinfeErfftadhouder, in den Haage, kennis aan de Gezanten van Frankryk, Oostenryk, Rusland, Zweeden en Poelen, dat by door de Koningen van Engeland'en Pruis; O a Jtn  3*6 de FRANSCHE SPION. fen was gemagtigd om hun aan te ze ?g :n, dat zy getroffen door de onheilen eens veeljaarijen Oorlogs, geloofden niet te zullen voldoen aan de pligten der menschlykheid en aan hunne onderdaanen verfchuldigd, indien zy de middelen verzuimden , dienftig om den voortgang van dien geesfel te fluiten; dat zy,uit deezen hoofde, genegen waien hunne Gevolmagtigden te zenden na eene plaats, welke men zou verkiezen, om over den Vrede te handelen. Doch zyne GrootBritannifche Majefteit, uit de buitenfpoorige maatregelen van den Contrarolleur - Generaal, over de uiterfte verlegenheid van Frankryk oordeelende, deinsde eerlang te rugge, en de Vredehandelingen hadden geen voortgang. Het jaar 1760 wierdt dan wederom geopend met nieuwe vyandlykheden, van welke de bezittingen in Afie en in de nieuwe waerelJ tot het vcornaamfte tooneel verftrekten; De Franfcben Haagden hier doorgaans ongelukkig; doch het verhaal van deeze krygsvenigtingen behoort niet tot ons plan. Lodewyk de xv, een ongelukkigen oorlog moede zynde, van welken zyne ziel, zyn klimmende ouderdom, en nog meer zyn werkelooze aart eenen afkeer hadt, haakte na vrede, en begeerde dien tot den hoogften prys te koopen. Hy wierdt daarin wederftreefd door den Maarfchalk be üelle-islej die een vermogenden invloed hadt  de FRANSCHE SPION. 317 hadt op den Raad en den Monarch. Hy ftierf in deezen ftand van zaaken, en wierdt, om de bovengemelde reden, van den Vorst niet betreurd. Tot op het einde van zyn leeven (peelde by een voornaamen rol. Het gebrek aan uitgebreide kundigheden vergoedde by door eene aanhoudende werk • zaamheid. Zodra hy in het Staatsbewind was getreeden , fchafte hy verfcheiden misbruiken af, en voerde eene geftrenge krygstucht in. Hy beteugelde de weelde, die in de Legers ten hoogden toppunt was gedeegen, door eene wet op de verteeringen te dellen; hy benam hierdoor den krygsbevelhebberen het voorwendzel, dat zy in den dienst arm wierden. Den Raad der Maarfchalken van Frankryk deedt hy een Bevelfchtift afkondigen, waarby vastgefleid wierdt, dat men op deazen Raad geene hooger fomme dan 1000 Livres om fpeelfchulden zou mogen trekken. De Krygjen Edellieden moesten op hun woord van Eer zwee» ren , dat zy niet hooger dan deeze fomme zouden fpeelcn. De foldy der Soldaaten wierdt verhoogd, tn die der Officieren naar gelarg zy hooger blommen. Hy delde de Orde in der Krygsverdienfte, ten behoeve van zodanige Krygsbevelhebbers van 's Konings troepen , die, in Protestantfcbelanden gebooren, uit hoofde van bunnen Godsdienst, ia de Orde van St. Lodewyk Dist konden worden aangenomen. O 3 De  3i8 de FRANSCHE SPION. De oorlog, voor welken hy zich beftendig veri klaarde, was voor hem de oorzaak van eene grievende boezemfmarte. De Graaf degisoss, zyn eenige zoon, een krygsman van groote hoop, wierdt in den (lag by Krevelt doodlyk gekwetst, terwyl hy aan het hoofd der Carabiniers dapper (treedt. Hy wierdt zelfs van de vyanden betreurd; de Erf- Prins van Brumwyk, die hem hadt gevangen genomen, verliet hem niet, eer hy hem den laatften adem hadt zien uiiblaazeu. De Maarfchalk ftierf ia Louwmaand des jaars 1761* Hy hadt tot opvolger den Hertog de choiseul. Zyn eerfte verrigting was, het tot ftand brengen van het vermaarde Familie • Verbond tusfchen de Koningen van Frankryk en Spanje, waarin de Koning der beide Siciliën en de Infant Her. tog van Panna mede begreepen waren. Iletbï. lielsde onder anderen eene altoosduuren Je verbintenis, waffrdoor de vyand van eenen hunner als de algemeene vyand van allen wierdt aangemerkt; zy blyven borg voor hunne wederzydfche bezittingen in alle deelen der waereld; zich wyders verpligtende , de noodige hulp te bieden, ge> zamentlyk den oorlog te voeren, en geen afzonderlyken vrede te (luiten. Hy bedoelde met dit verbond , de vyanden van Engeland te vermenigvuldigen , en daar door een min fchandelyken vrede te bewerken. De Koning van Spanje be-  de FRANSCHE SPION. 319 betuigde hem daarover zyn genoegen, door hem de Ridderorde van het Gulden Vlies te zenden. De Daufyn omhing hem dezelve. Kort daarop wierdt hy door Koning lodewyk tot den rang van Kolonel - Generaal der Zwitsers en Grifons verheven. Onder dit alles wierdt de oorlog met de En • gelfcben voortgezet; doch dewyl deeze thans ongelukkig Haagde , begon men allengskens het oor tot den vrede te neigen. Lodewyk de x v, nog de fchaduw van grootheid behoudende, zag zynen vyand denzelven tekenen in zyn eigen paleis te Fontainebleau, op den 3 November des jaars 1762. De inhoud van dit verdrag is overal te .vinden, en behoeft van ons niet vermeld te worden. Eene verfchrikkelyke, doch heilzaame les zou deeze oorlog en deeze vrede voor lodewyk den xv hebben kunnen worden, indien hy dezelve ten zynen nutte hadde weeten aan te wenden. Hy zou begreepen hebben, dat het magtigfte Koninkryk, binnen weinige jaaren, van den top des voorfpoeds in de laagte kan nederftorten; dat de talrykfte en krygshaftigfte Legers, zon der krygstucht, nimmer een handvol Spartaanen kunnen overwinnen; dat de koophandel, de zenuw van den Staat, zonder de hulp van de Koninklyke Zeemagt, geen (land kan houden; dat 'er geene duurzaame O 4 heer-  32o be FRANSCHE SPION, heerfchappy is, welke de fpaarzaamheid niet tot grondflag heeft; dat 'er geen groot Koning is, in. dien hy niet den kiem van den Staat vasthoude; geen gelukkig Monarch, zonder de liefde zyner Onderdaanen. Helaas! Koning lodewyk was van dit alles overtuigd, doch bezat geene genoegzaame fterkte van geest om deeze ftokregels met 'er daad te volgen. De verwarde Haat, in welken de oorlog "alle deelen zyns Konlnkryks gedompeld hadt, ontroerde zyne ziel; hy zogt zich zeiven te bedwelmen , opdat hy dien toefland niet zou zien en o? hulpmiddelen bedagt zyn ; hy verharde zich meer en meer in werkeloosheid en losbandigen Wellust. Dit zal blyken in het laatlte tydperk zyner Regeeringe, 't welk wy by de yzeren Eeuw der Fabeldichters vergeleeken hebben. Indien iets deezen Vorst tot de deugd en zyne pligten hadde bunnen doen wederkeeren.het moesten zyne zwaare en op een volgende verliezen geweest zyn; doch zy dienden flegts om zyne onaandoenlykheid te bekragiigen en te bewyzen: althans verwekten zy op zynen geest flegts een flaauwen indruk. De Infante Hertogin vanparma, teFerfail. les gekoomen om de Hef koozingen van haaren doorluchtigen vader te ontvangen, die haar altoos teder hadt bemind, was de eerfte, die onder zyne od-  de FRANSCHE SPION. 321 oogen omkwam; zy fiierf aan de kinderziekte,in 't laatst van het jaar 1759. Te grievender moest zyne boezemfmarte zyn over haaren dood, dewyl deeze Prinsfes altcos zyn vertrouweling geweest was, in wier boezem hy de bitterheden zy. ner ziele ontlastte. Aan ha3r hadt hy gefchrceven : „ Zo lang hebben zy gewerkt, dat zy myge,, noodzsakt hebben, machault, den man naar „ myn harte, te laaten gaan. Nimmer zal ik troost „ vinden over dit verlies." De Prinsfes de cotSDé, wel!, e haare jeugd en bevalligheden, de Graaf de charolois,wien de fterkte van zyn geitel en eene werkzaame Ieevenswyze voo- het geweld des grafs niet konden behoeden, volgden weldra. Een nog waarfchuwender voorbeeld van de onzekerheid des menschlyken leevens gaf een vierde. De Hertog van bourgondie, oudfte zoon van den Daufyn, naa ruim een jaar gezukkeld te hebben, bezweelc ten laatfte onder zyne kwaaie,zonder dtt de kunst iets daartegen vermogr. De jonge Frins hadt, onder het fpeelen met kinderen van een aasaienlyken rang en zyne jaaren, een val gedaan, en uit vreeze dat de veroorzaaker van denzelven des wegen geflraft of bekeeven zou worden, wilde hy zyn ongemak niet openbaaren. 'Er on ftondt een gezwel. De Geneesheeren, onkundig vai de waare reden, fchreeven het aan eene verkeerde oorzaak toe ;zy O 5 fchrea,  3*2 de FRANSCHE SPION. fchreeven eene kunstbewerking voor, welke by doorflondt met eene kloekmoedigheid boven zyne jaaren ; door eene nog verwonderlyker ftandvastig-j heid volhardde hy in de weigering om den fchu'di' gen te noemen, dien hy tot aan het einde van zyn leeven even minzaam behandelde. Helvetiüs merkt elders aan, dat de reden van de liefde der Grootouderen jegens hunne kleinkinderen,is,omdat zy in dezelve c'e vyanden van hunne eigen vyanden aanfchouwen. Eene Helling, welke naar de letter opgevat, barbaarsch fchynt, doch behoorlyk gemaatigd volmaakt wysgeerigts.De mensch, eenen afkeer hebbende van de vernielin. ge, wordt, door eene heimelyke Natuurdrift, tegen zynen wil, bedroefd, wanneer hy de zulken aanfchouwt, die hem moetende vervangen, de zekerheid daarvan meer onmiddelyb berinneren. Zy ne'Ag ternee ven, daarentegen, door de Natuur ge" fcbikt om ten eenigen dage ten aanzien van de eerften den zelfden rol te fpeelen, leiden hem tot een vertoostende onderwerping, door die noodlottigheid, aan welke alle weezens zonder uitzonde, ring zyn onderworpen, 't Was, ongetwyfeld, uit deezen hoofde dat lodewyk de xv, uit den tart een goed vader, fterker aangedaan was over den dood des Hertogs van bouegondie, dan vervolgens over het affterven van zynen eeni gen zoon. Gelukkig hadt hy nog drie kleinzoo* nen»  de FRANSCHE SPION. 323 oen; dat wil zeggen , volgens de Helling van helvet ius, drie vyanden van zynen vyand. Eene zwaare krankte, van welke de Marquizin de p0mpad0ur,cpeen plaiziertogt na Cboify, wierdt overvallen, eene krankte, welke haar eerlang in een zukkelenden ftaat faragt, die in den dood moest eindigen, zou een grievend tooneel voorde liefde, zelf voor de vriendfchap, geweest zyn. Ko* ning lodewyk, die van den beginne af begeerde dat het Genootfchap der Geneesheeren niets voor hem zou verbergen, ontving zonder eenige ontroering het doodfpellend berigt. Om rond te gaan, de Koning befteedde aan haar niet alleen de zorgen en oppasfingen , bekwaam om eenen kranke te vertroosten, maar hy volharde ook met haar te raadpleegen over Staatszaaken. De Staatsdienaars, het Koninkryk, alles bleef haar onderdaanig, even als in haare gezonde dagen. Zy ftierf, om zo te fpreeken , met het roer van Staat in de handen. Wei» nige uuren voor haar overlyden kwam jaret, naar gewoonte, haar verilag doen van de geheimen van de post. Naadat zy van Cboify na Verfailles was vervoerd, genoot zy het voorregt, alleen aan de Koninklyke Familie eigen, om krank teblyven en den Iaatfteu tol aan de Natuur te betaalen in het Kasteel , van waar met zo veel zorgvuldigheid wordt geweerd alles, 't geen het denkbeeld van de elenden en van het einde des meuscblyken leeveni O 6 li*  IH de FRANSCHE SPION» kan herinneren. Doch naauwlyk hadt zy der» laatflen adem uitgeblaazen, of haar Lyk wierdt gebragt na haar eigen huis ia de flad; men zag lodewyk den xv, zonder eenige tekens van aandoeninge, voor het vuifter flaan, terwyl het Lyk voorby reedt. In de daad , alle gevoel van liefde jegens haar was in het hart van den Monarch vernietigd. Maar welk mensch kan, zonder traanen ftorten, eenen band van twintig jaaren zien breekeu? Daarenboven, liet deeze fcheiding hem bykans eenzaam in het midden van zyn gezin, waarvan de Marquizin hem meer en meer zogt te vervreemden. Eenen afkeer hebbende van de Koningin, en de flrengheid van den Daufyn en de Daufiue duchtende,kon hy zich nietfchikken naar de zedekunde van zyne dochters en haare naauwgezette godsdienftigheid. Al voor lang hadt hy de liefde zyner onderdaanen verlooren;. hunnen haat hadt hy zints eenigen tyd met de Matres gedeeld-, thans daalde dezelve op hem alleen neder. Zy hadt hem den last der Staatszaaken helpen draagen; doch, tot zyn geluk,wierdt by thans door zuie Staatsdieuaars, en voornaamlyk den Hertog de choiseul, daar van ontheven. In de daad, Mevrouw de pompadour,die met regt van het geheele Koninkryk verfoeid wierdt, verdiende de liefde, haars Koninklyken Minnaars. Zeei  be FRANSCHE SPION. 32j Zeer verfchillende van Mevrouw de mailly, beminde zy nooit den Koning om zyns zeiven wille. Even als de Hertogin de chateauRoux.door den luister van den throon verblind, cn van eerzucht brandende, Relde zy haare poogingen te werke om den Koning tot glorie te noopen, wier glans op. haar kon afdaalen, en haare fchande bedekken. Zy bezat een bekrompenen geest, en alle haare driften voerden het kenmerk deezer bekrompenheid. Zy beminde het geld, en befchouwde den hoogen rang, dien zy bekleedde, uit geen andsr oogpunt dan als eene gunftige gelegenheid om geld byeen te fchraapen, en daar door haare zucht tot weelde en beuzelingen te verzadigen. Indien zy de kunften kweekte en begunfligde , het waren alleen de zulke, welke den fmaak der fexe voeden. Zy regeerde, omdat zy te doen hadt met een Vorst, die geregeerd wilde worden; zy was genoodzaakt den klem der zaaken in handen te neemen, alleen om te voorkomen dat niet een ander aan het roer ging zitten. Hoewel meesteres van den Koning, wierdt zy zelve van anderen beheerscht; deeze waren.de een naa den anderen, de Heer machault, de Kardinaal debernis, de Maarfchalk de bell e-isl e, en de Hertog de choiseul, die het Koninkryk regeerden. Zy was dusdegevaarlykfte O 1 ea  325 de FRANSCHE SPION. 1 en heilloosfte Matres voor den Koning en de on. derdaanen. Het karakter van Mevrouw de pompadour geeft geen grond om te vermoeden, dat zy den dood zonder morren en met eene heldhaftige kloekmoedigheid allengskens zou hebben zien naderen. De plaats, nogthans, daar zy zich bevondt, en 'sKonings denkwyze vorderde, dat zy de Iaatfte pligsen van den Godsdienst volvoerde; zy deedt het zonder omflag en kleinmoedigheid. Zy verzogt haare huisgenooten en alle de hovelingen om vergiffenis voor de gegeevene ergernis. Het merkwaardigde van dit bedr>f is, dat deP/iestershaar, die in een dubbel overfpel leefde, niet opleiden *t geen zy gewoon zyn in het geval van enkele hoererye te vorderen : dat naamlyk de Byzit het verblyf haarer wellustige ongebondenheid verlaate, en dat zy deeze vergoeding deedt in het paleis,ze« dert twintig jaaren het tooneel haarer zonden. Maar de Biegtvaders zyn infchikkelyk; men zeide, dat zy te krank was om te kunnen vervoerd worden. Als haar Wykprediker van Parys haar kwam bezoeken, op den eigenden dag, op welken zyhaar jongde oogenblik te gemoete zag, zeide zy toe hem by het affcheidneemen : Nog een oogenblik. Heer Prediker, en wy zullen tezamen vertrekken. Zy ftierf op den 15 April des jaars 1754. Onder an-  be FRANSCHE SPION. S2- aijdere wierdt op haar het volgende korte, doch kragtige en waaragtige Graffchrift gemaakt.. Ci git qui fut quinze ans pucelte, Mrigt ans catin, puis buit ans maquerel/ef „ Hier legt zy, die vyftïen jaaren Maagd, twi'n„ tig jaaren Hoer, en eindelyk acht jaaren Koppe„ laarfter was." Nog vondt men een Latynsch Graffchrift van deezen inhoud : ff ie Piscis Regina jacet, qua Lilia fuccit Per nimis; an mirum fifloribusoccubata/bis? Wanneer een Koninklyke Matres deeze drie rol. len fpeelt, zyn 'er geene waardigheden, die zy zelve niet kan bereiken, of tot welke zy alles, wat haar omringt, niet kan bevorderen. Men zag hier van een bewys in de familie van Mevrouw depom. padour, en den perfoon van eenen poisson de malvoisin, die binnen het tyd verloop van vyfentwintig jaaren van den laagen ftaat van Tambour tot den rang van Generaal Majoor klom. Hy diende onder het Regiment van Piemont. Zo dra hy de bevordering van zyne nicht hadt vernomen , maakte hy by haar zyne opwagting en verzogt om haare gunst. Zy gaf hem haar woord,. doch op voorwaarde, dat hy, een beroep zou verlaa.  3*3 de FRANSCHE SPION. laaten, waarin hy bezwaarlyk zou kunnen voortgeholpen worden. Doch hy verklaarde, dat hyeen overhe.riekende zucht voor den krygsdienst hadt, dat by daarin wensebte te blyven, en dat zy raagts genoeg bezat om hem hier zo wel als elders te be ■ vorderen. D3 Hertog vanbiron, toenmaals Ko'onel van 's Konings Regiment, was een der yverigfte Hovelingen der Matresfe, Zy bediende zich van deeze omftandigheid , en betuigde hem haaren wenscb om haaren bloedverwant onder hera te doen dienst neemen. Hy hadt de laagheid om 'er in te bewilligen; doch de mindere Bevelhebbers hadden moeds genoeg om z'ch daartegen te verzetten. Zeer beleefd behandelden zy den gelikten Tamboer , doch ontveinsden hem tevens niet, dat, voor hoe dapper een man zy hem ook hielden, hy, nogtbans, in 't einde z,ou moeten bukken, 't en zy hy het gebeele Regiment doodde. Hy vertrok. Mevrouw de pompadour, wier ydele verwaandheid hier door merkelyk wierdt vernederd, wilde de zaak doorzetten en het gebeele Regiment doen (haffen. Het Ryk was in oorlog; dit baarde haar eenige belemmering ; men (lelde haar te vrede ; haar bloedverwant wierdt bevorderd, eerst tot Luitenant over de Dragonders, vervolgens tot Kapitein; daarnaa ging hy ever in het R«giment der Karabiniers, tot dat hy eindelyk den rang san Generaal Majoor beklom. On.  de FRANSCHE SPION. 319 Ontelbaar zyn de millioenen , welke de Marquis ïEjimioBYMn zyne zuster erfde. De verkooping van haaren inboel duurde een jaar. Men ging dien uit nieuwsgierigheid bekyken. De vreemdfle zeldzaamheden, welke men elders te vergeefs zogt, vondt men hier. Wanneer men de rykdommen en kostbaarheden deezer Matresfe vergelyktby de eenvoudigheid en armoede van MevrouweDE main. tenon,weduwe van lodewyk den xiv, gevoelt men het onderfcheid van derzelver gemoedsneigingen, als mede van de plaats, welke zy in het geheugen en de oordeelvellingen van het naageflagt zullen bekleeden. Tevens begrypt men, waarom lodewykdexv, die geene weezenly ke agting kon bezitten voor zyne Matresfe, haar uit noodzaaklykheid behoudende, en nogthans wenfchende van haar ontflagen te zyn, haar fpoedig vergat. Helaas! wien vergat lodewyk de xv niet? Hy vergat zynen eenigen zoon, wiens dood geheel Frankryk in diepen rouwe dompelde. Langen tyd hadt de Natie van deezen Prins weinig werks gemaakt; doch hy hadt einderyk derzelver caibied verworven, door de geregeldheid zyner zeden, de wysheid van zyn flaatkundig gedrag, de beftendige beoeffèning zyner piigten om zich tot de regeering bekwaam te maaken, en eindelyk door zynen afkeer van de ondeugd en zyne zot-  33o de FRANSCHE SPION. zorge om geene andere dan verftandige en deugdzaame Heden, althans die zulks uitwendig vertoonden, tot zyne gemeenzaamheid toe telaaten. Eén voorbeeld van huishoudeiyke heldhaftigheid moest inzonderheid zyne naagedagtenis voor altoos dierbaar maaken by de Franfhen. Het ongeluk gehad hebbende om eenen zyner fcbildknaapen toevallig op de jagt te kwetzen, was hy ontroostbaar; hy beloofde, zich te zullen fpeenen van een vermaak, welk voor hem zo heilloos geweest was; by bezweek zedert nimmer onder de gelegenheid, welke hem zo dikmaals voorkwam, om dat ver» maak te neemen. Wanneer zyne Hofjonkers hem daar mede wilden troosten, dat de wonde misfchien niet doodlyk was, riep hy uit Moet ik dan, om bedroefd te zyn, juist een menscb gedood hebben ? Deeze trek alleen toont, hoe waardig hy ware om te regeeren. Niet lang naa den dood van Mevrouw de pom* FiDOUR, begon de Daufyn, die dus lang eene bloeiende gezondheid hadt genooten, allengskens te vervallen. Zyne frisfche kleur vedween; eene heimelyke kwyning verteerde hem : na de oorzaak wierdt verfcheidenlyk gegist. De waarfchynlykfle oorzaak zyner kwaaie, was, zyne boezemfmart over de Godsdienftigegefchillen, voornaamlykover de vernietiging der Jefuiten. Hoe 't hier mede zy,naa eene fterke lichaamsbeweeging leCompieg- ne,  be FRANSCHE SPION. 33i »*>, wierdt hy i-eangen van eene zwaare verkoudheid , welke zich eerlang op de borst vastzette. In deezen ftaat kwam hy te Fontainebkau. De Koning gedroeg zich ten zynen opzigte even als omtrent Mevrouw de pompadobr; in zyn uit. wendig gedrag viel niets te berispen. Hy bleef op deeze akelige en ongezonde plaats tot op den dood van zynen zoon. Aan den Groot • Aalmoe, zenier hadt hy bevolen, den zieltoogenden in zyne jongfte oogenblikken by te (taan. Zoras hy den Kerkvoogd zag wederkeeren, befloot hy, dat her met den Prins gedaan wa». Straks ontboodt de Koning den Hertog van berry, oudften zoon van den Daufyn; en naa hem te hebben aangefpro. ken op eene wyze, op de omftandigfceden (laande , leide hy hem in by zyne doorluchtige Moeder. Aan den deurwagter beval hy : Dien den Koning en den Daufyn aan. De Prinsfes begreep de meening van deeeze piigtpleeginge; zy wierp zich aan 's Konings voeten, en fmeekte om zyne f unst voor haar en haare kinderen. Zyne uitvaart wierdt door het gantfche Konink. ryk gevierd met eene godsdienftïgheid, van welke men, zelf ten behoeve van eenen Koning,geen voorbeeld hadt gezien. De fraaifte van alle Lykredenen,op zynen dood, was het volgende twee. regelig vaers van den Heere de voltaire,ge» fehikt om onder zyne afbeelding geplaatst te worden. Qotf  33ï de FRANSCHE SPION. Connu par fes verius ,p!us que par festravaux, II feut penfer en fage, et mourut en heros I Meer beltend door zyne deugden dan door zy„ ne bedryven, dagt hy als een Philofooph , ea „ (lierf als een Held." Koning lodewyk deedt alles, wat in zyn ver. mogen was, om de Daufme over haar verlies te troosten, en hetzelve zo min mogelyk te doen gevoelen. Hy vermeerderde haare Lyfwagt, en wilde dat zy boven haaren zoon, zo lang hy niet ten throone was gefteegen, den voorrang zou bekleeden. Met dit alles, egter, bereikte de Koning zyn bedoeld oogmerk niet, de boazemfmart der Prinsfesfe te verzagten en haare gezondheid te herftellen. Zy hadt een doodfyken flag ontvangen, door geduurig met den Daufyn in één bed te flaapen, zelf naadat zyne doodkrankte zich geopenbaard hadt , door dikwyls by hem te waaken en zyne befmettende uitwaasfemingen in te ademen. Haar borst wierdt insgelyks ontdooken , en de droefheid, welke zy onophoudelyk voedde, zo bekwaam om de geringde ongefteldheden te verzwaaren, deedt de haare wel haast ongeneeslyk worden. Vyftien maanden naa het overlyden vanhaa. ren Gemaal daalde zy neder in het Graf, en wierdt, op haar uitdrukkelyk verzoek aan den Koning, naast, zyne zyde bygezet. Een merkwaardig voorbeeld van  be FRANSCHE SPION. 333 vsn huwelyksliefde, zo zeldzaam in de waereld en voornaamlyk ten Hove. Een niet min merkwaardig voorbeeld was zy van moedsrlyfce rederheid. De opvoeding haaier kinderen befchouwde zy als haaren voornaamften en onfcfiendbaarften pligt. De Latynfcbe en de Franfche taal, de gewyde en de ongewyde Gefchiedenis, de gezellige en godsdienftige pligten, In dit alles onderwees hen deeze geleerde en deugdzaamen Prinsfes; in weerwil van haaren kwynenden ftaat, liet zy hier van niet af dan 's daags voor haar haar overlyden. Deeze dood was voorafgegaan van een ander fterfgeval, zeer treffende en bejammerenswaardig om de omftandigheden. Koning stanislaus, dien d« liefde der Lotharingen, indien de hemel hunne gebeden hadde verhoord, wel onfterflyk zou hebben willen maaken, ftierf, hoewel hoog. bejaard, in eene volmaakte gezondheid, dooreen ongelukkig toeval. Alleen aan den haard zittende, floeg de brand in zynen Nachttabbert: dewyl hem geene tydige hulp wierdt toegebragt, kwam hy ongelukkig om »t leeven. Eindelyk, door een zamenloop van noodlottigheden, wierdt de Kb-' ningin aangetast van eene onbekende kwynende ziekte, aan welke de Gèneesheeren den naam gaven van Coma Figii;zy drukten daarmede uit den toeftand van Haare Majefteit, wier zielsvermo«w ftil ftonden, zonder dat haare zintuigen in ee-  334 FRANSCHE SPION. eene volkomens rust waren. Zy bezweek einde* Jyk naa eenige maar.den zukkeMns. Wy zyn'niet onkundig van de looper.de gerugten wegens de meeste dcezer fterfgtvallen, allen buitengewoon , hoewel allen verfchiilende, allen langzaam , allen voorzien, allen op zekere tydperken bepaald; doch wy befchouwen deeze gerugte'n flegts ais de vrugt der verhitte veibeeldinge van eenige Staatkundigen, die gelooven, dat de gevaarlykfle aanflagen even gemaklyk uitgevoerd als ontworpen kunnen worden. Die gerugten cntleenen den oorfprong van het vermoeden, dat de aanflag op het leeven van lodewyk den xv het gevolg was van eene wydftrekkende zamenzweeringe. En dewyl eene onbekende misdaad doorgaans wordt gefield op rekening van hem, die de vrugten van dezelve moet plukken, liet men het vermoeden vallen op een vermoedelyken Throons. opvolger, 't Geen de gisfingeu deezer kwaad•pellende onderzoekers onwanrfchynlyk maakt, is, dat Mevrouw de pompadour de eerfte was op deeze llyst van flagtoffers; dat 'er geene reden is om te*'gelooven, dat de zelfde hand,die de Ma«ès hadt vergiftigd, vergif zou gemengd hebben voor den Daufyn, de Daufine en de Koningin; dat in dit geval twee aanhangen van vergifmengers ten Hove moeten onderfteld worden, die beurtelings tegen elkander worftelende, zich zouden toege-  de FRANSCHE SPION. 335 geleid hebben op het pleegen van deeze gruwel, daaden, en dit zouden gedaan hebben zondereenig ander loon dan ftrsffeloosheid ; terwyl de Koning, ten minften door zyn ftilzwygen, deeze verfoeijelyke bedryven wettigende, het barbaarsch vermaak zou genooten hebben van rondom zich de meest geliefde perfoonen te zien opofferen. Eeufchouwlpel, 't welk door zyne langduurigheid en akeligheid, althans indien men lodewyk denxv niet het hart van eenen nero, of de geveinsd, heid van eenen tiberius toefchryve,voor hem eene aanhoudende ftraffe, zelf voor den fnoodften booswigt eene ondraaglyke ftraffe zou geweest zyn. Deeze zyn de tegenftrydigheden, de ongerymde onbefiaanbaarheden en de aflehuwelyke gevolgen, verknogt aan de onderflelling van eene gebeurtenisfe, zonder welke alle de overige onwaarfcbynlyk zyn en vervallen. Er is alle reden om te denken, dat indien 'er Moordenaars geweest zyn, de Artzen daar voor moeten gehouden wor; den. Eene daad van tederheid, tot welke de Koning, by het overlyden zyner Cemaalinne, zich liet ver. voeren, geeft reden om te gelooven, dat haar overlyden hem 't allermeest aandeedt. Toen de Heer »e lassone, Eerfte Lyfarts der Koninginne, volgens gewoonte, het doodlyk nieuws verkondigde aan haaren doorluchtiger- Gemaal, volgde by hem in  335 de FRANSCHE SPION. in de ziekekamer, naderde het Ledekant, waarop het Lyk lag, en wilde voor de Iaatfte maal de ontzielde overblyfzels omhelzen. Voorts deedt hy zich een verhaal geeven van de jongde oogenblikken der Koninginne. De Arts, zich van deezen pligt kwytende, verbleekte, waggelde en gevoelde zich ongefteld. De Koning vat hem in zyne armen, geleidt hem na een Armftoel en geeft een merkwaardig voorbeeld van huwelykstederheid en menfchenlieide. Hoe wy verder vorderen in het leeven van deezen Vorst, hoe wy hem onkenbaarder vinden. Uitzy. nen uiterften wille blykt, dathy,in den jaare 1766, de eerfte reize dat hy daaraan dagt, zyne gebre. ken en de misdagen zyner regeeringe hadt erkend. Het zogenaamde Hertekamp hadt hy vernietigd, en zogt ten minden de ergernis van een te openbaar ongebonden leeven te vermyden; by den dood der Koninginne , welke hem in zyne goede voornee• mens fcheen te moeten bevestigd hebben, verviel hy tot de aitertle losbandigheden, gaf zich aan alle zyne zwakheden over, en dulde dat zyn Koninkryk een prooi wierdt van alle Roovers, die het omringden. Te grooter was de vetbaasheid hierover, omdat lodewyk de xv, in deezen tusfehentyd, hét ontwerp van eene geregelde leevenswyze fcheen beraamd te hebben. Onder de menigvuldige fehoon. he«  de FRANSCHE SPION. 337 heden hem voorgefïeld, was zyn oog gevallen op zekere Juffer romans, van geen geringen hui. ze, vry wel opgevoed en verflandig. Zy hadt zyne liefkoozingen niet willen ontvangen, dan op voorwaarde dat zy onder de menigte van haars gelyben niet zou geplaatst worden in het wellustig ferail. De Koning, in haar verzoek bewilligende, hadt voor haar een huis gekogt te Pasfy, daar zy eenen zoon ter waereld bragt. De Monarch, hierover wel in zynen fchik, hadt haar vryheid gegeeven om het kind in zynen naame te laaten doopen, met belofte van het in tyd en wyle te zullen erkennen, mids zy dit geheim hieldt, tot dat het hem zou behaagen zynen wil te openbaaren. Juffer romans hadt zelve dit'doorluchtig popje opgekweekt, en het niet zo zeer als haar eigen dan als het bind van lodewyk den xv befchouwende, de kinderagtigheid gehad om het by voorraad koninklyke hulde te bewyzen. Zy noemde het by geen anderen naam dan dien van Monfetgneur; in haare koets liet zy het vooruit zitten, en reedt zelve, als zyne Gouvernante ag. teruit; de zelfde hulde eischte zy, niet alleen van haare dienstboden en bloedverwanten, maar ook van allen, die haar kwamen bezoeken. Lang verdroeg de Koning dit gedrag, dewyl'er niets van uitlekte. Daarenboven leefde deeze Su'tane van den tweeden rang in eene diepe afzondering; Zy P 1 ge-  33B d e FRANSCHE SPION. gedroeg zich zeer ingetoogen, was zelf een fligtelyk voorbeeld , in zo verre haare omllandigheid zulks medebragt, voor haaren buuren en voor den Prediker, en maakte zich algemeen bemind door harre lieidaadigheid • byzonderlyk bemoeide zy zich nooit met de zaaken van het Koninkryk. Van hier dat zy by Mevrouw depompadour, en by de Staatsdienaars, nimmer hadt in 't oog geloopen. Maar welke fchuilplaatzen zyn ongenaakbaar voor een indringenden Hoveling? Een zeker Abt de lustrac, een man van rang, ziende dat de plaats van vvylen Me vrouwe dep ompadour by den Koning niet vervuld wierdt, oordeelde het tyd ■ flip gunftig, en maakte zich bekend by juffer ro. mans, onder voorwendzel van haar in de opvoeding van haaren zoon te willen behulpzaam zyn. Wel dra won hy haar vertrouwen; zy was blyde iemand te hebben gevonden, welke haar de hand kon kenen in het fchryven van blieven aan den Koring. Hoewel zy niet na de eer itondt om den raam van 's Konings Matresfe te voeren, greep hy haar, egter,aan haare zwakke zyde om haars kinds wille,en deedt haar de noodzaaklykheid begrypen om by den Koning aan te dringen op de vervulling zyner belofte ten aanzien van dit dierbaar pand zyner liefde. Hoe de Monarch dit verder van de hand wees, hoe hy haar racer deedt opmerken de nood-  de FRANSCHE SPION. 339 noodzaaklykheid om zyne liefde gaande te maaken; hy deedt haar begrypeu, dat de Koning niet voor den jongen Prins kon zorgen, zonder tevens zorge te draagen voor de Moeder. Dermaate ftreeldehy haaren hoogmoed, dat zy zich meer openlyk vertoonde , en zich eene houding van grootheid aanmatigde, waarvan zy den grond niet ontveinsde.Zy verbeeldde zich hiermede haaren doorluchtigen Minnaar te zullen noodzaaken om het gewenschte 00. genblik te verhaasten. Doch het tegendeel gebeurde : de Koning nam dit gedrag kwalyk; en de Staats, dienaars, eenmaal van het juk eener heerschzuchtige Matresfe ontflagen, niet gezind om andermaal hunnen hals te buigen, verfterkten den Monarch in zyne verbitteting, Op een fchoonen morgen wierdt Juffer romans on verwagt uit haar huis geligt, en na een klooster overgebragt. Haar zoon wierdt in een kollegie geplaatst,en de vertrouweling in eeniterk kasteel naauw opgeflooten. Aldus liep dit ontwerp tot niet; het algemeen, onkundig van de oorzaak, fchreef deeze gebeurtenis toe aan 's Konings bekeeringe. Aan den Advokaat d'ouTREMONT betuigde Madame adel aïde, dochter van iodewïe den xv,by deopening van deszelfs uiterften wille, dat haar vader, toen hy dien maakte, in goeden ernst bekeerd was,en het vast voorneetnen hadt genomen om als een goed Christen te leeven; doch dat de Maarfcbalk de P 3 Hl'  34a de FRANSCHE SPION. richelieu, onder voorwendzel van hem zyne droefheid te doen verzetten , hem tot de zonde hadt vervoerd. Het leedt niet lang of men zag de berugte Mevrouwe dusarri ten tooneele verfchynen; zy leide de Iaatfte hand aan de eerloosbeid van 's Konings minnaaryen. Schoorvoetende treeden wy in dit onderwerp. Eenige Staatsgebeurtenisfen moeten wy vooraf verhaalen. Met de herftelling van den Vrede, keerde de binnenlandfche rust weder. Het Parlement, een Geregtshof zo zeer geëerbiedigd by de Natie, wierdt in alle zyne waardigheden herlteld • veele gebannen Bisfchoppen wierden herroepen en aan hunnekudden wedergegeeven. Doch vermids de Aardsbisfchop van Parys, uit hoofdigheid, na geene redelyke voorflagen wilde luisteren, moest hy, zeer tot genoegen van het Parlement,na Perigord inballingfchap vertrekken. De merkwaardigite gebeurtenis, egter, van dit tydperk, en waarover die doorluchtige Vergadering zich inzonderheid verheugde, was de verdryving der Jezuiten. Een vonk deedt dit vuur ontbranden. Een lid hunner Orde, dien zy als dienftigst voor hunne belangen aanmerkten, wierdt hun verderf. Zints het j aar 1747 , hadt Vader d e l a v a. lette op Martinique een zeer voordeeligen handel gedreeven. Zyne ftoute onderneemingen hadden den nayver verwekt van de Kooplieden en in-  de FRANSCHE SPION. 341 inwooners dier Volkplantinge; zy zagen met leedweezen, dat by alle de koopwaaren in zyne Pakhuizen opfloeg , en al het gereed geld in zyne kas trok. De klagten hierover kwamen voorden throon. Hy wierdt opombooden, doch tevens door zyne Orde befchonken met den eernaam van Superiur. Generaal der Eilanden beneden den Wind. Zyne medeleden (lelden de Regeering te vrede, en hy zelve vertrok wederom na Martinique. Hier hervatte hy zyne zaaken , en breide zynen handel uit tot de nabuurige Eilanden, op Bourdeaux , Marfeille, Nantes , Lions, Parys, Kadix, Livorno en Amflerdam. Zyne rykgelaaden fchepen zeilden gerust op den Oceaan, wanneer de Engelfchen een begin maakten van hunne vyandlykheden, zo verderflyk voor veelen, en inzonderheid voor de broeders lionay en goüffre, Kooplieden te Marfeille; in de verwagting van koopmanfchappen ter waarde van twee millioenen, hadden zy voor anderhalve millioen wisfeibrieven aangenomen , door dien Jezuit op hen getrokken. Op het oogenblik dat zy de tyding kreegen van den heiüoozen flag, namen zyde toevlugt tot Vader d e sacy, Procureur-Generaal der buitenlandfche zendingen Midlerwyl was de Generaal der Orde overleeden; dit vetraagde de hulp aan de bovengemelde Kooplieden. Dat Huis, 't welk jaarlyks dertig milliP 3 Oenen  342 de FRANSCHE SPION. oenen in den handel omzette,, viel eensklaps in de laagte, en fleepie veele anderen in zynen val mede. De nieuwe Generaal der Jezuiten, overtuigd van de noodzaaklykheid om de Heeren LioNAYen GouFFREte helpen, halt oudertusfchen daartoe de noodige fchikkingen gemaakt; doch ongelukkig kwam de Renbode, welke deeze gewigtige tyding overbragt, te Marfeille drie dagen naadat zy hunne zaaken hadden ope;egeeven. 't Is vreemd dat de Jezuiten toen hun woord niet hielden. De dringendfre blieven van de Heeren liokay mogten niets baaten; in plaats van geld, booden de heilige vaders hun gebeden ea de offerande van de Mis aan. Thans verliep het Crediet der Jezuiten mees en meer; 'er kwam eene menigte van fchuldeis* fchers tegen hen op, welke zy niet voldoen konden. Hunne vyanden wierpen hen daarenboven tegen , dat zy eene eigendunkelyke heerfchappy oeffenden; dat a'.les onderworpen was aan de ma;.t van hunnen Generaal; dat hy , op den naam vaar het Genootfchap, da eenige eigenaar der goederen was; zy namen daarenboven deszelfs grondregels te baate, om te bewyzen dat de Jezuiten geenen handel mogten dryven. Dit was voor hun een doodlyke flag. De Generaal, en in zyn perfoon het gebeele Genootfchap der Jezuiten, wierdt door het Parlement veroordeeld tot het betaalen van  de FRANSCHE SPION. van alle de loopende vvisfelbrieven, en vetvolgeua aan Vader d e la valette en aan alle zyne me. deleden verbooden, zich middelyk of onraiddelylc met eenigen handel te bemoeien, volgens de Kerkelyke regels1 des Koninkryks aan Geest! yke per. foonen ongeoorlofd. Dit was een geducht, vonnis ; doch de Jezuiten, zich naar den tyd fchikkende, onderwierpen zich aan hetzelve, en maakten de noodige fchikkingc-n om hunnen fchuldeisfchei ren te voldoen. Gat in, Procureur-Generaal der Amerikaanfche zendingen, vondt middel om, in den tyd van acht of negen maanden , een mil-, lioen driehonderdduizend Livres te betaalen; waarfchynlyk zou hy miduel hebben gevonden om binnen weinige jaaren aile de lcbulden af te doen, in. dien niet het Parlement eenen (lap gedaan hadt, even heilloos voor de Jezuiten zelve als voor hunne fchuldvorderaars. Uit het onderzoek van de inftellingen en grondregelen der Jezuiten bleek duidelyk, dat zy inden Staat een Genootfchap uitmaakten, 't welk volko. men op zich zelve dondt, en geene andere wetten erkende, dan die van een uitlander, den Generaal der Orde naamlyk, die van eene voldrekt verbindende kragt waren, niet alteen ten aanzien vvanhet uitwendig beduur , maar ook van de inwendige grondbeginzels ea zeden. Daarenboven leerde dit onderzoek, dat de Jezuiten,in hunne weezcnlyke P 4 hoe-  344- be FRANSCHE SPION. hoedanigheid, als eene Geestlyke orde, voltrekt van het Koninkryk waren uirgeflooten, dat zy 'er flegts by oogluiking geduld wierden. Deeze ontdekking voltooide hunnen ondergang. De Abt chauvelin, een geflagen vyand der Orde, de moeite hebbende genomen om derzel. ver opkomst en voortgang naa te fpooren, vertoon, de hen als een geducht beeld, \ welk met zyne twee armen de beide waerelden omvatte en na de heerfchappy over het Heelal (londt. Hy wierdt onderfteund door den Hertog de c h o i s e v l. Deei' Staatsdienaar, die na verandering haakte, niet al. leen in de regeering, maar ook inde denkwyzevan 's Ryks onderdaanen, was het hoofd der hedendaagfche Wysgeeren. Een van zyne grondbeginzeis was,de Monniken uit te roeien, en de kloosters, als kweekfchoolen van onkunde en bygeloof, te verdelgen. De Hertog begreep dat biertoe geen kans was, zo lang de Jezuiten in weezenbleeven; hoewel zy de Monniken veragtten, befchouwden zy ze, nogthans, als de krygsmagt der Kerke. De Jezuiten lagen derhalven eerst aan de beurt. Daarenboven droeg de Hertog hun een perfoonlyken haat toe. Geduurende zyn Gezantfcbap te Rome, hadt hy gelegenheid gehad om hunne listen en laa» gen te leeren kennen. Het gebeurde in Portugal, ten aanzien vau den toeleg op 's Konings leeven, was hem insge'yks gtmftig. Diergelyk een aanllag was  be FRANSCHE SPION. 345 was ook gefchied op het leeven van lodewyk den xv, en in het oog der vooringenomenheid moesten de Jezuiten ook hieraan handdaadig- zyn. By dit alles kwam nog, dat men ten deezen ty. de uit hunne Schryvers bewees, dat zy eene verfoeielyke en moorddaadige leer verkondigden , niet alleen tegen de veiligheid van het leeven der burgeren, maar ook tegen dat der Oppervotften. Geene andere openbaare vyanden ten Hove hadden de Jezuiten dan den Hertog de choiseul en Mevrouw de pompadour. De Koningin, de Daufyn, de Daufine en het gantfche hofgezin waren op hunne zyde. De Koning, volkomen oventuigd van hunne onfehu'd ten aanzien van den toeleg op zyn leeven, gedroeg zich doorgaans onzydig in het gefchil. Te doorfleepen was de Hertog om zich tegen zo veele doorluchtige per. fonaadjen openlyk aan te kanten. Men gaf den Koning te verdaan, dat het Parlement zyne maatregels verhaastte,en dat het niet oorbaar was,de befchuldigden over te laaten aan het believen vaa bekende vyanden. Hierom wierdt bevolen , da; binnen den tyd van een jaar niets bepaaldlyk of by voorraad ten hunnen opzigte mogt beflooten worden. 'Er wierden eenige Gelastigden uit den Staatsraad benoemd om de (lukken van ditgewig, tig pleidooi na te zien. Deeze (lelden de vier volgende vraagen op-:• p 5 1. „ Van  346 de FRANSCHE SPION. 1. „ Van wat nut zyn de Jezuiten in Frankryk,. „ ten aanzien van de onderfcheidene venigiingen , „ tot welke zy gebruikt worden? 2. „ Wat leeren zy ten aanzien van de betwiste „ leerftellingen, den Koningsmoord, de Ovetberg. fche begrippen, de vryheden è&Callikaarfcbe „ Kerke, en de vier artikelen der Geestlykheid? 3. „ Hoedanig is hun gedrag in hunne woonin„ gen, en wat gebruik maaken zy van hunne voor„ regteu ten opzigte van de Bisfchoppen en de „ Predikers? 4. „ Hoe kan men voorzien in de nadeelen van „ het buitenfpoorig gezag, welk de Generaal over „ de leden van het Genootfchap oeffent?" Over deeze flukken wierdt het gevoelen van twaalf Bisfchoppen gevraagd ,• het kwam hierop uit, dat de Jezuiten in Frankryk beteugeld, maar niet Igeheel moesten vernietigd worden. Voorts wierdt 'er een ontwerp van vergelyk opgefteld en aan den Paus en den Generaal gezonden. Deeze wilde naar geene voorwaarden hooren, maar gaf trotzelyk tot antwoord : Sint ut fiunt, aut non fint : „ Laaten ze blyven zo als als ze zyn , of ., laaten ze vernietigd worden". Onmiddelyk hierop-volgde het voonis van hunne vernietiginge, in Oogstmaand des jaars v/61. Tegen dit vonnis verklaarden zich de Jezuiten, als een werk der fchreeuwendfte ongeregtigheid.  de FRANSCHE SPION. 347 Zy bragten in het midden , dat men in hunne veroordeeling honderd byzonderheden hadt verzuimd , het verzuim van eene van welke een vonnis tegen den geringften burger zou vernietigd hebben. De voornaamfte was, dat men hen niet gehoord, zelf niet gedagvaard hadt; en in welk eene zaak ? in eene zaak , raakende bet befiaan en de eer van vierduizend menfchen, van Koningsmoord en vergifmenginge befchuldigd. Op welk een' grond hadt men hen veroordeeld? op eene inlielling, geroemd in de Bul. len van twintig Pausfeii. Nog nader leiden zy hun. nen vyanden het vuur aan de fcheenen; zy vraag, den, waaruit hunne misdaad bleek? wie hunne befchuldigers, en welke derzelver bewyzen waren?: In Portugal was de Koning moorddaadig aangevallen; de Jezuiten alexander, mathos en malagreda waren aldaar in verzekering genomen en veroordeeld, doch om andere misdnaden,. dan die het hoofdbezwaar Aix Orde uitmaakten' In Frankryk hadt damjens hen niet befchut'digd; de eerfte woorden, welke hy forak, naadat men zich van hem hadt verzekerd, waren dee. za ï Bergt den Daufyn! even alsof het leeven van dien Prins in gevaar was, terwyl het belang der Jezuiten medebragt, dat hy ten throone wierdt verheven. In weerwil van deeze bedenkingen, wierdc het vonnis van de vernietiginge der Jezuiten weldra door het gantfche Ryk afgekondigd, tot geen geringen fpyt, dit moeten wy 'er nevens voegen , P6 van  343 de FRANSCHE SPION. van veelen, die door hen waren opgevoed: want het ondetwys der jeugd was, dus lang, voomaaulyk hun toevertrouwd. Gelyk de Hertog de choiseul- eene voornaarae hand in deeze zaak gehad hadt, dus werkte hy ook kragtdaadig mede, ter bevorderinge van den vrede, in den jaare 176S. Schoon hy niet den tytel van Eerflen Staatsdienaar voerde, was hy, nogthans, met het gezag daarvan bekleed. Tot op den dood der MarquizinneDE p ompadour hadt hy den Koning flegts over de tweede hand geregeerd ; doch zedert bragt hy hem volkomen te onder. Zyne eerfte zorge was, het vertrouwen van den Souverein te winnen, door hem te verlosfen van de vreeze voor de aanftaande vredebreuk met de Engelfchen. Hier voor was lodewyk db xv inzonderheid beducht; den oorlog moede ,'zou hy wel de helft van zyn Koninkryk hebben willen opofferen , om 'er niet meer van te hooren fpreeken. Om den Monarch gerust te ftellen, nam de Staatsdienaar alle dë kragten van zyn loos vernufti te baate. Zodra hy een perfoon hadt gevonden, welke hem voegde, zondt hy dien in gezantfcbap na Londen, na Amerika, en zelf na de Engelfche Ooslindiën. ,Van den eenen kant voedden deeze zendelingen de verdeeldheden, door wi lkes ver> wekt, deels de gêfchillen tusfchen de Volkplahtin. gen en het Moederland j daarenboven ftookten zy ia  de fransche spion. j^j» in AJie, tegen den mededinger van Frankryk, een geduehten vyand op, in den perfoon van irv der. a l i ■ k a n. Tevens haalde hy de banden van vereeniginge nader toe van het Familie- verdrag m$. fchen de onderfcheidene takken van het Huis van Bourbon. Hy verbondt zich met den Graave d'arande, Preftdent van den Raad van Castslie; deezen fpoorde hy aan om het juk van bygeloof en geestdryverye van den hals te fchur. ven, de Jezuiten te verdryven, den gedrogtejy ken Regtbank dsr Inquifitie af te fchaffen, de zeemagt te hertellen , den Koophandel te doen bloeien , en de zeden der Spanjaarden te befchaaven. Eindelyk verloor hy niet uit het oog, de verbintenis met het Huis van Oostenryk; hy zo<*t dezelve fmaakelyk te maaken, door het vooruitzigt van eene Aardshertogin den throon smFrank' tyk te doen beklimmen. Terwyl de Hertog dus de rust van het Koninkryk zogt te herftellen,.beraamde hy tevens de noo. dige fchikkingen om het in ftaat te ftellen tot het voordeelig hervatten van den Ojrlog, indien de omftandigheden denzelven noodzaaklyk maakten. Van hier de veranderingen in het krygsweezen ingevoerd; deeze te verhaalen, is buiten ons bellek. Onder andere ontwerpen,welke de Hertoge de e « o i s e » l door het hoofd (peelden, kreeg hy den p 7 ja-  55o de FRANSCHE SPION. inval om zynen naam onflerflyk te maaken, door liet bouwen van eene nieuwe ftad. Hy verkoos daartoe eene ftreek lands, aan Frankryk beboorende, op het meir van Genevs, naby deeze ftad, Verjoi genaamd. Men arbeidde reeds aaiidegronjflagen ; voitaire zong dén lof der nieuwe koopftad, wanneer, met de ongenade des Staatsdienaars, zyn ontwerp te niete liep. De verovering van de ftad Avignon en van het Graafichap' Venahfin, als mede de inval op het Eiland Corfica, waren gebeurtenisfen, op zyn aanraaden voorgevallen. Aan den Hertoge dechoiseul moet de eere gegeeven worden van de gelukkige veranderingenin het Iandbeftuur; misfchien koomt een gedeelte van deeze eere toe aan esn nieuwen aanhang van wysgeeren, die eenig gerugt begonnen te maaken, en in de Matres een opperhoofd hebbende, groot aanzien hadden verkreegen. Deeze aanhang was een uitvloeizel der Encyclopedisten. Volgens de betekenis des woords, moet een Encyclopedist den geheelen kring der menscblyke weetenfehappen omvatten ; doch, vermids één mensch niet alles kan weeten, hadden deeze nieuwe Wysgeeren zich inzonderheid op de Overnatuurkunde en de Zedekunde toegelegd. Een zeker getal bepaalde zich tot de zaaken het inwendig Iandbeftuur betreffende; zy voerden den naam van Ekonomisten. Quesnav, Lyfarts der Matresfe, muntte uit in deeze weetenfcbap, De  de FRANSCHE SPION, 3Jr Koning maakte veel werks van hem; hy hoorde hem gaarne fpreeken; hy noemde hem zyn Den. ker, en wierdt, door den Arts, in de Ekonomi. fche weetenfchappen onderweezen. De Landbouw, tot nog toe te zeer verwaarloosd, wierdt meer en meer aangemoedigd. De Boerenfland, te onregt veragt, kreeg eerlang een nieuw aanzien. Met ftilzwygen gaan wy voorby.verfchciden fcbikkingen en belluiren ten aanzien der onderfcheidene Parlementen,de eene willekeuriger dan de andere, maar zullen hier een beknopt berigt geeven van den berugten Ridder d'e on, die by voorraad alsGevoImagtigde Staatsdienaar de zaaken in Engeland waarnam. Schoon deeze den Gewoonen Gezant, in open. baaren gefebrifte, fchandelyk hoonde, fehoon hy verfcheiden Ryksgrooten , en zelfs de Matres, ten toon flelde, wierdt hy, nogthans, van den Koning be. giftigd met een jaarwedde van twaalfduizend Livres. Deez' Ridder, welken men zedert voor eene vrouwe heeft doen doorgaan , en die waarfchynlyk onder de tweeflagtigen moet gefield worden, verdient onze nadere opmerking. Juffrouw d'eox, gebooren te Tonnere, volgens eigen zeggen van de vrouwelyke kunne, vondt zich zints haare vroegfte jeugd voorzieu van de noodige bekwaamheden, ter begunfliginge van de ftaatkundige inzigten haarer ouderen, die baar voor een jongman deeden doorgaan. Zy wierdt na Parys gezonden en iu^ ' ' hes  352 de FRANSCHE SPION, het Kollegie Ma^arin geplaatst; veele moeite kostte het haar te deezer plaaize, haare kunne verholen te hou Jen, welke nimmer onder verdenking viel. Naa de befcbaavende Letterkunde, leide hy zich op de Regtsgeleerdheid toe. Eerst wierdt zy Doktor in de regten , en vervolgens Advokaas. Naadat zy reeds door verfcheiden fchriften was bekend geworden, kreeg zy gelegenheid om zich bekend te maaken by den Prins de conti,die haar gezin by zonder gunflig was. Rusland lag toenmaals met Frankryk overhoop. Het was van belang de beide Hoven te bevredigen ; men zogt na een bevoegd perfoon, die, zonder een openbaar karakter te bekleeden,tot deezen gewigtigen post de noodige bekwaamheden bezat. De Prins de conti meende in Juffrouw d'EoN de noodige bekwaamheden te hebben gevonden , en ftelde haar voor aan Koning lodewyk, die op dusdanige geheimenisfen zeer gefield was. Gretig bediende hy zich van deezen vrouwelyken Staatsman, die, Petersburg genaderd zynde,de klederen aan haare fexe voegende aantrok; zy flaagde zo wel, dat de Koning haar andermaal, nevens den Ridder douglas,na Rusland zondt. Toen verfcheen zy in manfgewaat, en fpeelde haaren rol nog beter, dewyl men verzekert, dat zy van de Keizerin zelve niet herkend wierdt. Naa het tekenen van het verbond, kreeg Juffrouw d'e o n last  de FRANSCHE SPION. 353 last om de tyding daarvan aan den Koning te brengen. Onder weg brak zy haar been. Dit voorval vertraagde haare reize niet; zy kwam zesendertig miren vroeger te I'■ erfailles, dan de Kouricr te gelyk met haar door bet hof van Weenen afgevaardigd. De Koning, zeer voldaan, beval zynen wondbeeler voor Juffrouw d' e o n allemogelyke zorge te draagen; hy fchonk haar aen rang van Luitenant onder de Dragonders, waarom zy verzogt hadt. Zy woonde de laatfte veldtogten by, leide zich vervolgens op de Staatkunde toe, en wierdt als Gezantfchaps - Geheimfchryver na Londen gezonden ; bier maakte zy zich zo aangenaam ten Hove, dat zyne Groot-Britannifche Majefteit, tegen het gebruik, haar verkoos om de bekragtiging van het verdrag tusfchen de beide Natiën aan den Engelfchen Gezant te Ferfailles over te brengen. By deeze gelegenheid fchonk haar de Koning het Kruis van st. lodewyk. Men moet bekennen, dat zy het zonderlingfte verfchynzel haarer Eeuwe was. Meermaalen heeft men vrouwen in mannengewaat verkleed gezien en in den Oorlog dienen; doch nimmer heeft men eene vrouw gezien, welke zo veele Krygs - Staats en Letterkundige bekwaamheden bezat. Het blykt niet zeker, omtrent welken tyd de naauwe gemeenfchap tusfchen den Koning en den Hettog d'üiGuiLLON eenen aanvang nam ; ze-  354 de FRANSCHE SPION. zeker is het, dat zy rugtbaar wierdt in het eigenfie tydftip als hy in Bretagne, daarhy Landvoogd waf, meer en meer in den haat viel; dat de Vorst, om aan de Natie genoegen te geeven, verpligt zynde hem van daar op te ontbieden, hem nader aan zyn perfoon verbondt, door hem te benoemen tot Bevel, hebber over de ligte Ruitery van zyne Lyfwagt; dat hy hem eindelyk in zyn eigen paleis eene fchuilplaats verleende tegen de vervolgingen zyner vyanden. Behalven dat Koning lodewyk, in zyn eigen perfoon, den burger van het opperhoofd van den Staat onderfcheidde, hadt hy ook zyne afzonderlyke belangen. Hy hadt eene byzondire kas, van 's Lands kas onderfcheiden. De Heer bertin voerde het bewind over dezelve. Niet alleen gedoogde hy niet, dat 's Lands kas ten nadeele van zyne byzondere beurs verrykt wierdt, maarhybe» fchouwde het als een gelukkigen inval, wanneer hy zich zeiven ten koste van den Staat kon ver. ryken. Wanneer de tegenwoordige Koning van Zweeden , toenmaals Kroonprins , in Frankryk was gekoomen, om de zaak der onderrtandgelden, aan zynen vader fchuldig, te vereiFenen, en 's Lands kas ledig was, hadt men veele moeite om lodewyk den xy te beweegen, om deeze fomme uit zyn eigen beurs te verfchieten; hy deedt het niet,  de FRANSCHE SPION. 355 niet, dan op voorwaarde dat hem deeze p»nnin> gen ten fpoedigden zouden vergoed worden. Een belachelyk kinderfpel was het in den beginne, 't geen" in eene ongelooflyke hardhartigheid veraarte, in het tegenwoordig tydperk van het leeven van lodewyk den xv. De kwaade raadslieden , welke bem omringden, zyne geldzucht prik. kelende , verblindden hem door de beloften van den onmeetelyken winst op de monopolie van het koorn, welke zy te beter onder de vleugelen van zyne Majesteit konden dryven, naar gelang eene gewaande vrybeid iu den handel dezelve beguftigde. Men haalde hem over tot het bouwen van Koninklyke Magazynen, onder voorwendzel van ts zorgen voor de behoeften der onderdaanen; dewyl dit ten gevolge hadt de fchaarsheid van het koorn, bleef het geduurig op een hoogen prys, die nog vermeerderde door de fchraale oogden. De fnoode praktyken der kleine opkoopers zyn met de noodige kleuren gemaald in eene menigte Ekoncmifche fchriften. Alleenlyk merken wy aan, dat lodewyk de xv zich aan deezen handel zo ernftig liet gelegen zyn, dat de zulken, welke den toegang hadden in zyne geheime Kabinetten, op zyne fehryftafels naauwkeurige lyden zagen van de pryzen , tot welke het koorn, op alle de markten des Koninkryks, van dag tot dag, verkogtwierden.. Dit was de. reden, waarom de Geregtshoven , in fchyn  356 de FRANSCHE SPION. fchyn gemagtigd otn de bron der misbruiken naa te fpooren, hunne verdere oncdekkingen moesten itaaken, zodra zy den draad in handen hadden, voornaamlyk wanneer zy de werkmeesters wilden vervolgen. Van hier dat de vermaarde vergadering van eenige aanzienlyken, in den jaare 17Ó8, te Parys gehouden, vrugtloos afliep; veel nuts zou dezelve'aeb b en kunnen te wege brengen, indien het Parlement meer magts hadde bezeeten, of de Voorzitter geen man geweest ware, die gehe§l van de band van het Hof vloog. De Heer c h o a r t , Ptefident van het Hof der Aides, lid dier Vergaderinge, verzekert dat het onderwerp der raadpleegingen flegts eenige oogenblikken, voordat de leden byeen kwamen, bekend wierdt; dathy niet kon verwerven, dat de zamenkomst tot een anderen dag wierdt uitgefleld. Her. blykt dus dat dee« ze vergadering louter fpel was, alleenlyk belegd om het volk zand in de oogen te werpen. 'Zorgvuldig bewaaren de liefhebbers het Koninkiyk Almanak van het 1774, in 't welk men de onbefchaamdheid hadt om op de lyst der beflunrders van 's Konings geldmiddelen te plaatzen den Heer MIRLavaüd, met den tytel van Ontvanger van bet Koorn voor rekening van zyne Majefteit. Omtrent het einde van het leeven van lo de w y k den xv heeft men verhaald, dat hy eenigen befluiteloozen trek hadt om de regeering neder te leggen. On-  de FRANSCHE SPION. 357- Onbekwaam om zyn gezag te oefFenen , was hy 'er tevens te jaloersch op om het aan een anderen af te (laan. Indien hy, den gebeelen last van het Staatsbewind op zynen opvolger overdraagende, al het eeraanbrengende, alles wat zyne) perfoonlyke veiligheid, zyn byzonder genoegen kon bevorderen, hadt kunnen behouden, hy zou het gewisfelyk gedaan hebben. Doch, uit het voorheen verhaalde blykt genoegzaam,dat hy,met de daad, al voor lang, het bewind hadt neergeleid , voor zo veel hy zyne onderdaanen en zelf zyne bloed, verwanten befchouwde als hem geheel vreemd, in alles 't geen hy als een ftaat slast befchouwde. Uit duizend voorbeelden van deeze beredeneerde onverfchilligheid van lodewyk den xv,zullen wy flegts het volgende melden. De Priester van St. Lodewyk te Ferfailles, een kerfpel van het kasteel, was, op zekeren dag,uit kragt van zyn voorregt, by het Lever tegenwoordig. De Koning, voor 't uitwendige altoos beIeefd , vernam naden toeflandderfchaapen van dien Herder. Hy vraagde , of 'er veele zieken, veele dooden, veele armen onder dezelve waren? De Priester, op deeze vraag eene diepe zucht loo - zende, gaf tot antwoord dat 'er veele waren.. . Maar, hernam de Vorst, met eene fchynbaare deel • neeming, zyn de aalmoezen niet overvloedig'! zyn dezelve niet toereikende ? is bet getal der ongeluk-  358 de FRANSCHE SPION. lukkigen vermeerderd? —— Acb ja, Sirel fprak hierop de Geestlyke. ■ Hoe is dat toegekoome»? riep toen de Monarch, van waar koomen ze ? Het is, hervatte de Priester, omdat zelf de Livereibedienden van uwe Majefteit my om een aalmoes vraagen, • Dat geloof ik wel, antwoordde toen de Vorst driftig, zy worden niet betaald. StraSs zich omkeerende, brak hy het gefprek af, als geenen lust hebbende om miskwaanen te weeten, in welke hy niet voorzien kon. Iemand, welke het antwoord hadt geboord , zonder de vraag te weeten, zou zich ver. beeld hebben, dat de Koning van dcbedienden van den Grooten Heer, of van den Keizer van Cbitia fprak. In dit tydpetk van gevoelloosheid vondt hem de Koning van Deenemarke, by zyne komst te Parys. De eerfte zamenkomst gefchiedde te Fontainebleau , in AVynmaand des jaars 1768. Lodewyk de x v kwam van de jagt; hy liet den Deenfcben Monarch een vierendeels uur wagten, en verzogthem om vergiffenis, met te zeggen, dat men op zynen ouderdom een weinig opfchiks noodig hadt. In *t eeist nam hy dien Vorst in, met een antwoord, 't welk by ongeluk flegts van de lippen kwam. Naa een bezoek by de kinderen van Frankryk en de Prinsfesfen te hebben afgelegd, betuigde de uitlandfche Vorst zyn genoegen over de doorluchtige per-  de FRANSCHE SPION. 359 perfonaadjen, welke hy gezien hadt, en wenschte den Koning geluk rnet dezelve. Dit herinnerde lodewyk den xv de onlangs gebeurde fterfgevallen; en wanneer zyne Dcenfche Majefteit hem deedt opmerken, dat het talryk gezin, hem nog overgebleeven, eene genoegzaame vergoeding was, riep hy zuchtende uit : Ik heb een nog oneindig talryker gezin , wiens geluk waarlik bet myne zyn zou. Eene uitroeping, welke het hart des jongen Monarchs trof, doch waarvan hy de nietsbeduidendheid wel dra bemerkte,toen hy, op zyne reize, zyne koets omringd zag van landlieden,die hem om een ftuk brood fmeekten; toen hy verzoekfchriften ontving, waarin hy ge. beeden wierdt, den Koning den rampzaligen toeftand van deszelfs Koninkryk onder't oog te brengen ; toen hy eene diergelyke vertooning zag rondom de koets van lodewyk den xv, doch telkens met een even ongelukkigen uitllag, Dien zelfden avond at de Koning van Deenemarke met den Franfcben l 'orst en een ftoet van Hovelingen; men erkende, dat de geestigfte Dagen kwamen uit den mond des uitlanders. Over de ongelykheid van jaaren fpreekende , zeide lodewyk d e x v -• Ik kon wel uw Grootvader zyn. Dat ontbreekt nog aan myn geluk, viel hier op zyne Deenfcbe Majefteit in. Een  gro de FRANSCHE SPION. Een ander niet minder geestig antwoord gaf hy aan den Koning, wanneer deeze, opgemerkt hebbende dat hy veel genoegen vondt in het gezelfchap van MevronwDE flavacourt, hem vraagde , met eene fchynbaare kwaadaartigheid , waarvan evenwel zyn hart even vreemd was als van het tegenovergeflelde : Zoudt -gy wel gelooven dat die beminnelyke Dame , met welke gy /preekt, reeds meer dan vyftig jaaren oud is ? — „ Dat is „ een bewys, Sire, dat men aan uw Hof niet oud „ wordt." Ten bewyze van onzefleiIinge,datdebitsheden, welke lodewyk de xv fprak, niet meer uit zyn hart voortkwamen , dan zyne tedere zegswyzen, eene andere zeldzaamheid van zyn Kcrakter, kunnen wy niet nalaaten hier aan te voeren eene byzonderheid raakende den Abt de broglio, als eene der overtuigendfte redenen, welke wy kunnen bybrengen. Wanneer de Koning, op zekeren dag, als hy epen tafel hieldt, na eenen zyner gewoone gasten vraagde, kreeg hy tot antwoord, dat by overleeden was. Ik bad bet bem al voorfpeld, fprak hierop de Vorst. Daarop den kring der Hovelingen, welke hem omringden, overziende, en zyn oog op den Abt vestigende, zeide hy tot hem: Nu zyt gy aan de beurt. Bezwaarlyk kon de driftige en oploo. pende Abt zich bedwingen j zyn antwoord was: Sire,  de FRANSCHE SPION. 3S- Sire, uwe Majefteit is gister op de jagt geweest; 'er kwam een regenbui ; uwe Majejleit is z» wel nat geworden als de andere. Dit gezegd heb. bende, verliet hy het gezelfchap in eene woedende gramfchap. Zie daar den Abt de Broglio eens , fprik daarop de Koning, hy wordt altoos kwaad. Ea hier mede liep deeze zaak ten einde. Voor 't overige, indien lodewyk de xv *« zich niet op toeleide om in 't gezelfchap van zyne Deenfehe Majefteit die beminneiykheid te vertoonen , welke hy voor zyne gemeenzaame vrienden fcheen te fpaaren; indien hy,op den throon,voor zyne oogen niet ten toon fpreide de waarlyk Koninklyke hoedanigheden van het ryksbewind, hy ontving hen, nogthans, met eenen luister, hua beiden waardig. De Hertog dedueas, Eerfte Kamerdienaar, hadt last om den Vorst overal te verzeilen. Hy deedt hem met kostbaare gefchenken overlaaden; hy wilde dat de Prinsfen van den bloede hem beurtelings onthaalden; de feesten tot welke zyne tegenwoordigheid aanleiding gaf, verdreeven eenigermaate de droefheid en eenzewigheid van het Hof. In zyn hart wenschte de Koning ontflagen te zyn van deezen lastigen aanlchouwer, om onbelemmerd eene nieuwe drift op te volgen, van welke hy zelve de fchandelykheid begreep, en het voorwerp niet voor zyne oogen durf. de blootftelien. Q Zints  36a de FRANSCHE SPION. Zints den dood der Marquizinne en de ongenade van Joffer romans, hadt iocewu de xv geene bekende Mattes gehad. Men bezorgde hem nn deeze, dan geene vrouw, uit de verfchillende rangen van den Staat; want zyne onverzaadelyke wulpsheid vondt alles goed, maar wierdt ook welbaast af keerig van alles. Het was de zaak dier zedeverdorvene lieden , die hem tot ongebondenheid van nieuws vervoerd hadden, en van welke hy eens in een zeker oogenblik zich wilde ontdoen, om hem van tyd tot tyd nieuwe voorwerpen tebezorgen. Le bel, oppasfer van 's Konings kamer, bieldt inzonderheid zich hier mede onledig. Op zekeren dag, dat hy een nieuw voorwerp opfpoorde, ontmoette hy zekeren Graaf dubarri, die voor verfcheiden Hofgrooten het zelfde werk verrigtte. Naa hem zyne verlegenheid te hebben te kennen gegeeven, kreeg hy tot antwoord.- Is let anders niet; gaa dan niet verder; ik heb een recht brokje voor den Koning : gy zult baar zien. Straks leide hy hem in zyn huis en toonde aanzy. oen vriend eene juffer l'a n g e, voormaals zyne Matres, doch diehy toenmaals aan anderen mededeelde Hy verzekerde le bel, dat indien de Monarch haar eens hadt aangeraakt, hy zich langen tyd aan haat zou houden. Het fchepzel behaagde hem dermaate , dat men het eens wierdt haar in s Konings bedde te plaatzen. Dermaate was de Ko° mng  de FRANSCHE SPION. 363 ning over haar voldaan, dat hy zyn genoegen betuigde aan den Hertog de noailles. Zodanig wierdt hy op haar verflingerd, dat men haar heimelyk na Compiegtse en Fontainebleau voerde; en dewyl zyne drift hem me'er en meer verblindde, wilde hy dat men haar in 't huwelyk deedt treeden, opdat zy een naam mogt voeren en in Haat zyn om openlyk vertoond te worden. De Graaf dubarri hadt eenen broeder, reedsgefchikt om deezen rol te fpeelen, en Juffer l'angs was ondergeen anderen naam dan d:en van Gravinnenu« barri bekend. Haare afkomst zullen wy niet onderzoeken, maar alleenlyk aanmerken, dat zy van eene laage geboorte, en zedert haare vroegfle jeu£d aan een ongebonden leeven verknogtzynde, in weerwil van den bloei haarer jaaren en haare nog fehitterende bekoorlykheden,aan haaren doorlucbtigen minnaar, egter, niets anders kon aanbieden dan de overblyfzels van het laagfle fchuim des volks; dat by daarvan niet onkundig kon blyven, en dat hy de uitfpootigheid beging van haar gelyk te (tellen met zyn eigen gezin, zyne kinderen te noodzaaken haar te zien, haar bykans nevens zich op den throon te plaatzen, 's Lands kas uitputten om haar een Koninklyken (laat te doen voeren, de belastingen vermenigvuldigen om aan haare kinderagtige grillen te voldoen, en het lot zyner onQ * der?  364 di FRANSCHE SPION. derdaanen van de luimen deezer zottinne te doen afhangen. De bevordering van Mevrouwe dubarri gelchiedde niet zonder onaangenaamheden ten Hove; doch zy dienden alleenlyk om 's Konings liefdedrift te fchetpen. Misfchien was deeze de eenige gelegenheid, by welke lodewyk de xv eene onbezweekene kloekmoedigheid vertoonde, welke hem ontbrak in gevallen van de hoogde aangelegenheid. De eerfte tegenkanting kwam van de zyde eener jaloerfche vrouwe, niet op het hart des Konings, maar op zynen fchepter, dien zy wilde voeren.'Wy bedoelen de Hertogin vangram mout, zuster van den Hertoge de choiseul. Trotsch, hoogmoedig en buitenlpoorig heerschzuchtig, hadt zy haaren broeder reeds tot zo verre onder gebragt, dat deeze fiere Staatsdienaar zich naar goeddunken van haar liet regeeren. De Hovelingen, niet weetende waaraan zy deezen ongemeenen invloed moesten toefchryven, hadt derzelver kwaadaartigheid de oorzaak gezogt in eene meer dan broederlyke gemeenzaamheid tusfchen deeze twee perfoonen, die, daarenboven, beiden te verre boven de vooroordtelt-n waren verheven, om zich door die van den Godsdienst of openbaare eerbar.rheid te laaten wederhouden. Hoe 't hiet mede zy,deeze byzon- - der-  de FRANSCHE SPION. 365 üerhpiJ vondt veel geloof ten hove, alwaar me* alles gelooft, omdat men 'er zich tot alles bekwaam gevoelt. De Hertogin vangrammont, ongetwyfeld met overleg van haaren broeder, opdat zy het tegenwoordig gezag van haar geflagt mogt handhaaven, hadt den inval gekreegen om 's Konings Matres te worden. Hoewel zy noch fehoon, noch jeng was, de kennis, nogthans, welke zy beiden van het voorleedene en van het karakter des Konings hadden , deedt hen op een goeden uitllag hoopen, Het voorbeeld van MevrouweDE mailly , die, met geene meerdere bekoorlykheden, nogthans,geflaagd was, dank zyhaareftoutheidenonbefchaamdheid , was geene geringe aanmoediging; reeds befchouwde zich de Hertogin als zegepraalende, wanneer zy door eene onbekende hand haaren toeleg zag verydelen. Te heviger was haare woede, toen zy eerlang onderricht wierdt, hoedanig eene vrouw haar was voorgetrokken. Zy ontftak het vuur haarer gramfchap in het hart van haaren broeder, wiens groote ziel eigenaartig eenen afkeer hadt van de tegenwoordige Matresfe. De dub arri's, niet durvende aandruisfehen tegen den alles vermogenden Staatsdienaar, zogten hem tot hunne belangen over te haaien. Men wil dat de Graavin hem terg ie, op eene wyze, van welke hy, indien by gewild hadt, zich zou hebben kunnen bedieq 3 nen.  3<55 de FRANSCHE SPION. ncn. Zyne trotsheid ten hunnen opzigte, de ongelooflyke voortgang der Matresfe in het hart van den Monarch, en de mededingers der choiseuls baanden den weg tot eenen oorlog, welke moest eindigen in de ongenade van den Hertog, boven welke hy, door een tienjaatigen voorfpoed, zich verbeven waande. Het was, derhalven, niet zozeer uit vreeze voor eigen veiligheid, als om bet misnoegen zyner zuster bot te vieren, dat hy befioot zynen Meester de oogen te openen voor de eerloosheid zyner keuze, niet regelrecht, maar langs omwegen. Ten dien einde (lelde hy vooreerst zyne verfpieders te werk, om de eerlooze voorvallen der Graavinne te bewyzen; hy deedt dezelve brengen in de gedaante van (Iraatüedjes en waaragtige vcrhaalen , -waarmede de gezelfchappeti zich vermaakten. De burgerlyke regeering, welke hem ten diende dondt, vetre van een gediendig dekkleed te leggen op de ergernisfen van den Oppervorst, leende de hand om dezelve rugtb:ar te doen worden, door middel van gezangen , waarmede het graauw van de hoofdllad zich vermaakte : zirme. beeldige gezangen, in de daad, doch waarvar. iedereen welhaast den fleutel kreeg» De Historie der Bourbonneefcbe (hier mede wierdt de Graavin d ubarri bedoeld,) kwam eerlang onder het oog der dochters van Frankryk ; dit wekte en fcherpte haaren  de FRANSCHE SPION. 367 ren afkeer van de openbaare voorftelling der Matresfe. Lodewyk de xv, die haare zotheid kende , wilde haar niet meer aanziens geeven, voor dat hy de gemoederen van het Koninkiyk gezin daartoe hadt voorbereid. Dit gaf aanleiding tot een langduurende onderhandeling, waardoor het hof eenige maanden in 't onzekere bleef. De choiseuls ftookten onder de hand de Prinsfesfen op, doch Helden midlerwyl hunne poogingen te werk om den Koning over zyne keuze te doen blojzen. Men wil zelf, dat le be l , voorziende de mogelyke gevolgen van zyn bedrog, tegen zynen Meesters gepleegd, zich bevlytigde, hoewel zonder vrugt, om de volkomeue voltrekking te voorkoomen. Hoe t zy, de werktuigen, door den Koning gebezigd, konden de Koninklyke Prinsfesfen niet beweegen, dan door haar te doen vreezen voor de gezondheid van haaren doorluchtigen Vader, die door haare tegenfpraak, en het daaruit ontfiaande hartzeer, oogfchynelvk afnam. Deeze re* den was voor haar onweerltaanbaar. Doch nu was de zwaarigheid om eene vtouw te vinden, die de plegtigheid zou volvoeren. Men was genoodzaakt zich te bedienen van zekere Madame de bear n, eene oude Koppelaarfler, die honderdduizend Livres kreeg voor haaïe moeite en omdat zy de nieuwe Matresfe in den beginne gezelQ 4 fchap  368 de FRANSCHE SPION. fchap hielde. Welhaast trok zy tot zich eene gamfche hofhouding. De Koning at a'le avonden met haar; zy nodigde de gasten, en opdat de Hofgrouten baar niet zouden afwyzen, voeg. de zy onder aan de uitnodiging deeze woorden: zyne Majefteit zal my met zyne tegenwoordig, beid vereeren. Ongevoelig verfcheenen 'er allen;skens eenige Hofdames. De Prins van conué.van den Koning de gunst verworven hebbende om hem eenigen tyd te Cbantilly te huisvesten, betuigde daarvoor zyne dankbaarheid, door 'erde Graauti insgelyks te ontvangen. Thans begon de Hertog de choiseul te ben-eiken, dat hy zich niet loos genoeg ter. aanzien van de Matresfe hadt gedr;.ag;?n; d. ch te zeer verblind door het misnoegen van zyne zuster, beflcot by het onweder te tanen, welk hem boven het hoofd bing, Hy zag zynen aanhang vermiuderén, en eenigen,, welke de meeste verpligting aan hem hadden, zich tegen hem aan. kanten. De voornaamlie van deeze was de Kan. zeiier, een man zonder beginzels, doch die al zyn geluk aan den Hertoge was verfchuldigd. De leden van het Parlement, die deezen kameleon volmaakt wel kenden, voorfpelden aan c h o i s e u l , dat hy een (lang in zynen fchoot koesterde. Het leedt eenigen tyd eer hy het masker arPgte. Onzeker, welk een keer de zaak der dubarri's zou  bjt FRANSCHE SPION. 369 zou neemen, hieldt hy zich onzydig. Doch zeden de openbaare voortelling, verklaarde hy zich openlyk; zyne vleiery ging zo verre.dat hy voorgaf aan de Matresfe vermaagfchapt te zyn , en haar by geen anderen naam dan dien van Nicht noemde. In alles fchikte hy zich naar de grilligheden deezer vrouwe, zonder fchaainte en zonder verftand. Hy vernederde zich zo verre, dat hy den rol van haaren Nar en zelf van haaren Neger fpeelde. In weerwil van alle. deeze laagheden, Haag. de hy niet naar wenseh; hem flondt in den weg een Heer, veel beminnelyker van zeden, niet minder doorfleepen, en beter gefchikt om zyn hof te maaken by de vrouwen. Deeze was de Hertog d'AiGUiLLON, die, door dit middel, zich redde uit eene engte, in welke hy gebragt was door den Heer de M4üpeou, onder voor. wendzel om hem dienst te doen, doch, in de daad, om hem den voet te ligten, en te deen tuimelen. Tetwyl lodewyk de xv, in gevolge van eene in 't oogloopende tegenftrydigheid, waarvan hy geduurende zyn geheele leeven, doch vooral in 't laatfle gedeelte van hetzelve, de doorflaandfte blyken gaf, de Prokureurs-Generaal van het Parkment van Bretagne met ballingfchap ftraf. te, naa dezelve aivoorens onfchuldig te hebben verklaard, overlaadde hy den Hertog d'AicuiL- Q 5 LOM  37® de FRANSCHE SPION. ion met gunsibetooningen; dien zelfden Hertog, welken hy, uit hoofde van wel bevestigde knevelaaryen, aan welke hy zich hadtfchuldiggemaakt, de Landvoogdyfchap dier provincie hadt afgenomen. Aan de voorfpraak der nieuwe Matresfe was hy verfchuldigd het Bevelhebberfchap over de ligte Ruitery.van 's Konings Lyfwagt. Deeze nieuwe gunst verbitterde nog meer de Staaten van Bretagne, van welke hy verfoeid wierdt, en deedt hen befluiten om hem kragtdaadig te vervolgen. liet Parlement van Retines, onder voorwendzel der onlusten , veroorzaakt door de geweezene Jezuiten, die sa Bretagne waren geweeken om aldaar heimelyke zamer.komften te houden en het vuur hunner wraake teftooken, hadt bevolen over hen een waaiend oog te houden ;dit hadt ten gevolge dat hun wierdt opgelegd , te vertrekken of den Eed van getrouwheid af te leggen. Onder dit alles hadt men ontdekt, dat de Hertog d'Aicuillon zekere perfoonen hadt opgemaakt, of door anderen aangezogt, em tegen de befchuldigende wethouders ie getui gen. In de getuigenisfen ontdekte men de blyken. van een ongehoorden overlast, van een fchroom» lyk misbruik van gezag, van degruwelykfte misdaad. Op deeze kundfchap beval het Parlement een nieuw onderzoek; veele getuigen wierden geüoord -, doch , op het oogenblik als het pleitgeding een onpartydig onderzoek zou ondergaan van des- zelfj  beFRANSCHE SPION". 371 zelfs natuur*yke regters, ontving het Parlement een verbod van den Staatsraad om eenig vonnis te vellen. Du was wederom de vrugt van het aanzien van den Hertoge d'AicuiLLON by de Matres, die deeze believing van den Kanzelier hadt geëischt. Dit was de grond van nieuwe klagten en van nieuwe vertoogen. Midlerwyl viel 'er eene zaak voor, die veel gerugts maakte, de ongenade en ballingfchap der Heeren de la chalotais, hoewel zy, naar het oordeel van 't algemeen , volmaakt onfchuldig waren; het beloop cn den uitflag van dezelve te verhaalen, valt niet in ons plan. Ter loops maa. ken wy 'er hier gewag van, om gelegenheid re hebben onzen Leezeren onder het oog te brengen eenige uittreksels van eene Memorie, welke de Staaten van Bretagne, by deeze gelegenheid, aam den Koning zonden. Over de mannelyke welfpree* kendheid en vrymoedige taal van dezelve, onder eene eenhoofdige regeering, zullen zy zich nevens ons verwonderen. „ Wy kunnen uwer Majefleit niet ontveinzen s. „ dus fchreef men , de algemeene verflagenheid „ „ door uw antwoord veroorzaakt. Het getuige> „ nis zelve, zo eeraanbrengende voor de Proku> „ reurs-Generaal,zo voldoende voor ons, 'twelfc „ gy aan hunne onfchuld geeft, is eene bron var* „ verfchrikkinge voor alle burgers.. Hoe! Sire, zy. q 6 n zyi=  372 de FRANSCHE SPION. „ zyn onfchuldig, en gy ftraft hem! Niet „ zonder vcrbaasheid met angst gemengd hebben „ wy kunnen zien, dat bvzondere voorvaren en „ misnoegens als beweegredenen wierden opgegeeM ven van eene openbaare ftraffe. Ieder Wethou„ der, ieder burger, ieder mensch, die geflraft „ wordt, moet Tchuldig geoordeeld worden, ea „ hy kan niet gevonnisd worden, ten zy men hem „ de gelegenheid geeve om zich te verdeedigen. „ Indien hy befchuldigd worde, moet hy weeten „ door wien en waarom. Indien hy veroordeeld ' „ worde, moet hy vooraf overtuigd zyn. „ Onze eer,ons leeven en onze vrybeidbehoo„ ren aan ons, gelyk uwe kroon u toebehoort. Ter „ verdeediginge ven uwe regten ,zyn wy genegen „ ons bloed te Honen; maar befcherm gy ins„ gelyks onze regten. 't Geldt hier geene bloote „ voorregten. « Een rrgt der natuure is te- „ genwoordig het voorwerp van onzen eisch. „ God zeive, welks leeverdig beeld gy zyt, „ ftraft den onfchuldigen niet, en de fchuldige, „ dien hy ftraft, moet niet twyfelen aan zyne mis„ daad. 't Is zo, het onfchuldig verklaaren en op„ leggen van ftraffe op den zelfden tyd, is den al. „ m a gti g e n zelven onmogelyk ; en 't zou eene „ godslastering zyn, hem eene zo haatlyke tegen„ ftrydigheid toe te fchrjven. „ Nimmer kunnen wy begrypen, dat zy, wier eere  de FRANSCHE SPION. 373 „ eere niet betwist wordt, en welke uwe Maje„ Heit zich verwaardigt, doorherhaaldeverklaariugen, openlyk te bevestigen, niet volmaakt on„ fchuldig zyn zouden; en nog minder kunnen „ wy bevatten hoe dezulken, wier onfchuld vol„ komen is, het lot kuunen ondergaan, aan de ,, fciuld en de overtuigde misdaadigen voegende. ,, Wat hebben de amptiooze burgers te wag„ ten, indien de voomaamfte wethouders niet veihg zyn voor eene zo heiüooze onderdrukking ? >, Sire, de provincie, op haare knieën voor uwen „ ^throon leggende , eischt uwe regtvaardigheid. 't Is gedaan met ons, indien men ons uit onze „ huizen kan ligten, ons in boeijens fluiten,in eene „ onbepaalde ballingschap houden , onder voor„ wendzel van verborgene misdaaden, rustende op „ heimelyke aanbrengingen, tegen welke wy ons „ niet kunnen verdeedigen, en tot bekentenis van „ welke men ons niet kan brengen, dan door ftrea„ ge ftrafbeffeningen. „ Verwaardig u, Sire, u te herinneren de lange „ reeks van rampen der zulken, wier onfchuld gy „ erkent. Aan hunne bedieningen en hunne gezin„ nen zyn zy met geweld onttrokken; alsdefnood„ fte boosdoeners van de eene gevangenis na de an. „ dere gefleept ;by geheel Frankryk heeft men hen „ bedraagen als omgekogten en verraaders; zy zyn ,, het voorwerp geweest van eene onwettigeregts. „ pleeginge, wier geweldenaary haare onregtvaarQ 7 dig.  374 de FRANSCHE SPION. „ digheid evenaarde; zy hebben den toeflel van „ hunne ftraffe gezien , en zy hebben eenen fchan„ delyken dood niet ontgaan (indien de deagd „ voor fchande kon vreezenJ dan om te zuchten „ in eene langduurige baliirigfchsp, van welke het „ einde niet bepaald ij. De beschuldiging, „ met zo veel geruits voortgezet, is geftaakt, maar „ de wraak houdt nog ftand." Zo zeer vreesden de Staatsdienaars de aandoening, welke door het leezen van ditgefcbrift ontliaan zou in het gemoed des Koning, dii te veel verfland hadt om niet de oogen te openen voorden dwingeiandifcben rol, dien men hem, zints vyfjaaren, hadt doen fpeelen, dat zy niet geraaden vonden hem daarvan te fpreeken. Doch 'er wierdt wel dra eene menigte afichriften van deeze Memorie verfpreid. Zy vondt eene algemeene goedkeuring; men befchouwde dezelve als een meesterfluk van natuurlyke en burgerlyke regtsgeleerdheid. De waare Patriotten deeden alles wat zy konden , om de Natie dezelve te doen leezen. Het gevolg van deeze zaak was, een* plegti^e vergadering van het Parlement te Fcrfaiües, waarin de Koning zelve voorzat, en dezelve in nadere overweeging wierdt genomen. Thans vertoonde Zyne Majefteit eene buitengewoone kloekmoedig, heid ; doch deeze was van geen langen duur : het huwelyk van den Daufyn, en de feesten, welke by ga.  de FRANSCHE SPION, 3?s gelegenheid van deeze gebeurtenïsre wierden gegeeven, maakten eene afwending in zyne gedag, ten. Een der gewigtigfie voorvallen van deeze regeeringe was dit huwelyk, deels door het nader toehaaien van de verbintenisfen met het Hun van Oos. tenryk, deels door de onhandigheden, welke daarmede gepaard gingen of 'er op volgden. Men was het verfchuldigd aan den Hertoge d e choiseul, die, waarfchynlyk, zo wel zyne eigen grootheid als het geluk van Franb-yk bedoelende, alle zwaarigheden uit den weg ruimde, en de zaak tot een gelukkig einde bragt. Alle laage kuiperyen ver fmaadende,zou hy dus een Meun vinden in deDauJ Éne zelve. Men hadt niet gedagt dathy zo lang zou hebben kunnen (taande bly ven ; maar by haare aankomst, wierden zyne aanhangers met hoope vervuld. Van den Koning verwierf hy verlof om zich na Compiegne te begeeven, toen de Prinsfes aldaar doortrok, en ais de voornaamfte Staatsdienaar haar hulde te doen. Met de uiterfte minzaamheid ontving hem de Daufine; zy vergunde hem een afzonder, lyk gehoor, in 't welk zy hem haare dankbaarheid betuigde voor zyne zorge ter bevorderinge van haar geluk, Zy voegde 'er nevens, dat zy zich verliet op derzelver aanhoudenheid, om haare jeugd en onervarenheid met zyne raadgeevingen te onderleunen. list  376 de FRANSCHE SPION. Het kon niet anders weezen of de toebereidzels, de huwelykspragt en vermaaklykheden van den vermcedelyken erfgenaam der kroone, in weerwil van de verlegenhaid, in welke het Koninkryk zich bevondt, moesten zwaare kosten veroorzaaken; zy wierden buitenfpoorig onder eenen Monarch, die voor de rampen zyner heerfchappye de oogen floot. Tot een voorbeeld van deeze kosten kunnen, on* der andere, dienen, de dertigduizendpaerden ,wel« ke tot de reistogten gebruikt wierden , en de bende Tapytwtrkers, welke te post van ftad tot ftad reisde, om de plaatzen te vetfieren, op welke de Prinsfes moest vernachten. Dit was flegts een vootfpe'. Het oog hadt geen weergaa gezien van de klederen des Konings en der Prinsfen; men ging dezelve uit nieuwsgierigheid by den Kleermaak' r bezigtigen. Het kleed van den Koning was hem reeds op den bruiloft van den Hertoge van ciiaktbes aangeboodan; dochhy verkoos hetzelve tot den bruiloft van zynen kleinzoon te fpaaren. De kleotren der kinderen van Frankryk beantwoordden aan hetzelve. Behalven het borduurz^l moesten zy mer edelgefteenten doorzaaid worden. Eene niet min pragtige vertooning leverden de Staatfiekoetzen uit; zy «varen vervaardigd naar het mouét van den Hertoge de choiseul. De fchouwfpelen es feesten van lodewyk ben  be FRANSCHE SPION. 377 den xiv, 20 vermaard in de gefchiedenisfen , konden by de tegenwoordige niet vergelceken woiden. De flrik alleen van het vuurwerk moest beftaan nit dertigduizend vuurpylen;tezamen kostten zy vierduizeud Louizen: en men weet dat de flrik van een vuurwerk flegts een oogenblik gezien wordr. Een droevige tegenftelling met deeze verkwistingen waren de opflauden , veroorzaakt door het geb;ek aan brood, 't welk in zommige provinciën duurde en van tyd tot tyd grooter wierdt.. Ditgebrek heerschte inzonderheid in Befangon en te Toiirs. In la Marcbe en Limovfin waren meer dan vierduizend menfchen van honger geflorven; nog veel meer zouden 'er omgekoomen zyn , zonder de liefcaadigheid van den Heer d e p e r san, Heer van een gedeelte der provincie, die zyne vasfaalea kragtdaadig te hulpe kwam, Deeze onheilen gaven aanleiding tot een klein gefcbrifc, tot tytel voerende ; Zonderling denkbield van een goed burger,. omtrent de openbaare feesten, welke te Parys en ten Hove zullengegec' ven worden, by gelegenheid van bet huwelyk van den Daufyn, Naa eene optelling gedaan te heb. ben van ce inaaltyden, fchouwfpelen , vuurwerken, iliuminatien , balls, enz. welke hy te zamen berekent op een kapitaal van twintig millioenen  378 de FRANSCHE SPION. nen Livres, befluit hy zyn gefchrift met deeze woorden. „ Ik ben voorneeinens om niets van dit alles te „ doen , maar deeze twintig millioenen op de lyst ,, der belastingen van dit jaar te brengen. In ftede „ van de lediggangers van het hof en van de hoofd. „ flad met ydele en oogenblikkelyke vermaaken „ te verlustigen, zal men dus blydfchap verfprei" „' den in de ziel van den ongelukkigen landman; »j, men zal de geheele Natie doen deelen in dee„ ze gelukkige gebeurtenis, en men zal tot aan de ,, uiterfle grenzen van het Koninkryk uitroepen : Lang leeve Lodewyk de welbeminde*. Zulk een „ nieuwe foort van feesten zou den K3ning met „ weezenlyker en duurzaamer roem bekleeden , „ dan al de luister der Afiatifche feesten; de ge. „ fchiedenis zou deezen trek met meer ecibetoo„ ning tot de naakoomelingfchap overbrengen, „ dan de beuzeiagtige vernaaien van eenen pragt, „ welke het volk tot eenen last verftrekt, en on-> „ beftaanbaar is met den weezedyken roem vaneen „ Monarch, den vader zyner onderdaanen." Doch, 'er waren te veele lieden van aanzien, welke belang hadden dat dit denkbeeld niet agtervolgd wierdt, dan dat men op hetzelve eenige agt wilde geeven; zy benaatfligden zich om te belet* ten, dat het geroep der ongelukkigen nier voor den  de FRANSCHE SPION. 379 den throon kwam, en vooral niet ter ooren der Prinsfesfe, wier jong en aandoenlyk hart gewisfelyk zou getroffen zyn. In deezen toeftand van zaaken kwam Mevrouw de Daufine te Compiegne. De Koning verlangde om haar te zien, en te weeten of zy fehoon ware. Men verhaalt dat wanneer de Prins de prix hem de tyding bragt van de aankomst der Aardshertoginne te Straatsburgen bouret,Geheimfchryver van het kabinet, hem tevens de uitwisfeling van het huwelyk opde grenzen ter band (lelde, zyne Majefteit, die met deezen dienaar zeer gemeenzaam leefde, hem vraagde, hoe hy de Daufine vondt, of zy wel een boezem hadt? hy antwoordde dar Mevrouw de' Daufine zeer bekoorlyk van geftalte was, dat zy zeer fchoone oogen hadt, enz.Daar fpreek ik niet van, hernam de Koning boenende , I* vraag u of zy een boezem beeft? — ,, Sire, ik heb de vryheid niet durven neemen om zo verre te „ te zien", antwoordde de listige Hoveling. . Gy zyt een botterik, vervolgde de Monarch, lachen, de, dat is bet eerfte, daar men in eene vrouw ■na ziet. Men kan hieruit oordeeleu, hoe gretig lodewyk de xv zynefchoondochterbefchouwde,toen hy haar de eertle reize zag. Hy reedt der Prinsfesfe tot op zekeren affland tegemoet, alwaarzy, volgens gebruik, uit de koets tradt, en zich neder  38o be FRANSCHE SPION. derwierp aan de voeten des Konings, die haar vriendelyk deedt opftaan en omhelde. Zy hielden de nachtrust te Compiegne, en 's anderendaags na &t. Denis rydende, leiden zy een bezoek af by Madame louise, eene van 's Konings dochteren,die onlangs het geest'yk kleed in het Karmeliter klooster dier flad hadt aangenomen. Geheel Parys hadt zich aan den weg geplaatst; men zag eene dubbele rye koetzen van St. Denis tot aan de poort Maillot. Het Koninkiyk gezin hieldt het avondmaal in het kasteel/» Muette, alwaar lodewyk de xv zich niet fchaamde, om in eigen perfoon de Graavin dubarri der Daufine aan te bieden tn haar met die Prinsfesfe te doen eeten. Tot nog toe was de Daufine onkundig wegens den rol, dien deeze vrouw fpeekle, van welke zy zo dikmaals ten haare hove hoorden fpreeken. Op zekeren dag gevraagd hebbende, wie deeze vrouw ware, die zo veel gerugts veroorzaakte, gaf men haar tot antwoord, dat zy den Koning vermaakte. In dat geval, riep de Aardshertogin gantsch openhartig uit, wil ik haare medectingjier zyn. Doch zy haalde haar woord te rug, zo dra zy beter on. derricht was. Van den Koning gevraagd zynde, wat haar van deeze vrouw dagt, gaf zy tot aLtwoord, dat zy haar bekoorlyk vondt. Zeker is het dat zy boven alle vrouwen ten hove uitmuntte in ongemaaktheid van houdinge en natuuriyke bevallig-  bb FRANSCHE SPION. 38 figheden. Men mogt haar uit den aart fehoon noemen; opmerkelyk is het, dat zy zeer ingetogen van houdinge en in haare gefprekken was. Van la Muette vertrok de Koning nevens den Daufyn en het gantfche Koninkiyk gezin na Verfallles. De Daufine alleen bleef 'er, in gehoorzaamheid aan de wetten der kerke, welke verbie. den,met den toekoomenden Echtgenoot onaeréén dak te vernachten. Zy volgde 's anderendaags, en ontving nevens den Daufyn den huwelykszegen. Men verwonderde zich dat de Prinsfes, temidden van zo veele onbekende perfoonen en nieuwe din. gen, zonder eenige bedremmeling de plegtigheid onderging. Eene onnoemelyke menigte van menfehen begaf zich in den naamiddag na de tuinen , alwaar de noodige toebereidzels gemaakt waren tot de vuur werken en illuminatien. Met leedweezen zag men dat deeze tuinen , ondanks zo veele kostbaare toebereidzelen,in een zo flegten ftaat waren, dat zy, op veele plaatzen , na de tuinen van eene gevangenisfe geleeken. De fonteinen fp^ongen niet, en konden niet fpringen; veeie waterkommen waren droog; de vyver was vuil en vol modder. Verminkte of ter aarde gevallene ftandbeelden kondigden de onag-zaamheid der oj ra:feren aan. Men zag 'er geene ipeeltuigfn, geeoe danspa,tyen, geene ververfchingen voor het volk, 't welk zich niet in de vro-  382 de FRANSCHE SPION. VTolykbeid vertoonde,de eerde vereischte vaneen openbaar feest. Daarenboven was de hemel het niet eens met de aarde,- twee zwaare onweersbui, jen noodzaakten de nieuwsgierigen van daar te vlugten, zonder de vuurwerken en illuminatien ge. 2ien te hebben, die tot een gunftiger tyd wierden BitgedelH. Door eene andere onop'ettendheid, de majefteit dier plaatze onwaardig,'waren depleinen, ten negen uuren, niet zo wel verlicht als die van een amptloos burger. De toegangen waren Rilt* donker. De dad Verfailles fcheen geen deel te heb. ben aan deeze groote gebeurrenisfe. Met de uiterfte verontwaardiging zag men nu, gelyk op andere dagen, de armen om een aalmoes vraagen. Voor 't overige erkenden allen, welke ten hove op den bruiloft verfcheenen , nimmer iet dier. gelyks gezien te hebben; dat alle befchryvingen san de waarheid zouden te kort doen. De pragt en kostbaarheid der klederen, de fchitterende glans der edelgedeenten , verblindden hunne oogen. Deeze walen inzonderheid op Mevrouw de Daufine gevestigd. Van haare gedalte gaf men deeze befchryving : „ Naar haare jaaren is zy groot van ge„ ftaitr; zy is fchraal, doch niet mager, even ge» „ lyk een jong mensch, wiens lichaam nog niet ,, volkomen gezet is. Zy is welgemaakt; allehaa« „ re ledeiiiaateu bezitten de vereischte evenredig-s, heid. Zy heeft fehoon blond hair, eenigzins na i, het  de FRANSCHE SPION. 383 „ het kastanjebruin neigende. De majefteit zie „ reeds op haar voorhoofd; haar aangezigt is een „ fehoon Eyrond , eenigzins langwerpig. Haare „ oogen zyn blaauw, zonder fletsheid,en vertoo„ nen een levendig verftand. Haar neus is eenig„ zins gebocheld. Zy heeft een kleinen mond, „ doch dikke lippen, inzonderheid de beneden. „ fte; dit noemt men een Oefienrjkjcbe lip. „ Haare kleur is zo fehoon, dat zy tot de kunst „ de toevlugï niet behoeft te neemen. Dedeftig}, heid van haar voorkoomen wordt getemperd door „ zagtaartigheid : zodat men haar niet kan aan» „ fchouwen zonder een eerbied te gevoelen met liefde gemengd." Het zo genaamde Bal paré, het lastigfte gedeelte der vreugdebedryveii, omdat hier alles aan zekere hooffche regels onderworpen is, gaf aanleiding tot veele oneenigheden. De Koning hadt het Ceremonieel daartoe vooraf geregeld. In gevolge van het verzoek des Gezams van den Keizeren deKeizerlnne-Koninginne, hadt hy de toeftemming ge* geeven, dat Mademoifelie van lotharingent die de eer hadt van aan hun huis vermaagfehapt te zyn , met eenige onderfcheiding zou behandeld worden; dat hy haar zou laaten danzen vóór alle de Hertoginnen, onmiddelyk naa de Prinsfesfen van den bloede, gelyk de Prins van l a m b e s c terftond naa de Prinsfen. Dit wierdt eene ernflige zaak,1 De  3$4 as FRANSCHE SPI ON. De Hertogen en Pairs vergaderden by den Heet de broglio, Bisfchop en Graaf van Noyen, als den oudflen Pair te Parys. In weerwil van den afkeer der kerke van het danzen, wierdt in deeze vergadering eene Memorie opgeftald en gcjeezen, welke de Kerkvoogd last kreeg aan den Koning ter hand te (lellen. Deeze, naar gewoon, te, zeer verleegen met deeze zaak, deedt geene volkomene uitfpraak, en behielp 'er zich mede, dat het dar.zen op een Bal de eenige zaak was» welke niet in gevolge kon getrokken worden, en de keuze der dansfers en dansferesfen alleen van zynen wille afhing. Hy beriep zich op de getrouwheid, onderwerping en vriendfchap der Pairs eh Edellieden , welke de Memorie ondertekend hadden. Dit alles was begreepen in eenen brief van den Koning aan de Hertogen, getekend den 17 May , 1770. Dit antwoord gaf aan veelen fioffe tot boe,ten; op het Bal verfcheenen geene at,deren, dan die 'er zich niet van konden veront. fchuldigen. Wy kunnen hier niet met (lilzwygen voorbygaan, de akelige gebeurtenis van den 30 May, dien rampzaligen nacht, in welken , te midden van eene luidrufige vrolykbeid, meer menfchen fneuvelden dan in eer bloedig gevegt. Het was de dag, op welken de lisd een vuurwerk hact doen sfftetkeu, op een ruim plein rondom het ftandbeeld van l o.  de FRANSCHE SPION. 385 dewyk den xv. Op het vuurwerk zou eene Illuminatie op de bolwerken volgen; de menigte begaf zich derwaarts door eene wyde ftraat, die op de wallen uitloopt. In deeze ftraat viel een bloedbad voor, waarvan men geen voorbeeld weet. Drie oinftandigheden werkten hiertoe mj[. de : Vooreerst, eene bende fchurken, ten oogmerke hebbende om een fterk gedrang en oproer te veroorzaaken, en te midden der verwarringe hunnen rol te fpeelen. Verfcheiden lyken deezer booswichten , die naderhand herkend wierden, dienden ten bewyze van deeze misdaad. Ten tweede, het verzuim van den Bouwmeester der ftad, door den grond, die van ongeveer zeshonderdduizend aanfchouwers moest betreeden worden, niet te hebben laaten flegten, de gragten niet te hebben laaten toedammen, noch de onderfcheiden hinderpaalen, die den vryen toegang beletteden, te laaten wegneemen. Ten derde, de ongehoorzaamheid der wagt en de gierigheid van de regeeringe der ftad, dewyl zy aan het Regiment Franfche Gardes niet hadt willen toeftaan een gefchenk van duizend Kroonen, door den Maarfchalk Hertog van biron geëischt, om dezelve dien dag in de wapenen te brengen, en alzo de Burgerwagt te hulpe te koomen. Wat hier van zy, 's anderendaags wierden op eenmaal honderdendrieëndertig lyken van de itraat R op  385 de FRANSCHE SPION. opgenomen, en op het Kerkhof van het Kerfpel St. Magdalena gebragt, om vervolgens herkend en opgLëischt te kunnen worden; op bevel van den Hoofdfchout wierdt zedert over hen een plegtige Lykdienst gehouden. Indien wy hier nevens voegen de verflikten, verminkten en gekwetsten, welke in den tyd van zes weeken de flagtofl'ers hunner nieuwsgierigheid wierden, bedraagen zy te zamen een getal van tusfchen de elf en twaalfhonderd menfchen. Algemeen was de ergernis, wanneer men drie dagen daar naa den Heer b ion on, Provoost der Kooplieden , de voornaamfte oorzaak van deezen ramp, zich openlyk in eene Logie in de Opera zag vertoonen. De Daufyn, daarentegen, was zeer bedroefd, omdat hy van ter zyden de oorzaak was geweest van dit ongeluk. Hy zondt aan den Luitenant de Police tweeduizend Kroooen, al het geld, welk hy ' bezat, om de ongelukkigften te onderfteunen. De Daufine.de Koninklyke Prinsfesfen,de Piinsfen van den bloede en verfcheiden Gilden volgden dit loflyk voorbeeld. Het Patlement wilde dit voorval en de ootzaaken van hetzelve nader onderzoeken. Men bragt een foortgelyk voorbeeld by, onder lodewyk den xu voorgevallen, volgens 't welk de Provoost der Kooplieden en de twee eerfte Schepenen in eene geldboete waren gefiagen, om dat zy niet genoeg ge. zorgd  de FRANSCHE SPION. 387 zorgd hadden voor een brug, door het inftorten van welke vier of vyf burgers het leeven hadden verlooren. Dit deedt den Heer bignon beeven. Doch de Advokaat Generaal verontfchuldigde hem; deeze Helde alles op rekening van eene ongelukkige noodlottigheid : en vermits de burgerlyke wethouderfchap door ander werk wierdt afgetrokken, kwam hy 'er met den fchrik af. Naa zo veele vreugdebedryven, op welke de Franfche hoflykheid de Daufine onthaalde, vertoonde haar de Koning een veel agtbaarder fohouwfpel, 't welk alleen in dit Koninkryk kan gezien worden , en welks ftaatlyk voorkoomen der Prinsfesfe een denkbeeld zou hebben kunnen geeven van den luister van den throon, welken zy ten eenigen dage moest bekleeden, indien zy niet tevens de ontroe. ring des gemoeds op het gelaat van alle aanfchou* wers hadt geleezen. Wy bedoelen het Lit de Juftice van 27 Juny 1770. In zynen aart en oorfprong is een Lit de Juftice, eene plegtige zitting van den Koning in het Parlement, om te raadpleegen over de gewigtigfle Staatsbelangen. Het is een vervolg dier aloude algemeene Vergaderingen, die voormaals wierden gehouden, en bekend zyn by de naamen van algemeene Goeddunkens , volle Geregnhoven, vol Parlement, Groote Raad, enz. De Koningen zaten toenmaals in dezelve opeen gouden ttiroon. Zints men deeze vergaderingen, Ra die  388 t>e FRANSCHE SPION. die weleer onder den blooten hemel wierden belegd, ineen der vertrekken van het Paleis heeft gehouden, heeft men een verhemelte en kusfens in de plaats gefteld. Van hier de naam Lit de Juftice (woordelyk een ftoel of bed der Geregtigbeid) omdat in de oude taal een ftoel met een verhemelte overdekt een bed betekende. Uit vyf kusfens beftaat dit bed. Op een van dezelve zit de Monarch; een tweede verftrekt hem tot een lendekusfen; op twee andere rust hy met zyne armen; het vyfde legt onder zyne voeten. Koning kakel de v vernieuwde dit fieraad; lodewyk de xii maakte een geheel nieuwen toeftel; onder de regeering van l o d e w y k den xv was dezelve nog in weezen : doch deeze heeft 'er zich zo dikmaals van bediend, dat het niet vreemd zyn zou, indien de kusfens geheel verfleeten waren, In deeze Algemeene Vergaderingen beriepen de Koningen alle die geenen, welke regt van ftemmen hadden, de Prinsfen, de Pairs, de Baronnen, de Raadsheeren of Lieden van de wet. De Vorst ftelde in eigen perfoon, of door iemand van zynent* wege,het onderwerp der raadpieeginge voor. Dit was altyd eene zaak van belang; ieder ftemde met luider flemme, op dat de Koning de gedagten mogt hooren en in overweeging neemen. Maar tegenwoordig neemt de Kanzelier de ftemmen op. Ieder lid der vergaderinge fpreekt zagt, of in 't geheel niet-  de FRANSCHE" SPION. 389 niet. De Vorst hoort niets van dit flom tooneel, alwaar hy, door eene vreemde omkeering van de natuur der dingen, zich buiten (laat bevindt om 'er zyn voordeel mede te doen, en by het eenmaal genomen befluit blyft, zonder dat het oogmerk der zittingen, welk, oorfpronklyk , was, om, naar bevinding van zaaken, hem in hetzelve te bevestigen , of daarvan af te trekken, in eenigen opzigte bereikt is. Eene wenschlyke zaak waren , volgens de oorfpronklyke inftelling,deeze vergaderingen; zy bragten den Vorst nieuwe kundigheden aan, den onderdaanen menigvuldige zegeningen, het Koninkryk onfchatbaare voordeelen. De algemsene ramden wierden aldaar blootgelegd} de waarheid praalde in vollen luister. Een hedendaagsch Lit de Juftice is flegts een fchaduwbeeld van de aloude; de Koning doet 'er niets dan te vernaaien 't geen hy in zynen Raad heeft vastgefteld. Alles gefchiedt 'er zonder voorafgaand onderzoek, zondereigenlykeraadpleeging. Het is eene daad van volflrekte magtoeffeninge, doorgaans ten aanzien van wetten, die door de Geregtshoven zyn verworpen, gevolglyk ten aanzien van kwaade en verderflyke wetten ; het is een dag van rouwe voor de Natie. Zodanig was het Lit de Juftice, waatby deDaufine tegenwoordig was. Het wierdt met de geR 3 woone  393 de FRANSCHE SPION. woone plegtigheden te Verfailles gehouden. De Kanzelier deedt, uit naam van zyne Majefteit, eene aanfpraak, hc-uflzaaklyk behelzende dat de Koning in zyn voorneemen volhardde om de onlusten van Bretagne een einde te doen neemen; dat zyne Majefteit nader onderzoek willende doen na de befchu'digingen tegen den Hertog d*a i gu x l l o k , ten dien einde opene brieven hadt afgevaardigd; dat de toegang tot den throon hadt open geftaan, en de getuigen gehoord waren; doch dat zyne Majefteit met ongenoegen vernomen hadt, in den loop ,van dit pleidooi, dat in deeze geheele zaak eene in 't oogloopende partydigheid doorftraalde; dat hy diensvolgens niet meer van dit pleitgeding wilde hooren fpreeken, en door de volheid zyner magt alle verdere onderhandelingen verboodt. Deeze aanfpraak wierdt gevolgd van deaanteke* ning der nieuwe opene brieven, by welke alles, 't geen dus lang tegen den Hertog dV iguillo k was gefchied, vernietigd wierdt. Nog dien zelfden avond wierdt de Hertog tot 's Konings tafel toegelaaten. Het Parlement wierdt verwoed; het vsrklaarde, eenen befchuldigden niet voor onfchuldig te zullen houden, byzonderlyk niet den Hertog d'AicuiL. tos, die in een Lit de Juftice als zodanig was verklaard. De Koning, voor de gevolgen vreezen. de, beval het Parlement te fcheiden. Doch deeze agt-  de FRANSCHE SPION. 391 ag.baare vergadering, hierdoor niet afgefchrikt , volhardde in haare verklaaring, dat zy den Hertog als ichu'dig aanmerkte, tot dat hy zich vol« komen gezuiverd hadt. Doch deeze gaf haar den volgenden dag te kennen , dat de.Koning hem bevolen hadt, in zyne waardigheid en verrigtingen van Pair van Frankryk te volharden. Nieuwe ftofte tot vertoogen en klagten, welke, egter, vrugtloos afliepen. Thans vereenigde hy zich met den Heer de m a v ï' e o u tegen den Hertog de choiseul; zy vonden een fteun in de GravinneDUBARiu, die hem verfoeide en zyne veragting niet kon verdraagen. Deeze, openhartiger dan de andere, verbergde haaren afkeer niet, en 't geen haar te gevaariyker by den Vorst maakte, was, dat zy aan denzelven een kinderagtigen draai gaf, waarin I.odewïk de xv veel behaagen vondt. Zomtyds nam zy in ieder hand een Oranjeappel, en wierp dezelve beurtelings in de lucht, tevens roe. pende : Spring, c h 01 s e u l! Spring ,pbüslin! Op een anderen tyd een kok hebbende laaten gaan, die veel naar den Hertog, haaren vyand,geleek, zeide zy tot den Koning: Ik heb beden mynen choiseul weggejaagd; wanneer zult gy den 'uwen wegjaagen ? Wie kan het gelooven'Die 't meest dit voorval bevorderde was, de Hertogin van grammont, R 4 zyne  3j»a de FRANSCHE SPION. zyne zuster. Zeer loos was haar bedryf, om zich te wreeken en haare mededingfter den voet te ligten. In flede van te Verfailles te vertoeven en naar de wyze der hovelingen heimelyke maatregels te beraamen, verliet zy het hof, onder voorwendzel van te gaan reizen. Door verfcheiden Parlementlieden trekkende, gaf zy ftoffe tot eene zwaare be. fchuldiging, bekwaamer dan eenige andere om den Koning te verbitteren. Men gaf hem te verdaan , üat zy met deeze deden in onderhandeling was getreeden , en dezelve tot tegendand hadt aangefpoord, onder belofte van baars broeders befcherminge. Deeze befchuldiging was van die uitwerking op den Monarch , dat hy zints dien tyd al. lengskens koeler wierdt tegen den Staatsdienaar, en hem geen enkel woord toefprak, fcboon hy hem nog aan zyne tafel toeliet. Nimmer , misfchien , zou lodewyk de xv een geweldig befluit tegen den Hertog hebben genomen , indien niet by de voorgaande befchuldiging was gekoomen, dat hy,om zich te noodzaaklyker te maaken, oorlog met Engelandzogt. Schoon overeenkomdig met het karakter van den Staatsdienaar, was deeze aantyging moeilyk te bewyzen, en de Koning bleef in 't onzekere, 't Was te vergeefs dat zyne bekoonyke Matres, in die vertrouwelyke zamenkomften, in welke de Vorst, brandende van liefde, en met een hoofd verhit van de uit-  de FRANSCHE SPION. 393 uitgeleezende wyrten, welke zy bera toediende, hem verfcheiden maaien de afzetting van den Hertog de choiseul hadt doen tekenen; den volgenden morgen , tot zich zeiven gekoomer;, wierp hy telkens het gefchrift op het vuur. De Kanzelier,om het uiterfle te beproeven, bragt deeze zaak voor bet Parlement. Toen nam de vreemde twist eenen aanvang, in welken de Koning weigerde het Parlement te hooren , voordat het zyne verrigtingen hadt hervat, en het Parlement zulks weigerde, voordat de Koning hetzelve hoorde. Veertien d3geu lang duurde het ongelooflykfchouwfpel van een Koning, die zich voor voldrekt en oppermogend uitgaf , en van wethouders, die viermaalen zyne bevelen wederflreefden. Geheel Patys verlangde na den uitfiag. De Grooten, de Geestlykheid, het Vo:k, de Wysgeeren, elk re: deneerde hierover op zyne wyze. De Parlementsleden , in deezen toedand van zaaken, eiken nacht verwagtende van hunne bedden fceligt te zullen worden, verwonderden zich des morgens dat zy nog in vryheid waren. Doch dit oogenblik was nog niet gebooren. De Graavin d u b a r r i ,opgedookt door den Hertog d'AiGuinoN en den Kanzelier, zeide tot den Koning, dat 'er geen einde van zaaken koomen zou, zo lang het Parlement ten hove een deunzel vondt in een Staatsdienaar, welken het aanmerkte als E- 5 mag»  3P4 FRANSCHE SPION. magtigec dan den Koning. Dit was zo veel als den Monarch aan zyne zwakfte zyde aan te tasten , die nu de toeftemming gaf aan de verdryving van den Hertoge de choiseul. De Hertog de la vuilliere, voormaals Graaf de st. florentin, bragt hem den volgenden noodlottigen brief. „myn neef. „ Het misnoegen, welk my uwe veragtingen „ veroorzaak en, noodzaakt my u na Cbanteloup te „ bannen, werwaarts gy binnen den tyd van vier„ entwintig uuren zult vertrekken. Ik zou u ver„ der hebben gezonden , ware het niet om de „ byzondere agting, welke ik Mevrouw de Her„ toginne de choTseul toedraag, wier gezond„ heid my zeer dierbaar is. Geef agt dat uw gedrag my geen ander befluit doe neemen. Ik „ bid God, dat hy u in zyne heilige hoede nee„ me." Met vermaak kweet de Staatsdienaar,.Oom van den Hertog d'Aic uil lon, zich van deezen last. Op zyne bekiaagende pligtpleeging , antwoorde hem de balling: Myn heer de Hertog, ik hen overtuigd van het vermaak, waar mede gy uwe ■hoodfcbap doet. Geen gunfteling,voor 't.overige, viel ooic met meer luister in ongenade; deeze was  de FRANSCHE SPION. 395 was een zegepraal. Hoewel hem bevolen was, geduurende zyn verblyf te Parys, geen bezoek te ontvangen, verfcheen, egter, eene menigte van allerlei flag van menfchen aan zyne deur; de Hertog van chartres, zyn byzondere vriend, met geweld doordringende, nam affcheid van hem , onder het Horten van een vloed van traanen. 's Anderendaags , den dag van zyn vertrek, vertoonden de zulken zich aan den weg, die geen affcheid hadden kunnen neemen van den Hertog; de weg xvis bezet met eene dubbele rye koetzen. De Maarfchalk d'e t r é e s was de eenige, die zyne toejuichingen niet met die der menigte paerde. Hy lag op derven. Toen hy de tyding ontving van de ongenade van zynen doodvyand, herleefde hy : Het Beest is dan a/ge' trokken , riep hy uit, ik fier/ vergenoegd, en blies kort daarop den jongden adem uit. Hoewel de Koning tegen den Hertog de pr asli n niet de zelfde redenen van misnoegen hadt als tegen den Hertog de choiseul, was, egter, zyne ongenade een noodzaaklyk gevolg van die des laatstgenoemden; hy ontving een veel korter en verfmaadender bevel, van deezen inhoud : „ Ik „ heb uwen dienst nipt meer noodig, en ik ban a „ na Praslin; binnen vierentwintig uuren zult gy „ derwaarts vertrekken." Naa de uitdryving der ciioiseuls, zou heï R 6 oa-s  3p5 de FRANSCHE SPION. onvoorzigtig geweest zyn in den Kanzelier, indien hy de gisting van het Parlement niet een weinig tyds hadt laaten bedaaren. Hy bragt den Prins van cc-NDé op het tapyt. Hy wist dathy, verliefde zyn de op de Prinsfes demonaco, die van haaren Echtgenoot begeerde te fcheiden, dit gewigtig pleidooi , onlangs afgebroken, zogt ten einde te brengen. Mabpeoo bediende zich van deeze doorluchtige perfonaadje, om aan de Parlementsleden te verdaan te geeven, dat in gevalle zy hun werk wilden hervatten, zyne Majedeit genegen was om zyn Bevelfchrift te herroepen. Misleid door zulk een aanzienlyke voorfpraak, hervatteden zy hunne venigtingen, en betuigden hunne dankbaarheid aan zyne Hoogheid, door de zaak, in welke dezelve zo veel belang delde, tot een ipoedig einde te brengen. De Kanzelier, dus meester van het flagveldzynde , bediende zich van deeze omftandigheid , aan den Koning verklaarende, dat nu het oogenblik was gebooren', om zyn gezag voor altoos te bevestigen, en den opdand zyner Parlementen te voorkoomen, door zich ftandvastig te betoonen, de ftrengheid zyner regtvaardigheid ten toon te fpreiden, en , indien het noodig ware,eenige van de oproerigde hoofden te doen vallen, opdat de Leden mogten overtuigd zyn, dat het geen louter fpel was. Om  de FRANSCHE SPION. 397 Om dit onbetaamelyk gezegde te verfiaan , moet men weeten, dat de Eerfte Prefident den Koning ter hand gefield hebbende de vertoogen van het Parlement van 3 December, zyne Maje» fteit hein dezelve afvraagde en ze in 't vuur wierp, en hem vervolgens een papier overhan. digde , 't welk, naar gewoonte, zyn antwoord moest behelzen. Maar hoe groot was de verbaasdheid van den Heer d*alegde,wanneer hy hetzelve geopend hebbende, daarin de volgende woorden las : Uwe Majefteit moet de Fertoogen met veel misnoegens hooren ; zy moet zelf een zeer vergramd voorkoomen hebben, en dezelve in het vuur werpen. De Prafident was genoodzaakt wederom na binnen te gaan en den Kanzelier te vraagen, of deeze met 'er daad de woo:den des Konings waren, van welke hy de overbrenger zyn moest. Om zyn gedrag te aanneemelyker te doen voor. koomen aan den Koning, gaf de Heer de iuau. peou hem te verflaan, dat indien het Pariemei t tot zynen pligt wederkeerde, en overtuigd van 's Voiflen wille zich naar het Bevelfchrift voegde, zulks eene wet zyn zoude,waarvan het niet kon afwyken zonder de misdaad van ongehoorzaamheid, en zich in het toekoomende beroofde van de voorwendzels waarmede het dus lang zyne oproerige maatregels hadt bewimpeld; indien & 7 het  398 'de FRANSCHE SPION. het in zynen tegenfland volhardde, kon men geene regtmaatiger reden hebbeu om wederfpannige leden van hunne ampten te verlaaten, en andere, die geleidelyker waren , in de plaats te Hellen. Dewyl het geheele lichaam niet kon bewoogen worden , hieldthy zich verzekerd van zynen zegepraal, door de Leden een voor een aan te tasten. In den nacht tusfchen den 19 en 20 Januarydos jaars 1771, op bet zelfde uur, wierden alle Leden, uit *s Konings naam, uit den flaap gewekt. Twee Geregtsdienaars traden in hunne kamers en toonden hun het Koninkiyk bevel om hunne bedieningen te hervatten , fchriftlyk ja of neen te antwoorden, en zonder omwegen of uitbreiding een van deeze woorden te tekenen. In de daad, veele , zelf van de volftandigften, wierden verfchribt door deezen keer der dingen; in denfchrik deelende van hunne fcbreiende vrouwen, kinderen cn huisgenooten, hadden zy de zwakheid van te bezwyken; maar op het oogenblik als hun vyand zich zeiven met zynen list geluk wenfchte en daarvan berigt gaf aan den Koning, herriepen zy'sanderendaags , elkander een hart onder den riem (lee. kende, de dwaaling van den voorgaanden nacht. Van weerkanten was men te verre gegaan om te rug te treeden. Andermaal wierden de Parlemenrsleden,den volgenden nacht, uit den flaap gewekt. Een fchout gaf elk hunner kennis van een bevel van  de FRANSCHE SPION. 399 van den Raad, behelzende dat hunne ampten verbeurd waren, en verbiedende het hervatten van hunne bedieningen. Naauwlyks is de Schout vertrokken, of Geregtdienaars brengen hun Banbrieven, welke hen na verfchillende en wyd vaneen gelegene plaatze bannen. De Kanzelier wierdt eenigermaate in zyne eigen ftrikken gevangen. Ieder lid van het Parlement rekende zich verpligt om de ftraffe te ondergaan. Doch hy was de man niet, die zich ligt verlegen maakte; hy deedt den Raad de plaats van het Parlement bekleeden. Zedert erkende hy dat hy in de eerfte oogenblikken der gemoedsgistiuge zich met fchroom na het paleis begaf; doch hy greep welhaast zyn ouden moed. NaaJat de eerfte ontfteltenis bedaard was, hervatte deParyzenaar zyne gewoone vrolykheid, en de Heeren van den Raad kwamen 'er met fpotfchriften en de uitjouwingen van het graauw af. Thans moest nog de Kanzelier een nieuw Parlement oprechten;dit was een louter fchaduwbeeld, geheel beftaande uit zyne afhangelingen. Vervolgens deedt hy een Lit de Juftice houden, waarby geene andere Prinsfen dan de kinderen van Frankryk en de Graaf de la marche tegenwoordig waren. De overige Prinsfen, naa vrugtlooze poogingen te hebben aangewend, om den Graaf tot hunne zyde over te haaien, hadden een Pro»  4oo de FRANSCHE SPION. Protest laaten aantekenen tegen alies, wat in deeze Vergadering zou voorvallen. In deeze zamenkomst, de laatde en de merkwaardigfte, dat wil zeggen, de heilloosfte der regeeringe van lodewyk den xv, wierden drie Bevelfchriften geleezen. Het eerfte behelsde de vernietiging van het oude Parlement; het tweede de vernietiging van het Hof der Aides; het derde de verandering van den Grooten Raad in een nieuw Parlement. De Koning befloot de zitting met deeze korte aanfpraak.„Gy „ hebt myne oogmerken gehoord; ik wil dat men „ zich naar dezelve gedraage ; ik beveel u, op „ Maandag uwe zittingen te beginnen .• myn Kan„ zeher zal u aanftellen. Ik verbied alle raadplee„ ging ftrydig met mynen wille, en alle vertoogen „ ten voordeele van myn oud Parlement : want „ ik zal nooit veranderen." Zyne Majefteit fprak deeze laatfte woorden, en inzonderheid het woord nooit, met eenen nadruk, die der geheele vergaderinge fchrik aanjaagde. Dit was een list van den Kanzelier, die, weetende hoe weinig ftaat 'er kon gemaakt worden op de bedui* ten van zynen Meester, hem door deeze plegtige verzekering wilde verbinden. Van hier dat veele perfoonen daaraan geen geloof floegen; een van deeze was de Hertog de nivernois, een van de dertien Pairs, die zich verklaard hadden tegen deeze inbreuk op de grondwetten der Monarchie, en  , de FRANSCHE SPION. 401 en een voorftander van het Protest der Prinsfen. De Graavin dub ar bi, hem kort naa het Lit de Juftice ontmoetende, fprak hem aldus aan : Myn Heer de Hertog, bet is te boopen, dat gy van uwe tegenkanting zult afzien : want gy hebt den Koning booren zeggen dat by nooit zal veranderen. • Het is zo, gaf hy fnedig tot antwoord; maar dit betrof u. In den avond begaf zich de Kanzelier voor de derde maal na het paleis om het nieuwe Parlement aan te Hellen. Geheel Parys was op den weg na Verjailles, om de nieuwe leden te zien. De Heer lam bert, Deken, van den Grooten Raad, by zyne wederkomst van Verfailles, alwaar hy voor de eerfte reize den rol hadt geleerd,dien hy moest fpeelen, was de eenige, die moeds genoeg hadt om het juk van den hals te fchudden en na huis te keeren , in plaats van na de vergadering te gaan; en , naadat hem zedert een Lettre de Cachet was ter "hand gefteld, inhoudende een bevel om zich by zyne amptgenooten te voegen, gehoorzaamde by om te nadruklyker tegen zyne tegenwoordigheid te protesteeren en aan de anderen hunne lafhartigheid te verwyten; dit deedt veelen zyn voorbeeld volgen,doch de meesten hadden de onbefchaamdheid van te blyven, en dit was thans genoeg. Een gebrekkige Regtbank was deeze, zonder Advokaaten, zonder Prokureurs, zonder Pleiters. Deszelfs  4.0j de FRANSCHE SPION. zelfs leden wierden gefcholden voor indringen, voor meinecdigen, voor fcbenders van hunnen eed. Al deeze tegenfpraak vertnogt niets op den Kan' zeiier; by wist dat het onwrikbaar gezsg eindelyk zou zegepraalen in een land, welks lafhartigheid hy kende. Zyne eenige zorge vias, lode wyk den xv te doen volharden in de gemoedsgefteld,heid, in welke hy hem gebragt hadt, en zyn verkreegen gezag te handbaaven. Ten dien einde onderhieldt hy eene naauwe gemeenfehap met den Hertog d'AiGUiLLON en de Gravinne -du barHi ; op de avondmaaltyden , op welke deeze haaren Koninklyken minnaar onthaalde, deedt zy hem de bevelen tekenen, welke men noodig hadt, en die zyne goedaartige ziel misfehien zou hebben van de hand geweezen, indien hy meer koelzinnigheid hadt bezeten. Zoimyds maakte men hem bang met het voorbeeld van karel den i van Engeland, wiens pourtrait de Matres gekogt hadt. Hem hierop wyzende, fprak zy hein aldus aan:,, Zie „ hier den ongelukkigen Monarch ;misfchien zou„ den uwe Patlementen u behandeld hebben, ge. „ lyk deeze van zyn Parlement wit rdt behandeld» „ indien gy niet een Staatsdienaar hadt gehad, on„ verzaagd genoeg om zich tegen hunne aanfla„ gen te verzetten en hunne dreigementen te tar„ ten." Door deeze en foertgelyke middelen, matigde zich  de FRANSCHE SPION. 403 zich de Kanzelier het gevaarlykde gedeelte der opperde magt aan. Op zynen wenk wierden de gevangenisfen geopend, de krygslieden en de bevelhebbers opontbooden; indien 'er geen bloed op de fchavotten wierdt geplengd, het was omdat'er geen Patriot wierdt gevonden, kloekmoedig genoeg om het te verdienen. Alle de mindere bedienden der wet, wekè nietfnel genoeg van de hand van bi aup e o u vloogen, wierden afgezet, allen, die zyne bedryven openlyk laakten, iu de gevangenis ge. worpen. De invoer derbuitenlandfcheCouranten, welke deeze vryheid gebruikten, verboodthy, en deedt zich, voor eene goede belooning, van anderen pryzen. De Franfche Courant, zo vermaard om haare getrouwheid, wierdt het werktuig van laster en leugen. Hy deedt de tydingen verfprei» den, welke hy wilde doen geloof vinden. In het vernietigen der Parlementen, en het oprechten van het nieuwe Geregtshof, hadt de Heer maupeou meer gedaan, dan de Hertog-Regent zich hadt durven belooven; hy erkende de magt te hebben om de Advokaaten te doen zwygen, maar niet om ze te doen fpreeken. De Regtbank pronkte eerlang met welfpreekende pleiters en gewigtige regtsgedingen. Voor de eerde maal fmaakte thans lodewyk de xv het genoegen van meester te zyn, alles zonder eenige tegenkanting te kunnen doen, en niet  404 de FRANSCHE SPION. niet meer omringd te worden van roode en zwarte tabberten ,die hem zints vyftig jaaren gekweld hadden. Nog een ander voordeel trok hy hier uit voor zyne Matresfe en zyne fchraapzuchtige hovelingen, die nu in grooter getale dan ooit den tbroon omringden ; dit was het doen aantekenen van allerlei Bevelfchriften , welke de geldzucht kon verzinnen. De Kanzelier hadt 's Lands Kas met veertien of vyftien millioenen bezwaard, welke by tot omkoopingen en ter befoldiginge van zyne Spions nodig hadt. Hy hadt den Staat bezwaard met honderd millioenen Livres, die afgelost moesten worden, of met vyf millioenen renten. De vermeerderde uitgaven moesten goed gemaakt en een heirleger van laagere amptenaaren, afhangelingen van maupe ou , [betaald worden. Belastingen van allerleien aart en zonder tal en maate waren hiervan het onvermydelyk gevolg : zodat men ten zynen tyde in openbaaren druk beweerde, dat lodewyk de xv alleen meer belastingen hadt geheeven, dan zyne vyfenzestig voorzaaten te zamen. Niets was nu meer heilig, de byzondere zo min als de openbaare eigendommen. De voorregten der Provinciën wierden openlyk gefchonden. De vryheid der burgeren was niet meer zeker. Weinig minder dan zevenhonderd Parlementsleden waren in ballingfchap gezonden, de ker-  de FRANSCHE SPION. 405 kerkers opgepropt van gevangenen , de Prinsfen van den bloede in ongenade vervallen en van het hof gebannen. Niet genoeg was het, egter, dat de Kanzelier aldus het Koninkryk op den oever van zyn verderf gebragt hadt; hy moest, daarenboven, den Koning omringen van perfoonen, bekwaam om hem in den tegenwoordigen ftaat van ongevoeligheid te houden. Ten dien einde hadt hy zulke leden in den Raad gebragt, wier belang vorderde dat de Staatsomwenteling gehandhaafd en bevestigd wierdt. De Hertog d'AicuiLLON, onder andere, kreeg het bewind der buitenlandfche zaa. ken. Voorheen hebben wy aangemerkt, dat de Prinsfen van den bloede een Protest hadden doen aantekenen tegen het gedrag van den Heerede maupeou in de zaak der Parlementen. Doch de Kanzelier kende hun karakter; hy hieldt zich verzekerd, dat hy hen, door den tyd, van den patriot tifchen aanhang zou aftroonen. Ten. dien einde floeg hy den weg van verfchrikkingen in, en bewoog den Koning om hun zyn misnoegen te doen blyken , door hen in ballingfchap te zenden. Nie. mand hunner verfcheen op den bruiloft van den Craave vanprovence. De Graaf van c l e rmoht lag ziek; het Protest was in zyne kamer ontworpen. Men oordeelde hem niet vatbaar voor eenen  4o(5 de FRANSCHE SPION. eenen tegenftand, hoedanig de hache'yke (Iaat van Frankryk en zyn eigen toeftand noodig maakte. Nogthans gaf hy een voorbeeld aan de overigen, en vooral aan zynen neeve den Prinsfe van coNoé. De Graaf van clermo nt was alles, wat hy bezat, aan den Koning verfchuldigd; hy was met den Koning opgevoed, en deeze vereerde hem met zyne byzondere vriendfchap. Hy ftierf .hulpeloos, beroofd van deeze vriendfchap, zonder dat zyne Majefteit zich verwaardigde om naar zynen totftand te verneemen. Maar, indien hyzyns Meesters gunst verloor , de toegenegenheid der Naiie, en de traanen, welke zy op zyn graf Hortte , vergoedden dit verlies. Naa het overlyden van den Oom, vleide zich de Kanzelier, den Neef (igter te zullen kunnen verleiden. Hy kende deszelfs eerzucht; hy wist dat de Graaf van artois, de derde huwbaare zoon van Frankryk, genegenheid hadt voor MatLemoifeilc; door zyne zendelingen deedt hy haar behending ia het oor blaazen, dat het haare zaak was, zich naar het hof te voegen, en te tragten haar voordeel te doen met de liefdedrift van den jongen Prins, eer men voor hem na eene uitlandfche Prinsfes uitzag. Acht maanden verliepen 'er eer de onderhandeling daagde. Eindeiyk hadt de Kanzelier het genoegen van een brief van ondetwerpinge aan den Koning te leezen, door den Prins  deFRANSCHE SPION. 407 P/ins van coNDé en den Hertog vanbourbon gefchreeven. De Iaatfte, hoewel reeds gehuwd , was nog een kind. De hoop op het bhauwe Ridderlint, 't welk men hem hadt onthouden in den ouderdom, op welken de Prinsfen van den bloede daarmede bekleed worden, was de beuze!agtige fpeelpop, die hem lokte. Dit deedt zommigen zeggen, dat Vader en Zoon na Ferfail' lei waren gereisd om den Heiligen Geest te zoem ken. Het leedt niet lang of de Hertogen van orleans en chartres volgden hen op het fpoor. De Iaatfte wierdt aangezet door eene vrouw van rang, die na de eere ftond om de eerfte Prinfesfe van den bloede te vervangen. Al zints verfcheiden jaaren ging Mevrouw de mon te sson zwanger van dit ontwerp; thans wierdt zy voortgedreeven door den Fleer ds maupeou. Hy deedt haar opmerken, dat de wederkomst van haaren minnaar ten hove door haare bewerking, het gereedftemiddel zyn zou om gunst te vinden by den Koning, althans om de Graavin dubarri te winnen, die haare voorfpraak zyn zou by den Monarch. De Prins de conti alleen bleef onverzettelyk; hy won hietdoor de agting der Natie en wierdt haar afgod. Thans waren 'er geene andere meer overig dan de Protcflantfebe Pairs; deeze hadt men niet verwaar.  4o8 de FRANSCHE SPION. waardigd om ze in ballingfchap te zenden. Hunne tegenkanting, alleen door gefchriften, welke zy by Notarisfen hadden in bewaaring gefte'id, van waar zy ze elk oogenblik konden ligten, diende ten bewyze van hunne kleinmoedigheid. Zy waren ten hove gebleeveu by den Koning, en volhardden in hunne amptsverrigtingen. Uit vreeze, dat zy zich niet naar de oogmerken der Regeeringe zouden voegen, hadt men zommigen hunner van hunne Landvoogdyfchappen verlaaten. De Geestlyke Pairs volgden de thans aangenomene maatregels. De Koning zelve hadt weinig agting voor het nieuwe Geregtshof; hy befchouwde het niet zo zeer als het zyne, als het Geregtshof van den Heer demaupeoü. Doch deeze Staatsdienaar bekreunde zich des luttel. In het Koninkiyk gezin hadt hy kragtdaadige medeftanders; Madame l o u i s e was een der voornaamften. Deeze Prinsfes, het voorwerp van haars doorluchtigen vaders tederfte liefde, hadt, nai lang aanhouden, deszelfs toeftemming verworven om zich van de waereld te onttrekken. De hofvermaaken moede, hadt zy dit geweldig befluit genomen, in fchyn om de waereld te verzaaken, doch in de daad om te luisterryker vertoon te maaken; niet dat zy ten deezen opzigte een zeker plan beraamd hadt :zy geloofde aan eene bovenmenfchelyke roeping te gehborzaamen , en volgde in de daad den aandrang  Dis FRANSCHE SPION. 409 drang haarer ziele; de Koning bezogt haar menigmaal in haare godsdienftige afzondering, en leide zyn hart voor haar open. Weldra begreep de Kanzelier het voordeel, welk hy uit deeze vertrouwelyke gemeenzaamheid kon trekken. Door zyne op« ftookingen van de agtbaare perfoonaaujen, welke het vertrouwen der Prinsfesfe gecooten , roerde hy haare heerfchende drift. Men hadt haar diets gemaakt, dat het zo veel zyn zoude als de belangen des hemels te bevorderen, indien zy het werk van den Heere de maupeou begunftigde, en zich aan het hoofd van den Aanhang Hellende, den Godsdienst van Frankryk befluurde. Eene zo vermogende beweegreden hadt haar doen Èefluitenom dien rol te fpeelen, zo wel met haaren finaak (boekende; zich verbeeldende Gode geen aangcr.aamer dienst te kunnen doen, dan door mede te werken ter uitroeijinge van den ouden, enterinllandbrengtnge van den nieuwe form van Regeeringe, leide zy zich uit alle haare vermogens daarop toe. Men verzekert, dat de maupsou, om degodsdienlHge Prinsfes te overtuigen van de zuiverheid zyner oogmerken, door eene affchuwelyke fchynheiiigbeid in haar byzyn,de hulp van den Heiligen Geest affmeekte, en deel nam aan bet Bondteken des H. Avondmaals. Hoe 't zy, hy paarde aldus ten zy. nen voordeele de helle en den hemel,.de misdaad en de deugd, 's Konings Matres en deszelfs doorS inch-  4io de FRANSCHE SPION. luchtige dochter.-Gewisfelyk, met zo weinig kiesheid omtrent de middelen, kon hy zich niet om•zigtiger gedraagen. Alles lach:e den Kanzelier toe; zyne vyanden zelve vergrootten zynen iïoet. Doch, te midden van deezen toefiand der zaaken, gebeurde 'er een voorval, 't welk zyn werk en hem te gader om verre wierp. Laaten wy, om dit te beter te doen begrypen,koTtlyk melden wat'er, geduurende dit tydperk, in de verfchtllende Departementen voorviel ; dit zal ons leeren, hoe laag de agting van lodewyk den xv, by zyne onderdaanen en buitenlands,-gedaald was. De bekwaamheid vau den Hertoge dta teoT-f lon tot het bewind over de buitenlandfche zaaken kan niet gelochend worden. Bezwaarlyk, egter, was hy in dien post bevestigd. Gaarne zouden de Hoven van menen en Madrid den Hertog de choiseul in dat bewind gezien hebben. Waar* fchynlyk zou de Keizer onder deezen nimmer bewilligd hebben in de verdeeling van Poolen, niet minder fchandelyk voor de Vorften, welke dezelve uitwerkten, als voor hun, die daarvan ledige aanfehouwers waren. Hoe weinig gezien by de andere Natiën het Franjcbe Hof ware, kan hier uit blyken,omdat de verdeelende Mogendheden, niet beducht voor deszelfs misnoegen, aan hetzelve geene kennis gaven van het verdrag van verdeelinge, dan tceu het reads volvoerd was. Zints  de FRANSCHE SPION. 4,x Zints iBMg hadt men geen Gezant gehad te War. fcbau; dewyl deeze aldaar grooter aanziet, genoot dan de Koning, zou Frankryk flegts een ondergtfcbikten rol gefpeeld hebben , met deszelfs • waardigheid onbegaanbaar. De Gezanten aan da nabuurige hoven zonden wel van ter zyde berig. ten van het geen 'er omging-, doch de Hertog dMcuiLLois gaf'er weinig agt op, het zy omdat zy het ontwerp voor onuicvoerlyk aaazag; het zy, om dat hy wist dat zyn Meester, zyne rusc boven zyne glorie fchattende, wel voldaan zyn zou dat hy hem de moeite befpaarde om zich te mengen in eene onderhandeling, Vyel';e hy niet kon voorkoomen,dan door het betoonen van eene kloekmoedigheid, van welke by nu voel afkeeriger was dan immer. Dan dit haalde hem den blaam van onoplettenheid op den hals en bragt hem in ongunst by den l?on%:, die z-ch herinnerde hoe hy weieer de bevrediger van Europa was geween; en den vdortoaaligen rol ver." gelykende met dien men hem thans deedf rp~>e„' weemoedig uitriep: Ach ! indien c h o i s \ v t bier geweest ware, dit zou niet gebeurd zyn. Deeze uitroeping was flegts de flaauwe pooging eener voormaals verhevene ziel».- zy daalde eerlang ne der tot de gewoone laagte. Lo5£lvïKDEW vergat in de armen zyoer Matresfe de bitterheid van eene zo fmaadlyke tydinge, en door baaie S* be-  4i2 de FRANSCHE SPION. . bemiddeling,met zynen Staatsdienaar, van nieuws, verzoend, toonde hy denzelven's anderendaags een even goed gelaat. De Staatsomwenteling in Zweeden, uitgevoerd onder het bewind van Frankryk, baarde aldaar eene gelukkige afwending, en toonde dat onder een anderen Monarch en in min netelige omstandigheden, de Hertog d'Ai guul on den luister der Regeeringe zou hebben kunnen handhaaven. De tegenwoordige Koning van Zweeden, terwyl hy nog Kroon-Prins was, kwam te Parys in den tyd der beroerten over de Parlementen. Van naby hadt hy gezien het zedenbederf van het hof, nevens den flegten ftaat der geldmiddelen, en hierdoor de noodzaaklykheid begreepen om het vorderen der agterftallen, aan zynen vader fchuldig ,niet langer uit te ftellen. Dewyl het bewind der buitenlandfche zaaken ten deezen tyde niet begeeven was, vondt hy zich genoodzaakt onmiddelyk met lodewyk den xv te handelen. Hy bewonderde zyne fnedigheid enfmaakvoorbeuzelingen.hoewel hy zich ook aan verhevene vermaaken overgaf. Naadat hy , op zekeren dag,met den Koning over S aatszaaken hadt gefproken, gaf hy hem eene menigte zeldzaarae zaadkorrels ten gefchenke, welke hy zelve met eigen handen te Trianon hadt geplukt, met verzoek om dezelve ter hand te ftellen aan den vermaarden linneus, eerften Lyfarts van zyne Zweed*  de FRANSCHE SPION. 4r3 Zweedfcbe Majefteit en den groenden Kruidkundige zyner eeuWe. Een hoog denkbeeld zou dit gefciienk den Koninklyken Prins hebben doen opvatten van deuitfpanningen van Koning lode w yk en van zynen fmaak voor de weetenfebappen, in. dien hy geene gelegenheid hadt gehad om op te merken, hoe weinig werks hy maakte van de Ge. leerden van zyn Koninkryk, en dat hy flegts den tyd zogt te dooden. In zyne gefprekkea hadt de Koninklyke Prins den Koning eene leuze gegeeven van de Staatsamwenteling, welke hy in Zweeden in den zin hadr om het te verlosten uit zyne regeeringloosheid',' en de adelregeering om verre te werpen, door ia alle haare kragt te herdellen, de oude vryheid der onderdaanen en van den Vorst, door den Raad aan banden gelegd. Hy hadt den Monarch doen be. grypen het belang, welk Franbyk hadt by deon. derfteuning van zynen bondgenoot, die, naar gelange van zyne magt, voor hetzelve in de zaaken van het Noorden nuttig zou kunnen weezen. De jonge Vorst, ten throone verheven, hadt de uic voering van zyn ontwerp met te meer wakkerheids' doótgezet- de Hertog d'Aicd,LLoN keurde het goed; de Graaf van verüekkes, fra„mg Gezant aan het Hof van Zweden , was derwMU( gereisd, als zeer bekwaam om door zyne ervaren heid en raadgeevingen den..;j0ngeii Monarch te Ie S3 den;  4H de FRANSCHE SPION. den; 'er moesten troepen, krygsbehoeften en penningen aankoomen, om de hoof Jen om te koopen. De kloekmoedigheid van den jongen Monarch hadt alle deeze hulpmiddelen aangevuld, en het tydflip gunftig gevonden hebbende, hadt hy het afgefprooken oogenblik voerkoomen, in den tyd van vietenvyftig uuren zyne ketens verbroken, en den klem der regeeringe aanvaard , zo als de groote gustavus adolphüs hetRykbetluurd hadt. Om zich te doen gelden, deedt de Hertog d\a iguillon een omftandig ve;haal, drukken van de Ziveetlfche Staatsomwentelinge , en eene aanzienlyke menigte afdrukzels om niet uitdeelen ; hy ontving daarover de gelukvvenfchingen, ais ware hy de vercorzaaker geweest dier gewigtige gebeurtenisfe. Doch, 't geen bovenal het aanzien des Hertogs deedt klimmen, was zyne bekwaamheid, door welJte hy de Prinsfen hadt overgehaald , by hunne wederkomst ten hove, om een bezoek te geeven aan de Graavinne dubarri en haar van hunnen eerbied te verzekeren. Gaarne zou de Hertog zich bediend hebben van zyn aanzien om z :ie goede vtienden de Jezuiten te herftellen; zy ver™ toonden zich engelhaft in het openbaar; de Bis fcheppen gebruikten hen tot den Aposiolifcbenarbeid 5 zy bemoeiden z-,?h van nieuws m;t de cp. voe-  de FRANSCHE SPION. 4iS voeding der jeugd, welke hun m?t rtasrae verba», den was; 2y hadden het beduur over de PerioJike fchriften, welke zo veel invloeds hebben op de denkwyze van het algemeen. Zy hielden brief, wisfeling van het eene einde des Ryks tot het ander. Ongelukkig traden de Gezanten van Spanje en Frankryk te Rome niet in de maatregels van deeze verdraagzaamheid; zich bedien,-nde van hunnen invloed op den Heiligen Vader', perften hy hem, ten langen laaide, de Bulle af, welke de Staatkunde gangi tsp. tl i hadt doen belooven als het loon van zyne verheffinge tot de Pauslyke waardigheid, en het tekenen van welke de Staatkunde hem hadt behooren te verbieden. Deeze zyn de voorvallen van het Staatsbewind van den Hertoge d'Aio uil lok, tot op den dooi des Konings. Meer lofs zou hy behaald hebben, indien hy geene flaaffche laagheid hadt betoond jegens de Graavin dcburri, waartoe by de Hertogin z^eechtgenooteinsgelykshadtgenoodzaakt- ■ indien hy zich niet hadt laaten leiden door alle de DUBARtti'g, die hem gedqurig deeden gevoelen de verpügtingen, welke hy aan hun hadt, en, in vergelding, eene voldrekte afhankrykheid van hem eiscluen ; indien hy niet de verfpieding en aanbrenging hadt begunfligd, indien hy „iet het ge heim van den rost verraaden, en diftmaals brieven geopend en aangehouden hadt; in édnwoord, in. S + dien  4i5 de FRANSCHE SPION. dien hy niet zyn gezag hadt misbruikt, niet alleen tegen de zulken, welke met de daad fchuldig , maar die flegts verdagt waren in zyne eogen. De val van den Marquis de montjcnard, welken hy,door middel van zyne weldoeneresfe, iuwerkte en verhaastte , was het Iaatfte eerloos bedryf,welk men den Hertoge d'Ai o u ill o tv te laste leide. Terwyl hy veel kwaads deedt, gevoelde hy de noodzaaklykheid om goed te moeten doen en zich afhangelingen te verwekken. Zyn tegenwoordig ampt gaf hem luttel gelegenheids tot guitstuitdeelingen; hy ftondt daarom na het Oorlogibewind, als daartoe meer aanleidinge gee. vende. Aan den Marquis de biontignard, welke thans dien post bekleedde, kon geenerhande eerloosheid verweeten worden. Op niets minder dan op zyne bevordering was hy bedagt, wanneer men hem, om zo te fpreeken, te Grenoble uit den hoek van den haard haaide, om hem na P'erfaiU les te geleiden ; hy bleef zich zeiven zo volmaakt gelyk dat niemand den uitllag vermoedde. Aan den Prinfe de coNDé was hy zyne verhefüsg verfehuldigd; deeze hadt ten oograerke om dus te geraaken aan de bediening van Ciootmeestu' der Artillerie, welke hy wenschte,ten zynen ei« jen voordeele, te doen herftellen. De ongenade eer Prinsfen gaf den Marquis tyd om zich naar deo  de FRANSCHE SPION. 4r? den finaak van "t Hof te vormen; nsa groote baloTten aan zytien weldoener gedaan te hebben , be. hieldt hy ten Iaatfle alles voor zich zeiven. De Prins de cond-ï wierdt heimelyk opgekookt door den Graaf de ma i ll e bo is, die hem hadt aangezet om den Koning tot het benoemen van een Landvoogd van het Dat/fmeefcbe te verzoeken. Hadde hy gedurfd, hy zou zich zei ven benoemd hebben. Hy hadt zich eenigzins naar het Hof gefchikt, en zich by de Matres ingedrongen. Het voorbeeld van den Hertog d'Aicuir,, ion gaf hem moed, doch by zat nog „iet vast genoeg. De Regtbank derMaarfcbalken vm Frankryk hadt toenmaals meer gezag dan het Parlemen-. Hy begon, derbalven, met dit Geregtshof te pol. «n, en zogt zich een krygsman tot vriend te maaken. Indien hem d,t gelukte, zou hy langs een omweg hem gewisfelyk den voet ligten. In d, daad, de Geheimfchryver van Oorlog begon zyna bediening met het bevorderen van den Graave de m a i l l e b o i s tot een en der drie Direkteurs - Ge. neraal van den Oorlog, „H erkentenis van zvne verphgtingen aan den Maarfchalk, >a Graven Vaden Ongelukkig liep deeze eerfle proeve af. De Maarfchalken van Frank,yk bewerkten, dat hyeer, lang van zyn ampt verlaaten wierdt. f Doch leedt niet lang of de Marquis de mont i g n a r d verviel in 's Konings ongenade. Ten S ^ dee-  4,8 de FRANSÓHE SPION, deezen opzigte vertoonde zich wederom de tegen(Irydigheid van het karakter van lodewyk den Xv. Hy kon niet twyfelen aau de eerlykheid van den Marquis, aan deszelfs verknogtheid aan zynen. meester, en aau zynen yver om zich van zynen pligt te kwyten ; maar , in den tegenwoordigen beroerden tceftand des Komnkryks, hadt de Koning niet zo zuer eerlyke ais ftoutmoedige lieden «oodig. De onregtvaardigheid, ncgthans, van zich te ontdoen van den besten zyner dienaaren , weiken hy hadt behooren aan te moedigen, hem te ilraffen in plasts van te beloonen.fchrikteheravan den anderen tint af. Van hier dathy hem zyne ongenade niet openlyk durfde aankondigen ; hy zogt hem, door hoon en vernederingen, een tegenzin te doen krygen in zynen post; hy flelde vast,dat de Staatsdienaar de betekenis van dezelve wel zou fee-Typen. Docb,'t zy hy ongenegen was om zy*en post te verlaaten,het zy de bewustheid zyner onthuld hem niet op de gedagte kon doen vallen , fiat de Koning zich van hem wilde ontdoen , hy verfiondt die taal niet en arbeidde drie maanden lang zonder zynen Meester. Geheel Parys hadt den mond vol van zyne aanftaande ongenade 5, hy zelve alleen fcheen daarvan onkundig te zyn. De Hertog d'A 1 c u 1 l l o wten langen Iaatfte deezer onzekerheid moede, bewoog zyne Befchermheilige om haaren Koninklyken Minnaar zo lang te kwek  de FRANSCHE SPION. ^ kwellen, tot dat zy hem den brief vin afdankrnge deedt tekenen; de Hertog delavrilliere kieeg last ora dien aan den Marquis ter hand te tollen. Zo vast vervvagtten zyne bedienden deezen flag, dat de Zwitzer, den Hertog ziende, niet kon nalaaten hem te gemoete te voeren: Myn Heer, ik vrees dat gy kwaad nieuws brengt. Waarop' by ronduit antwoordde.- Gy hebt gelyk. Men (paar. de den Marquis de montknard de fchande van baliingrehap; hem wierdt alleen vetbooden om in *s Konings tegenwoordigheid te verfebynen. De Hertog d'a i o u i l l o n kreeg het bewind ad 'interim» Toen lodewyk de x v hem de Poriefeni£. te, in tegenwoordigheid van zyne hovelingen, ter hand flelde, maakte hy hem het volgende Con> pltment : „ Ik vertrouw u deeze Portefeuille, tot „ den tyd toe dat ik iemand zal vinden, war.rdi. „ ger om die te- bezitten ,-■ maar ik mott u ver,, klaaren, dat ik niet gemaklyk ben." Hy kreeg welhaast het volle bewind, en de eerfte gehoor. - geeviug, welke by verleende, was pragtiger, dari men ooit in de gelukkige dagen van den Hertog? de choiseul gezien hadt. Gantseh ongeféhikt was de Hertog ó'a i o u i l» 10 N tot óeezeR gewigtigen post; hy wasontbloot van de meeste kundigheden, daartoe noodig; by moest zich in dezelve laaten onderwyzen; een eerfie Komrnis diende hem voornaamlyk tot Leermeei»  4?o de FRAN SCHE SPION* ter. Doch hy fchudde eerlang zyne leibanden af; en matigde zich het vermogen aan om op eigen beenen te kunnen loopen. Het bewind der Zeezaaken was thans in harden van den Heer de boisnes; doch hy haakte r,a eene andere bediening, die van Kanzelier of Zegelbewaarder. Hy maakte geene zw»arigheid om ten dien oogmerke maatregels te volgen, welke verderflyk moesten afloopen voor dsn Heere d e Maupeou. Hy kende den of loopenden aart van dien Kanzelier; by voorzag dat hy weldra met den Hertog d'iicuiLLON, met den Abt de t e r b a i en met de Matresfe in onmin zou geraaken, en dat de Koning zelve hem eerlang zyne agtir.g zouort" trekken. Zyne verregaande eerzucht ter zyde gefield zynde, was de boisnes niet gefchikt om aan een verdorven hof te verkeeren; te midden der toomloosfle ongebondenheid vertoonde hy het fcl.ouwfpel van een geregeldleevend' Staatsdienaar: hy leefde burger!yk in zyn gezin en was godsdienflig. Hy hadt zich gevoegd san de zyde der Geest lykheid en van Madame loujse, die ten oogmerk hebbende de vernietiging der Parlementen, en zvnen haat tegen dezelve kennende, in hem een groot vertouwen fielden. De beginzels van eigendunkelyke heerfchappye, welke hy in het hoofd en in het hart vcedde, maakten hem inzonderheid aargenaam by de Staatsdienaars en den Koning. Dy  de FRANSCHE SPION. 43I Hy beweerde dat alles onder het Koninkiyk geza^ moest buigen; dat dit, eenmaal gevestigd zynde° nimmer moest vvyken, zelf wanneer het ongelyk hadt; dat 'er flegts één meester, en al het overige flaaf moest weezen. De Kanzelier , hoewel de zelfde beginzels toegedaan, droeg hem.nogthan», geen guaftig hart toe. Zyne hulp niet meer b hoevende, zogt hy hem by den Koning i„ kleinagting te brengen, niet openlyk, maar langs"omwegen; hy beweerde, dat de Heer de boisnes zwak van harsfenen was, en zyn geheugen hadt verlooren. Met genoegen zag de Abt de t e r r a r, dar deeze twee lieden elkander zogten te bederven; hyhooi> ie daarvan de vrugren te plukken. In dit vooruit- zigt droeg hy den last der Finantien, ondraagiyfc voor elk, die eenige aandoeningen vanmenfchly*. heid of Vaderlandliefde in bet hart voedde V^n een allerllegtst karakter was deeze Abt, en zonder eentge grondbeginzels, onverfcbillig omtrekt het goede e„ het kwaade; het eene deedt hy zonder fmaak, h.t ander zonder wroeging. o.,der n , N, drik den iv zou hy, veel ligt, eensuLLY,™ weest zyn ; onder lodewyk den xv was* hy eenmontler; hy bezat alle de noodige hoedanig. heden om in de bdde ^ lutkig bevoadt hy zich alleen in het j»valnm,° vetfoeielykfle hoedanigheden te k^S S7 On.  422 db FRANSCHE SPION. Onverzaagd in de misdaaden, verftnaadde hy de huic'ae'aary van den Kanzelier, en vertoonde zich zo als hy was. De zoetigheden der liefde kende hy niet,- nogthans was hy van eeu wellustigen aart, en even koelzinnig in zyne geile lustopvolgingen als in alle andere opzigten. In zyn nieuw huis hadt hy een pragtig Ledikant, waarvan de grond bedekt was rnet eene overdekte fchildery, wanneer men het gordyn vvegfehoof, zag men eene naakte vrouw; tot de nieuwsgierige zeide hyt Mevrouw , zie daar .... Nimmer liet by zich door eene zyner Matresten regeeren. De Barones de la garde verkogt openlyk degunften diens Staatsdienaars; hybewiliigde hierin , omdat hy haar dus op eene onkostbaare wyze voor zyne beurs betaalde; zodra hy voor zich zeiven hieruit eenig onheil vreesde, zonde hy haar in baliingfehap met Mevrouw damer val, zyne bastaartdochter ;hy hadt deeze jonge fchoonheid voor zyn eigen bed doen opkwecken; hy ontdeedt'er zich van zodra zy aan de Graavinne duijarri behaagde, en het in bedenking wierdt genomen om haar aan lodewyk den xv voor te (lellen. Weinig liet zich de Abt gelegen zyn aan de klagten der misnoegden ;hy gedoogde niet dat ze geftild wierden; zyn zeggen was: „ Men moet ze „ laaten fchreeuwen die gekeeld worden". Zonder bewimpeling erkende hy zynen aart en gedrag. 4 Waa-  De FRANSCHE SPION. m Wanneer, op zekeren tyd, de gelastigde* der Geestlykheid hem onder 't oog bruten, dat hy, in zeker geval, eene onregtvaardidheid begin/ was zyn antwoord : Wie zegt uil eden, dat bet regtvaardig is? Ben ik tot iet anders gefeba. pen? Een hunner, op een anderen tyd, geweldig op hem gebeeten,hem te gemoet voerende:flW* «y* Heer; dat is in de beurs getast, hernam' hy : Waar wilt gy dat ik anders zo:* tasten ? Men noemde hem ten hove bet bedorven kind Wanneer by , op zekeren dag, door een drom van ho velingen willende dringen, verzogt dat men hem een weinig p:aats wiide maaken, kreeg by tot antwoord : Men maakt hier geen plaats dan voor fatzoenlyke lieden. Zyne eenige zorge was om geld byeen te fchraapen; en dewyl hy niet fceer kiesch was omtrent de middelen, bereikte hy gemaklyk zyn doelwit. Hy vondt middel om zich tot het purper te doen verheffen, en 'er liep een gerugt dat hy van den Pretendent de benoeming tot die waardigheid hadt gekogt voor 500,0co LI. vres. Een der vreemdfle verfcbynzels der regeeringe van lodewyk den xv, is, ongetwyfeld, dat men den Hertog delavrilliere meer dan vyftig jaaren in het bewind zag, en hem aüeen, onder zo veele afgedankte Staatsdienaars, onder 20 veele onweersbuien, flaande biyven. De redes  4H de FRANSCHE SPION. den hiervan was zyn gebrek aan bekwaamheden, waardoor hy buiten Raat was om den nayver van zynen Meester gaande te maaken, en diensvolgens zyn volkoman vertrouwen wou. Ook was deeze Geheimfchryver van Staat wel gezien by;de Onderdaanen. Hy wierdt het voorwerp van den a'gemeenui haat en veragtinge , toen hy ,in gevolge van zyne flaaffche onderdaanigheid aan eene gierige ec'.tgenoote, allerlei-ongeregtigheden pleegde, welke zy hem aan de hand gaf;doch inzonderheid wanneer zyn neef, de Hertog d'a icuil. lo.n, zyne hulp in Bretagne noodig hebbende, hem gebruikte als het werktuig zyner wraake; tot zo verre, da hy aan de Afgevaardigden dier pro« vitcie, in den jar.re 1772,zeide: Zyne Majefteit vei flaat geen tegenfland; indien de Staaten zicb mei het Parlement bemoeien , zullen zy binnen vier dagen gcfcbci'itn worden. Thans was het te bat voor den Monarch om zyne verbintenis met den Staatsdienaar te verbreeken ; hy gaf hem nog in -t oogloopender blyken van genegenheid en vriendfchap. Wanneer den Hertoge de la v r 1 l 1.1 ere op de jagt zyne eene hand Was afgefchooten, zondt hem de Koning een ei< genbandigen blief, welken hy befloot met deeze woorden : „ Gy hebt flegts ééue hand verlooren „ cn gy zult 'tr nog ahoos twee Landen tot uwen „ dienst vinden". In het Iaatfte gedeelte van zyn lee,  de FRANSCHE SPION. 435 feeven, toen de kwaadaarrigheid der Hovelingen een gerugt deedt loopeu , alsof hy in ongenade was vervallen, ftelde hem zyn Meester gerust met deeze .woorden : Gy moet my niet verlaaten; gy hebt my, en ik u te veel noodig. Dit gerugt vondt eenig geloof, ten tyde derbal. lingfchap van den Ridder d*a r c , gunfteling van de Marquizinne ïiuhbhc, Matresfe van den Hertog, in wiens naauwe vriendfchap zy deezen loozen mensch hadt ingedrongen; onder zyne befchermlng fmeedde hy allerlei heimelyke ontwen . Pen, die eindelyk aan den dag kwamen. Zozeer was de Hertog op bovengemelde vrouwe verflingerd, dat hy, in weerwil van 's Konings ziekte, in zyn Hotel een pragtig feest gaf, ter gelegenheid van het huvvelyk van haare dochter met den Marquis MCHSUPB 0 N*« : eene on welvoeglykh-id zo vreemd en verregaande, dat de Daufyn, zulksniet kunnende gelooven, in eigen perfoon en beime'yk de zaak onderzogt en van de waarheid overtuigd wierdt. Ligt kan men zich verbeelden, dat indien de Pnns, naa zyne komsr tot den throon, aiJeea met zyn verontwaardiging was te raade gegaan, de Hertog de la vrjli. i er e de eerfleZ0ugeweest zyn, welken hy van het Hof verdreef. Naast deezen Hertog, was de Heer bertu» de meest geliefde Staatsdienaar des Konings, om de zelfde redenen va.) geiykneid van Geest. Hy vondt  42* de FRANSCHE SPION. vondt in hem een man , die niet te zeer uitmuntte in kundigheden, om de zynen te verdonkeren,- en die in zyne denkbeelden en venoogen in den Raad lot zagtaartigheid overhelde : want lodewyk de xvhadtindefchooivandenKardinaalDE fleurt de les geleerd en nog onthouden, meer wérk* te maaken van het gezond verftand dan van vernuft. Bertin voerde het bewind over's Ko. nins byzondere eigendommen; daarenboven hadt hy het opzigt over eene menigte natuurlyke dochters van den Monarch, welke opgevoed wierden, om uitgetrouwd te worden ,;zoras zy den huwbaa» ren ouderdom bereikt hadden. Het vertrouwen, welk de doorluchtige Minnaar, ten deezen opzichte, in hem ftelde, bragt hem insgelyks in de ge. meenzaame verkeering met de Gravinne dubaritt; dit gaf hem een foort van regt om nevens den Heer de boisnes en den Abt de terrai op den prooi des Kanzeliers te aazen. Nogthans heeft Frankryk aan hem eenige verpügiing, voor het oprechten eener fchoole, in welke lesfen gegeeven worden over het uit-en inwendig maaksel van het Paerd,nevens de ziekten en toevallen, aan welke dit edel dier onderhevig is. Het beftuur deezer nuttige inrigtinge , in het kasteel Alfort naby Parys gevestigd , hadt hy vertrouwd aan den Heer bour gelat, Schildknaap van Lions, zeer vermaard om zyne bedreevenheid in deeze  de FRANSCHE SPION. 4:7 deeze weetenfchap. Leerlingen uit verfclieiden gewesten des KoninRryks,en zelf uit vteemdelan, den, worden hier, voor een klein leergeld , aan, genomen. De burgers zcnjen derwaarts hunne zieke, verminkte of gekwetfte paerden, om 'ergeneezen te worden. Van tyd tot tyd worden hier nieuwe proeven genomen. Men zet hier een paerd een gebroken been, eene kwétzuure, tegen welke men voormaals geen raad noch middel wist; men trepaneert hier zelf de paerden: in één woord, men (lelt 'er alle kunstverrigtingen omtrent het paerd te werk, welke voormaals tot den mensch bepaald waren. De nuttigheid deezer inMlinge kan derhalven niet gelochend worden. Alle deeze Staatsdienaars waren, in den eigen» yken zin, niets anders dan de uitdeelers der gunton, en de uitvoerders van den wil der Matresfe; binnen kort verkreeg zy een vermogen, groot* en willekeuriger dan eene der voorgaande Matresfeu ooit geoeifend 0f bezeeten hadt; de fchepter van LoDswvK den xv, die dus lang beurtelings ce fpeelbal was geweest van liefde, eerzuchten gierigheid, wierdt, in de handen der Gravinne het zinnebeeld der dwaasheid. Wat kan 'er uitfpoonger bedagt worden, dan alles't geen ten hove voorviel, dan de heimelyke tooueelen tusfchen de twee gelieven, doch fteeds te openbaar.de. wylzedooronbefcheideuegetuigenrugtbaargemaaki wier-  42g be FRANSCHE SPION. wierden! Wanneer men die menigte kleine voorvalletjes hoorde verhaaleu, waarmede Parys zich op de gezelfchappen vermaakte, zou metr zich verbeeld hebben, de dwaasheden der Regeeringe van Keizer caligula te hebben zien herleeven. De Graavin dub as si, op zekeren tyd , in tegen, woordigheid des Konings en van een Notaris, naa kt ter bedde uitflappende , deedt zich eene van haare muilen aanreiken door den Nuncius van den Paus, en de andere door den Groot Aalmoezenier; de twee Kerkvoogden oordeelden deezen laagen en veragtlyken dienst genoeg betaald, door een vlug. tig oog te mogen flaan op de verborgene bevallig, beden van zulk eene fchoonheid. Op een anderen tyd wierdt de Marquizin de roses, Staatjuffer der Hertoginne van provence, door de Kamenier der Matresfe, en in haare tegenwoordigheid , gekastyd , onder voorwendzel dat de Koning eene kleine oneerbiedigheid tegen haar, uit hoofde van haare jeugd, verontfchuldigende, lachende hadt gezegd : Wel nu, bet is een kir.d; haar voegt de roede. Nog veragtlyker was de idetery, wanneer de Hertog de t re s mes, op ze. keren dag, een bezoek willende geeven aan de Matres cn haar niet 't huis vindende, op haar deur fchieef: De Aap van Mevroime de Gravinnev,xsb ARRi is hier geween, om haar van zynen eerbied tc verzekeren, en baar te doen lachen; zy ver.  de FRANSCHE SPION. 439 vermaakte zich naamlyk met den bochel van dien Heere, die zich gelukkig oordeelde haar fpeelpop te mogen weezen. De Heer de bo is n es fchonk het kruis van st. lodewyk aan een Commisfaris der Admiraliteit, in vergelding van een paruik, welke by aan de Graavinne ten gefchenke hadt gegeeven. Hoe groot was deonwelvoeglykheid,wanneer men de Matres den Hertoge vanorleans op den buik zag Haan, die haare voorfpraak kwam verzoeken tot zyn huwelyk met Mevrouu-e de montesson, en by den Koning te bewerken, dat hy haar voor Hertogin van orleans wilde erkennen! By die gemeenzaamheid voegde zydee< ze woorden rDikke vader, trouw haar flegts \wy zullen 't in 't vervolg wel zien te maaken : Cy weet dat ik 'er groot belang hy heb.. Men zou uit dit zeggen mogen befluiten, dat zy niet wan. hoopte, eerlang in de voetftappen van Movrouwe de mainïeno n te treeden. Niets, ongetwyfeld,evenaarde de laaghartigheid van lodewyk den xv, die, met den Neger der Matresfe, haare gunden deelende, om haar te behaagen, eenen z a m o n e aanftelde tot flotvoogd van het kasteel Lucienne, op een jaarwedde van óoo Livres; die zich op gelyken voet laatende behandelen met zyne Lyfkuegten, van haar den bynaarn van f r an k r y k hadt ontvangen, en zich vermaakte wet zyn eigen ombyt te bereiden. Wie heeft niet ge-  43o de FRANSCHE SPION. rehoord, hoe den Koning, terwyl hy op zeiteren morgen de koffy gereed Blaakte en door een ander voorwerp wierdt afgetrokken, door de Matres uit haar bed wierdt toegeroepen : Pas op, frankryk, uwe kojfy kookt ever. 't Was deeze zelfde onbefchofte en van allen verftand ontbloote vrouwe, die gehoor verleende aan de Gezanten, die zich omringd zag van de Afgevaardigden der Gekonfedereerden, en dier kleine Prinsdommen in Duitscbland, ten tyde der verdeelinge van Poolen, die voor hun eigen lot beducht, om des Konings befcherming fmeekten. 't Was deeze zelfde vrouwe, welke door lodewyk den xv in zegepraal geleid wierdt by de opening van de brug de Neuilly, eene plegtigheid, by welke de Koninklyke Prinsfesfen en de Daufine zelve niet mogten tegenwoordig zyn,opdat niemand haaren luister zou doen taanen. 't Was deeze zelfde vrouwe , die het hem kwalyk deedt neemen, dat de vermoedelyke troonserfgenaain haar hadt gellooten uit het gezelfchap van haaren doorluchtigen minnaar, op een zeker plegt'g feest, door eene listige Hofjuffer nitgedagt ;hy betuigde zyn misnoegen deswegen , door uit te roepen : Nu zie ik, dat myne kinders my niet lief hebben! 't Was deeze zelfde vrouwe, voor welke een gouden Tooitafel wierdt vervaardigd, boewei de Daufine die niet hadt en de Koningin ze nooit  dh FRANSCHE SPION. 43£ nooit hadt gehad; men bewonderde in dit huisge. raad bovenal eèn fpiegel, die vastgehouden wierdt van twee Kupido's, welke haar een kroon boven 't hoofd hielden, zo dibrrraals zy zich zelve daarin befchouwde ; deeze was een zinnebeeld der kroone, welke men voor haar beftemd hadt. 't Was deeze zelfde vrouwe, die zich niet naar genoegen gehuis-" vest vindende in het paleis van eene Prinsfesfe van den bloede, het nieuwe paviljoen van Lucienne hadt doen bouwen, een ftuk, welks bouwkosten niet kunnen begroot worden, dewyl zy geene* andere regelmaat hadden dan debegeerlykheid' van den kunftenaar en de dwaasheid der eigenaaresfe. Ein. delyk, 't was deeze vrouwe, die, op briefjes,met baare eigen hand getekena, zo veel geld uit's Lands Kas ligtte als zy wilde; die lodewyk den xv meer gelds kostte dan alle zyne voorgaande Matresfen te zamen, en, in weerwil van 's volks elende en de algemeene rampfpjeden , zo hoo* fteeg in haare verkwistingen en knevelaaryen, dat zy binnen weinige jaaren het Koninkryk zou ingeflokt hebben, indien de dood van lodewyk ben xv aan dezelve geen paal en perk geftcld hadt. Zints het huwelyk van den Graave van ar t ois was de Monarch droefgeestiger geworden dan naar gewoonte; hy voelde zyne kragten afneemen. Verfcheiden aankondigingen der Natuure boodfehapten hem,  4J2 r>e. FRANSCHE SPION, hem. dat by niet meer gefchikt was tot liefdever. maaken. Hy zelve hadt tot zynen Wondheelerge2egd: Ik zie -wel dat ik wat moet tefnoeijeh ; waarop deeze met ronde woorden antwoorder iire,gy zult wel doen indien gy ze eensklaps affnydt. Het fcbielyk afïterven van den Marquis de chauvel,n, zvnen gunfteling, en den medgeze! van alle zyne rinkelrooijcryen, in eene van welke hy, te midden van het genot eener bloeiende gezondheid, was bezweeken, trof hem ; hy dagt daaraan onop'houdelyk. De dood van den Maarfchalk d'A r„entieres, bykans even oud als de Monarch, vermeerderde deéze zwaarmoedigheid. Eene Le#? rede op Goeden - Vrydag voor hem gedaan, üoor den beroemden Bisfchop van Senes, hadt dewroegingen in zyn hart doen wedetkeeren. Deeze welfpreekende Kerkvoogd herinnerde hem het tydftip van zyne ziekte te Metz , de roemrykfte gebeurtenis van zyn leeven , dewyl aldaar de liefde zyner ot.derdr.anen zich in 't helderst daglicht hadt vertoond; hy ontveinsde hem niet dat deeze liefde verflaauwde, dat de Natie, door belastingen bezwaard, niet kon naiaaten onder haare eicen rampen te zuchten; hy deedt den Monarch opmerken, dat hoewel hy op den. throonongetwy. feld vrienden hadt en waardig was die te hebben, zyne beste vrienden, nogthans,zyne onderdaanen zyn moesten; hy beüoot zyne Leerrede met eene J ver  de FRANSCHE SPTON. 433 vermaaning, dat hy, fa het Ryksbefhiur, zich ntet blindelings moest verlaaten op den raad zyper Staatsdienaaren, die te dikmaals belang had. den om hem te bedriegen, maar dat hy zich al. leen moest verlaaten op zich zeiven, op zyn ei«en hart, en op een meer dan vyltigjaarige ervarenisfe. Deeze Euangelifche flrengheid nam lodewyk de xv geenzins euvel; hy ontving den Prediker zeer vriendelyk; hy herinnerde hem zyne verbintenis om geduurende de Vasten van den jaare i776 voor zyne Majefteit te prediken. Zints deezen tyd+ verdubbelde hy zyné bezoeken by Madame tour se; en deeze Prinsfes ftelde alle haare poogmgen te werke om hem tot God te doen wederkeeren. De flinkfche hovelingen vreesden dat de «elfde zwakheid, waardoor hy hun flaaf was ge. «orden, hem tot een flaaf der Pieren zou maaken. fa eene vergadering, by de Matres ge. houden, wierdt beflooten, den Monarch, door mtddel van eene leevendige en nieuwe fehoonhetd, zyne tegenwoordige denkwyze tedoenvergeeten. Men haalde hem over tot eene reize na Zr,™», d..r men hem een nieuw voorwerp deedt ontmoeten, met alle de kunnen der verleidinge gewapend. De Graavin dub,*hx handelde eve! eens ais de Marquizin de f„mpanm\ ^ve Brt te .uStenenhaare„ZüiTeDdenMi„„aar0p T  4S4 de FRANSCHE SPION. te wekken , verzorgde zy hem geftadig nieuwe voorwerpen van geneugten. In gevolge van eene onzigtbaare beftuuringe, die met de ydeie voorneemens der menfchen fpot, en dikmaals de hoog. fle wysheid befchaamd maakt, werkten de poogingen deezer verleideren, om hunne heerfchappy te doen duuren, tegen de zelve, en Frankryk wierdt verlost. De nieuwe fchoonheid, in 's Koning bedde ge* legd , koesterde reeds in haaren boezem de zaaden der kinderziekte; reeds openbaarde zich dezelve er. maakte haar ongevoelig voor de omhelzingen van den Monarch j hy nam deeze ziekte over, en zyne geile poogingen ter lustopvolginge maakten bem te onbekwaamer om haare woede te wederftaan. Al 's anderendaags hieldt hy het bedde; het eerfte ontwerp van de raadslieden der Matres. fe, was, zyne Majesteit te Trianon te houden en dezelve te omfingelea; doch de Medicynfche Faculteit was van een ander gevoelen : de kranke wierdt in zyn Nachttabbert na Ferfailks gevoerd. Het leedt niet lang of de kinderziekte openbaarde zich aan den Koning; het gerugt vloog heel fpoedig na de verfte grenzen des Koninkryks; de menigte verbiyde zich : anderen dagten aan den Th-eonsopvolget,- die nog geen twintig jaaren telde, en beefden. Ondertufchen gedroeg zich de Daufyn met eene voor-  de FRANSCHE SPION. 335 voorzigtigheid boven zyne jaaren ; zyn eerfte werk was, zich te vertoonen aan de deur van de kamer van zynen Grootvader. Zonder deezen kennis te geeven van den aart zyner ziekte, hadt men hem overgehaald om de kinderen van Frankryk niet te laaten binnen koomen. De Her. togDE la vrilliere verklaarde den Prinfe, uit naam van zyne Majefteit, dat zyne gezond, beid dierbaar was voor den Staat, dat zy hem niet toebehoorde, en dezelve niet mogt wacgen door te verfchynen in het ziekvertrek van zynen Grootvader, die hem beval zich van daar te ver* wyderen. Hy week van daar, floot zich op met de Daufine en weigerde de menigte van hovelingcn te zien , die zich na de opgaande zon keerden. De geheele Medicynfche Faculteit wierdt by« een geroepen. Thans bleek het wat do hofgewoonte zy, en boe een Monarch, zo onbepaald van magt om het onheil zyner onderdaanen te berokkenen , gebonden is wanneer het zyne eigen zelfbehoudenis geldt. Zodra zich de kinderziekte aanLoDEWYK den x v hadt geopenbaard, bcodt een Engehcb C«»«i/wr, sution ge naamd, aan om den kranke volgens de kunst te behandelen en hem te geneeznu. Doch de Fa. culteit wees zjne aanbieding van dc hand; men T a ont«  43Ö de FRANSCHE SPION. ontboodc hem niet dan in het oogenblik, dat zyne Majefteit hooploos lag; hy antwoordde, dat het thans te laat was. Al zints den aanvang der ziekte, deedt men den voorflag om den Koning de Iaatfte Kerkgeregten toe te dienen; doch Dokter boude u, Lyfarts der Graavinne, weetende hoe heilloos deeze plegtige verrigting voor zyne Meesteresfe zyn zou, wederhieldc dezelve en was 'er fteik tegen, dat men den Koning over eenige zaak onderhieldt; hy verzekerde , dat hy nog geen oogfchynlyk gevaar zag, en dat deeze aankondiging drie van de vier zieken deedt fterven. Van dit uitftel bediende zich de Matres, om ge. duurig te zyn naast de bedfponde van haaren Minnaar, die in de ceifte dagen, van zynen toefland onkundig , haar met haare blanke handen deedt ftryken over zyne Etterbuilen. Zelf wil men, dat hy toen nog haar zormyds kuste en ilreelde, en andere onkuisheden pleegde. De Geestlykheid,vreezende dat de doorluchtige Monarch haar zou ontfhapperi, was verwoed; zy befchuldigden den Aardbisfchop van Parys, die, op het ontvangen van het fchroomlyk nieuws , zien wel ten hove hadt begeeven , maar geen pooging hadt gedaan om zich van het geweeten des Koning te verzekeren, en zelf op eene  »« FRANSCHE SPION. 437 eene vernederende wyze zich uit des Konings tegenwoordigheid hadt doen fluiten. Op den vyf. den dag van zyne ziekte, zeide de Koning inden «acht tot zyne oppasfers : Ik ben Vr niet opge. J'eld dat bet tooneel van Metz bier vernieuwd vorde; dat men aan Mevr ouwe de Hertoginne !OÜ,LlOK "ti'.dat zy myplaifier zal doen, indten zy Mevrouw de Graavin ddbarri met zubvoere. Naa deeze fmartelyke fcheiding bereikten dePriestersgereedlyk hun oogmerk;lodewyk de xv wierdt 's anderendaags bediend.- vooraf deedt de Groot. Aalmoezenier de volgende aan. ipraak tut naam van zyne Majefteit: 3) Hoewel de Koning geen rekenfchap van zyn gedrag is ver„ fchuldigd dan aan God alleen, fmart het hem, » egter, eenige ergernis te hebben gegeeven aan „ zyne onderdaanen, en verklaart voortaan niet ,, te willen leeven dan ter handhaavinge van ,, den Godidienst en tot heil zy„er onderdaa. ,, nen." De Redenaar wilde in deeze aanfpraak de waard.gheid zyns Meesters handhaaven en fprak eene ongerymdheid, eene zaak ftrydig zelfmetdegrondregels der Geestlykheid ; want, g,fteld dat een Koning, fa zyn flaatkundig gedrag, niet aanfpraak. lyk is voor zyne daaden by zyne onderdaanen, is hy hUD' B°S^«, in zyn godsdienflig gedrag,als T 3 Chris.  438 de FRANSCHE SPION. Christen, een goed voorbeeld fchuldig, en wel te meer , naar gelang hy hooger gezeeten en tot ftrenger pligten is verbonden. Dit wordt da. gelylts op de predikftoelen geleerd- Maar de Heer be la Roeiie aysion, een der onkundigfte Kerkvoogden van Frankryk, fprak rnet den yver van een Hoveling en niet van een Apostel; hy kon beter vleien dan redeneeren. Drie dagen overleefde lodewyk de xv zyne bediening : 's a- derendaags was 'er een kone tusfchenpoos van beterfchap; men btfloot dit uit het gedrag der hovelingen; ftraks hadden zy de dubarri's uitgejouwd, tot zo verre dat zy dezelve noodzaakten Ferfailles te verlaaten, en de jonge Marquizin van dien naam , arnptshalve verpligt haare opwagting te maaken by Mevrouw de Graavinne van artois , dwongen om ten minften baar Livrei te verbergen om minder in 't oog te loopen. Hun gedrag veranderde: men zag een gefladigen optogt van koetzen van Ferfailles na Ruelles, daar de Matres zichbevondt; meer rytuigen zag men hier dan op den weg van Parys na Ferfailles\ doch de hovelingen veranderden van gedrag , naar gelang der hoftydingen ongunibger wierden. De Koning ftierf op den tienden van Bloeimaand des jaars 1774, twintig minuten naa drie uuren. Ter-  be FRANSCHE SPION. 430 Terflond vertrok het gebeele hof na Cboify', by het Lyk bleeven geene andere, dan wier oppasfmg by hetzelve noodzaaklyk was; in alleryl wierdt het buiten het Kasteel gebragt. Om tyd te winnen, wierden geene der gebruykelykfte plegtighedeu in agt genomen; en by gebrek van lieden van de kunst, ftoutraoedig genoeg om dezelve te volbrengen, wierdt hy naa verloop van tweemaal vierentwintig uuren overgebragt na St. Denys, met een gevolg van veertig Lyfwagten; etlyke pagiei droegen flambouwen. De kist wierdt in een jagtkoets gezet; zyn gevolg deedt den overleedena even fnel ryden, als hy hen by zyn leeven zo dik" maals hadt gejaagd. Nimmer wierdt een Monarch zo fcbielyk overgevoerd. De zelfde or.betaamelykheid heerschte 'er op de wegen onder de aan. fchouwers te St. Denys; de herbergen zaten vol zingende Dronkaarts. Indien de wyn de waarheid doe fpreeken, zal men de algemeene denkwyze des volks kunnen afleiden uit de redenen van eenen deezer zuiperen; men wilde hem uit de her» berg jaagen; om hem daartoe te beweegen, zeide men hem, dat de Lykftaatfie van Looewyic den xv zou vootby koomen: Hoe, riep by uit, dat B. . . beeft ons van bonger doen ft erven by xyn keven, en by zou ons nog van dorst laaten ftervtn in zynen dood! T4 Ca  4+o de FRANSCHE SPION. Om te befluiten, de bynaam van lodewu de begeerde, welke met eenpaarige ftemmen aan zynen Opvolger wierdt gegeeven , was, on ■ getwyfeld, het fmaadendfte fchimpdicht, dat op de regeering van lodewyk den welbemin* den kon gemaakt worden. De welvoeglykheid gedoogde niet dat l odewyk de xvi deezen bynaam van eene vervroegde vleierye aannam; hy verwierp dien met 'verontwaardiging, als begeerende zyne poogingen aan te wenden om deezen eertytel op vaster grond by het Naageflagt te verdieuen. O uitnam I